Split (1)

train · 16.8k rows

INSTRUCTION stringlengths 5 142	RESPONSE stringlengths 241 43.8k	SOURCE stringclasses 8 values	METADATA stringlengths 57 621
DOSBox gebruiken	DOSBox is een programma dat de functies van MS-DOS emuleert, waaronder geluid, beeld, invoer en netwerken. DOSBox wordt alleen gebruikt voor het draaien van oudere games. DOSBox is gratis te downloaden en kan je helpen om gemakkelijk bijna al je oude, favoriete games te spelen. 1. Download de nieuwste versie van DOSBox. Je kan het gratis downloaden van DOSBox.com op de afdeling Downloads. 2. Draai het installatiebestand. Wanneer je DOSBox installeert kan het gemakkelijker zijn om de installatielocatie te veranderen in C:\DOSBox in plaats van de standaardlocatie te gebruiken. Verander C: in de letter van de drive waarin je DOSBox wilt installeren. 3. Creëer een nieuwe map op dezelfde drive, voor je games. Games die je downloadt worden hier geplaatst. Deze map wordt gemount als een virtuele drive in DOSBox. Als je bijvoorbeeld DOSBox hebt geïnstalleerd in C:\DOSBox\, moet je een map creëren op dezelfde locatie, zoals C:\DOSGAMES 4. Download een game. Er zijn miljoenen sites met oude DOS-games die gratis en legaal kunnen worden gedownload. Zoek naar sites met “abandonware”. “Abandonware” zijn programma’s die niet langer worden verkocht en gemaakt zijn door bedrijven die niet meer bestaan. Plaats de gedownloade bestanden in hun eigen map binnen de gamesmap die je hebt gemaakt bij de vorige stap. Je kunt ook bestanden kopiëren van oude installatieschijven die je misschien nog ergens hebt liggen (als je nog steeds een floppydrive hebt). 5. Start DOSBox. Je start met de virtuele opdrachtprompt Z:\>. 6. Mount je gamesmap. Het is geen goed idee om je complete harde schijf in DOSBox te mounten, dus in plaats daarvan zul je je gamesmap als een virtuele drive moeten mounten. De gamesmap zal worden gebruikt als een harde schijf. Typ mount C C:\DOSGAMES en druk op ↵ Enter. Typ C: en druk op ↵ Enter. Je invoer zal veranderen in C:\>. Voor Macs verander je de locaties als dat nodig is (bijvoorbeeld mount C ~/DOSGAMES) 7. Mount een cd. Plaats de cd in de cd-speler van jouw computer. Typ het volgende mount-commando in: Typ mount D D:\ -t cdrom en druk op ↵ Enter. Vervang de stationsaanduiding van je cd-speler door D:\. Typ D: en druk op ↵ Enter. Je invoer zal veranderen in D:\> waarna je door de bestanden van de cd kunt scrollen. cdrom moet met kleine letters zijn. 8. Mount een ISO-schijfimage. Als je een ISO-bestand hebt voor de cd van de game die je wilt spelen, kun je deze mounten alsof het een echte schijf is. Typ imgmount D C:\ImagePath\image.iso -t iso en druk op ↵ Enter. Vervang C:\ImagePath\image.iso door de werkelijke locatie en bestandsnaam van het ISO-bestand. 9. Mount een BIN/CUE-schijfimage. Als je een BIN/CUE-bestand hebt voor de cd van de game die je wilt spelen, kun je deze mounten alsof het een echte schijf is. Typ imgmount D C:\ImagePath\image.cue -t iso en druk op ↵ Enter. Vervang C:\ImagePath\image.cue door de werkelijke locatie en bestandsnaam van het CUE-bestand. Het BIN-bestand moet dezelfde naam hebben en zich op dezelfde locatie bevinden. 10. Mount een floppydiskdrive. Als er een floppydiskdrive in je computer geïnstalleerd zit kun je hem mounten zodat DOSBox er toegang tot heeft. Typ mount A A:\ -t floppy en druk op ↵ Enter. 11. Stel DOSBox in om je drive automatisch te mounten. Om wat tijd te besparen wanneer je DOSBox opstart, kun je DOSBox instellen om automatisch de drive van je keuze te mounten. Om dit te doen moet je het dosbox.conf bestand openen in een teksteditor zoals Kladblok. Windows - C:\Users\username\AppData\Local\DOSBox\dosbox-version.conf Mac - /Macintosh HD/Users/username/Library/Preferences/DOSBox version Preferences Voeg de volgende regels toe aan het einde van het configuratiebestand en sla het dan op: MOUNT C C:\DOSGAMES C: 12. Geef de lijst met mappen weer. Als je je DOSGAMES-map hebt gemount zullen al jouw games meestal worden opgeslagen in hun eigen mappen. Typ dir voor een weergave van al je gamedirectory’s. Als je een schijf of een schijfimage hebt gemount wordt er een lijst van alle bestanden en mappen op de schijf weergegeven. 13. Typ . cd directory 14. Typ . dir 15. Zoek het gamebestand. De meeste games starten door het draaien van een EXE-bestand, alhoewel het ook kan zijn dat je een COM- of BAT-bestand moet draaien. Dit is vooral het geval bij oudere games. Het EXE-bestand zal vaak een naam hebben die lijkt op die van de game. Prince of Persia kan bijvoorbeeld POP.EXE worden genoemd. 16. Draai het gamebestand. Typ de naam van het EXE-, COM- of BAT-bestand in plus de extensie en druk op ↵ Enter. 17. Pas de prestaties van je game aan. Er zijn een aantal sneltoetsen op het toetsenbord die kunnen worden gebruikt om de prestaties van je game aan te passen. Deze commando’s kunnen handig zijn aangezien veel oude spellen het niet goed zullen doen op moderne systemen. Ctrl+F8 – Dit vergroot de hoeveelheid frameskip. Frameskip voorkomt dat DOSBox bepaalde frames weergeeft, wat de prestaties kan verbeteren, maar ook leidt tot wat visuele problemen. Ctrl+F7 – Dit vermindert de hoeveelheid frameskip. 0 frameskip betekent dat DOSBox alle beschikbare frames laat zien. Ctrl+F12 - Dit zal de game versnellen door meer processorkracht toe te wijzen aan DOSBox. Je kunt je processor controleren door te drukken op Ctrl+⇧ Shift+Esc en het tabje “Prestaties” te selecteren. Als je nog steeds prestatieverbeteringen nodig hebt na het optimaliseren van je processor moet je de frameskip verhogen. Ctrl+F11 – Dit zal de game langzamer laten lopen door vermindering van de hoeveelheid gebruikte processorkracht. Niet alle games zullen goed draaien in DOSBox, zelfs nadat je de prestatie-instellingen bij hebt gewerkt. 18. Ga over op een volledig scherm. Als je wilt dat de game het volledige scherm beslaat, druk dan op Alt+↵ Enter. Je kan uit de volledige schermmodus gaan door nogmaals op dezelfde toetsen te drukken. 19. Download en installeer een gebruikersinterfaceprogramma. Als het gebruiken van een opdrachtprompt een beetje te ingewikkeld lijkt kun je een gebruikersinterfaceprogramma downloaden. Deze programma’s gebruiken een Windowsinterface, waardoor je games kunt laden, starten en aanpassen zonder gebruik te maken van een opdrachtprompt. Een van de populairste gebruikersinterfaces is D-Fend Reloaded, gratis beschikbaar bij dfendreloaded.sourceforge.net. D-Fend Reloaded bevat de DOSBox-bestanden. 20. Draai D-Fend Reloaded. Wanneer het eenmaal is geïnstalleerd kun je D-Fend Reloaded opstarten voor het beheren van je games. Je geïnstalleerde games zullen in het linkerframe worden gesorteerd. 21. Voeg games toe. Je kan gemakkelijk DOS-games toevoegen door het verslepen en neerzetten van een archiefbestand in het open venster van D-Fend Reloaded. Het game-archief zal automatisch worden uitgepakt en de bestanden zullen op de juiste plaats worden geplaatst. 22. Draai een game. Dubbelklik op een game van de lijst om te beginnen met spelen. Je Windows-kleurenschema kan tijdelijk veranderen terwijl de game draait, ter ondersteuning van oude DOS-kleuren.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/DOSBox-gebruiken", "language": "nl"}
Bruiningsspray verwijderen	Bruiningsspray kan strepen op je huid achterlaten en je huid een oranje gloed geven. Je zult de bruiningsspray waarschijnlijk van je huid willen verwijderen als bij jou ook zo is. Er zijn verschillende methoden voor het verwijderen van bruiningsspray van je huid, je handpalmen en je nagels. Omdat het een tijdje duurt voordat bruiningsspray in je huid trekt kun je ook vlekken maken in je kleding en andere stoffen. Bereid je er dus op voor om vlekken uit je kleding te moeten verwijderen. 1. Probeer een mengsel van zuiveringszout en citroensap. Meng citroensap met zuiveringszout totdat je een pasta krijgt. Wrijf de pasta onder de douche op je huid. Je kunt een luffaspons of een andere douchespons gebruiken om de pasta aan te brengen. Je kunt ook gewoon je hand gebruiken, omdat het zuiveringszout je huid scrubt. Wanneer je de pasta in je huid geschrobd hebt spoel je je huid schoon. Neem dan een douche zoals je normaal ook doet. 2. Gebruik een exfoliërende scrub. Een bruiningsspray geeft de bovenste huidlaag een kleurtje. De beste manier om de spray te verwijderen is om de bovenste huidlaag te verwijderen. Een scrub heeft als doel om dode huidcellen te verwijderen en kan dus ook de spray verwijderen. Maak je huid nat onder de douche. Wrijf de scrub in je huid met behulp van een luffaspons of je hand. Spoel de scrub van je huid en neem een douche zoals je normaal ook doet. Als je foutjes als strepen probeert bij te werken, dan kun je na het scrubben meer bruiningsspray aanbrengen zodat de strepen minder goed zichtbaar zijn. Kies een lichte bruiningsspray om het probleem geleidelijk aan te verhelpen. 3. Scrub je huid met een scrubhandschoen. Een scrubhandschoen verwijdert net zoals een scrub de bovenste laag dode huid en helpt zo om de spray te verwijderen. Probeer alleen een scrubhandschoen te gebruiken of er zeep of citroensap bij te gebruiken. Maak onder de douche je huid nat. Maak de handschoen ook nat. Wrijf met de handschoen over de plek waar de spray in de huid is getrokken. Breng een beetje zeep aan zodat het gemakkelijker gaat. 4. Ga zwemmen. Het chloor in een zwembad kan helpen om de bruiningsspray van je huid te krijgen. Je zult wellicht een paar keer per week moeten gaan zwemmen om de bruine kleur echt te laten vervagen. 5. Probeer babyolie. Olie kan dode huid helpen verwijderen door de bovenste huidlaag zachter te maken. Dat helpt om de bruiningsspray te verwijderen. Wrijf de olie in je huid en laat de olie tenminste 10 minuten intrekken voordat je je huid spoelt. Probeer na het gebruiken van olie je huid te scrubben, waarbij je bovenstaande stappen volgt. 6. Neem een bad. Door het nemen van een bad kan de bovenste huidlaag zachter worden, net zoals dat gebeurt wanneer je babyolie gebruikt. Je kunt ook olie in je bad gebruiken. Omdat de bruiningsspray voor het grootste deel in de bovenste huidlaag trekt kun je de bruine kleur laten vervagen door deze huidlaag zacht te maken en dan te scrubben. Gebruik hierbij één van de al eerder genoemde scrubmiddelen om de spray sneller te kunnen verwijderen. 7. Veeg alle overtollige bruiningsspray van je handpalmen. Veeg ook je nagels schoon. Door dit direct na het aanbrengen van de bruiningsspray te doen zullen die plekken minder bruin worden. Bruiningsspray wordt een probleem als de spray op je handpalmen en nagels terechtkomt. Je nagels en handpalmen moeten natuurlijk niet bruin worden door de spray omdat ze van nature lichter zijn dan de rest van je lichaam. Het is het beste om deze plekken niet in te spuiten, maar je zult je handen toch moeten behandelen, waardoor de spray ook op je nagels en handpalmen terecht kan komen. 8. Probeer een witmakende tandpasta. Als het kwaad al geschied is breng je een witmakende tandpasta op je nagels en handpalmen aan. Pak een schone tandenborstel en gebruik die alleen voor dit klusje. Knijp een beetje tandpasta op de tandenborstel. Schrob de tandpasta in je handpalmen en nagels. Wrijf met voorzichtige cirkels en schrob niet te hard. Spoel de tandpasta van je huid. Je zou de bruiningsspray nu deels verwijderd moeten hebben. 9. Gebruik aceton. Je kunt de aceton in nagellakverwijderaar gebruiken om de vlekken van je nagels te verwijderen. Breng de aceton zoals gewoonlijk aan door het middel met een wattenbolletje op je nagels te smeren. Maak daarbij cirkelvormige bewegingen. Spoel je handen na afloop af. 10. Spoel de vlek eerst met water. Deze stap helpt om resten bruiningsspray te verwijderen. De gemakkelijkste manier om de plek met water te spoelen is om de stof onder de kraan te houden. Spoel zoveel mogelijk spray uit de stof. Kijk of het spoelwater helder wordt. Als het om een vlek in bekleding gaat spoel je de vlek met een nat washandje. Houd het kletsnatte washandje op de vlek zodat het water in de stof kan trekken. 11. Gebruik afwasmiddel. Meng een kleine hoeveelheid afwasmiddel met warm water. Enkele druppels zouden genoeg moeten zijn. 12. Maak een washandje of spons nat met het mengsel. Maak een washandje of spons nat en zuig het zeepsop ermee op. 13. Dep de vlek. Dep de vlek met het washandje of de spons. Wrijf niet over de vlek, maar laat het vocht in het washandje of de spons in de vlek trekken. 14. Spoel de zeepresten uit de stof. Week een washandje of spons in schoon warm water en spoel de zeepresten ermee uit de stof. Als de vlek in een kledingstuk zit stop je het na afloop in de wasmachine.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Bruiningsspray-verwijderen", "language": "nl"}
Grafieken en tabellen citeren in APA‐stijl	Grafieken en tabellen zijn goede manieren om je ideeën in een essay of verslag te onderbouwen. Het kan zijn dat je je afbeeldingen voor een essay of verslag voor een vak moet citeren in APA-stijl. Of je nu een grafiek uit een boek, een artikel of een website citeert, je kunt het citaat in slechts een paar eenvoudige stappen in APA opmaken. 1. Begin met 'Figuur' en vervolgens het cijfer in cursief. Het cijfer heeft geen specifieke titel nodig. Begin in plaats daarvan met het woord 'Figuur' en vervolgens het nummer van de figuur op basis van waar het in het tijdschrift is geplaatst, in chronologische volgorde. Als het bijvoorbeeld het eerste figuur is dat in het artikel wordt weergegeven, begin je het citaat met 'Figuur 1'. Als de figuur het vierde figuur is dat in het artikel wordt weergegeven, zou de citaat beginnen met 'Figuur 4'. 2. Neem een beschrijvende zin over de figuur op. Geef de lezer een korte uitleg die schetst waar de figuur over gaat of naar verwijst. De zin moet de informatie in de figuur op een beknopte, duidelijke manier samenvatten. Als je bijvoorbeeld een grafiek citeert met statistieken, kun je schrijven: 'Grafiek van statistieken over het gezinsinkomen in Canada in 2010.' Of als je een afbeelding citeert, kun je schrijven: 'Zwart-witfoto van Martha Graham in de Vienna Performance Hall.' 3. Neem de bron of het citaat op waar je de figuur hebt gevonden. Schrijf 'Overgenomen uit' of 'Bewerkt uit', gevolgd door de titel van het boek, het artikel of de website waarop je de figuur hebt gevonden. Voeg ook het paginanummer toe waar je de figuur hebt gevonden als je een figuur uit een boek citeert. Je kunt in het geval van een citaat uit een boek bijvoorbeeld schrijven: "Overgenomen uit 'The Life of Martha Graham' (p 84)." Voor een citaat uit een artikel kun je schrijven: "Bewerkt uit: Statistieken Canada onthullen verschuiving in volkstelling." Als je een figuur van een website citeert, kun je schrijven: "Uit: The Huffington Post." 4. Neem de initialen van de auteur in over, evenals de achternaam. Gebruik de initialen van de auteur, indien beschikbaar, in plaats van de volledige voornaam of voornamen van de auteur. Noteer ook hun achternaam. Als er meerdere auteurs zijn, neem je ze allemaal op en scheidt je ze met 'en'. Je kunt bijvoorbeeld schrijven 'door K.L. Lee' of 'door B. Lork en M. Casper.' 5. Benoem de bron. Als de citaat een boek is, noteer dan het jaar waarin het boek is gedrukt en vermeld ook de plaats van de uitgever. Voeg de naam van de uitgever. Je kunt bijvoorbeeld schrijven: '2008, New York (NY): Homer Press' of '2010, New Haven (CT): Beehive Press.' Als je een artikelverwijzing gebruikt, vermeld dan het jaar waarin het artikel is gepubliceerd en de naam van het tijdschrift en het nummer van het deel waarin het artikel in cursief. Geef een lijst met het paginanummer waar je de figuur in het artikel ook hebt gevonden. Je kunt bijvoorbeeld schrijven '2017, Statistieken Canada, 56, p. 103' of '2002, Children Today, 14, p. 90.' Als het citaat een website is, noteer dan het jaar waarin de figuur op de website is gepubliceerd, indien beschikbaar. Als dit niet beschikbaar is, gebruik je 'zonder datum'. Vermeld ook de URL van de website. Je kunt bijvoorbeeld schrijven: '2008, verkregen van http://www.statisticscanada.com' of 'Zonder datum, verkregen van http://www.childrentoday.org.' 6. Let op de copyright-informatie voor de figuur. Beëindig de citaat door het auteursrechtjaar en de naam van de auteursrechthebbende voor het figuur te vermelden. Je kunt deze informatie vinden in de bronvermelding van de figuur in het artikel of het boek waar je de informatie hebt gevonden. Je kunt bijvoorbeeld schrijven 'Auteursrecht 217 van het Bureau voor de Statistiek van Canada' of 'Copyright 2012 door de Organisatie voor Kinderenkeuze'. Als je geen copyrightinformatie voor het figuur kunt vinden, kun je deze informatie weglaten. 7. Bekijk het citaat. Nadat je het citaat voor de figuur hebt gemaakt, moet je hem controleren om ervoor te zorgen dat het alle benodigde informatie bevat. Een volledig citaat voor een figuur uit een boek zou zijn: 'Figuur 1. Zwart-witfoto van Martha Graham in de Vienna Performance Hall. Overgenomen uit The Life of Martha Graham (p. 84), door K.L. Lee, 2008, New York, NY: Homer Press. Copyright 2008 bij De Moderne Dansschool. ' Een volledige citaat voor een figuur uit een artikel zou zijn: 'Figuur 4. Grafiek van statistieken over het gezinsinkomen in Canada in 2010. Gewijzigd uit 'Statistics Canada Ruiting Shift in Census,' door B.Lork en M.Casper, 2017, Statistics Canada, 56, p. 103. Auteursrecht 217 bij het Bureau voor de Statistiek van Canada.' Een volledige citaat voor een figuur van een website zou zijn: 'Figuur 6. Tekening van een kind dat met plastic speelgoed speelt. Herdrukt vanuit de column Children Today, in The Huffington Post, zonder datum, verkregen van http://www.huffingtonpost.childrentoday.com. Copyright 2008 bij Joan Lee.' 8. Plaats het citaat onder de figuur met dubbele regelafstand. Het citaat moet altijd onder de afbeelding in je verslag verschijnen. Dit zorgt ervoor dat het de figuur duidelijk identificeert. Je moet ook dubbele regelafstand gebruiken zodat het gemakkelijk te lezen is. 9. Vraag toestemming om de figuur opnieuw af te drukken als je van plan bent je verslag te publiceren. Als je je artikel in een proefschrift, een tijdschrift of een publicatie wilt publiceren, moet je toestemming krijgen van de oorspronkelijke houder van het auteursrecht om de figuur opnieuw af te mogen drukken. Vermeld vervolgens dat je toestemming hebt verkregen door aan het einde van het citaat 'Herdrukt met toestemming' te plaatsen. Je kunt bijvoorbeeld schrijven: 'Figuur 4. Grafiek van statistieken over het gezinsinkomen in Canada in 2010. Gewijzigd uit 'Statistics Canada Ruiting Shift in Census,' door B.Lork en M.Casper, 2017, Statistics Canada, 56, p. 103. Auteursrecht 217 bij het Bureau voor de Statistiek van Canada. Overgenomen met toestemming.' 10. Neem de bronvermelding op in de referentielijst. Volgens de APA-richtlijnen moet je een volledige bibliografische vermelding voor de bron aan het einde van je artikel opnemen. Orden de lijst alfabetisch. Volg de APA-indeling voor de bronvermelding en zorg ervoor dat de titel van het boek, het artikel of de website, de auteur en de publicatie-informatie voor de bron worden vermeld. Een citaat in je referentielijst voor een boek is bijvoorbeeld 'Lee, K.L. 2008. Het leven van Martha Graham. New York, NY: Homer Press.'	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Grafieken-en-tabellen-citeren-in-APA%E2%80%90stijl", "language": "nl"}
Beginnen met trainen op een loopband	Het leren trainen op een loopband lijkt in een aantal opzichten op de wedstrijdtrainingen van hardlopers. Het is de bedoeling dat je je uithoudingsvermogen langzaam opbouwt, zodat je geen last van blessures, duizeligheid, uitdroging of problemen met je bloeddruk krijgt. Lees hieronder verder om stap voor stap te leren hoe je kunt trainen op een loopband. 1. Ga naar je huisarts als je last hebt van je gewrichten of rugklachten hebt. Je huisarts kan aangeven of je beter een low impact workout zoals wandelen kunt doen, of een high impact training zoals hardlopen. 2. Koop comfortabele hardloopschoenen. Probeer verschillende hardloopschoenen uit, net zo lang totdat je een paar gevonden hebt die bij je passen. Het juiste paar hardloopschoenen moet comfortabel om je voet heen zitten, je voetboog ondersteunen, en genoeg ruimte bij de tenen bieden. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is het beter om hardloopschoenen niet teveel in te moeten lopen. Ze moeten meteen al lekker zitten; koop ze dus alleen als ze echt heel comfortabel zitten. Draag ze indien mogelijk een weekje in huis voordat je naar de sportschool gaat, zodat je ze nog kunt ruilen als je merkt dat ze wringen. 3. Drink anderhalf uur voordat je op de loopband gaat 0.5 tot 0.7 l water. De meeste loopband workouts duren langer dan 20 minuten; je kunt dus flink gaan zweten en daarna last krijgen van uitdroging. Neem een fles water mee waar minstens 0,5 l in kan en die je op de loopband kunt zetten. Ga naar de wc voordat je op de loopband gaat. Als je moet pauzeren tijdens je workout dan kan dat je ritme en de effectiviteit van de workout verstoren. 4. Draag dikke sokken. Je kunt beter sportsokken dragen dan gewone katoenen sokken; dan is de kans op pleisters minder groot. 5. Zorg dat je een warming up doet en een cooling down. Neem voor en na de sessie op de loopband 5 minuten de tijd om te wandelen met een snelheid van 2,5 – 3 km per uur. Als je lopend naar de sportschool gaat, dan kun je dat ook meetellen als je warming up en cooling down. 6. Beweeg je armen mee met het lopen. Misschien heb je de neiging om de handvatten van de voorkant van de loopband vast te houden zodat je dan meer in evenwicht blijft. Maar dan verbrand je minder calorieën, het gaat ten koste van een goede houding, en je leert dan niet goed lopen op de loopband. 7. Let op de data op het scherm van de loopband. Kijk waar de snelheid en de hoek van de helling op het scherm worden aangegeven en hoe je die kunt verhogen of verlagen. Dit zijn de belangrijkste knoppen op de loopband die je zult gebruiken. Wacht nog even met het gebruiken van voorgeprogrammeerde workouts totdat je het manueel instellen van de loopbandmachine goed beheerst. Je kunt dan namelijk zelf je workout afstemmen op jouw fitness niveau. 8. Gebruik de veiligheidsgesp. Hoewel je misschien de neiging hebt om deze niet meer te gebruiken als je eenmaal aan de loopband gewend bent, is het goed om je te realiseren dat de gesp een noodmiddel is – als er iets gebeurt dan wordt de loopband door de gesp uitgeschakeld. Mocht je je balans verliezen dan zorgt de gesp ervoor dat je valt of dat je gewond raakt. 9. Doe een loopband training voor beginners met een duur van 20 tot 30 minuten. De eerste 15 minuten van je workout verbrand je waarschijnlijk de calorieën van het voedsel dat je het laatst gegeten hebt. Na 15 minuten begint je lichaam lichaamsvet af te breken en je begint dan met het opbouwen van je uithoudingsvermogen. 10. Do een warming up van 5 minuten. Door de warming up kun je je balans makkelijker bewaren en voorkomen dat er blessures optreden. Maak de veiligheidsclip aan je lichaam vast voordat je begint. Loop gedurende een minuut 2,5 km per uur. Verhoog de snelheid in de daaropvolgende minuut met 3 km per uur. Loop gedurende 30 seconden van die minuut op je tenen. En loop gedurende de laatste 30 seconden op je hielen. Verhoog de hellingsgraad met 6. Blijf lopen met een snelheid van 2,5 – 3 km per uur. Loop een minuut. Neem gedurende 1 minuut grotere passen. Als dat moeilijk gaat vanwege de hogere hellingsgraad, probeer dan langzamer te lopen. Zet de helling na 0 tot 2 minuten weer op 6. Verhoog in de laatste minuut de snelheid met 3,5 km per uur. 11. Houd 20 minuten lang een snelheid aan van 5 – 6,5 km per uur. Je kunt in de eerste week van je loopbandtraining dezelfde hellingsgraad en snelheid aanhouden. 12. Doe gedurende 5 minuten een cooling down, door je snelheid elke minuut iets te verlagen. 13. Experimenteer na de eerste of tweede week met de hellingsgraad en snelheid. Verhoog gedurende 1 tot 2 minuten de hellingsgraad tot je boven level 4 zit, en zet de snelheid lager. Verhoog de snelheid gedurende 1 tot 2 minuten met 1 km per uur extra. Interval training is de beste manier om je uithoudingsvermogen, snelheid en vetverbranding te verhogen. Je hartslag gaat als het goed is omhoog bij een interval van 1 tot 2 minuten, waarna je weer naar een gematigde intensiteit kunt gaan. Een workout met een gematigde intensiteit houdt ongeveer in dat je zwaar ademt maar toch nog onophoudelijk een gesprek zou kunnen voeren. 14. Doe wat interval workouts met joggen of snelwandelen. Het doel van een interval training met hoge intensiteit is dat je je hartslag er behoorlijk mee verhoogt. 15. Doe gedurende 5 minuten een warming up zoals hierboven uitgelegd is. 16. Ga gedurende 1 minuut joggen of snelwandelen. Probeer de snelheid van de loopband gedurende deze interval met 1,5 – 3 km per uur te verhogen. Mensen met een goede conditie kunnen de snelheid nog meer verhogen. 17. Loop nu weer gedurende 4 minuten met een snelheid van 5 – 6,5 km per uur. 18. Doe nog 4 intervallen, waarbij je 1 minuut met een hoge intensiteit jogt of snelwandelt, en 4 minuten met een gematigde intensiteit. 19. Doe gedurende 5 minuten een cooling down, aan het einde van je workout. Verhoog je hoge intensiteit interval elke week met 15 tot 30 seconden. Je kunt voorgeprogrammeerde interval workouts proberen als je eenmaal met zekerheid intervallen kunt lopen van 1 minuut. Je kunt ook workouts doen waarbij je de intensiteit verhoogt door middel van de hellingsgraad die dan verhoogd wordt, in plaats van de snelheid.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Beginnen-met-trainen-op-een-loopband", "language": "nl"}
Een vrouw met het sterrenbeeld Stier verleiden	Dus je hebt je oog laten vallen op een vrouw die tussen 20 april en 20 mei is geboren? Dan is ze een Stier. Als je denkt dat je haar kunt strikken voor een nacht, dan heb je het helemaal mis! Voordat je het weet heeft ze je in haar web gevangen. Als je moedig genoeg bent om het erop te wagen, blijf dan lezen om ervoor te zorgen dat ze jou ziet staan en alleen maar oog heeft voor jou. 1. Wees geduldig. Deze godin van de liefde houdt van zekerheid. Ze laat niet zomaar iemand haar buurt komen. Daarom zal je geduldig moeten zijn. Ze zal niet worden verleid met een betekenisvolle blik en een drankje. Als je deze vrouw wilt, dan zal daar de tijd voor moeten nemen. Ze is al die moeite zeker waard! Maak je geen zorgen dat je al te diep in de vriend-zone terechtkomt. Dit is een noodzakelijk onderdeel om haar te kunnen verleiden. Het is zaak eerst een fundament van vertrouwen op te bouwen voordat je in de buurt van haar bed kunt komen. Zou je echt willen dat je vrouw anders zou zijn? 2. Maak haar het hof. Dit is de manier om de vriend-zone te vermijden! Laat haar op een beschaafde manier weten dat je naar haar verlangd. Breng haar bloemen. Schrijf haar een brief. Kus haar wang als jullie afscheid nemen. Zorg dat ze aan je denkt. Zorg dat ze bijna smeekt om meer. Je weet nog wel waar je grootouders het over hadden? Begin maar met het maken van aantekeningen. Als je haar bloemen brengt, zorg dan dat ze speciaal zijn. Een Stier-vrouw houdt van haar mooie dingen. Zoek uit wat haar favorieten zijn en laat ze bezorgen met een ingetogen kaartje. Wakker haar interesse aan door haar je volwassenheid, je portemonnee en je bedoelingen te tonen. 3. Geef haar een veilig gevoel. Deze godin heeft zacht gezegd een aantal vertrouwenskwesties. Ze wil een minnaar waarvan ze op aan kan dat die weet hoe geweldig ze is en bereid is om haar dit te vertellen! Dus geef haar complimenten en vlij haar – maar zorg er wel voor dat je het meent! Laat haar weten hoe speciaal ze is, en ze zal zich eerder voor je open stellen. Wees niet negatief. Je kent het aanhankelijk doen en daarna afstandelijk zijn wel waar sommige sterrenbeelden voor gaan? Dat geldt niet voor de Stier. Ze prefereert een directe jij-bent-wat-ik-wil houding in plaats van spelletjes. En ga vooral niet neerbuigend doen om haar een emotioneel kwetsbaar gevoel te geven zodat ze maar hunkert naar je goedkeuring. Dat is een manier van doen waarmee je zo het huis uit wordt geschopt. 4. Stel haar niet teleur. De vrouwelijke Taurus heeft een sterke kant -- ze is zeer betrouwbaar, je kunt op haar bouwen, en ze blijft stevig vasthouden aan haar principes. Als je haar laat zitten, dan zal ze dat niet accepteren. Kom je te laat, laat haar dit dan zo snel mogelijk weten. Wees lief zodat ze je niet op haar hoorns neemt. En als het gaat om je woord, houd je eraan. Als je zegt dat je iets voor haar zult doen, doe het. Als je zegt dat je iets zult doen voor een vriendin van haar, doe het. Als je iets belooft aan iemand en zij hoort ervan, doe het dan ook. Ze is extreem loyaal aan tegenover iedereen in haar kring – schend hun vertrouwen en je schendt die van haar. 5. Let haar pronken met haar creatieve kant. Deze vrouw houdt van alles aan kunst. Ze zal stuiteren van energie, passie en enthousiasme als je haar meeneemt naar een museum, het theater, een concert of zelfs een wijnproeverij. Als er zelfs maar de schijn is van kwaliteit en creativiteit, dan is ze van de partij. Dus als je op zoek bent naar een goede date, kijk dan niet verder. Als het van je vereist dat je een beetje de luxe kant op gaat, geweldig. Als het gaat om voedsel, geweldig. Als het gaat om haar je expertise op dit gebied te tonen, geweldig. Voor je het weet zal ze de jouwe zijn. 6. Prikkel al haar zintuigen. Als je voor haar echt een goede vangst wilt zijn, dan is het zaak om al haar zintuigen met aangename prikkels te bombarderen. Dat betekent dat je een moment moet creëren dat mooi is voor haar ogen en oren, aangenaam aanvoelt, smaakt en ruikt. Dus maak het diner voor haar, steek een paar kaarsen aan en laat haar je zijden lakens zien. Boem. Koken? Dat werkt bij de meeste vrouwen, maar zeker bij een vrouwelijke Stier. Dat toont dan je voor het eten kunt zorgen en vaardigheden hebt. Zorg er echter wel voor dat je het eenvoudig houdt -- ze is geen grote fan van nieuwe, gekke dingen; ook niet wat voedsel betreft. 7. Kies kwaliteit boven alles. Als er geen eurobiljetten uit je portemonnee steken, dan staat je een zware strijd te wachten. Mevr. Taurus houdt van haar mooie dingen. Dit hoeft niet het duurste of meest trendy te zijn, maar wel mooi . Klassiek, vintage of modern -- ze houdt er allemaal van, mits het van goede kwaliteit is. Haal je mooiste porseleinen servies uit de kast wanneer je een diner voor haar hebt gemaakt. Koop de mooiste bloemen voor haar. Draag je kasjmier trui tijdens je date en bied haar deze aan wanneer ze het koud heeft. En was je auto voordat je haar op gaat halen! 8. Laat haar zien hoe stabiel je bent. Lady Stier wil een man die een rots is. Hij heeft geld in zijn portemonnee, een fatsoenlijke baan, een mooie auto, een fatsoenlijk huis en is om te beginnen emotioneel stabiel. Ze is niet van plan om voor iemand te gaan zorgen, dat is zeker. Zelfs als je niet op de lange termijn denkt, zijn deze dingen nodig om haar aandacht lang genoeg te krijgen en te behouden om zelfs maar te worden overwogen. Gedraag je niet overmatig emotioneel; het ene moment met haar flirtend en het volgende moment haar negerend. Ze gaat er dan vanuit dat je niet weet wat je wilt. Net zoveel jij wenst dat ze vol enthousiasme naar jou verlangd, zal jij dat op dezelfde manier bij haar moeten doen. Wie weet reageert ze op dezelfde manier! 9. Ga uit van lang voorspel. Dit is gewoon goed advies. Volg het. Altijd. Wanneer je eindelijk dicht genoeg bent gekomen om haar te kussen (en ze laat dit toe), ga dan niet meteen op je doel af. Houd het PG-13 totdat ze je smeekt om verder te gaan. Wanneer jullie het allebeide niet meer uit kunnen stellen, ga dan een stap verder. Je wilt haar om je vingers winden, nietwaar? Dit is geen meisje voor een onenightstand. Dit zullen jullie beide willen herhalen, dus gedraag je. Als je doel is om haar te behagen, dan zal ze ernaar streven om op haar beurt jou ook te behagen, en zullen jullie beide er plezier aan beleven. 10. Weet dat ze een Aarde-teken is. De andere tekens zijn Vuur, Water en Lucht. Je kunt waarschijnlijk wel raden wat het betekent door dit af te leiden. Ze is ook vast (in tegenstelling tot veranderlijk), wat betekent dat ze stevig geaard is. Een typisch Aarde-teken kan als volgt worden omschreven: Geaard, stabiel en biedt weerstand tegen verandering Betrouwbaar, robuust en niet vatbaar voor driftbuien of emotioneel vertoon Houdt niet van het nemen van risico's en houdt van zekerheid Bekend als de 'bouwer' van de dierenriem 11. Begrijp dat ze niet super emotioneel is. Als je wilt dat ze uit je bed stapt om vervolgens te verklaren dat je een seksgod bent, dan zal ze dat niet zeggen (hoewel ze misschien wel denkt). Ze woont in een logische, rationele wereld en houdt er niet van om meegesleurd te worden in tranen, hysterie of zichtbare opwinding. Beschouw dit als een goede zaak -- geen drama's! Dit betekent niet dat ze niet aan je gehecht raakt of niet boos op je wordt wanneer je haar niet terugbelt. Au contraire, mon ami, ze zal je zo op haar hoorns nemen. Ze zal tot de volgende week dinsdag blijven mokken. Ze zal het echter niet laten merken. Ze zal je negeren zonder te zeggen waarom. 12. Realiseer je dat ze vrij traditioneel kan lijken. Haar aardse manieren zullen de meeste Vuur en Watertekens ervan overtuigen dat ze eerder conservatief is, en som ook wat saai. Dat is niet het geval! Traditioneel is niet hetzelfde als saai. Wat dit betekent is dat ze goed is zijn in wat ze doet en weet wat ze wil. Hoewel ze dan misschien alleen maar vlees en aardappelen maakt, is ze daar wel bijzonder goed in. Niets mis mee! Nee, ze is niet super avontuurlijk en nee, ze verdwaald niet in een droomwereld. Daar is toch helemaal niets mis mee? Ze woont in de echte wereld en heeft echt dingen die belangrijk zijn voor haar. En als het werkt voor haar, dan houdt ze eraan vast. Als het niet kapot is, probeer het dan ook niet te repareren! 13. Speel niet met haar emoties. Dus, ja, ze is betrouwbaar en je kunt op haar bouwen, en ze is lief en aardig en niet super emotioneel -- maar dat betekent nog niet dat je spelletjes met haar moet spelen. Ze vindt namelijk respect, tact en anderen behandelen zoals zij verdienen te worden behandeld bijzonder belangrijk. Dus als je doel is om haar te manipuleren of te gebruiken, dan zal ze je de deur wijzen, zonder pardon. Die hoorns van haar kunnen heel puntig zijn! Auw. Als je haar alleen maar wilt verleiden om haar vervolgens naar huis te sturen in een taxi, wees daar dan eerlijk over. Je komt eens stuk verder op die manier dan door te doen alsof. Ze heeft geen geduld met leugenaars en huichelaars, en is er vrij goed in om ze eruit te pikken. 14. Wees zo trouw en toegewijd als je kunt. Zodra je haar liefde hebt, doe dan je best om haar net zo goed te behandelen als zij jou behandelt. Ze zal ongelooflijk loyaal, geduldig en betrouwbaar zijn. Doe dit ook voor haar! Zeker is dat je de enige zult zijn in haar leven. De vraag is nu: wat in de wereld heb je gedaan om haar te verdienen? De kansen is aanwezig dat je de bedoeling had om haar te verleiden en merkte dat je zelf bent verleid. Grappig hoe dat, of niet? Mevr. Taurus kan een meisje zijn voor de langere termijn, als je een waardig partner bent. Gefeliciteerd met het temmen van die stier!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-vrouw-met-het-sterrenbeeld-Stier-verleiden", "language": "nl"}
Een torrent maken	Deze wikiHow laat je zien hoe je een torrentbestand kunt maken. Torrentbestanden zijn in wezen links naar specifieke geüploade bestanden, zoals een video die je naar een vriend wilt sturen. 1. Open de website van qBitTorrent. Ga naar https://www.qbittorrent.org/download.php in de webbrowser van je computer. Hoewel je met de meeste torrent-applicaties een torrent kunt aanmaken, is qBitTorrent de enige torrent-client zonder advertenties die beschikbaar is voor Windows, Mac en Linux. 2. Kies een downloadlink. Klik op een van de volgende opties, afhankelijk van je besturingssysteem: Windows – Klik op rechts van de tekst 'Mirror link' in het Windows-deel. Mac – Klik op rechts van de tekst 'Mirror link' in de Mac-deel. 3. Dubbelklik op het gedownloade installatiebestand. Hiermee open je het bestand. 4. Installeer qBitTorrent. Doe het volgende, afhankelijk van je besturingssysteem: Windows – Klik op in het dialoogvenster en volg daarna de instructies op je scherm. Mac – Sleep het icoon van qBitTorren naar de map 'Applicaties' en volg de instructies op je scherm. Je moet misschien eerst de download verifiëren voordat je qBitTorrent kunt downloaden. 5. Open de lijst met torrent-trackers. Ga naar http://www.torrenttrackerlist.com/torrent-tracker-list/ in de webbrowser van je computer. 6. Scrol omlaag naar de trackerlijst. Het staat onder de kop 'Torrent Tracker List' bovenaan de pagina. 7. Selecteer elke URL in de lijst. Klik en sleep je muiscursor over de bovenste URL in de lijst en sleep vervolgens naar beneden om de beschikbare URL's te selecteren. Laat de muisknop los wanneer je het einde van de lijst hebt bereikt. Er kunnen zich honderden URL's in deze lijst bevinden, waardoor je misschien een tijdje bezig kunt zijn met scrollen en selecteren. 8. Kopieer de URL's. Druk hiervoor op Ctrl+C (Windows) of ⌘ Command+C (Mac). Op dit punt aangekomen, ben je klaar om te beginnen met het maken van de torrent. 9. Open qBitTorrent. Klik of dubbelklik op de qBitTorrent-icoon, die eruit ziet als een 'qb' op een blauw achtergrond. Je zou misschien op moeten klikken voordat qBitTorrent wordt geopend. 10. Klik op Extra. Dit staat bovenaan het qBitTorrent-venster (Windows) of de qBitTorrent-scherm (Mac). Je ziet nu een vervolgkeuzemenu tevoorschijn komen. 11. Klik op Torrent aanmaken. Je ziet dit in het vervolgkeuzemenu. Dit opent het venster 'Torrent aanmaken'. 12. Klik op Bestand selecteren. Het staat bovenaan de pagina. Er verschijnt nu een pop-upvenster. Als je een torrent van een hele map wilt maken, klik dan op . 13. Selecteer het bestand dat je wilt gebruiken. Ga naar de locatie van het bestand (of map) die je wilt gebruiken, klik er eenmaal op en klik vervolgens op of . 14. Controleer het vakje 'Onmiddellijk beginnen seeden'. Dit zorgt ervoor dat je de bestanden van de torrent uploadt, wat betekent dat iemand anders ze zal kunnen downloaden. Als je de bestanden van de torrent niet kunt seeden, dan zul je een dode torrent krijgen. 15. Voer de gekopieerde tracker-URL's in. Klik op het textvak van de 'Tracker-URL's' in de sectie 'Velden' van het menu, en druk vervolgens op Ctrl+V (Windows) of ⌘ Command+V (Mac) om de eerder gekopieerde URL’s te plakken. Veel trackers op deze lijst werken niet, daarom doe je ze allemaal in het URL-textvak kopiëren en plakken, in plaats van alleen maar eentje te selecteren. 16. Klik op Torrent aanmaken. Dit staat onderaan het venster. Nu verschijnt er een pop-upvenster. 17. Selecteer een bewaarlocatie. Klik op de map waarin je het gemaakte torrentbestand wilt bewaren. 18. Klik op Bewaren. Dit staat onderaan het venster. Door dit te doen zal het bestand worden bewaard en de torrent beginnen te seeden, wat betekent dat de torrent nu beschikbaar is om te downloaden. 19. Stuur de torrent naar een vriend. Om de bestanden van de torrent te downloaden, moet men simpelweg op de torrent dubbelklikken om deze in hun gebruikelijke torrent-applicatie te openen en vervolgens de downloadlocatie van de torrentbestanden te bevestigen. Zolang je de torrent laat seeden, kan je vriend de torrent zonder problemen downloaden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-torrent-maken", "language": "nl"}
Schaamhaar verven	Eén van de nieuwste trends binnen het haarverven is het verven van de kleur daar beneden, of om je schaamhaar bij je hoofdhaar te laten passen. In ieder geval kun je je schaamhaar met gewone haarverf verven, zolang je je huid beschermt en voor een haarverf zonder harde chemicaliën kiest. En als je je schaamgebied mooi wilt maken met felle kleuren? Dan kun je een tijdelijke kleur uitproberen door Kool-Aid aan te brengen. 1. Kies voor een haarverf zonder ammoniak of parabenen. Je schaamgebied is erg gevoelig en kwetsbaar voor harde chemicaliën. Lees de ingrediëntenlijst achterop de doos haarverf om te controleren dat het geen ammoniak of parabenen bevat die je huid kunnen irriteren. Zoek naar haarverf waarop 'chemicaliën-vrij,' 'organisch,' of 'natuurlijk' staat. Je kunt elke kleur haarverf gebruiken. Kies voor een kleur die past bij je haar, of kies voor een felle kleur zoals roze of blauw voor een speelse look. 2. Breng vaseline aan op je gevoeligste plekjes om ze te beschermen. Vaseline werkt als een barrière tussen je huid en de verf zodat het bepaalde plekken niet bevlekt of irriteert. Wrijf een dunne laag vaseline op je schaamlippen, vulva, penis, of scrotum. Vermijd dat je de vaseline op het haar dat je wilt verven laat komen omdat de vaseline de verf blokkeert. 3. Doe plastic handschoenen aan en vermeng de haarverf volgens de instructies. Je doosje haarverf zal instructies bevatten voor hoe je de verf moet voorbereiden. Het doosje hoort ook plastic handschoenen te bevatten. Doe de handschoenen aan voor je met de verf begint te werken om je huid te beschermen. Als je haarverf geen handschoenen in het doosje heeft, dan kun je ze bij bijna elke schoonheidswinkel, supermarkt, of webshop kopen. Test een kleine hoeveelheid van de haarverf uit op je huid voor je het aanbrengt om te verzekeren dat je geen allergische reactie hebt. 4. Meng een gelijke hoeveelheid hydraterende shampoo in de verf. Dit verdunt de verf zodat het minder hard is voor je schaamgebied. Giet dezelfde hoeveelheid shampoo in de verf als de hoeveelheid verf die je gebruikt. Vermeng de 2 met een lepel tot ze grondig gecombineerd zijn. De precieze hoeveelheid haarverf hoort vooraan het doosje vermeld te worden. Gebruik die afmeting voor je shampoo. Als je bijvoorbeeld 85 ml haarverf hebt, dan zul je 85 ml shampoo toevoegen. Kies voor een shampoo met hydraterende ingrediënten, zoals arganolie, vitamine E, of Marokkaanse ollie. Vermijd een shampoo met parabenen, welke je huid zullen irriteren. 5. Breng de verf aan op je schaamhaar. Gebruik het haarverfapplicatiekwastje om voorzichtig de verf aan te brengen, waarbij je verzekert dat je al het haar compleet verzadigt. Vermijd dat je de verf wrijft of dat je het op supergevoelige plekjes laat komen, zoals in je vagina. De meeste haarverfdoosjes zullen een applicatiekwastje meeleveren. Als die van jou er geen meegeeft, koop er dan eentje online of bij een schoonheidswinkel. Je kunt ook een kleine verfkwast met zachte borstelharen in plaats van een haarverfkwast gebruiken. 6. Laat de verf ongeveer 30 minuten zitten. Dit laat de kleur helemaal in je schaamhaar opgaan. Controleer de instructies die je mee hebt gekregen om de precieze verwerktijd voor jouw specifieke merk en type verf te vinden. Sommige haarverven hebben maar 20 minuten nodig. Was de verf meteen weg als je een branderig of pijnlijk tintelend gevoel krijgt. Stel een timer in of gebruik de klokapp op je telefoon om de tijd bij te houden. Laat de verf niet langer dan de aangeraden tijd zitten om je schaamhaar en huid niet te beschadigen. 7. Spoel de verf met warm water en een washandje weg. Ga onder de douche staan zodat het water over de verf heen loopt, zodat de verf van je schaamhaar wordt verwijderd. Wrijf het gebied voorzichtig schoon met een washandje om overtollige haarverf of vaseline ook te verwijderen. Je zult weten dat al de verf weg is wanneer het water helder uitloopt. Als er verf over is op je huid nadat je je hebt afgedroogd, dep het gebied dan met een katoenen watje dat in toverhazelaar of een ander samentrekkend middel geweekt is om het te verwijderen. Als je niet blij bent met de kleur wanneer je schaamhaar gedroogd is, dan kun je het beste 4 weken wachten voordat je het opnieuw verft zodat je je haar niet beschadigt. 8. Vermeng 2 pakketjes Kool-Aid (een Amerikaans merk limonadepoeder dat bij de meeste internationale supermarkten te koop is) met 470 ml water in een pan. Giet het water eerst in de pan. Voeg dan de inhoud van beide pakketjes Kool-Aid toe. Gebruik een lepel om de twee samen te roeren tot ze grondig gecombineerd zijn. Kies voor een Kool-Aid die een poeder met de kleur die je op je schaamhaar wilt hebben uit. Kool-Aid met kersensmaak zal bijvoorbeeld rood haar geven. Je kunt pakketjes ook vermengen voor verschillende kleuren. 9. Kook de vloeistof 1 tot 2 minuten lang over middelhoge hitte. Leg de pan op het fornuis en breng het water en de Kool-Aid aan de kook. Roer het mengsel terwijl het kookt zodat de poeder niet aan de onderkant van de pan settelt. Op een fornuis met 9 hittestanden is middelhoge hitte stand 6 of 7. 10. Haal de pan van de hitte en giet het mengsel in een kom. Laat het mengsel niet in de hete pan zitten, anders zal het blijven koken, wat de intensiteit van de kleur aan kan tasten. Giet het onmiddellijk in een kom. Een beker of bassin zal ook werken als je geen kom hebt. Als je een plastic container gebruikt kan de Kool-Aid deze bevlekken. 11. Gebruik een haarverfapplicatiekwastje om het mengsel op je schaamhaar aan te brengen. Doop het kwastje in de kam om de vloeistof op te vangen. Borstel het mengsel dan op je haar, zodat je elk haartje met de kleur bedekt. Vermijd dat je het Kool-Aid mengsel op supergevoelige plekjes van je schaamgebied aanbrengt. Doe dit boven een oude handdoek als je geen Kool-Aid plekken op de vloer wilt laten komen. Je kunt een haarverfkwast bij een schoonheidswinkel of online kopen. Je kunt ook in plaats daarvan een verfkwast met zachte borstelharen gebruiken. 12. Laat het Kool-Aid mengsel 15-30 minuten lang op je schaamhaar zitten. Lichter haar, zoals blond of grijs, zal de kleur sneller absorberen. Donkerbruin of zwart haar zal echter minstens de volle 30 minuten nodig hebben. Gebruik de klokapp van je telefoon of stel een timer in om de tijd bij te houden. 13. Spoel het mengsel van je schaamgebied af met warm water en een washandje. Laat water over je schaamgebied lopen om de Kool-Aid te verwijderen. Schrob het gebied ook voorzichtig met een washandje om overtollige kleur dat mogelijk op je huid zit te verwijderen. Al het Kool-Aid mengsel is verwijderd zodra het water helder uitloopt. Als je een diepere kleur wilt, herhaal het gehele proces dan wanneer je schaamhaar gedroogd is. De kleur zal 2 tot 4 weken lang meegaan, afhankelijk van hoe vaak je je doucht.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Schaamhaar-verven", "language": "nl"}
Asperges roosteren	Roosteren is een snelle en gezonde manier om groene asperges te bereiden. Deze lekkere groente is een goede bron van verschillende vitaminen, mineralen en vezels en bevat heel weinig cholesterol. Laten we niet vergeten dat het ook nog heel erg lekker is! Hier lees je hoe je ze de volgende keer geroosterd op tafel zet. 1. Verhit de oven voor op 230°C. Terwijl de oven opwarmt kun jij je met de groentjes bezighouden. 2. Was de asperges. Je kunt de allerdunste stengels er nu uit halen en die voor een ander recept bewaren -- hoe dunner de asperge, hoe slapper het wordt bij het roosteren. Dikkere asperges zijn beter bij deze bereidingswijze. 3. Snij een stukje van de onderkant. Je kunt ongeveer 2,5 tot 5 cm van de houtige onderkant afsnijden met een scherp mes, of je kunt het afbreken. Als je het breekt, haal je vanzelf het houtige stuk eraf en blijft alleen de sappige asperge over. Sommige mensen schillen groene asperges net zoals je bij witte zou doen, maar anderen vinden dit onnodig. Als je van schillen houdt, ga je gang. 4. Droog de asperges indien nodig af. Je wilt niet dat de asperges gestoomd worden! Je hebt bij het roosteren geen water nodig, het gaat juist om droge verhitting. Dep de asperges droog met keukenpapier of rol ze in een schone theedoek. 5. Bekleed een omrande bakplaat met aluminiumfolie. Als je dat niet hebt is een braadblik ook goed. In dat geval hoef je geen folie te gebruiken. Door aluminiumfolie te gebruiken hoef je je geen zorgen te maken over de afwas. Maar het is natuurlijk niet zo goed voor het milieu. 6. Rol de asperges door olijfolie om ze te bedekken. Gebruik 1 tot 2 eetlepels extra vergine-olijfolie om mee te beginnen. Als dat niet genoeg is, kun je wat meer toevoegen tot ze allemaal bedekt zijn met een dun laagje. Doe dit in het braadblik! Dan hoef je niet nog een andere schaal vies te maken. Terwijl je er olijfolie overheen druppelt rol je ze om met een vork. Probeer de olijfolie gelijkmatig te verdelen. 7. Schik de asperges in een enkele laag in het braadblik. Ze moeten zo gelijkmatig mogelijk roosteren. Als ze op elkaar gestapeld liggen worden ze niet allemaal even gaar. 8. Strooi peper en zout over de asperges, en andere kruiden als je wilt. Zeezout en versgemalen zwarte peper zijn het lekkerst. Hoe verser je kruiden, hoe meer het gerecht tot leven komt. Fijngesneden knoflook is ook een geweldige toevoeging. Als je van knoflook houdt, voeg dan een paar fijngesneden teentjes toe. 9. Zet het braadblik in de hete oven. Bak de asperges 8 tot 10 minuten. Als je asperges dik zijn, of als het er heel veel zijn, moeten ze misschien wat langer. Hou ze in de gaten en proef er eentje na een minuut of 10. Het is het beste om het braadblik in het midden van de oven te zetten. De hitte circuleert het gelijkmatigst in het midden van de oven. Draai halverwege de bereidingstijd de asperges om met een vork of door het blik even te schudden. Sommige recepten schrijven zelfs 25 minuten oventijd voor. Het hangt helemaal af van de dikte en de hoeveelheid asperges. 10. Haal ze uit de oven. Asperges zijn gaar als je de stengels kunt buigen, maar ze moeten niet helemaal zacht zijn. Leg de geroosterde asperges op een schaal. 11. Voeg garnering toe. Bestrooi de asperges met geraspte parmezaan, of knijp er wat citroensap over uit. Je kunt ook schijfjes citroen bovenop leggen. Een ander heerlijk alternatief is balsamico-azijn. Als je dat nog nooit hebt geprobeerd, experimenteer er dan eens mee. Het geeft een subtiele, pittige smaak. 12. Serveer de asperges warm of op kamertemperatuur. Het mooie van deze groente is dat het koud ook heerlijk is! Bewaar de restjes voor morgen en snoep er zo van vanuit de koelkast! Bewaar de asperges in een luchtdichte bak. Je kunt ze een dag of twee goedhouden. Combineer ze met andere recepten -- asperges passen bij heel veel verschillende smaken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Asperges-roosteren", "language": "nl"}
Je lichaam reinigen: kan het op natuurlijke wijze?	Je hebt waarschijnlijk een hoop trucjes voorbij zien komen om je lichaam te reinigen en ontgiften, en af te komen van schadelijke gifstoffen. Voorstanders van deze methoden beweren dat het volgen van een reinigingskuur allerlei soorten gezondheidsvoordelen heeft, zoals meer energie, een betere nachtrust en gewichtsverlies. Dit klinkt allemaal geweldig, maar helaas is er geen wetenschappelijk bewijs dat reinigingskuren goed voor je gezondheid zijn. Je hebt echter geen pech, want als je je lichaam toch wilt reinigen, kun je het beste zorgen voor een gezonde levensstijl. Artsen zijn het erover eens dat het veranderen van je levensstijl meer voordelen oplevert dan welke reinigingskuur dan ook, dus volg onderstaande stappen voor een gezonder leven. 1. Zorg altijd voor een gezond en uitgebalanceerd voedingspatroon. De meeste artsen raden aan om gewoon gezond en uitgebalanceerd te eten, in plaats van een speciaal ontgiftings- of reinigingsdieet te volgen. Dit is het succesvolste plan om gezond te blijven en is beter dan diëten en ontgiften. Een uitgebalanceerd voedingspatroon betekent over het algemeen dat je ten minste vijf porties fruit en groenten per dag eet, evenals volkorengranen, magere proteïnen, vis en magere zuivelproducten. Eet tevens zo weinig mogelijk suikerrijke, vette, gebakken en bewerkte voedingsmiddelen. Als je een medische aandoening hebt, zoals een hartaandoening of diabetes, zorg dan dat je je aan het specifieke voedingsplan houdt dat je arts heeft opgesteld. 2. Beweeg zo vaak mogelijk. Actief blijven is een belangrijk onderdeel van een gezonde levensstijl. Probeer de meeste dagen van de week ten minste een half uur te bewegen. Je kunt iedere dag een half uur bewegen, of de tijd over de dag verdelen als je geen tijd hebt. 3. Blijf zorgen voor een gezond lichaamsgewicht. Overgewicht verhoogt je risico op verschillende aandoeningen, dus doe je best om een gezond gewicht te blijven houden. Praat met je arts over het ideale voedingspatroon en bewegingsroutine om je ideale lichaamsgewicht te krijgen. Het goede nieuws is dat het een stuk gemakkelijker voor je is om een gezond gewicht te blijven houden als je zorgt voor een gezond voedingspatroon en een actieve levensstijl om je lichaam te reinigen. 4. Drink iedere dag veel water. Het drinken van veel water is belangrijk bij iedere gezonde levensstijl. Het is over het algemeen een goed idee om acht glazen water per dag te drinken, dus probeer je daar zo veel mogelijk aan te houden. Het is tevens goed om je lichaam je te laten vertellen wanneer je iets moet drinken. Als je urine donker van kleur is en je dorst hebt, dan begint je lichaam uit te drogen. Het is het beste om water in plaats van sap te drinken. Water is zeker beter dan frisdrank. Door die dranken krijg je meer suiker en calorieën binnen. 5. Probeer zeven tot negen uur te slapen. Slaap is erg belangrijk voor je lichamelijke en psychische gezondheid, en als je niet genoeg slaap krijgt, kun je gezondheidsproblemen krijgen. Volwassenen hebben zeven tot negen uur slaap nodig, dus probeer om ongeveer zo lang te slapen om gezond te blijven. 6. Drink alcohol met mate. Drink met mate, ook al kun je af en toe drinken als je probeert om je lichaam te reinigen. Houd het bij een matige hoeveelheid alcohol, of drink helemaal niet. Met mate drinken betekent dat je als vrouw een enkel drankje per dag drinkt en als man twee drankjes per dag. Houd je hieraan om te voorkomen dat je te veel drinkt. 7. Stop met roken of begin er helemaal niet mee. Er bestaat niet zoiets als een gezonde hoeveelheid roken, dus doe het helemaal niet. Als je rookt, probeer dan zo snel mogelijk te stoppen. Als je niet rookt, begin er dan helemaal niet mee. 8. Ga naar de huisarts als je gezondheidsproblemen hebt. Als je problemen hebt waardoor je denkt dat het nodig is om je lichaam te reinigen of ontgiften, dan is er wellicht sprake van een onderliggende aandoening. Als dit het geval is, dan kun je die aandoening beter medisch laten behandelen. Aarzel niet om naar je huisarts te gaan om je te laten onderzoeken als je denkt dat er misschien iets mis is. Dit is het beste wat je kunt doen voor je gezondheid. 9. Vraag advies aan je huisarts voordat je een ontgiftings- of reinigingskuur probeert. Er zijn een hoop verschillende kuren om uit te kiezen, van diëten tot speciale drankjes en sappen. In bijna alle gevallen werken deze kuren niet bijzonder goed, en sommige kuren kunnen zelfs gevaarlijk voor je zijn. Als je een kuur wilt proberen, zorg dan altijd dat je van tevoren advies aan je arts vraagt. 10. Verspil geen geld aan detoxproducten. Met ontgiften is veel geld gemoeid, en sommige van deze producten kunnen erg duur zijn. Pillen, voetpleisters, sappen en professionele behandelingen kunnen al snel honderden euro’s kosten. Omdat artsen het erover eens zijn dat deze producten en behandelingen geen voordelen hebben, kun je je geld het beste aan iets anders uitgeven. 11. Volg geen sapvastenkuren en vloeibare diëten. Een populaire reinigingsroutine om af te vallen bestaat uit het drinken van sappen of een andere vloeistof enkele dagen per week. Dit is gevaarlijk omdat je lichaam bepaalde belangrijke voedingsstoffen dan waarschijnlijk niet binnenkrijgt. Deze extreme reinigingskuren zijn juist contraproductief omdat de meeste mensen gewoon weer aankomen wanneer ze weer normaal gaan eten. Artsen bevelen deze diëten niet aan en raden in plaats daarvan gezonde voeding en regelmatig bewegen aan als de beste methode om af te vallen. 12. Kies niet voor een darmspoeling, tenzij je arts dit aanraadt. Een darmspoeling is een populaire ontgiftingsmethode waarbij de darm wordt gereinigd met behulp van klysma’s. Er is geen bewijs dat darmspoelingen werken, en ze kunnen voor sommige mensen zelfs gevaarlijk zijn. Je kunt hier het beste helemaal niet aan beginnen. De grootste risico’s hierbij zijn uitdroging en een verstoorde mineralenbalans. Je darm kan tevens beschadigd raken als je te vaak een klysma krijgt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-lichaam-op-natuurlijke-wijze-reinigen", "language": "nl"}
Een hamervinger behandelen met een spalk	Een hamervinger is een aandoening waarbij de pees in het buitenste vingergewricht gescheurd is, waardoor de vingertop naar beneden hangt. Deze verwonding wordt ook wel malletvinger genoemd en is een typische sportblessure. Elke beweging waarmee het gewricht verder buigt dan zou moeten kan echter een hamervinger veroorzaken. Je kunt zelfs een hamervinger krijgen wanneer je een bed opmaakt. 1. Stel vast om wat voor verwonding het gaat. Eerst moet je proberen vast te stellen of je daadwerkelijk een hamervinger hebt. Als je een hamervinger hebt, dan zal het laatste vingergewricht (het gewricht dat zich het dichtst bij je nagel bevindt) pijn doen. Het gewricht zal naar beneden gebogen zijn en niet te bewegen zijn, zodat het onmogelijk voor je is om je vinger helemaal uit te strekken. 2. Breng direct ijs aan. IJs zal helpen om de zwelling en de pijn in het gewricht te verzachten. Je moet echter niet met het ijs over je huid zelf wrijven. Wikkel een handdoek om het ijs of pak een zak diepvriesgroenten en leg die op het gewricht. 3. Neem medicijnen om de pijn te verzachten. Als je hevige pijn hebt, dan zijn er enkele vrij verkrijgbare medicijnen die je ongemak kunnen helpen verlichten. Dit zijn pijnstillers als Advil, Sarixell, Aleve en paracetamol. Neem deze tijdens het genezingsproces in als de pijn blijft aanhouden. Deze medicijnen (met uitzondering van paracetamol) hebben tevens een ontstekingsremmende werking, zodat ze niet alleen de pijn maar ook zwellingen verzachten. 4. Maak een tijdelijke spalk. Je moet naar een arts gaan om een professioneel gemaakte spalk te halen. Voordat je echter naar een arts gaat kun je proberen om zelf een spalk te maken om je vinger recht te houden. Pak een ijslollystokje en leg dit langs de onderkant van je vinger. Wikkel plakband om je vinger en het voorwerp zodat het plakband je vinger stevig tegen het stokje houdt en een soort van kussentje voor je vinger vormt. Het doel is om je vingertop recht te houden. Als je je vinger ook maar een beetje kunt buigen, dan kan dit het genezingsproces vertragen. Elk recht, vast voorwerp kan als spalk dienen, als het maar sterk genoeg is om je vinger in de juiste houding te houden. Het is ook noodzakelijk dat het plakband stevig om je vinger gewikkeld is, zodat je je vinger niet kunt bewegen en dus niet kunt buigen. Je moet het plakband echter niet zo strak om je vinger wikkelen dat het je bloedsomloop afknijpt of je het gevoel in je vinger verliest of deze verkleurt. 5. Ga direct naar een arts. Des te eerder je naar een arts kunt gaan voor een professioneel gemaakte spalk, des te sneller de verwonding zal genezen. Je moet proberen om binnen enkele dagen naar een arts te gaan, maar het beste is om dit dezelfde dag nog te doen. De arts zal een röntgenfoto maken en vaststellen of de pees gescheurd is, en of er ook een stukje bot afgescheurd is. Hij of zij zal ook een behandeling voorschrijven. Meestal is dit een spalk. In zeldzame gevallen waarin het dragen van een spalk je belemmert om je werk goed uit te kunnen voeren (bijvoorbeeld als je chirurg bent), is het mogelijk om een metalen pennetje in je vinger in te laten brengen om deze recht te houden. 6. Kies een spalk. Er zijn verschillende soorten spalken. Al deze spalken beperken je vermogen om je vinger te gebruiken weer op een andere manier. Bespreek je gewoonten en je beroep met je arts zodat hij beter kan begrijpen welke spalk het beste voor je is. Mogelijkheden zijn onder andere de Stack-spalk, de aluminium spalk en de Oval-8 vingerspalk. De laatste van deze drie bedekt je vinger het minst en is doorgaans het minst ingrijpend. 7. Draag je spalk op de juiste manier. Zorg dat de spalk strak genoeg zit om je vinger helemaal recht te houden. Als je vinger krom is, dan kun je pijnlijke drukplekken op je knokkel krijgen. Zorg dat de tape niet zo strak zit dat je vingertop oncomfortabel aanvoelt of een paarse kleur krijgt. 8. Blijf de spalk steeds dragen totdat je arts je anders vertelt. Het is misschien oncomfortabel, maar het is belangrijk dat je je vinger de hele tijd rechthoudt. Als je je vinger ook maar iets buigt, dan kan de genezende pees misschien weer scheuren. Als dat gebeurt kan het zijn dat je weer helemaal opnieuw moet beginnen wat het genezingsproces betreft. Het kan vooral verleidelijk zijn om je spalk te verwijderen wanneer je gaat douchen. Eén van de voordelen van de Oval-8 vingerspalk is dat deze nat mag worden. Als je een andere spalk hebt, stop je vinger dan in een plastic zakje of gebruik een handschoen. 9. Ga voor een vervolgonderzoek naar je arts. Na ongeveer zes tot acht weken zal de arts je behandeling waarschijnlijk aanpassen. Als je vooruitgaat, dan kan het zijn dat je de spalk minder vaak hoeft te dragen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je arts je vertelt om de spalk nog slechts 's nachts te dragen. 10. Onderga een operatie. Het is zelden nodig om een hamervinger operatief te laten verhelpen. Als uit de röntgenfoto echter blijkt dat je bot ook gebroken is bij de verwonding, dan moet je wellicht een operatie ondergaan. In andere gevallen wordt een operatie niet aangeraden. Een operatie levert meestal geen beter resultaat op dan een minder ingrijpende behandeling met een spalk. Soms levert een operatie zelfs een slechter resultaat op. Ongeveer tien dagen na de operatie zul je opnieuw naar je arts moeten gaan om de hechtingen te laten verwijderen. Je arts zal tevens kijken hoe goed de verwonding geneest.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-hamervinger-behandelen-met-een-spalk", "language": "nl"}
Een terrein ruimen	Een terrein ruimen kan veel werk zijn, maar het is zeker te doen als je stap voor stap werkt. Evalueer eerst wat je zelf kan doen en wat je liever uitbesteedt. Als je hebt bepaald of je de hulp van een aannemer of een andere expert nodig hebt, doe je één zaak tegelijkertijd. Verwijder eerst het puin, bijvoorbeeld, kap vervolgens de bomen die moeten verdwijnen en verwijder overblijvende begroeiing. Als je de gaten hebt opgevuld en het terrein hebt gladgestreken, ben je klaar. 1. Bepaal of je hulp van buitenaf nodig hebt. Als je een groot terrein bewerkt, kan dit lang duren. Je moet het terrein ook nagaan op aspecten die het opruimen bemoeilijken, zoals grote bomen of steile hellingen. Als je de tijd, het materiaal of de knowhow niet hebt, moet je een aannemer of andere expert in de arm nemen. Afhankelijk van de complexiteit van je project, kan je een aannemer inhuren om heel het ruimwerk voor jou te doen. Je kan ook mensen inhuren om bepaalde aspecten van het ruimwerk op zich te nemen en de rest zelf doen. Zo kan je zelf kleine bomen vellen, maar een houthakker of houthakkersbedrijf inhuren voor het kappen van grote bomen. 2. Kijk na of je een vergunning nodig hebt. Afhankelijk van waar je leeft, kan de vegetatie beschermd zijn, bestaat er risico op bodemerosie of zijn er andere factoren die een invloed hebben op landontginning. Voordat je aan een groot project begint, moet je uitzoeken of je een vergunning nodig hebt. Als je een aannemer in de arm neemt, kan die de vergunningen voor jou in orde maken. 3. Stel een budget op. Aannemers werken vaak met een vaste prijs per vierkante meter. Als je een groot terrein hebt, kunnen de kosten snel uit de hand lopen. Zelfs als je het terrein zelf wilt ruimen, moet je kosten voorzien voor het gebruik en onderhoud van je materieel, voor gereedschap en voor de verwijdering of het storten van het puin. De kosten van een aannemer hangen af van de ligging van het terrein en het vereiste materiaal. 4. Vraag een raming aan een aannemer als je van zijn diensten gebruik wilt maken. Voordat je een aannemer in de arm neemt, vergelijk je best verschillende prijzen. Vraag enkele aannemers om een raming voor het opruimen van je terrein en kies vervolgens de beste aannemer die in je budget ligt. De kosten van een aannemer worden bepaald door, onder andere: de omvang van het terrein hoe snel het terrein moet worden opgekuist kenmerken die het opruimen bemoeilijken (steile hellingen, afgelegen ligging, ongebruikelijk bodemtype, enz.) het seizoen het inhuren van onderaannemers 5. Sloop alle bestaande gebouwen. Als er oude gebouwen, schuren, stallen of andere bouwsels op het terrein staan, sloop je ze. Gebruik een bulldozer of ander zwaar materiaal om dit werk snel uit te voeren. Als je klaar bent, breng je het puin naar de stort. Huur een grote container als je veel puin hebt. 6. Verwijder muurtjes en puin. Stenen en puin moeten worden verwijderd. Als je deze zaken opruimt, krijg je het materieel om bomen en begroeiing te verwijderen, gemakkelijker op zijn plaats. Je kan eventueel het een graafbedrijf of zandbedrijf vragen of je een puinrooster kunt huren. Dit is een groot, zwaar rooster dat grote stukken puin tegenhoudt en helpt bij het vrij maken van grote oppervlakken grond. Als je rotsblokken moet verwijderen, hang je er een zware ketting om. Vervolgens hang je de ketting aan een tractor en sleep je hem weg. 7. Markeer en bescherm alle begroeiing die niet tijdelijk kan worden verwijderd. Omring bomen die je wil behouden met gekleurde hekken of omwikkel de stammen met gekleurd textiel om ze te beschermen. Bescherm ook kleinere planten. Gebruik felgekleurde markeringsbanden die in de bosbouw worden gebruikt om alle gewenste begroeiingen te markeren. Markeer alle lagere boomtakken met banden om te vermijden dat het materiaal dat onder het bladerdak werkzaam is, schade veroorzaakt. Blijf de planten water geven zoals voorzien. 8. Kap de bomen. Als je met een kettingzaag kunt werken, kan je een klein terrein aan zonder veel moeite. Als je echter een groot terrein met veel bomen hebt, kan je professioneel materiaal huren om sneller vooruit te gaan. Je kan de gekapte bomen laten wegslepen. Je kan de bomen ook tot brandhout kappen of ze vermalen. Erg grote bomen of bomen met gevaarlijke vermolmde ledematen, laat je best over aan professionele houthakkers. 9. Haal de boomstronken die overblijven, weg. Om een boomstronk uit de grond te halen, graaf je er omheen met een schop. Hang een zware ketting vast rond de boomstronk en trek hem er vervolgens uit met een tractor. 10. Haal het struikgewas weg. Er zijn veel manieren waarop je struikgewas kunt weghalen. Je kan een trimmer gebruiken als het werk niet te groot is. Als je veel terrein moet opkuisen, kan je een bosmaaier huren om er sneller doorheen te gaan. Je kan het afval composteren, verbranden of naar het stort brengen, afhankelijk van wat je verkiest. Als je veel vegetatie laag bij de grond hebt, kan je grazende dieren gebruiken zoals schapen of geiten. Deze dieren zijn soms verbazingwekkend snel en doeltreffend. Geiten kunnen zelfs giftige klimop eten zonder ziek te worden. Door geiten de planten te laten opeten, vermijd jij mogelijke huidirritatie. Je kunt ook graasdieren huren om dit soort werk te klaren. 11. Vul gaten op en egaliseer het terrein. Als je gaten hebt door het verwijderen van boomstammen, rotsblokken of ander puin, voeg dan losse aarde aan de gaten toe. Stamp de aarde aan tot het compact wordt. Voeg vervolgens meer aarde toe, indien nodig, en herhaal deze handeling tot de oppervlakte egaal is. Als je van plan bent te bouwen op het opgeruimde terrein, zal de aannemer waarschijnlijk een bulldozer gebruiken om alles vlak te maken. 12. Ploeg de aarde als je het terrein wil verbouwen. Door de aarde met een ploeg te bewerken, maak je de grond egaal. Als er organische materie (zoals gras of bladeren) bovenop de aarde ligt, wordt die met de ploeg vermengd zodat waardevolle voedingsstoffen hun weg terug naar de aarde vinden. Vermijd het ploegen van natte of steile terreinen. Laat daarentegen autochtone vegetatie de grond bedekken. Hierdoor ga je bodemerosie tegen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-terrein-ruimen", "language": "nl"}
Een bladwijzer maken	Hou jij van spannende, droevige, romantische verhalen en geniet je van elk boek, dan kun je deze leuke gepersonaliseerde boekenlegger maken. Ook als je geen boekenliefhebber bent dan is zo’n bladwijzer wel handig voor bijvoorbeeld in je agenda, in een kookboek, en tal van andere boeken. 1. Teken in de hoek van het papier een eerste vierkant van 7 bij 7 centimeter. Daarna teken je aan beide zijden nog eens een vierkant van 7 bij 7 centimeter. 2. Teken de diagonaal vanuit de linkerbenedenhoek naar de rechterbovenhoek in de vierkanten die zich niet in de hoek van je blad bevinden. 3. Gom de bovenzijde van de bovenste driehoek weg. Daarna gom je ook de rechterzijde van de meest rechtse driehoek weg. 4. Knip de figuur uit op de diagonalen van de 2 buitenste vierkanten. 5. Vouw eerst het eerste driehoekje naar binnen toe, vouw daarna het tweede ook naar binnen zodat het over het vorige driehoekje komt te liggen. Dan lijm je de twee driehoekjes op elkaar vast. Opgelet: zorg ervoor dat je de onderste driehoek niet vastkleeft aan het vierkant. Je wil namelijk nog ruimte om later je blad er tussen te stoppen. 6. Nu kan je jouw boekenlegger versieren zoals jij het zelf wil. Hier kan je bijvoorbeeld aan de slag gaan met stiften, kleurpotloden, gekleurd papier en nog veel meer.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-bladwijzer-maken", "language": "nl"}
Een oleander snoeien	De oleander (Nerium oleander) is een prachtige groenblijvende struik die bloemen produceert in een breed scala aan kleuren. Zonder te snoeien kan een oleander drie tot zes meter groot worden. Het snoeien van oleanders kan de plant niet alleen hanteerbaarder maken, maar het kan de stengels ook dwingen om te vertakken, waardoor de plant een bosachtige en aantrekkelijkere vorm krijgt. Oleanders zijn sterke planten die goed gesnoeid kunnen worden, maar je moet er wel voor zorgen dat je ze zo gezond mogelijk snoeit. 1. Snoei laat in het voorjaar of vroeg in het najaar. Over het algemeen hebben oleanders weinig onderhoud nodig en hoeven ze niet regelmatig te worden gesnoeid. Je moet echter proberen de oleander minstens één keer per jaar tegen het einde van de zomer of in het begin van de herfst flink te snoeien. Door te snoeien kun je hem vormgeven en wordt er een gezonde groei gestimuleerd. Snoeien op dit moment heeft geen invloed op de bloei van de plant, omdat het plaatsvindt na de bloei in het seizoen. Snoei niet na oktober. Te laat snoeien kan de pas afgeknipte delen van de plant in de winter kwetsbaar maken. 2. Draag handschoenen. Het is essentieel om handschoenen te dragen wanneer je een oleander snoeit. Oleanders zijn giftig en hoewel het voor het grootste deel alleen gevaarlijk is bij inslikken, kan het bij gebruik huidirritatie en ontsteking veroorzaken. Daarom is het toch het beste om handschoenen te dragen bij het snoeien of hanteren van de plant. Je kunt ook overwegen een veiligheidsbril te dragen als je een gevoelige huid of gevoelige ogen hebt. Houd er rekening mee dat het gif in de oleander voornamelijk in het sap van de plant zit. 3. Knip nieuwe scheuten af aan de onderkant van de plant. Nieuwe scheuten, ook wel uitlopers of basale scheuten genoemd, zijn uitlopers van de plant die uit de onderkant van de plant groeien. Gebruik een scherpe tuinschaar om ze zo dicht mogelijk bij de basis af te knippen. Je kunt ook de grond rondom de scheuten opgraven en ze uit de grond scheuren om ze te verwijderen. Deze scheuten kunnen schadelijk zijn voor de algehele gezondheid van de plant, omdat de plant zijn energie gaat besteden aan het onderhouden van de scheut in plaats van al zijn energie in de oleander te steken. 4. Knip de stelen tot ongeveer de helft van de hoogte die je zou willen voor de hele plant. Als de oleander te hoog is en dit een probleem is, dan moet je hem op maat knippen. Omdat het snoeien van een oleander de groei en vertakking juist stimuleert, moet je de stengels op de helft van de gewenste hoogte van de plant knippen. Als je bijvoorbeeld wilt dat de oleander 1,20 meter lang wordt, knip dan de stengels af op 60 cm. De oleander zal blijven groeien en zal 1,20 meter bereiken wanneer de takken volgroeid zijn. Als de plant al ongeveer de maat heeft die je wilt, dan hoef je hem niet drastisch te snoeien. 5. Geef de oleander vorm. Na de stelen op de gewenste hoogte te hebben geknipt, moet je besluiten of je de vorm van de plant in het algemeen wilt veranderen. Wanneer je takken knipt, doe je dat met een scherpe tuinschaar net boven de bladknopen. De knooppunten zijn de secties waar drie bladeren uit de tak komen. Door net boven de knopen te knippen, wordt de bloei bevorderd. Het kan zijn dat de plant wat schrale of overhangende takken heeft die van de natuurlijke vorm van de plant afwijken. Knip deze takken af om de natuurlijke vorm van de plant te benadrukken. Je kunt de oleander ook omvormen tot meer een boomvorm door takken nabij de onderkant van de plant af te knippen, waarbij de plek rond de basis vrij blijft. 6. Controleer de plant ongeveer elke maand op afgestorven groei. Afgezien van de jaarlijkse snoei, moet je hier en daar ook snoeien als je dode of beschadigde takken of bloemen ziet. Vooral als het een oude plant is, of als hij is blootgesteld aan ongedierte, heeft hij baat bij snoeien om ongezonde delen te verwijderen. 7. Trek handschoenen aan. Zelfs als je maar een beetje gaat knippen, draag dan toch handschoenen als je een oleander snoeit. Elke vorm van blootstelling kan irritatie veroorzaken, dus zelfs als je maar een paar takken afknipt, doe dan handschoenen aan en overweeg om lange mouwen te dragen voor het geval je tegen de oleander aankomt. 8. Bekijk de oleander van dichtbij en van alle kanten. Let op eventuele scheuten of stengels die er dood uitzien. Als het een jonge oleander is, zie je er misschien geen. Hoe ouder en groter de plant echter is, hoe meer secties je ziet die voorbij hun hoogtepunt zijn. 9. Knip beschadigde takken af met een scherpe tuinschaar. Gebruik een scherpe tuinschaar om de dode of beschadigde takken van de oleander af te knippen. Probeer ze een paar centimeter onder het beschadigde gedeelte te knippen. Als je niet het hele beschadigde gedeelte afknipt, dan kan de tak niet op een gezonde manier verder groeien. 10. Knip hele beschadigde stelen dicht bij de wortels af. Als de oleander niet alleen aan de takken is beschadigd, maar ook aan de hele stengel, knip dan de hele stengel af. Een oleander is een extreem veerkrachtige plant, dus zelfs het afknippen van een hele steel schaadt de plant niet. Deze stengel zal uiteindelijk weer groeien en zal voller en gezonder zijn dan ooit! 11. Bemest de plant na het snoeien. Je moet de oleander één tot drie keer per jaar bemesten met een stikstofmeststof, of helemaal niet, afhankelijk van de vruchtbaarheid van de grond. Dit zou moeten gebeuren na de jaarlijkse snoei van de plant. De oleander heeft de voedingsstoffen nodig die kunstmest levert om opnieuw te groeien en te bloeien. Verdeel een gelijkmatige laag kunstmest rond de basis van de plant. Meststof is te vinden bij doe-het-zelfzaken en tuincentra. 12. Geef de oleander water. Je moet ook de oleander na het snoeien water geven. Hoewel een oleander een taaie plant is die bekend staat om zijn overlevingsvermogen in warme klimaten, kan het gelijkmatig water geven bijdragen aan de hergroei. Zorg ervoor dat je de plant niet nat maakt, want dit kan eerder schadelijker dan nuttig zijn. 13. Gooi de stekken weg. Zelfs de afgeknipte delen van de oleanders kunnen je huid bij aanraking irriteren, of mogelijk schadelijk zijn bij inslikken. Zorg ervoor dat je alle stekken in een zak stopt en gooi ze weg op een plaats waar huisdieren, kinderen of anderen er niet aan worden blootgesteld. Draag handschoenen terwijl je de afgeknipte delen bij elkaar pakt. Composteer geen enkel deel van de oleander. 14. Was je gereedschap en je handen. Nadat je klaar bent met snoeien, was je je tuinschaar of ander gereedschap dat je gebruikt hebt om de oleander te knippen. Door het apparatuur te wassen, loop je de volgende keer dat je het gebruikt geen risico op huidirritatie door het oleandersap. Zelfs als je handschoenen draagt, moet je als je klaar bent je handen en alle blootgestelde lichaamsdelen wassen, zoals armen of benen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-oleander-snoeien", "language": "nl"}
Een lace‐front pruik aanbrengen	Veel mensen houden van lace-front pruiken omdat ze veelzijdig en realistisch zijn. Het kant aan de voorkant ervan bootst een natuurlijke haarlijn na, waardoor je de pruik in verschillende haarstijlen van je gezicht weg kunt trekken. Het aanbrengen van een lace-front pruik is makkelijk en snel te doen. Maak eerst je haar plat en bereid je huid voor. Maak vervolgens aanpassingen aan de pruik, zoals dat je de bandjes strakker maakt en het kant bijknipt. Breng als laatste pruiklijm of pruiktape aan en trek je pruik aan. Wanneer je pruik perfect aangebracht is kun je hem hoe je dat ook wilt stylen! 1. Doe een huidtest. Sommige mensen zijn allergisch voor de chemicaliën die gebruikt worden om een pruik op zijn plaats te houden. Doe een huidtest om erachter te komen of je wel of niet allergisch bent. Dep eerst een klein beetje vloeibare pruiklijm of dubbelzijdige pruiktape achterop je hand. Observeer vervolgens minstens vierentwintig uur lang de lijm. Als de huid rood of geïrriteerd wordt, koop dan een hypoallergene pruiktape of -lijm om in plaats van de andere te gebruiken. Als de huid geen reactie heeft kun je veilig je pruik dragen. 2. Maak je haar plat. Hoe platter je haar tegen je hoofd ligt, hoe beter de pruik eruit zal zien. Je kunt kort haar in kleine vlechtjes vlechten of het met gel en haarspeldjes tegen je hoofd vormen. Doe voor lang haar eerst je haar in een lage staart. Wikkel de staart vervolgens in een platte knot en maak deze met haarspeldjes vast. Laat indien je die hebt gebruikt gel en haarspray drogen voor je verdergaat. 3. Trek een pruikkapje aan. Pruikkapjes zijn zachte kapjes die je haar platmaken en je pruik helpen om op zijn plaats te blijven. Trek het kapje zachtjes aan, en wees voorzichtig om je platgemaakte haar niet te verstoren. Verstel het kapje zodat het je haarlijn net bedekt. Als je weinig tot geen haar hebt, sla deze stap dan over. Anders zal het kapje over je hoofd heen rondglijden en onder je pruik ophopen. Zorg ervoor dat al je haren onder het kapje zijn ingestopt, ook de haartjes achterin je nek. 4. Bereid je huid voor. Was je huid met een zachte reiniger en dep het met een handdoek droog. Dep vervolgens wat isopropylalcohol op een watje en wrijf dit langs je haarlijn. Dit zal de overtollige oliën van je huid verwijderen. Als je een gevoelige huid hebt kun je een hoofdhuid-beschermende serum aanbrengen na de alcohol te hebben gebruikt. Laat de serum compleet drogen voor je verdergaat. Hoofdhuid-beschermende serums kunnen online en in pruikwinkels worden gekocht. 5. Test de pasvorm van de pruik uit. Voor je lijm of tape aanbrengt moet je verzekeren dat de pruik goed past. Plaats om dit te doen de pruik op je hoofd en sluit hem aan op je natuurlijke haarlijn. Als de pruik aan de binnenkant verstelbare bandjes heeft zul je deze misschien moeten verstellen voor een goede pasvorm. Als de pruik niet past en geen verstelbare bandjes heeft, neem dan contact op met de fabrikant voor hulp. Als je een ring van grote druk rond je hoofdhuid kunt voelen, dan is de pruik te strak. Maak de bandjes iets losser. Als de pruik rondglijdt wanneer je je hoofd beweegt, dan is hij te los. Maak de bandjes wat strakker. 6. Knip het kant bij. Wanneer je pruik goed past zul je het kant bij moeten knippen. Gebruik een paar haarspelden om het haar van je gezicht weg te trekken. Gebruik vervolgens een scherpe kartelschaar om het kant langs je natuurlijke haarlijn te knippen. Je kunt het beste ongeveer 3mm aan kant overlaten. Dit zal alleen de eerste keer dat je de pruik draagt gedaan moeten worden. Sommige pruiken hoeven voor het dragen niet bijgeknipt te worden. Deze pruiken hebben weinig tot geen extra kant aan de voorkant zitten. Je kunt kartelscharen bij naaiwinkels kopen. 7. Verwijder de pruik en zet hem aan het kant. Haal de pruik voorzichtig van je hoofd af, maar laat alle spelden erin zitten, en leg de pruik op een schoon, plat oppervlak. Leg de pruik neer zodat je makkelijk kunt zien welke kant bij je haarlijn hoort te zitten en welke kant achterin je nek. Als je bandjes los moet maken om de pruik af te krijgen, dan zit je pruik te strak. 8. Breng pruiktape aan. Knip 6 tot 10 kleine stukjes pruiktape uit. Omlijn vervolgens je haarlijn met de kleine stukjes tape door de plakkerige kant ervan tegen je huid te drukken. Gebruik hiervoor een spiegel om te verzekeren dat je een evenredige haarlijn creëert. Verwijder wanneer de tape is aangebracht het dikke schuim van de tape om de andere kant ervan bloot te stellen. Zorg ervoor dat alle stukjes tape elkaar aanraken. Anders zul je mogelijk losse gaatjes in je haarlijn hebben. Pruiktape kan bij pruikwinkels of online worden gekocht. 9. Gebruik vloeibare pruiklijm. Als je geen pruiktape wilt gebruiken, dan kun je in plaats daarvan een vloeibare kantlijm gebruiken. Gebruik een schone make-up kwast om de lijm in een dun lijntje langs je gehele haarlijn aan te brengen. Afhankelijk van de lijmsoort die je gebruikt zul je misschien een paar minuten moeten wachten voor je je pruik aantrekt. Als je een zacht bindmiddel gebruikt, laat de lijm dan lang genoeg drogen zodat het kleverig, maar niet nat is voor je de pruik aantrekt. Als je een hard bindmiddel gebruikt kun je de pruik meteen aanbrengen. 10. Breng de pruik aan. Trek de pruik voorzichtig aan. Verstel eerst de rand van de pruik zodat jouw haarlijn en die van de pruik op elkaar aansluiten. Verstel vervolgens de achterkant van de pruik zodat hij natuurlijk over je haar heen hangt. Druk als laatste het kant van de pruik tegen je lijm of pruiktape aan. Wanneer je het kant in de lijm of tape drukt zal hij erg moeilijk te verwijderen zijn. Zorg ervoor dat de pruik perfect is aangebracht voor je dit doet. 11. Style je haar. Als je pruik uit menselijk haar is gemaakt kun je normale borstels, hittestylingtools, en haarproducten gebruiken. Als je pruik synthetisch is, vermijd dan het gebruiken van normale borstels en hittestylingtools. Gebruik in plaats daarvan een wijde kam of pruikborstel om je haar te stylen. 12. Trek je pruik uit. Verwijder als eerste je lijm of tape met een pruiklijmverwijderaar of gewone babyolie. Wrijf de verwijderaar langs je haarlijn, waar het kant op de lijm of tape aansluit. Blijf zachtjes wrijven tot het kant loskomt van je hoofdhuid. Trek niet aan het kant om het te verwijderen, de pruik zal dan beschadigd worden. 13. Was de pruik regelmatig. Afhankelijk van de aanbevelingen van de fabrikant zal je pruik na elke 8-12 keer dat je hem hebt gedragen moeten worden gewassen. Borstel eerst klitten uit het haar. Shampoo en conditioneer vervolgens de pruik in een gootsteen die met warm water is opgevuld. Plaats de pruik op een pruikstandaard en laat hem helemaal drogen voor je hem borstelt of kamt. Dit zal de pruik maanden in plaats van weken helpen meegaan. Menselijk haar kan met normale shampoo en conditioner worden gewassen. Synthetische pruiken hebben echter hun eigen speciale shampoo en conditioner nodig. Speciale shampoos en conditioners kunnen bij schoonheidwinkels of direct bij de pruikfabricant worden gekocht. 14. Bewaar de pruik op de juiste manier. Goede opberging zal de levensduur van je pruik verlengen. Houd de pruik wanneer hij niet wordt gebruikt op een pruikstandaard. Als je tussen wasbeurten in zit, zorg er dan voor dat de pruik vrij van lijm of tape is voor je hem opbergt. Je kunt een pruikstandaard bij een pruikwinkel of online kopen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-lace%E2%80%90front-pruik-aanbrengen", "language": "nl"}
Heldere instructies schrijven	Als je een leraar of technisch schrijver bent, dan moet je waarschijnlijk elke dag instructies schrijven. Maar voor veel andere mensen kan het maken van duidelijke instructies moeilijk zijn. Je zou een belangrijke stap kunnen overslaan, omdat je ervan uitgaat dat je lezers die stap automatisch nemen, of je zou je lezers kunnen verwarren door het opnemen van te veel handelingen in één stap. Om duidelijke instructies te kunnen maken, moet je eerst controleren of je precies weet hoe je de taak moet uitvoeren. Volg je eigen instructies letterlijk op om er zeker van te zijn dat ze de taak accuraat beschrijven. 1. Verzamel de materialen die je nodig hebt. Als je instructies gaat opstellen, moet je eerst zelf vertrouwd zijn met de taak. Verzamel alle gereedschappen en benodigdheden die je nodig zult hebben en plaats ze in ongeveer de volgorde waarin je ze gaat gebruiken. Noteer alles wat nodig is. Wanneer je je instructies schrijft, wil je er mogelijk een lijst van gereedschappen of materialen aan toevoegen die nodig zijn om de taak te voltooien. 2. Voer de taak zelf uit. Zelfs als je de taak meerdere malen hebt voltooid, is het nog steeds een goed idee om het zelf te doorlopen, voor je de instructies gaat schrijven, zodat je niets vergeet. Als je bekend bent met de taak, kan je de neiging hebben om kort weggetjes te nemen, dus zorg ervoor dat je geen van de stappen overslaat of informatie weglaat, die je lezer wellicht niet heeft. 3. Maak een gedetailleerd overzicht. Als je de taak uitvoert, neem dan even de tijd om op te schrijven wat je hebt gedaan. Dit helpt je om de instructies in de logische volgorde te plaatsen. Als je de taak doet terwijl je de stappen uitvoert, weet je precies wat er moet gebeuren en wanneer. 4. Definieer je publiek. Instructies voor een en dezelfde taak kunnen op verschillende manieren worden geschreven, afhankelijk van welke lezer probeert om je instructies te volgen. Je zal de instructies anders opstellen voor tieners dan voor volwassenen. Overwegen ook de reden. De instructies voor kinderen die aan een project werken zullen afwijken van de instructies voor ouders die hun kinderen helpen met een project. 5. Maak een korte inleiding. De inleiding vertelt je lezers wat je instructies hen in staat zal stellen om te doen, en wat het uiteindelijke resultaat zal zijn als ze alle instructies volledig opvolgen. Houd er rekening mee dat de meeste mensen de inleiding overslaan, of er hooguit vluchtig naar kijken, dus neem vitale informatie of belangrijke waarschuwingen niet alleen op in de inleiding. Als je een belangrijke waarschuwing in de inleiding hebt opgenomen, zorg dan dat je die ook in je stappen vermeldt, voor het geval iemand de inleiding heeft overgeslagen. Bijvoorbeeld: als je uitlegt hoe je een boterham met pindakaas en jam moet maken, dan kun je erbij vermelden dat pindakaas met jam een gezonde, eenvoudige optie is die kinderen lekker vinden als lunch of middag-tussendoortje. 6. Deel de taak op in babystappen. Elke stap moet een enkele handeling uitleggen en niet meerdere. Als je meer dan één of twee zinnen per stap hebt opgenomen, dan kunnen die waarschijnlijk worden opgesplitst in kleinere, minder complexe stappen. Bijvoorbeeld: in plaats van 'Doe de halsband om de nek van de hond en maak de riem vast', opbreken in: 'Doe de halsband om de nek van de hond' en 'Maak de riem vast aan de halsband.' 'Doe de halsband om de nek van de hond' is de eerste stap en 'Maak de riem vast aan de halsband,' de tweede. 7. Begin elke stap met een actiewoord. Elke stap die je schrijft moet een handeling kunnen zijn. Gebruik werkwoorden die je lezers precies duidelijk maken welke handeling ze moeten verrichten, om die stap van de taak te voltooien. Verwoord je instructies in termen van wat iemand moet doen, niet wat iemand moet denken of weten. Bijvoorbeeld: als je instructies schrijft voor het uitlaten van een hond, dan is 'Controleer of de halsband past' meer een handeling dan 'Zorg dat je de grootte van de halsband kent.' 8. Volg een logische progressie. Neem aan dat de lezer meteen gaat beginnen aan de taak, zodra die de eerste stap heeft gelezen. Meestal zal iemand niet alle instructies helemaal tot het einde doornemen. Als er iets is dat je lezers moeten weten om een stap te kunnen voltooien, zorg dan dat deze informatie in de stap zelf staat beschreven. Als een bepaalde stap op enigerlei wijze gevaarlijk is, neem deze waarschuwing dan op in de stap zelf, en niet in je inleiding of aan het einde van je instructies wanneer het te laat is. Neem er leidraden in op om je lezer te laten weten wanneer ze de stap correct hebben uitgevoerd. Bijvoorbeeld iets als: 'De halsband voor uw hand past goed als u twee vingers tussen de achterkant van de halsband en nek van uw hond kunt plaatsen.' 9. Kies je woorden zorgvuldig. Gebruik eenvoudige taal die iedereen kan begrijpen. In de meeste gevallen kun je alle jargon of technische termen beter weglaten. Als je een technische woord moet gebruiken, bied dan eveneens een korte en eenvoudige definitie. Bijvoorbeeld: Als je uitlegt hoe je een juridische brief moet indelen, dan moet je wellicht technische juridische termen gebruiken. Geef eerst een definitie in gewone taal, en daarna de term die wordt gebruikt in de rechtbank. 10. Gebruik positieve acties. In het algemeen is het beter om je lezers te vertellen wat ze wel moeten doen, in plaats van wat ze niet moeten doen. Als iemand instructies leest, wil die persoon de taak voltooien. Als je hem of haar dan gaat vertellen wat er niet gedaan moet worden, dan kan de lezer in de war raken en dat ding toch gaan doen. Bijvoorbeeld: als je instructies geeft over het uitlaten van een hond, is het beter om te zeggen, 'Controleer de pasvorm van de halsband' in plaats van 'Vermijd het gebruik van een halsband die te klein is.' 11. Schrijf in de tweede persoon. Met het voornaamwoord 'u' spreek je de lezer rechtstreeks aan en voorkom je verwarring. Wanneer je het voornaamwoord 'u' gebruikt, weten de lezers precies wat ze moeten doen om de taak te voltooien, en hoeven ze niet te raden. Bijvoorbeeld: Als je zou schrijven, 'De hendel moet worden geduwd', weet de lezer niet wie de hendel moet duwen. 'U moet de hendel duwen' of zelfs 'Duw de hendel' laat er geen twijfel over bestaan dat het de lezer is die iets moet doen. 12. Neem er alternatieven in op. Voor sommige taken is er meer dan één manieren om een stap of een aantal stappen te doen. Geef het alternatief samen met de stap, zodat de lezers kunnen kiezen hoe ze de taak willen voltooien. Bijvoorbeeld: Als je uitlegt hoe je een boterham met pindakaas met jam maakt, kun je toevoegen: 'Vervang de pindakaas door amandelboter, in geval van een pinda-allergie.' 13. Gebruik afbeeldingen waar dat nuttig kan zijn. Je hebt vast wel eens gehoord van de uitdrukking, 'Een beeld zegt meer dan duizend woorden.' Als het gaat om duidelijke instructies, zal een figuur of diagram een bepaalde actie soms begrijpelijker kunnen maken voor de lezer. Voor meer technische instructies dient de lezer duidelijk te kunnen zien wat er gaande is in de afbeelding, en de handeling mag niet aan het zicht worden onttrokken door gereedschappen of handen. 14. Organiseer je instructies in delen. Sommige gecompliceerde taken bestaan uit meer dan één deel. Als je instructies schrijft voor een grotere taak die bestaat uit meerdere kleinere stappen, verdeel ze dan in afzonderlijke secties. Als je een nummering toevoegt aan je instructies, start de nummering dan opnieuw met elke sectie. De lezer zal een gevoel van voldoening hebben na het afronden van elk onderdeel. Je moet nog steeds je taak opsplitsen in deeltaken, zelfs als er geen semionafhankelijke delen zijn. Te veel stappen kunnen je lezers overweldigen. 15. Probeer je instructies uit te voeren zoals je ze hebt geschreven. Als je je instructies niet kunt volgen zoals je ze hebt geschreven, dan zal niemand dit kunnen doen. Doe eveneens een beroep op vrienden ter voltooiing van je instructies en vraag hen je te laten weten of ze iets verwarrend vonden. Je moet je instructies wellicht meerdere malen testen, met name als ze lang en/of complex zijn. 16. Controleer je instructies zorgvuldig. Typfouten en grammaticale fouten kunnen een verder duidelijke handleiding ruïneren, waardoor je instructies moeilijk te volgen zijn. Lees ze van achter naar voren en andersom, om er zeker van te zijn dat er geen fouten meer in staan. Als je geen vertrouwen hebt in je redigeer-vaardigheden, vraag dan een vriend om je instructies na te kijken. 17. Neem er een lijst in op van hulpmiddelen of benodigdheden. Met name als een taak specifieke hulpmiddelen of materialen vereist, is een lijst nuttig voor je lezers. Zet de lijst aan het begin van je instructies, zodat je lezer materialen kan verzamelen voordat die begint met de taak. Denk hieraan als een recept in een kookboek. Recepten tonen aan het begin altijd een lijst met ingrediënten en kookgerei, zodat je al deze dingen kunt verzamelen voordat je begint met het maken van de schotel. 18. Geef waarschuwingen waar nodig. Na het testen van je instructies merk je wellicht dat er verborgen gevaren zijn die je niet hebt aangegeven in eerdere versies van de instructies. Maak je lezers alert op deze gevaren, zodat zij voorzorgsmaatregelen kunnen treffen. Bijvoorbeeld: als je instructies geeft over het koken van water, dan kun je daar een waarschuwing in opnemen dat de pot te warm wordt om aan te raken, zelfs voordat het water begint te koken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Heldere-instructies-schrijven", "language": "nl"}
Afkomen van een computerverslaving	Computerverslaving komt steeds meer voor naarmate meer en meer mensen toegang hebben tot personal computers. Privécomputers hoeven niet de standaard desktop- of laptopcomputer te zijn -- het kunnen ook tablets, smartphones, spelconsoles en zelfs televisies (bijv. Smart TV) zijn, omdat ze een vergelijkbare functionaliteit hebben en net zo verslavend kunnen zijn als een gewone computer. Computergebruik kan nuttig en productief zijn, maar als je computerverslaafd bent, kan dat ernstige gevolgen hebben voor veel delen van je leven. Gelukkig zijn er manieren om een computerverslaving te overwinnen, zonder computers helemaal uit je leven te bannen. Hiervoor is vaak zelfdiscipline nodig, maar ook steun van anderen, en soms professionele hulp. 1. Beperk je tijd op de computer. Dit kan in het begin moeilijk lijken, maar het is de eerste stap om te herstellen van een computerverslaving. Onthoud dat je niet helemaal hoeft te stoppen met het gebruik van de computer, maar stel nu eerst gewoon redelijke grenzen voor nu. Je kunt een limiet stellen door een timer in te stellen. Als die afgaat, sluit je je computer af en zet je hem uit. Loop weg en ga iets anders doen. Je kunt familie, vrienden of huisgenoten vragen je te helpen de limiet te handhaven. Zij kunnen de computer voor een bepaalde tijd bij je weghalen of ervoor zorgen dat je er tijdens de aangegeven uren niet achter zit. Probeer meer activiteiten voor jezelf te organiseren. Hoe drukker je het hebt, hoe minder tijd je hebt om achter de computer te gaan zitten. Vraag vrienden of familie hoeveel tijd je volgens hen redelijkerwijs per dag achter de computer mag doorbrengen. Probeer je computertijd te beperken tot twee uur of minder. 2. Gebruik de computer alleen voor noodzakelijke taken. Misschien heb je een computer nodig voor je werk of voor school. Als dat het geval is, gebruik de computer dan zo veel als nodig is voor die specifieke toepassingen. Doe hem anders weg. Je kunt programma's verwijderen die niet nodig zijn voor je werk, zoals spelletjes of software voor vermaak. Je kunt vrienden of familie vragen een wachtwoord in te stellen of 'ouderlijk toezicht', om je de toegang tot websites of programma's die niet met je werk te maken hebben te blokkeren. 3. Beperk waar je de computer kunt gebruiken. Afhankelijk van de aard van je computerverslaving, kun je er baat bij hebben om te beperken waar je de computer gebruikt. Als je de computer bijvoorbeeld alleen op een openbare plaats gebruikt, kun je afzien van gedrag dat je gemakkelijker privé kunt doen, zoals cyberseks, online gokken of films kijken. Je kunt je ertoe verbinden om de computer alleen in de keuken, in de bibliotheek, in een koffiehuis of bij een vriend thuis te gebruiken. 4. Houd een dagboek bij van je computergebruik. Schrijf de datums, tijden en duur van je computergebruik op. Schrijf ook op hoe je je voelde voor, tijdens en na elke computersessie. Door je gevoelens vóór een computersessie op te schrijven, kun je dingen gaan herkennen die je computergebruik activeren. Als je eenmaal de triggers hebt geïdentificeerd, kun je ze vermijden om computergebruik te voorkomen. Als het vermijden van de triggers onmogelijk is, kun je een andere activiteit kiezen om het computergebruik te vervangen. 5. Maak een plan om je gedrag aan te passen. Het overwinnen van een verslaving is niet gemakkelijk, en het vereist een plan. Je kunt een eenvoudig plan proberen, zoals ineens stoppen; het is echter waarschijnlijker dat een langzamer, meer methodisch plan succesvoller zal zijn bij een computerverslaving. Stel vast hoe veel en hoe vaak je de computer wilt blijven gebruiken. Stel vast wat voor activiteiten acceptabel zijn om op de computer te blijven doen. Maak een kalender voor het overwinnen van je verslaving. Je kunt jezelf van de computer afhelpen door hem elke week een uur per dag minder te gebruiken. 6. Zorg voor wat beweging. Lichaamsbeweging kan een goede manier zijn om weg te komen van de computer. Het houdt je lichaam gezond en maakt endorfine vrij, hormonen die je een goed gevoel geven. Probeer iets dat misschien vergelijkbaar is met de dingen die je leuk vindt op de computer. Als je bijvoorbeeld van computerspelletjes houdt waarbij je nieuwe plaatsen verkent, maak dan eens een wandeling in het bos. Als je van computerspelletjes houdt die je met andere mensen speelt, probeer dan eens een teamsport. 7. Probeer een nieuwe hobby. Begin met een creatieve bezigheid zoals muziek of kunst. Als je niet zeker weet waar je moet beginnen, kun je je opgeven voor een cursus. Je kunt ook iemand vragen om deze activiteit samen mee te ondernemen, als je dit niet alleen wilt doen. Als je graag ontwerpwerk op de computer doet, zou je een creatieve les leuk kunnen vinden. Als je de computer gebruikt om te lezen en over de wereld te leren, ga dan eens naar een museum of lezing. Als je veel online winkelt, ga dan eens naar de stad of naar het winkelcentrum. 8. Zoek nieuwe vormen van ontspanning. Als je graag online spelletjes speelt, speel dan eens bordspelletjes met vrienden of in je plaatselijke spellenwinkel. Als je graag films kijkt op je computer, ga dan naar de bioscoop om een film te zien. 9. Breng tijd door met vrienden. Kies vrienden die een gezonde relatie met hun computer hebben. Maak plannen om samen tijd buitenshuis door te brengen, door dingen te doen waar geen computer aan te pas komt of voor nodig is. Als je samen spelletjes wilt spelen, speel dan bordspelletjes, of spelletjes buitenshuis. Als je een film wilt kijken, ga dan naar je plaatselijke bioscoop. Je kunt ook samen maaltijden bereiden of naar een restaurant gaan, een wandeling maken, of naar muziek luisteren van een cd of platenspeler. 10. Herken de symptomen van computerverslaving. Het is niet altijd gemakkelijk om te weten of je inderdaad verslaafd bent aan de computer. Misschien wil je de computer gewoon minder gebruiken dan je doet. Maar de mate van je verslaving zal waarschijnlijk invloed hebben op hoe moeilijk het is om te stoppen of te minderen met je computergebruik. Symptomen van computerverslaving zijn onder andere: Preoccupatie met het internet, inclusief aanwezigheid op sociale media en toekomstige online activiteiten Humeurig, rusteloos of depressief worden wanneer de computer niet gebruikt kan worden Computergebruik heeft een negatieve invloed op belangrijke relaties, het gezinsleven of het werk De computer gebruiken om te ontsnappen aan problemen in het echte leven of moeilijke emotionele toestanden Aanzienlijk meer tijd op de computer doorbrengen dan de bedoeling is Het verbergen van de omvang van je computergebruik voor familie en vrienden Achter de computer moeten zitten om je tevreden te voelen 11. Word lid van een steungroep. Er zijn overal steungroepen voor mensen die lijden aan computerverslaving. Deze groepen kosten geen geld om bij te wonen en kunnen je in contact brengen met andere mensen die hetzelfde meemaken als jij. Zoek, indien mogelijk, een groep die persoonlijk bijeenkomt. Als je de computer moet gebruiken om toegang te krijgen tot een online groep, kan het zijn dat je de computer meer gebruikt dan je van plan was. 12. Zoek counseling. Zoek een plaatselijke therapeut die met je aan je computerverslaving kan werken. Je kunt beginnen met privé-therapiesessies of je aansluiten bij een therapiegroep voor mensen die worstelen met computerverslaving. Sommige therapeuten accepteren ziektekostenverzekeringen. Online gidsen kunnen je helpen een therapeut te vinden die gespecialiseerd is in verslaving. 13. Zoek steun bij de mensen in je leven. Praat met de mensen in je leven over je verslaving. Laat ze weten dat je bezorgd bent over je eigen gedrag en graag hun steun wilt bij het werken aan het veranderen ervan. Je kunt dierbaren vragen je te helpen je computergebruik in de gaten te houden. Je kunt zeggen: 'Ik ben bang dat ik verslaafd ben aan de computer. Zouden jullie mijn gedrag in de gaten willen houden en willen ingrijpen als je ziet dat ik erin meegezogen wordt.' Je kunt je dierbaren vragen samen iets leuks te gaan doen om je bezig te houden met niet-computeractiviteiten. Je kunt zeggen: 'Ik wil positieve manieren vinden om mijn tijd door te brengen zonder aan de computer te zitten. Kunnen we voorrang geven aan samen tijd doorbrengen zonder de computer? We kunnen een keer per week gaan wandelen of elke avond samen het avondeten maken.' Vraag je dierbaren om je niet te betrekken bij computergerelateerde activiteiten terwijl je werkt aan herstel. Je kunt zeggen: 'Ik weet dat je geen problemen hebt met je eigen computergebruik, maar ik heb het echt moeilijk met mijn eigen computergebruik. Zou je het erg vinden om de computer niet zo vaak om me heen te gebruiken, of me in ieder geval niet te vragen om met je mee te doen terwijl je hem gebruikt?'	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Afkomen-van-een-computerverslaving", "language": "nl"}
Een tondeuse gebruiken	Je haar laten knippen kan al vrij snel erg duur worden, vooral als je een kort kapsel hebt. Gelukkig is het afscheren van haar met een tondeuse niet zo erg moeilijk. Je zult de basis van het scheren moeten leren en moeten leren hoe de nummering van de opzetkammen werkt. Kies dan een kapsel uit en begin met scheren. Werk het haar een beetje bij met een haartrimmer en schaar om je kapsel er professioneler uit te laten zien en leer hoe je je tondeuse moet onderhouden. 1. Weet hoe de nummering van de opzetkammen werkt. De opzetkammen van een tondeuse hebben allemaal een ander nummer, en het nummer bepaalt de lengte van je haar. Over het algemeen is het zo dat hoe lager het nummer is, hoe korter je haar wordt. Met een opzetkam met een '0' scheer je het haar bijna volledig af, terwijl je haar met een opzetkam met nummer 8 2,5 centimeter lang wordt. Er zit steeds drie millimeter lengte tussen de opzetkammen, beginnend met opzetkam nummer 1 waarmee het haar drie millimeter lang wordt. 2. Begin door het haar goed te wassen. Haar moet gewassen worden voor het scheren, zodat het gemakkelijk door te kammen is en geen kronkels en golven heeft. Ontwar het haar tevens met een borstel, vooral als er snel knopen in het haar komen. Men is het er niet over eens of je haar beter droog of nat kunt scheren. Je kunt beide methoden proberen om te zien wat het beste voor je werkt. 3. Bedek de schouders van de persoon om het afgeschoren haar op te vangen. Als het niet mogelijk is om direct na het scheren een douche te nemen, dan is het een goed idee om iets van glad materiaal om de schouders van de persoon te leggen en dit strak aan te trekken bij de nek. Door de gladde stof valt het haar op de grond en blijft het niet aan de kleren plakken. Scheren met een tondeuse kan vrij veel troep opleveren, dus probeer om het buiten te doen waar het minder erg is als je troep maakt. Een andere mogelijkheid is om in de garage te werken. Als het weer echter te slecht is, kies dan voor een plek die gemakkelijk schoon te maken is, zoals de badkamer of de keuken. 4. Begin met de langste opzetkam om het lange haar af te scheren. Als je veel haar af moet scheren, begin dan met de opzetkam bedoeld voor de langste stukken die je wilt hebben. Op die manier kun je al je haar ermee behandelen en dan bepaalde delen nog korter afscheren. Deze methode werkt bijzonder goed als je veel haar af wilt scheren. Als je dus opzetkam nummer 2 aan de zijkanten en opzetkam nummer 4 bovenaan wilt gebruiken, begin je door al het haar te behandelen met opzetkam nummer 4. Je mag zelf weten waar je begint. Je kunt achterop beginnen of van de ene kant naar de andere kant werken. Een andere mogelijkheid is om bovenop te beginnen, als je dat liever doet. Waar je ook voor kiest, probeer systematisch te werken zodat je geen plekken overslaat. 5. Scheer tegen de haargroeirichting in. Je haar groeit bij de zijkanten en achterkant naar beneden. Bij het scheren met een tondeuse kun je het beste tegen de haargroeirichting in scheren, en werk je dus bij de zijkanten en achterkant omhoog. Bovenop je hoofd kun je doorgaans het beste van voren naar achteren werken. 6. Schep het haar op met de opzetkam. Begin door de tondeuse dicht bij de huid te houden. Terwijl je de tondeuse naar boven toe beweegt beweeg je hem ook iets naar buiten toe. Maak korte, scheppende bewegingen overal op het hoofd, zodat het haar minder bot afgesneden wordt. 7. Laat de langere en de kortere laag haar netjes in elkaar overlopen met een opzetkam die tussen de twee gebruikte opzetkammen valt. Als je meer dan een opzetkam gebruikt hebt, zie je wellicht een duidelijke lijn tussen de kortere en de langere laag haar. Om de lagen netjes in elkaar over te laten lopen gebruik je een opzetkam die tussen de twee andere gebruikte opzetkammen valt. Als je dus opzetkam nummer 2 aan de zijkanten en opzetkam nummer 4 bovenop hebt gebruikt, gebruik je opzetkam nummer 3 om de lagen in elkaar over te laten lopen. Werk langs de zichtbare lijn om de grens tussen beide secties zachter te maken. 8. Gebruik opzetkam nummer 1 om het haar zeer kort af te scheren. Bij dit kapsel wordt al het haar erg kort en op dezelfde lengte afgeschoren. Scheer al je haar met opzetkam nummer 1. Begin achterop en werk naar de zijkanten toe. Tot slot scheer je het haar bovenop je hoofd af. 9. Maak een militair kapsel met opzetkammen nummer 2 en 1. Begin door al je haar te behandelen met opzetkam nummer 2. Scheer vervolgens de zijkanten met opzetkam nummer 1. Werk omhoog vanaf de onderrand en maak een nette lijn rond de bovenkant van je hoofd. Werk van de ene naar de andere kant toe zodat je geen plekken overslaat. 10. Begin met opzetkam nummer 2 of 4 als je stekeltjeshaar wilt. Scheer eerst de zijkanten en achterkant met opzetkam nummer 2 of 4. Kies een opzetkam uit op basis van de gewenste lengte. Gebruik naar boven toe een steeds langere opzetkam en doe de bovenkant het laatst. Scheer de voorkant met de langste opzetkam die je wilt gebruiken, en gebruik dan steeds een iets kortere opzetkam terwijl je in rijen naar achteren naar je kruin toe werkt. 11. Gebruik een kortere opzetkam om een eenvoudig jongenskapsel te maken. Begin door al het haar af te scheren met opzetkam nummer 3 of 4. Wanneer je al het haar behandeld hebt zet je een kortere opzetkam op de tondeuse. Werk bij de zijkanten omhoog om het haar op de gewenste lengte af te scheren. Zorg dat je bovenaan een nette lijn rondom het hoofd maakt als je het haar bovenop langer wilt houden. Als je je eigen haar afscheert, leg je hand dan bovenop je hoofd. Gebruik je hand om de tondeuse over je hoofd te helpen bewegen zodat je het haar niet te ver naar boven toe afscheert. Je kunt achterop beginnen of van de ene naar de andere kant werken. 12. Gebruik een opzetkam met een lager nummer rondom de oren. Zelfs als je je haar overal even lang wilt hebben is het nog steeds een goed idee om een opzetkam met een lager nummer te gebruiken voor de bakkebaarden en de haren rondom de oren. Je kapsel ziet er dan netter uit. 13. Werk de bakkebaarden en het haar in de nek bij met een haartrimmer. Je zult de bakkebaarden bij moeten werken om je kapsel netjes af te werken. Als je een haartrimmer gebruikt, werk je met de haargroeirichting mee en beweeg je de trimmer dus naar beneden toe. Scheer een bakkebaard af op de gewenste lengte. Terwijl je de andere bakkebaard behandelt controleer je of ze beide even lang worden door voor de persoon te gaan staan of door in de spiegel te kijken als je je eigen haar afscheert. Werk de randen achterop het hoofd netjes bij met de haartrimmer. 14. Knip het haar rondom de oren bij met een schaar. Het kan helpen om na het scheren de randen een beetje bij te werken met een schaar, want het kan zijn dat er aan de randen nog wat lange haren zitten. Je kunt het haar rondom de oren bijvoorbeeld bijwerken met een schaar. Gebruik een scherpe kappersschaar. Als je die niet hebt, dan kun je ook een kleine, scherpe borduurschaar of textielschaar gebruiken. 15. Gebruik een pluizenroller om na het scheren alle losse haartjes te verwijderen. Een pluizenroller kan helpen om al die vervelende haartjes van de nek en kleren van de persoon te verwijderen. Rol gewoon bij de nek en rug van de persoon omhoog en naar beneden om het haar te verwijderen. 16. Maak de opzetkammen schoon met water en zeep. Strijk of spoel het haar van de opzetkammen. Maak de opzetkammen schoon met water en zeep en gebruik een doek of klein kwastje om in alle hoekjes en kiertjes te komen. Laat de opzetkammen drogen op een handdoek. 17. Strijk het haar van de snijmessen en buitenkant van de tondeuse. Maak de tondeuse zelf niet schoon met water, want dat is gevaarlijk. Gebruik in plaats daarvan een kwastje om zo veel mogelijk haar van de snijmessen en de buitenkant van de tondeuse te vegen. 18. Breng olie op de snijmessen aan. Schakel de tondeuse in. Doe een druppel olie op de snijmessen. Laat de tondeuse ongeveer een minuut ingeschakeld, zodat de olie zich over de snijmessen kan verspreiden. Schakel de tondeuse uit en veeg de overtollige olie van de snijmessen. Bij de meeste tondeuses krijg je olie om te gebruiken. 19. Smeer de binnenkant. Bij sommige tondeuses moet je de binnenkant ook smeren met olie. In de gebruikershandleiding van de tondeuse staat of je dit bij je tondeuse moet doen. Doorgaans moet je een klepje openschroeven, al hebben sommige tondeuses een speciale plek om een druppel olie in te laten vallen. Deze plek wordt aangegeven met een pijl.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-tondeuse-gebruiken", "language": "nl"}
Een puppy stimuleren om te poepen	Maak je je zorgen omdat je hond zijn behoefte niet doet? Haal even diep adem. De kans is groot dat het om gewone constipatie gaat, en er zijn een hoop manieren om je puppy aan te moedigen om buiten zijn behoefte te doen. De kans is groot dat er niets aan de hand is, en je zult binnen de kortste keren gewend zijn aan zijn schema. In dit artikel vertellen we je alles wat je moet weten over het stimuleren van je puppy om te poepen. 1. Dit is erg belangrijk als je ervoor wilt zorgen dat je puppy poept. Als je hond niet genoeg beweging krijgt, dan is de kans kleiner dat hij zijn behoefte doet. Maak een lange wandeling met je hond en zorg dat je langs plekken met gras komt waar hij rond kan snuffelen en een goede plek kan vinden om zijn behoefte te doen. Routine is erg belangrijk voor een puppy, dus laat hem iedere dag regelmatig uit. Puppy’s moet je meestal om de twee tot drie uur uitlaten. Als je hond niet poept na een lange wandeling, laat hem dan binnen enkele uren nog een keer uit. Maak je geen zorgen als je hem drie of vier keer uit moet laten voordat hij zijn behoeft doet. Laat je hond rustig zijn behoefte doen. Snuffelen kan lijken alsof je hond zijn tijd verdoet, maar dit is belangrijk om de juiste plek te vinden om te poepen. 2. Beweging helpt om het maag-darmstelstel te activeren. Als alleen een wandeling niet genoeg is en je puppy nog steeds energie heeft, laat hem dan apporteren of rondrennen. Laat hem na ongeveer een kwartier spelen nog een keer uit. Het kan zijn dat hij dan plotseling moet poepen. Regelmatige beweging is erg belangrijk voor een puppy. Speel regelmatig met hem tijdens je dag – bij voorkeur voordat je hem uitlaat. 3. Wrijf enkele keren over de buik van je puppy om zijn darmen te stimuleren. Probeer om buiten met ronddraaiende bewegingen over de buik van je puppy te wrijven. Als je puppy last van constipatie heeft, dan kun je zijn darmen stimuleren door over zijn buik te wrijven, zodat alles in beweging komt en je puppy aandrang krijgt. Probeer dit enkele minuten te doen om te zien of het helpt. Probeer dit om de paar straten te doen wanneer je hem uitlaat. Het kan zijn dat je meerdere keren over zijn buik moet wrijven voordat het lukt. Volgens sommige mensen kun je het beste met de klok mee wrijven, terwijl anderen denken dat tegen de klok in wrijven beter is. Probeer beide als het geen resultaat oplevert. 4. Als je puppy een vaste plek heeft om te poepen, ga daar dan heen, als je dat nog niet gedaan hebt. Het kan verwarrend voor je puppy zijn om iedere keer een andere route te volgen wanneer je hem uitlaat, en het kan zijn dat je puppy niet begrijpt dat hij moet poepen als hij zich op een nieuwe plek bevindt. Als je hond zijn behoefte op een bepaalde plek doet, ga daar dan heen en blijf er terugkomen. Hij zal de plek uiteindelijk associëren met poepen. Ga indien mogelijk naar een stille, beschutte plek waar je puppy zijn behoefte kan doen zonder afgeleid te worden. 5. Koop wat gewone pompoen in blik en doet dit bij het voer van je hond. Pompoen bevat vrij veel vezels en is erg goed voor de maag van je puppy. Doe 15-60 gram pompoen in het voer van je hond. Laat hem ongeveer een uur later uit. Honden vinden pompoen vaak ook lekker smaken, dus er staat iets lekkers op hem te wachten. Je kunt als je dat wilt ook pompoenpoeder gebruiken dat speciaal voor honden bedoeld is. Gebruik nooit pompoentaart uit blik. De vulling daarvan bevat ingrediënten die giftig voor honden zijn. 6. Koud water op zijn achterste kan hem stimuleren om te gaan poepen. Vul een verstuiver met koud water, stel de spuitmond in op een brede straal en spuit een of twee keer water op de anus van je hond. Door het koude water zou de sluitspier van je hond samen moeten trekken, wat is wat er normaal gebeurt wanneer je hond zijn behoefte moet doen. Wanneer je hond de spieren rondom zijn anus ontspant kan hij beginnen te poepen. Neem de verstuiver met je mee wanneer je je hond uitlaat en spuit enkele keren wanneer je op de plek bent waar je puppy normaal poept. Je kunt tevens een ijsblokje tegen zijn achterwerk houden. Veeg het achterwerk van je puppy af wanneer hij klaar is. Hij zal het vocht waarschijnlijk niet fijn vinden. 7. Deze methode is wellicht wat vies, maar zou moeten werken als je puppy last van constipatie heeft. Houd de buik van je puppy vast met je dominante hand en druk met je gehandschoende dominante hand op de zijkanten van zijn anus. Als je iets stevigs voelt, dan is er waarschijnlijk sprake van constipatie. Duw voorzichtig naar binnen naar de buik van je hond toe en knijp dan naar binnen alsof je een muntje oppakt. Doe dit drie tot vijf keer om je puppy te laten poepen. Mensen doen dit gewoonlijk bij verlamde en chronisch zieke huisdieren voor wie het lastig is om zelfstandig te poepen. Je kunt het echter ook proberen bij je puppy als je ervoor kunt zorgen dat hij stil blijft staan. Je kunt tevens zachtjes met een babydoekje rondom de anus van je hond vegen om zijn spieren te proberen te stimuleren. Steek je vingers niet in de anus van je hond en dwing hem niet om stil te blijven staan als hij zich ongemakkelijk voelt. 8. Als je puppy een bench heeft, dan kan hij zo zijn eten verteren. Als je puppy nog niet volledig zindelijk is en niet altijd zijn behoefte doet wanneer je hem uitlaat, laat hem dan een tijdje in zijn bench. Een puppy zal niet plassen en poepen op de plek waar hij eet en slaapt. Dit is dus een veilige methode als je denkt dat je hond gewoon wat meer tijd nodig heeft voordat hij zijn behoefte doet. Het kan een tijdje duren voordat je puppy begrijpt dat hij moet poepen tijdens een wandeling. Als je ervoor wilt zorgen dat je puppy buiten zijn behoefte doet, dan kan het helpen om hem een tijdje in zijn bench te doen. Doe dit alleen als je je puppy aangeleerd hebt om in zijn bench te verblijven. Je wilt een puppy natuurlijk niet in een bench dwingen of hem van streek maken. 9. Lees het etiket op de verpakking met brokjes en snoep om te zien of het onoplosbare vezels bevat. Constipatie heeft wanneer het om voer gaat eerder te maken met een tekort aan vezels dan aan bepaalde ingrediënten. Geef je hond hoogwaardig voer met onoplosbare vezels uit biologische bronnen om te zorgen dat hij regelmatig zijn behoefte doet. Vezelrijke ingrediënten zijn onder andere pompoen, lijnzaad, bieten, appels, wortels, bruine rijst en zalm. Een puppy die hoogwaardig, vezelrijk voer krijgt zal vier tot vijf keer per dag poepen. Als hij 12 weken oud is, kan een puppy twee tot vier keer per dag poepen. Er kan echter een hoop variatie zijn, afhankelijk van de spijsvertering van je hond, hoe actief hij is en hoe zijn darmen werken. 10. Als het probleem blijft aanhouden, geef je hond dan voer uit blik. Voer uit blik bevat veel meer vocht dan droge brokjes en is daarom meestal gemakkelijker te verteren. Als je puppy niet regelmatig zijn behoefte doet, praat dan met de dierenarts over het veranderen van zijn voer. Voer uit blik is waarschijnlijk de beste keus. Stap langzaam over op ander voer. Geef je puppy een tot twee dagen drie delen brokjes en een deel natvoer. Geef hem vervolgens drie tot vier dagen een deel brokjes en een deel natvoer. Op dag vijf en zes geef je hem een deel brokjes en drie delen natvoer. Na een week stap je volledig over op natvoer. Je kunt het beste kiezen voor natuurlijk hondenvoer dat weinig bewerkte ingrediënten bevat. Kip en rijst zijn voor puppy’s erg gemakkelijk te verteren. 11. Aai en prijs je puppy wanneer hij poept. Geef hem iets lekkers, praat tegen hem en dans in het rond om hem te laten weten dat je erg blij bent om wat hij net gedaan heet. Je puppy zal poepen dan gaan associëren met plezier en leuke dingen, waardoor je zijn gedrag stimuleert en hem aanmoedigt om voortaan zijn behoefte buitenshuis te doen. Wellicht voelt het wat gek om in het rond te dansen met je puppy nadat hij gepoept heeft, maar dit is belangrijk. Het is goed om dit te doen om je puppy zindelijk te maken. 12. Het kan zijn dat je puppy een medisch probleem heeft waardoor hij zijn behoefte niet kan doen. Als hij af en toe last van constipatie heeft, is er niks aan de hand en honden kunnen hun behoefte ook verrassend lang ophouden. Als je hond echter al langer dan een dag niet gepoept heeft, ga dan met hem naar de dierenarts. Er zijn verschillende aandoeningen en kwalen die constipatie kunnen veroorzaken. Meestal is erg niks aan de hand, maar het is zeker de moeite waard om je puppy te laten onderzoeken. Probeer je geen zorgen te maken. Het kan een tijdje duren voordat je gewend bent aan de behoeften van je puppy, en constipatie is normaal geen erg groot probleem. De kans is groot dat het gewoon aan zijn voer ligt. De dierenarts kan een middel voorschrijven dat de ontlasting van je puppy zacht maakt of hem een klysma geven om de ontlasting te verwijderen. Hij of zij zal je waarschijnlijk ook aanraden om je puppy ander voer te geven.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-puppy-stimuleren-om-te-poepen", "language": "nl"}
Een Galaxy apparaat met een USB aansluiten op een tv	Deze wikiHow leert je hoe je een Samsung Galaxy-apparaat op een HDTV kunt aansluiten. Je kunt dit doen met behulp van een HDMI-kabel en een kabeladapter die wordt aangesloten op de MicroUSB-oplaadpoort van je apparaat. 1. Zorg ervoor dat je tv HDMI ondersteunt. Als je een HDTV hebt moet het tv-toestel minimaal één HDMI-plug-inspot aan de achterkant of de zijkant van het paneel hebben. Alle modellen van de Samsung Galaxy S-lijn ondersteunen HDMI. 2. Koop een MicroUSB-naar-HDMI-adapter. Een HDMI-adapter is een blok met een HDMI-poort aan het ene uiteinde en een kabel die wordt aangesloten op de laadpoort van je telefoon aan de andere kant. Hiermee kun je de HDMI-kabel van je tv op je telefoon aansluiten, al is het indirect. Samsung verkoopt een officiële HDMI-adapter voor hun apparaten, maar je kunt goedkopere, merkloze versies online vinden en in de meeste elektronicasecties van warenhuizen. Het gebruik van de Samsung-versie van de HDMI-adapter zorgt er in het algemeen voor dat als hij niet werkt, je gratis een nieuwe kunt krijgen. 3. Koop indien nodig een HDMI-kabel. Als je geen HDMI-kabel hebt voor je HDTV, koop er dan een. Deze zijn online bijna altijd goedkoper dan in een winkel. Verwacht dat je tussen € 10 en € 20 uitgeeft aan een HDMI-kabel. Vermijd in het algemeen kabels die langer dan 15 meter lang zijn. Kabels die langer zijn kunnen onderbrekingen of kwaliteitsverminderingen veroorzaken. 4. Sluit je HDMI-adapter aan op je Samsung Galaxy. Sluit de HDMI-adapterkabel aan op de oplaadpoort aan de onderkant (of zijkant) van je telefoon of tablet. Forceer de verbinding niet - als de HDMI-adapter niet kan worden aangesloten, draai dan de kabel 180 graden en probeer het opnieuw. 5. Sluit de HDMI-adapter aan op een voedingsbron. Er is een opening aan de zijkant van de HDMI-adapter voor de oplaadkabel van je Samsung Galaxy. Sluit de oplader aan op een stopcontact en sluit vervolgens de oplaadkabel aan op de HDMI-adapter. Door de HDMI-adapter op een voedingsbron aan te sluiten kan de HDMI-adapter werken en blijft je Samsung Galaxy opgeladen. 6. Verbind je Samsung Galaxy met je HDTV. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-aansluiting aan de achterkant (of zijkant) van je tv. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-aansluiting van de adapter. HDMI-poorten lijken op dunne, achtzijdige poorten. Als je een ontvanger voor alle invoer van je tv gebruikt, sluit je de HDMI-kabel aan op de achterkant van de ontvanger. 7. Doe je TV aan. Druk op de aan-knop van je tv. 8. Selecteer de ingang van de HDMI-kabel. Wijzig de huidige video-ingang om het HDMI-kanaal te tonen. Je kunt het nummer van de HDMI zien door naar een nummer naast de HDMI-poort op je tv te zoeken. Zodra je je HDMI-invoer hebt gevonden zou je op je tv moeten zien wat er op je Samsung Galaxy-scherm staat. Het proces voor het wijzigen van de invoer varieert van tv tot tv. Meestal druk je op een knop op je afstandsbediening of op je tv.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-Galaxy-apparaat-met-een-USB-aansluiten-op-een-tv", "language": "nl"}
Een baard in model brengen	Dus je hebt ervoor gekozen om het scheermes af te zweren en je bij een bebaard broederschap aan te sluiten? Je gezichtshaar gewoon laten groeien is niet genoeg. Het stylen van een baard vereist routineonderhoud. Je zult de baard moeten modelleren om hem aan te passen aan de structuur van je gezicht. Het trimmen van de haren houdt ze onder controle, maar wassen, oliën en borstelen is ook van cruciaal belang om je baard van zijn beste kant te laten zien. Met een beetje moeite zullen veel mensen met bewondering naar je glorieuze baard kijken. 1. Laat je baard groeien tot de gewenste grootte. Voordat je een baard kunt stylen, moet je hem de tijd geven om te groeien. Laat hem met rust. Serieus, geen knippen of scheren voor minstens een paar weken. Het zal er rommelig uitzien, maar vergeet niet dat je baard er niet hetzelfde uitziet als hij op volle lengte is. Bij het begin van een gladgeschoren baard duurt het minstens twee weken om een korte baard te krijgen. Je kunt dan beginnen met trimmen, tenzij je wilt dat je baard langer wordt. Elke baard groeit in een ander tempo en met een andere lengte. Voor sommige mannen kan het tot een jaar duren voordat een volle, natuurlijke baard is ontstaan. 2. Trim de randen tot je baard netjes is. Laat de baard ongeveer een maand groeien voordat je hem probeert bij te knippen. Pak een baardtrimmer om de randen te verfijnen, maar wees voorzichtig! Vergeet niet dat je hier heel weinig haar verwijdert. Te veel geeft een resultaat dat je liever verborgen houdt voor vrienden. Maak de halslijn bij je adamsappel gelijk. Knip de haren boven de natuurlijke lijn van je wangen totdat je baardlijn een curve vormt van oor tot oor. 3. Dun de haren uit langs je nek. Trimmers met verstelbare beschermers zijn nodig om een 'fade' te creëren. Begin bij je adamsappel met een laaggeplaatste beschermer zoals een twee of drie. Trim helemaal tot waar je nek en kaak elkaar ontmoeten. Stel de beschermer nu in op één of twee en scheer tot op 2-3 cm van je adamsappel. Hoe lager de instelling van de beschermer, hoe korter je haar wordt geknipt. Wanneer de beschermer op stand één staat blijft er minder haar achter dan op stand twee, maar door ze beide te gebruiken ontstaat er een geleidelijke overgang. Alles onder je adamsappel moet weggeschoren worden. Gebruik voorzichtig een scheermesje of verwijder de beschermer van je trimmer. 4. Trim de baard om zijn vorm te behouden. Als je eenmaal het uiterlijk van de baard hebt bepaald, is onderhoud het enige wat je hoeft te doen. Na verloop van tijd zal hij groeien en zijn vorm verliezen. Als je dit merkt, trim je de randen opnieuw en vernieuw je de fade. Trimmerbeschermers maken het onderhoud van de lengte eenvoudig. Zoek een beschermer die je de gewenste haarlengte geeft en strijk hem naar beneden door je baard. Een schaar is een andere optie voor het inkorten van te lange baardharen. Maak een routine van wassen, oliën en borstelen van je baard als je dat nog niet gedaan hebt. Je baard zal je bedanken door zacht en plooibaar te worden. 5. Ga naar de kapper voor advies en onderhoud. De mening van een professional kan nooit kwaad als het om je baard gaat. Naast advies over welke stijl het beste bij je past, kan de kapper je baard ook in topvorm houden. Maak elke drie tot vier weken een afspraak om je baard te laten bijknippen. Als je ooit twijfelt over wat je thuis doet, zal je kapper je ook graag advies geven. 6. Zorg dat de baard bij je gezichtsstructuur past. Voordat je gaat modelleren, moet je je een voorstelling maken van hoe de baard eruit zal zien als je klaar bent. De best uitziende baard zal je gezichtsstructuur aanvullen. Kappers raden aan om het gezicht ronder te maken in een evenwichtige, langwerpige ovale vorm. Je kunt online zoeken naar baardstijlen en de gezichtsvormen die daarbij passen. Als je hoofd bijvoorbeeld meer vierkant dan rond is, houd dan de zijkanten langer dan het haar dat onder je kin zit. Het zal je gezicht rond maken. Voor rondere gezichten, trim je de zijkanten en laat je het haar onder je kin groeien. De haren onder je kin voegen lengte toe aan je gezicht. 7. Modelleer je baard als een sikje om er geraffineerd uit te zien. Tuurlijk, de sik klinkt standaard, maar het is gemakkelijk om te laten groeien en ziet er bij veel mannen goed uit. Het vereist dat je de haren strak trimt. Je gezicht blijft kaal behalve dan wat betreft de snor en het haar rond je mond en kin. Deze stijl is perfect voor ovale gezichten, omdat ze al de ideale proporties hebben. Je mag je baard ook een beetje laten groeien, maar overdrijf niet. 8. Modelleer je baard in een Van Dyke als je een rond gezicht hebt. De beste opties voor ronde gezichten zijn om je wangen vrij te houden en lengte aan je kin toe te voegen. Met de Van Dyke kun je een volle snor laten groeien en tegelijkertijd het haar onder je mond laten zitten. Trim het haar zodat het op een korte lengte blijft en probeer je baard tot een punt te vormen, om hem extra mooi te maken! Heb je een ovale baardstijl, dan kun je het haar langs je kaaklijn laten staan. Het haar op je kin moet echter wel het middelpunt zijn, want het rekt je gezicht uit. 9. Draag een volle baard om een driehoekig gezicht in balans te brengen. Bij een driehoekig gezicht is de kaak het prominente punt. Misschien heb wel eens gedacht dat die te veel opviel. Profiteer ervan door je baard te gebruiken om de zijkanten in te vullen. Laat je baard groeien op je wangen en tot aan je kaaklijn. Trim het haar onder je kin tot een ronde vorm, omdat je niet wilt dat dit punt nog spitser wordt. Je kunt de baard kort of lang knippen. Je mag ook je wangen glad maken en je kaaklijn kort houden, voor een kinband-effect. 10. Draag een cirkelbaard op een vierkant gezicht. Cirkelbaarden komen veel voor en zijn perfect voor het balanceren van een vierkant gezicht. Het doel is om je scherpe hoeken af te ronden, dus is er geen betere manier om dit te bereiken met een baard zonder hoeken. Laat je snor en de haren rond je kin groeien. Houd die delen kort en afgerond terwijl je haar er voorbij verwijdert. 11. Spoel de baard dagelijks. Spoelen is de makkelijkste manier om je baard te verzorgen. Ga onder de douche staan en laat het water erdoorheen lopen. Je kunt je vingers of een waterdichte borstel gebruiken om het water in de baard te krijgen. Op zijn minst, zal het spoelen je ontdoen van roos, losse haren en kruimels van de boterham die je gisteren hebt gegeten. 12. Was je baard een keer per week met shampoo. Wrijf de shampoo door je baard zoals je zou doen met je haar. Shampoo helpt de jeuk te verlichten terwijl je baard groeit. Hoewel het helpt om langere baarden zachter te maken, zal frequent wassen je haar uiteindelijk uitdrogen. Shampoo minstens één keer per week en indien nodig vaker, maar niet meer dan drie. Je kunt een stuk zeep gebruiken in plaats van shampoo, om korte baarden te behandelen. 13. Gebruik een zachte shampoo voor langere baarden. Gemiddeld lange en lange baarden hebben een ander soort shampoo nodig dan die voor hoofdhaar. Zoek naar producten die beweren dat ze zacht zijn. Je kunt ook speciale shampoo voor baarden vinden in de winkel of online. Blijf deze een tot drie keer per week gebruiken. Heb je een korte baard (het soort dat niet aan je gezicht hangt) dan kun je nog steeds dezelfde shampoo gebruiken als die voor hoofdhaar. 14. Gebruik conditioner om je op te frissen tussen de wasbeurten door. Conditioner is geen vereiste. Het is geweldig om je baard te reinigen zonder hem uit te drogen, dus het wordt vaak gebruikt tussen de wasbeurten door. Zoek naar producten met natuurlijke ingrediënten zoals argan- of kokosolie. Wrijf de olie in je baard en laat hem een paar minuten intrekken, voordat je het uitspoelt onder de douche. 15. Kam baardolie in je haar als je onder de douche vandaan komt. Het wassen van je baard ontdoet je van zijn natuurlijke oliën. Baardolie vervangt deze oliën, waardoor roos wordt voorkomen en het haar zacht blijft voor de styling. Behandel je baard dagelijks met olie, of wanneer het droog aanvoelt. Knijp een kleine druppel in je hand en werk het in je baard met je vingers. Masseer de olie van de wortel tot aan het puntje van je haar. Daarna kam je je baard met een kam of gewoon met je vingers, om de olie goed in je baard te werken. Vermijd olie met alcohol. Deze zal je huid uitdrogen. Baardolie kan gebruikt worden op de gevoelige huid. Sommige oliën, met name kokosolie, kunnen acne veroorzaken, dus schakel over op minerale olie, argan- of jojoba-olie. Als je van plan bent om een klein gebied te stylen, gebruik dan baardbalsem. Denk eraan om je baardolie af en toe uit te spoelen, zodat deze niet in je haar achterblijft. 16. Gebruik baardbalsem om een vochtige baard in model te brengen. Baardbalsem werkt als baardolie, maar bereikt je huid niet. In plaats daarvan geeft het je meer stylingmogelijkheden, inclusief het verdraaien van haren in punten. Knijp een kleine druppel in je hand en gebruik je vingers om de baard te verspreiden over het gebied dat je wilt stylen. De balsem moet worden aangebracht wanneer je baardharen nog vochtig zijn, zoals na het douchen. 17. Föhn de baard in model. Gebruik een föhn om je baard te vormen terwijl hij vochtig is. Kam de baard nog niet uit. Werk in plaats daarvan vanaf je nek naar boven en maak je baard droog. Hij zal bol gaan staan zodat hij er mooi vol uitziet. Blaas de baardharen naar beneden, zodat het in de basisvorm valt die je wenst. 18. Kam of borstel de baard uit om de styling af te maken. Werk langzaam terwijl je met de kam door je baard gaat. Maak je stijl af door je baard uit te borstelen. Kammen zijn geweldig voor het modelleren van kleine gebieden en details. Borstels kunnen grotere gebieden in kortere tijd gladstrijken. Het is aan jou om te bepalen of één of beide opties het beste voor je werken. Goede kammen zijn vaak hout gemaakt. Ze blijven minder vaak haken dan de generieke plastic kammen. Goede borstels zijn ook ontwikkeld voor baarden. Natuurlijke vezels, zoals varkenshaar, worden gebruikt voor zachtheid en het gemakkelijk verdelen van olie en balsem.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-baard-in-model-brengen", "language": "nl"}
Uitloggen op Outlook	Er zijn verschillende manieren om uit te loggen op Outlook, of je nu de Outlook app op je laptop of smartphone hebt staan of dat je online ingelogd bent. In dit artikel lees je precies hoe je in beide gevallen uit kunt loggen. 1. Sluit Outlook af. Selecteer Outlook en druk op ALT + F4 om het programma af te sluiten. Lees in de volgende paragraaf hoe je in Outlook van e-mailaccount wisselt of je een wachtwoord wilt instellen om Outlook te kunnen openen. 2. Als Outlook eenmaal is afgesloten, ben je automatisch ook uitgelogd. 3. Open Outlook in een browser. De URL van Outlook is www.outlook.com. 4. Klik op je naam of gebruikersnaam rechts bovenaan het scherm. 5. Klik op Uitloggen. Je zult de volgende keer dat je Outlook online gebruikt online moeten inloggen. 6. Open het Controlepaneel. In Windows 7 klik je hiervoor op de startknop en vervolgens op Controlepaneel. In Windows 8 zul je het startmenu moeten openen en vervolgens moeten zoeken naar Controlepaneel. 7. Klik in de sidebar op Gebruikersaccounts, dan op Familieveiligheid en op E-mail. 8. Voeg een nieuw Outlook-profiel toe. Klik in het dialoogscherm op Toon Profielen en vervolgens op Toevoegen. Typ een naam voor het profiel in en klik op OK. 9. Configureer het e-mailaccount. Vul de nodige informatie in om je nieuwe e-mailaccount aan te maken. Neem contact op met je internetprovider of Outlook-beheerder als je hulp nodig hebt. Populaire gratis e-mailservices zoals Outlook.com, Google, Yahoo! en iCloud hebben ieder hun eigen instructies over het gebruik van hun diensten. 10. Stel in dat Outlook om het profiel vraagt als je het programma opent. Klik in het Mail Instellingenscherm op Profiel om te worgen dat er een knop verschijnt waarmee je het juiste profiel kunt kiezen als het programma wordt geopend. 11. Klik op OK. De volgende keer dat je Outlook opent, wordt je eerst gevraagd welk e-mailadres je wilt gebruiken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Uitloggen-op-Outlook", "language": "nl"}
Leiding geven aan personeel	Het managen van mensen is veel meer een kunst dan een wetenschap. Er is geen geheime formule of verzameling regels om te volgen. Net zoals elke ware kunst is er een persoonlijke stijl en niet aflatende inzet nodig voor de ontwikkeling van deze kunst. 1. Bevrijd je geest van het woord 'manager' en vervang dit door 'leider'. Leiders hebben geen titels of promoties nodig, maar zijn mensen die inspireren en motiveren, ongeacht de situatie of het team. 2. Verlies je gevoel voor humor niet. Het maakt je aanspreekbaar en helpt je om dingen in perspectief te kunnen zetten. Neem jezelf niet te serieus. Iedereen maakt wel eens een uitglijder. 3. Vergeet niet dat je directe ondergeschikten mensen zijn. Ze zijn geen middelen en ze zijn geen menselijk kapitaal. Het zijn mensen met gezinnen, gevoelens en problemen. Het is niet mogelijk om werk te scheiden van huis en haard. Wees je ervan bewust dat mensen een privéleven hebben en doe wat je kunt om met gevoel met hen om te gaan. Behandel iedereen als je gelijke, ongeacht hun titel of functie. Vergeet niet om veel te glimlachen en altijd een aangename houding uit te dragen. 4. Ken je sterke punten en zwakke punten. Weet wat de sterke punten van je team zijn, alsmede de zwakke punten, en maak ruimte voor verbetering. 5. Zorg voor een welomlijnd plan voor wat er moet worden gedaan. 'Door niet te plannen, plan je om te mislukken.' Stel korte en lange termijndoelen vast. 6. Wees besluitvaardig. Wanneer je gevraagd wordt om je mening, dan moet je die goed doordacht en overtuigend presenteren. Sta niet maar wat te kletsen en draai er niet omheen. Stel een deadline in voor belangrijke beslissingen, en zorg dat je dan een besluit hebt genomen. Als iemand een argument heeft dat je ervan overtuigt om een besluit te wijzigen, erken dat idee dan en omarm het volledig. 7. Communiceer over je verwachtingen. Schrijf ze zo nodig op. Vraag om feedback aan de mensen die je leidt. Zorg dat ze weten wat ze van je kunnen verwachten. Pak discrepanties onmiddellijk en duidelijk aan. 8. Zorg dat je duidelijk voor ogen hebt welke dingen je wel en niet kunt wijzigen. Accepteer de dingen die je niet kunt wijzigen en steek daar ook helemaal geen energie in. Vervolgens richt je al je inspanningen op de dingen die je wel kunt wijzigen. Daadkrachtige mensen zijn altijd gewild en succesvol. 9. Vergeet niet dat verschillende mensen door verschillende dingen worden gemotiveerd en dat mensen dat doen waar ze voor gestimuleerd worden. Het is je taak om ervoor te zorgen dat hun prikkels overeenkomen met je doelen. Als je bijvoorbeeld een bonus geeft aan mensen om meer te produceren, wees dan niet verbaasd als de kwaliteit eronder begint te lijden, in het voordeel van het volume. 10. Win het vertrouwen van iedereen binnen de organisatie. Managers hebben vaak toegang tot meer informatie dan andere werknemers. Het is noodzakelijk dat je nooit het vertrouwen van het bedrijf, je manager, je collega's of je medewerkers beschaamd. Zorg ervoor dat mensen je volledig kunnen vertrouwen. 11. Wees consequent. Je acties en reacties moeten consequent zijn. Je wil niet het type manager zijn waar iedereen eerst aan moet vragen in wat voor soort stemming je bent, voordat ze je met een probleem benaderen. 12. Flexibel zijn is zeer belangrijk en is niet in strijd is consequent zijn. Je moet flexibel zijn om van richting te kunnen veranderen, regels aan te passen en middelen te wijzigen om concurrerend te blijven. 13. Focus alleen op oplossingen en niet op problemen. Mensen neigen naar oplossingsgerichte individuen. 14. Neem de tijd om mensen te werven en ontsla mensen zo snel mogelijk. Neem de tijd voor het werven van kwalitatief goed personeel. Interview meerdere mensen en doe gedegen onderzoek naar ieders achtergrond. Wanneer je een ontwrichtende persoonlijkheid in dienst hebt of iemand die maar niet wil presteren, dan moet je er alles aan doen om diegene zo spoedig mogelijk te ontslaan.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Leiding-geven-aan-personeel", "language": "nl"}
Gegevens uit een ander spreadsheet halen in Google Spreadsheets op Windows en Mac	Dit artikel leert je hoe je gegevens uit een ander blad in een Google Spreadsheet kunt ophalen, en ook hoe je gegevens uit een ander document kunt ophalen. Om gegevens uit een ander document te importeren heb je de URL van het blad nodig waarvan je de gegevens wilt hebben. 1. Ga naar https://sheets.google.com in een webbrowser. Als je al bent aangemeld bij je Google-account, zie je nu een lijst met Google Spreadsheets die bij jouw account horen. Meld je aan bij je Google-account als je niet automatisch wordt aangemeld. 2. Klik op een Spreadsheet. Je opent nu het document dat je wilt gaan gebruiken. Je kunt ook een nieuw Spreadsheet maken door te klikken op . 3. Ga naar het blad waarin je gegevens wilt importeren. Klik bij de tabbladen aan de onderkant op het blad waarnaar je de gegevens wilt importeren. Als je spreadsheet maar één blad heeft, klik dan op in de linkeronderhoek van de pagina. 4. Selecteer een cel. Klik op de cel waar je wilt dat de gegevens naartoe gaan. Zo selecteer je die cel. 5. Typ =Blad1!A1 in de cel. Typ in plaats van "Blad1" de naam van het blad waar de gegevens staan, en in plaats van "A1" de cel waarin de gegevens staan. De formule zou nu moeten bevatten: een is-teken, de naam van het blad, een uitroepteken, en de cel waaruit je wilt kopiëren. Als de naam van het blad spaties of symbolen bevat, moet je de naam tussen enkele aanhalingstekens zetten. Bijvoorbeeld: als je de cel A1 wilt kopiëren van een blad genaamd Budget $$$, wordt je formule 6. Druk op ↵ Enter. Je past zo de formule toe, en de gegevens worden opgehaald uit het blad dat je hebt ingevuld. 7. Versleep het blauwe sleeppunt om aangrenzende cellen mee te kopiëren. Als je meer cellen van hetzelfde blad wilt kopiëren, sleep dan het kleine blauwe vierkantje dat in de rechteronderhoek van de geselecteerde cel staat naar beneden of naar rechts. 8. Ga naar https://sheets.google.com in een webbrowser. Als je al bent aangemeld bij je Google-account, zie je nu een lijst met Google Spreadsheets die bij jouw account horen. Meld je aan bij je Google-account als je niet automatisch wordt aangemeld. 9. Open de Spreadsheet waarvan je gegevens wilt importeren. Klik op het document waarvan je de gegevens wilt importeren. 10. Klik met de rechtermuisknop op de URL en kies Kopiëren. Als je het document hebt geopend, klik dan met de rechtermuisknop op het adres in de adresbalk van je browser om het te selecteren, en selecteer in het uitklapmenu. Op een Mac met een touchpad of Magic Mouse kun je klikken met twee vingers, of Ctrl ingedrukt houden tijdens het klikken. 11. Open de spreadsheet waarnaar je de gegevens wilt importeren. Ga in een nieuw tabblad of venster naar https://sheets.google.com en klik op het document waarnaar je de gegevens wilt importeren. 12. Selecteer een cel. Klik op de cel waar je wilt dat de gegevens naartoe gaan. Zo selecteer je die cel. 13. Typ deze formule in de cel: Plak op de plaats van "spreadsheetURL" de URL die je eerder hebt gekopieerd, en vul in plaats van "Blad1!A1:B14" de naam van het blad in, en het celbereik dat je wilt importeren. De formule zou nu moeten bevatten: een is-teken, het woord IMPORTRANGE in hoofdletters, een haakje openen, een dubbel aanhalingsteken, de URL van de spreadsheet, een dubbel aanhalingsteken, een komma, een spatie, een dubbel aanhalingsteken, de naam van het blad, een uitroepteken, de eerste cel van het celbereik, een dubbele punt, de laatste cel van het celbereik, een dubbel aanhalingsteken, en een haakje sluiten. Om de URL te plakken kun je klikken met de rechtermuisknop en klikken op , of drukken op Ctrl+V in Windows of ⌘ Command+V op een Mac. 14. Druk op ↵ Enter. Je past zo de formule toe, en de gegevens worden opgehaald uit het andere document. 15. Klik op Toegang verlenen in de pop-up. De eerste keer dat je gegevens probeert te importeren uit een ander document, zal Google Spreadsheets je vragen om toestemming om de gegevens op te halen. Je gegevens worden nu geïmporteerd naar je spreadsheet.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Gegevens-uit-een-ander-spreadsheet-halen-in-Google-Spreadsheets-op-Windows-en-Mac", "language": "nl"}
Foto's versturen naar een mobiele telefoon	Als je een paar foto's naar een mobiele telefoon wilt versturen, zijn er verschillende manieren waarop je dat kunt doen. De manier waarop je het doet hangt af van de aard van de overdracht: Verstuur je ze naar jezelf of naar iemand anders? Heeft de ontvanger een smartphone (iPhone, Android, Windows)? Staan de foto's op je computer of op je eigen telefoon? De antwoorden op deze vragen helpen je erachter te komen hoe je de foto's verstuurt. 1. Open je e-mailprogramma of e-mailwebsite op je computer. Als de telefoon waarnaar je de foto's stuurt e-mail ondersteunt, zou hij foto's als bijlage moeten kunnen downloaden. Je kunt ook e-mailberichten naar een telefoon versturen met MMS (Multimedia Messaging Service). 2. Stel een nieuw bericht op. Met de meeste smartphones kun je tegenwoordig e-mails direct op je mobiele telefoon lezen. 3. Bevestig de foto's. Klik op de knop 'Bijlagen' in het compositie-venster om naar de foto's op je computer te zoeken. De meeste e-maildiensten ondersteunen het versturen van maximaal 20 MB, wat meestal neerkomt op ongeveer 5 foto's per bericht. 4. Voer een ontvanger toe. Er zijn een aantal verschillende manieren waarop je dit kunt doen, afhankelijk van naar wie je de foto's probeert te versturen: Standaard e-mail - Als je de foto's naar je eigen telefoon probeert te versturen, voer je je eigen e-mailadres in. Als je de foto's naar iemand anders verstuurd die een telefoon heeft die e-mail kan ontvangen, kun je hun normale e-mailadres invoeren. MMS - Als je wilt dat het bericht als een MMS-bericht naar de mobiele telefoon wordt verstuurd, gebruik dan het MMS-adres van de ontvanger. Zorg ervoor dat je het MMS-adres, en niet het sms-adres, kiest wanneer je door de tabel zoekt. 5. Verstuur het bericht. Het kan zijn dat je even moet wachten voordat de foto's naar je mailserver worden geüpload en nog een paar seconden voordat het bericht wordt afgeleverd. 6. Open je e-mail of MMS-bericht met de verzonden foto's op je telefoon. Als je de foto's naar jezelf stuurt moet het bericht na enkele ogenblikken op je telefoon worden weergegeven. Zorg ervoor dat je telefoon is ingeschakeld en een netwerkverbinding heeft. Als je een MMS-bericht wilt ontvangen moet je beschikken over een mobieledata-abonnement. 7. Sla de foto's op. Het proces hiervoor verschilt afhankelijk van je telefoon, maar over het algemeen kun je een open foto op je scherm ingedrukt houden of op de menuknop tikken en ervoor kiezen om het op te slaan op je telefoon. Herhaal dit voor elk van de foto's in het bericht. 8. Open de foto's die je wilt versturen op je telefoon. Gebruik de foto-app op je telefoon om de foto die je wilt versturen te openen. 9. Tik op de knop 'Delen'. Dit ziet er verschillend uit, afhankelijk van de telefoon en versie die je gebruikt. 10. Selecteer de methode waarmee je de foto's wilt delen. Er zijn verschillende opties om uit te kiezen, afhankelijk van de apps die je op je telefoon hebt geïnstalleerd. E-mail - Hiermee wordt de foto als bijlage bij een e-mailbericht verzonden. Berichten - Hiermee wordt de foto verzonden als bijlage van een sms-bericht (MMS) of via iMessage (als zowel jij als de ontvanger Apple iPhones hebben). App-specifieke opties: er worden een aantal andere opties weergegeven op basis van wat je hebt geïnstalleerd, waaronder Facebook, Hangouts en WhatsApp. Kies de optie die het beste past bij de behoeften van jou en je ontvanger. 11. Voltooi het verzenden van het bericht. Afhankelijk van de methode die je kiest moet je het bericht dat bij de foto hoort voltooien. Het verzenden van het bericht kan even duren als je meerdere foto's verstuurd. 12. Verplaats alle foto's die je wilt overzetten naar één map. Je kunt meerdere submappen in de map maken, maar als je ze allemaal op één plek hebt wordt het veel gemakkelijker om de foto's aan je iPhone toe te voegen. 13. Verbind je iPhone met je computer via de USB-kabel. 14. Open iTunes 15. Selecteer je iPhone. Als je de iPhone nog niet eerder op je computer hebt aangesloten moet je de computer machtigen om je Apple ID te gebruiken. iTunes zal je door het proces begeleiden en je vragen om je aan te melden met je Apple ID en wachtwoord. Je wordt via het scherm van je iPhone ook gevraagd of je de computer vertrouwt. 16. Selecteer de optie Foto's in het linker menu na het selecteren van je iPhone. 17. Vink het vakje 'Foto's synchroniseren' aan. 18. Selecteer de map met de foto's die je wilt overbrengen. 19. Klik op de . Toepassen- Je foto's worden gesynchroniseerd met je iPhone en zijn te vinden in de app Foto's. 20. Bereid je computer voor. Afhankelijk van je besturingssysteem zijn er een paar voorwaarden om aan te voldoen: Windows - Zorg dat Windows Media Player 10 of hoger geïnstalleerd is. Je kunt controleren op updates door op het menu 'Help' te klikken en 'Controleren op updates' te selecteren. Mac OS X - Download de Android File Transfer-tool van Google. Met dit hulpprogramma kun je je Android-apparaat verbinden met een Mac-computer. Je kunt het gratis krijgen android.com/filetransfer/. 21. Verbind je Android-apparaat via USB met je computer. Als je Windows gebruikt, verschijnt waarschijnlijk het venster Autoplay. Als je een Mac gebruikt moet je Android-apparaat op je bureaublad verschijnen. 22. Open je Android-apparaat op de computer om door de bestanden te bladeren. Je ziet een reeks mappen die al je Android-bestanden bevatten. 23. Open de map Afbeeldingen. Dit is de beste plek om je foto's naar over te zetten, omdat de app Galerij of Foto's op de Android automatisch foto's uit deze map haalt. 24. Kopieer de foto's die je wilt overzetten naar de map Afbeeldingen op het Android-apparaat. Je kunt foto's kopiëren en plakken of slepen en neerzetten in de map Afbeeldingen. Het kan een tijdje duren als je veel foto's kopieert. Koppel de Android-telefoon niet los tot de overdracht is voltooid.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Foto%27s-versturen-naar-een-mobiele-telefoon", "language": "nl"}
Een leren bank repareren	Een leren bank is duur, en niemand wil zijn bank vanwege een kras bij het grofvuil zetten. Je kunt kleine slijtplekken en scheurtjes zelf met lijm repareren. In het geval van ernstigere schade haal je een leerreparatieset. Bij een dergelijke set zou een lapje stof moeten zitten voor het repareren van diepe scheuren en flexibele reparatiekit voor het herstellen van barsten en schilferende plekken. 1. Maak de plek schoon met ontsmettingsalcohol en een zachte doek. Wrijf voorzichtig met een doek met isopropylalcohol met een sterkte van 70% over kleine flapjes of kerfjes in het oppervlak. Zo verwijder je al het vet en vuil om het oppervlak klaar te maken voor de leerlijm. Laat de overtollige alcohol niet op het oppervlak liggen, want dit kan de afwerking van je bank beschadigen als het leer met een glanzend middel behandeld is. Gebruik witte azijn op suède en nubuck. Je kunt ook lederreiniger gebruiken, maar veel van deze producten verzorgen het leer en laten dus resten achter, of zijn niet in staat om vetvlekken te verwijderen. 2. Breng lijm aan op de onderkant van de flap. Voor nubuck, suède en synthetische materialen als vinyl en ledervezelstof heb je leerlijm nodig die geschikt is voor het materiaal waar je bank van gemaakt is. Bij andere soorten echt leer krijg je waarschijnlijk een beter resultaat met secondelijm. Breng met een grote naald of tandenstoker een kleine hoeveelheid lijm aan op de onderkant van de flap en verspreid de lijm zodat je een dunne laag krijgt. 3. Maak de flap vast. Terwijl de lijm nog nat is duw je de flap voorzichtig op zijn plek op het oppervlak van het leer. Leg de randen van het leer precies op elkaar zodat je het materiaal onder de flap niet kunt zien. Veeg de overtollige lijm snel weg met een vel keukenpapier voordat de lijm opdroogt. 4. Schuur de met secondelijm behandelde plekken voorzichtig met schuurpapier. Als je secondelijm op echt leer gebruikt, schuur het leer dan met de hand met een stuk nat of droog schuurpapier met korrelgrootte 320 voordat de lijm droog is. Op deze manier ontstaan er fijne stofdeeltjes die samen met de natte secondelijm een soort van vulmateriaal vormen. Schuur in de richting van de barst totdat het oppervlak glad aanvoelt. Gebruik schuurpapier met een korrelgrootte van 500 op anilineleer en andere dunne, delicate leersoorten. Sla deze stap over als je leerlijm gebruikt hebt. 5. Verf het leer. Als de gerepareerde plek een andere kleur heeft dan de rest van de bank, breng dan met een vochtige spons leerfverf op het leer aan. Wacht totdat de verf droog is. Bekijk de verpakking van de leerverf om te zien of het middel geschikt is voor de leersoort waar je bank van gemaakt is. Test de verf eerst op een onopvallende plek uit als je het niet zeker weet. Als je vindt dat de bank nog niet goed genoeg gerepareerd is, schuur het oppervlak dan voorzichtig en herhaal het proces. Breng een nieuwe klodder lijm aan. 6. Breng leerlak aan. Als de geverfde plek er te dof of mat uitziet, dep er dan wat transparante lak op en wacht totdat de lak droog is. De transparante lak laat het leer glanzen en beschermt de verf. 7. Laat de lijm uitharden. Wacht tenminste een uur voordat je het oppervlak van het leer aanraakt en uitrekt. Op deze manier kan de leerlijm lang genoeg uitharden en aan het materiaal hechten. Voor het beste resultaat laat je de lijm vanzelf drogen. Warmte kan het leer beschadigen en het is dus risicovol om een föhn te gebruiken om de lijm sneller te laten drogen. 8. Knip een lapje stof uit. Bij een diepe scheur waarbij je het vulmateriaal onder het leer kunt zien heb je een lapje stof nodig om als sterke ondergrond voor de gerepareerde plek te dienen. Een leerreparatieset is een handige manier om aan geschikte stof voor onder het leer te komen, want de set bevat ook de andere hulpmiddelen die je voor de reparatie nodig hebt. Als je geen leerreparatieset hebt, dan kun je een andere soort sterke, flexibele stof gebruiken of een stuk leer of vinyl. Knip het lapje stof bij zodat het iets groter is dan het gat of de scheur. Knip de hoeken rond af zodat je het lapje gemakkelijk achter het leer kunt steken. 9. Steek het lapje stof in het gat. Gebruik een pincet om het lapje in het gat te stoppen en vervolgens alle kreukels en vouwen glad te strijken. Zorg ervoor dat het lapje het gat volledig bedekt en netjes gladgestreken tussen de voering en het leer ligt. 10. Lijm het lapje stof aan het leer vast. Breng met een grote naald of een tandenstoker een beetje flexibele textiellijm of leerlijm aan aan de onderkant van het leer. Smeer de lijm uit tot een dunne laag op de plekken waar het leer in aanraking komt met het lapje stof. Duw het leer op het lapje stof en trek de scheur voorzichtig terug op zijn oude plek. Veeg de overtollige lijm weg met een vel keukenpapier. 11. Leg iets zwaars op de scheur terwijl de lijm droogt. Leg een blok hout of een zwaar boek op de gehele plek om gelijkmatige en stevige druk uit te oefenen. Wacht ten minste 20 minuten totdat de lijm droog is, of kijk op de verpakking van de lijm om te zien hoe lang de droogtijd is. Bekijk de verpakking van de lijm om te zien of je een föhn kunt gebruiken om de lijm sneller te laten drogen. Zelfs als dat mogelijk is, stel je de föhn in op een lage stand en houd je hem niet tegen het leer aan. Door de hitte kan het leer uitdrogen en beschadigd raken. 12. Maak de plek schoon. Voordat je reparatiekit voor leer gebruikt om het gat op te vullen is het nodig om de plek schoon te maken zodat het middel eraan kan hechten. Doe een klein beetje lederreiniger of isopropylalcohol met een sterkte van 70% op een schone doek en maak de beschadigde plek er voorzichtig mee schoon. Alcohol werkt vaak beter dan lederreiniger om lijmresten en vetvlekken te verwijderen. 13. Knip losse vezels langs de randen van de scheur weg. Zo kun je met de kit de scheur netjes en glad opvullen tot aan de randen. Knip voorzichtig alle losse en rafelige vezels af langs de randen van het gat. 14. Breng reparatiekit voor leer aan. Als er zich nog steeds een klein gat tussen de twee randen bevindt, gebruik dan een paletmes om een kleine hoeveelheid reparatiekit voor leer in het gat te smeren. Gebruik de platte kant van het paletmes om de kit glad te strijken en de overtollige kit weg te schrapen. Zorg ervoor dat de opgevulde plek glad en vlak is zoals de rest van het leer. Veeg de overtollige kit weg met een vel keukenpapier en strijk de kit glad aan de randen waar het middel in aanraking komt met het onbeschadigde leer. Een leerreparatieset bevat reparatiekit voor leer. 15. Wacht totdat de kit droog is. Kijk op de verpakking van het middel om te zien hoe lang de droogtijd is. Wanneer de kit droog is zou je voorzichtig op de herstelde plek moeten kunnen duwen zonder dat er iets verschuift of de plek sponsachtig aanvoelt. Het kan zijn dat je een tweede laag kit aan moet brengen als de plek na het drogen nog steeds ongelijkmatig aanvoelt. 16. Verf de gerepareerde plek. Je kunt zelf je eigen kleur mengen door de instructies te volgen die je bij de reparatieset hebt gekregen, of een stukje leer naar een bedrijf in leerverf sturen om de exacte kleur te laten mengen. Wanneer je de juiste kleur hebt dep je met een vochtige spons een kleine hoeveelheid leerverf op de herstelde plek. Wanneer de plek bijna niet meer opvalt wacht je totdat de verf droog is. Herhaal indien nodig het proces, waarbij je naar buiten toe dept om de plek er zo natuurlijk mogelijk uit te laten zien. Test de leerverf eerst uit op een onopvallende plek op het leer als je niet zeker weet of je de juiste tint hebt. Veeg de verf snel weg als je de verkeerde kleur blijkt te hebben. 17. Breng leerlak aan. Sommige leersoorten glanzen meer dan andere soorten. Als de geverfde plek er te mat en dof uitziet, dep er dan een laagje transparante lak op en wacht totdat de lak droog is. De transparante lak beschermt de verf en laat het leer glanzen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-leren-bank-repareren", "language": "nl"}
Een pdf openen in Word	Microsoft Word 2013 is de eerste Word-versie waarmee je pdf-bestanden kunt openen en bewerken. Werk je met Microsoft Word 2013, dan is dit proces redelijk eenvoudig. Zo niet, dan heb je aanvullende software nodig voor de conversie. 1. Open Microsoft Word. Druk op de Windows-toets (links van de Alt-toets), typ dan 'word' en druk op ↵ Enter. 2. Klik op 'Leeg document'. Wanneer je Word voor het eerst opent, krijg je een aantal verschillende opties voor sjablonen en speciale opmaak. Omwille van deze tutorial, echter, kiezen we de optie 'blank document'. 3. Klik op 'Bestand'. In de linkerbovenhoek van het venster klik je op het tabblad Bestand. Hiermee open je een drop-downmenu aan de linkerkant van het venster, met een paar verschillende opties. 4. Klik op 'Openen'. Zoek de optie Open en klik erop. Dit is als het goed is een van de eerste keuzes die je hebt. Hiermee open je een aanvullend menu, met bronnen waaruit je een document kunt openen. 5. Klik op de juiste bron. Indien de pdf op je computer staat, klik dan op computer. Als jet pdf-bestand op een flashdrive staat of op een andere externe schijf, klik dan op die schijf. 6. Selecteer de pdf. Zoek en open de juiste pdf van de locatie op je computer. 7. Klik op 'OK' in het dialoogvenster. Na het openen van de pdf krijg je een mogelijk een melding dat het proces even kan duren om af te ronden. Afhankelijk van de grootte van de pdf en het aantal afbeeldingen in het bestand, kan het proces wat meer tijd in beslag nemen. Houd er rekening mee dat als er veel afbeeldingen in de pdf staan, de kans aanwezig is dat Word niet in staat zal zijn om het document correct op te maken. Het zal nog steeds worden geopend, maar ziet er mogelijk niet hetzelfde uit als het origineel. 8. Schakel bewerken in. Als je het bestand hebt gedownload van het web, dan krijg je wellicht de melding dat bewerken niet mogelijk is. Dit is een veiligheidsmaatregel dat Word neemt om te voorkomen dat je computer kan worden geïnfecteerd door een virus. Als je de bron vertrouwt, klik dan op Bestand in de linkerbovenhoek van het venster, en daarna op 'Bewerken toestaan' in het gele vak. 9. Bewerk het document. Je kunt beginnen met het bewerken van het document, net zoals je dat met ieder ander Word-document zou doen. 10. Bekijk het document. Gebruik de pijltjes aan de linker- en rechterkant van het venster, om de pagina's van de pdf te bekijken, of scrol gewoon zoals je gewend bent. 11. Download Adobe Acrobat. Er zijn online diensten die het bestand voor je kunnen converteren, maar het is moeilijk om na te gaan hoe veilig die websites zijn. Behalve dat het een goede conversietool is, biedt Adobe Acrobat ook functies voor het markeren van documenten. Adobe Acrobat kost geld, maar je kunt wel een proefversie van 30 dagen downloaden via deze link: https://www.acrobat.com/en_us/free-trial-download.html?promoid=KQZBU#. Volg de stappen om het programma te installeren. Je zult bepaalde gegevens moeten invoeren, zoals je naam, e-mail en geboortedatum. Zorg dat je de optie uitvinkt voor het krijgen van e-mails over Adobe-producten en nieuws als je dergelijke e-mails niet wilt ontvangen. Als je je niet wilt aanmelden voor een account, of als je al een proefversie voor 30 dagen hebt gebruikt, dan zijn er ook online diensten die je documenten gratis kunnen converteren. Kijk op https://www.pdftoword.com/ of http://www.pdfonline.com/pdf-to-word-converter/ en volg de instructies op de pagina. Houd rekening met onveilige situaties bij het gebruik van deze online programma's. 12. Open Acrobat Reader. Deze procedure verloopt op een pc anders dan op een Mac. Klik op de Windows-toets en typ 'Acrobat Reader', en druk op ↵ Enter. Open Finder vanaf je Dashboard, zoek naar 'Acrobat Reader' in de zoekbalk en open het programma. 13. Upload een document. Om een pdf-document te converteren moet je het eerst openen in Acrobat Reader. Aan de linkerkant van het venster zoek je op 'Deze computer' onder de kop 'Bestanden'. Vervolgens klik je op de blauwe knop 'Bladeren' en open je het pdf-bestand. 14. Converteer het document. Dit kun je via twee verschillende methoden doen. Met beide maak je een Word-document van je pdf-document. Klik op Bestand linksboven in het hoofdmenu van Reader. Klik daarna op 'Opslaan als ander bestand' in het drop-downmenu. Klik daarna op 'Word of Excel Online'. Kies de opties voor 'Converteren naar' en 'Documenttaal'. Zorg dat je naar je eigen versie van Word converteert en dat je je voorkeurstaal gebruikt. Klik daarna op de blauwe 'Exporteren naar Word'-knop. Klik op de 'Pdf exporteren' aan de rechterkant van het venster, kies je versie van Word, en klik daarna op de blauwe 'Converteren'-knop. 15. Open je nieuwe Word-document. Zoek de plek waar je het Word-document hebt opgeslagen om deze te openen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-pdf-openen-in-Word", "language": "nl"}
Een olieverfschilderij schoonmaken	Een olieverfschilderij heeft een uniek en gevoelig oppervlak waarop zich op den duur vuil en stof kunnen ophopen en waar vlekken op kunnen ontstaan. Omdat je geen water, alcohol en huishoudelijke reinigers voor het schoonmaken kunt gebruiken weet je wellicht niet goed hoe je een olieverfschilderij schoon kunt maken zonder hem te beschadigen. Gebruik een droge, zachte verfkwast om stof en vuil van het oppervlak te vegen en verwijder aanslag met een wattenstaafje en je eigen speeksel. Als het om een waardevol of antiek schilderij gaat, laat hem dan schoonmaken door een restaurateur. 1. Leg het olieverfschilderij op een stabiel oppervlak. Als het schilderij stabiel aan de muur hangt, dan kun je het gewoon laten hangen om het schoon te maken. Voor het beste resultaat wordt het meestal echter aangeraden om het schilderij van de muur te halen en op een platte en stabiele tafel te leggen of op een stevige ezel neer te zetten. Door het schilderij van de muur te halen kun je hem ook in een ander licht bekijken, zodat je het vuil op het oppervlak beter kunt zien. 2. Kies een droge, zachte verfkwast uit. Hoe groter het schilderij is, hoe groter de kwast moet zijn. Je zou anders urenlang bezig zijn om alle stofdeeltjes van een groot schilderij te vegen met een kleine kwast. Welke maat je ook kiest, voel voordat je begint aan de haren van de kwast om te kijken of ze zacht en droog zijn. Verfkwasten van marterhaar staan bekend om hun zachtheid en worden als veilig beschouwd voor het schoonmaken van schilderijen. Een plumeau met veren voelt misschien zacht aan, maar wordt niet aangeraden voor deze klus. Veren hebben weerhaakjes die krassen kunnen maken in het oppervlak van een olieverfschilderij. Je kunt een antistatische microvezeldoek gebruiken voor het schoonmaken als je geen verfkwasten hebt. 3. Stof het eerste gedeelte voorzichtig met de verfkwast. Begin in een van de bovenhoeken en strijk met de verfkwast lichtjes heen en weer over het oppervlak, waarbij je steeds enkele centimeters tegelijk behandelt. Werk dan langzaam bij dat gedeelte van het schilderij naar beneden totdat je bij de onderkant komt. Door van boven naar beneden te werken zorg je ervoor dat het stof verwijderd wordt in plaats van over het oppervlak verplaatst wordt. 4. Blijf steeds een klein gedeelte tegelijk behandelen totdat je het hele schilderij afgestoft hebt. Ga aan de slag met het volgende gedeelte, begin bovenaan en strijk met de verfkwast lichtjes heen en weer over het oppervlak terwijl je bij het schilderij naar beneden werkt. Blijf zo doorgaan totdat je het hele schilderij afgestoft hebt. 5. Neem de tijd en probeer niet meer druk uit te oefenen bij het strijken. Met deze techniek verwijder je alleen oppervlakkig stof en vuil van het oppervlak van het schilderij. Aanslag, vuil dat diep in het oppervlak getrokken is, vlekken en andere problemen kun je op deze manier niet aanpakken, hoe hard je de kwast ook tegen het oppervlak duwt. Werk langzaam, wees voorzichtig en neem de tijd om het beste resultaat te krijgen. 6. Maak het uiteinde van een wattenstaafje vochtig met je eigen speeksel. Strijk met het wattenstaafje lichtjes over je tong totdat de watten vochtig aanvoelen maar niet kletsnat zijn. Het lijkt misschien vreemd om een kunstwerk schoon te maken met je eigen speeksel, maar museumconservatoren en andere professionals over de hele wereld gebruiken deze veilige methode al eeuwenlang met goede resultaten. Speeksel bevat genoeg enzymen om vuil en aanslag af te breken, maar niet zo veel dat de verf aangetast wordt. Je kunt het beste hoogwaardige wattenstaafjes gebruiken, want die hebben vaak de zachtste uiteinden. 7. Veeg eerst over een van de hoeken om te zien hoe het schilderij reageert. Voordat je het hele schilderij afneemt met een wattenstaafje kun je het beste een test doen in een van de hoeken zodat je kunt controleren of het speeksel het oppervlak beschadigt. Speeksel wordt over het algemeen als veilig en adequaat gezien, maar je kunt het beste voorzichtig zijn. Als de verf afgeeft op het wattenstaafje, maak de rest van het schilderij er dan niet mee schoon. 8. Dep met het vochtige wattenstaafje steeds een klein gedeelte van het schilderij. Je kunt het beste een gedeelte van enkele vierkante centimeters tegelijk behandelen, wat betekent dat deze techniek erg veel tijd kan kosten. Veeg niet met het wattenstaafje van de ene naar de andere kant, maar dep het oppervlak met kleine, lichte bewegingen. 9. Gebruik het schone uiteinde van het wattenstaafje wanneer de andere kant er vies uit begint te zien. Maak het schone uiteinde gewoon vochtig door ermee over je tong te strijken en ga door met deppen. Gooi het wattenstaafje weg wanneer beide uiteinden vies zijn en pak een nieuw exemplaar. Afhankelijk van hoe groot en hoe vuil het schilderij is moet je wellicht een groot aantal wattenstaafjes gebruiken voordat het hele schilderij schoon is. Het is belangrijk om regelmatig een schoon wattenstaafje te pakken zodat je niet met een vuil hulpmiddel over het oppervlak van het schilderij veegt. 10. Ga met een waardevol of antiek olieverfschilderij naar een restaurateur. Het oppervlak van een olieverfschilderij is erg fragiel en kan permanent veranderd en beschadigd worden door het gebruiken van huismiddeltjes. Als het schilderij oud is, waardevol is of van sentimentele waarde is, dan wordt het niet aangeraden om het zelf thuis schoon te maken. Laat het in plaats daarvan schoonmaken door een restaurateur. Laat waardevolle schilderijen verzekeren voordat je ze schoon laat maken door een professional. Als je vastbesloten bent om het schilderij zelf schoon te maken, oefen dan eerst op een goedkoop olieverfschilderij om te zien hoe goed je technieken werken. 11. Gebruik geen brood en aardappels om je olieverfschilderij schoon te maken. Volgens veel amateurs is het afnemen van het oppervlak van een olieverfschilderij met een plak zacht brood of een doormidden gesneden aardappel een uitstekende manier om vuil en aanslag te verwijderen. Dit is geen goed idee, vooral niet als het om een waardevol en oud schilderij gaat. Als je schoonmaakt met eten, kunnen er kruimels en etensresten op het oppervlak achterblijven. Als het schilderij erg vies is en je bereid bent om het risico te nemen dat het schilderij beschadigd raakt, overweeg dan om het schilderij schoon te maken met eten. 12. Gebruik geen water, ontsmettingsalcohol en babyolie. Door water te gebruiken kan de olieverf op het doek er anders uit komen te zien en ontsmettingsalcohol kan de verf volledig verwijderen. Volgens sommige mensen helpt babyolie om het oppervlak van een olieverfschilderij soepeler te maken en de kleuren helderder te maken, maar babyolie maakt het oppervlak alleen maar kleverig en zorgt ervoor dat het meer vuil aantrekt. Je schilderij kan onherstelbaar beschadigd raken als je een van deze middelen gebruikt om hem schoon te maken. Als je bereid bent om het risico te nemen, maak dan een zachte doek vochtig met water en veeg er voorzichtig mee over het oppervlak om vuil en aanslag te verwijderen. 13. Ga met je olieverfschilderij naar een restaurateur om de vernislaag te verwijderen. De vernislaag is een transparante beschermlaag op het oppervlak van een olieverfschilderij. Als de vernislaag er vuil uitziet maar je denkt dat het schilderij eronder schoon is, dan kom je wellicht in de verleiding om de vuile vernislaag zelf te verwijderen en een nieuwe laag aan te brengen. Probeer dit niet, tenzij je hiervoor opgeleid bent of er ervaring mee hebt. Een olieverfschilderij kan onherstelbaar beschadigd raken als je de vernislaag op de verkeerde manier verwijdert. Het schilderij ziet er dan niet alleen minder mooi uit, maar is ook minder waard. Als je besluit om zelf een poging te doen, gebruik dan een professionele schoonmaakset voor het verwijderen van vernis van een olieverfschilderij. 14. Accepteer dat sommige schilderijen niet schoongemaakt kunnen worden met moderne technieken. Als het om een waardevol schilderij gaat, dan kan zelfs een restaurateur besluiten dat de beste aanpak is om het schilderij eerst zo te laten. Er wordt door kunsthistorici nog steeds onderzoek gedaan naar schoonmaaktechnieken en er worden ook nog steeds nieuwe technieken ontwikkeld, dus het kan zijn dat met een toekomstige techniek je waardevolle schilderij veilig schoongemaakt kan worden. Gebruik het internet om op de hoogte te blijven van onderzoeken en ontwikkelingen op dit gebied.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-olieverfschilderij-schoonmaken", "language": "nl"}
Je haar op natuurlijke wijze donkerder maken	Het is mogelijk om je haar donkerder te maken zonder bleekmiddelen en haarverfmiddelen met schadelijke chemicaliën te gebruiken. Bij veel natuurlijke methoden om het haar donkerder te maken gebruikt men ingrediënten die in huis te vinden zijn, zoals koffie of thee. Andere methoden gebruiken echter middelen die lastiger te vinden zijn, zoals amlapoeder en mosterdolie. Met de meeste natuurlijke methoden wordt je haar na verloop van tijd slechts een klein beetje donkerder. Als je je haar een stuk donkerder wilt maken, dan is henna een populaire natuurlijke kleurstof om te gebruiken. 1. Koop wat mosterdolie. Dit zou je moeten kunnen vinden bij een speciaalzaak of een supermarkt met Indiase en Zuid-Aziatische producten, ook wel toko genoemd. Zorg ervoor dat je de spijsolie koopt (bij voorkeur koudgeperst) en niet de etherische olie. Etherische olie van mosterd kan je huid namelijk irriteren. Stop onmiddellijk met het gebruik van de olie als je last van huidirritatie krijgt. Je zou de olie 48 uur voor gebruik zelfs uit kunnen testen door een hoeveelheid ter grootte van een munt achter je oor te smeren. Wellicht kun je de mosterdolie ook in het schap met internationale voedingsmiddelen vinden in de supermarkt. 2. Merk op dat mosterdolie alleen bedoeld is voor uitwendig gebruik. In de Europese Unie, de Verenigde Staten en Canada is het verboden om mosterdolie als voedingsmiddel te gebruiken. De olie bevat veel erucazuur, wat hartproblemen en bloedarmoede kan veroorzaken, en het risico op longkanker kan verhogen. 3. Warm de mosterdolie op. Voordat je de mosterdolie op je haar aanbrengt giet je deze in een kleine kom. Warm de olie een klein beetje op in de magnetron of in een kleine pan op het fornuis. Pas op dat je de olie niet te veel opwarmt. De olie moet iets warmer zijn dan kamertemperatuur. Als je de olie niet opgewarmd hebt in een kom, giet de olie dan in een kom nadat je deze opgewarmd hebt. Zet de kom op de plek neer waar je de olie op je haar aan gaat brengen. 4. Bescherm je kleding, huid en werkplek tegen vlekken. De olie kan vlekken maken in je kleding, op je huid en op je werkplek. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen: Zorg ervoor dat je oude kleding draagt of in ieder geval een handdoek om je schouders slaat om je kleding te beschermen. Draag handschoenen zodat de olie geen vlekken op je handen maakt. Breng een laag vaseline of een dik vochtinbrengend middel op je nek, oren en langs je haarlijn aan zodat er geen vlekken op je huid komen. Bedek je werkplek met kranten of oude handdoeken. 5. Breng de mosterdolie op je haar aan. Begin bij de haarpunten. Wanneer je haarpunten doordrenkt zijn met olie werk je naar boven toe totdat je bij je haarwortels komt. Zorg ervoor dat je de olie gelijkmatig op je haar aanbrengt door de plukken haar voorzichtig tussen je vingers en/of handen te masseren. Je kunt de olie met je handen of met een haarverfkwast aanbrengen. Een haarverfkwast kun je bij een drogisterij of een cosmeticazaak kopen. 6. Masseer de olie in je hoofdhuid. Geef jezelf een hoofdhuidmassage wanneer je bij je haarwortels aan bent gekomen. Dit helpt om je hoofdhuid te hydrateren. Veel mensen beweren dat het masseren van mosterdolie in je hoofdhuid tevens helpt om de haargroei te bevorderen, maar hier is weinig tot geen wetenschappelijk bewijs voor. 7. Zorg ervoor dat je de olie gelijkmatig over je haar verdeelt. Ga met je handen door je haar om ervoor te zorgen dat je gehele haar gelijkmatig bedekt is met olie. Je kunt je haar ook kammen met een grove kam om de olie door je haar te verspreiden. 8. Stop je haar onder een douchekapje. Als je niet anders hebt kun je ook een douchekapje maken van een plastic boodschappentas en deze om je haar wikkelen. 9. Laat de olie tenminste twee uur in je haar zitten. Je kunt de olie zelfs een nachtje in je haar laten zitten. 10. Was je haar. Was je haar met een milde shampoo. Het kan zijn dat je het twee keer moet wassen om alle olie eruit te krijgen. Er zal waarschijnlijk wat olie in je haar blijven zitten, dus je kunt beter geen conditioner gebruiken. Door conditioner zal je haar er waarschijnlijk vet uitzien. Als je echt conditioner wilt gebruiken, breng dan slechts een kleine hoeveelheid aan op de onderste helft van je haar. 11. Breng je haar in model zoals je dat normaal ook doet. 12. Herhaal het proces maximaal drie keer per week. Je kunt maximaal drie keer per week mosterdolie op je haar aanbrengen. 13. Koop amlapoeder. Amlapoeder is een poeder gemaakt van Indiase kruisbessen dat je gemakkelijk op het internet kunt kopen, maar dat wellicht moeilijker te vinden is in plaatselijke winkels. Als je er de voorkeur aangeeft om het in een fysieke winkel te kopen, dan kun je het wellicht vinden in winkels met Indiase producten of winkels met kruidenmiddelen en natuurlijke producten. 14. Maak een pasta van het amlapoeder. Doe 2 theelepels (10 gram) amlapoeder in een kom. Voeg dan 1 theelepel (5 ml) van welke olie dan ook aan de kom toe. Veel mensen gebruiken kokosolie. Voeg vervolgens net genoeg water toe om het amlapoeder en de olie te bedekken. Het wordt aangeraden om heet water te gebruiken. Roer de ingrediënten door elkaar totdat je een glad mengsel krijgt. 15. Doe conditioner bij het mengsel. Zorg ervoor dat je genoeg conditioner gebruikt om je haar volledig met het mengsel te kunnen doorweken. Als je erg lang haar hebt, dan is het wellicht een goed idee om twee keer of zelfs drie keer zoveel van alle ingrediënten te gebruiken. 16. Zorg ervoor dat je beschermende kleding draagt. Omdat amlapoeder je kleding en huid donker maakt is het een goed idee om kledingstukken te dragen waarvan je het niet erg vindt als er vlekken in komen. Je kunt ook gewoon een handdoek om je schouders doen als je er zeker van bent dat je niets van het mengsel op je broek of sokken zult morsen. 17. Maak je haar nat en verdeel het in secties. Het is niet nodig om je haar te wassen, omdat je het mengsel straks met shampoo uit je haar zult wassen. 18. Breng het mengsel op je haar aan. Breng het mengsel van amlapoeder op je haar aan net zoals je met conditioner zou doen. Zorg ervoor dat je het mengsel gelijkmatig verdeelt, waarbij je je vooral concentreert op je hoofdhuid en je haarpunten. Amlapoeder heeft sterke antioxiderende eigenschappen waardoor het erg goed voor je hoofdhuid is. Neem dus de tijd om je hoofdhuid te masseren terwijl je het mengsel in je haar hebt zitten. 19. Laat het mengsel 30 tot 90 minuten in je haar zitten. Het is wellicht een goed idee om een douchekapje op te zetten of een plastic zak over je haar te leggen om je meubels en kleding te beschermen. 20. Was je haar. 21. Herhaal het proces een keer per week. Amlapoeder maakt je haar slechts een klein beetje donkerder. Het kan een tijdje duren voordat je resultaat ziet. Amlapoeder staat over het algemeen beter bekend om zijn vochtinbrengende en dikmakende eigenschappen. Amlapoeder wordt vaker samen met henna gebruikt om het haar donker te maken en te hydrateren. 22. Koop henna voor in je haar. Henna kun je bij verschillende winkels kopen, zowel fysieke winkels als webshops. De meeste natuurvoedingswinkels en zelfs enkele drogisterijen hebben henna in hun assortiment. De meeste mensen geven de voorkeur aan henna die verkocht wordt bij winkels in Indiase producten, omdat deze henna puurder zou zijn. Als je henna bij een natuurvoedingswinkel of drogisterij koopt, bekijk dan de lijst met ingrediënten op de verpakking zodat je zeker weet dat de henna alleen natuurlijke ingrediënten bevat. Sommige fabrikanten mengen schadelijke chemische stoffen door de henna. Dit zijn stoffen die gewone haarverfmiddelen vaak ook bevatten. Merk op dat pure henna je haar een roodbruine kleur zal geven. Als je je haar een donkerbruine of zwarte kleur wilt geven, dan zal de henna waarschijnlijk andere planten bevatten (bijvoorbeeld indigo). Zorg ervoor dat je de informatie op de verpakking leest zodat je zeker weet dat het middel alleen natuurlijke ingrediënten bevat. 23. Verzamel je andere benodigdheden. Je hebt een vlekbestendige kom nodig om de hennapasta in te mengen, evenals een garde om de hennapasta mee te mengen. Je hebt tevens haarspeldjes nodig om delen van je haar vast te maken wanneer je de pasta aanbrengt, evenals handschoenen om je handen te beschermen en een haarverfkwast om de hennapasta aan te brengen. Je hebt daarnaast iets nodig om je haar mee te bedekken wanneer je de hennapasta aan hebt gebracht. Krimpfolie is een populaire keus, maar een douchekapje of een plastic zak is ook prima. 24. Bescherm je kleding, huid en werkplek. Je kunt veel troep maken wanneer je je haar met henna verft. Draag kledingstukken waarvan je het niet erg vindt als er vlekken in komen. Bedek in ieder geval je schouders met een oude handdoek. Om te voorkomen dat de henna vlekken maakt op je huid smeer je vaseline of een dik vochtinbrengend middel op je voorhoofd, nek en oren. Bescherm je werkplek met wat kranten of oude handdoeken. 25. Maak een pasta van het hennapoeder. Hoe je deze pasta maakt hangt af van de aanwijzingen op de verpakking, hoeveel henna je nodig hebt en voor welke kleur je gekozen hebt. Veelgebruikte ingrediënten voor een eenvoudige hennapasta zijn kokend water, citroensap en hennapoeder. Zorg dat de pasta een textuur heeft die lijkt op aardappelpuree. Sommige soorten hennapasta moet je enkele uren laten staan voordat je deze op je haar aan kunt brengen. Lees de aanwijzingen op de verpakking van de henna die je gekocht hebt zodat je weet of je de hennapasta moet laten staan. 26. Verdeel je haar in secties. Gebruik haarspeldjes om je haar in secties te verdelen. Hoeveel secties je nodig hebt hangt af van hoe dik en hoe lang je haar is. Verdeel je haar in tenminste zes secties: twee onderaan je nek, twee in de buurt van het middelste deel van je hoofd en twee bovenop. 27. Breng de hennapasta op je haar aan. Trek je handschoenen aan en breng de hennapasta op je haar aan, waarbij je onderaan je nek begint. Begin bij elke sectie bij de haarpunten en werk dan naar de wortels toe. Wanneer je de pasta op een bepaalde sectie aangebracht hebt speld je de sectie naar achteren zodat je bij de andere secties kunt. Zorg ervoor dat je op elke sectie een hoop pasta aanbrengt. Je haar moet volledig met de pasta doorweekt zijn. Het is wellicht handig om de henna aan te brengen met een haarverfkwast. Maak je geen zorgen als de hennapasta te dik is voor de kwast. Je kunt de henna prima aanbrengen met je gehandschoende handen. 28. Bedek je haar. Veel mensen raden om plastic folie te gebruiken om het haar te bedekken nadat de henna aangebracht is. Als je dit liever niet doet, dan kun je ook een douchekapje of een plastic boodschappentasje gebruiken. Het belangrijkste is dat je haar bedekt is en zich dicht bij je hoofd bevindt. 29. Wacht. Hoe lang je de henna in laat trekken hangt af van de aanwijzingen op de verpakking en hoe intens je de kleur wilt hebben. Waarschijnlijk zul je de henna tenminste enkele uren in moeten laten trekken. Sommige mensen laten de henna zelfs een nacht in hun haar zitten. 30. Was de henna uit je haar. Zorg ervoor dat je hierbij handschoenen draagt, want anders zul je vlekken op je handen krijgen. Wanneer je alle henna uit je haar gespoeld hebt kun je je haar zoals gewoonlijk wassen met shampoo en conditioner. Het is wellicht beter om je haar in de wasbak of onder de kraan in de badkuip te wassen. Er zullen namelijk stukken henna uit je haar komen die veel troep opleveren. Daarom doen veel mensen dit liever niet onder de douche. 31. Pas op voor vlekken. Tijdens de eerste paar dagen nadat je je haar met henna geverfd hebt kan de kleur afgeven op kussenslopen en kleding, dus pas op waar je je hoofd laat totdat je je haar enkele keren gewassen hebt. 32. Koop een shampoo en conditioner bedoeld voor bruin haar. Koop een zo donker mogelijke tint. Deze producten brengen je highlights naar voren en maken de donkere gedeelten van je haar nog donkerder als je al bruin haar hebt. Deze producten kun je bij de meeste drogisterijen kopen. Sommige kapperszaken verkopen effectievere producten, maar die zijn ook duurder. 33. Was je haar met shampoo en behandel het met conditioner zoals je normaal ook doet. Gebruik de shampoo en conditioner voor bruin haar als je gewone shampoo en conditioner. 34. Herhaal het proces. Hoe vaker je je haar wast, hoe sneller je resultaat zult zien. Als je je haar om de dag wast, dan zou je binnen een tot twee weken resultaat moeten zien. 35. Voeg cacaopoeder aan je shampoo toe. Als je geen shampoo en conditioner speciaal voor bruin haar wilt kopen, dan kun je ook cacaopoeder aan je shampoo toevoegen in een verhouding van 1 op 1. Veel mensen beweren dat je je haar op deze manier donkerder kunt maken. Vul een fles voor de helft met shampoo en voor de helft met cacaopoeder. Schud de fles krachtig totdat beide stoffen gemengd zijn. 36. Maak een sterke pot zwarte thee klaar. Laat de thee zoveel afkoelen dat je je vingers erin kunt steken en ze kunt bewegen zonder dat het pijn doet. 37. Giet de zwarte thee in een grote kom. Zorg dat je een kom gebruikt die groot genoeg is om je haar in onder te dompelen. 38. Week je haar ongeveer een kwartier in de thee. 39. Was je haar. 40. Herhaal het proces twee weken lang iedere dag. Het zal ongeveer twee weken duren voordat je haar donkerder wordt. Daarna kun je de kleur bijhouden door je haar een keer per week in thee te weken. Afhankelijk van de kwaliteit van je haar kan het zijn dat je haar sneller weer lichter wordt. 41. Probeer een variatie. Een variatie op deze methode is om 3 onafgestreken eetlepels (45 gram) losse zwarte theebladeren en 1 onafgestreken eetlepel (15 gram) rozemarijnbladeren 45 minuten lang te laten trekken in een liter kokend water. Laat het mengsel vervolgens afkoelen. Giet het mengsel over je haar nadat je het met shampoo gewassen hebt en uitgespoeld hebt. Laat het mengsel tenminste een half uur intrekken onder een plastic douchekapje. Spoel het vervolgens met lauw water uit je haar. 42. Maak een sterke pot koffie klaar. Voeg genoeg water toe om ongeveer drie koppen koffie te maken. Voeg tenminste twee keer zoveel gemalen koffie toe als je normaal zou doen en de koffie op zou drinken. 43. Laat de koffie afkoelen. 44. Giet de koffie over je haar. Houd je hoofd boven de wasbak of ga onder de douche staan. Spoel je haar tenminste drie keer met koffie. Een andere methode is om de koffie in een grote kom te gieten en je haar erin te dompelen. Houd je haar meerdere seconden in de koffie. 45. Was en spoel je haar. 46. Herhaal het proces. Je zult merken dat je haar elke keer dat je deze methode uitvoert enkele tinten donkerder wordt. 47. Probeer een variatie. Meng 500 ml leave-in-conditioner met 2 eetlepels (30 gram) gemalen biologische koffie en 250 ml gebrouwen koffie (zorg ervoor dat de koffie afgekoeld is). Breng dit mengsel aan in je haar en laat het ongeveer een uur intrekken. Spoel het mengsel dan uit je haar.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-haar-op-natuurlijke-wijze-donkerder-maken", "language": "nl"}
Stoppen met het spelen met je haar	Je speelt al sinds de kleuterschool met je haar, maar nu heb je besloten dat je wilt stoppen. Krullen, trekken en je haar achter je oren doen is heel gewoon bij kinderen en volwassenen. Het veranderen van dit gedrag kan een uitdaging zijn, vooral als het is uitgegroeid tot een gewoonte, of verslavend of dwangmatig gedrag. Door toe te geven dat het een probleem is geworden, jezelf af te leiden en gebruik te maken van verschillende accessoires en kapsels, kun je dit veranderen. Met deze kun je jezelf bevrijden van deze gewoonte. 1. Blijf alert en bewust van je gedrag. Je kan met je haar spelen zonder het je te beseffen. Als je probeert om gedrag te veranderen moet je alert zijn op al je gedrag. Je hebt met jezelf afgesproken om een verandering aan te brengen, en nu heb je de mogelijkheid om door te zetten en meer zelfvertrouwen te krijgen. Het verlagen en beperken van het aantal taken dat je tegelijkertijd probeert uit te voeren, zal je helpen om je meer bewust te zijn van wat je doet. Zeg tegen jezelf dingen als: 'Oké, ik ben klaarwakker, alert en ga niet met mijn haar spelen.' 2. Stel een plan op voor verandering. Stel een startdatum vast en identificeer alle actiestappen die je gaat nemen om je gewoonte te stoppen. Een goed onderbouwd plan zal de kans op succes vergroten. Je hebt dan doelen om na te streven en manieren om ze te bereiken. Laat niets over om te raden. Je weet wat je wilt en als je niet weet hoe je het voor elkaar moet krijgen, dan kan en zal je het uitzoeken. 3. Bepaal het niveau van je gewoonte en de behoefte aan hulp. Besef dat spelen met je haar een veel voorkomende aandoening is, maar zich kan ontwikkelen tot een tik. De meeste gedragingen worden relatief aan een standaard gemeten, dat varieert van lichte tot matige en ernstige dwangneurose. Als het spelen met je haar een oncontroleerbare gewoonte is geworden die problemen veroorzaakt in je persoonlijke leven, dan is het misschien tijd om er iets aan te doen. Alhoewel je op een professional moet vertrouwen om een officiële diagnose te stellen, kun je je gedrag evalueren en beslissen over de mate van zorg en actie die je wilt ondernemen. Er kunnen zich gevallen voordoen waarin anderen het niet met je eens zijn en willen dat je krachtiger actie onderneemt. Aan de ene kant van de schaal vindt je milde gevallen die vanzelf oplossen of die eenvoudige strategieën vereisen om de gewoonte te stoppen. Aan het andere uiteinde van de schaal zijn aandoeningen zoals trichotillomanie, een aandoening waarbij je herhaaldelijk je haar uit je hoofd, wenkbrauwen of wimpers 'moet' trekken. Deze extreme aandoening kan een persoon kale plekken en huidirritaties bezorgen die zijn of haar dagelijkse leven verstoren. Dit zou bevestigen dat je een dwangneurose hebt en zeker hulp nodig hebt om het gedrag te beperken of er helemaal van af te komen. Extreem met je haar spelen wordt vaak geassocieerd met andere aandoeningen zoals obsessieve compulsieve stoornis (OCD), depressie en angst. Het kan nodig zijn om een behandeling te zoeken voor deze andere aandoeningen, wat uiteindelijk kan resulteren in het verdwijnen van je haar-obsessie. 4. Zoek professionele hulp als je het moeilijk vindt om hier verandering in aan te brengen. Er zijn online meerdere bronnen beschikbaar voor je online, zoals: 'De Angst, Dwang en Fobie stichting', en het 'Nederlands kenniscentrum Angst en Depressie (NedKAD)', of ga naar je huisarts. Hulp is beschikbaar en zou het beste kunnen zijn wat je ooit voor jezelf hebt gedaan. Introspectie is het proces van directe toegang tot je eigen interne processen. Als je erachter komt hoe en waarom je reageert op mensen en dingen om je heen, zal je veel persoonlijke problemen kunnen oplossen. Alleen jij kunt dat doen wat nodig is om de antwoorden op deze vragen te vinden. Analyse kan moeilijk zijn, maar het kan je op een duidelijk pad naar verandering brengen. De hulp zoeken die je nodig hebt is een dapper en moedig ding om te doen. Het zal bijdragen aan je verlangen om een volwaardig en gelukkig leven te leiden. Met het juiste gereedschap kun je dat laten gebeuren. 5. Beloon jezelf als je plan werkt. Elk klein succes en groot succes is een prestatie, en staat voor die verandering. Identificeer die dingen die je lonend vindt, zodat je klaar bent om te vieren. Wanneer je geniet van de intrinsieke en extrinsieke beloningen van je harde werk, zal het je motiveren om door te gaan. Als je met succes een bepaalde gebeurtenis kunt doorstaan die er normaal gesproken voor zorgt dat je met je haar gaat spelen, feliciteer jezelf dan. Zelfs de kleinste verandering is belangrijk om te erkennen. 6. Zoek naar gezonde afleiding. Als je de drang voelt om met je haar te spelen, richt je dan op jezelf. Selecteer activiteiten die vereisen dat je je concentreert, maar niet zozeer dat je niet meer let op het spelen met je haar. Dingen zoals lezen, een videogame spelen, een film kijken en schrijven kunnen activiteiten zijn die de kans op het spelen van je haar vergroten. Het spelen van een spelletje in de buitenlucht of het uitlaten van je hond kan dan een betere afleiding zijn. Enkele activiteiten, gedachten en gevoelens kunnen je drang om met je haar te spelen vergroten. Als je jezelf meteen betrapt dat je 'Stop' moet zeggen, zoek dan een vervangende activiteit. Als je bijvoorbeeld met iemand praat en je begint te spelen met je haar, pak dan een pen vast of ga eventueel zelfs op je handen zitten. Observeer het aantal keren dat je jezelf moet afleiden van het spelen met je haar. Dit zal je helpen de ernst van je gewoonte te begrijpen. Je zult waarschijnlijk een hoge frequentie opmerken in de beginfase; maar dat laat veel ruimte over voor het vieren van je verbeteringen. 7. Houd beide handen bezig om te voorkomen dat je met je haar gaat spelen. Er zijn veel mogelijkheden zoals het bakken van een taart, sporten, iets maken van metaal of hout, het glazuren van wat koekjes, winkelen voor kleding, het bouwen van een rotstuin, het schilderen met beide handen (probeer het eens), de handstand doen, het verzorgen van je huisdier, het bespelen van een muziekinstrument, etc. Niet alleen zal je ophouden met het spelen met je haar, maar je zou ook veel plezier kunnen hebben. Zoek nieuwe en spannende dingen om te doen die je nog nooit eerder hebt gedaan. Wees avontuurlijk. Misschien ontdek je wel een nieuwe en lonende interesse. Knuffelstenen kunnen je helpen de nerveuze energie te verdrijven die je met je haar laat spelen. Dit zijn gladde stenen die gemaakt zijn om mee te spelen en te wrijven. Ze zijn ook met succes gebruikt om rokers te helpen om te gaan met nerveus friemelen als ze stoppen met roken. Je kunt ze online vinden of in sommige gezondheidswinkels of new age-winkels. 8. Beoordeel je mate van onrust of verveling. Spelen met je haar kan een teken zijn dat je je onrustig of verveeld voelt, wat betekent dat het belangrijk is om de oorzaak aan te pakken in plaats van het op je haar af te reageren. Als je je onrustig voelt, zijn er veel kalmeringstechnieken die je kunt proberen. Door met iemand te praten die oprecht wil luisteren, kun je je gevoelens verwerken. Als je je verveelt, zoek dan een manier om jezelf te vermaken. Probeer meditatie of yoga, wat je kan helpen bij het concentreren op je ademhaling en je leert om kalm te zijn. Zoek ander kalmerend gedrag dat je kan helpen je onrust te beheersen. Gewoon op een positieve manier tegen jezelf praten (hardop of in stilte) zal al helpen. Zeg tegen jezelf: 'Ik ben veilig en ik zorg voor mezelf en alles komt goed, en ik hoef niet met mijn haar te spelen'. Een zekere remedie voor verveling is om bezig te zijn met de dingen die je moet doen. Maak een lijst en vink elke taak af wanneer je hem hebt voltooid. 9. Draag leuke en stijlvolle hoeden. Het aanbrengen van dergelijke veranderingen, ook al is het tijdelijk, kan onmiddellijk helpen om de gewoonte van het spelen met je haar te doorbreken en kan ook op lange termijn helpen. In wezen zal dit je handen blokkeren om het gebied op je hoofd te bereiken waar je herhaaldelijk met je haar speelt. Er zijn veel alternatieven als het gaat om hoeden. Het kan zijn dat sommige stijlen beter bij je passen dan andere. Een gebreide muts past misschien beter bij je dan een cowboyhoed of honkbalpet. Kies die waar je je prettig bij voelt. 10. Gebruik haarbogen en haarklemmen om je haar in model te krijgen en houden. Als je je haar vastspeldt, dan kun je er niet mee spelen. Plaats deze accessoires strategisch om je haar te verzamelen, en trek of duw het weg van het aandachtsgebied. Ga creatief te werk en misschien begin je wel de volgende nieuwe modetrend in haaraccessoires. 11. Bedek je haar met een sjaal of bandana. Door je hoofd volledig te bedekken, is er geen kans meer dat je met je haar speelt. Elke keer dat je de sjaal of bandana aanraakt, wordt je eraan herinnerd dat je probeert een positieve verandering te bewerkstelligen. Als je de drang om de sjaal of bandana af te doen kunt weerstaan, zal je merken dat je veel minder vaak aan je haar zit. 12. Vlecht je haar om het van je gezicht weg te trekken. Eenvoudige veranderingen, hoewel tijdelijk, helpen om gewoontes te doorbreken en helpen bij het maken van veranderingen in je gedrag op de lange termijn. Als je lokken haar kunt verplaatsen waarmee je ander al snel aan gaat friemelen, dan zullen je handen niets vinden om te doen. Dit kan een mentale herinnering oproepen om te stoppen met het spelen met je haar. Wanneer je vlechten maakt in je haar, kunt je er niet mee spelen omdat het de vlecht zal losmaken en verknoeien. Een paardenstaart of knot zal goed werken. Door je haar van je schouders te halen en ervoor te zorgen dat het niet in je gezicht kan vegen, wordt de verleiding om er aan te zitten weggenomen. Haarstylisten kunnen je helpen een stijl te vinden die de verleiding tot een minimum beperkt. Vooral wanneer je je haar uit je gezicht, buiten je bereik of in model houdt met behulp van veel haarmiddelen, zal je het spelen met je haar kunnen voorkomen. Het verlangen om je kapsel in model te houden kan genoeg zijn om je te stoppen. 13. Neem een korter kapsel. Als je een kortere of meer gelaagde look wilt, doe dat dan. Het afscheren van je haar kan extreem zijn, maar als je het model op die manier mooi vindt, zou je het geweldig kunnen vinden. Er zijn liefdadigheidsorganisaties die gebruik maken van gedoneerd haar om pruiken te maken voor kankerpatiënten die haar hebben verloren door chemotherapie. Je kunt je haar doneren aan dergelijke programma's, om anderen en jezelf te helpen. 14. Verf je haar. Een eenvoudige verandering van kleur kan spannend zijn. Het kan je een beter gevoel geven over jezelf, of ervoor zorgen dat je jezelf op een positievere manier beschouwt. Een verandering van kleur kan net dat zijn wat je nodig hebt om gemotiveerd te worden. Als je 'nieuwe zelf' wil stoppen met het spelen met zijn of haar lokken, kies dan een nieuwe haarkleur en creëer een nieuw beeld voor de wereld om te zien. Het zou een hele verlichtende ervaring kunnen zijn.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Stoppen-met-het-spelen-met-je-haar", "language": "nl"}
In een e‐mail om feedback vragen	E-mail kent, net als andere vormen van communicatie, haar eigen etiquette en sociale spelregels. Als je per mail om feedback wil vragen op je werk of op school, of je wil bijvoorbeeld feedback krijgen over een manuscript dat je geschreven hebt, is het belangrijk goed na te denken over hoe je je verzoek formuleert, hoe je je e-mail structureert en wanneer je hem verstuurt. Zo maak je je e-mail zo doeltreffend mogelijk. Door beleefd, correct en duidelijk te zijn in je e-mail kun je de feedback krijgen die je nodig hebt. 1. Richt je verzoek aan degene die jouw werk het best kan beoordelen. Vaak is dit jouw leidinggevende. Hoe dan ook is het goed om bij je leidinggevende te beginnen, of bij een collega die er al langer werkt. Zij hebben de juiste ervaring om jou te helpen en jou de feedback te geven die je nodig hebt. 2. Wees beleefd en bescheiden in je e-mail. Volg de etiquette zoals die op jouw werk geldt voor e-mails. Bescheidenheid is een groot goed als het gaat om feedback, maar wees niet zo bescheiden dat jouw baas gaat denken dat je niets weet over je werk. Probeer liever je vraag zo te formuleren dat je laat zien welke voortgang je al gemaakt hebt in het project of de taak waarop je feedback vraagt. Daarmee laat je je baas zien dat je niet zit te niksen terwijl je op feedback wacht. Je kunt bijvoorbeeld schrijven: “Ik ben bezig om de presentatie voor morgen af te ronden maar ik loop tegen een vraag aan over de vormgeving. Ik twijfel wat in lijn is met de huisstijl. Ik heb de concept-presentatie bijgevoegd; heb je een suggestie voor de vormgeving? Dankjewel voor je hulp hierbij.” Vergeet niet om de ontvanger in de e-mail alvast te bedanken voor zijn hulp. 3. Wees concreet in je verzoek om feedback. Dit voorkomt dat je een te brede reactie krijgt waar je niets mee kunt. Vermijd vragen waarop als antwoord alleen ‘ja’ of ‘nee’ mogelijk is. Richt je op specifieke onderdelen van het project waar je moeite mee hebt. Probeer je baas of collega niet te overdonderen door ineens een hele berg vragen te stellen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “Ik weet niet zeker hoe ik verder moet in het Jansen-dossier. De cliënt reageert niet op mijn e-mails en is telefonisch niet bereikbaar. Aangezien het spoed heeft, zou ik graag jouw advies vragen over hoe ik dit het beste kan oplossen.” Als je meer algemene feedback wilt hebben in de vorm van een beoordeling of een rapportage, vraag daar dan nadrukkelijk om. Het helpt als je beleefd en zo concreet mogelijk bent. Je kunt bijvoorbeeld vragen om een beoordeling over hoe efficiënt je werkt of hoe creatief je bent. Als je feedback vraagt aan medewerkers aan wie jij leidinggeeft, kan het helpen als je jouw medewerkers anoniem laat reageren. 4. Bedank de feedbackgever. Stuur degene die jou feedback heeft gegeven, per e-mail een bedankje. Als de feedback inhoudt dat je een aantal zaken moet verbeteren, geef dan kort aan hoe je dat gaat doen. Reageer niet impulsief; laat de feedback op je inwerken en reageer pas als jouw emoties weer wat bedaard zijn. Zorg dat je binnen twee dagen reageert. 5. Zeg wie je bent. Jouw docent heeft misschien wel honderden leerlingen, zeker op een grote school of universiteit. Je wil dan duidelijk maken wie je bent. Begin je e-mail met te vertellen wat jouw naam is (voor- en achternaam), in welke klas je zit, en welk vak je bij de docent volgt. Op deze manier is jouw docent geen tijd kwijt aan het uitzoeken wie jij ook alweer bent, en kan hij of zij meer tijd besteden aan het geven van nuttige feedback aan jou. 6. Hou het zakelijk. Sommige studenten vinden het lastig om een docent voor het eerst te mailen. Tenzij jouw docent in de klas aangesproken wil worden met de voornaam, gebruik je de achternaam in de aanhef van de e-mail. ‘Beste meneer De Vries’ of ‘Beste mevrouw Smit’ is vaak een goede keuze. Weet je dat jouw docent heel formeel is, dan kies je voor ‘Geachte heer De Vries’ of ‘Geachte mevrouw Smit’. Als jouw docent jou al eerder gemaild heeft, kies dan voor een aanhef die minstens zo formeel is als wat jouw docent gebruikte. Hou je toon zakelijk. In plaats van: “Hé, wat vind je van me opstel? Vet toch?” kun je beter zeggen: “Ik weet niet zeker of ik de opdracht goed begrijp. Ik heb een paar vragen over het opstel.” 7. Houd het kort. Maak je niet druk over een uitleg waarom je bepaalde vragen stelt, tenzij die uitleg nodig is voor jouw docent om de vraag goed te begrijpen. Als je bijvoorbeeld vraagt of je een opstel later in mag leveren zal je docent willen weten waarom je dat vraagt, maar als je een vraag hebt over wat met een bepaalde opdracht bedoeld wordt, hoef je niet uitgebreid uit te leggen hoe je hond je huiswerk heeft opgegeten, of andere dingen die niet direct te maken hebben met de opdracht zelf. 8. Wacht niet met het vragen van feedback tot vlak voor de deadline. Niet alleen wordt je docent er niet heel blij van als je op het laatste moment feedback vraagt, je gaat ook geen tijd meer hebben om de feedback te verwerken. Als je toch op het laatste moment nog heel dringende vragen hebt, wees dan zo bondig mogelijk in je e-mail, en bied je excuses aan voor het feit dat je zo laat om feedback vraagt. Je docent neemt dan hopelijk nog de tijd om jou snel te antwoorden. 9. Gebruik het bestandsformaat dat door je docent voorgeschreven wordt. Als je een bijlage meestuurt bij de e-mail (bijvoorbeeld je concept-opstel), zorg dan dat die bijlage in het bestandsformaat is dat door jouw docent in de opdrachtbeschrijving aangegeven is. Als je docent bijvoorbeeld heeft gevraagd om een .doc-document, stuur dan geen .odt. Als je twijfelt, stuur dan het document in twee formaten. Eenmaal in het formaat waarin je het hebt gemaakt (bijvoorbeeld .doc of .ppt) en eenmaal in .pdf. In het oorspronkelijke formaat kan je docent zo nodig makkelijk aantekeningen maken, de .pdf kan hij probleemloos lezen ook al heeft hij misschien andere tekstverwerkingssoftware dan jij. Leg in de e-mail uit dat het tweemaal hetzelfde document is. 10. Vraag feedback na het inleveren van een opstel of na een tentamen. Mail eenvoudigweg je docent en wees beleefd. Zeg bijvoorbeeld: "Beste meneer Smit, Ik heb mijn tentamen niet zo goed gemaakt als ik had verwacht. Zou u mij wat meer uitleg willen geven bij de vragen die ik fout had, zodat ik de volgende tentamen beter maak?" Normaal gesproken zal je docent je hier graag mee helpen. 11. E-mail eerst iemand die je kent. Als je uitgebreide feedback wilt, kun je het best je manuscript geven aan iemand die je kent, bij voorkeur een vriend of collega. Als je zo iemand een e-mail stuurt, doe dat dan op de manier zoals je normaal ook zou doen. Je hoeft niet opeens zakelijker te doen dan anders. Als je voor andere vragen diegene zou bellen in plaats van mailen, dan is het slimmer om diegene nu ook eerst te bellen. Kies je voor een e-mail in plaats van een telefoontje, stuur dan eerst een e-mail waarin je vraagt of diegene tijd zou willen maken om feedback te geven op jouw manuscript. Pas als diegene daar positief op reageert, stuur je (in een tweede e-mail dus) het manuscript naar diegene. Ook al heb je degene aan wie je feedback vraagt al eerder gesproken over jouw verzoek, leg in de e-mail waarin je het manuscript toestuurt, nog kort even uit wat jouw verzoek is. 12. E-mail een expert. Soms wil je dat een echte expert naar je manuscript kijkt. Stuur dan een e-mail naar een expert die jij kent en leg uit waarom je om feedback vraagt. Wees niet opdringerig. Wees je ervan bewust dat de tijd van de expert waarschijnlijk schaars is, en schrijf iets als: "Ik begrijp het als u geen tijd heeft om mij feedback te geven." Je zou zelfs kunnen vragen of de expert die je mailt iemand weet die mogelijk wel tijd zou hebben, als diegene dat zelf niet heeft. 13. Mail het manuscript niet ongevraagd naar iemand. Het kan goed zijn dat je dan niet eens antwoord krijgt, tenzij je in de e-mail aanbiedt om de ontvanger te betalen voor zijn hulp. Stuur je een ongevraagde e-mail naar een bekende schrijver of schrijfster, dan is de kans groot dat jouw e-mail in de prullenbak belandt, aangezien een bekende auteur honderden van dergelijke e-mails krijgt. In plaats van je te wenden tot bekende personen, kun je beter eerst iemand in je directe omgeving vragen. Bijvoorbeeld een vriend, een collega of een docent. De kans dat zij je willen helpen is groter. 14. Wees concreet in wat voor feedback je wil ontvangen. Geef bijvoorbeeld aan dat je graag opbouwende kritiek ontvangt. Geef ook aan hoe gedetailleerd je wil dat de feedback is, en of de feedback alleen over de inhoud moet gaan (is het een mooi verhaal bijvoorbeeld) of ook over de vorm (grammatica, spelling, vormgeving). Als degene aan wie jij feedback vraagt weet wat je nodig hebt, kan hij je beter helpen. Positieve feedback (wat vindt de ander mooi aan jouw manuscript) helpt jou om beter te begrijpen wat de sterke punten zijn van jouw manuscript. Goede feedback is altijd constructief, ook als de feedback negatief is. Als je negatieve feedback krijgt, neem dan even de tijd voordat je reageert. Bedenk dat de ander jou oprecht wil helpen. Negatieve feedback krijgen is niet leuk, maar helpt je wel om jouw manuscript te verbeteren. Bedank de feedbackgever dus voor diens feedback, ook als die negatief is. 15. Geef de ontvanger tijd om te reageren. Als je om gedetailleerde feedback hebt gevraagd op een manuscript voor een boek, verwacht dan niet binnen dag de feedback in je mailbox. En ook niet binnen een week. Het kost tijd om een lang manuscript te lezen en van commentaar te voorzien. Als je een deadline hebt, zorg dan dat de feedbackgever dat van tevoren weet. Vraag aan de feedbackgever of hij voor een bepaalde datum de feedback kan geven. Hou er rekening mee dat de feedbackgever nog andere dingen te doen heeft; hij zal niet fulltime aan jouw manuscript kunnen werken. 16. Bedank de feedbackgever voor diens hulp. Als de feedbackgever een vriend van jou is, kun je overwegen om een klein cadeau als bedankje te geven. Bijvoorbeeld een doos bonbons. Als een collega of docent jou feedback heeft gegeven, dan kun je een e-mail sturen om diegene te bedanken. Laat de feedbackgever weten hoe erg je waardeert dat diegene zoveel tijd vrijgemaakt heeft om jou te helpen. Als je de feedbackgever niet bedankt zal diegene de indruk krijgen dat je zijn hulp niet waardeert, en zal hij je een volgende keer niet zo snel willen helpen. 17. Stel niet teveel vragen. Klanten krijgen al heel veel enquêtes, van zo’n beetje elk bedrijf. Als je zeker wil weten dat een klant jouw e-mail direct in de prullenbak gooit, zet er dan een hele waslijst aan vragen in. Als je wil dat de klant de moeite neemt om jou te helpen, hou het dan bij een of twee vragen. 18. Stel open vragen. In plaats van ja/nee-vragen te stellen, kun je je vragen beter zo formuleren dat je een uitgebreider antwoord krijgt. In plaats van te vragen: "Zou u ons aanbevelen aan een vriend?” vraag je: “Hoe zou u ons beschrijven aan een vriend?" Antwoorden op open vragen geven je meer informatie dan een eenvoudige ja/nee-vraag. 19. Laat de klant weten dat je snel zult reageren. Hiermee maak je duidelijk dat je echt iets gaat doen met de feedback van de klant, en dat het niet in een anonieme inbox verdwijnt. Je krijgt waarschijnlijk ook meer openhartige feedback als de klant weet dat hij een reactie van jou gaat krijgen. Wanneer je reageert, wees dan eerlijk en professioneel. Met het gemak waarmee klanten negatieve ervaringen tegenwoordig op social media zetten, heb je voor je het weet een slechte reputatie. Reageer daarom altijd oprecht en professioneel. 20. Gebruik geen Flash of andere toevoegingen die jouw mail traag maken. Als een klant een langzame internetverbinding heeft, is de kans groot dat hij de e-mail verwijdert zodra hij ziet dat deze niet laadt. Onthou dat de feedback vaak belangrijker voor jou is dan voor je klant. 21. Gebruik een goed ontworpen lettertype en vormgeving. Je wil dat jouw e-mail helder en professioneel oogt. Een e-mail met slechte kwaliteit afbeeldingen of met het lettertype Comic Sans laat een niet al te beste indruk achter bij je klant. Gebruik liever meer gebruikelijke lettertypen zoals Times New Roman of Arial, en beperk afbeeldingen tot een minimum. 22. Zorg dat je e-mail voor alle apparaten geschikt is. Een e-mail die bestaat uit één kolom is flexibeler dan wanneer je kiest voor een vormgeving met meerdere kolommen. Let er ook op dat je lettergrootte niet te klein is. Je wil dat je e-mail er goed uitziet op laptops, smartphones en tablets. Omdat heel veel mensen hun mails lezen op hun telefoon, is het belangrijk daar in de opmaak van je e-mail rekening mee te houden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/In-een-e%E2%80%90mail-om-feedback-vragen", "language": "nl"}
De leeftijd van je puppy bepalen	Als je een puppy hebt geadopteerd of gevonden, dan weet je mogelijk niet hoe oud hij is. De grootte van de puppy kan je een ruwe schatting opleveren, maar verschillende rassen groeien in verschillende tempo's. De makkelijkste manier om de leeftijd van een puppy te bepalen is door zijn tanden te bekijken, zijn gedrag te evalueren en hem naar de dierenarts te brengen. 1. Controleer of hij tanden heeft. Puppy's die nog geen tanden hebben zijn pasgeboren. Ook zijn de ogen dan waarschijnlijk nog niet open en brengen ze al hun tijd nog bij hun moeder door. Als de puppy geen tanden heeft, is hij maximaal drie weken oud. 2. Zoek naar hoektanden. hoektanden zijn de vier puntige tanden die honden hebben. Twee aan de bovenkant en twee aan de onderkant. Dit zijn de eerste tanden die zich ontwikkelen. Ze beginnen te groeien wanneer de pup drie tot vier weken oud is. 3. Zoek naar de eerste snijtanden. De snijtanden zijn de kleine tanden aan de voorkant van de bek tussen de hoektanden in. Na de hoektanden ontwikkelen zich twee sets snijtanden bij puppy's. Deze ontwikkelen op een leeftijd van vier tot vijf weken. 4. Kijk uit naar de eerste sets premolaren. Premolaren zijn de tanden die direct naast de hoektanden zitten. De eerste twee sets premolaren ontwikkelen zich in de bek op een leeftijd van 4-6 weken. 5. Kijk uit naar de laatste sets snijtanden en premolaren. De laatste sets tanden ontwikkelen een paar weken na de eerste sets. De laatste set snijtanden zal op een leeftijd van 5-6 weken oud ontwikkelen en de laatste vier premolaren op een leeftijd van 6-8 weken. 6. Kijk uit naar een volledige set melktanden. Op een leeftijd van acht weken heeft de puppy al zijn melktanden. Ze zijn erg scherp. Naarmate de puppy groeit tussen 8 en 16 weken, zullen de kop en kaken groeien. Hierdoor ontwikkelen zich spleten tussen de tanden. De tanden zullen er verder te klein uitzien voor de bek van de pup. 7. Let op de ontwikkeling van permanente tanden. Tussen 16 weken en 8 maanden oud zullen de melktanden uitvallen en vervangen worden met permanente tanden. Dit begint aan de voorkant, met de snijtanden. De tanden worden dan op volgorde in de hele bek vervangen. Hoe ouder je puppy is, des te verder naar achteren de overgang naar permanente tanden zal zijn. De meeste melktanden zijn bij een leeftijd van vijf maanden weg en alle permanente tanden zullen tussen 8 en 12 maanden oud zichtbaar zijn. 8. Bekijk kleine puppy's met gesloten ogen. Puppy's die nog geen twee weken oud zijn, zijn klein. Ze hebben hun ogen nog niet open. Deze puppy's bewegen niet veel en blijven dicht bij hun moeder. Doorgaans wroeten, voeden en slapen ze alleen maar. 9. Merk op of de puppy pas begint te lopen. Puppy's openen hun ogen wanneer ze twee tot drie weken oud zijn. Ze beginnen in deze periode ook te lopen en buiten hun nest te onderzoeken. Ze worden zich bewuster van hun omgeving en beginnen op zichzelf te ontdekken. Dit is karakteristiek voor puppy's van 5-6 weken oud. 10. Controleer of je puppy vast voedsel eet. Puppy's krijgen doorgaans voeding van de moeder totdat ze vijf tot zeven weken oud zijn. Pups die overgaan op vast voedsel en onafhankelijk worden van hun moeder zijn waarschijnlijk 6-8 weken oud. 11. Let op meer knauwen en spelen. Naarmate de puppy groeit, wordt hij actiever. Wanneer hij acht weken oud is, gedraagt de puppy zich zoals de meeste mensen verwachten dat een puppy zich gedraagt. Aangezien hun tanden beginnen te ontwikkelen, beginnen ze op dingen te knauwen. Ze beginnen ook energiek te spelen en alles om hun heen te ontdekken. Ze kunnen verder rusteloos zijn en janken vanwege de doorkomende tanden. Verder zullen ze tussen het spelen en knauwen door veel slapen. 12. Houd de groei van de puppy in de gaten. Puppy's maken een groeispurt tussen 8 en 16 weken oud en zullen de daaropvolgende paar maanden zichtbaar blijven groeien. 13. Kijk uit naar een verandering in de vacht. Naarmate ze ouder worden, verliezen puppy's hun babyvacht en krijgen ze hun volwassen vacht. De vacht van een jonge puppy is doorgaans erg zacht, terwijl de volwassen vacht veel dichter en dikker is. 14. Kijk uit naar gedragsproblemen. Puppy's die tussen 6-12 maanden oud zijn beginnen de grenzen te testen. Ze hebben meer energie en worden gemakkelijk door alles afgeleid. Ze kunnen beginnen op meer dingen in huis te knauwen, houden van ontdekken en kunnen gaan dwalen. Op deze leeftijd kan de puppy jou negeren en gedrag dat hij eerder heeft aangeleerd vergeten. 15. Bepaal of de groei en ontwikkeling van de puppy is vertraagd. De meeste puppy bereiken hun uiteindelijke grootte wanneer ze 8-12 maanden oud zijn. Grotere rassen kunnen dan nog twee jaar blijven groeien. Een hond die jonger is dan twee jaar wordt nog als adolescent beschouwd. Ze hebben enkele puppy-achtige kwaliteiten, zoals knauwen en energie, maar zijn mogelijk wat gekalmeerd. 16. Observeer of een puppy teefje loops is. Niet gesteriliseerde vrouwelijke honden zijn doorgaans op een leeftijd van 6-24 maanden voor het eerst loops. Je kunt herkennen dat je hond loops is als ze nerveus, zeer alert en makkelijk afgeleid is. Je merkt mogelijk ook op dat haar vulva opgezwollen is en ze een vaginale afscheiding met bloedvlekjes of een strokleur produceert. 17. Controleer de genitaliën van een puppy reutje om een idee te krijgen van zijn leeftijd. De testikels van een mannelijke puppy komen binnen de eerste zeven weken na de geboorte omlaag uit het scrotum. Je kunt dit herkennen omdat de testikels dan veel makkelijker zichtbaar zijn. 18. Breng de puppy naar de dierenarts. Als je zelf niet kunt achterhalen hoe oud de puppy is op basis van zijn tanden en ontwikkeling, dan kun je hem naar de dierenarts brengen. De dierenarts kan de grootte en het ras bekijken, evenals de tanden, en je op basis daarvan een vrij accurate schatting geven van zijn leeftijd. Wanneer je puppy krijgt, moet je hem hoe dan ook naar de dierenarts brengen voor controle. De dierenarts kan je tijdens dit eerste bezoek ook de leeftijd vertellen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-leeftijd-van-je-puppy-bepalen", "language": "nl"}
Fondant laten glanzen	Fondant is van zichzelf doorgaans mat. Er zijn echter meerdere technieken die je kunt gebruiken om decoraties van fondant en met fondant bedekte taarten te laten glanzen. Hoe sterk de fondant glanst hangt af van de techniek die je gebruikt, dus wat de beste techniek is om te gebruiken hangt af van waar je de fondant voor gebruikt. 1. Vul een stomer met water. Vul het mandje van een handstomer met gedistilleerd water. Schakel de stomer in en laat het water opwarmen. Je kunt een kledingstomer voor deze techniek gebruiken als je nooit zeep en andere chemische stoffen in het mandje gedaan hebt. Iedere stomer werkt weer anders, dus je kunt voor gebruik het beste de gebruikershandleiding lezen. Voor het beste resultaat stel je de stomer echter in op een lage stand en gebruik je een opzetstuk met een gewone slang. 2. Stel de fondant bloot aan de stoom. Houd de stomer op een afstand van ongeveer tien centimeter van de fondant. Duw de knop in om stoom op de fondant te blazen. Draai de fondant of beweeg de stomer om alle kanten goed bloot te stellen aan de stoom. Stel de fondant op alle plekken slechts drie tot vijf seconden bloot aan de stoom. Als je te veel stoom gebruikt, kan de fondant smelten en kunnen er waterdruppels op het oppervlak ontstaan. Stoom geeft de fondant niet alleen een zachte glans, maar kan ook resten maïzena en poedersuiker verwijderen die op het oppervlak van de fondant terechtgekomen zijn. 3. Behandel de fondant indien nodig opnieuw met stoom. Binnen een uur zou je moeten zien dat de glans afneemt omdat het water opdroogt. Behandel de fondant nog eens met stoom om hem weer te laten glanzen. Als je stoom gebruikt, zal de glans iedere keer afnemen. Je kunt deze methode over het algemeen dus het beste gebruiken als je de fondant direct serveert. De resten poedersuiker en maïzena komen echter niet weer tevoorschijn wanneer het water opdroogt. 4. Breng geen vet aan op de fondant. Door vet kan dit glazuur gaan schiften. Daardoor ziet het oppervlak er bobbelig en ongelijkmatig uit in plaats van vlak en glanzend. Kneed de fondant niet in bakvet, olie of andere vetten voordat je dit glazuur aanbrengt. Combineer deze methode ook niet met het aanbrengen van glazuur van bakvet. Gebruik ook geen mat van siliconen of vinyl om de fondant uit te rollen als je dit glazuur wilt gebruiken. Er hopen zich vaak oliën en vetten op deze matten op van eerdere baksels, en dit kan al genoeg zijn om het glazuur te laten schiften. 5. Meng esdoornsiroop en alcohol. Giet een deel lichte esdoornsiroop en een deel doorzichtige drinkalcohol in een ondiepe beker. Roer goed om alles te mengen. De alcohol moet een sterkte van 75% of meer hebben. Wodka werkt goed, maar doorzichtige graanalcohol werkt ook goed. Hoeveel je precies moet gebruiken hangt af van de hoeveelheid fondant die met je glazuur wilt bestrijken. Voor kleine decoraties heb je doorgaans echter genoeg aan een eetlepel (5 ml) van beide stoffen. 6. Strijk het mengsel op de fondant. Gebruik een klein, zacht bakkwastje om het glazuur gelijkmatig aan te brengen op het oppervlak van de fondant. Het glazuur zou de fondant direct sterk moeten laten glanzen. Je kunt het beste dunne lagen glazuur aanbrengen. Met dikkere lagen krijg je een sterkere glans, maar duurt het ook langer voordat het glazuur droog is. 7. Laat het glazuur drogen. Laat het glazuur volledig drogen voordat je weer iets met de fondant doet. Dit kan een uur tot twaalf uur duren, afhankelijk van hoe dik het glazuur is. Strijk niet met je kwast over het glazuur en raak het niet aan met je vingers wanneer het glazuur begint op te drogen. Je kunt gemakkelijk strepen en vlekken in het glazuur achterlaten, en die zijn permanent. Je kunt meer lagen aanbrengen wanneer het glazuur helemaal droog is, maar het zou niet nodig moeten zijn om meer glazuur aan te brengen om te zorgen dat de fondant blijft glanzen. 8. Vul een verstuiver met wodka. Vul een kleine, schone verstuiver met ongeveer vijf centimeter wodka. Als je geen wodka hebt, kun je ook doorzichtige graanalcohol gebruiken. Gebruik echter geen alcohol met een kleur, want de kleur zal afgeven op de fondant. Gebruik een schone verstuiver waar nooit haarverzorgingsproducten en andere chemische stoffen in hebben gezetten om besmetting te voorkomen. Verstuivers die door kappers gebruikt worden zijn beter dan goedkope verstuivers, want goedkope verstuivers spuiten wellicht niet gelijkmatig. Je kunt ook een airbrush gebruiken. 9. Spuit alcohol op de fondant. Houd de spuitmond op een afstand van tien centimeter van het oppervlak van de fondant. Spuit een lichte en gelijkmatige laag alcohol op de fondant. Spuit slechts een lichte alcoholnevel op de fondant. Als je te veel gebruikt, kunnen er plasjes ontstaan en kan de fondant zo sterk uitdrogen dat hij beschadigd raakt. 10. Laat de alcohol drogen. Wacht meerdere uren totdat de alcohol helemaal droog is. Wanneer de alcohol droog is zou de fondant een zachte glans moeten hebben. De fondant zou een semipermanente glans moeten hebben. De glans kan na enkele dagen afnemen, maar spuit dan niet opnieuw alcohol op de fondant, want daardoor kan hij snel uitdrogen. 11. Smeer bakvet op de fondant. Smeer met je vingers voorzichtig een dunne, gladde en gelijkmatige laag plantaardig bakvet op het oppervlak van de fondant. Als je je vingers schoon wilt houden, gebruik dan plantaardige bakspray in plaats van vast bakvet. Houd de spuitmond op een afstand van tien centimeter van de fondant en spuit steeds een dun laagje op het oppervlak van de fondant. 12. Poets de fondant op. Nadat je het bakvet aangebracht hebt gebruik je een vel keukenpapier om het bakvet lichtjes in de fondant te poetsen met kleine, ronddraaiende bewegingen. Tijdens het oppoetsen zouden alle onregelmatigheden, vingerafdrukken en strepen moeten verdwijnen. Oefen echter weinig druk uit zodat je geen kuiltjes en afdrukken krijgt. Na het poetsen zou de fondant een zachte satijnglans moeten hebben. 13. Breng indien nodig opnieuw bakvet aan. De fondant zou ongeveer een dag moeten blijven glanzen, maar je ziet wellicht dat de fondant minder glanst wanneer hij het vet begint te absorberen. Je kunt dan een tweede laag bakvet aanbrengen op dezelfde manier als eerst. Bakvet droogt niet volledig op, dus de fondant zou een klein beetje moeten blijven glanzen, zelfs wanneer al het vet opgenomen is. Omdat fondant vochtig en kleverig blijft kun je gemakkelijk per ongeluk vingerafdrukken en andere afdrukken achterlaten wanneer je de taart verplaatst. Je kunt deze afdrukken voor het serveren verwijderen door ze lichtjes te poetsen met een droog vel keukenpapier. 14. Meng Arabische gom met water. Doe een deel Arabische gom en twee delen gedistilleerd water in een kleine kom. Roer krachtig om alles te mengen. Hoeveel je precies gebruikt hangt af van de hoeveelheid fondant die je wilt laten glanzen, maar gebruik altijd deze verhouding. Voor de meeste kleine decoraties is een mengsel van een eetlepel (15 ml) Arabische gom en twee eetlepels (30 ml) water genoeg. 15. Laat het mengsel rusten. Laat het mengsel een kwartier bij kamertemperatuur staan. Roer er daarna krachtig doorheen om alles te mengen. Door het mengsel te laten rusten en er opnieuw doorheen te roeren zou je beide ingrediënten gemakkelijker moeten kunnen mengen, zodat het glazuur na het aanbrengen mooier glanst. 16. Strijk het mengsel op de fondant. Gebruik een klein, zacht kwastje en strijk direct een gelijkmatige laag glazuur op de fondant. Ga nauwgezet te werk om te voorkomen dat er vegen, vingerafdrukken en strepen in het glazuur ontstaan. De fondant zou direct na het aanbrengen van het glazuur erg sterk moeten glanzen. Dit is echter niet hoe de fondant er uiteindelijk uit komt te zien. 17. Laat de fondant drogen. Laat het glazuur 24 uur drogen voordat je weer bezig gaat met de fondant. Wanneer het glazuur droog is zou de fondant enigszins hard moeten zijn en een zachte glans moeten hebben. De fondant zou permanent moeten glanzen, dus je hoeft niet opnieuw glazuur aan te brengen. 18. Breng gepasteuriseerde eiwitten op de fondant aan. Giet twee tot vier eetlepels (30-60 ml) gepasteuriseerde eiwitten in een kleine, schone kom. Gebruik een klein, zacht kwastje om de eiwitten lichtjes en gelijkmatig op het oppervlak van de fondant te strijken. Gebruik om veiligheidsredenen al gesplitste gepasteuriseerde eiwitten uit een verpakking. Bij kleine decoraties kun je de fondant zo in de eiwitten dompelen in plaats van de eiwitten op de fondant te strijken. Tik het overtollige eiwit van het fondant en laat alles drogen. Gebruik een klein kwastje om de eiwitten op de fondant te strijken en laat zo weinig mogelijk strepen en vegen achter. Tik direct na het aanbrengen het overtollige eiwit weg dat in de kuiltjes van de fondant blijft liggen. 19. Laat het drogen. Laat de eiwitten meerdere uren drogen. Wanneer de fondant droog is zou hij een natuurlijke, matige glans moeten hebben. De eiwitten moeten helemaal droog zijn voordat je verder kunt met de fondant. Als je de fondant aanraakt terwijl de eiwitten nog droog zijn, dan laat je wellicht vingerafdrukken achter die je later niet meer kunt verwijderen. Weet dat de eiwitten op zouden moeten drogen tot een enigszins harde permanente laag. Je zou geen nieuwe laag eiwitten aan hoeven moeten brengen. 20. Breng indien nodig meer lagen aan. Als je de fondant niet sterk genoeg vindt glanzen, dan kun je op dezelfde manier meer lagen eiwit aanbrengen. Laat de lagen drogen voordat je een volgende laag aanbrengt. Daardoor is de kans kleiner dat je vingerafdrukken en kwaststreken in de natte eiwitten achterlaat.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Fondant-laten-glanzen", "language": "nl"}
Twee computers met een ethernetkabel verbinden	Als je geen verbinding hebt met een netwerk, maar je wilt toch bestanden versturen of een verbinding maken met een andere pc, gebruik dan een crossover ethernetkabel. Na het maken van deze koppeling moet je de netwerkinstellingen van één van de computers wijzigen, om de verbinding te laten werken. Daarna heb je de mogelijkheid om bestanden te delen en games te spelen over dit "netwerk". Lees verder om meer te weten te komen over hoe je twee computers met elkaar verbindt, door middel van een ethernetkabel in Windows 7, Windows Vista, of op de Mac (Engelse versie van OS). 1. Controleer of je een crossover ethernetkabel hebt. Een crossover ethernetkabel is nodig om twee computers met elkaar te kunnen verbinden zonder netwerk; met een standaard ethernetkabel is dit niet mogelijk zonder een computer en een router. Onderzoek het kleurenpatroon aan het uiteinde van de ethernetkabel om te bepalen of de kleuren aan elkaar gelijk zijn. Bij een crossover ethernetkabel komen de kleuren aan beide uiteinden niet met elkaar overeen terwijl dat bij een gewone ethernetkabel wel zo is. Bij twijfel kun je gebruik maken van de website van "Tekron International" (zie de bronvermelding onderaan dit artikel) om er zeker van te zijn dat je beschikt over een crossover ethernetkabel. 2. Verbind de computers met elkaar door de ethernetkabel op de ethernet netwerkpoort van elke pc aan te sluiten. 3. Start één van de computers op, en ga naar het "Start" menu, linksonder in het scherm van Windows. 4. Selecteer "Control Panel," en type "network" in het zoekveld van het configuratiescherm. 5. Selecteer " Network and Sharing Center" uit de opties in het venster. 6. Selecteer het pictogram met het "Unidentified network" label, uit de netwerkmap bovenin het venster van "Network and Sharing Center". Dit pictogram kan ook "Multiple networks" als label hebben, mocht je aangesloten zijn op meer dan één netwerk. 7. Klik op het bericht dat aangeeft om de instellingen voor het vinden van het netwerk en bestandsdeling te veranderen, en klik vervolgens op de optie "Turn on network discovery and file sharing." 8. Type het administrator wachtwoord voor deze computer als hierom gevraagd wordt, en druk vervolgens op "Enter" op je toetsenbord. Beide computers zijn nu zichtbaar in het venster "Network and Sharing Center", en het is nu mogelijk om bestanden te delen. 9. Plug elk uiteinde van een standaard ethernetkabel in de ethernetpoorten van beide computers. Heeft één van beide Macs geen ethernetpoort, dan is het ook nog mogelijk een USB naar Ethernet adapter te gebruiken. 10. Ga naar één van de computers, en open vervolgens het "Apple" menu. 11. Selecteer "System Preferences" uit de beschikbare opties en selecteer "Sharing." 12. Let op de naam van de computer in het "Sharing" menu. 13. Ga naar de andere computer en navigeer naar "Finder." De "Finder" is een vierkant pictogram die je in de dock van je Mac ziet staan, en lijkt op twee gezichten. 14. Selecteer "Go," klik dan op "Connect to Server" in Finder. 15. Klik op de knop met het label "Browse," dubbelklik vervolgens op de naam van de andere Mac die je in het venster terug hoort te vinden. 16. Geef het administrator wachtwoord van de andere computer, indien hierom gevraagd wordt. Een verbinding wordt vervolgens tot stand gebracht tussen beide computers, en je hebt de mogelijkheid om bestanden te versturen en delen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Twee-computers-met-een-ethernetkabel-verbinden", "language": "nl"}
Glasranden glad maken	Er zijn verschillende knutselprojecten waar je glas voor kunt gebruiken, zoals het maken van kaarsenhouders en drinkglazen. Om een glazen fles of voorwerp voor een ander doeleinde te kunnen gebruiken zul je de scherpe en gekartelde randen glad moeten maken. Gelukkig kun je gewoon schuurpapier, elektrisch gereedschap en een schuurbit of zelfs siliciumcarbidepoeder gebruiken om ruwe glasranden gemakkelijk glad te maken. 1. Maak een stuk schuurpapier met korrelgrootte 80 nat en leg het neer op je werkoppervlak. Zorg dat het schuurpapier kletsnat is en dat het werkoppervlak hard en duurzaam is. Dompel het schuurpapier in een kom met schoon water om het nat te maken en giet dan nog wat water op het schuurpapier nadat je het neergelegd hebt. Als je geen nat schuurpapier in huis hebt, dan kun je ook schuurlinnen gebruiken. Bij de meeste bouwmarkten en doe-het-zelfzaken kun je grootverpakkingen met meerdere soorten schuurlinnen kopen. 2. Zet de snijrand van het glas op het schuurpapier. Houd het glazen voorwerp vast met je dominante hand en houd het schuurpapier op zijn plek met je niet-dominante hand. Zorg dat je een veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen draagt om zo veilig mogelijk te kunnen werken. Bij bouwmarkten die schuurpapier verkopen kun je doorgaans ook veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril kopen. Als het glazen voorwerp meerdere scherpe randen heeft, houd het dan zo vast dat de randen niet in je handpalm kunnen snijden. Als het niet mogelijk is om het glazen voorwerp op deze manier vast te houden, overweeg dan om de randen op een andere manier glad te maken. 3. Maak vijf minuten lang ronddraaiende bewegingen met het glazen voorwerp over het schuurpapier. Oefen daarbij lichte neerwaartse druk uit op de bovenkant van het glas zodat het een beetje in het schuurpapier geduwd wordt. Draai het glas na twee of drie cirkels steeds om om de rand gelijkmatiger te schuren. Als je het glazen voorwerp niet draait, dan kan de ene kant sterker geschuurd worden dan de andere kanten en krijgt het glas een zichtbaar ongelijkmatige afwerking. Probeer dit ten minste vijf minuten te doen om te zorgen dat de glasrand glad genoeg wordt. 4. Schuur de binnen- en buitenkant van de glasrand met de hand. Pak wanneer je klaar bent met het schuren van de 'voorkant' van de glasrand het schuurpapier en dompel het weer in het water om het nat te maken. Pak het schuurpapier dan met je dominante hand en leg het over de glasrand zodat je duim en middelvinger op de binnen- en buitenkant van de rand liggen. Wrijf heen en weer met het schuurpapier om deze scherpe hoeken te schuren totdat ze glad zijn. Houd het schuurpapier nat terwijl je dit doet. Het kan zijn dat je het schuurpapier steeds in het water moet dompelen zodat het nat genoeg blijft. 5. Herhaal het proces met steeds fijner schuurpapier. Schuur de randen met schuurpapier met korrelgrootte 150, 220, 320 en tot slot 400 om de glasrand nog gladder te maken. Gebruik vervolgens schuurpapier met korrelgrootte 1000 en 2000 om de rand perfect glad te maken. Neem de rand van het glas af met een schone vochtige doek wanneer je klaar bent om alle korreltjes en schuurstof te verwijderen. 6. Bevestig een schuurbit aan een roterende multitool of boormachine. Kies voor het beste resultaat voor een relatief groot schuurbit met korrelgrootte 60 tot 100. Hoe groter het bit, hoe groter het oppervlak dat in een keer geschuurd wordt. Zorg dat het schuurbit de juiste grootte heeft voor het glazen voorwerp. Als je bijvoorbeeld de rand schuurt van een wijnfles die je doormidden hebt gesneden, zorg dan dat het schuurbit in de opening past zodat je de glasrand ook aan de binnenkant kunt schuren. 7. Houd het gereedschap vast met je dominante hand en het glazen voorwerp met je andere hand. Je kunt het glazen voorwerp in een klem doen om het stevig vast te houden, maar daardoor is de kans groter dat er barsten in de glasrand komen. Houd het glas echter in je hand als het je veilig vast kunt pakken zonder het schuurbit aan te raken. Trek stevige werkhandschoenen aan om het glazen voorwerp stevig vast te kunnen pakken. Als het glazen voorwerp te klein is om veilig met de hand vast te kunnen houden, dan kun je het beste een klem gebruiken of voor een andere methode kiezen om de glasrand glad te maken. 8. Ga met het schuurbit over de binnenrand van het glas. Druk de Aan/uit-knop in om het elektrische gereedschap in te schakelen en houd de zijkant van het schuurbit tegen de binnenkant van de glasrand. Oefen geen druk uit op het schuurbit, of het glas kan knappen. Houd het in plaats daarvan gewoon tegen de rand om het glas glad te maken. Doe dit drie tot vijf minuten om de binnenrand van het glas mooi glad te maken. Zorg dat je bij deze stap een ademmasker draagt, want bij het schuren komt er een hoop glaspoeder in de lucht terecht. 9. Verplaats het schuurbit naar de bovenkant en buitenrand van het glas. Werk naar het midden toe en dan naar de buitenrand toe om een afgeronde glasrand te krijgen. Draai het schuurbit langzaam totdat je de buitenrand volledig behandeld hebt. Deze stap zou niet meer dan drie tot vijf minuten in beslag moeten nemen. 10. Herhaal het proces met fijn schuurpapier om de rand te polijsten. Vervang het schuurbit door een fijner exemplaar. Ga dan met het schuurbit weer over de rand van het glas om het nog gladder te maken. Herhaal deze stap indien nodig met steeds fijner schuurpapier totdat je de rand van het glas glad genoeg vindt. Je kunt de glasrand ook gewoon met de hand polijsten als je niet alles met elektrisch gereedschap wilt doen. Gebruik na het schuren een schone vochtige doek om alle korreltjes en schuurstof weg te vegen. 11. Leg op je werkoppervlak een stuk floatglas op een stuk schuimrubber. Je zult het floatglas gebruiken als belangrijkste werkoppervlak om de rand van het glas te schuren. Het schuimrubber zorgt ervoor dat het floatglas op zijn plek blijft zodat het tijdens het schuren niet wegglijdt. Als je geen geschikt stuk floatglas hebt, dan kun je ook een stuk restglas gebruiken als een ruit, een spiegel of glas uit een fotolijstje. 12. Doe water en grof siliciumcarbidepoeder op het glas. Giet een kleine hoeveelheid water op het midden van het floatglas zodat er een klein plasje ontstaat. Strooi dan genoeg siliciumcarbidepoeder op het glas om het plasje volledig te bedekken. Roer voorzichtig met je vingers door het siliciumcarbidepoeder en het water om beide stoffen te mengen. Doe het siliciumcarbidepoeder eerst in een klein wegwerpbekertje voordat je het op het glas strooit zodat je het gemakkelijker toe kunt voegen. 13. Houd de scherpe glasrand tegen het floatglas. Pak het glazen voorwerp vast met je dominante hand (of indien nodig met beide handen). Zorg dat je de glasrand precies op de plek houdt waar je het siliciumcarbidepoeder en het water gemengd hebt. Draag veiligheidshandschoenen om zo veilig mogelijk te werken en te voorkomen dat je je handen aan het glas snijdt. 14. Maak 30-60 seconden lang ronddraaiende bewegingen met het glazen voorwerp over het glas. Maak achtjes met het glazen voorwerp en beweeg het door het siliciumcarbidepoeder heen. Oefen daarbij lichte neerwaartse druk uit. Zorg dat je op het oppervlak van het floatglas blijft en niet buiten de plas met water en siliciumcarbidepoeder komt. Bekijk de rand van het glazen voorwerp nadat je een minuut ronddraaiende bewegingen gemaakt hebt. Als het glas niet langer glanst en glad aanvoelt, dan ben je klaar. 15. Neem het glas af met een vel keukenpapier en gebruik schuurpapier om de binnenrand glad te maken. Gebruik een nat vel keukenpapier of een speciale stoffen doek om het siliciumcarbidepoeder van het glazen voorwerp te vegen. Gebruik dan indien nodig nat schuurpapier om de binnenrand van het glas glad te maken. Als je bijvoorbeeld de onderkant van een doorgesneden glazen fles schuurt, dan zul je de binnenkant van de glasrand niet met het siliciumcarbidepoeder kunnen behandelen. Je kunt tevens schuurpapier gebruiken om alle ruwe plekken te behandelen die het siliciumcarbidepoeder niet geschuurd heeft.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Glasranden-glad-maken", "language": "nl"}
Een stiller persoon worden	Heb je er genoeg van dat je de hele tijd praat? Sommige mensen kunnen het gewoon niet helpen, maar dit artikel geeft je een goede start om niet zomaar eruit te flappen wat als eerste in je opkomt, niet voortdurend te willen discussiëren, en om in een toestand van mentale rust te komen. 1. Praat alleen wanneer het nodig is. Een rustige persoon zijn is wat anders dan iemand die niet kan praten. Spreek alleen wanneer er iets tegen je wordt gezegd of wanneer het noodzakelijk is, en denk na voordat je iets zegt. Rustige mensen praten wel, maar houden overbodige of onbeduidende uitspraken voor zich. Rustige mensen worden gezien als intellectueel, informatief, verstandig en erudiet. Neem de tijd voor je antwoorden en denk aan iets nuttigs of inzichtelijks dat op een positieve manier aan het gesprek kan bijdragen. 2. Oefen het nadenken over dingen voordat je ze zegt. Als je bijvoorbeeld boos bent op iemand, 'visualiseer' dat wat je wilt gaan zeggen dan in je hoofd. Houd het 3-5 seconden vast. Is dat wat je gaat zeggen echt de moeite van je tijd waard? Zo niet, zeg die woorden dan alleen in gedachten tegen de persoon. Als een antwoord echt nodig is, kom dan met een intelligent antwoord. 3. Onderbreek mensen nooit. Iemand onderbreken is gewoon onbeleefd en werkt op ieders zenuwen. Als je iets te zeggen hebt en iemand anders is aan het woord, denk dan eerst na over wat je wilt zeggen tot de ander klaar is met praten. Dit is een goede manier om het overdenken van dingen, in je dagelijks leven op te nemen. 4. Begin met een leuke, tijdrovende hobby. Een hobby houdt je geest bezig in plaats van je mond. Enkele voorbeelden van perfecte hobby's hiervoor zijn: lezen, tekenen, muziek en dansen. Elke hobby is geschikt, maar het zal alleen werken als je je geest erop gericht weet te houden, maar zorg ervoor dat je ook stil blijft. 5. Laat de andere persoon eerst spreken. Op die manier blijf je een rustige persoon en laat je zien dat je beleefd en vriendelijk bent. 6. Wees welgemanierd. Omgangsvormen zijn een belangrijke manier om ons ertoe te bewegen even na te denken over de context van ons gedrag. Denk na wat de impact is van luidruchtig zijn op anderen. Plaatsen zoals bibliotheken, theaters, examenlokalen, etc. zijn voor de hand liggende plekken waar wij stil dienen te zijn. Denk na over andere, minder voor de hand liggende situaties, zoals in een restaurant, wanneer iemand anders spreekt, in de auto, etc. en probeer rustiger te zijn dan normaal. Wanneer je welgemanierd bent, toon je respect en welwillendheid naar de andere partij. 7. Laat opgehoopte energie vrij. Krop niet alles op de hele tijd, alleen maar omdat je stil wilt zijn. Ga naar buiten om te bewegen en je energie te vrije loop te laten. Zoek plekken waar je je op je gemak kunt voelen en je favoriete activiteiten kunt doen. Ga een eind hardlopen of wandelen met je hond, schrijf een lied of ontspan je gewoon en geniet van een film. Het punt is om jezelf te zijn en te genieten van wie je bent aan de binnenkant, ongeacht hoeveel je praat of hoe informatief je bent. Dit helpt je om evenwicht te vinden in je leven tussen momenten van zwijgen en die momenten dat je van je laat horen. Als er een onevenwicht is, dan kun je boos zijn, angstig worden of geïrriteerd raken. 8. Leer je zwakke punten kennen. Als je het maar niet kunt helpen om alles eruit te flappen wanneer je op school bent, werk daar dan eerst aan. Wees hier echter niet de hele tijd mee bezig, maar probeer af en toe erop te letten dat je niet meteen begint te praten. 9. Oefen. Stiller worden leer je niet zomaar, maar kost enige tijd om echt voor elkaar te krijgen. Raak niet gefrustreerd als je echt langzaam vorderingen maakt. Zolang je blijft volhouden, zal je je doel om stiller te worden kunnen bereiken. 10. Zorg dat je niet verkeerd wordt begrepen! Veel mensen denken dat rustige mensen problemen hebben of verlegen zijn. Als je verkeerd wordt begrepen, zeg dan dat je gewoon een normaal en rustig persoon bent. Als iemand je pest, is het onverstandig daarover te zwijgen! Vertel het aan iemand. 11. Wees een luisteraar in plaats van een prater. 12. Vergeet niet om je eigen weg te gaan. Sommige mensen veronderstellen dat zeer stil zijn een trend is en je een cool persoon maakt, maar daar gaat het niet om. Die mensen doen alsof en begrijpen niets van het doel om stil te zijn. Mensen worden stil om diverse redenen, maar als je dit alleen maar doet om populair te zijn, dan is dit niet een levensstijl die geschikt voor je is. 13. Leer luisteren. Hoeveel keer is het je overkomen dat je middenin een gesprek verkeerde met een collega, vriend of romantische partner, alleen maar om op een gegeven moment te zien dat de ander een glazige blik in de ogen had en niet echt luisterde naar wat je te zeggen had? Dit komt heel vaak voor. In een wereld die zelden stopt met praten, is het zeldzaam iemand te vinden die met rustige intensiteit luistert naar elk woord dat je zegt. Dat is waar rustige mensen een belangrijke rol vervullen. 14. Wees oplettend en laat niet veel aan je aandacht ontsnappen. In deze snelle wereld is het zeldzaam om een reflectieve, scherpe waarnemer te vinden. Rustige, stille mensen besteden echter minder tijd aan geklets, en steken meer energie in het waarnemen van situaties en mensen. Vraag een stille persoon diens gedachten over een situatie of persoon en je kunt wel eens verrast zijn door een uiterst reflectief en diepgaand antwoord. Minder praten vertaalt naar meer weerspieging en observatie. 15. Denk na voordat je wat zegt. Heb je ooit wel eens een bespreking gehad met collega's? De stille man of vrouw in de groep, die bijna nooit iets zegt, reageert plotseling. Wat is de reactie? Iedereen luistert. Door minder te praten hebben stille mensen de tijd om echt na te denken alvorens zij spreken. Op deze manier zullen ze niet alleen zelden beledigend zijn, maar ook de tijd nemen om ervoor te zorgen dat wat ze zeggen substantieel is. Omdat ze zo selectief omgaan met woorden, lijkt het alsof de hele wereld stopt om te luisteren naar wat ze te zeggen hebben wanneer ze wel spreken. 16. Wees aanspreekbaar. Met hun rustige, ontspannen temperament, worden stille mensen vaak beschouwd als fantastische vertrouwelingen. Ze zijn vaak de oren waar anderen zich te rade gaan voor advies en worden gerespecteerd vanwege hun goede luistervaardigheden, temperament en voorzichtige woorden. 17. Wees introvert. Veel rustige mensen zijn ook introverten die zich opladen door alleen te zijn. Vrij van de afleiding die vaak gepaard gaat met het in de buurt zijn van andere mensen de hele dag, kunnen stille mensen veel bereiken met hun rustige focus. Het is niet ongewoon om een stille collega alleen in zijn of haar kantoor te zien zitten, uren achter elkaar, rustig en gefocust. 18. Intimideer anderen niet. Met hun gebrek aan luide woorden en overdreven daden, beledigen stille mensen zelden anderen in hun aanwezigheid. Het komt zelden voor dat een stille vriend zich op onbeschaamde wijze uitspreekt, of een baas berispt. Omdat ze anderen niet intimideren in hun aanwezigheid, zorgen ze er vaak voor dat anderen zich bij hen op hun gemak voelen. 19. Wees rustig. Heb je ooit de ervaring gehad dat je een rustige, stille collega benaderde vanwege een stressvol project? Voor je het wist, veranderde je hele houding waarschijnlijk door de kalmerende invloed van diens ontspannen temperament. Rustige mensen hebben vaak een kalmerend effect op anderen. 20. Omarm de eenzaamheid en al haar voordelen. In een snelle wereld worden de stille en rustige mensen vaak vergeten. Maar vaker wel dan niet zijn dit de schrijvers, kunstenaars, muzikanten en creatieve denkers die hun grootste inspiratie vinden in één ding en niet meer dan dat: stilte.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-stiller-persoon-worden", "language": "nl"}
Je aura reinigen	Je hebt waarschijnlijk de hype over het reinigen van je aura wel meegekregen, maar wat houdt het nu precies in? Het reinigen van je aura kan de juiste methode zijn om rustiger en gelukkiger te worden. Je aura is een energieveld dat zich om je heen bevindt en je emoties weerspiegelt. Door je aura zuiver te houden kun je je beste leven leven. In dit artikel behandelen we negen gemakkelijke manieren om je aura te reinigen. We leggen tevens uit waarom en wanneer je dit moet doen. 1. Reinig je aura met brandende salie. Bij deze techniek, ook wel uitroken genoemd, gebruik je rook om je aura te reinigen. De techniek is bedacht door de inheemse bevolking van America. Om je aura op deze manier te reinigen heb je een bundel salie nodig, evenals een zeeoor (grote schelp) en een veer. Steek de salie aan en leg hem in de schelp. Gebruik de veer om de rook over je lichaam te verspreiden, waarbij je bij je hoofd begint en naar beneden werkt naar je tenen toe. Als je geen schelp hebt, dan kun je de salie ook gewoon in je hand houden. Volg na het aansteken van de salie de omtrek van je lichaam, zodat de rook over je heen geblazen wordt en je aura gereinigd wordt. Salie is niet het enige kruid dat je voor het reinigen van je aura kunt gebruiken. Je kunt tevens palo santo, ceder, olibanum of mirre gebruiken. 2. Reinig je aura met een ei. In het Spaanse wordt deze techniek ‘la limpia’ genoemd omdat het ei alle negatieve energie opneemt, zodat je aura weer zuiver is. Begin door een rauw ei te wassen met zout water en citroensap. Haal het ei dan door een vlam terwijl je een gebed opzegt. Wanneer het ei afgekoeld is rol je ermee over je hele lichaam om de negatieve energie op te nemen. Breek het ei tot slot open in je wc om hem weg te spoelen. Het is een goed idee om je intentie te herhalen terwijl je met het ei over je lichaam rolt. Zeg iets als ‘Laat dit ei mijn aura reinigen’. Je kunt als je dat wilt het ei lezen voordat je hem door de wc spoelt. Breek hem om dit te doen open boven een glas water. Gebruik je intuïtie om de betekenis te interpreteren. 3. Neem een spiritueel bad met kruiden en kristallen. Een warm bad kan de perfectie manier zijn om al je stress en negatieve gevoelens letterlijk weg te spoelen. Vul de badkuip met aangenaam heet water en doe er 300 gram Himalayazout of Epsomzout in. Voeg om je aura nog beter te reinigen enkele druppels etherische olie, een handje kruiden en een of meer kruiden aan het badwater toe. Blijf tien tot twintig minuten in bad zitten om je aura te reinigen. Beeld je dan in dat het wegstromende water al je problemen wegspoelt. Probeer etherische oliën als eucalyptusolie, lavendelolie, rozenolie of rozemarijnoliie. Voeg kruiden toe als rozenblaadjes, lavendelblaadjes of eucalyptusbladeren, als je die hebt. Gebruik kristallen als seleniet voor rust en kalmte, helder kwarts om te genezen, amethist om je te reinigen of blauwe agaat om in balans te komen. 4. Reinig je aura met seleniet. Seleniet geeft je meer energie en heeft reinigende eigenschappen. Gebruik een staafje seleniet voor het reinigen. Ga comfortabel zitten en concentreer je op het reinigen van je aura. Begin bovenop je hoofd en veeg langzaam met het staafje seleniet over je lichaam om de negatieve energie op te nemen. Het is een goed idee om je seleniet na afloop te reinigen en op te laden om van de negatieve energie af te komen. 5. Spuit een spray op je lichaam die je aura reinigt. Het spuiten van een heerlijk kruidenmengsel op je lichaam is een gemakkelijk en rustgevende manier om je aura te reinigen. Je kunt een speciale spray voor het reinigen van je aura kopen of er zelf eentje maken. Als je zelf een spray maakt, gebruik dan wodka of toverhazelaar om bacteriegroei te voorkomen. Hier zijn twee goede recepten: : vul een kom met water en doe er transparante kwarts of rozenkwarts in. Zet de kom een nacht lang op een vensterbank wanneer het volle maan is, maar haal hem weg voordat de zon opkomt om de energie van de maan te behouden. Giet het water en het kristal in een verstuiver en voeg enkele druppels lavendelolie, rozemarijnolie en/of salie-olie toe. Je kunt ook gedroogde kruiden toevoegen, als je dat wilt. : vul een verstuiver met drie delen water en twee delen wodka of toverhazelaar. Voeg enkele druppels lavendolie en salie-olie toe. Je kunt tevens ylang-ylangolie toevoegen. Doe een kristal of twee in de verstuiver, zoals helder kwarts, rozenkwarts of amethist. Je kunt tevens een salieblad of lavendelblaadjes bij de spray doen. 6. Mediteer met een mantra. Het herhalen van een mantra is een uitstekende manier om je aura te reinigen. Kies een mantra dat je bij past, zoals ‘Ik ben kalm’ of ‘Ik ben rustig’. Ga comfortabel zitten, doe je ogen dicht en herhaal je mantra dan tien keer hardop. Herhaal je mantra dan zachtjes voor jezelf, waarbij je alleen je lippen beweegt. Blijf je mantra dan zolang als je wilt voor jezelf herhalen zonder je lippen te bewegen. Het is een goed idee om te beginnen met vijf minuten mediteren. Het is normaal als je gedachten afdwalen. Daar is niks mee. Probeer je gewoon weer op je mantra te concentreren. Experimenteer met chakrameditatie, waarbij je je energie aardt en je je met de aarde verbindt. Beeld je dan in dat er een waterval aan licht over je heen spoelt die de energieën van anderen wegspoelt die je tijdens je dag opgenomen hebt. 7. Kam je aura. Ga in een comfortabele houding zitten en concentreer je op je intentie om de negatieve energie weg te kammen. Maak dan kommetjes van je handen en strijk ermee over het energieveld dat je hele lichaam omgeeft. Beeld je dat je alle negatieve energie en stress wegkamt. Was na afloop je handen om de negatieve energie te verwijderen. Je kunt als je dat wilt een kristal gebruiken tijdens het kammen om zo je aura te reinigen. Goede opties zijn onder andere seleniet, helder kwarts, rozenkwarts of blauwe agaat. 8. Wandel in de regen. Regen is een natuurlijke manier om je aura met water te reinigen, wat zuiverend werkt. Maak de volgende keer dat het regent een zuiverende wandeling. Beeld je in dat de regen je stress, angst en negatieve energie wegspoelt. Ga niet wandelen wanneer het stormt, want onweer kan je aura verstoren. 9. Aard jezelf door de natuur in te gaan. Je kunt je stress en negatieve energie weer in de aarde laten stromen om je aura te reinigen. Ga tien minuten buiten in de zon zitten of loop met blote voeten over de aarde. Stel je voor dat de energie die je kwijt wilt raken weer de aarde in stroomt. Beeld je dan in dat het felle zonlicht of de genezende energie van de aarde wit licht in je lichaam laat stromen. Je kunt tevens buiten op een deken gaan liggen. Vergeet niet om je huid tegen de zon te beschermen. Een andere mogelijkheid is om buiten aan yoga te doen. Lichaamsbeweging helpt om in contact met jezelf te komen en van negatieve energie af te komen. Het zonlicht zal je bovendien opladen met positieve energie. 10. Het reinigen van je aura verbetert je emotionele toestand. Je aura weerspiegelt je emoties, dus door negatieve energie te verwijderen zul je je beter voelen. Het reinigen werkt bijzonder goed om af te komen van energieën die je van andere mensen overgenomen hebt. Veel mensen voelen zich lichter en positiever na het reinigen van hun aura. 11. Het reinigen van je aura helpt om een authentieker leven te leiden. Negatieve emoties kunnen voor barrières zorgen die het lastig voor je kunnen maken om je doelen in het leven te bereiken. Als je bijvoorbeeld boos of gestrest bent, zul je niet meer gericht aan je doelen kunnen werken. Door je aura te reinigen kun je jezelf deblokkeren zodat je je bezig kunt houden met de dingen die echt belangrijk voor je zijn. Het reinigen van je aura kan helpen om je positiever te voelen en kan er dus ook voor zorgen dat je de dingen aantrekt die je graag wilt in het leven. Als je iets wilt manifesteren, dan kan het helpen om je aura te reinigen. 12. Reinig je aura wanneer je moe, gestrest of van streek bent. Als je erg moe bent en weinig energie hebt, is dat een duidelijk teken dat je je aura moet reinigen. Je wordt waarschijnlijk geblokkeerd door negatieve energie, maar door je aura te reinigen kun je die energie verwijderen. Als je denkt dat je depressief bent, praat dan met je huisarts over hoe je je voelt. Het reinigen van je aura werkt uitstekend om je positiever te voelen, maar is geen vervanging voor een medische behandeling. 13. Reinig je aura nadat je in contact bent geweest met negatieve mensen. Je pikt de energieën op van de mensen om je heen, wat een effect kan hebben op je aura. Soms is dit juist goed, bijvoorbeeld wanneer je contact hebt gehad met een erg positief persoon. Dit betekent echter ook dat mensen die boos, verdrietig, hebzuchtig of jaloers van invloed zijn op je energie. Verwijder die negatieve energie door je aura te reinigen. Als je je niet fijn voelt nadat je tijd met iemand hebt doorgebracht, dan moet je waarschijnlijk je aura reinigen. Je kunt tevens je aura reinigen als je weet dat een vriend van je ergens mee worstelt. 14. Reinig je aura als hij zwart, grijs of bruin is, Een donkere, troebele aura betekent dat er iets mis is. Meestal betekent het dat je moe bent, maar het kan ook zijn dat je ziek bent of in de rouw bent. Soms is een donkere aura een teken van schadelijke emoties als hebzucht of woede. Door je aura te reinigen kun je afkomen van deze slechte energie. 15. Je kunt je aura lezen om meer te weten te komen over je spirituele energie. Je aura kan een enkele kleur of meerdere kleuren hebben. Als je aura meerdere kleuren heeft, wil dan zeggen dat je meerdere emoties voelt. Hier zijn enkele gangbare interpretaties van aurakleuren: liefde, vriendelijkheid jaloers, afgunstig passie, evenwichtig boos zachtmoedigheid, harmonie kalm, communicatief, creatief eerlijkheid, rust avontuurlijk geluk, verbinding speelsheid, intellectueel, positiviteit gestrest, leergierig angst voor verlies spiritueel, intuïtief artistiek, spiritueel, helderziend, ruimdenkend uniek, creatief overvloed, spiritueel begaafd evenwichtig, spiritueel hebzuchtig, egoïstisch boos, rouwend, ziek vermoeid, depressief	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-aura-reinigen", "language": "nl"}
Een game in PowerPoint maken	Games zijn geweldig leuk en veel mensen, jong of oud, zijn er dol op. Dus waarom niet indruk maken op je vrienden met een computerspel dat je zelf hebt ontworpen en gemaakt! 1. Open Microsoft PowerPoint 2. Maak een nieuwe, lege presentatie met Ctrl-N. 3. In de eerste dia plaats je de titel van de game. 4. Gebruik het tekstvak voor het invullen van de titel van je game. 5. In het vak voor de ondertitel schrijf je "Klik hier om te starten". 6. Maak een nieuwe dia met een titel en een tekst, door te klikken op "Start->Nieuwe Dia". 7. Selecteer "Klik hier om te starten ", rechtsklik en ga naar "Hyperlink" om deze aan dia 2 te linken. 8. Er verschijnt een menu waarbij je kiest voor "Plaats in dit document", ga naar Diatitels en vervolgens naar Dia 2. 9. Creëer een scenario, een moment in het verhaal, voor deze dia en maak opties aan voor de interactie met de gebruiker. Dia 2 bijvoorbeeld gaat er dan als volgt uitzien: Zoeken naar water. Een zandkasteel bouwen. Een kameel neerschieten. Niets doen. 10. Onderstreep elke optie en link ze naar een andere dia die weer een nieuw gedeelte van het verhaal laat zien. Dit geeft de speler de gevolgen van zijn/haar keuze en presenteert een nieuwe lijst met mogelijkheden. 11. Ga verder met het maken van een ketting van dia's tot het einde van het avontuur. Een bepaald aantal goede keuzes leidt vervolgens tot het winnen van de game en teveel verkeerde keuzes tot het tegenovergestelde, wat duidelijk wordt door het geven van een melding zoals: 'Je hebt verloren!'.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-game-in-PowerPoint-maken", "language": "nl"}
Het verschil tussen de Japanse en Chinese cultuur begrijpen	Voor Westerse ogen en oren kan het moeilijk zijn om Japanse en Chinese mensen en culturen uit elkaar te houden. Voor een Aziaat zijn de twee echter net zo verschillend als de Amerikaanse en Russische cultuur. Als je eenmaal de basisverschillen herkent, wordt het gemakkelijker om onderscheid te maken tussen de twee. Als je een beetje inzicht hebt in de talen en de sociale kenmerken van elke cultuur, kun je de diepgaande verschillen tussen deze twee Aziatische culturen beter begrijpen. 1. Let op de verschillen in waarde die aan beleefdheid en sociale harmonie wordt toegekend. Hoewel beide culturen relatief beleefd zijn in vergelijking met de meeste westerse culturen, leggen de Japanners veel meer nadruk op manieren en sociale hiërarchie dan de Chinezen. In de Japanse samenleving zou je nooit informeel of familiair omgaan met iemand die aanzienlijk ouder was dan jij bent of iemand met een hogere sociale rang. Hoewel zowel de Chinezen als Japanners formeler omgaan met oudere mensen, zijn de Japanners zelfs formeler tegenover mensen die slechts een jaar of twee ouder zijn. Als je bijvoorbeeld in je eerste studiejaar aan een Japanse universiteit zat, zou je beleefd en formeel omgaan met medestudenten die in hun tweede studiejaar zitten. De Japanners hanteren in het openbaar hoge niveaus van zelfdiscipline en decorum in acht. Je zult zelden zien dat Japanners in het openbaar ruzie maken of hun woede uiten tegenover elkaar, terwijl de Chinezen daar niet per se een probleem mee hebben. 2. Leer de wereldwijde verspreiding herkennen van de Japanse populaire cultuur. Hoewel de Chinezen niet bijzonder gemotiveerd zijn om te profiteren van hun populaire cultuur, is de Japanse populaire cultuur een mondiaal goed. Manga stripboeken, anime en Harajuku straatmode zijn allemaal vrij goed bekend in de westerse culturen. Het verschil in populaire cultuur komt voor een groot deel voort uit het verschil tussen de regeringen van de twee landen. China heeft een communistische regering en economie, waardoor het een veel minder consumentgerichte samenleving is. Japan daarentegen heeft een bloeiend kapitalistisch systeem dat tegemoet komt aan het verlangen van zijn burgers om informatie tot zich te nemen en vermaakt te worden. Chinese films en muziek zijn vaak gevuld met overheidspropaganda en een sterke politieke agenda, wat betekent dat ze buiten het land niet erg populair zijn. 3. Denk na over de rol van religie in het dagelijks leven. Omdat China een communistisch land is, hangen de meeste Chinezen het atheïsme aan. Religieuze mensen in China worden vaak vervolgd, zodat religieuze ceremonies en bijeenkomsten meestal in besloten kring plaatsvinden. Japanse mensen hebben de neiging om veel religieuzer te zijn, met zowel boeddhistische als Shinto geloofssystemen. Japanse tempels en heilige tuinen bevinden zich in het hele land, en uitgebreide formele ceremonies zijn openbare gelegenheden. Veel Japanners gaan ook naar christelijke kerken, een praktijk die veel minder gebruikelijk is in China. 4. Begrijp de grote verschillen in geografie en demografie. China is iets kleiner dan de Verenigde Staten, terwijl Japan iets kleiner is dan de staat Californië. Het verschil in landoppervlakte betekent dat Japan veel meer verstedelijkt is dan China. Chinese mensen werken voornamelijk in de landbouw en industriële productie, terwijl de meeste Japanse mensen werken in de dienstverlening. Vanwege de grootte van China is het moeilijk om te spreken over een algemene Chinese cultuur. Verschillende regio's in China hebben hun eigen gewoontes, tradities en overtuigingen. China is diverser, terwijl Japan meer gehomogeniseerd is. Als eiland is Japan in de loop van de geschiedenis relatief geïsoleerd gebleven van invloeden van buitenaf. Dit maakt de Japanse cultuur uniek in vergelijking met vele andere. Chinese handelaren zijn daarentegen al lang blootgesteld aan vele verschillende culturen en nationaliteiten en hebben verschillende stijlen, geloofsovertuigingen en gewoonten geassimileerd. 5. Onderscheid Chinees eten van Japans eten. De Japanners eten vaak veel vers en rauw voedsel, met name zeevruchten, terwijl de Chinezen vaker dingen bakken. Terwijl rijst en noedels prominent zijn in zowel Chinese als Japanse diëten, worden ze heel anders bereid en hebben ze verschillende smaakprofielen. Rijst in China wordt meestal gebakken en gemengd met groenten, eieren en saus. Japanse rijst is vaker kleverige rijst. Terwijl rijst als basis kan dienen voor een Chinese maaltijd, wordt het in Japan vaker als bijgerecht gegeten. Japanse verse groenten worden meestal gestoomd en apart geserveerd, terwijl Chinese groenten meestal samen met het vlees worden gebakken en gemengd. 6. Let op een buiging om een groet te begeleiden. Zowel Chinese als Japanse mensen hebben de neiging om te buigen wanneer ze mensen voor het eerst begroeten. Japanners zijn hierin echter veel strikter, met hele protocollen op basis van de leeftijd en het verschil in leeftijd van de persoon die je begroet. In China wordt een buiging meestal vervangen door een westerse handdruk, tenzij je een oudere begroet. Chinezen kunnen met hun hoofd knikken om respect te tonen terwijl ze elkaar de hand schudden. In Japan daarentegen zou een korte knik van het hoofd als onbeleefd worden beschouwd, tenzij je een goede vriend(in) begroet van ongeveer dezelfde leeftijd of jonger. 7. Luister naar het volume van de stemmen van de mensen als ze spreken. De Japanners zijn gewoonlijk stil in het openbaar. In het openbaar vervoer zullen de Japanners vaak de rinkelaars op hun telefoon uitzetten en de neiging hebben om geen gesprekken te voeren. Wanneer mensen spreken in het openbaar, is het op gedempte toon. De Chinezen hebben daarentegen geen cultureel verbod om in openbare gelegenheden luidruchtig te spreken of te telefoneren. Dus als je een groep Aziatische mensen ziet lachen en luid praten, dan zijn ze eerder Chinees dan Japans. 8. Besteed aandacht aan gebaren en non-verbale communicatie. Zowel de Chinese als de Japanse cultuur is sterk afhankelijk van non-verbale communicatie. Met name Japan legt meer nadruk op strikte sociale hiërarchieën. Je kunt onderscheid maken tussen Japanse en Chinese culturen door te kijken naar hoe dicht mensen bij elkaar staan als ze met elkaar praten en hoe respectvol en onderdanig hun lichaamstaal is. Bijvoorbeeld: In China wordt stilte vaak gezien als een overeenkomst om iets te doen. Als de persoon het er niet mee eens is, zal hij of zij eerder om het negatieve heen praten en de overeenkomsten benadrukken, voordat hij of zij je vertelt wat hij of zij liever doet. Omdat de Chinese taal tonaal is, kunnen Chinese mensen niet vertrouwen op hun stemgeluid om hun betekenis over te brengen. Dit maakt gebaren en lichaamstaal veel belangrijker dan ze elders zouden zijn. Voor de Japanners is non-verbale communicatie meer een teken van respect en beleefdheid. De diepte van je boog en de afstand die je tot iemand hebt als je praat, geven allemaal hun verhouding ten opzichte van jou aan. 9. Kijk naar Japanse karakters in een stuk tekst. Terwijl zowel de Chinese als de Japanse schrijftalen Chinese karakters gebruiken (bekend als hànzì in het Chinees en kanji in het Japans), gebruikt het Japans ook een fonetisch schrift dat hiragana heet. Als je hiragana-figuren ziet in een stuk tekst, dan kijk je naar iets Japans. Hiragana-karakters zijn gebogen en licht, en sommige van hen zijn eigenlijk wel schattig. Ze zijn meestal vrij gemakkelijk te onderscheiden, afgezien van de hoekige, complexe kanji. Een karakter, in het bijzonder, om naar te zoeken is の. het komt relatief vaak voor en lijkt op niets in het Chinese schrift. als je dit teken ziet, kun je er zeker van zijn dat je naar iets Japans kijkt. De Japanners hebben een meer hoekig schrift, katakana, dat gebruikt wordt voor leenwoorden die getranslitereerd worden vanuit een andere taal, zoals het Engels. 10. Let op veranderingen in toonhoogte wanneer een persoon spreekt. Alle Chinese talen zijn tonale talen, wat betekent dat de stijging of daling van de toon van de stem van een persoon verandert per woord. Gesproken Chinees heeft voor Westerse oren vaak iets zangerigs. In tegenstelling hiermee is Japans een relatief monotone taal. Japanse sprekers kunnen de toon van hun stem moduleren om emotie of intentie uit te drukken, zoals je dat in het Engels zou doen als je aan het einde van een zin je toon zou verheffen om een vraag aan te geven. 11. Let op klinkers. De Japanse taal heeft slechts vijf klinkers (minder dan het Engels) en ongeveer 100 verschillende lettergrepen die op beperkte wijze kunnen worden gerangschikt. Als je weinig klinkergeluiden of variaties tussen woorden hoort, luister je waarschijnlijk naar een Japanse persoon. Het Chinees, aan de andere kant, kent meerdere klinkers, afhankelijk van de positie van een klinker in een woord en de toon waarin hij wordt gezegd. Als je veel variatie in klinkergeluiden hoort, luister je waarschijnlijk naar iemand die Chinees spreekt. 12. Let op het einde van een woord. Chinese woorden kunnen in elke letter eindigen, en veel Chinese woorden eindigen in medeklinkers. Een Japans woord kan daarentegen alleen eindigen op een klinker of de letter 'n'. Als je naar iemand luistert die met een relatief monotone stem spreekt en alle woorden eindigen op een klinker, dan kun je er vrij zeker van zijn dat ze Japans spreken. 13. Bepaal iemands nationaliteit op basis van diens naam. Er zijn veel meer Japanse achternamen dan er Chinese achternamen zijn. Een Japanse achternaam kan twee of drie lettergrepen lang zijn en eindigt bijna altijd op een klinker. Een Chinese achternaam is daarentegen meestal slechts een lettergreep lang en eindigt in een medeklinker. Bedenk dat als iemand in een westers land is geboren, hij of zij in dat land een gewone voornaam kan hebben, in plaats van een traditionele Japanse of Chinese naam. Je kunt nog steeds in staat zijn om zijn of haar nationaliteit te bepalen door te kijken naar de achternaam van de persoon.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Het-verschil-tussen-de-Japanse-en-Chinese-cultuur-begrijpen", "language": "nl"}
Opmeten hoe groot een bed is	Bedden komen in vele maten. Het ene eenpersoonsbed is het andere niet, en hetzelfde geldt voor tweepersoonsbedden. Als je een matras bij een bed koopt, of je wilt weten of een bed in je slaapkamer past, dan is het verstandig het bed op te meten om zeker te weten dat het past. Als je een bed koopt, is het handig om een bed te kiezen dat minimaal 10 centimeter langer is dan de langste persoon die in het bed gaat slapen. Hieronder leggen we uit welke bedmaten er allemaal zijn, en hoe je het makkelijkst een bed kunt opmeten. 1. Haal het beddengoed van het bed. Je wilt het bed meten van rand tot rand, zonder dat er beddengoed tussen zit. 2. Pak een rolmaat. Het makkelijkst meet je met een rolmaat, omdat dat beter op zijn plaats blijft dan een meetlint. Wil de rolmaat toch niet op zijn plek blijven, of gebruik je een meetlint, vraag dan iemand anders om te helpen de rolmaat of het meetlint op zijn plaats te houden. 3. Hou pen en papier bij de hand om de maten op te schrijven. Je wilt de afmetingen later gebruik, voor een matras of voor je slaapkamer. Schrijf de afmetingen dus ergens op, voordat je ze vergeet. 4. Plaats het begin van de rolmaat aan de linkerzijde van het bed. Rol de rolmaat uit tot je de rechterzijde van het bed bereikt. Dit is de breedte van je bed. Schrijf deze op. 5. Plaats het begin van de rolmaat aan het hoofdeind van je bed. Rol de rolmaat uit tot je de het voeteneind van het bed bereikt. Dit is de lengte van je bed. Schrijf deze op. Let erop dat je recht meet en niet schuin, want dan krijg je de verkeerde maat. 6. Als jouw bed maximaal 90 centimeter breed is, is het een eenpersoonsbed. Een eenpersoonsbed is een bed voor één persoon. Dat klinkt logisch, maar het ene eenpersoonsbed is het andere niet. De meeste eenpersoonsbedden zijn 80 of 90 centimeter breed. Standaardlengtes zijn 190 centimeter en 200 centimeter. In de Verenigde Staten wordt een eenpersoonsbed ‘twin’ genoemd. Een bed kan ook kleiner zijn, maar dan is het vaak een kinderbed. Als je een matras koopt voor je bed, let dan ook op de hoogte. Zorg dat het matras hoger is dan de afstand van de lattenbodem tot de bovenrand van de zijkant van het bed. 7. Tussen een eenpersoonsbed en een tweepersoonsbed zit een twijfelaar. Het woord zegt het al; een ‘twijfelaar’ is breder dan een eenpersoonsbed maar smaller dan een tweepersoonsbed. Een twijfelaar is meestal 120 centimeter breed, en vaak 190 of 200 centimeter lang. In Groot-Brittannië wordt een twijfelaar een ‘double’ genoemd. Ook in de Verenigde Staten wordt de term ‘double’ soms gebruikt voor een twijfelaar, maar daar betekent ‘double’ vaak een klein tweepersoonsbed (net een maatje breder dan een twijfelaar). 8. Als jouw bed minimaal 140 centimeter breed is, is het een tweepersoonsbed. Net als bij eenpersoonsbedden en twijfelaars, is de lengte meestal 190 of 200 centimeter. Bij de betere beddenzaken kun je ook langere bedden kopen, bijvoorbeeld van 210 centimeter. Een standaard tweepersoonsbed heet in de Verenigde Staten een ‘queen’ en in Groot-Brittannië een ‘king’ (150 centimeter breed en 200 centimeter lang). In winkels kom je de term ‘lits-jumeaux’ tegen. Oorspronkelijk werd daarmee twee eenpersoonsbedden bedoeld die tegen elkaar gezet werden. De totale afmetingen werden daardoor 160 of 180 centimeter breed en 190 centimeter lang (vrijwel nooit 200 centimeter). De term ‘lits-jumeaux’ wordt nu vooral nog gebruikt voor beddengoed, bijvoorbeeld dekbedovertrekken. Dat zijn dan extra grote dekbedovertrekken, meestal van 240 of 260 centimeter breed en 200 of 220 centimeter lang. 9. Als je een groot tweepersoonsbed hebt, wordt dat ook wel een ‘king’ genoemd. Je ziet de term ‘king’ bijvoorbeeld bij hotelkamers. Het tweepersoonsbed is dan extra groot. In de Verenigde Staten is een ‘king’ 193 centimeter (76 inch) breed en 203 centimeter (80 inch) lang. In Groot-Brittannië is een ‘king’ veel kleiner: 150 centimeter breed en 200 centimeter lang. 10. In het buitenland zijn vaak nog grotere bedden verkrijgbaar. Vooral in de Verenigde Staten heb je keuze uit veel verschillende ‘king’-varianten. Zo is een ‘California king’ 183 centimeter (72 inch) breed en 213 centimeter (84 inch) lang, en een ‘grand king’ 203 centimeter (80 inch) breed en 249 centimeter (98 inch) lang. In Groot-Brittannië wordt de term ‘super king’ gebruikt; die is 183 centimeter (72 inch) breed en 198 centimeter (78 inch) lang.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Opmeten-hoe-groot-een-bed-is", "language": "nl"}
Een glittereffect toevoegen in Photoshop	Laat alles glitteren! Leer hoe je een glittereffect kunt toevoegen aan tekst of vormen met behulp van Photoshop, door het volgen van deze stapsgewijze handleiding. 1. Maak een nieuw document. Pas de instellingen van je document zo aan dat het een breedte en hoogte heeft van 1500 x 1500 pixels, en een resolutie van 300 dpi. Kies een grijze kleur uit je kleurstalen en voeg een nieuwe laag toe aan het Lagen-venster. 2. Vul de nieuwe laag met de grijze kleur die je hebt gekozen. Voor het vullen van de laag klik je eerst op 'X' op je toetsenbord, om de grijze kleur van de voorgrond naar de achtergrond te brengen. Voor het vullen van de laag gebruik je de sneltoets Ctrl+Backspace. Je kunt de naam van de laag wijzigen of laten zoals het is. 3. Filter de laag voor een glittereffect. Breng de grijze kleur van de achtergrond naar de voorgrond door nogmaals te klikken op de letter 'X' . Ga naar Filter > Structuur > Korrel voor het eerste filter. Stel de intensiteit van het filter in op 60, het contrast op 50 en het type Sprenkel. 4. Pas het tweede filter toe door naar Filter > Pixel > Kristal te gaan. Zet de instellingen van het filter op 3-5 procent, afhankelijk van hoe fijn het glittereffect moet worden. 5. Na toepassing van de filters, kopieer je de laag en wijzig je de modus van de laag in Vermenigvuldigen. Draai de gekopieerde laag 180 graden met behulp van de sneltoets Ctrl + T. 6. Pas de vorige stap opnieuw toe. Je hebt nu drie lagen: de originele laag en twee gekopieerde lagen in de modus Vermenigvuldigen. 7. Voeg de drie lagen samen door ze te selecteren en op Ctrl+E te drukken. 8. Je kunt nu je nieuwe glittereffect toevoegen aan je bibliotheek met patronen. Om het glittereffect toe te voegen ga je naar Bewerken > Patroon definiëren, en geef je vervolgens patroon een naam als 'Glitter', of iets dergelijks. 9. Na het toevoegen van het glittereffect aan je bibliotheek met patronen, kun je de tekst typen. Open het tekstgereedschap en kies een lettertype. 10. Om het effect toe te passen, klik je met de rechtermuisknop op je tekstlaag in het deelvenster Lagen. Klik op Opties voor overvloeien en er verschijnt een dialoogvenster. Klik op het dialoogvenster en de patroonbedekking, en Selecteer het glittereffect dat je hebt gemaakt. 11. Om het effect toe te voegen, kies je een kleur naar wens. Wijzig de kleurbedekking naar Kleur doordrukken, en je bent klaar. 12. Klaar.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-glittereffect-toevoegen-in-Photoshop", "language": "nl"}
Je gevoelens voor een collega verbergen	Je voelt je hart een beetje sneller kloppen als een bepaalde collega je kant op loopt. Je lacht meer en harder om hun grappen en vindt hem of haar onweerstaanbaar fascinerend. Verliefd zijn op een collega kan zeer lastig zijn, vooral als je bedrijf relaties op de werkplek verbiedt of ontmoedigt, of wanneer jij (of jullie beide) al een relatie hebben, of je je eigen persoonlijke regels hebt inzake romantiek op het werk. Misschien wil je gewoon niet dat iemand het weet, misschien zelfs niet degene waar je verliefd op bent. Ongeacht de reden waarom je dit verborgen wilt houden, zijn er manieren waarop je je amoureuze gevoelens ten opzichte van je collega kunt verbergen, terwijl je probeert te accepteren dat deze onbeantwoorde liefde wellicht nooit kan (of zou moeten) worden gerealiseerd. 1. Behandel de collega zoals elke andere collega. De gemakkelijkste manier om je gevoelens te verbergen is door gewoon met de ander om te gaan. In theorie is dit eenvoudig, maar in de praktijk kan het een uitdaging zijn. Als het moeilijk voor je is om de dingen 'gewoon' te houden, beperk dan je contact met die collega zoveel als redelijkerwijs mogelijk is. Ga bijvoorbeeld niet met die collega uit eten, tenzij er ook een grote groep mee uitgaat. Als je met een groep gaat, doe dan je best om ook gericht te zijn op de andere mensen in de groep, en niet alleen op de collega waarin je geïnteresseerd bent. Denk na over hoe je om zou gaan met andere collega's, en imiteer dat gedrag met je verliefdheid. 2. Flirt niet met de collega. Dit kan moeilijk zijn, vooral als diegene de neiging heeft om te beginnen met flirten. Het beantwoorden (of initiëren) van dit gedrag zal een van de meest voor de hand liggende signalen zijn dat je geïnteresseerd bent in die persoon. Als je flirt, zal je je liefde voor de ander niet lang kunnen verbergen. Zou je flirten met een collega waarin je niet geïnteresseerd bent? Waarschijnlijk niet. Lach bijvoorbeeld niet om elke grappige opmerking van hem of haar. Je hoeft niet onbeleefd te zijn, maar een kleine glimlach om een grap, en een verandering van onderwerp zal die collega laten zien dat je niet geïnteresseerd bent. 3. Raak hem of haar niet aan. Natuurlijk moet je vermijden om je collega op een ongepaste manier aan te raken, maar je moet ook alle fysiek contact vermijden (met uitzondering van een professionele handdruk, indien nodig). Leg je hand niet op de arm van de man of vrouw als die iets plagerigs zegt, verras de collega niet door je handen op zijn of haar schouders te leggen, en omhels de collega niet. Iets dergelijks is namelijk niet alleen een duidelijk signaal van je interesse, maar wordt in veel werkomgevingen ook als onprofessioneel beschouwd. 4. Laat je niet in met vriendjespolitiek. Als je liefdesinteresse en andere collega's over een kwestie debatteren, kies dan niet steeds de kant van hem of haar. Als het een belangrijke zakelijke beslissing is, en de collega op wie je verliefd bent heeft echt het beste idee, dan moet je er zeker op wijzen waarom hun standpunt het meeste zin heeft. Probeer echter bij kleinere, meer alledaagse beslissingen te voorkomen dat je niet steeds de kant van hem of haar kiest. Wanneer je andere perspectieven overweegt, probeer dan het idee te scheiden van de persoon die het idee aanbiedt. Dit zal je helpen om iedereen eerlijk en normaal te behandelen. Als je een machtspositie hebt, geef dan niet al de beste taken aan je liefdesinteresse. Andere ondergeschikten zullen dit snel opmerken en je geheim zal niet veilig zijn. Probeer zo eerlijk mogelijk te blijven. 5. Neem een dag of twee vrij van je werk. Als je het gevoel hebt dat je moeite hebt om het professioneel te houden, overweeg dan om een of twee dagen vrij te nemen (door je ziek te melden of door gebruik te maken van vakantiedagen). Soms kan een beetje ruimte echt helpen om alles op een rijtje te krijgen en je weer te concentreren op wat belangrijk is. Gebruik deze tijd weg van je werk, om jezelf eraan te herinneren waarom je de verliefdheid voor jezelf wilt houden. Misschien is het je droombaan en wil je die niet in gevaar brengen, of misschien heb je al een vaste relatie. Wat de reden ook is, probeer jezelf ervan te overtuigen dat dit niet iemand is die het de moeite waard is om je leven gecompliceerder voor te maken. Idealiter zal je, wanneer je weer aan het werk gaat, met hernieuwde aandacht bezig gaan met je werk en niet met die ene collega. 6. Overweeg te vragen om aan iets anders te werken. In sommige gevallen kan je heel direct moeten samen werken met de persoon op wie je verliefd bent. Hopelijk zal het nemen van stappen om professioneel te blijven helpen om je gevoelens te verbergen, maar als je het gevoel hebt dat je niet meer prettig kunt samen werken met deze persoon, denk er dan over na om je baas te vragen aan iets anders te werken. Misschien kun je bijvoorbeeld aan een ander project werken, of in een andere afdeling van het kantoor. Vertel je baas niet de echte reden waarom je van taak wilt veranderen. Geef in plaats daarvan een plausibel excuus. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat je, hoewel je geniet van het werk dat je doet, meer uitdaging wilt, en daarom vraagt of je kunt werken aan een idee dat je hebt voor het verbeteren van de bedrijfsstrategie. 7. Praat niet over dingen die niet met je werk te maken hebben. Als je niet in staat bent om afstand te nemen van de collega (bijvoorbeeld als het je baas is of als je dagelijks met hem of haar omgaat, of heel nauw samenwerkt) doe dan je best om alleen over dingen te praten die niet met het werk te maken hebben, of het in ieder geval zo oppervlakkig mogelijk te houden. Hoe meer je praat over persoonlijke dingen, hoe meer je je verbonden voelt met de andere persoon. Als de collega vraagt wat je dit weekend hebt gedaan, dan kun je reageren met iets als: 'Oh, niets bijzonders. Ik heb gewoon een paar dingen geregeld.' Geef er geen vervolg aan door zelf te vragen wat de ander heeft gedaan. Houd je antwoord kort en ga er verder niet op door, om een meer persoonlijk gesprek te ontmoedigen. Als je wel moet praten om een ongemakkelijke stilte te vermijden, breng dan algemene dingen ter sprake zoals het weer, of een belangrijke deadline die eraan komt. Negeer toenaderingen van je collega. Natuurlijk zal het lastig worden als de collega op wie je verliefd bent avances begint te maken. Als je merkt dat de collega met je flirt, neem dan afstand of probeer het contact te verbreken of te verminderen. In de huidige, technologisch gedreven bedrijfswerkplek kun je, indien mogelijk, veel zaken afhandelen via e-mail of het intranet van het bedrijf. 8. Ga na het werk niet uit met je collega's. In sommige bedrijven is het heel gewoon om na het werk even voor een borrel te gaan, of uit eten te gaan. Als de collega waarin je geïnteresseerd bent gaat, ga zelf dan niet. Verzin een excuus over dat je al met een vriend(in) uit eten gaat of dat je wat boodschappen moet doen voordat je naar huis gaat. Door weg te blijven van gebeurtenissen buiten het werk om waar de ander aanwezig zou kunnen zijn, kun je helpen voorkomen dat je gaat fantaseren over een mogelijke relatie buiten het kantoor om. Als je een evenement moet bijwonen waar je collega aanwezig zal zijn, neem dan onopvallend zoveel mogelijk afstand van die persoon. Als er alcohol aanwezig is, drink dat dan niet! Als je alcohol drinkt, zal je je minder geremd voelen, wat erin kan resulteren dat je minder standvastig bent. 9. Probeer interpersoonlijke communicatie te vermijden. Dit is misschien niet in elk soort werk mogelijk, maar als je dit kunt doen zonder dat het verdacht overkomt, kies dan voor e-mail of andere communicatiemethoden die je bedrijf kan bieden. Dit geeft je de tijd om je gevoelens te verwerken totdat je je normaal kunt gedragen tegenover je collega. Als hij of zij op een andere afdeling werkt, minimaliseer jullie contact dan. Als je het geluk hebt om van veraf lief te kunnen hebben, dan hoeft het je werk niet direct in de weg staan. Minimaliseer het contact in de kantine of na het werk. Wring je niet in bochten om je collega te ontwijken, maar blijf welwillend op een veilige afstand. Als je duidelijk probeert om deze collega te vermijden, kan het zijn dat je uiteindelijk meer aandacht trekt en dat mensen zich gaan afvragen waarom je er alles aan doet om die persoon te vermijden. 10. Accepteer het op geen enkele wijze. Zelfs als je bedrijf geen beleid heeft tegen het relaties op de werkvloer kan het je helpen (als je hebt besloten om je gevoelens voor je collega niet kenbaar te maken) om er een regel van te maken voor jezelf. Niet alleen zal dit je helpen trouw te blijven aan je verlangen om je gevoelens voor jezelf te houden, het zal je ook helpen in de toekomst, mocht je romantische gevoelens gaan koesteren voor een andere collega. Als een collega laat weten verliefd op je te zijn, dan kun je diegene eenvoudigweg en vriendelijk afwijzen, door simpelweg uit te leggen dat je niet uitgaat met collega's omdat het een regel is die je voor jezelf hebt ingesteld. Beschouw je collega als volledig verboden terrein. Neem er genoegen mee dat deze relatie gewoonweg niet zal gebeuren. Hoe eerder je het gelooft, hoe gemakkelijker het zal zijn om te verhullen wat je echte gevoelens zijn. 11. Vraag je af of je echt liefde voelt of alleen maar verliefd bent. Probeer erachter te komen of het ware liefde is die je voelt of dat je gewoonweg verliefd bent. Hoewel beide gevallen sterke gevoelens oproepen, kun je misschien iets sneller over je verliefdheid 'heen komen' dan over ware liefde. Intensieve aantrekkingskracht kan vaak worden veroorzaakt door de druk of opwinding van de werkplek en zien hoe een collega goed presteert in deze situaties. Als onder de indruk zijn overgaat in meer intieme gevoelens, dan moet je uitzoeken of dit is iets blijvends is of alleen maar een vluchtig, maar aanhoudend gevoel van ontzag. Hoe goed ken je deze persoon? In sommige gevallen kan het zijn dat je iemand op afstand aanbidt, terwijl in andere gevallen je liefde in de loop van de tijd gestaag gegroeid kan zijn, omdat je nauw samenwerkt en de gelegenheid hebt gehad om persoonlijke waarden en gedeelde belangen te bespreken. Ken je deze persoon echt? Ben je gaan houden van zijn of haar ware innerlijke kwaliteiten of ben je verliefd op zijn of haar werkpersoonlijkheid? Zijn jullie geboeid door hun schijnbare aantrekkingskracht op het werk? Macht of leiderschap zijn verleidelijk in een werkomgeving en kunnen leiden tot verliefdheid. 12. Denk na over de implicaties van een kantoorromance. Uitgaan met een collega kan erg rommelig zijn. Tenzij een van jullie het bedrijf verlaat, zijn er veel risico's aan verbonden. Andere collega's zouden kunnen denken dat je misbruik maakt van je macht (als je uitgaat met een ondergeschikte) of een wit voetje probeert te halen (als je uitgaat met de baas). Bovendien kunnen collega's je als onbetrouwbaar gaan beschouwen als je uitgaat met de baas, omdat ze zich zorgen maken dat je alles wat ze doen en zeggen zou kunnen melden. In veel bedrijven zijn kantoorromances ten strengste verboden. Het overtreden van deze regel kan reden zijn voor ontslag. 13. Onthoud dat romantische gevoelens op het werk niet ongebruikelijk zijn. De aard van het samenwerken doet vaak romantische gevoelens ontluiken. Je brengt het grootste deel van de dag door met je collega's, je lost problemen op en gaat samen uitdagingen aan. Het is geen verrassing dat je op het werk romantische gevoelens ervaart. Het is belangrijk om dit te onthouden, want als je gevoelens voor iemand hebt, vooral in het begin, kunnen die heel intens zijn. Soms kan het moeilijk zijn om je gevoelens te verbergen, maar door jezelf eraan te herinneren dat veel mensen op een bepaald moment gevoelens voor een collega ervaren, kan je helpen om je te realiseren dat het een gevolg is van de omstandigheden en niet van echte liefde. 14. Geef een overzicht van alle redenen om een kantoorromance te vermijden. Misschien kan het op papier zien van de redenen of het zorgvuldig overdenken ervan helpen om je liefde of genegenheid te onderdrukken voor je collega, en om eraan te werken niet meer aan die persoon te denken. Er zijn vele redenen om niet iets te hebben met iemand op het werk. Als relaties op de werkvloer verboden zijn, denk dan eens aan alle tijd en energie die het je zou gaan kosten om je relatie voor anderen verborgen te houden. Als je uitgaat naar plaatsen met vrienden van de werkvloer of hen daar uitnodigt, moet je jongleren met een zeer ingewikkeld sociaal schema om ze gescheiden te houden. Hoewel het mogelijk is, is het vermoeiend en uiteindelijk zal het amusante ervan en de opwinding vervagen, totdat je het bijna wel moet vertellen. Denk aan de negatieve eigenschappen van je collega. Oké, die ene collega is zeer aantrekkelijk, maar heeft waarschijnlijk ook wel enkele negatieve kwaliteiten. Als je je op iets negatiefs concentreert, kan dit je aantrekkingskracht of interesse verminderen. Misschien is het zijn of haar vervelende lach, altijd gelijk willen hebben of de neiging een workaholic te zijn. Wat het ook is, laat het groot in je gedachten opdoemen als een reden om niet intiem betrokken te raken bij die persoon. Kun je al je werk gedaan krijgen of gericht blijven op projecten als je wegdroomt over een collega in de kamer verderop in de gang? Voor sommige mensen kan het moeilijk zijn om romantiek te verbergen. Denk na over het feit dat een geliefde op je werk je carrière kan doen ontsporen. Omdat jullie samenwerken en de hele dag samen doorbrengen, hebben jullie niet veel anders om over te praten. Het enige waar jullie het over kunnen hebben is hetzelfde werk dat jullie de hele dag samen doen; en als jullie dezelfde ergernissen hebben, is er het risico dat elkaars mening over anderen op de werkplek op een niet productieve manier negatiever wordt. Denk na over wat er zou gebeuren als je het zou uitmaken. Voor de meesten maakt het werken met een ex het werkleven lastiger en het risico bestaat dat beide partijen de inspanningen van de ander gaat saboteren. Als je het professioneel kunt houden ondanks een breuk, dan is het beheersbaar, maar kun je zeker zijn van je vermogen om alle emoties er buiten te houden, na een intieme relatie? 15. Vermijd ongezonde verwerking van je gevoelens. Soms, wanneer we gevoelens ervaren die we niet goed kunnen verwerken, kan het verleidelijk zijn om toe te geven aan een gewoonte die we troostend vinden. Voor sommige mensen, zijn dit eetbuien met chips of ijs. Anderen geven zich over aan alcohol, roken of drugs als manier om deze gevoelens te vermijden. Wat je ongezonde copingmechanisme ook is, probeer het te herkennen wanneer je de drang voelt om dergelijke dingen te gaan doen, en zoek vervolgens naar een andere, gezondere manier om met je emoties om te gaan. Als je sterke emoties ervaart die te maken hebben met het verbergen van je gevoelens, probeer dan te praten met een vertrouwde vriend (bij voorkeur iemand die niet ook een collega is) of een familielid over je gevoelens. Als je dat liever niet doet, dan kun je ook in een dagboek schrijven over wat je voelt. Het is hoe dan ook belangrijk dat dergelijke gevoelens een uitlaatklep hebben. 16. Begin met een hobby. Misschien heb je al een hobby die je leuk vindt. Zo ja, hernieuw dan je interesse in die hobby. Als je geen hobby hebt die je leuk vindt, denk dan eens na over iets wat je altijd al hebt willen proberen, en ga het doen. Dit zal je niet alleen afleiden van je romantische gevoelens, het zal je ook een krachtiger gevoel geven en je helpen om met de situatie om te gaan. Als je bijvoorbeeld altijd al geïnteresseerd bent geweest in rotsklimmen, maar het nooit hebt geprobeerd, zoek dan een klimzaal in je omgeving. Meld je aan voor een beginnerscursus. Niet alleen word je fit en heb je een nieuwe hobby, je ontmoet ook nieuwe mensen. 17. Blijf sociaal actief. Voor velen van ons is het grootste deel van onze dag besteed aan werken. Afhankelijk van je organisatiecultuur kunnen veel van je vrienden ook je collega's zijn. Hoewel dit prima is als je niet worstelt om romantische gevoelens voor je collega te verbergen, geven vrienden die geen collega's zijn, je een veilige plek om naartoe te gaan als je niet op je werk bent. Vrienden buiten het werk om geven je een plek om je gevoelens te uiten (als je dat wilt) en verbreden ook je perspectief. Je zult beseffen dat er buiten het werk leven en andere mensen zijn, wat je kan helpen om over ongewenste romantische gevoelens heen te komen. 18. Koester je relaties. Het is niet onmogelijk dat je al een vaste relatie hebt. Zo ja, neem dan de tijd om na te denken over die relatie, en de redenen waarom die er is. Als je geen romantische relatie hebt, richt je dan op het verbeteren van andere relaties die je hebt (bijvoorbeeld met vrienden of met familie). Wanneer we ons aangetrokken voelen tot iemand, is het niet ongewoon om relaties die we al hebben te verwaarlozen; probeer dus je energie te heroriënteren op de mensen waar je om geeft en die om jou geven. Als je iemand wilt daten, denk dan aan mensen buiten de werkplek waarin je geïnteresseerd bent. Als er niemand is, overweeg dan online dating. Als dat niet jouw ding is, woon dan eens een aantal sociale evenementen bij. Je kunt ook nieuwe mensen ontmoeten door middel van hobby's, sport, de kerk en vrijwilligersactiviteiten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-gevoelens-voor-een-collega-verbergen", "language": "nl"}
Huisplanten verzorgen	Kamerplanten zijn standaard in veel huizen, maar ze vergen veel liefde en zorg om te groeien. Helaas wordt niet iedereen met een groene duim geboren. Je kunt echter stappen ondernemen om een betere verzorger te worden, te beginnen met het kiezen van de juiste planten voor je huis. Als je je plant eenmaal thuis hebt gebracht, moet je hem laten acclimatiseren om te voorkomen dat hij in shock raakt. Het is van essentieel belang om je plant de juiste zorg te geven en als je weet wat je plant prettig vindt op het gebied van licht, water en aarde, kan hij nog vele jaren bloeien. 1. Ga naar een gerenommeerde plantenleverancier. Een kwekerij of een speciale tuinwinkel geeft je kwaliteitsplanten en je kunt kennis van de experts opdoen. Je kunt planten kopen bij een bouwwinkel of supermarkt, maar meestal kopen ze hun plantenproducten niet rechtstreeks in. Met andere woorden, ze kunnen niet instaan voor de kwaliteit van hun planten. Vaak bieden ze geen restituties voor planten, dus het is een risico. Let bij het evalueren van een kwekerij op een relatief schone omgeving. Als alle planten lager geprijsd zijn dan gemiddeld, kan dat betekenen dat ze meer om de kosten geven dan om het leveren van goede planten. Je kunt planten ook online of via postorder kopen. 2. Koop een duurzame plant die niet gemakkelijk sterft. Als je nieuw bent in het kweken van planten, begin dan met iets dat gemakkelijk te kweken is. Als je een woestijncactus nodig hebt voor een starterplant, is dat prima. Zorg er gewoon voor dat je een gemakkelijke plant hebt waarvan je weet dat je die kunt verzorgen. Sommige gemakkelijk te verzorgen kamerplanten zijn onder andere coleus, zoete vlag (Acorus calamus), Aspidistras (gietijzeren planten), bromelia-planten, vredelelies, amaryllis, Afrikaanse geraniums, bamboe, Philodendron, spinplanten, vetplanten, cactus en knop varens. Het feit dat je overal een bepaalde soort ziet, wil nog niet zeggen dat het een gemakkelijke plant is om te kweken. Ze kunnen overal zijn omdat ze gemakkelijk in een kas te reproduceren zijn, maar dat betekent niet dat ze een gemakkelijke kamerplant zijn. Veel planten horen niet binnen. Planten zoals tulpen en hortensia's moeten buiten worden geplant nadat ze bloeien, terwijl andere planten sterven nadat ze bloeien, zoals papierwitte narcissen of Perzische viooltjes. Mini-rozen en Pasen-lelies gedijen gewoon niet goed binnenshuis. 3. Kies tussen een bloeiende en gebladerte kamerplant. Je kunt kiezen uit twee hoofdcategorieën die van toepassing zijn op alle kamerplanten. Deze categorieën zijn onderverdeeld op basis van visuele verschillen. De belangrijkste attractie van deze planten zijn de bloemen. In de natuur, bijna alle planten fruit en bloem. Vanwege het gebrek aan licht en wortelruimte in de meeste huizen, worden veel planten echter niet volwassen en zullen ze niet bloeien als kamerplant. Deze planten worden gekweekt vanwege hun aantrekkelijke bladeren. Ze kunnen soms bloemen produceren, maar ze zijn niet echt aantrekkelijk of de moeite waard. 4. Controleer de bladeren en bloemen op gezondheid. Een goede plant moet een aantrekkelijke vorm hebben en fris uitziende bladeren zonder vlekken of vlekken. Controleer of de stengels bladeren hebben die van boven naar beneden groeien zonder grote gaten. Zoek ook naar bloeiende planten met veel strakke toppen en weinig volle bloemen; de bloemen moeten helder en rijk van kleur zijn. Nieuwe groei is een goed teken, hoewel sommige planten langzaam groeien, wat betekent dat nieuwe groei misschien niet merkbaar is. Koop een plant met de gewenste grootte, in plaats van een grotere versie van een jonge plant te laten groeien. 5. Zoek voor gezondheid in de kluit. Geef de plant een lichte ruk om te zorgen dat de stengels verbonden zijn met de wortels en de plant veilig in zijn pot staat. Als de grond aan de rand van de pot trekt of doorweekt of uitgedroogd is, kies dan een andere plant. Overvolle wortels zijn geen groot probleem. 6. Pas op voor misleidende marketing. Soms zullen leveranciers misleidende trucs gebruiken om een plant aantrekkelijker te maken. Ze kunnen bijvoorbeeld een bloem op een cactus lijmen die niet van die plant is. Ze kunnen zelfs planten spuiten om ze een mooiere kleur te maken. Deze trucs zijn niet alleen bedrieglijk, maar ze kunnen ook schadelijk zijn voor de planten. Bekijk de plant zorgvuldig voordat je hem koopt. Planten die geënt, gevlochten of in nieuwe containers zitten, zijn echter prima. 7. Transporteer de plant snel naar zijn nieuwe thuis. Plantverkopers helpen de plant in te pakken om schade te voorkomen. Als de plantenverkoper het niet inpakt, zoek dan een manier om het te beschermen tegen de elementen, zoals wind, kou, hitte en autodampen. Je wilt de plant niet shockeren. Als de plant enorm is en je kunt hem niet vervoeren, laat hem dan bezorgen. Creëer een barrière tussen de plant en de omgeving. Houd bij het kopen van meerdere planten een gepartitioneerde container zoals een wijnkist bij de hand. Emmers en opslagcontainers zullen ook werken. Bedek de plant met plastic zakken of oude kranten en gebruik spiesjes in het vuil om de zak te ondersteunen. Als de tas de bladeren en bloemen raakt, kan deze ze beschadigen. Dek de container af of sluit de zak voordat je het gebied verlaat, zodat je een beetje van de binnenlucht bij je hebt. Laat de plant ook niet achter in een warme of koude auto/kofferbak, die de plant kan beschadigen. 8. Kies een goede plek in je huis. Kies een plek die niet in de volle zon staat (tenzij de plant een vetplant, cactus of een plant met bloemen is). Kies ook geen plek met extreme temperaturen. Een zonnige kamer is een goede keuze, maar zet de plant 1.2 to 1.5 m uit het raam zodat het indirect licht krijgt. Laat de plant op deze plek staan om hem te helpen zich aan te passen. Weersta de verleiding om de plant te verplaatsen of in een nieuwe pot te verplanten. Laat de grond bijna volledig uitdrogen voordat je hem de eerste keer water geeft. Na te zijn verplaatst tussen verschillende omgevingen verkeert de plant in een semi-shocktoestand en heeft tijd nodig om zich aan te passen aan nog een andere omgeving. Isoleer nieuwe planten van andere planten in het huis om de verspreiding van ziekten en plagen te voorkomen. Vermijd het plaatsen van een warmteminnende soort in de kas of in een warme kamer, ook al is hij dol op de situatie. Veel bloemisten en tuincentra houden planten bij lagere temperaturen en als je de plant in het begin te warm maakt, kan dit tot shock leiden. 9. Wacht tot de plant opfleurt. Blijf de plant observeren en help indien nodig. Veel planten zullen bloemen en bladeren verwelken of laten vallen, wat normaal is bij het verplaatsen van een plant. Als de plant echter te veel verdort of bruin wordt, heb je misschien een groter probleem. Blijf het niet sproeien met water of overtollige voedingsstoffen, waardoor de plant erger kan worden. Sommige planten, zoals de Benjamin ficus, laten al hun bladeren vallen en spruiten later nieuw krachtig na het wennen aan de omgeving. Sommige planten verliezen alles behalve hun jongere bladeren en de restjes worden veerkrachtiger in de nieuwe omgeving. Soms heb je misschien een plant gekocht die net klaar is om te slapen of zelfs te sterven. 10. Verplaats de plant naar zijn permanente locatie. Bekijk de plant om te zien hoe deze zich aanpast. Zodra het nieuwe groei vertoont en niet meer verwelkt is, kun je het naar zijn permanente locatie verplaatsen. Je kunt de plant ook naar behoefte in een nieuwe pot planten. Als de locatie van je plant al aan deze beschrijving voldoet, hoef je deze niet te verplaatsen. 11. Vermijd het bemesten van de plant. De plant is waarschijnlijk ooit bemest. De plant heeft al voldoende voedingsstoffen en meer toevoegen kan meer kwaad dan goed doen. Na ongeveer een jaar heeft de plant mogelijk bemesting nodig. Controleer wat die soort specifiek nodig heeft, omdat sommigen helemaal geen meststoffen nodig hebben. 12. Zorg voor het juiste licht. Met te weinig licht produceert een plant bladeren van slechte grootte en langbenige stengels. Bonte en kleurrijke bladeren van veel planten zullen verdwijnen en groen worden. Bloeiende planten bloeien niet bij weinig licht. Aan de andere kant van het spectrum kan te veel licht resulteren in een strak geboste plant met schroeiplekken en verschrompelde bladeren. Als je weet welke planten welk licht nodig hebben, kun je de juiste hoeveelheid voor je plant leveren. Veel licht is licht direct naast een zonnige vensterbank. Cactussen, vetplanten en veel kamerplanten zullen hier bloeien, maar anderen moeten het licht gefilterd hebben. Gemiddeld licht is licht dat ongeveer 1 tot 1.5 meter verwijderd is van een zonnig raam. Het produceert een duidelijke schaduw. De meeste kamerplanten bloeien zonder problemen op dit lichtniveau. Laag licht is het verst van een zonnig raam en produceert een wazige schaduw. Sommige kamerplanten kunnen dit licht verdragen en stoppen met groeien terwijl ze toch gezond blijven. 13. Gebruik kunstlicht als natuurlijk licht niet toereikend is. Je kunt speciale kweekbollen of plantenlampen kopen in grote kluswinkels of tuinwinkels. Deze lampen produceren een licht dat vergelijkbaar is met natuurlijk zonlicht. Doe het licht volgens een schema uit zodat planten 's nachts kunnen rusten. Je kunt ook gewone huishoudelijke daglichtbollen gebruiken, die hetzelfde zijn als kweekbollen die alleen goedkoper zijn. Deze produceren een blauwachtig wit licht. LED's genereren minder warmte en minder energie dan gloeilampen, fluorescentielampen of halogeenlampen. Met deze bollen raken de planten minder snel oververhit en bespaar je op energierekeningen. 14. Houd planten uit de buurt van tocht, temperatuurschommelingen en extremen. Geen enkele plant wordt graag blootgesteld aan een plotselinge verandering in temperatuur, wat kan gebeuren wanneer een koud front of onweer erdoorheen gaat. Hetzelfde geldt voor het zijn in de buurt van deuropeningen en ramen die zijn verbonden met buitenmuren. Veranderingen van 5 tot 10 graden zijn onschadelijk, maar grotere schommelingen kunnen de plant shockeren. De meeste kamerplanten kunnen bloeien bij temperaturen van 15 graden tot 24 graden Celcius. Als je planten worden blootgesteld aan temperatuurschokken, kunnen ze instorten en al hun bladeren en/of bloemen verliezen. Te veel koude kan leiden tot rot en bladkrul, terwijl te veel warmte kan leiden tot verschrompelde bloemen en vergeelde bladeren. 15. Geef cactussen en vetplanten warmte. Je hebt misschien plekken in je huis die 'warmtepoelen' zijn, die extreem warme temperaturen kunnen bereiken. Bijvoorbeeld extra zonnige gebieden en warmtebronnen zoals computers, tv's, kachels en airconditioners. De meeste planten verdragen dit soort hitte helemaal niet, maar cactussen en vetplanten kunnen hier bloeien. 16. Geef elk type plant water. Als je je plant te weinig water geeft, krijg je een geschroeide plant met knapperige bladeren. Te veel water kan leiden tot schimmel, schimmel en stinkende rot. Als je begrijpt wat elke plant nodig heeft, kun je hem de juiste hoeveelheid water geven. Veel woestijnplanten behoren tot deze groep. Ze houden niet van omgevingen met veel vocht, omdat ze schimmel, schimmels en rot veroorzaken op de plant. Geef hiermee alleen een lage luchtvochtigheid en water wanneer de grond bijna is uitgedroogd. Veel planten genieten van matige vochtigheid. Wacht tot de grond een beetje is opgedroogd (zoals een half of kwart van de grond) en geef grondig water. Houd een oogje in het zeil en zorg voor vocht indien nodig. Sommige kamerplanten zijn echte waterbaby's en houden van een hoge luchtvochtigheid en bodemvocht. Deze planten doen het beter in een terrarium, vitrine of indoor water display. Sommigen kunnen zelfs leven met hun wortels ondergedompeld in water. 17. Houd planten belicht, warm en vochtig in plaats van donker, koud en vochtig. Als je plant wordt blootgesteld aan een hoge luchtvochtigheid en lage temperatuur en licht, zal deze waarschijnlijk rotten en schimmel groeien. Dat betekent dat je je watergift moet verlagen als de temperatuur daalt. Engelse klimop, Engelse sleutelbloemen, begonia's en sommige varens houden niet van drukke, vochtige omstandigheden. Plaats deze planten niet in overvolle plantengroepen, anders krijgen ze rot en meeldauw. 18. Geef de planten water indien nodig. Voel de grond met je vinger. Geef planten met een hoog vochtgehalte onmiddellijk water als het oppervlak volledig droog is. Voor matig vochtig steek je je vinger in de grond tot een halve centimeter of zo. Als het droog is, geef het water. Giet water in de grond totdat het water door de afvoergaten loopt. Dit proces geeft het grondig water. Planten houden van deze techniek en het helpt de wortels onderaan om water te krijgen. Het verwijdert ook resterende zouten in de bodem. 19. Geef het het beste water. Gebruik voor de praktijk water op kamertemperatuur dat een nacht is uitgezet. Je kunt echter ook lauw kraanwater gebruiken als je een plant onmiddellijk water moet geven. Als je niet zeker bent van de chemicaliën in je water of als je plant gevoelig is voor chemicaliën, kun je gefilterd water of bronwater gebruiken. Kijk hoe je plant reageert. Sommige planten haten fluoride, kalk of zouten die aanwezig zijn in waterbronnen. 20. Probeer planten niet volgens een strikt schema water te geven. Zelfs exact dezelfde soort in exact dezelfde situatie in verschillende potten heeft op verschillende tijdstippen water nodig. Behandel elke plant als een individu. Ook hebben planten hoger op planken of in hangende potten meestal meer water nodig dan hun tegenhangers die lager zitten. Bij planten die een hoge luchtvochtigheid vereisen, is het het beste om de plant met rust te laten en te kijken naar tekenen van benodigde vochtigheid. De bladeren zullen aan de randen of uiteinden verschroeien en verschrompelen. 21. Vermijd het nevelen van planten. Veel soorten houden van luchtvochtigheid maar willen geen water op hun bladeren, zoals planten met donzige bladeren. Plaats de plant in plaats van verneveling in een vochtbak met kiezels en water, koop een luchtbevochtiger, plaats de planten in een groepsdisplay of plant in een serre-achtig terrarium om water te geven. Bromelia's en veel orchideeën houden er echter van om te worden beneveld. Bromelia's houden zelfs van water in hun kopjes en aan de bovenkant van de plant, en Tillandsia's of luchtplanten hebben waterabsorberende schubben op hun bladeren. Sommige planten krijgen lelijke cola/koffievlekken als ze beslaan. Leerachtige bladeren krijgen kurkachtige vlekken. Verschillende soorten ontwikkelen glazige, slappe bladeren. Hard water veroorzaakt ook harde witte krijtachtige aftekeningen op beslagen gebladerte. Koud water spatten op bladeren kan de bladeren doden door rot. Natte bladeren in de volle zon kunnen bladeren verbranden zoals een zonnestraal door een vergrootglas papier kan verbranden. 22. Geef wat gevoelige planten water via de bodem van de plant. Sommige planten zoals Afrikaanse viooltjes en cyclamens rotten als water hun kronen of bollen raakt, wat de plant doodt. Zet de pot in een kom met lauw water en til hem op wanneer het water stopt met borrelen en de potgrond glinstert aan het oppervlak. 23. Kies de pot voor de plant. Als het gaat om potten, heb je een breed scala aan opties. Je kunt een niet-poreuze of poreuze pot gebruiken, afhankelijk van je voorkeur. Je kunt een lelijkere planter ook verbergen in een mooiere pot. Niet-poreuze potten hebben het voordeel dat ze vocht in de grond vasthouden, zodat planten niet snel uitdrogen, wat goed is als je een vergeetachtige verzorger bent. Deze omvatten plastic, keramiek en geglazuurde klei. Poreuze potten absorberen water door grond waardoor de wortels kunnen drogen; dit type pot kan handig zijn als je te veel water geeft. Deze potten absorberen ook kunstmestzouten en de binnenranden hiervan kunnen worden geladen met zouten die wortels kunnen verbranden. 24. Kies een potgrond van goede kwaliteit. Potgrond van goede kwaliteit heeft deeltjes van verschillende grootte in plaats van alleen fijne deeltjes die op zwart zand lijken. Ook heeft een potmix van betere kwaliteit een luchtig, vochtig, kruimelig gevoel. Blijf uit de buurt van grond met toegevoegde meststoffen die plantenwortels kunnen verbranden en planten kunnen doden. De meeste planten zijn gevoelig voor zouten in de bodem. Potmix van slechte kwaliteit wordt vaak zeer compact waardoor het voor wortels moeilijk is om de grond binnen te dringen. Kijk ook uit voor onkruidzaden en insecten. Je kunt ook je eigen grond mengen met ingrediënten die je in een tuincentrum vindt, zoals veenmos, humus, perliet, puur tuinzand (geen bouwzand) en andere. Recepten voor de bodem zijn beschikbaar op het web en in tuinboeken. Veel planten hebben ook specifieke bodembehoeften en je kunt bodems vinden die specifiek zijn voor deze groepen. Veel tropische planten geven bijvoorbeeld de voorkeur aan zure Afrikaanse violetmix en rododendronvoedsel. Andere voorbeelden zijn cactussen en succulente mix, orchideemix en citrusvoedsel. 25. Verpot de plant indien nodig. Kies eerst een pot die 1/2 inch groter is dan de oude pot. Om de pot te verpoten haal je de plant uit de originele pot door de plant op zijn kant te draaien en de plant eruit te tillen. Gebruik indien nodig een schop of mes om de wortels van de binnenkant van de pot te scheiden. Mogelijk moet je de pot snijden of breken om de plant te bevrijden. Til de planten op bij de bladeren of houtachtige stelen, niet bij de zachte stelen of kroon, wat schade aan zachte stengels en wortels voorkomt. Bedek de bodem van de nieuwe pot met kiezelstenen voor voldoende afvoer. Als het een centraal afvoergat heeft, bedek dan de bodem met een stukje fijn scherm. Vul de bodem van de pot met je grond zodat de plantenkroon (waar de wortels de stengels ontmoeten) bijna tot de bovenkant van de pot is. Vul de omliggende gebieden met aarde. Schud de pot om de grond te laten bezinken, waardoor grote luchtzakken worden verwijderd die wortels kunnen doden. Geef je plant water en laat het een paar weken rusten. Bemest een paar weken niet. 26. Plant volgens de voorkeur van elke soort. Sommige planten (zoals Chinese Evergreens) willen graag diep worden geplant, terwijl anderen niet te diep willen worden geplant, zoals Afrikaanse viooltjes. Leer de voorkeuren van je planten kennen. Verschillende planten houden ook van verschillende pothoogtes en -breedtes. Palmen houden van smalle diepere potten om hun diepe wortelen te ondersteunen. Azalea's en Afrikaanse viooltjes houden van ondiepe potten. Bloeiende planten en sommige andere soorten houden ervan om in dezelfde pot verkrampt te worden waarin ze jaren hebben geleefd. 27. Bemest de juiste hoeveelheid. Teveel kunstmest kan resulteren in een zwakke groei die moet worden verwijderd, evenals witte korsten op de grond en brandplekken op de bladeren. Planten met te weinig kunstmest stoppen gewoon met groeien en beginnen af te nemen, te vertragen en bladeren te verliezen. Het gebruik van de verkeerde meststof (zoals een stikstofrijke meststof) op een bloeiende plant leidt tot geen bloemen of slechte prestaties. De drie belangrijkste macronutriënten zijn: is voor bladgroei. is voor de ontwikkeling van wortels, bloemen, zaden en fruit. bevordert een sterke stengelgroei, beweging van water en bloei en vruchtvorming. Zoek naar deze macronutriënten gepresenteerd in het formaat van streepjes en cijfers (bijv. 10-10-10 of 16-4-8), altijd in de NPK-volgorde. Over het algemeen hebben bladplanten meer stikstof in hun grond nodig, terwijl bloeiende planten meer kalium en fosfor nodig hebben. Ook heeft een goede tuinwinkel een grote selectie meststoffen voor elke specifieke groep. 28. Bemest wijselijk. Volg de instructies op de verpakking. Het is het beste om een vloeibare meststof of een gemengde meststof te kiezen in plaats van meststokken en ballen. De stokken en ballen smelten niet altijd goed in de grond en laten ‘zoutvlekken’ achter die wortels kunnen verbranden. Wanneer je kunstmest gebruikt, gebruik dan minder dan de aanbevolen hoeveelheid om schade aan je plant te voorkomen. Bemest geen planten tijdens het slapende seizoen of wanneer ze niet groeien. Veel planten waarderen een goede rust tijdens het koele seizoen. Ze ontvangen minder licht en hebben dus minder energie om te gebruiken bij het maken van voedsel. Bemesting tijdens dit slapende (slaap) seizoen zal resulteren in een zwakke, langbenige groei die gevoeliger is voor ziekten en plagen. Ook zal deze groei geen sterke bloemen of fruit produceren. 29. Krijg meer informatie over de omstandigheden van de natuurlijke omgeving van de planten. Door het inheemse klimaat en de bodemgesteldheid te leren, kun je kleine geheimen ontdekken die je helpen betere planten te laten groeien. Je kunt een beetje onderzoek doen over elke plant om meer te weten te komen. 30. Inspecteer je planten op veranderingen en problemen, waaronder ongedierte. Door je planten regelmatig te controleren, kun je problemen herkennen wanneer ze nog klein zijn. Als je je planten niet controleert, is het mogelijk dat het te laat is om ze te redden. 31. Handel snel om problemen en ziekten op te lossen wanneer ze zich voordoen. Als je een plaag of ziekte aantreft, start je onmiddellijk de juiste procedures voor het doden van plagen of ziekten. Als je probleem slechte omstandigheden is, corrigeer je deze snel om verdere schade te voorkomen. Veel compleet verschillende kwalen produceren vergelijkbare symptomen. Zoek naar gecombineerde symptomen. Bladval en vergeling symptomen door uitgedroogde grond zullen droge grond en schroeiplekken vergezellen. 32. Oefen goede verzorgingsvaardigheden. Als je een rot, dood of vervormd blad ziet, pluk het dan af. Verwijder gebruikte en dode bloemen, omdat zowel dode bladeren als bloemen bronnen van ziekte zijn. Veel zachte stengelplanten zoals Pilea profiteren van een procedure genaamd knijpen, waarbij je de bovenkant van een stengel knijpt om zijscheuten aan te moedigen. Deze procedure resulteert in een vollere groei. Gebruik deze knipsels voor stekken. Bomen en struiken voor binnenshuis moeten ook worden gesnoeid om een gezonde groei, een aantrekkelijke vorm en bloei te bevorderen. Sommige planten bloeien alleen op nieuw hout. 33. Maak je plant schoon. Als de plant water op bladeren verdraagt, geef ze dan een mooie lauwwarme douche of zet de plant neer in een zomerregen. Bladeren die niet van water op de bladeren houden, kunnen het beste met een make-upborstel worden afgestoft. 34. Zorg voor het juiste rustseizoen voor de planten. Veel tropische kamerplanten in hun inheemse tropische habitat slapen helemaal niet en blijven groeien. Anderen hebben echter verschillende slaapseizoenen die moeten worden voorzien voor een goede groei. Je moet gedurende een periode van weken of maanden minder water en warmte verstrekken. In de winter kan bijna elke plant rondkomen met minder water of warmte, wat resulteert in een krachtige voorjaarsgroei of zelfs bloemen en fruit. Tekenen van kiemrust variëren tussen plantensoorten. Groenblijvende soorten stoppen gewoon met groeien. Bladverliezende planten laten al hun bladeren vallen. De meeste bollen zoals caladiums lijken gewoon dood boven de grond te gaan terwijl de bol leeft. In feite valt de calla lelie ongewoon in slaap tijdens het groeiseizoen in noordelijke klimaten vanwege de tegenovergestelde seizoenen van zijn Zuid-Afrikaanse thuis. Cactussen en bladloze vetplanten vertonen geen rustperiode maar waarderen koude droogte in de winter. Bemest een plant niet tijdens de winter of het sluimerende seizoen tenzij dit voor de soort vereist is. De wortels van de plant zullen de voedingsstoffen niet gebruiken en het zal de wortels beschadigen of de plant dwingen tot actieve groei, wat resulteert in zwak gebladerte en bloemprestaties. 35. Let op tekenen van slechte bodemgesteldheid. Verdichte grond zorgt ervoor dat water en voedingsstoffen te snel in de afvoerschaal lopen. De grond moet borrelen en weekgeluiden maken als je hem water geeft. In te zware grond zullen planten symptomen hebben van zwakke brosse stengels en normale bladeren. Soms breekt de plant de wortelkluit af met een lichte ruk, of zijn sterkere soorten minder krachtig. Planten met hoofdwortelen en sommige kamer-bomen zullen omvallen in te lichte grond.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Huisplanten-verzorgen", "language": "nl"}
Een persoonlijk essay schrijven	Een goed, persoonlijk essay kan lezers ontroeren en inspireren. Het kan de lezer ook onrustig en onzeker achterlaten, met meer vragen dan antwoorden. Als je een effectief persoonlijk essay wilt schrijven, moet je eerst de structuur van een persoonlijk essay begrijpen. Vervolgens moet je brainstormen over ideeën voor het persoonlijke essay, zodat je voorbereid bent wanneer het tijd om te gaan zitten en je essay te schrijven. 1. Zoek een uitgangspunt voor je essay. Je leven is mogelijk niet gevuld met spannende verhalen of intens drama, maar dat is oké. Je persoonlijke essay kan nog steeds boeiend zijn voor de lezer als je de juiste benadering kunt vinden voor het schrijven ervan. Je moet proberen om een unieke of interessante manier te vinden om naar een ervaring of moment in je leven te kijken. Door vanuit een bepaalde hoek naar een ervaring te kijken, kan het omgevormd worden in diepe, betekenisvolle materie voor je essay. Bijvoorbeeld, misschien wil je schrijven over een ervaring waardoor je meer hebt geleerd over falen. Misschien denk je hierbij aan die keer dat je jammerlijk faalde voor een onverwachte overhoring in de klas. Hoewel de overhoring op dat moment je mogelijk onbeduidend heeft geleken, besefte je later dat de overhoring je heeft gedongen om je doelen opnieuw te stellen en jezelf te motiveren om te slagen voor dat vak. Vanuit een bepaalde hoek, beschouwd werd je kleine mislukking een toegangspoort tot volharding en vastberadenheid. 2. Schrijf over een belangrijk moment. Een goed persoonlijk essay zal een specifieke ervaring verkennen die een gevoel van conflict in je leven heeft veroorzaakt. Het persoonlijke essay is een manier om te verkennen hoe en waarom je werd verstoord, gehinderd of gekwetst door de ervaring. Denk eraan als een ruimte waarin je een belangrijk moment kunt bespreken en kunt nadenken over de impact die het op je leven heeft gehad. Dit kan een schijnbaar onbeduidend moment zijn welke uiteindelijk een grote invloed heeft gehad op je latere leven, zoals de eerste keer dat je walging ervoer als kind of de blik op het gezicht van je moeder toen je haar voor het eerst vertelde over je homoseksualiteit. Probeer echt te graven in waarom dit moment in je leven je heeft dwars gezeten, gekwetst of verstoord. Houd er rekening mee dat sterke emotioneel geladen momenten vaak aantrekkelijker zijn voor lezers. Door een sterke reactie te laten zien op een bepaald moment geeft je de mogelijkheid om er hartstochtelijk over te schrijven en je lezer geïnteresseerd te houden in je essay. 3. Bespreek een specifieke gebeurtenis die een emotionele reactie teweeg heeft gebracht. Je kan ook een specifieke gebeurtenis in je leven verkennen die een blijvende indruk op je heeft gemaakt. Persoonlijk essays fungeren vaak als reflecties op een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden in je leven en het op een bepaalde manier heeft verschoven. Denk aan een specifieke gebeurtenis die uniek is en persoonlijk. Hoe vreemder de gebeurtenis, hoe waarschijnlijker het is dat het essay boeiend zal zijn om te lezen. Bijvoorbeeld, je kunt je concentreren op de dag dat je ontdekte dat je vader vreemdging, of de week dat je treurde om de dood van een geliefde. Denk na over een zware ervaring in je leven die heeft gevormd wie je nu bent. Je kunt ook besluiten om te schrijven over een schijnbaar licht onderwerp of gebeurtenis, zoals je eerste ritje op een achtbaan, of de eerste keer dat je met je partner een cruise maakte. Ongeacht welke gebeurtenis je kiest, zorg ervoor dat het een gebeurtenis is die een sterke emotionele reactie teweeg heeft gebracht, variërend van woede of verwarring tot uitbundige vreugde. 4. Denk aan een persoon in je leven waar je op een bepaalde manier problemen mee hebt. Je kunt het hebben over een aflopende relatie met een persoon in je leven in je persoonlijke essay. Denk aan iemand die je steeds minder ziet of je vervreemd van voelt. Je kunt ook een persoon kiezen waar je altijd al een moeilijke of ingewikkelde relatie mee hebt gehad en verken in je essay waarom dit zo is. Bijvoorbeeld, je kunt gaan nadenken over waarom jij en je moeder elkaar al jaren niet meer spreken, of waarom je niet langer contact hebt met een jeugdvriendin. Je kan ook kijken naar romantische relaties uit het verleden die zijn mislukt en je afvragen waarom, of over een relatie met een mentor die is stukgelopen. 5. Reageer op een huidige gebeurtenis. Goede persoonlijk essays behandelen het specifieke (zoals je ervaringen), evenals het algemene (zoals een huidige gebeurtenis of een grotere kwestie). Je kunt je richten op een huidige gebeurtenis of onderwerp waar je bevlogen over bent, zoals abortus of vluchtelingenkampen, en dit vanuit een persoonlijk perspectief beschouwen. Stel jezelf vragen over de huidige gebeurtenis, zoals: hoe verhoudt de recente gebeurtenis zicht tot je eigen ervaringen? Hoe kun je een huidige sociale kwestie of gebeurtenis beschouwen vanuit je eigen persoonlijke gedachten, ervaringen en emoties? Bijvoorbeeld, wellicht wil je graag schrijven over Syrische vluchtelingenkampen in Europa. Je kun vervolgens je persoonlijke essay richten op je eigen status als vluchteling in Amerika en hoe je ervaringen als vluchteling de persoon hebben gevormd die je nu bent. Hierdoor zal je een actualiteit kunnen verkennen vanuit een persoonlijk perspectief, in plaats van gewoon te praten over de huidige gebeurtenis vanuit een afstandelijk, journalistieke perspectief. 6. Maak een tekstschema (een outline). Persoonlijk essays worden meestal opgemaakt in delen, met een inleiding, een kern en een conclusie. Deze secties zijn als volgt onderverdeeld: Het inleidende gedeelte dient een 'haak' te hebben, een openingszin waarmee je de aandacht van de lezer trekt. Het moet ook een soort van narratieve these bevatten; dit is vaak het begin van een belangrijke gebeurtenis in de tekst of een thema dat je ervaring koppelt aan een universeel idee. De alinea's van de kern moeten bewijsstukken bevatten voor je narratieve these en/of de belangrijkste thema's in je stuk. Dit is vaak in de vorm van je ervaringen en je beschouwingen over je ervaringen. Je moet ook het verstrijken van de tijd aanmerken in de kern, zodat de lezer zich bewust is van hoe en wanneer zich bepaalde gebeurtenissen hebben voorgedaan. De conclusie dient een afsluiting te bevatten van de gebeurtenissen en ervaringen zoals in het essay besproken. Elk verhaal moet ook een moraal hebben, waarin je overdenkt wat je hebt geleerd van je ervaringen of hoe je ervaringen je leven hebben veranderd. In het verleden werd geadviseerd om niet meer dan vijf alinea's in totaal te schrijven, één alinea voor de inleiding, twee alinea's voor de kern en één alinea voor het afsluitende gedeelte. Maar je hoeft je niet te beperken tot vijf alinea's bij een persoonlijk essay, zolang je de tekst maar in drie paragrafen indeelt. 7. Begin met een boeiende openingsscène. Je moet je persoonlijke essay openen met een inleidende paragraaf die boeiend en interessant is voor de lezer. De opening dient de belangrijkste karakters van het essay ten tonele te voeren, alsmede het centrale thema (of de thema's) van het essay. Het dient ook de centrale vraag of kwestie van het essay te presenteren. Begin niet met een zin die precies uitlegt wat er gaat worden besproken, zoals, 'In dit essay bespreek ik mijn gespannen relatie met mijn moeder.' In plaats daarvan trek je de lezer gaandeweg in je stuk, maar bied je wel alle benodigde informatie in je openingszin. Begin in plaats daarvan met een specifieke scène die de belangrijkste karakters van het essay bevat en je in staat stelt om de centrale vraag of het centrale thema te bespreken. Hierdoor kun je de lezer meteen laten kennismaken met de personages en het centrale conflict. Bijvoorbeeld, als je schrijft over je gespannen relatie met je moeder, dan kun je je richten op een specifieke herinnering aan een gebeurtenis waarbij jullie het oneens waren of botsten. Dit kan het moment zijn dat je moeder ruzie met je maakt over een schijnbaar onbelangrijk onderwerp, of dat jullie ruzie maakten over een familiegeheim. 8. Schrijf vanuit je eigen unieke stem of perspectief. Omdat je een persoonlijk essay schrijft, heb je alle vrijheid om een unieke schrijfstijl of oogpunt te gebruiken. Net als andere stijlen, zijn persoonlijke essays vaak succesvoller wanneer de schrijver een manier van schrijven gebruikt die onderhoudend en informatief is. Dit betekent dat je met behulp van woordkeuze, syntaxis en toon een boeiende, narratieve schrijfstijl in het essay verwerkt. De schrijfstijl kan converserend zijn, net zoals je met een goede vriend of naast familielid zou spreken. Of de stijl is mogelijk meer reflectief en naar binnen gekeerd, waarbij je vragen stelt bij je eigen veronderstellingen en gedachten over het onderwerp van het essay. Veel persoonlijk essays worden in de eerste persoon geschreven, met behulp van 'ik'. Je kunt besluiten om in de tegenwoordige tijd te schrijven om het verhaal dichterbij te halen, of in de verleden tijd, waardoor je beter kunt reflecteren over specifieke gebeurtenissen of situaties. 9. Ontwikkel de personages zodat ze goed afgerond en gedetailleerd beschreven worden. Zorg ervoor dat je je personages levendig en tastbaar maakt. Hoewel je in je essay uitgaat van je echte levenservaringen, dien je altijd nog rekening te houden met verhalende elementen, zoals plot en karakters. Wanneer deze elementen in je essay aanwezig zijn, zal de lezer geïnteresseerd blijven en zal het verhaal soepeler verlopen. Je kunt tevens dialoog toevoegen zoals gesproken door je personages, op basis van je herinnering aan de gebeurtenis. Beperk de dialoog echter wel tot slechts een paar regels per pagina, want te veel dialoog kan de tekst doen afwijken van een persoonlijke essay en meer in de richting van fictie gaan. 10. Houd rekening met het plot in je essay. Je zou ook een gevoel voor plot moeten hebben in je essay, waarbij een opeenvolging van gebeurtenissen of situaties optellen tot een realisatie van iets of een conflictmoment aan het einde van het stuk. Gebruik eventueel een samenvatting van het plot om je essay in te delen. De punten van het plot horen te dienen als ondersteunend bewijs voor de centrale vraag of kwestie van het essay. 11. Focus je op het blootleggen van een diepere waarheid. Dit betekent dat je nadenkt over de diepere betekenissen die de kern van je persoonlijke ervaringen vormen. Probeer om eerlijk en met nieuwsgierigheid over je ervaringen te schrijven, terwijl je probeert om een verborgen waarheid te onthullen, of een waarheid waar je niet van op de hoogte was op het moment van de ervaring. Vaak zullen de beste persoonlijk essays proberen om een waarheid te onthullen die ongemakkelijk of moeilijk was voor de schrijver om te bespreken. Het is belangrijk te onthouden dat hoewel een ervaring al het drama in zich lijkt te hebben voor een goed, persoonlijk essay, het mogelijk een ervaring is die wat al te bekend is voor de lezer. Wees op je hoede voor ervaringen die te vertrouwd zijn en gevuld met emotie; ervaringen die de lezer wellicht zelf al heeft meegemaakt. Als je over de plotselinge dood van een geliefde schrijft, bijvoorbeeld, is dat voor jezelf belangrijk en gaat dit gepaard met intense emoties. Maar de lezer zal waarschijnlijk weten wat hij/zij kan verwachten van een essay over een overleden geliefde, en kan zich mogelijk niet inleven in je essay, omdat hij/zij je geliefde niet heeft gekend. In plaats daarvan kun je proberen om een waarheid te onthullen welke dieper gaat dan 'Ik ben verdrietig omdat mijn geliefde is gestorven.' Denk na over wat de geliefde voor je heeft betekend en wat voor invloed diegene op je leven heeft gehad, zowel in positieve als in negatieve zin. Dit kan leiden tot de ontdekking van een diepere waarheid en een krachtiger persoonlijk essay. 12. Probeer verschillende literaire technieken en vormen. Door te experimenteren met verschillende literaire technieken en vormen, zoals herhaling, metafoor en personificatie, kun je rijkdom toevoegen aan je tekst. Je persoonlijke essay kan veel sterker worden wanneer je eenmaal literaire technieken hebt toegevoegd die laten zien hoe goed je een verhaal kunt vertellen. Je kunt bijvoorbeeld een metafoor gebruiken om de ervaringen te beschrijven van het aan je moeder vertellen dat je homo bent. Je kunt de gezichtsuitdrukking van je moeder beschrijven als 'ondoordringbaar, een plotselinge muur'. Of je kunt een figuurlijke uitdrukking gebruiken, zoals 'de reactie van mijn moeder was stil en verbijsterd, alsof ze door de bliksem was getroffen.' 13. Lees het essay hardop. Zodra je een eerste ontwerp van je persoonlijke essay hebt geschreven, moet je die doorlezen en luisteren hoe het klinkt. Je kan het hardop aan jezelf voorlezen of aan een sympathiek publiek. Tijdens het hardop lezen markeer je de zinnen die verwarrend of onduidelijk zijn, evenals de zinnen die niet zo sterk overkomen als de rest van je concepttekst. Je moet er ook voor zorgen dat je karakters goed zijn ontwikkeld en dat je essay een soort structuur volgt of een bepaalde verhaalontwikkeling heeft. Overweeg of je een diepere waarheid boven tafel kunt halen in je concept en wat je kunt doen om daar te komen, als het nog niet op de pagina staat. Herziening van je essay zal het alleen maar veel sterker maken. 14. Controleer het essay. Als je eenmaal een sterke ontwerp hebt voor je essay, dan moet je de tekst herzien. Je kunt rekening houden met de notities die je hebt gemaakt in het concept tijdens het hardop lezen, evenals reacties die je hebt ontvangen van vertrouwde lezers. Wanneer je de tekst herziet, moet je je afvragen of de inhoud het echt waard is om over te schrijven als je schrijft over een onderwerp waar je geestdriftig over bent, en of de lezer begrijpt wat je hebt geschreven. Probeer verwarring bij de lezer te voorkomen, omdat dit hem of haar kan demotiveren om verder te lezen. Je moet er ook voor zorgen dat de focus en thema's van het essay duidelijk zijn. Je ervaringen horen zich te bewegen rond een centrale vraag, probleem of thema. Hierdoor zorg je ervoor dat je persoonlijke essay goed geschreven en beknopt is.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-persoonlijk-essay-schrijven", "language": "nl"}
Je gitaar een halve toon lager stemmen	Veel gitaristen balen als ze bovenaan een tabulatuur zien staan dat er een halve noot naar beneden gestemd moet worden. Dat kan inderdaad vervelend zijn als je niet gewend bent om je gitaar in andere toonsoorten te stemmen. Het zorgt ook voor slijtage van de pen in de hals van de gitaar. Wees niet bang om naar Eb te stemmen en in die toonsoort te spelen. Het is een leuke manier om te experimenteren met de sound van je gitaar en het zorgt voor een diepere toon. 1. Gebruik een chromatisch stemapparaat. Het is niet nodig om in de winkel veel geld uit te geven aan een chromatisch stemapparaat. Er zijn veel apps verkrijgbaar voor je smartphone en die zijn ofwel gratis of ze kosten een paar euro. Maar als je van plan bent om live te gaan optreden is het misschien verstandig om te investeren in een chromatisch stemapparaat. 2. Begin met de lage E. Het geeft niet als je E niet goed gestemd is want je gaat de toon toch veranderen. Draai de stemknop van je lage E naar beneden totdat je in het schermpje Eb of D# ziet staan. 3. Stem je A-snaar. Draai de stemknop van je A-snaar naar beneden totdat je in het scherm Ab of G# ziet staan. Draai niet te snel, want als je ver voorbij Ab gaat is het lastig om te bepalen hoe je weer op de juiste toon komt. 4. Stem je D-snaar. Draai de stemknop van je D-snaar naar beneden totdat je Db of C# ziet staan. Draai ook deze snaar voorzichtig naar beneden. 5. Stem je G-snaar. Stem de G-snaar naar Gb of F# . 6. Stem de B-snaar. Draai de B-snaar omlaag totdat het stemapparaat Bb of A# aangeeft. 7. Stem de hoge E-snaar. Draai de hoge E langzaam omlaag totdat je Eb of D# ziet staan. 8. Controleer elke snaar nogmaals. Als je alle snaren anders hebt gestemd verandert de spanning op de hals, waardoor de stemming waarschijnlijk niet meteen goed zal blijven. Ga dus alle snaren nog een keer langs totdat ze allemaal goed gestemd zijn op EbAbDbGbBbEb of D# G#C#F#A#D#. Het zou kunnen dat je de stemming van elke snaar een aantal keer moet controleren. Test de stemming door een akkoord te spelen. Ga elke snaar in het akkoord langs en luister of de snaren goed gestemd zijn. 9. Controleer de stemming van je gitaar. Zorg dat de gitaar goed gestemd is op de normale stemming. Je gaat bij deze methode je gitaar een halve toon lager stemmen, ten opzichte van de huidige stemming. 10. Start op de A-snaar. Speel de 4e fret op de lage E-snaar. Dit is een Ab. Stem de A-snaar omlaag totdat deze hetzelfde klinkt als de E op de 4e fret. De A is nu een Ab. 11. Stem de lage E-snaar. Speel de 7e fret op de A-snaar. Deze noot is een Eb. Speel de E-snaar open en de A-snaar op de zevende fret. Draai de stemknop van je E-snaar omlaag totdat de open snaar hetzelfde is als de A-snaar op de zevende fret. 12. Ga door met de rest van de snaren. Nadat je de lage E en de A-snaar hebt gestemd kun je verder doorgaan zoals gebruikelijk. Doe dat in deze volgorde: Stem de 4e snaar naar de 5e fret van de 5e snaar. Stem de 3e snaar naar de 5e fret van de 4e snaar. Stem de 2e snaar naar de 4e fret van de 3e snaar. Stem de 1e snaar naar de 5e fret van de 2e snaar. 13. Controleer je stemming. Controleer de stemming met een app of een website als je deze middelen tot je beschikking hebt. De spanning in je hals verandert door je gitaar lager te stemmen. Het kan daardoor even duren voordat de stemming goed blijft. 14. Zet je capo op de eerste fret. Capo's zijn handige hulpmiddelen om te wisselen tussen verschillende toonsoorten. Ze worden meestal gebruikt om over te gaan naar een andere toonsoort zonder te hoeven stemmen. Als de capo op de eerste fret staat wordt de lage E een F. Je gaat de gitaar met de capo erop in de standaardstemming stemmen, en dat is een halve toon lager dan de eerste fret. Als je vervolgens de capo verwijdert is de gitaar een halve toon lager gestemd. 15. Zoek een stemapparaat of een piano. Stem de eerste snaar omlaag naar E. Als je een piano gebruikt speel je een E, waarna je de stemknop naar beneden draait totdat de E op je gitaar hetzelfde is als de E op de piano. Wees geduldig, ga door totdat de noten precies hetzelfde zijn. Dit is een goede techniek als je stemapparaat niet chromatisch is. Chromatische stemapparaten kunnen alle noten herkennen, dus ook de kruizen en mollen. 16. Stem de rest van de gitaar zoals gebruikelijk. Ga alle snaren langs met een stemapparaat, piano of gewoon op gehoor. Speel een standaard E-akkoord om te controleren of alles goed gestemd is. 17. Verwijder de capo. Na het aanpassen van de stemming ben je een halve noot lager geworden. Speel een E-akkoord nadat je de capo hebt verwijderd. 18. Pas de stemming aan. Ga alle snaren binnen het akkoord langs, en zorg ervoor dat alles goed klinkt. Je kunt op je oren vertrouwen of ervoor kiezen om een hulpmiddel te gebruiken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-gitaar-een-halve-toon-lager-stemmen", "language": "nl"}
Chocoladebrownies maken	Als je je chocoladebehoefte wilt bevredigen met een warme, zachte, hapklare stukjes is er niets beter dan chocolade brownies recht uit de oven. Hier zijn een paar recepten voor heerlijke, elastische, rijke chocolade brownies die je hunkering in heerlijke stijl zullen stillen! 1. Bereid alles voor. Zet de bakplaat in het midden van de oven, en verhit de oven voor op 180°C. Vet het bakblik in, zorg dat alle hoekjes meegenomen worden. 2. Meng de droge ingrediënten. Roer in een kleine schaal bloem, bakpoeder en zout door elkaar. 3. Maak de chocola klaar. Smelt in een middelgrote pan of au-bain-marie de gehakte chocolade met de boter tot ze goed gemengd zijn. Roer af en toe. Als het klaar is haal je het van het vuur. 4. Voeg suiker toe. Roer de suiker met een paar eetlepels tegelijk door het chocolademengsel tot het goed gemengd is. 5. Voeg de geklutste eieren toe. Roer goed en voeg dan de vanille toe. Roer tot het beslag goed gemengd is, en giet het in de ingevette bakblik. 6. Bak het ongeveer 30 minuten. Test of het klaar is door met een tandenstoker in het midden te prikken. Als daar nog beslag aan kleeft is het nog niet goed. Als het er droog uit komt, haal je het eruit. Het beste is als er een paar kruimeltjes aan de tandenstoker geplakt zitten, dan zijn de brownies perfect! De buitenkant zal knapperig zijn, en de binnenkant nog plakkerig. 7. Laat het op een rekje ongeveer twee uur afkoelen. Bestrooi met poedersuiker en geroosterde nootjes als je dat lekker vindt. 8. Geniet! 9. Verwarm de oven voor op 150° C. Vet een bakblik in met boter op kamertemperatuur. Strooi daar een klein beetje bloem overheen zodat het helemaal bedekt is. Gooi overtollige bloem er weer uit. Kies een blik dat groot genoeg is. Brownies horen plat te zijn, wat betekent dat een groot bakblik beter is dan een kleine. Kleinere blikken moeten langer in de oven omdat de brownies dan dikker worden. 10. Smelt de boter op laag vuur. Je kunt de boter ook in de magnetron smelten. Laat het afkoelen. 11. Voeg de rest van de natte ingrediënten en de suiker bij de boter. Voeg de suiker toe en meng het goed. Doe het vanille-extract en de eieren erbij en klop tot het helemaal goed gemengd is. 12. Meng in een andere schaal de droge ingrediënten. Meng het cacaopoeder, bloem, zout, en bakpoeder. Door de droge ingrediënten goed te mengen voor je het bij de natte ingrediënten doet hoef je het beslag minder lang te mixen. Hoe korter het beslag gemixt wordt, hoe luchtiger en romiger je brownies zullen worden. 13. Doe de droge ingrediënten bij de natte. Mix net genoeg om alles te mengen. 14. Giet het beslag in het ingevette en met bloem bestrooide bakblik. Verspreid het beslag gelijkmatig. 15. Bak het 30 minuten in de oven. Doe de tandenstokertest om te kijken of het klaar is. Laat de brownies minstens 10 minuten afkoelen. 16. Als de brownies zijn afgekoeld bestrooi je ze met poedersuiker. Strooi een gelijkmatig laagje over de brownies. 17. Snij de brownies en geniet!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Chocoladebrownies-maken", "language": "nl"}
Sociale onhandigheid voorkomen	Sociale onhandigheid komt door het gevoel niet "normaal" of "sociaal geaccepteerd" te zijn in het licht van anderen. Het komt voort uit onze eigen angsten en zorgen over wat anderen van ons denken, en uit sociale verwachtingen, en het kan ons ervan weerhouden om contact te maken met anderen omdat we bang zijn dat we voor gek staan of zelfs verstoten worden door onze groepsgenoten. Als je je eenmaal realiseert dat iedereen bang is om sociaal onhandig over te komen, en dat er altijd manieren zijn om ongemakkelijke situaties gracieus en zelfverzekerd op te lossen, ben je een heel eind op weg om te leren genieten van sociale contacten, in plaats van er tegenop te zien. 1. Realiseer je dat je niet de enige bent. Je denkt misschien dat iedereen in je omgeving heel makkelijk met anderen omgaat, maar in werkelijkheid maken de meeste mensen zich zorgen dat ze sociaal onhandig zijn in het openbaar. Ze maken zich zorgen of anderen hen wel leuk vinden, of ze een goede indruk maken, en of ze andere mensen niet vervelen. Jij denkt misschien dat de meeste mensen van nature zelfvertrouwen uitstralen en zich geen zorgen hoeven te maken hoe ze overkomen, maar iedereen is in bepaalde mate onzeker als het gaat om sociale contacten. We willen allemaal leuk gevonden worden en vrienden maken. 2. Vraag jezelf af waar jouw ongemakkelijke gevoelens vandaan komen. Bij veel mensen die zich sociaal onhandig voelen, stamt dit af van gevoelens van angst, bezorgdheid, onzekerheid en weinig zelfvertrouwen. Al deze bronnen kunnen worden aangepakt als je bereid bent je grenzen steeds een beetje op te rekken en manieren te vinden je zelfvertrouwen op te bouwen. Probeer in elk geval de oorzaak te vinden waardoor je je zo ongemakkelijk voelt, zodat je die direct kunt aanpakken. Hoe eerder je de oorzaak weet, hoe eerder je er iets aan kunt doen. Er bestaan allerlei redenen waardoor je je zelfbewust kunt voelen, zoals een slechte ervaring in het verleden, het gevoel dat anderen je niet begrijpen, het gevoel dat je tot bepaalde contacten wordt gedwongen (zoals op het werk, bij leeftijdsgenootjes of met je ouders), of het twijfelen aan de motivaties en daden van mensen om je heen. 3. Probeer je verlegenheid te overwinnen. Als je verlegen bent, kan dat je sociale contacten behoorlijk in de weg staan. Verlegenheid kan variëren van verlegen zijn bij iedereen, of alleen bij bepaalde groepen mensen. Misschien ben je terughoudend in je interacties omdat je bang bent dat je voor gek zult staan. Je kunt leren om je meer te ontspannen tijdens sociale interacties en steeds wat meer uit je schulp te kruipen. Als je verlegen bent, kan het zo zijn dat je eigenlijk wel mee wilt doen met bepaalde sociale evenementen, maar dat je bang bent om voor gek te staan, of om buitengesloten te worden. Lees hoe je je verlegenheid kunt overwinnen als je meer informatie wilt, dan zul je je realiseren dat verlegenheid iets is waar je wat aan kunt doen. 4. Stop met je zorgen maken over wat anderen van je denken. Hoewel dat makkelijker is gezegd dan gedaan, is dit een goede manier om sociale onhandigheid te voorkomen. De meeste mensen maken zich zorgen over wat anderen van hen vinden, dat is iets om rekening mee te houden op het moment dat jij je zorgen begint te maken over wat iemand van jou denkt. Als je je te druk maakt over wat de persoon die tegen je praat eigenlijk van je denkt, kun je nooit ontspannen zijn en van sociale contacten genieten. Als je deze zorgen kunt laten gaan, zul je merken dat het veel makkelijker is om jezelf te zijn en rustig en natuurlijk te praten. Herinner jezelf eraan welke mening er nu eigenlijk toe doet. Misschien is er iemand die je niet leuk vindt, maar zie je die persoon ooit nog eens? En wat betreft je vrienden, zullen echte vrienden bij je blijven, ook al ga je af en toe de mist in. 5. Weet of je een angststoornis hebt. Een sociale fobie is een stoornis waarbij iemand niet normaal kan functioneren in het dagelijks leven, zoals op school, op het werk of bij sociale evenementen. Iemand met een sociale fobie heeft de neiging om alleen maar met familie en goede vrienden om te gaan, en verder alle andere contacten te vermijden. Een sociale fobie houdt in dat iemand altijd bang is dat anderen hem/haar onder een loep leggen, met als doel hem/haar voor gek te zetten of belachelijk te maken. Lees voor meer informatie over sociale angsten en hoe je ze kunt overwinnen het artikel sociale angst overwinnen. 6. Herken je gevoelens. Wees je bewust waardoor je je ongemakkelijk voelt. Als je je bewust wordt van je eigen lichamelijke reacties wanneer je je ongemakkelijk of angstig voelt, kun je bewust opmerken dat de adrenaline door je lijf stroomt waardoor je je wilt verstoppen of vluchten. Let op of je je abnormaal warm, zweterig, zenuwachtig, ongemakkelijk of overmatig bewust voelt van je lichaam. Let op je gedachten en kijk of ze overmatig kritisch zijn over je sociale prestaties. Let ook op je emoties, of je je hulpeloos of ontoereikend voelt. Probeer in contact te staan met je gevoel, zodat je deze dingen makkelijker kunt herkennen. 7. Praat tegen jezelf. Als je tegen jezelf praat kun je de aandacht verleggen van piekeren over wat anderen van je denken, naar jezelf kalmeren zodat je meer zelfvertrouwen kunt uitstralen. Enkele dingen die nuttig kunnen zijn om tegen jezelf te zeggen als je een aanval van sociale angst hebt zijn: "Het komt goed. Mijn gevoelens zijn niet altijd rationeel, dus ik kan nu ontspannen en mezelf kalmeren". "Ik besteed nu te veel aandacht aan de negatieve gevoelens in mijn lichaam". "Mensen zijn aardig en ik vind het leuk om bij hen te zijn". "Ik ben hier om het leuk te hebben". 8. Leer te ontspannen. Begin eerst thuis met leren te ontspannen, want daar voel je je het meest op je gemak. Als je je ontspant voordat je naar een sociaal evenement gaat, kun je je makkelijker openstellen, eerlijk zijn tegen anderen en de muur die je om jezelf heen hebt gebouwd laten zakken. Als je niet gespannen bent, zul je sociale situaties ook leuker gaan vinden, in plaats van er bang voor te zijn. Daarnaast verminderen je angsten als je je ontspant. Oefen diep ademen om momenten van angst te overwinnen. Kijk maar eens naar dit artikel over mediteren voor meer ideeën. 9. Kop op! Er gebeuren nu eenmaal wel eens vervelende of gênante dingen. Kop op en probeer de humor van ongemakkelijke momenten in te zien. Dan kun je dit soort dingen niet alleen beter in perspectief zien, maar het doorbreekt ook de spanning, omdat mensen samen met je, en niet om je moeten lachen. Een van de beste dingen die je kunt doen om je niet ongemakkelijk te voelen is jezelf wat minder serieus nemen. Dat neemt veel druk weg waardoor je je beter kunt ontspannen. Meestal hebben we weinig controle over ongemakkelijke situaties, zoals een lange ongemakkelijke stilte in een gesprek, een onelegante harde wind die uit het niets lijkt te komen, of een struikelpartij over een losliggend tapijtje. Kies ervoor om het weg te lachen. 10. Richt je op het positieve. Hoewel sociaal ongemakkelijke momenten ons vaak doen focussen op alles wat er mis is op dat moment, kan het nuttig zijn om je bewust op het positieve te richten. Wat gaat er op dit moment juist wel goed? Door iets positiefs aan te wijzen herstel je het perspectief zodat je ziet hoe futiel de ongemakkelijke gebeurtenis eigenlijk is, als je het grotere plaatje in ogenschouw neemt. Pas op dat je het belang van die ene slechte gebeurtenis niet groter maakt dan het was, en dat je dat toepast op je algemene indruk van sociale interacties; richt je zo veel mogelijk op sociale interacties waarvan je wel hebt genoten, en die juist wel heel goed gingen. 11. Vergroot je zelfvertrouwen. Ook al voel je je niet zelfverzekerd, doe alsof het wel zo is, of richt je erop om zo vriendelijk mogelijk te zijn. Het is moeilijk om zelfverzekerd te zijn als je bang, bezorgd of in paniek bent, of als je je eigenlijk liever wilt verstoppen of wegrennen. Vraag jezelf af: "Wat is nu het ergste wat er kan gebeuren?" en probeer ten minste een ding te doen om je bezig te houden met anderen. De kans is groot dat het ergste niet eens zal gebeuren! Lees in dit artikel hoe je meer zelfvertrouwen kunt ontwikkelen. 12. Wees aardig voor jezelf. Sociaal onhandig zijn is geen staat van zijn, het is een tijdelijke fase. Je komt een specifiek incident echt weer te boven, en er zullen steeds meer positieve ervaringen tegenover komen te staan. Iedereen maakt fouten en iedereen heeft minstens een afschuwelijke ervaring die hij/zij zich kan herinneren. Het is een teken van zelfliefde als je daarop terug kunt kijken met een glimlach, en je kunt realiseren dat je er niet aan onderdoor bent gegaan, maar dat het nu een leuk verhaal is voor op een feestje. 13. Leer om goed te luisteren. Als je er nog niet klaar voor bent om met een grappig verhaal aan een gesprek deel te nemen, zijn er ook andere manieren om contact te maken met anderen: zorg dat je goed leert luisteren. Dat haalt de druk van sociale contacten af, omdat je je geen zorgen hoeft te maken of je wel slim of interessant overkomt; je hoeft alleen maar goed te luisteren en vragen te stellen. Onthou dat mensen graag over zichzelf praten, vooral als de ander echt interesse lijkt te tonen. Als je actief luistert, laat de ander dan zien dat je betrokken bent door de boodschap af en toe samen te vatten. Je kunt iets zeggen als: "Dus, wat je zegt is eigenlijk…." Stel vervolgvragen. Je moet natuurlijk geen ongepaste of te persoonlijke dingen vragen, maar blijf de ander vragen stellen. Laat de ander zien dat je luistert door te knikken, oogcontact te maken en geluiden te maken of woorden te zeggen die bevestigen dat je luistert (zoals "huhuh", of "natuurlijk"). 14. Gebruik sociale lichaamstaal. Zorg dat je er niet gesloten uitziet, maar nodig mensen uit naar je toe te komen door te laten zien dat je open en gastvrij bent. Dit kun je heel makkelijk met je lichaam laten zien. Door je benen of armen over elkaar te doen, lijkt het alsof je geen sociale contacten wilt. Als je oogcontact ontwijkt lijk je ook niet geïnteresseerd. Wees voorzichtig dat je je lichaam niet afschermt, dat je niet in elkaar gezakt zit of staat en dat je je hoofd niet naar beneden draait, maar hou oogcontact en een open lichaamshouding. 15. Praat over koetjes en kalfjes. Door over koetjes en kalfjes te praten stellen mensen zich open, en kun je korte gesprekjes voeren met mensen die je nog niet zo lang kent. Vraag mensen hoe hun dag was. Zoek naar overeenkomsten. Zoek op terloopse wijze uit of jij en de ander misschien voor hetzelfde voetbalteam zijn, naar dezelfde series kijken of van dezelfde dieren houden. Maak gebruik van de omgeving. Als je iemand tegen het lijf loopt in een café, vraag dan of hij/zij de appeltaart hier al heeft geprobeerd. Als je buiten bent en het is prachtig weer, vraag dan of de ander wel ten volste heeft kunnen genieten van de zon vandaag. 16. Wees vriendelijk. Als je ervan uit gaat dat iemand anders graag contact met je wil, kun je gemakkelijker open en vriendelijk zijn tegen anderen. Hoewel het natuurlijk zo is dat, hoe vriendelijk je ook bent, er altijd mensen zullen zijn die naar je kijken alsof ze net een citroen in hun mond hebben gestopt, is dat geen reden om door de grond te willen zakken of jezelf de schuld te geven. Jij bent tenslotte niet verantwoordelijk voor andermans gedrag. Misschien hebben ze een moeilijke jeugd gehad, of hebben ze een rotdag achter de rug. Hoe dan ook, is dat geen reflectie van wie jij bent als persoon. Door vriendelijk te zijn stel je anderen op hun gemak, kun je het ijs breken en geef je anderen de vrijheid om zich open en kwetsbaar op te stellen bij jou. 17. Maak een grap. Als je een grap vertelt op het verkeerde moment kun je je ongemakkelijk voelen. Maar als je het op het juiste moment doet, op de juiste toon, dan kun je zelfs het meest ongemakkelijke moment gladstrijken. Probeer de situatie aan te voelen. Tijdens een zwaar gesprek kan een goede grap het wat luchtiger maken. Maar als mensen een echt serieus gesprek hebben, over het overlijden van een familielid bijvoorbeeld, hou je dan gedeisd tot de toon van de conversatie een beetje verandert. 18. Geef betekenisvolle complimenten. Als het gaat om complimenten geven, is het het belangrijkst dat het oprecht is, en dat je het op het juiste moment doet. Als je het niet meent, geef dan geen compliment. Als je een beginner bent, let dan op hoe en wanneer anderen hun complimentjes geven. Je kunt iemand complimenteren met een mooi sieraad, een nieuwe trui of een leuk kapsel, en je kunt het verder uitdiepen naarmate je iemand beter leert kennen. Als je iemand een compliment geeft over een aspect van zijn/haar persoonlijkheid, zoals wanneer je tegen je vriend(in) zegt dat ze zo'n goed gevoel voor humor heeft, of dat hij altijd zo makkelijk met vreemden praat, geeft dat de ander vaak een beter gevoel dan wanneer je hem/haar met een uiterlijk kenmerk complimenteert. Als je iemand een compliment geeft over een fysiek kenmerk, zorg dan dat het niet verkeerd wordt opgevat. Als je een vrouw met haar uiterlijk complimenteert, hou het dan bij haar gezicht of haar, en complimenteer haar niet met haar lichaam, want dan komt het misschien verkeerd over. 19. Weet wat je niet moet doen. Hoewel elke sociale situatie weer anders is, zijn er een paar algemene dingen die je beter niet kunt doen als je goed over wilt komen. Er zijn bepaalde opmerkingen en daden waardoor je sociaal ongemakkelijk overkomt, dus die kun je beter vermijden als je je meer op je gemak wilt voelen bij anderen. Hier zijn wat dingen waarvoor je moet oppassen: Zeg niet dat je je zo ongemakkelijk voelt. Je kunt de uitkomst daarvan vast wel voorspellen. Stel anderen niet al te persoonlijke vragen als je ze nog niet zo goed kent, zoals: "Waarom heb je eigenlijk nog steeds geen partner?" of "Ben je aangekomen?" Hoewel je geen meters van anderen vandaan moet gaan staan, moet je anderen wel wat ruimte geven. 20. Verbeter je etiquette. Als je de sociale omgangsvormen van een groep niet kent, doe dan moeite om die te leren. Als je de sociale normen niet kent, voel je je misschien ongemakkelijk. Dit is vooral het geval als je naar een ander land gaat. Zorg dat je je netjes gedraagt en zeg altijd "alsjeblieft" en "dankjewel". 21. Ga erop uit. Als je thuis blijft zitten achter je computer, of als je lunchafspraken steeds maar weer afzegt, zul je nooit aan je sociale vaardigheden kunnen werken. Realiseer je dat er altijd snobistische en afstandelijke mensen zullen zijn. Zij zijn niet de norm, en je hoeft je er ook niet voor te verstoppen. Van zulke mensen moet je op een simpele en waardige manier afstand nemen. Je kunt bijvoorbeeld gewoon even snel knikken en zeggen: "Het was leuk je te ontmoeten" voordat je ze vlug de rug toekeert. Leer hoe je een gesprek kunt beëindigen. Voor veel mensen is het beëindigen van een gesprek dat nergens toe leidt of dat verschrikkelijk saai is erg ongemakkelijk, omdat ze bang zijn dat ze dan onbeschoft of ongeïnteresseerd lijken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Sociale-onhandigheid-voorkomen", "language": "nl"}
Een kind straf geven omdat het ondeugend is geweest	Kinderen straf geven kan een moeilijke taak zijn, met name als het gaat om eigenzinnige of oudere kinderen. Discipline leert kinderen niet alleen wat aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag is, maar hoe ze gestraft worden leert hen ook hoe te reageren op negatieve situaties als volwassenen. Als je op negatief gedrag reageert met rationeel overleg, gericht op het oplossen van problemen, dan zullen je kinderen leren om hetzelfde te doen, omdat ze meer leren van hoe je handelt, dan van dat wat je zegt. De meeste deskundigen zijn het erover eens dat het belangrijkste deel van het straf geven aan kinderen is ervoor zorgen dat zij zich veilig en geliefd voelen, en geven aan dat positieve bevestiging effectiever is dan straf. 1. Stel duidelijke verwachtingen en gevolgen vast. Zorg ervoor dat je kind precies weet wat er van hem/haar wordt verwacht, en wat er zal gebeuren wanneer deze regels worden overtreden. Je kunt je kind meer leren over de gevolgen van hun handelen door het verband uit te leggen tussen keuzes en consequenties. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag van je kind koppelen aan consequenties door dingen te zeggen zoals: "Je kiest ervoor om je tijd in het park korter te maken door je te zo te gedragen." "Je hebt jouw beurt om met het speelgoed te spelen voorbij laten gaan, toen je het van een ander kind afpakte." "Je hebt besloten om de speelmiddag te stoppen toen je je vriendje ging bijten." "Door je speelgoed niet op te ruimen mag je er niet meer mee spelen." "Door niet eerlijk te zijn, vertrouwen we je niet meer.” 2. Laat je kind leren van zijn/haar fouten. Acties hebben natuurlijke gevolgen, en plaatsen zoals de school, de kerk en de maatschappij hebben allemaal hun eigen verwachtingen van je kind. Soms zal je kind het op de harde manier moeten leren dat niet alleen binnen jullie huishouden er gedragsregels zijn. Hoe moeilijk het ook zijn kan, het is soms belangrijk om je kind te laten mislukken, zodat hij kan leren van de gevolgen. Bijvoorbeeld, in plaats van dat jij de avond voor een toets laat opblijft om te helpen met huiswerk, laat je het kind een slecht cijfer krijgen omdat die zijn huiswerk niet heeft gedaan. Deze les is vooral belangrijk voor oudere kinderen, omdat ze meer onafhankelijkheid en vertrouwen van je verwachten. Bij jonge kinderen kan deze les een minder ernstige vorm aannemen. Bijvoorbeeld, als je kind opzettelijk speelgoed stukmaakt, vervang het dan niet. Dit zal het kind leren wat het betekent om verantwoordelijk te zijn en hoe het voelt om iets te verliezen. Kinderen van alle leeftijden moeten ook leren om respect voor anderen te hebben, dus grijp niet in als je kind niet wordt uitgenodigd voor een feest of evenement, omdat het gemeen is geweest tegen andere kinderen. 3. Maak indien nodig gebruik van een time-out. Een time-out is een uitstekende manier om kinderen en ouders de tijd te geven om te kalmeren, na een emotionele situatie. Kies een plek uit die rustig is en vrij van afleidingen, maar niet noodzakelijkerwijs buiten je zicht. Vraag je kind om de tijd te gebruiken om na te denken over een aantal oplossingen voor het probleem dat in de time-out resulteerde. Gebruik de time-out niet om te vernederen of straffen. Voor jonge kinderen, met name kinderen jonger dan drie, kun je een time-out-mat gebruiken, zodat je nog steeds een oogje in het zeil kunt houden. De mat is draagbaar en kan worden gebruikt voor time-outs wanneer jullie niet thuis zijn. Een time-out mag niet langer dan één minuut duren, voor elk jaar van je kind. 4. Pak een privilege of stuk speelgoed af. Doe dit direct na het vergrijp, zodat je kind het begrijpt en het slechte gedrag met de straf verbindt. Gebruik deze gelegenheid om je kind te leren dat er natuurlijke en logische gevolgen zijn, door het afgepakte speelgoed of voorrecht overeen te laten komen met de overtreding. Fysieke items zoals speelgoed werken beter bij jongere kinderen, terwijl een ouder kind beter kan reageren op het verlies van een voorrecht of de vrijheid die het had gekregen. Geef niet toe en stop de straf niet te vroeg, anders zal je kind de volgende keer weten dat het de situatie kan sturen. Privileges die kunnen worden ontnomen zijn, televisie kijken, spelen op de computer of gamen met vrienden, uitjes naar het park, partijtjes of - bij oudere kinderen - het gebruik van de auto. 5. Vermijd lijfstraffen. Lijfstraffen zijn illegaal in veel landen en regio's, het kan de ouder-kind relatie negatief beïnvloeden en schade berokkenen aan de normale sociale ontwikkeling van je kind. De meeste deskundigen zijn het erover eens dat, hoewel fysieke discipline een onmiddellijk effect heeft op het gedrag van je kind, dat het hem/haar niets leert over wat goed of fout is. In plaats van je kind de gelegenheid te geven om met zijn/haar eigen emoties om te gaan, leren lijfstraffen hem/haar dat fysiek geweld een acceptabele reactie is op woede en ongunstige situaties. Lijfstraffen kunnen leiden tot agressief gedrag. Er is geen bewijs dat fysieke discipline een doeltreffend middel is bij het terugdringen van toekomstige wangedrag. De negatieve effecten van lijfstraffen kunnen kinderen tot in de volwassenheid volgen, in de vorm van geestelijke gezondheidsproblemen en drugs- of alcoholmisbruik. 6. Verwijder verleidingen voor jonge kinderen. Jonge kinderen en baby's zijn nieuwsgierig en het is wellicht moeilijk voor hen om te begrijpen dat bepaalde items ontoegankelijk zijn. Een alternatieve optie is om deze items voor je kind te verbergen, zodat ze niet in de verleiding komen. Als je bijvoorbeeld niet wilt dat je kind met je telefoon of een ander elektronisch object speelt, leg die dan ergens neer waar ze het niet kunnen zien of bereiken. 7. Blijf rustig. Het is niet erg om even afstand te nemen van een situatie en jezelf de tijd te geven om af te koelen. Uitstel van straf geeft je de tijd om redelijke disciplinaire maatregelen te overwegen, en geeft je kind de tijd om na te denken over wat het heeft gedaan. Maak duidelijk dat je tijd nodig hebt om te kalmeren, en dat je de kwestie zult bespreken wanneer je klaar bent. Weersta de drang om sarcastisch, bedreigend of bekritiserend te worden. Dit zal je kind alleen maar meer boos maken en het kan blijvende gevolgen hebben voor hun gevoel van eigenwaarde. Let op waarschuwingssignalen van een vecht-of-vlucht modus, zoals een hart dat raast, zweterige handpalmen en trillen. Dit kan gebeuren wanneer je zeer boos, geïrriteerd of kwaad bent. Oefen verschillende ontspanningstechnieken en bekijk welke kalmerend werken. Diepe ademhaling, lange wandelingen, meditatie en baden zijn goede manieren om te kalmeren. Sommige mensen vinden zelfs schoonmaken, lichaamsbeweging of lezen uitstekende manieren om tot rust te komen. 8. Zeg 'nee' tegen je kind. Zodra je merkt dat je kind zich misdraagt, reageer je daar meteen op en vestig je diens aandacht op het eigen gedrag. Het is belangrijk dat je uitlegt waarom hun gedrag niet aanvaardbaar is, en dat het kind begrijpt waarom het wordt berispt. Dit zal het kind leren dat de eigen acties gevolgen hebben. Wees ferm, maar ga niet schreeuwen. Als je schreeuwt om je emoties uit te drukken, dan leert je kind om hetzelfde te doen. Blijf kalm en handel snel, maar niet uit woede. Spreek duidelijk en maak oogcontact. Ga bij een jonger kind of peuter op hun niveau zitten wanneer je hen toespreekt. Geef je kind een toelichting als het oud genoeg is om deze te begrijpen. Zorg dat het gericht blijft op gevoelens en focus op wat het effect is van hun gedrag op anderen en hoe dit anderen kwetst. Bij een (bijna) tiener kun je de gevolgen van diens acties of beslissingen op een grotere schaal, bespreken. 9. Verwijder je kind uit de situatie. Als je kind zich misdraagt, boos of gefrustreerd wordt of storend gedrag vertoont, neem het dan even ergens anders mee naartoe. Geef het kind een veilige plek om de eigen emoties en acties te bespreken, en hoe hij of zij dergelijk gedrag in de toekomst kan verbeteren. Vergeet niet dat kinderen niet altijd goed weten hoe ze zich moeten uiten, en straf is niet altijd de beste manier om hen dit te leren. Moedig je kind aan en stel het gerust dat je er bent om hem of haar te steunen. Vertel je kind dat je van hem of haar houdt. Kalmeer het kind door te zeggen dat je het begrijpt. Een jong kind zal op een dergelijk moment het best reageren op knuffels en fysieke nabijheid, waardoor het zich veilig en geliefd voelt. Een ouder kind dat je weg begint te duwen zal nu waarschijnlijk liever geen knuffel willen hebben, maar stel het gerust door aan te geven dat je er bent om hem of haar te steunen, en leer het kind manieren om zichzelf tot rust te brengen of te kalmeren. Het gaat hierbij om diepe ademhaling, tellen, jezelf afleidend, luisteren naar kalmerende muziek en visualisatietechnieken. 10. Maak duidelijk dat je de baas bent. Kinderen zullen vaak ongehoorzaam zijn en weigeren te luisteren als ze denken dat ze er ongestraft mee weg kunnen komen. Creëer een mantra die het kind eraan herinnert dat jij de baas bent. Herhaal deze mantra wanneer hij zich misdraagt. Houd vast aan beslissingen die je neemt, anders zal je kind denken dat hij degene is die de regie voert. Vergeet niet dat je de ouder en niet een vriend bent, en dat het niet je taak is om gemogen te worden, maar om je kind veilig en gezond te houden, en om hem fatsoen en verantwoordelijkheid te leren. Om controle te houden, kun je zinnen proberen zoals "Ik ben de ouder" of "Ik heb hier de leiding." Krabbel niet terug, ongeacht de driftbui die het kind vertoont. Geef niet toe, ook al probeert het kind je te manipuleren (zoals door de adem in te houden). Een ouder kind kan proberen om je wat dit betreft uit te dagen. Moedig het aan om deel te nemen aan discussies over beslissingen die van invloed zijn op zijn of haar leven, en verken samen hoe verschillende opties effect zullen hebben op het kind. Vergeet niet dat de uiteindelijke beslissing aan jou is, maar wees bereid om uit te leggen hoe je tot die beslissing bent gekomen, zodat het een idee krijgt van het proces om tot een verantwoordelijke beslissing te komen. 11. Wees een rolmodel van goed gedrag. Je kind moet goed gedrag kunnen observeren om te weten wat het is. Het maakt niet uit hoe oud je kind is, het ziet hoe je reageert en zich gedraagt in allerlei situaties. Zorg ervoor dat je het type gedrag modelleert waarvan je wilt dat je kind het laat zien. Als je bijvoorbeeld wilt dat je kind goede manieren gebruikt, zorg er dan voor dat je zelf dit gedrag vertoont. Dit kan zo simpel zijn als 'alstublieft' en 'dank u', of door geduldig te wachten in de rij bij de supermarkt. 12. Prijs het kind. Soms zijn kinderen onhandelbaar omdat ze weten dat ze op die manier aandacht zullen krijgen, dus herken, erken en toon waardering voor goed gedrag, in plaats van alleen maar te reageren op slecht gedrag. Dit bevordert het gevoel van eigenwaarde, moedigt meer goed gedrag aan en ontmoedigt driftbuien. Focus op je gevoelens en hoe gedrag jullie beide positief beïnvloedt, zodat het leert dat goed gedrag een beloning op zich is. Vertel je kind wanneer je trots bent op een goede keuze die het heeft gemaakt. Wees specifiek wanneer je hem lof geeft en benadruk het gedrag waarover je erg te spreken bent. Afhankelijk van hun leeftijd, bedank je hen voor goede luistervaardigheden, delen, of voor het uitvoeren van klusjes en taken. Vergelijk gedrag uit het verleden met huidige acties en focus op hoe dit is verbeterd. Stel realistische doelen voor verdere verbetering in de toekomst. 13. Beloon goed gedrag. Geef je kind een kleine beloning om het te bedanken voor luisteren, lief spelen, voltooiing van klusjes en andere goed gedrag. Het verlenen van een voorrecht kan ook worden gebruikt als beloning, maar vermijd eten als beloning, omdat dit tot slechte eetgewoonten kan leiden. Koop je kind niet om door het geven van beloningen vooraf. Sommige families gebruiken een sticker-grafiek om positieve veranderingen van een jonger kind bij te houden. Vertel het kind wat het moet doen om een sticker te kunnen verdienen, en aan het eind van de dag houd je gezinsberaad waarin je het gedrag van die dag bespreekt en wat het kind heeft gedaan om een sticker te verdienen (of niet). Puntensystemen kunnen ook werken, waarbij goed gedrag kinderen punten oplevert die kunnen worden ingewisseld voor leuke activiteiten of geschenken. Puntensystemen kunnen een ouder kind voorrechten opleveren, zoals het gebruik van de auto of tijd kunnen doorbrengen met vrienden. 14. Geef je kind de mogelijkheid om enkele beslissingen zelf te nemen. Kinderen misdragen zich vaak omdat ze het gevoel hebben dat ze geen zeggenschap hebben. Geef je kind de macht om een aantal kleine beslissingen te nemen en hij zal meer een gevoel van controle hebben, en zich minder vaak slecht gedragen. Geef het kind de keuze tussen een boek en kleuren voor het avondeten of voor het slapengaan, wanneer het nog jong is. Laat het kind zelf kleren kiezen. Geef hen wat speelgoed om mee te spelen in het bad. Vraag het kind wat voor soort boterham het wil voor het middageten. Als ze ouder worden, kunnen de beslissingen wat belangrijker worden. Laat ze kiezen tussen vakken als de school dit toelaat, of laat ze beslissen welke sport ze na schooltijd willen doen. laat hen kiezen wat voor tussendoortje ze willen bij de supermarkt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-kind-straf-geven-omdat-het-ondeugend-is-geweest", "language": "nl"}
Koekballetjes maken	Ben je op zoek naar een lekker dessert dat je niet hoeft te bakken? Koekballetjes zijn zoete lekkernijen die je met behulp van enkele eenvoudige ingrediënten snel klaar kunt maken. Begin met het maken van eenvoudige koekballetjes of wees creatief en experimenteer met je favoriete snoepjes en smaken. Totale bereidingstijd: 20-25 minuten 1. Doe de verkruimelde volkorenbiscuits in een kom van gemiddelde grootte. Je kunt verkruimelde volkorenbiscuits kopen of ze zelf verkruimelen. Je kunt zoveel koekballetjes maken als je ingrediënten hebt, maar 350 gram verkruimelde volkorenbiscuits is een goede hoeveelheid om mee te beginnen. Hiermee maak je ongeveer 6 koekballetjes. Het verkruimelen van volkorenbiscuits kost wat tijd en moeite. Als je de biscuits het liefste zelf verkruimelt, probeer dan een vijzel en stamper te gebruiken. 2. Doe 80 ml gezoete gecondenseerde melk in de kom. Giet de gecondenseerde melk over de verkruimelde volkorenbiscuits en meng alles goed met een plastic spatel. Probeer een ietwat klonterig en zanderig mengsel te krijgen. Zorg dat het mengsel niet te nat of te droog is en enigszins aan elkaar blijft kleven. 3. Rol de koekballetjes. Schep een onafgestreken eetlepel van het mengsel op je handpalm en rol het tussen je handpalmen totdat je een balletje krijgt. Vergeet niet om eerst je handen te wassen. 4. Maak een platte schijf van het balletje. Leg het balletje op je handpalm en duw hem voorzichtig plat met je andere hand. Oefen voorzichtig druk uit totdat je een platte, gelijkmatige schijf krijgt. Duw niet te hard, want dan kan het deeg verkruimelen. Maak je geen zorgen als er kleine barsten in de randen komen. Je zult later toch weer een balletje van het deeg maken. 5. Voeg je favoriete vulling toe. Leg enkele minimarshmallows of zelfs stukjes chocolade in het midden van het platte koekballetje. In de volgende sectie worden enkele suggesties gegeven voor creatieve soorten vulling. Zorg ervoor dat je het balletje niet te vol stopt. Laat de marshmallows in het midden op een klein hoopje liggen. Als je te veel vulling in je koekballetje stop zul je hem niet goed dicht kunnen maken. 6. Vouw het platte koekballetje dicht in de vorm van een balletje. Wanneer je enkele marshmallows in het midden van de platte schijf hebt gelegd vouw je de randen voorzichtig omhoog en naar elkaar toe terwijl je lichte druk uitoefent op het midden. Vouw de randen bovenop het balletje samen. Het doel is om het deeg helemaal over de vulling te vouwen zodat de vulling volledig bedekt wordt. 7. Maak het balletje glad. Nadat je de randen naar elkaar toe gevouwen hebt houd je het balletje tussen je handpalmen en rol je het voorzichtig weer tot een balletje. Oefen daarbij lichte druk uit. Herhaal de stappen om meer koekballetjes te maken. 8. Eet smakelijk! Je kunt je koekballetjes direct opeten of ze 5 tot 10 minuten in de koelkast leggen voordat je ze opeet. Strooi er poedersuiker of kokossnippers op en drink er een glas melk bij. Je kunt je koekballetjes ook leuk verpakken en ze uitdelen of aan het eind van een feestje aan je gasten geven. Koekballetjes kun je 2 weken lang in een luchtdichte opbergdoos in de koelkast bewaren. Eet ze anders binnen enkele dagen op. 9. Experimenteer met de vulling. Probeer om je favoriete snoepreep in stukken te breken en enkele stukken in het balletje te stoppen. Je kunt tevens verschillende snoeprepen gebruiken of een vulling gebruiken die voor de helft uit marshmallows en voor de helft uit snoep bestaat. Probeer de vulling in de magnetron te smelten en dan in het koekballetje te lepelen. Als je naar een alternatief voor marshmallows en snoep zoekt, probeer je koekballetje dan te vullen met frambozenjam en gedroogd fruit of noten. Je kunt zelfs pindakaas in je koekballetjes doen. 10. Versier je koekballetje op een leuke manier. Je kunt je koekballetje in een kom met poedersuiker of kokossnippers rollen, maar er zijn ook een hoop andere dingen die je kunt proberen. Rol je koekballetje in een kom met hagelslag of dompel ze in gesmolten chocolade. Je kunt tevens chocoladesiroop over je koekballetjes druppelen. Probeer gehakte noten op de koekballetjes te strooien. Je kunt ze alleen op de bovenkant strooien of de koekballetjes er helemaal mee bedekken. 11. Glazuur de balletjes. Bedek de koekballetjes met chocolade, vanille of een ander soort glazuur dat je lekker vindt om heerlijke balletjes te maken die lijken op cakepops. 12. Wees creatief met vormen. Je hoeft niet per se ronde koekballetjes te maken. Met koekvormpjes kun je koekballetjes in allerlei vormen maken. Maak hartvormige koekballetjes of gebruik koekvormpjes met een kerstthema om lekkere kerstsnacks te maken. Deze balletjes lijken meer op koekjes. Probeer niet te veel vulling in je koekballetjes te stoppen als je koekvormpjes gebruikt. Bedek de koekballetjes in plaats daarvan met creatieve toppings. Door koekvormpjes te gebruiken kunnen de koekballetjes op sommige plekken vrij dun worden, waardoor ze kunnen verkruimelen. Koel ze enkele minuten in de koelkast zodat ze stevig worden. 13. Maak het ultieme koekballetje. Verzamel een aantal leuke ingrediënten en nodig enkele vrienden uit om te experimenteren met koekballetjes. De mogelijkheden zijn eindeloos. Maak een aantal verschillende balletjes en proef ze allemaal.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Koekballetjes-maken", "language": "nl"}
Verstopte eileiders behandelen: kan het op natuurlijke wijze?	Onvruchtbaarheid wordt in bijna 40% van de gevallen veroorzaakt door verstopte eileiders. Vaak is slechts een van de eileiders verstopt, terwijl de andere gewoon normaal functioneert. Bij sommige vrouwen zijn echter allebei de eileiders geblokkeerd. Omdat verstopte eileiders meestal asymptomatisch zijn komt de verstopping vaak pas aan het licht als het een vrouw niet lukt om zwanger te worden, en er onderzoek verricht wordt om de oorzaak van de onvruchtbaarheid vast te stellen. In de meeste gevallen is de blokkade van de eileiders op te heffen en kan de aandoening op natuurlijke wijze met geneesmiddelen genezen worden. Scroll naar Stap 1 om te beginnen met een of meer van de natuurlijke maatregelen en remedies om succesvol van de verstopping af te komen. 1. Stop met roken Tabak en alcohol zijn twee van de voornaamste oorzakelijke factoren voor dergelijke ziektes en aandoeningen. Het is echter niet voldoende om de consumptie te beperken—het is het beste om helemaal te stoppen. Roken en drinken is niet goed voor je lichaam, organen, huid, haar, tanden, nagels en ook niet voor je eileiders. Door af te kicken van deze gewoontes zal de algehele kwaliteit van leven verbeteren. 2. Mediteer Mediteren helpt het stressniveau te beperken. Dit bevordert op zijn beurt genezing en een goede lichamelijke gezondheid. Idealiter zou je je dag beginnen met tien, vijftien minuten meditatie of mentale ontspanningstechnieken met ademhalingsoefeningen. Zelfs een paar minuutjes op zoek gaan naar zen kan er al voor zorgen dat je je dag positiever begint. Het stelt je namelijk in staat om beter met de stress van de dag om te gaan. Als je minder stress hebt zal de ontsteking die de eileiders blokkeert minder snel erger worden. 3. Begin met yoga. Van yoga is bekend dat het de energieën van het lichaam op harmonieuze wijze kan doen laten stromen, en dat het betere genezing kan bevorderen. De twee asana’s die de vrouwelijke vruchtbaarheid helpen bevorderen zijn Setu bandhasana en Viparita Karani—twee poses die gebruik maken van de bil- en bekkenbodemspieren. Om de eerste houding (“de brughouding”) aan te nemen, ga je op de rug liggen met gebogen knieën. Gebruik je spieren om je bekken van de grond te tillen. Adem in terwijl je je bekken van de grond tilt, en adem uit als je je bekken na twee seconden weer naar beneden brengt. Viparita Karani (“de gebroken kaars”) is een andere asana uit het traditionele Indiase yogasysteem dat helpt de blokkade van de eileiders op te heffen. Deze houding wordt liggend op de rug uitgevoerd. Maak hiervoor een beetje contact met de muur. Zet je benen in een hoek van 90º recht tegen de muur. Na een korte pauze van twee seconden beweeg je je benen weer rustig naar beneden. 4. Overweeg een vruchtbaarheidsmassage. Het masseren van de buik, een techniek die door natuurgeneesheren wordt toegepast, kan de blokkade van de eileiders helpen opheffen en hun gezondheid en functie verbeteren. Een massage verbetert de doorbloeding in en rondom de eileiders, waardoor littekenweefsel en verklevingen opgebroken worden en ontsteking beperkt wordt. Je kunt deze therapie ook zelf uitvoeren: Ga op een yogamatje liggen met je gezicht omhoog. Leg een kussen onder je onderrug. Ontspan je en breng amandel-, olijf- of lavendelolie aan op je handen. Masseer vervolgens het schaambeen, daar de baarmoeder hieronder ligt. Masseer voorzichtig een stukje lager en lager en trek de buikwand naar de navel toe. Houd deze positie tien seconden vast en laat vervolgens los. Herhaal deze manoeuvre tien tot twintig keer. Doe dit niet als je menstrueert of zwanger bent. Bezoek indien mogelijk een professionele masseur die zich in buikmassage gespecialiseerd heeft om de beste resultaten te boeken. 5. Mijd voedingsmiddelen die hormonen bevatten. Probeer dingen als dierlijk vlees te mijden, omdat deze hormonen bevatten die de vrouwelijke hormonen, waaronder oestrogeen, zouden kunnen beïnvloeden. Vervang deze met voedingsmiddelen die veel antioxidanten bevatten, om zo genezing te bevorderen. Voedingsmiddelen die veel antioxidanten bevatten zijn onder meer vers fruit, groenten (alle soorten), plantaardige oliën als zonnebloemolie, kokosolie, mosterdolie, saffloerolie en olijfolie (deze bevat de meeste antioxidanten). Thee, chocolade, soja, koffie, oregano en kaneel bevatten veel flavanoïden (een bepaalde soort antioxidant). Caratenoïden zijn een gele tot roodachtige kleurstoffen die vooral in planten zitten, antioxiderende activiteit vertonen en de opeenhoping van vrije radicalen in het lichaam kunnen beperken. Caratenoïden zitten onder meer in eieren, en in rood-gele groenten en fruit, waaronder wortelen, mango’s, paprika’s, papaja’s, citrusvruchten, spinazie en courgette. 6. Neem vitamine C-supplementen. Vitamine C is nodig om ijzer op te kunnen nemen. Daarnaast bevordert het het immuunsysteem en bestrijdt het infecties. Als de eileiders verstopt zijn vanwege een infectie of ontsteking, dan kan vitamine C daartegen helpen. Begin door vijf-, zesmaal daags vitamine C-supplementen van 1000 mg te in te nemen. Vitamine C is vooral effectief in het opheffen van blokkades die door mycobacterium tuberculosis veroorzaakt worden. Als je door de supplementen echter last krijgt van diarree of andere klachten, dan dien je de dosering terug te brengen of er helemaal mee te stoppen. Breng ook een bezoek aan de dokter! 7. Vertrouw op kruiden. Bepaalde kruiden kunnen helpen bacteriën als gist te doden die infectie zouden kunnen veroorzaken of vruchtbaarheid zouden kunnen verhinderen. Goede voorbeelden van dit soort kruiden zijn Chinese engelwortel, kamille, knoflook, oleander, kurkuma, calendula, olibanum en rode pioenwortel. Experts in de traditionele Chinese geneeswijzen kunnen door middel van een onderzoek bepalen welke doses voor jou geschikt zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat rode pioenwortel veel antioxidanten bevat. Zoals hierboven beschreven is, is dat waarschijnlijk de reden waarom de traditionele Chinese geneeskunde pioenwortel voorschrijft om verstopte eileiders mee te behandelen. Er zijn verscheidene combinaties van dergelijke geneesmiddelen verkrijgbaar als kruidenthee of -supplementen. Neem ze echter niet voordat je een arts of specialist geraadpleegd hebt. Val ook niet voor de “wonderbaarlijke” claims die nooit bevestigd zijn. 8. Probeer kruidentampons. Er zijn diverse soorten kruidentampons op de markt voor de behandeling van verstopte eileiders. Deze tampons worden in kruiden geweekt. Dit helpt de voortplantingsorganen te reguleren. Wees echter altijd extreem voorzichtig als je deze methode toepast, omdat tampons niet altijd steriel zijn—dat zou een infectie kunnen veroorzaken. Bovendien zijn de effecten van deze kruiden hetzelfde als je ze oraal inneemt. Canadese geelwortel werkt als antimicrobieel middel en vermindert ontsteking en infectie. Ook voorkomt het littekenvorming en verkleving. Gemberwortel bevordert de doorbloeding, waardoor ontsteking en blokkades beperkt worden. Meidoorn en berendruif kunnen helpen tegen verstopping en overtollig lichaamsvocht. Dit helpt de eileiders te zuiveren die door vocht- of bloedophoping veroorzaakt worden. Chinese engelwortel wordt toegepast om spasmen in de eileiders op te lossen. 9. Breng wonderolie aan. Van het aanbrengen van wonderolie wordt gezegd dat het kan helpen tegen verstopte eileiders door de bloed- en lymfatische circulatie rond de eileiders te verbeteren. De verhoogde bloedtoevoer helpt de eileiderfunctie te verbeteren en blokkades in de eileiders op te heffen. De lymfevaten helpen oude cellen, zieke cellen en littekenweefsel te verwijderen. Je kunt de wonderolie rechtstreeks op de onderbuik aanbrengen. Ook kun je ervoor kiezen om in wonderolie geweekte tissues en kompressen te gebruiken—deze vind je online en bij de reformwinkel. Je dient dit minstens een tot twee maanden te doen voor je resultaten boekt. 10. Overweeg houtskoolkompressen te gebruiken. Een geactiveerd houtskoolkompres dat op de onderbuik, vlak boven de baarmoeder en eileiders, wordt aangebracht kan infecties behandelen en ontsteking beperken. Deze kompressen kun je zelf thuis maken. Zo doe je dat: Leg een paar velletjes keukenpapier op een tafelblad. Leg een mengsel van geactiveerde kool en lijnzaadjes op het keukenpapier en bedek ze met nog meer keukenpapier. Breng dit kompres op het getroffen gebied aan en bedek het met plasticfolie. Houd het kompres om tijdens het slapen om de beste resultaten te boeken. 11. Denk aan enzymen als serrapeptase. Bij deze behandeling wordt gebruikt gemaakt van natuurlijke enzymen die door het lichaam aangemaakt worden om littekenweefsel op te lossen en fibrose te voorkomen. Enzymen beperken daarnaast ontsteking en reguleren de bloedtoevoer naar de voorplantingsorganen. Serrapeptase wordt hier vaak voor ingezet. Bij zijdewormen helpt serrapeptase de cocons op te lossen met haar weefselafbrekende eigenschappen. Supplementen en andere multi-enzympreparaten zoals Wobenzym N en advil zijn vrij verkrijgbaar. Raadpleeg overigens altijd eerst de arts voor je deze enzymen gaat nemen, voor het geval je aan een onderliggende medische aandoening lijdt. 12. Overweeg homeopathie. Deze holistische wetenschap geneest effectief en produceert weinig tot geen bijwerkingen. Veel remedies in de homeopathische geneeskunde kunnen uitkomst bieden in de behandeling van verstopte eileiders en onvruchtbaarheid. Voorbeelden van dergelijke remedies zijn onder meer: Pulsatilla nigricans: Dit wordt geïndiceerd bij eileiderverstoppingen met onregelmatige menstruatiecycli en stemmingswisselingen. Neem Pulsatille 30 tweemaal daags gedurende twee, drie maanden. Dit kan de menstruatiecyclus helpen reguleren en eileiderblokkades verwijderen. Sepia: Dit is een homeopathische remedie die geïndiceerd wordt bij onregelmatige menstruatiecycli, pijnlijke ongesteldheid, drukkende pijn in de vagina en herhaaldelijke miskramen als gevolg van eileiderverstopping. Driemaal daags Sepia 30 gedurende twee, drie maanden zou moeten helpen de symptomen te verlichten. Thyroidinum: Als je naast verstopte eileiders ook aan een schildklieraandoening lijdt, of aan lusteloosheid met sloomheid en een neiging tot gewichtstoename, dan kan thyroidinum 30 tweemaal daags je aanzienlijk helpen. Natrum Muriaticum: Dit helpt bij vrouwen die regelmatig last van hoofdpijn hebben, vooral na blootstelling aan zonlicht, en een continue trek in zoute of zurige voedingsmiddelen. Indicaties voor het gebruik van natrum muriaticum zijn: verstopte eileiders die gepaard gaan met uitgestelde ongesteldheid, een opgeblazen gevoel met gas en hoofdpijnen. Neem gedurende twee, drie maanden tweemaal daags natrum muriaticum 200.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Verstopte-eileiders-behandelen-op-natuurlijke-wijze", "language": "nl"}
Krullen knippen	Als je krullend haar wilt knippen, dan zul je je krullen een voor een bij langs moeten gaan en kun je niet gewoon in een keer een stuk van je haar knippen. Je haar kan de vorm van een piramide krijgen of sterk gaan pluizen als je geen speciale kniptechnieken voor krullend haar gebruikt. Of je nu je eigen haar of dat van een ander wilt knippen, je kunt verschillende technieken gebruiken om het gewenste resultaat te krijgen. 1. Verzamel je benodigdheden. Je hebt een goede kappersschaar nodig die erg scherp is, want met een botte schaar kun je het haar niet goed afknippen. Daarnaast heb je haarspeldjes, klemmetjes en haarelastiekjes nodig als je je haar in secties wilt verdelen, evenals een grove kam. Gebruik je kappersschaar alleen voor het knippen van haar. Als je hem gebruikt om andere dingen te knippen, dan wordt hij bot en zal het lastiger voor je zijn om je haar te knippen. Snijd je krullen niet, want anders gaan ze sterker pluizen. 2. Ontwar je haar. Je kunt je haar het gemakkelijkst ontwarren als het een beetje nat is. Gebruik een grove kam, in plaats van een gewone kam of een borstel. Begin bij de wortels en werk naar beneden toe, waarbij je de knopen voorzichtig met de kam uit je haar trekt. Als je bijzonder hardnekkige knopen in je haar hebt, kijk dan of je het haar een beetje moet knippen om het te helpen ontwarren. 3. Knip je haar terwijl het droog of bijna droog is. Je kunt je haar eerst wassen, maar je kunt krullend haar het beste knippen terwijl het droog is. Op die manier kun je je haar gemakkelijker knippen zoals je wilt, want nat haar is langer dan droog haar. Volgens sommige kappers kun je je haar ook knippen terwijl het vochtig is. Dat betekent vooral dat je haar sneller droog is. Zorg dat je krullen goed gedefinieerd zijn voordat je met knippen begint, zodat je een idee hebt van de vorm. Een andere mogelijkheid is om droog haar in te spuiten met een lichte leave-in-conditioner, zodat je baat hebt bij beide technieken. 4. Probeer een bob door twee keer te knippen. Als je een kort bobkapsel wilt, begin dan door je haar te wassen en te drogen. Het is een goed idee om wat leave-in-conditioner in je haar te doen. Kam je haar in een lage paardenstaart achterop je hoofd. Maak de staart niet te dicht bij je hoofd vast. Zorg dat je alle losse haren bij elkaar kamt en het haar zo steil mogelijk is. Wanneer je een nette paardenstaart in je haar gemaakt hebt trek je het haarelastiekje enkele centimeters naar beneden. Knip het haar recht af onder het haarelastiekje. Haal de paardenstaart los. Kam je haar vervolgens in een hoge paardenstaart bovenop je hoofd. Wanneer je je haar goed steil gekamd hebt knip je het langs de bovenrand af op ongeveer vijf centimeter van de punten. Kam je haar uit en je bent klaar. 5. Probeer beschadigde plekken te zoeken en af te knippen met behulp van een spiegel. Deze methode werkt beter voor een vergrotende spiegel, want op die manier kun je echt zien wat je doet. Het doel is om alleen de beschadigde delen af te knippen. Bij ‘dusten’ knip je alleen de dode punten uit je haar in plaats van het haar overal af te knippen. Behandel steeds een kleine pluk haar tegelijk. Houd de plukken voor de spiegel, zodat je kunt zien waar de beschadigde delen zich bevinden. Knip de uiteinden van de krullen die beschadigd zijn. Wanneer je alle dode punten in een pluk afgeknipt hebt pak je de volgende pluk. Speld alle plukken vast die je al behandeld hebt. 6. Probeer beschadigde delen te zoeken en af te knippen door je haar rond te draaien. Begin door je haar te ontwarren. Draai kleine plukken haar rond. Dat betekent dat je je haar rond je vinger draait totdat de beschadigde punten eruit steken. Knip de dode punten zo veel mogelijk af. Zorg dat je haar droog of licht vochtig is voordat je met deze methode begint. Je kunt voor deze methode ook kleine vlechtjes maken. Maak de plukken ongeveer twee bij twee centimeter. Knip ongeveer een halve tot anderhalve centimeter van je haar. Speld alle plukken vast die je al behandeld hebt, of maak ze vast met een elastiekje. 7. Gebruik je vingers om beschadigde plekken te vinden en af te knippen. Een andere manier om beschadigde delen te vinden is om met je vingers aan je haar te voelen. Laat je vingers door je haar glijden en kijk of je dode punten kunt voelen. Knip de dode punten die je gevonden hebt af. Deze methode werkt het beste bij droog of vochtig haar. Speld de plukken vast die je behandeld hebt. 8. Verdeel het haar in kleine secties. Draai of vlecht de secties die je gemaakt hebt, zodat het haar gescheiden blijft. Je kunt als je dat wilt ook kleine speldjes gebruiken. Voor deze methode kun je het beste kleine secties gebruiken, want dan kun je gemakkelijker met het haar werken. Probeer secties van twee bij twee centimeter te maken. Als het haar dunner is, dan kun je de secties iets groter maken. 9. Behandel een sectie tegelijk. Pak een sectie en maak de vlecht of het speldje los. Kam het haar uit en laat het door je vingers glijden. Trek het haar aan totdat het steil is en alleen de punten tussen je vingers uitsteken. Zorg dat je geen borstel gebruikt, want daardoor kan het haar pluizig worden. Houd het bij een grove kam. 10. Knip of dust zo veel mogelijk af. Bij dusten knip je alleen de dode punten uit het haar, maar je kunt ook wat meer van het haar afknippen. Beide methoden zijn prima, maar het hangt af van wat degene die je knipt graag wil. Houd het haar tussen je vingers en knip de uiteinden af die tussen je vingers uitsteken. Knip het haar in een rechte lijn af. Je kunt het haar nu prima recht afknippen omdat het maar om een erg kleine pluk haar gaat. 11. Ga al het haar bij langs. Speld tijdens het werken alle secties vast die je al behandeld hebt. Je wilt natuurlijk niet dezelfde sectie twee keer afknippen. Je kunt grotere haarspelden gebruiken om het haar vast te maken dat al geknipt is. Je kunt de secties opnieuw ronddraaien of vlechten zodat ze bij het knippen niet in de weg zitten. 12. Controleer het haar een laatste keer. Wanneer je klaar bent met knippen maak je alle secties los. Schud het haar uit en controleer of er geen lange losse haren uitsteken. Krullend haar is nooit perfect recht, maar knip alle dikke en lange plukken af. 13. Laat de persoon zijn of haar hoofd naar achteren houden. Eén van de manieren om krullend haar te knippen is met het hoofd naar achteren gekanteld. Pak de bovenste laag haar vast met je hand en laat de uiteinden uit je vingers hangen. Je kunt de persoon ook vragen om zijn of haar hoofd voorover te houden. Het doel van deze techniek is om snel dunne laagjes in het haar te knippen. 14. Knip het haar af. Terwijl je het haar met je hand vasthoudt knip je de punten schuin af naar je hand toe. Je zult niet alle haren afknippen. Krullend haar hoef je niet altijd recht af te knippen zoals je bij steil haar wel doet. Een methode die je kunt gebruiken is om een sectie uit te kammen. Houd het haar vast tussen je vingers en laat je vingers naar de punten glijden. In plaats van het haar af te knippen dat je tussen je vingers houdt knip je aan de andere kant van je hand. Knip het haar schuin naar beneden naar je vingers toe af, en pas op dat je niet in je hand knipt. Deze techniek helpt om het haar textuur te geven. 15. Dun het haar een beetje uit. Als het haar er dik en vol uitziet, trek de krullen dan een voor een aan om ze af te knippen. Knip schuin naar binnen toe, net zoals je net hebt gedaan. Wat je nu in feite doet is krullen aan blijven trekken om er een klein beetje af te knippen totdat het haar er niet meer zo dik en vol uitziet. 16. Maak laagjes. Laagjes helpen om krullend haar in vorm te brengen. Lange laagjes werken vaak goed, waarbij de kortste laag op kinhoogte begint en de andere laagjes vanaf daar naar onderen lopen. Je kunt het haar echter ook erg kort afknippen. Zorg wel dat al het haar ten minste vijf centimeter lang is. Breng het haar tijdens het knippen in model zodat het de vorm van het hoofd van de persoon volgt. Andere mensen geven de voorkeur aan korte laagjes, waarbij de bovenste laag 12 tot 15 centimeter lang is. Zoek uit wat het beste werkt voor het haartype waar je mee werkt. De omdraaitechniek helpt om natuurlijke laagjes in het haar te knippen. Als je daar dus tevreden mee bent, hoef je niet meer laagjes toe te voegen. Om laagjes toe te voegen werk je naar beneden toe en knip je het haar van boven naar onderen af. Je kunt tevens speldjes gebruiken om aan aparte laagjes te werken. Speld het grootste deel van het haar omhoog om aan de onderste laag te werken. Trek voor de volgende laag wat haar los en behandel die laag. Blijf doorgaan totdat je zo veel laagjes hebt als de persoon graag wil. 17. Knip alle dode punten af. Het omdraaien van het haar helpt om laagjes te maken, maar je knipt er geen dode punten mee weg uit de onderste laag. Pak plukken uit de onderste laag en knip dode en gespleten punten af. Laat je vingers door het haar glijden en knip de punten af. 18. Kijk naar het kapsel als geheel. Wanneer je klaar bent controleer je je werk nog een keer. Zoek naar verdwaalde haren en knip alle haren af die opvallen en niet bij het kapsel lijken te passen. Kijk van recht van voren naar het haar van de persoon, zodat je de probleemplekken kunt zien en vergeet niet om de achterkant ook te controleren.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Krullen-knippen", "language": "nl"}
Kalkaanslag van glazen oppervlakken verwijderen	Kalkaanslag ziet er op oppervlakken van glas uit als witte, wazige plekken. Het ontstaat doordat er zich basische stoffen en mineralen uit je kraanwater ophopen. Je kunt zowel vloeibare als vaste reinigers gebruiken om het glas weer mooi te laten glanzen, ook al staat kalkaanslag erom bekend dat het erg lastig te verwijderen is. Er zijn tevens verschillende manieren waarop je nieuwe kalkaanslag kunt voorkomen wanneer het je gelukt is om de aanslag te verwijderen. 1. Gebruik voor het beste resultaat een zuur schoonmaakmiddel. Omdat kalkaanslag basisch is kun je het het beste verwijderen met een krachtig zuur. Zoek naar een schoonmaakmiddel dat fosforzuur, zwavelzuur of zoutzuur bevat, want deze zuren zouden de vlekken prima af moeten kunnen breken. Lees de aanwijzingen op de verpakking van het schoonmaakmiddel en breng het zure middel aan de hand daarvan op de kalkaanslag aan. Zure schoonmaakmiddelen zijn giftig, dus zorg dat je veiligheidsmaatregelen neemt wanneer je ze gebruikt. Bescherm bijvoorbeeld je ogen, draag handschoenen en gebruik de schoonmaakmiddelen niet op oppervlakken die in aanraking komen met eten, zoals aanrechtbladen. Zure schoonmaakmiddelen werken goed op oppervlakken van email en acryl, maar kunnen veel andere oppervlakken beschadigen, zoals oppervlakken van natuurlijk marmer, steen, terrazzo, geanodiseerd of gepolijst aluminium en gekleurde voegen. Test het middel om schade te voorkomen op een onopvallende plek uit voordat je het op de volledige plek met kalkaanslag aanbrengt. 2. Meng zout en water. Meng zout met water en gebruik het mengsel om de kalkaanslag te verwijderen. Het zout fungeert als schuurpoeder en helpt om de aanslag te verwijderen. Breng het mengsel op de plek in kwestie aan en wrijf met een schone doek met ronddraaiende bewegingen over de aanslag. Spoel het glas grondig af wanneer je klaar bent om alle resten van het zoute water te verwijderen. 3. Gebruik witte azijn. Azijn is een zuur en helpt om kalkaanslag los te weken. Witte azijn is bovendien transparant/kleurloos genoeg om geen vlekken te veroorzaken. Het is tevens een natuurlijke vloeibare reiniger die niet giftig is en je ogen en longen niet verbrandt zoals andere chemische reinigers dat kunnen doen. Meng wat citroensap met de azijn om een mengsel te maken dat beter werkt en een verfrissende citroengeur heeft. Citroensap (ook een zuur) heeft hetzelfde effect op mineralen als azijn. Doe de azijn en citroensap in een verstuiver en warm het mengsel 20-40 seconden een beetje op in de magnetron. Een warme reiniger kan de aanslag beter verwijderen dan een koude reiniger of een middel op kamertemperatuur. Zorg er wel voor dat je de dop van de verstuiver haalt, zodat hij niet uit elkaar barst in de magnetron. Spuit het azijnmengsel op het glas en laat het twee tot drie minuten intrekken. Veeg het glas vervolgens schoon met een droge, pluisvrije doek of een vel keukenpapier. Vul om kalkaanslag van drinkglazen en andere kleine voorwerpen van glas te verwijderen een kom met een deel azijn en een deel water. Laat de voorwerpen enkele uren in het mengsel weken en spoel ze dan grondig af. 4. Doe glansspoelmiddel in je vaatwasser. Glansspoelmiddel helpt om kalkaanslag van je vaat te verwijderen. Vul het juiste reservoir in je vaatwasser met het glansspoelmiddel, voeg je gewone vaatwasmiddel toe en laat de vaatwasser zijn werk doen om heldere en schone glazen te krijgen. 5. Voeg ammonia toe aan basische schoonmaakmiddelen. Je kunt wat ammonia bij je gewone glasreiniger doen om het middel sterker te maken, zodat je er kalkaanslag mee kunt verwijderen. 6. Vraag een medewerker van de bouwmarkt om hulp. Je kunt nog sterkere producten bij een bouwmarkt kopen als andere producten uit de winkel niet het gewenste resultaat opleveren. Wees echter wel voorzichtig en zorg dat je alle aanwijzingen op de verpakking opvolgt, want deze middelen zijn erg sterk. 7. Begin door wat kracht te gebruiken. Probeer voordat je dure of mogelijk giftige schoonmaakmiddelen koopt deze schrobtechnieken eerst eens. Gebruik een wonderspons of een andere schuurspons die geen krassen maakt om je glazen oppervlakken veilig te schrobben. Probeer zo veel mogelijk kalkaanslag te verwijderen door te schrobben met een vochtige spons. Zuiveringszout kun je prima als schuurmiddel gebruiken, maar gebruik nooit harde borstels en andere schurende hulpmiddelen wanneer je glas schoonmaakt. Deze hulpmiddelen kunnen het oppervlak van het glas beschadigen door er krassen in te maken of het te etsen. Schrobben werkt het beste om kleinere plekken met kalkaanslag te verwijderen, evenals nieuwere plekken en aanslag die nog niet volledig in het oppervlak getrokken is. 8. Breng een beetje tandpasta aan. Veel mensen die huismiddeltjes bij het schoonmaken gebruiken gebruiken tandpasta als alternatief voor zuiveringszout. Doe wat gewone tandpasta op een vochtig vel keukenpapier en wrijf er met ronddraaiende bewegingen mee over de aanslag. Laat de tandpasta enkele minuten intrekken en spoel de resten dan volledig weg met gelijke delen water en azijn. 9. Gebruik een reinigende pasta uit de winkel. Er zijn verschillende schoonmaakproducten in de vorm van een pasta te koop die bedoeld zijn om kalkaanslag te verwijderen. Het grootste voordeel van een pasta is dat de pasta zelf geen strepen vocht of kalkaanslag achterlaat, wat bij een vloeibare reiniger wel kan gebeuren. Een nadeel van het gebruiken van pasta is echter dat een pasta een wazig laagje achter kan laten als je de resten niet van het glas poetst. Zorg dat je alle aanwijzingen op de verpakking opvolgt om dit te voorkomen. 10. Voorkom dat er kalkaanslag ontstaat. Een van de beste manieren om kalkaanslag tegen te gaan is om het probleem bij de bron aan te pakken en iets te doen aan de pH van en de hoeveelheid mineralen in het water. Door een waterfilter aan te sluiten op je waterleiding kun je de mineralen uit het water filteren. Een waterontharder helpt ook om je water zachter te maken. 11. Maak oppervlakken van glas regelmatig schoon en veeg ze droog. Het is belangrijk om hard water regelmatig van glazen oppervlakken te vegen om te voorkomen dat het water opdroogt en er kalkaanslag ontstaat. Gebruik na het douchen een pluisvrije doek of een raamwisser om je douchedeur droog te maken en alle druppels water en strepen te verwijderen. Maak glazen oppervlakken iedere week schoon om te voorkomen dat er kalkaanslag ontstaat. Werk snel, want hoe langer de kalkaanslag op het glas zit, hoe lastiger het te verwijderen is. Het kan zelfs zijn dat de aanslag permanent in het glas geëtst wordt. 12. Bescherm glazen oppervlakken tegen nieuwe kalkaanslag. Door je oppervlakken van glas te behandelen met was of ze te beschermen kun je ook voorkomen dat er kalkaanslag ontstaat. Leg onderzetters op je glazen tafel voordat je drinkglazen neerzet. Onderzetters vangen druppels en gemorst vocht op, zodat er geen kringen op de tafel ontstaan. Breng een of twee keer per jaar een beschermende waslaag op je douchedeur aan. Waterdruppels glijden dan van het met was behandelde glas, zodat je douchedeur helder en schoon blijft.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Kalkaanslag-van-glazen-oppervlakken-verwijderen", "language": "nl"}
Een kat optillen	Een kat oppakken lijkt misschien iets heel simpels, maar er bestaat in feite maar één juiste manier om het te doen die voor het dier ook prettig is en die garandeert dat je de kat geen pijn doet. Zorg er voordat je probeert de kat op te pakken eerst voor dat hij zich bij jou in de buurt veilig en op zijn gemak voelt. Sommige katten moet je op een 'delicatere' manier benaderen dan andere. Dit geldt met name voor katten die bang voor mensen zijn of die een medische aandoening zoals artritis hebben. Als je eenmaal een band met de kat hebt opgebouwd kun je hem oppakken, zolang je het lichaam van de kat tenminste op de juiste manier ondersteunt. 1. Stap op de kat af. Als je een kat wilt oppakken moet je hem eerst benaderen op een manier die hem laat weten dat je komt. Dit kun je doen door zachtjes tegen hem te praten, door ervoor te zorgen dat hij je ziet, of door hem op een andere manier te laten weten dat je er bent. Als je de kat van achteren oppakt zonder hem te laten weten dat je eraan komt, is de kans groot dat hij bang wordt, zich onveilig voelt en in paniek raakt. Volgens sommige deskundigen kun je een kat het beste vanaf de linker- of rechterkant benaderen, omdat hij het als een bedreiging kan ervaren als je recht van voren op hem afstapt. Probeer nooit een straatkat op te pakken zonder eerst zorgvuldig na te gaan met wat voor soort kat je te maken hebt en hoe hij zich gedraagt. Zwerfkatten kunnen wild en gevaarlijk zijn. Je kunt een kat in principe het beste alleen proberen op te pakken als je hem of haar een beetje kent en ervaring hebt met het dier in kwestie. 2. Stel jezelf voor aan de kat. Het kan tijd kosten voordat een kat zich voor je openstelt, zelfs als het om je eigen huiskatten gaat. Zodra de kat in de gaten heeft dat je dichterbij komt, moet je vooral heel lief en aardig tegen hem doen, zodat hij zich erop kan voorbereiden om door jou te worden vastgehouden. De meeste katten stellen zich aan andere katten voor door hun snuit te besnuffelen, dus jij moet hetzelfde doen. Je kunt de kat daarbij het beste voorzichtig over zijn wangen, zijn voorhoofd en achter zijn oren aaien, en hem eventueel ook onder zijn kin krabben, als hij dat goed vindt. Door de kat op deze manier zachtjes te aaien kun je ervoor zorgen dat hij zich eerder veilig en geliefd gaat voelen en erop wordt voorbereid om te worden opgepakt. Voorzichtig aaien kan ook helpen de kat te kalmeren als het dier een beetje onrustig is. Het kan even duren voordat de kat zich inderdaad op zijn gemak voelt. 3. Zorg dat je zeker weet of de kat wel opgepakt wil worden. De meeste katten zijn in staat je op een duidelijke manier te laten weten dat ze liever niet opgepakt willen worden. Hoewel je een huiskat langzaamaan op zijn gemak kunt stellen en zijn vertrouwen kunt winnen door hem zachtjes over de kop te aaien, moet je nooit proberen een kat op te pakken die geïrriteerd is of gewoon niet in de stemming is om opgepakt te worden. Als de kat van je probeert weg te rennen of je bijt of krabt, of zelfs ronduit tegen je begint te blazen, dan kun je misschien beter even wachten voordat je probeert hem op te pakken. Het is vooral belangrijk dat je een kind dat een kat wil oppakken leert om op deze waarschuwingstekens te letten. Je moet ervoor zorgen dat kinderen alleen een kat oppakken die zich ontspannen en op zijn gemak voelt en die het kind vertrouwt. Je wilt uiteraard voorkomen dat een kind gekrabd wordt door een kat die eigenlijk niet vastgehouden wil worden. 4. Plaats één hand onder het lichaam van de kat, achter zijn voorpoten, zodra je zeker weet dat de kat het goed vindt dat je hem op gaat pakken. Beweeg je hand voorzichtig onder het lichaam van de kat, net onder de voorpoten, zodat je de steun hebt die je nodig hebt op het moment waarop je de kat op gaat pakken. Het kan zijn dat de kat dit niet direct leuk vindt of zich ertegen probeert te verzetten, dus je moet daarna snel je tweede hand gebruiken. Het maakt niet zoveel uit of je de kat met je dominante hand onder zijn voorpoten of onder zijn achterste ondersteunt; het hangt er maar net vanaf wat jij prettiger vindt. Sommige mensen doen de voorpoten bij elkaar en plaatsen hun hand vervolgens onder die twee poten in plaats van onder de achterkant. 5. Plaats je andere hand onder de achterkant van de kat. Plaats nu die tweede hand onder de achterpoten van de kat en zorg dat je de poten en de onderkant van de kant voldoende ondersteunt. Het is bijna alsof je met je armen een soort veilig wiegje voor de kat maakt. Zodra je je handen op de juiste plaats hebt, kunt je je er klaar voor maken om de kat op te pakken. 6. Til de kat voorzichtig op. Pak de kat als je hem eenmaal met beide handen vast hebt voorzichtig op en beweeg hem in de richting van je borst. Probeer er terwijl je de kat optilt voor te zorgen dat hij zo snel mogelijk in contact komt met de rest van je lichaam. Dit kan helpen ervoor te zorgen dat de kat zich zo vroeg mogelijk in het proces veiliger gaat voelen. Als de kat te zwaar is om hem van de grond op te tillen, kunt je hem beter vanaf een tafel of een ander verhoogd oppervlak oppakken. 7. Houd de kat tegen je borst. Zodra je de kat hebt opgepakt en hem daarbij met beide handen ondersteunt, kunt je hem tegen je borst houden, zodat het grootste deel van zijn lijf jouw lichaam raakt. De achter- of zijkant van de kop van de kat kan ook tegen je borst rusten. In principe is het de bedoeling dat je de kat tamelijk rechtop houdt, in plaats van dat je hem tegen je borst laat hangen met zijn kop en nek naar beneden. Die laatste houding is namelijk niet erg comfortabel voor de kat ervoor zorgen dat hij je wil krabben of bijten. Bij het oppakken van een kat moet je er altijd voor zorgen dat zijn kop zich boven de rest van zijn lichaam bevindt. Pak een kat nooit ondersteboven op! Natuurlijk willen sommige katten graag op een andere manier worden vastgehouden, vooral als het je eigen kat is en hij zich bij jou in de buurt meer op zijn gemak voelt. Sommige katten vinden het prima om als een baby te worden vastgehouden, en er zijn er zelfs bij die het prima vinden om met hun achterpoten over je schouders bovenop je te zitten. 8. Zorg dat je het in de gaten hebt wanneer de kat niet langer vastgehouden wil worden. Zodra de kat onrustig begint te worden, begint te bewegen, of zelfs begint te miauwen of aan je greep probeert te ontsnappen, is het tijd om de kat weer neer te zetten. Je moet voorkomen dat je de kat tegen zijn zin vast blijft houden, omdat hij zich dan steeds ongemakkelijker en bovendien bedreigd zal gaan voelen. Sommige katten houden er niet van om lang vastgehouden te worden. Als je dus het idee hebt dat de kat het niet meer echt leuk vindt in je armen, is het moment aangebroken om hem los te laten. 9. Zet de kat voorzichtig op de grond. Laat de kat niet zomaar op de grond vallen zodra je voelt dat hij zich niet meer op zijn gemak voelt. Als je dat doet kan de kat namelijk zijn evenwicht verliezen of op een ongelukkige manier landen. Laat de kat in plaats daarvan langzaam zakken tot hij met alle vier zijn poten op de grond staat, voordat je hem op een comfortabele manier loslaat. Natuurlijk zullen sommige katten gewoon uit je armen springen. Zorg dus dat je daar ook op voorbereid bent. 10. Pak een kat nooit in zijn nekvel. Hoewel moederkatten hun katjes bij het nekvel pakken, moet je nooit proberen een kat bij zijn nekvel te pakken, vooral niet als de kat drie maanden of ouder is. De kat is daar vanaf dat moment namelijk te oud voor, en als je hem bij zijn nekvel pakt kan dat echt pijn doen of zelfs spierschade veroorzaken, omdat de kat dan te groot is om op de juiste manier door het nekvel te worden ondersteund. Hoewel jij of de dierenarts de kat misschien weleens bij zijn nekvel moet pakken om hem medicijnen te geven of om de nagels van de kat te knippen, zal een dierenarts de kat bij het vasthouden bij zijn nekvel nooit boven de onderzoekstafel tillen. 11. Zorg ervoor dat je een kind goed in de gaten houdt als het een kat oppakt. Kinderen zijn er dol op om katten op te pakken, maar voordat ze het inderdaad op een veilige manier kunnen doen moet je ze stap voor stap door het proces heen leiden. Het belangrijkste is dat het kind groot genoeg is om de kat comfortabel op te kunnen pakken. Als het kind nog heel klein is is het waarschijnlijk beter dat het de kat vasthoudt terwijl het zit. Houd wanneer het kind de kat oppakt altijd een oogje in het zeil zodat je het kind kunt waarschuwen wanneer je merkt dat de kat weer losgelaten wil worden. Op die manier kun je makkelijker voorkomen dat het kind of de kat gewond raakt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-kat-optillen", "language": "nl"}
Geld verdienen als straatartiest	Als artiest optreden op straat is een geweldige manier om je passie als entertainer na te jagen en waardevolle ervaring op te doen met het voor een publiek laten zien van je kunnen. Of je nu muzikant, acrobaat, komiek, jongleur of een andere artiest bent, het geld ligt gewoon op je te wachten om te verdienen met je talenten. Een succesvol straatoptreden heeft alles te maken met het creëren van een podium, ongeacht waar je gaat optreden, en genoeg indruk maken op je publiek om hun bewondering te verdienen — evenals een paar euro als je toch bezig bent. 1. Verzin een spannende act. Je kunt geld bij elkaar harken met je tour de force als straatartiest, moet je zeker weten dat hetgeen je doet iets is dat mensen willen zien. Gelukkig zijn er een groot aantal opties voor je beschikbaar. Je kunt van bijna alles een meeslepende straatvoorstelling maken; van live schilderen en zingen tot geïmproviseerde sketches en skateboardstunts. Als je even niet weet waar je moet beginnen, ga dan na op welke vaardigheden en talenten je het meest trots bent en kom vervolgens met een unieke manier om die te presenteren. Enkele van de consequent populairste straatacts zijn muzikanten, jongleurs, acrobaten, goochelaars en dansers. Overweeg een nieuwe vaardigheid te leren om jezelf te onderscheiden van de rest. Bijvoorbeeld, in een stad die wordt overspoeld door dansers, word je misschien niet direct opgemerkt. Als mime, echter, zal je daar gegarandeerd opvallen. 2. Plan ten minste een uur aan materiaal. Voordat je de straat op gaat, maak je een gedetailleerde lijst met nummers, trucs of vaardigheden die je wilt uitvoeren, en in welke volgorde. Een straatoptreden is niet hetzelfde als improviseren. Als je hetzelfde trucje steeds maar weer blijft herhalen zal het niet lang duren voordat je je publiek gaat vervelen. Je kunt gerust een uur vullen, mits je voldoende nieuw materiaal hebt. Als je een niet-muzikale performer bent, zoals een goochelaar, stel dan vier of vijf afzonderlijke acts samen die elke 15-20 minuten duren, en rouleer die terwijl je publiek wijzigt. 3. Maak elke act op maat voor je publiek. Een magische show bedoeld voor een ouder publiek, bijvoorbeeld, dient meer verfijnde illusies te bevatten dan een voor kinderen. Als bepaalde opvoeringen niet goed worden ontvangen, wissel die de volgende keer dan om. Niet alleen zal deze flexibiliteit toeschouwers laten gissen, maar het zal je bereik als performer ook groter maken. Doe indien gevraagd verzoeknummers. Wellicht ben je zelf dol op barokmuziek, maar het kan zich uitbetalen om een paar jazznummers of klassieke rocknummers in je repertoire op te nemen, als je merkt dat het publiek daar vaak om vraagt. Een nuttig tactiek is het monitoren van het publiek terwijl die zich verzamelt, om de gemiddelde leeftijd van de aanwezigen te schatten. Vervolgens kun je je materiaal dienovereenkomstig aanpassen. 4. Negeer negatieve reacties. Optreden op straat kan heel leuk zijn, maar soms ook heel vervelend. Probeer het niet te persoonlijk op te nemen wanneer iemand wegloopt tijdens je optreden of lacht wanneer ze dat niet zouden moeten doen. Richt je op het vermaken van de massa en het overstemmen van de neezeggers en aandachttrekkers die proberen om je voorstelling onderuit te halen. Je zult onderweg zeker je aandeel tegenkomen van provocateurs. In plaats van te reageren met je eigen venijn, neutraliseer je hen met vriendelijkheid en een verpletterende act. In tegenstelling tot een voorstelling waarbij het publiek moet betalen om naar je te kijken, heb je weinig controle over het gedrag van mensen die op straat langs komen lopen. 5. Doe je best om elk optreden te verbeteren. Aan het eind van de dag overdenk je je act nogmaals heel zorgvuldig. Wat ging er goed? Wat kan er beter? Noteer een paar ideeën over hoe je zwakke onderdelen sterker kunt maken en zet je plan om in actie voor de volgende keer als je op straat gaat optreden. Doordat je vaardigheden elke keer te verbeteren zal je een groter publiek krijgen, meer mensen bereiken met je passie, en ondertussen ook meer verdienen. Observeer de reacties van je publiek nauwgezet. Zij kunnen je vaak voorzien van de feedback die je nodig hebt, zelfs als het grotendeels onuitgesproken blijft. Houd in een schrift bij hoeveel je verdiend voor elke voorstelling, hoe druk verschillende plekken zijn op de verschillende tijdstippen van de dag, en waar mensen het beste op leken te reageren. 6. Lees je in over wetgeving inzake straatoptredens in je omgeving. Niet alle steden zijn even gecharmeerd van straatartiesten. Sommigen zien hen als onschuldig vermaak, terwijl anderen de impromptu acts beschouwen als een overlast of een soort veredeld bedelen. In sommige gevallen is het wellicht nodig om een speciale exposantenvergunning aan te vragen, voor je legaal voor geld kunt optreden. Zelfs verschillende stadsdelen binnen dezelfde stad kunnen verschillende verordeningen hebben, dus lees je zorgvuldig in over de ruimte die je hebt gekozen om op te treden. Als je wordt gevraagd te vertrekken door een stadswacht of de eigenaar van een locatie, ga dan niet in discussie. Een probleem maken van dergelijke gevallen zal je alleen maar in de problemen brengen en straatartiesten een slechte naam bezorgen. 7. Zoek een plek met veel voetgangers. Richt je zoekopdracht op gebieden waar de hele dag veel mensen komen en gaan. Je act zal veel meer aandacht krijgen op een drukke hoek van de straat of metrostation, dan in een achterafsteegje. Andere veelbelovende plaatsen om te gaan staan zijn pleinen, openlucht-winkelcentra en buiten populaire uitgaansgelegenheden. Indien mogelijk selecteer je een locatie die geschikt is voor de act die je gaat opvoeren — je hebt bijvoorbeeld heel wat ruimte nodig voor acrobatiek. Muzikanten kunnen profiteren van gebieden met goede akoestiek waar het geluid meer nieuwsgierige oren kan bereiken. Let op dat je niemand in de weg zit. Dit kan van je vertederende act al snel een hinderlijk obstakel maken. 8. Plan je voorstellingen op de drukste momenten van de dag. Let op wanneer de straten in je gebied het drukst zijn. Tijdens de werkweek, de spits en 's middags, wanneer werknemers doorgaans begonnen zijn met hun lunchpauzes, is ideaal. De middagen en avonden in het weekend zijn een goede gelegenheid om mensen in drommen naar je act te trekken, omdat ze toch al uit zijn. In of rond trein- en metrostations optreden kan een slimme strategie zijn, omdat je een nieuw publiek hebt, telkens als de volgende reizigers aankomen en vertrekken. Wanneer je net begint, kun je het beter bij regelmatige uren houden die je kunt inroosteren. Naarmate je meer ervaring hebt, kun je experimenteren met verschillende tijden om je aan te passen aan het ritme van je stad, of zelfs beginnen met het verplaatsen van je act tussen locaties. 9. Maak een eenvoudige maar opvallende set. De achtergrond van je act hoeft niet uitgebreid te zijn. In de meeste gevallen zal een klein bord of vlag volstaan om aan te geven dat je een performer bent en geen bedelaar. Zorg ervoor dat er een bordje staat met je naam, zodat geïnteresseerde toeschouwers weten wie je bent en hoe ze meer van je werk kunnen vinden. Als je act afhankelijk is van veel attributen en accessoires, maak van je opslagoplossing dan een reclamemogelijkheid door ze in een duwkar te plaatsen met de naam van je act op de zijkant geschreven. Voor muzikale en gesproken woord-voorstellingen, kun je ook gebruikmaken van een microfoon of versterker, hoewel je hiermee je opties qua locatie voor de opstelling van je optreden beperkt. 10. Plaats een fooienpot. Plak een label met de tekst 'Fooien gewaardeerd' of iets dergelijks op je pot en plaats die ergens in het volle zicht — je publiek zal weten wat ze moeten doen. Voor acts die min of meer stationair zijn moet je ervoor zorgen dat de fooienpot gemakkelijk te bereiken is, zodat de toeschouwers geen moeite hoeven te doen om een donatie te geven. Als je veel rondloopt tijdens je voorstellingen, dan kun je de pot meenemen langs de lijn of de cirkel rond laten gaan van persoon tot persoon. Word creatief door je fooienpot op te nemen binnen het thema van je act. Je kunt bijvoorbeeld een instrumentenkoffer open laten staan als je een muzikant bent of een cilinderhoed ondersteboven neerzetten als je goochelaar bent. Weersta de verleiding om te smeken om een bijdrage. Als mensen je een fooi willen geven doen zij dit meestal wel uit eigen beweging. 11. Sta rechtop. Tenzij je act specifiek vereist dat je zit of knielt, moet je gaan staan. Het zal op deze manier makkelijker zijn om te zien en horen wat je aan het doen bent, en mensen wat verderop zullen je eerder opmerken. Je zult ook minder kans lopen om aangezien te worden voor iemand die bedelt, wat de verkeerde soort aandacht kan trekken. Investeer in een band voor je muzikale instrumenten zodat je comfortabel in een staande positie kunt spelen. 12. Laat uit je houding blijken dat je zelfverzekerd bent. Maak oogcontact en glimlach naar de passerende mensen. Laat je passie doorschemeren in je prestaties. Spreek met een sterke, hoorbare stem, zing luid en trots en heb vertrouwen in wat je doet. Hoe enthousiaster je overkomt, hoe waarschijnlijk men zal stop om je een fooi te geven. Pauzeer een minuut of twee na act op je lijst met nummers om te praten met je doelgroep en vragen te beantwoorden. 13. Verwelkom de deelname van je publiek. Zorg dat mensen in hun handen gaan klappen, fluiten en schreeuwen en gewoon een leuke tijd hebben. Nodig vrijwilligers uit om je te helpen bij een ingewikkelde truc of samen met je te zingen, als ze de woorden kennen. Vooral kinderen zijn vaak prachtige vrijwilligers — hun enthousiasme kan aanstekelijk werken. Leer welwillende deelnemers hoe ze eenvoudige danspassen moeten uitvoeren en daarmee direct contact met hen te maken, een-op-een. Een beetje speels plagen kan het publiek een meer betrokken gevoel geven. Wees voorzichtig mensen niet in verlegenheid te brengen of hun gevoelens te kwetsen. 14. Denk na over een afsluitende tekst (een 'hat-line') voor je act. Een hat-line is een zin die straatartiesten gebruiken om het publiek aan te moedigen een fooi te geven aan het einde van een voorstelling. Een eenvoudige tekst zonder franje zou iets zijn als, 'Iedereen bedankt voor het kijken en dat jullie samen met mij er een leuke tijd van hebben gemaakt vanavond! Als jullie willen ondersteunen wat ik doe, dan is er een hoed die ergens rondgaat. Ik hoop dat jullie nog even blijven kijken voor dit laatste nummer!' Als je er liever wat meer een show van wilt maken, dan kun je de tekst laten rijmen of er slimme woordgrappen in verstoppen. Het is een goed idee om je hat-line net voor de grote finale te af leveren. Anders is het publiek mogelijk al uitgedund tegen de tijd dat je klaar bent. 15. Toon je dankbaarheid. Wanneer iemand iets geeft, bedank die persoon dan persoonlijk en oprecht. Zij zijn immers de reden dat je in staat bent om je passie om te kunnen zetten in geld. De mensen die zich gewaardeerd voelen zullen sneller geneigd zijn om in de toekomst weer te komen kijken — en meer geld te geven. Geef erkenning aan royale voorbijgangers een glimlach of knikje terwijl je bezig bent met je act. Voer je act nooit op met de mentaliteit alsof je ergens recht op hebt. Je hebt besloten om je kansen als straatmuzikant te proberen, en alle beetjes waarmee je weg kunt lopen is meer dan je daarvoor had.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Geld-verdienen-als-straatartiest", "language": "nl"}
Yoga beoefenen	Yoga is een reeks overtuigingen uit de oudheid, in de tradities van de Hindoe, Boeddhisten en Jaina, die streven naar spirituele discipline. In het westen wordt yoga minder gezien als een spirituele component en over het algemeen toegepast als een fysieke training van bepaalde houdingen of asana's. Yoga heeft een grote verscheidenheid aan toepassingen en opvattingen, waaronder versterking, ontspanning, stimulering en het strekken van ons lichaam en geest. Iedereen kan yoga beoefenen, van het uitvoeren van asana's tot meditatie en ademhaling. 1. Bepaal doelstellingen voor je yogabeoefening. Voordat je met yoga start, kan het helpen om te bepalen waarom je wilt trainen. Yoga kan een methode zijn voor fysieke training, een manier om stress te verminderen en ermee om te leren gaan, een manier om van een ziekte of verwonding te genezen, of een pad naar spirituele vervulling en vrede. Denk erover na aan welke onderdelen van je gezondheid je wilt werken, zoals kracht, flexibiliteit, uithoudingsvermogen, zorg en depressie. Het zou ook kunnen dat je wil trainen voor je algemene gezondheid. Overweeg om je doelstellingen voor je training op te schrijven. Werk je doelstellingen regelmatig bij en voeg nieuwe doelen toe om jezelf te blijven uitdagen. Je kunt bijvoorbeeld een doelstelling hebben als 'vaker oefenen' of 'ik wil lolasana beheersen'. 2. Wees je ervan bewust dat er niet zoiets is als 'goede' of 'juiste' yoga. Er zijn verschillende stijlen en manieren om yoga te beoefenen en er zullen altijd yogabeoefenaars zijn die meer ervaren zijn dan jij. Het is belangrijk om te onthouden dat yoga geen wedstrijd is, noch een traditionele sport. Het is een persoonlijke oefening in mindfulness, ontspanning en natuurlijkheid, die is bedoeld om je leven en lichaam te verrijken. Iedereen kan yoga beoefenen en ervan profiteren. Yoga integreren in je routine kan je helpen je fysieke en mentale gezondheid te verbeteren, zelfs als je maar 10 minuten per dag oefent. Het kan tijd kosten om een bepaalde stijl of stroming van yoga te vinden waar je van geniet. Tegelijkertijd kan het vinden van de juiste leraar voor jou en je doelstellingen een traject zijn van vallen en opstaan. Oefen in het houden van een open geest en een onbevooroordeelde houding. In plaats van te denken 'ik ben niet flexibel, ik zal slecht zijn in yoga', realiseer je dat 'yoga zal helpen mijn flexibiliteit te verbeteren'. Onthoud dat er geen wedstrijd is in yoga. Ieder mens heeft andere talenten en het doel van yoga is om te focussen op jezelf, niet op wat anderen doen. 3. Verzamel de benodigdheden die je nodig hebt om te oefenen. Minimaal heb je een yogamat nodig. Overweeg om ook rekwisieten aan te schaffen zoals een yogariem, een yogablok en een grote deken of kussen. Deze onderdelen kunnen je helpen je yoga-oefeningen te verbeteren en te verdiepen, maar ook om het comfortabeler te maken. Zoek een mat met kussens en een niet-gladde afwerking. Als je een klein budget hebt, kun je altijd een deken, handdoek of bankkussens gebruiken voor wat extra comfort in plaats van een nieuwe mat te kopen. Je kunt matjes en rekwisieten kopen bij sportwinkels, yogastudio's en bij online yoga webwinkels. 4. Draag ademende, losse kleding. Je voelt je prettiger met kleding die comfortabel zit en goed ademend is. Dit kan je helpen een volle bewegingsruimte en flexibiliteit te bereiken en zal je er ook van weerhouden te zwoegen in kleding die te strak of niet goed zit. Je hebt niet noodzakelijk speciale yoga kleding nodig, maar probeer iets comfortabels te dragen dat niet te strak zit. Vrouwen kunnen een legging dragen met een tanktop en sportbeha. Mannen kunnen een sportieve korte broek dragen met een T-shirt. Wanneer je complexere houdingen probeert, kan het prettig zijn om wat strakker zittende broeken te dragen en shirts die niet naar beneden vallen of afleidend bewegen. Als je Bikram yoga beoefent, wat plaatsvindt in een verwarmde kamer, of atletisch intensieve yoga zoals Jivamukti, zorg er dan voor dat je lichte, ademende kleding draagt dat zweet absorbeert. 5. Zoek een comfortabele plaats uit om te oefenen. Als je besloten hebt om yoga thuis een kans te geven voordat je naar een klas gaat, zoek dan een comfortabele en rustige plek waar je je yoga-oefeningen kunt ontdekken. Zorg ervoor dat je ruim voldoende ruimte hebt om te bewegen en een manier om jezelf af te sluiten van de buitenwereld. Je zult een paar centimeters nodig hebben aan allebei de kanten van je mat zodat je niet tegen een muur of iets anders aan komt. Zorg ervoor dat de plaats waar je oefent rustig en kalm is zodat niemand je focus kan verstoren. Je zult ook een plek willen die comfortabel is: een vochtige en tochtige kelder zou bijvoorbeeld weleens niet de beste keuze kunnen zijn. 6. Doe een warming up met de zonnegroet. Yoga kan best actief zijn, dus het is belangrijk om je lichaam goed op te warmen. Door een paar rondes zonnegroet te doen, of Surya Namaskar, kun je je spieren en geest effectief voorbereiden op het beoefenen van yoga. Er zijn drie verschillende varianten van de zonnegroet. Doe 2 tot 3 rondes van de Surya Namaskar A, B, en C om op te warmen. Deze verschillende zonnegroeten kunnen je spieren voorbereiden en stretchen en verzekeren je van een veilige en flexibele training. Flow-lessen beginnen vaak met een warming-up voor de zonnegroet. Als je deze thuis oefent, voel je je wellicht meer op je gemak als je besluit om mee te doen aan een les. 7. Leer een paar yoga-asana's. Er is een grote verscheidenheid aan yogahoudingen, of asana's, die je kunt oefenen. Ze variëren van moeilijk en zwaar tot simpel en ontspannend. Begin je yoga-oefening door een paar asana's te leren waar je van kunt genieten, je comfortabel kunt voelen bij het uitvoeren, en die ook bij je yoga-doelstellingen passen. Er zijn vier verschillende soorten yogahoudingen: staande houdingen, houdingen ondersteboven, buigingen achterover en buigingen voorover. Probeer er een of twee van elk soort om je training in balans te houden. Staande posities zijn onder andere de berghouding (tadasana), boomhouding (vrksasana), en de krijgerserie (Virabhadrasana I, II, and III). Houdingen ondersteboven zijn onder andere de handstand (mukha vrksasana) en de hoofdstand (salamba sirsasana). Buigingen achterover zijn onder andere sprinkhaanhouding (salabhasana), cobrahouding (bhujangasana) en de brughouding (setu bandha sarvangasana). Je kunt een asana met een draaibeweging toevoegen om je ruggengraat te neutraliseren en te strekken tussen achterover buigingen en voorover buigingen als je dat prettig vindt. Draaiende houdingen zijn onder andere Bharadvaja's draai (Bharadvajasana) of halve meester van de vissenhouding (ardha matsyendrasana). Voorover buigingen zijn onder andere zittende voorover buiging (paschimottanasana) en de sterhouding (tarasana). Beëindig je training in lijkhouding (savasana), welke je kan helpen te genieten van de voordelen van je yogasessie. Houd elke asana gedurende 3-5 ademhalingen aan. Zorg altijd dat je asana's die op één kant gericht zijn, in balans brengt door ze ook de andere kant op te doen. WikiHow heeft een uitstekende serie video trainingen voor beginners en je kunt duizenden houdingen online vinden na een simpele internet zoekopdracht. 8. Focus op je ademhaling. Yogic ademhalen, of pranayama, is een van de belangrijkste vaardigheden van elke yoga-oefening. Door te focussen op je ademhaling kun je je asana oefening verdiepen, je richten op je eigen lichaam en je in staat stellen om te ontspannen. Pranayama kan je lichaam helpen zuurstof te vervoeren door je lichaam. Het doel is om diep te ademen door compleet in- en uit te ademen op een gebalanceerde manier door je neus. Je kunt bijvoorbeeld inademen gedurende 4 ademtochten, twee tellen inhouden, en dan compleet uitademen gedurende 4 ademtochten. Je kunt de telling aanpassen aan je mogelijkheden. Je wilt het meeste halen uit je yogic ademhaling, dus zit rechtop, met je schouders naar achteren, en weerhoud jezelf van inzakken. Adem langzaam en gelijkmatig door te focussen vanuit je maag, je buik in te trekken door je longen en ribbenkas uit te zetten. Je kunt ook ujjayi-ademhaling proberen, wat je kan helpen effectiever te vloeien door je oefeningen. Je doet ujjayi door gelijkmatig in te ademen en uit te ademen door je neus en terwijl je ademt een zacht geluid te maken dat klinkt als de zee. 9. Besteed zo vaak als je kunt tijd aan yoga. Het maakt niet uit welke asana's, pranayam of doelstellingen je kiest voor je yoga-oefeningen, het helpt om zo vaak mogelijk te oefenen. Zelfs als je maar 10-15 minuten kan besteden, hoe meer je oefent, hoe meer je kunt leren en profiteren van de voordelen van yoga. Probeer muziek te spelen, een kaars te branden, of naar buiten te gaan om je te ontspannen en andere zaken te vergeten. 10. Zoek uit wat je van een yogaklas wilt. Yoga is geëvolueerd in veel verschillende stijlen en oefeningen, en elk daarvan heeft een andere focus. Probeer verschillende soorten en instructeurs tot je degenen vindt die je het meest aanstaan. Vraag jezelf wat je met yoga wilt bereiken, daarbij verschillende vragen overwegend en potentiële oefeningen die kunnen helpen de vragen te beantwoorden. Wil ik iets dat mijn lichaam kan versterken, harmoniëren en in conditie kan brengen? Je zou kunnen overwegen om vinyasa, Ashtanga, of Jivamkuti te proberen. Wil ik iets om strakke spieren te strekken? Probeer Bikram, Iyengar, Kundalini, of Hatha. Wil ik mijn lichaam ontspannen? Probeer versterkend, yin, Sivananda of Jivamukti. Wil ik mijn geest kracht geven? De meeste yogapraktijken zullen helpen om de geest te versterken, maar probeer in het bijzonder Kundalini, restorative, Sivananda, yin, of Jivamukti. Wil ik iets dat mij uitdaagt? Probeer Ashtanga, Jivamukti. 11. Zoek een gekwalificeerde yoga-instructeur. Hoewel er geen nationale certificering is voor yoga-instructeurs, zullen verschillende soorten yoga individuele certificeringprogramma's hebben. Zoek een gekwalificeerde en gecertificeerde instructeur in het soort yoga dat je wilt uitproberen. Alle goede instructeurs hebben verschillende basisattributen en zouden je altijd een comfortabel gevoel moeten geven. Een instructeur zou bereid moeten zijn om zich aan te passen aan wat zijn studenten nodig hebben, zelfs midden in een les. Een instructeur zou een positieve en alomvattende houding en energie moeten hebben. Een instructeur zou in het bezit moeten zijn van een goed ontwikkelde kennis van de filosofie, praktijk en geschiedenis van yoga. Een instructeur zou constructieve terugkoppeling moeten bieden en begeleiding als dat nodig is of gevraagd wordt. 12. Zoek een groep of studio waar je je comfortabel bij voelt. Elke yogastudio biedt bepaalde stijlen van yoga en hebben een verschillende energie. Sommige studio's bieden ook voeding aan en neigen ernaar om meer sociaal te zijn, terwijl andere studio's of groepen meer tijd vrij laten voor zelfbeschouwing. Overweeg het niveau van de andere leden. Wil je begeleid worden door de andere, meer ervaren studenten in je klas, of wil je graag samen leren met andere mensen op jouw niveau? Een goede studio zal klassen op verschillende niveaus aanbieden voor elke soort student, van beginner tot ervaren tot zelfs zwangerschapsyoga of yoga na de bevalling. De meeste yogastudio's laten je je eerste les gratis volgen, dus experimenteer met de verschillende studio's in je buurt om een studio en een instructeur te vinden die je prettig vindt. Je hoeft jezelf ook niet te beperken tot een studio of instructeur. Je yogaklassen variëren kan je helpen je oefening te verbeteren. 13. Begin een werk-studie uitwisseling. Veel yoga studio's bieden gratis lessen aan voor mensen die afspreken om aan de receptie te zitten, de studio's vegen of de kleedkamers schoonmaken. Vraag bij je plaatselijke yoga-studio of zij deze arrangementen hebben – het is een goede manier om geld uit te sparen en deel te worden van je lokale yogagemeenschap. 14. Overweeg online klassen. Hoewel de terugkoppeling en motivatie die door een klas wordt aangeboden een van de beste manieren is om te leren, kun je ook nieuwe houdingen en technieken leren aan de hand van een rijkdom van online bronnen. Sites die zich specifiek op yoga richten en apps bevatten duizenden video's die in detail elke soort yoga-oefening tonen die je je kunt voorstellen. Een snelle internet zoektocht zal gratis houdingen openbaren voor elk vaardigheidsniveau. Zorg ervoor dat je de kwalificaties controleert van de online leraren of diensten. Je wilt een klas vinden die les krijgt van een gecertificeerde instructeur. Sommige sites bieden een-op-een instructie met een professionele yoga instructeur, met behulp van een webcamera, als je niet in staat bent naar een yogastudio te komen. 15. Bepaal een voornemen. Een solide yogatraining omvat het bepalen van een voornemen. Door een paar seconden te nemen om je training te wijden aan iemand of iets, kun je een meer vervullende training hebben. Raak de basis van je palmen lichtjes, dan de palmen zelf en tenslotte je vingers om biddende handen te maken. Je kunt een kleine ruimte vrij houden tussen je palmen als je het prettig vindt om de energie te laten vloeien. Als je niet weet wat je voornemen is, overweeg dan iets simpels als 'loslaten'. 16. Verleng de tijd van je training. Nadat je je comfortabel voelt met je yoga training, probeer dan de duur van je training te verlengen door iedere houding iets langer vast te houden en naadloos te vloeien tussen de asana's. Voeg nieuwe en uitdagendere houdingen toe als je daartoe in staat bent. Veel yogaklassen duren tussen de 60 en 90 minuten, dus je kunt jouw training op ongeveer die lengte zetten. 17. Intensiveer je training. Je kunt de intensiteit van je training willen versterken wanneer je comfortabel raakt met je routine. Dit kan gemakkelijk gedaan worden door elke houding iets langer vast te houden en door jezelf uit te dagen dieper in uitdagende houdingen te zakken. Houdingen die betrekking hebben op longen of hurken kunnen wat lager gedaan worden. Je kunt de snelheid van overgangen tussen asana's verhogen om meer intensiteit te creëren. Je kunt ook moeilijkere asana's integreren van elk van de vier types houdingen. Je kunt bijvoorbeeld de tripod hoofdstand (sirsasana II) proberen in plaats van de gewone hoofdstand. 18. Verhoog de regelmaat van je training. Een van de beste manieren om je yogatraining te verdiepen is door het aantal dagen dat je traint te verhogen. Je kunt veilig opbouwen naar 5-7 dagen per week. Als je yoga een deel maakt van je dagelijkse routine, dan kunnen de positieve effecten je fysieke en mentale gezondheid verbeteren. 19. Begin met meditatie. Veel mensen vinden het prettig om te beginnen met een gezongen of meditatiesessie. Dit kan helpen om afleidende gedachten te stoppen, je te laten focussen op je ademhaling en energie, en je bewustzijn van je geest en lichaam verhogen. Overweeg om je meditatie of zang te beginnen met een aum, wat het meest elementaire geluid is. Als je zingt, kun je vibraties van mantra's voelen in je onderbuik. Als je die sensatie niet kunt voelen, probeer dan meer rechtop te zitten. Je kunt ook andere mantra's kiezen. Maha mantra, welke ook de grote mantra of Hare Krishna genoemd wordt, kan je helpen verlossing en een vredige geest te bereiken. Herhaal de volledige mantra zo vaak als je wilt. De woorden zijn: Hare Krishna, Hare Krishna, Krishna Krishna, Hare Hare, Hare Rama, Hare Rama, Rama Rama, Hare Hare. Laat je gedachten komen en gaan wanneer ze opkomen. Dit zal je leren te focussen en alles wat je niet kunt controleren te laten gaan. Op elk moment wanneer je voelt dat je je geest opnieuw moet focussen, kun je herhalen 'laat' met elke inademing en 'gaan' met elke uitademing. Meditatie vraagt om consequente oefening en is een belangrijk deel van yoga. Je zult goede en slechte dagen hebben, en het accepteren hiervan is deel van de reis. 20. Integreer nieuwe doelen. Als je yoga bent begonnen met een enkel doel – om gezond te worden of om een bedachtzame manier te vinden om te ontstressen – probeer dan een ander doel te integreren in je training. Als je gefocust bent op hetzij het lichaam, hetzij de geest, probeer dan te starten je te focussen op het lichaam en de geest samen. Je zou zingen of meditatie kunnen toevoegen aan je training om je te helpen je dieper te focussen op je training. 21. Blijf vooruit gaan. Yoga heeft ontelbare voordelen en door erbij te blijven kun je ze oogsten. Houd in gedachten dat yoga een persoonlijke training is: het is niet over of je wel of niet een bepaalde houding exact hetzelfde kunt uitvoeren als de persoon op de video of op een foto. Het gaat over de reis naar de asana, verlichting of wat jouw doel is. Houd op elk moment een open geest en hart.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Yoga-beoefenen", "language": "nl"}
Hoe kun je een inbusschroef met versleten schroefdraad verwijderen?	Om een inbusschroef of inbusbout te verwijderen heb je alleen maar een inbussleutel van de juiste grootte nodig. Maar wat kun je doen als de inbussleutel los aanvoelt en geen grip krijgt op de schroef? Een inbusschroef heeft een taps toelopende bovenkant en een inbusbout een ronde bovenkant, maar je kunt ze beiden gemakkelijk verwijderen met gereedschap en middelen die je waarschijnlijk al in huis hebt. Blijf lezen voor de beste tips en middelen om te proberen, zodat je die vervelende schroef of bout waarvan het schroefdraad versleten is kunt verwijderen. 1. Met een stervormige Torxsleutel heb je meer grip op de schroefkop. Een Torxsleutel heeft de vorm van een ster met zes punten en je hebt er waarschijnlijk wel eentje als je een gereedschapskist hebt. Kies een Torxsleutel die iets groter is dan het gat en duw hem er stevig in. Draai de sleutel dan tegen de tegen de klok in rond om de dolgedraaide inbusschroef los te krijgen. Als je geen Torxsleutel hebt, dan kun je een set kopen bij de bouwmarkt of op het internet. 2. Een laag rubber zorgt voor meer grip op de inbusschroef. Probeer een breed elastiekje te vinden dat het gat in de schroef volledig bedekt. Duw de inbussleutel dan in het gat zodat je hem stevig vasthebt. Probeer de inbusschroef of inbusbout op de normale manier los te draaien om te zien of je genoeg grip hebt om hem te verwijderen. Als je geen elastiekje hebt, dan kun je als je niets anders hebt ook een rubberen wegwerphandschoen gebruiken. 3. Gripvloeistof zorgt ervoor dat je meer grip met je inbussleutel hebt als hij los aanvoelt. Gripvloeistof bevat fijnkorrelig metaalpoeder dat de kieren tussen de inbussleutel en de dolgedraaide schroef opvult. Doe een of twee druppels vloeistof in het gat in de schroef en duw de inbussleutel erin. Wiebel enkele keren met de inbussleutel zodat de gripvloeistof zijn werk kan doen voordat je de schroef losdraait. Gripvloeistof kun je online en bij de bouwmarkt kopen. 4. Een tang werkt het beste om een dolgedraaide inbusbout met een verhoogde kop te verwijderen. De tang blijft stevig om de schroef zitten wanneer je hem sluit, zodat hij niet wegglijdt. Klem de bek van de tang bovenom de schroefkop. Probeer de schroef of bout tegen de klok in rond te draaien totdat hij loskomt. In de meeste gereedschapskisten kun je wel een geschikte tang vinden en je kunt er ook eentje kopen bij de bouwmarkt. 5. Door de klap van de hamer kan de schroef los komen te zitten, zodat je hem kunt verwijderen. Kies een schroevendraaier waarvan het uiteinde in het gat in de dolgedraaide schroef of bout past. Begin door lichtjes op de onderkant van het handvat van de schroevendraaier te tikken. Tik langzaamaan met meer kracht op de schroevendraaier om de schroef los te maken, zodat je hem gemakkelijk met de hand los kunt draaien. Zet een veiligheidsbril op voor het geval er stukjes metaal van de schroef afbreken. Dunne en delicate materialen breken sneller af wanneer je erop slaat, dus probeer een andere manier om de inbusbout of inbusschroef te verwijderen. 6. Een centerpons kan grip krijgen op de schroefkop en de inbusschroef los helpen draaien. Hij heeft een spits uiteinde met een veermechanisme. Leg het uiteinde op een plat deel van de schroefkop zodat het scherpe uiteinde van de centerpons naar links wijst. Trek aan het veermechanisme van de centerpons en laat hem los om druk op de schroef uit te oefenen. Het kan zijn dat je enkele pogingen moet doen, maar de centerpons grijpt de schroefkop vast, zodat hij bij iedere klap ronddraait. Als je de schroef niet rond kunt laten draaien met het veermechanisme, tik dan met een hamer op de achterkant van het handvat van de centerpons. 7. Een dolgedraaide inbusschroef kun je gemakkelijk losdraaien als je de sleutel eraan vastmaakt. Gebruik een inbussleutel waarvan je het niet erg vindt als je hem moet weggooien, want je zult hem na afloop niet van de schroef kunnen halen. Meng epoxy met twee componenten en breng het aan in het gat in de schroef en op het uiteinde van de inbussleutel. Duw de inbussleutel in het gat en laat de epoxy een tot twee dagen volledig uitharden. Wanneer de epoxy droog is draai je de inbussleutel tegen de klok in rond om de schroef te verwijderen. Epoxy kun je bij de bouwmarkt kopen. Pas op dat de epoxy niet op het oppervlak rondom de schroefkop terechtkomt, zodat hij niet vastgeplakt wordt. 8. Door een nieuwe sleuf te maken kun je de inbusschroef verwijderen met een platte schroevendraaier. Een haakse slijper is een elektrisch stuk gereedschap met een ronddraaiend zaagblad waarmee je door metaal kunt zagen. Teken een lijn bovenop de schroefkop om te kunnen volgen en zet een veiligheidsbril op. Zaag met de haakse slijper een rechte en ondiepe sleuf in de schroef. Draai dan een platte schroevendraaier tegen de klok in rond in de sleuf die je net gemaakt hebt om de versleten inbusschroef te verwijderen. Als je geen haakse slijper hebt, dan kun je met een hamer een platte schroevendraaier in de schroefkop slaan om een nieuwe sleuf te maken. 9. Een schroefverwijderaar past op je boormachine en snijdt door de schroef, zodat je hem kunt verwijderen. Een schroefverwijderaar heeft aan de ene kant een boor om de schroef uit te boren en met de andere kant kun je de schroef verwijderen. Bevestig de schroefverwijderaar op je boormachine met de boor naar buiten toe en boor een ondiep gat in het midden van de schroefkop. Draai de schroefverwijderaar dan om om het andere uiteinde te kunnen gebruiken. Steek het andere uiteinde in het gat dat je net gemaakt hebt en laat je boormachine de andere kant op draaien om de vastzittende schroef los te halen. Een set schroefverwijderaars kun je voor 10-20 euro bij de bouwmarkt kopen. Je kunt ze opnieuw gebruiken, dus je kunt er eentje in je gereedschapskist doen voor het geval dat. 10. Boor de oude inbusschroef uit om het gat vrij te maken. Kies een boor met ongeveer dezelfde diameter als het schroefdraad van de inbusschroef en zet hem op je boormachine. Steek de boor in het gat en zet een veiligheidsbril op voordat je begint. Oefen lichte neerwaartse druk uit en stel de boormachine in op een langzame snelheid om recht door de schroef heen te boren. Wanneer je klaar bent kun je de rest van de schroef gemakkelijk verwijderen met een tang met dunne punten. 11. Warmte werkte het beste om een dolgedraaide schroef uit metaal te halen. Zet een veiligheidsbril op en steek een butaan- of propaanbrander aan. Houd de vlam vijf tot tien seconden boven de schroefkop, maar zorg dat het metaal niet rood wordt. Steek de inbussleutel in het gat en probeer de schroef of bout tegen de klok in rond te draaien om hem volledig te verwijderen. Gebruik geen warmte om een inbusschroef of inbusbout te verwijderen uit delicaat of brandbaar materiaal.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-dolgedraaide-inbusschroef-verwijderen", "language": "nl"}
Je lengte opmeten zonder een meetlint	Zelfs als je geen meetlint bij de hand hebt, zijn er diverse manieren om je lengte te bepalen. Ten eerste moet je je lengte op een muur markeren. Je kunt dit zelf doen, maar het zal gemakkelijker zijn als iemand je helpt. Gebruik dan een liniaal om de afstand van de vloer tot de markering te meten. Als je geen liniaal hebt, gebruik dan iets wat algemeen wel voorhanden is -- een briefje van vijf, een standaard vel printerpapier of je eigen voetmaat -- om je lengte langs de muur op te meten. 1. Doe je schoenen uit evenals eventuele haaraccessoires die in de weg kunnen zitten. Je meet vanaf de kruin van je hoofd, dus maak een hoge paardenstaart of vlecht, die het meten van je lengte zou kunnen verstoren, los. Doe ook je schoenen uit, die afhankelijk van de hak al snel enkele centimeters aan je lengte toevoegen. Als je dikke sokken draagt, doe die dan ook uit. 2. Ga met je rug tegen de muur staan op een gladde vloer. Je voeten moeten bij elkaar staan en plat op de vloer staan. Je hakken moeten ook tegen de muur staan. Het is het gemakkelijkst om een andere persoon je lengte te laten aangeven, maar je kunt dit ook alleen doen. Ga niet op een tapijt of vloerkleed staan, dat een beetje zal indrukken als je erop gaat staan en je meting kan beïnvloeden. Vermijd ook muren met uitstekende vormen of radiatoren langs de onderkant, die het onmogelijk maken om volledig tegen de muur te staan. 3. Plaats een boek plat op je hoofd tegen de muur. Je kunt iets anders gebruiken dat plat en stevig is, bijvoorbeeld een snijplank of een kartonnen doos. Als iemand je kan helpen, laat die dit dan voor je doen. Als je jezelf meet, kan het makkelijker zijn om een blik te gebruiken, zoals een koektrommel. Druk de onderkant plat tegen de muur, wat zorgt voor een rechte hoek. 4. Schuif dat waarmee je meet langs de muur omlaag tot het je hoofd raakt. Ongeacht welk voorwerp je gebruikt om te meten, moet dit stevig in contact komen met de kruin van je hoofd. Zorg ervoor dat het in een rechte hoek blijft met de muur als het naar beneden wordt geschoven tot op je hoofd. 5. Markeer de plek waar de onderkant van het meetinstrument de muur raakt, met een potlood. Als iemand je helpt, moet die dit doen terwijl je nog tegen de muur staat. Als je alleen bent, houd het meetinstrument dan op zijn plaats terwijl je draait en de lengte aangeeft. Gebruik een potlood zodat je de markering weer uit kunt gummen en van de muur verwijderen als je klaar bent. 6. Meet de afstand van de vloer tot de markering met een liniaal. Leg een uiteinde van de liniaal plat op de vloer en plaats hem zo dat hij verticaal tegen de muur wordt gedrukt. Markeer de bovenkant van de liniaal met een potlood. Beweeg de liniaal vervolgens naar boven zodat de onderkant op één lijn ligt met de markering en markeer de nieuwe bovenrand. Herhaal dit proces tot je de markering van je lengte hebt bereikt. Het is misschien het gemakkelijkst om elke afzonderlijke meting op papier bij te houden, zodat je ze aan het eind gemakkelijk bij elkaar kunt optellen. Dit is de eenvoudigste en meest nauwkeurige manier om je hoogte te meten zonder een meetlint. 7. Print een liniaal voor een geïmproviseerd meetinstrument. Er zijn een aantal liniaalsjablonen van 30 cm die je online kunt downloaden en afdrukken. Gebruik vervolgens de afgedrukte liniaal net als een houten of plastic liniaal om de afstand van de vloer tot je gemarkeerde hoogte te meten. Behalve een echte liniaal, zal dit de meest nauwkeurige meting van je lengte opleveren. Er zijn ook liniaal-apps die je kunt downloaden naar je telefoon, als je niet over een printer beschikt. 8. Gebruik een briefje van vijf om de afstand tot de markering te meten. Een briefje van vijf is 12 cm lang en 6,2 cm breed. Druk het biljet plat tegen de muur en schuif het naar beneden zodat een korte rand van het biljet plat tegen de vloer ligt. Markeer de bovenrand van het biljet op de muur met een potlood. Schuif het biljet naar boven zodat de onderste rand nu gelijk ligt aan de eerste markering en markeer vervolgens de nieuwe hoogte. Ga door tot je het punt hebt bereikt waarop je je lengte hebt aangegeven. Je moet misschien de breedte van het bankbiljet (6,2 cm) gebruiken om de laatste paar centimeters van je lengte te meten. Je kunt het dollarbiljet ook in de breedte doormidden vouwen om ongeveer 3 cm af te meten, of in kwarten om 1,5 cm af te meten. 9. Creëer een geïmproviseerd meetinstrument met een stuk printerpapier. Een standaard A4 vel printpapier is 21 cm breed en 29,7 cm lang. Gebruik dit vel papier om de afstand te meten tussen de grond en de markering die je voor je lengte op de muur hebt aangegeven. Vouw het papier in tweeën of in vieren om nauwkeuriger metingen te maken, die je kunt markeren met een potlood om een geïmproviseerde liniaal te maken. Zorg ervoor dat je een standaard A4 vel printerpapier gebruikt. Andere papierformaten hebben andere afmetingen. 10. Zet je schoenmaat om in inches of centimeters. Als je je schoenmaat kent, kun je dat getal ruwweg vertalen in een afmeting. Zoek online in een maattabel de gegevens die je nodig hebt om de lengte van je voet te schatten op basis van je schoenmaat. Plaats vervolgens je voet op een vel papier en markeer de afstand. Gebruik dit om de muur tussen de vloer en je gemarkeerde lengte te meten. Bijvoorbeeld: een Europese schoenmaat 35 is ongeveer 22,5 cm en 40 ongeveer 25 cm. Je kunt ook een stuk touw ter grootte van je voet knippen, en dan het touw gebruiken om de afstand van de vloer tot de lengtemarkering te meten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-lengte-opmeten-zonder-een-meetlint", "language": "nl"}
Oorbellen ordenen	Oorbellen zijn een van de moeilijkste sieraden om bij te houden. Ze moeten in paren worden gehouden en raken vaak verloren. Jammer genoeg kunnen oorbellenhouders nogal duur zijn, een verkeerde maat of een verkeerde stijl en kleur hebben. Gelukkig is het vrij makkelijk om verschillende voorwerpen te vinden om oorbellen te bewaren. Het is ook net zo makkelijk om je eigen oorbellenhouders zelf te maken. 1. Pak een paar kleine plastic laadjes. Eigenlijk zijn ze bestemd voor het opbergen van kantoorspullen, maar zijn prima om voor oorbellen te gebruiken! Je kunt ze meestal in de afdeling opslag of kantoorartikelen vinden. Als je wilt, kun je de bodem van elke lade met een stuk schuimrubber bedekken. Op deze manier kun je de oorbellen in het schuimrubber prikken om ze op hun plek te kunnen houden. Kies er een kleine uit van ongeveer 15 tot 20 cm hoog. Vind je de kleur niet mooi? Haal de lades eruit en kleur ze met een verfspray! Je kunt de doos ook met glitterlijmpennen en/of mooie glittersteentjes. Bewaar elk soort oorbel in een verschillende lade. Je kunt bijvoorbeeld alle oorknopjes en oorstekers in een lade bewaren en alle haakoorbellen in een andere. 2. Gebruik ijsblokjesvormen om oorbellen op te bergen. Dit is een geweldig alternatief als je veel oorbellen hebt. Dit is niet geschikt voor grote en opzichtige oorbellen of gigantische oorringen, maar is wel perfect voor kleinere oorbellen en oorknopjes. Je kunt de ijsblokjesvorm op je dressoir of aanrecht laten of in een lade bewaren. 3. Gebruik plastic knopen om de paren oorbellen bij elkaar te houden. Dit werkt het beste voor oorknopjes, maar zou misschien ook voor haakoorbellen kunnen werken. Ook zijn knopen met twee gaatjes hiervoor beter geschikt dan die met vier gaatjes. Zodra je de oorbellen in de knopen hebt gestoken, kun je ze in een doos, een schaaltje of in een lade bewaren. Gebruik geen jasknopen of knopen met een enkele lus aan de achterkant. 4. Berg kleine oorbellen op in plastic pillendoosjes. Dit werkt het beste voor oorknopjes, maar zou misschien ook voor kleine haakoorbellen kunnen werken. Bewaar elk paar oorbellen in elk afzonderlijk vakje. Als je wilt, kun je de doos in een andere kleur met een verfspray verven of met stickers versieren. 5. Steek oorknopjes in een lange strook lint om ze bij elkaar te kunnen houden. Gebruik een dik en stevig lint, zoals grosgrain. Het zal langer meegaan en minder snel scheuren of ontrafelen. Iets wat tussen 2,5 tot 5 cm ligt zal hiervoor het beste werken. Bewaar het lint in een doos of lade, of hang het aan de muur op met een punaise of een spijker. 6. Gebruik een stuk plastic canvas om oorknopjes in een sieradendoos of lade bij elkaar te houden. Koop een stuk plastic canvas bij een hobbywinkel en knip het in de gewenste grootte. Steek de oorknopjes erdoorheen en stop het vervolgens in een sieradendoosje of lade. Weef lint om de randen van het plastic canvas om het mooier te maken. Je kunt een simpele rechte steek of een festonsteek gebruiken. 7. Maak een eenvoudige oorbellenhouder van een eierdoos. Snijd de boven- en zijkant van een eierdoos af, kleur de doos vervolgens in je lievelingskleur en laat hem drogen. Vul elk vakje met een paar oorbellen. Je kunt hier een verfspray of acrylverf voor gebruiken. Je kunt de eierdoos verder met glitterlijm, glittersteentjes en lint versieren. 8. Neem een stuk gaas. Dit kan een vel plastic canvas, raamgaas, tule of zelfs kant zijn. Plastic canvas is een uitstekende keuze, omdat het in allerlei kleuren verkrijgbaar is en makkelijk om mee te werken; je kunt het in een hobby- of kunstwinkel vinden. Deze houder werkt het beste voor haakoorbellen, maar kan ook voor oorknopjes dienen. Als je raamgaas gebruikt, overweeg dan om het eerst in een leuke kleur te verven. Verf eerst een kant, laat het drogen, draai het vervolgens om en verf de andere kant. Probeer in plaats daarvan jute voor een rustieke lijst. Je kunt er zelfs een figuur of letter met wat textielverf en een sjabloon aan toevoegen. 9. Haal een fotolijst uit elkaar. Gooi het glas en de achterkant weg of bewaar ze voor een ander project. Je kunt als alternatief een eenvoudige houten basislijst van de hobbywinkel gebruiken; hier wordt geen glas of achterkant bij geleverd, waardoor het minder werk voor je zal zijn. Maak je geen zorgen over de kleur van de lijst, je kunt hem altijd nog verven. 10. Verf of versier de lijst, als je wilt. Als het ontwerp van de lijst het juiste is, maar een verkeerde kleur heeft, dan kun je het altijd met een verfspray naar eigen smaak verven. Je kunt het lijstje ook met glitter, glitterlijm of kleurige glittersteentjes versieren. Laat alles volledig drogen voordat je verder gaat. 11. Knip het gaas af zodat het net iets groter dan de opening van de lijst is. Draai het lijstje om zodat de achterkant naar je toe is gericht, en leg het gaas erop neer. Gebruik schilderstape of afplakband om aan te geven waar je het gaas moet knippen. Als je klaar bent, gebruik dan de tape als richtlijn om het gaas af te knippen. Verwijder de overtollige tape. Gebruik geen markeerstift. Je zult hier niet alleen de lijst mee verpesten, maar de markeerstift zal ook moeilijk op het materiaal te zien zijn. 12. Lijm het gaas op de lijst en laat het drogen. Maak een lijn met de lijm rond de buitenranden van de opening aan de achterkant van de lijst. Druk snel het gaas in de lijm. Je kunt hiervoor hete lijm of hobbylijm gebruiken. Als je tule, kant of jute hebt gebruikt, dan kun je in plaats daarvan textiellijm gebruiken. De verschillende soorten lijm hebben uiteraard ook een verschillende droogtijd nodig. Hobbylijm is pas na een aantal uren droog, terwijl hete lijm praktisch onmiddellijk opdroogt. Als je de lijm wilt verbergen, teken dan de binnenranden van het gaas met lijm en bedek het vervolgens met stroken lint. Zorg ervoor dat het lint niet voorbij de opening van de lijst uitsteekt. 13. Laat de lijst tegen de muur of tegen je dressoir leunen. Aangezien je de achterkant eruit hebt gehaald, kan de lijst niet op zichzelf staan. Je kunt de achterkant ook niet terugzetten, want het zou het gaas 'blokkeren' en zou je de oorbellen er niet in kunnen steken. Als je de lijst wat stabieler wilt maken, zijn er een aantal dingen die je kunt doen: Knip een stuk lint af en maak er een lus mee. Lijm het aan de achterkant van de lijst en gebruik het om hem aan de muur te hangen. Gebruik een lijsthouder of een lijststandaard om je lijst rechtop te houden. Plak een of twee korte pluggen met hete lijm aan de achterkant van de lijst om een standaard te maken. Als je wilt, kun je de pluggen verven zodat ze mooi bij de lijst passen. 14. Hang je oorbellen in het gaas. Deze oorbellenhouder is het beste geschikt voor haakoorbellen, maar kan ook voor oorknopjes worden gebruikt. Haal eerst het knopje aan de achterkant van de oorbel eraf, steek de oorbel door het gaas en druk het knopje er weer op. 15. Verf een houten kistje in de gewenste kleur. Het beste houten kistje om mee te werken is er een die relatief ondiep is, tussen 2,5 en 7,5 cm diep. Het is het beste voor oorknopjes, maar kan ook goed voor haakoorbellen dienen. Je kunt acrylverf of een verfspray hiervoor gebruiken. Voor iets meisjesachtiger, schilder je de buitenkant van het kistje met fijne plakboekglitter. Zorg dat je het er naderhand een laagje glanzende coating op aanbrengt, om te voorkomen dat de glitter loskomt. 16. Knip een aantal stroken vilt van dezelfde lengte als de binnenkant van het kistje. Als je van plan bent om de stroken om een potlood te wikkelen (voor extra ondersteuning), maak ze dan 10 cm breed. Ben je dat niet van plan, maak ze dan in plaats daarvan 15 tot 20 cm breed. 17. Rol elk stuk vilt in een strakke buis. Als je wilt, kun je het vilt om een korte plug of potlood rollen, om het steviger te maken. Zorg ervoor dat de plug of het potlood lang genoeg is om goed in het kistje te kunnen passen. 18. Zet alle vilten buizen op de bodem van het kistje. Om dit permanent te maken, plak je de viltrollen met de naad naar beneden in het kistje. Zorg dat alle viltrollen zich in dezelfde richting bevinden. Als je de bodem van het kistje kunt zien, dan zul je meer viltrollen moeten maken. 19. Overweeg om de buizen met een stukje stof te bedekken voor een meer afgewerkte look. Knip een stuk stof van een paar centimeter breder dan de binnenkant van het kistje. Drapeer het over de bovenkant en stop de stof tussen de viltrollen. Stop overtollige stof weg tussen de eerste en laatste buis en aan de zijkanten van het kistje. 20. Zet de oorbellen tussen de viltbuizen in. Deze houder is het beste geschikt voor oorknopjes, maar kan ook voor haakoorbellen worden gebruikt als je ze zijdelings plaatst.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Oorbellen-ordenen", "language": "nl"}
Het geheugengebruik controleren op een Mac	Deze wikiHow leert je om te controleren hoeveel van het geheugen van je Mac-computer momenteel wordt gebruikt. 1. Open een nieuw Finder-venster. Dit is het blauwe en witte gezichtspictogram in de menubalk aan de onderkant van je Mac-bureaublad. 2. Klik op Applicaties. Dit staat in het linker deelvenster van het Finder-venster. 3. Open de map Toepassingen. Dit is een blauwe map met een pictogram van een schroevendraaier en een sleutel onder aan de map Applicaties. 4. Dubbelklik op Activiteitenmonitor. Dit is de app met het pictogram dat lijkt op een hartslagmeter. 5. Klik op het tabblad Geheugen. Deze staat bovenaan het venster naast het tabblad 'CPU'. 6. Controleer de grafiek 'Geheugendruk'. Deze staat linksonder in het Activiteitenmonitor-venster. Als de geheugendrukgrafiek groen is heb je voldoende geheugen. Als de geheugendrukgrafiek geel is begint je Mac veel geheugen te gebruiken. Als de geheugendrukgrafiek rood is, is je geheugen leeg. Sluit een of meer apps. Je moet mogelijk een upgrade van het geheugen op je Mac overwegen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Het-geheugengebruik-controleren-op-een-Mac", "language": "nl"}
Bouillon klaren	Bouillon is de vloeistof die wordt verkregen door mergpijpen van dieren gedurende een lange periode te laten sudderen. Zelf bouillon maken is zowel voedzaam als lekker. Bouillon kan het immuunsysteem versterken en de botmassa verbeteren. Bij het maken van bouillon komt het vet echter meestal aan de oppervlakte samen waar het een slecht smakende laag in je mond achterlaten. Gelukkig kun je door enkele eenvoudige technieken te volgen het vet verwijderen dat naar de oppervlakte van de bouillon stijgt door hem te ontvetten (te klaren). 1. Laat de bouillon sudderen tot het vet van de soep naar de oppervlakte drijft. Terwijl je de bouillon laat sudderen, zal het vet naar boven stijgen en gaan schuimen. Als er een teveel aan schuim of vetophoping is, dan kan dat komen doordat je het vuur te hoog hebt staan. De bouillon moet gedurende een lange periode langzaam sudderen en zeker niet koken. De meeste bouillons moeten ergens tussen de vier en zes uur sudderen. 2. Schep er grote porties vet uit met een lepel. Je kunt dit meerdere malen doen terwijl de bouillon suddert, zodat je later minder vet hoeft te zeven. Door het vet door de bouillon te roeren, zal het later lastiger worden om het te verwijderen en zal de bouillon er bovendien troebel uitzien. Je kunt dit doen met een houten of hittebestendige lepel. 3. Giet je bouillon door een grote zeef of vergiet met een kaasdoek. Je kunt bij de meeste supermarkten terecht om een zeef of vergiet en een kaasdoek te kopen. Leg de kaasdoek in de zeef en giet de bouillon erdoor. Hiermee worden de grote stukken bot en groenten van de heldere bouillon gescheiden. Doe dit boven de gootsteen voor het geval je zou morsen. Je kunt ook een vergiet gebruiken in plaats van een zeef. Duw tijdens het zeven op geen enkel moment op het voedsel. Als je geen kaasdoek hebt, dan kun je een koffiefilter gebruiken. 4. Zeef de bouillon nog een keer met een zeef en een kaasdoek. Filter de bouillon opnieuw. Deze tweede filtering zou het grootste deel van het vet dat in de bouillon zit moeten verwijderen. 5. Giet de bouillon door een vergiet met een kaasdoek. Voordat je het op deze manier gaat doen, moet je ervoor zorgen dat je eerst de grote stukken voedsel verwijdert. Leg een kaasdoek over het oppervlak van de zeef of vergiet en zeef de bouillon. 6. Roer ¼ kopje koud water en eiwitten in een kom. Gebruik twee eieren en splits de eiwitten in een kom en klop ze. Als je daarmee klaar bent, roer je er ¼ kopje koud water door. De eiwitten zullen alle resterende deeltjes binden, waardoor je een helderder bouillon zult krijgen. Lees hoe je het eiwit van de dooier moet scheiden. 7. Breng de bouillon aan de kook en roer het mengsel van eiwitten en water erdoor. Zodra de bouillon weer aan de kook komt, giet je het mengsel van eiwitten en water in de pan. Het kookpunt wordt bereikt wanneer de bellen snel het oppervlak van het water breken. Je zou de kook niet mogen breken door het gebruik van een lepel om de bouillon te roeren. 8. Haal de pan van het vuur en laat hem vijf minuten staan. Al het vet in de bouillon zou aan het eiwit moeten binden terwijl je het laat staan. Laat de bouillon op kamertemperatuur staan. Je zou de eiwitten naar boven moeten zien stijgen en stollen op het oppervlak van de bouillon. 9. Giet de bouillon door de zeef met kaasdoek. Als al het vet op het eiwit is verzameld, laat de bouillon dan een laatste keer door de zeef en kaasdoek gaan. De grote klont eiwitten en vet moet in de kaasdoek zijn opgevangen, zodat er een ontvette en heldere bouillon achterblijft. 10. Giet de bouillon door een zeef bekleed met een kaasdoek. De bouillon zeven is een belangrijk onderdeel bij alle ontvettingsmethoden. 11. Laat de bouillon in een ijsbedje afkoelen. Als je de bouillon in de koelkast of vriezer zet, zouden er misschien bacteriën kunnen ontstaan. Vul in plaats daarvan een kom of de gootsteen met ijsblokjes en zet de pan met het deksel erop in het ijsbed. Roer de bouillon om de twee à drie minuten tot het afgekoeld is. Voedsel dat langer dan twee uur op een temperatuur 4 °C tot 60 °C verblijft kan mogelijk gevaarlijk zijn om te eten. 12. Zet de bouillon in de koelkast tot het vet is verhard. Door de bouillon een paar uur of een nacht in de koelkast te laten staan, zal al het overtollige vet naar boven stijgen en verharden. Er zou een dikke laag vet op het oppervlak van de bouillon moeten liggen, zelfs als je het al hebt gezeefd. 13. Verwijder de bovenste laag vet voorzichtig uit de bouillon. Je kunt een lepel of ander keukengerei gebruiken om de bovenste laag verhard vet voorzichtig te verwijderen. Als je eenmaal klaar bent, dan moet je een lekkere en heldere bouillon hebben verkregen. Je kunt het overgebleven vet als bakvet in andere recepten gebruiken. 14. Klaar!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Bouillon-klaren", "language": "nl"}
Gorilla Glue verwijderen	Gorilla Glue hecht sterk aan oppervlakken en is bestand tegen schade door water en veranderende temperaturen. Het is echter belangrijk om voorzichtig te zijn wanneer je Gorilla Glue gebruikt, want de lijm kan lastig te verwijderen zijn van oppervlakken en van je huid. Om de lijm te verwijderen maak je hem nat met water, citrussap of aceton. Wanneer de lijm nat is probeer je hem weg te pellen of te trekken met een stomp voorwerp of een tandenborstel. De lijm zou gemakkelijker te verwijderen moeten zijn als je dit proces enkele keren herhaalt. 1. Was de plek in kwestie met water en zeep. Doe een eetlepel (15 ml) afwasmiddel in een teiltje met 500 ml warm water. Laat de plek waar de lijm zit ten minste 5 minuten in het water weken. Giet het teiltje leeg, doe er vers water en nieuwe zeep in en herhaal het proces ten minste nog een keer. Dit zou moeten helpen om de lijm los te maken van de huid. 2. Laat sap van een citrusvrucht in de lijm trekken. Druppel enkele druppels sap van een citrusvrucht op de lijm op je huid. Je kunt tevens een citroen of limoen doormidden snijden en de halve vrucht tegen je huid houden. Laat het sap vijf minuten intrekken of houd de halve vrucht vijf minuten tegen je huid. Het citroenzuur zal de lijm weg beginnen te vreten, zodat je hem gemakkelijker van je huid krijgt. Pas op met het gebruiken van deze methode als je snijwondjes of zweertjes hebt, want het citrussap kan enige huidirritatie veroorzaken. 3. Breng nagellakverwijderaar met aceton aan. Dompel een wattenstaafje of wattenbolletje in een beetje nagellakverwijderaar. Als de plek met lijm groter is, kun je tevens wat nagellakverwijderaar in een kom gieten. Laat de nagellakverwijderaar 6 tot 10 minuten in de huid trekken. Haal de plek in kwestie uit de aceton of haal het wattenbolletje of wattenstaafje van je huid. Was de plek in kwestie met warm water en zeep. Zorg dat je nagellakverwijderaar met 100% aceton gebruikt, want aceton is de werkzame stof die de lijm aanvreet. 4. Exfolieer je huid met een puimsteen. Pak de puimsteen stevig vast met je hand en wrijf heen en weer over de lijm op je huid. Oefen net genoeg druk uit om de kleefkracht van de lijm te kunnen voelen, maar niet zo veel dat je huid scheurt of barst. Doe dit enkele minuten totdat je voelt dat de lijm los begint te komen van je huid. Om je huid zo weinig mogelijk te beschadigen wrijf je iedere keer in een andere richting met de puimsteen over je huid. Je kunt tevens een ruwe scrubhandschoen gebruiken om de lijm los te krijgen. 5. Wrijf suiker of zout over de lijm. Meng in een kleine kom een lepel suiker met een lepel zout en net genoeg water om de korrels vochtig te maken. Breng dit mengsel op de lijmplek op je huid aan en wrijf het met je vingers in de lijm. Veeg het mengsel weg wanneer het oplost en breng een nieuw mengsel aan. De ruwe zout- en suikerkristallen zouden de lijm weg moeten laten slijten. 6. Smeer warme olie op je huid. Zet een kleine kom met zonnebloemolie, kokosolie, babyolie of olijfolie in de magnetron en verwarm de olie 10-20 seconden. Zorg dat de olie warm is, maar niet heet genoeg om je huid te verbranden. Breng de olie met een wattenstaafje op de lijmplek op je huid aan. Laat de olie 3-4 minuten intrekken en kijk dan of de lijm opgelost is. Als dat niet zo is, herhaal je het hele proces nog eens. Volgens sommige mensen kun je secondelijm ook verwijderen met lipgloss of koude bakspray. 7. Wacht totdat de lijm vanzelf van je huid valt. Huid groeit aan en vernieuwt zich. Als de lijmplek niet te groot en te pijnlijk is, kun je gewoon wachten totdat de lijmresten na 5 of 6 dagen vanzelf van de huid schilferen. Let wel op dat de huid rondom de lijmplek niet barst en scheurt. Dit is een goede methode als je liever geen bijtende chemische stoffen op je huid aanbrengt. 8. Breng na afloop een vochtinbrengend middel aan. Lijm zorgt voor een barrière die voorkomt dat er vocht in je huid kan trekken. Als je dan ook nog chemische stoffen gebruikt om de lijm af te breken, merk je waarschijnlijk dat je huid erg droog en schilferig is geworden. Doe hier iets aan door een beetje bodylotion of babyolie op je huid te smeren. 9. Trek de huid nooit zo ergens van los. Weersta de neiging om de huid los te trekken of te rukken van datgene waar hij aan vastgeplakt zit. Gorilla Glue is een erg sterke lijm en kan je huid beschadigen voordat je de lijm loskrijgt. Roep direct medische hulp in als de lijm een groot deel van je huid bedekt en je last van pijn hebt. 10. Test het middel dat je wilt gebruiken op een klein plekje uit. Zoek een onopvallende plek op op het beschadigde oppervlak. Doorweek een wattenbolletje met de chemische stof die je wilt gebruiken. Leg het wattenbolletje op het oppervlak en houd hem daar 5 minuten. Haal het wattenbolletje weg en kijk of de plek verkleurd en beschadigd is. Als dat niet zo is, weet je dat je de stof veilig op een groter oppervlak kunt gebruiken. 11. Breng aceton op het oppervlak aan. Je kunt pure aceton gebruiken om Gorilla Glue los te krijgen van stoffen en zelfs harde oppervlakken. Pak een wattenbolletje en doorweek hem met aceton. Leg hem dan op de lijmplek op het oppervlak en laat de aceton 5 minuten intrekken. Haal het wattenbolletje weg en neem het oppervlak af met een vochtige doek. Herhaal het proces als de lijmplek nog steeds op het oppervlak zit. Breng geen aceton op oppervlakken van plastic aan, want daardoor kan het plastic nog sterker beschadigd raken. 12. Gebruik isopropylalcohol op metalen oppervlakken en oppervlakken die niet van plastic zijn. Bevochtig een wattenbolletje of opgevouwen vel keukenpapier met isopropylalcohol en leg het op de lijmplek. Laat de alcohol ongeveer 5 minuten in het oppervlak trekken. Haal het wattenbolletje of het vel keukenpapier weg en neem de plek af met warm zeepsop. De lijm zou nu los genoeg moeten zitten om weg te kunnen schrapen met de rand van een plamuurmes. 13. Pel de lijm weg met een stomp voorwerp als hij op een hard oppervlak zit. Pak een plamuurmes of een ander hulpmiddel en oefen er druk mee uit op de rand van de lijmplek. Maak een voorzichtige schrapende beweging om de randen van de lijm omhoog te krijgen. Als de lijm blijft zitten, breng je met een wattenbolletje een beetje aceton op de plek aan en probeer je het nog eens. 14. Schrob stof met een tandenborstel. Breng een beetje aceton of zeepsop op de stof aan. Pak dan een tandenborstel en schrob de lijmplek ermee. Probeer steeds in een andere richting te schrobben en lichte stotende bewegingen tegen de stof te maken om de lijm los te krijgen. 15. Was kleren en stoffen. Nadat je zo veel mogelijk lijm van het oppervlak van de stof verwijderd hebt stop je de stof alleen in de wasmachine en was je hem op de hoogst mogelijke stand. Lees de instructies op het wasetiket om te voorkomen dat je de stof beschadigt. Je kunt het beste wachten totdat de Gorilla Glue helemaal droog is voordat je aan deze stap begint. Zo zullen de lijmplekken niet vast blijven plakken aan andere delen van de stof. 16. Leg een natte doek op plastic oppervlakken. Als je lijm op iets van plastic morst, kan de lijm moeilijker te verwijderen zijn omdat aceton en alcohol door het oppervlak van plastic vreten. Verwijder de lijm door een katoenen doek nat te maken met een mengsel van warm water en afwasmiddel. Leg de doek 24 uur op de lijmplek. Druppel gedurende deze tijd een mengsel van water en afwasmiddel op de doek om hem nat te houden. Nadat je de doek weggehaald hebt kun je de losgeweekte lijm wegvegen. Als je de lijmplek nog steeds kunt zien, schrob hem dan voorzichtig met een tandenborstel. 17. Volg de aanwijzingen op de verpakking. Voordat je aan je klus begint lees je aandachtig de aanwijzingen op de verpakking van de Gorilla Glue. Kijk goed hoe je de applicator vast moet houden en hoeveel lijm je per keer aan moet brengen. Als je vragen hebt, bel dan de klantenservice via het nummer op de website van Gorilla Glue. Om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat er lijm in de spuitmond komt moet je de fles ondersteboven houden en enkele keren met de dop op een hard oppervlak tikken. 18. Draag handschoenen. De beste manier om te voorkomen dat er secondelijm op je huid komt is om tijdens het werken handschoenen te dragen. Probeer bij de bouwmarkt verschillende soorten handschoenen om te kijken welke soort en maat het beste bij je passen. Het nadeel is wel dat je op moet passen dat je geen lijm op de handschoenen zelf krijgt. Wegwerphandschoenen zijn een uitstekende optie wanneer je met lijm werkt. Zorg er echter wel voor dat ze goed passen. 19. Dek je werkplek af. Haal alle voorwerpen van je werkplek weg en bedek het volledige oppervlak met folie of een vel plastic. Het voordeel van folie is dat opgedroogde lijm er niet aan vast blijft plakken. Waar je ook voor kiest, door het oppervlak (bijvoorbeeld een aanrechtblad) te bedekken zal het beschermd worden en niet beschadigd raken. 20. Kies de juiste applicator voor je klus. Eén van de grootste fouten die je kunt maken is om een klus te proberen uit te voeren met een applicator die te klein of te groot is. Er zijn veel verschillende soorten Gorilla Glue te koop, van pennen tot geltubes. Neem dus de tijd om te onderzoeken wat je precies nodig hebt. Het is tevens belangrijk om te onthouden dat je zelfs voor de grootste klussen over het algemeen erg weinig secondelijm nodig hebt	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Gorilla-Glue-verwijderen", "language": "nl"}
Omgaan met verleidingen	Ben jij goed in het weerstaan van verleidingen? We geven allemaal wel eens aan verleidingen toe maar toch lijkt het alsof sommige mensen meer controle hebben over zichzelf. Verleiding is verlangen naar iets dat meestal niet goed of geschikt voor jou is. Vaak proberen verleidingen je dingen te laten doen op de korte termijn zonder dat je nadenkt over wat er later misschien kan gebeuren. Jammer genoeg kan verleiding ook veranderen in obsessie. Toegeven aan verleidingen kan er ook voor zorgen dat je je ontevreden, schuldig of van streek voelt. Leer hoe je om moet gaan met verleidingen en hoe je je controle over jezelf kan vergroten. 1. Herken mogelijke verleidingen. Verleiding gaat vaak over controle en verleidelijke situaties zijn vaak situaties waarin je moet kiezen tussen onmiddellijke bevrediging en je lange termijn doelen. Zo kan je misschien erg verlangen naar een stukje taart dat bij de bakker ligt terwijl je aan het diëten bent. Het eten van dat stukje taart leidt tot onmiddellijke bevrediging. Maar je doel voor de lange termijn om minder suikerige producten te eten wordt niet gehaald als je het eet. Je moet je bijvoorbeeld bewust zijn van de mensen die je zouden kunnen verleiden om vreemd te gaan als je een vaste relatie hebt. Dit kunnen oude kennissen zijn, collega's of mensen met wie je in je privéleven omgaat. Maar verleiding is niet altijd zo duidelijk. Stel bijvoorbeeld dat je een kantoorbaan hebt en je een aantal weken achter elkaar graag vrijdag wat eerder naar huis zou willen gaan. Een paar keer wat vroeger naar huis gaan lijkt misschien niet erg maar je werkgever kan hierdoor denken dat je de verantwoordelijkheid niet aankan. Dit kan er dan weer toe leiden dat je minder snel gepromoveerd wordt bijvoorbeeld. 2. Houd jezelf uit de buurt van verleidingen. Maak het jezelf makkelijker door uit de buurt te blijven van verleidingen. Als je bijvoorbeeld probeert op te houden met roken, blijf dan weg van plekken waar je vaker gerookt hebt. Misschien helpt het zelfs als je de mensen met wie je vaker gerookt hebt probeert te vermijden. Als je vaker teveel drinkt dan is de bar waar het jaarlijkse feestje met je collega's is misschien niet de beste plek om te zijn. Blijf alert en vermijd mogelijke verleidingen als dat kan. Zo ben je er altijd op voorbereid om met verleidingen om te gaan. Als je een bepaalde situatie of persoon niet helemaal kan vermijden, probeer dan om het moeilijker te maken voor jezelf om toe te geven aan verleidingen in de situatie. Als je het bijvoorbeeld verleidelijk vindt om vreemd te gaan met een vriend, vermijd dan situaties waar jullie alleen samen zijn. Zorg dat je die persoon alleen ziet als je met een groep mensen bent. 3. Wees eerlijk. Als je iets weigert of iemand uit de weg gaat omdat het je verleidt, voel je dan niet schuldig en denk niet dat je erover moet liegen. Wees eerlijk over waarom je iets uit de weg gaat. Dit kan je doorzettingsvermogen vergroten en de verleidelijkheid van wat je probeert te vermijden verkleinen. Als de persoon met wie je vreemd wil gaan je bijvoorbeeld uit vraagt, zeg dan eerlijk dat je al een relatie hebt. Als hij of zij dit weet, zijn ze misschien minder flirterig in de toekomst. 4. Stel je voor hoe je tegen verleidingen ingaat. Stel je voor dat je de verleiding erkent of aanraakt voordat je hem neerlegt en wegloopt. Probeer je dit zo gedetailleerd mogelijk voor te stellen. Stel je bijvoorbeeld voor dat je een chocoladereep vasthoudt als je minder probeert te snoepen. Stel je voor dat je eraan ruikt, hem aanraakt en vervolgens neerlegt. Als je dit geoefend hebt, kan je ook in het echt de verleiding proberen te weerstaan. Ga naar de winkel en confronteer je verleidingen. Deze techniek is niet geschikt voor verslavingen aan bijvoorbeeld alcohol of drugs. Visualiseren dat je het weer gebruikt of in contact komen met dingen die bij de verslaving horen kunnen als reactieveroorzaker werken en kunnen het veel moeilijker maken om met deze verleiding om te gaan. 5. Denk aan de consequenties op de lange termijn. Het is gemakkelijk om alleen maar aan de onmiddellijke bevrediging te denken als je iets wil. Neem wat tijd en denk aan de consequenties op de langere termijn voor je toegeeft aan een verlangen. In sommige gevallen zijn de consequenties op de lange termijn erg groot en zwaar. Zoals wanneer je vreemdgaat bijvoorbeeld. Je zult je partner kwetsen, het vertrouwen dat je partner in je heeft beschamen en de relatie kan zelfs kapot gaan. Maar we worden de hele tijd wel omringd met wat onderzoekers "epsilon-cost verleidingen" noemen. Oftewel de kleine dingetjes die van zichzelf niet erg belangrijk lijken maar samen kunnen uitgroeien tot iets waar grote consequenties aan verbonden zitten. Mensen vinden het moeilijker om met deze verlangens om te gaan omdat ze zo klein lijken. Zo hebben het roken van een sigaret of het eten van een stukje taart niet meteen grote, negatieve langetermijngevolgen. Maar door het roken van die ene sigaret wordt de kans wel groter dat je er nog een neemt, en nog een, en nog een, en hierdoor wordt het risico op negatieve gevolgen wel groter. En zelfs het roken van een enkele sigaret kan al schade aan je lichaam aanbrengen en je risico op ziektes zoals kanker vergroten. Probeer breder naar je acties te kijken. Je gaat niet dood van een plakje taart maar als je probeert om minder suiker te eten dan weerhoudt dit je er wel van om je doel te bereiken. En als je blijft toegeven aan je verlangens dan krijg je wel ook steeds al die calorieën binnen. Als je verleidingen zo bekijkt in plaats van als op zichzelf staande incidenten dan kan dat je helpen om meer controle over jezelf te krijgen. Je de langetermijngevolgen voorstellen kan je ook helpen om weerstand op te bouwen. Als je bijvoorbeeld wilt roken, stel je jezelf dan voor als kankerpatiënt aan de chemo. Stel je jezelf voor hoe slecht je je voelt, hoe duur al die behandelingen wel niet zijn en hoe verdrietig je familie wel niet is. 6. Leid jezelf af. Als je heel erg gefixeerd bent op je verleidingen dan kan het soms moelijker zijn om ze te weerstaan. Onderzoek heeft aangetoond dat jezelf afleiden en iets doen dat leuk is of waar je een tijd mee bezig kan zijn, kan helpen om verleidingen te weerstaan. Je kunt mediteren, yoga doen, een stukje gaan rennen of afspreken met vrienden. Laat je compleet opgaan in wat je uitgezocht hebt om jezelf af te leiden. Je kunt ook andere mensen die hulp nodig hebben, proberen te helpen. Ben niet meer alleen bezig met jezelf maar focus je ook op andere mensen die de hulp waarderen. Dat kan ook voor afleiding zorgen. Het kan een goed idee zijn om een afleidingsplan te maken. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af dat je iedere keer als je zin hebt in een sigaret een stukje gaat rennen. Dit zorgt voor afleiding en is goed voor je gezondheid. 7. Maak er geen keuze van. Laat jezelf niet geloven dat je een keuze hebt om toe te geven aan een verleiding of om die verleiding te weerstaan. Als je het niet meer ziet als een keuze moet je wel nee zeggen tegen wat het ook is dat je verleidt. Als je bijvoorbeeld het verlangen voelt om vreemd te gaan, flirt dan niet meer met de persoon in wie je geïnteresseerd bent. Je weet dat je niet wilt vreemdgaan dus doe dan ook niet alsof je geïnteresseerd bent. Als je misschien moeite hebt om je te houden aan het suikervrije dieet dat je dokter je gegeven heeft, kan je weigeren om naar feestjes te gaan waar veel zoetigheid zal zijn. Dit zorgt er wel ook voor dat je minder sociaal kan zijn dus denk goed na voordat je deze weg inslaat. 8. Maak concrete plannen. Maak een plan van je intenties voor jezelf. Zeg bijvoorbeeld dat je vandaag geen taart eet bij de koffie maar een appel zodat je goed aan je gezondheid kan blijven werken. Of zeg dat je maar een biertje zal drinken bij dat feestje vanavond en vraag je partner om je hieraan te helpen herinneren. Als je deze plannen zo vaststelt in duidelijke en concrete termen dan kan dat helpen om gefocust te blijven op je langetermijndoelen en ben je minder bezig met de onmiddellijke bevrediging. Als je je plannen op een als/dan manier uitspreekt, kan dat je nog concreter helpen. Zeg bijvoorbeeld tegen jezelf: "Als iemand mij een stukje taart aanbiedt op het feestje dan zeg ik 'Nee dankjewel, ik ben minder suiker aan het eten.' en begin ik een gesprek met iemand in de buurt." 9. Laat andere mensen je helpen. Als je het moeilijk vindt om nee te zeggen tegen verleidingen zoals een sigaret of een stukje taart, vraag dan aan je partner of een vriend of hij of zij je wilt helpen om bij deze dingen uit de buurt te blijven. Hierdoor moet je verantwoording afleggen aan iemand anders en is het geen keuze meer. Zeg bijvoorbeeld tegen je partner dat je minder wilt gaan drinken en vraag hem of haar om je daaraan te herinneren nadat je je ene drankje op hebt. 10. Gebruik de technologie. Houd jezelf verantwoordelijk door apps of computerprogramma's te gebruiken die je gewoontes bijhouden. Als je probeert om minder geld uit te geven, gebruik dan software waarmee je je budgetten in gaten kan houden om te zien hoeveel je uitgeeft. Of je kan een app gebruiken die bijhoudt wat je eet als je wilt afvallen. Door technologie te gebruiken kan je ook in de gaten houden wanneer het waarschijnlijker is dat je toe gaat geven aan je verlangens. Zo kan je er bijvoorbeeld achter komen dat je vaker te veel eet in het weekend. 11. Daag iemand anders uit. Als je het moeilijk vindt en je kent iemand die ook probeert te stoppen met een bepaalde verleiding, daag die persoon dan uit en maak er een wedstrijd van. Als je bijvoorbeeld meer wilt trainen, daag dan een vriend uit en kijk wie er meer afvalt of wie vaker naar de sportschool gaat. Een vriendschappelijk wedstrijdje is misschien precies wat je nodig hebt om je verantwoordelijkheid te nemen (en het kan hetzelfde doen voor je vriend of vriendin). Spreek wel regels af met elkaar voor je aan de wedstrijd begint. 12. Wees dankbaarder. Door dankbaar te zijn herinner je jezelf aan alle goede dingen in je leven waar je blij mee kan zijn. Als je de focus legt op deze dingen kan je daardoor minder gaan verlangen naar dingen die je niet hebt. Probeer iedere dag een aantal dingen op te schrijven waar je dankbaar voor bent. Houd die lijst bij je en lees hem wanneer je wilt toegeven aan een verlangen. 13. Oefen veel en bouw vaardigheden op. Veel onderzoek toont aan dat je controle over jezelf kan opbouwen door veel te oefenen. Zelfs als volwassene. Door deze oefeningen word je ook efficiënter en minder impulsief. Net zoals je spieren wordt je controle groter door veel te oefenen. Een oefening die je kan doen is proberen om een gewoonte te doorbreken. Zelfs een kleintje. Dus als je bijvoorbeeld altijd aan de rechterkant begint als je je tanden poetst, begin dan nu iedere keer aan de linkerkant. Een dagelijkse routine opbouwen is ook een goede manier om te oefenen. Zo kan je bijvoorbeeld met jezelf afspreken dat je iedere dag om half 8 opstaat, ook in het weekend, en dat je iedere ochtend een goed ontbijt maakt. Als je deze routine goed blijft volgen, vergroot je ook je controle. Je kan ook grotere dingen veranderen om meer controle op te bouwen. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af dat je twee dagen per week met de fiets naar je werk gaat in plaats van met de auto. Als je steeds doelen zet en deze ook uitvoert dan bouw je steeds meer controle op over jezelf. 14. Houd je energieniveau in de gaten. Net zoals fysieke beweging energie kost, kost controle opbouwen over jezelf ook energie. Je kan dus ook te ver gaan en jezelf uitputten. Als je aan het trainen bent, bereik je een punt waarop je spieren moe zijn en het moeilijk wordt om door te blijven gaan. Als je controle op aan het bouwen bent, gebeurt hetzelfde met je hersenen. Een onderzoek heeft aangetoond dat studenten die twee keer achter elkaar controle opbouwende oefeningen moesten doen meer moeite hadden met de tweede oefening dan studenten die alleen die tweede oefening hoefden te doen. Dus ga niet lunchen in de lunchkamer waar een doos cakejes staat als je daarna ook nog naar een feestje moet waar een hoop zoetigheid zal zijn. Deze constante druk om verleidingen te weerstaan kan je uitputten. Dezelfde studie heeft ook aangetoond dat beslissingen maken gelinkt is aan controle hebben over jezelf. Dus probeer, als je in een situatie zit waar je veel beslissingen moet maken zoals bijvoorbeeld een vergadering op je werk, situaties waarin je verleidingen moet weerstaan te vermijden. Ga bijvoorbeeld niet naar een feestje 's avonds als je eerder op de dag een hoop beslissingen hebt moeten maken. 15. Eet gezond. Eten kan een grote bron zijn van verleidingen maar gezond eten kan je ook helpen om meer energie te hebben om controle over jezelf op te bouwen. Een onderzoek heeft aangetoond dat studenten die niks gegeten hadden het moeilijker vonden om controle uit te oefenen dan studenten die net gegeten hadden en wiens bloedsuikerniveaus stabiel waren. Zelfs een klein hapje of drankje zoals een glaasje limonade of een stuk fruit kan je helpen om je glucoseniveau omhoog te brengen waardoor je beter controle kunt uitoefenen. Door het eten van voedselsoorten met veel vezels zoals bonen, goede granen, aardappels en groentes blijft je glucoseniveau gelijk en heb je minder last van pieken en dalen. Vezelrijk voedsel heeft ook langer nodig om verteerd te worden waardoor je je langer vol voelt en je minder last hebt van verlangens op het gebied van eten. 16. Vermijd stress. Door stress kan je energieniveau snel dalen en heb je minder puf om controle uit te oefenen. Er zijn verschillende manieren waarop je met stress om kan gaan: Probeer dagelijks yoga of tai chi te doen. Meditatie helpt mensen om te ontspannen. Diepe ademhalingsoefeningen kunnen goed helpen en die kan je overal en altijd doen. Zorg dat je genoeg rust. Slaap minimaal 7 tot 9 uur per nacht en houdt een slaaproutine aan, zelfs in de weekenden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Omgaan-met-verleidingen", "language": "nl"}
Een jongen mee uit vragen via een tekstbericht	Het kan moeilijk zijn als je een jongen leuk vindt die ver weg woont. Je komt hem niet tegen in de gang op school en kan niet samen koffie drinken na het werk, en je mist hem! Je kunt er niets aan doen wie je leuk vindt, maar als je valt voor iemand die niet in de buurt woont, is niet alle hoop verloren. Elke dag ontstaan er nieuwe langeafstandsrelaties, en vele veranderen in succesvolle, langdurige partnerschappen. De eerste stap in een bloeiende langeafstandsrelatie is de jongen vertellen wat je voelt en hem mee uit vragen. Je kunt het hem niet persoonlijk vertellen, maar je kunt hem wel sms'en hoe je je voelt. Lees verder voor tips over hoe je een jongen mee uit vraagt via sms. 1. Misschien woont hij maar een paar uur verderop of reist hij vaak naar jouw stad. Laat hem weten dat je de volgende keer dat hij op bezoek komt, het leuk zou vinden om op een date te gaan. Het is zenuwslopend om een jongen mee uit te vragen en het risico te lopen afgewezen te worden, maar je zult het nooit weten totdat je het probeert! Risico nemen is een belangrijk deel van dating, en als je die jongen echt leuk vindt, is het de moeite van het risico waard. Je kunt zeggen: 'Ik weet dat het een eindje rijden is, maar ik zou je graag weer willen zien. Zou je het leuk vinden om de volgende keer dat je in de stad bent samen uit te gaan?' 2. Dit is een goede manier om elkaar te leren kennen. Kies je favoriete koffietentje in de buurt of eentje die een leuke sfeer biedt. Je wilt een ruimte die je een beetje privacy geeft, dus denk aan een plek die niet te druk of luidruchtig is. Probeer iets als: 'Wil je de volgende keer dat je in de stad bent, samen koffie drinken?' 3. Misschien kan hij nog niet persoonlijk met je afspreken. Je kunt hem nog steeds mee uit vragen! Vraag hem of hij samen ieder avondeten wil maken en vervolgens samen wil dineren via FaceTime of Skype. Als koken niet jouw ding is, kun je altijd voorstellen om in plaats daarvan afhaalmaaltijden te halen bij hetzelfde soort restaurant. Het zal voelen alsof je een gedeelde ervaring hebt, zelfs als je duizenden kilometers van elkaar verwijderd bent. Zeg iets als: 'Ik weet dat we nog niet samen naar een restaurant kunnen gaan, maar zou je een keer virtueel met me willen dineren? We kunnen zelfs afhalen!' Je kunt ook een grappige aanpak proberen, zoals: 'Het voordeel van uit elkaar zijn is dat je nog niet hoeft te doen alsof je mijn eten lekker vindt. Wil je onze eigen maaltijden koken en samen eten via FaceTime?' Maak het extra speciaal door je te kleden zoals je zou doen voor een persoonlijke date. 4. Als je deze man echt leuk vindt, kan een klassieke diner date een geweldige keuze zijn. Het is een perfecte gelegenheid om iemand te leren kennen, aangezien je de hele maaltijd kunt praten! Je kunt ook kiezen hoe chique je de date wilt laten zijn. Als je indruk wilt maken op de man met iets klassieks, kies dan een goed beoordeeld restaurant met een leuke ambiance. Je kunt ook iets proberen dat informeler is, zoals een etentje op een terras of in een foodtruck. Probeer iets simpels als: 'Wil je met me gaan eten de volgende keer dat je in de stad bent?' 5. Dit is een geweldige plek om een gesprek te vergemakkelijken. Kies iets dat relevant is voor jullie beider interesses als je kunt. Als jullie allebei erg geïnteresseerd zijn in geschiedenis, nodig hem dan uit om naar het natuurhistorisch museum in jullie buurt te gaan. Je kunt het dan over de tentoonstellingen hebben tijdens eventuele stiltes in het gesprek, en het is een goede gelegenheid om hem de omgeving te laten zien als hij buiten de stad woont. Zeg iets als: 'Ik wil al tijden naar het kunstmuseum hier gaan kijken! Zou je de volgende keer met me mee willen gaan?' Probeer eens rond te lopen in een rozentuin of historisch monument bij jou in de buurt. Zorg ervoor dat het een openbare, dichtbevolkte plaats is voor je eerste date! 6. Veel streaming-platforms bieden manieren om films virtueel te bekijken. Kies een nieuwe film die net is uitgekomen, en vraag of hij die met jou wil kijken. Maak het extra leuk door voor te stellen dat jullie allebei popcorn maken en jullie favoriete snoepgoed uitzoeken om de bioscoopervaring na te bootsen. Een film kijken is een leuke manier om iemand te leren kennen, omdat je een band kunt krijgen over de gedeelde ervaring en kunt praten over wat je ervan vond als het voorbij is. Je kunt ook iets proberen als: 'Ik denk dat ik net de slechtste B-film ooit heb gehuurd. Zou je hem met mij willen kijken via FaceTime en erom lachen? 7. Dit is een leuke manier om je tekst een beetje flirteriger te maken. Voeg een smiley emoji toe, een rood hartje, of zelfs een hartjes ogen emoji als je je extra moedig voelt. Deze kunnen ook een geweldige manier zijn om je bericht te verduidelijken als het een beetje dubbelzinnig is. Als je hem meevraagt naar een museum en wilt dat hij weet dat het een date is, kun je iets sms'en als: 'Ik denk dat het leuk zou zijn om met jou een dagje toerist te zijn' en een blozende smiley toevoegen. Probeer niet te overdrijven met de emoji. Een of twee om de zoveel tijd is genoeg! Je wilt het meest zeggen met woorden. 8. Met je gevoel voor humor kunnen jullie je allebei meer op je gemak voelen. Stuur een grappige YouTube-video of TikTok met je reactie waarvan je denkt dat je vlam het leuk zou vinden. Door een dosis humor toe te voegen aan je vraag laat je hem zien dat je zelfverzekerd bent en de dingen niet te serieus neemt. Dit helpt jullie allebei te ontspannen, en hij zal hoogstwaarschijnlijk tijd willen doorbrengen met iemand die net zo leuk en zorgeloos is als jij! Probeer iets te kiezen dat relevant is voor de date, zoals een hilarische clip uit de film die je met hem wilt kijken. 9. Wees specifiek en vermijd zinnen als 'hangen' of 'elkaar zien'. Dit kan ervoor zorgen dat de jongen zich verward voelt over de vraag of je een afspraakje wilt of gewoon terloops tijd samen wilt doorbrengen als vrienden. Als je hem echt leuk vindt, is het het beste om direct te zijn en te vragen wat je wilt. Probeer iets als: 'Zou je uit willen gaan de volgende keer dat je in de stad bent?' Geef een specifieke datum en tijd aan, zodat er geen verwarring ontstaat. Bijvoorbeeld: 'Ben je vrijdag vrij? Ik zou graag samen eten koken via FaceTime als je vrij bent.' 10. Soms maken mensen nep online datingprofielen. Als jullie elkaar hebben leren kennen op een dating-app of -website, controleer zijn profiel dan op een paar belangrijke aanwijzingen. Let op of hij maar één foto heeft, geen informatie in zijn bio, of geen link naar andere sociale media-accounts. Alleen omdat hij niet linkt naar zijn Instagram op Tinder betekent niet dat hij liegt over wie hij is, maar als dingen te mooi lijken om waar te zijn (of zijn enige profielfoto lijkt op een stockfoto van een mannelijk model), vraag hem dan eerst uit op een virtuele date voordat je hem in persoon ontmoet. Virtuele dates zijn een geweldige manier om iemand veilig te leren kennen als je diegene nog nooit in het echt hebt ontmoet. Als hun profiel nep lijkt en ze ook niet virtueel willen afspreken, is dat een teken dat er iets niet klopt. 11. Spreek af op een openbare plaats, zoals een koffiehuis of een restaurant. Het is veiliger om iemand voor het eerst te ontmoeten als er andere mensen in de buurt zijn. Vertel een vriend waar je heen gaat en hoe lang je daar zult blijven. Zorg er ook voor dat je niet van hem afhankelijk bent voor vervoer. Rijd zelf, vraag een vriend om een lift, of neem de bus om hem te ontmoeten. Afspreken op een openbare plek maakt het ook wat minder ongemakkelijk, omdat je afleiding hebt zoals mensen kijken, drankjes en eten, en achtergrondgeluid zoals muziek om het gesprek gaande te houden. Als iets niet goed aanvoelt, vertrouw dan op je intuïtie! Er is niets mis mee om een tweede date beleefd te weigeren, of zelfs jezelf te excuseren om weg te gaan als hij je echt een ongemakkelijk gevoel geeft.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-jongen-mee-uit-vragen-via-een-tekstbericht", "language": "nl"}
Rolstoelassistentie regelen op het vliegveld	Luchtvaartmaatschappijen en luchthavens bieden allerlei opties aan voor mensen die rolstoelassistentie nodig hebben. Van vertegenwoordigers tot materiaal om aan boord te gaan, weet dat er hulpmiddelen beschikbaar zijn voor al je rolstoelbehoeften. Breng je luchtvaartmaatschappij op de hoogte voordat je vertrekt en kom een beetje vroeger om alles vlot te laten verlopen. Je rolstoelassistentie op de luchthaven regelen zal helpen om vlot en zonder stress te kunnen vliegen! 1. Bekijk de rolstoelrichtlijnen van je luchtvaartmaatschappij. Bezoek de website van je luchtvaartmaatschappij en lees de sectie 'Toegankelijkheid' voor meer informatie voor rolstoelgebruikers. Bekijk de beleidslijnen wat betreft vliegen met een persoonlijke rolstoel, het opbergen van een rolstoel met een batterij of het gebruik van rolstoelmateriaal om aan boord van het vliegtuig te gaan. Je kunt ook de klantendienst van je luchtvaartmaatschappij bellen. Op sommige vluchten kun je afneembare voorwerpen, zoals kussens en voetsteunen, meenemen. Als je rolstoel een lithium-ionbatterij heeft, dan zal deze verwijderd, verpakt in een beschermend omhulsel en in de bagageruimte opgeborgen worden. 2. Controleer de vereisten wat betreft afmetingen voordat je vliegt, indien je jouw eigen rolstoel meeneemt. Zorg ervoor dat je persoonlijke rolstoel voldoet aan de afmetingsvereisten om die mee aan boord te nemen. Controleer de website van je luchtvaartmaatschappij of bel de klantendienst om voor je vlucht te zien wat de vereisten zijn voor de afmetingen. De afmetingsvereisten voor rolstoelen verschillen naargelang de luchtvaartmaatschappij, maar de gebruikelijke vereisten zijn ongeveer 84 op 88 cm of minder. Als je rolstoel te groot is om mee aan boord te nemen, dan kun je die in de bagageruimte laten opbergen en een rolstoel van de luchthaven gebruiken om je door de luchthaven te verplaatsen. Je kunt gratis een persoonlijke rolstoel krijgen bij de ticketbalie of aan een gate. 3. Controleer of je luchtvaartmaatschappij een informatieformulier voor rolstoelen vereist. Niet alle luchtvaartmaatschappijen vereisen dat je een informatieformulier voor rolstoelen invult, maar het kan wel helpen om sneller assistentie te krijgen. Bezoek de website van de luchtvaartmaatschappij, ga naar de sectie 'Toegankelijkheid' en zoek een formulier over rolstoelvereisten om in te vullen. Sommige luchtvaartmaatschappijen laten je het formulier online invullen, maar andere vragen om het formulier af te drukken, in te vullen en mee te brengen naar de luchthaven. Elke luchtvaartmaatschappij heeft een eigen beleid wat betreft formulieren, dus controleer offline of bel de klantendienst. Sommige luchtvaartmaatschappijen werken zelfs zonder formulier. Vul het formulier in als je rolstoelassistentie wil op de luchthaven, materiaal nodig hebt om aan boord van het vliegtuig te gaan of je eigen rolstoel mee aan boord wenst te nemen. Het formulier zal informatie vragen zoals je naam, vluchtnummer, vluchtlocatie, bestemming, vertrek- een retourdatum en welke assistentie je precies behoeft. 4. Bel minstens 48 uur voor je vlucht om rolstoelassistentie aan te vragen. Om rolstoelassistentie op de luchthaven te regelen, moet je de luchthaven zo vroeg mogelijk bellen om de reservatie te maken. Breng de afdeling Toegankelijkheid op de hoogte van je persoonlijke behoeften en zij zullen het nodige voor je doen. Als je het formulier voor rolstoelassistentie niet hebt ingevuld, vermeld dit dan wanneer je belt. Het is niet noodzakelijk om te bellen, maar het zal je rolstoelassistentie wel bevestigen. Vooraf bellen is geen vereiste, maar het zal ervoor zorgen dat je tijdig geassisteerd wordt. Het bereidt de vertegenwoordigers van de klantendienst van de luchthaven ook beter voor om je te helpen. Je kunt een rolstoel vragen als je het gewoon bent om die te gebruiken of als je assistentie wenst om je door de luchthaven te verplaatsen. 5. Bel de luchthavenbeveiliging minstens 72 uur op voorhand voor vragen in verband met veiligheid. De beveiligingsafdeling van de luchthaven kan assistentie regelen voor het beleid wat betreft doorlichting, de procedures en wat je mag verwachten. 6. Kom minstens 2 uur vroeger naar de luchthaven om assistentie te vragen. Vanaf dat je aankomt, moet je de een vertegenwoordiger van de klantendienst zoeken en vragen naar de rolstoelmogelijkheden. Elke luchthaven heeft rolstoelen ter beschikking voor klanten, maar door vroeg te komen zorg je ervoor dat je zeker geassisteerd wordt. Sommige luchthavens hebben zelfs elektrische rolstoelen ter beschikking. Als je niet vroeg aankomt, dan moet je mogelijk even wachten voordat je rolstoelassistentie krijgt. Als je vooraf gereserveerd hebt, dan moet je niet zo vroeg komen als moest je de assistentie niet bevestigd hebben. Als je echter probeert te vliegen met je persoonlijke rolstoel, weet dan dat er gewoonlijk slechts 1 ruimte is die geschikt is om 1 rolstoel in op te bergen, en die is voor de eerste die hierom vraagt. 7. Vraag rolstoelassistentie aan de ticketbalie. Nadat je de luchthaven betreden hebt, moet je de werknemers van de incheckbalie op de hoogte brengen dat je rolstoelassistentie nodig hebt. Zij kunnen je helpen om je persoonlijke rolstoel op te bergen en ze kunnen ook assistentie regelen om het vliegtuig te betreden, zoals oprijplaten of schuifplanken. Zeg iets zoals 'Hoi Melissa, ik zou graag een rolstoel gebruiken om naar Gate D te gaan.' Of 'Hoi, ik vlieg vandaag met mijn elektrische rolstoel. Is er een andere rolstoel die ik kan gebruiken om aan boord van het vliegtuig te gaan?' Je kun je rolstoel inchecken aan de ticketbalie als je met een niet-inklapbare rolstoel, scooter of een andere rolstoel op batterijen reist. 8. Vraag werknemers van de luchthaven voor assistentie bij transfers wanneer je aankomt. Als je graag rolstoelassistentie krijgt wanneer je het vliegtuig verlaat en naar je aansluitende vlucht gaat, laat het personeel van de luchthaven of de stewards van je luchtvaartmaatschappij dan weten wanneer je de eerste luchthaven bereikt waar je het vliegtuig moet verlaten. Zij kunnen rolstoelassistentie voor je regelen, zowel bij het verlaten van het vliegtuig als voor de aansluitende vluchten. 9. Ga minstens 1 uur op voorhand naar je gate om assistentie te vragen om aan boord te gaan. Breng de werknemers op de hoogte van je persoonlijke behoeften, zoals een stoel vragen voor in de gang of een oprijplaat gebruiken om met je rolstoel aan boord van het vliegtuig te gaan. Je kunt liften, oprijplaten, een stoel in de gang en schuifplanken vragen om aan boord te gaan. Ga vroeg naar je gate zodat je rolstoelassistentie kunt vastleggen. Als je te laat bent om aan boord te gaan, dan moet je je vlucht mogelijk opnieuw boeken. 10. Vraag een werknemer om geassisteerd te worden in de instapzone. Eenmaal door de beveiliging en aan je gate, zal een werknemer je informeren over hoe je geholpen kan worden, zoals kijken of er ruimte is om je persoonlijke rolstoel in het vliegtuig op te bergen of je stoel naar de bagageruimte brengen. Vermeld het wanneer je graag assistentie krijgt met zaken zoals reizen met een rolstoel of aan boord van het vliegtuig gaan. Vermeld ook als je aansluitende vluchten hebt. De stewardessen kunnen je ook assisteren om je rolstoel naar je zitje te brengen en om je met je rolstoel naar het toilet te brengen. Als je met een persoonlijke rolstoel reist, dan kun je jouw inklapbare rolstoel mee aan boord nemen. Er is een speciale ruimte op het vliegtuig voor 1 rolstoel en deze is voor de persoon die hier het eerst om vraagt. Als je rolstoel niet past of niet conform de afmetingsvereisten is, dan zullen de stewardessen de stoel gratis naar de bagageruimte brengen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Rolstoelassistentie-regelen-op-het-vliegveld", "language": "nl"}
De oppervlakte van een veelhoek berekenen	De oppervlakte van een veelhoek berekenen kan heel eenvoudig zijn als het gaat om een regelmatige driehoek. Maar het wordt een stuk moeilijker als het gaat om een onregelmatige vorm met elf zijdes. Als je wilt weten hoe je de oppervlakte berekent van verschillende veelhoeken, volg dan deze stappen. 1. Schrijf de formule op voor het vinden van de oppervlakte van een regelmatige veelhoek. Om de oppervlakte van een regelmatige veelhoek te vinden hoef je alleen maar de volgende formule te volgen: oppervlakte = 1/2 x omtrek x apothema. Dat betekent het volgende: Omtrek = de som van de lengtes van alle zijdes Apothema = het lijnstuk en ook wel de afstand van het middelpunt van de veelhoek tot het centrum van een zijde 2. Bepaal het apothema van de veelhoek. Als je de apothema-methode gebruikt zal het apothema altijd een gegeven zijn. Stel dat je werkt met een zeshoek waarvan het apothema een lengte heeft van 10√3. 3. Bepaal de omtrek van de veelhoek. Als de omtrek een gegeven is ben je al bijna klaar. Maar waarschijnlijk is alleen het apothema een gegeven. Als je weet dat het gaat om een regelmatige veelhoek kun je met behulp van het apothema de omtrek bepalen. Zo doe je dat: Zie het apothema als de "x√3"-zijde van een 30-60-90-driehoek. Je kunt het zo zien omdat de zeshoek bestaat uit zes gelijkzijdige driehoeken. Het apothema snijdt één van deze driehoeken door de helft, waardoor een driehoek ontstaat met hoeken van 30, 60 en 90 graden. Je weet dat de zijde tegenover de hoek van 60 graden een lengte heeft van x√3, dat de zijde tegenover de hoek van 30 graden een lengte heeft van x en de zijde tegenover de hoek van 90 graden een lengte heeft van 2x. Als 10√3 staat voor "x√3," dan weet je dat x = 10. Je weet dat x de helft van de lengte is van de onderkant van de driehoek. Verdubbel dit om de volledige lengte te bepalen. De onderkant van de driehoek is dus 20. Er zijn zes van deze zijdes in de zeshoek, dus om de omtrek van de zeshoek te bepalen vermenigvuldigen we 20 met 6 = 120. 4. Nu kunnen we het apothema en de omtrek in de formule plaatsen. Nogmaals: oppervlakte = 1/2 x omtrek x apothema, de omtrek is 120 en het apothema is 10√3. Dan ziet de formule er zo uit: Oppervlakte = 1/2 x 120 x 10√3 Oppervlakte = 60 x 10√3 Oppervlakte = 600√3 5. Vereenvoudig je antwoord. Misschien moet je de uitkomst in decimalen opschrijven in plaats van met een wortelteken. Gebruik je rekenmachine om bij benadering te vinden wat de wortel van drie is en vermenigvuldig dat met 600. √3 x 600 = 1,039.2. Dat is de uitkomst in decimalen. 6. Bereken de oppervlakte van een gelijkmatige driehoek Als je de oppervlakte van een regelmatige driehoek wilt bepalen kun je deze formule gebruiken: oppervlakte = 1/2 x basis x hoogte. Als je een driehoek hebt met een basis van 10 en een hoogte van 8, dan is de oppervlakte = 1/2 x 8 x 10 = 40. 7. Bereken de oppervlakte van een vierkant. Om de oppervlakte van een vierkant te vinden hoef je alleen maar een van de zijdes met zichzelf te vermenigvuldigen, want de basis en de hoogte zijn gelijk bij een vierkant. Als je een vierkant hebt met zijdes met een lengte van 6, dan is de oppervlakte 6 x 6 = 36. 8. Bereken de oppervlakte van een rechthoek Om de oppervlakte van een rechthoek te vinden hoef je alleen maar de basis te vermenigvuldigen met de hoogte. Als de basis van een rechthoek 4 is en de hoogte 3, dan is de oppervlakte 4 x 3 = 12. 9. Bereken de oppervlakte van een trapezium Om de oppervlakte van een trapezium te vinden kun je de volgende formule gebruiken: oppervlakte = [(basis 1 + basis 2) x hoogte]/2. Stel dat je een trapezium hebt waarvan de basissen de lengtes 6 en 8 hebben en waarvan de hoogte 10 is. Dan is de oppervlakte [(6 + 8) x 10]/2, en dat kan worden vereenvoudigd tot (14 x 10)/2 of 140/2, oftewel een oppervlakte van 70. 10. Gebruik de coördinaten van de knooppunten om de oppervlakte te berekenen. Als je de coördinaten kent kun je de oppervlakte van een onregelmatige veelhoek berekenen. 11. Creëer een reeks. Maak een lijst met de x- en y-coördinaten van elke vertex van de veelhoek, tegen de klok in. Herhaal de coördinaten van het eerste punt aan de bodem van de lijst. 12. Vermenigvuldig de x-coördinaat van elke vertex met de y-coördinaat van de volgende vertex. Tel de resultaten op. De som van deze producten is 82. 13. Vermenigvuldig de y-coördinaat van elke vertex met de x-coördinaat van de volgende vertex. Tel de resultaten op. De som van deze producten is -38. 14. Trek de som van de producten zoals berekend in stap 4 af van de som van de producten zoals berekend in stap 3. (82) - (-38) = 120. 15. Deel deze uitkomst door 2 om de oppervlakte van de veelhoek te bepalen. Oppervlakte = 120/2 = 60.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-oppervlakte-van-een-veelhoek-berekenen", "language": "nl"}
Off shoulder tops dragen	Topjes met een blote schouder zijn vaak het visitekaartje van een outfit. Omdat ze zo veelzijdig zijn, kun je ze bij alles dragen -- combineer de top met een hoge jeans en je hebt een outfit voor een avondje uit, of draag de top met een lange rok als je naar kantoor gaat. Door een top te kiezen die bij je figuur past en comfortabel zit, zal je het hele jaar door off-shoulder tops kunnen dragen. 1. Kies een schoudertop die past bij je lengte. De lengte van je off-shoulder top moet overeenkomen met je lengte. Als je aan de lange kant bent, kun je je lengte compenseren door het dragen van lange topjes. Als je wat korter bent, is het beter om kortere off-shoulder tops te dragen, of lange tops in de voorkant van je broek te stoppen. Langere tops zijn tops die voorbij de taille van je broek of rok komen, of die over je achterwerk vallen als je ze draagt. Korte off-shoulder tops zijn bijvoorbeeld crop tops of andere tops die de taille van je broek of rok raken of erboven blijven hangen. 2. Houd het bij stijlen die passen bij je figuur. Als je een vollere boezem hebt, zullen de off-shoulder tops die vloeiend of gestroomlijnd zijn er het beste uitzien. Heb je een kleinere boezem dan kun je het best een off-shoulder topjes dragen die je figuur volgt. Probeer welke stijl het beste bij je past, voordat je een definitieve beslissing neemt. Heb je een vollere boezem, brede schouders of een zwaardere lichaamsbouw, probeer dan een top die naar beneden valt, in tegenstelling tot een die je contouren volgt. Een cold shoulder top -- een top waarbij alleen de schouders bloot zijn -- zal er ook geweldig uitzien. Bij een kleinere boezem en een meer tengere gestalte, draag je off-shoulder tops die je rondingen en je huid meer laten zien. Je wilt er niet uitzien alsof je wegzinkt in je kleding, dus wees voorzichtig met wijd vallende topjes. 3. Kies eventueel een off-shoulder top die je armen vrije bewegingsruimte geeft. off-shoulder tops kunnen beperkend zijn als het gaat om armbewegingen -- bewegen zorgt er vaak voor dat de mouwen omhoog kruipen op je schouders. Als je top te strak zit, kun je je armen helemaal niet meer bewegen. Kijk voor een off-shoulder top die je toelaat om je armen te bewegen en die comfortabel zit. Doorzichtige elastische bandjes, zoals die aan bh's, worden soms apart verkocht en zijn online voor €5-€10 verkrijgbaar. Je kunt deze gebruiken om je topje te bevestigen, indien nodig. 4. Zoek een strapless bh die comfortabel zit. Een van de grootste problemen die mensen hebben met off-shoulder tops is dat ze veel mogelijkheden om een bh te dragen onmogelijk maken. Als je al een strapless bh hebt die goed bij je past, geweldig! Je kunt hem dan onder je off-shoulder tops dragen. Als je geen strapless bh hebt, zoek er dan een die super comfortabel is en huidkleurig, zodat je hem bij bijna alles kunt dragen. Veel kleding- en lingeriewinkels zullen je willen helpen om de juiste strapless bh te vinden. 5. Draag je top met een jeans met hoge taille of een rok voor een ontspannen look. Kies voor een zachte, ademende off-shoulder top en combineer deze met jeans met een hoge taille. Als je liever een rok draagt, kies dan voor een top die iets getailleerder is. Draag schoenen zoals flats, sandalen of casual laarzen om de look compleet te maken. Soepel vallende, wijde of korte off-shoulder tops zien er geweldig uit met een spijkerbroek met hoge taille. Als je een soepel vallende rok draagt, zal een strakke top helpen om je outfit in balans te brengen. 6. Combineer je off-shoulder top met een korte spijkerbroek bij warm weer. Als je probeert minder last te hebben van de hitte, kies dan een korte broek om bij je top te dragen. Als je een kort off-shoulder topje draagt, kun je een korte broek met hoge taille dragen. Voor langere topjes stop je de voorkant in je spijkerbroek om er zeker van te zijn dat je korte broek wordt gezien. Doe een paar sandalen met veters aan en je outfit is compleet. 7. Doe skinny jeans aan met je topje, als je wat dingen moet doen. Je top staat geweldig terwijl je boodschappen doet of naar de bank gaat. Kies strak zittende jeans of een kleurrijke broek om bij je top te dragen. Je kunt je favoriete flats of tennisschoenen aantrekken om de ontspannen outfit compleet te maken. Als je een paar kleurrijke schoenen hebt die je graag wilt dragen, doe dan zwarte of een gewone skinny jeans aan, om de schoenen te laten knallen met je top. 8. Kies eventueel een off-shoulder top bodysuit om bij rokken te dragen. Als je je schouders bloot wilt laten en tegelijkertijd een losse top wilt vermijden, probeer dan een bodysuit. Deze zitten strak om je lichaam terwijl de rest van het topje normaal is vormgegeven. Omdat deze topjes passend zijn gemaakt, zijn ze perfect om te dragen bij zwierige rokken. Je kunt ook zo'n topje met jeans dragen om je geen zorgen te hoeven maken of je shirt wel in je broek blijft zitten. 9. Kies een strakke broek of een gestroomlijnde rok voor elegante avondkleding. Er zijn veel strakke, elegant uitziende off-shoulder tops die perfect zijn voor een formeel evenement of een avondje uit. Kies een off-shoulder top in een neutrale kleur, zoals zwart, bruin, wit of een andere zachte tint. Je kunt je top combineren met een strakke, formele broek of een langere, rechte rok, om de outfit compleet te maken. Kies een topje dat iets langer is, zodat je het in je broek of rok kunt stoppen voor een gekleed effect. 10. Combineer een opvallende top met een strakke spijkerbroek en hoge hakken. Kies een gedurfde top, zoals een top met klokmouwen of een heldere bloemenprint, en draag hem bij donkere skinny jeans. Het dragen van hakken bij je outfit maakt die wat gekleder. Andere kenmerkende off-shoulder tops zijn onder andere opvallende strepen, felle kleuren, lagen kant en ruches, of een top die wordt geleverd als set met bijpassende broek. Je kunt kiezen voor hakken die licht zijn en passen bij een kleur in je top, of gaan voor zwart (dat bij alles past). 11. Draag cold-shoulder tops met een broek die passend is voor een zakelijke vergadering. Cold-shoulder topjes zijn die waarbij alleen de schouders bloot zijn, met bandjes om op je schouders en mouwen die een deel van je armen bedekken. Deze bovenkleding kan overal gedragen worden, maar omdat ze bescheiden en elegant zijn, kunnen ze ook op kantoor gedragen worden. Combineer je top met een strakke, nette broek en hakken of flats. Als je top golvend is, kies dan een broek die niet golvend is, om een evenwichtige outfit te creëren. 12. Draag een off-shoulder top met bijpassende broek voor een gedurfde look. Sommige off-shoulder tops maken deel uit van een set, waardoor een krachtige en gedurfde stijl ontstaat. Draag een zwarte crop top van de schouder af, met een zwarte broek en kleurrijke hakken, om op te vallen. Als je een top vindt met een patroon en een bijpassende broek, probeer dan beide om te zien hoe de gedurfde look voor jou werkt. 13. Draag accessoires, maar zo min mogelijk. Omdat off-shoulder tops al de aandacht vestigen op je halslijn, is het niet nodig om veel accessoires te dragen. Als je er toch voor kiest om een ketting te dragen, probeer er dan een die dicht bij je hals blijft, zoals een choker of korte ketting. Je kunt er ook voor kiezen om gewoon oorbellen of een zonnebril te dragen, om je outfit nog mooier te maken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Off-shoulder-tops-dragen", "language": "nl"}
Weten of een meisje je leuk vindt terwijl ze al verkering heeft	Je hebt niet altijd in de hand voor wie je gevoelens ontwikkelt. Zelfs als je dit niet wilt, kan je uiteindelijk verliefd worden op een meisje dat al een vriendje heeft. Het kan hierbij bijzonder lastig zijn om te achterhalen of je gevoelens worden beantwoord, maar er zijn aanwijzingen die verraden of ze jou ook leuk vindt! 1. Let op de aanraakbarrière. Let op of ze de aanraakbarrière met je heeft doorbroken. Als ze dat heeft, moet je proberen om erachter te komen of dit vriendelijk of flirterig bedoeld was. Ze kan je gewoon een vriendelijk klopje op de schouder geven of met je flirten omdat ze geïnteresseerd in je is. Als ze je vaak aanraakt, is het wellicht een teken dat ze flirt. Het aantal malen dat ze je aanraakt maakt uit of het flirterig of vriendelijk bedoeld is. Was de aanraking kort of bleef haar hand een paar seconden hangen? Waar ze je aanraakt kan ook veelbetekenend zijn. Je schouder aanraken kan iets zijn wat ze bij meer vrienden doet, terwijl het aanraken van je hand of gezicht een teken kan zijn dat ze meer dan normaal in je geïnteresseerd is. Merk op of ze je aanraking beantwoordt. Als je haar een schouderknuffel geeft en ze leunt in je omhelzing, dan kan dat betekenen dat ze je graag mag. Als ze er duidelijk een ongemakkelijk gevoel bij heeft en zich van je afkeert, misschien dan toch niet. 2. Let op haar lichaamstaal. Als ze afstand houdt wanneer ze met je praat, dan heeft ze wellicht verder niks met je. Als ze haar lichaam naar je toedraait en met haar voeten in je richting wijst, dan is ze wellicht geïnteresseerd. Sommige vrouwen worden nerveus rond een man die ze leuk vinden. Het aanraken van haar haren en nek zijn aanwijzingen dat ze zenuwachtig en nerveus is om je heen, en misschien wel geïnteresseerd in je is. 3. Let op oogcontact. Sommige vrouwen kijken vaak naar de man waarin ze geïnteresseerd zijn. Als ze je leuk vindt kan ze het misschien niet helpen om naar je te kijken. Als je merkt dat ze veel oogcontact maakt wanneer je met haar praat, is het mogelijk dat ze geïnteresseerd in je is. Als je weet dat ze het soort meisje is dat verlegen en nerveus wordt, kan het zijn dat ze het tegenovergestelde doet en helemaal niet naar je kijkt. Dit kan ook betekenen dat ze je leuk vindt. 4. Let op hoe ze zich rond haar vriendje gedraagt. Als ze elke keer bij haar vriendje een grote glimlach op haar gezicht heeft, dan is het wellicht een teken dat je beter afstand kunt houden. Als ze er altijd ellendig uitziet met hem, dan is misschien ruimte in haar hart om gevoelens voor iemand anders te ontwikkelen. Let op hoe zij zich gedraagt rond haar vriendje om erachter te komen hoe ze over je denkt (maar het kan ook niets betekenen). Als haar blik triest is wanneer ze bij haar vriendje is, hoeft dit niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat ze niet van hem houdt, of dat ze liever bij jou zou willen zijn. 5. Let op haar gevoel voor humor. Als ze altijd serieus om je heen is, dan kan het zijn dat ze geen gevoelens voor je heeft. Het kan ook betekenen dat ze verlegen of geen humoristische persoon is, maar vaak maken meisjes grapjes rond jongens die ze leuk vinden. Als ze oprecht plezier heeft bij jou -- plagen, samen lachen, en lachen om je grappen – dan kan het zijn dat ze je graag mag. 6. Ga na waar ze het met je over heeft. Wanneer jullie gesprekken alleen maar over alledaagse dingen gaan (‘Hoe was je weekend?’ of ‘Het is echt warm vandaag'.), dan zegt dit niets. Het kan ook betekenen dat ze te nerveus is om dieper op onderwerpen in te gaan met jou. Als ze je vragen stelt over je leven en interesses en je vertelt over die van haar, dan is het mogelijk dat ze in je geïnteresseerd is. 7. Let op wanneer ze over haar vriendje praat. Als ze het nooit over hem heeft of alleen negatieve dingen over hem zegt, dan kan het zijn dat haar gevoelens voor hem vervagen. Als ze het maar blijft hebben over hoe perfect hij is, dan heeft ze waarschijnlijk geen gevoelens voor je. Het kan wel ingewikkeld zijn, omdat het mogelijk is om gevoelens te hebben voor meer dan één persoon. Als ze zegt, ‘… heeft gisteren rozen voor me gekocht en we gaan uit eten vanavond! Hij is de beste vriend,’ dan is ze waarschijnlijk niet in jou geïnteresseerd. Als ze dingen zegt als ‘… en ik hebben gisteravond slaande ruzie gehad, omdat we nooit iets samen doen,’ dan ligt haar hart misschien niet helemaal bij de relatie. 8. Merk op wanneer ze met je praat. Als ze haar uiterste best doet om met je te praten en je alle aandacht te geven, dan vindt ze je wellicht aardig. Rent ze om je in te halen en met je te praten, of praat ze alleen met je als je toevallig in de buurt bent? Als ze haar best lijkt te doen om met je te praten en je aandacht te geven, dan vindt ze je misschien wel leuk. 9. Kijk naar je berichten. Let op jullie online gesprekken, niet alleen de gesprekken die jullie persoonlijk voeren. Als ze je nooit sms'jes of snapchats stuurt, dan is ze wellicht niet geïnteresseerd (hoewel ze dit misschien niet doet omdat ze een vriendje heeft). Als ze je altijd berichtjes of snapchats stuurt over haar dagelijkse activiteiten, of je over jezelf vraagt, dan heeft ze misschien wel interesse. Als ze je één keer per maand een bericht stuurt om te vragen naar school of je werk, dan misschien niet. 10. Ga na wat je wil. Als je besluit om haar te vragen wat ze voor je voelt, zorg dan dat je eerst weet je wilt. Wil je gewoon een keer met haar naar bed om daarna nooit meer met haar te praten, of ben je verliefd op haar? Als je geen echte gevoelens voor haar hebt, dan is het waarschijnlijk de tijd en moeite niet waard om te proberen haar voor je te winnen. Als je haar echt leuk vindt, dan is het wellicht de moeite waard om haar te vragen wat zij voor jou voelt. 11. Flirt met haar. Vraag haar niet plompverloren wat ze voor jou voelt. Flirt eerst wat met haar om te laten zien dat je geïnteresseerd bent. Wees jezelf en maak samen grapjes. Geef haar complimenten en stel vraag aan haar over haar. Glimlach wanneer je haar ziet en maak oogcontact. Probeer de aanraakbarrière te doorbreken door een excuus te vinden om tegen haar aan te gaan zitten of staan, of haar arm aan te raken. Wees oprechte en niet nep. 12. Geef aan dat je geïnteresseerd bent. Als je het gevoel hebt dat er een connectie is met haar en dat ze jou ook leuk vindt, vraag haar dan naar haar gevoelens. Dit kan stressvol en enerverend zijn, maar misschien ook de moeite waard om eindelijk een duidelijk antwoord te krijgen. Heb vertrouwen, maar begrijp goed dat dit een delicate situatie is en dat je haar in een lastig parket kunt brengen. Zelfs als ze met je heeft geflirt, betekent dit nog niet dat ze niet van haar vriendje houdt. Zeg iets als, ‘Ik weet dat je een vriend hebt -- en ik wil dat niet in de weg staan -- maar ik wil graag dat je weet dat ik gevoelens voor je heb ontwikkeld. Ik begrijp helemaal dat je iemand anders hebt, maar ik wil dat je weet dat ik je anders mee uit zou vragen'. Geef haar ruim de tijd om na te denken over wat je haar hebt verteld en om haar gevoelens op een rij te zetten. 13. Neem afstand als dit nodig is. Als ze zegt dat ze niet geïnteresseerd is, dan is ze niet geïnteresseerd. Laat haar met rust en laat haar gelukkig zijn met haar vriend. Haar achterna blijven zitten is onbeleefd en respectloos. Geef haar net zoveel ruimte als ze wil, of jezelf de tijd die je nodig hebt om over haar heen te komen. Als jullie het beide geen probleem vinden, dan kunnen jullie gewoon bevriend blijven.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-een-meisje-je-leuk-vindt-terwijl-ze-al-verkering-heeft", "language": "nl"}
Iemand negeren	Iemand negeren kan lastig zijn, vooral als je de persoon die je probeert te vermijden steeds tegenkomt of als degene blijft proberen om een gesprek met je aan te knopen en je hints niet begrijpt. Als je echt iemand wilt negeren, moet je ervoor zorgen dat het lijkt alsof je het druk hebt, je routine veranderen en alle contact met die persoon beëindigen. Wil je weten hoe je iemand moet negeren, volg dan de onderstaande stappen. 1. Maak geen oogcontact. Geen oogcontact maken is de beste manier om iemand te negeren. Wanneer je oogcontact met iemand hebt, kun je namelijk niet meer net doen alsof die persoon niet bestaat. Als degene vlakbij je is, probeer dan alles eraan te doen om geen oogcontact met de ander te maken. Je kunt dit doen door alle andere mensen juist wel aan te kijken, recht vooruit te kijken of zelfs door naar de vloer te kijken. Als de persoon kleiner dan je is, kijk dan gewoon over zijn hoofd heen. Is de persoon groter dan je, zorg er dan voor dat je niet omhoog naar hem kijkt. Als de persoon net zo groot is als jij en ook nog eens dichtbij je staat, probeer dan je blik te vervagen. Als je dan toch per ongeluk die persoon aankijkt, heb je een "glazige, dode" blik in je ogen. 2. Loop snel. Een andere manier om iemand te negeren is om zo snel mogelijk te lopen. Zo laat je aan de ander zien dat je een druk persoon bent die dringend ergens heen moet, en dat je absoluut niet van plan bent om te blijven hangen en gezellig even bij te praten met degene die je juist wilt negeren. Laat je armen naast je lichaam hangen en houd je hoofd omhoog. Zo lijkt het alsof je naar een punt in de verte kijkt waar je naartoe moet, ook al ben je helemaal niet van plan om ergens heen te gaan. Als je de persoon vanaf een afstand aan ziet komen lopen, laat dan genoeg plek tussen jullie beiden zodat je degene niet aanraakt of tegen hem aanloopt. Doe er niet alles aan om de ander uit de weg te gaan. Als je de straat oversteekt of een snel een gang induikt, dan is dat veel te duidelijk en lijkt het bovendien alsof het je hoog zit. Maar als je de persoon al van een afstand aan ziet komen en je weet zeker dat hij je niet ziet, draai je dan om en loop de andere kant op. 3. Neem een gesloten houding aan. Ben je bij de persoon in de buurt, sla je armen en benen dan over elkaar, laat je schouders hangen en doe er alles aan om er onbereikbaar uit te zien. Je lichaam moet uitdrukken dat je absoluut niet wilt dat de ander met je praat. Hopelijk begrijpt de ander dan jouw hint. Glimlach niet. Houd je gezicht in de plooi of frons zodat het lijkt alsof je met niemand wilt praten. Je kunt ook kiezen voor een enge, uitdrukkingsloze blik -- op deze manier schrik je iedereen af die een gesprek met je probeert aan te gaan. Heb je lang haar, een pony of een pet op, probeer dan om een deel van je gezicht bedekt te houden om zo de persoon te ontmoedigen om oogcontact met je te maken. 4. Zorg dat je er druk uitziet. In plaats van om een gesloten houding aan te nemen kun je ook proberen om er erg druk uit te zien. De ander zal dan denken dat je met geen mogelijkheid met hem kan praten omdat je je handen vol hebt en dus absoluut geen seconde tijd hebt voor een gezellig gesprekje. Ben je met je vrienden, draai je dan naar hen toe en maak drukke gebaren. Het lijkt dan alsof je zo druk aan het praten bent dat je in geen geval je gesprek kunt onderbreken om aandacht te geven aan de persoon die je probeert te negeren -- laat staan om naar hem te kijken. Ben je alleen, doe dan net of je erg verdiept bent in een leesboek, tijdschrift of studieboek. Je kunt ook stilletjes de woorden voor jezelf oplezen, zodat het net lijkt alsof je probeert ze te onthouden. Houd iets in je handen. Of je nu aan het wandelen bent of ergens zit, houd je telefoon, studieboeken of zelfs een grote plant in een zware bloempot vast. Zo ontmoedig je de persoon om een gesprek met je te proberen aan te knopen. 5. Gebruik je mobiele telefoon. Met je telefoon als hulpmiddel kun je bijna iedereen negeren. Er zijn een paar dingen die je met je telefoon kunt doen om iemand te negeren. Je kunt je telefoon bijvoorbeeld gewoon gebruiken om er druk uit te zien wanneer de ander in de buurt is. Praat met iemand anders aan de telefoon en lach daarbij veel, of doe net alsof je verdiept bent in het sturen van sms'jes naar iemand met wie je wel wilt praten. Verander je telefoonnummer zodat de ander je niet kan bellen of sms'en. Blokkeer het telefoonnummer van de persoon op je telefoon zodat je geen berichten van hem kunt ontvangen. Stel het alarm op je telefoon zo in, dat het afgaat wanneer je bij de persoon in de buurt bent. Zo kun je net doen alsof iemand je opbelt en je met iemand aan het praten bent. 6. Speel muziek af. Koop een koptelefoon of oordopjes en draag deze steeds wanneer je alleen bent, ook al luister je helemaal niet naar muziek. Als je de persoon ziet, zet dan je muziek keihard en beweeg je hoofd op de maat van de muziek. Zo lijkt het alsof je helemaal in de muziek opgaat en helemaal geen tijd hebt voor de persoon die je probeert te vermijden. Als je echt irritant wilt zijn, kun je ook nog je ogen dichtdoen en met de muziek meezingen. Zo geef je de persoon die je wilt negeren bijna geen kans om met je te praten. 7. Negeer iemand op internet. Iemand op internet negeren is nog gemakkelijker dan wanneer je dit probeert te doen wanneer je iemand tegenkomt. De ander "ziet" je immers niet. Om iemand op internet te negeren, kijk je niet naar alle e-mails, Facebook- of Twitterberichten van die persoon of alle andere dingen die degene probeert om contact met je op te nemen. Blokkeer de ander op alle sociale netwerksites waar je lid van bent. Zorg ervoor dat hij of zij je online niet kan bereiken. Verander je e-mailadres en gebruikersnamen als dat nodig is. Zo kan de persoon geen contact meer met je opnemen via internet. 8. Loop langs een andere weg. Als je iemand wilt negeren door je routine te veranderen, is het gemakkelijkste wat je kunt doen een andere route bedenken om langs te lopen. Zo kom je de ander niet meer tegen. Als je de ander altijd tegen het lijf loopt wanneer je op school van leslokaal verandert, neem dan een omweg zodat je degene niet meer hoeft te zien. Kom je de persoon altijd tegen op je werk, loop dan eens een andere gang door of gebruik een andere wc om zo het contact met die persoon te beperken. Als je de persoon altijd tegenkomt wanneer je te voet ergens heen gaat, neem dan de auto. Als de ander zijn wandelroute aan de jouwe aangepast lijkt te hebben, loop dan steeds ergens anders langs totdat de ander opgeeft. 9. Vermijd de favoriete plekken van de ander. Dit is eigenlijk heel logisch. Als je weet wat de favoriete kroegen, restaurants en parken van de ander zijn, dan ga je daar niet meer heen. Het zal het niet waard zijn, tenzij je de hele tijd bezig wilt zijn met het negeren van die persoon. Je kunt er ook achter komen op welke dagen degene weggaat en waarheen. Als de ander alleen in het weekend naar zijn favoriete restaurant gaat en jij wilt daar eigenlijk ook graag heen, dan kun je doordeweeks gaan. Als de persoon alleen tijdens het happy hour naar een bepaalde kroeg gaat, ga er dan later op de avond heen. 10. Bezoek plekken waar de ander nooit zal komen. Als de ander erg van vlees houdt, probeer dan eens wat vegetarische restaurants in je buurt uit. Heeft degene een hekel aan jazzmuziek, bezoek dan een jazzconcert bij jou in de buurt. Kan de persoon een van je vrienden niet uitstaan, dan kun je gerust naar feestjes van die vriend gaan. Degene die jij probeert te vermijden zal daar zeker niet zijn. Door plekken te bezoeken waar de ander nooit heen zal gaan, vermijd je degene niet alleen, je zoekt ook nieuwe, leukere plekken op waar die ander niets mee te maken heeft. 11. Negeer iemand op school. Iemand op school vermijden kan lastig zijn, vooral als je dezelfde vakken volgt. Toch zijn er manieren waarop je die persoon dan kunt vermijden zonder dit duidelijk te laten blijken. Dit is wat je kunt doen: Als je normaal naast die persoon in de klas zit, verwissel dan van plek met iemand anders. Heb je een vaste plek, praat dan met je docent en vraag of je van plek mag veranderen. Als je de persoon in de kantine ziet, kijk dan of je ergens anders kunt gaan zitten. Als je de persoon in de gang tegenkomt, kijk dan recht voor je uit. Zo lijkt het net alsof je er alleen maar bezig mee bent om naar het volgende lokaal te lopen en je degene helemaal niet gezien hebt. Als de persoon je tijdens de les een vraag stelt, kijk dan de andere kant op en doe net alsof er niets gebeurd is. 12. Negeer iemand op je werk. Iemand op je werk negeren kan lastig zijn, omdat je waarschijnlijk vlakbij degene zit of zelfs met hem aan dezelfde projecten werkt. Toch zijn er een aantal dingen die je kunt doen om het contact met die persoon te beperken. Vermijd de kantine of keuken wanneer de ander daar is. Zorg dat je uitvindt wanneer de persoon gaat lunchen of nieuwe koffie gaat halen en zorg er dan voor dat jij er op die tijden niet bent. Als je vlakbij de persoon zit, concentreer je dan op je computer. Zorg er ook voor dat je altijd een stapel papieren op je bureau hebt liggen waar je je in kunt verdiepen in plaats van naar de ander te kijken. Breng je baan niet in gevaar. Als je echt met die persoon moet praten om een bepaalde taak uit te voeren, doe dat dan gewoon. De ander zal zich nog meer gaan ergeren als je op het werk wel met hem praat en hem na het werk compleet negeert. 13. Negeer iemand in je sociale leven. Iemand in je sociale leven negeren is gemakkelijk als je weet wat je moet doen. Je kunt je door je vrienden laten helpen. Probeer zo ver mogelijk bij die persoon uit de buurt te blijven, ook al zijn jullie beiden in dezelfde ruimte. Dit is wat je kunt doen: Zorg dat je druk bezig bent met je vrienden. Praat met je vrienden en lach veel - doe net alsof je het meest grappige gesprek ooit aan voeren bent. Ga dansen. Als de ander bij je in de buurt komt en er staat muziek op, neem dan een vriend mee en ga lekker dansen. Probeert de persoon nog steeds om met je te praten, doe dan je ogen dicht alsof je je helemaal op de muziek concentreert. Staat de persoon bij jou en je vrienden, houd je dan bezig met alle andere mensen om je heen. Krab aan je oor of kijk op je telefoon wanneer degene wat zegt -- doe net alsof er niets gebeurt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Iemand-negeren", "language": "nl"}
Een ex loslaten waar je nog steeds van houdt	Over een verbroken relatie komen is op zich al moeilijk, maar nog moeilijker als je nog steeds van je ex houdt. De allereerste en meest essentiële stap na het uit elkaar gaan, is het beperken van het contact met je ex. Zoek naar manieren om jezelf te vermaken met constructieve activiteiten, in plaats van je te concentreren op je ex. Het kan ook helpen om het uit elkaar gaan een plek te geven en dit af te kunnen sluiten. Vergeet niet, het is nu moeilijk, maar het zal na verloop van tijd beter gaan. 1. Stop met bellen, sms en e-mailen. Je hebt afstand nodig tot je ex om over hem of haar heen te komen, dus stel voor jezelf een 'geen contact' regel in. Je doet dit niet om spanning te creëren of ervoor te zorgen dat de ander je gaat missen — je doet het om jezelf de kans te geven te genezen en een frisse start te kunnen maken, zonder de ander. Als het contact verbreken met je ex te moeilijk is, weersta de verleiding om contact met hem of haar te zoeken dan door vrienden te vragen je hieraan te herinneren. Je kunt ook tijdelijk het telefoonnummer en de e-mailadressen van je ex toevoegen aan je zwarte lijst. Je kunt hem of haar altijd deblokkeren zodra je je weer beter voelt. Als jullie samen kinderen hebben of huisdieren delen, of op dezelfde locatie als je ex studeert/werkt, dan is het niet mogelijk om het contact helemaal te verbreken. In dit geval beperk je het contact tot gesprekken die louter betrekking hebben op de onmiddellijke context, zoals het bespreken van een werkproject. Als je ex contact met je wil blijven houden, vraag de ander dan om je wens te respecteren een tijdje geen contact te hebben. Als ze blijven doorgaan met je te contacteren, dan kun je overwegen om je telefoonnummer en e-mailadres te wijzigen. 2. Ontvolg de ander op sociale media tot de ongewenste gevoelens verdwijnen. Het voortdurend checken van de feed van je ex om na te gaan of hij/zij omgaat met nieuwe mensen, zal je niet verder helpen. Stop met de ander te volgen, zodat je je een tijdje op jezelf kunt richten. Dit helpt je ook om de verleiding tegen te gaan contact met je ex te zoeken. Je kunt de ander altijd opnieuw gaan volgen. Als wederzijdse vrienden het vaak over je ex hebben op sociale media, overweeg dan om hen ook te ontvolgen. Als jullie sociale kringen te veel overlappen, kan het helpen om even helemaal te stoppen met sociale media. 3. Vermijd plaatsen waar de ander meestal komt. Je ex tegenkomen in de plaatselijke kroeg of het café is niet alleen ongemakkelijk, maar kan ook zorgen voor een terugval in je herstel. Probeer nieuwe horecagelegenheden uit waar de ander niet komt en jullie samen nog nooit eerder zijn geweest. Als je toevallig toch je ex tegenkomt, houd de interactie dan kort. Een kort 'hoi' voor je er weer vandoor gaat is oké. 4. Geef memorabilia van jullie relatie terug, sla het op of gooi het weg. Beperk het mijmeren over het wegvallen van de 'gelukkiger tijden' door afstand te doen van cadeautjes, persoonlijke bezittingen en diverse dingen die je doen denken aan je ex. Stuur alles waarvan je denkt dat de ander ze terug zou willen per post op, doe souvenirs die je wilt bewaren in een doos, en doneer de rest of gooi het weg. Het verwijderen van herinneringen helpt niet alleen om afstand te nemen van je ex, maar het is ook een symbolische manier om een frisse start te maken met nieuwe dingen en nieuwe herinneringen. 5. Verhuis als je kunt. Als er geen manier is om je ex te ontlopen en je er veel last van hebt dat je hem of haar de hele tijd tegenkomt, kijk dan eens naar de mogelijkheid om de geografische afstand tussen jou en je ex te vergroten. Zelfs als verhuizen naar een volledig nieuwe locatie niet haalbaar voor je is, kun je wellicht wel een plek zoeken die verder weg ligt, maar in dezelfde stad. Als je je ex steeds weer tegenkomt op het werk, dan kun je overwegen om op zoek te gaan naar een nieuwe baan, of vragen om een overplaatsing naar een andere locatie. 6. Koester de slapende delen van je. Een cool kapsel, een interessante cursus, een spannende hobby of een motiverend doel kunnen allemaal de vreugde en passie in je leven herstellen. Denk aan dat van jezelf waar binnen jullie relatie weinig ruimte voor was en laat die weer naar buiten komen, in de zonneschijn. Bijvoorbeeld, als je ex vond dat je droom om rond de wereld te reizen gek was, begin dan met het plannen van die reis waar je vanaf bent gehouden. Als je ex de meeste van de kleding die je droeg heeft bepaald, stel dan een nieuwe garderobe samen. 7. Wijzig je routines. Iets nieuws proberen kan je niet alleen helpen om je gedachten van je ex af te leiden, maar ook bij het leren kennen van nieuwe mensen en het ontdekken van nieuwe dingen over jezelf. Zoek naar nieuwe activiteiten die je leuk, spannend, bevredigend of al het bovenstaande vindt. Je zou bijvoorbeeld het volgende kunnen proberen: Lid worden van een vereniging Vrijwilligerswerk doen voor iets dat je belangrijk vindt Lid worden van een sportvereniging Een nieuwe taal leren Deelnemen aan een boekenclub of spelclub 8. Breng tijd door met vrienden en familie. Maak gebruik van de steun van anderen om over je ex heen te komen. Vul je sociale agenda met spannende activiteiten, zoals een avondje uit met je beste vrienden of een leuk uitje met je familie. Wil je je hart even luchten, vertel de mensen waar je om geeft dan over je gevoelens en vertel hoe ze je kunnen helpen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen, 'Ik kan nu echt wel even een knuffel gebruiken.' Hoewel het gezond is om af en toe even je hart te luchten en je gevoelens te uiten, moet je de drang weerstaan om de hele tijd over je ex te praten, of mensen te vragen wat je ex aan het doen is. Vraag familie en vrienden om rustig het gesprek een andere kant op te leiden, als ze merken dat je te veel mijmert over je ex. 9. Zorg goed voor jezelf Creëer een nieuwe routine waarbij de nadruk ligt op de zorg en liefdevolle aandacht voor jezelf. Creëer een nieuwe lees- of schrijfgewoonte, doe aan ontspanningsoefeningen om stress te verminderen, of neem een nieuw fitnessabonnement. Relaties eisen veel van je tijd en energie. Gebruik deze tijd om je te concentreren op jezelf, zonder schuldgevoel. 10. Ga pas weer met iemand uit als je er klaar voor bent. Je kunt jezelf vertellen 'Ik zal nooit meer iemand vinden als mijn ex,' maar weet je dat, als je het nooit meer met iemand anders probeert? Haal eerst de druk van de ketel door niet meer op zoek te gaan naar 'de ware' en je te concentreren op het ontmoeten van nieuwe en interessante mensen. Met iemand anders uitgaan kan je een aantrekkelijk en gewild gevoel geven, iets waar je wellicht mee hebt geworsteld na het uit elkaar gaan. Hoewel terloops daten leuk kan zijn, mag je het niet gebruiken als verband voor je pijn. Begin alleen weer aan daten wanneer je het uit elkaar gaan eniger mate hebt af kunnen sluiten. Voordat je met iemand anders uitgaat, moet je nadenken over je eigen verwachtingen over een relatie en nadenken over wat je verwacht van een partner. 11. Probeer niet om je gevoelens te verdoven. Het kan verleidelijk zijn om de pijn en negatieve gedachten weg te duwen met junkfood, buitensporig winkelen, alcohol of drugs, maar deze 'snelle oplossingen' zullen niet leiden tot duurzame groei. Ze zullen het herstel alleen maar moeilijker maken. In plaats van over te gaan op destructieve gewoonten om met je gevoelens om te gaan, ga je bezig met constructieve dingen, zoals bewegen, gezond eten en steun zoeken bij vrienden. 12. Geef jezelf de vrijheid om te treuren. Het opkroppen van je gevoelens kan verhinderen dat je verder komt. Schreeuw, huil van frustratie, of welke manier van uitdrukken je maar nodig hebt wanneer je overmand wordt door emoties. Sta jezelf toe om dat te voelen wat voorbij komt. Probeer niet over jezelf te oordelen. Stel voor jezelf een periode vast waarbinnen je tijd hebt om naar behoren te kunnen rouwen over de verbroken relatie. Dat kan bijvoorbeeld twee dagen, twee weken of twee maanden zijn; geef jezelf de kans om een tijdje je even niet goed te voelen. Gedurende deze tijd kun je woede, verwarring of zelfs opluchting voelen. Zodra je rouwperiode verstreken is, probeer je naar beste vermogen opnieuw je leven weer op te pakken en in de wereld te staan, zelfs als dit betekent dat je gewoon op een middag bij een vriend(in) op bezoek gaat. 13. Stop met fantaseren over je ex. Maak een lijst van zijn of haar slechte eigenschappen evenals de reden waarom jullie wel uit elkaar moesten gaan. Dit helpt bij het verbreken van de zinsbegoocheling dat je de meest geweldige persoon ooit kwijt bent. Het helpt je ook om met enige objectiviteit naar de toekomst te kijken. Maak een lijst van de 'slechte' kanten van je ex, zodat je je niet alleen op de goede blijft concentreren. Je kunt bijvoorbeeld een lijst maken van de moeilijkheden die je in de relatie hebt meegemaakt, zoals eventueel vreemdgaan van je partner, leugens of geen ondersteuning krijgen van je partner. 14. Straal liefde en licht uit wanneer je aan de ander denkt. Je kunt iemand waar je veel om hebt gegeven niet zomaar uit je systeem krijgen, dus ga er niet vanuit dat de liefde voor je ex zomaar verdwijnt. In plaats van boos op jezelf te worden omdat je nog steeds om hem of haar geeft, kanaliseer je die gevoelens op een positieve manier. Straal goede wensen uit naar je ex wanneer je aan hem of haar denkt. Bijvoorbeeld, als je wordt overmand door de herinneringen aan je ex, dan zou je hardop kunnen zeggen: 'Ik wens hem/haar een gezond, gelukkig leven.' Adem diep in, en weer uit, en ga verder met je dag. Maak je er niet druk over als je lang na het verbreken van de relatie nog steeds van deze persoon houdt. Dat is oké, maar dat betekent niet dat je in een relatie die niet werkte had moeten blijven. 15. Schrijf een brief aan je ex ter afsluiting. Bespreek uitgebreid wat heeft geleid tot het uit elkaar groeien, hoe je je voelde, en alles wat je van je af wilt zetten. Proberen na te denken over de rol die je zelf hebt gespeeld, en streef er ook naar om je ex te vergeven voor diens rol. Je kunt de brief op de bus doen als je wilt, maar je de brief ook verbranden of verscheuren. Vrede hebben met wat er is gebeurd in je relatie kan je helpen om vooruit te komen. Aanvaarding kan je ook belangrijke levenslessen leren, zodat je dezelfde fouten in de toekomst niet gaat herhalen. 16. Wees geduldig. Het kost tijd om los te komen van iemand waar je van hebt gehouden, dus probeer niet te hard te zijn voor jezelf. Neem de dingen gewoon zoals ze komen, per dag. Mettertijd zullen je gevoelens voor je ex gaan afnemen en zal je positiever en hoopvoller worden over de toekomst.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-ex-loslaten-waar-je-nog-steeds-van-houdt", "language": "nl"}
Weten of je nummer geblokkeerd is	Erachter komen of je wel of niet geblokkeerd bent door een contactpersoon kan een oncomfortabele ervaring zijn. Als je denkt geblokkeerd te zijn en het hoe dan ook moet weten, kun je dit doen door de contactpersoon een aantal keer te bellen en te luisteren hoe het gesprek eindigt. Wees ervan op de hoogte dat als je erachter komt dat een contactpersoon je heeft geblokkeerd, en je toch blijft proberen contact met hem of haar op te nemen, hij of zij misschien een intimidatie-klacht tegen je in kan dienen. 1. Bel de contactpersoon die je verdenkt je te hebben geblokkeerd. Meestal kun je door een sms te sturen niet zien of je geblokkeerd bent, dus je zult moeten bellen. 2. Let op hoe het gesprek eindigt. Als de verbinding na één (of soms een halve) keer over te gaan verbroken wordt en je naar voicemail wordt gestuurd, ben je óf geblokkeerd, óf de telefoon van je contactpersoon is leeg. Afhankelijk van de provider van je contactpersoon, zul je misschien een bericht horen dat je vertelt dat deze persoon niet kan worden bereikt. Dit betekent dat je geblokkeerd bent. Als je contactpersoon de telefoon opneemt, betekent dit natuurlijk dat je niét bent geblokkeerd. 3. Bel je contactpersoon nog een keer ter bevestiging. Soms zal je meteen naar voicemail worden gestuurd, ook al is de verbinding vrij en ben je niet geblokkeerd; door nog een keer te bellen kun je het einde van het gesprek bevestigen. Als de verbinding alsnog na één keer overgaan of minder wordt verbroken is de telefoon van je contactpersoon definitief leeg/dood, of heeft hij of zij je geblokkeerd. 4. Bel je contactpersoon terug met een anoniem nummer. Dit kun je doen door 31 (wanneer je een mobiele telefoon gebruikt) of #31# (wanneer je een vaste telefoon gebruikt) in te typen voor het nummer van degene die je probeert te bellen. Hoewel je niet per se kunt verwachten dat iedereen een oproep van een anoniem nummer zal opnemen, kun je wel de status van de telefoon van je contactpersoon hiermee bevestigen. Als het gesprek doorverbindt zoals normaal (vijf of meer keer overgaan), dan heeft deze persoon jouw nummer geblokkeerd. Als de verbinding nog steeds na één keer of minder overgaan verbroken wordt en naar voicemail gaat, dan is de telefoon van deze persoon leeg. 5. Vraag een vriend om het nummer van de contactpersoon te bellen. Als je bevestigd hebt dat je bent geblokkeerd maar verbale bevestiging wilt, kun je een vriend vragen om diegene te bellen zodat je hem of haar kunt spreken over de situatie. Hou wel in gedachten dat, hoe verleidelijk dit ook mag klinken, dit wel de relatie tussen je vriend en degene die jou heeft geblokkeerd kan beschadigen. 6. Begrijp de mogelijke gevolgen. Als je per ongeluk bent geblokkeerd, dan vindt de persoon het waarschijnlijk niet erg om iets van je te horen. Maar het kan als intimidatie worden gezien als je een blokkering probeert te omzeilen die is gemaakt om afstand tussen jullie te creëren. Zorg dat je duidelijkheid hebt over de wettigheid van het negeren van een blokkade voordat je doorgaat met het omzeilen ervan. 7. Maak je nummer anoniem. Dit kun je doen door 31 op een mobiele telefoon of #31# op een vaste telefoon te typen voor de rest van het nummer dat je probeert te bellen; dit zal ervoor zorgen dat je nummer als onbekend verschijnt. De meeste mensen zullen niet opnemen als ze een anoniem of onbekend nummer zien bellen; dit komt doordat telemarketeers deze techniek vaak gebruiken om nummers die ingeschreven staan op de Bel-Me-Niet-lijst toch te kunnen bellen. 8. Stuur je contactpersoon een bericht via een Instant-Messaging (IM) app/service. Als jullie bijvoorbeeld allebei een Facebookprofiel hebben, kun je Facebook Messenger hiervoor gebruiken. Hetzelfde geldt voor WhatsApp, Viber, Skype en alle ander IM-services waar jullie allebei toegang tot hebben. 9. Laat een voicemail achter. Hoewel je contactpersoon geen oproep over je telefoontje of voicemail zal krijgen, komt deze nog steeds terecht op zijn of haar telefoon. Je kunt deze 'loophole' gebruiken om belangrijke communicatie naar hem of haar over te brengen, mocht dit nodig zijn. 10. Probeer contact op te nemen via sociale media. Als je absoluut contact op moet nemen met iemand die je heeft geblokkeerd, kun je hem of haar mailen of berichten via verschillende socialemediaprofielen sturen. Hou hier nogmaals het belang in gedachten: als je gewoon van streek bent dat hij of zij je heeft geblokkeerd is het beter om de situatie met rust te laten tot jullie allebei een beetje gekalmeerd zijn.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-je-nummer-geblokkeerd-is", "language": "nl"}
Hinkelen	Duizenden jaren geleden hinkelden Romeinse soldaten om hun kracht en snelheid te testen, soms hinkelden ze meer dan 30 meter terwijl ze zware gewichten droegen! Vandaag de dag is hinkelen een leuk buitenspel voor kinderen (en speelse volwassenen) over de hele wereld. Hier lees je hoe je dit klassieke spel speelt, met wat variaties om het uitdagender te maken. 1. Teken een hinkelbaan op de grond. Krijt is het handigste om op asfalt, tegels of beton te tekenen. De vierkanten moeten groot genoeg zijn dat er een voet in past, en om te zorgen dat de steen die je erin gooit niet te snel buiten de baan valt. Hoewel er variaties zijn op het ontwerp, zie je hier een gebruikelijke schoolpleinbaan. Het is gebruikelijk om de hier getoonde "10"-sectie als rust- of stopplaats te gebruiken. Hier kan de speler even omdraaien en/of hun evenwicht terugvinden. Soms wordt een wat creatievere naam aan dit vak gegeven, zoals "Hemel". 2. Gooi een platte steen of vergelijkbaar voorwerp (pittenzakje, schelp, knoop, plastic speelgoed) op het eerste vak. Het moet binnen het vak vallen, zonder de rand te raken of eruit te stuiteren. Als je het niet binnen de lijnen krijgt, gaat je beurt voorbij en geef je de steen aan de volgende persoon. Als het wel lukt, ga je door naar de volgende stap. Hinkelen kan je ook in je eentje spelen. In dat geval maak je gewoon je eigen regels! 3. Hinkel over de vakken, en sla het vak met de steen over. Elk vak krijgt één voet. Met welke voet je begint mag je zelf weten. Je kunt niet meer dan één voet tegelijk op de grond hebben, tenzij er twee cijfervakken naast elkaar liggen. In dat geval kun je beide voeten gezamenlijk neerzetten (een in elk vak). Houd je voeten altijd binnen het juiste vak (of vakken); als je op een lijn stapt, op het verkeerde vak springt, of buiten het vak stapt, is je beurt voorbij. 4. Op de terugweg raap je de steen op. Als je bij het laatste cijfer komt, draai je om (blijf op één voet staan) en hinkel je terug in omgekeerde volgorde. Als je op het vak bent vlak voor het vak met de steen, buk je (nog steeds op één been!) en raap je het op. Spring dan over dat vak en maak het hinkelspel af. 5. Geef de steen aan de volgende persoon. Als je de baan hebt voltooid met je steen op het eerste vak (zonder je beurt te verliezen), gooi dan voor de volgende beurt je steen op vak twee. Je doel is om de baan af te werken met de steen op elk vak. De eerste persoon die dit lukt, wint het spel! Ashrita Furman heeft het Guinness Wereldrecord voor het snelste hinkelspel, met 62 seconden. Dan weet je dat ook weer. 6. Verander de vorm van de hinkelbaan. Maak hem rond, waarbij de cijfers in een spiraal staan. Misschien noemen de Fransen het daarom "escargot"?Of maak een rechthoek, driehoek, of vuurwerk! Het makkelijkst is om in het midden te beginnen en naar buiten te gaan. Op die manier kun je het zo groot maken als nodig is -- in plaats van te eindigen met een microscopisch klein eindvak! 7. Varieer de grootte en vorm van de vakken. Maak sommige kleiner, zodat mensen op hun tenen moeten staan. Je kunt er zelfs een paar in de vorm van een schoen maken, om de starichting te beïnvloeden. Wees creatief! 8. Maak eilanden van sommige vakken. Op die manier moet een persoon een eindje springen om er te komen. Zorg wel dat de sprong te maken is! Wie zegt dat hinkelen geen moeite kost? 9. Stel een tijdslimiet in. Speel een spelletje "snelhinkelen." De persoon heeft een bepaalde tijd om de baan af te werken, anders gaat hun beurt voorbij. Of je kunt er een race van maken!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Hinkelen", "language": "nl"}
De vorm van de cursor veranderen	Als je genoeg hebt van de standaardcursor, dan kun je deze iets beter aanpassen aan je eigen stijl. Dit is vrij eenvoudig om te doen in Windows, maar Mac-gebruikers zullen wat meer moeite moeten doen, omdat Apple geen aangepaste cursors ondersteunt. Je kunt cursors vinden voor zo ongeveer alles online vinden. 1. Zoek wat cursors om te downloaden. Er zijn online talloze cursors beschikbaar om te downloaden van verschillende sites. Je kunt de standaard cursors vervangen door deze aangepaste cursors. Populaire websites met cursors zijn, onder andere: Open Cursor Library - rw-designer.com/cursor-library DeviantArt - deviantart.com/browse/all/customization/skins/windows/cursors/ Customize.org - customize.org/cursor 2. Download een cursor-pack. De meeste cursors komen in het ZIP-bestandsformaat. Downloaden geen cursor-packs in EXE-formaat, want die kunnen behalve de cursor ook malware installeren. Het downloaden van een cursor-pack is niet nodig om je cursor te veranderen, omdat Windows daarvoor al verschillende opties heeft om uit te kiezen. 3. Open het ZIP-bestand dat je gedownload hebt. Dubbelklik op het ZIP-bestand om de inhoud te zien. Reguliere cursors zijn CUR-bestanden, en geanimeerde cursors zijn ANI-bestanden. 4. Open de map . C:\Windows\Cursors in een ander venster. Deze map bevat alle cursor-bestanden die op dit moment op je computer zijn geïnstalleerd. 5. Sleep de bestanden van de nieuwe cursor in de map . Cursors. Klik op Doorgaan en voer eventueel je administratorwachtwoord in. Je hebt administratortoegang nodig om nieuwe cursors te kunnen installeren. 6. Open het Configuratiescherm. Je gebruikt het Configuratiescherm om de nieuwe cursor te selecteereren. Windows 7, Vista en XP - Klik op Start-knop en selecteer 'Configuratiescherm' uit het Start-menu. Windows 8.1 - Klik met rechts op de Start-knop of druk op Ctrl+X en selecteer 'Configuratiescherm'. 7. Selecteer het 'Mouse'-pictogram, of Hardware en geluiden en dan 'Muis'. Of deze optie beschikbaar is, is afhankelijk van de weergave van je Configuratiescherm. 8. Open de tab . Pointers. Hiermee wordt je huidige schema en aanwijzerinstellingen getoond. Je kunt het menu van 'Schema' gebruiken om een van de diverse geïnstalleerde cursorsthema's te kiezen. 9. Selecteer de cursor die je wilt veranderen. Je kunt de cursor veranderen voor elk van de verschillende cursor-toestanden. De standard cursor heet 'Reguliere selectie', en de typcursor heet 'Tekstselectie'. 10. Klik op de knop . Bladeren.... Er wordt nu een bestandsverkenner geopend van de map Cursor. Selecteer de nieuwe cursor die je wilt gebruiken en klik op Open. Herhaal de vervanging van de cursor voor elke cursortoestand die je wilt wijzigen. 11. Klik op . Toepassen. Alle gemaakte wijzigingen worden nu doorgevoerd, en je nieuwe cursors horen te verschijnen. Je kunt een cursor herstellen door deze uit de lijst te selecteren en op Standaard gebruiken te klikken. 12. Verander de cursorgrootte. OS X staat geen aangepaste cursors toe, aangezien de cursor wordt bepaald door individuele apps in plaats van door het systeem. Je kunt de grootte van de aanwijzer aanpassen in het menu Systeemvoorkeuren. Om je cursor te wijzigen, moet je een speciaal programma gebruiken (zie de volgende stap). Klik op het Apple-menu en selecteer 'Systeemvoorkeuren'. Selecteer de optie 'Toegankelijkheid' en klik op het tabblad 'Weergave'. Gebruik de schuifknop 'Cursorgrootte' om de grootte van de cursor aan te passen. 13. Download en installeer Mousecape voor aangepaste cursors. Mousecape is een gratis, open-source cursor-hulpprogramma waarmee je aangepaste cursorsets, of 'capes', kunt toepassen op OS X. Mousecape is op dit moment verreweg de eenvoudigste manier om de cursor in een OS X-systeem te wijzigen. Je kunt Mousecape downloaden van github.com/alexzielenski/Mousecape/releases. Download de meest recente 'Mousecape.zip' en sleep die naar de .app-map in je map Programma's. 14. Zoek cursors die je wilt gebruiken. Met Mousecape kun je .cape-bestanden laden – dit zijn pakketten met cursors. Je kunt deze op verschillende sites vinden, waaronder DeviantArt. Je kunt ook beeldbestanden slepen in Mousecape om je eigen cursors te maken, dus kun je een voorbeeld van een Window-cursorbestand kopiëren en dat gebruiken om een nieuwe cursor te maken. 15. Open de Mousecape-app. Je ziet een lijst met beschikbare capes, die waarschijnlijk leeg zullen zijn. 16. Voeg je cape-bestanden toe (als je die hebt). Als je cape-bestanden hebt gedownload, dan kun je die slepen in het Mousecape-venster om ze toe te voegen. 17. Druk op . ⌘ Cmd+N , selecteer de nieuwe cursor in de lijst en druk op ⌘ Cmd+E om hem te bewerken. Geef de nieuwe cursor een naam. Als je een Retina-weergave gebruikt, vink dan het Retina-vakje aan. 18. Klik op de knop . +. Hiermee maak je een nieuw object aan in je nieuwe cape-bestand. 19. Klik en sleep de afbeelding die je wilt gebruiken in het eerste vakje. Je kunt aanvullende kopieën toevoegen van de afbeelding in de ander vakken, als je de cursor groter wilt kunnen maken. 20. Selecteer het cursortype dat je eraan wilt toewijzen vanuit het menu 'Type'. De standaard systeemaanwijzer heet 'Pijl'. 21. Pas de 'Hot Spot'-waarden aan. Dit is de locatie van de feitelijke aanwijzer in de afbeelding. De Hot Spot begint in de hoek linksboven in het beeld. De eerste waarde is het aantal pixels waarin de Hot Spot naar rechts zal bewegen, en de tweede is het aantal pixels waarmee het naar beneden beweegt. Je ziet de nieuwe Hot Spot wanneer je de waarden verandert. 22. Bewaar je nieuwe cursor. Klik op 'Bestand' → 'Opslaan' of druk op ⌘ Command+S. Je kunt het cursor-venster nu weer sluiten. 23. Dubbelklik op je nieuwe cape in de lijst. Er wordt een voorbeeld getoond van je nieuwe cursor. Door te dubbelklikken op de cape activeer je de nieuwe cursor.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-vorm-van-de-cursor-veranderen", "language": "nl"}
Een plastic retentiebeugel schoonmaken	Er zijn verschillende manieren waarop je je plastic retentiebeugel schoon kunt maken. Om je beugel eenvoudig schoon te maken gebruik je castillezeep of een mild afwasmiddel en een zachte tandenborstel. Je kunt je beugel tevens schoonmaken door hem in een mengsel van azijn en water of zuiveringszout, waterstofperoxide en water te laten weken. Kook je beugel niet en stop hem niet in de vaatwasser om hem schoon te maken. 1. Spoel de beugel af met warm of koud water. Het water bereidt je beugel voor op het schoonmaakproces. 2. Doe wat milde zeep op een tandenborstel. Je kunt vloeibare castillezeep of een mild afwasmiddel gebruiken. Gebruik een zachte tandenborstel, zodat je geen krassen in je beugel maakt. Je kunt tevens tandpasta gebruiken, maar gebruik dan wel gewone tandpasta en geen whiteningtandpasta. Een alternatief is om een pasta te maken door drie delen zuiveringszout te mengen met een deel water. 3. Schrob de beugel voorzichtig. Zorg dat je zowel de binnenkant als de buitenkant van je beugel schrobt. Schrob totdat alle stof- en vuildeeltjes verwijderd zijn. 4. Spoel de beugel nog eens af. Doe dit wanneer hij schoon is. Houd hem onder de koude of warme kraan totdat alle zeepresten verdwenen zijn. Maak je beugel een of twee keer per week schoon, of zo vaak als nodig is. 5. Meng gelijke delen azijn en water in een beker. Gebruik echter genoeg vloeistof zodat je je beugel volledig onder kunt dompelen wanneer je hem in de beker stopt. In plaats van azijn kun je ook waterstofperoxide met een sterkte van 3% gebruiken. 6. Spoel je beugel af met koud of warm water. Doe hem dan in de beker. Laat je beugel 15-30 minuten in het mengsel weken. Haal je beugel na het weken uit de beker. 7. Schrob je beugel met een tandenborstel. Zorg dat je een zachte tandenborstel gebruikt. Schrob voorzichtig de binnenkant en de buitenkant van je beugel. 8. Spoel je beugel af met koud water. Zorg dat je je beugel grondig afspoelt totdat alle resten verdwenen zijn. Doe de beugel dan weer in je mond of in zijn doosje. Laat je beugel een of twee keer per week weken om hem schoon te houden. 9. Meng in een beker 250 ml koud water met een eetlepel (15 ml) waterstofperoxide. Voeg dan een theelepel (5 gram) zuiveringszout toe. Roer met een lepel door de ingrediënten totdat ze goed gemengd zijn. Om het mengsel een frisse smaak te geven voeg je een druppel pepermuntolie toe. 10. Stop je beugel in de beker. Zorg dat je je beugel volledig onderdompelt in het mengsel. Laat je beugel 15-30 minuten in het mengsel weken en haal hem er dan uit. 11. Spoel je beugel af met koud water. Gebruik geen warm of heet water, want daardoor kan de beugel smelten. Spoel de beugel grondig af totdat je alle resten van het mengsel verwijderd hebt. Stop de beugel dan weer in zijn doosje of in je mond. Laat je beugel een keer per week weken om hem schoon en fris te houden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-plastic-retentiebeugel-schoonmaken", "language": "nl"}
Haar in twee kleuren verven	Tweekleurig haar lijkt een grote trend te zijn, en het staat mooi bij zowat elke haarlengte! Het is ook makkelijk thuis te doen. Met zoveel kleuren en stijlen om uit te kiezen is de grootste uitdaging waar je mee te maken zult hebben het kiezen van je look. Ombré, dip-dye, en geverfde laagjes zijn drie makkelijke stijlen die veel kleurencombinaties mogelijk maken. Of je nu kiest om je haar in twee natuurlijke kleuren te verven of juist twee pastelkleuren, je zult zeker prachtige resultaten krijgen! 1. Verdeel je haar in secties. Borstel of kam je haar in twee losse staarten. Dit zal het makkelijker maken om je haar in folie te wikkelen nadat je het blondeermiddel en de verf aanbrengt. Knoop een haarelastiekje om elk deel om de onderste twee derden van je haar te markeren. 2. Blondeer het gedeelte onder de elastiekjes Als je donker haar hebt, dan zul je er misschien over willen nadenken om je haar te blonderen, zeker als de kleuren waar je voor gaat veel lichter zijn dan je huidige haarkleur. Gebruik een applicatiekwastje en verfkom om het blondeermiddel met voorzichtige neerwaartse bewegingen aan te brengen. Als je blond of lichtrood haar hebt en je haar donkerdere kleuren gaat verven, dan kun je deze stap overslaan. Als je bruine of wijnrode kleuren probeert te krijgen, dan zul je deze mogelijk zonder blondeermiddel kunnen behalen, ook al is je haar donker. Gebruik simpelweg haarverf waarbij je een developer krijgt. 3. Breng de folie aan. Je zult meerdere stukken folie nodig hebben voor deze stap. Wikkel elk deel van je haar in de folie en laat het blondeermiddel de aangeraden hoeveelheid tijd inwerken. Dit kan tussen de 10 en 45 minuten zijn. Vouw een stukje folie open om de vooruitgang te controleren. Laat het blondeermiddel niet langer dan de aangeraden hoeveelheid tijd inwerken. 4. Verwijder de folie. Maak voorzichtig elk stukje folie los. Spoel ze goed af om het blondeermiddel te verwijderen en gooi ze in de vuilnisbak. 5. Was en droog je haar. Gebruik een hydraterende shampoo en conditioner. Dit zal het blondeermiddel uit je haar verwijderen. Föhn je haar om het te drogen, want anders zal het de verf niet absorberen. Als je merkt dat het blondeermiddel voor gele of oranje tinten in je haar heeft gezorgd, gebruik dan een paarse tonershampoo. Dit hoort je een evenredigere basis voor het verfproces te geven. 6. Verdeel je haar. Borstel je haar in twee losse staarten. Bind ze aan elke kant net boven het geblondeerde gedeelte vast met een elastiekje. 7. Maak de eerste haarverfkit open. Dit hoort de lichtere kleur te zijn. Giet de verf in een haarverfkom of applicatieflesje. Als de verf in poeder en vloeistof is verdeeld, meng de ingrediënten dan tot je geen poederdeeltjes meer ziet. Zorg ervoor dat elk poederdeeltje in het mengsel wordt gemengd. 8. Breng de eerste kleur aan. Gebruik een haarverfkom en de meegeleverde applicatiekwast of een applicatieflesje om het gehele geblondeerde deel van je haar te verven. Breng de verf met langzame neerwaartse bewegingen aan op het geblondeerde haar. Door verticale in plaats van horizontale bewegingen te gebruiken zou je harde lijnen in je haarkleur moeten kunnen voorkomen. 9. Markeer het volgende deel van je haar. Vouw een stuk folie over het onderste derde of kwart van je haar. Maak de folie met een elastiekje vast. Dit zal voorkomen dat de donkerdere kleur te veel overloopt in het lichtere gedeelte. 10. Maak de tweede kleur open. Dit hoort de donkerdere kleur te zijn. Herhaal de stappen die je met de eerste kleur hebt genomen. Je zult een apart applicatieflesje of een aparte applicatiekwast en kom nodig hebben, als deze niet bij de kit mee zijn geleverd. 11. Breng de tweede kleur aan. Gebruik de applicatiekwast of -fles om je haar vanaf de bovenkant van de lichtere kleur tot aan het begin van de folie te bedekken. Gebruik voorzichtige neerwaartse bewegingen. Meng de kleuren waar ze elkaar ontmoeten door elke haarlok een voorzichtige draai te geven. 12. Laat beide kleuren inwerken. Volg de instructies op het doosje. Stel een timer in voor de aangeraden hoeveelheid tijd; dit is meestal ongeveer een uur. 13. Spoel met een azijnmengsel. Meng een deel appelazijn en drie delen water in een spuitfles. Besproei het geverfde deel van je haar. Zorg ervoor dat de spray het gehele gekleurde deel bedekt. Dit helpt de kleur om langer mee te gaan. Gebruik deze spoeling elke keer dat je je haar wast. 14. Gebruik een kleurveilige conditioner. Gebruik na de azijnspoeling een kleurveilige conditioner. Breng de conditioner op je haar aan en spoel het dan goed uit om de kleur in te sluiten en ook om de azijngeur uit je haar te verwijderen. 15. Verdeel je haar in secties. Borstel of kam je haar in twee tot drie delen aan elke kant. Dit zal het makkelijker maken om je haar in folie te wikkelen nadat je het blondeermiddel en de verf hebt aangebracht. Knoop een elastiekje om elk deel om de puntjes van je haar te markeren. De hoeveelheid centimeters haar die je wilt verven is aan jou, maar over het algemeen ziet het er het mooist uit wanneer je een groter deel verft bij lang haar, en een kleiner deel bij kort haar. Als je haar bijvoorbeeld schouderlengte is, dan kan 2 tot 5 centimeter gekleurd haar gepast zijn, terwijl het beter kan zijn om 13 centimeter haar te verven wanneer je haar tot het midden van je rug komt. 16. Blondeer de puntjes van je haar Als je donker haar hebt en je haarpuntjes een veel lichtere kleur wilt verven, denk er dan over na om blondeermiddel te gebruiken. Gebruik een applicatiekwastje en een haarverfkom of een applicatieflesje, en breng het blondeermiddel voorzichtig met neerwaartse bewegingen aan. Als je blond of lichtrood haar hebt en je haar donkerdere kleuren verft, dan kun je deze stap overslaan. Als je haar donkerder is en je je puntjes een bruine of wijnrode kleur wilt hebben, dan zul je je gewenste kleur mogelijk kunnen bereiken met een developer in plaats van blondeermiddel. 17. Breng de folie aan. Je hebt meerdere stukken folie nodig voor deze stap. Wikkel elk deel haar in folie. Laat het blondeermiddel de aangeraden hoeveelheid tijd inwerken. Dit hoort tussen de 10 en 45 minuten te zijn. Maak een stukje folie los wanneer je de vooruitgang wilt controleren. Laat het blondeermiddel niet langer dan de aangeraden hoeveelheid tijd in je haar zitten. 18. Verwijder de folie. Wikkel voorzichtig elk stukje folie los. Spoel ze goed af om het blondeermiddel te verwijderen, en gooi ze in de vuilnisbak weg. 19. Was en droog je haar. Gebruik een hydraterende shampoo en conditioner. Dit zal het blondeermiddel uit je haar verwijderen. Föhn vervolgens je haar, want anders zal het de verf niet absorberen. Als je haar een gelige of oranjeachtige tint heeft, gebruik dan paarse shampoo voor je een normale shampoo gebruikt. 20. Maak de eerste haarverfkit open. Giet de verf in een haarverfkom of applicatieflesje. Als de verf opgedeeld is in poeder en vloeistof, meng de ingrediënten dan tot je geen poederdeeltjes meer ziet. Zorg ervoor dat al het poeder gemengd wordt in het mengsel. 21. Breng de eerste kleur aan. Gebruik het meegeleverde applicatiekwastje en de verfkom of applicatieflesje. Breng de verf met langzame neerwaartse bewegingen op het gehele geblondeerde deel van je haar aan om te voorkomen dat je een harde lijn creëert. 22. Maak de tweede kleur open. Herhaal de stappen die je met de eerste kleur hebt gevolgd. Gebruik een aparte kom of fles voor dit verfmengsel. Je zult ook een aparte applicatiekwast en kom of fles nodig hebben, als deze niet in de kit zitten. 23. Breng de tweede kleur aan. Breng de tweede kleur op de onderste helft van het geblondeerde haar aan. Tijdens deze stap zul je een deel van de eerste kleur bedekken. Meng de kleuren waar ze elkaar aanraken door elk stukje haar een voorzichtige draai te geven. 24. Laat beide kleuren inwerken. Volg de instructies op het doosje. Stel een timer voor de aangeraden hoeveelheid tijd in. Dit is meestal ongeveer een uur. 25. Spoel met een azijnmengsel. Meng één deel appelazijn en drie delen water in een spuitfles. Besproei het geverfde deel van je haar. Zorg ervoor dat de spray het gehele gekleurde deel bedekt. Dit helpt de kleur om langer mee te gaan. Gebruik deze spoeling elke keer dat je je haar wast. 26. Gebruik een kleurveilige conditioner. Gebruik na de azijnspoeling een kleurveilige conditioner. Breng de conditioner op je haar aan en spoel het dan goed uit om de kleur in te sluiten en ook om de azijngeur uit je haar te verwijderen. 27. Blondeer je haar Je zult je haar mogelijk willen blonderen als het donker is en je een lichtere kleur wilt bereiken. Gebruik een applicatiekwast en verfkom of een applicatieflesje om het blondeermiddel aan te brengen. Als je blond of lichtrood haar hebt en je haar donkerdere kleuren gaat verven, dan kun je deze stap overslaan. Als je haar donker is en je het bruin of wijnrood wilt verven, probeer dit dan zonder blondeermiddel te doen. Gebruik een haarverf waarbij je een developer krijgt, en breng geen blondeermiddel aan. 28. Breng de folie aan. Je zult een aantal stukken folie nodig hebben voor deze stap. Wikkel elk aparte deel haar in met folie. Laat het blondeermiddel 10-45 minuten inwerken, of de hoeveelheid tijd die aangegeven wordt door de instructies. Maak een stukje folie los om de vooruitgang van het blondeermiddel te controleren. Laat het blondeermiddel niet langer dan de aangegeven hoeveelheid tijd in je haar zitten. 29. Verwijder de folie. Maak voorzichtig elk stukje folie los. Spoel de stukken goed af om het blondeermiddel te verwijderen, en gooi ze in de vuilnisbak weg. 30. Was en droog je haar. Gebruik een hydraterende shampoo en conditioner. Dit zal het blondeermiddel uit je haar verwijderen. Föhn je haar om het te drogen, want anders zal het de verf niet absorberen. Gebruik een paarse shampoo om ongewenste oranje en gele tinten te verwijderen. 31. Scheid je laagjes af. Gebruik een kam om je haar horizontaal aan de achterkant van je haar af te scheiden. Gebruik een kam om een lichte zigzagpatroon te maken; dit zal voorkomen dat er een vreemd uitziende lijn van de onderste laag door de bovenste laag heen te zien zal zijn. 32. Verdeel de bovenste laag. Kam je haar en scheid het af in een rechterdeel en een linkerdeel. Deel het vervolgens nog een keer op in een bovenste en onderste deel. Maak elk deel vast aan de bovenkant van je hoofd. 33. Verdeel je onderste laag haar. Kam je haar en verdeel het in een rechter- en linkerdeel. Verdeel het nogmaals in een bovendeel en een onderdeel. Zorg ervoor dat je haarspelden andere kleuren hebben voor deze stap, zodat je je bovenste en onderste lagen niet in de war haalt. 34. Open de eerste haarverfkit. Giet de verf in een haarverfkom of applicatieflesje. Als de verf opgedeeld is in poeder en vloeistof, meng de ingrediënten dan tot je geen poederdeeltjes meer ziet. Zorg ervoor dat elk stukje poeder in het mengsel wordt opgelost. 35. Verf de onderste lagen van je haar. Gebruik een applicatiekwastje of -fles, en breng de haarverf op individuele plukken haar aan met neerwaartse bewegingen. Vouw elk stukje haar nadat je het hebt geverfd op in een stuk folie. 36. Maak de tweede haarverfkit open. Herhaal de stappen die je bij de eerste kleur hebt gevolgd. Gebruik een aparte kom en kwast of fles voor de tweede haarkleur, als deze niet bij de kit worden meegeleverd. 37. Laat het haar dat je met spelden vast hebt gemaakt los. Borstel of kam dit deel haar. Doe dit voorzichtig zodat je geen gaatjes in de folie maakt. 38. Verf de bovenste haarlaag. Gebruik je applicatiekwast of -fles om de verf met voorzichtige neerwaartse bewegingen aan te brengen. Vouw elk deel haar in een stukje folie op. 39. Laat de verf inwerken. Volg de instructies op het doosje en stel een timer in voor de aangeraden hoeveelheid tijd. Dit is meestal ongeveer een uur. 40. Verwijder de folie. Maak voorzichtig elk stukje folie los. Spoel de stukjes goed af om het blondeermiddel te verwijderen, en gooi ze weg in de vuilnisbak. 41. Spoel je haar met een azijnmengsel. Meng in een pan waar je hoofd in past een deel appelazijn en drie delen water. Dompel je haar in de pan onder. Deze stap helpt de kleur om langer mee te gaan. Gebruik elke keer dat je je haar wast deze spoeling. 42. Gebruik als laatste conditioner. Breng nadat je de azijnspoeling hebt gedaan wat kleurveilige conditioner aan, en spoel deze vervolgens uit. Dit hoort de kleur langer fel te houden en ook de azijngeur uit je haar te verwijderen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Haar-in-twee-kleuren-verven", "language": "nl"}
Een pakket volgen zonder een trackingnummer	Met een trackingnummer kun je de levering van een pakket volgen terwijl het wordt verzonden. Als je je in een situatie bevindt waar je geen trackingnummer hebt, hebben veel grote pakketbezorgingsdiensten gratis tools waarmee je online je pakket kunt volgen. Om deze tools te gebruiken moet je naar de website van het bedrijf gaan en een account aanmaken. Zodra je een account hebt gemaakt is het een kwestie van inloggen en het juiste pakket vinden op basis van de verzendgegevens. 1. Registreer je voor UPS My Choice. Ga naar https://www.ups.com/us/en/services/tracking/mychoice.page. Met My Choice kun je pakketten volgen die verzonden worden met UPS. Bepaal of je een gratis lidmaatschap wilt of een premium lidmaatschap voor €35 per jaar. Klik op de gele knop 'Verder' onder het lidmaatschap dat je wilt. Vul e persoonlijke informatie in op de registratiepagina, en verifieer je adres. Met de gratis versie van My Choice kun je je pakketten volgen zonder een trackingnummer. Met een premium lidmaatschap kun je het adres van de ontvanger en de bezorgdatum wijzigen. 2. Meld je aan op https://www.ups.com. Ga naar de UPS-website en klik bovenaan de pagina op 'Inloggen'. Voer de gegevens in die je hebt gebruikt om je account te registeren en klik op 'Inloggen'. 3. Klik bovenaan de pagina op het tabblad 'Volgen'. Zodra je bent ingelogd kan je al je zendingen bekijken door bovenaan de pagina op het 'Volgen' tabblad te klikken. Hier zie je een lijst met alle pakketten die naar of van je adres worden verzonden door UPS. UPS koppelt pakketten die je adres gebruiken aan je account, zodat je ze kunt volgen. 4. Zoek het pakket dat je wilt volgen en klik op de link met het trackingnummer. Dit brengt je naar een nieuwe pagina met details over waar het voor het laatst was en waar het nu is. 5. Meld je aan voor geïnformeerde levering op de website van USPS. Ga naar https://reg.usps.com/entreg/RegistrationAction_input. Vul het formulier in met je persoonlijke informatie en adres. Een account geeft je toegang tot verschillende USPS-tools, waaronder online volgen van geselecteerde pakketten die je verzendt of ontvangt met USPS. 6. Log in en ga naar je dashboard. Klik bovenaan het scherm op 'Volgen en beheren' en scrol naar beneden naar 'Mijn USPS'. Deze pagina is je dashboard en weergeeft een lijst van alle pakketten die je hebt verzonden of ontvangen in de afgelopen 2 weken. USPS toont alle pakketten die momenteel onderweg zijn naar of van het adres dat je hebt gebruikt om je account te registreren. 7. Klik op het pakket dat je wilt volgen. Als je op het pakket klikt worden aanvullende details weergegeven, waaronder waar het zich momenteel bevindt en het postkantoor waar het pakket voor het laatst was. Je kunt je dashboard gebruiken om een pakket te volgen, zelfs als je het trackingnummer niet meer heeft of als er geen trackingnummer aan het pakket is gekoppeld. 8. Dien een zoekverzoek in als je pakket is kwijtgeraakt. Als een pakket niet binnen 7 dagen na de geschatte leverdatum is afgeleverd, kun je een zoekverzoek indienen en USPS het pakket laten zoeken. Ga naar https://www.usps.com/help/missing-mail.htm en klik op 'Begin met het zoeken naar vermiste post.' Je moet het adres van de afzender en ontvanger, de grootte van het pakket en andere informatie opgeven. 9. Meld je aan voor FedEx Delivery Manager. Ga naar https://www.fedex.com/apps/fdmenrollment/. Vul het formulier in en meld je aan voor een FedEx Delivery Manager-account. Je moet je persoonlijke gegevens en een geldig adres opgeven. Om je identiteit te valideren, moet je je persoonlijke gegevens invoeren en beveiligingsvragen beantwoorden. 10. Log in op de portaal en vind het pakket dat je wilt volgen. Zodra je je hebt aangemeld, ga je naar http://www.fedex.com/ en klik je op 'Inloggen' om je in te loggen bij de Delivery Manager. Je wordt omgeleid naar een portaal waar je pakketten kunt volgen die je verzendt en ontvangt. Controleer onder de 'Status' van het pakket dat je volgt waar het is. Wanneer je je aanmeldt voor de Delivery Manager, kun je ook het tijdstip van de dag wijzigen waarop het pakket geleverd wordt of meldingen inschakelen. 11. Volg het pakket met het deurtagnummer in plaats van de Delivery Manager te gebruiken. Je kunt het deurtagnummer vinden onder je verzendgegevens/schema en het begint vaak met een DT gevolgd door 12 cijfers. Dit nummer kan gebruikt worden als alternatief voor je trackingnummer. Ga naar https://www.fedex.com/en-us/home.html. Ga naar het trackinggedeelte van de pagina en typ het deurtagnummer in. Als je je kantoor in de Verenigde Staten volgt, kun je ook een ander nummer opgeven dat bekend staat als het FedEx Office-nummer om je pakket te volgen. Dit nummer is ook te vinden bij je verzendgegevens.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-pakket-volgen-zonder-een-trackingnummer", "language": "nl"}
Een erg grote blaar laten genezen	Blaren zijn met vocht gevulde zakjes op het huidoppervlak die ontstaan door wrijving of brandwonden. Meestal ontstaan ze op de voeten en handen. De meeste blaren genezen vanzelf zonder een behandeling met huismiddeltjes, maar grotere, pijnlijkere blaren hebben wellicht een beetje hulp nodig. Gelukkig zijn er veel manieren waarop je thuis een erg grote blaar kunt behandelen en kunt voorkomen dat er nieuwe blaren ontstaan. Begin bij stap 1 als je wilt weten hoe je de blaar thuis kunt behandelen, ga naar methode 2 als je meer wilt weten over geschikte huismiddeltjes en lees methode 3 om erachter te komen hoe je nieuwe blaren kunt voorkomen. 1. Laat de blaar heel als hij geen pijn doet. De meeste blaren zullen op natuurlijke wijze genezen zonder dat ze doorgeprikt hoeven te worden. Dit is omdat de onbeschadigde huid die de blaar bedekt een beschermlaag vormt die infecties voorkomt. Na enkele dagen zal het lichaam het vocht in de blaar (ook wel serum genoemd) opnieuw absorberen en zal de blaar verdwijnen. Dit is de beste optie als de blaar geen pijn doet, omdat de kans op een infectie hierdoor het kleinst is. Als de blaar zich op je hand bevindt of op een plek waar hij niet verder blootgesteld wordt aan wrijving, dan hoef je de blaar niet te bedekken. De lucht zal de blaar namelijk helpen genezen. Als de blaar zich op je voet bevindt, dan is het wellicht een goed idee om hem met een gaasje of een kussentje van moleskin (stevig katoen) te bedekken. Hiermee kun je de blaar beschermen en nog steeds laten ademen. Als de blaar vanzelf knapt, laat het vocht er dan uitlopen en maak de plek goed schoon. Bedek de plek vervolgens met een droog, steriel verband totdat de huid genezen is. Hiermee kun je voorkomen dat de plek tijdens het genezingsproces geïnfecteerd raakt. 2. Prik de blaar door als hij pijn doet. Artsen raden aan om een blaar indien mogelijk onder alle omstandigheden intact te houden, maar in sommige gevallen is het nodig om een blaar door te prikken, vooral als hij erg veel pijn doet of een sterk drukkend gevoel veroorzaakt. Een hardloper moet bijvoorbeeld een grote blaar op zijn of haar voetzool doorprikken als hij of zij een wedstrijd moet gaan lopen. Als het nodig is om een blaar door te prikken is het erg belangrijk dat je de juiste procedure volgt om een infectie te voorkomen. 3. Maak de plek schoon met water en zeep. Het eerste wat je moet doen is de huid op en rondom de blaar schoonmaken met warm water en zeep. Het maakt niet uit welke zeep je gebruikt, maar je kunt het beste antibacteriële zeep gebruiken. Hiermee kun je zweet of vuil van de plek wassen voordat je de blaar doorprikt. 4. Steriliseer een naald. Pak een schone, scherpe naald en steriliseer deze met één van de volgende methoden: neem de naald af met een beetje ontsmettingsalcohol, steek de naald in kokend water of houd de naald boven een vlam totdat deze gloeit en een oranje kleur krijgt. 5. Prik de blaar door. Gebruik de gesteriliseerde naald om de blaar langs de randen op verschillende plekken door te prikken. Oefen voorzichtig druk uit op de blaar met een schoon gaasje of een tissue om het vocht eruit te laten lopen. Haal de losse huid die de blaar bedekt niet weg, want deze zal de plek helpen beschermen. 6. Breng een beetje antibacteriële zalf aan. Wanneer alle vocht uit de blaar gestroomd is dep je een beetje antibacteriële zalf of crème op de blaar. Je kunt alle vrij verkrijgbare antibacteriële middelen gebruiken, zoals Polymyxine B of Bacitracine. De zalf zal de bacteriën rondom de blaar doden en infecties verhinderen, en voorkomt tevens dat het verband aan de losse huid blijft plakken. 7. Bedek de blaar losjes met een gaasje of een verband. Wanneer je zalf aangebracht hebt bedek je de doorgeprikte blaar met een gaasverband of een gelpleister. Een dergelijk middel voorkomt dat er vuildeeltjes of bacteriën in de opengeprikte blaar komen en zorgt er tevens voor dat je gemakkelijker kunt lopen of rennen als de blaar zich op je voet bevindt. Plak elke dag een nieuwe pleister op de plek, en doe dit vooral als de oude pleister nat of vuil is geworden. 8. Knip dode huid weg en breng een nieuwe pleister aan. Na twee of drie dagen haal je de pleister eraf en gebruik je een gesteriliseerde schaar om stukken losse, dode huid weg te knippen. Probeer echter geen flappen huid weg te halen die nog vastzitten. Maak de plek nog eens schoon, breng meer zalf aan en bedek de plek met een schone pleister. Binnen drie tot zeven dagen zou de blaar volledig genezen moeten zijn. 9. Ga naar een arts als je tekenen van een infectie opmerkt. In sommige gevallen zal de plek geïnfecteerd raken, ook al heb je nog zo je best gedaan om een infectie te voorkomen. Ga direct naar de huisarts als de plek geïnfecteerd is. Je arts kan een sterk topisch antibioticum of een oraal antibioticum voorschrijven om de infectie te genezen. Tekenen van een infectie zijn onder andere een rode huid en zwellingen rondom de blaar, een ophoping van pus, rode strepen op de huid en koorts. 10. Breng tea tree olie aan. Tea tree olie is een natuurlijke etherische olie met effectieve antibacteriële eigenschappen. Het heeft tevens een samentrekkende werking, wat betekent dat de olie kan helpen om de blaar uit te drogen. Gebruik een wattenstaafje om een keer per dag een beetje olie op de leeggelopen of doorgeprikte blaar te deppen. Plak er daarna een schone pleister op. 11. Gebruik appelazijn. Appelazijn is een traditioneel huismiddeltje dat voor veel kleine kwalen gebruikt wordt, waaronder blaren. Het kan gebruikt worden om infecties te voorkomen, want azijn heeft antibacteriële eigenschappen. Appelazijn kan sterk prikken, dus je kunt de azijn het beste voor de helft met water verdunnen voordat je een wattenstaafje gebruikt om de azijn op de blaar te deppen. 12. Probeer aloë vera. Aloë vera is een plant waarvan het sap verzachtende en genezende eigenschappen heeft. Het is een natuurlijk ontstekingsremmend en vochtinbrengend middel, waardoor het sap erg geschikt is om blaren mee te behandelen die veroorzaakt zijn door brandwonden. Om aloë vera te gebruiken haal je een blad van de plant af en smeer je het doorzichtige, gelachtige sap op en rondom de blaar. Dit helpt vooral goed wanneer de blaar gebarsten is, want het sap zal het genezingsproces versnellen. 13. Week de plek in groene thee. Groene thee heeft natuurlijke ontstekingsremmende eigenschappen, en het weken van de blaar in een kom of een teiltje met afgekoelde groene thee kan helpen om de gezwollen of ontstoken huid rondom de blaar te verzachten. 14. Gebruik vitamine E. Vitamine E zorgt ervoor dat de huid sneller geneest en helpt littekens voorkomen. Bij de drogist kun je zowel oliën als crèmes met vitamine E kopen. Smeer gewoon dagelijks een beetje crème of olie op de blaar om het genezingsproces te stimuleren. 15. Maak een kompres met kamille. Kamille heeft verzachtende eigenschappen en kan helpen om de pijn van een opgezwollen blaar te verzachten. Maak een sterke kop kamillethee klaar en laat de thee vijf tot zes minuten trekken. Wanneer de thee iets afgekoeld is dompel je er een schoon washandje in en doorweek je dit met thee. Wring het washandje vervolgens uit. Druk dit warme kompres ongeveer tien minuten tegen de blaar, of totdat de pijn wegtrekt. 16. Week de plek in Epsomzout. Epsomzout kan helpen om een onbeschadigde blaar uit te drogen en het vocht erin weg te laten lopen. Los gewoon een kleine hoeveelheid Epsomzout op in een heet bad en laat de blaar erin weken. Wees echter wel voorzichtig, want het zout zal prikken als de blaar opengebarsten is. 17. Kies schoenen uit die je goed passen. Veel blaren ontstaan door de wrijving die veroorzaakt wordt door slecht passende schoenen. Wanneer de schoenen langs de voeten wrijven of schuiven trekken ze de huid heen en weer waardoor de buitenste huidlaag loskomt van de binnenste huidlaag. Er ontstaat dan een opening tussen de huidlagen waardoor je een blaar krijgt. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat je kiest voor hoogwaardige, ademende schoenen die je perfect passen. Als je hardloopt, denk er dan over om naar een speciaalzaak in hardloopbenodigdheden te gaan waar een professional je kan helpen om de best passende schoenen uit te kiezen. 18. Draag de juiste sokken. Sokken zijn erg belangrijk als je blaren wilt voorkomen, want ze verminderen de vochtigheid (waardoor er sneller blaren ontstaan) en zorgen voor minder wrijving. Kies nylon sokken in plaats van katoenen sokken, want die ademen beter. Je kunt tevens voor sokken kiezen die het vocht van de huid afvoeren. Deze zijn gemaakt van een wolmix. Hardlopers kunnen tevens speciale sportsokken kopen die op de plekken waar snel blaren ontstaan voorzien zijn van extra demping. 19. Gebruik middelen die wrijving verminderen. Er zijn veel vrij verkrijgbare producten die je voor het wandelen of hardlopen op je voeten aan kunt brengen en die bedoeld zijn om wrijving en het ophopen van vocht te verminderen. Probeer een voetpoeder te gebruiken. Een dergelijk poeder strooi je in je sokken voordat je ze aantrekt om zo de voeten droog te houden. Je kunt tevens een crème aanbrengen zodat je sokken en schoenen over je huid kunnen glijden in plaats van dat ze wrijving veroorzaken. 20. Draag handschoenen. Er ontstaan vaak blaren op de handen wanneer men met de handen werkt, bijvoorbeeld bij het gebruiken van gereedschappen of schoppen, of wanneer men in de tuin werkt. Je kunt deze blaren voorkomen door bij deze activiteiten beschermende handschoenen te dragen. 21. Breng zonnebrandolie. Op een door de zon verbrande huid kunnen gemakkelijk blaren ontstaan. De beste manier om dit te voorkomen is om te voorkomen dat je huid verbrandt. Dit kun je doen door zonnebrandolie met een hoge zonbeschermingsfactor te gebruiken, kleding met lange mouwen te dragen en een hoed of een pet te dragen. Als je huid toch verbrandt, dan kun je blaren voorkomen door een royale hoeveelheid vochtinbrengend middel, aftersun en calaminelotion aan te brengen. 22. Pas op met warmte en chemicaliën. Er kunnen blaren ontstaan nadat je je huid verbrand hebt door heet water, stoom, droge warmte of chemicaliën. Neem dus de juiste voorzorgsmaatregelen wanneer je met hete voorwerpen werkt, zoals pannen of fornuizen, of chemicaliën gebruikt als bleekmiddel.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-erg-grote-blaar-laten-genezen", "language": "nl"}
Een hertenteek identificeren	Van de ongeveer 820 soorten teken die wereldwijd bekend zijn, kunnen ongeveer 100 soorten ziektes overbrengen op mensen middels een beet. De hertenteek, of zwartpotige teek (Ixodes scapularis) kan de ziekte van Lyme en andere ziektes overbrengen op zijn gastheer. Teken zijn het makkelijkst te herkennen als ze volwassen zijn, maar ziektes kunnen ook al worden overgedragen als ze nog jong zijn. Als een teek je bijt of zich aan je kleding vastklemt, moet je kunnen bepalen of het een hertenteek is of niet, zodat je indien nodig direct medische hulp kunt zoeken. 1. Verwijder de teek van zijn gastheer, indien nodig. De beste manier om een teek te verwijderen is door een puntig pincet te gebruiken en de punt zo te kantelen dat de kop van de teek samen met het lichaam wordt verwijderd. Ouderwetse methodes, zoals de teek te bedekken met petroleumpasta of het gebied met nagellak bedekken, moeten worden vermeden omdat ze de teek kunnen traumatiseren waardoor hij de inhoud van zijn maag (inclusief bacteriën) kan overgeven, recht in de bloedsomloop van je hond. Heb je de hele teek verwijderd? Als je een plotselinge beweging hebt gemaakt bij het verwijderen van de teek, kan zijn kop zijn afgebroken en in de huid zijn blijven zitten. Je kunt dit deel mogelijk apart verwijderen met een schone pincet. Je zou de teek ook zonder zijn kop moeten kunnen identificeren. Stop de teek in een flesje of pot met deksel, of leg hem op een stukje wit papier en gebruik een stukje doorzichtig plakband om hem te bedekken. 2. Bevestig dat het een teek is. Hoeveel poten heeft hij? Teken hebben, net als andere spinachtigen, 8 poten in zowel de nymf als de volwassen fase, maar hebben slechts 6 poten in de larve-fase. Als je de teek in een flesje of potje hebt gedaan, bekijk dan hoe hij beweegt. Als het een teek is, dan kruipt hij, maar hij kan niet vliegen of springen. Teken hebben platte, traanvormige lichamen in alle stadia van hun leven. Wanneer hij voedt zal het lichaam van de teek rond worden en zijn kleur lichter worden. Hertenteken zijn kleiner dan andere teken, zoals de hondenteken Amblyomma Americanum en Dermacentor variabilis. De nymfen van hertenteken zijn ongeveer zo groot als een maanzaadje, 1 tot 2 mm in diameter, terwijl volwassen teken 2 tot 3,5 mm groot kunnen zijn en ongeveer de grootte hebben van een sesamzaadje. Een teek die gegeten heeft kan wel 10 mm lang zijn. Harde teken, zoals de hertenteek, hebben een schild dat hun lichaam bedekt. Zachte teken hebben dit niet. 3. Onderzoek het schild. Een vergrootglas kan hierbij handig zijn aangezien jonge teken vrij klein zijn. Het schild is het harde deel achter de kop van de teek. Een hertenteek heeft een eenkleurig schild, terwijl het schild van andere teken een patroon heeft. Het schild kan ook informatie leveren over de leeftijd van de teek. Het schild van een volwassen mannetje zal bijna het hele lichaam bedekken terwijl dat van het vrouwtje een stuk kleiner is. Als de teek groot is (nadat hij heeft gegeten), kan het moeilijk zijn om hem middels andere karakteristieken te identificeren. Een vergrootte hertenteek zal roestbruin of bruinrood van kleur zijn, terwijl de kleur van andere teken lichtgrijs of groengrijs is als ze gegeten hebben. Het schild blijft echter onveranderd. 4. Identificeer teken middels hun patroon. Volwassen, vrouwelijke hertenteken die niet hebben gevoed hebben een uniek, fel oranje-rood lichaam om het zwarte schild heen. Volwassen mannetjes zijn donkerbruin of zwart van kleur. De term houtteek wordt vaak gebruikt voor verschillende soorten teken, waaronder de hertenteek en eerder genoemde hondenteken. Al deze teken leven doorgaans in beboste of recent ontboste gebieden en klimmen vanaf de grond omhoog. Je zult de patronen moeten bekijken om ze van elkaar te kunnen onderscheiden. Hondenteken hebben een bruin en wit patroon op hun schild, wat hertenteken niet hebben. De Ablyomma Americanum heeft een onderscheidende witte, sterachtige markering op zijn schild. De hertenteek is ongeveer de helft zo groot als een hondenteek, zowel gevoed als ongevoed. Hondenteken bijten zeer zelden een mens. Het zijn echter wel een van de weinige teken die een plaag kunnen worden in je huis. Zoals de naam al aangeeft, zitten ze vaak op honden. Ze kunnen dan ook veel gevonden worden in kennels, dierenklinieken en buitengebieden waar vaak geïnfecteerde dieren komen. 5. Bekijk de lengte van de kop van de teek, of zijn capitulum. Het ziet er uit als een kop, maar het is in feite het deel van de teek dat zich aan de gastheer bevestigd om te voeden. Het bestaat uit twee pootachtige voelsprieten die de aanwezigheid van een gastheer detecteren, een stel mesachtige aanhangsels waarmee de teek door de huid kan snijden en een enkel prikkelig deel (de hypstoom) dat door de opening naar binnen treedt. Het capitulum van de hertenteek is veel langer dan dat van andere veel voorkomende teken, zoals de hondenteek. Het capitulum zit aan de voorkant en is zichtbaar van bovenaf. De vrouwelijke hertenteek heeft een groter capitulum dat het mannetje. Volwassen mannelijke hertenteken voeden niet. 6. Bedenk je dat hertenteken bijna overal ter wereld te vinden zijn. Hertenteken zijn het meest actief in de lente, zomer en herfst. Ze kunnen echter actief zijn zolang de temperatuur boven het vriespunt is. Andere tekensoorten, zoals de hondenteek, zijn doorgaans alleen actief in de lente en zomer. Volwassen hertenteken leven in houtachtige of struikachtige omgevinden. Ze zitten het liefst op lage struiken, niet op bomen. Er zijn soorten hertenteken, zoals de Ixodes Pacificus, die zeer zelden mensen bijten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-hertenteek-identificeren", "language": "nl"}
Gevulde eieren maken	Gevulde eieren zijn een zeer geliefd borrelhapje. Je kunt de eieren geheel naar eigen smaak van een topping voorzien, zoals bacon, zalm en ansjovis. Er zijn veel verschillende manieren om gevulde eieren te maken en ze zijn allemaal heerlijk—je hoeft alleen maar deze stappen te volgen. 1. Kook 6 hardgekookte eieren en pel ze. 2. Snijd de eieren in de lengte doormidden. 3. Haal de eigelen eruit. Schep ze met een theelepel uit het eiwit en doe ze in een middelgrote schaal. 4. Prak de eigelen. Prak de dooiers met een vork of lepel tot je ze een crème vormen. 5. Voeg de andere ingrediënten toe aan het eigeel. Voeg 1/4 kop mayonaise, 1 theelepel witte azijn, 1 tl geel mosterdpoeder, 1/8 tl zout en 1/8 tl peper toe aan het eigeel. Meng deze ingrediënten goed. 6. Schep het eigeelmengsel in de eiwitten. Schep het met een theelepel gelijkmatig terug in de eiwitten, of spuit het in de helften met een spuitzak met grote opening. 7. Garneer. Strooi wat paprikapoeder over de eieren. 8. Serveer. Plaats de eieren op een mooie schaal. Bewaar ze in de koelkast. 9. Maak 7 hardgekookte eieren en pel ze. 10. Halveer de eieren in de lengte. 11. Schep de eigelen eruit met een lepel. Doe ze in een kleine schaal. 12. Prak de eigelen. Je kunt ze prakken met een vork tot ze een mooie crème vormen. 13. Voeg de andere ingrediënten aan het eigeel toe. Doe 1/4 kop mayonaise, 1 1/2 el sweet pickle relish en 1 tl mosterd bij het eigeel. Prak deze ingrediënten tot een egaal geheel. 14. Voeg zout en peper naar smaak toe. 15. Vul de eiwitten met het eigeelmengsel. Vul ze mooi gelijkmatig. Neem steeds een theelepel eigeel en schep het in de eiwitten. De eieren zouden moeten zijn afgekoeld tegen de tijd dat je dit doet. 16. Garneer de eieren. Strooi een snufje paprikapoeder over de eieren en strooi er 2 klein gesneden augurken en 1 tl piment overheen. 17. Serveer. Leg de eieren op een mooie schaal. Bewaar ze in de koelkast. 18. Pel 6 hardgekookte eieren. 19. Schep het eigeel uit de halve eieren. Doe dit voorzichtig met een theelepel. Doe de eigelen in een schaal. 20. Prak de eigelen. Prak ze tot ze romig zijn. 21. Meng de andere ingrediënten door de eigelen. Meng 1 grote, geprakte avocado, 2 el gekookte, verkruimelde bacon, 1 fijngesnipperde jalapeño peper, 1 el gehakte rode ui, 2 el in blokjes gesneden tomaat, 1 el limoensap en 1 el fijn gehakt korianderblad door de dooiers. Prak alles samen tot het een rijke, romige textuur heeft. 22. Voeg zout, peper en cayennepeper naar smaak toe. 23. Schep in ieder eiwit een eetlepel van het mengsel. Gebruik een theelepel om het mengsel voorzichtig van de eetlepel in het eiwit te schuiven. 24. Garneer. Garneer de eieren met een snufje chilipoeder en een eetlepel bacon. 25. Serveer. Leg de eieren op een mooie schaal. Bewaar ze licht afgedekt in de koelkast. 26. Pel 6 hardgekookte eieren. Als je veel zout bij het water doet, zijn de eieren makkelijker te pellen. 27. Snijd de eieren voorzichtig doormidden. 28. Schep de eigelen er met een theelepel uit. Knijp voorzichtig in het ei als je de dooier met een lepel uit het eiwit duwt. 29. Doe de eigelen in een keukenmachine. Als je geen keukenmachine hebt, kun je ze ook prakken met een vork of een aardappelstamper. 30. Voeg 3 el mayonaise toe aan de eigelen. Gebruik een lepel om de mayonaise toe te voegen en blend de mayonaise met de eigelen tot je een glad mengsel hebt. 31. Smelt 10 gram boter. Doe de boter in een magnetronschaaltje en verwarm het ongeveer 30 seconden, of tot de boter helemaal gesmolten is. Dek het schaaltje af om spetteren te voorkomen. 32. Voeg 10 gram gesmolten boter toe aan het mengsel. Roer alles door elkaar. 33. Schep het eigeel terug in de eiwitten. Gebruik een theelepel om in elk eiwit voorzichtig evenveel eigeel terug te scheppen. De eieren zouden afgekoeld moeten zijn tegen de tijd dat je dit doet. 34. Garneer de eieren. Gebruik een theelepel om op elk ei een kleine klodder crème fraîche te scheppen, doe er dan een klein schepje kaviaar boven op en strooi er wat bieslook over als finishing touch. Sprenkel er naar smaak wat paprikapoeder overheen. 35. Serveer. Plaats deze eieren op een mooie schaal en maak je klaar om je gasten te verrassen. Leg ze op een mooie schaal en serveer ze aan je gasten. Bewaar ze in de koelkast.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Gevulde-eieren-maken", "language": "nl"}
Suikerglas maken	Suikerglas ziet er precies zo uit als glas, met als verschil dat je het op kunt eten. Het is niet alleen lekker om op te knabbelen, maar je kunt het ook gebruiken om taarten en cupcakes mee te versieren. Dit artikel laat je zien hoe je twee verschillende soorten suikerglas kunt maken en geeft je tevens enkele ideeën voor het gebruiken van suikerglas. 1. Bekleed een bakplaat met folie of spuit hem in met bakspray. Zorg dat je een bakplaat met een opstaande rand gebruikt, zodat de gesmolten suiker er niet vanaf kan stromen. Als je geen bakspray hebt bekleed je de binnenkant van de bakplaat met aluminiumfolie of bakpapier. 2. Doe de suiker, het water, de lichte maïsstroop en het wijnsteenpoeder in een pan. Zet de pan op het fornuis. Gebruik lichte maïsstroop, of het glas zal te donker worden. 3. Breng de ingrediënten langzaam aan de kook op een matig vuur en roer er af en toe doorheen. Gebruik geen hoog vuur. De suiker zal te snel koken als je dat doet en beginnen te karamelliseren. Roer vaak door de ingrediënten zodat ze niet aanbranden op de bodem van de pan. Tijdens het opwarmen wordt het mengsel eerst troebel en dan helder. Wanneer het mengsel kookt ontstaan er schuimende belletjes op het oppervlak. Een siliconen spatel maakt het schoonmaken een stuk gemakkelijker dan een spatel van hout, plastic of metaal. 4. Klem een snoepthermometer vast aan de binnenkant van de pan. Een snoepthermometer kun je vinden bij winkels in bak- en kookbenodigdheden, hobbyzaken of bij de bakspullen in de supermarkt. Deze thermometer heb je nodig om te kunnen meten hoe warm het snoep is. Als je snoepthermometer geen klemmetje heeft, knoop hem dan losjes met een touwtje aan het handvat van de pan vast. 5. Verwarm het snoep tot een temperatuur van 150 °C en haal de pan dan van het vuur. Het snoep moet 150 °C worden. Dit wordt ook wel de ‘harde kraakfase’ genoemd. Als het snoep niet heet genoeg wordt zal het niet goed hard worden. Het snoep zal kleverig blijven, hoe lang je het ook laat staan of af laat koelen. Het zal ongeveer een uur duren voordat het snoep de juiste temperatuur bereikt heeft. De temperatuur zal tussen de 99 en 115 °C een tijdje stoppen met stijgen. Dit is omdat het water verdampt. Wanneer al het water verdampt is zal de temperatuur weer stijgen. Houd de temperatuur tussen de 150 en 155 °C. Zorg dat het snoep niet warmer wordt dan 160 °C, of het suikerglas zal karamelliseren en bruin worden. Als je geen snoepthermometer hebt test je het snoep door een kleine hoeveelheid in een glas met koud water te laten vallen. Het snoep heeft de harde kraakfase bereikt als het draderig wordt wanneer het hard wordt. 6. Giet het hete snoep langzaam op de bakplaat. Op die manier zullen er zo weinig mogelijk belletjes ontstaan. Het snoep zal dik zijn en zich langzaam over de bakplaat verspreiden. 7. Zet de bakplaat op een plat oppervlak en laat het snoep hard worden. Zo zal het snoep zich gelijkmatig over de bakplaat kunnen verspreiden zodat het uiteindelijke suikerglas glad en niet bobbelig wordt. Laat het snoep ongeveer een uur hard worden. Verplaats het snoep niet totdat er een heel uur voorbijgegaan is. Het zal na 45 minuten koud aanvoelen, maar nog niet hard zijn. 8. Haal het hard geworden snoep van de bakplaat. Als je bakspray hebt gebruikt, keer de bakplaat dan om boven een tafel. Het snoep zal er dan gewoon uitvallen. Als je aluminiumfolie of bakpapier hebt gebruikt, laat het snoep dat uit de bakplaat springen. Trek de folie of het papier dan van het snoep. Als je het snoep niet gemakkelijk van de bakplaat krijgt doe je het volgende: Pak een mes en verwarm hem onder de hete kraan. Gaat met het mes langs de rand van de bakplaat, daar waar het snoep tegen de rand komt. Gebruik het mes om het snoep voorzichtig los te wrikken van de bakplaat. Keer de bakplaat om en til hem langzaam op en weg van het suikerglas dat op je hand ligt. 9. Bedek een bakplaat met een laagje bakspray. Zorg dat je een bakplaat met een opstaande rand gebruikt, zodat de gesmolten suiker er niet vanaf kan stromen. Als je geen bakspray kunt vinden bekleed je de binnenkant van de bakplaat met aluminiumfolie of bakpapier. Zeeglas van suiker is anders dan gewoon suikerglas. Het is gekleurd en mat, net als echt zeeglas. 10. Doe de suiker, het water en de lichte maïsstroop in een pan. Zet de pan op het fornuis en roer door de ingrediënten om alles te mengen. Gebruik een siliconen spatel, want die kun je gemakkelijker schoonmaken. 11. Meng de ingrediënten op een matig vuur totdat de suiker oplost. Zorg ervoor dat je vaak door het mengsel roert, of het kan aanbranden op de bodem van de pan. Het mengsel zal eerst wat troebel zijn maar uiteindelijk helder worden. 12. Breng het mengsel aan de kook op een matig vuur. Gebruik geen hoog vuur, of het mengsel zal te snel koken en karamelliseren. Wanneer het snoepmengsel kookt ontstaan er schuimende belletjes. 13. Klem een snoepthermometer vast aan de binnenkant van de pan. Deze thermometer heb je nodig om te kunnen meten hoe warm het snoep is. Een snoepthermometer kun je vinden bij winkels in bak- en kookbenodigdheden, hobbyzaken of bij de bakspullen in een grote supermarkt. Als je snoepthermometer geen klemmetje heeft, knoop hem dan losjes met een touwtje aan het handvat van de pan vast. Op die manier zal hij niet in het snoepmengsel vallen. 14. Blijf het snoepmengsel verwarmen en erdoorheen roeren totdat het 150 °C is. Dit is erg belangrijk. Als het snoep niet heet genoeg wordt zal het niet goed hard worden. Het snoep zal zacht en kleverig blijven, hoe lang je het ook laat staan, uit laat harden of af laat koelen. Het zal ongeveer een uur duren voordat het snoepmengsel op deze temperatuur is. Zorg dat het snoep niet warmer wordt dan 160 °C, of het suikerglas zal karamelliseren en bruin worden. Als je geen snoepthermometer hebt test je het snoep door een kleine hoeveelheid in een glas met koud water te laten vallen. Het snoep heeft de harde kraakfase bereikt als het draderig wordt wanneer het hard wordt. 15. Haal de pan van het vuur en voeg de voedingskleurstof en/of 1 theelepel smaakstof voor snoep toe. Je hoeft slechts enkele druppels voedingskleurstof toe te voegen. Hoe meer druppels je toevoegt, hoe donkerder het zeeglas zal worden. Je mag zelf weten welke kleur je gebruikt, maar zeeglas is meestal groen of blauw. Je kunt ook transparant zeeglas maken. Het zal witter worden wanneer je de poedersuiker toevoegt. Gebruik slechts een smaak en kleur per hoeveelheid zeeglas. Denk erover om een kleur en smaak te gebruiken die bij elkaar passen. Je kunt bijvoorbeeld een smaakstof met de smaak van blauwe bessen gebruiken voor blauw zeeglas, pepermuntsmaak voor groen zeeglas en vanillesmaak voor wit of transparant glas. Voedingskleurstoffen en smaakstoffen voor snoep kun je vinden bij de bakbenodigdheden bij een hobbywinkel. Wellicht kun je ze ook kopen bij winkels in bak- en kookbenodigdheden. 16. Roer ongeveer 2 minuten door het mengsel totdat alles goed gemengd is. Het mengsel zou een egale kleur zonder strepen en spiralen moeten hebben. Het snoep is doorzichtig. Dit is normaal. Het zal bij een latere stap troebel worden. 17. Giet het mengsel op een bakplaat en laat het hard worden. Probeer om het hele oppervlak van de bakplaat met het mengsel te bedekken. Het snoepmengsel zal dik en stroperig zijn. Het zal ongeveer een uur duren voordat het hard geworden is. 18. Breek het snoep in stukken. Bedek het snoep met een handdoek of vaatdoek. Gebruik vervolgens een hamer om het in kleinere stukken te breken. Sla met de hamer op verschillende plekken op het snoep. 19. Strooi of wrijf wat poedersuiker op het snoep. Zo wordt het snoep mat en troebel, net zoals echt zeeglas. Je kunt tevens een boterhamzakje vullen met wat poedersuiker, er wat stukken snoep in doen en met het zakje schudden. 20. Gebruik blauw en transparant glas voor een feestje met een winterthema. Maak wat gekleurd zeeglas, maar bedek de stukken niet met poedersuiker. Zorg dat ze gekleurd en doorzichtig zijn. 21. Gebruik rode, oranje en gele stukken suikerglas om vlammen te maken op cupcakes en taarten. Maak wat gekleurd zeeglas, maar bedek de stukken niet met poedersuiker. Laat ze doorzichtig. Probeer de gele stukken het grootst te maken en de rode stukken het kleinst. Bedek een taart of cupcake met botercrème en steek de stukken suikerglas in het glazuur. Je zult voor iedere kleur een aparte hoeveelheid suikerglas moeten maken. 22. Serveer suikerglas op wat bruine suiker en verkruimelde volkorenbiscuits om het er als een strand uit te laten zien. Verkruimel de biscuits tot een fijn poeder en meng het poeder met wat bruine suiker. Verspreid het mengsel op een schoteltje en leg er wat zeeglas van suiker op. Je kunt ook wat schelpen van witte chocolade toevoegen. In plaats van volkorenbiscuits kun je ook dunne koekjes met kaneel-, honing- of gembersmaak gebruiken. 23. Gebruik transparant suikerglas en rood glazuur in gelvorm om griezelige cupcakes te maken. Glazuur enkele cupcakes met witte botercrème. Steek enkele transparante stukken suikerglas in het glazuur. Druppel wat rood en wit glazuur in gelvorm over de bovenste randen van het suikerglas. Dit is perfect voor een griezelig Halloweenfeestje. 24. Gebruik suikerglas om ramen voor een peperkoekhuisje te maken. Leg de muren van je peperkoekhuisje op een vel bakpapier. Giet het gesmolten snoepmengsel in de openingen voor de ramen. Wacht een uur totdat het snoepmengsel hard geworden is. Haal de muren voorzichtig van het bakpapier. Het snoepmengsel zal hard geworden zijn in de raamopeningen. Gebruik glazuur om kozijnen rondom het raam te tekenen. Je kunt tevens glazuur gebruiken om een het raam in zes of vier kleine ruitjes te verdelen. Om glas-in-lood te maken gebruik je glazuur om stukken hard geworden suikerglas in verschillende kleuren achter de raamopeningen te plakken. Als het peperkoekhuisje nog geen raamopeningen heeft leg je enkele vierkante koekvormpjes op een vel bakpapier. Vul ze met gesmolten suikerglas. Wacht een uur totdat het snoepmengsel hard geworden is en haal het suikerglas dan uit de vormpjes. Gebruik glazuur om de vierkantjes op de muren van het peperkoekhuisje te plakken. 25. Maak een taart met een glas-in-loodeffect. Maak meerdere hoeveelheden suikerglas in verschillende kleuren. Sla het suikerglas met een hamer in stukken. Bedek een taart met botercrème en plak de stukken suikerglas tegen de zijkanten van de taart. 26. Geef de stukken suikerglas aan gasten aan het eind van een feestje. Kies enkele transparante zakjes van cellofaan uit die passen bij het thema van je feestje. Doe enkel stukken suikerglas in elk zakje. Knoop de zakjes dicht met linten die passen bij de zakjes. Doorschijnende witte en blauwe stukken suikerglas zijn perfect voor een feestje met een winterthema. Je kunt tevens wit suikerstrooisel in de zakjes doen om als sneeuwvlokken te fungeren. Zeeglas van suiker is perfect voor een feestje met een strandthema. Doe tevens enkele chocoladeschelpen in de zakjes.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Suikerglas-maken", "language": "nl"}
Je docent via e‐mail vragen om een aanbevelingsbrief	Heb je een aanbevelingsbrief van een docent nodig voor een beurs? Voor je promotie? Een baan? Als je een verzoek per e-mail doet kun je de volgende stappen volgen om dat beleefd en effectief te doen en om de best mogelijke aanbeveling te krijgen. 1. Zorg dat je je verzoek per e-mail ruim op tijd indient, minstens 5 tot 6 weken vóór de datum waarop je de aanbevelingsbrief ontvangen moet hebben. Wacht niet tot het laatste moment. Hoogleraren hebben een druk leven en je wilt niet dat het een haastklus voor ze is, als ze al tijd voor je hebben op het laatste moment. 2. Kies de geschikte docent. Stel jezelf de volgende vragen voordat je kiest welke docent je gaat aanschrijven: Kent de docent mijn naam? Heb ik ooit met hem of haar gesproken buiten de collegezaal om? Heeft hij of zij me hoge cijfers gegeven? Heb ik meer dan één vak gevolgd bij deze docent? Probeer een docent te kiezen die een brief kan schrijven met details over je karaktereigenschappen of datgeen wat je bereikt hebt, in plaats van algemeenheden. Hoe vaker je 'ja' kunt antwoorden op bovenstaande vragen, hoe groter de kans dat je de juiste beslissing maakt. 3. Adresseer je bericht op de correcte manier. Ook al is het een e-mail, het moet er wel goed uitzien. Als jullie elkaar tutoyeerden (waarmee bedoeld wordt dat je expliciet gevraagd is om de voornaam te gebruiken en dat dit ook consequent is gebeurd), gebruik dan de voornaam in je mail. Gebruik anders de beleefdheidsvorm. Laten we even aannemen dat je een bericht stuurt aan dr. De Groot, jouw docent archeologie. Jij en dr. De Groot tutoyeerden elkaar niet, dus je begint je bericht met 'Geachte heer De Groot', gevolgd door een komma. 4. Gebruik 'Aanbeveling voor [je naam]' als onderwerp van je bericht. 5. Val met de deur in huis in de eerste paragraaf: 'Ik schrijf u omdat ik u wil vragen een aanbevelingsbrief voor mij te schrijven.' Laat ze niet raden waar het bericht voor zou kunnen zijn. In de volgende paar zinnen zet je de feiten op een rij: Je naam, studiejaren, hoofdvak, welke vakken volgde je bij deze docent, wanneer en wat waren je cijfers, waarom heb je de aanbeveling nodig, oftewel waar solliciteer je naar, wat is je doel?, wanneer heb je de brief nodig? 6. Weid in de volgende paragraaf uit over jouw relatie tot de docent en leg uit waarom je specifiek hem of haar vraagt. Vertel wat over jezelf en waarom je geïnteresseerd bent in de beurs, het doctoraat of de baan. Gebruik geen platvloerse redenen zoals 'Ik wil daar werken omdat ze het meeste geld bieden' of ' ik wil naar deze school omdat dat er goed uitziet op mijn cv'. Wees professioneel en zeg iets als 'Ik heb juist dit museum gekozen omdat ik zeer te spreken ben over hun afdeling Tribale Voorwerpen' Weet je of deze docent een speciale connectie heeft met het bedrijf waar je solliciteert? Of, in het geval van een universiteit, is hij of zij een alumnus? Zo ja, gebruik dit. 'Ik weet dat verscheidene stukken die nu tentoongesteld worden door u zijn verzameld in het Amazonegebied. Ik hoop ten zeerste dat ik deel kan uitmaken van het team dat werkt met deze geweldige collectie.' Als je ervaring met deze docent van invloed was op je keuze, vermeld dit dan: 'Uw biologiecolleges waren voor mij de aanleiding om te overwegen om zelf onderzoek te gaan doen. Het motiveerde me om te beginnen met een deeltijdbaan in het laboratorium van dr. Jin en nu is het mijn ambitie om stamcelonderzoek te doen na mijn promotie.' Kijk hier wel mee uit als het niet waar is. 7. Gebruik de derde paragraaf om wat hints te geven over wat de docent over je zou kunnen zeggen: Geef hier de informatie waarvan je denkt dat hij of zij het nog niet weet. Wat subtiele manieren om dit te zeggen: 'Ik hoef u niet te vertellen hoe toegewijd ik ben op het gebied van archeologie, we hebben het er buiten uw colleges om vaak over gehad. Ik ben in juni van dit jaar afgestudeerd. Daarna heb ik stage gelopen in het museum onder begeleiding van dr. Jan Jansen, ik meen dat u hem kent. Ik heb inmiddels veel ervaring op het gebied van archiveren door mijn stageplek in het museum.' 'De anderen die ik vraag om aanbevelingen kennen mijn academische kwaliteiten, maar u bent de enige die echt weet hoe hard ik gewerkt heb voor mijn scriptie en u bent de enige die weet welke uitdagingen dat met zich meebracht. Daarom hoop ik dat u in de brief kunt vertellen over mijn vaardigheden om met stress en tegenslagen om te gaan, want dat zijn nou net de kwaliteiten waar de commissie naar op zoek is.' 8. Geef alle benodigde details. Waar moet de brief naartoe gestuurd worden? Wanneer heb je het nodig? Je vraagt ze al om een gunst, dus vraag ze niet ook nog eens om de brief zelf te frankeren en op de bus te doen. Het moet zo min mogelijk gedoe zijn voor hem of haar, zorg ervoor dat de docent niet geërgerd raakt over kleine dingen die jij zelf had kunnen (en moeten) doen. Daar komt bij dat je op deze manier zeker weet dat de brief verstuurd is. Accepteer het wel als ze aanbieden om de brief voor je op de bus te doen, behalve als je weet dat ze chaotisch of vergeetachtig zijn. In dat geval kun je bijvoorbeeld zeggen dat je de brief samen met andere brieven in één pakket wilt versturen. Maar laat in ieder geval in de e-mail weten hoe je het wilt hebben zodat ze weten hoeveel tijd ze hebben. 9. Sluit af met informatie over de verdere afhandeling: 'Ik doe het formulier en een geadresseerde en gefrankeerde envelop deze week in uw postvak. Ik zal u ook een herinnering sturen. Nogmaals bedankt.' Of: 'Ik moet de brief uiterlijk op 3 augustus verstuurd hebben. Als u akkoord gaat met het schrijven van een aanbevelingsbrief, laat het me dan weten, dan kom ik wanneer u wilt op uw kantoor langs om het te op te halen.' 10. Bedank hem of haar, of ze nou wel of niet de brief willen schrijven. 'Bij voorbaat bedankt voor uw tijd. Ook zou ik u hierbij nogmaals willen bedanken voor alles wat ik van u geleerd heb in uw colleges en daarbuiten.' Als degene echt die speciale docent was is het helemaal niet gek om uitgebreid te complimenteren en te bedanken. 'Ik weet dat ik alles wat ik van u geleerd heb zal toepassen in mijn toekomstige carrière. Uw begeleiding gaf me de richting die ik zocht, en daarvoor kan ik u niet genoeg bedanken.' Je kunt ook aanbieden om zelf de brief te schrijven zodat ze de brief alleen maar hoeven te ondertekenen. Dit scheelt hen tijd en moeite en je kunt precies in de brief zetten wat je erin wilt hebben. 11. Handel alles af zoals beloofd, dus lever alle benodigde spullen en stuur de beloofde herinnering. Bel als je na één, hooguit twee weken nog geen antwoord hebt gehad op je e-mail. Als je moet bellen, neem dan niets bij voorbaat aan. Kijk eerst of ze de mail hebben ontvangen. Zo niet, wees er dan op voorbereid om het verzoek meteen per telefoon te kunnen doen. 12. Zorg dat je ruim voor de deadline checkt bij de instantie waar de brief voor is of de aanbevelingsbrief is aangekomen. Zo niet, stuur een beleefde, korte mail naar de docent om dit aan te kaarten en bied aan om de kosten van een spoedbezorging te vergoeden. 13. Bedank nogmaals. Als alles gelukt is stuur je een berichtje naar de docent in kwestie. Zodra de aanbeveling op de juiste plek is aangekomen stuur je een handgeschreven briefje per post, dus geen e-mail. Het is beleefd en correct en je weet nooit waar zoiets later goed voor is. Als je nog eens een soortgelijke brief nodig hebt zou hij of zij nog eens kunnen helpen. Als de brief gewerkt heeft en je hebt de baan of promotieplek gekregen, bel dan de docent om het goede nieuws te delen!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-docent-via-e%E2%80%90mail-vragen-om-een-aanbevelingsbrief", "language": "nl"}
Je kleden voor een begrafenis	Een begrafenis is een formele gelegenheid waarbij het dragen van gepaste kleding een teken van respect is. Dit artikel gaat over Christelijke begrafenissen. Het varieert per land en per cultuur wat gepaste kleding is tijden rouwgelegenheden. 1. Draag een zwart pak en een wit overhemd. Je kunt hier een neutrale stropdas bij dragen. Draag niet te veel sieraden of gel in je haar. Er zijn altijd uitzonderingen op de regels. Een blauw pak met een zwarte coltrui, zwart overhemd met rode stropdas, zwart overhemd (zonder stropdas; bovenste knoopje los), of een zwart T-shirt (schoon en zijdeachtig) zouden ook kunnen, afhankelijk van de familie. Als je kistdrager bent, wordt er van je verwacht dat je een pak draagt, of op zijn minst een donker colbert en een stropdas. 2. Vrouwen dienen tijdens een begrafenis voor klassieke zwarte kleding te kiezen. Een zwarte jurk met mouwen, donker pak met jasje of een donkere blouse met een broek of een rokje. Je kunt ook een niet te fel gekleurd jurkje dragen onder een zwart jasje. Je kunt enkele gekleurde accessoires dragen, maar houd je juwelen eenvoudig. 3. Kinderen zouden zich ook gepast moeten kleden. Jongens dienen een zwart pak te dragen, wat indien mogelijk overeenkomt met het pak van papa. Meisjes dienen een jurkje te dragen wat vanaf de schouders recht omlaag loopt, zonder tierelantijntjes. kijk op www.petra-kinderrouwkleding.nl Let ook op de schoenen. Meisjes kunnen ballerina's dragen of eenvoudige zwarte gympen en jongens nette zwarte schoenen, instappers (zoals die van papa) of eenvoudige zwarte gympen. 4. Draag iets smaakvols en conservatiefs. Dit is vooral belangrijk als het een religieuze uitvaart betreft in een kerk, een uitvaartcentrum of bij een graf. Zwart, donkerblauw, grijs of andere donkere kleuren zijn altijd conservatiever. Te blote kleding is niet gepast; sommige kerken geven er de voorkeur aan dat schouders en knieën bedekt zijn. 5. Denk ook om je schoenen. Laat je slippers, Timberlands en sportschoenen thuis en ga voor nette en gepaste schoenen. Let op: schoenen dienen gepoetst te zijn. Draag geen afgetrapte schoenen naar een begrafenis. 6. Het beste is om je te kleden zoals je naar de kerk zou gaan. Als je nooit naar de kerk gaat, denk dan wat je zou dragen als je een sollicitatiegesprek hebt. Draag geen zomerjurkjes (tenzij het een wikkeljurk is of het een jong kind betreft), drukke prints op shirtjes (zoals van martini glazen of dierenprints) of te opzichtige dingen (zoals pailletjes, of heel minimaal). Heren dienen een colbert of een pak te dragen. 7. Houd bij je kledingkeuze rekening met de temperatuur. Mannen kunnen buiten eventueel hun jasje uitdoen, maar binnen tijdens de dienst dient deze wel gedragen te worden. 8. Voor begrafenissen die verder weg zijn, is het wellicht handig om meerdere outfits mee te nemen voor verschillende dagen. 9. Er zijn mensen die van mening zijn dat begrafeniskleding niet per se zwart hoeft te zijn. Ook al wordt er gerouwd om de dood van de persoon, het lijkt ook gepast te zijn om het leven van de persoon met wat kleur te vieren. Draag geen kleding die te fel gekleurd is, zoals limoengroen, felgeel of paars, maar misschien rood of zachtblauw.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-kleden-voor-een-begrafenis", "language": "nl"}
Spieren ontwikkelen als vrouw	Het vrouwenlichaam is voor een groot deel gelijk aan dat van de man, maar vrouwen hebben er vaak meer moeite mee om spiermassa op te bouwen. Daarom zullen vrouwen zich meer moeten richten op hun dieet en trainingsschema dan mannen, om dezelfde resultaten te krijgen. Het lichaam van de vrouw ondergaat in hun leven ook een aantal veranderingen waar mannen niet mee te maken krijgen, zoals zwangerschap en de menopauze. Desalniettemin kunnen vrouwen een sterke, gespierde fysiek ontwikkelen met dezelfde tools die mannen ook gebruiken: een goede techniek, doorzettingsvermogen, een gezond dieet en een geschikt trainingsschema. 1. Wissel je oefeningen af. Je krijgt een meer volledige work-out voor je hele lichaam door in een week verschillende oefeningen te doen. Vergeet niet om volgens deze strategie je spieren in ieder geval 48 uur rust te gunnen na een training. Je spieren worden sterker tijdens het rusten, niet terwijl je gewichten aan het tillen bent. 2. Overweeg om in een zwembad te gaan trainen. Zwemmen is een geweldige work-out om zowel het bovenlichaam sterker te maken als je conditie te trainen. Er zijn ook speciale wateroefeningen, zoals trainen met een bal en oefeningen voor je kernspieren. Zelfs eenvoudige weerstandstraining door in een zwembad te gaan wandelen of rennen kan een geweldige manier zijn om spieren op te bouwen in die regio's van je lichaam die vaak over het hoofd gezien worden bij de standaard krachttraining. 3. Train 3 tot 5 keer per week. Sommige mensen merken dat het helpt om zich aan dit schema te houden, door zich aan te sluiten bij een fitnesscentrum. Dat daargelaten is het zeker mogelijk om thuis te werken aan je kracht. Hoewel traditionele apparatuur zoals dumbbells en barbells vaak worden gebruikt, zijn ze niet vereist. Elke vorm van weerstandstraining zal helpen bij het opbouwen van je spieren. 4. Train met zware gewichten in de sportzaal. Maak je geen zorgen dat je massief zult worden. Het is veel gemakkelijker om spieren te kweken met zwaardere gewichten. Hier is een benadering die je kunt nemen: Kies een gewicht waar je 5 tot 6 reps per set mee kunt doen. Het exacte gewicht dat je kiest is afhankelijk van je kracht als je net begint. Doe regelmatig de 3 basisoefeningen met gewichten. Dit zijn de bench press, dead lifts en squats. Doe 3 sets van 5 tot 6 herhalingen. Neem ongeveer 2 tot 3 minuten rust tussen elke set. Til je de gewichten op de juiste manier, dan heb je die 2 tot 3 minuten nodig om te herstellen. Er zijn veel andere trainingsschema's met gewichten die je kunt volgen. Andere mensen die trainen met gewichten en het personeel bij de sportzaal, willen je meestal graag andere suggesties aan de hand doen. 5. Beperk de tijd die je elke doorbrengt in de sportzaal. Beperk de lengte van je work-outs tot een minimum. Ga niet 2 uur achter elkaar naar de sportzaal om herhaling na herhaling te doen. Hiermee ontwikkel je wel uithoudingsvermogen, maar het ontwikkelen van spiermassa vereist korte, stevige trainingen. 6. Blijf in de sportzaal vooral gericht op trainen met gewichten. Cardio heeft zijn voordelen, maar krachttraining levert vaak betere en snellere resultaten op als je van dat vet af wilt. Voeg slechts mondjesmaat cardio toe aan je trainingsschema. Beperk dit tot 45 minuten of minder en doe cardio, voor je met gewichten gaat trainen. 7. Zoek je grenzen op in de sportzaal. Train elke keer zo hard als je kunt. Je zult geen spieren opbouwen, vet kwijtraken of veel van je fitnessdoelen bereiken als je niet tot het uiterste gaat. Overweeg om een personal trainer trainer in dienst te nemen, ook al is het maar om er zeker van te zijn dat je de juiste oefeningen doet, en op de juiste manier. Tijdens de sets hoort je laatste herhaling bijna onmogelijk te zijn om te doen. Het is de bedoeling dat je spieren na een set volledig zijn uitgeput. Als ze na 5 or 6 reps niet volledig zijn uitgeput, dan moet je meer gewicht toevoegen. Overweeg om samen met iemand te gaan trainen, iemand die je tijdens het trainen kan helpen om de lat nog wat hoger te leggen. Samen trainen kan betere resultaten bewerkstelligen dan alleen trainen. 8. Eet de juiste hoeveelheid voedsel. Consumeer genoeg calorieën door rekening te houden met het aantal dat je tijdens een training consumeert. Vrouwen vereisen hebben 1800 tot 2000 calorieën nodig per dag om gezond te blijven. Als je meer dan 300 tot 500 calorieën verbrandt tijdens een work-out, dan zal je de hele dag door meer moeten eten. 9. Eet veel eiwitten (proteïne) en koolhydraten. Eet eiwitrijke voeding voor en na je training met gewichten. Proteïne zorgt voor de groei van spiermassa; koolhydraten geven je energie en helpen de proteïne om je spiercellen te vinden. 10. Eet gezonde tussendoortjes. De noodzaak om vaak te eten is wellicht voor velen een van de meer plezierige aspecten van spierontwikkeling, maar wees voorzichtig. Let op de hoeveelheid snacks die je eet en wat voor soort voedsel dit is. Je kunt veel van de voedingsstoffen die je nodig hebt voor het ontwikkelen van spiermassa uit je reguliere voeding halen, maar eiwitshakes zijn een acceptabele vervanging. Suikers zijn vet en geven je alleen maar op de korte termijn energie, dus houd je verre van zoete snacks die bestaan uit lege calorieën. Eet gezond en vaak tussen de hoofdmaaltijden door. Tussendoortjes zorgen ervoor dat je stofwisseling blijft draaien, waardoor je meer calorieën kunt verbranden wanneer je niet aan het trainen bent. Wei-eiwitshakes vormen een gezonde drank na een work-out en bevorderen de groei van je spiermassa. 11. Stel een trainingsschema op passend bij jouw manier van leven. Dit is voor alle vrouwen een overgangsperiode, dus kan het zijn dat je dagelijkse routine zich wijzigt. Omdat je kracht en uithoudingsvermogen wellicht zijn afgenomen, kan het noodzakelijk zijn om niet een al te zwaar trainingsschema op te stellen. Ga op zoek naar manieren om elke week regelmatig aan je conditie te kunnen werken. Doe een aantal malen per week aan krachttraining om sterk te blijven. Vergeet niet om te rekken en strekken! 12. Begin rustig als je niet (meer) gewend bent aan sporten. Begin je na de menopauze met krachttraining, begin dat met lichte gewichten of oefeningen die relatief licht zijn, waar je na 12 herhalingen moe van bent. Je kunt het gewicht zwaarder maken als je sterker wordt, maar blijf binnen een gewichtsbereik dat goed te doen is voor je. De menopauze zorgt voor botverlies en afname van spiermassa, dus wees voorzichtig terwijl je op zoek gaat naar je grenzen. Het goede nieuws is dat regelmatige lichaamsbeweging helpt bij beide problemen. Ben je gestart met weerstandstraining voor de menopauze, dan kun je verdergaan met je normale trainingsschema, zolang je je er maar prettig bij voelt en geniet van het resultaat. 13. Maak een uitgebalanceerd trainingsplan. Het is een uitstekend plan om je tijdens en na de menopauze te richten op het trainen met gewichten, omdat het helpt bij het behoud van de botdichtheid. Daarnaast is het ook een goede tijd om na te denken over andere vormen van oefening die je krijgt, en wellicht moet overwegen om wijzigingen aan te brengen: Hoge intensiteitsoefeningen zoals hardlopen, kunnen een zware belasting voor je botten en gewrichten vormen, waarbij je het gevaar loopt op fracturen en andere kwetsuren. Heb je last van je gewrichten, overweeg dan om over te stappen op conditietraining die wat minder belastend is, zoals fietsen of zwemmen. Balans en coördinatie worden belangrijker met het ouder worden, omdat verzwakte botten een val gevaarlijker kunnen maken. Verbeter deze vaardigheden door het nemen van step-lessen, door te gaan dansen, of middels een sport als tennis waarbij je snel moet bewegen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Spieren-ontwikkelen-als-vrouw", "language": "nl"}
Chorizo bereiden	Kruidig. Pikant. Machtig. Chorizo is Spaanse varkensworst die erg populair is in Zuid-Amerika. Je kunt het vlees op allerlei manieren bereiden. Je kunt het bijvoorbeeld gebruiken om een gerecht wat extra pit te geven, maar je kunt het ook gewoon op brood eten of op een pizza gooien. Chorizo is echter op zijn best als je hem bakt, braadt of grilt! 1. Gooi wat boter of olie in een koekenpan en laat die smelten of warm worden. 2. Leg de chorizo in de pan. Het is verstandig om dit te doen als de pan nog niet al te heet is. Je kunt de chorizo ook eerst in de pan leggen en die daarna pas op het fornuis zetten. Als je de chorizo in een te hete pan legt, is de kans dat het vlees verbrandt groot. 3. Bak de chorizo ongeveer 5 minuten. De worstjes krijgen als het goed is een mooi bruin laagje. Draai het vlees regelmatig met een tang om. Alle kanten van de worst moeten ongeveer even bruin worden. 4. Draai het gas iets omlaag en voeg water (125 ml) aan de pan toe. Giet het water voorzichtig in de pan om spatten te voorkomen. Zorg dat je wat afstand van de pan houdt zodat je je niet brandt. 5. Leg een deksel op de pan en laat de worst ongeveer 12 minuten sudderen. Als het goed is, is de chorizo nu mooi bruin. Controleer of de worst gaar is door de temperatuur te controleren of door een worstje door te snijden. Gebruik je een thermometer, steek die dan in het dikste worstje en bekijk of deze minimaal 70 graden aangeeft. 6. Bedek de grill. Smeer de grill eventueel in met olie of gebruik aluminiumfolie om te zorgen dat het vlees niet vastbakt. Hoewel aluminiumfolie je heel wat schoonmaken bespaart, zorgt het er ook voor dat het grillen langer duurt. Je kunt ook een paar gaatjes in de folie prikken zodat de hitte beter in het vlees trekt. Je kunt de grill ook insmeren met een laagje olie. 7. Laat de grill warm worden. Wat voor grill of barbecue je ook gebruikt, zorg ervoor dat hij redelijk warm wordt. Zorg dat de grill niet te heet is om verbrande plekken te voorkomen. Gebruik je een steenkoolbarbecue, leg dan een dun laagje kolen op de bodem. Steek de barbecue aan en wacht even tot de vlammen iets minder hoog geworden zijn voordat je het vlees bereidt. Als de barbecue te heet is, verbrandt de chorizo van de buitenkant, maar wordt de binnenkant amper gaar. 8. Leg de chorizo op de grill. Doe de deksel eventueel dicht en braad de worst in zo'n 15 tot 20 minuten gaar. Draai de chorizo regelmatig om. Zo wordt de worst gelijk gaar. Door de deksel op de barbecue te doen, voorkom je dat de vlammen regelmatig oplaaien. Als de chorizo klaar is, moet hij van binnen zo'n 70 graden zijn. Dit kun je controleren door een vleesthermometer te gebruiken. 9. Verwarm de oven voor. Geef de oven 5 tot 10 minuten om de juiste temperatuur te bereiken. De meeste ovens hebben maar één braadstand, maar in sommige gevallen kun je de temperatuur instellen. Is dat bij jou het geval, kies dan voor een gemiddelde temperatuur. 10. Leg de chorizo-worstjes in een pan of op een bakplaat. Geef ze de ruimte zodat ze gelijkmatig gegaard worden. Je hoeft de pan of bakplaat niet met olie in te smeren en kan hem beter niet met aluminiumfolie bedekken. Om te voorkomen dat je oven erg vies wordt, kun je de worst ook op een rekje leggen en onder dit rekje een bakplaat plaatsen. 11. Zet de pan of bakplaat in de oven. Zorg dat hij zo'n 23 centimeter van de hittebron verwijderd is. Bij de braadstand van ovens komt alle hitte van boven. 12. Braad de chorizo 11 tot 12 minuten. De worst is nu als het goed is mooi bruin en is van binnen zo'n 70 graden. Draai de worstjes om de 4 minuten om zodat er overal een mooi bruin laagje ontstaat. Controleer de temperatuur door een vleesthermometer in het dikste worstje te steken. 13. Voeg chorizo toe aan paella. Snij de gebakken of gebraden worst in kleine stukjes en voeg die aan het einde van het kookproces toe. Paella is een traditioneel Spaans gerecht dat bestaat uit rijst en vele andere ingrediënten. Je kunt hierbij denken aan groenten en bonen, maar ook slakken. De pit van de chorizo past perfect bij de andere kruiden die in paella gebruikt worden. 14. Voeg chorizo aan eieren toe. Bak stukjes chorizo en voeg ze toe aan je roerei of omelet. Ook tomaatjes, paprika en Serranoham zijn erg goed met chorizo en eieren te combineren. 15. Voeg kleine stukjes chorizo aan je recepten toe om wat Spaanse flair aan gerechten toe te voegen. Dit kun je bijvoorbeeld doen bij gekookte spruiten, bonen of erwten. Je kunt de worst ook in plakjes snijden en op een pizza gebruiken. 16. Bak plakjes chorizo in appelcider. Net als ander varkensvlees kun je chorizo goed combineren met appel. Snij de chorizo en bak het vlees tot het mooi knapperig is. Voeg een klein beetje appelcider aan de pan toe en laat het sudderen tot de cider in siroop verandert. 17. Combineer chorizo met rode wijn. Snij de worstjes in stukken en bak deze in rode wijn. Serveer de chorizo met rode druiven. 18. Klaar.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Chorizo-bereiden", "language": "nl"}
Hoe kun je je aanmelden of afmelden voor een verhaal op Snapchat?	Vraag je je af hoe abonnementen werken op Snapchat? Abonnementen op Snapchat zijn gemakkelijk te begrijpen, en hieronder leggen we alles aan je uit. In dit artikel vertellen we je waarom je vrienden een abonneerknop op hun profiel kunnen hebben, hoe je als je dat wilt zelf een abonneerknop kunt krijgen en hoe je je kunt aanmelden of afmelden voor iemands verhaal. 1. Als je je abonneert op een gebruiker op Snapchat, dan zullen zijn of haar verhalen in je feed verschijnen. Met abonnementen kun je verhalen bekijken die gedeeld zijn door openbare profielen en gebruikers. Wanneer je een abonnement op iemand neemt blijven zijn of haar verhalen in je feed verschijnen – zelfs al ben je geen vrienden met de ander. Veel mensen hebben een abonnement op populaire influencers, merken en beroemdheden waar ze fan van zijn. 2. Tik op gele knop met de tekst ‘Abonneren’ op het profiel van degene om je te abonneren. Open het profiel van een gebruiker door op zijn of haar naam te tikken. Als het profiel openbaar is, dan zul je onder de bitmoji een gele knop met de tekst ‘Abonneren’ zien. Tik op die knop en je bent geabonneerd. Je kunt profielen vinden om te volgen in het Spotlight-tabblad, waarin je populaire willekeurige posts van gebruikers krijgt te zien die je niet kent. Als je geen knop ziet om je te abonneren, dan betekent dat dat het profiel van de persoon niet openbaar is. 3. Als het profiel van een vriend een knop heeft om je te abonneren, dan heeft hij of zij je ontvriend. Dit gebeurt helaas alleen wanneer iemand met wie je bevriend was je ontvriendt. Degene vindt het echter wel prima als je een abonnement neemt en zijn of haar verhalen bekijkt. Als je dat prima vindt, abonneer je dan gewoon of ontvriend degene als je het niet leuk vindt dat hij of zij je ontvriend heeft. 4. Als het profiel van de persoon openbaar is, dan kun je hem of haar geen vriendschapsverzoek sturen. Openbare profielen kun je niet als vriend toevoegen – iemand moet je handmatig een verzoek sturen. De content van een openbaar account wordt weergegeven in de vorm van een abonnement, dus je kunt alleen op de abonneerknop drukken om de verhalen van een vriend in je feed te laten verschijnen. Je kunt berichten met een vriend uitwisselen en met hem of haar communiceren, maar je kunt alleen maar de content bekijken van een profiel waarop je geabonneerd bent. Vraag je vriend om je toe te voegen de volgende keer dat je hem of haar ziet, zodat jullie met elkaar kunnen communiceren op Snapchat. 5. Je moet aan vier eisen voldoen om een abonneerknop te krijgen. Je kunt enkele instellingen aanpassen om automatisch een abonneerknop te laten verschijnen, maar je moet eerst aan enkele eisen voldoen: Je moet ten minste 18 jaar oud zijn. Je account moet ouder zijn dan 24 uur. Je moet je houden aan de gemeenschapsrichtlijnen (geen bans en waarschuwingen). Ten minste een van je vrienden moet bevriend zijn met iemand anders. 6. Pas als je aan de eisen voldoet je profielinstellingen aan om een abonneerknop te krijgen. Ga naar de instellingen door bovenaan je accountpagina te tikken op het tandwielicoon. Scrol dan naar beneden naar ‘Wie kan’. Je zou de opties ‘Contact met mij opnemen’, ‘Mijn verhaal bekijken’ en ‘Mijn locatie zien’ moeten zien. Stel al deze opties in op ‘Iedereen’. Ga terug naar je accountpagina en scrol naar beneden naar ‘Spotlight en snapkaart’. Tik op de drie stippen en kies voor ‘Openbaar profiel aanmaken’. Volg de instructies om de stappen te doorlopen, en je zult een abonneerknop krijgen. Onthoud dat je verhalen nu door iedereen bekeken kunnen worden. Zorg dat je nooit persoonlijke gegevens post, dingen deelt die zich tegen je zouden kunnen keren of de regels van Snapchat overtreedt. 7. Ja, het kost geen geld om je te abonneren op iemand op Snapchat. Als je ooit een abonnement hebt genomen op een YouTube-kanaal, weet dan dat dit op Snapchat op dezelfde manier werkt. Abonnementen zijn volledig gratis – ze zorgen er alleen voor dat iemands verhalen verschijnen in je Snapchatfeed. 8. Om dit te doen tik je op het profiel van de persoon en tik je op ‘Afmelden’. Bekijk het verhaal van de persoon en tik op zijn of haar accountnaam. Het menu met opties verschijnt nu. Tik op de knop met de tekst ‘Afmelden’ en je bent klaar. Je zult de verhalen van de gebruiker niet langer in je feed zien verschijnen. Je kunt tevens opzeggen door naar de naam van de gebruiker te zoeken in de zoekbalk en op de afmeldknop te tikken rechts van de accountnaam.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-abonneren-op-iemand-op-Snapchat", "language": "nl"}
De ogen van je hond controleren	Het hebben van een hond is een grote verantwoordelijkheid. In tegenstelling tot een mens, kan een hond ons niet vertellen wat er mis is. Het is daarom belangrijk om je hond regelmatig te onderzoeken, waarbij je ook tijd moet nemen om de ogen van je hond te controleren om er zeker van te zijn dat er geen infectie is en er geen vuil in zit. Het controleren van de ogen kan verder helpen om een ernstigere aandoening vroeg te herkennen, voordat het grote problemen voor je hond veroorzaakt. Verzorg je hond en zijn ogen goed, dan heb je een gelukkige hond die je onvoorwaardelijke liefde en gezelschap kan bieden. 1. Breng je hond naar een goed verlicht gebied. Laat je hond naar je toe komen in een gebied waar veel licht is. Hierdoor kun je eventuele afwijkende dingen aan de ogen van je hond zien die je op een donkerdere plek mogelijk niet ziet. Zorg ervoor dat je je hond aait en dat je in een kalmerende toon tegen hem praat, om hem duidelijk te maken dat er niets mis is. 2. Commandeer je hond om te zitten en te blijven. Als je hond de commando's “zit” en “blijf” kent, laat hem deze dan uitvoeren zodat je hem kan onderzoeken zonder dat hij tegenstribbelt of met je probeert te spelen tijdens het onderzoek. Overweeg om hem een beloning te geven voor het goede gedrag. 3. Bekijk de ogen van je hond. Je kunt het hoofd van je hond voorzichtig in je handen vasthouden. Bekijk elk oog dan zorgvuldig en zoek naar tekenen van infectie, vuil of ziekte. Zorg ervoor dat je beide ogen grondig controleert op tekenen van ziekte en vuil, zoals gras of zand. Kijk uit naar korstvorming, afscheiding en tranende ogen. Zorg ervoor dat de oogbal wit is en er gezond uitziet, dus vrij van roodheid. Bekijk de pupillen en controleer of ze de zelfde grootte hebben. Bekijk of de ogen niet troebel of anderszins geïrriteerd zijn. Controleer ook of het derde ooglid (het ooglid dat doorgaans niet zichtbaar is, maar aanwezig is om vuil en deeltjes uit de ogen te houden) niet zichtbaar is. Als je een witachtig membraan opmerkt, wat het doet lijken alsof de ogen van je hond naar binnen rollen, dan zie je waarschijnlijk het derde ooglid. 4. Controleer de randen van de ogen van je hond. Net als mensen, hebben honden oogleden om hun ogen te beschermen. Dit betekent dat een groot deel van het oog niet zichtbaar is zonder het ooglid omlaag te trekken. Doe dit heel voorzichtig met je vingers. Controleer of het oog onder het lid niet rood is en dat het ooglid er gezond uitziet (dus geen irritatie, sneetjes of vuil). Was je handen voordat je de oogleden van je hond aanraakt, aangezien je anders bacteriën of andere ziektekiemen kan overdragen op het oog, wat tot infectie kan leiden. Zorg ervoor dat je zowel het bovenste als het onderste ooglid bekijkt. 5. Controleer het knipper-reflex. Je moet ook controleren of je hond alles goed kan zien, door het knipper-reflex te controleren. Je kunt dit doen door je hand open te houden, zo dat je handpalm naar je hond wijst. Houd je hand zo'n 45 cm van de kop van je hond af en beweeg je hand dan snel naar zijn kop tot ca. 8 cm van de kop af. Als je hond geen problemen heeft met zijn zicht, zal hij knipperen. Als je hond niet reageert op deze test, is dat een aanduiding dat je hond niet goed of helemaal niet kan zien. Je kunt deze test bij elk oog apart herhalen om te zien of er problemen zijn met de individuele ogen. Pas op dat je je hond niet slaat bij het uitvoeren van deze test. 6. Begrijp de symptomen. Er zijn veel verschillende aandoeningen die je hond aan zijn ogen kan krijgen. Sommige zijn ernstig, anderen niet, meet het is het beste om alle zorgen voor te leggen bij de dierenarts aangezien het niet behandelen van de aandoeningen voor grotere problemen kan zorgen. Een zichtbaar derde ooglid kan aanduiden dat je hond koorts heeft, wat kan betekenen dat hij ernstig ziek is. Bloed doorlopen ogen zijn ook een teken van ziekte. Als je roodheid opmerkt in één of beide ogen, is je hond mogelijk ziek, is hij misschien in aanraking gekomen met een irriterende stof of heeft je hond mogelijk een infectie. Troebele ogen kunnen een teken van staar zijn, wat een vrij veel voorkomende aandoening is bij honden. Hoewel sommige soorten van nature uitpuilende oogballen hebben, is de ontwikkeling van uitpuilende ogen als je hond deze eerder niet had mogelijk een teken van glaucoom. Als je merkt dat de oogleden van je hond naar binnen lijken te rollen, kan dat wijzen op een aandoening die “entropion” heet, wat schade kan veroorzaken aangezien de oogleden tegen de oogbal aanwrijven. Veel afscheiding, irritatie en roodheid kunnen tekenen zijn van een ooginfectie. 7. Maak de ogen van je hond regelmatig schoon. Het enige dat je hiervoor hoeft te doen is een katoenballetje of zacht doekje nat te maken met schoon water en daarmee korstjes en ander vuil voorzichtig uit de ogen te wrijven. Begin aan de binnenste hoek van het oog en veeg naar buiten toe, van het oog af. Veeg heel voorzichtig, zodat je de oogbal van je hond niet bekrast. Als je hond last heeft van droge ogen, kun je de dierenarts vragen om een oogspoeling voor honden. 8. Knip het haar rondom de ogen van je hond. Lang haar rondom de ogen maakt het niet alleen moeilijk om te zien, maar het lange haar kan ook in het oog prikken en de oogbal bekrassen, wat irritatie, infectie en zelfs blindheid kan veroorzaken. Zorg er voor dat je het haar rondom de ogen van je hond wegknipt om hem tegen dit probleem te beschermen. Je kunt je hond zelf thuis knippen, of hem naar een professionele knipsalon brengen. Wees voorzichtig met het gebruik van een schaar bij de ogen van je hond. Als je bang bent om het haar rondom de ogen zelf te knippen, kun je dat het beste een paar keer door de salon laten doen. Vraag dan of ze je kunnen laten zien hoe je het zelf op een veilige manier kan doen. 9. Controleer de ogen van je hond regelmatig en ga naar de dierenarts als je iets ongewoons opmerkt. Het is goed om de ogen van je hond regelmatig te controleren, bijvoorbeeld elke keer dat je je hond verzorgt, of ten minste eens per maand. Als je iets ongewoons opmerkt, kun je het beste de dierenarts bellen om te bepalen of je hond naar de kliniek moet voor onderzoek. Sommige hondensoorten zijn ontvankelijker voor problemen met de ogen dan andere soorten. Vraag de dierenarts of de hondensoort die jij hebt aanleg heeft voor oogproblemen waar je op moet letten. Enkele soorten waarvan bekend is dat ze aanleg hebben voor problemen met de ogen zijn: mopshonden, shih tzu's, bulldogs, schapendoezen, poedels en malthesers. 10. Laat je hond niet met zijn kop uit het raam van de auto hangen. Hoewel je hond het misschien heerlijk vindt om zijn kop uit het raam te steken, is er een grote kans dat er een insect, stukje vuil of andere substantie in de ogen van je hond terechtkomt, wat irritatie en zelfs ernstige verwondingen kan veroorzaken. Houd de ramen van de auto daarom dicht genoeg dat je hond zijn kop er niet door kan steken. Je voelt je misschien schuldig als je dit doet, vooral als je weet dat je hond het heerlijk vindt, maar probeer te onthouden dat je doet wat het beste is voor je hond. Je kunt de ramen gedeeltelijk omlaag rollen, maar zorg er echt voor dat je hond zijn kop er niet door kan steken. 11. Breng je hond naar de dierenarts. Als je iets ongewoons opmerkt aan de ogen van je hond, is het verstandig om hem zo snel mogelijk naar de dierenarts te brengen. Sommige aandoeningen kunnen snel vorderen en, als ze onbehandeld blijven, permanente blindheid veroorzaken. De dierenarts weet naar welke tekenen en symptomen hij moet uitkijken en heeft de juiste uitrusting om een diagnose te stellen. Er is geen reden om het zicht van je hond in gevaar te brengen. Als je je zorgen maakt over de kosten van een bezoek aan de dierenarts, vraag de dierenarts dan of er een betalingsregeling gemaakt kan worden. De meeste dierenarts komen je graag tegemoet. 12. Vermijd het om iets in de ogen van je hond te doen zonder eerst met een dierenarts te overleggen. Als je hond in een verleden een chronisch probleem met zijn ogen had, heb je de medicatie die je daarvoor gebruikte misschien nog in een kastje staan. Als je merkt dat je hond opnieuw aan zijn ogen krabt of als je vermoed dat het probleem terug is, kun je beter niet meteen naar die medicatie grijpen. Bel eerst met de dierenarts en luister naar wat hij zegt. Als je je hond medicatie geeft zonder eerst met de dierenarts te overleggen, loop je het risico dat je het probleem verergert. De medicatie die je geeft kan er voor zorgen dat je hond blind wordt. 13. Geef een duidelijk overzicht van je symptomen. Leg aan de dierenarts uit waarom je er bent en wanneer je de symptomen voor het eerst opmerkte. Wees duidelijk en precies. Leg uit of je het probleem opmerkte tijdens een routine controle of dat je je hond aan zijn ogen zag krabben. Dit zal de dierenarts helpen om de diagnose te stellen en de juiste behandeling te bepalen. Als je een handeling hebt uitgevoerd ter behandeling van de ogen van je hond, vertel dat dan ook aan de dierenarts. Als je een vermoeden hebt over de oorzaak van het probleem, vertal dat dan ook. Vertel het de dierenarts bijvoorbeeld als jullie recent in een dik bebost gebied zijn geweest en je vermoed dat je hond mogelijk een takje in zijn oog heeft gekregen of mogelijk is aangevallen door een dier. 14. Laat je hond regelmatig door de dierenarts controleren. Hoewel je de gezondheid van je hond zelf ook altijd in de gaten moet houden, is het ook verstandig om je hond ten minste 1 of 2 keer per jaar naar de dierenarts te brengen voor een controle. Als er iets mis is met je hond, zal een routine controle de kans vergroten dat het probleem aan het licht komt voordat het te laat is. De meeste landen hebben wetten over rabiës vaccinaties. Een jaarlijkse controle zal niet alleen veel gezondheidsproblemen voorkomen, maar zal ook verzekeren dat de vaccinaties van je hond op orde zijn.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-ogen-van-je-hond-controleren", "language": "nl"}
Twee internetverbindingen combineren	In dit artikel laten we je zien hoe je twee of meer netwerken samenvoegt tot één groot netwerk. Hierbij verdeel je je downloadsnelheid over twee of meer beschikbare internetverbindingen, zodat je nog gewoon op normale snelheid kunt browsen terwijl je bezig bent met grote downloads of langdurig streamen. 1. Zorg eerst dat je een wifi-adapter hebt. Je hebt in ieder geval één adapter nodig, anders kan je computer niet meer dan één draadloos netwerk herkennen. In de meeste gevallen installeer je een wifi-adapter simpelweg door de adapter in een USB-poort te steken. Als de wifi-adapter is geïnstalleerd kun je verbinden met een ander netwerk door eerst te klikken op het wifi-icoontje in de rechteronderhoek van het scherm, dan selecteer je een netwerk waarmee je nog niet verbonden was, en vervolgens klik je op 'Verbinden'. Nu blijft je als het goed is ook verbonden met je huidige netwerk. 2. Hou de ⊞ Win-toets ingedrukt terwijl je op X drukt. Nu wordt het snelmenu van Windows geopend bij de startknop in de linkeronderhoek van het scherm. Je kunt ook met je rechtermuisknop op de startknop drukken om dit menu te openen. 3. Klik op Configuratiescherm. Dit staat onder de optie 'Taakbeheer'. 4. Klik op Netwerk en internet. 5. Klik op Netwerkcentrum. Dit staat bovenaan in het venster. 6. Hou Ctrl ingedrukt en klik op elk actief netwerk. Zo selecteer je elk netwerk dat je wilt combineren. Actieve netwerken zijn te herkennen aan de 'X' in de hoek van hun icoontjes. 7. Klik met je rechtermuisknop op een geselecteerd netwerk. Nu zie je een dropdown-menu verschijnen. 8. Klik op Netwerkbrug. Het zou kunnen dat je moet bevestigen dat je dit als administrator wilt doen. De geselecteerde netwerken werken als het goed is vanaf nu samen en vormen één internetverbinding. Als je niet bent ingelogd als administrator kun je de netwerken waarschijnlijk niet samenvoegen. 9. Koop een router die geschikt is voor load balancing. Met een load-balancing-router kun je meerdere modems met verschillende netwerken op zo'n manier verbinden dat je één gecombineerde verbinding krijgt. Een load-balancing-router kost tussen de 40 en 90 euro. 10. Verbind de modems met je router. Als je twee of meer draadloze netwerken hebt met verschillende modems, dan kun je deze verbinden met je load-balancing-router door het ene uiteinde van de ethernetkabel in de internetpoort van het modem te steken en het andere uiteinde in de vierkante poort achterop je router. 11. Installeer de drivers van je router. Meestal zit er een schijf bij met de drivers. 12. Open de configuratiepagina van je router op je computer. De configuratiepagina is meestal bereikbaar door de installatie van de router te doorlopen. Als je geen optie ziet met de naam , of iets soortgelijks, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing. 13. Klik op Advanced. 14. Klik op Load Balancing. 15. Klik op het selectievakje 'Enable Application Optimized Routing'. Deze optie mag niet aangevinkt zijn. 16. Deselecteer het vakje "Enable Bandwidth Based Balance Routing'. Door dit vakje en het vorige vakje af te vinken kan je router de verschillende draadloze netwerken samenvoegen tot één netwerk. 17. Klik op OK. 18. Verbind je computer met je load-balancing-router. De manier waarop dit gaat verschilt per router, maar als het goed is kun je op je computer de netwerknaam van de router selecteren en vervolgens het wachtwoord van de router intypen (het wachtwoord vind je op een sticker aan de achterkant of onderzijde van de router). 19. Gebruik de gecombineerde verbinding. Nadat je je computer hebt verbonden met de router zul je merken dat je veel sneller internet hebt. 20. Begrijp dat Speedify een dienst is waar je voor moet betalen. Je kunt Speedify gratis uitproberen tot een downloadlimiet van één gigabyte, maar als je daarna gebruik wilt blijven maken van Speedify zul je een maandelijks of jaarlijks bedrag moeten betalen. In februari 2017 was het maandbedrag voor een abonnement $8,99. Per jaar is het iets goedkoper: $49,99. 21. Zorg dat je een USB-wifi-adapter hebt. Door een wifi-adapter te gebruiken kun je verbinding maken met een tweede draadloos netwerk, terwijl de verbinding met het huidige netwerk ook blijft bestaan. 22. Open de downloadpagina van Speedify. Je kunt het installatiebestand van Speedify hier downloaden. 23. Selecteer je besturingssysteem. Nu moet je kiezen voor of . Nadat je je keuze hebt gemaakt begint het downloaden vanzelf. Onder MacOS Sierra kun je slechts één draadloze verbinding tegelijk maken. Als je een Apple-computer hebt moet je eerst een wifi-manager downloaden om door te kunnen gaan met deze methode. 24. Dubbelklik op het installatiebestand van Speedify. Je vindt het bestand in je downloadmap of op je bureaublad. Het zou kunnen dat je Speedify toegang moet verlenen tot je computer om verder te kunnen gaan. 25. Volg de instructies. Speedify zal automatisch de laatste versie downloaden. Na het updaten wordt het programma geopend. 26. Controleer of de Speedify-knop groen is. Deze knop vind je in het midden van het venster. Als dat het geval is zal Speedify automatisch je internetverbindingen analyseren en samenvoegen. Als je je Speedify-account wilt upgraden kun je dat doen door te klikken op de knop onderaan het venster. Het zou kunnen dat je eerst de Speedify-knop uit moet schakelen. Je moet eerst een account bij Speedify aanmaken om te kunnen upgraden. Dit kun je doen vanuit de app.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Twee-internetverbindingen-combineren", "language": "nl"}
Tomaten binnenshuis kweken	Tomaten binnenshuis kweken maakt het mogelijk om tijdens de wintermaanden verse, smaakvolle tomaten te hebben. In plaats van smaakloze tomaten in de supermarkt te moeten kopen, zal je kunnen genieten van een verse oogst van zelfgekweekte tomaten. Binnenshuis kweken is ook handig wanneer je in een appartement woont en er geen buitenruimte beschikbaar is om groenten te kweken. 1. Kies een geschikte variëteit. Er is een grote keuze als wat tomaten betreft, vooral tussen vaste (struik) en onvaste (wingerd) variëteiten. Beide hebben voordelen om binnenshuis te kweken, dus bedenk welke het beste is voor wat je voor ogen hebt. Onvaste tomaten zijn ideaal voor binnenhuistuintjes. In tegenstelling tot vaste variëteiten zullen ze van nature uit klimmen en hebben dus een kooi, tralies of een paal nodig. Maar ze zullen blijven groeien en het hele seizoen door fruit blijven produceren. Als je een tomatenvariëteit wilt die veel vrucht zal dragen en vlug zal rijpen, kies dan een onvaste pruim- of kerstomaat. Onvaste tomaten zijn echter niet compact en hebben meer plaats nodig dan vaste soorten. Als de ruimte beperkt is, probeer dan kleinere vaste dwergvariëteiten. Deze zouden na 4-6 weken vruchten moeten dragen. Oude onvaste soorten zijn onder andere Pink Ping Pong, Siberia, Silvery Fir Tree, Tommy Toe en Yellow Pear. Hybride onvaste soorten zijn onder andere Micro Tom, Orange Pixie Tomato, Patio, Red Robin, Small Fry, Tiny Tim en Totem. Vaste kerstomaten zijn onder andere Washington Cherry en Gold Nugget. Hybride vaste soorten zijn onder andere Cherries Jubilee en Terenzo Hybrid. 2. Plant je tomatenzaadjes in een zaaimengsel. Bewater het zaaimengsel of de potgrond met vers water tot deze vochtig is. Vul een zaaibak met een vochtig grondmengsel. Maak een kuil in elk vakje – de kuil moet ongeveer 0,7 cm diep zijn. Steek met een pincet of met je vingers tot 3 zaadjes in elke kuil. Bedek de kuilen met vochtige aarde of met een mengsel. Zaai de zaadjes 60-80 dagen voordat je de tomaten wilt oogsten. Als je geen zaaibak hebt dan kan je ook plastieken yoghurtpotjes of blikken gebruiken. Als je de zaadjes in een reeds gebruikte container plant, reinig deze dan met een 1:10 oplossing van bleekmiddel en water. 3. Stimuleer het ontkiemen met consistente warmte en water. Ontkiemen is het proces waarbij het zaadje in een kiemplant verandert. Tomatenzaadjes zullen binnen vijf tot tien dagen ontkiemen. Er zijn verschillende acties die je kunt ondernemen om dit proces te versnellen en om succes te verzekeren: Bedek, onmiddellijk na het planten van de zaden, je kiemplantjes met een deksel of een stuk plastiek – dit zal voorkomen dat de grond uitdroogt. Verplaats de vakjes naar een warme plek. Tijdens het ontkiemen moet je overdag een bodemtemperatuur tussen 21-26 °C aanhouden. Als je de ruimte niet tot ten minste 21 °C kan verwarmen, overweeg dan om een warmtemat te kopen of de planten op een zonnige plaats te zetten. Til elke dag het deksel op en geef de zaden indien nodig water. 4. Verplaats de ontsproten kiemplanten naar een zonnige plek of naar een plek met kunstlicht. Deze (kiem)planten hebben ten minste 8 uur licht per dag nodig. Zonder voldoende licht zullen tomatenplanten verzwakken. Vanaf dat de zaadjes ontkiemd zijn, moet je het deksel verwijderen en de kiemplanten van voldoende licht voorzien. Als je een raam op het zuiden hebt, zet ze dan vlak voor het raam. Als je geen raam op het zuiden hebt, zorg dan voor een groeilamp of een Tl-buis. Kunstlicht kan op een tiental centimeter boven de toppen van de kiemplanten worden geïnstalleerd. Naarmate de planten groeien zal je de hoogte van de lampen moeten aanpassen. Als je de planten op een vensterbank of voor een raam houdt, draai ze dan frequent om zodat elke zijde aan het licht wordt blootgesteld. 5. Verplant je kiemplanten in grotere potten. Vanaf dat je kiemplanten een tot twee rijen bladeren ontwikkelen, staan ze op het punt om te groot te worden voor de vakjes van de zaaibak. Nu is het moment om de kiemplanten te verplanten naar een pot die groot genoeg is voor een volwassen plant – een container van 20 tot 35 liter is ideaal. Haal de kiemplanten uit de vakjes zonder de wortels te beschadigen. Houd de kiemplant tussen twee vingers en plaats je hand op de aarde. Draai het vakje ondersteboven en duw zachtjes op de bodem van het vakje tot de kiemplant tevoorschijn komt. Maak de wortels los door de buitenste wortels te 'kietelen'. Begraaf de kiemplant tot aan de kleine pluizige haartjes aan de basis van de plant. Deze pluizige haartjes zullen wortels worden. Geef de kiemplant veel water na het verpotten. 6. Geef je planten water wanneer ze droog staan. Na het verplanten is het noodzakelijk dat je de planten regelmatig water blijft geven. Controleer de aarde dagelijks op droogte door een vinger in de grond te steken. Als de grond droog aanvoelt, dan moet je de plant bewateren. Als het bovenste van de grond droog is maar de rest vochtig, dan moet je nog even wachten met water geven. Door de grond volledig te laten uitdrogen zal je ruwe tomaten krijgen. 7. Creëer lichtomstandigheden voor dag en nacht. Hoewel tomatenplanten veel licht nodig hebben, vereisen ze ook een donkere periode. Als je kunstlicht gebruikt moet je proberen om de natuurlijke zonsopkomst en zonsondergang na te bootsen. Schakel je lampen 's morgens in. Na twaalf tot zestien uur moet je de lampen uitschakelen zodat de planten in het donker kunnen rusten. Je kunt de lampen op een timer aansluiten. 8. Geef de kiemplanten voeding. Onvaste tomatenvariëteiten zullen het hele seizoen lang blijven groeien en vruchten produceren. Om deze intense cyclus in stand te houden moet je de tomatenplanten voorzien van voldoende voedingsstoffen. Binnen twee weken na het verplanten moet je de eerste keer meststof geven. Blijf je planten elke paar weken bemesten tot ze volwassen zijn. Gebruik voeding die rijk is aan fosfor. Volg de instructies op het product. 9. Ondersteun je planten tijdens het groeien. Onvaste tomatenplanten vereisen voor hun ranken ondersteuning door een paal of tralies. Het is mogelijk om je tomatenplanten 'aan te leren' hoe ze langs een paal, tralies of kooi moeten groeien. Je kan hier ongeveer een maand na het verplanten mee beginnen. Als je een enkele paal of een kleine tralies gebruikt, dan zal dit de hoofdstengel ondersteunen. Maak de stengel elke 15-20 cm met garen vast aan het ondersteuningstoestel. Bind het garen in een losse knoop om te voorkomen dat je de plant beschadigt. Naarmate de scheuten (ranken die tussen de hoofdstengel en de takken verschijnen) groeien, moet je ze snoeien door ze met je vingers aan het knooppunt af te breken. Als je een kooi of een grote tralies gebruikt, dan moet je beginnen met de hoofdstengel te ondersteunen. Plaats de kooi over de plant wanneer deze nog klein is – het is moeilijker om een kooi over een volwassen plant te plaatsen. Bind de hoofdstengel met garen elke 15-20 cm aan het ondersteuningstoestel vast. Laat de eerste drie tot vier scheuten die verschijnen voor wat ze zijn. Ondersteun deze scheuten op dezelfde manier – bind de scheuten naarmate ze groeien elke 15-20 cm aan de tralies of kooi vast. Snoei nieuwe scheuten wanneer ze verschijnen. 10. Help met het bevruchtingsproces. Wanneer tomaten buiten worden gekweekt, zullen bijen, vogels en de wind de pollen verspreiden en de vruchten doen groeien. Wanneer je tomaten binnenshuis kweekt, zal jij dit proces moeten nabootsen. Je kan dit doen door: Een ventilator naar de planten te richten om de wind na te bootsen. Aan de hoofdstengel van elke plant te schudden of er met je vinger op te tikken. De planten handmatig met een penseel of wattenstaafje te bevruchten. Je kan deze zachtjes tegen de bloemen wrijven en zo de pollen verspreiden. 11. Oogst. Onvaste tomaten produceren vruchten binnen 60-80 dagen na het planten. Zij zullen het hele seizoen lang vruchten blijven voortbrengen. Je zal weten dat de tomaten rijp zijn wanneer ze een levendige en gelijkmatige rode, gele of roze kleur hebben. De tomaten moeten een klein beetje zacht aanvoelen wanneer je erin knijpt. Om een tomaat te plukken moet je deze dicht bij de stengel vastnemen en draaien tot de vrucht loskomt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Tomaten-binnenshuis-kweken", "language": "nl"}
Plekjes van Fordyce verwijderen	Plekjes (of papels) van Fordyce zijn kleine, licht verheven, helderrode of witte bobbels die kunnen voorkomen op de schaamlippen, het scrotum, de schacht van de penis, of op de rand van je lippen. Het zijn vooral zichtbare talgklieren die normaal gesproken oliën afscheiden voor de huid en haren. Ze komen meestal voor tijdens de pubertijd en zijn ongevaarlijk — ze zijn niet besmettelijk en worden niet beschouwd als een soa (seksuele overdraagbare aandoening), zoals herpes of genitale wratten. Een behandeling is meestal niet nodig, ze worden echter wel verwijderd om cosmetische redenen. Laser- en andere chirurgische behandelingen zijn de meest doeltreffende medische therapieën. 1. Raadpleeg een dermatoloog. Wanneer je kleine bultjes op je genitaliën waarneemt of rond de rand van je lippen en deze verdwijnen niet of ze hinderen je, vraag dan aan je huisdokter een verwijzing naar een dermatoloog, die gespecialiseerd is in huidaandoeningen. De dermatoloog zal in staat zijn je aandoening vast te stellen en je gerust te stellen, want plekjes van Fordyce lijken soms op kleine wratten of de beginfase van een herpesuitbraak. Plekjes van Fordyce zijn een veelvoorkomend fenomeen en komen ooit eens in het leven voor bij 85% van de bevolking — mannen hebben een beetje meer kans om ze te ontwikkelen dan vrouwen. Het is belangrijk om te beseffen dat plekjes van Fordyce ongevaarlijk zijn, pijnloos zijn, niet besmettelijk zijn en geen behandeling vereisen. Hun verwijdering zou alleen moeten gebeuren voor cosmetische redenen. Fordyce plekken zijn beter merkbaar wanneer de huid gespannen is, en kan alleen zichtbaar zijn bij een erectie (mannen) of tijdens het behandelen van schaamhaar (bikini wax) bij vrouwen. 2. Informeer naar de beschikbare laserbehandelingen. Als je beslist om sommige plekjes van Fordyce te verwijderen voor cosmetische redenen, raadpleeg dan je dermatoloog voor de beschikbare laserbehandelingen welke de meest voorkomende methode is om ze te verwijderen en ook gelden voor de behandeling van sommige andere huidaandoeningen. Laserbehandeling door verdamping, zoals kooldioxide- (CO2-) lasers, werden met enig succes gebruikt op plekjes van Fordyce (net als gepulseerde kleurstoflasers). Vraag aan je dokter welke de meest passende behandeling is voor je aandoening en toestand. CO2-lasers waren de eerste ontwikkelde gas-lasers en blijven tot op vandaag de laserbehandeling met de hoogste continugolf-energie die beschikbaar is voor diverse huidaandoeningen. Verwijdering via CO2-laser kan echter littekens achterlaten, deze behandeling is dus niet aan te raden voor het verwijderen van plekjes van Fordyce in het gelaat. Behandeling met gepulseerde kleurlasers daarentegen is duurder dan de behandeling met een CO2-laser, maar laat doorgaans minder littekens achter. 3. Overweeg anders micro-punch behandelingen. Micro-punch chirurgie is een behandeling dat gebruik maakt van een apparaat dat op een pen lijkt om een klein gaatje te boren in de huid en om weefsel te verwijderen. Deze methode wordt meestal gebruikt bij haartransplantatie, maar onderzoek heeft uitgewezen dat het ook doeltreffend is om plekjes van Fordyce te verwijderen, vooral op de genitaliën. Het risico op littekenvorming met micro-punch chirurgie is minder groot dan met een CO2-laser. De plekjes lijken ook niet terug te keren, wat wel mogelijk is met CO2- en gepulseerde kleurlaserbehandelingen. Een lokale verdoving is nodig om de pijn te vermijden van een micro-punch chirurgie. Het verwijderde weefsel via micro-punch technieken wordt niet vernietigd (in tegenstelling tot lasertherapie). Dit weefsel kan dus bestudeerd worden onder een microscoop om andere ernstige huidaandoeningen uit te sluiten, zoals wratten of kanker. Micro-punch behandelingen zijn meestal van korte duur en kunnen tientallen plekjes van Fordyce verwijderen in enkele minuten — het is daarmee ideaal voor personen met honderden plekje op hun genitaliën of gelaat. 4. Denk eraan om topische crèmes met recept te gebruiken. Er zijn aanwijzingen die erop wijzen dat hormonale wisselingen tijdens de puberteit, zwangerschap en menopauze kunnen leiden tot plekjes van Fordyce op dezelfde manier dat ze leiden tot acne (puistjes). Daarom kunnen een verscheidenheid aan crèmes met recept, die normaliter gebruikt worden voor acne of andere oneffenheden op de huid, tot resultaten leiden voor plekjes van Fordyce. Raadpleeg je dermatoloog voor de doeltreffendheid bij het gebruik van topische glucocorticoïden, retinoïden, clindamycine, pimecrolimus of benzoylperoxide. Clindamycine zalf is bijzonder nuttig voor de behandeling van ontstoken talgklieren, het is echter zeldzaam dat plekjes van Fordyce opzwellen. Bij jongere vrouwen die gebruik maken van orale anticonceptiva, kunnen plekjes van Fordyce verminderen of verdwijnen, net zoals dit een effect heeft op acne. CO2-laserablatie wordt meestal gecombineerd met het gebruik van topische exfoliërende zuren, zoals trichloorazijnzuur en dichloorazijnzuur. 5. Informeer naar fotodynamische therapie. Fotodynamische therapie is een licht-geactiveerde behandeling. Een medicijn genaamd 5-aminolevulinezuur wordt aangebracht op de huid, zodat ze kan indringen, en vervolgens wordt ze geactiveerd met een lichtbron, zoals een blauw licht of een gepulseerde kleurstoflaser. Deze behandeling werkt ook bij de behandeling of preventie van sommige huidkankers en acne. U moet weten dat deze behandeling duur kan zijn. Deze behandeling heeft ook tot gevolg dat de huid tijdelijk gevoelig is aan het zonlicht. 6. Informeer naar isotretinoïne. De behandeling met isotretinoïne kan sommige maanden duren, maar kan een langdurig resultaat hebben voor plekjes van Fordyce. Deze behandeling werkt goed voor acne en andere soortgelijke aandoeningen van de talgklieren. Het gebruik van isotretinoïne brengt ernstige risico's en bijwerkingen met zich mee, waaronder mogelijke geboorteafwijkingen, daarmee moet dit alleen gebruikt worden bij ernstige aandoeningen. Vrouwen die isotretinoïne gebruiken dienen zich te onthouden van seks en moeten voorbehoedsmiddelen gebruiken. 7. Informeer naar cryotherapie. Cryotherapie is het invriezen van de bultjes door gebruik te maken van vloeibaar stikstof. Raadpleeg je dermatoloog naar de mogelijkheid om deze behandeling te gebruiken bij het verwijderen van plekjes van Fordyce. 8. Informeer naar electrodessication/cauterizatie. Dit is een vorm van lasertherapie dat de plekjes van Fordyce wegbrandt. Raadpleeg je dermatoloog of dit een eventuele optie is voor jou. 9. Wees hygiënisch. Door je huid proper te houden en vrij van overtollige oliën en bacteriën kan je vermijden dat plekjes van Fordyce voorkomen bij sommige personen, in het bijzonder gedurende de tienerjaren en de zwangerschap wanneer de hormoonspiegels stijgen. Het is in de meeste gevallen wel geen betrouwbare manier om bestaande plekjes te verwijderen. Het gebruik van klaringsmiddelen om je gelaat en genitaliën te reinigen kan helpen om poriën en talgklieren te ontstoppen, wat ook een doeltreffende aanpak is om zwarte kopjes/puistjes te voorkomen. Was je genitaliën en je gelaat grondig op een regelmatige basis, vooral na het sporten en zweten. Overweeg het gebruik van een milde peeling, zoals met een plantaardige spons, om je huid te reinigen. Wanneer je plekjes van Fordyce hebt op je genitaliën, vermijd dan om je schaamhaar te scheren want de plekjes kunnen merkbaarder worden. Laserontharing kan een beter keuze zijn. 10. Verwar plekjes van Fordyce niet met herpes. Omdat plekjes van Fordyce op dezelfde plaatsen voorkomen op het lichaam als herpesletsels (rond de lippen en genitaliën), zijn zij een heel andere aandoening. In tegenstelling tot plekjes van Fordyce, lijken herpesletsels op rode blaren of zweren en zijn zij eerst jeukerig voordat ze pijnlijk worden — meestal ervaren als branderige pijn. Herpesletsels zijn bovendien groter dan plekjes van Fordyce. Herpes wordt veroorzaakt door het virus 'herpes simplex' (ofwel type 1 of 2) en is zeer besmettelijk. Plekjes van Fordyce daarentegen zijn niet besmettelijk. Na een uitbraak vervagen herpesletsels, en ze komen meestal terug in tijden van stress. Plekjes van Fordyce vervagen soms, maar zijn meestal blijvend of verergeren een beetje met de leeftijd. 11. Onderscheid plekjes van Fordyce van genitale wratten. Plekjes van Fordyce kunnen sterk op genitale wratten lijken, vooral tijdens het vroege stadium wanneer de wratten vrij klein zijn. Beide aandoeningen verschijnen ook rond de genitaliën. Genitale wratten worden echter veel groter dan plekjes van Fordyce en worden veroorzaakt door HPV of het humane papillomavirus. HPV is ook besmettelijk en wordt vooral verspreid door huid-op-huid contact — via een snede, schaafwond of een kleine scheur in de huid. Naarmate genitale wratten groeien, lijken zij meestal op bloemkool-achtige bulten of kleine steel-achtige uitsteeksels. Plekjes van Fordyce daarentegen lijken meestal op 'kippenvel', vooral wanneer de huid gespannen is. Genitale wratten verspreiden zich meestal naar de regio rond de aars, terwijl plekjes van Fordyce dat meestal niet doen. Genitale wratten vergoten de kans op baarmoederhalskanker. Plekjes van Fordyce daarentegen zijn niet gerelateerd met andere aandoeningen. 12. Verwar plekjes van Fordyce niet met folliculitis. Folliculitis is een ontsteking van de haarzakjes dat meestal voorkomt rond de opening van de vagina en basis van de penis. Folliculitis brengt de vorming van kleine puistjes met zich mee rond de haarzakjes van het schaamhaar. Ze zijn meestal jeukerig, soms pijnlijk, rood en er komt pus uit wanneer ze worden samengeperst — vergelijkbaar met puistjes. Plekjes van Fordyce daarentegen zijn zeer zelden jeukerig, nooit pijnlijk en kunnen soms een dikke, olieachtige afscheiding vrijgeven wanneer ze worden samengeperst — vergelijkbaar met mee-eters. Folliculitis is meestal het gevolg van irritatie van de haarzakjes bij het scheren van het schaamhaar. Bacteriën zijn meestal betrokken, het wordt echter niet beschouwd als een besmettelijke aandoening. Folliculitis wordt meestal succesvol behandeld met topische crèmes of orale antibiotica, en beter met hygiënische maatregelen, ook door zich niet langer te scheren met een scheermesje. Het is niet aangeraden om plekjes van Fordyce samen te persen want ze kunnen ontsteken en groter worden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Plekjes-van-Fordyce-verwijderen", "language": "nl"}
Een ollie doen	Elke serieuze skateboarder zal je vertellen dat de ‘ollie’ de belangrijkste van alle skate tricks is. Sterker nog, het is waarschijnlijk ook de allereerste trick die je zult leren. Je kunt een ollie zowel stilstaand als rijdend uitvoeren. Door de volgende stappen te volgen en flink te oefenen zul je binnen mum van tijd perfecte ollies kunnen maken. 1. Op het board staan. Zorg ervoor dat je goed weet hoe je board aanvoelt, hoe strak je trucks zitten, en hoe groot je wielen zijn. Ollies zijn het makkelijkst op een board dat voor jou bekend aanvoelt. Als je trucks te los zitten kun je van je rechte pad afwijken als je hurkt. Zorg er dus voor dat ze strak genoeg zitten om je board onder controle te houden. 2. Zet je voeten zo neer dat je voorste voet ongeveer in het midden van je board staat, en je achterste voet op de ‘tail’ van je board. Hoe je precies moet staan is de eerste lastige horde als je wilt leren olliën. De bal van je achterste voet moet ongeveer voor de helft van je tail af hangen. De bal van je voorste voet moet in het midden van je board staan, ongeveer tussen de schroeven. De precieze positie van je voeten is erg belangrijk. Hoe ver je je voorste voet naar voren of achteren houdt hangt van je voorkeur af, maar kan je ollie wel degelijk beïnvloeden. Voor superhoge ollie's dien je je voorste voet wat verder naar achteren te zetten. Dit is wel lastiger. Lage ollie's om de stoep op te komen kunnen makkelijk gedaan worden met je voet meer naar voren. 3. Buig de knieën en hurk. Begin stilstaand. De balans tijdens het hurken is cruciaal. Buig je rug niet te veel, en steek je kont ook niet te ver naar achteren. Probeer je lichaam te laten zaken terwijl je schouders gelijk aan je voeten zijn. Probeer op de ballen van je voeten te blijven, vooral tijdens het hurken. Als je te veel op je tenen gaat staan kun je per ongeluk van richting veranderen voor de sprong. Als je voeten voor de ollie hebben bewogen, dan zijn er twee manieren om je voeten weer in positie te brengen. Zo zorg je voor de juiste balans als je gaat springen. De eerste manier is om een klein sprongetje te maken, net genoeg om met je voeten op de juiste plaats te landen. Dit is de beste en snelste manier, maar is ook de lastigste. De tweede manier is om je voeten naar de juiste plek te schuiven. Dit is trager, minder precies, en zorgt ervoor dat je schoenen sneller kapot gaan—tenzij je griptape dood is, maar dat zou het niet moeten zijn als je goed wilt leren olliën. 4. Spring de lucht in, eerst met je voorste voet en daarna met je achterste voet. Je board gaat nergens heen als er nog gewicht op staat. Een ollie begin je dus door te springen. Als je moeite hebt met de hoogte van je ollie, glijd je voorste voet dan nog niet naar voren. Dit komt dan later wel. 5. Spring op, en trap je tail tegelijkertijd naar beneden. Een goede, sterke ‘pop’ is erg belangrijk: dit is de kracht die je aan je ollie geeft. Het heet een ‘pop’ vanwege het geluid dat je board maakt als het de grond raakt. De pop zorgt ervoor dat je board stuitert. De timing van je pop is cruciaal. Nadat je bent gesprongen, pop het board dan gelijk als je het gewicht op je board minder voelt worden. Dit kan lastig lijken omdat de sprong en de pop tegelijk lijken te gebeuren. Als je het op deze manier visualiseert dan helpt het echter al een hoop. Als skateboarden nieuw voor je is dan heb je waarschijnlijk wel eens op de tail van het board getrapt, zodat je het vast kon pakken. De pop werkt volgens hetzelfde principe, alleen sta je dan zelf op het board. Het kan zijn dat je board de grond niet afkomt omdat je je tail te hard naar beneden drukt met je voet. Je wilt dat de grond je helpt het board omhoog te laten klikken. Je wilt niet dat je board over de grond geveegd wordt, waardoor je timing helemaal misloopt. 6. Laat je voorste voet naar voren glijden als je begint met springen. Draai je voet naar binnen en laat het in een vloeiende beweging naar de voorkant van je board glijden. Trek je achterste been omhoog terwijl je dit doet. Onthoud dat je deze stap tegelijk met je sprong moet doen. Als je te vroeg naar voren glijdt zal je ollie heel laag blijven; als je te laat glijdt dan komt je board nooit horizontaal op het hoogste punt van je ollie. 7. Trek je knieën op. Hoe hoog je dit precies moet doen hangt af van hoe hoog je ollie is. Maar je board kan natuurlijk nooit hoger komen dan je voeten. Als je dus een hoge ollie wilt maken moet je je voeten zo hoog mogelijk optrekken. 8. Als je voorste voet helemaal opgegleden is, zorg er dan voor dat je board horizontaal in de lucht komt te hangen. Oefen druk op het board uit als je weer naar beneden komt. Zorg ervoor dat je board horizontaal in de lucht komt te hangen. Met andere woorden, probeer te voorkomen dat je ‘nose’ omhoog steekt in de lucht. Deze techniek is zeker handig als je ‘gaps’ gaat overbruggen. 9. Probeer met beide voeten tegelijk te landen, met je voeten zo dicht mogelijk bij de trucks. Als je een ollie landt met je voeten in het midden van je board, dan zal deze breken. Ook als je met je voorste voet op je nose, en je achterste voet op je tail landt is de kans op een gebroken deck groot. Zorg ervoor dat je knieën de landing absorberen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-ollie-doen", "language": "nl"}
Haar hydrateren	Droog, broos haar is niet alleen moeilijk te onderhouden, maar kan gemakkelijk omslaan in een 'bad hair day'. Gelukkig is het gemakkelijk om haar te hydrateren, en je hoeft niet per se naar de winkel te lopen en speciale producten te kopen. Alles wat echt nodig is, zijn een paar veranderingen in je haarverzorgingsroutine. Als je het wat luxer wilt doen, kun je een paar eenvoudige maskers maken met behulp van ingrediënten uit je koelkast en keukenkast. Met wat tijd, liefde en zorg zal je haar er weer gezond, sterk en gehydrateerd uit gaan zien. 1. Beperk hoe vaak je een hittebron gebruikt om je haar in model te krijgen en kies in ieder geval een lagere warmte-instelling wanneer je dit doet. Te vaak föhnen, stijlen en krullen van je haar kan ertoe leiden dat het droog en broos wordt. Een te hoge temperatuur kan ook schade toebrengen. Als het buiten niet te koud is, overweeg dan om je haar op natuurlijke wijze te laten drogen. Als je je haar moet verhitten om het in model te krijgen, spray dan eerst met een middel om het te beschermen tegen de hitte. Overweeg het gebruik van ionische haardrogers. Ze doordringen je haar met negatief geladen ionen, die helpen bij het vasthouden van vocht in je haar. Gebruik een lagere temperatuur voor je föhn, stijltang of krultang. Het duurt langer om de gewenste stijl te krijgen, maar het zal vriendelijker zijn voor je haar. Zorg dat je je haar niet elke dag föhnt, steilt of krult. Zelfs met een tegen hitte beschermende spray, kan te veel hitte schadelijk zijn voor je haar. Experimenteer met verschillende kapsels, zoals vlechten, extensies, natuurlijke krullen, etc. 2. Gebruik de juiste shampoo en conditioner, en niets dat siliconen en/of sulfaten bevat. Kies shampoo en conditioner die geschikt is voor jouw haartype. Dit zal in de meeste gevallen droog of krullend haar zijn; heb je echter fijn, droog haar, gebruik dan een shampoo en conditioner voor fijn haar. Zoek producten die Aloë vera of abrikozenpitolie bevatten, voor extra vocht en hydratatie. Was je haar niet met heet water. Heet water kan je haar (en huid) ontdoen van zijn natuurlijke oliën en vocht, en het droog en dof maken. Siliconen kunnen je haar er glanzend en glad uit laten zien, maar kunnen alleen met sulfaten worden verwijderd. Als je ze niet behoorlijk verwijdert, zullen ze achterblijven waardoor je haar er slap en saai uit gaat zien. Sulfaten zijn agressieve reinigingsmiddelen die je ook in veel huishoudelijke schoonmaakmiddelen aantreft. Ze zijn goed in het verwijderen van siliconen, maar doen haar ook bros en droog aanvoelen. 3. Was je haar niet elke dag. Het klinkt misschien vies, maar je haar slechts tweemaal of driemaal per week wassen is eigenlijk beter voor je haar. Hoe vaker je je haar wast, hoe droger het wordt. Als je je haar elke dag moet wassen, was je haar dan om de twee dagen met alleen conditioner. Je wast je haar 2-3 keer per week met alleen shampoo. Let goed op hoe je je haar wast. Gebruik shampoo vooral bovenop je hoofd en conditioner vooral bij je haarpunten. Heb je dik, grof haar, gebruik dan eerst een gewone, uit te spoelen conditioner, en vervolgens een conditioner die je laat intrekken nadat je hebt gedoucht. Heb je uitgegroeid haar, laat dan 's nachts een diepe conditioner in je haar intrekken (onder een plastic douchekapje). Was de volgende ochtend je haar met shampoo en conditioner, zoals je gewend bent. Conditioner afwisselen met shampoo is geweldig voor krullend haar, omdat dit je krullen voorziet van vocht en minder kroezig maakt. 4. Verf, highlight, permanent en ontspan je haar niet te vaak. Al deze styling-technieken maken gebruik van chemicaliën, waardoor je haar na verloop van tijd droog en broos wordt. Hoewel er weinig is dat je kunt doen wat als het gaat om veilig permanenten, zijn er wel een paar manieren om je haar op een minder schadelijke manier te verven, highlighten of ontspannen: Gebruik eventueel een ammoniakvrije haarverf. Je zult waarschijnlijk naar de kapper moeten om dit professioneel te laten doen, maar het is veel vriendelijker en zachter voor je haar. Heb je delicaat haar, gebruik dan een hydraterende haarverf. Overweeg een balayage te laten doen in plaats van gewone highlights. Balayage zijn highlights vanaf het midden van je haar naar beneden. Omdat de wortels niet worden aangetast, hoef je dit niet vaak bij te werken. Het ziet er ook natuurlijker uit. Overweeg het gebruik van een relaxer zonder chemicaliën. Het is nog steeds schadelijk voor je haar (dus doe dit niet te vaak), maar het is zachter dan de gebruikelijke chemische methode. 5. Bescherm je haar tegen de elementen, met name de wind en de zon. Beide kunnen je haar droog en broos maken. Spuit op een warme, zonnige dag je haar met een uv-beschermingsspray of draag een hoed; je kunt in de winter ook een hoed of kap dragen, om te voorkomen dat je haar uitdroogt. Hier zijn enkele andere dingen die je in gedachten kunt houden: Breng een rijke, verzorgende crème aan en doe een badmuts op voor je gaat zwemmen. Dit zorgt ervoor dat je haar niet uitdroogt in gechloreerd water. Gebruik in de winter een rijke, vochtinbrengende conditioner. Voeg eens per week een behandeling met een diepe conditioner toe aan je haar verzorgingsregime, voor extra hydratatie. 6. Wees voorzichtig met het borstelen van je haar. Borstel je haar altijd in stapjes, te beginnen vanaf de uiteinden, en nooit recht naar beneden vanaf de wortels. Borstel je haar ook nooit terwijl het nat is, want dit kan de haren gemakkelijk doen breken of scheuren. In plaats daarvan kam je je haren zachtjes met je vingers of een kam met brede tanden. Zodra je haar droog is, kun je het met behulp van een kam met brede tanden (aanbevolen voor krullend haar) of een natuurlijke, varkensharen borstel (dit helpt bij het verspreiden van je natuurlijke haarolie). Als je moet, gebruik dan een anti-klitspray of crème, om het borstelen makkelijker te maken. 7. Gebruik elke week een gekochte, diepe conditionerbehandeling. Nadat je je haar hebt gewassen, breng je een diepe conditioner aan en stop je je haar in onder een douchemuts. Wacht 15 tot 30 minuten vóór je de conditioner er weer uitwast. 8. Maak en gebruik een eenvoudige spray als conditioner-behandeling. Vul een sproeiflacon tot twee derde met water, en een derde met een conditioner die je laat intrekken. Sluit de fles en schud om het geheel te mengen. Spuit het mengsel in je haar, totdat het vochtig is geworden, en breng daarna een volle vochtinbrengende crème aan. 9. Gebruik een behandeling met warme olie als snelle en gemakkelijke oplossing. Verwarm 1-2 el olie (zoals kokosolie of olijfolie) en kam dit door je haar. Bedek je haar met een plastic douchekapje en wacht 20 tot 30 minuten. Spoel daarna de olie uit je haar en was het met shampoo en conditioner. Heb je zeer dik of lang haar, dan moet je wellicht meer olie gebruiken. Om het masker zelfs nog doeltreffender te maken, ga je onder de hete zon zitten of onder een haardroger. De warmte zal je haar helpen om de olie beter te absorberen. Als alternatief kun je ook de olie toepassen op je haar, een plastic douchemuts opdoen en onder een haardroger gaan zitten voor een vergelijkbaar effect. 10. Probeer een eenvoudig honingmasker met kokosolie. Doe 1 el honing en 1 el kokosolie in een schaal die geschikt is voor de magnetron. Verwarm de honing en olie in de magnetron tot de olie smelt, en roer het geheel door elkaar. Kam het masker in je haar, en bedek je haar daarna met een plastic douchemuts. Wacht 30 tot 40 minuten, en spoel het masker daarna uit je haar met warm water en shampoo. Heb je geen kokosolie, dan kun je ook olijfolie gebruiken. Honing is geweldig voor haar, omdat het helpt bij het insluiten van vocht. 11. Maak een masker van honing, olie en yoghurt om je haar te hydrateren en sterker te maken. Meng in een kleine kom 1 tl olijfolie, 1 el honing en 65 gram gewone Griekse yoghurt. Pas het masker toe op vochtig haar, en bedek je haar daarna met een plastic douchemuts. Wacht 15 tot 20 minuten en was het masker daarna uit je haar met warm water en shampoo. 12. Probeer een voedende avocado en oliemasker als je haar wat bros en droog is. Meng in een kleine kom, een rijpe avocado en 1 el olijfolie. Voor extra voeding en hydratatie doe je er nog 1 el honing bij. Breng het masker aan op je vochtige haar, en doe daar vervolgens een plastic douchemuts overheen. Wacht 15 tot 60 minuten en was het masker daarna uit je haar. 13. Maak een honingmasker met banaan om je haar te hydrateren en gebroken haren te voorkomen. Meng in een blender, een rijpe banaan met 1 el honing en 1 el olijfolie. Blijf doorgaan met mixen tot het mengsel glad is en er geen stukjes banaan meer te zien zijn. Kam het mengsel in je haar en masseer het in je hoofdhuid. Bedek vervolgens je haar met een plastic douchemuts. Wacht 15 minuten en was het masker daarna uit je haar. De banaan in dit masker helpt bij het herstellen van de elasticiteit van je haar en voorkomt afgebroken haren. 14. Eet voldoende producten met silica, voor gezond haar. Een van de redenen waarom haar droog kan worden is dat het ongezond is. Je kunt wellicht de kracht en glans van je haar herstellen door genoeg silica te eten, een mineraal dat in asperges, paprika's, komkommers, aardappelen en andere groenten zit. 15. Zorg dat je genoeg proteïne en vitaminen binnenkrijgt. Vlees is een voor de hand liggende bron van proteïne, maar dat geldt ook voor andere voedingsmiddelen, waaronder eieren, yoghurt en bonen. De vitaminen A, B, C, E en K zijn ook allemaal bijzonder belangrijk voor het haar en te vinden in fruit, granen en groene bladgroente. Naast vitaminen moet je ervoor zorgen dat je genoeg bètacaroteen, foliumzuur, magnesium en zwavel binnenkrijgt via je voeding. 16. Eet voeding met de essentiële vetzuren tegen droogheid en brosheid van het haar. Essentiële vetzuren vind je meestal in vis, waaronder haring, makreel, zalm, sardines en tonijn. Je treft ze ook aan in avocado's, vlaszaad, olijven en noten. 17. Drink ongeveer 6-8 koppen (1,5 tot 2 liter) water per dag. Niet alleen is water belangrijk voor de gezondheid van je lichaam, maar het is ook belangrijk voor de gezondheid van je haar. Drink je niet genoeg water, dan zullen je haar en huid droog uitdrogen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Haar-hydrateren", "language": "nl"}
Ramen noedels in de magnetron bereiden	Ramen is een iconische maaltijd die snel klaar is. Als je dat nú wil eten – als in, nu meteen – dan is de magnetron erg handig. Je kunt leren om je noedels snel en efficiënt te bereiden in de magnetron, samen met een paar handige manieren om van je noedels een serieuze maaltijd te maken. Zie verder bij stap 1 om meer te leren over het klaarmaken van ramen noedels in de magnetron. 1. Haal de noedels uit de verpakking. Sommige enthousiastelingen van ramen noedels vinden het heerlijk om de noedels in de verpakking te breken, zodat de noedels korter zijn (als vermicelli) en makkelijker te lepelen, terwijl anderen liever de noedels opslurpen op traditionele wijze. 2. Doe de noedels in een kom geschikt voor in de magnetron en zet het onder water. Meestal heb je ongeveer tussen 1 en 2 koppen water nodig, afhankelijk van de grootte van de kom en hoeveel bouillon je wilt hebben voor in de soep. Om spatten in de magnetron te voorkomen is het aan te bevelen om er een deksel op te doen, of een stuk keukenpapier er overheen te leggen, om een bende te voorkomen. De noedels kunnen in de kom gaan drijven, maar dat is geen probleem. Zorg dat je een kom gebruikt die geschikt is voor de magnetron. Plastic kommen en styrofoam zijn controversieel vanwege BPA en andere gifstoffen die in je eten terecht kunnen komen tijdens de bereiding van het voedsel in de magnetron. 3. Doe je ramen ongeveer 3-5 minuten in de magnetron. De exacte kooktijd kan variëren, omdat niet alle magnetrons hetzelfde zijn. Om de noedels gelijkmatig te laten garen is het van belang regelmatig te controleren of ze niet te lang koken, waardoor ze zacht en zompig worden, en zeker niet al dente. Stop de magnetron ongeveer halverwege de kooktijd en roer ze wat om met een vork. Als je wilt dat de noedels als een plak samengeklonterd blijven, duw ze dan alleen wat aan en draai de plak om zodat het heel blijft. 4. Laat de noedels ongeveer 3 minuten staan nadat de magnetron is gestopt. Haal ze niet meteen uit de magnetron! Je zult niet de eerste zijn die zich brandt aan hete noedels.. Als je toch de noedels meteen uit de magnetron haalt, gebruik dan ovenwanten en wees voorzichtig. Dit is het perfecte moment om het kruidenbuiltje toe te voegen, nu het water nog mooi heet is. 5. Gebruik het kruidenbuiltje. Roer de kruiden door de noedels met een lepel of vork. Zijn de kruiden goed doorgeroerd, giet dan de Ramen over in een andere kom, als je dat wilt, en geniet van overheerlijke noedels. Als alternatief kun je ook de kruiden toevoegen voor je de noedels kookt. Dit is meestal gemakkelijker als je de noedels gewoon op het fornuis kookt, maar is ook mogelijk in de magnetron. Als je het beter vindt om de kruiden met de noedels mee te koken omdat dat nog meer smaak aan de noedels geeft, doe je eerst de noedels samen met de kruiden in de kom, en vervolgens water er bij. 6. Meet 1-2 koppen water af in een kom die geschikt is voor de magnetron. Een andere gemakkelijke manier om de noedels te maken is door het water eerst te koken en dit vervolgens aan de noedels toe te voegen, waarna je ze laat weken. Als je het lekkerder vindt dat de noedels iets steviger zijn, dan is dit een geweldige manier om ze klaar te maken in de magnetron. Afhankelijk van hoeveel bouillon je wilt is alles tussen de 1 en 1/3 kop en 2 koppen prima. Minder zal ervoor zorgen dat het sneller kookt, maar zorg wel dat je voldoende hebt om voldoende bouillon te maken. 7. Doe de noedels tenminste 2-3 minuten in de magnetron. Vanwege de manier waarop de microgolven de wateratomen in beweging brengen, zie je het water niet constant borrelen of stomen, zoals in de pan op het fornuis. Soms lijkt het helemaal niet heet te zijn. Het zal misschien nodig zijn om de noedels een paar keer in de magnetron te plaats, 2-3 minuten, en tussendoor snel alles even door elkaar roeren. Je kan altijd beter het zekere voor het onzekere nemen, dus gebruik ovenhandschoenen om de kom uit de magnetron te halen. 8. Doe de noedels in een andere kom. Terwijl het water aan de kook wordt gebracht in de magnetron, haal je de noedels uit de verpakking en doe je ze in een aparte kom. Je kunt de kruiden er nu bij doen, of als de noedels zijn gekookt. 9. Giet het kokend hete water uit over de noedels. Sluit de kom af en laat de noedels ongeveer 3 tot 5 minuten in het hete water weken, tot de noedels zacht zijn geworden. Eet smakelijk! Kant en klare noedels in plastic of styrofoam doe je niet in de magnetron. Verhit het water en giet dit daarna pas pij het kant en klare product, want je wilt liever geen gesmolten plastic als lunch. Jakkes. 10. Kruiden en specerijen toevoegen. Vergeet het bijgeleverde pakketje smaakmakers. Veel beter is het om de noedelsoep zelf te kruiden. Met een paar specerijen die je voor niet al teveel geld bij de meeste supermarkten/toko's wel kunt krijgen, kun je de Ramen aanpassen en omtoveren in een heerlijke restaurantmaaltijd. Probeer ook om de bouillon op smaak te brengen met een willekeurige combinatie van de volgende ingrediënten, nadat je het uit de magnetron hebt gehaald: Miso Hoisinsaus Rijstazijn Citroen-/limoensap Sriracha of sambal Sojasaus Honing Groene uien Basilicum 11. Voeg er groenten aan toe. Voeg spinazie, vers gehakte basilicumbladeren, of andere groenten toe aan je Ramen om de smaak te verbeteren en nog gezonder te maken. Een eenvoudige manier om je Ramen compleet te maken. , kun je selderij, fijn gehakte wortel, knoflook en/of uien aan de soep toevoegen. Diepvries erwten zijn perfect om textuur toe te voegen, evenals elke andere diepvriesgroente die je in de koelkast hebt liggen. , voeg je er groente aan toe, of fijngehakte kruiden ter garnering. Basilicum en korianderblad (cilantro) zijn vooral erg lekker, maar rozemarijn en een eetlepel room voor bij de kip-ramen? Het is een smakelijke traktatie die ruikt als een de herfst en het karakter van de maaltijd volledig verandert. 12. Leuk het op met wat eieren. Een veel gebruikte aanvulling op de Ramen zijn eieren. Hoewel het wat lastig is om de eieren in de soep zelf te koken, kun je natuurlijk altijd een gekookt ei fijnhakken ter garnering of toch een rauw ei door de bouillon roeren en op die manier klaarmaken in de magnetron. Als je een ei door de soep wilt roeren om deze dikker te maken en smaak toe te voegen, verwijder je eerst de noedels uit de soep na het koken, en roer je vervolgens het ei met een vork er doorheen. Zet het vervolgens weer een minuutje in de magnetron. Het hete water zou het ei voldoende moeten garen, maar om zeker te zijn van je zaak, is het beter om het geheel nog even te verhitten. 13. Eenvoudige pinda-noedels. Gooi de bijgeleverde smaakmakers aan de kant en maak je eigen Thaïse pinda-noedels met een pakje Ramen. Alle ingrediënten heb je waarschijnlijk wel in je keuken liggen. In een kom doe je 1 opgehoopte eetlepel biologische pindakaas. Voeg daar wat rietsuiker aan toe, een theelepel sojasaus en Sriracha of een andere pittige saus naar smaak. Heb je gember, voeg dat er dan vers of in poedervorm ook aan toe. Wanneer je de noedels uit de magnetron haalt, giet dan het meeste hete water af, maar laat wat achter om er een saus mee te binden. Doe de noedels in een kom met de saus en goed roeren. Doe er wat gehakt korianderblad en wortel bij. Heerlijk.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Ramen-noedels-in-de-magnetron-bereiden", "language": "nl"}
Buikvet verliezen zonder beweging of dieten	Gewicht verliezen is een populair fitnessdoel. Veel mensen vinden het belangrijk om gewicht te verliezen. Voor veel mensen is met name de buik een punt van zorg, en onderzoek wijst uit dat visceraal vet (vet dat rondom de interne organen zit) het meest gevaarlijk is voor je gezondheid. Hoewel je zonder beweging en een dieet niet veel gewicht zal verliezen, zijn er een aantal dingen die je kunt doen om je buikvet te verminderen zonder dat je naar de sportschool hoeft of jezelf hoeft uit te hongeren. 1. Probeer vormende kleding. Er zijn ontzettend veel opties in ondergoed en kleding, opties die het middelste deel van je torso kunnen verstevigen en vormen. Dergelijk ondergoed is algemeen verkrijgbaar in verschillende soorten en de meeste maten. Voor vrouwen zijn er ook vormende panty's, shorts, body suits, hemdjes en topjes. Vaak gemaakt van Lycra, elastiek of een combinatie daarvan. De meeste ondergoedmerken voor vrouwen hebben vormende tops, maar de meest populaire merken voor vormend ondergoed zijn Spanx, Soma, en TC Shaping. Koop je normale maat en verwacht dat hij klein valt. Er zijn ook veel opties voor mannen, waaronder de merken Spanx of Sculptees. Deze bieden tops die gericht zijn op de buikspieren. In feite zijn het compressie shirts, die de uitstraling van de buik wat veranderen. Hoewel de resultaten verschillen, zijn er bedrijven die zeggen dat hun product 7,6 – 12,7 cm van de buikomtrek kan wegnemen. 2. Neem je voordeel van de huidige trends in taille-training. Deze methode houdt in dat je een strak kleding stuk over de buik draagt. Als je het goed doet, kan het dragen van bijvoorbeeld korsetten leiden tot een smaller silhouet, zonder dat je verandering in je levensstijl hoeft door te voeren. Sommige bekendheden zweren dat taille-training helpt om gewicht te verliezen, maar volgens dokters zal het je niet helpen om vetcellen kwijt te raken. Het kan je helpen gewicht te verliezen door je maag samen te persen terwijl je eet, zodat er niet zoveel ruimte is in je maag en je niet zo veel kan eten. Daarnaast kan de vetcel uitzetten of krimpen, afhankelijk van de hoeveelheid vet die de cel opslaat. Pas op met te strakke korsetten en draag ze niet te vaak. Ze kunnen de capaciteit van je maag verminderen, waardoor je na een normale portie eten al zou kunnen overgeven. Ze kunnen tevens bijdragen aan de productie van maagzuur en ze kunnen je organen samenpersen. Koop je korset in een winkel met personeel dat weet waar ze het over hebben. Ze kunnen je helpen de korset juist aan te trekken en je leren hem correct aan te snoeren, zodat hij niet te strak zit. 3. Overweeg een body wrap. Body wraps zijn spa-behandelingen, waarvan wordt gezegd dat ze het buikgedeelte kunnen ontgiften en versmallen. Met wat oefening kan dit ook thuis worden gedaan. Hoewel het proces kan verschillen, bestaat het meestal uit verschillende stappen en het aanbrengen van verschillende lichaamsproducten. De estheticus begint door het masserend aanbrengen van een scrub op het buikgedeelte, die vervolgens onder een douche wordt afgespoeld. De scrub zal verschillende kruiden en mineralen bevatten, waarvan wordt gedacht dat ze de huid ontdoen van onzuiverheden en vet en cellulitis verminderen. Vervolgens wordt een lotion of olie aangebracht, die verzachtende eigenschappen bevat. Dan wordt je stevig in linnen, plastic of warmte-dekens gewikkeld, waarna het lichaam gedurende ca. 30 minuten wordt verwarmd met een elektrische deken, waardoor je zal gaan zweten. Vooral van deze stap wordt gedacht dat het onzuiverheden verwijdert en vet vermindert. Nadat de deken en de wikkels zijn verwijderd, zal je weer gemasseerd worden om de bloedsomloop te verhogen. Hoewel dit proces niet wordt aangeraden voor gewichtsverlies, geven veel cliënten aan dat het de zichtbaarheid van buikvet en cellulitis wel vermindert, vooral bij meerdere behandelingen. Wegens het zweten (en verlies van watergewicht) is het niet vreemd dat je een paar centimeters kwijt raakt, maar dit is tijdelijk. 4. Verminder je watergewicht. Het lichaam kan om verschillende redenen water vasthouden, waardoor een opgezwollen uiterlijk, vooral rondom het middel, wordt gecreëerd. Het verminderen van het watergewicht zal je middel tijdelijk versmallen. Hydrateer. In veel gevallen is het vasthouden van water een manier voor het lichaam om uitdroging te voorkomen, dit gebeurt wanneer je niet voldoende water op een dag drinkt. Vooral in de warmere maanden is dit van toepassing. Zorg ervoor dat je ten minste 8 glazen (of 2 liter) hydraterende vloeistof op een dag drinkt. Dit zal helpen je systeem door te spoelen en het zal opzwellen verminderen. Verminder je zoutinname. Overmatig zout kan ervoor zorgen dat het lichaam water vast gaat houden. Verwerkt voedsel en voedsel in restaurants zijn de grootste bronnen van zout inname. Dergelijk voedsel zorgt voor ongeveer 75 % van het zout in je normale dieet. Je zou niet meer dan 1,5mg zout per dag moeten innemen, dit is net iets meer dan een halve theelepel. Verminder je alcohol en koffie inname. Deze dranken staan er om bekend dat ze uitdroging veroorzaken, wat ervoor kan zorgen dat je lichaam vocht gaat vast houden (het lichaam zal alles wat mogelijk is vast houden). 5. Voorkom het inslikken van lucht. Dit lijkt misschien een vreemde suggestie, maar het inslikken van lucht is een van de grootste oorzaken van opgeblazenheid, wat weer bijdraagt aan een boller buikgedeelte. Het verminderen van de hoeveelheid lucht die je gedurende een dag inslikt, kan je buikmaat al verkleinen. Vermijd koolzuurhoudende dranken, zelfs die met nul calorieën (zoals koolzuurhoudend water). Drankjes waar lucht in zit, vullen je buik met lucht. Hierdoor krijg je een opgezwollen uiterlijk. Vermijd roken. Rokers die inhalen hebben de neiging de rook in te slikken, waardoor de buik opzwelt. Vermijd het kauwen van kauwgom en praten tijdens het eten. Deze gewoontes leiden beide tot het inslikken van lucht. 6. Oefen een goede houding. Het veranderen van je postuur zal je buikvet niet doen verdwijnen, maar het zal je er slanker uit doen zien omdat het buikvet gelijkmatig over de torso wordt verdeeld, in plaats van zich de concentreren in het buikgedeelte. Probeer je bovenlichaam recht, je schouder naar achteren en je hoofd omhoog te houden. Wanneer je zit, moeten je billen de achterkant van de stoel raken en de normale golvingen in de rug moeten aanwezig zijn (wat inhoudt dat een kleine opgerolde handdoek boven je billen moet passen). Wanneer je staat, houd je schouders dan naar achteren, trek je buik in en plaats je voeten ongeveer op heupwijdte uit elkaar. Als je een klein beetje oefening niet erg vindt, dan zijn er oefeningen om je rug en torso te versterken. Dit maakt het makkelijker om een goed postuur te houden terwijl je de spieren in je middel versterkt. Probeer terwijl je je houding verbetert een paar lichte crunches en makkelijke rugoefeningen aan je schema toe te voegen. 7. Slaap voldoende. Slapen zelf zorgt niet voor vet verbranding, maar het is een cruciaal onderdeel van afvallen en pogingen tot afvallen. Voornamelijk omdat slaapgebrek het afvallen moeilijker maakt. Als je niet goed uitgerust bent, is het moeilijk om jezelf te motiveren om iets te doen. Het is dan ook moeilijker om de lekkere trek onder controle te houden: het is waarschijnlijker dat je impulsief junk food gaat eten als je onvoldoende energie hebt. Hoewel iedereen andere slaapbehoeftes heeft, hebben de meeste volwassenen tussen de 7 en 9 uur slaap nodig. Kinderen en ouderen hebben vaak meer slaap nodig. 8. Vind een fitness-positief steunnetwerk. Het kan je helpen om gezonder te leven als je jezelf omringd met mensen die zijn toegewijd aan een gezonde levensstijl. Tijd doorbrengen met mensen die gezondheidsbewust zijn, kan jou meer mogelijkheden bieden om deel te nemen in activiteiten die leiden tot gewichtsverlies. Zet je in om tijd door te brengen met mensen die hobby's hebben die een gezonde levensstijl bevorderen, zoals wandelen, sporten, fietsen, gezond thuis koken enz. Beperk de tijd die je doorbrengt met mensen die ongezonde hobby's, zoals het eten van junk-food, veel alcohol drinken en veel tv kijken, hebben. Als niemand in je familie of vriendenkring geïnteresseerd is in gezonde activiteiten, wees dan niet bang om nieuwe contacten te zoeken. Sluit je aan bij een sportclub of sociale activiteiten groep. Neem een cursus in gezond koken of doe mee met een spinning-les in het buurthuis. Er zijn veel gezonde manieren om nieuwe mensen te ontmoeten, maar je moet het wel doen! 9. Begin met het bijhouden van je gewicht. Sommige voedingsexperts suggereren dat het hebben van een duidelijke indicatie van je gewicht je kan helpen om gezonder te gaan leven. Het bijhouden van je gewicht dwingt je om gezond te denken. Als de getallen op de weegschaal omhoog gaan, weet je dat het tijd is om je gewoontes aan te passen. Het gewicht van een mens kan tot wel 4,5 kg per dag verschillen. Om een goed gemiddelde te krijgen, moet je jezelf elke dag op het zelfde tijdstip wegen (bijvoorbeeld direct als je uit bed stapt). Tel aan het einde van de week de getallen bij elkaar op en deel het totaal door zeven. Het getal dat je dan krijgt, is je gemiddelde gewicht. 10. Drink voldoende water. Als je normaal gesproken frisdrank, sportdrank, koffie met een smaakje en suiker en melk of andere drankjes met veel calorieën drinkt, probeer deze dan te vervangen met water. Je krijgt dan dezelfde hoeveelheid vocht binnen en je bent net zo verzadigd, terwijl je minder calorieën binnen krijgt. Houd dit vol, want dan kun je een beetje afvallen zonder extra moeite. De gezondheidsvoordelen van water zijn goed gedocumenteerd. Het drinken van water geeft energie aan de spieren, houdt de huid gezond en vrij van oneffenheden en geeft je een energiestoot. Het beste aan water is dat het nul calorieën bevat, je kunt er zo veel van drinken als je wilt. Bekijk deze tips om water in je dagelijkse schema te incorporeren voor meer goede ideeën. Ruil frisdrank niet in voor vruchtendrank, dat zit ook vol met calorieën. Het proces van sap maken verwijdert alle gezonde vezels uit het fruit en laat niets dan suiker over. Houdt het voor de beste, buikvriendelijke hydratatie bij water of water met een smaakje, zonder calorieën. 11. Eet vaker en in kleinere porties. In plaats van drie grote maaltijden per dag is het goed om meerdere kleine maaltijden van een paar honderd calorieën te eten. Dit herstart het eetritme, waardoor je weet wanneer je werkelijk honger hebt in plaats van te eten uit gewoonte. Een handige manier om de porties te verkleinen is door kleinere borden te gebruiken. Kleinere borden doen de hoeveelheid voedsel dat er op ligt groter lijken, dit wordt veroorzaakt door iets wat we de Delboeuf-illusie noemen. In feite houd je je hersenen voor de gek, waardoor je een voldaan gevoel hebt met minder voedsel. 12. Houd de hoeveelheid eten bij. Vertrouw niet op je ogen om je te vertellen hoeveel je moet eten, maar gebruik je hersenen. De trend in commerciële keukens is het serveren van grote porties, waardoor veel mensen een vertekend beeld hebben van wat een normale portie is. Gebruik maatbekers en de informatie over voedingswaarde die op de verpakking van je voedsel wordt gegeven, om te verzekeren dat je één portie eet. Je kunt ook investeren in een simpele voedsel weegschaal. Van veel voedselsoorten zijn de porties makkelijk visueel te onthouden. Hieronder zie je enkele voorbeelden (voor meer, zie hier): Groenten en fruit: ongeveer ter grootte van je vuist Vlees, vis of gevogelte: ongeveer ter grootte van je handpalm (zonder de vingers) Kaas of vettige smeersels: ongeveer ter grootte van je duim Koolhydraten (rijst, pasta, enz.): ongeveer ter grootte van een cakevormpje 13. Eet ontbijt. Veel mensen slaan het ontbijt over en compenseren de ernstige honger vervolgens door veel te veel te eten tijden de lunch en het avondeten. Zorg ervoor dat je ontbijt voor ten minste één deel bestaat uit iets uit de drie voedselgroepen: melkproducten, fruit en granen. Als je op een dieet bent waarbij je veel proteïne en weinig koolhydraten moet eten, zou je eieren en kaas kunnen eten. Het belangrijkste is dat 's ochtends eten je metabolisme op gang brengt en je lichaam niet in de staat van vasten blijft. Een gezond ontbijt voor een volwassene van ongeveer 70 kg bestaat uit 300-400 calorieën. 14. Maak slimme voedselkeuzes. Een gezond dieet is beter voor je taille dan een ongezonde leefstijl, zelfs als de hoeveelheid calorieën hetzelfde is. Eet vers fruit en verse groenten in plaats van voorverpakte snacks. Verwerkt voedsel bevat toegevoegde conserveringsmiddelen, kunstmatige ingrediënten en zitten vaak vol met koolhydraten, suiker en vet. Vers voedsel levert meer voedingswaarde per calorie dan verwerkte, koolhydraat-rijke snacks, zoals chips en crackers. Verwerkt voedsel bevat doorgaans ook veel meer zout, wat kan leiden tot vochtophoping in het lichaam en extra gewicht in het buikgedeelte. Snack nooit direct uit de zak of de doos. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die een grote bak popcorn kregen 44% meer popcorn aten dan mensen die een kleinere bak kregen. Het is makkelijker om te veel te eten als je een grote portie voedsel voor je hebt. Doe wat van je snack in een kom en zet de verpakking weg. 15. Controleer je porties wanneer je niet thuis eet. Het is vaak makkelijker om je porties thuis te controleren dan wanneer bijvoorbeeld in een restaurant zit, waar de gegeven porties vaak het totale aantal aanbevolen calorieën per dag bevatten. Of bij een vriend thuis, waar je niet kan controleren wat er in de maaltijd zit. Gelukkig zijn er een paar dingen die je kunt doen om de grootte van de portie te controleren op plaatsen waar je geen controle hebt over het voedsel: Bedenk van te voren wat je gaat bestellen. Veel restaurants hebben websites waar de voedingswaarde van hun menu's ook staat weergegeven. Je kunt dus al een slimme keuze maken voordat je het huis verlaat. Wanneer je in een restaurant bent, kun je de ober vragen om een doggybag mee te brengen wanneer je voedsel wordt geserveerd. Meet één portie af en doe de rest meteen in de doggybag. Je wordt dan minder verleid om door te blijven eten terwijl je met je vrienden praat. Als je bij iemand anders thuis eet, wees dan niet bang om te vragen om een kleine portie. Je kunt je bord dan helemaal leeg eten en je hoeft je vriend niet te beledigen door eten op je bord te laten liggen. Koop tijdens het boodschappen doen voedsel dat apart verpakt is, in plaats van voedsel dat in grote verpakkingen wordt verkocht. Koop bijvoorbeeld, in plaats van een grote bak ijs, een doos met apart verpakte ijsjes. 16. Schakel om naar voedsel dat je langer een voldaan gevoel geeft. Als het aankomt op het verminderen van buikvet, gaat het niet alleen om hoeveel je eet, maar ook om wat je eet. Bepaalde soorten voedsel geven slechts een korte energiestoot en een korte periode van voldaanheid, waardoor je alweer honger hebt voordat het tijd is voor je volgende maaltijd. Zoek alternatieven die je langer een voldaan gevoel geven. Vullend voedsel waar je lang van voldaan bent zijn onder andere volkorenbrood, -rijst, -pasta, -granen, noten, water, mager vlees en vis, eieren, groene groenten, bonen en peulvruchten. Niet vullend voedsel zijn bijvoorbeeld frisdrank, voorverpakte snacks, witte broden, -rijst, -pasta, snoep en zetmeel. 17. Eet langzaam. Als je snel eet, kun je een verrassende hoeveelheid voedsel doorslikken voordat je het gevoel begint te krijgen dat je vol en voldaan raakt. Langzaam eten biedt voldoende tijd om je vol en voldaan te gaan voelen, waardoor je kunt stoppen met eten zonder meer calorieën dan nodig in te nemen. Er is zelfs bewijs dat aangeeft dat langzaam eten zorgt voor de productie van specifieke hormonen in de hersenen, welke verantwoordelijk zijn voor het voldane gevoel. Neem de tijd om je eten te eten. Concentreer je op het kauwen, kauw elke hap 10-20 keer en neem een slokje water tussen elke hap eten. Leg de lepel of vork tussen elke hap neer. Eet, als het kan, samen met iemand anders, zodat je tijdens het eten kan pauzeren om te praten. Probeer eens om een alarm in te stellen aan het begin van je maaltijd, voor 20 – 30 minuten. Eet op een tempo dat je het laatste hapje eten pas neemt als de timer afgaat. Wanneer je klaar bent met eten, neem dan even pauze. Ook als je nog wat hongerig bent. Geef je lichaam de tijd om te herkennen dat het een volle maag heeft, dit kan soms een tijdje duren. Neem alleen meer eten als je na een half uur nog steeds hongerig bent. 18. Eet op rustige, stille locaties. Onderzoek geeft aan dan het eten op een rustige, stille plek ervoor zorgt dat je minder eet. Eten in luide, drukke en chaotische omgevingen kan juist leiden tot veel te veel eten. Hoewel niet zeker is wat de oorzaak hiervan is, vermoedt men dat dergelijke situaties je afleiden van het voldane gevoel door milde paniek te veroorzaken. Een alom bekende oorzaak voor snel, paniekerig eten is te laat komen op school of het werk. Je kunt dit verhelpen door je schema aan te passen. Overweeg om vroeger op te staan, zodat je de kans hebt om rustig een ontbijtje te eten voordat je vertrekt. 19. Houd bij wat je eet. Het bijhouden van wat je eet kan een openbarende ervaring zijn. Je eet misschien wel veel meer dan je denkt. Probeer je maaltijden en snacks bij te houden in een notitieboekje dat je altijd bij je hebt. Schrijf het aantal porties per maaltijd en de hoeveelheid calorieën per portie ook op. Er zijn verschillende websites en apps die het makkelijker maken om je dagelijkse voedsel inname bij te houden.Myfitnesspal en Fatsecret.com zijn twee makkelijk te gebruiken opties.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Buikvet-verliezen-zonder-beweging-of-dieten", "language": "nl"}
De steek van een pijlstaartrog behandelen	Pijlstaartroggen zijn platte vissen met één of meerdere giftige stekels aan de bovenkant van hun staart. Ze komen doorgaans voor in tropische kustgebieden en subtropische wateren, waardoor het mogelijk is dat de mens met deze vissen in aanraking komt. Hoewel ze normaal gesproken niet agressief zijn, zal een pijlstaartrog zijn stekel gebruiken uit zelfverdediging wanneer iemand per ongeluk op hem gaat staan, hierbij komt er gif in de wond terecht. Gelukkig kun je een eenvoudige behandeling toepassen als je onverhoeds in deze situatie bent terechtgekomen. 1. Blijf kalm. Hoewel een beet van een pijlstaartrog zorgelijk en pijnlijk is, zijn dergelijke beten zelden dodelijk. In werkelijkheid eist niet het gif de meeste dodelijke slachtoffers, maar inwendig letsel (wanneer de persoon gestoken is in de borst of maagstreek), hevig bloedverlies, allergische reacties of secundaire infecties. Dergelijke complicaties kunnen behandeld worden door goed opgeleid medisch personeel. 2. Probeer je symptomen vast te stellen. Neem een moment om vast te stellen met welke symptomen je te maken hebt. Veel voorkomende symptomen zijn: Pijn Zwelling Bloeden Zwakheid Hoofdpijn Spierkrampen Misselijkheid/Braken/Diarree Duizeligheid/Licht gevoel in het hoofd Hartkloppingen Ademhalingsproblemen Flauwvallen 3. Rangschik de ernst van de symptomen. Sommige symptomen zijn medisch gezien ernstiger dan andere. Stel vast of je te maken hebt met een allergische reactie, hevig bloed verliest of vergiftiging. Wanneer je één van de genoemde symptomen ervaart, dien je medische hulp te zoeken. Het zwellen van de tong, lippen, hoofd, hals of andere lichaamsdelen; ademhalingsproblemen, kortademigheid of piepende ademhaling; rode en/of jeukende uitslag; flauwvallen of het verliezen van je bewustzijn. Duizeligheid, flauwvallen of het verliezen van je bewustzijn, zweten, verhoogde hartslag, verlaagde bloeddruk, snelle ademhaling. Hoofdpijn, licht gevoel in het hoofd, hartkloppingen, spierkrampen, epileptische aanvallen. 4. Zorg dat je de juiste medische zorg of benodigdheden krijgt. Afhankelijk van de ernst van de symptomen, dien je de juiste medische zorg of benodigdheden te krijgen. Dit kan variëren van het in handen krijgen van EHBO-spullen, een bezoek aan de eerste hulp tot het bellen van het alarmnummer voor een ambulance. Schakel bij twijfel te allen tijde medische hulp in (bel bijvoorbeeld het alarmnummer). 5. Spoel de wond met zeewater. Als je je nog in het water bevindt, kun je de wond spoelen met zeewater, waardoor je vuil en viezigheid kunt verwijderen. Ga uit het water en droog de plek af met een schone handdoek om ervoor te zorgen dat je jezelf niet verder verwondt. Verwijder vuil dat is doorgedrongen in je hals, borst of maagstreek. 6. Probeer het bloeden te stoppen. Bloeden is gebruikelijk na een steek van een pijlstaartrog. Zoals altijd is het uitvoeren van druk op de wond of net boven de wond de beste manier om het bloeden te stoppen. Doe dit voor een paar minuten met één vinger. Hoe langer de druk wordt uitgevoerd, hoe groter de kans dat het bloeden stopt. Probeer gebruik te maken van waterstofperoxide in combinatie met het uitvoeren van druk op de wond om het bloeden te stoppen als het bloeden niet stopt met het uitvoeren van druk alleen. Wees voorzichtig, waterstofperoxide kan bijten! 7. Probeer de wond te weken in warm water. Je kunt deze stap combineren met het uitvoeren van druk om het bloeden te stoppen. Door de wond te weken in warm water, kun je de pijn verlichten doordat het gif dat bestaat uit eiwitten onwerkzaam wordt gemaakt. De optimale temperatuur is 45 °C, maar zorg ervoor dat je je niet brandt. Laat de wond gedurende dertig tot negentig minuten weken of totdat de pijn is verdwenen. 8. Houd de wond goed in de gaten en probeer tekenen van infectie vast te stellen. De juiste zorg voor de wond houdt in dat je het gebied schoon dient te houden door zeep aan te brengen en de wond te spoelen met water. Probeer de wond eveneens te allen tijde goed droog te houden. Houd de wond onbedekt en breng dagelijks een zalf met antibioticum aan. Vermijd het gebruik van crèmes, lotions en zalven zonder antibioticum. In de komende paar dagen, als het gebied rood of teer wordt, gaat jeuken, begint te zwellen of als er vocht uit de wond komt, dien je medische hulp te zoeken door naar een arts of de eerste hulp te gaan. Wellicht heb je antibiotica nodig en/of moet de wond gedraineerd worden. 9. Probeer zo snel mogelijk over een EHBO-koffer te beschikken. Afhankelijk van waar je je bevindt, zou je vrij gemakkelijk toegang moeten hebben tot een EHBO-koffer. Vraag iemand om de benodigdheden te halen, terwijl jij begint met het identificeren van je symptomen en behandelen van de wond. Dit zijn de items in een EHBO-koffer die het nuttigst zijn: Wondgaasjes Ontsmettingsmiddelen (waterstofperoxide, doekjes geïmpregneerd met alcohol, zeep) Pincet Pijnstillers Zalf met antibioticum Pleisters 10. Probeer vast te stellen waar de dichtstbijzijnde spoedeisende hulp of huisartsenpost is. Een professionele hulpverlener naar je wond laten kijken is geen slecht idee. Je zult niet alleen behandeld worden door een goed opgeleide professional, je verkleint eveneens de kans op infectie en andere complicaties. Een behandelplan met instructies en aanbevelingen, op basis van de beoordeling van de professional, zal je verstrekt worden. Als de dichtstbijzijnde spoedeisende hulp of huisartsenpost ten minste tien minuten rijden is, dien je eerst een EHBO-koffer proberen te verkrijgen om het bloeden onder controle te krijgen, voordat je vervoerd wordt. 11. Bel het alarmnummer. Dit is je vangnet. Bel in de volgende situaties het alarmnummer: Als je een open wond aan je hoofd of in je hals, nek, borst of maagstreek hebt. Als je niet beschikt over een EHBO-koffer of geen toegang hebt tot een spoedeisende hulp of huisartsenpost. Als je symptomen van een allergische reactie ervaart, veel bloed verliest of vergiftigingsverschijnselen vertoont. Als je medische aandoeningen en/of medicijnen gebruikt die van invloed kunnen zijn op de wondverzorging. Als je twijfelt of verward, onder invloed, minder alert, onzeker of bang bent (of iets dergelijks).	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-steek-van-een-pijlstaartrog-behandelen", "language": "nl"}
Een nummer blokkeren op je iPhone	De iPhone is Apple's bekende variant van de smartphone. Het is een mobiele telefoon, een mediaplayer, een foto- en videocamera en een internet- en e-mailapparaat ineen. Er is een aantal (onofficiële) manieren om ongewenste telefoonnummers op een lijst te plaatsen, te blokkeren of te kunnen screenen. Lees dit artikel om te leren hoe je dat doet. 1. Als je iOS 7 hebt geïnstalleerd op je iPhone kun je nummers heel gemakkelijk blokkeren. 2. Open je logboek. Tik op het pictogram van het telefoontje en selecteer "Recent" onderaan het venster. Hiermee open je het logboek. 3. Zoek het nummer dat je wilt blokkeren. Scrol naar onder en naar boven om het nummer te vinden. 4. Tik op de "i" naast het telefoonnummer om het infovenster te openen en selecteer "Blokkeer deze beller" onderaan het venster. Hiermee blokkeer je gesprekken, sms-jes, Facetime-berichten, alles van deze beller. Je zult het niet eens door hebben als ze je hebben gebeld. Je kunt ook blokkeren vanuit het logboek van je sms-jes of vanuit FaceTime. Een andere manier om te blokkeren is door naar de lijst "Geblokkeerd" in de instellingen te gaan. Tik op "Instellingen" en dan op "Telefoon". Hier vind je de lijst "Geblokkeerd" waar je nummers kunt toevoegen of verwijderen. 5. Zoek uit welke provider je hebt. Tik op "Instellingen". Je vind je provider bj "Aanbieder". 6. Neem contact op met je provider en dien een verzoek in om een nummer te blokkeren. Dit is de enige manier om een nummer te blokkeren op een iPhone met iOS 6 of ouder zonder een "Jailbreak". Bij de meeste providers kun je veel nummers laten blokkeren als je dat wilt. 7. Ga naar het menu "Contacten" op je iPhone. 8. Selecteer de contactpersonen die je wilt screenen. 9. Klik op de knop "Wijzig" naast het contactpersoon. 10. Stel de beltoon in op "Geen". Nu zul je het niet meer merken als je gebeld wordt door die contactpersoon. Het is natuurlijk niet hetzelfde als echt blokkeren, maar het is beter dan niets als je iOS 6 of ouder hebt. Wat je ook kunt doen is de naam van de contactpersoon wijzigen naar "Niet opnemen 1". Als je dan door diegene gebeld wordt zie je in je scherm staan dat je niet hoeft op te nemen. Voor andere contactpersonen kun je dan "Niet opnemen 2", "Niet opnemen 2" enz. aanmaken. 11. Jailbreak je iPhone. Om een app te kunnen gebruiken waarmee je nummers blokkeert zul je je iPhone eerst moeten jailbreaken, want deze software is niet officieel goedgekeurd door Apple. Jailbreaken is niet zonder risico. Als je dit risico niet wilt nemen op een telefoon met iOS 6 of ouder kun je beter methode 2 of 3 gebruiken. 12. Start na het jailbreaken het programma Cydia (de onofficiële App Store) en download een app waarmee je nummers kunt blokkeren. Hieronder vind je wat voorbeelden van apps waarmee je nummers kunt blokkeren: Call bliss Call blocker iBlacklist 13. Voeg de contactpersonen toe die je wilt blokkeren. Voer handmatig de nummers in en zet het schuifje op "On". 14. Configureer de geblokkeerde contactpersonen naar gelang je voorkeuren. Je kunt ervoor kiezen om te blokkeren voordat er een binnenkomend gesprek te zien is, je kunt het gesprek direct doorsturen naar je voicemail of je kunt je telefoon op stil zetten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-nummer-blokkeren-op-je-iPhone", "language": "nl"}
Latios vangen in Pokemon Ruby	Latios is een geweldige, Legendarische Pokemon, maar kan erg moeilijk zijn om te vangen! Hoewel het vinden van Latios een kwestie van geluk is, kan het vangen behoorlijk lastig zijn! Maar, met een beetje voorbereiding hoeft dit geen enkel probleem te zijn. 1. Versla de vier Elite. Latios zal niet beschikbaar zijn tot dit is afgerond. 2. Zodra de credits binnen zijn en je bent in je huis in Little Root, ga dan naar beneden en kijk televisie. Je zal er meer te weten komen over een blauwe, vliegende Pokemon die rondzwerft bij rond Hoenn. Dit is Latios. 3. Zorg dat je Masterball klaar staat. De beste methode is om je Masterball te bewaren voor Latios, omdat het te neiging heeft te vluchten. Als je de Masterball niet hebt bewaart, kijk dan bij het volgende deel van dit artikel. 4. Reis naar een geschikt gebied. Latios is een zwervende Pokemon en kun je overal aantreffen. Om Latios eenvoudiger te vangen, zal je naar een gebied moeten gaan waar je gemakkelijker kunt herladen, zoals het openen van een grot in de buurt van een veld, met een geheime kracht. 5. Zoek Latios. Zoek rond in het gras of een andere omgeving tot je de Latios hebt gevonden. Verspil geen tijd met het vechten met een andere Pokemon; ga gevechten uit de weg. Als je Latios in een bepaald gebied niet binnen 5 minuten hebt gevonden, gan dan uit het gebied en keer daarna terug. 6. Gooi de Masterball. Kom je latios tegen, gooi dan meteen de Masterball. Gefeliciteerd! Je hebt Latios gevangen! 7. Zorg dat je Pokemon klaar staat. Je zult Level 40 Pokemon nodig hebben om het op te kunnen nemen tegen Latios. Pak een Trapinch of een Wobbuffet of andere krachtige Pokemon die beschikt over Mean Look (zoals een Zubat of Golbat van Victory Road). Geef een Pokemon met Mean Look de Quick Claw vaardigheid en koop er een paar Carbos voor (zodatje verzekerd bent van topsnelheid). Plaats deze Pokemon vooraan in je groep. Wobuffet en Trapinch zijn bruikbaar omdat hun Shadow Tag (Wobuffet) en Arena Trap (Trapinch) vaardigheden ervoor zullen zorgen dat Latios niet kan ontsnappen. 8. Koop ladingen Ultra balls. Deze kun je het best gebruiken voor het vangen van Latios. Een gewone Pokeball is niet aan te raden. 9. Gebruik je vaardigheden. Als je Trapinch of Wobuffet hebt gekozen, snijd zijn HP dan wat bij en gooi er ladingen Ultra balls bij. In de andere gevallen, gebruik Mean Look meteen in het begin van het gevecht. Als je Latios laat flauwvallen, reset. Als hij ontsnapt, dan kun je hen nu volgen met een Pokedex, op dezelfde manier als het volgen van legendarische honden in G/S/C.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Latios-vangen-in-Pokemon-Ruby", "language": "nl"}
Viber gebruiken	Viber is een handige dienst die je in staat stelt om telefoontjes te plegen en tekstberichten, foto's en video's te versturen naar andere Viber-gebruikers—en dat helemaal gratis! Het is een goedkope en handige manier om te chatten met vrienden of familie in het buitenland, en daar niet je belminuten voor op te hoeven maken. Je kunt op je mobiele apparaat telefoontjes plegen en berichtjes sturen via wifi of 3G, of ervoor kiezen om de applicatie te gebruiken vanaf je computer. Voor Viber is een verbinding met 3G of wifi nodig. Als je niet met wifi verbonden bent, dan zal Viber gebruik maken van 3G om belletjes te plegen en berichten te sturen. 1. Installeer Viber op je mobiele apparaat. Als Viber eenmaal gedownload is, kun je op het pictogram van Viber tikken om de app te configureren. Voer het telefoonnummer van je apparaat in en verleen de app toegang tot je contacten—vervolgens zul je een tekstbericht krijgen met daarin een toegangscode. 2. Voer de toegangscode in die je via sms ontvangen hebt. En de installatie zit er alweer op! Je zult nu onderin de app een aantal opties zien, waaronder Chats, Oproepen, Contacten en Openbaar. 3. Tik op de knop Contacten om te kijken wie van jouw contacten Viber gebruikt. Door op een contactpersoon te tikken zul je twee opties te zien krijgen. Gratis oproep en Gratis SMS. Door een van deze opties te selecteren zul je automatisch een telefoon- of sms-gesprek met die persoon beginnen. 4. Tik op een contactpersoon en kies voor "Gratis oproep" om een telefoongesprek te beginnen. Als je nog niet eerder gebeld hebt, dan zal Viber je nu vragen om toegang tot de microfoon. Verleen die toegang om verder te gaan. 5. Selecteer "Open toetsenbord" om het telefoonnummer van een andere Viber-gebruiker handmatig in te voeren. Viber stelt je niet in staat om te bellen met mensen die geen gebruik maken van Viber. Als de app het Viber-account met dat telefoonnummer niet kan vinden, dan zul je gevraagd worden om met je gewone provider te bellen. 6. Tik op "Chats" om een sms-gesprek te beginnen met een of meerdere mensen. Selecteer alle contactpersonen die je aan de chat toe wilt voegen, en tik op "Klaar". De geselecteerde contactpersonen zullen bovenaan in beeld verschijnen, met rode vinkjes naast hun namen. Tik op "Meer" om de instellingen aan de passen, vrienden uit te nodigen voor Viber, en de privacy-instellingen van de app te wijzigen. 7. Download Viber voor PC of Mac van Viber's website en installeer het programma. Voordat je Viber op de computer kunt installeren dien je het reeds op een mobiele telefoon geïnstalleerd te hebben. Dit komt omdat je telefoonnummer gebruikt wordt voor allebei de apparaten. 8. Open de applicatie en begin de configuratie. Viber zal je vragen om het telefoonnummer van het apparaat waar je de mobiele app op geïnstalleerd hebt. Zodra je dat ingetoetst hebt zal er een viercijferige code verstuurd worden naar de Viber-app op je mobiele apparaat. Voer die code in om de installatie af te ronden. 9. Selecteer een contactpersoon uit je lijst om een tekstbericht of (video)gesprek te beginnen. Door op de belknop te drukken zal een telefoongesprek aangevangen worden. Gebruikers met een webcam kunnen ervoor kiezen om een videogesprek te beginnen door op de videoknop te drukken. Om een tekstbericht te versturen typ je je bericht onderin het scherm, en klik je op Verzenden. 10. Tik op Chats om een tekstgesprek te beginnen met een of meerdere mensen. Net als in de mobiele app kun je kiezen welke personen je aan de chat toe wilt voegen. Dit doe je door op hun naam te klikken. Naast de naam van iedereen die je toegevoegd hebt zal een vinkje verschijnen. Als alle ontvangers geselecteerd zijn kun je op de knop drukken om het gesprek te beginnen 11. Klaar.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Viber-gebruiken", "language": "nl"}
Een top knot maken	Een ‘topknot’ is een stijlvol kapsel dat je maakt door je haar in een knotje bovenop je hoofd te draaien. Het is een erg veelzijdig kapsel dat er zowel strak en verfijnd als rommelig en chic uit kan zien. Begin met het maken van het knotje door een hoge staart in je haar te maken. Wikkel dan je haar om het onderste deel van je paardenstaart en maak het knotje vast met een haarelastiekje. Je kunt zelfs een haardonut gebruiken om het knotje voller en volumineuzer te maken. 1. Maak een hoge paardenstaart in je haar. Kam je haar naar achteren, weg van je voorhoofd. Pak je haar dan bij elkaar en maak er een hoge paardenstaart in in de buurt van de bovenkant van je hoofd. Maak de staart stevig vast met een haarelastiekje. Het is gemakkelijker om een topknot te maken met haar dat je twee of drie dagen niet gewassen hebt dan met schoon haar. Als je krullend of ruw haar hebt, begin dan door je haar te föhnen en steil te maken. Op deze manier krijg je een gladde, nette paardenstaart. Als je pluizig haar hebt, smeer dan een beetje gel of serum langs je haarlijn voordat je een paardenstaart in je haar maakt. Je zult zo een strakke, gladde paardenstaart kunnen maken. 2. Verdeel je staart in twee secties. Pak het haar van je staart vast en verdeel het in twee secties die even groot en dik zijn. Breng een beetje mousse of stylingcrème op beide secties aan om het haar nog gladder te maken. 3. Wikkel beide secties om elkaar heen. Pak in elke hand een sectie met haar en draai ze volledig om elkaar heen om er een sectie van te maken. Door je haar op deze manier te draaien wordt je knotje nog gladder en zullen er geen haren uit omhoogsteken. Deze methode is het gemakkelijkst als je haar langer is. 4. Wikkel je haar om het haarelastiekje. Pak je om elkaar gedraaide haar en wikkel de sectie met de klok mee om het haarelastiekje. 5. Speld het knotje vast. Wanneer je klaar bent met wikkelen gebruik je meerdere schuifspeldjes in dezelfde kleur als je haar om het knotje vast te spelden. Steek spelden in zowel de bovenkant als de onderkant van het knotje. Spuit haarlak op het knotje zodat je kapsel nog beter blijft zitten. 6. Kam je haar in een paardenstaart. Werk met haar dat je twee of drie dagen niet gewassen hebt of spuit droogshampoo op je haar om het wat textuur te geven. Kam je haar dan in een hoge paardenstaart in de buurt van de bovenkant van je hoofd en maak de staart vast met een haarelastiekje. Dit kapsel is vooral geschikt voor mensen met krullend of golvend haar. Krullend haar geeft het knotje meer volume. 7. Toupeer je haar. Pak ongeveer een kwart van het haar van de paardenstaart en houd de pluk recht omhoog boven je hoofd. Toupeer de pluk haar met een kam, waarbij je in het midden van de pluk begint en naar beneden kamt naar het onderste deel van de staart toe. Herhaal het proces totdat je alle secties met haar lichtjes getoupeerd hebt. Door je haar te touperen krijgt het meer volume en textuur, zodat je knotje voller wordt. 8. Strijk de bovenkant van de staart glad. Na het touperen van je haar pak je je borstel en borstel je lichtjes de bovenste laag haar in de paardenstaart. Borstel van het onderste deel van de staart naar je haarpunten toe. Borstel erg voorzichtig met een borstel in plaats van een kam. Met een borstel kun je getoupeerd haar gemakkelijker behandelen. Door deze bovenste laag haar in de paardenstaart glad te strijken zal je knotje er glad uit blijven zien, zelfs al heeft het haar in het midden van de topknot volume en textuur. 9. Wikkel je haar in een knotje om het onderste deel van de paardenstaart. Pak het haar van je paardenstaart en wikkel het met de klok mee om het onderste deel van de paardenstaart. Wanneer je bij je haarpunten komt stop je het haar onder het haarelastiekje. 10. Speld het knotje vast met schuifspeldjes. Nadat je je haar in een topknot gewikkeld hebt speld je je haar vast met meerdere schuifspeldjes. Gebruik je vingers om het knotje naar buiten te trekken als je het meer volume wilt geven en spuit er dan wat haarlak op om het beter te fixeren. 11. Maak een hoge paardenstaart in je haar. Haal je haar naar achteren en maak er een hoge paardenstaart in. Als het helpt, kun je je haar naar achteren borstelen zodat het glad is en vrij van bobbels. Haal met een borstel alle klitten uit je haar voordat je het in model brengt. Als je weerbarstig haar hebt, begin dan met een blowout om een gladde paardenstaart te kunnen maken. 12. Doe een haardonut om het onderste deel van je paardenstaart. Haal je haar door een haardonut en trek hem helemaal tot aan de onderkant van je paardenstaart. Als je geen haardonut hebt, kun je tevens een schone kniekous pakken en de bovenkant eraf knippen zodat je een stuk sok overhoudt van ongeveer 8 centimeter lang. Haal de lusvormige sok door je paardenstaart totdat je bij de onderkant komt. Een haardonut zou je moeten kunnen kopen bij de drogist en op het internet. 13. Toupeer je haar. Pak je paardenstaart vast en houd hem met een hand recht boven je hoofd. Pak met je andere hand een kam en toupeer je haar. Begin in het midden van de pluk haar en kam naar beneden naar het onderste deel toe. Door je haar te touperen krijgt het het volume om de haardonut volledig te bedekken. Als je haar al vrij dik is, sla het touperen dan over. 14. Wikkel je haar om de haardonut. Pak je getoupeerde haar en wikkel het met de klok mee om de haardonut om hem volledig te kunnen bedekken. Wanneer je bij je haarpunten komt stop je ze onder de haardonut. 15. Speld je knotje vast. Gebruik meerdere schuifspeldjes om je haar rondom de haardonut vast te spelden en te zorgen dat alles goed blijft zitten. Spuit haarlak op je knotje om omhoogstekende haren te voorkomen en je kapsel nog beter te fixeren. 16. Maak een horizontale scheiding. Om deze halve topknot te maken maak je een horizontale scheiding die het bovenste deel en het onderste deel van je haar van elkaar scheidt. Begin met het maken van de scheiding bij je oor aan de ene kant en werk dan naar de andere kant toe. Omdat dit een informeel kapsel is hoef je geen nauwkeurige scheiding aan beide kanten te maken. Zorg er gewoon voor dat beide kanten ongeveer symmetrisch zijn. Dit kapsel kun je maken met zowel kort als lang haar. 17. Houd je haar vast in een paardenstaart. Pak het bovenste deel van je haar en maak er een hoge paardenstaart in bovenop je hoofd. Houd je haar met een hand vast in een staart. 18. Maak een knotje in je haar. Houd je haar met de vingers van je ene hand vast in een paardenstaart en gebruik je andere hand om je haar met de klok mee om het onderste deel van de paardenstaart te wikkelen die je vast hebt. Als je kort haar hebt, maak je een kleine lus en houd je die met je vingers op zijn plek in plaats van het haar om de staart te wikkelen. 19. Maak je haar vast met een haarelastiekje. Gebruik een haarelastiekje om het knotje vast te maken nadat je je haar om je paardenstaart gewikkeld hebt en bij je haarpunten bent gekomen, of je een kleine lus in je korte haar gemaakt hebt. Als je een voller knotje wilt, trek dan voorzichtig met je vingers aan het knotje om hem groter te maken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-top-knot-maken", "language": "nl"}
Rondere billen krijgen	Een rond achterwerk valt niet voor niets op. De ronde, parmantige en bolle vorm is een aandachtstrekker die zowel door mannen als vrouwen wordt geambieerd. Kniebuigingen (of squats) en oefeningen voor de billen zoals lunges en kickbacks, zijn een goede manier om te beginnen met het ontwikkelen van je ronde billen. Je kunt ook met gewichten gaan werken voor een extra uitdaging! Train 2-3 keer per week en doe 12-16 herhalingen van elke oefening om het beste resultaat te krijgen. Als je er liever geen inspanning voor wilt leveren, draag dan ondergoed met vulling of voorgevormde kleding. 1. Leer de juiste techniek voor het doen van squats of kniebuigingen. Sta met je rug recht en je voeten op heupbreedte van elkaar. Buig je knieën in een hoek van 90° en duw je heupen naar achteren. Laat je knieën niet voorbij je tenen komen. Houd je knieën boven het midden van je voet. Duw jezelf vanuit je knieën omhoog, om terug te keren naar je startpositie. Hou je handen op je heupen. De beweging is vergelijkbaar met het gaan zitten in een stoel. Eén herhaling is één kniebuiging. 2. Doe smalle kniebuigingen voor een simpele training van de gluteus (bilspieren) en quads (bovenbeenspieren). Sta rechtop met je voeten bij elkaar en strek je armen voor je uit. Buig je knieën in een rechte hoek en hurk zo ver als comfortabel is, voordat je terugkeert naar je oorspronkelijke positie. Houd je knieën en handen bij elkaar terwijl je door je knieën gaat. Eén kniebuiging is één herhaling. 3. Doe drop squats voor een snelle training van de gluteus en hamstrings. Sta rechtop met je armen langs je zij en je voeten bij elkaar. Laat jezelf in een hurkhouding zakken met je knieën loodrecht ten opzichte van de vloer en je armen gestrekt voor je uit. Je voeten moeten op schouderbreedte van elkaar staan. Spring dan terug in de staande positie. Eén kniebuiging is één herhaling. 4. Doe 'tip toe plié' squats voor een oefening van de bilspieren zonder apparaten. Begin met je voeten plat op de grond, iets breder dan je schouders, en je tenen in een hoek van 45°. Plaats je handen op je heupen. Buig je knieën in een brede hurkzit, span je bilspieren aan en til je hielen van de grond. Geleidelijk laat je je hielen op de grond zakken en strek je je benen weer. Probeer je knieën ver genoeg te buigen om een rechte hoek te maken met je kuiten en dijen. Dit vereist veel balans, dus zou je kunnen beginnen met je vast te houden aan een muur. Deze beweging is één herhaling. 5. Doe 'low jump squats' voor een verzwaarde uitdaging. Plaats je voeten bij elkaar en hurk in een hoek van 90°. Blijf terugkeren in een hurkzit terwijl je springt en landt met je voeten op schouderbreedte van elkaar. Spring dan terug in je startpositie. Blijf de hele tijd door je knieën gaan. Je kunt een halter of gewicht horizontaal voor je borst houden als je eenmaal de jump squat hebt geperfectioneerd. Houd de halter of het gewicht dicht bij je lichaam met beide handen, zodat je je polsen, ellebogen of schoudergewrichten niet blesseert. Een 'low jump squat' is één herhaling. 6. Doe lunges voor een eenvoudige training van de bilspieren. Begin met je armen langs je zij en je voeten op heupbreedte van elkaar. Begin met je linkervoet, stap naar voren en buig je knie 90°. Laat je rechterknie bijna tegen de grond komen. Duw met je linkervoet hard van de vloer af om terug te keren naar een staande positie en herhaal dit aan dezelfde kant. Doe een volledige set voordat je overschakelt naar het andere been. Houd je knie uitgelijnd boven je enkelgewricht op het been dat naar voren stapt. Houd een halter of gewicht in elke hand voor een extra uitdaging. Een herhaling is één lunge met elk been. 7. Doe 'glute kickbacks' voor een training van je kernspieren en bilspieren. Begin op je handen en knieën op de grond, met je polsen onder je schouders en je knieën onder je heupen. Breng een knie omhoog tot je dij evenwijdig is aan de vloer. Houd je knie gebogen en buig je tenen. Breng je knie langzaam terug naar de oorspronkelijke positie en herhaal de beweging met het andere been. Hou je rug recht en je kern aangespannen tijdens de hele training. Een kickback met elk been is één herhaling. 8. Doe een brug voor een eenvoudige training van de bilspieren. Ga plat op je rug liggen met je knieën gebogen. Span je bilspieren samen om je heupen en onderrug op te tillen, totdat je heupen in lijn liggen met je bovenlichaam en dijen. Houd je kern gestabiliseerd en je ruggengraat neutraal. Laat je rug en heupen langzaam zakken totdat je bekken de grond bereikt. Krom je rug niet terwijl je hem laat zakken. Voor een extra uitdaging houd je een halter of halter tussen je heupbenen. Zorg dat je nek ontspannen is en je schouderbladen samengetrokken. Deze beweging is één herhaling. 9. Verhoog je trainingsintensiteit met gewichten en oefenbanden. Een week of twee een paar oefeningen doen zal je geen ronde brillen geven. Je zult deze oefeningen maanden moeten doen en je intensiteit in de loop van de tijd moeten verhogen. Het toevoegen van weerstand aan deze oefeningen met behulp van gewichten en banden is een goede manier om intensiteit toe te voegen. Je zou bijvoorbeeld een halter in elke hand kunnen houden tijdens de squats of lunges. Begin als je kunt met een dumbbell van 2,5 kg in elke hand en verhoog het gewicht naarmate je sterker wordt. Vorm een lus van een uiteinde van een oefenband en haak die rond een voet en het andere uiteinde rond je dij, voordat je begint met 'glute kickbacks' om weerstand toe te voegen. Probeer andere verzwaarde oefeningen voor je bilspieren, zoals deadlifts of 'rear leg lifts', met behulp van kabels of weerstandsbanden Houd er rekening mee dat het opbouwen van spieren vereist dat je bilspieren vermoeid raken, wat twee tot vijf sets van 10 tot 15 herhalingen voor elke oefening kan vereisen. 10. Probeer gewatteerd ondergoed voor een direct resultaat. Koop gevormd ondergoed of een vormkussentjes om dit uit te proberen. Kies een maat die bin je past en draag strakke kleding om de transformatie te zien. Probeer strakke, hoge jeans of een 'bodycon'-jurk om je nieuwe achterwerk te tonen. Met kussens gevormd ondergoed kan een dramatisch verschil betekenen voor het uiterlijk van je achterwerk. Het kan even wennen zijn, dus probeer er niet onzeker van te worden en maak in plaats daarvan plezier! Als alternatief kun je voorgevormde shapewear proberen. 11. Kies strakke jeans met kleine zakken en hartvormige naden. Het type jeans dat je draagt kan je billen er prominenter en ronder uit laten zien. Zoek naar jeans met ronde in plaats van rechte hartvormige naden boven je billen. De zakken moeten veel kleiner zijn dan je billen en zich op het volste gedeelte bevinden. Zakken die een lichte hoek naar binnen maken creëren een illusie van gevuldheid. Losse of zakkerige jeans zullen je figuur niet accentueren. 12. Draag een strakke legging om je rondingen te versterken. Een goed passende legging kan een plat zitvlak snel veranderen in een ronde en parmantig achterwerk. Wees niet bang om felle kleuren en stijlen te gebruiken om de aandacht te vestigen op je billen. Leggings en yogabroeken zijn uitstekend om in te trainen, boodschappen te doen en informele bijeenkomsten te houden. Leggings met ruches langs de achternaad kunnen je achterwerk nog meer accentueren.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Rondere-billen-krijgen", "language": "nl"}
Een speelgoedpistool maken	Een speelgoedpistool kan een mooie aanvulling op een kostuum zijn en goed van pas komen als je politieagentje wilt spelen. Maar wat doe je als je liever niet naar de winkel gaat om een plastic pistool te kopen? Dat is waar wij je bij kunnen helpen. In dit artikel laten we je twee manieren zien om zelf thuis een speelgoedpistool te maken. Blijf lezen om erachter te komen hoe je zelf een kartonnen pistool en een klein houten geweer kunt maken. 1. Teken de omtrek van een pistool op papier en knip hem uit. Pak een vel papier, een liniaal en een potlood. Teken de loop van het pistool (ongeveer 15 centimeter lang) en voeg een greep of handvat toe van 13 tot 15 centimeter lang achteraan de loop. Knip wanneer je klaar bent met tekenen de pistoolvorm uit. 2. Trek de vorm om op een stuk karton en knip twee stukken uit. Zoek een stevig plat stuk karton en trek de pistoolvorm twee keer om op het karton. Knip de stukken dan uit met een schaar. De stukken vormen de voor- en achterkant van je pistool. 3. Lijm de stukken aan elkaar met een strook karton bovenaan. Knip een lang rechthoekig stuk karton uit van zo’n acht centimeter dik. Lijm het met een hetelijmpistool vast bovenaan een van de stukken karton. Lijm de tweede pistoolvorm dan vast aan de andere kant van de kartonnen strook en knip het overtollige karton af. De kartonnen strook vormt de bovenkant van de loop van het pistool. Wanneer je klaar bent met vastlijmen heb je een driedimensionaal pistool. 4. Plak stukken karton aan het handvat van het pistool. Nu is het tijd om de missende stukken van je pistool toe te voegen. Knip drie kleine stukken karton uit van ongeveer acht centimeter lang en vijf centimeter breed. Plak twee stukken aan beide zijden van het handvat en eentje bovenaan de loop. Als de stukken iets te lang zijn, knip ze dan bij met een schaar. Wanneer je klaar bent heb je een driedimensionaal pistool dat bijna helemaal compleet is. 5. Rol twee dunne vellen papier op. Knip een vel papier van normale grootte doormidden. Rol de ene helft strak op om een rietje, plak het midden vast met plakband en haal het rietje uit de rol zodat je hij hol vanbinnen is. Rol de andere helft strak op zonder er iets in te stoppen zodat je een rol krijgt die niet hol vanbinnen is en plak het midden vast met plakband. Deze opgerolde stroken papier horen bij de loop van je pistool en schieten de ‘kogels’ weg. 6. Vouw het uiteinde van de rol om en plak een elastiekje aan het uiteinde. Pak de rol papier die niet hol is. Buig het ene uiteinde ongeveer een centimeter om en schuif een elastiekje om het haakje dat je net gemaakt hebt. Plak het papieren haakje vast met plakband, zodat het elastiekje blijft zitten. 7. Lijm de holle rol bovenop je pistool. Gebruik een hetelijmpistool om de holle rol papier bovenop je pistool te plakken op het voorste deel van de loop. Dit is de plek waar de kogels uit het pistool komen. 8. Schuif de andere rol papier in de holle rol. Pak de andere rol papier die je gemaakt hebt en schuif hem aan de achterkant in de holle rol, waarbij het elastiekje naar de achterkant van het pistool wijst. Schuif de rol ongeveer voor de helft in de holle rol en trek het elastiekje dan om de voorkant van de rol. 9. Steek een houten spies in de voorkant en door de achterkant van het pistool. Maak met een schaar een klein gaatje in de achterkant van het pistool achterop de loop. Steek dan een houten spies door de voorkant van het pistool op de plek waar de trekker zich zou bevinden. Steek de spies aan de achterkant van het pistool door het gat dat je net gemaakt hebt. Het voorste deel van de spies fungeert als trekker. Als je met je vinger maar moeilijk bij de punt van de spies kunt komen terwijl je het pistool vasthoudt, knip hem dan af. 10. Slijp waskrijtjes om ze als kogels te gebruiken. Pak een handje waskrijtjes en breek ze doormidden om ze kleiner te maken. Slijp ze met een puntenslijper om ze scherp te maken en er als kogels uit te laten zien. Je kunt tevens kleine stukken krijt gebruiken. 11. Laad het pistool met kogels en trek de rol naar achteren om hem aan te spannen. Pak de rol papier die niet hol is en trek hem naar achteren naar het achterste deel van de loop. Gebruik het haakje aan het uiteinde van de rol om hem te spannen en haak het uiteinde om het achterste deel van de loop. Schuif vervolgens een waskrijtje in de holle rol papier aan de voorkant van het pistool. Wanneer je op de trekker (de houten spies) drukt zal het waskrijtje als een kogel uit het pistool schieten. Wees voorzichtig met je nieuwe speelgoedpistool en richt hem niet op andere mensen. Het is geen echt pistool, maar je kunt mensen wel pijn doen als je met waskrijtjes op ze schiet. 12. Teken de vorm van een geweer op een klein stuk hout. Zoek naar een stuk resthout van twee tot drie centimeter dik en 10 tot 13 centimeter lang. Teken met een potlood de vorm van een geweer op de zijkant van het hout om de basis van je geweer te maken. Om een geweer van hout te kunnen maken moet je kunnen houtsnijden. Als je niet weet hoe je een vorm uit een stuk hout moet snijden, houd het dan bij bovenstaande methode om een kartonnen pistool te maken. 13. Snijd met een mes het middenstuk uit het hout. Gebruik een houtsnijmes om de vorm van het geweer uit het hout te snijden. Laat het mes voorzichtig naar voren glijden en snij van je handen af om te voorkomen dat je in je vingers snijdt. Volg de krommingen van het geweer en zorg dat het midden twee tot drie centimeter dik blijft. Wees voorzichtig bij het houtsnijden, want het kan gevaarlijk zijn. Vraag als je een kind bent toestemming aan je ouders om een mes te mogen gebruiken. Na het snijden kun je een stuk schuurpapier gebruiken om alle ruwe randen en oppervlakken glad te maken. 14. Snijd twee inkepingen in de loop van het geweer. Maak met het mes een kleine inkeping in de bovenkant van het geweer, op een afstand van ongeveer een centimeter van het achterste deel van de loop. Draai het geweer dan om en maak een kleine inkeping onderaan het geweer in het midden van de loop (ongeveer halverwege het geweer). 15. Bevestig de veer van een wasknijper aan het geweer. Haal een wasknijper uit elkaar en haal de veer los. Richt het onderste deel van de veer dan naar de vloer en duw de veer om het geweer. Duw de veer in de twee inkepingen die je net gemaakt hebt. Je hebt nu een miniatuurgeweer met een veer aan de onderkant. Het grootste deel van de veer wijst naar beneden vanaf de onderkant van het geweer. 16. Lijm twee metalen buizen op de voorkant van het geweer. Het is tijd om je geweer een dubbele loop te geven. Gebruik een hetelijmpistool om twee kleine metalen buizen op de voorkant van je geweer te lijmen om een dubbele loop te maken. Laat ze een beetje uitsteken aan de voorkant zodat je ermee kunt schieten. Veel mensen gebruiken twee stukken van een telescoopmagneet voor deze stap. 17. Stop twee lucifers in het geweer om als kogels te gebruiken. Schuif in beide metalen buizen een lucifer en zorg dat ze een beetje uit de achterkant van de buizen steken. Trek de veer bovenaan het geweer dan aan om hem aan te spannen. Duw wanneer je klaar bent de trekker onderaan het geweer in om de veer naar voren te duwen en de lucifers weg te schieten. Wees voorzichtig met je nieuwe speelgoedpistool en richt hem niet op andere mensen. Het is geen echt pistool, maar je kunt mensen wel pijn doen als je met waskrijtjes op ze schiet.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-speelgoedpistool-maken", "language": "nl"}
Jezelf slanker kleden	Veel mensen zijn onzeker over hun gewicht, en velen kunnen zich zelfs onzeker voelen over hoe zwaar ze denken dat ze eruit zien. Maar met een paar eenvoudige trucs kun je jezelf helpen om er wat slanker uit te zien. 1. Draag onderkleding die je passen. Dit is vooral belangrijk bij het kiezen van een beha. Een goed passende beha helpt je bij het vormgeven van je silhouet en het insnoeren van je borst. De verkeerde maat beha kan lijnen creëren die zich in je huid graven en ervoor zorgen dat je buste aan de bovenkant uitpuilt. Overweeg om je BH-maat professioneel op te laten meten op de vrouwenafdeling van een warenhuis. Te klein ondergoed dragen kan zorgen voor uitstulpingen en pantylijnen die te zien zijn door broeken en andere kledingstukken. Overweeg de aankoop van naadloos ondergoed in de correcte maat. 2. Vermijd onderkleding die geen ondersteuning biedt. Hoewel dunne bikinibroekjes en tanga's ondergoedlijnen voorkomen, bedekken ze nauwelijks iets en ze bieden geen lift of steun. Doe shorts aan voor mannen, slips en andere stijlen die helpen bij het optrekken van je billen, buik en dijen. Deze snit kan helpen bij het creëren van een strakkere, gladdere verschijning. 3. Probeer body-slimming onderkleding. Heb je extra hulp nodig bij het creëren van een mooi gevormd figuur en het insnoeren van je overtollige gewicht, probeer dan onderkleding die je lichaam vormt. Dergelijke onderkleding trek je over je buik, dijen, borst, armen, en achterwerk om te helpen verhinderen dat deze gebieden te veel meetrillen. Deze optie vind je wellicht een beetje overdreven voor dagelijkse kledij, maar het is dan ook vooral nuttig voor speciale gelegenheden. 4. Overweeg nylonkousen met een 'control top'. Control-top kousen werken zeer goed om je buik plat te houden, vooral bij het dragen van jurken en rokken. Control-top kousen hebben een lange, dikke laag op de bovenste zoom, ontworpen om over je buik te trekken en alles op z'n plek te houden. Dit creëert een gladdere verschijning waardoor je jurk of rok er flatteuzer uitziet. 5. Koop kleding van de juiste maat. Kleding die te klein is en te strak zit zal elk beetje extra lichaamsvet aan de buitenwereld laten zien. Aan de andere kant zal kleding die te groot is en flodderig, je er groter en zwaarder uit laten zien dan je eigenlijk bent. Alleen kleren die passen zullen je goed staan. Dat betekent dat je kleren in de winkel moet passen. Alleen maar omdat het label aangeeft dat een shirt een bepaalde maat heeft, betekent nog niet dat een bepaald shirt je net zo goed zal passen als de andere shirts die je hebt in die maat. Als passende kleding betekent dat je die moeten laten maken, dan is het niet anders. 6. Ga voor passende kledingstijlen in plaats van strakke of plakkerig flodderige stijlen. Ga verder dan alleen maar passende kleding dragen, en kies stijlen die je lichaam het best doen uitkomen. Dat betekent het vermijden van overdreven strakke of flodderige kleren. Strak zittende kledij zal je lichaam omhelzen en elke vouw laten zien die je hebt. Wanneer je er slanker uit wilt zien, moet je proberen om de aandacht af te leiden van overtollige huid, en niet andersom. Hetzelfde kan worden gezegd over het tegenovergestelde: te losse kleding geeft je een verfrommeld uiterlijk en maakt je omvangrijker dan je bent – oftewel onflatteus. Zoek liever naar kleding die zich over je lichaamsvormen drapeert, in plaats van ervan af te hangen. Zorg dat je kleding goed genoeg past, maar prettig los is om de contouren van je lichaam te volgen, zonder die af te knellen. 7. Introduceer wat zwart in je garderobe. Zwart heeft een afslankend effect en ziet er vooral mooi uit bij broeken, rokken en jurken. Alle kleding die zwart is kan er flatteus uitzien, maar de grens tussen chic en somber is dun. Als je besluit om te gaan voor een volledig zwarte outfit, voeg er dan wel een kleuraccent aan toe (zoals een blouse, schoenen, lippenstift, handtas, riem, etc.). 8. Voeg donker gewassen denim en andere rijke kleuren toe aan je stijl. Donkere kleuren hebben meestal een afslankend effect, vergelijkbaar met het dragen van zwarte kleding. Een goede manier om kleur en interesse toe te voegen aan je garderobe, is met een verscheidenheid van rijke kleuren, van diep pruim tot donker olijf -- en van marineblauw tot chocoladebruin. Gebruik strategisch gekozen donkere kleuren om je probleemgebieden slanker te maken, en felle kleuren om aandacht te geven aan je mooiere vormen. 9. Draag een blazer. Een blazer is een gemakkelijke manier om onflatteuze armen te verdoezelen, en de verticale lijnen van de revers geven je figuur een langer uiterlijk. Een open blazer gecombineerd met een overhemd met V-hals en donkere spijkerbroek, is een snelle outfit om te combineren. 10. Voeg gedurfde kleuren en patronen toe aan je garderobe. Zoals eerder vermeld kunnen felle kleuren je goede gebieden accentueren en kunnen donkere kleuren je probleemgebieden verbergen. Overweeg het toevoegen van wat gedurfde kleuren en prints in je garderobe, voor wat variatie. Zorg dat je prints kiest die klein zijn -- ongeveer ter grootte van je vuist. Dikke patronen kunnen het oog afleiden en je contouren camoufleren, waardoor de waarnemer vooral je kleding opmerkt in plaats van je omvang. Kies patronen met heldere of diepe kleuren, omdat patronen in lichte kleuren de aandacht kunnen vestigen op je onvolkomenheden en je zwaarder maken. 11. Probeer monochrome kleurenschema's. Grote effen kleurblokken trekken het oog omhoog en omlaag in plaats van links naar rechts. Dientengevolge neemt het oog vooral lengte waar in plaats van breedte, waardoor je er dunner en langer uitziet. Draag effen jurken, zowel boven als beneden, of effenkleurige, geblokte jurken. In diverse kleuren geblokte jurken creëren dezelfde passende look als een jurk met één kleur, behalve dat die verschillende gekleurde vakken hebben die een mooi figuur kunnen maken of accentueren. 12. Draag een verticale halslijn. Verzamel shirts met een V-hals, truien, vesten en andere verticale halslijnen die het oog op en neer dwingen, en je torso kleiner maken en uitrekken. Vermijd horizontale halslijnen, zoals crew necks en boat necks, omdat die je schouders en buste breder doen lijken. 13. Ga voor verticale details en vermijd horizontale details. Denk aan pinstripes, plooien en verticale ritsen en vermijd horizontale strepen of rijen met decoratie. Verticale details dwingen het oog omhoog en omlaag te kijken, in plaats van naar links en rechts, wat helpt bij het creëren van de illusie van de figuurcorrectie. 14. Breng je benen in balans met wijde broekspijpen. Strakke jeans en andere broeken met taps toelopende broekspijpen vestigen de aandacht op je heupen en bovenbenen, waardoor je top zwaar lijkt. In plaats daarvan kun je wat broeken betreft beter gaan voor straight-leg, boot-cut en andere stijlen met een pijpen die iets wijd uitlopen. Deze stijlen trekken de ogen naar beneden en weg van de taille, waarmee een slankere look wordt gecreëerd. 15. Ga op zoek naar A-lijn, knielange rokken en jurken. A-lijn rokken hangen op de heup en het bovenbeen, maar wijken naar buiten bij de knie, en creëren daarmee een evenwichtige look naast je benen. Knielange rokken zijn over het algemeen het meest flatteus, maar veel halfhoge stijlen werken ook goed, afhankelijk van je lengte. 16. Verberg probleemgebieden. Heb je wat overtollig gewicht rond je buik, zoek dan naar peplum topjes en jurken die uitwaaieren en gecombineerd kunnen worden met een hoog getailleerde A-lijn rok. Daarnaast kunnen wikkelrokken en jurken je taille insnoeren en omvangrijke delen van je lichaam verhullen. Ga voor kleding die probleemgebieden zorgvuldig kan maskeren zonder teveel omvang toe te voegen. 17. Vermijd details op probleemgebieden. Als je wat gewicht extra meedraagt op je dijen, zoek dan naar broeken en rokken met weinig zakken en geen versieringen op de heupen. Details trekken de aandacht, en elk deel van je lichaam dat bedekt is met visuele details zal meer opvallen. 18. Accentueer je positieve kenmerken. Als je mooie benen hebt en daar trots op bent, kun je die benadrukken door de zoomlijn van je rok met een paar centimeter te verhogen. Hebt je een goed gedefinieerde taille, kies dan voor kleding met een strakke, hoge taille en riemen die echt de aandacht trekken. Door de aandacht te vestigen op de slankste delen van je lichaam, creëer je de illusie van een algeheel slank figuur en zelfvertrouwen. 19. Kies voor hoge hakken of platformzolen. Hoge hakken maken je benen langer en slanker, en slankere benen helpen bij het creëren van een over het geheel genomen slanker uiterlijk. Als je brede voeten hebt, zullen slippers en sandalen met riempjes je voeten alleen maar meer gewicht geven. Je hoeft geen stiletto's te dragen, maar een dunnere hak van 5 cm of meer, kan helpen om je benen er langer uit te laten zien. Kies een puntige teen met een lagere voorschoen (dat deel van de schoen dat je tenen bedekt) en vermijd een vierkante neus. 20. Vermijd schoenen met enkelbandjes. Enkelbandjes plaatsen een horizontale lijn aan de bovenkant van je voet die je been afsnijdt en je korter maakt dan je bent. Benen die er korter uitzien zullen de illusie van een slank lichaam tegenwerken. 21. Draag schoenen die qua kleur overeenkomen met je benen. Schoenen met een tint gelijk aan die van je huid geeft de illusie van langere benen. Zwarte laarsjes of pumps gecombineerd met zwart effen panty's zijn een mogelijke look voor de koudere wintermaanden. Voor de zomermaanden kun je kiezen voor huidkleurige schoenen en pumps, en draag die dan zonder je benen te bedekken. 22. Gebruik make-up om de aandacht te vestigen op je gezicht. Een vleugje oogschaduw of een in het oog springende kleur lippenstift houdt de focus op je gezicht en weg van je lichaam. Zorg dat je wenkbrauwen mooi gebogen zijn en dat je de kringen onder je ogen wegwerkt die anders je gezicht omlaag kunnen trekken. Draag echter ook weer niet te veel make-up. Voeg gewoon een beetje kleur toe op één uiterlijk kenmerk tegelijk — meestal je ogen of je lippen — en zorg dat de rest van je make-up er natuurlijk uitziet. 23. Maak je haar op. Vraag je stijlgoeroe over stijlen die je nek of gezicht wat langer kunnen maken. In het algemeen kan een bobkapsel de breedte van je gezicht te veel benadrukken, maar veel lange, gelaagde stijlen dwingen de blik omhoog en omlaag in plaats van links naar rechts. Overweeg je haar op te steken en uit je gezicht te houden. Je kunt de kruin van je hoofd wat meer volume geven, en je haar in een gladde paardenstaart naar achteren trekken. 24. Versier jezelf. Denk aan heldere, brutale en lange kettingen. Houd het bij sieraden en andere accessoires die een verticale look creëren, en vermijd horizontale accessoires zoals chokers die je nek of andere uiterlijke kenmerken breder maken. 25. Draag een riem. Hoewel het een horizontale lijn over je lichaam creëert, kan een modieuze riem rond je middel, een smalle taille benadrukken en een flatteus, slank silhouet creëren. Houd het bij smalle riemen in plaats van de bredere riemen. Een smalle riem maakt je taille nog dunner (in plaats van ingesnoerd). Overweeg een dunne riem met bijvoorbeeld een luipaardpatroon bij een zwarte outfit.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Jezelf-slanker-kleden", "language": "nl"}
Foto's organiseren in Google Foto's	Je kunt albums gebruiken om je foto’s in Google Foto's te organiseren. Albums zijn zoals opbergdozen voor je foto’s — je kunt ze sorteren in albums op basis van de criteria die je kiest. Je zal ook de kans hebben om wanneer je maar wilt foto’s aan een album toe te voegen, eruit te halen of te bewerken. Leer hoe je albums creëert en beheert in Google Foto's en hoe je de volgorde van je foto’s buiten de albums kunt aanpassen. 1. Open de Google Foto's-app of ga naar http://photos.google.com. Probeer je foto’s en video’s in albums in te delen om ze te organiseren. Je kunt dit doen in de Google Foto's-app of in een browser. 2. Creëer een nieuw album. De stappen verschillen een beetje afhankelijk van je apparaat: Mobiel: druk op het ⁝-icoon en selecteer ‘Album’. Nu krijg je een lijst te zien met al je foto’s, allemaal met cirkels in de linkerbovenhoeken. Internet: klik op het +-symbool naast de zoekbalk en selecteer ‘Album’. Je foto’s zullen verschijnen, allemaal met cirkels in de linkerbovenhoeken. 3. Klik of druk op de cirkel om een foto te selecteren. Hierdoor zal de foto aan het album toegevoegd worden. Je kunt zoveel foto’s selecteren als je maar wilt. Bekijk Foto’s toevoegen aan een album om te leren hoe je later extra foto’s kunt toevoegen. 4. Druk op ‘Creëer’ (mobiel) of klik op ‘Volgende’ (Internet). Nu zal je een tekstveld zien met ‘Titelloos’ boven de inhoud van het album. 5. Voer een naam in voor het album. Je kunt het album noemen zoals je wilt. Niemand zal de naam te zien krijgen tenzij je de tools om te delen van Google Foto's gebruikt om zaken met anderen te delen. 6. Klik of druk op de tekst-tool (T) om een beschrijving in te voeren. Dit staat in de rechterbovenhoek van het scherm. Net zoals bij de titel van een album zal niemand behalve jij de beschrijving te zien krijgen. 7. Klik of druk op het vinkje om op te slaan. Je album is nu live. Om de volgende keer dat je je aanmeldt een lijst te zien met al je albums, klik of druk je op het Albums-icoon (onderaan de app en links op de website). Dit icoon lijkt op een vierkant met een bladwijzer rechts bovenaan. 8. Open Google Foto's. Je kunt deze methode zowel gebruiken voor de app op een mobiel apparaat als voor http://photos.google.com. 9. Klik of druk op het Albums-icoon. Dit staat onderaan de mobiele app of links op de website. Het icoon lijkt op een vierkant met een bladwijzer rechts bovenaan. Eenmaal je erop geklikt of gedrukt hebt, zal een lijst met je albums verschijnen. Als je geen albums ziet, zal je eerst een album moeten creëren. 10. Klik of druk op een album om dit aan te passen. De huidige inhoud van het album zal weergegeven worden. 11. Klik of druk op het icoon Foto toevoegen. Dit staat rechts bovenaan je scherm en lijkt op een foto met een plusteken. Nu zal je een lijst zien van je foto’s (buiten het album), allemaal met een cirkel in de linkerbovenhoek. 12. Klik of druk om een foto te selecteren. Wanneer je een foto selecteert, zal de cirkel in de linkerbovenhoek veranderen in een vinkje. Alle foto’s met vinkjes zullen aan het album toegevoegd worden. Je kunt zoveel foto’s selecteren als je maar wilt. 13. Klik of druk op ‘Klaar’ in de rechterbovenhoek van het scherm. De foto’s die je geselecteerd hebt zullen nu aan je album worden toegevoegd. 14. Open Google Foto's. Je kunt de foto’s in een album makkelijk herschikken met de mobiele app of op http://photos.google.com. Om foto’s te herschikken die niet in een album zitten, zie Foto’s herschikken op datum en tijd. 15. Klik of druk op het Albums-icoon. Dit staat onderaan de mobiele app of links op de website. Dit icoon lijkt op een vierkant met een bladwijzer rechts bovenaan. Eenmaal erop geklikt of gedrukt, zal een lijst met je albums verschijnen. 16. Selecteer een album om te beheren. De inhoud van het album zal verschijnen. 17. Klik of druk op het ⁝-menu in de rechterbovenhoek van zowel de website als de mobiele app. 18. Selecteer ‘Album bewerken’. Het album is nu in bewerkingsmodus en je kunt dit zien aan het bewerksymbool in de rechterbovenhoek van het scherm. 19. Versleep een foto om die te verplaatsen. Je kunt de foto zo ver naar boven of naar onder slepen als je maar wilt. Wanneer je een goede plaats voor je foto gevonden hebt, laat je de muis los (of je vinger op het scherm) om die daar te plaatsen. Je kunt zoveel foto’s verslepen als je maar wilt, maar je zult ze wel allemaal afzonderlijk moeten verslepen. 20. Klik of druk op het vinkje om op te slaan. De foto’s staan nu in de door jou gekozen volgorde. 21. Open Google Foto's. Je kunt een foto uit het album verwijderen (zonder die te wissen) met de mobiele app of op http://photos.google.com. 22. Klik of druk op het Albums-icoon. Dit staat onderaan de mobiele app of links op de website. Dit icoon lijkt op een vierkant met een bladwijzer rechts bovenaan. Eenmaal erop geklikt of gedrukt, zal een lijst met je albums verschijnen. 23. Selecteer een album om te beheren. De inhoud van het album zal verschijnen. 24. Klik op het ⁝-menu in de rechterbovenhoek van zowel de website als de mobiele app. 25. Selecteer ‘Album bewerken’. Het album is nu in bewerkingsmodus en je kunt dit zien aan het bewerksymbool in de rechterbovenhoek van het scherm. Je zal ook een kleine X zien in de linkerbovenhoek van elke foto. 26. Klik of druk op de X om een foto te verwijderen. De foto zal uit het album verwijderd worden. Je zal de foto wel nog terug kunnen vinden in je hoofdlijst met foto’s wanneer je Google Foto's opent. 27. Open de Google Foto's-app of ga naar http://photos.google.com. Als je een album niet langer nodig hebt, dan kan je dat veilig verwijderen zonder de foto’s die erin staan te wissen. Begin met de app op te starten op je mobiele apparaat of door Google Foto's te bezoeken in een browser. 28. Klik of druk op het Albums-icoon. Dit staat onderaan de mobiele app of links op de website. Dit icoon lijkt op een vierkant met een bladwijzer rechts bovenaan. Eenmaal erop geklikt of gedrukt, zal een lijst met je albums verschijnen. 29. Selecteer een album om te beheren. De inhoud van het album zal verschijnen. 30. Klik of druk op het ⁝-menu in de rechterbovenhoek van zowel de website als de mobiele app. 31. Selecteer ‘Album verwijderen’. Een bevestigingspop-up zal verschijnen om je erop te wijzen dat het verwijderen van een album niet ongedaan kan worden gemaakt. Vergeet niet: de foto’s in het album zullen niet verwijderd worden – alleen de map waarin ze zitten. 32. Klik of druk op ‘Verwijderen’. Het album zal nu uit de albumlijst worden verwijderd. 33. Open http://photos.google.com in een browser. Wanneer je toegang hebt tot je foto’s, zal je zeker merken dat ze op volgorde van datum en tijd gerangschikt staan. Je kunt de volgorde van deze foto’s wijzigen door de data en tijden te veranderen. Hiervoor zal je toegang moeten hebben tot een computer. Zie Foto’s in een album herschikken om in plaats daarvan foto’s te herschikken in een album. Als je nog niet aangemeld bent op Google Foto's, doe dit dan nu. 34. Houd de cursor van de muis boven een foto. Een selectiecirkel zal verschijnen in de linkerbovenhoek van de foto. 35. Klik op de cirkel om de foto te selecteren. Een vinkje zal de cirkel opvullen. Je kunt meerdere foto’s selecteren om de datum en tijd van te veranderen. Klik gewoon op de cirkels van alle foto’s die je wilt bewerken. 36. Klik op het icoon ⁝-icoon in de rechterbovenhoek. Een kort menu zal verschijnen. 37. Selecteer ‘Bewerk datum & tijd’. Nu zal je de pop-up ‘Bewerk datum & tijd’ te zien krijgen. De huidige datum- en tijdsinformatie van de foto is te zien in dit venster. 38. Vervang de huidige datum en tijd door de nieuwe. Om een foto naar boven in de lijst te verplaatsen, moet je ervoor zorgen dat de datum later valt dan de huidige. Om de foto naar beneden te verplaatsen, moet je een vroegere datum kiezen. 39. Klik op ‘Opslaan. Je foto’s zullen nu vastgelegd worden op basis van de bewerkte data en tijden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Foto%27s-organiseren-in-Google-Foto%27s", "language": "nl"}

Subsets and Splits

No community queries yet

The top public SQL queries from the community will appear here once available.