text
stringlengths
80
6.25k
text_len
int64
32
3.12k
src
stringclasses
7 values
te weten is dat er drie vormen van obstipatie worden onderscheiden, waar Slow transit constipatie (STC), constipatie e c i gekarakteriseerd door een Constipation-predominant IBS (IBS-C), constipatie e c i zonder een verlengde colon passage tijd, vaak gepaard gaande met buikpijn en een opgeblazen gevoel Obstructieve defecatie, obstipatie e c i gekarakteriseerd door het onvermogen (volledig) te kunnen defeceren ondanks het gevoel aandrang te hebben Patiënten die last hebben van OD veroorzaakt door een IRP kunnen daarbij simultaan ook klachten kunnen hebben van IBS-C en/of STC Klachten kunnen overlappen waardoor het soms niet eenvoudig is anamnestisch het één van het ander te onderscheiden De conservatieve behandeling van OD met verdenking op IRP bestaat uit leefstijladviezen, laxantia, bekkenfysiotherapie en retrograad darmspoelen Deze module probeert een antwoord te geven over wat de beste conservatieve behandeling is voor OD met verdenking op IRP (als onderdeel van verzakking van het achterste compartiment, zie ook opzichte van elkaar of nietsdoen/ een placebo interventie bij patiënten met interne rectum prolaps op de functionele klachten, pijn en kwaliteit van leven? functionele klachten, functionele uitkomsten, kwaliteit van leven, OD, zwaar gevoel De werkgroep achtte verandering van de klachten bij voorkeur aan de hand van OD -score met behulp van de Altomare vragenlijst voor de besluitvorming van belang In de databases Medline (via OVID) en Embase (via OVID) is op <DATUM> met literatuurzoekactie leverde ### treffers op Een aanvullende zoekactie met zoektermen over dyssynergia (op <DATUM> leverde nog eens ## extra resultaten op werden dertien studies geraadpleegd die waren aangedragen door leden van de werkgroep (totaal n=###) Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria een studiepopulatie van tenminste ## deelnemers van volwassen leeftijd retrograad spoelen, laxantia, loperamide en leefstijlinterventies) is onderzocht door het te vergelijken met een andere therapie of placebo en waarin uitkomsten zijn gepresenteerd die door de werkgroep zijn benoemd Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negen studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens zes studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en drie studies definitief Drie studies zijn opgenomen in de literatuuranalyse De evidence-tabel hiervan en beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder het tabblad Onderbouwing De zoekresultaten leverden veel studies op waarbij de geïncludeerde patiënten last hadden van fecale incontinentie of obstructieve defecatie, maar niet gespecificeerd op IRP In een aantal studies werd gediagnosticeerd op IRP, maar dit waren allemaal studies waarbij de interventie een operatietechniek betrof Drie studies voldeden aan de uitgangsvraag, maar dit waren alsnog geen vergelijkende studies In de prospectieve case-serie van Hicks (###) werden ## patiënten met rectocele patiëntengroep werd aanvullende diagnostiek uitgevoerd en bij ## van de ## (##,#%) patiënten die een defecografie ondergingen, werd interne intussusceptie geconstateerd Alle patiënten kregen biofeedback fysiotherapie training (twee wekelijks voor tenminste zes weken door middel van een EMG-sonde met focus op ademhaling- en Indien deze conservatieve therapie niet aansloeg (niet succesvol werd gedefinieerd als.
593
nvmdl
werden dertien studies geraadpleegd die waren aangedragen door leden van de werkgroep (totaal n=###) Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria een studiepopulatie van tenminste ## deelnemers van volwassen leeftijd retrograad spoelen, laxantia, loperamide en leefstijlinterventies) is onderzocht door het te vergelijken met een andere therapie of placebo en waarin uitkomsten zijn gepresenteerd die door de werkgroep zijn benoemd Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie negen studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens zes studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en drie studies definitief Drie studies zijn opgenomen in de literatuuranalyse De evidence-tabel hiervan en beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder het tabblad Onderbouwing De zoekresultaten leverden veel studies op waarbij de geïncludeerde patiënten last hadden van fecale incontinentie of obstructieve defecatie, maar niet gespecificeerd op IRP In een aantal studies werd gediagnosticeerd op IRP, maar dit waren allemaal studies waarbij de interventie een operatietechniek betrof Drie studies voldeden aan de uitgangsvraag, maar dit waren alsnog geen vergelijkende studies In de prospectieve case-serie van Hicks (###) werden ## patiënten met rectocele patiëntengroep werd aanvullende diagnostiek uitgevoerd en bij ## van de ## (##,#%) patiënten die een defecografie ondergingen, werd interne intussusceptie geconstateerd Alle patiënten kregen biofeedback fysiotherapie training (twee wekelijks voor tenminste zes weken door middel van een EMG-sonde met focus op ademhaling- en Indien deze conservatieve therapie niet aansloeg (niet succesvol werd gedefinieerd als obstipatie klachten gerapporteerd door de patiënt na zes weken conservatieve therapie) werd er alsnog overgegaan op een operatie De mediane leeftijd van patiënten met rectocele was ## (range ##,# tot ##) De mediane cumulatieve obstructieve defecatie syndroomscore (ODS) was ##,# (range ##,# tot ##,#) op een totaal van maximaal ## punten, gebaseerd op de Altomare-vragenlijst De gemiddelde follow-up tijd was drie In de retrospectieve case-serie van Hwang (###) ondergingen ## patiënten met rectale gediagnosticeerd op IRP door middel van video-proctografie (grootte van IRP werd niet beschreven) Vervolgens werden de patiënten ingedeeld in twee groepen een groep met obstipatieklachten (symptomen straining tijdens defecatie, gevoel van incomplete gemiddelde leeftijd was ##,<LEEFTIJD> jaar (standaarddeviatie van ##,#) en ##% van de groep was man In de obstipatiegroep hadden patiënten gemiddeld al zes jaar last van de klachten met een range van één jaar tot levenslang In de incontinentiegroep was dit #,<LEEFTIJD> jaar met een range van # maanden tot <LEEFTIJD> jaar Zestien patiënten in de obstipatiegroep besloten eerder te stoppen met de biofeedbacksessies (mediaan # sessies met een range van ###) Elf patiënten maakten de sessies af die en werden voorgeschreven (mediaan # sessies met een range van #-##) In de incontinentiegroep waren er drie patiënten die niet alle sessies afmaakten en vier die dat wel deden De retrospectieve case-serie van <PERSOON> (###) werden ## patiënten geïncludeerd die waren gediagnosticeerd met IRP (≥## mm) door middel van cinedefecografie, waarvan er uiteindelijk van ## patiënten (##%) uitkomsten waren gemeten De patiënten werden in drie groepen verdeeld.
681
nvmdl
er alsnog overgegaan op een operatie De mediane leeftijd van patiënten met rectocele was ## (range ##,# tot ##) De mediane cumulatieve obstructieve defecatie syndroomscore (ODS) was ##,# (range ##,# tot ##,#) op een totaal van maximaal ## punten, gebaseerd op de Altomare-vragenlijst De gemiddelde follow-up tijd was drie In de retrospectieve case-serie van Hwang (###) ondergingen ## patiënten met rectale gediagnosticeerd op IRP door middel van video-proctografie (grootte van IRP werd niet beschreven) Vervolgens werden de patiënten ingedeeld in twee groepen een groep met obstipatieklachten (symptomen straining tijdens defecatie, gevoel van incomplete gemiddelde leeftijd was ##,<LEEFTIJD> jaar (standaarddeviatie van ##,#) en ##% van de groep was man In de obstipatiegroep hadden patiënten gemiddeld al zes jaar last van de klachten met een range van één jaar tot levenslang In de incontinentiegroep was dit #,<LEEFTIJD> jaar met een range van # maanden tot <LEEFTIJD> jaar Zestien patiënten in de obstipatiegroep besloten eerder te stoppen met de biofeedbacksessies (mediaan # sessies met een range van ###) Elf patiënten maakten de sessies af die en werden voorgeschreven (mediaan # sessies met een range van #-##) In de incontinentiegroep waren er drie patiënten die niet alle sessies afmaakten en vier die dat wel deden De retrospectieve case-serie van <PERSOON> (###) werden ## patiënten geïncludeerd die waren gediagnosticeerd met IRP (≥## mm) door middel van cinedefecografie, waarvan er uiteindelijk van ## patiënten (##%) uitkomsten waren gemeten De patiënten werden in drie groepen verdeeld cholestyramine) Groep II bestond ook uit dertien patiënten en kreeg biofeedback training (# sessies ±#,#) Groep III bestond uit ## patiënten die een operatie ondergingen (sigmoid colectomy met rectopexy, vijf van de tien patiënten) De gemiddelde leeftijd was ##,<LEEFTIJD> jaar (range van ## tot <LEEFTIJD> jaar) en twee van de ## patiënten was man De follow-up was gemiddeld ## maanden met een range van ## tot ### maanden In de studie van Hicks (###) werden er van de ## patiënten ## (##%) succesvol behandeld met de conservatieve therapie (dagelijks slikken van vezelsupplementen met biofeedback fysiotherapie) Van de ## patiënten was een subgroep van zeventien patiënten behandeld met het vezeldieet en biofeedback training De andere twee patiënten hebben De multivariate analyse om te voorspellen of patiënten een operatie moesten ondergaan, werd gecorrigeerd voor de volgende factoren symptomen van obstructieve defecatie, ondersteunen van het perineum bij defecatie, wel/niet slagen bij ##mL ballontest, EMG voor paradoxale puborectale contractie, defecografie voor paradoxale puborectale De multivariate analyse suggereert dat rectocele patiënten met een intussusceptie een lagere kans hebben om geopereerd te worden ter vermindering van OD-symptomen (OR #,## ##%BI van #,## tot #,##; p=#,##) De andere factoren in de multivariate analyse lieten In de studie van Hwang (###) had ##% van de groep met obstipatieklachten succesvolle behandeling met biofeedbacktraining (succesvol werd gedefinieerd als patiënten die minstens drie keer per week een spontane stoelgang hadden zonder gebruik van hulpmiddelen (zoals laxeermiddelen of tegendruk met vinger) ##% liet een gedeeltelijke.
735
nvmdl
cholestyramine) Groep II bestond ook uit dertien patiënten en kreeg biofeedback training (# sessies ±#,#) Groep III bestond uit ## patiënten die een operatie ondergingen (sigmoid colectomy met rectopexy, vijf van de tien patiënten) De gemiddelde leeftijd was ##,<LEEFTIJD> jaar (range van ## tot <LEEFTIJD> jaar) en twee van de ## patiënten was man De follow-up was gemiddeld ## maanden met een range van ## tot ### maanden In de studie van Hicks (###) werden er van de ## patiënten ## (##%) succesvol behandeld met de conservatieve therapie (dagelijks slikken van vezelsupplementen met biofeedback fysiotherapie) Van de ## patiënten was een subgroep van zeventien patiënten behandeld met het vezeldieet en biofeedback training De andere twee patiënten hebben De multivariate analyse om te voorspellen of patiënten een operatie moesten ondergaan, werd gecorrigeerd voor de volgende factoren symptomen van obstructieve defecatie, ondersteunen van het perineum bij defecatie, wel/niet slagen bij ##mL ballontest, EMG voor paradoxale puborectale contractie, defecografie voor paradoxale puborectale De multivariate analyse suggereert dat rectocele patiënten met een intussusceptie een lagere kans hebben om geopereerd te worden ter vermindering van OD-symptomen (OR #,## ##%BI van #,## tot #,##; p=#,##) De andere factoren in de multivariate analyse lieten In de studie van Hwang (###) had ##% van de groep met obstipatieklachten succesvolle behandeling met biofeedbacktraining (succesvol werd gedefinieerd als patiënten die minstens drie keer per week een spontane stoelgang hadden zonder gebruik van hulpmiddelen (zoals laxeermiddelen of tegendruk met vinger) ##% liet een gedeeltelijke van hulpmiddelen) en ##% had geen verbetering De wekelijkse frequentie van spontane stoelgang was gemiddeld #,# (SD #,#) voor de biofeedbacktraining en #,# (SD #,#) daarna met een p-waarde van (#,## De wekelijkse frequentie van stoelgang met hulpmiddelen was gemiddeld #,# (SD #,#) voor de training en #,# (SD #,#) na de biofeedbacktraining met een p-waarde van (#,### (significant) Incomplete leging van de darmen kwam voor bij ## patiënten (##%) voor de therapie en bij negen patiënten na de therapie (##%) met een p-waarde van (#,## Voor meer details kunt u de evidence tabel raadplegen De studie van <PERSOON> (###) waren er in groep I (dieet) #/## patiënten met een subjectieve verbetering van symptomen, #/## zonder verandering en #/## met een verslechtering van de symptomen In groep II (biofeedback) waren dit respectievelijk vier, zeven en twee van de dertien patiënten In groep III (operatie) waren er <DATUM> met verbetering van de symptomen, <DATUM> waarbij de symptomen gelijk bleven en <DATUM> waarbij verslechtering optrad Bij de patiënten met obstipatie-klachten was er een afname te zien in het aantal keren per week dat patiënten hulpmiddelen nodig hadden bij de stoelgang groep II had Omdat de studies geen vergelijkende opzet hadden, werd de bewijskracht niet Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat biofeedback training in combinatie met het dagelijks slikken van ## gram vezelsupplementen een positieve relatie heeft met afname van OD-klachten bij patiënten gediagnosticeerd met rectocele Dit geldt vooral voor patiënten met Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat biofeedback training een afname.
739
nvmdl
##% had geen verbetering De wekelijkse frequentie van spontane stoelgang was gemiddeld #,# (SD #,#) voor de biofeedbacktraining en #,# (SD #,#) daarna met een p-waarde van (#,## De wekelijkse frequentie van stoelgang met hulpmiddelen was gemiddeld #,# (SD #,#) voor de training en #,# (SD #,#) na de biofeedbacktraining met een p-waarde van (#,### (significant) Incomplete leging van de darmen kwam voor bij ## patiënten (##%) voor de therapie en bij negen patiënten na de therapie (##%) met een p-waarde van (#,## Voor meer details kunt u de evidence tabel raadplegen De studie van <PERSOON> (###) waren er in groep I (dieet) #/## patiënten met een subjectieve verbetering van symptomen, #/## zonder verandering en #/## met een verslechtering van de symptomen In groep II (biofeedback) waren dit respectievelijk vier, zeven en twee van de dertien patiënten In groep III (operatie) waren er <DATUM> met verbetering van de symptomen, <DATUM> waarbij de symptomen gelijk bleven en <DATUM> waarbij verslechtering optrad Bij de patiënten met obstipatie-klachten was er een afname te zien in het aantal keren per week dat patiënten hulpmiddelen nodig hadden bij de stoelgang groep II had Omdat de studies geen vergelijkende opzet hadden, werd de bewijskracht niet Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat biofeedback training in combinatie met het dagelijks slikken van ## gram vezelsupplementen een positieve relatie heeft met afname van OD-klachten bij patiënten gediagnosticeerd met rectocele Dit geldt vooral voor patiënten met Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat biofeedback training een afname Er is weinig tot geen literatuur beschikbaar die specifiek naar de effectiviteit heeft gekeken van de conservatieve therapie voor OD op basis van IRP Zelfs in de geselecteerde studies is het lastig OD van obstipatie in algemene zin te onderscheiden De studie van Hwang bespreekt een patiëntenpopulatie met een laagfrequente stoelgang (twee keer per week) Dit is vaak een uiting van STC in plaats van OD op basis van IRP waarbij juist Vermeldenswaardig is dat in deze richtlijn niet gekeken is naar OD veroorzaakt door een rectocele alleen Een rectocele alleen (zonder IRP/ rectale intussusceptie) wordt weliswaar gezien als onderdeel van het spectrum van verzakking van het achterste compartiment (met de daar bijbehorende vergelijkbare functionele klachten, zie ook de algemene inleiding) maar valt buiten de scope van deze richtlijn Ondanks het gebrek aan literatuur is er binnen de werkgroep uitgebreide ervaring met conservatieve behandeling voor OD veroorzaakt door IRP Om die reden lijkt het formuleren van een advies mogelijk gebaseerd op een combinatie van expert opinion en analyse van literatuur voor conservatieve behandeling van OD in algemene zin (dus bij In de richtlijn worden als conservatieve therapie voor OD door IRP-leefstijladviezen, laxantia, bekkenfysiotherapie, en retrograde darmspoelingen beschreven Omdat bij behandelaars niet altijd bekend is waar bekkenfysiotherapie uit kan bestaat, wordt hier Leefstijladviezen zijn bij patiënten met OD door IRP in principe dezelfde adviezen die worden gegeven aan patiënten met obstipatie.
627
nvmdl
Er is weinig tot geen literatuur beschikbaar die specifiek naar de effectiviteit heeft gekeken van de conservatieve therapie voor OD op basis van IRP Zelfs in de geselecteerde studies is het lastig OD van obstipatie in algemene zin te onderscheiden De studie van Hwang bespreekt een patiëntenpopulatie met een laagfrequente stoelgang (twee keer per week) Dit is vaak een uiting van STC in plaats van OD op basis van IRP waarbij juist Vermeldenswaardig is dat in deze richtlijn niet gekeken is naar OD veroorzaakt door een rectocele alleen Een rectocele alleen (zonder IRP/ rectale intussusceptie) wordt weliswaar gezien als onderdeel van het spectrum van verzakking van het achterste compartiment (met de daar bijbehorende vergelijkbare functionele klachten, zie ook de algemene inleiding) maar valt buiten de scope van deze richtlijn Ondanks het gebrek aan literatuur is er binnen de werkgroep uitgebreide ervaring met conservatieve behandeling voor OD veroorzaakt door IRP Om die reden lijkt het formuleren van een advies mogelijk gebaseerd op een combinatie van expert opinion en analyse van literatuur voor conservatieve behandeling van OD in algemene zin (dus bij In de richtlijn worden als conservatieve therapie voor OD door IRP-leefstijladviezen, laxantia, bekkenfysiotherapie, en retrograde darmspoelingen beschreven Omdat bij behandelaars niet altijd bekend is waar bekkenfysiotherapie uit kan bestaat, wordt hier Leefstijladviezen zijn bij patiënten met OD door IRP in principe dezelfde adviezen die worden gegeven aan patiënten met obstipatie Specifiek voor patiënten met OD door IRP wordt geadviseerd zwaar tillen te vermijden om een theoretische progressie van de prolaps met daarbij passende verergering van Het gebruik van bulkvormers (zie tabel <DATUM> lijkt met name erg succesvol te zijn om klachten van OD te verminderen De vezels lijken de consistentie dermate te beïnvloeden dat de ontlasting meer één geheel vormt waarbij patiënten het gevoel hebben meer en completer te kunnen ontlasten Ondanks dat de meeste patiënten met OD door IRP een goed resultaat hebben geldt dat niet voor elke patiënt en lijken sommige patiënten juist een verergering van klachten te bemerken omdat de vezels de ontlasting harder lijken te maken Als dit het geval is kan dit liggen aan onvoldoende vocht intake of gebruik van vocht onttrekkende medicatie zoals diuretica Indien desondanks vezels averechts lijken te werken geval worden osmotische laxantia (voornamelijk marcrogolen) geadviseerd Speciale aandacht moet gegeven worden aan patiënten met simultaan voorkomen van slow transit constipatie Patiënten met STC lijken juist een averechts effect te hebben van bulkvormers met toename van buikpijn en opgeblazen gevoel Voor verdere beschrijving en overwegingen met betrekking tot STC verwijzen wij graag naar onderstaande paragraaf Voor de uiteenzetting van diverse veel gebruikte laxantia voorgeschreven voor obstipatie in het algemeen verwijzen wij naar de NHG-standaard Obstipatie (NHGstandaard Obstipatie, ###) Bekkenfysiotherapie (BFT) is een vorm van conservatieve behandeling die streeft naar verbetering van de functie van de bekkenbodemmusculatuur Bij zwakke bekkenbodemspieren ligt het accent op verbetering van de kracht, het Wanneer sprake is van een overactieve bekkenbodem en/of dyssynergie zullen relaxatietechnieken eveneens onderdeel zijn van de therapie.
556
nvmdl
de prolaps met daarbij passende verergering van Het gebruik van bulkvormers (zie tabel <DATUM> lijkt met name erg succesvol te zijn om klachten van OD te verminderen De vezels lijken de consistentie dermate te beïnvloeden dat de ontlasting meer één geheel vormt waarbij patiënten het gevoel hebben meer en completer te kunnen ontlasten Ondanks dat de meeste patiënten met OD door IRP een goed resultaat hebben geldt dat niet voor elke patiënt en lijken sommige patiënten juist een verergering van klachten te bemerken omdat de vezels de ontlasting harder lijken te maken Als dit het geval is kan dit liggen aan onvoldoende vocht intake of gebruik van vocht onttrekkende medicatie zoals diuretica Indien desondanks vezels averechts lijken te werken geval worden osmotische laxantia (voornamelijk marcrogolen) geadviseerd Speciale aandacht moet gegeven worden aan patiënten met simultaan voorkomen van slow transit constipatie Patiënten met STC lijken juist een averechts effect te hebben van bulkvormers met toename van buikpijn en opgeblazen gevoel Voor verdere beschrijving en overwegingen met betrekking tot STC verwijzen wij graag naar onderstaande paragraaf Voor de uiteenzetting van diverse veel gebruikte laxantia voorgeschreven voor obstipatie in het algemeen verwijzen wij naar de NHG-standaard Obstipatie (NHGstandaard Obstipatie, ###) Bekkenfysiotherapie (BFT) is een vorm van conservatieve behandeling die streeft naar verbetering van de functie van de bekkenbodemmusculatuur Bij zwakke bekkenbodemspieren ligt het accent op verbetering van de kracht, het Wanneer sprake is van een overactieve bekkenbodem en/of dyssynergie zullen relaxatietechnieken eveneens onderdeel zijn van de therapie richt zich tevens op de algemene ontspanning, ademhaling, en het functioneren van de Bekkenfysiotherapie bestaat uit naast het geven van leefstijladviezen zoals voldoende vocht en vezelintake, het aanleren van adequaat toiletgedrag (onder andere toilethouding en perstechniek), het reguleren van buikdruk en ademhaling uit een combinatie van met als doel het verbeteren van de rectale sensibiliteit, kracht, coördinatie, relaxatie, persgedrag en het aandranggevoel Hieronder worden de verschillende interventies van de bekkenfysiotherapie beschreven, waarna de werkgroep aangeeft welke interventie of Spierfunctietraining is gericht op het versterken van de contractiekracht van de externe anale sphinter (EAS) en /of m Levator ani, het uithoudingsvermogen en coördinatie en het optimaliseren van de relaxatie van de m puborectalis Daarnaast is het gericht op het aanleren van adequate toepassing van de bekkenbodemspieren bij drukverhogende Biofeedbacktraining wordt binnen de bekkenfysiotherapie om inzicht te geven in het spiergedrag van de patiënt Het is een neuromusculaire training gebaseerd op operante probe gekoppeld aan een EMG-apparaat die de activiteit van de spieren omzet in een grafiek of bar Hierbij worden visuele, tactiele of akoestische stimuli gebruikt (<PERSOON>, ###) De mate van kracht, uithoudingsvermogen, vermogen tot relaxatie en de coördinatie wordt hierdoor inzichtelijk gemaakt Biofeedback zorgt ervoor dat patiënten zich meer bewust worden van hun bekkenbodemmusculatuur en hoe zij hun bekkenbodem effectiever kunnen aanspannen en/of ontspannen tijdens de defecatie en bij buikdrukverhogende momenten Hoewel biofeedback als separate therapie in de literatuur voorkomt dient deze als onderdeel van.
559
nvmdl
zich tevens op de algemene ontspanning, ademhaling, en het functioneren van de Bekkenfysiotherapie bestaat uit naast het geven van leefstijladviezen zoals voldoende vocht en vezelintake, het aanleren van adequaat toiletgedrag (onder andere toilethouding en perstechniek), het reguleren van buikdruk en ademhaling uit een combinatie van met als doel het verbeteren van de rectale sensibiliteit, kracht, coördinatie, relaxatie, persgedrag en het aandranggevoel Hieronder worden de verschillende interventies van de bekkenfysiotherapie beschreven, waarna de werkgroep aangeeft welke interventie of Spierfunctietraining is gericht op het versterken van de contractiekracht van de externe anale sphinter (EAS) en /of m Levator ani, het uithoudingsvermogen en coördinatie en het optimaliseren van de relaxatie van de m puborectalis Daarnaast is het gericht op het aanleren van adequate toepassing van de bekkenbodemspieren bij drukverhogende Biofeedbacktraining wordt binnen de bekkenfysiotherapie om inzicht te geven in het spiergedrag van de patiënt Het is een neuromusculaire training gebaseerd op operante probe gekoppeld aan een EMG-apparaat die de activiteit van de spieren omzet in een grafiek of bar Hierbij worden visuele, tactiele of akoestische stimuli gebruikt (<PERSOON>, ###) De mate van kracht, uithoudingsvermogen, vermogen tot relaxatie en de coördinatie wordt hierdoor inzichtelijk gemaakt Biofeedback zorgt ervoor dat patiënten zich meer bewust worden van hun bekkenbodemmusculatuur en hoe zij hun bekkenbodem effectiever kunnen aanspannen en/of ontspannen tijdens de defecatie en bij buikdrukverhogende momenten Hoewel biofeedback als separate therapie in de literatuur voorkomt dient deze als onderdeel van anale probe gebruikt wordt waarbij elektrische stroom de bekkenbodemspieren via hun innervatie stimuleert Elektrostimulatie wordt vaak gebruikt om patiënten te helpen zich bewust te worden van de bekkenbodemspieren Het wordt tevens gebruikt om zwakke spieren te trainen Zodra de spierkracht toeneemt wordt zo snel mogelijk overgegaan op actieve oefentherapie zodat de patiënt dit zelfstandig kan uitvoeren Elektrostimulatie kan ook worden gebruikt om overactieve spieren te helpen ontspannen en ten behoeve Met behulp van een rectale ballon wordt de defecatie nagebootst De patiënt moet in staat zijn deze ballon gevuld met ## tot ### ml lauwwarm water uit te poepen (ballonexpulsietest) Het streven van deze behandelvorm is dat de patiënt een goede defecatie aanleert met de juiste activiteit (relaxatie, coördinatie en goede steunfunctie) van de bekkenbodem Ballontraining kan ook worden ingezet ter bewustwording van het rectale vullingsgevoel en ter verbetering van de rectale capaciteit Tevens wordt deze ingezet bij FI-problematiek om te leren de ballon bij urge op te houden en defecatie uit te Percutane Tibiale Neuro Stimulatie (PTNS) en transcutane tibiale neurostimulatie Bij Percutane Tibiale Neuro Stimulatie (PTNS) wordt met behulp van een naaldelektrode (eenmalig gebruik) de n tibialis met elektrische pulsen gestimuleerd In <LOCATIE> wordt dit uitgevoerd door een verpleegkundige, waarbij de patiënt naar de kliniek moet komen Bekkenfysiotherapeuten passen PTNS toe met behulp van plakelektrodes op de huid (transcutane tibiale neuro stimulatie TRANS), met een elektrostimulatie apparaatje Deze vorm van neuromodulatie wordt toegepast bij patiënten met urge-incontinentie bij mictie en/of defecatie (aandrangincontinentie).
570
nvmdl
via hun innervatie stimuleert Elektrostimulatie wordt vaak gebruikt om patiënten te helpen zich bewust te worden van de bekkenbodemspieren Het wordt tevens gebruikt om zwakke spieren te trainen Zodra de spierkracht toeneemt wordt zo snel mogelijk overgegaan op actieve oefentherapie zodat de patiënt dit zelfstandig kan uitvoeren Elektrostimulatie kan ook worden gebruikt om overactieve spieren te helpen ontspannen en ten behoeve Met behulp van een rectale ballon wordt de defecatie nagebootst De patiënt moet in staat zijn deze ballon gevuld met ## tot ### ml lauwwarm water uit te poepen (ballonexpulsietest) Het streven van deze behandelvorm is dat de patiënt een goede defecatie aanleert met de juiste activiteit (relaxatie, coördinatie en goede steunfunctie) van de bekkenbodem Ballontraining kan ook worden ingezet ter bewustwording van het rectale vullingsgevoel en ter verbetering van de rectale capaciteit Tevens wordt deze ingezet bij FI-problematiek om te leren de ballon bij urge op te houden en defecatie uit te Percutane Tibiale Neuro Stimulatie (PTNS) en transcutane tibiale neurostimulatie Bij Percutane Tibiale Neuro Stimulatie (PTNS) wordt met behulp van een naaldelektrode (eenmalig gebruik) de n tibialis met elektrische pulsen gestimuleerd In <LOCATIE> wordt dit uitgevoerd door een verpleegkundige, waarbij de patiënt naar de kliniek moet komen Bekkenfysiotherapeuten passen PTNS toe met behulp van plakelektrodes op de huid (transcutane tibiale neuro stimulatie TRANS), met een elektrostimulatie apparaatje Deze vorm van neuromodulatie wordt toegepast bij patiënten met urge-incontinentie bij mictie en/of defecatie (aandrangincontinentie) Hierbij wordt de n tibialis posterior gestimuleerd waarbij het segment S# geprikkeld wordt, waardoor ontspanning en pijndemping kan optreden (<PERSOON>, ###) Een andere vorm van transcutane neurostimulatie is het plaatsen van een grote plaatelektrode ter hoogte van S# tot S# en een plaatelektrode craniaal van het os pubis Middels deze setting kan lediging van rectum bevorderd worden en urge voor defecatie en mictie verminderd Optimale behandeling bij OD en IRP door middel van bekkenfysiotherapie De werkgroep is van mening dat het aanleren van adequaat toiletgedrag positief kan bijdragen aan de behandeling van functionele klachten Naast het aanleren van een juist defecatiepatroon blijkt er klinische evidentie is om biofeedbacktraining te adviseren (Bharucha, ###) Bekkenbodem re-educatie lijkt een belangrijke behandelkeuze is voor OD met een bekkenbodemdyssynergie Het doel daarvan is de patiënt een betere relaxatie, coördinatie en buikdrukregulatie aan te leren en dit te trainen met behulp van ballonexpulsie (Vazquez Roque, ###) Naast een verkeerd gebruik van sfincter en/of levator ani is er bij patiënten met OD en IRP vaak sprake van een slechte steun- en liftfunctie van de bekkenbodem waardoor er velen zich behelpen met manuele maneuvers zoals het ondersteunen van het perineum tot het digitaal verwijderen van ontlasting Het is wel belangrijk deze problematiek goed te identificeren Het adequaat toepassen in de ADL situatie van de geleerde technieken en de verbeterde spierfunctie is Dyssenergie kan op verschillende manieren geobjectiveerd worden Allereerst kan tijdens het lichamelijk onderzoek bij het uitvoeren van een RT de patiënt gevraagd worden te persen.
576
nvmdl
posterior gestimuleerd waarbij het segment S# geprikkeld wordt, waardoor ontspanning en pijndemping kan optreden (<PERSOON>, ###) Een andere vorm van transcutane neurostimulatie is het plaatsen van een grote plaatelektrode ter hoogte van S# tot S# en een plaatelektrode craniaal van het os pubis Middels deze setting kan lediging van rectum bevorderd worden en urge voor defecatie en mictie verminderd Optimale behandeling bij OD en IRP door middel van bekkenfysiotherapie De werkgroep is van mening dat het aanleren van adequaat toiletgedrag positief kan bijdragen aan de behandeling van functionele klachten Naast het aanleren van een juist defecatiepatroon blijkt er klinische evidentie is om biofeedbacktraining te adviseren (Bharucha, ###) Bekkenbodem re-educatie lijkt een belangrijke behandelkeuze is voor OD met een bekkenbodemdyssynergie Het doel daarvan is de patiënt een betere relaxatie, coördinatie en buikdrukregulatie aan te leren en dit te trainen met behulp van ballonexpulsie (Vazquez Roque, ###) Naast een verkeerd gebruik van sfincter en/of levator ani is er bij patiënten met OD en IRP vaak sprake van een slechte steun- en liftfunctie van de bekkenbodem waardoor er velen zich behelpen met manuele maneuvers zoals het ondersteunen van het perineum tot het digitaal verwijderen van ontlasting Het is wel belangrijk deze problematiek goed te identificeren Het adequaat toepassen in de ADL situatie van de geleerde technieken en de verbeterde spierfunctie is Dyssenergie kan op verschillende manieren geobjectiveerd worden Allereerst kan tijdens het lichamelijk onderzoek bij het uitvoeren van een RT de patiënt gevraagd worden te persen geval niet te ontspannen) in plaats van wel ontspannen zou dit kunnen wijzen op een dyssynergie Verdere objectivatie kan dan plaatsvinden door het uitvoeren van een defecogram, manometrie of EMG De radiologische definitie (=zoals gezien op een defecogram) van dyssynergie van de anale sphincter is het niet in staat zijn van de patiënt het contrast te evacueren binnen vijf minuten (Bong, ###) Bij een anale manometrie is er sprake van dyssynergie als de patiënt niet in staat is de sfincter en puborectalis te relaxeren met meer dan ##% van de basisspanning of dat er juist wordt aangespannen tijdens persen (Parodoxaal persgedrag) Voor alle onderzoeken lijkt er sprake te zijn van een hoge sensitiviteit maar een relatief lage specificiteit De evidence voor de behandeling van patiënten met OD met behulp van TRANS en Transcutane PTNS is zeer gelimiteerd Het lijkt met name effectief te kunnen zijn bij patiënten met OD en STC Transcutane neurostimulatie in de lumbosacrale regio lijkt de symptomen van obstipatie te verbeteren (Van Wunnik, ###) en bilaterale transcutane tibial nerve stimulatie blijkt effectief te zijn bij een kwart van de patiënten met obstipatie De werkgroep is van mening dat TRANS en bilaterale transcutane neurostimulatie van de n tibialis posterior als aanvullende behandeling kan worden ingezet bij patiënten met OD en obstipatie en hebben een duidelijke potentie voor de behandeling van obstipatie Het succes van de behandeling wordt medebepaald door het volledig afmaken van het werkgroep is van mening dat de combinatie van verschillende interventies van.
570
nvmdl
in plaats van wel ontspannen zou dit kunnen wijzen op een dyssynergie Verdere objectivatie kan dan plaatsvinden door het uitvoeren van een defecogram, manometrie of EMG De radiologische definitie (=zoals gezien op een defecogram) van dyssynergie van de anale sphincter is het niet in staat zijn van de patiënt het contrast te evacueren binnen vijf minuten (Bong, ###) Bij een anale manometrie is er sprake van dyssynergie als de patiënt niet in staat is de sfincter en puborectalis te relaxeren met meer dan ##% van de basisspanning of dat er juist wordt aangespannen tijdens persen (Parodoxaal persgedrag) Voor alle onderzoeken lijkt er sprake te zijn van een hoge sensitiviteit maar een relatief lage specificiteit De evidence voor de behandeling van patiënten met OD met behulp van TRANS en Transcutane PTNS is zeer gelimiteerd Het lijkt met name effectief te kunnen zijn bij patiënten met OD en STC Transcutane neurostimulatie in de lumbosacrale regio lijkt de symptomen van obstipatie te verbeteren (Van Wunnik, ###) en bilaterale transcutane tibial nerve stimulatie blijkt effectief te zijn bij een kwart van de patiënten met obstipatie De werkgroep is van mening dat TRANS en bilaterale transcutane neurostimulatie van de n tibialis posterior als aanvullende behandeling kan worden ingezet bij patiënten met OD en obstipatie en hebben een duidelijke potentie voor de behandeling van obstipatie Het succes van de behandeling wordt medebepaald door het volledig afmaken van het werkgroep is van mening dat de combinatie van verschillende interventies van Voor een optimaal behandeltraject is goede informatie-uitwisseling nodig tussen de behandelend arts en de bekkenfysiotherapeut De volgende aspecten dienen te worden relevant aanvullend onderzoek zoals ARFO, echo, defecogram en MRI; voorstel behandeltraject en terugkoppeling aan chirurg door bekkenfysiotherapeut bijvoorbeeld na na zes weken of drie maanden aan de behandelend arts Ook over retrograde darmspoelingen voor OD met verdenking op IRP is er weinig bekend De werkgroep is van mening is dat dit voor OD minder goed lijkt te werken dan voor FI met verdenking op IRP Toch is menig patiënt met OD content met deze conservatieve therapie en weerhoudt dit desbetreffende patiënt te kiezen voor een meer risicovollere operatieve interventie Met name als er een combinatie is van OD met verdenking op IRP en STC lijkt retrograde darmspoelingen effectief te kunnen zijn (voor STC is Niet elke patiënt is gemotiveerd om een dergelijke behandeling zelf (vaak dagelijks) te moeten uitvoeren en ervaart dit als zeer belastend Een goede begeleiding (van meestal een continentieverpleegkundige) lijkt essentieel omdat het vaak enige tijd vergt voordat een patiënt de techniek van het spoelen onder de knie heeft gekregen De werkgroep adviseert elke patiënt met OD bij IRP eerst retrograde darmspoelingen te laten ondergaan en dit na twee maanden te evalueren alvorens tot een operatieve correctie van de IRP over te gaan Naast de ervaring van de werkgroep dat patiënten die aanvankelijk niet enthousiast waren over de behandeling, enthousiast kunnen worden na het ervaren van.
545
nvmdl
is goede informatie-uitwisseling nodig tussen de behandelend arts en de bekkenfysiotherapeut De volgende aspecten dienen te worden relevant aanvullend onderzoek zoals ARFO, echo, defecogram en MRI; voorstel behandeltraject en terugkoppeling aan chirurg door bekkenfysiotherapeut bijvoorbeeld na na zes weken of drie maanden aan de behandelend arts Ook over retrograde darmspoelingen voor OD met verdenking op IRP is er weinig bekend De werkgroep is van mening is dat dit voor OD minder goed lijkt te werken dan voor FI met verdenking op IRP Toch is menig patiënt met OD content met deze conservatieve therapie en weerhoudt dit desbetreffende patiënt te kiezen voor een meer risicovollere operatieve interventie Met name als er een combinatie is van OD met verdenking op IRP en STC lijkt retrograde darmspoelingen effectief te kunnen zijn (voor STC is Niet elke patiënt is gemotiveerd om een dergelijke behandeling zelf (vaak dagelijks) te moeten uitvoeren en ervaart dit als zeer belastend Een goede begeleiding (van meestal een continentieverpleegkundige) lijkt essentieel omdat het vaak enige tijd vergt voordat een patiënt de techniek van het spoelen onder de knie heeft gekregen De werkgroep adviseert elke patiënt met OD bij IRP eerst retrograde darmspoelingen te laten ondergaan en dit na twee maanden te evalueren alvorens tot een operatieve correctie van de IRP over te gaan Naast de ervaring van de werkgroep dat patiënten die aanvankelijk niet enthousiast waren over de behandeling, enthousiast kunnen worden na het ervaren van slow transit constipatie (STC) (<PERSOON>, ###) Etiologisch zou het jarenlang persen door (primaire) STC weleens de oorzaak kunnen zijn van het ontstaan van een IRP echter andersom is het theoretisch mogelijk dat er door de IRP er sprake is van een secundaire STC veroorzaakt door de IRP Het simultaan voorkomen van beide afwijkingen is een derde Een transit studie kan helpen objectiveren of er sprake is van een STC De werkgroep adviseert de transit studie volgens Arhan te gebruiken (Arhan, ###) Hierbij wordt door de patiënt gedurende zes dagen ## markers geslikt en wordt op de zevende dag een buikoverzicht röntgenfoto gemaakt Belangrijk is dat tijdens deze periode geen laxantia worden geslikt omdat die vanzelfsprekend de colon passage tijd kan beïnvloeden Door de markers te tellen kan de uiteindelijke colon passage gemeten worden (aantal markers x #,# uur) Meer dan ## markers (=## uur colon passage tijd) wordt als pathologisch beschouwd Door het buikoverzicht in drie segmenten onder te verdelen (rechter markers kan er vervolgens analyse plaatsvinden van segmenteel vertraagde colon passage Een rechtszijdige vertraagde colon passage (meer dan zeven markers) zou klassiek voor primaire STC Bij patiënten met een outlet obstructie (bijvoorbeeld bij IRP) zou een opeenstapeling gezien kunnen worden in het linker hemicolon en/of rectosigmoïd De waarde van het meten van segmenteel vertraagde colon passage blijft echter dubieus Recent onderzoek (Staller, ###) suggereert dat er geen associatie is tussen linkszijdige locatie van de markers en een verlengde ballon expulsie test als maat Anamnestisch hebben patiënten met een primaire STC last van weinig frequente harde.
580
nvmdl
door (primaire) STC weleens de oorzaak kunnen zijn van het ontstaan van een IRP echter andersom is het theoretisch mogelijk dat er door de IRP er sprake is van een secundaire STC veroorzaakt door de IRP Het simultaan voorkomen van beide afwijkingen is een derde Een transit studie kan helpen objectiveren of er sprake is van een STC De werkgroep adviseert de transit studie volgens Arhan te gebruiken (Arhan, ###) Hierbij wordt door de patiënt gedurende zes dagen ## markers geslikt en wordt op de zevende dag een buikoverzicht röntgenfoto gemaakt Belangrijk is dat tijdens deze periode geen laxantia worden geslikt omdat die vanzelfsprekend de colon passage tijd kan beïnvloeden Door de markers te tellen kan de uiteindelijke colon passage gemeten worden (aantal markers x #,# uur) Meer dan ## markers (=## uur colon passage tijd) wordt als pathologisch beschouwd Door het buikoverzicht in drie segmenten onder te verdelen (rechter markers kan er vervolgens analyse plaatsvinden van segmenteel vertraagde colon passage Een rechtszijdige vertraagde colon passage (meer dan zeven markers) zou klassiek voor primaire STC Bij patiënten met een outlet obstructie (bijvoorbeeld bij IRP) zou een opeenstapeling gezien kunnen worden in het linker hemicolon en/of rectosigmoïd De waarde van het meten van segmenteel vertraagde colon passage blijft echter dubieus Recent onderzoek (Staller, ###) suggereert dat er geen associatie is tussen linkszijdige locatie van de markers en een verlengde ballon expulsie test als maat Anamnestisch hebben patiënten met een primaire STC last van weinig frequente harde Daarentegen hebben patiënten met OD juist erg vaak last van repetitieve ontlasting vaak ondanks dat de ontlasting soepel is (<PERSOON>, ###) De ervaring leert dat patiënten met OD met verdenking op IRP goed kunnen reageren op bulkvormers (zie tabel <DATUM> Daarentegen lijken patiënten met STC juist geen baat te hebben van bulkvormers waarbij klachten van opgeblazen gevoel en buikpijn klachten juist lijken toe te kunnen nemen Een toename van winderigheid hierbij wordt vaak door patiënten gemeld Ondanks individuele verschillen wordt door de werkgroep geadviseerd patiënten met STC in eerste instantie magnesiumoxide) in tegenstelling tot patiënten met OD door IRP waar juist vezels (bulkvormers) als eerste keuze wordt aangeraden Indien er sprake is van OD met verdenking op IRP en STC is de ervaring van de werkgroep dat een combinatie van bulkvormers en osmotische laxantia soms goed kunnen werken Als de STC-klachten maar weinig lijken te reageren op osmotische laxantia is er eventueel andere medicatie voor handen (bijvoorbeeld stimulerende laxantia zoals bisacodyl, prokinetische middelen zoals #-HT# agonisten, etc ) Overleg met een MDL-arts in een dergelijk complex geval Samengevat adviseert de werkgroep bij patiënten met klachten van OD met verdenking op IRP in eerste instantie te starten met leefstijladviezen en eventueel bulkvormers voor te schrijven (Bij het vermoeden van STC kan osmotische laxantia een beter alternatief zijn en bij onvoldoende effect valt overleg met een MDL-arts te overwegen) Bij onvoldoende verbetering is er een indicatie voor verwijzing naar de bekkenfysiotherapeut met name.
583
nvmdl
Daarentegen hebben patiënten met OD juist erg vaak last van repetitieve ontlasting vaak ondanks dat de ontlasting soepel is (<PERSOON>, ###) De ervaring leert dat patiënten met OD met verdenking op IRP goed kunnen reageren op bulkvormers (zie tabel <DATUM> Daarentegen lijken patiënten met STC juist geen baat te hebben van bulkvormers waarbij klachten van opgeblazen gevoel en buikpijn klachten juist lijken toe te kunnen nemen Een toename van winderigheid hierbij wordt vaak door patiënten gemeld Ondanks individuele verschillen wordt door de werkgroep geadviseerd patiënten met STC in eerste instantie magnesiumoxide) in tegenstelling tot patiënten met OD door IRP waar juist vezels (bulkvormers) als eerste keuze wordt aangeraden Indien er sprake is van OD met verdenking op IRP en STC is de ervaring van de werkgroep dat een combinatie van bulkvormers en osmotische laxantia soms goed kunnen werken Als de STC-klachten maar weinig lijken te reageren op osmotische laxantia is er eventueel andere medicatie voor handen (bijvoorbeeld stimulerende laxantia zoals bisacodyl, prokinetische middelen zoals #-HT# agonisten, etc ) Overleg met een MDL-arts in een dergelijk complex geval Samengevat adviseert de werkgroep bij patiënten met klachten van OD met verdenking op IRP in eerste instantie te starten met leefstijladviezen en eventueel bulkvormers voor te schrijven (Bij het vermoeden van STC kan osmotische laxantia een beter alternatief zijn en bij onvoldoende effect valt overleg met een MDL-arts te overwegen) Bij onvoldoende verbetering is er een indicatie voor verwijzing naar de bekkenfysiotherapeut met name Mocht deze maatregelen ook niet afdoende de klachten van OD verminderen dan zal retrograde darmspoelingen overwogen moeten worden alvorens over gegaan wordt op een chirurgische interventie <PERSOON> B, et al Segmental colonic transit time Dis Colon Rectum ###;##(#) #<DATUM> Bharucha AE, Rao SS <PERSOON> update on anorectal disorders for gastroenterologists Gastroenterology ###;###(#) ### e# doi <DATUM> j gastro ##<DATUM> ### <PERSOON> HK How to Perform and Interpret Balloon Expulsion Test <PERSOON> JS, Hwang YH, Salum MR, et al Outcome and management of patients with large rectoanal intussusception <PERSOON> tibial nerve stimulation for slow transit constipation a pilot study <PERSOON> C, et al Impact of slow transit constipation on the outcome of laparoscopic ventral rectopexy for obstructed defaecation associated with high grade internal rectal prolapse <PERSOON> M, et al In patients with rectoceles and obstructed defecation syndrome, surgery should be the option of last resort Surgery (United States) ###;###(#) ###-## <PERSOON> JS, et al Biofeedback therapy for rectal intussusception Tech Coloproctol ###;##(#) <DATUM> discussion <DATUM> <PERSOON-##> B, <PERSOON-##> GP, et al.
589
nvmdl
ook niet afdoende de klachten van OD verminderen dan zal retrograde darmspoelingen overwogen moeten worden alvorens over gegaan wordt op een chirurgische interventie <PERSOON> B, et al Segmental colonic transit time Dis Colon Rectum ###;##(#) #<DATUM> Bharucha AE, Rao SS <PERSOON> update on anorectal disorders for gastroenterologists Gastroenterology ###;###(#) ### e# doi <DATUM> j gastro ##<DATUM> ### <PERSOON> HK How to Perform and Interpret Balloon Expulsion Test <PERSOON> JS, Hwang YH, Salum MR, et al Outcome and management of patients with large rectoanal intussusception <PERSOON> tibial nerve stimulation for slow transit constipation a pilot study <PERSOON> C, et al Impact of slow transit constipation on the outcome of laparoscopic ventral rectopexy for obstructed defaecation associated with high grade internal rectal prolapse <PERSOON> M, et al In patients with rectoceles and obstructed defecation syndrome, surgery should be the option of last resort Surgery (United States) ###;###(#) ###-## <PERSOON> JS, et al Biofeedback therapy for rectal intussusception Tech Coloproctol ###;##(#) <DATUM> discussion <DATUM> <PERSOON> B, <PERSOON-##> GP, et al <PERSOON-##> of a differential suction electrode for improved intravaginal recordings of pelvic floor muscle activity reliability and motion artifact assessment Neurourol Urodyn ###;##(#) ### doi <DATUM> nau ### <PERSOON-##> <PATIENTNUMMER># Rao SC Current and Emerging Treatment Options for Fecal Incontinence Clinical review <PERSOON-##> AN, et al Rectosigmoid Localization of <PERSOON-##> Not Correlate with Prolonged Balloon Expulsion in Chronic Constipation Results from a <PERSOON-##> ###;###(#) ###-## doi <DATUM> ajg ##<DATUM> Epub ### <PERSOON-##> ## <PERSOON-##> GP, Dudding TC, Nicholls RJ, et al Bilateral transcutaneous posterior tibial nerve stimulation for the Van <PERSOON-##> CG, Southwell BR Neuromodulation for constipation sacral and transcutaneous stimulation <PERSOON-##> Pract Res Clin Gastroenterol ###;##(#) ###-## doi <DATUM> j bpg ##<DATUM-##> ### <PERSOON-##> EP Epidemiology and management of chronic constipation in elderly patients Clin Interv Aging ###;<DATUM-##> ## doi ## ###/CIA S### eCollection ### <PERSOON-##> TW, et al Reliability and differentiation of pelvic floor muscle electromyography measurements in healthy volunteers using a new device the Multiple Array Probe Leiden (MAPLe) Neurourol Urodyn ###;##(#) ##<DATUM-##> doi <DATUM> nau ###.
689
nvmdl
Development of a differential suction electrode for improved intravaginal recordings of pelvic floor muscle activity reliability and motion artifact assessment Neurourol Urodyn ###;##(#) ### doi <DATUM> nau ### <PERSOON> <PATIENTNUMMER># Rao SC Current and Emerging Treatment Options for Fecal Incontinence Clinical review <PERSOON> AN, et al Rectosigmoid Localization of <PERSOON> Not Correlate with Prolonged Balloon Expulsion in Chronic Constipation Results from a <PERSOON> ###;###(#) ###-## doi <DATUM> ajg ##<DATUM> Epub ### <PERSOON> ## <PERSOON> GP, Dudding TC, Nicholls RJ, et al Bilateral transcutaneous posterior tibial nerve stimulation for the Van <PERSOON> CG, Southwell BR Neuromodulation for constipation sacral and transcutaneous stimulation <PERSOON> Pract Res Clin Gastroenterol ###;##(#) ###-## doi <DATUM> j bpg ##<DATUM> ### <PERSOON> EP Epidemiology and management of chronic constipation in elderly patients Clin Interv Aging ###;<DATUM> ## doi ## ###/CIA S### eCollection ### <PERSOON-##> TW, et al Reliability and differentiation of pelvic floor muscle electromyography measurements in healthy volunteers using a new device the Multiple Array Probe Leiden (MAPLe) Neurourol Urodyn ###;##(#) ##<DATUM> doi <DATUM> nau ### Evidence table for intervention studies (randomized controlled trials and non-randomized observational studies [cohort studies, case-control studies, case series])# were not OR of needing operation, corrected for internal intussussectpion (##%CI) that all Cumulative ODS-score in patients managed with biofeedback and medical <PERSOON-##> ## constipated patients who self-discharged attended a median of # (#–##) sessions; these patients had a ##% (# patients) success rate Eleven patients who completed the prescribed course of biofeedback to the satisfaction of the <PERSOON-##> number of patients who experienced incomplete evacuation patients were considered as having complete resolution of constipation if they passed three or more spontaneous bowel movements per week without the aid of cathartics or digitation Partial improvement was defined as the passage of fewer than three spontaneous bowel movements per week with a reduced dependence on assistance Patients who had no improvement in either of these Patients with constipation lasting less than nine years had a ##% success rate versus ##% in patients who were constipated more than # years <PERSOON-##> success of treatment for constipation was not significantly related to age (mean age, #<DATUM> years for success versus #<DATUM> years for failure; p(# #), gender (male patients, ##% for success versus ##% for failure; p=# ##), or the number of sessions of biofeedback therapy (mean, <DATUM> sessions of biofeedback therapy for Complete success was defined as a fecal incontinence score of # (#=perfect Scoring System) Partial success was noted if the incontinence score decreased to # or less after biofeedback therapy.
700
nvmdl
intervention studies (randomized controlled trials and non-randomized observational studies [cohort studies, case-control studies, case series])# were not OR of needing operation, corrected for internal intussussectpion (##%CI) that all Cumulative ODS-score in patients managed with biofeedback and medical <PERSOON> ## constipated patients who self-discharged attended a median of # (#–##) sessions; these patients had a ##% (# patients) success rate Eleven patients who completed the prescribed course of biofeedback to the satisfaction of the <PERSOON> number of patients who experienced incomplete evacuation patients were considered as having complete resolution of constipation if they passed three or more spontaneous bowel movements per week without the aid of cathartics or digitation Partial improvement was defined as the passage of fewer than three spontaneous bowel movements per week with a reduced dependence on assistance Patients who had no improvement in either of these Patients with constipation lasting less than nine years had a ##% success rate versus ##% in patients who were constipated more than # years <PERSOON> success of treatment for constipation was not significantly related to age (mean age, #<DATUM> years for success versus #<DATUM> years for failure; p(# #), gender (male patients, ##% for success versus ##% for failure; p=# ##), or the number of sessions of biofeedback therapy (mean, <DATUM> sessions of biofeedback therapy for Complete success was defined as a fecal incontinence score of # (#=perfect Scoring System) Partial success was noted if the incontinence score decreased to # or less after biofeedback therapy score more than # after biofeedback therapy were rated as failures of treatment # patients (##%) were completely continent following biofeedback, <PERSOON> success of treatment was not significantly related to age (p=# ##), gender (p=# #), duration of symptoms (p=# ##), or the number of biofeedback sessions Prognostic balance between treatment groups is usually guaranteed in randomized studies, but non-randomized (observational) studies require matching of patients between treatment groups (case-control studies) or multivariate adjustment for prognostic factors (confounders) (cohort studies); the evidence table should contain sufficient details on Provide data per treatment group on the most important prognostic factors [(potential) confounders] For case-control studies, provide sufficient detail on the procedure used to match cases and controls For cohort studies, provide sufficient detail on the (multivariate) analyses used to adjust for (potential) confounders Risk of bias table for intervention studies (observational non-randomized clinical trials, cohort and case-control studies) Bias due to a non-representative or ill- Bias due to insufficiently long, or incomplete Bias due to ill-defined or Bias due to inadequate adjustment follow-up, or differences in follow-up inadequately measured outcome for all important prognostic Unlikely, elaborate diagnosis to include Unclear, no data reported about number of Unclear Not described whether Unlikely, multivariate analysis for loss to follow-up Follow-up time was limited outcome assessors were blinded several prognostic factors Likely, although diagnosis was based on Unclear, no data reported about follow-up Unclear, no information about Likely, no adjustment for prognostic Unclear, no reasons for loss to follow-up Unclear, no information about Likely,.
673
nvmdl
# after biofeedback therapy were rated as failures of treatment # patients (##%) were completely continent following biofeedback, <PERSOON> success of treatment was not significantly related to age (p=# ##), gender (p=# #), duration of symptoms (p=# ##), or the number of biofeedback sessions Prognostic balance between treatment groups is usually guaranteed in randomized studies, but non-randomized (observational) studies require matching of patients between treatment groups (case-control studies) or multivariate adjustment for prognostic factors (confounders) (cohort studies); the evidence table should contain sufficient details on Provide data per treatment group on the most important prognostic factors [(potential) confounders] For case-control studies, provide sufficient detail on the procedure used to match cases and controls For cohort studies, provide sufficient detail on the (multivariate) analyses used to adjust for (potential) confounders Risk of bias table for intervention studies (observational non-randomized clinical trials, cohort and case-control studies) Bias due to a non-representative or ill- Bias due to insufficiently long, or incomplete Bias due to ill-defined or Bias due to inadequate adjustment follow-up, or differences in follow-up inadequately measured outcome for all important prognostic Unlikely, elaborate diagnosis to include Unclear, no data reported about number of Unclear Not described whether Unlikely, multivariate analysis for loss to follow-up Follow-up time was limited outcome assessors were blinded several prognostic factors Likely, although diagnosis was based on Unclear, no data reported about follow-up Unclear, no information about Likely, no adjustment for prognostic Unclear, no reasons for loss to follow-up Unclear, no information about Likely, a) case-control study under- or over-matching in case-control studies; b) cohort study selection of exposed and Bias is likely if the percentage of patients lost to follow-up is large; or differs between treatment groups; or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups; or length of follow-up differs between treatment groups or is too short <PERSOON> risk of bias is unclear if the number of patients lost to follow-up; or the reasons why, are not reported Flawed measurement, or differences in measurement of outcome in treatment and control group; bias may also result from a lack of blinding of those assessing outcomes (detection or information bias) If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary If a study has soft (subjective) outcome measures, like the assessment of an X-ray, blinding of outcome assessment is necessary Failure to adequately measure all known prognostic factors and/or failure to adequately adjust for these factors in multivariate statistical analysis (weight adj# reduc*) ab,ti OR exp Diet/OR diet* ab,ti OR exp Dietary Fiber/ OR Pelvic (exp clinical trial/ or randomized controlled trial/ or exp clinical trials as topic/ or phase iii or clinical trial, phase iv or controlled clinical trial or randomized controlled AND ([dutch]/lim OR [english]/lim) AND [embase]/lim AND [###-###]/py NOT bestaan uit enerzijds OD en anderzijds fecale incontinentie (FI) Vaak is er sprake van een combinatie van OD en FI (ongeveer in ##%).
660
nvmdl
study under- or over-matching in case-control studies; b) cohort study selection of exposed and Bias is likely if the percentage of patients lost to follow-up is large; or differs between treatment groups; or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups; or length of follow-up differs between treatment groups or is too short <PERSOON> risk of bias is unclear if the number of patients lost to follow-up; or the reasons why, are not reported Flawed measurement, or differences in measurement of outcome in treatment and control group; bias may also result from a lack of blinding of those assessing outcomes (detection or information bias) If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary If a study has soft (subjective) outcome measures, like the assessment of an X-ray, blinding of outcome assessment is necessary Failure to adequately measure all known prognostic factors and/or failure to adequately adjust for these factors in multivariate statistical analysis (weight adj# reduc*) ab,ti OR exp Diet/OR diet* ab,ti OR exp Dietary Fiber/ OR Pelvic (exp clinical trial/ or randomized controlled trial/ or exp clinical trials as topic/ or phase iii or clinical trial, phase iv or controlled clinical trial or randomized controlled AND ([dutch]/lim OR [english]/lim) AND [embase]/lim AND [###-###]/py NOT bestaan uit enerzijds OD en anderzijds fecale incontinentie (FI) Vaak is er sprake van een combinatie van OD en FI (ongeveer in ##%) In deze module wordt uitgezocht welke conservatieve therapie zoals beschreven het meest effectief is voor de behandeling van FI bij patiënten met interne rectum prolaps leefstijlinterventies) ten opzichte van elkaar of nietsdoen/ een placebo interventie bij patiënten met interne rectum prolaps op de functionele klachten, pijn en functionele klachten, functionele uitkomsten, kwaliteit van leven, fecale incontinentie, soiling, obstipatie, verlies van flatus/urgency voor defecatie/ en De werkgroep achtte een verbetering van klachten aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst over incontinentia alvi (bij voorkeur de FISI) en aan de hand van een kwaliteit-van-leven-vragenlijst (bij voorkeur de FIQL) voor de besluitvorming Twee studies zijn opgenomen in de literatuuranalyse De evidence-tabel hiervan en waarbij de interventie een operatietechniek betrof Twee studies voldeden aan de In de retrospectieve case-serie van Hwang (###) ondergingen patiënten met rectale eerder te stoppen met de biofeedbacksessies (mediaan # sessies met een range van # tot ##) Elf patiënten maakten de sessies af die en werden voorgeschreven (mediaan # sessies met een range van # tot ##) In de incontinentiegroep waren er drie patiënten die niet alle sessies afmaakten en vier die dat wel deden (zes sessies ±#,#) Groep III bestond uit tien patiënten die een operatie ondergingen (sigmoid colectomy met rectopexy, vijf van de tien patiënten) De gemiddelde leeftijd was ##,<LEEFTIJD> jaar (range van ## tot <LEEFTIJD> jaar) en twee van de ## patiënten was man De follow-up was gemiddeld ## maanden met een range van ## tot ### maanden met een p-waarde van (#,##(significant).
665
nvmdl
therapie zoals beschreven het meest effectief is voor de behandeling van FI bij patiënten met interne rectum prolaps leefstijlinterventies) ten opzichte van elkaar of nietsdoen/ een placebo interventie bij patiënten met interne rectum prolaps op de functionele klachten, pijn en functionele klachten, functionele uitkomsten, kwaliteit van leven, fecale incontinentie, soiling, obstipatie, verlies van flatus/urgency voor defecatie/ en De werkgroep achtte een verbetering van klachten aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst over incontinentia alvi (bij voorkeur de FISI) en aan de hand van een kwaliteit-van-leven-vragenlijst (bij voorkeur de FIQL) voor de besluitvorming Twee studies zijn opgenomen in de literatuuranalyse De evidence-tabel hiervan en waarbij de interventie een operatietechniek betrof Twee studies voldeden aan de In de retrospectieve case-serie van Hwang (###) ondergingen patiënten met rectale eerder te stoppen met de biofeedbacksessies (mediaan # sessies met een range van # tot ##) Elf patiënten maakten de sessies af die en werden voorgeschreven (mediaan # sessies met een range van # tot ##) In de incontinentiegroep waren er drie patiënten die niet alle sessies afmaakten en vier die dat wel deden (zes sessies ±#,#) Groep III bestond uit tien patiënten die een operatie ondergingen (sigmoid colectomy met rectopexy, vijf van de tien patiënten) De gemiddelde leeftijd was ##,<LEEFTIJD> jaar (range van ## tot <LEEFTIJD> jaar) en twee van de ## patiënten was man De follow-up was gemiddeld ## maanden met een range van ## tot ### maanden met een p-waarde van (#,##(significant) biofeedbacktraining met een p-waarde van (#,### (significant) Incomplete leging van de darmen had, kwam voor bij ## patiënten (##%) voor de therapie en bij negen patiënten na de therapie (##%) met een p-waarde van (#,## (significant) Voor meer details kunt u biofeedback-sessies (score van # op de Cleveland Clinical Florida Incontinence Scoring System, CCFISS) Twee patiënten hadden gedeeltelijke verbetering met een score van ≤# op de CCFISS en drie patiënten hadden geen verbetering, met een score hoger dan # ± #,# in groep II (n=#) versus #,# ± #,# in groep I (n=#) en #,# ± #,# in groep III (n=#) (niet Bij de patiënten met obstipatie-klachten was er een afname te zien in het aantal keren per week dat patiënten hulpmiddelen nodig hadden bij de stoelgang groep II had een geeft van fecale incontinentie klachten in patiënten gediagnosticeerd met gekeken van de conservatieve therapie voor FI op basis van IRP Er is echter wel redelijk wat literatuur bekend over conservatieve behandeling van FI in het algemeen FI kan passieve FI patiënt heeft ongewild verlies van ontlasting zonder dat patiënt hier aandrang voor heeft gehad Vaak merkt een patiënt achteraf pas dat hij ontlasting urge FI patiënt kan de ontlasting na het krijgen van aandrang niet lang genoeg ophouden voor een toiletbezoek Of patiënten urge faecaal incontinent zijn is vaak situatie afhankelijk Zo kunnen sommige patiënten thuis prima op tijd het toilet halen maar kan winkelen (waar niet altijd direct een toilet nabij is) een probleem.
682
nvmdl
van (#,### (significant) Incomplete leging van de darmen had, kwam voor bij ## patiënten (##%) voor de therapie en bij negen patiënten na de therapie (##%) met een p-waarde van (#,## (significant) Voor meer details kunt u biofeedback-sessies (score van # op de Cleveland Clinical Florida Incontinence Scoring System, CCFISS) Twee patiënten hadden gedeeltelijke verbetering met een score van ≤# op de CCFISS en drie patiënten hadden geen verbetering, met een score hoger dan # ± #,# in groep II (n=#) versus #,# ± #,# in groep I (n=#) en #,# ± #,# in groep III (n=#) (niet Bij de patiënten met obstipatie-klachten was er een afname te zien in het aantal keren per week dat patiënten hulpmiddelen nodig hadden bij de stoelgang groep II had een geeft van fecale incontinentie klachten in patiënten gediagnosticeerd met gekeken van de conservatieve therapie voor FI op basis van IRP Er is echter wel redelijk wat literatuur bekend over conservatieve behandeling van FI in het algemeen FI kan passieve FI patiënt heeft ongewild verlies van ontlasting zonder dat patiënt hier aandrang voor heeft gehad Vaak merkt een patiënt achteraf pas dat hij ontlasting urge FI patiënt kan de ontlasting na het krijgen van aandrang niet lang genoeg ophouden voor een toiletbezoek Of patiënten urge faecaal incontinent zijn is vaak situatie afhankelijk Zo kunnen sommige patiënten thuis prima op tijd het toilet halen maar kan winkelen (waar niet altijd direct een toilet nabij is) een probleem waarschijnlijk beïnvloeding van de recto anale inhibitory reflex (RAIR)) maar andere Zo kan er een defect zijn op sfincter niveau (na bijvoorbeeld een gecompliceerde bevalling of na anale chirurgie) De consistentie van de ontlasting is een belangrijke factor (patiënten met waterdunne ontlasting kunnen de ontlasting veel moeilijker ophouden) De conservatieve behandeling bestaat uit het beïnvloeden van één of meerdere van deze Als dit onvoldoende werkt kan het verwijderen van het probleem (de ontlasting) erg effectief zijn en dit wordt met retrograde darmspoelingen bereikt Omdat de oorzaak van FI vaak multifactorieel is en de aangetoonde IRP maar één van de factoren is, zal de conservatieve behandelingen, zoals beschreven in de literatuur voor deze patiëntenpopulatie waarschijnlijk niet wezenlijk anders zijn Naast de beschikbare literatuur wordt gebruik gemaakt van de klinische ervaring binnen de werkgroep van deze Leefstijladviezen worden in verschillende onderzoeken genoemd en zijn gericht op goede vocht- en vezelintake (###-### cc vocht inname en )## mg vezels) en beweging Er zijn aanwijzingen dat dieetadviezen zoals het beperken van cafeïne houdende dranken, citrusvruchten, gekruid voedsel en alcohol kan helpen om diarree of dunne ontlasting te voorkomen (Rao, ###) Specifiek voor patiënten met FI door IRP wordt geadviseerd zwaar tillen te vermijden om een theoretische progressie van de prolaps met daarbij Het gebruik van bulkvormers (zie tabel <DATUM> kan zeer effectief zijn In tegenstelling tot wat gedacht wordt zijn bulkvormers niet alleen in staat de ontlasting soepel te krijgen als er sprake is van harde ontlasting maar andersom kunnen bulkvormers dunne ontlasting vaak.
645
nvmdl
van de recto anale inhibitory reflex (RAIR)) maar andere Zo kan er een defect zijn op sfincter niveau (na bijvoorbeeld een gecompliceerde bevalling of na anale chirurgie) De consistentie van de ontlasting is een belangrijke factor (patiënten met waterdunne ontlasting kunnen de ontlasting veel moeilijker ophouden) De conservatieve behandeling bestaat uit het beïnvloeden van één of meerdere van deze Als dit onvoldoende werkt kan het verwijderen van het probleem (de ontlasting) erg effectief zijn en dit wordt met retrograde darmspoelingen bereikt Omdat de oorzaak van FI vaak multifactorieel is en de aangetoonde IRP maar één van de factoren is, zal de conservatieve behandelingen, zoals beschreven in de literatuur voor deze patiëntenpopulatie waarschijnlijk niet wezenlijk anders zijn Naast de beschikbare literatuur wordt gebruik gemaakt van de klinische ervaring binnen de werkgroep van deze Leefstijladviezen worden in verschillende onderzoeken genoemd en zijn gericht op goede vocht- en vezelintake (###-### cc vocht inname en )## mg vezels) en beweging Er zijn aanwijzingen dat dieetadviezen zoals het beperken van cafeïne houdende dranken, citrusvruchten, gekruid voedsel en alcohol kan helpen om diarree of dunne ontlasting te voorkomen (Rao, ###) Specifiek voor patiënten met FI door IRP wordt geadviseerd zwaar tillen te vermijden om een theoretische progressie van de prolaps met daarbij Het gebruik van bulkvormers (zie tabel <DATUM> kan zeer effectief zijn In tegenstelling tot wat gedacht wordt zijn bulkvormers niet alleen in staat de ontlasting soepel te krijgen als er sprake is van harde ontlasting maar andersom kunnen bulkvormers dunne ontlasting vaak In combinatie met loperamide (zie de volgende paragraaf) kan vaak een optimale Met loperamide wordt de darmperistaltiek geremd en is het colon in staat meer vocht uit de ontlasting te onttrekken In combinatie met bulkvormers kan hierdoor de consistentie ontlasting beïnvloed worden zodat de ontlasting vaster is en beter opgehouden kan worden (Sze, ###) Loperamide is als tablet, capsule of in siroop vorm beschikbaar Omdat een lage dosering vaak al volstaat adviseert de werkgroep loperamide siroop voor te schrijven (#,# mg/ml), # tot# daags #,#- #ml (=# tot #-daags #,# tot # mg) Het voordeel van loperamide siroop is dat het goed titreerbaar is en dat een hele lage dosering (#,# mg) vaak al voldoende kan zijn Bij evident dunne ontlasting kunnen tabletten (van vaak # of Amitriptyline is een Tricyclisch antidepressivum (TCA) met sterk sedatieve en sterk anticholinerge en antihistaminerge werking Het is een medicijn toegepast voor klachten van depressie, enuresis nocturna, (diabetische neuropathie en neuropathische pijn) [ref, constiperende werking) kan Amitriptyline kan echter ook (als off-label medicijn) toegepast worden om de FI te onderdrukken In de literatuur is dit ook beschreven en effectief placebogecontroleerde variabele dosering studies ontbreken echter Volgens de werkgroep lijkt het met name van toegevoegde waarde te zijn bij urge type FI Omdat het een medicijn is met bijwerkingen (met name sufheid/slaperigheid) wordt een lage dosering geadviseerd #dd ##-## mg ante noctum voor te schrijven Vanzelfsprekend dient een voorschrijvend specialist zich bekend te maken met (andere) bijwerkingen en.
621
nvmdl
In combinatie met loperamide (zie de volgende paragraaf) kan vaak een optimale Met loperamide wordt de darmperistaltiek geremd en is het colon in staat meer vocht uit de ontlasting te onttrekken In combinatie met bulkvormers kan hierdoor de consistentie ontlasting beïnvloed worden zodat de ontlasting vaster is en beter opgehouden kan worden (Sze, ###) Loperamide is als tablet, capsule of in siroop vorm beschikbaar Omdat een lage dosering vaak al volstaat adviseert de werkgroep loperamide siroop voor te schrijven (#,# mg/ml), # tot# daags #,#- #ml (=# tot #-daags #,# tot # mg) Het voordeel van loperamide siroop is dat het goed titreerbaar is en dat een hele lage dosering (#,# mg) vaak al voldoende kan zijn Bij evident dunne ontlasting kunnen tabletten (van vaak # of Amitriptyline is een Tricyclisch antidepressivum (TCA) met sterk sedatieve en sterk anticholinerge en antihistaminerge werking Het is een medicijn toegepast voor klachten van depressie, enuresis nocturna, (diabetische neuropathie en neuropathische pijn) [ref, constiperende werking) kan Amitriptyline kan echter ook (als off-label medicijn) toegepast worden om de FI te onderdrukken In de literatuur is dit ook beschreven en effectief placebogecontroleerde variabele dosering studies ontbreken echter Volgens de werkgroep lijkt het met name van toegevoegde waarde te zijn bij urge type FI Omdat het een medicijn is met bijwerkingen (met name sufheid/slaperigheid) wordt een lage dosering geadviseerd #dd ##-## mg ante noctum voor te schrijven Vanzelfsprekend dient een voorschrijvend specialist zich bekend te maken met (andere) bijwerkingen en productinformatie van het geneesmiddel (te raadplegen via de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, (WEBLINK)) Ook kunt u voor alle bekende en/of gemelde (mogelijke) bijwerkingen de website van Bijwerkingencentrum Lareb Omdat bij chirurgen niet altijd bekend is waar bekkenfysiotherapie uit kan bestaat, wordt Wanneer er sprake is van een overactieve bekkenbodem en/of dyssynergie, zullen Bekkenfysiotherapie bestaat naast het geven van adviezen met betrekking tot vocht en vezelintake, het aanleren van een adequaat toiletgedrag (onder andere toilethouding en perstechniek), het reguleren van buikdruk en ademhaling uit een combinatie van en/of ontspannen tijdens de defecatie en bij persen Hoewel biofeedback als separate therapie in de literatuur voorkomt dient deze als onderdeel van de bekkenfysiotherapie bewust te worden van de bekkenbodemspieren Het wordt tevens gebruikt om zeer zwakke spieren te trainen Zodra de spierkracht toeneemt wordt zo snel mogelijk overgegaan op actieve oefentherapie zodat de patiënt dit zelfstandig kan uitvoeren Elektrostimulatie kan ook worden gebruikt om overactieve spieren te helpen ontspannen staat zijn deze ballon gevuld met ## tot ###ml lauwwarm water uit te poepen De werkgroep is van mening dat het aanleren van adequaat toiletgedrag en aanleren adequate opvang van buikdrukverhogende momenten en de toepassing in het ADL positief kan bijdragen aan de behandeling van functionele klachten Het aanleren van de juiste defecatietechniek met behulp van biofeedback kan nog beter inzicht geven voor de Het blijkt dat het gebruik van anale biofeedback of elektrostimulatie betere effecten heeft dan spierfunctietraining alleen bij patiënten met fecale incontinentie (Rao, ###).
603
nvmdl
van het geneesmiddel (te raadplegen via de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, (WEBLINK)) Ook kunt u voor alle bekende en/of gemelde (mogelijke) bijwerkingen de website van Bijwerkingencentrum Lareb Omdat bij chirurgen niet altijd bekend is waar bekkenfysiotherapie uit kan bestaat, wordt Wanneer er sprake is van een overactieve bekkenbodem en/of dyssynergie, zullen Bekkenfysiotherapie bestaat naast het geven van adviezen met betrekking tot vocht en vezelintake, het aanleren van een adequaat toiletgedrag (onder andere toilethouding en perstechniek), het reguleren van buikdruk en ademhaling uit een combinatie van en/of ontspannen tijdens de defecatie en bij persen Hoewel biofeedback als separate therapie in de literatuur voorkomt dient deze als onderdeel van de bekkenfysiotherapie bewust te worden van de bekkenbodemspieren Het wordt tevens gebruikt om zeer zwakke spieren te trainen Zodra de spierkracht toeneemt wordt zo snel mogelijk overgegaan op actieve oefentherapie zodat de patiënt dit zelfstandig kan uitvoeren Elektrostimulatie kan ook worden gebruikt om overactieve spieren te helpen ontspannen staat zijn deze ballon gevuld met ## tot ###ml lauwwarm water uit te poepen De werkgroep is van mening dat het aanleren van adequaat toiletgedrag en aanleren adequate opvang van buikdrukverhogende momenten en de toepassing in het ADL positief kan bijdragen aan de behandeling van functionele klachten Het aanleren van de juiste defecatietechniek met behulp van biofeedback kan nog beter inzicht geven voor de Het blijkt dat het gebruik van anale biofeedback of elektrostimulatie betere effecten heeft dan spierfunctietraining alleen bij patiënten met fecale incontinentie (Rao, ###) Er zijn wel studies waarbij er effect is op korte termijn, waarbij percutaan superieur is aan tegenstelling tot PTNS), goedkoop en heeft geen bijwerkingen De werkgroep is van mening dat TRANS als aanvullende behandeling voor FI kan worden ingezet Uit verschillende studies die de effecten van bekkenfysiotherapie onderzocht hebben is gebleken dat het succes afhangt van de motivatie en therapietrouw van de patiënt (Paddison, ###) Het is dan ook de taak van de bekkenfysiotherapeut om de patiënt hierin te motiveren Ook de wijze waarop de chirurg of andere zorgverlener de mogelijkheid van bekkenfysiotherapie aanreikt zal van invloed zijn Een bekkenfysiotherapeut heeft de tijd om de patiënt voor te lichten en te helpen de oefeningen in te bouwen in het dagelijks leven De coachende rol van de De duur en frequentie van de behandeling is afhankelijk van verschillende factoren, onder andere de awareness van de patiënt, motivatie en coping strategie Gemiddeld zal het behandeltraject drie tot zes maanden duren met een behandelgemiddelde van tien tot twaalfmaal Predictie van succes van de bekkenfysiotherapie is alleen geassocieerd met De werkgroep is van mening dat de combinatie van de verschillende interventies van TRANS) het meest effectief is bij conservatieve behandeling van patiënten met FI Het is per patiënt verschillend welke combinatie het meeste effect zal opleveren Retrograde darmspoelingen kunnen een zinvolle ondersteuning zijn in de behandeling van fecale incontinentie (<PERSOON>, ###) Afhankelijk van de casus is het soms mogelijk # tot # dagen ontlastingsvrij te zijn.
567
nvmdl
zijn wel studies waarbij er effect is op korte termijn, waarbij percutaan superieur is aan tegenstelling tot PTNS), goedkoop en heeft geen bijwerkingen De werkgroep is van mening dat TRANS als aanvullende behandeling voor FI kan worden ingezet Uit verschillende studies die de effecten van bekkenfysiotherapie onderzocht hebben is gebleken dat het succes afhangt van de motivatie en therapietrouw van de patiënt (Paddison, ###) Het is dan ook de taak van de bekkenfysiotherapeut om de patiënt hierin te motiveren Ook de wijze waarop de chirurg of andere zorgverlener de mogelijkheid van bekkenfysiotherapie aanreikt zal van invloed zijn Een bekkenfysiotherapeut heeft de tijd om de patiënt voor te lichten en te helpen de oefeningen in te bouwen in het dagelijks leven De coachende rol van de De duur en frequentie van de behandeling is afhankelijk van verschillende factoren, onder andere de awareness van de patiënt, motivatie en coping strategie Gemiddeld zal het behandeltraject drie tot zes maanden duren met een behandelgemiddelde van tien tot twaalfmaal Predictie van succes van de bekkenfysiotherapie is alleen geassocieerd met De werkgroep is van mening dat de combinatie van de verschillende interventies van TRANS) het meest effectief is bij conservatieve behandeling van patiënten met FI Het is per patiënt verschillend welke combinatie het meeste effect zal opleveren Retrograde darmspoelingen kunnen een zinvolle ondersteuning zijn in de behandeling van fecale incontinentie (<PERSOON>, ###) Afhankelijk van de casus is het soms mogelijk # tot # dagen ontlastingsvrij te zijn voor het spoelen niet meer durfde uit angst voor ongelukken Het is een behandeling waar patiënten soms een enorme verbetering van kwaliteit door krijgen Niet elke patiënt ziet het zitten om een dergelijke behandeling zelf (vaak dagelijks) te moeten uitvoeren en ervaart dit als zeer belastend Een goede begeleiding (van meestal een continentie verpleegkundige) lijkt essentieel omdat het vaak enige tijd vergt voordat een patiënt de techniek van het spoelen onder de knie heeft gekregen De werkgroep adviseert elke patiënt met FI bij IRP eerst retrograde darmspoelingen te ondergaan en dit na twee maanden te evalueren alvorens tot een operatieve correctie van de IRP over te gaan Naast de ervaring van de werkgroep dat patiënten die aanvankelijk niet enthousiast waren over de behandeling, enthousiast kunnen worden na het ervaren van het effect van de spoelingen, zegt het iets over de motivatie van de patiënt zelf iets te willen doen voor zijn/haar probleem Voor het aanleren van het spoelen is begeleiding nodig van een verpleegkundige en een goede inzet van de patiënt Ten aanzien van de behandeling van fecale incontinentie met anale plugs is weinig bewijs De werkgroep heeft weinig ervaring met de toepassing Anale tampons zijn vrijwel alleen bruikbaar bij verlies van kleine hoeveelheden feces Bij grote hoeveelheden houdt het niet tegen en komt de tampon er met de feces uit In een systematische review <PERSOON> (###) wordt aangegeven dat sommige plugs moeilijk te tolereren zijn door het lichaam.
553
nvmdl
meer durfde uit angst voor ongelukken Het is een behandeling waar patiënten soms een enorme verbetering van kwaliteit door krijgen Niet elke patiënt ziet het zitten om een dergelijke behandeling zelf (vaak dagelijks) te moeten uitvoeren en ervaart dit als zeer belastend Een goede begeleiding (van meestal een continentie verpleegkundige) lijkt essentieel omdat het vaak enige tijd vergt voordat een patiënt de techniek van het spoelen onder de knie heeft gekregen De werkgroep adviseert elke patiënt met FI bij IRP eerst retrograde darmspoelingen te ondergaan en dit na twee maanden te evalueren alvorens tot een operatieve correctie van de IRP over te gaan Naast de ervaring van de werkgroep dat patiënten die aanvankelijk niet enthousiast waren over de behandeling, enthousiast kunnen worden na het ervaren van het effect van de spoelingen, zegt het iets over de motivatie van de patiënt zelf iets te willen doen voor zijn/haar probleem Voor het aanleren van het spoelen is begeleiding nodig van een verpleegkundige en een goede inzet van de patiënt Ten aanzien van de behandeling van fecale incontinentie met anale plugs is weinig bewijs De werkgroep heeft weinig ervaring met de toepassing Anale tampons zijn vrijwel alleen bruikbaar bij verlies van kleine hoeveelheden feces Bij grote hoeveelheden houdt het niet tegen en komt de tampon er met de feces uit In een systematische review <PERSOON> (###) wordt aangegeven dat sommige plugs moeilijk te tolereren zijn door het lichaam Bij een selectieve groep patiënten, bijvoorbeeld patiënten die op grond van leeftijd en/of comorbiditeit niet voor operatie in aanmerking komen, kan de anale plug worden geadviseerd ter verbetering van kwaliteit van leven (patiënten hebben soms baat bij een Samengevat adviseert de werkgroep bij patiënten met klachten van FI met verdenking op IRP in eerste instantie te starten met leefstijladviezen en eventueel bulkvormers met/zonder loperamide (siroop) voor te schrijven Als dit onvoldoende werkt is een verwijzing naar de bekkenfysiotherapeut op zijn plaats Mocht deze maatregelen ook niet afdoende de klachten van FI evident te verminderen dan zal retrograde darmspoelingen <PERSOON> DSY, Saklani A, <PERSOON> PR, et al Rectal irrigation A useful tool in the armamentarium for functional bowel <PERSOON> AC Plugs for containing faecal incontinence Cochrane Database of Systematic Reviews <PERSOON> S, et al Randomized controlled trial of percutaneous versus transcutaneous posterior tibial nerve stimulation in faecal incontinence British Journal of <PERSOON> with pelvic floor exercises a literature review Nurs Stand ###;##(##) #<DATUM> Review Rao SC Current and Emerging Treatment Options for Fecal Incontinence Clinical review <PERSOON> KM Pelvic floor rehabilitation in the treatment of fecal incontinence Clin Colon Rectal Surg ###;##(#) ### doi <DATUM> s-#<TELEFOONNUMMER> <PERSOON> of methylcellulose and loperamide in managing fecal incontinence.
558
nvmdl
die op grond van leeftijd en/of comorbiditeit niet voor operatie in aanmerking komen, kan de anale plug worden geadviseerd ter verbetering van kwaliteit van leven (patiënten hebben soms baat bij een Samengevat adviseert de werkgroep bij patiënten met klachten van FI met verdenking op IRP in eerste instantie te starten met leefstijladviezen en eventueel bulkvormers met/zonder loperamide (siroop) voor te schrijven Als dit onvoldoende werkt is een verwijzing naar de bekkenfysiotherapeut op zijn plaats Mocht deze maatregelen ook niet afdoende de klachten van FI evident te verminderen dan zal retrograde darmspoelingen <PERSOON> DSY, Saklani A, <PERSOON> PR, et al Rectal irrigation A useful tool in the armamentarium for functional bowel <PERSOON> AC Plugs for containing faecal incontinence Cochrane Database of Systematic Reviews <PERSOON> S, et al Randomized controlled trial of percutaneous versus transcutaneous posterior tibial nerve stimulation in faecal incontinence British Journal of <PERSOON> with pelvic floor exercises a literature review Nurs Stand ###;##(##) #<DATUM> Review Rao SC Current and Emerging Treatment Options for Fecal Incontinence Clinical review <PERSOON> KM Pelvic floor rehabilitation in the treatment of fecal incontinence Clin Colon Rectal Surg ###;##(#) ### doi <DATUM> s-#<TELEFOONNUMMER> <PERSOON> of methylcellulose and loperamide in managing fecal incontinence completed the prescribed course of biofeedback to the satisfaction of the therapist outcome <PERSOON> number of patients who experienced incomplete evacuation sensor EPSpassed three or more spontaneous bowel movements per week without the aid of cathartics or digitation Partial improvement was defined as the passage of fewer than three spontaneous bowel movements per week with a reduced Unclear, no reasons for loss to follow-up Unclear, no information about Likely, no adjustment for prognostic Flawed measurement, or differences in measurement of outcome in treatment and control group; bias may also result from a lack of blinding of those assessing outcomes (detection or information bias) If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary If a study has soft (subjective) outcome measures, like the assessment of an X-ray, blinding of outcome assessment is necessary Patiënten die zich presenteren met een externe rectumprolaps hebben vaak los van het feit dat een dergelijke prolaps beschamend is voor de patiënt, klachten van pijn en bloedverlies Daarnaast is bekend dat met name klachten van FI in toenemende mate irreversibel kunnen zijn naarmate er langer gewacht wordt alvorens operatief in te grijpen (Cunin, ###) Om die reden zal er in het algemeen dikwijls overwogen worden deze patiënt een operatieve behandeling aan te bieden omdat een succesvolle conservatieve behandeling niet bestaat Bestaan er bij patiënten met een externe rectumprolaps contraindicaties en wat zijn de overwegingen daarbij? In het geval van een interne rectumprolaps moet de behandelend chirurg er zich van.
567
nvmdl
course of biofeedback to the satisfaction of the therapist outcome <PERSOON> number of patients who experienced incomplete evacuation sensor EPSpassed three or more spontaneous bowel movements per week without the aid of cathartics or digitation Partial improvement was defined as the passage of fewer than three spontaneous bowel movements per week with a reduced Unclear, no reasons for loss to follow-up Unclear, no information about Likely, no adjustment for prognostic Flawed measurement, or differences in measurement of outcome in treatment and control group; bias may also result from a lack of blinding of those assessing outcomes (detection or information bias) If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary If a study has soft (subjective) outcome measures, like the assessment of an X-ray, blinding of outcome assessment is necessary Patiënten die zich presenteren met een externe rectumprolaps hebben vaak los van het feit dat een dergelijke prolaps beschamend is voor de patiënt, klachten van pijn en bloedverlies Daarnaast is bekend dat met name klachten van FI in toenemende mate irreversibel kunnen zijn naarmate er langer gewacht wordt alvorens operatief in te grijpen (Cunin, ###) Om die reden zal er in het algemeen dikwijls overwogen worden deze patiënt een operatieve behandeling aan te bieden omdat een succesvolle conservatieve behandeling niet bestaat Bestaan er bij patiënten met een externe rectumprolaps contraindicaties en wat zijn de overwegingen daarbij? In het geval van een interne rectumprolaps moet de behandelend chirurg er zich van moeten worden afgewogen tegen de kans op introductie van morbiditeit (complicaties) en wellicht ook introductie van mortaliteit Deze afweging is soms erg lastig te maken omdat het vaak appels met peren vergelijken is Vragen die gesteld mogen worden zijn wat wordt beschouwd als een indicatie tot operatief ingrijpen? Welke conservatieve therapeutische maatregelen moeten eerst overwogen of zelfs geprobeerd zijn? Zijn er Deze uitgangsvraag zal beantwoord worden als expert opinion Binnen de richtlijn rectumprolaps zijn er een aantal uitgangsvragen niet goed met de GRADE-systematiek uit te zoeken Dat de uitgangsvraag niet goed uit te zoeken is, is aan de hand van een systematische zoekactie bevestigd Omdat de commissie van mening is dat deze uitgangsvragen een wezenlijk onderdeel vormen is besloten dat deze uitgangsvragen te beantwoorden als expert opinion De commissieleden hebben na het bespreken en bediscussiëren van de uitgangsvragen een expert opinion geformuleerd Patiënten met een ERP die een spinale dan wel algehele anesthesie aan kunnen, komen in aanmerking voor een chirurgische interventie Patiënten vanaf adolescente leeftijd Symptomatische hooggradige interne rectum prolaps (Oxford Grade # of #=rectoanale intusscusceptie) waarbij conservatieve therapie niet succesvol is gebleken, kunnen in aanmerking komen geopereerd te worden Er zijn klachten van OD en/of FI aanwezig die evident effect hebben op de vermindering van kwaliteit van leven Pijn alleen, zonder functionele klachten, is geen indicatie Symptomatic solitary rectal ulcer bij aanwezigheid van IRP eventueel zonder klachten van OD/FI (pijn kan hierbij wel als enig symptoom aanwezig zijn) waar.
562
nvmdl
afgewogen tegen de kans op introductie van morbiditeit (complicaties) en wellicht ook introductie van mortaliteit Deze afweging is soms erg lastig te maken omdat het vaak appels met peren vergelijken is Vragen die gesteld mogen worden zijn wat wordt beschouwd als een indicatie tot operatief ingrijpen? Welke conservatieve therapeutische maatregelen moeten eerst overwogen of zelfs geprobeerd zijn? Zijn er Deze uitgangsvraag zal beantwoord worden als expert opinion Binnen de richtlijn rectumprolaps zijn er een aantal uitgangsvragen niet goed met de GRADE-systematiek uit te zoeken Dat de uitgangsvraag niet goed uit te zoeken is, is aan de hand van een systematische zoekactie bevestigd Omdat de commissie van mening is dat deze uitgangsvragen een wezenlijk onderdeel vormen is besloten dat deze uitgangsvragen te beantwoorden als expert opinion De commissieleden hebben na het bespreken en bediscussiëren van de uitgangsvragen een expert opinion geformuleerd Patiënten met een ERP die een spinale dan wel algehele anesthesie aan kunnen, komen in aanmerking voor een chirurgische interventie Patiënten vanaf adolescente leeftijd Symptomatische hooggradige interne rectum prolaps (Oxford Grade # of #=rectoanale intusscusceptie) waarbij conservatieve therapie niet succesvol is gebleken, kunnen in aanmerking komen geopereerd te worden Er zijn klachten van OD en/of FI aanwezig die evident effect hebben op de vermindering van kwaliteit van leven Pijn alleen, zonder functionele klachten, is geen indicatie Symptomatic solitary rectal ulcer bij aanwezigheid van IRP eventueel zonder klachten van OD/FI (pijn kan hierbij wel als enig symptoom aanwezig zijn) waar Patiënten met hypermobiliteit, morbide obesitas en excessieve perineal descent hebben volgens de werkgroep een grotere kans op het ontstaan van een recidief Heroperaties in het geval van een recidief moeten worden uitgevoerd in centra gespecialiseerd in Pijn is een veel voorkomende klacht bij een ERP en kan juist een indicatie zijn om te opereren Bij IRP komt pijn ook met enige regelmaat voor De ervaring van de werkgroep leert dat pijn maar zelden goed verholpen wordt na een operatieve ingreep voor IRP en dus niet (als enige klacht) als indicatie tot operatief ingrijpen gezien mag worden (hoofdstuk <DATUM> Hypothetisch zouden patiënten een radiologische aangetoonde IRP weleens van last kunnen hebben van IBS waarbij pijn vaak op de voorgrond staat maar ook klachten kunnen hebben die overlap vertonen met functionele klachten (FI&OD) veroorzaakt door IRP De werkgroep is van mening dat de pijn veroorzaakt door IBS niet of nauwelijks verholpen wordt door de prolaps op te heffen In hoeverre de functionele klachten verholpen worden (aangezien die deels door de IBS en deels door de IRP verklaard kunnen worden) is lastig te voorspellen Het is daarom voor een chirurg belangrijk klachten van IBS te herkennen en zo goed mogelijk te differentiëren met Klachten passend bij IBS zijn Pijn die gerelateerd is aan ten minste twee van de drie pijn in relatie met defecatie (vaak vermindering na het hebben van ontlasting); Bij patiënten met een STC is er vaak ook sprake van buikpijnklachten Vaak worden deze buikpijnklachten in de rechteronderbuik aangegeven.
552
nvmdl
obesitas en excessieve perineal descent hebben volgens de werkgroep een grotere kans op het ontstaan van een recidief Heroperaties in het geval van een recidief moeten worden uitgevoerd in centra gespecialiseerd in Pijn is een veel voorkomende klacht bij een ERP en kan juist een indicatie zijn om te opereren Bij IRP komt pijn ook met enige regelmaat voor De ervaring van de werkgroep leert dat pijn maar zelden goed verholpen wordt na een operatieve ingreep voor IRP en dus niet (als enige klacht) als indicatie tot operatief ingrijpen gezien mag worden (hoofdstuk <DATUM> Hypothetisch zouden patiënten een radiologische aangetoonde IRP weleens van last kunnen hebben van IBS waarbij pijn vaak op de voorgrond staat maar ook klachten kunnen hebben die overlap vertonen met functionele klachten (FI&OD) veroorzaakt door IRP De werkgroep is van mening dat de pijn veroorzaakt door IBS niet of nauwelijks verholpen wordt door de prolaps op te heffen In hoeverre de functionele klachten verholpen worden (aangezien die deels door de IBS en deels door de IRP verklaard kunnen worden) is lastig te voorspellen Het is daarom voor een chirurg belangrijk klachten van IBS te herkennen en zo goed mogelijk te differentiëren met Klachten passend bij IBS zijn Pijn die gerelateerd is aan ten minste twee van de drie pijn in relatie met defecatie (vaak vermindering na het hebben van ontlasting); Bij patiënten met een STC is er vaak ook sprake van buikpijnklachten Vaak worden deze buikpijnklachten in de rechteronderbuik aangegeven een primaire STC verklaard door fecale stasis in het coecum/ rechter hemi-colon Als er sprake is van een combinatie van STC en functionele klachten op basis van een IRP mag verwacht worden dat na een operatieve correctie van de IRP er geen vermindering van Als enige uitzondering op de regel om patiënten met een IRP met pijn als enige symptoom niet te opereren is een solitary rectal ulcer (SRU) Van een SRU wordt aangenomen dat dit door een rectumprolaps veroorzaakt wordt (de prolaps zou een ulceratie/druknecrose van het slijmvlies veroorzaken) en kan als enige klacht pijn geven Indien er sprake is van een IRP en een SRU met endoscopisch onderzoek is aangetoond wordt dat als een indicatie voor operatief ingrijpen gezien (indien conservatieve therapie niet toereikend is Anatomisch zijn er zenuwen die ventraal van het rectum gelegen zijn, dit zijn autonome zenuwen gelegen tussen de prostaat en het rectum Wanneer bij een ventrale rectopexie dit vlak bij mannen vrij gelegd wordt, zullen deze zenuwen zeer goed mogelijk beschadigd kunnen raken Voor menig chirurg is dat een reden geweest terughoudend te zijn om bij mannen een ventrale rectopexie te doen uit angst voor impotentie of retrograde ejaculatie Omdat deze zenuwen maar gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor de autonome innervatie van de prostaat en penis is altijd de vraag geweest of beschadiging van deze zenuwen enig klinisch gevolg zou hebben Onlangs is een onderzoek verschenen (Owais, ###) waarbij ## mannen een ventrale rectopexie hadden ondergaan.
540
nvmdl
STC verklaard door fecale stasis in het coecum/ rechter hemi-colon Als er sprake is van een combinatie van STC en functionele klachten op basis van een IRP mag verwacht worden dat na een operatieve correctie van de IRP er geen vermindering van Als enige uitzondering op de regel om patiënten met een IRP met pijn als enige symptoom niet te opereren is een solitary rectal ulcer (SRU) Van een SRU wordt aangenomen dat dit door een rectumprolaps veroorzaakt wordt (de prolaps zou een ulceratie/druknecrose van het slijmvlies veroorzaken) en kan als enige klacht pijn geven Indien er sprake is van een IRP en een SRU met endoscopisch onderzoek is aangetoond wordt dat als een indicatie voor operatief ingrijpen gezien (indien conservatieve therapie niet toereikend is Anatomisch zijn er zenuwen die ventraal van het rectum gelegen zijn, dit zijn autonome zenuwen gelegen tussen de prostaat en het rectum Wanneer bij een ventrale rectopexie dit vlak bij mannen vrij gelegd wordt, zullen deze zenuwen zeer goed mogelijk beschadigd kunnen raken Voor menig chirurg is dat een reden geweest terughoudend te zijn om bij mannen een ventrale rectopexie te doen uit angst voor impotentie of retrograde ejaculatie Omdat deze zenuwen maar gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor de autonome innervatie van de prostaat en penis is altijd de vraag geweest of beschadiging van deze zenuwen enig klinisch gevolg zou hebben Onlangs is een onderzoek verschenen (Owais, ###) waarbij ## mannen een ventrale rectopexie hadden ondergaan last had van passagiere (drie maanden) retrograde ejaculatie De werkgroep is van menig dat de kans op impotentie/ retrograde ejaculatie als erg laag ingeschat kan worden en ziet de voordelen van een ventrale rectopexie (zie ook hoofdstuk <DATUM> en <DATUM> opwegen tegen de kans op impotentie/ retrograde ejaculatie Bij ernstige (morbide) obese mannen kan het uitvoeren van een ventrale rectopexie technisch erg lastig zijn Mannen hebben een kleiner bekken en bij vetzucht wordt bij mannen het vet met name intra-abdominaal opgeslagen Dit maakt een dissectie van het ventrale vlak tot aan de sphincter ani technisch soms erg lastig te meer omdat er vanwege de anatomie geen tractie op het dissectievlak gegeven kan worden Bij vrouwen is dat wel mogelijk door gebruik te maken van bijvoorbeeld een vaginaal speculum Om die reden wordt (morbide) obesitas bij mannen als een relatieve contra-indicatie gezien voor een (ventrale) rectopexie Zowel colitis ulcerosa (CU) als Morbus Crohn wordt als relatieve contra-indicatie gezien Met name bij een IRP zal men terughoudend moeten zijn met een operatieve ingreep Daarentegen is een ERP dermate invaliderend dat een chirurgisch correctie van de prolaps Bij <PERSOON> is van belang waar de Crohnse activiteit aanwezig is Omdat het een transmurale infectie is dient men terughoudend te zijn als er activiteit van het rectum aanwezig is een operatie uit te voeren In een dergelijk geval valt te verwachten dat de darm kwetsbaarder is en dat daarom er een verhoogde kans bestaat op perforatie.
544
nvmdl
De werkgroep is van menig dat de kans op impotentie/ retrograde ejaculatie als erg laag ingeschat kan worden en ziet de voordelen van een ventrale rectopexie (zie ook hoofdstuk <DATUM> en <DATUM> opwegen tegen de kans op impotentie/ retrograde ejaculatie Bij ernstige (morbide) obese mannen kan het uitvoeren van een ventrale rectopexie technisch erg lastig zijn Mannen hebben een kleiner bekken en bij vetzucht wordt bij mannen het vet met name intra-abdominaal opgeslagen Dit maakt een dissectie van het ventrale vlak tot aan de sphincter ani technisch soms erg lastig te meer omdat er vanwege de anatomie geen tractie op het dissectievlak gegeven kan worden Bij vrouwen is dat wel mogelijk door gebruik te maken van bijvoorbeeld een vaginaal speculum Om die reden wordt (morbide) obesitas bij mannen als een relatieve contra-indicatie gezien voor een (ventrale) rectopexie Zowel colitis ulcerosa (CU) als Morbus Crohn wordt als relatieve contra-indicatie gezien Met name bij een IRP zal men terughoudend moeten zijn met een operatieve ingreep Daarentegen is een ERP dermate invaliderend dat een chirurgisch correctie van de prolaps Bij <PERSOON> is van belang waar de Crohnse activiteit aanwezig is Omdat het een transmurale infectie is dient men terughoudend te zijn als er activiteit van het rectum aanwezig is een operatie uit te voeren In een dergelijk geval valt te verwachten dat de darm kwetsbaarder is en dat daarom er een verhoogde kans bestaat op perforatie het fixeren van het rectum door middel van een mat gecontra-indiceerd zijn Omdat er mogelijk in de toekomst het rectum resectie moet plaatsvinden en bijvoorbeeld een ileorectale anastomosis aangelegd moet worden is daarnaast bij <PERSOON> terughoudendheid met transperineale procedures op zijn plaats Indien er sprake is van perianale fisteling lijkt met name een perineale ingreep gepaard te gaan met een verhoogde kans op Bij CU, waarbij de ontsteking op mucosaal niveau gelegen is, en vaak het rectum aangedaan is, is een perineale benadering onverstandig Ook bestaat hier de kans dat op termijn er een proctocolectomie en pouch moet worden aangelegd De kans op de te verwachten complicaties lijkt bij een transabdominale ingreep (lees rectopexie) minder te zijn De beslissing wel of niet te opereren zal besproken moeten worden met de behandelend MDL-arts tijdens het multidisciplinair overleg Een actieve proctitis wordt als Indien zowel een perineale benadering als een rectopexie met mat gecontra-indiceerd lijken kan een suture rectopexie als compromis overwogen worden (lees verder in Voor overwegingen met betrekking tot psychische instabiliteit verwijzen wij naar <PERSOON> V, et al No surgery for full-thickness rectal prolapse what happens with <PERSOON> K, et al Laparoscopic ventral mesh rectopexy in male patients with internal or external rectal prolapse Colorectal Dis ###;##(##) ##<DATUM> doi <DATUM> codi ### PubMed PMID <DATUM> Wat is de optimale chirurgische behandeling van interne rectumprolaps? <DATUM> Wat is de optimale chirurgische behandeling van externe rectumprolaps? #.
561
nvmdl
van een mat gecontra-indiceerd zijn Omdat er mogelijk in de toekomst het rectum resectie moet plaatsvinden en bijvoorbeeld een ileorectale anastomosis aangelegd moet worden is daarnaast bij <PERSOON> terughoudendheid met transperineale procedures op zijn plaats Indien er sprake is van perianale fisteling lijkt met name een perineale ingreep gepaard te gaan met een verhoogde kans op Bij CU, waarbij de ontsteking op mucosaal niveau gelegen is, en vaak het rectum aangedaan is, is een perineale benadering onverstandig Ook bestaat hier de kans dat op termijn er een proctocolectomie en pouch moet worden aangelegd De kans op de te verwachten complicaties lijkt bij een transabdominale ingreep (lees rectopexie) minder te zijn De beslissing wel of niet te opereren zal besproken moeten worden met de behandelend MDL-arts tijdens het multidisciplinair overleg Een actieve proctitis wordt als Indien zowel een perineale benadering als een rectopexie met mat gecontra-indiceerd lijken kan een suture rectopexie als compromis overwogen worden (lees verder in Voor overwegingen met betrekking tot psychische instabiliteit verwijzen wij naar <PERSOON> V, et al No surgery for full-thickness rectal prolapse what happens with <PERSOON> K, et al Laparoscopic ventral mesh rectopexy in male patients with internal or external rectal prolapse Colorectal Dis ###;##(##) ##<DATUM> doi <DATUM> codi ### PubMed PMID <DATUM> Wat is de optimale chirurgische behandeling van interne rectumprolaps? <DATUM> Wat is de optimale chirurgische behandeling van externe rectumprolaps? # te worden bij een laparoscopische ventrale rectopexie? Is er een specifieke indicatie Bij een interne rectumprolaps (IRP) wordt operatief ingrijpen aangeraden vanaf graad # (in combinatie met functionele klachten) Heden ten dage wordt IRP-graad # tot # al dan niet in combinatie met een recto- of enterocele behandeld middels een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) of een stapled transanal rectal resection (STARR), waarvan veel Wat zijn de (on)gunstige effecten van verschillende operatieve benaderingen ter functionele uitkomsten, pijn/dyspareunia, recidief van de prolaps en complicaties inclusief infecties en/of erosie van de mesh, kwaliteit van leven De werkgroep achtte complicaties en recidief een voor de besluitvorming kritieke Voor de modules Chirurgie bij interne rectumprolaps en Chirurgie bij externe rectumprolaps is gebruik gemaakt van de literatuur review uit de module <DATUM> Chirurgische behandeling van een rectumprolaps van de richtlijn Prolaps (Richtlijn Prolaps NVOG, ###) De search van dit hoofdstuk is geüpdatet, de zoekopdracht is herhaald in de databases Medline (OVID) en Embase voor de periode mei ### tot en met <DATUM> gecontroleerde studies naar chirurgie bij interne rectumprolaps De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording In de richtlijn Prolaps zijn vier gecontroleerde studies naar chirurgie bij interne rectumprolaps geïncludeerd; vier nietgecontroleerde studies uit de richtlijn Prolaps zijn niet meegenomen in deze module (zie exclusietabel) De update van de zoekactie voor deze richtlijnmodule leverde ## treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria vergelijkend onderzoek, een studiepopulatie van tenminste ## deelnemers van volwassen leeftijd met.
587
nvmdl
worden bij een laparoscopische ventrale rectopexie? Is er een specifieke indicatie Bij een interne rectumprolaps (IRP) wordt operatief ingrijpen aangeraden vanaf graad # (in combinatie met functionele klachten) Heden ten dage wordt IRP-graad # tot # al dan niet in combinatie met een recto- of enterocele behandeld middels een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) of een stapled transanal rectal resection (STARR), waarvan veel Wat zijn de (on)gunstige effecten van verschillende operatieve benaderingen ter functionele uitkomsten, pijn/dyspareunia, recidief van de prolaps en complicaties inclusief infecties en/of erosie van de mesh, kwaliteit van leven De werkgroep achtte complicaties en recidief een voor de besluitvorming kritieke Voor de modules Chirurgie bij interne rectumprolaps en Chirurgie bij externe rectumprolaps is gebruik gemaakt van de literatuur review uit de module <DATUM> Chirurgische behandeling van een rectumprolaps van de richtlijn Prolaps (Richtlijn Prolaps NVOG, ###) De search van dit hoofdstuk is geüpdatet, de zoekopdracht is herhaald in de databases Medline (OVID) en Embase voor de periode mei ### tot en met <DATUM> gecontroleerde studies naar chirurgie bij interne rectumprolaps De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording In de richtlijn Prolaps zijn vier gecontroleerde studies naar chirurgie bij interne rectumprolaps geïncludeerd; vier nietgecontroleerde studies uit de richtlijn Prolaps zijn niet meegenomen in deze module (zie exclusietabel) De update van de zoekactie voor deze richtlijnmodule leverde ## treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria vergelijkend onderzoek, een studiepopulatie van tenminste ## deelnemers van volwassen leeftijd met Niet vergelijkend onderzoek, of dierstudies zijn geëxcludeerd Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie zes studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens drie studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en drie studies definitief geselecteerd Vier studies uit de richtlijn prolaps voldeden aan de inclusiecriteria van deze module en geïncludeerd In totaal zijn in deze module zeven studies geïncludeerd ter onderbouwing van de Zeven onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse Dit waren zes primaire studies en een systematische review De review (Ramage, ###) beschreef vijf individuele studies Drie van de vijf studies betreffen externe rectum prolaps, één studie is niet van toepassing omdat het niet over interne of externe rectum prolaps gaat De enige studie die wel over IRP gaat is daarom niet als systematisch review, maar apart in de evidence beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u onder het tabblad Onderbouwing In een retrospectieve cohortstudie vergelijkt Young (###) ##-dagen morbiditeit tussen voor rectumprolaps bij ### patiënten (### mannen; #,#%) De exacte IRP en ERP was niet beschreven Op baseline waren de behandelgroepen significant verschillend op een Ohazuruike, ### vergelijkt in een prospectieve cohortstudie twee transanale defecatiesyndroom In de studie zijn ## patiënten geopereerd met de stapled transanal rectal resection (STARR) en twaalf patiënten met de interne Delorme procedure Cleveland- en Altomare ODS-scores zijn bij alle patiënten voor en na de operatie afgenomen De toewijzing van de behandeling (STARR of Internal Delorme) was afhankelijk van conditie van de patiënt.
611
nvmdl
onderzoek, of dierstudies zijn geëxcludeerd Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie zes studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden vervolgens drie studies geëxcludeerd (zie exclusietabel), en drie studies definitief geselecteerd Vier studies uit de richtlijn prolaps voldeden aan de inclusiecriteria van deze module en geïncludeerd In totaal zijn in deze module zeven studies geïncludeerd ter onderbouwing van de Zeven onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse Dit waren zes primaire studies en een systematische review De review (Ramage, ###) beschreef vijf individuele studies Drie van de vijf studies betreffen externe rectum prolaps, één studie is niet van toepassing omdat het niet over interne of externe rectum prolaps gaat De enige studie die wel over IRP gaat is daarom niet als systematisch review, maar apart in de evidence beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u onder het tabblad Onderbouwing In een retrospectieve cohortstudie vergelijkt Young (###) ##-dagen morbiditeit tussen voor rectumprolaps bij ### patiënten (### mannen; #,#%) De exacte IRP en ERP was niet beschreven Op baseline waren de behandelgroepen significant verschillend op een Ohazuruike, ### vergelijkt in een prospectieve cohortstudie twee transanale defecatiesyndroom In de studie zijn ## patiënten geopereerd met de stapled transanal rectal resection (STARR) en twaalf patiënten met de interne Delorme procedure Cleveland- en Altomare ODS-scores zijn bij alle patiënten voor en na de operatie afgenomen De toewijzing van de behandeling (STARR of Internal Delorme) was afhankelijk van conditie van de patiënt In de studie van Mäkelä-Kaikkonen, ### werden ## patiënten met rectum prolaps of intussusceptie (geen functionele klachten gespecificeerd) na een operatie met de Da Vinci robot-techniek (in ###) gematcht met retrospectieve data van patiënten die met de laparoscopische techniek geopereerd waren tussen ### en ### In de interventiegroep (Da Vinci Robot) waren zeven van de ## patiënten met een IRP gediagnosticeerd, in de controlegroep waren dit er zes van de ## In de resultaten werd hier verder niet naar Lehur (###) heeft in een multicenter RCT STARR (n=##) vergeleken met bekkenfysiotherapie (n=##) bij vrouwen met het obstructief defecatie syndroom (ODS) en een IRP en/of rectocele Van de vrouwen die gerandomiseerd waren voor In een RCT (Boccasanta, ###) ondergingen ## vrouwen een STARR (met dubbele PPH stapler) en ## een Countour Transtar (CT) ingreep in verband met IRP en een rectocele Renzi, ### heeft in een RCT STARR met # PPH staplers (n=##) en CT (n=##) met elkaar vergeleken bij patiënten met ODS en IRP en/of rectocele In een cohortonderzoek van Isbert, ### ondergingen vrouwen een double-stapling (met PPH) STARR (n=##) of CT (n=##) vanwege ODS in combinatie met IRP en/of een rectocele De technieken werden ## maanden postoperatief met elkaar vergeleken De ##-dagen morbiditeit in de retrospectieve cohortstudie van Young (###) was onderzocht bij patiënten die zijn geopereerd via een laparoscopische (n=###; ##%), open slechtere lichamelijke conditie (ASA-klasse=#,#) dan patiënten die zijn geopereerd met continue schaal geanalyseerd, terwijl het een ordinale schaal betreft) Alle groepen.
696
nvmdl
van Mäkelä-Kaikkonen, ### werden ## patiënten met rectum prolaps of intussusceptie (geen functionele klachten gespecificeerd) na een operatie met de Da Vinci robot-techniek (in ###) gematcht met retrospectieve data van patiënten die met de laparoscopische techniek geopereerd waren tussen ### en ### In de interventiegroep (Da Vinci Robot) waren zeven van de ## patiënten met een IRP gediagnosticeerd, in de controlegroep waren dit er zes van de ## In de resultaten werd hier verder niet naar Lehur (###) heeft in een multicenter RCT STARR (n=##) vergeleken met bekkenfysiotherapie (n=##) bij vrouwen met het obstructief defecatie syndroom (ODS) en een IRP en/of rectocele Van de vrouwen die gerandomiseerd waren voor In een RCT (Boccasanta, ###) ondergingen ## vrouwen een STARR (met dubbele PPH stapler) en ## een Countour Transtar (CT) ingreep in verband met IRP en een rectocele Renzi, ### heeft in een RCT STARR met # PPH staplers (n=##) en CT (n=##) met elkaar vergeleken bij patiënten met ODS en IRP en/of rectocele In een cohortonderzoek van Isbert, ### ondergingen vrouwen een double-stapling (met PPH) STARR (n=##) of CT (n=##) vanwege ODS in combinatie met IRP en/of een rectocele De technieken werden ## maanden postoperatief met elkaar vergeleken De ##-dagen morbiditeit in de retrospectieve cohortstudie van Young (###) was onderzocht bij patiënten die zijn geopereerd via een laparoscopische (n=###; ##%), open slechtere lichamelijke conditie (ASA-klasse=#,#) dan patiënten die zijn geopereerd met continue schaal geanalyseerd, terwijl het een ordinale schaal betreft) Alle groepen De univariate analyse laat zien dat de ##-dagen morbiditeit van patiënten behandeld via een open benadering (morbiditeit=##,#%) significant hoger ligt dan onder patiënten behandeld met een laparoscopische (#,#%) of perineale benadering (#,#%; p(#,##) Ook de multivariate regressieanalyse laat zien dat de ##-dagen morbiditeit na open benadering (open rectopexie en open resectie/rectopexie) significant hoger is dan patiënten behandeld met een perineale benadering (OR #,##; ##% BI #,## tot #,##; p(#,##) In deze multivariate analyse is gecorrigeerd voorleeftijd, geslacht, functionele status, fysieke functioneren, ASA-score en comorbiditeit) bleef dit resultaat overeind Tevens wordt er een subset analyse gedaan die de perineale benadering vergelijkt met de benadering een significant langere operatieduur heeft (### versus ## minuten, p(#,##) groep (## % LRR versus #,# % PR, p=#,##) Opnameduur en mortaliteit was niet significant In deze studie werd er geen vergelijking gemaakt tussen perineale benadering en De studie van Ohazuruike (###) vergelijkt twee technieken voor transanale chirurgie, de stapled transanal rectal resection (STARR; n=##) en de interne Delorme techniek (n=##), bij ## patiënten met obstructief defecatie syndroom (ODS) Bij alle patiënten is pre- en afgenomen Patiënten waren niet random verdeeld over beide technieken, patiënten met een vermoeden op een verhoogd risico op postoperatieve incontinentie zijn ingedeeld in de Delorme behandelgroep Hoewel de auteurs verwachtten dat beide groepen toch homogeen verdeeld zijn in leeftijd, geslacht duur van de symptomen en preoperatieve ODS en incontinentie scores bleek dit niet het geval Patiënten die de Delorme procedure kregen toegewezen hadden minder functionele klachten (significant lagere preoperatieve.
765
nvmdl
##-dagen morbiditeit van patiënten behandeld via een open benadering (morbiditeit=##,#%) significant hoger ligt dan onder patiënten behandeld met een laparoscopische (#,#%) of perineale benadering (#,#%; p(#,##) Ook de multivariate regressieanalyse laat zien dat de ##-dagen morbiditeit na open benadering (open rectopexie en open resectie/rectopexie) significant hoger is dan patiënten behandeld met een perineale benadering (OR #,##; ##% BI #,## tot #,##; p(#,##) In deze multivariate analyse is gecorrigeerd voorleeftijd, geslacht, functionele status, fysieke functioneren, ASA-score en comorbiditeit) bleef dit resultaat overeind Tevens wordt er een subset analyse gedaan die de perineale benadering vergelijkt met de benadering een significant langere operatieduur heeft (### versus ## minuten, p(#,##) groep (## % LRR versus #,# % PR, p=#,##) Opnameduur en mortaliteit was niet significant In deze studie werd er geen vergelijking gemaakt tussen perineale benadering en De studie van Ohazuruike (###) vergelijkt twee technieken voor transanale chirurgie, de stapled transanal rectal resection (STARR; n=##) en de interne Delorme techniek (n=##), bij ## patiënten met obstructief defecatie syndroom (ODS) Bij alle patiënten is pre- en afgenomen Patiënten waren niet random verdeeld over beide technieken, patiënten met een vermoeden op een verhoogd risico op postoperatieve incontinentie zijn ingedeeld in de Delorme behandelgroep Hoewel de auteurs verwachtten dat beide groepen toch homogeen verdeeld zijn in leeftijd, geslacht duur van de symptomen en preoperatieve ODS en incontinentie scores bleek dit niet het geval Patiënten die de Delorme procedure kregen toegewezen hadden minder functionele klachten (significant lagere preoperatieve symptomen zijn bij beide groepen patiënten na de operatie verminderd De Clevelandscore is in de STARR-behandelgroep gedaald van ##,# preoperatief naar #,# postoperatief werden in deze studie geen vragenlijsten afgenomen voor fecale incontinentie Patiënten in beide groepen ervoeren evenveel postoperatieve pijn Er is geen verschil gevonden tussen beide technieken in postoperatieve pijn gemeten met een VAS na één, niet significant van elkaar De operatietijd duurde ### minuten in de robot-groep en ### op leeftijd, geslacht, ASA-score en BMI De robot-geassisteerde techniek was veilig maar gaf geen betere of slechtere uitkomsten dan de laparoscopie -techniek Wel is de robottechniek duurder dan de laparoscopie-techniek In de studie van Lehur (###) hadden acht (##%) van de vrouwen in de STARR-groep en beide groepen significant, maar succesvolle behandeling (gedefinieerd als een verbetering in klachten van meer dan ##%) werd significant vaker gezien in de STARR-groep ten opzichte van de bekkenfysiotherapiegroep (##,#% versus ##,#%, p(#,###) Beide groepen hadden een significant lagere score op de <PERSOON> of Consitpation ##) naar ##,# (SD ##,#) met een p-waarde van #,### De resultaten werden alleen geanalyseerd met beschikbare data; door de hoge loss-to-follow-up (##% van ## mensen In de studie van Boccasante (###) had ##% in de STARR en #% in de CT-groep een recidief van de prolaps (p=#,###) De gemiddelde pijnscores (VAS) tijdens verblijf in het ziekenhuis Postoperatieve complicaties waren vergelijkbaar (STARR #% versus CT #%) na een followup van drie jaar Er waren nauwelijks verschillen in klachten reductie.
750
nvmdl
operatie verminderd De Clevelandscore is in de STARR-behandelgroep gedaald van ##,# preoperatief naar #,# postoperatief werden in deze studie geen vragenlijsten afgenomen voor fecale incontinentie Patiënten in beide groepen ervoeren evenveel postoperatieve pijn Er is geen verschil gevonden tussen beide technieken in postoperatieve pijn gemeten met een VAS na één, niet significant van elkaar De operatietijd duurde ### minuten in de robot-groep en ### op leeftijd, geslacht, ASA-score en BMI De robot-geassisteerde techniek was veilig maar gaf geen betere of slechtere uitkomsten dan de laparoscopie -techniek Wel is de robottechniek duurder dan de laparoscopie-techniek In de studie van Lehur (###) hadden acht (##%) van de vrouwen in de STARR-groep en beide groepen significant, maar succesvolle behandeling (gedefinieerd als een verbetering in klachten van meer dan ##%) werd significant vaker gezien in de STARR-groep ten opzichte van de bekkenfysiotherapiegroep (##,#% versus ##,#%, p(#,###) Beide groepen hadden een significant lagere score op de <PERSOON> of Consitpation ##) naar ##,# (SD ##,#) met een p-waarde van #,### De resultaten werden alleen geanalyseerd met beschikbare data; door de hoge loss-to-follow-up (##% van ## mensen In de studie van Boccasante (###) had ##% in de STARR en #% in de CT-groep een recidief van de prolaps (p=#,###) De gemiddelde pijnscores (VAS) tijdens verblijf in het ziekenhuis Postoperatieve complicaties waren vergelijkbaar (STARR #% versus CT #%) na een followup van drie jaar Er waren nauwelijks verschillen in klachten reductie van de gevallen versus ##% in de CT-groep (p=#,###), maar deze klachten verdwenen bij alle patiënten op één na De kosten van de CT waren hoger met een gemiddelde van ### euro versus ### euro per patiënt (Italiaanse gezondheidszorg, operaties uitgevoerd in ###) In beide groepen was de verbeterde de kwaliteit van leven gemeten met de SF-## scorelijst ten opzichte van voor de operatie (p=#,##), maar er was geen verschil tussen de In de studie van Renzi (###) waren er geen verschillen in obstipatie en continentiescores na een follow-up van twaalf maanden Na ## maanden follow-up waren de functionele In de studie van Isbert (###) waren de postoperatieve complicaties niet verschillend (PPH #% (n=#); CT #% (n=#)) Beide ingrepen lieten een verbetering zien in obstipatie scores De Cleveland Constipation score (# tot ##) score ging na de STARR van ##,# naar #,## en na de CT van ##,# naar #,# Deze verschillen waren niet significant De Cleveland clinic score of incontinence (#-##) liet geen relevante of significante verbetering zien bij De bewijskracht voor ##-dagen morbiditeit is gestart op laag, vanwege de observationele studieopzet van de geïncludeerde studie Vervolgens is de bewijskracht niet verder verlaagd omdat de gegevens multivariate zijn geanalyseerd, er een hoge power was en De bewijskracht voor alle uitkomstmaten is gestart op laag, vanwege de observationele studieopzet van de geïncludeerde studie Vervolgens is de bewijskracht verlaagd tot zeer lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (selectie bias waarvoor niet is gecorrigeerd in een multivariate analyse) en het zeer kleine studie aantal (n=##).
741
nvmdl
verdwenen bij alle patiënten op één na De kosten van de CT waren hoger met een gemiddelde van ### euro versus ### euro per patiënt (Italiaanse gezondheidszorg, operaties uitgevoerd in ###) In beide groepen was de verbeterde de kwaliteit van leven gemeten met de SF-## scorelijst ten opzichte van voor de operatie (p=#,##), maar er was geen verschil tussen de In de studie van Renzi (###) waren er geen verschillen in obstipatie en continentiescores na een follow-up van twaalf maanden Na ## maanden follow-up waren de functionele In de studie van Isbert (###) waren de postoperatieve complicaties niet verschillend (PPH #% (n=#); CT #% (n=#)) Beide ingrepen lieten een verbetering zien in obstipatie scores De Cleveland Constipation score (# tot ##) score ging na de STARR van ##,# naar #,## en na de CT van ##,# naar #,# Deze verschillen waren niet significant De Cleveland clinic score of incontinence (#-##) liet geen relevante of significante verbetering zien bij De bewijskracht voor ##-dagen morbiditeit is gestart op laag, vanwege de observationele studieopzet van de geïncludeerde studie Vervolgens is de bewijskracht niet verder verlaagd omdat de gegevens multivariate zijn geanalyseerd, er een hoge power was en De bewijskracht voor alle uitkomstmaten is gestart op laag, vanwege de observationele studieopzet van de geïncludeerde studie Vervolgens is de bewijskracht verlaagd tot zeer lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (selectie bias waarvoor niet is gecorrigeerd in een multivariate analyse) en het zeer kleine studie aantal (n=##) tijdsinterval dan de controlegroep) en het kleine studieaantal (n=##) Bovendien bestond de onderzoeksgroep uit een mix van IRP en ERP (# van de ## patiënten was gediagnosticeerd met IRP in controlegroep en # van de ## patiënten was gediagnosticeerd De bewijskracht voor alle uitkomstmaten is gestart op hoog, omdat de geïncludeerde studie een RCT betrof Vervolgens is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd tot zeer lage bewijskracht gezien de beperkingen in de studie-opzet (hoge loss to follow up (##% in de conservatieve behandelgroep) en het volgen van een per protocol-analyse in plaats De bewijskracht voor de uitkomstmaten complicaties en functionele uitkomsten is gestart op hoog vanwege de twee geïncludeerde RCTs Vervolgens is de bewijskracht met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht, gezien de beperkingen in onderzoeksopzet en De bewijskracht voor de uitkomstmaten pijn en kwaliteit van leven is gestart op hoog omdat de studie een RCT betrof Vervolgens is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd naar zeer lage bewijskracht vanwege imprecisie (geen significante resultaten) en gezien De bewijskracht voor de uitkomstmaten recidief is gestart op hoog omdat de studie een RCT betrof Vervolgens is de bewijskracht met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht vanwege imprecisie en gezien de beperkingen in onderzoeksopzet Er zijn aanwijzingen dat de ##-dagen morbiditeit hoger is na een open benadering ten opzichte van een laparoscopische of perineale benadering Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de STARR en Delorme gelijke uitkomsten geven qua postoperatieve pijn en functionele uitkomsten bij gelijke functionele uitkomsten en gelijke aantal complicaties geeft ten.
642
nvmdl
de controlegroep) en het kleine studieaantal (n=##) Bovendien bestond de onderzoeksgroep uit een mix van IRP en ERP (# van de ## patiënten was gediagnosticeerd met IRP in controlegroep en # van de ## patiënten was gediagnosticeerd De bewijskracht voor alle uitkomstmaten is gestart op hoog, omdat de geïncludeerde studie een RCT betrof Vervolgens is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd tot zeer lage bewijskracht gezien de beperkingen in de studie-opzet (hoge loss to follow up (##% in de conservatieve behandelgroep) en het volgen van een per protocol-analyse in plaats De bewijskracht voor de uitkomstmaten complicaties en functionele uitkomsten is gestart op hoog vanwege de twee geïncludeerde RCTs Vervolgens is de bewijskracht met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht, gezien de beperkingen in onderzoeksopzet en De bewijskracht voor de uitkomstmaten pijn en kwaliteit van leven is gestart op hoog omdat de studie een RCT betrof Vervolgens is de bewijskracht met drie niveaus verlaagd naar zeer lage bewijskracht vanwege imprecisie (geen significante resultaten) en gezien De bewijskracht voor de uitkomstmaten recidief is gestart op hoog omdat de studie een RCT betrof Vervolgens is de bewijskracht met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht vanwege imprecisie en gezien de beperkingen in onderzoeksopzet Er zijn aanwijzingen dat de ##-dagen morbiditeit hoger is na een open benadering ten opzichte van een laparoscopische of perineale benadering Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de STARR en Delorme gelijke uitkomsten geven qua postoperatieve pijn en functionele uitkomsten bij gelijke functionele uitkomsten en gelijke aantal complicaties geeft ten Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat STARR effectiever is dan bekkenfysiotherapie ter verbetering van OD-klachten bij patiënten met een Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat STARR geassocieerd is met een hogere kans op complicaties dan bekkenfysiotherapie bij patiënten met IRP en/of Er zijn aanwijzingen dat de CT en PPH STARR gelijke uitkomsten geven wat betreft het aantal complicaties bij patiënten met OD-klachten en IRP Er zijn aanwijzingen dat de CT betere functionele uitkomsten geeft wat betreft het aantal complicaties dan de PPH STARR methode bij patiënten Er zijn aanwijzingen dat de Countour Transtar Stapler minder kans geeft op betreft kwaliteit van leven na drie jaar bij patiënten met OD-klachten en Er zijn aanwijzingen dat de CT en PPH STARR gelijke uitkomsten geven op pijn tijdens het verblijf in het ziekenhuis bij patiënten met OD-klachten en Tijdens de literatuuranalyse om deze uitgangsvraag te beantwoorden bleek er weinig kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar voor interne rectumprolaps Daarbij waren de vergelijkende groepen vaak inhomogeen Zo is binnen de abdominale groep de laparotomische en laparoscopische benadering vaak door elkaar geïncludeerd En ook werden verschillende operatietechnieken door elkaar gebruikt Tevens was het onderscheid tussen ERP en IRP niet altijd duidelijk en werd de anatomische variabiliteit binnen de interne rectumprolaps vaak op een hoop gegooid Dit heeft tot gevolg gehad dat de aanbeveling veelal is gebaseerd op minder kwalitatief onderzoek en speelt de mening van de werkgroep een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze aanbeveling De vergelijking tussen laparotomische en laparoscopische rectopexie is voor interne.
556
nvmdl
zijn voorzichtige aanwijzingen dat STARR effectiever is dan bekkenfysiotherapie ter verbetering van OD-klachten bij patiënten met een Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat STARR geassocieerd is met een hogere kans op complicaties dan bekkenfysiotherapie bij patiënten met IRP en/of Er zijn aanwijzingen dat de CT en PPH STARR gelijke uitkomsten geven wat betreft het aantal complicaties bij patiënten met OD-klachten en IRP Er zijn aanwijzingen dat de CT betere functionele uitkomsten geeft wat betreft het aantal complicaties dan de PPH STARR methode bij patiënten Er zijn aanwijzingen dat de Countour Transtar Stapler minder kans geeft op betreft kwaliteit van leven na drie jaar bij patiënten met OD-klachten en Er zijn aanwijzingen dat de CT en PPH STARR gelijke uitkomsten geven op pijn tijdens het verblijf in het ziekenhuis bij patiënten met OD-klachten en Tijdens de literatuuranalyse om deze uitgangsvraag te beantwoorden bleek er weinig kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar voor interne rectumprolaps Daarbij waren de vergelijkende groepen vaak inhomogeen Zo is binnen de abdominale groep de laparotomische en laparoscopische benadering vaak door elkaar geïncludeerd En ook werden verschillende operatietechnieken door elkaar gebruikt Tevens was het onderscheid tussen ERP en IRP niet altijd duidelijk en werd de anatomische variabiliteit binnen de interne rectumprolaps vaak op een hoop gegooid Dit heeft tot gevolg gehad dat de aanbeveling veelal is gebaseerd op minder kwalitatief onderzoek en speelt de mening van de werkgroep een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze aanbeveling De vergelijking tussen laparotomische en laparoscopische rectopexie is voor interne Ondanks dat dit een laag kwalitatief vergelijkend onderzoek is, wordt er een duidelijk significant verschil gezien in morbiditeit in het voordeel van de laparoscopische benadering Deze resultaten staan in lijn met die van de vergelijking voor externe rectumprolaps (De Hoog, ###; Tou, ###), die aantonen dat er geen verschil is in functionele resultaten Daarbij spreken algemene voordelen van minder invasieve chirurgie, zoals een kortere opnameduur waardoor goedkoper en een cosmetisch mooier resultaat, in het voordeel voor de laparoscopische De huidige meest toegepaste laparoscopische benadering is de LVR met mesh (<PERSOON> rapporteren dat de operatietechniek een goede functionele uitkomst heeft en lage complicatie en recidief percentages Hoewel de LVR als indicatie voor IRP niet in vergelijkende studies is uitgezocht acht de werkgroep de LVR vooral geïndiceerd bij patiënten met een symptomatische high-grade IRP (graad # of # volgens de Oxford classificatie) doorgaans vergezeld met een complexe rectocele Dit wordt bevestigd door een panel van experts in een recent consensus artikel (<PERSOON>, ###) Wel is er meer vergelijkend onderzoek nodig om deze stelling te onderbouwen Er zijn geen vergelijkende studies gepubliceerd voor interne rectumprolaps die een resectie rectopexie vergelijkt met de LVR In <LOCATIE> wordt de resectie-rectopexie enkel voorbehouden voor patiënten met een externe rectumprolaps Echter worden er in Australië wel resectie-rectopexieën gedaan voor interne rectumprolaps (<PERSOON>, rectumprolaps zal eerst kwalitatief goed vergelijkend onderzoek gepubliceerd moeten worden Voor nu adviseert de werkgroep een interne rectumprolaps abdominaal te.
557
nvmdl
dat dit een laag kwalitatief vergelijkend onderzoek is, wordt er een duidelijk significant verschil gezien in morbiditeit in het voordeel van de laparoscopische benadering Deze resultaten staan in lijn met die van de vergelijking voor externe rectumprolaps (De Hoog, ###; Tou, ###), die aantonen dat er geen verschil is in functionele resultaten Daarbij spreken algemene voordelen van minder invasieve chirurgie, zoals een kortere opnameduur waardoor goedkoper en een cosmetisch mooier resultaat, in het voordeel voor de laparoscopische De huidige meest toegepaste laparoscopische benadering is de LVR met mesh (<PERSOON> rapporteren dat de operatietechniek een goede functionele uitkomst heeft en lage complicatie en recidief percentages Hoewel de LVR als indicatie voor IRP niet in vergelijkende studies is uitgezocht acht de werkgroep de LVR vooral geïndiceerd bij patiënten met een symptomatische high-grade IRP (graad # of # volgens de Oxford classificatie) doorgaans vergezeld met een complexe rectocele Dit wordt bevestigd door een panel van experts in een recent consensus artikel (<PERSOON>, ###) Wel is er meer vergelijkend onderzoek nodig om deze stelling te onderbouwen Er zijn geen vergelijkende studies gepubliceerd voor interne rectumprolaps die een resectie rectopexie vergelijkt met de LVR In <LOCATIE> wordt de resectie-rectopexie enkel voorbehouden voor patiënten met een externe rectumprolaps Echter worden er in Australië wel resectie-rectopexieën gedaan voor interne rectumprolaps (<PERSOON>, rectumprolaps zal eerst kwalitatief goed vergelijkend onderzoek gepubliceerd moeten worden Voor nu adviseert de werkgroep een interne rectumprolaps abdominaal te prolaps is niet met wetenschappelijk bewijs te onderbouwen, omdat er geen enkele vergelijkende studie is die dit heeft onderzocht voor interne rectumprolaps De meest gebruikte perineale benadering voor interne rectum prolaps is de conventionele double stapling (PPH) STARR-procedure, met goede resultaten Helaas is er nog geen vergelijkend onderzoek tussen STARR en LVR Echter loopt er op dit moment een trial (PRO-REST trial) die deze twee technieken gerandomiseerd onderzoekt, maar van deze studie zijn nog geen resultaten gepubliceerd Om deze twee behandelingen met elkaar te vergelijken zijn wij dus afhankelijk van losse cohortstudies Hierbij wordt een vergelijkbare verbetering gezien in functionele uitkomst, maar lijkt de LVR ten opzichte van de STARR iets minder kans op recidieven te geven, respectievelijk #,#% tot #,#% versus # tot ##,#% (<PERSOON>, ###; Schwandner, ###) Tevens lijkt bij de STARR met name een verergering van fecale urge een relatief veel voorkomende complicatie te zijn De hypothese is dat de STARR de compliance en sensibiliteit van het rectum doet verminderen, waardoor een STARR een verergering van fecale urge kan veroorzaken (Ohazuruike, ###) Om deze redenen stelt de werkgroep dat wanneer de patiënt zich presenteert met een interne rectum prolaps, in dat geval de voorkeur uitgaat naar een LVR, mits algehele anesthesie niet is gecontraindiceerd Binnen de STARR-methode zijn er veel verschillende varianten, meestal door variatie in stapler Een daarvan is de Countour Transtar (CT) waar relatief veel vergelijkend onderzoek naar is gedaan In drie onderzoeken wordt aangetoond dat de Countour.
595
nvmdl
er geen enkele vergelijkende studie is die dit heeft onderzocht voor interne rectumprolaps De meest gebruikte perineale benadering voor interne rectum prolaps is de conventionele double stapling (PPH) STARR-procedure, met goede resultaten Helaas is er nog geen vergelijkend onderzoek tussen STARR en LVR Echter loopt er op dit moment een trial (PRO-REST trial) die deze twee technieken gerandomiseerd onderzoekt, maar van deze studie zijn nog geen resultaten gepubliceerd Om deze twee behandelingen met elkaar te vergelijken zijn wij dus afhankelijk van losse cohortstudies Hierbij wordt een vergelijkbare verbetering gezien in functionele uitkomst, maar lijkt de LVR ten opzichte van de STARR iets minder kans op recidieven te geven, respectievelijk #,#% tot #,#% versus # tot ##,#% (<PERSOON>, ###; Schwandner, ###) Tevens lijkt bij de STARR met name een verergering van fecale urge een relatief veel voorkomende complicatie te zijn De hypothese is dat de STARR de compliance en sensibiliteit van het rectum doet verminderen, waardoor een STARR een verergering van fecale urge kan veroorzaken (Ohazuruike, ###) Om deze redenen stelt de werkgroep dat wanneer de patiënt zich presenteert met een interne rectum prolaps, in dat geval de voorkeur uitgaat naar een LVR, mits algehele anesthesie niet is gecontraindiceerd Binnen de STARR-methode zijn er veel verschillende varianten, meestal door variatie in stapler Een daarvan is de Countour Transtar (CT) waar relatief veel vergelijkend onderzoek naar is gedaan In drie onderzoeken wordt aangetoond dat de Countour ###) De onderzoeken van Isbert en Renzi laten geen verschillen in functionele uitkomst zien na ## maanden Renzi beschrijft een minieme verbetering in het voordeel van de CT na ## maanden In de cohort van Boccasanta, met een follow-up van ## maanden, worden zeer kleine verschillen in functionele outcome beschreven Wel toont dit onderzoek een slechtere uitkomst op fecale drang ten nadele van de STARR Tevens heeft de CT een aantal technische voordelen Er kan meer weefsel worden gereseceerd, en de volledige resectie kan in een aantal shots uitgevoerd worden Daar waar de conventionele STARR twee keer moet worden afgevuurd Concluderend stelt de werkgroep dat door de minimale voordelen op functioneel gebied, het lagere recidief percentage en de technische voordelen de CT de voorkeur geniet boven de conventionele double stapling Er is nog geen wetenschappelijk bewijs voor de vergelijking tussen een STARR en Delormes Wel zijn er losse series beschreven met beide een goede functionele uitkomst op OD-klachten Hierbij lijken de recidiefpercentages en mate van uitvoerbaarheid in het voordeel te spreken van de STARR (Isbert, ###) Echter, voordat hier een duidelijke uitspraak over gedaan kan worden zal er eerst kwalitatief vergelijkend onderzoek De studie van Lehur uit ### heeft de STARR-methode vergeleken met conservatieve therapie middels bekkenbodemfysiotherapie voor de behandeling van een rectocele en/of IRP in combinatie met ODS-klachten (Lehur, ###) Hieruit kan geconcludeerd worden dat de STARR een betere uitkomst heeft voor OD-klachten, maar dat de STARR ondanks dat dit beperkt toch een complicatierisico met zich meebrengt De werkgroep is.
599
nvmdl
verschillen in functionele uitkomst zien na ## maanden Renzi beschrijft een minieme verbetering in het voordeel van de CT na ## maanden In de cohort van Boccasanta, met een follow-up van ## maanden, worden zeer kleine verschillen in functionele outcome beschreven Wel toont dit onderzoek een slechtere uitkomst op fecale drang ten nadele van de STARR Tevens heeft de CT een aantal technische voordelen Er kan meer weefsel worden gereseceerd, en de volledige resectie kan in een aantal shots uitgevoerd worden Daar waar de conventionele STARR twee keer moet worden afgevuurd Concluderend stelt de werkgroep dat door de minimale voordelen op functioneel gebied, het lagere recidief percentage en de technische voordelen de CT de voorkeur geniet boven de conventionele double stapling Er is nog geen wetenschappelijk bewijs voor de vergelijking tussen een STARR en Delormes Wel zijn er losse series beschreven met beide een goede functionele uitkomst op OD-klachten Hierbij lijken de recidiefpercentages en mate van uitvoerbaarheid in het voordeel te spreken van de STARR (Isbert, ###) Echter, voordat hier een duidelijke uitspraak over gedaan kan worden zal er eerst kwalitatief vergelijkend onderzoek De studie van Lehur uit ### heeft de STARR-methode vergeleken met conservatieve therapie middels bekkenbodemfysiotherapie voor de behandeling van een rectocele en/of IRP in combinatie met ODS-klachten (Lehur, ###) Hieruit kan geconcludeerd worden dat de STARR een betere uitkomst heeft voor OD-klachten, maar dat de STARR ondanks dat dit beperkt toch een complicatierisico met zich meebrengt De werkgroep is met OD-klachten eerst te behandelen met bekkenfysiotherapie Wanneer de patiënt hiermee niet uit komt kan een operatie worden overwogen Dit zou ook voor oudere patiënten met veel comorbiditeit een goede strategie zijn <PERSOON> is the benefit of a new stapler device in the surgical treatment of obstructed defecation? Three-year outcomes from a randomized controlled trial Diseases of the <PERSOON> J, <PERSOON> DG, et al Comparative study of contour transtar and STARR procedure for the treatment of obstructed defecation syndrome (ODS) - feasibility, morbidity and early functional results <PERSOON> M, et al Outcomes of stapled transanal rectal resection versus biofeedback for the treatment of outlet obstruction associated with rectal intussusception and rectocele a multicenter, randomized, controlled trial [Erratum appears in Dis Colon Rectum ###;##(##) ### Note Narisetty, Prashanty [corrected to Narisetty, Prashanthi]] Diseases of the <PERSOON> K, et al Roboticassisted and laparoscopic ventral rectopexy in the treatment of rectal prolapse a matched-pairs study of operative details and complications <PERSOON> C, et al Short-term results after STARR versus internal Delorme for <PERSOON> P, et al Is robotic ventral mesh rectopexy better than laparoscopy in the treatment <PERSOON> G, et al.
549
nvmdl
eerst te behandelen met bekkenfysiotherapie Wanneer de patiënt hiermee niet uit komt kan een operatie worden overwogen Dit zou ook voor oudere patiënten met veel comorbiditeit een goede strategie zijn <PERSOON> is the benefit of a new stapler device in the surgical treatment of obstructed defecation? Three-year outcomes from a randomized controlled trial Diseases of the <PERSOON> J, <PERSOON> DG, et al Comparative study of contour transtar and STARR procedure for the treatment of obstructed defecation syndrome (ODS) - feasibility, morbidity and early functional results <PERSOON> M, et al Outcomes of stapled transanal rectal resection versus biofeedback for the treatment of outlet obstruction associated with rectal intussusception and rectocele a multicenter, randomized, controlled trial [Erratum appears in Dis Colon Rectum ###;##(##) ### Note Narisetty, Prashanty [corrected to Narisetty, Prashanthi]] Diseases of the <PERSOON> K, et al Roboticassisted and laparoscopic ventral rectopexy in the treatment of rectal prolapse a matched-pairs study of operative details and complications <PERSOON> C, et al Short-term results after STARR versus internal Delorme for <PERSOON> P, et al Is robotic ventral mesh rectopexy better than laparoscopy in the treatment <PERSOON> G, et al surgical treatment of obstructed defecation syndrome A mid-term randomized controlled trial <PERSOON> mucosal prolapse in males surgery is effective for fecal incontinence but not for external and internal rectal prolapse <PERSOON-##> ###;##(##) ###-## doi <PERSOON-##> LH, Lumley JW, et al Functional results of laparoscopic resection rectopexy for symptomatic Young MT, Jafari MD, Phelan MJ, et al Surgical treatments for rectal prolapse how does a perineal approach Measured with VAS after #, # and # months Successful treatment, defined as a decrease in ODS score of with one (# percent) BF patient who suffered from anal pain infection, anorectal pain, incontinence, bleeding, urinary infection, or depression Two patients who underwent the STARR procedure experienced a serious adverse event, one under general anesthesia with additional sutures at the site of hemorrhage <PERSOON-##> second event, pain in the right upper abdominal quadrant several weeks after surgery, was considered serious because it required hospital care but was not considered to be related to the study device or study At ## months, an overall successful outcome as defined by the PPH group and in ## patients (##%) in the <INSTELLING> group constipation scores at ## months had improved in both groups and did not differ between the # groups (P= ##; #sample T test), whereas at ## months constipation scores had worsened in the PPH group, resulting in a significant Complications were not different in both groups.
584
nvmdl
controlled trial <PERSOON> mucosal prolapse in males surgery is effective for fecal incontinence but not for external and internal rectal prolapse <PERSOON> ###;##(##) ###-## doi <PERSOON> LH, Lumley JW, et al Functional results of laparoscopic resection rectopexy for symptomatic Young MT, Jafari MD, Phelan MJ, et al Surgical treatments for rectal prolapse how does a perineal approach Measured with VAS after #, # and # months Successful treatment, defined as a decrease in ODS score of with one (# percent) BF patient who suffered from anal pain infection, anorectal pain, incontinence, bleeding, urinary infection, or depression Two patients who underwent the STARR procedure experienced a serious adverse event, one under general anesthesia with additional sutures at the site of hemorrhage <PERSOON> second event, pain in the right upper abdominal quadrant several weeks after surgery, was considered serious because it required hospital care but was not considered to be related to the study device or study At ## months, an overall successful outcome as defined by the PPH group and in ## patients (##%) in the <INSTELLING> group constipation scores at ## months had improved in both groups and did not differ between the # groups (P= ##; #sample T test), whereas at ## months constipation scores had worsened in the PPH group, resulting in a significant Complications were not different in both groups group and two (<DATUM> ) in the CT group complained about new onset incontinence for flatus There was no significant difference between the preoperative and ##-month followup incontinence scores for either group and an indirect association with the weight of resected Surgery significantly improved quality of life in both groups Risk of bias table for intervention studies (randomized controlled trials) Randomisation generation of allocation sequences have to be unpredictable, for example computer generated random-numbers or drawing lots or envelopes Examples of inadequate procedures are generation of allocation sequences by alternation, according to case record number, date of birth or date of admission Allocation concealment refers to the protection (blinding) of the randomisation process Concealment of allocation sequences is adequate if patients and enrolling investigators cannot foresee assignment, for example central randomisation (performed at a site remote from trial location) or sequentially numbered, sealed, opaque envelopes Inadequate procedures are all procedures based on inadequate randomisation procedures or open allocation schedules Blinding neither the patient nor the care provider (attending physician) knows which patient is getting the special treatment Blinding is sometimes impossible, for example when comparing surgical with non-surgical treatments <PERSOON> outcome assessor records the study results Blinding of those assessing outcomes prevents that the knowledge of patient assignement influences the proces of outcome assessment (detection or information bias) If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary.
589
nvmdl
new onset incontinence for flatus There was no significant difference between the preoperative and ##-month followup incontinence scores for either group and an indirect association with the weight of resected Surgery significantly improved quality of life in both groups Risk of bias table for intervention studies (randomized controlled trials) Randomisation generation of allocation sequences have to be unpredictable, for example computer generated random-numbers or drawing lots or envelopes Examples of inadequate procedures are generation of allocation sequences by alternation, according to case record number, date of birth or date of admission Allocation concealment refers to the protection (blinding) of the randomisation process Concealment of allocation sequences is adequate if patients and enrolling investigators cannot foresee assignment, for example central randomisation (performed at a site remote from trial location) or sequentially numbered, sealed, opaque envelopes Inadequate procedures are all procedures based on inadequate randomisation procedures or open allocation schedules Blinding neither the patient nor the care provider (attending physician) knows which patient is getting the special treatment Blinding is sometimes impossible, for example when comparing surgical with non-surgical treatments <PERSOON> outcome assessor records the study results Blinding of those assessing outcomes prevents that the knowledge of patient assignement influences the proces of outcome assessment (detection or information bias) If a study has hard (objective) outcome measures, like death, blinding of outcome assessment is not necessary Results of all predefined outcome measures should be reported; if the protocol is available, then outcomes in the protocol and published report can be compared; if not, then outcomes listed in the methods section of an article can be compared with those whose results are reported If the percentage of patients lost to follow-up is large, or differs between treatment groups, or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups, bias is likely If the number of patients lost to follow-up, or the reasons why, are not reported, the risk of bias is unclear Participants included in the analysis are exactly those who were randomized into the trial If the numbers randomized into each intervention group are not clearly reported, the risk of bias is unclear; an ITT analysis implies that (a) participants are kept in the intervention groups to which they were randomized, regardless of the intervention they actually received, (b) outcome data are measured on all participants, and (c) all randomized participants are included in the analysis Bias due to a non-representative or ill- Bias due to insufficiently long, or Bias due to ill-defined or inadequately Bias due to inadequate adjustment for is Likely, no blinding of outcomes for Likely, seems to be an univariate Likely, selection bias based on whether Likely, follow-up restricted to ##-day Likely, no blinding of outcomes for Unlikely, adjustment in multivariate a patient is deemed high-risk by the post-operative morbidity Unlikely, follow-up after three months, Likely, no blinding of outcomes for Likely, no multivariate analysis.
574
nvmdl
in the protocol and published report can be compared; if not, then outcomes listed in the methods section of an article can be compared with those whose results are reported If the percentage of patients lost to follow-up is large, or differs between treatment groups, or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups, bias is likely If the number of patients lost to follow-up, or the reasons why, are not reported, the risk of bias is unclear Participants included in the analysis are exactly those who were randomized into the trial If the numbers randomized into each intervention group are not clearly reported, the risk of bias is unclear; an ITT analysis implies that (a) participants are kept in the intervention groups to which they were randomized, regardless of the intervention they actually received, (b) outcome data are measured on all participants, and (c) all randomized participants are included in the analysis Bias due to a non-representative or ill- Bias due to insufficiently long, or Bias due to ill-defined or inadequately Bias due to inadequate adjustment for is Likely, no blinding of outcomes for Likely, seems to be an univariate Likely, selection bias based on whether Likely, follow-up restricted to ##-day Likely, no blinding of outcomes for Unlikely, adjustment in multivariate a patient is deemed high-risk by the post-operative morbidity Unlikely, follow-up after three months, Likely, no blinding of outcomes for Likely, no multivariate analysis # Bias is likely if the percentage of patients lost to follow-up is large; or differs between treatment groups; or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups; or (Prolaps Presenteert geen resultaten tussen groepen ondanks dat er wel twee behandelingen zijn uitgevoerd De resultaten zijn enkel voor het verschil in (update Drie van de vijf studies betreffen externe rectum prolaps, één studie is niet van toepassing omdat het niet over interne rectum prolaps gaat De studie die wel over IRP gaat, is apart in de evidence tabel opgenomen (Mäkelä-Kaikkonen, Topic/ or cochrane ab or cochrane jw or embase ab or medline ab or (psychlit or ## (exp clinical trial/ or randomized controlled trial/ or exp clinical trials as topic/ or Method/ or Single-Blind Method/ or (clinical trial, phase i or clinical trial, phase ii or clinical trial, phase iii or clinical trial, phase iv or controlled clinical trial or randomized Voor de externe rectum prolaps (ERP) wordt onderscheid gemaakt in perineale de rectopexie met of zonder resectie van het rectosigmoïd Voor de perineale benadering worden twee technieken beschreven, namelijk de Delormeen Altemeier procedure Bij de operatie volgens Delorme wordt de prolaberende mucosa gestript en de spierlagen van de prolaps geplisseerd (<PERSOON> techniek volgens Altemeier wordt de gehele prolaps full-thickness gereseceerd vanuit de perineale Traditioneel wordt perineale chirurgie vooral voorbehouden aan (oudere) patiënten met een hoge comorbiditeit aangezien deze procedure geen abdominale benadering behoeft en vaak met behulp van locoregionale anesthesie kan worden uitgevoerd Dit zou.
591
nvmdl
follow-up is large; or differs between treatment groups; or the reasons for loss to follow-up differ between treatment groups; or (Prolaps Presenteert geen resultaten tussen groepen ondanks dat er wel twee behandelingen zijn uitgevoerd De resultaten zijn enkel voor het verschil in (update Drie van de vijf studies betreffen externe rectum prolaps, één studie is niet van toepassing omdat het niet over interne rectum prolaps gaat De studie die wel over IRP gaat, is apart in de evidence tabel opgenomen (Mäkelä-Kaikkonen, Topic/ or cochrane ab or cochrane jw or embase ab or medline ab or (psychlit or ## (exp clinical trial/ or randomized controlled trial/ or exp clinical trials as topic/ or Method/ or Single-Blind Method/ or (clinical trial, phase i or clinical trial, phase ii or clinical trial, phase iii or clinical trial, phase iv or controlled clinical trial or randomized Voor de externe rectum prolaps (ERP) wordt onderscheid gemaakt in perineale de rectopexie met of zonder resectie van het rectosigmoïd Voor de perineale benadering worden twee technieken beschreven, namelijk de Delormeen Altemeier procedure Bij de operatie volgens Delorme wordt de prolaberende mucosa gestript en de spierlagen van de prolaps geplisseerd (<PERSOON> techniek volgens Altemeier wordt de gehele prolaps full-thickness gereseceerd vanuit de perineale Traditioneel wordt perineale chirurgie vooral voorbehouden aan (oudere) patiënten met een hoge comorbiditeit aangezien deze procedure geen abdominale benadering behoeft en vaak met behulp van locoregionale anesthesie kan worden uitgevoerd Dit zou opnameduur hebben Echter heeft de ontwikkeling in minimaal invasieve abdominale chirurgie de voorkeur voor perineale behandeling voor ouderen in twijfel getrokken De abdominale benadering kan verdeeld worden in open, laparoscopisch of robotgeassisteerd Heden ten dage gaat de voorkeur niet meer uit naar een open benadering, omdat uit de literatuur zou blijken dat dit een significant hoger complicatierisico, hogere kosten, langere opnameduur en een verschil in cosmetisch effect met zich mee zou brengen en geen voordeel biedt op de functionele uitkomst of recidiefkans (Richtlijn De abdominale techniek kan worden verdeeld in de rectopexie met of zonder resectie van het rectosigmoïd Binnen de rectopexie zijn vele verschillende technieken beschreven In <LOCATIE> wordt de ventrale rectopexie zoals beschreven door D'Hoore het meest toegepast (D'Hoore, ###) Hierbij wordt alleen de ventrale zijde van het rectum gemobiliseerd en blijven de zenuwen welke van lateraal komen gespaard De hypothese is dat dit tot minder postoperatieve functionele problemen leidt zoals obstipatie Het lijkt erop dat dit tot minder postoperatieve obstipatieklachten leidt De meest gebruikte abdominale technieken zijn LVR en laparoscopische resectie rectopexie (LRR) Bij beide technieken wordt het rectum alleen ventraal gemobiliseerd wat inhoudt dat de autonome zenuwen aan de laterale zijde worden gespaard Bij de LVR wordt het ventrale rectum met een mat aan het promotorium bevestigd (<PERSOON> LRR wordt het rectosigmoïd gereseceerd en vervolgens wordt het rectum met reseceren van het rectosigmoïd wordt de knik in het distale colon opgeheven De theorie is dat dit tot minder postoperatieve obstipatie leidt (Cadeddu, ###).
578
nvmdl
ontwikkeling in minimaal invasieve abdominale chirurgie de voorkeur voor perineale behandeling voor ouderen in twijfel getrokken De abdominale benadering kan verdeeld worden in open, laparoscopisch of robotgeassisteerd Heden ten dage gaat de voorkeur niet meer uit naar een open benadering, omdat uit de literatuur zou blijken dat dit een significant hoger complicatierisico, hogere kosten, langere opnameduur en een verschil in cosmetisch effect met zich mee zou brengen en geen voordeel biedt op de functionele uitkomst of recidiefkans (Richtlijn De abdominale techniek kan worden verdeeld in de rectopexie met of zonder resectie van het rectosigmoïd Binnen de rectopexie zijn vele verschillende technieken beschreven In <LOCATIE> wordt de ventrale rectopexie zoals beschreven door D'Hoore het meest toegepast (D'Hoore, ###) Hierbij wordt alleen de ventrale zijde van het rectum gemobiliseerd en blijven de zenuwen welke van lateraal komen gespaard De hypothese is dat dit tot minder postoperatieve functionele problemen leidt zoals obstipatie Het lijkt erop dat dit tot minder postoperatieve obstipatieklachten leidt De meest gebruikte abdominale technieken zijn LVR en laparoscopische resectie rectopexie (LRR) Bij beide technieken wordt het rectum alleen ventraal gemobiliseerd wat inhoudt dat de autonome zenuwen aan de laterale zijde worden gespaard Bij de LVR wordt het ventrale rectum met een mat aan het promotorium bevestigd (<PERSOON> LRR wordt het rectosigmoïd gereseceerd en vervolgens wordt het rectum met reseceren van het rectosigmoïd wordt de knik in het distale colon opgeheven De theorie is dat dit tot minder postoperatieve obstipatie leidt (Cadeddu, ###) het aanleggen van een anastomose met alle risico's van dien Vanwege het risico op naadlekkage wordt geen mat gebruikt bij de LRR Hoewel meer dan ### verschillende technieken voor behandeling van RP zijn beschreven bestaan er weinig tot geen goede vergelijkende studies Bewijs is veelal gebaseerd op losse series waarin een enkele techniek wordt beschreven Hierdoor beperkt de werkgroep richtlijn rectumprolaps zich tot het beschrijven van deze series in de overwegingen In deze module worden alleen de operaties beschreven die heden ten dage vaak worden uitgevoerd en beschreven Functionele uitkomsten, pijn/dyspareunia, recidief van de prolaps en complicaties De werkgroep achtte recidief en complicaties een voor de besluitvorming kritieke Voor de modules Chirurgie bij externe rectumprolaps en Chirurgie bij interne rectumprolaps is gebruik gemaakt van de literatuur review uit het hoofdstuk <DATUM> Chirurgische behandeling van een rectumprolaps van de richtlijn Prolaps (NVOG in samenwerking met NVVH, ###) De zoekactie van de module is geüpdatet door deze te herhalen in de databases Medline (OVID) en Embase voor de periode mei ### tot en met <DATUM> Er is met relevante zoektermen gezocht naar gerandomiseerde en nietgerandomiseerde gecontroleerde studies De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De zoekactie leverde ## resultaten op Hiervan werden zeven studies op titel en abstract geselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst artikelen zijn vijf studies alsnog geëxcludeerd en zijn twee studies (systematische reviews) Module <DATUM> chirurgische behandeling van externe rectum prolaps uit de richtlijn Prolaps,.
563
nvmdl
het aanleggen van een anastomose met alle risico's van dien Vanwege het risico op naadlekkage wordt geen mat gebruikt bij de LRR Hoewel meer dan ### verschillende technieken voor behandeling van RP zijn beschreven bestaan er weinig tot geen goede vergelijkende studies Bewijs is veelal gebaseerd op losse series waarin een enkele techniek wordt beschreven Hierdoor beperkt de werkgroep richtlijn rectumprolaps zich tot het beschrijven van deze series in de overwegingen In deze module worden alleen de operaties beschreven die heden ten dage vaak worden uitgevoerd en beschreven Functionele uitkomsten, pijn/dyspareunia, recidief van de prolaps en complicaties De werkgroep achtte recidief en complicaties een voor de besluitvorming kritieke Voor de modules Chirurgie bij externe rectumprolaps en Chirurgie bij interne rectumprolaps is gebruik gemaakt van de literatuur review uit het hoofdstuk <DATUM> Chirurgische behandeling van een rectumprolaps van de richtlijn Prolaps (NVOG in samenwerking met NVVH, ###) De zoekactie van de module is geüpdatet door deze te herhalen in de databases Medline (OVID) en Embase voor de periode mei ### tot en met <DATUM> Er is met relevante zoektermen gezocht naar gerandomiseerde en nietgerandomiseerde gecontroleerde studies De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De zoekactie leverde ## resultaten op Hiervan werden zeven studies op titel en abstract geselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst artikelen zijn vijf studies alsnog geëxcludeerd en zijn twee studies (systematische reviews) Module <DATUM> chirurgische behandeling van externe rectum prolaps uit de richtlijn Prolaps, Daarin is de Cochrane review van Tou, ### geïncludeerd In de update van de zoekactie werd een update van de Cochrane review geïdentificeerd (Tou, ###) Deze review werd geïncludeerd voor de huidige richtlijn De chirurgische vergelijkingen uit de prolaps richtlijn worden hieronder weergegeven, met de resultaten van de review van Tou (###) daaraan toegevoegd Andere studies die in de prolaps richtlijn werden beschreven, voldeden niet aan de hierboven beschreven criteria (bijvoorbeeld geen vergelijkende studie) en zijn daarom uit deze module weggelaten Twee systematische reviews onderzochten het effect van verschillende chirurgische In de review van Tou (###) werden enkel prospectieve gerandomiseerde trials geïncludeerd die de effecten van verschillende chirurgische technieken onderzochten voor de behandeling van een externe rectum prolaps De zoekstrategie werd in februari ### uitgevoerd De geïncludeerde studies hadden betrekking op vijf verschillende chirurgische technieken voor behandeling van externe rectumprolaps, namelijk Thiers Uiteindelijk werden er vijftien (quasi-) gerandomiseerde gecontroleerde trials in de review geïncludeerd, met in totaal # ### patiënten De vier primaire uitkomstmaten waren het aantal patiënten met een recidief rectum prolaps, het aantal patiënten met een residuele mucosale prolaps, het aantal patiënten met fecale incontinentie en het aantal patiënten met obstipatie De heterogeniteit aan interventies en uitkomsten in de studies maakt het moeilijk om zij met elkaar te vergelijken In deze trials werden negen verschillende vergelijkingen tussen interventies gemaakt De vergelijkingen uit de richtlijn prolaps (Richtlijn Prolaps NVOG, ###) werden als uitgangspunt genomen en geüpdatet met de.
589
nvmdl
is de Cochrane review van Tou, ### geïncludeerd In de update van de zoekactie werd een update van de Cochrane review geïdentificeerd (Tou, ###) Deze review werd geïncludeerd voor de huidige richtlijn De chirurgische vergelijkingen uit de prolaps richtlijn worden hieronder weergegeven, met de resultaten van de review van Tou (###) daaraan toegevoegd Andere studies die in de prolaps richtlijn werden beschreven, voldeden niet aan de hierboven beschreven criteria (bijvoorbeeld geen vergelijkende studie) en zijn daarom uit deze module weggelaten Twee systematische reviews onderzochten het effect van verschillende chirurgische In de review van Tou (###) werden enkel prospectieve gerandomiseerde trials geïncludeerd die de effecten van verschillende chirurgische technieken onderzochten voor de behandeling van een externe rectum prolaps De zoekstrategie werd in februari ### uitgevoerd De geïncludeerde studies hadden betrekking op vijf verschillende chirurgische technieken voor behandeling van externe rectumprolaps, namelijk Thiers Uiteindelijk werden er vijftien (quasi-) gerandomiseerde gecontroleerde trials in de review geïncludeerd, met in totaal # ### patiënten De vier primaire uitkomstmaten waren het aantal patiënten met een recidief rectum prolaps, het aantal patiënten met een residuele mucosale prolaps, het aantal patiënten met fecale incontinentie en het aantal patiënten met obstipatie De heterogeniteit aan interventies en uitkomsten in de studies maakt het moeilijk om zij met elkaar te vergelijken In deze trials werden negen verschillende vergelijkingen tussen interventies gemaakt De vergelijkingen uit de richtlijn prolaps (Richtlijn Prolaps NVOG, ###) werden als uitgangspunt genomen en geüpdatet met de laparoscopsich versus open procedure (Boccasanta, ### en <PERSOON>, ###); resectie versus geen resectie rectopexie (Lukkonen, ###; McKee, ###; Senapati, In de review van Ramage (###) werd gezocht naar studies die een vergelijking maakten laparoscopische ventrale rectopexie bij patiënten met een rectum prolaps De zoekstrategie werd in mei ### uitgevoerd In totaal zijn in deze review vijf studies geïncludeerd, waarvan er één gerandomiseerd was, drie niet-gerandomiseerd en één een retrospectieve cohortstudie betrof In totaal beschreven deze vijf studies gezamenlijk ### Eén studie in de review van Tou, ###, beschreef deze vergelijking (<PERSOON>, ###) In deze studie werden ## patiënten gerandomiseerd naar de Delorme met Levatorplastiek en ## In de review van Tou (###) werd één studie geïncludeerd (Senapati, ###) In de studie van Senapati (###) werden drie vergelijkingen gemaakt, één daarvan was de vergelijking tussen de Altemeier’s of Delorme’s procedure Patiënten (n=###) werden volgens een gerandomiseerde procedure verdeeld tussen abdominale of perineale chirurgie Daarna werden de patiënten uit de perineale chirurgie groep nogmaals gerandomiseerd ofwel Behoud versus klieven van de laterale ligamenten van het rectum bij een laparotomische Drie kleine studies (<PERSOON> ###) vergeleken de effecten van klieven versus behoud van de ligamenten Eén van de drie studies was alleen als abstract beschikbaar (Selvaggi, ###) Daarom zijn de uitkomsten gebaseerd op twee studies (<PERSOON> ###), waarbij er ## patiënten in de conservatieve groep Twee kleine studies (Boccasanta, ###; <PERSOON>, ###) beschreven deze vergelijking In totaal werden ## patiënten met de laparoscopische techniek behandeld en ## volgens.
703
nvmdl
en <PERSOON>, ###); resectie versus geen resectie rectopexie (Lukkonen, ###; McKee, ###; Senapati, In de review van Ramage (###) werd gezocht naar studies die een vergelijking maakten laparoscopische ventrale rectopexie bij patiënten met een rectum prolaps De zoekstrategie werd in mei ### uitgevoerd In totaal zijn in deze review vijf studies geïncludeerd, waarvan er één gerandomiseerd was, drie niet-gerandomiseerd en één een retrospectieve cohortstudie betrof In totaal beschreven deze vijf studies gezamenlijk ### Eén studie in de review van Tou, ###, beschreef deze vergelijking (<PERSOON>, ###) In deze studie werden ## patiënten gerandomiseerd naar de Delorme met Levatorplastiek en ## In de review van Tou (###) werd één studie geïncludeerd (Senapati, ###) In de studie van Senapati (###) werden drie vergelijkingen gemaakt, één daarvan was de vergelijking tussen de Altemeier’s of Delorme’s procedure Patiënten (n=###) werden volgens een gerandomiseerde procedure verdeeld tussen abdominale of perineale chirurgie Daarna werden de patiënten uit de perineale chirurgie groep nogmaals gerandomiseerd ofwel Behoud versus klieven van de laterale ligamenten van het rectum bij een laparotomische Drie kleine studies (<PERSOON> ###) vergeleken de effecten van klieven versus behoud van de ligamenten Eén van de drie studies was alleen als abstract beschikbaar (Selvaggi, ###) Daarom zijn de uitkomsten gebaseerd op twee studies (<PERSOON> ###), waarbij er ## patiënten in de conservatieve groep Twee kleine studies (Boccasanta, ###; <PERSOON>, ###) beschreven deze vergelijking In totaal werden ## patiënten met de laparoscopische techniek behandeld en ## volgens abdominale benadering (totaal van de twee studies n=##) en de perineale benadering (totaal van de twee studies n=##) De gerandomiseerde trial van Senepati (###) is de enige die dit onderzocht heeft Hierbij werden ## patiënten gerandomiseerd naar abdominale en perineale benadering Echter wordt er bij het includeren van de abdominale ingrepen geen onderscheid gemaakt tussen open en laparoscopische In de gerandomiseerde trial van Senapati (###) werden drie vergelijkingen gemaakt, één daarvan was de vergelijking tussen suture rectopexie en resectie rectopexie Patiënten (n=###) werden volgens een gerandomiseerde procedure verdeeld tussen abdominale of perineale chirurgie Patiënten gerandomiseerd naar de groep abdominale chirurgie ingedeeld, deels door middel van een nieuwe randomisatie en deels op grond van de In de studie van Lukkonen (###) (n=##) werd suture resectie rectopexie vergeleken met mesh rectopexie In de studie van McKee (###) (n=##) werd in de één groep suture In de review van Tou (###) werd één studie geïncludeerd die betrekking heeft op deze vergelijking (Karas, ###) In deze multicenter RCT voor patiënten met een ERP werd het rectum bij beide groepen gemobiliseerd tot aan de levator ani Vervolgens werd bij een van de twee groepen een mesh dan wel suture rectopexie (n=###, ## laparoscopisch, ## open) uitgevoerd en vergeleken met een groep (n=###, ## laparoscopisch, ## open) waarbij het bleef bij mobilisatie In hoeverre het rectum verder werd gemobiliseerd (ook posterior of ###°) werd ter plekke door de chirurg bepaald Echter werd ook hier geen.
741
nvmdl
benadering (totaal van de twee studies n=##) en de perineale benadering (totaal van de twee studies n=##) De gerandomiseerde trial van Senepati (###) is de enige die dit onderzocht heeft Hierbij werden ## patiënten gerandomiseerd naar abdominale en perineale benadering Echter wordt er bij het includeren van de abdominale ingrepen geen onderscheid gemaakt tussen open en laparoscopische In de gerandomiseerde trial van Senapati (###) werden drie vergelijkingen gemaakt, één daarvan was de vergelijking tussen suture rectopexie en resectie rectopexie Patiënten (n=###) werden volgens een gerandomiseerde procedure verdeeld tussen abdominale of perineale chirurgie Patiënten gerandomiseerd naar de groep abdominale chirurgie ingedeeld, deels door middel van een nieuwe randomisatie en deels op grond van de In de studie van Lukkonen (###) (n=##) werd suture resectie rectopexie vergeleken met mesh rectopexie In de studie van McKee (###) (n=##) werd in de één groep suture In de review van Tou (###) werd één studie geïncludeerd die betrekking heeft op deze vergelijking (Karas, ###) In deze multicenter RCT voor patiënten met een ERP werd het rectum bij beide groepen gemobiliseerd tot aan de levator ani Vervolgens werd bij een van de twee groepen een mesh dan wel suture rectopexie (n=###, ## laparoscopisch, ## open) uitgevoerd en vergeleken met een groep (n=###, ## laparoscopisch, ## open) waarbij het bleef bij mobilisatie In hoeverre het rectum verder werd gemobiliseerd (ook posterior of ###°) werd ter plekke door de chirurg bepaald Echter werd ook hier geen Patiënten met preoperatie obstipatie, ondergingen bijkomend een rectosigmoïd resectie In de geen rectopexie werd in bijna ##% van de gevallen het rectosigmoïd gereseceerd, in de In de review van Ramage (###) werd een vergelijking gemaakt tussen robotgeassisteerde ventrale rectopexie en niet-robot geassisteerde laparoscopische ventrale rectopexie Er werden vijf studies geïncludeerd met in totaal ### patiënten In de review werd van vijf studies uitgegaan, maar omdat drie van de studies specifiek externe rectum prolaps betrof, zijn alleen de resultaten deze drie studies hier beschreven In alle studies werd de <PERSOON> techniek toegepast om de mat te fixeren Drie studies vergeleken de laparoscopische rectopexie met de robotgeassisteerde rectopexie voor de behandeling van externe rectumprolaps (Mehmood, ###; De Hoog, ###; <PERSOON>, ###) Deze studies omvatten in totaal ### patiënten, waarvan ## in de laparoscopische groep en ## in de robot-geassisteerde groep Van deze drie studies zijn voor deze uitgangsvraag de Deze uitgangsvraag is niet met literatuur te onderbouwen, omdat er geen vergelijkende studies zijn gepubliceerd die dit vraagstuk heeft onderzocht en voldoen aan de De belangrijke resultaten worden beschreven, voor details kunt u de evidence tabel Er waren geen significante verschillen tussen de twee technieken wat betreft recidief van Residuele faecale incontinentie kwam vaker voor in de groep van Delorme met levatorplastiek (OR #,##; ##%BI van #,## tot #,##, n=##) Obstipatie verschilde niet tussen de technieken Postoperatieve maximum rustdruk en persdruk waren beide significant lager in de Delormegroep (gemiddeld verschil #,#; ##%BI van #,## tot ##,## respectievelijk -##,##; ##%BI van #,## tot #,##, n=##).
731
nvmdl
ondergingen bijkomend een rectosigmoïd resectie In de geen rectopexie werd in bijna ##% van de gevallen het rectosigmoïd gereseceerd, in de In de review van Ramage (###) werd een vergelijking gemaakt tussen robotgeassisteerde ventrale rectopexie en niet-robot geassisteerde laparoscopische ventrale rectopexie Er werden vijf studies geïncludeerd met in totaal ### patiënten In de review werd van vijf studies uitgegaan, maar omdat drie van de studies specifiek externe rectum prolaps betrof, zijn alleen de resultaten deze drie studies hier beschreven In alle studies werd de <PERSOON> techniek toegepast om de mat te fixeren Drie studies vergeleken de laparoscopische rectopexie met de robotgeassisteerde rectopexie voor de behandeling van externe rectumprolaps (Mehmood, ###; De Hoog, ###; <PERSOON>, ###) Deze studies omvatten in totaal ### patiënten, waarvan ## in de laparoscopische groep en ## in de robot-geassisteerde groep Van deze drie studies zijn voor deze uitgangsvraag de Deze uitgangsvraag is niet met literatuur te onderbouwen, omdat er geen vergelijkende studies zijn gepubliceerd die dit vraagstuk heeft onderzocht en voldoen aan de De belangrijke resultaten worden beschreven, voor details kunt u de evidence tabel Er waren geen significante verschillen tussen de twee technieken wat betreft recidief van Residuele faecale incontinentie kwam vaker voor in de groep van Delorme met levatorplastiek (OR #,##; ##%BI van #,## tot #,##, n=##) Obstipatie verschilde niet tussen de technieken Postoperatieve maximum rustdruk en persdruk waren beide significant lager in de Delormegroep (gemiddeld verschil #,#; ##%BI van #,## tot ##,## respectievelijk -##,##; ##%BI van #,## tot #,##, n=##) lager in de Delorme met levatorplastiek (gemiddeld verschil -##,##; ##%BI van -##,## tot Patiënten in de Delormegroep scoorden significant hoger op postoperatieve patiënttevredenheid ten opzichte van Delorme met levatorplastiek (gemiddeld verschil #,#; De vergelijking tussen de Delorme en de Altemeier procedure werd in één studie incontinentie score, darmfunctie, kwaliteit van leven) gaven een significant verschil tussen de twee technieken Pijn/dyspareunia en complicaties werden niet als uitkomstmaten meegenomen in de studie van Senapati De gedetailleerde uitkomsten kunt u terugvinden In de groep waarbij de laterale ligamenten behouden werden, waren minder patiënten met obstipatieklachten na de operatie (OR #,##; ##%BI van # ## tot #,##, heterogeniteit (I#) van ##%, n=##) maar dit verschil was niet significant Wel werden in de groep waar de ligamenten werden gekliefd minder recidieven gezien (OR (fixed) ##,## met een##% BI van #,## tot ###,##) Echter was ook dit verschil niet significant De overige uitkomsten werden alleen in één van beide studies beschreven De defecatie frequentie was lager in de groep waarbij de ligamenten werden behouden (gemiddeld verschil -#; ##%BI van -#,## tot -#,##, n=##) De verschillen tussen de behandelingen voor obstipatie score, anale druk en postoperatieve complicaties waren niet significant Voor De uitkomsten werden alleen in één van beide studies beschreven Geen van de recidief of functionele uitkomsten gaven een significant verschil Complicaties kwamen significant minder vaak voor in de laparoscopische groep (OR #,##, ##%BI van #,## tot #,##, n=##) Voor specifieke uitkomsten kunt u de evidence tabel raadplegen.
756
nvmdl
lager in de Delorme met levatorplastiek (gemiddeld verschil -##,##; ##%BI van -##,## tot Patiënten in de Delormegroep scoorden significant hoger op postoperatieve patiënttevredenheid ten opzichte van Delorme met levatorplastiek (gemiddeld verschil #,#; De vergelijking tussen de Delorme en de Altemeier procedure werd in één studie incontinentie score, darmfunctie, kwaliteit van leven) gaven een significant verschil tussen de twee technieken Pijn/dyspareunia en complicaties werden niet als uitkomstmaten meegenomen in de studie van Senapati De gedetailleerde uitkomsten kunt u terugvinden In de groep waarbij de laterale ligamenten behouden werden, waren minder patiënten met obstipatieklachten na de operatie (OR #,##; ##%BI van # ## tot #,##, heterogeniteit (I#) van ##%, n=##) maar dit verschil was niet significant Wel werden in de groep waar de ligamenten werden gekliefd minder recidieven gezien (OR (fixed) ##,## met een##% BI van #,## tot ###,##) Echter was ook dit verschil niet significant De overige uitkomsten werden alleen in één van beide studies beschreven De defecatie frequentie was lager in de groep waarbij de ligamenten werden behouden (gemiddeld verschil -#; ##%BI van -#,## tot -#,##, n=##) De verschillen tussen de behandelingen voor obstipatie score, anale druk en postoperatieve complicaties waren niet significant Voor De uitkomsten werden alleen in één van beide studies beschreven Geen van de recidief of functionele uitkomsten gaven een significant verschil Complicaties kwamen significant minder vaak voor in de laparoscopische groep (OR #,##, ##%BI van #,## tot #,##, n=##) Voor specifieke uitkomsten kunt u de evidence tabel raadplegen #,## tot #,##, n=##) maar dit verschil was niet significant Ook postoperatieve complicaties kwamen minder vaak voor in de perineale groep (OR #,##, ##%BI van #,## tot #,##, n=##), maar dit verschil was niet significant Geen van de functionele uitkomsten en de patiënt tevredenheid uitkomsten gaven een significant verschil tussen de beide benaderingen Specifieke details kunt u vinden in de evidence tabellen De volgende uitkomsten werden gepoold obstipatieklachten door de operatie, residuele Het aantal patiënten met obstipatieklachten direct na de operatie was significant hoger in de geen resectie-groep met een OR van #,## (##%BI van #,## tot #,##; heterogeniteit (I#) van #%; n=##) Tijdens follow-up was er geen verschil meer in deze klachten Het aantal patiënten met residuale fecale incontinentie was iets lager in de resectiegroep, maar dit verschil was niet significant (OR #,##; ##%BI van #,## tot #,##; Postoperatieve complicaties kwamen minder vaak voor in de geen resectie-groep maar dit verschil was niet significant (OR #,##; ##%BI van #,## tot #,##; heterogeniteit (I#) van De overige uitkomsten (darmfunctie, anale rust druk, kwaliteit van leven, recidief en incontinentie score) werden steeds voor één van de drie studies apart beschreven en gaven geen significante verschillen tussen de beide procedures De uitkomsten In de studie van Karas (###) had de rectopexie groep statistisch significant minder recidieven van rectum prolaps vergeleken met de geen rectopexiegroep (OR #,##; ##% BI De geen-rectopexiegroep had minder complicaties maar dit verschil was niet significant.
765
nvmdl
tot #,##, n=##) maar dit verschil was niet significant Ook postoperatieve complicaties kwamen minder vaak voor in de perineale groep (OR #,##, ##%BI van #,## tot #,##, n=##), maar dit verschil was niet significant Geen van de functionele uitkomsten en de patiënt tevredenheid uitkomsten gaven een significant verschil tussen de beide benaderingen Specifieke details kunt u vinden in de evidence tabellen De volgende uitkomsten werden gepoold obstipatieklachten door de operatie, residuele Het aantal patiënten met obstipatieklachten direct na de operatie was significant hoger in de geen resectie-groep met een OR van #,## (##%BI van #,## tot #,##; heterogeniteit (I#) van #%; n=##) Tijdens follow-up was er geen verschil meer in deze klachten Het aantal patiënten met residuale fecale incontinentie was iets lager in de resectiegroep, maar dit verschil was niet significant (OR #,##; ##%BI van #,## tot #,##; Postoperatieve complicaties kwamen minder vaak voor in de geen resectie-groep maar dit verschil was niet significant (OR #,##; ##%BI van #,## tot #,##; heterogeniteit (I#) van De overige uitkomsten (darmfunctie, anale rust druk, kwaliteit van leven, recidief en incontinentie score) werden steeds voor één van de drie studies apart beschreven en gaven geen significante verschillen tussen de beide procedures De uitkomsten In de studie van Karas (###) had de rectopexie groep statistisch significant minder recidieven van rectum prolaps vergeleken met de geen rectopexiegroep (OR #,##; ##% BI De geen-rectopexiegroep had minder complicaties maar dit verschil was niet significant effect was op incontinentie tussen de twee behandelingen Er werd geen statistisch In twee studies (De Hoog, ###; Mehmood ###) werd gerapporteerd wat het effect van de twee behandelingen was op het aantal recidieven Er werd geen statistisch significant In de review van Ramage (###) werd één studie geïncludeerd die laparoscopische rectopexie vergeleek met de robotgeassisteerde rectopexie voor de behandeling van externe rectumprolaps, met als uitkomstmaat postoperatieve complicaties (Mehmood, ###) Er werd een trend gezien van minder postoperatieve complicaties in de robotgeassisteerde groep, maar dit was niet statistisch significant (OR=#,##; ##% BI #,## tot De uitkomstmaat pijn/dyspareunia werd niet meegenomen in de geïncludeerde studies De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen Delorme zonder en met levatorplastiek startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht vanwege het geringe aantal patiënten (imprecisie) en beperkingen De bewijskracht alle uitkomsten in de vergelijking tussen de Delorme en Altemeier procedure startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijkheid over De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen behoud van ligamenten versus klieven startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met drie niveaus verlaagd naar zeer lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijkheid over De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen laparoscopische versus open procedure startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met drie niveaus verlaagd naar zeer lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijkheid De bewijskracht alle uitkomsten in de vergelijking tussen de perineale versus abdominale.
690
nvmdl
statistisch In twee studies (De Hoog, ###; Mehmood ###) werd gerapporteerd wat het effect van de twee behandelingen was op het aantal recidieven Er werd geen statistisch significant In de review van Ramage (###) werd één studie geïncludeerd die laparoscopische rectopexie vergeleek met de robotgeassisteerde rectopexie voor de behandeling van externe rectumprolaps, met als uitkomstmaat postoperatieve complicaties (Mehmood, ###) Er werd een trend gezien van minder postoperatieve complicaties in de robotgeassisteerde groep, maar dit was niet statistisch significant (OR=#,##; ##% BI #,## tot De uitkomstmaat pijn/dyspareunia werd niet meegenomen in de geïncludeerde studies De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen Delorme zonder en met levatorplastiek startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht vanwege het geringe aantal patiënten (imprecisie) en beperkingen De bewijskracht alle uitkomsten in de vergelijking tussen de Delorme en Altemeier procedure startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijkheid over De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen behoud van ligamenten versus klieven startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met drie niveaus verlaagd naar zeer lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijkheid over De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen laparoscopische versus open procedure startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met drie niveaus verlaagd naar zeer lage bewijskracht gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (onduidelijkheid De bewijskracht alle uitkomsten in de vergelijking tussen de perineale versus abdominale blindering) en het zeer geringe aantal patiënten (twee niveaus voor imprecisie) De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen resectie versus geen resectie rectopexie startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met drie niveaus verlaagd De bewijskracht voor recidief van de prolaps in de vergelijking tussen rextopexie versus geen rectopexie startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is verlaagd naar matige De bewijskracht voor complicaties van de prolaps in de vergelijking tussen rextopexie versus geen rectopexie startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht gezien beperkingen in de rapportage van de De bewijskracht voor functionele uitkomsten, recidief van de prolaps en postoperatieve met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (geen Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat residuele fecale incontinentie vaker Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschil is in obstipatieklachten tussen de twee benaderingen Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de maximum rest- en druk lager is in Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de postoperatieve rectale sensatie Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de postoperatieve patiënttevredenheid hoger is in de Delorme-groep Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschillen zijn in de Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschil is in het aantal recidieven van de prolaps tussen de Delorme en Altemeier technieken Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat functionele uitkomsten in beide Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de laparoscopische procedure minder Zeer laag complicaties geeft ten opzichte van de open procedure Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de laparoscopische procedure gelijke.
573
nvmdl
geringe aantal patiënten (twee niveaus voor imprecisie) De bewijskracht voor alle uitkomsten in de vergelijking tussen resectie versus geen resectie rectopexie startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met drie niveaus verlaagd De bewijskracht voor recidief van de prolaps in de vergelijking tussen rextopexie versus geen rectopexie startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is verlaagd naar matige De bewijskracht voor complicaties van de prolaps in de vergelijking tussen rextopexie versus geen rectopexie startte op hoog vanwege de RCT-opzet en is met twee niveaus verlaagd naar lage bewijskracht gezien beperkingen in de rapportage van de De bewijskracht voor functionele uitkomsten, recidief van de prolaps en postoperatieve met twee niveaus verlaagd gezien beperkingen in de onderzoeksopzet (geen Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat residuele fecale incontinentie vaker Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschil is in obstipatieklachten tussen de twee benaderingen Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de maximum rest- en druk lager is in Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de postoperatieve rectale sensatie Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de postoperatieve patiënttevredenheid hoger is in de Delorme-groep Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschillen zijn in de Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschil is in het aantal recidieven van de prolaps tussen de Delorme en Altemeier technieken Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat functionele uitkomsten in beide Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de laparoscopische procedure minder Zeer laag complicaties geeft ten opzichte van de open procedure Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de laparoscopische procedure gelijke uitkomsten geeft wat betreft recidief in vergelijking met de open Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschillen zijn in recidief, Zeer laag complicaties en functionele uitkomsten tussen de twee benaderingen Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat de functionele uitkomsten en Zeer laag complicaties gelijke uitkomsten geeft voor beide technieken Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat rectopexie gelijke uitkomsten geeft Er zijn aanwijzingen dat rectopexie leidt tot minder recidieven van rectum Er zijn geen verschillen in de functionele uitkomst incontinentie tussen de Er zijn geen verschillen in het aantal recidieven van de prolaps tussen de Er zijn geen verschillen in het aantal postoperatieve complicaties tussen de De literatuuranalyse om deze uitgangsvraag te beantwoorden heeft zich gericht op Echter bleek gedurende de zoektocht naar geschikt bewijs dat er weinig kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar was Tevens waren de vergelijkende groepen vaak inhomogeen Zo is binnen de abdominale groep de laparotomische en laparoscopische vaak door elkaar geïncludeerd En ook werden verschillende operatietechnieken door elkaar gebruikt Tevens was het onderscheid tussen ERP en IRP ook niet altijd duidelijk Of de robot geassisteerde ingreep de voorkeur geniet boven de laparoscopische ingreep is onderzocht in een meta-analyse door Ramage (Ramage, ###) Drie van de vijf geïncludeerde onderzoeken deden onderzoek naar externe rectum prolaps Hieruit kon geconcludeerd worden dat er geen significant verschil is in functionele uitkomst, complicaties en aantal recidieven Dit vraagstuk zou in een grotere trial onderzocht moeten worden met als aanvulling een kostenbatenanalyse, daar waar de robot hogere kosten met zich meebrengt.
536
nvmdl
recidief in vergelijking met de open Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschillen zijn in recidief, Zeer laag complicaties en functionele uitkomsten tussen de twee benaderingen Er zijn zeer voorzichtige aanwijzingen dat de functionele uitkomsten en Zeer laag complicaties gelijke uitkomsten geeft voor beide technieken Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat rectopexie gelijke uitkomsten geeft Er zijn aanwijzingen dat rectopexie leidt tot minder recidieven van rectum Er zijn geen verschillen in de functionele uitkomst incontinentie tussen de Er zijn geen verschillen in het aantal recidieven van de prolaps tussen de Er zijn geen verschillen in het aantal postoperatieve complicaties tussen de De literatuuranalyse om deze uitgangsvraag te beantwoorden heeft zich gericht op Echter bleek gedurende de zoektocht naar geschikt bewijs dat er weinig kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar was Tevens waren de vergelijkende groepen vaak inhomogeen Zo is binnen de abdominale groep de laparotomische en laparoscopische vaak door elkaar geïncludeerd En ook werden verschillende operatietechnieken door elkaar gebruikt Tevens was het onderscheid tussen ERP en IRP ook niet altijd duidelijk Of de robot geassisteerde ingreep de voorkeur geniet boven de laparoscopische ingreep is onderzocht in een meta-analyse door Ramage (Ramage, ###) Drie van de vijf geïncludeerde onderzoeken deden onderzoek naar externe rectum prolaps Hieruit kon geconcludeerd worden dat er geen significant verschil is in functionele uitkomst, complicaties en aantal recidieven Dit vraagstuk zou in een grotere trial onderzocht moeten worden met als aanvulling een kostenbatenanalyse, daar waar de robot hogere kosten met zich meebrengt mag beslissen of de laparoscopische rectopexie al dan niet met de robot plaats vindt mits Tot op heden wordt de perineale benadering verkozen boven een abdominale benadering bij patiënten met een hoge comorbiditeit Gedateerde onderzoeken tonen namelijk aan dat een abdominale benadering een hoger complicatierisico geeft in vergelijking met een perineale benadering Echter wordt hier vergeleken met open abdominale chirurgie De ontwikkeling in minimaal invasieve abdominale chirurgie heeft de ingreep veiliger gemaakt voor patiënten met een hoge comorbiditeit Zodoende wordt eerdergenoemde stelling langzaamaan in twijfel getrokken Senapati is de enige gerandomiseerde studie die de perineale benadering heeft vergeleken met een laparoscopische abdominale benadering, echter er worden ook open abdominale benaderingen geïncludeerd zonder dat er onderscheid tussen beiden wordt gemaakt De uitkomst is dat er geen significant verschil kan worden aangetoond tussen beide groepen op het gebied van zowel complicaties, recidieven als functionele uitkomst De aantallen zijn bij deze studie wel erg klein (## versus ##) (Senapati, ###) Oudere kwalitatief mindere onderzoeken tonen echter wel een significant hogere recidiefkans aan bij de perineale benadering (<PERSOON>, ###) De werkgroep heeft consensus bereikt dat een abdominale benadering de voorkeur geniet en dat een perineale benadering enkel de voorkeur heeft bij patiënten waarbij een abdominale chirurgie is gecontra-indiceerd Hierbij moet gedacht worden aan patiënten waarbij algehele anesthesie te grote risico’s met zich meebrengt in verband met ernstige cardiale of pulmonale comorbiditeit en/of bij patiënten waarbij de buik ontoegankelijk zou zijn Bijvoorbeeld wanneer de patiënt multipele abdominale ingrepen.
556
nvmdl
beslissen of de laparoscopische rectopexie al dan niet met de robot plaats vindt mits Tot op heden wordt de perineale benadering verkozen boven een abdominale benadering bij patiënten met een hoge comorbiditeit Gedateerde onderzoeken tonen namelijk aan dat een abdominale benadering een hoger complicatierisico geeft in vergelijking met een perineale benadering Echter wordt hier vergeleken met open abdominale chirurgie De ontwikkeling in minimaal invasieve abdominale chirurgie heeft de ingreep veiliger gemaakt voor patiënten met een hoge comorbiditeit Zodoende wordt eerdergenoemde stelling langzaamaan in twijfel getrokken Senapati is de enige gerandomiseerde studie die de perineale benadering heeft vergeleken met een laparoscopische abdominale benadering, echter er worden ook open abdominale benaderingen geïncludeerd zonder dat er onderscheid tussen beiden wordt gemaakt De uitkomst is dat er geen significant verschil kan worden aangetoond tussen beide groepen op het gebied van zowel complicaties, recidieven als functionele uitkomst De aantallen zijn bij deze studie wel erg klein (## versus ##) (Senapati, ###) Oudere kwalitatief mindere onderzoeken tonen echter wel een significant hogere recidiefkans aan bij de perineale benadering (<PERSOON>, ###) De werkgroep heeft consensus bereikt dat een abdominale benadering de voorkeur geniet en dat een perineale benadering enkel de voorkeur heeft bij patiënten waarbij een abdominale chirurgie is gecontra-indiceerd Hierbij moet gedacht worden aan patiënten waarbij algehele anesthesie te grote risico’s met zich meebrengt in verband met ernstige cardiale of pulmonale comorbiditeit en/of bij patiënten waarbij de buik ontoegankelijk zou zijn Bijvoorbeeld wanneer de patiënt multipele abdominale ingrepen Uit de enige geïncludeerde gerandomiseerde studie die de vraag onderzoekt of rectopexie moet worden toegevoegd aan de mobilisatie van het rectum blijkt het bewijs duidelijk dat het toevoegen van een rectopexie, open of laparoscopisch, de kans op een recidief (#,# versus #,#%) vermindert (Karas, ###) De werkgroep is van mening dat bij patiënten met een ERP een rectopexie te prefereren is boven mobilisatie van het rectum alleen De vraag of een resectie-rectopexie beter is dan een ventrale mesh rectopexie is een lastig vraagstuk en nooit gerandomiseerd uitgezocht Aan de ene kant is bewezen dat een resectie-rectopexie een betere uitkomst heeft op ODS-klachten, maar tegelijkertijd een grotere kans heeft op ernstige complicaties, omdat er een naad wordt aangelegd Senapati heeft in een klein gerandomiseerde groep de resectiegroep vergeleken met een suture rectopexie Hieruit komt geen significant verschil in recidieven Wel geeft de suturerectopexie, wat hypothetisch te verklaren is, omdat bij de suturerectopexie een knik in het overtollige colon blijft, die bij de resectierectopexie gereseceerd wordt Daartegenover bevestigt Senepati een hoger complicatiepercentage in de resectiegroep, maar deze is niet significant (Senapati, ###) Dit vraagstuk zou in grotere gerandomiseerde trials uitgezocht moeten worden, waarbij gezien de huidige praktijk de De werkgroep adviseert een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) als eerste keus De twee meest gebruikte perineale benaderingen zijn Altemeier’s en Delorme’s Senapati is de enige studie die deze twee ingrepen gerandomiseerd heeft vergeleken, waarbij er geen significant verschil in functionele uitkomst, aantal recidieven en complicaties werd aangetoond (Senapati, ###).
591
nvmdl
de enige geïncludeerde gerandomiseerde studie die de vraag onderzoekt of rectopexie moet worden toegevoegd aan de mobilisatie van het rectum blijkt het bewijs duidelijk dat het toevoegen van een rectopexie, open of laparoscopisch, de kans op een recidief (#,# versus #,#%) vermindert (Karas, ###) De werkgroep is van mening dat bij patiënten met een ERP een rectopexie te prefereren is boven mobilisatie van het rectum alleen De vraag of een resectie-rectopexie beter is dan een ventrale mesh rectopexie is een lastig vraagstuk en nooit gerandomiseerd uitgezocht Aan de ene kant is bewezen dat een resectie-rectopexie een betere uitkomst heeft op ODS-klachten, maar tegelijkertijd een grotere kans heeft op ernstige complicaties, omdat er een naad wordt aangelegd Senapati heeft in een klein gerandomiseerde groep de resectiegroep vergeleken met een suture rectopexie Hieruit komt geen significant verschil in recidieven Wel geeft de suturerectopexie, wat hypothetisch te verklaren is, omdat bij de suturerectopexie een knik in het overtollige colon blijft, die bij de resectierectopexie gereseceerd wordt Daartegenover bevestigt Senepati een hoger complicatiepercentage in de resectiegroep, maar deze is niet significant (Senapati, ###) Dit vraagstuk zou in grotere gerandomiseerde trials uitgezocht moeten worden, waarbij gezien de huidige praktijk de De werkgroep adviseert een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) als eerste keus De twee meest gebruikte perineale benaderingen zijn Altemeier’s en Delorme’s Senapati is de enige studie die deze twee ingrepen gerandomiseerd heeft vergeleken, waarbij er geen significant verschil in functionele uitkomst, aantal recidieven en complicaties werd aangetoond (Senapati, ###) met een levatorplastiek, omdat bewezen is dat dit significant minder recidieven geeft (<PERSOON> is dit vraagstuk enkel retrospectief uitgezocht Uit deze studie kan geconcludeerd worden dat ook hier een levatorplastiek significant minder recidieven geeft (<PERSOON> in verband met laag kwalitatief onderzoek is deze studie niet geïncludeerd voor deze richtlijn De werkgroep adviseert op het moment wanneer een perineale benadering is aangewezen, te kiezen tussen de Altemeier’s of Delorme’s procedure Welke procedure is de voorkeur van de chirurg Wanneer er wordt gekozen voor de Delorme’s, adviseert de werkgroep deze te combineren met een levatorplastiek Over de toevoeging van een levatorplastiek bij een Altemeiere kan de werkgroep geen uitspraak doen en wordt overgelaten een de lokale <PERSOON> M, et al Comparison of laparoscopic rectopexy with open technique in the treatment of complete rectal prolapse clinical and functional results <PERSOON> P, et al Focus on abdominal rectopexy for full-thickness rectal prolapse A metaanalysis of literature Techniques in Coloproctology ###;##(#) ### <PERSOON> SW, Pikarsky AJ, You SY, et al Wexner Perineal rectosigmoidectomy for rectal prolapse role of levatorplasty; de Hoog DE, <PERSOON> FHM, et al Recurrence and functional results after open versus conventional laparoscopic versus robot-assisted laparoscopic rectopexy for rectal prolapse a case control study Int J <PERSOON> C, et al.
578
nvmdl
omdat bewezen is dat dit significant minder recidieven geeft (<PERSOON> is dit vraagstuk enkel retrospectief uitgezocht Uit deze studie kan geconcludeerd worden dat ook hier een levatorplastiek significant minder recidieven geeft (<PERSOON> in verband met laag kwalitatief onderzoek is deze studie niet geïncludeerd voor deze richtlijn De werkgroep adviseert op het moment wanneer een perineale benadering is aangewezen, te kiezen tussen de Altemeier’s of Delorme’s procedure Welke procedure is de voorkeur van de chirurg Wanneer er wordt gekozen voor de Delorme’s, adviseert de werkgroep deze te combineren met een levatorplastiek Over de toevoeging van een levatorplastiek bij een Altemeiere kan de werkgroep geen uitspraak doen en wordt overgelaten een de lokale <PERSOON> M, et al Comparison of laparoscopic rectopexy with open technique in the treatment of complete rectal prolapse clinical and functional results <PERSOON> P, et al Focus on abdominal rectopexy for full-thickness rectal prolapse A metaanalysis of literature Techniques in Coloproctology ###;##(#) ### <PERSOON> SW, Pikarsky AJ, You SY, et al Wexner Perineal rectosigmoidectomy for rectal prolapse role of levatorplasty; de Hoog DE, <PERSOON> FHM, et al Recurrence and functional results after open versus conventional laparoscopic versus robot-assisted laparoscopic rectopexy for rectal prolapse a case control study Int J <PERSOON> C, et al rectosigmoidectomy and pelvic floor repair for full-thickness rectal prolapse <PERSOON> British Journal of <PERSOON> ventral recto(colpo)pexy for rectal prolapse surgical technique and outcome <PERSOON-##> DE, <PERSOON-##> WG, et al Robot-assisted versus conventional laparoscopic rectopexy for rectal prolapse a comparative study on costs and time <PERSOON-##> DF, et al No rectopexy versus rectopexy following rectal mobilisation for fullthickness rectal prolapse a randomised controlled trial Diseases of Colon and Rectum ###;##(#) ##–## <PERSOON-##> WD, et al Complete rectal prolapse evolution of management and results <PERSOON-##> rectopexy with sigmoidectomy versus rectopexy alone for rectal prolapse a prospective, randomized study International Journal of Colorectal Disease ###;#(#) ###–## Mckee RF, Lauder JC, Poon FW, et al A prospective randomized study of abdominal rectopexy with and without sigmoidectomy in rectal prolapse Surgery, Gynecology and <PERSOON-##> L, et al Short-term outcome of laparoscopic versus robotic ventral mesh rectopexy for full-thickness rectal prolapse Is robotic superior? <PERSOON-##> Dis ###;##(#) ##<DATUM> doi <PERSOON-##> F Effect of rectal mobilisation and lateral sphincter division on colonic and anorectal function Diseases of the Colon and <PERSOON-##> J, et al.
585
nvmdl
prolapse <PERSOON> British Journal of <PERSOON> ventral recto(colpo)pexy for rectal prolapse surgical technique and outcome <PERSOON> DE, <PERSOON> WG, et al Robot-assisted versus conventional laparoscopic rectopexy for rectal prolapse a comparative study on costs and time <PERSOON> DF, et al No rectopexy versus rectopexy following rectal mobilisation for fullthickness rectal prolapse a randomised controlled trial Diseases of Colon and Rectum ###;##(#) ##–## <PERSOON> WD, et al Complete rectal prolapse evolution of management and results <PERSOON> rectopexy with sigmoidectomy versus rectopexy alone for rectal prolapse a prospective, randomized study International Journal of Colorectal Disease ###;#(#) ###–## Mckee RF, Lauder JC, Poon FW, et al A prospective randomized study of abdominal rectopexy with and without sigmoidectomy in rectal prolapse Surgery, Gynecology and <PERSOON> L, et al Short-term outcome of laparoscopic versus robotic ventral mesh rectopexy for full-thickness rectal prolapse Is robotic superior? <PERSOON> Dis ###;##(#) ##<DATUM> doi <PERSOON-##> F Effect of rectal mobilisation and lateral sphincter division on colonic and anorectal function Diseases of the Colon and <PERSOON-##> J, et al <PERSOON-##> F, <PERSOON-##> JF, Chilcott M, et al Altemeier's procedure for rectal prolapse analysis of long-term outcome in ## <PERSOON-##> L, et al Surgical treatment of rectal prolapse a randomised study [<PERSOON-##> RG, Middleton LJ, et al PROSPER a randomised comparison of surgical treatments for rectal <PERSOON-##> MJ, Young CJ, Eyers <INSTELLING>, et al Randomized clinical trial of laparoscopic versus open abdominal rectopexy for rectal prolapse <PERSOON> British Journal of Surgery ###;##(#) ##–# Speakman CTM, Madden MV, Nicholls RJ, et alA Lateral ligament division during rectopexy causes constipation but prevents recurrence results of a prospective randomized study <PERSOON> British Journal of Surgery ###;## Stevenson AR, Stitz RW, Lumley JW Laparoscopic-assisted resection-rectopexy for rectal prolapse early and <PERSOON-##> SR, <PERSOON-##> AI, et al Surgery for complete rectal prolapse in adults Cochrane Database of <PERSOON-##> SR, <PERSOON-##> RL Surgery for complete (full-thickness) rectal prolapse in adults Cochrane Database Syst Young MT, Jafari MD, Phelan MJ, et al Carmichael; Surgical treatments for rectal prolapse how does a perineal approach compare in the laparoscopic era?; Surg Endosc ###;<DATUM> ### (SCIREF)s###-<PATIENTNUMMER>-# <PERSOON-##> A, et al Comparative study between Delorme operation with or without postanal repair and levateroplasty in treatment of complete rectal prolapse International Journal of Surgery.
643
nvmdl
F, <PERSOON> JF, Chilcott M, et al Altemeier's procedure for rectal prolapse analysis of long-term outcome in ## <PERSOON> L, et al Surgical treatment of rectal prolapse a randomised study [<PERSOON> RG, Middleton LJ, et al PROSPER a randomised comparison of surgical treatments for rectal <PERSOON> MJ, Young CJ, Eyers <INSTELLING>, et al Randomized clinical trial of laparoscopic versus open abdominal rectopexy for rectal prolapse <PERSOON> British Journal of Surgery ###;##(#) ##–# Speakman CTM, Madden MV, Nicholls RJ, et alA Lateral ligament division during rectopexy causes constipation but prevents recurrence results of a prospective randomized study <PERSOON> British Journal of Surgery ###;## Stevenson AR, Stitz RW, Lumley JW Laparoscopic-assisted resection-rectopexy for rectal prolapse early and <PERSOON> SR, <PERSOON> AI, et al Surgery for complete rectal prolapse in adults Cochrane Database of <PERSOON> SR, <PERSOON> RL Surgery for complete (full-thickness) rectal prolapse in adults Cochrane Database Syst Young MT, Jafari MD, Phelan MJ, et al Carmichael; Surgical treatments for rectal prolapse how does a perineal approach compare in the laparoscopic era?; Surg Endosc ###;<DATUM> ### (SCIREF)s###-<PATIENTNUMMER>-# <PERSOON-##> A, et al Comparative study between Delorme operation with or without postanal repair and levateroplasty in treatment of complete rectal prolapse International Journal of Surgery Literature search thickness rectal with Ultracision and handsewn anastomosis Table of quality assessment for systematic reviews of RCTs and observational studies Based on AMSTAR checklist (Shea et al ; ###, BMC Methodol # ##; doi <DATUM> ###-###<DATUM> and PRISMA checklist (Moher et al Comprehensive Description of Description of Appropriate adjustment for Assessment of Enough Research question (PICO) and inclusion criteria should be appropriate and predefined Search period and strategy should be described; at least Medline searched; for pharmacological questions at least Medline + EMBASE searched Potentially relevant studies that are excluded at final selection (after reading the full text) should be referenced with reasons Characteristics of individual studies relevant to research question (PICO), including potential confounders, should be reported Results should be adequately controlled for potential confounders by multivariate analysis (not applicable for RCTs) Quality of individual studies should be assessed using a quality scoring tool or checklist (Jadad score, Newcastle-Ottawa scale, risk of bias table etc ) Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (e g <PERSOON-##>-square, I#)? <PERSOON-##> assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (e g , funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (e g , Egger regression test, Hedges-Olken) Note If no test values or funnel plot included, score no Score yes if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than ##.
664
nvmdl
handsewn anastomosis Table of quality assessment for systematic reviews of RCTs and observational studies Based on AMSTAR checklist (Shea et al ; ###, BMC Methodol # ##; doi <DATUM> ###-###<DATUM> and PRISMA checklist (Moher et al Comprehensive Description of Description of Appropriate adjustment for Assessment of Enough Research question (PICO) and inclusion criteria should be appropriate and predefined Search period and strategy should be described; at least Medline searched; for pharmacological questions at least Medline + EMBASE searched Potentially relevant studies that are excluded at final selection (after reading the full text) should be referenced with reasons Characteristics of individual studies relevant to research question (PICO), including potential confounders, should be reported Results should be adequately controlled for potential confounders by multivariate analysis (not applicable for RCTs) Quality of individual studies should be assessed using a quality scoring tool or checklist (Jadad score, Newcastle-Ottawa scale, risk of bias table etc ) Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (e g <PERSOON>-square, I#)? <PERSOON> assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (e g , funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (e g , Egger regression test, Hedges-Olken) Note If no test values or funnel plot included, score no Score yes if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than ## Note To get a yes, source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies Caddedu, ### (Prolaps Systematic review van Tou (###) en Ramage (###) zijn recenter De Hoog, ### (Prolaps Opgenomen in review Ramage (###) Tsunoda, ### (Prolaps Case serie, geen vergelijkende studie Welk materiaal (type mesh) dient gebruikt te worden bij een laparoscopische Evenals het aantal behandelingen voor een rectale prolaps door middel van een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) is ook het aantal behandelingen met verscheidene implantaten in het algemeen de laatste jaren sterk toegenomen Deze implantaten verschillen vooral door het materiaal waaruit zij bestaan maar ook in dikte, gewicht en grote van de mazen De werkgroep focust zich op het wetenschappelijk bewijs over het verschil in veiligheid en effectiviteit van deze implantaten Omdat er weinig kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar is voor de materiaalkeuze specifiek voor LVR is gekozen om ook te zoeken naar indirect bewijs Er is besloten aanvullend literatuuronderzoek te doen naar materiaalkeuze bij littekenbreuken, aangezien deze in tegenstelling tot bijvoorbeeld liesbreuken het meest neutraal zijn ten aanzien van de anatomie en dus uitkomst parameters als pijn, erosie en vreemd lichaam sensatie zo weinig mogelijk door andere factoren beïnvloed zouden kunnen worden Uiteraard is de werkgroep er zich van bewust dat de reactie van lichaamsvreemd materiaal wel degelijk afhangt van de anatomie waar deze geplaatst wordt, met andere woorden de reactie van.
608
nvmdl
To get a yes, source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies Caddedu, ### (Prolaps Systematic review van Tou (###) en Ramage (###) zijn recenter De Hoog, ### (Prolaps Opgenomen in review Ramage (###) Tsunoda, ### (Prolaps Case serie, geen vergelijkende studie Welk materiaal (type mesh) dient gebruikt te worden bij een laparoscopische Evenals het aantal behandelingen voor een rectale prolaps door middel van een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) is ook het aantal behandelingen met verscheidene implantaten in het algemeen de laatste jaren sterk toegenomen Deze implantaten verschillen vooral door het materiaal waaruit zij bestaan maar ook in dikte, gewicht en grote van de mazen De werkgroep focust zich op het wetenschappelijk bewijs over het verschil in veiligheid en effectiviteit van deze implantaten Omdat er weinig kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar is voor de materiaalkeuze specifiek voor LVR is gekozen om ook te zoeken naar indirect bewijs Er is besloten aanvullend literatuuronderzoek te doen naar materiaalkeuze bij littekenbreuken, aangezien deze in tegenstelling tot bijvoorbeeld liesbreuken het meest neutraal zijn ten aanzien van de anatomie en dus uitkomst parameters als pijn, erosie en vreemd lichaam sensatie zo weinig mogelijk door andere factoren beïnvloed zouden kunnen worden Uiteraard is de werkgroep er zich van bewust dat de reactie van lichaamsvreemd materiaal wel degelijk afhangt van de anatomie waar deze geplaatst wordt, met andere woorden de reactie van Wat zijn de (on)gunstige effecten van verschillende typen meshes bij een laparoscopische ventrale rectopexie ter behandeling van een rectum prolaps? patiënten die een laparoscopische ventrale rectopexie ondergaan ter behandeling Wat zijn de (on)gunstige effecten van verschillende typen meshes bij In de databases Medline (via OVID) en Embase (via Elsevier) is op <DATUM> met relevante zoektermen gezocht naar materiaal (diverse kunststoffen, biologische en oplosbare mat) dat dient gebruikt te worden bij een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) of bij littekenbreukcorrecties De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische reviews, RCTs of vergelijkend observationeel onderzoek, patiënten met functionele klachten en interne of externe rectumprolaps of littekenbreuken Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden geselecteerd, waarvan twee observationeel vergelijkend onderzoek en een systematische review De referenties van de review zijn bekeken en gecontroleerd op de inclusiecriteria Op basis hiervan werden # studies opgenomen (Berrevoet, ###; Conze, ###; Ladurner, Drie onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse De evidence-tabellen hiervan en beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder het tabblad Onderbouwing Drie studies zijn opgenomen in de literatuuranalyse één systematische review (<PERSOON>, ###) waarin vijf observationele studies zijn opgenomen drie prospectieve observationele literatuurlijst uit de zoekactie zijn er nog twee observationele studies hier aan toegevoegd In de studies zijn patiënten geïncludeerd waarbij een LVR (Evans, ###) of een littekenbreukcorrectie (<PERSOON>, ###) is uitgevoerd Daarbij is het gebruik van.
616
nvmdl
ter behandeling van een rectum prolaps? patiënten die een laparoscopische ventrale rectopexie ondergaan ter behandeling Wat zijn de (on)gunstige effecten van verschillende typen meshes bij In de databases Medline (via OVID) en Embase (via Elsevier) is op <DATUM> met relevante zoektermen gezocht naar materiaal (diverse kunststoffen, biologische en oplosbare mat) dat dient gebruikt te worden bij een laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) of bij littekenbreukcorrecties De zoekverantwoording is weergegeven onder het tabblad Verantwoording De literatuurzoekactie leverde ### treffers op Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria systematische reviews, RCTs of vergelijkend observationeel onderzoek, patiënten met functionele klachten en interne of externe rectumprolaps of littekenbreuken Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie ## studies voorgeselecteerd Na raadpleging van de volledige tekst, werden geselecteerd, waarvan twee observationeel vergelijkend onderzoek en een systematische review De referenties van de review zijn bekeken en gecontroleerd op de inclusiecriteria Op basis hiervan werden # studies opgenomen (Berrevoet, ###; Conze, ###; Ladurner, Drie onderzoeken zijn opgenomen in de literatuuranalyse De evidence-tabellen hiervan en beoordeling van individuele studiekwaliteit kunt u in onder het tabblad Onderbouwing Drie studies zijn opgenomen in de literatuuranalyse één systematische review (<PERSOON>, ###) waarin vijf observationele studies zijn opgenomen drie prospectieve observationele literatuurlijst uit de zoekactie zijn er nog twee observationele studies hier aan toegevoegd In de studies zijn patiënten geïncludeerd waarbij een LVR (Evans, ###) of een littekenbreukcorrectie (<PERSOON>, ###) is uitgevoerd Daarbij is het gebruik van lichtgewicht meshes versus standaard meshes (<PERSOON>, ###) meshes versus onoplosbare meshes (Ricket, ###) De volgende uitkomsten werden beschreven pijn, erosie en complicaties (wondinfectie, bloedingen seroom, hematoom, vreemd lichaam sensatie, recidief littekenbreuk) De gemiddelde totale leeftijd was in de interventiegroepen ##,# ± ##,<LEEFTIJD> jaar en in de controlegroepen ##,# ± #,<LEEFTIJD> jaar Het Drie studies (<PERSOON>, ###) (N=###) onderzochten het effect op chronische pijn na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat chronische pijn na een littekenbreukcorrectie significant verschillend is bij gebruik van lichtgewicht meshes ten opzichte van standaard meshes waarbij patiënten met lichtgewicht meshes De studie van Ricket, ### heeft pijn door middel van SF-## onderzocht, ##- en ## dagen na de littekenbreukcorrectie Pijn was significant hoger op beide meetmomenten in de groep met synthetische meshes ten opzichte van de groep met biologische meshes (## De bewijskracht voor de uitkomstmaat pijn is met twee niveaus verlaagd gezien Resultaten complicaties bij littekenbreuken wondinfectie, bloedingen, seroom, Vier studies in de review van <PERSOON> (###) onderzochten het effect op wondinfecties na een littekenbreukcorrectie (N=###) Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat wondinfecties na een littekenbreukcorrectie vrijwel gelijk is voor lichtgewicht meshes en Vier studies in de review van <PERSOON> (###) (N=###) onderzochten het effect op seroomvorming na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat seroom vorming na een littekenbreukcorrectie vrijwel gelijk is voor lichtgewicht hematoomvorming na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat hematoomvorming na een littekenbreukcorrectie gelijk is voor lichtgewicht.
679
nvmdl
versus standaard meshes (<PERSOON>, ###) meshes versus onoplosbare meshes (Ricket, ###) De volgende uitkomsten werden beschreven pijn, erosie en complicaties (wondinfectie, bloedingen seroom, hematoom, vreemd lichaam sensatie, recidief littekenbreuk) De gemiddelde totale leeftijd was in de interventiegroepen ##,# ± ##,<LEEFTIJD> jaar en in de controlegroepen ##,# ± #,<LEEFTIJD> jaar Het Drie studies (<PERSOON>, ###) (N=###) onderzochten het effect op chronische pijn na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat chronische pijn na een littekenbreukcorrectie significant verschillend is bij gebruik van lichtgewicht meshes ten opzichte van standaard meshes waarbij patiënten met lichtgewicht meshes De studie van Ricket, ### heeft pijn door middel van SF-## onderzocht, ##- en ## dagen na de littekenbreukcorrectie Pijn was significant hoger op beide meetmomenten in de groep met synthetische meshes ten opzichte van de groep met biologische meshes (## De bewijskracht voor de uitkomstmaat pijn is met twee niveaus verlaagd gezien Resultaten complicaties bij littekenbreuken wondinfectie, bloedingen, seroom, Vier studies in de review van <PERSOON> (###) onderzochten het effect op wondinfecties na een littekenbreukcorrectie (N=###) Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat wondinfecties na een littekenbreukcorrectie vrijwel gelijk is voor lichtgewicht meshes en Vier studies in de review van <PERSOON> (###) (N=###) onderzochten het effect op seroomvorming na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat seroom vorming na een littekenbreukcorrectie vrijwel gelijk is voor lichtgewicht hematoomvorming na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat hematoomvorming na een littekenbreukcorrectie gelijk is voor lichtgewicht littekenbreuk na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat het terugkeren van een littekenbreuk na een littekenbreukcorrectie gelijk is voor Drie studies in de review van <PERSOON> (###) (N=###) onderzochten het effect op vreemd lichaamssensatie na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat een vreemd lichaamssensatie na een littekenbreukcorrectie vrijwel gelijk is De studie van Rickert (###) onderzocht bij ## personen na een littekenbreukcorrectie of er significante verschillen in complicaties waren tussen biologische meshes en synthetische meshes Deze studie vond ook geen significante verschillen op de uitkomsten wondinfectie, bloedingen, hematoom, seroom en recidief littekenbreuk Spreidingsmaten De bewijskracht voor de uitkomstmaat complicaties is met drie niveaus verlaagd gezien behandeling, en de behandeling zelf); en twee niveaus gezien het feit dat het betrouwbaarheidsinterval zowel een klinische relevant effect omvat in het voordeel van Eén studie (Evans, ###) onderzocht het effect op erosie na een LVR (N=###) Deze studie laat zien dat er geen significant verschil is in incidentie van erosie bij synthetische meshes ten opzichte van biologische meshes Hazard ratio en spreidingsmaten zijn niet gerapporteerd (N B Er waren maar drie cases bij biologische meshes en ## cases bij De bewijskracht voor de uitkomstmaat erosie is met twee niveaus verlaagd gezien Er is geen bewijs gevonden over erosies van meshes bij rectum prolaps, er zijn hier geen Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er een verschil is in chronische pijn Het is onduidelijk of er een verschil is in complicaties tussen gedeeltelijk.
659
nvmdl
na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat het terugkeren van een littekenbreuk na een littekenbreukcorrectie gelijk is voor Drie studies in de review van <PERSOON> (###) (N=###) onderzochten het effect op vreemd lichaamssensatie na een littekenbreukcorrectie Een meta-analyse van deze resultaten laat zien dat een vreemd lichaamssensatie na een littekenbreukcorrectie vrijwel gelijk is De studie van Rickert (###) onderzocht bij ## personen na een littekenbreukcorrectie of er significante verschillen in complicaties waren tussen biologische meshes en synthetische meshes Deze studie vond ook geen significante verschillen op de uitkomsten wondinfectie, bloedingen, hematoom, seroom en recidief littekenbreuk Spreidingsmaten De bewijskracht voor de uitkomstmaat complicaties is met drie niveaus verlaagd gezien behandeling, en de behandeling zelf); en twee niveaus gezien het feit dat het betrouwbaarheidsinterval zowel een klinische relevant effect omvat in het voordeel van Eén studie (Evans, ###) onderzocht het effect op erosie na een LVR (N=###) Deze studie laat zien dat er geen significant verschil is in incidentie van erosie bij synthetische meshes ten opzichte van biologische meshes Hazard ratio en spreidingsmaten zijn niet gerapporteerd (N B Er waren maar drie cases bij biologische meshes en ## cases bij De bewijskracht voor de uitkomstmaat erosie is met twee niveaus verlaagd gezien Er is geen bewijs gevonden over erosies van meshes bij rectum prolaps, er zijn hier geen Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er een verschil is in chronische pijn Het is onduidelijk of er een verschil is in complicaties tussen gedeeltelijk Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat er geen verschil is in erosie tussen kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar voor de materiaalkeuze Ten aanzien van de kans op inkapseling en krimpen van het materiaal zijn er overwegend dierexperimentele onderzoeken gedaan Er zijn zeer weinig onderzoeken bekend waar specifiek de materiaalkeuze onderzocht wordt bij een LVR en littekenbreuken Op dit moment zijn er meer dan ## verschillende soorten meshes op de markt zij kunnen onderverdeeld worden in de grootte van de mazen, soort materiaal, hoeveelheid Een biologisch mesh is opgebouwd uit acellulair materiaal van dierlijk of menselijk opgebouwd zijn uit deels oplosbaar materiaal en deels onoplosbaar materiaal (meestal Composities met geoxideerd atelocollageen type #, glycerol, glycerol ethyleen en titanium coated polypropyleen worden in principe intra peritoneaal gebruikt tegen viscerale adhesies Het is niet gebruikelijk dat deze bij een LVR wordt toegepast aangezien het Het wordt over het algemeen aangenomen vanuit dierexperimenteel onderzoek dat meshes met grote mazen ()##µ) beter zouden ingroeien en minder ingekapseld zouden worden Daarentegen zouden meshes met kleinere mazen minder adhesies geven Een standaard mesh van PP of PE heeft normaal gesproken een veel sterkere trekkracht dat fysiologisch gezien nodig is Om meer flexibiliteit van de mesh en minder reactie van het weefsel te bewerkstelligen is in ### de lichtgewicht mesh geïntroduceerd Lichtgewicht meshes kunnen absoluut gezien uit minder materiaal opgebouwd zijn (tot ##%) maar de winst in verlies van gewicht wordt bij de meeste lichtgewicht meshes voornamelijk dan wel alleen veroorzaakt door grotere mazen.
576
nvmdl
aanwijzingen dat er geen verschil is in erosie tussen kwalitatief goed vergelijkend onderzoek beschikbaar voor de materiaalkeuze Ten aanzien van de kans op inkapseling en krimpen van het materiaal zijn er overwegend dierexperimentele onderzoeken gedaan Er zijn zeer weinig onderzoeken bekend waar specifiek de materiaalkeuze onderzocht wordt bij een LVR en littekenbreuken Op dit moment zijn er meer dan ## verschillende soorten meshes op de markt zij kunnen onderverdeeld worden in de grootte van de mazen, soort materiaal, hoeveelheid Een biologisch mesh is opgebouwd uit acellulair materiaal van dierlijk of menselijk opgebouwd zijn uit deels oplosbaar materiaal en deels onoplosbaar materiaal (meestal Composities met geoxideerd atelocollageen type #, glycerol, glycerol ethyleen en titanium coated polypropyleen worden in principe intra peritoneaal gebruikt tegen viscerale adhesies Het is niet gebruikelijk dat deze bij een LVR wordt toegepast aangezien het Het wordt over het algemeen aangenomen vanuit dierexperimenteel onderzoek dat meshes met grote mazen ()##µ) beter zouden ingroeien en minder ingekapseld zouden worden Daarentegen zouden meshes met kleinere mazen minder adhesies geven Een standaard mesh van PP of PE heeft normaal gesproken een veel sterkere trekkracht dat fysiologisch gezien nodig is Om meer flexibiliteit van de mesh en minder reactie van het weefsel te bewerkstelligen is in ### de lichtgewicht mesh geïntroduceerd Lichtgewicht meshes kunnen absoluut gezien uit minder materiaal opgebouwd zijn (tot ##%) maar de winst in verlies van gewicht wordt bij de meeste lichtgewicht meshes voornamelijk dan wel alleen veroorzaakt door grotere mazen inactief, een lage infectiekans heeft, geen overgevoeligheid of allergische reactie geeft en niet te veel verandert als hij in contact komt met weefsel en bijvoorbeeld gaat krimpen Er is niet of nauwelijks bewijskracht uit de literatuur wat betreft veiligheid en effectiviteit voor een bepaalde materiaalkeuze zoals PP, PE, ePTFE of biologisch Uit experimentele studies is gebleken dat PP superieur is als het gaat om ingroei in het weefsel Mede door het gemis aan bewijskracht is in ### de consensus of panel of experts (<PERSOON>, ###) opgesteld Zij hebben ook uitspraken gedaan over de mesh-keuze en zich uitgelaten over de keuze voor een biologische mesh Er zijn op dit moment voornamelijk korte termijn resultaten in de literatuur bekend van de resultaten na een LVR met biologische mesh Het panel of experts (<PERSOON>, ###) adviseert in sommige gevallen (zoals bijvoorbeeld bij patiënten met een jonge leeftijd, rokers, diabetes, bestraling in de voorgeschiedenis) een biologisch mesh te gebruiken De werkgroep heeft de ervaring dat biologisch meshes tot recidieven leidt, hiervoor zijn ook Het panel of experts gaf een Titaniumcoated lichtgewicht mesh de voorkeur voor een LVR Ze baseren zich naast hun expert opinion naar alle waarschijnlijkheid hoofdzakelijk op de studie van Evans die kort na de consensus via een posterpresentatie in ### in Birmingham voor het eerst openbaar gemaakt is door enkelen van hen als coauteur (Evans, ###), waarbij het lijkt dat deze mesh de minste kans op erosie geeft #,#% Erosie.
569
nvmdl
heeft, geen overgevoeligheid of allergische reactie geeft en niet te veel verandert als hij in contact komt met weefsel en bijvoorbeeld gaat krimpen Er is niet of nauwelijks bewijskracht uit de literatuur wat betreft veiligheid en effectiviteit voor een bepaalde materiaalkeuze zoals PP, PE, ePTFE of biologisch Uit experimentele studies is gebleken dat PP superieur is als het gaat om ingroei in het weefsel Mede door het gemis aan bewijskracht is in ### de consensus of panel of experts (<PERSOON>, ###) opgesteld Zij hebben ook uitspraken gedaan over de mesh-keuze en zich uitgelaten over de keuze voor een biologische mesh Er zijn op dit moment voornamelijk korte termijn resultaten in de literatuur bekend van de resultaten na een LVR met biologische mesh Het panel of experts (<PERSOON>, ###) adviseert in sommige gevallen (zoals bijvoorbeeld bij patiënten met een jonge leeftijd, rokers, diabetes, bestraling in de voorgeschiedenis) een biologisch mesh te gebruiken De werkgroep heeft de ervaring dat biologisch meshes tot recidieven leidt, hiervoor zijn ook Het panel of experts gaf een Titaniumcoated lichtgewicht mesh de voorkeur voor een LVR Ze baseren zich naast hun expert opinion naar alle waarschijnlijkheid hoofdzakelijk op de studie van Evans die kort na de consensus via een posterpresentatie in ### in Birmingham voor het eerst openbaar gemaakt is door enkelen van hen als coauteur (Evans, ###), waarbij het lijkt dat deze mesh de minste kans op erosie geeft #,#% Erosie na een LVR met titanium coated lichtgewicht PP mesh Deze studie heeft echter te weinig (Gedeeltelijk) oplosbare meshes worden door de werkgroep evenals het panel of experts (<PERSOON>, ###) niet aangeraden bij een LVR in verband met te verwachten uitrekken en recidieven Voornamelijk uit dierexperimenteel onderzoek is gebleken dat ePTFE en in mindere mate zwaargewicht meshes een grote kans op krimpen van de mat geeft Conze (###) onderzocht retrospectief ## patiënten na een re-operatie voor een ventrale hernia, de mate van krimpen van de meshes ##% van de PP meshes met kleine mazen en ##% van de PTFE waren erg gekrompen in tegenstelling tot de PP meshes met grote mazen PE wordt wel vaker geassocieerd met erosie van de mesh Het panel of experts (<PERSOON>, ###) adviseert geen PE te gebruiken in verband met een grotere kans op erosie, beschreven in de studie van Evans (Evans, ###) In deze studie was PE weliswaar gebruikt in één van de vijf ziekenhuizen maar na exclusie van de PE meshes was er geen verschil in percentage erosie tussen de deelnemende ziekenhuizen De werkgroep is van mening dat de bewijskracht te zwak is om een standaard PP (in plaats van een lichtgewicht PP mat) en PE af te raden Bovendien is het nog onduidelijk wat voor een effect het krimpen van de mat op het uiteindelijke resultaat van een LVR heeft Op dit moment is de keuze voor PP het meest verantwoord om te gebruiken bij een LVR omdat deze het meest onderzocht is in grote patiëntseries In de kennislacunes is.
604
nvmdl
heeft echter te weinig (Gedeeltelijk) oplosbare meshes worden door de werkgroep evenals het panel of experts (<PERSOON>, ###) niet aangeraden bij een LVR in verband met te verwachten uitrekken en recidieven Voornamelijk uit dierexperimenteel onderzoek is gebleken dat ePTFE en in mindere mate zwaargewicht meshes een grote kans op krimpen van de mat geeft Conze (###) onderzocht retrospectief ## patiënten na een re-operatie voor een ventrale hernia, de mate van krimpen van de meshes ##% van de PP meshes met kleine mazen en ##% van de PTFE waren erg gekrompen in tegenstelling tot de PP meshes met grote mazen PE wordt wel vaker geassocieerd met erosie van de mesh Het panel of experts (<PERSOON>, ###) adviseert geen PE te gebruiken in verband met een grotere kans op erosie, beschreven in de studie van Evans (Evans, ###) In deze studie was PE weliswaar gebruikt in één van de vijf ziekenhuizen maar na exclusie van de PE meshes was er geen verschil in percentage erosie tussen de deelnemende ziekenhuizen De werkgroep is van mening dat de bewijskracht te zwak is om een standaard PP (in plaats van een lichtgewicht PP mat) en PE af te raden Bovendien is het nog onduidelijk wat voor een effect het krimpen van de mat op het uiteindelijke resultaat van een LVR heeft Op dit moment is de keuze voor PP het meest verantwoord om te gebruiken bij een LVR omdat deze het meest onderzocht is in grote patiëntseries In de kennislacunes is <PERSOON> L, De Baerdemaeker L, et al Comparable results with #-year follow-up for large-pore versus small-pore meshes in open incisional hernia repair Surgery ###;###(#) ###-## doi <DATUM> j surg ##<DATUM> ### <PERSOON> CJ, Schumpelick V, et al Incisional hernia challenge of re-operations after mesh repair ) <PERSOON> AR, Sileri P, et al <PERSOON> to Assess the Safety of <PERSOON> Q, et al Long term outcome and quality of life after open incisional hernia repair-light versus heavy weight meshes BMC Surgery ###;## ## <PERSOON> J, <PERSOON> W, et al <PERSOON> comparison of lightweight mesh and standard mesh in incisional hernia repair with the open sublay technique the results of a meta-analysis <PERSOON-##> A, et al A randomised, multi-centre, prospective, observer and patient blind study to evaluate a non-absorbable polypropylene mesh versus a partly absorbable mesh in incisional hernia repair <PERSOON-##> KK, et al Heavy-weight versus low-weight polypropylene meshes for open sublay mesh repair of incisional hernia European Journal of <PERSOON-##> E et al Laparoscopic ventral rectopexy for internal prolapse using biological mesh <PERSOON-##> K, et al.
599
nvmdl
<PERSOON> L, De Baerdemaeker L, et al Comparable results with #-year follow-up for large-pore versus small-pore meshes in open incisional hernia repair Surgery ###;###(#) ###-## doi <DATUM> j surg ##<DATUM> ### <PERSOON> CJ, Schumpelick V, et al Incisional hernia challenge of re-operations after mesh repair ) <PERSOON> AR, Sileri P, et al <PERSOON> to Assess the Safety of <PERSOON> Q, et al Long term outcome and quality of life after open incisional hernia repair-light versus heavy weight meshes BMC Surgery ###;## ## <PERSOON> J, <PERSOON> W, et al <PERSOON> comparison of lightweight mesh and standard mesh in incisional hernia repair with the open sublay technique the results of a meta-analysis <PERSOON> A, et al A randomised, multi-centre, prospective, observer and patient blind study to evaluate a non-absorbable polypropylene mesh versus a partly absorbable mesh in incisional hernia repair <PERSOON-##> KK, et al Heavy-weight versus low-weight polypropylene meshes for open sublay mesh repair of incisional hernia European Journal of <PERSOON-##> E et al Laparoscopic ventral rectopexy for internal prolapse using biological mesh <PERSOON-##> K, et al <PERSOON-##> of mesh for laparoscopic ventral hernia repair Hernia ###;##(#) ### (randomized controlled trials and non-randomized observational studies [cohort studies, case-control studies, case series])# Patients undergoing Material of the used Material of the used within Based on AMSTAR checklist (Shea et al ; ###, BMC Methodol # ##; doi <DATUM> ###-###<DATUM> and PRISMA checklist (Moher et al ###, PLoS Med # e<PATIENTNUMMER>; Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (e g <PERSOON-##>-square, I#)? <PERSOON-##> assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (e g , funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (e g , Egger regression test, HedgesOlken) Note If no test values or funnel plot included, score no Score yes if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than ## included studies Sources of support (including commercial co-authorship) should be reported in both the systematic review and the included studies Note To get a yes, source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies (exp Rectal Prolapse/ or ((rectal or anal or uterus or vaginal or vault) adj# prolaps*) ti Het routinematig uitvragen van (uro)gynaecologische klachten, passend bij prolapsklachten van het voorste en middelste compartiment van de bekkenbodem, lijkt.
649
nvmdl
<PERSOON> of mesh for laparoscopic ventral hernia repair Hernia ###;##(#) ### (randomized controlled trials and non-randomized observational studies [cohort studies, case-control studies, case series])# Patients undergoing Material of the used Material of the used within Based on AMSTAR checklist (Shea et al ; ###, BMC Methodol # ##; doi <DATUM> ###-###<DATUM> and PRISMA checklist (Moher et al ###, PLoS Med # e<PATIENTNUMMER>; Clinical and statistical heterogeneity should be assessed; clinical enough similarities in patient characteristics, intervention and definition of outcome measure to allow pooling? For pooled data assessment of statistical heterogeneity using appropriate statistical tests (e g <PERSOON>-square, I#)? <PERSOON> assessment of publication bias should include a combination of graphical aids (e g , funnel plot, other available tests) and/or statistical tests (e g , Egger regression test, HedgesOlken) Note If no test values or funnel plot included, score no Score yes if mentions that publication bias could not be assessed because there were fewer than ## included studies Sources of support (including commercial co-authorship) should be reported in both the systematic review and the included studies Note To get a yes, source of funding or support must be indicated for the systematic review AND for each of the included studies (exp Rectal Prolapse/ or ((rectal or anal or uterus or vaginal or vault) adj# prolaps*) ti Het routinematig uitvragen van (uro)gynaecologische klachten, passend bij prolapsklachten van het voorste en middelste compartiment van de bekkenbodem, lijkt mening dat in ieder geval een patiënt die aan een interne rectumprolaps behandeld wordt zou moeten kunnen besproken worden tijdens een MDO In een ziekenhuis waar patiënten met een interne rectumprolaps behandeld worden dient dus derhalve een systematisch gepland MDO aanwezig te zijn Niet alle patiënten met een rectumprolaps hoeven volgens de werkgroep per se besproken te worden maar in ieder geval complexe patiënten waar na analyse naar voren komt dat klachten van multidisciplinaire origine is/ kan zijn Tevens is de werkgroep van mening dat alle patiënten met een relatieve contraindicatie (zie hoofdstuk <DATUM> en complexe patiënten besproken dienen te worden tijdens een MDO Het MDO bestaat bij voorkeur uit een chirurg, (uro)gynaecoloog, De werkgroep adviseert algemene vragenlijst af te nemen bij patiënten met functionele klachten op basis van een IRP tijdens het eerste contact aan een met als doel #) de functionele klachten te objectiveren (zie hoofdstuk <DATUM> en <DATUM> en #) tot een inschatting te komen van het multidisciplinaire <INSTELLING> van de klachten van de patiënt Zodoende kan bepaald worden of een patiënt tijdens het MDO besproken wordt en eventueel al verwezen wordt naar de desbetreffende specialist voordat patiënt besproken wordt op het MDO De ervaring leert dat het afnemen van een dergelijke vragenlijst veel tijd in beslag neemt maar dat dit indien mogelijk gedaan kan worden door een verpleegkundig specialist of physician assistant Het is aan ieder ziekenhuis zelf om te bepalen hoe het.
624
nvmdl
mening dat in ieder geval een patiënt die aan een interne rectumprolaps behandeld wordt zou moeten kunnen besproken worden tijdens een MDO In een ziekenhuis waar patiënten met een interne rectumprolaps behandeld worden dient dus derhalve een systematisch gepland MDO aanwezig te zijn Niet alle patiënten met een rectumprolaps hoeven volgens de werkgroep per se besproken te worden maar in ieder geval complexe patiënten waar na analyse naar voren komt dat klachten van multidisciplinaire origine is/ kan zijn Tevens is de werkgroep van mening dat alle patiënten met een relatieve contraindicatie (zie hoofdstuk <DATUM> en complexe patiënten besproken dienen te worden tijdens een MDO Het MDO bestaat bij voorkeur uit een chirurg, (uro)gynaecoloog, De werkgroep adviseert algemene vragenlijst af te nemen bij patiënten met functionele klachten op basis van een IRP tijdens het eerste contact aan een met als doel #) de functionele klachten te objectiveren (zie hoofdstuk <DATUM> en <DATUM> en #) tot een inschatting te komen van het multidisciplinaire <INSTELLING> van de klachten van de patiënt Zodoende kan bepaald worden of een patiënt tijdens het MDO besproken wordt en eventueel al verwezen wordt naar de desbetreffende specialist voordat patiënt besproken wordt op het MDO De ervaring leert dat het afnemen van een dergelijke vragenlijst veel tijd in beslag neemt maar dat dit indien mogelijk gedaan kan worden door een verpleegkundig specialist of physician assistant Het is aan ieder ziekenhuis zelf om te bepalen hoe het Indien besloten wordt een gecombineerde operatieve ingreep te verrichten is het belangrijk af te spreken wie hoofdbehandelaar is en eventueel af te spreken dat de andere hoofdbehandelaarschap in het desbetreffende ziekenhuis Er zal een afspraak gemaakt moeten worden wie verantwoordelijk is voor welk deel van de behandeling Er dient sprake te zijn van heldere communicatie onderling maar ook naar externe partijen zoals Indien klachten geobjectiveerd zijn door het afnemen van vragenlijsten en deze vast te leggen voor en na de behandeling (conservatief en operatief) kan de effectiviteit van de behandeling in kaart gebracht worden De gegevens kunnen dientengevolge gebruikt worden voor interne kwaliteitsdoeleinden of desgewenst voor wetenschappelijk Ook lijkt het belangrijk de pijnklachten te objectiveren (ernst/ duur/ <INSTELLING>, etc ) en te documenteren indien die bij presentatie aanwezig zijn (zie ook hoofdstuk <DATUM> omdat de ervaring leert dat indien er sprake is van postoperatieve pijnklachten het op die manier mogelijk is te bepalen of pijnklachten pre-existent al aanwezig waren of juist na de operatie zijn ontstaan Mede omdat er een maatschappelijk debat bestaat over Verslaglegging kan tegenwoordig digitaal in een elektronisch patiëntendossier (EPD) Het digitaliseren van vragenlijsten en implementatie daarvan in een EPD kan leiden tot tijdswinst, toegankelijkheid van gegevens en vermindering van administratie last In dit document worden de aandachtspunten die volgen uit het focusgroep gesprek van Vanuit patiënten inzichtelijk maken hoe de zorg aan vrouwen met een prolaps, In samenwerking met de gynaecologen van de werkgroep richtlijnontwikkeling prolaps, werden deelnemers benaderd en geselecteerd Er namen in totaal ## vrouwen deel.
560
nvmdl
verrichten is het belangrijk af te spreken wie hoofdbehandelaar is en eventueel af te spreken dat de andere hoofdbehandelaarschap in het desbetreffende ziekenhuis Er zal een afspraak gemaakt moeten worden wie verantwoordelijk is voor welk deel van de behandeling Er dient sprake te zijn van heldere communicatie onderling maar ook naar externe partijen zoals Indien klachten geobjectiveerd zijn door het afnemen van vragenlijsten en deze vast te leggen voor en na de behandeling (conservatief en operatief) kan de effectiviteit van de behandeling in kaart gebracht worden De gegevens kunnen dientengevolge gebruikt worden voor interne kwaliteitsdoeleinden of desgewenst voor wetenschappelijk Ook lijkt het belangrijk de pijnklachten te objectiveren (ernst/ duur/ <INSTELLING>, etc ) en te documenteren indien die bij presentatie aanwezig zijn (zie ook hoofdstuk <DATUM> omdat de ervaring leert dat indien er sprake is van postoperatieve pijnklachten het op die manier mogelijk is te bepalen of pijnklachten pre-existent al aanwezig waren of juist na de operatie zijn ontstaan Mede omdat er een maatschappelijk debat bestaat over Verslaglegging kan tegenwoordig digitaal in een elektronisch patiëntendossier (EPD) Het digitaliseren van vragenlijsten en implementatie daarvan in een EPD kan leiden tot tijdswinst, toegankelijkheid van gegevens en vermindering van administratie last In dit document worden de aandachtspunten die volgen uit het focusgroep gesprek van Vanuit patiënten inzichtelijk maken hoe de zorg aan vrouwen met een prolaps, In samenwerking met de gynaecologen van de werkgroep richtlijnontwikkeling prolaps, werden deelnemers benaderd en geselecteerd Er namen in totaal ## vrouwen deel het stellen van de diagnose prolaps, de begeleiding tot aan de ingreep, de ingreep zelf, de nazorg/follow-up De belangrijkste aandachtspunten worden in dit verslag uitgelicht, Algemene punten, voor verbetering van het multidisciplinaire zorgproces De klachten van een prolaps zijn lastig als dusdanig te herkennen en niet eenduidig Hierdoor werden in sommige gevallen deze klachten niet door de huisarts herkend Het heeft bij een aantal patiënten hierdoor lang geduurd alvorens de diagnose werd gesteld Over het algemeen werden patiënten via de huisarts verwezen naar de gynaecoloog die In sommige gevallen werden patiënten eerst door de huisarts behandeld of verwezen naar een bekkenfysiotherapeut alvorens zij werden verwezen naar een specialist Verwijzing door de huisarts verschilde per persoon en was afhankelijk van het klachtenpatroon In een aantal gevallen werden patiënten eerst doorverwezen naar een specialist die vervolgens concludeerde dat het probleem niet op zijn/haar vakgebied ligt en patiënten werden weer retour verwezen naar de huisarts Dit werd als vervelend ervaren Dit zou niet nodig hoeven zijn als er in eerste instantie goed gekeken wordt Door deze verwijzingen over en weer werden de patiënten door meerdere zorgverleners gezien en lichamelijk onderzocht alvorens de definitieve diagnose werd gesteld Dit werd genoemd Niet iedereen was op de hoogte dat er zulke centra zijn in <LOCATIE> Wellicht zijn ook de huisartsen niet goed op de hoogte van deze centra Voordeel van een bekkenbodemcentrum of van de bekkenbodempoli is dat in één dag.
544
nvmdl
van de diagnose prolaps, de begeleiding tot aan de ingreep, de ingreep zelf, de nazorg/follow-up De belangrijkste aandachtspunten worden in dit verslag uitgelicht, Algemene punten, voor verbetering van het multidisciplinaire zorgproces De klachten van een prolaps zijn lastig als dusdanig te herkennen en niet eenduidig Hierdoor werden in sommige gevallen deze klachten niet door de huisarts herkend Het heeft bij een aantal patiënten hierdoor lang geduurd alvorens de diagnose werd gesteld Over het algemeen werden patiënten via de huisarts verwezen naar de gynaecoloog die In sommige gevallen werden patiënten eerst door de huisarts behandeld of verwezen naar een bekkenfysiotherapeut alvorens zij werden verwezen naar een specialist Verwijzing door de huisarts verschilde per persoon en was afhankelijk van het klachtenpatroon In een aantal gevallen werden patiënten eerst doorverwezen naar een specialist die vervolgens concludeerde dat het probleem niet op zijn/haar vakgebied ligt en patiënten werden weer retour verwezen naar de huisarts Dit werd als vervelend ervaren Dit zou niet nodig hoeven zijn als er in eerste instantie goed gekeken wordt Door deze verwijzingen over en weer werden de patiënten door meerdere zorgverleners gezien en lichamelijk onderzocht alvorens de definitieve diagnose werd gesteld Dit werd genoemd Niet iedereen was op de hoogte dat er zulke centra zijn in <LOCATIE> Wellicht zijn ook de huisartsen niet goed op de hoogte van deze centra Voordeel van een bekkenbodemcentrum of van de bekkenbodempoli is dat in één dag De emotionele aspecten konden over het algemeen wel besproken worden met de gynaecoloog, echter in het vervolgtraject was weinig aandacht voor dit aspect De onderzoeken die patiënten ondergingen werden over het algemeen niet als vervelend In sommige gevallen werden door verschillende artsen dezelfde onderzoeken opnieuw gedaan Dit werd wel als onnodig en vervelend ervaren Het woord kijkdoos wordt meerdere keren genoemd in dit kader van veel lichamelijk onderzoek door verschillende Als oplossing werd gegeven de mogelijkheid van diagnostiek in een bekkenbodemcentrum/poli waarbij alle onderzoeken in één dag werden gedaan en waar De vragenlijsten die over de bekkenbodemproblemen gaan, gaan heel beknopt in op seksuele dysfunctie, er wordt verder in het traject niet meer op dit probleem ingegaan Samengevat klachten van een prolaps zijn veelal niet bekend en worden niet als dusdanig herkend, patiënten blijven lang rondlopen met klachten Verwijzing van de huisarts naar tussen de zorgverleners is hierin belangrijk Naast de medische aspecten dienen ook de Over het algemeen werden patiënten voorgelicht over wat voor een verzakking de patiënten hadden, de klachten van een verzakking en wat de mogelijke behandelopties zijn met de voor- en nadelen van de behandeling zij hadden het gevoel mee te mogen beslissen over de behandeling Dit werd als positief ervaren In een aantal gevallen was er geen mogelijkheid tot meebeslissen over de behandeling Er werden geen opties besproken Of er werden geen voor- en nadelen besproken van de ingreep Door het gemis aan informatie hadden zij niet de mogelijkheid een.
538
nvmdl
met de gynaecoloog, echter in het vervolgtraject was weinig aandacht voor dit aspect De onderzoeken die patiënten ondergingen werden over het algemeen niet als vervelend In sommige gevallen werden door verschillende artsen dezelfde onderzoeken opnieuw gedaan Dit werd wel als onnodig en vervelend ervaren Het woord kijkdoos wordt meerdere keren genoemd in dit kader van veel lichamelijk onderzoek door verschillende Als oplossing werd gegeven de mogelijkheid van diagnostiek in een bekkenbodemcentrum/poli waarbij alle onderzoeken in één dag werden gedaan en waar De vragenlijsten die over de bekkenbodemproblemen gaan, gaan heel beknopt in op seksuele dysfunctie, er wordt verder in het traject niet meer op dit probleem ingegaan Samengevat klachten van een prolaps zijn veelal niet bekend en worden niet als dusdanig herkend, patiënten blijven lang rondlopen met klachten Verwijzing van de huisarts naar tussen de zorgverleners is hierin belangrijk Naast de medische aspecten dienen ook de Over het algemeen werden patiënten voorgelicht over wat voor een verzakking de patiënten hadden, de klachten van een verzakking en wat de mogelijke behandelopties zijn met de voor- en nadelen van de behandeling zij hadden het gevoel mee te mogen beslissen over de behandeling Dit werd als positief ervaren In een aantal gevallen was er geen mogelijkheid tot meebeslissen over de behandeling Er werden geen opties besproken Of er werden geen voor- en nadelen besproken van de ingreep Door het gemis aan informatie hadden zij niet de mogelijkheid een Conservatieve behandelopties werden veelal niet besproken Twee patiënten hadden een pessarium gekregen (één patiënt in verband met nog een kinderwens) Deze bleek in hun specifieke geval afdoende te zijn en de patiënten zijn tevreden over de behandeling met een pessarium Voordeel is dat patiënten zelf het pessarium in en uit kunnen doen en zij Het overgrote deel gaf aan geen informatie te hebben gekregen over de mogelijkheid van een ring als behandeling Uitleg werd gegeven dat het heel erg afhankelijk is van de soort verzakking en van de ernst van de verzakking of een ring effectief is Er wordt onvrede uitgesproken over het matje, als zo’n techniek zoveel complicaties geeft, waarom gebruiken jullie het dan nog? Er werd uitleg gegeven dat het matje in sommige gevallen de laatste behandeloptie is Dat het niet gebruikelijk is deze als eerste behandeloptie te kiezen Dat er verschillende soorten meshes zijn en dat het afhankelijk is van de soort verzakking en de ernst van de verzakking welke behandeling het beste is Daarnaast blijft de patiënt de keuze hebben of zij een matje wil Er werd aangegeven dat de mondelinge informatie ondersteund zou moeten worden met schriftelijke informatie Door middel van een folder met duidelijke uitleg over de begrijpelijke taal, maar ook met de Latijnse benaming voor het eventueel opzoeken op Over het algemeen was er ruimte voor een extra gesprek een aantal dagen voorafgaand aan de operatie om nogmaals de behandeling door te spreken of om vragen te stellen In sommige gevallen werd dit telefonisch gedaan.
542
nvmdl
patiënten hadden een pessarium gekregen (één patiënt in verband met nog een kinderwens) Deze bleek in hun specifieke geval afdoende te zijn en de patiënten zijn tevreden over de behandeling met een pessarium Voordeel is dat patiënten zelf het pessarium in en uit kunnen doen en zij Het overgrote deel gaf aan geen informatie te hebben gekregen over de mogelijkheid van een ring als behandeling Uitleg werd gegeven dat het heel erg afhankelijk is van de soort verzakking en van de ernst van de verzakking of een ring effectief is Er wordt onvrede uitgesproken over het matje, als zo’n techniek zoveel complicaties geeft, waarom gebruiken jullie het dan nog? Er werd uitleg gegeven dat het matje in sommige gevallen de laatste behandeloptie is Dat het niet gebruikelijk is deze als eerste behandeloptie te kiezen Dat er verschillende soorten meshes zijn en dat het afhankelijk is van de soort verzakking en de ernst van de verzakking welke behandeling het beste is Daarnaast blijft de patiënt de keuze hebben of zij een matje wil Er werd aangegeven dat de mondelinge informatie ondersteund zou moeten worden met schriftelijke informatie Door middel van een folder met duidelijke uitleg over de begrijpelijke taal, maar ook met de Latijnse benaming voor het eventueel opzoeken op Over het algemeen was er ruimte voor een extra gesprek een aantal dagen voorafgaand aan de operatie om nogmaals de behandeling door te spreken of om vragen te stellen In sommige gevallen werd dit telefonisch gedaan als minder prettig ervaren dan een lijfelijk gesprek Een enkeling is voorafgaand aan de ingreep naar een bekkenfysiotherapeut geweest voor oefeningen en training van de bekkenbodem De oefeningen en trainingen werden als nuttig ervaren De frequentie van de afspraken met de fysiotherapeut zou geïndividualiseerd moeten worden Meerdere herhalingen van uitleg van de oefeningen Samengevat er is behoefte aan goede en volledige informatie (eventueel schriftelijk) over de verzakking, de behandelopties en de daarbij behorende voor- en nadelen, zodat een weloverwogen beslissing kan worden genomen door de patiënt samen met de behandelaar over de uiteindelijke keuze van de behandeling Eventuele conservatieve behandelingsopties zouden overwogen moeten worden Naast mondelinge informatie is Over het algemeen werden er goede instructies gegeven na de ingreep (bij ontslag) over wat je allemaal wel en niet mocht doen Er werden praktische voorbeelden gegeven, niet bukken, stofzuigen, sporten, niet hoesten/niezen, niet persen op het toilet etc Geen of onvoldoende informatie werd gegeven over instructies voor het opstaan uit stoel of bed, hygiëne en schoonmaakinstructies, instructies over pijnstilling en adviezen omtrent seksuele mogelijkheden Voorbeeld de helft van de patiënten kreeg laxantia mee Bij het optreden van complicaties of pijn was het niet altijd duidelijk bij wie zij terecht konden hiermee Sommigen werden verwezen naar de huisarts, anderen naar de Sommige ziekenhuizen hebben folders of een hand-out met instructies Een folder met Iedereen kreeg een nacontrole ongeveer zes weken na de operatie Samengevat.
539
nvmdl
minder prettig ervaren dan een lijfelijk gesprek Een enkeling is voorafgaand aan de ingreep naar een bekkenfysiotherapeut geweest voor oefeningen en training van de bekkenbodem De oefeningen en trainingen werden als nuttig ervaren De frequentie van de afspraken met de fysiotherapeut zou geïndividualiseerd moeten worden Meerdere herhalingen van uitleg van de oefeningen Samengevat er is behoefte aan goede en volledige informatie (eventueel schriftelijk) over de verzakking, de behandelopties en de daarbij behorende voor- en nadelen, zodat een weloverwogen beslissing kan worden genomen door de patiënt samen met de behandelaar over de uiteindelijke keuze van de behandeling Eventuele conservatieve behandelingsopties zouden overwogen moeten worden Naast mondelinge informatie is Over het algemeen werden er goede instructies gegeven na de ingreep (bij ontslag) over wat je allemaal wel en niet mocht doen Er werden praktische voorbeelden gegeven, niet bukken, stofzuigen, sporten, niet hoesten/niezen, niet persen op het toilet etc Geen of onvoldoende informatie werd gegeven over instructies voor het opstaan uit stoel of bed, hygiëne en schoonmaakinstructies, instructies over pijnstilling en adviezen omtrent seksuele mogelijkheden Voorbeeld de helft van de patiënten kreeg laxantia mee Bij het optreden van complicaties of pijn was het niet altijd duidelijk bij wie zij terecht konden hiermee Sommigen werden verwezen naar de huisarts, anderen naar de Sommige ziekenhuizen hebben folders of een hand-out met instructies Een folder met Iedereen kreeg een nacontrole ongeveer zes weken na de operatie Samengevat activiteiten kan en mag, schoonmaakinstructies, instructies over pijnstilling en uitleg over bij wie zij terecht kunnen bij problemen (huisarts, gynaecoloog) en uitleg over mogelijkheden op seksueel gebied Naast mondelinge instructies is er behoefte aan De meeste patiënten hebben contact gehad met een bekkenfysiotherapeut voorafgaand aan een ingreep Er is behoefte om ook na een ingreep instructies te krijgen over oefeningen van de spieren van de bekkenbodem om een recidief verzakking te De kosten voor de bekkenfysiotherapie zijn onduidelijk In hoeverre wordt dit vergoed Er is behoefte aan gerichte leefregels ter voorkoming van een recidief Er is behoefte aan respect van de zorgverlener voor de impact van een ingreep voor de patiënt en voor de geestelijke gesteldheid Pijn, seksuele dysfunctie, recidief mogelijkheden moeten bespreekbaar worden gemaakt Deze mening werd niet door alle Er wordt aangegeven dat een aantal patiënten synapause hebben gekregen voor een beter herstel, een deel heeft dit niet gehad Samengevat er is behoefte aan leefregels ter voorkoming van een recidief Dit zou idealiter via een bekkenfysiotherapeut kunnen verlopen Die kan dan ook gerichte oefeningen geven voor versteviging van de bekkenbodem Er moet in het nazorgtraject aandacht zijn voor eventuele problemen met betrekking tot pijn, seksuele dysfunctie en Samenvatting van de aanbevelingen die zouden kunnen worden gemaakt aan de hand van Adequate kennis in de eerste lijn over klachten en diagnostiek aangaande prolaps is van belang om patiënten gericht door te kunnen verwijzen; Zmultidisciplinaire aanpak van een prolaps zal onnodig dubbel lichamelijk informatie over de verzakking en de behandelopties met de voor- en nadelen.
549
nvmdl
bij wie zij terecht kunnen bij problemen (huisarts, gynaecoloog) en uitleg over mogelijkheden op seksueel gebied Naast mondelinge instructies is er behoefte aan De meeste patiënten hebben contact gehad met een bekkenfysiotherapeut voorafgaand aan een ingreep Er is behoefte om ook na een ingreep instructies te krijgen over oefeningen van de spieren van de bekkenbodem om een recidief verzakking te De kosten voor de bekkenfysiotherapie zijn onduidelijk In hoeverre wordt dit vergoed Er is behoefte aan gerichte leefregels ter voorkoming van een recidief Er is behoefte aan respect van de zorgverlener voor de impact van een ingreep voor de patiënt en voor de geestelijke gesteldheid Pijn, seksuele dysfunctie, recidief mogelijkheden moeten bespreekbaar worden gemaakt Deze mening werd niet door alle Er wordt aangegeven dat een aantal patiënten synapause hebben gekregen voor een beter herstel, een deel heeft dit niet gehad Samengevat er is behoefte aan leefregels ter voorkoming van een recidief Dit zou idealiter via een bekkenfysiotherapeut kunnen verlopen Die kan dan ook gerichte oefeningen geven voor versteviging van de bekkenbodem Er moet in het nazorgtraject aandacht zijn voor eventuele problemen met betrekking tot pijn, seksuele dysfunctie en Samenvatting van de aanbevelingen die zouden kunnen worden gemaakt aan de hand van Adequate kennis in de eerste lijn over klachten en diagnostiek aangaande prolaps is van belang om patiënten gericht door te kunnen verwijzen; Zmultidisciplinaire aanpak van een prolaps zal onnodig dubbel lichamelijk informatie over de verzakking en de behandelopties met de voor- en nadelen nemen over hun eigen behandeling, dit kan door al de behandelopties met de vooren nadelen met de patiënt te bespreken; er is behoefte aan een informatiefolder of betrouwbare informatie op het internet er is behoefte aan (schriftelijke) instructies voor na de operatie over wat men wel en niet mag op fysiek gebied, maar ook instructies over pijnstilling, er dient duidelijk aangegeven te worden bij wie de patiënt terecht kan voor haar bekkenfysiotherapie zou aan iedere vrouw aangeboden moeten worden, omdat het, naast eventueel effect op de klachten, ook kan bijdragen bij het verwerkingsproces, voor het wegnemen van onzekerheden bij de vrouw en voor Aandacht voor registratie van complicaties van de mesh Bij punt # informeren van patiënt, hierbij ook overwegen Vanuit Lareb zouden wij ook graag betrokken willen van Ugynhag valt zijn wij wel van mening dat er aandacht - Wat kun je in de eerste lijn zelf aan behandeling doen? Het mogelijk in gebruik nemen van een informed consent Dit is niet het eerste doel van de richtlijn, maar de werkgroep erkent de voordelen van het opstellen van Richtlijn gaat over rectumprolaps en niet over rectocele, De werkgroep herkent deze opmerking niet Dit betekent niet dat jongere patiënten het niet kunnen hebben, In de gezondheidszorg ### zijn kwaliteit en transparantie belangrijke onderwerpen Dit is terug te zien in de ontwikkeling van richtlijnen voor medisch handelen en indicatoren om het handelen te kunnen meten Deze indicator is in opdracht van de NVvH opgesteld Er werd één indicator opgesteld.
548
nvmdl
over hun eigen behandeling, dit kan door al de behandelopties met de vooren nadelen met de patiënt te bespreken; er is behoefte aan een informatiefolder of betrouwbare informatie op het internet er is behoefte aan (schriftelijke) instructies voor na de operatie over wat men wel en niet mag op fysiek gebied, maar ook instructies over pijnstilling, er dient duidelijk aangegeven te worden bij wie de patiënt terecht kan voor haar bekkenfysiotherapie zou aan iedere vrouw aangeboden moeten worden, omdat het, naast eventueel effect op de klachten, ook kan bijdragen bij het verwerkingsproces, voor het wegnemen van onzekerheden bij de vrouw en voor Aandacht voor registratie van complicaties van de mesh Bij punt # informeren van patiënt, hierbij ook overwegen Vanuit Lareb zouden wij ook graag betrokken willen van Ugynhag valt zijn wij wel van mening dat er aandacht - Wat kun je in de eerste lijn zelf aan behandeling doen? Het mogelijk in gebruik nemen van een informed consent Dit is niet het eerste doel van de richtlijn, maar de werkgroep erkent de voordelen van het opstellen van Richtlijn gaat over rectumprolaps en niet over rectocele, De werkgroep herkent deze opmerking niet Dit betekent niet dat jongere patiënten het niet kunnen hebben, In de gezondheidszorg ### zijn kwaliteit en transparantie belangrijke onderwerpen Dit is terug te zien in de ontwikkeling van richtlijnen voor medisch handelen en indicatoren om het handelen te kunnen meten Deze indicator is in opdracht van de NVvH opgesteld Er werd één indicator opgesteld Is er een structureel MDO gepland om patiënten met een interne/externe rectum prolaps gezamenlijk te bespreken? Zie definties voor de specifieke Aanwezigheid van een structureel gepland MDO zoals geformuleerd in deze richtlijn waarin patiënten met een interne of externe rectum prolaps worden Inclusie ziekenhuizen waar patiënten met rectum prolaps worden behandeld a) Veiligheid het vermijden van veiligheidsrisico’s en fouten die schade b) Effectiviteit het leveren van nauwkeurige en juiste zorg gebaseerd op c) Patiëntgerichtheid het respecteren van de unieke noden, wensen en d) Tijdigheid het leveren van zorg op de juiste tijd, verhinderen van wachttijden voor patiënten en medewerkers, maar ook voorkomen dat er e) Doelmatigheid het vermijden van zorg die niet bijdraagt aan de vraagstelling van de patiënt en die niet redelijkerwijs kosteneffectief is, De gegevens voor deze indicator worden jaarlijks gemeten De gegevens worden opgevraagd over een bepaald verslagjaar Het verslagjaar is het jaar waarover het ziekenhuis gegevens rapporteert Patiënten met rectum prolaps met complexe problematiek en/of relatieve contraindicaties (module #b) zijn gebaat bij een multidisciplinaire aanpak, waarin de expertise van meerdere zorgverleners wordt meegewogen in het opstellen van een behandelplan Het doel is om de relatieve contra-indicaties en complexe problematiek van patiënten te bespreken en te bepalen of de patiënt in aanmerking komt voor een operatieve ingreep Deze indicator is bedoeld om inzage te krijgen in de implementatie van deze richtlijn, waarin opzetten van een multidisciplinair overleg voor het behandelen van patiënten met rectum prolaps van grote betekenis is om de kwaliteit van zorg te verhogen.
569
nvmdl
gepland om patiënten met een interne/externe rectum prolaps gezamenlijk te bespreken? Zie definties voor de specifieke Aanwezigheid van een structureel gepland MDO zoals geformuleerd in deze richtlijn waarin patiënten met een interne of externe rectum prolaps worden Inclusie ziekenhuizen waar patiënten met rectum prolaps worden behandeld a) Veiligheid het vermijden van veiligheidsrisico’s en fouten die schade b) Effectiviteit het leveren van nauwkeurige en juiste zorg gebaseerd op c) Patiëntgerichtheid het respecteren van de unieke noden, wensen en d) Tijdigheid het leveren van zorg op de juiste tijd, verhinderen van wachttijden voor patiënten en medewerkers, maar ook voorkomen dat er e) Doelmatigheid het vermijden van zorg die niet bijdraagt aan de vraagstelling van de patiënt en die niet redelijkerwijs kosteneffectief is, De gegevens voor deze indicator worden jaarlijks gemeten De gegevens worden opgevraagd over een bepaald verslagjaar Het verslagjaar is het jaar waarover het ziekenhuis gegevens rapporteert Patiënten met rectum prolaps met complexe problematiek en/of relatieve contraindicaties (module #b) zijn gebaat bij een multidisciplinaire aanpak, waarin de expertise van meerdere zorgverleners wordt meegewogen in het opstellen van een behandelplan Het doel is om de relatieve contra-indicaties en complexe problematiek van patiënten te bespreken en te bepalen of de patiënt in aanmerking komt voor een operatieve ingreep Deze indicator is bedoeld om inzage te krijgen in de implementatie van deze richtlijn, waarin opzetten van een multidisciplinair overleg voor het behandelen van patiënten met rectum prolaps van grote betekenis is om de kwaliteit van zorg te verhogen structureel gepland overleg met het multidisciplinaire team waarin in ieder geval complexe patiënten en patiënten met een relatieve Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Rectum prolaps is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van chirurgie, materiaal van meshes en scoringssystemen nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens De werkgroep heeft de volgende top zes van lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor Wat is het beste materiaal voor meshes met de minste kans op infectie/erosie en waarbij integratie met weefsel mogelijk is? <PERSOON> termijn uitkomsten zijn hierbij Er zijn ontzettend veel verschillende materialen op de markt, zonder kwalitatief goed vergelijkende onderzoeken met lange follow-up Hiervan zouden de meest gebruikte materialen gerandomiseerd uitgezocht moeten worden De snelle ontwikkeling maakt het echter lastig de uiteindelijke klinische relevantie te kunnen bepalen #a RCT waarin resectierectopexie versus LVR wordt vergeleken Beide operatietechnieken hebben goede functionele uitkomsten Echter hebben beide ook voor- en nadelen In losse series lijkt de resectierectopexie minder OD-klachten te.
560
nvmdl
structureel gepland overleg met het multidisciplinaire team waarin in ieder geval complexe patiënten en patiënten met een relatieve Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Rectum prolaps is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van chirurgie, materiaal van meshes en scoringssystemen nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens De werkgroep heeft de volgende top zes van lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor Wat is het beste materiaal voor meshes met de minste kans op infectie/erosie en waarbij integratie met weefsel mogelijk is? <PERSOON> termijn uitkomsten zijn hierbij Er zijn ontzettend veel verschillende materialen op de markt, zonder kwalitatief goed vergelijkende onderzoeken met lange follow-up Hiervan zouden de meest gebruikte materialen gerandomiseerd uitgezocht moeten worden De snelle ontwikkeling maakt het echter lastig de uiteindelijke klinische relevantie te kunnen bepalen #a RCT waarin resectierectopexie versus LVR wordt vergeleken Beide operatietechnieken hebben goede functionele uitkomsten Echter hebben beide ook voor- en nadelen In losse series lijkt de resectierectopexie minder OD-klachten te Om deze voor- en nadelen tegen elkaar af te kunnen wegen, zal eerst een kwalitatief goed onderzoek De perineale techniek lijkt in losse series een hogere kans op recidieven te geven maar een lagere kans op complicaties, met name bij patiënten met hogere ASA-score Om dit te bewijzen zal ook hiervoor eerst een RCT uitgevoerd moeten worden Hypothetisch zou de robot de mat dieper kunnen plaatsen wat de functionele uitkomst ten goede zou komen Tevens lijkt de robot een lagere conversiekans te hebben Daartegenover staan de hogere kosten van de robot Ook dit is nog niet gerandomiseerd Patiënten klagen vaak over pijn na de operatie Hier zijn verschillende hypotheses voor, maar nog nooit wetenschappelijk onderzocht Een prospectief onderzoek waarbij pre- en postoperatief uitgebreide vragenlijst over pijn (aard, intensiteit, locatie, maar ook coping) worden afgenomen zou wellicht duidelijkheid kunnen geven over dit probleem Hier is nauwelijks wat over gepubliceerd Interessant, omdat de minimaal invasieve voordelen van SNS-uitkomst kunnen bieden bij patiënten waarbij een operatie een hoog Dit blijft een lastige groep door de complexiteit van de aandoening Er is nog niks over gepubliceerd Hierbij zou eerst een grote groep patiënten die een redo rectopexie hebben ondergaan beschreven moeten worden, om eventuele factoren voor recidief te Er zijn veel verschillende gevalideerde scoringslijsten beschikbaar voor fecale incontinentie en obstructieve defecatie Veel Nederlandse vragenlijsten zijn vertaald uit het <PERSOON>, waarbij kleine nuanceverschillen zijn ontstaan Deze verschillen kunnen grote gevolgen hebben op de uiteindelijke score Er zou voor beide functionele uitkomstmaten.
555
nvmdl
tegen elkaar af te kunnen wegen, zal eerst een kwalitatief goed onderzoek De perineale techniek lijkt in losse series een hogere kans op recidieven te geven maar een lagere kans op complicaties, met name bij patiënten met hogere ASA-score Om dit te bewijzen zal ook hiervoor eerst een RCT uitgevoerd moeten worden Hypothetisch zou de robot de mat dieper kunnen plaatsen wat de functionele uitkomst ten goede zou komen Tevens lijkt de robot een lagere conversiekans te hebben Daartegenover staan de hogere kosten van de robot Ook dit is nog niet gerandomiseerd Patiënten klagen vaak over pijn na de operatie Hier zijn verschillende hypotheses voor, maar nog nooit wetenschappelijk onderzocht Een prospectief onderzoek waarbij pre- en postoperatief uitgebreide vragenlijst over pijn (aard, intensiteit, locatie, maar ook coping) worden afgenomen zou wellicht duidelijkheid kunnen geven over dit probleem Hier is nauwelijks wat over gepubliceerd Interessant, omdat de minimaal invasieve voordelen van SNS-uitkomst kunnen bieden bij patiënten waarbij een operatie een hoog Dit blijft een lastige groep door de complexiteit van de aandoening Er is nog niks over gepubliceerd Hierbij zou eerst een grote groep patiënten die een redo rectopexie hebben ondergaan beschreven moeten worden, om eventuele factoren voor recidief te Er zijn veel verschillende gevalideerde scoringslijsten beschikbaar voor fecale incontinentie en obstructieve defecatie Veel Nederlandse vragenlijsten zijn vertaald uit het <PERSOON>, waarbij kleine nuanceverschillen zijn ontstaan Deze verschillen kunnen grote gevolgen hebben op de uiteindelijke score Er zou voor beide functionele uitkomstmaten het Nederlands gebruikt kunnen worden Tevens bleek dat de minimal importance difference niet goed te meten is door middel van de huidige beschikbare vragenlijsten Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Rectum Prolaps Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door per wanneer de aanbeveling overal geïmplementeerd moet kunnen zijn; de verwachtte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten; Voor iedere aanbevelingen is nagedacht over de hierboven genoemde punten Echter niet voor iedere aanbeveling kon ieder punt worden beantwoord Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen sterk geformuleerde aanbevelingen en zwak geformuleerde aanbevelingen In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld Overweeg om …) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties Voor sterk geformuleerde aanbevelingen zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de zwak geformuleerde Voor sterk geformuleerde aanbevelingen geldt dat zij zo spoedig mogelijk geïmplementeerd dienen te worden Voor de meeste sterk geformuleerde aanbevelingen betekent dat dat zij komend jaar direct geïmplementeerd moeten worden en dat per ### Verricht een conventionele dan wel MRI defecografie bij patiënten met.
541
nvmdl
Nederlands gebruikt kunnen worden Tevens bleek dat de minimal importance difference niet goed te meten is door middel van de huidige beschikbare vragenlijsten Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Rectum Prolaps Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door per wanneer de aanbeveling overal geïmplementeerd moet kunnen zijn; de verwachtte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten; Voor iedere aanbevelingen is nagedacht over de hierboven genoemde punten Echter niet voor iedere aanbeveling kon ieder punt worden beantwoord Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen sterk geformuleerde aanbevelingen en zwak geformuleerde aanbevelingen In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld Overweeg om …) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties Voor sterk geformuleerde aanbevelingen zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de zwak geformuleerde Voor sterk geformuleerde aanbevelingen geldt dat zij zo spoedig mogelijk geïmplementeerd dienen te worden Voor de meeste sterk geformuleerde aanbevelingen betekent dat dat zij komend jaar direct geïmplementeerd moeten worden en dat per ### Verricht een conventionele dan wel MRI defecografie bij patiënten met Gebruik bij voorkeur voor het beschrijven van de radiologisch aangetoonde rectum prolaps de Oxford Rectal Prolapse Grading system om de subjectieve mate van incontinentia alvi in te schatten bij Gebruik de Nederlandse Fecal Incontinence Severity Index (FISI) of de <PERSOON>’s score (Vaizey) bij (verdenking op) een rectum prolaps om de subjectieve mate van fecale incontinentie vast te stellen een IRP om andere proctologische oorzaken van functionele klachten uit een IRP als de klachten hiertoe aanleiding geven Voor specifieke klachten waarvoor een indicatie bestaat tot het verrichten van endoscopisch onderzoek (of een CT-colografie) wordt verwezen naar de Overweeg een transit studie te verrichten bij patiënten met (verdenking op) een IRP om klachten wijzend op slow transit constipatie te Overweeg bij twijfel van psychische instabiliteit een psychiatrische dan wel psychologische analyse omdat de aanwezigheid van psychische operatieve behandeling van een interne rectum prolaps (zie hoofdstuk Overweeg het afnemen van scorings-systemen bij patiënten met (verdenking op) een IRP in preoperatieve work-up voor de behandeling van interne rectum prolaps ter objectivering van de functionele klachten De score kan behulpzaam zijn in de indicatiestelling voor operatieve bij patiënten met een ERP met rectaal bloedverlies Met name bij patiënten waar andere alarmsymptomen aanwezig zijn en/of het Geef leefstijladviezen aan iedere patiënt met OD en verdenking op IRP (vezel- en vochtinname, toiletgedrag, lichamelijke activiteit, behandeling van hoge BMI, stoppen met roken en beperken van persen of zwaar verdenking op IRP Als alternatief kunnen osmotische laxantia zoals Bied patiënten met OD en verdenking op IRP die onvoldoende effect.
553
nvmdl
de radiologisch aangetoonde rectum prolaps de Oxford Rectal Prolapse Grading system om de subjectieve mate van incontinentia alvi in te schatten bij Gebruik de Nederlandse Fecal Incontinence Severity Index (FISI) of de <PERSOON>’s score (Vaizey) bij (verdenking op) een rectum prolaps om de subjectieve mate van fecale incontinentie vast te stellen een IRP om andere proctologische oorzaken van functionele klachten uit een IRP als de klachten hiertoe aanleiding geven Voor specifieke klachten waarvoor een indicatie bestaat tot het verrichten van endoscopisch onderzoek (of een CT-colografie) wordt verwezen naar de Overweeg een transit studie te verrichten bij patiënten met (verdenking op) een IRP om klachten wijzend op slow transit constipatie te Overweeg bij twijfel van psychische instabiliteit een psychiatrische dan wel psychologische analyse omdat de aanwezigheid van psychische operatieve behandeling van een interne rectum prolaps (zie hoofdstuk Overweeg het afnemen van scorings-systemen bij patiënten met (verdenking op) een IRP in preoperatieve work-up voor de behandeling van interne rectum prolaps ter objectivering van de functionele klachten De score kan behulpzaam zijn in de indicatiestelling voor operatieve bij patiënten met een ERP met rectaal bloedverlies Met name bij patiënten waar andere alarmsymptomen aanwezig zijn en/of het Geef leefstijladviezen aan iedere patiënt met OD en verdenking op IRP (vezel- en vochtinname, toiletgedrag, lichamelijke activiteit, behandeling van hoge BMI, stoppen met roken en beperken van persen of zwaar verdenking op IRP Als alternatief kunnen osmotische laxantia zoals Bied patiënten met OD en verdenking op IRP die onvoldoende effect Adviseer bulkvormers aan patiënten met FI en verdenking op IRP die Bied de patiënt met FI en verdenking op IRP die onvoldoende effect Overweeg amitriptyline in lage dosering voor te schrijven bij type urge Bied patiënten met FI en verdenking op IRP die onvoldoende effect Overweeg patiënten te opereren met een solitary rectal ulcer bij Overweeg patiënten met een ERP die een spinale dan wel algehele Bespreek alle patiënten met een relatieve contra-indicatie op een Behandel patiënten met een hooggradige (# tot #) IRP in combinatie met anesthesie, verklevingen, ontoegankelijke pelvis) wordt als alternatief de Bij fecale urge incontinentie is een Contour Stapler gecontra-indiceerd Behandel een externe rectum prolaps met een laparoscopische ventrale Behandel patiënten waarbij transabdominale benadering gecontraindiceerd is, met een perineale benadering Bij Delorme’s procedure wordt een combinatie met levatorplastiek geadviseerd Overweeg bij Verricht niet standaard een ARFO bij patiënten met verdenking op een Er is geen indicatie om patiënten met kleine laaggradige (# tot #) IRP met Zie af van een operatieve ingreep indien er sprake is van een absolute Voor de volgende aanbevelingen dient echter een langer implementatietermijn van drie jaar aangehouden te worden, wat dus betekent dat per ### iedereen aan deze Vorm een multidisciplinair team, bij voorkeur bestaande uit een betrokken behandelaar afhankelijk van de lokale situatie in het verdenking op IRP) afname van een algemene vragenlijst bij een Bovenstaande aanbevelingen kunnen niet direct worden ingevoerd vanwege een gebrek aan middelen, expertise en/of juiste organisatie Bij de resultaten van deze handelingen kan sprake zijn van een leercurve.
574
nvmdl
verdenking op IRP die Bied de patiënt met FI en verdenking op IRP die onvoldoende effect Overweeg amitriptyline in lage dosering voor te schrijven bij type urge Bied patiënten met FI en verdenking op IRP die onvoldoende effect Overweeg patiënten te opereren met een solitary rectal ulcer bij Overweeg patiënten met een ERP die een spinale dan wel algehele Bespreek alle patiënten met een relatieve contra-indicatie op een Behandel patiënten met een hooggradige (# tot #) IRP in combinatie met anesthesie, verklevingen, ontoegankelijke pelvis) wordt als alternatief de Bij fecale urge incontinentie is een Contour Stapler gecontra-indiceerd Behandel een externe rectum prolaps met een laparoscopische ventrale Behandel patiënten waarbij transabdominale benadering gecontraindiceerd is, met een perineale benadering Bij Delorme’s procedure wordt een combinatie met levatorplastiek geadviseerd Overweeg bij Verricht niet standaard een ARFO bij patiënten met verdenking op een Er is geen indicatie om patiënten met kleine laaggradige (# tot #) IRP met Zie af van een operatieve ingreep indien er sprake is van een absolute Voor de volgende aanbevelingen dient echter een langer implementatietermijn van drie jaar aangehouden te worden, wat dus betekent dat per ### iedereen aan deze Vorm een multidisciplinair team, bij voorkeur bestaande uit een betrokken behandelaar afhankelijk van de lokale situatie in het verdenking op IRP) afname van een algemene vragenlijst bij een Bovenstaande aanbevelingen kunnen niet direct worden ingevoerd vanwege een gebrek aan middelen, expertise en/of juiste organisatie Bij de resultaten van deze handelingen kan sprake zijn van een leercurve professionals en faciliteiten nodig om de handelingen op betrouwbare wijze te kunnen uitvoeren De implementatie van bovenstaande aanbeveling kent daarom een langere Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen een mogelijk effect met zich meebrengen Er is geen indicatie om patiënten met kleine laaggradige (# tot #) IRP Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de publiciteit voor de richtlijn maken door over de richtlijn te publiceren in tijdschriften controleren van de toepassing van de aanbevelingen middels audits en de gezamenlijk afspraken maken over en opstarten van continu modulair onderhoud bekend maken richtlijn onder de leden, met aandacht voor het bestaan van een het bespreken van de aanbevelingen in de vakgroepsvergadering en lokale het volgen van bijscholing die bij deze richtlijn ontwikkeld gaat worden; aanpassen lokale patiënteninformatie op grond van de materialen die door de toepassing van de aanbevelingen in de praktijk te borgen Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met rectum prolaps van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van Van zorgverleners wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden.
554
nvmdl
handelingen op betrouwbare wijze te kunnen uitvoeren De implementatie van bovenstaande aanbeveling kent daarom een langere Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen een mogelijk effect met zich meebrengen Er is geen indicatie om patiënten met kleine laaggradige (# tot #) IRP Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de publiciteit voor de richtlijn maken door over de richtlijn te publiceren in tijdschriften controleren van de toepassing van de aanbevelingen middels audits en de gezamenlijk afspraken maken over en opstarten van continu modulair onderhoud bekend maken richtlijn onder de leden, met aandacht voor het bestaan van een het bespreken van de aanbevelingen in de vakgroepsvergadering en lokale het volgen van bijscholing die bij deze richtlijn ontwikkeld gaat worden; aanpassen lokale patiënteninformatie op grond van de materialen die door de toepassing van de aanbevelingen in de praktijk te borgen Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met rectum prolaps van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van Van zorgverleners wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden implementatieplan op een voor alle partijen goed te vinden plaats Altemeier procedure (ook wel transperineale proctosigmoïdectomie genoemd) perineale procedure waarbij het geprolabeerde deel van het rectum wordt verwijderd (resectie) waarna de uiteinden aan elkaar worden vastgemaakt (Optioneel kan de bekkenbodemspier (musculus levator ani) simultaan naar elkaar toe gehecht van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) of in het Bekkenfysiotherapeuten kunnen ook zonder Mastertitel in het register staan en hebben dan de opleiding bekkenfysiotherapie gevolgd voordat de opleiding bevoegd en bekwaam om een inwendig onderzoek uit te voeren of inwendige behandeltechnieken toe te passen in de behandeling In deze richtlijn wordt met Defecografie dynamisch onderzoek van de endeldarm waarbij onder andere een Delormes procedure perineale procedure waarbij enkel de mucosa van het geprolabeerde rectum wordt verwijderd De blootgestelde spierlaag van de endeldarm wordt vouwend dichtgenaaid De uiteinden van het slijmvlies worden aan elkaar gehecht (Optioneel kan de bekkenbodemspier (musculus levator ani) simultaan naar elkaar toe gehecht worden om de bekkenbodem uitgang enigszins musculus puborectalis spant zich aan tijdens het persen (bij het ontlasten) in plaats van zich te ontspannen (de normale fysiologische respons tijdens het ontlasten) gehele endeldarmwand, die zich uitstrekt voorbij het anale kanaal Interne rectum prolaps (IRP, ook wel rectale intussusceptie) een circumferentiële (fullthickness) intussusceptie van de gehele rectumwand welke zich boven het niveau Laparoscopische ventrale rectopexie (LVR) de ventrale zijde van het rectum wordt gemobiliseerd, opgetrokken en met behulp van een mesh (matje/implantaat) Mesh.
545
nvmdl
Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten Multidisciplinaire richtlijn Behandeling en Begeleiding van volwassenen met Myotone De tekst uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enige andere manier, echter uitsluitend na voorafgaande toestemming van de uitgever Toestemming voor gebruik van tekst(gedeelten) kunt u schriftelijk of per e-mail en uitsluitend bij de uitgever aanvragen Hoe moet de zorg voor myotone dystrofie type # (DM#) patiënten gecoördineerd Het is aan te bevelen om bij twijfel over de diagnose, behandeling of bij complexe Het is aan te bevelen om patiënten die wonen in de zorgregio van het expertisecentrum voor diagnostiek, medische controle, behandeling en coördinatie van de zorg, naar het De zorg rondom de DM# patiënt wordt gecoördineerd en actief bewaakt door één arts, bij Deze coördinator heeft specifieke expertise op het gebied van DM# en heeft affiniteit met de ziekte De coördinator is verantwoordelijk voor een goed op elkaar afgestemd zorgaanbod en kan gemakkelijk overleggen met / verwijzen naar de diverse De coördinator stemt de zorg voor DM#-patiënten af, bewaakt het zorgproces en de De coördinator heeft minimaal jaarlijks contact met de patiënt en heeft een proactieve De coördinator is het eerste aanspreekpunt voor de DM# patiënt, signaleert klachten en complicaties horend bij DM#, initieert verdere diagnostiek en verwijst op indicatie naar De coördinator heeft specifieke aandacht voor de coördinatie van de verschillende medische adviezen van de betrokken artsen en onderhoudt nauw contact met de huisarts De coördinator heeft specifieke aandacht voor de sociale context van de patiënt, het gezin De coördinator geeft voorlichting aan de patiënt, het patiëntsysteem en de huisarts, De coördinator neemt bij de jaarlijkse controle een gestructureerde anamnese af Spierzwakte potjes openmaken, struikelen en vallen met lopen, fietsen, kauwen, verslikken, myotonie en pijn, ADL zelfstandigheid, zelfverzorging en gebruik van Slaperigheid overdag, vermoeidheid, dyspnoe, tachypnoe, orthopnoe, verminderd Slik- en/of passageklachten (dysfagie), dyspepsie, buikkrampen, diarree of obstipatie en Visusklachten, met name problemen met lezen, in het donker kijken en last van tegenlicht De coördinator doet bij de jaarlijkse controle een gestructureerd lichamelijk onderzoek Myotonie (in handspieren actie- en percussiemyotonie, eventueel in onderarmspieren idem, tong percussiemyotonie en oogspieren actiemyotonie Let op het warming up <PERSOON> (MRC) van vroeg aangedane spieren nekbuigers, vingerbuigers en -strekkers en onderbeenspieren Test spierkracht ook functioneel in de spreekkamer opstaan uit stoel, <PERSOON>, bloeddruk, hart- en longauscultatie en tekenen van vochtretentie aanwezigheid van De coördinator voert het volgende aanvullend onderzoek uit (addendum #) Doe jaarlijks een longfunctiemeting (vitale capaciteit bij spirometrie; liggend en zittend) Vraag alleen bloedonderzoek aan indien hiervoor een indicatie is <PERSOON> de patiënt naar een neuroloog of revalidatiearts, gespecialiseerd in - spierzwakte die interfereert met het dagelijks leven (zoals vallen), voor advies over - (dreigende) toename van de gevolgen van de DM# voor activiteiten en participatie, - bij cardiale klachten in de anamnese en/of tekenen van cardiale problemen bij.
626
nvmdl
van de betrokken artsen en onderhoudt nauw contact met de huisarts De coördinator heeft specifieke aandacht voor de sociale context van de patiënt, het gezin De coördinator geeft voorlichting aan de patiënt, het patiëntsysteem en de huisarts, De coördinator neemt bij de jaarlijkse controle een gestructureerde anamnese af Spierzwakte potjes openmaken, struikelen en vallen met lopen, fietsen, kauwen, verslikken, myotonie en pijn, ADL zelfstandigheid, zelfverzorging en gebruik van Slaperigheid overdag, vermoeidheid, dyspnoe, tachypnoe, orthopnoe, verminderd Slik- en/of passageklachten (dysfagie), dyspepsie, buikkrampen, diarree of obstipatie en Visusklachten, met name problemen met lezen, in het donker kijken en last van tegenlicht De coördinator doet bij de jaarlijkse controle een gestructureerd lichamelijk onderzoek Myotonie (in handspieren actie- en percussiemyotonie, eventueel in onderarmspieren idem, tong percussiemyotonie en oogspieren actiemyotonie Let op het warming up <PERSOON> (MRC) van vroeg aangedane spieren nekbuigers, vingerbuigers en -strekkers en onderbeenspieren Test spierkracht ook functioneel in de spreekkamer opstaan uit stoel, <PERSOON>, bloeddruk, hart- en longauscultatie en tekenen van vochtretentie aanwezigheid van De coördinator voert het volgende aanvullend onderzoek uit (addendum #) Doe jaarlijks een longfunctiemeting (vitale capaciteit bij spirometrie; liggend en zittend) Vraag alleen bloedonderzoek aan indien hiervoor een indicatie is <PERSOON> de patiënt naar een neuroloog of revalidatiearts, gespecialiseerd in - spierzwakte die interfereert met het dagelijks leven (zoals vallen), voor advies over - (dreigende) toename van de gevolgen van de DM# voor activiteiten en participatie, - bij cardiale klachten in de anamnese en/of tekenen van cardiale problemen bij Een patiënt kan in deze gevallen ook rechtstreeks naar een <INSTELLING> voor thuisbeademing <PERSOON> DM# patiënt bij signalering van sociale problematiek naar een revalidatieadviescentrum voor spierziekten (zie voor adressen (WEBLINK)) voor verdere Welke neurologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? Begin met een open vraag naar de spontane klachten van de patiënt en betrek daarbij ook Neem vervolgens een gestructureerde anamnese af, waarbij onder andere wordt gevraagd naar slaperigheid, vermoeidheid, stemming, communicatieproblemen, pijn, spierzwakte, Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een neuroloog (al dan niet na controle)? <PERSOON> naar de neuroloog bij slaperigheid overdag, stemmingsstoornissen en/of vermoeidheid, toename van spierzwakte of vraag naar behandeling van myotonie - plan de afspraak bij voorkeur niet vroeg in de ochtend; Maak in de anamnese onderscheid tussen initiatiefloosheid, depressie, vermoeidheid en Vraag naar tekenen van nachtelijke hypoventilatie onrustig slapen, levendige dromen, wakker worden met hoofdpijn en vermoeidheid bij ontwaken die beter wordt in de loop Vraag naar tekenen van stemmingsstoornissen en anhedonie Gebruik hierbij de BDI voor Vraag naar tekenen van vermoeidheid Gebruik hierbij bijvoorbeeld de CIS fatigue (Checklist Individual Strength) of de FDSS (Rasch-built Fatigue and Daytime Sleepiness Test myotonie (in handspieren actie– en percussiemyotonie, eventueel onderarmspieren Meet kracht (MRC) van vroeg aangedane spieren nekbuigers, vingerbuigers en -strekkers en onderbeenspieren Test spierkracht ook functioneel in de spreekkamer (opstaan uit <PERSOON> laagdrempelig naar psycholoog of maatschappelijk werker met ervaring in DM#, indien partner of patiënt onderlinge communicatie als problematisch ervaart Behandel eventuele oorzaken van nachtelijke hypoventilatie (nachtelijke beademing, hoofdstuk #).
639
nvmdl
in deze gevallen ook rechtstreeks naar een <INSTELLING> voor thuisbeademing <PERSOON> DM# patiënt bij signalering van sociale problematiek naar een revalidatieadviescentrum voor spierziekten (zie voor adressen (WEBLINK)) voor verdere Welke neurologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? Begin met een open vraag naar de spontane klachten van de patiënt en betrek daarbij ook Neem vervolgens een gestructureerde anamnese af, waarbij onder andere wordt gevraagd naar slaperigheid, vermoeidheid, stemming, communicatieproblemen, pijn, spierzwakte, Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een neuroloog (al dan niet na controle)? <PERSOON> naar de neuroloog bij slaperigheid overdag, stemmingsstoornissen en/of vermoeidheid, toename van spierzwakte of vraag naar behandeling van myotonie - plan de afspraak bij voorkeur niet vroeg in de ochtend; Maak in de anamnese onderscheid tussen initiatiefloosheid, depressie, vermoeidheid en Vraag naar tekenen van nachtelijke hypoventilatie onrustig slapen, levendige dromen, wakker worden met hoofdpijn en vermoeidheid bij ontwaken die beter wordt in de loop Vraag naar tekenen van stemmingsstoornissen en anhedonie Gebruik hierbij de BDI voor Vraag naar tekenen van vermoeidheid Gebruik hierbij bijvoorbeeld de CIS fatigue (Checklist Individual Strength) of de FDSS (Rasch-built Fatigue and Daytime Sleepiness Test myotonie (in handspieren actie– en percussiemyotonie, eventueel onderarmspieren Meet kracht (MRC) van vroeg aangedane spieren nekbuigers, vingerbuigers en -strekkers en onderbeenspieren Test spierkracht ook functioneel in de spreekkamer (opstaan uit <PERSOON> laagdrempelig naar psycholoog of maatschappelijk werker met ervaring in DM#, indien partner of patiënt onderlinge communicatie als problematisch ervaart Behandel eventuele oorzaken van nachtelijke hypoventilatie (nachtelijke beademing, hoofdstuk #) Als dit niet voldoende is en indien er geen indicatie is voor nachtelijke ademhalingsondersteuning, behandel dan met modiodal (niet later dan ## ## uur innemen in verband met <PERSOON> patiënt naar een revalidatiearts bij spierzwakte die interfereert met het dagelijks Overweeg cognitieve gedragstherapie, indien u vermoeidheid hebt kunnen afgrenzen van Welke cardiologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? - neem een anamnese af met bijzondere aandacht voor palpitaties, duizeligheid, - neem een familieanamnese af gericht op het voorkomen van plotse dood, - doe lichamelijk onderzoek met specifieke aandacht voor pols, bloeddruk, CVD, - doe jaarlijks een ECG om ritme en geleidingstijden te beoordelen; - doe om de twee tot vijf jaar een ##-uurs Holtermonitoring bij asymptomatische DM# - doe om de twee tot vijf jaar een echocardiogram bij asymptomatische patiënten en - doe een echocardiogram bij diagnose van DM#, klachten of tekenen van hartfalen en Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een cardioloog (al dan niet na controle)? <PERSOON> DM# patiënten naar de cardioloog bij cardiale klachten in de anamnese en/of <PERSOON> DM# patiënten naar de cardioloog bij de volgende (nieuwe) ECG-afwijkingen Overweeg SAECG bij DM# patiënten met klachten suggestief voor ritmestoornissen Er is op dit moment geen rol voor een standaard cardiale MRI - bij een tweede en derde graads AV-blok, onafhankelijk van de aanwezigheid van - bij DM# patiënten met een voorgeschiedenis van ventrikelfibrilleren en sustained - bij syncope en bij EFO induceerbare sustained VT met hemodynamisch instabiliteit en.
619
nvmdl
Als dit niet voldoende is en indien er geen indicatie is voor nachtelijke ademhalingsondersteuning, behandel dan met modiodal (niet later dan ## ## uur innemen in verband met <PERSOON> patiënt naar een revalidatiearts bij spierzwakte die interfereert met het dagelijks Overweeg cognitieve gedragstherapie, indien u vermoeidheid hebt kunnen afgrenzen van Welke cardiologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? - neem een anamnese af met bijzondere aandacht voor palpitaties, duizeligheid, - neem een familieanamnese af gericht op het voorkomen van plotse dood, - doe lichamelijk onderzoek met specifieke aandacht voor pols, bloeddruk, CVD, - doe jaarlijks een ECG om ritme en geleidingstijden te beoordelen; - doe om de twee tot vijf jaar een ##-uurs Holtermonitoring bij asymptomatische DM# - doe om de twee tot vijf jaar een echocardiogram bij asymptomatische patiënten en - doe een echocardiogram bij diagnose van DM#, klachten of tekenen van hartfalen en Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een cardioloog (al dan niet na controle)? <PERSOON> DM# patiënten naar de cardioloog bij cardiale klachten in de anamnese en/of <PERSOON> DM# patiënten naar de cardioloog bij de volgende (nieuwe) ECG-afwijkingen Overweeg SAECG bij DM# patiënten met klachten suggestief voor ritmestoornissen Er is op dit moment geen rol voor een standaard cardiale MRI - bij een tweede en derde graads AV-blok, onafhankelijk van de aanwezigheid van - bij DM# patiënten met een voorgeschiedenis van ventrikelfibrilleren en sustained - bij syncope en bij EFO induceerbare sustained VT met hemodynamisch instabiliteit en Welke respiratoire aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? Vraag, bij de jaarlijkse controle door de coördinator, gericht naar respiratoire klachten of Let bij lichamelijk onderzoek op habitus, ademfrequentie en ademhalingspatroon Vraag jaarlijks een longfunctieonderzoek (vitale capaciteit bij spirometrie) aan Laat het longfunctieonderzoek (vitale capaciteit bij spirometrie) zowel zittend als liggend Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een longarts of <INSTELLING> thuisbeademing? Een patiënt kan in deze gevallen ook direct naar een <INSTELLING> voor thuisbeademing worden <PERSOON> bij recidiverende luchtweginfecties of aspiratie naar een KNO-arts, eventueel in Overweeg bij recidiverende koortsperiodes, zonder evidente <INSTELLING>, chronische aspiratie Laat bij patiënten met klachten of afwijkende metingen (van longfunctie en/of bloedgas), Verricht bloedgasanalyse bij klachten of tekenen van nachtelijke hypoventilatie, recidiverende luchtweginfecties, tekenen van verhoogde ademarbeid of afwijkingen bij - verwijs bij vermoeden op onveilig slikken of aspireren naar een KNO-arts en/of - verwijs bij (vermoeden op) onvoldoende ophoestkracht naar de fysiotherapeut voor - vermijd ademdeprimerende medicatie, zoals opiaten en benzodiazepines (hoofdstuk - Geef goede educatie en extra aandacht aan begeleiding bij het starten met CPAP of - Controleer regelmatig zowel op bijvoorbeeld AHI, compliance en motivatie als ook op - <PERSOON> bij nachtelijke ademhalingsstoornissen laagdrempelig naar een <INSTELLING> voor thuisbeademing, zeker wanneer er complexe ademstoornissen bestaan (met CSAS / - Streef bij het instellen op chronische beademing naar een optimale balans tussen effectiviteit van de beademing en comfort van de patiënt Welke gastrointestinale aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Tijdens de anamnese dient men gericht te vragen naar slik- en/of passageklachten.
621
nvmdl
orde te komen bij een periodieke controle? Vraag, bij de jaarlijkse controle door de coördinator, gericht naar respiratoire klachten of Let bij lichamelijk onderzoek op habitus, ademfrequentie en ademhalingspatroon Vraag jaarlijks een longfunctieonderzoek (vitale capaciteit bij spirometrie) aan Laat het longfunctieonderzoek (vitale capaciteit bij spirometrie) zowel zittend als liggend Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een longarts of <INSTELLING> thuisbeademing? Een patiënt kan in deze gevallen ook direct naar een <INSTELLING> voor thuisbeademing worden <PERSOON> bij recidiverende luchtweginfecties of aspiratie naar een KNO-arts, eventueel in Overweeg bij recidiverende koortsperiodes, zonder evidente <INSTELLING>, chronische aspiratie Laat bij patiënten met klachten of afwijkende metingen (van longfunctie en/of bloedgas), Verricht bloedgasanalyse bij klachten of tekenen van nachtelijke hypoventilatie, recidiverende luchtweginfecties, tekenen van verhoogde ademarbeid of afwijkingen bij - verwijs bij vermoeden op onveilig slikken of aspireren naar een KNO-arts en/of - verwijs bij (vermoeden op) onvoldoende ophoestkracht naar de fysiotherapeut voor - vermijd ademdeprimerende medicatie, zoals opiaten en benzodiazepines (hoofdstuk - Geef goede educatie en extra aandacht aan begeleiding bij het starten met CPAP of - Controleer regelmatig zowel op bijvoorbeeld AHI, compliance en motivatie als ook op - <PERSOON> bij nachtelijke ademhalingsstoornissen laagdrempelig naar een <INSTELLING> voor thuisbeademing, zeker wanneer er complexe ademstoornissen bestaan (met CSAS / - Streef bij het instellen op chronische beademing naar een optimale balans tussen effectiviteit van de beademing en comfort van de patiënt Welke gastrointestinale aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Tijdens de anamnese dient men gericht te vragen naar slik- en/of passageklachten Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een MDL-arts (al dan niet na controle door de - diagnosticeer de verschillende symptomen bij DM#, zoals bij niet-DM# patiënten; - overweeg faecesonderzoek op parasieten en een glucose ademtest bij hardnekkige - overweeg colonoscopie bij veranderd defaecatiepatroon met alarmsymptomen - doe geen invasieve diagnostiek bij milde levertestafwijkingen - behandel dysfagieklachten met kleine en frequente maaltijden en eventueel een - behandel dyspepsieklachten met een PPI of prokineticum; houd hierbij rekening met mogelijke bijwerkingen (toename QTc tijd) en overleg bij twijfel met de cardioloog - overweeg verwijzing naar diëtiste bij onvoldoende intake en vermagering; - behandel diarree bij bacteriële overgroei met een antibioticakuur Wees bedacht op - behandel obstipatie met vezelrijke voeding, voldoende vochtintake en laxantia zoals - behandel fecale incontinentie met vezels en eventueel laxantia; - terughoudendheid is geboden bij de indicatiestelling tot (acute) abdominale chirurgie Welke voorzorgsmaatregelen zijn nodig bij algehele anesthesie en locoregionale bij voorkeur beschikken patiënten met DM# over een SOS identificatie waarop de informeer de anesthesioloog expliciet over de diagnose DM# bij verwijzing naar het neem voor de ingreep contact op met de coördinator van de patiënt; bij ingrepen zoals laparotomie of ingrepen van vergelijkbare belasting en duur indien echocardiografie en Holtermonitoring meer dan twee jaar geleden werden bloedgasanalyse (tenzij dit minder dan een jaar geleden is verricht en niet deze eerst te behandelen met CPAP of nachtelijke niet-invasieve beademing verricht bij cardiale klachten, afwijkend lichamelijk onderzoek en/of een afwijkend verricht een Holtermonitoring en echocardiogram bij DM# patiënten zonder.
606
nvmdl
zijn indicaties voor verwijzing naar een MDL-arts (al dan niet na controle door de - diagnosticeer de verschillende symptomen bij DM#, zoals bij niet-DM# patiënten; - overweeg faecesonderzoek op parasieten en een glucose ademtest bij hardnekkige - overweeg colonoscopie bij veranderd defaecatiepatroon met alarmsymptomen - doe geen invasieve diagnostiek bij milde levertestafwijkingen - behandel dysfagieklachten met kleine en frequente maaltijden en eventueel een - behandel dyspepsieklachten met een PPI of prokineticum; houd hierbij rekening met mogelijke bijwerkingen (toename QTc tijd) en overleg bij twijfel met de cardioloog - overweeg verwijzing naar diëtiste bij onvoldoende intake en vermagering; - behandel diarree bij bacteriële overgroei met een antibioticakuur Wees bedacht op - behandel obstipatie met vezelrijke voeding, voldoende vochtintake en laxantia zoals - behandel fecale incontinentie met vezels en eventueel laxantia; - terughoudendheid is geboden bij de indicatiestelling tot (acute) abdominale chirurgie Welke voorzorgsmaatregelen zijn nodig bij algehele anesthesie en locoregionale bij voorkeur beschikken patiënten met DM# over een SOS identificatie waarop de informeer de anesthesioloog expliciet over de diagnose DM# bij verwijzing naar het neem voor de ingreep contact op met de coördinator van de patiënt; bij ingrepen zoals laparotomie of ingrepen van vergelijkbare belasting en duur indien echocardiografie en Holtermonitoring meer dan twee jaar geleden werden bloedgasanalyse (tenzij dit minder dan een jaar geleden is verricht en niet deze eerst te behandelen met CPAP of nachtelijke niet-invasieve beademing verricht bij cardiale klachten, afwijkend lichamelijk onderzoek en/of een afwijkend verricht een Holtermonitoring en echocardiogram bij DM# patiënten zonder onderzoeken meer dan twee jaar geleden zijn uitgevoerd Informeer de patiënt over het verhoogd risico op cardiorespiratoire complicaties Gebruik geen acetylcholinesteraseremmers, zoals neostigmine, voor het antagoneren van Gebruik geen langwerkende of hoge doseringen van benzodiazepines, bijvoorbeeld voor Reduceer de dosis van opioïden en gebruik bij voorkeur geen langwerkende opioïden Welke anesthesiemiddelen kunnen veilig worden toegediend en in welke dosering? - gebruik, waar mogelijk, locale of locoregionale anesthesie; - pas de dosering van anesthetica aan de gemeten effecten aan (hartfrequentie, - begin met lagere doseringen en titreer tot het gewenste effect; - doe neuromusculaire monitoring bij het gebruik van spierverslappers; Verschilt het beleid bij electieve en acute chirurgische ingrepen bij DM# patiënten? Neem voor de ingreep contact op met de coördinator van de patiënt Verricht bij een spoedingreep minimaal preoperatief een ECG vraag bij afwijkingen een Vermeld altijd dat het gaat om een patiënt met DM# Op welke punten is de postoperatieve zorg anders dan voor andere patiënten? Doe geen ingrepen onder algehele anesthesie bij DM# in dagbehandeling Iedere DM# patiënt, die een kleine ingreep onder algehele anaesthesie heeft ondergaan, dient minimaal een ## uur bewaakt te worden middels ECG- en zuurstofsaturatie en CO# Verleng de ECG- en zuurstofsaturatie bewaking naar ## uur bij een DM# patiënt, die een laparotomie of een ingreep van vergelijkbare duur en belasting (bijv een sectio caesarea) heeft ondergaan of bij een ernstig aangedane patiënt (patiënten met cardiale of Besteed in het postoperatieve traject extra aandacht aan ademhaling en • <PERSOON> G.
601
nvmdl
twee jaar geleden zijn uitgevoerd Informeer de patiënt over het verhoogd risico op cardiorespiratoire complicaties Gebruik geen acetylcholinesteraseremmers, zoals neostigmine, voor het antagoneren van Gebruik geen langwerkende of hoge doseringen van benzodiazepines, bijvoorbeeld voor Reduceer de dosis van opioïden en gebruik bij voorkeur geen langwerkende opioïden Welke anesthesiemiddelen kunnen veilig worden toegediend en in welke dosering? - gebruik, waar mogelijk, locale of locoregionale anesthesie; - pas de dosering van anesthetica aan de gemeten effecten aan (hartfrequentie, - begin met lagere doseringen en titreer tot het gewenste effect; - doe neuromusculaire monitoring bij het gebruik van spierverslappers; Verschilt het beleid bij electieve en acute chirurgische ingrepen bij DM# patiënten? Neem voor de ingreep contact op met de coördinator van de patiënt Verricht bij een spoedingreep minimaal preoperatief een ECG vraag bij afwijkingen een Vermeld altijd dat het gaat om een patiënt met DM# Op welke punten is de postoperatieve zorg anders dan voor andere patiënten? Doe geen ingrepen onder algehele anesthesie bij DM# in dagbehandeling Iedere DM# patiënt, die een kleine ingreep onder algehele anaesthesie heeft ondergaan, dient minimaal een ## uur bewaakt te worden middels ECG- en zuurstofsaturatie en CO# Verleng de ECG- en zuurstofsaturatie bewaking naar ## uur bij een DM# patiënt, die een laparotomie of een ingreep van vergelijkbare duur en belasting (bijv een sectio caesarea) heeft ondergaan of bij een ernstig aangedane patiënt (patiënten met cardiale of Besteed in het postoperatieve traject extra aandacht aan ademhaling en • <PERSOON> G • <PERSOON>, neuroloog, <PERSOON>, anesthesioloog, <PERSOON>, revalidatiearts, <INSTELLING> te <PERSOON>• Drs J Cluitmans>, revalidatiearts, <INSTELLING> te <LOCATIE> • <PERSOON>, cardioloog, <INSTELLING> te <LOCATIE> • <PERSOON>, Hoofd Kwaliteit van zorg, Spierziekten <LOCATIE> te <LOCATIE> • <PERSOON>, MDL-arts, <LOCATIE> Universitair Medisch <INSTELLING> • <PERSOON> A B <PERSOON-##>, longarts, <LOCATIE> Universitair Medisch <INSTELLING> voor Welke neurologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Wat zijn indicaties voor verwijzing naar neuroloog (al dan niet na controle)? ## Welke cardiologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een cardioloog (al dan niet na controle)? ## Welke respiratoire aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een longarts of <INSTELLING> voor Welke gastrointestinale aspecten dienen aan de orde te komen bij een Welke anesthesiemiddelen mogen veilig worden toegediend en in welke Verschilt het beleid bij electieve en acute chirurgische ingrepen bij DM# Op welke punten is de postoperatieve zorg anders dan voor andere patiënten?.
585
nvmdl
<PERSOON>, neuroloog, <PERSOON>, anesthesioloog, <PERSOON>, revalidatiearts, <INSTELLING> te <PERSOON>• Drs J Cluitmans>, revalidatiearts, <INSTELLING> te <LOCATIE> • <PERSOON>, cardioloog, <INSTELLING> te <LOCATIE> • <PERSOON>, Hoofd Kwaliteit van zorg, Spierziekten <LOCATIE> te <LOCATIE> • <PERSOON>, MDL-arts, <LOCATIE> Universitair Medisch <INSTELLING> • <PERSOON> A B <PERSOON>, longarts, <LOCATIE> Universitair Medisch <INSTELLING> voor Welke neurologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Wat zijn indicaties voor verwijzing naar neuroloog (al dan niet na controle)? ## Welke cardiologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een cardioloog (al dan niet na controle)? ## Welke respiratoire aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een longarts of <INSTELLING> voor Welke gastrointestinale aspecten dienen aan de orde te komen bij een Welke anesthesiemiddelen mogen veilig worden toegediend en in welke Verschilt het beleid bij electieve en acute chirurgische ingrepen bij DM# Op welke punten is de postoperatieve zorg anders dan voor andere patiënten? ## Addendum # Anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek bij controle #<DATUM> # Aanleiding tot het maken van de richtlijn Myotone dystrofie type # (DM#) of de ziekte van Steinert, vroeger ook wel genoemd dystrophia myotonica of dystrofische myotonie, is de meest voorkomende erfelijke spierziekte op volwassen leeftijd DM# is een autosomaal dominant overervende aandoening, waarbij naast de spieren (myotonie en spierdystrofie) ook vele andere organen betrokken kunnen raken, zoals het hart, de tractus digestivus, de zintuigen en het Tengevolge van de diversiteit van de symptomatologie zijn vaak vele (orgaan-) specialisten betrokken Dit maakt de begeleiding van deze patiëntengroep complex Bovendien kan de betrokkenheid van de hersenen bij patiënten leiden tot traagheid en initiatiefarmoede, waardoor een actieve houding bij de behandeling en begeleiding bij DM# van de arts moet komen Mede daardoor worden in <LOCATIE> waarschijnlijk nog veel patiënten De richtlijn heeft als doel de kwaliteit van de begeleiding en de behandeling van volwassen patiënten met DM# te verbeteren door een uniform beleid Deze richtlijn richt zich op volwassen patiënten (<LEEFTIJD> jaar en ouder) met DM# De richtlijn betreft patiënten met alle types DM# (congenitale type, kindertype, volwassenen type en milde type), dus ook patiënten waarbij de ziekte op kinderleeftijd al gediagnosticeerd is De richtlijn is vooral van toepassing op patiënten die al ziekteverschijnselen hebben en personen waarbij op basis van hun DNA-uitslag verwacht mag worden dat zij op volwassen leeftijd duidelijke symptomen zullen krijgen.
585
nvmdl
## Addendum # Anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek bij controle #<DATUM> # Aanleiding tot het maken van de richtlijn Myotone dystrofie type # (DM#) of de ziekte van Steinert, vroeger ook wel genoemd dystrophia myotonica of dystrofische myotonie, is de meest voorkomende erfelijke spierziekte op volwassen leeftijd DM# is een autosomaal dominant overervende aandoening, waarbij naast de spieren (myotonie en spierdystrofie) ook vele andere organen betrokken kunnen raken, zoals het hart, de tractus digestivus, de zintuigen en het Tengevolge van de diversiteit van de symptomatologie zijn vaak vele (orgaan-) specialisten betrokken Dit maakt de begeleiding van deze patiëntengroep complex Bovendien kan de betrokkenheid van de hersenen bij patiënten leiden tot traagheid en initiatiefarmoede, waardoor een actieve houding bij de behandeling en begeleiding bij DM# van de arts moet komen Mede daardoor worden in <LOCATIE> waarschijnlijk nog veel patiënten De richtlijn heeft als doel de kwaliteit van de begeleiding en de behandeling van volwassen patiënten met DM# te verbeteren door een uniform beleid Deze richtlijn richt zich op volwassen patiënten (<LEEFTIJD> jaar en ouder) met DM# De richtlijn betreft patiënten met alle types DM# (congenitale type, kindertype, volwassenen type en milde type), dus ook patiënten waarbij de ziekte op kinderleeftijd al gediagnosticeerd is De richtlijn is vooral van toepassing op patiënten die al ziekteverschijnselen hebben en personen waarbij op basis van hun DNA-uitslag verwacht mag worden dat zij op volwassen leeftijd duidelijke symptomen zullen krijgen of nauwelijks symptomen te verwachten zijn, vallen hier dus (grotendeels) buiten De diversiteit van de symptomatologie dwingt tot beperking van de onderwerpen die in deze richtlijn worden behandeld De werkgroep heeft ervoor gekozen de meest Daarnaast is ervoor gekozen de problematiek rondom kinderwens, zwangerschap en bevalling niet mee te nemen in de richtlijn Erfelijkheidsvoorlichting, genetisch onderzoek en familieonderzoek bij DM# komen slechts zijdelings aan bod Deze onderwerpen kunnen - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een specialist? - Welke neurologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar neuroloog (al dan niet na controle)? - Welke cardiologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een cardioloog (al dan niet na controle)? - Welke respiratoire aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een longarts (al dan niet na controle)? - Welke gastrointestinale aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een MDL-arts? - Welke voorzorgsmaatregelen zijn nodig bij algehele anesthesie en locoregionale - Welke anesthesiemiddelen kunnen veilig worden toegediend en in welke dosering? - Verschilt het beleid bij electieve en acute chirurgische ingrepen bij DM# patiënten? - Op welke punten is de postoperatieve zorg anders dan voor andere patiënten? Deze richtlijn is geschreven voor de leden van de beroepsgroepen die aan de ontwikkeling van de richtlijn hebben bijgedragen, en voor overige zorgverleners die betrokken zijn bij de.
599
nvmdl
te verwachten zijn, vallen hier dus (grotendeels) buiten De diversiteit van de symptomatologie dwingt tot beperking van de onderwerpen die in deze richtlijn worden behandeld De werkgroep heeft ervoor gekozen de meest Daarnaast is ervoor gekozen de problematiek rondom kinderwens, zwangerschap en bevalling niet mee te nemen in de richtlijn Erfelijkheidsvoorlichting, genetisch onderzoek en familieonderzoek bij DM# komen slechts zijdelings aan bod Deze onderwerpen kunnen - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een specialist? - Welke neurologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar neuroloog (al dan niet na controle)? - Welke cardiologische aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een cardioloog (al dan niet na controle)? - Welke respiratoire aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke controle? - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een longarts (al dan niet na controle)? - Welke gastrointestinale aspecten dienen aan de orde te komen bij een periodieke - Wat zijn indicaties voor verwijzing naar een MDL-arts? - Welke voorzorgsmaatregelen zijn nodig bij algehele anesthesie en locoregionale - Welke anesthesiemiddelen kunnen veilig worden toegediend en in welke dosering? - Verschilt het beleid bij electieve en acute chirurgische ingrepen bij DM# patiënten? - Op welke punten is de postoperatieve zorg anders dan voor andere patiënten? Deze richtlijn is geschreven voor de leden van de beroepsgroepen die aan de ontwikkeling van de richtlijn hebben bijgedragen, en voor overige zorgverleners die betrokken zijn bij de DM# patiënten kunnen bij vrijwel alle orgaanspecialisten om hulp vragen Ook huisartsen kunnen deze richtlijn gebruiken Juist wegens de veelheid aan complicaties en betrokken specialisten zal de huisarts het overzicht (mede) moeten bewaken Paramedici (fysiotherapeuten, logopedisten etc ) kunnen een belangrijke rol hebben bij de begeleiding; deze richtlijn kan ook voor hen van waarde zijn Tevens is een Er worden verschillende typen DM# onderscheiden op basis van de beginleeftijd en Tabel <DATUM> Overzicht van de kernsymptomen van de verschillende typen DM# (de Die-<PERSOON> et al, ###) Tabel <DATUM> Orgaansystemen die bij DM# zijn aangedaan en voornaamste symptomatologie De morbiditeit bij patiënten met DM# is vaak complex, kan sterk variëren van patiënt tot patiënt en is afhankelijk van de ziekteduur (Gagnon et al , ###) Naast de lichamelijke problemen zijn er vaak psychische en psychosociale gevolgen Bij de kindervorm kan zich dit uiten als leer- en gedragsproblemen Bij volwassen patiënten kunnen er <INSTELLING>- en Er is een duidelijk verkorte levensverwachting die varieert met het type DM# (De DieSmulders et al , ###; <PERSOON> et al , ###) Deze verkorte levensverwachting is vooral gerelateerd aan de cardiale en respiratoire problematiek en is mede gecorreleerd met de duur van de ziekte en de mate van spierzwakte en orgaanbetrokkenheid (<PERSOON> et al , <DATUM> De rol van de coördinator in de zorg voor DM# patiënten Wegens de complexiteit van de symptomatologie stelt de werkgroep voor de zorg voor de.
605
nvmdl