premise_en
stringlengths 7
402
| premise_nl
stringlengths 8
417
| hypothesis_en
stringlengths 0
295
| hypothesis_nl
stringlengths 1
308
| label
int32 0
2
| explanation_1_en
stringlengths 0
917
| explanation_1_nl
stringlengths 3
766
| explanation_2_en
stringclasses 1
value | explanation_2_nl
stringclasses 1
value | explanation_3_en
stringclasses 1
value | explanation_3_nl
stringclasses 1
value | da_premise
stringlengths 3
6
| mqm_premise
stringlengths 3
7
| da_hypothesis
stringlengths 3
6
| mqm_hypothesis
stringlengths 3
6
| da_explanation_1
stringlengths 3
6
| mqm_explanation_1
stringlengths 3
7
| da_explanation_2
stringclasses 1
value | mqm_explanation_2
stringclasses 1
value | da_explanation_3
stringclasses 1
value | mqm_explanation_3
stringclasses 1
value |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground.
|
Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin.
|
There is a child on a park plaything.
|
Er is een kind op een park speeltje.
| 0 |
A boy is also referred to as a child, not an adult. A play horse is a plaything and a playground is often also called a park.
|
Een jongen wordt ook wel een kind genoemd, geen volwassene. Een speelpaard is een speelbal en een speeltuin wordt vaak ook wel een park genoemd.
|
0.6357
|
0.1187
|
0.0
|
0.0934
|
0.3553
|
0.0963
| ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground.
|
Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin.
|
A grown man rides a horse down a beach.
|
Een volwassen man rijdt een paard over een strand.
| 2 |
We know nothing about the grown man who rides a horse down the beach. We only know about a boy.
|
We weten niets over de volwassen man die op een paard over het strand rijdt.
|
0.6357
|
0.1187
|
0.6672
|
0.1106
|
0.453
|
0.1186
| ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground.
|
Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin.
|
A boy rides a play horse.
|
Een jongen rijdt op een speelpaard.
| 0 |
Young pertains to a boy or girl rather than old, as a man or a woman.
|
Jong heeft betrekking op een jongen of meisje in plaats van oud, als man of vrouw.
|
0.6365
|
0.1188
|
0.8781
|
0.1185
|
0.2218
|
0.0911
| ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground.
|
Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin.
|
The child is an expert at horse.
|
Het kind is een expert in paardrijden.
| 1 |
Riding a play horse does not imply he is an expert.
|
Een spelpaard rijden betekent niet dat hij een expert is.
|
0.6365
|
0.1188
|
0.9787
|
0.1245
|
0.3936
|
0.0866
| ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground.
|
Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin.
|
There is a young boy riding a blue and white play horse at a playground.
|
Er is een jonge jongen die op een blauw-wit paardje rijdt bij een speeltuin.
| 1 |
Not all play horses are blue and white.
|
Niet alle paarden zijn blauw en wit.
|
0.6365
|
0.1188
|
0.4355
|
0.1195
|
0.8434
|
0.1146
| ||||||||
A young fair-skinned boy rides a play horse at a playground.
|
Een jonge jongen met een mooie huid rijdt op een speelpaard in een speeltuin.
|
There is a young girl riding a horse at a farm.
|
Er rijdt een jong meisje op een paard op een boerderij.
| 2 |
We know nothing about a young girl riding a horse at a farm.
|
We weten niets over een jong meisje dat paardrijdt op een boerderij.
|
0.6365
|
0.1188
|
0.8699
|
0.118
|
0.5259
|
0.1162
| ||||||||
A man is tying his shoe lace.
|
Een man knoopt zijn veter vast.
|
A man is not wearing any footwear.
|
Een man draagt geen schoenen.
| 2 |
THe man is tying his shoes so i dont think hes not wearing any footwear.
|
De man is zijn schoenen aan het knopen, dus ik denk niet dat hij geen schoenen draagt.
|
0.0003
|
0.102
|
0.5241
|
0.1238
|
0.0737
|
0.1062
| ||||||||
A man is tying his shoe lace.
|
Een man knoopt zijn veter vast.
|
A man is learning to tie his shoes.
|
Een man leert om zijn schoenen te strikken.
| 1 |
Tying his shoe does not imply he is still learning.
|
Zijn schoen vastbinden betekent niet dat hij nog aan het leren is.
|
0.0003
|
0.102
|
0.2874
|
0.0994
|
0.178
|
0.1068
| ||||||||
A man is tying his shoe lace.
|
Een man knoopt zijn veter vast.
|
A man is lacing up his shoes.
|
Een man trekt zijn schoenen in.
| 0 |
Tying a shoe lace is performed by lacing up the shoes.
|
Koppelen van een schoen kant wordt uitgevoerd door het trekken van de schoenen.
|
0.0003
|
0.102
|
0.0001
|
0.1096
|
0.0287
|
0.0772
| ||||||||
Two swimmers are fighting for a ball on a water sport.
|
Twee zwemmers vechten voor een bal op een watersport.
|
Two people fighting.
|
Twee mensen vechten.
| 0 |
Swimmers are people.
|
Zwemmers zijn mensen.
|
0.2039
|
0.1119
|
0.65
|
0.1224
|
0.7179
|
0.1342
| ||||||||
Two swimmers are fighting for a ball on a water sport.
|
Twee zwemmers vechten voor een bal op een watersport.
|
Two people practicing darts.
|
Twee mensen die darten.
| 2 |
We don't think they are playing practicing darts when playing water sports.
|
We denken niet dat ze aan het oefenen zijn met darten bij watersporten.
|
0.2048
|
0.1119
|
0.0
|
0.109
|
0.3633
|
0.1091
| ||||||||
Two swimmers are fighting for a ball on a water sport.
|
Twee zwemmers vechten voor een bal op een watersport.
|
Two people playing for a competition.
|
Twee mensen spelen voor een wedstrijd.
| 1 |
Fighting for a ball does not imply they are playing for a competition.
|
Vechten voor een bal betekent niet dat ze spelen voor een wedstrijd.
|
0.2049
|
0.1118
|
0.5718
|
0.1194
|
0.1478
|
0.1168
| ||||||||
A swimmer in his suit stretches before a swim competition while holding his goggles.
|
Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt.
|
A swimmer in the middle of a swimming race.
|
Een zwemmer midden in een zwemrace.
| 2 |
You can't stretch and be in the middle of a race.
|
Je kunt niet uitrekken en midden in een race zitten.
|
0.0062
|
0.097
|
0.3971
|
0.1347
|
0.2464
|
0.0928
| ||||||||
A swimmer in his suit stretches before a swim competition while holding his goggles.
|
Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt.
|
A woman preparing for a swim competition.
|
Een vrouw bereidt zich voor op een zwemwedstrijd.
| 2 |
His is not a woman.
|
Hij is geen vrouw.
|
0.0062
|
0.097
|
0.6884
|
0.1312
|
0.7267
|
0.082
| ||||||||
A swimmer in his suit stretches before a swim competition while holding his goggles.
|
Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt.
|
A swimmer preparing for a swim competition.
|
Een zwemmer bereidt zich voor op een zwemwedstrijd.
| 0 |
Doing stretches is one way in preparing for a swimming competition.
|
Doen stretches is een manier om je voor te bereiden op een zwemwedstrijd.
|
0.0062
|
0.097
|
0.5295
|
0.1293
|
0.4813
|
0.0993
| ||||||||
A shirtless man in blue swimsuit bottoms holding swim goggles.
|
Een man zonder shirt in blauwe zwembroeken met zwembril.
|
A cat is eating food.
|
Een kat eet eten.
| 2 |
There is either a man or a cat. The individual is either holding swim goggles or eating food.
|
Er is ofwel een man of een kat. Het individu houdt ofwel zwembril of eten.
|
0.0399
|
0.1031
|
0.9264
|
0.1198
|
0.0
|
0.085
| ||||||||
A shirtless man in blue swimsuit bottoms holding swim goggles.
|
Een man zonder shirt in blauwe zwembroeken met zwembril.
|
A shirtless man is holding swim goggles.
|
Een man zonder shirt houdt zwembril vast.
| 0 |
If wearing swimsuit bottoms, it is more likely that a person might be possibly holding swimgoggles, too.
|
Als je zwembroekbroeken draagt, is het waarschijnlijker dat een persoon ook zwemgoogles vasthoudt.
|
0.0394
|
0.1032
|
0.275
|
0.1096
|
0.0
|
0.0653
| ||||||||
A shirtless man in blue swimsuit bottoms holding swim goggles.
|
Een man zonder shirt in blauwe zwembroeken met zwembril.
|
A shirtless man is about to go swimming.
|
Een man zonder shirt gaat zwemmen.
| 1 |
Just because he is in a swimsuit and holding goggles, it does not imply he is about to go swimming.
|
Gewoon omdat hij in een badpak zit en een bril vasthoudt, betekent dat niet dat hij gaat zwemmen.
|
0.0394
|
0.1032
|
0.3558
|
0.12
|
0.4477
|
0.14
| ||||||||
A male swimmer in a blue bikini holding goggles.
|
Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini bril.
|
A male is holding goggles.
|
Een man houdt een bril vast.
| 0 |
If wearing a blue bikini, it is more likely that a person might be swimming and possibly holding goggles, too.
|
Als het dragen van een blauwe bikini, is het waarschijnlijker dat een persoon zwemt en misschien houdt bril, ook.
|
0.4451
|
0.1154
|
0.5883
|
0.119
|
0.0
|
0.0812
| ||||||||
A male swimmer in a blue bikini holding goggles.
|
Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini bril.
|
A male is about to go swimming.
|
Een mannetje gaat zwemmen.
| 1 |
Just because he is in a swimsuit and holding goggles, it does not imply he is about to go swimming.
|
Gewoon omdat hij in een badpak zit en een bril vasthoudt, betekent dat niet dat hij gaat zwemmen.
|
0.4451
|
0.1154
|
0.4723
|
0.1202
|
0.4477
|
0.14
| ||||||||
A male swimmer in a blue bikini holding goggles.
|
Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini bril.
|
A man is sleeping.
|
Een man slaapt.
| 2 |
The man can't be holding goggles and sleeping at the same time.
|
De man kan geen bril vasthouden en tegelijkertijd slapen.
|
0.4451
|
0.1154
|
0.6987
|
0.1271
|
0.1186
|
0.1164
| ||||||||
A man in blue Speedos is holding black goggles.
|
Een man in blauw Speedos houdt zwarte bril vast.
|
The man in blue speedos has a fit body.
|
De man in Blue Speedos heeft een fit lichaam.
| 1 |
A man is not assumed to have a fit body.
|
Een man wordt niet verondersteld een geschikt lichaam te hebben.
|
0.1069
|
0.1029
|
0.2472
|
0.0941
|
0.4963
|
0.1278
| ||||||||
A man in blue Speedos is holding black goggles.
|
Een man in blauw Speedos houdt zwarte bril vast.
|
The man in blue speedos is at a skating rink.
|
De man in Blue Speedos staat op een schaatsbaan.
| 2 |
A man does not need black goggles at a skating rink.
|
Een man heeft geen zwarte bril nodig op een schaatsbaan.
|
0.1061
|
0.1029
|
0.0001
|
0.1028
|
0.5819
|
0.1402
| ||||||||
A man in blue Speedos is holding black goggles.
|
Een man in blauw Speedos houdt zwarte bril vast.
|
Black goggles are being held.
|
Zwarte bril wordt vastgehouden.
| 0 |
Someone who is holding goggles has the goggles held.
|
Iemand die een bril vasthoudt heeft de bril vast.
|
0.1061
|
0.1029
|
0.1995
|
0.115
|
0.0
|
0.0932
| ||||||||
People are seen in the distance in front of a large colorful monument.
|
Mensen worden gezien in de verte voor een groot kleurrijk monument.
|
people are by the monument
|
mensen zijn bij het monument
| 0 |
If people are in front of a monument, that can be construed as also being by a monument.
|
Als mensen voor een monument staan, kan dat worden opgevat als ook door een monument.
|
0.3452
|
0.1113
|
0.0136
|
0.1128
|
0.2768
|
0.1005
| ||||||||
People are seen in the distance in front of a large colorful monument.
|
Mensen worden gezien in de verte voor een groot kleurrijk monument.
|
people are taking pictures
|
Mensen maken foto's
| 1 |
Although they are in front of a monument, it does not imply they are taking pictures.
|
Hoewel ze voor een monument staan, betekent het niet dat ze foto's nemen.
|
0.3455
|
0.1113
|
0.0
|
0.1047
|
0.4573
|
0.1358
| ||||||||
People are seen in the distance in front of a large colorful monument.
|
Mensen worden gezien in de verte voor een groot kleurrijk monument.
|
the people are in a conference call
|
de mensen zijn in een conferentie call
| 2 |
The people can't be in front of a large colorful monument and in a conference call at the same time.
|
De mensen kunnen niet voor een groot kleurrijk monument en in een conferentie call op hetzelfde moment.
|
0.3454
|
0.1114
|
0.0
|
0.1099
|
0.0
|
0.0876
| ||||||||
A guy wearing a dark blue shirt is playing pool.
|
Een man met een donkerblauw shirt speelt pool.
|
A guy is playing pool.
|
Er is een man aan het poolen.
| 0 |
" A guy is playing pool " is said twice.
|
"Een man speelt pool" wordt twee keer gezegd.
|
0.8008
|
0.1387
|
0.0741
|
0.1199
|
0.3159
|
0.1039
| ||||||||
A guy wearing a dark blue shirt is playing pool.
|
Een man met een donkerblauw shirt speelt pool.
|
He is practicing for a tournament.
|
Hij oefent voor een toernooi.
| 1 |
Playing pool does not imply he is practicing for a tournament.
|
Het spelen van pool betekent niet dat hij oefent voor een toernooi.
|
0.8005
|
0.1386
|
0.7441
|
0.1251
|
0.5056
|
0.1101
| ||||||||
A guy wearing a dark blue shirt is playing pool.
|
Een man met een donkerblauw shirt speelt pool.
|
A guy is bowling.
|
Een man bowlt.
| 2 |
The man can't be playing pool and bowling at the same time.
|
De man kan niet tegelijk poolen en bowlen.
|
0.8006
|
0.1386
|
0.6278
|
0.1293
|
0.6019
|
0.1208
| ||||||||
A woman in an orange top is standing next to a large rainbow colored work of art.
|
Een vrouw in een oranje topje staat naast een grote regenboog gekleurd kunstwerk.
|
A boy is jumping rope.
|
Een jongen springt touw.
| 2 |
There can either be a woman or a boy. The individual can't be standing next to art and jumping robe simultaneously.
|
Er kan een vrouw of een jongen zijn.
|
0.7026
|
0.118
|
0.001
|
0.1057
|
0.0002
|
0.1018
| ||||||||
A woman in an orange top is standing next to a large rainbow colored work of art.
|
Een vrouw in een oranje topje staat naast een grote regenboog gekleurd kunstwerk.
|
A woman has just completed a work of art and is standing next to it.
|
Een vrouw heeft net een kunstwerk voltooid en staat ernaast.
| 1 |
Standing next to a work of art does not imply she completed it.
|
Naast een kunstwerk staan betekent niet dat ze het voltooid heeft.
|
0.7026
|
0.118
|
0.6731
|
0.1187
|
0.0201
|
0.1117
| ||||||||
A woman in an orange top is standing next to a large rainbow colored work of art.
|
Een vrouw in een oranje topje staat naast een grote regenboog gekleurd kunstwerk.
|
A woman is standing next to a work of art.
|
Een vrouw staat naast een kunstwerk.
| 0 |
" A woman is standing next to a work of art " is said twice.
|
"Een vrouw staat naast een kunstwerk" wordt twee keer gezegd.
|
0.7023
|
0.118
|
0.7364
|
0.1307
|
0.4632
|
0.1149
| ||||||||
Two small children playing football in yellow and black and yellow and blue uniforms.
|
Twee kleine kinderen spelen voetbal in geel en zwart en geel en blauwe uniformen.
|
two small children are playing football for their school team
|
twee kleine kinderen spelen voetbal voor hun schoolteam
| 1 |
Just because they are wearing uniforms doesn't mean they're playing for a school team
|
Dat ze uniformen dragen betekent niet dat ze voor een schoolteam spelen.
|
0.7554
|
0.1028
|
0.9399
|
0.1592
|
0.7181
|
0.1454
| ||||||||
Two small children playing football in yellow and black and yellow and blue uniforms.
|
Twee kleine kinderen spelen voetbal in geel en zwart en geel en blauwe uniformen.
|
there are two children playing football.
|
Er zijn twee kinderen die voetballen.
| 0 |
Two small children playing football entails two children playing football.
|
Twee kleine kinderen die voetballen, hebben twee kinderen die voetballen.
|
0.7553
|
0.1028
|
0.7567
|
0.1327
|
0.0
|
0.0847
| ||||||||
Two small children playing football in yellow and black and yellow and blue uniforms.
|
Twee kleine kinderen spelen voetbal in geel en zwart en geel en blauwe uniformen.
|
two small children are playing football in their white and gold uniforms
|
twee kleine kinderen spelen voetbal in hun witte en gouden uniformen
| 2 |
Black and yellow is different from white and gold.
|
Zwart en geel is anders dan wit en goud.
|
0.7553
|
0.1028
|
0.9049
|
0.1537
|
0.7234
|
0.1201
| ||||||||
A man walking up some steep steps carrying a bag.
|
Een man loopt steile treden op met een tas.
|
A man is walking up the steps.
|
Een man loopt de trap op.
| 0 |
Walking up steep steps is still walking up steps.
|
De steile treden lopen nog steeds op treden.
|
0.0
|
0.1089
|
0.6516
|
0.1261
|
0.0
|
0.0721
| ||||||||
A man walking up some steep steps carrying a bag.
|
Een man loopt steile treden op met een tas.
|
A man is walking up the steps to his home.
|
Een man loopt de trap op naar zijn huis.
| 1 |
The steps do not imply home.
|
De stappen impliceren niet thuis.
|
0.0
|
0.1088
|
0.636
|
0.1359
|
0.0
|
0.0863
| ||||||||
A man walking up some steep steps carrying a bag.
|
Een man loopt steile treden op met een tas.
|
A woman is walking down the steps.
|
Een vrouw loopt van de trap af.
| 2 |
There is either a man or a woman. The individual can't be walking up and walking down the stairs at the same time.
|
Er is een man of een vrouw, het individu kan niet tegelijk de trap af lopen.
|
0.0
|
0.1089
|
0.4939
|
0.1257
|
0.0025
|
0.1052
| ||||||||
A young child is carrying a paddle.
|
Een jong kind draagt een peddel.
|
A child holding a paddle.
|
Een kind met een peddel.
| 0 |
A child is carrying the paddle he is holding.
|
Een kind draagt de peddel die hij vasthoudt.
|
0.6085
|
0.1208
|
0.0003
|
0.1079
|
0.4838
|
0.0997
| ||||||||
A young child is carrying a paddle.
|
Een jong kind draagt een peddel.
|
A child stealing a paddle.
|
Een kind dat een paddel steelt.
| 1 |
Carrying doesn't imply stealing.
|
Het dragen betekent niet stelen.
|
0.6081
|
0.1208
|
0.0162
|
0.1004
|
0.0935
|
0.1119
| ||||||||
A young child is carrying a paddle.
|
Een jong kind draagt een peddel.
|
A man launching a boat.
|
Een man die een boot lanceert.
| 2 |
The subject is either a man or young child.
|
Het onderwerp is een man of een jong kind.
|
0.6081
|
0.1208
|
0.3546
|
0.1131
|
0.6946
|
0.1129
| ||||||||
Man with camera and bag walking up stairs
|
Man met camera en tas die de trap op loopt
|
A young man walking up the stairs to take a picture.
|
Een jongeman loopt de trap op om een foto te maken.
| 1 |
Not all men are young.
|
Niet alle mannen zijn jong.
|
0.0
|
0.0873
|
0.6086
|
0.12
|
0.7789
|
0.1067
| ||||||||
Man with camera and bag walking up stairs
|
Man met camera en tas die de trap op loopt
|
A person walking up stairs.
|
Een persoon die de trap op loopt.
| 0 |
A man is a person.
|
Een man is een mens.
|
0.0
|
0.0873
|
0.0
|
0.1163
|
0.9353
|
0.1326
| ||||||||
Man with camera and bag walking up stairs
|
Man met camera en tas die de trap op loopt
|
A man sitting on the stairs.
|
Een man op de trap.
| 2 |
The man can't be walking and sitting at the same time.
|
De man kan niet tegelijkertijd lopen en zitten.
|
0.0
|
0.0873
|
0.2321
|
0.1166
|
0.7721
|
0.1368
| ||||||||
A man climbs up a large flight of stone steps.
|
Een man klimt op een grote trap van steen.
|
A man climbs stone steps of an ancient temple.
|
Een man beklom stenen treden van een oude tempel.
| 1 |
Just because the steps are stone, doesn't mean they are at an ancient temple.
|
Alleen omdat de treden steen zijn, betekent niet dat ze in een oude tempel zijn.
|
0.6818
|
0.1165
|
0.4862
|
0.1154
|
0.6113
|
0.1267
| ||||||||
A man climbs up a large flight of stone steps.
|
Een man klimt op een grote trap van steen.
|
A man climbs stone steps.
|
Een man klimt op stenen treden.
| 0 |
A large flight of stone steps are still stone steps.
|
Een grote trap van stenen treden zijn nog steeds stenen treden.
|
0.6818
|
0.1165
|
0.744
|
0.1108
|
0.0252
|
0.0927
| ||||||||
A man climbs up a large flight of stone steps.
|
Een man klimt op een grote trap van steen.
|
A man falls to his death down stone steps.
|
Een man valt tot zijn dood van stenen treden.
| 2 |
The man can't be climbing up and falling to his death at the same time.
|
De man kan niet tegelijkertijd naar boven klimmen en vallen.
|
0.6818
|
0.1166
|
0.0
|
0.0732
|
0.2685
|
0.1104
| ||||||||
A young child in a red shirt is holding a wooden paddle behind a net.
|
Een jong kind in een rood shirt houdt een houten peddel achter een net.
|
The young child is wearing a red shirt and playing a game.
|
Het jonge kind draagt een rood shirt en speelt een spel.
| 0 |
" In a red shirt " is a rephrasing of " wearing a red shirt ", usually when someone is holding a wooden paddle behind a net they are playing a game.
|
"In een rood shirt is een herhaling van een rood shirt, meestal als iemand een houten peddel achter een net vasthoudt, spelen ze een spel.
|
0.1136
|
0.1141
|
0.6664
|
0.1293
|
0.0
|
0.062
| ||||||||
A young child in a red shirt is holding a wooden paddle behind a net.
|
Een jong kind in een rood shirt houdt een houten peddel achter een net.
|
The young child is about to be confirmed at this church.
|
Het jonge kind staat op het punt bevestigd te worden in deze kerk.
| 2 |
The child can't be holding a wooden paddle behind a net and about to be confirmed at church at the same time.
|
Het kind kan niet een houten peddel achter een net vasthouden en op hetzelfde moment in de kerk worden bevestigd.
|
0.1136
|
0.1141
|
0.5558
|
0.1227
|
0.0
|
0.0868
| ||||||||
A young child in a red shirt is holding a wooden paddle behind a net.
|
Een jong kind in een rood shirt houdt een houten peddel achter een net.
|
The kids are playing a game and one with a red shirt is the goalie.
|
De kinderen spelen een spel en één met een rood shirt is de keeper.
| 1 |
Kids implies plural while young child implies singular.
|
Kinderen impliceert meervoud terwijl jong kind enkelvoud impliceert.
|
0.1136
|
0.1141
|
0.4968
|
0.1256
|
0.0129
|
0.0906
| ||||||||
A young boy is standing on a sports field holding a piece of sports equipment.
|
Een jonge jongen staat op een sportveld met een stuk sportspullen.
|
a person is using a piece of equipment.
|
een persoon gebruikt een apparaat.
| 0 |
A young boy is a person. Holding a piece of equipment implies that the person is using the equipment.
|
Een jonge jongen is een persoon. Het vasthouden van een apparaat impliceert dat de persoon de apparatuur gebruikt.
|
0.5898
|
0.115
|
0.7768
|
0.1385
|
0.5565
|
0.1271
| ||||||||
A young boy is standing on a sports field holding a piece of sports equipment.
|
Een jonge jongen staat op een sportveld met een stuk sportspullen.
|
a boy is sitting in a coffee shop.
|
Een jongen zit in een koffieshop.
| 2 |
The boy can't be standing and sitting at the same time. The boy can't be on a sports field and in a coffee shop at the same time.
|
De jongen kan niet op een sportveld staan en tegelijkertijd in een koffiehuis zitten.
|
0.5881
|
0.115
|
0.5978
|
0.1411
|
0.3584
|
0.1224
| ||||||||
A young boy is standing on a sports field holding a piece of sports equipment.
|
Een jonge jongen staat op een sportveld met een stuk sportspullen.
|
a boy is playing sports.
|
Een jongen speelt sport.
| 1 |
Standing does not imply playing sports.
|
Staan betekent niet sporten.
|
0.5895
|
0.115
|
0.788
|
0.1396
|
0.722
|
0.1295
| ||||||||
A little boy is standing in a cricket cage holding a cricket bat.
|
Een jongetje staat in een cricketkooi met een cricketknuppel.
|
Adults are playing soccer.
|
Volwassenen spelen voetbal.
| 2 |
A little boy is not an adult.
|
Een kleine jongen is geen volwassene.
|
0.269
|
0.1312
|
0.6639
|
0.145
|
0.9589
|
0.1345
| ||||||||
A little boy is standing in a cricket cage holding a cricket bat.
|
Een jongetje staat in een cricketkooi met een cricketknuppel.
|
The child is preparing to play.
|
Het kind bereidt zich voor om te spelen.
| 1 |
Holding a cricket bat does not necessarily mean preparing to play.
|
Het vasthouden van een cricket bat betekent niet noodzakelijkerwijs voorbereiding om te spelen.
|
0.269
|
0.1312
|
0.7043
|
0.1393
|
0.1207
|
0.1178
| ||||||||
A little boy is standing in a cricket cage holding a cricket bat.
|
Een jongetje staat in een cricketkooi met een cricketknuppel.
|
A child is in the cricket cage.
|
Een kind zit in de cricketkooi.
| 0 |
A little boy is a child.
|
Een kleine jongen is een kind.
|
0.269
|
0.1312
|
0.3349
|
0.123
|
0.9579
|
0.1358
| ||||||||
A kid playing a Cricket game, possibly at preschool or at the park
|
Een kind speelt een Cricket spel, mogelijk op de kleuterschool of in het park
|
The kid is playing basketball.
|
Hij speelt basketbal.
| 2 |
Basketball and Cricket are two separate games.
|
Basketbal en Cricket zijn twee aparte wedstrijden.
|
0.3116
|
0.1338
|
0.799
|
0.1335
|
0.9307
|
0.1392
| ||||||||
A kid playing a Cricket game, possibly at preschool or at the park
|
Een kind speelt een Cricket spel, mogelijk op de kleuterschool of in het park
|
The kid playing Cricket is asian.
|
De jongen die Cricket speelt is Aziatisch.
| 1 |
Not every kid is Asian.
|
Niet elk kind is Aziatisch.
|
0.3116
|
0.1338
|
0.8302
|
0.1307
|
0.5128
|
0.1373
| ||||||||
A kid playing a Cricket game, possibly at preschool or at the park
|
Een kind speelt een Cricket spel, mogelijk op de kleuterschool of in het park
|
The kid is playing Cricket.
|
De jongen speelt Cricket.
| 0 |
" Kid playing " is a rephrasing of " Kid is playing "
|
"Kid playing " is een herhaling van "Kid is playing "
|
0.3116
|
0.1338
|
0.9467
|
0.1467
|
0.1606
|
0.113
| ||||||||
The baby in the crib is crying.
|
De baby in de wieg huilt.
|
The baby is hungry.
|
De baby heeft honger.
| 1 |
Babies cry for many reasons, not just because they are hungry
|
Baby's huilen om vele redenen, niet alleen omdat ze honger hebben
|
0.0
|
0.1302
|
0.9918
|
0.146
|
0.9568
|
0.1457
| ||||||||
The baby in the crib is crying.
|
De baby in de wieg huilt.
|
The baby smiling and laughing.
|
De baby glimlacht en lacht.
| 2 |
Crying and smiling and laughing are not possible at the same time.
|
Huilen en lachen en lachen zijn niet tegelijkertijd mogelijk.
|
0.0
|
0.1302
|
0.7371
|
0.1266
|
0.0931
|
0.0933
| ||||||||
The baby in the crib is crying.
|
De baby in de wieg huilt.
|
The baby crying in the crib.
|
De baby die huilt in de wieg.
| 0 |
A baby who is crying can also be described as a baby crying.
|
Een baby die huilt kan ook omschreven worden als een baby die huilt.
|
0.0
|
0.1302
|
0.0
|
0.1066
|
0.6592
|
0.0994
| ||||||||
Two guys riding skateboards with one of them performing a jump trick.
|
Twee kerels die op skateboards rijden met één van hen die een springtruc uitvoeren.
|
Two guys hanging in their room.
|
Twee kerels in hun kamer.
| 2 |
The guys would not be riding skateboards if they are hanging in their room.
|
De jongens zouden niet op skateboards rijden als ze in hun kamer hangen.
|
0.1283
|
0.0855
|
0.2427
|
0.0991
|
0.367
|
0.1103
| ||||||||
Two guys riding skateboards with one of them performing a jump trick.
|
Twee kerels die op skateboards rijden met één van hen die een springtruc uitvoeren.
|
Two guys at the skate park.
|
Twee mannen in het skatepark.
| 1 |
Riding skateboards does not imply at a skate park.
|
Rijden skateboards impliceert niet in een skate park.
|
0.1288
|
0.0855
|
0.6437
|
0.1156
|
0.0118
|
0.0952
| ||||||||
Two guys riding skateboards with one of them performing a jump trick.
|
Twee kerels die op skateboards rijden met één van hen die een springtruc uitvoeren.
|
Two guys riding their skateboards outside.
|
Twee kerels die hun skateboards buiten berijden
| 0 |
Jump tricks on skateboards are done outside.
|
Springtrucs op skateboards worden buiten gedaan.
|
0.1287
|
0.0855
|
0.3642
|
0.1103
|
0.4854
|
0.1012
| ||||||||
A teenage boy doing a skateboard trick while another boy rides on a skateboard in the background.
|
Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen op een skateboard op de achtergrond rijdt.
|
on of the boys is performing an ollie
|
De jongens doen een ollie.
| 1 |
Skateboard trick does not imply an ollie.
|
Skateboard truc impliceert geen ollie.
|
0.4939
|
0.0969
|
0.0
|
0.0723
|
0.0003
|
0.0828
| ||||||||
A teenage boy doing a skateboard trick while another boy rides on a skateboard in the background.
|
Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen op een skateboard op de achtergrond rijdt.
|
some boys are riding skateboards
|
sommige jongens rijden op skateboards
| 0 |
Doing a skateboard trick implies they are riding skateboards.
|
Het doen van een skateboard truc impliceert dat ze rijden skateboards.
|
0.4939
|
0.0969
|
0.8613
|
0.1404
|
0.3042
|
0.0813
| ||||||||
A teenage boy doing a skateboard trick while another boy rides on a skateboard in the background.
|
Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen op een skateboard op de achtergrond rijdt.
|
the boy is doing tricks on his bmx bike
|
de jongen doet trucs op zijn bmx fiets
| 2 |
The boy cannot perform a skateboard trick using a bmx bike.
|
De jongen kan geen skateboard truc doen met een bmx fiets.
|
0.4935
|
0.0969
|
0.6473
|
0.1052
|
0.4876
|
0.092
| ||||||||
A skateboarder jumping in the street.
|
Een skateboarder die op straat springt.
|
A skateboarded ollied in the street.
|
Een skateboard op straat.
| 0 |
Ollied is the same as jumping.
|
Ollied is hetzelfde als springen.
|
0.4005
|
0.1076
|
0.0001
|
0.0897
|
0.0005
|
0.092
| ||||||||
A skateboarder jumping in the street.
|
Een skateboarder die op straat springt.
|
A skateboarder is doing tricks on a quiet street.
|
Een skateboarder doet trucjes in een rustige straat
| 1 |
Jumping does not necessarily imply doing tricks.
|
Springen betekent niet noodzakelijk trucs doen.
|
0.3982
|
0.1076
|
0.6166
|
0.1054
|
0.3276
|
0.0913
| ||||||||
A skateboarder jumping in the street.
|
Een skateboarder die op straat springt.
|
A person is jumped his snowboard.
|
Iemand is over zijn snowboard gesprongen.
| 2 |
A skateboarder does not usually use a snowboard to jump. Snowboards are used to go down a hill not in the street.
|
Een skateboarder gebruikt meestal geen snowboard om te springen. Snowboards worden gebruikt om een heuvel af te dalen niet in de straat.
|
0.3982
|
0.1076
|
0.0399
|
0.108
|
0.2016
|
0.1076
| ||||||||
A man flips his skateboard on a flat expanse of concrete.
|
Een man gooit zijn skateboard op een vlakke uitgestrektheid van beton.
|
The man is walking.
|
De man loopt.
| 2 |
The man would not be walking while he flips his skateboard simultaneously.
|
De man zou niet lopen terwijl hij tegelijkertijd zijn skateboard omdraait
|
0.3531
|
0.1115
|
0.386
|
0.1291
|
0.5698
|
0.1124
| ||||||||
A man flips his skateboard on a flat expanse of concrete.
|
Een man gooit zijn skateboard op een vlakke uitgestrektheid van beton.
|
A skateboarder doing tricks.
|
Een skateboarder doet trucjes.
| 0 |
When one flips his skateboard he is a skateboarder doing tricks.
|
Als je zijn skateboard omdraait is hij een skateboarder die trucjes doet.
|
0.3531
|
0.1115
|
0.4328
|
0.0918
|
0.3608
|
0.0883
| ||||||||
A man flips his skateboard on a flat expanse of concrete.
|
Een man gooit zijn skateboard op een vlakke uitgestrektheid van beton.
|
A man rides a skateboard.
|
Een man rijdt een skateboard.
| 1 |
Flipping skateboard can happen without rides.
|
Flipping skateboard kan gebeuren zonder ritjes.
|
0.3531
|
0.1114
|
0.8743
|
0.1286
|
0.026
|
0.0828
| ||||||||
A boy does a trick on a skateboard.
|
Een jongen doet een truc op een skateboard.
|
The boy is outdoors.
|
De jongen is buiten.
| 0 |
In order to do a trick on a skateboard one must be outdoors.
|
Om een truc op een skateboard te doen moet men buiten zijn.
|
0.79
|
0.1101
|
0.8738
|
0.1241
|
0.3098
|
0.1001
| ||||||||
A boy does a trick on a skateboard.
|
Een jongen doet een truc op een skateboard.
|
The skateboard is red.
|
Het skateboard is rood.
| 1 |
Not all skateboards are red.
|
Niet alle skateboards zijn rood.
|
0.7906
|
0.1102
|
0.9156
|
0.1244
|
0.855
|
0.1229
| ||||||||
A boy does a trick on a skateboard.
|
Een jongen doet een truc op een skateboard.
|
The boy does a trick on the ocean.
|
De jongen doet een truc op de oceaan.
| 2 |
The boy is either doing a trick on a skateboard or on the ocean, but cannot be both places simultaneously. A skateboard would sink in the ocean.
|
De jongen doet ofwel een truc op een skateboard of op de oceaan, maar kan niet beide plaatsen tegelijk zijn. Een skateboard zou zinken in de oceaan
|
0.7908
|
0.1102
|
0.5896
|
0.1159
|
0.2732
|
0.0911
| ||||||||
A band is performing on stage at a place of business.
|
Een band treedt op op het podium op een plaats van zaken.
|
The band is performing on the grass outside.
|
De band treedt buiten op op het gras.
| 2 |
If the band is on stage at a place of business, it is not possible for them to be on the grass outside at the same moment.
|
Als de band op het podium staat op een bedrijfslocatie, is het voor hen niet mogelijk om op hetzelfde moment op het gras te staan.
|
0.5421
|
0.114
|
0.3163
|
0.1361
|
0.4809
|
0.1197
| ||||||||
A band is performing on stage at a place of business.
|
Een band treedt op op het podium op een plaats van zaken.
|
The band members are performers.
|
De bandleden zijn performers.
| 0 |
Someone performing on stage implies they are performers
|
Iemand die optreedt op het podium betekent dat ze performers zijn
|
0.5439
|
0.114
|
0.7338
|
0.126
|
0.359
|
0.1316
| ||||||||
A band is performing on stage at a place of business.
|
Een band treedt op op het podium op een plaats van zaken.
|
The band are good performers.
|
De band is goede artiesten.
| 1 |
Not all bands performing are good performers.
|
Niet alle bands die optreden zijn goede artiesten.
|
0.5418
|
0.1141
|
0.7533
|
0.1175
|
0.292
|
0.0993
| ||||||||
A motorbike rider is barreling across a grass lawn.
|
Een motorrijder loopt over een grasveld.
|
The rider is outdoors on a motorbike.
|
De ruiter is buiten op een motor.
| 0 |
One must be outdoors to be near a lawn.
|
Je moet buiten zijn om bij een gazon te zijn.
|
0.326
|
0.1155
|
0.2116
|
0.107
|
0.0843
|
0.1182
| ||||||||
A motorbike rider is barreling across a grass lawn.
|
Een motorrijder loopt over een grasveld.
|
The motorbike rider is sitting still on the sidewalk.
|
De motorrijder zit nog steeds op de stoep.
| 2 |
The motorbiker cannot be barreling and sitting still simultaneously. The motorbiker is either on the grass lawn or on the sidewalk, but cannot be in both places at once.
|
De motorrijder kan niet tegelijkertijd lopen en zitten. De motorrijder is ofwel op het grasveld of op de stoep, maar kan niet op beide plaatsen tegelijk zijn.
|
0.326
|
0.1155
|
0.3667
|
0.1155
|
0.2748
|
0.116
| ||||||||
A motorbike rider is barreling across a grass lawn.
|
Een motorrijder loopt over een grasveld.
|
The man is speeding quickly to catch someone.
|
De man rijdt snel om iemand te vangen.
| 1 |
Not all motorcycle ridings are trying to catch someone.
|
Niet alle motorrijders proberen iemand te vangen.
|
0.326
|
0.1155
|
0.4889
|
0.1173
|
0.6182
|
0.0979
| ||||||||
Kids play in the snow while parents watch
|
Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken
|
Old men rolling around in the snow.
|
Oude mannen rollen rond in de sneeuw.
| 2 |
Kids are not old men.
|
Kinderen zijn geen oude mannen.
|
0.6241
|
0.1402
|
0.3329
|
0.114
|
0.8719
|
0.0945
| ||||||||
Kids play in the snow while parents watch
|
Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken
|
Humans playing in the snow.
|
Mensen spelen in de sneeuw.
| 0 |
Kids are tiny humans.
|
Kinderen zijn kleine mensen.
|
0.6247
|
0.1402
|
0.4539
|
0.1331
|
0.8585
|
0.1355
| ||||||||
Kids play in the snow while parents watch
|
Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken
|
Parents making their kids play in the snow.
|
Ouders laten hun kinderen spelen in de sneeuw.
| 1 |
The parents are making the kids play.
|
De ouders laten de kinderen spelen.
|
0.624
|
0.1403
|
0.5835
|
0.1259
|
0.6585
|
0.1348
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
Three friends go ice fishing in January.
|
Drie vrienden gaan ijsvissen in januari.
| 1 |
People can go icefishing in other months besides January.
|
Mensen kunnen ijsvissen in andere maanden dan januari.
|
0.3352
|
0.1025
|
0.5667
|
0.1251
|
0.2151
|
0.1341
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
People are getting a fishing boat ready for a day of fishing.
|
Mensen maken een vissersboot klaar voor een dag vissen.
| 1 |
Can be more or less people than three people.
|
Kan meer of minder mensen zijn dan drie mensen.
|
0.3356
|
0.1025
|
0.2583
|
0.1233
|
0.4071
|
0.104
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
Three friends jump off the dock into the water.
|
Drie vrienden springen het water in.
| 2 |
People do not usually jump off the dock into the water if it is the season for ice fishing. The water would be ice if there was snow.
|
Mensen springen meestal niet van het dok in het water als het is het seizoen voor ijsvissen. Het water zou ijs zijn als er sneeuw.
|
0.3356
|
0.1025
|
0.2307
|
0.1259
|
0.2936
|
0.1103
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
People putting supplies on a boat.
|
Mensen zetten spullen op een boot.
| 1 |
Can be more or less than three people.
|
Kan meer of minder dan drie mensen zijn.
|
0.3356
|
0.1025
|
0.6662
|
0.1218
|
0.4671
|
0.1086
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
The opening act to a rock concert.
|
De openingsact voor een rockconcert.
| 2 |
People can't be preparing an ice fishing boat and be an opening act to a rock concert at the same time.
|
Mensen kunnen geen ijsvisboot voorbereiden en tegelijkertijd een openingsact zijn voor een rockconcert.
|
0.3356
|
0.1025
|
0.6822
|
0.1167
|
0.1268
|
0.0844
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
The people are inside a sauna.
|
De mensen zitten in een sauna.
| 2 |
People can't be standing in the snow and be inside a sauna at the same time.
|
Mensen kunnen niet tegelijkertijd in de sneeuw staan en in een sauna zitten.
|
0.3356
|
0.1025
|
0.9844
|
0.1379
|
0.4259
|
0.13
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
Three people are going ice fishing.
|
Drie mensen gaan ijsvissen.
| 0 |
Preparing an ice fishing boat must happen if people are going ice fishing.
|
Het voorbereiden van een ijsvisboot moet gebeuren als mensen gaan ijsvissen.
|
0.3358
|
0.1025
|
0.461
|
0.1291
|
0.6205
|
0.115
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
Out in the snow, a small group of fishermen get an ice fishing boat ready for use.
|
In de sneeuw maken een kleine groep vissers een ijsvisboot klaar voor gebruik.
| 0 |
Ready for use is another way to say preparing.
|
Klaar voor gebruik is een andere manier om te zeggen voorbereiding.
|
0.3356
|
0.1025
|
0.6123
|
0.1176
|
0.1358
|
0.0967
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
The people are holding their fishing poles.
|
De mensen houden hun hengels vast.
| 1 |
Can be more or less than three people.
|
Kan meer of minder dan drie mensen zijn.
|
0.3358
|
0.1025
|
0.3037
|
0.1136
|
0.4675
|
0.1086
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
A group is outside in the snow.
|
Een groep is buiten in de sneeuw.
| 0 |
One must be outside if one is preparing an ice fishing boat.
|
Men moet buiten zijn als men een ijsvisboot voorbereidt.
|
0.3358
|
0.1025
|
0.4472
|
0.1306
|
0.4563
|
0.0997
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
A group of people are sun tanning on the beach.
|
Een groep mensen zonnen op het strand.
| 2 |
People can't be standing in the snow and sun tanning on the beach at the same time.
|
Mensen kunnen niet tegelijkertijd in de sneeuw staan en zonnen op het strand.
|
0.3357
|
0.1025
|
0.6623
|
0.1519
|
0.2831
|
0.1307
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
The people are outside.
|
De mensen staan buiten.
| 0 |
Must be outside in order to be preparing an ice fishing boat.
|
Moet buiten zijn om een ijsvisboot voor te bereiden.
|
0.3357
|
0.1025
|
0.6227
|
0.1439
|
0.0116
|
0.0953
| ||||||||
Three people are standing in the snow preparing an ice fishing boat.
|
Drie mensen staan in de sneeuw een ijsvisboot te bereiden.
|
A couple fishermen are fixing an ice fishing boat and getting it ready.
|
Een paar vissers repareren een ijsvisboot en maken hem klaar.
| 1 |
A couple implies two people.
|
Een paar impliceert twee mensen.
|
0.3352
|
0.1025
|
0.4759
|
0.1097
|
0.1174
|
0.0989
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.