text
stringlengths
80
6.25k
text_len
int64
32
3.12k
src
stringclasses
7 values
inname van een pil werd gedefinieerd als het openen en sluiten van een deksel van een compartiment Adherentie was berekend als het percentage van dagen waarop een correcte dosering was ingenomen Het afkappunt was op ##% gezet De Morisky Medication Adherence Scale (MMAS-#) en een Visual Analog Scale (VAS) waren de onderzochte vragenlijsten De MMAS-# bevat acht items ter bepaling van de uitgebreidheid van adherentie en redenen voor nonadherentie Een score lager dan # is een indicatie voor lage adherentie, een score van # of # duidt op middelmatige adherentie en een score van # is een indicatie voor hoge adherentie De VAS bestaat uit een genummerde lijn van #% tot ###% met intervallen van ##% Voor elk gebruikt medicijn markeert een patiënt met een X op de lijn zijn of haar schatting wat betreft adherentie Auteurs hanteerden een afkappunt lager dan ##% als indicatie voor lage adherentie Tijdens het eerste bezoek aan de kliniek werd de elektronische medicatieverpakking uitgereikt en ten tijde van het tweede bezoek werden de vragenlijsten afgenomen en de medicatieverpakking teruggegeven Op basis van de referentie test werd ##% van ### patiënten geclassificeerd Testaccuratesse werd onder andere met sensitiviteit en specificiteit en positieve en negatieve likelihood ratio gekwantificeerd De likelihood ratio geeft een indicatie voor de toepasbaarheid van een diagnostische test Een LR+ van ## of meer of een LR- lager dan #,# worden als een afkappunt gehanteerd voor een diagnostische test die in de praktijk zou kunnen worden ingezet Voor de interpretatie van de LR werd aangenomen dat de prevalentie van non-adherentie onder patiënten met In de studie van Gallagher (###) worden resultaten van twee verschillende afkappunten berekend De verschillende vergelijkingen betrof een score lager dan # versus een score van # of meer of een score lager dan Op basis van deze uitslag had MMAS-# een sensitiviteit van ##% (##%BI ## tot ##) en een specificiteit van ##% prevalentie van ##% neemt de waarschijnlijkheid op non-adherentie toe naar ##% Met andere woorden, de verkregen informatie uit de MMAS-# draagt minimaal bij aan het vaststellen van de waarschijnlijkheid dat de De waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is, neemt nauwelijks af bij een score van # tot #; van ##% Bij een score lager dan # versus een score van # was de sensitiviteit ##% (##%BI ##% tot ##%) en de waarschijnlijkheid van non-adherentie neemt toe van ##% naar ##% De negatieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot #,##) De waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is, neemt af van ##% naar ##% bij Er waren geen data gerapporteerd over eventueel gemaakte kosten In de studie van Gallagher, ### worden resultaten van met twee verschillende afkappunten berekend Het gehanteerde afkappunten voor VAS waren een score lager dan ##% versus ##% tot ###% en lager dan ###% (##%BI ##% tot ###%) De positieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot ##,#) Anders gezegd neemt de.
690
fms
Voor de interpretatie van de LR werd aangenomen dat de prevalentie van non-adherentie onder patiënten met In de studie van Gallagher (###) worden resultaten van twee verschillende afkappunten berekend De verschillende vergelijkingen betrof een score lager dan # versus een score van # of meer of een score lager dan Op basis van deze uitslag had MMAS-# een sensitiviteit van ##% (##%BI ## tot ##) en een specificiteit van ##% prevalentie van ##% neemt de waarschijnlijkheid op non-adherentie toe naar ##% Met andere woorden, de verkregen informatie uit de MMAS-# draagt minimaal bij aan het vaststellen van de waarschijnlijkheid dat de De waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is, neemt nauwelijks af bij een score van # tot #; van ##% Bij een score lager dan # versus een score van # was de sensitiviteit ##% (##%BI ##% tot ##%) en de waarschijnlijkheid van non-adherentie neemt toe van ##% naar ##% De negatieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot #,##) De waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is, neemt af van ##% naar ##% bij Er waren geen data gerapporteerd over eventueel gemaakte kosten In de studie van Gallagher, ### worden resultaten van met twee verschillende afkappunten berekend Het gehanteerde afkappunten voor VAS waren een score lager dan ##% versus ##% tot ###% en lager dan ###% (##%BI ##% tot ###%) De positieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot ##,#) Anders gezegd neemt de De benoemde prevalentie neemt toe van ##% naar ##% De negatieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot #,##) Ook bij deze test neemt de waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is nauwelijks af bij een score hoger dan ##%; van ##% naar het hanteren van deze afkapwaarden De positieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot #,##) De waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is maar minimaal af bij een score van ###%; van ##% naar ##% Beide meetinstrumenten zijn maar beperkt toepasbaar in het vaststellen van adherentie Zoals verwacht werd in deze studie, werd door deelnemers hun adherentie overschat Op basis van de referentietest was ##% adherent Test # & test # De bewijskracht voor de uitkomstmaat testaccuratesse is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias) en het geringe aantal patiënten (imprecisie) Vanwege het ontbreken van data is het niet mogelijk de bewijskracht te graderen voor de uitkomstmaat kosten Is een directe of indirect methode ter beoordeling van adherentie vergelijkbaar met een referentietest bestaande uit elektronisch monitoren of een spiegelbepaling van het geneesmiddel bij patiënten met hypertensie die hun De werkgroep achtte test accuratesse een voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaat; en kosten een voor de De werkgroep definieerde geen klinisch relevant verschillen voor de genoemde uitkomstmaten In de databases Medline (OVID), Embase en de Cochrane Library is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews van observationele studies of naar observationele studies De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording.
728
fms
naar ##% De negatieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot #,##) Ook bij deze test neemt de waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is nauwelijks af bij een score hoger dan ##%; van ##% naar het hanteren van deze afkapwaarden De positieve likelihood ratio was #,## (##%BI #,## tot #,##) De waarschijnlijkheid dat een patiënt non-adherent is maar minimaal af bij een score van ###%; van ##% naar ##% Beide meetinstrumenten zijn maar beperkt toepasbaar in het vaststellen van adherentie Zoals verwacht werd in deze studie, werd door deelnemers hun adherentie overschat Op basis van de referentietest was ##% adherent Test # & test # De bewijskracht voor de uitkomstmaat testaccuratesse is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias) en het geringe aantal patiënten (imprecisie) Vanwege het ontbreken van data is het niet mogelijk de bewijskracht te graderen voor de uitkomstmaat kosten Is een directe of indirect methode ter beoordeling van adherentie vergelijkbaar met een referentietest bestaande uit elektronisch monitoren of een spiegelbepaling van het geneesmiddel bij patiënten met hypertensie die hun De werkgroep achtte test accuratesse een voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaat; en kosten een voor de De werkgroep definieerde geen klinisch relevant verschillen voor de genoemde uitkomstmaten In de databases Medline (OVID), Embase en de Cochrane Library is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews van observationele studies of naar observationele studies De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische review (gezocht in tenminste twee databases met een objectieve en transparante zoekstrategie, data extractie en methodologische beoordeling) of observationele studies van een test ter beoordeling van adherentie van antihypertensiva met als referentietest een elektronische medicatieverpakking of de eerder gedefinieerde gouden standaard Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording), en één studie Eén onderzoek is opgenomen in de literatuuranalyse De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn <PERSOON> A, et al Evaluation of Adherence Should Become an Integral Part of Assessment of <PERSOON> JA Microelectronic systems for monitoring and enhancing patient compliance with medication regimens Drugs Gallagher BD, Muntner P, <PERSOON> N, et al Are two commonly used self-report questionnaires useful for identifying <PERSOON> JY, Kusek JW, Greene PG, et al Assessing medication adherence by pill count and electronic monitoring in the African American Study of Kidney Disease and Hypertension (AASK) <PERSOON> W, et al Compliance in hypertension facts and concepts <PERSOON> is more important for the efficiency of hypertension treatment hypertension stage, type <PERSOON> JE, <PERSOON> WS Evidence based management of hypertension What to do when blood pressure is difficult to.
602
fms
grond van de volgende selectiecriteria systematische review (gezocht in tenminste twee databases met een objectieve en transparante zoekstrategie, data extractie en methodologische beoordeling) of observationele studies van een test ter beoordeling van adherentie van antihypertensiva met als referentietest een elektronische medicatieverpakking of de eerder gedefinieerde gouden standaard Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording), en één studie Eén onderzoek is opgenomen in de literatuuranalyse De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn <PERSOON> A, et al Evaluation of Adherence Should Become an Integral Part of Assessment of <PERSOON> JA Microelectronic systems for monitoring and enhancing patient compliance with medication regimens Drugs Gallagher BD, Muntner P, <PERSOON> N, et al Are two commonly used self-report questionnaires useful for identifying <PERSOON> JY, Kusek JW, Greene PG, et al Assessing medication adherence by pill count and electronic monitoring in the African American Study of Kidney Disease and Hypertension (AASK) <PERSOON> W, et al Compliance in hypertension facts and concepts <PERSOON> is more important for the efficiency of hypertension treatment hypertension stage, type <PERSOON> JE, <PERSOON> WS Evidence based management of hypertension What to do when blood pressure is difficult to Patient compliance with antihypertensive regimens <PERSOON> J Patient compliance with prescribed drug regimens overview of the past ## years of research Clinical van <PERSOON-##> AG, et al Assessing medication adherence simultaneously by electronic Betrek openbare apothekers bij het toepassen van een interventie ter bevordering van adherentie bij bloeddrukverlagende behandeling De openbare apotheker heeft verschillende tools ter beschikking om hier invulling aan te geven, zoals aflevergegevens van medicatieverpakkingen en de daaraan gerelateerde analysetools, een zogenaamd medicijngesprek met voorlichting en het benutten van de contactmomenten die de Overweeg het gebruik van elektronische medicatieverpakkingen, ook wel Medication Event Monitoring Systems genoemd, en het integreren van de toepassing daarvan met een behandelcontact met een arts, apotheker of andere zorgverlener ter bevordering van adherentie bij bloeddrukverlagende behandeling Gebruik ter bevordering van adherentie van de bloeddrukverlagende behandeling in het kader van secundaire preventie bij patiënten die een cardiovasculaire gebeurtenis hebben doorgemaakt én bij patiënten met een lage sociaaleconomische status complexe interventies (dat wil zeggen gericht op zowel patiënten als zorgverleners) Overweeg ter bevordering van adherentie van de bloeddrukverlagende behandeling bij patiënten met een lage sociaaleconomische status gedragsmatige interventies toe te passen, die zijn gebaseerd op de sociaalcognitieve theorie en gericht op het bevorderen van het gezondheidsgedrag van de patiënt Het meest opvallende uit de boven beschreven studies is dat zowel bloeddruk als adherentie verschillend gemeten werden of soms niet goed beschreven was hoe ze gemeten waren In één studie viel zelfs op dat er.
545
fms
with antihypertensive regimens <PERSOON> J Patient compliance with prescribed drug regimens overview of the past ## years of research Clinical van <PERSOON> AG, et al Assessing medication adherence simultaneously by electronic Betrek openbare apothekers bij het toepassen van een interventie ter bevordering van adherentie bij bloeddrukverlagende behandeling De openbare apotheker heeft verschillende tools ter beschikking om hier invulling aan te geven, zoals aflevergegevens van medicatieverpakkingen en de daaraan gerelateerde analysetools, een zogenaamd medicijngesprek met voorlichting en het benutten van de contactmomenten die de Overweeg het gebruik van elektronische medicatieverpakkingen, ook wel Medication Event Monitoring Systems genoemd, en het integreren van de toepassing daarvan met een behandelcontact met een arts, apotheker of andere zorgverlener ter bevordering van adherentie bij bloeddrukverlagende behandeling Gebruik ter bevordering van adherentie van de bloeddrukverlagende behandeling in het kader van secundaire preventie bij patiënten die een cardiovasculaire gebeurtenis hebben doorgemaakt én bij patiënten met een lage sociaaleconomische status complexe interventies (dat wil zeggen gericht op zowel patiënten als zorgverleners) Overweeg ter bevordering van adherentie van de bloeddrukverlagende behandeling bij patiënten met een lage sociaaleconomische status gedragsmatige interventies toe te passen, die zijn gebaseerd op de sociaalcognitieve theorie en gericht op het bevorderen van het gezondheidsgedrag van de patiënt Het meest opvallende uit de boven beschreven studies is dat zowel bloeddruk als adherentie verschillend gemeten werden of soms niet goed beschreven was hoe ze gemeten waren In één studie viel zelfs op dat er Dit doet vermoeden dat adherentie niet goed gemeten is Voor het rapporteren van adherentie werd meestal zelfrapportage gebruikt en werd slechts in enkele studies de gouden standaard voor het objectief meten van adherentie in de vorm van een elektronische medicatieverpakking gebruikt Echter, de review die de invloed van elektronische medicatieverpakkingen op adherentie onderzocht liet ook geen grote effecten zien Van de studies die wel effect op bloeddruk en adherentie lieten zien, viel op dat het vaak complexe interventies betrof, De kosteneffectiviteit van bloeddrukverlagende therapie vormt een ander belangrijk aspect van de behandeling van hypertensie Er zijn internationale, maar ook nationale modelling studies gedaan naar de kosteneffectiviteit van behandeling met antihypertensiva in verschillende leeftijdscategorieën en zowel in de primaire als secundaire preventie-setting Een Amerikaans onderzoek (Moran, ###) liet zien dat behandeling van mannen en vrouwen tussen ## en <LEEFTIJD> jaar met een bekende cardiovasculaire aandoening of zogenaamde stadium # hypertensie (dat behandeling van stadium # hypertensie (systolische bloeddruk ### tot ### en diastolische ## tot ## mmHg) in mannen en vrouwen tussen ## en <LEEFTIJD> jaar In dit onderzoek waren maatregelen ter bevordering van adherentie kosteneffectief tot een investering van $<DATUM> per patiënt in mannen met een cardiovasculaire aandoening, tot $### in mannen met stadium # hypertensie zonder cardiovasculaire aandoening en tot $### in vrouwen met een cardiovasculaire aandoening In een Nederlandse studie van Over (###), uitgevoerd door het <INSTELLING>, is gekeken naar de mogelijke effecten van (betere) therapietrouw op gezondheid en doelmatigheid bij statines en bloeddrukverlagers.
585
fms
Dit doet vermoeden dat adherentie niet goed gemeten is Voor het rapporteren van adherentie werd meestal zelfrapportage gebruikt en werd slechts in enkele studies de gouden standaard voor het objectief meten van adherentie in de vorm van een elektronische medicatieverpakking gebruikt Echter, de review die de invloed van elektronische medicatieverpakkingen op adherentie onderzocht liet ook geen grote effecten zien Van de studies die wel effect op bloeddruk en adherentie lieten zien, viel op dat het vaak complexe interventies betrof, De kosteneffectiviteit van bloeddrukverlagende therapie vormt een ander belangrijk aspect van de behandeling van hypertensie Er zijn internationale, maar ook nationale modelling studies gedaan naar de kosteneffectiviteit van behandeling met antihypertensiva in verschillende leeftijdscategorieën en zowel in de primaire als secundaire preventie-setting Een Amerikaans onderzoek (Moran, ###) liet zien dat behandeling van mannen en vrouwen tussen ## en <LEEFTIJD> jaar met een bekende cardiovasculaire aandoening of zogenaamde stadium # hypertensie (dat behandeling van stadium # hypertensie (systolische bloeddruk ### tot ### en diastolische ## tot ## mmHg) in mannen en vrouwen tussen ## en <LEEFTIJD> jaar In dit onderzoek waren maatregelen ter bevordering van adherentie kosteneffectief tot een investering van $<DATUM> per patiënt in mannen met een cardiovasculaire aandoening, tot $### in mannen met stadium # hypertensie zonder cardiovasculaire aandoening en tot $### in vrouwen met een cardiovasculaire aandoening In een Nederlandse studie van Over (###), uitgevoerd door het <INSTELLING>, is gekeken naar de mogelijke effecten van (betere) therapietrouw op gezondheid en doelmatigheid bij statines en bloeddrukverlagers medicatie volgens voorschrift in <LOCATIE> ### ### QALYs voor statines en ### ### QALYs voor bloeddrukverlagers op kan leveren De verhouding tussen meerkosten door meer medicatie en meer controles en gezondheidswinst ligt voor deze scenario’s tussen de €<DATUM> en €<DATUM> per QALY De maximale interventiekosten per persoon bij wie door een interventie een betere therapietrouw zou worden behaald mogen dan niet hoger zijn dan €### tot €<DATUM> afhankelijk van het soort medicatie en het soort therapietrouw Een betere therapietrouw bij bloeddrukverlagers levert dus veel gezondheidswinst op tegen relatief lage kosten Daarmee onderstrepen deze studies de relevantie van het meenemen van therapietrouw bij kosteneffectiviteitsberekeningen van geneesmiddelen Ook maken ze wellicht de weg vrij om maatregelen ter bevordering van adherentie te gaan vergoeden in het zorgpakket Als voorbeeld zijn nogmaals de MEMS te noemen De kosten voor een MEMS-deksel bedragen ongeveer €## per stuk en daarbij moeten ook nog aparte medicijnflacons gekocht worden omdat de deksels niet op de reguliere potjes passen (KNMP) In totaal is een apotheker- die hiernaast ook nog personeel moet inzetten om de potjes weer in te nemen en de gegevens te analyseren – voor ## MEMS-deksels en honderd potjes ongeveer €# ### exclusief btw kwijt De besproken studie naar patiënten met hypertensie en een cardiovasculaire aandoening, in dit geval een TIA of herseninfarct, laat een significant effect op de bloeddruk zien van verschillende toegepaste interventies, waarbij maar # studie was gebaseerd op de sociaal-cognitieve theorie en gericht op het bevorderen van het.
628
fms
voorschrift in <LOCATIE> ### ### QALYs voor statines en ### ### QALYs voor bloeddrukverlagers op kan leveren De verhouding tussen meerkosten door meer medicatie en meer controles en gezondheidswinst ligt voor deze scenario’s tussen de €<DATUM> en €<DATUM> per QALY De maximale interventiekosten per persoon bij wie door een interventie een betere therapietrouw zou worden behaald mogen dan niet hoger zijn dan €### tot €<DATUM> afhankelijk van het soort medicatie en het soort therapietrouw Een betere therapietrouw bij bloeddrukverlagers levert dus veel gezondheidswinst op tegen relatief lage kosten Daarmee onderstrepen deze studies de relevantie van het meenemen van therapietrouw bij kosteneffectiviteitsberekeningen van geneesmiddelen Ook maken ze wellicht de weg vrij om maatregelen ter bevordering van adherentie te gaan vergoeden in het zorgpakket Als voorbeeld zijn nogmaals de MEMS te noemen De kosten voor een MEMS-deksel bedragen ongeveer €## per stuk en daarbij moeten ook nog aparte medicijnflacons gekocht worden omdat de deksels niet op de reguliere potjes passen (KNMP) In totaal is een apotheker- die hiernaast ook nog personeel moet inzetten om de potjes weer in te nemen en de gegevens te analyseren – voor ## MEMS-deksels en honderd potjes ongeveer €# ### exclusief btw kwijt De besproken studie naar patiënten met hypertensie en een cardiovasculaire aandoening, in dit geval een TIA of herseninfarct, laat een significant effect op de bloeddruk zien van verschillende toegepaste interventies, waarbij maar # studie was gebaseerd op de sociaal-cognitieve theorie en gericht op het bevorderen van het Desalniettemin lijken complexe interventies, dat wil zeggen met gebruik van verschillende technieken om het gedrag te beïnvloeden, bij deze groep patiënten wel aan te bevelen Uit het onderzoek naar patiënten met een lage sociaaleconomische status kwam duidelijk naar voren dat interventies die zich richtten op zowel de arts als de patiënt het meest succesvol waren in het verlagen van de bloeddruk Bij het bevorderen van adherentie spelen artsen en patiënten dan ook vermoedelijk meer overlappende rollen dan vaak wordt gedacht Hierin ligt een belangrijke verantwoordelijkheid bij de arts die het starten met bloeddrukverlagende behandeling wellicht breder zou kunnen zien dan alleen het uitschrijven van een recept en het als een werkelijke interventie zou kunnen beschouwen Hierbij is de setting van belang waarin hij of zij medicatie voorschrijft Ook ligt er verantwoordelijkheid bij de apotheker die informatie geeft over de voorgeschreven medicatie Hierbij zou hij of zij ook (nog) actiever gebruik moeten maken van zogenaamde cognitieve gedragsveranderende technieken zoals ‘motivational interviewing’ en hierin besloten ook actiever kunnen bijdragen aan het evalueren van het beoogde behandeleffect (of het ontbreken daarvan) Ook kan de arts of apotheker of een andere zorgverlener die patiënt hierin begeleidt wellicht meer rekening houden met de De review toonde aan dat zorg voor patiënten ter bevordering van adherentie met interventies uitgevoerd door openbare apothekers (inclusief het in de apotheek meten van bloeddruk) resulteerde in een significante verlaging van de bloeddruk en significante verbetering in adherentie Toekomstige onderzoeken naar de bevordering van.
584
fms
Desalniettemin lijken complexe interventies, dat wil zeggen met gebruik van verschillende technieken om het gedrag te beïnvloeden, bij deze groep patiënten wel aan te bevelen Uit het onderzoek naar patiënten met een lage sociaaleconomische status kwam duidelijk naar voren dat interventies die zich richtten op zowel de arts als de patiënt het meest succesvol waren in het verlagen van de bloeddruk Bij het bevorderen van adherentie spelen artsen en patiënten dan ook vermoedelijk meer overlappende rollen dan vaak wordt gedacht Hierin ligt een belangrijke verantwoordelijkheid bij de arts die het starten met bloeddrukverlagende behandeling wellicht breder zou kunnen zien dan alleen het uitschrijven van een recept en het als een werkelijke interventie zou kunnen beschouwen Hierbij is de setting van belang waarin hij of zij medicatie voorschrijft Ook ligt er verantwoordelijkheid bij de apotheker die informatie geeft over de voorgeschreven medicatie Hierbij zou hij of zij ook (nog) actiever gebruik moeten maken van zogenaamde cognitieve gedragsveranderende technieken zoals ‘motivational interviewing’ en hierin besloten ook actiever kunnen bijdragen aan het evalueren van het beoogde behandeleffect (of het ontbreken daarvan) Ook kan de arts of apotheker of een andere zorgverlener die patiënt hierin begeleidt wellicht meer rekening houden met de De review toonde aan dat zorg voor patiënten ter bevordering van adherentie met interventies uitgevoerd door openbare apothekers (inclusief het in de apotheek meten van bloeddruk) resulteerde in een significante verlaging van de bloeddruk en significante verbetering in adherentie Toekomstige onderzoeken naar de bevordering van interventie en de zogenaamde therapiegerelateerde factoren zoals de duur, de intensiteit en het gebruik van Het therapeutische effect van voorgeschreven medicatie voor chronisch gebruik wordt verkleind door het niet adherent zijn in gemiddeld de helft van de gevallen (Zedler, ###) en in ongeveer ##% van de patiënten met onder andere hypertensie (Checchi, ###) In de klinische praktijk is het niet adherent zijn bij het innemen van bloeddrukverlagende medicatie de belangrijkste oorzaak voor het niet behalen van de streefwaarde bij mortaliteit ook uit Interventies die bedoeld zijn om adherentie te bevorderen variëren in effectiviteit, wat vermoedelijk ook samenhangt met grote interindividuele variabiliteit in factoren van gedrag die eventueel leiden tot (juiste) inname van medicatie Tot op heden kennen de beschreven studies aanzienlijke methodologische beperkingen Het is belangrijk om te zoeken naar het effect op adherentie van interventies die berusten op Ondanks het belang van adherentie en het potentiele risico van medicatieontrouw, is er nog geen gouden standaard om te bepalen of het gedrag van patiënten te veranderen is van onwenselijk naar wenselijk Er zijn verschillende typen interventies mogelijk om gedrag te veranderen, zoals het versimpelen van dosering of het geven van educatie Het begrijpen van het gedrag van de patiënt en alle achterliggende factoren, zowel interne cruciaal om te weten welke interventie(s) effectief zal/zullen zijn bij betreffende patiënt Een interventie moet rekening houden met al deze factoren om zo het gedrag van de patiënt zo goed mogelijk en werkelijk te beïnvloeden Hulpmiddelen hierbij zijn theorieën over gedragsverandering Zo is de gespreksmethode.
564
fms
factoren zoals de duur, de intensiteit en het gebruik van Het therapeutische effect van voorgeschreven medicatie voor chronisch gebruik wordt verkleind door het niet adherent zijn in gemiddeld de helft van de gevallen (Zedler, ###) en in ongeveer ##% van de patiënten met onder andere hypertensie (Checchi, ###) In de klinische praktijk is het niet adherent zijn bij het innemen van bloeddrukverlagende medicatie de belangrijkste oorzaak voor het niet behalen van de streefwaarde bij mortaliteit ook uit Interventies die bedoeld zijn om adherentie te bevorderen variëren in effectiviteit, wat vermoedelijk ook samenhangt met grote interindividuele variabiliteit in factoren van gedrag die eventueel leiden tot (juiste) inname van medicatie Tot op heden kennen de beschreven studies aanzienlijke methodologische beperkingen Het is belangrijk om te zoeken naar het effect op adherentie van interventies die berusten op Ondanks het belang van adherentie en het potentiele risico van medicatieontrouw, is er nog geen gouden standaard om te bepalen of het gedrag van patiënten te veranderen is van onwenselijk naar wenselijk Er zijn verschillende typen interventies mogelijk om gedrag te veranderen, zoals het versimpelen van dosering of het geven van educatie Het begrijpen van het gedrag van de patiënt en alle achterliggende factoren, zowel interne cruciaal om te weten welke interventie(s) effectief zal/zullen zijn bij betreffende patiënt Een interventie moet rekening houden met al deze factoren om zo het gedrag van de patiënt zo goed mogelijk en werkelijk te beïnvloeden Hulpmiddelen hierbij zijn theorieën over gedragsverandering Zo is de gespreksmethode model Hierin worden verschillende stadia van motivatie van de patiënt beschreven, en hier wordt rekening mee Vaak bestaan gedragsveranderende interventies uit meerdere technieken om het gedrag te beïnvloeden, wat ze tot complexe interventies maakt Bovendien is bij het gebruik van meerdere technieken het niet altijd duidelijk wat het werkzame element van de interventie is Daarnaast wordt in wetenschappelijke publicaties vaak niet volledig beschreven welke technieken er gebruikt worden Dit bemoeilijkt de toepasbaarheid (Easthall, ###) Een interventie ter bevordering van adherentie geleid door openbare apothekers leidt tot een afname in systolische en diastolische bloeddruk vergeleken met standaard zorg bij patiënten medicatieverpakkingen zonder een behandelcontact met een arts, apotheker of andere zorgverlener leiden tot een afname in systolische en diastolische bloeddruk vergeleken met behandelcontact met een arts, apotheker of andere zorgverlener leiden tot een afname in Een interventie gericht op adherentie van antihypertensiva bij patiënten met een doorgemaakte TIA of beroerte leidt tot een afname in systolische en diastolische bloeddruk Vanwege het lage aantal trials met data over adherentie en ook de wijze waarop de resultaten waren gerapporteerd, was het niet mogelijk om een conclusie te trekken noch om de bewijskracht te graderen over het effect van kalenderblisterverpakkingen en Gecombineerde strategieën ter bevordering van adherentie gericht op zowel de patiënt als de arts leiden tot een verbetering in bloeddrukcontrole bij patiënten met hypertensie en een Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat interventies ter bevordering van adherentie door openbare apothekers leiden tot een verbetering in adherentie bij patiënten met hypertensie.
559
fms
Hierin worden verschillende stadia van motivatie van de patiënt beschreven, en hier wordt rekening mee Vaak bestaan gedragsveranderende interventies uit meerdere technieken om het gedrag te beïnvloeden, wat ze tot complexe interventies maakt Bovendien is bij het gebruik van meerdere technieken het niet altijd duidelijk wat het werkzame element van de interventie is Daarnaast wordt in wetenschappelijke publicaties vaak niet volledig beschreven welke technieken er gebruikt worden Dit bemoeilijkt de toepasbaarheid (Easthall, ###) Een interventie ter bevordering van adherentie geleid door openbare apothekers leidt tot een afname in systolische en diastolische bloeddruk vergeleken met standaard zorg bij patiënten medicatieverpakkingen zonder een behandelcontact met een arts, apotheker of andere zorgverlener leiden tot een afname in systolische en diastolische bloeddruk vergeleken met behandelcontact met een arts, apotheker of andere zorgverlener leiden tot een afname in Een interventie gericht op adherentie van antihypertensiva bij patiënten met een doorgemaakte TIA of beroerte leidt tot een afname in systolische en diastolische bloeddruk Vanwege het lage aantal trials met data over adherentie en ook de wijze waarop de resultaten waren gerapporteerd, was het niet mogelijk om een conclusie te trekken noch om de bewijskracht te graderen over het effect van kalenderblisterverpakkingen en Gecombineerde strategieën ter bevordering van adherentie gericht op zowel de patiënt als de arts leiden tot een verbetering in bloeddrukcontrole bij patiënten met hypertensie en een Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat interventies ter bevordering van adherentie door openbare apothekers leiden tot een verbetering in adherentie bij patiënten met hypertensie Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat interventies gericht op bevordering van adherentie van antihypertensiva bij patiënten met een TIA of beroerte geen verbetering in adherentie laten Het is noch aan te tonen noch uit te sluiten dat interventies ter bevordering van adherentie leiden tot een verbetering in adherentie bij patiënten met hypertensie en een laag In de verschillende onderzoeken werden uiteenlopende interventies toegepast Deze interventies kunnen worden voorlichting over ziekte of geneesmiddelen, mondeling en/of schriftelijk al dan niet met extra ontwikkelde schriftelijke materialen, zoals patiëntenbrieven, medicatiekaarten of paspoorten (alles zowel individueel als type interventies is in veel gevallen gebaseerd op de planned behavior theorie of sociale cognities Hierbij tracht men inzicht te krijgen in ideeën die de patiënt heeft over zijn/haar ziekte en/of geneesmiddelen algemene medicatiereview (vaak slecht omschreven waar dit uit bestaat en op welk niveau dit plaats vindt); follow-up en/of reminders face-to-face (thuis bij patiënt of in zorginstelling), per post en/of telefonisch Cheema (###) verrichtte een systematische review en meta-analyse naar de invloed van openbaar apotheker geleide interventies op bloeddrukcontrole bij patiënten met hypertensie Acht databases werden systematisch doorzocht tot <DATUM> Gerandomiseerde trials werden geselecteerd als de impact van door openbaar apothekers geleide interventies was beoordeeld bij patiënten met hypertensie en het effect op konden worden voor de meta-analyse Patiënten in de interventiegroep kregen een selectie van de volgende interventies gegeven door openbare apothekers voorlichting over hypertensie en het belang van behandeling, het identificeren van medicatie-gerelateerde problemen zoals bijwerkingen en advies over leefstijl De controlegroep ontving de reguliere zorg.
566
fms
op bevordering van adherentie van antihypertensiva bij patiënten met een TIA of beroerte geen verbetering in adherentie laten Het is noch aan te tonen noch uit te sluiten dat interventies ter bevordering van adherentie leiden tot een verbetering in adherentie bij patiënten met hypertensie en een laag In de verschillende onderzoeken werden uiteenlopende interventies toegepast Deze interventies kunnen worden voorlichting over ziekte of geneesmiddelen, mondeling en/of schriftelijk al dan niet met extra ontwikkelde schriftelijke materialen, zoals patiëntenbrieven, medicatiekaarten of paspoorten (alles zowel individueel als type interventies is in veel gevallen gebaseerd op de planned behavior theorie of sociale cognities Hierbij tracht men inzicht te krijgen in ideeën die de patiënt heeft over zijn/haar ziekte en/of geneesmiddelen algemene medicatiereview (vaak slecht omschreven waar dit uit bestaat en op welk niveau dit plaats vindt); follow-up en/of reminders face-to-face (thuis bij patiënt of in zorginstelling), per post en/of telefonisch Cheema (###) verrichtte een systematische review en meta-analyse naar de invloed van openbaar apotheker geleide interventies op bloeddrukcontrole bij patiënten met hypertensie Acht databases werden systematisch doorzocht tot <DATUM> Gerandomiseerde trials werden geselecteerd als de impact van door openbaar apothekers geleide interventies was beoordeeld bij patiënten met hypertensie en het effect op konden worden voor de meta-analyse Patiënten in de interventiegroep kregen een selectie van de volgende interventies gegeven door openbare apothekers voorlichting over hypertensie en het belang van behandeling, het identificeren van medicatie-gerelateerde problemen zoals bijwerkingen en advies over leefstijl De controlegroep ontving de reguliere zorg In de RCT’s werden in totaal ### patiënten geïncludeerd met een individuele studiegrootte van ## tot ### patiënten Checchi (###) onderzocht of het gebruik van elektronische medicatieverpakkingen, vaak Medication Event Monitoring Systems (MEMS) genoemd, geassocieerd is met een verbetering van adherentie De volgende definitie van elektronische medicatie verpakkingen werd gehanteerd geïntegreerde elektronische adherentie bevorderende apparatuur in de verpakking van voorgeschreven medicatie In de praktijk komt het erop neer dat zogenaamde MEMS-medicatieflacons zijn voorzien van een elektronische chip die bij elke opening van de flacon de datum en tijd registreert MEMS biedt, ervan uitgaande dat een flaconopening overeenkomt met een daadwerkelijke inname van het medicijn, een goede manier om de therapietrouw te meten De auteurs van deze studie hebben in zes databases systematisch gezocht tot juni ### Studies waren geïncludeerd als het ging om een elektronische verpakking van een tablet, capsule, oogdruppels, crème of inhalatiemedicatie als interventie waarbij als uitkomst adherentie was gemeten Studies waarbij medicatie alleen incidenteel was voorgeschreven, waren geëxcludeerd net als studies met kinderen of patiënten voor wie adherentie door een derde persoon was bijgehouden In totaal waren ## studies geselecteerd Voor de beantwoording van deze vraag worden alleen RCT’s beschreven waarbij patiënten met hypertensie zijn geïncludeerd In totaal hebben acht RCT’s het gebruik van elektronische verpakkingen in patiënten met hypertensie bekeken Studies zijn op basis van de gegeven interventie onderverdeeld in drie categorieën studies met elektronische verpakkingen alleen gericht op de.
586
fms
RCT’s werden in totaal ### patiënten geïncludeerd met een individuele studiegrootte van ## tot ### patiënten Checchi (###) onderzocht of het gebruik van elektronische medicatieverpakkingen, vaak Medication Event Monitoring Systems (MEMS) genoemd, geassocieerd is met een verbetering van adherentie De volgende definitie van elektronische medicatie verpakkingen werd gehanteerd geïntegreerde elektronische adherentie bevorderende apparatuur in de verpakking van voorgeschreven medicatie In de praktijk komt het erop neer dat zogenaamde MEMS-medicatieflacons zijn voorzien van een elektronische chip die bij elke opening van de flacon de datum en tijd registreert MEMS biedt, ervan uitgaande dat een flaconopening overeenkomt met een daadwerkelijke inname van het medicijn, een goede manier om de therapietrouw te meten De auteurs van deze studie hebben in zes databases systematisch gezocht tot juni ### Studies waren geïncludeerd als het ging om een elektronische verpakking van een tablet, capsule, oogdruppels, crème of inhalatiemedicatie als interventie waarbij als uitkomst adherentie was gemeten Studies waarbij medicatie alleen incidenteel was voorgeschreven, waren geëxcludeerd net als studies met kinderen of patiënten voor wie adherentie door een derde persoon was bijgehouden In totaal waren ## studies geselecteerd Voor de beantwoording van deze vraag worden alleen RCT’s beschreven waarbij patiënten met hypertensie zijn geïncludeerd In totaal hebben acht RCT’s het gebruik van elektronische verpakkingen in patiënten met hypertensie bekeken Studies zijn op basis van de gegeven interventie onderverdeeld in drie categorieën studies met elektronische verpakkingen alleen gericht op de zorgverlener betrokken is, geïntegreerde interventies genoemd, en studies die beide types interventies hebben geëvalueerd Interventies werden met reguliere zorg of standaard verpakkingen van medicatie vergeleken Duur van de interventie was tenminste twee maanden en maximaal ## maanden In totaal waren ### patiënten in acht RCT’s geïncludeerd met een individuele studiegrootte van ## tot ### patiënten Aangezien de review geen data over het effect op bloeddruk rapporteerde, zijn uit de geïncludeerde trials data over bloeddruk De Simoni (###) onderzocht of interventies met componenten ter bevordering van adherentie voor antihypertensiva leidden tot verbetering van adherentie en bloeddrukcontrole bij patiënten met een doorgemaakte TIA of beroerte Vijf databases werden systematisch doorzocht tot en met oktober ### Gerandomiseerde trials van patiënten met een objectief vastgestelde TIA of beroerte met interventies ter bevordering van adherentie met als uitkomst bloeddruk en adherentie waren geïncludeerd In totaal waren zeven RCT’s in de review geïncludeerd Interventies waren complex met meerdere armen en componenten die over het algemeen slecht waren beschreven Alle trials hebben als interventiecomponent informatie en advies gegeven omtrent TIA en beroerte en het gebruik van preventieve medicatie In vijf trials was deze informatie en advies afgestemd op de individuele patiënt aan de hand van hun vasculaire risicoprofiel Drie trials stelden tot doel het bepalen van een bloeddrukstreefwaarde Drie trials hebben gebruik gemaakt van gedrukte Deze interventie had tot doel om met motiverende gespreksvoering kennis over hypertensie en behandeling om te zetten in een effectieve gedragsverandering (verbeterde adherentie en bloeddrukcontrole) Interventies werden vergeleken met reguliere zorg.
594
fms
interventies hebben geëvalueerd Interventies werden met reguliere zorg of standaard verpakkingen van medicatie vergeleken Duur van de interventie was tenminste twee maanden en maximaal ## maanden In totaal waren ### patiënten in acht RCT’s geïncludeerd met een individuele studiegrootte van ## tot ### patiënten Aangezien de review geen data over het effect op bloeddruk rapporteerde, zijn uit de geïncludeerde trials data over bloeddruk De Simoni (###) onderzocht of interventies met componenten ter bevordering van adherentie voor antihypertensiva leidden tot verbetering van adherentie en bloeddrukcontrole bij patiënten met een doorgemaakte TIA of beroerte Vijf databases werden systematisch doorzocht tot en met oktober ### Gerandomiseerde trials van patiënten met een objectief vastgestelde TIA of beroerte met interventies ter bevordering van adherentie met als uitkomst bloeddruk en adherentie waren geïncludeerd In totaal waren zeven RCT’s in de review geïncludeerd Interventies waren complex met meerdere armen en componenten die over het algemeen slecht waren beschreven Alle trials hebben als interventiecomponent informatie en advies gegeven omtrent TIA en beroerte en het gebruik van preventieve medicatie In vijf trials was deze informatie en advies afgestemd op de individuele patiënt aan de hand van hun vasculaire risicoprofiel Drie trials stelden tot doel het bepalen van een bloeddrukstreefwaarde Drie trials hebben gebruik gemaakt van gedrukte Deze interventie had tot doel om met motiverende gespreksvoering kennis over hypertensie en behandeling om te zetten in een effectieve gedragsverandering (verbeterde adherentie en bloeddrukcontrole) Interventies werden vergeleken met reguliere zorg In zeven RCT’s waren ### patiënten geïncludeerd waarbij de individuele trialgrootte varieerde van ## tot ### Zedler (###) ondernam een systematische zoekactie naar het gebruik van zogenaamde en kalenderpillendozen zijn met de dag van de week of de dag van de maand gelabeld In vier databases was gezocht tot oktober ### Gerandomiseerde trials waren geïncludeerd als het ging om een interventie van een kalender blisterverpakking of pillendoos met orale medicatie voorgeschreven voor tenminste één maand met een kwantitatieve beoordeling van adherentie Voor de beantwoording van deze vraag worden alleen RCT’s beschreven die patiënten met hypertensie hebben geïncludeerd Van de tien geïncludeerde trials waren vier trials uitgevoerd bij patiënten met hypertensie Twee trials hebben het effect van een kalender blisterverpakking geëvalueerd en twee trials het effect van een kalender pillendoos Interventies werden met een standaard verpakking voor losse pillen vergeleken De follow-up duur was voor één trial drie maanden en voor drie trials ## maanden Van drie trials was bekend hoeveel patiënten geïncludeerd waren in de interventie en controlegroep In de review waren ### patiënten geïncludeerd met een individuele trialgrootte variërend van ## tot ### Laba (###) heeft gekeken naar het effect van interventies op het bevorderen van adherentie voor hart- en vaatziekten gerelateerde medicatie bij patiënten met een lage sociaaleconomische status In vijf databases is tot juni ### gezocht naar (quasi) gerandomiseerde trials Trials waren geïncludeerd als het ging om interventies ter bevordering van adherentie bij patiënten met een laag sociaaleconomische status gebaseerd op woonplaats,.
608
fms
### patiënten geïncludeerd waarbij de individuele trialgrootte varieerde van ## tot ### Zedler (###) ondernam een systematische zoekactie naar het gebruik van zogenaamde en kalenderpillendozen zijn met de dag van de week of de dag van de maand gelabeld In vier databases was gezocht tot oktober ### Gerandomiseerde trials waren geïncludeerd als het ging om een interventie van een kalender blisterverpakking of pillendoos met orale medicatie voorgeschreven voor tenminste één maand met een kwantitatieve beoordeling van adherentie Voor de beantwoording van deze vraag worden alleen RCT’s beschreven die patiënten met hypertensie hebben geïncludeerd Van de tien geïncludeerde trials waren vier trials uitgevoerd bij patiënten met hypertensie Twee trials hebben het effect van een kalender blisterverpakking geëvalueerd en twee trials het effect van een kalender pillendoos Interventies werden met een standaard verpakking voor losse pillen vergeleken De follow-up duur was voor één trial drie maanden en voor drie trials ## maanden Van drie trials was bekend hoeveel patiënten geïncludeerd waren in de interventie en controlegroep In de review waren ### patiënten geïncludeerd met een individuele trialgrootte variërend van ## tot ### Laba (###) heeft gekeken naar het effect van interventies op het bevorderen van adherentie voor hart- en vaatziekten gerelateerde medicatie bij patiënten met een lage sociaaleconomische status In vijf databases is tot juni ### gezocht naar (quasi) gerandomiseerde trials Trials waren geïncludeerd als het ging om interventies ter bevordering van adherentie bij patiënten met een laag sociaaleconomische status gebaseerd op woonplaats, Van de ## geïncludeerde studies waren zeven trials specifiek gericht op patiënten met hypertensie Interventies waren in eerste instanties ingedeeld op patiënten, zorgverleners of beiden Vervolgens zijn met behulp van het zogenaamde Michie's Behaviour Change Wheel (BCW) - een framework waarmee interventies ter bevordering van gedragsveranderingen gecategoriseerd Over het algemeen waren interventies zeer verschillend en veelzijdig en werden verschillende technieken gebruikt voor het bevorderen van gedragsveranderingen Hierdoor is het niet duidelijk wat de werkzame elementen zijn in de interventie en dit bemoeilijkt de toepasbaarheid Interventies werden met reguliere zorg, geen interventie of met een mindere intensieve interventie vergeleken Tijd tussen baseline en het meten van de uitkomst bloeddruk liep uiteen van zes weken tot één jaar In totaal werden ### patiënten geïncludeerd waarbij de individuele trial grootte varieerde van ### tot ### patiënten Aangezien de review geen ruwe data over het effect op bloeddruk rapporteerde, zijn uit de geïncludeerde trials data over bloeddruk geëxtraheerd In elke review was er een aanzienlijke heterogeniteit tussen studies met betrekking tot interventies, gemeten uitkomstenmaten, duur van de studie en methoden voor het meten of bepalen van de uitkomsten Alle ## geïncludeerde RCT’s uit de review van Cheema (###) hadden systolische en diastolische bloeddruk aan het begin en het eind van de studie gemeten In ## RCT’s is bloeddruk in de openbare apotheek gemeten Eén studie maakte gebruik van thuismetingen en één studie rapporteerde alleen dat er verbetering in bloeddruk was waargenomen zonder kwantitatieve resultaten.
614
fms
geïncludeerde studies waren zeven trials specifiek gericht op patiënten met hypertensie Interventies waren in eerste instanties ingedeeld op patiënten, zorgverleners of beiden Vervolgens zijn met behulp van het zogenaamde Michie's Behaviour Change Wheel (BCW) - een framework waarmee interventies ter bevordering van gedragsveranderingen gecategoriseerd Over het algemeen waren interventies zeer verschillend en veelzijdig en werden verschillende technieken gebruikt voor het bevorderen van gedragsveranderingen Hierdoor is het niet duidelijk wat de werkzame elementen zijn in de interventie en dit bemoeilijkt de toepasbaarheid Interventies werden met reguliere zorg, geen interventie of met een mindere intensieve interventie vergeleken Tijd tussen baseline en het meten van de uitkomst bloeddruk liep uiteen van zes weken tot één jaar In totaal werden ### patiënten geïncludeerd waarbij de individuele trial grootte varieerde van ### tot ### patiënten Aangezien de review geen ruwe data over het effect op bloeddruk rapporteerde, zijn uit de geïncludeerde trials data over bloeddruk geëxtraheerd In elke review was er een aanzienlijke heterogeniteit tussen studies met betrekking tot interventies, gemeten uitkomstenmaten, duur van de studie en methoden voor het meten of bepalen van de uitkomsten Alle ## geïncludeerde RCT’s uit de review van Cheema (###) hadden systolische en diastolische bloeddruk aan het begin en het eind van de studie gemeten In ## RCT’s is bloeddruk in de openbare apotheek gemeten Eén studie maakte gebruik van thuismetingen en één studie rapporteerde alleen dat er verbetering in bloeddruk was waargenomen zonder kwantitatieve resultaten en beperkingen in interventies (drie studies) zijn vier studies niet meegenomen in de meta-analyse Het gepoolde effect van de interventie ter bevordering van adherentie op systolische bloeddruk was -#,# mmHg (##%BI -#,# Uit vijf van acht trials uit de review van Checchi (###) werden data over het effect van elektronische medicatie verpakkingen op bloeddruk geëxtraheerd Twee trials onderzochten het effect van meer dan één geïntegreerde interventie Meerdere interventiegroepen van één trial includeren in een meta-analyse introduceert een mogelijke correlatie in de data vanwege een gedeelde controlegroep Om deze mogelijke correlatie tussen resultaten te voorkomen zijn afzonderlijke meta-analyses uitgevoerd Vanwege een tegengesteld effect van patiëntgerichte interventies op systolische en diastolische bloeddruk is het niet mogelijk om deze resultaten te poolen Het gepoolde effect van geïntegreerde interventies van elektronische medicatie verpakkingen -waarbij een of (##%BI -#,# tot -#,#) afhankelijk van de onderzochte interventies Het effect van geïntegreerde interventies op onderzochte interventies Vanwege het verschil in resultaten tussen individuele trials was er heterogeniteit in de In de review van De Simoni (###) hebben zes van de zeven RCT’s het effect van een interventie op bloeddruk bestudeerd Van drie trials is niet bekend hoe bloeddruk was gemeten In één trial is de bloeddruk na vijf minuten rust door de onderzoeker gemeten In één trial werd gebruik gemaakt van het gemiddelde van de laatste twee uit drie metingen en één trial heeft in vijf minuten intervallen over ## minuten de bloeddruk gemeten.
605
fms
studies niet meegenomen in de meta-analyse Het gepoolde effect van de interventie ter bevordering van adherentie op systolische bloeddruk was -#,# mmHg (##%BI -#,# Uit vijf van acht trials uit de review van Checchi (###) werden data over het effect van elektronische medicatie verpakkingen op bloeddruk geëxtraheerd Twee trials onderzochten het effect van meer dan één geïntegreerde interventie Meerdere interventiegroepen van één trial includeren in een meta-analyse introduceert een mogelijke correlatie in de data vanwege een gedeelde controlegroep Om deze mogelijke correlatie tussen resultaten te voorkomen zijn afzonderlijke meta-analyses uitgevoerd Vanwege een tegengesteld effect van patiëntgerichte interventies op systolische en diastolische bloeddruk is het niet mogelijk om deze resultaten te poolen Het gepoolde effect van geïntegreerde interventies van elektronische medicatie verpakkingen -waarbij een of (##%BI -#,# tot -#,#) afhankelijk van de onderzochte interventies Het effect van geïntegreerde interventies op onderzochte interventies Vanwege het verschil in resultaten tussen individuele trials was er heterogeniteit in de In de review van De Simoni (###) hebben zes van de zeven RCT’s het effect van een interventie op bloeddruk bestudeerd Van drie trials is niet bekend hoe bloeddruk was gemeten In één trial is de bloeddruk na vijf minuten rust door de onderzoeker gemeten In één trial werd gebruik gemaakt van het gemiddelde van de laatste twee uit drie metingen en één trial heeft in vijf minuten intervallen over ## minuten de bloeddruk gemeten Uit de review van Zedler (###) heeft maar één trial systolische en diastolische bloeddruk gemeten waarbij er geen verschil was waargenomen tussen interventie en controlegroep De gemiddelde systolische bloeddruk was bij het gebruik van kalenderblisterverpakkingen ###,# mmHg en in de controlegroep ###,# mmHg, een nietsignificant verschil De gemiddelde diastolische bloeddruk in de interventie groep was ##,# mmHg en in de controlegroep met een afname van de bloeddruk ten opzichte van baseline van #,# mmHg in de interventie arm Laba, et al (###) includeerden vier trials met data over het effect van de interventies op bloeddruk Eén trial rapporteerde het effect van een patiëntgerichte strategie op bloeddruk Het verschil tussen de interventie en afname in diastolische bloeddruk van #,# mmHg) Drie trials hebben strategieën gericht op de patiënten en de arts/praktijk onderzocht Eén van deze trials heeft de intensiteit van de gegeven interventie gericht op de arts of patiënt op vier verschillende manieren geëvalueerd Vanwege een mogelijke correlatie in een meta-analyse met meerdere interventies uit één trial vergeleken met dezelfde controlegroep, is ervoor gekozen om maar één van Uit de review van Cheema (###) hebben van de ## geïncludeerde RCT’s zeven naar de impact op adherentie gekeken Hierbij zijn verschillende methodes gebruikt om adherentie vast te stellen; in drie studies werden pillen geteld, één studie heeft een database gebruikt met afgifte van recepten, twee hebben een vragenlijst gebruikt en één studie gebruikte een database van gedeclareerde recepten Zes van de zeven studies rapporteerden kwantitatieve data die gebruikt zijn in de meta-analyse.
629
fms
gemeten waarbij er geen verschil was waargenomen tussen interventie en controlegroep De gemiddelde systolische bloeddruk was bij het gebruik van kalenderblisterverpakkingen ###,# mmHg en in de controlegroep ###,# mmHg, een nietsignificant verschil De gemiddelde diastolische bloeddruk in de interventie groep was ##,# mmHg en in de controlegroep met een afname van de bloeddruk ten opzichte van baseline van #,# mmHg in de interventie arm Laba, et al (###) includeerden vier trials met data over het effect van de interventies op bloeddruk Eén trial rapporteerde het effect van een patiëntgerichte strategie op bloeddruk Het verschil tussen de interventie en afname in diastolische bloeddruk van #,# mmHg) Drie trials hebben strategieën gericht op de patiënten en de arts/praktijk onderzocht Eén van deze trials heeft de intensiteit van de gegeven interventie gericht op de arts of patiënt op vier verschillende manieren geëvalueerd Vanwege een mogelijke correlatie in een meta-analyse met meerdere interventies uit één trial vergeleken met dezelfde controlegroep, is ervoor gekozen om maar één van Uit de review van Cheema (###) hebben van de ## geïncludeerde RCT’s zeven naar de impact op adherentie gekeken Hierbij zijn verschillende methodes gebruikt om adherentie vast te stellen; in drie studies werden pillen geteld, één studie heeft een database gebruikt met afgifte van recepten, twee hebben een vragenlijst gebruikt en één studie gebruikte een database van gedeclareerde recepten Zes van de zeven studies rapporteerden kwantitatieve data die gebruikt zijn in de meta-analyse de controlegroep een toename van #% (n=#) Patiënten in de interventiegroep hebben een vijfmaal hoger kans om adherent te zijn dan patiënten in de controlegroep (RR #,# ##%BI #,# tot ##,#) Vijf RCT’s geïncludeerd in Checchi (###) hebben het effect van elektronische medicatie verpakkingen op adherentie beoordeeld Vanwege heterogeniteit in interventies, gemeten uitkomsten, duur van de studie en methoden voor het meten van de uitkomsten hebben de auteurs geen meta-analyse uitgevoerd Eén RCT controlegroep (risico verschil #,# ##%BI -#,# tot #,#) Vier RCT’s berekenden het gemiddelde niveau van adherentie Het gemiddelde verschil tussen interventie en controlegroep liep uiteen van #,# tot ##,#% in het In de review van De Simoni (###) waren in vier trials data beschikbaar over adherentie Zelf gerapporteerde data over adherentie werden gebruikt in twee trials In één trial was het onbekend hoe adherentie was beoordeeld en één trial beoordeelde adherentie aan de hand van gegevens over herhaalrecepten Vanwege heterogeniteit in de meetmethode van adherentie was het niet mogelijk om de data te poolen Drie trials rapporteerden zowel in de interventiegroep als in de controlegroep een percentage van adherentie boven ##% en geen verschil tussen interventie of controle In een trial werd waargenomen dat in de interventiegroep ##% adherent was versus ##% in de controlegroep Een kanttekening kan geplaatst worden bij deze resultaten Vanwege de discrepantie tussen het effect op bloeddruk (zie boven) en adherentie is mogelijk adherentie niet In de review van Zedler (###) hebben twee trials adherentie beoordeeld aan de hand van de proportie afgegeven medicatie.
659
fms
de interventiegroep hebben een vijfmaal hoger kans om adherent te zijn dan patiënten in de controlegroep (RR #,# ##%BI #,# tot ##,#) Vijf RCT’s geïncludeerd in Checchi (###) hebben het effect van elektronische medicatie verpakkingen op adherentie beoordeeld Vanwege heterogeniteit in interventies, gemeten uitkomsten, duur van de studie en methoden voor het meten van de uitkomsten hebben de auteurs geen meta-analyse uitgevoerd Eén RCT controlegroep (risico verschil #,# ##%BI -#,# tot #,#) Vier RCT’s berekenden het gemiddelde niveau van adherentie Het gemiddelde verschil tussen interventie en controlegroep liep uiteen van #,# tot ##,#% in het In de review van De Simoni (###) waren in vier trials data beschikbaar over adherentie Zelf gerapporteerde data over adherentie werden gebruikt in twee trials In één trial was het onbekend hoe adherentie was beoordeeld en één trial beoordeelde adherentie aan de hand van gegevens over herhaalrecepten Vanwege heterogeniteit in de meetmethode van adherentie was het niet mogelijk om de data te poolen Drie trials rapporteerden zowel in de interventiegroep als in de controlegroep een percentage van adherentie boven ##% en geen verschil tussen interventie of controle In een trial werd waargenomen dat in de interventiegroep ##% adherent was versus ##% in de controlegroep Een kanttekening kan geplaatst worden bij deze resultaten Vanwege de discrepantie tussen het effect op bloeddruk (zie boven) en adherentie is mogelijk adherentie niet In de review van Zedler (###) hebben twee trials adherentie beoordeeld aan de hand van de proportie afgegeven medicatie percentage van de studieperiode of door het aantal dagen tussen de eerste en laatste recepten te nemen In beide trials bleek dat meer patiënten in de interventie groep toegang hadden tot medicatie dan in de controlegroep Eén trial heeft het percentage patiënten beoordeeld dat meer dan ##% van zijn tabletten heeft genomen beoordeeld ##% van patiënten in de interventiegroep had meer dan ##% van hun tabletten geslikt Alle trials geïncludeerd in Laba, et al (###) hebben naar de uitkomst adherentie gekeken Adherentie was op verschillende manieren geëvalueerd in afzonderlijke trials, waaronder door middel van zelfrapportage Drie trials observeerden een significante verbetering in adherentie ten gunste van de interventie groep en vier trials beschreven dat er geen significant effect van de interventie op adherentie was vergeleken met de controlegroep Cheema (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met één niveau verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias) De bewijskracht voor de uitkomstmaat adherentie is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias) en imprecisie (klein aantal events) Checchi (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk en adherentie zijn met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias), tegenstrijdige resultaten (inconsistentie) en het geringe De Simoni (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met drie niveaus verlaagd gezien voor de uitkomstmaat adherentie is met drie niveaus verlaagd inconsistentie (verschil in het bepalen van Zedler (###).
637
fms
percentage van de studieperiode of door het aantal dagen tussen de eerste en laatste recepten te nemen In beide trials bleek dat meer patiënten in de interventie groep toegang hadden tot medicatie dan in de controlegroep Eén trial heeft het percentage patiënten beoordeeld dat meer dan ##% van zijn tabletten heeft genomen beoordeeld ##% van patiënten in de interventiegroep had meer dan ##% van hun tabletten geslikt Alle trials geïncludeerd in Laba, et al (###) hebben naar de uitkomst adherentie gekeken Adherentie was op verschillende manieren geëvalueerd in afzonderlijke trials, waaronder door middel van zelfrapportage Drie trials observeerden een significante verbetering in adherentie ten gunste van de interventie groep en vier trials beschreven dat er geen significant effect van de interventie op adherentie was vergeleken met de controlegroep Cheema (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met één niveau verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias) De bewijskracht voor de uitkomstmaat adherentie is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias) en imprecisie (klein aantal events) Checchi (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk en adherentie zijn met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias), tegenstrijdige resultaten (inconsistentie) en het geringe De Simoni (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met drie niveaus verlaagd gezien voor de uitkomstmaat adherentie is met drie niveaus verlaagd inconsistentie (verschil in het bepalen van Zedler (###) Laba (###) De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met één niveau verlaagd gezien tegenstrijdige resultaten (inconsistentie) De bewijskracht voor de uitkomstmaat adherentie is met twee niveaus verlaagd Wat is de effectiviteit van een adherentiebevorderende interventie vergeleken met reguliere zorg bij patiënten De werkgroep achtte de uitkomstmaat bloeddruk een voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaat; en de Bloeddruk de werkgroep definieerde een verschil van meer dan # mmHg in de gemiddelde systolische bloeddruk ##-uurs ABPM of een verschil van meer dan ## mmHg in de gemiddelde systolische bloeddruk in de literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische review (gezocht in tenminste twee databases met een objectieve en transparante zoekstrategie, data extractie en methodologische beoordeling) van gerandomiseerde trials in patiënten met hypertensie naar interventie ter bevordering van adherentie vergeleken met reguliere zorg Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording), en vijf studies Vijf systematische reviews zijn opgenomen in de literatuuranalyse, waarvan één review specifiek naar patiënten met een laag sociaaleconomische status heeft gekeken De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn Checchi KD, Huybrechts KF, Avorn J, et al Electronic medication packaging devices and medication adherence a <PERSOON> impact of interventions by pharmacists in community pharmacies on control of hypertension a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials <PERSOON> ###;##(#) ### doi <DATUM> bcp.
619
fms
één niveau verlaagd gezien tegenstrijdige resultaten (inconsistentie) De bewijskracht voor de uitkomstmaat adherentie is met twee niveaus verlaagd Wat is de effectiviteit van een adherentiebevorderende interventie vergeleken met reguliere zorg bij patiënten De werkgroep achtte de uitkomstmaat bloeddruk een voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaat; en de Bloeddruk de werkgroep definieerde een verschil van meer dan # mmHg in de gemiddelde systolische bloeddruk ##-uurs ABPM of een verschil van meer dan ## mmHg in de gemiddelde systolische bloeddruk in de literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische review (gezocht in tenminste twee databases met een objectieve en transparante zoekstrategie, data extractie en methodologische beoordeling) van gerandomiseerde trials in patiënten met hypertensie naar interventie ter bevordering van adherentie vergeleken met reguliere zorg Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording), en vijf studies Vijf systematische reviews zijn opgenomen in de literatuuranalyse, waarvan één review specifiek naar patiënten met een laag sociaaleconomische status heeft gekeken De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten zijn Checchi KD, Huybrechts KF, Avorn J, et al Electronic medication packaging devices and medication adherence a <PERSOON> impact of interventions by pharmacists in community pharmacies on control of hypertension a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials <PERSOON> ###;##(#) ### doi <DATUM> bcp Review PubMed PMID <PATIENTNUMMER>#; PubMed Central PMCID <INSTELLING><PATIENTNUMMER> De <PERSOON> J, et al Trials to improve blood pressure through adherence to antihypertensives in <PERSOON> D A meta-analysis of cognitive-based behaviour change techniques as interventions to Gwadry-Sridgar, Manias, Lal L, et al <PERSOON> of interventions on medication adherence and blood pressure control in patients with essential hypertension a systematic review by the ISPOR medication adherence and persistence KNMP Therapietrouw u maakt het verschil https //(WEBLINK) Website op <DATUM> voor het laatst geraadpleegd <PERSOON> JA, et al Strategies to improve adherence to medications for cardiovascular diseases in Moran AE, Odden MC, Thanataveerat A, et al Cost-effectiveness of hypertension therapy according to ### guidelines N Over <PERSOON> GA, et al Samenhang tussen therapietrouw en kosteneffectiviteit voor geneesmiddelen in <PERSOON> S, et al <PERSOON> packaging with a calendar feature improve adherence to self-administered Wanneer dienen secundaire vormen van hypertensie te worden overwogen en hoe kunnen deze vormen worden Controleer bij elke patiënt met hypertensie of er sprake is van clinical clues voor aanwezigheid van secundaire Zie tabel # voor een overzicht van clinical clues Verricht aanvullende diagnostiek naar secundaire hypertensie wanneer bij een patiënt een of meerdere clinical Overweeg bij elke patiënt met hypertensie de aanwezigheid van een van de veelvoorkomende oorzaken van.
579
fms
Review PubMed PMID <PATIENTNUMMER>#; PubMed Central PMCID <INSTELLING><PATIENTNUMMER> De <PERSOON> J, et al Trials to improve blood pressure through adherence to antihypertensives in <PERSOON> D A meta-analysis of cognitive-based behaviour change techniques as interventions to Gwadry-Sridgar, Manias, Lal L, et al <PERSOON> of interventions on medication adherence and blood pressure control in patients with essential hypertension a systematic review by the ISPOR medication adherence and persistence KNMP Therapietrouw u maakt het verschil https //(WEBLINK) Website op <DATUM> voor het laatst geraadpleegd <PERSOON> JA, et al Strategies to improve adherence to medications for cardiovascular diseases in Moran AE, Odden MC, Thanataveerat A, et al Cost-effectiveness of hypertension therapy according to ### guidelines N Over <PERSOON> GA, et al Samenhang tussen therapietrouw en kosteneffectiviteit voor geneesmiddelen in <PERSOON> S, et al <PERSOON> packaging with a calendar feature improve adherence to self-administered Wanneer dienen secundaire vormen van hypertensie te worden overwogen en hoe kunnen deze vormen worden Controleer bij elke patiënt met hypertensie of er sprake is van clinical clues voor aanwezigheid van secundaire Zie tabel # voor een overzicht van clinical clues Verricht aanvullende diagnostiek naar secundaire hypertensie wanneer bij een patiënt een of meerdere clinical Overweeg bij elke patiënt met hypertensie de aanwezigheid van een van de veelvoorkomende oorzaken van om welke reden dan ook, moet zetten, is het nagaan of er klinische aanwijzingen zijn voor een secundaire hypertensie (zie tabel #) Sommige daarvan wijzen op een specifieke vorm van secundaire hypertensie die dan uitgesloten moet worden, anderen zijn niet specifiek, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van therapieresistente hypertensie, maar dienen dan wel te leiden tot het uitsluiten van de frequent voorkomende vormen van Tabel # Klinische aanwijzingen voor de mogelijke aanwezigheid van secundaire hypertensie begin hypertensie leeftijd (<LEEFTIJD> jaar bij patiënten zonder andere risicofactoren zoals belaste systolische bloeddruk en/of diastolische bloeddruk gedurende nacht )gemiddelde systolische bloeddruk systolische bloeddruk die aan het been gemeten )## mmHg lager is ten opzichte van de arm Hierbij kunnen meer en minder frequent voorkomende oorzaken van secundaire hypertensie worden Het obstructief slaapapnoe syndroom (OSAS) is een van de meest voorkomende oorzaken van secundaire circa # tot ##% bij personen met hypertensie en ## tot ##% bij personen met therapieresistente hypertensie (Rimoldi, ###; Pedrosa, ###) De pathofysiologische relatie tussen OSAS en hypertensie is multifactorieel van aard en wordt deels verklaard door de aanwezigheid van obesitas als gemeenschappelijke factor (Chobanian, ###; Parati, ###) Daarnaast zijn er diverse andere OSAS gerelateerde mechanismen die kunnen bijdragen aan het ontstaan van hypertensie zoals onder meer activatie van het sympathische zenuwstelsel en het renineangiotensine-aldosteron systeem, vasculaire inflammatie en oxidatieve stress, endotheeldisfunctie, metabole factoren en verminderde elasticiteit van de arteriële vaatwand (Parati, ###) Bij personen met hypertensie en anamnese specifiek worden geïnformeerd naar de aanwezigheid van overmatige slaperigheid overdag, niet.
596
fms
dan ook, moet zetten, is het nagaan of er klinische aanwijzingen zijn voor een secundaire hypertensie (zie tabel #) Sommige daarvan wijzen op een specifieke vorm van secundaire hypertensie die dan uitgesloten moet worden, anderen zijn niet specifiek, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van therapieresistente hypertensie, maar dienen dan wel te leiden tot het uitsluiten van de frequent voorkomende vormen van Tabel # Klinische aanwijzingen voor de mogelijke aanwezigheid van secundaire hypertensie begin hypertensie leeftijd (<LEEFTIJD> jaar bij patiënten zonder andere risicofactoren zoals belaste systolische bloeddruk en/of diastolische bloeddruk gedurende nacht )gemiddelde systolische bloeddruk systolische bloeddruk die aan het been gemeten )## mmHg lager is ten opzichte van de arm Hierbij kunnen meer en minder frequent voorkomende oorzaken van secundaire hypertensie worden Het obstructief slaapapnoe syndroom (OSAS) is een van de meest voorkomende oorzaken van secundaire circa # tot ##% bij personen met hypertensie en ## tot ##% bij personen met therapieresistente hypertensie (Rimoldi, ###; Pedrosa, ###) De pathofysiologische relatie tussen OSAS en hypertensie is multifactorieel van aard en wordt deels verklaard door de aanwezigheid van obesitas als gemeenschappelijke factor (Chobanian, ###; Parati, ###) Daarnaast zijn er diverse andere OSAS gerelateerde mechanismen die kunnen bijdragen aan het ontstaan van hypertensie zoals onder meer activatie van het sympathische zenuwstelsel en het renineangiotensine-aldosteron systeem, vasculaire inflammatie en oxidatieve stress, endotheeldisfunctie, metabole factoren en verminderde elasticiteit van de arteriële vaatwand (Parati, ###) Bij personen met hypertensie en anamnese specifiek worden geïnformeerd naar de aanwezigheid van overmatige slaperigheid overdag, niet Specifieke vragenlijsten zoals de Epworth Sleepiness Scale kunnen hierbij behulpzaam zijn, maar hebben een onvoldoende sensitiviteit en specificiteit voor het stellen van de diagnose (Qaseem, ###) Bij een duidelijke klinische verdenking wordt dan een polysomnografie aangevraagd om de diagnose op OSAS aan te tonen of uit te sluiten Als alternatief beveelt de American College of Physicians een draagbare slaapmonitor aan bij patiënten zonder ernstige comorbiditeit wanneer resultaat een gemiddelde bloeddrukdaling van enkele mmHg Dit effect is overigens wel meer uitgesproken bij Primair hyperaldosteronisme (PHA) is de meest frequente endocriene oorzaak van hypertensie en komt voor bij circa # tot ##% van alle patiënten met hypertensie (Funder, ###) Van de patiënten met een therapieresistente hypertensie heeft zelfs ongeveer ## tot ##% een PHA (Funder, ###) Er zijn verschillende subtypes van PHA, maar de belangrijkste zijn het aldosteronproducerend adenoom (APA) en de bilaterale adrenale hyperplasie (BAH), die samen ##% van de oorzaken van PHA vertegenwoordigen Identificatie van PHA als oorzaak van hoger cardiovasculair risico ten opzichte van patiënten met een essentiële hypertensie, dat verdwijnt na voorkeursbehandeling geïndiceerd, namelijk primair medicamenteus bij een BAH of adrenalectomie in geval van (spironolacton of eplerenon) onderdeel uit te maken van de antihypertensieve medicatie Adrenalectomie van een APA biedt kans op curatie (dat wil zeggen normotensief zonder antihypertensiva) dan wel verbetering van de bloeddrukregulatie met vermindering van het aantal benodigde antihypertensiva Curatie betekent voor de patiënt natuurlijk het optimale resultaat, omdat periodieke controles van bloeddruk, artsenbezoeken en eventuele bijwerkingen van bloeddrukverlagende medicatie tot het verleden behoren.
629
fms
Epworth Sleepiness Scale kunnen hierbij behulpzaam zijn, maar hebben een onvoldoende sensitiviteit en specificiteit voor het stellen van de diagnose (Qaseem, ###) Bij een duidelijke klinische verdenking wordt dan een polysomnografie aangevraagd om de diagnose op OSAS aan te tonen of uit te sluiten Als alternatief beveelt de American College of Physicians een draagbare slaapmonitor aan bij patiënten zonder ernstige comorbiditeit wanneer resultaat een gemiddelde bloeddrukdaling van enkele mmHg Dit effect is overigens wel meer uitgesproken bij Primair hyperaldosteronisme (PHA) is de meest frequente endocriene oorzaak van hypertensie en komt voor bij circa # tot ##% van alle patiënten met hypertensie (Funder, ###) Van de patiënten met een therapieresistente hypertensie heeft zelfs ongeveer ## tot ##% een PHA (Funder, ###) Er zijn verschillende subtypes van PHA, maar de belangrijkste zijn het aldosteronproducerend adenoom (APA) en de bilaterale adrenale hyperplasie (BAH), die samen ##% van de oorzaken van PHA vertegenwoordigen Identificatie van PHA als oorzaak van hoger cardiovasculair risico ten opzichte van patiënten met een essentiële hypertensie, dat verdwijnt na voorkeursbehandeling geïndiceerd, namelijk primair medicamenteus bij een BAH of adrenalectomie in geval van (spironolacton of eplerenon) onderdeel uit te maken van de antihypertensieve medicatie Adrenalectomie van een APA biedt kans op curatie (dat wil zeggen normotensief zonder antihypertensiva) dan wel verbetering van de bloeddrukregulatie met vermindering van het aantal benodigde antihypertensiva Curatie betekent voor de patiënt natuurlijk het optimale resultaat, omdat periodieke controles van bloeddruk, artsenbezoeken en eventuele bijwerkingen van bloeddrukverlagende medicatie tot het verleden behoren kans op curatie van ## tot ##% en de kans op verbetering van de bloeddrukregulatie van ## tot ##% (<PERSOON>, ###) Deze grote variatie wordt voornamelijk bepaald door heterogeniteit tussen de onderzochte populaties De meest voorkomende redenen voor persisterende hypertensie na adrenalectomie wegens een APA zijn hogere leeftijd, langere duur van de hypertensie en tevens aanwezige essentiële hypertensie (Funder, ###) Gerandomiseerde studies waarbij patiënten met een APA behandeld met adrenalectomie of mineralocorticoïd antagonist ontbreken overigens Er kunnen zich omstandigheden voordoen dat bij een patiënt met een APA primair wordt gekozen mineralocorticoïd antagonist, zoals In de volgende situaties moet onderzoek naar eventuele aanwezigheid van een PHA worden verricht bijnierincidentaloom met hypertensie, positieve familie-anamnese voor PHA Hierbij moet worden opgemerkt dat hypokaliëmie bij de meeste patiënten met een PHA ontbreekt De diagnostiek van PHA verloopt in drie stappen screening, confirmatie en subtypering Screening geschiedt door het bepalen van een aldosteronrenine ratio in het bloed, bij voorkeur halverwege de ochtend nadat de patiënt tenminste twee uur ambulant is en waarbij bloedafname geschiedt na #-## minuten zitten (Funder, ###) Afkapwaarden zijn sterk afhankelijk van de gebruikte laboratoriummeetmethode (assay) voor aldosteron en renine (<PERSOON>, ###) Bekendheid met deze assays die hiervoor in het eigen laboratorium worden gebruikt is dus essentieel (<PERSOON>, ###) Bij een verhoogde aldosteron-renine ratio dient altijd een confirmatietest te worden uitgevoerd, omdat de ###) De praktische consequentie hiervan is dat ook in geval van een niet verhoogde aldosteron-renine ratio.
632
fms
van ## tot ##% en de kans op verbetering van de bloeddrukregulatie van ## tot ##% (<PERSOON>, ###) Deze grote variatie wordt voornamelijk bepaald door heterogeniteit tussen de onderzochte populaties De meest voorkomende redenen voor persisterende hypertensie na adrenalectomie wegens een APA zijn hogere leeftijd, langere duur van de hypertensie en tevens aanwezige essentiële hypertensie (Funder, ###) Gerandomiseerde studies waarbij patiënten met een APA behandeld met adrenalectomie of mineralocorticoïd antagonist ontbreken overigens Er kunnen zich omstandigheden voordoen dat bij een patiënt met een APA primair wordt gekozen mineralocorticoïd antagonist, zoals In de volgende situaties moet onderzoek naar eventuele aanwezigheid van een PHA worden verricht bijnierincidentaloom met hypertensie, positieve familie-anamnese voor PHA Hierbij moet worden opgemerkt dat hypokaliëmie bij de meeste patiënten met een PHA ontbreekt De diagnostiek van PHA verloopt in drie stappen screening, confirmatie en subtypering Screening geschiedt door het bepalen van een aldosteronrenine ratio in het bloed, bij voorkeur halverwege de ochtend nadat de patiënt tenminste twee uur ambulant is en waarbij bloedafname geschiedt na #-## minuten zitten (Funder, ###) Afkapwaarden zijn sterk afhankelijk van de gebruikte laboratoriummeetmethode (assay) voor aldosteron en renine (<PERSOON>, ###) Bekendheid met deze assays die hiervoor in het eigen laboratorium worden gebruikt is dus essentieel (<PERSOON>, ###) Bij een verhoogde aldosteron-renine ratio dient altijd een confirmatietest te worden uitgevoerd, omdat de ###) De praktische consequentie hiervan is dat ook in geval van een niet verhoogde aldosteron-renine ratio Een afwijkende uitslag van de confirmatietest wordt gevolgd door onderzoek naar het onderliggende subtype Bij bepaling van de aldosteron-renine ratio moet rekening worden gehouden met een aantal factoren die deze als de ARR na staken van deze middelen niet conclusief is en als de hypertensie gecontroleerd kan worden met antihypertensiva die de ARR weinig beïnvloeden, stop dan tenminste # weken om bloeddrukcontrole te handhaven, start zo nodig antihypertensiva die de ARR weinig beïnvloeden verhoging van de ARR bij gebruikmaking van een directe renine assay Stop oraal anticonceptivum Renovasculaire hypertensie is het gevolg van een verminderde nierperfusie In ##% van de gevallen is deze het gevolg van een nierarteriestenose op basis van atherosclerose, die meestal is gelokaliseerd ter hoogte van het ostium en proximale derde deel van de nierarterie en de perirenale aorta (Safian, ###) In minder dan ##% van de gevallen wordt de nierarteriestenose veroorzaakt door fibromusculaire dysplasie (FMD), een idiopathische, segmentale, nonatheromatueze en noninflammatoire aandoening van de vaatwandmusculatuur die resulteert in stenose van de kleine en middelgrote arteriën (Persu, ###) FMD komt meer bij vrouwen voor in de leeftijd tussen de ## en <LEEFTIJD> jaar (Safian, ###) Bij ruim ##% van de patiënten met FMD is er sprake van een karakteristiek angiografisch beeld van multifocale stenoses ter hoogte van het middelste of distale derde deel Nierarteriestenose als oorzaak van hypertensie moet in de volgende situaties worden overwogen acuut begin acuut longoedeem (flashoedeem) (Safian, ###; Messerli, ###) Flashoedeem is een ernstig klinisch beeld dat.
634
fms
confirmatietest wordt gevolgd door onderzoek naar het onderliggende subtype Bij bepaling van de aldosteron-renine ratio moet rekening worden gehouden met een aantal factoren die deze als de ARR na staken van deze middelen niet conclusief is en als de hypertensie gecontroleerd kan worden met antihypertensiva die de ARR weinig beïnvloeden, stop dan tenminste # weken om bloeddrukcontrole te handhaven, start zo nodig antihypertensiva die de ARR weinig beïnvloeden verhoging van de ARR bij gebruikmaking van een directe renine assay Stop oraal anticonceptivum Renovasculaire hypertensie is het gevolg van een verminderde nierperfusie In ##% van de gevallen is deze het gevolg van een nierarteriestenose op basis van atherosclerose, die meestal is gelokaliseerd ter hoogte van het ostium en proximale derde deel van de nierarterie en de perirenale aorta (Safian, ###) In minder dan ##% van de gevallen wordt de nierarteriestenose veroorzaakt door fibromusculaire dysplasie (FMD), een idiopathische, segmentale, nonatheromatueze en noninflammatoire aandoening van de vaatwandmusculatuur die resulteert in stenose van de kleine en middelgrote arteriën (Persu, ###) FMD komt meer bij vrouwen voor in de leeftijd tussen de ## en <LEEFTIJD> jaar (Safian, ###) Bij ruim ##% van de patiënten met FMD is er sprake van een karakteristiek angiografisch beeld van multifocale stenoses ter hoogte van het middelste of distale derde deel Nierarteriestenose als oorzaak van hypertensie moet in de volgende situaties worden overwogen acuut begin acuut longoedeem (flashoedeem) (Safian, ###; Messerli, ###) Flashoedeem is een ernstig klinisch beeld dat <PERSOON>, ###) Pathofysiologische factoren die bij het ontstaan van flashoedeem een rol spelen zijn een ernstig beperkte natriurese, stijging van de bloeddruk met diastolische disfunctie en een toegenomen permeabiliteit van Voor het opsporen van de nierarteriestenose zijn diverse afbeeldende technieken beschikbaar De voorkeur gaat substractie angiografie geldt als de gouden standaard, maar gaat gepaard met de risico’s van een invasief De optimale behandeling van de atherosclerotische nierarteriestenose is de afgelopen decennia onderwerp geweest van veel discussie Diverse gerandomiseerde studies konden geen overtuigend voordeel aantonen voor wat betreft de bloeddrukcontrole van het opheffen van een zgn hemodynamisch significante stenose door middel van renale percutane transluminale angioplastiek (rPTA) met of zonder stentplaatsing in vergelijking met het voorschrijven van antihypertensiva (<PERSOON>, ###; <PERSOON> op deze studies is met name gericht op de selectie van de proefpersonen De onderzochte patiënten hadden meestal een hooggradige nierarteriestenose met een gestoorde nierfunctie en men kan zich afvragen in hoeverre onder die omstandigheden nog herstel van bloeddruk en nierfunctie te verwachten is na opheffing van de stenose (<PERSOON>, ###) Van de onderzochte patiënten uit de twee laatste grote klinische studies was namelijk een groot deel geïncludeerd wanneer de clinicus op voorhand twijfelde over het nut van rPTA (<PERSOON> werden de inclusiecriteria van de meest recente studie verruimd waardoor de inclusiesnelheid in de studie weliswaar verbeterde maar ook meer patiënten geselecteerd werden waar a priori de kans op behandelsucces van rPTA laag werd ingeschat (Cooper, ###) Hoe patiënten met een indicatie.
603
fms
het ontstaan van flashoedeem een rol spelen zijn een ernstig beperkte natriurese, stijging van de bloeddruk met diastolische disfunctie en een toegenomen permeabiliteit van Voor het opsporen van de nierarteriestenose zijn diverse afbeeldende technieken beschikbaar De voorkeur gaat substractie angiografie geldt als de gouden standaard, maar gaat gepaard met de risico’s van een invasief De optimale behandeling van de atherosclerotische nierarteriestenose is de afgelopen decennia onderwerp geweest van veel discussie Diverse gerandomiseerde studies konden geen overtuigend voordeel aantonen voor wat betreft de bloeddrukcontrole van het opheffen van een zgn hemodynamisch significante stenose door middel van renale percutane transluminale angioplastiek (rPTA) met of zonder stentplaatsing in vergelijking met het voorschrijven van antihypertensiva (<PERSOON>, ###; <PERSOON> op deze studies is met name gericht op de selectie van de proefpersonen De onderzochte patiënten hadden meestal een hooggradige nierarteriestenose met een gestoorde nierfunctie en men kan zich afvragen in hoeverre onder die omstandigheden nog herstel van bloeddruk en nierfunctie te verwachten is na opheffing van de stenose (<PERSOON>, ###) Van de onderzochte patiënten uit de twee laatste grote klinische studies was namelijk een groot deel geïncludeerd wanneer de clinicus op voorhand twijfelde over het nut van rPTA (<PERSOON> werden de inclusiecriteria van de meest recente studie verruimd waardoor de inclusiesnelheid in de studie weliswaar verbeterde maar ook meer patiënten geselecteerd werden waar a priori de kans op behandelsucces van rPTA laag werd ingeschat (Cooper, ###) Hoe patiënten met een indicatie Op dit moment is de algemene consensus dat de primaire behandeling van renovasculaire hypertensie op basis van atherosclerose bestaat uit medicatie Het gebruik van ACE-remmer of angiotensineblokkers kan gepaard gaan met een stijging van het serum creatinegehalte, als gevolg van het wegvallen van de angiotensine-II gemedieerde vasoconstrictie van het vas efferens in de posstenotische nier Daarom wordt nogal eens verondersteld dat deze medicamenten gecontra-indiceerd zijn bij patiënten met een nierartriestenose Echter het door de nierarteriestenose opgewekte secundaire hyperaldosteronisme maakt dat ACE-remmers of angiotensinereceptorblokkers juist eerste keus geneesmiddelen zijn, zo nodig aangevuld met antihypertensiva uit andere klassen (Textor, ###) Na start van ACE-remmers of angiotensineblokkers en na elke dosisverhoging van deze middelen moet de nierfunctie wel worden gecontroleerd Eventuele achteruitgang in nierfunctie is overigens meestal beperkt, en leidt slechts in een minderheid van de gevallen tot staken van deze medicatie Er worden in de literatuur een aantal indicaties genoemd waarbij rPTA met of zonder stentplaatsing minder ter discussie staat in geval van een atherosclerotische nierarteriestenose een korte duur (weken tot Er zijn geen gerandomiseerde studies uitgevoerd bij patiënten met renovasculaire hypertensie op basis van FMD kan worden begonnen met RAAS interfererende bloeddrukverlagende medicatie, maar in geval van recent ontstane hypertensie wordt revascularizatie door middel van rPTA (in principe zonder stentplaatsing) als eerste keus behandeling aanbevolen Overige indicaties voor rPTA bij nierarteriestenose op basis van FMD zijn medicatiefalen of -intolerantie, nierinsufficiëntie of verslechtering nierfunctie onder gebruik van RAAS.
550
fms
Op dit moment is de algemene consensus dat de primaire behandeling van renovasculaire hypertensie op basis van atherosclerose bestaat uit medicatie Het gebruik van ACE-remmer of angiotensineblokkers kan gepaard gaan met een stijging van het serum creatinegehalte, als gevolg van het wegvallen van de angiotensine-II gemedieerde vasoconstrictie van het vas efferens in de posstenotische nier Daarom wordt nogal eens verondersteld dat deze medicamenten gecontra-indiceerd zijn bij patiënten met een nierartriestenose Echter het door de nierarteriestenose opgewekte secundaire hyperaldosteronisme maakt dat ACE-remmers of angiotensinereceptorblokkers juist eerste keus geneesmiddelen zijn, zo nodig aangevuld met antihypertensiva uit andere klassen (Textor, ###) Na start van ACE-remmers of angiotensineblokkers en na elke dosisverhoging van deze middelen moet de nierfunctie wel worden gecontroleerd Eventuele achteruitgang in nierfunctie is overigens meestal beperkt, en leidt slechts in een minderheid van de gevallen tot staken van deze medicatie Er worden in de literatuur een aantal indicaties genoemd waarbij rPTA met of zonder stentplaatsing minder ter discussie staat in geval van een atherosclerotische nierarteriestenose een korte duur (weken tot Er zijn geen gerandomiseerde studies uitgevoerd bij patiënten met renovasculaire hypertensie op basis van FMD kan worden begonnen met RAAS interfererende bloeddrukverlagende medicatie, maar in geval van recent ontstane hypertensie wordt revascularizatie door middel van rPTA (in principe zonder stentplaatsing) als eerste keus behandeling aanbevolen Overige indicaties voor rPTA bij nierarteriestenose op basis van FMD zijn medicatiefalen of -intolerantie, nierinsufficiëntie of verslechtering nierfunctie onder gebruik van RAAS opeenvolgende afbeeldende onderzoeken (Persu, ###) Chirurgische revascularisatie is van toepassing in geval van restenose na twee niet succesvolle rPTAs en wanneer rPTA technisch niet goed uitvoerbaar is, zoals bij complexe aneurysmata of complexe laesies van arteriële bifurcatie of takken (Persu, ###) Nierziekten die gepaard gaan met verlies van nierfunctie staan bij kinderen op de eerste plaats en bij volwassenen op de tweede plaats van meest voorkomende oorzaak van hypertensie (Rimoldi, ###; Arar, ###; McCullough, ###) Bepaling van de serumkreatinineconcentratie en routine urineonderzoek vormen de beste screening ter opsporing van een nierziekten met nierfunctieverlies Bij afwijkingen is het uitvoeren van een Er is een groot aantal geneesmiddelen dat de bloeddruk kan verhogen Wanneer een patiënt met een goed gereguleerde hypertensie een acute bloeddrukstijging vertoont, moet specifiek gecontroleerd worden of er sprake is van een bijwerking als gevolg van comedicatie, inclusief vrij verkrijgbare geneesmiddelen Staken van het betreffende medicament leidt doorgaans tot herstel van de bloeddruk Hieronder staat een overzicht (tabel Analgesie, vasculaire hoofdpijn, De reactie op caffeïne is meer In <LOCATIE> wordt relatief veel drop geconsumeerd, jaarlijks gemiddeld # kg per capita Ongeveer ##% van de bevolking eet regelmatig drop en ##% zelfs dagelijks (<PERSOON>, ###) De typische smaak van drop wordt bepaald door de zoetstof glycyrrhizine, een glycoside dat bestaat uit ##ß glycyrrhetinezuur (##ß-GA) en Dglucuronzuur Door darmbacteriën wordt dit glycoside gehydrolyseerd onder afsplitsing van ##ß-GA, de actieve metaboliet van glycyrrhizine Het ##ß-GA remt in de nier het enzym ##ß-hydroxysteroïd dehydrogenase type #,.
605
fms
in geval van restenose na twee niet succesvolle rPTAs en wanneer rPTA technisch niet goed uitvoerbaar is, zoals bij complexe aneurysmata of complexe laesies van arteriële bifurcatie of takken (Persu, ###) Nierziekten die gepaard gaan met verlies van nierfunctie staan bij kinderen op de eerste plaats en bij volwassenen op de tweede plaats van meest voorkomende oorzaak van hypertensie (Rimoldi, ###; Arar, ###; McCullough, ###) Bepaling van de serumkreatinineconcentratie en routine urineonderzoek vormen de beste screening ter opsporing van een nierziekten met nierfunctieverlies Bij afwijkingen is het uitvoeren van een Er is een groot aantal geneesmiddelen dat de bloeddruk kan verhogen Wanneer een patiënt met een goed gereguleerde hypertensie een acute bloeddrukstijging vertoont, moet specifiek gecontroleerd worden of er sprake is van een bijwerking als gevolg van comedicatie, inclusief vrij verkrijgbare geneesmiddelen Staken van het betreffende medicament leidt doorgaans tot herstel van de bloeddruk Hieronder staat een overzicht (tabel Analgesie, vasculaire hoofdpijn, De reactie op caffeïne is meer In <LOCATIE> wordt relatief veel drop geconsumeerd, jaarlijks gemiddeld # kg per capita Ongeveer ##% van de bevolking eet regelmatig drop en ##% zelfs dagelijks (<PERSOON>, ###) De typische smaak van drop wordt bepaald door de zoetstof glycyrrhizine, een glycoside dat bestaat uit ##ß glycyrrhetinezuur (##ß-GA) en Dglucuronzuur Door darmbacteriën wordt dit glycoside gehydrolyseerd onder afsplitsing van ##ß-GA, de actieve metaboliet van glycyrrhizine Het ##ß-GA remt in de nier het enzym ##ß-hydroxysteroïd dehydrogenase type #, Als gevolg van deze remming stijgt de intrarenale cortisolconcentratie en kan cortisol in de nier de mineralocorticoïdreceptor activeren (<PERSOON>, ###a) Dit kan resulteren in hypertensie met een onderdrukt dagelijkse inname wordt geschat op #,# mg ##ß-GA, overeenkomend met ## tt ## g drop (# tot # dropjes); bij een hogere consumptie kan hypertensie bij optreden bij daartoe gevoelige personen (Boganen, ###) In de urine is de ratio vrij cortisol/vrij cortison en de ratio van hun respectievelijke metabolieten, dat wil zeggen (THF+alloTHF)/THE, verhoogd Dropgebruik kan worden bevestigd door bepaling van het ##ß-GA in de urine (<PERSOON>, ###b) Bij elke patiënt met hypertensie moet specifiek worden gevraagd naar het gebruik van drop en andere producten die glycyrrhizine kunnen bevatten zoals bijvoorbeeld thee (zoethoutthee, sterrenmunt een ‘drop’ hypertensie wordt geleverd wanneer eliminatie van het glycyrrhizinegebruik gevolgd wordt door Het feochromocytoom is een zeldzame neuro-endocriene tumor van de bijnier die gekenmerkt wordt door bloedbaan In ongeveer ##% van de gevallen vindt overproductie van catecholamines extra-adrenaal plaats; men spreekt dan van een sympathisch paraganglioom, dat zijn oorsprong heeft in sympathische paravertebrale ganglia in thorax, abdomen of bekkenregio (<PERSOON>, ###) Naar schatting wordt in <LOCATIE> jaarlijks bij ongeveer ## tot ### personen een feochromocytoom of sympathisch paraganglioom vastgesteld De diagnose a aanvalsgewijs optredende hypertensie gepaard gaande met hartkloppingen, zweten, hoofdpijn of b uitlokken van onder a genoemde verschijnselen na gebruik van bepaalde medicamenten (zie tabel #); c aanwezigheid van een bijnierincidentaloom met of zonder hypertensie Een bijnierincidentaloom is een.
664
fms
in de nier de mineralocorticoïdreceptor activeren (<PERSOON>, ###a) Dit kan resulteren in hypertensie met een onderdrukt dagelijkse inname wordt geschat op #,# mg ##ß-GA, overeenkomend met ## tt ## g drop (# tot # dropjes); bij een hogere consumptie kan hypertensie bij optreden bij daartoe gevoelige personen (Boganen, ###) In de urine is de ratio vrij cortisol/vrij cortison en de ratio van hun respectievelijke metabolieten, dat wil zeggen (THF+alloTHF)/THE, verhoogd Dropgebruik kan worden bevestigd door bepaling van het ##ß-GA in de urine (<PERSOON>, ###b) Bij elke patiënt met hypertensie moet specifiek worden gevraagd naar het gebruik van drop en andere producten die glycyrrhizine kunnen bevatten zoals bijvoorbeeld thee (zoethoutthee, sterrenmunt een ‘drop’ hypertensie wordt geleverd wanneer eliminatie van het glycyrrhizinegebruik gevolgd wordt door Het feochromocytoom is een zeldzame neuro-endocriene tumor van de bijnier die gekenmerkt wordt door bloedbaan In ongeveer ##% van de gevallen vindt overproductie van catecholamines extra-adrenaal plaats; men spreekt dan van een sympathisch paraganglioom, dat zijn oorsprong heeft in sympathische paravertebrale ganglia in thorax, abdomen of bekkenregio (<PERSOON>, ###) Naar schatting wordt in <LOCATIE> jaarlijks bij ongeveer ## tot ### personen een feochromocytoom of sympathisch paraganglioom vastgesteld De diagnose a aanvalsgewijs optredende hypertensie gepaard gaande met hartkloppingen, zweten, hoofdpijn of b uitlokken van onder a genoemde verschijnselen na gebruik van bepaalde medicamenten (zie tabel #); c aanwezigheid van een bijnierincidentaloom met of zonder hypertensie Een bijnierincidentaloom is een abdomen in verband met klachten die niet gerelateerd zijn aan bijnierfunctie of – lokalisatie; d erfelijke predispostie voor feochromocytoom of sympathisch paraganglioom als gevolg van dragerschap e operatie in verband met feochromocytoom of sympathisch paraganglioom in verleden Tabel # Medicamenten die symptomen kunnen uitlokken bij patiënten met een f eochromocytoom De biochemische diagnose van een feochromocytoom of sympathisch paraganglioom berust op het aantonen van verhoogde productie van metanefrines, dit zijn de metabolieten van catecholamines Hiervoor wordt aanbevolen om de vrije metanefrines in plasma of de gefractioneerde metanefrines in ##-uurs urine te bepalen (<PERSOON>, ###) De plasma vrije metanefrines dienen bij voorkeur te worden afgenomen na ## minuten horizontale rust Het feochromocytoom of sympathisch paraganglioom wordt gelokaliseerd met behulp van anatomisch (bijvoorbeeld CT of MRI) en scintigrafisch (bijvoorbeeld ###<PERSOON>-PET of ##GaDOTATATE) beeldvormend onderzoek Behandeling bestaat uit (zo mogelijk endoscopische) chirurgische resectie Elke patiënt dient preoperatief medicamenteus te worden voorbereid met α-adrenerge Aangezien bij circa ##% tot ##% van alle patiënten met een feochromocytoom of paranganglioom sprake is van een autosomaal-dominant overervend tumorsyndroom, dient bij elke patiënt DNA-mutatie analyse en verwijzing Het endogene Cushing syndroom is een zeldzame endocriene aandoening met een geschatte incidentie van circa # # tot <DATUM> per miljoen individuen per jaar (Newell-Price, ###) Het exogene Cushing syndroom door iatrogeen glucocorticosteroïd gebruik komt veel vaker voor Het volledig ontwikkelde Cushing syndroom gaat gepaard met een kenmerkend fenotype met onder meer centrale obesitas, vollemaansgezicht, dorsocervicale vetophoping (buffalo hump), huidatrofie met striae en snelle hematoomvorming, proximale spierzwakte, hypertensie, diabetes mellitus en osteoporose (<PERSOON>, ###).
671
fms
lokalisatie; d erfelijke predispostie voor feochromocytoom of sympathisch paraganglioom als gevolg van dragerschap e operatie in verband met feochromocytoom of sympathisch paraganglioom in verleden Tabel # Medicamenten die symptomen kunnen uitlokken bij patiënten met een f eochromocytoom De biochemische diagnose van een feochromocytoom of sympathisch paraganglioom berust op het aantonen van verhoogde productie van metanefrines, dit zijn de metabolieten van catecholamines Hiervoor wordt aanbevolen om de vrije metanefrines in plasma of de gefractioneerde metanefrines in ##-uurs urine te bepalen (<PERSOON>, ###) De plasma vrije metanefrines dienen bij voorkeur te worden afgenomen na ## minuten horizontale rust Het feochromocytoom of sympathisch paraganglioom wordt gelokaliseerd met behulp van anatomisch (bijvoorbeeld CT of MRI) en scintigrafisch (bijvoorbeeld ###<PERSOON>-PET of ##GaDOTATATE) beeldvormend onderzoek Behandeling bestaat uit (zo mogelijk endoscopische) chirurgische resectie Elke patiënt dient preoperatief medicamenteus te worden voorbereid met α-adrenerge Aangezien bij circa ##% tot ##% van alle patiënten met een feochromocytoom of paranganglioom sprake is van een autosomaal-dominant overervend tumorsyndroom, dient bij elke patiënt DNA-mutatie analyse en verwijzing Het endogene Cushing syndroom is een zeldzame endocriene aandoening met een geschatte incidentie van circa # # tot <DATUM> per miljoen individuen per jaar (Newell-Price, ###) Het exogene Cushing syndroom door iatrogeen glucocorticosteroïd gebruik komt veel vaker voor Het volledig ontwikkelde Cushing syndroom gaat gepaard met een kenmerkend fenotype met onder meer centrale obesitas, vollemaansgezicht, dorsocervicale vetophoping (buffalo hump), huidatrofie met striae en snelle hematoomvorming, proximale spierzwakte, hypertensie, diabetes mellitus en osteoporose (<PERSOON>, ###) biochemisch onderzoek met uitvoering van een # mg dexamethason ‘overnight’ suppressietest (referentie serum ochtend cortisol (## nmol/L) of bepaling van de vrije cortisolexcretie in tenminste twee ##-uurs urineverzamelingen Als alternatief kan tenminste tweemaal de cortisolconcentratie worden bepaald in een om ## ##u verzameld speekselmonster (<PERSOON>, ###) Wanneer deze screeningstesten afwijkend zijn, dient de patiënt bij voorkeur te worden verwezen naar een internist-endocrinoloog voor verder evaluatie De prevalentie van hypothyreoïdie in de algemene bevolking bedraagt circa # # tot # #%, is groter bij vrouwen dan bij mannen en neemt toe met de leeftijd; bij vrouwen tot <LEEFTIJD> jaar tot #% (Vanderpump, ###; NIV RL, ###) Bij personen met hypertensie die onderzocht werden in een hypertensiekliniek werd een hogere prevalentie van pathofysiologische mechanismen zijn niet volledig opgehelderd, maar factoren die mogelijk een rol spelen zijn verhoogde renale natriumretentie, verminderde compliantie van de arteriële vaatwand en endotheeldisfunctie met toename van de systemische vaatweerstand (Velasco, ###) Gegevens over het effect van gevonden dat na behandeling met schildklierhormoonsubstitutie bij ##% van de patiënten met hypertensie en hypothyreoïdie de bloeddrukverlagende medicatie kon worden gestaakt met behoud van een normale De prevalentie van hyperthyreoïdie bedraagt circa # ##% bij vrouwen en is bij vrouwen eveneens groter dan bij mannen (Vanderpump, ###) De gerapporteerde frequentie van hypertensie bij patiënten met hyperthyreoïdie varieert van ##-##%, afhankelijk van de leeftijd (Velasco, ###) Toename van het hartminuutvolume en verhoogde vasculaire gevoeligheid voor noradrenaline worden verondersteld hierbij een rol te spelen (Palmieri,.
669
fms
uitvoering van een # mg dexamethason ‘overnight’ suppressietest (referentie serum ochtend cortisol (## nmol/L) of bepaling van de vrije cortisolexcretie in tenminste twee ##-uurs urineverzamelingen Als alternatief kan tenminste tweemaal de cortisolconcentratie worden bepaald in een om ## ##u verzameld speekselmonster (<PERSOON>, ###) Wanneer deze screeningstesten afwijkend zijn, dient de patiënt bij voorkeur te worden verwezen naar een internist-endocrinoloog voor verder evaluatie De prevalentie van hypothyreoïdie in de algemene bevolking bedraagt circa # # tot # #%, is groter bij vrouwen dan bij mannen en neemt toe met de leeftijd; bij vrouwen tot <LEEFTIJD> jaar tot #% (Vanderpump, ###; NIV RL, ###) Bij personen met hypertensie die onderzocht werden in een hypertensiekliniek werd een hogere prevalentie van pathofysiologische mechanismen zijn niet volledig opgehelderd, maar factoren die mogelijk een rol spelen zijn verhoogde renale natriumretentie, verminderde compliantie van de arteriële vaatwand en endotheeldisfunctie met toename van de systemische vaatweerstand (Velasco, ###) Gegevens over het effect van gevonden dat na behandeling met schildklierhormoonsubstitutie bij ##% van de patiënten met hypertensie en hypothyreoïdie de bloeddrukverlagende medicatie kon worden gestaakt met behoud van een normale De prevalentie van hyperthyreoïdie bedraagt circa # ##% bij vrouwen en is bij vrouwen eveneens groter dan bij mannen (Vanderpump, ###) De gerapporteerde frequentie van hypertensie bij patiënten met hyperthyreoïdie varieert van ##-##%, afhankelijk van de leeftijd (Velasco, ###) Toename van het hartminuutvolume en verhoogde vasculaire gevoeligheid voor noradrenaline worden verondersteld hierbij een rol te spelen (Palmieri, beschreven als mogelijke oorzaak van hypertensie Ondanks de relatief hoge prevalentie van schildklierfunctiestoornissen is nog veel onduidelijk over de onderlinge relatie tussen een afwijkende schildklierfunctie en hypertensie De meeste studies beschrijven een associatie tussen beide, maar dit is geen bewijs voor een oorzakelijk verband Analyse van gepoolde data afkomstig van verschillende cohorten toonde in de transversale onderzoeken consistent een positief verband tussen TSH-concentratie en hypertensie In dezelfde analyse bleek dat dit verband niet consistent aanwezig was in de longitudinale onderzoeken, hetgeen vraagtekens zet achter een eventuele causale relatie tussen schildklierdisfunctie en hypertensie (Ittermann, ###) In afwachting van verder onderzoek is het raadzaam de schildklierfunctie te bepalen bij patiënten met een onbegrepen hypertensie en bij afwijkende waarden te handelen in overeenstemming met de NIV-richtlijn Coarctatio aortae komt voor bij circa # tot #% van de kinderen met een congenitaal hartgebrek (<PERSOON>, ###) Meestal is deze gelokaliseerd distaal van de oorsprong van de linker arteria subclavia en soms proximaal hiervan De afwijking komt twee tot vijfmaal vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en komt frequent voor in combinatie met andere congenitale hartafwijkingen, zoals bicuspide aortaklep (## tot ##%), patente ductus gemist, aangezien kinderen met een geïsoleerde coarctatio aortae behoudens hypertensie geen andere symptomen hebben (Giles, ###) Kernsymptoom van een coarctatio aortae zijn zwakke pulsaties van de arteriae femorales en een systolische bloeddruk die aan het been gemeten )## mmHg lager is ten opzichte van de arm Andere verschijnselen zijn souffles ter hoogte van het sternum die beiderzijds uitstralen naar dorsaal en.
643
fms
hoge prevalentie van schildklierfunctiestoornissen is nog veel onduidelijk over de onderlinge relatie tussen een afwijkende schildklierfunctie en hypertensie De meeste studies beschrijven een associatie tussen beide, maar dit is geen bewijs voor een oorzakelijk verband Analyse van gepoolde data afkomstig van verschillende cohorten toonde in de transversale onderzoeken consistent een positief verband tussen TSH-concentratie en hypertensie In dezelfde analyse bleek dat dit verband niet consistent aanwezig was in de longitudinale onderzoeken, hetgeen vraagtekens zet achter een eventuele causale relatie tussen schildklierdisfunctie en hypertensie (Ittermann, ###) In afwachting van verder onderzoek is het raadzaam de schildklierfunctie te bepalen bij patiënten met een onbegrepen hypertensie en bij afwijkende waarden te handelen in overeenstemming met de NIV-richtlijn Coarctatio aortae komt voor bij circa # tot #% van de kinderen met een congenitaal hartgebrek (<PERSOON>, ###) Meestal is deze gelokaliseerd distaal van de oorsprong van de linker arteria subclavia en soms proximaal hiervan De afwijking komt twee tot vijfmaal vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en komt frequent voor in combinatie met andere congenitale hartafwijkingen, zoals bicuspide aortaklep (## tot ##%), patente ductus gemist, aangezien kinderen met een geïsoleerde coarctatio aortae behoudens hypertensie geen andere symptomen hebben (Giles, ###) Kernsymptoom van een coarctatio aortae zijn zwakke pulsaties van de arteriae femorales en een systolische bloeddruk die aan het been gemeten )## mmHg lager is ten opzichte van de arm Andere verschijnselen zijn souffles ter hoogte van het sternum die beiderzijds uitstralen naar dorsaal en intercostale arteriën Indien de coarctatio is gelokaliseerd proximaal van de van de oorsprong van de linker arteria subclavia zal dit leiden tot een rechts-links verschil in de armbloeddruk De diagnose kan worden bevestigd door middel van een CT- of MR-angiografie Behandeling bestaat uit het opheffen van de coarctatio door middel van chirurgie of ballon angioplastiek met of zonder stentimplantatie Secundaire hypertensie is gedefinieerd als een hypertensie met een bekende onderliggende oorzaak Naar schatting is bij circa # tot ##% van alle patiënten met hypertensie sprake van secundaire hypertensie (<PERSOON>, ###) De frequentie hangt onder meer af van de klinische setting (door selectie hoger in de tweede dan in de eerste lijn) en de leeftijd van de patiënt Zo kan de prevalentie van secundaire hypertensie bij personen jonger dan <LEEFTIJD> jaar oplopen tot bijna ##% (Camelli, ###) Bij elke patiënt die in de tweede- of derdelijn wordt behandeld voor hypertensie moet onderzoek worden verricht naar de eventuele aanwezigheid van een secundaire hypertensie De initiële stap hierbij is om na te gaan of er bij een patiënt sprake is van bepaalde klinische afwijkingen (clinical clues) De aanwezigheid of afwezigheid van deze clinical clues bepaalt vervolgens of nadere analyse naar een secundaire hypertensie respectievelijk wel of niet dient te worden uitgevoerd Hierbij moet worden bedacht dat de oorzaak van hypertensie vaak multifactorieel is Zo kan bij een patiënt met essentiële hypertensie de bloeddrukcontrole worden gecompliceerd door secundaire factoren zoals bijvoorbeeld een obstructief slaapapnoesyndroom of het gebruik van drop of bepaalde.
591
fms
gelokaliseerd proximaal van de van de oorsprong van de linker arteria subclavia zal dit leiden tot een rechts-links verschil in de armbloeddruk De diagnose kan worden bevestigd door middel van een CT- of MR-angiografie Behandeling bestaat uit het opheffen van de coarctatio door middel van chirurgie of ballon angioplastiek met of zonder stentimplantatie Secundaire hypertensie is gedefinieerd als een hypertensie met een bekende onderliggende oorzaak Naar schatting is bij circa # tot ##% van alle patiënten met hypertensie sprake van secundaire hypertensie (<PERSOON>, ###) De frequentie hangt onder meer af van de klinische setting (door selectie hoger in de tweede dan in de eerste lijn) en de leeftijd van de patiënt Zo kan de prevalentie van secundaire hypertensie bij personen jonger dan <LEEFTIJD> jaar oplopen tot bijna ##% (Camelli, ###) Bij elke patiënt die in de tweede- of derdelijn wordt behandeld voor hypertensie moet onderzoek worden verricht naar de eventuele aanwezigheid van een secundaire hypertensie De initiële stap hierbij is om na te gaan of er bij een patiënt sprake is van bepaalde klinische afwijkingen (clinical clues) De aanwezigheid of afwezigheid van deze clinical clues bepaalt vervolgens of nadere analyse naar een secundaire hypertensie respectievelijk wel of niet dient te worden uitgevoerd Hierbij moet worden bedacht dat de oorzaak van hypertensie vaak multifactorieel is Zo kan bij een patiënt met essentiële hypertensie de bloeddrukcontrole worden gecompliceerd door secundaire factoren zoals bijvoorbeeld een obstructief slaapapnoesyndroom of het gebruik van drop of bepaalde In het navolgende wordt de etiologie van secundaire hypertensie beknopt toegelicht, voor een meer uitgebreide beschrijving van de afzonderlijke oorzaken wordt verwezen naar de relevante literatuur De werkgroep heeft besloten om geen systematische literatuuranalyse voor deze vraag uit te voeren Er zijn namelijk maar weinig studies uitgevoerd waarbij volgens een vooraf gedefinieerd protocol de prevalentie van de verschillende oorzaken van secundaire hypertensie werd onderzocht, en sommige hiervan zijn bovendien niet van toepassing op de Nederlandse situatie (<PERSOON>, ###) De meeste studies richten zich op de beschrijving van slechts een enkele oorzaak van hypertensie Richtlijnen over dit onderwerp zijn overigens ook schaars De richtlijn van de European Society of Hypertension en de European Society of Cardiology (ESH/ESC) beschrijft het meest uitgebreid de analyse van secundaire hypertensie De kwaliteit van de ESH/ESC-richtlijn is echter matig volgens de AGREE II-criteria (Appraisal of Guidelines Research & Evaluation), een instrument dat wordt gebruikt om de methodologische kwaliteit van klinische richtlijnen te beoordelen Desalniettemin is de ESH/ESC-richtlijn toch gekozen als basis voor onderstaande aanbevelingen, niet alleen vanwege de uitgebreide beschrijving, maar ook omdat deze recent is gepubliceerd en het beste aansluit op de Nederlandse situatie Daarnaast zal waar mogelijk zo veel mogelijk worden verwezen naar bestaande richtlijnen voor de verdere <PERSOON> effect of age on prevalence of secondary forms of hypertension in ### <PERSOON> R et al Surgery of coarctation of the aorta.
560
fms
In het navolgende wordt de etiologie van secundaire hypertensie beknopt toegelicht, voor een meer uitgebreide beschrijving van de afzonderlijke oorzaken wordt verwezen naar de relevante literatuur De werkgroep heeft besloten om geen systematische literatuuranalyse voor deze vraag uit te voeren Er zijn namelijk maar weinig studies uitgevoerd waarbij volgens een vooraf gedefinieerd protocol de prevalentie van de verschillende oorzaken van secundaire hypertensie werd onderzocht, en sommige hiervan zijn bovendien niet van toepassing op de Nederlandse situatie (<PERSOON>, ###) De meeste studies richten zich op de beschrijving van slechts een enkele oorzaak van hypertensie Richtlijnen over dit onderwerp zijn overigens ook schaars De richtlijn van de European Society of Hypertension en de European Society of Cardiology (ESH/ESC) beschrijft het meest uitgebreid de analyse van secundaire hypertensie De kwaliteit van de ESH/ESC-richtlijn is echter matig volgens de AGREE II-criteria (Appraisal of Guidelines Research & Evaluation), een instrument dat wordt gebruikt om de methodologische kwaliteit van klinische richtlijnen te beoordelen Desalniettemin is de ESH/ESC-richtlijn toch gekozen als basis voor onderstaande aanbevelingen, niet alleen vanwege de uitgebreide beschrijving, maar ook omdat deze recent is gepubliceerd en het beste aansluit op de Nederlandse situatie Daarnaast zal waar mogelijk zo veel mogelijk worden verwezen naar bestaande richtlijnen voor de verdere <PERSOON> effect of age on prevalence of secondary forms of hypertension in ### <PERSOON> R et al Surgery of coarctation of the aorta Thorac Arar MY, Hogg RJ, Arant BS, et al Etiology of sustained hypertension in children in the southwestern <PERSOON> HJ, et al Stent placement in patients with atherosclerotic renal artery stenosis and <PERSOON> K, et al Effect of nocturnal nasal continuous positive airway pressure on blood pressure in <PERSOON> HG [Hypertension due to liquorice and liquorice tea consumption] <PERSOON> N, et al LB<DATUM> PREVALENCE OF SECONDARY HYPERTENSION IN <PERSOON> E, et al Cardiovascular outcomes in patients with primary aldosteronism after treatment Arch Chobanian AV, Bakris GL, Black HR et al Seventh report of the Joint National Committee on Prevention, Detection, Cooper CJ, Murphy TP, Cutlip DE, et al Stenting and medical therapy for atherosclerotic renal-artery stenosis <PERSOON> <INSTELLING> Treatment of atherosclerotic renal artery stenosis time for a new approach JAMA ESH/ESC Task Force for the Management of Arterial Hypertension ### Practice guidelines for the management of arterial hypertension of the European Society of Hypertension (ESH) and the European Society of Cardiology (ESC) ESH/ESC Task Favier J, <PERSOON-##> AP Paraganglioma and phaeochromocytoma from genetics to personalized <PERSOON-##> M, et al Assay characteristics influence the aldosterone to renin ratio as a screening tool for.
537
fms
Hogg RJ, Arant BS, et al Etiology of sustained hypertension in children in the southwestern <PERSOON> HJ, et al Stent placement in patients with atherosclerotic renal artery stenosis and <PERSOON> K, et al Effect of nocturnal nasal continuous positive airway pressure on blood pressure in <PERSOON> HG [Hypertension due to liquorice and liquorice tea consumption] <PERSOON> N, et al LB<DATUM> PREVALENCE OF SECONDARY HYPERTENSION IN <PERSOON> E, et al Cardiovascular outcomes in patients with primary aldosteronism after treatment Arch Chobanian AV, Bakris GL, Black HR et al Seventh report of the Joint National Committee on Prevention, Detection, Cooper CJ, Murphy TP, Cutlip DE, et al Stenting and medical therapy for atherosclerotic renal-artery stenosis <PERSOON> <INSTELLING> Treatment of atherosclerotic renal artery stenosis time for a new approach JAMA ESH/ESC Task Force for the Management of Arterial Hypertension ### Practice guidelines for the management of arterial hypertension of the European Society of Hypertension (ESH) and the European Society of Cardiology (ESC) ESH/ESC Task Favier J, <PERSOON> AP Paraganglioma and phaeochromocytoma from genetics to personalized <PERSOON> M, et al Assay characteristics influence the aldosterone to renin ratio as a screening tool for <PERSOON> Management of Primary Aldosteronism Case Detection, Diagnosis, and <PERSOON-##> BA, Aengevaeren WR, et al Measurement of leg blood pressure the most straightforward way to the <PERSOON-##> UM, <PERSOON-##> PK, Hunter SJ, et al ### cases of primary aldosteronism careful choice of patients for surgery using adrenal venous sampling and CT imaging results in excellent blood pressure and potassium outcomes <PERSOON-##> induced hypertension - <PERSOON-##> unappreciated cause of secondary hypertension <PERSOON-##> A, et al <PERSOON> impact of continuous positive airway pressure on blood pressure in patients with obstructive sleep apnea syndrome evidence from a meta-analysis of placebo-controlled randomized trials <PERSOON-##> HA, Arnadottir M, et al Severe, very early onset pre-eclampsia associated with liquorice <PERSOON-##> incidence of congenital heart disease <PERSOON-##> LW, et al Hypokalemia and rhabdomyolysis <PERSOON-##>KFAM, Bloemberg BPM, van den Brandt> PA, et al Voedselconsumptiegegevens verkregen met behulp van een <PERSOON-##> C, et al High serum thyrotropin levels are associated with current but not with incident <PERSOON-##> BJ,et al Determinants of blood pressure reduction by eplerenone in uncontrolled <PERSOON-##> MN, <PERSOON-##> CP, Wolthers BG, et al Gas chromatographic-mass spectrometric analysis of urinary glycyrrhetinic.
565
fms
Primary Aldosteronism Case Detection, Diagnosis, and <PERSOON> BA, Aengevaeren WR, et al Measurement of leg blood pressure the most straightforward way to the <PERSOON> UM, <PERSOON> PK, Hunter SJ, et al ### cases of primary aldosteronism careful choice of patients for surgery using adrenal venous sampling and CT imaging results in excellent blood pressure and potassium outcomes <PERSOON> induced hypertension - <PERSOON> unappreciated cause of secondary hypertension <PERSOON> A, et al <PERSOON> impact of continuous positive airway pressure on blood pressure in patients with obstructive sleep apnea syndrome evidence from a meta-analysis of placebo-controlled randomized trials <PERSOON> HA, Arnadottir M, et al Severe, very early onset pre-eclampsia associated with liquorice <PERSOON> incidence of congenital heart disease <PERSOON-##> LW, et al Hypokalemia and rhabdomyolysis <PERSOON-##>KFAM, Bloemberg BPM, van den Brandt> PA, et al Voedselconsumptiegegevens verkregen met behulp van een <PERSOON-##> C, et al High serum thyrotropin levels are associated with current but not with incident <PERSOON-##> BJ,et al Determinants of blood pressure reduction by eplerenone in uncontrolled <PERSOON-##> MN, <PERSOON-##> CP, Wolthers BG, et al Gas chromatographic-mass spectrometric analysis of urinary glycyrrhetinic Reference values for aldosterone-renin ratios in normotensive individuals and <PERSOON-##> CA, Chrousos GP Overview of Endocrine Hypertension ### Oct ## In <PERSOON-##> K, et al <PERSOON-##> JW, Duh QY, Eisenhofer G, et al Pheochromocytoma and paraganglioma an endocrine society clinical practice <PERSOON-##> JW, et al [Endovascular stenting in a stenotic solitary kidney; renal failure due to McCullough PA, <PERSOON-##> CT, et al CKD and cardiovascular disease in screened high-risk volunteer and general populations the Kidney Early Evaluation Program (KEEP) and National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) <PERSOON-##> H, et al Flash pulmonary oedema and bilateral renal artery stenosis the <PERSOON-##> PF, et al Evidence for an increased rate of cardiovascular events in patients with primary <PERSOON-##> C, et al Long-term cardio- and cerebrovascular events in patients with primary <PERSOON-##> V, et al Impact of hyperthyroidism and its correction on vascular reactivity in humans <PERSOON-##> LK, Biller BM, Findling JW, et al <PERSOON> diagnosis of Cushing's syndrome an <PERSOON-##> K, et al Prospective study on the prevalence of secondary hypertension among hypertensive patients visiting a general outpatient clinic in <PERSOON-##> V, et al.
576
fms
for aldosterone-renin ratios in normotensive individuals and <PERSOON> CA, Chrousos GP Overview of Endocrine Hypertension ### Oct ## In <PERSOON> K, et al <PERSOON> JW, Duh QY, Eisenhofer G, et al Pheochromocytoma and paraganglioma an endocrine society clinical practice <PERSOON> JW, et al [Endovascular stenting in a stenotic solitary kidney; renal failure due to McCullough PA, <PERSOON> CT, et al CKD and cardiovascular disease in screened high-risk volunteer and general populations the Kidney Early Evaluation Program (KEEP) and National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES) <PERSOON> H, et al Flash pulmonary oedema and bilateral renal artery stenosis the <PERSOON> PF, et al Evidence for an increased rate of cardiovascular events in patients with primary <PERSOON> C, et al Long-term cardio- and cerebrovascular events in patients with primary <PERSOON> V, et al Impact of hyperthyroidism and its correction on vascular reactivity in humans <PERSOON-##> LK, Biller BM, Findling JW, et al <PERSOON-##> diagnosis of Cushing's syndrome an <PERSOON-##> K, et al Prospective study on the prevalence of secondary hypertension among hypertensive patients visiting a general outpatient clinic in <PERSOON-##> V, et al <PERSOON-##> JE, Bilo G, et al Obstructive sleep apnea syndrome as a cause of resistant hypertension Hypertens Res Pedrosa RP, Drager LF, Gonzaga CC, et al Obstructive sleep apnea the most common secondary cause of hypertension <PERSOON-##> E, et al European consensus on the diagnosis and management of fibromuscular dysplasia <PERSOON-##> PF, Rossignol P, <PERSOON-##> of patients for surgery for primary aldosteronism <PERSOON-##> DK, et al Diagnosis of obstructive sleep apnea in adults a clinical practice guideline from <PERSOON-##> FH Secondary arterial hypertension when, who, and how to screen? <PERSOON-##> P, et al A hypertensive emergency with acute visual impairment due to excessive liquorice Streeten DH, <PERSOON-##> GH, Jr , Howland T, et al Effects of thyroid function on blood pressure Recognition of hypothyroid <PERSOON-##> H et al <PERSOON-##> effect of balloon angioplasty on hypertension in atherosclerotic renalartery stenosis <PERSOON-##> J Med ###;###(##) <PATIENTNUMMER># Vanderpump MP, Tunbridge WM, French JM, et al <PERSOON-##> incidence of thyroid disorders in the community a twenty-year <PERSOON-##> evaluation and treatment of endocrine forms of hypertension <PERSOON-##> EK, et al.
576
fms
et al Obstructive sleep apnea syndrome as a cause of resistant hypertension Hypertens Res Pedrosa RP, Drager LF, Gonzaga CC, et al Obstructive sleep apnea the most common secondary cause of hypertension <PERSOON> E, et al European consensus on the diagnosis and management of fibromuscular dysplasia <PERSOON> PF, Rossignol P, <PERSOON> of patients for surgery for primary aldosteronism <PERSOON> DK, et al Diagnosis of obstructive sleep apnea in adults a clinical practice guideline from <PERSOON> FH Secondary arterial hypertension when, who, and how to screen? <PERSOON> P, et al A hypertensive emergency with acute visual impairment due to excessive liquorice Streeten DH, <PERSOON> GH, Jr , Howland T, et al Effects of thyroid function on blood pressure Recognition of hypothyroid <PERSOON> H et al <PERSOON> effect of balloon angioplasty on hypertension in atherosclerotic renalartery stenosis <PERSOON-##> J Med ###;###(##) <PATIENTNUMMER># Vanderpump MP, Tunbridge WM, French JM, et al <PERSOON> incidence of thyroid disorders in the community a twenty-year <PERSOON-##> evaluation and treatment of endocrine forms of hypertension <PERSOON-##> EK, et al <PERSOON-##> R, et al Revascularization versus medical therapy for renal-artery stenosis <PERSOON-##> J Med a Welke rol speelt het gebruik van een lifetime risk ten opzichte van het <LEEFTIJD>-jaarsrisico bij de behandeling van b Hoe dienen jonge personen met hypertensie en een verhoogd lifetime risk te worden behandeld? Bespreek daarbij naast de voordelen ook de nadelen van uitbreiding van medicamenteuze behandeling ten Geef de patiënt in overweging te ervaren wat intensivering van de behandeling inhoudt, en begeleid dit Neem na zo’n proefperiode op basis van de ervaringen samen met de patiënt de definitieve beslissing om wel Heroverweeg jaarlijks samen met de patiënt de beslissing van het niet intensiever behandelen van een patiënt Het blijkt niet mogelijk onderbouwing te vinden voor een agressief of juist een expectatief beleid ten aanzien van hypertensie Het verschil in lifetime risk ten opzichte van normotensie lijkt bij het bestaan van hypertensie echter aanzienlijk Als men ervan uitgaat dat bij langdurige behandeling dit verschil in risico kleiner wordt, is het aannemelijk dat het numbers-needed-to-treat over een periode van ## of <LEEFTIJD> jaar laag is Of zo’n behandeling kosteneffectief is, is op dit moment niet te zeggen, zeker niet vanuit een maatschappelijk perspectief waarin ook bijvoorbeeld de verminderde opbrengsten door verloren arbeidsjaren worden meegenomen Het is echter aannemelijk dat de behandeling tegenwoordig met de veel goedkopere medicijnen en de efficiëntere bedrijfsvoering door substitutie van zorg door paramedici meer effectiviteit tegen minder kosten brengt Met.
547
fms
et al Revascularization versus medical therapy for renal-artery stenosis <PERSOON> J Med a Welke rol speelt het gebruik van een lifetime risk ten opzichte van het <LEEFTIJD>-jaarsrisico bij de behandeling van b Hoe dienen jonge personen met hypertensie en een verhoogd lifetime risk te worden behandeld? Bespreek daarbij naast de voordelen ook de nadelen van uitbreiding van medicamenteuze behandeling ten Geef de patiënt in overweging te ervaren wat intensivering van de behandeling inhoudt, en begeleid dit Neem na zo’n proefperiode op basis van de ervaringen samen met de patiënt de definitieve beslissing om wel Heroverweeg jaarlijks samen met de patiënt de beslissing van het niet intensiever behandelen van een patiënt Het blijkt niet mogelijk onderbouwing te vinden voor een agressief of juist een expectatief beleid ten aanzien van hypertensie Het verschil in lifetime risk ten opzichte van normotensie lijkt bij het bestaan van hypertensie echter aanzienlijk Als men ervan uitgaat dat bij langdurige behandeling dit verschil in risico kleiner wordt, is het aannemelijk dat het numbers-needed-to-treat over een periode van ## of <LEEFTIJD> jaar laag is Of zo’n behandeling kosteneffectief is, is op dit moment niet te zeggen, zeker niet vanuit een maatschappelijk perspectief waarin ook bijvoorbeeld de verminderde opbrengsten door verloren arbeidsjaren worden meegenomen Het is echter aannemelijk dat de behandeling tegenwoordig met de veel goedkopere medicijnen en de efficiëntere bedrijfsvoering door substitutie van zorg door paramedici meer effectiviteit tegen minder kosten brengt Met gevolg minder en latere complicaties De afweging moet daarbij echter gemaakt worden dat behandeling ook nadelen met zich meebrengt, zoals bijwerkingen van medicatie en mogelijk een vermindering van kwaliteit van leven Wij hebben geen systematische zoektocht naar zulke nadelen gedaan, maar ook geen aanwijzingen Ondanks het ontbreken van data met grote bewijskracht in de literatuur is de werkgroep van mening dat er voldoende gegevens zijn die suggereren dat het eenzijdig zich richten op korte termijnrisico’s bij patiënten die een laag korte termijnrisico hebben (zoals bijvoorbeeld bij jonge patiënten ((<LEEFTIJD> jaar) met een therapieresistente hypertensie) te oppervlakkig is De werkgroep is van mening dat de lange termijnrisico’s ook besproken moeten worden met de patiënt en dat de uitkomst hiervan ertoe zou kunnen leiden dat toch tot (uitbreiding van de) medicamenteuze behandeling met als doel (verdere) verlaging van de bloeddruk wordt overgegaan Uiteraard dient dan de leefstijl ook geoptimaliseerd te zijn en spelen hierbij de voorkeuren van de patiënt een belangrijke rol Arts en patiënt zouden kunnen overwegen om in zo’n geval de patiënt te laten ervaren wat behandeling De werkgroep merkt op dat deze onderzoeksvraag duidelijk heeft gemaakt dat er grote behoefte is aan langetermijndata en liefst zelfs vergelijkende lange termijnstudies Daarnaast zouden modelleringsstudies over kosten en besparingen gedaan moeten worden over de lange termijn Om te bepalen of hypertensie naast leefstijloptimalisering behandeld moet worden met medicatie in het kader van (primaire) preventie van cardiovasculaire aandoeningen gebruiken zorgverleners momenteel een risicotabel die uitgaat van een <LEEFTIJD>-jaarsrisico op cardiovasculaire ziekte en sterfte Deze tabellen hebben beperkt nut bij het.
569
fms
echter gemaakt worden dat behandeling ook nadelen met zich meebrengt, zoals bijwerkingen van medicatie en mogelijk een vermindering van kwaliteit van leven Wij hebben geen systematische zoektocht naar zulke nadelen gedaan, maar ook geen aanwijzingen Ondanks het ontbreken van data met grote bewijskracht in de literatuur is de werkgroep van mening dat er voldoende gegevens zijn die suggereren dat het eenzijdig zich richten op korte termijnrisico’s bij patiënten die een laag korte termijnrisico hebben (zoals bijvoorbeeld bij jonge patiënten ((<LEEFTIJD> jaar) met een therapieresistente hypertensie) te oppervlakkig is De werkgroep is van mening dat de lange termijnrisico’s ook besproken moeten worden met de patiënt en dat de uitkomst hiervan ertoe zou kunnen leiden dat toch tot (uitbreiding van de) medicamenteuze behandeling met als doel (verdere) verlaging van de bloeddruk wordt overgegaan Uiteraard dient dan de leefstijl ook geoptimaliseerd te zijn en spelen hierbij de voorkeuren van de patiënt een belangrijke rol Arts en patiënt zouden kunnen overwegen om in zo’n geval de patiënt te laten ervaren wat behandeling De werkgroep merkt op dat deze onderzoeksvraag duidelijk heeft gemaakt dat er grote behoefte is aan langetermijndata en liefst zelfs vergelijkende lange termijnstudies Daarnaast zouden modelleringsstudies over kosten en besparingen gedaan moeten worden over de lange termijn Om te bepalen of hypertensie naast leefstijloptimalisering behandeld moet worden met medicatie in het kader van (primaire) preventie van cardiovasculaire aandoeningen gebruiken zorgverleners momenteel een risicotabel die uitgaat van een <LEEFTIJD>-jaarsrisico op cardiovasculaire ziekte en sterfte Deze tabellen hebben beperkt nut bij het Dat geldt vooral voor jonge patiënten (onder de vijftig jaar) die vrijwel nooit een hoog <LEEFTIJD>-jaarsrisico hebben, ook al is de bloeddruk verhoogd De neiging bestaat inmiddels om jonge mensen dan ook niet te behandelen op grond van deze tabel Bij een deel van de patiënten, of wellicht bij allen, zal dan een versnelde veroudering en beschadiging van bloedvaten als gevolg van de hogere bloeddruk optreden Dit kan leiden tot vervroegd optreden van al dan niet levensbedreigende cardiovasculaire complicaties Bij een therapieresistente hypertensie wordt weliswaar gepoogd de bloeddruk te normaliseren, maar dat lukt vaak niet Hoewel therapieresistente hypertensie door velen wordt gezien als een ernstig gezondheidsprobleem, is niet goed bekend hoe groot het risico is Daarbij is het ook de vraag of hier wel ##jaarsrisico’s, zoals in de CVRM-richtlijn, gehanteerd moeten worden Eén van de redenen waarom indertijd gekozen is voor afkappunten op basis van <LEEFTIJD>-jaarsrisico’s is een economische tegenover een geringe winst over een periode van <LEEFTIJD> jaar stonden aanzienlijke kosten Aangezien medicamenteuze ondersteuning van de hypertensiebehandeling tegenwoordig zeer goedkoop is, is er veel voor te zeggen om ook bij lage ##jaarsrisico’s, maar hoge langeretermijnrisico’s (veel winst, bescheiden kosten) patiënten te gaan behandelen Voor patiënten met therapieresistente hypertensie zou dit betekenen dat het de moeite en kosten waard zijn om diagnostiek en therapie te intensiveren om de streefbloeddruk te bereiken Om dit soort beslissingen te ondersteunen is het noodzakelijk om tabellen te hebben die een indruk geven van de levensduurverkorting door.
581
fms
Dat geldt vooral voor jonge patiënten (onder de vijftig jaar) die vrijwel nooit een hoog <LEEFTIJD>-jaarsrisico hebben, ook al is de bloeddruk verhoogd De neiging bestaat inmiddels om jonge mensen dan ook niet te behandelen op grond van deze tabel Bij een deel van de patiënten, of wellicht bij allen, zal dan een versnelde veroudering en beschadiging van bloedvaten als gevolg van de hogere bloeddruk optreden Dit kan leiden tot vervroegd optreden van al dan niet levensbedreigende cardiovasculaire complicaties Bij een therapieresistente hypertensie wordt weliswaar gepoogd de bloeddruk te normaliseren, maar dat lukt vaak niet Hoewel therapieresistente hypertensie door velen wordt gezien als een ernstig gezondheidsprobleem, is niet goed bekend hoe groot het risico is Daarbij is het ook de vraag of hier wel ##jaarsrisico’s, zoals in de CVRM-richtlijn, gehanteerd moeten worden Eén van de redenen waarom indertijd gekozen is voor afkappunten op basis van <LEEFTIJD>-jaarsrisico’s is een economische tegenover een geringe winst over een periode van <LEEFTIJD> jaar stonden aanzienlijke kosten Aangezien medicamenteuze ondersteuning van de hypertensiebehandeling tegenwoordig zeer goedkoop is, is er veel voor te zeggen om ook bij lage ##jaarsrisico’s, maar hoge langeretermijnrisico’s (veel winst, bescheiden kosten) patiënten te gaan behandelen Voor patiënten met therapieresistente hypertensie zou dit betekenen dat het de moeite en kosten waard zijn om diagnostiek en therapie te intensiveren om de streefbloeddruk te bereiken Om dit soort beslissingen te ondersteunen is het noodzakelijk om tabellen te hebben die een indruk geven van de levensduurverkorting door indicator is dan het aantal patiënten dat behandeld dient te worden om één uitkomst te voorkomen in een bepaalde tijdsperiode Behandeling van chronische progressieve ziekten hebben als doel niet om symptomatische ziekte te voorkomen maar om deze uit te stellen Als gevolg is de winst in ziektevrije overleving Er is voor het beantwoorden van deze zoekvraag voor de zoekstrategie uitgegaan van patiënten met hypertensie omdat de commissie verwachtte dat zo er al data zijn deze vooral over de totale groep patiënten met hypertensie gaan Bovendien, als men uitgaat van de hoogte van de bloeddruk als belangrijkste Jongere patiënten met hypertensie verliezen meer levensjaren zonder cardiovasculaire Vanwege het ontbreken van data over het effect van hypertensie op levensduurverlenging is Het lifetime risk op hart- en vaatziekten onder patiënten van middelbare leeftijd met hypertensie is afhankelijk van de hoogte van de bloeddruk en bedraagt circa ##% Bij Er werden geen studies geïncludeerd die het lifetime risk bij therapieresistente hypertensiepatiënten Rapsomaniki (###) onderzocht de associatie tussen bloeddruk en hart- en vaatziekten De auteurs maakten platform van gelinkte elektronische patiëntendossiers met administratieve data van eerste- en tweedelijnszorg registers en registraties van ziekten in het Verenigd Koninkrijk In totaal werd een cohort van #,## miljoen patiënten gebruikt Patiënten waren <LEEFTIJD> jaar of ouder en waren hart- en vaatziektevrij aan het begin van followup Een vijfde deel van patiënten gebruikte bloeddrukverlagende medicatie Hypertensie werd gedefinieerd als een bloeddruk aan het begin van ### over ## mmHg of hoger, een geregistreerde diagnose van hypertensie of.
590
fms
het aantal patiënten dat behandeld dient te worden om één uitkomst te voorkomen in een bepaalde tijdsperiode Behandeling van chronische progressieve ziekten hebben als doel niet om symptomatische ziekte te voorkomen maar om deze uit te stellen Als gevolg is de winst in ziektevrije overleving Er is voor het beantwoorden van deze zoekvraag voor de zoekstrategie uitgegaan van patiënten met hypertensie omdat de commissie verwachtte dat zo er al data zijn deze vooral over de totale groep patiënten met hypertensie gaan Bovendien, als men uitgaat van de hoogte van de bloeddruk als belangrijkste Jongere patiënten met hypertensie verliezen meer levensjaren zonder cardiovasculaire Vanwege het ontbreken van data over het effect van hypertensie op levensduurverlenging is Het lifetime risk op hart- en vaatziekten onder patiënten van middelbare leeftijd met hypertensie is afhankelijk van de hoogte van de bloeddruk en bedraagt circa ##% Bij Er werden geen studies geïncludeerd die het lifetime risk bij therapieresistente hypertensiepatiënten Rapsomaniki (###) onderzocht de associatie tussen bloeddruk en hart- en vaatziekten De auteurs maakten platform van gelinkte elektronische patiëntendossiers met administratieve data van eerste- en tweedelijnszorg registers en registraties van ziekten in het Verenigd Koninkrijk In totaal werd een cohort van #,## miljoen patiënten gebruikt Patiënten waren <LEEFTIJD> jaar of ouder en waren hart- en vaatziektevrij aan het begin van followup Een vijfde deel van patiënten gebruikte bloeddrukverlagende medicatie Hypertensie werd gedefinieerd als een bloeddruk aan het begin van ### over ## mmHg of hoger, een geregistreerde diagnose van hypertensie of ##% van patiënten werd ten minste #,<LEEFTIJD> jaar gevolgd over tijd De studie heeft geen rekening gehouden met veranderingen in de bloeddruk over de tijd of andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten die konden veranderen in de tijd Allen (###) onderzocht het effect van veranderingen in bloeddruk tijdens de middelbare leeftijdsfase op het lifetime risico op (coronaire) hart- en vaatziekten en beroerte Data van zeven verschillende cohortstudies uit de Verenigde Staten werden gepoold In zes van de zeven cohortstudies werd de bloeddrukmeting gebaseerd op het gemiddelde van twee tot drie metingen verricht door getraind personeel met een kwikmanometer, terwijl de patiënt zat Eén cohortstudie maakte gebruik van bloeddrukmetingen gerapporteerd in het medisch dossier van deelnemers De auteurs ondernamen twee analyses; #) associatie tussen bloeddruk gemeten binnen vijf jaar van de geïndexeerde leeftijd en cumulatieve risico op hart- en vaatziekten en #) associatie tussen verandering van bloeddruk en ‘lifetime’ risico op hart- en vaatziekten Alleen patiënten met ten minste twee afzonderlijke bloeddrukmetingen gescheiden door tien jaar of meer werden in de tweede analyse meegenomen Hierbij moest de bloeddrukmeting op baseline na een leeftijd van <LEEFTIJD> jaar zijn afgenomen en ten minste <LEEFTIJD> jaar voor de indexleeftijd beschikbaar zijn Patiënten werden als hypertensief geclassificeerd met een onbehandelde bloeddruk boven ### over ## mmHg of als ze behandeld werden met bloeddrukverlagende medicatie In totaal werden #<DATUM> patiënten met een totaal van ##<DATUM> persoonsjaren gevolgd De follow-up beschikbaar uit de.
594
fms
van patiënten werd ten minste #,<LEEFTIJD> jaar gevolgd over tijd De studie heeft geen rekening gehouden met veranderingen in de bloeddruk over de tijd of andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten die konden veranderen in de tijd Allen (###) onderzocht het effect van veranderingen in bloeddruk tijdens de middelbare leeftijdsfase op het lifetime risico op (coronaire) hart- en vaatziekten en beroerte Data van zeven verschillende cohortstudies uit de Verenigde Staten werden gepoold In zes van de zeven cohortstudies werd de bloeddrukmeting gebaseerd op het gemiddelde van twee tot drie metingen verricht door getraind personeel met een kwikmanometer, terwijl de patiënt zat Eén cohortstudie maakte gebruik van bloeddrukmetingen gerapporteerd in het medisch dossier van deelnemers De auteurs ondernamen twee analyses; #) associatie tussen bloeddruk gemeten binnen vijf jaar van de geïndexeerde leeftijd en cumulatieve risico op hart- en vaatziekten en #) associatie tussen verandering van bloeddruk en ‘lifetime’ risico op hart- en vaatziekten Alleen patiënten met ten minste twee afzonderlijke bloeddrukmetingen gescheiden door tien jaar of meer werden in de tweede analyse meegenomen Hierbij moest de bloeddrukmeting op baseline na een leeftijd van <LEEFTIJD> jaar zijn afgenomen en ten minste <LEEFTIJD> jaar voor de indexleeftijd beschikbaar zijn Patiënten werden als hypertensief geclassificeerd met een onbehandelde bloeddruk boven ### over ## mmHg of als ze behandeld werden met bloeddrukverlagende medicatie In totaal werden #<DATUM> patiënten met een totaal van ##<DATUM> persoonsjaren gevolgd De follow-up beschikbaar uit de hypertensie vanaf drie verschillende leeftijden Gerekend vanaf <LEEFTIJD> jaar was het gemiddeld aantal verloren levensjaren zonder hart- en vaatziekten #,# (##%BI #,# tot #,#), vanaf <LEEFTIJD> jaar was het gemiddelde aantal jaren Rapsomaniki (###) en Allen (###) rapporteerden geen gegevens over levensduurverkorting geassocieerd met Rapsomaniki (###) berekende het risico op hart- en vaatziekten geassocieerd met het hebben van hypertensie vanaf drie verschillende leeftijden Het lifetime risk op hart- en vaatziekten vanaf <LEEFTIJD> jaar onder patiënten met Vanaf <LEEFTIJD> jaar was het lifetime risico op hart- en vaatziekten ##% (##%BI ## tot ##) onder hypertensieve ##) Deze resultaten zijn berekend uit een cohort met een mediane follow-up van #,<LEEFTIJD> jaar Om het lifetime risk te Tabel # Lif etime risk op hart- en vaatziekten berekend vanaf ##, ## of <LEEFTIJD> jaar (aangepast uit * Gedef inieerd als een bloeddruk aan het begin van ### over ## mmHg of hoger, een geregistreerde diagnose van hypertensie of herhaalrecepten (ten minste voor twee maanden) voor Allen (###) heeft het cumulatieve risico op hart- en vaatziekten vanaf index leeftijd ## met tien jaar stapgrootte berekend Het lifetime risk is niet berekend Aangezien de levensverwachting in Amerika voor <LEEFTIJD>-jarige mannen en vrouwen respectievelijk ongeveer <LEEFTIJD> jaar en <LEEFTIJD> jaar is (HealthGrove), is het aannemelijk dat het dertigjarig cumulatief risico op <LEEFTIJD> jaar een goede schatting is voor het lifetime risk Voor het nalopen van deze levensverwachting is rekening gehouden met de jaren van inclusie van de verschillende cohorten De resultaten.
653
fms
<LEEFTIJD> jaar was het gemiddeld aantal verloren levensjaren zonder hart- en vaatziekten #,# (##%BI #,# tot #,#), vanaf <LEEFTIJD> jaar was het gemiddelde aantal jaren Rapsomaniki (###) en Allen (###) rapporteerden geen gegevens over levensduurverkorting geassocieerd met Rapsomaniki (###) berekende het risico op hart- en vaatziekten geassocieerd met het hebben van hypertensie vanaf drie verschillende leeftijden Het lifetime risk op hart- en vaatziekten vanaf <LEEFTIJD> jaar onder patiënten met Vanaf <LEEFTIJD> jaar was het lifetime risico op hart- en vaatziekten ##% (##%BI ## tot ##) onder hypertensieve ##) Deze resultaten zijn berekend uit een cohort met een mediane follow-up van #,<LEEFTIJD> jaar Om het lifetime risk te Tabel # Lif etime risk op hart- en vaatziekten berekend vanaf ##, ## of <LEEFTIJD> jaar (aangepast uit * Gedef inieerd als een bloeddruk aan het begin van ### over ## mmHg of hoger, een geregistreerde diagnose van hypertensie of herhaalrecepten (ten minste voor twee maanden) voor Allen (###) heeft het cumulatieve risico op hart- en vaatziekten vanaf index leeftijd ## met tien jaar stapgrootte berekend Het lifetime risk is niet berekend Aangezien de levensverwachting in Amerika voor <LEEFTIJD>-jarige mannen en vrouwen respectievelijk ongeveer <LEEFTIJD> jaar en <LEEFTIJD> jaar is (HealthGrove), is het aannemelijk dat het dertigjarig cumulatief risico op <LEEFTIJD> jaar een goede schatting is voor het lifetime risk Voor het nalopen van deze levensverwachting is rekening gehouden met de jaren van inclusie van de verschillende cohorten De resultaten * Onder deze categorie vielen ook patiënten die behandeld werden voor hypertensie; - betekent Het poolen van de resultaten uit de twee genoemde artikelen was niet mogelijk gezien het verschil in rapportage (cumulatief versus lifetime risico en gestratificeerd op meerdere risicofactoren of niet) Allen (###) heeft ook het effect van een verandering in bloeddruk op het cumulatieve risico van hart- en vaatziekten berekend Voor het beantwoorden is gefocust op hypertensie voorafgaand aan de indexleeftijd en de verandering in bloeddruk gemeten op de index leeftijd Resultaten zijn in tabel # weergegeven Deze tabel kan als volgt gelezen worden Een man die tien jaar voor het meetmoment (indexleeftijd) een bloeddruk heeft van (###/(## mmHg heeft een ##% hoger <LEEFTIJD>-jaarsrisico als hij op het meetmoment een bloeddruk van ###- ###/##-## mmHg heeft Een vrouw die tien jaar voor het meetmoment een bloeddruk van #<DATUM> ##-## mmHg heeft, heeft een ##% lager <LEEFTIJD>-jaarsrisico als de bloeddruk op het meetmoment (###/(## mmHg is Of deze verschillen in risico afhangen van gebruik van medicatie om de bloeddrukveranderingen te bewerkstelligen Tabel # Cumulatieve ‘lif etime’ risk op onder andere hart- en vaatziekten per bloeddruk categorieën Overleving zonder cardiovasculaire morbiditeit De bewijskracht voor deze uitkomstmaat is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; geen adequate beschrijving van lost to followup, korte periode van follow-up (vijf jaar) en inadequate bloeddrukmeting) en indirectheid (bias ten gunste van Levensduurverkorting Vanwege het ontbreken van data over het effect van hypertensie op levensduurverkorting Lifetime risk op hart- en vaatziekten.
691
fms
voor hypertensie; - betekent Het poolen van de resultaten uit de twee genoemde artikelen was niet mogelijk gezien het verschil in rapportage (cumulatief versus lifetime risico en gestratificeerd op meerdere risicofactoren of niet) Allen (###) heeft ook het effect van een verandering in bloeddruk op het cumulatieve risico van hart- en vaatziekten berekend Voor het beantwoorden is gefocust op hypertensie voorafgaand aan de indexleeftijd en de verandering in bloeddruk gemeten op de index leeftijd Resultaten zijn in tabel # weergegeven Deze tabel kan als volgt gelezen worden Een man die tien jaar voor het meetmoment (indexleeftijd) een bloeddruk heeft van (###/(## mmHg heeft een ##% hoger <LEEFTIJD>-jaarsrisico als hij op het meetmoment een bloeddruk van ###- ###/##-## mmHg heeft Een vrouw die tien jaar voor het meetmoment een bloeddruk van #<DATUM> ##-## mmHg heeft, heeft een ##% lager <LEEFTIJD>-jaarsrisico als de bloeddruk op het meetmoment (###/(## mmHg is Of deze verschillen in risico afhangen van gebruik van medicatie om de bloeddrukveranderingen te bewerkstelligen Tabel # Cumulatieve ‘lif etime’ risk op onder andere hart- en vaatziekten per bloeddruk categorieën Overleving zonder cardiovasculaire morbiditeit De bewijskracht voor deze uitkomstmaat is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; geen adequate beschrijving van lost to followup, korte periode van follow-up (vijf jaar) en inadequate bloeddrukmeting) en indirectheid (bias ten gunste van Levensduurverkorting Vanwege het ontbreken van data over het effect van hypertensie op levensduurverkorting Lifetime risk op hart- en vaatziekten gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; korte follow-up duur in één studie) en Om de uitgangsvragen te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de De werkgroep achtte cardiovasculaire-ziektevrije overleving een voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaat; en levensduurverkorting en het risico op hart- en vaatziekten voor de besluitvorming belangrijke uitkomstmaten De werkgroep definieerde een half jaar overleving zonder cardiovasculaire ziekte, een half jaar levensduurverlenging en ##% absoluut risicoverschil in het optreden van een hart- en vaatziekte als klinisch (patiënt) relevante verschillen Deze verschillen zijn uiteraard subjectief Men dient zich hierbij te realiseren dat een levensduurverlenging van een halfjaar voor een jong iemand (jonger dan <LEEFTIJD> jaar) al bij behandeling van een gering afwijkende risicofactor (in dit geval hypertensie) bereikt wordt Bij een hoogbejaard persoon met een recent vastgestelde verhoogde bloeddruk is dit nauwelijks het geval, ondanks een sterk verhoogd <LEEFTIJD>-jaarsrisico In de database Medline (OVID) is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews, observationele studies en in het bijzonder extinctiecohortstudies De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de evidence-tabellen en risk of bias beoordeling) en observationele studies van het risico op hart- en vaatziekten bij hypertensieve patiënten vergeleken met normotensieve patiënten <PERSOON> (###) beschrijft met welke statistische analyse het lifetime risk geschat kan worden Op basis hiervan werden additioneel de volgende selectiecriteria benoemd leeftijd als onderliggende tijdas van het statistische predictiemodel en correctie voor concurrerende risico’s.
632
fms
bias; korte follow-up duur in één studie) en Om de uitgangsvragen te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de De werkgroep achtte cardiovasculaire-ziektevrije overleving een voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaat; en levensduurverkorting en het risico op hart- en vaatziekten voor de besluitvorming belangrijke uitkomstmaten De werkgroep definieerde een half jaar overleving zonder cardiovasculaire ziekte, een half jaar levensduurverlenging en ##% absoluut risicoverschil in het optreden van een hart- en vaatziekte als klinisch (patiënt) relevante verschillen Deze verschillen zijn uiteraard subjectief Men dient zich hierbij te realiseren dat een levensduurverlenging van een halfjaar voor een jong iemand (jonger dan <LEEFTIJD> jaar) al bij behandeling van een gering afwijkende risicofactor (in dit geval hypertensie) bereikt wordt Bij een hoogbejaard persoon met een recent vastgestelde verhoogde bloeddruk is dit nauwelijks het geval, ondanks een sterk verhoogd <LEEFTIJD>-jaarsrisico In de database Medline (OVID) is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews, observationele studies en in het bijzonder extinctiecohortstudies De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de evidence-tabellen en risk of bias beoordeling) en observationele studies van het risico op hart- en vaatziekten bij hypertensieve patiënten vergeleken met normotensieve patiënten <PERSOON> (###) beschrijft met welke statistische analyse het lifetime risk geschat kan worden Op basis hiervan werden additioneel de volgende selectiecriteria benoemd leeftijd als onderliggende tijdas van het statistische predictiemodel en correctie voor concurrerende risico’s Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording) en twee studies definitief geselecteerd Deze twee studies includeerden patiënten met Twee onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten Allen N, <PERSOON> JD, Ning H, et al Impact of blood pressure and blood pressure change during middle age on the remaining lifetime risk for cardiovascular disease the cardiovascular lifetime risk pooling project Circulation ###;###(#) ##-## doi <PERSOON> A, <PERSOON> J, et al Blood pressure and incidence of twelve cardiovascular diseases lifetime risks, Wat is de toegevoegde waarde van zoutbeperking bij patiënten met therapieresistente hypertensie? Hoe dient therapieresistente hypertensie te worden behandeld als therapie-ontrouw en secundaire Adviseer een natriumbeperking in het dieet van minder dan ## mmol (#g) per dag bij therapieresistente Overweeg motivational interviewing om de patiënt te motiveren natriumbeperking langdurig na te streven Ga met de patiënt na of de inzet van diëtisten of verpleegkundig specialisten nodig is om natriumbeperking Voor de rol van natriumbeperking in het dieet als onderdeel van de behandeling van therapieresistente hypertensie lijkt op grond van de systematische literatuuranalyse maar zeer beperkt bewijs Er is uit een selectie van ### artikelen slechts één studie boven komen drijven die voldeed aan de inclusiecriteria Deze studie toont dat een zoutbeperking van (## mmol (#,# g) natrium/dag in staat is om de bloeddruk spectaculair te verlagen met ongeveer ## mmHg Dit bloeddrukverlagende effect is ongeveer tweemaal groter dan met een enkel.
615
fms
## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording) en twee studies definitief geselecteerd Deze twee studies includeerden patiënten met Twee onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse De belangrijkste studiekarakteristieken en resultaten Allen N, <PERSOON> JD, Ning H, et al Impact of blood pressure and blood pressure change during middle age on the remaining lifetime risk for cardiovascular disease the cardiovascular lifetime risk pooling project Circulation ###;###(#) ##-## doi <PERSOON> A, <PERSOON> J, et al Blood pressure and incidence of twelve cardiovascular diseases lifetime risks, Wat is de toegevoegde waarde van zoutbeperking bij patiënten met therapieresistente hypertensie? Hoe dient therapieresistente hypertensie te worden behandeld als therapie-ontrouw en secundaire Adviseer een natriumbeperking in het dieet van minder dan ## mmol (#g) per dag bij therapieresistente Overweeg motivational interviewing om de patiënt te motiveren natriumbeperking langdurig na te streven Ga met de patiënt na of de inzet van diëtisten of verpleegkundig specialisten nodig is om natriumbeperking Voor de rol van natriumbeperking in het dieet als onderdeel van de behandeling van therapieresistente hypertensie lijkt op grond van de systematische literatuuranalyse maar zeer beperkt bewijs Er is uit een selectie van ### artikelen slechts één studie boven komen drijven die voldeed aan de inclusiecriteria Deze studie toont dat een zoutbeperking van (## mmol (#,# g) natrium/dag in staat is om de bloeddruk spectaculair te verlagen met ongeveer ## mmHg Dit bloeddrukverlagende effect is ongeveer tweemaal groter dan met een enkel Het bewijs dat natriumbeperking leidt tot verlaging van de bloeddruk en ook tot betere uitkomsten op de lange termijn is uitgebreid uitgezocht voor strikt onderscheid maken tussen aan- of afwezigheid van therapieresistente hypertensie <PERSOON> verschillende studies laten zien dat bij patiënten die al een antihypertensivum gebruiken, maar die niet voldoen aan de criteria van therapieresistente hypertensie, zoutbeperking ook tot verdere verlaging van de bloeddruk leidt De studie van Pimenta (###) bij patiënten met therapieresistente hypertensie komt dus overeen met de resultaten van deze studies en ondersteunt de aanname dat zowel patiënten met therapieresistente hypertensie als patiënten Enkele kanttekeningen dienen geplaatst te worden Het blijft de vraag of de bloeddrukdaling die in de studie van Pimenta (###) gezien werd vertaald kan worden naar de klinische praktijk Het is de vraag of patiënten langdurig een natriumdieet van minder dan ## mmol (#,# g)/d weten vol te houden Het minder strenge WHOadvies om minder dan ## mmol (# g) natrium/d te eten blijkt moeilijk na te leven voor verscheidende patiëntengroepen, onder meer door verwerking van grote hoeveelheden keukenzout in verschillende dagelijkse levensmiddelen en voedingsproducten, zoals brood, kaas, vleeswaren enzovoort Verder moet men zich realiseren dat er weinig prospectieve studies voor handen zijn die laten zien dat natriumbeperking leidt tot minder cardiovasculaire of renale eindpunten (Cook, ###) Vrijwel alle epidemiologische studies waarin gegevens van duizenden mensen zijn opgenomen kunnen het verband tussen hoge natriuminname en bloeddrukstijging aantonen, maar op de langetermijnuitkomsten is het verband veel minder duidelijk (<PERSOON>, ###).
619
fms
natriumbeperking leidt tot verlaging van de bloeddruk en ook tot betere uitkomsten op de lange termijn is uitgebreid uitgezocht voor strikt onderscheid maken tussen aan- of afwezigheid van therapieresistente hypertensie <PERSOON> verschillende studies laten zien dat bij patiënten die al een antihypertensivum gebruiken, maar die niet voldoen aan de criteria van therapieresistente hypertensie, zoutbeperking ook tot verdere verlaging van de bloeddruk leidt De studie van Pimenta (###) bij patiënten met therapieresistente hypertensie komt dus overeen met de resultaten van deze studies en ondersteunt de aanname dat zowel patiënten met therapieresistente hypertensie als patiënten Enkele kanttekeningen dienen geplaatst te worden Het blijft de vraag of de bloeddrukdaling die in de studie van Pimenta (###) gezien werd vertaald kan worden naar de klinische praktijk Het is de vraag of patiënten langdurig een natriumdieet van minder dan ## mmol (#,# g)/d weten vol te houden Het minder strenge WHOadvies om minder dan ## mmol (# g) natrium/d te eten blijkt moeilijk na te leven voor verscheidende patiëntengroepen, onder meer door verwerking van grote hoeveelheden keukenzout in verschillende dagelijkse levensmiddelen en voedingsproducten, zoals brood, kaas, vleeswaren enzovoort Verder moet men zich realiseren dat er weinig prospectieve studies voor handen zijn die laten zien dat natriumbeperking leidt tot minder cardiovasculaire of renale eindpunten (Cook, ###) Vrijwel alle epidemiologische studies waarin gegevens van duizenden mensen zijn opgenomen kunnen het verband tussen hoge natriuminname en bloeddrukstijging aantonen, maar op de langetermijnuitkomsten is het verband veel minder duidelijk (<PERSOON>, ###) wordt daarom steeds groter In de praktijk is het voor de patiënten erg moeilijk om zich te houden aan de WHO-norm, laat staan de behaalde natriuminname als in de studie van Pimenta (###) bij therapieresistente hypertensie patiënten Het vergt de inzet van patiënt en zorgverleners, zoals artsen, verpleegkundigen en diëtisten, en de inzet van overheid en levensmiddelenindustrie om de consumptie van natrium effectief te kunnen verlagen <PERSOON> van gedragsveranderende technieken (zoals motivational interviewing) zoals deze ook worden toegepast bij staken van roken zullen mogelijk ook belangrijk zijn voor de implementatie van een natriumbeperking De effecten van deze maatregelen op het kunnen volhouden van een natriumbeperking zijn Samenvattend is ondanks het spectaculaire bloeddrukverlagend effect van natriumbeperking in het dieet zoals behaald in de enige gecontroleerde studie met therapieresistente hypertensie patiënten tot nu toe de bewijsvoering ten gunste van zoutbeperking gering Net zoals in andere patiënten die worden gekarakteriseerd door volumeoverschot bestaat er een duidelijke rationale voor het toepassen van natriumbeperking in de behandeling van therapieresistente hypertensie Vraag is wel of geadviseerde streefwaarden voor Een geëxpandeerd extracellulair volume en verhoogde vaatweerstand gelden als een belangrijke onderhoudende factor voor te hoge bloeddruk Zoutinnamebeperking, waarmee beperking van natriuminname in het dieet wordt bedoeld, leidt tot vermindering van volume overload en verlaging van de perifere vaatweerstand Het vormt daarmee naast de andere leefstijlmaatregelen een belangrijk onderdeel van de medicatie leidt tot een verbetering van de bloeddruk en lange termijn uitkomsten in therapieresistente patiënten is de vraag.
578
fms
In de praktijk is het voor de patiënten erg moeilijk om zich te houden aan de WHO-norm, laat staan de behaalde natriuminname als in de studie van Pimenta (###) bij therapieresistente hypertensie patiënten Het vergt de inzet van patiënt en zorgverleners, zoals artsen, verpleegkundigen en diëtisten, en de inzet van overheid en levensmiddelenindustrie om de consumptie van natrium effectief te kunnen verlagen <PERSOON> van gedragsveranderende technieken (zoals motivational interviewing) zoals deze ook worden toegepast bij staken van roken zullen mogelijk ook belangrijk zijn voor de implementatie van een natriumbeperking De effecten van deze maatregelen op het kunnen volhouden van een natriumbeperking zijn Samenvattend is ondanks het spectaculaire bloeddrukverlagend effect van natriumbeperking in het dieet zoals behaald in de enige gecontroleerde studie met therapieresistente hypertensie patiënten tot nu toe de bewijsvoering ten gunste van zoutbeperking gering Net zoals in andere patiënten die worden gekarakteriseerd door volumeoverschot bestaat er een duidelijke rationale voor het toepassen van natriumbeperking in de behandeling van therapieresistente hypertensie Vraag is wel of geadviseerde streefwaarden voor Een geëxpandeerd extracellulair volume en verhoogde vaatweerstand gelden als een belangrijke onderhoudende factor voor te hoge bloeddruk Zoutinnamebeperking, waarmee beperking van natriuminname in het dieet wordt bedoeld, leidt tot vermindering van volume overload en verlaging van de perifere vaatweerstand Het vormt daarmee naast de andere leefstijlmaatregelen een belangrijk onderdeel van de medicatie leidt tot een verbetering van de bloeddruk en lange termijn uitkomsten in therapieresistente patiënten is de vraag van therapieresistente hypertensie op voorwaarde dat de dagelijkse natriuminname minder dan # g is (# g natrium staat gelijk aan ## mmol natrium en komt overeen met #,# g natriumchloride (keukenzout)) Bij het bevorderen van bloeddrukcontrole bij therapieresistente hypertensie patiënten lijkt een behandelstrategie die zich richt op het beter inzetten van reeds effectief gebleken bloeddrukverlagende maatregelen meer succesvol Gezien het feit dat therapieresistente hypertensie doorgaans gekenmerkt worden door een hoge natriuminname, vertegenwoordigt striktere naleving van een beperking van natriuminname in het dieet een van Patiënten met therapieresistente hypertensie hebben gedurende een week met lage natrium (## mmol (#,# g)/dag) inname een sterkere verlaging in bloeddruk (##-uurs meting en spreekkamermeting) vergeleken met patiënten die voor een week natriumtabletten slikken (## mmol (#,# g)/dag) inname een lagere concentratie van de marker brain natriuretic peptide Pimenta (###) onderzocht het effect van diëtaire natriumbeperking op spreekkamerbloeddruk en ##uursbloeddrukmeting bij patiënten met therapieresistente hypertensie in een gerandomiseerde cross-overtrial Therapieresistente hypertensie was gedefinieerd als ongecontroleerde hypertensie (systolische bloeddruk boven ### mmHg of diastolische bloeddruk boven ## mmHg) vastgesteld op tenminste twee klinische bezoeken ondanks het gebruik van tenminste drie antihypertensiva in farmacologische bewezen effectieve doseringen verhoogde risico op een ernstig verhoogde bloeddruk tijdens het hoog zout dieet In totaal waren ## patiënten geïncludeerd Patiënten waren gerandomiseerd naar een laag natrium dieet gevolgd door een wash-out periode van twee weken en tot slot een hoog natrium dieet of vice versa, eerst het hoog natrium dieet en vervolgens het laag natrium dieet Maaltijden en snacks waren voorzien voor het laag natrium dieet met een.
598
fms
g is (# g natrium staat gelijk aan ## mmol natrium en komt overeen met #,# g natriumchloride (keukenzout)) Bij het bevorderen van bloeddrukcontrole bij therapieresistente hypertensie patiënten lijkt een behandelstrategie die zich richt op het beter inzetten van reeds effectief gebleken bloeddrukverlagende maatregelen meer succesvol Gezien het feit dat therapieresistente hypertensie doorgaans gekenmerkt worden door een hoge natriuminname, vertegenwoordigt striktere naleving van een beperking van natriuminname in het dieet een van Patiënten met therapieresistente hypertensie hebben gedurende een week met lage natrium (## mmol (#,# g)/dag) inname een sterkere verlaging in bloeddruk (##-uurs meting en spreekkamermeting) vergeleken met patiënten die voor een week natriumtabletten slikken (## mmol (#,# g)/dag) inname een lagere concentratie van de marker brain natriuretic peptide Pimenta (###) onderzocht het effect van diëtaire natriumbeperking op spreekkamerbloeddruk en ##uursbloeddrukmeting bij patiënten met therapieresistente hypertensie in een gerandomiseerde cross-overtrial Therapieresistente hypertensie was gedefinieerd als ongecontroleerde hypertensie (systolische bloeddruk boven ### mmHg of diastolische bloeddruk boven ## mmHg) vastgesteld op tenminste twee klinische bezoeken ondanks het gebruik van tenminste drie antihypertensiva in farmacologische bewezen effectieve doseringen verhoogde risico op een ernstig verhoogde bloeddruk tijdens het hoog zout dieet In totaal waren ## patiënten geïncludeerd Patiënten waren gerandomiseerd naar een laag natrium dieet gevolgd door een wash-out periode van twee weken en tot slot een hoog natrium dieet of vice versa, eerst het hoog natrium dieet en vervolgens het laag natrium dieet Maaltijden en snacks waren voorzien voor het laag natrium dieet met een Voor het hoog natrium dieet namen patiënten eenmaal daags een zouttablet met zes gram zout bovenop het dieet dat de patiënten in de thuissituatie gewoonlijk aanhielden Dit resulteerde in een natrium inname van meer dan ### (ongeveer #,# g) mmol per dag Bloeddruk was gemeten tijdens een bezoek aan kliniek met een sphygmomanometer met een geschikte ambulante bloeddrukmeter Tijdens gebruik van het laag natrium dieet was de systolische bloeddruk gemeten in de kliniek gemiddeld ##,# mmHg (##%BI ##,#-##,#) lager vergeleken met het hoog natrium dieet Voor vergelijkbaar effect was waargenomen op de ##-uursbloeddruk, zowel overdag als ’s nachts De observatie dat het effect op spreekkamerbloeddruk en ##-uursbloeddrukken vergelijkbaar is, is een bevestiging dat het Tenslotte is het van belang vast te stellen dat op het moment dat de proefpersonen in de studie geïncludeerd werden de natriuminname al veel te hoog was De spreekkamerbloeddruk gemeten bij inclusie verschilde bovendien niet van de bloeddruk tijdens de periode van hoge natriuminname (bestaande uit de habituele natriuminname plus zes gram keukenzout) Dit wijst erop dat de bloeddrukeffecten gerelateerd waren aan een lagere natriuminname en niet het gevolg van natriumsuppletie bovenop de habituele natriuminname Als marker voor het risico op hart- en vaatziekten was brain natriuretic peptide (BNP) in urine gemeten Patiënten ten tijde van een laag natrium dieet hadden een lagere concentratie van BNP vergeleken met patiënten ten tijde van een hoog natrium dieet (gemiddelde verschil -##,# pg/ml, ##%BI -##,# tot -#,#) Dit wijst.
637
fms
natrium dieet namen patiënten eenmaal daags een zouttablet met zes gram zout bovenop het dieet dat de patiënten in de thuissituatie gewoonlijk aanhielden Dit resulteerde in een natrium inname van meer dan ### (ongeveer #,# g) mmol per dag Bloeddruk was gemeten tijdens een bezoek aan kliniek met een sphygmomanometer met een geschikte ambulante bloeddrukmeter Tijdens gebruik van het laag natrium dieet was de systolische bloeddruk gemeten in de kliniek gemiddeld ##,# mmHg (##%BI ##,#-##,#) lager vergeleken met het hoog natrium dieet Voor vergelijkbaar effect was waargenomen op de ##-uursbloeddruk, zowel overdag als ’s nachts De observatie dat het effect op spreekkamerbloeddruk en ##-uursbloeddrukken vergelijkbaar is, is een bevestiging dat het Tenslotte is het van belang vast te stellen dat op het moment dat de proefpersonen in de studie geïncludeerd werden de natriuminname al veel te hoog was De spreekkamerbloeddruk gemeten bij inclusie verschilde bovendien niet van de bloeddruk tijdens de periode van hoge natriuminname (bestaande uit de habituele natriuminname plus zes gram keukenzout) Dit wijst erop dat de bloeddrukeffecten gerelateerd waren aan een lagere natriuminname en niet het gevolg van natriumsuppletie bovenop de habituele natriuminname Als marker voor het risico op hart- en vaatziekten was brain natriuretic peptide (BNP) in urine gemeten Patiënten ten tijde van een laag natrium dieet hadden een lagere concentratie van BNP vergeleken met patiënten ten tijde van een hoog natrium dieet (gemiddelde verschil -##,# pg/ml, ##%BI -##,# tot -#,#) Dit wijst ##,# mmol (SD ##,#; #,# (SD #,#) g) en bij hoog natrium dieet ###,# mmol (SD ##,#; #,# (SD #,#) g) Tevens is de ##-uurskaliumuitscheiding gemeten als maat voor kaliuminname De hypothese is dat een verlaging in bloeddruk mogelijk ook verklaard kan worden door een verhoging in inname van kalium Patiënten onder het laag natrium dieet hadden een ##,# mmol (##%BI #,# tot ##,#) hogere excretie van kalium in ##-uurs urine vergeleken met het hoog natrium dieet In het artikel wordt niet beschreven of de analyse gecorrigeerd was en voor welke factoren Daarom is het moeilijk om vast te stellen of het geobserveerde effect op de uitkomstmaten alleen werd bewerkstelligd door beperking van natriuminname of door een toename in kaliuminname De bewijskracht voor alle gemeten uitkomstmaten is met drie niveaus verlaagd naar zeer laag gezien bias ten gevolge van indirectheid (vergelijking tussen laag en hoog zout inname & een follow-up duur van vier weken) en Wat zijn de (on)gunstige effecten van dietaire natriumbeperking bovenop medicamenteuze therapie vergeleken met alleen medicamenteuze therapie bij patiënten met therapieresistente hypertensie? De werkgroep achtte de mate van bloeddrukverlaging, cv-mortaliteit en cv-events voor de besluitvorming bloeddruk ##-uurs ABPM of een verschil van meer dan ## mmHg de gemiddelde systolische bloeddruk in de weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden of gerandomiseerde trials of observationele studies van patiënten met therapieresistente hypertensie onder standaard medicamenteuze behandeling met diëtaire natriumbeperking vergeleken met alleen standaard medicamenteuze behandeling.
653
fms
g) en bij hoog natrium dieet ###,# mmol (SD ##,#; #,# (SD #,#) g) Tevens is de ##-uurskaliumuitscheiding gemeten als maat voor kaliuminname De hypothese is dat een verlaging in bloeddruk mogelijk ook verklaard kan worden door een verhoging in inname van kalium Patiënten onder het laag natrium dieet hadden een ##,# mmol (##%BI #,# tot ##,#) hogere excretie van kalium in ##-uurs urine vergeleken met het hoog natrium dieet In het artikel wordt niet beschreven of de analyse gecorrigeerd was en voor welke factoren Daarom is het moeilijk om vast te stellen of het geobserveerde effect op de uitkomstmaten alleen werd bewerkstelligd door beperking van natriuminname of door een toename in kaliuminname De bewijskracht voor alle gemeten uitkomstmaten is met drie niveaus verlaagd naar zeer laag gezien bias ten gevolge van indirectheid (vergelijking tussen laag en hoog zout inname & een follow-up duur van vier weken) en Wat zijn de (on)gunstige effecten van dietaire natriumbeperking bovenop medicamenteuze therapie vergeleken met alleen medicamenteuze therapie bij patiënten met therapieresistente hypertensie? De werkgroep achtte de mate van bloeddrukverlaging, cv-mortaliteit en cv-events voor de besluitvorming bloeddruk ##-uurs ABPM of een verschil van meer dan ## mmHg de gemiddelde systolische bloeddruk in de weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden of gerandomiseerde trials of observationele studies van patiënten met therapieresistente hypertensie onder standaard medicamenteuze behandeling met diëtaire natriumbeperking vergeleken met alleen standaard medicamenteuze behandeling voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (de meesten omdat er geen sprake was van therapieresistente hypertensie of omdat verandering van natriumdieet geen onderdeel van de interventie was (zie ook exclusietabel onder het tabblad Verantwoording)), en één studie <PERSOON> H, et al Effect of increased potassium intake on cardiovascular risk factors and disease Cook NR, Cutler JA, Obarzanek E, et al Long term effects of dietary sodium reduction on cardiovascular disease outcomes observational follow-up of the trials of hypertension prevention (TOHP) BMJ ###;###(###) ##<DATUM> Epub ### Law <PERSOON> JK, Wald NJ Use of blood pressure lowering drugs in the prevention of cardiovascular disease metaanalysis of ### randomised trials in the context of expectations from prospective epidemiological studies <PERSOON> S, et al PURE Investigators Urinary sodium and potassium excretion, mortality, and <PERSOON> KK, Oparil S, et al Effects of dietary sodium reduction on blood pressure in subjects with resistant <PERSOON> T, <PERSOON> L, et al European Project on Genes in Hypertension (EPOGH) Investigators Fatal and nonfatal outcomes, incidence of hypertension, and blood pressure changes in relation to urinary sodium excretion Swift PA, Markandu ND, Sagnella GA, et al Modest salt reduction reduces blood pressure and urine protein excretion in <PERSOON> F, et al Effects of dietary sodium and hydrochlorothiazide on the antiproteinuric efficacy of.
620
fms
studies geëxcludeerd (de meesten omdat er geen sprake was van therapieresistente hypertensie of omdat verandering van natriumdieet geen onderdeel van de interventie was (zie ook exclusietabel onder het tabblad Verantwoording)), en één studie <PERSOON> H, et al Effect of increased potassium intake on cardiovascular risk factors and disease Cook NR, Cutler JA, Obarzanek E, et al Long term effects of dietary sodium reduction on cardiovascular disease outcomes observational follow-up of the trials of hypertension prevention (TOHP) BMJ ###;###(###) ##<DATUM> Epub ### Law <PERSOON> JK, Wald NJ Use of blood pressure lowering drugs in the prevention of cardiovascular disease metaanalysis of ### randomised trials in the context of expectations from prospective epidemiological studies <PERSOON> S, et al PURE Investigators Urinary sodium and potassium excretion, mortality, and <PERSOON> KK, Oparil S, et al Effects of dietary sodium reduction on blood pressure in subjects with resistant <PERSOON> T, <PERSOON> L, et al European Project on Genes in Hypertension (EPOGH) Investigators Fatal and nonfatal outcomes, incidence of hypertension, and blood pressure changes in relation to urinary sodium excretion Swift PA, Markandu ND, Sagnella GA, et al Modest salt reduction reduces blood pressure and urine protein excretion in <PERSOON> F, et al Effects of dietary sodium and hydrochlorothiazide on the antiproteinuric efficacy of Hoe dient therapieresistente hypertensie te worden behandeld als therapie-ontrouw en secundaire hypertensie Voeg een aldosteronantagonist (in het bijzonder spironolacton) in lage eenmaal daagse dosering van ## tot ## Doseer spironolacton bij voorkeur niet hoger dan ## mg om bijwerkingen te voorkomen Overweeg vastedosiscombinatietabletten te geven voor het verbeteren van de adherentie en niet zozeer voor Voor het bespreken met de patiënt welke mogelijkheid de voorkeur heeft, raadt de werkgroep de consultkaart In de richtlijnen voor de behandeling van hypertensie van de ESC/ESH (###) wordt geadviseerd om bij patiënten met therapieresistente hypertensie een vierde middel aan de behandeling toe te voegen uit een klasse van antihypertensiva met een ander (partieel) werkingsmechanisme dan de middelen die de patiënt reeds gebruikt (Sever, ###) Hierbij worden met name de toevoeging van lage dosis van een aldosteronreceptorblokkers, een α-blokker, maar ook hogere dosis van met name thiazidediuretica (in het bijzonder chloortalidon) genoemd De recent gepubliceerde RCT (PATHWAY-#) liet evenwel zien dat toevoeging van spironolacton in doseringen tussen ## en ## mg het meest effectief was in het verlagen van de thuis gemeten ###) Het hier gedocumenteerde literatuuronderzoek heeft alleen bewijskracht gevonden voor de toevoeging van spironolacton aan de medicatie en verandering van het tijdstip van innemen van de medicatie (het derde middel innemen voor het slapen gaan in plaats van in de ochtend) Deze interventies leiden tot een aantoonbaar Toevoeging van een lage dosis spironolacton (## tot ## mg) heeft behalve een gunstig effect op de bloeddruk ook het voordeel dat het weinig nadelige bijwerkingen kent In het algemeen zijn de bijwerkingen van.
614
fms
secundaire hypertensie Voeg een aldosteronantagonist (in het bijzonder spironolacton) in lage eenmaal daagse dosering van ## tot ## Doseer spironolacton bij voorkeur niet hoger dan ## mg om bijwerkingen te voorkomen Overweeg vastedosiscombinatietabletten te geven voor het verbeteren van de adherentie en niet zozeer voor Voor het bespreken met de patiënt welke mogelijkheid de voorkeur heeft, raadt de werkgroep de consultkaart In de richtlijnen voor de behandeling van hypertensie van de ESC/ESH (###) wordt geadviseerd om bij patiënten met therapieresistente hypertensie een vierde middel aan de behandeling toe te voegen uit een klasse van antihypertensiva met een ander (partieel) werkingsmechanisme dan de middelen die de patiënt reeds gebruikt (Sever, ###) Hierbij worden met name de toevoeging van lage dosis van een aldosteronreceptorblokkers, een α-blokker, maar ook hogere dosis van met name thiazidediuretica (in het bijzonder chloortalidon) genoemd De recent gepubliceerde RCT (PATHWAY-#) liet evenwel zien dat toevoeging van spironolacton in doseringen tussen ## en ## mg het meest effectief was in het verlagen van de thuis gemeten ###) Het hier gedocumenteerde literatuuronderzoek heeft alleen bewijskracht gevonden voor de toevoeging van spironolacton aan de medicatie en verandering van het tijdstip van innemen van de medicatie (het derde middel innemen voor het slapen gaan in plaats van in de ochtend) Deze interventies leiden tot een aantoonbaar Toevoeging van een lage dosis spironolacton (## tot ## mg) heeft behalve een gunstig effect op de bloeddruk ook het voordeel dat het weinig nadelige bijwerkingen kent In het algemeen zijn de bijwerkingen van In meta-analyse van <PERSOON> (###) werd literatuur vermeld wordt (incidentie hyperkaliemie # tot #%, [Gwoo, ###]) De incidentie van de lange termijn In het onderzoek over de chronotherapie van Hermida (###) werden met name de calciumantagonist en de αblokker uitgewisseld van de ochtend naar de avond Dit resulteerde vooral in een significante reductie van het aantal non-dippers ((##% daling van de nachtelijke bloeddruk) van ## naar ##% Uit andere onderzoeken is effect van het innemen van een medicijn voor het slapen gaan op hart- en vaatziekten is echter bij therapieresistente hypertensie nog nooit onderzocht Op grond van de bevindingen van de Syst-Eur Trial (Staessen, ###) en de HOPE Study (Svensson, ###), waarbij respectievelijk nitrendipine en ramipril voor het slapen werden gegeven, zou men kunnen extrapoleren dat chronotherapie bij resistente hypertensie leidt tot een gunstig effect op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit Dit moet evenwel nog worden aangetoond Het huidige literatuuronderzoek heeft geen artikelen met betrekking tot vaste-dosis combinaties van medicamenten gevonden die voldeden aan de selectiecriteria In een recente review over de mogelijke voordelen van vaste-dosis combinaties werd gevonden dat het verschil in systolische en diastolische bloeddruk niet van de losse componenten, maar wel gepaard ging met een significant betere adherentie (Gupta, ###) De onderzoeken waren te kort om uit te zoeken of dit soort bloeddrukverschillen op het langetermijneffect zouden kunnen hebben op het voorkomen van intermediaire of harde eindpunten Bovendien ontbreken de inzichten in De genoemde effecten van de verschillende medicamenteuze mogelijkheden bij therapieresistente hypertensie.
627
fms
In meta-analyse van <PERSOON> (###) werd literatuur vermeld wordt (incidentie hyperkaliemie # tot #%, [Gwoo, ###]) De incidentie van de lange termijn In het onderzoek over de chronotherapie van Hermida (###) werden met name de calciumantagonist en de αblokker uitgewisseld van de ochtend naar de avond Dit resulteerde vooral in een significante reductie van het aantal non-dippers ((##% daling van de nachtelijke bloeddruk) van ## naar ##% Uit andere onderzoeken is effect van het innemen van een medicijn voor het slapen gaan op hart- en vaatziekten is echter bij therapieresistente hypertensie nog nooit onderzocht Op grond van de bevindingen van de Syst-Eur Trial (Staessen, ###) en de HOPE Study (Svensson, ###), waarbij respectievelijk nitrendipine en ramipril voor het slapen werden gegeven, zou men kunnen extrapoleren dat chronotherapie bij resistente hypertensie leidt tot een gunstig effect op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit Dit moet evenwel nog worden aangetoond Het huidige literatuuronderzoek heeft geen artikelen met betrekking tot vaste-dosis combinaties van medicamenten gevonden die voldeden aan de selectiecriteria In een recente review over de mogelijke voordelen van vaste-dosis combinaties werd gevonden dat het verschil in systolische en diastolische bloeddruk niet van de losse componenten, maar wel gepaard ging met een significant betere adherentie (Gupta, ###) De onderzoeken waren te kort om uit te zoeken of dit soort bloeddrukverschillen op het langetermijneffect zouden kunnen hebben op het voorkomen van intermediaire of harde eindpunten Bovendien ontbreken de inzichten in De genoemde effecten van de verschillende medicamenteuze mogelijkheden bij therapieresistente hypertensie Dit geldt onder andere bij het gebruik van diuretica en spironolacton in genoemde doseringen, waarbij steeds het evenwicht tussen effectiviteit en bijwerkingen in acht moet worden genomen Soms zijn lagere, soms hogere Om de verschillende therapeutische opties met uw patiënt te bespreken is er door de richtlijncommissie een consultkaart Moeilijk behandelbare hoge bloeddruk soorten behandelingen, ontwikkeld Hiermee is in een oogopslag inzichtelijk welke opties met voor- en nadelen voor handen zijn De richtlijncommissie denkt dat hiermee in dialoog met de patiënt specifiek voor hem/haar toegespitste behandeling beter inzichtelijk gemaakt Geschat wordt dat ongeveer ##% van de patiënten met hypertensie drie bloeddrukverlagende medicijnen nodig heeft om op streefwaarde te komen Therapieresistente hypertensie zien we in toenemende mate in de klinische praktijk De prevalentie wordt opgegeven tussen de # en ##% Patiënten met therapieresistente hypertensie hebben een veel slechtere cardiovasculaire prognose (Pierdomenico, ###) In verschillende studies wordt een # Wat is de beste behandelstrategie van true resistant hypertension als zogenaamd pseudoresistentie (op basis van een witte-jasseneffect en/of therapieontrouw) en secundaire oorzaken zijn uitgesloten? Er lijkt in de literatuur eerste keuze middel Ook zijn er studies die een gunstig effect van mineralocorticoïdreceptorantagonisten, zoals calciumantagonisten en remmers van het renine-angiotensine systeem ook bij deze patiënten te worden gegeven, omdat ze waarschijnlijk het cardiovasculaire risico verlagen Vastedosiscombinatiepreparaten van al deze middelen lijken een lagere bloeddruk en een betere medicatieadherentie te geven Maar er zijn ook.
595
fms
geldt onder andere bij het gebruik van diuretica en spironolacton in genoemde doseringen, waarbij steeds het evenwicht tussen effectiviteit en bijwerkingen in acht moet worden genomen Soms zijn lagere, soms hogere Om de verschillende therapeutische opties met uw patiënt te bespreken is er door de richtlijncommissie een consultkaart Moeilijk behandelbare hoge bloeddruk soorten behandelingen, ontwikkeld Hiermee is in een oogopslag inzichtelijk welke opties met voor- en nadelen voor handen zijn De richtlijncommissie denkt dat hiermee in dialoog met de patiënt specifiek voor hem/haar toegespitste behandeling beter inzichtelijk gemaakt Geschat wordt dat ongeveer ##% van de patiënten met hypertensie drie bloeddrukverlagende medicijnen nodig heeft om op streefwaarde te komen Therapieresistente hypertensie zien we in toenemende mate in de klinische praktijk De prevalentie wordt opgegeven tussen de # en ##% Patiënten met therapieresistente hypertensie hebben een veel slechtere cardiovasculaire prognose (Pierdomenico, ###) In verschillende studies wordt een # Wat is de beste behandelstrategie van true resistant hypertension als zogenaamd pseudoresistentie (op basis van een witte-jasseneffect en/of therapieontrouw) en secundaire oorzaken zijn uitgesloten? Er lijkt in de literatuur eerste keuze middel Ook zijn er studies die een gunstig effect van mineralocorticoïdreceptorantagonisten, zoals calciumantagonisten en remmers van het renine-angiotensine systeem ook bij deze patiënten te worden gegeven, omdat ze waarschijnlijk het cardiovasculaire risico verlagen Vastedosiscombinatiepreparaten van al deze middelen lijken een lagere bloeddruk en een betere medicatieadherentie te geven Maar er zijn ook (zogenaamd chronotherapie) door bijvoorbeeld middelen voor het slapen te geven in plaats van een extra Bij patiënten met therapieresistente hypertensie resulteert het toevoegen van spironolacton verlaging van de systolische en diastolische bloeddruk vergeleken met placebo of toevoeging Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van spironolacton op het percentage patiënten op streefwaarde of op het risico op Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van combinatietabletten op bloeddruk, het percentage patiënten op streefwaarde of het risico Chronotherapie (# medicijn voor het slapen gaan innemen) resulteert in een klinisch relevante verlaging van de systolische en diastolische bloeddruk bij patiënten met therapieresistente Chronotherapie (# medicijn voor het slapen gaan innemen) verhoogt bij therapieresistente hypertensie het aantal patiënten dat de streefwaarde van de bloeddruk bereikt vergeleken effect van chronotherapie (# medicament voor het slapen gaan) op het risico op hart- en <PERSOON> (###) ondernam een systematische zoekactie naar gerandomiseerde, gecontroleerde trials naar de effectiviteit en veiligheid van spironolacton bij patiënten met therapieresistente hypertensie PubMed, EMBASE en de Cochrane Library werden tot december ### doorzocht Alleen RCT’s die het effect van additionele geïncludeerd In totaal voldeden vijf trials aan deze criteria In vier placebogecontroleerde trials werd toevoeging van spironolacton aan de bestaande medicatie onderzocht en in één trial werd de toevoeging van spironolacton of ramipril bestudeerd De dosering van spironolacton liep uiteen van ## tot ## mg per dag en die van ramipril van # tot ## mg In totaal werden ### patiënten in de systematische reviews geïncludeerd De gemiddelde.
595
fms
Bij patiënten met therapieresistente hypertensie resulteert het toevoegen van spironolacton verlaging van de systolische en diastolische bloeddruk vergeleken met placebo of toevoeging Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van spironolacton op het percentage patiënten op streefwaarde of op het risico op Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van combinatietabletten op bloeddruk, het percentage patiënten op streefwaarde of het risico Chronotherapie (# medicijn voor het slapen gaan innemen) resulteert in een klinisch relevante verlaging van de systolische en diastolische bloeddruk bij patiënten met therapieresistente Chronotherapie (# medicijn voor het slapen gaan innemen) verhoogt bij therapieresistente hypertensie het aantal patiënten dat de streefwaarde van de bloeddruk bereikt vergeleken effect van chronotherapie (# medicament voor het slapen gaan) op het risico op hart- en <PERSOON> (###) ondernam een systematische zoekactie naar gerandomiseerde, gecontroleerde trials naar de effectiviteit en veiligheid van spironolacton bij patiënten met therapieresistente hypertensie PubMed, EMBASE en de Cochrane Library werden tot december ### doorzocht Alleen RCT’s die het effect van additionele geïncludeerd In totaal voldeden vijf trials aan deze criteria In vier placebogecontroleerde trials werd toevoeging van spironolacton aan de bestaande medicatie onderzocht en in één trial werd de toevoeging van spironolacton of ramipril bestudeerd De dosering van spironolacton liep uiteen van ## tot ## mg per dag en die van ramipril van # tot ## mg In totaal werden ### patiënten in de systematische reviews geïncludeerd De gemiddelde Als uitkomst is gekozen voor het effect op ##-uur ambulante bloeddruk Vier trials hadden gegevens over ##uur ambulante bloeddruk gerapporteerd Gemiddeld nam de systolische bloeddruk met ##,## mmHg af in het vergelijkbaar (tabel #) De effecten op de spreekkamerbloeddruk (tabel #) waren het grootst, zoals dat meestal Tabel # Gemiddelde verschillen in bloeddruk, gemeten met verschillende methoden, bij het gebruik <PERSOON> (###) rapporteerde geen gegevens over het percentage patiënten dat de bloeddrukstreefwaarden <PERSOON> (###) rapporteerde geen gegevens over het risico op hart- en vaatziekten bij gebruik van spironolacton Bloeddruk De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met een niveau verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; onduidelijkheid over de blindering van de uitkomst assessor) Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk om de bewijskracht voor de uitkomstmaten percentage Er werden geen studies gevonden die voldeden aan de selectiecriteria waarbij het effect van combinatietabletten op de bloeddruk bij patiënten met therapieresistente hypertensie werd onderzocht Hermida (###) ondernam een gerandomiseerde, gecontroleerde trial naar de invloed van het veranderen van het innametijdstip van de medicatie op het circadiane ritme van bloeddruk zonder wijziging van het aantal of de dosering van de bloeddrukverlagende medicatie Patiënten met ongecontroleerde hypertensie op basis van ##uurs bloeddrukmetingen (dag )###/## mmHg, nacht )###/## mmHg) die drie antihypertensiva in een adequate dosering kregen kwamen in aanmerking Alle patiënten gebruikten een diureticum in combinatie met een ACEremmer (##%) of een angiotensine-II receptorblokker (##%) Als derde medicament werd bij ##% een.
638
fms
Als uitkomst is gekozen voor het effect op ##-uur ambulante bloeddruk Vier trials hadden gegevens over ##uur ambulante bloeddruk gerapporteerd Gemiddeld nam de systolische bloeddruk met ##,## mmHg af in het vergelijkbaar (tabel #) De effecten op de spreekkamerbloeddruk (tabel #) waren het grootst, zoals dat meestal Tabel # Gemiddelde verschillen in bloeddruk, gemeten met verschillende methoden, bij het gebruik <PERSOON> (###) rapporteerde geen gegevens over het percentage patiënten dat de bloeddrukstreefwaarden <PERSOON> (###) rapporteerde geen gegevens over het risico op hart- en vaatziekten bij gebruik van spironolacton Bloeddruk De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met een niveau verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; onduidelijkheid over de blindering van de uitkomst assessor) Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk om de bewijskracht voor de uitkomstmaten percentage Er werden geen studies gevonden die voldeden aan de selectiecriteria waarbij het effect van combinatietabletten op de bloeddruk bij patiënten met therapieresistente hypertensie werd onderzocht Hermida (###) ondernam een gerandomiseerde, gecontroleerde trial naar de invloed van het veranderen van het innametijdstip van de medicatie op het circadiane ritme van bloeddruk zonder wijziging van het aantal of de dosering van de bloeddrukverlagende medicatie Patiënten met ongecontroleerde hypertensie op basis van ##uurs bloeddrukmetingen (dag )###/## mmHg, nacht )###/## mmHg) die drie antihypertensiva in een adequate dosering kregen kwamen in aanmerking Alle patiënten gebruikten een diureticum in combinatie met een ACEremmer (##%) of een angiotensine-II receptorblokker (##%) Als derde medicament werd bij ##% een medicamenten in de ochtend of het innemen van de nieuwe medicatie (# tablet) vlak voor het naar bed gaan Het kwam er dus op neer dat met name de calciumantagonist en de α-blokker uitgewisseld werden en al dan niet van een ochtend- naar de avonddosering verschoven Van de ### patiënten die voldeden aan de in- en exclusiecriteria waren bij ### (# groepen van ###) daarvan na ## weken valide ##-u ambulante Systolische bloeddruk, gemeten tijdens waken, slapen en over ## uur, was lager bij het innemen van # medicament vlak voor het naar bed gaan vergeleken met alle medicatie innemen bij het opstaan (figuur #) Op de diastolische bloeddruk werd een vergelijkbaar effect gevonden (figuur #) tijdens waken (diurnal), slapen (nocturnal) en gemiddeld over ## uur na een interventieperiode van In de groep die alle medicatie ’s morgens nam was na drie maanden bij één (#,#%) patiënt de bloeddruk op maakte niet uit welke van de vier combinaties van middelen (ACE-remmer of angiotensine II receptorblokker + Bloeddruk De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; er was geen placebo gebruikt) en imprecisie (gering aantal patiënten Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk om de bewijskracht voor de uitkomstmaat hart- en Wat is de effectiviteit van spironolacton of een hoge dosering diureticum, combinatietabletten en chronotherapie vergeleken met reguliere zorg bij patiënten met therapieresistente hypertensie? De werkgroep achtte bloeddruk en hart- en vaatziekten voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten; en.
661
fms
ochtend of het innemen van de nieuwe medicatie (# tablet) vlak voor het naar bed gaan Het kwam er dus op neer dat met name de calciumantagonist en de α-blokker uitgewisseld werden en al dan niet van een ochtend- naar de avonddosering verschoven Van de ### patiënten die voldeden aan de in- en exclusiecriteria waren bij ### (# groepen van ###) daarvan na ## weken valide ##-u ambulante Systolische bloeddruk, gemeten tijdens waken, slapen en over ## uur, was lager bij het innemen van # medicament vlak voor het naar bed gaan vergeleken met alle medicatie innemen bij het opstaan (figuur #) Op de diastolische bloeddruk werd een vergelijkbaar effect gevonden (figuur #) tijdens waken (diurnal), slapen (nocturnal) en gemiddeld over ## uur na een interventieperiode van In de groep die alle medicatie ’s morgens nam was na drie maanden bij één (#,#%) patiënt de bloeddruk op maakte niet uit welke van de vier combinaties van middelen (ACE-remmer of angiotensine II receptorblokker + Bloeddruk De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddruk is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; er was geen placebo gebruikt) en imprecisie (gering aantal patiënten Vanwege het ontbreken van bewijs is het niet mogelijk om de bewijskracht voor de uitkomstmaat hart- en Wat is de effectiviteit van spironolacton of een hoge dosering diureticum, combinatietabletten en chronotherapie vergeleken met reguliere zorg bij patiënten met therapieresistente hypertensie? De werkgroep achtte bloeddruk en hart- en vaatziekten voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten; en Percentage patiënten op streefwaarde de werkgroep definieerde een absoluut verschil van ##% in het voordeel Hart- en vaatziekten de werkgroep definieert een NNT over een periode van <LEEFTIJD> jaar van ## als een klinisch In de databases Medline (OVID) en EMBASE (Embase com) is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews en gerandomiseerde trials De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de systematische reviews gezocht in ten minste twee databases met een gedetailleerde zoekstrategie, gerandomiseerde trials bij patiënten met therapieresistente hypertensie waarbij de onder de I genoemde Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Twee onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse; een systematische review naar de effectiviteit van spironolacton bij patiënten met therapieresistente hypertensie en een RCT naar het effect van chronotherapie op bloeddruk bij patiënten met therapieresistente hypertensie De belangrijkste studiekarakteristieken en <PERSOON> J, et al Converging indications of aldosterone antagonists (spironolactone and Gupta AK, <PERSOON> NR Compliance, safety and effectiveness of fixed-dose combinations of antihypertensive Gwoo S, <PERSOON> YN, Shin HS, et al Predictors of hyperkalemia frisk after hypertension control with aldosteron blockade according to the presence or absence of chronic kidney disease Nephron Clinical Practice ###;##<DATUM> Hermida RC, Ayala DE, Fernández JR, et al.
624
fms
op streefwaarde de werkgroep definieerde een absoluut verschil van ##% in het voordeel Hart- en vaatziekten de werkgroep definieert een NNT over een periode van <LEEFTIJD> jaar van ## als een klinisch In de databases Medline (OVID) en EMBASE (Embase com) is met relevante zoektermen gezocht naar systematische reviews en gerandomiseerde trials De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de systematische reviews gezocht in ten minste twee databases met een gedetailleerde zoekstrategie, gerandomiseerde trials bij patiënten met therapieresistente hypertensie waarbij de onder de I genoemde Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Twee onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse; een systematische review naar de effectiviteit van spironolacton bij patiënten met therapieresistente hypertensie en een RCT naar het effect van chronotherapie op bloeddruk bij patiënten met therapieresistente hypertensie De belangrijkste studiekarakteristieken en <PERSOON> J, et al Converging indications of aldosterone antagonists (spironolactone and Gupta AK, <PERSOON> NR Compliance, safety and effectiveness of fixed-dose combinations of antihypertensive Gwoo S, <PERSOON> YN, Shin HS, et al Predictors of hyperkalemia frisk after hypertension control with aldosteron blockade according to the presence or absence of chronic kidney disease Nephron Clinical Practice ###;##<DATUM> Hermida RC, Ayala DE, Fernández JR, et al pattern in patients with resistant hypertension <PERSOON> A, et al Cardiovascular outcome in treated hypertensive patients with responder, Sever PS, Messerli FH Hypertension management ### optimal combination therapy <PERSOON> JA, <PERSOON> B, et al For the Systolic Hypertension in Europe (Syst-Eur) Trial Investigators Predicting cardiovascular Risk using conventional vs ambulatory blood pressure in older patients with systolic hypertension <PERSOON> P, et al Comparative effects of ramipril on ambulatory and office blood pressure <PERSOON> and Safety of Spironolactone in Patients with Resistant Hypertension A <PERSOON>-analysis of <PERSOON-##> TM, Morant S, et al <PERSOON-##> versus placebo, bisoprolol, and doxazosin to determine the optimal treatment for drug-resistant medicatie voor veel patiënten erg moeilijk is, is er de laatste jaren veel belangstelling voor bloeddrukverlagende interventies die beogen de bloeddruk blijvend te verlagen zodat medicatie niet meer noodzakelijk is of volstaan kan worden met minder medicatie in lagere doseringen Hiervoor zijn inmiddels een aantal technieken ontwikkeld die zich richten op enerzijds beïnvloeding van het sympathische zenuwstelsel (renale denervatie, barostimulatie Deze behandelmethodes hebben in de pers veel aandacht gekregen waardoor patiënten ook snel geïnteresseerd raakten om deze interventies te ondergaan Met name renale denervatie is bij duizenden patiënten uitgevoerd.
553
fms
<PERSOON> A, et al Cardiovascular outcome in treated hypertensive patients with responder, Sever PS, Messerli FH Hypertension management ### optimal combination therapy <PERSOON> JA, <PERSOON> B, et al For the Systolic Hypertension in Europe (Syst-Eur) Trial Investigators Predicting cardiovascular Risk using conventional vs ambulatory blood pressure in older patients with systolic hypertension <PERSOON> P, et al Comparative effects of ramipril on ambulatory and office blood pressure <PERSOON> and Safety of Spironolactone in Patients with Resistant Hypertension A <PERSOON>-analysis of <PERSOON> TM, Morant S, et al <PERSOON> versus placebo, bisoprolol, and doxazosin to determine the optimal treatment for drug-resistant medicatie voor veel patiënten erg moeilijk is, is er de laatste jaren veel belangstelling voor bloeddrukverlagende interventies die beogen de bloeddruk blijvend te verlagen zodat medicatie niet meer noodzakelijk is of volstaan kan worden met minder medicatie in lagere doseringen Hiervoor zijn inmiddels een aantal technieken ontwikkeld die zich richten op enerzijds beïnvloeding van het sympathische zenuwstelsel (renale denervatie, barostimulatie Deze behandelmethodes hebben in de pers veel aandacht gekregen waardoor patiënten ook snel geïnteresseerd raakten om deze interventies te ondergaan Met name renale denervatie is bij duizenden patiënten uitgevoerd hieronder voor elk van deze interventies een bespreking van het wetenschappelijk bewijs voor werkzaamheid en # Wat is de toegevoegde waarde van een iliacale arterioveneuze shunt bij patiënten met therapieresistente # Wat is de toegevoegde waarde van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente # Wat is de plaats van de carotisstent bij de behandeling van patiënten met therapieresistente hypertensie? # Wat is de plaats van renale denervatie bij de behandeling van patiënten met therapieresistente Wat is de toegevoegde waarde van een iliacale arterioveneuze shunt bij patiënten met therapieresistente Behandel patiënten met therapieresistente hypertensie niet met een iliacale AV-anastomose Voor de rol van het aanleggen van een iliacale AV-anastomose als onderdeel van de behandeling van TRH lijkt op grond van de systematische literatuuranalyse maar beperkt bewijs Er is uit een selectie van ### artikelen slechts een studie gevonden die voldeed aan de inclusiecriteria Deze studie toont dat de gemiddelde worden, waarbij het de vraag blijft of dit bloeddrukeffect significant verschilt als een juiste controlegroep gekozen zou zijn Een studie met een andere patiëntencategorie, namelijk patiënten met COPD en hypertensie (maar geen TRH), heeft ook laten zien dat het aanleggen van een iliacale AV-shunt de bloeddruk verlaagt Bij dialysepatiënten is aangetoond dat het aanleggen van AV-shunt in de arm ten behoeve van de vaattoegang voor dialyse leidt tot een bloeddrukverlaging Deze aanvullende studies ondersteunen daarmee de aanname dat patiënten met TRH net als andere patiënten met hypertensie baat kunnen hebben van een iliacale AV-shunt.
524
fms
van deze interventies een bespreking van het wetenschappelijk bewijs voor werkzaamheid en # Wat is de toegevoegde waarde van een iliacale arterioveneuze shunt bij patiënten met therapieresistente # Wat is de toegevoegde waarde van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente # Wat is de plaats van de carotisstent bij de behandeling van patiënten met therapieresistente hypertensie? # Wat is de plaats van renale denervatie bij de behandeling van patiënten met therapieresistente Wat is de toegevoegde waarde van een iliacale arterioveneuze shunt bij patiënten met therapieresistente Behandel patiënten met therapieresistente hypertensie niet met een iliacale AV-anastomose Voor de rol van het aanleggen van een iliacale AV-anastomose als onderdeel van de behandeling van TRH lijkt op grond van de systematische literatuuranalyse maar beperkt bewijs Er is uit een selectie van ### artikelen slechts een studie gevonden die voldeed aan de inclusiecriteria Deze studie toont dat de gemiddelde worden, waarbij het de vraag blijft of dit bloeddrukeffect significant verschilt als een juiste controlegroep gekozen zou zijn Een studie met een andere patiëntencategorie, namelijk patiënten met COPD en hypertensie (maar geen TRH), heeft ook laten zien dat het aanleggen van een iliacale AV-shunt de bloeddruk verlaagt Bij dialysepatiënten is aangetoond dat het aanleggen van AV-shunt in de arm ten behoeve van de vaattoegang voor dialyse leidt tot een bloeddrukverlaging Deze aanvullende studies ondersteunen daarmee de aanname dat patiënten met TRH net als andere patiënten met hypertensie baat kunnen hebben van een iliacale AV-shunt De studie van Lobo (###) liet zien dat het plaatsen van een iliacale AV-anastomase gepaard ging met een hoge frequentie van vasculaire complicaties waaronder veneuze trombose en stenosering van de vena iliaca bij ongeveer <DATUM> van de patiënten Het is bovendien onbekend of de verhoogde veneuze terugstroom van bloed het risico op hartfalen zal vergroten In onze analyse van de bewijskracht voor het inzetten van de iliacale AV-anastomose hebben we het bestaan van een publicatiebias formeel niet kunnen onderzoeken Dit kan een extra verlaging van de bewijskracht betekenen Bovendien is het van belang vast te stellen dat de fabrikant van de ROX Coupler, die de aanleg van een iliacale AV-shunt mogelijk maakt medeauteur was van de enige studie die in deze literatuuranalyse was Naast het opnemen van een deugdelijke controlegroep om definitief bewijs voor het bloeddrukverlagend effect van de iliacale AV-anastomose aan te tonen, blijft de vraag bestaan of het simpelweg toevoegen van een antihypertensivum uit een andere geneesmiddelklasse niet even effectief is om de bloeddruk te verlagen bij Samenvattend is het ondanks het grote bloeddrukverlagend effect van plaatsing van een iliacale AVanastomase te vroeg om deze behandeloptie aan te bieden aan TRH-patiënten Er is behoefte aan meer solide bewijs dat het device bloeddrukverlagend werkt Het optreden van belangrijke bijwerkingen en het gebrek aan lange termijndata zijn ook een sterk beperkende factor voor introductie van deze behandeloptie Naast leefstijladviezen en medicamenteuze therapie zijn de afgelopen jaren verschillende meer invasieve betreft het percutaan aanleggen van een arterioveneus (AV)-fistel in de iliacale vaten.
558
fms
zien dat het plaatsen van een iliacale AV-anastomase gepaard ging met een hoge frequentie van vasculaire complicaties waaronder veneuze trombose en stenosering van de vena iliaca bij ongeveer <DATUM> van de patiënten Het is bovendien onbekend of de verhoogde veneuze terugstroom van bloed het risico op hartfalen zal vergroten In onze analyse van de bewijskracht voor het inzetten van de iliacale AV-anastomose hebben we het bestaan van een publicatiebias formeel niet kunnen onderzoeken Dit kan een extra verlaging van de bewijskracht betekenen Bovendien is het van belang vast te stellen dat de fabrikant van de ROX Coupler, die de aanleg van een iliacale AV-shunt mogelijk maakt medeauteur was van de enige studie die in deze literatuuranalyse was Naast het opnemen van een deugdelijke controlegroep om definitief bewijs voor het bloeddrukverlagend effect van de iliacale AV-anastomose aan te tonen, blijft de vraag bestaan of het simpelweg toevoegen van een antihypertensivum uit een andere geneesmiddelklasse niet even effectief is om de bloeddruk te verlagen bij Samenvattend is het ondanks het grote bloeddrukverlagend effect van plaatsing van een iliacale AVanastomase te vroeg om deze behandeloptie aan te bieden aan TRH-patiënten Er is behoefte aan meer solide bewijs dat het device bloeddrukverlagend werkt Het optreden van belangrijke bijwerkingen en het gebrek aan lange termijndata zijn ook een sterk beperkende factor voor introductie van deze behandeloptie Naast leefstijladviezen en medicamenteuze therapie zijn de afgelopen jaren verschillende meer invasieve betreft het percutaan aanleggen van een arterioveneus (AV)-fistel in de iliacale vaten eerst toegepast bij COPD-patiënten teneinde een verbetering van zuurstoftransport en hartminuutvolume te bewerkstelligen Aangezien de aanleg van een shunt in grote vaten, zoals de iliacale vaten, tot een verlaging van de systemische vaatweerstand zal leiden, kan dit een effectieve manier zijn om de bloeddruk te verlagen De Op dit moment is er een device beschikbaar die percutane aanleg van een iliacale AV-shunt mogelijk maakt Het zogenaamde Rox Anastomotic Coupler device, kortweg ROX Coupler, dat na cannulatie van zowel de arteria iliaca en vena iliaca via de femorale vaten door de interventieradioloog geplaatst worden, waarna een fistel van # Vanwege het onttrekken van blinderen van de uitkomstbeoordelaar en het zeer beperkte aantal studies is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het bloeddrukverlagend effect Vanwege de kortdurende follow-up is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van een iliacale AV-anastomose op het risico om te overlijden binnen een bepaalde Het plaatsen van een iliacale AV-anastomose leidt op de korte termijn tot frequent optreden Lobo (###) onderzocht het effect van een iliacale AV-anastomase op spreekkamerbloeddruk en ##uursbloeddrukmeting na zes maanden bij patiënten met therapieresistente hypertensie in een open-label (systolische bloeddruk boven ### mmHg of diastolische bloeddruk boven ## mmHg) in de spreekkamer of systolische bloeddruk boven ### mmHg of diastolische bloeddruk boven ## mmHg bij ##-uurs ambulante meting) ondanks het gebruik van tenminste drie of meer antihypertensiva in farmacologische bewezen effectieve doseringen, waaronder een diureticum Patiënten met een eGFR (## ml/min/#,##m#, type I-diabetes, belangrijk coronarialijden of een verhoogde pulmonale arteriële druk werden geëxcludeerd.
583
fms
teneinde een verbetering van zuurstoftransport en hartminuutvolume te bewerkstelligen Aangezien de aanleg van een shunt in grote vaten, zoals de iliacale vaten, tot een verlaging van de systemische vaatweerstand zal leiden, kan dit een effectieve manier zijn om de bloeddruk te verlagen De Op dit moment is er een device beschikbaar die percutane aanleg van een iliacale AV-shunt mogelijk maakt Het zogenaamde Rox Anastomotic Coupler device, kortweg ROX Coupler, dat na cannulatie van zowel de arteria iliaca en vena iliaca via de femorale vaten door de interventieradioloog geplaatst worden, waarna een fistel van # Vanwege het onttrekken van blinderen van de uitkomstbeoordelaar en het zeer beperkte aantal studies is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het bloeddrukverlagend effect Vanwege de kortdurende follow-up is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van een iliacale AV-anastomose op het risico om te overlijden binnen een bepaalde Het plaatsen van een iliacale AV-anastomose leidt op de korte termijn tot frequent optreden Lobo (###) onderzocht het effect van een iliacale AV-anastomase op spreekkamerbloeddruk en ##uursbloeddrukmeting na zes maanden bij patiënten met therapieresistente hypertensie in een open-label (systolische bloeddruk boven ### mmHg of diastolische bloeddruk boven ## mmHg) in de spreekkamer of systolische bloeddruk boven ### mmHg of diastolische bloeddruk boven ## mmHg bij ##-uurs ambulante meting) ondanks het gebruik van tenminste drie of meer antihypertensiva in farmacologische bewezen effectieve doseringen, waaronder een diureticum Patiënten met een eGFR (## ml/min/#,##m#, type I-diabetes, belangrijk coronarialijden of een verhoogde pulmonale arteriële druk werden geëxcludeerd geïncludeerd, waarbij ## patiënten een iliacale AV-anastomase kregen en ## patiënten alleen de Bloeddruk was driemaal gemeten tijdens een bezoek aan de kliniek aan de niet-dominante arm ##uursbloeddruk werd gemeten met een gevalideerde non-invasieve ambulante bloeddrukmeter Na zes maanden daalde de gemiddelde spreekkamerbloeddruk ##,#/##,# mmHg in de groep die een AV-shunt kreeg (p(#,### voor beide waarden) In de controlegroep daalde de gemiddelde spreekkamerbloeddruk niet significant met #,<DATUM> # mmHg De ##-uurs ambulante bloeddruk daalde gemiddeld ##,#/##,# mmHg # maanden na het aanleggen van de shunt en #,#/#,# mmHg in de controlegroep Bij ## deelnemers was ten minste # maanden voorafgaand aan de trial een renale sympathicus denervatie uitgevoerd Hiervan kregen tien patiënten een AVfistel en zeven alleen medicamenteuze therapie De veranderingen in bloeddruk waren vergelijkbaar in deze subgroep In de interventiegroep kon bovendien bij meer patiënten bloeddrukverlagende medicatie worden afgebouwd ten opzichte van de controlegroep, terwijl bij een deel van de controlepatiënten de In de groep die een iliacale AV-anastomase geïmplanteerd kreeg, ontstonden )zeven dagen na implantatie een aantal bijwerkingen die waarschijnlijk door deze ingreep waren veroorzaakt Bij één patiënt ontstond een diepveneuze trombose Bij ## (##%) patiënten ontstond unilateraal oedeem van de benen dat bleek te berusten op Nadelige effecten op de korte termijn waren een dissectie van de arteria iliaca bij een patiënt en loslating van het device waarna een tweede poging ondernomen moest worden bij drie patiënten In de controlegroep was hospitalisatie in verband met hypertensieve crisis de belangrijkste bijwerking (vijf Bloeddrukverlaging.
648
fms
waarbij ## patiënten een iliacale AV-anastomase kregen en ## patiënten alleen de Bloeddruk was driemaal gemeten tijdens een bezoek aan de kliniek aan de niet-dominante arm ##uursbloeddruk werd gemeten met een gevalideerde non-invasieve ambulante bloeddrukmeter Na zes maanden daalde de gemiddelde spreekkamerbloeddruk ##,#/##,# mmHg in de groep die een AV-shunt kreeg (p(#,### voor beide waarden) In de controlegroep daalde de gemiddelde spreekkamerbloeddruk niet significant met #,<DATUM> # mmHg De ##-uurs ambulante bloeddruk daalde gemiddeld ##,#/##,# mmHg # maanden na het aanleggen van de shunt en #,#/#,# mmHg in de controlegroep Bij ## deelnemers was ten minste # maanden voorafgaand aan de trial een renale sympathicus denervatie uitgevoerd Hiervan kregen tien patiënten een AVfistel en zeven alleen medicamenteuze therapie De veranderingen in bloeddruk waren vergelijkbaar in deze subgroep In de interventiegroep kon bovendien bij meer patiënten bloeddrukverlagende medicatie worden afgebouwd ten opzichte van de controlegroep, terwijl bij een deel van de controlepatiënten de In de groep die een iliacale AV-anastomase geïmplanteerd kreeg, ontstonden )zeven dagen na implantatie een aantal bijwerkingen die waarschijnlijk door deze ingreep waren veroorzaakt Bij één patiënt ontstond een diepveneuze trombose Bij ## (##%) patiënten ontstond unilateraal oedeem van de benen dat bleek te berusten op Nadelige effecten op de korte termijn waren een dissectie van de arteria iliaca bij een patiënt en loslating van het device waarna een tweede poging ondernomen moest worden bij drie patiënten In de controlegroep was hospitalisatie in verband met hypertensieve crisis de belangrijkste bijwerking (vijf Bloeddrukverlaging gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; onduidelijkheid over blindering van de Mortaliteit Vanwege de kortdurende follow-up (zes maanden) is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van een iliacale AV-anastomose op het risico om te overlijden binnen een bepaalde tijd Bijwerkingen De bewijskracht voor de uitkomstmaat bijwerkingen is met drie niveaus verlaagd gezien Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een brede systematische literatuuranalyse verricht naar de Wat zijn de (on)gunstige effecten van renale denervatie, barostimulatie, carotisstent of aanleggen van een iliacale AV-anastomose vergeleken met medicamenteuze behandeling bij patiënten met therapieresistente De volgende PICO is gebruikt bij het selecteren van relevante literatuur De werkgroep achtte bloeddruk (thuis of ABPM) en de ontwikkeling van bijwerkingen voor de besluitvorming systematische reviews en gerandomiseerde, gecontroleerde trials De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd systematische review met een gedetailleerde zoekstrategie, evidence-tabel en risk of bias beoordeling; Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie drie studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens twee studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Lobo MD, Sobotka PA, Stanton A, et al ROX CONTROL HTN Investigators Central arteriovenous anastomosis for the treatment of patients with uncontrolled hypertension (the ROX CONTROL HTN study) a randomized controlled trial Lancet Wat is de toegevoegde waarde van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente Overweeg het plaatsen van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente hypertensie onder.
622
fms
in de onderzoeksopzet (risk of bias; onduidelijkheid over blindering van de Mortaliteit Vanwege de kortdurende follow-up (zes maanden) is het niet mogelijk een conclusie te trekken over het effect van een iliacale AV-anastomose op het risico om te overlijden binnen een bepaalde tijd Bijwerkingen De bewijskracht voor de uitkomstmaat bijwerkingen is met drie niveaus verlaagd gezien Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een brede systematische literatuuranalyse verricht naar de Wat zijn de (on)gunstige effecten van renale denervatie, barostimulatie, carotisstent of aanleggen van een iliacale AV-anastomose vergeleken met medicamenteuze behandeling bij patiënten met therapieresistente De volgende PICO is gebruikt bij het selecteren van relevante literatuur De werkgroep achtte bloeddruk (thuis of ABPM) en de ontwikkeling van bijwerkingen voor de besluitvorming systematische reviews en gerandomiseerde, gecontroleerde trials De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd systematische review met een gedetailleerde zoekstrategie, evidence-tabel en risk of bias beoordeling; Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie drie studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens twee studies geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Lobo MD, Sobotka PA, Stanton A, et al ROX CONTROL HTN Investigators Central arteriovenous anastomosis for the treatment of patients with uncontrolled hypertension (the ROX CONTROL HTN study) a randomized controlled trial Lancet Wat is de toegevoegde waarde van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente Overweeg het plaatsen van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente hypertensie onder Van de hierboven beschreven RCT, de Rheos Pivotal trial, zijn helaas geen ##-uurs ABPM-data bekend De en effectiviteit van het #e generatie device Hierin werden ## patiënten met TRH )<LEEFTIJD> jaar vervolgd Na respectievelijk # maanden, <LEEFTIJD> jaar en <LEEFTIJD> jaar was de spreekkamerbloeddruk <DATUM> mmHg, ##/## mmHg en ##/## mmHg lager (p(# ###) De ##-uurs ABPM daalde respectievelijk <DATUM> mmHg, <DATUM> mmHg en ##/## mmHg (p(# ##) Hoewel het verleidelijk is deze data te extrapoleren, is het ontbreken van de objectievere ABPM-data Zoals al eerder beschreven is op dit moment het Rheos systeem niet meer in gebruik en wordt nu het #e generatie systeem, de Barostim <PERSOON>, geïmplanteerd De batterij van dit device is veel kleiner en er hoeft maar één elektrode gepositioneerd te worden op de sinus carotis, zonder dat de arterie geheel vrij gelegd hoeft te worden <PERSOON>, et al (###) onderzochten in een relatief kleine cohortstudie (n=##) de veiligheid van de <PERSOON> en publiceerden veel minder bijwerkingen er werd geen zenuwletsel meer gerapporteerd; hematoomvorming en infecties van de batterijpocket kwamen nog wel voor, maar de incidentie was vergelijkbaar met die een gewone #e generatie systeem (-<DATUM> mmHg zes maanden na implantatie) en significant lager vergeleken met effect van de Barostim <PERSOON> na zes maanden op de ##-uurs bloeddruk en vonden een significante verlaging <PERSOON> termijn resultaten met BAT zijn er alleen van het oude device In de Rheos Pivotal trial vond Bakris (###).
636
fms
beschreven RCT, de Rheos Pivotal trial, zijn helaas geen ##-uurs ABPM-data bekend De en effectiviteit van het #e generatie device Hierin werden ## patiënten met TRH )<LEEFTIJD> jaar vervolgd Na respectievelijk # maanden, <LEEFTIJD> jaar en <LEEFTIJD> jaar was de spreekkamerbloeddruk <DATUM> mmHg, ##/## mmHg en ##/## mmHg lager (p(# ###) De ##-uurs ABPM daalde respectievelijk <DATUM> mmHg, <DATUM> mmHg en ##/## mmHg (p(# ##) Hoewel het verleidelijk is deze data te extrapoleren, is het ontbreken van de objectievere ABPM-data Zoals al eerder beschreven is op dit moment het Rheos systeem niet meer in gebruik en wordt nu het #e generatie systeem, de Barostim <PERSOON>, geïmplanteerd De batterij van dit device is veel kleiner en er hoeft maar één elektrode gepositioneerd te worden op de sinus carotis, zonder dat de arterie geheel vrij gelegd hoeft te worden <PERSOON>, et al (###) onderzochten in een relatief kleine cohortstudie (n=##) de veiligheid van de <PERSOON> en publiceerden veel minder bijwerkingen er werd geen zenuwletsel meer gerapporteerd; hematoomvorming en infecties van de batterijpocket kwamen nog wel voor, maar de incidentie was vergelijkbaar met die een gewone #e generatie systeem (-<DATUM> mmHg zes maanden na implantatie) en significant lager vergeleken met effect van de Barostim <PERSOON> na zes maanden op de ##-uurs bloeddruk en vonden een significante verlaging <PERSOON> termijn resultaten met BAT zijn er alleen van het oude device In de Rheos Pivotal trial vond <PERSOON> (###, vooralsnog alleen beschikbaar als abstract) onderzoch alle casus die langer dan vijf jaar geïmplanteerd waren en nog actieve therapie hadden Hij vond dat in een cohort van ### patiënten na <LEEFTIJD> jaar behandeling de spreekkamerbloeddruk was gedaald van ##<DATUM> naar ###/## mmHg (p(#,###) De grootste bloeddrukdaling treedt in het eerste jaar van de behandeling op en in de follow-up periode van vijf jaar bereikte nagenoeg ##% van de patiënten een bloeddruk (###/## mmHg met )één antihypertensivum minder (##% gaat van zes naar drie middelen) Helaas zijn er nog geen data met betrekking tot harde eindpunten gerapporteerd De behandeling leidt niet tot afname van de nierfunctie (Alnima, ###; Wallbach, ###) en men vindt een kosten van de implantaties zijn in vergelijking met medicatie relatief duur Maar een eerste Europese kosteneffectiviteitsstudie (Borisenko, ###) toonde aan dat behandeling met een Barostim in vergelijking met optimale medicamenteuze therapie als kosteneffectief moet worden geduid, waarbij in het Markov model significante reducties van harde eindpunten (hartinfarct, beroerte, hartfalen en terminale nierinsufficiëntie) Al met al lijkt BAT een positie te hebben verworven in geselecteerde casus met ernstige therapieresistente hypertensie In het algemeen zijn dat patiënten waarbij ondanks allerlei, in de voorgaande stukken genoemde interventies, toch nog een sterk verhoogd ##-uurs bloeddruk blijft bestaan (grenswaarde ambulant gemeten dagwaarde )###/### mmHg) De implantaties worden in <LOCATIE> slechts in een beperkt aantal centra (met ervaring) gedaan Er zijn echter met het #e generatie device nieuwe RCT’s nodig met ##-uurs ABPM als maat voor effectiviteit voordat een definitieve plaatsbepaling mogelijk is.
705
fms
die langer dan vijf jaar geïmplanteerd waren en nog actieve therapie hadden Hij vond dat in een cohort van ### patiënten na <LEEFTIJD> jaar behandeling de spreekkamerbloeddruk was gedaald van ##<DATUM> naar ###/## mmHg (p(#,###) De grootste bloeddrukdaling treedt in het eerste jaar van de behandeling op en in de follow-up periode van vijf jaar bereikte nagenoeg ##% van de patiënten een bloeddruk (###/## mmHg met )één antihypertensivum minder (##% gaat van zes naar drie middelen) Helaas zijn er nog geen data met betrekking tot harde eindpunten gerapporteerd De behandeling leidt niet tot afname van de nierfunctie (Alnima, ###; Wallbach, ###) en men vindt een kosten van de implantaties zijn in vergelijking met medicatie relatief duur Maar een eerste Europese kosteneffectiviteitsstudie (Borisenko, ###) toonde aan dat behandeling met een Barostim in vergelijking met optimale medicamenteuze therapie als kosteneffectief moet worden geduid, waarbij in het Markov model significante reducties van harde eindpunten (hartinfarct, beroerte, hartfalen en terminale nierinsufficiëntie) Al met al lijkt BAT een positie te hebben verworven in geselecteerde casus met ernstige therapieresistente hypertensie In het algemeen zijn dat patiënten waarbij ondanks allerlei, in de voorgaande stukken genoemde interventies, toch nog een sterk verhoogd ##-uurs bloeddruk blijft bestaan (grenswaarde ambulant gemeten dagwaarde )###/### mmHg) De implantaties worden in <LOCATIE> slechts in een beperkt aantal centra (met ervaring) gedaan Er zijn echter met het #e generatie device nieuwe RCT’s nodig met ##-uurs ABPM als maat voor effectiviteit voordat een definitieve plaatsbepaling mogelijk is De afgelopen jaren zijn er verschillende meer invasieve interventies onderzocht bij therapieresistente hypertensie (BAT) Het werkingsmechanisme van BAT is gebaseerd op de elektrische versterking van de baroreflex van de sinus carotis Elektrische stimulatie van de afferente baroreflex zenuwen wordt door de hersencentra in de medulla oblongata (deel van de hersenstam) geregistreerd als een toename van de bloeddruk, met als gevolg dat de sympathische activiteit wordt verlaagd en de parasympathische activiteit toeneemt Dit resulteert in verlaging van de bloeddruk door een lagere hartslagfrequentie, afname van de water- en zoutreabsorptie door de nieren en vasodilatatie van de arteriolen De elektrische stimulatie vindt plaats met behulp van een elektrode op het buitenoppervlak van de sinus carotis, daar waar de meeste baroreceptoren zitten De elektrode is door middel van een subcutaan getunnelde draad verbonden met een pulse generator, vergelijkbaar met een pacemaker De instellingen van de pulse generator (de batterij) kunnen met externe hardware zo aangepast worden dat de meest optimale bloeddrukverlaging verkregen wordt, zonder prikkeling van het omliggende weefsel Op dit moment is alleen nog maar de zogenaamde #e generatie-device beschikbaar, de Barostim <PERSOON> De elektrode en de batterij van dit device is veel kleiner dan van het #e generatie apparaat, het Rheos systeem De elektrode van de Barostim <PERSOON> wordt, in tegenstelling tot die van de Rheos maar aan één zijde (meestal BAT verlaagt de spreekkamerbloeddruk bij patiënten met TRH binnen een jaar met ongeveer ## mmHg waardoor ruim ##% van de patiënten een bloeddruk op streefwaarde (SBD ≤###.
641
fms
verschillende meer invasieve interventies onderzocht bij therapieresistente hypertensie (BAT) Het werkingsmechanisme van BAT is gebaseerd op de elektrische versterking van de baroreflex van de sinus carotis Elektrische stimulatie van de afferente baroreflex zenuwen wordt door de hersencentra in de medulla oblongata (deel van de hersenstam) geregistreerd als een toename van de bloeddruk, met als gevolg dat de sympathische activiteit wordt verlaagd en de parasympathische activiteit toeneemt Dit resulteert in verlaging van de bloeddruk door een lagere hartslagfrequentie, afname van de water- en zoutreabsorptie door de nieren en vasodilatatie van de arteriolen De elektrische stimulatie vindt plaats met behulp van een elektrode op het buitenoppervlak van de sinus carotis, daar waar de meeste baroreceptoren zitten De elektrode is door middel van een subcutaan getunnelde draad verbonden met een pulse generator, vergelijkbaar met een pacemaker De instellingen van de pulse generator (de batterij) kunnen met externe hardware zo aangepast worden dat de meest optimale bloeddrukverlaging verkregen wordt, zonder prikkeling van het omliggende weefsel Op dit moment is alleen nog maar de zogenaamde #e generatie-device beschikbaar, de Barostim <PERSOON> De elektrode en de batterij van dit device is veel kleiner dan van het #e generatie apparaat, het Rheos systeem De elektrode van de Barostim <PERSOON> wordt, in tegenstelling tot die van de Rheos maar aan één zijde (meestal BAT verlaagt de spreekkamerbloeddruk bij patiënten met TRH binnen een jaar met ongeveer ## mmHg waardoor ruim ##% van de patiënten een bloeddruk op streefwaarde (SBD ≤### In deze dubbelblinde RCT bij ### patiënten met TRH (Bisognano, ###) kreeg iedereen het Rheos systeem geïmplanteerd en werd na randomisatie (<DATUM> het device maar bij tweederde van de groep (A) geactiveerd, waarbij zowel de patiënt als de behandelaar niet op de hoogte waren van het feit of het device wel of niet aanstond Bij de andere groep (B) werd het device pas na zes maanden aan gezet De gemiddelde bloeddruk was bij aanvang ##<DATUM> mmHg in groep A en ##<DATUM> mmHg in groep B De trial had vijf co-primaire eindpunten gericht op korte en lange termijn effectiviteit en veiligheid De trial had twee co-primaire bloeddrukeindpunten Het eerste was een verschil van negen mmHg in versus ## (SD##) mmHg [groep B, ##% responders], p = #,##) Deze daling haalde echter niet het van tevoren vastgestelde verschil van ## mmHg en het verschil in responders was ook niet significant Na zes maanden had ##% van de patiënten in groep A een SBD ≤### mmHg en ##% in groep B Het tweede bloeddrukeindpunt, de lange termijn bloeddrukdaling werd wel gehaald na ## maanden had ##% (p(#,###) in groep A een daling van )## mmHg ten opzichte van baseline en in beide groepen (groep B was op dit tijdstip ook al zes maanden mmHg (zie figuur # en #), met een gemiddelde SBP van ### mmHg (groep A) en ### mmHg (groep B) Tijdens de studie zijn er geen patiënten overleden Na zes maanden vond men een significante afname van.
649
fms
### patiënten met TRH (Bisognano, ###) kreeg iedereen het Rheos systeem geïmplanteerd en werd na randomisatie (<DATUM> het device maar bij tweederde van de groep (A) geactiveerd, waarbij zowel de patiënt als de behandelaar niet op de hoogte waren van het feit of het device wel of niet aanstond Bij de andere groep (B) werd het device pas na zes maanden aan gezet De gemiddelde bloeddruk was bij aanvang ##<DATUM> mmHg in groep A en ##<DATUM> mmHg in groep B De trial had vijf co-primaire eindpunten gericht op korte en lange termijn effectiviteit en veiligheid De trial had twee co-primaire bloeddrukeindpunten Het eerste was een verschil van negen mmHg in versus ## (SD##) mmHg [groep B, ##% responders], p = #,##) Deze daling haalde echter niet het van tevoren vastgestelde verschil van ## mmHg en het verschil in responders was ook niet significant Na zes maanden had ##% van de patiënten in groep A een SBD ≤### mmHg en ##% in groep B Het tweede bloeddrukeindpunt, de lange termijn bloeddrukdaling werd wel gehaald na ## maanden had ##% (p(#,###) in groep A een daling van )## mmHg ten opzichte van baseline en in beide groepen (groep B was op dit tijdstip ook al zes maanden mmHg (zie figuur # en #), met een gemiddelde SBP van ### mmHg (groep A) en ### mmHg (groep B) Tijdens de studie zijn er geen patiënten overleden Na zes maanden vond men een significante afname van B Het voorkomen van hart- en vaatziekten is niet onderzocht in deze trial permanent zenuwletsel (met name parese van de nervus hypoglosus), #,#% klachten van de narcose, #,#% algemene klachten ten gevolge van de operatie en in #,#% voorbijgaande kortademigheid en wondcomplicaties Het merendeel (##%) van de klachten waren van voorbijgaande aard en traden op (## dagen na de ingreep In het kort kunnen we stellen dat de trial een significant voordeel laat zien voor de eindpunten van lange termijn effectiviteit en veiligheid van het device en elektrische activatie van de baroreceptoren (BAT), maar niet op de verwachte bloeddrukdaling na # maanden ten opzichte van de niet-geactiveerde patiënten en ook niet ten De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddrukverlaging is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias, alleen spreekkamerbloeddrukmetingen en geen ##-uurs ABPM) en het geringe De bewijskracht voor de uitkomstmaat bijwerkingen is ook met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een brede systematische literatuuranalyse verricht met de Wat zijn de (on)gunstige effecten van renale denervatie, carotis baroreflex activatietherapie (elektrisch of De volgende PICO is gebruikt bij het selecteren van relevante literatuur voor BAT De werkgroep achtte bloeddruk gemeten met behulp van ##-uur-ABPM en de ontwikkeling van bijwerkingen/veiligheid voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten; daarnaast werd spreekkamerbloeddruk Bloeddruk de werkgroep definieerde een verschil van meer dan vijf mmHg in de gemiddelde systolische onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd.
660
fms
B Het voorkomen van hart- en vaatziekten is niet onderzocht in deze trial permanent zenuwletsel (met name parese van de nervus hypoglosus), #,#% klachten van de narcose, #,#% algemene klachten ten gevolge van de operatie en in #,#% voorbijgaande kortademigheid en wondcomplicaties Het merendeel (##%) van de klachten waren van voorbijgaande aard en traden op (## dagen na de ingreep In het kort kunnen we stellen dat de trial een significant voordeel laat zien voor de eindpunten van lange termijn effectiviteit en veiligheid van het device en elektrische activatie van de baroreceptoren (BAT), maar niet op de verwachte bloeddrukdaling na # maanden ten opzichte van de niet-geactiveerde patiënten en ook niet ten De bewijskracht voor de uitkomstmaat bloeddrukverlaging is met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias, alleen spreekkamerbloeddrukmetingen en geen ##-uurs ABPM) en het geringe De bewijskracht voor de uitkomstmaat bijwerkingen is ook met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een brede systematische literatuuranalyse verricht met de Wat zijn de (on)gunstige effecten van renale denervatie, carotis baroreflex activatietherapie (elektrisch of De volgende PICO is gebruikt bij het selecteren van relevante literatuur voor BAT De werkgroep achtte bloeddruk gemeten met behulp van ##-uur-ABPM en de ontwikkeling van bijwerkingen/veiligheid voor de besluitvorming kritieke uitkomstmaten; daarnaast werd spreekkamerbloeddruk Bloeddruk de werkgroep definieerde een verschil van meer dan vijf mmHg in de gemiddelde systolische onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (één beschrijvende literatuurreview en de overige <PERSOON> PW, <PERSOON> FE, et al <PERSOON> responses to long-term carotid baroreflex activation Bakris GL, <PERSOON> MK, Haller H, et al Baroreflex activation therapy provides durable benefit in patients with resistant Bisognano JD, Bakris G, <PERSOON> MK, et al Baroreflex activation therapy lowers blood pressure in patients with resistant <PERSOON> DS, et al Improved cardiac structure and function with chronic treatment using an implantable device in resistant hypertension results from European and United States trials of the Rheos system <PERSOON> EG, et al Cost-effectiveness of Barostim therapy for the treatment of resistant hypertension in <PERSOON> S, et al Baroreceptor stimulation for resistant hypertension first implantation in <PERSOON> MC, Wachter R, et al Minimally invasive system for baroreflex activation therapy chronically lowers blood pressure with pacemaker-like safety profile results from the Barostim neo trial <PERSOON> PW, Bakris GL, <PERSOON> MK, et al Baroreflex activation therapy consistently maintains blood pressure reduction in a large resistant hypertension cohort for at least six years <PERSOON-##> # e### <PERSOON-##> <INSTELLING>, Schmidli J, et al Novel baroreflex activation therapy in resistant hypertension results of a European.
588
fms
Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens ## studies geëxcludeerd (één beschrijvende literatuurreview en de overige <PERSOON> PW, <PERSOON> FE, et al <PERSOON> responses to long-term carotid baroreflex activation Bakris GL, <PERSOON> MK, Haller H, et al Baroreflex activation therapy provides durable benefit in patients with resistant Bisognano JD, Bakris G, <PERSOON> MK, et al Baroreflex activation therapy lowers blood pressure in patients with resistant <PERSOON> DS, et al Improved cardiac structure and function with chronic treatment using an implantable device in resistant hypertension results from European and United States trials of the Rheos system <PERSOON> EG, et al Cost-effectiveness of Barostim therapy for the treatment of resistant hypertension in <PERSOON> S, et al Baroreceptor stimulation for resistant hypertension first implantation in <PERSOON> MC, Wachter R, et al Minimally invasive system for baroreflex activation therapy chronically lowers blood pressure with pacemaker-like safety profile results from the Barostim neo trial <PERSOON> PW, Bakris GL, <PERSOON> MK, et al Baroreflex activation therapy consistently maintains blood pressure reduction in a large resistant hypertension cohort for at least six years <PERSOON-##> # e### <PERSOON-##> <INSTELLING>, Schmidli J, et al Novel baroreflex activation therapy in resistant hypertension results of a European <PERSOON-##> exploratory propensity score matched comparison of second-generation and <PERSOON-##> LY, Schroer C, et al Impact of baroreflex activation therapy on renal function--a pilot study <PERSOON-##> LY, Schroer C, et al Effects of baroreflex activation therapy on arterial stiffness and central <PERSOON-##> LY, Schroer C, et al Effects of Baroreflex Activation Therapy on Ambulatory Blood Pressure in Patients Wat is de plaats van de carotisstent bij de behandeling van patiënten met therapieresistente hypertensie? onderzoek bij ## patiënten (zogenaamde first-in-man study) Plaatsing van het device gaf geen aanleiding tot ischemische complicaties De auteurs stelden verder een significante verlaging van de spreekkamerbloeddruk vast Het is nog veel te prematuur om een oordeel te vellen over deze manier van behandelen omdat er nog geen goed uitgevoerd klinisch onderzoek beschikbaar is die een gunstige balans tussen werkzaamheid en veiligheid van deze interventie heeft aangetoond bij therapieresistente hypertensie Naar het oordeel van de werkgroep dient deze techniek vooralsnog uitsluitend in het kader van wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd te worden waarbij de ervaring van de renale denervatie leert dat de controle-arm uit een zogenaamde shaminterventie dient te bestaan De zogenaamde carotisstent (MobiusHD device) heeft enige analogie met elektrische baroreflexactivatietherapie in de zin dat door de rechthoekige vorm van de stent de wandspanning van de sinus caroticus wordt verhoogd en daarmee een hogere bloeddruk wordt geregistreerd door de baroreceptoren in de vaatwand Dit leidt via de baroreflex tot een lagere bloeddruk (remming van de sympathicus).
573
fms
<PERSOON> exploratory propensity score matched comparison of second-generation and <PERSOON> LY, Schroer C, et al Impact of baroreflex activation therapy on renal function--a pilot study <PERSOON> LY, Schroer C, et al Effects of baroreflex activation therapy on arterial stiffness and central <PERSOON> LY, Schroer C, et al Effects of Baroreflex Activation Therapy on Ambulatory Blood Pressure in Patients Wat is de plaats van de carotisstent bij de behandeling van patiënten met therapieresistente hypertensie? onderzoek bij ## patiënten (zogenaamde first-in-man study) Plaatsing van het device gaf geen aanleiding tot ischemische complicaties De auteurs stelden verder een significante verlaging van de spreekkamerbloeddruk vast Het is nog veel te prematuur om een oordeel te vellen over deze manier van behandelen omdat er nog geen goed uitgevoerd klinisch onderzoek beschikbaar is die een gunstige balans tussen werkzaamheid en veiligheid van deze interventie heeft aangetoond bij therapieresistente hypertensie Naar het oordeel van de werkgroep dient deze techniek vooralsnog uitsluitend in het kader van wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd te worden waarbij de ervaring van de renale denervatie leert dat de controle-arm uit een zogenaamde shaminterventie dient te bestaan De zogenaamde carotisstent (MobiusHD device) heeft enige analogie met elektrische baroreflexactivatietherapie in de zin dat door de rechthoekige vorm van de stent de wandspanning van de sinus caroticus wordt verhoogd en daarmee een hogere bloeddruk wordt geregistreerd door de baroreceptoren in de vaatwand Dit leidt via de baroreflex tot een lagere bloeddruk (remming van de sympathicus) behandeling nog maar weinig literatuur voorhanden is werd geen restrictie toegepast op type literatuur Voor het selecteren van de literatuur werd gebruik gemaakt van de volgende PICO De werkgroep achtte het bereiken van normotensie ((###/## mmHg spreekkamerbloeddruk of (###/## mmHg uitkomstmaten; en systolische bloeddrukdaling in mmHg en/of reductie in antihypertensiva voor de In de databases Medline (via OVID) en Embase (via Embase com) is met relevante zoektermen gezocht naar Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de systematische review met gedetailleerde zoekstrategie, evidence-tabellen en risico op bias beoordeling; gerandomiseerde trials bij patiënten met therapieresistente hypertensie waarbij carotisstent werd Op basis van titel en abstract werd in eerste instantie één studie geselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werd vervolgens één studie geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording) en nul <PERSOON> MT #rd, <PERSOON> <INSTELLING> LB<DATUM> CONTROLLING AND LOWERING BLOOD PRESSURE WITH THE MOBIUSHD DEVICE FIRST-IN-MAN RESULTS (CALM-FIM STUDY) <PERSOON> Wat is de plaats van renale denervatie bij de behandeling van patiënten met therapieresistente hypertensie? Verricht geen renale denervatie als behandeling bij patiënten met therapieresistente hypertensie De thans beschikbare gerandomiseerde studies naar de werkzaamheid van RDN leveren geen overtuigend bewijs dat deze techniek de bloeddruk meer verlaagt dan bloeddrukverlagende medicatie De veiligheid van deze procedure op de lange termijn is nog onvoldoende duidelijk In de meta-analyse van Fadl Elmula (###) zijn wel data weergegeven over mogelijke complicaties.
587
fms
nog maar weinig literatuur voorhanden is werd geen restrictie toegepast op type literatuur Voor het selecteren van de literatuur werd gebruik gemaakt van de volgende PICO De werkgroep achtte het bereiken van normotensie ((###/## mmHg spreekkamerbloeddruk of (###/## mmHg uitkomstmaten; en systolische bloeddrukdaling in mmHg en/of reductie in antihypertensiva voor de In de databases Medline (via OVID) en Embase (via Embase com) is met relevante zoektermen gezocht naar Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de systematische review met gedetailleerde zoekstrategie, evidence-tabellen en risico op bias beoordeling; gerandomiseerde trials bij patiënten met therapieresistente hypertensie waarbij carotisstent werd Op basis van titel en abstract werd in eerste instantie één studie geselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werd vervolgens één studie geëxcludeerd (zie exclusietabel onder het tabblad Verantwoording) en nul <PERSOON> MT #rd, <PERSOON> <INSTELLING> LB<DATUM> CONTROLLING AND LOWERING BLOOD PRESSURE WITH THE MOBIUSHD DEVICE FIRST-IN-MAN RESULTS (CALM-FIM STUDY) <PERSOON> Wat is de plaats van renale denervatie bij de behandeling van patiënten met therapieresistente hypertensie? Verricht geen renale denervatie als behandeling bij patiënten met therapieresistente hypertensie De thans beschikbare gerandomiseerde studies naar de werkzaamheid van RDN leveren geen overtuigend bewijs dat deze techniek de bloeddruk meer verlaagt dan bloeddrukverlagende medicatie De veiligheid van deze procedure op de lange termijn is nog onvoldoende duidelijk In de meta-analyse van Fadl Elmula (###) zijn wel data weergegeven over mogelijke complicaties om een conclusie te kunnen trekken Wel was het mogelijk om gegevens over de eGFR te poolen Deze gegevens suggereren dat de nierfunctie in ieder geval niet achteruit gaat Het aantal beschikbare RCTs is echter beperkt, evenals het aantal onderzochte patiënten per studie De qua omvang tenminste vijfmaal groter is dan de overige RCTs# Deze sham-gecontroleerde studie toonde geen effect van RDN op de ##-uurs ambulante systolische bloeddruk Critici van deze studie wijzen onder meer op de beperkte ervaring van de onderzoekers met RDN, het ontbreken van controle op de medicatieadherentie en de etnische samenstelling van de onderzoekspopulatie Ongeveer een kwart van de onderzochte patiënten was namelijk van Afro-Amerikaanse origine en subgroepanalyse toonde bij hen geen bloeddrukverlagend effect van RDN, maar wel bij deelnemers die geen Afro-Amerikaanse achtergrond hadden Verder werd in deze RCT uitsluitend gebruik gemaakt van de Simplicity™ katheter, zodat volgens de critici de resultaten niet zonder meer van toepassing hoeven te zijn op andere typen ablatiekatheters Er worden momenteel nog diverse RCTs uitgevoerd naar de werkzaamheid van RDN, waarbij ablatiekatheters van verschillende fabrikanten worden Renale denervatie is een techniek waarbij de autonome zenuwen van en naar de nieren met radiofrequente katheterablatie worden onderbroken Hierbij wordt via de a femoralis een ablatiekatheter opgevoerd tot in de nierarteriën en worden vervolgens in elke nierarterie een aantal radiofrequente ablaties uitgevoerd die zowel in de lengterichting als circulair van elkaar gescheiden zijn De procedure wordt door een interventieradioloog.
574
fms
om een conclusie te kunnen trekken Wel was het mogelijk om gegevens over de eGFR te poolen Deze gegevens suggereren dat de nierfunctie in ieder geval niet achteruit gaat Het aantal beschikbare RCTs is echter beperkt, evenals het aantal onderzochte patiënten per studie De qua omvang tenminste vijfmaal groter is dan de overige RCTs# Deze sham-gecontroleerde studie toonde geen effect van RDN op de ##-uurs ambulante systolische bloeddruk Critici van deze studie wijzen onder meer op de beperkte ervaring van de onderzoekers met RDN, het ontbreken van controle op de medicatieadherentie en de etnische samenstelling van de onderzoekspopulatie Ongeveer een kwart van de onderzochte patiënten was namelijk van Afro-Amerikaanse origine en subgroepanalyse toonde bij hen geen bloeddrukverlagend effect van RDN, maar wel bij deelnemers die geen Afro-Amerikaanse achtergrond hadden Verder werd in deze RCT uitsluitend gebruik gemaakt van de Simplicity™ katheter, zodat volgens de critici de resultaten niet zonder meer van toepassing hoeven te zijn op andere typen ablatiekatheters Er worden momenteel nog diverse RCTs uitgevoerd naar de werkzaamheid van RDN, waarbij ablatiekatheters van verschillende fabrikanten worden Renale denervatie is een techniek waarbij de autonome zenuwen van en naar de nieren met radiofrequente katheterablatie worden onderbroken Hierbij wordt via de a femoralis een ablatiekatheter opgevoerd tot in de nierarteriën en worden vervolgens in elke nierarterie een aantal radiofrequente ablaties uitgevoerd die zowel in de lengterichting als circulair van elkaar gescheiden zijn De procedure wordt door een interventieradioloog In <LOCATIE> is deze percutane endovasculaire renale denervatie (RDN) voor het eerst in ### toegepast In ongecontroleerde studies werden bij patiënten met therapieresistente hypertensie aanvankelijk veelbelovende resultaten behaald Voor een meer betrouwbare bepaling van het bloeddrukverlagende effect van RDN zijn de afgelopen jaren diverse gerandomiseerde Vanwege het ontbreken van gegevens is het niet mogelijk een conclusie te formuleren over het effect van renale denervatie op medicatiegebruik door therapieresistente patiënten Renale denervatie leidt mogelijk tot een niet-relevante verlaging van de bloeddruk (gemeten Renale denervatie leidt mogelijk tot een niet-relevante verlaging van de bloeddruk (## uurABPM) vergeleken met een controlegroep bij therapieresistente hypertensie In de meta-analyse van Yao (###) werd in de literatuurbestanden van Medline, Embase en Cochrane gezocht naar gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s) waarbij RDN werd vergeleken met standaard medicamenteuze al dan niet in combinatie met een sham-procedure bij patiënten met therapieresistente hypertensie en waarbij de bloeddrukrespons na tenminste zes maanden werd vervolgd Beoordeling en dataextractie werd door twee onafhankelijke reviewers uitgevoerd en eventuele verschillen werden door middel van consensus opgelost De primaire uitkomstmaat was de gemiddelde verandering van systolische en diastolische bloeddruk in de spreekkamer na # maanden in vergelijking met de uitgangswaarde Secundaire uitkomstmaten waren de veranderingen in ##-uurs ambulante bloeddrukmetingen (ABPM), de proportie van patiënten met een systolische bloeddrukdaling van ## mmHg of meer en de proportie van patiënten met een goed gereguleerde bloeddruk na zes maanden Er werden uiteindelijk negen RCT’s in deze meta-analyse opgenomen met in totaal ### patiënten, waarvan ### waren gerandomiseerd naar RDN.
577
fms
renale denervatie (RDN) voor het eerst in ### toegepast In ongecontroleerde studies werden bij patiënten met therapieresistente hypertensie aanvankelijk veelbelovende resultaten behaald Voor een meer betrouwbare bepaling van het bloeddrukverlagende effect van RDN zijn de afgelopen jaren diverse gerandomiseerde Vanwege het ontbreken van gegevens is het niet mogelijk een conclusie te formuleren over het effect van renale denervatie op medicatiegebruik door therapieresistente patiënten Renale denervatie leidt mogelijk tot een niet-relevante verlaging van de bloeddruk (gemeten Renale denervatie leidt mogelijk tot een niet-relevante verlaging van de bloeddruk (## uurABPM) vergeleken met een controlegroep bij therapieresistente hypertensie In de meta-analyse van Yao (###) werd in de literatuurbestanden van Medline, Embase en Cochrane gezocht naar gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s) waarbij RDN werd vergeleken met standaard medicamenteuze al dan niet in combinatie met een sham-procedure bij patiënten met therapieresistente hypertensie en waarbij de bloeddrukrespons na tenminste zes maanden werd vervolgd Beoordeling en dataextractie werd door twee onafhankelijke reviewers uitgevoerd en eventuele verschillen werden door middel van consensus opgelost De primaire uitkomstmaat was de gemiddelde verandering van systolische en diastolische bloeddruk in de spreekkamer na # maanden in vergelijking met de uitgangswaarde Secundaire uitkomstmaten waren de veranderingen in ##-uurs ambulante bloeddrukmetingen (ABPM), de proportie van patiënten met een systolische bloeddrukdaling van ## mmHg of meer en de proportie van patiënten met een goed gereguleerde bloeddruk na zes maanden Er werden uiteindelijk negen RCT’s in deze meta-analyse opgenomen met in totaal ### patiënten, waarvan ### waren gerandomiseerd naar RDN hoog risico op bias op een of meerdere onderdelen, vooral met betrekking tot blindering van proefpersonen en personeel (performance bias) en blindering bij de bepaling van de uitkomst (detection bias) Tussen de studies bestond overigens een aanzienlijke heterogeniteit, die onder meer verklaard kan worden door verschillen in comorbiditeit en gebruikte ablatiecatheters Bij vier van deze RCT’s was de onderzoeksopzet geblindeerd met onderzoeksopzet zonder sham-procedure Resultaten van deze meta-analyse werden weergeven in evidencetabellen en forestplots De gemiddelde verandering van systolische/diastolische bloeddruk in de spreekkamer verlaagde na zes maanden de met ABPM gemeten gemiddelde systolische/diastolische bloeddruk met -#,#<DATUM> ## mmHg (##%BI -#,## tot -#,## resp -#,## tot -#,## mmHg) De proportie van patiënten met een in de spreekkamer gemeten systolische bloeddrukdaling van ## mmHg of meer en de proportie van de patiënten met een goed gereguleerde bloeddruk na zes maanden verschilden niet tussen degenen die met RDN werden Medicatiegebruik Vanwege het ontbreken van gegevens is het niet mogelijk om de bewijskracht te graderen spreekkamer, is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; geen verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; geen blindering van patiënten, personeel of Bijwerkingen Vanwege het ontbreken van gegevens is het niet mogelijk om de bewijskracht te graderen Wat zijn de (on)gunstige effecten van renale denervatie, barostimulatie, carotisstent of AV-coupler vergeleken De werkgroep achtte bloeddruk en de ontwikkeling van bijwerkingen voor de besluitvorming kritieke bloeddruk ##-uurs ABPM of een verschil van meer dan tien mmHg de gemiddelde systolische bloeddruk in de.
626
fms
een of meerdere onderdelen, vooral met betrekking tot blindering van proefpersonen en personeel (performance bias) en blindering bij de bepaling van de uitkomst (detection bias) Tussen de studies bestond overigens een aanzienlijke heterogeniteit, die onder meer verklaard kan worden door verschillen in comorbiditeit en gebruikte ablatiecatheters Bij vier van deze RCT’s was de onderzoeksopzet geblindeerd met onderzoeksopzet zonder sham-procedure Resultaten van deze meta-analyse werden weergeven in evidencetabellen en forestplots De gemiddelde verandering van systolische/diastolische bloeddruk in de spreekkamer verlaagde na zes maanden de met ABPM gemeten gemiddelde systolische/diastolische bloeddruk met -#,#<DATUM> ## mmHg (##%BI -#,## tot -#,## resp -#,## tot -#,## mmHg) De proportie van patiënten met een in de spreekkamer gemeten systolische bloeddrukdaling van ## mmHg of meer en de proportie van de patiënten met een goed gereguleerde bloeddruk na zes maanden verschilden niet tussen degenen die met RDN werden Medicatiegebruik Vanwege het ontbreken van gegevens is het niet mogelijk om de bewijskracht te graderen spreekkamer, is met drie niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; geen verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (risk of bias; geen blindering van patiënten, personeel of Bijwerkingen Vanwege het ontbreken van gegevens is het niet mogelijk om de bewijskracht te graderen Wat zijn de (on)gunstige effecten van renale denervatie, barostimulatie, carotisstent of AV-coupler vergeleken De werkgroep achtte bloeddruk en de ontwikkeling van bijwerkingen voor de besluitvorming kritieke bloeddruk ##-uurs ABPM of een verschil van meer dan tien mmHg de gemiddelde systolische bloeddruk in de In de periode ### tot ### zijn er drie meta-analyses gepubliceerd (<PERSOON>, ###) De meta-analyse van Fadl Elmula (###) bevat geen risico op bias beoordeling en is daarom verder buiten beschouwing gelaten De meta-analyse van <PERSOON> (###) omvat naast gerandomiseerde gecontroleerde duidelijk risico op bias aanwezig is wegens ontbreken van adequate concealment of allocation in de niet gerandomiseerde studies De recente review van Yao (###) voldoet wel aan de voorwaarden van een adequate Bhatt DL, Kandzari DE, <PERSOON> WW, et al SYMPLICITY HTN-# Investigators A controlled trial of renal denervation for Fadl Elmula FE, <PERSOON> Y, <PERSOON> WY, et al European Network Coordinating Research On Renal Denervation (ENCOReD) Consortium <PERSOON>-analysis of randomized controlled trials of renal denervation in treatment-resistant hypertension <PERSOON> J, et al <PERSOON> effect of renal denervation on resistant hypertension <PERSOON>-analysis of randomized <PERSOON> N, <PERSOON> W, et al <PERSOON> effects of renal denervation on resistant hypertension patients a meta-analysis Blood # Welke rol heeft preconsultatie in de communicatie tussen eerste en tweede lijn ten aanzien van # Welke informatie dient in de verwijzing naar de specialist door de huisarts gegeven te worden? # Welke patiënten worden na analyse en instelling van behandeling weer terugverwezen naar de huisarts en # Welke rol heef t preconsultatie in de communicatie tussen eerste en tweede lijn ten aanzien van.
633
fms
periode ### tot ### zijn er drie meta-analyses gepubliceerd (<PERSOON>, ###) De meta-analyse van Fadl Elmula (###) bevat geen risico op bias beoordeling en is daarom verder buiten beschouwing gelaten De meta-analyse van <PERSOON> (###) omvat naast gerandomiseerde gecontroleerde duidelijk risico op bias aanwezig is wegens ontbreken van adequate concealment of allocation in de niet gerandomiseerde studies De recente review van Yao (###) voldoet wel aan de voorwaarden van een adequate Bhatt DL, Kandzari DE, <PERSOON> WW, et al SYMPLICITY HTN-# Investigators A controlled trial of renal denervation for Fadl Elmula FE, <PERSOON> Y, <PERSOON> WY, et al European Network Coordinating Research On Renal Denervation (ENCOReD) Consortium <PERSOON>-analysis of randomized controlled trials of renal denervation in treatment-resistant hypertension <PERSOON> J, et al <PERSOON> effect of renal denervation on resistant hypertension <PERSOON>-analysis of randomized <PERSOON> N, <PERSOON> W, et al <PERSOON> effects of renal denervation on resistant hypertension patients a meta-analysis Blood # Welke rol heeft preconsultatie in de communicatie tussen eerste en tweede lijn ten aanzien van # Welke informatie dient in de verwijzing naar de specialist door de huisarts gegeven te worden? # Welke patiënten worden na analyse en instelling van behandeling weer terugverwezen naar de huisarts en # Welke rol heef t preconsultatie in de communicatie tussen eerste en tweede lijn ten aanzien <PERSOON-##> voorwaarden aan een tweedelijnscentrum dat zich bezighoudt met therapieresistente hypertensie aanwezigheid van een aantoonbaar in hypertensie geschoolde internist, idealiter blijkend uit een registratie Maak afspraken omtrent het opvragen van aflevergegevens van medicatie van patiënten met een vermoeden Maak gebruik van gevalideerde automatische bloeddrukmeters voor diagnostische en therapeutische doeleinden en voer de metingen uit volgens algemeen geaccepteerde richtlijnen # Welke inf ormatie dient in de verwijzing naar de specialist door de huisarts gegeven te worden? # Welke patiënten worden na analyse en instelling van behandeling weer terugverwezen naar de Overweeg bij elke patiënt met therapieresistente hypertensie na adequate diagnostiek en stabiel ingestelde <PERSOON-##> bij terugverwijzing een geïndividualiseerd behandel- en controleadvies aan de huisarts op Soms is er twijfel of een hypertensieve patiënt verwezen moet worden naar een specialist Dat kan zijn omdat de patiënt zelf wel of niet wil of dat de bevindingen die de huisarts heeft gedaan geen duidelijkheid scheppen Het kan in zo’n geval gewenst zijn intercollegiaal overleg te voeren om een overbodige verwijzing te voorkomen of een wel aangewezen verwijzing tot stand te laten komen (preconsultatie) Dit soort overleg vindt ongetwijfeld al regelmatig plaats op diverse locaties, maar is waarschijnlijk sterk afhankelijk van de relatie tussen eerste en tweede lijn ter plekke De kwaliteit van dit overleg is afhankelijk van de expertise van de specialist op het gebied van hypertensie, maar ook van hoe de vraag gesteld wordt en hoe hoog de communicatiebarrières tussen de Op enkele plaatsen zijn transmurale zorggroepen actief (<PERSOON-##>, ###) waarbij bijvoorbeeld een patiënt zowel.
612
fms
aanwezigheid van een aantoonbaar in hypertensie geschoolde internist, idealiter blijkend uit een registratie Maak afspraken omtrent het opvragen van aflevergegevens van medicatie van patiënten met een vermoeden Maak gebruik van gevalideerde automatische bloeddrukmeters voor diagnostische en therapeutische doeleinden en voer de metingen uit volgens algemeen geaccepteerde richtlijnen # Welke inf ormatie dient in de verwijzing naar de specialist door de huisarts gegeven te worden? # Welke patiënten worden na analyse en instelling van behandeling weer terugverwezen naar de Overweeg bij elke patiënt met therapieresistente hypertensie na adequate diagnostiek en stabiel ingestelde <PERSOON> bij terugverwijzing een geïndividualiseerd behandel- en controleadvies aan de huisarts op Soms is er twijfel of een hypertensieve patiënt verwezen moet worden naar een specialist Dat kan zijn omdat de patiënt zelf wel of niet wil of dat de bevindingen die de huisarts heeft gedaan geen duidelijkheid scheppen Het kan in zo’n geval gewenst zijn intercollegiaal overleg te voeren om een overbodige verwijzing te voorkomen of een wel aangewezen verwijzing tot stand te laten komen (preconsultatie) Dit soort overleg vindt ongetwijfeld al regelmatig plaats op diverse locaties, maar is waarschijnlijk sterk afhankelijk van de relatie tussen eerste en tweede lijn ter plekke De kwaliteit van dit overleg is afhankelijk van de expertise van de specialist op het gebied van hypertensie, maar ook van hoe de vraag gesteld wordt en hoe hoog de communicatiebarrières tussen de Op enkele plaatsen zijn transmurale zorggroepen actief (<PERSOON>, ###) waarbij bijvoorbeeld een patiënt zowel In zo’n model zou intercollegiaal overleg over TRH goed mogelijk zijn maar het is niet vanzelfsprekend dat de betreffende specialist ook een bijzondere expertise Naar het oordeel van de commissie zou een als zodanig herkenbaar landelijk netwerk van specialisten met expertise in TRH ook een goede oplossing kunnen zijn Preconsultatie van deze specialisten zal de communicatiemiddelen als beveiligde internetcommunicatie, Facetalk of telefonie ingezet kunnen worden Om oppervlakkige, snelle adviezen op basis van beperkte informatie te voorkomen zouden deze consultaties uit Om een dergelijke structuur te bewerkstelligen zouden een aantal randvoorwaarden vervuld moeten worden, In een kliniek die zich met therapieresistente hypertensie bezighoudt, dient/dienen uiteraard (een) internist(en) werkzaam te zijn met een grondige kennis van hypertensie Een criterium daarvoor zou onder andere het predicaat European Hypertension Specialist van de European Society of Hypertension kunnen zijn In diverse centra is een zorgpad hypertensie ontwikkeld (<INSTELLING>, RadboudUMC) dat leidend moet zijn voor de analyse en behandeling van hypertensiepatiënten Idealiter zouden de diverse zorgpaden moeten leiden tot een uniform Nederlands zorgpad waarin dan tevens kwaliteitsindicatoren ondergebracht kunnen worden Hiervoor is ook vereist dat gegevens over hypertensie en behandeling ervan op uniforme en opvraagbare wijze kunnen worden vastgelegd In de praktijk betekent dit dat patiëntengegevens in een geautomatiseerd systeem opgeslagen Omdat therapieresistente hypertensie vaak een secundaire vorm van hypertensie betreft dient de kliniek alle faciliteiten voor het diagnosticeren daarvan in huis te herbergen Dat betekent dat in ieder geval alle hormonale diagnostiek gedaan moet kunnen worden en dat de betreffende hypertensiespecialisten de uitslagen correct.
556
fms
overleg over TRH goed mogelijk zijn maar het is niet vanzelfsprekend dat de betreffende specialist ook een bijzondere expertise Naar het oordeel van de commissie zou een als zodanig herkenbaar landelijk netwerk van specialisten met expertise in TRH ook een goede oplossing kunnen zijn Preconsultatie van deze specialisten zal de communicatiemiddelen als beveiligde internetcommunicatie, Facetalk of telefonie ingezet kunnen worden Om oppervlakkige, snelle adviezen op basis van beperkte informatie te voorkomen zouden deze consultaties uit Om een dergelijke structuur te bewerkstelligen zouden een aantal randvoorwaarden vervuld moeten worden, In een kliniek die zich met therapieresistente hypertensie bezighoudt, dient/dienen uiteraard (een) internist(en) werkzaam te zijn met een grondige kennis van hypertensie Een criterium daarvoor zou onder andere het predicaat European Hypertension Specialist van de European Society of Hypertension kunnen zijn In diverse centra is een zorgpad hypertensie ontwikkeld (<INSTELLING>, RadboudUMC) dat leidend moet zijn voor de analyse en behandeling van hypertensiepatiënten Idealiter zouden de diverse zorgpaden moeten leiden tot een uniform Nederlands zorgpad waarin dan tevens kwaliteitsindicatoren ondergebracht kunnen worden Hiervoor is ook vereist dat gegevens over hypertensie en behandeling ervan op uniforme en opvraagbare wijze kunnen worden vastgelegd In de praktijk betekent dit dat patiëntengegevens in een geautomatiseerd systeem opgeslagen Omdat therapieresistente hypertensie vaak een secundaire vorm van hypertensie betreft dient de kliniek alle faciliteiten voor het diagnosticeren daarvan in huis te herbergen Dat betekent dat in ieder geval alle hormonale diagnostiek gedaan moet kunnen worden en dat de betreffende hypertensiespecialisten de uitslagen correct Dit vereist frequente controles die het beste door verpleegkundig specialisten uitgevoerd kunnen worden Een hypertensiekliniek dient naar het oordeel van de commissie dan ook minstens één verpleegkundig specialist te herbergen die zich speciaal met hypertensie bezighoudt Wenselijk voor een hypertensiekliniek is de mogelijkheid om adherentie te bepalen Dat kan door het opvragen van gegevens over afgeleverde medicatie bij apothekers Om juridische redenen moeten daarvoor afspraken gemaakt worden Onderdeel daarvan is de afspraak dat patiënten standaard toestemming verlenen (informed consent) voor het opvragen van deze gegevens, bij voorkeur te regelen in de hypertensiekliniek zelf omdat patiënten soms hun medicatie bij meerdere apotheken afhalen Er kan echter ook met de regionale apothekers worden afgesproken dat patiënten standaard toestemming verlenen aan de apotheker deze gegevens te leveren Liefst beschikt de hypertensiekliniek ook over de mogelijkheid om plasmaspiegelbepalingen van antihypertensiva te verrichten of de bloeddrukresponse na gesuperviseerde inname van de medicatie te bepalen Uiteraard dient een hypertensiekliniek ruime mogelijkheden van automatische bloeddrukmetingen te hebben Het varen op spreekkamermetingen is naar de Een bloeddrukmeting in de spreekkamer met stethoscoop (Korotkoff-methode) dient alleen nog maar gebruikt te worden om de rechts-linksverschillen vast te stellen Voor het meten van de bloeddrukresponse na opstaan ter bepaling van orthostatische hypotensie is deze methode ook bruikbaar Voor het overige dient voor diagnostische en therapeutische doeleinden vooral gebruik gemaakt te worden van automatische (meestal measurement (ABPM) en voor de zogenaamde ## minutenmetingen, dat wil zeggen een korte meting in een.
539
fms
controles die het beste door verpleegkundig specialisten uitgevoerd kunnen worden Een hypertensiekliniek dient naar het oordeel van de commissie dan ook minstens één verpleegkundig specialist te herbergen die zich speciaal met hypertensie bezighoudt Wenselijk voor een hypertensiekliniek is de mogelijkheid om adherentie te bepalen Dat kan door het opvragen van gegevens over afgeleverde medicatie bij apothekers Om juridische redenen moeten daarvoor afspraken gemaakt worden Onderdeel daarvan is de afspraak dat patiënten standaard toestemming verlenen (informed consent) voor het opvragen van deze gegevens, bij voorkeur te regelen in de hypertensiekliniek zelf omdat patiënten soms hun medicatie bij meerdere apotheken afhalen Er kan echter ook met de regionale apothekers worden afgesproken dat patiënten standaard toestemming verlenen aan de apotheker deze gegevens te leveren Liefst beschikt de hypertensiekliniek ook over de mogelijkheid om plasmaspiegelbepalingen van antihypertensiva te verrichten of de bloeddrukresponse na gesuperviseerde inname van de medicatie te bepalen Uiteraard dient een hypertensiekliniek ruime mogelijkheden van automatische bloeddrukmetingen te hebben Het varen op spreekkamermetingen is naar de Een bloeddrukmeting in de spreekkamer met stethoscoop (Korotkoff-methode) dient alleen nog maar gebruikt te worden om de rechts-linksverschillen vast te stellen Voor het meten van de bloeddrukresponse na opstaan ter bepaling van orthostatische hypotensie is deze methode ook bruikbaar Voor het overige dient voor diagnostische en therapeutische doeleinden vooral gebruik gemaakt te worden van automatische (meestal measurement (ABPM) en voor de zogenaamde ## minutenmetingen, dat wil zeggen een korte meting in een automatische bloeddrukmeter wordt uitgevoerd De afkapwaarde voor deze metingen is ###/## mmHg (waarbij voor ABPM deze waarde geldt voor de gemiddelde bloeddruk overdag) Voor automatische metingen dienen gevalideerde (arm)meters gebruikt te worden Welke instrumenten gevalideerd zijn is te vinden op de site dableducational com Zie tabel # voor een correcte uitvoering van ABPM en thuisbloeddrukmeting Bij zwangerschap of ritmestoornissen (met name atriumfibrilleren) kunnen oscillometrische meters minder tijdens meting arm stilhouden (liefst op harthoogte), tijdens autorijden liefst stoppen, indien mogelijk uitleg over onderbreken en weer starten van apparaat voor douchen/bad, herplaatsen van manchet, dag- en nacht(slaap-)periodes kunnen het best vastgesteld worden aan de hand van het dagboekje Vaste intervallen mag ook maar laat de overgangsperioden dan buiten beschouwing (alleen metingen van er minder dan ## valide dagmetingen en minder dan # valide nachtmetingen zijn arm rustend op harthoogte (midden manchet op hoogte van midden van borstbeen) per keer twee metingen (of drie metingen waarvan de eerste buiten beschouwing blijft), met minstens # na afloop worden de metingen gemiddeld en in een logboek of spreadsheet gezet Op veel plaatsen bevatten de verwijsbrieven van de eerste naar de tweede lijn standaard al een aantal gegevens die ook voor verwijzing voor TRH van belang zijn Voor het beoordelen of de verwijzing zinvol is zijn echter nog enkele andere gegevens van belang waarvan de bloeddrukgegevens de belangrijkste zijn Dit is vooral van behoeft geen aanvullende analyse of behandeling als bij ambulante bloeddrukmeting (ABPM) of bij gestructureerde thuismeting de streefwaarden voor de bloeddruk worden bereikt en er geen aanwijzingen voor.
567
fms
metingen is ###/## mmHg (waarbij voor ABPM deze waarde geldt voor de gemiddelde bloeddruk overdag) Voor automatische metingen dienen gevalideerde (arm)meters gebruikt te worden Welke instrumenten gevalideerd zijn is te vinden op de site dableducational com Zie tabel # voor een correcte uitvoering van ABPM en thuisbloeddrukmeting Bij zwangerschap of ritmestoornissen (met name atriumfibrilleren) kunnen oscillometrische meters minder tijdens meting arm stilhouden (liefst op harthoogte), tijdens autorijden liefst stoppen, indien mogelijk uitleg over onderbreken en weer starten van apparaat voor douchen/bad, herplaatsen van manchet, dag- en nacht(slaap-)periodes kunnen het best vastgesteld worden aan de hand van het dagboekje Vaste intervallen mag ook maar laat de overgangsperioden dan buiten beschouwing (alleen metingen van er minder dan ## valide dagmetingen en minder dan # valide nachtmetingen zijn arm rustend op harthoogte (midden manchet op hoogte van midden van borstbeen) per keer twee metingen (of drie metingen waarvan de eerste buiten beschouwing blijft), met minstens # na afloop worden de metingen gemiddeld en in een logboek of spreadsheet gezet Op veel plaatsen bevatten de verwijsbrieven van de eerste naar de tweede lijn standaard al een aantal gegevens die ook voor verwijzing voor TRH van belang zijn Voor het beoordelen of de verwijzing zinvol is zijn echter nog enkele andere gegevens van belang waarvan de bloeddrukgegevens de belangrijkste zijn Dit is vooral van behoeft geen aanvullende analyse of behandeling als bij ambulante bloeddrukmeting (ABPM) of bij gestructureerde thuismeting de streefwaarden voor de bloeddruk worden bereikt en er geen aanwijzingen voor Tegenwoordig heeft vrijwel elke huisarts toegang tot ABPM en als dat niet zo is kan de huisarts de patiënt een week lang thuis de bloeddruk thuis laten meten Een andere verklaring voor TRH is non-adherentie Non-adherentie komt veel voor en het literatuuronderzoek beschreven in module #, laat zien dat het vaststellen van non-adherentie moeilijk is Naar het oordeel van de commissie is voor een verwijzing naar de tweede lijn het niet noodzakelijk dat de huisarts zich een oordeel heeft Wat verder van belang voor een verwijzing is het actuele medicatie-overzicht en de medicatiehistorie met een Tenslotte is vermelding van nierfunctie en urinesediment, met eiwituitscheiding in de urine van belang voor een goede triage Achtergrond is dat bij het vermoeden van een nierziekte een patiënt beter op het spreekuur van de nefroloog, als die niet de hypertensiespecialist is, gepland kan worden ter uitsluiting van een nefrologische Tabel # Gewenste inf ormatie bij verwijzing naar een hypertensiespecialist alle patiënten die een stabiele, goed ingestelde bloeddruk hebben, ongeacht aantal bloeddrukmiddelen alle patiënten bij wie geen verdere veranderingen in therapeutisch beleid te verwachten zijn, ook al is de aanbevolen methode van bloeddruk meten (thuismeting, ABPM of spreekkamerbloeddruk en afspraken die zijn gemaakt tussen arts en patiënt (individueel zorgplan met betrekking op hypertensie) medicatie overzicht niet alleen voor de overdracht naar de huisarts maar ook voor de patiënt De initiële diagnostiek en behandeling van hypertensie vindt voornamelijk in de eerste lijn plaats Dit heeft veel voordelen.
565
fms
Tegenwoordig heeft vrijwel elke huisarts toegang tot ABPM en als dat niet zo is kan de huisarts de patiënt een week lang thuis de bloeddruk thuis laten meten Een andere verklaring voor TRH is non-adherentie Non-adherentie komt veel voor en het literatuuronderzoek beschreven in module #, laat zien dat het vaststellen van non-adherentie moeilijk is Naar het oordeel van de commissie is voor een verwijzing naar de tweede lijn het niet noodzakelijk dat de huisarts zich een oordeel heeft Wat verder van belang voor een verwijzing is het actuele medicatie-overzicht en de medicatiehistorie met een Tenslotte is vermelding van nierfunctie en urinesediment, met eiwituitscheiding in de urine van belang voor een goede triage Achtergrond is dat bij het vermoeden van een nierziekte een patiënt beter op het spreekuur van de nefroloog, als die niet de hypertensiespecialist is, gepland kan worden ter uitsluiting van een nefrologische Tabel # Gewenste inf ormatie bij verwijzing naar een hypertensiespecialist alle patiënten die een stabiele, goed ingestelde bloeddruk hebben, ongeacht aantal bloeddrukmiddelen alle patiënten bij wie geen verdere veranderingen in therapeutisch beleid te verwachten zijn, ook al is de aanbevolen methode van bloeddruk meten (thuismeting, ABPM of spreekkamerbloeddruk en afspraken die zijn gemaakt tussen arts en patiënt (individueel zorgplan met betrekking op hypertensie) medicatie overzicht niet alleen voor de overdracht naar de huisarts maar ook voor de patiënt De initiële diagnostiek en behandeling van hypertensie vindt voornamelijk in de eerste lijn plaats Dit heeft veel voordelen Het aantal patiënten met hypertensie in de eerste lijn is zeer groot De variatie in leeftijd, klachten, ernst, complicaties en adherentie is aanzienlijk wat maakt dat het lastig kan zijn om voor alle patiënten een optimale situatie te bereiken Dit geldt zeker ook voor patiënten die therapieresistente hypertensie (TRH) hebben Zoals blijkt uit deze richtlijn zijn er veel verschillende oorzaken voor TRH Het tijdig uiteenrafelen van de verschillende oorzaken is van belang om patiënten uiteindelijk optimaal te beschermen tegen de complicaties van hypertensie Niet alle oorzaken van TRH zijn te identificeren in de eerste lijn en sommige kunnen alleen door consultatie van terugverwijzing tussen eerste en tweede lijn van patiënten met hypertensie vaak niet optimaal patiënten die een verwijzing naar de specialist behoeven, krijgen die niet of pas laat in het beloop en omgekeerd blijven patiënten vaak lang hangen in de tweede lijn terwijl de zorg gemakkelijk overgenomen kan worden door de huisarts of praktijkondersteuner Hoewel er wel adviezen in de CVRM-richtlijn staan om bij bepaalde aanwijzingen patiënten door te verwijzen, zijn er geen heldere adviezen hoe te handelen bij patiënten met een verdenking op TRH De uitgangsvraag van deze module is dan ook hoe verwijzingen en terugverwijzingen tussen eerstelijn en tweedelijn moeten plaatsvinden van patiënten met een therapieresistente hypertensie De werkgroep geeft hierover een aantal aanbevelingen in het besef dat die niet onderbouwd (kunnen) worden door literatuurgegevens Zij meent echter dat de discussie waarin de werkgroep tot de onderstaande deelvragen is gekomen voldoende diepgang én relevantie heeft om deze aanbevelingen waardevol te maken.
558
fms
De z e ric htlijn is to t stand ge ko me n o p initiatie f van Ne de rlandse Me lano o m We rkgro e p Onderzoek naar parameters die de prognose en daarmee ook de therapie bepalen <LOCATIE> van de schildwachtklierprocedure een procedure om te kijken of er kankercellen in de nabije Voorwaarden die aan centra worden gesteld voor goede zorg aan kankerpatiënten Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat in de pigmentcellen in de opperhuid Een ander woord voor pigmentcellen is melanocyten Bijna # op de ## huidkankers is een melanoom Deze ontstaat vaak vanuit Een melanoom kan overal op het lichaam voorkomen, maar ontstaat meestal op delen die regelmatig worden blootgesteld aan de zon Een melanoom dat niet wordt verwijderd, groeit door naar diepere huidlagen en kan dan uitzaaien Hoe dieper het melanoom is doorgedrongen in de huid des te groter is de kans op uitzaaiingen naar andere lichaamsdelen Melanoom komt in <LOCATIE> steeds vaker voor Per jaar krijgen ruim ### mensen Meer informatie over melanoom is ook te vinden op de website van de dermatologen Meer informatie over moedervlekken en melanoom is te vinden op Thuisarts Het initiatief voor de richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Melanoom Werkgroep (NMW) De richtlijn is Beschrijving van de epidemiologie van patiënten met melanoom bij de Nederlandse bevolking In ### overleden bijna ### mensen aan een melanoom, ongeveer ### vrouwen en bijna ### mannen Omgerekend naar de Europese standaardbevolking betreft dit ruim #,# per ### ### Nederlanders per jaar (#,# voor mannen en #,# voor vrouwen) [Hollestein ###(#)] De sterfte aan melanoom stijgt enigszins in <LOCATIE>, in tegenstelling tot de ons omringende landen (#; #), samenhangend met een stijging in incidentie van De incidentie van huidkanker is de laatste <LEEFTIJD> jaar voortdurend gestegen Zo blijkt uitgegevens van de landelijke Nederlandse kankerregistratie (NKR) Thans behoort de incidentie in <LOCATIE> tot de hogere in Europa (gestandaardiseerd naar de Europese standaardbevolking <DATUM> per ### ### persoonsjaren voor vrouwen en ##,# voor mannen), maar de sterfte is gemiddeld laag (zie ook figuur #) (#)(#) De toename van de incidentie hangt voor een groot deel samen met overdadige en intermitterende blootstelling aan zonlicht in de jeugd bij mensen met een blanke huid (#; #) Dit speelt in de geïndustrialiseerde wereld al een rol in de generaties geboren rond ### Uit migrantenonderzoeken is gebleken dat het melanoomrisico op jongere en middelbare leeftijd met name wordt beïnvloed door zulke blootstellingen op de kinderleeftijd (#) Sinds de jaren ## is er mogelijk ook sprake van een beperkte bijdrage door andere bronnen van ultraviolette straling, zoals via Al met al wordt op grond van de huidige trends een aanzienlijke stijging van de incidentie van melanoom in <LOCATIE> verwacht in de komende jaren (zie ook Tabel # en ouderen (≥<LEEFTIJD> jaar), waar de stijging #% bedraagt voor mannen en <DATUM> voor vrouwen (#).
629
fms
standaardbevolking betreft dit ruim #,# per ### ### Nederlanders per jaar (#,# voor mannen en #,# voor vrouwen) [Hollestein ###(#)] De sterfte aan melanoom stijgt enigszins in <LOCATIE>, in tegenstelling tot de ons omringende landen (#; #), samenhangend met een stijging in incidentie van De incidentie van huidkanker is de laatste <LEEFTIJD> jaar voortdurend gestegen Zo blijkt uitgegevens van de landelijke Nederlandse kankerregistratie (NKR) Thans behoort de incidentie in <LOCATIE> tot de hogere in Europa (gestandaardiseerd naar de Europese standaardbevolking <DATUM> per ### ### persoonsjaren voor vrouwen en ##,# voor mannen), maar de sterfte is gemiddeld laag (zie ook figuur #) (#)(#) De toename van de incidentie hangt voor een groot deel samen met overdadige en intermitterende blootstelling aan zonlicht in de jeugd bij mensen met een blanke huid (#; #) Dit speelt in de geïndustrialiseerde wereld al een rol in de generaties geboren rond ### Uit migrantenonderzoeken is gebleken dat het melanoomrisico op jongere en middelbare leeftijd met name wordt beïnvloed door zulke blootstellingen op de kinderleeftijd (#) Sinds de jaren ## is er mogelijk ook sprake van een beperkte bijdrage door andere bronnen van ultraviolette straling, zoals via Al met al wordt op grond van de huidige trends een aanzienlijke stijging van de incidentie van melanoom in <LOCATIE> verwacht in de komende jaren (zie ook Tabel # en ouderen (≥<LEEFTIJD> jaar), waar de stijging #% bedraagt voor mannen en <DATUM> voor vrouwen (#) breslowdikte) De meeste melanomen ontwikkelen zich langzaam (<DATUM> jaar) Er zijn echter snelgroeiende varianten (enkele maanden) van melanoom die bij diagnose vaak al dik zijn en een slechte prognose hebben Binnen Europa bleek de prognose in <LOCATIE> in de laatste <LEEFTIJD> jaar overigens relatief gunstig volwassen kankerpatiënten overleven langer in <LOCATIE> [<PERSOON>, ###(#); Siesling, ###(#)] Daar heeft de verhoogde bewustwording in de periode na de campagne met de sproetenbus vermoedelijk aan bijgedragen [Berrino, In de Nederlandse kankerregistratie (NKR) is vanaf ### van elke patiënt met melanoom de breslowdikte vastgelegd In tegenstelling tot wat in veel andere landen wordt waargenomen, stijgt in <LOCATIE> de incidentie van zowel dikke als dunne melanomen ongeveer even snel [Hollestein, ###(#)] Toch is de prognose de laatste jaren sterk verbeterd begin jaren '## was de <LEEFTIJD>-jaars relatieve overleving in <LOCATIE> ##% voor mannen en ##% voor vrouwen; in de periode ###-### was dit verbeterd naar respectievelijk ##% en ##% [Hollestein, De relatieve overleving van patiënten met melanomen dunner dan # mm ligt rond <PERSOON> de, ###(##)] en dat is gunstiger dan in menig klinisch onderzoek, doordat in klinische onderzoeken vaak geselecteerde patiëntengroepen worden gevolgd, mogelijk met een iets complexer ziektebeeld dan het geval is in de Tabel # Trends in incidentie van nieuwe patiënten met een invasief of in situ huidmelanoom in <LOCATIE>, Samenvattend De trends in incidentie en sterfte van melanoom in <LOCATIE> zijn zowel geruststellend als onrustbarend geruststellend omdat de sterfte bij vrouwen niet meer noemenswaardig toeneemt, ondanks een.
709
fms
Er zijn echter snelgroeiende varianten (enkele maanden) van melanoom die bij diagnose vaak al dik zijn en een slechte prognose hebben Binnen Europa bleek de prognose in <LOCATIE> in de laatste <LEEFTIJD> jaar overigens relatief gunstig volwassen kankerpatiënten overleven langer in <LOCATIE> [<PERSOON>, ###(#); Siesling, ###(#)] Daar heeft de verhoogde bewustwording in de periode na de campagne met de sproetenbus vermoedelijk aan bijgedragen [Berrino, In de Nederlandse kankerregistratie (NKR) is vanaf ### van elke patiënt met melanoom de breslowdikte vastgelegd In tegenstelling tot wat in veel andere landen wordt waargenomen, stijgt in <LOCATIE> de incidentie van zowel dikke als dunne melanomen ongeveer even snel [Hollestein, ###(#)] Toch is de prognose de laatste jaren sterk verbeterd begin jaren '## was de <LEEFTIJD>-jaars relatieve overleving in <LOCATIE> ##% voor mannen en ##% voor vrouwen; in de periode ###-### was dit verbeterd naar respectievelijk ##% en ##% [Hollestein, De relatieve overleving van patiënten met melanomen dunner dan # mm ligt rond <PERSOON> de, ###(##)] en dat is gunstiger dan in menig klinisch onderzoek, doordat in klinische onderzoeken vaak geselecteerde patiëntengroepen worden gevolgd, mogelijk met een iets complexer ziektebeeld dan het geval is in de Tabel # Trends in incidentie van nieuwe patiënten met een invasief of in situ huidmelanoom in <LOCATIE>, Samenvattend De trends in incidentie en sterfte van melanoom in <LOCATIE> zijn zowel geruststellend als onrustbarend geruststellend omdat de sterfte bij vrouwen niet meer noemenswaardig toeneemt, ondanks een # - <PERSOON> T, <PERSOON> of cutaneous melanoma in <PERSOON> Netherlands increasing incidence rates among all Breslow thickness categories and rising mortality rates since ### # - <PERSOON> AAM, Coebergh JW and the working group of Regional Cancer Registries Rising trends in the incidence of and mortality from cutaneous melanoma in the Netherlands a northwest to # - <PERSOON> I, et al Recent trends of cancer in Europe a combined approach of incidence, survival and mortality for ## cancer sites since the ###s <PERSOON> ### Jul;##(##) ###-## Epub ### Feb # - Whiteman DC Testing the divergent pathway hypothesis for melanoma recent findings and future challenges <PERSOON> KT, Wulf HC Eye and hair colour, skin type and constitutive skin pigmentation as risk factors for basal cell carcinoma and cutaneous melanoma A <PERSOON-##> case control study <PERSOON-##> from melanoma in migrants to Australia variation by age at arrival and # - <PERSOON-##> AR, Coebergh JW, Chignol MC, <PERSOON-##> JF, Autier P A multicenter epidemiological study on sunbed use and cutaneous.
616
fms
<PERSOON> T, <PERSOON> of cutaneous melanoma in <PERSOON> Netherlands increasing incidence rates among all Breslow thickness categories and rising mortality rates since ### # - <PERSOON> AAM, Coebergh JW and the working group of Regional Cancer Registries Rising trends in the incidence of and mortality from cutaneous melanoma in the Netherlands a northwest to # - <PERSOON> I, et al Recent trends of cancer in Europe a combined approach of incidence, survival and mortality for ## cancer sites since the ###s <PERSOON> ### Jul;##(##) ###-## Epub ### Feb # - Whiteman DC Testing the divergent pathway hypothesis for melanoma recent findings and future challenges <PERSOON> KT, Wulf HC Eye and hair colour, skin type and constitutive skin pigmentation as risk factors for basal cell carcinoma and cutaneous melanoma A <PERSOON> case control study <PERSOON> from melanoma in migrants to Australia variation by age at arrival and # - <PERSOON-##> AR, Coebergh JW, Chignol MC, <PERSOON-##> JF, Autier P A multicenter epidemiological study on sunbed use and cutaneous Predictions of skin cancer incidence in the # - <PERSOON-##> TK, et al Volwassen kankerpatiënten overleven langer in <LOCATIE> <LEEFTIJD>-jaarsoverleving ##% ## - <PERSOON-##> MP, et al Survival of cancer patients in Europe the Eurocare -# study In <PERSOON-##> AM, Coebergh JW Up-to-date survival estimates and historical trends of cutaneous malignant melanoma in the south-east of <PERSOON-##> LV, Bekkenk MW, et al Betere navolging van de richtlijn ‘Melanoom’ Ned Tijdschr Welke primair preventieve maatregelen ter voorkoming van melanoom kan de overheid uitdragen? Voor primaire preventie van melanoom dient zonverbranding te worden voorkomen Al te strikte zonvermijding is ongewenst vanwege de kans op vitamine D gebrek [Signaleringsrapport KWF, Het is aangetoond dat zonverbranding een risicofactor is voor het krijgen van melanoom Het is aangetoond dat zonnebankgebruik door mensen jonger dan <LEEFTIJD> jaar een risicofactor is voor het krijgen van <PERSOON-##> ### In ### werd door de International Agency on Research of Carcinogens (IARC) ultraviolet licht (UV-A en UV-B) definitief carcinogeen verklaard voor de mens [<PERSOON-##>, ### (#)] <PERSOON-##>-analyses van case-control studies geven overtuigend weer dat een melanoom voornamelijk wordt veroorzaakt door intermitterende, intense zonblootstelling [<PERSOON-##> ### (#); <PERSOON-##> met een lichte huid moeten.
570
fms
<PERSOON> TK, et al Volwassen kankerpatiënten overleven langer in <LOCATIE> <LEEFTIJD>-jaarsoverleving ##% ## - <PERSOON> MP, et al Survival of cancer patients in Europe the Eurocare -# study In <PERSOON> AM, Coebergh JW Up-to-date survival estimates and historical trends of cutaneous malignant melanoma in the south-east of <PERSOON> LV, Bekkenk MW, et al Betere navolging van de richtlijn ‘Melanoom’ Ned Tijdschr Welke primair preventieve maatregelen ter voorkoming van melanoom kan de overheid uitdragen? Voor primaire preventie van melanoom dient zonverbranding te worden voorkomen Al te strikte zonvermijding is ongewenst vanwege de kans op vitamine D gebrek [Signaleringsrapport KWF, Het is aangetoond dat zonverbranding een risicofactor is voor het krijgen van melanoom Het is aangetoond dat zonnebankgebruik door mensen jonger dan <LEEFTIJD> jaar een risicofactor is voor het krijgen van <PERSOON> ### In ### werd door de International Agency on Research of Carcinogens (IARC) ultraviolet licht (UV-A en UV-B) definitief carcinogeen verklaard voor de mens [<PERSOON>, ### (#)] <PERSOON>-analyses van case-control studies geven overtuigend weer dat een melanoom voornamelijk wordt veroorzaakt door intermitterende, intense zonblootstelling [<PERSOON> ### (#); <PERSOON> met een lichte huid moeten De belangrijkste preventieve maatregel om melanoom te voorkomen is het voorkomen van zonverbranding, vooral bij kinderen [Autier ### (#)] Voor een subcategorie melanomen wordt een ander mechanisme verantwoordelijk gesteld dat van cumulatieve UV blootstelling [Whiteman### (#)] Ook zonnebankgebruik verhoogt het risico op melanoom; dit werd significant aangetoond voor de leeftijdsgroep jonger dan <LEEFTIJD> jaar [<PERSOON-##> V,et al ; WHO International Agency for Research on Cancer Monograph Working Group A review of human carcinogens--part D radiation <PERSOON-##> and melanoma how strong is the evidence? <PERSOON-##> and Sunburn Cancer Causes Control ### Nov;#(#) ###-## # - Armstrong BK Epidemiology of malignant melanoma intermittent or total accumulated exposure to the sun? <PERSOON-##> S, <PERSOON-##> CF <PERSOON>-analysis of risk factors for cutaneous # - <PERSOON-##> JF Influence of sunexposures during childhood and during adulthood on melanoma risk <PERSOON-##> DC Testing the divergent pathway hypothesis for melanoma recent findings and future challenges <PERSOON-##> JL, et al Sunbed use during adolescence and early.
543
fms
om melanoom te voorkomen is het voorkomen van zonverbranding, vooral bij kinderen [Autier ### (#)] Voor een subcategorie melanomen wordt een ander mechanisme verantwoordelijk gesteld dat van cumulatieve UV blootstelling [Whiteman### (#)] Ook zonnebankgebruik verhoogt het risico op melanoom; dit werd significant aangetoond voor de leeftijdsgroep jonger dan <LEEFTIJD> jaar [<PERSOON> V,et al ; WHO International Agency for Research on Cancer Monograph Working Group A review of human carcinogens--part D radiation <PERSOON> and melanoma how strong is the evidence? <PERSOON> and Sunburn Cancer Causes Control ### Nov;#(#) ###-## # - Armstrong BK Epidemiology of malignant melanoma intermittent or total accumulated exposure to the sun? <PERSOON> S, <PERSOON> CF <PERSOON>-analysis of risk factors for cutaneous # - <PERSOON> JF Influence of sunexposures during childhood and during adulthood on melanoma risk <PERSOON> DC Testing the divergent pathway hypothesis for melanoma recent findings and future challenges <PERSOON> JL, et al Sunbed use during adolescence and early A melanoma epidemic in ## - <PERSOON-##> tanning and risk of melanoma a case-control study in a highly Screening van personen met een verhoogd melanoomrisico wordt doorgaans surveillance genoemd Screening op huidkanker omvat het regelmatig bekijken van de gehele huid van mensen zonder klachten of symptomen De verschillende soorten screening die te onderscheiden zijn, zijn beschreven in de volgende paragrafen Dient er screening van de algemene bevolking plaats te vinden op melanoom? Per jaar worden in <LOCATIE> minstens ca ## ### basaalcelcarcinomen en minstens # ### landelijk niveau aandacht genereren voor vroegdiagnostiek van huidkanker waaronder melanoom Met een "relatieve indicatie" voor screening (bij personen met # of meer atypische nevi of met meer dan ### banale nevi) wordt bedoeld dat er overleg plaats vindt met de patiënt of hij periodiek gecontroleerd wil worden of dat hij zelf zijn huid/moedervlekken wil controleren en terugkomen als er een moedervlek verandert De patiënt moet bij de laatste optie wel worden geïnstrueerd over zelfonderzoek bevolkingsonderzoek onderzoekt, heeft in een systematische review in ### en in een update in ### geconcludeerd dat onderzoeksresultaten een onvoldoende basis vormen om bevolkingsonderzoek op melanoom aan te bevelen [<PERSOON-##> ### (#)] # - US, Preventive Services Taskforce Screening for skin cancer recommendations and rationale <PERSOON-##> T, Tai E and <PERSOON-##> for skin cancer an update of the evidence for the US Preventive Services.
546
fms
- <PERSOON> tanning and risk of melanoma a case-control study in a highly Screening van personen met een verhoogd melanoomrisico wordt doorgaans surveillance genoemd Screening op huidkanker omvat het regelmatig bekijken van de gehele huid van mensen zonder klachten of symptomen De verschillende soorten screening die te onderscheiden zijn, zijn beschreven in de volgende paragrafen Dient er screening van de algemene bevolking plaats te vinden op melanoom? Per jaar worden in <LOCATIE> minstens ca ## ### basaalcelcarcinomen en minstens # ### landelijk niveau aandacht genereren voor vroegdiagnostiek van huidkanker waaronder melanoom Met een "relatieve indicatie" voor screening (bij personen met # of meer atypische nevi of met meer dan ### banale nevi) wordt bedoeld dat er overleg plaats vindt met de patiënt of hij periodiek gecontroleerd wil worden of dat hij zelf zijn huid/moedervlekken wil controleren en terugkomen als er een moedervlek verandert De patiënt moet bij de laatste optie wel worden geïnstrueerd over zelfonderzoek bevolkingsonderzoek onderzoekt, heeft in een systematische review in ### en in een update in ### geconcludeerd dat onderzoeksresultaten een onvoldoende basis vormen om bevolkingsonderzoek op melanoom aan te bevelen [<PERSOON> ### (#)] # - US, Preventive Services Taskforce Screening for skin cancer recommendations and rationale <PERSOON> T, Tai E and <PERSOON> for skin cancer an update of the evidence for the US Preventive Services Hoe kunnen personen met een verhoogd risico op melanoom worden geïdentificeerd op basis van Er wordt geadviseerd om bij aanwezigheid van vijf of meer atypische nevi en bij aanwezigheid van meer dan ### banale nevi een maal per jaar controle uit te voeren in overleg met de patiënt (relatieve indicatie) Er wordt geadviseerd om fenotypische kenmerken te gebruiken om een verhoogd risico bij patiënten te herkennen, de patiënt hierop attent te maken en voorlichting hieromtrent te (laten) geven (bijvoorbeeld folders, Er wordt geadviseerd om de aanwezige risicofactoren voor melanoom op te nemen in de status van elke patiënt die komt voor beoordeling van een melanocytaire laesie De werkgroep is van mening dat de statusvoering pas Er wordt geadviseerd om geen routinematige controles uit te voeren op congenitale nevi (CN) met een voorziene diameter van ## cm of kleiner Wel wordt geadviseerd om ouders te instrueren bij eventuele De werkgroep is van mening dat bespreking van grote CN in een multidisciplinair team in een kinderchirurgisch <INSTELLING> zo snel mogelijk na de geboorte wenselijk is, in verband met optie van neonatale currettage Daarnaast is de werkgroep van mening dat ook na de ingreep van een dergelijke grote- of reuze CN regelmatige controle De behandeling van reuzen CN is maatwerk en behoeft bespreking in een multidisciplinair team in een kinderchirurgisch <INSTELLING> Regelmatige controle met inspectie en palpatie is ook na de ingreep raadzaam, omdat bijna geen enkele techniek ###% van de melanocyten kan verwijderen en melanomen ook in diepere.
570
fms
kunnen personen met een verhoogd risico op melanoom worden geïdentificeerd op basis van Er wordt geadviseerd om bij aanwezigheid van vijf of meer atypische nevi en bij aanwezigheid van meer dan ### banale nevi een maal per jaar controle uit te voeren in overleg met de patiënt (relatieve indicatie) Er wordt geadviseerd om fenotypische kenmerken te gebruiken om een verhoogd risico bij patiënten te herkennen, de patiënt hierop attent te maken en voorlichting hieromtrent te (laten) geven (bijvoorbeeld folders, Er wordt geadviseerd om de aanwezige risicofactoren voor melanoom op te nemen in de status van elke patiënt die komt voor beoordeling van een melanocytaire laesie De werkgroep is van mening dat de statusvoering pas Er wordt geadviseerd om geen routinematige controles uit te voeren op congenitale nevi (CN) met een voorziene diameter van ## cm of kleiner Wel wordt geadviseerd om ouders te instrueren bij eventuele De werkgroep is van mening dat bespreking van grote CN in een multidisciplinair team in een kinderchirurgisch <INSTELLING> zo snel mogelijk na de geboorte wenselijk is, in verband met optie van neonatale currettage Daarnaast is de werkgroep van mening dat ook na de ingreep van een dergelijke grote- of reuze CN regelmatige controle De behandeling van reuzen CN is maatwerk en behoeft bespreking in een multidisciplinair team in een kinderchirurgisch <INSTELLING> Regelmatige controle met inspectie en palpatie is ook na de ingreep raadzaam, omdat bijna geen enkele techniek ###% van de melanocyten kan verwijderen en melanomen ook in diepere Het is aangetoond dat congenitale nevi met een voorziene diameter van ## cm of kleiner bijna nooit tot maligne Het is aangetoond dat het risico op een melanoom in een reuze congenitale nevus kleiner is dan #% life time risk Personen met een verhoogd risico op melanoom kunnen op grond van een aantal fenotypische kenmerken worden geïdentificeerd Aan de hand van literatuurgegevens zijn de fenotypische markers van verhoogd melanoomrisico vergeleken en is aldus bepaald of met voldoende zekerheid een individueel verhoogd risico op melanoom kan worden geïdentificeerd In de tabel staan de fenotypische markers genoemd die in het algemeen worden beschouwd als melanoom-risicofactoren <PERSOON>-analyses op deze factoren zijn verricht door Gandini et al , ### [Gandini ###a (#); Gandini ###b (#)] Recentere publicaties bevestigen de uitkomsten van het Tabel # fenotypische kenmerken voor een verhoogd risico op melanoom onderzoek(TNO), de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) Artsen Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten (NVDA)) de evidence based richtlijntekst openbaar maakt in de In congenitale nevi (CN) kunnen melanomen tot ontwikkeling komen, een congenitale nevus is daarom een risicofactor voor melanoom CN worden arbitrair ingedeeld op grootte, waarbij het hoogste risico op melanoom Recent zijn prospectieve studies beschikbaar gekomen, waaruit blijkt dat het risico op maligne ontaarding lager is dan vroeger gerapporteerd werd op grond van retrospectieve studies met onderzoekpopulaties uit gespecialiseerde centra Volgens een systematisch review is het melanoomrisico van alle CN bij elkaar slechts #,#% lifetime risk [Krengel ### (#)] In twee recente reviews worden de bevindingen bevestigd [Kovalyshyn.
596
fms
nevi met een voorziene diameter van ## cm of kleiner bijna nooit tot maligne Het is aangetoond dat het risico op een melanoom in een reuze congenitale nevus kleiner is dan #% life time risk Personen met een verhoogd risico op melanoom kunnen op grond van een aantal fenotypische kenmerken worden geïdentificeerd Aan de hand van literatuurgegevens zijn de fenotypische markers van verhoogd melanoomrisico vergeleken en is aldus bepaald of met voldoende zekerheid een individueel verhoogd risico op melanoom kan worden geïdentificeerd In de tabel staan de fenotypische markers genoemd die in het algemeen worden beschouwd als melanoom-risicofactoren <PERSOON>-analyses op deze factoren zijn verricht door Gandini et al , ### [Gandini ###a (#); Gandini ###b (#)] Recentere publicaties bevestigen de uitkomsten van het Tabel # fenotypische kenmerken voor een verhoogd risico op melanoom onderzoek(TNO), de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) Artsen Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten (NVDA)) de evidence based richtlijntekst openbaar maakt in de In congenitale nevi (CN) kunnen melanomen tot ontwikkeling komen, een congenitale nevus is daarom een risicofactor voor melanoom CN worden arbitrair ingedeeld op grootte, waarbij het hoogste risico op melanoom Recent zijn prospectieve studies beschikbaar gekomen, waaruit blijkt dat het risico op maligne ontaarding lager is dan vroeger gerapporteerd werd op grond van retrospectieve studies met onderzoekpopulaties uit gespecialiseerde centra Volgens een systematisch review is het melanoomrisico van alle CN bij elkaar slechts #,#% lifetime risk [Krengel ### (#)] In twee recente reviews worden de bevindingen bevestigd [Kovalyshyn zogenaamde reuzen CN, die een afmeting hebben groter dan ##-## cm en vaak dicht behaard zijn Reuzen CN zijn zeer zeldzaam (incidentie # ### ###) Het melanoomrisico is volgens de genoemde meta-analyse kleiner dan #% lifetime risk, maar soms ontstaat al op de kinderleeftijd een melanoom; ##% ontstaat voor de leeftijd van vijf jaar [Krengel ### (#); Kovalyshyn ### (#); Price ### (#)] Grote en reuzen CN kunnen geassocieerd zijn met neurocutane melanose in #,# -##% van de gevallen Neurocutane melanose kan zich uiten door epileptische aanvallen, hydrocephalus of een cerebraal melanoom Neurocutane melanose komt vaker voor bij lokalisatie van de CN op het hoofd en bij aanwezigheid van multipele satellietnevi ()##) en lokalisaties boven de posteriore middellijn Neurocutane melanose is eventueel aan te tonen met een MRI (bij voorkeur voor de leeftijd van # maanden), uiteraard in overleg met de # - Gandini et al <PERSOON>-analysis for risk factors for cutaneous melanoma <PERSOON> and atypical nevi <PERSOON> S, <PERSOON> CF <PERSOON>-analysis of risk factors for cutaneous # - <PERSOON> risk in congenital melanocytic naevi a systematic review <PERSOON> melanocytic maevi <PERSOON> ###; ## ###-##; quiz ##<DATUM> # - Price HN, Schaffer JV Congenital melanocytic nevi-when to worry and how to treat.
636
fms
een afmeting hebben groter dan ##-## cm en vaak dicht behaard zijn Reuzen CN zijn zeer zeldzaam (incidentie # ### ###) Het melanoomrisico is volgens de genoemde meta-analyse kleiner dan #% lifetime risk, maar soms ontstaat al op de kinderleeftijd een melanoom; ##% ontstaat voor de leeftijd van vijf jaar [Krengel ### (#); Kovalyshyn ### (#); Price ### (#)] Grote en reuzen CN kunnen geassocieerd zijn met neurocutane melanose in #,# -##% van de gevallen Neurocutane melanose kan zich uiten door epileptische aanvallen, hydrocephalus of een cerebraal melanoom Neurocutane melanose komt vaker voor bij lokalisatie van de CN op het hoofd en bij aanwezigheid van multipele satellietnevi ()##) en lokalisaties boven de posteriore middellijn Neurocutane melanose is eventueel aan te tonen met een MRI (bij voorkeur voor de leeftijd van # maanden), uiteraard in overleg met de # - Gandini et al <PERSOON>-analysis for risk factors for cutaneous melanoma <PERSOON> and atypical nevi <PERSOON> S, <PERSOON> CF <PERSOON>-analysis of risk factors for cutaneous # - <PERSOON> risk in congenital melanocytic naevi a systematic review <PERSOON> melanocytic maevi <PERSOON> ###; ## ###-##; quiz ##<DATUM> # - Price HN, Schaffer JV Congenital melanocytic nevi-when to worry and how to treat Clin Hoe kunnen personen met een genetisch verhoogd risico op melanoom (familiair melanoom) worden De werkgroep is van mening dat screenen op laagrisico-genen bij mensen met een genetisch verhoogd risico op Er wordt geadviseerd om melanoom patiënten bij wie de diagnose familiair melanoom/FAMMM syndroom Er wordt geadviseerd om de huid van melanoompatiënten en hun eerstegraads verwanten uit families waarin de diagnose familiair melanoom/FAMMM syndroom is gesteld levenslang periodiek te screenen vanaf de leeftijd De werkgroep is van mening dat voor tweedegraads verwanten uit CDKN#A positieve families jaarlijkse screening wenselijk is vanaf <LEEFTIJD> jaar of, in overleg met de patiënt, instructie voor zelfonderzoek Indien een CDKN#A mutatie is uitgesloten is geen screening van tweedegraads verwanten nodig De werkgroep is van mening dat het wenselijk is om CDKN#A mutatiedragers vanaf de leeftijd van <LEEFTIJD> jaar te Nieuw in deze richtlijn is dat men spreekt van mogelijk familiair melanoom in de volgende situatie een familie met twee eerstegraads verwanten met melanoom, waarvan tenminste een onder de <LEEFTIJD> jaar een familie met twee eerstegraads verwanten met melanoom en een familielid met pancreascarcinoom Families die voldoen aan de volgende criteria dienen te worden verwezen naar een klinisch genetisch <INSTELLING> drie of meer invasieve melanomen, waarvan twee bij eerstegraads verwanten (= familiair melanoom) twee eerstegraads verwanten met invasief melanoom waarbij één van de patiënten multipele melanomen twee eerstegraads verwanten met invasief melanoom, waarvan tenminste één onder de <LEEFTIJD> jaar ten tijde aanwezigheid van drie invasieve melanomen of meer in één persoon(= mogelijk familiair melanoom).
614
fms
Hoe kunnen personen met een genetisch verhoogd risico op melanoom (familiair melanoom) worden De werkgroep is van mening dat screenen op laagrisico-genen bij mensen met een genetisch verhoogd risico op Er wordt geadviseerd om melanoom patiënten bij wie de diagnose familiair melanoom/FAMMM syndroom Er wordt geadviseerd om de huid van melanoompatiënten en hun eerstegraads verwanten uit families waarin de diagnose familiair melanoom/FAMMM syndroom is gesteld levenslang periodiek te screenen vanaf de leeftijd De werkgroep is van mening dat voor tweedegraads verwanten uit CDKN#A positieve families jaarlijkse screening wenselijk is vanaf <LEEFTIJD> jaar of, in overleg met de patiënt, instructie voor zelfonderzoek Indien een CDKN#A mutatie is uitgesloten is geen screening van tweedegraads verwanten nodig De werkgroep is van mening dat het wenselijk is om CDKN#A mutatiedragers vanaf de leeftijd van <LEEFTIJD> jaar te Nieuw in deze richtlijn is dat men spreekt van mogelijk familiair melanoom in de volgende situatie een familie met twee eerstegraads verwanten met melanoom, waarvan tenminste een onder de <LEEFTIJD> jaar een familie met twee eerstegraads verwanten met melanoom en een familielid met pancreascarcinoom Families die voldoen aan de volgende criteria dienen te worden verwezen naar een klinisch genetisch <INSTELLING> drie of meer invasieve melanomen, waarvan twee bij eerstegraads verwanten (= familiair melanoom) twee eerstegraads verwanten met invasief melanoom waarbij één van de patiënten multipele melanomen twee eerstegraads verwanten met invasief melanoom, waarvan tenminste één onder de <LEEFTIJD> jaar ten tijde aanwezigheid van drie invasieve melanomen of meer in één persoon(= mogelijk familiair melanoom) Voor DNA-onderzoek op genmutaties moet een van de patiënten met melanoom als eerste worden getest Alleen bij aanwezigheid van een CDKN#A in de familie is het mogelijk presymptomatische DNA-diagnostiek aan te bieden aan alle leden van die familie Dragers van een CDKN#A-mutatie (p## mutatie) hebben een verhoogd risico (life time risico ##-##%) op ontwikkeling van pancreascarcinoom Onderzoeken hebben aangetoond dat door surveillance met jaarlijkse MRI (CP) en/of echo-endoscopie voorlopers van pancreascarcinoom of vroege stadia van pancreascarcinoom kunnen worden vastgesteld (<PERSOON> ###, Vasen ###) Omdat de waarde van surveillance (in de betekenis van betere overleving) niet vast staat dient dit onderzoek plaats te vinden in studieverband in een gespecialiseerd <INSTELLING> door specialisten met expertise op dit gebied (MDL-arts, Er zijn aanwijzingen dat CDKN#A mutatiedragers een sterk verhoogd risico hebben op multipele melanomen Het is aangetoond dat eerstegraadsverwanten van melanoom patiënten in families met familiair melanoom/FAMMM syndroom een sterk verhoogd melanoomrisico hebben Voor hen geldt een indicatie voor <PERSOON> ### (#) Er zijn aanwijzingen dat gendragers van een CDKN#A mutatie, met name de p##-Leiden variant, een verhoogd De werkgroep is van mening dat tweedegraads verwanten van families met CDKN#A mutaties een verhoogd De werkgroep is van mening dat het screenen op laagrisico-genen momenteel niet zinvol is Bij een genetisch verhoogd risico moet onderscheid worden gemaakt tussen de aanwezigheid van a) hoogrisico melanoomgeassocieerde genmutaties familair melanoom/Familial Atypical Multiple MoleMelanoma syndroom (FAMMM syndroom, OMIM ###) Hierbij hoort ook de categorie families die op.
607
fms
van de patiënten met melanoom als eerste worden getest Alleen bij aanwezigheid van een CDKN#A in de familie is het mogelijk presymptomatische DNA-diagnostiek aan te bieden aan alle leden van die familie Dragers van een CDKN#A-mutatie (p## mutatie) hebben een verhoogd risico (life time risico ##-##%) op ontwikkeling van pancreascarcinoom Onderzoeken hebben aangetoond dat door surveillance met jaarlijkse MRI (CP) en/of echo-endoscopie voorlopers van pancreascarcinoom of vroege stadia van pancreascarcinoom kunnen worden vastgesteld (<PERSOON> ###, Vasen ###) Omdat de waarde van surveillance (in de betekenis van betere overleving) niet vast staat dient dit onderzoek plaats te vinden in studieverband in een gespecialiseerd <INSTELLING> door specialisten met expertise op dit gebied (MDL-arts, Er zijn aanwijzingen dat CDKN#A mutatiedragers een sterk verhoogd risico hebben op multipele melanomen Het is aangetoond dat eerstegraadsverwanten van melanoom patiënten in families met familiair melanoom/FAMMM syndroom een sterk verhoogd melanoomrisico hebben Voor hen geldt een indicatie voor <PERSOON> ### (#) Er zijn aanwijzingen dat gendragers van een CDKN#A mutatie, met name de p##-Leiden variant, een verhoogd De werkgroep is van mening dat tweedegraads verwanten van families met CDKN#A mutaties een verhoogd De werkgroep is van mening dat het screenen op laagrisico-genen momenteel niet zinvol is Bij een genetisch verhoogd risico moet onderscheid worden gemaakt tussen de aanwezigheid van a) hoogrisico melanoomgeassocieerde genmutaties familair melanoom/Familial Atypical Multiple MoleMelanoma syndroom (FAMMM syndroom, OMIM ###) Hierbij hoort ook de categorie families die op mutatie is aangetoond of waar (nog) geen DNA onderzoek heeft plaatsgevonden Hoogrisico mutaties kunnen worden aangetoond in ##% van de families bij aanwezigheid van drie of meer melanoom patiënten in een familie (in dezelfde bloedlijn) [Goldstein ###] De definities wisselen wereldwijd op grond van waargenomen kansen op het vinden van mutaties [Leachman, ### (#)] De definitie voor familiair melanoom/FAMMM syndroom is voor <LOCATIE> op de volgende wijze geformuleerd drie of meer melanomen, waarvan twee bij eerstegraads verwanten, waarbij twee tumoren mogen voorkomen bij één individu (de aangedane personen moeten dan ook eerstegraads verwanten zijn) Sommigen reserveren de term FAMMM syndroom of "erfelijk" melanoom voor die ##% van de families waarbij daadwerkelijk een #e graads verwanten Ouders, kinderen en broers en zussen #e graads verwanten Kleinkinderen, grootouders, ooms en tantes, kinderen van broers en zussen #e graads verwanten Kinderen van ooms en tantes, overgrootouders, achterkleinkind en oudooms en -tantes Wat betreft hoogrisico mutaties gaat het vooral om mutaties in het CDKN#A gen; CDK# mutaties zijn nog niet ontdekt in <LOCATIE> De meeste mutaties betreffen mutaties in exon # van het CDKN#A gen waardoor meestal een aminozuur verandering optreedt in zowel het coderende eiwit p## als in het eiwit p##arf Vanwege een founder populatie in de omgeving van Leiden komt een deletie in exon # van het CDKN#A gen ( P##-Leiden deletie) relatief veel voor Ongeveer ##% van alle melanomen komt voor in een familiaire setting, waarbij in ongeveer ##% ook echt sprake is van een CDKN#A mutatie.
639
fms
mutatie is aangetoond of waar (nog) geen DNA onderzoek heeft plaatsgevonden Hoogrisico mutaties kunnen worden aangetoond in ##% van de families bij aanwezigheid van drie of meer melanoom patiënten in een familie (in dezelfde bloedlijn) [Goldstein ###] De definities wisselen wereldwijd op grond van waargenomen kansen op het vinden van mutaties [Leachman, ### (#)] De definitie voor familiair melanoom/FAMMM syndroom is voor <LOCATIE> op de volgende wijze geformuleerd drie of meer melanomen, waarvan twee bij eerstegraads verwanten, waarbij twee tumoren mogen voorkomen bij één individu (de aangedane personen moeten dan ook eerstegraads verwanten zijn) Sommigen reserveren de term FAMMM syndroom of "erfelijk" melanoom voor die ##% van de families waarbij daadwerkelijk een #e graads verwanten Ouders, kinderen en broers en zussen #e graads verwanten Kleinkinderen, grootouders, ooms en tantes, kinderen van broers en zussen #e graads verwanten Kinderen van ooms en tantes, overgrootouders, achterkleinkind en oudooms en -tantes Wat betreft hoogrisico mutaties gaat het vooral om mutaties in het CDKN#A gen; CDK# mutaties zijn nog niet ontdekt in <LOCATIE> De meeste mutaties betreffen mutaties in exon # van het CDKN#A gen waardoor meestal een aminozuur verandering optreedt in zowel het coderende eiwit p## als in het eiwit p##arf Vanwege een founder populatie in de omgeving van Leiden komt een deletie in exon # van het CDKN#A gen ( P##-Leiden deletie) relatief veel voor Ongeveer ##% van alle melanomen komt voor in een familiaire setting, waarbij in ongeveer ##% ook echt sprake is van een CDKN#A mutatie mutaties is sterk verhoogd, het life time risico loopt op tot ##% op <LEEFTIJD>-jarige leeftijd [Bishop ### (#)] Het life time risico van CDKN#A mutatiedragers op multipele primair cutane melanomen is ##% Patiënten met drie tot vijf melanomen worden regelmatig gezien in deze setting [<PERSOON>, ### (#)] In <LOCATIE> wordt ook een verhoogd risico op pancreascarcinoom waargenomen in families met een P##-Leiden deletie, het life time risico hierop is ##- ##%, gemiddeld rond de leeftijd van <LEEFTIJD> jaar [Vasen ### (#)] Deze combinatie is ook Vanwege het verhoogde risico op pancreascarcinoom kan vanaf <LEEFTIJD>-jarige leeftijd periodiek onderzoek van de pancreas d m v jaarlijks MRI(CP) en/of echo-endoscopie worden overwogen Omdat de waarde van surveillance niet vaststaat, dient dit onderzoek plaats te vinden in studieverband in een gespecialiseerd <INSTELLING> Voor eerstegraads familieleden van patiënten met melanoom uit families waarin een CDKN#A mutatie voorkomt en uit families waarin op klinische gronden is voldaan aan de definitie van familiair melanoom/FAMMM syndroom geldt een indicatie voor screening van de huid een á twee maal per jaar door een dermatoloog Er is geen bewijs dat de sterfte aan melanoom afneemt door periodieke screening maar wel worden dunnere tumordiktes gerapporteerd bij gescreende familieleden [Vasen ### (#); Hansson ### (#); Tweedegraads verwanten hebben ook een verhoogd risico op melanoom omdat soms een kind eerder een melanoom krijgt dan zijn ouder Dit blijkt te gebeuren in ##% van de tweedegraads verwanten in CDKN#A.
661
fms
mutaties is sterk verhoogd, het life time risico loopt op tot ##% op <LEEFTIJD>-jarige leeftijd [Bishop ### (#)] Het life time risico van CDKN#A mutatiedragers op multipele primair cutane melanomen is ##% Patiënten met drie tot vijf melanomen worden regelmatig gezien in deze setting [<PERSOON>, ### (#)] In <LOCATIE> wordt ook een verhoogd risico op pancreascarcinoom waargenomen in families met een P##-Leiden deletie, het life time risico hierop is ##- ##%, gemiddeld rond de leeftijd van <LEEFTIJD> jaar [Vasen ### (#)] Deze combinatie is ook Vanwege het verhoogde risico op pancreascarcinoom kan vanaf <LEEFTIJD>-jarige leeftijd periodiek onderzoek van de pancreas d m v jaarlijks MRI(CP) en/of echo-endoscopie worden overwogen Omdat de waarde van surveillance niet vaststaat, dient dit onderzoek plaats te vinden in studieverband in een gespecialiseerd <INSTELLING> Voor eerstegraads familieleden van patiënten met melanoom uit families waarin een CDKN#A mutatie voorkomt en uit families waarin op klinische gronden is voldaan aan de definitie van familiair melanoom/FAMMM syndroom geldt een indicatie voor screening van de huid een á twee maal per jaar door een dermatoloog Er is geen bewijs dat de sterfte aan melanoom afneemt door periodieke screening maar wel worden dunnere tumordiktes gerapporteerd bij gescreende familieleden [Vasen ### (#); Hansson ### (#); Tweedegraads verwanten hebben ook een verhoogd risico op melanoom omdat soms een kind eerder een melanoom krijgt dan zijn ouder Dit blijkt te gebeuren in ##% van de tweedegraads verwanten in CDKN#A Het life time risico van tweedegraads verwanten is ##%, waarvan ##% hun melanoom al krijgt terwijl men nog tweedegraads verwant is Dus het life time risico van tweedegraadsverwanten op melanoom is ongeveer #%, vergelijkbaar met het hebben van # of meer atypische nevi, of meer dan ### banale nevi, waarvoor relatieve indicaties gelden voor screening en waarbij instructie voor zelfonderzoek wordt aanbevolen [<PERSOON> J, ###] Het melanoomrisico van tweedegraads verwanten van CDKN#A negatieve families is onbekend maar waarschijnlijk lager dan van b) Clustering van meerdere laagrisico genmutaties of genvarianten Laagrisico-genen worden momenteel in hoog tempo opgespoord door de zogenaamde genoom wijde SNP associatie studies in sporadische patiënten met melanoom [Bishop, ### (#)] Met melanoom geassocieerde mutaties (of beter genetische "variaties" want ze komen frequent voor) treden vaak op in pigmentgenen Deze laagrisico-genen hebben op dit moment nog geen consequenties voor de praktijk Reeds eerder was bekend dat het hebben van een of twee varianten in het melanocortine # receptor MC#R-gene en verhoogd risico op melanoomrisico voor CDKN#A mutatiedragers [Fargnoli ### (##)] Momenteel bestudeert men of een clustering van variaties in laagrisico-genen ten grondslag ligt aan melanoomvorming in families waarin geen duidelijke associatie met het hoogrisico CDKN#A-gen aanwezig is, bijvoorbeeld families met maximaal twee # - <PERSOON> W, et al Selection criteria for genetic # - Bishop DT, Geographical variation in the penetrance of CDKN#A mutations for melanoma <PERSOON> ###;.
646
fms
waarvan ##% hun melanoom al krijgt terwijl men nog tweedegraads verwant is Dus het life time risico van tweedegraadsverwanten op melanoom is ongeveer #%, vergelijkbaar met het hebben van # of meer atypische nevi, of meer dan ### banale nevi, waarvoor relatieve indicaties gelden voor screening en waarbij instructie voor zelfonderzoek wordt aanbevolen [<PERSOON> J, ###] Het melanoomrisico van tweedegraads verwanten van CDKN#A negatieve families is onbekend maar waarschijnlijk lager dan van b) Clustering van meerdere laagrisico genmutaties of genvarianten Laagrisico-genen worden momenteel in hoog tempo opgespoord door de zogenaamde genoom wijde SNP associatie studies in sporadische patiënten met melanoom [Bishop, ### (#)] Met melanoom geassocieerde mutaties (of beter genetische "variaties" want ze komen frequent voor) treden vaak op in pigmentgenen Deze laagrisico-genen hebben op dit moment nog geen consequenties voor de praktijk Reeds eerder was bekend dat het hebben van een of twee varianten in het melanocortine # receptor MC#R-gene en verhoogd risico op melanoomrisico voor CDKN#A mutatiedragers [Fargnoli ### (##)] Momenteel bestudeert men of een clustering van variaties in laagrisico-genen ten grondslag ligt aan melanoomvorming in families waarin geen duidelijke associatie met het hoogrisico CDKN#A-gen aanwezig is, bijvoorbeeld families met maximaal twee # - <PERSOON> W, et al Selection criteria for genetic # - Bishop DT, Geographical variation in the penetrance of CDKN#A mutations for melanoma <PERSOON> and causes for failure of surveillance of CDKN#A-mutated # - Vasen HF, Gruis NA, Frants RR, van <PERSOON> PA, <PERSOON> of developing pancreatic cancer in families with familial atypical multiple mole melanoma associated with a specific ## deletion of p## (p##-Leiden) <PERSOON> familial dysplastic nevus syndrome Natural history and the impact of screening on prognosis A study of nine families in the <PERSOON> U et al Monitoring of kindreds with hereditary predisposition for cutaneous melanoma and dysplastic nevus syndrome results of a Swedish preventive # - Masri GD, <PERSOON> CJ, Elder DE Screening and surveillance of patients at high risk for malignant melanoma result in detection of earlier disease <PERSOON> Dermatol ###; <DATUM> # # - Bishop DT, et al , Genome-wide association study identifies three loci associated with melanoma risk Nat Genet ##<DATUM> - Raimondi S, <PERSOON-##> S, et al MC#R variants, melanoma and red hair color phenotype a meta-analysis <PERSOON-##> F, et al , Association of MC#R variants and host phenotypes with melanoma risk in CDKN#A mutation ## - <PERSOON-##> S.
560
fms
- Vasen HF, Gruis NA, Frants RR, van <PERSOON> PA, <PERSOON> of developing pancreatic cancer in families with familial atypical multiple mole melanoma associated with a specific ## deletion of p## (p##-Leiden) <PERSOON> familial dysplastic nevus syndrome Natural history and the impact of screening on prognosis A study of nine families in the <PERSOON> U et al Monitoring of kindreds with hereditary predisposition for cutaneous melanoma and dysplastic nevus syndrome results of a Swedish preventive # - Masri GD, <PERSOON> CJ, Elder DE Screening and surveillance of patients at high risk for malignant melanoma result in detection of earlier disease <PERSOON> Dermatol ###; <DATUM> # # - Bishop DT, et al , Genome-wide association study identifies three loci associated with melanoma risk Nat Genet ##<DATUM> - Raimondi S, <PERSOON> S, et al MC#R variants, melanoma and red hair color phenotype a meta-analysis <PERSOON> F, et al , Association of MC#R variants and host phenotypes with melanoma risk in CDKN#A mutation ## - <PERSOON> S ## - <PERSOON-##> NA, <PERSOON-##> JP Excess cancer mortality in six Dutch pedigrees with the familial atypical multiple mole – melanoma syndrome from ###-### <PERSOON-##> FA, et al Increased risk of cancer other than melanoma in CDKN#A founder mutation positive melanoma families Clin Cancer Res ###; ## ###<DATUM> Verhoogt dermatoscopie de accuratesse van de klinische diagnose van patiënten met voor melanoom Dermatoscopie dient een vaste plaats te krijgen in de klinische diagnostiek van gepigmenteerde huidafwijkingen zoals onderscheid tussen melanocytaire laesies en niet-melanocytaire gepigmenteerde laesies, symptomatische melanocytaire laesies (jeuken, steken, bloeden), veranderende klinisch atypische nevi, uit de toon vallende melanocytaire laesies in het geheel van moedervlekken ("ugly duckling"), de novo ontstane melanocytaire laesies Onervaren artsen wordt aanbevolen zich in deze techniek te bekwamen alvorens deze toe te passen Evenals bij de ‘blote oog'-beoordeling is bij dermatoscopie de ervaring van de clinicus van doorslaggevend belang dermatoscopie leidt in ervaren handen, dat wil zeggen artsen die hierin aantoonbaar zijn geschoold en ervaring hebben, tot een toename van de diagnostische vaardigheid; dermatoscopie door niet-ervaren clinici leidt tot een vermindering van de klinische accuratesse [Binder ### (#)] Ook is aangetoond dat bij systematische toepassing van de dermatoscopie door hierin ervaren dermatologen het aantal onnodig verwijderde benigne gepigmenteerde huidafwijkingen (dus de specificiteit van dermatoscopie) aanzienlijk kan.
539
fms
<PERSOON> NA, <PERSOON> JP Excess cancer mortality in six Dutch pedigrees with the familial atypical multiple mole – melanoma syndrome from ###-### <PERSOON> FA, et al Increased risk of cancer other than melanoma in CDKN#A founder mutation positive melanoma families Clin Cancer Res ###; ## ###<DATUM> Verhoogt dermatoscopie de accuratesse van de klinische diagnose van patiënten met voor melanoom Dermatoscopie dient een vaste plaats te krijgen in de klinische diagnostiek van gepigmenteerde huidafwijkingen zoals onderscheid tussen melanocytaire laesies en niet-melanocytaire gepigmenteerde laesies, symptomatische melanocytaire laesies (jeuken, steken, bloeden), veranderende klinisch atypische nevi, uit de toon vallende melanocytaire laesies in het geheel van moedervlekken ("ugly duckling"), de novo ontstane melanocytaire laesies Onervaren artsen wordt aanbevolen zich in deze techniek te bekwamen alvorens deze toe te passen Evenals bij de ‘blote oog'-beoordeling is bij dermatoscopie de ervaring van de clinicus van doorslaggevend belang dermatoscopie leidt in ervaren handen, dat wil zeggen artsen die hierin aantoonbaar zijn geschoold en ervaring hebben, tot een toename van de diagnostische vaardigheid; dermatoscopie door niet-ervaren clinici leidt tot een vermindering van de klinische accuratesse [Binder ### (#)] Ook is aangetoond dat bij systematische toepassing van de dermatoscopie door hierin ervaren dermatologen het aantal onnodig verwijderde benigne gepigmenteerde huidafwijkingen (dus de specificiteit van dermatoscopie) aanzienlijk kan sensitiviteit en de ander op verbetering van de specificiteit Recente ontwikkelingen worden samengevat in twee reviews door autoriteiten op het gebied van de dermatoscopie [<PERSOON>### (#)] Ter informatie een kritische positionering van dermatoscopie is die <PERSOON> [<PERSOON> ### (##)] Er is aangetoond dat dermatoscopie de diagnostische accuratesse bij de beoordeling van gepigmenteerde techniek waarbij een tien maal vergroot beeld wordt verkregen van een gepigmenteerde laesie Het benodigde apparaat is beschikbaar in zakformaat Er zijn meerdere meta-analyses beschikbaar waarin de diagnostische accuratesse van dermatoscopie wordt onderzocht, allen met dezelfde conclusie dermatoscopie verbetert de diagnostische accuratesse ten opzichte van blote oog diagnostiek, maar met name voor getrainde gebruikers [Mayer ### (#), Bafounta ### (#), Kittler ### (#); Vestergaard ###] Het vakgebied is nog volop in ontwikkeling Nog steeds verschijnen veel artikelen waarin nieuwe criteria voor dermatoscopie worden gerapporteerd voor bijzondere locaties, zoals de voetzolen en voor nieuwe diagnoses Ook is digitale opslag van dermatoscopische beelden nu technisch gemakkelijk realiseerbaar (seriële dermatoscopie), hetgeen toepassing heeft bij de periodieke controle van patiënten met multipele atypische nevi en bij leden van families met familiair melanoom/FAMMM syndroom Seriële dermatoscopie moet worden ondersteund met total body photography/mole-mapping om de nevi in de context terug te kunnen vinden [<PERSOON> review of the diagnostic accuracy of dermatoscopy in detecting malignant melanoma <PERSOON> P, et al Is dermoscopy ((epiluminescende microscopy) useful for the diagnosis of.
589
fms