Split (1)

train · 16.8k rows

INSTRUCTION stringlengths 5 142	RESPONSE stringlengths 241 43.8k	SOURCE stringclasses 8 values	METADATA stringlengths 57 621
Een bijensteek behandelen	Lekker in de tuin of in het park zitten is een heerlijke manier om je vrije dag te besteden. Dan kun je natuurlijk wel eens gestoken worden door een bij - een veelvoorkomende en pijnlijke ervaring! Als je een bijensteek snel behandelt kun je een hoop ongemak voorkomen. Haal de angel er direct uit, let op tekenen van een allergische reactie en probeer dan huismiddeltjes of medicijnen om de pijn en zwelling te verminderen. 1. Haal de angel er zo snel mogelijk uit. Zodra je bent gestoken moet je de angel direct uit je huid halen. Dit is het belangrijkste wat je kunt doen! Sommige mensen denken dat het beter is om de angel eruit te schrapen met een creditcard dan om hem eruit te knijpen, maar waarschijnlijk gaat het op die manier alleen maar langzamer. Sommige wetenschappers denken zelfs dat dit helemaal niet goed is, en dat je de angel beter zo snel mogelijk kunt verwijderen. Je zou de angel moeten zien zitten als je bent gestoken. Deze is ongeveer zo groot als de punt van een pen, en bestaat uit de angel zelf en een stukje afgescheurd vlees van de bij. Soms blijft de bij met een stukje vlees aan de angel vastzitten. Haal de angel er met je vingernagels uit, als dat lukt. Pak anders een creditcard en schraap de angel er daarmee uit. Knijp er echter niet in, want dan komt er nog meer gif in je lichaam. 2. Was de plek met koud water en zeep. Het koude water is verzachtend en de zeep verwijdert vuil en gif. Laat het goed schuimen en spoel de plek daarna schoon. 3. Let op symptomen van een allergische reactie. Zelfs als je al eerder zonder problemen door een bij bent gestoken, moet je goed letten op tekenen van een allergische reactie. Een allergie kan zich na verloop van tijd ontwikkelen, of erger worden. Ernstige reacties (anafylaxie) kunnen levensbedreigend zijn. Let op deze tekenen van anafylaxie: Moeite met ademen of een piepende adem Zwelling van lippen, tong, gezicht of keel Duizeligheid, flauwvallen of een daling van de bloeddruk Huidreacties zoals netelroos, rode vlekken, jeuk of een bleke huid Een snelle, zwakke polsslag Misselijkheid, overgeven en diarree Rusteloosheid en angst Neem onmiddellijk antihistamine zoals Cetirizine als je door een bij bent gestoken. Dit is een voorzorgsmaatregel, zelfs als je geen allergische reactie zou krijgen. 4. Bel 112 als je een allergische reactie hebt. Als je een of enkele van de bovenstaande symptomen ervaart, bel dan onmiddellijk 112. Neem terwijl je wacht op de ambulance antihistamine zoals Cetirizine. Als je een EpiPen hebt, gebruik die dan. Als je aan het wachten bent en je krijgt een heel heftige allergische reactie, neem dan een dubbele dosis antihistamine. Vertel het ambulanceteam wel wat je hebt genomen en hoeveel. Ga nadat je bent behandeld naar de huisarts en vraag om een recept voor een EpiPen - een injectiespuit met adrenaline die je altijd bij je moet houden voor het geval je weer een allergische reactie krijgt. Neem de EpiPen overal mee naartoe. Zorg ervoor dat mensen in je omgeving weten dat je een EpiPen hebt en dat je die misschien nodig kunt hebben. Als je een ernstige allergische reactie op een bijensteek hebt gehad, maak dan ook een afspraak met een allergoloog. Die kan je injecties geven om ernstige reacties in het vervolg te voorkomen. 5. Leg iets kouds op de plek. Hou de plek met de bijensteek onder de koude kraan, of leg er ijs of een icepack op. Wikkel ijs eerst in een handdoek voordat je het op je huid legt. Laat het 20 minuten liggen. Leg het ijs er later weer op als het pijn gaat doen. Blijf de omvang van de bijensteek in de gaten houden terwijl je huismiddeltjes gebruikt. Het gif kan zich soms ver verspreiden. Je kunt dit in de gaten houden door er met een pen een cirkel omheen te zetten. Als de roodheid blijft uitbreiden, ga dan naar de huisarts. 6. Hou je arm of been hoger. Als je in je arm of been bent geprikt, hou die dan hoger. Leg je voeten op wat kussens zodat ze hoger liggen dan je hart. Laat je arm ook op iets rusten zodat hij hoger is dan je hart. Dit vermindert de pijn en zwelling. 7. Maak een pasta van zuiveringszout. Meng zuiveringszout met water, smeer die pasta op de bijensteek en laat het drogen. Dit trekt het gif eruit als je het meteen aanbrengt en helpt tegen de pijn en zwelling. Doe een eetlepel zuiveringszout in een schaaltje en voeg voldoende water toe om er een dikke pasta van te maken. Je kunt ook een pasta maken van zuiveringszout, azijn en papaïnepoeder en dat aanbrengen op de bijensteek. Doe voldoende azijn bij een eetlepel zuiveringszout om een pasta te vormen en voeg dan een snufje papaïnepoeder toe. 8. Smeer wat honing op de bijensteek. Breng met je vingers of een watje een beetje honing aan op de plek waar de bij heeft gestoken. Honing staat bekend om zijn ontsmettende eigenschappen. Gebruik hiervoor zo puur mogelijke honing, liefst 100% honing zonder hulpstoffen. 9. Doe een beetje tandpasta op de bijensteek. Doe wat tandpasta op de zere plek. Het gaat waarschijnlijk tintelen, en dat vermindert de jeuk van de steek. Breng het zo vaak aan als je wilt. Natuurlijke tandpasta werkt beter dan normale, maar je kunt het allebei proberen. 10. Smeer wat appelazijn op de bijensteek. Maak een watje nat met appelazijn en druk dat tegen de steek. Het brandt eventjes, maar daarna verlicht het de pijn. 11. Neem een pijnstiller. Verlicht de pijn met een zelfzorgmiddel van de apotheek of drogist, zoals paracetamol of ibuprofen. Vraag je huisarts of apotheker wat je het beste kunt gebruiken als je gezondheidsproblemen hebt, vooral bij lever- of nieraandoeningen. Neem de pijnstillers zoals is aangegeven in de bijsluiter of zoals je huisarts zegt. 12. Breng een hydrocortisoncrème aan. Smeer een hydrocortisoncrème of andere corticosteroïdecrème op de rode, gezwollen plek. Dit vermindert de pijn en de ontsteking. Gebruik het zoals in de bijsluiter staat aangegeven. Breng het indien nodig na vier uur opnieuw aan. 13. Doe er wat calamineschudsel of -lotion op. Calamineschudsel werkt net zo goed tegen bijensteken als tegen waterpokken. Doe er wat van op een watje en dep daarmee op de bijensteek. Gebruik het zoals staat aangegeven op het etiket. Calaminelotion met een antihistaminicum erin, zoals Caladryl, kan ook erg effectief zijn. Breng het indien nodig na vier uur nogmaals aan. 14. Neem antihistaminica als de bijensteek erg jeukt. Neem orale antihistaminica zoals Cetirizine. Gebruik het zoals in de bijsluiter staat vermeld. Dit kan helpen tegen de jeuk. Antihistaminica kunnen je slaperig maken. Zorg ervoor dat je weet hoe je erop reageert voordat je gaat autorijden of werken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-bijensteek-behandelen", "language": "nl"}
Een wijnproefavond organiseren	Een wijnproefavond is ideaal als je met je vrienden eens iets anders wilt doen. Het is niet alleen erg leuk, maar ook nog eens leerzaam én trendy. Als je het bier, de frisdrank en de eeuwige tortillachips een beetje zat bent, doe dan eens iets origineels en organiseer thuis zelf een wijnproefavond. Een aantal verschillende soorten wijn, een paar hulpmiddelen, een beetje kennis en zin om iets nieuws te proberen; meer heb je er niet voor nodig. Als je wilt weten hoe ook jij een wijnproefavond kunt geven waarmee je nog meer succes zult hebben dan met een originele Argentijnse Malbec, volg dan de stappen hieronder. 1. Kies een thema. Als je een wijnproefavond wilt organiseren moet je om te beginnen bepalen wat voor soort wijnen je wilt gaan proeven. Je zult het nooit ál je gasten helemaal naar de zin kunnen maken en er bestaat geen succesformule voor dé perfecte proeverij, maar hieronder geven we je in ieder geval een paar ideeën: Je kunt kiezen voor verschillende wijnen uit één bepaalde streek, zoals bijvoorbeeld Argentinië, wijnen uit de Napa Valley in Californië, de Spaanse Rioja, Nieuw Zeeland, Zuid-Frankrijk, of een andere streek die je aanspreekt. Je kunt een bepaalde wijnsoort kiezen die in verschillende delen van de wereld geproduceerd wordt. Zo kun je bijvoorbeeld Cabernet Sauvignon proeven uit de Napa Valley, uit Frankrijk en uit Argentinië. Blind proeven. Zorg dat je wijnomschrijvingen en smaakprofielen hebt van de wijn. Verpak de flessen in een wijnsok, aluminiumfolie of een wijnfleszak en match de omschrijving bij de wijn. Je kunt ook een horizontale proeverij houden. Proef bijvoorbeeld alleen Chardonnays uit het jaar 2012, uit alle delen van de wereld. Het zal wel wat lastiger zijn om aan zo’n collectie wijnen te komen. Organiseer een proeverij van wijnen van één bepaalde wijnmaker. Als je bijvoorbeeld erg houdt van de wijnen van de Franse gebroeders Confuron, of van die van het Californische wijnhuis Duckhorn, probeer dan eens verschillende wijnsoorten afkomstig van één bepaalde wijnproducent. Duur VS Goedkoop. Koop steeds 2 dezelfde wijnen, bijvoorbeeld een tempranillo uit Spanje. 1 van de 2 wijnen is steeds zo goedkoop mogelijk, van de laagste plank in de supermarkt. En 1 van de twee wijnen is rond een vast bedrag, bijvoorbeeld 10 euro. Proef de wijnen blind in setjes van 2, en kijk welke wijn er aan het eind van de avond gewonnen heeft. [1] Proef alleen rode, witte, koolzuurhoudende of dessertwijnen. Bedenk wel dat dessertwijnen meestal zoeter zijn en daardoor is het wat lastiger is om ze te proeven. 2. Bedenk van tevoren wat je doet met het eten. Behalve wat brood of toastjes om tussen het proeven van de verschillende wijnen je smaakpapillen te neutraliseren, is het niet de bedoeling dat je tijdens het wijnproeven eet. Je moet dus van tevoren bedenken of je je gasten vóór het proeven een lichte maaltijd wilt serveren, of jullie ná het proeven gaan eten, of dat je ná het proeven wat hapjes of een nagerecht wilt serveren. Het is het beste om je gasten in ieder geval íets te eten aan te bieden en ze geen wijn te laten drinken op een lege maag. Als er niks in je maag zit wat de alcohol kan opnemen word je namelijk veel te snel dronken. Vertel je gasten in de uitnodiging wat de bedoeling is, zodat ze weten of je ze vóór of ná het eten verwacht. 3. Zorg voor de juiste wijnglazen. Het zou natuurlijk ideaal zijn om je gasten voor het proeven van iedere nieuwe wijn een nieuw glas te kunnen geven, maar dat is niet realistisch. In principe is één glas per gast voldoende, en dat is ook het meest praktische. Eventueel kun je ze één wat hoger en smaller glas geven voor de witte wijnen en één wat groter, meer bolvormig glas voor de rode wijnen, als jou dat haalbaar lijkt. De glazen moeten een voet hebben zodat de gasten het glas in hun hand kunnen houden zonder de wijn op te warmen. De glazen moeten doorschijnend zijn zodat de gasten de kleur van de wijn kunnen zien. 4. Haal alles in huis wat je nodig hebt. Behalve de wijnglazen heb je om een wijnproeverij te kunnen geven nog een paar andere hulpmiddelen nodig. Hieronder hebben we de basisbenodigdheden voor je op een rijtje gezet: Ten eerste natuurlijk de wijn. Selecteer je wijnen op basis van het thema dat je hebt uitgekozen. Het is meestal slim om wijnen van verschillende prijsklassen te nemen, variërend van vrij goedkope tot wat duurdere wijnen, als je je dat kunt veroorloven. Zorg ervoor dat je in ieder geval genoeg wijn inkoopt voor je gasten – uit een fles wijn kun je ongeveer 5 glazen schenken. Eén fles is daarmee genoeg voor 6 tot 10 proevers. Extra kurkentrekkers voor het geval er één kapotgaat. Een wijnopener. Een spieton oftewel een spuugbak. Je kunt één grote bak of kom in het midden van de tafel zetten, of je kunt iedere gast een klein kartonnen bekertje geven. Een wijnkoeler of ijsemmer om de witte wijn koel te houden, zodat je niet de hele tijd naar de koelkast hoeft te lopen. Een wit tafelkleed of witte servetten. Met een witte ondergrond zullen je gasten de verschillende kleuren van de wijnen beter kunnen zien. Een proeftabel. Een proeftabel zal je gasten helpen de smaken van de wijn te identificeren en hun indrukken te noteren. Op internet kun je verschillende proeftabellen vinden. Een wijnkaraf. De smaken van de rode wijnen komen beter naar voren als je ze serveert in een karaf. Brood of toastjes om tussen de verschillende wijnen door te proeven. Glazen of bekertjes koud water voor je gasten en een waterkan voor op tafel. 5. Nodig je gasten uit. Het ideale aantal gasten voor een wijnproefavond ligt tussen de 6 en de 12. Als je een mooie, grote eettafel hebt, zorg dan de iedereen op een comfortabele manier om de tafel heen kan staan. Als je te veel mensen uitnodigt moeten de gasten misschien over elkaar heen leunen om alles goed te kunnen volgen, en dat is voor iedereen ongemakkelijk. Als je het echt officieel en chic wilt aanpakken kun je mooie uitnodigingen maken en ze per post of per e-mail versturen. Probeer mensen uit te nodigen die ongeveer evenveel over wijn weten. Als al je gasten weinig of niks over wijn weten, dan is dat prima. Probeer te voorkomen dat er in het gezelschap net één persoon is die er echt helemaal niks van afweet, of dat je toevallig een wijnexpert uitnodigt die steeds alles beter weet en de hele tijd de show wil stelen. 6. Kies een goed tijdstip. Wijnproefavonden kun je het hele jaar door geven, maar als je er een thema-avond van wilt maken die bij het jaargetijde past kun je in de zomer beter witte en in de winter beter rode wijnen proeven. Verder kun je je gasten het best rond 4 uur ‘s middags uitnodigen. Het is dus niet de bedoeling dat je tijdens het proeven eet, omdat je als je tegelijkertijd eet de smaken van de wijn niet goed kunt proeven, en rond een uur of vier zijn de meeste mensen nog niet aan het avondeten toe. Een ander goed tijdstip is ná het avondeten, rond een uur of 9 ‘s avonds, maar dat is voor sommige mensen misschien wat aan de late kant. 7. Stal alles uit op tafel. Zet de flessen wijn op tafel zodat de gasten kunnen zien wat ze gaan proeven en nog meer zin krijgen in het evenement. Als er op de tafel niet genoeg ruimte is kun je de wijnen bijvoorbeeld op de bar zetten, als ze maar goed zichtbaar zijn. Zet ook de glazen, het water, de servetten, de toastjes, het brood en de kartonnen bekertjes of de spuugbak voor je gasten klaar. Zet geen bloemen of geurkaarsen op de tafel. De sterke geuren van bloemen of geurkaarsen kunnen ervoor zorgen dat de smaken van de wijn moeilijker te herkennen zijn. In plaats van bloemen of kaarsen kun je een schaal druiven op de tafel zetten. 8. Je wijnproeftechnieken verbeteren. Er is niet zo erg veel voor nodig om tijdens het wijnproeven een professionele indruk te maken. Vertel je gasten wat ze gaan drinken, laat ze hun glas vasthouden en geef ze de opdracht de wijn een paar seconden lang rond te laten gaan in het glas om de wijn te laten "ademen." Laat ze daarna de wijn eerst ruiken zodat ze de smaak beter zullen proeven. Vervolgens is het de bedoeling dat je gasten een klein slokje van de wijn nemen en de wijn een paar seconden lang door hun mond laten gaan. Vervolgens mogen ze zelf kiezen of ze de wijn doorslikken of uitspugen. 9. Met het proeven beginnen. Bij wijnproeven is de volgorde van de wijnen heel belangrijk. Het is de bedoeling dat je eerst de lichtere wijnen drinkt en daarna pas de donkere, zwaardere soorten. Dus begin met een lichte witte wijn en eindig met een donkere rode wijn die rijk van smaak is. Als er een dessertwijn op het menu staat, proef die dan als laatste, ook als de dessertwijn lichter van kleur is dan de rode wijnen. Wijnen die op elkaar lijken, zoals één en dezelfde wijnsoort uit 2011 en uit 2012, moet je vlak achter elkaar proeven. 10. Geef je gasten de tijd om aantekeningen te maken. Vraag je gasten hun indrukken op te schrijven en geef ze de tijd om erover na te denken. In het begin zullen de meeste mensen het moeilijk vinden om hun indrukken te beschrijven omdat ze het gevoel hebben dat ze geen experts zijn op wijngebied, dus zorg ervoor dat je gasten zich op hun gemak voelen. Als je iedereen een paar minuten de tijd geeft om een en ander te laten bezinken kan iedereen zijn eigen mening geven en voorkom je dat mensen elkaar beïnvloeden. Vertel je gasten dat ze aantekeningen kunnen maken over onder meer de volgende punten: Geuren en smaken. Noteer iedere smaak of geur die in je opkomt. Dat kunnen bijvoorbeeld aardbeien zijn, honing, citroen, chocola, peer, aarde of vanille. Textuur en gewicht. Bepaal of de wijn licht en fris is, stevig en grof of soepel en glad. Balans. Heeft de wijn een evenwichtige balans van smaken, of is er een bepaalde smaak, zoals eikenhout of tannine, die overheerst? De afdronk. Blijft de smaak van de wijn achter op je gehemelte of verdwijnt hij zodra je hem doorslikt? De smaak van een goede wijn blijft als het goed is enige tijd hangen. 11. Zorg dat je niet aangeschoten raakt. Als je een chique wijnproefavond wilt houden, zorg dan dat je een rustige, zelfverzekerde indruk maakt op je gasten. Laat ze zien dat je je op je gemak voelt. Als je je helemaal laat gaan in je enthousiasme en alleen maar onsamenhangende verhalen ophangt tijdens het proeven, zullen je gasten de proeverij niet serieus nemen en niet langer letten op wat je zegt. Spuug meer wijn uit dan je drinkt en wacht tot na de proeverij voordat je je echt tegoed doet aan de wijn, als je dat tenminste van plan bent. 12. Eventueel kun je het proeven afronden met een spel. Als je je wijnproefavond nog net even wat leuker wilt maken, kun je aan het eind een spelletje spelen: wikkel de wijnflessen in bruine papieren zakken en schenk de wijn voor je gasten in, maar vertel ze niet welke wijn het is. Reik een prijs uit aan de winnaar, of speel het spel om de eer; de winnaar kan zich in ieder geval met trots een deskundig wijnproever noemen! 13. Eten na afloop van de proeverij. Om nog even gezellig na te kunnen praten, en om te zorgen dat je je gasten niet al te dronken naar huis stuurt, kun je ze het beste iets te eten aanbieden. Wat je het beste kunt serveren hangt een beetje af van het tijdstip, maar een soort van nagerecht kan heel geschikt zijn. (Als je gasten echt honger hebben kun je ze beter tijdens het proeven al iets aanbieden om de stemming erin te houden en om te zorgen dat ze niet te dronken worden, in plaats van ze tot na het proeven te laten wachten.) De suggesties hieronder smaken in ieder geval lekker bij de meeste soorten wijn: Meloen met rauwe ham Kaas Een lichte salade met peer Chocolade Vruchtenmoes of compote Flan of crème brulée	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-wijnproefavond-organiseren", "language": "nl"}
Garnalen met kokos maken	Garnalen met kokos is een knapperig, sappig en heerlijk gerecht om als aperitief te serveren. Het is vrij eenvoudig om te maken en je gasten zullen zeker om meer vragen. In dit artikel kun je lezen hoe je garnalen met kokos in de oven of gefrituurd kan maken. 1. Pel de garnalen. Omdat de garnalen gefrituurd zullen worden is het nodig dat je de garnalen eerst pelt. Haal de schil eraf (je kan het staartje van de garnaal laten zitten als je wilt) en haal de zwarte aderen die over de rug en buik lopen er ook af. Als de garnalen allemaal zijn gepeld kun je ze even onder kraan houden om eventuele restjes van de schil eraf te spoelen. 2. Maak een plek vrij in de keuken met drie kommen naast elkaar waar je de garnalen in kan gaan dompelen. Om te zorgen dat de kokos aan de garnalen blijft kleven is het nodig dat je de garnalen in het bloemmengsel, eimengsel en daarna in de geraspte kokos doopt. Het makkelijkst is om de drie kommen met de mengsels in de juiste volgorde naast elkaar te zetten. In de eerste kom meng je de bloem, zout en peper. In de tweede kom meng je de crème fraîche en de eieren. In de derde kom zit de geraspte kokos. 3. Doop de garnalen in het beslag. Dompel elke garnaal in de kom met het bloemmengsel, daarna in de kom met het eimengsel en tenslotte in de kom met de geraspte kokos. Zorg ervoor dat de garnaal goed bedekt is met het mengsel voordat je verder naar de volgende kom gaat. 4. Leg de garnalen die je in het beslag hebt gedompeld op een stuk bakpapier, daar blijven zie niet aan plakken zoals op een bord. 5. Frituur de garnalen. Schenk de olie in een diepe frituurpan. Verhit de olie tot 180 graden. Laat de garnalen voorzichtig in de olie vallen en frituur elke garnaal gedurende 2-3 minuten. Je kan met een keukenthermometer testen of de olie al heet genoeg is of door een houten spatel in de olie te dopen; als er belletjes van de spatel af komen is de olie klaar om te frituren. Als je de garnalen niet in een diepe pan wilt frituren kun je ze ook in een ondiepe pan frituren. Frituur ze dan 1,5 minuut en draai ze dan om met een grijper. Frituur ze vervolgens ook aan de andere kant 1,5 minuut. 6. Laat de garnalen uitlekken. Haal ze uit de pan met een grijper en leg ze op keukenpapier zodat de olie eruit kan lekken. 7. Dien de garnalen met kokos op. Ze zijn erg lekker met chili saus, mayonaise of een andere saus. 8. Verwarm de oven voor op 175 graden. 9. Haal de schil eraf (je kan het staartje van de garnaal laten zitten als je wilt) en haal de zwarte aderen die over de rug en buik lopen er ook af. Als ze allemaal zijn gepeld kun je ze even onder kraan houden om eventuele restjes van de schil eraf te spoelen. 10. Maak een plek vrij in de keuken met drie kommen naast elkaar waar je de garnalen in kan gaan dompelen. Om te zorgen dat de kokos aan de garnalen blijft kleven is het nodig dat je de garnalen in het bloemmengsel, eimengsel en daarna in de geraspte kokos doopt. Het makkelijkst is om de drie kommen met de mengsels in de juiste volgorde naast elkaar te zetten. 11. Doe het beslag op de garnalen. Dompel elke garnaal in de kom met het bloemmengsel, daarna in de kom met het eimengsel en tenslotte in de kom met de geraspte kokos. Zorg ervoor dat de garnaal goed bedekt is met een laag voordat je verder naar de volgende kom gaat. 12. Doe de garnalen in een glazen of metalen ovenschaal van 20 x 30 cm. Vet de ovenschaal in en leg de garnalen op de bodem. Zorg ervoor dat ze elkaar niet raken omdat ze anders niet gelijkmatig gaar kunnen worden. 13. Laat de garnalen in 10 minuten gaar worden in de oven tot de bovenkant bruin is. Haal de pan dan uit de oven en draai de garnalen om. Laat ze nog 20 minuten bakken. Ze zijn klaar als de tweede kant goudbruin is. Als de garnalen niet bruin lijken te worden kun je de oven even op de grilstand zetten om ze een bruin knapperig korstje te geven. Gril ze 2-3 minuten aan elke kant. Laat de garnalen niet te lang in de oven staan omdat ze dan minder sappig zullen zijn. Haal ze er meteen uit zodra ze klaar zijn. 14. Dien de garnalen op. Garnalen met kokos uit de oven zijn een gezond aperitief of hoofdgerecht. Dien ze op met wat rauwe groenten of met een dipsaus zoals olijfolie met honing en mosterd. 15. Klaar.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Garnalen-met-kokos-maken", "language": "nl"}
Een lay‐up doen	Een lay-up wordt beschouwd als het gemakkelijkste schot in basketbal om te nemen, omdat het zo dicht bij de basket wordt genomen dat de kans groot is dat je elke keer zult scoren. Omdat je bij het maken van een lay-up naar de basket toe beweegt, is je voetenwerk het belangrijkste onderdeel van een lay-up om te beheersen. Als je leert hoe je een lay-up vanaf zowel de linker- als de rechterkant van de basket kunt doen, zal je beter kunnen scoren tegen je tegenstanders. 1. Dribbel dicht bij de basket met je rechterhand Aangezien je een rechtshandige lay-up doet, moet je de basket vanaf de rechterkant benaderen. Je moet dicht genoeg bij de basket komen om er gemakkelijk bij te kunnen, maar niet zo dicht dat je er direct onder uitkomt. Lay-ups worden vaak vanuit een lopende dribbel ingezet. Oefen in het begin het langzaam naderen van de basket, en verhoog je snelheid als je het voetenwerk onder de knie hebt. Je kunt een rechtshandige lay-up doen als je dicht bij het midden of de rechterkant van de basket begint. Als je de basket van links nadert, doe je een linkshandige lay-up. 2. Stap met je rechtervoet naar de basket toe. Als je slechts een paar meter van de basket af bent, zet je met je rechtervoet een stap in de richting van de basket. Gebruik deze stap om afstand te winnen en je te positioneren binnen een gemakkelijk schietbereik. Dribbel de bal nog een laatste keer net buiten je rechtervoet. 3. Zet af met je linkervoet. Zodra je linkervoet landt, spring je ermee richting de basket. Je lichaam beweegt in de richting van de basket, maar je mag niet voorover leunen. In het ideale geval sta je dicht genoeg bij de basket, zodat je rechtop kunt springen om een te schieten. Als je springt, breng je de bal vanuit de dribbel naar je borst om je voor te bereiden op het shot. 4. Schiet Stel je voor dat je bij het springen een touw aan je rechterarm en je rechterbeen vastmaakt. Beweeg ze op hetzelfde moment als je schiet, alsof iemand ze aan het touw omhoog trekt. Je rechterknie moet gebogen zijn en naar de basket wijzen, terwijl je rechterarm omhoog beweegt om de bal te schieten. Buig je arm naar de basket. Schiet met je elleboog licht gebogen, zodat je arm eruit ziet als de nek van een zwaan. Als je een lay-up doet, is de schiettechniek iets anders dan die van een normaal schot. In plaats van je linkerhand te gebruiken om de bal te stabiliseren, schiet je de bal alleen met je rechterhand. Dit geeft je meer bereik en omdat je zo dicht bij de basket bent dat het moeilijk is om het schot te missen, heb je je linkerhand niet echt nodig om de bal te stabiliseren. Draai terwijl je schiet, je pols een beetje naar binnen om de bal een beetje te laten draaien, in plaats van je pols naar voren te klappen, zoals je zou doen bij een normaal schot. De zachte draai zorgt ervoor dat de bal niet met te veel kracht van de rand of het bord stuitert. 5. Richt je op de sweet spot op de backboard. Een van de redenen waarom een lay-up zo zeker is, is dat je het backboard altijd kunt gebruiken om het schot in de basket te leiden. Wanneer je een rechtshandige lay-up doet, is de sweet spot iets rechts van het vierkant in het midden van het backboard. Deze plek absorbeert de impact van de bal en laat hem recht naar beneden vallen door het net. Je krijgt twee punten, hoe je ook schiet, maar het is beter om te mikken op het backboard in plaats van te proberen de bal over de ring te tikken. Het backboard is wat minder foutgevoelig, maar als je de ring raar raakt, stuitert de bal er meteen uit. Er is niets erger dan het missen van een vrije lay-up, waarbij je ongehinderd bij de basket kunt komen, dus train erop om elke keer de juiste plek te raken. 6. Oefen tot je spieren zich de beweging herinneren. De lay-up is een fundamentele basketbalbeweging die een tweede natuur wordt nadat je het genoeg hebt geoefend. Je moet tot het punt komen waarop je lichaam zich herinnert wat je moet doen en je niet meer hoeft na te denken over welke voet je naar voren moet zetten en met welke voet je moet springen: je doet het gewoon. Doe lay-ups als onderdeel van elke basketbaltraining. Als je oefent, krijg je een goed gevoel voor hoe snel je de basket moet benaderen en van welke afstand je je lay-up voetenwerk moet beginnen en overgaat tot de sprong. Werk aan het doen van lay-ups terwijl je wordt verdedigd of vanaf een lange pass. 7. Dribbel dicht bij de basket met je linkerhand. Benader al dribbelend de linkerkant van de basket. Dribbel dicht genoeg bij de basket zodat je gemakkelijk een schot kunt wagen op de basket, en van een paar meter afstand over kunt gaan tot de lay-up. Zorg dat je niet zo dichtbij bent, dat je direct onder de basket terecht komt. Als je rechtshandig bent, kan de linkshandige lay-up ook worden aangeduid als een omgekeerde lay-up, omdat dit het omgekeerde is van je standaard lay-up. Als je linkshandig bent, is de rechtshandige lay-up de omgekeerde variant. Het is moeilijk om een lay-up te doen met je andere hand, maar het is absoluut de tijd en moeite waard om dit te leren. Als je de basket van de linkerkant nadert, kun je op geen enkele manier voor het doel langs gaan en een rechtshandige lay-up doen. Je hebt een veel betere kans om te scoren als je weet hoe je er één van links in kunt krijgen. 8. Stap met je linkervoet naar de basket toe. Als je slechts een paar meter van de basket af bent, begin je de lay-up door met je linkervoet een stap naar de basket te zetten. Geef de bal nog een laatste harde dribbel net aan de buitenkant van je linkervoet. 9. Spring met je rechtervoet. Zodra je rechtervoet landt, gebruik je deze om in de richting van de basket te springen. Je lichaam moet in de richting van de basket bewegen, maar niet voorover buigen. In het ideale geval bevind je je dicht genoeg bij de basket, zodat je rechtop kunt springen om een schot te lossen. Als je springt, haal de bal dan uit de dribbel en breng hem dicht bij je borst om je voor te bereiden op het schot. 10. Schiet met je linkerarm als je je linkerbeen optilt. Stel je voor dat je bij het springen een touw aan je linkerarm en je linkerbeen vastmaakt. Beweeg ze op hetzelfde moment als je schiet, alsof iemand aan het touw omhoog trekt. Je linkerknie moet gebogen zijn en naar de basket wijzen terwijl je linkerarm omhoog beweegt om de bal te schieten. Als je een lay-up doet, is de schiettechniek iets anders dan die van een normaal schot. In plaats van je rechterhand te gebruiken om de bal te stabiliseren, schiet je de bal alleen met je linkerhand. Dit geeft je meer bereik en omdat je zo dicht bij de basket bent dat het moeilijk is om het schot te missen, heb je je rechterhand niet echt nodig om de bal te stabiliseren. Als je schiet, draai je je pols iets naar binnen om de bal een beetje te laten draaien, in plaats van je pols naar voren te klappen zoals je zou doen bij een normaal schot. De zachte draai voorkomt dat de bal met te veel kracht van het bord of de ring stuitert. 11. Richt je op de sweet spot op de backboard. Voor een linkshandige lay-up moet de bal iets links van het midden van het vierkant op het backboard mikken. Wanneer je die plek raakt, zal het schot elke keer raak zijn, aangezien het backboard de impact van de bal absorbeert en het helpt om het recht naar beneden te laten vallen door het net. Het is beter om te mikken op het backboard in plaats van te proberen de bal gewoon over de ring te tikken. Het backboard laat meer ruimte voor fouten, maar als je de binnenste of buitenste ring raakt, kan de bal er meteen weer uit stuiteren. 12. Oefen totdat je spieren zich de beweging herinneren. De lay-up is een fundamentele basketbalbeweging die een tweede natuur wordt nadat je het genoeg geoefend hebt. Je moet tot het punt komen waarop je lichaam zich herinnert wat je moet doen en je niet meer hoeft na te denken over welke voet je naar voren moet brengen en met welke voet je moet afzetten -- je doet het gewoon. Doe lay-ups als onderdeel van elke basketbaltraining. Als je oefent, krijg je een goed gevoel voor hoe snel je de basket moet benaderen en vanaf welke afstand je de lay-up moet inzetten, en begint met de sprong. Werk aan je lay-ups terwijl je wordt verdedigd of vanuit een lange pass.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-lay%E2%80%90up-doen", "language": "nl"}
Tot 10 tellen in het Duits	Je moet misschien tot 10 in het Duits kunnen tellen, omdat je reist, vanwege je werk of gewoon omdat je het leuk vindt. Tellen in het Duits is leer je eins, zwei, drei! Duits is een taal die door meer dan 100 miljoen mensen gesproken wordt, dus het kan zinvol zijn om het een beetje te leren. 1. Houd je mond strak terwijl je praat. Het heeft geen zin om Duitse woorden te leren als je ze niet goed kunt uitspreken. Bedenk je dat Duitsers veel spanning op hun wangen zetten, als ze praten. Om als een Duitser te klinken, moet je je mond op de juiste manier houden. Als je je mond open doet, maak dan een grote 'o'. Zoek naar video's van mensen die Duits spreken, zodat je ziet wat ze met hun mond doen, als ze praten. Duitsers spreken ook sommige medeklinkers en klinkers op een eigen manier uit. 2. Leer hoe je de Duitse klinkers moet uitspreken. Sommige klinkers klinken hetzelfde, maar anderen worden in het Duits anders uitgesproken. Hou dit in je achterhoofd als je in het Duits probeert te tellen. In het Duits wordt de combinatie "ei" bijna net zoals in het Nederlands uitgesproken, maar meer als 'ai'. Het woord "drei" (spreek uit: 'drai') betekent bijvoorbeeld 3. "Frei" ('frai') betekent 'vrij'. De klinkercombinatie "ie" wordt hetzelfde als in het Nederlands uitgesproken. Een makkie: het Duitse woord voor het cijfer 4 is…"vier"! De klinkercombinatie "eu" wordt in het Duits uitgesproken als 'oi'. Als je een umlaut boven een klinker ziet, wordt die anders uitgesproken. Het Duitse woord voor 5 heeft een umlaut: "fünf". De ü moet met ronde lippen als een lange 'uu' worden uitgesproken: 'fuunf'. 3. Weet hoe je de Duitse medeklinkers moet uitspreken. Ook de medeklinkers worden in het Duits in sommige gevallen anders uitgesproken. De medeklinker "v" wordt hetzelfde als in het Nederlands uitgesproken: "vier". De medeklinker 's' wordt in het Duits aan het begin van een woord als een 'z' uitgesproken, zoals in "sieben" (7). De letter 'r' wordt aan het einde van een woord heel licht, zoals in 'uh' uitgesproken. De 'r' is ook licht als hij in het midden van een woord staat. Leg je tong tegen je verhemelte als je hem uitspreekt. Dus het Duitse woord voor 4 is "vier", met een lichte 'r' op het einde: vieah. Als een woord met de medeklinker 'z' begint, wordt die als 'ts' uitgesproken. 4. Begin het van 1 tot 10 tellen in het Duits door het woord "eins" voor 1 te zeggen. Om "eins" uit te spreken, zeg je 'ai', maar voeg je 'nz' toe. Het is vrij gemakkelijk om tot 10 in het Duits te tellen, nu je weet hoe je een paar belangrijke klinkers en medeklinkers uitspreekt. 5. Zeg "zwei" voor het nummer 2. In het Duits wordt "zwei" uitgesproken als 'tsvai.' De "zw" wordt niet als een Nederlandse 'zw' uitgesproken, maar meer als een 'tsw'-klank. 6. Zeg "drei" voor 3. Spreek het uit als 'dgai', met een keel-'r'. 7. Gebruik "vier" voor 4. Let hier vooral op de 'r' aan het eind. Spreek het woord uit als een Hagenees: 'vieah'. 8. Zeg "fünf" voor 5. Zeg geen "foenf," maar "fuunf" vanwege de umlaut. 9. Gebruik "sechs" voor 6 in het Duits. Gebruik hier een 'z'-klank. Spreek uit als "zecks." 10. Zeg het woord voor 7 als "sieben." Spreek uit als "ziebhen." De 's' aan het begin van een woord klinkt als een 'z'. 11. Gebruik het woord "acht" voor 8. Spreek het uit zonder de Nederlandse keel-g, als "ahkt." 12. Zeg "neun" voor 9. Spreek uit als "noyn." 13. Voltooi het tellen met het woord voor 10: "zehn." Vergeet niet de Duitse regel dat een 'z' aan het begin van een woord als een 'ts'-klank wordt uitgesproken, dus spreek uit als "tsehn." Je moet misschien ook weten hoe je het woord voor nul in het Duits zegt, nu je 1 tot 10 onder de knie hebt. Nul is "null," maar wordt uitgesproken als "noel." 14. Weet hoe je in het Duits verder dan 10 moet tellen. Nu je de Duitse uitspraak onder de knie hebt en weet hoe je tot 10 moet tellen, wordt het tijd om door te gaan! Makkie. Zet, als je van 13 tot 19 telt, het woord "zehn" achter elk cijfer om aan te geven dat je er tien bij hebt opgeteld. Dus, "neunzehn" is 19 en "achtzehn" is 18, en zo verder. "Elf" wordt precies hetzelfde uitgesproken als in Nederland en 12 is "zwölf." Umlaut op de 'o', dus niet uitspreken als 'tswolf', maar als 'tswulf'. Twintig is "zwanzig." Om verder te tellen dan 20, moet je eerst het Duitse woord voor het tweede cijfer nemen, dan "und" zeggen en dan "zwanzig." Dus, 21 is "einundzwanzig" (de 's in "eins" vervalt.) Volg hetzelfde proces om 22 te zeggen. Het woord voor 22 is "zweiundzwanzig." En zo verder tot en met 29. Volg hetzelfde proces tot 100 aan toe. Vervang "zwanzig" door de woorden voor 30 ("dreißig" - de ß is "ss" in het Duits en wordt als een gewone 's' uitgesproken, 40 ("vierzig" - uitgesproken "vieahtsig'), 50 ("fuunfzig"), 60 ("sechzig"), 70 ("siebzig"), 80 ("achtzig"), en 90 ("neunzig"). Het Duitse woord voor 100 is "(ein)hundert" (spreek de 'd' als een 't' uit en de 'u' als 'oe') 15. Vind een geboren spreker. De kracht van het internet is dat het makkelijker dan ooit is om geboren sprekers van buitenlandse talen te vinden om mee te oefenen. Dit geldt ook voor het Duits. Op verschillende taalsites wordt je online met geboren sprekers gematcht. Op sommige sites hoor je de uitspraak als je met je cursor op een letter gaat staan. Kijk naar YouTubevideo's van mensen die Duits spreken, inclusief van 1 tot 10 tellen, zodat je de woorden hoort voordat je ze uit probeert te spreken. Sommige sites gebruiken muziek en liedjes om kinderen en anderen te leren tellen in het Duits. 16. Doe een online talencursus of gewoon in een klas. Duits wordt veel gesproken op scholen en universiteiten. Het zou niet veel moeite moeten kosten om, als je in een redelijk grote stad woont, een cursus bij jou in de buurt te vinden. Kijk anders online. Je zou jezelf kunnen opnemen, terwijl je in het Duits tot 10 telt en het later afspelen. Zo oefen je de uitspraak het beste. Door te reizen of te wonen in Duitsland vergroot je je spraakvaardigheden natuurlijk het meeste. Een buitenlandse taal constant spreken met geboren sprekers, is de allerbeste manier om het onder de knie te krijgen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Tot-10-tellen-in-het-Duits", "language": "nl"}
Snel een strandlichaam krijgen	Zodra de lente komt, is de race om het perfecte strandlichaam te krijgen begonnen. Hoewel sporten en gezond eten de beste resultaten zullen opleveren als je dit van tevoren al hebt gedaan, kun je nog steeds in een paar weken afslanken voor je badpak, mits je rommel weglaat uit je voeding en begint te trainen 1. Weet dat veel lichaamstypes er fantastisch uitzien in een bikini. Het is te gemakkelijk om het idee te hanteren dat alleen slanke vrouwen van 50 kg er goed uitzien in een bikini. Door goed te eten en regelmatig te sporten kun je een gezond lichaam ontwikkelen dat er goed uitziet, met of zonder bikini. Heb vertrouwen in jezelf en je lichaam zal er geweldig uitzien. 2. Begrijp dat er 3500 calorieën in een pond vet zitten. De gemakkelijkste manier om gewicht te verliezen is door meer calorieën te verbranden dan je eet. 3500 calorieën is een stuk minder dan je zou denken, en je kunt bijna een pond per week afvallen door 500 calorieën weg te laten uit je voeding, terwijl dit toch ongeveer hetzelfde blijft, gewoon door junkfood weg te laten. Terwijl je niet op magische wijze een pond af zult vallen door 3500 calorieën weg te hebben gelaten, is dit een goede maatstaf om in gedachten te houden. Een enkel glas frisdrank, een donut of een enkel stuk gebakken kip bevatten allemaal 150-250 calorieën. Drie kilometer stevig wandelen of joggen verbrandt ongeveer 200 calorieën. Als je je ochtend donut of soda weglaat en een paar kilometer per dag loopt, kun je bijna een pond per week verliezen. 3. Laat junkfood weg. Junkfood heeft weinig voedingswaarde en bevat veel calorieën. Door te bezuinigen op frisdrank, snacks en desserts kun je je lichaam snel in de strandmodus krijgen. 4. Eet regelmatige, kleine maaltijden in plaats van drie gigantische maaltijden. Probeer vijf kleine maaltijden per dag te eten, ongeveer elke twee uur een maaltijd. Zorg ervoor dat je jezelf niet uithongert, want je lichaam heeft voedsel nodig om daadwerkelijk af te vallen. Dit helpt vaak middels portiecontrole, waardoor je niet meer kunt eten dan je eigenlijk nodig hebt. Het duurt ongeveer 20 minuten voor je hersenen registreren dat je vol bent, en veel mensen blijven onbewust dooreten tijdens deze tijd en voegen daarmee extra calorieën toe. 5. Balanceer je dieet met voornamelijk koolhydraten en eiwitten. Zorg ervoor dat 40% van je calorieën afkomstig zijn van eiwitten (kip, vis, pindakaas, bonen), 40% van goede koolhydraten (zoete aardappelen, groenten, bruine rijst, volkoren) en 20% van natuurlijke vetten zoals die in avocado, noten en eieren. 6. Drink genoeg water. Richt je op ongeveer 2-3 liter per dag. Niet alleen zal het je helpen vet kwijt te raken, maar het zal ook je huid reinigen. Vervang water door soda en sap wanneer dat mogelijk is. 7. Hardloop, fiets of zwem 15-20 minuten per dag. Basale, eenvoudige cardiotrainingen verbranden calorieën en verhogen je stofwisseling, waardoor je snel vet verbrandt. Tijd nemen om te sporten is niet alleen cruciaal voor een strandlichaam, maar ook voor een gezond leven. Word lid van een lokale sportvereniging of doe 1-2 per week wedstrijdjes met vrienden. Zoek een trainingsmaatje om je te helpen motiveren om te trainen. 8. Probeer intervaltraining om snel calorieën en vet te verbranden. Doe 15 minuten intervaltraining op hoge intensiteit in plaats van alleen maar te willen rennen om sneller resultaten te zien. Begin met vijf minuten eenvoudig joggen om op te warmen. Daarna sprint je 30 seconden lang zo snel als je kunt. Zonder te stoppen, vertraag je een minuut op lage snelheid om te rusten. Herhaal dit 10 keer. 9. Focus op je 'strandspieren'. Om snel een bikinilichaam te krijgen, moet je misschien de volledige lichaamstraining overslaan en je concentreren op je buikspieren, benen en armen. Al deze spieren kunnen gemakkelijk thuis worden getraind. Doe sit-ups, crunches en de plank. Doe push-ups, dips en pull-ups. Doe box jumps, squats & lunges, of ren de trap op en neer. 10. Begin 1-2 maanden voor het strandseizoen met gewichten te trainen. De stofwisselingssnelheid van je lichaam wordt bepaald door hoeveel spieren je hebt, en meer spieren betekent dat je meer vet verbrandt. Door het tillen van gewichten verhoogt je je stofwisseling, dus bouw je spieren op en verbrand je vet wanneer je slaapt, auto rijdt of aan het winkelen bent. Plan je trainingsschema van tevoren om de beste resultaten te krijgen. Hoewel het geen onmiddellijke resultaten geeft, is het trainen met gewichten een goede manier om binnen 2-3 weken resultaten te zien. 11. Zoek de hele dag door naar manieren om te trainen. Neem de trap in plaats van de lift. Loop of fiets naar het werk en doe push-ups tijdens de pauzes. Om de beste resultaten te krijgen, moet je zo vaak mogelijk een paar calorieën verbranden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Snel-een-strandlichaam-krijgen", "language": "nl"}
Witte champignons kweken	Champignons kweken is een geweldig project voor een beginnende tuinman, omdat de sporen snel en gemakkelijk groeien. Je kunt champignons het hele jaar door planten omdat ze binnenshuis kunnen worden gekweekt. Het enige wat je nodig hebt om champignons te kweken is de juiste uitrusting en een beetje geduld! 1. Overweeg om een set te kopen als dit de eerste keer is dat je champignons kweekt. Kweeksets voor champignons bevatten normaal gesproken alle benodigde materialen voor het planten en kweken van champignons en zijn daarom goed voor beginners. Ze bevatten meestal mest, substraat, bakken en een spuitfles om de champignons water te geven. Kweeksets hebben meestal specifieke aanwijzingen die kunnen verschillen van traditionele kweekmethoden voor champignons. Lees de verpakking zorgvuldig en volg de aanwijzingen. Sommige sets bevatten al de sporen voor het kweken van een bepaald soort champignons, terwijl andere alleen kweekbakken en geschikt substraat bevatten. 2. Koop grote bakken om champignons te kweken. Kies bakken van ongeveer 35 bij 40 cm en minstens 15 cm diep. Plant om te beginnen in slechts in één bak die gedurende drie tot zes champignons zal blijven produceren. De bakken kunnen gemaakt zijn van plastic, metaal of hout, afhankelijk van wat er beschikbaar is. Naarmate je meer ervaring als kweker opdoet, kun je in meerdere bakken tegelijk kweken en een bijna constante aanvoer van champignons hebben! 3. Maak een mengsel van gelijke delen compost en mest. Champignons moeten in een omgeving worden gekweekt die veel stikstof bevat. Gebruik je eigen compost en koop paarden- of koeienmest, of beide als je geen composthoop hebt. Als je van plan bent veel champignons te kweken, dan kun je dit mengsel in een grote emmer maken en afdekken nadat je er wat van hebt gebruikt. Meng anders niet meer dan de nodige hoeveelheid om maar een bak te vullen. Vanwege de sterke geur van het mengsel van mest en compost kun je dit beter in een goed geventileerde ruimte doen. 4. Vul de bakken tot 15 cm met het groeimengsel. Giet het mengsel voorzichtig in de bakken en laat minimaal 2,5 cm ruimte over aan de bovenkant van de bak. Zorg ervoor dat de grond vlak en gelijkmatig in de bak is verdeeld. Witte champignons hebben de neiging om goed te broeden in warme compost, dus maak je geen zorgen als de compost nog heet is wanneer je hem in de bak plaatst. 5. Koop kant-en-klare sporen online of bij een kwekerij. Koop sporen die al zijn 'geïnoculeerd' met een substraat zoals modder, hooi of zaagsel om champignons gemakkelijk te kweken. Witte champignons komen veel voor en zijn verkrijgbaar via online retailers en zijn zelfs te vinden bij plaatselijke kwekerijen. Koop zwamvlokken, indien mogelijk, bij een ervaren champignonkweker. Ze zullen waarschijnlijk eerder champignons produceren. 6. Verspreid de sporen door de compost en vernevel met water. Omdat de zwamvlokken zijn voorbehandeld, kun je ze direct op het compostmengsel aanbrengen. Maak een gelijkmatige laag over het substraat zodat de champignons in alle delen van de grond groeien. Champignons groeien graag in een vochtige omgeving, dus zelfs als de mest en compost nat zijn, moet je de bak grondig met water besproeien. 7. Zet de bak op een verwarmingskussen om de temperatuur tot 21 °C te verhogen. Zet de bak direct op een voorverwarmd kussen dat in een stopcontact aan de muur kan worden gestoken en een temperatuurregelaar heeft. Steek een thermometer in de grond om de temperatuur te controleren terwijl hij stijgt. Maak de grond niet warmer dan 21 °C, anders kunnen de sporen doodgaan voordat ze zijn gegroeid. 8. Verplaats de bak naar een donkere kamer en spray twee keer per dag met water. De champignons groeien het beste op een donkere plaats, zoals een groentekelder, kelder, garage of zelfs in een kast. Controleer de hele dag door de temperatuur en het vochtgehalte van de grond om er zeker van te zijn dat het niet te warm of droog is. Spray de grond twee keer per dag grondig met water. Als de grond vaak warm is, zet het verwarmingskussen dan op een lager temperatuur en houd de thermometer in de gaten. 9. Zet de temperatuur op 10 °C wanneer zich kleine en draadachtige wortels vormen. Na drie tot vier weken zal de bovenkant van de grond bedekt zijn met kleine en witte wortels, 'mycelium' genaamd. Wanneer de grond er volledig mee is bedekt, verlaag je de temperatuur om de groei van de eerste champignons te stimuleren. Sommige delen van de bak kunnen vroegtijdig mycelium vormen, terwijl andere er een hele maand over doen. Wees geduldig tijdens het hele proces en wacht tot de kolonie volledig is gevormd om de warmte te verlagen. 10. Bedek het mycelium met 2,5 cm potgrond. Verdeel als de temperatuur daalt een laag gewone potgrond over de nieuwe wortels. Deze laag beschermt het delicate mycelium en levert voedingsstoffen voor de nieuwe champignons terwijl ze groeien. Je vindt potgrond bij de meeste bouwmarkten of tuincentra. 11. Geef de grond dagelijks water en dek de bak af met een vochtige doek. De champignons moeten zich in een constant vochtige omgeving bevinden om te kunnen groeien. Naast de grond met water te sprayen moet je ook een vochtige doek op de bak leggen zodat er de hele dag water in de grond terecht komt. Bij gebrek aan een doek om de bak ermee te bedekken, kun je een laag vochtige kranten op de grond leggen. Verwijder de kranten wanneer er champignons beginnen te groeien. Zorg ervoor dat je de doek ook vochtig houdt door hem te sprayen of door hem een paar seconden onder de kraan te houden. 12. Wacht drie tot vier weken tot de champignons uit de aarde komen. Ongeveer een maand na het verspreiden van de potgrond moeten de eerste champignons uit de grond komen. Laat ze tot volle groei komen voordat je ze oogst om te worden gegeten. Als de champignons zich eenmaal beginnen te vormen, blijf dan de aarde sprayen. Een enkele bak met sporen kan drie tot zes maanden na de eerste spruiten champignons produceren. 13. Oogst de champignons als de doppen opengaan. De doppen van de champignons springen open als ze volgroeid zijn. Gebruik een scherp mes om door de steel te snijden, net onder het punt waar de dop op de steel zit. Sommige tuinders kiezen ervoor om de doppen eraf te draaien om te voorkomen dat de stengel wordt afgesneden. Mocht je twijfelen over hoe je de champignons moet bereiden: je kunt ze roerbakken, champignonbrood met kaas maken, een lekkere champignonjus voor kip bereiden of ze gewoon rauw eten!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Witte-champignons-kweken", "language": "nl"}
Een pub‐bestand openen op een iPhone	Microsoft Publisher mag dan niet zo populair zijn als Word of PowerPoint, maar het is nog steeds een erg nuttig programma. Er is echter geen versie van Publisher voor iOS. Je zult je pub-bestand dus moeten omzetten naar een pdf-bestand met behulp van een conversiewebsite of app, zodat je het kunt openen als welk pdf-bestand dan ook. Dit wikiHow-artikel laat je zien hoe je een pub-bestand om kunt zetten naar een pdf-bestand, zodat je het kunt openen op een iPhone of iPad. 1. Ga op je iPhone of iPad naar een website voor het converteren van pub-bestanden naar pdf-bestanden. De snelste manier om een pub-bestand te openen op je telefoon of tablet is om hem met behulp van een conversiewebsite om te zetten in een pdf-bestand. Er zijn een hoop gratis en veilige websites om uit te kiezen en ze leveren allemaal een soortgelijk resultaat op. Hier zijn enkele populaire opties: https://www.zamzar.com/convert/pub-to-pdf (maximale bestandsgrootte 50 MB) https://www.publishertopdf.com (geen beperkingen wat betreft de bestandsgrootte) https://online2pdf.com/convert-publisher-to-pdf (maximale bestandsgrootte 100 MB) Je kunt ook een zoekterm als 'pub naar pdf omzetten' gebruiken om meer conversiewebsites te vinden. 2. Upload het pub-bestand op de website. De stappen verschillen enigszins, afhankelijk van de conversiewebsite die je gebruikt. Meestal kun je het pub-bestand naar een gedeelte van de website slepen met een tekst als 'Plaats je bestand hier' of moet je op een knop tikken met een tekst als of om het pub-bestand te selecteren. 3. Tik op Converteren. Je pub-bestand wordt nu geüpload naar de website, waarna er een pdf-bestand gemaakt wordt dat je kunt downloaden. 4. Download het pdf-bestand. Als het downloadproces niet automatisch begint, dan moet je wellicht op een -knop tikken om het bestand op je iPhone of iPad op te slaan. Als je liever geen conversiewebsite gebruikt, dan kun je apps vinden waarmee je het bestand om kunt zetten. Sommige van deze apps beweren gratis te zijn, maar kosten geld als je je bestand direct om wilt kunnen zetten. Je kunt in de App Store een zoekterm als 'pub naar pdf omzetten' gebruiken om apps te vinden die je daarbij kunnen helpen. Wanneer het bestand omgezet is in een pdf-bestand kun je het openen met bijvoorbeeld de Boeken-app voor iPhone en iPad.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-pub%E2%80%90bestand-openen-op-een-iPhone", "language": "nl"}
De kwadratensom (SSE) berekenen	De kwadratensom of SSE, is een voorlopige statistische berekening die tot andere gegevenswaarden leidt. Wanneer je een set van gegevenswaarden hebt, is het nuttig om te kunnen bepalen hoe nauw deze waarden aan elkaar verwant zijn. Je moet je gegevens in een tabel ordenen en daarna vrij eenvoudige berekeningen uitvoeren. Zodra je de SSE voor een dataset hebt gevonden, kun je vervolgens de variantie en standaardafwijking vinden. 1. Maak een tabel van drie kolommen. De duidelijkste manier om de SSE te berekenen is door te beginnen met een tabel van drie kolommen. Label de drie kolommen Waarde{\displaystyle {\text{Waarde}}}, Deviatie{\displaystyle {\text{Deviatie}}}, and Deviatie2{\displaystyle {\text{Deviatie}}^{2}}. 2. Vul de gegevens in. In de eerste kolom staan de waarden van je metingen. Vul de kolom Waarde{\displaystyle {\text{Waarde}}} met je meetwaarden. Dit kunnen de resultaten zijn van een experiment, een statistische studie of gewoon gegevens uit een wiskundeopgave. Stel in dit geval dat je met medische gegevens werkt en je een lijst hebt met de lichaamstemperatuur van tien patiënten. De verwachte normale lichaamstemperatuur is 98,6 graden. De temperatuur van tien patiënten wordt gemeten en geven de waarden 99,0, 98,6, 98,5, 101,1, 98,3, 98,6, 97,9, 98,4, 99,2 en 99,1. De temperatuur van tien patiënten wordt gemeten en geeft de waarden 99,0, 98,6, 98,5, 101,1, 98,3, 98,6, 97,9, 98,4, 99,2 en 99,1. Schrijf deze waarden in de eerste kolom. 3. Bereken het gemiddelde. Voordat je de fout voor elke meting kunt berekenen, moet je het gemiddelde van de volledige dataset berekenen. Het gemiddelde van een gegevensverzameling is de som van de waarden, gedeeld door het aantal waarden in de verzameling. Dit kan symbolisch worden weergegeven, met de variabele μ{\displaystyle \mu }: μ=Σxn{\displaystyle \mu ={\frac {\Sigma x}{n}}} Voor deze gegevens wordt het gemiddelde als volgt berekend: μ=99,0+98,6+98,5+101,1+98,3+98,6+97,9+98,4+99,2+99,110{\displaystyle \mu ={\frac {99,0+98,6+98,5+101,1+98,3+98,6+97,9+98,4+99,2+99,1}{10}}} μ=988,710{\displaystyle \mu ={\frac {988,7}{10}}} μ=98,87{\displaystyle \mu =98,87} 4. Bereken de individuele foutwaarden. In de tweede kolom van je tabel moet je de foutwaarden voor elke data-waarde invullen. De fout is het verschil tussen de meting en het gemiddelde. Voor de gegeven dataset, trek je het gemiddelde, 98,87, af van elke gemeten waarde, en vul je de tweede kolom in met de resultaten. Deze tien berekeningen gaan als volgt: 99,0−98,87=0,13{\displaystyle 99,0-98,87=0,13} 98,6−98,87=−0,27{\displaystyle 98,6-98,87=-0,27} 98,5−98,87=−0,37{\displaystyle 98,5-98,87=-0,37} 101,1−98,87=2,23{\displaystyle 101,1-98,87=2,23} 98,3−98,87=−0,57{\displaystyle 98,3-98,87=-0,57} 98,6−98,87=−0,27{\displaystyle 98,6-98,87=-0,27} 97,9−98,87=−0,97{\displaystyle 97,9-98,87=-0,97} 98,4−98,87=−0,47{\displaystyle 98,4-98,87=-0,47} 99,2−98,87=0,33{\displaystyle 99,2-98,87=0,33} 99,1−98,87=0,23{\displaystyle 99,1-98,87=0,23} 5. Bereken de SSE. Zoek in de derde kolom van de tabel het kwadraat van elk van de resulterende waarden in de middelste kolom. Deze vertegenwoordigen de kwadraten van de deviatie van het gemiddelde voor elke gemeten gegevenswaarde. Voor elke waarde in de middelste kolom gebruik je een rekenmachine om het kwadraat te berekenen. Noteer de resultaten in de derde kolom, als volgt: 0,132=0,0169{\displaystyle 0,13^{2}=0,0169} (−0,27)2=0,0729{\displaystyle (-0,27)^{2}=0,0729} (−0,37)2=0,1369{\displaystyle (-0,37)^{2}=0,1369} 2,232=4,9729{\displaystyle 2,23^{2}=4,9729} (−0,57)2=0,3249{\displaystyle (-0,57)^{2}=0,3249} (−0,27)2=0,0729{\displaystyle (-0,27)^{2}=0,0729} (−0,97)2=0,9409{\displaystyle (-0,97)^{2}=0,9409} (−0,47)2=0,2209{\displaystyle (-0,47)^{2}=0,2209} 0,332=0,1089{\displaystyle 0,33^{2}=0,1089} 0,232=0,0529{\displaystyle 0,23^{2}=0,0529} 6. Tel de kwadraten van de fouten bij elkaar op. De laatste stap is het vinden van de som van de waarden in de derde kolom. Het gewenste resultaat is de SSE, ofwel de som van de kwadraten van de fouten. Voor deze dataset wordt de SSE berekend door de tien waarden in de derde kolom bij elkaar op te tellen: SSE=6,921{\displaystyle SSE=6,921} 7. Label de kolommen van de spreadsheet. Je maakt een tabel met drie kolommen in Excel, met dezelfde drie kopjes als hierboven. In cel A1, typ je 'Waarde' als kop. In vak B1 typ je 'Deviatie' als kop. In vak C1 typ je 'Deviatie in het kwadraat' als kop. 8. Voer je gegevens in. In de eerste kolom moet je de waarden van je metingen invoeren. Als de set klein is, kunt je deze eenvoudig met de hand intypen. Als je een grote dataset hebt, kan het nodig zijn om de gegevens te kopiëren en in de kolom te plakken. 9. Bepaal het gemiddelde van de datapunten. Excel heeft een functie die het gemiddelde voor je berekent. In een lege cel onder je datatabel (het maakt niet uit welke cel je kiest), voer je het volgende in: =Gemiddelde(A2:___) Typ geen lege ruimte. Vul die spatie in met de celnaam van je laatste gegevenspunt. Als je bijvoorbeeld 100 gegevenspunten hebt, gebruikt je de functie: =Gemiddelde(A2:A101) Deze functie bevat de gegevens van cel A2 tot en met A101, omdat de bovenste rij de kolomkoppen bevat. Als je op Enter drukt of als je naar een andere cel in de tabel klikt, wordt de zojuist geprogrammeerde cel automatisch gevuld met het gemiddelde van je gegevenswaarden. 10. Voer de functie voor de foutmetingen in. In de eerste lege cel in de kolom 'Deviatie' moet je een functie invoeren om het verschil tussen elk gegevenspunt en het gemiddelde te berekenen. Hiertoe gebruik je de celnaam waar het gemiddelde zich bevindt. Laten we aannemen dat je voorlopig cel A104 hebt gebruikt. De functie voor de foutberekening, die je in cel B2 invoert, is: =A2-$A$104. De dollartekens zijn nodig om er zeker van te zijn dat je vak A104 voor elke berekening vergrendelt. 11. Vul de functie voor de gekwadrateerde fouten in. In de derde kolom kunt je Excel de opdracht geven om het gewenste kwadraat te berekenen. In cel C2, voer je de volgende functie in: =B2^2 12. Kopieer de functies om de hele tabel te vullen. Nadat je de functies in de bovenste cel van elke kolom, respectievelijk B2 en C2, hebt ingevoerd, moet je de volledige tabel invullen. Je zou de functie in elke regel van de tabel kunnen hertypen, maar dit zou veel te lang duren. Gebruik je muis, markeer de cellen B2 en C2 samen, en zonder de muisknop los te laten sleep je naar de onderste cel van elke kolom. Als we ervan uitgaan dat je 100 datapunten in je tabel heeft, sleep je je muis naar de cellen B101 en C101. Wanneer je de muisknop loslaat, worden de formules gekopieerd naar alle cellen van de tabel. De tabel moet automatisch worden gevuld met de berekende waarden. 13. Zoek de SSE. Kolom C van je tabel bevat alle gekwadrateerde foutwaarden. De laatste stap is om Excel de som van deze waarden te laten berekenen. In een cel onder de tabel, waarschijnlijk C102 in dit voorbeeld, vul je de volgende functie in: =Som(C2:C101) Als je op Enter klikt of wegklikt in een andere cel van de tabel, krijg je de SSE-waarde van je gegevens. 14. Bereken de afwijking van de SSE. Het vinden van de SSE voor een dataset is over het algemeen een bouwsteen voor het vinden van andere, meer bruikbare, waarden. De eerste daarvan is variantie. De variantie is een meting die aangeeft hoeveel de gemeten gegevens afwijken van het gemiddelde. Het is eigenlijk het gemiddelde van de gekwadrateerde verschillen ten opzichte van het gemiddelde. Omdat de SSE de som van de gekwadrateerde fouten is, kun je het gemiddelde (dat is de variantie) vinden, gewoon door te delen door het aantal waarden. Als je echter de variantie van een steekproefreeks berekent, in plaats van een volledige populatie, deel je de variantie door (n-1) in plaats van door n. Dus: Variantie = SSE/n, als je de variantie van een volledige populatie berekent. Variantie = SSE/(n-1), als je de variantie van een steekproef van gegevens berekent. Voor het steekproefprobleem van de temperatuur van de patiënten kunnen we aannemen dat 10 patiënten slechts een steekproef vormen. Daarom wordt de variantie dan als volgt berekend: Variantie=SSE(n−1){\displaystyle {\text{Variantie}}={\frac {\text{SSE}}{(n-1)}}} Variantie=6,9219{\displaystyle {\text{Variantie}}={\frac {6,921}{9}}} Variantie=0,769{\displaystyle {\text{Variantie}}=0,769} 15. Bereken de standaarddeviatie van de SSE. De standaarddeviatie is een veelgebruikte waarde die aangeeft in hoeverre de waarden van een gegevensverzameling afwijken van het gemiddelde. De standaarddeviatie is de vierkantswortel van de variantie. Bedenk dat de variantie het gemiddelde is van de gekwadrateerde foutmetingen. Daarom kun je, nadat je de SSE hebt berekend, de standaarddeviatie als volgt vinden: Standaarddeviatie=SSEn−1{\displaystyle {\text{Standaarddeviatie}}={\sqrt {\frac {\text{SSE}}{n-1}}}} Voor de steekproef van de temperatuurmetingen kun je de standaarddeviatie als volgt vinden: Standaardeviatie=SSEn−1{\displaystyle {\text{Standaardeviatie}}={\sqrt {\frac {\text{SSE}}{n-1}}}} Standaardeviatie=6,9219{\displaystyle {\text{Standaardeviatie}}={\sqrt {\frac {\text{6,921}}{9}}}} Standaardeviatie=0,769{\displaystyle {\text{Standaardeviatie}}={\sqrt {0,769}}} Standaardeviatie=0,877{\displaystyle {\text{Standaardeviatie}}=0,877} 16. Gebruik SSE om de covariantie te bepalen. Dit artikel heeft zich gericht op datasets die slechts één enkele waarde tegelijk meten. In veel studies zal je echter mogelijk twee afzonderlijke waarden vergelijken. Je wilt dan bijvoorbeeld weten hoe die twee waarden zich tot elkaar verhouden, niet alleen tot het gemiddelde van de dataset. Deze waarde is de covariantie. De berekeningen voor covariantie zijn te gedetailleerd om hier te kunnen worden beschreven, behalve om op te merken dat je de SSE voor elk gegevenstype zult gebruiken en die daarna gaat vergelijken. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de covariantie en de betrokken berekeningen, kun je artikelen over dit onderwerp op wikiHow vinden. Als voorbeeld van het gebruik van covariantie, zou je de leeftijd van de patiënten in een medisch onderzoek kunnen vergelijken met de effectiviteit van een medicijn bij het verlagen van de koortstemperatuur. Dan heb je één dataset van leeftijden en een tweede dataset van temperaturen. Je vindt dan de SSE voor elke dataset, en van daaruit de variantie, standaardafwijkingen en covariantie.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-kwadratensom-(SSE)-berekenen", "language": "nl"}
Vleesbomen laten krimpen: kan het op natuurlijke wijze?	Vleesbomen zijn goedaardige knobbels die meestal tijdens de vruchtbare jaren in de baarmoeder ontstaan. Ze zijn niet gevaarlijk en ontwikkelen zich bijna nooit tot iets gevaarlijks, maar kunnen wel pijn en ongemak veroorzaken. Als je veel bloed verliest tijdens je menstruatie, last van tussentijds bloedverlies hebt, pijn in of druk op je bekken voelt en vaak moet plassen, ga dan naar je huisarts om je te laten onderzoeken. Je huisarts kan vaststellen of je vleesbomen hebt. In veel gevallen kan een arts besluiten om af te wachten als je vleesbomen niet veel problemen veroorzaken. Als je je vleesbomen echter op natuurlijke wijze wilt laten krimpen, dan zijn er enkele dingen die je kunt proberen. Onderstaande methoden leveren gemengde resultaten op, maar het is niet gevaarlijk om ze zelf eens te proberen om te zien of ze werken. 1. Eet veel fruit en groenten. Als je veel fruit en groene bladgroenten eet, heb je minder kans dat je vleesbomen krijgt en kunnen al bestaande vleesbomen krimpen. Zorg voor een gezond voedingspatroon en maak fruit en groenten de basis van je maaltijden om te zien of dit helpt. Over het algemeen wordt aangeraden om 300-400 gram fruit en 400-600 gram groente per dag te eten. Gebruik dit als richtlijn om te zorgen dat je genoeg fruit en groente eet. Citrusvruchten helpen vooral om je risico op vleesbomen te verlagen. Probeer sinaasappels, grapefruits, citroenen, limoenen en mandarijnen te eten. 2. Eet meer zuivel om veel vitamine D, calcium en magnesium binnen te krijgen. Uit enkele onderzoeken is gebleken dat zuivelproducten vleesbomen kunnen genezen, wat erop zou kunnen wijzen dat vitamine D, calcium en magnesium je lichaam bij het herstellen ondersteunen kunnen. Drink meer melk en eet meer kaas en yoghurt om baat te hebben bij dit effect. Eet en drink magere zuivelproducten om minder vet binnen te krijgen en te voorkomen dat je aankomt. 3. Drink groene thee om meer antioxidanten binnen te krijgen. Alle theesoorten bevatten antioxidanten, maar groene thee blijkt vooral goed te werken om vleesbomen te behandelen. Bovendien kan de cafeïne in groene thee je meer energie geven. Drink enkele koppen groene thee per dag om te zien of dit helpt om je vleesbomen te laten krimpen. Groene thee is over het algemeen veilig, als je er maar niet te veel van drinkt. De aanbevolen hoeveelheid is twee tot drie koppen per dag, maar je kunt veilig maximaal vijf koppen thee drinken. Vergeet niet dat groene thee cafeïne bevat, dus drink het niet net voor het slapengaan. Drink thee zonder cafeïne zodat je kunt slapen. 4. Eet minder rood vlees. Door een voedingspatroon met veel rood vlees als ham lijken vrouwen een hoger risico op het krijgen van vleesbomen te hebben. Als je meerdere keren per week rood vlees eet, probeer dan te minderen. Dit helpt wellicht niet om je vleesbomen te laten krimpen, maar wel om te voorkomen dat ze groter worden en er nieuwe vleesbomen ontstaan. Wit vlees, gevogelte en vis zijn over het algemeen goede vervangers van rood vlees. Het algemene advies om hartziekten en kanker te voorkomen is om maximaal drie porties rood vlees per week te eten. Dit werkt wellicht ook voor jou, maar vraag je huisarts wat de beste hoeveelheid voor je is. 5. Eet geen suikerrijke voedingsmiddelen en desserts meer. Het kan lastig zijn om de verleiding te weerstaan, maar bewerkte suikers lijken vleesbomen ook te verergeren. Dit kan komen omdat suiker ervoor zorgt dat je meer insuline en oestrogeen in je lichaam hebt. Probeer dagelijks minder suiker te eten om te voorkomen dat je meer vleesbomen krijgt. Desserts en frisdranken bevatten veel suiker, maar dit zijn niet de enige voedingsmiddelen met toegevoegde suikers. Lees alle etiketten wanneer je boodschappen doet. Je zult versteld staan van hoeveel suiker sommige voedingsmiddelen bevatten. Voor vrouwen wordt aangeraden om maximaal 25 gram toegevoegde suikers te eten, dus zorg dat je minder dan dit binnenkrijgt. 6. Blijf actief om je risico op vleesbomen te verlagen. Sportieve vrouwen krijgen minder vaak vleesbomen dan vrouwen die niet sporten. Als je niet erg actief bent, probeer dan iedere dag meer te bewegen of te gaan sporten. Bij het sporten komen er ook hormonen vrij die pijn verzachten, dus door regelmatig te sporten kun je je ook beter gaan voelen. Een algemene richtlijn is om 150 minuten per week te bewegen of te sporten. Je kunt dit verdelen over de week en bijvoorbeeld vijf tot zeven dagen 30 minuten lang bewegen of sporten. Je hoeft niet intensief te sporten. Zelfs een dagelijkse wandeling of werken in de tuin kan al een groot verschil maken. 7. Val af Vrouwen met overgewicht hebben twee tot drie keer zo veel kans op het krijgen van vleesbomen. Als je overgewicht hebt, kunnen je vleesbomen ook meer pijn doen. Praat met je huisarts om je ideale gewicht te bepalen en bedenk dan een voedingspatroon en bewegingsschema om dat doel te kunnen bereiken. Probeer niet om snel af te vallen door middel van een crashdieet of extreem dieet. Dit is gevaarlijk en je zult het niet vol kunnen houden. Veel mensen komen weer aan wanneer ze stoppen met een extreem dieet. 8. Houd stress onder controle om andere gezondheidsproblemen te voorkomen. Vleesbomen worden niet door stress veroorzaakt, maar door stress kun je wel aankomen en kan je lichaam meer van het hormoon cortisol aanmaken. Beide kunnen vleesbomen veroorzaken. Als je regelmatig gestrest bent, neem dan enkele stappen om je dagelijks te kunnen ontspannen om zo je vleesbomen te behandelen. Yoga, meditatie en diepe ademhalingsoefeningen zijn goed voor je psychische gezondheid en kunnen stress verminderen. Probeer hier iedere dag 15-20 minuten aan te besteden. Dingen doen die je leuk vindt helpt ook om stress te verminderen, dus probeer iedere dag wat tijd in te plannen voor je hobby’s en interesses. 9. Drink zo weinig mogelijk alcohol. Alcoholische dranken, en dan vooral bier, verhogen je risico op het krijgen van vleesbomen. Als je meer dan een drankje per dag drinkt, kun je vleesbomen krijgen. Je kunt dus het beste minder drinken. Af en toe alcohol drinken is prima, maar probeer dit niet iedere dag te doen. 10. Slik een vitamine D-supplement om de vleesbomen te laten krimpen. Uit enkele onderzoeken is gebleken dat een hoge dosis vitamine D kan helpen om vleesbomen te laten krimpen. Dit zijn voorlopige conclusies, maar ze kunnen tot een mogelijke behandeling leiden. Probeer iedere dag vitamine D te slikken om te zien of dit helpt. Je moet behoorlijk veel vitamine D slikken om je vleesbomen te laten krimpen. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid is 15 mcg, dus vraag eerst aan je huisarts of het veilig is om meer dan dat te slikken. Je kunt ook bepaalde voedingsmiddelen gaan eten om meer vitamine D binnen te krijgen, zoals vette vis als zalm en makreel. 11. Behandel je vleesbomen met groene thee-extract. Het drinken van groene thee zou kunnen helpen om je vleesbomen te laten krimpen, maar het slikken van een supplement met geconcentreerde groene thee lijkt ook te werken. Probeer drie tot vier maanden lang 800 mg groene thee-extract per dag te slikken om te zien of het helpt. Groene thee-extract bevat ook cafeïne, dus slik het niet voor het slapengaan. Je kunt het het beste eerder op de dag nemen. Groene thee-extract kan wisselwerkingen hebben met bloedverdunners en bètablokkers, dus vraag je huisarts van tevoren of dit middel veilig voor je is. 12. Kijk of Chinese kruidengeneeskunde werkt. Chinese kruidenmengsels, en dan vooral Guizhi Fuling, lijken enigszins te helpen om vleesbomen te laten krimpen. Bij enkele kleine onderzoeken heeft dit kruidenmengsel vleesbomen laten krimpen, dus je kunt het ook zelf proberen. Dit waren relatief kleine onderzoeken met inconsequente onderzoeksmethoden en de werking van dit middel is dus niet bewezen. Vraag advies aan je huisarts voordat je dit middel probeert. 13. Verlaag je oestrogeenniveau met monnikspeper. Een te hoog oestrogeenniveau kan vleesbomen veroorzaken. Een supplement met monnikspeper kan helpen om je oestrogeenniveau te verlagen en het ontstaan van vleesbomen te voorkomen. Je kunt dit supplement gebruiken in de vorm van pillen of drankjes. De dosis verschilt per merk. Als je pillen koopt, dan is de dosis meestal 20-40 mg per dag. Bij drankjes is de dosis doorgaans 40 druppels (ongeveer 2 ml) per dag. 14. Probeer acupunctuur om de pijn te verzachten. Het is niet bewezen dat acupunctuur helpt om vleesbomen te behandelen, maar het wordt wel veel gebruikt en volgens sommige vrouwen helpt het om de pijn te verzachten. Probeer het eens als je vleesbomen pijn en ongemak veroorzaken. Ga naar een betrouwbare en ervaren acupuncturist om te zorgen dat je een goede behandeling krijgt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Vleesbomen-op-natuurlijke-wijze-laten-krimpen", "language": "nl"}
Je gezicht harsen	Ongewenste haargroei op je gezicht kan vervelend en frustrerend zijn. Wellicht heb je haar op je bovenlip of kaak dat je wilt verwijderen, of wil je je wenkbrauwen uitdunnen. In plaats van het risico te nemen je gezichtshaar te scheren of geld uitgeeft aan een schoonheidsspecialiste kun je je gezichtshaar thuis harsen. Begin door hars te kiezen die past bij je huidtype en ervaring. Maak je gezicht dan klaar voor het harsen door hem te wassen en je huid te exfoliëren. Volg de juiste stappen bij het harsen zodat je een gladde en haarloze gezichtshuid krijgt. 1. Koop hars die voor het gezicht bedoeld is. Gebruik alleen hars die speciaal bedoeld is voor het gebruik op het gezicht, ook wel gezichtshars genoemd. Vaak kun je de hars kopen als set samen met een applicator en stroken die bedoeld zijn voor bepaalde delen van je gezicht. Gezichtshars is zachter voor je huid dan lichaamshars, want de huid op je gezicht is gevoeliger. Gezichtshars kun je bij de drogist kopen en op het internet. Koude hars is ideaal voor het gezicht. Bij dit type hars gebruik je stroken. Koude hars is minder pijnlijk en levert minder troep op, en beschadigt je gezichtshuid minder sterk dan warme hars. 2. Kies voor hars met aloë vera als je een gevoelige huid hebt. Als je een gevoelige huid hebt of snel last van acne krijgt, zoek dan naar gezichtshars die aloë vera bevat. De aloë vera helpt om je huid te verzachten en zorgt dat de hars een minder agressieve uitwerking op je gezicht heeft. Koop gezichtshars die speciaal bedoeld is voor een gevoelige huid. Als je medicatie tegen acne gebruikt, gebruik dan gezichtshars bedoeld voor een gevoelige huid. Medicatie tegen acne kan je huid gevoeliger voor hars maken. 3. Onthaar je gezicht eventueel met suikerhars in plaats van gewone hars. In plaats van hars kun je altijd suikerhars voor het lichaam gebruiken. Suikerhars is zachter dan hars en gemakkelijker van de huid te wassen. Je brengt de suikerpasta op dezelfde manier op je huid aan als hars en verwijdert hem met dezelfde techniek. 4. Koop een spatel en stroken stof als je losse hars gebruikt. Als je gezichtshars gebruikt die apart verkocht wordt, dan heb je een applicator of harsspatel nodig om de hars aan te brengen. Je kunt een speciale harsspatel gebruiken of ijslollystokjes. Koop kleine en brede ijslollystokjes, zodat je de kleine stokjes kunt gebruiken voor het aanbrengen van hars op je wenkbrauwen. Je hebt tevens stroken stof nodig om het haar te helpen verwijderen. Je kunt kant-en-klare stroken stof kopen die bedoeld zijn voor harsen of je eigen stroken maken door wit katoen te kopen en de stof in kleine stroken te knippen. 5. Gebruik kant-en-klare harsstroken om de hars gemakkelijker aan te kunnen brengen. Als je je lichaam en vooral je gezicht nog nooit met hars onthaard hebt, zoek dan naar kant-en-klare harsstroken. Deze stroken worden vaak verkocht in een set voor het ontharen van het gezicht. Ze zijn op maat gemaakt voor bepaalde delen van je gezicht, zoals je bovenlip, je wenkbrauwen en je kaak. Het is meestal gemakkelijker om kant-en-klare harsstroken aan te brengen in plaats van losse hars en een harsspatel te gebruiken. Als je ervaring hebt met harsen, vind je het wellicht fijner om losse hars te gebruiken. 6. Was je gezicht. Begin door je gezicht te wassen met je normale gezichtsreiniger. Gebruik lauw water om je gezicht goed schoon te maken. Als je een schoon gezicht hebt, zal het harsen gemakkelijker zijn en is de kans kleiner dat je na het harsen puistjes krijgt. Exfolieer je huid zachtjes tijdens het wassen door de reiniger met kleine ronddraaiende bewegingen in je huid te masseren. Het exfoliëren van je huid helpt om dode huid te verwijderen. Schrob echter niet te hard, of het harsen zal meer pijn doen. 7. Knip lang gezichtshaar af. Als je een lange baard hebt of haren die langer zijn dan 2 centimeter, knip ze dan af met een klein schaartje of een trimmer. Knip je haar niet korter dan ongeveer een halve centimeter. Probeer geen gezichtshaar te harsen dat korter is dan ongeveer een halve centimeter, want daardoor kun je last van ingegroeide haren krijgen en kan je huid beschadigd raken. Wacht tot je haar langer gegroeid is en lang genoeg is om te harsen. 8. Breng babypoeder aan op gevoelige plekken. Smeer babypoeder op je bovenlip en je wenkbrauwen zodat de hars beter aan de haren blijft hechten. Het babypoeder zal het overtollige huidvet opnemen en de door de hars veroorzaakte huidirritatie verzachten. Als je gezichtshuid erg droog is, breng dan een kleine hoeveelheid van een vochtinbrengend middel op je huid aan zodat de hars goed aan de haren kan blijven hechten en je huid niet al te veel zal irriteren. 9. Was je handen. Maak je handen goed schoon met water en zeep. Als je schone handen hebt, zullen er geen bacteriën en ziektekiemen op je gezicht komen bij het harsen. Je kunt tevens voor een spiegel gaan zitten of staan zodat je beter kunt zien wat je precies doet terwijl je je gezicht harst. 10. Kijk in welke richting je haar groeit. Bepaal of je haar recht naar beneden groeit of diagonaal naar het midden van je gezicht toe. Je brengt de hars aan met de haargroeirichting mee. Je wenkbrauwen en de haren op je bovenlip groeien meestal in een diagonale richting. De haren op je wangen en kaak kunnen recht naar beneden of in een diagonale richting groeien. 11. Warm de hars op. Als je harsstroken gebruikt, warm de stroken dan op door ze 30-40 seconden tussen je handen te wrijven. Als je losse hars gebruikt, warm de hars dan op op het fornuis of in de magnetron. Test de hars door een klein beetje aan te brengen op de binnenkant van je pols. De hars zou warm genoeg moeten zijn om nat en smeerbaar te zijn, maar de hars mag niet kokendheet zijn. 12. Breng de hars op je huid aan. Als je losse hars gebruikt, gebruik dan een harsspatel of een ijslollystokje om een dunne laag hars met de haargroeirichting mee aan te brengen. Pak dan een strook stof en duw hem op de hars. Masseer de stof met je vingers op de hars. Beweeg je vingers met de haargroeirichting mee. Als je kant-en-klare harsstroken gebruikt, trek de niet-klevende kant er dan af en breng de strook aan op je huid met de haargroeirichting mee. Duw op de strook en masseer hem op je huid zodat hij aan de haren blijft plakken. Zorg dat je met de haargroeirichting mee masseert. 13. Laat de hars 30 seconden zitten. De hars kan zo aan je haren en aan de strook blijven plakken. Laat de hars niet langer dan 30 seconden op je huid zitten, want dan kan hij lastiger te verwijderen zijn en kan het verwijderen tevens pijn doen. De hars zou tijdens het intrekken niet aan moeten voelen alsof hij op je gezicht brandt. Hij zou warm aan moeten voelen en niet moeten branden. 14. Trek de hars tegen de haargroeirichting in van je gezicht. Na 30 seconden schuif je een hand onder de strook en oefen je druk uit op je huid, waarbij je hem strak trekt. Pak met je andere hand de onderrand van de strook vast. Trek met een snelle beweging de strook tegen de haargroeirichting in van je gezicht. Je hoeft de strook niet snel weg te trekken, als je dit maar in een vloeiende beweging doet. Trek niet te hard aan de strook. Leg nu voorzichtig twee vingers 10-15 seconden op de onthaarde plek om te zorgen dat de extra bloedtoevoer geen roodheid en pijn veroorzaakt. 15. Gebruik een koude doek of kompres om je huid te verzachten. Je huid kan tintelen nadat je de hars hebt verwijderd. Gebruik een natte, koude doek of kompres en druk die op je huid om hem te verzachten. Doe dit direct na het verwijderen van de hars zodat de plek niet te pijnlijk aanvoelt. Breng direct na het verwijderen van de hars geen verzachtende olie op je huid aan, want de olie kan je poriën verstoppen. Een natte, schone doek werkt prima. Sommige harssets bevatten een verkoelende gel die je kunt gebruiken. Als je geen gel hebt, breng dan een beetje aloë vera-gel aan. 16. Wees voorzichtig met het harsen van de haren rondom je wenkbrauwen. Breng kleine klodders hars aan onder en boven je wenkbrauwen om overtollige haren te verwijderen. Als je je wenkbrauwen in vorm wilt brengen, haal dan steeds enkele haren tegelijk weg. Op de manier loop je niet het risico dat je te veel wenkbrauwharen in een keer weghaalt. Probeer te voorkomen dat je met hars te veel wenkbrauwharen weghaalt. Breng je wenkbrauwen ook niet met behulp van hars in vorm. Vraag advies aan een professional als je twijfelt. 17. Behandel slechts een kant van je bovenlip tegelijk. Als je de haren op je bovenlip wilt harsen, gebruik dan twee stroken hars. Op die manier zorg je dat je rekening houd met je haargroeirichting en zul je je huid niet irriteren. Breng hars op de ene kant van je bovenlip aan en haal het haar weg. Breng vervolgens hars aan op de andere kant van je bovenlip en haal het haar daar weg. 18. Hydrateer je huid. Wanneer je klaar bent met het harsen van je gezichtshuid breng je een vochtinbrengend middel voor het gezicht op je huid aan om te voorkomen dat je huid droog wordt en geïrriteerd raakt. Gebruik een vochtinbrengend middel met verzachtende ingrediënten als aloë vera en sheaboter. Gebruik geen vochtinbrengend middel dat veel oliën en geurstoffen bevatten, want een dergelijk middel kan je poriën verstoppen. 19. Hars je gezicht om de vier weken. Om een glad gezicht te blijven houden maak je er een gewoonte van om je gezicht een keer in de vier tot zes weken te harsen. Je haar krijgt zo genoeg tijd om weer aan te groeien. Je zult je gezichtshaar ook gemakkelijker kunnen verwijderen als je het regelmatig harst. 20. Gebruik geen hars op plekken met veel puistjes of plekken waar je snel puistjes krijgt. Als je last van acne op je gezicht krijgt, behandel de plekken met acne dan niet met hars. Door hars op deze plekken aan te brengen kun je meer last van acne krijgen en kunnen er littekens ontstaan. Als je merkt dat je door het harsen last van puistjes krijgt, dan is het een goed idee om advies te vragen aan een professional.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-gezicht-harsen", "language": "nl"}
Cake maken zonder oven	Als je geen een oven tot je beschikking hebt of als je je oven niet wilt aanzetten bij warm weer, dan kun je nog steeds genieten van zelfgemaakte cake door gebruik te maken van een alternatieve bereidingswijze. Enkele van de gemakkelijkste, meest voorkomende opties zijn stomen, langzaam koken en de magnetron. 1. Zet de stoompan klaar. Vul een grote pan tot 5 tot 7,6 cm met water en breng het aan de kook op hoog vuur. Zet het gas lager en plaats een stoommand in de pan. De stoommand mag het kokende water niet direct aanraken. Na het lager zetten van de temperatuur zou het water moeten blijven borrelen. Doe een deksel op de pan om te voorkomen dat het water verdampt terwijl je het cakebeslag voorbereidt. 2. Vet een bakvorm in. Breng een laag boter (of eventueel kookspray of margarine) aan op een ronde bakvorm van 20 cm af. Bebloem de bodem en zijkanten van de pan lichtjes. Als alternatief kun je de zijkanten van de pan bedekken met kookspray en de bodem bedekken met bakpapier. 3. Maak een crème van de boter en de suiker. Meng de boter en de suiker in een grote mengkom. Klop enkele minuten op gemiddelde tot hoge snelheid, of totdat het mengsel licht en romig is geworden. 4. Voeg er de eieren aan toe. Voeg de eieren een voor een toe aan het botermengsel en klop ze na elke toevoeging op. Zorg ervoor dat elk ei na elke toevoeging grondig in het mengsel wordt geklopt. Als je kleine eieren gebruikt in plaats van grote, moet je er drie gebruiken in plaats van twee. 5. Roer de bloem en melk erdoor. Voeg een derde van de bloem toe aan het beslag en klop dit samen. Voeg daarna de helft van de melk toe en klop opnieuw tot het geheel egaal is geworden. Herhaal deze procedure met de resterende bloem en melk. Voeg een derde van het meel toe en meng het door elkaar, gevolgd door de resterende melk. Rond dit af door het laatste derde deel van de bloem erdoor te mengen. 6. Meng er de vanille door. Besprenkel het vanille-extract over het beslag. Klop op gemiddelde tot hoge snelheid totdat het is opgenomen. 7. Verdeel het beslag. Giet een vierde deel van het beslag in een aparte kleine kom. Zet de resterende drie-vierde eerst even opzij. Het kleinere gedeelte van het beslag wordt op smaak gebracht met cacaopoeder en het grotere deel blijft vanille. 8. Voeg het cacaopoeder toe aan de kleine partij. Strooi het cacaopoeder in de kleinere partij van het beslag. Meng goed met de hand of met een elektrische mixer die op lage snelheid is ingesteld. 9. Combineer het beslag in de voorbereide pan. Giet het vanillebeslag in de ingevette pan en giet er het chocoladebeslag overheen. Gebruik een mes om de twee soorten beslag voorzichtig te roeren zonder ze te mengen. Deze handeling zorgt voor het gemarmerde effect. 10. Dek de pan af. Bedek de bovenkant van de cakevorm stevig met aluminiumfolie. Vouw de folie onder de bodem van de pan om het er strak omheen te wikkelen. De bovenkant van de pan moet goed afgedekt zijn. Anders kan een teveel aan vocht vanuit de stoompan in het beslag komen en het resultaat verpesten. 11. Stoom 30 tot 45 minuten. Plaats de cakevorm in het midden van het voorverwarmde stoomrek. Dek de stoompan af en kook de pan voor 30 tot 45 minuten, of totdat een tandenstoker die je in het midden van de cake steekt er schoon uitkomt. Houd de stoompan op een gemiddelde temperatuur en haal het deksel niet van de pan terwijl de cake gaart. Elke keer dat je het deksel optilt, ontsnapt er een deel van de warmte, waardoor de totale kooktijd kan toenemen. 12. Laat de cake afkoelen voor het opdienen. Haal de cake uit de stoompan als hij gaar is en laat hem afkoelen in de vorm, voordat je hem omkeert op een schaal. Versier naar wens en geniet ervan. 13. Vet de slowcooker in. Vet de binnenkant bodem en zijkanten van de slowcooker in met boter (of eventueel kookspray). Je kunt ook speciaal ontworpen bakpapier voor een slowcooker gebruiken voor nog eenvoudiger schoonmaken. Houd er rekening mee dat dit recept uitgaat van een slowcooker van 2-4 liter. Als je een kleinere of grotere slowcooker wilt gebruiken, pas dan het recept in de juiste verhouding aan. 14. Combineer de droge ingrediënten. Meng de bloem, kristalsuiker, 2 el cacaopoeder (30 ml), bakpoeder en zout in een middelgrote kom. Roer tot een gelijkmatig mengsel is ontstaan. Deze ingrediënten vormen de basis van het eigenlijke cakebeslag. 15. Voeg de natte ingrediënten toe. Doe de melk, plantaardige olie en vanille bij de droge ingrediënten. Roer het geheel tot een egale massa. Het resulterende beslag kan een paar kleine klontjes bevatten, maar gebruik de menglepel om de bijzonder grote klontjes uit elkaar te halen. Blijf roeren totdat je geen van de droge ingrediënten meer kunt zien. 16. Maak de lava. Meng in een aparte middelgrote mengkom de bruine suiker en 1/4 kop (60 ml) cacaopoeder. Roer ook het hete water door het mengsel. Combineer de twee droge ingrediënten eerst, gevolgd door het warme water. Blijf het mengsel roeren tot het gelijkmatig gecombineerd en zeer glad is. Laat geen klontjes achter. 17. Doe beslag en pudding in de slowcooker. Giet het cakebeslag in de slowcooker en giet vervolgens het puddingmengsel erop. Roer de twee niet door elkaar. Omdat het cakebeslag dik is, moet je het met een spatel of de achterkant van een lepel over de bodem van de slow cooker verdelen. Doe dit voordat je het met de pudding bedekt. Probeer de pudding zo gelijkmatig mogelijk over het cakebeslag te gieten. 18. Verhit op hoge temperatuur. Doe het deksel op de slowcooker en zet hem op hoge stand. Kook de cake 2 tot 2-1/2 uur, of totdat een tandenstoker die in het midden is gestoken er schoon uitkomt. Verwijder het deksel niet terwijl de cake kookt. Anders komt er te veel warmte vrij en kan de uiteindelijke kooktijd worden verlengd. 19. Laat de cake afkoelen voor het opdienen. Zet de slowcooker uit als de cake gaar is. Verwijder het deksel en laat de cake 30 tot 40 minuten afkoelen voordat je hem opdient. In plaats van deze cake in plakjes op te dienen, moet je hem opscheppen in gerechten. Je kunt alleen van deze cake genieten of serveren met ijs en dessertsaus. 20. Combineer de bakmix, suiker en de melk. Doe de bakmix, suiker en de melk direct in een standaard magnetronbestendige beker. Meng de ingrediënten met een vork tot alles is gemengd. Niet elke beker is magnetronbestendig, dus je moet de jouwe controleren voordat je hem gebruikt. Een magnetronbestendige ramekin van 250 ml kan ook geschikt zijn voor dit recept. Probeer het beslag zo egaal mogelijk te maken terwijl je de ingrediënten door elkaar roert. Er kunnen een paar kleine klontjes overblijven, maar de meeste moeten uit elkaar worden gehaald en in het beslag worden gemengd. In principe moet er minstens 2,5 cm ruimte zijn tussen de bovenkant van het beslag en de bovenkant van de beker. Als er te veel beslag is, overweeg dan om de helft ervan in een aparte beker te gieten. 21. Voeg de chocoladesnippers toe. Strooi de chocoladestukjes over het beslag. Roer en vouw ze in het beslag totdat ze gelijkmatig verdeeld zijn. Je kunt de chocoladesnippers weglaten als je liever een gewone gele cake hebt. Andere toevoegingen, zoals kleine nootjes of hagelslag, kunnen ook in vergelijkbare verhoudingen worden gebruikt. 22. Magnetron 60 seconden op hoog vermogen. Dek de beker af met plasticfolie en magnetron de cake op volle kracht gedurende ten minste 60 seconden, of totdat het centrum is gegaard. Een magnetron die op een lager vermogen draait, kan tot 40 seconden extra kooktijd nodig hebben. Als het midden niet gaar is geworden na de eerste 60 seconden, magnetron de cake dan nogmaals in intervallen van 10 seconden, tot de cake klaar is. Let erop dat een tandenstoker die in het midden van de cake is geplaatst, er schoon uit moet komen als het midden gaar is. 23. Eet het meteen op. Verwijder de plasticfolie en versier de cake met slagroom, chocoladesiroop of poedersuiker, zoals gewenst. Eet de cake direct uit de beker.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Cake-maken-zonder-oven", "language": "nl"}
Je taille opmeten zonder meetlint	Als je je taille wilt opmeten maar geen meetlint bij de hand hebt, maak je dan niet druk! Je kunt je taille met een touwtje, een liniaal, een eurobiljet, een vel papier en zelfs je hand opmeten. Zo heb je in een mum van tijd een nauwkeurige taillemaat! 1. Zorg dat je kleding niet in de weg zit. Idealiter meet je je taille op tegen je blote huid, aangezien omvangrijke tops of onderkleding je meting onnauwkeurig maken. 2. Zoek je taille. Je taille zit tussen je ribbenkast en je heup. Als je in de spiegel kijkt, is dit het deel van je torso dat smaller wordt, over het algemeen net boven je navel. Als je moeite hebt om je taille te vinden, buig dan je lichaam een beetje naar een kant. De plooi die zich vormt waar je buigt is je natuurlijke taille. 3. Wikkel een stukje touw om je middel. Als je je natuurlijke taille eenmaal hebt gevonden, pak dan een touwtje en wikkel het om je lichaam. Houd het recht en parallel aan de vloer en zorg ervoor dat het touw strak, maar niet te strak is. Je kunt ook flosdraad of garen gebruiken als je geen touw hebt. Trek je maag niet in, want dan klopt de taillemaat niet. 4. Adem uit en let op de lengte van het touw. Je kunt de lengte markeren met je vinger of het touw doorknippen. Zorg er echter wel voor dat je meet als je uitademt, niet bij het inademen, aangezien je maag iets uitzet als je uitademt. Als je geen schaar hebt, kun je een donkere permanent gebruiken om de plek te markeren waar de twee uiteinden van het touw elkaar raken. 5. Gebruik een meetlat of liniaal om het touw te meten, als je er een hebt. Leg je touw plat en gebruik dan een liniaal of meetlat om de lengte ervan op te meten. Als je een liniaal gebruikt, moet je deze er misschien vaker langs leggen -- houd gewoon met je vinger bij waar het einde is, haal de liniaal weg en begin dan opnieuw vanaf die plek. Zorg ervoor dat het touw volledig recht is als je het naast de liniaal legt. Als dat niet het geval is, zal de gemeten lengte iets kleiner zijn dan je taille. 6. Meet je taille met een vijf euro-biljet. Vijf euro-biljetten zijn 12 cm lang. Je kunt een paar aan elkaar plakken en ze dan om je middel wikkelen. Vermenigvuldig het aantal biljetten dat je nodig hebt met 12 cm om een benadering van je taille te krijgen! Als je bijvoorbeeld zes biljetten rond je middel kunt wikkelen, vermenigvuldig dat dan met 12. Je taille is dan dus 72 cm. Als je de biljetten rond je taille houdt en de laatste overlapt het eerste biljet, dan moet je het misschien in tweeën of in drieën vouwen. Ter referentie: een vijf euro-biljet is 6 cm doormidden gevouwen en 4 cm in drieën. 7. Bepaal je tailleomtrek met behulp van printerpapier. Printerpapier is precies 29,7 cm lang. Plak de randen van het papier samen om een cirkel rond je taille te vormen, vermenigvuldig dan het aantal vellen papier dat je gebruikt hebt met die lengte, om je taillemaat te krijgen. Zorg ervoor dat je standaard printerpapier gebruikt. Als je bovenstaande metingen gebruikt en het papier is te lang of te kort, dan zal je taillemaat niet kloppen. Als je rondom je middel bent en het laatste vel papier is te lang, vouw het dan in de lengte doormidden of in derden om het meten af te ronden. Printerpapier is 14,85 cm in tweeën gedeeld en 9,9 cm in drieën. Tel dit getal op bij je uiteindelijke berekening om je taillemaat te krijgen. 8. Gebruik je hand om je tailleomvang te benaderen. Een uitgestrekte hand, gemeten van het puntje van de duim tot het puntje van de pink, is ongeveer 22 cm lang. Bovendien is het eerste gewricht van je wijsvinger (van je bovenste knokkel tot het uiteinde van je vingertop) ongeveer 2,5 cm} lang. Gebruik deze kennis om de omtrek van je taille te vinden. Als je een stuk touw hebt gebruikt om je taille op te meten zonder liniaal, dan kun je je handmaten gebruiken om het touw op te meten. Het enige wat je hoeft te doen is er stappen op te markeren terwijl je je hand langs de lengte van het touw beweegt. Houd er rekening mee dat deze metingen niet exact zijn en dat ze kunnen variëren als je bijzonder lang of kort bent. Het kan zijn dat je eerst de afmetingen van je handen moet opmeten voordat je je tailleomtrek ermee kunt bepalen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-taille-opmeten-zonder-meetlint", "language": "nl"}
Een lekkende radiateur afdichten	Een lek in je radiateur kan ertoe leiden dat je motor oververhit raakt, omdat er te veel koelvloeistof uit het systeem verdwijnt. Maar je kunt ook aan andere dingen merken dat er koelvloeistof lekt. Als je de tekenen goed in de gaten houdt kun je het probleem misschien oplossen voordat het erger wordt. Er zijn verschillende manieren om kleine scheuren en gaten in een radiateur te repareren, zodat je zonder veel gedoe weer snel de weg op kan. Er zijn zelfs een paar trucjes die kunnen werken in een noodgeval, zodat kleine lekkages lang genoeg kunnen worden gedicht om thuis of bij een garage te komen. 1. Kijk of de temperatuurmeter omhoog gaat. Een radiateur verspreidt de hitte, zodat je motor de optimale temperatuur behoudt. Bij een lekkage verdwijnt er koelvloeistof, en daardoor kan het systeem de temperatuur niet goed op peil houden. Als het koelsysteem minder goed gaat werken, dan zal de temperatuurmeter op je dashboard omhoog gaan. Als je langere tijd een hogere temperatuur ziet of als er problemen zijn omtrent oververhitting, dan is er misschien een lekkage in je radiateur. Oververhitting kan ernstige schade veroorzaken aan je motor. Stop onmiddellijk met rijden als je motor oververhit raakt. Als je motor al een tijdje heter is dan normaal, dan heb je misschien een klein lek, want er is blijkbaar nog genoeg koelvloeistof in het systeem om de motor koel genoeg te houden om te blijven draaien. 2. Zoek naar vloeistof onder je auto. Een eenvoudige manier om een lekkage op te sporen is door te zoeken naar koelvloeistof onder je auto. Er kunnen natuurlijk allerlei vloeistoffen uit je auto komen, dus je moet goed kijken wat het is en het misschien zelfs even aanraken om te achterhalen wat het is. Het kan water zijn die afkomstig is van de airco, en het zou motorolie kunnen zijn. Dus als je een poeltje vloeistof onder je auto ziet, probeer dan erachter te komen wat het is. Koelvloeistof is vaak enigszins groen of oranje, heel anders dan motorolie of water. Verse motorolie is een beetje geel, maar als het langere tijd in je motor zit wordt het donkerbruin of zelfs zwart. De condensatie die wordt uitgescheiden door je airco is gewoon water. 3. Controleer je koelvloeistofreservoir. Als je denkt dat je een lekkage in je radiateur hebt, en je hebt nog niet gevonden waar het vandaan komt, bekijk dan het niveau van de koelvloeistof. De meeste koelvloeistofreservoirs hebben markeringen op de zijkant voor het minimum- en maximumniveau. Zet met een marker een streep op het reservoir bij het huidige niveau, of neem een foto van het reservoir met je telefoon, zodat je weet wat het niveau is tijdens de eerste inspectie. Kijk na een paar uur rijden nogmaals om te zien of het niveau gezakt is. Als je de eerste controle met een koude motor hebt gedaan, wacht dan tot de motor is afgekoeld voordat je de tweede inspectie uitvoert. Het koelsysteem van je auto is een gesloten systeem, dus het niveau zou niet mogen veranderen. Als het niveau bij de tweede inspectie lager is, dan is er sprake van een lekkage. 4. Bekijk het motorcompartiment. Als je meer roest en verkleuring ziet op de onderdelen rondom de radiateur dan op de radiateur zelf, dan zou dat kunnen duiden op een koelvloeistoflek in de radiateur in dat gebied. Als er koelvloeistof en water uit de radiateur komt ontstaat er roest op de onderdelen rondom de lekkage. Alle motorcomponenten kunnen gaan roesten, maar als er een gedeelte is met opvallend meer roest, dan is daar misschien een lekkage. Zoek naar tekenen van koelvloeistof rondom roestplekken. Een lekkage is vaak te vinden vlak boven een roestige plek. 5. Laat de motor helemaal afkoelen. Je radiateur heeft de belangrijke taak om je motor op bedrijfstemperatuur te houden. Tijdens dit proces worden de radiateur en bijbehorende slangen extreem heet. Het koelsysteem komt tijdens het koelen onder hoge druk te staan, dus als je de radiateurdop verwijdert kan er hete koelvloeistof en stoom uit het gat spuiten, zeer gevaarlijk dus. Zet je auto eerst op de plek waar je van plan bent te gaan werken en laat de motor een aantal uur afkoelen voordat je begint. Open de motorkap nadat je de auto geparkeerd hebt zodat de hitte beter weg kan. Wees geduldig, hou rekening met een paar uur afkoelen voordat je kunt beginnen met het werk. 6. Bescherm jezelf. Omdat koelsystemen onder hoge druk staan is het belangrijk om een veiligheidsbril te dragen als je aan de radiateur gaat werken. Ook al moet de motor afgekoeld zijn voordat je begint, er kan heel veel druk staan op het koelsysteem, en er kan nog steeds gas ontsnappen bij het openen van de dop. Het zou ook goed kunnen dat je onder de auto moet kruipen op een bepaald moment van de klus, een veiligheidsbril beschermt je ogen tegen zand en andere vuiligheid in het chassis. Draag altijd een veiligheidsbril als je onder je auto moet werken. Je kunt ook werkhandschoenen dragen om je handen te beschermen tegen de hitte. 7. Was de radiateur met een tuinslang. Het is een stuk makkelijker om het lek in je radiateur te vinden als de opgehoopte vuiligheid en resten koelvloeistof verwijderd zijn. Pak een tuinslang en spuit de radiateur en omliggende componenten schoon zodat je zeker weet dat de koelvloeistof die je in je motorcompartiment ziet pas gelekt is na de wasbeurt. Kijk tijdens het schoonmaken van de radiateur of je barsten ziet in de radiateur zelf of in een van de reservoirs. Je hoeft geen zeep te gebruiken bij het wassen van de radiateur. Maak plekken met veel opgehoopte vettigheid schoon met keukenpapier. 8. Start de auto en kijk of je nieuwe lekkages kunt ontdekken. Een van de twee methodes die je kunt toepassen om een lek in je radiateur te ontdekken is je auto starten als de radiateur schoon is. Kijk goed met draaiende motor naar je radiateur en de onderdelen er omheen voor tekenen van lekkage. Je kunt stoom, koelvloeistof of water uit een lek zien komen, er kan koelvloeistof of water langs de radiateur of een slang naar omlaag druppelen, of je kunt een lekkage horen sissen vanuit een plek die je niet direct kunt zien. Zo kun je in ieder geval ongeveer bepalen waar het probleem zit, maar het zou kunnen dat je de auto weer uit moet zetten om beter te kunnen kijken naar moeilijker zichtbare plekken op de radiateur. Zoek naar vloeistof of gas dat uit barsten in de radiateur komt. Zoek naar druppels koelvloeistof die uit een lek erboven kunnen komen. Luister naar gesis dat van een plek komt die je niet direct kunt zien. 9. Lokaliseer een lek met een drukmeter. Je kunt een drukmeter voor je koelsysteem kopen bij een winkel met automaterialen. De motor moet afgekoeld zijn, en je moet de radiateurdop verwijderen. Je plaatst de drukmeter op de plek van de radiateurdop met de bijgeleverde adapter. Als de meter goed vastzit en het systeem is weer afgesloten, dan kun je de druk opvoeren met het testapparaat. Als de meter vervolgens aangeeft dat de druk weer lager wordt, dan zit ergens in het systeem een lek. Probeer in dat geval te achterhalen waar het geluid vandaan komt van de lucht die uit een barst ontsnapt. Voer de druk niet te veel op. Volg de instructies die bij het testapparaat zitten. Te veel druk kan leiden tot schade en meer lekkages. Zoek naar lekkages op de slangen van het koelsysteem, en op de radiateur, want ook een radiateur kan op een gegeven moment gaan barsten. 10. Koop een middel dat bedoeld is om radiateurlekkages te dichten. Er zijn verschillende producten te koop waarmee je op een eenvoudige manier een lekkage in je radiateur kunt dichten. De verschillende merken gebruiken ongeveer dezelfde methode. Zorg dat je motor uitstaat en afgekoeld is. Verwijder de radiateurdop en giet de inhoud van het middel direct in het koelsysteem. Als het niveau van de koelvloeistof nog steeds te laag is kun je het nu verder aanvullen met een mengsel van water en koelvloeistof. Draai de radiateurdop er weer op en start de motor. Het lek wordt gedicht als het middel door het systeem wordt gepompt. Deze methode is niet bedoeld als uiteindelijke oplossing, maar je kunt er kleine lekkages mee dichten totdat het systeem permanent gerepareerd kan worden. Laat de motor 5 tot 10 minuten draaien, zodat het middel de kans krijgt om het lek te dichten. Hierna zet je de motor uit en laat je alles een nachtje met rust terwijl het middel zijn werk doet. 11. Maak zichtbare barsten dicht met epoxy. Als je een barst goed kunt zien zitten, maak dan het stuk waar de barst zit goed schoon. Als er vet of vuil aanwezig is kan de epoxy het gat niet goed dichten. Verwijder hardnekkig vuil met een lap en remmenreiniger. Als het goed schoon is laat je het eerst volledig drogen voordat je de epoxy gaat gebruiken. Kneed de epoxy met je handen totdat het zacht genoeg wordt om over de barst te kunnen verspreiden. Wees hierbij grondig en zorg dat het zo'n 3 mm dik blijft, zodat het de druk kan weerstaan van het koelsysteem bij een draaiende motor. Je kunt epoxy voor de radiateur kopen bij een winkel met automaterialen. Laat de epoxy een nachtje drogen voordat je de auto weer start. 12. Dicht een lek in je radiateur met een ei. Eieren zijn geen goede oplossing voor de lange termijn, maar je kunt er snel een lekkage mee dichten, totdat je in de gelegenheid bent om naar de garage te gaan. Scheid eerst het eigeel van het eiwit. Gooi het eiwit weg en stop drie of vier eidooiers in je koelsysteem via de radiateuropening. Start de motor weer, net als het middel in de vorige stap, en laat de dooiers door het systeem verspreiden. Het eigeel gaat stollen en daardoor worden kleine lekkages gedicht. Dit kan je net voldoende tijd geven om thuis te komen of bij een garage voor reparatie. Het gebruik van eigeel kun leiden tot ophopingen in de leidingen en is dus alleen aan te bevelen in noodsituaties. Deze methode is minder betrouwbaar dan de producten die er speciaal voor ontwikkeld zijn. 13. Gebruik peper om kleine lekkages te dichten. Peper is nog zo'n onwaarschijnlijk middel waarmee je een lekkage kunt verminderen of stoppen, in ieder geval lang genoeg totdat je bij een garage kunt komen. Wacht tot de motor helemaal is afgekoeld, open de radiateurdop en strooi ongeveer een half busje gemalen zwarte peper in het gat. Net als een afdichtmiddel of dooiers zal de peper blijven hangen in de barsten in het koelvloeistofsysteem, omdat het door de druk naar buiten wordt gewerkt. Zo creëer je een tijdelijke afdichting, waardoor je in ieder geval eventjes door kunt rijden. Ook deze methode is alleen aan te raden in noodgevallen, het is minder betrouwbaar dan de middelen die je in de winkel kunt kopen. Peper zal langer werken dan eidooiers, maar het is alleen aan te bevelen in het geval van kleine lekkages. 14. Controleer de reparatie. Het maakt niet uit welke methode je gebruikt, het is altijd belangrijk om de reparatie te controleren nadat het middel de kans heeft gekregen om zijn werk te doen. Kijk dus nadat je weer gereden hebt hoe het ervoor staat met de lekkage. Als je denkt dat er nog steeds sprake is van een lekkage, doe dan dezelfde tests om de bron van de lekkage te achterhalen. Misschien zijn er meerdere lekken, of misschien heb je het systeem niet voldoende afgedicht. Achterhaal waar de overige lekkages zitten en herhaal het proces. Eidooiers en peper zijn niet bedoeld als permanente oplossing voor een lekkende radiateur. Als je thuiskomt met behulp van een van deze methodes, maak de klus dan thuis af met een afdichtmiddel of epoxy. Grote barsten zijn waarschijnlijk niet meer te repareren. In dat geval moet je radiateur waarschijnlijk vervangen worden. Vul je koelsysteem bij met een mengsel van half water en half koelvloeistof als het niveau te laag is.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-lekkende-radiateur-afdichten", "language": "nl"}
Omgaan met wagenziekte	Wagenziekte ofwel reisziekte is een probleem waar veel mensen tegenwoordig last van hebben. Wagenziekte wordt veroorzaakt doordat de signalen die de ogen en het binnenoor aan de hersenen doorgeven niet met elkaar kloppen. Het binnenoor vertelt de hersenen dat het lichaam beweegt, maar volgens de ogen beweegt het lichaam niet. Door deze tegenstrijdige signalen krijgt men last van de vele symptomen van wagenziekte. Ook al kun je er niet van genezen, er zijn wel enkele manieren om wagenziekte minder onaangenaam te maken. 1. Stel vast hoe erg je ziek bent. Wanneer je last begint te krijgen van wagenziekte, heb je vooral last van lichte misselijkheid of duizeligheid. Wanneer je er steeds meer last van krijgt, treden er andere symptomen op als boeren laten, een warm gevoel hebben, hoofdpijn, zweten en een verhoogde speekselproductie. Als je je eerst alleen misselijk voelt maar daarna ook begint te zweten of te speekselen, dan kun je het beste niet verder rijden in je auto, als dat mogelijk is. 2. Zorg dat je wat frisse lucht krijgt. Voor sommige mensen helpt frisse lucht wellicht om wagenziekte minder erg te maken. Door gewoon een raam of ventilatierooster te openen kun je wellicht je symptomen verminderen. Als je symptomen aanhouden, stop dan als dat mogelijk is de auto. Stap uit de auto om de frisse lucht in te ademen. De frisse lucht kan helpen, net zoals stoppen met rijden. 3. Zorg dat je niets kunt zien. Wagenziekte wordt vaak veroorzaakt door beweging buiten de auto. Daarom verminderen je symptomen misschien als je ervoor zorgt dat je niets kunt zien. Met een speciale bril waarmee je geen beweging waarneemt kun je wellicht hetzelfde resultaat behalen. Wellicht helpt het om gewoon je ogen dicht te doen, vooral als het je lukt om in slaap te vallen. Je kunt ook een zonnebril of een slaapmasker proberen om je zicht genoeg te blokkeren om de symptomen van wagenziekte of reisziekte te verminderen. 4. Neem gemberproducten. Sommige gemberproducten kunnen tevens helpen om wagenziekte te verminderen. Je kunt gembersnoepjes, gemberbier, gemberkoekjes en veel andere gemberproducten proberen. Als je snel last krijgt van wagenziekte, houd dan één of meerdere van deze producten bij de hand om op te eten als je ziek wordt. 5. Eet iets droogs. Uit sommige onderzoeken blijkt dat het eten van droog voedsel als zoute crackers kan helpen om de symptomen van wagenziekte te verminderen. Dit is omdat het droge voedsel het overtollige zuur in de maag opneemt. 6. Probeer acupressuur. Door druk uit te oefenen op een bepaalde plek op je lichaam kun je de symptomen van wagenziekte wellicht behandelen. Vooral het uitoefenen van druk op drukpunt P6, Nei Guan, kan helpen om maagklachten te verminderen. Dit drukpunt bevindt zich aan de onderkant van de pols. 7. Voorkom misselijkheid door wagenziekte. Je kunt misselijkheid door wagenziekte helpen voorkomen door bepaalde voedingsmiddelen en dranken te vermijden en geen alcoholische dranken te drinken voordat je gaat autorijden. Vermijd elk voedingsmiddel waarvan je weet dat je er misselijk van wordt. Hieronder vallen ook voedingsmiddelen waarvan je een te vol gevoel krijgt en pittige en erg vette voedingsmiddelen. Zorg dat je ook geen voedingsmiddelen in de auto hebt die erg sterk ruiken. Daardoor kun je misselijkheid ook helpen voorkomen. 8. Zit op een plek waar je zo weinig mogelijk beweging voelt. Omdat wagenziekte veroorzaakt wordt door een verschil tussen de beweging die je voelt en de beweging die je ziet, kan het kiezen van een plek waar je niet zoveel (of geen) beweging voelt helpen om wagenziekte te voorkomen. De beste plek om te zitten om wagenziekte te voorkomen is voorin de auto. Zorg dat je nooit op een plek zit waar je achteruit rijdt. Dit kan ervoor zorgen dat je heel snel last krijgt van wagenziekte. 9. Vermijd visuele prikkels die wagenziekte veroorzaken. Sommige van de zaken waardoor je wagenziek wordt zijn visueel van aard. Je moet bijvoorbeeld niet gaan lezen wanneer je in de auto zit. Door de beweging kan het moeilijk zijn om te focussen op de woorden. Daardoor kan lezen wanneer je in de auto zit gevaarlijk zijn voor mensen die last hebben van wagenziekte. Het helpt wellicht om je blik tijdens het rijden te blijven richten op een enkel punt om ervoor te zorgen dat je zo weinig mogelijk last krijgt van wagenziekte. Als je samen in de auto rijdt met iemand anders die last krijgt van wagenziekte, dan kun je zelf ook wagenziek worden als je dit ziet of er zelfs maar over praat. 10. Gebruik medicatie. Er zijn verschillende vrij verkrijgbare medicijnen die kunnen helpen om wagenziekte te voorkomen, waaronder anticholinergica als scopolamine, spasmolytica als promethazine en sympathicomimetica als efedrine. De meeste van deze middelen bevatten een stof genaamd meclozine. Deze stof voorkomt niet alleen misselijkheid, maar is ook een antihistaminicum en een spasmolyticum. Het richt zich vooral op het deel van de hersenen dat te maken heeft met beweging om zo reisziekte te voorkomen waar mensen last van kunnen krijgen in de auto of in andere voertuigen. Als je bijzonder veel last hebt van wagenziekte, dan kan je arts je scopolamine voorschrijven. Dit middel kan oraal, intraveneus of plaatselijk (op de huid) toegediend worden. Bespreek voordat je receptplichtige medicijnen neemt altijd de bijwerkingen en de wisselwerkingen met andere medicijnen met je arts of apotheker. 11. Eet gember. Gember kan gebruikt worden als alternatief medicijn dat bij sommige mensen wellicht effectief werkt om wagenziekte te voorkomen. Om wagenziekte te voorkomen meng je een halve theelepel gemberpoeder door een glas water en drink je dit op. Je kunt tevens 20 minuten voordat je in de auto stapt twee gembercapsules nemen. Houd gemberproducten bij de hand om te helpen om wagenziekte te voorkomen. Het is wellicht handig om gembersnoepjes of gemberkoekjes in je tas of zak mee te nemen. 12. Rook niet. Roken kan ervoor zorgen dat je last krijgt van wagenziekte, dus je kunt beter niet gaan roken. Uit een klein onderzoek is gebleken dat als je een nacht niet rookt het nicotinetekort ervoor zorgt dat je niet meer vatbaar bent voor wagenziekte. Als je regelmatig rookt, dan zijn er verschillende manieren om minder te gaan roken of ermee te stoppen. Zoek op wikiHow naar meer informatie over hoe je kunt stoppen met roken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Omgaan-met-wagenziekte", "language": "nl"}
SEO verbeteren	Weergave in zoekmachines is een van de meest doorslaggevende manieren om verkeer naaar je website te vergroten en inhoud, producten of dienst bekend te maken aan mensen die geïnteresseerd zijn in wat je te bieden hebt. Dit betekent dat je een beetje zal moeten oefenen met SEO (zoekmachineoptimalisatie). De meeste van de grote zoekmachines maken gebruik van een algoritme om te bepalen waar een website zich in de rangorde bevindt. Criteria zijn verschillend voor elke engine, maar er zijn diverse overeenkomsten. Het komt allemaal neer op het type en de hoeveelheid inhoud die wordt aangeboden op een bepaalde website, de optimalisatie van die site en de populariteit (link populariteit/PageRank). 1. Maak gebruik van zoektermen. Google Keywords, een tool binnen de Google AdSense website, biedt de mogelijkheid om zoektermen te volgen en suggesties te vinden voor zoektermen. Blader door de site en maak jezelf bekend met hoe het werkt en gebruik het vervolgens in je voordeel. Vind zoektermen die helpen bij het optimaliseren van het aantal bezoekers van je. 2. Gebruik Trends. Google Trends vertelt je hoe het zoeken naar een object verandert in de loop van de tijd. Je kunt het gebruiken om pieken en dalen te voorspellen en om te weten wanneer je een pagina moet updaten of veranderen afhankelijk van het seizoen, of dat je andere zoektermen moet gaan gebruiken. Je kunt tegelijkertijd verschillende zoektermen vergelijken en bekijken, als je dat wilt. 3. Voeg jezelf toe aan Google. Google zal de gebruikers van Google Plus belonen en ook ondernemingen die zich registreren op Google Maps. Doe er je voordeel mee en word lid van Google, omdat het met voorsprong de meest populaire zoekmachine is. 4. Zorg dat je beschikt over kwalitatief goede content. Kwaliteitscontent, met andere woorden veel originele, foutloze tekst, goed georganiseerd op een modern uitziende website, is wat het meest van belang is in termen van SEO waar je controle over hebt. Door het inhuren van een professionele webdesigner kun je een website neerzetten die serieus genomen wordt door je bezoekers. Het is ook belangrijk dat je de bezoeker niet misleidt, ze moeten krijgen wat is geadverteerd toen ze de omschrijving van de site zagen. 5. Maak originele content. Je maakt ook kwaliteitscontent door ervoor te zorgen dat je tekst origineel is. Dat betekent dat niet alleen elke pagina beschikt over andere inhoud, maar ook dat je geen materiaal van anderen steelt. Maak je tekst uniek! 6. Gebruik passende afbeeldingen. Kwaliteitsafbeeldingen met goede tags kunnen ook helpen om een betere positie in de zoekmachines te krijgen. 7. Gebruik zoektermen. Bepaal wat de meest relevante zoektermen zijn voor de inhoud waarin je voorziet en voeg deze woorden toe aan de tekst van je site. Gebruik een woord meerdere malen in je tekst op een manier die gerelateerd is aan de rest van de test en ongekunsteld overkomt. Als je over de top gaat met het gebruiken van zoektermen in je tekst, of je koppelt ze aan inhoud die niet relevant is, zal er echter voor zorgen dat je bestraft wordt met een lagere ranking. 8. Richt je op niche zoektermen waar weinig competitie is. Dit vergt wel wat onderzoek om uit te vinden wat jouw bedrijf zo uniek maakt. Misschien ben je niet gewoon maar een kleding ontwerper, maar een uitzonderlijke kleding ontwerper. Misschien ben je niet gewoon maar een autodealer, maar een autodealer in Zwolle. Probeer Google Adwords te gebruiken om na te gaan hoe competitief je zoektermen zijn voor je besluit om ze te gaan gebruiken. Zorg dat de zoektermen in ieder geval wel gebruikt worden. Ook is het belangrijk om meer algemene zoektermen te gebruiken. 9. Zorg dat je een sitemap hebt. Maak een sitemap waardoor mensen weten waar alles te vinden is op de website. Je zal ongeveer een 1% doorklikratio krijgen via een sitemap. Maar het verricht wonderen voor diegenen die weten wat een sitemap doet, en de zoekmachines zijn er ook erg blij mee. 10. Kies een goede domeinnaam. Zoektermen als eerste woord in een domeinnaam zal het verkeer naar je site een duidelijke impuls geven. Het gebruiken van een TLD (top level domain) zal je rankings lokaal wel verbeteren, maar kan je internationaal schaden, dus wees daar voorzichtig mee. Vermijd gedateerde technieken voor het benoemen van een domeinnaam, waarbij je woorden door nummers vervangt. Een subdomein (zoals een dinges.tumblr.com) zal ook niet positief uitwerken. Zoektermen binnen je eigen subpagina's en subdomeinen helpen wel. Zorg dat je subpagina's een omschrijvende titel hebben. 11. Gebruik beschrijvingen en Meta-tags. Beschrijvingen zijn een getagged deel van de websitecode die de inhoud beschrijven van de pagina. Het helpt sowieso om een betere ranking te krijgen, maar tags die goede sleutelwoorden bevatten helpen nog meer. Als je site dezelfde tags gebruikt voor alle pagina's, dan help je de zoekmachines niet om het onderwerp of de relevantie van de afzonderlijke pagina's te achterhalen. Als het gaat om Meta-tags, zijn er 2 zeer belangrijke velden: De title-tag – zonder meer de meest belangrijke SEO tag voor een website. Google ondersteunt ongeveer 60 karakters binnen de titel, en Yahoo 110. Het is belangrijk om de belangrijkste zoektermen in de titel te plaatsen. Elke pagina hoort een unieke titel te hebben. META Description Tag – Deze waren ooit belangrijk, maar nu niet meer. Sommige engines laten de omschrijving zoals aangegeven zien, maar anderen helemaal niet. Sommige zoekmachines lezen de description tag wel en gebruiken de informatie ook voor het bepalen van de ranking. Google, MSN en Yahoo geven erg weinig of geen gewicht aan deze tag. 12. Maak gebruik van headers. Headers lijken op omschrijvingen en de regels zijn hetzelfde: het helpt al om er een te hebben, maar een met zoektermen is nog veel beter. Gebruik ze! 13. Houd het eenvoudig. Houd de structuur, navigatie en URL-structuur van je site eenvoudig genoeg om te volgen. Vergeet niet dat zoekmachines je navigatie niet kunnen verwerken als je gebruik maakt van flash of javascript. Dus probeer dichtbij standaard HTML te blijven als het gaat om de navigatie. URL's met dynamische parameters (?, &, SID's) presteren meestal niet goed als het gaat om zoekmachine rankings/postionering. 14. Zorg voor kwalitatief goede backlinks. Backlinks zijn koppelingen van een andere website naar jouw pagina. Het werkt in je voordeel als die website meer bezoekers heeft dan je eigen website. De beste vormen van "link building" zijn directory registration, text link advertising en press release distribution, maar je kunt ook koppelingen maken door het uitwisselen van links (link exchange), cross promotion of guest blogging voor een relevant blog. Probeer te voorzien in waardevolle informatie of tools, zodat andere mensen gemotiveerd zijn om te linken naar je site. Dit zal de kans op van nature ontstane backlinks vergroten. 15. Verstuur GEEN spam. Spam plaatsen in commentaarsecties en andere delen van een website (lees: overal op wikiHow!) zal daadwerkelijk ervoor zorgen dat Google en andere zoekmachines je index gaan blokkeren of volledig verwijderen. Spam mensen niet om backlinks te bouwen voor jezelf. Zoekmachines zullen je ook straffen als je naam gekoppeld wordt aan klachten over spam, of als je een anonieme website beheert. 16. Doe mee met sociale media, nu meteen. Op dit moment zijn het delen en leuk vinden via sociale media de activiteiten dat het meest door Google en andere zoekmachines worden beloond. Zeker als het gaat om onderwerpen die op dit moment relevant zijn. Maak accounts aan bij de grote sociale media websites en werk ze regelmatig bij. Vermijd spam door niet alleen maar reclames te plaatsen: plaats afbeeldingen van je klanten, evenementen die je hebt bijgewoond en te relateren zijn aan je bedrijf, en andere content die je fans leuk zouden kunnen vinden. 17. Update je site regelmatig. De meeste zoekmachines belonen websites waar regelmatig of in iedere geval recente updates op staan.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/SEO-verbeteren", "language": "nl"}
Een Shoppen‐knop toevoegen aan Facebook (pc of Mac)	Deze wikiHow leert je hoe je een 'Shoppen'-knop kunt toevoegen aan je bedrijfs- of productpagina in Facebook. Deze knop linkt Facebook-gebruikers naar een externe website waar ze jouw product of dienst kunnen kopen. 1. Ga naar https://www.facebook.com in een webbrowser. Je kunt elke webbrowser op je computer gebruiken om een 'Shoppen'-knop toe te voegen. Als je nog niet bent ingelogd op je Facebook-account, log dan nu in. 2. Klik op de naar beneden wijzende pijl. Deze bevindt zich in de rechterbovenhoek van Facebook. Er zal een menu verschijnen. 3. Klik op de naam van je pagina. Als je meerdere pagina's hebt en niet de pagina ziet die je wilt bewerken, klik dan op om andere opties uit te vouwen. 4. Klik op + Een knop toevoegen. Het is de blauwe knop onder de rechterbenedenhoek van de afbeelding op de voorpagina. Er verschijnt een lijst met instellingen voor knoppen. 5. Klik op Samen winkelen of een donatie doen. Extra opties worden hieronder uitgebreid. 6. Klik op Shoppen. Een voorbeeld van de knop verschijnt in de rechterbovenhoek van het venster. 7. Klik op Volgende. Deze bevindt zich in de rechterbenedenhoek van het venster. 8. Klik op Website-link. Het is de eerste optie onder de kop 'Stap 2'. Als je geen website hebt waar mensen aankopen kunnen doen, dan kun je er een op Facebook aanmaken. Klik in plaats daarvan op en klik vervolgens op . 9. Typ de URL voor je website. De URL die je invoert is waar Facebook-gebruikers naartoe worden geleid als ze op de knop klikken. 10. Klik op Opslaan. De knop 'Shoppen' is nu actief op je Facebook-pagina.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-Shoppen%E2%80%90knop-toevoegen-aan-Facebook-(pc-of-Mac)", "language": "nl"}
Weten of varkenskarbonades gaar zijn	Indien op de juiste manier bereid, zijn varkenskarbonades ontzettend makkelijk en snel klaar te maken stukjes vlees. Dat gezegd hebbende is het ook heel makkelijk om een karbonade te verpesten door hem te lang te laten garen. Veel mensen doen dit omdat ze niet weten hoe lang het duurt voordat een karbonade klaar is. Met de juiste kooktechniek en een paar eenvoudige manieren om te zien wanneer het vlees gaar is, kun je op elke doordeweekse avond een perfect gebakken karbonade klaarmaken! 1. Duw op het vlees met een tang of een spatel om te zien hoe stevig het is. Terwijl je de varkenskarbonades kookt voel dan met een tang of spatel hoe stevig ze zijn door op het vlees te duwen. Voelen ze zacht aan dan zijn ze in het midden nog steeds rauw. Als ze erg stevig aanvoelen zijn ze heel gaar. Het beste is te stoppen met het koken van de karbonades zodra ze stevig zijn, en niet pas wanneer ze heel hard of als een stuk leer aanvoelen. Als ze te stevig zijn dan zullen ze uitgedroogd en taai zijn in het midden. 2. Haal de karbonades van het vuur als ze aan beide kanten goudbruin zijn. Haal de karbonades uit de koekenpan met een tang of spatel. Als je de karbonades bakt of braadt gebruik dan een ovenwant om de ovenschaal waarin ze liggen veilig uit de oven te halen. Afhankelijk van de dikte van de karbonades zal de kooktijd in een koekenpan gemiddeld 3-5 minuten per kant zijn. In een oven zullen ze op een temperatuur van 175 graden Celsius na ongeveer 30 minuten klaar zijn. 3. Leg de karbonades op een snijplank en laat ze 5-15 minuten rusten. Hierdoor kunnen de vezels ontspannen en worden de sappen opgenomen. Het midden gaart nog door omdat de karbonades de warmte vasthouden. Je kunt de karbonades losjes in aluminiumfolie verpakken zodat ze warm blijven terwijl ze liggen te rusten. 4. Snijd in het dikste gedeelte van het vlees en controleer de kleur in het midden. Als je de karbonades na het koken een paar minuten hebt laten rusten, snijd je in één van de karbonades om de kleur te controleren. Het is gaar als het midden nog een beetje roze is en als de sappen die eruit komen helder zijn. Tot voor kort was het zo dat een karbonade helemaal wit moest zijn van binnen om gegeten te kunnen worden. De NVWA heeft nu vast gesteld dat varkensvlees tot ten minste 65 graden Celsius verwarmd moet worden. Het kan zijn dat het midden nu zelfs een beetje roze is, echter het is volkomen veilig het te eten. Als het vlees niet gaar blijkt te zijn doe het dan terug in de koekenpan of in de oven en kook het steeds in etappes van 1-2 minuten. 5. Haal met een tang of spatel de karbonade uit de pan of oven. Het is een goed moment om de temperatuur te controleren als het vlees een goudbruine kleur begint te krijgen en stevig aanvoelt. Leg de karbonade op een bord of snijplank. Afhankelijk van de dikte van de karbonades zal de kooktijd in een koekenpan gemiddeld 3-5 minuten per kant zijn. In een oven zullen ze op een temperatuur van 175 graden Celsius na ongeveer 30 minuten klaar zijn. 6. Steek de vleesthermometer aan de zijkant van de karbonade er in, totdat de punt in het midden zit. Zorg dat de thermometer in het dikste deel van de karbonade wordt gestoken om een zo nauwkeurig mogelijk meting te krijgen. Binnen een paar seconde kan je op de thermometer de temperatuur aflezen. Laat de thermometer het bot van de karbonade niet raken. Hierdoor kan de temperatuur van het vlees niet nauwkeurig gemeten worden. 7. Kijk of op de vleesmeter de temperatuur van 65 graden Celsius vermeldt staat. Als de cijfers niet langer omhoog gaan op de thermometer is dit de kerntemperatuur van het vlees. Zorg ervoor dat de kerntemperatuur van het vlees niet hoger wordt dan 70 graden Celsius hiermee voorkom je dat het te gaar wordt. Indien de temperatuur minder is dan 65 graden Celsius kook de karbonades dan nog 1-2 minuten totdat de kerntemperatuur omhoog gaat. 8. Klaar.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-varkenskarbonades-gaar-zijn", "language": "nl"}
Video's op YouTube delen	YouTube biedt gebruikers meerdere manieren om video's te delen. Je kunt een link sms'en, e-mailen of plaatsen op sociale media via de mobiele app en website van YouTube. Je kunt alle video's die je op YouTube kunt vinden delen, inclusief eigen video's die je uploadt. Deze wikiHow laat je zien hoe je een YouTube-video kunt delen op een computer, telefoon of tablet. 1. Open de YouTube-app op je mobiele apparaat. Dit heeft het rode YouTube logo met een wit afspeeldriehoek in het midden. Tik op het pictogram om de YouTube-app te openen. 2. Zoek naar een video. Tik op het vergrootglas-pictogram in de rechterbovenhoek van YouTube en voer je zoektermen in. Dit weergeeft een lijst van overeenkomende zoekresultaten. 3. Blader door de resultaten en tik op de video die je wilt delen. Dit speelt de video af in de YouTube-app. 4. Tik op het deel-pictogram onder de video. Dit pictogram is een effen zwarte pijl die naar rechts wijst. Het staat rechts van het 'niet leuk'-pictogram. 5. Tik op een deelmethode. Er zijn een aantal opties die je kunt gebruiken om een video te delen. Gebruik een van de volgende opties om een video te delen: Met deze optie kun je de URL van de video kopiëren en plakken op sociale media, in een e-mail, website, of document. Nadat je er op tikt ga je naar de locatie weer je de URL wilt plakken, en tik je op het typveld en houd je dit vast, en tik je vervolgens op . Je kunt het bericht op verschillende manieren delen. Gebruik de volgende stappen om de video op Facebook te plaatsen: Klik op het Facebook-pictogram om de URL van de video automatisch toe te voegen aan een Facebook-bericht. Selecteer met wie je de video wilt delen (bijv. openbaar, vrienden, vrienden van vrienden, alleen ik, etc.) Tik op op Android of gevolgd door op iPhone en iPad. Om een video in een tweet te delen tik je op het Twitter-pictogram, voer je wat tekst in als je dat wilt, en tik je op . Gebruik de volgende stappen om de video te e-mailen: Tik op of een specifiek e-mailapp-pictogram (bijv. Gmail of Outlook). Typ het e-mailadres van de ontvanger in het veld Aan. Typ een bericht indien gewenst. Tik op , of de , of het . Met deze optie kun je de URL van de video als sms versturen. Gebruik de volgende stappen om de video te sms'en: Tik op het pictogram van de berichten-app van je smartphone. Voer de naam of het nummer van de ontvanger in. Tik op , de of het . Je kunt een YouTube-video delen via andere apps die op je smartphone of tablet zijn geïnstalleerd. Deze omvatten Instagram, Facebook Messenger, Whatsapp, Snapchat, Reddit en meer. Tik gewoon op het app-pictogram waarmee je de video wilt delen. 6. Ga naar https://www.youtube.com in een web browser. Je kunt elke webbrowser op pc of Mac gebruiken. 7. Zoek naar een video. Klik op de zoekbalk bovenaan de pagina en voer een videonaam, onderwerp, trefwoorden of iets anders in. 8. Blader door de resultaten en klik op de video die je wilt delen. Hiermee speel je de video af op YouTube. 9. Klik op Delen. Deze optie staat onder de video aan de rechterkant. Dit toont een lijst met opties voor delen. 10. Klik op het pictogram van het platform dat je wilt gebruiken. Het platform opent in een nieuw venster. Vanaf hier kun je de video delen met je vrienden. Opties omvatten Facebook, Twitter, Blogger, Tumblr, Reddit, en meer. 11. Deel de video. Gebruik een van de volgende opties om de video te delen: Met deze optie kun je de URL van de video plakken in een e-mail, bericht op sociale media, privébericht of tekstdocument. Gebruik de volgende stappen om de URL van de video te kopiëren en plakken: Klik op naast de URL van de video onder de andere deel-opties. Ga naar een e-mail, privébericht, bericht op social media, webforum of tekstdocument waarin je de link wilt plakken. Klik met de rechtermuisknop waar je de link in het bericht wilt plakken en klik op . Deel het bericht op elke gewenste manier. Klik op om de video te versturen met je standaard e-mailapplicatie. Voer gewoon de ontvanger in, typ een onderwerp en bericht en klik op . Gebruik de volgende stappen om de video op Facebook te delen: Klik op het -pictogram. Selecteer waar je de video wilt delen (bijv. tijdlijn, groep, privébericht, tijdlijn van een vriend, etc.) Klik op de radioknop naast of . Gebruik het keuzemenu aan de rechterkant om te selecteren wie de video kan zien (bijv. openbaar, vrienden, vrienden van vrienden, enz.) Klik op . Om te delen in een Tweet klik je op het -pictogram, voer je de inhoud van je tweet in, en tik je op . Sluit de URL in op een website. Gebruik de volgende stappen om de video-URL in te sluiten in een html-bestand of webpost die html ondersteunt. Klik op . Klik op om de code te kopiëren. Open een html-bestand. Klik met de rechtermuisknop en klik op waar je video wilt plaatsen Gebruik andere apps. Er zijn andere apps waarop je YouTube-video's kunt delen. Deze omvatten Reddit, Blogger, Pinterest, LinkedIn en meer. 12. Open de YouTube-app. Dit heeft het rode YouTube logo met een wit afspeeldriehoek in het midden. Tik op het pictogram om de YouTube-app te openen. 13. Tik op het camera-pictogram. Dit staat in de rechterbovenhoek van de YouTube-app. Deze app weergeeft video's op je telefoon of de Galerij of Filmrol van je tablet. 14. Tik op een video die je wilt uploaden naar YouTube. Hiermee selecteer je de video die je wilt uploaden. Je kunt ook tikken op om een nieuwe video op te nemen met je camera, of tikken op om een video in realtime op te nemen en naar YouTube te uploaden. 15. Selecteer waar de video start en stopt (optioneel). Als je wilt selecteren waar de video start en stopt, sleep je de witte lijnen aan de linker en rechter kant van de videotijdlijn naar de plekken waar je wilt dat de video start en stopt. De videotijdlijn staat onder het videoweergavevoorbeeld. 16. Voeg een titel en beschrijving toe. Om een videotitel en beschrijving toe te voegen, scroll je omlaag en typ je een titel op de regel waar 'Titel' staat. Typ dan een beschrijving voor de video op de regel met de tekst 'Beschrijving'. 17. Selecteer de zichtbaarheid van de video. Om de zichtbaarheid van de video te selecteren, tik je op het menu onder 'Privacy' en selecteer je een van de volgende opties: Met deze optie wordt je video openbaar weergegeven op YouTube. Het kan door iedereen op YouTube worden doorzocht en bekeken. Met deze optie wordt je video verborgen. Iedereen met de URL van je video kan deze bekijken, maar er kan niet naar worden gezocht op YouTube. Dit beperkt je video, zodat alleen accounts die jij kiest je video kan bekijken. 18. Tik op Uploaden. Dit staat in de rechterbovenhoek. Hierdoor wordt de video geüpload. 19. Tik op de video. Zodra de video klaar is met uploaden en verwerken kun je op de video tikken om hem te bekijken in de YouTube-app. 20. Tik op Delen. Dit is het pictogram met een gebogen pijl onder de videoweergave. Dit toont opties voor het delen van de video. 21. Gebruik een van de methoden voor delen om de video te delen Nadat de video is geüpload naar YouTube, kun je de video delen met behulp van de standaardmethoden die je gebruikt om elke andere YouTube-video te delen op een smartphone of tablet. 22. Ga naar https://www.youtube.com/ in een web browser. Je kunt elke webbrowser op pc of Mac gebruiken. 23. Meld je indien nodig aan bij je YouTube-account. Je moet aangemeld zijn bij YouTube met je Google-account: Klik op in de rechterbovenhoek. Voer het Google-e-mailadres in en klik op . Voer het wachtwoord van je Google-account in en klik op . 24. Klik op het pictogram dat lijkt op een videocamera met een plus (+) teken. Dit staat in de rechterbovenhoek. Dit toont een keuzemenu. 25. Klik op Video uploaden. Sleep een videobestand naar het venster in het midden van de webpagina of gebruik de volgende stappen om een videobestand te uploaden: Klik op . Klik op een videobestand om het te selecteren. Klik op . 26. Typ een titel voor de video. Dit gaat in het veld bovenaan genaamd 'Titel'. De bestandsnaam van de video wordt gebruikt als standaardtitel. 27. Typ een beschrijving voor de video. Gebruik het grote vak genaamd 'Beschrijving' om een korte beschrijving van de video te typen. 28. Selecteer een miniatuurafbeelding voor de video. Dit is de afbeelding die mensen zien wanneer je video verschijnt in zoekresultaten op YouTube. Je kunt op een van de afbeeldingen onder 'Miniatuur' klikken om een frame uit de video te gebruiken als miniatuur, of een van de volgende opties gebruiken om een aangepaste miniatuur te uploaden: Klik op . Klik op een afbeelding die je als miniatuur wilt gebruiken. Klik op . 29. Scrol omlaag en klik op Ja, het is gemaakt voor kinderen of Nee, het is niet gemaakt voor kinderen. Dit is vereist door YouTube om te voldoen aan de Children's Online Privacy Protection Act (COPPA). Als je je video onjuist markeert, kan dit leiden tot actie tegen je YouTube-account en/of boetes van de FTC. Je kunt ook een leeftijdsbeperking op je video toepassen. Om dit te doen klik je op en klik je op . Daarnaast kun je ook klikken op om optionele opties te zien. Hiermee kun je een categorie voor je video selecteren, trefwoorden toevoegen, een taal en locatie selecteren en markeren of je video betaalde advertenties bevat. 30. Klik op Volgende. Dit staat in de rechter benedenhoek. Klik hierop als je klaar bent met het invoeren van de videodetails. 31. Klik weer op Volgende. Dit staat in de rechterbenedenhoek. Als je een eindkaart of videokaarten wilt toevoegen aan je film, kun je op of klikken en de instructies volgen om eindkaarten en in-videokaarten toe te voegen. Klik anders op om verder te gaan. 32. Selecteer een zichtbaarheidsoptie. Klik op de radio-optie naast een van de zichtbaarheidsopties. Er zijn drie zichtbaarheidsopties die je kunt selecteren voor een YouTube-video. Dit zijn de volgende opties: Met deze optie wordt je video openbaar weergegeven op YouTube. Het kan door iedereen op YouTube worden doorzocht en bekeken. Met deze optie wordt je video verborgen. Iedereen met de URL van je video kan deze bekijken, maar er kan niet naar worden gezocht op YouTube. Dit beperkt je video, zodat alleen accounts die jij kiest je video kan bekijken. 33. Klik op Publiceren. Dit is de blauwe knop in de rechter benedenhoek. Hierdoor wordt je video op YouTube gepubliceerd. Je kunt ook klikken op en het keuzemenu gebruiken om een datum en tijdstip te selecteren voor wanneer de video gepubliceerd wordt. Klik dan op in de rechter benedenhoek. 34. Deel de link naar de video Nu de video is geüpload naar YouTube, kun je het normale deelproces gebruiken om de video te delen via e-mail, sociale media, privébericht of een andere voorkeursmethode.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Video%27s-op-YouTube-delen", "language": "nl"}
De opslag op je iPad beheren	Heb je bijna geen beschikbare ruimte meer op je iPad? Naarmate je jouw iPad gebruikt zullen bestanden en apps er uiteindelijk voor zorgen dat je minder vrije ruimte beschikbaar hebt voor nieuwe content. Omdat de bestanden die je opslaat afhankelijk zijn van de reden waarom je de iPad gebruikt, zijn er allerlei zaken die je kunt doen om grote schoonmaak te houden. Door enkele ogenblikken te besteden aan het schoonmaken van het apparaat kan je veel vrije ruimte bekomen voor nieuwe apps en media en het zal waarschijnlijk ook de prestaties van je iPad ten goede komen. 1. Open de app Instellingen. 2. Selecteer de optie ‘Algemeen’. 3. Druk op ‘Gebruik’. Je ‘Gebruikte’ ruimte en ‘Beschikbare’ opslagruimte zullen weergegeven worden in het gedeelte ‘Opslag’. 4. Begrijp de procedure. Foto’s die op je iPad worden opgeslagen nemen een aanzienlijke hoeveelheid ruimte in, vooral als je Photo Stream ingeschakeld hebt. De makkelijkste manier om deze ruimte opnieuw vrij te maken is door de iPad met een computer te connecteren, een back-up te maken van de foto’s op de opslag van de computer en daarna alle foto’s op de iPad te verwijderen eenmaal de back-upprocedure voltooid is. Als je de iCloud Photo Library op je iPad gebruikt dan zal deze altijd een kopie van elke foto in je iCloud downloaden naar de lokale opslag van je iPad. Klik hierop om de hoeveelheid opslagruimte te verminderen die dit op je iPad gebruikt door de kwaliteit van de voorbeeldafbeeldingen te verlagen. Als je geen computer hebt om een back-up te maken van je foto’s voordat je ze verwijdert dan kan je iCloud Photo Backup gebruiken om ze op te slaan in de opslag van je iCloud. Daarna moet je de foto’s verwijderen met de app Foto’s op de iPad. Weet dat bij een gratis iCloud-account je foto’s een aanzienlijk deel van de 5 GB gratis opslagruimte kunnen innemen. 5. Connecteer je iPad met je computer. Als je Windows gebruikt dan zou het venster Autoplay moeten verschijnen. Als je een Mac gebruikt dan zal het programma iPhoto geopend worden. 6. Start de importprocedure. Selecteer ‘Foto’s en video’s importeren’ in het venster Autoplay (Windows) of selecteer je apparaat en klik op de knop Importeer # Foto’s in iPhoto (Mac). Als je Windows gebruikt en het venster Autoplay verschijnt niet, open dan het venster Computer/Mijn Computer (⊞ Win+E), rechterklik op de iPad en selecteer ‘Foto’s en video’s importeren’. 7. Stel Windows in om foto’s na het importeren te verwijderen (uitsluitend voor Windows). Als je Windows gebruikt om foto’s te importeren dan zal je voordat je de importprocedure begint de importmanager kunnen instellen om de bestanden na het importeren te verwijderen. Als je een Mac gebruikt dan zal je een bericht krijgen eenmaal de importprocedure voltooid is. Klik op de link ‘Meer opties’ in het vak ‘Afbeeldingen en Video’s Importeren’. Vink het vak ‘Bestanden na importeren van apparaat verwijderen’ aan. 8. Stel andere importopties in. Voordat je de foto’s importeert kan je de importinstellingen wijzigen om de foto’s te organiseren wanneer deze aan je computer worden toegevoegd. Als je Windows gebruikt dan moet je klikken op de link ‘Meer opties’ om al je sorteeropties te zien. Je kan de map veranderen waarnaar de afbeeldingen worden geïmporteerd en je kan er ook voor kiezen dat de bestanden tijdens het kopiëren automatisch een nieuwe naam krijgen. Je kan ook klikken op de knop ‘Tags toevoegen’ om de foto’s voor het kopiëren te categoriseren. Als je iPhoto op een Mac gebruikt dan zullen de foto’s automatisch opgedeeld worden volgens de datum waarop ze werden genomen wanneer ze naar iPhoto worden gekopieerd. Je kan ze manueel naar albums verplaatsen om ze op een andere manier te sorteren. 9. Wacht tot de importprocedure voltooid is. Dit kan een tijdje duren als je veel foto’s hebt die gekopieerd moeten worden. Als je vooraf een back-up van de foto’s hebt gemaakt maar ze niet van de iPad hebt verwijderd, dan zal uitsluitend van de nieuwe afbeeldingen een back-up worden gemaakt. 10. Verwijder de foto’s na het importeren. Als je Windows gebruikt dan heb je deze optie reeds eerder aangevinkt en zullen de foto’s automatisch van de iPad worden verwijderd eenmaal de importprocedure voltooid is. Als je een Mac gebruikt dan moet je klikken op de knop Verwijder # Items om alle foto’s van je iPad te verwijderen waarvan een back-up werd gemaakt. 11. Begrijp waarom je oude apps moet verwijderen. Als je veel apps op je iPad geïnstalleerd hebt dan kunnen deze een groot deel van de beperkte opslagruimte van je iPad opeisen. Spelletjes zijn vaak de grootste boosdoeners, want titels zoals Infinity Blade, Asphalt, Rage HD en nog vele andere nemen 1 GB of meer ruimte in. Door spelletjes en andere apps die je niet meer gebruikt te verwijderen zal je meer ruimte vrijmaken dan je denkt. Hoewel je op je startscherm betrekkelijk makkelijk apps kan verwijderen, zal deze methode je geïnstalleerde apps sorteren volgens grootte zodat je kan zien hoeveel ruimte elke app inneemt. Maak je geen zorgen over het verliezen van toegang tot de apps die je verwijdert. Alle je downloads worden opgeslagen dankzij je Apple ID en je kan elke app, gratis of gekocht, op elk moment opnieuw downloaden in de App Store. Als je een back-up wilt maken van een app dan kan je iTunes gebruiken om alle documenten en gegevens die met de app geassocieerd worden te kopiëren voordat je de app verwijdert. Als je iCloud Backup ingeschakeld hebt dan zal er automatisch een back-up worden gemaakt van de appgegevens wanneer een back-up van je apparaat wordt gemaakt naar de opslag van je iCloud. 12. Open de app Instellingen en druk op ‘Algemeen’. 13. Druk op ‘Gebruik’ en daarna op ‘Opslag Beheren’ in het gedeelte ‘Opslag’. 14. Wacht tot de lijst met apps geladen is. Dit kan enkele ogenblikken duren. 15. Druk op een app die je niet meer gebruikt. Je zal zien hoeveel ruimte ingenomen wordt door de gegevens die met de app geassocieerd worden. 16. Druk op ‘App Verwijderen’. Druk nogmaals op ‘App Verwijderen’ om te bevestigen dat je de app en alle geassocieerde documenten en gegevens wenst te verwijderen. 17. Herhaal voor al je ongebruikte apps. Je kan mogelijk veel opslagruimte vrijmaken door je ongebruikte apps te verwijderen. 18. Overweeg om je aan te melden voor iTunes Match. Als je veel muziek op je iPad bewaart dan zal dit waarschijnlijk een aanzienlijk deel van je opslagruimte opeisen. iTunes Match is een betaalde dienst van Apple die het mogelijk maakt om je volledige iTunes-bibliotheek naar je iPad (of een ander Apple-toestel of –computer) te streamen. Dit kan een enorme hoeveelheid ruimte vrijmaken want je zal je muziekbestanden niet langer op je iPad moeten opslaan. Klik hier voor richtlijnen om dit in te stellen. Deze dienst heeft enkele nadelen. Naast de prijs van €24,99 per jaar zal je slechts kunnen streamen wanneer je een netwerklocatie hebt. Je kan altijd je liedjes vooraf naar je iPad downloaden als je denkt zonder netwerkverbinding te vallen. iTunes Match maakt het mogelijk om liedjes te uploaden die je niet via de iTunes Store hebt gekocht. Je kan ook diensten gebruiken zoals Google Play Music om je muziek te uploaden en te streamen. 19. Verwijder alle muziek op je iPad. Als je een streamingdienst gekozen hebt of overschakelt op internetradio dan kan je alle muziekbestanden van je iPad tegelijkertijd verwijderen. Alle aangekochte muziek zal je nog steeds kunnen downloaden vanuit de iTunes Store. Open de app Instellingen. Druk op ‘Algemeen’ en selecteer daarna ‘Gebruik’. Druk op ‘Opslag Beheren’ in het gedeelte ‘Opslag’. Druk op de app Muziek. Je zal mogelijk enkele ogenblikken moeten wachten tot die verschijnt. Als je app Muziek niet weergegeven wordt dan zijn er momenteel geen muziekbestanden op je iPad opgeslagen. Druk op de knop ‘Bewerken’. Druk op de ’-‘ naast ‘Alle Nummers’ en druk daarna op ‘Verwijderen’. Je kan op deze manier ook individuele nummers verwijderen. 20. Verwijder individuele nummers uit de app Muziek. Als je slechts bepaalde liedjes wilt verwijderen dan kan je dit doen vanuit de app Muziek. Weet dat liedjes, afhankelijk van je instellingen, weergegeven kunnen worden die niet op je iPad opgeslagen zijn (aankopen op iTunes, liedjes via iTunes Match, enz.). Open de app Muziek op je iPad. Zoek het liedje of het album dat je wilt verwijderen. Bij liedjes die niet naar je iPad gedownload werden zal een iCloud-icoon rechts van het liedje staan. Swipe het liedje of album naar links om de ‘Wissen’-knop te doen verschijnen. Als je een liedje niet kan swipen dan betekent dit dat het niet gedownload werd naar je iPad en daarom geen ruimte inneemt. Als je een album niet kan swipen dan betekent dit dat een of meerdere liedjes van het album niet naar je iPad gedownload werden. Je zal in dit geval individuele liedjes van het album moeten verwijderen. Druk op ‘Verwijderen’. Hierdoor zal het liedje of het album van je iPad verwijderd worden. Als je in plaats van de knop ‘Wissen’ de knop ‘Verwijderen’ ziet dan betekent dit dat je momenteel in de Afspeellijstweergave werkt. Je moet liedjes verwijderen vanuit de weergave Liedjes, Albums of Artiesten. 21. Verwijder filmpjes en video’s. Als je films, tv-programma’s of muziekvideo’s uit de iTunes Store hebt gedownload dan kan dit veel ruimte innemen. In het bijzonder video’s in HD kunnen enorm zijn. Verwijder video’s nadat je ze hebt bekeken om plaats te maken voor een heleboel andere dingen. Open de app Instellingen op je iPad, selecteer ‘Algemeen’ en daarna ‘Gebruik’. Druk op ‘Opslag Beheren’ in het gedeelte ‘Opslag’. Selecteer de app Video’s. Als je veel video’s gedownload hebt dan zal dit waarschijnlijk een van de laatste apps zijn om weergegeven te worden en zou deze ergens bovenaan de lijst moeten staan. Bekijk je video’s. Je zal elke video op je iPad zien samen met de grootte. Tv-programma’s zullen de grootte van alle afleveringen op de iPad tonen en je kan op het programma drukken om de grootte van de afzonderlijke afleveringen te bekijken. Druk op ‘Bewerken’ en daarna op de ‘-‘ naast de video die je wilt verwijderen. Herhaal dit voor alle andere video’s die je van je iPad wilt verwijderen. 22. Open de app Berichten. Als je jouw iPad gebruikt om via iMessage berichten te versturen dan kunnen opgeslagen berichten ook veel ruimte innemen. Dit geldt vooral wanneer je via de app Berichten veel afbeeldingen en video’s verstuurt en ontvangt. 23. Druk op de knop Bewerken. Deze bevindt zich bovenaan de lijst met gesprekken. 24. Druk op elk gesprek dat je wilt verwijderen om het te selecteren. Je kan meerdere gesprekken selecteren. Wanneer je een gesprek verwijdert zullen alle berichten en afbeeldingen die het bevat verwijderd worden. Zorg ervoor dat je een kopie maakt van belangrijke informatie en afbeeldingen opslaat die je in je map met Afbeeldingen wilt bewaren. 25. Druk op ‘Wissen’ onderaan de lijst met gesprekken. Alle geselecteerde gesprekken zullen worden verwijderd. 26. Begrijp hoe de iCloud Photo Library werkt. Door de iOS 8 update heeft Apple de iCloud Photo Library beta geïntroduceerd. Dit programma maakt het mogelijk om automatisch al je foto’s op je iCloud Drive te uploaden en op te slaan, waardoor ze onmiddellijk beschikbaar worden voor al je andere apparaten. Dit betekent dat elk apparaat waarop iCloud Photo Library ingeschakeld is een kopie van elke foto zal downloaden en opslaan op de lokale opslag van het apparaat. Om ruimte op je iPad uit te sparen terwijl je de iCloud Photo Library gebruikt kan je ervoor kiezen om uitsluitend een kleinere versie van de afbeelding op je lokale opslag op te slaan en de versie met hoge kwaliteit op je iCloud te bewaren. Hierdoor kan je veel ruimte uitsparen als het belangrijk voor je is om altijd toegang te hebben tot al je afbeeldingen. 27. Open de app Instellingen. 28. Selecteer ‘iCloud’ en druk daarna op ‘Foto’s’. 29. Selecteer ‘iPad Opslag Optimaliseren’. Hierdoor zullen de downloadversies van je foto’s voor je iPad geoptimaliseerd worden zodat ze minder ruimte innemen. Geoptimaliseerde versies van de foto’s in je iCloud Photo Library kunnen tot de helft van de ruimte innemen ten opzichte van de foto’s met hoge kwaliteit. 30. Open een foto om de versie met hoge kwaliteit te downloaden. Nadat je ‘iPad Opslag Optimaliseren’ hebt ingeschakeld kan je nog steeds de versie met hoge kwaliteit bekijken door een foto te openen. Wanneer je een foto opent zal de versie met hoge kwaliteit van iCloud worden gedownload en dit kan even duren.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-opslag-op-je-iPad-beheren", "language": "nl"}
Je vriendin een compliment geven over haar kleding	Als je vriendin van mode houdt of zich gewoon goed kleedt, zal ze een compliment over haar outfit waarschijnlijk wel kunnen waarderen. Weet je zelf niet zo veel van kleding, dan kan het lastig zijn om te bepalen wat je op zo'n moment kunt zeggen. We hebben een lijstje samengesteld met manieren waarop je je vriendin een compliment kunt geven waardoor ze een goed gevoel krijgt over zichzelf. 1. Het klinkt heel eenvoudig, maar het kan veel uitmaken. Laat haar weten dat je echt om haar geeft en dat je je compliment meent, door haar naam te noemen. Het compliment valt nog beter als je iets zegt als: 'Wow, Els'. Door haar naam te gebruiken geef je haar het gevoel dat ze je tijd waard is, en dat je het fijn vindt dat je haar kent. 2. Welk deel van haar outfit vind je echt mooi? Noem dat in het bijzonder, dan komt je compliment nog sterker uit de verf. In plaats van gewoon te zeggen: 'Leuke outfit', kun je iets proberen als: 'Die trui vind ik prachtig.' Hoe specifieker het is, hoe betekenisvoller en oprechter het klinkt. Je kunt ook iets proberen als: 'Die ketting is echt heel mooi', of 'Die broek staat je zo goed.' 3. Als je weet wie haar stijl-icoon is, kun je haar daarmee vleien. Vertel haar dat wat ze aanheeft net zoiets is wat Zendaya zou dragen (of Rihanna, of Audrey Hepburn). Als dat ook haar bedoeling was, zal ze het erg leuk vinden dat het jou is opgevallen! Zeg iets als: 'Je lijkt zo op Rihanna!', of: 'Dat zou Rihanna ook kunnen dragen.' 4. Als ze iets draagt in dezelfde kleur als haar ogen, wijs daar dan op. Waarschijnlijk heeft ze dat speciaal uitgekozen om haar ogen eruit te laten springen. Let goed op de kleur van de ogen van je vriendin, en geef haar een compliment als ze iets aanheeft in dezelfde kleur. Bijvoorbeeld: 'Die jurk is prachtig. Je ogen springen er door die kleur echt uit.' 'Ik vind die blauwe trui je zo goed staan. Je ogen gaan erdoor stralen.' 5. Wees specifiek zodat ze weet dat je het meent. Als ze een sportieve kledingstijl heeft, kun je zeggen: 'Je ziet er zo atletisch en verzorgd uit.' Als ze meer een meisjesachtig type is, kun je zeggen: 'Jouw kledingstijl is chique en toch hip.' Houdt ze meer van streetwear, dan kun je zeggen: 'Je ziet er altijd zo stoer uit.' Heeft ze eerder een zakelijke kledingstijl, zeg dan: 'Jouw stijl is heel geraffineerd.' 6. Toon interesse in een specifiek kledingstuk. Als jouw vriendin van mode houdt, vindt ze het misschien leuk om je te kunnen vertellen waar ze iets heeft gekocht. Bovendien laat het zien dat je je compliment echt meent, en dat je het niet alleen maar zegt om een wit voetje te halen. Probeer eens iets als: 'Wow, wat een toffe schoenen! Waar heb je die vandaan?' 7. Mensen met zelfvertrouwen durven te dragen wat ze zelf willen. Als jouw vriendin altijd aparte dingen draagt, kun je haar vertellen dat je bewondering hebt voor haar zelfvertrouwen. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Jij zit zo lekker in je vel. Daar heb ik echt bewondering voor.' Zeg echter niet iets als: 'Wow, dat je dat durft te dragen in het openbaar!' Dat is geen compliment, maar je vriendin kan het misschien juist opvatten als een belediging. 8. Als je iets niet mooi vindt, geef dan ook geen compliment! Je hoeft ook niet te zeggen dat je het niet mooi vindt (het is uiteindelijk haar outfit, niet de jouwe), maar je hoeft ook niet te liegen. Als je iets niet mooi vindt, maar zegt dat je het wel mooi vindt, zal je vriendin dat heus wel merken. Als ze je erom vraagt, kun je het wel eerlijk zeggen, maar je hoeft het niet bot te doen. Zeg iets als: 'Ik ben blij dat jij het een mooie rok vindt, maar het is niet mijn favoriet. Maar het gaat erom dat jij je er prettig in voelt!' 9. Als je te specifiek bent, voelt ze zich misschien ongemakkelijk. Behalve als ze je er om vraagt, kun je beter niet zeggen welke delen van haar lichaam jij mooi vindt. Hou het liever bij haar kledingstijl of specifieke kledingstukken. Zelfs wanneer je het goed bedoelt, kan ze zich ongemakkelijk voelen als je haar op bepaalde lichaamsdelen wijst.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-vriendin-een-compliment-geven-over-haar-kleding", "language": "nl"}
Hardhouten vloeren schoonmaken	Oude hardhouten vloeren zijn stevig en erg mooi. Met een beetje zorg kun je ze weer in hun oude glorie herstellen. Schraap materialen zoals gedroogde verf, resten was en stukjes tapijt weg die de vloer hebben bedekt. Gebruik een hardhoutreiniger of terpentine om vlekken aan te pakken. Probeer waterstofperoxide om ingetrokken geuren van huisdieren te verwijderen. Polijst indien nodig de vloer en zet de vloer opnieuw in de beits, maar vermijd schuren tenzij het absoluut noodzakelijk is. Veeg, stofzuig en dweil de oude vloer regelmatig om hem in goede conditie te houden. 1. Veeg je vloeren dagelijks. Dagelijks onderhoud helpt om oude hardhouten vloeren in de beste conditie te houden. Veeg of dweil ze dagelijks schoon om vuil, stof, haren van huisdieren en ander vuil te verwijderen. Zorg ervoor dat je veegt en dweilt in de richting van de houtnerf. Dit helpt voorkomen dat vuil en viezigheid vast komt te zitten in scheuren tussen de planken. Een microvezeldoek is ook zeer geschikt voor het verwijderen van stof. 2. Stofzuig wekelijks (ingesteld op een kale vloer). Het stofzuigen van je hardhouten vloeren zorgt ervoor dat stof en vuil tussen de vloerdelen wordt verwijderd. De instelling voor kale vloeren helpt voorkomen dat de stofzuiger krassen op je vloer maakt. Een opzetstuk met een zachte borstel is ook een effectieve manier om krassen te voorkomen. 3. Dweil de vloer elke maand met een badstof dweilkop en vloerreiniger voor hardhout. Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die voor hardhouten vloeren zijn bedoeld. Gebruik geen azijn, ammoniak en agressieve chemicaliën. Spuit een kleine hoeveelheid hardhoutreiniger rechtstreeks op de vloer en veeg de vloer vervolgens af met een droge dweil van badstof. Denk eraan om terpentine te gebruiken als de afwerking niet volledig is. Vermijd het gebruik van hardhoutreinigers op waterbasis op een ondeugdelijke afwerking. Vermijd het gebruik van een natte dweil en gebruik altijd zo weinig mogelijk vocht bij het reinigen van je hardhouten vloeren. 4. Spoel het gemorste materiaal zo snel mogelijk af. Koffie, inkt, verf en rommel van huisdieren zijn slechts enkele materialen die langdurig vlekken kunnen veroorzaken. Veeg deze en andere vlekken onmiddellijk weg, zodat vlekken niet in de vloer kunnen trekken. Gebruik een iets vochtige doek en voorkom oververzadiging van de vloer met water. 5. Bepaal de afwerking van je vloer. Als je net een oud huis hebt gekocht, vraag dan de makelaar of voormalige huiseigenaar naar de geschiedenis van de hardhouten vloer. Als je geen informatie over je vloer kunt vinden, dan kun je deze testen om de afwerking te bepalen. Test de degelijkheid van de afwerking door een paar druppels water op een versleten gebied aan te brengen. Als de waterparels een paar minuten lang blijven liggen, dan is de afwerking goed. Als het water in het hout wordt geabsorbeerd, is de afwerking niet volledig en moeten reinigingsmiddelen op waterbasis worden vermeden. Dichte afwerkingen zijn waarschijnlijk moderner, terwijl doorlatende afwerkingen eerder ouder zijn. 6. Schraap gedroogde verf, gom en andere verharde materialen weg. Oudere hardhouten vloeren worden vaak gevlekt door aangekoekte, verharde materialen, zoals gedroogde verf, wasafzettingen of gom. Als er linoleum of tapijt overheen heeft gelegen, dan kunnen er nog steeds stukjes van de bekleding en lijm aanwezig zijn. Schraap deze materialen weg met een plastic spatel of een bot plamuurmes. Als dit problemen geeft, plaats dan eens een plastic zak gevuld met ijsblokjes op de gom of de was. Laat dit een paar minuten inwerken en probeer materiaal dan van de vloer af te schrapen. 7. Reinig een goede afwerking met een hardhoutreiniger. Als je oude vloer geen ernstige schade vertoont, dan hoef je die misschien alleen maar schoon te maken, te polijsten en opnieuw te behandelen. Verwijder alle meubels en vloerbedekkingen, en trek je schoenen uit of bedek ze met een beschermhoes. Spuit de vloer in met een kleine hoeveelheid vloerreiniger voor hardhout. Veeg de vloer af met een droge badstof dweil of een badstof handdoek. 8. Reinig een doorlatende afwerking met terpentine. Het is het beste om een vloer met een minder degelijke afwerking te reinigen met een geurloze alcohol. Bevochtig een badstof handdoek en veeg het hardhouten oppervlak schoon. Gebruik een schuursponsje of polijstmiddel om lastiger plekken aan te pakken. 9. Laat diepe, grote vlekken van huisdieren een nacht weken in waterstofperoxide. Het zal wat werk vergen om vlekken en geuren te verwijderen als je hardhouten vloerbedekking zich in een kamer bevindt die vroeger als kattenbak werd gebruikt. Giet waterstofperoxide over de getroffen gebieden, bedek de plekken met vodden gedrenkt in waterstofperoxide, en laat de vloer dan een nacht weken. De volgende dag veeg je eventueel overtollig reinigingsmiddel weg, en vervolgens polijst of schuur je de vloer en breng je weer een afwerking aan. Als je maar met één lichte vlek te maken hebt, bedek die dan met een in waterstofperoxide gedrenkte doek, maar controleer de vlek elke 10 minuten. Veeg overtollig reinigingsmiddel weg zodra de vlek is verdwenen. In extreme gevallen van huisdiergeur is de ondervloer onder het hardhout vervuild. De hardhouten vloer moet worden verwijderd om de ondervloer te kunnen behandelen. 10. Test of er was is aangebracht. Tenzij je weet dat je vloeren niet met een was zijn behandeld, moet je testen op was om te weten hoe je je vloer het beste kunt onderhouden. Maak een stuk extra fijne staalwol vochtig en gebruik het om die plekken waarvan je denkt dat er nog een waslaag aanwezig is, te schuren. Wax zal verschijnen als een lichtgrijze vlek of vlek op de staalwol. Vloeren die dateren van vóór 1930 hebben doorgaans vele lagen boenwas over een afwerking met tung-olie of schellak. Je kunt de vloer polijsten en opnieuw in de was zetten, of een chemische middel gebruiken om de was te verwijderen en een polyurethaanafwerking aan te brengen. 11. Polijst je vloer met een boenmachine. De eenvoudigste en zachtste manier om een vloer in zijn oude glorie te herstellen is door hem te polijsten met een boenmachine, die je kunt huren bij de meeste bouwmarkten. Na het reinigen van de vloer, polijst je de randen en hoeken van de kamer met de hand, om die plekken te behandelen waar de boenmachine niet bij kan. Gebruik een boenmachine met een schuurschijf met korrelgrootte 150 of 120 om de vloer te polijsten, of polijst de bestaande afwerking. Schuurschijven hebben een kleurcode. De zwarte, paarse en bruine schijven schuren grof. Bruin en wit zijn fijne polijstschijven, en groen en blauw zitten er tussenin. De schuurschijven slijten snel, dus je hebt er minstens drie nodig om een gemiddelde kamer te polijsten. Het poetsen zal geen diepe krassen of zware schade verwijderen. Het zal echter wel helpen om de glans te herstellen en krassen op oud of dof hardhout te verwijderen. 12. Werk je vloer opnieuw af Zodra je klaar bent met polijsten, neem je de vensterbanken en andere oppervlakken af en stofzuig je de kamer grondig, om alle stof te verwijderen. Je keuze van afwerking zal afhangen van de resultaten van je was-test. Voor vloeren die in de was zijn gezet, breng je waspasta aan op de vloer. Als je vloer meer recent is afgewerkt, kies dan polyurethaan. Je kunt het ene niet gebruiken als je met het andere begonnen bent: breng geen was aan op een polyurethaanafwerking of andersom. 13. Vermijd het schuren van oude hardhouten vloeren, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Als je vloer meer dan 50 jaar oud is, moet je het schuren vermijden. Er is een limiet aan de hoeveelheid hout die je kunt verwijderen zonder de vloer blijvend te beschadigen. Bij het reinigen en revitaliseren van een oude hardhouten vloer, schuur je alleen als het zo zwaar gebeitst is, dat polijsten of chemische strippen geen opties zijn. 14. Consulteer een professional met ervaring in het herstellen van oude vloeren. Vraag professionele hulp als je oude hardhouten vloer ernstig versleten of beschadigd is, of als je twijfelt over de samenstelling ervan. Mond-tot-mondreclame is meestal de beste manier om een goede aannemer te vinden. Zoek er een met ervaring in restauratie die je niet aanraadt om gewoon de hele vloer eruit te rukken, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Als je vloer bijvoorbeeld moet worden gerepareerd, dan kun je een ervaren aannemer een deel van de vloer laten verwijderen van een verborgen plek (zoals onder een kast), en deze gebruiken om een versleten of beschadigde plek te vervangen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Hardhouten-vloeren-schoonmaken", "language": "nl"}
Siberische husky's fokken	Siberische husky's staan bekend als medelevende, hardwerkende en intelligente honden. Om husky's te fokken moet je gezonde honden vinden die geregistreerd zijn bij een hondenclub, bepalen wanneer het teefje vruchtbaar is, tijdens en na de zwangerschap voor het teefje zorgen en voor de huskypuppy's zorgen. Net als bij andere honden is het fokken van husky's een serieuze onderneming die niet lichtzinnig opgevat mag worden. 1. Wacht totdat het teefje twee jaar oud is. Grotere vrouwelijke honden hebben wat meer tijd nodig om te volgroeien dan mannetjes. Vrouwelijke husky's zijn niet klaar om te paren totdat ze twee jaar of ouder zijn. Fok niet met haar totdat ze haar tweede loopsheid heeft. Waarschijnlijk is ze voor het eerst loops als ze vijf tot zeven maanden oud is, maar dan is haar lichaam nog niet ontwikkeld genoeg om te paren. Mannelijke honden zijn na ongeveer zes maanden volwassen. 2. Fok met vrouwtjes die een kalm en zorgzaam temperament hebben. De dekreu hoeft slechts één ding te doen (het teefje bevruchten), maar het teefje moet de puppy's dragen en die verzorgen zolang ze jong zijn. Het is waarschijnlijker dat een kalm vrouwtjes een goede moeder is voor de pups. Fokken met een agressief teefje kan resulteren in ongezonde of agressieve puppy's. 3. Verzeker jezelf ervan dat beide honden bij een hondenclub geregistreerd zijn. Als het belangrijk voor je is om een pure huskybloedlijn te behouden, dan zouden beide honden geregistreerd moeten zijn bij een hondenclub. Bijvoorbeeld de Siberian Husky Klub voor Nederland Beide honden moeten bij dezelfde club geregistreerd zijn als je wilt dat de puppy's ook geregistreerd worden. Onderzoek de stamboom van beide honden, om op de hoogte te zijn van mogelijke gezondheidsproblemen en gedragsproblemen. Probeer ook om te Googelen met sleutelwoorden als huskybloedlijn en fokken husky bloedlijn. Je kunt ook een kijkje nemen op http://siberian-husky-bloodlines.seppalasleddogs.com/index.htm. 4. Laat beide honden vier weken voor het paren onderzoeken door een dierenarts. Beide honden moeten grondig diergeneeskundig onderzocht worden, ongeveer een maand voordat het fokproces begint. Zorg dat ze alle vaccinaties hebben en dat ze geen parasieten hebben. Laat ze onderzoeken op brucellose, een ziekte die onvruchtbaarheid kan veroorzaken. Het is ook een goed idee om de dierenarts te vragen om beide honden te controleren op tekenen van heupdysplasie. Het teefje moet een goede spierontwikkeling hebben en mag geen overgewicht hebben. 5. Laat beide honden controleren door een diergeneeskundige oogarts. Genetische afwijkingen van de ogen komen veel voor bij husky's. Deze afwijkingen kunnen op elke leeftijd voorkomen, het is dus belangrijk om de ogen van je hond elk jaar te laten controleren. Laat beide honden controleren voordat je met ze gaat fokken. 6. Herken wanneer de vrouwelijke hond loopt wordt. Kijk uit naar tekenen van pro-oestrus, de eerste fase van de cyclus van je hond. Tijdens pro-oestrus kan je hond bloeden en kan haar vulva opzwellen, maar ze zal in deze periode geen paring accepteren. Na ongeveer negen dagen begint de tweede fase van de cyclus, oestrus genaamd. Tijdens oestrus, die ook negen dagen duurt, is je hond vruchtbaar. Als je denkt dat je hond loops is, maar het niet zeker weet, breng de hond dan langs bij de dierenarts. 7. Laat de honden paren nadat het vrouwtjes de oestrus-fase van haar cyclus is ingegaan. De meest vruchtbare periode is meestal tussen de 10e en 14e dag na het begin van de cyclus (pro-oestrus). Je kunt de honden om de dag bij elkaar brengen om te paren totdat ze in totaal drie of vier keer gepaard hebben. De ideale paringsperiode duurt vijf tot negen dagen. Vrouwtjes voelen zich doorgaans beter op hun gemak in een nieuwe omgeving dan mannetjes. Daarom wordt het teefje doorgaans naar de dekreu gebracht. 8. Houd haar uit de buurt van andere mannetjes nadat ze heeft gepaard. Als ze in gezelschap is van andere mannelijke honden, zou ze door een van hen bezwangerd kunnen worden. Houd haar na de paring met het geselecteerde mannetje in een afgezonderd gebied, uit de buurt van alle andere mannelijke honden. 9. Breng haar naar de dierenarts als ze tekenen van zwangerschap vertoont. Tekenen van zwangerschap bij je husky kunnen een verhoogde eetlust, gewichtstoename en vergrootte tepels zijn. Je kunt deze al vanaf drie weken na het fokken zien. Na ongeveer 28 dagen breng je de hond naar de dierenarts om de zwangerschap te bevestigen. De dierenarts zal de zwangerschap bevestigen middels een echo, hartkloppingen of een röntgenfoto. Soms vertonen honden deze symptomen terwijl ze niet zwanger zijn. 10. Wacht een vol seizoen na het einde van de zwangerschap voordat je opnieuw met de hond fokt. Er mag niet twee seizoenen achter elkaar met vrouwelijke husky's worden gefokt. Zelfs als de zwangerschap niet levensvatbaar was, moet je ten minste een heel seizoen van loopsheid wachten voordat je opnieuw met haar probeert te fokken. Doorgaans is een hond elke zes maanden loops, hoewel dit na een zwangerschap wat langer kan duren. Zwangerschap is zwaar voor het lichaam van je hond. Ze heeft tijd nodig om te herstellen, voor haar eigen veiligheid en de veiligheid van de toekomstige puppy's. 11. Geef je zwangere hond ten minste twee keer per dag voedingsrijk voedsel. Een gezond teefje kan tijdens het eerste deel van haar zwangerschap het normale dieet volgen. Naarmate haar lichaamsgewicht toeneemt, kun je haar voedselinname geleidelijk verhogen. Laat de voedselinname zoals normaal tijdens de eerste vijf tot zes weken van de zwangerschap. Na de zesde week kun je de voedselinname geleidelijk verhogen. Tegen de tijd dat ze klaar is om te bevallen, zou ze 35-50% meer voedsel dan normaal moeten eten. Voer haar ten minste twee keer per dag – 's ochtends en 's avonds. Het is echter beter om haar drie keer per dag te voeren – 's ochtends, 's middags en 's avonds. Sommige fokkers raden aan om een aanvullende bron van proteïne toe te voegen aan het dieet van je zwangere hond, bijvoorbeeld verdampte melk, eieren of lever. Het leveren van kleine, frequente maaltijden kan je hond helpen om zich gemakkelijker te voelen. 12. Bereid de werpdoos voor. Kies een warme, droge en stille plek, uit de buurt van andere honden. Maak een ruime doos met lage wanden. Breng haar elke dag naar de doos, zodat ze aan het gebied gewend raakt. Aai haar en zorg ervoor dat de tijd die ze in de doos doorbrengt een positieve ervaring voor haar is. Maak de werpdoos ruim van te voren klaar, zodat je hond tijd heeft om eraan te wennen. Je kunt een werpdoos kopen, er zelf een bouwen van hout of een grote plastic container voor dit doel hergebruiken. 13. Bereid je voor op de komst van puppy's vanaf 63 dagen na het begin van de zwangerschap. De zwangerschap van husky's duurt ongeveer 63 dagen. Als het bijna tijd is voor de komst van de puppy's, verzamel dan wat materialen. Enkele dingen die je mogelijk nodig hebt zijn: Kranten als bodembedekking Douchematten of handdoeken als bodembedekking Handdoeken om de pups schoon te maken Keukenpapier om de werpdoos schoon te maken Thermometer om de temperatuur van het teefje te controleren Warmtepads om de puppy's warm te houden Tandenflos (zonder was) om de navelstrengen van de pups af te binden Scherpe schaar om de navelstrengen door te knippen Jodium om de navelstrengen schoon te maken 14. Bedek de doos met krantenpapier vlak voordat de hond bevat. Ten tijde van de bevalling, is het handig om de doos te bedekken met kranten, zodat je ze meerdere keren per dag kan verversen. Na een paar dagen kun je overgaan op handdoeken of andere zachte materialen. Deze moeten ook worden ververst, maar slechts eens per dag. 15. Kijk uit naar de eerste tekenen van de bevalling. Een paar dagen voordat je hond gaat bevallen, kan ze stoppen met eten en een nest gaan maken. Ongeveer één dag voor de bevalling zal de lichaamstemperatuur van het teefje naar ongeveer 37 graden Celsius dalen. Tijdens de eerste fase van de bevalling zal de cervix ontsluiten. Weeën beginnen en de hond kan piepen en rusteloos of verward lijken. Je merkt mogelijk op dat ze hijgt, het moeilijk lijkt te hebben of rusteloos rondloopt. Deze fase duurt doorgaans zes tot 18 uur. Idealiter bouwt je hond haar nest in de werpdoos die je hebt geleverd. 16. Wacht tot haar water breekt en het werpen begint. Wanneer haar water breekt, duidt dat op het begin van de tweede en laatste fase van de bevalling. Het water ziet eruit als een strokleurige vloeistof. Haar weeën worden hierna sterker en de hond zal snel na het breken van het water beginnen met werpen. De puppy's zullen sporadisch ongeveer elke 30 minuten geboren worden als het werpen eenmaal is begonnen. Het werpen duurt doorgaans ongeveer vier uur. De meeste honden bevallen gemakkelijk, zonder de hulp van mensen. 17. Weet wanneer je contact op moet nemen met een dierenarts. In de meeste gevallen, bevalt de moederhond helemaal zelf, zonder hulp. Zorg er echter voor dat je het telefoonnummer van de dierenarts en het nummer van de noodkliniek voor dieren bij de hand hebt, in geval van nood. Neem contact op met de dierenarts als: De moeder extreme pijn lijkt te hebben. De moeder langer dan 45 minuten sterke weeën heeft, maar er geen pup geboren wordt. Er meer dan twee uur tijd zit tussen de geboorte van puppy's. De moederhond beeft of trilt. De moederhond instort. Er een donkergroene of bloederige vloeistof verschijnt vóór de geboorte van de eerste pup. (Nadat de eerste pup is geboren, is dat geen probleem.) De moeder na 64 of meer dagen na het paren geen tekenen van bevalling vertoont. 18. Verzeker dat de moeder elke pasgeboren pup likt en schoonmaakt. De moederhond zou het membraan op zijn kop moeten verwijderen, zodat hij kan ademen. Ook moet ze de navelstreng doorbijten en elke pup likken om het ademhalen te stimuleren. Als ze een van deze dingen niet doet, moet je mogelijk ingrijpen. Scheur het membraan bij de kop van de pup, trek het naar achteren en haal de pup eruit. Gebruik een washandje om slijm uit de bek en neus van de puppy te verwijderen. Wrijf vervolgens over het lijf van de puppy om de ademhaling te stimuleren. Bind de navelstreng af met tandenflos zonder was. Gebruik een scherpe schaar om de navelstreng op ongeveer 5 cm van de buik af te knippen, aan de andere kant van de knoop. Behandel de snede met jodium om infectie te voorkomen. 19. Laat de puppy's drinken zodra ze geboren zijn. Dit is cruciaal voor de puppy's, omdat ze hierdoor colostrum (pasgeborene melk) met belangrijke antilichamen binnenkrijgen. Colostrum helpt om de puppy's tegen infecties te beschermen terwijl hun immuunsysteem nog in ontwikkeling is. Het is goed om de puppy's na de geboorte te wegen, en vervolgens gedurende de eerste twee weken elke tweede dag te wegen. Ze moeten bij elke weging een beetje zijn aangekomen. 20. Houd de puppy's warm. Pasgeboren puppy's kunnen hun eigen lichaamstemperatuur niet controleren. Houd het werpgebied in de eerste vijf dagen op een temperatuur tussen 29 en 32 graden. De daaropvolgende vijf dagen kun je de temperatuur verlagen naar 26,5 graden. Na vier weken kun je de temperatuur verder verlagen naar 24 graden. 21. Zorg ervoor dat de puppy's in de eerste week elke twee uur eten. Na de eerste week zal het groeitempo snel toenemen en moeten ze mogelijk nog vaker eten – mogelijk elk uur. Dit is geheel normaal en is een goed teken dat ze goed ontwikkelen. Begin na vier weken met het overstappen naar vast voedsel. 22. Zoek goede huizen voor de puppy's. Mensen kopen soms een puppy zonder zich te realiseren hoeveel zorg, aandacht en tijd ze nodig hebben. Zorg ervoor dat een nieuwe eigenaar de puppy goed zal behandelen voordat je de hond overhandigt. Stel vragen aan potentiële eigenaren, om hun levensstijl te achterhalen en te bepalen of ze de verantwoordelijkheid van het opvoeden van een husky aan lijken te kunnen. Ga thuis langs, om te verzekeren dat ze een geschikte ruimte hebben. Vraag naar het nummer van hun rijbewijs en doe een achtergrondcheck, om te verzekeren dat ze geen verleden van dierenmishandeling of – verwaarlozing hebben.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Siberische-husky%27s-fokken", "language": "nl"}
Spuitverf gebruiken	Spuitverf gebruiken is een gemakkelijke en leuke manier om van alles te schilderen. Deze verf kun je op veel materialen gebruiken om ze op te frissen en een nieuwe uitstraling te geven. Je hebt er bovendien weinig vakkennis voor nodig. 1. Verzamel je materialen. Er zijn veel verschillende merken en honderden kleuren spuitverf te koop, dus kijk welke soorten spuitverf je bij jou in de buurt kunt kopen om te zien welke soorten geschikt zijn voor je project. Je hebt naast spuitverf nog enkele andere zaken nodig om de verf op professionele wijze te kunnen gebruiken. Het kan een goede investering zijn om duurdere spuitverf bij een hobbyzaak te kopen als je weinig tijd hebt. Van deze verf hoef je minder lagen aan te brengen dan van goedkopere verf die je bij bouwmarkten kunt krijgen. Houd er rekening mee dat je vooral van lichtere kleuren meerdere lagen aan moet brengen, dus wellicht is het nodig om meerdere bussen spuitverf in dezelfde kleur te kopen. Breng als dat mogelijk is grondverf op het te schilderen oppervlak aan voordat je er spuitverf op aanbrengt. Daardoor zal de verf beter aan het oppervlak hechten, krijg je een gladder oppervlak en zal de kleur van de verf beter naar voren komen. Leg kranten of een plastic dekkleed op de grond voordat je gaat schilderen. Hiermee kun je je werkplek beschermen tegen verfnevel. Zorg dat je altijd oude lappen bij de hand hebt wanneer je aan het schilderen bent. Daarmee kun je gemorste verf wegvegen of verf verwijderen van oppervlakken die niet geschilderd hoeven te worden. Gebruik schilderstape om bepaalde plekken van het oppervlak dat je gaat schilderen af te plakken, of het oppervlak strakke en netjes geschilderde randen te geven. Gebruik tijdens het schilderen wegwerphandschoenen en een masker, want spuitverf is giftig. 2. Maak het te schilderen oppervlak schoon. Verf blijft moeilijk hechten aan stoffige, vettige of vuile oppervlakken. Neem enkele minuten de tijd om alle vuildeeltjes weg te vegen van het oppervlak van het voorwerp waar je mee werkt. Je kunt alleen een vochtige lap of een allesreiniger gebruiken om het oppervlak schoon te maken. Als er zich kleverige resten op het oppervlak van het voorwerp bevinden, zoals lijmresten van een prijssticker, zorg er dan voor dat je deze eraf schraapt en tijdens het schoonmaken volledig verwijdert. Ruw oppervlakken met een glanzende waslaag of lak een beetje op met schuurpapier. Daardoor zal de verf beter aan het oppervlak hechten. 3. Maak je werkplek klaar. Spuitverf kun je het beste altijd buiten gebruiken op een goed geventileerde plek. Spuitverf zal niet goed blijven hechten als het buiten te koud of te nat is, dus wacht totdat de luchtvochtigheid lager dan 65% is, het zonnig is en het enigszins warm is. Leg het krantenpapier of het dekkleed neer en verzwaar dit met gewichten als stenen zodat het door de wind niet wegwaait of verschuift. Zorg ervoor dat je het krantenpapier ver genoeg weglegt, anders kunnen je tuin of je oprit bedekt worden met een lichte verfnevel. Plak die delen van je voorwerp af die je niet wilt schilderen. Zorg ervoor dat je de randen van de tape goed op het oppervlak drukt zodat er geen verf onder kan lekken. Zet je masker op en trek je wegwerphandschoenen aan. Zo blijven je longen veilig terwijl je de spuitverf aanbrengt. 4. Breng de grondverf aan. Schud de bus met verf goed voordat je deze aanbrengt en breng vervolgens een gelijkmatige laag grondverf op het gehele voorwerp aan. Je hoeft slechts een laag aan te brengen, maar het is prima om twee lagen aan te brengen als je dat liever wilt. Wacht totdat de verflaag droog is voordat je spuitverf aanbrengt. Op de verpakking van de verf kun je lezen hoe lang je moet wachten voordat de verf droog is. 5. Breng de spuitverf aan. Net zoals bij de grondverf is het nodig om de bus met spuitverf ook goed te schudden. Breng langzaam een gelijkmatige laag verf op het hele voorwerp aan. De verflaag zal er waarschijnlijk vlekkerig uitzien en je zult de oorspronkelijke kleur en doorheen zien, maar dat probleem los je op door het aanbrengen van een tweede verflaag. Test de spuitverf uit op een oud stuk hout of een krant zodat je zeker weet dat de spuitmond niet verstopt is en je een gelijkmatige laag verf aanbrengt. Houd de spuitbus met verf ongeveer 20 centimeter van het voorwerp af, en beweeg de bus langzaam heen en weer met een snelheid van ongeveer 30 centimeter per seconde. Breng geen dikke laag verf aan, want daardoor zal de verf sneller gaan druipen en langer kleverig zijn. De kans is dan groter dan je de verf uitveegt. Breng in plaats daarvan meerdere dunne lagen verf aan. 6. Wacht. De meeste soorten spuitverf moeten minstens 24 uur lang drogen voordat je een tweede laag aan kunt brengen. Ga dus niet te snel te werk, want door geduldig te zijn zal de verf het beste hechten en uiteindelijk langer op het oppervlak blijven zitten. 7. Breng een tweede laag aan. Dit is wellicht niet altijd nodig, maar om het zekere voor het onzekere te nemen kun je het beste een tweede laag aanbrengen. Zo weet je zeker dat het voorwerp volledig bedekt wordt met verf en dat de kleur van de verf zo helder mogelijk is. 8. Maak de klus af. Laat de verf na het aanbrengen van de tweede laag volledig drogen en verwijder alle stukken tape die je aangebracht hebt. Nu ben je klaar. Haal het dekkleed of alle kranten weg en bewaar de overgebleven verf op een schone en droge plek. 9. Bereid het oppervlak voor. Omdat glas, keramiek en porselein allemaal een erg glad oppervlak hebben, zal dit te glad zijn voor de verf om er goed aan te kunnen hechten. Gebruik schuurpapier om het oppervlak een beetje op te ruwen. 10. Veeg stof en vuil weg. Zorg ervoor dat er geen schuurstof aan het glas is blijven plakken, want dan zal de verf maar moeilijk op het oppervlak blijven zitten. Gebruik een vochtige lap of een reiniger, als je dat wilt. 11. Breng een laag grondverf aan. Vooral glas heeft een laag grondverf nodig, omdat glas uitzet en samentrekt door veranderingen in de temperatuur. Daardoor is de kans groot dat er barsten en plooien in de verflaag komen. Breng voor het schilderen tenminste een laag grondverf aan. Schilder het glas. Gebruik dezelfde basistechnieken voor het schilderen als hierboven beschreven worden en breng een gelijkmatige laag verf aan op het glas of keramiek. Laat de verf drogen. Breng indien nodig een tweede laag verf aan. Als je vindt dat het voorwerp met een laag verf al klaar is, dan kun je deze stap overslaan. 12. Verwijder alle roest Roest zal het oppervlak niet alleen een ruwe textuur geven, maar zorgt er ook voor dat de verf uiteindelijk afbladdert. Gebruik ingrediënten uit je keuken zoals azijn en zuiveringszout of koop bij de bouwmarkt een roestverwijderaar om dit te doen. Laat de azijn of de pasta van zuiveringszout en water enkele uren op het metaal liggen om de roest op te lossen. Gebruik staalwol of een tandenborstel om na het weken de roestige resten van het oppervlak te schrobben. 13. Maak het oppervlak ruw. Gebruik schuurpapier om de glans van het metaal te verwijderen en ervoor te zorgen dat de verf beter aan het oppervlak blijft hechten. Het metaal zou niet meer moeten glanzen en een beetje ruw aan moeten voelen. 14. Maak het metaal schoon. Nadat je de roest verwijderd hebt en het oppervlak geschuurd hebt, neem je het metaal grondig af met een vochtige doek. 15. Behandel het metaal met grondverf. Breng een gelijkmatige laag grondverf op het gehele oppervlak aan. 16. Schilder het oppervlak. Maak gebruik van dezelfde verftips als hierboven beschreven staan en breng een gelijkmatige laag verf op het metaal aan. Breng als je dat wilt meerdere lagen verf aan. 17. Verwijder alle ijzeren onderdelen. Wellicht wil je deze ook schilderen, maar doe dat dan nadat je ze van het hout gehaald hebt zodat alles met een volledige laag verf bedekt wordt. 18. Verwijder alle lak of vernis van het hout. Gebruik een schuurmachine of schuurpapier en schuur zoveel mogelijk van de glanzende buitenste laag op het hout weg. 19. Stof het schuurstof weg met een droge doek. Gebruik geen natte doek zodat je niet hoeft te wachten totdat het hout droog is voordat je kunt gaan schilderen. 20. Breng grondverf aan. Er zijn speciale soorten grondverf voor hout te koop, maar je hebt slechts gewone grondverf in een spuitbus nodig. 21. Schilder het hout. Gebruik de spuitbus om een gelijkmatige laag verf aan te brengen, waarbij je spuit op een afstand van 20 centimeter van het oppervlak. Breng als je dat wilt meerdere lagen verf aan en laat de verf tussendoor steeds drogen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Spuitverf-gebruiken", "language": "nl"}
Het Maghrib-gebed uitvoeren	Het Maghrib-gebed is een heel mooi ritueel binnen de islam dat wordt uitgevoerd vlak na zonsondergang. Voor moslims over de hele wereld vormt dit gebed een religieuze verplichting. Je kunt Maghrib samen met andere moslims bidden, maar ook in je eentje? Als je je graag meer verbonden wilt voelen bij je islamitische geloof, kan wikiHow je helpen. We hebben hieronder een uitgebreide handleiding samengesteld die je alles vertelt wat je moet weten over het Maghrib-gebed. Lees dus snel verder om te leren hoe je dit ritueel zelf kunt uitvoeren. 1. Maghrib is een van de vijf verplichte Fard oftewel dagelijkse gebeden voor iedere moslim. Samen vormen deze vijf verplichte gebeden, die ook wel Salah of Namaaz worden genoemd, de tweede pijler van de Islam. Maghrib staat bekend als het zonsondergangsgebed, omdat dit het tijdstip van de dag is waarop je het uitvoert. Het woord "maghrib" (of maghreb) betekent in het Arabisch ook zonsondergang. Je bidt binnen de Islam om de volgende redenen: het versterkt je relatie met Allah, het zuivert je zonden, en het biedt je een gelegenheid voor zelfreflectie en spirituele groei. 2. Bid Maghrib elke dag, vlak na zonsondergang. Omdat de zon iedere dag op een ander tijdstip ondergaat, gebruiken de meeste moslims een tijdschema dat ze van hun plaatselijke moskee hebben gekregen om te weten wanneer ze precies moeten bidden. Je kunt ook een website gebruiken om het exacte tijdstip voor je gebed te bepalen, of het even opzoeken op Google. Doe je best om deze gebeden niet te missen. Mocht je onverhoopt vergeten te bidden, of door Maghrib heen slapen, dan mag je het inhalen zodra je het je herinnert. 3. Als je ongesteld bent, hoef je het Maghrib-gebed niet te doen. Vrouwen die na de bevalling bloedingen hebben, zijn zelfs verplicht Maghrib over te slaan. Als je aan het menstrueren bent, ga dan pas weer bidden als het stopt. Je hoeft de gebeden die je in deze periode gemist hebt niet in te halen. Als je lichamelijke beperkingen hebt, houd er dan rekening mee dat je om het Maghrib-gebed uit te voeren bepaalde bewegingen moet maken, waaronder buigen, knielen en weer opstaan. Als je deze bewegingen om wat voor reden dan ook niet kunt uitvoeren, mag je ook zittend of liggend bidden. 4. Maghrib bestaat uit drie verplichte rakats. Een rakat is een gebedseenheid in de islam, waarin je als moslims een reeks gebeden en handelingen doorloopt. Het bidden van één rakat duurt ongeveer een minuut, wat inhoudt dat het bidden van Maghrib je in totaal ongeveer drie minuten zal kosten. Als je het gebed met een imam in een moskee uitvoert, kan het ritueel wat langer duren. Bedenk dat het in de islam als een zonde wordt beschouwd om het gebed te overhaasten. Neem dus altijd ruim de tijd voor het Maghrib-gebed. 5. Sommige moslims verrichten ook twee extra, optionele rakats. Deze rakats worden beschouwd als Soennah, wat betekent dat ze door de Profeet (PBUH) meestal werden uitgevoerd, maar geen verplicht onderdeel zijn. Bij Maghrib voer je deze rakats na de drie verplichte (Fard) rakats uit. 6. Reinig jezelf met woedoe of ghusl. Wudu en ghusl, de islamitische zuiveringsrituelen, zijn zelf daden van aanbidding, die noodzakelijk zijn om te kunnen bidden. Voer woedoe uit als je naar het toilet bent geweest, een wind hebt gelaten, in slaap bent gevallen of je geslachtsdelen hebt aangeraakt sinds de laatste keer dat je woedoe of ghusl verricht hebt. Als je gevreeën hebt of ongesteld bent geweest, moet je in plaats daarvan een ghusl doen. 7. Kleed je bescheiden. Zowel voor mannen als vrouwen geldt dat ze zich tijdens het gebed conservatief moeten kleden. Mannen moeten voldoende kleding dragen om de voor- en achterkant van hun lichaam tussen hun navel en hun knieën, en hun schouders te bedekken. Vrouwen moeten op hun handen en hun gezicht na hun hele lichaam bedekken. Zowel mannen als vrouwen moeten loshangende kleding dragen die niet doorschijnend is. 8. Kijk naar de Qibla. Moslims zijn verplicht te bidden in de richting van de Qibla, waarmee de richting van de heilige moskee in Mekka wordt aangeduid. Er zijn speciale kompassen en websites die je kunnen helpen de Qibla te vinden, waar ter wereld je je ook bevindt. 9. Maak de intentie om te bidden (Niyat). Denk even na over het gebed dat je wilt gaan verrichten, en noteer in gedachten de intentie die je hebt. Dit hoeft niet in het Arabisch, je kunt het ook in het Nederlands uitdrukken, of in welke taal dan ook. Je kunt bijvoorbeeld in gedachten iets zeggen als: "Ik ben van plan om vandaag drie (of vijf) rakat aan te bieden voor Maghrib." 10. Ga in Qiyam en reciteer de Takbir. Qiyam is een staande positie, waarbij je met je handen gevouwen voor je staat. Til vanuit deze positie je handen op tot aan je oren, met je handpalmen naar buiten gericht, en zeg vervolgens de Takbir: "Allahu akbar" ("God is groot"). Laat na het uitspreken van de Takbir je handen weer zakken. 11. Reciteer als je dat wilt de openingsroep. Veel mensen doen een korte dua (smeekbede) na dit gebed, ook wel sunnah geheten, wat betekent dat de profeet (PBUH) dit deed, zonder dat het verplicht is. Als je deze dua graag wilt reciteren, kun je het volgende zeggen: “Subhanaka Allahumma wa bihamdika wa tabarakasmuka, wa ta’ala jadduka wa la ilaha ghairuk” Betekenis: "Glorieus bent U O Allah, en met Uw lof, en gezegend is Uw Naam, en verheven is Uw majesteit, en niemand anders dan U heeft het recht om aanbeden te worden." 12. Bid om toevlucht tegen Shaytan. Voordat je je eerste rakat begint, is het gebruikelijk om Shaytan, de kwaadaardige kracht die tegen de wil van Allah is, af te weren. Zeg daarvoor het volgende gebed op: “A‘oodhu Billaahi min ash-Shaytaan ir-rajeem” "Ik zoek toevlucht bij Allah tegen de vervloekte Shaytaan." 13. Begin de eerste rakat met het reciteren van Surah al-Fatiha. Je begint iedere rakat met het opzeggen van Surah al-Fatiha, wat het eerste hoofdstuk is van de Koran. Zeg na het reciteren van dit hoofdstuk "Ameen" ("Ik bevestig Allah's waarheid."). Surah al-Fatiha gaat als volgt: “Bismillaahir Rahmaanir Raheem Alhamdu lillaahi Rabbil ‘aalameen Ar-Rahmaanir-Raheem Maaliki Yawmid-Deen Iyyaaka na’budu wa lyyaaka nasta’een Ihdinas-Siraatal-Mustaqeem Siraatal-lazeena an’amta ‘alaihim ghayril-maghdoobi ‘alaihim wa lad-daaalleen” Betekenis: "Met de naam van Allah, de Almachtige, de Zeer Genadevolle. Alle lof komt toe aan Allah, de Heer der werelden, de Barmhartige, de Genadevolle, de Meester van de Dag der Opstanding. U alleen aanbidden wij en bij U alleen zoeken wij hulp. Leid ons op het rechte pad, het pad van hen aan wie U Uw genade hebt geschonken, niet van hen die Uw toorn hebben opgelopen, noch van hen die zijn afgedwaald." 14. Reciteer een ander deel van de Koran. Kies voor je eerste twee rakat een ander deel van de Koran wat je na Soera al-Fatiha kunt reciteren. Je kunt elk deel van de Koran kiezen, maar als je net begint is het handig om een kortere, makkelijker te onthouden Soera te kiezen, zoals een van de volgende: Surah Kafirun: “Qul yaa-ai yuhal kaafiroon Laa a’budu ma t’abudoon Wa laa antum ‘aabidoona maa a’bud Wa laa ana ‘abidum maa ‘abattum Wa laa antum ‘aabidoona ma a’bud Lakum deenukum wa liya deen” Betekenis: "Zeg, "O ongelovigen, ik aanbid niet wat jullie aanbidden. Noch zijn jullie aanbidders van wat ik aanbid. Noch zal ik een aanbidder zijn van wat jullie aanbidden. Noch zullen jullie aanbidders zijn van wat ik aanbid. Voor jullie is jullie godsdienst en voor mij is mijn godsdienst." Surah Nas: “Qul a’uzu birabbin naas Malikin naas Ilaahin naas Min sharril was waasil khannaas Al lazee yuwas wisu fee sudoorin naas Minal jinnati wan naas” Betekenis: "Zeg, "Ik zoek toevlucht bij de Heer der mensen, de Vorst der mensen, de God der mensen, tegen het kwaad van de terugtrekkende fluisteraar, die [het kwaad] in de borsten van de mensen fluistert vanuit het midden van de djinn en de mensen." 15. Ga in Ruk'u en prijs Allah. Ruk'u is een buigende houding, waarbij je voorover leunt, maar met je benen recht. Houd je bovenlichaam bijna parallel aan de grond, en je handen op je knieën. Zeg terwijl je deze houding aanneemt "Allahu Akbar," en herhaal als je eenmaal in Ruk'u bent drie keer het volgende gebed: “Subhaana rabbiyal ‘atheem” Betekenis: "Glorie aan mijn Heer, de Allerhoogste." 16. Keer terug naar Qiyam. Ga weer in de staande houding (Qiyam) staan. Zeg terwijl je dit doet de volgende woorden: "Sami'-Allahu liman hamidah" ("Allah luistert naar degene die Hem prijst."). Zeg wanneer je weer rechtop staat: "Rabbanaa wa lakal hamd" (Onze Heer, en aan U behoort de lof."). 17. Ga Sujood binnen. Sujood is een houding waarin je omlaag buigt. Laat je op de grond zakken, zó dat je knieën, neus en voorhoofd de vloer raken. Plaats ook je handpalmen op de grond, naast je hoofd. Zeg "Allahu Akbar" terwijl je jezelf in Sujood laat zakken. Herhaal dan, vanuit de Sujood-houding, drie keer het volgende: “Subhaana rabbiyal ‘alaa.” Betekenis: “Glorie aan mijn Heer de Allerhoogste.” 18. Sta op in Juloos. Juloos is de zittende positie. Ga op je knieën zitten en plaats je gewicht op je linkerdij. Houd de tenen van je rechtervoet naar de Qiblah gericht, en plaats je handen op je knieën. Zeg terwijl je in Juloos gaat "Allahu Akbar." Herhaal dan, vanuit deze zittende positie, drie keer het volgende: “Rabbighfirlee” Betekenis: “Oh Allah, vergeef mij.” 19. Ga weer in Sujood om de eerste rakat te voltooien. Keer terug naar de neerbuigende houding, waarbij je voorhoofd en neus de grond raken. Zeg terwijl je dat doet "Allahu Akbar." Herhaal om je rakat te voltooien vanuit de Sujood-houding drie keer het volgende: “Subhaana rabbiyal ‘alaa.” Betekenis: "O Allah, vergeef mij." 20. Herhaal deze rakat om je tweede rakat te verrichten. De stappen van de tweede rakat zijn dezelfde als die van de eerste, alleen voeg je aan het eind van de tweede de Tashahud toe. Sta op in Qiyam en begin met het opzeggen van je tweede rakat vanaf het reciteren van Surah al-Fatiha. Kies nadat je al-Fatiha hebt opgezegd een ander vers uit de Koran voor je tweede rakat. 21. Reciteer de Tashahud. Sta aan het einde van de tweede rakat vanuit Sujood weer op in Juloos, de zittende positie. Reciteer in deze positie de Tashahud. Die gaat als volgt: “At-tahiy-yatu lil-lahi was-salawatu wat-taiyibatu . Assalamu 'Alaika aiyuhan-Nabiyu wa-rahmatul-lahi wa-barakatuhu. Assalamu alai-na wa-'ala i-ba-dil-lahis-sali-hin. Ash-hadu al-la ilaha il-lal-lahu wa ash-hadu an-na Muhammadan 'abdu hu wa Rasuluh.” Betekenis: "Alle complimenten zijn voor Allah, net als alle goede dingen en alle gebeden. Vrede zij met U, O Profeet, en Allah's barmhartigheid en zegeningen (zijn over U). En vrede zij met ons en met de goede aanbidders van Allah. Ik getuig dat niemand anders dan Allah het recht heeft aanbeden te worden en dat Mohammed Zijn slaaf en gezant is." 22. Voer de derde rakat uit. Keer na het beëindigen van de Tashahud terug naar Qiyam om de derde rakat te starten, te beginnen bij het reciteren van Surah al-Fatiha. Houd er hierbij rekening mee dat je tijdens de derde rakat geen extra Soerah na Fatiha hoeft op te zeggen. Verder is de derde rakat precies hetzelfde als de eerste. 23. Voer als je dat wilt de Soennah rakats uit. Na het voltooien van de derde rakat ben je klaar met de verplichte rakats voor Maghrib. Op dit punt kun je ervoor kiezen twee extra rakats te doen, om een totaal van vijf rakats te voltooien; voor deze twee rakats hoef je niets anders te lezen dan Surah al-Fatiha. Houd er rekening mee dat het gebruikelijk is om na de eerste extra rakat (rakat nummer 4) nogmaals de Tashahud uit te voeren. 24. Beëindig het gebed met Taslim. Na het voltooien van de rakats (drie of vijf) ben je klaar om het gebed af te sluiten. Draai terwijl je in Juloos zit je hoofd naar rechts en zeg: "Assalamu alaikum wa rahmatullah" ("Moge de vrede en genade van Allah over U zijn"). Draai vervolgens je hoofd naar links en zeg dezelfde zin nog een keer. Nu heb je het Maghrib-gebed voltooid.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Het-Maghrib%E2%80%90gebed-uitvoeren", "language": "nl"}
Instant noedels klaarmaken	Instant noedels, ook wel ramen genoemd, worden over de hele wereld gegeten als snel en goedkoop troosteten. Maak een beker noedels klaar door het deksel eraf te trekken en kokend water toe te voegen. Wanneer de noedels gaar zijn roer je erdoorheen en eet je ze op. Een pakje met noedels kun je op het fornuis klaarmaken. Wanneer de noedels gaar zijn haal je ze van het fornuis en serveer je ze direct. Voeg iets extra’s aan je noedels toe door pindakaas, currypasta, groenten of smeltkaas toe te voegen. 1. Kook wat water. Doe 500 tot 700 ml water in een waterkoker of steelpan. Zet de waterkoker aan of zet de steelpan op het fornuis en verwarm het water op een middelhoog vuur. Verwarm het water vijf tot tien minuten totdat het borrelend kookt. Het water kookt wanneer er grote bellen naar het wateroppervlak komen. Als het water borrelend kookt, zie je een hoop grote bellen omhoog komen. Een waterkoker slaat automatisch af. Het water kookt wanneer je een klik hoort en het lampje van de waterkoker uitgeschakeld wordt. Je kunt tevens water koken in de magnetron, mocht dat nodig zijn. Het water kan dan echter wel te warm worden en uit de beker spetteren, waardoor je ernstige brandwonden kunt krijgen. 2. Maak je noedels klaar. Trek eerst het deksel van de beker noedels er voor de helft af. Haal het zakje met smaakstoffen eruit. Maak het zakje open en doe de smaakstoffen bij de noedels. Als je bang bent dat er klontjes in de smaakstoffen zitten, schud de beker dan heen en weer om de smaakstoffen te verspreiden. Sommige bekers noedels hebben een extra zakje met kruiden. Als je niet van pittig eten houdt, gooi de inhoud van het zakje dan niet in de beker. 3. Giet het kokende water in de beker. Wanneer het water kookt en je de beker noedels klaargemaakt hebt giet je het water in de beker. Giet het water tot aan de vulstreep aan de binnenkant van de beker. De meeste bekers met noedels hebben een vulstreep. Als die van jou dat niet heeft, vul de beker dan met water tot ongeveer 2 centimeter onder de rand. 4. Laat de beker staan om de noedels te laten garen. Wanneer je het water in de beker gegoten hebt duw je het deksel weer op zijn plek. Meestal moet je de noedels drie minuten laten staan. Bij sommige merken instant noedels moet je echter langer of korter wachten. Bekijk de achterkant van de beker om te zien hoe lang het duurt voordat de noedels gaar zijn. Om het deksel op zijn plek te houden vouw je het lipje om de rand van de beker. Als dit niet werkt, leg dan een schoteltje of een klein kommetje op het deksel om hem dicht te houden. 5. Roer door je noedels en geniet ervan. Wanneer er drie minuten voorbij zijn haal je het deksel van de beker noedels. Roer met eetstokjes of een vork door de noedels om ze uit elkaar te halen. Als er stoom van de noedels komt, laat de beker dan een minuut of twee staan met het deksel eraf. De noedels zullen dan genoeg afkoelen om opgegeten te kunnen worden. Je kunt de noedels met eetstokjes of een vork opeten. Voeg als je dat wilt meer kruiden en specerijen toe. 6. Kook wat water in een steelpan. Kies een steelpan met een inhoud van 2-3 liter. Doe 600 ml water in de steelpan. Zet hem op het fornuis en verwarm het water op een middelhoog vuur zodat het gaat koken. De pan moet groot genoeg zijn voor het water, maar klein genoeg om de noedels onder water te kunnen dompelen. 7. Giet de smaakstoffen in het water. Maak het pakje noedels voorzichtig open en haal het zakje met smaakstoffen eruit. Maak het zakje open en giet de inhoud in het kokende water. Roer met lange eetstokjes of een lepel door het water om de smaakstoffen volledig op te lossen. Zorg dat je tijdens het roeren geen kokendheet water op jezelf spettert. 8. Doe de instant noedels in de pan. Doe de noedels voorzichtig in het kokende water. Wanneer de noedels in het water liggen duw je ze enkele keren onder water met behulp van twee lange eetstokjes. Zo worden de noedels die boven het water uit steken ook gaar. Als het om lange noedels gaat, leg je het hele blok droge noedels zo in het water. In het geval van noedels van gemiddelde lengte, breek je het blok in enkele stukken voordat je de noedels in het kokendhete water doet. Als je erg korte noedels klaarmaakt, plet je het blok noedels in de verpakking voordat je de noedels in het kokende water doet. 9. Kook de noedels. Laat de noedels drie tot vier minuten koken. Wanneer de noedels zacht beginnen te worden roer je er langzaam doorheen met lange eetstokjes of een grote lepel. Wanneer de noedels uit elkaar beginnen te vallen kijk je of ze al gaar zijn: De noedels zullen hun krijtwitte kleur verliezen en een semitransparante gelige kleur krijgen. De noedels zullen gemakkelijk uit elkaar te halen zijn en verspreiden zich door de hele pan. Als je een noedel uit de pan haalt, krult en veert hij. 10. Serveer de noedels. Wanneer de noedels gaar zijn draai je het gas uit. Giet de noedels en de bouillon voorzichtig in een grote soepkom. Als er stoom van de noedels komt, laat ze dan een minuut of twee afkoelen voordat je ze opeet. Eet de noedels met eetstokjes of een vork. 11. Doe een ei bij je noedels. Dit kun je alleen doen als je een pakje noedels op het fornuis klaarmaakt. Wanneer de noedels bijna gaar zijn breek je een rauw ei open in het midden van de steelpan. Om eiersoep te maken roer je het rauwe ei langzaam door de noedels. Het ei zal gaar worden in kleine stukjes en met de noedels gemengd worden. Als je het ei liever heel wilt houden, roer dan niet door de noedels. Dek de steelpan in plaats daarvan af met een deksel en laat het ei ongeveer een halve tot een hele minuut koken. 12. Voeg kruiden en specerijen toe om de smaak te verbeteren. Er zijn verschillende kruiden en specerijen die je aan instant noedels toe kunt voegen om de smaak ervan te verbeteren. Deze ingrediënten kun je voor of na het koken aan de noedels toevoegen. Gebruik ze als aanvulling op het zakje met smaakstoffen of ter vervanging van de smaakstoffen. Bijvoorbeeld: Doe een eetlepel misopasta bij je noedels om een gladde, vleesachtige bouillon te krijgen. Om een pittig Aziatisch noedelgerecht te maken, roer je een theelepel Koreaanse chilikruiden, een theelepel sojasaus, een theelepel rijstazijn, een halve theelepel sesamolie en een halve theelepel honing door de noedels. Doe een halve eetlepel pindakaas bij je noedels en roer er krachtig doorheen om een Thais noedelgerecht te maken. 13. Voeg gezonde groenten toe. Je kunt een hoop verschillende groenten aan je noedels toevoegen. Groenten die snel gaar zijn kun je net voordat je de noedels serveert in de pan doen. Groenten die minder snel gaar zijn zul je van tevoren moeten blancheren. Groenten die snel gaar zijn zijn onder andere babyspinazie, kool die in dunne plakjes gesneden is en babypaksoi. Groenten die langzaam gaar worden zijn broccoli, wortels en erwten. Diepvriesgroenten zul je van tevoren moeten ontdooien. 14. Voeg een plak smeltkaas toe. Wanneer de noedels klaar zijn om geserveerd te worden leg je een plek smeltkaas op het oppervlak van de soep. De kaas zal in de bouillon smelten, waardoor je een gladde saus met kaassmaak krijgt. Als je een dikke kaussaus bij je noedels wilt zoals bij macaroni, doe dan twee of drie plakken smeltkaas in de soep. Wanneer de kaas gesmolten is roer je hem goed door de bouillon. 15. Gebruik bouillon in plaats van het zakje met smaakstoffen. In het zakje met smaakstoffen dat je bij instant noedels krijgt zit meestal een combinatie van bouillonpoeder, natrium en gedroogde kruiden. Als je bang bent dat je noedels te zout zijn of je zelfgemaakte bouillon lekkerder vindt, dan kun je in plaats van het zakje met smaakstoffen groente- of vleesbouillon gebruiken. In plaats van 600 ml water te koken kook je dezelfde hoeveelheid bouillon om de noedels klaar te maken. Je kunt thuis je eigen groente-, runder- of kippenbouillon maken of bouillon bij de supermarkt kopen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Instant-noedels-klaarmaken", "language": "nl"}
Een roman schrijven	Een roman is een fictief, complex werk verhalend proza. Goede romans lichten de werkelijkheid uit zelfs als ze die ontstijgen, en stellen lezers in staat waarheid en menselijkheid te vinden in werelden die compleet zijn verzonnen. Wat voor soort roman je ook wilt schrijven - literair of commercieel, romantisch of science fiction, een episch oorlogsverhaal of een familiedrama - je zult tomeloze creatieve energie nodig hebben en toewijding om je werk volledig af te maken. Dit artikel beschrijft het proces van het bedenken van een fictieve wereld, je roman schrijven, en het proces van revisie en redactie. 1. Besluit wat voor soort roman je wil schrijven. Niet elke roman past precies in een bepaalde categorie, maar het helpt wel als je een genre en publiek in gedachte hebt als je begint met het plannen van je werk. Lees alle belangrijke werken in je gekozen genre om goed te begrijpen hoe je een roman opbouwt volgens de regels van je gekozen genre, en kies dan of je de formule volgt of de regels juist breekt. Overweeg de volgende opties: Literaire romans zijn bedoeld als kunstwerken, compleet met diepe thema's, symboliek en complexe literaire hulpmiddelen. Lees klassieke werken van de grote romanschrijvers; lijsten als de "Canon van de Nederlandse letterkunde" kunnen helpen. Commerciële romans zijn bedoeld om een publiek te vermaken en veel exemplaren te verkopen. Ze zijn verdeeld in veel genres, waaronder science fiction, detectives, thrillers, fantasy, romantiek en historische fictie. Veel romans in deze genres volgen voorspelbare formules en zijn geschreven in lange series. Er is veel kruisbestuiving tussen literaire en commerciële romans. Veel schrijvers van science fiction, fantasy, thrillers enzovoort maken romans die net zo complex en betekenisvol zijn als schrijvers van romans die klassiek "literair" zijn. Dat een roman goed verkoopt betekent nog niet dat het geen kunstwerk is. 2. Denk na over de setting. Als je hebt besloten in welk genre (of genres) je gaat schrijven, begin dan met het bedenken van een setting voor je roman. Dit gaat verder dan de stad waar je personages zullen wonen; je moet een volledig universum verzinnen. De setting die je creëert zal de sfeer en toon van je roman bepalen, en zal invloed hebben op de problemen waar je personages mee te maken krijgen. Denk na over deze vragen terwijl je de omtrekken schetst van de nieuwe wereld die je maakt: Zal het licht gebaseerd zijn op plaatsen die je uit het echte leven kent? Zal het plaatsvinden in het heden, of op een ander tijdstip? Zal het plaatsvinden op aarde of op een verzonnen plek? Zal het in één stad of buurt plaatsvinden, of op een reeks van locaties? Zal het plaatsvinden tijdens een maand, jaar of decennia? Zal de wereld ondergedompeld zijn in schaduw, of zal het aanzetten tot optimisme? 3. Creëer een hoofdpersoon en andere personages. De hoofdpersoon van je roman moet uitgewerkt zijn met herkenbare karaktertrekken en denkpatronen. Hoofdpersonen hoeven niet per se sympathiek te zijn, maar meestal kunnen lezers zich er op een of andere manier aan spiegelen zodat ze geïnteresseerd blijven in het verhaal. Een van de genoegens van het lezen van fictie is jezelf herkennen en in de huid van je favoriete personages te kruipen. Je wereld moet ook uit andere personages bestaan. Bedenk wie met je hoofdpersoon zal omgaan, als vrienden of vijanden. Veel romanschrijvers zien hun personages als echte mensen, waarbij ze zich afvragen wat ze in een bepaalde situatie zouden doen en hun best doen om "trouw" te blijven aan de personages. Je personages moeten zo goed ontwikkeld zijn in je geest dat het natuurlijk aanvoelt om ze door je fictieve wereld te leiden. 4. Visualiseer de plot. De meeste romans, ongeacht genre, hebben een vorm van conflict. De spanning bouwt op totdat het probleem tot een climax komt, waarna het op een of andere wijze wordt opgelost. Dit betekent niet dat romans altijd vrolijk eindigen; het gaat meer over het geven van motivaties voor daden van personages en het creëren van een voertuig voor verandering en betekenis gedurende je hele roman. 5. Overweeg een synopsis te maken. Iedere romanschrijver heeft een andere manier om een nieuwe roman te beginnen. Een synopsis maken kan een goede manier zijn om je ideeën uit te werken en je kleine doelen te geven die je kunt bereiken terwijl je naar het grotere doel toewerkt van het schrijven van een volledig boek. Je synopsis hoeft niet lineair te zijn. Je kunt een snelle schets maken van de boog van ieder personage, of een soort Venn-diagram maken dat laat zien hoe verhaallijnen van verschillende personages zullen overlappen. Als je de synopsis eenmaal hebt gemaakt, moet je niet proberen deze exact te volgen. Het idee is dat je een beginpunt hebt voor het schrijfproces met een visuele weergave van hoe het verhaal zich kan ontvouwen. Het zal zeer veranderen als je begint te schrijven. 6. Draag een notitieboekje bij je. Een roman schrijven is een creatief proces, en je weet nooit wanneer je een goed idee krijgt. Neem een notitieboekje en pen mee zodat je overal waar je bent ideeën op kunt schrijven. Je krijgt misschien inspiratie door iets wat je in de trein hoort, of terwijl je dagdroomt in een koffiebar. Gebruik je notitieboekje om fragmenten - alinea's of zelfs zinnen - op te schrijven die onderdeel zullen worden van een completer verhaal. Bedenk dat schrijven niet altijd een perfect proces is. Het verloopt vaak omgekeerd, binnenstebuiten of ondersteboven in plaats van lineair. 7. Schrijf een eerste versie. Als je je klaar voelt, ga dan zitten en begin met het schrijven van de eerste versie van je roman. Maak je geen zorgen over de taal - niemand anders dan jij zal deze versie lezen. Schrijf zonder jezelf te veroordelen. Beloof jezelf elke dag te schrijven. Je moet beseffen waar je aan begint. Veel briljante schrijvers blijven onopgemerkt en ongelezen omdat hun laden vol liggen met onafgemaakte romans. Stel kleine doelen - elke paar dagen een hoofdstuk afmaken, een paar pagina's, of een bepaald aantal woorden - om jezelf gemotiveerd te houden. Maak een schrijfruimte. Zoek een gezellige plek waar je kunt ontspannen zonder afleiding. Zorg voor een goede stoel zodat je geen rugpijn krijgt na uren en uren zitten en schrijven. Je schrijft geen boek in een uur, het duurt maanden, dus bescherm je rug. 8. Doe veel onderzoek. Terwijl je je roman begint op te vullen, zullen je setting en personages meer details krijgen. Als je schrijft over een archeoloog, moet je onderzoek doen om nauwkeurig af te schilderen wat dat beroep inhoudt. Hetzelfde geldt voor historische tijdsperiodes, steden, enzovoort. Maak gebruik van de bibliotheek. Je kunt veel van de informatie die je zoekt vinden in de bibliotheek in de buurt, en bibliotheken zijn ook prima plekken om te schrijven. Interview mensen. Als je niet zeker weet of een onderwerp waarover je schrijft klopt, zoek dan iemand met kennis van het onderwerp en stel een hoop vragen. 9. Oefen zelfredactie. Als je eerste versie klaar is begint het echte werk! Het is tijd om te schrappen wat niet werkt, hele hoofdstukken te herschrijven, en je taalgebruik te verbeteren. Print eerst je tekst uit en lees hem van begin tot eind door. Noteer wat volgens jou moet veranderen. Hecht niet te veel waarde aan wat je hebt geschreven. Je bent misschien gehecht aan een bepaalde alinea die het verhaal niet vooruit helpt. Daag jezelf uit om de juiste beslissing te nemen. Je kunt de alinea altijd ergens anders gebruiken. Blijf dit proces herhalen totdat je een versie hebt die je aan andere mensen wil laten zien. Het kan maanden of jaren duren voordat je roman dit punt bereikt; heb geduld met jezelf. 10. Laat je werk aan anderen zien. Begin door het te laten zien aan iemand die je volledig vertrouwt, zodat je gewend kan raken aan het idee dat anderen je werk lezen. Omdat het niet altijd makkelijk is eerlijke reacties te krijgen van mensen die om je geven en je gevoelens willen sparen, kun je overwegen reacties van buitenaf te krijgen, op een of meer van de volgende manieren: Word lid van een schrijfworkshop. Lokale scholen en schrijfcentra zijn goede plekken om fictieworkshops te vinden. Jij kijkt werk van anderen na en krijgt zelf ook tips over jouw werk. Begin een schrijfgroep. Als je een paar andere mensen kent die romans schrijven, kom dan eens per maand bij elkaar om je voortgang te delen en om tips te vragen. Neem advies met een korreltje zout. Als iemand zegt dat een hoofdstuk niet werkt, vraag dan een second opinion voordat je besluit het uit je manuscript te schrappen. 11. Publiceer je boek. Dit is de uitkomst die de meeste schrijvers willen. Kies voor uitgave bij een traditionele uitgever, een online uitgever van e-boeken, of publiceer zelf. Als je de traditionele route neemt, kan het helpen een literaire agent te zoeken die met je boek langs uitgevers gaat. Op www.schrijvenonline.org vind je een lijst met agenten. Je zal gevraagd worden om een brief en een synopsis van je manuscript. Er zijn goede en slechte bedrijven die helpen bij zelfpublicatie. Vraag, voordat je een bedrijf kiest, een paar voorbeelden zodat je de kwaliteit van hun papier en drukwerk kunt zien.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-roman-schrijven", "language": "nl"}
Iets niet meer leuk vinden op Facebook	Het overkomt iedereen wel eens. Je vindt een pagina, nieuwsbericht of foto leuk dus je klikt op 'Vind-ik-leuk'. Maar dan krijg je spijt. Stel dat je per ongeluk een foto leuk vindt van je ex-vriendje met zijn nieuwe liefje. Of je vindt een pagina leuk, maar dan kom je er al snel achter dat ze constant vervelende nieuwsberichten plaatsen. Geen paniek! wikiHow kan je vertellen hoe je een pagina in een handomdraai niet meer leuk kan vinden. Lees door! 1. Ga naar de pagina die je niet meer leuk wilt vinden. Klik op de knop waar staat 'Vind ik leuk' rechts boven in de hoek. Nu zie je de optie 'Vind ik niet meer leuk'. Klik hierop. Gefeliciteerd! Nu vind je de pagina niet meer leuk, dus de nieuwsberichten van die pagina zullen niet verschijnen in je nieuwsoverzicht. 2. Ga naar je eigen profiel. Een andere manier om een pagina niet meer leuk te vinden is vanuit je profiel. Deze methode vergt meer stappen, maar het voordeel is dat je meerdere pagina's tegelijk niet meer leuk kan vinden. Handig als je bezig bent met een grote Facebook-opruiming. Doe het volgende: Ga naar je profielpagina en klik op de knop met 'Activiteitenlogboek' rechts boven in de hoek, onder je profielfoto. Klik in de linkerkolom op 'Vind-ik-leuks'. Nu kom je op een pagina waar alles staat wat je ooit leuk hebt gevonden. Het is onderverdeeld in categorieën als boeken, tv-programma's, films enz. Beweeg je muis over het item dat je niet meer leuk wilt vinden. Er verschijnt dan een rechthoek met 'Vind ik leuk'. Klik erop. Nu verschijnt de optie 'Vind ik niet meer leuk'. Klik erop. Herhaal deze stappen bij alle items die je niet meer leuk wilt vinden. Veel plezier met dingen niet meer leuk vinden! 3. Ga naar het nieuwsbericht dat je niet meer leuk wilt vinden. 4. Als je eenmaal bij iets hebt geklikt op 'Vind-ik-leuk' zal de knop veranderen naar 'Vind ik niet meer leuk'. Klik op deze knop. 5. Klaar! Als je op de knop hebt geklikt is het voor anderen niet meer zichtbaar dat je het ooit leuk gevonden hebt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Iets-niet-meer-leuk-vinden-op-Facebook", "language": "nl"}
Verwijdert een harde reset alles? (voor iPhone, Android, pc, Mac, PS4 en Xbox)	Is je apparaat de laatste tijd erg langzaam? Een harde reset kan wellicht helpen. Dit is ook een goed idee als je je apparaat wilt verkopen of weggooien, want op deze manier kunnen mensen geen toegang krijgen tot je persoonlijke gegevens. Wordt bij een harde reset echter alles verwijderd? Dit hangt af van het apparaat, dus we helpen je om erachter te komen wat er in jouw geval gebeurt en hoe je een back-up van je gegevens kunt maken, zodat je ze niet kwijtraakt. Blijf lezen om antwoord te krijgen op enkele van je belangrijke vragen. 1. Bij een harde reset worden alle gegevens verwijderd die oorspronkelijk niet op je apparaat stonden. Dat klinkt misschien wat extreem, maar dat is ook zo. Maak je echter geen zorgen, want je kunt voor het resetten een back-up maken van je gegevens zodat je ze niet kwijtraakt. Het is echter belangrijk dat je begrijpt dat je door een harde reset uit te voeren al je foto’s, video’s en berichten van je apparaat verwijdert. Je verwijdert ook alle apps die je op het apparaat gezet hebt, evenals spelletjes, contactpersonen en allerlei soorten bestanden. Het doel van een harde reset is om te zorgen dat het apparaat weer net zo functioneert en eruitziet als toen je hem kocht. Je moet zeker een harde reset uitvoeren voordat je het apparaat verkoopt of weggooit, want je wilt natuurlijk niet dat andere mensen je bestanden te zien krijgen. 2. Dat kan, maar Windows laat je kiezen of je je bestanden wilt houden of verwijderen. Deze functie maakt een harde reset iets minder stressvol. In het hoofdmenu kun je kiezen voor de optie 'Systeemherstel'. Door erop te klikken kom je in het Resetmenu waar je kunt kiezen om je bestanden te behouden of alles te verwijderen. Als je van plan bent om je computer te verkopen of weg te gooien, kies dan voor de optie om alles te verwijderen. Op die manier loop je niet het risico dat iemand toegang krijgt tot je persoonlijke gegevens. Misschien reset je je computer om hem sneller te maken en beter te laten werken. Als dat het geval is, dan kun je ervoor kiezen om je bestanden te houden. Alle andere dingen worden gereset om je computer sneller te maken. Voor welke optie je ook kiest, zorg ervoor dat je een back-up maakt van de documenten en foto’s die je wilt houden. 3. Bij een reset worden al je persoonlijke gegevens en bestanden verwijderd. Ja, dat is een hoop, maar probeer je geen zorgen te maken. Voor de reset kun je een back-up maken van al je gegevens. Zorg dat je een back-up maakt van alle gegevens die verwijderd zullen worden, zoals bestanden, foto’s, video’s en alle programma’s die je op je computer geïnstalleerd hebt. Je kunt een back-up maken in de cloud, op een USB-stick of op een externe harde schijf. Een reset is vrij gemakkelijk uit te voeren. Ga gewoon eerst naar macOS-herstel en volg de stappen om alles te verwijderen. Het is erg belangrijk om dit te doen voordat je je Mac verkoopt of weggooit, zodat niemand anders toegang kan krijgen tot je persoonlijke gegevens. 4. Je raakt je contactpersonen, foto’s en geïnstalleerde apps kwijt. Gelukkig kun je van tevoren een back-up maken. Wanneer je je iPhone terugzet naar de fabrieksinstellingen zal je telefoon weer zo functioneren als toen je hem kocht. Dat betekent dat je alle persoonlijke dingen die je op je telefoon hebt gezet kwijtraakt. Naast je contactpersonen, foto’s en de apps die je geïnstalleerd hebt worden bij een harde reset ook de volgende zaken verwijderd: Video’s Belgeschiedenis Berichten Browsergeschiedenis Agenda 5. Je verliest ook al je gegevens, dus maak eerst een back-up van je iPhone. Een gewone back-up zorgt ervoor dat je niets kwijtraakt wanneer je je telefoon moet resetten. Stuur al je foto’s, contactpersonen, etc. naar je iCloud-account. Open de instellingen van je telefoon en tik op het iCloud-icoon. Je zult dan alle gegevens kunnen selecteren die je op wilt slaan in de cloud. 6. Voer een harde reset uit voordat je je iPhone verkoopt of weggooit om alle persoonlijke gegevens te wissen. Wanneer je een nieuwe iPhone wilt kopen of gewoon zat bent van je telefoon is het belangrijk om al je persoonlijke gegevens te wissen. Je wilt natuurlijk niet dat mensen toegang krijgen tot je wachtwoorden, foto’s en contactpersonen. Het is erg gemakkelijk om je iPhone te resetten. Tik gewoon op het icoon van de instellingen, kies voor 'Algemeen' en selecteer dan 'Wis alle inhoud en instellingen'. 7. Ja, alle persoonlijke gegevens worden van je telefoon verwijderd. Door een harde reset uit te voeren zal je Androidtelefoon weer net zo functioneren en eruitzien als toen je hem kocht. Dat betekent dat je contactpersonen, foto’s, berichten en alle geïnstalleerde apps verwijderd worden. Zorg dat je een back-up van alles maakt, zodat je je geen zorgen hoeft te maken dat je je familiefoto’s of al je zakelijke contactpersonen kwijtraakt. Het resetten van je Androidtelefoon is erg eenvoudig. Kies in de Instellingenapp voor 'Systeem', 'Opties voor resetten' en daarna voor 'Alle gegevens wissen'. Het is belangrijk om je telefoon te resetten als je hem wilt verkopen of weg wilt gooien, zodat niemand toegang kan krijgen tot je persoonlijke gegevens. 8. Als je spellen vast blijven lopen, dan kan dit een goed idee zijn. Niets is frustrerender dan wanneer je PS4 vastloopt tijdens het gamen terwijl het net zo goed gaat. Dit kan vaak gebeuren als je console ouder wordt en het kan zijn dat je erdoor geïrriteerd raakt. Gelukkig kan een harde reset helpen om je PS4 weer goed te laten werken. Zorg er gewoon voor dat je een back-up van alles maakt voordat je begint met resetten. Sla je spellen en gegevens in de cloud op of op een USB-stick. Als je lid bent van PlayStation Plus, dan kun je ervoor kiezen om automatisch een back-up te maken van al je gegevens. Als je geen lid bent, ga dan naar 'Instellingen', 'Systeem' en kies dan voor 'Back-ups maken en herstellen'. Kies voor 'Back-up' en volg de instructies op het scherm om alles op te slaan op een USB-stick. 9. Ja, al je spellen en gegevens zullen gewist worden. Wanneer je je Xbox reset wordt hij teruggezet naar de fabrieksinstellingen, ofwel zoals het apparaat was toen je hem kocht. Dat betekent dat je accountgegevens en opgeslagen spellen verwijderd worden. Het goede nieuws is dat er automatisch een back-up van je gegevens gemaakt wordt wanneer je apparaat verbonden is met het Xbox-netwerk. Als je al een tijdje niet meer online bent geweest, zorg dan dat je Xbox verbinding maakt met het internet voordat je een harde reset uitvoert. Om je console te resetten druk je eerst op de Xbox-knop. Kies dan voor 'Profiel en systeem', 'Instellingen', 'Systeem' en dan voor 'Console-info'. Kies in dat menu voor 'Console opnieuw instellen'. Je krijgt dan onder andere de optie te zien om je console te resetten en alles te verwijderen. Kies voor deze optie als je van plan bent om je Xbox te verkopen of weg te gooien. Kies voor de optie om te resetten en je spellen te behouden als je ervoor wilt zorgen dat het apparaat wat sneller wordt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-een-harde-reset-alles-verwijdert", "language": "nl"}
Met je buik rollen	Buikrollen is een belangrijke beweging bij buikdansen, een hypnotiserende dansvorm die zijn oorsprong vindt in het Midden-Oosten. Het rollen van je buik doe je door je buikspieren aan te spannen en te ontspannen op een manier waarbij je buik beweegt terwijl je heupen en je ruggenwervel op hun plek blijven. Door te oefenen kun je je spieren trainen om op verschillende snelheden te rollen. 1. Ga voor een spiegel staan. Kijk naar de spiegel en zet je voeten op schouderbreedte uit elkaar, hou je rug recht. Laat je armen hangen. Ontspan je onderste buikspieren en steek je heupen iets naar voren. Deze houding moet ontspannen en comfortabel aanvoelen. Omdat je met je buik gaat rollen moet je wel je buik kunnen zien. Draag een shirt waarbij je buik te zien is of alleen een bh, en een comfortabele yogabroek, rok of korte broek. 2. Onderscheid de verschillende buikspieren. Je buikspieren zijn verdeeld in twee groepen: je bovenste buikspieren en onderste buikspieren. Leg een hand op je bovenste buikspieren, net onder je ribben. Leg je andere hand op je onderste buikspieren, net onder je navel. Het leren isoleren van deze twee groepen is essentieel als je de buikrol wilt kunnen doen. 3. Hou je heupen en je ruggengraat stil. Een buikrol doe je alleen met je onderste buikspieren, de rest van je lichaam hou je stil. Wees niet geneigd je heupen naar voren of heen en weer te bewegen; sta helemaal stil en concentreer je op het bewegen van deze spieren en verder niets. Als je het moeilijk vindt om je buikspieren te isoleren zonder je heupen en ruggengraat te bewegen, doe de oefening dan zittend op de vloer, liggend op je rug of tegen de leuning van een stoel gedrukt. Leun naar achteren in de stoel en leun op je handen, terwijl je beide benen uitstrekt voor je. Hou je bovenlichaam in een rechte lijn terwijl je oefent. 4. Trek je buik in. Laat je onderbuik uitpuilen terwijl je je bovenste buikspieren intrekt richting je ruggengraat. Hou deze positie een paar seconden vast om aan het gevoel te wennen. Dit is een essentiële beweging bij de buikrol. Oefen met het aanspannen en ontspannen van de bovenste buikspieren. Trek ze in, duw ze dan weg. Blijf dit doen tot je ze makkelijk kunt lokaliseren en aanspannen. Het kan helpen om je hand op je buik te leggen, net boven je navel, zodat je voelt dat je spieren zich aanspannen en ontspannen. Nadat je dit een tijdje hebt geprobeerd oefen je het zonder je hand. 5. Trek je onderbuik in. Trek je onderbuik richting je ruggengraat en duw je bovenste buikspieren naar buiten. Deze beweging is lastiger dan de eerste, dus je zult het een tijdje moeten oefenen. Stel je voor dat je je navel intrekt terwijl je de spieren er net boven juist naar buiten duwt. Oefen met het aanspannen en ontspannen van je onderste buikspieren. Trek ze in, duw ze dan weg. Blijf dit doen tot je ze makkelijk kunt lokaliseren en aanspannen. Hou je hand net onder je navel zodat je het kunt voelen als je de spieren aanspant en ontspant. Doe het na een tijdje zonder je hand. 6. Span je bovenste en onderste buikspieren om beurten aan. Trek eerst je bovenste buikspieren in en daarna je onderste. Ga heen en weer tussen die twee, en zorg dat de spieren die niet ingetrokken zijn, juist worden weggeduwd. Door de onderste en bovenste buikspieren steeds af te wisselen lijkt het alsof je buik golvende bewegingen maakt. Als je het eenmaal kunt, ben je klaar om de buikrol te doen. Als je het moeilijk vindt om de bovenste en onderste buikspieren afzonderlijk aan te spannen, doe dan eerst buikspieroefeningen. Probeer sit-ups, crunches en andere oefeningen om meer beheersing over je buikspieren te krijgen. 7. Doe een buikrol van boven naar beneden. Dit is de basis va het buikrollen die iedere danser beheerst. Het gaat zo: duw je bovenste buikspieren naar buiten, duw je onderste buikspieren naar buiten, trek je bovenste in en trek je onderste in. Oefen deze beweging tot je hem vlekkeloos kunt uitvoeren. Kijk in de spiegel om te zien of je buik eruit ziet alsof hij rolt. Als je het niet zeker weet, benadruk de aanspanning dan meer en duw de andere spieren nog verder naar buiten. Als je je bovenste buikspieren intrekt, duw de onderste dan extra naar buiten, en andersom. 8. Doe een buikrol van onder naar boven. Om deze buikrol te doen trek je je hele buik in, en dan duw je je onderste buikspieren als eerste naar buiten. Duw daarna je bovenste buikspieren naar buiten. Trek je onderste buikspieren in en trek tenslotte je bovenste buikspieren ook in. Herhaal dit. Oefen beide rollen; misschien vind je een van de twee makkelijker om te doen. 9. Ga sneller rollen. Probeer het aanspannen en ontspannen steeds sneller af te wisselen. Ga steeds sneller heen en weer zonder onderbreking. Blijf snelheid maken tot je zo snel rolt als je kunt. Vertraag dan wat en versnel weer. Daardoor leer je de spieren nog beter beheersen. 10. Vind je ritme. Zoals bij iedere buikdansbeweging heb je voor de buikrol een goed ritmegevoel nodig. Beweeg je bovenste en onderste buikspieren liever in een bepaald patroon en duw ze niet zomaar op en neer. Kijk in de spiegel en probeer een vloeiende, rollende beweging met je spieren te creëren. Het helpt als je het op muziek doet. Zet muziek aan met een goede, regelmatige beat en oefen de buikrol, net zoals je met je voeten zou stampen of in je handen zou klappen. 11. Leer buikdansen. De buikrol is slechts een beweging bij buikdansen. Een buikdans omvat ook elegante bewegingen met de armen en benen. Gedurende de hele dans wordt de ruggengraat recht gehouden en de heupen stil terwijl de buik golvende bewegingen maakt. Als je buikrollen leuk vindt, overweeg dan de volgende stap te nemen en een complete buikdans te leren.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Met-je-buik-rollen", "language": "nl"}
Een vinkje plaatsen in een cel in Microsoft Excel	Deze wikiHow laat je zien een vinkje te plaatsen in een cel in een Microsoft Excel-document. Hoewel niet alle lettertypen het vinkje ondersteunen, kun je het ingebouwde Wingdings 2-lettertype gebruiken om een vinkje toe te voegen aan een cel in Excel. 1. Open Excel. Klik of dubbelklik op het Excel-pictogram (een witte 'X' op een donkergroene achtergrond, of andersom, afhankelijk van de versie). Als je een specifiek Excel-document wilt openen, dubbelklik dan op het document en sla de volgende stap over. 2. Klik op de optie Leeg. Het staat bovenaan in het Excel-venster. Hierdoor wordt een leeg spreadsheet geopend. Je kunt ook een sjabloon op deze pagina selecteren en vervolgens in het resulterende venster klikken op . Sla deze stap over als Excel opent in een leeg spreadsheet. 3. Selecteer een cel. Klik op de cel waarin je een vinkje wilt plaatsen. 4. Klik op de tab Invoegen. Deze vind je in het groene lint aan de bovenkant van het Excel-venster. Er verschijnt een werkbalk bovenin het venster. 5. Klik op Symbool. Deze optie bevindt zich aan de uiterst rechterkant van de werkbalk. Er wordt een nieuw venster geopend. 6. Klik op het menu 'Lettertype'. Het is de knop vlakbij de bovenkant van het nieuwe venster. Als je erop klikt, verschijnt er een vervolgkeuzemenu. Als je deze optie niet ziet, klik je eerst op het tabblad bovenaan het nieuwe venster. Op een Mac klik je op de categorie in de linker kolom. 7. Klik op Wingdings 2. Dit vind je in de 'W'-groep van het vervolgkeuzemenu. Mogelijk moet je naar beneden schuiven, naar de onderkant van het vervolgkeuzemenu om deze optie te vinden. Op de Mac schuif je naar de onderkant van de symbolen in de rechterkolom. 8. Selecteer het vinkje. Het vinkje vind je onderaan het venster. Klik er één keer op om het te selecteren. Als je het vinkje niet ziet, schuif dan naar boven of beneden in het venster totdat je het vindt, en klik erop. Je kunt ook 80 typen in het tekstveld 'Tekencode' en op ↵ Enter drukken, om het vinkje automatisch te selecteren. 9. Klik op Invoegen. Het staat onderaan het venster. Als je dit doet, wordt het vinkje in de geselecteerde cel geplaatst.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-vinkje-plaatsen-in-een-cel-in-Microsoft-Excel", "language": "nl"}
De emoji van een vraagteken gebruiken	Vraagtekens kunnen behoorlijk wat twijfel opleveren! Of iemand je nu een ❓ (een vraagteken) in de vorm van een emoji gestuurd heeft, of je ziet ineens dat allerlei gewone emoji’s als vraagtekens in hokjes worden afgebeeld, wij gaan je hier helpen precies uit te zoeken hoe het zit. We hebben een complete handleiding voor je samengesteld met alle informatie die je nodig hebt deze geheimzinnige vraagtekens te kunnen interpreteren, en diverse manieren waarop je ze kunt gebruiken. 1. Een vraagteken in een hokje betekent dat iemand je een emoji heeft gestuurd die niet door jouw smartphone of computer ondersteund wordt. Als er nieuwe emoji’s gecreëerd worden, moet je meestal je pc of telefoon updaten om ze te kunnen zien. Een vraagteken in een hokje lijkt dus wel op een emoji, maar is in feite alleen maar een plaatsvervanger of een fout, die aangeeft dat je de basissoftware van je pc of smartphone moet bijwerken. Op een telefoon met Android zie je waarschijnlijk een 􏿾 (een wit vierkantje) zonder vraagteken. Afhankelijk van het type smartphone of pc dat je gebruikt, kan het symbool ook verschijnen als een � (een plaatsvervangend symbooltje), of als een leek vierkantje, zonder teken. Gelukkig kun je de emoji’s op een iPhone of Android vrij makkelijk bijwerken. Werk je telefoon gewoon bij met de nieuwste software, en de emoji’s zullen weer op de normale manier verschijnen. 2. Deze ❓ emoji staat meestal voor grote nieuwsgierigheid. Je kunt dit felrode leesteken op dezelfde manier gebruiken als een gewoon vraagteken, maar het zorgt ervoor dat de emotie in je bericht wat sterker wordt. Je kunt een ❓ gebruiken om te laten zie hoe graag je ergens meer over wilt weten, of je kunt meerdere vraagtekens achter elkaar zetten om je vraag extra nadruk te geven. “Wat zei hij over dinosaurussen ❓” “Hee, hoe is dat programma afgelopen ❓❓” 3. Deze ❓ emoji staat voor twijfel of ongeloof. Mensen sturen deze emoji vaak als ze iets niet helemaal zeker weten en meer details willen. Als je weer eens stomverbaasd over iets bent, of iets niet gelooft, gooi er dan een rood vraagteken tegenaan om antwoord op je vragen te krijgen! “❓❓❓ Ze heeft een relatie met hem?” “Hmm... mag ik daar even over nadenken 🤔❓” 4. Maar deze ❓ emoji kan ook betekenen dat iemand hulp nodig heeft. De rode kleur van de emoji benadrukt de verwarring en/of de urgentie die iemand wil overbrengen. Als iemand je een emoji in de vorm van een vraagteken stuurt, kan het zijn dat diegene je om uitleg vraagt, of je hulp nodig heeft. Als je zelf een brandende vraag hebt, stuur dan een rood vraagteken, en de kans is groot dat je sneller antwoord zult krijgen. “Ik denk dat we een probleem hebben. Waar is de hoofdkraan ❓❓” “Oh jee…Voor wanneer is dat huiswerk ❓” 5. Deze ❔ emoji (het witte vraagteken) emoji staat voor nieuwsgierigheid, twijfel of mysterie. Net als het rode vraagteken, kun je het witte vraagteken als een gewoon leesteken met extra nadruk gebruiken. Je kunt deze emoji’s allebei op dezelfde manier gebruiken. Het witte vraagteken komt alleen wel minder dramatisch over dan de rode variant, die door zijn opvallende kleur extra de aandacht trekt. “Wat zei ze over Daan ❔😲” 6. Deze ⁉️ emoji (het uitroepteken gevolgd door een vraagteken) staat voor extreme verbazing en ongeloof. Lees deze emoji op dezelfde manier als het rode vraagteken, maar dan gecombineerd met een gevoel van drama. Je kunt deze emoji zowel in positieve als in negatieve situaties gebruiken. Probeer hem eens uit als je wilt reageren op een bericht of op een nieuwtje dat opwindend, spannend, of erg ongeloofwaardig klink. “Je bent ingeloot voor medicijnen ⁉️ Gefeliciteerd 🎉” “Ik vind het echt heel flauw! Hoe heeft ze zoiets kunnen doen ⁉️😡”	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-emoji-in-de-vorm-van-een-vraagteken-begrijpen", "language": "nl"}
De kleuren van je iPhonescherm wijzigen naar zwart wit (grijstinten)	Deze wikiHow laat je zien hoe je de kleuren op het scherm van je iPhone kunt veranderen naar zwart-wit (grijswaarden). Je kunt eenvoudig overschakelen naar grijstinten vanuit je toegankelijkheidsinstellingen. 1. Open de instellingenapp van je iPhone. Zoek en tik op het pictogram op je startscherm om je instellingen te openen. 2. Tik op Algemeen in instellingen. Dit vindt het naast het pictogram in het instellingenmenu. 3. Tik op Toegankelijkheid in algemeen. Dit opent je toegankelijkheidsopties op een nieuwe pagina. 4. Tik op Aangepaste weergave in toegankelijkheid. Je kunt dit vinden onder de kop "ZIEN". 5. Tik op Kleurfilters in aangepaste weergave. Dit opent je kleurenfilteropties. 6. Veeg de Kleurfilters knop naar . Hierdoor worden kleurfilters op je iPhone ingeschakeld en kun je een van de beschikbare filters selecteren. 7. Selecteer Grijstinten. Hierdoor wordt je weergave onmiddellijk gewijzigd in zwart-wit (grijstinten). Je kunt de schakelaar op elk moment uitschakelen. Je scherm wordt onmiddellijk weer normaal.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-kleuren-van-je-iPhonescherm-wijzigen-naar-zwart-wit-(grijstinten)", "language": "nl"}
Een iPod herstellen	Heb je wel eens last van een iPod die vastloopt? Je kunt natuurlijk Apple contacteren over je probleem, maar waarschijnlijk krijg je twee weken later het eenvoudige antwoord dat je je iPod moet herstellen. Om tijd te winnen kun je het dus beter meteen zelf doen. In dit artikel vertellen we je hoe je je iPod kunt herstellen. De sectie over iPod Touch gaat ook op voor de iPhone en iPad. 1. Verbind je iPod Touch met je computer. Open iTunes en zorg dat je de laatste versie van het programma hebt. 2. Selecteer je iPod Touch in het menu 'Apparaten'. Als iTunes je iPhone niet herkent na het verbinden moet je de iPhone misschien in de 'Device Firmware Update'-modus zetten. In dat geval kun je waarschijnlijk geen back-up maken. 3. Klik op 'Herstel' op het tabblad 'Overzicht'. Voordat het proces van herstellen begint wordt je gevraagd of je een back-up (reservekopie) van je iPod Touch wilt maken. Klik op Ja als je je gegevens, instellingen en apps wilt bewaren. Als de back-up is afgerond zal de iPod Touch herstarten. Met iTunes gesynchroniseerde gegevens worden niet opgeslagen, deze zul je later opnieuw moeten synchroniseren. 4. Geef aan hoe je wilt herstellen. Je kunt ervoor kiezen om te herstellen vanaf een reservekopie van iCloud of iTunes. Vervolgens kun je een bepaalde reservekopie kiezen. Of je kiest ervoor om het apparaat terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. Kies dan voor "Configureer als nieuwe iPod Touch". 5. Wacht tot de iPhone hersteld is. Dit proces kan enkele minuten tot een uur in beslag nemen, afhankelijk van je toestel. 6. Meld je aan met je Apple ID. Geef je gebruikersnaam en wachtwoord op om toegang te krijgen tot je apps en cloudgegevens. 7. Zorg dat je computer een actieve internetverbinding heeft. Voor het herstellen van een iPod heb je de nieuwste versie van iTunes nodig of de nieuwste iPod software. 8. Open iTunes en zorg dat je de laatste versie van het programma hebt. Klik op het menu iTunes en selecteer . 9. Verbind je iPod met je computer. Je iPod verschijnt nu in de lijst 'Apparaten' in de linkerkolom. Selecteer je iPod in het menu 'Apparaten'. Open het tabmenu 'Overzicht'. Als het apparaat niet wordt herkend en je ziet een droevig gezicht op het scherm kun je proberen om de iPod in de schijfmodus te plaatsen. Als dat niet lukt is er iets aan de hand met de hardware. 10. Klik op 'Herstel'. Hiermee wis je alles op je iPod en zet je het apparaat terug naar de fabrieksinstellingen. Volg de instructies op het scherm, daarna begint het herstellen. Macgebruikers wordt nu gevraagd om het wachtwoord. Als je Windows gebruikt verschijnen er nu herstelopties waarbij iTunes gaat proberen de nieuwste software te downloaden. Hou de SHIFT-toets ingedrukt voordat je op 'Herstel' drukt, dan kun je zoeken naar de juiste firmware op je computer. 11. Wacht tot het eerste gedeelte afgerond is. Er verschijnt een voortgangsbalk op het computerscherm die aangeeft dat de eerste fase van het herstelproces is begonnen. Als deze fase voltooid is, geeft iTunes één van twee berichten met instructies die specifiek voor jouw model iPod zijn: Koppel de iPod los en sluit deze aan op een iPod-lichtnetadapter (gewoonlijk van toepassing op oudere iPod-modellen). Laat de iPod aangesloten op de computer om het herstelproces te voltooien (gewoonlijk van toepassing op nieuwere iPod-modellen). 12. Tijdens de tweede fase van het herstelproces toont de iPod een Apple-logo en een voortgangsbalk onder in het scherm. Het is cruciaal dat de iPod tijdens deze fase aangesloten blijft op de computer of de iPod-lichtnetadapter.De voortgangsbalk kan moeilijk zichtbaar zijn omdat de schermverlichting van de iPod mogelijk is gedoofd. 13. Nadat de tweede fase van het herstelproces is voltooid, verschijnt het venster iTunes-configuratie-assistent. De assistent vraagt je om je iPod een naam te geven en je synchronisatievoorkeuren te kiezen, net zoals de eerste keer dat je je iPod hebt aangesloten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-iPod-herstellen", "language": "nl"}
Een backflip doen	Een backflip, ook wel achterwaartse salto genoemd, is een van de indrukwekkendste vaardigheden bij turnen. Bij deze beweging draait je lichaam 360 graden, waarbij je begint in een staande houding en weer in een staande houding landt. Als bereid bent om er tijd en moeite in te steken kun je de backflip onder de knie krijgen, of je nu turner wilt worden, of gewoon indruk wilt maken op je vrienden met je nieuwe trucje. 1. Doe wat voorbereidende oefeningen. Het kan lastig zijn om zomaar ineens een backflip te maken, maar er zijn wat trucjes die je kunt doen om je erop voor te bereiden. Spring een paar keer achter elkaar zo snel en hoog als je kunt. Dit helpt je om een idee te krijgen van wat je moet doen om de backflip te maken. Je moet verticaal springen, niet naar achteren, en je hoofd recht houden. Ga rollen: voer wat bewegingen uit die je voorbereiden op het achterwaarts rollen. Rol bijvoorbeeld achterover van je bed af, doe een achterwaartse koprol op de grond, of probeer achterover in de brug te gaan staan. Doe een achterwaartse handstand met twee assistenten: begin met één assistent aan je linkerkant en één andere aan je rechterkant. Laat ze allebei een hand tegen je onderrug leggen en de andere hand op je dij, en vraag of ze je optillen zodat je voeten van de grond komen. Steek je handen boven je hoofd terwijl de assistenten je naar achteren laten kantelen, zodat je handen de grond raken. Gooi nu je benen over je hoofd heen. Zo wen je eraan om achterover te springen en ondersteboven te hangen. Nadat je de handstand met assistenten hebt geoefend, kun je je benen gaan gebruiken om jezelf af te zetten terwijl je achterover springt. Als dat goed gaat, blijf je je benen gebruiken, maar doe je het zonder handen (de assistenten houden je nog steeds vast terwijl je springt). 2. Bereid zowel lichaam als geest voor. Het menselijk lichaam is er niet op berekend om ondersteboven te zijn, dus misschien word je bang als je de backflip probeert te maken. Daardoor ga je wellicht aarzelen of breek je de backflip halverwege af, waardoor je je kunt bezeren. Om te zorgen dat de backflip vlekkeloos verloopt, moet je er lichamelijk en geestelijk klaar voor zijn. Maak je klein terwijl je ergens aan hangt: ga hangen aan een stang, met je kin op je borst en je knieën opgetrokken richting je hoofd. Span je core aan en draai je lichaam zo ver naar achteren als je kunt. Spring ergens op: spring op een verhoging, zo hoog je kunt, en richt je op de hoogte, niet op de diepte. Je kunt ook wat dunne matjes bovenop een wat dikkere mat leggen, en jezelf daarop laten vallen. Dit helpt je om in te zien dat je grootste angst - namelijk dat je plat op je rug valt tijdens de backflip - eigenlijk niet zo heel veel pijn doet. 3. Gebruik de juiste ondergrond. Als je begint met het leren van de backflip, moet je dat op een ondergrond doen die een beetje meeveert, of die in elk geval net zacht genoeg is om het vermogen om te springen niet in de weg te staan. Een trampoline zou kunnen werken in deze situatie, als je tenminste voldoende controle hebt over je stuwkracht. Je kunt ook bij een sportschool of gymzaal vragen of je mag oefenen op een turnmat. Als je nieuw bent in de wereld van de backflip, moet je zeker nog niet oefenen op een harde, gevaarlijke ondergrond, zoals beton of asfalt. 4. Zoek een assistent. Tot je voldoende hebt geoefend, moet je de backflip nog niet proberen uit te voeren zonder de hulp van een assistent, die je kan helpen om de hele backflip af te maken, de juiste houding aan te nemen en blessures te voorkomen. In het ideale geval is de assistent iemand die zelf weet hoe de backflip precies gaat. Dit kan een coach of trainer op de sportschool zijn, of iemand die zelf al heel goed backflips kan maken. Als je zelfs meerdere assistenten kunt vinden die je willen helpen met het aanleren van de backflip, is de kans nog groter dat je een veilige landing maakt. 5. Ga in de juiste positie staan. Ga staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar, en je armen hoog boven je hoofd. 6. Richt je blik op één punt. Je moet je hoofd in een neutrale positie houden, en recht naar voren kijken. . Het kan helpen om een voorwerp uit te kiezen waar je naar blijft kijken. Kijk niet naar de grond. En kijk ook niet om je heen. Als je dat doet raak je afgeleid en kun je je evenwicht verliezen. 7. Buig je knieën. Je moet je knieën een beetje buigen, alsof je in een stoel gaat zitten - maar zak niet te diep. Buig niet te diep. Als je zover buigt als je voor een squat zou doen, ga je te ver. 8. Zwaai met je armen. Zwaai je armen van hoog boven je hoofd naar beneden tot voorbij je heupen; zwaai ze dan weer naar voren richting het plafond. Blijf doorzwaaien tot ze net voorbij je oren zijn. Deze zwaaiende beweging geeft je stuwkracht om je lichaam de lucht in te krijgen. Je buigt je knieën en zwaait tegelijk met je armen. Hou je armen de hele tijd recht - laat ze niet flapperen. 9. Spring omhoog. Veel mensen denken dat je naar achteren moet springen om de backflip te doen, maar wat je eigenlijk moet doen is zo hoog mogelijk springen. Als je naar achteren springt (in plaats van omhoog) verlies je je middelpunt van de zwaartekracht en kom je niet zo hoog. En hoogte is heel belangrijk voor een succesvolle backflip! Als je nog geen krachtige sprong hebt, zijn er allerlei oppervlakken waarop je kunt oefenen om dit te verbeteren: een trampoline of een springplank bijvoorbeeld. 10. Span je spieren aan. Als je eenmaal van de grond bent gekomen, span je je buik- en beenspieren aan. Deze spieren moeten een strakke lijn vormen. 11. Draai je heupen. Je heupen, en niet je schouders, zorgen voor de draai in je backflip. 12. Hou je ogen op een punt gericht. Probeer zo lang mogelijk naar voren te kijken; als je te snel naar achteren kijkt, verander je de hoek van je lichaam en vertraag je de draai, waardoor je minder hoog komt. Als je lichaam eenmaal gedraaid is, kun je natuurlijk niet meer naar hetzelfde punt kijken. Maar probeer hetzelfde punt zo lang mogelijk in de gaten te houden, en zoek het wanneer je naar beneden komt meteen weer op zodat je weet wanneer je moet landen. Hoewel het verleidelijk kan zijn om je ogen te sluiten terwijl je draait, moet je ze open houden zodat je je bewust blijft van de ruimte die nodig is om goed te kunnen landen. Je moet ook zien wat anderen doen zodat je daar op in kunt spelen. 13. Trek je benen in. Op het hoogste punt van je sprong trek je je knieën naar je borst. Op dit moment breng je je armen terug naar je benen. Je borst moet parallel zijn aan het plafond op het moment dat je knieën helemaal bij je borst zijn. Je kunt ervoor kiezen om je hamstrings vast te pakken (de achterkant van je bovenbenen) terwijl je je benen intrekt, of je kunt je knieën beetpakken als je dat liever doet. Als je merkt dat je naar een zijkant draait terwijl je jezelf klein maakt, is dat meestal het gevolg van een angstreflex. Je moet misschien nog wat meer oefenen om van de angst af te komen, voordat je de backflip helemaal goed kunt uitvoeren. 14. Maak je weer lang. Terwijl je naar beneden valt, maak je je lichaam weer lang door je onderrug en benen uit te strekken. 15. Kom met gebogen knieën op de grond terecht. Dit zorgt dat je de schok van de landing beter kunt absorberen. Als je landt met gestrekte benen, kun je eerder geblesseerd raken. Je moet bijna rechtop staan als je neerkomt. Als je nog gebogen staat, blijf dan gewoon oefenen - uiteindelijk lukt het wel! In het ideale geval kom je weer op dezelfde plek neer als waar je je hebt afgezet; meestal land je binnen een halve meter van je afzetpunt. Het kan helpen om naar een punt voor je op de grond te kijken terwijl je landt. 16. Land op je hele voet. Je moet op je hele voet landen, niet alleen op je tenen. Als je merkt dat je op je tenen landt, moet je blijven oefenen om je draai krachtiger te maken. 17. Strek je armen uit. Je moet landen met je armen parallel aan elkaar, recht voor je uitgestrekt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-backflip-doen", "language": "nl"}
De breedte‐ en lengtegraad achterhalen in Google Maps	Google Maps biedt meer functies dan alleen wereldwijd zoeken naar locaties en routes. Zo kun je van elke gewenste locatie de breedte- en lengtegraad achterhalen. Door een speld te plaatsen en dit te delen met jezelf of anderen kun je de breedte- en lengtegraad van een locatie verkrijgen op een iPhone, iPad, Android-apparaat of op de pc-versie van Google Maps. Het enige wat je hoeft te doen is te klikken of te tikken op de locatie naar wens! 1. Download en open Google Maps. Ga naar de App Store, zoek naar 'Google Maps', en tik op de knop Download/Installeer naast het zoekresultaat om de app te downloaden. Als je de app hebt gedownload kun je er op tikken op het beginscherm om Google Maps te openen. 2. Plaats een speld op de gewenste locatie op de kaart. Er zijn twee manieren om dit te doen: Typ een adres, locatie of een plaats in het zoekveld en tik op de knop 'Zoeken'. Navigeer met je vingers over de kaart om de gewenste locatie te vinden. Tik op de kaart en hou je vinger erop om een speld te plaatsen. 3. Deel de locatie met de app Berichten. Klik op het tabblad 'Geplaatste speld' onderaan het venster en klik op 'Delen'. Je ziet nu allerlei opties om te delen, maar door middel van 'Berichten' kun je de coördinaten op de snelste manier verkrijgen. 4. Selecteer een ontvanger en druk op 'Verstuur'. Deel de coördinaten met jezelf om achter de breedte- en lengtegraad te komen, of deel de gegevens met een vriend. Door een locatie met vrienden te delen laat je ze weten waar je je op dat moment (of op een later tijdstip) bevindt, en het is een makkelijke manier om hen de route te verschaffen. 5. Ontvang de gedeelde locatie. Open het bericht dat je gedeeld hebt. 6. Klik op de link van Google Maps. Deze link vind je in de sms, achter het adres van de locatie, de link begint met 'goo.gl/maps'. 7. Zoek de breedte- en lengtegraad. Door op de link te tikken open je Google Maps, de breedte- en lengtegraad worden nu zowel onder- als bovenaan de kaart getoond. De breedtegraad wordt altijd als eerste coördinaat vermeld. 8. Open Google Maps. 9. Plaats een speld op de locatie waarvan je de breedte- en lengtegraad wilt weten. Zoek de locatie op de kaart. Tik op het scherm en hou je vinger erop totdat een rode speld verschijnt op de locatie. Je kunt ook het zoekveld gebruiken om een specifieke locatie te vinden, zoals het adres van een bedrijf of de locatie van een park. 10. Bekijk de coördinaten van de locatie. Kijk nadat je een speld hebt geplaatst naar het zoekveld bovenaan het scherm. De breedte- en lengtegraad verschijnen nu in het zoekveld. 11. Deel de locatie indien gewenst. Klik op het tabblad 'Geplaatste speld' onderaan het venster. klik op 'Delen' en kies vervolgens de app waarmee je de locatie wilt delen. Stuur de sms of e-mail naar jezelf of naar een vriend. In het gedeelde bericht staan de breedte- en lengtegraad vermeld. De breedtegraad wordt altijd als eerste coördinaat vermeld. 12. Zoek in Google Maps naar een adres of naar de plek waarvan je de coördinaten wilt weten. Nu wordt Google Maps geopend. Afhankelijk van hoe specifiek je zoekopdracht was plaatst Google een speld op de exacte locatie, of biedt Google je verschillende opties. Als je bijvoorbeeld zoekt naar 'Starbucks Amsterdam', dan zie je een kaart met verschillende mogelijke locaties van waaruit je kunt kiezen. Als je geen exact adres hebt kun je inzoomen of uitzoomen om handmatig de gewenste geografische locatie te vinden. 13. Plaats een speld. Klik op de exacte locatie waarvan je de coördinaten wilt weten. Nadat de speld is geplaatst zijn de breedte- en lengtegraad onderdeel van de URL in je adresbalk, maar er is een nog eenvoudigere manier om de gegevens te achterhalen. 14. Klik met je rechtermuisknop op de speld en selecteer 'Wat is hier?'. Op een Mac kun je rechtsklikken door te klikken in combinatie met de toets Ctrl. In plaats van een speld te plaatsen kun je ook direct rechtsklikken op de locatie op de kaart. 15. Achterhaal de breedte- en lengtegraad van de locatie. De coördinaten bevinden zich in een rechthoekig vak onderaan het venster. De breedtegraad wordt altijd als eerste coördinaat vermeld.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-breedte%E2%80%90-en-lengtegraad-achterhalen-in-Google-Maps", "language": "nl"}
Een beoordeling geven op Amazon	In dit wikiHow artikel lees je hoe je op je computer of je mobiele apparaat een product beoordeelt. Een recensie schrijven voor een boek, kleding of een game helpt anderen te beslissen of ze het product ook willen kopen. Productbeoordelingen verschillen van het beoordelen van het koop- en verzendproces. Lees daarvoor het artikel over het beoordelen van verkopers op Amazon. 1. Open de Amazon-app op je mobiele apparaat. Dit is het icoontje met het winkelwagentje waarop 'Amazon' staat. Over het algemeen vind je de app op je thuisscherm, in de apps-map of door te zoeken. Lees het artikel 'Hoe schrijf je een objectieve beoordeling voor Amazon' voor een aantal nuttige tips. Klantenbeoordelingen moeten aan de richtlijnen van Amazon voldoen: https://www.amazon.com/gp/help/customer/display.html?nodeId=201929730 2. Tik op het ☰ menu. Dit menu vind je linksbovenaan het scherm. 3. Tik op Je bestellingen. Deze optie vind je ergens bovenaan. Wanneer je de account waarmee je de aankoop hebt gedaan niet meer kan benaderen, kan je nog steeds een beoordeling schrijven. De beoordeling wordt dan echter niet gemarkeerd met het 'Geverifieerde aankoop' label. Ga hiervoor naar de pagina van het product op Amazon en klik 'Klantenrecensie schrijven'. Deze optie vind je aan de linkerkant van de lijst met beoordelingen. 4. Zoek de bestelling die je wilt beoordelen. Wanneer je het in de afgelopen zes maanden hebt gekocht, staat het op dezelfde pagina. Als je het product eerder hebt aangeschaft, tik je op het -menu rechtsboven je lijst met bestellingen. Selecteer een andere tijdsperiode en tik vervolgens op . Je kunt ook een product zoeken door te tikken op de optie , rechtsboven in het scherm. Typ de naam van het product in en klik daarna op 'Zoek' of 'Return' op je toetsenbord. 5. Selecteer het product dat je wilt beoordelen. Hierna kom je op een nieuwe pagina. 6. Tik Schrijf een klantenrecensie. Dit staat onder het 'Hoe bevalt je product?' kopje bijna bovenaan het scherm. 7. Tik op Foto/Video om een foto of video van het product toe te voegen. Als je wilt, kun je nu een foto of video uploaden. Dit is echter niet verplicht. 8. Selecteer een sterbeoordeling. Je kan een rating van een tot vijf sterren geven. Voor de laagste rating (één ster) tik je op de eerste ster, voor de hoogste rating op de vijfde. Geef sterren voor het nut, het gemak, de werking en andere details, als je een praktisch product zoals een koptelefoon of een fiets beoordeelt. 9. Schrijf je beoordeling. Schrijf een recensie van minstens 75 tekens in het 'Schrijf je klantenrecensie'-gedeelte op het formulier. Hier beschrijf je die ervaringen met het product, waarvan je denkt dat ze anderen kunnen helpen te beslissen over een eventuele aankoop. 10. Schrijf een titel. Tik op het 'Titel toevoegen' tekstvak en schrijf een pakkende (of zinvolle) titel om de aandacht te trekken voor je recensie. 11. Tik op de gele Versturen knop. Deze knop staat onderaan het recensieformulier. Je recensie wordt nu beoordeeld en als het aan Amazons richtlijnen voldoet, wordt het op de pagina van het product geplaatst. Goedkeuring kan wel twee dagen duren. Schrijf een mailtje met een verzoek om hulp naar review-appeals@amazon.com als je het na drie dagen nog steeds niet ziet staan. 12. Ga naar https://www.amazon.com. Wanneer je je product een tijdje hebt gebruikt, ben je klaar om een recensie te schrijven. Open Amazon.com in je standaardbrowser. Lees het artikel 'Hoe schrijf je een objectieve beoordeling voor Amazon' voor een aantal nuttige tips. Klantenrecensies moeten aan de volgende richtlijnen voldoen: https://www.amazon.com/gp/help/customer/display.html?nodeId=201929730 13. Log in op je account. Als je een optie ziet op in te loggen, klik je daar op. Dit is een gele knop boven en . Je bent al ingelogd als daar geen knop staat, maar in plaats daarvan je naam. Kan je niet meer bij de account waarmee je de aankoop hebt gedaan? Je kunt nog steeds een recensie achterlaten, maar er komt geen label 'Geverifieerde aankoop' bij. Zoek het product op en klik op 'Schrijf een klantenbeoordeling'. Deze optie staat links van de lijst met recensies. 14. Klik op het Bestellingen menu. Dit staat rechtsboven, naast 'Account en Lijsten'. Nu kom je op een pagina waar je laatste aankopen staan. Recenseer een product liever vanuit je bestellingenlijst dan door ernaar te zoeken, omdat je zo zeker weet dat je de juiste versie van het product beoordeelt. 15. Zoek de bestelling met het product dat je wilt beoordelen. Bestellingen van de afgelopen zes maanden staan hier op de pagina. Eerdere bestellingen vind je door het filtermenuutje te gebruiken en een andere tijdsperiode te selecteren. Je kan ook de optie gebruiken 'Zoeken in bestellingen'. Typ de naam van het product in en klik op 'Zoek'. 16. Klik op Schrijf een klantenrecensie naast je bestelling. Dit is een grijze knop die rechts van je bestelling staat. Wanneer je bestelling maar één product bevatte, kan je alleen dit product beoordelen. Wanneer je meerdere producten hebt besteld, opent er nu een pagina waarop alle producten staan, met de producten uit deze bestelling bovenaan. Wanneer je geen knop ziet met 'Schrijf een klantenrecensie', dan open je de om op de productpagina te komen. Klik hiervoor op de titel van het product dat je wilt recenseren. Gebruik vervolgens de optie links van de eerste recensie van dit product. 17. Selecteer een algemene sterbeoordeling. Je kunt een beoordeling van een tot vijf sterren geven. Klik de eerste ster voor de laagste beoordeling en de vijfde ster voor de hoogste. Na de sterbeoordeling opent er een schermpje voor het vervolg van je recensie. In dit gedeelte beoordeel je een praktisch product, zoals een webcam, op bruikbaarheid, gemak, comfort en andere details. 18. Voeg eventueel een foto of video toe van je product. Klik op onder "Een foto of video toevoegen" om deze te uploaden vanaf je computer. 19. Schrijf je recensie. Het 'Schrijf je recensie' tekstvak op het recensieformulier geeft je de gelegenheid om specifieke eigenschappen en gedragingen van het product te beschrijven. Wat vond je goed of minder goed aan het product? In het tekstvak 'Titel toevoegen' voeg je een titel toe die je recensie het beste beschrijft. 20. Klik op Versturen. Dit is de gele knop in de rechtsonder. Je recensie verschijnt op de productpagina, nadat hij is goedgekeurd. Goedkeuring duurt meestal twee dagen. Mail naar review-appeals@amazon.com als er na drie dagen nog niets staat.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-beoordeling-geven-op-Amazon", "language": "nl"}
Koekjes maken in de magnetron	Soms heb je ineens ontzettend behoefte aan koekjes. Helaas hebben veel ons geen zin om dan meteen koekjes te gaan bakken, of zelfs om de oven aan te zetten. Het goede nieuws is dat je gewoon je magnetron kunt gebruiken! Als je geen koekjes met stukjes chocolade wilt maken, laat de chocolade dan weg en voeg andere smaakjes toe, zoals kaneel of noten. 1. Meng de basterdsuiker met de boter. Meng in een kleine kom 2 eetlepels basterdsuiker met 1 eetlepel boter. Je kunt ze mengen met een vork. Meng de suiker met de boter totdat het geheel licht en luchtig is. Het is makkelijker om te boter te mengen als hij op kamertemperatuur is. Als het nodig is, kun je de boter in de magnetron zacht maken in intervallen van 5 seconden. 2. Meng er vanille en melk door. Voeg ¼ theelepel vanille-extract en ½ theelepel volle melk toe aan het boter-suikermengsel in de kom. Je kunt een vork of kleine spatel gebruiken om de vloeistof door het mengsel te mengen. Als de vloeistof er eenmaal door is geroerd, zou het beslag voornamelijk vloeibaar moeten zijn. 3. Voeg de droge ingrediënten toe. Je gaat 3 eetlepels bloem toevoegen, maar begin met slechts 1. Voeg dan een snufjes zout en een snufje bakpoeder toe en voeg daarna pas de laatste 2 eetlepels bloem toe. Roer dan totdat alle ingrediënten gemengd zijn. Roer er dan 2 eetlepels chocoladestukjes doorheen. Vermijd het te goed roeren van het beslag, anders wordt je koekje mogelijk taai. 4. Plaats je deeg op bakpapier. Knip een stuk bakpapier van ca. 15x15 cm. Schep het koekjesdeeg op het midden van het bakpapier, zodat het er als een bal uitziet. Druk dan lichtjes op de bal om hem platter te maken. Het iets platter maken van het koekjes zal het helpen om zich te verspreiden en gelijkmatig te gaten in de magnetron. Je wat extra stukjes chocolade bovenop je koekje leggen, als je wilt dat hij er nóg lekkerder en chocolade-achtig uitziet. 5. Doe je koekje in de magnetron. Leg het bakpapier met je koekje op een bord dat in de magnetron kan. Bak het koekje dan 40 seconden in magnetron. Als het koekje dan nog vochtig lijkt, vbak hem dan steeds nog eens 5 seconden totdat hij er gaar uitziet. Laat het koekje een minuut afkoelen voordat je het van het bakpapier verwijdert. Dit koekje is het lekkerst als hij direct geserveerd of opgegeten wordt. Als je het te lang laat liggen, kan hij hard worden. 6. Smelt de boter. Selecteer een kleine mok om je koekje in te maken. Hij moet ruimte hebben om uit te zetten wanneer hij gebakken wordt. Gebruik daarom een mok waar ca. 250 ml in kan. Doe 1 eetlepel boter in de mok en doe die in de magnetron totdat hij is gesmolten. Het zal niet lang duren voordat de boter in de magnetron is gesmolten. Probeer eerst 5 seconden voordat je meer tijd toevoegt. Je wilt de boter niet laten, ander spettert hij door je hele magnetron. 7. Voeg de suiker, vanille en zout toe. Roer 1 eetlepel kristalsuiker, 1 eetlepel basterdsuiker en een snufje zout er door. Je kunt hiervoor een lepel, een vork of een kleine spatel gebruiken. Zorg ervoor dat het beslag goed gemengd is en dat er geen stukjes of brokjes suiker inzitten. Je kunt 2 eetlepels van één soort suiker gebruiken als je dat wilt. De basterdsuiker geeft een rijkere smaak, omdat die met melasse gearomatiseerd is. 8. Voeg het eigeel toe. Breek een ei en scheidt het eigeel van het eiwit. Gooi het eiwit weg, want je hebt het niet nodig voor dit recept. Voeg het eigeel toe aan de mok met het boter en suikermengsel. Roer het eigeel erdoor totdat het helemaal verdwenen is. Je zou het eiwit in de koelkast kunnen bewaren om in een ander recept te gebruiken. Gebruik het wel binnen een paar dagen. 9. Voeg de bloem en chocoladestukjes toe. Voeg iets minder dan 55 gram bloem toe en roer het door het beslag totdat je de bloem niet meer kunt zien. Voeg 2 volle eetlepels chocoladestukjes toe en roer opnieuw, zodat de stukjes gelijkmatig verdeeld zijn. Vermijd het om dit deeg te eten voordat het gebakken is omdat het rauw eigeel bevat. 10. Bak het koekje in de mok. Zet de mok met koekjesdeeg in de magnetron en bak 40 seconden. Controleer of het koekje gaar is. Als het gaar is, zal het er droog uitziet. Als het er nog vochtig of rauw uitziet, bak dan steeds nog eens 10 seconden totdat het gaar is. Serveer of eet de koekjes gelijk. Vermijd het langer dan 1 minuut bakken van het koekje. Het koekje zal blijven garen terwijl het afkoelt, zet het dus niet te lang in de magnetron. 11. Meng de boter met de suiker. Doe 110 gram zachte boter en 165 gram basterdsuiker in een mengkom. Gebruik een lepel of handmixer om de boter en de suiker te mengen totdat het een licht en luchtig mengsel is. Als de boter hard is, kun je het op een bordje of in een kom leggen en in de magnetron zachter maken. Zorg er wel voor dat je de boter niet laat smelten. 12. Voeg de vloeistoffen toe. Roer er 1 ei, 1 eetlepel melk en 1 theelepel vanille-extract doorheen. Meng de ingrediënten totdat alles goed door elkaar zit. Controleer of het ei volledig door de andere ingrediënten is gemengd. Als je geen vanille-extract hebt, overweeg dan om amandelextract te gebruiken. Je kunt het echter ook gewoon weglaten. 13. Roer de droge ingrediënten en chocoladestukjes erdoor. Voeg 275 gram bloem, ½ theelepel bakpoeder en een snufje zout toe aan de mengkom. Gebruik een lepel of de handmixer om de droge ingrediënten erdoor te mengen totdat alles net goed is gemengd. Roer dan slechts 110 gram van chocoladestukjes doorheen. Vermijd het om het beslag te lang te mengen, anders zullen je koekrepen taai zijn. 14. Verspreid het beslag over je bakplaat. Vet een magnetronveilige bakplaat van 20 cm in. Schep het beslag er in en verspreid het gelijkmatig met een spatel of lepel. Besprenkel dan de overige 110 gram chocoladestukjes erover. Je kun een kook- of bakspray gebruiken om de bakplaat voor te bereiden. 15. Doe het geheel in de magnetron. Bak de koekrepen op de hoge stand gedurende 3,5 minuut/ Controleer dan of het beslag droog is en stevig aanvoelt. Als het nog rauw is, bak je steeds nog eens 20 seconden. Controleer regelmatig op gaarheid. Laar de koekrepen afkoelen voordat je ze snijdt en serveert. Je magnetron moet ronddraaien terwijl de koekjes gebakken worden. Als je magnetron niet roteert, draai de bakplaat dan na elke minuut handmatig een kwartslag.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Koekjes-maken-in-de-magnetron", "language": "nl"}
Rekenen met verhoudingen	Verhoudingen of ratio's zijn wiskundige uitdrukkingen die twee of meer getallen met elkaar vergelijken. Verhoudingen kunnen vaste hoeveelheden en aantallen vergelijken of kunnen worden gebruikt om delen van het geheel te vergelijken. Verhoudingen kunnen worden berekend en genoteerd op verschillende manieren, maar de principes zijn voor alle verhoudingen hetzelfde. Zie Stap 1 hieronder om met verhoudingen aan de slag te gaan. 1. Begrijp goed hoe verhoudingen worden gebruikt. Verhoudingen kom je overal tegen, in de wetenschappelijke wereld of bij je thuis. De eenvoudigste verhoudingen vergelijken slechts twee waarden, maar meer kan natuurlijk ook. Een voorbeeld: in een klas met 20 studenten waarvan 5 meisjes en 15 jongens, kunnen we het aantal meisjes en jongens als verhouding uitdrukken. 2. Schrijf een verhouding met een dubbele punt. Een veelgebruikte manier om een verhouding aan te geven is met een dubbele punt tussen de getallen. Vergelijk je twee getallen, dan noteer je dat bijvoorbeeld als 7 : 13 en zijn er 3 of meer getallen, dan bijvoorbeeld als volgt 10 : 2 : 23. In ons klaslokaal kunnen we dus de verhouding meisjes - jongens als volgt opschrijven: . Eventueel kun je de aanduiding weglaten, als je maar onthoudt waar de verhouding voor staat. 3. Een verhouding is hetzelfde als een breuk en kan dus worden vereenvoudigd. Dit doe je door alle termen van de verhouding te delen door de gemene delers, tot er geen gemene delers meer over zijn. Maar als je dit doet, dan is het belangrijk niet te vergeten wat de oorspronkelijke aantallen waren van de verhouding. Zie hieronder. In het voorbeeld van het klaslokaal waren er 5 meisjes en 15 jongens. Beide kanten van de verhouding zijn deelbaar door 5. Hierdoor kun je de verhouding vereenvoudigen tot . Maar we horen de oorspronkelijke aantallen niet uit het oog te verliezen. Er zijn niet 4 maar 20 studenten in totaal in de klas. De vereenvoudigde verhouding vergelijkt alleen maar de relatie tussen het aantal jongens en meisjes. Er zijn 3 jongens ten opzichte van 1 meisje in de verhouding of breuk, niet 3 jongens en 1 meisje in de klas. Sommige verhoudingen kunnen niet worden vereenvoudigd. Bijvoorbeeld, 3 : 56 kan niet worden vereenvoudigd omdat de 2 getallen geen gelijke factoren hebben - 3 is een priemgetal en 56 is niet deelbaar door 3. 4. Er zijn ook alternatieve methoden voor het opschrijven van verhoudingen. Hoewel de dubbele punt voor het noteren van verhoudingen misschien wel het gemakkelijkst is, zijn er ook andere manieren, zonder dat dit iets uitmaakt voor de verhouding. Zie hieronder: Verhoudingen kunnen ook worden weergegeven als "3 staat tot 6" of "11 op 4 op 20". Je kunt verhoudingen ook schrijven als breuk. Vaak leidt het gebruik van beide termen tot wat verwarring, maar breuken zijn verhoudingen en andersom. Je kunt een verhouding dus ook schrijven met een deelstreep. Bijvoorbeeld de verhouding en de breuk verschillen niet van elkaar. Zoals bij het voorbeeld van de klas: er waren 3 jongens ten opzichte van elk meisje, een verhouding van 1 : 3, maar als breuk drukt dit hetzelfde uit, namelijk 1/3 van het totale aantal studenten is een meisje. 5. Maak gebruik van vermenigvuldigen of delen om verhoudingen te wijzigen zonder dat de verhouding verandert. Door beide termen van een verhouding met een bepaald getal te vermenigvuldigen of erdoor te delen, ontstaat er dezelfde verhouding, maar dan met grotere of kleinere getallen. Als voorbeeld: stel je bent een leraar en er wordt van je gevraagd om de klas 5 keer zo groot te maken, maar met dezelfde verhouding van jongens en meisjes. Als er nu in de klas 8 meisjes en 11 jongens zitten, hoeveel zitten er dan in de nieuwe klas? Lees verder voor de oplossing: 8 meisjes en 11 jongens, dus een verhouding van . Deze verhouding geeft dus aan dat er ongeacht de grootte van de klas, 8 meisjes zijn ten opzichte van 11 jongens. (8 : 11) × 5 (8 × 5 : 11 × 5) (40 : 55). De nieuwe klas bestaat uit en - 95 studenten in totaal! 6. Maak gebruik van kruislings vermenigvuldigen om de onbekende variabele te achterhalen, bij het werken met twee equivalente verhoudingen. Een ander bekend probleem is dat waarbij gevraagd wordt de onbekende van een verhouding uit te rekenen. Kruislings vermenigvuldigen maakt de uitwerking hiervan erg gemakkelijk. Schrijf elke verhouding als een breuk, maak ze gelijk aan elkaar en ga kruislings vermenigvuldigen om op te lossen. Als voorbeeld, stel we hebben een groep studenten van 2 jongens en 5 meisjes. Als we de ratio intact willen houden, hoeveel jongens zitten er dan in een groep van 20 meisjes? Om dit op te lossen maken we twee verhoudingen, waarvan één met de onbekende variabele: 2 jongens : 5 meisjes = x jongens : 20 meisjes. In breukvorm ziet dit er zo uit: 2/5 = x/20. Gebruik kruislings vermenigvuldigen om dit op te lossen. Zie hieronder: 2/5 = x/20 5 × x = 2 × 20 5x = 40 x = 40/5 = 8. Er zijn dus 20 meisjes en . 7. Gebruik verhoudingen om onbekende hoeveelheden te vinden, waarbij een andere gegeven is. Als je te maken hebt met een variabele die de relatie bepaalt tussen verschillende hoeveelheden, waarvan er 1 of meer onbekend zijn, dan kun je de waarde van elke onbekende vinden, met behulp van maar één bekende hoeveelheid. Vaak behelst dit soort opgaven het berekenen van de hoeveelheden van ingrediënten in een recept. Om de onbekende hoeveelheden te bepalen, deel je de bekende term van de verhouding door de gegeven hoeveelheid; deel daarna elke term in de verhouding door het antwoord dat je krijgt. Een voorbeeld zal het allemaal wat duidelijker maken: Stel dat onze klas als opdracht koekjes aan het bakken is. Als het recept van het deeg bestaat uit bloem, water en boter in de verhouding 20 : 8 : 4, en elke student krijgt 5 koppen bloem; hoeveel water en boter heeft elke student dan nodig? Om dit op te lossen, deel je eerst de term van de verhouding die overeenkomt met de bekende verhouding (20) door de bekende hoeveelheid (5 koppen). Deel daarna elke term in de verhouding door het antwoord dat je krijgt, om de exacte hoeveelheid voor elk te vinden. Zie hieronder: 20 / 5 = 4 20/4 : 8/4 : 4/4 5 : 2 : 1. Dus, , en .	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Rekenen-met-verhoudingen", "language": "nl"}
Een gesprek beginnen als je niets hebt om over te praten	Een gesprek beginnen als je niet precies weet waar je het over moet hebben kan nog een hele uitdaging zijn, vooral als er tussendoor van die ongemakkelijke stiltes. Maar zelfs als je denkt dat je niks hebt om over te praten, zijn er een heleboel manieren waarop je in een boeiend gesprek met iemand kunt voeren. Zoek naar veelvoorkomende onderwerpen waar je het over kunt hebben en wees een actief luisteraar om het gesprek interessant te houden. Je zult zien dat je, als je je eenmaal wat meer op je gemak voelt terwijl je met anderen praat, in bijna iedere situatie wel een gesprek kunt voeren! 1. Stel jezelf voor Als je met een vreemde wilt praten, stap dan op hem of haar af, maak oogcontact en glimlach. Groet de ander en zeg hoe je heet, zodat je gesprekspartner zich beter op zijn of haar gemak voelt in jouw gezelschap. Geef hem of haar een hand om een band te creëren en de ander uit te nodigen met je te praten. Vraag om op een natuurlijke manier een langer gesprek te beginnen naar zijn of haar naam. Zeg bijvoorbeeld: 'Hoi, ik ben Jasper. Leuk je te ontmoeten!' Je hoeft jezelf niet per se voor te stellen als je gewoon een informeel gesprek wilt voeren, maar het kan wel helpen om ervoor zorgen dat mensen eerder met je willen praten. 2. Zeg iets positiefs om de ander uit te nodigen met je te praten. Als je een gesprek begint met een negatieve opmerking, kan het zijn dat de ander weinig zin heeft om met je te praten. Aan de andere kant, door glimlachend iets te noemen wat je leuk vindt, vergroot je de kans dat de ander zich openstelt en graag met je wil praten. Vraag nadat je hebt gezegd wat je leuk vindt, wat hij of zij ervan vindt, om zo de ander actief bij het gesprek te betrekken. Als je bijvoorbeeld op een feestje bent, kun je zeggen: 'Deze muziek is echt gaaf! Vind jij deze band ook zo cool?' Of je kunt vragen: 'Heb je het eten al geprobeerd? Het is echt heerlijk.' Door met een vraag te eindigen moedig je de ander aan om antwoord te geven en het gesprek voort te zetten. 3. Geef de ander een compliment Zeg als je een compliment wilt geven iets over zijn of haar karakter of over iets wat hij of zij draagt. Zorg wel dat je een oprecht compliment geeft, anders kan de ander denken dat je zomaar wat zegt en daardoor geen zin hebben om verder met je te praten. Volg om het gesprek op gang te houden je compliment op met een vraag, anders reageert de ander misschien verder niet. Je kunt iets zeggen als: 'Die jurk staat jou echt leuk. Waar heb je hem gekocht?' Of zeg bijvoorbeeld: 'Je hebt een goed gevoel voor stijl. Waar haal jij je outfits vandaan?' Stel zoveel mogelijk open vragen, zodat het gesprek niet eindigt met alleen maar 'ja' of 'nee'. Begin liever niet over iemands uiterlijk. Een opmerking over iemand uiterlijk kan ervoor zorgen dat de ander zich ongemakkelijk voelt en er daardoor minder goed op reageert. 4. Zeg om een gesprek te beginnen iets over je omgeving, als je zo snel niks anders kunt bedenken. Als je niks kunt bedenken om het in een gesprek over te hebben, kijk dan eens om je heen en maak een opmerking over iets wat je ziet. Het kan gaan over het weer, de locatie, andere mensen die er zijn, of over het evenement dat er aan de gang is. Blijf positief in je gesprek zodat je uitnodigend overkomt en ervoor zorgt dat de ander geïnteresseerd raakt in een gesprek met jou. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Dit is de eerste keer dat ik in dit café ben. Heb jij al eens iets geprobeerd hier?' Of je kunt zeggen: 'Ik wou dat de zon vandaag eens ging schijnen. Ik kan me haast niet herinneren wanneer het voor het laatst eens niet bewolkt was.' Zorg dat je met gevoel voor humor een gesprek voert. Met humor betrek je de ander eerder bij het gesprek en maak je het leuker en interessanter. 5. Vraag de persoon wat hij of zij voor werk of opleiding doet, zodat je een beter beeld van hem of haar als persoon kunt vormen. Toon interesse in de persoon met wie je wilt praten en begin over werk of school. Vraag wat het werk van je gesprekspartner precies inhoudt, hoe lang hij of zij dat al doet, en of er de laatste tijd misschien nog iets interessants is gebeurd. Als je gesprekspartner nog op school zit, vraag dan wat hij of zij studeert en wat zijn of haar plannen zijn voor de toekomst. Zorg dat jij ook antwoord geeft op alle vragen die de ander je stel over bijvoorbeeld je werk of opleiding. Toon oprecht interesse in het werk van je gesprekspartner, ook al klinkt het je niet direct heel interessant in de oren. Gebruik het als een kans om meer te weten te komen over de persoon en wat hij of zij doet. 6. Begin om meer over de ander te weten te komen over hobby's die jullie gemeen hebben. Mensen vinden het altijd leuk om te praten over dingen waar ze een passie voor hebben. Vraag je gesprekspartner daarom wat hij of zij graag buiten werk of school doet, en let daarbij goed op welke dingen je daarbij interessant vindt klinken. Kijk wat hij of zij het leukst vindt aan die hobby en waarom precies. Als de ander je vragen stelt over jouw hobby's, noem dan eerst alle hobby's op die op die van je gesprekspartner lijken, zodat je er een gesprek over kunt voeren. Als je geïnteresseerd bent in één van zijn of haar hobby's, vraag dan hoe je die hobby zou kunnen beoefenen, zodat jij het ook eens zou kunnen proberen. Je kunt bijvoorbeeld iets zeggen als: 'Oh, ik heb nog nooit aan houtbewerking gedaan. Waar kun je als leek het beste mee beginnen?' Praat er niet doorheen als je gesprekspartner aan het woord is, en zorg ervoor dat je het niet alleen maar over je eigen hobby's hebt. Stel de ander om een goed wederzijds gesprek te creëren vragen over de dingen die hij of zij leuk vindt. 7. Begin over films, televisieprogramma's of boeken, voor een wat diepgaander gesprek over cultuur. Op het gebied van boeken, films of televisie heb je met bijna iedereen wel minstens één aanknopingspunt, dus maak eens een opmerking over iets wat je laatst gezien, gelezen of gehoord hebt en probeer erachter te komen waar je gesprekspartner belangstelling voor heeft. Vraag wat hij of zij de laatste tijd gezien of gehoord heeft, en wat daar leuk of interessant aan was. Als er iets is wat jullie allebei gehoord of gelezen hebben, voer daar dan een gesprek en houd het op gang door om de beurt jullie meningen te geven. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Heb jij de nieuwe Star Wars al gezien? Wat vond je van het einde?' Of je kunt zeggen: 'Naar wat voor muziek luister jij graag? Is er groep of artiest die je me aanraadt?' Blijf ook als je het niet met de mening van de ander eens bent positief en zeg iets als: 'Oh, zo had ik het nog nooit bekeken, maar ik snap je standpunt.' Op die manier blijf je de ander bij het gesprek betrekken en de ander niet het gevoel geven dat hij of zij iets verkeerds heeft gezegd of je beledigd heeft. Als je niet precies snapt waar het over gaat, vraag dan of je gesprekspartner kan uitleggen wat hij of zij precies bedoelt, zodat jullie elkaar beter kunnen begrijpen. Je kunt prima zeggen: 'Ik weet het eerlijk gezegd niet precies', als hij of zij het over iets heeft waar jij niet zo bekend mee bent. 8. Praat als je je voor de ander wilt openstellen over iets uit jullie verleden of toekomst. Als je je bij de ander op je gemak voelt kun je iets vragen naar zijn of haar verleden of over wat hij of zij graag zou willen doen in de toekomst. Vraag naar grappige dingen die hij of zij heeft meegemaakt, stel vragen over zijn of haar familie, of over bepaalde doelen die hij of zij heeft. Stel je open over je eigen ervaringen, zodat je ze kunt delen en een band met de ander kunt creëren. Je kunt bijvoorbeeld iets vragen als: 'Waar kom je oorspronkelijk vandaan? Vond je het daar leuk?' Of vraag bijvoorbeeld: 'Wat wilde jij vroeger worden?' Mensen die je pas hebt ontmoet kunnen het vreemd vinden als je meteen erg persoonlijke vragen stelt. Stel meer diepgaande vragen daarom alleen als jullie er duidelijk allebei geen probleem mee hebben om zulke vragen te beantwoorden. Probeer de ander nooit te slim af te zijn en probeer geen indruk op je gesprekspartner te maken. Als je dat wel doet is de kans groot dat de ander zich ongemakkelijk gaat voelen en het gesprek wil beëindigen. 9. Vraag je gesprekspartner naar zijn of haar mening over wat er op dat moment in het nieuws is, om hem of haar op een meer actieve manier bij het gesprek te betrekken. Houd de actuele onderwerpen bij in het nieuws en op sociale media en deel ze met je gesprekspartner. Probeer altijd minimaal één of twee gebeurtenissen van de afgelopen week bij de hand te hebben, zodat je daar een gesprek over kunt beginnen. Kijk hoe je gesprekspartner erop reageert en vraag wat hij of zij over het onderwerp denkt. Wees zelf ook voorbereid om over je mening te praten, mocht je gesprekspartner je ernaar vragen. Je kunt bijvoorbeeld iets zeggen als: 'Heb jij al gehoord over die nieuwe muziekapp? Ik zag het op het nieuws.' 10. Luister actief naar de andere persoon, zodat je kunt reageren op wat hij of zij zegt. Berg je telefoon op en richt je aandacht volledig op je gesprekspartner terwijl hij of zij aan het woord is. Maak oogcontact zodat de ander weet dat je op hem of haar let en actief aan het luisteren bent. Stel vragen op basis van wat de ander zegt, om hem of haar bij het gesprek betrokken te houden. Als je gesprekspartner uitgepraat is, herhaal dan kort iets wat hij of zij gezegd heeft, om te laten merken dat je hebt opgelet. Als hij of zij het bijvoorbeeld over het kopen van een nieuwe auto heeft gehad, kun je vragen: 'En, wat voor auto heb je nou uiteindelijk gekocht? Rijdt hij goed?' Probeer niet aan andere dingen te denken terwijl de ander aan het woord is, omdat je anders misschien niet op een natuurlijke manier op reageert als je gesprekspartner uitgepraat is. 11. Zeg om op een nieuw onderwerp over te gaan iets als: 'Dat doet me denken aan', om het gesprek vloeiend te houden. Als de ander iets noemt wat je aan iets doet denken dat daarmee te maken heeft, zeg dan iets als 'Dat doet me denken aan...' om jouw in te leiden. Op die manier kun je makkelijk en op een natuurlijke manier van onderwerp veranderen zonder het gesprek te onderbreken. Zorg ervoor dat de onderwerpen op de een of andere manier met elkaar te maken hebben, zodat het voor de andere persoon gemakkelijker is om met je mee te denken. Als je gesprekspartner bijvoorbeeld iets over het mooie weer zegt, kun jij iets zeggen als: 'Het doet me denken aan het prachtige weer in Hawaï toen ik daar was. Ben jij weleens in Hawaï geweest?' 12. Zeg om het gesprek spannend te houden dingen zodra ze in je hoofd opkomen. Als er tijdens een korte stilte in het gesprek ineens iets in je hoofd opkomt, zet het dan spontaan en vraag wat de ander ervan denkt. Onderbreek de ander alleen niet als je aan iets denkt terwijl hij of zij net aan het woord is, want dat is onbeleefd. Zorg er verder voor dat het geen onderwerp is waardoor de ander zich ongemakkelijk kan gaan voelen, anders wil hij of zij misschien niet verder met je praten. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: 'Ik herinner me net een grappig verhaal dat ik vanmorgen op internet heb gelezen. Wil je het horen?' Als je nog niet eerder met de persoon in kwestie gepraat hebt, kan het zijn dat hij of zij niet direct zin heeft om over zomaar elk willekeurig onderwerp te praten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-gesprek-beginnen-als-je-niets-hebt-om-over-te-praten", "language": "nl"}
Nep Jordans herkennen	Air Jordans worden vaak in buitenlandse fabrieken nagemaakt vanwege hun populariteit. Er zijn een paar details die je kunt controleren om te bevestigen dat je een authentiek paar hebt. Bestudeer de details van de doos en stel vast of het stijlnummer op de schoenen overeenkomt. Inspecteer de schoenen zelf op kwaliteit en voor Jordans specifieke details. Wanneer je Jordans online koopt, koop dan altijd van gevestigde verkopers die correcte foto’s en productdetails plaatsen. 1. Bestudeer de kwaliteit van de doos. Echte Jordans worden verpakt in een stevige doos. De deksel moet strak passen zonder openingen. Er staat een Air Jordan ‘Jumpman’ logo op de deksel en ook op de zijkant van de doos. De gedrukte kleuren op de verpakking moeten gelijkmatig en uniform zijn, zonder vervaagde plekken of extra kleuren. De textuur van de doos zelf is consequent. De dozen variëren in kleur en stijl afhankelijk van het jaar en het type Jordans, dus je moet misschien plaatjes zoeken op Google van hoe de huidige dozen er uitzien. 2. Controleer op spelfouten en imperfecte logo’s. Kijk of alle woorden op de doos juist gespeld zijn. Zorg dat het Jordan Jumpmanlogo compleet lijkt, zonder ongewoon uitziende verhoudingen of vervagingen. Alles op de doos moet op de juiste lijn staan, niets ongewoon of scheef. Als je niet bekend bent met het Jumpmanlogo, Google je het plaatje en kijk je of het logo op de doos precies hetzelfde is. 3. Zoek een productiesticker aan de buitenkant van de doos. Alle Air Jordan-dozen hebben een officiële productiesticker aan de zijkant. Controleer op de juiste stijlnaam van de schoen, de schoenmaat, kleurcombinatie en land van productie. De tekst moet er uniform uitzien en de woorden zijn regelmatig van elkaar geplaatst en juist gespeld. De sticker moet stevig op de doos zitten, zonder luchtbellen eronder. Hij moet er volledig en makkelijk te lezen uitzien. Nep Jordans hebben vaak een vervormde of scheve productiesticker. Als hij slordig geplaatst is of moeilijk te lezen, is dat een rode vlag. 4. Stel het 9-cijferige stijlnummer op de productiesticker vast. Alle Jordans hebben een stijlnummer op de sticker aan de buitenkant. In bijna alle gevallen is dat 9 cijfers lang. Check de Nikewebsite voor het stijlnummer van de schoenen die je wilt kopen en zorg dat het stijlnummer op de doos overeenkomt met wat je ziet op de website. Het stijlnummer staat meestal direct onder het land van productie op de sticker. 5. Kijk of het stijlnummer op het etiket hetzelfde is als dat op de doos. Vind het kleine etiket aan de binnenkant van de schoen. Alle informatie op de productiesticker moet ook op dit etiket staan. Zorg dat de informatie exact hetzelfde is als op de sticker op de doos, vooral het stijlnummer. Het stiksel op het etiket moet er uniform en netjes uitzien. Spelfouten op dit binnenste etiket zijn meestal altijd een aanwijzing voor onechte Jordans. 6. Bestudeer het etiket onder de tong. Jordans hebben een erg specifiek etiket onder de tong. Til de tong op en bekijk de onderkant. Je zou de woorden ‘greatest player ever’ daar geborduurd moeten zien. Het borduursel moet wit, makkelijk te lezen en professioneel uitziend zijn. 7. Controleer de afmetingen van het Jumpmanlogo. Controleer de details op het logo achter op de schoenen (of soms op de tong). Het logo moet strak en onaangetast zijn. Kijk naar de handen, basketbal en voeten om er zeker van te zijn dat alles de juiste afmetingen heeft. Niets mag vaag of uitgeveegd zijn. Nep Jordans kunnen een oneven of bobbelige Jumpman hebben, met slecht borduurwerk en ongewone afmetingen. 8. Inspecteer het detail rond de veters. De ruimte tussen de vetergaten moet regelmatig zijn. Alle vetergaten moeten dezelfde grootte en vorm hebben. Zorg dat ze allemaal stevig vastzitten met dezelfde mate van spanning. Nep Jordans hebben vaak vetergaten die losser zijn dan andere. 9. Zoek stiksel van hoge kwaliteit. Bekijk de schoenen zorgvuldig op net en professioneel uitziend stiksel. Alles moet op regelmatige afstand van elkaar zitten zonder onafgewerkte randen of rafelige draden. Het stiksel op de hiel is vaak een aanwijzing – als het er slecht afgewerkt of onregelmatig uitziet, moet je je afvragen of de schoen echt is. 10. Controleer op een middenzoolpunt. Dit is waar de stof van de zijkant overgaat in de voorkant van de schoen. Het is meestal van een andere stof en kleur dan het teengedeelte. Op echte Jordans zit het middenzoolpunt voor het onderste vetergat. Op nep Jordans zit het middenzoolpunt vaak op gelijke hoogte met het onderste vetergat. Bekijk de middenzooluiteindes. De ‘bergen’ van de vorm van de zool moeten scherpe punten hebben, niet gebogen randen. 11. Onderzoek de bekende colorways voor dit bepaalde type Jordans. Ga naar Footlocker.com of Nike’s eigen site voor de authentieke colorways. Colorways zijn kleurencombinaties die worden geüpdatet met iedere nieuwe stijl schoenen. Soms zijn er colorways voor speciale edities. Als een site of indviduele verkoper een colorway verkoopt die niet vermeld is op een site van een directe Nikeleverancier, is het een nagemaakt product. 12. Wantrouw alle nieuwe Air Jordans die verkocht worden voor minder dan $100 of €95. Veel van die schoenen zijn een limited edition en verkopen snel, dus voor een verkoper is er geen noodzaak om de prijs tot onder de winkelwaarde te verlagen. Het gebeurt zelden dat je Jordans vindt voor minder dan die prijs. Als het te mooi lijkt om waar te zijn, is dat meestal ook zo. 13. Kijk of de schoenen gemerkt zijn met ‘100% Authentic’. Als je online een paar bekijkt waarbij alleen ‘Authentic’ staat, moet je achterdochtig zijn. Koop geen Air Jordan schoenen die geadverteerd worden als ‘custom’, ‘sample’, of ‘variant’. Dit geeft aan dat ze niet in opdracht van Nike gemaakt zijn. Als je online naar Jordans kijkt en er staat geen stijlnummer bij, e-mail je de verkoper om daar naar te vragen. 14. Stel vast dat de juiste doos bij de schoenen zit. Nep Jordans worden vaak verkocht in dozen waarop details staan die niet bij de schoenen zelf passen. Echte dozen bevatten correcte colorwaybeschrijvingen en alle stijlnummers moeten overeenkomen. Als de schoenen waar je aan denkt helemaal geen doos hebben, wordt het niet aangeraden om ze te kopen. 15. Vermijd online aankopen tenzij de plaatjes duidelijk en gedetailleerd zijn. Als je online schoenen koopt, zorg dan dat er meerdere foto’s geplaatst zijn en je duidelijk de details in iedere foto kan zien. Als er geen foto van het binnenste etiket met het stijlnummer bijzit, e-mail je de verkoper om er eentje te vragen. Stockfoto’s van schoenen zijn meestal een rode vlag. De omschrijvingen moeten duidelijk zijn, niet vaag. Als de getoonde beelden extreem klein zijn, vraag je de verkoper om betere. Als ze niet aangeboden worden, koop je niet. 16. Vermijd om Air Jordans te kopen van een buitenlandse verkoper. Tenzij je zeker weet dat de verkoper authentiek is, doe je geen buitenlandse aankopen. Nike kan importeren uit zijn buitenlandse fabrieken, maar ze leveren uit grote centra in de Verenigde Staten en Europa. De meeste nep Jordans worden in Azië gemaakt, vooral in China. De kansen dat je nep Jordans koopt gaan aanzienlijk omhoog als de schoenen vanuit Azië worden verzonden. 17. Controleer feedback op de verkoper op sites als eBay. Zoek naar gevestigde verkopers met veel goede feedback. Vermijd om te kopen van verkopers die weinig of geen feedback van klanten hebben; hun waar is heel waarschijnlijk niet echt. Voordat je biedt op een paar Jordans doe je je huiswerk en verzeker je je ervan dat alle informatie en foto’s er goed uitzien. Vertrouw op je gevoel; als er iets aan de verkoop niet goed voelt, is het veiliger om het te vermijden en van iemand anders te kopen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Nep-Jordans-herkennen", "language": "nl"}
Afbeeldingen toevoegen in Android Studio	Dit artikel zal je de basistappen aanleren om een afbeelding toe te voegen in Android Studio op een pc. Android Studio is het officiële programma van Google om apps te ontwikkelen voor Android-apparaten. Hoewel dit niet echt noodzakelijk is om apps voor Android te ontwikkelen, brengt het programma een heleboel tools samen die het ontwikkelingsproces aanzienlijk makkelijker maken. 1. Start Android Studio op. Hierdoor wordt een pop-upvenster weergegeven met een lijst opties. Je kunt Android Studio vinden op je bureaublad of door te klikken op de Startknop en in de zoekbalk te zoeken naar 'Android Studio'. Het icoon van de app lijkt op een kompas in een groene cirkel. Als je Android Studio nog niet geïnstalleerd hebt, dan kun je het gratis downloaden door te gaan naar https://developer.android.com/studio#downloads en Download Android Studio te selecteren. Je kunt ook Downloadopties selecteren voor meer opties, zoals versies van het programma voor Mac of Linux. Ga akkoord met de voorwaarden om de download aan te vatten. Volg de instructies op het scherm om de installatie van het programma te voltooien. 2. Selecteer Start een nieuw Android Studio-project. Klik op Open een bestaand Android Studio-project om een project te bewerken waar je al mee bezig bent. Als je een nieuw project start: Begin door een type apparaat te selecteren door te klikken op een van de tabbladen bovenaan het pop-upvenster en selecteer daarna een type activiteit. Klik op 'Volgende' om verder te gaan. Geef je project een naam, kies een programmeertaal en indien nodig het minimale API-niveau. 3. Klik helemaal links in het venster op de naam van het project. 4. Selecteer de pijl naast de naam van het project en selecteer Android. 5. Breid het uitvouwmenu naast App uit. 6. Breid het uitvouwmenu naast res uit. 7. Klik op de map drawable. De gewenste map zal 'drawable' zijn binnen de map 'res'. 8. Versleep het afbeeldingsbestand naar de map drawable in Android Studio. Hierdoor zal een pop-upmenu verschijnen met de titel 'Verplaatsen'. Je kunt het afbeeldingsbestand ook kopiëren en plakken in de map 'drawable' in plaats van te verslepen en los te laten. Om het afbeeldingsbestand te vinden, klik je op het icoon van Verkenner op je taakbalk of op het Starticoon om te zoeken in Verkenner. Gebruik Verkenner om de map te vinden die de gewenste afbeelding bevat. 9. Selecteer OK in het pop-upvenster. Je kunt tweemaal controleren of het de juiste map betreft door te zoeken naar 'drawable'. 10. Dubbelklik op de naam van de afbeelding onder drawable. Nu heb je een afbeelding toegevoegd aan een project in Android Studio.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Afbeeldingen-toevoegen-in-Android-Studio", "language": "nl"}
Je buikspieren oprekken	Bij rekoefeningen worden de buikspieren vaak over het hoofd gezien. Het oprekken van je buikspieren is goed voor je houding en algemene flexibiliteit. Probeer statische rekoefeningen te doen, zoals de cobra-, kat- en koe-houding. Je kunt ook dynamische rekoefeningen doen, zoals de brug voor je bilspieren en zijwaarts buigen. Als je een oefenbal hebt, doe dan oefeningen waarbij je lichaam volledig wordt gestrekt, om je buikspieren te strekken. Om blessures te voorkomen doe je eerst een warming-up voordat je gaat strekken, blijf je de hele tijd gewoon ademhalen en zorg je dat je dezelfde spiergroep niet twee dagen achter elkaar intensief oprekt. 1. Doe de cobrahouding. Ga op de grond liggen met je handen onder je schouders. Houd je heupen op de grond terwijl je je bovenlichaam met je armen optilt, zodat je borstkas naar voren steekt en je naar voren kijkt. Houd dit 20 tot 30 seconden vol, keer terug naar de rustpositie en herhaal dit twee tot vier keer. Houd je armen licht gebogen bij de elleboog en probeer een bocht te maken met je hele wervelkolom, in plaats van alleen je onderrug te buigen. Om meer uit de rekoefening te halen strek je je armen volledig en til je je heupen een beetje van de grond, om in de 'opwaarts gerichte hond'-houding te komen. 2. Doe een staande rekoefening. Sta rechtop met je voeten op heupbreedte uit elkaar. Strek je armen zo ver mogelijk boven je hoofd. Leun achterover en buig je ruggengraat om je buik- en borstkas te openen. Houd dit 20 tot 30 seconden vol en herhaal twee tot vier keer. Zorg ervoor dat je je evenwicht niet verliest bij het achterover leunen. 3. Doe de 'kat' en 'koe'-rekoefeningen voor je buik- en buikspieren. Begin op handen en knieën, met je handen onder je schouders en je knieën onder je heupen. Schakel je buikspieren in om je ruggengraat naar het plafond te buigen als een boze kat die zijn rug kromt. Duw je kin naar je borst en houd deze houding 20 tot 30 seconden vol.P 4. Vergeet niet je schuine buikspieren op te rekken. Ga met je voeten op heupbreedte uit elkaar staan en je knieën licht gebogen, in plaats van op slot. Hef je linkerarm op en leg je rechterhand op je heup. Leun je bovenlichaam naar rechts en houd je heupen stil totdat je het voelt oprekken in je linkerzij, ofwel de spieren aan de linkerkant van je buik. Houd deze houding 20 tot 30 seconden vol en herhaal dit dan aan de andere kant. Doe twee tot vier extra herhalingen per zijde. 5. Doe een 'kronkelende krokodil'-rekoefening. Ga op je rug op een oefenmat of tapijt liggen. Houd je rechterbeen gestrekt en breng je linkerbeen omhoog. Buig de knie en plaats de linkervoet plat tegen de voorkant van je rechterenkel. Strek je armen naar de zijkanten. Kijk naar links en draai je heupen langzaam naar rechts. Houd deze houding vijf seconden vol en herhaal dit dan vijf keer aan elke kant. 6. Doe rekoefeningen voor de heupstrekkers. Stap met rechts naar voren in een lunge en laat je vervolgens langzaam zakken op je linkerknie. Houd je heupen ingetrokken en je bilspieren aangespannen terwijl je je lichaam laat zakken. Hef je linkerarm op en schuif je heupen vervolgens iets naar voren. Rek nog iets verder op door iets naar rechts te leunen. Houd dit 20 tot 30 seconden vol. Wissel van kant en herhaal de rek twee tot vier keer aan elke kant. 7. Doe 15 keer een brug na een buikspiertraining. Ga op je rug liggen met je armen langs je zij, gebogen knieën en je voeten plat op de grond. Span je bilspieren aan en til je heupen van de grond om een rechte diagonale lijn te vormen van je schouders naar je knieën. Houd de houding een tot twee seconden vol en laat je heupen dan langzaam weer zakken tot op de grond. 8. Buig zijwaarts terwijl je staat. Ga rechtop staan met je voeten op heupbreedte uit elkaar en je knieën licht gebogen. Plaats je linkerhand achter je hoofd en houd je rechterarm naast je zij. Trek je navel naar je ruggengraat toe en leun je bovenlichaam naar rechts terwijl je je rechterarm naar de grond toe laat zakken. Houd deze houding twee of drie seconden vol, keer langzaam terug naar een rustpositie en herhaal dit aan de andere kant. Doe 10 herhalingen aan elke kant. 9. Gebruik een oefenbal om je buikspieren te strekken. Ga op je rug op de oefenbal liggen, met gebogen knieën en ellebogen, en je handen bij je borst. Duw met je voeten naar achteren om je benen te strekken zetten terwijl je je armen boven je hoofd uitstrekt. Je lichaam moet een lange bocht over de bal maken en je hoort het goed te voelen oprekken over je buikspieren. Houd deze houding twee tot drie seconden vol en keer dan terug naar de beginpositie. Doe 10 tot 15 herhalingen. 10. Doe 5 tot 10 minuten een warming-up voor je gaat strekken. Een lichte opwarmactiviteit zorgt ervoor dat je bloed gaat pompen, het bereidt je spieren voor op het rekken en voorkomt blessures. Een stevige wandeling, licht joggen, jumping jacks en andere aërobe oefeningen zijn goede opwarmingsoefeningen. Het is ook goed om je op te rekken na een training. 11. Probeer niet te veren terwijl je je oprekt. Houd een rek stabiel vast in plaats van er in en uit te veren. Veren wanneer je rekt kan leiden tot verrekte spieren of ander letsel. 12. Haal gewoon adem terwijl je je oprekt. Houd nooit je adem in terwijl je je oprekt of een andere oefening doet. Adem in als je in een rekhouding beweegt, adem uit terwijl je je oprekt en adem dan weer in als je terugkeert naar je startpositie. 13. Rek een spiergroep een paar minuten op, twee tot drie keer per week. Het dagelijks intensief rekken van steeds dezelfde spiergroep levert een risico op letsel op. In plaats daarvan rek je elke dag een andere spiergroep. Streef ernaar om specifieke spieren twee tot drie minuten lang, twee tot drie dagen per week op te rekken. 14. Rek je op het werk regelmatig even uit. Op een stoel zitten en lange tijd repetitieve bewegingen maken is zwaar voor je lichaam. Je kunt misschien niet cobra-, kat- of koe-houdingen op kantoor doen, maar je kunt op het werk wel zijwaarts buigen tijdens een rekpauze. Omdat je waarschijnlijk niet de kans hebt om je op te warmen, moet je het rustig aan doen als je je op je werk gaat oprekken. 15. Raadpleeg je arts als je een blessure hebt. Veel mensen gaan ervan uit dat stretchen goed is als je pijn hebt of als je een verrekte spier hebt. Het oprekken van een beschadigde spier kan echter verdere schade veroorzaken. Je moet ook je arts raadplegen voordat je je gaat oprekken of gaat trainen als je een blessure hebt of een voorgeschiedenis van hart-, bot- of gewrichtsproblemen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-buikspieren-oprekken", "language": "nl"}
Gekrompen wol oprekken	De meeste mensen hebben wel eens ervaren dat een wollen kledingstuk na het wassen gekrompen was. Zelfs al is je wollen kledingstuk drastisch gekrompen, dan zijn er toch een paar manieren om de wol weer op te rekken en op de oorspronkelijke grootte te krijgen. Begin met het weken van het wollen kledingstuk in een bak warm water met wat babyshampoo of crèmespoeling erin, haal het eruit en rek de wol voorzichtig handmatig op, om het weer op zijn oorspronkelijke grootte te krijgen. In minder dan twintig minuten zou je kledingstuk weer zijn normale grootte moeten hebben en er zo goed als nieuw uit moeten zien. 1. Vul een bak of emmer met water. Zoek een schone bak of emmer en vul deze met genoeg lauw water om het gekrompen wollen kledingstuk er volledig in onder te kunnen dompelen. Je kunt ook een schone gootsteen gebruiken als je geen bak of emmer hebt waar het wollen kledingstuk in past. 2. Voeg wat crèmespoeling of babyshampoo toe aan het water. Voeg 60 á 80 ml crèmespoeling of babyshampoo toe aan het water. Roer met je handen de crèmespoeling of shampoo er goed doorheen. Zowel normale crèmespoeling als babyshampoo helpen de vezels van de wol te ontspannen en los te maken, zodat de wol kan worden opgerekt. 3. Leg de gekrompen wol in het water en laat het weken. Leg de gekrompen wol in het bad met de babyshampoo of crèmespoeling en laat het 10 tot 30 minuten weken. De wol moet volledig ondergedompeld zijn in het water. 4. Haal de wol uit het bad. Neem het wollen kledingstuk uit het bad en knijp voorzichtig het overtollige water eruit. Giet vervolgens de bak of emmer leeg in de gootsteen. Spoel de wol niet schoon met water, want door de babyshampoo of crèmespoeling in de vezels te laten, blijft de wol mooi soepel. 5. Rol de wol op in een handdoek. Leg een schone handdoek op een tafel of aanrecht en leg het natte kledingstuk erop. Rol de handdoek met het kledingstuk erin helemaal op. Rol vervolgens de handdoek weer uit en haal het wollen kledingstuk eraf. Door het rollen van de wol in de handdoek wordt overtollig water door de handdoek geabsorbeerd. 6. Rek de wol op, stukje bij beetje. Spreid een andere schone, droge handdoek uit en leg de gekrompen wol erop. Met je handen rek je de wol stukje bij beetje zachtjes uit. Je zult zien dat de wol elastischer is dan normaal. 7. Rek de wol uit van onder naar boven en van links naar rechts. Na het uitrekken van kleine gedeeltes van de wol, neem je de wol bij de onderkant en de bovenkant en trek je eraan. Herhaal dit proces, dit keer door aan de zijkanten te trekken. Ga hiermee door tot het wollen artikel weer op zijn oorspronkelijke grootte lijkt te zijn. 8. Laat de wol drogen. Zodra het wollen kledingstuk tot zijn oorspronkelijke grootte is uitgerekt, leg je het op een droge handdoek te drogen. Maak je geen zorgen dat je de shampoo of crèmespoeling niet hebt uitgewassen, want dit zal de wol niet beschadigen of de textuur aantasten. 9. Maak een azijn- en waterbad. Meng 1 deel witte azijn en 2 delen water in een schone emmer of in de gootsteen. Zorg dat er voldoende vloeistof is om het gekrompen wollen kledingstuk volledig onder te kunnen dompelen. 10. Laat het wollen item 25 minuten in de oplossing liggen. Doe de gekrompen wol in het azijn/waterbad en roer er met beide handen even doorheen. Laat de wol vervolgens ongeveer 25 minuten weken. 11. Haal de wol uit het bad. Neem na 25 minuten het wollen item uit het bad en knijp voorzichtig het overtollige water eruit. Leg het tussen twee droge handdoeken en pers er met je handen nog meer water uit. 12. Rek de wol uit met je handen. Gebruik je handen om telkens kleine delen van de gekrompen wol op te rekken tot je het hele kledingstuk hebt uitgerekt. Daarna rek je het kledingstuk van boven naar beneden en van links naar rechts uit, tot het weer de oorspronkelijke afmetingen heeft. 13. Hang de wol te drogen. Als de wol weer op zijn oorspronkelijke grootte is, droog je het wolproduct aan de lucht door het op te hangen aan een droogrek of waslijn. Na het drogen is je wollen kledingstuk weer zo goed als nieuw. 14. Maak je wollen item nat. Maak je wollen kledingstuk nat door het in water onder te dompelen of er lauw water overheen te laten stromen tot de wol verzadigd is, maar niet doorweekt. Het bevochtigen van de wol maakt de vezels losser, zodat je gemakkelijker kunt rekken. Gebruik deze manier van wol oprekken alleen als de andere twee methodes niet werkten, omdat de kans bestaat dat je de wol beschadigt. 15. Leg droge handdoeken neer. Leg twee droge badhanddoeken naast elkaar op een tafel of een andere vlakke ondergrond. Leg zware voorwerpen op de randen van de handdoeken of speld ze vast zodat ze niet kunnen verschuiven en volledig plat blijven liggen. 16. Rek de wol uit. Rek met je handen het wollen kledingstuk uit, werk in kleine delen en rek vervolgens het kledingstuk uit van boven naar beneden en van links naar rechts. 17. Maak de wol aan de handdoek vast met spelden. Speld de onderkant van het wollen item vast op de handdoek. Trek aan de bovenkant van het kledingstuk om het op te rekken en speld dan de bovenkant van het kledingstuk vast. Herhaal dit proces maar speld dit keer de zijkanten van het wollen kledingstuk aan de handdoek vast. Wees je ervan bewust dat het vastspelden van je kledingstuk het misschien kan beschadigen door het creëren van gaten in de wol. 18. Laat de wol drogen en maak de spelden los. Laat het wollen kledingstuk aan de handdoek vastgespeld zitten tot het droog is. Wanneer de wol helemaal droog is verwijder je voorzichtig de spelden. Het kledingstuk zal zijn uitgerekte vorm behouden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Gekrompen-wol-oprekken", "language": "nl"}
Je computer opschonen	Als je computer traag begint te worden, dan is het wellicht tijd voor een schone start. Het regelmatig schoonvegen en opnieuw installeren van je besturingssysteem houdt je computer veel langer soepel dan je zou verwachten. Hiermee kun je ongewenste bestanden verwijderen en ervoor zorgen dat de computer weer beter gaat presteren. Als je regelmatig een back-up maakt van je bestanden, dan hoeft het hele proces niet meer dan een uur te duren. 1. Zorg dat je beschikt over een Windows-installatieschijf of een USB-stick, of maak er een. De eenvoudigste manier om je computer schoon te vegen en opnieuw te beginnen is door het gebruik van een Windows-installatieschijf of een USB-stick. Hier moet dezelfde versie van Windows op staan die je momenteel hebt geïnstalleerd. Bijvoorbeeld, als je Windows 7 gebruikt dan heb je een Windows 7-installatieschijf nodig. Je kunt de schijf die is meegeleverd met je computer gebruiken, of kunt je er zelf een maken. De lege DVD of USB-stick heeft ten minste 4 GB aan opslagruimte nodig: Windows 7 – Gebruik je productcode om de ISO te downloaden van Microsoft. Download vervolgens de Windows DVD/USB Download Tool voor het maken van de installatie-DVD of USB , met behulp van het ISO-bestand dat je zojuist hebt gedownload Windows 8 – Ga naar de Microsoft Windows 8.1 downloadpagina en klik op Installatiemedia voor Windows maken. Draai het hulpprogramma en volg de aanwijzingen voor het downloaden en maken van een installatie-DVD of USB-stick. Windows 10 – Ga naar de Windows 10 downloadpagina en klik op Downloaden. Volg de aanwijzingen in de tool voor het downloaden van Windows 10-bestanden en maak een installatie-DVD of USB-stick. 2. Maak en back-up van de bestanden die je wilt bewaren. Wanneer je de computer schoonmaakt en Windows opnieuw installeert, dan worden alle bestanden van de schijf verwijderd. Zorg dat je belangrijke bestanden op een andere locatie opslaat, zoals op een externe harde schijf of in de cloud. Alle programma's zullen na het opnieuw installeren weer moeten worden geïnstalleerd. Lees het artikel over het maken van back-up van je gegevens voor instructies over het veilig stellen van je belangrijke bestanden. 3. Start de computer op van de installatieschijf of van een USB-stick. Nadat van alle belangrijke bestanden een back-up is gemaakt, ben je klaar om te beginnen met het opschonen en het opnieuw installeren van Windows. Je gaat je computer opstarten vanaf de installatieschijf of vanaf je harde schijf. Je zult je computer zo moeten instellen dat je vanaf de installatieschijf opstart, of vanaf de schijf die je net hebt gemaakt. Dit proces verschilt per computer, en of er Windows 7 of Windows 8 of later op staat (BIOS of UEFI). Windows 7 of eerder (BIOS) – Herstart je computer en druk op de BIOS, Setup of Boot-toets. Deze toets wordt op het scherm getoond wanneer je computer opstart (voor Windows wordt geladen). Veel gebruikte toetsen zijn F2, F10, F11 en Del. Open het opstartmenu en stel je DVD of USB-station in als primair opstartapparaat (primary boot device). Windows 8 of recenter (UEFI) - Open het Startmenu en klik met de rechtermuisknop op de Aan-/uitknop. Houd ⇧ Shift ingedrukt en klik op Opnieuw opstarten. Selecteer Probleem oplossen uit het menu dat verschijnt en daarna op Geavanceerde opties. Klik op de knop Instellingen van UEFI-firmware om het UEFI-menu te openen. De opstartsectie van dit menu biedt je de mogelijkheid om de opstartvolgorde te wijzigen, zodat je computer opstart vanaf het USB of DVD-station. 4. Begin het installatieproces. Druk op een willekeurige toets wanneer er gevraagd wordt om het Windows Setup-programma te laden. Het kan een aantal minuten duren voor alle benodigde bestanden zijn geladen. 5. Selecteer je taalopties. Voordat de installatie wordt gestart wordt je gevraagd om je taalvoorkeuren te selecteren. Klik na het maken van je keuze op Nu installeren om te beginnen met de installatie. 6. Voer je productcode in. Je zal worden gevraagd om je Windows-productcode wanneer je Windows 8 (of recenter) installeert. Als je Windows 7 installeert zal je worden gevraagd om de productcode nadat de installatie is voltooid. Je kunt deze stap overslaan als je de productsleutel op een later moment wilt invoeren. 7. Selecteer de Aangepaste installatieoptie. Hiermee kun je alle gegevens van je computer verwijderen en met een schone lei beginnen. 8. Selecteer het station waar Windows op is geïnstalleerd. Deze zal worden vermeld als Primair station en wordt meestal aangeduid met je Windows-versie. 9. Klik op de knop Stationsopties en daarna op Verwijderen. Dit zal de partitie verwijderen en daarmee ook alle gegevens van die partitie. Het zal worden omgezet in Niet-toegewezen ruimte. Je kunt dit herhalen voor alle andere partities die je wilt verwijderen en combineren in je hoofdpartitie. Alle gegevens op deze partities zal ook worden verwijderd. Klik op Uitbreiden om blokken niet-toegewezen ruimte te combineren tot één partitie. Je kunt je partitie ook opsplitsen in meerdere partities, als je wilt. Dit kan zinvol zijn voor de bestandsorganisatie. Selecteer de niet-toegewezen ruimte en klik op Nieuw om te nieuwe partities maken in de vrije ruimte. Zorg ervoor dat de partitie bedoeld voor de installatie van Windows minimaal 20 GB groot is. 10. Selecteer de partitie waar je Windows op wilt installeren en klik op Volgende. Dit zal het installatieproces van Windows beginnen. Het kopiëren en de installatie duurt ongeveer 20 minuten. 11. Maak je gebruikersaccount aan. Nadat je de bestanden hebt gekopieerd, wordt je gevraagd om je gebruikersaccount aan te maken. Dit account zal beheerdersbevoegdheden hebben. Je zal ook worden gevraagd om een naam voor de computer op te geven. Dit is de naam waarmee je computer op een netwerk wordt geïdentificeerd. 12. Voer je productcode (Windows 7) in. Als je Windows 7 installeert, dan wordt je gevraagd om je productcode in te voeren. Je kunt dit nu eerst overslaan, als je van plan bent om je code later in te voeren. 13. Kies de instellingen voor Windows Update. De meeste gebruikers kiezen voor de Aanbevolen opties om ervoor te zorgen dat alles up-to-date en veilig blijft. 14. Stel de datum en tijd in. Je computer zal de juiste datum en tijd automatisch selecteren, maar wellicht moet je handmatig aanpassingen doorvoeren. 15. Identificeer het type netwerk waarmee je bent verbonden. Kies het type netwerk dat het best overeenkomt met je omgeving. Dit zal van invloed zijn op de beveiliging van je netwerk en de instellingen voor delen. 16. Begin met het gebruiken van Windows. Na het selecteren van je netwerktype zal het Windows-bureaublad worden geopend. Heb je nog geen productcode ingevoerd, dan zal hier nu om worden gevraagd. 17. Maak een back-up van al je belangrijke bestanden. Wanneer je OS X opnieuw gaat installeren, worden alle bestanden verwijderd. Zorg ervoor dat je al je belangrijke documenten, foto's, video's en andere bestanden naar een veilige locatie kopieert, zoals een externe harde schijf of cloud-opslagdienst. Lees dit artikel voor instructies over het maken van een back-up van je belangrijke bestanden. 18. Herstart je computer en houd. ⌘ Command+R ingedrukt . Laat de toetsen weer los zodra je het Apple-logo ziet. 19. Selecteer het wifi-netwerk waar je verbinding mee wilt maken. Je kan worden gevraagd om het netwerk te selecteren waar je een verbinding mee wilt maken. Heb je geen wifi, maak dan een verbinding via Ethernet. Je hebt een internetverbinding nodig om OS X opnieuw te kunnen installeren. Je kunt ook op het wifi-pictogram in de rechterbovenhoek klikken en het netwerk selecteren dat je wilt gebruiken. 20. Open Schijfhulpprogramma in het Recovery-menu. Dit opent een nieuw venster met alle geïnstalleerde stations op je computer. 21. Selecteer je harde schijf en klik op Wissen. Je kunt de standaardinstellingen die worden weergegeven aanhouden en de schijf een nieuwe naam geven, als je dat wilt. Klik op Wissen om te bevestigen. Sluit het Schijfhulpprogramma zodra het wissen is voltooid, om terug te keren naar het Recovery-menu. 22. Selecteer OS X opnieuw installeren en klik op Doorgaan. Hiermee open je het installatieprogramma van OS X. Je krijgt een melding dat je computer door Apple zal worden geverifieerd. 23. Lees en accepteer de gebruiksrechtovereenkomst. Je zult moeten bevestigen dat je akkoord gaat met de licentievoorwaarden, om verder te kunnen gaan met de installatie. 24. Selecteer het station waar je OS X op wilt installeren. Kies het station dat je net hebt gewist in Schijfhulpprogramma. 25. Voer je Apple-ID in. Je zal worden gevraagd om je Apple-ID in te voeren, zodat gecontroleerd kan worden of jij de eigenaar bent van de licentie voor je besturingssysteem. 26. Wacht tot de bestanden zijn gedownload. Het installatieprogramma zal beginnen met het downloaden van de bestanden die nodig zijn om OS X te installeren. Hoelang dit duurt hangt af van de snelheid van je internetverbinding. 27. Selecteer je regio en toetsenbord. Deze horen automatisch correct te worden ingesteld. 28. Maak een verbinding met je netwerk. Selecteer je draadloze netwerk en voer het wachtwoord in om een verbinding te kunnen maken. Als je via Ethernet bent verbonden, dan wordt je niet gevraagd om een netwerk te selecteren. 29. Kies de manier van het overzetten van informatie. Je kunt een Time Machine back-up terugzetten of bestanden terugzetten vanaf een Windows-PC. Als je een van deze kiest, volg dan de aanwijzingen om de bestanden over te zetten. Als je schoon wilt beginnen, selecteer dan Nu geen gegevens verzenden. 30. Meld je aan met je Apple-ID. Dit geeft je toegang tot de Mac Store en je iTunes-aankopen. 31. Maak een account aan. Standaard zal OS X je Apple-ID gebruiken als je computeraccount. Je kunt in plaats daarvan ook een lokale account maken. 32. Rond de setup af. Je zult eerst nog een paar secundaire setup-schermen moeten doorlopen, voordat je een schoon en nieuw bureaublad te zien krijgt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-computer-opschonen", "language": "nl"}
Textiel schilderen	Textiel schilderen is een geweldige manier om oude T-shirts, saaie stoffering, of een andere fletse stof nieuw leven in te blazen. Je meester maken van het textiel schilderen stelt je in staat om zelf mode- of interieurontwerper te worden, doordat je je eigen ideeën tot leven kunt brengen. Leer om een design te ontwikkelen, die over te tekenen op welke stof dan ook, en te beginnen met schilderen. 1. Kies je stof. Wasbare natuurlijke stoffen, en stoffen van half katoen en half polyester werken hier het beste voor. 2. Was de stof om ongewenste krimp na het beschilderen te voorkomen. Gebruik alleen gewoon wasmiddel, en gebruik geen wasverzachter. 3. Leg een barrière tussen de voor- en achterlaag van de stof. Je kunt hier ook groot klembord, en stuk karton, of wat waspapier voor gebruiken. Zo voorkom je dat de kleur uitloopt naar de andere kant. 4. Speld de stof vast met veiligheidsspelden, of naaispelden. Zet in elke hoek een speld om te voorkomen dat het materiaal verschuift. 5. Kies textielverf uit een flesje om nauwkeurige, getextureerde lijnen te zetten. Houd het flesje vast als een potlood, en knijp voorzichtig om de verf eruit te krijgen. Zorg ervoor dat het flesje direct in aanraking komt met de stof, zodat de verf zich aan het oppervlak van de stof hecht. 6. Je kunt er anders ook voor kiezen om textielverf te kopen die je met een penseel aan kunt brengen. Dit type verf stelt je in staat om de kleuren te mengen en aan te passen voordat je die op de stof aanbrengt. 7. Kies je penseel aan de hand van het effect dat je wilt creëren. Met platte penselen kun je nette lijnen trekken, en grotere vlakken invullen. Kleinere, ronde penselen zijn ideaal om lange penseelstreken mee te maken. Tamponneerkwasten zijn taps toelopende penselen die uitstekend geschikt zijn om kleuren mee te vermengen, en korte, ruwe streken mee te zetten. 8. Teken het gewenste ontwerp met een potlood op een vel papier. Het is handig om de verschillende kleurcombinaties eerst op dit velletje te proberen voordat je het op de stof over zet. 9. Gebruik een potlood of pen met uitwisbare inkt om het ontwerp over te zetten naar de stof. Voor donkere stoffen kun je hier een wit krijtpotlood voor gebruiken. Als je een precies, vooraf gemaakt patroon of een afbeelding wilt overzetten, gebruik dan een sjabloon. Plak het sjabloon vast met schilderstape om te voorkomen dat het beweegt. Je kunt ook uit de vrije hand tekenen op je stof, totdat je zelfverzekerd genoeg bent dat het je zal lukken. 10. Stap over naar het schildergerei van jouw keuze, en schilder de afbeelding die je daarnet overgetrokken hebt. Zorg ervoor dat je de lijntjes overtrekt, zodat die niet meer te zien zijn. 11. Om een aquarel-look te creëren kun je de verf met water verdunnen tot die net zo dun is als gewone inkt. Dep een relatief dun penseel in het mengsel, en schilder de streken horizontaal. Spuit met een plantenspuit voorzichtig wat water op het oppervlak na het schilderen. Zo kunnen de penseelstreken wat uitlopen, en kunnen de kleuren zich een beetje vermengen. Als de verf te veel of te snel begint uit te lopen, pak er dan een föhn bij om de plek droog te maken. Zo roep je het uitlopen een halt toe. 12. Om een sjabloon te airbrushen kun je textielspuitverf kopen. Textielspuitverf droogt sneller dan andere soorten textielverf, en stelt je in staat om op eenvoudige wijze ingewikkelde sjablonen te vullen. 13. Om textuur aan te brengen kun je een kammetje gebruiken. Je kunt variatie aanbrengen en diepte creëren door met het kammetje verf op kleine stukjes aan te brengen. Pas alleen wel op dat je geen ongewenste kleuren met elkaar vermengt. 14. Als je klaar bent met je ontwerp, laat de verf dan 24 uur drogen; was de stof de eerste 72 uur na het schilderen niet. 15. Laat je stof schitteren met glitter. Strooi de glitters gewoon op de verf als die nog nat is. Sta de verf toe om volledig op te drogen. 16. Voeg driedimensionale versieringen toe, zoals knoopjes en steentjes. Hecht deze aan de stof door een klein kloddertje textielverf te gebruiken dat dezelfde kleur heeft als de versiering. Als de verf niet sterk genoeg lijkt, probeer dan textiellijm. 17. Knip met een schaar een ontwerp een spons, en dep deze voorzichtig in de textielverf. Druk de spons recht en stevig op de stof.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Textiel-schilderen", "language": "nl"}
Controleren of je weegschaal de correcte waarde aangeeft	Een weegschaal is handig wanneer je af wilt vallen. Een personenweegschaal is nodig voor het bijhouden van je gewichtsverlies en keukenweegschalen zijn nuttig voor het afmeten van hoeveelheden voor recepten en porties. Wil je een duidelijk beeld van hoe het gaat met het afvallen, dan moet je kunnen rekenen op de juistheid van je weegschalen. Volg een paar eenvoudige stappen om de juistheid van je weegschalen te controleren. 1. Bepaal het nulpunt van de weegschaal. Soms moet een weegschaal op het nulpunt worden gezet om nauwkeurig te zijn. Dit kan op twee manieren worden gedaan, afhankelijk van de weegschaal die je hebt. Heb je een analoge weegschaal, druk dan met je hand op de weegschaal en vervolgens weer omhoog. De wijzer moet op nul worden gezet. Als dit niet gebeurt, draai dan aan het wiel (meestal aan de onderkant van de weegschaal of in de buurt van de wijzerplaat) om de weegschaal op nul te zetten terwijl die in rust is. Test de weegschaal opnieuw om er zeker van te zijn dat de wijzer goed staat. Heb je een digitale weegschaal, volg dan dezelfde procedure als bij een analoge weegschaal, behalve dat het ijken dan met een digitale knop gebeurt in plaats van met een draaiknopje. 2. Weeg een bekend object. Een manier om de juistheid van je badkamerweegschaal te controleren is door iets waarvan je het gewicht al kent te wegen. Het moet zwaar genoeg zijn om geregistreerd te kunnen worden door je weegschaal, maar klein genoeg dat je het naar de weegschaal kunt dragen. Probeer iets als een nieuwe, ongeopende zak bloem of suiker. Deze zijn meestal 500 gram tot een kilo en hebben een redelijk constant gewicht. Het gewicht van het papier of de plastic zak van de verpakking zou voor het totale gewicht niet veel uit mogen maken. Als de bloem of suiker in een zware zak of metalen bak wordt verkocht, dan krijg je geen nauwkeurige meetwaarde en moet je een ander object proberen. Je kunt ook haltergewichten gebruiken. Het gewicht van deze schijven staat op de zijkant geschreven. Test of deze het gewicht hebben dat erop staat. 3. Weeg iets meerdere keren. Een andere manier waarop een weegschaal mogelijk onnauwkeurig is, is bij meerdere keren wegen. Neem iets waarvan het gewicht bekend is, zoals een handhalter of een zak suiker. Plaats deze op de weegschaal en noteer het gewicht. Haal het object er weer af en laat de weegschaal terugkeren naar nul. Plaats het object weer op de weegschaal. Let wederom op het gewicht. Herhaal dit minstens vijf keer, om er zeker van te zijn dat de weegschaal constant hetzelfde gewicht aangeeft bij meerdere keren wegen. Je kunt het object vaker wegen als je inconsistente resultaten krijgt. Zorg ervoor dat je het object een oneven aantal keer weegt, zodat de resultaten duidelijk zijn. 4. Weeg twee objecten samen. Een andere manier om te controleren of de weegschaal correct werkt is door het gewicht van twee objecten samen te wegen. Meestal is dit zwaarder, wat helpt om de weegschaal te testen bij een grotere belasting. Het zal ook de nauwkeurigheid van de weegschaal testen met een ongelijke gewichtsverdeling, wat handig kan zijn wanneer je jezelf weegt, omdat je niet altijd volledig in balans bent als je op een weegschaal staat. Plaats een object op de weegschaal. Noteer het gewicht. Haal het ervan af en laat de weegschaal terug naar nul gaan. Plaats een ander object op de weegschaal en noteer het gewicht. Haal die van de weegschaal en laat hem terugkeren naar nul. Plaats nu de twee objecten samen op de weegschaal. Noteer het gecombineerde gewicht. Tel het eerder gemeten gewicht van de afzonderlijke objecten bij elkaar op en bekijk of dit overeenkomt met het gewicht zoals aangegeven door de weegschaal. Als dit met elkaar overeenkomt, dan is de weegschaal nauwkeurig. Is dit niet het geval, probeer het dan opnieuw en ga na of de afwijking gelijk blijft. Zo ja, dan kan het zijn dat je weegschaal altijd dezelfde afwijking aangeeft. 5. Weeg jezelf terwijl je iets vasthoudt. Je kunt ook alleen op de weegschaal gaan staan, je gewicht noteren en vervolgens weer op de weegschaal gaan staan terwijl je iets vasthoudt met een bekend gewicht, zoals een halter van 2,5 kilo of een zak meel van een kilo. Vervolgens ga je na of het gewicht met die exacte hoeveelheid omhoog gaat. Als dat zo is, dan is de weegschaal nauwkeurig. Bijvoorbeeld: als je op de weegschaal gaat staan en deze geeft 75 kilo aan, dan moet de weegschaal 80 kilo aangeven wanneer je een halter van 5 kilo vasthoudt. 6. Plaats de weegschaal op een andere ondergrond. Een weegschaal kan worden beïnvloed door het oppervlak waar hij op staat. Het beste oppervlak voor een weegschaal is een harde ondergrond zoals een vlakke vloer van de badkamer of keuken. Het kan te veel meeveren door tapijt of andere zachte oppervlakken, waardoor de weegschaal uit balans raakt en onnauwkeurige meetwaarden geeft. Weeg jezelf of iets anders op je weegschaal in de huidige locatie. Verplaats de weegschaal vervolgens naar een andere, meer stabiele locatie. Weeg hetzelfde object nogmaals. Het object moet hetzelfde wegen. Als dit niet zo is, dan geeft een van de locaties een onnauwkeurige meetwaarde aan. Doe een test met een bekend gewicht om te zien welke locatie nauwkeuriger is. Probeer de weegschaal altijd op dezelfde plek te laten staan. Op deze manier zou je elke dag dezelfde foutmarge moeten krijgen, ook al is die maar klein. Dit betekent dat elk gewicht dat je erbij krijgt of dat je verliest klopt, ondanks het feit dat het gewicht dat wordt aangegeven niet exact juist is, omdat het beginpunt steeds hetzelfde is. 7. Leer waarom accuraatheid ertoe doet. Keukenweegschalen wegen stoffen in een veel kleiner bereik dan personenweegschalen. De nauwkeurigheid ervan is voor het afvallen echter nog steeds belangrijk. Voedsel afwegen is een integraal onderdeel van veel dieetplannen en kunnen helpen bij het inzichtelijker maken van je calorie-inname. Omdat het eten dat je weegt op een keukenweegschaal zo licht is, kan het moeilijk zijn om de nauwkeurigheid ervan te meten. Een keukenweegschaal is uiteraard ook zeer handig voor recepten en koken. 8. IJk de weegschaal. Om er zeker van te zijn dat je digitale keukenweegschaal bij nul begint, moet je hem ijken. Hierdoor kun je erachter komen of de weegschaal wel of niet bij nul begint. Zet de weegschaal aan. Die hoort bij nul te beginnen. Als dit niet gebeurt, druk dan zachtjes naar beneden op de schaal. Laat los en let op of de cijfers terugkeren naar nul. Gebeurt dit niet, druk dan op de 'Tarra'-knop op de weegschaal. Dit gaat uit van de huidige status van de machine en stelt de nulwaarde vast. Om te testen of het ijken is gelukt, neem je een gewicht, zoals een appel, en plaats je deze op de weegschaal. Zodra de weegschaal het gewicht heeft gevonden, noteer je het gewicht en vervolgens druk je op de tarra-knop om de weegschaal op nul te zetten. Zodra dit tot rust is gekomen, til je het object uit de weegschaal. Het getal dat blijft staan is negatief, en moet overeenkomen met het gewicht dat je eerder hebt gemeten. 9. Verzamel wat wisselgeld. Nu je weet dat de weegschaal in balans is, moet je de mate waarin het kan wegen controleren. Sommige van de kleinste en eenvoudigste dingen om te wegen zijn munten. Elke munt heeft een soortelijk gewicht en is erg klein, wat helpt om de nauwkeurigheid van kleine gewichten te controleren. Verzamel een paar centen, een paar stuivers en een paar dubbeltjes. Hiermee kun je erachter komen hoe nauwkeurig je apparaat is, afhankelijk van hoe specifiek je meet. Probeer nieuwere muntjes te vinden, indien mogelijk. Oudere munten kunnen na verloop van tijd aangetast zijn en niet meer het juiste gewicht hebben. 10. Test een weegschaal die afrond tot op de dichtstbijzijnde gram. Als je keukenweegschaal afrond tot op de dichtstbijzijnde gram, dan moet je de 20 cent gebruiken. Elke 20 cent weegt vijf (5,74) gram. Zet je weegschaal aan en zorg ervoor dat die op nul staat. Leg een 20 cent-munt op de weegschaal en noteer het gewicht. Leg nog een 20 cent-munt op de weegschaal en noteer het nieuwe gewicht. Leg nog een 20 cent-munt op de schaal en noteer het gewicht. Als je weegschaal nauwkeurig is, hoort het gewicht elke keer met 5 g te zijn gestegen. Is dit niet het geval, probeer het dan met een andere munt van 20 cent dan degene die het verkeerde gewicht heeft gegeven. De munt kan ouder en aangetast zijn. Klopt het gewicht nog steeds niet, dan klopt de weegschaal waarschijnlijk niet. 11. Controleer een weegschaal die weegt tot op tienden van een gram. Sommige weegschalen zijn zo nauwkeurig dat ze hoeveelheden kunnen meten zo klein als een tiende van een gram. Als je een dergelijke weegschaal hebt, gebruik dan de centen om de juistheid te controleren, omdat die 2,3 gram per stuk wegen. Zet de weegschaal aan en zorg ervoor dat die op nul staat. Leg een cent op de schaal en noteer het gewicht. Leg er nog twee centen bij, en noteer het toenemend gewicht. De gewichten moeten 2,3 g, 4,6 g en 6,9 g zijn. Als het gemeten gewicht niet klopt, probeer dan een andere cent dan degene die het verkeerd gewicht heeft gegeven. Als het gewicht nog steeds niet klopt, dan is je weegschaal waarschijnlijk onjuist. 12. Doe een test op een precisieweegschaal. Er zijn enkele keukenweegschalen die extra nauwkeurig zijn en meten tot op een honderdste van een gram. Voor deze apparaten gebruik je weer een munt van 20 cent, want die weegt 5,74 g. Plaats de munt op de schaal en controleer het gewicht. Leg er nog een bij en controleer het gewicht. Twee moet genoeg zijn voor deze weegschaal, aangezien alle drie significante cijfers afgelezen kunnen worden voor beide gewichten. De gewichten horen 5,74 g en 11,48 g te zijn. Is dat niet het geval, dan geeft je weegschaal het waarschijnlijk onjuist aan.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Controleren-of-je-weegschaal-de-correcte-waarde-aangeeft", "language": "nl"}
Een zip‐bestand uitpakken	Een zip-bestand bevat meerdere bestanden die worden samengevoegd in een enkel bestandspakket. Zip-bestanden worden meestal gebruikt om bijlagen voor e-mails te maken, of voor downloads op internet. In dit artikel leren we je hoe je zip-bestanden weer uitpakt. 1. Dubbelklik op het zip-bestand. Windows XP en nieuwere versies van Windows bevatten een ingebouwd uitpakprogramma. Door op het zip-bestand te dubbelklikken wordt automatisch het ingebouwde programma geactiveerd. Je kunt ook met je rechtermuisknop klikken op het gezipte bestand en 'Alles uitpakken' selecteren.. Oudere Windowsversies dan Windows XP hebben het ingebouwde programma niet. In dat geval moet je software downloaden om bestanden uit te pakken, zoals WinZip. Ga naar de WinZip-sectie voor meer informatie hierover. Je kunt met je rechtermuisknop ook een ander programma dan het standaardprogramma kiezen om het bestand te openen. Selecteer dan eerst 'Openen met' en vervolgens het gewenste programma. 2. Selecteer de map waar de bestanden moeten komen. Selecteer nu de locatie waar de uitgepakte bestanden moeten komen te staan.. 3. Klik op 'Uitpakken'. Als je de bestanden en de locatie hebt geselecteerd kun je op de knop 'Uitpakken' klikken. 4. Zoek je bestanden. Ga naar de map die je hebt geselecteerd voor het uitpakken om je uitgepakte bestanden te vinden. 5. Dubbelklik op het zip-bestand. Je Mac bevat een ingebouwd uitpakprogramma, door op het zip-bestand te dubbelklikken wordt automatisch het ingebouwde programma geactiveerd. Je kunt een ander programma kiezen dan het standaardprogramma door te klikken op het zip-bestand terwijl je de Control-knop ingedrukt houdt. Nu verschijnt een menu, klik hier op 'Open met' en kies vervolgens het gewenste programma. 6. Zoek je bestanden. Als je het standaardprogramma van je Mac hebt gebruikt om het bestand uit te pakken zullen de uitgepakte bestanden in dezelfde map staan als het zip-bestand. Als er meer dan een bestand aanwezig is zullen ze opeenvolgend genummerd worden: bv. mapnaam1, mapnaam2 enz. 7. Download en installeer WinZip. Ga naar WinZip.com en download de WinZip-software. Installeer de WinZip-software. 8. Open WinZip. Dubbelklik op het icoontje van WinZip. Ga akkoord met de algemene voorwaarden van WinZip. 9. Selecteer je bestanden. Selecteer vanuit WinZip alle zip-bestanden die je wilt uitpakken. 10. Druk bovenaan het venster op de knop 'Unzip'. Er verschijnt een nieuw venster, kies hier de map waar je de uitgepakte bestanden wilt plaatsen, en druk vervolgens op 'unzip'. 11. Zoek je bestanden. Ga naar de gekozen locatie om je uitgepakte bestanden te vinden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-zip%E2%80%90bestand-uitpakken", "language": "nl"}
Leer minder glanzend maken	Leer gaat jaren mee, en hoe ouder het wordt, hoe meer karakter het krijgt! Helaas kunnen nieuwe leren producten er soms te glanzend of zelfs goedkoop uitzien. Je kunt proberen het leer te wassen en te dragen, om het op een subtiele, geleidelijke manier te vervagen. Als je je leer doffer wilt maken, probeer dan een chemische oplossing. Voor een nog verweerder uiterlijk kun je ook technieken proberen die het leer afschuren. 1. Reinig het leer Het reinigen van je leer kan voldoende zijn om oliën of was te verwijderen die het leer er glanzend doen uitzien. Je kunt wat zeepsop maken met een beetje afwasmiddel in een halve liter water, om het leer te reinigen. Dompel een zachte handdoek of doek in het sop en veeg dan het leer af. Dompel dan een nieuwe doek in gedestilleerd water en veeg het voorwerp opnieuw af. Droog het leer met een zachte, droge handdoek of zeem. Je kunt ook een reinigingsproduct voor leer aanschaffen als je dat wilt. Zoek naar een reinigingsproduct voor leer dat een matte afwerking achterlaat, om het leer een dof uiterlijk te geven. Het kan ook voldoende zijn om het leer te bevochtigen met gewoon water om het een doffer uiterlijk te geven. Maak een washandje vochtig met water en veeg het over het oppervlak van het leren voorwerp, om het meteen dof te maken. 2. Maak een leren jas minder glanzend door het te wassen en te drogen. Doe de leren jas in de wasmachine (zonder ander wasgoed) en gebruik een eetlepel wasmiddel. Laat de wasmachine draaien op het zachte wasprogramma met koud water. Wring het jasje uit als het klaar is met wassen, want de wasmachine kan niet al het overtollige water eruit halen. Doe de jas daarna in de wasdroger en laat de jas op een matige temperatuur draaien tot hij droog is. Hiermee zou je af moeten komen van eventuele rimpels in het leer. Je moet het proces misschien herhalen voor het gewenste resultaat, vooral als het leren kledingstuk net nieuw is. Je leren jas kan krimpen in de droger. Wil je dit niet, zet de temperatuurstand van de wasdroger dan op koud. 3. Draag je leren jasje vaak om ervoor te zorgen dat hij er na verloop van tijd gedragen uitziet. Een andere makkelijke, langzame manier om leer doffer te maken is door het kledingstuk vaak te dragen of te gebruiken. Leer zal er in de loop der jaren steeds doffer en meer afgedragen uit gaan zien. Versnel dit langzame verouderingsproces door je de leren kledingstukken zo vaak mogelijk te dragen of gebruiken. Je kunt ook proberen het leren kledingstuk buiten te dragen op een regenachtige of besneeuwde dag, om het nat te krijgen. Als je een leren jas of leren schoenen hebt die je doffer wilt maken, leen ze dan eventueel uit aan familie (of vrienden, als je dat vertrouwt), om het proces te versnellen. 4. Gebruik een product voor het verwijderen van waslaagje, om hoogglans tegen te gaan. Hoogglans is een sterk glanzende afwerking van leder. Het is een gebruikelijke afwerking op lakschoenen. Als je een paar schoenen of een ander leren voorwerp hebt met hoogglans, dan moet je misschien een speciaal product kopen om de was te verwijderen. Koop een fles wasverwijderaar voor leer in de schoenenafdeling van een winkel of online. Breng het product aan op een vod of zachte doek en veeg het over het oppervlak van het leer. Blijf aanbrengen en veeg het oppervlak af totdat de glanslaag volledig is verdwenen. Hoogglans kan moeilijk te verwijderen zijn. Druk hard terwijl je het oppervlak van het leren voorwerp afveegt. 5. Besproei het item met wrijfalcohol om een doffe, verweerde look te creëren. Vul een leeg spuitflesje ongeveer 1/4 tot halfvol met wrijfalcohol. Spuit vervolgens een lichte laag alcohol over het hele leren voorwerp. Breng voldoende alcohol aan zodat het item vochtig is, maar niet doordrenkt. Laat de alcohol volledig drogen om je leer een doffe, verweerde look te geven. Je kunt ook een tandenborstel gedrenkt in alcohol gebruiken om het aan te brengen op moeilijk bereikbare plaatsen. Alcohol droogt snel, dus je zou het effect binnen vijf minuten na het aanbrengen van het product moeten merken. 6. Breng aceton nagellakverwijderaar aan om kleur en glans te verwijderen. Aceton nagellakverwijderaar kan je leer bleken of zelfs volledig ontkleuren. Doe een kleine hoeveelheid aceton nagellakverwijderaar op een wattenstaafje of zachte doek en wrijf ermee over de vlekken die je wilt bleken. Focus op gebieden die van nature als eerste vervagen, zoals de onderste hoeken van tassen of de elleboogvouwen van jassen. Afhankelijk van de kwaliteit en de kleur van de kleurstof zal deze techniek anders werken,. Het is mogelijk dat je de kleur van een donker leren voorwerp niet volledig kunt verwijderen. Chemische methoden om je leer dof te maken kunnen het beschadigen en verkleuren, dus test het eerst. Breng de oplossing aan op een onopvallend gebied van het leer, voordat je het hele item behandelt. 7. Veeg het leer af met een ruwe reinigingsdoek om de glans te verzachten. Koop een container met reinigingsdoekjes die bedoeld zijn voor het reinigen van aanrechten en andere harde oppervlakken. Veeg vervolgens het leer af om de glans te vervagen. Droog het leer met een zachte handdoek of zeem nadat je klaar bent. Mogelijk moet je dit nog 1-2 keer herhalen om het gewenste effect te krijgen. Je kunt ruwe reinigingsdoeken vinden in de sectie reinigingsbenodigdheden van een kruidenierswinkel. Zoek er een met het label 'textuur', 'schurend' of 'schrobben' draagt. 8. Wrijf leer met staalwol of schuurpapier (korrel 220) voor een versleten uiterlijk. Hoe langer je je leer hebt, hoe meer krassen erop komen. Om nieuw leer een dergelijk uiterlijk te geven, wrijf je het voorzichtig in met staalwol of schuurpapier (korrel 220). Beweeg heen en weer om het leer te wrijven (in plaats van in cirkels), omdat dit meer natuurlijk ogende krassen oplevert. Schuurpapier is mogelijk te grof voor bepaald type leer. Probeer het eerst met staalwol en ga dan verder met schuurpapier waar nodig. Je kunt grover schuurpapier kiezen als je diepere krassen wilt maken. 9. Gebruik een staalborstel als je natuurlijk versleten plekken wilt creëren. Wrijf een staalborstel heen en weer en maak cirkelvormige bewegingen op de plek van het leren voorwerp dat je wilt verouderen. Werk langzaam en kijk in hoeverre het leer er verweerd uit gaat zien. Wrijf niet te veel over een plek, anders kun je het leer per ongeluk perforeren. Bij schoenen en laarzen bewerk je vooral het bovenste deel van de teen. Bij tassen schuur je de onderste hoeken bij. Bij jassen bewerk je vooral de elleboogplooien. Je kunt ook een leren voorwerp opruwen met een ander ruw voorwerp, zoals puimsteen of een ruwe steen. Weet dat het gebruik van schuurmethoden om leer ruwer te maken het leer kan beschadigen. Test de techniek op een onopvallende plek van het voorwerp, voordat je de rest van het leer behandelt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Leer-minder-glanzend-maken", "language": "nl"}
Weten of je een verstuikte enkel hebt	Een verstuiking van de enkel is een van de meest voorkomende blessures. Dit is het uitrekken of scheuren van de gewrichtsbanden die de enkels ondersteunen. Verstuikingen treden meestal op in de gewrichtsband ATF (anterior talofibular), omdat deze langs de buitenkant van de enkel loopt. De buitenste gewrichtsbanden zijn niet zo sterk als de binnenste gewrichtsbanden. Door de natuurkundige krachten, de zwaartekracht en ons eigen lichaamsgewicht, rekken we de gewrichtsband op tot buiten de normale capaciteit. Dit zorgt voor scheurtjes in de gewrichtsband en de omliggende kleine bloedvaten. Een verstuiking is als een elastiekje waar te hard aan getrokken is en die te ver is uitgerekt, wat scheurtjes veroorzaakt langs het oppervlak, dat vervolgens onstabiel wordt. 1. Probeer je te herinneren wanneer je geblesseerd bent geraakt. Probeer na te gaan wat er is gebeurd op het moment dat je geblesseerd raakte. Dit kan moeilijk zijn, vooral als je veel pijn ervaart. Je ervaring op het moment van het letsel kan evenwel aanwijzingen opleveren. Hoe snel bewoog je? Als je op een zeer hoge snelheid bewoog (b.v., skiën of hardlopen op topsnelheid), dan is de kans aanwezig dat je een botbreuk hebt opgelopen. Dit vergt professionele medische aandacht. Een blessure als gevolg van een lagere snelheid (bijv. het verzwikken van je enkel tijdens het joggen of wandelen) is waarschijnlijk een verstuiking die vanzelf en met de juiste zorg kan genezen. Voelde het alsof er iets scheurde? Dit is bij een verstuiking vaak het geval. Klonk het alsof er iets knalde of knapte? Dit kan zich ook voordoen bij een verstuiking. Het is ook gebruikelijk bij een botbreuk. 2. Let op een zwelling. In het geval van een verstuiking zal je enkel opzwellen, meestal onmiddelijk. Zet je enkels naast elkaar om te vergelijken of de geblesseerde enkel groter lijkt. Pijn en zwellingen zullen zich meestal voordoen bij een verstuikte enkel of een botbreuk. Vervorming van de voet of enkel en ondraaglijke pijn duiden meestal op een enkelfractuur. Zorg ervoor dat je krukken gebruikt en ga onmiddellijk naar je arts. 3. Let op kneuzingen. Een verstuiking veroorzaakt ook vaak kneuzen. Onderzoek de enkel op tekenen van verkleuring als gevolg van kneuzingen. 4. Let op gevoeligheid. Een verstuikte enkel is vaak erg gevoelig. Raak het geblesseerde gebied aan met je vingers om te zien of deze gevoelig is voor aanraking. 5. Oefen voorzichtig wat druk uit op de enkel. Sta op en oefen voorzichtig druk uit op de geblesseerde enkel. Als het te pijnlijk is om de enkel te belasten, dan kan hij verstuikt of gebroken zijn. Roep onmiddellijk medische hulp in en gebruik krukken. Voel of de enkel ‘wiebelig’ aanvoelt. Een verstuikte enkel voelt vaak los of instabiel aan. In het geval van een ernstige verstuiking kan je wellicht helemaal geen gewicht op de enkel laten rusten, of die voet gebruiken om op te staan. Dit veroorzaakt in dat geval te veel pijn. Gebruik krukken en schakel onmiddellijk medische hulp in. 6. Herken de ernst van een verstuiking. Enkelverstuikingen zijn er in drie verschillende gradaties. Behandelingsopties worden bepaald op basis van de ernst van het letsel. De minst ernstige is een verstuiking van de eerste graad. Dit is een kleine scheur die geen invloed heeft op je mogelijkheid om te staan of lopen. Hoewel het misschien wat ongemakkelijk aanvoelt, kunt je je enkel nog steeds normaal gebruiken. Een eerstegraads verstuiking kan een lichte vorm van zwelling en pijn tot gevolg hebben. Bij een kleine verstuiking zal een zwelling meestal binnen een paar dagen verdwijnen. Meestal is het bij een lichte verstuiking voldoende om zelfzorg toe te passen. 7. Herken een tweedegraads verstuiking. Een tweedegraads verstuiking is een gemiddelde blessure. Het is een onvolledige, maar wel substantiële scheur van een gewrichtsband of gewrichtsbanden. Bij een tweedegraads verstuiking, zal je je enkel niet meer normaal kunnen gebruiken en is het pijnlijk om op de enkel te leunen. Je zult gematigde pijn, blauwe plekken en zwellingen ervaren. Je enkel voelt in dit geval los en zal eruitzien alsof hij enigszins naar voren is getrokken. Bij een tweedegraads verstuiking heb je medische hulp nodig en zal je wellicht een tijdje krukken moeten gebruiken en een enkel-brace om te kunnen lopen. 8. Herken een derdegraads verstuiking. Een derdegraads verstuiking is een volledige scheur en verlies van de structurele integriteit van de gewrichtsband. Bij een derdegraads verstuiking ben je niet in staat om enig gewicht op de enkel te plaatsen en kun je niet staan zonder hulp. Pijn en blauwe plekken zullen ernstig zijn. Zwellingen zullen ernstig zijn (meer dan 4 cm) rond de fibula (kuitbeen). Er kan opmerkelijke vervorming van de voet en enkel optreden en zware fibula-fracturen net onder de knie, vast te stellen door medisch onderzoek. Een derdegraads verstuiking vereist onmiddellijke aandacht van een arts. 9. Herken de aanwijzingen van een fractuur. Een fractuur is een beenblessure die vooral veel voorkomt bij enkelblessures na een actie op hoge snelheid (bij gezonde mensen), of kleinere verwondingen door een val (bij ouderen). De symptomen zijn vaak vergelijkbaar met een derdegraads verstuiking. Een breuk zal röntgenfoto's en een professionele behandeling vereisen. Een gebroken enkel is bijzonder pijnlijk en onstabiel. Een kleine of haarlijnfractuur kan dezelfde klachten geven als een verstuiking, maar alleen een opgeleide medische professional kan dit diagnosticeren of uitsluiten door middel van röntgenstralen. Een poppend geluid op het moment van de blessure kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van een fractuur. Een duidelijke vervorming van de voet of de enkel, zoals een voet die in een ongebruikelijke positie of hoek ligt, is een duidelijke aanwijzing van een fractuur of dislocatie van het enkelgewricht. 10. Bel je arts. Ongeacht de ernst van je kwetsuur, is het een goed idee om contact op te nemen met je arts, als de pijn en de zwelling langer dan een week aanhoudt, om de beste behandeling te bepalen. Als er geen bewijs is van een fractuur en/of een tweede- of derdegraads verstuiking, dan moet je een arts raadplegen. Met andere woorden, als je niet kunt lopen (of daarbij significante problemen ondervindt), een verdoofd gevoel hebt in het gebied, extreme pijn lijdt of een poppend geluid hebt gehoord op het moment van de schade, raadpleeg dan een arts. Je hebt röntgenfoto's en een deskundig onderzoek nodig voor het bepalen van de juiste behandeling. Zelfzorg is vaak voldoende bij een kleine verstuiking. Maar een verstuiking die niet goed geneest kan leiden tot voortdurende pijn of zwellingen. Zelfs als je slechts een eerstegraads blessure hebt, kun je toch maar het best contact opnemen met je arts voor advies. 11. Geef de enkel rust. Terwijl je wacht tot je naar de huisarts kunt gaan, kun je een zelfzorgroutine toepassen genaamd RICE. Dit is een acroniem voor de vier behandelingsacties Rest (rust), Ice (ijs), Compression (compressie) en Elevation (elevatie)). Voor een eerstegraads verstuiking is de RICE-methode wellicht de enige behandeling die je nodig hebt. De eerste stap is om uit je enkel rust te geven. Probeer je enkel zo min mogelijk te bewegen, en indien mogelijk te immobiliseren. Hebt je karton bij de hand, dan kun je een tijdelijke spalk maken om het ledemaat tegen verdere schade te beschermen. Spalk je enkel zodat het in een normale anatomische positie ligt. 12. Breng ijs aan op de blessure. IJs op de blessure kan zwelling en ongemak verminderen. Leg zo snel mogelijk na het oplopen van de blessure iets kouds op de enkel. Doe wat ijs in een zak en leg het voorzichtig op het gewricht. Bedek het met een washandje of handdoek om mogelijke bevriezing van je huid te voorkomen. Een zak diepvrieserwten is ook een uitstekend ice-pack. Laat het ice-pack 15-20 minuten per keer, om de 2-3 uur, op de plek liggen. Blijven de kwetsuur op deze manier 48 uur koelen. 13. Leg een drukverband om de enkel. Bij een eerstegraads verstuiking kan het aanbrengen van een elastisch drukverband zorgen voor meer stabiliteit en het verminderen van het risico op nog een andere blessure. Wikkel het gebied in een verband, volgens een "acht"-patroon, rond de enkel. Wikkel het niet te strak, omdat anders de zwelling kan verergeren. Je moet een vinger tussen het verband en je huid kunnen krijgen. Denk je dat je een eerstegraads of tweedegraads verstuiking hebt, vraag dan eerst advies van een arts voordat je een drukverband toepast. 14. Zorg dat je voet hoger ligt. Zorg dat je voet hoger ligt dan je hart. Plaats je voet omhoog, op twee kussens. Dit zal de bloedtoevoer naar het gebied en de zwelling verminderen. Hoogte helpt de zwaartekracht met het terugdringen van de zwelling, en het helpt tegen de pijn. 15. Neem medicatie. Om pijn en zwelling tegen te gaan kun je NSAID's (niet-steroïdale ontstekingsremmers) nemen. Vrij verkrijgbare en veel gebruikte NSAID's zijn ibuprofen (merknamen zijn o.a. Advil, Motrin), naproxen (verkocht als Aleve), en aspirine. Paracetamol (ook wel Tylenol) is geen NSAID en ontstekingsremmer, maar werkt wel pijnstillend. Volg altijd de aanwijzing op de verpakking, en neem NSAID's tegen pijn niet langer dan 10-14 dagen. Geef geen aspirine aan kinderen onder de 18 vanwege het risico op het ontwikkelen van het syndroom van Reye. Bij hevige pijn en/of een tweede- of derdegraads verstuiking, kan je arts een verdovend middel voorschrijven om de eerste 48 uur te nemen. 16. Gebruik krukken of iets om je enkel onbeweeglijk te houden. Je huisarts kan een medisch hulpmiddel voorstellen waarmee je jezelf kunt verplaatsen en/of je enkel onbeweeglijk kunt houden. Bijvoorbeeld: Je hebt wellicht krukken, een wandelstok of een rollator nodig. Bepalend voor je eigen veiligheid is in hoeverre je in evenwicht kunt blijven. Afhankelijk van de ernst van de blessure kan je arts aanbevelen om een verband of een enkel-brace te gebruiken, voor het immobiliseren van de enkel. In ernstige gevallen, kan een orthopedisch chirurg je enkel in een onbeweeglijk (gips)verband doen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-je-een-verstuikte-enkel-hebt", "language": "nl"}
De temperatuur van een hond meten	Zieke honden laten vaak een gebrek aan eetlust en energie, rusteloosheid, hijgen of inactiviteit zien. Als je vermoedt dat je hond zich niet lekker voelt, kun je ervoor kiezen zijn temperatuur thuis te meten om informatie te verzamelen over symptomen van ziekte. In tegenstelling tot mensen zullen honden niet dezelfde tekenen van een verhoging geven, zoals een warme huid of rillen. Daarom is het belangrijk om te leren hoe je de temperatuur van een hond meet om een idee te krijgen van hoe hoog zijn of haar koorts is, en om mogelijk naar een dierenarts te gaan. 1. Verzamel de benodigde materialen. Het is het beste om een digitale thermometer te gebruiken die je kunt aanschaffen bij een dierenwinkel. Je zult ook een glijmiddel nodig hebben zoals vaseline of en op water gebaseerd glijmiddel. Je kunt ook een muilkorf overwegen en een pen en papier om de temperatuurmeting op te schrijven. 2. Zoek een assistent. Het nemen van de temperatuur bij een hond is veel gemakkelijker met twee personen. Het mooiste zou zijn als een persoon de hond vasthoudt, terwijl de tweede persoon de thermometer inbrengt en de temperatuur van de hond meet. 3. Bepaal de beste plaats voor de handeling. Een kleine kamer, zoals een badkamer kan een goede mogelijkheid zijn om de temperatuur van de hond te meten, omdat de hond niet kan proberen weg te rennen. De hond op een tafel plaatsen is een goede benadering, omdat je je rug dan niet zo hoeft te buigen en je gemakkelijker toegang geeft tot de rectum van je hond. Kleine of middelgrote honden moeten op een tafel gezet worden voor gemakkelijker toegang. Zorg ervoor dat er altijd iemand bij een hond op een tafel blijft. Een hond zonder toezicht kan proberen van de tafel te springen en zichzelf verwonden. Grotere honden kunnen op de grond blijven voor de procedure. 4. Blijf rustig. Als je nerveus bent over het nemen van de temperatuur bij je hond, kan je hond je energie oppikken en onrustig worden. Blijf kalm en zelfverzekerd terwijl je door de stappen van deze procedure gaat, en zorg ervoor dat je je hond prijst en tegen hem praat. 5. Zet de hond op een tafel of de vloer. Laat je assistent de hond op de tafel zetten of in de kamer waar je de temperatuur van de hond gaat nemen. De staart van de hond zou aan dezelfde kant moeten zijn als je dominante hand. Als je bijvoorbeeld rechtshandig bent, zul je aan de zijkant van de hond staan waar zijn kop aan je linkerkant zit en zijn staart aan je rechterkant. Je assistent moet aan de andere kant van de hond staan, zodat je naar elkaar toe staat, met de hond tussen jullie in. 6. Doe de muilkorf om de snuit van de hond. Zelfs vriendelijke honden kunnen zo nu en dan mensen bijten als ze zich bedreigd voelen. Als je denkt dat je hond van streek zal raken door de handeling, of als hij zich onrustig gedraagt, dan kun je een muilkorf om zijn snuit doen om je veiligheid te verzekeren. Een uitlaatmuilkorf is prima als je er een hebt. 7. Maak een muilkorf als het nodig is. Van een standaard stropdas kun je een effectieve tijdelijke muilkorf maken in geval van nood. Maak een enkele lus in het midden van een stropdas. Maak de lus wat groter dan de diameter van de snuit van de hond. Leg de lus voorzichtig over de snuit van de hond en trek het aan. De muilkorf moet strak genoeg zitten om niet van de snuit van de hond af te glijden als hij zijn kop schudt. Wind de uiteinden van de stropdas rond de snuit van de hond in lussen tot je de einden bereikt, en knoop de einden samen. 8. Houd de hond stevig vast. Zorg ervoor dat je assistent de hond stevig vasthoudt door naast de hond op de grond te knielen of door de hond stevig op de tafel vast te houden. Je assistent kan haar arm onder de maag van de hond door laten glijden en omhoog laten gaan om de achterkant van de hond half tegen haar borst te drukken. Haar andere hand kan ze dan om de voorkant van de nek van de hond doen, onder zijn kin en richting zijn oor. Ze kan de kop en de nek van de hond zachtjes naar zich toe trekken om te rusten op haar schouder. Als de hond begint te wringen of spartelen tijdens de procedure, kan de assistent hem steviger tegen haar aan drukken, daarbij op geruststellende toon pratend om de hond gerust te stellen. 9. Weet wanneer je moet stoppen. Als de hond duidelijke tekenen van ongemak, agressie of paniek vertoont, ga dan niet door hem vast te houden om zijn temperatuur te meten. Het is beter voor de veiligheid en gezondheid van alle betrokkenen om verstandig te zijn en te weten wanneer je hond zich bedreigd voelt. 10. Smeer de thermometer in met een glijmiddel. Houd de thermometer in je dominante hand (die in de buurt van de staart van de hond is), doop het eind van de thermometer in het glijmiddel. Zorg ervoor dat je een overvloedige hoeveelheid glijmiddel aanbrengt, bijvoorkeur met een substantiële klodder aan het eind. 11. Til de staart van de hond op. Gebruik je niet-dominante hand (in andere woorden je linkerhand als je rechtshandig bent) om de staart van de hond bij de basis op te tillen. Je moet stevig maar zacht de hondenstaart optillen, daarbij de anus van de hond vrij makend. 12. Lokaliseer de anus van de hond. De anus van de hond is direct onder de staart en is cirkelvormig. Let erop dat bij vrouwelijke honden, de vulva lager ligt, tussen de poten van de hond, en meer als een gleuf gevormd is. Doe de thermometer niet in de vulva van een hond. 13. Houd de thermometer in de goede positie. Houd de thermometer parallel aan de lange as van de hond, daarbij de thermometer horizontaal houdend en wijzend van staart naar hoofd. Terwijl je de thermometer in deze positie houdt, druk je het eind van de thermometer tegen de anus. Zorg ervoor de thermometer niet omhoog of naar beneden te steken terwijl je hem inbrengt in de anus. Houd hem in plaats daarvan volledig horizontaal. 14. Breng de thermometer in. Spieren in de kringspier (de spieren rond de anus) rusten in een samengetrokken positie, de anus daarmee sluitend. Om de thermometer in te brengen moet je deze spieren voorzichtig terzijde schuiven en de thermometer in de rectum laten glijden door de thermometer langzaam te draaien terwijl je hem erin laat glijden. Gebruik een licht draaiende beweging om de thermometer voorzichtig in de anus van de hond te laten glijden. Breng de helft van de lengte van de thermometer in de rectum van de hond. Dit mag minder zijn bij een erg kleine hond. Zorg ervoor dat je de thermometer goed vast houdt. Laat niet de hele thermometer in de rectum van de hond glijden. 15. Vermijd het om druk uit te oefenen op de thermometer. Als hij niet gemakkelijk de anus in glijdt, ga dan NIET doordrukken. Je kunt de darm van de hond lekprikken en daarmee serieuze verwondingen of zelfs de dood veroorzaken. Als de thermometer tegenwerking krijgt, haal de thermometer er dan uit en probeer het opnieuw. Het kan zijn dat je weer glijmiddel moet aanbrengen als je het opnieuw probeert. 16. Neem de temperatuur van de hond. Als je een digitale thermometer gebruikt, dan zul je de knop op de schacht van de thermometer moeten indrukken om hem aan te zetten. Druk nog een keer om te beginnen met het meten van de temperatuur van de hond. Het display zal waarschijnlijk knipperen, of je zult de temperatuur zien steigen terwijl je de temperatuur van de hond neemt. Wacht tussen de 5 en 60 seconden, afhankelijk van de thermometer. Wanneer je de thermometer hoort piepen, of als de temperatuur gelijk blijft, ben je klaar. 17. Lees de resultaten. Kijk op het scherm van de digitale thermometer wanneer hij gepiept heeft. Als dat mogelijk is, schrijf dan de temperatuurmeting op zodat je het niet vergeet. De thermometer kan gelezen worden terwijl hij nog steeds in de anus van de hond zit, of na verwijdering, maar zorg ervoor dat je snel kijkt, voordat het scherm uit gaat. 18. Verwijder de thermometer. Laat de thermometer uit de anus van de hond glijden door recht terug te trekken en de thermometer horizontaal te houden (parallel met de tafel of vloer). 19. Desinfecteer de thermometer. Gebruik een ontsmettingsmiddel of schoonmaakalcohol om de thermometer te desinfecteren. Doe het ontsmettingsmiddel op een wattenbolletje en wrijf over het eind van de thermometer, daarbij de thermometer draaiend tot de wattenbol schoon blijft. Doe de thermometer terug in zijn originele verpakking voor opslag. 20. Vergelijk met normale temperatuurreeksen. Lichaamstemperaturen van honden verschillen licht van temperaturen van mensen. Terwijl de normale lichaamstemperatuur van mensen 37 graden is, zit die van de hond gewoonlijk tussen de 38 en 39.2 graden Celsius. Een temperatuur boven de 39.2° Celsius is licht verhoogd maar hoeft geen reden zijn voor bezorgdheid. Een temperatuur boven de 39.5° Celsius wordt koorts genoemd en kan een teken zijn voor de noodzaak van diergeneeskundige hulp. 21. Bel je dierenarts. Als je hond hoge koorts heeft, vooral als het samengaat met andere tekenen van ziekte zoals verlies van eetlust of lusteloosheid, bel dan je dierenarts voor advies. Het kan zijn dat je een afspraak moet maken om te zorgen voor je huisdier.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-temperatuur-van-een-hond-meten", "language": "nl"}
Een wikiHow‐artikel bewerken	wikiHow is een wiki, dus iedereen kan artikelen bewerken, ook zonder account! Hier volgen een paar instructies voor het maken van bewerkingen. 1. Zoek een artikel dat je wilt bewerken. Zoek op wikiHow of blader door de categorievermeldingen om te vinden waar je aan wilt werken, als je dat nog niet hebt gedaan. Als je een artikel hebt gevonden via een zoekmachine op internet, kun je op de titel van het artikel klikken om naar de volledige pagina van het artikel te gaan. 2. Klik op de link Bewerken. Op een computer (dat wil zeggen, niet in de mobiele versie maar in de desktopversie van de website) vind je de link Bewerken rechts onder het wikiHow-logo, in de linkerbovenhoek van de pagina, naast de link Artikel. Je vindt ook aparte links Bewerken in elke sectie, waarmee je de exacte sectie die je wilt bewerken te zien krijgt. Op de mobiele wikiHow-site kun je klikken op het potloodpictogram boven de titel van de sectie. Je hoeft geen account te hebben om een bewerking uit te voeren. Het is echter wel aan te raden om een account aan te maken om bewerkingen uit te voeren, omdat je op die manier via je overlegpagina's en e-mail met anderen over bewerkingen kunt discussiëren. 3. Bewerk het artikel om de kwaliteit ervan te verbeteren. Probeer de inhoud zodanig te wijzigen, dat de schrijfstijl en de belangrijkste argumenten intact blijven. Maar je mag ook best radicaal ingrijpen als de dingen niet kloppen! Lees meer over het schrijven van een wikiHow-artikel voor aanwijzingen over wikiHow-syntax (voor het plaatsen van noten, links, sub-stappen en dergelijke). 4. Klik op Preview onderin het scherm om te zien hoe je veranderingen eruit komen te zien in de browser. Klik op Wijzigingen om te zien wat je hebt veranderd ten opzichte van de bestaande pagina. Door op Wijzigingen te klikken wordt je bewerking eerst nog niet opgeslagen. 5. Omschrijf je bewerking. Door een korte omschrijving van je bewerking te geven, help je de proeflezers van wikiHow te bepalen of je bewerkingen moeten worden behouden. Schijf bijvoorbeeld: "Ik heb een fout verbeterd in een formule". 6. Klik op Publiceren om je bewerking op te slaan.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-wikiHow%E2%80%90artikel-bewerken", "language": "nl"}
Een Microsoft Publisher‐bestand omzetten naar een pdf	Microsoft Publisher (.pub) bestanden kunnen alleen worden geopend in Publisher. Heb je Publisher niet, dan kun je het bestand converteren naar het PDF-formaat. Vervolgens kun je het bestand openen in diverse programma's, waaronder je webbrowser. Heb je Publisher wel, dan kun je het Publisher-bestand opslaan als PDF. 1. Ga naar een conversiewebsite. Je kunt een online conversieservice gebruiken voor het omzetten van een PUB (Publisher) naar PDF. Een aantal van de bekendere conversiesites zijn: Zamzar - zamzar.com/convert/pub-to-pdf/ Online2PDF - online2pdf.com/pub-to-pdf PDFConvertOnline - pdfconvertonline.com/pub-to-pdf-online.html 2. Upload het PUB-bestand dat je wilt converteren. Klik op de knop 'Choose File' of 'Select File'. Zoek op je computer naar het PUB-bestand dat je wilt converteren. Het uploaden van het bestand kan een paar minuten duren. 3. Selecteer het uitgangsformaat (indien nodig). Sommige websites vragen of om 'PDF' aan te geven als uitgangsformaat. Anderen staan standaard al ingesteld op 'PDF'. 4. Klik op 'Convert' om de conversie te starten. Je bestand wordt naar de conversieservice gestuurd. Het wordt vervolgens op de servers omgezet naar het gewenste formaat. 5. Download het geconverteerde bestand. Je krijgt de downloadlink naar je geconverteerde PDF-bestand. Download en open de PDF in een PDF-reader. Je kunt hiervoor ook je webbrowser gebruiken. Zamzar zal je de downloadlink e-mailen. 6. Open je PUB-bestand in Publisher 2007 of later. Eerdere versies van Publisher ondersteunen het opslaan als PDF niet. Gebruik de bovenstaande methode als je Publisher 2003 of eerder gebruikt. 7. Klik op het tabblad Bestand of de Office-knop en selecteer 'Opslaan als'. Wellicht word je gevraagd om de opslaglocatie aan te geven voor je verdergaat. 8. *Klik op het menu 'Opslaan als type' en selecteer 'PDF (.pdf)'. Hiermee kun je het bestand opslaan als PDF. Wellicht moet je de add-in voor Publisher 2007van Microsoft installeren, die je hier kunt downloaden. 9. Klik op 'Opties' om je document te optimaliseren voor PDF (optioneel). Publisher biedt je de mogelijkheid om je document te optimaliseren voor het PDF-formaat. In het venster 'Opties voor publiceren' kun je de afbeeldingsresolutie aanpassen. Klik op 'Afdrukopties' om het document aan te passen voor het afdrukken. 10. Sla het bestand op.** Kies een locatie en sla het bestand op als PDF. Je kunt die PDF nu openen in elk programma met ondersteuning voor dat formaat.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-Microsoft-Publisher%E2%80%90bestand-omzetten-naar-een-pdf", "language": "nl"}
Je schooltas organiseren	Een goed-ingepakte schooltas maakt het makkelijker voor je om je spullen te kunnen vinden en je opdrachten netjes te kunnen houden. Sorteer en organiseer al je schoolspullen in mappen om te verzekeren dat je alleen dat wat je nodig hebt meeneemt. Pak je tas daarna in, volledig gebruik makend van alle vakjes. Denk eraan om je schooltas regelmatig schoon te maken en te organiseren, zodat je niet rondloopt met rottende bananen of een hoop potloodslijpsel in je rugzak. 1. Verwijder alles uit je tas en gooi het afval weg. Haal alles uit je schooltas, ook de spullen waarvan je weet dat je ze nodig hebt. Controleer ook dat alle vakjes leeg zijn. Gooi al het afval weg, zoals velletjes verfrommeld papier, oude potloodpuntjes, en verlopen buskaartjes. Je kunt je schooltas niet organiseren als hij vol zit met vuil. 2. Verzamel alle spullen die je mee naar school moet nemen. Als je niet zeker weet wat je mee moet nemen, controleer dan de lijst schoolbenodigdheden die je van je docenten kunt krijgen. De typische dingen om in je schooltas te bewaren zijn onder andere: Boeken Mappen of folders Etui Rekenmachine (het liefst met deksel) USB-stick Lunch en waterfles Vervoerskaartje/-geld ID-kaart Huissleutel Tissues, medische benodigdheden Noodgeld Persoonlijke spullen (handreiniger, lippenbalsem, make-up, enzovoorts) Sanitaire producten (maandverband en tampons), indien nodig Sportuitrusting of gymkleding Mobiele telefoon (als je er eentje hebt) Laptop/tablet (als je er van je school een hiervan mee moet nemen) 3. Stop al je pennen, potloden, en andere schrijfspullen in een etui. Het zal veel makkelijker zijn om een pen, potlood of highlighter te kunnen pakken als hij in een etui zit dan wanneer hij los onderin je tas rondslingert. Andere spullen die je misschien in een etui zult willen stoppen zijn onder andere een liniaal, gum, highlighters, gekleurde potloden, stiften, plakbriefjes, tape, een schaar, lijm, een potloodslijper, een kompas en een gradenboog. Bewaar alleen maar de spullen die je echt gebruikt in je etui. Het is bijvoorbeeld niet nodig om zeven verschillende highlighters van zeven verschillende kleuren mee te dragen wanneer je toch alleen maar de gele gebruikt. 4. Stop oude papieren in een map om thuis te laten. Het is niet nodig om alle papieren van een heel jaar elke dag met je mee naar school te nemen. Koop een grote map met tabben voor elke les om je oude opdrachten thuis georganiseerd te houden. Op deze manier kun je je oude notities thuis laten wanneer je naar een nieuw onderwerp doorgaat op school, maar kun je ze nog steeds bekijken als je ze later weer nodig hebt. Het is fijn om oude toetsen en huiswerk te bewaren om je te helpen bij het studeren voor je tentamens aan het einde van elk tijdvak op school. 5. Bewaar kleine toiletartikelen en andere sanitaire producten in een apart etui. Als je graag handreiniger of lotion naar school meeneemt, zorg er dan voor dat je miniversies van deze producten koopt en ze in een etui bewaart zodat ze niet verloren raken in je rugzak. Een etui is ook een ideale plek om sanitaire producten als maandverband en tampons te bewaren. Als je bang bent om je twee etuis te verwarren, koop dan twee etuis met patronen en kleuren die erg van elkaar verschillen. 6. Organiseer je schoolspullen per kleur om georganiseerd te blijven. Kies een kleur uit voor elk vak, zoals bijvoorbeeld groen voor NaSk, blauw voor wiskunde, paars voor Engels, enzovoorts. Kies kleuren die voor jou begrijpelijk zijn, omdat verschillende mensen verschillende kleuren met verschillende vakken associëren. Zorg ervoor dat je map, schrift en foldertabblad voor één vak allemaal dezelfde kleur hebben. Dit zal je helpen om de juiste benodigdheden gemakkelijk uit je tas te pakken tijdens de les en je papieren in de juiste mappen te stoppen. Je kunt ook dezelfde kleurencode gebruiken om je lesrooster op te schrijven. 7. Sorteer de papieren die je mee naar school moet nemen in folders of een map. Er moeten geen losse papieren in je tas zitten, omdat ze verfrommeld en moeilijk te vinden zullen worden wanneer je ze nodig hebt. Organiseer je papieren in één folder per les, één grote map met aparte tabbladen voor elk vak, of een heleboel aparte mappen. Als één systeem niet voor je lijkt te werken, probeer dan een ander systeem uit. Het is nooit te laat in het schooljaar om een nieuw organisatiesysteem uit te proberen. 8. Maak je rugtas elke week opnieuw schoon. Houd elke week een moment apart om je rugtas opnieuw schoon te maken. Ook al probeer je je tas tijdens de week georganiseerd te houden is het belangrijk om je schooltas regelmatig leeg te maken om eten of papieren die je er mogelijk in hebt gegooid terwijl je haast had te redden. Handige tijden om je rugzak schoon te maken kunnen misschien vrijdagmiddag zijn, wanneer je thuiskomt van school, of zondagavond, terwijl je je klaarmaakt voor de nieuwe week. 9. Plaats boeken in het hoofdvak, met de grootste achterin. Leg je grootste map of schoolboek achterin het hoofdvak van je tas. Stapel vervolgens je andere mappen, schriften en boeken naast het grootste boek. Je kunt je boeken op volgorde van grootte of les organiseren. Als je een laptop naar school brengt, bewaar die dan helemaal achterin het hoofdvak van je rugtas in een laptophoes. 10. Stop je lunch en kleding een een tweede grote vak of het hoofdvak. Als je twee grote vakken in je rugtas hebt, dan is de tweede grote een ideale plek om je lunch en gymkleding te bewaren. Als je echter maar één hoofdvak hebt, dan kun je je lunch daar ook in stoppen, naast je boeken. Zorg ervoor dat alles in je lunchdoosje goed afgesloten is om te vermijden dat er eten op de andere spullen in je rugzak komt. 11. Stop je waterfles in een zijvakje. Waterflessen lekken soms, dus het is beter om ze buiten het hoofdvak te bewaren. Zijvakjes helpen je waterfles rechtop en op de plaats te blijven staan. Het zal ook makkelijker zijn om je waterfles te pakken en gehydrateerd te blijven wanneer hij in een zijvakje zit. Als je geen zijvakje hebt, zorg er dan voor dat je een waterfles hebt die goed afsluit met een schroefdop, in plaats van een fles met een pop-up drinktuit. 12. Leg je etui en rekenmachine en het middelste vakje. Omdat je rekenmachine en etui klein zijn in vergelijking met je boeken zal het makkelijker zijn om ze te vinden als je niet hoeft te zoeken tussen de grote vakken van je tas om ze te vinden. Als je rugzak geen middelste vakje heeft, dan kun je ze gewoon in het hoofdvak stoppen. 13. Bewaar kostbaarheden als geld of een telefoon in een klein binnenvakje. Bewaar je kostbaarheden in een klein binnenvakje in je rugtas om diefstal te vermijden. Wanneer je ze in een klein binnenvakje stopt zullen ze ook beschermd zijn tegen schade door stoten tegen boeken in het hoofdvak van je rugzak. Bewaar los geld in een portemonnee in plaats van dat je het los in je tas bewaart. 14. Bewaar kleine spullen waar je makkelijk bij wilt kunnen in het kleinste buitenvakje. Het kleinste buitenvakje is een ideale plek om huissleutels, een USB-stick, lippenbalsem, handreiniger, en andere kleine spullen te bewaren. Als je deze dingen elke dag in hetzelfde vakje bewaart zul je snel weten waar je ze kunt vinden. Als je oortelefoontjes hebt, houd ze dan georganiseerd door ze in een cirkel te wikkelen en een haarelastiekje eromheen te wikkelen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-schooltas-organiseren", "language": "nl"}
Een papieren boek maken	Het maken van een boek van papier is een leuk en gemakkelijk knutselwerkje. Je kunt je boek als dagboek of schetsblok gebruiken, of hem aan iemand cadeau doen. Een papieren boek is ook leuk voor kinderen om te maken. Papieren dagboeken zijn een stuk minder duur dan kant-en-klare dagboeken uit de winkel, en je kunt de omslag en de bladzijden naar wens aanpassen. 1. Vouw een vel papier in acht delen. Neem de tijd voor het vouwen, want hoe mooier de vouwen, hoe mooier je boek zal worden. Zorg dat de vouwen gelijkmatig zijn en dat je ze mooi gladstrijkt. Strijk met je vingernagel of een hard voorwerp als de rand van een potlood over de vouwen. Begin door het papier in de lengte doormidden te vouwen. Je vouwt dan de lange zijde naar de andere lange zijde toe en krijgt een smal, lang stuk papier. Vouw het papier dan in de breedte doormidden. Vouw de korte kant vervolgens nog eens naar de andere korte zijde toe. 2. Vouw het papier open. Je ziet acht aparte vakken. Dit worden de bladzijden van je boek. 3. Vouw de ene korte kant naar de andere korte kant van het papier toe. Je vouwt het papier in de breedte doormidden en niet in de lengte, zoals je bij de eerste vouw gedaan hebt. 4. Knip het papier. Leg het papier met de gevouwen rand naar je toe. Knip dan langs de verticale vouw in het midden van het papier tot aan de horizontale vouw die hem kruist. Zorg dat je stopt met knippen bij de horizontale vouw. Je knipt gewoon een spleet in het papier, in plaats van het papier in tweeën te knippen. 5. Vouw het papier open. Je zou nu de acht oorspronkelijke vakken moeten hebben, maar dan met een spleet door het midden van het papier tussen de middelste vier vakken. 6. Vouw de lange kant van het papier naar de andere lange kant toe. Vouw het papier op dezelfde manier als je bij de allereerste vouw gedaan hebt. Het geknipte deel van het papier zou tegen het midden van de gevouwen rand aan moeten komen. 7. Vouw het papier in de vorm van een boek. Draai het papier zodat de geknipte rand naar boven wijst. Duw de twee uiteinden naar elkaar toe. Haal de twee middelste vouwen uit elkaar. Je zult het papier bij één van de vouwen andersom om moeten vouwen. Duw de twee uiteinden naar elkaar toe totdat je vier ‘vleugels’ hebt die vanuit het midden naar buiten steken als een kruis of een X. 8. Strijk het boek plat. Kies twee ‘vleugels’ uit die zich naast elkaar bevinden en duw ze naar elkaar toe, waarbij de andere pagina’s van het boek tussen de vleugels komen. 9. Maak de bladzijden vast. Als je wilt dat je boek zijn vorm blijft behouden, maak de bladzijden dan vast met nietjes of een touwtje (zie het gedeelte over boekbinden hieronder). 10. Besluit hoeveel pagina’s je boek moet krijgen. Het aantal bladzijden bepaalt hoeveel papier je nodig hebt. Met zes tot twaalf vellen papier maak je een boek met twaalf tot 24 pagina’s (inclusief titelpagina’s). Als je weet waarvoor je je boek gaat gebruiken, kun je aan de hand daarvan bepalen hoeveel bladzijden het boek moet krijgen. Gebruik een vel speciaal of gekleurd papier voor de omslag. Je kunt meer dan twaalf bladzijden maken, maar het inbinden van het boek kan lastiger worden als je meer pagina’s hebt. 11. Kies papier voor het boek uit. Gewoon wit printerpapier is erg geschikt, maar afhankelijk van waar je het boek voor gaat gebruiken kun je een andere papiersoort uitkiezen. Dit artikel gaat ervan uit dat je A4-papier (210 bij 297 mm) gebruikt, maar andere papierformaten werken ook. Dikker (zwaarder) papier is wellicht sterker en gaat langer mee dan printerpapier. Geschept papier en papier met een kleurtje zorgen voor een mooi visueel effect als je van plan bent om het boek cadeau te geven. Gebruik geen gelinieerd papier van een schrijfblok. De lijnen zullen verticaal lopen en het papieren boek ziet er minder mooi uit dan met een andere papiersoort. 12. Vouw het papier doormidden. Vouw alle vellen van het papier waarvoor je gekozen hebt in de breedte doormidden. Door de vellen apart te vouwen worden de vouwen netter, strakker en gelijkmatiger dan wanneer je alle vellen tegelijk probeert te vouwen. Zorg dat de randen van de vellen netjes op elkaar liggen voordat je de vouw gladstrijkt. Maak een scherpe vouw door met je vingernagel of een hard voorwerp als een pen of potlood over de rand te strijken. 13. Schuif de bladzijden van je boek in elkaar. Steek de helften in elkaar. Als je meer dan zes vellen papier hebt, maak dan stapeltjes van maximaal zes bladzijden. Als je meer dan zes bladzijden in elkaar steekt, zullen de binnenste pagina’s verder uitsteken dan de buitenste pagina’s en zal je boek er niet netjes uitzien. Als je een even aantal bladzijden hebt, probeer dan een even aantal stapeltjes met bladzijden te maken (bijvoorbeeld 2 stapeltjes van 6, 3 stapeltjes van 4 of 4 stapeltjes van 3). 14. Niet de stapeltjes met bladzijden. Om uiteindelijk een steviger boek te krijgen kun je de verschillende stapeltjes nu nieten. Niet ten minste twee nietjes zo dicht mogelijk bij de rand van de stapeltjes. Probeer de nietjes bij alle stapeltjes op een andere plek aan te brengen zodat er geen bobbels ontstaan doordat alle nietjes precies op elkaar liggen bij het inbinden. Deze stap is wellicht niet noodzakelijk, afhankelijk van de manier waarop je het boek inbindt. 15. Leg de stapeltjes met bladzijden op elkaar. Zorg dat je de stapeltjes netjes op elkaar legt. Leg de gevouwen randen van de stapeltjes op elkaar. Kijk of de randen netjes en gelijkmatig zijn. Als één van de bladzijden uitsteekt, heb je hem wellicht niet netjes gevouwen. Je kunt de bladzijde vervangen door een nette gevouwen bladzijde. 16. Maak een omslag voor je boek. Kies een vel papier uit voor de omslag van je boek. Denk erover om gekleurd papier of dikker papier te gebruiken, of om de omslag te versieren met stempels, stickers en andere persoonlijke dingen. Maak de omslag klaar door de ene korte kant naar de andere korte kant te vouwen en een scherpe vouw in het papier te strijken. Wanneer je de omslag om je boek doet hangt af van de inbindmethode die je kiest. 17. Plak de bladzijden van je boek aan elkaar. Deze methode werkt bijzonder goed als je boek uit meerdere stapeltjes met bladzijden bestaat die aan elkaar geniet zijn. Knip een stuk stevige tape als ducttape af. Zorg dat de tape iets langer is dan je boek. Leg het stuk tape zorgvuldig op de voorkant van het boek en vouw het om de achterkant zodat de helft van de tape op de voorkant zit en de andere helft op de achterkant. Knip de overtollige tape aan de boven- en onderkant van het boek weg. 18. Plak de omslag op je boek. Als je een omslag wilt plakken op de stapeltjes bladzijden die je aan elkaar geplakt hebt, schuif de gevouwen omslag dan om de aan elkaar geplakte bladzijden. Knip twee stukken tape af die even lang als het boek zijn. Vouw de tape in de lengte doormidden met de kleverige kant naar buiten. Open de achterkant van het boek en leg de gevouwen tape langs de vouw aan de binnenkant van de omslag. Een deel van de tape plakje op de binnenkant van de omslag en de andere kant op de buitenkant van de laatste bladzijde. Open het boek aan de voorkant. Leg het tweede stuk in de lengte gevouwen tape langs de vouw tussen de binnenkant van de omslag en de buitenkant van de eerste bladzijden. Doe het boek dicht en strijk stevig met je hand langs de gevouwen rand zodat de stukken tape goed vastzitten. 19. Gebruik een touwtje of lint om je boek in te binden. Bij deze methode hoef je de bladzijden van je boek niet te nieten of vast te plakken. Als je een omslag hebt, leg die dan om de stapeltjes met bladzijden. Maak met een perforator gaatjes in het hele boek op de plekken waar hij ingebonden moet worden. De gaatjes moeten zich dicht bij de gevouwen rand van het boek bevinden, maar zorg dat je geen gaatjes in de gevouwen rug maakt. Maak ten minste twee gaatjes. Je kunt meer maken als je dat wilt, maar zorg dat de gaatjes zich op gelijke afstanden van elkaar bevinden zodat het boek er mooi uitziet. Als je meer dan zes vellen papier hebt gebruikt, dan kun je de stapeltjes met bladzijden het beste bij langsgaan en er apart gaatjes in maken. Zorg wel dat je de plekken waar de gaatjes moeten komen opmeet zodat ze allemaal precies op dezelfde plek zitten wanneer je de bladzijden op elkaar legt. Bij een dunner boek kun je decoratieve knopjes door de gemaakte gaatjes doen. Haal een touwtje of lint door de gaatjes in je boek en knoop hem netjes vast. Een touwtje kun je door meerdere gaatjes weven, dan over de achterkant van het boek halen langs de rug en vervolgens vastknopen. Je kunt tevens voor elk gat een nieuw touwtje gebruiken, waarbij het touwtje in het gat gaat, om de rug van het boek gehaald wordt en aan zichzelf vastgeknoopt wordt. In het geval van een dikker boek kun je de stapeltjes met bladzijden aan elkaar naaien met sterk garen door gaatjes in de stapeltjes te maken en met een naald en draad door de gaatjes te gaan totdat alle bladzijden vastzitten.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-papieren-boek-maken", "language": "nl"}
Omgaan met jaloezie	Jaloezie kan je rust verstoren en relaties vernietigen; het kan ook een teken zijn dat het tijd is voor verandering. In plaats van jaloezie je relatie met anderen te laten verpesten, kun je het ervaren ervan gebruiken om jezelf beter te leren begrijpen. Als je om moet gaan met de jaloezie van anderen, stel dan duidelijke grenzen en bescherm jezelf. 1. Begrijp wat voor emotie jaloezie is. Jaloezie is een ingewikkelde emotie die onder andere angst, boosheid, spijt, zorgen, onzekerheid en vernedering kan omvatten. Als je jaloers bent, weet dan dat zich dan nog veel meer emoties kunnen voordoen, maar dat jaloezie de emotie is die je het eerste opvalt. Denk eens na over je gevoelens. Schrijf op hoe je je voelt. Als je visueel bent ingesteld, kun je een lijst of een tekening maken die alle verschillende emoties die je voelt voorstellen en hoe die zich verhouden tot je jaloezie. Let op hoe je lichaam deze emoties registreert. Angst kan soms een beklemmend gevoel geven op je borst en in je maag, terwijl boosheid een brandend gevoel in je hoofd of armen kan veroorzaken. 2. Pak je gevoelens aan. Leer om elke keer aan de jaloezie te twijfelen als het de kop opsteekt. Zeg bijvoorbeeld tegen jezelf: "Is dit jaloezie omdat ik eigenlijk bang of boos ben? Waarom ben ik nu bang of boos?" Als je je gaat afvragen waarom je op dat moment jaloers bent, begin je al positieve stapjes te zetten om op constructieve wijze met je gevoelens om te gaan, zonder de negativiteit die normaal gesproken met jaloezie gepaard gaat. 3. Probeer tot de kern van je jaloezie te komen. Het kan lastig zijn om toe te geven dat je negatieve gevoelens hebt, en het kan ook verleidelijk zijn om anderen er de schuld van te geven. Voorkom dit door met compassie naar je eigen jaloezie te kijken. Bekijk alle emoties die je voelt als je jaloers bent en bedenk voor elk daarvan een reden. Als je bijvoorbeeld jaloers bent op de vriend van je partner, bedenk dan waar die gevoelens vandaan komen. Misschien ben je bang omdat je je partner niet wilt verliezen (wellicht ben je al eens een partner kwijtgeraakt), rouw je bij de gedachte aan het verlies, voel je je bedrogen omdat je vindt dat je partner je volledige aandacht moet geven, en voel je je ontoereikend omdat je niet zeker weet of je zijn/haar liefde wel waard bent. Schrijf herinneringen op die deze gevoelens erger maakten. Je bent misschien bang om je partner kwijt te raken omdat de laatste scheiding heel veel pijn deed, en je bent bang om weer hetzelfde mee te moeten maken. Of misschien heb je nog steeds niet het gevoel dat je het waard bent om van gehouden te worden, omdat je door je ouders bent verwaarloosd. 4. Kies ervoor om de ander te vertrouwen. Vertrouw de mensen van wie je houdt. Verkies vertrouwen boven wantrouwen. Behalve als je harde bewijzen hebt dat iemand tegen je liegt, moet je hem/haar vertrouwen. Ga niet rondneuzen om bewijs te vinden, maar vertrouw je geliefde op zijn/haar woord. Jaloezie kan je relatie beschadigen. 5. Bied je verontschuldigingen aan en leg het uit. Zeg iets als: "Het spijt me dat ik je vriendschap met J. afkeurde. Het is niet zo dat ik je niet vertrouw -- ik was gewoon onzeker. Bedankt dat je naar me hebt geluisterd". Dat is meestal genoeg om jullie de ruimte te geven om te bespreken wat er is gebeurd -- het erkennen van je onzekerheid en de behoefte om openlijk te praten over wat je dwarszit. 6. Wees eerlijk over je jaloezie. Als je je ware gevoelens deelt met je vriend(in) of partner, wordt de relatie sterker. Het geeft de ander ook de kans om je terecht te wijzen als je onredelijke jaloerse eisen stelt. Hoewel het kwetsbaar kan voelen om je jaloerse gevoelens toe te geven, is een relatie die is gebaseerd op eerlijkheid altijd sterker dan een die is gestoeld op smoesjes. Geef de ander niet de schuld. Hij/zij heeft jouw gevoelens niet veroorzaakt, en jij bent zelf verantwoordelijk voor je gedrag. Hou het bij "ik-boodschappen", in plaats van te zeggen dat de ander jou op een bepaalde manier liet voelen. In plaats van te zeggen: "Dat had je niet moeten doen", kun je zeggen: "Ik voel me vreselijk als ik niet tegen je kan zeggen hoe ik me voel wanneer we in het openbaar zijn". Let op dat jij de situatie misschien heel anders ziet dan de ander. Luister goed als je partner iets vertelt, ook al ben je het er niet mee eens. 7. Schakel hulp in. Als je je partner fysiek hebt mishandeld, tegen hem/haar hebt geschreeuwd, of als je hem/haar kleineert of stalkt, zoek dan onmiddellijk professionele hulp. Vraag of je huisarts je kan doorverwijzen naar een therapeut, of volg een cursus woedebeheersing. 8. Leer het verschil tussen liefde en jaloezie. Jaloezie is geen liefde, en jaloerse gevoelens betekenen niet dat je verliefd bent. Sommige mensen verwarren het wel eens met een daad van liefde, terwijl het eigenlijk een daad van onzekerheid of een gebrek aan controle is. Mensen die snel jaloers zijn, zijn meestal onzeker en schamen zich soms snel. 9. Stel grenzen als je een jaloerse partner of vriend(in) hebt. Als je partner zich jaloers gedraagt, stel dan grenzen. Beantwoord geen vragen die je niet wilt beantwoorden. Zeg geen afspraken met vrienden af, en verbreek het contact met iemand om wie je geeft niet omdat hij/zij dat wil. Leg aardig maar duidelijk uit: "Ik wil je vraag best beantwoorden, maar ik doe het slechts een keer. Ik blijf niet de hele tijd dezelfde antwoorden geven". "Ik luister naar hoe je je voelt, maar ik ga me niet afzonderen van de mensen om wie ik geef". "Als jij ergens mee gooit of tegen me schreeuwt ga ik weg en slaap ik bij mijn ouders vannacht". "Als jij me niet vertelt hoe je je voelt, maar gaat mokken en zwijgen, zal ik vertellen hoe ik me voel en weggaan tot jij me belt om erover te praten". 10. Accepteer mishandeling nooit. Denk niet dat jij verantwoordelijk bent voor dingen die je niet hebt gedaan. Het kan makkelijker zijn om jezelf de schuld te geven en je excuses aan te bieden. Maar jij kent je eigen beweegredenen. Laat een ander je er niet van overtuigen dat je aan het flirten was, of dat je de jaloezie en het bijbehorende gedrag hebt "uitgelokt". Luister rustig naar je partner als hij/zij "ik-boodschappen" gebruikt, maar laat je niet overstelpen met beschuldigingen. Als je partner je fysiek tegenhoudt, je pijn doet of dingen kapot maakt, verlaat hem/haar dan. 11. Schakel hulp in. Als je merkt dat je je bedreigd voelt door je partner of iemand anders die jaloers is, probeer dan weg te gaan. Jaloezie is de oorzaak van heel veel moorden in de relationele sfeer en van huiselijk geweld. Ga het huis uit als je partner fysiek agressief is, en bel 112 of de hulplijn "Veilig thuis", 0800-2000. 12. Moedig hun individualiteit aan. Jaloezie tussen broers en zussen is onvermijdelijk, omdat ze vaak tegenstrijdige behoeftes hebben en zich van nature zorgen maken dat ze ongelijk worden behandeld. Leg hen uit dat ze verschillende behoeften hebben en dat niet alles altijd "gelijk" kan zijn, omdat hun behoeften op verschillende momenten naar boven komen en anders behandeld moeten worden. Geef je kinderen ruimte en tijd voor zichzelf. Als het kan, geef je kinderen dan elk een eigen kamer. Laat je kind dingen doen die het leuk vindt om te doen. Oudere broertjes of zusjes moeten met hun eigen vriendjes kunnen spelen, zonder dat de jongere broertjes of zusjes mee moeten doen. Laat zien dat de individualiteit van elk kind telt. Doe dingen met het gezin dat het ene kind wel leuk vindt, en het andere niet. Geef je kinderen ook een-op-een aandacht zo vaak je kunt. Als je ene kind bijvoorbeeld van fietsen houdt, en de ander niet, ga er dan met de fietser lekker op uit. Als je twee kinderen hebt die nog niet alleen thuis kunnen blijven, laat de ander dan achterop zitten, of verdeel de taken met je partner of een vriend(in). 13. Maak een schema. Als je kinderen vaak ruzie hebben over wie er aan de beurt is op bijvoorbeeld de laptop of computer, maak dan een schema waar elk kind zich aan moet houden. Als je kinderen jaloers zijn op jouw aandacht, kun je ook een schema maken met een-op-een-afspraakjes met jou, waarbij ze een activiteit naar keuze kunnen doen. 14. Leer je kinderen om assertief te worden. Leer je kinderen om op een eerlijke, assertieve manier hun emoties te tonen, in plaats van te schreeuwen of anderen de schuld te geven voor hoe ze zich voelen. Leg je kind uit dat als een zin begint met "jij", dit het probleem alleen maar erger maakt. Leer ze in plaats daarvan de zin te beginnen met "ik", waarna ze uit kunnen leggen hoe ze zich voelen. Als je kind vertelt dat het jaloers is, probeer er dan achter te komen waarom dat is. Als een van je kinderen bijvoorbeeld jaloers is op een ouder broertje of zusje, kun je vragen: "Waarom voel je je dan jaloers?" Misschien kom je erachter dat je kind jaloers is omdat het denkt dat jij meer van de ander houdt, of omdat het ergens beter in is dan hij/zij. Dat geeft je de kans om je kind gerust te stellen en aan te moedigen. Als een van je kinderen jaloers is op iets wat een ander goed kan, moedig je kind dan aan om na te denken over zijn/haar eigen talenten, in plaats met zichzelf te vergelijken met een broer of zus. Als je kind het gevoel heeft dat het niks kan, moedig hem/haar dan aan om een nieuwe hobby te beginnen zodat hij/zij ook trots kan zijn op zichzelf.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Omgaan-met-jaloezie", "language": "nl"}
Meter omrekenen naar voet	Er zijn online veel hulpprogramma's om een bepaalde lengte in meter om te zetten naar de lengte in voet (afk. ft), maar de meeste leraren willen een uitwerking kunnen zien. Het is ook een goed idee om het proces zelf te begrijpen, waardoor je minder snel een fout zal maken. Vierkante meter (m) en kubieke meter (m) reken je om naar vierkante voet of kubieke voet. Gelukkig is geen van deze conversies moeilijk, als je eenmaal weet wat je moet doen. 1. Weet dat één meter gelijk is aan 3,28 voet. Een meter is een lengtemaat en gelijk aan 3,28 voet. Je kunt dit testen met behulp van een meetlat van een meter en een liniaal van 1 voet (12 inch). Leg een meetlat van een meter op de grond en leg de liniaal ernaast, tegen een van de uiteinden van de meetlat. Drie linialen (drie voet) is bijna net zolang als de meetlat. Als je een vierde liniaal ernaast legt kun je de extra afstand meten: 0,28 ft, net iets meer dan drie inch. Als je heel nauwkeurig wilt werken, ga dan uit van 1 meter = 3,28084 voet. Omdat dit zeer dichtbij 3,28 voet ligt, gebruik je echter bijna altijd liever een eenvoudiger getal om het rekenwerk gemakkelijker te maken. 2. Vermenigvuldig een meter met 3,28 om deze te converteren naar de voet. Omdat één meter = 3,28 voet, kun je elke afmeting in meter omzetten in voet door vermenigvuldiging met 3,28. Als je niet zeker weet hoe je dit moet doen, lees dan meer over het vermenigvuldigen met decimalen. Hier zijn enkele voorbeelden. Als je wilt kun je zelf proberen om de vermenigvuldiging te doen en daarna het antwoord controleren: 1 meter x 3,28 = 5 meter x 3,28 = 2,7 meter x 3,28 = 3. Reken je antwoord om in inch (optioneel). Voor de meeste rekenproblemen heb je niet meer nodig dan het antwoord uit de laatste stap. Maar ben je benieuwd hoe lang iets is, dan zal een antwoord als '8,856 voet' je wellicht niet veel zeggen. Neem de komma en alles erna, en vermenigvuldigen dat met 12 om het getal om te zetten in inch. Dit werkt omdat 1 voet = 12 inch. Het is een conversie net als die van meter naar voet. Hier volgen enkele voorbeelden: 3,28 voet = 3 voet + 0,28 voet. Omdat 0,28 voet x 12 = 3,36 betekent dit dat 3,28 voet = 16,4 voet = 16 voet + 0,4 voet. Omdat 0,4 voet x 12 = 4,8 voet betekent dit dat 16,4 = 8,856 voet = 8 voet + 0,856 voet. Omdat 0,856 voet x 12 = 10,272 betekent dit dat 8,856 voet = 4. Begrijp wat een vierkante meter is. Vierkante meter, vaak geschreven als m, is een manier om oppervlakte aan te geven. Oppervlakte wordt gebruikt voor het meten van tweedimensionale oppervlakken, zoals de vloer van een kamer of een sportveld. Een vierkante meter is de eenheid van oppervlakte gelijk aan een vierkant van één meter lang en een meter breed. Je kunt oppervlakte-eenheden converteren naar andere oppervlakte-eenheden, nooit naar lengte-eenheden. In deze methode converteren we de vierkante meter (m) naar vierkante voet (ft). Een vierkante voet is een oppervlakte-eenheid gelijk aan één vierkante voet lang en één voet breed. 5. Begrijp waarom je vierkante voet moet gebruiken. Het omrekenen van vierkante meter naar vierkante voet is niet moeilijk. Het is zoiets als: 'Ik weet dat vier van deze grote vierkanten de vloer beslaan. Hoeveel kleine vierkantjes zouden dat zijn?' Je kunt dit niet omzetten naar eenheden gemeten met een liniaal (zoals een gewone voet), want dat is net zoiets als: 'Hoe lang moet een liniaal zijn om deze vloer te bedekken?' Ongeacht hoe lang een rechte liniaal is, je kunt er niet een vloer mee bedekken. 6. Vermenigvuldig een vierkante meter met 10,8 om de vierkante voet te berekenen. Een vierkante meter gaat 10,8 maal in een vierkante voet. Dit betekent dat je elke m kunt vermenigvuldigen met 10,8 om dit om te rekenen naar ft. Wil je extra nauwkeurig werken, vermenigvuldig dan met 10,764. 7. Begrijp wat een kubieke meter is. Een kubieke meter noteer je als m. Het is een eenheid van volume, als meetwaarde voor de ruimte in drie dimensies. Je kunt de kubieke meter gebruiken voor het meten van de hoeveelheid lucht in een kamer, of de hoeveelheid water in een aquarium. Een kubieke meter is gelijk aan een kubus van 1 meter lang, 1 meter breed en 1 meter hoog. Evenzo geldt dat een kubieke voet (ft ) gelijk is aan een kubus van één voet lang, één voet breed en één voet hoog. 8. Vermenigvuldig de kubieke meter met 35,3 om kubieke voet te krijgen. Een kubieke meter kan 35,3 kubieke voet bevatten. Merk op dat dit een groter getal is dan de conversie voor m of de gewone meter? Dat komt omdat je het verschil driemaal vermenigvuldigt wanneer je in drie dimensies rekent. De kubieke meter is 3,28 keer langer dan de kubieke voet, maar ook 3,28 keer breder en 3,28 keer groter. Het product van 3,28 x 3,28 x 3,28 is 35,3 zodat de kubieke meter 35,3 maal groter in volume is dan de kubieke voet. Om nog exacter te zijn, vermenigvuldig je dit met 35,315.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Meter-omrekenen-naar-voet", "language": "nl"}
Een meisje jaloers maken	De perfecte manier om de aandacht van een meisje te krijgen, is door haar jaloers te maken. Of je nu iemand verliefd wilt maken of je ex wil laten zien dat je het zonder haar prima naar je zin hebt, jaloezie wek je op door een meisje eerst wat aandacht te geven, maar vervolgens te laten zien dat je de tijd van je leven hebt met een ander. Klinkt dat je als muziek in de oren? Volg dan ons stappenplan. 1. Werk aan je lichaamstaal. Als je een meisje jaloers wilt maken, zul je haar eerst moeten laten zien dat je überhaupt interesse in haar hebt. Zo raakt ze hopelijk geïntrigeerd en krijgt ze het idee dat je haar leuk vindt. Lichaamstaal is de makkelijkste manier om dit voor elkaar te krijgen. Omdat het verstandig is om naar niet té veel aandacht te geven, kun je dit het beste beperken tot een paar minuten. In deze minuten telt elk gebaar en dus moet je zorgen dat je precies weet wat je moet doen. Probeer vanaf de andere kant van de kamer haar aandacht te trekken. Als ze eenmaal naar je kijkt, geef je haar een grote glimlach. Ga naar haar toe en zorg dat je lichaam naar haar toe gedraaid is, je rechtop staat en je ietsje naar haar toe leunt. Zo laat je haar zien dat je alle aandacht voor haar hebt. Lijkt ze geïnteresseerd te zijn, raak dan voorzichtig eens haar arm of haar rug aan. Kijk haar aan terwijl je met haar praat. Het is de bedoeling dat ze zich een paar minuten lang het meest bijzondere meisje ter wereld voelt. 2. Geef haar complimenten. Als je lichaamstaal eenmaal goed zit, kun je daar ook wat mooie woorden aan toevoegen. Met wat bescheiden complimenten laat je haar zien dat je haar waardeert en beter wilt leren kennen. Als je haar al langer kent, weet ze door de complimentjes dat je aan haar denkt. Pak het zo aan: Geef een complimentje over haar uiterlijk. Doe dat wel subtiel. Zeg niet: "Wow, jij ziet er lekker uit", maar "Dat T-shirt staat je goed." Geef een compliment over haar glimlach of haar ogen. Wees wat speels met je compliment. Plaag haar een beetje terwijl je met haar praat of voeg wat humor aan je compliment toe. 3. Stel haar een paar vragen. Door haar vragen te stellen, laat je zien dat je haar beter wilt leren kennen en dat je echt interesse in haar hebt. Een paar luchtige vragen op het juiste moment kunnen hét verschil maken. Stel een flirterige vraag. Als ze vertelt dat ze een zus hebt, kun je bijvoorbeeld vragen: "Is ze net zo mooi als jij?" Stel een maffe vraag op een serieuze toon. Vraag bijvoorbeeld wat ze van mannen vindt die leer dragen of die verliefd zijn op hun hond. Vraag iets over haar interesses. Door te vragen naar haar hobby's of andere dingen die ze leuk vindt om te doen, laat je merken dat je om haar geeft, ook al is dat misschien niet helemaal waar. 4. Zet haar op # 2. Als je haar voor je hebt gewonnen en genoeg geflirt hebt, is het tijd om de boel om te gooien. Begin langzaam maar zeker over een ander meisje te praten, of dat nou iemand is die ze kent of een totale onbekende. Noem dat meisje "een goede vriendin" of "een meisje van vroeger". Zorg dat je het om de paar minuten even over het meisje hebt. Elke paar seconden zou wel erg irritant worden, maar zorg dat ze merkt dat je constant aan het andere meisje denkt. Geef het andere meisje complimenten. Zonder al te vervelend te worden, kun je positieve dingen over het andere meisje zeggen. Zeg bijvoorbeeld: "Zij zou echt iedereen kunnen krijgen." Dit zal de jaloezie flink doen oplaaien en geeft het meisje bovendien het idee dat ze minder bijzonder is dan een ander. Het andere meisje hoeft niet echt te bestaan. Als je een goede leugenaar bent, kun je haar makkelijk verzinnen. Zeg regelmatig: "Je zou haar eens moeten ontmoeten. Volgens mij zouden jullie best vriendinnen kunnen worden." Hier wordt ze gegarandeerd gek van. 5. Praat over allerlei andere meisjes. In plaats van steeds over hetzelfde meisje te praten, kun je het ook over een hele waslijst aan anderen hebben. Zorg dat je overkomt als iemand die graag veel met mooie meiden omgaat. Begin over een feestje waarop ontzettend veel mooie meiden waren. Je kunt zelfs zeggen dat je één van de weinige jongens was, maar dat je daar inmiddels wel aan gewend bent. Begin over een weekend aan het strand en vertel dat de meiden om je heen allemaal belachelijke bikini's droegen. Heb het regelmatig over "een meisje waar ik wat mee gehad heb". Laat het klinken alsof je veel ervaring hebt. Hou wel in de gaten dat je niet als een player overkomt. Als je je voordoet als een enorme macho, kan het meisje zich bedenken. 6. Gebruik je telefoon om haar jaloers te maken. Je telefoon kan een perfect hulpmiddel zijn om meisjes jaloers te maken. Controleer regelmatig of je nieuwe berichten ontvangen heb en schroom niet om op af en toe ook berichtjes terug te typen. Kijk af en toe op je telefoon en glimlach terwijl je naar het scherm kijkt. Zo lijkt het net alsof je een flirterig berichtje van een ander meisje ontvangen hebt. Zeg "Sorry" en typ lachend een bericht terug. Laat je telefoon overgaan terwijl je met het meisje praat. Neem op en zeg: "Hey, hoe is het? Kan ik je straks terugbellen?" Ga niet te ver en noem het meisje aan de telefoon geen "schatje" of een ander koosnaampje. Laat in je toon echter wel blijken dat je met een ander meisje praat. Gebruik het telefoon-trucje niet te vaak. Als je constant met je telefoon bezig bent, zal het geduld van het meisje al snel opraken. 7. Flirt met andere meisjes. Als je eenmaal genoeg met het meisje gepraat hebt om haar het idee te geven dat je haar leuk vindt, is het tijd om haar te negeren en je op anderen te richten. Stap tijdens het uitgaan op mooie meiden af en praat een tijdje met ze. Goede manieren om dit aan te pakken zijn: Kies een meisje uit en begin met haar te praten. Geef haar alle aandacht en doe alsof je haar bloedmooi en razend interessant vindt. Neem het andere meisje mee de dansvloer op. Begin niet met haar te zoenen en hou je handen thuis. Dans gewoon een tijdje met haar. Kies een groepje meisjes uit om op af te stappen. Begin met ze te praten, maak ze aan het lachen en laat het andere meisje toekijken. 8. Flirt met vriendinnen van het meisje. Wil je iets dichterbij het meisje blijven of spreek je liever geen vreemden aan, dan kun je een meisje jaloers maken door met haar vriendinnen te flirten. Zo lijkt het alsof je met haar bezig bent, maar raakt ze wel aan het twijfelen. Zorg dat haar vriendinnen je aardig vinden. Wees grappig en charmant. Negeer het meisje als jullie bij haar vriendinnen zijn. Zelfs als ze recht voor je neus staat, kun je doen alsof ze niet bestaat. Richt je niet op één vriendin tegelijk, maar op de groep in zijn geheel. Als je één vriendin teveel aandacht geeft en zij verliefd op je wordt, kan dat voor een behoorlijk drama zorgen. 9. Verlaat het feest met een ander meisje. Ben je op een feestje, ga aan het einde van de avond dan met een ander meisje weg. Je hoeft haar niet mee naar huis te nemen, maar zorg dat het meisje ziet dat je met een ander weggaat. Knik even naar het meisje terwijl je naar buiten loopt. Laat merken dat je weet dat ze je gezien heeft. 10. Zorg dat ze je overdag met andere meisjes ziet. Je kunt een meisje ook overdag jaloers maken. Als je met een ander meisje omgaat, of dit nu zomaar een kennis is of een andere flirt, zorg dat je met haar gezien wordt. Als het meisje dat je jaloers wilt maken je met iemand anders ziet, moet je zorgen dat je volledig in het andere meisje opgaat. Als je "eindelijk" merkt dat ze naar je kijkt, zeg je: "O, ik had je niet gezien." Zo laat je merken dat je het te druk had met iemand anders. Zoek een plek uit waarvan je weet dat het jaloerse meisje er vaak komt. Ga naar haar favoriete café of restaurant met andere meiden en laat het eruitzien alsof je de tijd van je leven hebt. Hebben jullie samen les, ga dan eens naast een ander meisje zitten en begin fluisterend met haar te praten. 11. Zorg dat je niet te lang wacht als je wilt dat ze je leuk blijft vinden. Dit is een belangrijk punt. Als je jaloezie wilt gebruiken om interessant te lijken, maar vindt je het meisje wel echt leuk, dan moet je haar niet té jaloers maken. Als ze je met talloze anderen ziet, zal ze denken dat je een player bent en op je afknappen. Als je haar op een feestje jaloers probeert te maken, hoef je niet de hele avond met anderen te spenderen. Kom op een gegeven moment terug naar het meisje zodat ze haar geduld niet verliest. Merk je eenmaal dat een meisje interesse toont, stop dan met het praten met andere meiden. De jacht is voorbij -- voorlopig.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-meisje-jaloers-maken", "language": "nl"}
Een caleidoscoop maken	Heb je weleens door een caleidoscoop gekeken? Mooi, hè? Het zonlicht schittert in de gekleurde kralen en het glas en reflecteert in de spiegels om zo prachtige patronen te creëren die je kunt zien als je erin kijkt. Als je je eigen caleidoscoop wilt maken, dan kun je in dit artikel twee mogelijkheden vinden: een gemakkelijke, en één die om wat meer vaardigheden vraagt. 1. Teken een rechthoek van 20 bij 10 centimeter op de transparante voorkant van een plastic mapje. Knip het vierkant uit met een schaar. Trek drie horizontale lijnen over de rechthoek heen, waarbij je het in drie delen van 3 centimeter en een deel van 1 centimeter opdeelt. 2. Vouw het plastic om langs de lijnen om een driehoekige vorm te creëren. De strook van 1 centimeter breed moet je aan de buitenkant houden. Plak de strook vast langs de rand zodat de driehoek in vorm blijft. 3. Schuif de plastic driehoek in een kartonnen rol van keukenpapier. Zet de kartonnen rol op een kant en trek er een cirkel omheen op een stuk zwart knutselpapier. Knip de cirkel uit en plak deze met plakband om het einde van de kartonnen rol. Prik een gat door het midden van de cirkel met behulp van een schaar of een scherp potlood. 4. Knip een vierkant van 10 bij 10 centimeter uit een stuk vershoudfolie. Leg het vierkant van plastic over het andere eind van de kartonnen rol heen. Duw het met je vingers in de plastic driehoek, totdat het een zakje vormt. 5. Vul het zakje met kralen, pailletten en confetti. Probeer om verschillende kleuren en vormen te gebruiken. Leg een stuk waspapier van 10 bij 10 centimeter over het zakje en om de kartonnen rol om het zakje af te sluiten. Span een elastiek over zowel het waspapier als de vershoudfolie. Zorg ervoor dat het elastiek er strak omheen zit zodat er niets uit het zakje valt! 6. Knip de hoekjes van de vierkanten af. Zo ziet je caleidoscoop er netter uit. Je kunt het elastiek ook vervangen door plakband, als je dat wilt. 7. Versier de buitenkant van de kartonnen rol met stickers of cadeaupapier. Of gebruik gekleurde stiften, waskrijt en glitterpennen om welk ontwerp je maar wilt te tekenen. 8. Houd de rol voor een van je ogen en kijk er doorheen. De plastic koker in de caleidoscoop zal de confetti, pailletten en kralen reflecteren waardoor er prachtige, veelgekleurde patronen en motieven ontstaan. Draai de rol langzaam rond zodat de voorwerpen in het zakje bewegen en de patronen veranderen. 9. Bereid de spiegel voor. Zaag een stuk acrylaatspiegel in drie rechthoeken van 20 bij 3 centimeter met behulp van een tafelzaag met een zaagblad met hardmetalen tanden. Zuig het stof van het zagen van de spiegels af met een stofzuiger. 10. Bereid de pvc-buis voor. Zaag een witte pvc-buis met een diameter van ongeveer 3,8 centimeter tot een lengte van 20 centimeter met behulp van een cirkelzaag met een zaagblad met hardmetalen tanden. Maak de buis schoon zodat er geen vuil of stof meer in zit. 11. Bereid de dop voor het uiteinde voor. Boor een gat met een diameter van 1 centimeter in het midden van een afdekkap van pvc met een diameter van 3,8 centimeter. Veeg de randen van het gat af om stof te verwijderen. 12. Bereid het schuimband voor. Snijd een strook schuimband met zelfklevende rug in stukken van ongeveer 2,5 centimeter lang. Je hebt drie stukken nodig voor de caleidoscoop. 13. Bereid de schuimrol voor. Koop een stuk schuimrol met een diameter van ongeveer 1,3 centimeter. Snijd dit in stukken van 2,5 centimeter lang. Je hebt drie stukken nodig voor de caleidoscoop. 14. Lijm een petrischaal aan het einde van de pvc-buis. De petrischaal moet 60 bij 15 millimeter groot zijn en gemaakt zijn van plastic. Gebruik pvc-lijm om de petrischaal aan het uiteinde van de buis te lijmen, maar pas op dat je geen lijm op de schaal krijgt. Je kunt het glas helder laten om een "wereldbeeldcaleidoscoop" te maken, of je kunt een gekleurde caleidoscoop maken door op de binnenkant van de petrischaal te tekenen met gekleurde watervaste stiften. Doe dit voordat je de petrischaal aan de pvc-buis vastmaakt. 15. Zet de spiegels in elkaar. Pak de spiegels, leg ze met de lange zijden tegen elkaar aan en vouw ze voorzichtig samen tot een driehoek met de glanzende kanten naar binnen. Zorg ervoor dat je een eventuele beschermlaag eerst verwijderd hebt. Maak de spiegels netjes aan elkaar vast met transparant plakband, zodat de randen van de drie spiegels een gelijkzijdige driehoek vormen. 16. Bevestig de stukken schuimband aan de spiegels. Haal de beschermlaag van de zelfklevende rug van de drie stukken schuimband en plak één stuk op de zijkant van elke spiegel op ongeveer 2,5 centimeter van het uiteinde. 17. Schuif de spiegels in de pvc-buis. Schuif de spiegels voorzichtig in de pvc-buis. Stop de kant met het schuimband er het eerst in. Het kan zijn dat je het schuimband wat samen moet drukken om de spiegels in de buis te laten passen. Stop de drie stukken schuimrol in de open plekken tussen de spiegels en de buis. 18. Maak de buis dicht. Plaats de afdekkap van pvc op het open uiteinde van de pvc-buis en draai deze stevig vast. Je caleidoscoop is nu klaar. Geniet van het uitzicht!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-caleidoscoop-maken", "language": "nl"}
FTP gebruiken	FTP is a transfer protocol ontworpen om te helpen bij het verplaatsen van bestanden van de ene naar een andere locatie in een netwerk. FTP wordt veel gebruikt om toegang te krijgen tot de inhoud van webservers, en veel enthousiastelingen creëren Ftp-servers als een manier om bestanden te delen tussen hun leden. Hoewel het mogelijk is om een verbinding te maken met een Ftp-server via je browser, zal je merken dat je veel meer mogelijkheden hebt als je gebruik maakt van een dedicated Ftp-client. Zie Stap 1 om meer te leren over hoe FTP werkt, hoe je toegang krijgt tot een Ftp-server, en hoe je een eigen Ftp-server opzet. 1. Leer hoe FTP verschilt van HTTP. FTP staat voor File Transfer Protocol, en is een verbindingsmethode, ontworpen voor het verplaatsen van bestanden van een remote server naar een lokale computer, en vice versa. Hoewel dit ook mogelijk is met HTTP (Hypertext Transfer Protocol), is het niet zo robuust als FTP. FTP wordt vaak gebruikt in een bedrijfs- en/of academische omgeving, en is de standaardmanier om webpagina servers te beheren. 2. De verschillende onderdelen van een FTP-adres. Als je een FTP-adres tegenkomt op een webpagina, dan zien ze er meestal allemaal ongeveer hetzelfde uit, met wat lichte variaties. Bijvoorbeeld: ftp.example.com:21. Dit betekent dat de host is ftp.example.com en de poort 21. Deze heb je beide nodig als je een verbinding wilt maken met een Ftp-server. Als de FTP een gebruikersnaam vereist, dan ziet die er uit als username@ftp.example.com:21. Als er geen gebruikersnaam is gespecificeerd, dan kun je meestal "anonymous" als de gebruikersnaam invoeren. Let wel op dat je niet bepaald anoniem bent als je op deze manier verbinding maakt met een public FTP. 3. Stel vast hoe je de verbinding wilt maken. Er zijn drie hoofdmanieren om een connectie te maken met Ftp-servers: met een Ftp-client, je browser, of via de commandoregel. Het gebruiken van een speciaal FTP programma wordt het meest gebruikt, en is de gemakkelijkste manier om een verbinding te maken via FTP, en het geeft je de meeste mogelijkheden en controle over het hele proces. Het grootste deel van deze gids gaat over het werken met een Ftp-client. Als je geïnteresseerd bent in het maken van een FTP verbinding via de commandoregel, kijk dan bij het laatste deel van deze gids. Om met een Ftp-server te verbinden via de webbrowser hoef je alleen maar het FTP-adres in te vullen in de adresbalk, net zoals bij een gewone website. Het kan zijn dat je daarna nog de logingegevens moet invullen, voor je toegang krijgt tot de server. Het gebruiken van een browser is vaak een stuk langzamer en minder betrouwbaar dan via een FTP-programma. 4. Download een Ftp-client. Door gebruik te maken van een client voor de verbinding, zal je vaak snellere upload en downloadsnelheden ervaren, vergeleken met een browser. Ftp-clients hebben ook diverse extra mogelijkheden, zoals het kunnen bewaren van serveradressen en wachtrijen voor bestanden. Er zijn diverse clients beschikbaar, zowel gratis als te koop. Een van de populairste en gratis en open-source clients is FileZilla. FileZilla kun je downloaden voor Windows, Mac OS X, of Linux vanaf de website, filezilla-project.org. 5. Vul de gegevens van de Ftp-server in. Heb je de client geïnstalleerd, dan kun je het programma openen en een verbinding maken met een Ftp-server. Als je FileZilla gebruikt, dan zijn er 2 verschillende verbindingsopties: Quickconnect of de Site Manager. In de Quickconnect balk kun je de FTP gegevens van de servers invullen die je niet regelmatig gebruikt. Typ het adres in "Host" , je gebruikersnaam in "Username", het wachtwoord in "Password", en de poort van de server in "Port". De Quickconnect geschiedenislijst slaat alleen de laatste 10 connecties op. De Site Manager biedt de mogelijkheid om meerdere servers op te slaan voor toekomstig gebruik, en je kunt er nog veel meer verbindingsopties instellen. Klik op de Site Manager knop in de hoek linksboven in het venster, onder het File-menu. Klik op de knop "New Site", en vul vervolgens alle gegevens in van de server in het tabblad "General". Het tabblad "Advanced" biedt de mogelijkheid om je standaarddirectories te veranderen, evenals de tijdzone van de server. Gebruik de Site Manager als je aangepaste instellingen wilt doen, of als je vaak van plan bent van een bepaalde server gebruik te maken. 6. Een verbinding maken met een Ftp-server. Selecteer de server waar je een verbinding mee wilt maken, vanuit het Site Manager dropdown-menu, of vul de gegevens van de server in de Quickconnect balk in, en klik op de "Quickconnect" knop. De client probeert vervolgens een verbinding tot stand te brengen, gebaseerd op de informatie die je hebt ingevuld. De details van dit proces kun je volgen in het bovenste kader van het FileZilla-venster. 7. Ga naar de FTP-directories. Is de verbinding geregeld, dan zie je de FTP-directoryboom aan de rechterkant van het venster. Het bovenste kader toont de boomstructuur, terwijl het onderste kader de inhoud laat zien van elke map. Elke keer als je van map wisselt, wordt er een kort commando verstuurd naar de server. Dit houdt in dat er een korte vertraging is als je van map naar map gaat. Een exacte locatie van een map kun je invullen in de balk bovenin, aan de rechterkant. Als je geen toegang hebt tot bepaalde directories, dan krijg je een foutmelding als je dit toch probeert. 8. Navigeer naar je lokale directories. Aan de linkerkant van het venster zie je twee kaders voor het bladeren door de mappen op je eigen computer. Hiermee kun je bestanden uitkiezen die je wilt uploaden of locaties voor je downloads. Je kunt de exacte locatie intypen in de balk bovenin, aan de rechterkant. 9. Download een bestand van de Ftp-server naar je computer. Ga naar het bestand of de map die je wilt downloaden, aan de rechterkant van het venster. Vind de locatie waar je deze wilt bewaren aan de linkerkant van het venster. Klik en sleep het bestand vanuit het onderste kader aan de rechterkant, naar het onderste kader aan de linkerkant van het venster. Je bestand of map zal onmiddellijk worden gedownload. Je kunt de grootte van het bestand zien (in bytes) in de "Filesize" kolom. Je kunt meerdere bestanden downloaden tijdens dezelfde sessie door Ctrl ingedrukt te houden, en op elk bestand te klikken dat je wilt downloaden. De bestanden worden één voor één gedownload. Je kunt bestanden toevoegen aan je downloadrij door op ze te rechtsklikken en "Add files to queue" te selecteren. 10. Een bestand naar de server uploaden. Ga naar het bestand dat je wilt uploaden, in de linkerkant van het venster. Ga naar de locatie op de server waar je het bestand wilt plaatsen, in de rechterkant van het venster. Als je permissie hebt om bestanden te uploaden naar de Ftp-server, dan kun je het bestand of de map ook verslepen van het linker kader naar het rechter kader in het venster om het uploaden te starten. De meeste openbare FTP's staan anonieme gebruikers niet toe om bestanden te uploaden. Uploads nemen meestal meer tijd in beslag dan downloads van dezelfde grootte. 11. Houd je bestandsuitwisseling in de gaten. Dit kun je doen via het onderste kader van het venster. Hier zie je een lijst met bestanden die worden verzonden, of in de wachtrij staan, samen met de grootte, prioriteit en percentage van voltooiing. Ook kun je zien welke uploads of downloads niet zijn gelukt, door gebruik te maken van de tabbladen onderin het venster. 12. Download de serversoftware. Installeer de serversoftware op de computer die je wilt gebruiken als server. Als je de server gebruikt voor jezelf, dan kun je wel toe met een oudere, niet gebruikte pc. Als je een Ftp-server aan het instellen bent voor gebruik in een onderneming of een team, dan wil je er graag zeker van zijn dat je een dedicated computer hebt met een solide internetverbinding. FileZilla heeft een gratis open-source server-versie die wordt aanbevolen voor bijna elke FTP-server toepassing, behalve wanneer de hoogste mate van beveiliging vereist is. Als je van plan bent je FTP-server 24/7 beschikbaar te maken, dan heb je een dynamisch DNS-service nodig die ervoor zorgt dat gebruikers altijd het juiste adres hebben van je server, zelfs als het IP-adres wordt gewijzigd. 13. Start de serversoftware. Wanneer je de FileZilla serversoftware voor het eerst start, wordt gevraagd om een verbinding te maken met een server. Standaard zal het "Serveradres" worden ingesteld op 127.0.0.1. Dit wijst naar de lokale computer. Het is niet nodig om deze instellingen te wijzigen, tenzij je een server op een andere computer beheert. In dat geval zou het efficiënter zijn om, in plaats daarvan, de serversoftware op die computer te installeren. 14. Maak gebruikers aan. Ftp-servers bieden je de mogelijkheid om verschillende gebruikers aan te maken met verschillende machtigingen. Dit zorgt ervoor dat bepaalde mappen alleen kunnen worden bekeken door bepaalde mensen, of dat verschillende gebieden op de server alleen toegankelijk zijn voor bepaalde groepen. Zonder dat er gebruikers zijn aangemaakt kan niemand verbinding maken met de server. In FileZilla klikt je op het menu Edit, en selecteer je vervolgens Users. Klik op de knop Add en geef een naam op voor de eerste gebruiker. Vink "Enable password" aan als je wilt instellen dat er een wachtwoord nodig is voor de verbinding. Dit is absoluut aan te bevelen omwille van de beveiliging. Meerdere gebruikers kunnen worden ingedeeld in groepen, waardoor het systeem van machtigingen nog verder naar wens kan worden aangepast. 15. Gedeelde mappen instellen. Als een gebruiker eenmaal is aangemaakt, moet je de mappen waar de gebruikers automatisch naartoe worden geleidt als ze zijn ingelogd, instellen. Klik op de "Shared folders" pagina, en vervolgens op "Add" om te zoeken naar een directory op je computer. Wanneer je een directory hebt uitgekozen, dan wordt die directory ingesteld als de Home Directory voor die gebruiker. Standaard, zal de gebruiker toegang hebben tot alle subdirectories in een directory. Je kunt dit wijzigen door "+ Subdirs" uit te vinken. Als je meerdere directories instelt als gedeeld voor een gebruiker, dan moeten er aliasen ingesteld worden. Hierdoor kunnen ze worden weergegeven als twee mappen in dezelfde locatie voor een gebruiker. Bijvoorbeeld, als C:\users\Pictures de Home Directory is, en je wilt naar C:\Music, dan moet het alias worden ingesteld voor C:\Music als /music. Hiermee lijkt het alsof de map music zich ook in de Home Directory bevindt, maar verwijst in werkelijkheid naar de C:\Music map. 16. Stel de machtigingen in. In de Shared Folders pagina kun je de machtigingen instellen die elke gebruiker of groep krijgt voor die specifieke map. Standaard is dat gebruikers alleen "Read" toegang hebben, zodat ze alleen kunnen downloaden uit de shared (gedeelde) map. Als "Write" access (toegang) is gegeven, dan kan de gebruiker bestanden uploaden naar die gedeelde map. Is de "Delete" machtiging gegeven, dan kan de gebruiker alles in die gedeelde map verwijderen. 17. Maak een anonieme gebruiker aan. Als je iedereen toegang wilt geven tot je Ftp-server, maak dan een gebruiker aan onder de naam "anonymous" en laat het wachtwoord leeg. Zorg dat de anonieme gebruiker geen toegang heeft tot gevoelige bestanden, en dat alle andere gebruikers goed zijn afgeschermd met wachtwoorden. Anonieme gebruikers mogen zelden of nooit een Delete of Write machtiging hebben op een Ftp-server. 18. Deel het adres. Standaard draait de Ftp-server zodra het programma opstart. Dit betekent dat zodra alle machtigingen zijn geregeld, je kunt beginnen met het uitdelen van de logingegevens en zorgen dat iedereen verbinding kan maken. Als je thuis een Ftp-server hebt draaien, dan heb je een dynamische DNS service nodig, omdat je IP adres zeer waarschijnlijk zal veranderen. Hiermee kunnen gebruikers contact maken met je server met behulp van een hostnaam in plaats van een IP-adres (bijvoorbeeld: ftp.example.net vs. 243.284.172.64). Deze optie kost geld, maar is erg handig als je veel mensen hebt die een verbinding maken met de server. Je wilt niet elke keer als het IP-adres verandert van iedereen vragen om dit in de client te wijzigen. 19. Open het opdrachtvenster of de terminal. Windows, Mac OS X, en de meeste Linux distributies beschikken over een command-based Ftp-client via het opdrachtvenster of Terminal. Om de Windows Command Prompt te openen, druk op Windows-R en typ . Om de Terminal in de meeste Linux distributies te openen, druk je op Ctrl-Alt-T. Om de Terminal in OS X te openen, ga je naar Applications → Utilities en selecteer je Terminal. 20. Maak een verbinding met een Ftp-server. De commando's zijn hetzelfde voor alle command line Ftp-clients, onafhankelijk van het besturingssysteem. Om een verbinding met een Ftp-server te maken, toets je ftp ftp.example.com. Nadat de verbinding is gemaakt, wordt je gevraagd om je gebruikersnaam. Als je een verbinding maakt met een public FTP, toets dan en druk op Enter als je gevraagd wordt om het wachtwoord. In de andere gevallen vul je je gebruikersnaam en wachtwoord in. 21. Navigeer door de beschikbare directories. De Ftp-server kun je op ongeveer dezelfde manier navigeren als op elk Unix-systeem. 22. Schakel over op de binary mode. Standaard is dat je een verbinding maakt via FTP in ASCII modus, bedoeld voor het versturen van tekstbestanden. Als je archiefbestanden, exe-bestanden, of media-bestanden wilt uploaden en downloaden, dan heb je de binaire modus nodig. Om over te schakelen op binaire modus, typ en druk op Enter. 23. Download een bestand. Gebruik het get commando om een bestand te downloaden van de remote server naar jouw computer. Plaats na "get" welk bestand je wilt downloaden. Bijvoorbeeld, typ example.jpg om "example.jpg" te downloaden vanaf de huidige locatie op de FTP. 24. Upload een file. Gebruik het commando om een bestand te uploaden van je computer naar de Ftp-server. Plaats na het "put" commando de locatie van het bestand dat je wilt uploaden. Bijvoorbeeld, typ om het "example2.avi" filmbestand te uploaden van de pc naar de Ftp-server. 25. Sluit de verbinding. Typ om de client af te sluiten. Elke bestandsoverdracht die nog aan de gang is zal worden geannuleerd.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/FTP-gebruiken", "language": "nl"}
Secondelijm uit kleding krijgen	Bah! Je hebt net secondelijm op je shirt gekregen. Gelukkig is het mogelijk om secondelijm uit stof te verwijderen. Hoe lastig deze klus is hangt af van hoe groot de schade is. Begin door de lijm te laten drogen en van de stof te schrapen. Als er dan nog lijm op de stof zit zul je aceton moeten gebruiken en het kledingstuk daarna goed moeten wassen. 1. Ga met delicate stoffen naar een stomerij. De meeste stoffen kun je schoon krijgen door te schrapen, aceton te gebruiken en ze te wassen, maar delicate stoffen kunnen hierdoor verpest worden. Bij stomerijen heeft men gelukkig producten waarmee men de lijm veilig uit je kleding kan krijgen. Bekijk het wasetiket in je kledingstuk. Als op het wasetiket staat dat het kledingstuk alleen chemisch gereinigd mag worden ga je ermee naar een stomerij. Delicate stoffen zijn onder andere doorschijnende stoffen, kant en zijde. 2. Laat de lijm vanzelf drogen. Heb geduld en laat de lijm drogen. Als je de lijm probeert te verwijderen terwijl hij nog nat is zul je het probleem alleen nog maar erger maken. Probeer de lijm niet sneller te laten drogen met een föhn, of de vlek zal permanent in het kledingstuk trekken. 3. Laat de bevlekte plek in ijswater weken als je haast hebt. Het zou slechts 15 tot 20 minuten moeten duren voordat de lijm droog is. Als dat te lang voor je duurt vul je een kom met water en voeg je genoeg ijsblokjes toe om het water erg koud te maken. Dompel de bevlekte plek enkele seconden in het water en trek de stof er dan uit. Het ijswater zal ervoor gezorgd hebben dat de lijm hard geworden is. 4. Schraap zoveel mogelijk lijm van de stof. Leg het kledingstuk op een hard oppervlak neer en schraap de lijm er dan af met je vingernagel of de rand van een lepel. Je zult niet alle secondelijm kunnen verwijderen, maar het zou je wel moeten lukken om de meeste grote klodders eraf te krijgen. Sla deze stap over als de stof losjes geweven is, zoals gebreide stoffen en delicate mousseline. Je loopt anders het risico dat de stof scheurt. 5. Kijk eens naar de bevlekte plek en stel vast of het nodig is om door te gaan. Soms hoef je de lijm alleen maar van de stof te schrapen. Als er nog grote klodders lijm aan het kledingstuk vastgeplakt zitten zul je bezig moeten gaan met de volgende stap: aceton. 6. Test de aceton op een onopvallend gedeelte van het kledingstuk uit. Doorweek een wattenbolletje met pure aceton en houd het dan tegen een onopvallend gedeelte van het kledingstuk als een zoom of naad. Wacht enkele seconden en haal het wattenbolletje dan weg. Als je geen verkleuringen en beschadigingen ziet kun je verdergaan met de volgende stap. Als de stof verkleurd en beschadigd is door de aceton stop je, spoel je de plek met water en ga je met het kledingstuk naar een stomerij. 7. Houd een met aceton doorweekt wattenbolletje tegen de vlek. Doorweek nog een wattenbolletje met pure aceton. Houd het tegen de vlek en zorg dat er geen aceton op andere delen van het kledingstuk komt. Dit helpt om de kans op beschadigingen zo klein mogelijk te houden. Je kunt tevens een stuk witte stof gebruiken in plaats van een wattenbolletje. Gebruik geen gekleurde stof of stof met een dessin. 8. Wacht totdat de lijm zacht geworden is en haal het wattenbolletje dan weg. Controleer de lijm om de paar minuten. Hoe lang het duurt voordat de lijm zacht geworden is hangt af van hoeveel lijm er op de stof zit, de exacte chemische samenstelling van de lijm, de stofsoort, enzovoort. Dit kan 3 tot 15 minuten duren. 9. Schraap de zacht geworden lijm van de stof. Gebruik ook nu je vingernagel of de rand van een lepel om de lijm weg te schrapen. Wellicht lukt het je niet om de lijm volledig te verwijderen, wat prima is. Om secondelijm veilig te kunnen verwijderen is het belangrijk om langzaam te werk te gaan. Gebruik je vingernagel niet als hij gelakt is. De plek is nu doorweekt met aceton, waardoor de nagellak op je nagel op kan lossen en een vlek in het kledingstuk kan maken. 10. Breng indien nodig nog meer aceton aan op de stof. Aceton is een krachtig middel, maar kan alleen de bovenste lijmlagen verwijderen. Dit betekent dat het wellicht nodig is om de vlek steeds opnieuw met aceton te doorweken om steeds nieuwe lijm weg te kunnen schrapen. Als je nog grote klodders lijm ziet zitten doorweek je nog een wattenbolletje met aceton en herhaal je het proces. 11. Behandel het kledingstuk voor met een vlekkenverwijderaar voor wasgoed. Wanneer de vlek grotendeels verwijderd is behandel je het kledingstuk voor met een vlekkenmiddel voor wasgoed. Masseer het middel diep in de vlek en spoel de vlek dan met koud water. 12. Was het kledingstuk volgens de instructies op het wasetiket wat betreft het wasprogramma en de watertemperatuur. Op deze manier zullen de laatste resten verwijderd worden. De meeste kledingstukken kun je met warm of koud water wassen. Als er geen wasetiket meer in het kledingstuk zit stel je de wasmachine in op het fijnwasprogramma en gebruik je koud water. Als je geen tijd hebt om de was te doen was je de plek in kwestie met koud water en zeep. Spoel de plek en dep hem droog met een handdoek. 13. Was het kledingstuk nog eens als je de vlek nog ziet zitten. Als de vlek erg licht is hoef je het kledingstuk wellicht alleen maar nog een keer te wassen. Als je de vlek nog kunt zien is het wellicht nodig om hem nog eens met aceton te behandelen. Stop het kledingstuk niet in de wasdroger als je de vlek nog kunt zien. Je mag het kledingstuk wel aan de lucht laten drogen. 14. Droog het kledingstuk wanneer de vlek volledig verdwenen is. De veiligste methode is om het kledingstuk aan de lucht te laten drogen, maar je kunt de wasdroger gebruiken als je er absoluut zeker van bent dat de vlek verdwenen is. Als je na het wassen nog resten op het kledingstuk ziet zitten stop je het niet in de wasdroger, want dan zal de vlek permanent in de stof trekken. Stop het kledingstuk weer in de wasmachine als je nog lijmresten ziet zitten. Je kunt het kledingstuk ook nog een keer met aceton behandelen of ermee naar een stomerij gaan.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Secondelijm-uit-kleding-krijgen", "language": "nl"}
Permanent steil haar krijgen	Ben je er zat van om elke dag je steiltang te moeten gebruiken? Ziet je haar er al beschadigd uit? Zou je graag steil haar willen hebben zonder het elke dag in model te moeten brengen? Hieronder vind je meer informatie over drie methoden—van het zelf thuis steil maken met een speciale set tot het steil laten maken door een kapper. 1. Kies een relaxer uit voor je haar. Elke drogisterij en zaak in kappersbenodigdheden verkoopt verschillende soorten relaxers. Je zou het zelfs bij je kapper (of zijn leverancier) kunnen proberen om zo andere producten te kunnen kopen. Het belangrijkste is echter dat je een keus maakt tussen relaxer met loog en relaxer zonder loog. De meeste relaxers die bedoeld zijn om thuis te gebruiken bevatten geen loog. Het nadeel van deze producten is dat ze je haar dof kunnen maken en kunnen beschadigen (net zoals wanneer je je haar elke dag steil maakt). Zorg ervoor dat je weet waar je aan begint. Wanneer je je haar steil maakt met een relaxer zul je er bijna geen krullen meer in kunnen maken. Dit is zeker niet de methode om voor te kiezen als je af en toe krullend haar wilt hebben. 2. Draag beschermende kleding. Het is een goed idee om je huid, kleding en handen te beschermen wanneer je een relaxer gebruikt. Trek een oud T-shirt en wegwerphandschoenen aan (die zouden in de set moeten zitten), en leg een oude handdoek om je schouders. 3. Meng het product. De meeste sets voor het steil maken van je haar bevatten verschillende zakjes met crème of pasta. Volg de instructies op de verpakking van de set nauwgezet op. Gebruik een houten spatel, als je er eentje hebt. Laat het middel enkele minuten staan voordat je ermee gaat werken. Dit helpt om alles te mengen. 4. Breng vaseline aan op je nek, oren en langs je haarlijn. Dit kun je bij de supermarkt en drogist kopen. Door vaseline aan te brengen bescherm je je huid zodat er geen chemische stoffen in kunnen trekken. Je kunt volstaan met het aanbrengen van een dun laagje langs je gehele haarlijn. Het is belangrijk dat de relaxer niet op andere plekken dan je haar terechtkomt. Het is niet goed voor je huid, en het is niet fijn om door te slikken of in je ogen te krijgen. 5. Test het middel uit op een pluk haar. Het is geen goed idee om een chemisch middel op je hoofd aan te brengen zonder het eerst op een pluk haar uit te testen. Wat als je een allergische reactie hebt? Pak dus een kleine pluk haar onderaan je nek en test het middel daar eerst op uit. Breng relaxer op de pluk haar aan (niet op plukken die al eerder behandeld zijn). Laat het middel volgens de instructies op je haar zitten, of totdat je resultaat ziet. Was de relaxer uit je haar en droog het. Zijn er haren afgebroken of beschadigd? Als alles er goed uitziet kun je doorgaan. Als je haar beschadigd is, gebruik het middel dan niet meer. 6. Stel een wekker of alarm in. Het is erg belangrijk dat je de relaxer niet te lang in je haar laat zitten. Laat de relaxer niet langer in je haar trekken dan de tijd die op de verpakking vermeld staat. Dat is namelijk de maximale tijd dat je het middel in je haar mag laten zitten. Je haar kan ernstig beschadigd raken als je het middel langer laat intrekken. 7. Breng de relaxer aan op secties van ongeveer een halve centimeter. Nu je de relaxer getest hebt kun je het middel op je hele hoofd aanbrengen. Werk met kleine secties en breng het middel zo gelijkmatig aan. Begin bij de haarwortels en werk dan naar de punten toe. Zorg dat je geen relaxer op je hoofdhuid krijgt. Breng het middel alleen aan op plukken haar die je nog niet eerder behandeld hebt. Behandel alleen de haarwortels als je die bij wilt werken. 8. Kam je haar nadat je het middel aangebracht hebt. Ga met een grove plastic kam door je lokken om het middel gelijkmatig over je haar te verdelen. Zo weet je zeker dat elke pluk aan alle kanten en van de wortels tot de punten bedekt is. Houd de tijd echter wel in de gaten. 9. Spoel het middel uit je haar, was je haar met shampoo en spoel je haar weer uit. Wanneer de tijd voorbij is spoel je je haar grondig uit om de relaxer volledig te verwijderen. Sommige relaxers hebben een kleur zodat je gemakkelijk kunt zien of je nog wat van het middel in je haar hebt zitten. Was je haar vervolgens met de shampoo uit de set en spoel de shampoo uit je haar. Kijk eens goed naar je haar wanneer je denkt dat je klaar bent. Heb je alle plukken goed uitgespoeld? Als dat niet zo is en je nog steeds resten in je haar hebt zitten kan je haar beschadigd raken. Ga dus grondig te werk. 10. Breng conditioner aan. Veel sets voor het steil maken van je haar bevatten een leave-in conditioner. Een dergelijk middel helpt om je haar af te sluiten en beschadigd haar te voorkomen. Zorg ervoor dat je het middel op alle lagen haar aanbrengt. Maak je haar daarna droog met een handdoek. 11. Breng je haar in model zoals je normaal ook doet. Voilà! Je hebt steil haar. Dat was bijna te gemakkelijk, of niet? Nu hoef je alleen nog maar een hoop kapsels voor steil haar te leren maken. 12. Zoek een kapperszaak op die een Braziliaanse haarstraightening doet. Soms wordt deze behandeling ook wel een Braziliaanse keratinebehandeling of een Braziliaanse blowout genoemd. L'Oreal heeft tevens een nieuw product genaamd X-Tenso waarmee je tot 6 maanden steil haar kunt krijgen. Met een Braziliaanse haarstraightening heb je meestal twee tot vier maanden steil haar. Bij deze methode worden de verbindingen in je haar niet volledig afgebroken en zal de natuurlijke textuur van je haar langzaamaan terugkomen. Met andere woorden, het is een stuk beter voor je haar maar het verschil is kleiner. Je kunt je haar nog steeds in model brengen en er krullen in maken, in tegenstelling tot wanneer je agressieve chemische stoffen gebruikt. 13. Zoek uit of je haar geschikt is om op deze manier behandeld te worden. Erg dun of erg beschadigd haar is waarschijnlijk niet geschikt. Vraag je kapper of je deze behandeling kunt proberen. Hopelijk is hij of zij eerlijk tegen je. Sommige kappers krijgen alleen eurotekens in de ogen wanneer je het vraagt. Probeer het aan een kapper te vragen die je vertrouwt, of aan een vriend of vriendin die veel over dit onderwerp weet. 14. Bepaal hoe steil je haar moet worden. Wellicht wil je je haar volledig steil hebben, of natuurlijk steil haar hebben. Zorg ervoor dat je dit dus aan je kapper vertelt. Je kapper kan ideeën hebben waar je nog niet over nagedacht hebt. Weet dat sommige van de middelen die gebruikt worden formaldehyde kunnen bevatten. Het gaat niet om een hoeveelheid die giftig voor je is, maar het is wel één van de ingrediënten. Praat erover met je kapper als je je zorgen maakt. 15. Laat de kapper je haar steil maken. Je kapper zal het middel aanbrengen, je haar föhnen en het met een steiltang behandelen (waarschijnlijk de laatste keer in enkele maanden). Was je haar daarna drie of vier dagen . De behandeling bij de kapper duurt meestal enkele uren. Afhankelijk van waar je woont kan dit aardig wat geld kosten. Meestal vragen kapperszaken enkele honderden euro’s voor deze behandeling, afhankelijk van hoe dik en hoe lang je haar is. 16. Geniet van je nieuwe steile haar. Met deze behandeling zul je je haar nog steeds moeten föhnen en bij moeten werken, maar je hoeft je haar niet elke dag meer steil te maken met een steiltang en bent minder tijd kwijt. Je haar zal langzaam maar zeker weer zijn normale textuur krijgen. Zie het als Hermelien Griffel, maar dan achterstevoren en sneller. 17. Laat je informeren. Thermale reconstructie (ook wel Japanse haarstraightening genoemd) is een proces waarbij de verbindingen in het haar afgebroken worden. Je zult erg steil haar krijgen dat niet zal gaan krullen. Deze behandeling werkt het beste bij middelgrote en golvende krullen, en niet bij erg strakke krullen. Ben je nog steeds geïnteresseerd? Deze behandeling kan tussen de 500 en 1000 euro kosten, afhankelijk van de kapperszaak waar je voor kiest. 18. Zoek een ervaren professional. Deze behandeling is lastig om goed uit te voeren. Je wilt je haar natuurlijk niet steil laten maken door een kappersleerling die het voor de eerste keer doet. Ga op zoek naar een kapper die het met zijn ogen dicht kan doen. Als het verkeerd gaat kan je haar ernstig beschadigd raken. Denk er niet te gemakkelijk over. Dat is niet goed voor je haar. 19. Breng een dag door bij de kapper. Het kan zijn dat het je een hele werkdag (8 uur) kost, afhankelijk van je haartype en hoeveel haar je hebt. Het bijwerken van je haar neemt 3 tot 4 uur in beslag. Tijdens de behandeling doorweekt de kapper je haar met een chemisch mengsel, spoelt hij je haar uit, wast hij het, föhnt hij het en behandelt hij het met een föhn totdat het volledig steil geworden is. Neem dus een goed boek mee of een vriend of vriendin. 20. Was je haar drie dagen niet en draag het niet in een staart. Laat je haar gewoon zoals het is. Doe niets waardoor het gaat krullen of knikken, of iets dat ervoor zorgt dat de effecten van het chemische mengsel teniet worden gedaan. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, of niet? 21. Geniet van je prachtige steile haar. Doe geen moeite om een krultang of warme rollers te kopen—die zullen niet werken. Je zult echter altijd erg steil haar hebben, alsof het een wonder is. Stap uit bed, neem een douche en je bent klaar. De anderen zullen groen zien van jaloezie.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Permanent-steil-haar-krijgen", "language": "nl"}
Bij Disneyland Parijs komen	Disneyland Parijs is het meest bezochte pretpark in Europa, gelegen op 5262 km en slechts 32 km ten oosten van Parijs. Het pretpark is gemakkelijk te bereiken per vliegtuig, trein en auto. 1. Zoek het dichtstbijzijnde station van de metro of RER. De RER (Réseau Express Régional) is een netwerk van sneltreinen die van het centrum van Parijs naar de voorsteden rijden. Er zijn 16 metrolijnen en 5 RER-lijnen die door Parijs rijden. Als er een metro en RER-station op dezelfde afstand zijn, is de RER-trein waarschijnlijk sneller omdat het een sneltrein is. Zoek naar alternatieve treinen; afhankelijk van je vertreklocatie kan er een snellere trein zijn. Er is bijvoorbeeld een TGV (Train à Grande Vitesse, of hogesnelheidstrein) die direct van het vliegveld Charles de Gaulle naar Disneyland Parijs rijdt. Er zijn ook Eurostartreinen naar Disneyland Parijs die rechtstreeks vanaf verschillende plaatsen in het Verenigd Koninkrijk vertrekken. 2. Koop een Billet Ile-de-France. Je kunt deze kaartjes bij ieder loket op een metro- of RER-station kopen, of bij de kaartjesautomaten die je overal in Parijs kunt vinden. Als je vanuit het centrum van Parijs reist (openbaar vervoer Zone 1), is dit het enige ticket dat je hoeft te kopen. Een enkele reis vanuit het centrum van Parijs kost minder dan 8 euro (in augustus 2018). Een ticket t+ werkt NIET voor deze reis omdat je eindhalte in Zone 5 is; wees niet zuinig. Je krijgt een boete van 35 euro als je het verkeerde ticket voor een zone hebt. Pass Navigo Decouverte wordt geaccepteerd. Paris Visite Cards en Ticket Mobilis worden ALLEEN geaccepteerd als ze inclusief Zone 5 zijn. Ticket Jeune Weekend wordt ALLEEN geaccepteerd als het inclusief Zone 5 is, EN je onder de 26 bent en reist in het weekend of op feestdagen. 3. Ga naar een RER A-trein. Als het dichtstbijzijnde RER-station geen A-trein heeft, moet je een andere RER- of metrolijn nemen en overstappen op de A-trein. Als je bijvoorbeeld vanaf het vliegveld Charles de Gaulle reist, neem je de RER B-trein naar Parijs en stap je over op de RER A-trein naar Marne-la-Vallée op station Châtelet Les Halles. 4. Neem de RER A-trein naar Marne-la-Vallée - Chessy. Op het bord voor jouw richting kan ook Boissy-St-Legér staan naast Marne-la-Vallée. Terwijl je wacht op je trein moet je controleren of er op de borden boven het perron een geel vierkant staat naast station Marne-la-Vallée - Chessy. Als Marne la Vallée – Chessy niet wordt vermeld op de borden, sta je aan de verkeerde kant van het perron. Houd je ticket bij de hand in de RER voor het geval dat je het aan een controleur moet laten zien. 5. Ga het station uit en loop naar Disneyland Parijs. De halte Marne-la-Vallée/Chessy is twee minuten lopen van de parkingang. Ga het RER A-station uit en de roltrap op, en volg de borden ‘Sortie’. Gebruik je Ile-de-France-ticket bij de poortjes als je naar buiten gaat. 6. Zoek de routebeschrijving naar het park. Diensten als Google Maps, Yahoo Maps of Mapquest bieden uitgebreide routebeschrijvingen en leiden je zelfs rond files als je bijrijder dit aanzet terwijl je rijdt. De parkeerplaats ligt aan Boulevard de Parc, 77700 Coupvray, FR (48°52'33.9"N 2°47'47.3"E). 7. Ga naar Frankrijk. Disneyland Parijs is vanuit Nederland en België gemakkelijk te bereiken als je met de auto gaat. Vanuit Breda is het bijvoorbeeld 400 kilometer rijden en vanuit Utrecht duurt het maar vijf uur om bij het park te komen. Er zijn verschillende E-wegen die je kunt nemen, waarbij het verstandig is om ruim voor Parijs af te slaan zodat je niet over de drukke ring van Parijs hoeft. 8. Volg je kaart of geplande routebeschrijving naar het park. Er zijn voldoende aanwijzingen op de borden op de snelwegen om je de weg te wijzen. Vanuit het noorden neem je de A26 vanaf Calais en ga je over op de A4, richting Metz/Nancy als je geen verwijzingen naar het park ziet. Vanuit het zuiden volg je de snelweg naar Parijs en dan de borden naar Disneyland Parijs. Sommige Franse snelwegen zijn tolwegen, dus bereid je voor op het betalen van tol. Parkeren is gratis als je in een Disneylandhotel verblijft, maar als je ergens anders verblijft moet je betalen. 9. Boek een vlucht naar Parijs. Als je een vliegveld kiest om naartoe te vliegen, is het handig om te weten dat zowel Charles de Gaulle als Orly een rechtstreekse shuttle van 45 minuten naar Disneyland Parijs heeft, en Charles de Gaulle ook een rechtstreekse TGV naar de ingang van Disneyland Parijs. Beauvais-Tille heeft ook een rechtstreekse shuttle die er anderhalf uur over doet. 10. Plan je vervoer van het vliegveld naar het park. Er zijn veel opties, waaronder rechtstreekse shuttles van de belangrijkste vliegvelden en de rechtstreekse TGV vanaf Charles de Gaulle naar het park. Het is ook makkelijk om een auto te huren, de trein te nemen of een taxi. 11. Zoek je grondvervoer en stap in. Zodra je in Parijs geland bent, geeft de aanbieder van je shuttledienst je aanwijzingen waar je de bus kunt vinden. Als je een auto huurt, volg je de borden op het vliegveld om de juiste balie voor autoverhuur te vinden om je reservering af te maken. Als je voor de trein hebt gekozen, zijn er borden die je naar de RER of TGV (alleen op Charles de Gaulle) verwijzen nadat je je bagage hebt opgehaald.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Bij-Disneyland-Parijs-komen", "language": "nl"}
Graag gedaan zeggen in het Spaans	De meeste bekende en wereldwijd geaccepteerde manier om in het Spaans “graag gedaan” te zeggen is natuurlijk “de nada,” maar je kunt ook op andere manieren reageren wanneer iemand je bedankt in het Spaans. Niet alle manieren worden in alle Spaans sprekende landen even vaak gebruikt, maar je kunt er in ieder geval het juiste gevoel mee uitdrukken. Hieronder hebben we een aantal zinnen verzameld die je kunt zeggen als iemand jou in het Spaans ergens voor bedankt. 1. Zeg "de nada." Dit is de normale manier om volgens het boekje “graag gedaan” te zeggen als iemand je bedankt. Een iets meer letterlijke Nederlandse vertaling zou zijn “het is niets,” in plaats van “graag gedaan.” De is een voorzetsel en kan "van," "vandaan," "over," "als," of "met" betekenen, afhankelijk van de context of de zin waarin het gebruikt wordt, maar meestal betekent het "van." Nada is een zelfstandig naamwoord en betekent "niks." De meest letterlijke vertaling van het zinnetje zou dus zijn "van niks" of "over niks." Er staat geen werkwoord in deze zin, dus het maakt niet uit tegen wie je het zegt, de woorden veranderen niet. 2. Je kunt ook "por nada" zeggen. Por nada is een andere, iets minder gebruikelijke manier om “graag gedaan” te zeggen. Vrij vertaald betekent het “het heeft niets te betekenen.” Een meer letterlijke vertaling van por nada zou iets zijn in de trant van voor niets. Het Spaanse voorzetsel por betekent meestal “voor” of “door.” Houd er rekening mee dat dit zinnetje niet in alle Spaans sprekende landen gebruikt wordt. Het wordt gebruikt in verschillende Latijns-Amerikaanse landen, zoals Costa Rica en Puerto Rico, maar niet overal in Latijns-Amerika en ook niet in Spanje. 3. Je kunt ook "no es nada" zeggen. Dit is een meer letterlijke manier om te zeggen “Het heeft niets te betekenen.” Es is een vervoeging van het werkwoord ser, wat “zijn” betekent. In het Spaans wordt de dubbele ontkenning gebruikt om een negatief antwoord te benadrukken. Je kunt niet zeggen “Es nada.” Het woord “no” is een onmisbaar onderdeel van deze zin. 4. Zeg "con gusto." Letterlijk vertaald naar het Nederlands betekent dit “met plezier”. Con is het Spaanse woord voor met. Hier is gusto een zelfstandig naamwoord en je kunt het vertalen als “plezier.” 5. Je kunt ook zeggen "mucho gusto." Letterlijk betekent dit “veel plezier.” Mucho wordt vaak vertaald als “veel.” Dit zinnetje wordt vaker gebruikt als iemand zich aan je voorsteld dan als een manier om “graag gedaan” te zeggen, maar je kunt het op beide manieren gebruiken. Een vergelijkbare uitdrukking die vaker gebruikt wordt als reactie op een bedankje is “con mucho gusto.” 6. Je kunt ook "es mi placer” zeggen. Letterlijk betekent dit “het is mijn genoegen.” Es is een vorm van het werkwoord ser en betekent “zijn.” Het is de derde persoon enkelvoud en betekent in principe hetzelfde als “het is.” Mi is een bezittelijk voornaamwoord en betekent “mijn.” Placer betekent “genoegen.” In plaats daarvan kun je ook gewoon zeggen “un placer,” oftewel “een genoegen,” om uit te drukken dat je datgene waar je voor bedankt wordt met plezier hebt gedaan. 7. Of zeg in plaats daarvan "el placer es mío." Letterlijk vertaald betekent dit “Het is mijn genoegen.” Dit zinnetje wordt ook vaak gebruikt wanneer mensen zich aan elkaar voorstellen. Als iemand zegt “mucho gusto,” oftewel “het is me een genoegen,” als hij of zij aan iemand anders wordt voorgesteld, kan de ander daarop antwoorden met “el placer es mio,” oftewel “het genoegen is aan mijn kant.” Mio betekent “mijn.” 8. Je kunt ook antwoorden met “encantado” als je een man bent, of "encantada" als je een vrouw bent. Vrij vertaald betekent dat “Het is me een genoegen” oftewel “Aangenaam.” 9. Zeg "no hay de qué." Dit zinnetje is moeilijk letterlijk te vertalen naar het Nederlands, maar de algemene betekenis is "je hoeft nergens voor te bedanken." Hay betekent "er," dus no hay betekent ongeveer "er is niks." Qué betekent "wat" of "dat." 10. Je kunt hierop antwoorden door “no tiene importancia” te zeggen. Letterlijk vertaald betekent dit “Het is niet belangrijk.” Tiene is de derde persoon enkelvoud van het werkwoord “tener,” wat “hebben” betekent. Importancia betekent letterlijk “belang.” Je wilt hiermee zeggen dat datgene waar je voor bedankt wordt niet belangrijk is of niks voorstelt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Graag-gedaan-zeggen-in-het-Spaans", "language": "nl"}
Een processor upgraden	De computertechnologie blijft zich alsmaar ontwikkelen, en nieuwe software vergt steeds meer van je computer, waardoor het kan lijken alsof je computer steeds langzamer wordt. Gelukkig kun je de meeste computers makkelijk upgraden. Een van de beste dingen die je kunt doen om je computer weer lekker snel te maken is het upgraden van de processor, oftewel CPU. De processor is een van de belangrijkste componenten van elk computersysteem, dus zorg dat je onderstaande stappen goed begrijpt voordat je beslist om te gaan upgraden. Naast een nieuwe processor heb je misschien nog andere componenten nodig (een nieuwe heatsink, thermische pasta), en je zult waarschijnlijk de BIOS van je moederbord moeten upgraden. 1. Zet je pc uit en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Schroef de behuizing los en verwijder de kap. 3. Identificeer je moederbord, de huidige chip van je processor, je RAM-geheugenkaarten en je videokaart. 4. Zoek uit wat voor socket je moederbord heeft. Zoek op Google of vraag aan een computerreparateur of je huidige moederbord een nieuwe processor ondersteunt. Zoek ook uit of je moederbord 32-bits of 64-bits is. De belangrijkste sockets zijn: Socket 478: Intel Pentium 4, Celeron, Pentium 4 Extreme Edition Socket 479: Intel Pentium M, Celeron M, Core Solo, Core Duo Socket LGA775: Intel Pentium D, Pentium 4, Celeron D, Pentium Extreme Edition, Core 2 Duo, Core 2 Quad. Socket LGA1156: Intel Celeron, Pentium, Core i3, Core i5, Core i7 Clarkdale/Lynnfield Socket LGA1366: Intel Core i7 (9xx), Xeon Socket LGA2011: Intel Core i7 Sandy Bridge-E (38, 39xxx), Core i7 Ivy Bridge-E (48, 49xxx), Xeon E5 v1 and v2 Socket LGA1155: Intel Celeron, Pentium, Core i3, Core i5, Core i7 Sandy/Ivy Bridge Socket LGA1150: Intel Celeron, Pentium, Core i3, Core i5, Core i7 Haswell/Broadwell Socket LGA2011-3: Intel Core i7-58xxK/59xxK/68xxK/69xxK, Intel Core i7 Extreme Edition (5960X/6950X) Socket LGA1151: Intel Skylake/Kaby Lake/Coffee Lake/Cannonlake Pentium, Celeron, Core i3, Core i5, Core i7, Xeon E3 v5 (only use with Intel C232 or C236 chipset) Socket 939: AMD 64, Athlon 64 X2, Athlon 64 FX, Sempron, Opteron Socket 940: AMD Athlon 64 FX, Opteron Socket AM1: AMD Sempron/Athlon xxxx APU Socket AM2/AM2+: AMD Athlon 64, FX, Opteron, Phenom Socket AM3: Sempron 100, Athlon II X2, X3, X4, Phenom II X2, X3, X4, X6 Socket AM3+: AMD FX X4, X6, X8 Socket FM1: AMD Llano APU X2, x3, X4 Socket FM2/FM2+: AMD Trinity/Richland/Kaveri APU X2, X4, Athlon X4 5. Koop een nieuwe processor. Als je huidige moederbord de gewenste nieuwe processor ondersteunt, koop dan de processor bij een computerwinkel naar keuze en ga naar deel 3. Zo niet, ga dan naar deel 2. 6. Kies een moederbord dat voldoet aan je criteria. Denk hierbij aan de prijs, technische specificaties of compatibiliteit met je oude hardware. 7. Ga meteen naar deel 3 als de compatibiliteit met je oude hardware in orde is. 8. Zoek de compatibiliteit uit van je videokaart en het RAM-geheugen. 9. Koop eventueel een nieuwe videokaart. Als er geen compatibiliteit is met je videokaart of als het nieuwe moederbord geen geïntegreerde videokaart heeft op het moederbord, gebruik dan een nieuwe videokaart. 10. Koop nieuw RAM-geheugen als het oude RAM-geheugen niet geschikt is voor het nieuwe moederbord. 11. Ga naar deel 4. 12. Verwijder je oude processor. Open de behuizing, maak de heatsink los en verwijder de heatsink. Voor sommige heatsinks is een schroevendraaier of ander stuk gereedschap nodig om het te verwijderen (Zalman staat hierom bekend). 13. Open de hendel aan de zijkant van de socket. Dit doe je door het naar buiten en dan omhoog te trekken. Haal voorzichtig je oude processor uit de socket. 14. Haal de nieuwe processor uit de doos. Zorg dat het gouden driehoekje op de processor op dezelfde plek ziet als het driehoekje op de socket, en laat de processor voorzichtig op zijn plek vallen. Forceer dit nooit. Als de positie correct is zal de processor zonder problemen op de juiste plek vallen. 15. Sluit de ZIF-hendel (Zero Insertion Force) om de processor te vergrendelen. Neem de bijgesloten heatsink en klem het erop volgens de instructies. Als de heatsink nog geen thermische pasta of kussentjes heeft, breng dan een heel dunne laag aan. De thermische pasta werkt als een hittegeleider, het brengt de warmte over van de processorchip naar de heatsink. Als de heatsink een ventilator heeft, plug deze dan in de juiste connector. Zet nooit de processor aan zonder thermisch materiaal of een heatsink op de juiste plek. 16. Ga naar deel 5. 17. Draai de schroef van de socket af, indien aanwezig. Trek vervolgens de processor eraf. 18. Leg de nieuwe processor op zijn plek, met de driehoekjes naast elkaar. 19. Druk de processor in het moederbord en maak de vergrendeling vast. Het zou kunnen dat dit met schroeven gebeurt. 20. Plaats de heatsink. Sommige processors hebben een heatsink nodig om goed te kunnen functioneren. Lees de handleiding van de processor. 21. Zet je computer aan en geniet van je nieuwe processor! 22. Label elke kabel die is verbonden met het oude moederbord en let op waar de kabels vandaan komen. Sommige kleine kabels hebben een naam naast de poort staan op de plek waar ze verbonden zijn met het moederbord. Dit is meestal erg klein. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat er staat "FAN 1" als het de stroomkabel van een ventilator is. 23. Verwijder alle kaarten die verbonden zijn met het moederbord. 24. Verwijder alls kabels die verbonden zijn met het moederbord. 25. Verwijder de oude processor heel voorzichtig en bewaar het op een plek zonder statische elektriciteit. Hiervoor zijn speciale plastic zakjes te koop. 26. Schroef het oude moederbord los en verwijder het. 27. Plaats het nieuwe moederbord. 28. Draai de schroeven vast op het nieuwe moederbord. 29. Steek de nieuwe processor erin. 30. Zorg dat je nieuwe processor op de juiste manier geplaatst is en vastgeklemd op het moederbord. 31. Maak de kabels van het moederbord weer vast. 32. Steek de kaarten weer in het moederbord. Elke kaart past maar op één plek. 33. Ga naar deel 6. 34. Plaats de behuizing van de pc terug. 35. Draai alle schroeven van de behuizing vast. 36. Steek de stroomkabel weer in de computer en verbind het toetsenbord, de muis, de monitor en eventuele andere dingen. 37. Start je computer op om te zien of alles nog werkt. Als dat het geval is: gefeliciteerd! Als je computer het niet meer doet, ga er dan mee naar een reparateur.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-processor-upgraden", "language": "nl"}
Een Virgin Pina Colada maken	Cool, verfrissend en supereenvoudig om te maken: piña colada, de officiële drank van Puerto Rico. Gemaakt van kokosmelk en ananassap, is de virgin versie net zo lekker als het origineel. Als je wilt weten hoe je een alcoholvrije versie kunt maken van deze fruitige dorstlesser, lees dan verder. 1. Doe de kokosmelk, het ijs en het ananassap in een blender. Dit drankje is snel klaar als je alle ingrediënten in een keer bij elkaar doet. Wacht nog even met de stukjes ananas – die zijn ter garnering. 2. Blend tot het ijs is vermalen. Het kan wel een aantal malen blenden kosten om de romige structuur van een klassieke piña colada te produceren. 3. Schenk het in twee glazen. Gebruik eventueel hurricane glazen voor een feestelijk tintje. 4. Versier met ananasstukjes en een maraschino kers. Laat de ringen ananas drijven in het drankje en doe de kers in het midden van de ring. 5. Klaar. 6. Blend het ijs, ananassap en kokosmelk. Ga door met blenden tot het mengsel mooi glad, vol en romig is. 7. Voeg de banaan en de ananasstukjes toe. Ga verder met blenden tot het een smoothie-achtige structuur heeft gekregen. 8. Schenk in twee glazen. Omdat een bananen piña colada bijna hetzelfde is als een smoothie, kun je hiervoor ook longdrink glazen gebruiken, eventueel met een rietje. 9. Garneer met ananasstukjes. Het drankje wordt veel feestelijker als je een paar ananasringen op de rand van het glas plaatst. 10. Blend het ijs, kokosmelk en ananassap. Blijf doorgaan met de machine tot het glad en romig is. 11. Voeg er vruchten aan toe. Je kunt hiervoor aardbeien, blauwe bessen, bramen of een combinatie van de drie gebruiken! Blend de vruchten met de romige basisdrank om een kleurrijke drank te maken. 12. Schenk het in twee glazen. Gebruik hiervoor helder glas zodat je de mooie kleuren van je fruitige piña colada goed kunt zien. 13. Garneer met een paar in stukjes gesneden vruchtjes als topping. Geniet nog meer van je drankje met een rietje.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-Virgin-Pina-Colada-maken", "language": "nl"}
De Running Glitch gebruiken in Temple Run	In de lijst van highscores komen in Temple Run. Sommige mensen zijn van nature goed. Maar jij kunt hen verslaan. Hoe? De eeuwige cheat. Deze laat je zo ver en zo lang rennen als je maar wilt, zonder dat je er ook maar iets voor hoeft te doen. Je vrienden zullen verbijsterd zijn dat je ‘plotseling’ zo goed bent geworden... Blijf lezen als je wilt ontdekken hoe je deze cheat succesvol kunt inzetten. 1. Bekijk welke versie van Temple Run je geïnstalleerd hebt. Nieuwere versies van Temple Run ondersteunen de glitch niet. Om de ‘running glitch’ te kunnen gebruiken moet je de originele versie van Temple Run aan het spelen zijn. Je kunt downloadbare oudere versies van het spel online vinden. Klik op Stats in het hoofdmenu. Het nummer van de versie zal helemaal beneden staan aangegeven. Om de ‘running glitch’ te kunnen gebruiken moet je versie 1.0.4 draaien. Als je de glitch probeert te gebruiken in nieuwere versies zal het even lijken alsof het werkt, maar kort daarna zal alles weer terugkeren naar normaal. Je zult het objective The Glitch’ vrijspelen. 2. Zet Tutorials aan. De glitch moet geactiveerd zijn bij de eerste bocht en met Tutorials aan. Om Tutorials aan te doen moet je in het hoofdmenu op Options klikken en de schuifbalk bij Tutorials op ON zetten. 3. Start een spel. Als je de eerste bocht ingaat wordt je gevraagd over het scherm te vegen om je karakter te laten draaien. Veeg niet één, maar twéé keer snel na elkaar over het scherm. Hiermee draai je je karakter compleet om zodat het in tegenovergestelde richting rent, terug naar waar je begon. 4. Blijf doorrennen. Als je eenmaal bent omgedraaid zullen er geen obstakels, bochten of munten meer zijn. Jouw karakter zal rechtdoor blijven rennen zolang je het spel aan laat staan. Als je jouw score echt héél erg hoog wilt laten worden, kun je je mobiel aan de oplader zetten zodat je het urenlang door kunt laten gaan. 5. Stop met rennen. Veeg tweemaal naar links of rechts als je er genoeg van hebt en je score wilt laten berekenen. De apen zullen je inhalen waardoor de loop eindigt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-Running-Glitch-gebruiken-in-Temple-Run", "language": "nl"}
Een korte afstand rijden op een lekke band	Je hebt net een lekke band en tot overmaat van ramp ben je niet eens in de buurt van een plek waar je veilig kunt stoppen om hem te verwisselen. Wat nu? Gelukkig is het meestal mogelijk om een paar honderd meter te rijden op zelfs de slechtste wielen. Hoewel rijden met een lekke band niet aan te raden is, omdat het permanente schade aan de wielen van je auto kan veroorzaken, kunnen er situaties zijn waarin je geen andere keuze hebt. In deze gevallen is het belangrijk om langzaam te rijden, op een gladde, vlakke ondergrond te blijven en zo snel mogelijk op een veilige plek tot stilstand te komen. 1. Rijd langzaam. Probeer niet harder dan ongeveer 25-30 km per uur te rijden op een lekke band. Dit kan anders onherstelbare schade veroorzaken aan het metalen wiel onder de band, en kan er zelfs toe leiden dat je de controle over het voertuig verliest. Druk lichtjes op het gaspedaal, of rijd indien mogelijk stationair tot je een geschikte plaats vindt om aan de kant te gaan. Als je met hoge snelheden rijdt, zal je wiel sneller beschadigen, omdat het wiel bij hogere snelheden aan grotere krachten wordt blootgesteld, zonder dat de band het kan beschermen tegen hobbels en brokstukken. Als je bergafwaarts gaat, laat de auto dan rustig over aan de zwaartekracht, met je voet op de rem. 2. Houd de auto op een gladde, vlakke ondergrond. Vermijd kuilen, steile hellingen en stukken asfalt. Ruwe wegen kunnen je velgen beschadigen, waardoor ze verbuigen en je auto niet meer uitgelijnd is. Pas ook op voor nat of zanderig terrein, waar je kunt uitglijden, wegzakken of vast kunt komen te zitten. Verharde wegen, parkeerplaatsen of de berm van de snelweg of binnenwegen zijn je beste gok. 3. Rijd zo recht mogelijk. Neem geen steile bochten en probeer niet om kronkelige paden te volgen terwijl je zoekt naar een plek om te stoppen. In plaats daarvan rijd je langzaam en recht vooruit, zachtjes aan het stuurwiel draaiend wanneer je kans ziet om de verkeersstroom te verlaten. Neem de meest directe route om daar te komen waar je wilt zijn. Ga de weerstand die de lekke band veroorzaakt tegen door het wiel stil te houden, maar vecht er niet zo hard tegen dat het je vermogen om te sturen in gevaar brengt. Scherp draaien zet meer druk op de randen van de velg. 4. Sla af naar een veilige plek. Ga bij de eerste gelegenheid die je krijgt van de hoofdweg af en ga naar de eerste plek die je ziet waar het verkeer niet te druk is. Zorg ervoor dat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen, trek dan je handrem aan en zet je knipperlichten aan om andere automobilisten te signaleren dat je autopech hebt. Sla ergens af waar het wegdek horizontaal is, voor het geval je je auto moet opkrikken. Stap pas uit als je zeker weet dat het verkeer aan de bestuurderskant vrij is. 5. Rijd niet te ver. Je moet nooit proberen om verder te rijden dan een paar honderd meter op een lekke band, zelfs als die niet volledig leeg is. Dit is misschien niet genoeg afstand om je naar een autogarage te brengen, maar je kunt op zijn minst verder kruipen totdat je weg bent van de gevaren van de snelweg. Denk eraan langzaam te rijden en aan de kant te gaan zodra je daartoe in staat bent. Je kunt bijna overal een band verwisselen, dus doe geen moeite om een parkeerplaats voor je auto te vinden. Breng jezelf in veiligheid voordat je je zorgen maakt over hoe je je voertuig moet repareren. 6. Probeer om bij een benzinestation te komen. Als er een benzinestation in zicht is, en je hebt het geluk gehad een totale klapband te vermijden, dan kan je het voertuig voorzichtig naar binnen sturen en de band oppompen bij een luchtpomp. Benzinestations hebben meestal ook voorraden die nodig zijn voor basisreparaties, zoals bandenreparatiesets, wat inhoudt dat er weinig geschiktere plekken zijn om te vinden als je een lekke band krijgt. Probeer niet uit alle macht bij een benzinestation te komen. Als je bestemming meer dan een kilometer weg is, kun je beter stoppen waar je bent. In sommige gevallen zijn pompbedienden opgeleid om gestrande automobilisten te helpen een lekke band te verwisselen. 7. Houd een reservewiel paraat in je voertuig. De meeste nieuwere voertuigen zijn uitgerust met een reservewiel, hetzij op de achterkant of in een apart compartiment in de kofferbak. Als dat ook geldt voor jouw auto of vrachtwagen, dan heb je geluk. Verwissel gewoon de lekke band en je kunt naar de garage voor een volledige reparatie. Als je niet zeker weet hoe je zelf een band moet verwisselen, raadpleeg dan de handleiding van je auto voor een stap-voor-stap uitleg. Compacte reservebanden (ook bekend als 'donuts') zijn ontworpen om je maximaal 70 km te vervoeren, en zijn alleen bestand tegen snelheden tot ongeveer 80 km/u. 8. Bel een sleepwagen. Als je niet in staat bent om bij een garage te komen of de band zelf te verwisselen, heb je misschien geen andere keuze dan een sleepwagen te laten komen. Zodra je belt, zal een sleepdienst komen om je voertuig naar de dichtstbijzijnde garage te brengen, zodat je het probleem zonder vertraging kunt laten repareren. In sommige gevallen is de persoon die komt opdagen wellicht zelf in staat om de beschadigde band ter plekke te herstellen. Aanmelding voor een wegenwachtprogramma zoals de ANWB kan een grote hulp zijn als je in de problemen komt. Meestal moet je 45 minuten tot een uur wachten op de sleepwagen. Dat is waarschijnlijk niet veel langer dan wanneer je de band zelf zou moeten verwisselen. Laat je mobiele telefoon opgeladen wanneer je onderweg bent, voor het geval je een oproep moet plaatsen in geval van nood. 9. Investeer in een stel 'run flat'-banden. 'Run flat'-banden zijn speciaal ontworpen om veilig te zijn om op te rijden, zelfs nadat ze volledig leeggelopen zijn. De versterkte band fungeert als een kussen tegen het wiel dat de stress verlicht van het uitrollen naar een veilige stoplocatie. Of je nu geen ervaring hebt met het verwisselen van een band of het gewoon liever niet doet, 'run flat'-banden kunnen je heel wat ongemak besparen. Met sommige 'run flat'-banden kunnen bestuurders tot 150 km tegen een lagere snelheid doorrijden, voordat ze versleten zijn.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-korte-afstand-rijden-op-een-lekke-band", "language": "nl"}
Snel rijk worden als kind	Je ziet in de winkel iets dat je absoluut wilt hebben. Je hebt er echter nog niet genoeg geld voor om het te kopen. Als je wilt weten hoe je snel geld kunt krijgen om iets te kunnen kopen dat je graag wilt, lees dan gerust verder. 1. Verkoop oude elektronica die je niet meer gebruikt. Mobiele telefoons, MP3-spelers, of camcorders die je niet meer gebruikt, bijvoorbeeld. Ze zijn allemaal nog waardevol! Zorg er wel voor dat je alle liedjes van je MP3-speler verwijdert, en dat je alle contactpersonen uit je mobieltje wist. Als je dat niet doet, dan zal de koper verward worden door de vreemde telefoontjes en de liedjes die hij niet leuk vindt. 2. Doe aan doorverkopen. Koop een grote zak chips met meerdere kleine zakjes erin. Een grote zak kost je zo'n €2,40. Er zitten 15 zakjes in. Eén klein zakje kost jou dus 16 eurocent. Verkoop ze voor 50 eurocent. Als je ze allemaal verkoopt, dan heb je €7,50. Daar heb jij zelf €2,40 voor betaald. Je hebt dus €5,10 verdiend! 3. Kijk of je reclame kunt maken voor lokale bedrijven, of zelfs voor ze kan gaan werken. Dit is een sales job (een verkoopbaan), en houdt dus in dat je op mensen af moet stappen en met ze moet praten. Je moet mensen ervan overtuigen om bij een bepaald bedrijf producten af te nemen. Zet een flinke glimlach op, en onthoud: volwassenen houden van kinderen! Jij bent een geboren verkoper! 4. Verkoop je spullen. Heb je een zootje troep, of speelgoed waar je niet meer mee speelt? Verkoop het! Zet een kraampje op in de tuin, of op een plaats waar veel mensen komen. Of ga met Koningsdag op een kleedje zitten met je spulletjes. Ook kun je je spullen natuurlijk online aanbieden. 5. Begin je eigen bedrijfje. Als je weet hoe je mooie boekenleggers kunt maken, bijvoorbeeld, maak ze dan en verkoop ze vanuit je tuin. Of deel flyers uit op school. Een paar makkelijke ideetjes zijn: Speeltjes voor huisdieren maken. Mensen houden van hun kat, hond, vogel, of vis. Waarom maak je geen speeltjes voor ze? Maak (fruit)manden. Snoepgoed, fruit, en andere voedingsmiddelen vragen erom om mooi uitgestald te worden. Maak mooie manden, zodat mensen zin krijgen om te gaan eten! Bied aan om fotoalbums samen te stellen voor anderen. Mensen vinden het fijn om hun herinneringen op een plaats te bewaren. Bied aan om albums voor mensen te maken met hun mooiste foto's. Bied aan om plakboeken voor andere mensen te maken. Plakboeken maken is wereldwijd een zeer winstgevende bedrijfstak, en met reden: mensen willen hun herinneringen op één plek vastleggen en koesteren. Bied mensen aan dat te doen. 6. Geef bijles, voor €4,- per uur. Dit is een effectieve manier om geld te verdienen, en werkt uitstekend als je in bepaalde schoolvakken zoals wiskunde of taal erg goed bent. Probeer je leerlingen op zoveel mogelijk verschillende manieren over het vak na te laten denken, en zet ze op verschillende manieren aan het werk. Als je geen goede leraar bent maar wel veel geld vraagt, dan zullen mensen je niet zo snel terugbellen. 7. Verdien geld door muziek te spelen. Mensen houden ervan om naar muziek te luisteren, en live muziek is nog veel beter. Als je een instrument kunt bespelen en je verdient er geen geld mee, dan laat je een grote kans liggen. Probeer deze simpele ideetjes om geld te verdienen met je vaardigheden. Probeer andere kinderen te leren een instrument te bespelen. Als je een instrument kunt bespelen (gitaar, drums, piano, fluit, etc.) adverteer dan om dit aan andere kinderen te leren voor zo'n €7,50 per week. Als je muzikaal entertainment biedt, ga dan naar een openbare plaats en zet een hoedje voor je. Zet ook een bordje neer om reclame te maken voor je "act". Dit klinkt een beetje afgezaagd, maar mensen kunnen je geld geven als ze je goed genoeg vinden. Ze geven je waarschijnlijk een beetje kleingeld, maar als je door blijft gaan kun je er een hoop mee verdienen. Zorg er van tevoren wel voor dat de locatie het toestaat. Anders kom je misschien wel in de problemen. Maak animatie op commissiebasis. Sommige mensen willen graag een eigen animatie, en als je weet hoe animaties kunt maken, kan een animatie van 30 seconden tot 30 euro opleveren. Animatie is eenvoudig te leren en is een goede manier om geld te verdienen. Begin met animaties maken met een eenvoudig animatieprogramma zoals Scratch, of als je al behoorlijk goed bent in animaties (of tekenen) met Deviantart. 8. Maak een website. Maak een website over iets waarvan je weet dat het extreem populair is. Geef je website een onderdeel voor de fanclub van een bepaald ding/dier/eten etc. Vraag mensen om voor €10,- lid te worden, en voilà. Je bent rijk, als mensen het tenminste de moeite waard vinden. De meeste populaire website-namen zijn al bezet, maar als je een goede naam kunt bedenken die nog niet in gebruik is, dan kan jouw website een ware hit worden. 9. Begin een YouTube-kanaal om je talent te promoten. Als je populair wordt, dan kun je je aanmelden om YouTube-Partner te worden en geld verdienen. (Als je onder de 18 bent, dan dien je je ouders' emailadres te gebruiken). Als je ervoor kunt zorgen dat jouw video 'viral' gaat, dan kun je per maand enorm veel geld verdienen. Daarnaast kun je met je volgende video's ook weer geld verdienen. Probeer tutorials van videospelletjes. Welke videospelletjes zijn er op dit moment erg in trek? Als je iets vets kunt maken of doen in een populair videospel, dan kun je absoluut volgers scoren. Minecraft, Halo, Call of Duty, BioShock, en nog veel meer, zijn tegenwoordig erg populair. Leer mensen hoe ze een veelvoorkomend probleem op kunnen lossen. Ken je een vette manier om een ei te koken? Weet jij een manier waarop je gegarandeerd een jongen of meisje kunt versieren? Maak er een filmpje van, en de views zullen zich vanzelf opstapelen! 10. Verkoop je kunst. Kun je ongelofelijke tekeningen van mensen maken, of kun je prachtige zwart-witfoto's maken? Waarom verdien je er dan geen extra geld mee? Verdien wat geld door je schilderijen, landschappen of portretten te verkopen. Er zijn heel veel online websites zoals Etsy, Ebay, Speurders, Marktplaats, etc. waar je je werk te koop aan kunt bieden. 11. Leer mensen hoe ze met elektronica om moeten gaan. Ben je een whizzkid; maak je grapjes over 404-errors; droom je ervan om elektronische gadgets uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten? Als je aan deze zaken voldoet, dan kun je overwegen om geld te verdienen met het helpen van mensen. Een computer dien je niet te verspillen! Waarom maak je geen website waarop je je expertise adverteert? Adverteer uiteraard ook met het feit dat je nog jong bent, maar zorg ook dat je goede prijzen biedt. Laat anderen mensen recensies over je schrijven om te laten zien hoe professioneel en behulpzaam je bent. Wie weet krijg je het nog hartstikke druk? Organiseer een show in je buurt. Wie heeft gezegd dat je een volwassene moet zijn om een show te organiseren? Het kan zijn een talentenjacht, een komedieshow of iets anders. Als je een one-man-show wilt doen, kun je alle winst van je show zelf houden. Als je andere mensen bij je show betrekt, moet je natuurlijk bereid zijn om iedereen te betalen die je heeft geholpen of met jou in je show heeft gespeeld. De vergoeding kan bijvoorbeeld 5 euro per ticket zijn. 12. Maak PowerPoints voor mensen. Als je erg goed bent in het maken van PowerPoints, dan kun je informatie vragen van mensen en die informatie omzetten in een PowerPoint-presentatie. Op sites als Odesk en Elance kun je freelance werken voor mensen als zij jou kiezen. 13. Doe wat klusjes in en rond het huis. Misschien geven je anders je dan wel wat zakgeld. Als je veel zakgeld krijgt, dan kun je snel rijk worden. Als je zonder te vragen klusjes doet, dan verdien je bonuspunten. Als je elke week vijf euro krijgt, weet dan dat dit geld zich snel, erg snel op kan stapelen. 14. Kijk of er kleingeld tussen de bank zit, of in de auto. Je weet nooit wat je vindt! Zoek overal naar kleingeld. Zorg er alleen wel voor dat je ouders niet van plan waren dat geld te gebruiken. 15. Vraag je ouders om extra zakgeld. Als je geen zakgeld krijgt, vraag je ouders er dan om. Ga alleen niet lopen zeuren. Om je ouders te overtuigen dat je meer zakgeld verdient, doe je klusjes dan extra goed. Doe ook extra klusjes die je eigenlijk niet hoeft te doen. Wees over het algemeen gewoon extra behulpzaam. Maak afspraken met je ouders. Vraag je ouders om extra zakgeld als je voor al je vakken een 8 of hoger haalt. Zo is iedereen tevreden: je ouders zijn blij dat je het goed doet op school, jij bent blij met je extra geld. 16. Doe boodschappen voor je ouders. 17. Maak het huis schoon. Als je je ouders' huis schoon maakt, kan dat je binnen een paar uur geld opleveren; zeker als je het goed doet. Besteed extra aandacht aan de ramen, de goot, en de luifels. Zorg dat je zowel de binnenkant als de buitenkant van het huis doet. Je ouders zullen de keuken of badkamer waarschijnlijk niet zo graag schoonmaken. Maar als jij gemotiveerd bent om wat extra te verdienen, dan is het voor jou geen probleem. Verzamel de juiste benodigdheden (allesreiniger, doekjes, handschoenen, etc) en ga aan de slag! 18. Afhankelijk van je leeftijd, kun je proberen op kinderen te passen. Waarschijnlijk gaat dit je niet lukken als je nog geen tiener bent, maar oppassen kan een snelle, eenvoudige manier zijn om een hoop geld te verdienen. Nadat je voor het eerst hebt opgepast, kun je de familie vragen om een aanbeveling of een verwijzing. Zo wordt het een stuk makkelijker om andere families te vinden die jou als babysitter aan willen nemen. Zorg er wel voor dat de aanbeveling positief is! 19. Probeer op huisdieren te passen. Vraag mensen of je op hun huisdieren kunt passen om een extra zakcentje te verdienen. Probeer erachter te komen wie er op vakantie gaan, of gewoon een dagje niet thuis zijn, en bied aan om die dag/vakantie op hun huisdieren te passen. Je kunt ook veel geld verdienen door honden uit te laten, zeker als je meerdere honden per dag uitlaat. Ook kun je je eigen bedrijfje beginnen door posters in de buurt op te hangen. Zet op de poster wat je prijs is, en wanneer je beschikbaar bent. Vraag ongeveer 4 euro per wandeling; je kunt de prijs verhogen als je het vaker gedaan hebt, en dus meer ervaren bent. Ook kun je beginnen door gratis honden uit te laten om ervaring op te doen. Vervolgens kun je geld vragen voor je diensten. 20. Ga kranten bezorgen. Een krantenwijk is niet zo prestigieus, maar het betaalt vaak wel goed. Een voordeel van een krantenwijk is dat het niet zo moeilijk werk is. Het nadeel is dat je er vaak vroeg voor op moet staan om je kranten te bezorgen. 21. Ga gazonnetjes maaien. Vraag je ouders of je hun grasmaaier mag lenen, en begin bij je buren aan te bieden of je hun gras mag maaien. Er zijn niet veel mensen die ervan genieten om hun gras te maaien. Je kunt hier dus redelijk wat geld mee verdienen. Bied je buren een soort abonnement aan. Vertel ze dat je hun gazon een maand lang ieder weekend zult maaien. Zeg ze dat ze een goede deal krijgen als ze je het gazon vier weekeinden op rij laat maaien. Geef je diensten wat extra pit door diagonaal te maaien, in plaats van in rechte lijnen. Dit ziet er vet uit, en is net zo makkelijk als rechte lijnen. Uiteraard moet je het je buren wel even vragen voor je begint met schuine strepen. Maak foto's van gazonnetjes die jij gemaaid hebt. Hierdoor zullen ze sneller overtuigd zijn van jouw kwaliteiten, als ze dat nog niet zijn. 22. Doe ander werk in de tuin. Leer hoe je bomen kunt snoeien, bladeren kunt aanvegen, bollen kunt planten, of stoepjes kunt aanvegen. Hoe meer klusjes je onder de knie hebt, hoe sneller mensen je aan zullen nemen. Dat betekent dat je meer geld kunt verdienen. En dat betekent weer dat je sneller rijk wordt. 23. Huur in het weekend een hogedrukreiniger. Dit zal je zo'n €25 euro kosten, in de meeste gevallen. Maak van tevoren afspraken, en spuit de voorstraten en opritten van zoveel mogelijk mensen schoon. Vraag ongeveer €15-20 per straat, en je zult binnen no time rijk zijn. Waarschuwing: een hogedrukreiniger kan eigendommen beschadigen, vuil op auto's spuiten, en ogen beschadigen. Wees dus altijd voorzichtig als je de hogedrukspuit gebruikt, en ga er niet mee lopen spelen. Vraag je ouders of ze je willen helpen erachter te komen hoe het precies werkt. Doe dit voor je er mee aan de slag gaat. 24. Als het winter is, kun je de sneeuw op een oprit vegen of de sneeuw op auto's schoonmaken. Je kunt beginnen met lage prijzen en vervolgens meer geld vragen. Begin met je eigen oprit en vraag dan de buren. Sommige mensen hebben geen tijd om sneeuw te schuiven voor school of werk. Je kunt gemakkelijk rijk worden met 15-20 euro per klant!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Snel-rijk-worden-als-kind", "language": "nl"}
Retinol gebruiken	Retinol, of topische tretinoïne, is een retinolzuur dat huidbeschadiging helpt om te keren en het vaakst gebruikt wordt als behandeling voor acne. Veel vrij producten bevatten vaak een derivaat van retinol, want voor retinol zelf is een voorschrift van een arts vereist. Het is belangrijk om kennis op te doen over retinol en de voordelen, bijwerkingen en toepassingsmethode voordat je het gebruikt. 1. Begrijp waar retinol voor gebruikt wordt. Het product heeft een bewezen genezende werking voor meerdere huidaandoeningen, in het bijzonder acne. Retinol helpt om de poriën te ontstoppen en de afschilfering van de huid tegen te gaan. Het kan van pas komen om rimpels en huidbeschadiging door de zon te verminderen. Retinol kan acne echter niet genezen, noch kan het rimpels tenietdoen of beschadiging door de zon herstellen. Retinol wordt reeds lang erkend als een goede behandeling voor milde tot gemiddelde acne, waaronder comedonen, mee-eters, cysten en wondjes bij tieners en volwassenen. Bovendien wordt het verschijnen van rimpels aanzienlijk tegengehouden (hoewel ze niet zullen verdwijnen) door de sterkte van retinol wanneer je het lange tijd na elkaar blijft gebruiken. Donkere huid, ook wel bekend als zonnevlekken, zullen ook lichter worden wanneer je retinol blijft gebruiken. Studies hebben ook aangetoond dat retinol kan helpen bij een ruwe huid, doordat dit het huidoppervlak gladmaakt of afschilfert. 2. Weet hoe retinol werkt. Retinol (soortnaam: tretinoïne) is een derivaat van vitamine A en maakt deel uit van een groep geneesmiddelen met de naam retinoïden die een invloed uitoefenen op de groei van huidcellen. Retinol werkt door de groeipatronen en de gehechtheid van de huidcellen vanbinnen te wijzigen. Het belemmert de ontwikkeling van microcomedones, kleine afdichtingen in de huid als gevolgd van dode huidcellen die zijn in de porie opstapelen en deze verstoppen. De ontwikkeling van microcomedones is gewoonlijk de voorloper van acne; retinol werkt dus om dit te voorkomen en het aantal en de ernst van puistjes die zich toch ontwikkelen te verminderen. Het geneesmiddel zorgt ook voor een snellere genezen van puistjes als gevolg van acne. Bovendien vermindert retinol de ‘kleverigheid’ van huidcellen in talgklieren of olieklieren. 3. Raadpleeg een arts. Als je denkt dat retinol een goede optie zou kunnen zijn voor jouw huidproblemen dan moet je een afspraak vastleggen met je huisarts die dan indien nodig een dermatoloog kan aanbevelen. Dermatologen zijn artsen die gespecialiseerd zijn in de huid en in het bijzonder in huidaandoeningen. Huisartsen kunnen en zullen vaak retinol voorschrijven als het een niet al te ingewikkeld geval betreft, dus mogelijk zal een afspraak met een dermatoloog niet nodig zijn. Je arts zal de meest geschikte behandeling voor jou kunnen kiezen op basis van je symptomen en specifieke huidtype. Zorg ervoor dat je je arts inlicht over andere aandoeningen en medische voorgeschiedenis, vooral als je andere huidaandoeningen hebt of had zoals eczeem. 4. Leer over de verschillende soorten retinol. Retinol wordt gewoonlijk verkocht als topisch vloeistof, gel of crème. Gels zijn gewoonlijk beter voor acne omdat ze minder verzachtende eigenschappen hebben. Gel kan de huid echter uitdrogen, dus als je een droge huid hebt dan is crème van retinol waarschijnlijk de beste optie. Retinol kan in verschillende sterktes worden gekocht. De gel bestaat in varianten van 0,025% of 0,01%. De crème heeft varianten van 0,1%, 0,05% of 0,025%. De vloeistof bevat 0.05% retinol. Je arts zal waarschijnlijk een minder sterke variant voorschrijven om mee te beginnen en indien nodig na verloop van tijd de dosis opdrijven. Dit is om bijwerkingen te voorkomen. 5. Weet wat de mogelijke bijwerkingen zijn. Milde bijwerkingen door het gebruik van retinol mogen verwacht worden. Je moet echter onmiddellijk een arts raadplegen als een van de volgende bijwerkingen ernstig, onduldbaar of hinderend voor je dagelijkse leven wordt. Weet dat de meeste bijwerkingen tijdens de eerste twee tot vier weken van gebruik van retinol voorvallen. In de meeste gevallen zullen de bijwerkingen verdwijnen na aanhoudend gebruik. De meest voorkomende en wetenschappelijk onderzochte bijwerkingen zijn onder andere: Droge huid Blaren en roodheid van de huid Jeuk en afschilderen Een warm of brandend gevoel Eerst een verergering van de acne 6. Ken de contra-indicaties. Doordat deze medicatie door de huid geabsorbeerd wordt, mogen zwangere vrouwen retinol niet gebruiken omdat bewezen werd dat het zeer teratogeen is (het kan geboorteafwijkingen veroorzaken). Als je retinol gebruikt om acne te behandelen, dan mag je geen andere producten tegen acne gebruiken terwijl je retinol gebruikt omdat dit de irritatie van de huid nog zou kunnen verergeren. Vermijd het gebruik van peelingproducten of producten die peelingmiddelen bevatten zoals benzoylperoxide, resorcinol, salicylzuur, zwavel of andere zuren. 7. Lees de richtlijnen op het voorschrift. In het algemeen wordt retinol dagelijks bij het slapengaan gebruikt of een keer om de twee of drie dagen. Voor de beste resultaten moet je het ’s nachts gebruiken. Zorg ervoor dat je bevestiging krijgt van je arts en apotheker wat betreft de juiste dosering, de toepassingsmethode en hoe vaak je het moet gebruiken. Stel je arts of apotheker alle vragen die je maar kunt bedenken. 8. Was je handen en de getroffen delen van je huid. Was je handen en gezicht grondig met milde zeep en water. Probeer geen sterke zeep of iets met ‘microbolletjes’ of andere afschilferende bestanddelen te gebruiken. Dep je huid achteraf droog. Zorg ervoor dat je huid helemaal droog is. Wacht 20-30 minuten voordat je retinol aanbrengt om er zeker van te zijn dat je huid droog is. 9. Breng het medicijn aan met je vingertoppen. Je kan ook een wattenstaafje of katoenen watje gebruiken, vooral wanneer je retinol in vloeibare vorm gebruikt. Gebruik ongeveer de hoeveelheid retinol die overeenkomt met de grootte van een erwt (zowel bij vloeibaar, gel of crème) of voldoende om de getroffen huid een klein beetje te bedekken. De laag moet dun en zuinig zijn in plaats van zomaar op de huid gegooid. In het algemeen zal je niet meer dan de grootte van een erwt nodig hebben als je het op een specifiek deel aanbrengt. Was je handen na het gebruik. Breng het medicijn uitsluitend aan op de getroffen huid. Breng niet aan op je volledige gezicht en/of hals. Wees voorzichtig wanneer je retinol gebruikt. Je wil niet dat het rond je mond of net onder je ogen terechtkomt. Als dit toch het geval is dan moet je het uitspoelen met water. Gebruik zuiver lauw water en spoel gedurende 10 tot 20 minuten uit. Als de irritatie niet verdwijnt moet je een arts raadplegen. Was je handen grondig wanneer je klaar bent. Dit zal helpen te voorkomen dat je resten retinol doorgeeft aan andere mensen, op andere delen van je huid, of dat je het per ongeluk in je ogen of mond wrijft – al deze zaken kunnen immers schadelijk zijn. 10. Gebruik retinol op een consistente manier. Het is belangrijk dat je retinol regelmatig gebruikt om er de meeste voordelen uit te halen. Probeer het elke avond op hetzelfde tijdstip te gebruiken. Hierdoor zal het deel gaan uitmaken van je avondroutine. Retinol zal als eenmalig behandeling niet werken als je een pukkel hebt. De werking komt door het op lange termijn opnieuw vormgeven van de huid. Weet dat je acne tijdens de eerste 7-10 dagen erger kan worden, maar dit zou mits voortdurend gebruik na enkele weken moeten verbeteren. In sommige gevallen kan zelfs 8 tot 12 weken duren voordat je verbetering ziet. Verdubbel de dosis nooit. Als je een dosis gemist hebt en het geneesmiddel elke dag gebruikt dan moet je de gemiste dosis helemaal overslaan. Je mag een dosis nooit verdubbelen. Je mag ook niet meer retinol dan de grootte van een erwt aanbrengen of het meer dan eenmaal per dag gebruiken. Dit zal je huid immers niet beter maken, maar alleen het risico op bijwerkingen vergroten. 11. Vermijd blootstelling aan uv-straling. Retinol kan je gevoeliger maken voor de zon. Probeer lange blootstelling aan de zon en zonnebanken te vermijden. Gebruik dagelijks zonnecrème van minstens factor 30 om zonnebrand en irritatie tijdens de dag te voorkomen. Draag beschermende kledij zoals een hoofddeksel, lange mouwen en een broek wanneer je buiten in de zon bent. Als je een zonnebrand hebt dan moet je wachten tot je huid hier volledig van genezen is voordat je retinol opnieuw gebruikt. 12. Gebruik een vochtinbrenger als je huid te droog wordt. Raadpleeg een arts om te weten welke vochtinbrengers je mag gebruiken als je huid te droog wordt door het gebruik van retinol. In het algemeen werken crèmes, gels of lotions op waterbasis het best als je retinol gebruikt tegen acne. Als je retinol gebruikt tegen rimpels en zonnevlekken dan zijn crèmes en lotions op oliebasis waarschijnlijk de beste keuze. Wacht ten minste een uur na het gebruik van retinol voordat je crèmes of topische medicatie gebruikt. 13. Neem contact op met je huisarts. Weet dat de meeste mensen geen ernstige bijwerkingen ervaringen door het gebruik van retinol. Als je echter een van de volgende zaken ervaart dan moet je onmiddellijk contact opnemen met je arts: Blaren, barsten brandwonden of zwellingen op de huid Duizeligheid, hoofdpijn, verwardheid, angst of depressie Sufheid, traag spreken of gezichtsverlamming Allergische reactie, waaronder netelroos, zwellingen, ademhalingsmoeilijkheden Als je zwanger wordt terwijl je retinol gebruikt	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Retinol-gebruiken", "language": "nl"}
Zorgen voor een sabelsprinkhaan	Als je 's nachts in een weiland naar natuurgeluiden luistert, dan zul je zeker verschillende soorten krekels horen tjirpen, evenals sabelsprinkhanen horen 'zingen'. Deze minder populaire groene insecten zien er doorgaans uit als gewone sprinkhanen en hebben erg lange en dunne poten, al kunnen sabelsprinkhanen verschillende vormen, groottes en kleuren hebben. Sabelsprinkhanen zijn erg delicate insecten. Als je buiten een sabelsprinkhaan gevonden hebt, geef hem dan het juiste verblijf en geef hem iedere dag te eten, zodat je hem gemakkelijk als huisdier kunt houden. 1. Koop een geventileerd terrarium dat ten minste 30 bij 30 bij 30 centimeter groot is. Een dergelijk terrarium is groot genoeg voor een of twee sabelsprinkhanen, al kan het geen kwaad om een groter terrarium te kopen. Zorg dan ten minste een van de zijden van het terrarium van fijnmazig gaas of netmateriaal gemaakt is, zodat het terrarium goed geventileerd wordt. Het goed ventileren van het terrarium is erg belangrijk om te voorkomen dat je sabelsprinkhaan stikt. Ga naar een dierenwinkel die benodigdheden verkoopt voor het houden van insecten om een geschikt terrarium voor je sabelsprinkhaan te vinden. Je kunt je sabelsprinkhaan ook in een verblijf houden dat volledig van fijnmazig gaas gemaakt is, als je dat liever hebt dan een glazen terrarium. Gebruik gaas of netmateriaal voor de bovenkant van het terrarium. De sabelsprinkhaan zal aan het materiaal gaan hangen wanneer hij vervelt. 2. Bedek de bodem van het terrarium met vijf tot acht centimeter substraat. Gebruik voor het beste resultaat materiaal dat vocht opneemt, want het is belangrijk dat het in het terrarium vrij vochtig blijft. Je kunt bijvoorbeeld potgrond, kleine kiezels en zelfs tissues gebruiken. Dit type substraat kun je bij dierenwinkels en sommige bouwmarkten kopen. 3. Zorg dat de temperatuur in het terrarium tussen de 25 en 30 °C blijft. De beste manier om dit te doen is met behulp van een lamp, want je sabelsprinkhaan heeft naast direct zonlicht nog een andere bron van licht nodig. Plaats de lamp bovenin het terrarium en gebruik voor het beste resultaat een lamp van 15-25 watt. Je kunt de temperatuur in het terrarium meten door een thermometer aan de zijkant van het terrarium te bevestigen. Gebruik geen spaarlamp of tl-lamp, want die geven niet genoeg warmte af voor je sabelsprinkhaan. 4. Voeg weinig decoraties toe om zo goed mogelijk gebruik te maken van de ruimte. Je sabelsprinkhaan heeft niet veel decoraties nodig, want de bladeren die je hem te eten geeft fungeren eigenlijk al als decoratie. Het insect heeft echter veel verticale ruimte nodig om te kunnen vervellen, dus ga zo minimalistisch mogelijk te werk bij het inrichten van het terrarium. Als je het terrarium echt wilt inrichten, denk er dan over om slechts een kleine tak en enkele bladeren toe te voegen om de natuurlijke leefomgeving van de sabelsprinkhaan na te bootsen. 5. Spuit iedere dag water in het terrarium om het vochtig te houden. Een sabelsprinkhaan heeft een warme, vochtige leefomgeving nodig. Spuit iedere dag genoeg water in het terrarium zodat het substraat vochtig blijft. Als je merkt dat het lastig is om het substraat vochtig te houden, dan kan het zijn dat het terrarium te goed geventileerd wordt. Als dit het geval is, dan moet je het gazen oppervlak verkleinen om het vocht in het terrarium te houden. 6. Maak het terrarium een keer in de week schoon om schimmelgroei te voorkomen. Zet je sabelsprinkhaan tijdens het schoonmaken in een apart en tijdelijk terrarium met een soortgelijke structuur als het gewone terrarium. Haal al het vuile substraat uit het terrarium, evenals alle uitwerpselen en oude bladeren die op de grond liggen. Doe dan nieuw en schoon substraat in het terrarium. Dit is vooral belangrijk omdat je sabelsprinkhaan niet alleen veel poept, maar ook omdat er door de hoge luchtvochtigheidsgraad snel schimmel in het terrarium kan gaan groeien. 7. Geef je sabelsprinkhaan een keer per dag bladeren en stengels van bomen te eten. Alle soorten sabelsprinkhanen eten bladeren en stengels, en sommige soorten eten ook fruit, bloemen en kleine insecten. Als je niet zeker weet tot welke soort je sabelsprinkhaan behoort, geef hem dan iedere dag gewoon een of twee eikenbladeren, bramenbladeren, hazelaarbladeren, hertshooibladeren of vlinderstruikbladeren. Als je wilt zien of je sabelsprinkhaan insecten eet, doe dan enkele bladluizen in zijn terrarium. Als hij insecten eet, dan zal hij deze zeker eten. Als er etensresten van de vorige dag in het terrarium liggen, haal ze dan weg voordat je je sabelsprinkhaan weer voert. 8. Geef je sabelsprinkhaan te drinken door water in het terrarium te spuiten. Een sabelsprinkhaan krijgt genoeg water binnen door kleine waterdruppels van bladeren te zuigen, in plaats van uit een kom of bakje te drinken. Wanneer je het terrarium inspuit met water om het vochtig te houden heeft je sabelsprinkhaan ook genoeg water om te kunnen overleven. Het is dus niet nodig om een waterbakje in het terrarium neer te zetten. Als je jonge sabelsprinkhanen in je terrarium hebt, dan is het juist een stuk veiliger om geen waterbakje in het terrarium te hebben, want de sabelsprinkhanen kunnen erin vallen en verdrinken. 9. Wees erg voorzichtig bij het oppakken van je sabelsprinkhaan. Het kan zijn dat je sabelsprinkhaan er niet goed op reageert wanneer je hem oppakt. Als je het toch wilt proberen, weet dan dat een sabelsprinkhaan een erg delicaat insect is. Hij kan tevens vrij ver springen, dus houd je huisdier goed in de gaten wanneer je hem uit het terrarium haalt. Sommige sabelsprinkhanen kunnen je bijten. Maak je echter geen zorgen, want het zal niet veel pijn doen. 10. Houd ten minste twee volwassen sabelsprinkhanen in een ideale leefomgeving in een terrarium. Als je een mannetjessprinkhaan en een vrouwtjessprinkhaan in je terrarium stopt, en zorgt voor de juiste luchtvochtigheidsgraad, temperatuur en genoeg eten, dan zullen de sabelsprinkhanen zich vanzelf voortplanten. Houd de sabelsprinkhanen in een relatief groot terrarium als je wilt dat ze zich voortplanten. Kies in plaats van een terrarium van 30 bij 30 bij 30 centimeter, voor een terrarium van 45 bij 45 bij 45 centimeter of zelfs eentje van 60 bij 60 bij 60 centimeter. 11. Zorg dat je een plant met een dikke steel in de plant hebt. Vrouwelijke sabelsprinkhanen, en dan vooral sabelsprinkhanen die tot de onderfamilie Conocephalini behoren, knagen graag grote gaten in plantenstengels en leggen er hun eitjes in. Het maakt niet veel uit voor wat voor plant je kiest, als hij maar een relatief dikke steel heeft. Kies als dat mogelijk is voor een plant met een steel die dikker is dan het lichaam van je sabelsprinkhaan.. Sommige soorten sabelsprinkhanen begraven hun eitjes in het substraat in plaats van ze in de steel van een plant te stoppen. Als je niet zeker weet tot welke soort je sabelsprinkhaan behoort, stop dan gewoon een grote plantenstengel in het terrarium. 12. Zorg dat de luchtvochtigheidsgraad 60 dagen achter elkaar boven de 80% ligt. Het duurt 45-60 dagen voordat de eitjes van sabelsprinkhanen uitkomen, maar ze moeten zich in een erg vochtige omgeving bevinden om gezond te blijven. Zorg dat je het terrarium ten minste een keer per dag inspuit en denk erover om dit twee keer te doen zodat je zeker weet dat de eitjes genoeg vocht hebben om twee maanden gezond te blijven. Bevestig een hygrometer aan de zijkant van je terrarium om de luchtvochtigheidsgraad in het terrarium te meten. Op het internet en bij dierenwinkels die benodigdheden verkopen voor het houden van insecten kun je speciale hygrometers voor terraria kopen. Zorg er ook na het uitkomen van de eitjes voor dat het terrarium erg vochtig blijft, want jonge sabelsprinkhanen hebben ook veel vocht nodig om te kunnen vervellen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Zorgen-voor-een-sabelsprinkhaan", "language": "nl"}
Een goede teamleider zijn	Effectief kunnen werken in en leiding geven aan een team is van cruciaal belang in de huidige arbeidsmarkt, waar elke medewerker nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Teamwork is ook essentieel op school, bij sport en groepsactiviteiten. Een goede teamleider zijn betekent luisteren en communiceren met je team, respect hebben voor elkaars ideeën en input, en het moreel hoog houden. Met een positieve houding, enige creativiteit en een open geest kan ook jij een goede teamleider worden. 1. Stel een hiërarchie op. Ondoeltreffende teamleiders zijn niet alleen de bazige types en respect eisen dat niet verdiend is. Ondoeltreffende teamleiders zijn ook mensen die geen duidelijke, transparante hiërarchie binnen het team als geheel vaststellen. Als je de leider bent, sta je bovenaan. Je hebt het laatste woord over dingen en wijst rollen toe aan je team. Regel een vergadering met je team, vooral als je nog niet eerder een leidinggevende functie hebt gehad of als je team net is samengesteld. Bespreek tijdens je vergadering met je team ieders rol en wees duidelijk over wie aan wie rapporteert. Maak een grafiek met ieders naam en titel. Je blad moet een hiërarchie laten zien waarbij jij en de rol die je hebt bovenaan staat, wie rechtstreeks aan jou rapporteert, enzovoort. Maak ook duidelijk dat je van plan bent om ieders rol te respecteren en te erkennen hoe belangrijk en vitaal elke rol is voor een succesvol team. 2. Neem de tijd om te leiden. Dit betekent niet alleen dat je regelmatig en open moet blijven communiceren met je team en dat je moet helpen om eventuele vragen te beantwoorden. Het betekent ook dat je eventuele gaten moet opvullen, problemen moet oplossen en dat je het hardst en vaak het langst moet werken. Een slechte teamleider delegeert projecten en taken aan iedereen en gaat vroeg naar huis. Een goede teamleider zorgt er voortdurend voor dat iedereen op de goede weg is, georganiseerd is en achterstallig werk oppakt. Zorg dat je beschikbaar bent voor je team wanneer je nodig bent. Je moet ook grenzen stellen waar iedereen zich aan dient te houden. Je team moet in staat zijn om je aandacht te krijgen wanneer dat nodig is, maar niet elke keer als er een vraag rijst. Gebruik de hiërarchie om aan te geven wie boven wie staat en grenzen vast te stellen. Stel bovendien grenzen aan je eigen werklast en die van je team. Voordat je een leidinggevende functie accepteert, onderhandel je opnieuw over je eigen werklast met je baas zodat je beschikbaar kunt zijn voor je team. Doe dan hetzelfde voor je team. Als teamleider moet je misschien langer op het werk blijven dan je team. Kom eerder naar je werk, of zelfs in het weekend. Je doel is om te voorkomen dat je hele team dit moet doen. Geef je team werklastgrenzen die je kunt volgen zodat de leden van je team niet overladen of te gestrest raken. 3. Geef het goede voorbeeld. Dit is vergelijkbaar met tijd vrijmaken om te leiden. Als teamleider heb je misschien meer extra's, een hoger salaris en een paar extra vakantiedagen, maar je hebt ook meer verantwoordelijkheden. De fouten van je team zijn uiteindelijk jouw schuld en verantwoordelijkheid. Behandel iedereen in je team met evenveel respect. Houd een open en eerlijke communicatie en laat je team zien dat je hier bent om problemen op te lossen of de nodige aanpassingen te maken die het team als geheel ten goede komen. Wees respectvol naar andere teams en mensen in andere afdelingen. Bekritiseer nooit andere personen of afdelingen, vooral niet in de omgeving van het team. Immers, als je team ziet dat je je op een bepaalde manier gedraagt, kunnen ze gaan denken dat het goed is om zich ook zo te gaan gedragen. Niet alleen is dat soort gedrag respectloos en onprofessioneel, maar het kan zich ook tegen je keren. 4. Delegeer als het nodig is. Hoewel het niet je taak is om werk altijd maar door te schuiven naar anderen, is een deel van het overkomen als een goede teamleider weten wanneer je bepaalde taken moet delegeren. Maak duidelijk wat er van iedereen verwacht wordt om te doen en te bereiken. Blijf ook niet rondhangen. Vertrouw op je team om de klus te klaren. Wees doortastend. Mensen zullen je eerder volgen en respecteren als je snel en goed weloverwogen beslissingen kunt nemen. Als je gaat uitstellen, ziet je team dat en kan het als een zwakte worden ervaren. Je bent er om leiding te geven en beslissingen te nemen, dus wees bereid om dat te doen. Als je wordt geconfronteerd met een beslissing die gevolgen heeft voor een deel van het team, of als je niet alle informatie hebt die je nodig hebt om een weloverwogen beslissing te nemen, overleg dan met je team. Vraag om een rapport of statusupdate over een deel van een project dat je kan helpen bij je beslissing. Praat met je team over je opties en vraag om ideeën. 5. Manage projecten, en wees een leider voor mensen. Een goede teamleider zijn is weten hoe je onderscheid kunt maken tussen het managen van alle projecten waar je team aan werkt en het leiden van het team dat aan die projecten werkt. Terwijl je iedereen en alle projecten moet overzien, moet je je team het werk laten doen waarvoor elk teamlid is aangenomen. Managen is meer taakgericht, waarbij vergaderingen en gebeurtenissen worden bijgehouden, ieders rooster wordt gevuld en gecontroleerd en de juiste hoeveelheid tijd en middelen worden vrijgemaakt voor de juiste uitvoering van de taken. Het leiden van je team vereist dat je ondersteuning biedt en je teamleden motiveert om de toegewezen taken uit te voeren. Een goede leider zal niet micro-managen en teamleden vertellen hoe ze alles moeten doen. In plaats daarvan inspireert en motiveert hij of zij de teamleden om ideeën en methoden bij te dragen die het beste werken voor elk individu. 6. Verdien respect, eis het niet op. Waarschijnlijk heb je je rol verdiend in een leidinggevende functie. Het werd niet alleen aan je gegeven omdat het je recht was. Beschouw het als een voorrecht om een teamleider te zijn. Hoewel je de leiding hebt over je team, en dus boven de andere leden staat, moet je positie als leider gerespecteerd worden door de teamleden. Verdien het respect van de rest door een zelfverzekerd en bekwaam lid van het team te zijn. Draag een positieve houding uit ten opzichte van je team als geheel en ten opzichte van elk lid afzonderlijk. Luister naar je team en vraag om ieders inbreng. Soms moet je creatief zijn en een intuïtieve beslissing nemen. Deze beslissing is misschien niet altijd wat iedereen in je team wil. Leg duidelijk uit waarom je de beslissing hebt genomen en vraag je team om input of feedback. Luister naar wat je team te zeggen heeft en waardeer de ideeën die jouw kant op komen. Mensen zullen meer bereid zijn om je leiderschapsrol te aanvaarden wanneer iedereen weet dat elke mening gewaardeerd en overwogen wordt. Houd je aan de gestelde planning. Als je team het gevoel heeft dat zowel het werk als de persoonlijke planning niet kunnen worden gehaald of niet worden gerespecteerd, dan kan dit van invloed zijn op het moreel en de mening van je team over jouw als leider. Geef iedereen de tijd om een persoonlijk leven te leiden. Praat regelmatig over wekelijkse schema's, en houd een vergadering op maandag om de week op orde te brengen. Geef je team bovendien voldoende tijd voor een project. Als je de ene taak onderbreekt omdat er een andere is ontstaan, kan dit tot conflicten leiden. Zodra je weet dat een taak afgerond moet worden, informeer je het team. Als een haastklus of project van een andere afdeling of je baas komt, is het soms je taak als leider om tegengas te geven. Je moet de eerste verdedigingslinie zijn voor je team tegen andere afdelingen. 7. Luister naar anderen. Ook al ben je de teamleider en neem je de beslissingen, toch moet je waar mogelijk de meningen en ideeën van je team vragen. Probeer deze input te verwerken wanneer dat mogelijk is. Moedig suggesties aan om een bepaald probleem op te lossen of een taak af te ronden. Neem de suggesties van anderen over. Als iemand je een idee geeft, werk er dan aan. Bedenk hoe je het kunt verbeteren. Een goede leider is een leider die luistert en niet alleen maar praat. Laat het team zien dat je flexibel bent. Als iemand een oplossing of idee voorstelt, schuif dit dan niet terzijde met de opmerking dat je die specifieke aanpak al hebt geprobeerd. 'Ja, maar'-verklaringen moeten ook worden vermeden. In plaats van een idee buiten beschouwing te laten, denk je er nog eens over na -- misschien zou het nu kunnen werken, terwijl dat voorheen niet het geval was. Praat met je team. Stel vragen om meer informatie te krijgen over een idee. Jouw taak als leider is niet om een idee dat misschien niet werkt uit te sluiten, het is om je team te helpen een oplossing te vinden. 8. Betrek iedereen erbij. Als sommige mensen een beetje achterblijven op een project of taak, help ze dan. Blijf positief en breng wat tijd door met de collega om erachter te komen waarom er een probleem is. Zoek een taak voor iedereen, ongeacht zijn of haar vaardigheden of niveau. Als je iemand helpt die het moeilijk heeft met een taak, laat dan niet alleen maar zien hoe die taak uitgevoerd dient te worden. Niet alleen zal het snel demonstreren je teamlid niet helpen om te leren hoe hij of zij deze taak zelf kan uitvoeren, maar het kan ook het moreel van de persoon verlagen. Niemand wil zich onbekwaam of ontoereikend voelen. Blijf positief en verwelkom de mogelijkheid om te helpen. Wees opgewonden dat je teamlid wil leren en beter wil worden. Leid een teamlid door de stappen voor een taak. Plan een moment om de collega te helpen als je het nu te druk hebt. 9. Moedig je team aan. Soms zijn mensen bang om iets te proberen, en dit is waar de leider een rol speelt. Je moet je teamleden aanmoedigen. Laat je team zien dat de taak mogelijk is, zelfs als het moeilijk is, en probeer het leuk te maken. Vier de positieve resultaten van iemands werk. Enthousiasme is aanstekelijk. Als je enthousiast bent, dan is je team eerder enthousiast over het project. Als je team je respecteert en naar je opkijkt als leider, dan zal je enthousiasme en aanmoediging creativiteit en een verlangen om goed te presteren stimuleren. Onderken goed uitgevoerde taken van je team, hoe klein ook. Kleine complimenten en erkenningen kunnen effectiever zijn dan grote. Zelfs als je goed werk niet kunt belonen met een loonsverhoging, dan nog heeft verbale waardering veel gewicht. Als je team goed werk levert, overweeg dan om iedereen op een dag mee uit eten te nemen om het harde werken te vieren. Neem tijdens de lunch even de tijd om je persoonlijk met elk lid van het team te onderhouden. Laat praten over het werk voor op het kantoor. Probeer je teamleden beter te leren kennen. Een eenvoudige 'dank je wel' doet al heel veel. Neem even de tijd om teamleden te bedanken – dit laat zien dat je een leider bent die om je team geeft en op je team vertrouwt. 10. Zorg dat je weet waar je het over hebt. Als jij net zo de weg kwijt bent als je teamleden, hoe weten ze dan wat ze moeten doen? Als leider moet je eerst het onderzoek doen, over de meeste informatie van een project beschikken en weten aan wie je taken moet toewijzen. Doe extern onderzoek naar een onderwerp of project, zodat je, wanneer het tijd is om je team te leiden, alle kennis hebt om vragen te beantwoorden en ideeën te bespreken. Besteed aandacht aan je team. Luister naar elk teamlid en leer ieders individuele sterkte punten en vaardigheden kennen. Bij het verdelen van taken en rollen moet je in staat zijn om de juiste taak aan de juiste persoon te geven. Door alles te leren over je team en de projecten waaraan je werkt, kun je autoriteit uitstralen en je team de middelen geven om het efficiëntst te zijn. 11. Geniet ervan om een leider te zijn. Hoewel leiders de dingen serieus moeten nemen, is er geen reden om geen plezier te hebben. Laat je niet te veel meeslepen. Breng de serieuze zaken in balans met betrekking tot het moreel en het enthousiasme van het team. Soms heb je gewoon een slechte dag. Hetzelfde geldt voor iedereen in je team. Als een teamlid de weg kwijt is in een taak of gefrustreerd, dan is dat je moment om te schitteren. Gebruik je geweldige persoonlijkheid en gevoel voor humor om je teamlid te helpen. Bespreek wat het is dat stress veroorzaakt en help je collega met het vinden van een oplossing. Je team helpen is het leuke deel van het werk. Alle planning, het verdelen van taken en ervoor zorgen dat alles op tijd en volgens gestelde normen wordt afgehandeld, kan wel eens te veel zijn. Geniet van die momenten dat je iemand ergens mee kunt helpen. 12. Besteed aandacht aan het moreel. Een gedemoraliseerd team zal niet functioneren. Je moet de positieve stemming erin houden, doelen duidelijk maken, laten zien dat een opdracht haalbaar en mogelijk is. Niemand zal willen toewerken naar een onmogelijk doel. Als het moreel laag is, moedig dan een open gesprek aan over het waarom ervan. Het kan een groter probleem zijn binnen het bedrijf als geheel, dat je niet snel kunt oplossen. Op zijn minst kun je met enkele creatieve ideeën komen om je team te helpen, zelfs op een klein niveau. Organiseer wandelvergaderingen. Niemand houdt ervan om in een benauwde ruimte te zitten en te discussiëren over de details van een project. Door in beweging te zijn zorg je ervoor dat het bloed stroomt en bevorder je helderheid, wat resulteert in goede ideeën. Als het kan, neem dan je team mee voor een wandelvergadering buiten het kantoor, of zelfs gewoonweg er doorheen. Speel spelletjes als beloning of als een manier om te brainstormen. Of gooi een bal rond terwijl je een vergadering hebt, om doelen te bespreken. Stel leuke teamdoelen vast en beloon die doelen. Je kunt bepaalde projectdoelen en doelen voor een hele afdeling hebben die je team moet halen, maar je kunt ook je eigen doelen bedenken. Stel bijvoorbeeld als doel dat je team een deel van een project op een bepaalde datum dient af te ronden. Als het team slaagt, ga je na het werk wat drinken of plan je een excursie naar een leuke bestemming, welke tegelijkertijd het project kan helpen. Dit zal niet altijd het geval zijn, maar als je in een meer creatieve omgeving werkt, kun je je team misschien meenemen op een uitstapje om een band te smeden of iets te onderzoeken dat relevant is voor jullie werk. Pak frustraties meteen aan. Als je weet dat iemand ongelukkig of van streek is, wacht dan niet tot de situatie escaleert. Praat met die persoon en werk samen aan een oplossing. Dit toont niet alleen aan dat je oplet, maar dat je ook om je medewerkers geeft.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-goede-teamleider-zijn", "language": "nl"}
Een wiebelige tafel repareren	Met een wiebelige tafel kan het vrij lastig zijn om van je eten te genieten of aan een project te werken. Als je tafel wiebelt, dan kunnen we helpen! Onze handige lijst hieronder laat je verschillende opties zien om van dit vervelende probleem af te komen. We beginnen met manieren waarop je de tafel zelf kunt stabiliseren, maar maak je geen zorgen als dat niet helpt om je probleem op te lossen. We hebben enkele andere eenvoudige tips die je kunt proberen.Dit artikel is gebaseerd op een interview met onze klus- en reparatiespecialist Jacob Pischer, eigenaar van Helpful Badger. 1. Op die manier kun je gemakkelijk bij de schroeven aan de onderkant van de tafel komen. Pak de tafel voorzichtig vast en keer hem om zodat het tafelblad plat op je werkbank ligt. Als de tafel groot en zwaar is, dan kun je hem omdraaien op de grond. 2. Controleer het verbindingsstuk tussen de poot en het tafelblad. Dit onderdeel, ook wel de montageplaat genoemd, zorgt dat de tafel middels bouten of schroeven in elkaar blijft zitten. Een montageplaat kan rond, rechthoekig of vierkant zijn. Bij de meeste tafels met een enkele tafelpoot zit de tafelpoot met schroeven die door de montageplaat steken aan het tafelblad vast. Het kan zijn dat er bouten in plaats van schroeven in je tafel zitten, maar het principe is hetzelfde. 3. Draai de schroeven aan totdat ze niet meer uit de montageplaat steken. Draai ze echter niet strakker aan dan dat. Als je de schroeven te strak aandraait, kan het schroefdraad beschadigd raken, kunnen de schroeven breken en kunnen er barsten in het tafelblad ontstaan. Als er bouten in plaats van schroeven in de tafel zitten, draai ze dan aan met een moersleutel. 4. Schroeven die los in de gaten zitten hebben weinig grip. Probeer de schroeven er een voor een uit te halen en een beetje houtlijm in de gaten te knijpen. Doe de schroeven dan direct weer in de gaten voordat de lijm droog is. Dit kun je doen bij schroeven in de tafelpoten en de montageplaat. Laat de lijm volledig drogen voordat je de tafel weer rechtop neerzet. 5. Je kunt niet altijd bij de schroeven in de tafelpoten komen, maar als dat wel zo is, draai ze dan aan. Als je tafel vier poten heeft in plaats van een enkele poot in het midden, dan zijn de poten waarschijnlijk vastgeschroefd aan de onderkant van de tafel zelf. Als je de schroeven (of bouten) kunt zien en je erbij kunt zonder de poten los te halen, draai ze dan gewoon aan met een schroevendraaier. 6. Als je de schroeven in de tafelpoten niet kunt zien of er niet bij kunt, probeer deze oplossing dan. Zie je kieren of lijken de tafelpoten niet goed vast te zitten? Als dat zo is, doe dan een kleine hoeveelheid sterke lijm (als houtlijm) in de kieren om de poten stevig vast te maken aan het tafelblad. Behandel een poot tegelijk en houd de poot een minuut stevig vast totdat de lijm droog is. 7. Duw op de randen van het tafelblad om te zien of de tafel nog steeds wiebelt. Soms wiebelt een tafel omdat een van de poten korter is, wat kan gebeuren door slijtage of beschadigingen. Als de vloer ongelijk is, dan lijkt een van de poten misschien korter te zijn maar ligt het in werkelijkheid aan je vloer. Met een waterpas kun je zien of je vloer ongelijk is of niet. 8. Zoek de ideale plek waar alle poten de vloer aanraken. Dit werkt wellicht als het probleem veroorzaakt wordt door een ongelijke vloer. Tijdens het draaien van de tafel zul je de plek vinden waar de poten allemaal de vloer aanraken. Dit klinkt misschien vreemd, maar het is wiskundig bewezen dat het werkt. Het is een snelle en gratis oplossing, en het kan dus geen kwaad om het te proberen. Gebruik een waterpas om erachter te komen of je vloer ongelijk is of niet. 9. Als je een snelle oplossing wilt, dan kun je provisorisch iets onder de tafelpoot leggen. Schuif iets onder te korte poot om hem te verlengen als je bezoek krijgt en op zoek bent naar een snelle oplossing. Onderzetters, rubberen wiggen, stukken karton, een lucifersdoosje, suikerzakjes, een bundel servetten – deze voorwerpen kunnen allemaal helpen, als ze maar hoog of dik genoeg zijn. 10. Snijd met een groot keukenmes een schijfje kurk af met de juiste dikte. Lijm het dan vast aan de tafelpoot om de tafel te stabiliseren. Als je een dun stukje hout, zelfklevend vilt, een stevig stuk plastic of een rubberen meubeldop met de juiste hoogte of dikte hebt, dan kun je die ook aan de tafelpoot vastlijmen. Je kunt als je dat wilt ook een houten meubelonderzetter bij de bouwmarkt kopen. 11. Probeer dit als de tafelpoot van hout is. Boor een geleidingsgat in het midden van de tafelpoot. Zorg dat het gat groot genoeg is voor de kraagschroef of stelschroef die je gebruikt. Steek de schroef dan voor ongeveer de helft in het gat. Zet de tafel weer op zijn plek en draai de schroef verder uit om de poot langer te maken totdat hij de juiste lengte heeft. Wanneer de tafel stabiel staat ben je klaar. Als je bang bent dat de schroef krassen in je vloer maakt, plak er dan een viltje onder.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-wiebelige-tafel-repareren", "language": "nl"}
Snel en natuurlijk van een zere keel afkomen	Keelpijn is een brandende pijn achterin de keel waardoor het lastig kan zijn om te praten en te slikken. Dit symptoom kan allerlei oorzaken hebben, waaronder uitdroging, allergie en overbelaste spieren. Maar meestal wordt het veroorzaakt door een bacteriële- of virale ontsteking, zoals de griep of streptokokken. Keelpijn gaat meestal na een paar dagen vanzelf weer over, maar je kunt wat stappen ondernemen om het genezingsproces te versnellen. 1. Herken de symptomen van keelpijn. Het duidelijkste symptoom van keelpijn is een zere keel die erger wordt als je slikt of praat. Het kan ook gepaard gaan met een droog of branderig gevoel, en een schorre of zachte stem. Sommige mensen hebben ook pijnlijke, gezwollen klieren in de hals of onder de kaak. Als je je amandelen nog hebt, kunnen die ook gezwollen of rood zijn, en er kunnen witte stipjes of pus op te zien zijn. 2. Let op andere tekenen van infectie. Meestal is een zere keel het resultaat van een virale- of bacteriële infectie. Let op de symptomen van een infectie die met de zere keel gepaard kunnen gaan. Dit kunnen onder andere zijn: Koorts Rillingen Hoesten Een loopneus Niezen Spierpijn Hoofdpijn Misselijkheid en overgeven 3. Overweeg om de dokter te bellen. Meestal gaat een zere keel binnen een paar dagen tot een week vanzelf weer over. Als de pijn heel erg is of aanhoudt, moet je je toch door de huisarts laten onderzoeken. De dokter kijkt dan naar je keel, luistert naar je ademhaling en neemt misschien een keelkweekje. Hoewel dat geen pijn doet, kan het wel vervelend zijn omdat het een kokhalsreflex kan veroorzaken. De kweek wordt naar een laboratorium gestuurd om de oorzaak van de infectie te achterhalen. Als je weet welk virus of welke bacterie de keelpijn veroorzaakt, kan de huisarts je adviseren welke behandeling nodig is. De huisarts kan je ook een volledig bloedonderzoek laten doen of je laten testen op allergieën. 4. Drink veel water. Water drinken voorkomt dat je uitdroogt en houdt je keel vochtig zodat het minder pijn doet. De meeste mensen drinken het liefst water op kamertemperatuur als ze keelpijn hebben. Maar als jij koud of warm water prettiger vindt, drink dat dan. Drink minstens acht tot tien glazen van 240 ml per dag -- en nog meer als je koorts hebt. Voeg een lepeltje honing toe aan het water. Honing heeft antibacteriële eigenschappen en het kan een zere keel verzachten door er een laagje in te leggen. 5. Bevochtig de lucht. Van droge lucht wordt keelpijn alleen maar erger, elke keer dat je inademt. Om te zorgen dat je keel gehydrateerd blijft, kun je de luchtvochtigheid verhogen. Dit is vooral belangrijk als het langere tijd droog weer is. Overweeg om een luchtbevochtiger te kopen om thuis of op kantoor te gebruiken. Als een luchtbevochtiger geen optie is, zet dan schaaltjes met water in de ruimtes waar je veel verblijft. Als je keel erg branderig voelt, neem dan een hete douche en blijf een tijdje in de stoom in je badkamer. 6. Drink veel soep en bouillon. Het is echt waar dat kippensoep goed is als je verkouden bent. Onderzoek heeft aangetoond dat kippensoep de beweging van bepaalde soorten immuuncellen kan vertragen. Hoe langzamer deze cellen bewegen, hoe effectiever ze werken. Kippensoep zorgt er ook voor dat de kleine haartjes in je neus sneller bewegen, wat kan helpen tegen infecties. Eet een tijdje wat mildere, en niet te plakkerige maaltijden. Voorbeelden van zachte voeding zijn bijvoorbeeld appelmoes, rijst, roerei, zachte gekookte pasta, smoothies en zachte bonen en peulvruchten. Laat pittige dingen zoals kippenvleugeltjes, pizza met salami en alles met chilipepers of veel knoflook even staan. Eet ook geen te harde of plakkerige dingen die je moeilijk kunt doorslikken. Voorbeelden hiervan zijn pindakaas, droog brood, crackers, rauwe groenten en droge ontbijtgranen. 7. Kauw je eten goed. Snij het in kleine stukjes voordat je het in je mond stopt. Zorg dat je er lang genoeg op kauwt, zodat het al zacht is voor je het inslikt. Door te kauwen en het eten te laten vermengen met je speeksel kun je het makkelijker inslikken. Je kunt het ook pureren in een keukenmachine als je het dan makkelijker kunt inslikken. 8. Maak je eigen keelspray. Je kunt de hele dag een flesje hiervan meenemen om de pijn te verlichten als dat nodig is. Begin door 60 ml gefilterd water af te meten, voor elke 60 ml spray die je wilt maken. Voeg daar twee druppels etherische menthololie (pijnstiller), twee druppels eucalyptusolie en twee druppels salie-olie (antibacterieel, antiviraal en ontstekingsremmend) aan toe. Meng het allemaal goed en giet het in een glazen spuitflesje van 60 ml. Zet het in de koelkast tot je het gaat gebruiken. 9. Gorgel met zout water. Voeg ongeveer 1 theelepel zeezout of tafelzout toe aan 250 ml warm water en roer om het op te lossen. Gorgel ongeveer 30 seconden met deze oplossing en spuug het uit. Herhaal het elk uur. Het zout vermindert de zwelling doordat het water aan het opgezwollen weefsel onttrekt. 10. Gebruik appelazijn. Hoewel er nog geen wetenschappelijke verklaring voor is, lijkt appelazijn beter te werken dan alle andere soorten azijn om bacteriën te doden. Helaas is de smaak voor sommige mensen te vies voor woorden, dus wees erop voorbereid dat je je mond daarna met water moet spoelen! Voeg een eetlepel appelazijn toe aan een kopje warm water. Als je wilt kun je er een lepel honing bij doen om de smaak iets beter te kunnen verdragen. Gorgel 2-3 keer per dag met deze oplossing. Geef kinderen onder de twee jaar geen honing. Jonge kinderen kunnen zuigelingenbotulisme oplopen als de honing daarmee is besmet. 11. Probeer zuiveringszout als alternatief. Zuiveringszout is alkalisch, wat kan helpen om een zere keel te verzachten. Het verandert de pH van de keel waardoor bacteriën worden bestreden. Zuiveringszout is ook een goed alternatief als je vanwege de smaak niet met appelazijn wilt gorgelen. Voeg 1/2 theelepel zuiveringszout toe aan een kop heel warm water. Doe er een 1/2 theelepel zeezout bij. Gorgel elke 2 uur met dit mengsel. 12. Maak thee van cayennepeper. Hoewel je pittig voedsel moet vermijden, kan cayennethee een zere keel juist verzachten. Cayenne helpt tegen irritaties; het schakelt de originele irriterende stof uit. Het vermindert ook "substantie P" in het lichaam. Substantie P is een neurotransmitter die in verband wordt gebracht met ontstekingen en pijn. Roer 1/8 - 1/4 theelepel gemalen cayennepeper door een kop heet water. Doe er 1-2 theelepels honing (naar smaak) doorheen, en drink het met kleine slokjes op. Roer af en toe om de peper goed te verspreiden. 13. Drink zoethoutthee. Dit is niet hetzelfde als het zwart-witpoeder dat je als snoep eet. Zoethoutthee is gemaakt van de zoethoutplant, Glycerrhiza glabra. Zoethout heeft antivirale, antibacteriële en ontstekingsremmende eigenschappen. Het is goed tegen elke zere keel, of het nu wordt veroorzaakt door een virus of door een bacteriële infectie. De meeste reformwinkels en supermarkten verkopen allerlei soorten kruidenthee, en zoethout zit daar vaak tussen. Gebruik een theezakje per kop kokend water, en doe er honing bij naar smaak. 14. Geniet van een kopje kruidnagel- of gemberthee. Kruidnagels en gember bevatten allebei antivirale en antibacteriële stoffen. Zelfs al heb je geen zere keel, dan nog vind je de smaak en het aroma van deze soorten thee waarschijnlijk heerlijk. Om kruidnagelthee te maken voeg je een theelepel hele kruidnagels of een halve theelepel gemalen kruidnagels toe aan een kop kokend water. Voor gemberthee kun je 1/2 theelepel gemalen gemberpoeder toevoegen aan kokend water. Als je verse gember gebruikt (en dat is het beste!), neem dan 1/2 theelepel geschilde en in stukjes gesneden gember. Voeg honing toe naar smaak. 15. Voeg een kaneelstokje toe aan elke thee die je drinkt. Kaneel zit vol antioxidanten en heeft antivirale en antibacteriele eigenschappen. Je kunt en stokje in kokend water laten trekken om kaneelthee te maken, of een kaneelstokje als lepel gebruiken om in een andere soort thee te roeren. Je bestrijdt niet alleen je infectie, maar je geeft je drankje ook nog eens een heerlijke, rijke smaak! 16. Maak yoghurt-ijslolly's. Let op dat koude temperaturen keelpijn soms juist verergeren. Als je kind hier niet goed op reageert, stop er dan mee. Verzamel de ingrediënten: twee kopjes Griekse yoghurt, twee tot drie eetlepels honing en een theelepel gemalen kaneel. Yoghurt bevat gezonde bacteriën die het immuunsysteem helpen versterken. De Griekse yoghurt is dikker, dus die gaat niet zo erg druipen als het smelt. Je kunt gewone yoghurt nemen, of iets met een fruitsmaakje, wat je kind lekker vindt. Meng de ingrediënten in een keukenmachine of blender tot het glad is. Giet het mengsel in ijslollyvormpjes, en stop ongeveer 1 cm van de bovenrand. Doe de stokjes erin en zet het 6-8 uur in de vriezer. 17. Bereid de ijslolly's voor om ze op te eten. Als je zomaar een ijslolly uit het vormpje rukt als het net uit de vriezer is, heb je misschien alleen een stokje in je hand, zonder ijs. Voordat je aan het stokje trekt, dompel je de vormpjes vijf seconden in heet water. Daarmee maak je de ijslolly een beetje los, zodat je hem makkelijker uit de vorm krijgt. 18. Probeer ook eens theelolly's te maken. Je kunt elke soort thee uit dit artikel ook invriezen. Giet je cayenne-, zoethout-, kruidnagel-, of gemberthee in de ijslollyvormpjes en laat het in vier tot zes uur bevriezen. Voor de kinderen moet je de ijslolly's misschien iets zoeter maken met honing en/of kaneel. 19. Maak zelf zuigtabletten voor kinderen ouder dan vijf jaar. Als je ze aan jongere kinderen geeft kunnen ze zich erin verslikken. Maar bij oudere kinderen en volwassenen stimuleren ze de speekselproductie, waardoor het je keel hydrateert. De zuigtabletten bevatten ook ingrediënten die de keel verzachten en genezen. Je kunt ze ongeveer zes maanden bewaren op een koele, droge, donkere plek. Om ze te maken verzamel je de volgende ingrediënten: 1/2 theelepel heemstwortelextract; 1/2 kop gladde ieppoeder; 1/4 kopje gefilterd, heet water; twee eetlepels medicinale honing. Los het heemstwortelextract op in heet water. Doe de twee eetlepels honing in een glas en voeg hier 120 ml van het heemstwortelwater aan toe. Doe het gladde ieppoeder in een mengschaal en maak een kuiltje in het midden. Giet het honing/heemstwortelwater in het kuiltje en meng alle ingrediënten. Maak nu kleine, langwerpige balletjes, ongeveer zo groot als een druif. Rol de zuigtabletten nog door wat extra gladde ieppoeder zodat ze minder plakkerig zijn, en leg ze op een schaaltje om ze minstens 24 uur te laten drogen. Als ze gedroogd zijn kun je elke zuigtablet in een stukje bakpapier wikkelen. Als je ze gaat gebruiken maak je het papiertje open en laat je de tablet langzaam oplossen in je mond. 20. Weet wanneer je onmiddellijk medische hulp moet inschakelen. Meestal is keelpijn met huismiddeltjes na een paar dagen tot twee weken weer over. Als het langer aanhoudt dan twee weken, kan de infectie zo ernstig zijn dat je medicijnen nodig hebt. Bovendien moeten kinderen altijd naar de dokter als de keelpijn niet weggaat als ze 's morgens wat water hebben gedronken. Bel onmiddellijk de huisarts als je kind moeite heeft met ademen of slikken. Ongewoon kwijlen wat gepaard gaat met een zere keel moet ook zo snel mogelijk worden onderzocht. Volwassenen kunnen beter inschatten wanneer een doktersbezoek noodzakelijk is. Je kunt het thuis eerst een paar dagen aankijken, maar ga naar de huisarts als je: Keelpijn hebt die langer dan een week aanhoudt, of erger wordt. Moeite hebt met slikken Moeite hebt met ademen Moeite hebt om je mond open te doen of pijn hebt in het kaakgewricht Gewrichtspijn hebt, vooral als je dat nog niet eerder hebt gehad Oorpijn hebt Uitslag hebt Koorts hoger dan 38,5ºC hebt Bloed in je speeksel of slijm ziet Vaak last hebt van keelpijn Een bobbel voelt in je nek Langer dan twee weken schor bent 21. Beoordeel of de infectie wordt veroorzaakt door een virus of een bacterie. Virale keelpijn hoeft meestal niet behandeld te worden. Het gaat meestal na vijf tot zeven dagen vanzelf over. Bacteriële infecties moeten misschien met antibiotica worden behandeld. De analyse van je keelkweek door het laboratorium zal uitwijzen of de infectie viraal of bacterieel is. 22. Neem antibiotica zoals het wordt voorgeschreven. Je moet een antibioticakuur altijd helemaal afmaken, ook al ga je je al beter voelen. Als je de medicijnen niet zo lang neemt als je arts heeft voorgeschreven, kunnen de symptomen terugkeren. Dat komt omdat sommige resistente bacteriën de antibiotica in eerste instantie misschien kunnen overleven. Als dat zo is wordt het aantal resistente bacteriën in je lichaam steeds groter. Dat kan complicaties geven als de infectie weer terugkeert. Als resistente bacteriën in je lichaam overleven, loop je meer kans om weer een ontsteking te krijgen. Dit keer heb je sterkere antibiotica nodig om de bacteriën te doden. 23. Eet yoghurt met actieve culturen terwijl je antibiotica slikt. Antibiotica vallen de bacteriën aan die de infectie veroorzaken, maar ook de gezonde bacteriën in je darmen.Je lichaam heeft deze bacteriën nodig voor de spijsvertering en om je immuunsysteem sterk te houden. Ook zijn ze belangrijk voor de productie van bepaalde vitaminen. Yoghurt met actieve culturen bevatten probiotica -- gezonde darmbacteriën. Door dit te eten terwijl je antibiotica gebruikt, blijf jij gezond terwijl de antibiotica hun werk doen. Kijk altijd of je de term "actieve culturen" op de verpakking van de yoghurt ziet staan. Gepasteuriseerde of anderszins bewerkte yoghurt herstelt de darmflora niet.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Snel-en-natuurlijk-van-een-zere-keel-afkomen", "language": "nl"}
Je voeten mooi maken	Het is zeker mogelijk om die mooie voeten te krijgen waar je altijd al van gedroomd hebt. Het enige wat je moet doen is van je droge huid afkomen en je voeten gehydrateerd houden. Je zult tevens moeten leren om je teennagels op de juiste manier af te knippen en ze mooi te lakken, als je dat wilt. Tot slot is het nodig om ervoor te zorgen dat je voeten gezond blijven, zodat je nog vele jaren mooie voeten blijft houden. 1. Gebruik een milde zeep onder de douche. Agressieve zeep kan je huid nog droger maken. Probeer iets als Dove, Nivea of Cetaphil. Let op termen als 'voor een gevoelige huid' en 'hydraterend'. 2. Gebruik warm water. Je kunt het beste lauwwarm water gebruiken bij het nemen van een douche of bad. Heet water kan je huid nog sterker uitdrogen. 3. Verwijder de dode huid met een exfoliant. Je kunt een handmatige exfoliant als een puimsteen of voetvijl gebruiken. Aan het eind van je douche of bad schraap je je voeten voorzichtig met de puimsteen of voetvijl. Je kunt dit ook na je bad doen, als je daar de voorkeur aan geeft. Een andere optie is om een vloeibare voetscrub te gebruiken die bedoeld is voor het exfoliëren van je voeten. Smeer het middel onder de douche op je voeten en spoel het af. Sommige mensen hebben goede resultaten geboekt met een voetenbad bestaande uit 1 deel Listerine, 1 deel azijn en 2 delen warm water. Laat je voeten er 20 minuten in weken. Je zult waarschijnlijk nog steeds een fysieke exfoliant moeten gebruiken. 4. Vul het vochttekort aan. Breng na het nemen van een douche- of badlotion aan. Door een douche of bad te nemen kan je huid uitdrogen, maar door lotion aan te brengen vul je het vochttekort aan dat door het douchen ontstaan is. Als je vindt dat je nagelriemen er niet mooi uitzien, concentreer je dan vooral op je nagelriemen wanneer je een vochtinbrengend middel aanbrengt. Masseer de randen van je nagelriemen voorzichtig met crème. 5. Gebruik lotions op basis van olie. Als je huid met een gewone lotion droog blijft, dan kun je prima een lotion op oliebasis op je voeten smeren. Je kunt ook gewone vaseline gebruiken. Deze soorten crèmes zijn te zwaar voor plekken als je gezicht, maar kunnen sterk uitgedroogde plekken als gebarsten hielen helpen genezen. 6. Smeer de crème 's avonds op je voeten. Het is tevens nuttig om voor het slapengaan crème aan te brengen. Om te zorgen dat de crème in je voeten trekt doe je sokken aan. Ingrediënten als aloë vera en palmolie kunnen helpen bij een gebarsten huid. 7. Knip je teennagels recht af. Door je teennagels recht af te knippen zien ze er niet alleen mooi uit, maar is de kans ook kleiner dat je last van ingegroeide teennagels krijgt. Je kunt de hoekjes echter afronden met je vijl zodat je nergens met je teennagels overheen krast. Knip je nagels af wanneer ze droog zijn. Je zult ze netter af kunnen knippen. Gebruik een schaartje bedoeld voor teennagels, want dat is minder rond en speciaal bedoeld om dikkere nagels af te knippen. Misschien werkt een teennagelknipper zelfs nog beter, vooral als je schimmelnagels hebt. Een teennagelknipper is scherper, beter onder controle te houden en ziet eruit als een kleine draadtang. Knip je nagelriemen niet door, want die beschermen je tegen infecties. 8. Knip je teennagels op de juiste lengte af. Je teennagels zouden ongeveer zo lang als je tenen moeten zijn. Als ze langer zijn, kunnen ze tegen je schoenen wrijven. Als ze te kort zijn, kun je een infectie krijgen. 9. Let op ingegroeide teennagels. Je krijgt last van een ingegroeide teennagel wanneer de rand van je teennagel in je huid geduwd wordt. Je ziet wellicht dat je teen rood en enigszins opgezwollen is en kunt last van pijn hebben. Om een ingegroeide teennagel zelf aan te pakken laat je je voeten ongeveer 20 minuten in warm water weken, wat kan helpen om de pijn en zwelling te verzachten. Paracetamol en ibuprofen kunnen tevens helpen om de pijn te stillen. Stop een pluk watten of een stuk flosdraad onder de rand van je nagel zodat hij in de juiste richting groeit. Na het wassen van je voeten stop je steeds een nieuwe pluk of draad onder je nagel. Om een infectie te voorkomen gebruik je een antibiotische zalf en bedek je de plek vervolgens met een verband. Het kan ook helpen om losse schoenen of schoenen met een open teengedeelte te dragen. Door je teennagels op de juiste manier te verzorgen kun je voorkomen dat je last van ingegroeide teennagels krijgt. Dit houdt onder andere in dat je je nagels recht afknipt en op de juiste lengte houdt. Je kunt ingegroeide teennagels zelf behandelen, maar het kan zijn dat je naar je huisarts moet gaan als je last van hevige pijn hebt. Als je teen steeds roder wordt en er pus uit de wond komt, kan dat duiden op een ernstigere infectie. Als je diabetes hebt, is het tevens belangrijk om actie te ondernemen wanneer je merkt dat je problemen met je voeten hebt. 10. Maak de plekken onder je teennagels schoon. Ga met een bokkenpootje onder je nagels langs. Duw niet te hard, want daardoor kan de nagel loskomen van het nagelbed. Door met een bokkenpootje onder je nagels langs te gaan blijven je nagels schoon en mooi. 11. Lak je nagels af en toe niet. Het is prima om je nagels te lakken, maar het is een goed idee om dit af en toe niet te doen. Gebruik een kwart van de tijd geen nagellak, dus een week per maand. Je tenen kunnen zo even rusten en het vochttekort kan aangevuld worden. 12. Haal de nagellak van je nagels voordat er twee weken voorbij zijn. Als je de nagellak langer op je nagels laat zitten, kunnen er vlekken op je nagels komen en kunnen ze verkleuren. Door voor het lakken van je nagels transparante basisnagellak aan te brengen kun je dit probleem echter helpen voorkomen. Als je verkleurde nagels hebt, kijk dan of ze ook hard en broos zijn. Als dat zo is, is de kans groot dat je schimmelnagels hebt. Vraag je arts naar deze aandoening. 13. Gebruik geen dure merken nagellak. Dure merken hebben mooie nagellak, maar goedkopere merken hebben nagellak die kwalitatief net zo goed is. Het is echt niet nodig om meer dan 10 euro uit te geven aan een flesje nagellak. Probeer enkele goedkopere merken om te zien welke je het beste bevalt. 14. Verwijder vet en oude nagellak. Voordat je met lakken begint dompel je een wattenbolletje in wat nagellakverwijderaar. Strijk ermee over je teennagels om alle nagellak te verwijderen. Schrob je nagels vervolgens met een kleine borstel en wat handzeep om al het vet te verwijderen. Spoel je nagels grondig af. Vet en vuil kunnen ervoor zorgen dat de nagellak afbladdert, dus zorg dat je nagels schoon zijn. Droog ze goed af. 15. Breng basisnagellak aan. Breng een dunne laag transparante basisnagellak aan. Dit helpt om je nagels te beschermen en zorgt voor een sterkere, gladdere afwerking. 16. Maak steeds drie streken. Pak een grote druppel nagellak en strijk de lak aan de linkerkant en dan aan de rechterkant op je nagel. Maak vervolgens een streek over het midden van je nagel. 17. Vergeet niet om een tweede laag aan te brengen. Om de nagellak goed te laten dekken is het belangrijk om een tweede laag aan te brengen. Wacht echter enkele minuten voordat je een tweede laag aanbrengt, of je kunt de eerste laag verpesten. 18. Gebruik een langzaam drogende topcoat. Een topcoat beschermt je nagellak, en je kunt het beste een langzaam drogende topcoat gebruiken. Het droogt harder op, zodat je pedicure langer meegaat. 19. Maak je tenen schoon met een klein kwastje of wattenstaafje. Dompel het in nagellakverwijderaar. Strijk er voorzichtig mee over de plekken waar per ongeluk nagellak is terechtgekomen. 20. Laat je teennagels sneller drogen. Om te voorkomen dat je je nagellak uitveegt houd je je teennagels onder de koude kraan. Dit kan helpen om de nagellak sneller te laten drogen, zodat je nagels langer mooi blijven. 21. Zorg dat je teennagels mooi blijven. Om te zorgen dat je pedicure langer meegaat, breng je om de twee dagen een nieuwe laag topcoat aan. Door dit te doen voorkom je dat je nagellak gaat schilferen en afbladdert. 22. Was je voeten dagelijks. Door je voeten elke dag te wassen voorkom je dat je last van schimmel krijgt. Zorg ervoor dat je je voeten grondig afdroogt, want natte voeten zijn een broedplaats voor schimmels en bacteriën. 23. Zorg dat je voeten droog blijven. Als je problemen met zweten hebt, zorg dan dat je vaak schone sokken aantrekt. Daardoor blijven je voeten droger en zul je geen last krijgen van voetschimmel en andere soorten schimmel. 24. Draag schoenen. Je kunt het beste altijd schoenen dragen, zelfs in huis. Je voorkomt zo dat je voeten geïnfecteerd raken en krijgt geen lelijke krassen en wondjes aan je voeten. 25. Gebruik zonnebrandcrème. Je vergeet misschien om zonnebrandcrème te gebruiken wanneer je op het strand bent. De huid op je voeten moet echter net zoals de rest van je lichaam beschermd worden. Door zonnebrandcrème aan te brengen zullen je voeten er jarenlang mooi uit blijven zien, want de zon zorgt dat je huid sneller oud wordt.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Je-voeten-mooi-maken", "language": "nl"}
Pecannoten roosteren	Als je ooit een hap van een baksel genomen hebt en daarbij op een taaie pecannoot beet, dan weet je hoe belangrijk het roosteren van noten is. Door pecannoten lichtjes te roosteren in de oven, op het fornuis of in de magnetron, wordt hun smaak intenser en worden ze extra knapperig. Als je geroosterde pecannoten in een recept gebruikt, warm ze dan op met een beetje boter om ze een rijke smaak te geven. Je kunt ook experimenteren door de noten te kruiden. Rooster de pecannoten bijvoorbeeld met kaneel, cayennepeper of suiker voor een gezonde snack boordevol smaak. 1. Verwarm de oven voor op 160 °C en smelt de boter. Je kunt een eetlepel (15 gram) boter in een erg kleine steelpan op een laag vuur opwarmen of tien seconden in de magnetron opwarmen totdat hij smelt. Je kunt gezouten of ongezouten boter gebruiken, maar je hebt meer controle over de smaak als je ongezouten boter gebruikt. 2. Hussel de boter door de noten en leg de noten op een bakplaat. Doe 65 gram halve pecannoten in een kom en giet de gesmolten boter eroverheen. Roer dan door de noten zodat ze met boter bedekt worden en leg ze op een bakplaat met een opstaande rand. Leg de pecannoten in een enkele laag op de bakplaat zodat ze gelijkmatig geroosterd worden. 3. Bak de pecannoten 25 minuten en roer er op de helft van de baktijd even doorheen. Zet de bakplaat in de voorverwarmde oven en bak de pecannoten ongeveer 12 minuten. Trek dan ovenhandschoenen aan en haal de bakplaat uit de oven. Roer met een lepel of een platte spatel door de pecannoten en zet de bakplaat weer in de oven. Rooster de noten nog eens 12 tot 13 minuten. De pecannoten zullen een sterke notengeur hebben wanneer ze geroosterd zijn. 4. Haal de bakplaat uit de oven en kruid de pecannoten met zout en rode peper. Schakel de oven uit en haal de bakplaat er voorzichtig uit. Strooi ¾ theelepel (5 gram) grof zeezout en twee snufjes gemalen rode peper over de noten. Als je rode peper te pittig vindt, dan kun je het weglaten of iets anders gebruiken als gemalen komijn of rozemarijn. 5. Laat de pecannoten afkoelen op de bakplaat. Roer door de geroosterde pecannoten en laat ze dan op de bakplaat liggen totdat ze helemaal afgekoeld zijn. Hete pecannoten zijn taai in plaats van knapperig. Bewaar de afgekoelde geroosterde pecannoten maximaal een week lang op kamertemperatuur in een luchtdichte opbergdoos. 6. Smelt de boter in een koekenpan op een matig vuur. Zet een koekenpan op het fornuis en laat er een eetlepel (15 gram) boter in smelten. Steek het vuur dan aan en laat de boter smelten op een matig vuur. In plaats van boter kun je ook olijfolie, canolaolie of kokosolie gebruiken. 7. Roer zout en rode peper door de pecannoten. Doe 65 gram halve pecannoten in de koekenpan samen met ¾ theelepel (5 gram) grof zeezout. Als je de pecannoten wat pittiger wilt, roer er dan twee snufjes gemalen rode peper doorheen. Als je meer pecannoten wilt klaarmaken, rooster dan steeds een hoeveelheid noten in plaats van de koekenpan helemaal vol te doen. 8. Rooster de pecannoten twee tot vijf minuten en roer er regelmatig doorheen. Rooster de noten op een matig vuur en roer om de minuut door de noten om te voorkomen dat ze aanbranden. Rooster de noten totdat ze een sterke geur hebben en donkerder van kleur zijn. Als je de noten in de koelkast of vriezer bewaard hebt, dan moet je ze wellicht een minuut extra roosteren. 9. Leg de pecannoten op een bord en laat ze helemaal afkoelen. Omdat pecannoten door kunnen blijven garen in de koekenpan na het uitdraaien van het vuur leg je de geroosterde noten op een bord. Zet het bord apart om de noten af te laten koelen voordat je ze opeet. Doe de afgekoelde noten in een luchtdichte opbergdoos en bewaar ze maximaal een week op kamertemperatuur. 10. Meng de pecannoten met boter, zout en peper in een schaal. Pak een ondiepe magnetronschaal zoals een taartvorm en doe er 65 gram halve pecannoten in. Roer er een eetlepel (15 gram) gesmolten boter en ¾ theelepel (5 gram) grof zeezout doorheen. Als je de noten wat pittiger wilt maken, voeg dan twee snufjes gemalen rode peper toe. Denk erover om gekruid zout in plaats van grof zeezout te gebruiken om de noten meer smaak te geven. 11. Verwarm de noten een minuut in de magnetron. Zet de schaal met beboterde pecannoten in de magnetron en verwarm ze een minuut op een vol vermogen. Je zult de noten waarschijnlijk beginnen te ruiken en ze zullen wat donkerder beginnen te worden. 12. Verwarm de pecannoten een tot twee minuten en roer er om de 30 seconden doorheen. Doe de magnetron open en roer door de noten voordat je ze nog eens 30 seconden verwarmt. Roer dan weer door de noten. Blijf de noten in totaal een tot twee minuten verwarmen, of totdat ze sterk ruiken en geroosterd zijn. Het is belangrijk om tijdens het roosteren regelmatig door de noten te roeren om te voorkomen dat ze aan een kant aanbranden. 13. Laat de pecannoten afkoelen voordat je ze gebruikt. Draag ovenhandschoenen wanneer je de noten uit de magnetron haalt, want de schaal is heet. Leg de noten op een bakplaat met een opstaande rand of een bord en laat ze volledig afkoelen. Doe de afgekoelde pecannoten in een luchtdichte opbergdoos en bewaar ze maximaal een week.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Pecannoten-roosteren", "language": "nl"}
Een studieplan schrijven voor een studiebeurs	Als je een studieplan moet schrijven voor een studiebeurs, weet je misschien niet waar je moet beginnen. In principe beschrijft een studieplan wat je gaat studeren en waarom. Een studiebeurscommissie die vaak vraagt voor studieplannen is de China Scholarship Council (CSC). Begin met het vaststellen van je belangrijkste educatieve doelen, en bespreek vervolgens hoe je deze wilt bereiken. Sluit je studieplan af en neem de tijd om je tekst te verfijnen. 1. Leg je belangrijkste educatieve doelen uit. Begin te vertellen over wat je wilt studeren en waarom je dit wilt studeren. Je kunt bijvoorbeeld bespreken welk diploma je wilt behalen als je in China bent, of welk programma je wilt volgen. Misschien zijn je belangrijkste doelen voor studeren in China bijvoorbeeld het behalen van een bachelorsdiploma in bedrijfskunde, en Chinees leren omdat het wereldwijd een belangrijke taal wordt. Je zou kunnen schrijven, "Mijn twee belangrijkste educatieve doelstellingen zijn het behalen van een bachelorsdiploma in bedrijfskunde, en het leren spreken van Chinees. Chinees wordt een wereldtaal, dus ik denk dat het nodig is om het te leren." 2. Leg uit waarom je voor een bepaalde school of programma hebt gekozen. Het is niet genoeg om te zeggen op welke school je wilt studeren, en het is ook niet genoeg om te zeggen dat het een goede school is. Je moet vooral redenen aangeven waarom die school goed bij je past of goed past bij wat je wilt studeren. Personaliseer je reactie. Heeft iets je geïnspireerd om bedrijfskunde te gaan studeren? Wat was het? Bespreek waarom de school die je kiest goed bij je past om dat te gaan studeren. Je kunt bijvoorbeeld schrijven, "Ik ben geboren in Nederland, maar mijn grootouders van beide kanten zijn Chinees. Ik heb dit bedrijfsprogramma gekozen, omdat ik verbinding wil maken met mijn erfgoed, mijn Chinees wil verbeteren en uiteindelijk wil bijdragen aan betere relaties tussen China en de Nederland door de handelsrelatie te verbeteren." 3. Bespreek je toekomstige onderzoek als je een postdoctorale student bent. Als je aan een doctoraat gaat werken moet je je verdiepen in wat je voor onderzoek wilt doen, vooral als je wetenschappelijk of sociaalwetenschappelijk onderzoek doet waar proefpersonen voor nodig zijn. Je kunt bijvoorbeeld zeggen, "Als een PhD student wil ik onderzoek doen naar hoe oude tradities en rituelen de hedendaagse Chinese cultuur beïnvloeden, bestaande uit een literatuuronderzoek en uitgebreide interviews met historici en een kleine steekproef van de Chinese bevolking. " 4. Beperk je onderzoek om te laten zien dat je serieus bent. Promovendi nemen vaak teveel variabelen op in hun onderzoek. Je hoeft niet elk aspect te onderzoeken. Beperk je tot de belangrijkste variabelen die een integraal onderdeel zijn van je onderzoek. Dat zal laten zien dat je weet hoe je goed onderzoek moet doen, waardoor je een betere kandidaat wordt. Het kan helpen om een conceptueel model te tekenen. Begin met de antecedenten (de oorzaken) en de mediatoren (de processen die de antecedenten veranderen). Eindig met de resultaten. Trek lijnen tussen om je te helpen zien welke variabelen meer centraal staan in je probleem. Overweeg om collega's of docenten te vragen naar je onderzoeksvoorstel te kijken. Ze kunnen je misschien helpen bij het aanbrengen van focus. 5. Bespreek hoe je studie zal bijdragen aan je langetermijndoelen. Als je eenmaal hebt vastgesteld wat je korte termijn doelen zijn, bespreek dan hoe je denkt dat het programma je helpt met je toekomstige doelen. Op die manier heeft de beurscommissie een beter idee van wie je bent en waarom je je specifieke studie, school en locatie kiest. Je kunt bijvoorbeeld zeggen, " Een van mijn langetermijndoelen is het openen van een importbedrijf van China naar Nederland, en het leren over zaken doen in China is essentieel om van mijn inspanningen een succes te maken." 6. Stel vast hoe je elk doel wilt behalen. De beurscommissie wil niet alleen horen over je doelen. Ze willen ook weten dat je een plan hebt voor hoe je die doelen wilt behalen, zodat je straks niet vast zit zonder dat je kunt bereiken wat je van plan was. Bespreek je doelen één voor één om de commissie te laten zien dat je er klaar voor bent. Als je bijvoorbeeld van plan bent om een doctoraat te doen waar je respondenten voor nodig hebt, bespreek dan hoe je mensen voor je studie zult vinden. Je zou kunnen zeggen: “Ik ben van plan een advertentie te plaatsen om deelnemers te werven voor een focusgroep, en om telefonisch en per e-mail contact op te nemen met historici voor interviews”. 7. Bespreek hoe je obstakels wilt overkomen. Bij elk studieplan zal je obstakels tegenkomen. De studiebeurscommissie zal onder de indruk zijn als je op een aantal van die obstakels kunt anticiperen en een korte oplossing kunt bieden voor hoe je ze wilt overkomen. Je kunt bijvoorbeeld schrijven, "Ik verwacht dat de taalbarrière in eerste instantie een probleem zal zijn. Ik ben echter van plan om al vroeg hard te werken om de taal te leren en ik volg nu al intensieve lessen." 8. Stel de methodologie vast die je van plan bent te gebruiken. Als je een doctoraat aanvraagt moet je specifieker zijn over je onderzoek dan bij andere studieniveaus. Vermeld welke methodologie je voor je onderzoek wilt gebruiken. De beurscommissie wil zien dat je een gedetailleerd plan hebt en dat je je project serieus neemt. Om je te helpen kiezen moet je een grondige literatuurstudie doen. Kijk naar het onderzoek dat is gedaan in het gebied dat je wilt gaan studeren. Let op de belangrijkste methoden die worden gebruikt om het onderzoek te doen en de voor- en nadelen van elk. Kies een methode op basis van wat volgens jou het beste werkt voor je onderzoek. 9. Stel je steekproefstrategie vast als je van plan bent om er een te gebruiken. De steekproefstrategie is hoe je van plan bent om een steekproef te kiezen om de populatie te vertegenwoordigen in je onderzoek. De strategie die je kiest wordt meestal bepaald door het type onderzoek dat je doet. De studiebeurscommissie wil dit weten om er zeker van te zijn dat je een plan hebt voor je onderzoek. Je kunt bijvoorbeeld eenvoudige gerandomiseerde steekproeven of systematische steekproeven gebruiken wanneer de hele populatie gelijk is op basis van de variabelen voor je onderzoek. Aan de andere kant wordt vaak een gestratificeerde gerandomiseerde steekproef gebruikt als je mensen hebt die van elkaar verschillen op basis van je variabelen. 10. Sluit je studieplan af met een korte samenvatting. Herhaal aan het einde van het plan waarom je wilt studeren aan het door jou gekozen programma en herhaal waarom het belangrijk is om je doelen te bereiken. Voeg ook een kort stuk toe over hoe de beurs je kan helpen om je doelen te bereiken. Je kunt bijvoorbeeld schrijven, "Bedankt voor het overwegen van mij voor deze beurs. Als ik deze prijs ontvang, kan ik me uitsluitend concentreren op mijn studie. Ik zal hard werken om mijn doelen te behalen, waaronder het leren van Chinees en het behalen van een bedrijfsdiploma aan een Chinese universiteit, en uw vertrouwen in mij zal niet verloren gaan." 11. Schrijf duidelijk en vermijd jargon. Iemand die niet in je vakgebied zit zou je studieplan moeten kunnen begrijpen. Dat betekent dat je geen jargon moet gebruiken en je onderzoek zo eenvoudig mogelijk moet uitleggen. Je hoeft niet te schrijven alsof je met een kind praat, maar op een manier waarop iemand buiten je vakgebied je plan gemakkelijk kan begrijpen. 12. Wees zo gedetailleerd mogelijk. Je schrijft natuurlijk geen proefschrift in je studieplan. Geef echter zoveel mogelijk details over wat je van plan bent te bestuderen en hoe je dat gaat doen. Op die manier heeft de beurscommissie een beter beeld van wie je bent als wetenschapper, wat je kan helpen om op te vallen tussen de kandidaten. De ruimte voor het studieplan op de CSC-applicatie is slechts een paar regels. De applicatie stelt echter voor dat je indien nodig meer papier kunt toevoegen. 13. Laat iemand het studieplan voor je nalezen. Nadat je je studieplan grondig hebt doorzocht op typefouten, laat je het ook door iemand anders lezen. Ze zullen waarschijnlijk dingen tegenkomen die je zelf hebt gemist. Het kan helpen om een professor of leraar ernaar te laten kijken, omdat ze waarschijnlijk eerder soortgelijke plannen hebben gelezen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-studieplan-schrijven-voor-een-studiebeurs", "language": "nl"}
Een stylus maken	Heb je je stylus verloren? Wil je nauwkeuriger op je tablet kunnen tekenen of werkt je touchscreen niet goed als je handschoenen draagt? Het is niet nodig om geld uit te geven aan een nieuwe stylus, want je kunt er gemakkelijk zelf eentje maken met bekende huishoudelijke voorwerpen. 1. Kom erachter welk soort touchscreen je apparaat heeft. Er zijn verschillende soorten touchscreens en het kan zijn dat je zelfgemaakte stylus niet op alle soorten schermen werkt. iPhones, iPads, Android-apparaten, Kindles en veel andere soorten smartphones en tablets hebben een capacitief touchscreen. Een dergelijk aanraakscherm heeft een elektrische geleider (zoals het menselijk lichaam) nodig om vast te stellen waar het scherm aangeraakt wordt. De Nintendo DS, de 3Ds, de Nook en sommige andere telefoons en e-readers hebben een resistief of infrarood touchscreen. Een dergelijk aanraakscherm heeft alleen druk nodig om vast te stellen waar het scherm aangeraakt wordt. Je kunt vrijwel alle voorwerpen als provisorische stylus gebruiken, maar pas wel op dat je geen krassen op het scherm maakt. 2. Test je scherm als je het niet zeker weet. Raak het scherm aan met de punt van een pennendop. Als het apparaat reageert, dan heeft het een resistief of infrarood touchscreen. Als er niets gebeurt, dan is het scherm niet actief. 3. Verzamel je materialen. Zoek een schone afwasspons op (geen schuurspons) en een balpen waar je de punt af kunt draaien. Een goedkope plastic pen werkt het beste, als je de plastic punt er maar gemakkelijk af kunt draaien en je de inktvulling eruit kunt halen. Met een pen waar je een beetje doorheen kunt kijken zal het gemakkelijker voor je zijn om te zien wat je aan het doen bent. 4. Knip een stuk spons af dat ongeveer zo breed is als de pen. Je kunt de juiste grootte inschatten door de pen tegen de spons te houden en de breedte te markeren met een stift. Je kunt ook gewoon gokken. 5. Knip of scheur indien nodig de schurende kant van de spons af. Sponzen van Scotch-Brite hebben bijvoorbeeld zo'n schurende zijde. Alles wat schuurt kan krassen op het scherm maken en het beschadigen. Je hebt alleen het deel met de spons zelf nodig. 6. Was en droog de spons. Sommige sponzen bevatten van zichzelf al zeep, dus spoel de spons voor de zekerheid in warm water. Knijp al het water eruit en laat de spons drogen. 7. Verwijder de plastic punt en het binnenste van de pen—de balpenpunt, de inktvulling en het veertje als de pen een klikdop heeft. Je zou nu alleen het lege omhulsel nog moeten hebben. De punt zou je er zo met je hand af moeten kunnen trekken of draaien. Probeer het met een punttang als het je anders niet lukt. 8. Steek de spons in de pen. Knijp in de spons om hem kleiner te maken en duw hem onderin het omhulsel van de pen. 9. Laat ongeveer 3 tot 6 mm van de spons uit de pen steken. Gebruik je vingers om de vezels van de spons los te maken en uit elkaar te trekken. 10. Houd je stylus in de buurt van de punt vast om hem te laten werken. Je vingers zouden de onderkant van de pen aan moeten raken, daar waar de pen overgaat in de spons. Als je het holle gedeelte van de pen aanraakt zal de elektromagnetische stroom niet door de spons gaan en zal het touchscreen de aanraking van de stylus niet registreren. 11. Verzamel je materialen. Je hebt ongeveer 30 centimeter aluminiumfolie nodig, plakband van welke soort dan ook en een ongeslepen potlood. Wellicht heb je ook een scherp mes nodig om het potlood bij te snijden. Als je geen potlood hebt, dan kun je in plaats daarvan ook een pen, een eetstokje of een deuvel gebruiken. Je kunt in feite alles gebruiken met de vorm van een pen. Potloden en andere houten voorwerpen werken echter het beste, omdat je je stylus wellicht bij wilt snijden om hem een schuine punt te geven. 12. Gebruik een scherp mes om de punt van de potlood bij te snijden en een beetje schuin en vlak te maken. Het is niet de bedoeling dat je de potloodpunt slijpt alsof je ermee gaat schrijven. De schuine punt zou een oppervlak van tenminste vier millimeter moeten hebben, ongeveer zo groot als een potloodgum of de punt van je vinger. Veel capacitieve schermen reageren niet op de aanraking van iets kleiners. De stylus zal ook werken als je deze stap niet uitvoert, maar je zult hem dan volledig recht moeten houden. Met deze stap kun je de stylus comfortabeler vasthouden. Wees altijd voorzichtig wanneer je met een mes werkt. Vergeet niet om van je lichaam af te snijden en het mes nooit naar jezelf toe te halen. 13. Wikkel het gehele potlood in tenminste twee lagen aluminiumfolie. Vouw de aluminiumfolie netjes om de punten. Als je een pen gebruikt, laat de dop er dan op wanneer je de folie eromheen wikkelt. 14. Strijk de aluminiumfolie om de schuine punt van het potlood glad. De folie om de punt zou glad en vlak moeten zijn en geen plooien of bobbels moeten hebben. Je stylus werkt wellicht niet als de punt niet plat is. 15. Wikkel een stuk plakband om het midden van het potlood. De aluminiumfolie zal zo goed blijven zitten. 16. Wikkel transparant plakband om de punt van de stylus. De aluminiumfolie zal zo geen krassen op je scherm kunnen maken. 17. Probeer je stylus om te zien of hij werkt. Als de stylus niet werkt, probeer de punt dan nog platter te maken. Vergeet niet dat de punt in ieder geval zo groot als een potloodgum moet zijn, want anders kan het zijn dat je touchscreen de stylus niet herkent. 18. Verzamel je materialen. Je hebt een eetstokje en schuurpapier nodig, evenals iets om het hout mee te slijpen. Een handmatige puntenslijper is het gemakkelijkst, maar je kunt de punt ook bijsnijden met een scherp mes als je geen puntenslijper hebt. Probeer niet om een elektrische puntenslijper te gebruiken, want dan kan het stokje breken. 19. Slijp de punt (de smalle punt die het eten aanraakt) van het eetstokje met de puntenslijper. Slijp het eetstokje niet zo veel als je met een potlood zou doen. De punt zou eruit moeten zien als een platte potloodpunt. 20. Maak de punt glad met schuurpapier. Een scherpe punt kan je touchscreen beschadigen en je verwonden. Wrijf met het schuurpapier over de punt totdat hij stomp is. Het zou geen pijn moeten doen als je de punt in je huid duwt. Schuur alle ruwe randen van het eetstokje ook glad zodat je geen splinters in je hand krijgt. 21. Versier je stylus met washi-tape of verf. Door enkele lagen tape om je stylus te wikkelen zul je hem comfortabeler vast kunnen houden. Onthoud dat deze stylus werkt op een iPhone, Android-apparaat, Kindle Fire of een ander apparaat met een capacitief aanraakscherm.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-stylus-maken", "language": "nl"}
Make‐up voor leken	Make-up is als magie maar dat betekent nog niet dat het een mysterie hoeft te zijn. Want het creëren van een natuurlijk uitziende basismake-up vereist heus niet veel vaardigheden of middelen. Je kan namelijk heel goed blenden met je vingertoppen, en ervoor kiezen om bepaalde producten niet te gebruiken, simpelweg omdat ze je niet aanspreken. Dus wees niet bang en geniet van het opdoen en van je nieuwe frisse gezicht! 1. Begin met een schone huid. Was je gezicht met een milde reinigingsmelk of gebruik simpelweg een toner om eventuele onzuiverheden op je huid weg te spoelen. 2. Doe een milde dagcrème op. Hiermee voorkom je dat je huid gedurende de dag vettig wordt, en het helpt om eventuele droge plekjes op je huid te bevochtigen. Wacht vijf minuten voordat je de foundation op doet (zie de volgende stap) zodat de dagcrème in kan trekken. 3. Dep je huid met een gekleurde dagcrème of een lichte foundation. Breng slechts enkele plekjes met je vingers aan op je voorhoofd, wangen, neus en kin, en vervaag ze dan met je vingers of een foundationkwast, waarbij je vanuit die plekjes in alle richtingen naar buiten toe werkt. Als je meer foundation op wilt doen, kun je een make-upsponsje gebruiken waarmee je dezelfde blending techniek toepast. 4. Doe een beetje concealer onder je ogen. Gebruik een kleine gepunte kwast om wat puntjes te zetten waar de wallen onder je ogen het donkerst zijn, meestal bij de binnenste en buitenste hoeken van je ogen. Spikkel nog wat concealer op andere vlekjes die nog niet helemaal bedekt zijn door de foundation en blend het op je huid. Iedereen is het er over eens dat een concealer dezelfde tint als je huid moet zijn of een heel klein beetje lichter; niet meer dan een tint lichter dan je natuurlijke huidskleur. Ga op zoek naar een kleur die zo dicht mogelijk bij je eigen huidskleur in de buurt komt en neem een lichtere als je de perfecte kleur niet kan vinden. 5. Fixeer de concealer en dagcrème met een transparante poeder. Breng het met een grote poederkwast op je gezicht aan terwijl je lichte ronde streken maakt. 6. Doe een oogschaduw naar keuze op je ooglid. Als je een beginner bent kun je het beste een neutrale tint als taupe of aubergine uitkiezen. Gebruik een ronde oogschaduwkwast of je vinger, waarmee je korte en snelle vegen over je ooglid maakt en naar boven gaat richting je wenkbrauwbot. De oogschaduw zou van je wimperlijn tot net boven je arcadeboog moeten komen. Vanaf dat punt vervaagt de oogschaduw richting het wenkbrauwbot. Fixeer de oogschaduw met een dun laagje transparante poeder. Als je een kwast gebruikt, tik deze dan zachtjes af aan de zijkant van het oogschaduwdoosje om overtollig oogschaduwpoeder eraf te laten vallen. 7. Eyeliner opdoen. Gebruik een zwart of bruin oogpotlood om met korte streken een lijn langs je bovenste wimperlijn te trekken. Houd je bovenste ooglid met een hand omhoog en kijk naar beneden in een spiegel terwijl je de andere hand gebruikt om de make-up op te doen. Eyeliner is een van die dingen waar je echt mee kan experimenteren naarmate je meer zelfvertrouwen krijgt in het opdoen van make-up. Factoren als kleur, textuur en het aanbrengen van de lijn kunnen een grote impact hebben op hoe je ogen eruit zien. Voel je vrij om ermee te gaan spelen! 8. Krul je wimpers. Plaats een wimpertang bij de aanzet van je wimpers (langs je ooglid) en houd de tang vijf seconden ingedrukt. 9. Doe hierna mascara op. Doe de mascara op je bovenste en onderste wimpers met het uiteinde van het staafje dat je op je buitenste ooghoek gericht houdt. Voor deze look is een laagje genoeg. 10. Doe rouge op de appeltjes van je wangen. Lach terwijl je dit doet zodat je goed kan zien waar de appeltjes zitten. Doe de rouge erop en blend het naar buiten naar je slapen toe. Je kan een rouge in crèmevorm uitproberen want daarmee kun je een natuurlijke gloed op je wangen krijgen die je makkelijk kan blenden. Als je een poederkwast gebruikt, neem er dan een die pluizig is maar ook compact. Veeg wat transparant gezichtspoeder over de rouge heen om de overgang naar je huid te blenden. 11. Doe lippenstift of lipgloss op. Tuit je lippen alsof je op het punt staat om iemand een kus te geven en doe de lippenstift of gloss op het midden van je bovenste en onderste lip. Deze eerste lippenstift of gloss kan je recht uit de huls doen; daarna gebruik je je vingers om het naar buiten toe te blenden, waarbij je kleur toevoegt waar dat nodig is. Als je schrale lippen hebt behandel je ze even voordat je de lippenstift opdoet. Veeg zachtjes met een warme vochtige doek over je lippen heen en weer en doe een dun laagje lippenbalsem op. Laat de balsem even intrekken voordat je verder gaat met lippenstift of gloss. Voor beginners zijn de lippen een geweldige kans om kleur toe te voegen aan je make-up palet en om variaties in je make-up palet aan te brengen, zonder dat je je druk over een techniek of vaardigheid hoeft te maken. Je kan bijvoorbeeld aan de slag met een neutrale gloss die je amper ziet of juist een romige, knalrode lippenstift. 12. Bekijk jezelf uitvoerig in fel licht – daglicht indien mogelijk – om te controleren of alles goed geblend is en er mooi uitziet. Je bent klaar!	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Make%E2%80%90up-voor-leken", "language": "nl"}
Skechersschoenen schoonmaken	Je hoeft je geen zorgen te maken als je Skechers vies zijn geworden, want schoenen schoonmaken is makkelijk en levert meteen resultaat op. Er zijn verschillende methodes om je Skechers schoon te maken, afhankelijk van het materiaal waar ze van gemaakt zijn. Was de modellen 'Performance' en 'Light-up' door ze te schrobben met een sopje. Skechers van nylon of gaas kun je in de wasmachine doen. Bij suède, nubuck of leren schoenen moet je voorzichtiger zijn en ze afborstelen. Was en bleek de veters voor een sprankelend frisse look. 1. Stop Performance- of Light-up-Skechers niet in de wasmachine. Performance-schoenen zijn de atletische versie van Skechers en gaan eerder kapot als je ze in de wasmachine stopt. De lichtjes in de Light-up-schoenen beschadigen ook in de wasmachine. Als je niet zeker weet wat voor Skechers je hebt, kijk dan op de website van Skechers en vergelijk je schoenen met de foto's daar. 2. Borstel overtollig vuil van je schoenen met een doek. Voordat je water erbij haalt, borstel je eerst het vuil van je schoenen. Je hebt geen speciaal borstel nodig, want je kunt gewoon een doek, een oude tandenborstel, een spons of een handdoek gebruiken. Door het overtollige vuil eraf te borstelen, wrijf je het niet per ongeluk in wanneer je je Skechers schoonmaakt. 3. Doe een paar druppels wasmiddel in een bakje met lauw water. Meng het wasmiddel in het water tot het schuimt. Zorg ervoor dat het water warm is, en niet koud, want de warmte versnelt het reinigingsproces. 4. Borstel je schoenen en binnenzolen met het sop en een vod. Dompel het vod, de tandenborstel of de handdoek in het warme sop. Borstel je schoenen aan alle kanten af. Vergeet niet om de schoenzolen ook aan te pakken. Als je inlegzolen hebt, haal die er dan uit en borstel ze ook uit. Als een deel van je schoenen bijzonder vuil is, besteed er dan extra aandacht aan. 5. Veeg de schoenen af met schoon water en een doekje. Pak een bak schoon water en een schone handdoek, doek of spons. Veeg alle zeep eraf en zorg ervoor dat je alle delen van je schoen aanpakt. Probeer je schoenen tijdens het afvegen niet kletsnat te maken. 6. Laat de schoenen en inlegzolen aan de lucht drogen. Laat de schoenen op een droge en goed geventileerde plek op kamertemperatuur staan. Als je de inlegzolen hebt gewassen, laat ze dan buiten de schoenen aan de lucht drogen voordat je ze er weer indoet. Het kan een paar dagen duren voordat je schoenen helemaal droog zijn. Wees geduldig en stop ze niet in de droger. De hitte van de droger kan je schoenen beschadigen door de lagen uit elkaar te halen. Zet een ventilator naast je schoenen om de droogtijd te versnellen. 7. Maak de veters los en doe de schoenen in een waszakje voor fijne stoffen. Als je geen waszakje hebt, dan kun je de schoenen in een kussensloop doen. Een dunne, witte kussensloop werkt het beste, maar eender welke is goed. Rits de waszak dicht of bind de bovenkant van de kussensloop vast. 8. Was je schoenen met wasmiddel op een koud wasprogramma. Gebruik genoeg wasmiddel voor een normale lading wasgoed, ook al moet je alleen de schoenen in deze lading wassen. Zorg ervoor dat je de wasmachine op koud zet, want warmte kan de lagen van je schoenen uit elkaar halen. Je schoenen kunnen wat lawaai maken in de wasmachine, maar dat is niet erg. 9. Laat je schoenen en inlegzolen aan de lucht drogen. Als je de inlegzolen hebt gewassen, laat ze dan buiten je schoenen aan de lucht drogen voordat je ze er weer indoet. Laat je schoenen in een droge ruimte staan. Het kan een paar dagen duren voordat je schoenen droog zijn, afhankelijk van hoe vochtig het weer is. Stop je Skechers niet in de droger, want door de hitte kunnen de lagen van je schoenen loslaten. 10. Stop suède, nubuck, of leren schoenen niet in de wasmachine. Suède is leer dat fluweelzacht is gewreven, en nubuck is een soort gepolijst leer. Door deze schoenen helemaal in water te dompelen gaat het materiaal kapot, dus stop ze niet in de wasmachine. Als je niet zeker weet wat voor soort leer je schoenen zijn, zoek je schoenen dan online op of kijk aan de binnenkant van de schoen om te zien of er informatie op vermeld staat. 11. Borstel suède of nubuck schoenen met een suèdeborstel. Borstel je schoenen met snelle en zachte streken om beschadiging van het materiaal te voorkomen. Borstel bij de laatste beweging van je schoenen de vezels in dezelfde richting voor de beste afwerking. Als je geen suèdeborstel hebt, dan kun je een koperen draadborstel, een gummiborstel of een suèdegumblokje gebruiken. Een oude tandenborstel werkt ook in geval van nood. Gebruik geen schoensmeer of conditioner op suède of nubuck. 12. Borstel leer dat geen suède of nubuck is met een sopje en een doekje. Vul een bakje met warm water en een beetje wasmiddel. Dompel een doek in het sop en wrijf het leer in met het water. Veeg vervolgens het sop af met wat schoon water. Laat je schoenen aan de lucht drogen als ze schoongemaakt zijn. Je kunt je leren schoenen ook oppoetsen als je ze glanzender wilt maken. 13. Breng een waterafstotende spray aan op je schoenen. Je kunt in een schoenenzaak een waterafstotende spray van het merk Skechers kopen of een algemene waterafstotende spray voor schoenen. Spuit de hele bovenkant van je schoenen in, laat de schoen een paar minuten drogen en spuit er dan nog eens een laag op. Veeg overtollig product weg met een handdoek. Zorg wel dat je je schoenen in een goed geventileerde ruimte sprayt. Laat je schoenen een paar uur drogen voordat je ze draagt. 14. Maak de veters los en behandel eventuele vlekken voor met wasmiddel. Maak de veters los van je schoenen door ze los te knopen en ze vervolgens uit de oogjes te trekken. Als er vlekken op de veters zitten, behandel ze dan met een beetje wasmiddel of vlekkenverwijderaar. Als je wilt, kun je de oogjes waar de veters ingaan schoonmaken met wat zeepsop en een tandenborstel. 15. Was de schoenveters Stop de veters in een waszakje of in een kussensloop zodat ze niet verstrikt raken in de machine, en gooi ze dan in de wasmachine. Vergeet niet het zakje dicht te ritsen of het kussensloop dicht te knopen, zodat ze er niet uitvallen in de was. Je kunt ze gerust samen met andere dingen wassen. Gebruik het wasprogramma dat je normaal gebruikt – veters zijn namelijk niet zo kwetsbaar. 16. Laat de veters aan de lucht drogen. Je kunt ze op een droogrek hangen of op een handdoek leggen. Droog de veters niet in de droger, want dat kan ze uitrekken, krimpen of op een andere manier beschadigen. Het kan een paar uur duren voordat je veters droog zijn. Als je wilt dat ze sneller drogen, knijp ze dan in een handdoek en laat ze vervolgens buiten drogen. 17. Laat witte veters gedurende 30 minuten weken in bleekmiddel en water. Vul een kom met water en een klein scheutje bleekmiddel. Leg de veters een half uur in de oplossing en spoel ze daarna uit. Je moet handschoenen dragen als je met bleekmiddel werkt, zodat het je huid niet beschadigt. Laat de veters aan de lucht drogen zoals je eerder deed.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Skechersschoenen-schoonmaken", "language": "nl"}
Shattrath City bereiken in World of Warcraft	Shattrath City is een neutrale hoofdstad gelegen in het Outland, toegankelijk voor zowel Horde- als Alliance-spelers die de Burning Crusade-uitbreiding hebben. Er zijn een aantal aanpassingen gemaakt aan de portalen die naar Shattrath leiden. Lees verder voor actuele informatie. De gemakkelijkste methode maakt gebruik van directe portalen in de steden uit Mists of Pandaria, maar de reis is ook niet lang vanuit andere centra. 1. Zoek het portaal in Shrine of the Two Moons. Deze stad, uit de Mists of Pandaria-uitbreiding, bezit een portaal naar Shattrath City in de Imperial Mercantile, op de oostelijke bovenverdieping van de stad. 2. Reis naar Shrine of Seven Stars. Dit is de stad onder het bewind van de Alliance uit Mists of Pandaria. Je vindt de portalen in de Imperial Exchange, nadat je vanaf de de grote hal de oostelijke trap naar boven genomen hebt. 3. Overweeg om je hartensteen in Shrine te plaatsen. De twee Shrine-steden behoren tot de meest bruikbare locaties voor je hartensteen, aangezien ze portalen bezitten naar alle grote steden. 4. Gebruik het portaal naar Hellfire Peninsula. Hieronder volgen de locaties van Outland-portalen in grote steden die naar Hellfire Peninsula leiden. Je moet minstens niveau 58 bereikt hebben. Je zal aankomen bij de Dark Portal (ook wel bekend als de Stair of Destiny). Als je niveau 90+ bent, zullen het Stormwind-portaal en het Orgrimmar Cleft-portaal je in plaats van naar Hellfire Peninsula, naar de Blasted Lands brengen. Er zal echter een nieuw Hellfire-portaal verschijnen boven de voornoemde twee portalen. Orgrimmar: The Valley of Spirits (het gebied der trollen): het gebouw van de magiërs of The Cleft of Shadows Stormwind: Mage Quarter: Wizard's Sanctum Darnassus: Temple of the Moon Exodar: The Vault of Lights Ironforge: The Mystic Ward Silvermoon: Sunfury Spire: Magisters' section (aan de rechterkant) Thunder Bluff: Spirit Rise (dichtbij de Pools of Vision) The Undercity: Magic Quarter 5. Neem een vluchtpad naar Honor Hold. Zelfs al ben je nog nooit in het Outland geweest, dan nog zou je toegang moeten hebben tot het vluchtpad dat van de Stair of Destiny naar Honor Hold leidt. De ‘Welcome to the Outland’-queeste zal je naar dit vluchtpad leiden. 6. Neem een vluchtpad naar Shattrath. Weer zullen alle personages dit vluchtpad kennen, ook al hebben ze nog nooit Shattrath bezocht. In het verleden zijn er spelfouten geweest die dit vluchtpad afsloten. Dit zou tegenwoordig opgelost moeten zijn, maar als het toch gebeurt moet je de zuidelijke uitgang van Hellfire die naar Terokkar Forest leidt nemen. Volg zodra dit mogelijk is de weg naar het westen, dan ga je richting Shattrath City.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Shattrath-City-bereiken-in-World-of-Warcraft", "language": "nl"}
Voorkomen dat je gaat huilen	Als je in het openbaar moet huilen, maar je schaamt je ervoor, wil je misschien sterk zijn en de tranen verbijten. Onthou dat het goed is om te huilen en dat iedereen het doet. We hebben allemaal emoties en anderen begrijpen het wel als je moet huilen. Hier zijn een paar tips om je tranen binnen te houden! 1. Richt je op je ademhaling. Huilen is een reactie die wordt veroorzaakt door een emotionele toestand en het ontspannende effect van ademen kan voorkomen dat je gaat huilen. Misschien denk je aan een verdrietig moment in het verleden, iets of iemand waarvan je afscheid hebt genomen, of een tragische gebeurtenis in je leven. Je kunt voorkomen dat je gaat huilen door jezelf te kalmeren. Richt je op je ademhaling, zoals bij meditatie, zodat je je emoties onder controle krijgt en rustig wordt. Als je tranen voelt opwellen, adem dan rustig en diep in door je neus en uit door je mond. Dit kan de brok in je keel verminderen en je gedachten en emoties in balans brengen. Probeer tot 10 te tellen. Adem in door je neus en tel. Adem uit door je mond als je op de helft bent. Tellen kan je helpen je puur op je ademhaling te richten zodat je niet meer denkt aan datgene waarvan je moest huilen. Zelfs maar één keer diep ademhalen kan je sterker maken als je wordt geconfronteerd met iets waarvan je moet huilen. Adem diep in, hou het vast en laat het dan los. Richt je op dat moment alleen maar op de lucht die je longen in en uit gaat. Je hebt nu ook even een momentje pauze voordat je met de oorzaak van je verdriet moet omgaan. 2. Beweeg met je ogen om de tranen onder controle te houden. Als je in een situatie bent waarin je moet huilen, maar niet wilt dat anderen je emoties zien, beweeg dan je ogen om je tranen terug te dringen. Onderzoek heeft aangetoond dat knipperen kan helpen om tranen terug te dringen. Knipper een paar keer met je ogen om de tranen te laten verdwijnen. Kijk scheel of rol een paar keer met je ogen. Dit kun je natuurlijk alleen doen als er niemand naar je kijkt. Naast dat je je gedachten hiermee afleidt (je moet je concentreren op scheel kijken) voorkom je hiermee dat tranen zich kunnen vormen. Doe je ogen dicht. Als je je ogen dicht doet kun je even verwerken wat er gebeurt. Als je je ogen dicht doet en daarbij een paar keer diep ademhaalt kalmeer je jezelf en kun je je concentreren om niet te huilen. 3. Leid jezelf af door te bewegen. Als je bijna in tranen uitbarst is het belangrijk om jezelf af te leiden. Fysieke afleiding is een manier om te zorgen dat je niet gaat huilen. Knijp jezelf in je bovenbenen of knijp je handen samen. De druk moet net genoeg zijn om jezelf af te leiden van de reden dat je wilde gaan huilen. Zoek iets om in te knijpen, zoals een stressbal, een kussen, een stukje van je T-shirt of de hand van een geliefde. Duw met je tong tegen je gehemelte of tegen je tanden. 4. Ontspan je gezichtsuitdrukking. Door te fronsen zul je eerder gaan huilen, omdat je gezichtsuitdrukking je emoties kan beïnvloeden. Om te voorkomen dat je gaat huilen moet je proberen je gezicht neutraal te houden. Ontspan je wenkbrauwen en de spieren rondom je mond zodat je niet bezorgd of verdrietig kijkt. Als het niet gepast is om te gaan huilen, of als je niet even weg kunt lopen, probeer dan te glimlachen om te voorkomen dat je gaat huilen. Onderzoek heeft aangetoond dat lachen je gemoedstoestand op een positieve manier kan veranderen, zelfs al heb je eigenlijk geen behoefte om te lachen. 5. Verwijder de brok in je keel. Een van de moeilijkste dingen om kwijt te raken als je moet huilen is die brok in je keel. Als je lichaam registreert dat je stress hebt, is een reactie van je zenuwstelsel om de stemspleet (de stembanden met de ruimte daartussen) te openen. Als deze ruimte tussen de stembanden open staat, voelt dat alsof er een brok in je keel zit wanneer je probeert te slikken. Neem een slok water om de spanning te verlichten. Het water ontspant je keelspieren (en het kalmeert je zenuwen). Als je geen water bij de hand hebt, adem dan rustig en slik een paar keer. Ademen helpt je te ontspannen en slikken vertelt je lichaam dat het niet nodig is om de stemspleet open te houden. Gaap. Gapen ontspant de keelspieren ook, wat betekent dat het de spanning op je keel die wordt veroorzaakt door de openstaande stemspleet vermindert. 6. Denk aan iets anders waarop je je kunt concentreren. Soms kun je je tranen terugdringen door de aandacht op iets anders te richten. Je kunt bijvoorbeeld eenvoudige rekensommen in je hoofd gaan doen. Tel wat getallen bij elkaar op, of zeg de tafels op in je hoofd, zodat je wordt afgeleid van datgene wat je verdrietig maakt en zodat je kunt kalmeren. Je kunt bijvoorbeeld ook aan de tekst van je favoriete liedje denken. Als je je de tekst en melodie probeert te herinneren leid je je gedachten af van datgene waar je mee zit. Probeer het liefst de tekst van een vrolijk liedje voor de geest te halen zodat je humeur beter wordt. 7. Denk aan iets grappigs. Hoewel dat misschien moeilijk is in deze situatie, kan het echt helpen om je tranen in te slikken door aan iets grappigs te denken. Denk aan iets waarom je onlangs heel hard hebt gelachen--een grappige herinnering, een scène uit een film of een mop die je hebt gehoord. Probeer te glimlachen terwijl je hieraan denkt. 8. Herinner jezelf eraan dat je een sterk persoon bent. Door jezelf een mentale peptalk te geven als je op het punt staat in tranen uit te barsten kun je voorkomen dat je echt gaat huilen. Vertel jezelf dat het niet erg is om verdrietig te zijn, maar dat het nu even niet kan. Herinner jezelf aan de redenen waarom dat niet kan -- je wilt niet huilen bij mensen die je niet goed kent, of je wilt je sterk houden voor iemand anders, etc. Zeg tegen jezelf dat je later verdrietig mag zijn, maar dat je je nu even groot moet houden. Onthou dat je een geweldig persoon bent, en dat je vrienden en familie hebt die van je houden. Denk aan wat je hebt bereikt in je leven, en aan wat je nog graag wilt bereiken in de toekomst. Onderzoek heeft aangetoond dat positief tegen jezelf praten heel goed is voor de gezondheid, naast dat het spanningen wegneemt. Het kan je leven verrijken, je immuunsysteem versterken, de kans op een depressie verminderen, zorgen dat je beter kunt omgaan met moeilijke situaties en de kans op overlijden door een hartaanval verkleinen. 9. Leid jezelf af door iets anders te gaan doen. Het ergste wat je kunt doen is zwelgen in het verdriet waarvan je moet huilen, vooral als dat nou juist is wat je niet wilt. Jezelf afleiden is een tijdelijke oplossing--je weet dat je er toch een keer doorheen zult moeten. Zet een film aan die je graag wilt zien. Als je niet van films houdt, pak dan een boek of kijk een aflevering van een van je favoriete series. Ga wandelen om je hoofd leeg te maken. De natuur in gaan kan een goede manier zijn om jezelf af te leiden -- doe je best om de schoonheid om je heen te waarderen en probeer niet te denken aan datgene waarvan je verdrietig wordt. Sport. Beweging zorgt dat je endorfine vrijmaakt waardoor je je beter voelt als je verdrietig bent. Beweging zorgt er ook voor dat je je concentreert op waar je mee bezig bent, en minder op hoe je je voelt. 10. Zeg dat je ergens anders om huilt. Hiermee kun je jezelf misschien kalmeren, ook al prikken anderen wel door dit leugentje heen. Zeg dat je heel erg allergisch bent. Dit is een klassiek excuus voor tranen in je ogen, want allergieën maken je ogen waterig en rood. Gaap, en zeg dan: "Van gapen krijg ik altijd tranen in mijn ogen". Zeg dat je ziek wordt. Als mensen ziek zijn krijgen ze vaak waterige ogen. Je hebt dan ook een excuus om weg te kunnen gaan. 11. Dep je ogen discreet droog. Als je toch een paar traantjes moet wegpinken, veeg ze dan discreet weg zodat je niet meer hoeft te huilen. Doe net alsof je wat in de hoek van je oog hebt zitten en veeg de traan langs de onderrand weg. Door met je wijsvinger in je ooghoek te drukken kun je de tranen ook weghalen. Doe alsof je moet niezen en verberg je gezicht in je elleboog (zodat je de tranen met je onderarm weg kunt vegen). Als je niet goed kunt nep-niezen, kun je zeggen dat het vals alarm was. 12. Ga weg uit de situatie. Als je je in een negatieve situatie bevindt waardoor je moet huilen, probeer dan weg te gaan. Dat betekent niet dat je weg moet rennen. Als je ergens verdrietig door bent, excuseer je dan en ga de kamer even uit. Door een stapje terug te nemen van datgene waar je verdrietig van wordt voel je je beter en kun je je tranen makkelijker beheersen. Door je even terug te trekken neem je zowel fysiek als mentaal even afstand van het probleem. Ga even weg, adem diep in en net zo diep weer uit. Je zult merken dat je dan minder snel hoeft te huilen. 13. Laat jezelf gaan. Soms moet het er gewoon uit en daar is niks mis mee. Huilen is iets heel natuurlijks dat iedereen -- echt iedereen -- wel eens doet. Zelfs als het je is gelukt om het huilen in een bepaalde situatie tegen te gaan, zal het er toch een keer uit moeten. Zoek een rustige plek waar je alleen kunt zijn en huil lekker uit. Jezelf laten gaan is goed voor je mentale en fysieke gezondheid. Door te huilen kan je lichaam afvalstoffen kwijt. Als je lekker hebt gehuild voel je je daarna veel gelukkiger en minder gespannen. 14. Probeer uit te vinden waarom je wilt huilen of huilt. Het is belangrijk om erachter te komen waarom je huilt of het gevoel hebt dat je moet huilen. Als je de reden eenmaal weet, kun je het beter analyseren en een oplossing zoeken om je weer beter te voelen. Denk na over wat er gebeurde toen je moest huilen. Is er een specifieke persoon of situatie verantwoordelijk voor? Is er iets gebeurd waardoor je je zo verdrietig voelde? Of is er een andere reden waardoor je steeds weer tegen je tranen moet vechten? Als je niet kunt bedenken wat de reden van je tranen is, overweeg dan om met een therapeut te gaan praten om erachter te komen. Als je vaak huilt of het gevoel hebt dat je wilt gaan huilen, ben je misschien depressief en moet je daarvoor behandeld worden. 15. Schrijf in een dagboek. Als je je gedachten en gevoelens opschrijft kun je ze beter op een rijtje zetten. Het bijhouden van een dagboek kan je ook helpen bij stress, angsten en depressies. Maak voor het beste resultaat elke dag een paar minuten vrij om over je gedachten en gevoelens te schrijven. Je kunt dit op allerlei manieren doen en je kunt schrijven over wat je maar wilt. Als een specifiek persoon je aan het huilen heeft gemaakt, schrijf hem/haar dan een brief. Het is vaak makkelijker om op te schrijven wat je voelt dan het te zeggen. Zelfs als je de brief niet echt verstuurt of geeft, kan het je opluchten als je op papier hebt gezet wat je voelt en denkt. 16. Praat met iemand. Nadat je bent uitgehuild, zou je met iemand moeten praten over wat je doormaakt. Praat met een goede vriend, familielid of therapeut over waarom je zo verdrietig bent. Je kunt je problemen beter aan als je het kunt delen met iemand. Je hebt minder het gevoel dat je er alleen voorstaat als je met iemand kunt praten. Als je het gevoel hebt dat je de hele wereld op je schouders moet dragen, praat dan met iemand om je gedachten en gevoelens op een rijtje te zetten. Therapie kan erg heilzaam zijn voor mensen die last hebben van een depressie of angststoornis, die iemand zijn verloren, gezondheids- of relatieproblemen hebben, enzovoorts. Overweeg om met een therapeut te gaan praten als je steeds moet huilen, of als je problemen hebt die je met iemand in een veilige, vertrouwelijke omgeving wilt bespreken. 17. Leid jezelf af met dingen die je leuk vindt. Door van je hobby's te genieten kun je dingen in een nieuw perspectief gaan zien als je het moeilijk hebt. Maak elke week tijd vrij voor een van je hobby's. Zelfs al denk je dat je nooit meer een normaal leven kunt leiden omdat je zo verdrietig bent, zul je merken dat je na een tijdje weer lol kunt maken en kunt lachen. Omring jezelf met mensen die je blij maken. Doe leuke dingen zoals wandelen, schilderen, etc. Ga naar een feestje om nieuwe mensen te ontmoeten, of geef zelf een verkleedfeest. Dompel je onder in activiteiten -- het is goed om het druk te hebben als je verdrietig bent.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Voorkomen-dat-je-gaat-huilen", "language": "nl"}
Weten of een bericht is afgeleverd in de Apple berichten app	Om er achter te komen of een bericht is afgeleverd in de Apple berichten-app, open Berichten → Selecteer een gesprek → Controleer of er ‘Afgeleverd’ onder je laatste bericht verschijnt. 1. Tik op de berichtenapp. 2. Tik op een gesprek. 3. Tik op het tekstveld. Dit staat direct boven je toetsenbord. 4. Typ een bericht. 5. Tik op het icoon met de blauwe pijl. Hierdoor wordt je bericht verstuurd. 6. Kijk of er ‘Afgeleverd’ onder je laatste bericht staat. Dit zal direct onder het bericht verschijnen. Als er geen ‘Afgeleverd’ onder je bericht verschijnt, controleer dan bovenaan je scherm of er ‘Verzenden ...’ of ‘Verzenden van 1 van X’ staat. Als je niets ziet staan onder je laatste bericht, is je bericht nog niet afgeleverd. Als ‘Ontvangstbevestigingen verzenden’ is ingeschakeld door de ontvanger, wordt deze gewijzigd in ‘Gelezen’ zodra het bericht daadwerkelijk is gezien. Als je ‘Verzonden als tekstbericht’ ziet, betekent dit dat je bericht is verzonden met de sms-service van je provider in plaats van met iMessage-servers van Apple. 7. Open de berichtenapp. 8. Klik op een gesprek. 9. Typ een bericht. 10. Druk op ↵ Enter. 11. Kijk of er ‘Afgeleverd’ onder je laatste bericht staat. Dit zal direct onder het bericht verschijnen. Als ‘Ontvangstbevestigingen verzenden’ is ingeschakeld door de ontvanger, wordt deze gewijzigd in ‘Gelezen’ zodra het bericht daadwerkelijk is gezien. Als je ‘Verzonden als tekstbericht’ ziet, betekent dit dat je bericht is verzonden met de sms-service van je provider in plaats van met iMessage-servers van Apple. Als je niets ziet staan onder je laatste bericht, is je bericht nog niet afgeleverd.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Weten-of-een-bericht-is-afgeleverd-in-de-Apple-berichten-app", "language": "nl"}
Het volume van een piramide berekenen	Om het volume van een piramide te berekenen moet je de oppervlakte van het grondvlak vermenigvuldigen met de hoogte van de piramide. Het resultaat deel je door 3, dat is alles! Lees dit artikel met rekenmethodes voor een piramide met een rechthoekig grondvlak en een piramide met een driehoekig grondvlak. 1. Bepaal de lengte en de breedte van het grondvlak. In dit voorbeeld is de lengte 4 cm en de breedte 3 cm. Als je een vierkant grondvlak hebt is de methode hetzelfde, alleen zijn dan de lengte en breedte gelijk. Schrijf je metingen op. 2. Vermenigvuldig de lengte met de breedte om de oppervlakte van het grondvlak te berekenen. Om de oppervlakte te berekenen van ons voorbeeld vermenigvuldigen we 3 cm met 4 cm. 3 cm x 4 cm = 12 cm 3. Vermenigvuldig de oppervlakte van het grondvlak met de hoogte. De oppervlakte van het grondvlak is 12 cm en de hoogte is 4 cm, dus we vermenigvuldigen 12 cm met 4 cm. 12 cm x 4 cm = 48 cm 4. Deel de uitkomst door 3. Dat is hetzelfde als vermenigvuldigen met 1/3. 48 cm/3 = 16 cm. Het volume van een piramide met een hoogte van 4 cm en een rechthoekig grondvlak met een breedte van 3 cm en een lengte van 4 cm is dus 16 cm. Vergeet niet om de uitkomst in kubieke eenheden te vermelden. 5. Bepaal de lengte en de breedte van het grondvlak. De lengte en breedte van het grondvlak moeten haaks op elkaar staan, anders werkt deze methode niet. Ze kunnen ook worden gezien als de onderzijde en de hoogte van de driehoek. In dit voorbeeld is de breedte van de driehoek 2 cm en de lengte 4 cm. Schrijf dit op. 6. Bereken de oppervlakte van het grondvlak. Om de oppervlakte van het grondvlak te berekenen gebruiken we de volgende formule: Zo doen we dat: A = 1/2(o)(h) A = 1/2(2)(4) A = 1/2(8) A = 4 cm 7. Vermenigvuldig de oppervlakte van het grondvlak met de hoogte van de piramide. De oppervlakte van het grondvlak is 4 cm en de hoogte is 5 cm. 4 cm x 5 cm = 20 cm. 8. Deel de uitkomst door 3. 20 cm/3 = 6,67 cm. Het volume van een piramide met een hoogte van 5 cm en een driehoekig grondvlak met een breedte van 2 cm en een lengte van 4 cm is dus 6,67 cm.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Het-volume-van-een-piramide-berekenen", "language": "nl"}
Een tutorial schrijven	Via zogenaamde tutorials op Internet kun je tegenwoordig van alles en nog wat leren. En omdat er zo ontzettend veel mensen zijn die graag via Internet willen leren hoe ze een bepaalde klus moeten klaren, kan het schrijven van tutorials een prima manier zijn om jezelf te promoten en gezien te worden door mensen in alle uithoeken van de wereld. Zorg ervoor dat je tutorials specifiek, praktisch en duidelijk zijn, en je zou op deze manier wel eens een internetster kunnen worden! 1. Ga op zoek naar een probleem dat opgelost moet worden. Als er iets is waar jij in geïnteresseerd bent of waarvan je graag zou willen weten hoe het moet, dan is de kans groot dat iemand anders met hetzelfde probleem zit. Probeer een aantal interessante onderwerpen te bedenken waar je over zou kunnen schrijven. 2. Ga na wat voor tutorials er allemaal al bestaan. Als je serieus wilt dat je tutorial gelezen wordt, kun je het beste een onderwerp kiezen waar nog niet zo veel over geschreven is. Kijk eens op Internet wat voor tutorials er allemaal al bestaan en kijk met welke tutorialschrijvers je zult moeten concurreren. In plaats daarvan zou je ook een bestaand onderwerp vanuit een ander perspectief kunnen benaderen, of een andere draai geven aan een onderwerp waar al tutorials over geschreven zijn. Hoe specifieker je het maakt, hoe kleiner de kans is dat je tutorial al bestaat. Schrijf bijvoorbeeld een tutorial over het maken van suikervrije appeltaart, in plaats van simpelweg een tutorial over hoe je appeltaart moet maken. 3. Vernauw je onderwerp. Als je onderwerp te breed is zul je al snel merken dat het moeilijk is om alle belangrijke aspecten erin op te nemen. Veel mensen zullen hun interesse kwijtraken omdat ze door allerlei irrelevant materiaal moeten waden, voordat ze datgene vinden waarin ze geïnteresseerd zijn. Als je een breed onderwerp hebt, probeer dan te bedenken hoe je het wat meer in zou kunnen perken. In plaats van een tutorial te schrijven over hoe je Microsoft Word moet gebruiken, zou je bijvoorbeeld een tutorial kunnen schrijven over het invoegen van hoofdstukonderbrekingen in een Word-document. 4. Houd het kort en simpel. Gebruik geen dure woorden en probeer niet uit te wijden over allerlei onbelangrijke details. Zorg ervoor dat de lezer het artikel snel door kan lezen om te snappen waar het over gaat. Als je bijvoorbeeld een tutorial schrijft over vlekken verwijderen, zeg dan gewoon 'doe wat afwasmiddel op het tapijt.' Geef niet de chemische naam van het soort zeep en noem ook geen lijst van andere soorten wasmiddel met de reden waarom die niet zo goed werken. 5. Beschrijf iedere stap uitgebreid. Wees niet zuinig met details. Beschrijf iedere stap zo duidelijk en precies mogelijk. Laat niets aan de verbeelding van de lezer over. 6. Schrijf de instructies op een aardige manier. Doe alsof je het tegen een vriend of vriendin hebt. Zorg ervoor dat het niet klinkt alsof je op de lezer neerkijkt of dat je denkt dat je slimmer bent dan de lezer. Schrijf op een manier die natuurlijk klinkt; zoals iets wat je hardop zou zeggen als je met iemand aan het praten bent. Houd in gedachten wie je publiek zijn—waarschijnlijk zijn het mensen die graag meer over het onderwerp willen weten. Zeg iets als: 'schrijf handige tips naast de tekst', in plaats van: 'aanvullende opmerkingen kunnen in de kantlijn worden opgenomen.' Vermijd het gebruik van technisch jargon, tenzij je een specifieke term aan het verklaren bent. 7. Vermeld de bronnen die je gebruikt hebt. Het kan zijn dat een deel van het materiaal dat je in je tutorial gebruikt beschermd is door auteursrechten. Als je foto’s, informatie of ander materiaal gebruikt dat afkomstig is uit een andere bron, dan zul je die bron moeten vermelden. Als je dat niet doet loop je namelijk het risico een overtreding te begaan op het gebied van het copyright, om nog maar te zwijgen over de ethische gevolgen die het kan hebben als je met andermans werk, foto’s of ideeën pronkt. 8. Neem beelden en video’s op. Je instructies zullen een stuk makkelijker te volgen zijn als je plaatjes of filmpjes hebt die laten zien wat je aan het doen bent. Screenshots vormen vaak goede illustraties. Probeer bij iedere stap een afbeelding op te nemen. Houd om een screenshot te maken de toetsen Print screen en Ctrl tegelijkertijd ingedrukt. Je kunt je screenshots oftewel schermafdrukken mooier maken in een softwareprogramma dat speciaal bedoeld is om foto’s te bewerken als Photoshop or Gimp. Sommige programma’s bieden je de mogelijkheid om aanvullende instructies op de afbeelding te schrijven. Op die manier kun je bijvoorbeeld naar een specifieke knop wijzen waar de lezer op moet drukken. Om een video te maken kun je programma’s gebruiken als Camtasia, of een openbronprogramma als Camstudio. Als je een videotutorial aan het opnemen bent, laat je publiek dan meer zien dan alleen maar jouw gezicht. Neem ook een aantal schermafdrukken, foto’s, of afbeeldingen op waarop jij de taak daadwerkelijk aan het uitvoeren bent, die je publiek zullen helpen het proces voor zich te zien. 9. Beschrijf een aantal verschillende methodes. Het is een goed idee om meerdere manieren te noemen waarop je de dingen kunt doen. Op die manier kunnen mensen die moeite hebben met een bepaalde methode, altijd nog een andere proberen. Zorg dat het duidelijk is hoe de lezer de taak van je tutorial met behulp van elk van de door jouw beschreven methodes uit kan voeren. 10. Geef voorbeelden. Voor minder concrete onderwerpen kan het belangrijk zijn om voorbeelden te geven die datgene wat je zegt verduidelijken. Zorg er alleen wel voor dat je artikel niet helemaal overladen is met voorbeelden, omdat het anders te lang of te compact wordt. Als je bijvoorbeeld een tutorial aan het schrijven bent over hoe je jezelf moet voorstellen aan nieuwe mensen, dan zou je een aantal voorbeelden kunnen geven van specifieke dingen die je zou kunnen zeggen om het ijs te breken. 11. Leg uit waarom het onderwerp belangrijk is. Mensen zullen je tutorial eerder lezen als ze weten wat het voor ze kan betekenen. Leg in de inleiding uit wat het nut is van het leren van de je tutorial beschreven vaardigheid. Als je bijvoorbeeld uitlegt hoe mensen een fotoverwerkingsprogramma moeten gebruiken, noem dan een paar van de leuke dingen die de lezer met behulp van zo’n programma met zijn of haar foto’s kan doen. 12. Film videotutorials op een rustige plek. Als je een videotutorial aan het maken bent, maar de opnames dan ergens waar weinig afleiding is. Een kelder, ver weg bent van het geluid van het verkeer buiten, is een ideale plek. 13. Praat duidelijk en langzaam. Bij tutorials met beelden en/of geluid, is het belangrijk dat je niet te snel praat. Hoe langzamer je praat, doe makkelijker het is voor je kijkers om je te volgen. Spreek ieder woord dat je zegt duidelijk uit. 14. Bedenk een titel. Het is de bedoeling dat de titel duidelijk aangeeft waar het tutorial over gaat. De titel moet kort en precies zijn, en je moet proberen geen zogenaamd 'klikaas' te gebruiken, oftewel misleidende, extra interessante woorden die bedoeld zijn om mensen te verleiden op de titel te klikken. Kijk eens naar de titel: 'Paginanummers invoegen in Microsoft Word'. Als je 'Microsoft Word' weg zou laten, zou de titel niet precies genoeg zijn en zou de lezer niet weten met welk programma je werkt. Kijk nu eens naar de titel: 'Voetnoten, eindnoten, verwijzingen en citaten invoegen in Microsoft Word.' Voetnoten en eindnoten zijn allemaal voorbeelden van referenties en je kunt ze dus allemaal gewoon verwijzingen noemen. Voor een korte, duidelijke titel kun je dus beter voor de volgende versie kiezen: 'Verwijzingen invoegen in Microsoft Word.' 15. Schrijf een inleiding. Schrijf een korte alinea waarin je de lezer duidelijk vertelt waar je tutorial over gaat. Leg uit waarom het een nuttig en interessant onderwerp is. Probeer de interesse van de lezer te wekken. Het kan helpen om aan het eind van de inleiding een plaatje van het eindresultaat toe te voegen. Als je de lezer een beetje een idee geeft van wat het uiteindelijke doel is, is dat kans groter dat hij of zij enthousiast wordt over je tutorial. 16. Maak gebruik van duidelijke stappen. Iedere stap moet duidelijk en kort zijn. Voeg als het kan bij iedere stap een plaatje toe ter illustratie. Laat niets aan de verbeelding over. 17. Deel ingewikkelde stappen op in kleinere stappen. Als je het idee hebt dat een bepaalde stap te lang of te moeilijk wordt, vraag jezelf dan af of je hem niet beter op kunt splitsen in twee aparte stappen. Het is de bedoeling dat je de kern van iedere stap in één zin kunt samenvatten. Binnen een tutorial werken meerdere kleine stappen altijd beter dan één lange. Houd de chronologische volgorde van de stappen in gedachten en zorg dat het voor de lezer duidelijk is wanneer hij of zij een aantal stappen tegelijkertijd moet uitvoeren. 18. Practice what you preach , oftewel, voer zelf ook de instructies uit je tutorial uit. Volg als je klaar bent je eigen tutorial. Voer iedere stap uit. Vraag jezelf af of je iets hebt moeten doen om het project uit te voeren dat niet in de stap was opgenomen. Als dat zo is, voeg dan nog een stap toe aan je tutorial. 19. Voeg een onderdeel Veelgestelde Vragen (FAQ/Frequently Asked Questions) toe. Een onderdeel met Veelgestelde Vragen en de daarbij behorende antwoorden kan een goede manier zijn om meer informatie toe te voegen zonder het vloeiende verloop van de stappen te onderbreken. Vraag jezelf af of er misschien termen of onderwerpen zijn die je in je tutorial bespreekt en die misschien niet voor alle lezers duidelijk zijn. Als dat zo is, bespreek ze dan in het onderdeel Veelgestelde Vragen. Als de lezer voor de taak in je tutorial bijvoorbeeld een bepaald computerprogramma moet gebruiken waar hij of zij misschien niet bekend mee is, dan kun je het onderdeel Veelgestelde Vragen gebruiken om aan te geven waar je dat programma kunt downloaden. Vraag of iemand je tutorial kan volgen en kijk of diegene aan het eind vragen heeft. Als dat zo is, neem die vragen dan op in het onderdeel Veelgestelde vragen. 20. Volg dezelfde opzet voor videotutorials. Ook als je een videotutorial aan het opnemen bent zul je eerst een geschreven opzet moeten maken. Als je zomaar wat improviseert is de kans groot dat je van het onderwerp afdwaalt. Net als bij een geschreven tutorial is het de bedoeling dat je begint met een inleiding en met een aantal duidelijk gedefinieerde stappen. Als je wilt kun je ook een conclusie toevoegen, waarin je problemen samenvat of antwoord geeft op mogelijke vragen van je publiek. 21. Houd bij het nakijken van je tutorial altijd je publiek in gedachten. Wie worden je publiek? Is het tutorial bedoeld voor beginners of voor gevorderde gebruikers? Probeer te bedenken welke aanvullende informatie je publiek nodig zou kunnen hebben om je tutorial te kunnen begrijpen. 22. Lees je artikel nog een keer en breng de nodige wijzigingen aan. Zelfs de beste schrijver moet een stuk meerdere keren lezen om alle fouten eruit te halen. Probeer het artikel een paar dagen opzij te leggen en lees het daarna nog een keer zodat je er met uitgeruste ogen naar kunt kijken. Let in ieder geval op of er geen spel- of grammaticafouten in de tekst staan. Zorg ervoor dat je tutorial op een logische manier vloeit en makkelijk te begrijpen is. Denk erover om je tutorial door iemand anders te laten lezen zodat hij of zij eventuele typefouten die jij over het hoofd gezien hebt eruit kan halen. Diegene kan je ook vertellen of je nog iets aan het tutorial toe zou moeten voegen om het duidelijker te maken. 23. Publiceer je tutorial. Je kunt je tutorial op je website publiceren, op wikiHow, of op je blog. Als je een videotutorial hebt gemaakt kun het op YouTube opladen. 24. Blijf je tutorial nakijken. Dat je je tutorial nu gepubliceerd hebt betekent nog niet dat je klaar bent. Zodra je reacties krijgt wordt het als het goed is al snel duidelijk hoe je je artikel zou kunnen verbeteren. Lees de reacties goed en probeer te bedenken waar in je tutorial je iets zou kunnen toevoegen of weglaten om de vragen van je lezers te beantwoorden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-tutorial-schrijven", "language": "nl"}
Tandjuwelen aanbrengen	Tandjuwelen zijn een leuke beautytrend die je lach nog meer kunnen laten stralen. Ze zijn volkomen veilig, maar moeten op de juiste manier aangebracht worden om goed te blijven zitten. Tandjuwelen kun je gewoon zelf thuis aanbrengen als je een set hebt gekocht. Je kunt ze ook op professionele wijze laten aanbrengen door een tandarts of schoonheidsspecialist. 1. Koop een set met tandjuwelen. Er zijn verschillende bedrijven en websites die sets verkopen waarmee je je eigen tandjuwelen aan kunt brengen. Je kunt een keuze maken uit de beschikbare sets aan de hand van de soorten tandjuwelen die je wilt hebben. Kies een set die samengesteld is door of in samenwerking met tandartsen om te voorkomen dat je schade aan je gebit toebrengt. Met een set voor het zelf aanbrengen van tandjuwelen blijven de tandjuwelen meerdere weken op je gebit zitten. Als je de tandjuwelen aanzienlijk langer wilt laten zitten, laat ze dan op professionele wijze aanbrengen door een tandarts. 2. Test de uv-lamp. In de set met tandjuwelen zou een kleine uv-lamp op batterijen moeten zitten. Haal de lamp uit de set en test hem. Het kan zijn dat je hiervoor de batterijen uit de lamp moet halen en het papier of plastic weg moet halen dat voor de verzending tussen de batterijen gedaan is. Zet voor het testen en gebruiken van de uv-lamp altijd oogbescherming op die je tegen uv-stralen beschermt, zoals een zonnebril. Schakel de lamp in om hem te testen. Er zou blauwpaars licht uit de lamp moeten schijnen wanneer hij ingeschakeld is. Zoek in de set naar instructies voor het gebruiken van de uv-lamp uit de set. 3. Leg de rest van de inhoud van de set klaar. Bij het aanbrengen van tandjuwelen werk je in korte tijd met een aantal kleine voorwerpen. Zorg dat je alle hulpmiddelen klaar legt, waaronder de tandjuwelen die je wilt gebruiken. Zo kun je snel en gemakkelijk de hulpmiddelen pakken die je nodig hebt. Leg alles neer op een schoon oppervlak. Zorg dat je genoeg licht hebt zodat je kunt zien wat je doet. 4. Kies tandjuwelen uit. De kans is groot dat de set verschillende tandjuwelen bevat. Kies de tandjuwelen uit die je wilt aanbrengen. Leg ze met de goede kant naar boven zodat je ze kunt zien en gemakkelijk kunt pakken. Je kunt de andere tandjuwelen apart leggen of weer in de verpakking doen. Als je meerdere tandjuwelen wilt aanbrengen, leg ze dan nu alvast klaar. Op deze manier kun je ze in korte tijd aanbrengen wanneer de lijm nog nat is. 5. Pak een beetje handcrème. Er zit waarschijnlijk geen crème in je set, dus je moet zelf handcrème kopen. Knijp een kleine klodder handcrème naast je hulpmiddelen op het oppervlak. Je hebt de handcrème nodig om de tandjuwelen aan de applicator te laten plakken. Kies een eenvoudige handcrème uit waarvan de geur je niet overweldigt wanneer hij in de buurt van je gezicht komt. Je hebt slechts een piepkleine hoeveelheid handcrème nodig. 6. Poets je tanden. Poets je tanden goed op de manier waarop je dat normaal ook doet. Zorg dat je na afloop je mond met water spoelt om alle resten vuil en tandpasta te verwijderen. Was je handen zodat ze schoon zijn wanneer je de tandjuwelen en je gebit aanraakt. Tandjuwelen vormen na het aanbrengen geen hindernis bij het tandenpoetsen en schoonmaken van je gebit. Tandjuwelen kunnen alleen op natuurlijke tanden aangebracht worden. Ze blijven niet plakken aan implantaten en kunstgebitten. Breng geen tandjuwelen aan op beschadigde en gebarsten tanden, of tanden die door een tandarts behandeld moeten worden. 7. Was je handen. Je handen moeten schoon zijn omdat je dingen aanraakt die in of in de buurt van je mond komen. Als iemand anders je helpt om de tandjuwelen aan te brengen, zorg dan dat hij of zij de handen ook wast. Was je handen grondig met warm water en zeep. 8. Leg de tand bloot. De beste manier om dit te doen is door te lachen op een manier waarop je tanden te zien zijn. Wanneer je dit gedaan hebt pak je een van de wattenbolletjes uit de set en stop je hem tussen de tand en je lip om te zorgen dat je lip de tand niet aanraakt. Dit doe je om de tand bloot te leggen en droog te houden. Als je lip de tand nog steeds aanraakt, stop dan nog meer wattenbolletjes in je mond om je lip weg te houden bij je tand. Stop nog een wattenbolletje tussen je boven- en ondertanden en bijt erop. 9. Droog de tand. Gebruik een wattenbolletje uit de set om de tand volledig af te drogen. Deze stap is onmisbaar en zorgt ervoor dat het tandjuweel op de tand blijft zitten. Als de tand niet helemaal droog is, zal de lijm er niet aan blijven hechten. 10. Roer door de lijm. In de set zouden applicatorstokjes moeten zitten voor de lijm. Gebruik er eentje van om de lijm te roeren. Kijk in de instructies die je bij de set gekregen hebt om te zien hoe je de lijm moet roeren en hoe lang. Bij sommige sets moet je de lijm vijf seconden roeren. 11. Breng de lijm op de tand aan. Nu er lijm op het applicatorstokje zit duw je een klodder lijm op de tand. Breng de lijm aan op de plek waar het tandjuweel moet komen. Je hebt slechts een klein beetje lijm nodig, dus overdrijf niet. Doe dit relatief snel zodat de lijm bij het aanbrengen goed geroerd is. Breng twee lagen of klodders lijm aan. 12. Breng het tandjuweel aan. Dompel het andere uiteinde van het applicatorstokje in de kleine hoeveelheid handcrème die je op het oppervlak geknepen hebt. De handcrème zorgt ervoor dat het tandjuweel aan het applicatorstokje blijft plakken. Je hebt slechts een kleine hoeveelheid nodig om het tandjuweel eraan vast te laten plakken. Wanneer je het applicatorstokje in de handcrème gedompeld hebt raak je er de voorkant van het tandjuweel mee aan. De platte kant moet schoon blijven en mag niet in aanraking komen met de handcrème. Wanneer het tandjuweel op het applicatorstokje zit breng je hem naar je tand toe en duw je hem op de plek waar je de lijm aangebracht hebt. Het tandjuweel zou op de tand moeten blijven zitten. Je kunt het tandjuweel naar de juiste plek verplaatsen als hij nog niet op de goede plek zit. Gebruik hiervoor het applicatorstokje. 13. Gebruik de uv-lamp om de lijm uit te laten harden. Het verschilt per set hoe lang de lijm uit moet harden. De minimumtijd is echter vaak vier minuten. Houd de lamp zo dicht mogelijk bij de tand en de lijm zonder de tand aan te raken. Zorg dat je oogbescherming tegen de uv-stralen draagt en dat anderen die erbij zijn dat ook doen. 14. Ruim op en maak schoon. Het tandjuweel zou nu vast moeten zitten aan je tand. Als het tandjuweel goed vastzit, zou hij moeten blijven zitten bij het tandenpoetsen en schoonmaken van je gebit. Zorg dat je regelmatig goed onder en rondom het tandjuweel poetst, want die plekken kunnen gevoeliger voor tandbederf worden als je ze niet schoonmaakt. Haal alle wattenbolletjes uit je mond. Er zijn enkele opties als je het tandjuweel van je tand wilt halen. Als je het tandjuweel wilt verwijderen voordat hij vanzelf van je tand valt, dan kun je soms flosdraad gebruiken om het tandjuweel van bovenaf los te helpen trekken. Maak anders een afspraak bij de tandarts. Hij of zij verwijdert het tandjuweel op dezelfde manier als de slotjes van een beugel.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Tandjuwelen-aanbrengen", "language": "nl"}
Een avocadoboom in een pot snoeien	Omdat avocadobomen warme seizoenplanten zijn die wel 12 meter hoog kunnen worden, kiezen veel mensen ervoor om dwergavocadobomen als kamerplant te houden. Door je avocadoboom correct te snoeien als hij jong is en te weten hoe je ervoor moet zorgen terwijl hij groeit, kun je een gelukkige en gezonde kamerplant in een pot krijgen. 1. Desinfecteer je gereedschap. Desinfecteer je snoeigereedschap (schaar of tondeuse) in een bleekoplossing voordat je begint. Een oplossing van één deel bleekmiddel en negen delen water werkt goed. Laat je gereedschap 30 minuten in de oplossing weken. Aangezien je in de boom gaat knippen, moet je ervoor zorgen dat er geen bacteriën, ongedierte en gifstoffen op je gereedschap zitten. 2. Knip de centrale steel af zodra hij 15 cm lang is. Als de centrale stengel van de avocado 15 cm lang is, knip je hem af tot ongeveer 7,5 cm. Dit zal de boom helpen om sterke takken te ontwikkelen en voorkomen dat er een lange en spichtige stam groeit. 3. Knip de top en de bovenste bladeren van de centrale stengel af zodra hij 30 cm lang is. Zodra je avocadoboom een hoogte van ongeveer 30 cm heeft bereikt, moet je de top en de bovenste bladeren afknippen om nieuwe groei te stimuleren. Gebruik een scherp snoeigereedschap om een zuivere snede te maken in de centrale stengel net boven een knop. Door de top af te snijden stopt de opwaartse groei en zal de boom tijdens het groeien een vollere zijdelingse vorm krijgen. 4. Trim de zijtakken zodra ze 15 tot 20 cm lang zijn. Als de avocadoboom wat meer is gegroeid, zul je langere zijtakken opmerken die vanaf de centrale stam naar buiten wijzen. De toppen van deze takken moeten worden afgeknipt als ze 15 tot 20 cm lang zijn. Door de toppen van deze takken te trimmen wordt er een nieuwe naar buiten gerichte groei gestopt en houdt de plant een goede breedte voor in de pot. Laat de kortere zijtakken met rust. Hier groeien over het algemeen bloemen en fruit, dus deze kortere takken hoeven niet te worden gestoord. 5. Reinig het snoeigereedschap. Om ervoor te zorgen dat je geen bacteriën of gifstoffen naar je avocadoboom overbrengt, moet je je snoeigereedschap schoonmaken voordat je begint met snoeien. Dompel je schaar of tondeuse onder in een oplossing van één deel bleekmiddel en negen delen water en laat hem 30 minuten staan. 6. Snoei je boom in het najaar. Zodra de avocadoboom is gevestigd, hoef je hem alleen maar jaarlijks te snoeien. De beste tijd om te snoeien is in de herfst of winter vóór de groeiperiode van de lente, wanneer de boom geen nieuwe bladeren ontwikkelt. Als je de boom snoeit terwijl er nieuwe groei in ontwikkeling is, dan zullen de sneden de plant belasten en de groei ontmoedigen of ziekte veroorzaken. 7. Snoei de hogere takken van de boom. Richt je snoei-inspanningen op de takken die hoger op de centrale stam van de boom staan. Knip de takken netjes met een scherp snoeigereedschap en laat ze 15 tot 20 cm lang. Door de bovenste takken door te knippen, kun je de hoogte en vorm van de boom behouden. 8. Zet de boom vast aan een paal als hij een halve meter groot is. Zodra je boom ongeveer een halve meter groot is geworden, is het een goed idee om hem aan een paal vast te zetten om hem te helpen zijn gewicht te dragen. Duw de paal in de grond vlak bij de basis van de plant en knoop een stuk touw losjes om de centrale stengel en de paal. Een dun stuk hout of bamboe is een geweldige tuinpaal. Naast het jaarlijks snoeien is het vastzetten van de boom een geweldige manier om de takken gezond en intact te houden. 9. Snoei je boom om hem proportioneel te houden. Je moet bij het snoeien er zeker van zijn dat de boom niet super hoog en dun is, of erg kort en breed. Visualiseer de perfecte proportionele boomvorm voordat je begint te snoeien. Een avocadoboom snoeien als hij jong is, heeft alles te maken met het creëren van vorm, en weten welke vorm je wilt, helpt je je doel te bereiken. Door strategische bewegingen te maken, zoals het afknippen van langere stengels en takken, blijven de hoogte en breedte behouden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-avocadoboom-in-een-pot-snoeien", "language": "nl"}
Een pizzasteen schoonmaken	Een pizzasteen is een draagbare stenen plaat waarmee je zelf thuis pizza’s en andere gerechten klaar kunt maken met een knapperigere korst. Over het algemeen zul je je pizzasteen niet vaak schoon hoeven te maken, want door er pizza’s op te bakken zal de steen juist beter gaan werken. Als je de steen toch schoon moet maken, zorg er dan voor dat je dat op de juiste manier doet. Sommige methoden, zoals het weken van je pizzasteen in water of het gebruiken van water en zeep, kunnen je steen voorgoed verpesten. Als het ooit een keer nodig is om je pizzasteen schoon te maken, dan zijn er enkele simpele technieken die je kunt gebruiken en die je steen niet verpesten. 1. Laat de steen volledig afkoelen. Voordat je aan de slag gaat laat je de steen een uur in de oven liggen om af te koelen, want anders kan hij barsten. Dit kan gebeuren als de steen blootgesteld wordt aan koude lucht of water. Zorg ervoor dat de steen afgekoeld is tot kamertemperatuur voordat je probeert om hem schoon te maken. Als je de pizzasteen toch vast moet pakken wanneer hij heet is, draag dan hittebestendige handschoenen zodat je jezelf niet brandt. Zorg ervoor dat je de steen neerlegt op een hittebestendig oppervlak. Een pizzasteen kan ook barsten als je hem koud in een hete oven legt. 2. Schraap of borstel met een stomp hulpmiddel alle vastgekoekte etensresten van de steen. Je kunt een speciale borstel voor stenen oppervlakken of een plastic spatel gebruiken om alle verbrande etensresten te verwijderen die vastgeplakt zitten aan de steen. Schraap voorzichtig over het oppervlak van de steen op de plek waar de resten vastgeplakt zitten. Als je een metalen spatel gebruikt kun je krassen op je steen maken. 3. Gebruik nooit zeep om je pizzasteen schoon te maken. Het lijkt misschien logisch om je steen met zeep schoon te maken, maar daardoor kun je de steen voorgoed verpesten. Een pizzasteen is poreus, en de zeep zal in de poriën terechtkomen en ervoor zorgen dat je eten naar zeep smaakt. Wanneer je de pizzasteen verpest hebt door zeep te gebruiken zal hij nooit meer zo goed werken. 4. Neem de pizzasteen indien nodig af met een vochtige doek. Maak een washandje nat met warm water en neem de pizzasteen ermee af. Veeg alle etensresten weg die je los hebt kunnen maken door over het oppervlak te schrapen. 5. Week je pizzasteen in water als laatste redmiddel om hem schoon te krijgen. Verbrande en aangekoekte resten moeten soms in water weken om zachter te worden, zodat je de resten kunt verwijderen. Laat je pizzasteen een nachtje in kraanwater weken en probeer de resten dan nog eens eraf te schrapen. Houd er rekening mee dat je pizzasteen een aanzienlijke hoeveelheid water zal absorberen als je hem in water weekt. Laat hem dus ongeveer een week volledig drogen. Zelfs wanneer de steen droog lijkt kan er nog een hoop water inzitten. 6. Laat de steen volledig drogen voordat je hem weer gebruikt. Een pizzasteen kan ook barsten in de oven als hij niet volledig droog is wanneer je hem weer in de oven legt. Vergeet niet om de pizzasteen bij kamertemperatuur te bewaren voordat je hem weer verhit. Er blijft water in de poriën van de steen zitten, waardoor de steen minder sterk is wanneer hij weer verhit wordt. Laat de pizzasteen één tot twee uur drogen voordat je hem weer gebruikt. 7. Breng geen olie of een soortgelijk middel op de steen aan. Door olijfolie of vet kan de steen gaan roken wanneer je er eten op bakt. Sommige mensen denken dat je de steen zo in kunt branden, net zoals met een gietijzeren pan, maar de poriën in de steen zullen de olie opzuigen in plaats van dat je ervoor zorgt dat je eten er niet meer op aanbakt. Om ervoor te zorgen dat je eten niet meer aanbakt op je pizzasteen breng je er maïsmeel op aan. De oliën en vetten uit het eten zullen vanzelf in de pizzasteen trekken, en dit is niet slecht voor de steen. De pizzasteen zal er juist beter door gaan werken. Zoals hierboven al gezegd wordt is het niet nodig om je pizzasteen in te branden zoals je met een gietijzeren koekenpan zou doen. De steen zal vanzelf ingebrand worden wanneer je er pizza of andere gerechten op bakt. 8. Maak je geen zorgen als je pizzasteen verkleurd is. Een veelgebruikte pizzasteen heeft meestal veel donkere en verkleurde plekken. Hij ziet er niet uit als een spiksplinternieuwe pizzasteen die je net gekocht hebt. Een pizzasteen zal na verloop van tijd juist beter gaan werken. Probeer de steen niet te schrobben om hem er weer als nieuw uit te laten zien, en denk ook niet dat je een nieuwe moet kopen wanneer de steen er ‘oud’ uitziet. 9. Meng in een kom gelijke delen zuiveringszout en warm water. Meng de ingrediënten totdat er een pasta ontstaat die ongeveer zo dik is als tandpasta. Met dit mengsel kun je diepere vlekken van de steen verwijderen die je niet kunt verwijderen door hem gewoon af te nemen. Zuiveringszout, ofwel natriumbicarbonaat, werkt uitstekend om vuil en vet te verwijderen. Zuiveringszout is de veiligste reiniger voor je pizzasteen omdat het slechts licht schuurt en er niet voor zorgt dat je eten anders gaat smaken. 10. Schraap grote aangebrande stukken eten weg met een plastic spatel. Voordat je je steen schrobt met het mengsel dat je net gemaakt hebt zul je de grotere stukken eten die aan de pizzasteen vastgekoekt zitten eraf moeten schrapen. Ga voorzichtig te werk wanneer je de pizzasteen schoonmaakt, want door hem regelmatig te verplaatsen is de kans groter dat hij op den duur barst. 11. Schrob het mengsel in de steen met een borstel. Gebruik een tandenborstel of een borstel voor stenen oppervlakken en maak daarmee kleine cirkelvormige bewegingen om de probleemplekken eerst schoon te maken. Concentreer je op de verkleurde en donkere plekken op de steen en behandel daarna de rest van de steen. Als er nog steeds plekken met diepe, ingebrande vlekken zijn, dan zul je die wellicht nog eens moeten behandelen nadat je de steen afgenomen hebt met een vochtige doek. 12. Neem de steen af met een vochtige doek. Wanneer je de steen geschrobd hebt zou er een laag van het mengsel van zuiveringszout en water op de steen moeten liggen. Veeg het mengsel eraf met een vochtige doek wanneer je denkt dat meer schrobben niet zal werken. Pak de probleemplekken nog eens aan nadat je de steen afgenomen hebt en niet tevreden bent met hoe schoon de steen is. Herhaal het proces totdat de vlekken lichter zijn geworden of verdwenen zijn. 13. Laat de steen volledig drogen. Door deze schoonmaakmethode zal er waarschijnlijk meer vocht in de steen gekomen zijn dan door hem gewoon af te nemen met een vochtige doek, dus zorg ervoor dat je een dag wacht voordat je de steen weer gebruikt. Het vocht dat nog in de steen zit kan de steen beschadigen. Je kunt de steen in de oven leggen zodat hij op kamertemperatuur blijft. Vergeet niet om hem uit de oven te halen wanneer je iets anders in de oven klaarmaakt. 14. Gebruik deze methode slechts een keer. Er is een kans dat je pizzasteen barst, zelfs als je onderstaande stappen volgt. Gebruik deze methode maar een keer en probeer het grondig te doen zodat je je pizzasteen niet nog een keer op deze manier hoeft schoon te maken. Als de steen te vet is kan er een vet- of oliebrand ontstaan, wat erg gevaarlijk is. Sommige zelfreinigende ovens gaan automatisch op slot wanneer de zelfreinigende functie ingeschakeld is. Als er in je oven brand ontstaan is kan het zijn dat je de deur op geen enkele manier open kunt krijgen. 15. Maak de oven schoon totdat je geen vet en opgedroogde etensresten meer ziet. Aangekoekt vet zal sterk gaan roken als je de zelfreinigende functie van de oven gebruikt. Neem vettige randen af met een doek en gebruik een ovenreiniger. Zorg ervoor dat je oven droog is voordat je de zelfreinigende functie gebruikt. 16. Neem de steen af met een vaatdoek. Veeg al het vet en opgehoopte vuil van de pizzasteen. De zelfreinigende functie zal ervoor zorgen dat de steen schoon wordt, maar door de steen eerst af te nemen zal er geen rook ontstaan. Vergeet niet om alle grote aangekoekte stukken eten van de steen te schrapen. 17. Leg de steen in de oven en stel de oven in op 260 graden Celsius. Je zult de oven langzaam warmer moeten laten worden om te voorkomen dat de pizzasteen barst door het verschil in temperatuur. Laat de steen langzaam warmer worden door de oven eerst voor te verwarmen. Wanneer de oven een temperatuur van 260 graden Celsius heeft bereikt laat je de steen tenminste een uur in de oven liggen. Gebruik dezelfde methode als je je pizza gelijkmatig wilt bakken. 18. Schakel de zelfreinigende functie in. Door de zelfreinigende functie zal de oven enorm heet worden, waardoor al het vet en vuil weggebrand wordt. Laat de oven de volledige reinigingscyclus afmaken. Onderbreek de oven niet, tenzij er brand ontstaan is. 19. Houd je pizzasteen door het venster in de gaten. Zorg ervoor dat je op de pizzasteen en de oven blijft letten. Je zou het vet op het oppervlak van de steen moeten zien borrelen. Open de oven niet wanneer de reinigingscyclus aan de gang is zodat je geen last van rook krijgt. Als er brand ontstaan is, schakel de zelfreinigende functie dan uit en bel 112. Door zuurstof zal een ovenbrand groter worden. Dit gebeurt wanneer je de deur opent en er lucht bijkomt, waardoor er een gevaarlijke tochtvlaag kan ontstaan. Daarom moet je de deur van de oven dichthouden. 20. Laat de pizzasteen afkoelen. Laat de pizzasteen een nacht lang volledig afkoelen. De reinigingscyclus zou al het vuil en alle vlekken op de steen verwijderd moeten hebben.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-pizzasteen-schoonmaken", "language": "nl"}
Een onnatuurlijke kleur kiezen om je haar te verven	Onnatuurlijke haarkleuren zijn een populair modeverschijnsel geworden bij alle leeftijden en geslachten. Zodra je je haar verft, is het makkelijk om je haar te willen blijven verven op meer niet-traditionele manieren. Er zijn verschillende kleuren en combinaties die je kunt uitproberen. Laat je niet tegenhouden op je zoektocht naar die perfecte kleur. Het mooie aan haar is dat het altijd weer aangroeit. 1. Zoek uit of je in de koele categorie valt. Dit kan invloed hebben op hoe een verf het doet op je haar. Koele categorieën zijn gebaseerd op je huidskleur, ogen en natuurlijke haarkleur. Mensen in de koele categorie hebben donkerbruine, bruine, grijsblauwe of donkerblauwe ogen. De koele categorie omvat zowel lichte als donkere huidtinten. Hele donkere en olijfkleurige huidskleuren horen in de koele categorie. Gemiddelde huidtinten, zowel met kleur als zonder kleur op de wangen, en gemiddelde huidskleuren met gouden ondertonen, worden ook als koel beschouwd. Als je een bleke huid met roze ondertonen, of een bleke huid zonder kleur op de wangen hebt, behoor je ook tot de koele categorie. Als je huid bruin of gebruind wordt in de zon, zit je misschien in de koele categorie. In de koele categorie is je natuurlijke haar blauw-zwart, heel donkerbruin, gemiddeld asbruin, goudbruin, afwaswaterblond, zout- en peperkleurig of wit. 2. Bepaal of je in de warme categorie valt. Warme categorieën worden bepaald door dezelfde factoren als de koele categorieën. Kijk naar je natuurlijke haarkleur, huidtint en kleur van je ogen. Goudbruine, groene, groen-blauwe, turquoise en bruine ogen met gouden of bruine vlekjes worden als warm gezien. Een bruine huid met roze ondertonen, bruine huid met gouden ondertonen, bleke huid met perzikkleurige of gouden ondertonen, huid met sproeten en rode huid behoren tot de warme categorie. Donkerbruin haar met gouden of rode highlights, rood haar, roodblond haar, grijs haar met een gele gloed en natuurlijk goudblond haar worden allemaal gezien als warme haartypes. 3. Leer welke kleuren het beste en het slechtste staan voor de koele categorie. Als je bepaald hebt dat je tot de koele categorie behoort, zal niet iedere haarkleur goed bij je staan. Hoewel je dit probleem misschien kunt omzeilen met de juiste kapper, moet je begrijpen dat sommige kleuren moeilijker zijn. Andere kleuren zullen daarentegen gemakkelijker samengaan met je haar. Goud, geel en bronskleurige tinten in het haar zijn moeilijk te bereiken met koele haarkleuren. Het kan misschien niet goed lukken en ze hebben de neiging om je er wat vaal uit te laten zien. Glanzend zwart, asbruin en koel blond haar gaat goed samen met een warme teint. Ze kunnen ook makkelijker zijn om over je natuurlijke haarkleur heen te verven. 4. Bepaal de beste en slechtste kleuren voor warme huidtinten. Sommige kleuren zien er misschien slecht uit, gezien je teint en huidtint. Andere kleuren zullen je huidtint en teint aanvullen. Blauw, paars en kleuren gebaseerd op as kunnen je huid er uitgeblust laten uitzien. Donkerdere kleuren werken het beste. Warm bruin, kastanjebruin, roodbruine tinten, goudbruin, gouden en rode highlights, en goudbruine kleuren zouden je huidtint en kleuren van je ogen goed aanvullen. 5. Leer hoe je haarkleur effect heeft op haarverf. Je hebt waarschijnlijk op de basisschool over de kleurencirkel geleerd. Google een plaatje van de kleurencirkel om uit te zoeken hoe de cirkel invloed kan hebben op je gekozen haarkleur. Complementaire kleuren vallen aan tegenovergestelde kanten van de kleurencirkel. Als je je haar in een complementaire kleur verft, kun je met een heel andere kleur eindigen dan je verwacht had. Je hebt bijvoorbeeld goudbruin haar. Als je probeert je haar blauw te verven, een kleur aan de tegenovergestelde kant van het kleurenwiel, zullen deze kleuren combineren. Je kunt eindigen met groen haar. Kies in plaats daarvan een kleur die een aanvulling is op je haar. Als je ondertonen hebt die je kwijt wilt, moet je een kleur kiezen om deze tonen te neutraliseren. Als je bijvoorbeeld rode ondertonen hebt, kunnen ze geneutraliseerd worden met een asachtige, groenige tint. 6. Ga naar een professional voor blond haar. Blond haar is moeilijk om te verven. Het heeft vaak verschillende ondertonen die van invloed kunnen zijn hoe een verf pakt. Blonde mensen lopen een groter risico om met groenig haar te eindigen tijdens het verfproces. Raadpleeg voordat je je haar verft een professionele stylist, die weet hoe hij met de kleurencirkel moet werken om de beste tint naar voren te brengen. 7. Overweeg donkerder haar professioneel te laten bleken. Donkerder haar is ook moeilijker om te verven. Vaak moet je het haar bleken of lichter maken voor het verfproces. Dit kan moeilijk zijn om alleen te doen, vooral als je geen professionele opleiding hebt. Ga naar een stylist als je haar van nature donker is. Hij of zij kan erachter komen hoe je haar op de juiste manier lichter gemaakt kan worden om de juiste tint voor jou te krijgen. 8. Weeg je opties af als je haar grijs is of wordt. Met grijs haar komt iedere kleur die je kiest er uit te zien als heel fel. Een donkerblauwe verf kan er bijvoorbeeld helderblauw uit komen te zien. Daarom kun je misschien beter een kleur kiezen die iets donkerder is dan wat je wil voordat je je haar verft. 9. Weet dat je misschien moet bleken om een ongewone kleur te krijgen. Als je haar van nature heel lichtblond is, kun je misschien zonder bleken. Meestal moet je echter gebleekt haar hebben om een ongewone kleur, zoals rood of roze, in je haar te krijgen. Het overgrote deel van de ongewone haarkleuren is semipermanent. Dit betekent dat ze niet de kleur van je natuurlijke haar veranderen. Je moet de kleur zelf veranderen door te bleken. Om te bleken is het een goed idee om naar een salon te gaan. Dit is vooral belangrijk als je al je haar in een ongewone kleur wilt verven. Bleken kan je haar beschadigen, dus is het een goede beslissing om een deskundige er naar te laten kijken voordat het gebleekt wordt. Je kunt echter ook thuis bleken met een speciale set als je slechts wat strengen in kleur doet. Zorg dat je alle instructies goed opvolgt als je kleur op je haar aanbrengt. 10. Denk na over je professionele uitstraling. Niet alle haarkleuren zijn geschikt voor werk en school. Haarkleuren blijven even zitten, dus denk goed na of je kleur geschikt is voor alle situaties. Kleuren die te vinden zijn in natuurlijk haar, zoals rood en blond, zijn over het algemeen geschikt voor de meeste situaties. Als je van plan bent om je haar in een natuurlijke kleur te verven, hoef je waarschijnlijk niet bezorgd te zijn over je professionele uitstraling. Een dramatischere kleur als felroze zal echter niet overal geschikt zijn. In sommige creatieve banen is een ongewone haarkleur misschien niet erg. Als je echter in een heel professionele setting werkt, is het misschien beter om dramatische kleuren te vermijden. 11. Reken erop dat het geld kost. Als je denkt dat je een professionele stylist nodig hebt, moet je begrijpen dat dit niet goedkoop zal zijn. Professioneel haren kleuren kan meer dan € 100 kosten. Neem de tijd om te overwegen of je het geld hebt om je haar professioneel te laten kleuren. Als je niet zeker weet of je een professionele verfbeurt op dit moment kunt betalen, kun je proberen wat geld opzij te zetten. Je kunt ook kijken of je je haar een kleur kunt verven die beter werkt op je natuurlijke haarkleur. Deze kleuren zijn gemakkelijker om zelf aan te brengen. 12. Verf je haar voor de zomer. De zomer is het helderste seizoen en staat erom bekend dat je dan geen dikke kleding draagt. Veel mensen gaan voor de voor de hand liggende kleuren: oranje en blond. Dit zijn warme kleuren, maar ze vertegenwoordigen niet helemaal het ‘heldere’ spectrum. Blauwtinten kunnen goed werken in het zonnige seizoen. De kleur die mensen in de zomer het vaakst ervaren is het lichte blauw van de lucht. Hier is een lijst van kleuren die met de zomer worden geassocieerd en die het goed zouden doen als haarkleur: Rood Roze Helderblauw Licht magenta Groen 13. Kies een kleur gebaseerd op de herfst. Herfst is het seizoen waarin al het weelderige groen zich voorbereidt op de winter en doodgaat. Gedurende dit natuurlijke stervensproces produceert de natuur een reeks prachtige kleuren. Herfstkleuren kunnen beter gedempte warme kleuren genoemd worden. Je kunt dit in werking zien op een koele herfstdag. Hier is een lijst van warme koele herfstkleuren: Roest Groenblauw Zalm Steenrood Beige 14. Kies een winterhaarkleur. Winter is de tijd van het jaar waarin niets groeit en de natuur in winterslaap is. De lucht is meestal grijs en daarom kan je haar dit weerspiegelen met een kleur met grijstinten. De kleuren van dit grauwe seizoen zijn gedempt maar verleidelijk. Omdat een kleur een grijstint heeft, betekent dat niet dat het je niet warmer kan maken. In feite kan iedere pastel- of ijzige kleur dit seizoen werken. Hier is een lijst van ‘gedempte koele’ winterkleuren: Blauwgrijs Winterwit Steenkool Mauve Bordeauxrood 15. Verf je haar voor de lente. Lente is het seizoen van geboortes waarin iedereen de warmte weer begint te voelen. Dit seizoen staat bekend om de ongelooflijke kleuren dor het nieuwe gebladerte. Het kleurenpatroon lijkt op dat van de zomer, maar de tinten van iedere kleur zijn niet zo fel als de zomer. Dit is het seizoen van de babykleuren. Deze kleuren zien er allemaal goed uit op haren omdat ze er niet zo uitspringen. Hier is een korte lijst kleuren die je kunt kiezen: Koraal Turquoise Perzik Kobaltblauw Chinees rood 16. Kies een kleur gebaseerd op een stad. De stad is een goede plaats om je kleurenpalet op te baseren. Of je nu in een kleine stad woont of in Amsterdam, er is een unieke kleur die je kunt vinden die bij je behoeftes past. Veel steden hebben grijstinten, zoals Rotterdam. Een stad als Chicago heeft tinten groen in de binnenstad door de natuurlijk groene kleur van de Chicagorivier. Kijk rond in je buurt en probeer een kleur te kiezen die je vaak ziet. Je kunt je haar ook een combinatie van kleuren verven die gebaseerd zijn op je omgeving. Wees als moedig als je wilt. De stad is groot en je moet je vrij kunnen voelen om jezelf uit te kunnen drukken met kleur. 17. Val op in een kleine stad. Kleine steden kunnen een veelheid aan kleuren hebben. Kleine steden liggen meestal in een natuurlijke omgeving zoals boerenland, strand of een vlakte. Inspireer je door wat je dagelijks ziet. Een stad aan zee heeft daardoor een hele grote verscheidenheid aan kleuren. Je zult opvallen en gemakkelijker gezien worden als je in een kleine stad je haar in een unieke kleur verft. Denk aan de reactie van je gemeenschap voordat je een dergelijke verandering doorvoert. 18. Onthoud de kleur van je haar en huid. Als je kleuren op basis van het seizoen overweegt, denk altijd aan de kleur van je haar en je huid. Bordeauxrood lijkt je misschien leuk in de herfst, maar past het ook bij jou? Bekijk hoe een bordeauxrode tint eruit komt te zien, gezien je huidtint en haarkleur. Je moet misschien iets ander kiezen als bordeauxrood niet goed bij je haar past. 19. Kies een kleur waar je van houdt. Je weet welke kleuren je leuk vindt en welke niet. Trakteer jezelf door je haar in je favoriete kleur te verven. Als je van blauw houdt, verf je je haar in een unieke kleur blauw die er voor jou uitspringt. Hetzelfde geldt voor als je de kleur rood en al zijn varianten leuk vindt. Haarverf is niet permanent en als je een kleur leuk vindt, neem hem dan. 20. Kies een kleur die je vaak draagt. Dit werkt goed als je van een monochromatische uitstraling houdt. Als je bijvoorbeeld graag groen draagt, kies dan een soort groen die net iets anders is dan je kleren. Op die manier past je haar niet helemaal bij de kleren die je leuk vindt, maar past je haar bij je stijl. Kijk door je garderobe voor inspiratie. Kijk naar je favoriete outfits en bepaal of je ze leuk vindt vanwege hun kleur. 21. Kies een kleur die een aanvulling is op je ogen. Mensen met blauwe ogen kunnen gaan voor geel, oranje of blauw. Mensen met groene ogen kunnen gaan voor blauw, paars of groen. Mensen met bruine ogen kunnen gaan voor rood, roze of groen. Onnatuurlijk haar ziet er goed uit bij iedere kleur ogen. Accepteer suggesties van vrienden voor welke kleuren je ogen aanvullen. Bij sommige mensen varieert de kleur van hun ogen met wat ze dragen. Bij andere mensen verandert de kleur van hun ogen niet zo vaak. 22. Kies een kleur gebaseerd op je persoonlijkheid. Als je luid en brutaal bent, kun je gaan voor een heldere kleur als rood, oranje, aqua, geel of neongroen. Als je creatief en artistiek bent, kun je een verscheidenheid aan groen, oranje, blauw of paars. Als je slim en serieus bent, werken gedempte kleuren als babyroze, donkerblauw of donkerpaars misschien goed voor je. 23. Denk aan je haar- en huidskleur. Onthoud dat niet alle haarkleuren voor alle haar- en huidskleuren werken. Een blauwe toon kan er bijvoorbeeld uit komen te zien als geel of groen als hij wordt gebruikt op de verkeerde huidskleur. Onthoud factoren als de kleurencirkel, je natuurlijke haarkleur en huidtint bij het vinden van een kleur die gebaseerd is op je persoonlijkheid. Je moet misschien kiezen voor je tweede of derde keus. 24. Overweeg permanente of semipermanente kleuren. Hoe lang je kleur blijft zitten hangt af van of hij permanent of semipermanent is. Veel mensen denken dat semipermanente verf zal verbleken, terwijl permanente kleur zal blijven zitten. Vaak werkt een combinatie echter het beste. De twee kleuren werken anders op je haar en permanente kleur gebruiken kan je haar onnodig beschadigen. Permanente verf is krachtiger en kan je haarkleur dramatischer veranderen. Het is het beste om hem op je wortels te gebruiken, wat uit zal komen in je oorspronkelijke haarkleur. Het is een goed idee om semipermanente verf te gebruiken, in glansvorm, op de rest van je haar. Het haar behoudt waarschijnlijk iets van zijn oorspronkelijke kleur, dus het hoeft alleen maar licht opgelicht te worden met een semipermanente haarverf. 25. Leer welke kleuren het moeilijkst te onderhouden zijn. Niet alle kleuren zijn gelijk. Bepaalde tinten zijn moeilijker te onderhouden en je moet misschien wat extra moeite doen om deze tinten te onderhouden. Rood haar is een van de moeilijkste kleuren om te onderhouden. Het vervaagt meestal heel snel. Je kunt proberen om je haar een week na het rood verven niet te wassen. Dit kan helpen om de kleur te laten intrekken. Blonde verf is het slechtst voor de gezondheid van je haar, omdat er veel oplichten bij wordt gebruikt. Je moet veel hydraterende producten en diepe conditionerbehandelingen doen na het verven. 26. Reken er op dat je haar bijgewerkt moet worden als het vervaagt. Haarverf vervaagt. Zelfs als je permanente haarverf hebt gebruikt, zal je haar na wat tijd verbleken. Misschien vind je de kleur waar het in verbleekt wel mooi. Je eindigt misschien met een toon lichter dan je oorspronkelijke kleur, maar je haar blijft verbleken tot je oorspronkelijke kleur over is. Sommige kleuren hebben vaker bijwerking nodig. Rood haar heeft bijvoorbeeld iedere 4 tot 6 weken bijwerking nodig. Je kunt een bijwerking laten doen in een salon, maar dit kan prijzig zijn. Je kunt ook overwegen om je haar zelf bij te werken thuis. Zorg er gewoon voor dat je de handleiding van alle producten die je koopt goed leest. 27. Neem stappen om je haar langer mee te laten gaan. Om constante bijwerkingen te vermijden kun je het verbleken van je haar vertragen. Er zijn verschillende manieren om kleur langer te behouden. Blijf zoveel mogelijk uit de zon. Langdurige blootstelling aan de zon kan je haar lichter maken. Voeg wat haarverf toe aan je conditioner. Op deze manier verf je je haar steeds een beetje iedere keer als je onder de douche staat. Was je haar met koud water en gebruik niet te vaak shampoo. Als het mogelijk is, moet je shampoo tot eenmaal per week beperken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-onnatuurlijke-kleur-kiezen-om-je-haar-te-verven", "language": "nl"}
Gelnagels verwijderen	Gelnagels zijn duurzame, met een penseel aangebrachte nagels die sterk lijken op echte nagels. De meeste mensen gaan naar een professionele nagelstyliste om ze te laten verwijderen, maar je kunt deze stap ook overslaan en ze zelf thuis verwijderen. Lees verder voor meer informatie over de drie manieren waarop je gelnagels kunt verwijderen: weken, vijlen en pellen. 1. Vul een kom met aceton. Aceton is een chemische stof die reageert met de gelnagel zodat de kleefstof loslaat en de gelnagel loskomt van je echte nagel. Aceton is een veelvoorkomend ingrediënt in nagellakverwijderaar, maar om gelnagels te kunnen verwijderen heb je een geconcentreerde hoeveelheid pure aceton nodig. Bedek de kom aceton met plastic folie. Gebruik een elastiek om de folie op zijn plaats te houden. Zet de kom aceton in een grotere kom met warm water, zodat de aceton opwarmt. Laat de kom aceton 3 tot 5 minuten zo staan. Haal de kom aceton dan uit de grotere kom om te voorkomen dat de aceton te warm wordt. Voer dit proces voorzichtig uit. Aceton is namelijk ontvlambaar. Houd de aceton weg bij directe hittebronnen en warm het alleen geleidelijk aan en voorzichtig op. 2. Bescherm de huid rondom je nagels met vaseline. Aceton kan je huid uitdrogen en beschadigen. Het is dus belangrijk om je huid met een laag vaseline te beschermen. Als je geen gewone vaseline in huis hebt, gebruik dan een lotion of balsem die dit bevat. Dompel een wattenstaafje in de vaseline en gebruik dit om de vaseline rondom de randen van je nagels aan te brengen. Bedek de huid op je vingers tot net onder de bovenste knokkels. Zorg dat er niet te veel vaseline op je nagels terechtkomt. De aceton moet de gel namelijk op kunnen lossen. 3. Wikkel wattenbolletjes met aceton om je nagels. Dompel een wattenbolletje in de aceton zodat deze compleet verzadigd is. Houd het wattenbolletje tegen je nagel aan en wikkel het bolletje in een strook aluminiumfolie om het op zijn plaats te houden. Herhaal dit proces bij de rest van je nagels. Laat je nagels een half uur in de aceton weken. Als aceton je huid niet irriteert, kun je je nagels direct in de kom onderdompelen in plaats van wattenbolletjes en aluminiumfolie te gebruiken. Zorg ervoor dat je je nagels niet langer dan een half uur op deze manier laat weken. 4. Verwijder de folie en de wattenbolletjes. Verwijder eerst de folie en het wattenbolletje van één nagel. De gelnagel zou direct los moeten laten wanneer je er met het wattenbolletje overheen veegt. Herhaal het proces met de rest van je nagels als dit het geval is. Het kan zijn dat je de gelnagel een handje moet helpen door deze een stukje af te pellen. Als de gelnagel op je testnagel nog steeds stevig op zijn plaats zit, vervang dan het met aceton doorweekte wattenbolletje, wikkel er aluminiumfolie omheen en laat je nagels nog eens 10 minuten weken voordat je het opnieuw probeert. Blijf doorgaan totdat de kleefstof zachter is geworden en de nagels verwijderd kunnen worden. Als deze methode niet binnen een uur werkt, is de kleefstof waarschijnlijk bestand tegen aceton en moet je een andere methode proberen. 5. Verzorg je nagels. Spoel de aceton van je nagels af en breng je natuurlijke nagels dan in vorm met een nagelvijl. Polijst ze met een polijstvijl om ruwe randjes te verwijderen. Gebruik een lotion of cosmetische olie om je nagels en handen te hydrateren. Vijl slechts in één richting zodat je je nagels niet beschadigt. Maak geen zagende beweging. De aceton kan je nagels uitgedroogd hebben. Behandel ze de volgende paar dagen dus voorzichtig. Je kunt het beste ongeveer een week wachten voordat je een nieuwe set gelnagels aanbrengt. 6. Knip je nagels. Gebruik een nagelknipper om dat deel van je nagel dat boven je vinger uitsteekt af te knippen. Knip je nagels zo kort mogelijk. Als je nagels te dik zijn om ze met een nagelknipper te kunnen knippen, gebruik dan een grove vijl om ze weg te vijlen. 7. Vijl het oppervlak van de nagels weg. Gebruik een grove nagelvijl met een korrelgrootte van tussen de 150 en 180. Vijl voorzichtig en zowel in horizontale als verticale richting om gelijkmatig te werk te kunnen gaan. Bewerk steeds een andere plek met de vijl zodat je geen brandend gevoel op een bepaalde plek krijgt. Het vijlen kan veel tijd in beslag nemen. Weersta de verleiding om snel of ongelijkmatig te vijlen. Zo kun je de natuurlijke nagel eronder namelijk beschadigen. Veeg regelmatig het stof weg. Zo kun je duidelijk zien hoeveel er nog van de gelnagel over is voordat je bij de natuurlijke nagel komt. 8. Kijk uit naar tekenen die erop wijzen dat je dicht bij de natuurlijke nagel in de buurt komt. Je wilt niet door blijven gaan met vijlen wanneer je de natuurlijke nagel eenmaal bereikt hebt omdat je deze dan zou kunnen beschadigen. Tekenen die erop wijzen dat je dicht bij de natuurlijke nagel komt zijn onder andere: Er komt veel minder stof vrij bij het vijlen van de gelnagel. Je kunt de natuurlijke ribbels in je nagels zien. 9. Vijl de rest van de gelnagel weg met een fijnere vijl. Ga langzaam en zachtjes te werk om ervoor te zorgen dat je het oppervlak van je natuurlijke nagel niet vijlt. Ook al zijn beschadigingen moeilijk te vermijden wanneer je normale gelnagels verwijdert, door zachtjes te werk te gaan zul je je nagels minder beschadigen. Ga door totdat je de gelnagels volledig weggevijld hebt. 10. Verzorg je nagels. Gebruik een polijstvijl om de oppervlakken van je nagels glad te maken, waar tijdens het vijlen misschien krassen op zijn gekomen. Gebruik een lotion of olie om je nagels en handen te hydrateren. Houd je handen en nagels ook enkele dagen weg bij chemische stoffen en andere agressieve middelen. Wacht een week voordat je nieuwe gelnagels aan laat brengen. 11. Wacht totdat de nagels grotendeels afgebrokkeld zijn. Gelnagels beginnen doorgaans na een week of twee af te brokkelen. Je kunt het beste wachten totdat ze bijna weg zijn om ze zelf weg te pellen. Zo zul je het oppervlak van je nagel minder beschadigen. 12. Steek een houten manicurestokje onder het oppervlak van de gelnagel. Schuif het stokje er voorzichtig onder totdat de rand van de gelnagel lichtelijk omhoog komt. Por niet te stevig met het stokje onder de gelnagel, of je zult je natuurlijke nagel kunnen beschadigen. 13. Pel de gelnagel van je nagel af. Pak de rand van de gelnagel vast met je vinger of een pincet en trek de nagel weg. Herhaal dit bij elke vinger totdat je de gelnagels volledig verwijderd hebt. Ruk de gelnagels niet van je vingers af. Er zal dan een laagje van je natuurlijke nagel mee verwijderd worden. Als je de gelnagels maar moeilijk van je vingers kunt pellen, overweeg dan om een andere methode te gebruiken om ze te verwijderen. 14. Verzorg je nagels. Maak de randen glad met een nagelvijl en gebruik een polijstvijl om de ruwe plekjes op de oppervlakken van je nagels glad te maken. Smeer lotion of olie op je nagels en handen. Wacht een week voordat je nieuwe gelnagels aan laat brengen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Gelnagels-verwijderen", "language": "nl"}
Doen alsof je flauwvalt	Ben je vergeten om te studeren voor een tentamen? Moet je meedoen aan een voorstelling, maar wil je er graag onderuit komen? Misschien speel je mee in een toneelstuk waarbij je moet doen alsof je flauwvalt. Of je nu een afleiding wilt veroorzaken of aan een netelige situatie wilt ontsnappen, de volgende tips kunnen je misschien helpen om een flauwte zo echt mogelijk te laten lijken. 1. Leer wat de oorzaken zijn van flauwvallen. Flauwvallen is algemene kwaal die veel mensen wel eens ervaren. De oorzaken daarvan kunnen ofwel onschadelijk zijn of levensbedreigend. Aangezien je van plan bent om te doen alsof, is het beter om meer te weten van de relatief minder ernstige redenen waarom mensen flauwvallen. Flauwvallen wordt veroorzaakt door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Gewoon flauwvallen kan worden veroorzaakt door een lage bloeddruk of een reactie van je zenuwstelsel waardoor de bloedtoevoer naar de hersenen wordt verminderd. Dergelijke reacties van het zenuwstelsel kunnen het resultaat zijn van een zeer stressvolle of traumatische gebeurtenis, angst of pijn. Voor tieners is doen alsof je flauwvalt een perfecte excuus om onder een evenement of examen uit te komen, omdat het niet ongewoon is dat tieners flauwvallen, zonder dat er iets ernstigs aan de hand is. Oudere volwassenen kunnen een of twee keer per jaar iets dergelijks meemaken; komt het vaker voor dan kan dit het resultaat zijn van iets levensbedreigends. 2. Leer de symptomen van flauwvallen. Een persoon die flauwvalt kan verschillende symptomen ervaren die leiden tot bewustzijnsverlies met inbegrip van verhitting, misselijkheid, een licht gevoel in het hoofd of verwardheid, of hyperventilatie. Een persoon kan zich ook duizelig of zwak voelen, gepiep horen of tijdelijk niets of minder horen. Deze symptomen zijn algemeen voor iemand die flauwvalt zonder dat er iets ernstigs aan de hand is. 3. Beslis wat voor onschuldige reden je zult aanvoeren voor je flauwte. Tenzij je moet flauwvallen voor een toneelstuk, heb je een reden nodig voor de flauwte die mensen er niet meteen toe beweegt om een ambulance te bellen, en waardoor je schijnbaar geschokt maar ongedeerd weg kunt lopen. Omdat een lage bloeddruk en lage bloedtoevoer naar de hersenen meestal de oorzaken zijn van onschuldige flauwtes, zijn er verschillende scenario's die dit kunnen veroorzaken. Niet ontbijten of lang wachten tussen de maaltijden om iets te eten, kan leiden tot een lage bloeddruk. Onvoldoende drinken kan leiden tot uitdroging en vermindering van de bloedstroom naar de hersenen. Als het erg warm weer is, of wanneer je in een zeer drukke ruimte bent, dan kun je aanvoeren dat je het te warm hebt gekregen. Je kunt ook aanvoeren dat je een zware of traumatische gebeurtenis ervaart. Als je snel schrikt van insecten of harde geluiden, dan kun je zeggen dat je angst werd veroorzaakt door hyperventilatie, waardoor je bent flauwgevallen. Als je besluit om iemand mee te laten doen met je plan om flauw te vallen, zou diegene je zogenaamd kunnen laten schrikken waardoor je 'flauwvalt'. Nu is dit misschien wel een beetje dramatisch en kan negatieve gevolgen hebben voor de persoon die jou helpt, maar het is een geldige reden voor het flauwvallen die niet levensbedreigend overkomt. 4. Maak een scenario voor je toneelstukje. Om ervoor te zorgen dat het zogenaamde flauwvallen zo min mogelijk repercussies heeft en het resultaat oplevert dat je wenst, moet je het zo goed als je kunt plannen. Je reden waarom je zogenaamd wilt flauwvallen is bepalend voor de locatie waar het gebeurt. Je hebt wellicht wat meer controle over wanneer het gebeurt. Maar je hebt volledige controle nodig over hoe het gebeurt, om te voorkomen dat je jezelf verwondt of onbedoelde gevolgen veroorzaakt. Wat probeer je te voorkomen? De bruiloft van een vriendin? Een proefwerk waarvoor je niet hebt gestudeerd? Misschien moet je zingen voor een zaal vol collega's en heb je het gevoel dat je er nog niet klaar voor bent. Om de gevolgen van je flauwvaltoneelstuk te minimaliseren, kun je wellicht het best doen alsof je flauwvalt waar slechts een paar mensen bij zijn. Zijn er een heleboel mensen aanwezig, dan zitten er altijd wel een paar bij die toneelspel snel doorhebben, en de gebeurtenis wordt daardoor ook groter dan je wilt dat het is, wat een snelle aftocht verhindert. Het is ook niet handig om flauw te vallen tijdens een belangrijke gebeurtenis die belangrijk is voor andere mensen, zoals de trouwdag van je vriendin, wanneer iemand een prijs krijgt, of tijdens het proefwerk waar je onderuit probeert te komen. Plan het flauwvallen vóór de gebeurtenis waar je onderuit probeert te komen. 5. Denk na over waar je flauw gaat vallen. Zal je staan of zitten? Welke symptomen denkt je dat je effectief kunt nabootsen? Welke kant ga je opvallen wanneer je flauwvalt? Hoe lang doe je alsof je bewusteloos bent? Zorg dat je deze vragen kunt beantwoorden. Het is belangrijk om het flauwvallen van tevoren te oefenen. Denk niet dat je het wel even voor elkaar krijgt, alleen maar om je tijdens de act te realiseren dat je bang bent om te vallen en je hoofd te stoten, of dat je niet kunt hyperventileren zonder te glimlachen. Je moet er ook voor zorgen dat je zo veilig mogelijk valt, om mogelijke kwetsuren te voorkomen. Weet precies wat je gaat doen, zodat je toneelstukje vlekkeloos zal verlopen. 6. Plan je ontsnapping. Doe niet langer dan een paar seconden (maximaal 20 seconden) alsof je buiten bewustzijn bent. Zodra een persoon op de vloer valt of genoeg achterover leunt zodat zijn of haar hoofd op gelijke hoogte met het hart is, zal de doorbloeding naar de hersenen, evenals het bewustzijn, bijna onmiddellijk worden hersteld. Zodra je doet alsof je weer bijkomt, spring dan niet onmiddellijk op alsof alles in orde is. Blijf eten een paar minuten zitten, omdat het ongeveer zo lang duurt voor een persoon om te herstellen van echt flauwvallen. Dit is belangrijk om te onthouden. Denk niet dat je kunt flauwvallen tijdens een tijdgevoelige gebeurtenis in de verwachting dat je onmiddellijk daarna kunt weggaan. Houd er ook rekening mee dat je het flauwvallen kunt verklaren als iets dat niet zo ernstig is, zodat wanneer je je zogenaamd goed genoeg voelt om op te staan en weg te lopen, je de plek zo snel mogelijk kunt verlaten. 7. Creëer het podium voor je flauwval-toneelstuk. Nu je de voorbereidingen hebt getroffen om het flauwvallen er echt uit te laten zien, kun je het laten gebeuren. Zodra je op de plek bent waar je wilt gaan flauwvallen, moet je ervoor zorgen dat de omstandigheden gunstig zijn om het op te laten treden zoals je van plan was. Zijn er genoeg of de juiste mensen aanwezig? Gaat de gebeurtenis die je probeert te voorkomen nog steeds door? Is de hal te druk? Zodra je het idee hebt dat de omstandigheden gunstig zijn, ga je naar de locatie waar je wilt gaan doen als je flauwvalt. Echt flauwvallen gebeurt meestal vrij snel vanaf het begin van de symptomen. Zorg ervoor dat er geen gevaarlijke objecten in de buurt die ernstig letsel kunnen veroorzaken als je die per ongeluk raakt tijdens het vallen. En zorg ervoor dat je niemand raakt. 8. Klaag over het hebben van de symptomen voor je gaat flauwvallen. Wanneer je klaar bent, beginnen dan met het doen alsof je de symptomen hebt die aan flauwvallen voorafgaan. Dit neemt niet meer dan een paar minuten in beslag. Als je geen ontbijt als excuus wilt gebruiken, geef dan aan dat je erg hongerig bent. Als de kamer overvol of druk is, dan kun je gaan klagen over de hitte. Als je loopt, ga dan wat vertragen, houd je hoofd een beetje schuin en zeg dat je duizelig bent. Je kunt wat scheel kijken of knipperen met je ogen. Klaag over misselijkheid. Doe alsof je plotseling geen energie meer hebt en zeg dat je je zwak voelt. Blijf dit laatste symptoom 1-2 minuten aanhouden. 9. Ga naar de locatie toe waar je flauw wilt gaan vallen. Terwijl je de symptomen duidelijk laat zien ga je, en zonder er aandacht op te vestigen, naar de plek waar je denkt dat je het veiligst kunt vallen. Als je van plan bent om zittend flauw te vallen, doe dan alsof je te zwak bent om te gaan staan en ga zitten. Je kunt zeggen dat je een raar gevoel hebt en dat je een glas water of wat frisse lucht nodig hebt. Vraag iemand om een raam te openen. Als er geen ramen zijn of er is geen water, zeg dan dat je even moet gaan zitten, of naar buiten moet voor frisse lucht. Zit even en kom dan langzaam overeind. Vervolgens een struikel je wat en val je voorover. Voordat je dit doet zeg je iets als, 'ik...' Zorg dat je de zin niet afmaakt, tenzij die kort is. 10. Doe alsof je flauwvalt. Zorg ervoor dat je veilig valt. Het is niet de bedoeling dat je je hoofd stoot en jezelf bezeert. Als je staat, zak dan door je knieën en laat die de grond eerst raken voordat je voorover gaat vallen met je romp. Zorg ervoor dat je snel genoeg gaat zonder dat het eruitziet alsof je getroffen bent door een schok van 5000 volt, anders ziet het er nep uit. Als je zit, ontspan dan en stel je voor dat je daadwerkelijk moet flauwvallen. Laat je uit de stoel glijden, aangezien het onwaarschijnlijk is dat je zou blijven zitten als je echt flauw zou vallen. Probeer op de achterzijde van je bovenbeen te vallen, en niet op je heup of stuitje. Vervolgens laat je snel je romp zakken. Doe gewoon je ogen dicht en laat al je spieren volledig los; gewoon ontspannen. Doe alsof je geen botten hebt en op de vloer valt in een verfrommeld hoopje. Dit zal echt lijken. 11. Doe alsof je een paar seconden bewusteloos bent. Blijf op de grond liggen. Zorg ervoor dat je niet stijf bent en als iemand je arm optilt en schudt, laat die dan helemaal tot rust komen, en wanneer je arm wordt losgelaten, laat die dan gewoon laten vallen. Dit is een veelgebruikte test om 'toneelspel' te ontmaskeren. Bewusteloze mensen hebben geen controle over hun ledematen. Iemand moet komen om te zien of alles goed met je gaat, en een afleiding creëren van de gebeurtenis of het evenement. Blijf er niet te lang in hangen, want anders kunnen omstanders besluiten om hulpdiensten in te roepen. Als je niet wilt dat dit gebeurt, moet je ervoor zorgen dat je niet langer dan 20 seconden 'bewusteloos' bent. 12. Open je ogen en haal diep adem. Mensen die hebben flauwgevallen zullen zich vaak na het ontwaken niet herinneren dat ze zijn flauwgevallen. Zeg dat je je alleen maar kunt herinneren dat je het warm had en dat het leek alsof iemand de verlichting in de kamer had gedimd. 13. Kom langzaam overeind en sta na enkele ogenblikken weer op, of vraag iemand om je omhoog te trekken. Na enkele ogenblikken kun je proberen te gaan staan waarbij je wat heen en weer wiegt, zodat mensen denken dat je misschien opnieuw flauw gaat vallen en allemaal toesnellen om je te helpen. Op dit moment kun je, als mensen vragen gaan stellen, beginnen uit te leggen dat je flauwte onschuldig was. 14. Maak je redelijk snel uit de voeten. Rust ongeveer tien minuten of zo om te doen alsof je aan het herstellen bent van het flauwvallen. Wanneer je klaar bent, verontschuldig je jezelf om naar huis te gaan om te rusten, of een afspraak te maken met je arts. Iemand kan aanbieden om je ergens heen te brengen, en je kunt hun aanbod aannemen of uitleggen dat je wel veilig zelf op je bestemming kunt komen.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Doen-alsof-je-flauwvalt", "language": "nl"}
Verlegenheid tegenover meisjes overwinnen	Verlegenheid kan een behoorlijk belemmerende werking hebben op het dagelijks leven van veel jongens en mannen, vooral als het gaat om meisjes en vrouwen. Als verlegenheid ervoor heeft gezorgd dat je nog steeds geen speciaal iemand ontmoet hebt, bekijk dan eens de volgende stappen om te leren hoe je verlegenheid kunt overwinnen. 1. Loop niet te hard van stapel en geef jezelf de tijd. Je moet niet verwachten dat je voor 100% van verlegenheid afkomt of dit even binnen een paar uur voor elkaar krijgt. De meeste mensen waarmee je zult praten ervaren ook een zekere mate van verlegenheid in bepaalde situaties. Verlegenheid is niet zwart-wit, maar een continuüm, dus wees niet te streng voor jezelf, met name als je pas net bent begonnen aan je reis naar het overwinnen van verlegenheid. Heel veel andere mensen werken ook aan het overwinnen van verlegenheid, maar je zult dit echter vaak niet aan hen kunnen zien. Als je een blunder maakt, probeer dit dat zo snel mogelijk te vergeten. De meeste mensen zijn meer vergevingsgezind dan je denkt. Telkens als je met iemand hebt gepraat, dien je trots op jezelf te zijn voor het feit dat je het geprobeerd hebt. 2. Oefen met vrienden. Als je oefent met iemand waarbij je je op je gemak voelt, kun je direct voorzien worden van feedback en eveneens beloond worden met positieve kritieken voor je inspanning. Dit zal je enorm helpen bij het krijgen van meer zelfvertrouwen. Oefen met het maken van oogcontact, maar zorg ervoor dat je niet naar iemand staart. Je kunt eveneens het aannemen van een zelfverzekerde houding, het maken van introducties en het stellen van vragen oefenen. Oefen het glimlachen wanneer je een gesprek voert met anderen. Oefen dit met een man of vrouw om mee te beginnen. Je zou eveneens voor de spiegel kunnen oefenen. Als je klaar bent voor de volgende stap, zou je kunnen oefenen om een meisje mee uit te vragen. Wellicht kun je dit rollenspel oefenen met een nicht, zodat zij je sociale vaardigheden kan beoordelen en je van verdere tips kan voorzien. Oefen het geven van complimentjes aan haar. 3. Maak progressie door kleine stappen te nemen. Je zou daten en verlegenheid kunnen zien als een 12 stappenplan. Begin met een glimlach; laat iedereen zien dat je vriendelijk en benaderbaar bent. De volgende stap is het groeten van anderen met een simpele “hoi”. Een paar dagen daarna zou je kunnen deelnemen aan korte, informele gesprekjes. Je zult je geleidelijk meer openstellen voor anderen, probeer dit momentum vast te houden. Stop met het maken van excuses voor je verlegenheid. Ga eropuit en maak er werk van. 4. Ontwikkel compassie. Met compassie besteed je aandacht aan het geluk van anderen en concentreer je je dus op je medemens. Mensen met compassie geven minder om zichzelf en stellen anderen centraal. Hoe meer je om anderen geeft, hoe minder je je druk zult maken over de vraag wat anderen van jou vinden. Je zult hierdoor meer ontspannen zijn en beter gezelschap vormen voor anderen. Een manier om compassie te oefenen is het aanspreken van en omgaan met iemand die eenzaam lijkt. Nodig de persoon in kwestie uit voor een kopje koffie of ga samen lunchen. 5. Vat niet alles te persoonlijk op. Als je wilt slagen in de wereld van vriendschap en liefde, moet je niet elk commentaar of grapje te persoonlijk opvatten. Mensen zeggen soms dingen die ze niet menen en je zou hen wellicht ook verkeerd begrepen kunnen hebben. Door jezelf overal de schuld van te geven of je eigen fouten te overdrijven, doe je alleen jezelf pijn en verklein je je kans om het meisje van je dromen tegen te komen! 6. Leer om te gaan met afwijzing. Zelfs de beste boxers stappen in de ring in de wetenschap dat er een kans bestaat dat ze verliezen. Dit geldt min of meer ook voor jou, je kunt namelijk niet altijd succesvol zijn. Niemand zal een 100% match zijn en je zult niet met iedereen even goed kunnen opschieten. Je dient daarentegen elke ontmoeting met iemand van het andere geslacht te zien als een positief leermoment. Door jezelf onder de mensen te begeven en af en toe afgewezen te worden, zul je inzien dat afgewezen worden niet het einde van de wereld is. Je zult nooit slagen als je het niet probeert. Ze zeggen wel eens: “Beter een blauwtje lopen dan een groentje blijven.” Als je niet de stap neemt om iemand uit te vragen, zul je nooit je eerste date hebben! 7. Wees minder zelfbewust. Verlegenheid en aarzeling treden op wanneer je over je eigen gebreken nadenkt. Richt je aandacht in plaats daarvan volledig op de dame waarmee je in gesprek bent. Je zult al gauw het ongemakkelijke gevoel van je afschudden en zij zal zich gevleid voelen met jouw aandacht. Wees je bewust van het gegeven dat de meeste mensen die je ontmoet zich te druk maken over wat anderen van hen vinden, waardoor ze jou in mindere mate zullen opmerken en dus niet snel zullen oordelen. Met andere woorden, ze zijn meer met zichzelf bezig. Kijk eens om je heen en je zult zien dat mensen je niet uitlachen of over je oordelen. 8. Omgaan met sociale angst. Probeer de angsten die je hebt met betrekking tot het praten met meisjes te overwinnen door aan je zelfvertrouwen te werken. Het bijwonen van trainingen vergelijkbaar met cognitieve gedragstherapie kan je begeleiden bij het afwerken van oefeningen voor het vergroten van je zelfvertrouwen. Je kunt dergelijke trainingen in groepsverband of individueel bijwonen, of je zou gebruik kunnen maken van een applicatie op je telefoon, zodat je de training zelf kunt afwerken. Op het internet zijn veel handige websites te vinden die je kunnen inspireren en je van tips kunnen voorzien voor het omgaan met sociale angst en het overwinnen van verlegenheid. Een voorbeeld van een dergelijke website is: “TED Talks” voor het overwinnen van verlegenheid (deze link verwijst naar een Engelstalige pagina). Oefen alledaagse situaties en probeer de mate van verlegenheid en angst zowel voor als na de oefening vast te stellen. Je zult zien dat je minder verlegen en angstig wordt en meer zelfverzekerd bent naar mate je meer oefent. 9. Ga eropuit en begeef je onder de mensen. Neem deel aan activiteiten die je interesseren en je min of meer dwingen tot interacties met anderen. Je kunt bijvoorbeeld lid worden van een sportclub, vereniging of hobbyclub. Wanneer interacties met teamgenoten noodzakelijk zijn, krijg je voldoende mogelijkheden om je sociale vaardigheden te oefenen. Leer je teamgenoten langzaam maar zeker beter kennen en na verloop van tijd voel je je meer op je gemak wanneer je met hen praat. Zoek een bepaalde rol in de groep. Je zou bijvoorbeeld tijdwaarnemer kunnen zijn of degene die notities maakt. Wanneer je een bepaalde taak te volbrengen hebt, ligt er minder druk op het moeten praten met de overige aanwezigen. 10. Probeer een gesprek met iemand te beginnen. Probeer het ijs te breken door bijvoorbeeld te zeggen dat jullie bij elkaar in de klas zitten tijdens biologie of dat je haar tas mooi vindt. Wanneer je opstap bent met vrienden of familie, zou je kunnen proberen om gesprekjes te beginnen in de groep. Na verloop van tijd zul je je meer op je gemak voelen en meer ontspannen zijn in de omgang met anderen. 11. Praat met iemand die alleen is. De kans is namelijk groot dat ze het erg leuk zal vinden wanneer ze iemand heeft om mee te praten. Een meisje een leuke tijd bezorgen tijdens een feestje waar ze nogal tegenop zag, zal niet alleen je zelfvertrouwen ten goede komen, maar zal je eveneens een goed gevoel geven, aangezien je iemand helpt geholpen. 12. Praat met veel mensen. Wees niet bang om met iedereen die je tegenkomt een gesprek te beginnen, van het meisje uit een hogere klas in de supermarkt tot het meisje dat bij de bank werkt. Oefening baart kunst en hoe socialer je je opstelt, hoe comfortabeler je je zult voelen. Het geleidelijk verhogen van je inspanning om met nieuwe mensen te praten, wordt door psychologen ook wel geleidelijke blootstelling genoemd en is een veelgebruikte techniek voor het overwinnen van angsten. 13. Wees oprecht en wees vooral jezelf. Veel meiden hebben direct door wanneer ze te maken hebben met opschepperig en stoer gedrag. De meeste meiden houden niet van dit soort gedrag. Over het algemeen voelen meiden zich meer aangetrokken tot grappige jongens die gewoon zichzelf zijn. Maak je niet druk over een goede openingszin. Hoewel dergelijke zinnen wellicht zeer effectief lijken op tv, vinden de meeste meiden ze nogal afgezaagd. Begin in plaats daarvan met het voorstellen van jezelf en vraag hoe het met haar gaat vandaag. 14. Wees te allen tijde voorbereid. Als je jezelf op het werk of op school in het bijzijn van meerdere personen bevindt, dien je voorbereid te zijn om de nodige beleefdheden uit te wisselen. Iemand zal je wellicht vragen of nog iets leuks gaat doen in het weekend. Dit is een uitstekende mogelijkheid om iets over jezelf te vertellen, op hetzelfde moment dien je het gesprek gaande te houden en interesse in de ander te tonen. Wanneer je je in een nieuwe sociale situatie bevindt, probeer dan één of twee interessante ideeën of onderwerpen achter de hand te hebben die je op een niet te opzichtige manier ter sprake kunt brengen. Repeteer hetgeen je wilt zeggen niet. Als je woord voor woord probeert te herinneren wat je het geoefend, raak je wellicht in de war en word je in verlegenheid gebracht als je bent vergeten wat je wilde zeggen. Wanneer je twijfelt, zou je iets over haar kunnen vragen. Meiden houden ervan als je interesse in hen toont en echt luistert. 15. Leer goed naar anderen te luisteren Je dient niet degene te zijn die constant aan het woord is. Stel open vragen en luister aandachtig naar wat de ander te vertellen heeft. Voor het geval het gesprek enigszins lijkt dood te vallen, dien je een aantal nieuwe onderwerpen achter de hand te hebben. Probeer niet constant aan het woord te zijn en over jezelf te praten, aangezien ze wellicht niet geïnteresseerd is in dezelfde onderwerpen als jij. Stel haar een aantal vragen en laat haar zien dat je echt luistert door aanvullende vragen te stellen die gerelateerd zijn aan hetgeen ze je net verteld heeft. Als ze je bijvoorbeeld vertelt dat ze komend weekend met haar ouders naar hun vakantiehuisje gaat, begin dan niet te vertellen over een vakantiehuisje waar jij afgelopen weekend hebt geslapen, maar vraag verder over het huisje van haar ouders. Reageer op gepaste wijze. Je dient haar niet te onderwerpen aan een ondervraging. Als zij jou vragen stelt, dien je die uiteraard te beantwoorden. 16. Maak er een leuke date van. Als je enigszins opkijkt tegen de te voeren gesprekjes tijdens een eerste date, kun je naar de bioscoop gaan of een andere activiteit ondernemen, zodat jullie nadien een gezamenlijk onderwerp hebben om te bespreken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Verlegenheid-tegenover-meisjes-overwinnen", "language": "nl"}
Een mob een naam geven in Minecraft	In dit wikiHow-artikel leer je hoe je een dier of ander wezen (ook wel bekend als ‘mob’) in Minecraft een naam geeft d.m.v. een naamkaartje. 1. Verzamel de materialen benodigd voor het maken van een aambeeld. Voor het later aanpassen van je naamkaartje heb je een aambeeld nodig. Voor het maken van een aambeeld heb je het volgende nodig: – Voor elk ijzerblok heb je negen ijzerstaven nodig, in totaal 27 ijzerstaven. – Met deze staven erbij wordt het totaal op 31 gebracht. Je maakt ijzerstaven door ijzererts—de grijze steensoort met oranjebruine plekken er op—in een oven te doen die kolen bevat. 2. Open je werkbank. Er zal een rooster van 3x3 worden geopend. Als je nog geen werkbank gemaakt hebt, kun je dit nu doen door een houten plank in alle vier de creatievakjes van je inventaris te plaatsen. 3. Maak een aambeeld. Dit doe je door de drie ijzerblokken in de bovenste rij van het rooster van de werkbank te plaatsen, drie van de vier ijzerstaven in de onderste rij van het rooster te plaatsen, de laatste ijzerstaaf middenin het rooster te plaatsen en vervolgens op het icoontje van een aambeeld te klikken. In de PE-versie van Minecraft moet je op het zwarte icoontje van een aambeeld tikken, aan de linkerkant van het scherm. In de versie van Minecraft voor consoles kun je het icoontje van een aambeeld selecteren in het tabje ‘Bouwwerken’. 4. Je kunt naamkaartjes niet maken. Je kunt naamkaartjes enkel verzamelen op de volgende drie wijzen: – Tijdens het vissen bestaat er een kans dat je een blanco naamkaartje binnenhaalt. – Dorpelingen verkopen blanco naamkaartjes voor 20-22 smaragden. – Als je in een fort, in een ongebruikte mijnschacht of in een herenhuis op een kist stuit, is er een kans van 22-40% dat je daarin een naamkaartje zult vinden. 5. Maak een hengel. Hiervoor heb je drie stokken en twee stukken draad nodig. Je kunt ook twee beschadigde hengels combineren om een werkende hengel van te maken. 6. Ga vissen totdat je een naamkaartje ophaalt. Je vist door, terwijl je naar een stuk water toegekeerd staat met je hengel in de hand, op de rechtermuisknop te klikken (of door te tikken, of door op de linker actieknop te drukken) waardoor je een lijntje uitwerpt. Als de dobber van je hengel onder de oppervlakte gaat en je gespetter hoort, moet je weer op de knop ‘Uitwerpen’ drukken. Naar alle waarschijnlijkheid zal je eerst een flinke hoeveelheid vis en andere rommel vangen, voordat je een naamkaartje binnenhaalt. Naamkaartjes zijn redelijk zeldzaam. 7. Praat met een dorpeling over naamkaartjes. Dorpen zijn willekeurig gegenereerde vestigingen die je overal in de wereld van Minecraft kunt vinden. Als je de locatie van een dorp kent en je meer dan genoeg smaragden hebt, ben je waarschijnlijk sneller klaar als je een naamkaartje koopt dan als je ernaar gaat vissen. Om met een dorpeling te praten moet je naar hem toegekeerd staan en vervolgens met rechts klikken, tikken of op de linker actieknop drukken. 8. Plunder een fort, mijnschacht of herenhuis. Er bestaat een redelijk grote kans dat de kisten op deze plekken een naamkaartje bevatten. Aangezien deze plekken willekeurig gegenereerd worden, is deze methode voor het bemachtigen van naamkaartjes geweldig inefficiënt als je niet al een fort/mijnschacht/herenhuis weet te vinden in je wereld. Herenhuizen zijn uiterst zeldzaam. Zoals kan worden verwacht is het plunderen van een fort niet zonder risico, vanwege de hordes vijanden. 9. Zorg er voor dat je minstens niveau één bereikt hebt. Je ervaringsniveau—het groene nummer onderaan het scherm—moet minimaal één zijn om een aangepast naamkaartje te maken. 10. Plaats je aambeeld op de grond. Je zal een luid ‘kleng’ horen als je dit doet. 11. Neem je naamkaartje in de hand. Dit doe je door je inventaris te openen, het naamkaartje naar de hotbar van je personage te slepen, en vervolgens deze te selecteren. Het naamkaartje zal in de hand van je personage verschijnen. 12. Selecteer het aambeeld. Het creatievenster van het aambeeld zal worden geopend, met je naamkaartje op de juiste plaats. 13. Voer een naam in voor je naamkaartje. Je voert dit in het veld getiteld ‘Naam’ in, bovenin het venster van het aambeeld. In edities voor consoles, zal je eerst het veld getiteld ‘Naam’ moeten selecteren en vervolgens op A of X' moeten drukken. 14. Selecteer het naamkaartje. Hierdoor wordt het in je inventaris geplaatst. 15. Neem je aangepaste naamkaartje in de hand. Zodra je het in je hand ziet, ben je er klaar voor om een naam aan een mob te geven. In edities van Minecraft voor consoles, kun je simpelweg het naamkaartje selecteren en vervolgens op Y of Δ drukken. 16. Zoek een dier of een monster. Je moet oppassen bij de naamgeving van een vijandige mob (bijv. een zombie), maar de naamgeving van dieren zoals schapen of koeien is zonder gevaar. 17. Sta naar een mob toegekeerd en selecteer deze. Zolang je het naamkaartje in je hand hebt, zal deze actie er voor zorgen dat er een tekstveld met de tekst die je op het naamkaartje hebt gezet, boven het hoofd van de mob verschijnt. Je kunt dit proces bij zoveel mobs als je maar wilt herhalen, omdat je het huidige naamkaartje een oneindig aantal keren kunt gebruiken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-mob-een-naam-geven-in-Minecraft", "language": "nl"}
Romeinse cijfers leren	Romeinse cijfers zijn het numerieke systeem dat gebruikt is in het oude Rome. Zij gebruikten combinaties van letters uit het Latijnse alfabet om verschillende waarden aan te geven. Het leren van Romeinse cijfers kan jou helpen om hoofdpunten te schrijven, de Romeinse cultuur uit de oudheid te begrijpen en een cultureel meer onderlegd persoon te worden. Ontdek snel hoe je die moeilijke symbolen kunt leren beheersen! 1. Begrijp de basissymbolen. Dit is wat je moet weten om te starten: I=1 V=5 X=10 L=50 C=100 D=500 M=1000 2. Gebruik een geheugensteuntje om de volgorde in waarden te onthouden van de symbolen. Als je het moeilijk vindt om te onthouden wat waar hoort, probeer dan deze simpele: k ervang etra ekkere itroenen oor eloenen! 3. Leer alle getallen met een cijfer. Hier zijn ze: I=1 II=2 III=3 IV=4 V=5 VI=6 VII=7 VIII=8 IX=9 4. Leer alle tientallen. Hier zijn ze: X=10 XX=20 XXX=30 XL=40 L=50 LX=60 LXX=70 LXXX=80 XC=90 5. Leer alle honderdtallen. Hier zijn ze: C=100 CC=200 CCC=300 CD=400 D=500 DC=600 DCC=700 DCCC=800 CM=900 6. Onthoud dat je niet meer dan drie van hetzelfde symbool op een rij kunt hebben. Wanneer je dezelfde symbolen bij elkaar zet, dan kun je gewoon de waarden optellen. Gewoonlijk is het maximum aantal achtereenvolgende gelijke symbolen drie. II=2 XXX=30 7. Tel kleinere symbolen die na symbolen met grote waarden staan erbij op. Gelijk aan de regel hierboven tel je gewoon de waarden bij elkaar op. Onthoud dat het getal het grotere teken als eerste moet hebben om dit te laten werken. Dit is hoe je het doet: XI=11 MCL=1150 8. Trek kleinere symbolen die voor symbolen met grotere waarden staan eraf. In dit geval moet je de kleinere waarde van de grotere waarde af trekken. Dit is hoe je het doet: IV=4 CM=900 9. Weet hoe samengestelde cijfers geschreven worden. Er zijn vele regels die bepalen hoe Romeinse cijfers eruit moeten zien. Hier zijn wat regels om te weten: Men gebruikt IV in plaats van IIII 2987 wordt geschreven als MMCMLXXXVII omdat: De eerste M geeft je 1000 De daaropvolgende M geeft je 1000 De daaropvolgende CM geeft je 900 De daaropvolgende LXXX geeft je 80 De laatste VII geeft je 7 Als je deze getallen optelt, zul je op 2987 uitkomen. 10. Leer grotere getallen te schrijven. Omdat M=1.000, wordt er, om een miljoen aan te geven, een balk of lijn boven de M toegevoegd, waarmee het gelijkstaat aan een miljoen. De balk boven het cijfer vertegenwoordigt dat getal, vermenigvuldigd met duizend. Dus, M x M=1.000.000. Vijf miljoen wordt aangegeven met MMMMM met boven elke M een balk. Deze procedure is noodzakelijk omdat er in Romeinse cijfers geen groter symbool is dan M (1.000). Deze methode wordt niet algemeen gebruikt, maar het is goed om te weten hoe het werkt. 11. Controleer je werk. Als je er zeker van wilt zijn dat je een nummer correct hebt geconverteerd, zoek dan eens naar een online omrekenmethode om te zien of je op het juiste pad zit.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Romeinse-cijfers-leren", "language": "nl"}
De eetlust van honden vergroten	Honden eten hun brokken of natvoer niet altijd op. Dit kan komen door stress, kieskeurigheid of een gebrek aan beweging. Gelukkig zijn er trucjes om de eetlust van je hond te vergroten en het eten aan te sporen. Echter, als je hond het voedsel blijft weigeren of tekenen vertoont van pijn of vermoeiing, neem dan direct contact op met een dierenarts. 1. Zoek naar de oorzaak. Er zijn veel relatief kleine oorzaken waardoor de hond minder kan gaan eten. Deze kunnen vanzelf weggaan, maar je kunt je hond er ook doorheen helpen. Als geen van deze problemen van toepassing zijn op de situatie van je hond, moet je mogelijk contact opnemen met een dierenarts, of medische oorzaken in overweging nemen. Sommige honden worden wagenziek wanneer ze reizen. Anderen hebben problemen met het eten in een nieuwe omgeving, bijvoorbeeld na een verhuizing. Sommige honden vinden het niet fijn om gevoerd te worden in een ongemakkelijke situatie. Probeer de bak van de hond altijd op de zelfde plek, en op een comfortabele hoogte, te houden en houd de bak uit de buurt van andere huisdieren die het voer van de hond willen opeten. Honden reageren mogelijk op het verlaten of de aankomst van een ander huisdier of familielid. De oorzaak kan zelfs iets kleins zijn, zoals het vervangen van je meubels of onderhoud aan het huis laten uitvoeren. Sommige honden eten niet omdat ze aandacht willen van hun eigenaar. Als de hond zijn eten negeert en jou om aandacht vraagt, negeer hem dan. Wanneer je de hond voert, zet je het eten gedurende 10 minuten neer en negeer je de hond. Gooi weg wat niet wordt opgegeten. De hond is mogelijk gewoon kieskeurig betreffende het voedsel dat hij eet. 2. Geef minder koekjes en restjes. De meeste honden eten veel liever dat restje biefstuk en aardappelpuree dan hun eigen hondenvoer. Hij houdt zoveel van je omdat je het hem geeft, maar dit kan er mettertijd voor zorgen dat hij een kieskeurige eter en een bedelaar aan de tafel wordt. Houd je kinderen goed in de gaten; ze zijn er niet altijd goed in om zich aan deze regel te houden. 3. Geef je hond beweging. Regelmatige lichaamsbeweging stimuleert de eetlust van je hond en zal hem aanmoedigen om meer te eten. Om de eetlust verhogende effecten van beweging een extra duwtje te geven, ga je voor elke maaltijd even met je hond wandelen. Het zal niet lang duren totdat hij de wandeling associeert met etenstijd, waardoor hij beide activiteiten positief zal ervaren. Hoewel sommige honden meer beweging nodig hebben dan anderen, zou je hond elke dag, of ten minste een paar keer per week, wat beweging moeten krijgen. Als je geen fysieke activiteiten met je hond kunt doen, zijn er genoeg andere manieren om je hond voldoende beweging te geven. Laat hem uitlaten door een uitlaatservice, breng hem naar een hondenoppas of ga naar een hondenpark om hem met andere honden te laten spelen. 4. Voer je hond elke dag op dezelfde tijd. Voer je hond twee keer per dag op regelmatige tijden, of zoals wordt aanbevolen door de dierenarts. Sommige honden eten liever later op de dag. Als de hond gezond en energiek is, maar afgeleid raakt voordat hij klaar is met eten, zet zijn eten dan neer en loop weg. Kom na een half uur terug en haal zijn bak weg, zelf als niet al het eten is opgegeten. Je hond zal al snel door hebben dat hij zijn eten op moet eten wanneer hij er de kans voor heeft. 5. Maak etenstijd leuk. Laat je hond spelen met een speeltje waar eten in verstopt zit. Leer je hond nieuwe trucjes en bied hem gezonde beloningen of eten als beloning. 6. Maak het eten lekkerder. Om het eten van de hond lekkerder te maken, kun je er een paar eetlepels voer uit blik doorheen roeren, of er een beetje warm water of bouillon overheen gieten. Je kunt ook hondenjus gebruiken. Dit is te koop in dierenwinkels. Het zijn granules die je met het droogvoer en warm water mengt, waardoor het eten veel lekkerder zal smaken. 7. Verander de voer situatie van de hond. Als de hond nog steeds niet wil eten, probeer dan deze variaties. Het kan even duren voordat je hond aan de verandering is gewend, maar het kan helpen op de lange termijn: Voer je hond uit de buurt van andere huisdieren. Gebruik een andere bak of plaats de bak op een comfortabelere hoogte. Voer hem op de grond, in plaats van in een bak. Sommige honden raken afgeleid door activiteit en hebben moeite met het concentreren op hun eten. Zorg ervoor dat de voer- en waterbakken van je hond op een rustige plek staan waar hij in alle rust kan eten. 8. Verander het eten. Probeer een ander merk of ga van droogvoer over op natvoer. Doe dit geleidelijk, over een periode van een week: meng eerst een paar dagen ¼ nieuw met ¾ oud voer, dan een paar dagen ½ nieuw en ½ oud, en zo verder. Dit is beter voor het verteringssysteem. Het plotseling veranderen van het voedsel van de hond kan zorgen voor vies ruikende scheten en diarree. 9. Houd het voedsel vers. Zorg ervoor dat alle voedselproducten vers zijn en in een afgesloten container zijn opgeslagen om vocht en ongedierte buiten te houden. Controleer de uiterste datum op het voedsel wanneer je het koopt en controleer ze ook voordat je het eten geeft. 10. Ga langs bij de dierenarts als de eetlust zonder reden vermindert. Als je hond normaalgesproken goed eet en dat ineens niet meer doet, is het belangrijk om naar de dierenarts te gaan. Problemen met de tanden, zweren in de mond of ernstigere gezondheidsproblemen kunnen allemaal invloed hebben op de eetlust van je hond. De dierenarts kan je hond tevens wegen en een streefgewicht vaststellen. 11. Controleer op tekenen van ziekte. Als de hond vermoeid, lethargisch of dorstig is, of als hij pijn lijkt te hebben, zijn buik is uitgezet, zijn vacht vaal is of er rommelende geluiden uit zijn maag komen, breng hem dan naar de dierenarts. Als je wormen in de poep van de hond ziet, dan heeft je hond parasieten. Daarvoor is medische zorg nodig. 12. Controleer de hond op torsie. Torsie is wanneer de maag van de hond verdraait. Dit is een ernstige aandoening en kan binnen enkele uren tot het overlijden van je hond leiden. Kijk uit naar veel voorkomende tekenen van torsie; opgezette buik, kreunen, ijsberen en kokhalzen zonder over te geven. Alle onnodige agitatie die de hond uit, kan een teken zijn van torsie en moet direct nagekeken worden door de dierenarts. Ga niet stoeien, niet rennen en voer geen inspannende activiteiten uit gedurende minstens een uur na het eten. Dit wel doen kan leiden tot torsie. 13. Bekijk de tanden van de hond. Trek de lip van je hond omhoog om zijn tanden te controleren, als er tanden missen of als ze er heel bruin uitzien, stinken of zichtbare tandplak hebben, dan heeft hij waarschijnlijk te veel pijn om goed te eten. Breng hem ook naar de dierenarts als er tanden los zitten, gebroken zijn, missen of uitvallen. De dierenarts kan je leren hoe je de tanden van je hond regelmatig kan reinigen. 14. Voer eten dat door de dierenarts is voorgeschreven. De dierenarts kan mogelijk een speciaal dieet voorschrijven, in overeenstemming met de gezondheidsproblemen van je hond. Je hond vindt het misschien niet lekker, maar het is belangrijk om ervoor te zorgen dat hij voldoende eet om de nodige voedingsstoffen binnen te krijgen. 15. Ga naar de dierenarts als niks lijkt te werken. Als de hond zijn speciale dieet niet wil eten, of als zijn gezondheid verder aftakelt, moet je direct naar de dierenarts. Je hond heeft mogelijk aanvullende medicatie of een vloeibaar dieet nodig.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/De-eetlust-van-honden-vergroten", "language": "nl"}
Een vastzittende tampon verwijderen	Ben je een tampon kwijt of zit hij vast? Maak je geen zorgen, want dat kan gebeuren. Je hoeft je er niet voor te schamen. Soms kan een tampon tijdens het sporten of om een andere reden vast blijven zitten. Je zou de tampon vrij gemakkelijk los moeten kunnen krijgen. Als het echter niet lukt, ga dan direct naar een arts. Door een tampon te lang in je vagina te laten zitten loop je het risico op een infectie. 1. Ga snel aan de slag. Het is belangrijk dat je dit probleem direct aanpakt. Het is niet goed om het te verdringen en er niet aan proberen te denken omdat je je erg schaamt. Daardoor kun je je gezondheid in gevaar brengen. Vergeet niet dat veel vrouwen dit probleem weleens hebben gehad. Zorg dat je een tampon nooit langer dan 8 uur in je vagina laat zitten, want dan kun je het toxischeshocksyndroom krijgen. Deze ziekte is te behandelen, maar kan dodelijk zijn. Als je de tampon echter nog maar kortgeleden in hebt gebracht (ongeveer een uur geleden), dan kan het een goed idee zijn om iets langer te wachten en hem dan nog eens te proberen te verwijderen. Droge tampons blijven namelijk sneller vastzitten en je menstruatiebloed kan ervoor zorgen dat de tampon loskomt en je hem eruit kunt halen. Probeer de tampon eerst zelf te verwijderen. Dit zou vrij gemakkelijk moeten zijn. Als dat echter niet lukt, bel je arts dan direct op. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden—het is erg gevaarlijk om een tampon te lang in je vagina te laten zitten. 2. Ontspan je. Als je gespannen bent zul je het probleem alleen maar erger maken. Weet je zeker dat je een tampon in hebt gebracht of ben je gewoon vergeten dat je hem eruit hebt gehaald? Als je zeker weet dat je een tampon in hebt gebracht onthoud dan dat hij niet echt vastzit. De spieren van je vagina houden de tampon gewoon op zijn plek totdat je hem verwijdert. Raak niet in paniek. De vagina is een relatief kleine afgesloten opening, en de tampon zal niet voor altijd verloren blijven. Dit is iets wat veel vrouwen overkomen is, en er is dus geen reden om in paniek te raken. Het is wellicht een goed idee om een warme douche of bad te nemen om je te helpen ontspannen voordat je probeert om de tampon eruit te halen. Haal ook enkele keren diep adem. Als je te gespannen bent span je je spieren aan, waardoor de tampon moeilijker te verwijderen is. 3. Was je handen. Het is belangrijk dat je de vastzittende tampon met schone handen probeert te verwijderen. Je wilt natuurlijk niet dat er bacteriën in je vagina terechtkomen. Met een goede hygiëne voorkom je een infectie, verdere complicaties en problemen. Het is tevens een goed idee om je nagels kort te knippen omdat je je vingers in je vagina moet steken om de tampon eruit te halen. Zorg ervoor dat het proces zo min mogelijk pijn doet. Zoek een ruimte op waar je privacy hebt (de badkamer is om hygiënische redenen waarschijnlijk het geschiktst). Trek je broek en onderbroek uit zodat je de tampon gemakkelijker kunt verwijderen. 4. Trek aan het touwtje. Als je het touwtje kunt zien en het niet vastzit in je lichaam, trek er dan voorzichtig aan terwijl je dicht bij de grond op je hurken zit met je voeten en knieën uit elkaar. Zet je voeten en knieën niet zo ver uit elkaar dat je op de grond komt te zitten. Trek voorzichtig aan het touwtje om te zien of de tampon er vanzelf uitkomt, want dat is het gemakkelijkst. Over het algemeen zou er ongeveer 2 tot 3 centimeter van het touwtje uit je vagina moeten hangen als je de tampon op de juiste manier in hebt gebracht. Probeer verschillende houdingen als je de tampon er niet direct uit kunt krijgen. Ga op de wc zitten en zet je voeten ergens op, of blijf staan en zet een voet op de rand van het bad. Vaak is het echter zo dat het touwtje samen met de tampon vastzit in de vagina. Het kan een minuut of twee duren voordat je de tampon eruit kunt trekken. Ga in dat geval verder met de volgende stap. 5. Ga zitten of hurk. Je kunt een vastzittende tampon gemakkelijker verwijderen als je zit of hurkt. Probeer ook om de tampon uit je vagina te persen om hem los te krijgen. Probeer een andere houding als je de tampon niet direct kunt vinden. Zet je voeten op een vuilnisbak of de rand van het bad, of hurk om hygiënische redenen boven de wc-pot. Je kunt ook op je bed gaan liggen met je benen ver uit elkaar en hoog in de lucht, maar hurken of zitten werkt meestal beter. Pers alsof je op de wc zit, aan het bevallen bent of omgekeerde kegeloefeningen doet. Soms kan de tampon op deze manier uit de vagina geduwd worden. Door te persen komt de tampon op een plek waar je er gemakkelijker bij kunt komen. Haal diep adem. 6. Steek een vinger in je vagina terwijl je uitademt. Je zult je vinger zo ver mogelijk in je vagina moeten steken. Maak cirkelvormige bewegingen met je vinger tussen de baarmoederhals en de vagina. Dit is waar een vastzittende tampon zich meestal bevindt. Het kan zijn dat je je wijsvinger en je duim moet gebruiken. Zoek de tampon en steek nog een vinger in je vagina als je eerst maar eentje gebruikt hebt. Pak het rolletje watten van de tampon met beide vingers vast en probeer de tampon naar buiten te trekken. Je zult de tampon zelf naar buiten moeten trekken, en niet alleen het touwtje. Raak niet in paniek. Als je dit te snel doet kan het zijn dat je de tampon verder naar binnen duwt. Wanneer je de tampon voelt zitten trek je hem naar buiten. Probeer om niet langer dan 10 minuten met je vingers naar de tampon te zoeken. Raak niet in paniek als het je niet lukt om de tampon te verwijderen. Bel je arts. Als je het touwtje voelt zitten (dat op de ene of andere manier opgepropt zit), probeer het dan onder je vinger en tegen de zijkant van je vagina te krijgen en trek de tampon langzaam naar buiten. Het is waarschijnlijk gemakkelijker als je je langste vinger gebruikt, maar bij elke vrouw is de vagina weer anders. Het kan dus zijn dat het ook lukt met een andere vinger. 7. Probeer het met glijmiddel. Je kunt tevens proberen om een hoop glijmiddel te gebruiken voordat je met je vinger naar de tampon gaat zoeken. Daardoor zul je de tampon gemakkelijker kunnen verwijderen en zal het minder pijn doen. Giet geen water in je vagina en gebruik geen zeep. Daardoor kun je een infectie krijgen. Smeer ook geen geparfumeerde lotion op je vagina, want daardoor kan je huid geïrriteerd raken. Het kan tevens helpen om een spiegel te gebruiken om uit te vinden waar de tampon zich precies bevindt. Het is ook een goed idee om in de wc te plassen. De tampon zou los kunnen komen door het natuurlijke proces. 8. Gebruik alleen je vingers. Als dat niet werkt—en dit is erg belangrijk—probeer daarna dan niet om een vreemd voorwerp als een metalen pincet in je vagina te steken. Het is zeker de moeite waard om het nog eens te herhalen: gebruik nooit een ander voorwerp om de tampon eruit te krijgen. Dit kan erg onhygiënisch zijn en het voorwerp kan ook in je vagina vast komen te zitten. Vreemde voorwerpen kunnen tevens langs de vaginawand schrapen. Het is belangrijk om de tampon op een manier te verwijderen die niet nog meer problemen veroorzaakt. 9. Bel je arts. Als je de tampon niet kunt vinden of het je niet lukt om hem eruit te halen, dan zul je direct naar een arts moeten gaan. Als je de tampon in je vagina laat zitten kun je een infectie krijgen en dit kan erg gevaarlijk zijn. Je kunt tevens een ander vragen om de tampon eruit te proberen te halen, zoals je partner. Veel vrouwen schamen zich echter te veel om om hulp te vragen. Als iemand je helpt, laat de ander dan handschoenen dragen. Een arts zou een vastzittende tampon gemakkelijk moeten kunnen verwijderen. Schaam je er niet voor. Realiseer je dat dit iets is wat veel vaker gebeurt en dat je arts waarschijnlijk al vaker met dit probleem te maken heeft gehad. Zet nooit je gezondheid op het spel. Een vrouw vergeet soms dat ze al een tampon in heeft gebracht en brengt dan nog eentje in, waardoor de eerste vast komt te zitten. Probeer te onthouden wanneer je een tampon ingebracht hebt, want als je een tampon te lang in je vagina laat zitten kun je een ernstige infectie krijgen. Bel direct je arts als je symptomen hebt als een vieze lucht, vaginale afscheiding, duizeligheid, druk en pijn in het bekken en buikpijn.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-vastzittende-tampon-verwijderen", "language": "nl"}
Feromonen versterken	Feromonen zijn chemicaliën die simpele insecten gebruiken om handelingen zoals paren, eten, rennen, of andere duidelijke bevelen door middel van geur aan te geven. De wetenschap heeft aangetoond dat sommige dieren geuren afgeven om partners aan te lokken, en hoewel dit technisch gezien geen feromonen zijn produceren mensen ook natuurlijke geuren via de bacteriegroei op onze huid -- maar of je geur je wel of niet aantrekkelijker voor mogelijke partners maakt wordt fel gedebatteerd. Toch kan het geen kwaad om technieken uit te proberen om je romantische leven te verbeteren en om een partner aan te trekken. Als je wilt experimenteren met het versterken van je natuurlijke geur, dan zijn er natuurlijke middeltjes die je kunt proberen, en ook feromoon-bevattende producten die je uit kunt kiezen. 1. Draag een parfum of eau de cologne waarin feromonen zit. Zoek naar geurtjes waar feromonen in zitten. Veel geurbedrijven zeggen dat ze feromonen in hun producten stoppen, maar deze komen meestal van varkens of herten -- wat niets zal doen voor mensen. Het is erg twijfelachtig dat deze geurtjes echter werken, dus geef er niet te veel geld aan uit. Een populaire feromonenparfum voor vrouwen is Pherazone Perfume. Deze kost ongeveer €5,- per milimeter -- rond de €90,- per fles. Andere merken die feromonen gebruiken zijn onder andere Scent of Eros, Primal Instinct, Realm, Alter Ego, The Edhe, Impi, Pheromol Factor, Pheromax, Lure, Yes for Men, Chikara, NPA, Perfception Spray, W.A.G.G., Rogue Male, Silent Seduction, en nog meer. 2. Laat je oksels natuurlijk. Het lijkt misschien geen goed idee om je stank te versterken als je een partner aan probeert te trekken, maar feromonen komen zogenaamd door zweet naar buiten -- vooral vanuit je oksels. Probeer helemaal natuurlijk te zijn door deodorant te vermijden, of minstens door een natuurlijke, niet-geparfumeerde antiperspirant zonder toegevoegde deodorant te gebruiken. Laat je natuurlijke geur doorkomen voor een boost feromonen. 3. Douche of ga in bad, maar sla zeep over. Blijf hygiënisch door te douchen of badderen met heet water, maar vermijd harde zepen. Voel je vrij om in plaats daarvan wat etherische sandelhoutolie aan je doucheroutine toe te voegen. Het is goed om schoon te blijven, maar schrob niet al je natuurlijke lichaamsgeuren weg. Als je niet ruikt, maak je dan geen zorgen. Feromonen zelf hebben geen merkbare geur. 4. Slaap 's nachts minstens 8 uur. Blijf goed uitgerust door 7-9 uur per nacht te slapen. Dit kan je feromonenniveau's helpen verhogen. Probeer deze technieken uit om goed te slapen en een gezond slaapschema aan te houden: Stel een vaste bedtijd voor jezelf in. Sport regelmatig (maar niet binnen 3 uur van je bedtijd, zodat het sporten je niet wakker houdt). Vermijd na 16:00 caffeïne. Ontspan je voor bed met een warm bad of door te lezen. Doe gedurende de dag niet te veel dutjes. Slaap in een koele, donkere kamer. 5. Sport regelmatig met gewichten. Hou je aan een vaste fitnessroutine waar gewichten heffen een deel van uitmaakt. Richt je op grote spiergroepen en til zwaardere gewichten met minder herhalingen. Het kan misschien een effect hebben op je feromonen wanneer je je testosteron verhoogt. Het is echter ook mogelijk dat feromonen testosteron verhogen, en niet andersom. 6. Eet voedselssoorten waar androstenon en androstenol in zitten. Deze twee chemicaliën worden gezien als menselijke feromonen, en het is mogelijk dat je je feromonen kunt versterken door voedselsoorten te eten waar ze in zitten -- of ten minste je opwinding vergroten, wat dan chemische signalen triggert die je aantrekkelijker kunnen maken voor potentiële partners. Dit is niet wetenschappelijk bewezen, maar het kan geen kwaad om deze drie voedselsoorten uit te proberen: Bleekselderij Pastinaak Truffels	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Feromonen-versterken", "language": "nl"}
Een overhemd instoppen	Het visuele verschil tussen het instoppen en het los dragen van je overhemd kan heel opvallend zijn. Zelfs zonder verandering aan je garderobe is het mogelijk om er veel klassieker uit te zien, door je overhemd op smaakvolle wijze in te stoppen. Een slordig ingestopt overhemd kan je echter wel dikker doen lijken. Neem geen genoegen met iets anders dan het beste uiterlijk voor jezelf — leer hoe (en wanneer) je je overhemd kunt instoppen, om er vandaag nog goed uit te zien! 1. Trek het overhemd zo ver mogelijk naar beneden. Om te beginnen doe je het overhemd aan en knoop je het dicht. Pak de instopstroken van het overhemd vast en trek ze naar beneden. Hiermee blijft alle extra stof aan de onderkant van het overhemd en trek je het materiaal strak over je borst voor een professionele uitstraling. 2. Trek je broek over het overhemd. Als je je broek nog niet aan hebt gedaan, doe dit dan nu eerst. Trek de broek op tot aan je taille en duw de onderkant van het overhemd erin. Sluit de rits en knoop de broek dicht. De onderkant van het overhemd moet comfortabel in de taille van je broek zitten. 3. Doe een riem om. Als je een ingestopt overhemd draagt, draag je er bijna altijd een riem bij, ook al heb je er geen nodig om je broek omhoog te houden. Wanneer je de riem vastmaakt, dient de gesp in het midden van je taille te rusten, net boven je rits. 4. Trek het overhemd iets omhoog. Pak de onderkant van de zijkanten van het overhemd vast en geef ze een lichte ruk om wat speling in het overhemd te brengen. Trek niet te veel — houd het bij ongeveer een centimeter. Dit geeft het overhemd een beetje speling zodat je, als je draait of buigt, de instopstroken van het overhemd niet uit je broek trekt. Het kan helpen om dit deel voor een spiegel te doen. Als je per ongeluk een beetje te veel van de stof uit je broek trekt, kun je aan de onderkant van het overhemd een 'pofferig' stuk extra stof overhouden, dat er soms een beetje klunzig uitziet. 5. Lijn de knopen van het overhemd uit met de rits van je broek. Tot slot bekijk je jezelf nog een keer snel. Voor een goede plooi moet de lijn die gevormd wordt door de knoopjes van het overhemd, overeenkomen met de rits van je broek. Dit heet ook wel de 'gig line', en hoewel het niet altijd iets is waar je tijd en moeite aan kunt besteden om er zo professioneel mogelijk uit te zien, is het onmisbaar. Aangezien de gesp van je riem in het midden van je lichaam moet zitten, moet de lijn van knopen en rits de gesp kruisen of heel dicht op een lijn liggen. 6. Stop het overhemd zoals je gewend bent in en knoop je broek los. Voor de meeste formele en semi-formele gelegenheden zal een standaard manier van instoppen perfect werken. Als je echter moeite hebt om dat vervelende 'opgepofte' deel van het overhemd te laten verdwijnen, vrees dan niet — de volgende instoptruc zal wonderen doen. Om te beginnen moet je ervoor zorgen dat je het overhemd op dezelfde manier instopt als je normaal gesproken zou doen. Maak vervolgens je broek los. Je vouwt de stof terug, dus heb je een beetje speling nodig in de broek om mee te kunnen werken. 7. Verzamel de stof aan de zijkanten van het overhemd in je handen. Plaats je handen langs je zijden en pak het materiaal van het overhemd dat het dichtst bij je handen ligt. Knijp het tussen duim en wijsvinger van elke hand. Trek het materiaal iets weg van je lichaam totdat het overhemd strak over je borst zit. Trek niet zo hard dat je de slip van het overhemd uit je broek trekt. Het overhemd moet de hele tijd in je broek blijven zitten. 8. Vouw de stof terug over zichzelf heen. Duw nu met je duimen naar voren terwijl je de randen van het overhemd tussen de zijkanten van je duimen en het vlezige deel van je hand knijpt. Het materiaal van het overhemd moet dubbelvouwen en een nieuwe 'flap' vormen. Vouw deze flap terug over de zijkanten van het overhemd. Het materiaal hoort nu strak te zitten en rondom passend te zijn. 9. Trek het overhemd strak aan en knoop je broek vast. Houd vervolgens je overhemd strak en knoop je broek weer dicht. Als je het goed hebt gedaan, moet het overhemd er nu strak en glad uitzien rondom je middengedeelte, zonder extra 'verfrommelde' stof. Merk op dat deze manier van instoppen gemakkelijk weer losraakt, dus is het zaak om de duimbeweging te oefenen voor de militaire manier van instoppen, zodat je het overhemd mooi en strak kunt houden! Sommige mensen geven er de voorkeur aan om de riem van hun broek niet lost te maken terwijl ze de militaire methode gebruiken. Als je dit doet, heb je niet zoveel ruimte om te werken, maar je hebt ook geen gedoe om het overhemd strak te houden terwijl je met je broek aan het rommelen bent. 10. Stop je overhemden in. Hoewel er geen harde en directe regels zijn als het gaat om mode, zijn de overgrote' meerderheid van de overhemden ontworpen om ingestopt gedragen te worden. Om deze reden zal je meestal een overhemd volgens een van de bovenstaande methoden instoppen, als je er zo goed mogelijk uit wilt zien. Hoewel er genoeg informele situaties zijn waarin het prima is om een losgeknoopt, loshangend overhemd met een T-shirt eronder te dragen, is het moeilijk om er met deze aanpak beter uit te zien dan wanneer je het overhemd gewoon in zou stoppen. Stop overhemden die over je heupen vallen altijd in. In deze gevallen kan het extra materiaal ervoor zorgen dat het overhemd er een beetje uitziet als een vloeiende nachtjapon of zelfs een jurk, wat zelden de indruk zal zijn die je wilt geven. 11. Laat polo's en T-shirts over het algemeen los hangen. Net zoals de meeste overhemden zijn gemaakt om ingestopt te worden gedragen, zijn de meeste polo's en T-shirts bedoeld om los te worden gedragen. Bij een goede pasvorm horen dit soort shirts direct over je riem of taille van je broek te hangen. Je kunt dit zien aan de manier waarop de onderkant van een polo of T-shirt verschilt van de onderkant van een overhemd — de meeste hebben een platte onderkant, in plaats van lange slips aan de voor en achterkant. De uitzondering hierop is een uitzonderlijk lang T-shirt of polo. In deze gevallen zorgt het instoppen van de extra stof er meestal voor dat je er een beetje beter uitziet. Je kunt ook polo's en tees van normale lengte instoppen, maar dit kan ze soms een te strak uiterlijk geven. 12. Stop het overhemd altijd in voor formele gelegenheden. Wanneer je een overhemd draagt, zijn er bepaalde situaties waarin het altijd aan te raden is om het overhemd in te stoppen. Bijvoorbeeld: Bij veel formele gelegenheden of feesten zal het niet instoppen van een overhemd gezien worden als een inbreuk op de etiquette die grenst aan een gebrek aan respect. Hieronder vindt je enkele voorbeelden van situaties waarin je het overhemd altijd zult moeten instoppen: Bruiloften Afstuderen Religieuze ceremonies Begrafenissen Tijdens een rechtspraak 13. Stop je overhemd in bij de meeste zakelijke gelegenheden. In de zakenwereld zullen sommige situaties bijna altijd vragen om een ingestopt overhemd. Sommige van deze situaties zijn uniek voor bepaalde functies die formeel gedrag vereisen, maar sommige, zoals sollicitatiegesprekken, zijn dingen die bijna iedereen zal tegenkomen. Hieronder vindt je enkele voorbeelden van gelegenheden waarbij je een overhemd moet instoppen: Sollicitatiegesprekken Ontmoetingen met nieuwe of belangrijke klanten Ontmoeting met vreemden Serieuze zakelijke gebeurtenissen (ontslagen, nieuwe werknemers, enz.) Let op: voor veel banen is het op normale werkdagen nodig om een overhemd of zelfs een pak aan te trekken. 14. Stop je overhemd in voor gelegenheden die klasse vereisen. Het is vermeldenswaard dat sommige gelegenheden die niet uitzonderlijk formeel zijn en niet met het werk te maken hebben, nog steeds een ingestopt overhemd kunnen vereisen. In deze gevallen kan een loshangend overhemd niet worden gezien als respectloos, maar toch een slecht idee zijn. In deze situaties wil je er misschien zo mooi mogelijk uitzien om jezelf aantrekkelijk te maken, of om te laten zien dat je de dingen serieus neemt. Hier zijn slechts een paar ideeën voor wanneer je het overhemd ingestopt moet houden: Bezoeken aan chique nachtclubs of restaurants Een eerste date 'Serieuze' feesten, vooral als je niet veel mensen van de aanwezigen kent Kunsttentoonstellingen en klassieke concerten 15. Laat het overhemd los hangen bij informele gelegenheden. Het is belangrijk om te onthouden dat je het overhemd zeker niet altijd hoeft in te stoppen. Als je bijvoorbeeld 's avonds thuis blijft, bij een goede vriendin op bezoek gaat, of gewoon in een informeel restaurant gaat eten, hoef je het overhemd niet in te stoppen (of helemaal geen overhemd te dragen). Informele bezoekjes en andere gebeurtenissen waarbij je niet zal worden beoordeeld op de manier waarop je eruit ziet, vragen niet om instopte overhemden, dus tenzij je er altijd strak uit wilt zien, kun je die meestal overslaan. 16. Stop het overhemd niet in je ondergoed. Deze onschuldige fout kan leiden tot de vernederende situatie waarbij de bovenkant van je ondergoed boven je broek uitkomt! Wanneer het overhemd in je ondergoed is verstopt, kan elke beweging die normaal gesproken een deel van het materiaal van de instopslip uit je broek trekt (zoals buigen of draaien) ervoor zorgen dat je ondergoed omhoog komt. Is het resultaat overduidelijk, dan kan dit erg gênant worden. Sommige mensen houden er echter van om hun onderhemd in hun ondergoed te stoppen, omdat dit voorkomt dat hun overhemd gemakkelijk loskomt. De meningen zijn hierover verdeeld — voor anderen wordt dit gezien als het toppunt van koddige mode. 17. Stop het overhemd niet in zonder riem. Draag altijd een riem bij een ingestopt overhemd, zelfs als die niet nodig is om je broek op te houden. Overhemden zijn over het algemeen bedoeld om met riemen te dragen en zien er het meest professioneel uit als je ze met elkaar combineert. Door geen riem om te doen kan de taille er wat kaal en zichtbaar uitzien, vooral als je een overhemd draagt dat sterk contrasteert met de kleur van je broek. Als je een hekel hebt aan het dragen van een riem, dan zijn er alternatieven. Bretels en side-tabs hebben bijvoorbeeld hetzelfde doel: je broek omhoog houden.. 18. Maak het overhemd niet los na het instoppen van het overhemd. Als je eenmaal de beslissing hebt genomen om het overhemd in te stoppen, draai die dan niet meer terug! Door het overhemd in te stoppen zal het verfrommeld raken aan de onderkant waar het in je broek is gestopt. Als je het overhemd ingestopt draagt, is dit onmogelijk te zien omdat je broek dit aan het zicht onttrekt. Zodra je echter het overhemd losmaakt, worden deze rimpels zichtbaar. Dit zal er slordig uitzien, vooral op lichtgekleurde overhemden, dus kan je overhemd beter ingestopt blijven. 19. Begin niet aan half instoppen. Als je het overhemd gaat instoppen, doe dit dan helemaal. Stop niet halverwege! Als je het overhemd volledig instopt op de rug, maar een van de voorste panden van het overhemd opzettelijk los laat hangen, dan zie je er meestal niet 'los' of 'onconventioneel' uit. In plaats daarvan zal het er meestal uitzien alsof je vergeten bent om het goed in te stoppen of dat je aandacht probeert te krijgen. Tenzij je een tiener bent op weg naar het skatepark of echt wilt opvallen ten koste van het er minder netjes uitzien, kun je het overhemd beter helemaal instoppen. Ga er niet vanuit dat dit artikel het laatste woord heeft — de meeste volwassen modeartikelen zullen je echter gelijksoortig advies geven. Sommigen zullen echter deze kledingstijl voorbij laten gaan in informele situaties.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Een-overhemd-instoppen", "language": "nl"}
Meisjes versieren op de middelbare school	Dit is een handleiding om meisjes te leren versieren op de middelbare school. Meisjes versieren gaat overal ter wereld ongeveer op dezelfde manier, of je nu nog steeds op school zit, of wilde dat je nog zo jong was: met zelfvertrouwen, wat charme en een vlotte babbel. Je zou tegen je favoriete meisje net zo moeten praten als tegen je moeder, tante, zus of nichtje, en niet zoals tegen je vrienden. 1. Stap op haar af en begin over iets dat gepast is. Dit is het moeilijkste gedeelte. Probeer je zenuwen de baas te blijven; ga niet stamelen of zweten. Voel je zelfverzekerd zodat je er zo ook uit ziet. Praat over iets gepasts als je het gesprek begint. Het meisje weet waarschijnlijk heus wel dat je haar aanspreekt omdat je haar leuk vindt, maar je moet in elk geval net doen alsof je echt een reden hebt om met haar te praten. Zolang het lijkt alsof je haar niet uit het niets aanspreekt, kun je ervoor gaan: Begin niet met een slijmerige openingszin, zoals: "Als ik een stoplicht was zou ik elke keer dat jij voorbij kwam rood worden, zodat ik wat langer naar je zou kunnen kijken". Laten we eerlijk zijn: dat werkt zelden. Vergroot de kans op slagen door te beginnen. Je kunt bijvoorbeeld iets zeggen als: "Ik hoorde dat jij [die en die] lessen volgt. Mijn lessen zijn echt vreselijk, dus ik overweeg om over te stappen als dat kan. Hoe vind jij het?" Of je kunt proberen te zeggen: "Hee, ik zag dat jij in de schoolband zit. Wanneer gaan jullie weer optreden?" 2. Bedenk een openingszin. Nu je op haar af bent gestapt, heb je iets nodig om het gesprek mee op gang te helpen. Naar haar toe gaan is geweldig, maar als je niets te zeggen hebt kan de situatie snel ongemakkelijk worden. Probeer een indirecte manier om het gesprek te beginnen. Een indirecte manier is met haar gaan praten zonder meteen te laten weten hoe mooi ze is. Onthou dat je zelfverzekerd moet zijn. "Ik heb de mening van een vrouw nodig. Ik sprak net met een vriend die door zijn vriendin gedumpt is. Het probleem is dat zij hem nu blijft bellen. Waarom zou ze dat doen?" Of: "Misschien kun jij me helpen. Ik ben nieuw hier en ik weet niet wat mensen hier in hun vrije tijd doen. Wat doen jij en je vriendinnen zoal in het weekend?" Als je wat zelfverzekerder bent kun je ook de directe aanpak proberen. Onthou dat dit wel een grotere kans heeft om verkeerd af te lopen, maar je kunt ook veel indruk maken op het meisje. "Meestal zeg ik dit soort dingen niet, maar jij bent echt het mooiste meisje dat ik gezien heb, de afgelopen 3 minuten. Hoi, ik heet […]". "Sorry dat ik je stoor, maar jij ziet er veel te goed uit om nu alleen te zijn. Vind je het goed als ik een stukje met je meeloop?" 3. Probeer complimentjes te geven om het gesprek op gang te helpen. Iedereen houdt ervan om een compliment te krijgen. Als je het smaakvol doet, en niet overdrijft, kun je er meteen veel indruk mee maken. "Hoi, dat zijn mooie oorbellen. Heb je ze zelf gemaakt?" "Hoi, wat een mooie jurk heb je aan. Die kleur staat je echt prachtig". "Hallo, het viel me op hoe mooi je shirt bij je ogen staat". Wat je ook doet, praat niet over vrouwelijke lichaamsdelen. Het is voor de meeste meisjes een enorme afknapper als je over hun borsten of billen begint. Hou het dus bij haar ogen, haar, lippen of kleding. 4. Overdrijf het niet. Een gesprek beginnen is al een goede start. Maar vraag de eerste keer niet te veel van haar. Hou het luchtig en kort. Zorg dat je binnen vijf minuten weer verdwenen bent. Als het gesprek vanzelf stilvalt, wees dan niet bang om gewoon te zeggen: "Leuk je te ontmoeten. Ik zie je vast wel weer binnenkort". Als het gesprek heel goed verloopt - ze lacht en flirt met haar ogen - kun je om haar telefoonnummer vragen. Gewoon heel simpel: "Hee, mag ik je telefoonnummer? Misschien kunnen we een keertje afspreken". 5. Blijf haar op school aanspreken. Een gesprek hoeft je niet meteen te maken of breken, gelukkig. Als je de eerste keer geen al te beste indruk op haar hebt gemaakt, knoop dan de volgende keer nog eens een praatje aan. Misschien stelt ze zich dan wat meer open. Praat niet over auto's of andere oninteressante dingen, behalve als zij daar graag over praat, want anders vindt ze het misschien vervelend. Stel vragen om haar aan de praat te houden: "Hoe vind je het hier op school?", "Weet jij al wat je gaat studeren?", "Wat vind jij leuke café's/clubs om uit te gaan?" Vertel haar grappen of grappige verhalen. Meisjes zijn dol op jongens met gevoel voor humor. Hou het luchtig, of zelfs een een beetje sarcastisch. Als ze grapjes over jou maakt, vat het dan niet persoonlijk op en probeer om jezelf te lachen. Wees er voor haar. Als ze een zwemwedstrijd heeft verloren, laat dan zien dat je het rot voor haar vindt en dat je er voor haar bent. Als ze laat weten dat ze daar niet op zit te wachten, laat haar dan met rust. Maar als ze twijfelt kan dat net de doorslag geven. 6. Plaats haar niet op een voetstuk. Een van de grootste fouten die jongens maken is dat ze soms alle aandacht op het meisje richten en niet op zichzelf. Meisjes willen graag weten wat een leuke jongen jij bent. Schep niet op over jezelf, maar vergeet ook niet om haar leuke dingen over jezelf te vertellen (dat je gitaar speelt, voetbalt, fotografeert, enz.). Er moet een goede balans zijn tussen twee mensen. Omdat je een meisje toevallig waardeert, hoeft ze jou nog niet te waarderen. Ze waardeert alleen jongens die ze aantrekkelijk vindt, net zoals jij meisjes waardeert de jij aantrekkelijk vindt. Dus laat haar zien dat je aantrekkelijk bent door te vertellen over je interesses, meningen, waarden en hobby's. 7. Sluit de deal. Een andere grote fout die jongens kunnen maken is dat ze het meisje uiteindelijk niet mee uitvragen. Dan komt er nooit iets op gang. Zorg dat je de vaart erin houdt als je een relatie wilt met een meisje. Kom fysiek een stapje verder door haar hand even aan te raken of haar te kietelen. Later kun je haar omhelzen of kussen. Breng het gesprek een niveau hoger door haar telefoonnummer te vragen en haar te bellen; als je te verlegen bent om dat te doen kun je om haar Facebook vragen. Veel jongens vragen nooit om het telefoonnummer van een meisje. Het meisje denkt dan dat hij haar niet leuk vindt. Trap niet in die val. 8. Zorg voor een beetje klasse. Als je een beetje gevoel voor mode en lichaamsverzorging hebt, zullen meisjes je aantrekkelijker vinden als je op de middelbare school zit. Als je op dit moment alleen lelijke truien, oude spijkerbroeken en afgetrapte sneakers draagt, is het tijd voor wat anders. Doe je haar leuk, koop een shirt dat goed past en draag wat nettere schoenen. Zorg ervoor dat je schoon bent. Meisjes houden van schone jongens. Douche regelmatig, poets en flos je tanden. Je moet lekker ruiken om indruk te maken. Koop of zoek een broek die goed past. Als je wat dikker bent, kun je beter een iets losser vallende broek nemen (maar zorg dat je er niet in verzuipt). Een skinny-jeans is waarschijnlijk niet de beste keuze, behalve als het echt goed staat. Koop of zoek een paar leuke T-shirts. Er hoeven geen draken of vreemde patronen op je shirts te staan om indruk te maken op een meisje. Een effen shirt of een shirt met strepen is goed. Koop of zoek een paar eenvoudige, zachte truien of jasjes. Geef het meisje een goede reden om dichtbij je te willen staan. Een V-hals is op dit moment heel hip. Een boothals of hoodie is ook altijd goed. Kies iets wat bij je past. Laat je haar leuk knippen. Ja, misschien moet je iets meer dan 15 euro uitgeven voor de kapper. Maar dat is het wel waard. Kijk maar eens in wat modetijdschriften en neem een plaatje mee van een leuk kapsel. 9. Wees vriendelijk. Meisjes voelen zich aangetrokken tot jongens die veel mensen om zich heen hebben. Als je sociaal bent heb je vaak veel vrienden. Dus praat veel met anderen en leer een hoop mensen kennen op school, in de klas, enz. Lach en glimlach veel. Probeer het met iedereen leuk te hebben. Als je er niet uitziet of je het naar je zin hebt, kan ze daarop afknappen. Ga dingen doen die je leuk vindt. De middelbare school kan voor veel mensen zwaar zijn, omdat ze nog moeten uitvinden wat ze leuk vinden en wat niet. Als je hobby's, interesses of eigenaardigheden hebt, probeer dan andere mensen te vinden die deze passie delen. De kans is groot dat je goed met hen kunt opschieten. Bewijs andere mensen een dienst. Laat niet over je heenlopen en laat je niet uitbuiten, maar help mensen die je vertrouwt en waardeert. Dan stijg je op de sociale ladder. Doe dingen buiten school. Een jongen die een sociale kring buiten school heeft, trekt veel mensen aan (zowel jongens als meisjes), omdat de kringen op school vaak minder spannend en levendig zijn. 10. Sta achter je mening. Meisjes zijn dol op jongens die een doel hebben in hun leven en die voor zichzelf opkomen. Als een meisje gemeen tegen je doet, accepteer dat dan niet. Zeg haar dat dat niet aardig was, en dat je geen zin hebt om met haar om te gaan. Ga niet helemaal uit je dak, maar zeg het op de manier zoals je het ook tegen je broertje of zusje zou zeggen. 11. Wees niet bang om afgewezen te worden. Natuurlijk is een afwijzing niet leuk: niemand wil zich ontoereikend voelen, en als je afgewezen wordt voel je je soms wel zo. Maar afwijzing hoort ook bij het leven. Vestig niet alle hoop op een meisje. Doe dat pas als je een relatie met haar hebt, als het zo ver komt. Maar het is niet gezond om dat voor die tijd al te doen. Als je al een tijd lang niet bent afgewezen, heb je het niet vaak genoeg geprobeerd. Normale jongens -- jongens die niet Brad Pitt of George Clooney heten -- worden voortdurend afgewezen. Als jij niet wordt afgewezen probeer je het ook niet. Blijf het proberen. Krabbel weer op als een meisje je van je stuk heeft gebracht. Als je alleen maar blijft kniezen over je problemen en je zelfvertrouwen afgebrokkeld is, word je alleen maar minder aantrekkelijk voor meisjes. Probeer vrolijk te blijven en laat een afwijzing van je afglijden.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Meisjes-versieren-op-de-middelbare-school", "language": "nl"}
Uitvinden of je oogmijten hebt	Oogmijten, die miniatuurspinachtigen die gerelateerd zijn aan spinnen, lijken sciencefiction. Ze hebben acht poten en nestelen zich op de onderkant of de klieren van je wimpers. Oogmijten voeden zich met huidcellen en oliën die je lichaam produceert. Als je vatbaar bent voor oogmijten, kan je allergisch reageren of zelfs een ontsteking krijgen aan een ooglid genaamd blefaritis (ooglidontsteking). Ondanks dat oogmijten alleen te vinden zijn rond het oog kan het heel goed zijn dat ze zich naar andere delen van je lichaam verplaatsen, dus is het wel belangrijk om een diagnose te stellen. 1. Let op allergische reacties. Oogmijten dragen bacteriën met zich mee waardoor je een ontsteking kan krijgen, vooral als je eerder een diagnose rosacea hebt gekregen. Als je rosacea hebt, let dan vooral op veranderingen met betrekking tot je oog. Voorbeelden van een allergische reactie kunnen zijn: Waterige ogen Je ogen doen pijn Rode ogen Gezwollen ogen 2. Denk na over hoe je ogen aanvoelen. De meesten onder ons weten het als er een wimper in je oog is belandt, want dat voelt alsof er iets in je oog zit. Oogmijten geven je ook het gevoel dat er een vreemd voorwerp in je oog zit. Je oogleden kunnen ook jeuken en je kan een brandend gevoel hebben in je ogen. Je moet er ook op letten of je gezichtsvermogen is veranderd. Als je gezichtsvermogen wazig is geworden kan je wel eens oogmijten hebben. 3. Kijk naar je ogen. Helaas kan je niet constateren of je oogmijten hebt door naar je wimpers en oogleden te kijken. Ze zijn zo klein dat ze alleen waarneembaar zijn onder vergroting. Maar je kan wel zien dat je oogleden dikker of korstig zijn als je last hebt van mijten. En je kan wimpers verliezen door mijten. Je ooglid kan ook rood worden als je mijten hebt, vooral langs de rand of zijkant. 4. Overweeg risicofactoren. De kans op oogmijten wordt groter naarmate je ouder wordt. Sommige onderzoeken schatten dat meer dan 80% van de mensen boven de 60 jaar oogmijten heeft en dat deze kleine wezens ook vaak aanwezig zijn bij kinderen. Mensen met de rosacea huidaandoening hebben vaak oogmijten. Oogmijten komen even vaak voor bij mannen als bij vrouwen met eenzelfde verspreiding wereldwijd zonder onderscheid naar ras. 5. Neem contact op met je huisarts. Als je last hebt van één van deze symptomen, kun je oogmijten hebben. Helaas zijn de mijten zo klein dat je dit niet kunt vaststellen door naar je ogen te kijken. En doordat deze symptomen ook door andere oogproblemen kunnen ontstaan zal je naar een dokter moeten om te weten of je oogmijten hebt. Je kan ook een oogarts raadplegen voor een oogmijten-diagnose of om vast te stellen of er sprake is van een ander oogprobleem die de symptomen veroorzaken. 6. Vraag om een onderzoek. De dokter zal je onderzoeken met een spleetlampmicroscoop. Als je al eens een oogonderzoek hebt gehad, dan gebruikte de dokter de spleetlamp. Je zit met je kin en voorhoofd op een steun terwijl een fel licht en een microscoop de voorkant van je ogen onderzoeken. De dokter zoekt naar de kleine mijten die zich hebben genesteld op de basis van je wimper. Soms zal de dokter één of twee wimpers uittrekken om die nader te onderzoeken onder een microscoop. Sommige dokters trekken een wimper uit om te zoeken naar mijten onder de microscoop. Als de dokter geen mijten vindt zal hij verder kijken naar andere condities die het oog kunnen irriteren (zoals allergieën of een vreemd voorwerp in je ogen). 7. Was je ogen. Mix gelijke delen tea tree-olie met een olijfolie, ricinusolie, avocado-olie of jojobaolie. Dip een wattenschijfje in het mengsel en wrijf zachtjes rondom je oogleden en ogen. Laat de oplossing op je ogen zitten zolang het niet gaat prikken. Als het wel gaat prikken, spoel dan je ogen met warm water. Herhaal gebruik van deze oplossing om de vier uur voor één week en daarna om de acht uur voor drie weken. Je zal het wassen van je wimpers en ogen moeten voortzetten zo lang als de levensduur van oogmijten (vier weken). Omdat tea tree-olie kan irriteren kan je het beste advies vragen aan je oogdokter over het gebruik hiervan. 8. Vervang je oogmake-up. Het is niet duidelijk of gebruik van oogmake-up het risico op oogmijten vergroot, maar als je oogmake-up gebruik (in het bijzonder mascara) zorg er dan voor dat de mascara niet oud is en goed afgesloten. Vergeet niet je make-upborstels tenminste twee keer per maand te wassen. Volg dit schema voor het vervangen van je make-up: Vloeibare eyeliner: elke drie maanden Crème-oogschaduw: elke zes maanden Potlood-eyeliner en poeders: elke twee jaar Mascara: elke drie maanden 9. Was je linnengoed. Omdat mijten kunnen overleven in kleding en lakens (maar zeer gevoelig zijn voor hitte) was je al je kleding, handdoeken, lakens, kussenslopen, zakdoeken, dekens en al het overige materiaal dat in contact is geweest met je ogen en huid in heet zeepwater. Droog deze heet. Doe dit minimaal één keer per week. Je moet ook je huisdieren controleren op mijten en hun linnengoed wassen. 10. Vraag een medische behandeling. Je dokter zal je waarschijnlijk adviseren om te spoelen met tea tree-olie. Hij of zij kan je een receptvrij product zoals Permethrin of Ivermectine aanbevelen, maar er is nog meer onderzoek nodig om hun doeltreffendheid te bepalen. Je zal ook een hoge standaard van hygiëne moeten aanhouden voor een aantal weken, zodat de mijten geen broedeieren achterlaten en zo je oogleden opnieuw bevolken. Als je vermoedt dat je oogmijten hebt, ga dan eerst naar je huisarts vooraleer een behandeling te starten. Dit is vooral belangrijk als je eerder rosacea hebt gehad omdat oogmijten een bacteriële ontsteking kunnen veroorzaken.	nl.wikihow.com	{"url": "https://nl.wikihow.com/Uitvinden-of-je-oogmijten-hebt", "language": "nl"}

Subsets and Splits

No community queries yet

The top public SQL queries from the community will appear here once available.