id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
1,669
Taxi
5564735
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maltees%20kenteken
Maltees kenteken
Een Maltees kenteken is een kenteken van een voertuig uit Malta. De kentekenplaat bestaat doorgaans uit drie letters en drie cijfers die zwart zijn op een witte achtergrond. De EU-vlag en de letter "M" zijn aan de linkerkant van het bord geplaatst. De vlag toont 12 gouden sterren in een cirkel, met de letter "M" in het wit eronder, allemaal op een blauwe achtergrond. Het gebruikte lettertype is FE-Schrift. De eerste letter van het kenteken van een privéauto geeft aan in welke maand het jaarlijkse belastingschijfje moet worden vernieuwd. Bijzondere kentekens Taxi’s hebben een kenteken in het formaat TAXI 999 X, waarbij 999 voor drie cijfers staat. De laatste letter staat voor het eiland waar de taxi rijdt, een M voor Malta en een G voor Gozo. Lijnbussen hebben een kenteken in het formaat BUS 999. Gepersonaliseerde kentekens kunnen worden aangevraagd, en deze mogen niet meer dan negen tekens bevatten. De president, de premier en de aartsbisschop zijn vrijgesteld van kentekenplaten en brengen in plaats daarvan hun eigen emblemen aan. Kenteken naar land kenteken
Taxi’s hebben een kenteken in het formaat TAXI 999 X, waarbij 999 voor drie cijfers staat. De laatste letter staat voor het eiland waar de taxi rijdt, een M voor Malta en een G voor Gozo. Lijnbussen hebben een kenteken in het formaat BUS 999.
3
taxi, taxidienst, taxivervoer
2,150
Quantity
482350
https://nl.wikipedia.org/wiki/Newtonmeter
Newtonmeter
Een newtonmeter (N·m of Nm) is in het SI-stelsel de eenheid voor koppel (moment). Het is een samengestelde eenheid overeenkomend met de kracht van 1 newton uitgeoefend op een arm van 1 meter. Hoewel de newtonmeter dimensioneel overeenkomt met de joule, de SI-eenheid van energie en arbeid, zijn de kracht en de afstand loodrecht ten opzichte van elkaar, terwijl de kracht en afstand bij de joule in elkaars verlengde liggen. De eenheid voor koppel wordt dan ook altijd newtonmeter genoemd en nooit joule. Conversiefactoren 1 kilogramforcemeter (kgfm) = 9,806 65 Nm 1 foot-pound force ("foot-pounds") = 1 pound-force foot ("pound-feet") = 1,355 817 9 Nm Afgeleide SI-eenheid
Een newtonmeter (N·m of Nm) is in het SI-stelsel de eenheid voor koppel (moment). Het is een samengestelde eenheid overeenkomend met de kracht van 1 newton uitgeoefend op een arm van 1 meter.
2
hoeveelheid, grootheid, eenheid
3,308
ScholarlyArticle
1450954
https://nl.wikipedia.org/wiki/Australian%20Journal%20of%20Botany
Australian Journal of Botany
Australian Journal of Botany is een botanisch tijdschrift dat sinds 1953 verschijnt. Er verschijnen jaarlijks acht edities van het tijdschrift. De uitgever is CSIRO Publishing. In het tijdschrift verschijnen onderzoeksartikelen en reviewartikelen die peer review hebben ondergaan. De onderwerpen betreffen alle plantengroepen en onder meer ecologie, ecofysiologie, natuurbescherming, biodiversiteit, bosbouw, celbiologie, moleculaire biologie, paleobotanie, voortplanting, genetica, mycologie, fytopathologie, morfologie en ontwikkelingsbiologie. In botanische literatuurverwijzingen wordt vaak de standaardafkorting "Austral. J. Bot." gebruikt. Externe link Australian Journal of Botany op de website van CSIRO Publishing Botanisch tijdschrift
In het tijdschrift verschijnen onderzoeksartikelen en reviewartikelen die peer review hebben ondergaan. De onderwerpen betreffen alle plantengroepen en onder meer ecologie, ecofysiologie, natuurbescherming, biodiversiteit, bosbouw, celbiologie, moleculaire biologie, paleobotanie, voortplanting, genetica, mycologie, fytopathologie, morfologie en ontwikkelingsbiologie.
1
wetenschappelijk artikel, academisch artikel, onderzoeksartikel
8,586
RestrictedDiet
382404
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hepatische%20encefalopathie
Hepatische encefalopathie
Hepatische encefalopathie ofwel leverencefalopathie wordt, zoals de naam ook zegt, veroorzaakt door ziekten van de lever (hepatisch - van de lever, enképhalos - hersenen, páthos - ziekte). Hepatische encefalopathie treedt op bij ernstig leverfalen, onder andere ten gevolge van cirrose. Waarschijnlijk is een verhoogd ammoniakgehalte de belangrijkste factor, hoewel andere afbraakproducten ook een rol kunnen spelen. Ammoniak wordt normaal gesproken in de lever omgezet tot ureum, dat weer in de nieren actief uitgescheiden wordt. Klachten ontstaan geleidelijk en omvatten allerlei neuropsychiatrische verschijnselen zoals geestelijke achteruitgang tot verwardheid en desoriëntatie. Uiteindelijk kan zelfs een coma ontstaan. Symptomen 1ste graad slapeloosheid verminderde concentratievermogen overdreven gedrag tremor 2de graad verergering van slaapproblemen desoriëntatie verlies van tijdsbesef 3de graad verergering van de symptomen hierboven angst bizar gedrag 4de graad bewusteloosheid coma afwezigheid van persoonlijkheidskenmerken In veel gevallen zullen zich maar een beperkt aantal symptomen voordoen en aldus zichtbaar zijn voor een eventuele behandelaar. In de praktijk komt hepatische encefalopathie het meest voor bij zware alcoholisten, bij wie de lever door het consumeren van alcoholische drank grotendeels is vernietigd. Andere oorzaken van hepatische encefalopathie zijn echter ook mogelijk, zoals ernstige hepatitis, vergiftigingen of verdringing van de lever door (uitzaaiingen van) kankergezwellen. Mogelijke behandeling Een vermindering van eiwitten in het voedsel leidt tot minder te ontgiften aminozuren en minder ammoniakproductie, een van de voornaamste betrokken giftige stoffen. Er wordt dan een speciaal dieet en vaak medicatie voorgeschreven. Een opvallend maar zeldzaam neurologisch verschijnsel is "flapping tremor" waarbij de vingers van een uitgestrekte hand op en neer kunnen gaan slaan. Bij hepatische encefalopathie wordt soms lactulose gegeven om in de darm de pH te verlagen, zodat de darmflora kan veranderen en er minder eiwit in ammoniak wordt omgezet. Ook een lichte eiwitbeperking in het dieet kan de hoeveelheid ammoniak reduceren. Neurologische aandoening Leveraandoening
Mogelijke behandeling Een vermindering van eiwitten in het voedsel leidt tot minder te ontgiften aminozuren en minder ammoniakproductie, een van de voornaamste betrokken giftige stoffen. Er wordt dan een speciaal dieet en vaak medicatie voorgeschreven.
1
dieetbeperking, voedingsrestrictie, speciaal dieet
6,869
AcceptAction
1831013
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arrest%20Nationaal%20Grondbezit/Kamphuis
Arrest Nationaal Grondbezit/Kamphuis
Het arrest Nationaal Grondbezit/Kamphuis (HR 8 juni 1973, NJ 1974/346) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op eigendomsvoorbehoud en levering c.p. (constitutum possessorium). Samenvatting Aannemer Kerstens gaat in 1970 tijdens de uitvoering van een werk failliet en heeft de bouwplaats verlaten. Leverancier en aanbesteder betwisten elkaar de eigendom van bouwstoffen die op de bouwplaats zijn achtergebleven. De leverancier heeft krachtens algemene voorwaarden geleverd onder eigendomsvoorbehoud. De aanbesteder pretendeert eigendom op grond van algemene voorwaarden krachtens welke de aannemer ontvangen bouwmaterialen onmiddellijk doorlevert aan de aanbesteder. De Hoge Raad geeft een antwoord: De houder voor een ander, kan niet aan een derde bezit verschaffen wanneer hij de zaak onder zich houdt. Er ontstaat een andere situatie, als de aannemer (houder voor de leverancier) de bouwplaats voortijdig verlaten heeft en de aanbesteder de bouwplaats heeft overgenomen. Casus Kamphuis (leverancier) heeft bouwmaterialen, stenen en klinkers in Malden op de bouwplaats van aannemer Kerstens afgeleverd. De aannemer gaat in 1970 tijdens de uitvoering van het werk failliet en heeft de bouwplaats verlaten. Nationaal Grondbezit (aanbesteder) heeft de voltooiing van het werk aan een ander opgedragen. Toen de aannemer de bouwplaats verliet, waren er (onverwerkte) bouwstoffen op de bouwplaats aanwezig, waarvoor de leverancier nog niet was betaald. De leverancier stelt daarvan eigenaar te zijn, omdat de bouwmaterialen krachtens algemene voorwaarden aan de aannemer waren geleverd onder eigendomsvoorbehoud. De aanbesteder stelt dat hij eigenaar is van dezelfde bouwstoffen op grond van algemene voorwaarden: Rechtsvraag Door levering onder eigendomsvoorbehoud is de aannemer voor de leverancier houder van onverwerkte bouwstoffen. Is levering c.p. door een houder mogelijk? Kan de aannemer de onverwerkte bouwstoffen leveren aan de aanbesteder middels constitutum possessorium? (Nee.) Wie is eigenaar van de onverwerkte bouwstoffen die de failliete aannemer op de bouwplaats achter heeft gelaten? de leverancier krachtens eigendomsvoorbehoud? de aanbesteder (onder meer) krachtens diens algemene voorwaarden? Procesgang De leverancier vordert betaling van de koopprijs van de stenen en klinkers ad f 24.180 door de aanbesteder. Bij prorogatie is het geschil aan het hof voorgelegd. Het hof heeft de vordering van de leverancier toegewezen. Dit arrest is in cassatie vernietigd, terwijl het geding is doorverwezen naar een ander hof voor verdere behandeling. Hof Het hof beslist dat levering c.p. door een houder niet mogelijk is, dus niet heeft plaatsgevonden. Het hof overwoog (r.o. 9): Hoge Raad Eerste middel Ook de Hoge Raad beslist dat levering c.p. door een houder niet mogelijk is. Wie houder is voor een ander kan zich niet tot houder voor een derde maken. De Hoge Raad overwoog: Tweede middel De situatie ligt anders als de aannemer de bouwplaats voortijdig heeft verlaten. De Hoge Raad overwoog: Derde middel Het derde middel betreft een subsidiair verweer van de aanbesteder, waar het hof stilzwijgend aan voorbij is gegaan, dus ook geen beslissing op heeft gegeven. Tot besluit De Hoge Raad bevestigt de hoofdregel zoals deze reeds in het Picus-arrest (1961) naar voren kwam: Levering c.p. door een houder is niet mogelijk. Deze regel is intussen gecodificeerd in art. 3:111 BW. Dit kan anders zijn als een (failliete) aannemer de bouwplaats voortijdig heeft verlaten onder achterlating van onverwerkte bouwstoffen. Nu komt de Hoge Raad tot een andere resultaat dan in het Picus-arrest. Wat betreft bezitsverschaffing benadrukt de annotator dat hiervoor ten minste twee eenzijdige rechtshandelingen (aanbod en acceptatie) nodig zijn, in casu (1) het voornemen tot levering c.p. zoals in de onderhavige aanbestedingsvoorwaarden, (2) het goedkeuren door de aanbesteder van de bouwstoffen en (3) bezitsverschaffing door overname van de bouwplaats. Zie ook 1936: arrest Sleepboot Egbertha (eigendomsvoorbehoud; natrekking, verkeersopvattingen) 1991: Arrest Depex/Bergel (eigendomsvoorbehoud, natrekking) 1993: Love Love-arrest (eigendomsvoorbehoud, natrekking door casco) Nationaal Grondbezit/Kamphuis
Tot besluit De Hoge Raad bevestigt de hoofdregel zoals deze reeds in het Picus-arrest (1961) naar voren kwam: Levering c.p. door een houder is niet mogelijk. Deze regel is intussen gecodificeerd in art. 3:111 BW. Dit kan anders zijn als een (failliete) aannemer de bouwplaats voortijdig heeft verlaten onder achterlating van onverwerkte bouwstoffen. Nu komt de Hoge Raad tot een andere resultaat dan in het Picus-arrest. Wat betreft bezitsverschaffing benadrukt de annotator dat hiervoor ten minste twee eenzijdige rechtshandelingen (aanbod en acceptatie) nodig zijn, in casu (1) het voornemen tot levering c.p. zoals in de onderhavige aanbestedingsvoorwaarden, (2) het goedkeuren door de aanbesteder van de bouwstoffen en (3) bezitsverschaffing door overname van de bouwplaats.
1
acceptatie, goedkeuring, instemming
1,454
LodgingReservation
10402
https://nl.wikipedia.org/wiki/Veneti%C3%AB%20%28stad%29
Venetië (stad)
Venetië (Italiaans: Venezia, Venetiaans: Venèsia) is een stad in het noordoosten van Italië. De stad werd gesticht in de vijfde eeuw en is gebouwd op 118 kleine eilanden. Venetië staat wereldwijd bekend om haar historische centrum met zijn vele antieke gebouwen, bruggen en kanalen en is een belangrijke toeristische bezienswaardigheid. De aan de Adriatische Zee gelegen stad vormde eeuwenlang de toegang van West-Europa tot de zijderoute en speelde een belangrijke rol in de Europese geschiedenis. Venetië bracht Europa vernieuwingen zoals wissel- en kredietbanken, boekhouding, obligatiemarkten en belangrijke verbeteringen in de scheepsbouw. Vanuit Azië en Egypte werden technieken rond suikerriet, zijde, glasblazen en sieraden geïntroduceerd. Sinds 1987 staan de stad Venetië en haar lagune op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De gemeente Venetië telde op 31 december 2021 officieel 254.850 inwoners, van wie 50.434 in het historische centrum van de stad Venetië zelf (centro storico), 26.795 op andere eilanden die tot de gemeente behoren, en 177.621 op het vasteland, voornamelijk in Mestre. Het is de hoofdstad van de regio Veneto. Geschiedenis Venetië ligt op een groep kleine eilanden midden in de Lagune van Venetië, die al in de tijd van het Romeinse Rijk Venetia werd genoemd. Er woonden al eeuwen mensen, maar de eerste grotere nederzettingen kwamen er pas als gevolg van de toestroom van bewoners uit de Romeinse steden in de omgeving van Venetië, zoals Padua, Treviso en Altino, die hun toevlucht zochten in de lagune na de invallen van Attila rond 452 en van de Longobarden in 568 ten tijde van het instorten van het West-Romeinse Rijk. Dit bleek een strategische plek te zijn: troepen van het land konden niet in groten getale naar de eilanden komen en schepen vanaf zee liepen makkelijk vast op de verraderlijke zandbanken in de lagune. Deel van het Byzantijns Rijk In het midden van de zevende eeuw was de strijd min of meer al beslist, maar het Byzantijnse Rijk behield in Italië onder meer de regio Veneto. De hoofdstad der Venetianen was tot circa 750 Eraclea; in het Latijn Heracliana of in Grieks-Byzantijns Heraclia. Van circa 750 tot 810 was de hoofdstad de bisschopsstad Malamocco, of in het Latijn Metamaucum. Omdat in de achtste eeuw de dreiging door Longobarden en nadien door Franken bleef voortduren, kreeg het gebied een eigen, voor het leven gekozen leider. Dit was de zogeheten doge, naar dux (het Latijnse woord voor leider). Uitbreiding en verstedelijking In 810 verhuisde doge Angelo Partecipazio, eerste doge van het Huis Partecipazio, de hoofdstad van Malamocco naar Rialto. Rialto is de oude naam van de oudste wijken van Venetië: San Marco en San Polo. Hij installeerde er het dogepaleis. Ondanks de belegering door de Karolinger Pepijn van Italië kwam het toch tot een vergelijk tussen het Karolingische keizerrijk en het Byzantijnse keizerrijk in de Vrede van Aken (812). De stad Venetië kende een opmars. Het was de periode dat het Huis Partecipazio regeerde over Venetië. Later in de negende eeuw was er sprake van een stad als echte eenheid, door de gemeenschappelijke vijanden, door de bouw van bruggen tussen de eilandjes, en tevens doordat de stad een beschermheilige kreeg. In 828 werd de heilige Marcus van Alexandrië, die door de traditie wordt geïdentificeerd met de schrijver van het Evangelie volgens Marcus, begraven op de plek waar nu de Basiliek van San Marco staat. (zie onder) De op zee sterke Venetianen, die de Adriatische Zee domineerden, moesten met hun vloot vaak Byzantijnse belangen verdedigen en kregen in ruil meer onafhankelijkheid en handelsprivileges. Hoogtepunt van de Venetiaanse macht In de twaalfde eeuw werd de Republiek Venetië een steeds grotere economische bedreiging voor de concurrerende steden Genua en Pisa, en tevens machtiger ten opzichte van Constantinopel, het vroegere Byzantium. Rond 1104 werd het Arsenaal gebouwd, dat gezien wordt als het eerste industriële complex ter wereld. Vanaf de 13e eeuw slaagden de Venetianen erin om steeds meer steden en eilanden langs het oosten van de Adriatische Zee te veroveren. Uiteindelijk zouden zelfs de Peloponnesos, Kreta en Cyprus in handen van de Republiek Venetië komen. Toen de Vierde Kruistocht om financiële redenen vastliep grepen de Venetianen hun kans: ze betaalden kruisvaarders om met hun hulp de opstandige stad Zadar en in 1204 Constantinopel te veroveren. Daarna volgde er vanaf 1256 een meer dan honderd jaar durende strijd met concurrent Genua om de macht in de oostelijke Middellandse Zee (de zogeheten Venetiaans-Genuese oorlogen). Die duurden tot in 1380 Genua uiteindelijk verslagen werd. In de twaalfde, dertiende en veertiende eeuw was de stad dan ook op het hoogtepunt van haar macht. Venetië werd geregeerd door een oligarchie, gevormd door de rijkste handelsfamilies van de stad. Zij kozen de doges en zetten deze ook weer af wanneer ze dit nodig vonden. Dit leidde uiteraard tot bloedige intriges en familievetes. Venetië kon zich dankzij zijn machtige positie onafhankelijk opstellen ten opzichte van de Rooms-Katholieke Kerk en hanteerde een voor die tijd hoge mate van religieuze en intellectuele vrijheid. Hierdoor werd de stad een vrijhaven voor kunstenaars en schrijvers. Boeken die niet door de rooms-katholieke censuur kwamen, konden hier wel uitgegeven worden. Venetiaanse kooplieden waren invloedrijke financiers in Europa en de stad bloeide op het gebied van kunst en architectuur. Van 1271 tot 1295 legde de Venetiaanse koopman Marco Polo zijn reis naar en van China af. Verval van macht In 1453 echter namen de Turken Constantinopel in, waarmee het tij voor Venetië definitief keerde. De republiek verloor veel havens en eilanden en het werd voor de Venetianen steeds moeilijker om aansluiting te houden met de zijderoute. De stad raakte daardoor in financiële moeilijkheden. In het begin van de 16e eeuw sloeg Venetië nog een aanval af van de Liga van Kamerijk, gevormd door de paus, Frankrijk, Spanje en Duitsland, maar op de lange duur bleek de republiek te klein ten opzichte van de Europese grootmachten. Ook van belang was de ontdekking van Amerika in 1492. In de exploitatie van dat continent speelde Venetië namelijk geen rol. De achttiende eeuw was de laatste eeuw waarin de stad onafhankelijk was, maar deze periode wordt wel gezien als de meest fascinerende van haar bestaan. Gedurende dit Settecento werd de stad misschien wel de meest elegante en verfijnde stad van Europa en had Venetië grote invloed op kunst, architectuur en literatuur met kunstenaars zoals Canaletto, Antonio Vivaldi en Benedetto Marcello. Veel jongeren uit rijke families deden de stad aan als onderdeel van hun grand tour. Einde van onafhankelijkheid Op 12 mei 1797 veroverde Napoleon Bonaparte de stad, waardoor Venetië na meer dan duizend jaar haar onafhankelijkheid verloor, en op 12 oktober van hetzelfde jaar tekende Napoleon het Verdrag van Campo Formio, waarmee de stad onderdeel werd van het door de Oostenrijkers gecontroleerde koninkrijk Lombardije-Venetië. Op 18 januari 1798 nam dit de stad over. Tijdens het Congres van Wenen (1814-1815) werd deze beslissing bekrachtigd. 19e eeuw Het elan van de Risorgimento leidde in het Revolutiejaar 1848 tot het verdrijven van de Oostenrijkers en het oprichten van de Republica di San Marco, opgevat als een stap op weg naar een Italiaanse republiek. De revolutieleider Daniele Manin werd op 7 maart 1849 tot president verkozen, maar na een wekenlange beschieting van de stad en de lagune door de troepen van Josef Radetzky, capituleerde Venetië op 22 augustus. De toestand van vóór de oorlog werd grotendeels hersteld. In 1851 herkreeg Venetië de status van vrijhaven en in 1854 werd de staat van beleg opgeheven. De Tweede Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog leidde tot de afscheuring van Lombardije uit het koninkrijk Lombardije-Venetië en tot de stichting van het Koninkrijk Italië in 1861. Venetië bleef onder Oostenrijkse controle en werd de nieuwe hoofdstad. Pas vijf jaar later bracht de Oostenrijkse nederlaag tegen de Pruisen in de Slag bij Königgrätz daar beweging in. Keizer Frans Jozef had reeds de afstand van Venetië toegezegd aan Napoleon III in ruil voor diens non-interventie in de oorlog, maar de Derde Italiaanse Onafhankelijkheidsoorlog liet Venetië in Italiaanse handen. Dit werd in 1866 geformaliseerd door de Vrede van Praag. Napoleon III stond Venetië op 19 oktober af aan Italië en enkele dagen later bevestigde de bevolking deze keuze in een plebisciet. Naam Waar de naam "Venetië" precies vandaan komt is onduidelijk, maar deze is in elk geval verbonden met het volk de Veneti. Een verband met het Latijnse werkwoord venire (komen) of (Slo)venië lijken onwaarschijnlijk. Mogelijk is er een verband met het Latijnse woord venetus, dat "zeeblauw" betekent. Bijnamen van Venetië zijn onder meer "stad van het water", "stad van de bruggen", La Dominante en La Serenissima. Afleidingen De naam Venezuela betekent oorspronkelijk 'Klein Venetië'. Wereldwijd worden waterrijke gebieden en andere steden vergeleken met Venetië. De Franse koning Lodewijk XI doopte Amiens al tot 'Venetië van het noorden', maar ook andere plaatsen hebben een dergelijk predicaat gekregen, zoals de steden Amsterdam en Brugge, of het Nederlandse dorpje Giethoorn. De woorden ciao, getto en arsenaal komen oorspronkelijk uit het Venetiaans. Geografie Topografie Venetië ligt op 118 eilanden met daartussen 177 kanalen en heeft rond de 400 bruggen. Door de stad slingert het brede Canal Grande, dat waarschijnlijk een oude rivierbedding van de rivier de Brenta is geweest. De stad ligt in een lagune die begrensd wordt door het schiereiland Cavallino-Treporti en de eilanden Pellestrina en Lido met mondaine stranden en vele hotels. Binnen de lagune liggen nog andere eilanden, zoals Murano met de glasblazerijen, Torcello met zijn vroege kathedraal, Burano met zijn kleurrijke huizen, Giudecca en San Giorgio Maggiore. De stad is met het vaste land verbonden door de bijna vier kilometer lange Ponte della Libertà. Venetië ligt ten oosten van Verona, ten westen van Triëst en ten noordoosten van Bologna, aan de noordwestoever van de Adriatische Zee. Bestuurlijke indeling De stad bestaat uit zes wijken, die sestiere (van sesto, één-zesde) heten, te weten: Santa Croce San Polo Cannaregio Dorsoduro Castello San Marco Klimaat Venetië kent een warm zeeklimaat (Köppen Cfa). Architectuur Venetië kent haar eigen bouwstijlen: de Venetiaanse gotiek en Venetiaanse renaissance-architectuur. De Venetiaanse gotiek is een symbiose van de Italiaanse gotiek, de Byzantijnse architectuur en gedeeltelijk de islamitische architectuur, aangepast aan de lokale bouweisen. Deze stijl is tot stand gekomen door de handelscontacten van deze stad met het oostelijke deel van de Middellandse Zee. In de middeleeuwen waren de meest prominente gebouwen kerken, maar in Venetië zijn juist de koopmanshuizen de beste voorbeelden van de gotiek. De meeste Venetiaanse gotische bouwwerken stammen uit de veertiende en vijftiende eeuw. De bekendste voorbeelden zijn het Dogepaleis en het Ca' d'Oro. Beide zijn voorzien van loggia's van op kleine afstand van elkaar staande kleine pilaren, met zwaar maaswerk met vierpasvormige openingen boven, decoratie langs de daklijn en sommige gekleurde patronen op gewone muuroppervlakken. Samen met de ogiefboog, afgetopt met een reliëfornament en touwwerkreliëfs, zijn dit de meest iconische kenmerken van de stijl. De arcaden dienden niet alleen voor de sier, maar ook om de huizen in de zomer te ventileren. Beneden was vaak de opslagruimte (meteen aan het water) daarboven het kantoor en daarboven de woonruimte. De gotische kerken waren in de meeste gevallen minder typisch Venetiaans en stonden qua stijl dichter bij die in de rest van Italië. Later volgde de Venetiaanse renaissance-architectuur, en nog later de Venetiaanse barok; ook deze week af van die op het vasteland en de invloed van haar gotische voorganger was duidelijk te zien. In de negentiende eeuw kenden Europa en Amerika de opkomst van de neogotiek, waarbij ook sprake was van een herleving van de Venetiaanse gotiek. Belangrijke bouwwerken De Basiliek van San Marco, op het Piazza San Marco, is de derde kerk op deze plaats en dateert van rond 1060. Het gebouw is in Byzantijnse stijl en bevat onder andere romaans beeldhouwwerk, mozaïeken, marmer, bronzen beelden en een van edelstenen voorzien altaarstuk: de Pala d'Oro. Het Dogepaleis, naast de basiliek, gaat terug tot de negende eeuw en deed niet alleen dienst als woning van de doge, maar ook als gerechtshof en als stadhuis. Dit gotische meesterwerk bestaat gedeeltelijk uit roze marmer. Binnen bevinden zich talloze kunstschatten, waaronder werken van Tintoretto, Veronese en Carpaccio. Het San Marcoplein vóór de basiliek is het grote plein, en het enige dat piazza heet. Een plein in Venetië heet een campo. Op het plein staat sinds de twaalfde eeuw de Campanile, de klokkentoren van de Basiliek van San Marco. In de noordwand van het plein bevindt zich nog de Torre dell'Orologio, tussen 1496 en 1499 gebouwd door Mauro Codussi als een wonder van techniek. De Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari, een grote gotische kerk, bevindt zich in het oostelijk gedeelte van de Sestiere San Polo, die in het midden van de vijftiende eeuw ontstond. Deze bezit onder meer schilderijen van Titiaan en Bellini en het graf van de componist Monteverdi. De San Zaccaria-kerk is een van de meest typische voorbeelden van de Venetiaanse Renaissancestijl. De Basiliek van Santa Maria della Salute is een witte, beeldbepalende kerk aan het zuidelijke uiteinde van het Canal Grande. Ook de veelkleurige façades van de vele paleizen langs dit water trekken de aandacht. Het Fondaco dei Tedeschi (Magazijn van de Duitsers) is een historisch beeldbepalend gebouw aan het Canal Grande vlak bij de Rialtobrug dat naar ontwerp van Rem Koolhaas in de periode 2014-2016 werd verbouwd tot winkelcentrum. De Scuola Grande di San Rocco staat bekend om haar muur- en plafondschilderingen van de kunstschilder Tintoretto. In het Ghetto, de Joodse wijk, bevinden zich nog vijf synagogen. De oudste is de Scuola Grande Tedesca uit 1528. De Riva degli Schiavoni is de kade langs het Canale di San Marco waar men kan flaneren met een prachtig uitzicht. Aan de oostzijde bevindt zich zowaar een klein bos. De Bacino Orseolo, een opstapplaats voor gondels. De Biblioteca Marciana op het San Marcoplein, een bibliotheek. Kerken Enkele bekende kerken zijn: Basiliek van San Marco Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari Basiliek van Santa Maria della Salute Chiesa dell'Angelo San Raffaele Chiesa di San Moisè Dom van Mestre Chiesa della Pietà Chiesa di San Salvador Chiesa di Santo Stefano Il Redentore Ognissanti San Lazzaro degli Armeni, een Armeens-Katholiek klooster op het gelijknamige eiland San Michele San Samuele San Zaccaria Santa Maria dei Miracoli Chiesa di San Francesco della Vigna San Zanipolo Bruggen Enkele bekende bruggen zijn: Brug der Zuchten Ponte dell'Accademia Ponte degli Scalzi Ponte della Costituzione Rialtobrug Paleizen Enkele bekende paleizen zijn: Ca' d'Oro Ca' Dario Ca' Pesaro Ca' Rezzonico Dogepaleis Palazzo Vendramin-Calergi Palazzo dei Camerlenghi Musea Enkele bekende musea zijn: Accademia di Belli Arti herbergt werk uit de 14e tot en met de 18e eeuw: van de gotiek tot aan werk van Tiepolo Fondazione Bevilacqua La Masa Galleria Internazionale d'Arte Moderna en Museo d'Arte Orientale, beide gevestigd in het Ca' Pesaro Gallerie dell'Accademia Museo Correr Museo Fortuny Palazzo Grassi Peggy Guggenheim Collection Punta della Dogana: Het driehoekige gebouw scheidt het Canal Grande en het Giudeccakanaal: het bevat een permanente tentoonstelling van moderne kunst uit de Collectie François Pinault Querini Stampalia Foundation Museum Cultuur Venetiaans glas wordt reeds sinds de dertiende eeuw geproduceerd. Dit glaswerk wordt in verschillende kleuren gemaakt en gegraveerd en versierd. De productie begon in de stad maar werd na verloop van tijd verplaatst naar het nabijgelegen eiland Murano om het productieproces beter geheim te kunnen houden. Het is te koop in de vele winkels en galeries. In Harry's Bar werden het gerecht carpaccio en de Bellini-cocktail bedacht. Verder zijn er de cicchetti. Dit zijn kleine gerechtjes die bij de borrel worden gegeten. Ze zijn vergelijkbaar met de Spaanse tapas en Pinchos. Vaak zijn het rijkelijk belegde kleine broodjes. Evenementen Het bekendste evenement is het al eeuwen bestaande jaarlijkse Carnaval van Venetië. Elke twee jaar wordt in Venetië de kunsttentoonstelling "Biënnale van Venetië" gehouden. Het Lido dat een van de eerste mondaine badplaatsen was, is de locatie van het Filmfestival van Venetië. In mei wordt de traditionele roeiwedstrijd Vogalonga gehouden; die van 2014 was de 40e editie. Aan de wedstrijd nemen ploegen uit heel de wereld deel, met vaartuigen die variëren van drakenboten en gondels tot wedstrijd-achten. Op de derde zondag van juli is het Festa del Redentore ter herinnering aan de pestepidemie van 1576, met groot vuurwerk. Op de eerste zondag van september vindt de Regata Storica plaats. Er zijn dan veel versierde gondels en traditionele kledij te zien. Ook vindt er een wedstrijd tussen gondeliers plaats. Ook is er een feest op 21 november ter ere van het einde van de pestepidemie van 1630. Er wordt dan een ponton gelegd over het Canal Grande naar de Basiliek van Santa Maria della Salute. Kunst Enkele Venetiaanse beroemde kunstschilders zijn Titiaan, Tintoretto, Canaletto en Paolo Veronese. Behalve meerdere kunstenaars zijn ook de ontdekkingsreiziger Marco Polo, componisten Claudio Monteverdi en Vivaldi en vrouwenveroveraar Giacomo Casanova beroemde Venetianen. De toneelschrijver en - regisseur Carlo Goldoni begon in Venetië met zijn hervorming van de Commedia dell'arte. Goethe bezocht de stad in 1786, de dichter Robert Browning en de schrijver Henry James woonden er en in 1883 stierf Wagner er. Monet maakte er aan het begin van de 20e eeuw een paar schilderijen. Venetië in de volkscultuur Twee van de meest geliefde toneelstukken van de Engelse toneelschrijver William Shakespeare spelen zich af in Venetië: The Tragedy of Othello, The Moor of Venice en The Merchant of Venice. Ook in andere literaire werken is voor de Italiaanse stad gekozen. De Franse schrijver Marcel Proust liet er een belangrijk gedeelte van zijn magnum opus À la recherche du temps perdu plaatsvinden; de Duitse Nobelprijswinnaar Thomas Mann schreef De dood in Venetië; de Britse schrijfster Daphne du Maurier schreef het kort verhaal Don't Look Now; en de Britse schrijver Ian McEwan publiceerde in 1981 De troost van vreemden. In films is Venetië ook een vaak gebruikte locatie. Manns stuk werd in 1971 als Death in Venice verfilmd door de Italiaanse regisseur Luchino Visconti met Dirk Bogarde in de hoofdrol; de Britse regisseur Nicolas Roeg adapteerde met Don't Look Now Du Mauriers verhaal in 1973 tot een horrorklassieker met Donald Sutherland en Julie Christie in de hoofdrollen; en McEwans roman werd in 1990 door de Amerikaan Paul Schrader tot de film The Comfort of Strangers bewerkt. In de remake uit 2003 van The Italian Job uit 1969 wordt in Venetië een kraak gezet. In Federico Fellini's Casanova (1976) is Venetië eveneens het toneel. Ook The Tourist uit 2010 speelt zich deels in Venetië af. Ook James Bond maakte meermaals de stad onveilig wanneer hij met opgevoerde gondels door de canali vaart of bandieten door de wijzerplaat van de Torre dell'Orologio slingert. In de tweede film From Russia with Love (1963) arriveert Sean Connery er met de Oriënt-Express. In Moonraker (1979) ontdekt Roger Moore er een geheim laboratorium. In Casino Royale (2006) schiet Daniel Craig zijn weg door de campi en palazzi. Sport Venezia FC is de professionele voetbalploeg van Venetië en speelt in het Stadio Pierluigi Penzo. Venezia FC was in het seizoen 2001/02 voor het laatst actief op het hoogste Italiaanse niveau (Serie A). In het seizoen 2020-21 komt de club uit in de Serie B (tweede niveau). Toerisme Venetië is een geliefde bestemming voor toeristen. Jaarlijks bezoeken een kleine dertig miljoen de stad; een veelvoud van het aantal bewoners. Toerisme is veruit de belangrijkste inkomstenbron maar zorgt er voor dat de stad overdag kampt met een hoge recreatiedruk. Dit heeft geleid tot een zeer hoog percentage huizen dat alleen nog als bed & breakfast wordt gebruikt, en stijgende huizenprijzen, waardoor de lokale bevolking moeilijk aan woonruimte kan komen; het zogenaamde Airbnbprobleem. Dit leidt tot onvrede onder de bevolking. Omdat Venetië lijkt te bezwijken onder het vele toerisme, heeft de Italiaanse regering besloten belasting te gaan heffen voor dagjesmensen. Met name de toeristen van de cruiseschepen en omliggende campings blijken de stad veel te vervuilen tijdens een kort bezoek en voor weinig tot geen inkomsten te zorgen. Vanaf 1 mei 2019 zullen deze toeristen drie euro entree moeten betalen, en er zijn plannen dit tarief te verhogen tijdens het hoogseizoen of speciale evenementen.Vanaf woensdag betalen 'dagjesmensen' 3 euro entree om Venetië binnen te komen, Algemeen Dagblad\AD, 28 april 2019 Per 1 januari 2022 geldt een toegangsprijs voor wie geen hotelreservering heeft. Het bedrag zal afhangen van de drukte. Er wordt gedacht aan een maximum van € 10. Verkeer en vervoer Venetië is Europa's grootste stedelijke autovrije gebied. Het bestaat uit meer dan honderd eilanden en hier fungeren de beroemde kanalen als wegen. De stad is met het vasteland verbonden door de bijna vier kilometer lange Ponte della Libertà. Hierover loopt behalve een spoorlijn ook een weg en een bandentram:File:Venezia - mappa rete tranviaria.svg afkomstig van de voorstad Mestre. De tramlijn en verkeersweg komen uit op het eiland Piazzale Roma, waar tevens een busstation waar alle bussen, afkomstig van het vaste land, afgehandeld worden. De stad heeft een haven voor cruiseschepen op het kunstmatige eiland Tronchetto en een veerhaven op het kunstmatige eiland Marittima die verbonden is met een People Mover naar Piazzale Roma. Bij Piazzale Roma kan geparkeerd worden en kan men overstappen op de vaporetto, een busboot of waterbus. De spoorlijn komt uit bij het treinstation Venezia Santa Lucia (Venezia S.L.) op de kop van het Canal Grande dicht bij Piazzale Roma. Van hieruit gaan er ook waterbussen. Dicht bij de stad, op het vasteland, ligt de luchthaven Venetië Marco Polo. Vanaf deze luchthaven gaan waterbussen van Alilaguna naar het centrum. Een andere luchthaven, die van Venetië-Treviso, ligt op zo'n 30 km van het centrum. Vanaf die luchthaven gaan eveneens waterbussen van Alilaguna naar het centrum, maar het is mogelijk om vanaf hier met de bus naar het Piazzale Roma te gaan. De klassieke Venetiaanse gondel wordt vooral gebruikt door toeristen en voor speciale gebeurtenissen als bruiloften en begrafenissen. Gebruik van de gondels is prijzig. Ook is er een openbaar vervoersysteem met boten, de zogenaamde vaporetto of waterbussen, en een groot aantal privéboten. Het openbaar vervoer wordt verzorgd door de ACTV. Dwars door de stad slingert het Canal Grande. De Gondola-Traghetto is een gondelveer dat dit kanaal oversteekt. Goederenvervoer, onder meer voor de bevoorrading van de winkels, gebeurt per boot. De hulpdiensten, politie, brandweer en ambulance, maken ook gebruik van boten en ook de vuilnis wordt per boot opgehaald. Waterbeheer De stad heeft vaak, vooral tussen november en februari, te kampen met overstromingen vanuit de Adriatische Zee: de zogenaamde Aqua Alta. Vanwege de drassige grond zijn de gebouwen in Venetië, net als in Amsterdam, gebouwd op palen. Het gevolg is dat deze verzakken. In de twintigste eeuw leidde het wegpompen van grondwater onder de stad ten behoeve van de chemische industrie tot aanzienlijke bodemdalingen, reden waarom dit in de jaren zestig werd verboden. In november 1966 werden Florence en Venetië geteisterd door ongekende overstromingen, die veel schade toebrachten aan de talloze, unieke kunstschatten. UNESCO deed een dringend beroep op de lidstaten om particuliere comités op te richten, die een bijdrage zouden kunnen leveren aan de hoogst noodzakelijke restauraties van de beschadigde kunstwerken. Vergeleken met 100 jaar eerder was in 2003 het gemiddelde waterpeil 23 cm hoger geworden. Om verdere overstromingen te voorkomen werd dat jaar begonnen met de bouw van een stormvloedkering, die de lagune bij hoog water moet afsluiten: het MOSE-project. Op 3 oktober 2020 bewees de nieuwe stormvloedkering voor het eerst zijn nut. Ondanks het noodweer dat het noorden van Italië teisterde, met bij vloed extra hoog water, liep het San Marcoplein voor het eerst niet meer onder water, dankzij het omhoogklappen van de gele kleppen van de stormvloedkering. Een jaar eerder stond het water onder vergelijkbare omstandigheden nog bijna twee meter hoog. Partnersteden Suzhou (Jiangsu) (China), sinds 1980 Istanboel (Turkije), sinds 1993 Sarajevo (Bosnië en Herzegovina), sinds 1994 Nürnberg (Duitsland), sinds 1999 Qingdao (China), sinds 2001 Sint-Petersburg (Rusland), sinds 2002 Thessaloniki (Griekenland), sinds 2003 Fort Lauderdale (Verenigde Staten), sinds 2007 Bekende inwoners van Venetië Lijst van Venetianen Panorama Zie ook Commissie van Venetië Venetiës van deze wereld Externe links Website van de gemeente Venetië Het UNESCO-kantoor in Venetië Gebouwen en kerken weerspiegeld in de ruiten van Venetië (archive) Literatuur Richard J. Goy, Venetian Vernacular Architecture. Traditional Housing in the Venetian Lagoon, 1989. Daniel Huguenin en Erich Lessing, De glorie van Venetië. Tien eeuwen van dromen en daden, 1994. Ennio Concina, A History of Venetian Architecture, 1998, (oorspronkelijk: Storia dell'architettura di Venezia, 1995) Caroline Fletcher en Tom Spencer (eds.), Flooding and Environmental Challenges for Venice and its Lagoon. State of Knowledge, 2005. Leen Huet, Venetië. Een literaire reis, 2005. Luc Verhuyck, Venezia. Een anekdotische reisgids, 2011. Thomas F. Madden, Venice. A New History, 2012. Cees Nooteboom, Venetië. De leeuw, de stad en het water, 2018. Gerrit Valckenaers en Eric Min, De klank van de stad. Een cultuurgeschiedenis van Venetië'', 2019. Hoofdstad van een Italiaanse provincie Hoofdstad van een Italiaanse regio Werelderfgoed in Italië
Omdat Venetië lijkt te bezwijken onder het vele toerisme, heeft de Italiaanse regering besloten belasting te gaan heffen voor dagjesmensen. Met name de toeristen van de cruiseschepen en omliggende campings blijken de stad veel te vervuilen tijdens een kort bezoek en voor weinig tot geen inkomsten te zorgen. Vanaf 1 mei 2019 zullen deze toeristen drie euro entree moeten betalen, en er zijn plannen dit tarief te verhogen tijdens het hoogseizoen of speciale evenementen.Vanaf woensdag betalen 'dagjesmensen' 3 euro entree om Venetië binnen te komen, Algemeen Dagblad\AD, 28 april 2019 Per 1 januari 2022 geldt een toegangsprijs voor wie geen hotelreservering heeft. Het bedrag zal afhangen van de drukte. Er wordt gedacht aan een maximum van € 10.
1
hotelreservering, accommodatieboeking, verblijfsreservering
12,606
LodgingReservation
4925006
https://nl.wikipedia.org/wiki/NK%20Driebanden%20Ereklasse%202017-2018
NK Driebanden Ereklasse 2017-2018
Het Nederlands kampioenschap driebanden 2017/18 werd van 11 t/m 14 januari 2018 in Berlicum gespeeld. Er werd begonnen met 4 poules van 4 spelers waarvan de nummers 1 en 2 zich plaatsten voor de vervolgwedstrijden die volgens het knock-outsysteem werden gespeeld. Winnaar werd Dick Jaspers door in de finale Harrie van de Ven te verslaan. Op zaterdagavond 13 januari werden tussen de beide kwartfinalesessies door twee mensen onderscheiden. Allereerst werd Henny Wezenbeek benoemd tot Erelid van de KNBB vanwege z'n jarenlange staat van dienst als wedstrijdleider. Dit toernooi was het laatste waar hij de wedstrijdleiding op zich nam. Daarna ontving Therese Klompenhouwer het Ereklasse embleem met lauwertak. Dit is een onderscheiding die spelers wordt toegekend bij het behalen van een tiende titel in de Ereklasse. Klompenhouwer kreeg deze onderscheiding omdat zij tien keer achtereen het NK Dames Driebanden groot heeft gewonnen. Tijdens de prijsuitreiking werd debutant Raymund Swertz gevraagd naar voren te komen om de publieksprijs in ontvangst te nemen. Ook Henny Wezenbeek en zijn vrouw Coby werden nogmaals bedankt voor bewezen diensten. Ditmaal door de spelers, die hem een foedraal en haar een dinerbon schonken, en door de organiserende stichting BEN welke hen vergastte op een driedaags hotelarrangement. Geplaatste spelers voor de Jumbo Masters 2018 Groepsfase Masters Poule A Eindstand Poule A Poule B Eindstand Poule B Poule C Eindstand Poule C Poule D Eindstand Poule D Ranglijst gekwalificeerde spelers Knock-out fase Kwartfinale Halve finale Finale Eindstand Externe link Wereldtopper Dick Jaspers wint de Masters Uitzending Studio Sport van 14 januari 2018 Nederlands kampioenschap driebanden Sport in Sint-Michielsgestel Carambolebiljart in 2018 Sportevenement in Noord-Brabant
Tijdens de prijsuitreiking werd debutant Raymund Swertz gevraagd naar voren te komen om de publieksprijs in ontvangst te nemen. Ook Henny Wezenbeek en zijn vrouw Coby werden nogmaals bedankt voor bewezen diensten. Ditmaal door de spelers, die hem een foedraal en haar een dinerbon schonken, en door de organiserende stichting BEN welke hen vergastte op een driedaags hotelarrangement.
1
hotelarrangement, slaapplaatsreservering, accomodatieplanning
12,025
EmployeeRole
5540986
https://nl.wikipedia.org/wiki/Marguerite%20Soeteman-Reijnen
Marguerite Soeteman-Reijnen
Marguérite Gérarde Huberte Antoinette (Marguérite) Soeteman-Reijnen (Eindhoven, 21 augustus 1966) is een Nederlandse zakenvrouw, commissaris en toezichthouder. Tot 1 april 2023 was ze bestuursvoorzitter van Aon Holdings naast Global Chief Marketing Officer Aon Inpoint. Ze is vooral bekend vanwege haar inzet voor gendergelijkheid, diversiteit en inclusie, onder andere als voorzitter van de Raad van Advies van SER Topvrouwen. Levensloop Soeteman-Reijnen behaalde haar gymnasiumdiploma aan het Augustinianum te Eindhoven. Na een jaar bedrijfskunde aan Nijenrode, begon Soeteman-Reijnen in 1986 met een studie rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze studeerde in 1990 af en ging werken bij Bloemers Nassau, op de afdeling Herverzekering. In 1997 werd Bloemers & Co Herverzekering overgenomen door Aon en ving Soeteman-Reijnen haar carrière bij Aon aan. Ze bekleedde onder meer de rol van Chief Broking Officer en Group Managing Director van de managementconsultancytak in de EMEA-regio (Europa, Midden-Oosten en Afrika) en Azië. In 2013 trad ze toe tot de Executive Board van Aon Holdings B.V. / Aon Group International N.V., waarvan ze in 2016 bestuursvoorzitter werd. Aon Holdings is de (indirecte) eigenaar/aandeelhouder van meer dan 450 Aon-entiteiten in Europa, het Midden-Oosten, Afrika, Azië, Australië en de Stille Oceaan, Canada en Latijns-Amerika. In totaal consolideert Holdings ongeveer USD 7 miljard van Aons wereldwijde omzet van USD 11 miljard. Bij Aon was ze eveneens co-voorzitter van het International Women’s Network gedurende de jaren 2005 tot en met 2007. In 2018 organiseerde Soeteman-Reijnen samen met Bianca Tetteroo (topvrouw bij Achmea) de eerste Nederlandse editie van het Dive In Festival, een jaarlijks internationaal festival in de verzekeringsindustrie waar diversiteit en inclusie centraal staat. Specifiek vraagt Soeteman-Reijnen in de verzekeringsindustrie aandacht voor de ESG criteria en dan met name de S" van "social" waar diversiteit onder valt. Eind 2019 werd ze voorzitter van Stichting Topvrouwen (Topvrouwen.nl), die in 2021 onder de infrastructuur van de SER werd gebracht. Sinds maart 2021 is Soeteman-Reijnen voorzitter van de Raad van Advies van SER Topvrouwen. Ze was een van de aanjagers van de "Wet Evenwichtige Verdeling M/V" die 1 januari 2022 van kracht is geworden. Ook internationaal is ze actief op het gebied van Gender equality en Women Empowerment en regelmatig te zien op diverse podia. Samen met Manon van Beek vertegenwoordigt Soeteman-Reijnen het Koninkrijk der Nederlanden sinds 2021 bij de G20 EMPOWER alliance, tijdens de voorzitterschappen van Italië, Indonesië en heden ten dage India. Tijdens de G20 “Ministerial Conference on Women’s Empowerment”op 26 augustus 2021 in Santa Margherita Ligure - georganiseerd door de Italiaanse G20 Presidency Mario Draghi en Minister Elena Bonetti - vertegenwoordigde Soeteman-Reijnen de Nederlandse private sector naast Minister Van Engelshoven van OCW (namens de Nederlandse overheid). Soeteman-Reijnen heeft twee kinderen. Samen met dochter Isabelle was ze in 2020 te zien in het NTR programma "In de beste families: Moeders" waarin ze werd geïnterviewd door Coen Verbraak. Functies Lid Raad van Commissarissen Siemens Nederland N.V. (sinds oktober 2023) Secretaris-Generaal van het Studiegezelschap voor Economische Politiek (sinds 2019) Lid Board of Directors van American Chamber of Commerce in the Netherlands (2018-2023) Lid Raad van Toezicht van Stichting Koninklijke Defensiemusea (sinds 2016) Commissaris bij NautaDutilh (sinds 2019) Voorzitter Stichting Topvrouwen/Topvrouwen.nl (2019-2021) Voorzitter van de Raad van Advies van SER Topvrouwen (sinds 2021) Vertegenwoordiger van de private sector van het Koninkrijk der Nederlanden bij G20 EMPOWER, de G20 Alliance for the Empowerment and Progression of Women’s Economic Representation (sinds 2021) Voorzitter Raad van Commissarissen Kelp Blue (sinds 2021) Lid Alumni Board Harvard Business School (sinds 2020) Diverse functies Aon waarvan laatstelijk Chairman Aon Holdings en Global Chief Marketing Officer Inpoint (1990-2023) Lid Raad van Toezicht, Gelre ZIekenhuizen (2015-2019) Voorzitter Raad van Toezicht, Stichting ALS (2009-2017) Lid Raad van Commissarissen, Madurodam (2011-2015) Lid Raad van Advies Rapenburg Race (sinds 2018) Lid Comite van Aanbeveling, US Tour Koorschool Kathedraal Sint Bavo Haarlem (2020) Oprichter en Voorzitter Nederlandse Reassurantie Vereniging (1997-2001) Onderscheidingen Erelid van de Nederlandse Reassurantie Vereniging Soeteman-Reijnen werd in 2010 uitgeroepen tot "Woman to Watch" door het internationale verzekeringsblad Business Insurance en door Reactions tot "Rising Star". Op 24 juni 2021 ontving Soeteman-Reijnen de Ambassador John William Middendorf II award van The Netherland America Foundation voor haar inzet voor culturele, commerciële en politieke samenwerking tussen Nederland en de VS Soeteman-Reijnen is in zowel 2021 als 2022 opgenomen in de Top 50 Women in Sustainable Finance . Op 20 juli 2022 werd haar een eredoctoraat, de graad doctor 'honoris causa' in de filosofie, verleend door Rai University, Ahmedabad, Gujarat, India voor haar uitzonderlijke prestaties en leiderschap op het gebied van corporate governance, diversiteit, inclusie en genderequality. Op 28 maart 2023 ontving ze uit handen van Feike Sijbesma de Netherlands British Chamber of Commerce (NBCC) Special (oeuvre) Award. Soeteman-Reijnen is in april 2023 opgenomen in de MT/Sprout Inclusive Leaders Top 30 Soeteman-Reijnen ontving uit handen van President Jasper van Ouwerkerk op 25 mei 2023 tijdens de AGM van de American Chamber of Commerce in the Netherlands (Amcham) de "Medal of Recognition for Exceptional Service to the Chamber". Rise & Lead verleende Marguerite en Samira Rafaela (lid van het Europees Parlement) September 2023 tijdens de jaarlijkse summit de inaugurele Changemaker Award Nederlands bestuurder
Functies Lid Raad van Commissarissen Siemens Nederland N.V. (sinds oktober 2023) Secretaris-Generaal van het Studiegezelschap voor Economische Politiek (sinds 2019) Lid Board of Directors van American Chamber of Commerce in the Netherlands (2018-2023) Lid Raad van Toezicht van Stichting Koninklijke Defensiemusea (sinds 2016) Commissaris bij NautaDutilh (sinds 2019) Voorzitter Stichting Topvrouwen/Topvrouwen.nl (2019-2021) Voorzitter van de Raad van Advies van SER Topvrouwen (sinds 2021) Vertegenwoordiger van de private sector van het Koninkrijk der Nederlanden bij G20 EMPOWER, de G20 Alliance for the Empowerment and Progression of Women’s Economic Representation (sinds 2021) Voorzitter Raad van Commissarissen Kelp Blue (sinds 2021) Lid Alumni Board Harvard Business School (sinds 2020) Diverse functies Aon waarvan laatstelijk Chairman Aon Holdings en Global Chief Marketing Officer Inpoint (1990-2023) Lid Raad van Toezicht, Gelre ZIekenhuizen (2015-2019) Voorzitter Raad van Toezicht, Stichting ALS (2009-2017) Lid Raad van Commissarissen, Madurodam (2011-2015) Lid Raad van Advies Rapenburg Race (sinds 2018) Lid Comite van Aanbeveling, US Tour Koorschool Kathedraal Sint Bavo Haarlem (2020) Oprichter en Voorzitter Nederlandse Reassurantie Vereniging (1997-2001)
2
werknemer, functie, rol
1,014
RentAction
2172061
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amsterdamsche%20Vereeniging%20tot%20het%20bouwen%20van%20Arbeiderswoningen
Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van Arbeiderswoningen
De Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van Arbeiderswoningen (AVA) was een woningbouwvereniging die in 1875 werd opgericht in Amsterdam na maatschappelijke en politieke druk op het gemeentebestuur van Amsterdam om zich meer in te spannen voor de bouw van betaalbare arbeiderswoningen. In feite was het gemeentelijke woningbouw, want de gemeente schoot het kapitaal voor, leverde de grond, het ontwerp en ondersteunde de planning en de bouw van de woningen. Onder de vlag van dit genootschap werden in de 19e eeuw uiteindelijk 774 woningen gebouwd: aan de Marnixstraat aan de rand van de volkswijk Jordaan, de Blankenstraat en de Krayenhoffstraat in de Czaar Peterbuurt en in de Zeeheldenbuurt. In de 20e eeuw werden daar in deze laatste buurt nog 238 woningen aan toegevoegd. Aanleiding De abominabele en ongezonde huisvesting van arbeiders werd in 1872 onderzocht door de Amsterdamse Gezondheidscommissie. Zij constateerde dat 3650 bewoonde kelders, bijna driekwart van het totaal, in feite onbewoonbaar was en aanzienlijke gevaren opleverde voor de volksgezondheid. Burgemeester Den Tex schetste welke keuzes er nu voorlagen: niets doen was geen optie; onbewoonbaarverklaring zou te radicaal zijn en te ontwrichtend werken, ook als er tegelijkertijd goede en gezonde woningen teruggebouwd zouden worden. Dit kon geen genade vinden in liberale ogen. Particulier bezit werd onschendbaar geacht, terwijl de bouw van gemeentewoningen voor arbeiders riekte naar het 'gevaarlijke' socialisme. De oprichting van deze vereniging die woningen zou bouwen, beheren en verhuren die waren ontworpen door de gemeentearchitect, op gemeentegrond en met door de gemeente geleend kapitaal was daarom een politiek compromis. De liberale stroming in de Amsterdamse gemeenteraad die de rol van de overheid in de samenleving zo klein mogelijk wilde houden, stond tegenover een groeiende progressieve stroming die vond dat de overheid een rol had bij de aanpak van de slechte leefomstandigheden van de snel uitbreidende arbeidersbevolking in de hoofdstad. Oprichting 166 kapitaalkrachtige notabelen droegen bij aan de vorming van een waarborgfonds voor deze vereniging. De ingelegde bedragen varieerden van fl. 1.000,- tot 11.000,-, waarbij 2,5% rente in het vooruitzicht werd gesteld. Bouwen Met dit kapitaal kon de vereniging aan de slag met de bouw van een aanzienlijk aantal woningen aan de Marnixstraat, volgens het kazernemodel ontworpen door de gemeente-architect Bastiaan de Greef. Aan de oostzijde van de straat bouwde de vereniging in de periode 1876-1878 een blok met 144 rug-aan-rugwoningen met 1 kamer. Aan de westzijde van de straat werden twee woonblokken gebouwd met tezamen 136 tweekamerwoningen. Gelijktijdig kwamen op het Funen, in de noordoostelijke uithoek van de stad, 176 woningen gereed die qua plattegrond verwant zijn aan de Marnixstraatblokken. Ten slotte vond tussen 1879 en 1883 een forse uitbreiding plaats in de Zeeheldenbuurt, waar aan weerszijden van de Dirk Hartoghstraat twee voor die tijd formidabele woonblokken werden gebouwd. Volgens het beproefde stramien verrees aan de zuidkant van de Dirk Hartoghstraat een gesloten bouwblok met 156 voornamelijk tweekamerwoningen. Het blok aan de noordzijde van de Dirk Hartoghstraat was ongeveer even groot, maar was in opstand en plattegrond afwijkend aan het blok aan de overkant van de straat. In 1890 stonden in beide blokken nog ongeveer 60 woningen leeg. Dat werd vooral geweten aan de opheffing van de fabriek 'de Atlas' op het Realeneiland. Opnieuw was het niet gelukt de armsten uit de arbeidersklasse betere huisvesting te bieden, terwijl deze blokken juist gebouwd waren om een einde te maken aan hun schrijnende woonsituatie. De huren, die lagen tussen fl. 1,75 en fl. 3,10, waren voor deze groep onbetaalbaar. Van huurverlaging kon geen sprake zijn: een voorstel daartoe werd als ‘socialistisch’ van de hand gewezen. Bovendien hield grondspeculatie de bouw van nieuwe arbeiderswoningen tegen en werd het slopen van krotten en sanering van sloppenwijken belemmerd door eindeloze procedures. Hierdoor stokte de bouw van arbeiderswoningen door deze vereniging. Pas in de jaren 30 van de twintigste eeuw werden weer flinke aantallen woningen gebouwd, door de samenwerking met de gemeente bij de ontwikkeling van Landlust in Amsterdam-West. Bezit Gemeentelijke monumenten De blokken A, B, C, D, E, F en G zijn aangewezen als gemeentelijk monument en zijn daarom beschermd. Overdracht Toen de Woningwet in 1902 in werking trad, voldeed de vereniging niet aan de vereisten om als woningbouwvereniging toegelaten en gesubsidieerd te worden. Daarom richtte het bestuur in 1933 de Woningstichting Labor op. Deze stichting kon wel aanspraak maken op overheidsgeld. Met deze subsidie kon Labor in 1936 nieuwe woningen bouwen in de Anna van Burenstraat, de Charlotte de Bourbonstraat, de Karel Doormanstraat en de Willem de Zwijgerlaan in de nieuwe wijk Landlust. In 1975 werd Labor de nieuwe eigenaar van alle vastgoed van de Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van Arbeiderswoningen, toen de stichting alle woningen van de moedermaatschappij renoveerde. De lege vereniging werd pas geliquideerd op 31 december 1987. Woningstichting Labor en woningstichting Eigen Haard in Amsterdam fuseerden in 1992. Thans is het resterende vastgoedbezit van de Amsterdamsche Vereeniging tot het bouwen van Arbeiderswoningen daarom in eigendom en beheer bij woningcorporatie Eigen Haard. Sommige woningen zijn in de laatste decennia verkocht en zijn nu particulier woningbezit. Voormalige Nederlandse woningcorporatie Geschiedenis van Amsterdam
De oprichting van deze vereniging die woningen zou bouwen, beheren en verhuren die waren ontworpen door de gemeentearchitect, op gemeentegrond en met door de gemeente geleend kapitaal was daarom een politiek compromis. De liberale stroming in de Amsterdamse gemeenteraad die de rol van de overheid in de samenleving zo klein mogelijk wilde houden, stond tegenover een groeiende progressieve stroming die vond dat de overheid een rol had bij de aanpak van de slechte leefomstandigheden van de snel uitbreidende arbeidersbevolking in de hoofdstad.
1
huren, huuractie, verhuur
3,134
Language
351587
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sundanees
Sundanees
Het Sundanees (ook: Soendanees) (Basa Sunda) is de volkstaal van westelijk Java, gesproken in de historische landstreek Sunda, in de provincies West-Java, Bantam en een gedeelte van Midden-Java; in West-Java is het in officieel gebruik. Het behoort tot de westelijke Malayo-Polynesische groep van de Austronesische talen en is met circa 27 miljoen sprekers de belangrijkste vertegenwoordiger van de Sunda-talen. Het vertoont een duidelijke verwantschap met het Maleis, Indonesisch en Javaans. Men onderscheidt vier hoofddialecten: Banten, Bogor, Priangan en Cirebon. Het Priangan is het meest prestigieuze dialect en fungeert thans als Sundanese standaardtaal. Het Sundanees is een agglutinerende taal. Net als het Javaans kent het Sundanees een strenge taaletiquette, die verschillende woorden vereist naargelang men tegen hogergeplaatsten dan wel gelijken of ondergeschikten praat. Deze etiquette is zelfs doorgedrongen tot in de voorzetsels: tegen gelijken en ondergeschikten zegt men ditukangeun als men "achter" bedoelt, tegen zijn meerderen hoort men dan dipengkereun te zeggen. Het Sundanees komt voor in een aantal boeken van de Nederlandse schrijfster Hella Haasse. Zo is het de moedertaal van Oeroeg uit het gelijknamige boek en roemt Rudolf uit Heren van de thee zijn subtiliteit in uitdrukkingsvormen, die volgens hem in groot contrast staat met het veel simpelere Maleis. Het was ook een Holle (een van de Heren van de thee) die de taal zodanig beheerste dat hij het eerste woordenboek Sundanees-Nederlands maakte. Het Sundanees is overigens ook voor de anderstalige Javanen een moeilijk te volgen taal, vooral door het hoge spreektempo en de "rising intonation", alsmede het feit dat dezelfde woorden een verschillende betekenis hebben in het Sundanees en het Javaans, bijvoorbeeld het adjectief atos. Op de vraag aan een sportleraar of zijn leerlinge al was overgestoken naar het basketbalveld, antwoordde de Soendanees, "Atos, si Bella", waarop de verontruste Javaanse vader vroeg waarom zijn dochter ruw had gespeeld, aangezien atos in zijn taal "hard" betekent. Maar de leraar doelde uiteraard op de betekenis "al, reeds" in zijn moedertaal. Zie ook Kidung Sunda Natuurlijke taal Malayo-Polynesische taalfamilie Taal in Indonesië Banten (provincie) West-Java Midden-Java
Natuurlijke taal Malayo-Polynesische taalfamilie Taal in Indonesië Banten (provincie) West-Java Midden-Java
1
natuurlijke taal, taalcode, formele taal
10,247
IceCreamShop
5319162
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wycker%20Brugstraat
Wycker Brugstraat
De Wycker Brugstraat (Maastrichts: Wieker Brögkstraot; vroeger ook wel: Percée) is een straat in het stadsdeel Wyck, in het centrum van de Nederlandse stad Maastricht. Aanvankelijk een kort, doodlopend straatje tussen de Sint Servaasbrug en de Rechtstraat, werd de straat aan het eind van de negentiende eeuw verbreed en verlengd in de richting van Station Maastricht. De autoluwe straat is onderdeel van de voornaamste looproute tussen het station en de Binnenstad. Het is tevens een belangrijke winkel- en horecastraat. De Wycker Brugstraat telt 14 rijks- en 40 gemeentelijke monumenten. Naamgeving, ligging, verkeer en inrichting De Wycker Brugstraat is genoemd naar de nabij gelegen brug, de Sint Servaasbrug. Op de andere oever van de Maas, aan de 'Maastrichtse' kant, ligt de Maastrichter Brugstraat. In Wyck ligt nog een Brugstraat, de Hoogbrugstraat. Deze is genoemd naar een niet meer bestaande brug over een rivierarm van de Maas, nabij de eveneens afgebroken Duitse Poort. De Wycker Brugstraat ligt op de rechter Maasoever in het stadsdeel Wyck aan de oostzijde van het Maastrichtse centrum. De straat loopt min of meer van west naar oost tussen de Sint Servaasbrug en de Stationsstraat. Daartussen liggen vier noord-zuid lopende zijstraten: de Oeverwal/Cörverplein, de Rechtstraat, de Wycker Grachtstraat en de Lage Barakken. De zijstraten delen de Wycker Brugstraat op in drie segmenten. Daarvan is het westelijk deel het oudst en om die reden ook het smalst (circa 10 meter). De andere segmenten zijn omstreeks 1880 aangelegd. Het oostelijk deel is iets langer dan de andere twee segmenten en tevens breder (circa 15 meter); het middensegment versmalt geleidelijk naar het westen en vormt daarmee het verbindingsstuk tussen het bredere en smallere deel. De Stationsstraat is 27 meter breed, waardoor het deel van die straat dat aansluit aan de oostzijde van de Wycker Brugstraat een pleinachtig karakter heeft (het zogenaamde "klokpleintje"). De Wycker Brugstraat behoorde vroeger tot de drukste verkeersstraten in Wyck. Na het afsluiten van de Sint Servaasbrug voor het autoverkeer werd de straat autoluw. Wel bleef de straat een van de hoofdroutes voor het fietsverkeer en voor voetgangers. Geschiedenis De geschiedenis van de Wycker Brugstraat voltrok zich in drie fasen, waarbij de bouw van de middeleeuwse brug en de negentiende-eeuwse doorbraak cruciale momenten waren. Vóór de bouw van de brug (tot ca. 1280) Over de eerste fase, vóór de bouw van de Sint Servaasbrug, is nauwelijks iets bekend. Aan de hand van archeologische opgravingen is vastgesteld dat de Romeinse Maasbrug circa 150 meter zuidelijker lag ten opzichte van de huidige brug. De Romeinse hoofdweg van Keulen naar de kust, tegenwoordig meestal aangeduid als Via Belgica, maakte na de aanlanding op de oostelijke Maasoever een scherpe bocht naar het noorden, volgde min of meer het tracé van de huidige Rechtstraat en doorsneed dus het tracé van de tegenwoordige Wycker Brugstraat. Hoewel in dit deel van de stad relatief weinig archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden, leveren enkele bodemvondsten het bewijs dat dit gebied in de Romeinse tijd bewoond was. Het onderzoek wordt bemoeilijkt door het feit dat een groot deel van de vicus Wyck door riviererosie is weggespoeld; de Maasoever lag oorspronkelijk enkele tientallen meters verder naar het westen. Wanneer de Wycker Brugstraat is ontstaan, is niet duidelijk. Evenmin is met zekerheid te zeggen of de straat er eerder was dan de brug, of andersom. Lange tijd werd aangenomen dat de Romeinse brug – met af en toe wat herstelwerkzaamheden – standhield tot 1275, toen deze tijdens een processie instortte. Waarschijnlijker is echter dat de toen ingestorte brug een (vroeg)middeleeuwse opvolger was van de Romeinse brug. Deze lag mogelijk op de locatie van de huidige Sint Servaasbrug, die van 1280 tot 1298 werd gebouwd. Duidelijk is dat de bouw van een brug op deze locatie – of dat nu aan het eind van de dertiende eeuw of al veel eerder plaatsvond – een enorme verandering met zich meebracht voor de aansluitende wegenstructuur. Het is niet ondenkbaar dat de Wycker Brugstraat toen pas werd aangelegd, mogelijk na een doorbraak in de gesloten bebouwing van de Wycker Maasoever. Aan de Wycker kant werd de toegang tot de brug vanaf de twaalfde of dertiende eeuw beschermd door de Körverpoort. Vóór de doorbraak (ca. 1280-1882) Duidelijk is dat de straat door de bouw van de nieuwe brug enorm in betekenis moet zijn toegenomen. De straat was echter veel korter dan tegenwoordig; al na ca. 60 meter was het verkeer gedwongen om naar links of rechts af te buigen, om via de Rechtstraat respectievelijk de Sint-Maartenspoort of de Duitse Poort te bereiken. Die laatste was de belangrijkste stadspoort van Wyck en sloot aan op de Oude Akerweg naar Aken en Keulen. De Wycker Brugstraat zal in de middeleeuwen een levendig straatje zijn geweest met veel verkeer en allerlei bedrijvigheid. In 1615 vestigden de annunciaten zich op een terrein aan de Wycker Grachtstraat, ongeveer waar tegenwoordig de verlengde Wycker Brugstraat ligt. Het Annunciatenklooster zou tot de opheffing in 1796 blijven bestaan en werd daarna verkocht aan particulieren. Eind negentiende eeuw was het terrein in bezit van Victor Jaunez, die directeur van de keramiekfabriek Société Céramique in Wyck was. De bouw van de eerste spoorwegstations in Wyck in 1853 vroeg om een kortere verbinding met het stadscentrum. De bestaande route door Wyck voerde via smalle straten, stadspoorten en kronkelende wegen tussen de vestingwerken door. De aanleg van een nieuwe verbinding tussen de stations en de Maasbrug voltrok zich in twee fasen. In 1866 kwam de eerste percée (doorbraak) tot stand door de bouw van een nieuwe stadspoort, de Stationspoort, die slechts twee jaar in functie bleef. In 1867 werd de vestingstatus van Maastricht opgeheven en kon de nieuwe poort alweer worden gesloopt in het kader van de algehele slechting van de vestingwerken. Het ontmantelde Wyck bood vanaf de stations een chaotische aanblik, zoals te zien is op enkele foto's die de fotograaf Theodor Weijnen (1835-1904) omstreeks 1882 van het gebied maakte. Een doorgaande route naar de brug, toen nog de enige Maasoversteek, ontbrak. De meeste reizigers reisden dan ook om Wyck heen, om via de Rechtstraat of de Oeverwal de brug te bereiken. Al vanaf 1825 bestonden er plannen om op beide Maasoevers de straten die naar de Sint-Servaasbrug voerden te verbreden. Van 1874-78 werd op de linker Maasoever de zuidwand van de Maastrichter Brugstraat afgebroken, waardoor die straat enkele meters verbreed kon worden. Op de andere oever ging aan de verbreding en doortrekking van de Wycker Brugstraat jarenlang gesteggel vooral. In 1876 werden het logement "De Beer" en het pand "De Kriekenboom", die precies in de as van de straat lagen, onteigend. Hier moest de doorbraak naar het station plaatsvinden. Pas in 1882 kon het laatste obstakel, het terrein met het voormalige Annunciatenklooster, worden aangekocht. Vanaf 1881 werden panden aan de Wycker Brugstraat onteigend om de straat te kunnen verbreden. Na de doorbraak (na 1882) Van 1882 tot 1892 vond de aanleg plaats van de Wycker Brugstraat en de daarop aansluitende Stationsstraat naar een plan van stadsingenieur W.J. Brender à Brandis. De tweede doorbraak, dwars door de bestaande bebouwing van Wyck heen, kwam in deze periode tot stand. Nog lange tijd zouden de beide straten de Franse naam Percée blijven dragen. In 1885 was de bestrating (met grind) gereed. Een van de eerste gebouwen was het Café Victoria (J.W. Blijenburg, 1888) op de hoek van de Wycker Grachtstraat. De straat ontwikkelde zich voorspoedig tot een bedrijvige avenue met winkels, hotels en cafés. De verbreding van het middeleeuwse deel van de straat, waarvoor aan beide zijden van de straat diverse panden werden gesloopt, werd pas in 1894 afgerond. Van 1884 tot 1896 onderhield de particuliere Maastrichtsche Omnibus-Maatschappij met vier omnibussen een vaste dienstregeling tussen het Wycker stationsgebied en de Boschstraat, via Vrijthof en Markt, een traject van nog geen twee kilometer. In 1894 besloot de Maastrichtse gemeenteraad een trambaan aan te leggen op dit traject en de exploitatie in eigen hand te nemen. Vanaf 1896 reden hier drie gastrams van de Maastrichtsche Tram, maar vanwege slechte prestaties werden deze in 1903 vervangen door paardentrams, die tot 1914 dienst bleven doen. De tram had haltes bij het kruispunt Stationsstraat-Wilhelminasingel en bij het Cörversplein, waar fraai vormgegeven abri's in chaletstijl stonden. Vanaf 1918 namen autobussen het openbaar vervoer tussen het station en de binnenstad over. Vanaf begin twintigste eeuw vestigden zich steeds meer filialen van grootwinkelbedrijven in de Wycker Brugstraat. In de jaren 1880 begon de handelaar W.H. Maussen in de Rechtstraat een winkel, die al snel uitbreidde naar de Wycker Brugstraat. Maussen had in de gaten dat een winkel aan de 'Percée', de nieuwe verbindingsroute tussen station en brug, goed zou lopen. Na zijn dood in 1899 gingen zijn zonen voortvarend door met de uitbreiding van de zaak. In 1910 kochten ze het pand Wycker Brugstraat 38. In 1932 werden de panden Wycker Brugstraat 28-30-32, op de hoek van de Wycker Grachtstraat, door de architect Jos Joosten verbouwd tot een groot warenhuis in de stijl van de nieuwe zakelijkheid. In 1981 sloot het warenhuis Maussen zijn deuren. Vanaf de late twintigste eeuw maken lokale winkels en horecagelegenheden in toenemende mate plaats voor landelijke of internationale winkelketens en franchise-ondernemingen. Enkele bekende, verdwenen zaken zijn: Maussen (warenhuis), Het Kousenhuis (kleding), Otten (kleding), Smit (schoenen), Retrae (juwelier), Felix (kunsthandel), Zijlstra (fotozaak), Otten (café), Krasnapolski (café), Victoria (café), Venezia (ijssalon), Moonen (frituur) en Cinema Palace (bioscoop). Deze laatste had van 1927 tot 2005 zijn entree in het hoekpand met de Lage Barakken. In 2000 werden de Wycker Brugstraat en de Sint Servaasbrug verkeersluw gemaakt. Omstreeks diezelfde tijd is het gehele kernwinkelgebied van Maastricht gerenoveerd, waarbij ook de bestrating, het straatmeubilair en de straatverlichting in de Wycker Brugstraat zijn vernieuwd. Bezienswaardigheden Monumentale woonhuizen Hoewel in het oostelijk deel van de Wycker Brugstraat geen huizen te vinden zijn die ouder zijn dan de negentiende eeuw, liggen er 14 rijksmonumenten in de straat (waarvan vier uit de negentiende en twintigste eeuw). De meeste panden, ook de rijksmonumenten, hebben gemoderniseerde winkelpuien. Daarboven zijn achttiende- en negentiende-eeuwse gevels te herkennen, vaak met vensteromlijstingen van blauwe hardsteen. De huizen zijn over het algemeen hoog. Hoewel de gevels vanaf de straat slechts drie of vier bouwlagen doen vermoeden, zijn bijna alle huizen onderkelderd en hebben hoge daken, waaronder nog twee of drie extra verdiepingen schuilen. Wycker Brugstraat 60 is een bescheiden woonhuis met een lijstgevel met horizontale profiellijsten en horizontale, naar beneden uitgebogen reliëfbanden, voorzien van hardstenen kozijnen van Naamse steen. Het huis bezit een gevelsteen met een profielkop en het jaartal 1735. De nrs. 59-61-63 bevinden zich onder één dak (begin negentiende eeuw). De lijstgevel van nr. 61 is voorzien van een risaliet, die door brede geblokte pilasters wordt geaccentueerd en heeft segmentboogvensters in Naamse steen. In het interieur bevindt zich een schoorsteenmantel en een fragment van een trap in Lodewijk XV-stijl. Wycker Brugstraat 54 en 56 vormden ooit één huis. De vensters van de laatachttiende-eeuwse gevel hebben gebeeldhouwde segmentbooglateien met – bij de middelste ramen – takken en ranken. De pui van Naamse steen is versierd met draperieën en gegroefde pilasters. De nrs. 46 t/m 52 zijn eenvoudige vroegnegentiende-eeuwse gevels. Het eerste pand heeft een winkelpui met gietijzeren elementen. In het zuidoostelijk deel van de straat bevinden zich enkele woonhuizen gebouwd omstreeks 1930 naar ontwerpen van Alphons Boosten (nrs. 7, 11 en 13). De voorgevels van het eerste en laatste pand zijn bekleed met identieke platen kunststeen en hebben beide een over drie bouwlagen doorlopende erker. Met name het pand op nr. 13 ("Royal") is bijzonder, vanwege de authentieke winkelpui met glas-in-lood bovenlichten. Winkel- en horecapanden Het winkelpand op nr. 15 heeft een bijzondere, gesloten gevel met vier hoge, smalle glas-in-loodramen, waarachter het pakhuis schuil gaat. De architect van het pand, dat in 1927 voor de firma De Gruyter werd gebouwd, is onbekend, maar wellicht moet gedacht worden aan Teunis Wilschut, de huisarchitect van de De Gruyter, hoewel deze pas in 1928 een vaste aanstelling bij de kruideniersketen kreeg. Op de hoek met de Wycker Brugstraat ligt het grote winkelpand van de firma Maussen, dat in 1931 tot stand kwam naar een ontwerp van architect Jos Joosten. Het voormalige warenhuis is een van de weinige voorbeelden van nieuwe zakelijkheid in Maastricht. Het pand bestaat uit vier bouwlagen, waarvan de begane grond met zijn afgeschuinde hoek en kunststof kozijnen het minst authentiek is. De betonnen luifel is wel oorspronkelijk en heeft, evenals de bovengelegen verdiepingen, een afgeronde hoek. De vierde bouwlaag wijkt iets terug, waardoor hier ruimte is voor een doorlopend balkon. Er tegenover ligt een gebouw, dat vroeger bekend stond als Café Victoria of Victoria Taverne. Het hoekpand werd in 1888 gebouwd naar een ontwerp van architect J.W. Blijenburg in opdracht van de bierbrouwer C. Marres. Het is een eclectisch gebouw van rode baksteen met uitbundig stucwerk van onder andere leeuwenkoppen, wijndruiven, wijnbekers en diamantkoppen. De hoofdingang bevindt zich in de afgeschuinde hoekpartij, waarboven zich een erker over twee verdiepingen uitstrekt, die uitloopt in een uivormige toren, bekroond met een lantaarn. Het geveldeel aan de Wycker Grachtstraat telt twee vensterassen met rondbogige vensters in de eerste en derde bouwlaag, en segmentbogige in de tussenliggende laag. De kroonlijst bevat decoratief tegelwerk. Iets verderop, op de hoek van de Lage Barakken, ligt Hotel Beaumont. Het oorspronkelijke hotelpand uit 1885 is omstreeks 1910 verhoogd. Het telt thans vier verdiepingen en een kapverdieping. De gestucte gevel in neorenaissancestijl is wit en grijs geschilderd. Fraaie details zijn het smeedijzeren hekwerk van het over drie traveeën doorlopende balkon op gebeeldhouwde kunststeenconsoles en de in zilveren letters geschilderde naam van het hotel op een band tussen de eerste en tweede verdieping. Doordat de 'Percée' zich op dit punt versmalt, liggen de twee hoektraveeën, komend vanaf het station, in de zichtas van de Stationsstraat. Op de andere hoek van de Lage Barakken ligt de voormalige bioscoop Cinema Palace (1924-2005). Het gebouw is een ontwerp van de architecten A. Deussen en B. Reggers, en de Luikse constructeur J. Fassotte. De baksteengevel aan de Lage Barakken is opgetrokken in de stijl van de art deco; bij het hoekpand is slechts op de begane grond een zweem van deze "bioscoopstijl" te herkennen. Het pand is omstreeks 2010 verbouwd tot winkel. Gevelstenen en -decoraties, beelden en gedenktekens Een aantal huizen in de Wycker Brugstraat hebben gevelstenen (nrs. 58, 60 en 61). De oudste (op nr. 58) dateert uit 1673 en bestaat uit drie delen waarop een gouden kelk is afgebeeld en de tekst LA COVP DOR - ANNO 1673 is te lezen. Nr. 61 bezit een gevelsteen met een olifant en de tekst 17 IN DEN GULDEN OLIPHANT 80. Het rijksmonument Wycker Brugstraat 25 heeft een rijk gebeeldhouwde gevel uit 1902. Op de gevel van nr. 38 is een jugendstildecoratie van een ossenkop aangebracht, waar mogelijk voorheen een slagerij gevestigd was. De daklijst van het brede pand nrs. 32-36 bestaat uit een gestucte band met sgraffito, waarin guirlandes met bloemen, fabeldieren en een monogram zijn aangebracht en het bouwjaar ANNO 1888. Het bronzen beeld De Wiekeneer van Frans Carlier werd in 1985 geplaatst op de hoek van de Wycker Brugstraat en de Lage Barakken. Aan de gevel van nr. 24, de voormalige Victoria Taverne, tijdens de Duitse bezetting Wehrmachtsheim, bevindt zich een plaquette voor de Amerikaanse soldaat William Greentree, die op 14 september 1944, de dag van de bevrijding van Maastricht, om het leven kwam door een boobytrap, die door de Duitsers in de piano was achtergelaten. Vóór de panden Wyckerbrugstraat 51 en 56 bevinden zich struikelsteentjes van de in Duitse vernietigingskampen vermoorde bewoners, respectievelijk Eleonore Goldschmidt-Seliger (1875-1943) en Ernst David Berets (1898-1943). Straat in Maastricht-Centrum Wyck
Vanaf de late twintigste eeuw maken lokale winkels en horecagelegenheden in toenemende mate plaats voor landelijke of internationale winkelketens en franchise-ondernemingen. Enkele bekende, verdwenen zaken zijn: Maussen (warenhuis), Het Kousenhuis (kleding), Otten (kleding), Smit (schoenen), Retrae (juwelier), Felix (kunsthandel), Zijlstra (fotozaak), Otten (café), Krasnapolski (café), Victoria (café), Venezia (ijssalon), Moonen (frituur) en Cinema Palace (bioscoop). Deze laatste had van 1927 tot 2005 zijn entree in het hoekpand met de Lage Barakken.
1
ijssalon, ijswinkel, ijszaak
847
InsuranceAgency
1018423
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mee%C3%B9s
Meeùs
Meeùs was een Nederlandse tussenpersoon op het gebied van verzekeringen, pensioenen en hypotheken. Meeùs behoorde tot de Unirobe Meeùs Groep, onderdeel van risico- en verzekeringsadviseur Aon. Meeùs is in 1927 opgericht als klein familiekantoor. Het huidige Meeùs is ontstaan in 2000, na een fusie van onder meer Meeùs, Kamerbeek, Baneke/Gräffner, Van Calcar, Kamminga, Christiaan Smit, Crab Noomen, Gerrit Lammers en Kentron. In 2009 werd de woningmakelaardijtak van Meeùs overgenomen door Hypodomus Makelaars met kantoren in onder andere Eindhoven, Maastricht, Breda, Bergen op Zoom en Leiden. Geschiedenis Meeùs is in de jaren twintig van de 20e eeuw opgericht door Joseph Meeùs, een vertegenwoordiger uit Breda. Als gevolg van de schade aan zijn auto door een ongeluk, raakte hij geïnteresseerd in verzekeringen en in 1927 opende hij zijn verzekeringskantoor. Samen met twee medewerkers verkocht hij auto- en brandverzekeringen. Kort na de oprichting werden de activiteiten uitgebreid met onder meer hypotheken en makelaardij o.g. In september 2009 is het vastgoedmanagement onafhankelijk geworden door een uitkoop. Alle vastgoedmanagementactiviteiten worden nu uitgevoerd door MVGM Vastgoedmanagement. In 2011 is ook de afdeling Bedrijfshuisvesting aan MVGM verkocht. Toen Joseph Meeùs op 52-jarige leeftijd stierf, behoorde Meeùs tot de grootste assurantiekantoren in de provincie Noord-Brabant. De zonen van de heer Meeùs namen het bedrijf over. De Meeùs Groep werd in 2000 aangekocht door AEGON en ging in 2002 samen met andere bedrijven, waaronder de Kamerbeek Groep, Baneke Graffner, Kamminga, van Calcar, Crab Noomen, Kentron en Christaan Smit. Eind 2006 ging de Meeùs Groep over in de Unirobe Meeùs Groep, dat volledig onderdeel werd van AEGON. Het bedrijf had in 2014 500.000 particuliere en 70.000 zakelijke klanten. In 2008 nam de Rotero Groep de woningmakelaardij-activiteiten over, die zijn voortgezet onder de naam Hypodomus makelaars. Hypodomus makelaars zijn in 2011 vervolgens doorgegaan als een aantal zelfstandig opererende NVM makelaars in de steden Eindhoven, Maastricht, Breda, Leiden en Bergen op Zoom. Eind 2011 voegde Meeùs meerdere labels waaronder WBD Lippmann, Westerzee en Akkermans Van Elten samen onder de hoofdnaam. Op 1 november 2017 heeft risico- en verzekeringsadviseur Aon de Unirobe Meeùs Groep overgenomen. Vanaf 1 september 2018 werd Meeùs geïntegreerd in Aon en hield op te bestaan als zelfstandig merk. Externe link Website van Meeùs Voormalige Nederlandse verzekeringsmaatschappij
Geschiedenis Meeùs is in de jaren twintig van de 20e eeuw opgericht door Joseph Meeùs, een vertegenwoordiger uit Breda. Als gevolg van de schade aan zijn auto door een ongeluk, raakte hij geïnteresseerd in verzekeringen en in 1927 opende hij zijn verzekeringskantoor. Samen met twee medewerkers verkocht hij auto- en brandverzekeringen. Kort na de oprichting werden de activiteiten uitgebreid met onder meer hypotheken en makelaardij o.g. In september 2009 is het vastgoedmanagement onafhankelijk geworden door een uitkoop. Alle vastgoedmanagementactiviteiten worden nu uitgevoerd door MVGM Vastgoedmanagement. In 2011 is ook de afdeling Bedrijfshuisvesting aan MVGM verkocht.
1
verzekeringskantoor, verzekeringsmaatschappij, verzekeringsagent
8,014
SteeringPositionValue
5494144
https://nl.wikipedia.org/wiki/RhB%20Alvra-treinstel
RhB Alvra-treinstel
De Alvra is een trek-duwtrein van de Rhätische Bahn (RhB), die op de Albulabahn ingezet wordt als interregiotrein (IR-Zug) tussen Chur en Sankt Moritz. Het was de bedoeling van de RhB om met de Alvra het reiscomfort op een hoger niveau te brengen. Alvra is de Reto-Romaanse benaming voor Albula. Geschiedenis In eerste instantie werd in 2010 door de RhB de aanbesteding uitgegeven tot het vervaardigen van 7 treinstellen van zes rijtuigen zonder eigen aandrijving. Deze aan besteding werd gegund aan Stadler Rail. In hetzelfde jaar werd de opdracht gewijzigd in 6 treinstellen van zes rijtuigen met een stuurstandrijtuig, in verband met dat de RhB de treinen voor forensenverkeer wilde gaan inzetten. Dit leidde tot veel aanpassingen en vertraging. In eerste instantie was gekozen voor twee eerste klasse en vier tweede klasse rijtuigen, maar omdat het toegevoegde stuurstandrijtuig ontworpen was als eerste klasse, moest een van de twee eerste klasse wagons een tweede klasse wagon worden. In november 2014 is gestart met de bouw van de treinen bij het Stadler-Werk Altenrhein. Op 2 december 2015 arriveerden de eerste drie rijtuigen van de eerste trein in Landquart en een dag later het tweede deel. De eerste drie treinstellen werden in 2016 zonder stuurstandrijtuig in gebruik genomen, omdat die nog niet gereed waren. Er moest hierdoor op de eindpunten van de lijn gekeerd worden door de locomotief. Op 26 september 2017 werden de laatste drie van de zes stuurstandrijtuigen geleverd. De voorkant van de stuurstandrijtuigen lijkt veel op die van de Allegra's. Voortstuwing en remwerking De wagons zijn afgeleid van die van de RhB ABe 4/16 - Allegra en zijn kortgekoppeld en permanent met elkaar verbonden. In tegenstelling tot het andere materieel van de RhB zijn deze wagons toegerust met luchtdrukremmen in plaats van vacuümremmen. Hierdoor komen alleen voor de voortstuwing en remwerking de locomotieven RhB Ge 4/4 II 629 (gemodificeerd) en de RhB Ge 4/4 III, evenals de Allegra RhB ABe 8/12-treinstellen in aanmerking. De locomotief of het Allegra-treinstel staat altijd opgesteld aan de voorzijde van het treinstel in de rijrichting naar Sankt Moritz. Comfort Het comfort is in zowel de eerste als in de tweede klasse van hoog niveau, mede doordat de wagons als eerste bij de RhB van luchtvering zijn voorzien. De wagons zijn kortgekoppeld en hebben brede in- en uitstapdeuren, afgedekte overgangen tussen trein en perron, brede doorgangen tussen de wagons en zijn rolstoelvriendelijk. Ze zijn van een aanmerkelijk beter verwarmingssysteem voorzien dan het oudere materieel van de RhB en ook voorzien van een compartiment met elektrisch deels te openen panoramaramen in de wagon achter de locomotief, om fotografen onbelemmerd opnamen te kunnen laten maken. Bij het oudere materieel is deze voorziening niet aanwezig en zijn de ramen hermetisch gesloten. De passagierscompartimenten zijn volledig toegerust met een CO2-gestuurd airconditioningsysteem en zijn voorzien van vloer- en wandverwarming. De led-verlichting past zich automatisch aan aan de benodigde hoeveelheid licht. De baanvaksnelheid ligt op 90 km/h, maar is aanmerkelijk verhoogd in de 19 km lange Vereinatunnel, waar 120 km/h wordt gereden. Nummering De nummering vanaf het stuurstandrijtuig: Stuurstandrijtuigen: 57801-57806 eerste klasse, 2 rolstoelplaatsen, type At 578 (oorspronkelijk ontworpen als Ait 578) Wagons: 57001-57006 eerste klasse, type A 570 Wagons: 57201-57206 eerste en tweede klasse, type AB 572 Wagons: 57701-57706 tweede klasse, voor fietsen en kinderwagens, families, kinderen en voor vrijtijdsbesteding, type B 577 Wagons: 57301-57306 tweede klasse, type B 573 Wagons: 57401-57406 tweede klasse, type B 574 Wagons: 57601-57606 tweede klasse, fotografie compartiment, 2 rolstoelplaatsen, type Bi 576 Ongeval In oktober 2020 vond een ernstig ongeval plaats met een Alvra-trein, waarbij het stuurstandrijtuig 57805 zwaar werd beschadigd en de bestuurster gewond raakte. Het ongeval werd veroorzaakt door een steenlawine, waarvan blokken steen op de treinbaan terecht waren gekomen. Het stuurstandrijtuig en twee volgwagons ontspoorden hierbij en kwamen schuin op het talud tot stilstand. Externe links Der Innenbereich des Alvra-Gliederzugs in 360°-Ansicht - YouTube. Alvra-Gliederzug-Infoflyer (rhb.ch), 11 juni 2016. Brochure Stadler: Personenwagen für die Albula-Gliederzüge Rhätische Bahn (RhB), Schweiz. Treinstel van Stadler Rail Zwitsers spoorwegmaterieel
Geschiedenis In eerste instantie werd in 2010 door de RhB de aanbesteding uitgegeven tot het vervaardigen van 7 treinstellen van zes rijtuigen zonder eigen aandrijving. Deze aan besteding werd gegund aan Stadler Rail. In hetzelfde jaar werd de opdracht gewijzigd in 6 treinstellen van zes rijtuigen met een stuurstandrijtuig, in verband met dat de RhB de treinen voor forensenverkeer wilde gaan inzetten. Dit leidde tot veel aanpassingen en vertraging. In eerste instantie was gekozen voor twee eerste klasse en vier tweede klasse rijtuigen, maar omdat het toegevoegde stuurstandrijtuig ontworpen was als eerste klasse, moest een van de twee eerste klasse wagons een tweede klasse wagon worden. In november 2014 is gestart met de bouw van de treinen bij het Stadler-Werk Altenrhein. Op 2 december 2015 arriveerden de eerste drie rijtuigen van de eerste trein in Landquart en een dag later het tweede deel. De eerste drie treinstellen werden in 2016 zonder stuurstandrijtuig in gebruik genomen, omdat die nog niet gereed waren. Er moest hierdoor op de eindpunten van de lijn gekeerd worden door de locomotief. Op 26 september 2017 werden de laatste drie van de zes stuurstandrijtuigen geleverd. De voorkant van de stuurstandrijtuigen lijkt veel op die van de Allegra's.
5
stuurbekrachtiging, stuurpositie, stuurstand
12,386
TireShop
1024759
https://nl.wikipedia.org/wiki/Barum
Barum
Barum (an der Ilmenau), een gemeente in het district Lüneburg in Duitsland Barum (Uelzen), een gemeente in het district Uelzen in Duitsland Barum (Zweden), een plaats in Zweden Barum (bedrijf), een Tsjechische fabrikant van autobanden en -onderdelen (Continental Barum s.r.o.)
Barum (an der Ilmenau), een gemeente in het district Lüneburg in Duitsland Barum (Uelzen), een gemeente in het district Uelzen in Duitsland Barum (Zweden), een plaats in Zweden Barum (bedrijf), een Tsjechische fabrikant van autobanden en -onderdelen (Continental Barum s.r.o.)
1
bandenwinkel, autobanden, bandenservice
7,168
LendAction
1654656
https://nl.wikipedia.org/wiki/Richard%20de%20Bury
Richard de Bury
Richard de Bury (eig. Richard Aungerville, Bury St. Edmunds, Suffolk, Engeland, 24 januari 1287? - Durham, 14 april 1345) was een Engels schrijver, monnik, diplomaat, later bisschop van Durham en bovenal boekenliefhebber en -verzamelaar. Hij studeerde aan de Universiteit van Oxford. Hij blonk uit in filosofie en theologie en werd mede daardoor tutor van de Prins van Wales, de latere koning Eduard III. Hij diende als gezant naar het pauselijk hof in ballingschap in Avignon in 1330 en 1333. Hier ontmoette hij Petrarca, die hem literair beïnvloedde. In 1333 werd hij benoemd tot bisschop van Durham. Al van jongs af aan was hij gefascineerd door manuscripten en boeken en verzamelde er vele. Hij was van plan een bibliotheek te stichten aan Durham College in Oxford en daar zijn gehele verzameling van ongeveer 15.000 werken aan te schenken. De collectie is echter kort na zijn dood verspreid geraakt en verloren gegaan. Richard de Bury was de schrijver van Philobiblon (De liefde voor boeken) waarin hij uitgebreid ingaat op het belang van kennisverwerving door middel van boeken. Hij schrijft over het verzamelen en conserveren van boeken, over de prijzen, over het uitlenen en verzorgen van boeken, zijn zoektochten ernaar en bestudering ervan. Externe links Biografie in NNDB De Philobiblon in het Project Gutenberg Bisschop van Durham Engels schrijver Richard
Richard de Bury was de schrijver van Philobiblon (De liefde voor boeken) waarin hij uitgebreid ingaat op het belang van kennisverwerving door middel van boeken. Hij schrijft over het verzamelen en conserveren van boeken, over de prijzen, over het uitlenen en verzorgen van boeken, zijn zoektochten ernaar en bestudering ervan.
2
lenen, uitlenen, uitleenactie
1,085
TVSeason
2967387
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20beste%20zangers%20unplugged
De beste zangers unplugged
De Beste Zangers Unplugged is een Nederlands televisieprogramma van de TROS. Het eerste seizoen van het programma werd in negen afleveringen uitgezonden in de periode van 8 juli tot 2 september 2012. In elke aflevering is één artiest de gastheer/vrouw die nummers zingt uit eigen repertoire of liedjes van andere artiesten. Daarnaast ontvangt de artiest een aantal gasten die zelf een nummer ten gehore brengen en met wie duetten gezongen worden. Afleveringen Aflevering 1 Artiest: Jeroen van der Boom Aflevering 2 Artiest: Nick & Simon Aflevering 3 Artiest: Gordon Aflevering 4 Artiest: Glennis Grace Aflevering 5 Artiest: Xander de Buisonjé Aflevering 6 Artiest: Gerard Joling Aflevering 7 Artiest: Jan Dulles Aflevering 8 Niet eerder uitgezonden liedjes Aflevering 9 De Hoogtepunten Trivia De band is de Marcel Fisser Band o.l.v. Marcel Fisser. De achtergrondzangers/ zangeressen zijn Kelly Ter Horst, Lesley van der Aa en Edwin de Groot. De TROS heeft twee liedjes alleen op YouTube en haar website geplaatst: Jan Dulles en Nick Schilder - Late in the evening en René Froger & Jeroen van der Boom - Blijf kijken. Externe link Officiële website Televisieprogramma van de TROS Nederlands muziekprogramma op televisie Pop- en/of rockprogramma
De Beste Zangers Unplugged is een Nederlands televisieprogramma van de TROS. Het eerste seizoen van het programma werd in negen afleveringen uitgezonden in de periode van 8 juli tot 2 september 2012.
1
tv-seizoen, televisieserie, afleveringen
8,460
MusicAlbum
4542630
https://nl.wikipedia.org/wiki/Later%20is%20nu
Later is nu
Later is nu is het twaalfde studioalbum van de Nederlandse band De Dijk, uitgebracht in 2005. Nummers Muziekalbum uit 2005 Muziekalbum van De Dijk
Muziekalbum uit 2005 Muziekalbum van De Dijk
4
muziekalbum, muziekalbum, muziekcollectie
12,277
RadioEpisode
5657585
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nachtzuster
Nachtzuster
Nachtzuster is een Nederlands radioprogramma van Omroep MAX, gepresenteerd door Astrid de Jong. In het programma kunnen luisteraars vragen stellen die andere luisteraars proberen te beantwoorden. Het programma wordt sinds september 2010 uitgezonden op NPO Radio 1. Aanvankelijk in de nacht van donderdag op vrijdag, sinds 2019 in de nacht van vrijdag op zaterdag, van 02:00 tot 06:00 uur. Format Het programma draait om vragen die luisteraars kunnen stellen en waar andere luisteraars antwoord op (proberen te) geven. Soms ontstaat er discussie wanneer iemand het niet eens is met een gegeven antwoord. Astrid doet haar best om niet zelf antwoord te geven, maar dat lukt niet altijd. Het lukt meestal wel om de vraagsteller uit te dagen zijn/haar vraag duidelijker te formuleren. Bellers krijgen eerst de regisseur (sinds juni 2017 is dat Bart Kuil) aan de telefoon; zijn ze verstaanbaar en willen ze ook echt iets vragen of beantwoorden, dan mogen ze "door". Willen ze alleen maar op de radio, dan niet. Om zes minuten voor zes wordt het "opperhoofd" van de chatters gebeld voor de laatste onopgeloste problemen. En zo zijn aan het eind van de uitzending alle vragen beantwoord. Er komt een breed scala aan onderwerpen aan bod, van technisch tot handig, van wetenschap tot hulp, van "how to" tot "waarom". Iedere week om 4 over 4 draait Nachtzuster een discoplaatje. Welk nummer wordt bepaald door de donderdagse discopoll op Facebook. De herkenningsmuziek van het programma is het muzieknummer Nachtzuster van de band Doe Maar. Presentatie Astrid de Jong presenteert dit programma vanaf het begin. ‘Nachtbroeder’ Ron Vergouwen is De Jongs vaste vervanger. In de (zomer-)vakantieperiode zijn er diverse presentatoren, zoals Ron Brandsteder in 2022. Waardering Dit programma en De Jong zelf werden in 2017 beiden genomineerd voor de Zilveren Reismicrofoon. Zowel in 2016 als in 2019 ontving Nachtzuster de RadioFreak Award voor Beste Nachtprogramma. Op 21 januari 2021 werd Nachtzuster verkozen tot beste nachtprogramma op de Nederlandse radio en ontving De Jong van vakmediaplatform Spreekbuis.nl de Nachtwacht Award 2021. Trivia Op 27 mei 2016 was de 300e uitzending. In het begin van de coronapandemie (april 2020) maakte De Jong 4 afleveringen Avondzuster. Externe links Nachtzuster op website NPO Radio 1 Nachtzuster van Doe Maar op YouTube https://www.maxvandaag.nl/sessies/themas/media-cultuur/500-keer-nachtzuster-deze-gesprekken-zijn-de-nachtzuster-zelf-bijgebleven Nederlands radioprogramma
Nachtzuster is een Nederlands radioprogramma van Omroep MAX, gepresenteerd door Astrid de Jong. In het programma kunnen luisteraars vragen stellen die andere luisteraars proberen te beantwoorden.
1
radioaflevering, radioshow, radioprogramma
11,954
ContactPoint
20745
https://nl.wikipedia.org/wiki/Youp%20van%20%27t%20Hek
Youp van 't Hek
Joseph Jacobus Maria (Youp) van 't Hek (Naarden, 28 februari 1954) is een Nederlands cabaretier en columnist voor het NRC en de VARAgids. Biografie Jeugd Van 't Hek is het op een na jongste kind uit een gezin met acht kinderen. Hij bezocht in zijn schooljaren het toenmalige internaat Hageveld, maar werd daarvan na zeven maanden verwijderd wegens onredelijk gedrag. Na een kort verblijf op het Goois Lyceum te Bussum behaalde Van 't Hek uiteindelijk met veel moeite zijn mavo-diploma op de Ministerpark Mavo (thans Sint-Vitusmavo) te Naarden. In zijn programma Schreeuwstorm (2007) vertelde hij dat zijn liefde voor cabaret op 17 december 1963 begon in Naarden, toen hij met zijn ouders naar een show van Toon Hermans in Carré ging. Ook in zijn allerlaatste programma ‘De laatste ronde’ wordt hieraan gerefereerd. NAR Zijn roepnaam was aanvankelijk "Joep", maar in 1973 maakte hij er "Youp" van, nadat een vriendin de letter P toevoegde aan de woorden op een T-shirt "We help you". Sindsdien schrijft hij zijn naam niet meer anders. In dat najaar richtte hij Cabaret NAR op, samen met Debby Petter (toen nog vriendin, later zijn vrouw) en Daan van Straaten. In het begin speelde NAR vooral in buurthuizen, jeugd- en studentensociëteiten of zelf gehuurde zaaltjes. De samenstelling wisselde, maar Van 't Hek was een constante factor. Vanaf het vijfde programma (1977) kreeg NAR enige bekendheid. Solocarrière De doorbraak kwam in 1983 met Man vermist, het achtste en laatste NAR-programma, maar eigenlijk een verkapte solovoorstelling. Bij een optreden in de De Alles is Anders Show van Aad van den Heuvel in 1983 met het nummer "Lenen Lenen Betalen Betalen" brak hij landelijk door. Daarna zorgden met name Van 't Heks conferences Hond op het IJs (1988) en zijn Oudejaarsconference 1989 voor een verdere doorbraak. In 1988 ontving hij de Johan Kaartprijs. Met de oudejaarsconference van 1989 bewerkstelligde Van 't Hek het Buckler-effect. In 1995 speelde Van 't Hek voor het eerst in Carré. In december 2008 maakte Van 't Hek bekend dat hij na de "Omdat de nacht..."-voorstellingen zou stoppen met grote shows en zich zou gaan richten op kleinere voorstellingen en oudejaarsconference. Op 5 juli 2010 schreef en zong Van 't Hek samen met Guus Meeuwis het WK-lied Majesteit in NOS Studio Sportzomer in Zuid-Afrika. Dit lied werd geschreven ter gelegenheid van de halve finale van het Wereldkampioenschap voetbal 2010 van Nederland tegen Uruguay. Nadat koningin Beatrix op 28 januari 2013 aankondigde af te zullen treden, feliciteerde hij haar drie dagen later op haar 75e verjaardag 'met het feit dat ze besloten heeft om uit de poppenkast te stappen.' Van 't Hek benadrukte dat Beatrix hem 'een aardig mens' leek, maar dat koningin zijn hem een 'tyfusbaan' leek en hij zelf republikein was. In februari 2014 werd hem de Edison Oeuvreprijs Kleinkunst toegekend, een prijs die incidenteel wordt uitgereikt bij bijzondere gelegenheden. Van 't Hek is onderscheiden vanwege zijn omvangrijke oeuvre en zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag, zijn dertigste album en de tweehonderdste keer dat hij in Carré staat. In oktober 2015 stelde Van 't Hek op doktersadvies enkele try-outs uit. In december 2015 moest Van 't Hek twee keer kort na elkaar een voorstelling (in Papendrecht en Middelburg) afbreken omdat hij onwel werd. Eind december 2015 onderging hij een zware hartoperatie en werden alle voorstellingen van januari en februari 2016 geannuleerd, hoewel ook daarna gezondheidsklachten hem parten bleven spelen. Op 13 februari 2016 hervatte hij zijn wekelijkse column in het NRC Handelsblad. In 2016 is de VSCD Oeuvreprijs aan hem toegekend. In oktober 2019 kondigde Van 't Hek in een interview met het AD aan dat zijn oudejaarsconference voor 2020 zijn laatste zou worden. Hierna volgt ook zijn laatste grote show. Dat bevestigt Youp in een interview bij De Balie in Amsterdam. In maart 2020 werd hij in het ziekenhuis opgenomen vanwege een besmetting met het coronavirus. Publicaties Naast cabaretier is Van 't Hek columnist voor het NRC en de Varagids, waarbij bij de Varagids de columns worden voorzien van foto's van Bob Bronshoff onder de naam Bob&Youp. De meeste van zijn columns zijn in boekvorm uitgegeven. Van 't Hek uitte via Twitter en een column in de NRC Handelsblad op 23 oktober 2010 zijn ongenoegen over de klantenservice van T-Mobile Nederland. Vervolgens kwam hij op 25 oktober 2010 in het programma Pauw & Witteman. Na maandenlang aan het lijntje te zijn gehouden, werden de problemen razendsnel opgelost toen Van 't Hek een simpele tweet op Twitter plaatste. Dit maakte Van 't Hek pas echt boos. Van 't Hek maakte toen bekend een website of e-mailadres te starten waar mensen hun slechte ervaringen met helpdesks van grote bedrijven kwijt konden. Op 1 december 2010 bracht hij samen met NRC Handelsblad het (eenmalige) magazine 'De Help' uit, waarin een groot aantal e-mailreacties werd opgenomen. T-Mobile liep door de acties van Van 't Hek direct meetbare reputatieschade op, waarbij ook werd verwezen naar de geschiedenis van het merk Buckler. Tevens heeft hij verschillende kinderboeken geschreven. Hij schreef in maart 2007 een toneelstuk, "Hexen". Het stuk ging in september 2008 in première. Zijn vrouw Debby Petter en de actrice Wivineke van Groningen speelden de hoofdrollen en Berend Boudewijn deed de regie. Een jaar later volgde "Mijn man", eveneens met Petter en Van Groningen. Ditmaal was de regie in handen van Mike van Diem. Programma's Met Cabaret NAR Your Youp for you (1973) Meer geluk dan wijsheid (1973) Gele ellebogen (1974) Blaffende honden (1975) Alles in Wonderland (1976) Romantiek met mayonaise (1977) Geen vakantie voor Youp en Jan (1978) Zat ik maar thuis met een goed boek (1979) Zonder twijfel (1981) Gebroken glas (1983) Solo Man vermist (1982) - Van 't Hek is een kredietbewaker, die onder andere grote verhalen heeft over zijn studententijd. Als jongen uit de provincie kwam hij terecht in Amsterdam, maar raakte al snel de weg kwijt. Uit angst voor zijn hospita en voor een voorspelling over zijn dood heeft hij al maandenlang zijn kamer niet verlaten. Hans van Gelder van Cabaret Nar speelt de rol van Napels, de buurman. Verlopen en verlaten (1984) - Van 't Hek speelt een zwerver, die op weg is naar een van zijn broers. Hij overnacht in een theater en treft daar publiek. Hij vervangt vervolgens cabaretier Van 't Hek, waar dit publiek voor is gekomen. Met de elpeeregistratie won Van 't Hek in 1987 een Edison in de categorie cabaret/theater. Tunnel zonder vluchtstrook (1986) - Van 't Hek speelt een cabaretier en vertelt hoe hij zijn voorstelling voorleest aan zijn moeder in een tehuis. Ondertussen wordt Van 't Hek lastig gevallen door een man (gespeeld door acteur Onno Molenkamp), die zijn laatste dag in het theater heeft gewerkt. Deze man blijkt niet zomaar een man te zijn. Hond op het ijs (1987) - Van 't Hek speelt voor de pauze een man met een mislukt huwelijk en een paar broers in een tehuis, die niet helemaal goed zijn. Na de pauze blijkt Van 't Hek zelf de broer die niet helemaal goed is te zijn en bekijkt op die manier de wereld van een heel andere kant. Oudejaarsconference 1989 - Van 't Hek vertelt over een reiziger - niet letterlijk, maar als een man die weg wil bij zijn gezin - maar onderbreekt het verhaal consequent. De moraal van het verhaal is vooral: durf te leven, want morgen ben je dood. Alles of nooit (1991) - Van 't Hek loopt op een Centraal Station en is op weg. Op weg naar de dood. Maar voordat je sterft, moet je toch eerst geleefd hebben. Van 't Hek vertelt over hoe hij denkt dat een mens zou moeten leven voor deze uiteindelijk doodgaat. Ergens in de verte (1992) - Van 't Hek vertelt over zijn jeugd, waarin hij als klein kind altijd met zijn twee beste vrienden Charley en David naar de bunker van de streng gereformeerde Boer Buitendijk ging. Hij vertelt wat er is geworden van hem en zijn twee goede vrienden. Spelen met je leven (1994) - Van 't Hek is het thuis meer dan zat en heeft zich teruggetrokken op zolder, waar hij zijn eigen kroegje heeft gebouwd. Hij heeft een contactadvertentie geplaatst en krijgt telefonisch reactie van de twintigjarige Suzie. Diezelfde avond wil Van 't Hek met deze dame afspreken in zijn eigen café. Het is liegen of sterven, oudejaarsconference 1995 Scherven (1997) - Van 't Hek gaat voor de laatste keer terug naar de oude fabriek, die hij samen met zijn broer heeft overgenomen van zijn vader. De vele ruzies tussen de twee broers hebben er echter voor gezorgd dat de fabriek gesloopt gaat worden. De muzikant wordt gespeeld door Rens van der Zalm. De waker, de slaper & de dromer (1998) - Van 't Hek moet afscheid nemen van het oude studentenhuis, waar hij al die tijd nog in heeft gewoond, maar dat verkocht gaat worden. Van 't Hek vertelt over hoe het er vroeger aan toe ging in het studentenhuis en vooral over zijn oude vrienden en wat er van hen terecht is gekomen. Mond vol tanden, oudejaarsconference 1999 - Van 't Hek legt aan zijn zoontje uit wat hij gaat vertellen op de Oudejaarsconference. Ook gaat hij met zijn zoontje langs bij Mevrouw van Dijk, in het bejaardentehuis waar zijn moeder vroeger woonde. Deze conference werd niet live uitgezonden nadat Van 't Hek had ontdekt dat veel kaarten voor een enorm bedrag illegaal werden doorverkocht. De wereld draait door (2001) - Van 't Hek vertelt over zijn ervaringen met een lifter, die hij op weg naar het theater heeft meegenomen. De lifter is van huis weggelopen omdat hij het niet meer zag zitten. Van 't Hek vertelt tevens over de begrafenis van zijn goede vriend Willem. Youp speelt Youp, oudejaarsconference 2002 Prachtige paprika's (2003) - De gereformeerde oom van Van 't Hek was paprikakweker. Na zijn overlijden hebben zijn twee zoons het bedrijf geërfd maar zij zijn de paprika's genetisch gaan manipuleren. De broers zwemmen in het geld, terwijl hun moeder de boel om zich heen ziet verkillen. Het zelfmoordcommando, oudejaarsconference 2005 - Als rode draad vertelt Van 't Hek hoe hij op 26-jarige leeftijd een ontmoeting had met een man in een bontgekleurd jasje, die hem inspireerde om door te zetten en cabaretier te worden. Jaren later heeft hij gehoord dat de man vlak na hun ontmoeting zelfmoord gepleegd heeft. Louterliedjes, Youp & Matangi (2006) Schreeuwstorm (2007) - Al toen hij een klein mannetje was wilde Van 't Hek niets liever dan in het theater staan. Inmiddels speelt hij al jaren allerlei voorstellingen, maar wil niet dat de voorstelling stopt. Daarom heeft hij zijn spullen meegenomen en verblijft hij, ook na de voorstelling, in het theater. Troost, oudejaarsconference 2008 - Van 't Hek vertelt als rode draad over een oude vrouw die liever naar een schilderijtje dan naar haar televisie keek. Nadat de vrouw is overleden erft Van 't Hek het schilderijtje. Omdat de nacht... (2009) - Na afloop van een voorstelling komt er een man naar Van 't Hek toe die, na lang aandringen, zijn verhaal aan hem kwijt mag. De man zit vooral in over een voor hem georganiseerd verrassingsfeest, waarna hij vlucht. In het bos ontmoet de man een perfecte vrouw in een eenzaam huisje. De tweede viool, oudejaarsconference 2011 - Van 't Hek spreekt in een hotelkamer met een kamermeisje. Buiten klinkt mooie vioolmuziek, waar geen geld meer voor is. Wigwam (2012) - Thema's zijn het ouder worden en Youp's jeugd. Hierbij komt de wigwam aan bod waar Youp als kind op zolder in ging zitten, en een verhaal dat Youp 's nachts bij zijn huis een vreemde man aantreft, waarna blijkt dat deze in beschonken toestand zijn eigen housewarming-party heeft verlaten en bij zijn oude huis is aangekomen. Mooie Verhalen (2014) - samen met Thomas Verbogt. Wat is de vraag?, oudejaarsconference 2014 Licht (2015) - Van 't Hek vertelt over zijn oude vriend Peter, een psychiater die vijfendertig jaar lang elke week met hem afsprak – niet om hem therapie te geven, maar juist zodat hij zelf stoom kon afblazen. Een vloek en een zucht, oudejaarsconference 2017 - Van 't Hek vertelt over stamkroeg De Zanzibar waar hij al 40 jaar komt. Het is het slechtst lopende café van Amsterdam waar alleen "losers" komen en je kunt zeggen wat je wilt. Een van de stamgasten is dodelijk ziek en de barman heeft besloten de kroeg te sluiten zodra de man dood is. Met de kennis van nu (2018) - Van 't Hek blikt met lichte heimwee terug op zijn eerste stappen op het podium. Die toekomst die hij toen voor zich had, heeft hij nu achter de rug. Korrel zout, oudejaarsconference 2020. De laatste ronde!, afscheidstoernee 2021-2024 - Op tijd weg van het feestje was één van de wijsheden van zijn vader en daarom trekt hij tot zijn 70e verjaardag langs alle Nederlandse en Vlaamse theaters waar hij de afgelopen vijftig jaar met zoveel plezier heeft gespeeld. Discografie Albums |- |align="left"|Man Vermist ||1984|||||||| |- |align="left"|Oudejaarsconference 1989||31-12-1989||20-01-1990||20||9|| |- |align="left"|Alles of nooit||1991||27-06-1992||22||24|| |- |align="left"|Ergens in de verte||1994||25-06-1994||9||27|| |- |align="left"|Spelen met je leven||1995||15-07-1995||13||29|| |- |align="left"|Oudejaarsconference 1995||31-12-1995||13-01-1996||1(1wk)||12|| |- |align="left"|Niet zo somber||1996||26-10-1996||93||3|| |- |align="left"|Scherven||1996||10-01-1998||12||13|| |- |align="left"|Terugblik||1999||13-11-1999||53||10|| |- |align="left"|Mond vol tanden - oudejaarsconference 1999||31-12-1999||15-01-2000||6||9|| |- |align="left"|De wereld draait door||2000||05-01-2002||26||10|| |- |align="left"|Youp speelt Youp - oudejaarsconference 2002||31-12-2002||11-01-2003||5||10|| |- |align="left"|Prachtige paprika's||15-03-2003||19-03-2005||14||16|| |- |align="left"|Zelfmoordcommando - oudejaarsconference 2005||31-12-2005||07-01-2006||19||7|| |- |align="left"|Schreeuwstorm||2007||29-12-2007||40||7|| |- |align="left"|Troost - oudejaarsconference 2008||2009||10-01-2009||35||5|| |- |align="left"|Omdat de nacht||04-02-2011||12-02-2010||27||6|| als Youp & Lotte /met Lotte Horlings |- |align="left"|De 2e viool - oudejaarsconference 2011||2012||07-01-2012||20||4|| als Youp & Emmy /met Emmy Verhey |- |align="left"|Wigwam||2014||08-02-2014||8||6|| |- |align="left"|Wat is de vraag? - oudejaarsconference 2014||2014||03-01-2015||4||5|| |- |align="left"|Licht||2017||03-06-2017||34||2|| |- |align="left"|Een vloek & een zucht oudejaarsconference 2017||2017||06-01-2018||55||2|| |} Singles |- |align=left|Flappie||1981||-|||||| |- |align=left|Eerlijk delen||1984||-|||||| |- |align=left|Ik kan er niets aan doen||1996||-|||||| |- |align=left|Majesteit||2010||-|||||| met Guus Meeuwis /Nr. 2 in de Single Top 100 |- |align=left|Flappie||01-2011||-|||||| Nr. 59 in de Single Top 100 |- |align=left|Flappie||12-2011||-|||||| Nr. 64 in de Single Top 100 |- |align=left|Wappie||19-12-2020||-|||||| speciale versie Even Tot Hier, covid-19 |} Radio 2 Top 2000 Dvd's Bibliografie Bestseller 60 Onderscheidingen in 2011 kende de jury van de Issue Award hem de prijs toe voor zijn campagne tegen klantonvriendelijke helpdesks. Van 't Hek ontving op 14 september 2016 de VSCD Oeuvreprijs voor zijn uitzonderlijke verdiensten voor het Nederlands theater. Deze prijs wordt toegekend door de schouwburgdirecteuren in Nederland. Trivia In 1981 bracht Van 't Hek het nummer Flappie uit, dat inmiddels jaarlijks terugkeert in de oudejaarslijst van de Radio 2, de Top 2000. In november 2007 lanceerde Van 't Hek een eenmalige glossy getiteld "Youp", als antwoord op alle BN-glossies. De eerste oplage was binnen één dag uitverkocht, waarop het blad herdrukt werd. Op 5 juli 2010 bracht hij samen met Guus Meeuwis het WK-lied van 2010 ten gehore, getiteld Majesteit, tijdens Studio Sportzomer van Jack van Gelder. Als ambassadeur van de Stichting Varkens in Nood trok hij veel aandacht met zijn campagne voor een diervriendelijker kerstfeest. In iedere uitzending van Bureau Sport leest Van 't Hek zijn eigen column voor. Youp van 't Hek is benoemd tot Cultural Professor van de TU Delft voor 2012. Youp van 't Hek sprak de stem van Obelix in voor de Nederlandse versie van Asterix & Obelix bij de Britten. Youp van 't Hek sprak de stem van Waldorf in voor de Nederlandse versie van The Muppets. De naam Youp van 't Hek is een isogram, waarbij elke letter van het woord precies één keer voorkomt. Tijdens de coronacrisis oogstte Van 't Hek felle kritiek van Diederik Ebbinge op de wijze waarop hij zich in een column vrolijk had gemaakt over de gevolgen van de crisis voor de cultuursector. Van 't Hek reageerde verbaasd op de kritiek. Gastoptredens In 1991 was Van 't Hek presenterend artiest van Kinderen voor Kinderen deel 12. Hij speelde een marskramer in de clips Ramons verjaardag en Alles is te koop; op dat laatste nummer zong hij ook mee. In 2010 speelde Van 't Hek de rol van scheidsrechter in de Nederlandse film Sterke verhalen. Hij heeft een cameo in de stripreeks De Kiekeboes door Merho. In het album De Aqua-rel duikt hij op als "Youp Piyé". Van 't Hek was een slaapgast tijdens Serious Request 2009, alwaar hij zijn nummer Flappie zong. Tijdens Serious Request 2009 hield hij ook voor het eerst een koptelefoonconference. Op 19 december 2020 bracht hij in het satirische televisieprogramma Even tot hier een Coronaversie van zijn liedje Flappie onder de titel Wappie. Familie Youp van 't Hek is getrouwd met Debby Petter en vader van drie kinderen: dochter Anna van 't Hek (documentairemaakster), zoon Julius en stiefdochter Sterre. In 2018 heeft hij twee kleinkinderen. Tom van 't Hek, zijn jongere broer, was hockeyinternational en bondscoach van de Nederlandse vrouwenhockeyploeg. Externe links Officiële website van Youp van 't Hek Column van Youp van 't Hek op de website van het NRC Handelsblad Nederlands cabaretier Nederlands columnist Nederlands komiek Nederlands kinderboekenschrijver
Van 't Hek uitte via Twitter en een column in de NRC Handelsblad op 23 oktober 2010 zijn ongenoegen over de klantenservice van T-Mobile Nederland. Vervolgens kwam hij op 25 oktober 2010 in het programma Pauw & Witteman. Na maandenlang aan het lijntje te zijn gehouden, werden de problemen razendsnel opgelost toen Van 't Hek een simpele tweet op Twitter plaatste. Dit maakte Van 't Hek pas echt boos. Van 't Hek maakte toen bekend een website of e-mailadres te starten waar mensen hun slechte ervaringen met helpdesks van grote bedrijven kwijt konden. Op 1 december 2010 bracht hij samen met NRC Handelsblad het (eenmalige) magazine 'De Help' uit, waarin een groot aantal e-mailreacties werd opgenomen. T-Mobile liep door de acties van Van 't Hek direct meetbare reputatieschade op, waarbij ook werd verwezen naar de geschiedenis van het merk Buckler.
1
contactpunt, klantenservice, klachtenafdeling
6,939
BroadcastChannel
5090473
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ziggo%20Sport
Ziggo Sport
Ziggo Sport is een sportzender in Nederland, waarvan VodafoneZiggo de eigenaar is. De TV zender is via een abonnement te ontvangen bij praktisch alle tv-aanbieders in Nederland en zendt verschillende sporten uit met een focus op grote sportevenementen en sportgerelateerde films en documentaires. Ziggo Sport Totaal, is de betaalversie en deze is ook beschikbaar voor abonnees van andere providers. De zender begon met een promotiefilmpje op 2 november 2015, maar startte officieel op 12 november 2015. Geschiedenis In november 2014 nam Liberty Global het Nederlandse kabelbedrijf Ziggo over en in april 2015 ging het een joint-venture aan met Vodafone Group, wat resulteerde in VodafoneZiggo. Liberty Global had reeds Sport1 in handen via haar dochterbedrijf UPC en besloot deze per 12 november 2015 om te dopen tot Ziggo Sport Totaal. Tegelijkertijd lanceerde het bedrijf het nieuwe Ziggo Sport televisiekanaal voor de klanten van Ziggo. Jack van Gelder werd binnen gehaald als hét gezicht van de nieuwe zender. Hij ging onder andere het sportpraatprogramma Peptalk, met Frank Evenblij, en het voetbalpraatprogramma Rondo presenteren. Daarnaast wist de zender de rechten voor onder andere de Premier League, La Liga en Formule 1 te bemachtigen. Al snel nam het aanbod van (Nederlands) topsport op de zender toe. Zo ging het ook onder andere hockey, rugby, veldrijden, tennis, basketbal en handbal uitzenden. Naast Van Gelder ging de zender met andere vaste gezichten werken. Zo werden onder andere Wim Kieft, Ruud Gullit en Marco van Basten aangetrokken als analist rondom voetbalwedstrijden en ging Robert Doornbos aan de slag als vaste duider van Formule 1. Wytse van der Goot, Bas van Veenendaal en Rob Kamphues versterkten het team van presentatoren door de jaren heen. Van der Goot zou Van Gelder later opvolgen als het vaste gezicht van de zender. Op 17 mei 2021 werd in het programma Veronica Inside bekendgemaakt dat Ziggo Sport de uitzendrechten van de Formule 1 kwijt zou raken. Een dag later bevestigde Ziggo dat de Formule 1 na afloop van het seizoen 2021 niet meer te zien zou zijn. Abonnees reageerden teleurgesteld op het nieuws, maar de gevolgen voor de zender en de aangeboden pakketten werden niet direct duidelijk. Later werd bekend dat Ziggo Sport de uitzendrechten van de Premier League ook kwijt zou raken. Daarentegen verwierf de zender wel de rechten van de Franse Ligue 1 en de MotoGP en werden enkele andere rechten, waaronder van de Formule E en de IndyCar, verlengd. Met ingang van 1 september 2021 werd Marcel Beerthuizen benoemd tot directeur, waarmee hij Will Moerer - die sinds de lancering directeur was - op zou volgen. Onder leiding van Beerthuizen wist de zender in november 2022 een grote deal af te ronden: vanaf medio 2024 zouden alle Europese voetbalcompetities te zijn bij Ziggo Sport. Het is voor het eerst dat alle Europese voetbaltoernooien – UEFA Champions League, UEFA Europa League en UEFA Europa Conference League – bij één aanbieder te zien zullen zijn. Naast de voetbalrechten wist de Nederlandse sportzender ook de rechten van de ATP Tour voor nog eens drie jaar vast te leggen en verlengde het eerder dat jaar al de rechten van La Liga. Medewerkers Content Uitzendrechten Hieronder een overzicht van sportcompetities waar Ziggo Sport de uitzendrechten van heeft (gehad): Atletiek Autosport Basketbal Golf Handbal Hockey Mannenvoetbal Motorsport Padel Rugby Tennis Volleybal Vrouwenvoetbal UEFA Women's Champions League (2021) Wintersporten Programma's Externe link Officiële website Nederlandse televisiezender VodafoneZiggo
Geschiedenis In november 2014 nam Liberty Global het Nederlandse kabelbedrijf Ziggo over en in april 2015 ging het een joint-venture aan met Vodafone Group, wat resulteerde in VodafoneZiggo. Liberty Global had reeds Sport1 in handen via haar dochterbedrijf UPC en besloot deze per 12 november 2015 om te dopen tot Ziggo Sport Totaal. Tegelijkertijd lanceerde het bedrijf het nieuwe Ziggo Sport televisiekanaal voor de klanten van Ziggo. Jack van Gelder werd binnen gehaald als hét gezicht van de nieuwe zender. Hij ging onder andere het sportpraatprogramma Peptalk, met Frank Evenblij, en het voetbalpraatprogramma Rondo presenteren. Daarnaast wist de zender de rechten voor onder andere de Premier League, La Liga en Formule 1 te bemachtigen. Al snel nam het aanbod van (Nederlands) topsport op de zender toe. Zo ging het ook onder andere hockey, rugby, veldrijden, tennis, basketbal en handbal uitzenden.
1
uitzendkanaal, televisiekanaal, radiokanaal
7,358
SearchResultsPage
5719
https://nl.wikipedia.org/wiki/Google%20Zoeken
Google Zoeken
Google Zoeken, ook wel Google Search of gewoon Google genoemd, is een zoekmachine van Google LLC voor documenten op het wereldwijde web, opgericht in 1997 door twee promovendi aan de Stanford-universiteit, Larry Page en Sergey Brin. Page en Brin hadden twee jaar gewerkt aan een geavanceerde methode voor het vinden van informatie op het internet. Al snel verdrong Google AltaVista en werd het 's werelds populairste zoekmachine. De naam is een verbastering van het begrip 'googol', de aanduiding voor een 1 met honderd nullen (10100). Page is gefascineerd door wiskunde, en de verwijzing naar juist dit getal weerspiegelt de bedrijfsmissie om alle informatie ter wereld toegankelijk en nuttig te maken. De naam is uiteindelijk 'Google' geworden door een spelfout van Sean Anderson, medebedenker van de naam, en destijds een studiegenoot van Page. Inmiddels zijn er Google-versies in allerlei talen. Sinds 2002 bestaat er een versie in het Nederlands. Iets opzoeken op Google wordt googelen genoemd. Werking De basis van de Google-zoekmachine is een gepatenteerd algoritme dat PageRank heet. PageRank wordt gebruikt om de resultaten van een zoekopdracht te rangschikken. Net als in de wetenschap de waarde van een wetenschappelijk artikel wordt afgemeten aan het aantal citaties (aanhalingen), bepaalt PageRank het belang van een pagina aan de hand van het aantal keer dat er naar gelinkt wordt vanaf andere internetpagina's. Elke verwijzing betekent een stem voor een pagina. Google analyseert ook de pagina die de stem uitbrengt. PageRank werkt met een schaal van 0 tot en met 10. Een hoge PageRank betekent echter niet dat de pagina bij alle zoekopdrachten hoog zal scoren. Algoritme Google heeft een aantal algoritmes – circa 250 in totaal, waarvan van circa 150 de werking bekend is – om te bepalen welke pagina het eerst in de resultatenlijst wordt genoemd. Belangrijk daarbij is, naast het belang van een zoekterm op de pagina, hoe vaak er naar een pagina gelinkt wordt, vanaf welke andere pagina's dat gebeurt en met welke tekst. Gezien het enorme aantal mensen dat Google gebruikt om webpagina's te vinden, is het voor aanbieders van materiaal nuttig om hoog in de zoekmachine vermeld te worden. Dit noemt men search engine optimization (SEO). Daarbij worden er methoden gebruikt om kunstmatig de 'pagerank' van pagina's op Google te verhogen, bijvoorbeeld door het creëren van 'fake' (valse) webpagina's, die slechts dienen om naar andere pagina's te verwijzen, zodat deze een hogere rang krijgen. Google heeft een aantal malen zijn algoritme aangepast om zo het effect van dergelijke praktijken te verminderen of teniet te doen. Harde uitspraken die de plaats van een webpagina in de resultatenlijst van een zoekopdracht voorspellen zijn erg moeilijk en vaak twijfelachtig. Het exacte algoritme van Google wordt namelijk door de makers geheimgehouden en is voor buitenstaanders niet altijd even gemakkelijk te begrijpen. Niemand weet hoe zwaar PageRank doorweegt in het algoritme. De index Elke zoekopdracht doorzoekt in minder dan een seconde een index die 100 miljoen gigabytes groot is en in 2013 was opgebouwd uit bijna 30 biljoen webpagina's. Een groot deel van die pagina's wordt regelmatig bezocht door de spider van Google, Googlebot genaamd. De spider leest de pagina en slaat de gegevens op in de index. De spider is in staat om hyperlinks te volgen, en kan op die manier een groot deel van het web bezoeken. Volgens Google werd op 25 juli 2008 de mijlpaal van 1 biljoen unieke URL's overschreden. Cache Google maakt bij het crawlen (doorzoeken van het wereldwijd web) een kopie van elke pagina (de cache-versie). Als het een tekst is die is opgeslagen als afbeelding, is de cache-versie vaak wel doorzoekbaar en als tekst kopieerbaar. Ook de inhoud van een bestand op een website dat alleen met een speciaal programma kan worden geopend kan zo soms zichtbaar worden gemaakt. Techniek Van meet af aan is ervoor gekozen niet te werken met één grote centrale computer, maar met een netwerk van zeer veel relatief goedkope computers. Googles serverpark bestaat naar schatting uit meer dan 450.000 systemen die zijn opgebouwd uit standaard hardwarecomponenten. De computers staan verspreid over allerlei datacentra. Door clusters redundant uit te voeren kunnen defecte machines eenvoudig vervangen worden. Energieverbruik en kooldioxide-uitstoot Google beweert dat een enkele zoektocht totaal ongeveer 1 kJ of 0,0003 kWh kost en een uitstoot van 0,2 gram CO2 (1 meter rijden met een gemiddelde auto) produceert. De uitgestoten hoeveelheid CO2 wordt onderschreven door 'groene' zoekmachine Ecosia. Boete opgelegd Google Belgium kreeg in 2020 een boete van 600.000 euro opgelegd door de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit omdat het concern niet voldoende heeft gedaan om mensen te schrappen uit het geheugen van de zoekmachine. Bezorgdheden omtrent privacy Zoekopdrachten door zoekmachines, waaronder Google, laten sporen achter. Dit geeft aanleiding tot bezorgdheid over de privacy. Als details van de zoekopdrachten van een gebruiker worden gevonden, kunnen degenen die toegang hebben tot de informatie - voornamelijk overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor wetshandhaving en soortgelijke zaken - in principe conclusies trekken over de activiteiten van de gebruiker. Dit is gebruikt voor de opsporing en vervolging van wetsovertreders; Zo werd een moordenaar gevonden en veroordeeld na het zoeken naar termen als "tips bij het doden met een honkbalknuppel". Een zoekopdracht kan sporen achterlaten op zowel een computer die wordt gebruikt om de zoekopdracht uit te voeren, als in records die door de zoekprovider worden bijgehouden. Wanneer u een zoekmachine gebruikt via een browserprogramma op een computer, kunnen zoektermen en andere informatie standaard op de computer worden opgeslagen, tenzij de browser is ingesteld om dit niet te doen, of ze worden gewist. Opgeslagen termen kunnen worden ontdekt bij forensische analyse van de computer. Een internetprovider (ISP) of zoekmachine-provider (bijv. Google) kan records opslaan die zoektermen relateren aan een IP-adres en een tijd. Of dergelijke logboeken worden bijgehouden, en of wetshandhavingsinstanties er toegang toe hebben, is onderworpen aan wetgeving in verschillende rechtsgebieden en werkpraktijken; de wet kan het vastleggen van verschillende soorten informatie verplicht stellen, verbieden of er niets over zeggen. Sommige zoekmachines, die zich in rechtsgebieden bevinden waar het niet illegaal is, maken er een kenmerk van dat zoekinformatie van gebruikers niet wordt opgeslagen. De trefwoorden die door de functie Automatisch aanvullen worden voorgesteld, tonen een populatie van gebruikersonderzoek dat mogelijk wordt gemaakt door een identiteitsbeheersysteem. Volumes van persoonlijke gegevens worden verzameld via Eddystone-web en proximity beacons. Google is bekritiseerd voor het plaatsen van langetermijncookies op de computers van gebruikers om deze voorkeuren op te slaan, een tactiek waarmee ze ook de zoektermen van een gebruiker kunnen volgen en de gegevens langer dan een jaar kunnen bewaren. Sinds 2012 heeft Google Inc. wereldwijd gecodeerde verbindingen geïntroduceerd voor de meeste van zijn klanten om bestuursrechtelijke blokkades van de commerciële en SEO-service te omzeilen. Zoekopties Google kan met behulp van aanhalingstekens zoeken op hele zinnen. De zoekmachine laat dan alleen pagina's zien waar de ingevoerde woorden meteen na elkaar en in deze exacte volgorde te zien zijn. Als men wil weten hoeveel inwoners bijvoorbeeld Parijs heeft, kan men het beste de volgende zoekopdracht intypen: "Parijs heeft * inwoners". De zoekmachine ziet het sterretje als een joker, dus op die plaats kan van alles staan. Maar als iemand op zijn website de volzin "Parijs heeft stokbrodige inwoners" heeft staan, zal Google die pagina dus ook laten zien. Het kan ook in samenstellingen, bijvoorbeeld: "de snelheid van het licht is * per * "; men vindt dan de snelheid van het licht in meters per seconde maar ook in kilometers per uur. Het is ook mogelijk om met de zoekmachine binnen een site te zoeken. Dit kan door 'site:' in te voeren gevolgd door de naam van de betreffende website, zonder de toevoeging 'www'. De zoekmachine heeft ook de mogelijkheid naar definities te zoeken. Dit kan door 'define:' in te voeren, gevolgd door de zoekterm. Als men bijvoorbeeld een definitie van snelheid zoekt, luidt de betreffende zoekopdracht: define:snelheid. Google heeft ook een ingebouwde calculator. Indien als zoekterm een rekensom (bijvoorbeeld 5 * sqrt(9)) wordt gegeven, komt het antwoord bovenaan in de zoekresultaten te staan. Google kan ook als valuta-calculator gebruikt worden. Om de koers van de dollar tegen de euro te vinden kan bijvoorbeeld "1 dollar in euro" worden ingevoerd als zoekopdracht. Wanneer men de naam van een voetbalclub die in een hoogste landelijke divisie speelt invoert, zal er boven de zoekresultaten de eindstand van de laatst gespeelde wedstrijd staan. Daaronder staat welke club de volgende tegenstander is. Google waarschuwt in de zoekresultaten voor onveilige websites met behulp van Google Safe Browsing. Wanneer men toch op een onveilige link klikt, wordt men omgeleid naar een waarschuwingspagina. Google-bombing Bij sommige woorden die op Google als zoekterm werden ingevoerd konden verrassende resultaten worden geconstateerd. Dit fenomeen, waarbij een relatief kleine groep mensen besluit om bepaalde woorden door te linken naar een uitgekozen website, staat bekend als Google-bombing. Om het miserable failure-resultaat te bereiken, werden bijvoorbeeld maar 32 links gebruikt. Volgens Google is er niets verkeerd met de relevantie. Wanneer de competitiviteit laag ligt, is het niet moeilijk om er hoog voor te scoren. Bij Google-bombing van een algemene en zwaar competitieve term als "SEO" zal dat minder snel lukken. Trivia Bij verjaardagen van belangrijke mensen of speciale gebeurtenissen gebruikt Google soms een toepasselijke variant van het Google-logo op zijn pagina's, een Google Doodle genaamd. Googlewhacking is een spel dat zich baseert op het verkrijgen van één enkele hit op een bepaalde zoekterm. Google bevat verschillende verstopte grapjes, zogenaamde easter eggs. Google ligt al geruime tijd onder vuur vanwege het te gemakkelijk vindbaar maken van torrents voor illegale films of muziek. In oktober 2014 heeft het bedrijf zijn algoritme daarom aangepast: torrentsites worden sindsdien lager gerankt. Zie ook Lijst van zoekmachines Google LLC, het bedrijf achter Google Alphabet Inc., het moederbedrijf van onder meer Google LLC Externe links Nederlandse Google Belgische Google Internationale Google Waarom zou je nog iets leren als je het ook kunt googelen? - Universiteit van Nederland Internetzoekmachine
Zoekopties Google kan met behulp van aanhalingstekens zoeken op hele zinnen. De zoekmachine laat dan alleen pagina's zien waar de ingevoerde woorden meteen na elkaar en in deze exacte volgorde te zien zijn. Als men wil weten hoeveel inwoners bijvoorbeeld Parijs heeft, kan men het beste de volgende zoekopdracht intypen: "Parijs heeft * inwoners". De zoekmachine ziet het sterretje als een joker, dus op die plaats kan van alles staan. Maar als iemand op zijn website de volzin "Parijs heeft stokbrodige inwoners" heeft staan, zal Google die pagina dus ook laten zien. Het kan ook in samenstellingen, bijvoorbeeld: "de snelheid van het licht is * per * "; men vindt dan de snelheid van het licht in meters per seconde maar ook in kilometers per uur. Het is ook mogelijk om met de zoekmachine binnen een site te zoeken. Dit kan door 'site:' in te voeren gevolgd door de naam van de betreffende website, zonder de toevoeging 'www'. De zoekmachine heeft ook de mogelijkheid naar definities te zoeken. Dit kan door 'define:' in te voeren, gevolgd door de zoekterm. Als men bijvoorbeeld een definitie van snelheid zoekt, luidt de betreffende zoekopdracht: define:snelheid. Google heeft ook een ingebouwde calculator. Indien als zoekterm een rekensom (bijvoorbeeld 5 * sqrt(9)) wordt gegeven, komt het antwoord bovenaan in de zoekresultaten te staan. Google kan ook als valuta-calculator gebruikt worden. Om de koers van de dollar tegen de euro te vinden kan bijvoorbeeld "1 dollar in euro" worden ingevoerd als zoekopdracht. Wanneer men de naam van een voetbalclub die in een hoogste landelijke divisie speelt invoert, zal er boven de zoekresultaten de eindstand van de laatst gespeelde wedstrijd staan. Daaronder staat welke club de volgende tegenstander is. Google waarschuwt in de zoekresultaten voor onveilige websites met behulp van Google Safe Browsing. Wanneer men toch op een onveilige link klikt, wordt men omgeleid naar een waarschuwingspagina.
3
zoekresultatenpagina, zoekpagina, zoekresultaten
11,552
MonetaryAmountDistribution
5096290
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20Nederlandse%20termen%20voor%20geldbedragen
Lijst van Nederlandse termen voor geldbedragen
Hieronder volgt een onvolledige lijst van termen voor geldbedragen die voorkomen in het Nederlands. Sinds de invoering van de euro worden deze termen gebruikt voor guldens, dan wel euro's. Termen die specifiek voor één valuta worden gebruikt worden aangegeven met (ƒ) of (€). Deze termen hebben verschillende oorsprongen, zoals het Nederlands, Surinaams, Papiaments, Turks en Marokkaans, en ook Amerikaanse slang. Zie ook Lijst van oude muntsoorten in de Lage Landen Straattaal Nederlands Geld Wikipedia:Incomplete lijsten termen voor geldbedragen
Hieronder volgt een onvolledige lijst van termen voor geldbedragen die voorkomen in het Nederlands. Sinds de invoering van de euro worden deze termen gebruikt voor guldens, dan wel euro's. Termen die specifiek voor één valuta worden gebruikt worden aangegeven met (ƒ) of (€).
1
statistische verdeling, geldbedragen, financiële distributie
431
Rating
2443012
https://nl.wikipedia.org/wiki/Iluocoetes%20elongatus
Iluocoetes elongatus
Iluocoetes elongatus is een straalvinnige vissensoort uit de familie van puitalen (familie) (Zoarcidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1898 door Smitt. De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN als niet bedreigd, beoordelingsjaar 2009. Puitalen IUCN-status niet bedreigd
De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN als niet bedreigd, beoordelingsjaar 2009.
1
beoordeling, evaluatie, waardering
10,993
PaymentService
5392298
https://nl.wikipedia.org/wiki/Batopin
Batopin
Batopin (Belgian ATM Optimisation Initiative) is een Belgische NV die op 10 maart 2020 gezamenlijk opgericht werd door de grootbanken KBC, Belfius, ING België en BNP Paribas Fortis. De vennootschap baat voor de vier deelnemende banken een park van geldautomaten uit onder de neutrale merknaam Bancontact CASH, los van de aandeelhouders. De geldautomaten zullen ook steeds vaker op ‘neutrale’ plaatsen opduiken, los van bankkantoren in bijvoorbeeld shoppingcentra, publieke plaatsen, voormalige (leegstaande) bankkantoren... Batopin heeft de ambitie om 95 procent van de bevolking binnen maximaal 5 kilometer een geldautomaat ter beschikking te stellen. Aanleiding: sectorstudies Febelfin en Deloitte In 2017 bestelde sectorfederatie Febelfin bij Deloitte een studie om een efficiënter beheer van het ruime park geldautomaten in de Belgische sector te onderzoeken. In 2018 bleek uit die studie zoals verwacht dat de automaten de banken (te) veel kosten. Voor een park van bijna 8.800 toestellen van elf banken ging het in 2015/2016 samen om 161 miljoen euro. Dat is 54 eurocent per transactie (geldafhaling of storting). De stijgende kost van waardetransport en de uitbreidende specifieke belastingen die in Wallonië en Brussel op deze toestellen geheven worden, doen de kost toenemen, ook al daalt het gebruik van cash voortdurend. De studie inventariseerde vervolgens meerdere vormen van samenwerking tussen banken, gaande van punctuele samenwerking voor onderhoud of aankoop tot het volledig gezamenlijk beheren onder een neutraal merk in een afzonderlijke vennootschap. Door onenigheid tussen de grootbanken onderling enerzijds en tussen de grootbanken en de kleinere banken anderzijds over de te volgen strategie werd In 2018 geen sector-overkoepelend initiatief opgezet. Jofico: eerste initiatief van een groep kleinere Belgische banken en Bpost De kleinere banken Crelan, AXA Bank, Argenta Groep, vdk bank en overheidsbedrijf Bpost besloten vrij snel na het afspringen van de gesprekken binnen de sector om een specifiek scenario verder uit te werken waarbij een gezamenlijke Joint venture alle automaten zou aankopen, beheren en onderhouden, genaamd "ATM as a service". De automaten zouden op de bestaande locaties blijven bestaan (vaak in de kantoren van de deelnemende banken); de deelnemers beslissen ook autonoom waar ze hun geldautomaten (ATM’s) plaatsen. De banken zullen daarbij ook nog steeds eigen software op de apparaten plaatsen waardoor bankspecifieke diensten kunnen aangeboden blijven. Op 13 november 2019 werd de Belgische joint venture Jofico ('Joint Financial Company') opgericht onder de vorm van een coöperatieve vennootschap. Vier Belgische grootbanken: concurrerend initiatief De grootbanken KBC, Belfius, ING België en BNP Paribas Fortis zagen ondertussen ook in dat samenwerking financieel interessant kan zijn. Zij opteerden echter voor een totaal verschillend en verregaand scenario van samenwerking waarbij alle ATM-gerelateerde activiteiten onder een neutraal merk, vaak buiten de bankkantoren, uitgevoerd worden. Dit project sluit ook sterk aan bij het vergelijkbare Nederlandse initiatief Geldmaat en Bankomat in Zweden. De vier grootste banken gaan ervan uit dat de gerealiseerde besparingen groter zullen uitvallen dan onder Jofico, precies omdat deze samenwerking de mogelijkheid biedt om het aantal (neutrale) apparaten te doen dalen (wat niet het geval is voor de niet-neutrale automaten van de Jofico-deelnemers). De grootbanken willen anderzijds de burger wel garanderen dat er op voldoende korte afstand steeds een ATM beschikbaar is. In tegenstelling tot Jofico zullen de automaten van dit samenwerkingsverband dus geen bankspecifieke toepassingen meer bieden. Wat ze wel bieden is (met kaarten van alle Belgische banken) geldafhaling (inclusief keuze van coupures) en PIN-code verandering, en (voor klanten van de vier grootbanken) geldstorting en uitvraging van rekeningsaldo. Geen giro's want "dat kost te veel tijd en er zijn andere manieren geld over te schrijven". De samenwerking tussen de grootbanken grijpt zo terug naar de situatie die bestond eind vorige eeuw toen alle bankautomaten in de buitengevels van banken eigendom waren van het bankoverkoepelende Bancontact-Mister Cash. Op 8 januari 2020 maakten die betrokken banken hun initiatief bekend via een gemeenschappelijk persbericht . Eind mei 2020 raakte bekend dat de grootbanken de vennootschap Batopin (Belgian ATM Optimisation Initiative) opgericht hadden. Kris De Ryck, die vroeger CEO was van Bancontact en op dat moment de inlogapp Itsme (Belgian Mobile ID) leidde, werd CEO van Batopin . Batopin bekwam later de licentie als betalingsdienst-aanbieder bij de Nationale Bank. Op 1 juni 2023 werd Kris De Ryck als CEO vervangen door Jeroen Ghysel, onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder (Nationale Bank van België) . Impact COVID-19 op cashgebruik Het uitbreken van de COVID-19-crisis en de vrees dat het virus zich kon verspreiden via bankbiljetten had voor gevolg dat veel retailers opriepen om elektronisch te betalen. Volgens een analyse van ING België en BNP Paribas Fortis daalde het aantal cash betalingen en ook de daaraan gekoppelde geldafhalingen aan geldautomaten aanzienlijk. Na de lock-down haalden Belgen bij minder dan een op de vier aankopen nog cash geld uit hun portemonnee. Vóór de lockdown gebeurde nog een derde van de betalingen met cash . Deze evolutie maakt de te realiseren schaalvoordelen door samenwerking tussen banken nog relevanter. Waarnemers gaan ervan uit dat het initiatief van de grootbanken met relatief minder geldautomaten daardoor het best geplaatst is. Fusie initiatieven Door zowel sectorfederatie Febelfin als de individuele banken wordt op langere termijn een fusie tussen de beide initiatieven niet onmogelijk geacht. Een precieze planning is evenwel onbekend en wordt niet meer verwacht voor 2023. Zie ook Andere Wikipedia pagina's ... Buiten Wikipedia Nieuws, op batopin.be Betalingssysteem Bedrijf met zetel in Brussel
Op 8 januari 2020 maakten die betrokken banken hun initiatief bekend via een gemeenschappelijk persbericht . Eind mei 2020 raakte bekend dat de grootbanken de vennootschap Batopin (Belgian ATM Optimisation Initiative) opgericht hadden. Kris De Ryck, die vroeger CEO was van Bancontact en op dat moment de inlogapp Itsme (Belgian Mobile ID) leidde, werd CEO van Batopin . Batopin bekwam later de licentie als betalingsdienst-aanbieder bij de Nationale Bank. Op 1 juni 2023 werd Kris De Ryck als CEO vervangen door Jeroen Ghysel, onder voorbehoud van goedkeuring door de toezichthouder (Nationale Bank van België) .
1
betalingsdienst, betalingsservice, geldtransferservice
2,381
CableOrSatelliteService
1444517
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gelrevision
Gelrevision
Gelrevision was een bedrijf dat kabeltelevisienetwerken exploiteerde op de Veluwe en in de Achterhoek. Het was een volle dochter van gasbedrijf GAMOG (=GAs Maatschappij Oost Gelderland). Tot begin 1997 werden de kabeltelevisiediensten aangeboden onder de naam GAMOG CAI, maar vooruitlopend op nieuwe ontwikkelingen zoals internet en digitale televisie werden de activiteiten zelfstandiger gemaakt en wijzigde de naam in Gelrevision. Start internet Eind 1997 startte Gelrevision met het aanbieden van internet via de kabel. De pilot begon in Zeewolde in Flevoland. De centrale systemen stonden opgesteld in het ontvangststation van het bedrijf op het terrein van de Generaal Spoorkazerne in Ermelo. Na technische problemen in de beginperiode, waarbij onder andere alle modems vervangen moesten worden door een kleine softwarefout in de modem-firmware, werden daarna ook de andere plaatsen binnen het verzorgingsgebied ontsloten. Het bedrijf gebruikte het kabelmodem platform van Com21. De plaatsen op de Veluwe en Zeewolde werden aangesloten op de centrale systemen in Ermelo terwijl de plaatsen in de Achterhoek gebruik maakten van de systemen in Zevenaar. De verbinding met internet liep destijds via het eigen glasvezel netwerk van Gelrevision vanuit deze twee plaatsten naar Zutphen waar het hoofdkantoor stond. Samenvoeging netwerken Gelrevision werd gevormd door de samenvoeging van veel lokale centrale antennesystemen of kabeltelevisienetwerken die vanaf de jaren zeventig en tachtig in vele gemeenten werden opgezet. Van oorsprong had elk lokaal netwerk zijn eigen ontvangststation bestaande uit een antennemast voor de etherzenders en diverse satellietschotels. De backbone van deze netwerken bestond uit een coax- of kopertrunk. Pas in de tweede helft van de jaren negentig werden de zogenaamde kopertrunks vervangen door glasvezeltrunks, waardoor het mogelijk werd om veel grotere afstanden af te leggen en tevens was het hierdoor mogelijk om direct vanaf het ontvangststation de frequenties te gebruiken zoals die bij de klant gebruikt werden: door de eigenschappen van de oude kopertrunk konden niet de (hoge) frequenties over de trunk worden getransporteerd en werden de zenders op een andere frequentie (middenfrequentie) getransporteerd en in een wijkcentrum omgezet in de eigenlijke frequentie zoals die moest worden afgeleverd bij de klant. Een andere belangrijke verandering die een glasvezel(hoofd)netwerk mogelijk maakte, was de afstand waarover de signalen zonder versterkers konden worden getransporteerd. Hierdoor was het technisch en vooral economisch haalbaar om de oorspronkelijk losse netwerken in elke plaats te koppelen en het aantal ontvangststation drastisch te beperken. Ontvangststations In het netwerk van Gelrevision was na de verglazing nog maar twee ontvangststations in gebruik: Ermelo voor de netwerken op de Veluwe en Zevenaar voor de Achterhoek. Het westelijke ontvangststation in Ermelo had een heel hoge antenne: bij de bouw was die ontworpen om de Belgische publieke zenders te kunnen ontvangen. Dit ontvangststation stond op defensie-terrein (Generaal Spoorkazerne) en met het Ministerie van Defensie waren afspraken gemaakt dat Defensie, indien gewenst, gebruik kon maken van de mast als opstelpunt voor zenders. In de praktijk is hier nooit gebruik van gemaakt: alleen de lokale omroep gebruikte de mast als opstelpunt en later werd de mast ook verhuurd aan diverse mobiele netwerk-aanbieders voor GSM telefonie en straalverbindingen naar andere opstelpunten. Alle andere voormalige ontvangststations werden de lokale kopstations: de radio- en TV-signalen kwamen nu binnen via een glasvezel uit Ermelo of Zevenaar en alleen eventuele lokale omroepen en/of lokale kabelkranten werden op deze locaties ingekoppeld. De antennemasten werden vervolgens als opstelpunten verhuurd aan mobiele telecom-aanbieders voor GSM telefonie en straalverbindingen. Later werden de netwerken nog verder geconsolideerd en uiteindelijk had UPC nog maar twee ontvangststations in gebruik: eentje in Amsterdam en de andere in Zevenaar. Internet kopstations Bij de opzet van internet via de kabel werden de centrale modem-systemen opgesteld in Ermelo en Zevenaar. Deze twee locaties werden in de tweede helft van de jaren 1990 daarvoor ook enorm uitgebreid: van oorspronkelijk een klein hokje van rond de 20 m² naar ruimtes van enkele honderden m². Bij de migratie van proprietykabelmodem-systemen naar DOCSIS verhuisden de centrale systemen (nu CMTS geheten) naar de technische ruimte van UPC in Zutphen. Voor de distributie van de signalen wordt gebruikgemaakt van DWDM waardoor je over een enkel vezelpaar meerdere signalen kan versturen door gebruik te maken van verschillende frequenties. Overname UPC In april 1999 werd Gelrevision overgenomen door Telekabel, wat kort daarna verderging als UPC. Verkoper GAMOG werd in diezelfde periode onderdeel van NUON door het samengaan van NUON, ENW en GAMOG. In de periode daarna werden de diensten van het bedrijf gefaseerd gemigreerd naar Chello diensten van UPC. Het kantoor in Zutphen werd een regiokantoor van UPC. Een jaar later werd ook het in Zutphen gevestigde Tebecai bijna geheel overgenomen waardoor UPC een veel grotere dekking kreeg in de Achterhoek en andere delen van Gelderland Andere diensten Gelrevision, en later dus UPC, bood naast internet uiteraard ook analoge televisie en radio over de kabel. In 1998 en 1999 was Gelrevision aandeelhouder geworden van Mr.Zap, een samenwerkingsverband van kabel-aanbieders om interactieve digitale TV aan te bieden. Later werd dit platform verlaten ten gunste van de eigen digitale TV dienst van UPC. Zakelijke diensten Direct na de introductie van internet over de kabel begon Gelrevision ook klanten aan te trekken in de zakelijke markt. Naast zakelijke abonnementen voor internet bood het bedrijf ook andere diensten aan zoals vaste verbindingen, ATM netwerken en verhuur van haar antennemasten als opstelpunten voor gsm-aanbieders. Het eigen glasvezelnetwerk van het bedrijf, wat primair was aangelegd voor de distributie van de TV- en radio-signalen werd hierdoor efficiënter gebruikt. Ook het eigen SDH netwerk van Gelrevision werd gebruikt om deze diensten aan te bieden. Ook bood Gelrevision op beperkte schaal hosting- en housing-diensten: mail en websites van voornamelijk regionale bedrijven draaiden op servers in het datacentre in Zutphen op de servers van Gelrevision of eigen servers van klanten. Al deze diensten zijn later overgezet naar Priority: de aanbieder van zakelijke diensten van UPC. Referenties Internet Televisie
Gelrevision was een bedrijf dat kabeltelevisienetwerken exploiteerde op de Veluwe en in de Achterhoek. Het was een volle dochter van gasbedrijf GAMOG (=GAs Maatschappij Oost Gelderland). Tot begin 1997 werden de kabeltelevisiediensten aangeboden onder de naam GAMOG CAI, maar vooruitlopend op nieuwe ontwikkelingen zoals internet en digitale televisie werden de activiteiten zelfstandiger gemaakt en wijzigde de naam in Gelrevision.
2
kabeltelevisie, satelliettelevisie, mediadiensten
9,628
ImageGallery
1615164
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Barcelona%20Fran%C3%A7a
Station Barcelona França
Station Barcelona França (Catalaans: Estació de França, Spaans: Estación de Francia, letterlijk "Frankrijkstation") is een belangrijk spoorwegstation in Barcelona. Estació de França is het op een na drukste spoorwegstation van de stad na Barcelona-Sants wat betreft reizigersaantallen voor regionale en langeafstandstreinen. Historie en architectuur Het eerste station dat hier gebouwd werd dateert uit de 19e eeuw en was toen het eindstation voor treinen uit Frankrijk (wat de naam dus verklaart), maar er waren ook lijnen naar Noord- en Oost-Catalonië en naar de Costa Brava. Het stationsgebouw werd verbouwd en opnieuw geopend voor de wereldtentoonstelling van 1929. De twee monumentale gebouwen die samen het station vormen zijn ontworpen door architect Pedro Muguruza en geopend door Alfons XIII van Spanje. De sporen zijn omgeven door een soort 'U'. De afmetingen samenvattend is het station 29 meter hoog en 195 meter lang. Het station wordt algemeen gezien als het mooiste van de stad. Dit wordt ingegeven door de ingetogen mix van klassieke en moderne stijlen, compleet met decoratie in marmer, brons en kristal en Catalaans-modernistische en art-deco-motieven. Vanaf de jaren 80 is het station een van de weinige die nog geheel bovengronds is. Alle andere stations van Barcelona liggen geheel of gedeeltelijk ondergronds. Een deel van het originele gebouw behoort tot de Universiteit Pompeu Fabra als "façadegebouw". Lijnen Het station heeft 12 sporen en 7 perrons. Het is het eindpunt van een aantal RENFE-lijnen: Rodalies Barcelona: R10 - de trein om het half uur naar de luchthaven Barcelona-El Prat via het centrum van Barcelona (Passeig de Gràcia en Sants), Middellange afstand: Ca1, Ca3, Ca4, Ca6 Arco-treinen naar Valencia. Het station was het eindpunt van internationale lijnen zoals de nachttrein Trenhotel naar Frankrijk (tot aan Parijs), Zwitserland en Italië). Bovendien wordt het station vaak gebruikt als uitwijkplaats als andere delen van het spoornetwerk onderhouden worden. Zo kreeg het gedurende de winter van 2008, tijdens werkzaamheden aan de Arago-tunnel, een grote hoeveelheid ritten van andere lijnen te verwerken. Locatie en de metro van Barcelona Het station ligt aan de oostzijde van de stad, tussen de haven en de dierentuin. Hoewel het geen eigen metrostation heeft is het makkelijk te bereiken. Lijn 10 van de korte afstandstrein Rodalies rijdt rechtstreeks vanaf het centrum (Sants and Passeig de Gràcia). Zie ook Lijst van spoorwegstations in Barcelona Lijst van spoorwegstations van Rodalies Barcelona Externe links Estació de França op Catalunya Turisme Estació de França op Todotrenes.com Uitgebreide fotogalerij op Trenscat.com Barcelona F Barcelona França Bouwwerk in Barcelona
Externe links Estació de França op Catalunya Turisme Estació de França op Todotrenes.com Uitgebreide fotogalerij op Trenscat.com
1
fotogalerij, beeldgalerij, afbeeldingenpagina
2,530
HardwareStore
1696737
https://nl.wikipedia.org/wiki/Obi%20%28bouwmarkt%29
Obi (bouwmarkt)
Obi is een bouwmarktketen in diverse Europese landen. Obi werd in 1970 opgericht. Het hoofdkantoor is gevestigd in Wermelskirchen, Duitsland. Filialen : 334 : 53 : 31 : 29 : 22 : 11 : 9 : 4 : 2 Duitse bouwmarkt Economie in Noordrijn-Westfalen Wermelskirchen
Obi is een bouwmarktketen in diverse Europese landen. Obi werd in 1970 opgericht. Het hoofdkantoor is gevestigd in Wermelskirchen, Duitsland.
1
bouwmarkt, gereedschapswinkel, kluswinkel
10,724
ControlAction
46345
https://nl.wikipedia.org/wiki/Live-cd
Live-cd
Een live-cd is een besturingssysteem opgeslagen op een zelfstartende cd-rom. Het besturingssysteem kan worden gebruikt zonder installatie op een harde schijf. Na uitname van de cd-rom kan de computer weer normaal starten met het op de harde schijf aanwezige besturingssysteem. Naast live-cd's komen er steeds meer live-dvd's en andere live-systems. Daar past meestal meer op, voor het overige is de werking hetzelfde. Toepassingen Een live-cd heeft de volgende toepassingen: De meest gebruikte toepassing is om kennis te maken met een ander besturingssysteem, zonder dat het eerst geïnstalleerd hoeft te worden. Een live-cd kan gebruikt worden ter controle van de computer. Doordat er niets op de harde schijf wordt geschreven, kunnen veilig de gegevens op de computer bekeken worden. Wanneer een computer vanwege technische of softwaregebreken niet meer goed van de harde schijf start (of zelfs helemaal niet meer wil starten), biedt de live-cd vaak uitkomst op twee manieren: Enerzijds kan men gewoon verder werken (onafhankelijk van de harde schijf); Anderzijds kan men softwareproblemen op de harde schijf oplossen of belangrijke bestanden vanaf de harde schijf op bijvoorbeeld een USB-stick veiligstellen. De live-cd als probleemoplosser wordt ook wel "rescue cd" genoemd. Een live-cd kan gebruikt worden als reclamemateriaal, om bijvoorbeeld een presentatie te laten zien. Bij gebruik van computers die door meerdere personen worden gebruikt, kan men een live-cd gebruiken om altijd dezelfde systeeminstellingen te houden. Gebruik Een live-cd start iedere keer op dezelfde manier. Het starten duurt wat langer, omdat alle aanwezige hardware afgezocht en ingesteld moet worden. Omdat een cd-rom langzamer is dan een harde schijf, is het werken met een live-cd wat langzamer. Daarnaast kan het starten van programma's langer duren, omdat deze meestal gecomprimeerd op de schijf staan. Omdat de automatische herkenning van de hardware niet altijd goed gaat, hebben sommige live-cd's de mogelijkheid om bepaalde instellingen op een ander medium (diskette of USB-stick) te schrijven. Bij het starten worden dan de gegevens vanaf dat medium gebruikt. Het nadeel van een live-cd is dat gegevens niet zomaar opgeslagen kunnen worden. Daar zijn verschillende oplossingen voor. Zo kan (een deel van) de harde schijf beschreven worden, zodat bijvoorbeeld gemaakte brieven gewoon opgeslagen kunnen worden. Daarnaast is het mogelijk om een live-cd te gebruiken in combinatie met een USB-stick of een diskette om nieuwe gegevens op te kunnen slaan. Een bijzondere oplossing is de "multi-sessie live-cd", hierbij worden alle gewijzigde instellingen (zoals instellingen voor een printer) en de eigen documenten op dezelfde Live-cd geschreven bij het afsluiten van de computer. Puppy Linux bijvoorbeeld heeft die mogelijkheid. Op deze manier blijven instellingen en bestanden bewaard en is er geen verschil meer met werken op een harde schijf. Puppy Linux voegt daarbij steeds een nieuwe sessie toe aan de eenmalig beschrijfbare cd-rom, waardoor deze wel op een gegeven moment vol raakt. Een andere oplossing is het gebruik van het bestandssysteem UnionFS waarbij niet alleen gewijzigde instellingen, maar ook compleet nieuw geïnstalleerde pakketten opgeslagen worden op een speciaal gebied van de harde schijf. Zo kan zelfs een live-cd opgewaardeerd worden. Soorten Voor Linux bestaan vele live-cd's, waarvan Knoppix de bekendste is. Voor BSD bestaan ook Live-cd's, maar dit is minder gebruikelijk. Linux Gebaseerd op Debian, hier bestaan er zeer veel van. Knoppix Knoppix for Kids Games Knoppix Damn Small Linux Gnoppix Ubuntu/Kubuntu/Edubuntu sidux Gebaseerd op Slackware Linux NimbleX Nonux SLAX Gebaseerd op Mandrake SAM PCLinuxOS MCNLive Berkeley Software Distribution (BSD) DragonFly BSD FreeSBIE Windows BartPE (enkel voor eigen gebruik) Gebaseerd op Solaris OpenSolaris Populariteit van Linux bij Live-cd's Bij Live-cd's is Linux veruit het meest gebruikte besturingssysteem om de volgende redenen: Er zijn verschillende vrij te gebruiken Linuxdistributies. Deze mogen door iedereen gratis worden gebruikt. Linux is compatibel met alle typen bestandssystemen, en kan hiermee werken. Windows ondersteunt bijvoorbeeld HFS+ van Mac niet, en Mac kan geen gegevens naar NTFS van Windows schrijven (er wel vanaf lezen). Linux gebruikt veel drivers voor hardware in de kernel of in bijgevoegde bestanden. Tijdens het opstarten kijkt Linux iedere keer opnieuw welke drivers nodig zijn. Daardoor zal Linux op veel computers werken, zonder dat een aparte driver geïnstalleerd hoeft te worden. Mogelijke vormen van een Live-cd Een normale cd-rom met 650 MB of 700 MB heeft voldoende ruimte voor een besturingssysteem met een webbrowser, een tekstverwerker, e-mail, etc. Het is natuurlijk ook mogelijk om een dvd van 4,7 GB of 8,5 GB te gebruiken, waardoor veel meer programma's op de schijf geplaatst kunnen worden. Live USB Vanaf ongeveer 2003 hebben USB-sticks voldoende geheugen om daarop ook een volledig zelfstartend besturingssysteem te plaatsen. De meeste computers kunnen vanaf 2005 opstarten vanaf een dergelijke USB-stick (dit vereist meestal een kleine aanpassing in het BIOS). Zo'n USB-stick wordt Live USB genoemd. De live-cd wordt in 2010 nog veel gebruikt. Maar steeds meer wordt de USB-stick gebruikt om een besturingssysteem op te plaatsen. Bij Ubuntu, een populaire Linuxdistributie, is een optie in het menu aanwezig om een opstartbare USB-stick te maken. Er is echter nog geen gestandaardiseerde manier om van een bestand dat gedownload is een opstartbare USB-stick te maken. Hiervoor wordt meestal een programma gebruikt, gericht op een bepaald besturingssysteem. Er zijn echter ook universele programma's beschikbaar zoals UNetbootin of Universal USB Installer. Zie ook SYSLINUX Lijst van Linuxdistributies Externe links Lijst van actieve Linuxdistributies, inclusief live-cd's. Uitgebreide lijst van live-cd's bij FrozenTech. Besturingssysteem
Een live-cd is een besturingssysteem opgeslagen op een zelfstartende cd-rom. Het besturingssysteem kan worden gebruikt zonder installatie op een harde schijf. Na uitname van de cd-rom kan de computer weer normaal starten met het op de harde schijf aanwezige besturingssysteem. Naast live-cd's komen er steeds meer live-dvd's en andere live-systems. Daar past meestal meer op, voor het overige is de werking hetzelfde.
3
besturing, controleactie, apparaatbeheer
7,396
SubwayStation
2876064
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gare%20-%20Jean-Lebas
Gare - Jean-Lebas
Gare - Jean-Lebas is een metrostation aan lijn 2 van de metro van Rijsel, gelegen in de Franse stad Roubaix. Het metrostation bevindt zich naast het station Roubaix. Het metrostation werd op 18 augustus 1999 geopend en is vernoemd naar het treinstation en de Boulevard Jean-Lebas waaronder het station ligt. Het ontwerp is van de architect Jean-Charles Huet. Men kan vanuit het metrostation overstappen op drie buslijnen (21, 25 en 27), alsmede op de regionale TER Nord-Pas-de-Calais en de Train à Grande Vitesse. Omgeving Station Roubaix Museum La Piscine Zie ook Metro van Rijsel Roubaix Station van de metro van Rijsel
Gare - Jean-Lebas is een metrostation aan lijn 2 van de metro van Rijsel, gelegen in de Franse stad Roubaix. Het metrostation bevindt zich naast het station Roubaix. Het metrostation werd op 18 augustus 1999 geopend en is vernoemd naar het treinstation en de Boulevard Jean-Lebas waaronder het station ligt. Het ontwerp is van de architect Jean-Charles Huet. Men kan vanuit het metrostation overstappen op drie buslijnen (21, 25 en 27), alsmede op de regionale TER Nord-Pas-de-Calais en de Train à Grande Vitesse.
4
metrostation, ondergrondse, metrohalte
8,493
Organization
136871
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20Nederlandse%20universitaire%20studieverenigingen
Lijst van Nederlandse universitaire studieverenigingen
Dit is een lijst van Nederlandse universitaire studieverenigingen. Het primaire doel van deze studieverenigingen is een academische of wetenschappelijke functie te vervullen, namelijk het bieden aan de leden van een kader dat behulpzaam is voor het optimaal studeren en het succesvol afsluiten van de studie. Ook op het hoger beroepsonderwijs bestaan studieverenigingen. Zie Lijst van hbo-studieverenigingen. Onderstaande opsomming bevat de Nederlandse studieverenigingen, in sommige steden ook wel faculteitsvereniging of dispuut genoemd. Landelijke verenigingen AJV - voor rechtenstudenten Open Universiteit EGEA - geografie ESTIEM - technische bedrijfskunde European Law Students' Association - rechten Foundation Real Estate Students Holland - vastgoed International Federation of Medical Students' Associations - the Netherlands, internationale studentenvereniging voor medische studenten, actief op alle acht medische faculteiten Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging - (bio)farmacie Landelijk Orgaan Onderwijskunde en Pedagogiek - onderwijskunde en pedagogische wetenschappen Marketing Associatie Nederland Studenten Physica in Nederland - natuurkunde en natuurkundige studies SSPN - psychologie Sectie Psychologie Studenten - Nederlands Instituut van Psychologen (SPS-NIP) - Psychologie University College Student Representatives of the Netherlands (UCSRN) Vereniging van Accountancy Studenten Wiskunde en Informatica Studieverenigingen Overleg - wiskunde en informatica studies UniPartners - studievereniging voor geïnteresserden in consultancy Amsterdam |} Technische Universiteit Delft |} Technische Universiteit Eindhoven |} Universiteit Twente |} Rijksuniversiteit Groningen |} Universiteit Leiden |} Universiteit Maastricht SCOPE - Business en Economics Concordantia - European Studies DEMOS - Maastricht Graduate School of Governance EFM Academy - Economische Faculteit: International Business, Economics ELSA Maastricht - Rechten FIRST - Fiscaal recht en fiscale economie Gaius - Rechten IES Network - International Economic Studies en Infonomics Jurist in Bedrijf - Rechten Luna-tik - Psychologie Maastricht Students For Liberty - Filosofie, Politiek, Economie MSV Incognito - Kennistechnologie MSV Santé - Gezondheidswetenschappen Nobilis - Business School Notenboom Orakel - Cultuurwetenschappen Ouranos - Rechten MSV Pulse - Geneeskunde SA Helix - Biomedische wetenschappen Asklepios - Arts-klinisch onderzoeker T.S.C. 'William Murdoch' - Technologie UCMSA Universalis - Liberal Arts and Sciences SCOPE Vectum - Econometrie Radboud Universiteit |} Erasmus Universiteit Rotterdam |} Universiteit van Tilburg Universiteit Utrecht |} Universiteit voor Humanistiek Studievereniging voor Humanistiek - Humanistiek Middelburg: University College Roosevelt Roosevelt All Student Association - Liberal Arts and Sciences Wageningen University Apollo - Gezondheid en Maatschappij Aktief Slip - Milieuwetenschappen M.S.V. Alchimica - Moleculaire Levenswetenschappen BVW Biologica - Biologie CODON - Biotechnologie Di-Et-Tri - Voeding en gezondheid Genius Loci - Landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning Heeren XVII - Agrotechnologie Ipso Facto - Internationale Ontwikkelingsstudies, Communicatiewetenschappen Mercurius Wageningen - Bedrijfs- en consumentenwetenschappen, Economie en Beleid Nicolas Appert - food technology Nitocra - International land and water management Pyrus - Bodem, water, atmosfeer Semper Florens - Plantenwetenschappen, Plant Biotechnologie en Biologische Landbouw Studentenoverleg Ecologische Landbouw - Biologische productiewetenschappen Studievereniging "De Veetelers" - Dierwetenschappen WSBV Sylvatica - Bos- en Natuurbeheer MADE IT - Metropolitan Analysis Design and Engineering Nyenrode Business Universiteit Nieuwe Compagnie van Verre - Economie Nederlandse universitaire Studieverenigingen Nederlandse Universitaire studieverenigingen Faculteitskring Studievereniging in Nederland Universitaire
AJV - voor rechtenstudenten Open Universiteit EGEA - geografie ESTIEM - technische bedrijfskunde European Law Students' Association - rechten Foundation Real Estate Students Holland - vastgoed International Federation of Medical Students' Associations - the Netherlands, internationale studentenvereniging voor medische studenten, actief op alle acht medische faculteiten Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging - (bio)farmacie Landelijk Orgaan Onderwijskunde en Pedagogiek - onderwijskunde en pedagogische wetenschappen Marketing Associatie Nederland Studenten Physica in Nederland - natuurkunde en natuurkundige studies SSPN - psychologie Sectie Psychologie Studenten - Nederlands Instituut van Psychologen (SPS-NIP) - Psychologie University College Student Representatives of the Netherlands (UCSRN) Vereniging van Accountancy Studenten Wiskunde en Informatica Studieverenigingen Overleg - wiskunde en informatica studies UniPartners - studievereniging voor geïnteresserden in consultancy
6
organisatie, bedrijf, vereniging
7,265
PerformAction
4588274
https://nl.wikipedia.org/wiki/Animagique
Animagique
Animagique was een liveshow die werd opgevoerd in het Animagique Theater in het Walt Disney Studios Park in Disneyland Paris. De show ging van start op 16 maart 2002 tegelijkertijd met de opening van het tweede park van het resort. Op 31 januari 2016 werd de laatste uitvoering van de show gegeven, daarna stopte de show definitief, op 2 juli 2016 werd Animagique vervangen door de nieuwe show Mickey and the Magician. Verhaal De show begint met Mickey Mouse en Donald Duck die op een schildersezel de mooiste tekeningen proberen te maken, Mickey heeft een sleutel bij zich die van een kluis is, Donald wil proberen de sleutel van hem af te pakken, maar steeds probeert Mickey hem tijdens het tekenen in de gaten te houden, totdat Mickey uitgeput wegloopt. Dan pakt Donald stiekem de sleutel en maakt hij de deur van de kluis open. In de kluis komt Donald pijlen tegen die hem de weg wezen waar hij naartoe moet. Uiteindelijk komt hij in een kamer waar zich filmrollen bevinden; het zijn filmrollen van bekende Disneyklassiekers. Hierdoor komen er diverse personages tevoorschijn, zoals de roze olifanten uit Dombo, Baloe en Koning Louie uit Jungle Boek, Sebastiaan uit De kleine zeemeermin en personages uit De Leeuwenkoning. Na hun uitvoeringen keert Donald weer terug naar de studio's. Aan het einde van de uitvoering komt Mickey terug van zijn rustuurtje en hij ziet dat iemand de deur van de kluis heeft geopend. Donald komt dan uit de kluis en vertelt Mickey over de dingen die hij daar heeft gezien, maar Mickey gelooft hem niet, totdat Baloe, Koning Louie en Rafiki de kluis uit komen. Mickey, Donald en de rest van de groep zingen voor het publiek een afscheidslied. Trivia Mickey Mouse en Sebastiaan waren de enige personages die tijdens de uitvoering Frans spreken, de rest van de personages spraken tijdens de uitvoering Engels. De poppen van Jonge Simba, Jonge Nala en Zazu zijn een geschenk uit Walt Disney World. Deze poppen werden in Disney World gebruikt voor de show The Legend of the Lion King. De show draaide tweemaal per uur en duurde twintig minuten. Attractie in Walt Disney Studios Park
Na hun uitvoeringen keert Donald weer terug naar de studio's. Aan het einde van de uitvoering komt Mickey terug van zijn rustuurtje en hij ziet dat iemand de deur van de kluis heeft geopend. Donald komt dan uit de kluis en vertelt Mickey over de dingen die hij daar heeft gezien, maar Mickey gelooft hem niet, totdat Baloe, Koning Louie en Rafiki de kluis uit komen. Mickey, Donald en de rest van de groep zingen voor het publiek een afscheidslied.
2
optreden, uitvoering, performance
10,043
BreadcrumbList
1892897
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoor%20%28overblijfsel%29
Spoor (overblijfsel)
Een spoor is een blijk van eerdere aanwezigheid. In enge zin is het een afdruk in de grond, bijvoorbeeld van schoenen, voeten, poten of banden. Meer algemeen worden ook andere veranderingen op een locatie of route sporen genoemd, en, nog algemener, ook andere aanwijzingen voor te achterhalen informatie. Onder meer ook dieren kunnen afdrukken achterlaten in het oppervlak waarover ze zich voortbewegen, zoals zand of sneeuw. Bijvoorbeeld slakken laten via een slijmspoor hun geur achter. Aan de karakteristieke patronen en voetafdrukken is het vaak mogelijk een soort te identificeren. Onder bepaalde omstandigheden kunnen de sporen gefossiliseerd worden en zo een sporenfossiel vormen. Het spoorzoeken houdt zich bezig met het vinden en volgen van sporen. Bijvoorbeeld geknakte en gebogen takken, platgetrapt gras en uitwerpselen kunnen worden gebruikt om de prooi op te sporen. De forensische wetenschap houdt zich vooral bezig met sporen van misdrijven, waaronder DNA, vingerafdrukken, haren, huidschilfers, bloedsporen en bandensporen. Een daderspoor is een spoor van een dader van een misdrijf. Vaak is er in eerste instantie een mogelijk daderspoor, bijvoorbeeld een spoor van een mogelijke dader van een gegeven misdrijf, of een spoor van iemand die betrokken is bij een incident waarbij er mogelijk sprake is van een misdrijf. Zie ook Voetafdrukken van Happisburgh, voetafdrukken van vroege mensachtigen Voetafdrukken van Neanderthaler Broodkruimelnavigatie Digitaal sporenonderzoek Jacht Onderzoek
Zie ook Voetafdrukken van Happisburgh, voetafdrukken van vroege mensachtigen Voetafdrukken van Neanderthaler Broodkruimelnavigatie Digitaal sporenonderzoek
1
broodkruimelnavigatie, navigatiepad, breadcrumb-lijst
12,244
Plumber
2546632
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lindtse%20kerk
Lindtse kerk
De Lindtse Kerk is een kerk aan de Develweg in Zwijndrecht. Oorspronkelijk was het de kerk van het dorp Groote Lindt. Het oorspronkelijke kerkgebouw stamt uit de 14e eeuw (waarschijnlijk 1331). Het was een bakstenen kruiskerk met ondiepe dwarsarmen, een driezijdig gesloten koor en een westtoren uit de 13e eeuw. In 1846 werd de bouwvallige stomp van de toren afgebroken en daarvoor in de plaats kwam een spitse toren, zonder wijzerplaat. Op 1 maart 1912 is de kerk geheel afgebrand, naar alle waarschijnlijkheid tijdens werkzaamheden van een loodgietersbedrijf. Op 28 september 1912 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. Voor de herbouw van de nieuwe Lindtse kerk waren de financiële middelen gering: Fl. 19.650,- (incl. toren). Daarom werd besloten de preekstoel en de banken te beitsen en de aankleding van de kerk moest sober worden. De Lindtse kerk is een typische preekkerk: banken, stoelen en gaanderij zijn op de preekstoel gericht. Direct naast de kerk ligt de pastorie die uit de tweede helft van de negentiende eeuw dateert. In de voortuin staat een fraaie kastanjeboom die mede het plein voor de kerk siert. Het kerkgebouw ligt op ruime afstand van de Develweg zodat aan de voorzijde een plein is ontstaan. De Lindtse kerk is sinds 2000 een rijksmonument. Gemeente De Kerk biedt plaats aan de PKN-gemeente Groote Lindt Nederhoven Heer Oudelands Ambacht. Elke zondag is er dienst om 10.00 uur en door de week zijn er activiteiten in het bijgebouw. Externe links De Vergulde Swaen: Lindtse Kerk Gemeente Groote Lindt Nederhoven Heer Oudelands Ambacht Kerkgebouw in Zwijndrecht Rijksmonument in Zwijndrecht Protestants kerkgebouw in Nederland
Op 1 maart 1912 is de kerk geheel afgebrand, naar alle waarschijnlijkheid tijdens werkzaamheden van een loodgietersbedrijf. Op 28 september 1912 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. Voor de herbouw van de nieuwe Lindtse kerk waren de financiële middelen gering: Fl. 19.650,- (incl. toren). Daarom werd besloten de preekstoel en de banken te beitsen en de aankleding van de kerk moest sober worden.
1
loodgieter, installatiebedrijf, sanitairtechnicus
1,479
Movie
686589
https://nl.wikipedia.org/wiki/Coup%20de%20torchon
Coup de torchon
Coup de Torchon is een Franse psychologische thriller uit 1981 onder regie van Bertrand Tavernier. Het verhaal is gebaseerd op dat uit de roman Pop. 1280 van Jim Thompson, maar de locatie van een dorp in het zuiden van de Verenigde Staten is vervangen door die van een Franse kolonie in West-Afrika. De film werd genomineerd voor tien Césars - waaronder die voor beste film - en voor de Oscar voor beste niet-Engelstalige film, maar verzilverde deze nominaties geen van alle. Coup de torchon werd wel uitgeroepen tot de beste film van 1982 door het French Syndicate of Cinema Critics. Verhaal Lucien Cordier is de enige politieman in 1938 in een Afrikaans dorp in een Franse kolonie. Hij wordt alleen door haast niemand gerespecteerd. Zijn vrouw Huguette bedriegt hem met een minnaar die ze als haar broer Nono voorstelt. De plaatselijke pooiers behandelen hem als een onbenul. De enige industrieel van het dorp, monsieur Vanderbrouck, heeft al een tijd geleden privaten onder zijn huis gezet en weigert ze te verhuizen. Cordier vindt alleen troost bij zijn minnares Rose. Als hij zich op een dag gaat beklagen over de twee pooiers bij zijn overste, wordt hij ook daar minachtend behandeld. Daarmee breekt er iets in hem. Cordier verandert van het één op het andere moment van een zacht ei in een koelbloedige moordenaar, die achter zijn kwelgeesten aangaat. Zijn eerste slachtoffers zijn de twee pooiers die hij opzoekt en neerknalt. De lijken gooit hij in de rivier. Hij speelt het zo dat de eerste verdachte zijn overste is, mochten de lijken ooit opduiken. Zijn volgende slachtoffer is de man van Rose, die hij zonder veel scrupules opruimt. Als tussendoortje zorgt hij ervoor dat monsieur Vanderbrouck in een van zijn eigen privaten duikelt. Zonder veel erg overigens, maar het incident volstaat om ervoor te zorgen dat de storende privaten opgeruimd worden. Cordier is nog niet tevreden met de opschoning van zijn omgeving. Hij laat Rose een revolver kopen, leert haar schieten en lokt daarna een ruzie uit tussen Rose en zijn vrouw en haar minnaar, met noodlottige gevolgen. De enige uit zijn omgeving die Cordier spaart en bij wie hij echte troost vindt, is de nieuwe onderwijzeres die in het dorp aankomt vlak nadat Cordier vernederd is bij zijn overste. Het is via deze onderwijzeres dat de kijker meer inzicht krijgt in wat Cordier drijft en kwelt. Rollen Philippe Noiret : Lucien Cordier Isabelle Huppert : Rose Jean-Pierre Marielle : Le Péron en zijn broer Stéphane Audran : Huguette Cordier Guy Marchand : Chavasson Eddy Mitchell : Nono Irène Skobeline : Anne, de schooljuf Michel Beaune : Vanderbrouck Jean Champion : de pastoor Victor Garrivier : Mercaillou Gérard Hernandez : Leonelli Inspiratie De film is gebaseerd op het boek Pop. 1280 van Jim Thompson, dat zich afspeelt in het zuiden van de Verenigde Staten. Tavernier kende het boek ruim tien jaar, voor hij zichzelf capabel achtte het te bewerken tot scenario en te verfilmen, met Jean Aurenche. Het idee om de locatie te verhuizen van Amerika naar Afrika kreeg Tavernier na het lezen van het boek Voyage au bout de la nuit van Céline. Externe links Franse film Cultfilm Thriller (film) Misdaadfilm Komische film Film uit 1981 Film naar een werk van Jim Thompson Film van Bertrand Tavernier
Franse film Cultfilm Thriller (film) Misdaadfilm Komische film Film uit 1981 Film naar een werk van Jim Thompson Film van Bertrand Tavernier
8
film, bioscoopfilm, speelfilm
12,228
PerformanceRole
2977474
https://nl.wikipedia.org/wiki/Saban%27s%20Adventures%20of%20the%20Little%20Mermaid
Saban's Adventures of the Little Mermaid
Saban's Adventures of the Little Mermaid (originele titel: Ningyo Hime Marina no Boken) is een animatieserie voor de jeugd uit 1991 van de Japanse producent Fuji. De serie werd in datzelfde jaar bewerkt voor een Amerikaans publiek door Saban. Het verhaal is gebaseerd op het sprookje De kleine zeemeermin van Hans Christian Andersen. In Vlaanderen verscheen de reeks op VTM bij TamTam. Verhaallijn Als de zeemeermin Marina prins Justin van het gevaar redt, wordt ze verliefd op hem en verlangt ze ernaar een mens te worden. Rolverdeling Met de stemmen van onder anderen: Afleveringen Return to the Sea In the Wrong Hands Water Water Everywhere A Leopard and Her Spots Lothar's Revenge What's Cookin'? Be Careful What You Wish A Day In the Country Safe Deposit Sugar and Spice A Friend Indeed Song of the Sea Witch The Valley of the Volcanoes Quest for the Golden Tablet A Case of Mistaken Identity Beauty and the Beastly Prince A Man's Beast Friend Is His Dogfish A Mortal In Mermaid's Clothing Nature Hike My Bonnie Lies Under the Sea The Trojan Seahorse A Rose By Any Other Name X Marks the Spot One Man's Bread Is Another Man's Poison Hold That Thought Waste Not, Want Not Muziek De originele Japanse leader is getiteld Yumemiru Mermaid (Dromende mermaid), waarvan het woordje 'mermaid' Engels is voor 'zeemeermin'. De eindleader heeft als titel Pearl-no Kimochi (Parelgevoelens). Beide werden uitgevoerd door Yumi Hiroki, bekend als de Japanse stem van Winnie de Poeh, en beide hebben een speelduur van één minuut en dertig seconden. De Amerikaanse leader, die de magische ervaringen onderzee beschrijft, duurt in totaal één minuut en wordt in het Engels gezongen door een zangeres. Trivia In de jaren negentig werd voor VHS een Nederlandstalige versie geproduceerd. Hierop sprak Jody Pijper de stem in van Marina. Minstens twaalf afleveringen werden uitgebracht, verspreid over zes video's onder de titel Saban's Avonturen van de Kleine Zeemeermin. JPS Studio, het hedendaagse JPS Producties, was verantwoordelijk voor de Nederlandse nasynchronisatie van oorsprong geproduceerd en uitgebracht vanaf het jaar 1991. Werd rond 2000 uitgezonden in Nederland door kinderzender Fox Kids in de Engels gesproken versie, Nederlands ondertiteld. Anime Japans kinderprogramma op televisie Programma van Fox Kids Programma van NHK
Rolverdeling Met de stemmen van onder anderen:
1
rol, personage, acteur
5,382
LocalBusiness
164279
https://nl.wikipedia.org/wiki/Loosdorf%20%28Melk%29
Loosdorf (Melk)
Loosdorf is een gemeente in de Oostenrijkse deelstaat Neder-Oostenrijk, gelegen in het district Melk (ME), ten oosten van de gemeente Melk. De gemeente heeft ongeveer 3.800 inwoners. Lokale geschiedenis Er was van ca. 1574 tot 1627 een protestants gymnasium in Loosdorf, "die Hohe Schule" genaamd. Er zijn nog twee originele exemplaren van de statuten van deze school ("die Loßdorffische Schulordnung") bewaard gebleven. Deze zijn in 1574 in Augsburg gedrukt. De school richtte zich met name op de kinderen van de Luthersgezinde adel van Neder-Oostenrijk, waardoor ze uniek was in de regio, maar ze stond volgens de statuten ook open voor niet-adellijken. Van 1843 tot 1874 woonde graaf Antoni Ledóchowski in Loosdorf. Eén dochter van hem, Julia, is als zuster Ursula in 2003 heilig verklaard. Haar zus Maria Teresia is in 1975 zalig verklaard. Hun broer Wladimir was generaal-overste van de Jezuïeten en hun broer Ignacy werd uiteindelijk generaal in het leger van het tijdens zijn leven nieuw opgerichte Polen. Geografie Loosdorf ligt in het dal van de Pielach (een zijrivier van de Donau), in het centrum van Neder-Oostenrijk. De Pielach doorkruist hier het Boheemse Massief en scheidt het Dunkelsteiner Wald van de Hiesberg. De gemeente heeft een oppervlakte van 11,91 km². Het grenst in het noorden aan het Dunkelsteiner Wald, een bosrijk gebied aan de rechteroever van de Donau. Marktgemeinde Loosdorf ligt op een hoogte van 234 meter. Tussen de woonkernen Loosdorf en Sitzenthal ligt de Mühlberg (273 m). Ten zuiden van de Pielach, tussen Loosdorf, Roggendorf en Melk ligt de Wachberg. Woonkernen De gemeente heeft de vijf volgende woonkernen. Het getal tussen haakjes is het inwoneraantal op 31 oktober 2011. De woonkernen Albrechtsberg en Neubach liggen ten noorden van de Pielach; Loosdorf, Sitzenthal en Rohr liggen ten zuiden van de Pielach. De gemeenteraad van Loosdorf (2005-nu) De gemeenteraad van Loosdorf telt 23 zetels. De verdeling van de zetels was van 2005 tot 2010: SPÖ 17 zetels, ÖVP 5 zetels en de FPÖ 1 zetel. In 2010 verloor de SPÖ één zetel aan de FPÖ, zodat de SPÖ in Loosdorf 16 zetels kreeg, de ÖVP 5 en de FPÖ 2. De gemeenteraadsverkiezingen van 25 januari 2015 resulteerden in dezelfde zetelverdeling: SPÖ 16, ÖVP 5 en FPÖ 2 zetels. Monumentale gebouwen De gemeente Loosdorf kent een aantal monumentale gebouwen die op de lijst van Denkmalschutz van Neder-Oostenrijk staan: In Loosdorf: "Das Ledóchowska-Haus" (het Ledóchowska-huis). Het huis waar graaf Antoni Ledóchowski van 1862 tot 1874 met zijn gezin gewoond heeft. In dit huis zijn onder anderen de ordestichtster Maria Theresia Ledóchowska, die in 1975 zalig is verklaard, alsook de ordestichtster Julia (Ursula) Ledóchowska, die in 2003 heilig is verklaard, en Wladimir Ledóchowski, de 26e generaal-overste van de Jezuieten, geboren. Het huis is een paar keer van eigenaar gewisseld. Tegenwoordig is het huis in het bezit van de door Maria Theresia Ledóchowska opgerichte Petrus-Claver-sodaliteit uit Salzburg. "Die Honl-Mühle", de molen van de familie Honl (adres: Mühlbachweg 4). Een oude watermolen aan de Mühlbach ("de Molen-beek"), vroeger gebruikt in de houtzagerij van de familie Honl. Het oudste deel van het huis stamt uit de 15e eeuw. De watermolen hoorde oorspronkelijk bij kasteel Schallaburg. De oudst bekende vermelding van een hofmolen van kasteel Schallaburg is uit het jaar 1391. Het was een van de grootste molens van het Mostviertel. " Das 19er Haus" (het huis van negentien). Een gebouw, waar tegenwoordig het gemeentehuis van Loosdorf in gevestigd is. (adres: Europaplatz 11, Loosdorf). In de zestiende eeuw fungeerde het gebouw als herberg, waar ook paarden gewisseld konden worden. Er zijn zestiende-eeuwse fresco's op de muren overgebleven, die gedeeltelijk te bezichtigen zijn. In de jaren 1990 is het gebouw gerestaureerd en in gebruik genomen als gemeentehuis. In de buurt van het gemeentehuis staat een ijskelder. Vroeger diende deze kelder om ijs uit de winter op slaan voor de rest van het jaar om daarmee levensmiddelen te koelen. Tegenwoordig wordt hij gebruikt voor exposities. De ijskelder staat niet op de lijst van monumenten. De kerk van Loosdorf. Deze is in de zestiende eeuw gebouwd en was tot 1627 een Lutherse kerk. Zijn architectuur is bijzonder voor Oostenrijk, omdat het een overgangsvorm is tussen renaissance en vroege barok. De barokke kerktoren is in 1734 gebouwd. Tegenwoordig is het een katholieke kerk. Hij was oorspronkelijk naar St. Laurentius en Martinus genoemd. In 2011 werd de kerk vernoemd naar St. Laurentius en Maria Theresia Ledóchovska. "Die Hohe Schule" (de hoge school). Dit was van 1574 tot 1627 een Luthers gymnasium voor de adellijke en niet-adellijke protestantse jeugd. Het heeft de vorm van een vierkantshoeve. Oorspronkelijk had het slechts één etage. Rond 1590 werd er een etage bovenop gebouwd. Er loopt een brede gang van het noorden naar het zuiden van het gebouw, waar vroeger koetsen doorheen konden rijden. Er zijn grote Gotische poorten aan beide zijden van de gang. Het plafond van de gang heeft gedrukte kruisgraatgewelven uit de zestiende eeuw. Aan de gang grenst een klein hofje met een oude waterput. Na de sluiting van de school in 1627 werd het pand als woonhuis gebruikt. Het perceel werd in de negentiende eeuw vrij adellijk goed en daardoor vrijgesteld van belasting. Na 1809 kwam het in burgerlijk bezit. Sinds de negentiende eeuw tot de jaren zeventig van de twintigste eeuw waren er aan de binnenplaats kleine winkeltjes gevestigd. De laatste winkeltjes waren een hoedenzaak en een tabaks- en tijdschriftenwinkel. De Lutherse gemeente (evangelische Gemeinde) van Melk huurde van 1952 tot 1995 aan de noordzijde van het gebouw op de begane grond een ruimte die ze als gebedsruimte gebruikte. De eerste etage diende als woonruimte, verdeeld in zes appartementen. Later zijn ook op de begane grond appartementen gecreëerd. Vanaf 1990 konden vakantiegangers een appartement in het huis huren en later meerdere. In 2017 werd het pand aangekocht door een bedrijf dat woningen verhuurt. "Die Sebastianikapelle" (de Sebastiani-kapel). Nu een kapel, vroeger een hospitaal voor burgers, gebouwd in 1730 (adres: Linzer Straße 28,30, Loosdorf). Hier werden vroeger zieken en daklozen opgevangen. "Die Mühlbergkapelle" (de kapel op de Mühlberg, adres: Mühlberg Straße, Loosdorf). "Gasthaus Zum schwarzen Bären" (de herberg Zum schwarzen Bären, adres:Linzer Straße 2, Loosdorf), een café. Een klein religieus bouwwerkje met een beeld van een onbekende heilige. 190px|thumb|rechts|Slot Albrechtsberg In Albrechtsberg: Het renaissanceslot "Albrechtsberg an der Pielach" in Albrechtsberg. De vesting gaat terug tot de tijd rond 1100. Het kasteel is genoemd naar graaf Albrecht von Perg. In 1672 maakt de Oostenrijkse topograaf en geestelijke Georg Mattäus Vischer een lithografie van het kasteel. Toen was het slot groter. Het slot wordt bewoond. Soms worden er activiteiten georganiseerd. In Sitzenthal: Slot "Sitzenthal an der Pielach" in de iets afgelegen wijk Sitzenthal. Men neemt aan dat graaf Sieghard von Schala in het midden van de 12e kasteel Sitzenthal heeft laten bouwen. In 1287 werd Meierhof Sitzenthal aan de abdij van Melk geschonken, die het aan adellijke families in leen gaf. Vaak was het dezelfde adellijke familie als de bezitters van slot Albrechtsberg. Aangrenzende gemeenten Verkeer Wegen Op de de Oostenrijkse snelweg A1, die in Oostenrijk ook wel "Westautobahn" genoemd wordt, is een afslag naar Loosdorf met de aanduiding 74. Het is de enige afslag van de A1 tussen St. Pölten en Melk. De A1 maakt deel uit van de E 60. De B1 gaat door het centrum van Loosdorf. De B1 was vóór de ingebruikname van de A1 de hoofdweg tussen Linz en Wenen. In Loosdorf heeft de B1 van west naar oost de straatnamen Linzer Straße, Europaplatz en Wiener Straße. Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur, buiten de bebouwde kom mag 100 km/uur gereden worden. In het centrum is een kruising tussen de Wachaustraße en de Linzerstraße. De "Pielachtalerradweg", gaat door Loosdorf. Dit is een toeristische route voor fietsers en ander verkeer door het dal van de Pielach, die iets ten oosten van Melk in de Donau uitmondt. Gemarkeerde wandelroutes naar onder andere de Schallaburg. Openbaar vervoer Loosdorf heeft een onbemand treinstation (Loosdorf B.Melk) met een kaartjesautomaat, aan de Spoorlijn Wenen - Salzburg ("die Westbahn"), waar lokale treinen van de ÖBB stoppen, namelijk de Regional (R) en Regional Express (REX). M.n. voor forensen rijden er sinds 10 december 2012 's ochtends vroeg ook vijf REX200-treinen richting Wenen. Er gaan ín de middag en de avond ook weer vijf REX200-treinen vanaf Wenen richting St. Pölten en Loosdorf. Er zijn ook een paar buslijnen die op een paar haltes in Loosdorf stoppen voor het regionale verkeer. Handel en industrie Het grootste bedrijf van Loosdorf is sinds 1967 de Oostenrijkse afdeling van het bouwstoffenconcern Xella Porenbeton GmbH, dat in de Wachaustraße haar hoofdkantoor van Oostenrijk heeft. Xella produceert onder andere Ytong cellenbetonblokken. Langs de B1 en in zijstraten zijn winkels, supermarkten, bankfilialen en andere bedrijven gelegen. Vlak bij de A1, bij een rotonde na een afslag van de snelweg, bevindt zich een klein bedrijventerrein met onder andere twee benzinepompstations, een vestiging van Mac Donalds en een tegelzaak. Onderwijs Loosdorf heeft een "Volksschule" (lagere school), een "Hauptschule", een "Sonderschule" (bijzonder onderwijs) en een kleuterschool ("Kindergarten"). Beroepsbevolking De beroepsbevolking van Loosdorf bestond in 2011 uit 1.938 personen. 1.860 personen hadden werk (49,2 %) en 78 personen waren werkloos (2,1 %). 1.737 personen werkten voor een werkgever en 123 personen voor zichzelf of voor een familiebedrijf. Hoewel de landbouw vroeger een grotere rol gespeeld heeft werkten in 2011 nog maar 24 personen (1,3% van de beroepsbevolking) in de land- of bosbouw. Volgens Statistik Austria was de verdeling van de beroepsbevolking van Loosdorf over de diverse sectoren op 31 oktober 2011 als volgt: De aantallen onder de vijf kunnen statistisch gezien vervuild zijn door de Oostenrijkse wet van bescherming persoonsgegevens. In Loosdorf geboren Maria Teresia Ledóchowska (1863-1922), stichteres van de Petrus-Claver-Sodaliteit voor de missie in Afrika. Ze is in 1975 door paus Paulus VI zalig verklaard. Ursula Ledóchowska (1865-1939), stichteres van de orde van de grijze Ursulinen. Ze is in 1983 zalig en in 2003 heilig verklaard door paus Johannes Paulus II. Wladimir Ledóchowski (1868-1942), van 1915 tot 1942 generaal-overste van de Sociëteit van Jezus (de orde van de Jezuïeten) Ignacy Kazimierz Ledóchowski (1871-1945), Pools generaal. Hans (von) Hammerstein-Equord (1881-1947), politicus en schrijver, geboren op het landgoed Sitzenthal. Hij was werkzaam in de politiek van Opper-Oostenrijk. In 1936 was hij een paar maanden minister van Justitie van de Eerste Republiek Oostenrijk tijdens de regering van Kurt Schuschniggs Vaterländische Front (VF). Op 21 juli 1944 werd hij gearresteerd en in mei 1945 naar concentratiekamp Mauthausen gebracht. Na de capitulatie van nazi-Duitsland werd hij vrijgelaten. Harald Froschauer, papyroloog en egyptologisch onderzoeker Gerhard Floßmann (* 1949), historicus, leraar geschiedenis en onderzoeker van de regionale geschiedenis van Loosdorf en omgeving Externe links website van de gemeente Loosdorf Gemeente in Neder-Oostenrijk
Vlak bij de A1, bij een rotonde na een afslag van de snelweg, bevindt zich een klein bedrijventerrein met onder andere twee benzinepompstations, een vestiging van Mac Donalds en een tegelzaak.
1
lokale onderneming, vestiging, fysieke zaak
10,882
InteractAction
5510385
https://nl.wikipedia.org/wiki/Laurent%20Chamuleau
Laurent Chamuleau
Laurent Chamuleau (Lisse, 1973) is trainingsacteur en trainer, gespecialiseerd in interactieve weerbaarheidstrainingen voor zorg-, onderwijs- en overheidsinstellingen, maar ook voor de zakelijke dienstverlening. Hij is eigenaar van Luniek Training & Acteursbureau. Loopbaan Na zijn middelbare school volgde Chamuleau in de periode 1994-1995 het Vrij Propedeutisch Jaar aan de Vrije Hogeschool te Driebergen. Daarna is hij een jaar naar de University of Alberta gegaan. Chamuleau is tijdens zijn opleiding Agogiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen begonnen met het trainen van recreatiepersoneel in de vrijetijdssector en organiseerde en begeleidde teambuilding dagen voor het bedrijfsleven. Vanaf 2001 deed hij ook werkzaamheden als trainingsacteur en mystery shopper. In samenwerking met psychologen specialiseerde hij zich echter spoedig in trainingen in het omgaan met agressie met behulp van simulaties en rollenspelen. Zijn carrière startte bij justitie en politie en breidde zich later uit naar de zorgsector, onderwijssector, overheidssector en de zakelijke dienstverlening. Bij het laatste veranderde het thema agressie naar communiceren onder spanning en omgaan met weerstand en lastig gedrag. Werkvelden Weerbaarheidstrainingen In 2008 verzorgde Chamuleau de training Omgaan met spanning en lastig of agressief gedrag ("OMSLAG") in het kader van de landelijke dag van de directie Arbeidsmarktfraude (AMF) van de Arbeidsinspectie. Toenmalig minister Donner grapte van "een feestdag voor wetsovertreders". Hij verwees hiermee naar het feit dat de inspecteurs die dag werkgevers niet met een bezoek konden verrassen omdat zij op training waren bij Chamuleau; er zijn namelijk altijd werkgevers die niet op een bezoek van de arbeidsinspectie zitten te wachten. In zulke gevallen kunnen de confrontaties minder vriendelijk verlopen en leiden ze tot spanning en agressie. De training richtte zich op de aanpak van deze problematiek. Chamuleau, die toen zelf als trainer en trainingsacteur optrad, maakte zich hierbij sterk voor een interactieve training. Niet alleen de deelnemers werden actief betrokken, ook toeschouwers namen actief deel aan het leerproces. "Anders hebben de deelnemers mogelijk het gevoel dat ze bekeken worden", onderbouwde hij het, toen een journalist van het Sozavox vakblad de workshop als toeschouwer wilde verslaggeven. De mantelzorg-organisatie SGL die zich richt op mensen met hersenletsel, maakte in 2017 structurele aanpassingen in hun agressiebeleidsplan. Daarin stapten zij af van het hardhandig agressie afwijzen en de klant als agressor te bestempelen, maar gingen zij naar een aanpak met meer zelfreflectie, begrip en de-escalerend handelen. Luniek heeft ter ondersteuning hiervoor een op maat gemaakte weerbaarheidstraining gegeven in Velden, die zeer positief werd ontvangen en succesvol is geïmplementeerd door het team van SGL. Zijn ervaring in en kennis van omgang met spanning en lastig en/of agressief gedrag heeft Chamuleau in 2018 in samenwerking met Sierdjan Westen middels twee artikelen in het boek De alles-arts gepubliceerd. Ze zetten in dit boek diverse vormen van grensoverschrijdend gedrag uiteen en leggen uit hoe de professional in met name de zorgsector op dit gedrag effectief kan reageren om een escalerende situatie onder controle te krijgen. De seminar Van weerstand, naar meestand, die door Chamuleau in 2019 aan hondentrainers gegeven werd in het omgaan met lastige hondeneigenaren, was gebaseerd op regietheater: hierbij werden situaties nagespeeld die kunnen voorkomen tijdens een hondentraining. Hierbij stuurden de deelnemers de acteurs aan. Daarmee werd het verloop van de scenes bepaald door de inbreng van de deelnemers zelf met als doel problematiek, valkuilen en dilemma’s gedurende de hondentrainingen inzichtelijk en bespreekbaar te maken. Rond de jaarwisseling van 2021 naar 2022 laaide de maatschappelijke discussie over de verruwing van de samenleving weer op naar aanleiding van hoe Hubert Bruls, burgemeester van Nijmegen, om zijn beleid voor de zoveelste keer door het publiek bejegend werd. Chamuleau ziet dat met name in ziekenhuizen mensen ‘meer claimen en eisen’. De coronacrisis dat sinds 2020 gaande is, is extra olie op het vuur voor agressie in de maatschappij: wanneer mensen aangesproken worden op het niet naleven van veranderende huisregels, volgt vaak - niet altijd vriendelijke - discussies. In zijn trainingen over omgang met verbale agressie maakt Chamuleau onderscheid tussen emotionele frustratie en gerichte agressie. Volgens hem gaat het erom bij verbale agressie grenzen te stellen en vanuit rust, met een zekere 'spanningscontrole', te reageren en het feitelijk te houden. Een primaire reactie is funest. Chamuleau haalt hiervan als voorbeeld de "Doe eens normaal, man. Doe lekker zelf normaal!" confrontatie tussen Geert Wilders en Mark Rutte in het najaar van 2011 bij, toen zij debatteerden over de Turkse premier Erdoğan. Deze discussie is ook een voorbeeld dat niet alleen onder het publiek, maar ook in de politiek sprake is van erosie van omgangsnormen. Overige interactieve activiteiten De sociale en improvisatorische vermogens van trainingsacteurs maakt hen gewild in de amusementssector. Chamuleau acteerde zo voor de eerste aflevering van het NCRV tv-spelprogramma Slag om Pampus (2008). Daar nam hij de rol van drenkeling op zich in een simulatie van een schipbreuk gedurende storm op zee, hetgeen een assessment was. De deelnemers werden namelijk getest op hoe ze de drenkeling zouden redden. Onder toeziend oog van psycholoog Bas Kok werden ze gescreend op hun geschiktheid voor het fortwachtersleven op Pampus. Korte films Chamuleau is als acteur te zien in simulaties waar het filmen van werkelijke situaties/personen ongepast, maar realistisch visueel beeldmateriaal gewenst is. Zo speelde hij voor de Politieacademie in een educatieve film over huiselijk geweld. Deze film wordt gebruikt om agenten in opleiding beter inzicht te bieden in huiselijk geweld dat zich achter de deuren afspeelt en de studenten te trainen hoe ze in zulke situaties dienen te handelen. Chamuleau speelde hierin de rol van een agressieve man. Fragmenten van deze educatieve film zijn in 2008 door het NOS journaal uitgezonden ter ondersteuning van hun rapportage over de politie rondom het onderwerp huiselijk geweld. In de periode 2015-2016 maakte Luniek in samenwerking met twee ziekenhuizen een aantal korte educatieve films voor een e-learning. Deze films hadden onder andere als doel om verpleegkundigen met elkaar in gesprek te laten gaan over wat grensoverschrijdend en instrumenteel gedrag is en hoe daarmee om te gaan. In enkele van deze filmpjes, die onder andere door Luniek geregisseerd zijn, nam Chamuleau zelf de rol van patiënt of bezoeker op zich. In 2016 is een promotiefilm voor de Master opleiding psychologie aan de Radboud Universiteit gemaakt, waarin Chamuleau een depressieve man acteert die door een psycholoog behandeld wordt. Anno 2021 wordt deze film nog steeds door de universiteit getoond om studenten te werven. Publicaties (2018), "Omgang met emotie en agressie" en "Omgang met grensoverschrijdend gedrag", in De alles-arts, Prelum. (2015), Handreiking Opvang & Nazorg, Nijmegen: Luniek. (2010), Handreiking veiligheidsbeleid, Nijmegen: Luniek. Externe links Korte educatieve films van Luniek (2015-2016): Voor het Laurentius Ziekenhuis te Roermond: Instrumenteel gedrag • Frustratiegedrag Voor het St. Antonius Ziekenhuis te Woerden: Grensoverschrijdend gedrag Voor IMK Opleidingen: Luisteren Samenvatten Doorvragen (LSD) Zie ook: Youtube kanaal van Luniek Nederlands acteur Trainingsacteur
Laurent Chamuleau (Lisse, 1973) is trainingsacteur en trainer, gespecialiseerd in interactieve weerbaarheidstrainingen voor zorg-, onderwijs- en overheidsinstellingen, maar ook voor de zakelijke dienstverlening. Hij is eigenaar van Luniek Training & Acteursbureau.
1
interactie, communicatie, samenwerking
7,961
RestrictedDiet
2361715
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eosinofiele%20oesofagitis
Eosinofiele oesofagitis
Eosinofiele oesofagitis (EoE), of allergische slokdarmontsteking, is de naam van een allergische chronische ontstekingsziekte van de slokdarm (oesofagus). Bij deze ziekte wordt een infiltratie van eosinofiele granulocyten in de slokdarmwand gezien. Eosinofiele granulocyten zijn witte bloedcellen die betrokken zijn bij ontstekingsreacties, parasitaire ontstekingen en allergische reacties in het lichaam. De naam eosinofiele oesofagitis verwijst dus naar een ontsteking van de slokdarm (oesofagitis) waarbij hoofdzakelijk eosinofiele granulocyten zijn betrokken zijn De eerste beschrijving van dit ziektebeeld dateert uit 1993. Er is dus sprake van een relatief nieuwe diagnose die in Nederland in 2005 voor het eerst beschreven werd. In het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam wordt sinds 2011 door een speciaal team onderzoek gedaan naar de aandoening. Oorzaken Hoe EoE precies ontstaat is nog niet geheel duidelijk en lijkt afhankelijk te zijn van meerdere factoren. Allergie voor bepaalde voedingsmiddelen speelt waarschijnlijk een belangrijke rol bij het ontstaan van de ontstekingsreactie in de slokdarm. De stofjes in het voedsel die de ontsteking uitlokken worden allergenen genoemd. Deze voedselallergenen komen voor in het eten en drinken dat wij dagelijks gebruiken. Er zijn ook aanwijzingen dat allergenen in de lucht (pollen) de ontstekingsreactie uitlokken en dat er dus sprake is van meer ziekteactiviteit gedurende het pollenseizoen. Daarnaast wordt beschreven dat mogelijk bepaalde genen een rol spelen bij de ontstaanswijze van deze ziekte. Of er daadwerkelijk een erfelijke factor meespeelt blijft tot nu toe nog onduidelijk. Kenmerken De ziekte komt bij zowel mannen als vrouwen voor, waarbij de verhouding man-vrouw 3:1 is. Naast dat de ziekte dus vaker mannen treft, zien we dat de diagnose op iedere leeftijd kan worden gesteld. Wel valt op dat met name in de leeftijdsgroep 20 – 40 jaar de meeste patiënten door deze ziekte worden getroffen. Het is dus een ziekte die relatief meer voorkomt bij jongvolwassen mannen. Daarnaast zien we dat ongeveer 70 % van de patiënten ook nog een andere allergische aandoening heeft. Vaak hebben patiënten last van astma, hooikoorts (atopische rinitis), eczeem (atopische dermatitis) of andere voedselallergieën. Eosinofiele oesofagitis in de Nederlandse populatie Twintig jaar geleden was er slechts sprake van enkele gevallen van EoE en was het totale aantal patiënten met deze ziekte in de Nederlandse populatie (bevolking) nog onbekend. Recente gegevens wijzen erop dat het aantal nieuwe patiënten waarbij de ziekte is vastgesteld de afgelopen 10 jaar is gestegen, waarbij met name in de afgelopen jaren een sterke toename wordt gezien. In 2017 werd het aantal patiënten met deze ziekte in Nederland geschat op circa 2200. Dit maakt dat de diagnose helemaal niet meer zo zeldzaam is. In andere landen van Europa en Noord-Amerika wordt deze stijging ook beschreven. De sterke toename is deels te verklaren doordat het ziektebeeld in de loop der jaren steeds meer bekendheid heeft gekregen onder artsen en de diagnose EoE daardoor dus vaker werd gesteld. De stijging kan hier echter niet in zijn geheel door worden verklaard, er zijn ook argumenten voor een feitelijke toename van de ziekte in Nederland. Werkingsmechanisme (pathogenese) Hoe EoE precies ontstaat weten we nog niet. Wel weten we dat het gaat om een allergische ontstekingsreactie in de slokdarm, waarbij het afweersysteem (immuunsysteem) een belangrijke rol speelt. Het werkingsmechanisme lijkt deels overeen te komen met andere allergische ziektes, zoals bijvoorbeeld astma. Onlangs is bewezen dat bij EoE de barrièrefunctie (beschermfunctie) van de slokdarmwand verminderd is. Voedselallergenen kunnen het slijmvlies waarmee de binnenkant van de slokdarm is bekleed makkelijker binnendringen en op hun beurt het afweersysteem activeren. Hierdoor ontstaat een lokale ontstekingsreactie waarbij eosinofiele granulocyten zich verzamelen vanuit de bloedbaan en het slokdarm slijmvlies infiltreren. Bij deze eosinofiele ontstekingsreactie komen bepaalde eiwitten vrij die een negatief effect hebben op de beschermingsfunctie van het slijmvlies van de slokdarm. Het blijft dus onduidelijk of de verminderde barrière functie een gevolg is of een oorzaak van de slokdarmontsteking. Er is meer onderzoek nodig om het exacte werkingsmechanisme achter EoE helder te krijgen. Diagnose Diagnostische kenmerken voor eosinofiele oesofagitis: Klachtenpatroon De meeste volwassen patiënten hebben als kenmerkende klachten het gevoel dat het eten niet zakt (dysfagie) of vast voedsel dat blijft steken in de slokdarm (voedselimpactie). Daarnaast zijn zuurbranden, een drukkend gevoel achter het borstbeen of pijn in de bovenbuik veel voorkomende klachten. Het klachtenpatroon bij kinderen is minder specifiek en lastig te herkennen. Bij peuters en kleuters staat voedingsproblematiek op de voorgrond. Dit heeft veelal een groeiachterstand tot gevolg. Naar school gaande kinderen hebben eerder klachten van overgeven of buikpijn. Kijkonderzoek (gastroscopie) Als er op basis van dit klachtenpatroon een verdenking van EoE ontstaat wordt een gastroscopie uitgevoerd door de Maag- Darm- Leverarts. Een gastroscopie is een kijkonderzoek waarbij er met behulp van een camera aan het uiteinde van een flexibele slang in de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm kan worden gekeken. Bij patiënten met EoE toont het kijkonderzoek meestal een typisch beeld van de slokdarm. Zo kunnen er ringvormige vernauwingen worden gezien en is het slijmvlies veelal bleek en kwetsbaar. Daarnaast kunnen er witte exsudaten (hoopjes met eosinofiele granulocyten) of longitudinale (in de lengterichting verlopende) strepen over het slijmvlies van de slokdarm worden gezien. Microscopisch onderzoek Om de diagnose vast te kunnen stellen moet volgens de huidige richtlijnen op drie niveaus in de slokdarm, in de maag en in de twaalfvingerige darm een weefselhapje (biopt) worden afgenomen. Met behulp van een microscoop worden deze weefselhapjes door de patholoog beoordeeld. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de aanwezigheid van eosinofiele granulocyten. De patholoog telt het aantal eosinofiele granulocyten per weefselhapje en kijkt hier naar met een microscoop bij een vergroting van 400 x. Het veld dat met deze vergroting wordt gezien noemen we een gezichtsveld of “High Power Field (HPF)”. De algemene afspraak hierover is dat de diagnose kan worden gesteld wanneer er in een weefselhapje sprake is van 15 of meer eosinofiele granulocyten per gezichtsveld (HPF). Behandeling De behandelingsmogelijkheden zijn beperkt tot zuurremmende medicijnen, medicijnen die de ontsteking remmen en twee soorten dieetbehandeling. Wanneer de klachten ernstig zijn en deze behandelingsmogelijkheden niet voldoende zijn kan de slokdarm worden opgerekt tijdens een kijkonderzoek. Dit wordt een dilatatie genoemd. Zuurremmende medicijnen Zuurremmende medicijnen, protonpumpinhibitors (PPI’s), werken bij een deel van de patiënten, ze worden als eerste behandelstap voorgeschreven nadat de diagnose is gesteld. Van de patiënten die goed reageren op PPI’s wordt ook wel gezegd dat ze "PPI-responsive oesophageal eosinophilia" (PPI-REE) hebben. Het enige onderscheid van EoE dat bij deze groep PPI-REE patiënten kan worden gemaakt, is dat zowel het klachtenpatroon als het aantal eosinofiele granulocyten in de wand van de slokdarm afneemt door het gebruik van zuurremmende medicatie. Hoe PPI-REE ontstaat en waarom zuurremmers bij deze groep werken is niet duidelijk. Medicijnen met ontstekingsremmende werking Als er geen sprake is van afname van ziekteactiviteit door het gebruik van zuurremmers kan worden gestart met medicijnen met corticosteroïden. Deze medicijnen onderdrukken het afweersysteem, waardoor de ontstekingsreactie vermindert. Bekend is dat de ontsteking van het slijmvlies van de slokdarm het beste lokaal kan worden behandeld met topicale steroïden. Dit zijn ontstekingsremmende medicijnen die in vloeibare vorm worden ingenomen. Deze medicatie wordt normaal gesproken voorgeschreven bij astma in de vorm van "pufjes". Door het pufje in te slikken vormt zich een laagje van het middel aan de binnenkant van de slokdarm. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van medicijnen met ontstekingsremmende werking die worden opgelost in een vloeistof. Deze oplossing wordt doorgeslikt en bereikt zo de wand van de slokdarm. Beide toedieningswegen zijn belastend voor de patiënt vanwege de smaak en de toedieningswijze. Sinds februari 2019 is het medicijn Budesonide (Merknaam 'Jorveza') in Nederland goedgekeurd ter behandeling van eosinofiele oesofagitis. Deze orodispergeerbare tabletten dienen op de tong gelegd te worden en steeds met een beetje speeksel in worden geslikt. Deze manier van toediening zorgt voor het het vormen van een ontstekingsremmende beschermlaag in de slokdarm en zorgt in vele gevallen voor een vermindering van klachten of zelfs het verdwijnen van klachten. Omdat dit medicijn niet systemisch werkt en snel wordt afgebroken, zijn er ook nauwelijks bijwerkingen beschreven. De enige bijwerking die als zeer vaak werd beschreven is een schimmelinfectie in de mond/keel (Candida Albicans), maar deze kan vlot bestreden worden door een antischimmel-kuur (Miconazol of Fluconazol), die met gemak naast Jorveza gebruikt mag worden. Een laatste aandachtspunt bij dit medicijn is dat het behoorlijk prijzig is, zo rond de 340 euro per kuur, waar de meeste patiënten gebruik maken van 2 kuren achter elkaar. Dieetbehandeling Met behulp van medicijnen kan de ontsteking lokaal worden aangepakt. Hierbij is het alleen niet zo dat de onderliggende oorzaak van de ontsteking wordt behandeld. Zoals eerder beschreven is bekend inmiddels dat allergie voor bepaalde stoffen (allergenen) in onze voeding waarschijnlijk de ontsteking uitlokken. Met behulp van een allergietest in het bloed of op de huid kan helaas niet goed worden achterhaald voor welke voedingsgroepen patiënten met EoE allergisch zijn. Daarnaast is het zo dat de uitlokkende voedselallergenen niet voor iedere patiënt hetzelfde zijn. Uit eerder onderzoek blijkt dat de meeste patiënten allergisch zijn voor de voedselgroepen tarwe en melk. Soja en ei lijken ook een belangrijke rol te spelen. Om voedselallergenen niet binnen te krijgen kunnen patiënten worden behandeld door middel van een speciaal dieet. Helaas is dit een invasieve methode waarbij veel kijkonderzoeken nodig zijn. Daarnaast bestaat er ook een kans dat de patiënt niet allergisch blijkt te zijn voor een van de geëlimineerde voedselgroepen. Anno 2017 zijn er twee soorten dieetbehandeling, een elementair dieet en een eliminatiedieet. Bij een elementair dieet worden alle allergenen uit de voeding vermeden. Hierbij wordt het dagelijkse eten en drinken vervangen door kant-en-klare hypoallergene drinkvoeding (vloeibare voeding zonder allergenen). Een elementair dieet werkt goed tegen de ontsteking. Helaas is het dieet lastig vol te houden door de monotone smaak van de drinkvoeding en het gebrek aan vast voedsel. Bij een eliminatiedieet worden de meest voorkomende voedselallergenen vermeden uit het dagelijkse voedingspatroon. Bij het Four Food Elimination Diet (FFED) worden de vier voedselallergenen melk, ei, tarwe en soja uit het voedsel geweerd. Dit dieet wordt regelmatig gegeven aan patiënten met EoE waarbij begeleiding van een gespecialiseerde diëtiste wenselijk is. Dilatatie Soms zijn de vernauwingen in de slokdarm zo sterk dat de slokdarm tijdens een kijkonderzoek met een ballonnetje moet worden opgerekt. Dit wordt een dilatatie genoemd. Meestal zijn er drie tot vier oprekkingen nodig die verspreid over een aantal dagen worden uitgevoerd. Experimentele behandelingen Er worden meerdere nieuwe medicijnen voor eosinofiele oesofagitis ontwikkeld, het gaat om nieuwe toedieningsvormen van bestaande corticosteroïden maar ook monoclonale antilichamen tegen moleculen die bijzonder actief zijn bij het ontstaan van de ziekte zoals interleucine-5 en interleucine-13. Patiënten met eosinofiele oesofagitis kunnen in sommige gevallen deelnemen aan dergelijk onderzoek, meerdere onderzoeken lopen momenteel op de afdeling Maag-Darm-Leverziekten van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam. Slokdarmaandoening
Dieetbehandeling Met behulp van medicijnen kan de ontsteking lokaal worden aangepakt. Hierbij is het alleen niet zo dat de onderliggende oorzaak van de ontsteking wordt behandeld. Zoals eerder beschreven is bekend inmiddels dat allergie voor bepaalde stoffen (allergenen) in onze voeding waarschijnlijk de ontsteking uitlokken. Met behulp van een allergietest in het bloed of op de huid kan helaas niet goed worden achterhaald voor welke voedingsgroepen patiënten met EoE allergisch zijn. Daarnaast is het zo dat de uitlokkende voedselallergenen niet voor iedere patiënt hetzelfde zijn. Uit eerder onderzoek blijkt dat de meeste patiënten allergisch zijn voor de voedselgroepen tarwe en melk. Soja en ei lijken ook een belangrijke rol te spelen. Om voedselallergenen niet binnen te krijgen kunnen patiënten worden behandeld door middel van een speciaal dieet. Helaas is dit een invasieve methode waarbij veel kijkonderzoeken nodig zijn. Daarnaast bestaat er ook een kans dat de patiënt niet allergisch blijkt te zijn voor een van de geëlimineerde voedselgroepen.
1
dieetbeperking, speciaal dieet, aangepaste voeding
8,482
OceanBodyOfWater
3210936
https://nl.wikipedia.org/wiki/Acropora%20aculeus
Acropora aculeus
Acropora aculeus is een rifkoralensoort uit de familie van de Acroporidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1846 door Dana. De soort komt voor in de zuidwestelijke, noordelijke en oostelijke delen van de Indische Oceaan, in de zeeën bij Indonesië, Australië, Zuidoost-Azië en Japan en in de Oost-Chinese Zee en het westelijke deel van de Grote Oceaan. De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN geklasseerd als 'kwetsbaar'. Rifkoralen
Acropora aculeus is een rifkoralensoort uit de familie van de Acroporidae. De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1846 door Dana. De soort komt voor in de zuidwestelijke, noordelijke en oostelijke delen van de Indische Oceaan, in de zeeën bij Indonesië, Australië, Zuidoost-Azië en Japan en in de Oost-Chinese Zee en het westelijke deel van de Grote Oceaan. De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN geklasseerd als 'kwetsbaar'.
3
oceaan, wereldzee, zeeën
1,678
TextObject
32073
https://nl.wikipedia.org/wiki/Teksteditor
Teksteditor
Een teksteditor is een computerprogramma waarmee onopgemaakte digitale tekst (platte tekst, bijv. gecodeerd als ANSI, UTF-8 of UTF-16) bewerkt kan worden. Een teksteditor wordt onderscheiden van een tekstverwerker, die tot doel heeft om opgemaakte tekst te maken. Een teksteditor wordt voor verschillende doeleinden gebruikt: bewerken van bestanden met systeeminstellingen e-mail lezen en schrijven eenvoudige aantekeningen het maken van internetbestanden in onder andere HTML programmeren Voor de laatste twee zijn over het algemeen ook gespecialiseerde teksteditors beschikbaar met functies die gericht zijn op het schrijven en bewerken van broncode in een bepaalde programmeertaal. Opgemaakte tekst op het klembord kan worden omgezet in platte tekst door deze in een teksteditor te plakken. Extra mogelijkheden Een eenvoudige teksteditor kan wijzigingen ongedaan maken en tekst vervangen. Een voorbeeld van een zeer eenvoudige editor is Kladblok, een onderdeel van Microsoft Windows. Meer geavanceerde teksteditors hebben extra mogelijkheden zoals: Zeer grote tekstbestanden bewerken. Syntaxiskleuring, die voor verschillende soorten bronbestanden de tekstonderdelen elk zijn eigen kleur geeft. Automatische regelnummering. Meerdere bestanden tegelijkertijd geopend hebben. Splitsen van het scherm in meerdere delen, met in elk deel een bestand, of verschillende plekken in hetzelfde bestand. Zoeken en vervangen met speciale mogelijkheden, zoals 'het begin van een regel' of met behulp van reguliere expressies. Definitie van macro's, die bepaalde handelingen kunnen herhalen. Een bestand wijzigen dat zich op het internet bevindt (via file transfer protocol). Enkele populaire teksteditors Emacs - Unix/Linux Gedit - Unix/Linux/Windows jEdit - Unix/Linux/macOS/Windows Kladblok - Windows Notepad++ - Windows TECO - destijds populaire editor op VAX-computersystemen (jaren 70 van de twintigste eeuw) TextEdit en TextWrangler - macOS vi - Unix/Linux/macOS vim - Unix/Linux/macOS/Windows Zie ook HTML-editor, een teksteditor gespecialiseerd in het bewerken van HTML-code Hex-editor, een editor waarbij iedere byte zichtbaar en te bewerken is
Zeer grote tekstbestanden bewerken. Syntaxiskleuring, die voor verschillende soorten bronbestanden de tekstonderdelen elk zijn eigen kleur geeft. Automatische regelnummering. Meerdere bestanden tegelijkertijd geopend hebben. Splitsen van het scherm in meerdere delen, met in elk deel een bestand, of verschillende plekken in hetzelfde bestand. Zoeken en vervangen met speciale mogelijkheden, zoals 'het begin van een regel' of met behulp van reguliere expressies. Definitie van macro's, die bepaalde handelingen kunnen herhalen. Een bestand wijzigen dat zich op het internet bevindt (via file transfer protocol).
1
tekstbestand, tekstobject, tekstbestandformaat
5,740
SoftwareApplication
2126372
https://nl.wikipedia.org/wiki/Uniface
Uniface
Uniface is een ontwikkel- en deploymentomgeving voor bedrijfskritische software-applicaties die kunnen draaien in een groot assortiment van verschillende platformen, waaronder mobile, mainframe, Web, SOA, Windows, J2EE en .NET. Unifaceapplicaties zijn database- en platformonafhankelijk. Uniface is een framework dat de integratie mogelijk maakt met alle belangrijkste DBMS-producten, met een groot scala aan andere technologieën, zoals op mainframe gebaseerde producten (CICS, IMS), webservices, SMTP en POP e-mail, LDAP directory's, .NET, C en C++ programma’s en Java. Uniface draait onder Windows, Windows Mobile, Unix en Linux, IBM iSeries/AS400, z/OS en VMS. Uniface kan gebruikt worden voor complexe systemen, die bedrijfskritische data onderhouden en essentiële bedrijfsprocessen moeten ondersteunen, zoals web-based online winkelen, financiële transacties, salaris administraties en inventaris beheer. Op dit moment wordt Uniface gebruikt door duizenden klanten in meer dan 30 landen, met miljoenen effectieve installaties. Uniface-applicaties beslaan client/server tot Web en van data entry tot workflow, zowel als portals, die lokaal toegang verschaffen, als via intranet en internet. Oorspronkelijk ontwikkeld in Nederland door Inside Automation, later Uniface B.V., werden het product en het bedrijf geacquireerd door het in Detroit gevestigde Compuware Corporation in 1994. Het product wordt nog steeds verder ontwikkeld in Amsterdam. Begin 2014 is Uniface B.V. door Compuware verkocht aan Marlin Equity Partners en opereert het weer als een zelfstandig bedrijf. Uniface applications Uniface applicaties zijn component-based, infrastructuur onafhankelijke software programma’s die data kunnen creëren of gebruiken die opgeslagen is in een of meerdere databases of filesystems. Het kunnen samengestelde applicaties zijn, inclusief non-Uniface componenten, die gemaakt zijn met andere ontwikkel tools. Deployment kan plaatsvinden in een gedistribueerde client/server of web omgeving, zowel als in mobile applicaties en in mainframes. Uniface onderscheidt een variëteit aan componenten, waarvan de bedoeling is dat zij gebruikt worden in de verschillende lagen (tiers) binnen een multi-tiered software architecture. Componenten voor de presentatielaag zijn verantwoordelijk voor de user-interface en zijn: Forms—interactieve schermen voor het weergeven en updaten van data in een client/server omgeving. Dynamic Server pages — interactieve pages voor het weergeven en updaten van data in een web omgeving. Reports—rapportages om data te presenteren als geprinte output. Componenten voor de business logic tier zijn verantwoordelijk voor de business logica en taak-specifiek gedrag. Zij hebben geen user-interface. Services—verzorgen processing en business logic functionaliteit wanneer ze gebruikt worden door andere componenten. Dit kan zowel remote als lokaal gebeuren. Session Services — centraliseren complexe business rules die meerdere datasets beïnvloeden, zoals taak-specifiek gedrag, transacties en referentiële integriteit. Entity Services — centraliseren relatief eenvoudige business rules voor enkelvoudige datasets (entities) De data access tier bevat de fysieke databasestructuur, die weergegeven wordt in het Uniface application model. Uniface garandeert toegang tot fysieke data door middel van SQL dat is geïntegreerd in DBMS connectors. Toegang tot een network of tot middleware wordt verschaft door middleware drivers en de Uniface Router. De runtime engine zorgt voor de executie van de application components. Het geeft de presentatie componenten weer door gebruik te maken van de juiste interface connector (GUI of character-based) en het zendt en ontvangt data via een DBMS connector. Application development Uniface development is model-driven en component-based. De data structuur en het standaard gedrag van de applicatie worden “gevangen” in het Applicatie Model. Applicatie Model definities kunnen hergebruikt worden en overerfd worden door componenten, die de overerfde definities kunnen overschrijven en karakteristieke eigenschappen voor bepaalde componenten kunnen afdwingen. Het toepassen van templates verhoogt de productie en dwingt consistency af voor de definitie van het model. Applicatie Model In het Applicatie Model worden entiteiten (tabellen), velden, sleutels (indexen) en relaties samen met referentiële integriteit gedefinieerd. Elke entiteit en veld in het model heeft eigenschappen en een set triggers. Business regels worden op een declaratieve wijze toegevoegd door de eigenschappen (“properties” ) vast te leggen en procedureel door het gebruik van Proc (Uniface’s procedurele 4GL programmeertaal) in triggers. Triggers zijn containers voor de code. Sommige triggers representeren gebruikers of systeem events, zoals bijvoorbeeld de Occurrence gets Focus, Read of Leave Field trigger. Weer andere triggers bestrijken gebieden zoals validatie of het zijn plekken die speciaal geassocieerd worden met bepaalde objecten. Het toepassen van triggers op modelniveau is het mogelijk om binnen Uniface eigenschappen en gedrag binnen objecten vast te leggen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen fysieke en logische datastructuur. Het maakt het mogelijk om standaard gedrag op één plaats te definiëren om het vervolgens door de hele applicatie te (her)gebruiken. Op deze wijze wordt het ontwikkelproces versneld en wordt 3-tier architecture gefaciliteerd. Components De objecten, die beschreven zijn in het Applicatie Model worden hergebruikt door componenten. Ontwikkelaars embedden objecten van het Applicatie Model op de componenten door hen te tekenen op het een lay-out canvas (voor presentatie componenten), of door hen in te voegen in de tree structure van de component. Ontwikkelaars kunnen ook component-level objecten invoegen, die niet gedefinieerd zijn in het Applicatie Model, zoals controle velden, menu’s en component variabelen. De eigenschappen en triggers, gedefinieerd in het Applicatie Model, worden overerfd doordat ze gekopieerd worden naar de component. De definities kunnen aangepast worden op component niveau om specifieke functionaliteit te creëren. Dit verbreekt wel de link tussen Applicatie Model en component (het is zeer wel mogelijk om deze link te herstellen). Als er code of properties worden gewijzigd op model niveau dan dienen alle componenten met de objecten uit dat Applicatie Model, slechts opnieuw gecompileerd te worden. Dit geeft voordelen voor het onderhoud en zorgt ervoor dat regels die geassocieerd zijn met het object, beschikbaar zijn op die plaatsen waar ze noodzakelijk zijn. Uniface Repository Uniface onderhoudt een database met zijn eigen metadata, zodat deze metadata hergebruikt kunnen worden—Applicatie Modellen, component definities, component lay-outs, procedurele code, en dergelijke. Deze repository is “proprietary” en uitsluitend bedoeld voor de Uniface Ontwikkelomgeving om zeker te zijn van referentiële integriteit. Omdat de repository structuur gedocumenteerd is, is directe toegang ook mogelijk (hoewel dit afgeraden wordt!), bijvoorbeeld voor rapportages. Door gebruik te maken van een gecentraliseerde repository, kan er software development plaatsvinden door hele development teams. Uniface kan geïntegreerd worden met elk Source Control System (SCCS) die de Microsoft Common Source Code Control Interface Specificaties ondersteunt. De SCCI-functionaliteit, die beschikbaar is binnen Uniface, is afhankelijk van de SCCS die gebruikt wordt, omdat de MS CSCC API op verschillende wijze geïnterpreteerd en geïmplementeerd wordt door verschillende software verkopers. Als gevolg hiervan kan de ondersteunde functionaliteit en het gedrag verschillen, afhankelijk van het gebruikte SCCS. Application deployment Uniface applicaties kunnen gedeployed worden op platforms van mainframe tot mobile, zonder dat men code hoeft te wijzigen. De componenten (en andere objecten zoals startup shells, menu's, toolbars (panels), glyphs, global en include Proc entries) worden gecompileerd tot runtime objecten, die ingepakt kunnen worden tot zip files en gedeployed op elk willekeurig platform. De runtime objecten worden geëxecuteerd met gebruik van een virtual machine en een platform-specifieke interpreter. (Java en andere talen zijn Uniface daarin later gevolgd). Componenten kunnen op de ene machine gecompileerd worden en op een andere machine gedeployed, zo lang er maar de beschikking is over een Uniface Virtual machine. Database Connectivity Uniface heeft toegang tot vele databases en filesystems, die ondersteund worden door database connectors (of database drivers). DBMS connectors zetten Uniface datatypes om tot het meest toepasbare formaat van het bepaalde opslag medium. Gedurende runtime is het mogelijk om parameters te gebruiken om bepaalde database uitbreidingen te gebruiken (of uit te schakelen). Bij een gelicenseerde database connector is het mogelijk om data te converteren naar verschillende data bronnen. Uniface voorziet ook in een API, de Database Connector Interface, die gebruikt kan worden om aangepaste database connectors te ontwikkelen. Licensering Licensering wordt gemanaged door Uniface Distributed License Management (ULM), een server-based systeem van gedistribueerde licenties gebaseerd op client requests. Dit voorkomt de noodzakelijkheid van lokale licenties. (Vanaf februari 2014 Uniface is niet langer eigendom van Compuware en is zelfstandig verdergegaan na een overname door een private Aquety Fund genaamd Marlin ) Historie van Uniface Oorspronkelijk heette Uniface UNIS. Uniface werd in 1984 in Nederland door Inside Automation gemaakt. Inside Automation werd geleid door Bodo Douque, met Frits Kres als technisch directeur. In 1986 werd de naam veranderd in Uniface. Uniface werd ontwikkeld naar de richtlijnen van de American National Standards Institute (ANSI), volgens een3 schema architecture. Dit was een standaard benadering uit 1975, om database management systemen te bouwen bestaande uit 3 schema’s (of metamodellen): Conceptual schema—alle data definities en de relaties daartussen. Er is één conceptual schema per database. Het conceptual schema wordt door Uniface geïmplementeerd als het Application Model (in de verschillende Uniface versies ook bekend als Business Object Model en het Application Object Model). External schema—verschillende externe (gebruiker) views op de data. Er kunnen veel verschillende external schema’s zijn voor een database. Met Uniface worden externe schema’s geïmplementeerd als componenten. Door de evolutie van Uniface werden de External Schema’s forms. Hidden forms, die in de achtergrond draaide zonder display voor de eindgebruiker, werden services; services werden onderscheidde in session services voor objecten van de business tier en entity services, die kunnen worden gepositioneerd in de business of data tier. Forms die geprint werden in plaats van gedisplayed werden report components. The server page (USP) werd geïntroduceerd voor web development en later werd ook de dynamic server page (DSP) geïntroduceerd om Web 2.0-functionaliteit te ondersteunen. Internal schema—definitie van de fysieke representatie van de opgeslagen data. Uniface laat dit over aan de vele relationele databases waar het mee kan communiceren, om zeker te zijn van database onafhankelijkheid. Uniface was ontwikkeld op een DEC-VAX machine, met behulp van het VAX file-management system RMS. Het gebruik van een “GOLD” key om de positie van de cusor te bepalen of om lege record te creëren en dergelijke, stamt nog uit die tijd. (DEC VT terminals hadden een gouden of gele toets op het toetsenbord. Tegenwoordig wordt de GOLD key gemapped naar de numerieke + of naar een functietoets.) De eerste versies van Uniface werden gebundeld met Sybase RDBMS onder de naam FastBuild, er was echter geen beperking tot communicatie met Sybase alleen. Uniface is voortdurend verder geëvolueerd om nieuwe technologieën en architectures te blijven ondersteunen. Dit is essentieel geweest voor het succes van Uniface, omdat applicaties gebouwd met Uniface kunnen migreren, aangepast en gemoderniseerd worden zonder verlies van de oorspronkelijk investering in de ontwikkeling van de software. Uniface Version 3 (1986) Uniface 3 was de eerste publieke release. Uniface 3 ondersteunde meerdere databases (RMS, Oracle, C_ISAM, Ingres, and RDB); virtual machine interpretation; de Structure editor, Uniface text en de command editor. Uniface Version 4 (1988) Uniface 4 had een verbeterde de teksteditor (nu form editor), een verbeterde print- en display-ondersteuning, introduceerde ondersteuning voor MS-DOS en voegde een CASE tool interface toe. Uniface Version 5 (1990) Uniface 5 maakte een client/server-implementatie mogelijk met de invoering van remote database access via Polyserver. De grafische user interface werd geïntroduceerd via de Universal Presentation Interface (UPI). Database ondersteuning werd uitgebreid tot een totaal van 13 databases en filesystems. Uniface was nu beschikbaar op DOS, VMS, OS/2, Stratus VOS en UNIX. Ondersteuning voor de Japanse taal werd geïntroduceerd. Uniface Six (1994) Met Uniface Six werd de overgang naar een volledig grafische ontwikkelomgeving voltooid. Het omvatte de grafische form painter, application model editor; een verbeterde deployment door middel van Dynamic Object Libraries; ondersteuning voor Microsoft Object Linking and Embedding (OLE) werd toegevoegd; support voor Apple Macintosh werd geïntroduceerd; permission control; geïntegreerde version control; toegevoegd werd Personal Series reporting tools (hoewel deze later weer verwijderd werd toen de 3rd party besloot het product niet verder te ontwikkelen); een bredere platformondersteuning werd geïntroduceerd. Uniface Seven (1997) Uniface Seven was gericht op de integratie van componenten voor zowel Uniface componenten als externe componenten, door middel van de introductie van de Uniface Request Broker (URB) architectuur. De URB ondersteunt bi-directionele en synchrone of asynchrone communicatie tussen componenten. Alsmede remote data access, partitioned Application Servers en messaging werden toegevoegd. Uniface Seven leverde ook de eerste Uniface web development en deployment tools met de Web Application Server en de Uniface Request Dispatcher. Andere verbeteringen waren onder andere de nieuwe component types (Services, Server Pages, Reports); Signature Editor en de Assembly Workbench; subsystemen; operaties, non-modal forms; component instances, verbeterde editors en navigatie; verbeterde editor plug-in; nieuwe debugger; geïntegreerde online help; component templates; Web Application Server, verbeterde validatie; Uniface Name Server en graphical partitioning manager. Met Uniface Seven werden ook nog andere tools geïntroduceerd: Een tool voor het modelleren, integreren en managen van bedrijfsprocessen. Deze functionaliteit werd bekend als Optimal Flow onder Uniface 8, en later Uniface Flow onder Uniface 9. Een business integration portal, eerst onder de naam Optimal View en later Uniface View. Uniface JTi—een server-based, thin-client oplossing om web applicaties te leveren over Internet of Intranet, uitgaande van een high-performance en low-band-width connectivety. Uniface 8 (2001) Uniface 8 heeft grote veranderingen teweeggebracht op het gebied van procesintegratie, dankzij de workflow component (Business Process Automation) die in deze versie van Uniface geïntroduceerd is. De Uniface Router en Uniface server voorzien in een schaalbare en evenwichtige inzet. De Web Request Dispatcher (WRD) verving de URD en verbeterde de performance aanzienlijk. Ondersteuning voor webservices, met SOAP en XML, werd geïntroduceerd. Connectiviteit en interoperabiliteit werden verbeterd en een methode voor de implementatie van een 3-tier applicatie architectuur werd ingevoerd. Connectors voor SOAP, COM, CORBA en MQSeries werden toegevoegd; window- en bestandsbeheer werd verbeterd, een nieuwe deployment utility werd geïntroduceerd voor het verbeteren van applicatie distributie; entity subtypes voor 3-tier architectuur werden toegevoegd; er werden handles voor component instances en automatische garbage collection toegevoegd. Uniface 9 (2009) De Uniface 9 Release was gericht op GUI en usability verbeteringen, thin deployment en integratie. Ondersteuning voor Windows Mobile werd toegevoegd, en de configuratie en deployment werden vereenvoudigd met behulp van zipped archives. Ondersteuning voor Unicode werd verbeterd wat een nu al meertalige mogelijkheden biedt. Verbeteringen in web development en XML handling bracht Uniface verder in lijn met de industrie standaarden. Dynamisch field verplaatsing in de forms verwijderde enkele oude barrières met betrekking tot flexibiliteit. Andere kenmerken zijn de verbeterde kleurafhandeling, dynamische menu's, een XML-API, een diagrameditor voor het Application Model; cross reference-functionaliteit om refactoring en deployment te ondersteunen en een verbeterde web services-functionaliteit. Uniface 9.4 (2010) Hoewel Uniface 9.4 een point release is, is de introductie ervan belangrijk genoeg om het te beschouwen als een grote release, gezien de nieuwe functionaliteit. Het accent lag vooral op Rich Internet Application (RIA)-functionaliteit, waardoor het mogelijk werd om Web 2.0-applicaties te ontwikkelen met de rijke functionaliteit van client/server-applicaties, met dezelfde instrumenten en methoden voor de klassieke client/server development. Taal en lokale ondersteuning werd aanzienlijk verbeterd, zoals ondersteuning voor HTML e-mail en security en encryption. Uniface 9.5 (2011) Voor Uniface 9.5 is de integratie met het Web aanzienlijk uitgebreid en verbeterd. De introductie van een JavaScript API maakt het mogelijk om veel winst te halen in performance, functionele mogelijkheden, integratie en gebruikersvriendelijkheid aan de client kant (browser). Sessionmanagement is uitgebreid zodat web security verbeterd is. Voor web servises ondersteunt Uniface 9.5 complexe datastructuren, voor zowel SOAP als RESTfull services. Voor client server is met name de functionaliteit voor de Grid widget uitgebreid. Uniface 9.6 (2012) Er is een paging-mechanisme geïmplementeerd, dat het zoeken in een database versnelt. Uniface 9.6 heeft op een aantal belangrijke fronten een verbetering ondergaan met betrekking tot de user-experience mogelijkheden voor Client Server applicaties. Het PNG format voor images wordt nu ondersteund. De tab widget is uitgebreid met een "extended" tab widget, die zeer configureerbaar is met betrekking tot look and feel. Zowel kleuren, images als positie van tabs kunnen op een dynamische wijze worden geïmplementeerd. De command button kent meer variaties door de weergave eigenschappen, die te definiëren zijn afhankelijk van de staat van de command button. Voor de de fault weergave, de roll-over weergave, de weergave op het moment van een actieve klik en de focus weergave, kan een afzonderlijke eigenschap voor de display gedefinieerd worden. Met Uniface 9.6 worden ook images, kleuren en verschillende fonts ondersteund voor menu's en panels. Uniface 10 (2015) Uniface 10 is een herschreven development-omgeving op basis van de kernconcepten van Integrated Development Environments (IDE). De initiële release, gepositioneerd als een preview voor early adopters, toonde een significante verandering van een 'proprietary' development-stijl naar een zeer productieve implementatie van een op industriestandaarden gebaseerde manier van ontwikkelen, waardoor de ontwikkeling van webapplicaties mogelijk werd. In mei 2015 werd de eerste editie van Uniface 10 vrijgegeven aan early adopters om webapplicaties te testen en te ontwikkelen. De volledige enterprise-editie van Uniface 10 werd uitgebracht in september 2016 en biedt mobiele en client-serverontwikkeling en een migratiepad om het bestaande klantenbestand in staat te stellen hun applicaties naar Uniface 10 te verplaatsen. Uniface 10.4 (2021) De belangrijkste wijziging ten opzichte van 10.3 is het gebruik van Sentinel License Manager waardoor gebruikers autonoom wijzigingen kunnen doorvoeren aan hun licentie. Hiernaast zijn verbeteringen doorgevoerd aan: de Rocket® Uniface Router Monitor, de API voor TLS en de Repository Updates voor IDE . Rocket® Uniface 10.3 is 32 bit en Rocket® Uniface 10.4 64 bit, Tomcat 9 heeft een upgrade gekregen, er zijn updates voor OpenSSL en CURL Libraries. Een OpenSSL executable is beschikbaar voor Rocket® Uniface op Windows en er is een nieuwe SLE 2.0 connector voor SQLite. Externe links website Uniface Nederlandse uniface gebruikersvereniging: Face2Face Uniface.Startpagina.nl Software-ontwikkelomgeving
Components De objecten, die beschreven zijn in het Applicatie Model worden hergebruikt door componenten. Ontwikkelaars embedden objecten van het Applicatie Model op de componenten door hen te tekenen op het een lay-out canvas (voor presentatie componenten), of door hen in te voegen in de tree structure van de component. Ontwikkelaars kunnen ook component-level objecten invoegen, die niet gedefinieerd zijn in het Applicatie Model, zoals controle velden, menu’s en component variabelen. De eigenschappen en triggers, gedefinieerd in het Applicatie Model, worden overerfd doordat ze gekopieerd worden naar de component. De definities kunnen aangepast worden op component niveau om specifieke functionaliteit te creëren. Dit verbreekt wel de link tussen Applicatie Model en component (het is zeer wel mogelijk om deze link te herstellen). Als er code of properties worden gewijzigd op model niveau dan dienen alle componenten met de objecten uit dat Applicatie Model, slechts opnieuw gecompileerd te worden. Dit geeft voordelen voor het onderhoud en zorgt ervoor dat regels die geassocieerd zijn met het object, beschikbaar zijn op die plaatsen waar ze noodzakelijk zijn.
6
softwaretoepassing, applicatie, programmatuur
4,592
BlogPosting
5612597
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fake%20orgasme
Fake orgasme
Een fake orgasme ('fake', uitspraak: 'feek', Engels voor 'nep'), gefaket orgasme of neporgasme vindt plaats wanneer een persoon doet alsof die een orgasme beleeft zonder daadwerkelijk klaar te komen. Een orgasme faken gaat doorgaans gepaard met het simuleren of imiteren van gedrag dat typisch geassocieerd wordt met orgasmes, zoals lichamelijke bewegingen, stemgeluiden (kreunen, hijgen en dirty talk) en reeksen van intensifiëring gevolgd door een schijnbare ontlading. Ook zegt diegene soms dat er een orgasme heeft plaatsgevonden. Sekseverschillen Zowel mannen als vrouwen faken orgasmes; vrouwen vaker dan mannen. Bij een enquête onder 180 mannelijke en 101 vrouwelijke psychologiestudenten van de Universiteit van Kansas door Muehlenhard & Shippee (2009) bleek dat 25% van de mannen en 50% van de vrouwen wel eens een orgasme had gefaket (28% respectievelijk 67% voor deelnemers die ervaring hadden met penis-in-vagina-seks (PIV)). Hoewel de meesten orgasmes nadeden tijdens PIV, faketen sommigen ook tijdens orale seks, stimulering met de hand en telefoonseks. Uit de American Sex Survey van ABC News uit 2004, die bestond uit een telefonische steekproef onder 1501 Amerikanen, bleek dat 48% van de vrouwen en 11% van de mannen wel eens een orgasme had gefaket. Uit een gezamenlijke enquête van mannensite AskMen en vrouwensite TresSugar (heden PopSugar) uit 2012 bleek dat 34% van de mannen en 54% van de vrouwen wel eens een orgasme had gefaket; 26% van de vrouwen zei zelfs dat ze iedere keer dat ze seks hadden deden alsof ze klaarkwamen. In andere studies gaf tussen 25% en 74% van de vrouwen aan ooit tijdens hun leven wel eens een orgasme te hebben gefaket. Dat is meer dan de 25% van de vrouwen die volgens Psychology Today (2010) zeiden altijd klaar te komen tijdens penis-in-vagina-seks. Vrouwen krijgen tijdens vaginale geslachtsgemeenschap minder vaak een orgasme dan mannen omdat de meeste vrouwen directe stimulering van de clitoris nodig hebben om klaar te komen en niet bij alle seksposities wordt de clitoris aangeraakt. Voor vrouwen in heteroseksuele relaties kan het faken van een orgasme ook gebaseerd zijn op gehoorzaamheid aan de man, een behoefte om zijn goedkeuring te krijgen, gevoelens van schaamte of het idee niet goed genoeg te zijn. Aangezien veel mensen zich lijken te houden aan een soort ongeschreven 'seksueel script waarin vrouwen dienen klaar te komen voordat mannen dat doen, en mannen verantwoordelijk worden gehouden voor de orgasmes van vrouwen', kan een vrouw zich onder druk gezet voelen om een orgasme te faken voordat haar mannelijke partner klaarkomt teneinde haar partner een plezier te doen en te voorkomen dat ze zijn gevoelens kwetst. Een man kan ook om verschillende redenen besluiten om een orgasme faken, bijvoorbeeld wanneer het niet lukte om klaar te komen en hij zijn partner niet wilde kwetsen door de suggestie te wekken dat hij haar niet aantrekkelijk (genoeg) zou vinden. Een andere reden kan zijn dat hij de seks wilde beëindigen, het idee volgde dat de seks pas ten einde is als de man is klaargekomen en dus maar deed alsof dat was gebeurd. Het kan ook dat de man eigenlijk geen zin in seks had, maar zich verplicht voelde om seks te hebben als zijn partner dat wilde vanwege de misvatting dat mannen altijd zin hebben en hij niet 'on-mannelijk' wilde lijken. Voor mannen is orgasmes faken moeilijker dan voor vrouwen, omdat een mannelijk orgasme meestal gepaard gaat met een ejaculatie en dat merken hun partners meestal op. Het wordt makkelijker te faken als mannen condooms gebruiken. In zeldzame gevallen is een man bang dat het condoom is gescheurd of zal gaan scheuren en dat hij onbedoeld zijn partner zwanger zal maken, dus faket hij een orgasme om ejaculatie te voorkomen. Hersenactiviteit Bij vrouwen is al enkele keren met MRI- en PET-scans onderzoek gedaan naar het verschil in hersenactiviteit tijdens een echt en een fake orgasme, bij mannen tot dusver nog niet. Een onderzoeksteam van de Universiteit van Groningen geleid door Gert Holstege en Janniko R. Georgiadis bestudeerde in 2003 en 2005 de hersenactiviteit van 24 mannen en vrouwen (12 heteroseksuele koppels) met een MRI-scanner in verschillende toestanden. Voor de vrouwelijke deelnemers werd hun brein gescand in vier verschillende scenario's: in rust, een orgasme faken, hun clitoris laten stimuleren door de vingers van hun mannelijke partner, en clitorale stimulering totdat ze een orgasme kregen. Uit de hersenscans werd afgeleid dat wanneer vrouwen de instructie volgden om een orgasme te faken de vrouwelijke hersencentra die bewuste bewegingen aansturen actief bleven, terwijl alle activiteit verdween uit de bewegingscentra verdween en de emotionele centra wanneer zij echte orgasmes beleefden. Tijdens echte orgasmes werden bij mannen en vrouwen dezelfde hersengebieden geactiveerd of gedeactiveerd, met uitzondering van enkele brodmanngebieden in de hersenschors (die alleen bij mannen activatie vertoonden) en het feit dat het vrouwelijk orgasme gemiddeld intenser was en langer duurde. Volgens een PET-onderzoek van Huynh et al. (2013) werd de dorsolaterale (linker) kant van het tegmentum pontis altijd geactiveerd wanneer een vrouw ofwel een echt orgasme had, ofwel probeerde maar faalde een orgasme te hebben ofwel een orgasme imiteerde (fakete), terwijl de ventrolaterale (rechter) kant van het tegmentum pontis alleen werd geactiveerd wanneer vrouwen een echt orgasme beleefden. Andere factoren Het is niet altijd even makkelijk om tijdens de seks een orgasme te krijgen. Voor beide seksen heet de toestand waarin het onmogelijk is om tijdens de seks een orgasme te krijgen anorgasmie. Dit kan veroorzaakt worden door een breed scala aan factoren, waaronder zaken die enerzijds op dat moment spelen in het leven van de persoon in kwestie, zoals stress, angst, depressie of vermoeidheid, en anderzijds zaken die betrekking hebben op de seks zelf, zoals bezorgdheid, schuldgevoel, angst voor pijnlijke geslachtsgemeenschap, de partner niet aantrekkelijk vinden of de setting niet prettig vinden. Ook het gebruik van drugs zoals alcoholische drank en andere stoffen, of de bijwerkingen van medicijnen, kunnen soms anorgasmie veroorzaken. Mensen kunnen om verschillende redenen een orgasme faken, zoals wanneer hun partner wil dat ze klaarkomen terwijl dat niet lukt, wanneer ze de seks willen beëindigen maar ze het ongemakkelijk vinden om dat rechtstreeks tegen hun partner te zeggen om zo negatieve gevolgen te vermijden, of omdat ze hun partner een plezier willen doen. Het idee dat vrouwen een orgasme zouden moeten faken om hun mannelijke sekspartner een plezier te doen kan reeds gevonden worden in de versierhandleiding Ars amatoria ("De kunst van de liefde"), geschreven rond het jaar 1 n.Chr. door de Romeinse dichter Ovidius: Ovidius hield aldus 'de natuur' ervoor verantwoordelijk als vrouwen niet konden klaarkomen. Patricia Watson (2002) merkte op dat, hoewel de eerdere regel (sentiat ex imis Venerem resoluta medullis / femina, et ex aequo res iuuet illa duos) weliswaar stelt dat vrouwen ook van seks zouden moeten genieten, de context duidelijk maakt dat Ovidius zich hoofdzakelijk bezighoudt met de seksuele bevrediging van mannen: hij adviseerde wat voor seksposities de vrouw het aantrekkelijkst zouden maken voor de man en als ze niet kon klaarkomen, dan zou ze op zijn minst een orgasme moeten faken voor het genot van haar mannelijke geliefde. Mensen kunnen ook orgasmes faken bij wijze van vertoning of presentatie, zoals bij telefoonseks of in de pornografie. Feministen hebben gesteld dat het fenomeen dat (vooral) vrouwen orgasmes faken een teken is dat de seksualiteit (nog) te veel op de man is gericht (een vorm van androcentrisme). Als in een samenleving alleen mannelijk seksueel genot wordt gevierd, dan kunnen vrouwen zich onder druk voelen gezet om handelingen te verrichten die hun mannelijke partners een orgasme bezorgen, maar henzelf geen fysiek plezier brengen. In 1967 analyseerden vrouwen in een discussiegroep de motieven die ze hadden om orgasmes te faken en concludeerden dat dit gedrag een resultaat was van de druk die er door mannen op hen werd uitgeoefend. Als zodanig was de neiging om een orgasme te faken onderdeel van een breder spectrum aan problemen gerelateerd aan seksuele repressie of androcentrische seksualiteit. Veel van deze vrouwen ervoeren ook gevoelens zoals enerzijds seksuele afwijzing door hun partners of anderzijds ongewenste seksuele aandacht; sommigen waren bang om hun partners te vertellen wat ze wilden, terwijl anderen zeiden dat hun partners het niet leuk vonden om te horen wat de vrouwen wilden. Een orgasmestudie uit 1995 wees uit dat vrouwen die orgasmes faketen eerder de neiging hadden om op sociale bijeenkomsten hun partners te verwaarlozen en met andere mannen te flirten. De auteurs van deze studie speculeerden dat er een grotere waarschijnlijkheid was dat vrouwen die orgasmes faketen seks zouden gaan hebben andere mannen in plaats van met hun partner, maar ze zeiden dat voorzichtigheid geboden was bij het interpreteren van hun bevindingen omdat ze weinig gegevens hadden en er veel variabelen waren. Bij therapie is er een grotere kans dat vrouwen hun seksueel gedrag onjuist weergeven (zoals beweren dat ze klaarkomen wanneer dat niet het geval is) tegenover een mannelijke therapeut dan tegenover een vrouwelijk, hoewel sommige vrouwen nog steeds dezelfde informatie weerhouden van vrouwelijke therapeuten. In de media Het onderwerp van orgasmes faken werd breder bekend bij het publiek in 1970 toen Susan Lydon het artikel "The Politics of Orgasm" publiceerde in het Amerikaanse tijdschrift Ramparts. Ze schreef: "Bij hun mannen faken ze vaak een orgasme om 'goed in bed' te lijken en derhalve een ondraaglijke fysieke last op zichzelf te leggen en een psychologische last op de mannen die de pech hebben om de list te doorzien." Verschillende kranten en radioprogramma's bediscussieerden haar werk. Vrouwen begonnen gelijke rechten in bed te eisen en beweerden dat hun genot een doel op zichzelf was. Er is een heel beroemde scène in de Amerikaanse film When Harry Met Sally... (1989) waarin het personage Sally, gespeeld door Meg Ryan, een orgasme faket om te demonstreren hoe overtuigend een fake orgasme kan zijn, terwijl zij en Harry middenin een druk bezochte delicatessen zitten. In aflevering "The Mango" van de Amerikaanse sitcom Seinfeld geven de hoofdrolspelers Elaine Benes en Cosmo Kramer toe dat ze soms orgasmes faken, waardoor een andere hoofdrolspeler, George Costanza, paranoïde wordt dat zijn eigen vriendin Karen orgasmes heeft gefaket op basis van Elaines bekentenis dat ze "regelmatig" orgasmes heeft gefaket toen ze een relatie had met Jerry Seinfeld. Jerry wordt daarop wanhopig en smeekt Elaine om hem nog een kans te geven om haar te laten klaarkomen om zo "de vriendschap te redden". Zie ook Gendergelijkheid Ejaculatie (vrouwen) Feministische opvattingen over pornografie Orgasmekloof Externe links Uitleg over het werkwoord 'faken' – WikiWoordenboek Vervoeging van het werkwoord 'faken' – WikiWoordenboek Orgasme Emancipatie Feminisme Seksisme de:Orgasmus#Der vorgetäuschte Orgasmus
Het onderwerp van orgasmes faken werd breder bekend bij het publiek in 1970 toen Susan Lydon het artikel "The Politics of Orgasm" publiceerde in het Amerikaanse tijdschrift Ramparts. Ze schreef: "Bij hun mannen faken ze vaak een orgasme om 'goed in bed' te lijken en derhalve een ondraaglijke fysieke last op zichzelf te leggen en een psychologische last op de mannen die de pech hebben om de list te doorzien." Verschillende kranten en radioprogramma's bediscussieerden haar werk. Vrouwen begonnen gelijke rechten in bed te eisen en beweerden dat hun genot een doel op zichzelf was.
1
blogbericht, blogpost, artikel
1,713
ViewAction
2179603
https://nl.wikipedia.org/wiki/Deseret%20%28film%29
Deseret (film)
Deseret is een experimentele documentaire van de Amerikaanse filmmaker James Benning. Met Deseret schetst hij een portret van de Amerikaanse staat Utah. De film vertelt de sociale geschiedenis en het ontstaan van de staat aan de hand van een collage van tekstfragmenten en statische, zorgvuldig gecomponeerde beelden. De titel verwijst naar de oorspronkelijke maar afgewezen naam die de mormonen voorstelden voor dit gebied waar ze zich vestigden. Benning combineerde 93 krantenartikels over gebeurtenissen in Utah die tussen 1852 tot 1991 gepubliceerd werden in de New York Times, met landschapsbeelden die hij daar gedurende 18 maanden (1992-94) en tijdens de verschillende seizoenen van het jaar opnam. Deseret ging in première op het Sundance Film Festival in 1996. Inhoud Ontstaan Utah De tekst vertelt over het turbulente ontstaan van Utah: van de eerste nederzettingen, vervolgingen, slachtpartijen en wraakoefeningen tot het bedwingen van de indianen, de transformatie van de Mormoonse kerk tot een rijke, conservatieve corporatie, en het gebruik van het land als locatie voor atoomenergietesten. Mormonen Veel van de artikels handelen over de Mormoonse gemeenschap onder de leiding van Brigham Young, en hun politieke, culturele en vooral religieuze vestiging in Utah. Een voorbeeld van een verhaal dat verteld wordt is het ‘Mountain Meadows Massacre’, waarbij meer dan 120 Arkansas-pioniers vermoord werden door mormonen, vermomd als Paiute-indianen. Ecologische dreiging Een ander belangrijk en meer actueel thema in Deseret is de ecologische dreiging die over Utah hangt: De staat wordt door de Amerikaanse overheid gebruikt als plek voor nucleaire proeven, zenuwgastesten, uraniummijnen, en als stortplaats voor radioactief afval. De manier waarop Benning zijn landschappen in beeld brengt toont zowel liefde en respect voor de natuur, als een stil verdriet om de menselijke exploitatie ervan. Analyse Deseret bestaat uit een opeenvolging van statische tableaus van het landschap van Utah: meren, uitgestrekte vlaktes, ondergesneeuwde dennenbomen, Mormoonse kerken, indianenschilderingen op rotsen, af en toe menselijke figuren, overheidsgebouwen, indrukwekkende canyons, begraafplaatsen, boortorens, rivieren, snelwegen, verlaten huizen, treinsporen, etc. De compositie van de beelden in Deseret is erg strikt: duidelijk gekaderd en minimalistisch in hun kalme observatie van het landschap via long shots. De volledige film is opgenomen in 16-mm. James Benning geeft de voorkeur aan deze analoge manier van opnemen in plaats van digitaal, omdat 16-mm bepaalde beperkingen in zich meedraagt die hem helpen structuur te brengen in zijn films. De minimalistische beelden vormen een eenheid met de tekst: 93 verhalen over Utah uit de New York Times, ingekort tot 8 à 10 zinnen en in voice-over voorgelezen door Fred Gardner. Soms wordt de tekst begeleid en geïllustreerd door de beelden, soms zijn de beelden een echo van wat verteld wordt, en soms staan ze met elkaar in contrast. Over het algemeen kan gezegd worden dat de overvloed aan informatie op de geluidsband in evenwicht gehouden wordt door de stille, statische beelden. Benning verbindt de beelden met de tekst in een zeer formalistische structuur. Elke sequentie bevat steeds 1 shot dat rechtstreeks verwijst naar de locatie waar de historische gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Meestal wordt diezelfde locatie getoond, maar de verwijzing gebeurt af en toe ook op een metaforisch niveau. Het geluid is even strikt geregisseerd als het landschap: elk shot duurt even lang als een zin. Dit benadrukt het verstrijken van zowel de historische als de filmische tijd. Op deze manier reflecteert de film ook op taal en de evolutie van journalistiek: in de beginjaren gaf de New York Times een zeer uitgebreide en gedetailleerde uitleg over de gebeurtenissen. Daardoor duren de zinnen en dus ook de beelden langer, en volgt de film een trager tempo. Maar naarmate we het heden naderen, wordt de taal korter en komt het tempo hoger te liggen. De verschillende krantenartikels worden telkens opgevolgd door een shot zonder voice-over, waarin het "diëgetische geluid" (bv. het ruisen van bladeren) overheerst. Ook deze tussenshots worden steeds korter naar het einde van de film toe (van 30 seconden in het begin naar 10 op het einde), en hebben als belangrijkste functie de verschillende verhalen van elkaar te scheiden. Daarnaast wordt elk artikel aangeduid met de datum van publicatie in sierlijke, klassieke letters onderaan in het beeld. Vanaf 1896, het jaar waarin Utah als staat erkend werd, wordt een moderner lettertype gebruikt. Op dit moment in de geschiedenis neemt The New York Times een andere houding aan tegenover de nieuw gevormde staat. Utah wordt vanaf dan beschouwd als een model voor een bepaald aspect van de Amerikaanse geschiedenis. Wanneer dit jaartal bereikt wordt, vindt een nog grotere verandering plaats in de film: Benning schakelt over van zwart-witbeelden naar kleur. Confrontatie James Benning hanteert een centrale strategie in Deseret: de confrontatie tussen natuur en cultuur. De film bestaat uit een opeenvolging van natuurlijke en culturele landschappen. De natuurlijke landschappen worden geconfronteerd met industriële en stedelijke ruimtes. Benning toont ook de sporen van de oorspronkelijke bewoners van het gebied in de vorm van rotsschilderingen door Navajo indianen of verlaten pueblo’s, en plaatst die in contrast met de aanwezigheid van de huidige bevolking in steden, fabrieken, via architectuur, etc. Benning beschouwt het landschap als een plek van menselijke (inter)actie, een plek getekend door historische en culturele processen. Interpretaties Deseret vertelt het verhaal van Utah op een niet-conventionele narratieve manier. James Bennings narratieve aanpak past niet binnen de geschiedenis van narratieve cinema, noch binnen die van de gecanoniseerde avant-gardefilms. De film behoudt plaats voor de interpretatie van de toeschouwer. Het verhaal van Utah dat verteld wordt in Deseret zou geïnterpreteerd kunnen worden als het verlies van de Amerikaanse onschuld: van de beproevingen en vervolgingen van de mormonen, de gevechten met de indianen, de strijd om een staat te worden, tot Utah als plaats voor kernproeven, zenuwgastesten en gifafval. Benning probeert met zijn werk het publiek te transformeren, een meer actief sensueel bewustzijn van de wereld aan te wakkeren. Dit bewustzijn gaat in tegen de neiging naar overvloedige afleiding en hysterische consumptie in onze cultuur. Hij wil toeschouwers anders leren kijken en luisteren door de filmervaring, hen aandachtiger en meer bewust maken van wat er zich rondom ons bevindt. Benning beschrijft zijn films als een tegengif voor consumentisme. Hij maakt ze zo goedkoop mogelijk, en zorgt ervoor dat ze zelf geen consumeerbare producten worden; je kan zijn films bijvoorbeeld niet vinden op video of dvd. Situering in het oeuvre van de cineast James Benning hield zich bij zijn vroegste films vooral bezig met vorm en narratief. Vanaf de jaren 1980 introduceerde hij geleidelijk aan persoonlijke en documentaire elementen. Tegelijkertijd nam zijn interesse in de thema’s van geschiedenis, herinnering en dood toe. Daaruit ontstonden films als American Dreams (1983), Landscape Suicide (1988) en Deseret. Representaties van landschappen en stadsgezichten zijn kenmerkend voor James Bennings hele oeuvre. Maar het landschap als onderwerp op zich vormt pas een definitief thema vanaf de film North On Evers uit 1991. De films die hij vanaf de vroege jaren 90 maakt, waaronder Deseret, horen thuis onder noemers als ‘place portrait films’ of ‘landschapsfilms’. De focus op landschappen in zijn werk heeft te maken met het feit dat Benning rond die tijd van New York naar Val Verde verhuisde, een kleine en tamelijk afgelegen vallei in Californië. Hier concentreerde hij zich op de relatie tussen landschap en fysieke ruimte, en zowel de individuele als collectieve verhalen die zich daartussen afspelen. Hij ontwikkelde vormelijk heel uiteenlopende manieren om die relatie om te zetten naar het medium film, en gebruikte daarbij nieuwe manieren om met tekst en beeld te werken. Situering in bepaalde stromingen Landschapskunst James Bennings films tonen een grote fascinatie voor het landschap. Benning over deze interesse: “Ik geniet ervan buiten te zijn, en ik kijk graag. Ik hou van wandelen, en van wat je voelt wanneer je je in een landschap bevindt, hoe je jezelf kan meten tegen het landschap, en de manier waarop het landschap je in een behoorlijk perspectief plaatst.” De beelden van het landschap in Deseret roepen associaties op met de klassieke Amerikaanse landschapschilderkunst, bijvoorbeeld het werk van Albert Bierstadt en Frederic Edwin Church die in de 19de eeuw het onaangeroerde landschap van de ‘Nieuwe Wereld’ probeerden vast te leggen. Benning is erg vertrouwd met het werk van de Hudson River schilders, vooral met dat van Frederic Edwin Church en Thomas Cole. Bijgevolg doen sommige shots denken aan klassieke westerns zoals die van John Ford, die zich ook sterk baseerde op die 19de-eeuwse Amerikaanse schilderkunst. Daarnaast wordt James Benning ook zeer dikwijls geassocieerd met fotograaf Ansel Adams, wiens werk vooral bestaat uit het representeren van het Amerikaanse landschap, waarbij hij net als Benning veel aandacht geeft aan de grandeur van het landschap in Utah. Een ander element dat deze film aan het genre van landschapskunst linkt is Spiral Jetty, het bekende landschapskunstwerk van Robert Smithson in het Great Salt Lake in Utah. Dit kunstwerk duikt drie keer op in Deseret. In de eerste helft van de film wordt de Spiral getoond via een shot, een tweede keer wordt er in het jaar 1970 over gesproken in de New York Times, en ten derde heeft Benning de structuur van de film gemaakt als een spiraal: de tweede helft van de film plooit terug op de eerste, en de manier waarop de zinnen steeds korter worden en de film steeds sneller gaat vergelijkt Benning met de krullen van Spiral Jetty die korter en korter worden naar het midden toe. Long take cinema James Bennings constante exploratie van de filmische tijd maakt dat zijn werk thuishoort binnen de geschiedenis van de "long take cinema", zoals het werk van Jean-Maire Straub en Danièle Huillet, Orson Welles, en anderen. P. Adams Sitney schreef over verschillende kenmerkende manieren waarop landschap gerepresenteerd kan worden in film: met een mobiele camera via pan of tracking shots, of via het centrale perspectief van het long shot. Dit zijn al sinds de beginjaren van cinema gevestigde conventies. Benning heeft doorheen zijn carrière gebruikgemaakt van elk van deze representatiemethoden, maar vooral het long shot domineert in zijn werk. Tijdens het maken van Deseret onderzocht hij de esthetische en narratieve mogelijkheden van het long shot. Structuralisme Benning beschouwt zichzelf niet als een structuralistisch filmmaker, omdat hij naar eigen zeggen meer te vertellen heeft dan de meeste formalistische experimenten doen. Hij vindt zichzelf meer een ‘dagboekpersoon’: zijn werk is persoonlijker dan dat van structuralisten. Toch vertonen Bennings films onmiskenbaar een link met het structuralisme. Zijn werk wordt vaak vergeleken met onder andere dat van Michael Snow en Hollis Frampton: ook Benning doet met zijn films onderzoek naar de relatie tussen beeld en geluid. Zijn wiskundige achtergrond (Benning studeerde wiskunde aan de Universiteit van Wisconsin) maakt dat het structuralisme in zijn films zich vooral manifesteert in de strenge compositielogica die hij hanteert. Bovendien benadert hij het kunstenaarschap als ‘problemen oplossen’, zoals bij wiskundige vraagstukken. Invloed De belangrijkste vernieuwing die Benning ontwikkelde is het gebruik van een narratief om de formele mogelijkheden van cinema te onderzoeken. Hiermee heeft hij verschillende andere experimentele en onafhankelijke filmmakers beïnvloed, zoals Chantal Ackerman, Jim Jarmusch en Rob Tregenza. Externe link Documentaire Amerikaanse film Film uit 1996
De minimalistische beelden vormen een eenheid met de tekst: 93 verhalen over Utah uit de New York Times, ingekort tot 8 à 10 zinnen en in voice-over voorgelezen door Fred Gardner. Soms wordt de tekst begeleid en geïllustreerd door de beelden, soms zijn de beelden een echo van wat verteld wordt, en soms staan ze met elkaar in contrast. Over het algemeen kan gezegd worden dat de overvloed aan informatie op de geluidsband in evenwicht gehouden wordt door de stille, statische beelden. Benning verbindt de beelden met de tekst in een zeer formalistische structuur. Elke sequentie bevat steeds 1 shot dat rechtstreeks verwijst naar de locatie waar de historische gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Meestal wordt diezelfde locatie getoond, maar de verwijzing gebeurt af en toe ook op een metaforisch niveau.
1
visuele inhoud, actie bekijken, statische beelden
11,866
AudioObject
4583895
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cakewalk%20%28bedrijf%29
Cakewalk (bedrijf)
Cakewalk, Inc. is een Amerikaans softwarebedrijf gericht op muziekproductie. Het bedrijf werd in 1987 opgericht in Boston, en in 2004 nam Roland Corporation een groot aandeel in het bedrijf. Cakewalk is bekend geworden door het muziekprogramma en digitaal audiomontagesysteem SONAR, dat multi-spoor opnamen en bewerkingen ondersteunt van digitale audio en MIDI. Daarnaast biedt het bedrijf diverse softwareproducten gericht op muziek. Geschiedenis Cakewalk werd in 1987 opgericht door Greg Hendershott als Twelve Tone Systems, Inc. Hendershott ontdekte dat veel klanten verwezen naar het bedrijf als Cakewalk, de naam van hun eerste product. Cakewalk was een MIDI-sequencerprogramma vernoemd naar een passage uit een muziekstuk van componist Claude Debussy. In januari 2008 werd de bedrijfsnaam gewijzigd naar "Cakewalk by Roland", om duidelijk te maken dat Roland een meerderheidsbelang had. Volgens Hendershott ging het niet om een overname, maar om een samenwerkingsverband met gedeelde hardware- en softwareproducten. De samenwerking met Roland gaat terug naar het begin waar de software van Cakewalk soms specifiek ontworpen was voor de MPU-401 MIDI-interface van Roland. Een eerste zakelijke samenwerking begon in 1995, en later in 2003 werd deze samenwerking intensiever. In september 2008 werd de naam opnieuw gewijzigd naar Cakewalk, Inc. Producten Sequencers & digitale audio werkstations SONAR Platinum (Flagship DAW) SONAR Professional SONAR Artist SONAR Steam Edition SONAR X3 Producer SONAR X3 Studio SONAR X3 Instrumenten Dimension Pro Rapture Z3TA+ 2 SFZ+ Studio Instruments Session Drummer 3 Pentagon Square Triangle Effecten Sonitus:fx Suite Boost 11 CA-2A Leveling Amplifier Consumentenapparatuur Music Creator Pyro Audio Creator Kinetic USB Music Pack Oudere productlijnen Cakewalk Professional voor DOS en Windows Cakewalk Pro Audio SONAR 1 t/m 2.2 SONAR Studio & Producer Externe links Officiële website Interview met oprichter Greg Hendershott createdigitalmusic.com Amerikaans softwarebedrijf Muzieksoftware
Cakewalk is bekend geworden door het muziekprogramma en digitaal audiomontagesysteem SONAR, dat multi-spoor opnamen en bewerkingen ondersteunt van digitale audio en MIDI. Daarnaast biedt het bedrijf diverse softwareproducten gericht op muziek.
2
audio, geluidsbestand, audiobestand
9,704
MusicAlbumReleaseType
5144777
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hongerwinter%20%28album%29
Hongerwinter (album)
Hongerwinter is een album uit 1982 van popdichter Ton Lebbink, ook bekend als drummer van Mecano. Het album bestaat, net als het een jaar eerder verschenen Luchtkastelen, uit performance-gedichten in een muzikale omlijsting van new wave/synthpop. De gedichten zijn geschreven door Lebbink zelf. Ze bestaan vaak uit ketens van woordassociaties, zijn humoristisch en wat absurdistisch. De gebroeders Bolten, die op Luchtkastelen meespeelden, hebben plaatsgemaakt voor Thé Lau (The Scene). Het nummer Lidwoorden werd ook als single uitgebracht, met B-Lontje = B-Londeleen als B-kant, maar de single was geen succes. Nummers Olympics In Graffity City (6:03) Veertig Watt (2:02) Het Ei (1:35) B-Lontje = B-Londeleen (4:18) Wat Een Tijd! (4:37) Lidwoorden (3:32) Stil Thuis (4:57) Geschiedenissen In Je Hoofd (4:21) Nederlantwee (8:32) Muzikanten Ton Lebbink - zang, percussie, akoestische gitaar Thé Lau - gitaar, basgitaar, synthesizer, piano, percussie Kors Eijkelboom - slagwerk P. Viek - saxofoon Dennis Whitbread - brushes op Wat een tijd Daan Zwaanswijk, Jessica Hünd - koortje op Lidwoorden Ray Kaart - trompet op Nederlantwee Externe link Discogs.com Muziekalbum uit 1982 Nederlandstalige poëzie
Het nummer Lidwoorden werd ook als single uitgebracht, met B-Lontje = B-Londeleen als B-kant, maar de single was geen succes.
2
single, ep, album
5,580
SuspendAction
5473603
https://nl.wikipedia.org/wiki/AZD1222
AZD1222
AZD1222, ook bekend als het vaccin van Oxford–AstraZeneca, Covishield, of ChAdOx1 nCoV-19, is een COVID-19-vaccin ontwikkeld door de Universiteit van Oxford en het Brits-Zweedse AstraZeneca. Het vaccin staat geregistreerd bij het EMA onder de merknaam Vaxzevria®. Net zoals het Russische Spoetnik V-vaccin is het een virale-vectorvaccin: het bevat genetisch gemodificeerd DNA dat in een DNA-virus, in casu het gewijzigd chimpansee-adenovirus ChAdOx1 werd geplaatst. Dit virus wordt gebruikt als de virale vector. Het wordt toegediend met een intramusculaire prik. Een van de testen gaf 90 % efficiëntie indien een halve dosis gevolgd werd door een volledige dosis na één maand. Dat men best eerst een halve dosis toedient, werd slechts per ongeluk ontdekt. Over de efficiëntie bij 65-plussers bestond eind januari 2021 nog onduidelijkheid. In december 2020 onderging het vaccin fase III-testen. Op 30 december 2020 werd het vaccin goedgekeurd voor gebruik in het Verenigd Koninkrijk en het werd voor het eerst toegediend op 4 januari 2021. Het EMA keurde het vaccin goed op 29 januari 2021. Het wordt geleverd in een flacon met 8 of 10 doses die bij 2 tot 8 °C moeten worden bewaard. Het vaccin moet twee keer worden toegediend met een tussentijd van 4 tot 12 weken. Productie In het Verenigd Koninkrijk wordt het vaccin geproduceerd in Oxford, Keele en Wrexham. De productie in de EU gebeurt in loonproductie bij de firma Thermo Fisher, tot januari 2021 Novasep, te Seneffe, België. In januari 2021 bleek er vertraging in de opstart van de productie. Sinds december 2020 wordt het vaccin geproduceerd door Halix in Leiden. Sinds 26 maart 2021 heeft het bedrijf de goedkeuring om het vaccin ook te produceren voor de EU. Bijwerkingen Nederland stopte op 2 april 2021 voorlopig met het vaccineren van mensen onder de 60 jaar met het AZD1222-vaccin nadat een vrouw die het vaccin had gekregen overleed aan een ernstige complicatie, en bij anderen trombose was vastgesteld 5-24 dagen na hun vaccinatie. Het gaat in Nederland om in totaal acht geregistreerde gevallen (op ongeveer 400.000 gevaccineerden in totaal). De totale aantallen zijn echter lastig in te schatten, omdat in tegenstelling tot reguliere vaccins die een of meerdere decennia worden getest voor deze vaccins veel minder data beschikbaar is. In België bevestigde het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten in mei 2021 dat er twee overlijdens bevestigd werden waar het oorzakelijk verband met het vaccin Vaxzevria van AstraZeneca waarschijnlijk wordt geacht, waarna de bijsluiter werd aangepast. Het ging daarbij om twee vrouwen, een veertiger en een vijftiger. Een persoon bezweek aan de gevolgen van capillair leksyndroom, de andere ten gevolge van immuuntrombocytopenie. Maatregelen per land Duitsland besloot al eerder te stoppen met de toediening van het vaccin aan mensen onder de 60 jaar. Op 15 maart 2021 stopte Nederland tijdelijk met toediening van het vaccin vanwege mogelijke bijwerkingen. Dit was toen naar aanleiding van een advies van medicijnautoriteit CBG na enkele meldingen van bijwerkingen in het buitenland. De Belgische ministers van Volksgezondheid beslisten op 7 april om een maand lang het vaccin te beperken tot personen van 56 jaar of ouder. Denemarken heeft op 14 april, na het pauzeren van het vaccin op 11 maart, besloten definitief te stoppen met het gebruik van dit vaccin. Voor de tweede dosis voor de reeds gevaccineerden zal een ander vaccin gebruikt worden. Vaccin en virusvarianten In Zuid-Afrika domineert de Zuid-Afrikaanse variant van het virus. Zuid-Afrika heeft de inentingen met het AZD1222-vaccin op 7 februari 2021 tijdelijk stopgezet, tot studies aantonen dat het vaccin nog steeds effectief genoeg is. Een kleine studie heeft, zonder peer review, een indicatie gegeven dat het vaccin niet effectief is tegen deze variant. Externe links Informatie over het AZD1222-vaccin op rijksoverheid.nl Informatie over het AZD1222-vaccin op fagg.be van het Belgisch Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten COVID-19-vaccin
Denemarken heeft op 14 april, na het pauzeren van het vaccin op 11 maart, besloten definitief te stoppen met het gebruik van dit vaccin. Voor de tweede dosis voor de reeds gevaccineerden zal een ander vaccin gebruikt worden.
1
pauzeren, onderbreken, apparaat
5,075
VideoGame
2245271
https://nl.wikipedia.org/wiki/Checkered%20Flag
Checkered Flag
Checkered Flag is een computerspel dat werd ontwikkeld en uitgegeven door Atari Corporation. Het spel kwam in 1991 uit voor de Atari Lynx. Drie jaar later kwam het ook uit voor het platform Atari Jaguar. Het spel is een 3D formule 1 spel. Gameplay Zoals bij de meeste race-videogames, is het doel in Checkered Flag om een bepaald aantal rondes te voltooien. Elke ronde moet binnen de tijdslimiet worden voltooid. Als een speler een ronde maakt voordat de tijd om is, wordt de klok aanzienlijk verlengd. Platforms Ontvangst Computerspel uit 1991 Computerspel van Atari Racespel Atari Jaguar-spel Atari Lynx-spel
Gameplay Zoals bij de meeste race-videogames, is het doel in Checkered Flag om een bepaald aantal rondes te voltooien. Elke ronde moet binnen de tijdslimiet worden voltooid. Als een speler een ronde maakt voordat de tijd om is, wordt de klok aanzienlijk verlengd.
2
videospel, computerspel, game
8,278
DigitalDocumentPermission
2125910
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jurassic%20Park%3A%20The%20Game
Jurassic Park: The Game
Jurassic Park: The Game is een vierdelig episodisch interactief avonturenspel van Telltale Games. Hoewel de titel doet vermoeden dat het spel inhoudelijk gebaseerd is op Steven Spielbergs film Jurassic Park en de eerder verschenen gelijknamige roman, is dit maar gedeeltelijk. Er werd een nieuwe verhaallijn bedacht omtrent de door Dennis Nedry gestolen koker met dinosaurusembryo's. De enige personages die zowel in de film, het boek als in dit spel voorkomen, zijn Nedry en de dierenarts Gerry Harding. Synopsis Het bedrijf InGen heeft op het eiland Isla Nublar dinosaurussen terug tot leven gewekt en staat op het punt het park te openen voor publiek. Doordat Dennis Nedry de beveiliging uitschakelt om te vluchten met een gestolen koker dinosaurus-embryo's, zit het park gedeeltelijk zonder elektriciteit. Hierdoor ontsnappen heel wat gevaarlijke dinosaurussen uit hun met hoog voltage afgeschermd leefgebied. Tijdens deze gebeurtenis zijn hoofddierenarts Gerry Harding en zijn dochter Jess in het park. Zij zoeken een manier om gered te worden, maar komen tot de conclusie dat zowat alle medewerkers van het park het eiland hebben verlaten omwille van een grote storm. Tijdens hun tocht ontmoeten ze nog enkele andere personen die zich, al dan niet met goede bedoelingen, nog in het park bevinden en zich aansluiten bij Gerry en Jess om uit het park te vluchten. Uiteraard wordt de groep regelmatig aangevallen door de bloeddorstige en hongerige dino's. Verhaal Episode 1: The Intruder Gerry Harding, de hoofddierenarts van Jurassic Park, leidt zijn dochter Jess rond in het park. Op dat moment start Dennis Nedry zijn plan om de beveiliging in het park uit te schakelen en te vluchten met gestolen dinosaurus-embryo's. Zijn handlanger Miles Chadwick wacht op hem aan de haven, waar de boot ligt die het personeel naar het vasteland brengt. Miles heeft Nima ingehuurd. Zij is een avonturier, sporenzoekster en spion. Nima aanvaardde de opdracht vanwege de grote som geld die ze zou krijgen, zodat ze haar dochter een goede toekomst kan verzekeren. Zij is echter niet op de hoogte van wat ze precies moet doen. Omdat Nedry niet opdaagt, gaan ze hem zoeken in het park. Daar vinden ze zijn dode lichaam, alsook de koker met embryo's. Het is dan pas voor Nima duidelijk wat de echte taak is. Zij worden aangevallen door de dilophosaurussen die ook Nedry doodden. Miles overleeft de aanval niet. Nima kan ontsnappen, maar wordt wel gebeten door een andere, onbekende dinosaurus. Gerry en Jess rijden op dat ogenblik met hun auto richting haven. Onderweg vinden ze Nima. Omdat zij vreemde verschijnselen vertoont vanwege een giftige beet, heeft ze dringende medische verzorging nodig. Ze nemen haar mee naar het bezoekerscentrum, maar worden onderweg opgehouden door een kleine triceratops die de weg blokkeert. Ze beslissen om het dier van de weg te lokken, maar worden daarop aangevallen door het alfadier. Dit trekt de aandacht van een tyrannosaurus die de triceratops wil aanvallen. Gerry, Jess en Nima verstoppen zich in een berghok en beslissen om de nacht daar door te brengen. De volgende ochtend ziet wetenschapper Laura Sorkin het trio op een beveiligingsmonitor. Zij had omwille van het noodweer haar terugreis ook gemist en is daarom gaan schuilen in haar laboratorium. Sorkin stuurt een van de automatische bezoekerswagens naar hun locatie. Wanneer het trio arriveert bij het bezoekerscentrum, blijkt dat iedereen ondertussen is vertrokken. Gerry vindt een radio waarmee Sorkin hen tracht te bereiken. Samen zoeken ze naar de juiste medicatie om Nima te genezen. Even later valt een tyrannosaurus hen aan, maar ze kunnen haar misleiden door het bezoekerswagentje te laten wegrijden. Daarop richt Nima, die ondertussen genezen is, een revolver op Gerry en Jess en zegt hun dat ze niet van het eiland zullen raken. Episode 2: The Cavalry InGen stuurt twee reddingsteams naar Isla Nublar om de achtergebleven personen te evacueren. Het eerste team bestaat uit Billy Yoder, Oscar Morales en Danny Cafaro. Wanneer zij het andere team via de radio contacteren, horen ze enkel geweerschoten. In het bezoekerscentrum vinden ze de dode lichamen van dat team, enkel Vargas is nog in leven. Het team ziet op camerabeelden dat Nima, Jess en Gerry gegijzeld houdt. Daarop wordt het reddingsteam aangevallen door dinosaurussen. Ze ontsnappen met de helikopter, maar kunnen niet vermijden dat de dino's Vargas doden. Ondertussen zijn Nima, Gerry en Jess in de bossen gevlucht. Gerry maakt vuur in de hoop dat de rook door iemand wordt opgemerkt. Het team van Yoder ziet de rookpluimen, maar dient een noodlanding te maken na een aanval van een pteranodon. Terwijl Danny de helikopter herstelt, gaan Yoder en Oscar in het woud op zoek. Nima bemerkt dat ze vastzitten op een berg waar een onafgewerkte achtbaan staat. De enige manier om van de berg af te raken, is met behulp van die achtbaan. Tijdens de rit worden ze aangevallen door herrerasaurusen waardoor hun wagentje dreigt te ontsporen. Uiteindelijk worden ze gevonden door Yoder en Oscar die Nima overmeesteren. De groep gaat terug naar de helikopter, maar daar blijkt dat Danny is verdwenen. Een tyrannosaurus wil hen aanvallen, maar de groep kan net op tijd wegvliegen met de helikopter. Ze vliegen naar het laboratorium om dr. Sorkin op te pikken. Eenmaal aan het labo wil Sorkin niet meevliegen. Ze wil van Isla Nublar een natuurreservaat maken voor de dinosaurussen in plaats van een pretpark. Uiteindelijk wil ze mee naar het vasteland, maar wil eerst lysine in de watervoorraad mengen. Terwijl zij, Gerry en Jess dit doen, vlucht Nima weg met de helikopter. Sorkins groep wordt aangevallen door velociraptors waardoor ze moeten vluchten in de watertoren. Yoder en Oscar, ook in de helikopter, trachten Nima te overmeesteren, waardoor de controle van de helikopter wegvalt, deze tegen de watertoren botst en in het bos crasht. Episode 3: The Depts Iedereen klimt uit de watertoren en vlucht naar een onderhoudstunnel. Nima, Yoder en Oscar hebben de crash overleefd. Yoder ontdekt de koker met dino-embryo's. Oscar merkt dat de raptors de deur van de onderhoudstunnel hebben geopend en achtervolgt hen. Nima en Yoder maken een deal om de winst van de embryo's te verdelen. Daarop loopt een parasaurolophus op hen af, die wordt gevolgd door een tyrannosaurus. Hierdoor dienen Nima en Yoder ook weg te vluchten via de tunnel. In de tunnel ziet Nima plots oplichtende ogen waardoor zij niet verder durft. Yoder tracht de hoofdverlichting aan te schakelen, maar er is een kortsluiting. Oscar heeft ondertussen een van de raptors gedood en komt terug bij Yoder en Nima. Ook hij beslist om de koker met embryo's te verkopen en de winst samen te verdelen. Daarop gaan zij op zoek naar een uitweg. Jess wordt plots aangevallen door de raptors. Net op dat ogenblik komen Oscar, Yoder en Nima binnen en vinden een manier om de beesten weg te jagen. De groep is nu terug volledig. Door de kortsluiting is er een probleem met de energiecentrale in het park. Voordat door een veiligheidsprocedure de poorten in de centrale sluiten, lukt het de raptors om binnen te breken. Oscar beslist om de deur terug te openen. Hij lukt in deze taak, maar wordt daarop gedood door de raptors. De rest van de groep vlucht de centrale uit en kan zich veilig stellen in een andere kamer. In die kamer vinden ze tot hun verbazing Danny, hij heeft dezelfde bijtwonde als Nima. Sorkin zegt dat dit de beet is van een troodon. Ze had al langer de opdracht om alle troodons te elimineren, maar wou de dino's eerst onderzoeken. Yoder is hierdoor zo razend dat hij een mes op Sorkins keel legt. Episode 4: The Survivors Gerry en Nima trachten Yoder te overtuigen om Sorkin te laten leven. Jess ontdekt een kleine tunnel, de enige uitweg in de kamer. Ondertussen worden ze op de hielen gezeten door een aantal troodons. Hierdoor splitst de groep in twee. Gerry en Nima vinden een ladder waardoor ze terug op de begane grond komen. Gerry wil terug om de anderen te redden, maar Nima zegt dat het beter is dat ze zichzelf redden. Hierbij verklapt Nima dat Isla Nublar vroeger haar woonplaats was, maar dat InGen alle inwoners van het eiland haalde. Ze vertelt ook de reden van de opdracht om de embryo's te stelen. Ze wou namelijk het geld gebruiken om haar dochter een beter leven te geven. Plots komt een elektrische auto aangereden, waarmee Gerry en Nima naar het aquariumgebouw rijden. De twee groepen vinden elkaar in het aquariumgebouw terug. Dr. Sorkin gaat er plots vandoor, want het eiland zal gebombardeerd en vernietigd worden omdat de dinosaurussen uitgebroken zijn. Daarom opent ze de poort om de tylosaurus in de open zee te laten en gijzelt ze de anderen. Diezelfde tylosaurus botst tegen de ruiten van het aquarium, waardoor Sorkin schrikt en in het water valt. Ze wordt verslonden door de tylosaurus. Daarop neemt Yoder de rest van de groep onder schot: hij wil vluchten met de embryo's en vraagt aan Nima om hem te vergezellen. Zij weigert dit, waarna Yoder, na het gooien van een granaat, via een lift uit het aquariumgebouw vlucht. In de lift ontdekt hij echter dat de koker met embryo's weg is. Deze werd eerder door Jess gestolen. Het aquariumgebouw loopt, door de ontploffing van de granaat, vol met water. Nima, Jess en Gerry concluderen dat ze enkel kunnen vluchten via het aquarium. In het water worden ze achtervolgd door de tylosaurus, maar ze halen alle drie het landoppervlak. Eenmaal terug buiten worden ze aangevallen door Yoder, maar dit trekt ook de aandacht van een tyrannosaurus. Gerry schopt de koker met embryo's in het water om de tyrannosaurus af te leiden, waarop Yoder naar de koker loopt. Daarbij wordt hij verslonden door de tyrannosaurus. Vervolgens tracht Nima in het bezit te komen van de koker, wat haar lukt. Het trio beslist om naar de boot van Miles te lopen. Wanneer Jess en Nima boven op een platform staan, loopt de tyrannosaurus tegen de fundamenten, waardoor Jess en Nima vallen. Ze kunnen zich nog vasthouden aan de leuning. De koker met embryo's valt enkele meters lager op de grond en ligt nu aan de poten van de tyrannosaurus. Daarna kan het spel twee richtingen uit naargelang de keuze van de speler: Redden van de embryo's Nima tracht de embryo's te redden, maar wordt verslonden door de tyrannosaurus. Gerry en Jess vluchten naar de haven en varen weg met de boot van Miles. Gerry beslist om zijn werk bij InGen op te geven. Redden van Jess Nima kan zich optrekken aan de leuning en redt Jess. Daarop wordt de koker geplet onder de poot van de tyrannosaurus. Gerry, Jess en Nima vluchten weg en vertrekken met de boot van Miles. Nima weet niet hoe het nu met haar en haar dochter verder moet. Daarop vindt Jess een tas van Miles boordevol met geld, bedoeld om Nedry te betalen. Nima zou het geld gebruiken om haar dochter te helpen. Dinosauriërs Onderstaande dinosauriërs, pterosauriërs en mosasauriërs komen voor in het spel: Troodon Triceratops Dilophosaurus Tyrannosaurus Pteranodon Compsognathus Herrerasaurus Parasaurolophus Velociraptor Tylosaurus Ontwikkeling Het spel zou oorspronkelijk uitkomen in april 2011. Telltale Games had het al enige tijd eerder in voorverkoop aangeboden via zijn website. Door het uitstellen van de verschijningsdatum was Telltale Games genoodzaakt om een terugbetaling te doen. Elke klant die het spel in voorverkoop had aangekocht, kreeg zijn geld terug via PayPal, een cheque of een Telltale waardebon. Terugbetaling via een betaalkaart zoals Visa was in veel gevallen niet mogelijk omdat de aankoop ouder was dan twee maanden. Daarbovenop kreeg elke klant nog een couponcode waarmee hij alle episodes van een Telltale-spel naar keuze, gratis kon aanschaffen. Jurassic Park: The Game is beschikbaar voor Windows, OS X, PlayStation 3, Xbox 360 en iOS. Hoewel het een episodisch spel is, werd beslist om het volledige spel voor Xbox 360, en later ook voor pc, uit te brengen op één schijf. Besturing De speler bestuurt afwisselend de hoofdpersonages. Het spel is geen RPG waarin de bestuurder, op een aantal uitzonderingen na, zelf kan overschakelen van het ene naar het andere personage. Ook kan de speler niet zelf beslissen naar waar hij loopt, maar worden er voorgedefinieerde routes gevolgd. Op het scherm komen ook exacte aanwijzingen te staan wat de gebruiker dient te doen. Als hij zich moet bukken, zal er bijvoorbeeld een neergaande pijl worden getoond en moet de speler op de pijl onder-toets drukken. Om bijvoorbeeld een deur te openen, dient hij met de muisknop over het betreffende attribuut te gaan. Hoewel het spel verschillende puzzels bevat, dient de speler er bijna geen enkele effectief op te lossen. Zo is er bijvoorbeeld een level waar men een telefoonnummer moet opzoeken, maar eens men het telefoonnummer ziet en aanklikt, zal het personage dit later zelf draaien wanneer men op een telefoon drukt. Een ander voorbeeld is een scène waarin men toegangsrechten moet verkrijgen tot een bepaald computerprogramma. Ook hier dient men enkel wat pijltjestoetsen op het juiste moment in te drukken. Andere puzzels zoals de achtbaankarretjes in de juiste volgorde zetten, moeten wel door de speler opgelost worden. Het spel kan men dus best vergelijken met een interactieve film waar de speler alleen op enkele toetsen dient de drukken om zaken te ontwijken, te openen en andere interacties uit te voeren. Wanneer de speler de verkeerde knop indrukt of te laat is, zal niet altijd, maar toch in de meeste gevallen het personage sterven. Recensies en ontvangst Jurassic Park: The Game heeft matige recensies. Gamer.nl gaf het spel een 2,5/10 en noemde het "een slechte interactieve B-film die zich in Jurassic Park afspeelt, waar je zonder enige spanning hersenloos op een aantal knoppen drukt". Metacritic gaf het spel een score van 60% voor Xbox 360, 53% voor PlayStation 3 en 55% voor pc. IGN vond het spel een zwak verhaal over vergeten personages in een park. Ze gaven het spel een score van 5,5/10. N00b Alert gaf het spel dan weer een score van 7/10, maar met de opmerking dat het eerder een interactieve film is dan een third-person shooter. PC Gamer gaf het spel een score van 41/100 met de opmerking dat het slechts een interactieve film is waarbij de speler enkel basishandelingen dient uit te voeren. Verder zijn ze van mening dat het spel een sequel is van de eerste film. GameSpot is van mening dat het spel een mooie sequel is van de film, maar dat de gameplay niet boeiend is. Het spel is te eenvoudig. Er zijn niet echt veel interactieve dialogen en het lijkt eerder dat de speler de rol van een acteur opneemt. Hoewel de speler zou moeten beslissen wat de anderen dienen te doen, lijkt het eerder alsof deze laatsten zelf al hebben beslist wat ze zullen doen. Hier kreeg het spel een 6,5/10. IntheGame is van mening dat de spanning in het spel ver te zoeken is en dat het weinig uitdagingen bevat, maar desondanks toch gebundeld is in een gematigd verhaal. Het spel kreeg een uiteindelijke score van 4,5/10. Externe links Officiële website Computerspel van Telltale Games Computerspel uit 2011 Avonturenspel Jurassic Park Windows-spel MacOS-spel Xbox 360-spel PlayStation 3-spel IOS-spel Computerspel gebaseerd op film
Hoewel het spel verschillende puzzels bevat, dient de speler er bijna geen enkele effectief op te lossen. Zo is er bijvoorbeeld een level waar men een telefoonnummer moet opzoeken, maar eens men het telefoonnummer ziet en aanklikt, zal het personage dit later zelf draaien wanneer men op een telefoon drukt. Een ander voorbeeld is een scène waarin men toegangsrechten moet verkrijgen tot een bepaald computerprogramma. Ook hier dient men enkel wat pijltjestoetsen op het juiste moment in te drukken. Andere puzzels zoals de achtbaankarretjes in de juiste volgorde zetten, moeten wel door de speler opgelost worden.
1
toegangsrechten, bestandstoegang, permissie
4,623
Canal
4904845
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard%20van%20de%20Ven%20%281941-2017%29
Gerard van de Ven (1941-2017)
Gerardus Petrus (Gerard) van de Ven (Breda, 28 oktober 1941 – Nijmegen, 28 oktober 2017) was bijzonder hoogleraar waterstaatsgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Levensloop Gerard van de Ven werd op 28 oktober 1941 Breda geboren. Hij volgde het middelbaar onderwijs aan het Onze Lieve Vrouwelyceum in die stad en hij behaalde in 1960 zijn HBS-diploma. Het vertrok daarna naar Nijmegen om sociale geografie met verzwaard bijvak geschiedenis te studeren aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen. Deze studiecombinatie verschafte hem twee eerstegraads bevoegdheden, een voor aardrijkskunde en een voor geschiedenis. In 1969 werd het doctoraal examen afgelegd en daarna kreeg Van de Ven een aanstelling als leraar aardrijkskunde en geschiedenis aan het toenmalige Dominicuscollege. In 1973 werd Van de Ven benoemd als wetenschappelijk medewerker historische geografie. Deze functie werd gecombineerd met die van bibliothecaris bij het Geografisch Instituut van de Katholieke Universiteit. Voor die laatste functie volgde hij ook de postdoctorale opleiding bibliotheekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. In 1976 promoveerde hij bij Jan Josephus Poelhekke op een proefschrift over het graven van het Pannerdens kanaal. In 1991 maakte Van de Ven gebruik van een afvloeiingsregeling voor wetenschappelijk personeel ouder dan 50 jaar in het kader van de zogenaamde SGK regeling. In 1998 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Waterstaatsgeschiedenis vanaf 1500 tot heden, in het bijzonder het Ancien Régime’. Deze leerstoel werd gefinancierd door de Stichting Schilthuisfonds. In 2006 ging hij met emeritaat. Wetenschappelijk werk Met zijn dissertatie ‘Aan de wieg van Rijkswaterstaat, Het graven van het Pannerdens Kanaal’ vestigde Van de Ven in 1976 zijn naam als de Waterstaatsspecialist van Nederland. In deze historisch-geografische studie richt Van de Ven zijn aandacht op de inspanningen tot verbetering en stabilisatie van de waterverdeling tussen de drie takken van de Rijn: de Waal, de Neder-Rijn en de IJssel. Aan de hand van een groot aantal historische documenten en kaarten worden de werken beschreven ter verbetering van de waterafvoer. Hij heeft ook veel aandacht voor de organisatorische aspecten van dit waterbeheersingsprobleem. De samenwerking bij het graven van het Pannerdens Kanaal legde de basis voor de vorming van het nationale bestuursorgaan Rijkswaterstaat. Van grote invloed was ‘Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland’, dat in 1993 onder redactie van Van de Ven verscheen en dat daarna in vele drukken werd uitgebreid en geactualiseerd. De laatste druk verscheen in 2003. Het initiatief voor dit boek werd genomen vanuit de Nederlandse afdeling van het ICID, het International Committee of Irrigation and Development. Lag voorheen het accent in de waterstaatsgeschiedenis vooral op de rechtshistorische aspecten, in dit boek krijgt de historisch-geografische invalshoek meer aandacht. In de latere drukken is er ook veel aandacht voor de interactie van mens en water. Publicaties, een selectie Aan de wieg van Rijkswaterstaat, Het graven van het Pannerdens Kanaal, Nijmegen, 1976, Dissertatie Katholieke Universiteit Nijmegen. Ook als handelseditie verschenen: Zutphen, Walburg Pers, 1976, Gelderse Historische Reeks VIII. G.P. van Ven (red.), Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1993 (herdrukken in 1993, 1994, 1996 en 2003) Man-made Lowlands, History of Water Management and Land Reclamation in the Netherlands, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1993. Engelse vertaling van ‘Leefbaar Laagland’ Ongewijzigde herdrukken verschenen in 1994 en 1996. Een herziene en vermeerderde uitgave verscheen in 2004 Met A.M.A.J. Driessen, Niets is bestendig, De geschiedenis van de rivieroverstromingen in Nederland, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, z.j. (1995). Met medewerking van H.J. Wasser en W. Wolters, 1996 Met A.M.A.J. Driessen, Het Hollandsch-Duitsch Gemaal, Een waterstaatkundig monument tussen Nijmegen en Kleef, Das Holländisch-Deutsche Pumpwerk, Ein Kulturdenkmal der Wasserwirtschaft zwischen Nimwegen und Kleve, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1999. Met A.M.A.J. Driessen, In de ban van Maas en Waal, Waterschapszorg in verleden, heden en toekomst (Tiel, Waterschap Rivierenland, 2004). Nederlands geograaf
Wetenschappelijk werk Met zijn dissertatie ‘Aan de wieg van Rijkswaterstaat, Het graven van het Pannerdens Kanaal’ vestigde Van de Ven in 1976 zijn naam als de Waterstaatsspecialist van Nederland. In deze historisch-geografische studie richt Van de Ven zijn aandacht op de inspanningen tot verbetering en stabilisatie van de waterverdeling tussen de drie takken van de Rijn: de Waal, de Neder-Rijn en de IJssel. Aan de hand van een groot aantal historische documenten en kaarten worden de werken beschreven ter verbetering van de waterafvoer. Hij heeft ook veel aandacht voor de organisatorische aspecten van dit waterbeheersingsprobleem. De samenwerking bij het graven van het Pannerdens Kanaal legde de basis voor de vorming van het nationale bestuursorgaan Rijkswaterstaat.
2
kanaal, waterweg, scheepvaartkanaal
8,247
CreativeWorkSeason
2315779
https://nl.wikipedia.org/wiki/Edisons%201990
Edisons 1990
De Edisons 1990 werden uitgereikt in het programma Fantastico dat in dat tv-seizoen werd gepresenteerd door Robert Long voor de VARA. De uitreiking werd verdeeld over vier afleveringen van het programma, uitgezonden op 30 maart, 5, 12 en 19 april. Nadat in 1989 de uitreiking niet op tv te zien was geweest, kwam Robert Long - toen winnaar van twee Edisons - zelf met het idee om de uitreiking in 1990 in zijn programma Fantastico te verzorgen. Een aantal winnaars waren live in het programma te zien, van anderen werden videomontages vertoond. Uiteindelijk werden in 22 categorieën de prijzen verdeeld. Juryvoorzitter Olaf Klijn erkende in de media dat het aantal categorieën waarschijnlijk te groot was: "[De jury] zegt: er is nou zoveel in dat bepaalde nieuwe genre, daar moet dan een aparte categorie voor komen. Dat gebeurt dan ook elk jaar. Maar toch kunnen we het aantal niet te hoog maken. Dan wordt het helemaal zo'n weggevertje. We zitten nu echt op de grens." Ondanks deze woorden zou het aantal onderscheidingen het jaar daarop stijgen tot een recordaantal van 35. Winnaars Internationaal Pop: Neil Young met Freedom Vocaal: Chris de Burgh voor Flying Colours Singer/Songwriter: Elvis Costello voor Spike Pop: Les Negresses Vertes voor Les Negresses Vertes Pop (Rock): Lou Reed voor New York Pop (R&B/Blues): The Neville Brothers voor Yellow Moon Pop (Jazz-Fusion/Disco/Dance): Jungle Brothers voor Done by the Forces of Nature Pop (Hardrock/Metal): Aerosmith voor Pump Jazz: Sonny Rollins voor Dancing in the Dark Musical/Film: Carly Simon voor Working Girl Country: The Judds voor River of Time Extra: Rob Wasserman voor Extra Extra: Rolling Stones voor Singles Collection: The London Years Extra: Cliff Richard voor The Definite Collection Nationaal Vocaal: Mathilde Santing voor Breast and Brow Pop/Rock: Urban Dance Squad voor Mental Floss for the Globe Pop: Tambourine voor Flowers in September Levenslied: Havenzangers voor Te land, ter zee en in het café Cabaret/Theater/Chanson: Willem Nijholt (met cast) voor Cabaret Jazz: Rob van Bavel Trio voor Rob van Bavel Trio Instrumental: Han de Vries voor Appassionato Extra: Harry Coster voor Swing and Sweet in Nederland Edison Music Awards
De Edisons 1990 werden uitgereikt in het programma Fantastico dat in dat tv-seizoen werd gepresenteerd door Robert Long voor de VARA. De uitreiking werd verdeeld over vier afleveringen van het programma, uitgezonden op 30 maart, 5, 12 en 19 april.
1
tv-seizoen, radio-seizoen, videogame-seizoen
9,538
EducationEvent
334066
https://nl.wikipedia.org/wiki/Probleemgestuurd%20onderwijs
Probleemgestuurd onderwijs
Probleemgestuurd onderwijs of PGO is een pedagogisch concept van 'actief leren' dat werd ontwikkeld aan de McMaster University in Hamilton, Ontario, Canada. Het wordt vooral toegepast in het hoger onderwijs, maar vindt ook zijn toepassing in andere opleidingssituaties, zoals het volwassenenonderwijs, de lerarenopleidingen en in het middelbaar onderwijs. Achtergrond en onderwijskundige principes De methode is gebaseerd op de cognitieve psychologie en beoogt optimaal aan te sluiten bij de manier waarop de mens van nature leert. Een aantal daaruit voortvloeiende uitgangspunten waar probleemgestuurd onderwijs op is gebaseerd zijn: Kennis kan niet worden overgedragen, alleen actief worden verworven; Kennis van mensen ligt vast in individuele unieke neurologische netwerken: kennis actief opdoen zal deze netwerken uitbreiden; Kennis die wordt opgedaan in de context van een reële praktijksituatie wordt beter onthouden en wordt beter toegepast. Basiskenmerken Deze uitgangspunten zijn vertaald in de volgende basiskenmerken van probleemgestuurd onderwijs: De leerstof wordt aangeboden in de vorm van "open-einde" probleemstellingen; Studenten werken samen in kleine groepen; Leraren nemen de rol aan van "facilitator" van leren. Hiermee wordt beoogd dat studenten verantwoordelijkheid nemen voor hun groep en het organiseren ervan, en richting geven aan het leerproces met ondersteuning van een tutor of instructeur. Voorstanders van PGO claimen dat het gebruikt kan worden om kennis van de inhoud te verrijken en dat het de ontwikkeling van communicatie, probleemoplossende vermogen en zelfgestuurde leervaardigheden kan bevorderen. Het onderwijsmateriaal bestaat uit een reeks van 'taken', zoals probleemtaken, actietaken, studietaken en discussietaken, waardoor studenten op verschillende manieren de te behandelen stof dienen te benaderen. Naast taken kunnen studieboeken, artikelen, cases, opdrachten tot de onderwijsmaterialen behoren. Elke taak wordt behandeld aan de hand van een zevensprong, die bestaat uit de volgende stappen: ophelderen van onduidelijke terminologie; het formuleren van de probleemstellingen; het brainstormen; de probleemanalyse, waarin alle punten van de brainstorm worden besproken; het formuleren van de leerdoelen; zelfstudie / zoeken van informatie buiten de groep; het nabespreken van de leerdoelen / nieuwe kennis synthetiseren en testen. De eerste vijf stappen vormen gezamenlijk de voorbespreking. Vervolgens gaan studenten zelf of in kleinere groepen over tot zelfstudie, waarna stap zeven de nabespreking vormt die in de volgende onderwijsbijeenkomst de behandeling van de taak afsluit. Tijdens elke onderwijsbijeenkomst heeft een van de studenten de rol van gespreksleider (voorzitter) en één student de rol van notulist. Elke onderwijsgroep wordt begeleid door een staflid, de tutor. De tutor begeleidt het groepsproces, stuurt waar nodig de discussie en treedt indien nodig op als inhoudsdeskundige. Actieve deelname Het probleemgestuurd onderwijs heeft als belangrijkste element dat het studenten actief laat deelnemen aan het leerproces. Hoewel de te behandelen stof door de inhoud van de taken is vastgelegd, kunnen onderwijsgroepen zelf in zekere mate bepalen welke accenten zij willen leggen bij het bestuderen van deze leerstof, afhankelijk van eigen voorkennis of speciale interesses. Daarnaast vormt het werken in onderwijsgroepen ook een oefening van sociale vaardigheden zoals discussiëren, samenwerken, presenteren, alsook procedurele vaardigheden zoals het leiden van vergaderingen en het samenstellen van notulen. Probleemgestuurd onderwijs is een onderwijssysteem dat afwijkt van de traditionele manier van onderwijsgeven in het hoger onderwijs die vaak nog sterk gebaseerd is op colleges waarbij een hoogleraar zijn kennis klassikaal overdraagt aan vaak grote groepen studenten. Hoewel colleges ook in het probleemgestuurd onderwijs voorkomen, vormen zij slechts een relatief klein onderdeel van het onderwijsproces. Anderzijds combineren ook "traditionele" opleidingssystemen vaak hoorcolleges met meer actieve werkvormen zoals oefeningen, case-studies en groepswerk, en wordt de tegenstelling grotendeels overbrugd. Om geaccrediteerd te worden door het NVAO moeten opleidingen met PGO qua kwaliteit niet onderdoen voor meer traditionele opleidingsvormen. Randvoorwaarden Door zijn structuur leidt het probleemgestuurd onderwijs tot een aantal voorwaarden voor implementatie. Het vereist de beschikbaarheid van een relatief groot aantal onderwijsruimtes waarin onderwijsgroepen van 12 tot 15 personen kunnen samenkomen. Verder de beschikbaarheid en inzet van voldoende stafleden die als tutor in onderwijsgroepen kunnen optreden. In algemene zin is de onderwijsbelasting bij PGO doorgaans hoger dan bij een college- of klassikale onderwijsstructuur. Evolutie Het probleemgestuurd onderwijs werd in ons taalgebied voor het eerst in praktijk gebracht door de Universiteit Maastricht en het toenmalige Limburgs Universitair Centrum, in de artsenopleidingen. Sindsdien voeren steeds meer instellingen probleemgestuurd onderwijs in. Een van de grootste universiteiten van Nederland die gebruik maakt van PGO (of PGL: probleem gestuurd leren) is de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het wordt op de Erasmus Universiteit Rotterdam nog niet gebruikt bij de artsenopleiding. In het Vlaamse hoger onderwijs wordt het probleemgestuurd onderwijs nu (2009) algemeen toegepast, maar in minder extreme (exclusieve) vorm. Hoorcolleges blijven belangrijk, maar een deel van de leerstof wordt met PGO aangebracht, afhankelijk van het vak en de aard van de opleiding. Voor mensen die naast hun werk beroepsonderwijs willen, is de PGO-methode aangepast voor gemakkelijker toepassing in die context. Deze variant wordt KnowHow leren genoemd. Onderwijsterminologie Onderwijsmethode Onderwijsvorm
De eerste vijf stappen vormen gezamenlijk de voorbespreking. Vervolgens gaan studenten zelf of in kleinere groepen over tot zelfstudie, waarna stap zeven de nabespreking vormt die in de volgende onderwijsbijeenkomst de behandeling van de taak afsluit. Tijdens elke onderwijsbijeenkomst heeft een van de studenten de rol van gespreksleider (voorzitter) en één student de rol van notulist. Elke onderwijsgroep wordt begeleid door een staflid, de tutor. De tutor begeleidt het groepsproces, stuurt waar nodig de discussie en treedt indien nodig op als inhoudsdeskundige.
2
onderwijsbijeenkomst, educatief evenement, scholingsactiviteit
5,457
PerformAction
540590
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tom%20Van%20Landuyt
Tom Van Landuyt
Tom Van Landuyt (Leuven, 7 mei 1967) is een Belgisch acteur en muzikant. Carrière Van Landuyt volgde een toneelopleiding aan Studio Herman Teirlinck te Antwerpen (Hoger Instituut voor Dramatische Kunst), waar hij in 1992 met onderscheiding afstudeerde. Hij had een vaste rol in de Belgische tv-reeksen De Kotmadam, Zone Stad, Windkracht 10, Crème de la Crème, Team Spirit, stond in Witse, Aspe, Vermist, Heterdaad, Sedes & Belli en speelde hoofdrollen in meerdere langspeelfilms. Bij de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS, Brussel), Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS, Antwerpen), het Koninklijk Jeugtheater (KJT, Antwerpen), het Nederlands Toneel Gent (NTGent) en De Paardenkathedraal in Utrecht speelde hij hoofdrollen in onder andere A Clockwork Orange, Midzomernachtsdroom, Gelukkige Verjaardag Lieve Jelena, Macbeth, Peter Pan, Rent, Driekoningenavond, Sacco & Vanzetti, Kuifje, Spring Awakening, Le Bal en Peter en de Wolf. Hij werkte met o.a. de theaterregisseurs Ivo van Hove, Stijn Coninx en Dirk Tanghe. In 2013 stond hij op de Zomer van Antwerpen in de voorstelling Hannibal van 't Arsenaal. Van Landuyt werkte met verschillende Nederlandse regisseurs voor de films Mama, LelleBelle, Nadine en de televisiereeksen De Troon en Flikken Maastricht. Van Landuyt schreef liedteksten en theaterteksten in het Nederlands en in het Engels. Tijdens zijn theaterstudies in de jaren 90 was hij een van de zangers van de LSP Band. Hij toerde met zijn muziekgroep Precious Limits, een elfkoppige coverband met de jazzmuzikanten Ben Sluijs, Jan Muës en Tom Van Dijck, de Mauritiaanse trompettist Philippe Thomas als blazersectie en de zangers Pascale Michiels en Ivan Pecnik. Als muzikant en componist werkte hij mee aan verschillende soundtracks voor langspeelfilms, televisieproducties en muziektheater, Ad fundum, de films Team Spirit en Team Spirit 2, de tv-serie Team Spirit en Junior Eurosong. Voor de soundtrack van de langspeelfilm Ad fundum nam hij met producer Wouter Van Belle en de Britse zangeres Sam Brown het duet Standing in my light op. Voor de voorstelling Kinderspel werkte hij nauw samen met muzikant-producer Bert Gielen en schreef hij zowel de liedjesteksten als de theatertekst. In 1995 nam hij de Engelstalige soloplaat Pig Party op. Hij produceerde de plaat met Jo Francken en Daniel Romeo, met de hulp van namen uit de jazz- en popscene: Éric Legnini, Michel Hatzigeorgiou, Thierry Gutmann, Paolo Ragatzu, Nono Garcia, Daniel Lenoir, Bert Gielen, Frank Deruytter, Wigbert Van Lierde en Tine Reymer. In 2009 verscheen het alternatieve Nederlandstalige album Man zo nu en dan. Hiervoor produceerde en regisseerde hij de videoclips Blanke Maagd en Vrijheid. Hij nam dit album op met Paul Van Bruystegem en Mario Goossens van de Belgische rockband Triggerfinger en gitarist Tommy Vlaeminck. Samen met drummer Tim Deblauwe en bassist Simon Casier, bassist van de groep Balthazar, vormden ze de rockgroep Woest, waarmee ze op verschillende festivalpodia stonden. In 2014 toerde Van Landuyt met het theaterconcert Amigos van 't Arsenaal, waarmee hij in 2013 op Wintervuur en in 2014 op het Sfinksfestival stond. Samen met zijn echtgenote, de Nederlandse actrice Angela Schijf, richtte hij in 2013 het theatercollectief NAAST DE BUREN op. Met auteur, regisseur, acteur Michael De Cock schreef hij de theatertekst Kreutzersonate, als het verlangen maar stopt, een coproductie van NAAST DE BUREN en 't Arsenaal voor het theaterseizoen 2015. Deze theatertekst is gebaseerd op het meesterwerk De Kreutzersonate, een novelle in de vorm van een raamvertelling door Lev Tolstoj. De voorstelling werd opgevoerd door Schijf en Van Landuyt, samen met de muzikanten Jolente De Maeyer en Nikolaas Kende die beiden om persoonlijke redenen bij latere uitvoeringen vervangen werden. De live-muziek van Ludwig van Beethoven werd sindsdien vertolkt door de violiste Myrthe Helder en de pianist Nicolas van Poucke. Persoonlijk In 2002 trouwde Van Landuyt met de Nederlandse actrice Angela Schijf. Samen hebben ze drie dochters. Acteerwerk Hoofd- en terugkerende rollen Crème de la Crème (2013) - Elvis Knaepen LelleBelle (2010) Flikken Maastricht (2007-2008) - Guy Danneels Zone Stad (2003-2007, 2011) - Ronny Nijs aka Ruige Ronny Team Spirit II (2005) - Erik Rupel - 2004 Sedes & Belli (2002-2003) - Dirk Feyen Team Spirit 2 (2003) - Erik Team Spirit (2003) - Erik Kuifje: De Zonnetempel (2001) - Kuifje Rent (2000-2001) - Mark Cohen Team Spirit (2000) - Erik A White Lie (1999) Peter Pan (1998) Windkracht 10 (1997) - Jef De Laet She Good Fighter (1995) - Dennis Davids Ad Fundum (1993) - Tom Smits De Kotmadam (1991-1993) - Billie Boys (1991) - Boy in dancing De wet van Wyns (1991) - zoon van Jean Gastrollen Human Factors (regie Ronny Trocker, 2021) Alles is zoals het zou moeten zijn (Live as it should be, 2020) - Bart Tytgat Chocolat (2017) De Ridder (2015) - Karel Decoster Lang Leve... (2014, afl. Erik Van Looy) Vermist IV (2012) - Thomas Malfliet Witse (2011) - Joris Selleslags De Troon (2010) Wittekerke (2007) - Michiel Demeyer Mega Mindy (2009) - titelrol als schurk in aflevering Sam Meerlap Aspe (2006) - Andreas Duthoo De Wet volgens Milo - Philip in slotaflevering 13, 2005 Het Geslacht De Pauw (2004) Engeltjes (2000) Alle Maten (1999) Heterdaad (1996) - Frank Mattijsen Niet voor Publicatie (1994, afl. Oog om Oog) Theater - hoofdrollen Wij de Verdronkenen (Walpurgis, Theater aan Zee (TAZ) 2021) Drarrie in de nacht, Jr.cE.sA.r (Junior Mthombeni, Cesar Janssens, Fikry El Azzouzi / KVS 2019) Kreutzersonate, Als het verlangen maar stopt (NAAST DE BUREN / 't Arsenaal, Mechelen, 2016, 2015) Amigos ('t Arsenaal, Mechelen, 2014) Hannibal ('t Arsenaal, Mechelen, 2013 ) Midzomernachtsdroom (Lysander, De Paardenkathedraal Utrecht, 2007) Kuifje (Tabas & Co, 2001) Rent (Joop van de Ende Theaterproducties, 2000) Fun (Nederlands Toneel Gent - NTG, 2000) Peter Pan (NTG, 1999) Macbeth (Lennox, NTG,1999) A Clockwork Orange (Alex, NTG, 1998) Le Bal (NTG, 1998) Voorjaarsontwaken (Spring Awakening, NTG, 1998) Midzomernachtsdroom (Demetrius, NTG, 1997) Gelukkige Verjaardag Jelena! (Koninklijk Jeugd Theater, 1997) Sacco & Vanzetti (Sacco, KBvV, 1996) Driekoningenavond (Koninklijke Nederlandse Schouwburg, 1995) Nasynchronisatie Alvin and the chipmunks 2 (20th Century Fox, 2009) Beverly Hills Chihuahua 1 (Disney, 2009) Beverly Hills Chihuahua 2 (Disney, 2010) Beverly Hills Chihuahua 3, Viva la Fiesta (Disney, 2012) Belle et Sébastian (Nicolas Vanier, 2013) Tad, the lost explorer, op zoek naar de verloren stad (2012) Cats en dogs: de wraak van Kitty Galore (Warner Bros, 2010) Moeders Mooiste (2010) Planet 51 (2010) De Sprookjesverteller (2009) The Prince of Egypt, De Prins van Egypte (DreamWorks - Spielberg, 1998) Brother Bear (Walt Disney Studios, 2003) Bratz (2006) Cars (Disney Pixar, 2006) Pitt & Kantrop (BBC/VRT, 2005) The Fairytaler, verschillende personages (2003-2005) Sinbad, Legend of the Seven Seas (DreamWorks - Spielberg, 2003) Home on the range, Paniek op de prairie (Disney, 2004) Looney tunes, back in action (Warner Bros, 2003) The Road to El Dorado (DreamWorks - Spielberg, 2000) Powerpuff Girls (Warner Bros, 2002) Cats & Dogs (Warner Bros, 2002) Spy Kids (Disney, 2002) The Lion of Oz (2001) Barbie in De Notenkraker als stem van de Muizenkoning (Mattel, 2001) Lego big nana bird (2001) Six Flags Batman Show (2001) Spy Kids (2001) Titan after Earth (20th Century Fox, 2000) Dinosaur (Buena Vista - Disney, 2000) Scooby-Doo 2: Monsters Unleashed (2004) Presentator Bij de VRT: Vox pop (2004, muziekprogramma) Quix (2001) (kwis) Vlaanderen Vakantieland (1997, reportage ‘Peter wandelt beter’) Als radiopresentator en programmamaker, bij BRTN/VRT: Brieven uit de wereld (1997, met Paul De Wyngaert, uitzendingen voor Studio Brussel (reeks Via Via) vanuit Jogjakarta op Java, in Indonesië) Ad Fundum (1992, wekelijks studentenprogramma op Studio Brussel, met interviews, reportages, info, weetjes, sketches) Bij VT4: Het Vuur van Wadi Rum (1999, wekelijks avontuurlijk spelprogramma vanuit de Wadi Rum woestijn in Jordanië) Kickx (1996, extreme uitdagingen, wekelijks buitensport programma) O.I.N.C. (1995, dagelijks nieuws- en cultuurmagazine) Discografie 2013: Amigos, Verre Vrienden 2009: Bevrijd me, Gek, Herboren, Hier, Iedereen verliefd, Meisjemeisje, Minimens, Nu, Vrij, Vrijheid, Wandelende mens 2008: Blanke Maagd 2003: Ik laat je niet alleen 2003: I won't let you go 2001: Kuifje 2000: Rent 1999: Help Kosovo 1998: Hope Band 1998: Sometimes love just ain't enough 1997: Together (Windkracht 10) 1995: Pig Party (13 tracks) 1994: Alles Leeft (Johan Verminnen) 1993: Motion Picture Soundtrack Ad Fundum, Come Home, Fly Away, Pig Party, Standing in my light (feat. Sam Brown) Externe link Belgisch televisieacteur Vlaams stemacteur Vlaams televisiepresentator Quizmaster Vlaams programmamaker
Samen met zijn echtgenote, de Nederlandse actrice Angela Schijf, richtte hij in 2013 het theatercollectief NAAST DE BUREN op. Met auteur, regisseur, acteur Michael De Cock schreef hij de theatertekst Kreutzersonate, als het verlangen maar stopt, een coproductie van NAAST DE BUREN en 't Arsenaal voor het theaterseizoen 2015. Deze theatertekst is gebaseerd op het meesterwerk De Kreutzersonate, een novelle in de vorm van een raamvertelling door Lev Tolstoj. De voorstelling werd opgevoerd door Schijf en Van Landuyt, samen met de muzikanten Jolente De Maeyer en Nikolaas Kende die beiden om persoonlijke redenen bij latere uitvoeringen vervangen werden. De live-muziek van Ludwig van Beethoven werd sindsdien vertolkt door de violiste Myrthe Helder en de pianist Nicolas van Poucke.
1
performancekunst, podiumkunsten, uitvoering
1,240
CableOrSatelliteService
659364
https://nl.wikipedia.org/wiki/Canal%20Digitaal
Canal Digitaal
Canal Digitaal (eerder CanalDigitaal) is een Nederlandse aanbieder van satelliettelevisie via het satellietnetwerk van SES Astra, en daarnaast van IPTV. De bedrijfsnaam is ontstaan na de overname door Canal+. Het eerste deel is een verwijzing naar het moederbedrijf (Canal, Frans voor kanaal). Toen het bedrijf van eigenaar wisselde, bleef de naam intact. Via het in Luxemburg gevestigde M7 Group (CANAL+ Luxembourg s.a.r.l., onderdeel CANAL+/Vivendi), waar ook het Vlaamse TV Vlaanderen, het Franstalige Belgische TéléSAT, het Oostenrijkse HDAustria, het Nederlandse Online.nl, het Tsjechische en Slowaakse SkyLink onderdeel van zijn, is CanalDigitaal via M7 Group (CANAL+ Luxembourg S.a.r.l.) sinds september 2020 onderdeel van Vivendi/CANAL+. Satelliet Canal Digitaal biedt via de satelliet ongeveer hetzelfde aanbod als kabeltelevisie en interactieve televisie. Naast het aanbod van Canal Digitaal kunnen alle ongecodeerde (free-to-air) kanalen op de satelliet worden bekeken, waaronder BVN en veel Duitse en Britse zenders. Ook veel Nederlandse radiozenders zijn ongecodeerd te ontvangen, zoals Sky Radio en Radio Veronica. De abonnees van Canal Digitaal zijn deels hobbyisten die naast het Nederlandse aanbod ook nog honderden of zelfs duizenden andere buitenlandse zenders kunnen ontvangen van de satellieten die zich rond de aarde bevinden, maar ook huishoudens in kabelloze gebieden waar satelliettelevisie de enige ontvangstmogelijkheid is. Ook maken recreanten op de camping of op de boot gebruik van een schotelantenne. In het verleden verkozen sommigen satelliettelevisie boven kabeltelevisie vanwege de prijs- en kwaliteitsverhouding, maar dit is door forse prijsverhogingen al jaren niet meer van toepassing. In het eerste half jaar van 2010 zijn de eerste HD-zenders aan het aanbod toegevoegd. Het instappakket (BasisHD) bevat onder meer de Nederlandse en Belgische publieke radio- en televisiezenders en de Nederlandse commerciële omroepen. Vroeger kon men na registratie en activatie van een Canal Digitaal-smartcard kosteloos naar de Nederlandse publieke omroep kijken (NPO). Hiervoor werden alleen eenmalige registratiekosten berekend. Het doorgiftecontract dat Canal Digitaal met de NPO had eindigde op 1 augustus 2014. Sindsdien maken deze zenders deel uit van het BasisHD-pakket. IPTV In juni 2009 startte de provider een samenwerking met provider Online.nl (destijds eigendom van T-Mobile), waardoor het voor nieuwe klanten mogelijk werd om triple play-abonnementen af te sluiten. Vanaf februari 2011 begon Canal Digitaal met eigen Alles-in-1-abonnementen, waarbij voor het breedbandinternet en de telefoniediensten gebruikgemaakt wordt van het KPN-netwerk. In september 2012 werd de samenwerking met T-Mobile beëindigd. Echter heeft de M7 Group (oftewel de eigenaar van CanalDigitaal) de provider Online.nl overgenomen. Het Online.nl Alles-in-1-pakket bestaat uit telefoon, internet en IPTV van Canal Digitaal. Geschiedenis Opkomst analoge satelliettelevisie Satelliettelevisie in Europa werd bekend in het midden van de jaren 80 van de twintigste eeuw. Tot die tijd waren er schotelantennes nodig van 2,40 meter doorsnee om de signalen te kunnen ontvangen. Een ommekeer kwam er met twee satellieten die zodanig sterke signalen hadden dat ze met een schotelantenne van 90 cm ontvangen konden worden. Eén satelliet was op Rusland gericht, een andere was de bekendere Eutelsat-satelliet op 13 graden oost met daarop een paar Europese programma's. In deze tijd was er voor de Nederlandse kijker weinig keuzemogelijkheid wat betreft televisieontvangst. Kabeltelevisie had haar intrede nog niet goed gedaan, waardoor een groot deel van de Nederlanders de publieke omroep slechts via de ether kon bekijken. In de grensstreken kon men ook de Belgische en Duitse zenders via de ether bekijken. De satelliet bood enkele Europese programma's extra. De belangrijkste daarvan waren het Italiaanse Rai Uno, de Duitse zenders Sat 1 en RTL en de Zwitserse zender Teleclub. In 1985 ontstond een nieuw fenomeen, betaaltelevisie. Mensen moesten een abonnement afsluiten om naar deze zenders te kunnen kijken. Op deze betaaltelevisiezenders werden vooral speelfilms uitgezonden. Een van de pioniers in Europa was het Nederlandse ATN, Abonnee Televisie Nederland. ATN zond echter maar korte tijd uit en werd op 29 maart 1985 vervangen door FilmNet. De Nederlandse filmmaker Rob Houwer en media-adviseur Peter Jelgersma waren oprichters van deze film betaalzender. Dit deden ze in samenwerking met ATN en het Zweedse Esselte Abonnee TV. De zender werd uitgezonden via de Eutelsat. Commerciële televisie Eind jaren 80 besloot een Luxemburgs bedrijf, SES Astra, een satelliet te gaan exploiteren die in grote delen van Europa met een schotelantenne van 60 centimeter ontvangen kon worden. De satelliet werd gepositioneerd op 19,2 graden oosterlengte en kreeg de naam Astra 1. In Nederland werd, door diverse partijen, de tijd rijp gevonden om commerciële televisie te introduceren. Commerciële televisie was eind jaren 80 nog verboden in Nederland. TV 10, het sterrennet van tv-producent Joop van den Ende, werd daarom geweigerd. Via een zogenoemde U-bochtconstructie lukte het RTL-Véronique wel om via Luxemburg op Nederland gerichte programma's te gaan uitzenden. De eerste uitzending was op 2 oktober 1989 en werd uitgezonden via Astra 1. De zender was in eerste instantie bedoeld als doorgiftesignaal voor de kabelnetten, maar ook mensen met een satellietinstallatie konden het signaal oppikken. Begin jaren 90 besloot het Zweedse Esselte haar abonneetelevisieactiviteiten te gaan stoppen. Filmnet werd verkocht aan het Zuid-Afrikaanse M-Net/Nethold. Filmnet was ondertussen ook via de Astra-satelliet gaan uitzenden. Om deze zender te kunnen bekijken moesten schotelkijkers een speciale decoder kopen die voorzien was van een ingebouwde kaartlezer die geschikt was voor het Videocrypt 2 systeem. Het Nederlandse medialandschap was inmiddels veranderd. Commerciële televisie werd, weliswaar onder strenge voorwaarden, toegestaan in Nederland. RTL-Véronique werd RTL 4 en daarnaast kwamen de commerciële zenders RTL 5, Veronica en SBS6 in 1995 met voor de Nederlandse markt bestemde programma's. Al deze zenders konden analoog worden ontvangen met behulp van een zogenoemde Luxcrypt-decoder die aangesloten moest worden op de satellietontvanger. Van analoog naar digitaal In het midden van de jaren 90 stond het satellietlandschap voor een grote verandering, de analoge satellietkanalen stopten en daarvoor kwamen digitale kanalen in de plaats. Voordeel hiervan is dat er veel meer zenders kunnen worden uitgezonden op dezelfde bandbreedte in dezelfde of zelfs betere beeldkwaliteit. Het is 1996 als digitale satelliettelevisie zijn intrede doet in Europa. Nederland is een van de eerste landen in Europa waar gestart wordt met een digitaal satellietaanbod. De exploitatie kwam in handen van M-Net/Nethold die het bedrijf MultiChoice noemde. Dezelfde naam werd ook op de eigen Zuid-Afrikaanse markt gebruikt. MultiChoice Nederland B.V. was gevestigd aan de Archimedesbaan 21 in Nieuwegein. De digitale kanalen werden op 1 juli 1996 officieel in gebruik genomen. Het analoge signaal verdween op 18 augustus 1996. De omschakeling werd niet onverdeeld enthousiast ontvangen. Schotelbezitters hadden net veel geld geïnvesteerd in de Luxcrypt-decoders die nu waardeloos werden. Ook moest er opnieuw geïnvesteerd worden in een dure digitale ontvanger. De Nederlandse publieke zenders Nederland 1, 2 en 3, commerciële zenders RTL 4, RTL 5, SBS6 en Veronica en de radiozenders Hitradio Veronica, Kink FM en Der Oldiesender waren gebundeld in het standaardpakket dat kosteloos werd aangeboden. Het betaalde Plus Pakket bevatte Sport 7, Kindernet, Bet on Jazz int., Bloomberg info tv, Discovery, EBN, Art Channel, Travel, Weather Channel, CNBC, NBC Super Channel, MS-NBC, Giga TV, Adult Channel, CMT Europe en DMX. Het duurdere Top pakket bevatte het volledige aanbod inclusief Filmnet 1, Filmnet 2, Supersport en Hallmark Entertainment. Niet veel later werden de publieke omroepen, die tot dan toe niet op de satelliet te zien waren, toegevoegd aan het standaardpakket. Problemen met de Pace500G4 Het grootste probleem rond de digitalisering van het satellietaanbod in Nederland was de te snelle invoering. De eerste digitale satellietontvanger vertoonde zowel software- als hardwarematig ernstige gebreken. Hierdoor werd de lancering van het digitale satellietpakket van Multichoice diverse malen uitgesteld. Dit kwam onder andere doordat de definitieve uitzendstandaard van het digitale uitzendprotocol, DVB, nog aan vele veranderingen onderhevig was. M-Net/Nethold had met de Britse satellietfabrikant Pace een overeenkomst gesloten om digitale satellietontvangers voor het digitale boeket te zullen gaan leveren. Uiteindelijk werden begin augustus, onder grote druk, de eerste goedgekeurde digitale Pace-ontvangers uitgeleverd. De eerste versie van de Pace 500 is de zogenoemde G4 batch en had een adviesprijs van 1799 gulden (ongeveer €825). Dit was bijna drie keer zo duur als wat een analoge satellietontvanger in die tijd kostte. Nadat de Pace 500 G4 op de markt werd gebracht onderging het DVB-protocol nog enkele belangrijke veranderingen. Het meest in het oog springend waren de zogenoemde B-frames. Deze frames verwijzen naar voorgaande en komende beelden binnen een DVB-stream. Wanneer er geen B-frames worden uitgezonden wordt is de beeldkwaliteit van mindere kwaliteit dan bij een zender die met dezelfde bandbreedte uitzendt en wel B-frames gebruikt. Op een groter lcd- en plasmabeeldscherm is dit het meest te zien. De grote klacht is dat men het beeld ziet "hikken". Het "hikkend" beeldeffect is een direct gevolg van het niet vloeiend overgaan van de beelden binnen de uitzendstream die zonder B-frames wordt uitgezonden. Beperkingen in de hardware zorgden ervoor dat de Pace500G4 deze B-frames niet ondersteunde. Hierdoor kon men later met deze digitale satellietontvanger andere digitale satellietzenders die wel met B-frames uitzonden niet ontvangen. Vanwege de hoge aanschafprijs van deze ontvanger kon het latere Canal Digitaal de frames niet toevoegen. De te snelle introductie van digitale satelliettelevisie in Nederland heeft een betere beeldkwaliteit van het Nederlandse pakket in de afgelopen jaren in de weg gestaan. Eind 2006 werden de B-frames alsnog aan het signaal toegevoegd. Voor abonnees die nog in het bezit waren van een Pace 500 G4, werd een actie in gang gezet, waarmee de ontvanger voor een gereduceerd tarief omgeruild kon worden (afhankelijk van het abonnement). In 1996 werd de Pace 500 G4 al snel opgevolgd door de zogenaamde G6 batch van deze ontvanger. Deze kon wel overweg met B-frames. Verdere ontwikkeling Het aantal abonnees groeide snel, maar de cijfers van de televisiezenders van FilmNet vielen tegen. Daarom werd FilmNet in september 1996 verkocht aan een grote speler op de Europese betaaltelevisiemarkt, het Franse Groupe CANAL+. Doordat Multichoice eigenaar was van Filmnet, werd ook het hele digitale zenderpakket meeverkocht. Op de eigen Franse thuismarkt exploiteerde het bedrijf Canal Satellite (vandaag Canal). In Spanje Digital+ (vandaag Movistar+) en in Nederland veranderde men de naam in Canal+. CANAL+ werd opgesplitst in twee gedeelten, het eerste gedeelte exploiteerde het satellietpakket onder de naam CanalDigitaal, het andere gedeelte de betaaltelevisiezenders. De FilmNet-zenders bleven in eerste instantie nog onder dezelfde naam uitzenden. Uiteindelijk werden de zenders in juni/juli 1997 gefaseerd omgedoopt in CANAL+. In de zomer van 2000 introduceerde CanalDigitaal een verplicht servicepakket voor nieuwe abonnees. Het Settopbox-pakket bevatte geen zenders, maar abonnees kregen onder andere toegang tot een goedkoper servicenummer, het abonnement op het standaardpakket werd ieder jaar automatisch verlengd en de smartcard werd in geval van diefstal, beschadiging of verlies kosteloos vergoed. Bestaande abonnees waren niet verplicht om te kiezen voor dit pakket, dat 30 gulden per jaar ging kosten, maar het werd wel geadviseerd. De zenders van het standaardpakket werden per 1 mei 2006 ondergebracht in het Settopbox-pakket en daardoor moesten ook bestaande abonnees gaan betalen. Op 1 september 2004 namen de investeringsbedrijven Greenfield Capital Partners en Airbridge Investments de Nederlandse activiteiten van Vivendi Universal over. Vivendi was het moederbedrijf van Canal+. Beide bedrijven verenigden zich in de Airfield Holding, waar Airbridge een meerderheidsbelang in had. Het satellietpakket bleef men onder de naam CanalDigitaal aanbieden en gebruikt daarbij tot op heden de licentie en de merknaam van de CANAL+ Groep. Op 12 oktober 2005 werden de betaalzenders van CANAL+ verkocht aan Chellomedia (eigendom van Liberty Global), die de zenders op 1 februari 2006 omdoopten in Film1 en Sport1. Later stapte Greenfield uit de holding en werd Airbridge de enige eigenaar. In februari 2007 nam Providence Equity Partners een meerderheidsbelang over van Airfield; Airbridge Investments behoudt het minderheidsbelang. Sinds 1 oktober 2009 zijn TV Vlaanderen, TéléSat en CanalDigitaal ondergebracht in de M7 Group S.A. die vanuit Luxemburg opereert. M7 Group S.A. wordt gecontroleerd door CDS Coöperatieve U.A., dat een dochter is van de Airfield Holding. De gang naar Luxemburg was om fiscale redenen. Nadat Airfield zich in de loop der jaren heeft teruggetrokken heeft uiteindelijk Astorg M7 Group SA overgenomen. In september 2019 nam Vivendi opnieuw M7 Group SA over en is deze weer ondergebracht bij CANAL+ waarmee de cirkel rond is en Canal Digitaal weer in handen is bij de partij die de oorspronkelijke naamgever was van Canal Digitaal, CANAL+. M7 Group SA is in juli 2020 opgegaan in CANAL+ Luxembourg S.a.r.l. De merknaam M7 Group blijft daarbij in gebruik, alhoewel die inmiddels meer en meer in de communicatie vervangen is door CANAL+ Luxembourg. Waar satelliettelevisie in de jaren 90 vooral mensen in kabelloze gebieden bediende, is CanalDigitaal de afgelopen jaren uitgegroeid tot een volwaardige concurrent van de kabelexploitanten, interactieve televisie en Digitenne met anno 2011 bijna een miljoen geregistreerde abonnees. Irdeto codering uitgefaseerd Bij de lancering van digitale satelliettelevisie in 1996 werden de signalen door Multichoice beveiligd met Irdeto-1. Na de overname ging CanalDigitaal voor nieuwe klanten over op de (Seca) Mediaguard-1-codering. In 2003 werd dit systeem gekraakt en moesten alle smartcards vervangen worden door Mediaguard-2-kaarten. In 2008 ging CanalDigitaal vanwege dezelfde reden over op Mediaguard-3. Irdeto-1 werd al eind 2000 - begin 2001 gekraakt. Klanten met deze smartcard konden, om beeld te behouden, kiezen voor een Irdeto-2-kaart of overstappen op Mediaguard. Met Irdeto-2 kon men niet het volledige aanbod van CanalDigitaal ontvangen (waaronder een groot aantal muziekzenders). Sinds januari 2012 waren met een Irdeto-2-smartcard alleen nog de zenders uit het basispakket te ontvangen, behalve de MTV- en VH1-muziekzenders en alle kanalen op Astra 23,5 graden oost die al nooit met Irdeto waren te ontvangen. Tussen oktober en december 2012 werd wekelijks de Irdeto-codering van een kanaal verwijderd. Op 10 december 2012 is de Irdeto-codering geheel uitgefaseerd. Abonnees met zo'n smartcard konden (indien geabonneerd op minimaal het basispakket) voor een laag tarief overstappen op de Mediaguard-3-codering (inclusief nieuwe ontvanger en smartcard). Benodigdheden Om de kanalen die door CanalDigitaal worden doorgegeven binnen Nederland te kunnen ontvangen is het volgende benodigd: Schotelantenne met ontvangstkop CanalDigitaal zendt uit via de volgende satellietposities: Astra 19,2 graden oost (beter bekend als Astra 1). Dit was sinds de start van satelliettelevisie aan het eind van de jaren tachtig de enige positie waar het complete op Nederland gerichte aanbod te zien was. Het aanbod op deze positie wordt steeds minder. Astra 23,5 graden oost (beter bekend als Astra 3). Deze positie is voor Nederland en België in gebruik genomen per november 2006. Dit hing samen met het besluit om analoge ethertelevisie in Nederland per december 2006 te digitaliseren. Veel schotelbezitters maakten nog van deze mogelijk gebruik om naar hun regionale omroep te kunnen kijken, die destijds niet via de satelliet te ontvangen waren, met uitzondering van L1 Limburg. De satellietpositie bestond al langer, maar werd voornamelijk gebruikt als aanvoer voor de Duitse kabelnetten. Het aanbod op de Astra 23,5 graden oost is tussen 2007 en nu sterk uitgebreid. Alle HD-zenders worden uitgezonden op 23,5 graden oost. Ook zijn er al diverse zenders verhuisd van de 19,2 graden oost naar 23,5 graden oost. Binnen Nederland is een diameter van 45 cm meestal voldoende om deze satellieten te kunnen ontvangen. Een schotel van 45 cm is bijvoorbeeld de Triplesat, waarmee naast de Astra 1 en 3 ook de Astra 28,2°O (Astra 2) is te ontvangen. Op deze satelliet zenden veel populaire zenders free-to-air uit, waaronder de Britse zenders van de BBC en ITV. Om beide satellietposities te kunnen ontvangen met een standaard schotelantenne van 60 centimeter (bijvoorbeeld de Triax 64) ontwikkelde SES Astra voor CanalDigitaal de Duo LNB 60. Deze LNB is zo gemaakt dat een schotel niet weer opnieuw uitgericht hoeft te worden als de LNB geplaatst is. Voor het optimale signaal wordt het wel aanbevolen om de schotel af te stellen op 23,5 graden oost in plaats van 19,2 graden oost, omdat het signaal van deze positie zwakker is. Voor bezitters van grotere schotels zijn ook andere oplossingen beschikbaar, zoals een draaibare installatie met elektromotor, een multifocusschotel, en de monoblocks die al langer op de markt zijn voor een schotel van 80 cm doorsnee. De schotelantenne wordt in Nederland geplaatst op het zuiden (de plaats waar om 12 uur de zon staat). Belangrijk is dat het zicht in een schuine hoek naar boven niet belemmerd wordt door bomen of een hoog gebouw. Tussen de ontvangstkop en satellietontvanger moet, voor optimale ontvangst, een kwalitatief goede coaxkabel worden aangebracht. Satellietontvanger Steeds meer televisiezenders worden bij CanalDigitaal in de MPEG-4-norm uitgezonden. Door deze digitale compressietechniek is er minder ruimte nodig om het signaal uit te zenden, terwijl de beeld- en geluidskwaliteit nagenoeg gelijk blijft. Hierdoor kunnen er meer zenders worden doorgegeven. Bij de invoering van digitale televisie is gestart met de variant MPEG2. SD-decoders beschikken slechts over een MPEG2-tuner. Alleen HD-satellietontvangers kunnen met het MPEG4-formaat omgaan. De ontvanger moet wel voorzien zijn van een kaartlezer of Common Interface geschikt voor de Mediaguard-3-codering die CanalDigitaal gebruikt. Sommige televisies hebben een ingebouwde ontvanger die geschikt is voor satellietontvangst. Het zenderaanbod van CanalDigitaal is voorzien van een codering, zodat alleen abonnees toegang hebben tot de kanalen. De Nederlandse publieke en commerciële omroepen worden ook vanwege uitzendrechten gecodeerd. CanalDigitaal-smartcard De smartcard moet eerst geregistreerd en geactiveerd te worden. De smartcard ontvangt periodiek beveiligingsupdates voor de codering. Hierdoor is het mogelijk dat de registratie na een langere periode van inactiviteit verloopt, bijvoorbeeld wanneer de ontvanger langere tijd uitstaat of wanneer de smartcard langere tijd niet in de ontvanger heeft gezeten. Dit kan worden hersteld door de smartcard te heractiveren via de website en door te sms'en naar een speciaal nummer. Externe link Officiële website Satelliettelevisie Nederlandse televisie
De abonnees van Canal Digitaal zijn deels hobbyisten die naast het Nederlandse aanbod ook nog honderden of zelfs duizenden andere buitenlandse zenders kunnen ontvangen van de satellieten die zich rond de aarde bevinden, maar ook huishoudens in kabelloze gebieden waar satelliettelevisie de enige ontvangstmogelijkheid is. Ook maken recreanten op de camping of op de boot gebruik van een schotelantenne. In het verleden verkozen sommigen satelliettelevisie boven kabeltelevisie vanwege de prijs- en kwaliteitsverhouding, maar dit is door forse prijsverhogingen al jaren niet meer van toepassing.
3
kabeltelevisie, satelliettelevisie, mediadiensten
3,933
Time
96899
https://nl.wikipedia.org/wiki/Progress%20%28ruimtevaartuig%29
Progress (ruimtevaartuig)
Progress (Russisch: Прогресс (КК) ) is een onbemand Russisch ruimtevaartuig. In de jaren 70 van de 20e eeuw is het ontwikkeld om de Saljoet-ruimtestations te bevoorraden. Later werden de Progress-ruimtevaartuigen gebruikt ter bevoorrading van het ruimtestation Mir en het huidige internationale ruimtestation ISS. De ontwikkeling van Progress werd in gang gezet toen de Sovjet-Unie zich realiseerde dat langdurige verblijven in de Saljoet-ruimtestations alleen mogelijk werden als de bemanning regelmatig bevoorraad kon worden. Saljoet 6 was het eerste ruimtestation dat regelmatig bezoek kreeg van Progress-vrachtschepen. Het concept bleek zeer succesvol en was tevens de enige vorm van bevoorrading voor het ruimtestation ISS in de jaren 2003 tot 2005, toen de Amerikaanse Spaceshuttle aan de grond stond als gevolg van het ongeluk met het ruimteveer Columbia. Van de meer dan 150 Progress-lanceringen mislukten er slechts 3 (Progress M-12M in 2011, Progress M-27M in 2015 en Progress MS-04/65P in 2016). Ontwerp Het ontwerp van de Progress is gebaseerd op dat van het bemande Sojoez-ruimtevaartuig, en maakt voor de lancering eveneens gebruik van de succesvolle Sojoezraket. De Progress heeft ongeveer hetzelfde formaat als de Sojoez en lijkt er uiterlijk sterk op. Het Progress-ruimtevrachtschip bestaat uit drie modules: Orbitale module, een onder druk staande opslagruimte met de voorraden voor de bemanning van het ruimtestation, zoals voedsel, water, kleding, en (wetenschappelijke) apparatuur. Ook is er hier plaats voor persoonlijke post en kranten. Boven op de orbitale module is de koppelingseenheid geplaatst, die verschilt met die van de Sojoez omdat er leidingen aanwezig zijn voor het overpompen van vloeistoffen naar het ruimtestation. Brandstofmodule, een ruimte met brandstofvoorraden in aparte tanks. Na koppeling worden deze geautomatiseerd overgepompt naar de brandstoftanks van het ruimtestation. Servicemodule, een aandrijfmodule die identiek is aan dezelfde module van het Sojoez-ruimteschip. De module bevat motoren voor baanwijzigingen en standregeling, radiatoren voor warmtewisseling en de elektriciteitsvoorziening via zonnepanelen. Omdat de Progress-ruimtevaartuigen niet bedoeld zijn voor het vervoeren van bemanning en er geen reden is om terug te keren naar aarde, zijn ze niet uitgerust met hitteschilden of systemen voor levensonderhoud. Dit levert grote gewichtsbesparingen op die ten goede komen aan de hoeveelheid nuttige lading. Versies De ontwikkelingsgeschiedenis van Progress is ruim 10 jaar korter dan van Sojoez, en daarom zijn er veel minder versies verschenen dan met Sojoez het geval was. Progress (1978 - 1990) Medio 1973 begon het ontwerpbureau van chef-ontwerper Sergej Koroljov met de ontwikkeling van het eerste type Progress. Op 20 januari 1978 werd de eerste Progress gelanceerd en uiteindelijk zouden er 42 exemplaren van deze versie in de ruimte vliegen. De eerste versie van Progress had een massa van 7020 kg en kon 2300 kg aan vracht vervoeren. Het vrachtschip was uitgerust met accu's, kon drie dagen zelfstandig vliegen en kon tot maximaal 1 maand gekoppeld blijven aan een ruimtestation. Koppeling vond altijd plaats met de achterste koppelpoort van het ruimtestation aangezien dit de enige koppelpoort was die uitgerust was met leidingen voor transport van de vloeibare lading aan boord van Progress. Lanceergewicht 7020–7249 kg Laadgewicht (Progress 1-24) ~2300 kg Laadgewicht (Progress 24-42) ~2500 kg Lengte 7,94 m Diameter van de vrachtmodule 2,2 m Maximum diameter 2,72 m Volume van de vrachtruimte 6,6 m³ Progress M (1989 - 2009) In 1986 werd gestart met de ontwikkeling van de volgende versie van Progress. Het basisontwerp bleef hetzelfde maar het werd uitgerust met de vele verbeteringen die doorgevoerd waren op de Sojoez-T en Sojoez-TM. Het resultaat werd bekend als Progress-M en werd voor het eerst gelanceerd op 23 augustus 1989 naar het ruimtestation Mir. Deze versie kon 100 kg meer vracht dragen en tot 30 dagen zelfstandig vliegen doordat het ruimtevaartuig nu was uitgerust met zonnepanelen. Daarnaast was het met de Progress M mogelijk om goederen en experimenten terug te laten keren op aarde door gebruik te maken van een Raduga-terugkeercapsule. Gekoppeld kan Progress-M maximaal zes maanden in de ruimte blijven. Bovendien kon Progress-M ook koppelen aan alle koppelpoorten van Mir omdat deze allemaal met leidingen voor het transport van vloeistoffen waren uitgerust. Tot aan de geplande vernietiging van Mir vlogen 43 Progress M-vrachtschepen naar dit ruimtestation. De laatste van deze werd gebruikt om Mir uit zijn baan te halen en terug te laten keren in de atmosfeer. Lanceergewicht 7130 kg Laadgewicht 2600 kg Max. droge lading 1500 kg Max. vloeibare lading 1540 kg Lengte 7,23 m Breedte zonnepaneel 10,6 m Diameter van de vrachtmodule 2,2 m Maximum diameter 2,72 m Volume van de vrachtruimte 7,6 m³ Gemodificeerde varianten van de Progress M zijn gebruikt om Russische ruimtestation-modules na de lancering vanuit hun parkeerbaan naar het ISS te manoeuvreren. Progress M1 (2000 - 2004) De Progress M1-variant van Progress is speciaal ontwikkeld ten behoeve van het internationale ruimtestation ISS. De totale nuttige lading is kleiner dan die van Progress M, maar er kan wel meer vloeibare lading meegenomen worden, ruim 400 kg meer dan Progress M. Dit werd mogelijk door de watervoorraad te verplaatsen van de brandstofmodule naar de orbitale module. De varianten Progress M en Progress M1 worden beide gebruikt ter bevoorrading van het ISS. Er zijn in totaal 11 Progress M1 vluchten geweest. Lanceergewicht 7150 kg Laadgewicht 2230 kg Max. droge lading 1800 kg Max. vloeibare lading 1950 kg Lengte 7,23 m Breedte zonnepaneel 10,6 m Diameter van de vrachtmodule 2,2 m Maximum diameter 2,72 m Volume van de vrachtruimte 7,6 m³ Progress M2 Progress M2 was een geplande variant, die voor de Mir-2 was bedoeld. Deze variant is echter nooit helemaal tot stand gekomen. De M2 variant zou een grotere service module voor een grotere lading of ruimtestation modules en zou gelanceerd worden op een Zenit raket, omdat de raket groter is. Progress MS (2015-nu) Progress MS is een verbeterde variant, wiens eerste lancering op 21 december 2015 plaats vond. Het heeft de volgende verbeteringen: Een nieuw extern compartiment dat de variant de mogelijkheid geeft om satellieten in te zetten. Elk compartiment kan 4 lancering containers houden. Eerst sprake van bij de Progress MS-03. Het kan langer in gebruik blijven, door middel van de toevoeging van een back-upsysteem van elektrische motoren voor het docking- (het verbinden van twee ruimtevaartuigen) en sealmechanisme. Verbeterde micrometeoriet (een heel kleine meteoriet) bescherming met additionele panelen in het lading compartiment. Russische satelliet communicatie capabiliteiten maken telemetrie en controle mogelijk, zelfs wanneer ze niet in direct zicht van radiostations op de grond zijn. Satellietnavigatie, die in echte tijd determinatie van de status vector en baanelementen mogelijk maken (er is een determinatie van een radiostation op de grond nodig van de baan). Relatieve navigatie, in echte tijd, door directe radio data uitwisseling capabiliteiten met het ruimtestation. Nieuwe digitale radio, die een verbeterde camera voor het zien van het docken van de raket mogelijk maakt. Het Chezara Kvant-V radio systeem is veranderd voor een Unified Command Telemtry System (UCTS) Het dockingsysteem Kurs A is met Kurs NA vervangt. Zie ook Progress 1 Bevoorradingsruimtevaartuig Russische ruimtevaart Internationaal ruimtestation ISS
Progress MS (2015-nu) Progress MS is een verbeterde variant, wiens eerste lancering op 21 december 2015 plaats vond. Het heeft de volgende verbeteringen: Een nieuw extern compartiment dat de variant de mogelijkheid geeft om satellieten in te zetten. Elk compartiment kan 4 lancering containers houden. Eerst sprake van bij de Progress MS-03. Het kan langer in gebruik blijven, door middel van de toevoeging van een back-upsysteem van elektrische motoren voor het docking- (het verbinden van twee ruimtevaartuigen) en sealmechanisme. Verbeterde micrometeoriet (een heel kleine meteoriet) bescherming met additionele panelen in het lading compartiment. Russische satelliet communicatie capabiliteiten maken telemetrie en controle mogelijk, zelfs wanneer ze niet in direct zicht van radiostations op de grond zijn. Satellietnavigatie, die in echte tijd determinatie van de status vector en baanelementen mogelijk maken (er is een determinatie van een radiostation op de grond nodig van de baan). Relatieve navigatie, in echte tijd, door directe radio data uitwisseling capabiliteiten met het ruimtestation. Nieuwe digitale radio, die een verbeterde camera voor het zien van het docken van de raket mogelijk maakt. Het Chezara Kvant-V radio systeem is veranderd voor een Unified Command Telemtry System (UCTS) Het dockingsysteem Kurs A is met Kurs NA vervangt.
2
tijdstip, tijd, hh:mm:ss
935
OfficeEquipmentStore
1373575
https://nl.wikipedia.org/wiki/Staples%20Inc.
Staples Inc.
Staples, Inc. is een Amerikaans bedrijf dat kantoorartikelen verkoopt. Het bedrijf was tot/met 2017 beursgenoteerd, totdat het bestuur een bod op alle aandelen van investeerder Sycamore Partners accepteerde. De activiteiten in Europa staan sinds 2016 los van Staples, Inc. Activiteiten Staples is de grootste detailhandel van kantoorartikelen ter wereld, met meer dan 1900 winkels. De meeste activiteiten vinden plaats in Noord-Amerika, maar daarbuiten is het bedrijf actief in meer dan 20 landen in Europa, Zuid-Amerika, Azië en Australië. Verder verkoopt het kantoorartikelen ook over het internet. In het gebroken boekjaar tot 31 januari 2016 behaalde het een omzet van 21 miljard dollar, waarvan iets meer dan US$3 miljard buiten Noord-Amerika. In de Verenigde Staten en Canada telde het iets meer dan 1600 winkels aan het einde van dat jaar. Staples in Europa In december 2016 maakte Staples de verkoop bekend van de Europese activiteiten aan Cerberus Capital. In Europa was Staples Solutions actief in 16 landen en realiseerde ze een jaaromzet van circa 1,7 miljard euro (2016). Het bestond voor een belangrijk deel uit het voormalige Corporate Express, de Nederlandse branchegenoot die in 2008 werd overgenomen. Staples bleef ook na de transactie aandeelhouder met een belang van 15%. De Europese tak gebruikte de naam Staples Solutions en het hoofdkantoor bleef in Amsterdam. De fysieke winkels van Staples in Nederland, hernoemd naar eerst Staples Office Centre en daarna enkel Office Centre, werden in 2018 verkocht aan ondernemers Frans Davelaar en Goswin Fijen van KantoorExpert. In 2019 verkocht het ook de Duitse retailactiviteiten aan New Office Centre BV. In de transactie gingen 57 winkels en de webshop over. Met deze verkopen ging Staples Solutions zich meer richten op direct sales / contractverkoop, een strategie waar de winkels minder goed bij hoorden. De overnameprijs is niet bekendgemaakt. Staples was sinds 1992 actief in Duitsland na de overname van MAXI-Papier. Staples Solutions ging in 2019 verder met het afstoten van de diverse activiteiten in Europa, beginnend met de verkoop van de Italiaanse, Franse en Spaanse onderdelen aan RAJA, S.A. Later in 2019 werden de activiteiten in Duitsland en Zweden verkocht; gevolgd door de verkoop van Staples UK aan Banner Group Ltd. in 2020. Uiteindelijk werden in 2021 ook de overgebleven Europese activiteiten verkocht. Lyreco nam de onderdelen in Noorwegen, Zweden, Denemarken, Oostenrijk, Polen en Duitsland over, inclusief de Central Shared Services-activiteiten uit Polen en Nederland. Staples Finland werd verkocht aan Wulff en de activiteiten in Portugal aan Firmo. Hiermee bleven alleen de activiteiten in Benelux nog over, welke uiteindelijk overgenomen werden door de Nederlandse investeringsmaatschappij Standard Investment, die als enige partij in Europa de merknaam nog bleef gebruiken, als Staples Benelux. In 2021 nam Standard Investment ook Office Centre over, waarmee de twee bedrijven na jaren weer onder één eigenaar vielen. Geschiedenis Staples is opgericht door Tom Stemberg in 1985. In 1986 opende Staples de eerste winkel in Brighton, een wijk van Boston. Het hoofdkantoor is in Framingham (Massachusetts). In de zomer van 2008 nam Staples het Nederlandse bedrijf Corporate Express over. Op 10 oktober 2012 raakte bekend in de pers dat Staples Inc. zich zou terugtrekken uit de Belgische markt. Op 31 december 2012 werd effectief een einde gemaakt aan de activiteiten. Het distributiecentrum in Tongeren, het callcenter in Eupen en de zes winkels (Aartselaar, Eke, Schoten, Temse, Zaventem en Zellik) sloten de deuren. In totaal werden 289 mensen ontslagen. Ook in Nederland en het Verenigd Koninkrijk zouden een aantal winkels de deuren sluiten. In oktober 2014 deed Staples melding te zijn gehackt, bij nader onderzoek bleek dat malware was geïnstalleerd in de kassasystemen bij 115 van de 1400 Staples-winkels in de VS. Vermoedelijk werden zo'n 1,16 miljoen creditcardgegevens gestolen. Begin 2015 kondigde Staples een overnamebod aan van US$6,3 miljard op concurrent Office Depot, waarmee een concern zou ontstaan met vierduizend winkels. Toezichthouders blokkeerden echter de transactie waartegen de twee bedrijven in beroep gingen. De rechter kwam tot eenzelfde oordeel als de toezichthouders. Staples moest een boete betalen van US$250 miljoen aan Office Depot omdat de overname niet doorging. In mei 2017 wees Staples een overnamebod af van Cerberus Capital Management. Het bod van US$ 5,8 miljard werd als te laag bestempeld. Investeerder Sycamore Partners was nog in de race en eind juni 2017 werd bekend dat Sycamore met een bod van US$ 6,9 miljard de bestuurders van Staples heeft kunnen overtuigen. Sycamore heeft meer belangen in de detailhandel en Staples past hier goed bij. Staples telt 1255 winkels in de Verenigde Staten en 304 in Canada. Staples is de grootste leverancier van kantoorbenodigdheden in de VS met een marktaandeel van 48%. Op 18 oktober 2023 sprak de rechtbank het failliet uit van Staples Nederland. Externe link Officiële website - Staples Inc. Officiële website - Staples Nederland Amerikaans bedrijf Bedrijf genoteerd aan de NASDAQ Economie van Massachusetts
In mei 2017 wees Staples een overnamebod af van Cerberus Capital Management. Het bod van US$ 5,8 miljard werd als te laag bestempeld. Investeerder Sycamore Partners was nog in de race en eind juni 2017 werd bekend dat Sycamore met een bod van US$ 6,9 miljard de bestuurders van Staples heeft kunnen overtuigen. Sycamore heeft meer belangen in de detailhandel en Staples past hier goed bij. Staples telt 1255 winkels in de Verenigde Staten en 304 in Canada. Staples is de grootste leverancier van kantoorbenodigdheden in de VS met een marktaandeel van 48%.
1
kantoorartikelenwinkel, kantoorbenodigdheden, kantooruitrusting
2,063
MusicAlbumProductionType
226418
https://nl.wikipedia.org/wiki/Orbital
Orbital
Orbital is een Brits muziekduo gevormd door de broers Paul Hartnoll en Phil Hartnoll. Hun muziek kan worden omschreven als combinatie van techno, ambient, house en chill-out; later kwam ook de invloed van jungle om de hoek kijken. Als een van de weinige dancegroepen schuwen ze niet om politieke statements in hun muziek te verwerken. Het meest bekend zijn ze van singles als Chime (1989), Halcyon (1992) en The Box (1996). Orbital heeft ook filmmuziek gemaakt voor onder andere The Saint en Octane. Begintijd De broers Hartnoll groeien op in Dartford. Phil is in de jaren tachtig bouwvakker. De jongere Paul is bezig in een band. Als de housemuziek opkomt beginnen de twee ook met met produceren van elektronische dansmuziek. In hun thuisland scoorden ze vrijwel meteen een hit, in 1990 met hun eerste echte single Chime, het nummer kwam tot nummer 17 in de Britse Top 40. In Nederland en België was het slechts een clubhit. Het debuutalbum Orbital verscheen in 1991. Een jaar later verschijnt de ep Radiccio. Hierop staat het succesnummer Halcyon, dat samples bevat van Kirsty Hawkshaw uit de hit It's a Fine Day van Opus III. Het tweede album Orbital 2 verschijnt een jaar later. Naast Halcyon staat er ook de hit Lush op. De twee eerste albums staan ook wel bekend als respectievelijk Green Album en Brown Album (vanwege de kleuren van de albumhoescovers). Paul werkt in 1992 ook samen met Michael Hazell als Golden Girls. Hiermee maken ze de hit Kinetic. Gloriedagen In 1994 verschijnt het album Snivilisation waarop Allison Goldfrapp te gast is. Echt bekend werd het duo met het nummer The Box in 1996, in Nederland slechts een bescheiden hit, maar de videoclip (met Tilda Swinton in de hoofdrol) werd vanwege de opvallende stijl veel gedraaid. In het thuisland van Orbital kwam het nummer tot plaats 11. Het nummer staat op het album In Sides. Spraakmakend is ook de single The Girl With the Sun in Her Head, dat volledig met duurzame energie wordt geproduceerd. Het nummer is opgedragen aan Sally Harding, die fotografe was voor het label van de groep. In 1997 maken ze een nieuwe versie van het thema van The Saint, vanwege een moderne verfilming van de serie. Dat jaar werken ze ook samen met gitarist Kirk Hammett aan een nieuwe versie van hun oude plaat Satan. In 1999 volgt he album The Middle Of Nowhere. In 2001 brengen ze het album The Altogether waarop bijdragen van Kirsty Hawkshaw en van David Gray te horen zijn. In 2002 brengen ze een verzamelalbum uit met singleversies van hun succesvolste nummers. Als nieuwe single maken ze Frenetic, dat een vernieuwde vocale versie is van Kinetic van Golden Girls. In 2003 verzorgde het duo de soundtrack voor de film Octane. Breuk In 2004 kondigen de broers aan dat ze gaan stoppen met Orbital. Voor het afscheid hebben ze het album Blue geproduceerd, dat teruggrijpt op het geluid van de eerste twee albums. Beide worden solo actief in de muziek. Phil richt de groep Long Range op samen met producer Nick Smith. Daarvan verschijnt het album Madness And Me (2006). Ook Paul zit niet stil en brengt in 2007 zijn debuutalbum The Ideal Condition uit. Paul is ambitieus en betrekt een volledig strijkorkest bij zijn album dat veel invloeden uit klassieke muziek bevat. Prominente gasten zijn Robert Smith en Joseph Arthur. Het succes van Orbital weten beide broers met hun solowerk niet te evenaren. Comeback Vanaf 2009 beginnen Paul en Phil weer optredens als Orbital te geven. Ze duiken ook weer de studio en een album met de naam Wonky verschijnt in april van 2012. Datzelfde jaar produceert Orbital de soundtrack voor de film Pusher. Orbital mag dan weer bij elkaar zijn. De broers blijven ook actief met hun eigen projecten. Paul start samen met Lianne Hall het project Haunted House. Ook zit hij achter het project 8:58 waarmee hij in 2015 het gelijknamige album uitbrengt. Phil is in die periode actief als dj. In 2017 maken ze Orbital opnieuw actief met optredens en verscheen het nummer Kinetic 2017, een nieuwe versie van de oude hit van het Golden Girls-project. Later in 2017 verschijntde single Copenhagen uit. Het album Monsters Exist wordt uitgebracht in september 2018. In 2023 brengen ze opnieuw een album uit. Op Optical Delusion zijn diverse gastbijdragen te horen. Zo werken ze samen met de Sleaford Mods op het nummer Dirty Rat. Het nummer is een aanklacht tegen het beleid van de Tory Party. Discografie |- |align="left"|Orbital||1991||-|||||| alias Green Album |- |align="left"|Orbital 2||1993||-|||||| alias Brown Album |- |align="left"|Peel Session||17-02-1994||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Diversions||22-03-1994||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Snivilisation||23-08-1994||-|||||| |- |align="left"|In Sides||1996||22-06-1996||71||7|| |- |align="left"|Satan Live||30-12-1996||-|||||| livealbum |- |align="left"|Event Horizon||1997||-|||||| met Michael Kamen / soundtrack |- |align="left"|The Middle of Nowhere||05-04-1999||01-05-1999||93||1|| |- |align="left"|The Altogether||2001||-|||||| |- |align="left"|Back to Mine||25-06-2002||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Work 1989-2002||20-08-2002||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Octane||28-10-2003||-|||||| soundtrack |- |align="left"|Blue Album||10-08-2004||-|||||| |- |align="left"|Halcyon||27-09-2005||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Live at Glastonbury 1994-2004||11-06-2007||-|||||| livealbum / 2-cd & dvd |- |align="left"|20||09-06-2009||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Wonky||02-04-2012||-|||||| |- |align="left"|Pusher||08-10-2012||-|||||| soundtrack |- |align="left"|Monsters Exist||14-09-2018||-|||||| |- |align="left"|Thirty-Something||29-07-2022||-|||||| verzamelalbum/remixalbum |- |align="left"|Optical Delusion||17-02-2023||-|||||| |} |- |align="left"|The Middle of Nowhere||1999||24-04-1999||38||2|| |- |align="left"|Wonky||2012||14-04-2012||44||2|| |- |align="left"|Monsters Exist||2018||06-10-2018||143||1|| |} Externe links Officiële website Britse danceact
|- |align="left"|Orbital||1991||-|||||| alias Green Album |- |align="left"|Orbital 2||1993||-|||||| alias Brown Album |- |align="left"|Peel Session||17-02-1994||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Diversions||22-03-1994||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Snivilisation||23-08-1994||-|||||| |- |align="left"|In Sides||1996||22-06-1996||71||7|| |- |align="left"|Satan Live||30-12-1996||-|||||| livealbum |- |align="left"|Event Horizon||1997||-|||||| met Michael Kamen / soundtrack |- |align="left"|The Middle of Nowhere||05-04-1999||01-05-1999||93||1|| |- |align="left"|The Altogether||2001||-|||||| |- |align="left"|Back to Mine||25-06-2002||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Work 1989-2002||20-08-2002||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Octane||28-10-2003||-|||||| soundtrack |- |align="left"|Blue Album||10-08-2004||-|||||| |- |align="left"|Halcyon||27-09-2005||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Live at Glastonbury 1994-2004||11-06-2007||-|||||| livealbum / 2-cd & dvd |- |align="left"|20||09-06-2009||-|||||| verzamelalbum |- |align="left"|Wonky||02-04-2012||-|||||| |- |align="left"|Pusher||08-10-2012||-|||||| soundtrack |- |align="left"|Monsters Exist||14-09-2018||-|||||| |- |align="left"|Thirty-Something||29-07-2022||-|||||| verzamelalbum/remixalbum |- |align="left"|Optical Delusion||17-02-2023||-|||||| |}
5
soundtrack, livealbum, studioalbum
8,172
BookStore
793349
https://nl.wikipedia.org/wiki/Em.%20Querido%27s%20Uitgeverij
Em. Querido's Uitgeverij
Em. Querido's Uitgeverij is een Nederlandse uitgeverij die in 1915 werd opgericht in Amsterdam. In 1898 maakte Emanuel Querido bekend dat hij zich als zelfstandig boekhandelaar zou vestigen aan de Binnen-Amstel in Amsterdam. In 1911 werd dat een verzendboekhandel in Bloemendaal. Vanaf 1915 bouwde hij op de Keizersgracht 333 te Amsterdam onder de naam een uitgeversbedrijf op. Salamander en andere uitgaven Emanuel Querido begon in 1934 met de uitgave van de Salamanderpockets, "reeks van de beste oorspronkelijke en vertaalde romans", de eerste echte Nederlandse pocketserie, een jaar voor de eerste Penguins verschenen. Deze pockets verschenen aanvankelijk met een harde boeksomslag, in tegenstelling tot latere na-oorlogse pocketboeken, ook in dezelfde reeks, die geen harde omslag meer hadden. De vormgeving van het omslag was aanvankelijk in handen van J.B. Heukelom, die ook in de voorgaande jaren al veel boekbanden voor Querido ontworpen had. De nummering van de verschenen pockets eindigde op 760, waarbij opgemerkt moet worden dat een aantal nummers niet verscheen. Een bekende Nederlandse auteur wiens werk werd gepubliceerd door Em.Querido was onder meer A. den Doolaard. Emanuel Querido was bijzonder vernieuwend met het uiterlijk van zijn boeken. Buiten de reeds genoemde J.B. Heukelom gaf hij een flink aantal boekbandverzorgers de kans. Onder hen waren Fré Cohen, Georg Rueter, George van Raemdonck, Jan Sluyters, Ella Riemersma, Raoul Hynckes, Jan van Krimpen en Theo Nieuwenhuis. Exilliteratuur In 1933, na de machtsovername in Duitsland door Hitler, kwam een vluchtelingenstroom van Duitse (voornamelijk joodse) schrijvers op gang. Daar zij hun boeken niet meer in Duitsland mochten publiceren, bood Querido ze de gelegenheid om in zijn nieuwe Querido Verlag N.V. in de Duitse taal onder directie van de Duitse uitgever Fritz Helmut Landshoff (vennoot van de Gustav Kiepenheuer Verlag) hun werken uit te brengen, de zogenaamde Duitse Exilliteratur. Reeds in 1933 publiceerde Querido Verlag negen Duitstalige boeken. Tot het uitbreken van de oorlog in 1940 verschenen jaarlijks ongeveer twintig boeken van Querido Verlag, voornamelijk literatuur, maar ook politieke essays; in totaal 129 stuks. Inclusief de periode 1945-1950 heeft Landshoff 171 Duitstalige boeken uitgegeven. Die Sammlung Men begon in 1933 ook met de uitgave van het exiltijdschrift Die Sammlung onder redactie van Klaus Mann, zoon van Katia en Thomas Mann. Het was een initiatief van de Zwitserse schrijfster Annemarie Schwarzenbach, die het blad uit eigen middelen financierde. André Gide, Aldous Huxley en Heinrich Mann vormden een soort comité van aanbeveling. De medewerkers van Die Sammlung behoorden tot allerlei politieke stromingen: er waren marxisten (Becher, Berthold Brecht, Ernst Bloch, Kantorowicz, Scharrer), socialisten (Ernst Toller, Oskar Maria Graf, K. Kersten), radikaaldemokraten (Heinrich Mann, Alfred Döblin, Arnold Zweig), zionisten (Max Brod, Infeld), liberalen (Kerr, Kesten, Mehring, R. Olden), conservatieven (Golo Mann, Joseph Roth) en neutrale schrijvers (Wassermann, Lasker-Schüler). Buiten de genoemden werden ook teksten opgenomen van Kafka, A.M. Frey, M. Herrmann-Neisse, Bruno Frank, M. Hirschfeld, Ludwig Marcuse, Walter A. Berendsohn, W. Uhde, P. Westheim, Claire Goll, A. Neumann, V. Marcu, Gustav Regler, Albert Ehrenstein, F. von Reventlow, Norbert Elias, Stefan Heym, G. Anders, P. Zech, Th.Th. Heine, K. Hiller en natuurlijk van Klaus Mann zelf. Na twee jaar ontstonden politieke meningsverschillen tussen de medewerkers over de richting van het blad. Het aantal abonnees, in het begin ongeveer 2000, liep terug naar 400. Klaus Mann werkte voornamelijk pro Deo en het kapitaal van Annemarie Schwarzenbach was niet onuitputtelijk. In augustus 1935 werd Die Sammlung opgeheven. Duitse bezetting Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ontstond in 1940 een nieuwe situatie. Emanuel Querido droeg de leiding van zijn uitgeverij over aan onder anderen Alice van Nahuys. Nadat ook zij zich als halfjoodse vrouw in 1942 terug moest trekken, werd toenmalig hoofd verkoop Geert van Oorschot tot directeur benoemd, met de opdracht om de uitgeverij, voor zover mogelijk, door de oorlog te loodsen. Hij deed dit onder toeziend oog van een zogeheten Verwalter. Eerst was dat Dirk Wisboom Verstegen en vanaf het voorjaar van 1943 Reinier van Houten. Ten slotte werd de uitgeverij op last van de Duitse bezetters in de zomer van 1944 geliquideerd. De ondergedoken Querido en zijn vrouw Jane Querido-Kozijn vielen in de zomer van 1943 door verraad in Duitse handen. Beiden werden in het kamp Sobibór vermoord. Na 1945 Van Oorschot was erin geslaagd om grote hoeveelheden boeken en liquide middelen van de uitgeverij achter te houden, zodat zij na de oorlog direct een doorstart kon maken; Querido werd een van de toonaangevende literaire uitgeverijen van het land. Vanaf 1960 tot 1979 stond Querido onder leiding van Reinold Kuipers, samen met zijn vrouw Tine van Buul. Talloze schrijvers publiceerden en publiceren bij de Amsterdamse uitgever, die sinds jaar en dag gevestigd is op het adres Singel 262. Onder hen zijn Willem Brakman, Willem Elsschot, Hella S. Haasse, A.F.Th. van der Heijden, Thomas Rosenboom, K. Schippers en F. Springer. In 1971 begon Tine van Buul met een kinderboekenafdeling, die boeken van Annie M.G. Schmidt, Miep Diekmann, Guus Kuijer, Joke van Leeuwen, Toon Tellegen en vele anderen uitbracht. Sinds medio 2014 maakt Querido samen met Nijgh & Van Ditmar, De Arbeiderspers en Athenaeum - Polak & Van Gennep deel uit van Singel Uitgeverijen. Archieven In 2007 schonk Em. Querido's Uitgeverij haar omvangrijke grafisch archief aan de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Dit archief bevat de ontwerpen voor vele boekomslagen vanaf de beginperiode tot heden. Ook de Salamanderpocketverzameling van drukkerij Lenoirschuring uit Amstelveen werd twee jaar later aan de Bijzondere Collecties van de UvA overgedragen. Literatuur A.L. Sötemann; Querido van 1915 tot 1990. Een uitgeverij. Querido, Amsterdam, 1990. ISBN 90-214-72368 Fritz H. Landshoff; Amsterdam, Keizersgracht 333. Querido Verlag. Erinnerungen eines Verlegers., Aufbau-Verlag, Berlin und Weimar, 1991. ISBN 3-351-00585-7 Arjen Fortuin, Hugo van Doornum, Willem van Toorn: Verborgen boeken. Em. Querido's Uitgeverij tijdens en na de bezetting. Querido, Amsterdam, 2015. ISBN 978-90-2145-8083 Willem van Toorn, Emanuel Querido 1871-1943: een leven met boeken, Querido, 2015, ISBN 9789021458892 Maik Grote: Schreiben im Exil 1933-1935. Band 1. Die Schriftsteller Lion Feuchtwanger, Arnold Zweig, Joseph Roth, Klaus Mann und ihr Verleger Fritz Landshoff. BOD, Norderstedt, 2017. ISBN 9783746009674 Maik Grote: Schreiben im Exil 1936-1939. Band 2. Die Schriftsteller Lion Feuchtwanger, Arnold Zweig, Joseph Roth, Klaus Mann und ihr Verleger Fritz Landshoff. BOD, Norderstedt, 2018. ISBN 9783744890663 Externe links Em. Querido's Uitgeverij bv - Singeluitgeverijen.nl Grafisch Archief Querido, Bijzondere Collecties UvA (gearchiveerd) Emanuel Querido op het Joods Monument Website van Slash (gearchiveerd) Querido's Uitgeverij, Em. Querido Verlag
Em. Querido's Uitgeverij is een Nederlandse uitgeverij die in 1915 werd opgericht in Amsterdam. In 1898 maakte Emanuel Querido bekend dat hij zich als zelfstandig boekhandelaar zou vestigen aan de Binnen-Amstel in Amsterdam. In 1911 werd dat een verzendboekhandel in Bloemendaal. Vanaf 1915 bouwde hij op de Keizersgracht 333 te Amsterdam onder de naam een uitgeversbedrijf op.
2
boekhandel, boekenwinkel, boekwinkel
12,093
HousePainter
4101178
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kladschilder
Kladschilder
Een kladschilder, ook wel aangeduid als 'grofschilder' of 'schilder met de grote quast' was een schilder die zich specialiseerde in het schilderwerk aan huizen en inrichtingen, waarbij hij ook beschikte over de vaardigheid tot het aanbrengen van decoratieve motieven, wapenschilden en gekalligrafeerde teksten. Vereisten Een kladschilder bevond zich qua vaardigheden tussen een 'gewone' huisschilder en een kunstschilder. Kladschilders konden ook lid worden van de Sint-Lucasgilden, zoals die onder andere in Amsterdam, Antwerpen, Arnhem, Brugge, Delft, Dordrecht, Gent, Haarlem, Leiden en Utrecht bestonden als gilde van kunstenaars en kunstambachtslieden in de Nederlanden. Hun meesterproef om toegelaten te worden tot het gilde bestond in Leiden uit het (na)schilderen van 'een wapen met drie schilden met een ossekop gelijck in andere steden, als Uytregt, Delft ende Den Haagh gebruycklijck is'. Lambertus Simis, meesterschilder te Amsterdam geeft later in de tijd in hoofdstuk 6 Over de vereischten, die een schilder dient te bezitten, om bekwaam genoemd te kunnen worden van zijn Grondig Onderwijs in de Schilder- en Verfkunst het volgende overzicht van de eisen waaraan een kladschilder moet voldoen, om als 'bekwaam' te worden aangemerkt: Wij stellen ons dan eenen schilder voor, van wien gezegd kan worden, hij is een bekwaam grofschilder: zulk eenen schilder behoort ook wat penseelwerk te verstaan; hij dient bekwaam te wesen, om alle dagelyks voorkomend werk, als by voorbeeld, uithangborden, van onderscheidene soorten, elk naar zynen byzonderen aard, en volgens de meening van den eigenaar, behoorlyk te vervaardigen; ook tafels, stoelen en verdere meubelen, met bloemen, festonen, vazen enz. optesieren, hy dient nissen, colommen en pylaren, met derzelver capiteelen, bassementen, bortsweeringen, archetraven, enz. op de vlakke schotten in of buiten ’s huis, of in tuinen, naar de onderscheidene bouworden, behoorlyk te kunnen verbeelden, met derzelver ronde, holle, en diepte en alzo diende hy de bouwkunst ook eenigermate kundig te zyn: hy moet op vlakke schotten, muren of behangsels, lambriseeringen met paneelen en bossingen, plinten en lysten, rosetten en het geen verder daarby vereischt wordt, naar het leven verbeelden; hy diende ook in tuinen, en vooral in nissen of op piedestallen, eenig beeldwerk in het graauw of grys te kunnen schilderen, en hetzelve in zyne behoorlyke proportie te kunnen verdeelen; voorts zyn er nog een ontelbare menigte van andere gevallen, die den schilder dikwerf voorkomen, inderdaad te veel, om ze hier op te noemen. […] Ook diende hy ten minsten eenige ornamenten en andere opsieringen te kunnen schilderen; als meede alle soorten van marmersteen, elk naar zynen bysonderen aard en natuurlyken eigenschappen. Hy moet alle soorten van fyne houten of gladhout kunnen schilderen, of wel het natuurlijke nabootsen, en elk in zyne soort, de eigenaardige grond, sous, bloem en werking geven – voorts alle soorten van schryf- en druk- letters met het penseel kunnen schryven, en dezelven, als het vereischt wordt, behoorlyk hoogen en diepen. Hy moet ook goed kunnen vergulden, ten minste het mat-goud en zilver, en hetzelfde kunnen lacceeren, bronsen en metalen strooijen: voorts lakken en vernissen in soorten kunnen maken, of ten minsten in den aard en kracht, hoedanigheid en de uitwerking, er van kundig zijn, en alles behoorlyk weten te plaatsen en te verstryken; ook moet hy, hardsteen schilderende, elke soort verbeelden in zyne byzondere kleur en eigenschappen, kammen en zanden, alzoo dat zy de natuurlyke steenen en de bewerkte naar het aanzien evenaren, het is nuttig dat hy kennis hebbe van het verlakken in het vuur, en het geen daarmee verbonden is. Rytuigen en alle dergelyke soort van werken, welke zeer verschillende van andere voorwerpen zijn, moet hy den grond op, naar den eisch kunnen behandelen, en wel voornamelijk betreffende het plamuren, schuren, schilderen, lakken en polysten. Bekende kladschilders Jan de Vos I (circa 1593 - 1649) Jan de Vos II (circa 1615-1693) Willem van Nijmegen (1636-1698) Marcus Leopoldus Lambertus Simis (1755) Jacobus van de Gumster, Amersfoort (1740-1813) Beroep
Vereisten Een kladschilder bevond zich qua vaardigheden tussen een 'gewone' huisschilder en een kunstschilder. Kladschilders konden ook lid worden van de Sint-Lucasgilden, zoals die onder andere in Amsterdam, Antwerpen, Arnhem, Brugge, Delft, Dordrecht, Gent, Haarlem, Leiden en Utrecht bestonden als gilde van kunstenaars en kunstambachtslieden in de Nederlanden. Hun meesterproef om toegelaten te worden tot het gilde bestond in Leiden uit het (na)schilderen van 'een wapen met drie schilden met een ossekop gelijck in andere steden, als Uytregt, Delft ende Den Haagh gebruycklijck is'.
1
schildersbedrijf, huisschilder, woningverf
7,300
PropertyValueSpecification
4129
https://nl.wikipedia.org/wiki/Weerstand%20%28component%29
Weerstand (component)
Een weerstand is een elektrische component die de eigenschap elektrische weerstand heeft. Het is een voorwerp dat dient om de doorgang van elektrische stroom te bemoeilijken, er weerstand aan te bieden, met als gevolg een spanningsval over de weerstand. Weerstanden worden gebruikt als onderdeel in elektrische netwerken. Voor een weerstand is er volgens de wet van Ohm een vaste verhouding tussen de aangelegde spanning en de stroom die erdoorheen gaat. Deze verhouding is de weerstandswaarde, of kortweg weerstand. De weerstand wordt uitgedrukt in de afgeleide SI-eenheid ohm, symbool: Ω. Een weerstand heeft een waarde van 1 ohm als een spanning van 1 volt over de component leidt tot een stroom van 1 ampère. Constructie Een weerstand ontleent zijn eigenschap aan een weerstandsmateriaal, waarvoor koolstof en metaallegeringen gebruikt worden. De meest voorkomende weerstanden zijn tegenwoordig koolstofweerstanden. Een massaweerstand bestaat volledig uit koolstof. Andere typen zijn uitgevoerd met een koolstoflaagje, al dan niet gespiraliseerd. Weerstanden met weerstandsdraad van een geschikte metaallegering worden gewikkeld om een kern, ten einde voldoende lengte van de draad in een klein volume te kunnen verwerken. Gewikkelde weerstanden hebben het nadeel dat bij hogere frequenties de zelfinductie van de wikkeling niet te verwaarlozen is. Naast precisieweerstanden van weerstandsdraad zijn er ook met een metaalfilm. Metaalfilm- en koolstoffilmweerstanden lijken qua constructie veel op elkaar. Ze bestaan beide uit een dun opgedampt laagje koolstof of metaal (NiCr) waarin een spiraal is gesneden om de juiste weerstandswaarde te bereiken. Weerstandswaarden en tolerantie Weerstanden kunnen bij de productie niet exact nauwkeurig van een bepaalde waarde worden gemaakt, de uiteindelijke waarde wijkt enigszins af van de verlangde waarde. Dit wordt de tolerantie van de weerstand genoemd. De maximale afwijking in procenten van de aangegeven weerstandswaarde wordt meestal op de weerstand aangegeven met een getal of door middel van een kleurenring. Op kleurgecodeerde weerstanden geeft bij een codering van vier of vijf banden de meest rechtse band aan welke tolerantie de weerstand heeft. Bij een codering met zes banden is de vijfde band de tolerantie band. Weerstanden met een zeer kleine tolerantie worden precisieweerstanden genoemd. De meest gebruikelijke tolerantie voor hedendaagse weerstanden is 5% en wordt aangegeven met een gouden ring. Hoe groter de tolerantie, hoe breder het bereik van de waarden is. Als er een serie weerstanden gewenst is, heeft het alleen zin om twee waarden te fabriceren waarvan het tolerantiegebied elkaar niet overlapt. Op basis van de voorkeursgetallen van Charles Renard zijn voor elektronische componenten, zoals weerstanden, de zogenaamde E-reeksen ontwikkeld. De E3-reeks bijvoorbeeld kent drie waarden in elke decade, tussen 10 en 100 zijn het 10, 22 en 47. De E192-reeks bevat 192 weerstandswaarden in hetzelfde bereik. De bekendste reeks voor weerstanden is de E12-reeks: 10, 12, 15, 18, 22, 27, 33, 39, 47, 56, 68, 82. De E12-reeks gaat uit van een tolerantie van 10%. Weerstanden worden verkocht met standaardwaarden uit deze reeksen tussen enkele μΩ, voor hogestroommeting, en ten minste 56 GΩ voor bijvoorbeeld hoogspanningsmeting. Deze getallen in de reeksen zijn zo gekozen dat de verhouding tussen twee opeenvolgende waarden ongeveer constant is. Een reeks vormt dus bij benadering een meetkundige rij. In de reeks En, met stappen, bedraagt deze verhouding ongeveer . Bij de E12-reeks is dat bijvoorbeeld . Elke volgende stap in deze reeks is dus ongeveer 20% hoger. Daaruit blijkt tevens dat een grotere tolerantie dan ±10% voor deze reeks zinloos is. Zelfinductie De beschreven weerstanden, die in de handel te koop zijn, hebben geen perfecte eigenschappen. Iedere echte weerstand heeft enige zelfinductie, die bij wisselstroom de waarde van de weerstand doet flucteren. Speciale inductie-arme weerstanden worden bifilair gewikkeld, zodat ze geschikt zijn voor hoogfrequente toepassingen. Elektrische effecten Maximale spanning Een weerstand heeft een maximale werkspanning en vermogen. Boven de maximale werkspanning kan doorslag optreden, wat het einde van de component betekent. Wordt het maximale vermogen overschreden gedurende een te lange tijd zal de weerstand veranderen, in sommige gevallen zelfs dramatisch, doordat de weerstand beschadigd raakt. Hoewel sommige weerstanden specifieke spanningsbeperkingen hebben, worden de meeste grenzen in de toepassing bepaald door het maximum vermogen. Dit hangt van de bouw van de weerstand af, zoals de afmetingen en het materiaal. Grotere weerstanden kunnen meer hitte dissiperen door hun grotere oppervlakte. De gebruikelijke vermogensbeperkingen voor weerstanden gebaseerd op koolstof zijn: 1/8 watt, 1/4 watt, 1/2 watt, 1 watt. Draadgewonden weerstanden en weerstanden gevuld met zand, hebben een veel hogere vermogensbeperking, zoals 20 watt. Weerstanden met passieve of actieve koeling kunnen nog veel grotere vermogens verwerken. Zulke weerstanden worden bijvoorbeeld gebruikt om elektromotoren te regelen, zoals in elektrisch aangedreven locomotieven. Dissipatie Het elektrische energieverlies in een weerstand wordt dissipatie genoemd. De gedissipeerde energie komt als warmte vrij. Het vermogen in watt van dit verlies in een weerstand van , in ohm, is te schrijven als functie van de stroomsterkte in ampère en de spanning in volt: Ruisspanning Elke weerstand veroorzaakt een zekere ruisspanning, een thermische ruis. Als er een stroom doorheen loopt, wordt die ruisspanning veelal sterker. Wanneer een weerstand is opgewarmd tot kamertemperatuur, dan wordt een deel van de warmte-energie omgezet in ruis. Aangezien de elektronen zich ordeloos door elkaar bewegen zullen er op een bepaald tijdstip meer elektronen aan de ene kant van de weerstand zitten dan aan de andere kant. Hierdoor is er een klein potentiaalverschil en is er zonder een externe bron aan te sluiten een ruisbron gemaakt. De effectieve waarde van de ruisspanning wordt gegeven door: Daarin is: de boltzmannconstante: 1,38·10—23 Ws/K de absolute temperatuur in K de bandbreedte in Hz de weerstandswaarde in Ω Bij een koolfilmweerstand is dit effect aanmerkelijk sterker dan bij een metaalfilmweerstand. Variabele weerstanden Een variabele weerstand is een weerstand waarvan de waarde veranderd kan worden door beweging, lichtinval, spanning, temperatuur of mechanische vervorming. Enkele variabele weerstanden zijn: regelweerstand: variabele weerstand, veelal voor hogere stromen potentiometer, ook potmeter: regelbare weerstand lichtgevoelige weerstand LDR, light dependant resistor: weerstand omgekeerd evenredig met de lichtintensiteit spanningsafhankelijke weerstand of varistor, voltage dependant resistor VDR: weerstand neemt sterk bij stijgende spanning af NTC-weerstand met negatieve temperatuurcoëfficiënt: weerstand omgekeerd evenredig met de temperatuur PTC-weerstand met positieve temperatuurcoëfficiënt: weerstand evenredig met de temperatuur Een ijzer-waterstofweerstand is een voorbeeld van een PTC-weerstand. rekstrookje: weerstand afhankelijk van (mechanische) lengteverandering Geleidbaarheid Het omgekeerde van de weerstand noemt men de elektrische geleidbaarheid of conductantie . Deze wordt uitgedrukt in siemens (S): Vervangingsweerstand Als er meer weerstanden voorkomen in een elektrische kring, kan de globale weerstand of de vervangingsweerstand als volgt berekend worden: Schakelt men een reeks van weerstanden in een serieschakeling dan geldt dat de vervangingsweerstand gelijk is aan de som van de te vervangen weerstanden: Schakelt men een reeks van weerstanden in een parallelschakeling, dan geldt dat de elektrische geleidbaarheid van de schakeling de som is van de afzonderlijke geleidbaarheden. Dus geldt voor de vervangingsweerstand : De vervangingsweerstand is dus het harmonisch gemiddelde van de te vervangen weerstanden, gedeeld door het aantal weerstanden: De weerstand van een draad kan met de wet van Pouillet worden berekend. Afbeeldingen Websites What Is a Resistor? Elektronische component
Hoe groter de tolerantie, hoe breder het bereik van de waarden is. Als er een serie weerstanden gewenst is, heeft het alleen zin om twee waarden te fabriceren waarvan het tolerantiegebied elkaar niet overlapt. Op basis van de voorkeursgetallen van Charles Renard zijn voor elektronische componenten, zoals weerstanden, de zogenaamde E-reeksen ontwikkeld. De E3-reeks bijvoorbeeld kent drie waarden in elke decade, tussen 10 en 100 zijn het 10, 22 en 47. De E192-reeks bevat 192 weerstandswaarden in hetzelfde bereik. De bekendste reeks voor weerstanden is de E12-reeks: 10, 12, 15, 18, 22, 27, 33, 39, 47, 56, 68, 82. De E12-reeks gaat uit van een tolerantie van 10%. Weerstanden worden verkocht met standaardwaarden uit deze reeksen tussen enkele μΩ, voor hogestroommeting, en ten minste 56 GΩ voor bijvoorbeeld hoogspanningsmeting. Deze getallen in de reeksen zijn zo gekozen dat de verhouding tussen twee opeenvolgende waarden ongeveer constant is. Een reeks vormt dus bij benadering een meetkundige rij. In de reeks En, met stappen, bedraagt deze verhouding ongeveer . Bij de E12-reeks is dat bijvoorbeeld . Elke volgende stap in deze reeks is dus ongeveer 20% hoger. Daaruit blijkt tevens dat een grotere tolerantie dan ±10% voor deze reeks zinloos is.
1
eigenschapsspecificatie, waardevereiste, standaardwaarde
778
Event
120094
https://nl.wikipedia.org/wiki/EO-Jongerendag
EO-Jongerendag
De EO-Jongerendag is een jaarlijks terugkerend evenement in Nederland waarbij christelijke jongeren afkomstig uit diverse kerken concerten met elkaar zingen, bidden en naar toespraken luisteren. Ook treden er christelijke artiesten uit binnen- en buitenland op. Het evenement wordt georganiseerd door de Evangelische Omroep. Geschiedenis De eerste EO-Jongerendag werd gehouden in 1975 in de Martinihal in Groningen. Het was een regionaal evenement waar zo'n 1500 à 3000 bezoekers op af kwamen. Na vier andere kleinschalige jongerendagen in Arnhem, Hilversum, Leiden en Den Bosch besloot men om in 1980 te verhuizen naar de Jaarbeurs in Utrecht, om er een landelijk evenement van te maken. Het aantal deelnemers groeide de eerste jaren sterk en zodoende kwamen er in 1982 al zo'n 20.000 mensen op het evenement af. Toen de Utrechtse Jaarbeurs te klein werd voor het aantal deelnemers, werd er verhuisd naar het stadion Galgenwaard, eveneens in Utrecht, waar zo'n 30.000 mensen in pasten. In 1998 werd de locatie wederom verplaatst, dit keer naar het nieuw opgeleverde stadion GelreDome in Arnhem, dat overdekt is en waar 35.000 mensen in kunnen. Een aantal jaren lang was het aantal bezoekers gemiddeld zo'n 30.000 tot 35.000 jongeren, waarvan de meesten tussen de 13 en de 17 jaar oud waren. Alleen in 1999 steeg het bezoekersaantal naar 50.000 jongeren, toen ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Jongerendag het evenement voor het eerst in de Amsterdam ArenA gehouden werd. Televisiepresentator Jan van den Bosch heeft de EO-Jongerendag het langst gepresenteerd en evangelist annex tv-presentator Henk Binnendijk was het vaakst van de partij voor het houden van een preek. In 1993 nam Bert van Leeuwen de rol van presentator over, en deze droeg het op zijn beurt in 2004 weer over aan Frank van der Velde. In 2008 volgde presentator Manuel Venderbos hem op. Sinds 2015 is Joram Kaat de presentator. Na drie jaar in Amsterdam wordt het evenement sinds 2002 weer gehouden in het kleinere GelreDome te Arnhem. Dit bracht een dalende trend in het aantal bezoekers met zich mee, zo kwamen er in 2008 zo'n 33.000 jongeren naar de Jongerendag. In 2009 had de Jongerendag een iets andere opzet: het programma begon pas om 13.00 uur, in plaats van het gebruikelijke tijdstip 10 uur. Dit om bezoekers van ver meer tijd te geven om naar Arnhem te reizen. Ook was er dat jaar meer aandacht voor workshops en andere activiteiten buiten het hoofdprogramma om. In 2010 kwamen er 32 duizend jongeren, minder bezoekers dan in 2008 maar meer dan in 2009 toen er ruim dertigduizend waren. In 2011 waren er ruim 28.500 jongeren aanwezig. In 2012 zakte het aantal bezoekers nog verder naar zo'n 26.000 jongeren. In 2015 liep het aantal terug naar 25.000 en in 2016 naar "bijna" 23.000. Cijfers over het aantal bezoekers in 2017 lopen uiteen van 16.000 volgens de gemeente Arnhem, 20.000 volgens de EO zelf en 23.000 volgens het Reformatorisch Dagblad. Het bezoekersaantal daalde in 2018 verder naar 20.000 bezoekers. Na de editie van 2018 maakte de EO bekend dat de volgende editie niet meer in het Gelredome zou plaatsvinden, maar in Rotterdam Ahoy. Op 25 mei 2019 werd de EO-Jongerendag voor het eerst gehouden in Rotterdam Ahoy, dat gevuld was met 15.000 bezoekers. Politici van met name christelijke partijen zijn graag geziene gasten op de EO-Jongerendagen. Jan Peter Balkenende (CDA), minister-president van Nederland tussen 2002 en 2010, heeft in 2005 en 2009 een bezoek gebracht aan de EO-Jongerendag. Voormalig ChristenUnie-leider André Rouvoet was aanwezig op de Jongerendagen van 2007, 2009 en 2011. In 2005 was GroenLinks-leider Femke Halsema te zien en in 2010 vond er op de Jongerendag een Verkiezingsbattle plaats met 8 landelijke partijleiders. In 2011 was naast Rouvoet Marja van Bijsterveldt (minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) aanwezig bij de EO Jongerendag. In 2012 had de toen 32-jarige Martin Brand de spreker van de dag moeten zijn. Hij werd echter op 3 juni 2012 (amper een week voor het evenement) na een hartstilstand in het ziekenhuis opgenomen. De voormalig leider van de jongerenafdeling van de EO, Wim Grandia, verving hem. In 2020 en 2021 was er geen EO-Jongerendag vanwege de coronacrisis in Nederland. In 2023 tijdens de 47e editie waren er zo’n 15 duizend bezoekers. Kritiek Kritiek op de Jongerendag is er ook, en dan met name vanuit de reformatorische hoek van kerkelijk Nederland. Het christelijk geloof zou tijdens de Jongerendag inhoudelijk te lichtzinnig worden voorgesteld, ondersteund door muziekstijlen (popmuziek-stijlen) die in behoudende reformatorische kringen doorgaans als verwerpelijk worden beschouwd. Toch is een aanzienlijk deel van de op de Jongerendag aanwezige jongeren afkomstig uit de reformatorische hoek. Een steekproef in 1998 gaf aan dat dit 25% was, in 2006 werd zelfs 40% genoemd. Incidenten rondom de EO-Jongerendag De Evangelische Omroep bood in 1998 achteraf excuses aan nadat de omroep een fax naar het Nederlands voetbalelftal had gestuurd om hen succes te wensen tijdens het WK in Frankrijk. Een deel van de achterban van de EO heeft namelijk bezwaar tegen zondagssport of verheerlijking van sport. Bij monde van voorzitter Arie van der Veer en toenmalig directeur Andries Knevel liet de omroep weten: "Het is een onaanvaardbare vermenging tussen kerk en wereld. De EO neemt voor alle verontrusting, verontwaardiging en verdriet de schuld op zich." De Jonge Socialisten, de jongerenorganisatie van de PvdA, diende in 2000 een klacht in bij de Commissie gelijke behandeling, omdat zij geen toestemming had gekregen om aanwezig te zijn op de infomarkt rondom het stadion, dit terwijl de jongerenorganisaties van de christelijke politieke partijen wel aanwezig mochten zijn. Na een gesprek met de Evangelische Omroep besloten de Jonge Socialisten hun klacht in te trekken. In 2002 was er kritiek vanuit de eigen achterban, omdat de Evangelische Omroep op de info-markt rondom het stadion een kraam toeliet met informatie over homoseksualiteit. Deze kraam sloot aan bij het beleid van de EO om te streven naar meer openheid over dit onderwerp. De kritiek op de kraam richtte zich met name op het feit dat de organisatie die de kraam beheerde, de mogelijkheid voor een homoseksuele leefwijze niet uitsloot. De EO besloot daarom om vanaf 2003 een eigen stand met informatie in te richten. In de jaren tachtig was er al eerder een rel rondom de EO-Jongerendag en homoseksualiteit, toen een groep homo-activisten het programma verstoorde door met verf te gooien. Na een korte onderbreking ging de dag echter gewoon verder. Overzicht EO-Jongerendagen Zie ook EO-Gezinsdag Externe link Officiële website Evangelische Omroep Protestantisme in Nederland Christelijke manifestatie Dag
De EO-Jongerendag is een jaarlijks terugkerend evenement in Nederland waarbij christelijke jongeren afkomstig uit diverse kerken concerten met elkaar zingen, bidden en naar toespraken luisteren. Ook treden er christelijke artiesten uit binnen- en buitenland op. Het evenement wordt georganiseerd door de Evangelische Omroep.
3
evenement, concert, festival
1,037
ScholarlyArticle
709036
https://nl.wikipedia.org/wiki/Scientific%20American
Scientific American
Scientific American (informeel afgekort als SciAm) is een populairwetenschappelijk tijdschrift uit de Verenigde Staten. Geschiedenis Het blad is op 28 augustus 1845 voor het eerst verschenen, uitgebracht door Rufus M. Porter als een wekelijkse nieuwsbrief van vier pagina's. Het blad publiceerde destijds met name berichtgevingen over het patentbureau van de Verenigde Staten en artikelen over nieuwe uitvindingen. Tegenwoordig publiceert het blad artikelen uit uiteenlopende takken van de wetenschap. Hoewel het blad over het algemeen zeer gerespecteerd is, is het niet 'peer reviewed'. Omdat de auteurs veelal topwetenschappers zijn op hun eigen terrein, die jaren of decennia ervaring hebben en uitstekend kunnen uitleggen waar het bij een bepaald onderwerp over gaat, heeft een publicatie in Scientific American toch een aanzienlijke impactfactor van rond de 2,15. Redacteuren Rufus M. Porter (1792-1884), eerste redacteur Orson Desaix Munn I, derde redacteur Dennis Flanagan, werd redacteur van Scientific American in 1947 Jonathan Piel, zesde redacteur John Rennie, zevende chefredacteur, van 1994 tot 2009 Mariette DiChristina, achtste chefredacteur, aangesteld in december 2009 Doelgroep Het blad richt zich door de populaire schrijfstijl op een breed publiek, waardoor het zich onderscheidt van wetenschappelijke vakbladen waarin ook nog steeds wordt gepubliceerd, zoals Nature en New Scientist. Naast de Engelstalige versie wordt Scientific American ook in 18 andere talen uitgegeven, te weten: Arabisch, Braziliaans Portugees, Chinees (traditioneel), Chinees (versimpeld), Duits, Frans, Grieks, Hebreeuws, Italiaans, Japans, Koreaans, Litouws, Nederlands, Pools, Romaans, Russisch, Spaans en Tsjechisch. In Nederland zijn de Engelse en Nederlandse edities als losse nummers in alle grotere boekhandels te verkrijgen. Website Sinds maart 1996 heeft Scientific American een eigen website met artikelen van huidige en vorige edities, dagelijks nieuws, opmerkelijke wetenschapsfeiten, speciale verslagen, trivia, "Scidoku" (samenstelling van Science en Sudoku) en meer. Externe links Online editie van Scientific American met gedeeltelijke toegang tot de huidige editie  Scientific American op YouTube (Adobe Flash benodigd) Online archief (niet gratis) van de edities van 1993 tot heden Online archief van de edities voor 1930, met indexering Online archief van Scientific American tussen 1846 en 1869, van de Cornell University Amerikaans tijdschrift Populairwetenschappelijk tijdschrift
Hoewel het blad over het algemeen zeer gerespecteerd is, is het niet 'peer reviewed'. Omdat de auteurs veelal topwetenschappers zijn op hun eigen terrein, die jaren of decennia ervaring hebben en uitstekend kunnen uitleggen waar het bij een bepaald onderwerp over gaat, heeft een publicatie in Scientific American toch een aanzienlijke impactfactor van rond de 2,15.
1
wetenschappelijk artikel, academisch artikel, publicatie
9,530
DonateAction
5280966
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amelia%20Sophia%20van%20Hannover
Amelia Sophia van Hannover
Amelia Sophia Eleonora van Hannover (Herrenhausen, 10 juni 1711 - Soho, 31 oktober 1786) was een Britse prinses uit het huis Hannover. Levensloop Amelia Sophia was het derde kind en de tweede dochter van koning George II van Groot-Brittannië uit diens huwelijk met Caroline, dochter van markgraaf Johan Frederik van Brandenburg-Ansbach. Nadat haar grootvader George I in 1714 koning van Groot-Brittannië werd, verhuisde ze samen met haar familie naar Londen, waar ze hun intrek namen in St. James's Palace. Amelia Sophia had als kind een zwakke gezondheid en haar moeder, die progressieve ideeën had, liet haar en haar zus Carolina in 1722 inenten tegen de pokken. Haar tante Sophia Dorothea van Hannover, de echtgenote van koning Frederik Willem II van Pruisen, zag haar als een potentiële echtgenote voor haar zoon Frederik, maar zijn vader Frederik Willem II forceerde een huwelijk met Elisabeth Christine van Brunswijk-Bevern. Amelia Sophia zou ongehuwd blijven en bleef bij haar vader op St. James's Palace wonen. Ze hield erg van paardrijden en jagen, maar was in artistieke kringen niet geliefd. Ook waren er geruchten dat ze de moeder was van componist Samuel Arnold, als resultaat van een affaire met diens vader Thomas Arnold. De prinses gaf eveneens veel giften aan liefdadigheidsorganisaties. Zo doneerde ze in 1760 honderd pond aan een maatschappij die arme weeskinderen van geestelijken onderwees om de bouw van een school voor 21 weesmeisjes mogelijk te maken. In 1783 ging ze ook akkoord om jaarlijks 25 pond te schenken aan het nieuwe ziekenhuis in Northampton. In 1751 werd ze na de dood van Robert Walpole, de tweede graaf van Oxford, beheerder (ranger) van Richmond Park. De prinses veroorzaakte publieke commotie toen ze vrijwel meteen het park sloot voor het publiek en het alleen nog openstelde voor nauwe vrienden en mensen die speciale toelating kregen. Nadat brouwer John Lewis in 1758 de toegang tot het park werd ontzegd, diende hij een klacht in bij de rechtbank. De rechter besliste in het voordeel van Lewis en stelde dat toen koning Karel I van Engeland in de 17e eeuw het park openstelde, het publiek de toelating had gekregen om het te mogen gebruiken. Bijgevolg werd Amelia gedwongen om de beperkingen die ze had opgelegd op te heffen. In 1761 kwam Amelia in het bezit van het landgoed van Gunnesbury in Middlesex, waar ze tussen 1777 en 1784 een badhuis liet bouwen dat werd opgenomen in de Statutory List of Buildings of Special Architectural or Historic Interest van de English Heritage. Daarnaast had ze een huis in Cavendish Square in de Londense wijk Soho, waar Amelia Sophia in oktober 1786 op 75-jarige leeftijd stierf. Ze werd bijgezet in de Henry VII Chapel in Westminster Abbey. Zowel Amelia Island in Florida als Amelia County in Virginia, beiden in de Verenigde Staten van Amerika, zijn naar haar vernoemd. Voorouders Huis Hannover (Verenigd Koninkrijk) Hannover, A
Haar tante Sophia Dorothea van Hannover, de echtgenote van koning Frederik Willem II van Pruisen, zag haar als een potentiële echtgenote voor haar zoon Frederik, maar zijn vader Frederik Willem II forceerde een huwelijk met Elisabeth Christine van Brunswijk-Bevern. Amelia Sophia zou ongehuwd blijven en bleef bij haar vader op St. James's Palace wonen. Ze hield erg van paardrijden en jagen, maar was in artistieke kringen niet geliefd. Ook waren er geruchten dat ze de moeder was van componist Samuel Arnold, als resultaat van een affaire met diens vader Thomas Arnold. De prinses gaf eveneens veel giften aan liefdadigheidsorganisaties. Zo doneerde ze in 1760 honderd pond aan een maatschappij die arme weeskinderen van geestelijken onderwees om de bouw van een school voor 21 weesmeisjes mogelijk te maken. In 1783 ging ze ook akkoord om jaarlijks 25 pond te schenken aan het nieuwe ziekenhuis in Northampton.
2
donatie, schenken, liefdadigheid
7,719
GameServer
3026266
https://nl.wikipedia.org/wiki/Munzee
Munzee
Munzee is een gratis speurtochtspel. Het is vergelijkbaar met geocaching maar maakt gebruik van QR-codes en de geografische coördinaten van de speler om de vondst te verifiëren in plaats van een logboek. De locaties zijn gemarkeerd door andere spelers door het verbergen van QR-codes die vaak gedrukt zijn op weerbestendige stickers en worden Munzee's genoemd. De locaties kunnen ook worden gemarkeerd door een virtueel aanwezige Munzee. Zowel de plaatsende als de zoekende spelers ontvangen punten voor het plaatsen en het vinden van Munzee's. De QR-codes op de Munzee's worden gelezen door middel van een mobiele app voor iOS en Android. Virtuele Munzee's kunnen worden bemachtigd door óp locatie simpelweg de munzee in de app aan te klikken. De coördinaten van de Munzee's en de data van de spelers worden beheerd via het centrale webplatform. Geschiedenis Een veel voorkomende misvatting over Munzee is dat het is geïnspireerd op geocaching, een spel waarbij de deelnemers zoeken naar een verborgen cache met behulp van GPS-technologie. Munzee mede-oprichter Aaron Benzick (nog nooit geocacher geweest) kwam echter in 2008 met het idee voor een spel met behulp van QR-codes, maar smartphone-technologie en de mogelijkheden waren niet beschikbaar op dat moment. Aaron Benzick en co-oprichters, Scott Foster, Chris Pick en Josh Terkelsen lanceerden het spel op 1 juli 2011. De term Munzee is afgeleid van het Duitse woord voor munt, Münze. Om de naam aantrekkelijker te maken, werd een "e" toegevoegd. Het oorspronkelijke idee was om pokerchips of afgeronde munten te gebruiken met QR-codes. Het spel werd in 2011 gelanceerd in Texas, maar werd als eerste op grote schaal gespeeld in Duitsland, Californië en Michigan. Het wordt anno 2018 gespeeld in meer dan 230 landen en er is ten minste één Munzee ingezet op elk continent, inclusief Antarctica. Per 1 december 2021 zijn er meer dan 11.000.000 Munzee's geplaatst en meer dan 525.000.000 Munzee's gevonden. De grootste concentraties zijn in de Verenigde Staten (~35%), Duitsland (~30%), het Verenigd Koninkrijk (~7%), Canada (~7%) en Australië (~4%). GPS-positionering De coördinaten van alle wereldwijd geplaatste Munzee's worden beheerd op het spelplatform munzee.com. Op dit platform kan een wereldkaart worden geopend, die de Munzee's op de juiste plaats weergeeft. Deze kaart kan ook worden geopend met de smartphone apps, waar de nabijgelegen Munzee's en hun GPS-positie worden weergegeven. Met deze kaart kan de exacte locatie van een Munzee gemakkelijk worden gevonden. Bovendien kan de dichtstbijzijnde Munzee worden weergegeven in een lijst. Externe links Munzee.com Navigatie Streepjescode Spel
GPS-positionering De coördinaten van alle wereldwijd geplaatste Munzee's worden beheerd op het spelplatform munzee.com. Op dit platform kan een wereldkaart worden geopend, die de Munzee's op de juiste plaats weergeeft. Deze kaart kan ook worden geopend met de smartphone apps, waar de nabijgelegen Munzee's en hun GPS-positie worden weergegeven. Met deze kaart kan de exacte locatie van een Munzee gemakkelijk worden gevonden. Bovendien kan de dichtstbijzijnde Munzee worden weergegeven in een lijst.
1
spelplatform, online gamingdienst, serveromgeving
10,691
CatholicChurch
4442626
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Lambertuskerk%20%28Nederwetten%29
Sint-Lambertuskerk (Nederwetten)
De Sint-Lambertuskerk is de parochiekerk van Nederwetten, gelegen aan Hoekstraat 46. Deze rooms-katholieke kerk, in neogotische stijl met neoromaanse elementen, werd in 1895 gebouwd. Architect was Emmanuel Corbey. De voorganger was de, in 1898 gesloopte, Sint-Lambertuskerk, waarvan de Oude Toren nog een restant is. Deze kerk bevond zich ten westen van het huidige centrum. Het is een bakstenen kruisbasiliek met driezijdig gesloten koor. De voorgebouwde, op het zuiden gerichte, toren heeft vier geledingen. Van belang zijn de vier topgevels in de toren, bekroond door een achthoekige naaldspits. Het ingangsportaal wordt geflankeerd door hardstenen kolommen. De kerk bezit een gaaf neogotisch interieur met glas-in-loodramen en schoon metselwerk. De kolommen aan beide zijden zijn voorzien van heiligenbeelden. De glas-in-lood-ramen zijn vervaardigd door het glazeniersbedrijf Frans Nicolas en Zonen te Roermond en geplaatst in 1920. Achter de kerk bevindt zich de begraafplaats. De toegang is voorzien van de opschriften: Heden ik en Morgen gij. De kerk is sinds 2000 een beschermd rijksmonument (nr. 512455). Lambertus Rijksmonument in Nuenen, Gerwen en Nederwetten Lambertus
De Sint-Lambertuskerk is de parochiekerk van Nederwetten, gelegen aan Hoekstraat 46.
1
katholieke kerk, parochie, kathedraal
172
DownloadAction
934146
https://nl.wikipedia.org/wiki/Google%20Video%20Player
Google Video Player
Google Video Player was een alternatieve manier om videos gevonden op Google Videos af te spelen. De speler is compatibel gemaakt voor Microsoft Windows en Mac OSX. De Google Video Player rendeert bestanden in een formaat dat Google Video File (.gvi) heet. En deze ondersteunt afspeellijsten in het "Google Video Pointer" (.gvp) formaat. De Google Video Player kan je downloaden wanneer je drukt op de knop downloaden op de Google Video site naast het filmpje dat je wil downloaden. Heb je de speler al, dan begin je direct met het downloaden. Heb je hem niet, dan begin je met het downloaden van de speler. Wanneer gebruikers de video gaan downloaden, althans dat denken zij, naar hun computers, dan wordt er eerst een klein bestandje gedownload met de extensie .gvp. Deze wordt wel pointer genoemd. Daarna wordt de daadwerkelijke video gedownload met een gvi. extensie. Deze wordt in een map opgeslagen die is opgezet tijdens de installatie of die de gebruiker zelf heeft aangewezen. Eerdere versies van de videospeler waren gebaseerd op de code van de open VideoLAN Client (VLC) mediaspeler. De laatste versie van Googles speler was juist niet gebaseerd op VLC. Video Player Webvideo
Google Video Player was een alternatieve manier om videos gevonden op Google Videos af te spelen. De speler is compatibel gemaakt voor Microsoft Windows en Mac OSX. De Google Video Player rendeert bestanden in een formaat dat Google Video File (.gvi) heet. En deze ondersteunt afspeellijsten in het "Google Video Pointer" (.gvp) formaat. De Google Video Player kan je downloaden wanneer je drukt op de knop downloaden op de Google Video site naast het filmpje dat je wil downloaden. Heb je de speler al, dan begin je direct met het downloaden. Heb je hem niet, dan begin je met het downloaden van de speler.
5
downloaden, bestandsoverdracht, gegevensoverdracht
11,610
PayAction
695364
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rekening-courant
Rekening-courant
Het begrip rekening-courant heeft verschillende betekenissen. Bankrekening Vroeger werd deze term in het bankwezen (in Vlaanderen) gebruikt voor de bankrekening die de mogelijkheid gaf om zonder ingewikkelde procedures geld op te nemen tot een bepaalde limiet (zelfs al gaf dit aanleiding tot een negatief saldo) voor een vooraf vastgelegde reden. Bankrekeningen konden vroeger niet onder nul gaan tenzij het ging om een tijdelijk fenomeen, waarvoor de mogelijkheid vooraf was afgesproken en het moest over de financiering gaan van behoeften van een onderneming, niet van een gewone burger. Op dit moment is de mogelijkheid om een negatief saldo op een bankrekening te hebben een courante praktijk. In Vlaanderen wordt de benaming rekening-courant daarom niet meer gebruikt. In de relaties tussen banksector en de ondernemingswereld is de benaming 'rekening-courant' in het Vlaamse dagelijkse taalgebruik vervangen door kaskrediet. In Nederland heet een dergelijke bankrekening een betaalrekening. Rekening-courant-verhouding tussen vennootschap en vennoot Een andere betekenis van rekening-courant is de vordering of schuld die een vennoot heeft tegenover zijn vennootschap, buiten de inbreng van het kapitaalsaandeel. Een vennoot kan immers geld lenen aan of van zijn vennootschap. Deze rekening-courant wordt in de boekhouding van de vennootschap ingeschreven onder diverse vorderingen of diverse schulden. Zie voor de plaats in de boekhouding het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel (voor België). Debet en credit De aanduiding "debet" of "credit" moet worden verstaan vanuit degene die de boekhouding voert. Op een bankafschrift is dat dus de positie van de bank. Credit is een verplichting van de bank, dus een positief saldo voor de rekeninghouder. Debet is een negatief saldo van de rekeninghouder. In de boekhouding van de rekeninghouder is dat precies andersom. Zie ook Arrest Van den Berg/Van der Walle (derdenbeslag op kredietruimte) Betaalrekening Krediethypotheek Rekening-courant (justitiële inrichting) Betalingsverkeer Krediet Boekhouden
Betalingsverkeer Krediet Boekhouden
1
betaling, prijsbetaling, financiële transactie
8,537
PrependAction
44076
https://nl.wikipedia.org/wiki/Computercriminaliteit
Computercriminaliteit
Computercriminaliteit, cybercriminaliteit of cybercrime is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. De meeste telefoons en bankpassen bevatten computerchips, die kunnen eveneens worden gemanipuleerd door cybercriminelen. Maar ook bedrijfssystemen, moderne auto’s en chipkaarten zijn vatbaar voor cybercrime. Voor het plegen van cybercriminaliteit gebruiken criminelen speciale apparatuur en software. Daarom hanteert de politie voor de opsporing van cybercriminaliteit op haar beurt ook geavanceerde middelen en technieken. Cybercriminaliteit betreft onder andere terrorisme, fraude en kinderporno en duikt sinds de jaren tachtig op wegens de doorbraak van de communicatie- en informatietechnologie. In 2001 ondertekenden de lidstaten van de Raad van Europa, de Verenigde Staten, Canada, Japan en Zuid-Afrika het zogenaamde cybercrimeverdrag of, in het Engels de Convention on Cybercrime. Definitie Computercriminaliteit kan zowel in brede als in enge zin gedefinieerd worden. Computercriminaliteit in brede zin betreft misdrijven waarbij computers of netwerken een rol spelen. Computercriminaliteit in enge zin betreft misdrijven die niet zonder tussenkomst of gebruik van computers of netwerken gepleegd kunnen worden. Bij de brede definitie is de rol van computers of netwerk een onderdeel van het misdrijf. Het nadeel is het feit dat er onbedoeld allerlei 'gewone' misdrijven van toepassing zijn, doordat die toevallig met een computer gepleegd zijn. Bij het inbreken in een computernetwerk is het gebruik van ICT essentieel, dit is niet mogelijk zonder computers en netwerken. Ook het verstoren van de werking van een computer of het vernielen van elektronische gegevens wordt beschouwd als computercriminaliteit. Computercriminaliteit wordt ook omschreven als het gebruik van cyberspace voor criminele doeleinden. Dit is echter een te beperkte omschrijving. Voorbeelden Computercriminaliteit kent vele vormen. Vaak worden deze vormen aangeduid met de voorvoeging van "cyber" of de letter "e", bijvoorbeeld cyberpesten of e-fraude. Voorbeelden van computercriminaliteit zijn: Computervredebreuk: ongeoorloofd toegang verschaffen tot een computersysteem; Het kopiëren van vertrouwelijke gegevens; Ongeoorloofd computerdata verwijderen of aanpassen; Ongeoorloofd computersystemen uitschakelen of onbruikbaar maken, bijvoorbeeld door het installeren van ransomware, die de computer blokkeert en pas vrijgeeft na betaling van een losgeld Het versturen van virussen; Fraude met behulp van computers en valsheid in geschrifte met betrekking tot computerdata, bijvoorbeeld door berichten te onderscheppen en te veranderen zoals met een man-in-the-middle-aanval; Het valselijk beschuldigen of bedreigen via een sociaal netwerk of e-mail; Helpdeskfraude: zich voordoen als een helpdesk van een softwarebedrijf en zo toegang krijgen tot een computer. Wetgeving België Het Belgisch recht wordt bepaald door de Wet van 10 april 1990 tot Regeling van de Private Veiligheid, gewijzigd door de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001 en 7 mei 2004. Vanaf de millenniumwisseling ontstond aandacht voor computercriminaliteit, met als gevolg de invoering van de Wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit. De wet beschrijft vier misdrijven die betrekking hebben op computercriminaliteit: Valsheid in informatica: Dit is het wijzigen of wissen van gegevens in een informaticasysteem of het gebruik van die gegevens veranderen, zodat de juridische draagwijdte verandert. Informaticabedrog: Informaticabedrog is met bedrieglijk opzet zichzelf of iemand anders onrechtmatig verrijken via datamanipulatie. Het gaat om de manipulatie van een toestel. Bij internetfraude manipuleert men personen. Informaticasabotage: Informaticasabotage is te omschrijven als vandalisme in een informaticaomgeving. Het verschil met informaticabedrog is dat dit geen verrijking tot gevolg hoeft te hebben: gegevens zonder toestemming wijzigen, is op zichzelf een misdrijf. Van informaticasabotage is sprake als iemand opzettelijk een virus in omloop brengt en als iemand de klantengegevens van een concurrent vernietigt zonder er zelf financieel voordeel uit te halen. Ook het ontwikkelen en verspreiden van datasabotagetools is strafbaar. De wetgever viseert vooral virusbouwers. Hacking: Hacking is het ongeoorloofd binnendringen in een computersysteem. In 2001 werd het verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (cybercrimeverdrag) ondertekend door 38 staten, waaronder België. Sinds 2001 is in het Belgische Strafwetboek een nieuw hoofdstuk van toepassing: "Boek II, Titel IXbis: misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen". Nederland De Nederlandse wetgeving op het gebied van computercriminaliteit is tot stand gekomen vanaf de jaren 1980 en is sindsdien herhaaldelijk aangepast. Met de Wet computercriminaliteit, in werking getreden op 1 maart 1993, is het Wetboek van Strafvordering aangevuld met bevoegdheden op het gebied van onderzoek van geautomatiseerde werken en zijn specifieke strafbepalingen, zoals computervredebreuk toegevoegd aan het Wetboek van Strafrecht. De eerste voorstellen om de vorige wet aan te passen, dateerden al uit 1998, maar de wetswijzigingen liepen nogal wat vertraging op. In 1999 werd een wetsvoorstel Computercriminaliteit II ingediend bij de Tweede Kamer, met diverse aanpassingen en uitbreidingen. De behandeling van dit wetsvoorstel werd echter opgeschort omdat binnen de Raad van Europa het verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (cybercrimeverdrag) werd ontwikkeld, dat op 23 november 2001 door dertig landen werd ondertekend en dat op 1 juli 2004 van kracht werd voor de deelnemende landen. Het verdrag werd door Nederland op 23 november 2001 ondertekend en op 16 november 2006 geratificeerd, en voor Nederland op 1 maart 2007 in werking getreden. Tegelijk met dit wetsvoorstel was een wetsvoorstel ter implementatie van de verdragsbepalingen op 22 maart 2005 bij de Tweede Kamer ingediend, als nota van wijziging bij het wetsvoorstel Computercriminaliteit II en gebaseerd op een eerder ontwerpvoorstel Aanpassing aan het Cybercrimeverdrag uit februari 2004. De Wet computercriminaliteit II werd op 30 mei 2006 aangenomen door de Eerste Kamer en trad, met uitzondering van één artikellid, in werking op 1 september 2006. Trb. 2002, 18 bevat op de even pagina's de Engelse tekst en op de oneven pagina's de Franse tekst; vervolgens in het Nederlands gegevens zoals de lidstaten die het verdrag hebben ondertekend en de vindplaatsen in het Tractatenblad van aangehaalde verdragen. Trb. 2004, 290 meldt de wijziging van de Engelstalige titel van Convention on Cyber-Crime in Convention on Cybercrime. Vervolgens bevat het de Nederlandse vertaling van het verdrag en een update van de partijgegevens, waaronder ook ratificaties en in het Engels "Verklaringen, voorbehouden en bezwaren". Verder is er de Rijkswet van 1 juni 2006 tot goedkeuring van het op 23 november 2001 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (Trb. 2002, 18) (Stb. 299), behandeld als kamerstukdossier 30 036 (R 1784). Trb. 2007, 10 zet de verwijzingen op een rij, en geeft weer een update van de partijgegevens. Sindsdien is de wet ingrijpend aangescherpt. Zo is de definitie met betrekking tot hacken flink uitgebreid. Het expliciet toepassen van denial of service is vanaf deze datum verboden. De regels die gaan over het afluisteren en aftappen van communicatie en het kraken of hacken van beveiligde diensten (zoals betaaltelevisie) zijn ook aangescherpt. Het afluisteren van netwerkverkeer is strafbaar gesteld. Een uitzondering is het door middel van een radio-ontvanger ontvangen van radiosignalen, het ontvangen van vrije signalen uit de ether is immers een Europees grondrecht. Wordt echter "een bijzondere inspanning" geleverd, of een niet toegestane ontvanginstallatie gebruikt, dan is er toch sprake van strafbaar afluisteren. De belangrijkste wijzigingen zijn: Bij computervredebreuk is elke vorm van wederrechtelijk binnendringen strafbaar, ook als daarbij geen beveiliging wordt doorbroken. De definitie van virussen en malware is aangescherpt: een programma moet bedoeld zijn om de definitie van schade aan te richten, maar niet per se (zoals in de oude wet) "door zichzelf te vermenigvuldigen in een geautomatiseerd werk". De maximale straf voor veel delicten is verhoogd. Hierdoor kan een verdachte in voorlopige hechtenis worden genomen. Verder zijn de meeste vormen van computercriminaliteit nu ook strafbaar in Nederland wanneer een Nederlander ze in het buitenland begaat. Dit is een gevolg van het cybercrimeverdrag. Uitbreiding van het delict grooming met het geval van een lokpuber. De Wet van 27 juni 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III) trad op 1 maart 2019 in werking. De wet regelt de volgende onderwerpen: Onderzoek in een geautomatiseerd werk in geval van verdenking van een ernstig strafbaar feit, ten behoeve van bepaalde doelen op het gebied van de opsporing. Bij communicatie met versleuteling kan dan worden afgetapt en opgenomen op het geautomatiseerde werk, voordat de gegevens worden versleuteld of nadat ze zijn ontsleuteld. In het belang van het onderzoek gebeurt een en ander heimelijk zodat de verdachte niet op de hoogte komt van het feit dat de politie in hem is geïnteresseerd. Het betreft onder meer een nieuw artikel 125ja Sv in de zevende afdeling, Doorzoeking ter vastlegging van gegevens (art. 125i t/m 125o Sv), van Titel IV, Eenige bijzondere dwangmiddelen (art. 52 t/m 126fa Sv), van het Eerste Boek, Algemeene bepalingen (art. 1 t/m 138d Sv). Herziening van de bestaande regeling van artikel 54a Sr over het ontoegankelijk maken van gegevens. Strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen en 'helen' van gegevens. Inzet van lokpubers. Met name op de voorgesteld bevoegdheid dat de politie in computersystemen mag hacken en spyware mag installeren is kritiek. Deze bevoegdheid is mogelijk in strijd met het recht op privacy in art. 8 van het EVRM. Raad van Europa Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (cybercrimeverdrag) Inwerkingtreding: 1 juli 2004 Status: geldt voor alle landen die het verdrag hebben geratificeerd Additioneel protocol Inwerkingtreding: 1 maart 2006 Inhoud: strafbaarstelling van racistische en xenofobe uitingen via computersystemen Aanbeveling R(89) 9, Raad van Europa Inhoud: aanbevelingen voor strafbaarstelling van diverse vormen van computercriminaliteit Status: niet-bindende aanbeveling, kan door landen worden overgenomen in eigen wetgeving Aanbeveling R(95) 13, Raad van Europa Inhoud: aanbevelingen voor bevoegdheden voor opsporing in een digitale omgeving Status: niet-bindende aanbeveling, kan door landen worden overgenomen in eigen wetgeving Europese Unie E-commercerichtlijn van 8 juni 2000: voorziet in de aansprakelijkheid van internettussenpersonen in bepaalde gevallen ePrivacyrichlijn van 12 juli 2002 Richtlijn over aanvallen op informatiesystemen van 12 augustus 2013 Radioapparatuurrichtlijn van 16 april 2014 Verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt van 23 juli 2014 Richtlijn betreffende betalingsdiensten in de interne markt van 25 november 2015 NIS-Richtlijn van 6 juli 2016 over de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen Richtlijn tot vaststelling van een Europees Wetboek voor Elektronische Communicatie van 11 december 2018 Cyberbeveiligingsverordening van 17 april 2019 Mededeling: Naar een algemeen beleid voor de bestrijding van cybercriminaliteit, COM(2007) 267def Mededeling: betreffende de strijd tegen spam, spyware en kwaadaardige software, COM(2006) 688def Kaderbesluit aanvallen op informatiesystemen (24 januari 2005, PbEG L69/67 van 16/03/2005) inhoud: stelt aanvallen op informatiesystemen, zoals hacken en verstikkingsaanvallen (DoS-aanvallen) strafbaar status: bindend, moet wel door elke lidstaat in eigen wetgeving worden geïmplementeerd Zie ook Internetcriminaliteit Externe links Computercriminaliteitlinks Informatie platform over computercriminaliteit Meldpunt Cybercrime European Cybercrime Centre
Voorbeelden Computercriminaliteit kent vele vormen. Vaak worden deze vormen aangeduid met de voorvoeging van "cyber" of de letter "e", bijvoorbeeld cyberpesten of e-fraude.
1
voorvoeging, begininvoeging, collectieaanpassing
5,663
AutomatedTeller
22905
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pakketgeschakeld%20netwerk
Pakketgeschakeld netwerk
Een pakketgeschakeld netwerk duidt erop dat op een LAN of ander netwerk de over te zenden gegevens opgesplitst worden in kleinere pakketten met variabele grootte. Door deze opdeling van gegevens in pakketten kunnen verschillende computers gelijktijdig gebruikmaken van het netwerk. De pakketten worden door elkaar en zo nodig via verschillende wegen verstuurd. De ontvangstcomputer moet een mechanisme hebben om de voor hem bestemde gegevens opnieuw samen te stellen. Een oudere vorm van communicatie dan pakketschakeling is circuitschakeling, waarin een bepaalde verbinding gedurende de gehele overdracht een vast communicatiekanaal toegewezen krijgt, zoals toegepast in de WAN-technologie bij telefonie (ISDN) of bij PSTN. Bij een telefoongesprek wordt een communicatieroute opengehouden zolang het gesprek duurt; er wordt een bepaalde bandbreedte voor het gesprek gereserveerd en deze zal weer vrijgegeven worden als het gesprek beëindigd wordt. In de jaren 70 van de 20e eeuw werden in veel landen netwerken gebouwd speciaal voor dataverbindingen. Hoewel veelvuldig gebruik werd gemaakt van het circuitgeschakelde gewone telefoonnetwerk voor verbindingen tussen computers ontstond er een toenemende behoefte aan een speciaal/eigen netwerk voor datacommunicatie. Op basis van het gestandaardiseerde X.25-protocol ontwikkelden veel landen een speciaal netwerk voor dataverkeer. In Nederland bouwde het toenmalige staatsbedrijf PTT zo'n openbaar netwerk onder de naam Datanet 1. In het dagelijks spraakgebruik werden de termen X.25 en ook wel Datanet 1 gebruikt als men eigenlijk een (willekeurig) netwerk bedoelde gebaseerd op dit X.25-protocol. Een compromis tussen een pakketgeschakeld netwerk en een circuitgeschakeld netwerk is een tijdgeschakeld netwerk, ook wel celgeschakeld netwerk genoemd. Hierbij wordt het verkeer in pakketjes van een vaste grootte opgedeeld, die cellen worden genoemd. Het gevolg hiervan is dat de beschikbare bandbreedte in tijd eerlijk over de kanalen verdeeld wordt. Deze techniek wordt gebruikt bij ATM-netwerken. Computernetwerk
Een compromis tussen een pakketgeschakeld netwerk en een circuitgeschakeld netwerk is een tijdgeschakeld netwerk, ook wel celgeschakeld netwerk genoemd. Hierbij wordt het verkeer in pakketjes van een vaste grootte opgedeeld, die cellen worden genoemd. Het gevolg hiervan is dat de beschikbare bandbreedte in tijd eerlijk over de kanalen verdeeld wordt. Deze techniek wordt gebruikt bij ATM-netwerken.
1
geldautomaat, pinautomaat, ATM
4,832
MedicalOrganization
634195
https://nl.wikipedia.org/wiki/Erik%20van%20Trommel
Erik van Trommel
Erik van Trommel (Den Haag, 2 april 1967) is een Nederlands acteur, producent en scenarioschrijver. Hij is met name bekend als Ernst uit het kinderprogramma Ernst, Bobbie en de rest. Carrière Samen met Gert-Jan van den Ende (Bobbie) begon hij in 1987 als programmamaker met het maken van kinderliedjes en -programma's voor kinderen die werden verpleegd in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. In 1989 maakte het duo een overstap naar een lokale televisieomroep. Tevens trokken ze met een kindershow door Nederland. In 1991 traden Van Trommel en Van den Ende in dienst van de omroep Kindernet, waar ze medeverantwoordelijk werden voor de aankoop van programma's en de programmering. In 1997 kregen ze de kans een eigen avontuur te maken: Ernst, Bobbie en de Rest: In de dierentuin. Dit was zo'n succes dat er diverse avonturen volgden. Ook de optredens in het land trokken in de loop der tijd steeds meer bezoekers. Vanaf 2002 presenteert het duo het jaarlijkse kinderfestijn Het Feest van Sinterklaas. Vanaf 2003 werden de avonturen van Ernst, Bobbie en de Rest niet meer uitgezonden op Kindernet, maar op Fox Kids (nu Disney XD). Vanaf 1 oktober 2009 zijn de avonturen van Ernst, Bobbie en de Rest verplaatst naar Net5. Vanaf 2011 zijn Ernst, Bobbie en de Rest op RTL 8 te zien. Vanaf 9 januari 2021 zijn ze elke zaterdagochtend 2 uur lang te zien op RTL 4. Naast Ernst en Bobbie schrijft en produceert van Trommel de kinderseries "XMIX", Burgers' Zoo en Waarom, Burgers' Zoo Natuurlijk, de Ep de Pret Show, Uitgelicht Burgers' Zoo en de theatershows Bobo's verjaardag show en Checkpoint Theater. Deze programma's produceert en bedenkt hij samen met Gert-Jan van den Ende met hun bedrijf Trend Media. Onderscheidingen In 2002 kreeg Van Trommel samen met Gert-Jan van den Ende een Gouden Stuiver uitgereikt, voor Ernst en Bobbie als beste kinderprogramma. Voor zijn werk werd Trommel op 29 april 2006 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Trivium Van Trommel werd meermaals aangezien voor acteur en presentator Rob Fruithof. Hij zei daarover: “We lijken ook echt op elkaar. Rob en ik vonden dat zelf ook en spraken daar wel eens samen over. In de uitzending van RTL Boulevard op 26 augustus 2023 werd bij het nieuws dat Fruithof is overleden een foto van Van Trommel vertoond.” Nederlands acteur Nederlands televisiepresentator Nederlands zanger Nederlands clown Nederlands programmamaker
Carrière Samen met Gert-Jan van den Ende (Bobbie) begon hij in 1987 als programmamaker met het maken van kinderliedjes en -programma's voor kinderen die werden verpleegd in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag.
1
ziekenhuis, kliniek, medische instelling
5,493
PublicationIssue
823726
https://nl.wikipedia.org/wiki/Argus
Argus
Argus Panoptes, een reus met honderden ogen uit de Griekse mythologie Argus (slak), een geslacht van weekdieren uit de klasse van de Gastropoda (slakken) Argus Motoren, (1901-1945) een Duitse motorenfabriek Argus (automerk), een automerk van het Duitse bedrijf Argus Motoren Gesellschaft Argus (Soest), (1922) een villa, een gemeentelijk monument in Nederland Argus (stripfiguur), (1947) een personage in de Olivier B. Bommelstrips van Marten Toonder Argus (computer), (1960-1995) computerserie van de Britse firma Ferranti Limited Argus (Wishbone Ash), (1972) een muziekalbum Argus (schip, 1977), een Nederlands schip van de milieuorganisatie Greenpeace Argus (programma), (1986-1989) een televisieprogramma van de Belgische omroep VRT Argus (cartoon), (2002) het alias van de Nederlandse cartoonist René Leisink en de naam van zijn cartoonreeks Argus (database), (2016) kentekengegevensopslag van het Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-systeem van de politie Argus (tijdschrift), (2017) een Nederlands periodiek Argus (Saske van der Eerden)
Argus Panoptes, een reus met honderden ogen uit de Griekse mythologie Argus (slak), een geslacht van weekdieren uit de klasse van de Gastropoda (slakken) Argus Motoren, (1901-1945) een Duitse motorenfabriek Argus (automerk), een automerk van het Duitse bedrijf Argus Motoren Gesellschaft Argus (Soest), (1922) een villa, een gemeentelijk monument in Nederland Argus (stripfiguur), (1947) een personage in de Olivier B. Bommelstrips van Marten Toonder Argus (computer), (1960-1995) computerserie van de Britse firma Ferranti Limited Argus (Wishbone Ash), (1972) een muziekalbum Argus (schip, 1977), een Nederlands schip van de milieuorganisatie Greenpeace Argus (programma), (1986-1989) een televisieprogramma van de Belgische omroep VRT Argus (cartoon), (2002) het alias van de Nederlandse cartoonist René Leisink en de naam van zijn cartoonreeks Argus (database), (2016) kentekengegevensopslag van het Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-systeem van de politie Argus (tijdschrift), (2017) een Nederlands periodiek Argus (Saske van der Eerden)
1
publicatie-uitgave, tijdschriftnummer, periodiek
651
Brand
879482
https://nl.wikipedia.org/wiki/R.C.%20Cola
R.C. Cola
R.C. Cola (volledige naam: Royal Crown Cola) is een Amerikaans colamerk dat in 1905 werd gestart door apotheker Claude A. Hatcher uit Columbus (Georgia). In supermarkten van de keten Wal-Mart wordt het verkocht onder de naam Sam's Choice Cola. Het eerste product uit de Royal Crown-lijn was "Chero-Cola" in 1905, gevolgd door Royal Crown Ginger Ale, Royal Crown Strawberry en Royal Crown Root Beer. Het bedrijf werd vervolgens hernoemd naar Chero-Cola, en in 1925 weer naar Nehi Corporation. In 1934 werd het recept van Chero-Cola herschreven en werd de drank opnieuw uitgebracht onder de originele naam Royal Crown Cola. In 1958 introduceerde het bedrijf de eerste light cola (Diet Rite Cola), en later eveneens de eerste cafeïne-vrije cola, "RC 100". In oktober 2000 werd Royal Crown overgenomen door Cadbury Schweppes. In Suriname wordt R.C. Cola geproduceerd door Rudisa international. Productreeks Royal Crown Cola (RC Cola) Diet RC Diet Rite Cola Royal Crown Draft Cola (beperkt verkrijgbaar in V.S.) Cherry R.C. (beperkt verkrijgbaar) RC Edge (niet meer verkrijgbaar) RC 100 (niet meer verkrijgbaar) Caffeine Free RC (beperkt verkrijgbaar) Royal Crown Green Apple (verkrijgbaar in Tadzjikistan) Royal Crown Orange (verkrijgbaar in Tadzjikistan) Externe link Royal Crown International Colamerk
R.C. Cola (volledige naam: Royal Crown Cola) is een Amerikaans colamerk dat in 1905 werd gestart door apotheker Claude A. Hatcher uit Columbus (Georgia). In supermarkten van de keten Wal-Mart wordt het verkocht onder de naam Sam's Choice Cola.
1
merk, branding, logo
5,968
Notary
3857141
https://nl.wikipedia.org/wiki/Govaert%20Kok
Govaert Kok
Govaert Christiaan Kok (Amersfoort, 15 oktober 1935 – Rotterdam, 10 maart 2021) was een Nederlands jurist en historisch publicist. Biografie Kok was een zoon van de Rotterdamse vrouwenarts Petrus Christianus (Pieter Christiaan) Kok (1906-1998), op zijn beurt zoon van een leraar aan het gymnasium te Leiden, en Anna Engelbertha van den Bergh (1911-1997). Hij studeerde na het behalen van het diploma aan het Erasmiaans Gymnasium vanaf 1954 rechten aan de Universiteit Leiden. Hij behaalde zijn doctoraal Nederlands recht in 1959 en het doctoraal notarieel recht in 1961. Hij promoveerde daar in 1971 op Het Nederlandse notariaat. Vanaf 1962 werkte hij bij (rechtsvoorgangers van) het Rotterdamse advocaten- en notarissenkantoor van NautaDutilh, vanaf 1971 als notaris. In 1976 werd hij raadsheer bij het Gerechtshof Den Haag, was vanaf 1985 daar vicepresident en van 1996 tot 2001 was hij er president; tussen 1989 en 1996 was hij president van het hof in Den Bosch, daarna keerde hij als president terug naar het Haagse gerechtshof om daar in 2001 zijn functie te verruilen voor die van raadsheer bij dat hof, hetgeen hij tot zijn pensionering in 2005 bleef. Kok bekleedde tal van nevenfuncties op bestuurlijk gebied bij kerkelijke, culturele en andere maatschappelijke instellingen. Na zijn terugtreden bij het Haagse gerechtshof schreef hij de geschiedenis van dit hof. Even later volgde nog de geschiedenis van het Bossche hof en al even later gevolgd door de beschrijving van Rotterdamse juristen. Voorts bleef hij publiceren over met name Rotterdamse geschiedenis, tot in 2020. Bij de lintjesregen van 1993 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij was tevens officier in de Orde van Oranje-Nassau en begiftigd met de Paul Nijghpenning en de Wolfert van Borselenpenning van de gemeente Rotterdam. Privé Kok was getrouwd met de Deense Grete Frimer Larsen (1938-2017) met wie hij verscheidene kinderen kreeg. Hijzelf overleed enkele jaren na zijn echtgenote in 2021 op 85-jarige leeftijd. Bibliografie Het Nederlandse notariaat. Deventer, 1971 (proefschrift). 'Vijftig jaar Bevordering van Volkskracht', in: Rotterdamsch jaarboekje (1973), p. 196-204. Beknopte bibliografie van de geschiedenis van de Oud-katholieke kerk van Nederland. Amersfoort, 1978. Uit de geschiedenis van de synode, een kleine kerk op weg in de 20e eeuw. Amersfoort, 1987. 'Riet Blom-Mourits, 1921-1988', in: Rotterdamsch jaarboekje (1989), p. 125-129. 'Jeannette Abrahamine Bekker-La Bastide (1878-1961) en het door haar gestichte Bekker-La Bastide-Fonds', in: Rotterdamsch jaarboekje (1989), p. 303-320. 'Mr. Hemmo Hyleco Nauta, 1920-1998', in: Rotterdamsch jaarboekje (1999), p. 127-132. In dienst van het recht. Uit de geschiedenis van het Gerechtshof 's-Gravenhage en de daaraan voorafgaande hoven (1428-heden). Hilversum, 2005. Van Raad van Brabant naar gerechtshof 's-Hertogenbosch. Zes eeuwen rechtspraakgeschiedenis. Hilversum, 2008. Rotterdamse juristen uit vijf eeuwen. Hilversum, 2009. Vijftig jaar J.E. Jurriaanse Stichting, 1961-2011. [Rotterdam, 2011]. Jeannette Abrahamine Bekker-La Bastide (1878-1961) en het door haar gestichte Bekker-La Bastide-Fonds. Rotterdam, 2011. [co-auteur] "Vrij wonen met zakgeld toe!̕". Kuyl's Fundatie 1814-2014. Rotterdam, 2014. De eerste drie voorzitters van Stichting Bevordering van Volkskracht te Rotterdam. Mr. H.M.A. Schadee, mr.dr. K.P. van der Mandele, H.J.E. van Beuningen. Rotterdam, 2020. Raadsheer bij het Gerechtshof Den Haag Raadsheer bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch Nederlands notaris
Biografie Kok was een zoon van de Rotterdamse vrouwenarts Petrus Christianus (Pieter Christiaan) Kok (1906-1998), op zijn beurt zoon van een leraar aan het gymnasium te Leiden, en Anna Engelbertha van den Bergh (1911-1997). Hij studeerde na het behalen van het diploma aan het Erasmiaans Gymnasium vanaf 1954 rechten aan de Universiteit Leiden. Hij behaalde zijn doctoraal Nederlands recht in 1959 en het doctoraal notarieel recht in 1961. Hij promoveerde daar in 1971 op Het Nederlandse notariaat. Vanaf 1962 werkte hij bij (rechtsvoorgangers van) het Rotterdamse advocaten- en notarissenkantoor van NautaDutilh, vanaf 1971 als notaris. In 1976 werd hij raadsheer bij het Gerechtshof Den Haag, was vanaf 1985 daar vicepresident en van 1996 tot 2001 was hij er president; tussen 1989 en 1996 was hij president van het hof in Den Bosch, daarna keerde hij als president terug naar het Haagse gerechtshof om daar in 2001 zijn functie te verruilen voor die van raadsheer bij dat hof, hetgeen hij tot zijn pensionering in 2005 bleef.
2
notaris, notariële diensten, juridische dienstverlening
7,187
MediaSubscription
103431
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Groene%20Amsterdammer
De Groene Amsterdammer
De Groene Amsterdammer (kortweg De Groene) is een onafhankelijk opinieweekblad, opgericht in 1877 door de letterkundigen Martinus G.L. van Loghem (1849-1934) en Taco Hajo de Beer (1838-1923). De krant is een uitgave van NV Weekblad De Groene Amsterdammer. De aandelen zijn in handen van de stichting Groene Beheer. Voorzitters waren onder anderen Schelto Patijn en Eberhard van der Laan. De Groene Amsterdammer verschijnt elke donderdag in een papieren editie en koos als eerste opinieblad in Nederland ook het internet als platform. Geschiedenis Het blad is in 1877 mede door Johannes de Koo (1841-1909) opgericht onder de naam De Amsterdammer, een weekblad voor handel, industrie en kunst. Het blad telde in 1882 een oplage van 4000 stuks. Een van de mede-eigenaren was de bekende Amsterdamse schrijver Justus van Maurik. De inkt op de voorpagina was in de begindagen groen. Omdat er in 1883 ook een dagelijkse krant kwam met de naam Amsterdammer, werd het blad in de volksmond De Groene Amsterdammer genoemd. In 1925 werd deze naam officieel. In 1939 was de oplage van De Groene Amsterdammer gestegen naar 12.000. Tijdens de Duitse aanval op Nederland in 1940 werd de productie van het blad een maand lang stopgezet. Op 8 juni 1940 verscheen het blad weer met uitsluitend culturele en wetenschappelijke artikelen. Op 12 oktober 1940 verscheen de laatste editie ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Op 16 juni 1945 werd opnieuw gestart met de productie van De Groene Amsterdammer. In januari 1949 kwam het bijna tot een fusie met Vrij Nederland. Na een ruzie tussen de toenmalige eigenaren van De Groene Amsterdammer, Rients Dijkstra en Theo Moussault, bleek echter dat men bij de redactie niet bereid was om te werken onder de hoofdredacteur van Vrij Nederland, Henk van Randwijk. Vervolgens daalde het oplagecijfer van De Groene Amsterdammer gestaag, terwijl Vrij Nederland zich dankzij de steun van Het Parool wist op te werken. De oplage, die zich sinds 1985 stabiliseerde rond de 13.000, is vanaf 2008 gegroeid tot het huidige aantal van ruim 27.000 exemplaren op papier en daarnaast 6.000 digitale abonnementen. In 1994 ging De Groene Amsterdammer online. De oude nummers van De Groene Amsterdammer worden gedigitaliseerd met steun van het Prins Bernhardfonds en het VSB Fonds. Inhoud Journalistiek is er veel aandacht voor binnen- en buitenland, politiek en cultuur, literatuur, wijsbegeerte en economie. Het weekblad heeft een meer dan gemiddelde berichtgeving over de omringende wereld en in het bijzonder voor landen in de derde wereld, en is dus zeker geen uitsluitend op Amsterdam gerichte uitgave zoals de naam zou kunnen doen vermoeden. Hoewel De Groene Amsterdammer nooit een politieke voorkeur heeft uitgesproken, is de signatuur van de meeste aan politiek gerelateerde artikelen links-liberaal te noemen. Zo spreekt het blad zich bijvoorbeeld regelmatig fel uit tegen elke vorm van dictatuur en komt het op voor de rechten van de sociale onderklasse. Ook de Irakoorlog en de veronderstelde betrokkenheid hierin van de Nederlandse regering kwamen geregeld ter sprake. Medewerkers Martin van Amerongen was hoofdredacteur van 1984 tot 1997 en daarna opnieuw van 1999 tot 2002. In de tussentijd was Gerard van Westerloo hoofdredacteur, die de koers van De Groene drastisch wilde veranderen en na een jaar door de redactie werd ontslagen. Van Amerongen, die in 2002 stierf, werd in 2003 opgevolgd door Hubert Smeets, die eerder leiding gaf toen het blad in 2002 een week lang als dagblad verscheen. In juni 2008 werd Smeets opgevolgd door voormalig redactrice en oud-hoofdredactrice van Vrij Nederland Xandra Schutte. In de periode 1986 tot 2001 was Antoine Verbij de tweede man bij het weekblad. Aanvankelijk als eindredacteur, maar de meeste tijd als adjunct-hoofdredacteur. De redactie bestaat anno 2022 uit: Margreet Fogteloo, Rutger van der Hoeven, Irene van der Linde, Roos van der Lint, Marja Pruis, Jaap Tielbeke, Casper Thomas, Rasit Elibol, Koen Haegens, Coen van de Ven, Jan Postma, Marcel ten Hooven, Eva Hofman, Or Goldenberg, Yaghoub Sharhani, Pepijn Keppel, Evert de Vos (redactiechef) en Joost de Vries (adjunct-hoofdredacteur) met als eindredacteuren Rob van Erkelens, Hugo Jetten, Nienke Gaastra, Damy Baumhöer en Basje Boer, webredacteuren Katrien Otten, Lieke Knijnenburg en Daan Stoop, opmaakredacteur Christine Rothuizen en beeldredacteur Simone Berghuys. Tot de bekende medewerkers van De Groene Amsterdammer uit heden en verleden behoren onder meer Charivarius, Pieter Lodewijk Tak, Frederik van Eeden, Menno ter Braak, C. Buddingh', J.A. Meijers, Loe de Jong, Simon Carmiggelt, Simon Vestdijk, Heikelien Verrijn Stuart, Anna Blaman, Max Dendermonde, Eli Heimans, Annemarie Grewel, Henk Hofland, Theodor Holman, Martin Koomen, Geert Mak, Herman de Man, Michiel van Kempen, Anil Ramdas, Stephan Sanders, Ger Groot, Willem Pijper, Matthijs Vermeulen, Luc Panhuysen, Kemal Rijken en de tekenaars Johan Braakensiek, L.J. Jordaan, Joep Bertrams en Opland. Oplage en bereik Volgens HOI, Instituut voor Media Auditing en Jan van de Plasse: Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers, Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam 2005, . 1939: 12.000 1946: 40.000 1948: 36.000 1951: 32.000 1960: 30.000 1970: 16.845 1975: 14.395 1980: 17.066 1985: 13.325 1990: 13.131 1995: 12.871 2000: 13.303 2004: 14.414 2006: 13.016 2007: 12.856 2008: 12.995 (+1,1%) 2009: 14.431 (+11,1%) 2010: 16.637 (+15,3%) 2011: 18.422 (+10,7%) 2012: 19.192 (+4,2%) 2013: 19.757 (+2,9%) 2014: 19.446 (-1,6%) 2015: 19.064 (-2,0%) 2016: 20.199 (+5,9%) 2017: 21.614 (+7,0%) 2018: 22.949 (+6,2%) 2019: 22.788 (-0,7%) 2020: 24.144 (+5,9%) 2021: 27.480 (+13,8%) 2022: Printoplage: 27.444 (-0,1%) Print en digitaal bereik: 81.000 Hoofdredacteuren 1877-1878: geen hoofdredacteur 1879-1894: Johannes de Koo 1894-1897: geen hoofdredacteur 1897-1907: Johannes de Koo 1907-1914: Henri Wiessing 1914-1920: Joost Adriaan van Hamel 1920-1928: Willem Kernkamp 1929-1936: A.C. Josephus Jitta 1937-1940: geen hoofdredacteur 1940-1945: geen Groene 1945-1984: geen hoofdredacteur 1984-1997: Martin van Amerongen 1997-1998: Gerard van Westerloo 1999-2002: Martin van Amerongen 2003-2007: Hubert Smeets 2008-heden: Xandra Schutte Trivia In de editie van 10 maart 1999 worden Benito Mussolini, Augusto Pinochet en Jozef Stalin als de hoofdredacteuren vermeld. Dit was door de echte redactie gedaan uit protest tegen hun verminderde zelfbestuur. Ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het blad verscheen De Groene Amsterdammer in mei 2002 een week lang elke dag. In de televisieserie Toen was geluk heel gewoon is als parodie de krant De Bruine Rotterdammer bedacht, afgekort tot De Bruine, met Sjoerd Pleijsier in de rol van riooljournalist Simon Stokvis. Referenties Henri Wiessing: Het ontstaan van de nieuwe Groene (Amsterdam, 1915). De Groene Amsterdammer 1877-1952. 75 Jaar rijp en groen (Amsterdam, 1952). Rob Hartmans: De Groene van 1877. Geschiedenis van een dwars weekblad (Amsterdam, 2002). Rob Hartmans, Trinette Koomen en Rob van Erkelens (samenstelling): Lang leve de nestbevuilers. De twintigste eeuw in twintig verhalen uit De Groene Amsterdammer (Amsterdam, 2010). Jan van de Plasse: Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers / samengesteld door Jan van de Plasse. Red. Wim Verbei, Otto Cramwinckel Uitgever, Amsterdam 2005, . (Vroegere uitgave: Jan van de Plasse, Kroniek van de Nederlandse dagbladpers, Cramwinckel, Amsterdam 1999, ) Rob Hartmans, Geestdrift met verstand: Geschiedenis van De Groene Amsterdammer van 1877 tot nu, Spectrum, 2020, Externe links Archief van De Groene Amsterdammer van 1877 tot 1940 Officiële website, met (delen van) het recentere archief vanaf 1994 tot heden Nederlands opinietijdschrift
Op 16 juni 1945 werd opnieuw gestart met de productie van De Groene Amsterdammer. In januari 1949 kwam het bijna tot een fusie met Vrij Nederland. Na een ruzie tussen de toenmalige eigenaren van De Groene Amsterdammer, Rients Dijkstra en Theo Moussault, bleek echter dat men bij de redactie niet bereid was om te werken onder de hoofdredacteur van Vrij Nederland, Henk van Randwijk. Vervolgens daalde het oplagecijfer van De Groene Amsterdammer gestaag, terwijl Vrij Nederland zich dankzij de steun van Het Parool wist op te werken. De oplage, die zich sinds 1985 stabiliseerde rond de 13.000, is vanaf 2008 gegroeid tot het huidige aantal van ruim 27.000 exemplaren op papier en daarnaast 6.000 digitale abonnementen.
1
mediabonnement, streamingabonnement, digitale abonnementen
10,293
MapCategoryType
18005
https://nl.wikipedia.org/wiki/Op%C3%A9rateur%20de%20Transport%20de%20Wallonie
Opérateur de Transport de Wallonie
| |- | |} TEC, afkorting van Transport en commun, vanaf 1991 tot en met 31 december 2018 ook wel Société Régionale Wallonne du Transport (SRWT), of sinds 1 januari 2019 Opérateur de Transport de Wallonie (OTW), is een vervoerbedrijf dat stads- en streekvervoer exploiteert in Wallonië in opdracht van het Waals Gewest. Met 1543 voertuigen (+ 533 van exploitanten) worden jaarlijks 158,5 miljoen reizigers vervoerd. De OTW is voortgekomen uit het Waalse deel van de NMVB/SNCV en fusies met de stadsvervoerbedrijven van Verviers (STIV), Luik (STIL) en Charleroi (STIC). In tegenstelling tot De Lijn opereerden de verschillende entiteiten tot en met 31 december 2018 bij de SRWT zelfstandiger. Zo leggen zij zelf de tarieven vast en hebben alle een eigen website. Per 1 januari 2019 zijn door een hervorming de vijf entiteiten gefuseerd. Tegelijkertijd werd de naam gewijzigd en het aantal directies gereduceerd. Diensten Het bedrijf vervoert voornamelijk per bus. De OTW exploiteert daarnaast ook het tramnetwerk in en rond Charleroi (vier lijnen, deels op een premetrotracé), en een kabelspoorweg in Spa. Een deel van de buslijnen van de OTW wordt door onderaannemers of exploitanten uitgebaat. De grootste exploitantenholding in Wallonië is EBH. TEC Express TEC Express is sinds oktober 2020 een netwerk van 28 langere, structurerende buslijnen tussen steden waartussen een spoorlijn ontbreekt. De bedoeling is om snel en comfortabel te kunnen reizen. De afstanden tussen bushaltes (op termijn met fietsenstallingen) zijn daardoor langer en de prijzen zijn ongeveer 50% duurder dan van gewone lijnen. De lijnnummers beginnen met de letter 'E' en de bussen zullen op termijn herkenbaar zijn aan de uniforme gele kleur. Dit netwerk is de opvolger van de eerdere netten Bus Express, Rapido Bus en Conforto. Geschiedenis Luik en Verviers Onderdelen TEC TEC Charleroi TEC Henegouwen TEC Namen-Luxemburg TEC Luik-Verviers TEC Waals Brabant Vervoerbewijzen Biljetten en Kaarten De TEC maakt enerzijds gebruik van papieren biljetten (één enkele rit) en anderzijds van een magneetstripkaart (meerdere ritten). De biljetten evenals de kaarten kunnen op de bussen van de TEC worden gekocht (met uitzondering van de Multi8-kaart). Er wordt geen hogere prijs aangerekend bij het kopen van het biljet op de bus ten opzichte van de voorverkoop van biljetten. De TEC kent drie verschillende formules, afhankelijk van het aantal zones dat men doorkruist en welke bus men neemt: Next (1 of 2 zones), Horizon (meer dan 2 zones, maar niet geldig op de Express-lijnen) en Horizon + (geldig op het gehele netwerk). De geldigheidsduur van het biljet is afhankelijk van de gekozen formule: 60 minuten (Next) of 90 minuten (Horizon, Horizon +). Naast de biljetten voor één enkele rit zijn er eveneens biljetten voor 1 of 3 dagen te verkrijgen. Er zijn 2 verschillende kaarttypes bij de TEC. De Multi8-kaart voor korte afstanden (formule Next) en de Multiflex-kaart die voor alle ritten (zowel korte als lange) kan gebruikt worden. Bij het opstappen op de bus dient men de Multiflex-kaart in het ontwaardingsapparaat te steken en de toepasselijke formule te kiezen (Next, Horizon of Horizon +). Abonnementen De TEC kent eveneens verschillende abonnementen. De prijs van de abonnementen verschilt enerzijds van de leeftijd (jonger dan 12 jaar, 12-24 jaar, 25-64 jaar en 65 jaar en ouder) en van de formule die men kiest (Next, Horizon of Horizon +). Sinds 1 juli 2013 dienen eveneens 65-plussers te betalen voor een rit met de TEC. Zij kunnen echter gebruikmaken van een speciaal abonnement voor 65-plussers welke € 36,00 per jaar kost, ongeacht de formule. Dit abonnement is gratis voor 65-plussers met een bescheiden gezinsinkomen (gekoppeld aan het statuut verhoogde tegemoetkoming). Externe link Website van de TEC
Er zijn 2 verschillende kaarttypes bij de TEC. De Multi8-kaart voor korte afstanden (formule Next) en de Multiflex-kaart die voor alle ritten (zowel korte als lange) kan gebruikt worden. Bij het opstappen op de bus dient men de Multiflex-kaart in het ontwaardingsapparaat te steken en de toepasselijke formule te kiezen (Next, Horizon of Horizon +).
1
kaarttype, kaartcategorie, kaartsoort
766
Embassy
5074566
https://nl.wikipedia.org/wiki/Frans-Iraanse%20betrekkingen
Frans-Iraanse betrekkingen
De oudst bekende betrekkingen tussen Frankrijk en Iran dateren uit de late middeleeuwen. In eerste instantie dienden deze relaties een politiek en een religieus doel, met betrekking tot de kruistochten en later de komst van de missionarissen. In de tijd van de Safawieden ontstonden ook handelsbetrekkingen tussen Frankrijk en Iran. In de periode tussen de Franse Revolutie en de Eerste Wereldoorlog groeide de Franse invloed in Perzië op cultureel gebied, wat de band tussen de twee landen versterkte. Van tijd tot tijd werden die relaties op de proef gesteld als gevolg van de manoeuvres van grote westerse mogendheden (voornamelijk van Rusland en Groot-Brittannië), omdat deze hun invloed in Iran, strategisch gelegen op de routes tussen het Nabije Oosten en India, wilden vergroten). Na de Iraanse Revolutie en de Franse steun aan Irak tijdens de Irak-Iranoorlog was de relatie tussen beide landen bekoeld. Aan het begin van de 21e eeuw weigerde Iran om te stoppen met het verrijken van uranium. Het feit dat Frankrijk het plan steunde om Iran voor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties te dagen, deed de twee landen nog verder uiteengedreven. De periode voor 1789 Tijdens de late middeleeuwen was Perzië in Europa vooral bekend door (Griekse dan wel Latijnse) Bijbelverhalen. In de periode van de kruistochten, die de Franken begonnen, beschouwden Europeanen alle islamitische landen, waaronder Perzië, als vijanden van het christendom. Als gevolg van de Mongoolse invasies ontstonden er banden tussen de Oriënt en West-Europa, waarbij Frankrijk een belangrijke rol speelde. Het doel van Europa was namelijk om de Mongolen te bekeren, zoals ze eerder met andere 'barbaarse' indringers gedaan hadden. franciscaner en dominicaner missionarissen werden naar Perzië gestuurd, waar ze missieposten vestigen in Soltaniyeh, Maragha, Tabriz en Tiflis (het huidige Tbilisi). Het merendeel van de berichten die werden uitgewisseld tussen de Mongolen en de West-Europese heersers doelden op volgzaamheid. Via een brief aan Lodewijk IX van Frankrijk stuurde Eljigidei, Mongools heerser in Armenië en Perzië, in 1248 op diplomatieke besprekingen aan. Daarop stuurt Lodewijk IX de dominicaner monnik André de Longjumeau met een brief naar Küyük, maar de monnik arriveerde te laat; de Khan was overleden. Zijn weduwe Oghul Ghaymish, die nu regeerde, stuurde de geestelijke weg zonder dat het tot een toenadering kwam. Hoewel het nooit tot een bondgenootschap kwam, bleven de banden tussen de Franken en de Mongolen bestaan. In 1305 blies Oldjaïtou de relaties nieuw leven in met het voorstel aan Filips IV van Frankrijk om een alliantie tegen de mammelukken te vormen. Terwijl de voorbereidingen voor een nieuwe kruistocht vastliepen, deed Oldjaïtou een vergeefse aanval op de mammelukken (1312-1313). Zijn opvolger Abu Saïd sloot daarop in 1322 vrede met de mammelukken door het Verdrag van Aleppo te tekenen. Ondanks het mislukken van de diplomatieke samenwerking bleven de handelsbetrekkingen en de bekeringsmissies wel bestaan. De Safawidische periode Toen sjah Ismail in 1501 aan de macht kwam, was het Ottomaanse Rijk bezig zijn macht uit te breiden rond de Perzische Golf en de Indische Oceaan. Om de Ottomanen het hoofd te kunnen bieden zocht de sjah toenadering tot West-Europese vorsten, maar de Fransen gaven hieraan geen gehoor. Frans I van Frankrijk had namelijk in 1536 een alliantie gesloten met sultan Suleyman de Grote, met als doel om de macht van keizer Karel V in te perken. Hierdoor kon hij niet op het verzoek van de sjah ingaan. Als gevolg van de invasies van de Ottomanen in het noordoosten van Perzië, in 1547 en in 1604, waren de Perzen gedwongen zich over te geven. Het verdrag tussen de Turken en de Fransen verhinderde Hendrik IV om in te gaan op het verzoek tot toenadering van sjah Abbas I. Lodewijk XIII was de eerste die een rechtstreekse relatie tussen Frankrijk en Perzië probeerde aan te knopen. Met het sturen van een handelsmissie met kooplieden uit Marseille wilde hij sjah Abbas I overtuigen van de bereidheid van de Franse koning om als bemiddelaar op te treden tussen Perzië en het Ottomaanse Rijk. De achterliggende reden van deze missie, geleid door Louis Deshayes, was het verminderen van de Portugese invloed (en van Spanje, suzerein van Portugal tussen 1580 en 1640) in de Oriënt. De sjah wilde de Fransen privileges geven, zoals het beschermen van de katholieken in Perzië, het faciliteren van de vestiging van katholieke missieposten en het toekennen van het handelsmonopolie op de Levant-route, maar de grootvizier van het Ottomaanse Rijk verijdelde dit plan. De in Iran aanwezige missionarissen waren voornamelijk Portugese augustijner monniken en Italiaanse en Spaanse karmelieten. Kardinaal de Richelieu stuurde op zijn beurt twee kapucijner monniken naar het hof van sjah Abbas. Vanwege hun gedegen kennis van Iran speelden de Franse missionarissen in de daaropvolgende periode een belangrijke rol, door kooplieden, reizigers en diplomaten te informeren over het land. De meest in het oog springende missionaris was de kapucijn Raphaël du Mans, die in Isfahan woonde van 1647 tot zijn dood in 1696. Hij trad op als vertaler en als onderhandelaar ten tijde van de vestiging van de Franse Oost-Indische Compagnie. Daarnaast hield hij Jean-Baptiste Colbert op de hoogte van de ontwikkelingen. Door de Spaanse Successieoorlog in Europa en de pogingen om de zeemacht van Muscat wat in te dammen, werden de Frans-Perzische betrekkingen op een laag pitje gezet. Het bezoek van Jean Billon de Cancerille aan het Safavidische hof, in 1700, blies de relaties nieuw leven in. Deze Jean Billon de Cancerille kwam met het advies om de handel met de Oriënt via de Levantroute te laten lopen. Na Billon de Cancerille reisde Jean-Baptiste Fabre richting Perzië, maar hij stierf op weg naar Jerevan. De missie van Pierre-Victor Michel leverde in 1708 een verdrag op tussen de sultan en de christenen. Deze eerste officiële overeenkomst voorzag in de bescherming van de christelijke missies en in de bevordering van de handel. De Perzen waren zeer content over de monetaire clausules en de toezegging om Franse oorlogsschepen in de Perzische Golf te stationeren met het doel om tegen Oman te strijden. De oorlog in Frankrijk en de problemen die optraden tijdens de reis vertraagden echter de ratificatie van het verdrag tot 1712. Armeense geestelijken, die zich stoorden aan de bekeringsijver van de christelijke zendelingen, kregen het voor elkaar om de privileges van de missionarissen te laten vervallen, waardoor er opnieuw onderhandeld moest worden. Bovendien verscheen er geen enkel Frans schip in de Perzische Golf, ondanks de beloofde privileges aan de kooplieden van Saint-Malo. Dit bracht het Perzische hof aan het twijfelen over de echtheid van de brieven uit naam van Lodewijk XIV, die ze eerder ontvangen hadden van de missionarissen. Daarop werd de burgemeester van Jerevan, Mohammad Reza Beg, naar Frankrijk gestuurd waar hij met alle egards werd ontvangen door Lodewijk XIV op Versailles, op 19 februari 1715. Nieuwe onderhandelingen werden opgestart met als resultaat een akkoord op 13 augustus 1715, wat deze keer voordeliger uitpakte voor de Franse handel. Als gevolg van de val van het Safawidische rijk in 1722 werden de afspraken echter niet toegepast, waardoor de groei van de Franse handel in Perzië stagneerde. De Frans-Perzische betrekkingen bekoelden verder door de oprichting van de Compagnie française des Indes orientales (1719), die de voorkeur gaf aan de handelsroute overzee. Tussen de Franse Revolutie en de Eerste Wereldoorlog 1789 – 1849 De opkomst van de Kadjar-dynastie in Perzië en de veranderingen als gevolg van de Franse Revolutie leidden niet tot een herstel van de Frans-Perzische betrekkingen, ondanks de vijandige houding van Catharina II van Rusland jegens Perzië en jegens de Franse Revolutie. In 1804 vestigde sjah Fath'Ali echter zijn hoop op Napoleon Bonaparte, om hem te helpen Georgië terug te veroveren. Napoleon verwachtte op zijn beurt dat de Perzische heerser de nederlaag van Rusland kon bespoedigen, waardoor de route naar India vrij zou komen te liggen. Met dit doel werd op 4 mei 1807 het Verdrag van Finckenstein gesloten. De plotselinge ommekeer van Napoleon, die op 7 juli van datzelfde jaar het Verdrag van Tilsit ondertekende, gooide echter roet in het eten. Daarnaast hielpen de logistieke problemen om het gesigneerde verdrag bij de vorst van de Kadjar te krijgen en de diplomatieke bemoeienis van de Engelsen niet mee, waardoor de overeenkomst niet tot resultaten leidde. Door de lakse houding van Frankrijk wendde Fath'Ali zich tot de Britten en in 1811 werden de banden tussen Frankrijk en Perzië helemaal verbroken. In de daaropvolgende periode werden de relaties onderhouden door tussenpersonen zonder diplomatieke titel zoals de Armeniër Davoud Khan Malekshah Nazar, die aan het Franse en het Perzische hof diende tussen 1802 en 1818, Franse officieren die soldaten van Abbas Mirza opleidden in Tabriz, en Madame de la Marinière, die Franse les gaf aan kinderen aan het Perzische hof. Tijdens de heerschappij van Mohammad Shah (1834 – 1848) en Louis-Philippe (1830 – 1848) vonden hernieuwde pogingen plaats om de contacten te herstellen. Na het verlies van de stad Herat in 1837 bekoelden de Brits-Perzische betrekkingen aanzienlijk. In augustus 1838 ontving Louis-Philippe Mirza Hosein Khan aan het Franse hof. Er werd afgesproken dat Frankrijk, om de plaats van de Britten in te nemen, wapens en militaire instructeurs zou leveren aan Iran. In september verliet Mirza Hosein Khan Parijs vergezeld van een glasblazer, een wapensmid en negen onderofficieren onder leiding van Henry Boissier. In Teheran waren de Russen echter niet gecharmeerd van het idee om hun invloed in Perzië te moeten delen en Mohammad Shah zorgde er daarom voor dat de Franse officieren hun soldij niet kregen uitbetaald. De Franse militaire missie verliet Perzië in 1840, maar de culturele banden tussen de twee landen blijven bestaan. Eugène Bore, die was gestuurd door de Académie des inscriptions et belles-lettres, ontving op 17 maart 1840 een decreet waarin het hem werd toegestaan om, net als de lazaristen, Franse scholen op te zetten. In 1844 werden de banden weer aangehaald, dit keer op initiatief van de Fransen, die graag een handelsovereenkomst wilden sluiten. Daarnaast zochten ze een betere bescherming voor de lazaristen, die aangevallen waren in Azerbeidzjan. Als gevolg van deze missie werd Ernest Cloquet aangesteld als persoonlijk arts van de sjah in 1846. Ook werden decreten uitgevaardigd om de door lazaristen opgezette scholen, bedoeld om de Chaldeeën in Iran te onderwijzen en te beschermen. Een wetenschappelijke expeditie, geleid door ingenieur en geograaf Hommaire de Hell verstevigde de relaties nog meer. De val van Louis-Philippe tijdens de Februarirevolutie van 1848 zette echter weer een rem op de ontwikkelingen omdat de betrekkingen met Perzië geen prioriteit hadden voor de nieuw gestichte Tweede Franse Republiek. De condoleances voor de dood van Mohammad Shah (1848) arriveerden pas in april 1849 in Teheran. Dientengevolge had Amir Kabir, grootvizier van sjah Naser ed-Din Kadjar, weinig vertrouwen in de Franse Republiek. Hij hield daarom alle toenaderingspogingen af, waaronder een handelsakkoord uit 1848. Hij liet zelfs na om de Franse werknemers te betalen die bij de Perzische regering werkzaam waren. 1850 – 1871 Deze twee decennia kenmerkten zich door een vriendschappelijke verstandhouding tussen de beide landen, met delegaties gevestigd zowel in Parijs als in Teheran. In 1852 had eerste minister Mirza Aqa Khan Nour Etemad al-Dawleh een bemiddelaar nodig om hem te helpen een nieuw verbond te sluiten met Groot-Brittannië. De Perzische eerste minister accordeerde een door Frankrijk voorgestelde handelsovereenkomst in 1855 en in 1858 keerde de in Frankrijk gestationeerde delegatie naar Perzië terug met een Franse militaire missie. Een jaar later werd een nieuwe Perzische diplomaat aangesteld in Parijs, die onder andere de opdracht kreeg om de studie van ongeveer zestig Perzische studenten, voornamelijk van de Dar-ol Fonoun-hogeschool, in Europa te regelen. In die periode was de diplomatieke aanwezigheid van Iran in Frankrijk relatief groot, met een militair attaché in Parijs en verschillende consuls in Parijs en in kleinere steden. Napoleon III, heerser vanaf 1852, vestigde daarop een Frans gezantschap in Teheran in juli 1854. Parijs beschouwde deze post als relatief onbetekenend, voornamelijk nuttig om gezamenlijke belangen te onderzoeken. De opeenvolgende afgevaardigden op deze post hadden echter wel de Franse invloed in Perzië vergroot door middel van opleiding, artsen aan het hof en militair adviseurs. In deze periode vestigde Frankrijk verschillende consulaten in Iran, zoals in Rasjt in 1864 en in Tabriz in 1866. Met de benoeming van dokter Joseph Désiré Tholozan (van het artsenkorps van het Franse leger) werd de traditie van Franse artsen aan het Perzische hof in stand gehouden. De militair adviseurs speelden eveneens een belangrijke rol, met onder andere kolonel Victor Brongniart die direct onder de orders van de commandant van het Perzische leger viel. Daarnaast bleven sommige officieren aan het eind van hun dienst in Iran, bijvoorbeeld als instructeur aan het Collège militaire in Teheran of ze hielpen bij het opzetten van moderne wapenfabrieken, zoals kapitein Michel Rous. De Franse nederlaag bij Sedan in 1870 maakte subiet een eind aan de goede Frans-Perzische betrekkingen. Door de val van het keizerrijk en de capitulatie van Parijs verloren de Iraniërs snel het vertrouwen in Frankrijk. Van 1871 tot 1914 In dit tijdperk werden de Frans-Perzische betrekkingen officieel onderhouden, echter zonder grote politieke belangen. Het verslagen Frankrijk had weinig interesse voor de zeer zwakke Perzische regering, die bescherming zocht bij sterke naties. Het land ontbeerde elke vorm van infrastructuur: er waren geen verharde wegen, geen spoorlijnen en geen goede medische voorzieningen, afgezien van enkele poliklinieken in de grote steden, geleid door in Frankrijk opgeleide zusters. Bovendien had het land te lijden van de hevige rivaliteit tussen Groot-Brittannië en Rusland (The Great Game), waarbij het erom ging wie de macht over het gebied kreeg. De positie van Frankrijk, neutraal ten opzichte van de rivaliteit tussen de twee landen, was dan ook paradoxaal: de culturele invloed groeide onder invloed van het Frans als populaire taal in elitekringen maar op het gebied van handel en politiek speelde Frankrijk geen grote rol in Iran. Uit deze periode stammen overigens de vele Franse leenwoorden in de Perzische taal. In Frankrijk maakte het grote publiek via de boeken van Marcel en Jane Dieulafoy kennis met de ellende en de sociale wantoestanden in het Perzië van die tijd, die in schrille tegenstelling staan tot de Perzische grandeur uit het verleden. De diplomatieke aanwezigheid van Perzië in Frankrijk was groter dan ooit, gezien het feit dat er dertien consuls en vice-consuls gestationeerd waren in Frankrijk (twee in Parijs en in Bastia, en één in Bayonne, Béziers, Bordeaux, Le Havre, Lille, Lyon, Marseille, Nice en Rouen). De vriendschappelijke relatie tussen de twee landen werd nog versterkt door de officiële bezoeken van de sjahs Naser ed-Din Kadjar en Mozaffar ed-Din Kadjar aan Frankrijk. Ook de deelname van Perzië aan de wereldtentoonstellingen van 1878 en 1900 droeg bij aan de goede verstandhouding. In 1905 werd Samad Khan Momtazos-Saltaneh benoemd tot ambassadeur van Perzië in Parijs. In Perzië bleven Franse vertegenwoordigers actief op diplomatiek en commercieel vlak en de Franse artsen van de Kadjaarse dynastie hadden veel invloed aan het Perzische hof. Een aantal Fransen startte op eigen houtje projecten op, zoals het opzetten van suikerraffinaderijen in Gilan door de heren Barral en Rambaud in 1878, de introductie van gaslampen in Teheran door Boital in 1881 en de vestiging van apotheken in Tabriz en Teheran door Coppin. In 1912 werd een Frans-Iranees syndicaat opgericht met het doel om steenkool en diverse mineralen te delven ten zuiden van de Kaspische Zee. Vanaf ongeveer 1890 zocht Frankrijk echter toenadering tot Rusland, en een paar jaar later verkende Frankrijk ook de mogelijkheden tot een drievoudig bondgenootschap met Groot-Brittannië erbij. Rusland stond echter niet toe dat de Franse invloed in dit deel van de wereld groeide. Ondanks het opzetten van de Frans-Perzische Unie in 1909 bleef de Franse hulp beperkt tot het sturen van specialisten op militair, agrarisch en financieel gebied. Perzië behoorde tot de armste landen ter wereld, met een hoog analfabetismecijfer en een slechte gezondheidszorg. Rond 1914 stond Frankrijk als vijfde op de ranglijst van belangrijkste handelspartners van Iran. Afgezien van enkele commerciële successen, en de export van wapens en alcohol, nam de Franse economische invloed in het land af. De betrekkingen op cultureel, archeologisch en onderwijsgebied zaten daarentegen in de lift. Bovendien nam de Franse overheid een wet aan die voorzag in de officiële bescherming van Zwitserse, Italiaanse en Griekse burgers, en vanaf 1911 ook de Zweedse officieren die sinds enkele tientallen jaren de Perzische politieagenten opleidden en aanvoerden (zoals Russische officieren de Perzische kozakkenbrigade aanvoeren). Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit beleid voortgezet. In 1917 vroegen de Perzen echter hulp aan de Fransen om Russische en Britse troepen te evacueren uit Perzië. In september van dat jaar stuurde Frankrijk een mobiel hospitaal (de Ambulance) naar Tiflis (het huidige Tbilisi) om Russische soldaten die gewond waren geraakt in de strijd tegen de Ottomanen te behandelen. Na het vertrek van de Russen (het einde van de oorlog, onderhandeld door Lenin) werd de Ambulance naar Urmia verplaatst om daar humanitaire hulp, maar ook militaire assistentie te verlenen. Dit besluit werd genomen door het hoofdkwartier in Tiflis, zonder overleg met Parijs of met Teheran, hetgeen tot ongewenste gevolgen leidde: tussen christelijke milities in het gebied en de democratische partij van Azerbeidzjan, gesteund door de bolsjewieken, braken gevechten uit. In die periode bleef Frankrijk dus schipperen tussen de relaties met de Perzen aan de ene kant en die met de Britten en de Russen aan de andere kant, waarbij de balans doorsloeg naar goede betrekkingen met de twee Europese bondgenoten. De periode tussen de Eerste Wereldoorlog en de val van Mohammad Reza Shah Pahlavi De opkomst van de Pahlavi-dynastie Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd Perzië, dat in theorie neutraal was, onderworpen aan de Britse invloed. Het Russische Rijk was namelijk ineengestort. De aanwezigheid van de South Persia Rifles, plus het feit dat de Perzische kozakkenbrigade gefinancierd werd met Brits geld, laten zien dat de Britse invloed aanzienlijk was. Die hegemonie van de Britten ontstemde Parijs, omdat Perzië grensde aan de Mossoul-strook, een gebied dat was toegekend aan Frankrijk naar aanleiding van het Sykes-Picotverdrag in 1916. Het vertrek van de Duitsers en de Russen uit het land bood Frankrijk de gelegenheid om zijn ambities waar te maken in Perzië. Franse diplomaten voerden aan dat Frankrijk geen koloniaal verleden had in dit gebied. Volgens hem was dit daarom een mooie kans om de Franse invloed in Perzië te vergroten. In die tijd was de diplomatieke invloed van Frankrijk in Perzië gering. Er waren meer Belgische dan Franse diplomaten in het land en in The Strangling of Persia, het boek van Morgan Shuster over zijn werk als financieel adviseur voor het Perzische hof rond 1911, wordt Frankrijk geen enkele keer genoemd. De Fransen zetten diverse projecten op om hun invloed in Perzië te vergroten: Het vestigen van een Franse bank in Teheran Meer Franse docenten laten lesgeven op de Dar-ol Fonoun-hogeschool en op de rechtenfaculteit van de universiteit van Teheran Het stichten van een Franse middelbare school en een agrarische opleiding De Franse legatie uitbreiden met een handelssectie Het installeren van een internationaal telegraafsysteem (TSF) om de Britse en Duitse systemen af te troeven Het publiceren van een Franstalige krant in Iran (het Frans was nog de taal van de diplomatie in Perzië en fungeerde als een soort lingua franca in het Nabije Oosten) Het uitbreiden van het aantal consulaten Andere, meer politiek getinte plannen waren het sturen van adviseurs naar de Perzische regering en het zenden van een Franse militaire missie, met het doel om het Perzische leger op te leiden. Naast de Britse weigering om Perzië te laten deelnemen aan de conferentie van Versailles, blijkt uit het Brits-Perzische verdrag van 1919 dat Groot-Brittannië terughoudend was om Perzië zijn eigen koers te laten varen. Bovendien was Engeland niet gediend van inmenging van andere landen in de Brits-Perzische betrekkingen. De toenmalige eerste minister, Wotouq-al Dawla, heeft zelfs geprobeerd om Bonin, Frans diplomaat in Perzië, over te halen om hulp te vragen aan zijn Amerikaanse collega teneinde de Britten ertoe te bewegen om het Perzisch-Britse verdrag ongedaan te maken. Na de staatsgreep van Reza Pahlavi op 21 mei 1921 dachten veel Fransen dat het einde van het Franse tijdperk in Perzië was aangebroken. Frankrijk wilde graag protectoraten vestigen in het Nabije Oosten, maar accepteerde na de Conferentie van San Remo in mei 1920 dat aan de Britse hegemonie in Perzië niet viel te tornen. Het feit dat het merendeel van de officieren die de coup pleegden hun opleiding in Frankrijk genoten hadden, plus het afwijzen van elke Britse bemoeienis met de organisatie van het leger door Reza Shah gaf echter te denken. Bovendien stuurde Reza Shah in 1943 een groep van 46 officieren in opleiding naar Franse militaire academies. De betrekkingen tussen Frankrijk en Reza Shah De Perzen waren niet ongevoelig voor de Franse overwinning op Duitsland en evenmin voor het militaire prestige van Clemenceau. Reza Shah had ontzag voor Frankrijk en stuurde daarom veel jonge Perzische soldaten naar Frankrijk voor hun opleiding. In 1922 keurde het Perzische parlement dit opleidingsprogramma goed waarop het voor tien jaar bleef bestaan. Het Iraanse leger wierf Franse officieren om de opleidingen te verzorgen aan de militaire academie van Teheran. Het Franse systeem voor de middelbare school diende als voorbeeld voor het Iraanse schoolmodel: het Perzische dabirestan was gebaseerd op het Franse lycée. De colleges op de universiteit van Teheran waren eveneens naar Frans voorbeeld ingericht, waarbij Franse adviseurs en docenten de Iraanse collega’s ondersteunden, vooral op de medische faculteit en op de school voor schone kunsten. Veel Iraanse studenten vertrokken voor een studie naar Frankrijk in die periode. Een nieuwe tijd brak aan: de naam 'Perzië' werd officieel vervangen door Iran en het dragen van de islamitische sluier werd bij wet verboden. Iran streefde naar modernisering. Tussen 1933 en 1938 verslechterden de Frans-Iraanse relaties, mede als gevolg van artikelen in Franse satirische bladen. Bovendien komen in 1936 de socialisten van het Front Populaire aan de macht in Frankrijk, wat eveneens nadelig was. De Iraniërs zagen namelijk dat de vele stakingen de Franse economie aantasten, wat nadelige effecten had op de handel tussen de landen. Iran weigerde daarop deel te nemen aan de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs. In 1938 werden de diplomatieke banden verbroken, vanwege satirische artikelen over Reza Shah in Franse kranten. In de aanloop naar de oorlog zocht Iran toenadering tot nazi-Duitsland, dat zijn belangrijkste handelspartner werd. In 1939 volgde het herstel van de diplomatieke betrekkingen tussen Frankrijk en Iran, naar aanleiding van het huwelijk tussen prins Mohammad Reza Pahlavi en Faouzia Fouad. De gebeurtenissen van 1940 en de opkomst van het Vichy-regime herstelden het vertrouwen van Reza Shah ten opzichte van Frankrijk. Tijdens een feest van Noroez in 1941 verklaarde hij: ‘Eindelijk hebben de Fransen, net als wij, begrepen dat je om sterk te zijn een sterke regering nodig hebt.’ Paradoxaal genoeg deed hij deze uitspraak vlak voordat hij door de Brits-Russische bezetters gedwongen werd om af te treden en vervolgens verbannen werd naar Zuid-Afrika. Rusland en Groot-Brittannië bezetten Iran in 1941, uit vrees dat het land toenadering zocht tot Duitsland. Deze bezetting, tezamen met het afzetten van de sjah en het daaropvolgende drieledige verbond tussen Iran, Groot-Brittannië en Rusland zetten het Franse Vichy-regime diplomatiek gezien buiten spel. Iran was in feite een Brits-Russisch protectoraat geworden en was daarmee zijn onafhankelijkheid kwijt. Tijdens de Conferentie van Teheran in 1943 kwamen Roosevelt noch Churchill de jonge sjah bezoeken en Stalin bracht slechts een bliksembezoek. Na de wapenstilstand bleef het noorden van Iran nog enkele jaren bezet door Russische troepen die onrust zaaiden door pro-Russische oproer aan te wakkeren. Tegelijkertijd zocht de Azerbeidzjaanse Socialistische Sovjetrepubliek toenadering tot Iraans Azerbeidzjan. De Engelsen hadden het monopolie op de oliehandel en Frankrijk werd in beslag genomen door de wederopbouw van het land en door de problemen in de kolonies. Frankrijk en Mohammad Reza Shah Generaal Charles de Gaulle zorgde ervoor dat het prestige van Frankrijk in de ogen van de sjah van Iran hersteld werd. De leider van de Vrije Fransen had immers in 1944, op weg naar Moskou, al een bezoek gebracht aan de nieuwe monarch van Iran, Mohammad Reza Pahlavi (die niet was uitgenodigd voor het Teheran-congres een paar maanden eerder). Tijdens dat bezoek benadrukt De Gaulle het belang van de Iraanse monarchie voor Frankrijk. In 1963 ging De Gaulle opnieuw naar Iran en later zou de sjah als enige staatshoofd De Gaulle mogen bezoeken in Colombey-les-Deux-Églises, voordat hij stierf. De nieuwe sjah bleek veelbelovend: hij had een Franstalige opleiding gevolgd (aan Institut Le Rosey in Zwitserland) en voor zijn kinderen had hij Franse gouvernantes in dienst. Bovendien spraken Iraanse politici (onder wie Mohammad Mossadeq) Frans tijdens onderhandelingen; veel ministers spreken daardoor vloeiend Frans. De opstelling van Frankrijk tijdens de onafhankelijkheidsoorlogen (zoals de Algerijnse Oorlog en de Eerste Indochinese Oorlog) tastte het imago van het land echter aan in de ogen van het Iraanse volk. Op cultureel gebied was Frankrijk duidelijk aanwezig in Iran in die tijd, maar op het diplomatieke vlak speelde Frankrijk een rol van ondergeschikt belang, wat duidelijk blijkt uit het feit dat slechts 6% van de aandelen van de ontmantelde Anglo-Iranian Oil Company werd toegekend aan de Franse oliemaatschappij. De hang naar grandeur van de sjah en het feit dat hij steun kreeg van Amerika, werden met argusogen gevolgd in Frankrijk begin jaren ’70. In diezelfde periode veranderde de publieke opinie in Europa na de gebeurtenissen van mei 1968 en het bewind van de sjah in Iran werd steeds meer als autoritair beschouwd. Terwijl monarchen en staatshoofden elkaar verdrongen tijdens de viering van Persepolis in 1971 (vanwege de 2.500e verjaardag van de Perzische monarchie), was president Georges Pompidou niet zelf aanwezig, maar stuurde hij premier Jacques Chaban-Delmas. Ondanks deze weerstand profiteerde Frankrijk wel degelijk van de stijgende koopkracht in Iran, als gevolg van de eerste oliecrisis. Iran had interesse in de nucleaire technologie die in Frankrijk aanwezig was en in 1975 tekenden Frankrijk en Iran een akkoord, waarbij Framatome de opdracht kreeg voor de bouw van vijf kerncentrales en Iran ging deelnemen in Eurodif, een bedrijf dat verrijkt uranium leverde. De overeenkomst werd in 1979 echter ontbonden door de regering van Shapour Bakhtiar. Tezamen met de opkomst van de Islamitische Republiek zorgde dit ervoor dat de Frans-Iraanse verhoudingen weer onder druk kwamen te staan. De Islamitische Republiek Iran De betrekkingen tijdens de Iraanse Revolutie De Frans-Iraanse betrekkingen kenden een dramatisch intermezzo – achteraf bekeken was dit de zwanenzang – toen op 6 oktober 1978 onverwacht ayatollah Ruhollah Khomeini in Frankrijk arriveerde. Hij zat in ballingschap in Najaf en vestigde zich in Neauphle-le-Château, op een kleine 30 kilometer van Parijs. President Giscard d'Estaing gaf hiervoor toestemming en maakte er geen geheim van dat hij niets ophad met de sjah. Mohammad Reza Shah ging ervan uit dat de populariteit van de ayatollah af zou nemen nu de geestelijke weg was uit Najaf en vroeg de Franse regering de ayatollah daar te houden. Het feit dat Khomeini zeer geliefd was geworden bij het Iraanse publiek, maakte zijn uitzetting onmogelijk. De ayatollah werd de hemel ingeprezen door de Europese pers en de intellectuelen van die tijd. Hij bleef in Frankrijk tot 31 januari 1979 waarna hij terugkeerde naar Iran. Ondanks de Iraanse sympathie voor Frankrijk, het land dat hun nieuwe sterke man gastvrij had ontvangen, alsmede tegenstanders van het regime-Pahlavi, werden aan Frankrijk geen bijzondere privileges toegekend door het nieuwe regime. Na het zegevieren van de revolutie kwamen er verschillende stromen van vluchtelingen op gang (eerst monarchisten, dan liberale nationalisten, vervolgens marxisten en ten slotte liberale moslims). De vluchtelingen vestigden zich in Parijs en in de rest van Frankrijk, wat de gespannen verhouding tussen de twee landen verhevigde. Voormalig premier Shapour Bakthiar was de eerste die werd uitgezet door de islamitische regering. Een aanslag op zijn leven mislukte in 1980, maar in 1991 werd hij alsnog vermoord in zijn woonplaats Suresnes. De nieuwe socialistische en seculiere regering in Frankrijk stond vijandig tegenover het Iraanse regime, dat theocratische neigingen vertoonde. De leiders van de Iraanse oppositie, in het bijzonder de moedjahediens van het volk en Abolhassan Bani Sadr (die een deel van zijn studie in Frankrijk volgde) vluchtten vanaf 1981 naar Frankrijk. Net als François Mitterrand dachten ze dat de ‘dictatuur van de mollahs’ op de loer lag. Het onderwijs in Iran was volledig aangepast aan de islamitische regels. Frans werd er niet meer gesproken en Engels was de enige erkende vreemde taal, ondanks de gijzelaarscrisis en het verbreken van de diplomatieke banden tussen Iran en Amerika (een soort haat-liefdeverhouding). De rol van Frankrijk leek uitgespeeld in Iran. De Iran-Irakoorlog en aanslagen tegen Franse burgers Op 7 juni 1981 bombardeerde Israël de kerncentrale Osirak in Irak waarvan de reactoren door Frankrijk geleverd waren. Frankrijk koos hierop de kant van Irak. Bijna alle Franse burgers werden uit Iran geëvacueerd in augustus 1981. Op verzoek van de Arabische staten in de regio werd de Franse hulp aan Irak opgeschroefd. Frankrijk leverde de in 1977 bestelde F1-Mirages aan Irak en in oktober 1983 leende Frankrijk Irak vijf Super Etendards, gemaakt om Exocet-raketten te vervoeren waarmee de Iraanse olie-installaties vernietigd konden worden. Het antwoord van de islamitische republiek liet niet lang op zich wachten en kwam in de vorm van gijzelingen in Libanon en aanslagen op Franse bodem. Hoewel Frankrijk tijdens dit conflict ontegenzeggelijk de kant van Irak koos, werden via indirecte kanalen toch wapens aan Iran geleverd. Als gevolg van de revolutie in 1979 weigerde Frankrijk Iran verrijkt uranium te leveren. Bovendien had Iran zijn investering in Eurodif, de in 1973 door Frankrijk, Spanje, België en Zweden opgerichte onderneming, niet kunnen waarborgen. Naar aanleiding van een akkoord tussen Frankrijk en Iran werd in 1975 het Zweedse aandeel van 10% in Eurodif aan Iran toegekend. Het Franse genationaliseerde bedrijf Cogéma zette vervolgens samen met de Iraanse regering de Sofidif (Frans-Iraanse installatie voor uraniumverrijking via gasdiffusie) op, waarvan ze respectievelijk 60% en 40% van de aandelen bezaten. Sofidif verwierf daarop 25% aan aandelen in Eurodif waardoor Iran een aandeel van 10% in Eurodif verkreeg. Reza Shah Pahlavi leende een miljard US dollar (en in 1977 nog een keer 180 miljoen US$) aan Frankrijk voor de bouw van de Eurodif-fabriek, waarmee hij het recht wilde claimen op 10% van de productie van de installatie. Mitterrand weigerde uranium te leveren aan Iran in 1982. Iran eiste het schuldbedrag op dat nog uitstaat. Op 17 november 1986 werd Georges Besse, oud-voorzitter van de directie van Eurodif (dan lid van de directie van Renault), vermoord. Die moordaanslag viel samen met de eerste terugbetaling van Frankrijk aan Iran (330 miljoen US$). De aanslag werd opgeëist door militante leden van de extreemlinkse groepering Action Directe. Tijdens hun proces ontkenden ze evenwel elke verantwoordelijkheid. In hun onderzoek genaamd La République atomique, France-Iran le pacte nucléaire (De Atoomrepubliek, het nucleaire pact tussen Frankrijk en Iran) drongen David Carr-Brown en Dominique Lorentz aan op verantwoordelijkheid van de Iraanse geheime dienst, die de Action Directe zou hebben gemanipuleerd via banden van die groepering met de Fractions armées révolutionnaires libanaises (FARL, de Libanese gewapende revolutie). Bovendien, misschien nog wel belangrijker, toonden ze aan hoe de kwestie van de Franse gijzelaars verband hield met de Iraanse chantage. Volgens Gilles komt de Iraanse pressie op Frankrijk deels voort uit de vrijlating van Anis Naccache, leider van het commando dat in 1980 een poging deed om Shapour Bakhtiar om te brengen. De chantage kwam tot uiting in een serie aanslagen in Frankrijk in de jaren 1985-1986. In 1991 kwam het uiteindelijk tot een akkoord: Frankrijk betaalde 1,6 miljard US$ terug en Iran bleef aandeelhouder van Eurodif via Sofidif, het Frans-Iraanse consortium dat 25% van de aandelen Eurodif in bezit had. Iran zag er echter vanaf om het beloofde aandeel uranium op te eisen. Frankrijk raakte vanaf 1987 verwikkeld in een diplomatieke strijd met Iran om zich te verweren tegen de terroristische aanslagen. Allereerst werd Wahid Gordji, vertaler bij de Iraanse ambassade in Parijs, maar zonder diplomatieke status, voor het Franse gerecht gedaagd wegens vermeende samenwerking met een terroristische groepering. Vervolgens werd in Teheran Paul-Marie Torri, de belangrijkste adviseur op de Franse ambassade, beschuldigd van spionage. Hij werd gearresteerd en zou pas worden vrijgelaten op dezelfde dag dat Wahid Gordji vrij zou komen. Deze diplomatieke crisis leidt tot het opschorten van de Frans-Iraanse betrekkingen op 17 juli 1987. De diplomaten bleven tot december van dat jaar opgesloten in de ambassades. Pas in juni 1988 waren de diplomatieke betrekkingen volledig hersteld. De laatste resten Franse cultuur verdwenen uit Iran als gevolg van de revolutie en de daaropvolgende Iran-Irakoorlog. Het vertrek van de koninklijke familie en de gegoede bourgeoisie, die Frans als tweede taal spraken, en de sluiting van Franse culturele instellingen waren bepalend voor het tenietdoen van de Franse invloed op cultureel gebied in Iran. Alleen het Institut français de recherche en Iran (IFRI) bleef actief, hoewel het instituut officieel gesloten was. Een meer onafhankelijke handelspolitiek van de VS (1991-2003) Na de Golfoorlog van 1990-1991 wilden de Europese landen, en Frankrijk in het bijzonder, een meer onafhankelijke koers gaan varen. Frankrijk leidde immers het protest van de westerse landen tegen de wet van Amato-Kennedy in 1996. Total heeft het jaar daarvoor een boorcontract in de wacht gesleept. Nadat Mohammad Khatami tot president gekozen werd, probeerden de Europese landen de banden met Iran weer aan te halen. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Hubert Védrine, kreeg in 1997 nul op het rekest van Jacques Chirac, maar reisde in augustus 1998 toch naar Teheran. Daar nodigde hij Khatami officieel uit voor een bezoek aan Frankrijk, dat het jaar daarop zou plaatsvinden. In deze tijd vertegenwoordigde de Europese Unie ongeveer de helft van de buitenlandse handel van Iran, waarbij het Franse aandeel echter behoorlijk bescheiden blijft in vergelijking met dat van Duitsland en Italië. In 2002 gold Frankrijk als derde leverancier van Iran, met 8,5% van de Iraanse import (2590 MUSD) en het stond als zevende op de lijst van belangrijkste klanten, met 3,5% van het Iraanse exportvolume. De Franse export richtte zich voornamelijk op de auto-industrie, de farmaceutische industrie en de olie-industrie. PSA Peugeot Citroën laat in Iran de Citroën Xantia en de Peugeot 206 en 405 assembleren. Renault wilde zijn Logan op die dynamische markt brengen. Toen Iran op een gegeven moment zelf dit soort auto’s wilde exporteren, leverde dit spanning op met de autofabrikanten. Frankrijk importeerde grote hoeveelheden koolwaterstof – 3% van het in Frankrijk gebruikte koolwaterstof was afkomstig uit Iran. Daarnaast werden pistachenoten en tapijten ingevoerd, maar deze invoer betrof beduidend kleinere volumes. Een Franse handelsafvaardiging tekende op 12 mei 2003 in Teheran een akkoord om de investeringen in Iran te stimuleren. Dit akkoord ging in op 13 november 2004. De betrekkingen beïnvloed door de nucleaire kwestie (2003-2013) Frankrijk nam deel aan de UE-3 groep (met Engeland en Duitsland), die met Iran onderhandelde over het stopzetten van de productie van verrijkt uranium. Frankrijk vermoedde namelijk dat Iran met zijn civiele nucleaire programma een militair programma verborg. Zo merkte de minister van Buitenlandse Zaken Philippe Douste-Blazy op 16 februari 2006 op: ‘Het Iraanse nucleaire programma heeft niets te maken met civiele doeleinden. Het was een geheim militair nucleair programma.’ Volgens Georges Malbrunot ‘lijkt Frankrijk sinds een jaar of tien samen met Israël een van de westerse landen die zich het hardst opstelt jegens Iran.’ Een overwegend meegaande houding (2003-2005) Na de ontdekking in 2002 van een geheime fabriek om uranium te verrijken in Natanz, was Frankrijk in 2003 een van de eerste landen die de onderhandelingen met Iran op de agenda zette. Deze dialoog met de islamitische republiek wekte overigens de woede van de Amerikaanse president George W. Bush, die voorstander was van sancties tegen Iran. In relatie met de Irakoorlog probeerden onderhandelaars onder leiding van Dominique de Villepin te laten zien dat ‘het probleem van de massavernietigingswapens in plaats van oorlog te voeren anders opgelost kan worden.’ De minister van Buitenlandse Zaken kreeg van Jacques Chirac groen licht om een coalitie samen te stellen, maar ‘stuit op de terughoudendheid van Quai d’Orsay (ministerie van Buitenlandse Zaken) dat in geen geval de spanningen met Amerika wil vergroten na de Irak-oorlog. De door Frankrijk gevormde trojka met Engeland en Duitsland werd goed ontvangen door Iran, dat vreesde dat de Verenigde Naties de door Amerika gevraagde sancties daadwerkelijk zou doorvoeren.' Bijzonder gespannen verhoudingen (2005-2013) In de eerste helft van 2005 vonden er verschillende bilaterale bezoeken plaats: Op 24 februari 2005 ontving de Franse president Chirac, zeer vasthoudend in de wens om het Iraanse militaire nucleaire programma af te schaffen, Hassan Rohani, secretaris van de Iraanse Hoge raad van de nationale veiligheid (en toekomstig president van het land, in 2013) op verzoek van Rohani. Volgens oud-ambassadeur François Nicoullaud ‘heeft Rohani regelmatig contact met Franse, Engelse en Duitse ministers van Buitenlandse Zaken’ en staat hij bekend als ‘een gewaardeerd persoon vanwege zijn oprechtheid’. Rohani wilde weten welke extra controles op Iraanse nucleaire fabrieken het agentschap AIEA nodig achtte om de goede wil van Iran te tonen en hij committeerde zich aan de gestelde eisen. Chirac stond achter hem maar de verantwoordelijken in Parijs stelden vervolgens nooit de tijdens het overleg tussen Chirac en Rohani besproken controles in. Volgens een expert op het gebied van Frans-Iraanse betrekkingen ‘was het goed mogelijk dat ambtenaren dit verzoek geblokkeerd hebben’. Een paar jaar later haalde de Egyptische Mohammed el-Baradei dit misverstand aan in zijn memoires als directeur van het Internationaal Atoomenergieagentschap. Hij bevestigde dat ‘de contacten met Jacques Chirac in een bepaalde richting gingen, maar dat de ambtenaren in Parijs de zaken regelden in een heel andere richting’. In het kader van een UNESCO-conferentie in Parijs had de Iraanse president Mohammad Khatami op 5 april 2005 een ontmoeting met de Franse president. Tijdens de conferentie hield Khatami een betoog over het belang van dialoog tussen de verschillende culturen. De minister van Buitenlandse Zaken ontving zijn Iraanse collega, Kamal Kharrazi, die was meegereisd met de Iraanse president. Xavier Darcos, onderminister voor Samenwerking in ontwikkeling en voor Francofonie, bracht op 22 en 23 mei 2005 een bezoek aan Teheran en aan Bam. In de daaropvolgende acht jaar, tijdens het presidentschap van Mahmoud Ahmadinejad, vond er geen enkele ontmoeting meer plaats. Nadat Nicolas Sarkozy in 2007 president van Frankrijk was geworden, namen de spanningen tussen Frankrijk en Iran toe. Frankrijk steunde steeds meer het Amerikaanse standpunt wat betreft strenge sancties tegen het Iraanse regime. Volgens oud-ambassadeur in Iran François Nicoullaud ‘[was] Frankrijk [zelfs] doorgeslagen naar een hardere lijn dan Amerika’. Yves-Michel Riols beaamde: ‘Met het oog op de patstelling in de gesprekken, en daarnaast de ontdekking van de ondergrondse militaire installatie in Fordow, neemt Frankrijk in 2011 het initiatief om de sancties tegen Iran uit te breiden. Met het doel om de Iraanse economie zo hard mogelijk te raken wordt een verbod op de export van olie ingesteld en worden daarnaast de tegoeden van de Iraanse centrale bank bij buitenlandse banken bevroren.' Redenen van de Franse onbuigzaamheid De redenen van de Franse onbuigzaamheid aangaande het Iraanse nucleaire programma kwamen aan het licht in een door de Amerikaanse ambassade in Parijs opgesteld diplomatiek telegram, dat in 2010 opgepikt werd door WikiLeaks. ‘een sterk geloof in de non-proliferatie om de nucleaire afschrikking van Frankrijk in stand te houden’, aldus journalist Georges Malbrunot. ‘Het was niet wenselijk dat Turkije, Egypte en Saudi-Arabië zich in navolging van Iran in een wedloop voor de atoombom storten.’ ‘grote bezorgdheid over de dreiging (afkomstig van de Iraanse bom) richting Israël’, volgens Laurent Fabius. ‘op persoonlijk vlak de woede over de manier waarop Iran Frankrijk probeerde te manipuleren’ ten tijde van de affaire met betrekking tot de onderzoekster Clothilde Reiss, om nog maar te zwijgen van de talloze andere ergernissen. Ondanks de machtswisseling bleven deze bezwaren bestaan. Volgens Georges Malbrunot ‘komt het goed uit om tegenover een gewijzigd Iraans bewind de nadruk te leggen op de groep Franse diplomaten die al jaren vanuit Parijs en vanuit de Verenigde Naties het dossier Iran behandelen. Critici schilderen deze diplomaten boosaardig af als de ‘ayatollahs van de anti-proliferatie’ of als ‘grote bewonderaars van Israël’, of soms zelfs als allebei tegelijk. ‘Bovendien’, zo stelt een specialist op dit gebied, ‘beschouwt Frankrijk zich als tempelbewaarder van het geschil met betrekking tot het nucleaire Iran. Parijs heeft Iran altijd een beetje voorgetrokken, wat een belangrijk element in de culturele strategie was geworden’. Buitenlandse Zaken zette altijd zijn beste mensen op het dossier Iran. De rivaliteit tussen de opeenvolgende regeringen werd hierdoor aangemoedigd. De ‘Midden-Oosten-georiënteerden’ zijn boos over het feit dat ze aan de zijlijn staan ten gunste van de ‘ayatollahs van de anti-proliferatie’. Volgens Yves-Michel Riols 'heeft Frankrijk enorm veel geïnvesteerd op dit (nucleaire) gebied, onder meer in technische expertise en inlichtingen'. Met het nieuw leven inblazen van de samenwerking tussen Frankrijk en Saudi-Arabië door François Hollande kwam er nog een reden bij: Saudi-Arabië vreesde de expansie van het Iraanse sjiisme in de Arabische wereld. Deze uitbreiding had in Saudi-Arabië, Bahrein, Irak, Libanon en Syrië, waar de val van Bachar el-Assad, bondgenoot van Iran, aangemerkt werd als prioriteit door de fundamentalistische wahabistische monarchie’ in het licht van de Syrische Burgeroorlog. Consequenties op het gebied van de handel Overzicht van de Frans-Iraanse betrekkingen Het beeld van de internationale handel van de jaren ’90 veranderde drastisch als gevolg van de crisis die in 2003 ontstond vanwege het conflict met Iran over zijn kernwapens en de daaropvolgende sancties tegen de islamitische republiek afgekondigd door de Veiligheidsraad, de Europese Unie en de Verenigde Staten. Voor Iran betekende dit het begin van een economische malaise. De Franse export kromp en de olie-import werd volledig opgeschort. Oliebedrijf Total trok zich terug uit het land. Frans dagblad Le Monde schreef: Uit een anekdote uit 2012 van Georges Malbrunot blijkt hoe waakzaam de Franse instanties waren wat betreft de internationaal opgelegde sancties tegen bedrijven die hun activiteiten in Iran hadden: ‘een van deze bedrijven moest zijn complete financiële administratie aanleveren bij het ministerie van Economie. Dit kwam neer op twee kubieke meter paperassen.’ Frankrijk had de ambassadepost van afgevaardigde voor economische en commerciële belangen gedurende enkele jaren opgeheven. In 2014 besloot Frankrijk deze post weer te installeren en het kwam hiermee tegemoet aan de wens van de Franse diplomaten en zakenlui in Iran, iets waartegen Buitenlandse Zaken zich een tijdlang verzet had. De auto-industrie De auto-industrie had zwaar te lijden onder de boycot tegen Iran. In 2012 en 2013 ontstond er een debat, als PSA en Renault, die al sinds de tijd van de sjah in Iran gevestigd waren (30% van het autopark in Iran bestond uit Peugeots) een verbod werd opgelegd om ook maar één nieuwe auto in Iran te verkopen. Deze maatregel kwam voort uit de verzwaring van de internationale sancties tegen Iran. Daarnaast speelden de fusie tussen General Motors en PSA, en de bemoeienis van de Amerikaanse president Barack Obama een rol. Eind juni 2013 sloeg Philippe Marini, voorzitter van de Commissie van financiën van de Senaat alarm over de nieuwe Amerikaanse maatregelen tegen Iran. Volgens hem zouden deze sancties de Franse auto-industrie veel schade berokkenen. Tijdens een publieke discussie, uitgezonden door persagentschap Reuters, riep Marini de Franse leiders op om bij de Amerikaanse president te pleiten voor ontheffing van deze sancties voor Frankrijk, of in ieder geval de toezegging dat ze voor Frankrijk minder streng zouden gelden. Volgens Le Monde zou het verlies van de Iraanse markt voor Peugeot echter slechts een omzetverlies van 640 à 850 miljoen euro betekenen, wat neerkwam op een te verwaarlozen deel van de totale omzet van 42,7 miljard euro in 2011. PSA weerlegde intussen elk verband tussen de sluiting van de fabriek in Aulnay-sous-Bois en het stopzetten van de activiteiten in Iran. Voor Renault kostte de handelscrisis met Iran het bedrijf in 2013 zo’n 500 miljoen euro. ‘In 2012 zijn er in Iran bijna 103.000 auto’s verkocht, tegen slechts 31.382 auto’s tussen januari en september 2013.’ Het bedrijf staakte zijn activiteiten in Iran aan het eind van de zomer van 2013. Zuid-Koreaanse en Chinese automerken profiteerden van deze situatie door zich in Iran te vestigen. Bovendien probeerde General Motors, dat PSA onder druk zette om te stoppen met de levering van auto-onderdelen in Iran, in de tweede helft van 2013 zijn eigen commerciële activiteiten uit te breiden in Iran. GM deed dit onder andere door contact te zoeken met Iran Khodro, het Iraanse bedrijf dat uit naam van PSA Peugeots 206 en 405 in elkaar zet, opgebouwd uit kant en klare onderdelen die uit de fabriek in Vesoul (Haute Saône) komen. Het initiatief van GM werd aangemoedigd door middel van een decreet ondertekend door Barack Obama op 3 juni 2013, de Executive Order Act 13645. Dit besluit hield in dat het leveren van onderdelen, alsmede het leveren van diensten aan Iraanse bedrijven strafbaar was. Het leveren van auto’s was echter niet strafbaar, waardoor bouwers zoals General Motors, dat geen industriële activiteiten in Iran uitvoerde, bevoordeeld werd boven bijvoorbeeld Renault, dat geen CKD (Complete Knock Down) auto’s mocht produceren in Iran. Toen in november 2013 een internationaal akkoord werd gesloten over het nucleaire programma van Iran, kwamen de onderhandelingspartners overeen om de sancties te verlichten, vooral ten gunste van de auto-industrie. Onenigheid over de mensenrechten Op politiek gebied uitte Frankrijk regelmatig zijn bezorgdheid over de mensenrechten in Iran aan de Iraanse regering. Dit gebeurde op een directe manier, zoals in 2005 de oproep van de Iraanse zaakgelastigde in Parijs, die meer informatie wilde over situatie van de gevangen gezette journalist Akbar Gandji en over zijn advocaat Soltani. Ook op indirecte wijze maakte Frankrijk zijn mening kenbaar, bijvoorbeeld door het uitreiken op 12 december 2005 van de onderscheiding voor de Rechten van de Mens aan de vrouw van Emadeddin Baqi, een Iraanse dissident die streed voor de rechten van gevangenen en voor het afschaffen van de doodstraf. De opstand die uitbrak na de verkiezingen van 2009 liet ook weer zien dat Iran niet bepaald een modelstaat was. Verbetering van de relaties (vanaf 2013) Hassan Rohani, die in zijn toespraken aanstuurde op het aanhalen van de banden met het Westen, werd in 2013 tot president gekozen, waardoor de verhoudingen zich wat ontspanden. In juli ontving François Hollande een uitnodiging om de officiële benoeming van Rohani voor het Iraanse parlement bij te wonen in augustus in Teheran, hoewel hij als een van de laatste staatshoofden Rohani zijn felicitaties overbracht. Gemeenschappelijk beleid van de Europese Unie bepaalde echter dat er geen staatshoofden aanwezig zouden zijn bij de benoemingsceremonie. De oud-premiers Michel Rocard en Dominique de Villepin, die in 2003 met Hassan Rohani hadden onderhandeld over de nucleaire kwestie, stelden daarop een alternatief voor: zij wilden naar Teheran reizen om Rohani de felicitaties vanuit Frankrijk over te brengen, overigens net zoals de oud-chef van de Britse diplomatieke dienst Jack Straw van plan was. Minister van Buitenlandse Zaken Laurent Fabius was hier echter op tegen, hij wilde eerst de Iraanse ambassadeur in Parijs spreken en overleggen met zijn Iraanse vakgenoot Javad Zafir. Op 24 september 2013 hadden François Hollande en Hassan Rohani een korte ontmoeting tijdens de 68e algemene vergadering van de Verenigde Naties. De Franse president was van de grote mogendheden de enige westerse leider die de Iraanse president sprak tijdens deze gelegenheid. Hij zinspeelde op volgende ontmoetingen na dit eerste contact. In januari 2016 bracht Hassan Rohani een tweedaags bezoek aan Frankrijk; sinds 1998 had geen enkele Iraanse leider Frankrijk bezocht. Het doel van de ontmoeting was het aanhalen van de economische banden tussen de twee landen. Bij deze gelegenheid kondigden PSA en Iran Khodro aan om een joint venture op te richten waarmee ze vanaf 2017 auto’s van het merk Peugeot gingen ontwikkelen en fabriceren in Iran. Dit terwijl PSA zich vóór de verslechtering van de relaties tussen de twee landen tevreden stelde met het leveren van onderdelen en auto’s in losse delen aan Iran Khodro. PSA was de eerste internationale fabrikant die een economische overeenkomst van deze orde sloot. Samenwerking op wetenschappelijk en cultureel terrein Eind jaren ’80 was de culturele invloed van Frankrijk in Iran zo goed als verdwenen. Anno 2018 wordt alleen Engels (en in mindere mate Duits) geleerd als vreemde taal. De samenwerking op wetenschappelijk en cultureel gebied tussen de twee landen was geregeld in een algemeen akkoord uit 1993 en in een culturele overeenkomst van 31 januari 1999. In dat kader maakt Frankrijk zich sterk voor goede relaties tussen de universiteiten. Het land staat zesde op de lijst van landen waar Iraanse studenten komen studeren. Het plan was om een centrum voor interuniversitaire uitwisseling op te zetten bij de ambassade van Teheran, in lijn met het wetsvoorstel immigratie en integratie uit mei 2006. De relaties tussen universiteiten worden ook versterkt door de samenwerking op verschillende wetenschappelijke terreinen (seismologie, biologie, milieu, stedenbouw, sociale wetenschap en diergeneeskunde). Deze samenwerkingsverbanden werden door beide landen gefinancierd (het actieprogramma Gundishapur werd ondertekend in juli 2004). De culturele dialoog tussen de landen vertaalt zich in de wil om Franse als vak op Iraanse basisscholen en middelbare scholen te gaan geven, en om allerlei culturele evenementen te organiseren. Het institut français de recherche en Iran (in het Perzisch انجمن ايرانشناسي فرانسه در ايران) is anno 2018 het enige buitenlandse onderzoekscentrum dat informatie over de Perzische en Iraanse cultuur mag verspreiden. Na de aardbeving in Bam op 26 december 2003, waarbij bijna 32.000 mensen omkwamen, leverde Frankrijk omvangrijke humanitaire hulp. Samen met Japan en Italië was het een van de eerste landen die hulp stuurde naar het getroffen gebied. Nog altijd helpt Frankrijk bij de wederopbouw van de stad en bij de reconstructie van de oude citadel Arg-él Bam (staand op de UNESCO Werelderfgoedlijst). Aan noodhulp werd door Frankrijk 5,22 miljoen euro uitgegeven en voor de restauratie leverde het ministerie van Buitenlandse Zaken een bedrag van 500.000 euro en het ministerie van Cultuur nog eens 160.000 euro. Daarnaast hebben enkele grote Franse bedrijven giften gedaan ten behoeve van de opbouw van Bam, waarmee een bedrag van 2,8 miljoen euro bijeen werd gebracht; dit waren onder andere Total, Peugeot, Renault en BNP Paribas. Dit geld werd besteed aan de heropbouw van een ziekenhuis, het in kaart brengen van de oude citadel en hulp bij het beperken van de schade bij aardbevingen (levering van 20 mobiele seismografen). Archeologische expedities in Iran (1875 – 1979) Het archeologisch onderzoek in Perzië (Iran) begon in 1847 met de opgravingen van de Britse geoloog W.K. Loftus en werd in 1884-1886 uitgebreid door Marcel Dieulafoy en zijn vrouw Jane. De archeologen waren vooral geïnteresseerd in het gebied rond Susa, de oude hoofdstad van het koninkrijk van Elam, en ook een van de hoofdsteden van het Achaemenidische rijk. In 1895 kreeg de Franse ambassadeur in Teheran, René de Balloy, van Naser ed-Din Kadjar het monopolie op archeologisch onderzoek in Perzië. De mijningenieur Jacques de Morgan werd in 1897 door het Franse ministerie van Publieke zaken benoemd (per ministerieel decreet van 19 april 1897) en kreeg een bedrag van 100.000 francs om de Délégation Perse (DP) op te zetten. In 1900 ondertekent Mozaffar ed-Din Kadjar de afspraak dat Frankrijk het alleenrecht kreeg op opgravingen en dat het de vondsten mocht houden. De Perzische regering ontving geen compensatie voor de gevonden objecten, behalve voor de gouden en zilveren schatten. Tot 1912 kwam een groeiend aantal onderzoeksteams naar de Iraanse archeologische plaatsen om opgravingen te doen: Tepe Musian op de vlakte van Dehloran, de dolmenvelden in het Gilangebied, fossielen in Maragha enzovoorts. Na het aftreden van Morgan kreeg de Delegatie een andere naam: de Mission archéologique en Perse (MAP). De onderzoekswerkzaamheden werden voortgezet zonder dat iemand de leiding had over de missie. De fondsen werden verdeeld over de verschillende onderzoeksteams. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de werkzaamheden onderbroken, om in 1920 weer opgepakt te worden. Roland de Mecquenem werd benoemd tot hoofd van de MAP. Onder zijn leiding waren de opgravingen bij Suse erg succesvol. Vanaf 1939 begint men de omgeving van Chogha Zanbil te doorzoeken en daarnaast het gebied bij Tepe Giyan en Tepe Sialk. In 1929 zag de Perzische regering af van de voorwaarden genoemd in de eerder ondertekende overeenkomst. Vanaf dat moment werden alle archeologische kunstschatten (met uitzondering van kleitabletten, decoratieve bouwelementen en oudheidkundige objecten die als Iraans erfgoed beschouwd worden) eerlijk verdeeld tussen het Iraans nationaal museum en het Louvre. Na een onderbreking van de opgravingen tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het archeologisch onderzoek in 1946 voortgezet door Roman Ghirshman, benoemd tot hoofd van de MAI (mission archéologique en Iran). Onder zijn leiding werden belangrijke resultaten geboekt bij Suse en Chogha Zanbil, waardoor nieuwe historische kennis opgedaan werd. Ook doorzochten de teams het gebied van Masjed-e Soleyman in die periode. In 1968 kwam Jean Perrot aan het hoofd te staan van de nieuwe Délégation archéologique française en Iran (DAFI). Hij onderhield nauwe contacten met de archeologiesectie van de universiteit van Teheran, het Perzische instituut voor oudheden (Edāreh-ye kol-e bāstān shenāsi), het Perzische centrum voor archeologisch onderzoek (Markaz-e pažuheshā va kāveshā-ye bāstān shenāsi) en het Perzische instituut ter bescherming van historische monumenten in Iran (Sāzmān-e melli-e hefāzat-e ātar-e bāstāni-ye Irān). In 1969 verviel de afspraak dat de kunstschatten verdeeld worden tussen Frankrijk en Iran en sindsdien worden alle oudheidkundige vondsten in Iran bewaard. De archeologische delegatie en de Franse opgravingen werden opgeschort in 1979, toen de Iraanse Revolutie uitbrak. Sinds 1983 heeft echter het Institut français de recherche en Iran, ontstaan uit de samenvoeging van de DAFI en het Institut français d’Iranologie en Téheran (IFIT) van Henri Corbin, het archeologisch onderzoek overgenomen en wordt het onderzoek naar de oude Iraanse wereld voortgezet. Zie ook Geschiedenis van Frankrijk Geschiedenis van Iran Iran Internationale betrekkingen van Iran Geschiedenis van Frankrijk Geschiedenis van Iran Wikipedia:Vertaalde artikelen uit het educatieprogramma
Frankrijk raakte vanaf 1987 verwikkeld in een diplomatieke strijd met Iran om zich te verweren tegen de terroristische aanslagen. Allereerst werd Wahid Gordji, vertaler bij de Iraanse ambassade in Parijs, maar zonder diplomatieke status, voor het Franse gerecht gedaagd wegens vermeende samenwerking met een terroristische groepering. Vervolgens werd in Teheran Paul-Marie Torri, de belangrijkste adviseur op de Franse ambassade, beschuldigd van spionage. Hij werd gearresteerd en zou pas worden vrijgelaten op dezelfde dag dat Wahid Gordji vrij zou komen. Deze diplomatieke crisis leidt tot het opschorten van de Frans-Iraanse betrekkingen op 17 juli 1987. De diplomaten bleven tot december van dat jaar opgesloten in de ambassades. Pas in juni 1988 waren de diplomatieke betrekkingen volledig hersteld.
3
ambassade, diplomatiek gebouw, regeringsgebouw
8,035
TennisComplex
1858797
https://nl.wikipedia.org/wiki/TC%20%2791%20Stadshagen
TC '91 Stadshagen
TC '91 Stadshagen is een Zwolse tennisvereniging met een nieuwe accommodatie op het nieuwe Sportpark de Verbinding in de Vinex-wijk Stadshagen, Zwolle. Geschiedenis Tennisclub TC '91 Stadshagen is een bij de KNLTB aangesloten vereniging en een van de zeven Zwolse tennisverenigingen. De tennisclub TC '91 Stadshagen uit Zwolle is in 2003 begonnen met bouwen en in 2004 verhuisd van haar vorige locatie in de wijk Holtenbroek naar haar nieuwe sportaccommodatie in Stadshagen. Voorheen heeft TC '91 Stadshagen onder de naam TV Always gespeeld op het Tenniscentrum Zwolle op de locatie Holtenbroek. In 1991 is besloten om verder te gaan onder de naam TC '91. Er werd daarbij gebruikgemaakt van de accommodatie van Tenniscentrum Zwolle. Door het wijzigen van de eigenaar van het sportcomplex heeft er zich vervolgens een wijziging van exploitatie in een commerciële richting ontwikkeld. Dit zorgde ervoor dat TC '91 uiteindelijk geen accommodatie meer ter beschikking had, en er een 'slapende' vereniging ontstond. De vereniging heeft zich in korte tijd aangepast aan de sterk gewijzigde situatie; van een op een professionele organisatie leunende verzameling tennissers heeft de club zich getransformeerd in een zelfstandige vereniging die met overtuiging aan zijn toekomst bouwt. De vereniging heeft zich voor haar toekomst in samenwerking met de Gemeente Zwolle op de nieuwbouwwijk Stadshagen gericht. In deze Vinex-wijk is de noodzakelijke ruimte voor accommodatie en een tennispark beschikbaar en woont tevens al een behoorlijk potentieel van leden. De naamgeving van de vereniging is daarbij gewijzigd van TC '91 in TC '91 Stadshagen. In 2003 is begonnen met de bouw van het tennispark op Sportpark de Verbinding aan de Oude Wetering in Stadshagen. De tennisvereniging beschikt daarmee over een open en transparant tennispark met 10 tennisbanen, 4 french-court en 6 kunstgras, en een modern clubhuis. De ligging van het tennispark op Sportpark de Verbinding, in het toekomstige 'midden' van Stadshagen, geeft het sportpark een verbindingsfunctie als centraal sportpunt van Stadshagen. De verwachting is dan ook dat er voldoende leden bij zullen komen en dat de vereniging kan (door)groeien. Organisatie en commissies De vereniging beschikt over de volgende commissies: Technische Commissie Toernooicommissie Facilitaire commissie Jeugdcommissie Commissie Ledenwerving en behoud Baancommissie Sponsorcommissie Evenementencommissie Ledenadministratie Toernooienoverzicht Open Jeugdtoernooi in maart Open Toernooi in juli Clubkampioenschappen in september Open Dubbeltoernooi 30+ en 40+ in oktober Externe link Tennisclub TC '91 Stadshagen Zwolle Sportvereniging in Zwolle Stadshagen
Voorheen heeft TC '91 Stadshagen onder de naam TV Always gespeeld op het Tenniscentrum Zwolle op de locatie Holtenbroek. In 1991 is besloten om verder te gaan onder de naam TC '91. Er werd daarbij gebruikgemaakt van de accommodatie van Tenniscentrum Zwolle. Door het wijzigen van de eigenaar van het sportcomplex heeft er zich vervolgens een wijziging van exploitatie in een commerciële richting ontwikkeld. Dit zorgde ervoor dat TC '91 uiteindelijk geen accommodatie meer ter beschikking had, en er een 'slapende' vereniging ontstond.
2
tenniscomplex, tenniscentrum, tennisaccommodatie
1,732
Winery
1946283
https://nl.wikipedia.org/wiki/Runkster%20h%C3%B6fke
Runkster höfke
Runkster höfke is een Hasseltse stadswijngaard. Het is een initiatief in navolging van middeleeuwse microwijngaarden, waarmee het de kleinste en niet commerciële wijngaard van België is. De jaarlijkse productie is ongeveer 70 flessen rode biologische wijn. De eigenaar/wijnmaker, Geurt van Rennes geeft lezingen en les over wijnbouw en wijn maken. In 1990 overtuigde hij zijn vader om bij het kasteel van Genoelselderen terug wijngaarden aan te planten. Zie ook Lijst van wijngoederen in België Externe link Blog over de stadswijngaard wijnbouw.com over het Runkster höfke Site over wijnbouw Bedrijf met zetel in Vlaanderen Hasselt
Runkster höfke is een Hasseltse stadswijngaard. Het is een initiatief in navolging van middeleeuwse microwijngaarden, waarmee het de kleinste en niet commerciële wijngaard van België is. De jaarlijkse productie is ongeveer 70 flessen rode biologische wijn. De eigenaar/wijnmaker, Geurt van Rennes geeft lezingen en les over wijnbouw en wijn maken. In 1990 overtuigde hij zijn vader om bij het kasteel van Genoelselderen terug wijngaarden aan te planten.
4
wijngaard, wijnmakerij, wijnbedrijf
9,685
MiddleSchool
3608527
https://nl.wikipedia.org/wiki/Reggesteyn
Reggesteyn
CSG Reggesteyn is een christelijke scholengemeenschap in het Overijsselse Nijverdal en Rijssen. De scholengemeenschap bestaat uit drie vestigingen: twee in Nijverdal en één in Rijssen. Op Reggesteyn worden alle niveaus van voortgezet onderwijs gegeven. Vestigingen Vestiging Noetselerbergweg, Nijverdal De vestiging Noetselerbergweg is de hoofdvestiging. Bestuur, directie en andere bestuursraden zijn hier gevestigd. De locatie telt 1011 leerlingen. havo en vwo zijn de richtingen die hier worden gegeven. Op deze vestiging worden de volgende extra vakken onderwezen: Chinese taal en cultuur, Informatica en Technasium. Er werd tot in 2011 ook Spaans gegeven, maar dit is stopgezet. In 2013 heeft de school een semipermanente noodbouw op het sportveld gebouwd met 6 lokalen, om het lokalentekort op te vangen. Vestiging Willem de Clercqstraat, Nijverdal Hier wordt nog alle lagen en richtingen vmbo onderwezen. In verband met de landelijke vernieuwing vmbo heeft de school besloten om alle praktijkrichtingen van het vmbo te verplaatsen naar Rijssen. Alleen theorie ((G)TL) wordt vanaf 2015 nog hier gegeven. Vestiging "C" heeft 396 leerlingen. Vestiging Rijssen Op deze locatie worden alle lagen van het praktijkonderwijs, vmbo, en de onderbouw van de havo en het vwo onderwezen. Het gebouw huisvest bijna 1300 leerlingen en is qua lokalenaantal de grootste vestiging van de drie. Het is ook het nieuwste, nadat de oude vestiging Rijssen, een VMBO locatie, in 2005 is afgebrand. Samenwerking De school heeft nauwe samenwerkingsverbanden met onder andere CSG Het Noordik in Almelo. Dit komt door de aanwezigheid van het Technasium. Ook is de school aangesloten bij "Socrates" waar onder andere Het Noordik en Het Stedelijk Lyceum uit Enschede bij aangesloten zijn. Hellendoorn Protestants-christelijke school in Nederland School in het voortgezet onderwijs in Nederland School in Overijssel School in Rijssen-Holten
CSG Reggesteyn is een christelijke scholengemeenschap in het Overijsselse Nijverdal en Rijssen. De scholengemeenschap bestaat uit drie vestigingen: twee in Nijverdal en één in Rijssen. Op Reggesteyn worden alle niveaus van voortgezet onderwijs gegeven.
1
middelbare school, voortgezet onderwijs, junior high school
9,447
Cemetery
249854
https://nl.wikipedia.org/wiki/Huub%20Ernst
Huub Ernst
Hubertus (Huub) Cornelis Antonius Ernst (Breda, 8 april 1917 – aldaar, 19 mei 2017) was een Nederlands rooms-katholiek bisschop. Van 1967 tot 1992 was hij de achtste bisschop van het bisdom Breda. Kerkelijke loopbaan Huub Ernst werd op 7 juni 1941 door bisschop Petrus Hopmans tot priester gewijd in Breda. Hierna was hij twee jaar kapelaan in Leur. Achtereenvolgens was hij conrector van een meisjespensionaat, docent en professor in de moraaltheologie aan het toenmalige Grootseminarie Bovendonk te Hoeven; hij gold als een zeer erudiet mens, hoewel hij geen universitaire opleiding genoten had en ook niet is gepromoveerd. Hij was vicaris-generaal van zijn voorganger monseigneur De Vet. Na diens voortijdige, plotselinge dood (49 jaar) werd Ernst op 3 november 1967 tot bisschop van Breda benoemd; zijn bisschopswijding vond plaats op 17 december 1967. Als wapenspreuk koos hij Christus heri et hodie (Christus gisteren en vandaag). Ernst gold vanaf het begin van zijn bisschopsperiode als 'progressief', maar ook als bescheiden, voorzichtig en wijs. Dat ervoer bijvoorbeeld de Acht Mei-beweging in 1990, die haar meest verwante geest in het bisschoppencollege ruw had gebruuskeerd door op haar jaarlijkse manifestatie zijn waarschuwingen in de wind te slaan en toch voor het omstreden Tafelgebed 'Gij die weet...' te kiezen. Voorzitter van Pax Christi Nederland In 1976 volgde hij kardinaal Alfrink op als voorzitter van Pax Christi Nederland. Ernst speelde een beslissende rol bij de steun van Pax Christi en de Katholieke Kerk in brede zin, aan de IKV-campagne "Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland!" In een interview uit 2006 in het boek IKV 1966-2006, veertig jaar mobiliseren voor vrede: "Zelf was ik aanwezig bij de presentatie van die leus in 's-Hertogenbosch, in de Vredesweek van 1977. Mij werd een standpunt gevraagd als voorzitter van Pax Christi. Ik heb toen gezegd: 'Een goede keuze tot er een betere zal komen'". Hij beriep zich daarbij vooral op de encycliek Pacem in Terris (nr. 112) en verdedigde een atoom-pacifistisch standpunt, ook met verwijzingen naar publicaties van de Pauselijke Academie voor de Wetenschappen. In 1983 was hij een van de sprekers tijdens de grootste demonstratie ooit in Nederland gehouden met 550.000 demonstranten op het Malieveld in Den Haag. Ernst kantte zich later, na zijn aftreden, "zowel vanuit gezindheidsethiek als verantwoordelijkheidsethiek" ook tegen de strijd tegen terrorisme van president Bush. Ernst werd in december 1994 als voorzitter van Pax Christi opgevolgd door bisschop Ad van Luyn van het bisdom Rotterdam. Emeritaat en overlijden Op 6 mei 1992 ging Ernst als bisschop met emeritaat; hij bleef nog dertig maanden aan als apostolisch administrator en wijze nestor in een voor de Nederlandse kerk moeilijke periode. Zelf wijdde hij in Bergen op Zoom dr. Martinus Muskens in 1994 tot zijn opvolger. Daarna was hij niet meer actief in het beleid, maar werd nog veelvuldig uitgenodigd voor inleidingen over wijsgerige en ethische onderwerpen. Op 1 december 2007 trad hij op als concelebrant bij het afscheid van zijn opvolger; in het jaar ervoor was hij medeconsecrator bij de bisschopswijding van Muskens' opvolger dr. Hans van den Hende. Ernst was vanaf 2014 in leeftijd en sinds de dood van Johannes Bluyssen ook wat betreft anciënniteit op afstand de nestor van de oud-leden van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Ernst boog zich in 2007 over de brochure Kerk en Ambt van enkele dominicanen die pleitten voor een oplossing van het priestertekort door voortaan de 'basis' te laten uitmaken wie er voorgaat in de Eucharistie. Onjuist, niet zinnig en niet de juiste oplossing, aldus de 90-jarige Ernst in een reactie. In 2010, te midden van alle commotie rondom seksueel misbruik door geestelijken, werd de 93-jarige Ernst opgeroepen om op 25 januari 2011 te getuigen voor de rechtbank in Middelburg. De rechtbank wilde weten of en in hoeverre hij op de hoogte was van een van ernstig misbruik verdachte priester die na eerdere vergrijpen als pastoor in Terneuzen (bisdom Breda) was aangesteld. De bewuste pastoor, een op dat moment 88-jarige pater salesiaan, was na nieuwe vergrijpen in Terneuzen door Ernst ontslagen. Volgens advocaat Martin de Witte van het Terneuzense slachtoffer heeft het bisdom Breda 'op geen enkele manier laten merken dat het zich om het lot van de slachtoffers bekommerde. Het kon ze niets schelen'. Ernst zei op 25 januari voor de rechtbank van Middelburg niet op de hoogte te zijn geweest van de voorgeschiedenis van de pater en het onvoorstelbaar te vinden dat de salesianen wezenlijke informatie bij diens aanstelling in het bisdom Breda voor hem hadden achtergehouden. Ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag op 8 april 2017 kreeg Ernst bezoek van onder anderen bisschop Van den Hende (namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie), bisschop Liesen en van burgemeester Depla van Breda. Ernst overleed op 19 mei 2017. Na de avondwake en de uitvaartdienst in de Bredase Sint-Antoniuskathedraal op resp. 28 en 29 mei is hij begraven in het priestergraf op de begraafplaats Zuylen in Breda. Externe links [https://www.trouw.nl/krantenarchief/1994/11/10/2654725/En_drie_mooie_dingen_tot_slot_Bisschop_Ernst_van_Breda_als_een__milieu_van_geloof_.html Pieter van der Ven bij het afscheid van Ernst: "Drie mooie dingen tot slot..."], Trouw 10 november 1994 Portret van mgr. Ernst, KatholiekNederland, 6 mei 2007 Bisschop van Breda Nederlands honderdplusser Nederlands vredesactivist 20e-eeuws bisschop
Ernst overleed op 19 mei 2017. Na de avondwake en de uitvaartdienst in de Bredase Sint-Antoniuskathedraal op resp. 28 en 29 mei is hij begraven in het priestergraf op de begraafplaats Zuylen in Breda.
1
begraafplaats, kerkhof, grafveld
11,215
Zoo
430866
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoologischer%20Garten%20Berlin
Zoologischer Garten Berlin
De Zoologischer Garten Berlin, kortweg Zoo Berlin, is een dierentuin in het centrum van Berlijn bij Bahnhof Zoologischer Garten. De dierentuin is 35 hectare groot, en is de soortenrijkste ter wereld. Er wordt nauw samengewerkt met het in het oosten van de stad gelegen Tierpark Berlin Friedrichsfelde. De Zoo Berlin is een van de oudste dierentuinen ter wereld. Geschiedenis Oprichting en beginjaren In het jaar 1841 gaf de Pruisische koning Frederik Willem IV zijn fazanterie en de op het Pauweneiland gehouden dieren aan de inwoners van Berlijn. Aanleiding was het aandringen van professor M.H. Lichtenstein, de directeur van het Zoologisches Museum. De nieuwe dierentuin werd op 1 augustus 1844 geopend als Zoologischer Garten bei Berlin omdat hij destijds aan de rand van Berlijn lag. Het was de eerste dierentuin van Duitsland en de negende dierentuin in Europa. De eerste 25 jaar waren moeizaam en economisch niet heel erg succesvol. De Zoologischer Garten werd geleid door een commissie die behalve professor Liechtenstein bestond uit ontdekkingsreiziger en bioloog Alexander von Humboldt en Peter Josef Lenné. De opvolger van de in 1857 gestorven Liechtenstein was professor W.K.H. Peters; ook voor hem was het directeurschap een bijbaan. Echt bergopwaarts ging het pas toen Dr. H. Bodinus in 1869 directeur werd. Hij had daarvoor al de Zoo Köln geleid. Onder zijn bewind ging het financieel beter en er konden nieuwe dierenhuizen worden gebouwd, waardoor het aantal dieren kon toenemen waarna ook de bezoekersaantallen groeiden. De Berlijnse architecten Ende en Bockmann gaven veel verblijven een exotisch uiterlijk, waarbij het uiterlijk van het verblijf verwees naar de omgeving waar het dier vandaan kwam. Voorbeeld is het Antilopenhaus uit 1871, dat gebouwd is in een Afrikaanse stijl. Late negentiende eeuw en vroege twintigste eeuw Toen in 1884 Bodinus stierf kwam er aan de vooruitgang een voorlopig einde. De dierenarts Dr. M. Schmidt nam de leiding over na eerst 25 jaar directeur van de Zoo Frankfurt te zijn geweest. Wat hij tot zijn dood in 1888 heeft gedaan was vooral het financieel gestel verbeteren. Zijn opvolger was de 28-jarige dr. Ludwig Heck, die daarvoor directeur van de Zoo Köln was. Onder zijn leiding werden onder andere het steltvogelhuis, het struisvogelhuis, het apenhuis, het paardenhuis en het zwijnenhuis gebouwd, maar ook de ingang aan de Budapester Strasse. Onder de leiding van Dr. Heck groeide de dierentuin uit tot een van de soortenrijkste ter wereld. Na 44 jaar gaf hij de taken over aan zijn zoon Lutz Heck, die overal waar mogelijk de tralies verving door natuurlijke barrières volgens de ideeën van Carl Hagenbeck. Onder zijn leiding werden de nu nog bestaande Bergtierfelsen, Affenfelsen, Löwensteppe en de verblijven voor de wolven en beren gebouwd. Na het aan de macht komen van Adolf Hitler werd gedurende de jaren 30 de raad van toezicht gezuiverd van Joden en werden Joodse aandeelhouders uitgesloten. Vanaf 1939 mochten Joden de zoo niet meer bezoeken. Tweede Wereldoorlog In 1938 bezat de Zoologischer Garten 2.519 vogels van 926 soorten en 1.196 zoogdieren van 385 soorten. Bij het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog werden meerdere dieren geëvacueerd naar dierentuinen elders in het Duitse Rijk, waarvan enkel een giraf zou terugkeren. Gedurende geallieerde luchtbombardementen op Berlijn werd de dierentuin meermaals geraakt door bommen. In het bijzonder de bombardementen van 22 en 23 november 1943 richtten enorme schade aan. Gedurende een kwartier tijd werd op 22 november 30% van de dierenpopulatie gedood, evenals diverse gebouwen, waaronder de olifantenpagode. De volgende dag werd het aquariumgebouw door een voltreffer volledig verwoest. Na tot dusver de gehele oorlog geopend geweest te zijn, werd de zoo op 22 april 1945 gesloten. Vanaf die dag lag de dierentuin ononderbroken onder artillerievuur van het Rode Leger. Gedurende de strijd om de naast de dierentuin gelegen luchtdoelgeschutbunker, de Flakturm, sneuvelden opnieuw veel dieren en een dierenoppasser. Op 30 april kwamen de gevechten in de dierentuin ten einde. De zoo was zwaar beschadigd en na de oorlog zou slechts een deel van de gebouwen in oude glorie hersteld worden. Volgens een telling van 31 mei 1945 hadden slechts 91 dieren de slag overleefd, waaronder de olifantenstier Siam en het legendarische mannetjesnijlpaard Knautschke, dat op 29 mei 1943 in de zoo geboren was en na de oorlog een grote publiekstrekker was. Al op 1 juli 1945 werd de Berlijnse zoo heropend. Naoorlogse periode Na het einde van de oorlog nam dr. Katharina Heinroth de leiding over. Zij nam zich voor de Zoologischer Garten weer op te knappen ondanks geld- en materiaaltekort. Het aquarium werd stukje bij beetje weer in gebruik genomen. Helemaal nieuw waren het in 1954-1955 gebouwde olifantenverblijf en het in 1956 gebouwde nijlpaardenverblijf. In 1956 ging Heinroth met pensioen. Haar opvolger werd dr. H.G. Klös. Zijn doel was het de dierentuin planmatig weer op te bouwen en door vergroting van het dierbestand en het boeken van fokresultaten de dierentuin weer dezelfde naam geven als voorheen. Een groot deel van de huidige gebouwen en verblijven gaat terug op zijn 35-jarige diensttijd. Voorbeelden van in zijn diensttijd gebouwde verblijven/gebouwen zijn: het apenverblijf, het vogelverblijf, het roofdierenverblijf en de nachtdierafdeling, de grote berenverblijven en de aanbouw aan het aquarium. Ook werden vele gebouwen gerenoveerd en werd er een stuk land aangekocht aan de overzijde van het Landwehrkanal dat grenst aan het Tiergarten en de Ambassade van Spanje. Veel gebouwen die vernietigd waren werden aan de hand van foto's weer opgebouwd. Door grote maatregelen werd het waardevolle eikenbestand behouden. Ook de basis van vele fokgroepen werd in deze tijd gelegd. Voorbeelden zijn de fokgroepen van de zwarte neushoorns, gaurs, bongo's, babiroesa's, witlippekari's, przewalskipaarden en vele primaten en vogels. Op 31 augustus 1992 ging Dr. Klös met pensioen. Zijn opvolger werd dr. H. Frädich. Onder zijn diensttijd die tot 4 juli 2002 duurde werden o.a. het nijlpaardenhuis en de verblijven voor pinguïns gebouwd. Ook werd het Siamese runderenhuis weer gerenoveerd en werden de zeezoogdierenverblijven gemoderniseerd. Zijn opvolger werd dr. J. Lange, die daarvoor het Aquarium geleid had. In zijn termijn werden de condorvolière en het beer-wolfverblijf gebouwd. De belangrijkste bezigheden in deze periode waren echter het opknappen van het olifantenhuis, de bergdierenverblijven, de fazanterie, het antilopenhuis, de nachtdierafdeling en de adelaarsrotsen. Na de pensionering van dr. J. Lange in begin 2007, nam dr. B. Blaszkiewitz de leiding over. Hij was daarvoor directeur van Tierpark Friedrichsfelde, de andere Berlijnse dierentuin. Dierhuizen en verblijven Roofdierenhuis Het roofdierenhuis is het op drie na grootste gebouw van de Zoologischer Garten. Rond het roofdierenhuis liggen twee grote buitenverblijven voor leeuwen en tijgers, het voormalige verblijf van reuzenpanda Bao Bao dat sinds 2021 toebehoort aan kleine panda's, en veel verblijven voor andere roofdieren. Het huis bestaat uit twee vleugels en een centrale hal. In de noordelijke vleugel bevinden zich de binnenverblijven voor tijgers en Perzische panters. In de centrale hal ligt de trap naar het nachtdierenhuis in de kelder, de binnenverblijven voor leeuwen en jaguars, en er hangen informatieborden over verschillende onderwerpen. In de zuidelijke vleugel leven vele soorten mangoesten en kleine katten. Nachtdierenhuis Het Nachttierhaus werd in 2007 heropend na een grote opknapbeurt. Nu zijn veertien ruime verblijven ingericht die geografisch georiënteerd zijn voor in totaal meer dan twintig diersoorten. Het eerste verblijf stelt een Afrikaans savannelandschap voor met onder meer aardvarkens. Andere verblijven bevatten dieren uit de regenwouden van Madagaskar, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika, de woestijnen van Australië en Afrika en een collectie Zuid-Amerikaanse vleermuizen. Aquarium Het Aquarium bevindt zich aan de zuidrand van de Zoologischer Garten, maar is ook los van de dierentuin te bezoeken. Het gebouw stamt oorspronkelijk uit 1913 en is daarmee het op een na oudste gebouw van de zoo dat nog overeind staat. Het Aquarium bestaat uit drie verdiepingen: op de begane grond bevinden zich aquaria voor vissen, op de eerste verdieping terraria voor reptielen en op de tweede verdieping leven amfibieën en geleedpotigen. In het aquariumgedeelte worden onder andere de arapaima en de kaphamerhaai gehouden. Op de eerste verdieping bevinden zich meer dan 40 terraria voor reptielen die gelegen zijn rondom de centrale krokodillenhal. Bijzondere bewoners zijn hier de brughagedissen, een soort die alleen op Nieuw-Zeeland in het wild voorkomt en waarvan de Zoologischer Garten de enige exemplaren op het Europese vasteland houdt. Op de tweede verdieping leven tal van amfibieën, geleedpotigen en kleine reptielen. Bijzonderheden zijn hier de zwarte weduwen, de bladsnijdersmieren en de reuzensalamanders. Apenhuis Het apenhuis bestaat uit twee delen; een deel voor de mensapen (gorilla's, orang-oetans, chimpansees en bonobo's) en een deel voor andere primaten. In totaal leven er in het huis zo'n 20 soorten. Antilopenhuis Het antilopenhuis is in 1872 gebouwd en is daarmee het oudste nog overeind staande gebouw in de zoo. Anno 2022 biedt het gebouw plaats aan giraffen en vier soorten antilopen: sitatoenga's, defassa-waterbokken, litschiewaterbokken en gerenoeks. De binnenkant van het huis is vormgegeven als een klein Afrikaans landschap. Nijlpaardenhuis Het in 1997 geopende nijlpaardenhuis oogt als een van de modernste verblijven van het park. Het gebouw bestaat uit twee grote koepels van plexiglas en is dus erg licht. In het huis zijn drie verblijven: twee verblijven voor dwergnijlpaarden en een groot bassin voor gewone nijlpaarden. Het nijlpaardenverblijf is zo gemaakt dat de dieren zich al zwemmend van het binnen- naar het buitenverblijf kunnen begeven. Deze verbinding kan worden afgesloten met een sluis. Om het gebouw heen bevinden zich drie buitenverblijven: aan de westkant een voor nijlpaarden en nyala's en aan de oostkant verblijven voor dwergnijlpaarden en knobbelzwijnen. In 2007 leefden er vijf nijlpaarden, vier dwergnijlpaarden, drie nyala's en vijf knobbelzwijnen. Vogelhuis en fazanterie Het vogelhuis is een van de grootste gebouwen van de dierentuin en na het Aquarium het soortenrijkste. Het huidige vogelhuis werd in 2016 geopend op dezelfde locatie waar daarvoor ook een vogelhuis te vinden was. Het gebouw is onder te verdelen in vier vleugels waar respectievelijk vogels zijn ondergebracht uit Afrika, Azië, Zuid-Amerika en Australië. Het centrale gedeelte van het complex bestaat uit twee doorloopbare volières voor vogels uit het Aziatisch regenwoud en de Afrikaanse savanne. Tot de gehouden vogels behoren onder andere papegaaien, neushoornvogels en glansspreeuwen. Bijzondere bewoners zijn de kiwi's die zich er succesvol voortplanten en de grote collectie vruchtenduiven. De nabijgelegen fazanterie worden vele soorten hoendervogels, hokko's, zangvogels en kagoes gehouden. In de buurt van de fazanterie liggen onder andere de verblijven voor andes-, james- en dwergflamingo's, een volière met strandvogels en verblijven voor kraanvogels en kasuarissen. Pinguïnhuis en Robbenfelsen Het pinguïnhuis werd geopend in 2002 en wordt bewoond door vier soorten pinguïns. Aan de buitenkant leven twee soorten subtropische pinguïns: de zwartvoetpinguïn en de humboldtpinguïn. In het huis leven rotspinguïns en koningspinguïns in een verblijf dat voorzien is van echte sneeuw. De nabijgelegen Robbenfelsen worden bewoond door zeeroofdieren. Anno 2022 zijn hier Californische zeeleeuwen en zeehonden te zien. De westkant van het park Het westen van de dierentuin grenst aan Station Berlin Zoologischer Garten en de Hardenbergplatz alwaar men via de ingang Löwentor het park kan betreden. Aan deze kant van het park liggen vele dierenverblijven. Naast het eerder beschreven nijlpaardenhuis liggen hier ook het olifantenhuis en het neushoornhuis. Verder liggen hier een aantal kunstrotsen voor berggeiten, een huisje voor duiven- en kippenrassen, de verblijven van de roofvogels en een grote vijver met flamingo's. De noordkant van het park Deze zijde van de dierentuin grenst aan het Landwehrkanal. Naast het eerder beschreven vogelhuis, de fazanterie, het pinguïnhuis en de Robbenfelsen liggen hier de verblijven voor de grote beren, neusberen, hyenahonden, wolven en otters. Ook bevindt zich hier een ongeveer 1000 vierkante meter grote volière die bewoond wordt door andescondors en andere Zuid-Amerikaanse vogels. De oostkant van het park Dit gedeelte wordt voornamelijk bewoond door Afrikaanse hoefdieren. Hier leven de zebra's, elandantilopen, gemsbokken, bongo's, sabelantilopen, okapi's en zwarte neushoorns. Ook ligt hier een verblijf voor reuzenmiereneters en worden een aantal vijvers bewoond door vele eendensoorten. Het zuiden van het park De zuidkant van de dierentuin ligt aan de Budapester Straße. In dit gedeelte van het park liggen naast het apenhuis, het roofdierenhuis en het Aquarium ook vijvers voor voor pelikanen en aalscholvers, de zogeheten knaagdierenrots met stokstaartjes en stekelvarkens, en de historische apenrotsen met mantelbavianen en baardapen. Bezoekers kunnen aan deze zijde het park betreden via de als pagode vormgegeven ingang Elefantentor met ernaast een verblijf met Indische antilopen. Het midden van het park Centraal in de dierentuin bevinden zich het antilopenhuis, een in 2017 geopend verblijf voor een koppel reuzenpanda's en de verblijven voor zwijnen, runderen en herten. In het zwijnenhuis leven onder andere babiroesa's en witlippekari's. De stalgebouwen voor de runderen zijn allen vormgegeven naar de gebieden waar de respectievelijk gehouden soorten vandaan komen. Zo is er het Siamese runderhuis waar bantengs, gaurs en anoa's leven, ziet het binnenverblijf van de wisenten eruit als een Russische blokhut en is dat van de bizons versierd met indiaanse ornamenten en totempalen. De uitbreiding In 1987 kreeg de dierentuin beschikking over een 2 hectare groot gebied in Tiergarten dat is ingevuld met zes grote dierenverblijven. Aan de oostkant liggen verblijven voor przewalskipaarden, alpaca's en rode reuzenkangoeroes. Verder liggen er drie grote gemeenschapsverblijven. Het eerste is een Zuid-Amerikaanse pampa met onder andere vicuña's, capibara's en nandoes. Het tweede verblijf wordt bewoond door parmawallaby's en emoes. Het derde verblijf wordt bewoond door verschillende Afrikaanse antilopen en struisvogels. Beroemde dieren (in volgorde van geboortejaar) Knautschke (1943-1988) Knautschke was een legendarische nijlpaardenbul, die als een van de 91 dieren de oorlog overleefden. Na de oorlog werd hij samengezet met het enige nijlpaard van de Zoo Leipzig. Met haar kreeg hij een zoon en een dochter, Bulette die tot 2005 in de zoo leefde. Hij is vader van meer dan dertig nijlpaarden, die nu in heel Europa leven. In 1988 moest hij afgemaakt worden, nadat hij ernstig verwond was geraakt tijdens een gevecht met een zoon. Bao Bao (1978-2012) Bao Bao (schatje) was een van de oudste bewoners van het park. De reuzenpanda was een lange tijd de oudste mannelijke panda in gevangenschap. Bao Bao werd in 1979 samen met Tjen Tjen door de Volksrepubliek China aan de toenmalige bondskanselier Helmut Schmidt geschonken. Deze schonk op zijn beurt beide pandaberen aan de Berlijnse dierentuin, waar ze op 5 november 1980 aankwamen. Bao Bao heeft gezelschap gehad van drie vrouwelijke panda’s. De eerste, Tjen Tjen, overleed al na een paar jaar, op 8 februari 1984, aan een virusinfectie. Voor zijn tweede partner verhuisde hij zelf in november 1991 naar de London Zoo om daar vrouwtjespanda Ming Ming gezelschap te houden. Hij keerde echter in mei 1993 a weer terug omdat de voortplantingspogingen niet alleen onsuccesvol waren, maar ook tot hevige strijd met Ming Ming leidden. Zijn derde partner, vanaf 1995, was Yan Yan, een door China aanvankelijk slechts tot 2002 uitgeleende reuzenpanda. Zij overleed uiteindelijk in maart 2007 aan een darmprobleem. Bao Bao had meer dan 24 jaar dezelfde verzorger. De Zoologischer Garten meldde op 22 augustus 2012 dat Bao Bao op 34-jarige leeftijd was overleden in de dierentuin van Berlijn. Zijn gezondheid was de laatste maanden sterk achteruitgegaan. IJsberen De Tiergarten is bij het grote publiek vooral bekend om zijn ijsberen. Toen er in de jaren-1920 een tweetal van die dieren kwam, wilde heel Berlijn met hen op de foto. De directie loste dit op door twee mannen in ijsbeerpakken beschikbaar te stellen voor een kiekje. Tot in de jaren-1960 bleef deze faciliteit populair bij het publiek. IJsbeer Knut werd geboren op vijf december 2006 en groeide in korte tijd uit tot een publiekslieveling. Knut werd door zijn moeder verstoten en zijn tweelingbroer/zus overleed na de geboorte. Als zijn verzorger Thomas Dörflein hem niet uit het verblijf had gehaald, had Knut het niet overleefd. Toen Knut voor de eerste keer naar buiten mocht, was er veel publiek naartoe gekomen. De kleine ijsbeer werd een grote publiekstrekker en zorgde voor een aanzienlijke toename van bezoekers in de dierentuin. Toch waren er ook mensen die wilden dat men Knut zou laten inslapen, omdat hij door mensen was opgevoed en dus nooit op een 'natuurlijke' manier volwassen zou worden. Inmiddels werd Knut het grootste deel van de dag alleen gelaten. Hij leefde in een kleiner verblijf naast de andere ijsberen. Begin juli werd de eenmiljoenste bezoeker bereikt sinds Knut naar buiten mocht, dit was een Nederlands echtpaar. Het was de bedoeling dat Knut als fokdier zou gaan dienen, maar op 19 maart 2011 stierf hij in de dierentuin aan hersenfalen en verdronk in het water voor de ogen van de bezoekers. Na onderzoek werd in augustus 2015 bekendgemaakt dat een auto-immuunziekte die voorheen alleen bekend was bij mensen (anti-DMNA-receptor encefalitis) ten grondslag lag aan zijn dood. Fokprogramma’s De Zoo Berlin werkt samen met de EAZA, de Europese vereniging voor aquaria en dierenparken. De EAZA heeft om soorten te behouden fokprogramma’s opgezet voor bedreigde soorten. Deze bestaan in twee varianten, de EEP de zware vorm waarin actief wordt geprobeerd soorten te behouden en de Europees Stamboek waarin alleen een lijst met gegevens wordt bewaard van elk dier. Een Europees Stamboek kan als blijkt dat het met de soort in dierentuinen niet goed gaat omgezet worden in een EEP. Elk fokprogramma wordt gecoördineerd in een dierentuin. Zoo Berlin coördineert de fokprogramma’s voor de gaur en de zwarte neushoorn en neemt aan de volgende fokprogramma’s deel: - EEP Netgiraffe, okapi, damagazelle, bongo, algazel, anoa, banteng, wisent, kleine kantjil, poedoe, babiroesa, dwergnijlpaard, Zuid-Amerikaanse tapir, pantserneushoorn, przewalskipaard, grevy zebra, Aziatische olifant, zandkat, Noord-Indochinese tijger, Perzische panter, Amoerpanter, fossa, ijsbeer, brilbeer, lippenbeer, hyenahond, reuzenmiereneter, gorilla, orang-oetan, bonobo, zwartkoplar, uilenkopmeerkat, mandril, baardaap, kuifmakaak, rode titi, bosduivel, pinchéaapje, vingerdier, plompe lori, borstelstaartratkangoeroe, kappitta, hyacinthara, palawanpauwfazant, lammergier, andescondor, palmgier, heremietibis, kroeskoppelikaan, humboldtpinguïn, zwartvoetpinguïn, helmkasuaris, jamaica boa - Europees Stamboek Blesbok, grote koedoe, zwarte paardantilope, sitatoenga, nyala, kirks dikdik, rode bosbuffel, penseelzwijn, knobbelzwijn, nijlpaard, californische zeeleeuw, jaguar, rolstaartbeer, kraagbeer, maleise beer, bruine beer, fennek, aardvarken, luiaard, chimpansee, lar, siamang, hoelman, doeroecoeli, zwarte brulaap, muismaki, rode reuzenkangoeroe, panay-neushoornvogel, reuzentoekan, kea, soldatenara, kroonduif, dolksteekduif, zonneral, vale gier, koningsgier, aasgier, abdimooievaar, zwarte ooievaar, rotsspringer, koningspinguïn, luipaardhaai. Lijst van diersoorten Dit is de situatie op 1 januari 2007. Totaal:14039 dieren verdeeld over 1439 soorten 1247 zoogdieren verdeeld over 203 soorten 2759 vogels verdeeld over 439 soorten 416 reptielen verdeeld over 78 soorten 455 amfibieën verdeeld over 46 soorten 4272 vissen verdeeld over 434 soorten 4890 geleedpotigen verdeeld over 239 soorten Zoogdieren Vogels Reptielen (selectie) Amfibieën (selectie) Chinese reuzensalamander Reuzenpad Pijlgifkikker Vissen (selectie) Zie ook Knut, de ijsbeer die door mensen is opgevoed Externe links Officiële website IJsbeer Knut overleden Berlin Bouwwerk in Berlijn Charlottenburg-Wilmersdorf
Naoorlogse periode Na het einde van de oorlog nam dr. Katharina Heinroth de leiding over. Zij nam zich voor de Zoologischer Garten weer op te knappen ondanks geld- en materiaaltekort. Het aquarium werd stukje bij beetje weer in gebruik genomen. Helemaal nieuw waren het in 1954-1955 gebouwde olifantenverblijf en het in 1956 gebouwde nijlpaardenverblijf. In 1956 ging Heinroth met pensioen. Haar opvolger werd dr. H.G. Klös. Zijn doel was het de dierentuin planmatig weer op te bouwen en door vergroting van het dierbestand en het boeken van fokresultaten de dierentuin weer dezelfde naam geven als voorheen. Een groot deel van de huidige gebouwen en verblijven gaat terug op zijn 35-jarige diensttijd. Voorbeelden van in zijn diensttijd gebouwde verblijven/gebouwen zijn: het apenverblijf, het vogelverblijf, het roofdierenverblijf en de nachtdierafdeling, de grote berenverblijven en de aanbouw aan het aquarium. Ook werden vele gebouwen gerenoveerd en werd er een stuk land aangekocht aan de overzijde van het Landwehrkanal dat grenst aan het Tiergarten en de Ambassade van Spanje. Veel gebouwen die vernietigd waren werden aan de hand van foto's weer opgebouwd.
1
dierenverblijf, faunareservaat, dierenattractie
9,490
CreativeWork
5059749
https://nl.wikipedia.org/wiki/Anon%20%28film%29
Anon (film)
Anon is een Amerikaanse sciencefiction-thriller uit 2018 onder regie van Andrew Niccol. Verhaal In de nabije toekomst bestaat de wereld uit een technologie, waarbij de mensheid geen privacy meer kent. Als rechercheur Sal Frieland op zoek is naar een seriemoordenaar die uit alle visuele bestanden is gewist, leidt zijn speurtocht naar een mysterieuze jonge vrouw zonder een digitale voetafdruk. Rolverdeling Clive Owen als rechercheur Sal Frieland Amanda Seyfried als de mysterieuze jonge vrouw Colm Feore als rechercheur Charles Gattis Sonya Walger als Kristen Mark O'Brien als Cyrus Frear Joe Pingue als Lester Goodman Iddo Goldberg als Joseph Kenik Sebastian Pigott als rechrcheur Vardy Rachel Roberts als Cassandra Productie Op 28 januari 2016 werd Clive Owen gecast voor de mannelijke hoofdrol. Op 8 maart 2016 werd Amanda Seyfried toegevoegd aan de cast voor de vrouwelijke hoofdrol. De belangrijkste opnames begonnen begin september 2016 in New York, waar vooral werd gefilmd in de wolkenkrabber 33 Thomas Street in TriBeCa. Release en ontvangst De film werd op 4 mei 2018 gelanceerd op Netflix. De film ontving op Rotten Tomatoes 39% goede reviews, gebaseerd op 36 beoordelingen, met een gemiddelde waardering van 5,3/10. Op Metacritic werd de film beoordeeld met een metascore van 54/100, gebaseerd op 11 critici. Externe links Officiële website Amerikaanse film Sciencefictionfilm Thriller (film) Film uit 2018 Film van Netflix
Amerikaanse film Sciencefictionfilm Thriller (film) Film uit 2018 Film van Netflix
5
boek, film, kunstwerk
1,632
ShareAction
2163399
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pauwelviering
Pauwelviering
De Pauwelviering is een authentiek folkloristisch feest in Galmaarden (Vlaams-Brabant) dat reeds sinds eeuwen vergroeid is met het dorp (en meer bepaald met het gehucht Sint-Paulus). De feestelijkheden geschieden op de eerste zondag volgend op 25 januari of op de dag zelf indien dit een zondag is. Op 7 juli 2016 werd de Pauwelviering door Vlaanderen erkend als immaterieel cultureel erfgoed. Herkomst van de traditie Over het ontstaan van de Pauwelviering bestaan verschillende legendarische verklaringen: De eerste legende ligt in het verlengde van het verhaal van krakelingen uit het naburige Geraardsbergen. Na omsingeling van Geraardsbergen door Walter van Edingen in 1381 bleven de doden in groten getale op de velden liggen, zodat vele ziekten onder mens en dier ontstonden. Er woedde een vreselijke pest. Op het feest van Paulus' Bekering (25 januari) 1382 verscheen te midden van alle onheil een witte ruiter, die roggebroodjes uitdeelde. De mensen aten ervan en de pest verdween. De onbekende witte ruiter, aan wie men de redding te danken had, was de heilige Paulus, de patroon van de plaatselijke kapel. Een tweede verklaring luidt: Rond de jaren 1300-1400 stond er op het gehucht Sint-Paulus te Galmaarden een klooster dat afhing van de Sint-Adriaansabdij te Geraardsbergen. De prior was in die tijd een zekere Paulus. Tijdens een bepaald jaar gebeurde het dat de landbouw in de streek geteisterd werd door het "steken van de worm". Een echte ramp voor de boeren. Hoe zij ook werkten en wroeten, niets verhielp de plaag. Radeloos zagen zij hun beste vruchten op het veld wegkwijnen en de schoonste dieren uit hun stallen sterven. Ten einde raad gingen zij de prior van het klooster opzoeken en smeekten hem om hulp. De pater bekwam van de paus de toelating om brood te wijden en uit te delen tegen de verschrikkelijke landbouwplaag. Het wonder geschiedde, de plaag verdween. Weldra was dit wonderlijk voorval ook in de omliggende dorpen bekend en van heinde en verre kwam men naar het klooster om er zich de wonderbroodjes aan te schaffen. Van jaar tot jaar steeg de vraag naar de pauwelbroodjes, zodat besloten werd de broodjes kleiner te maken, om zo met dezelfde hoeveelheid graan meerderen tevreden te stellen. Ook de brooduitdeling vergde te veel tijd en daarom stelde de prior voor de broodjes te werpen over het volk. Gezien echter ook de uitgaven voor het brood de inkomsten ver overtroffen werd overeengekomen dat de inwoners van het dorp en het omliggende in de onkosten zouden tussenkomen. Daarom werd daags voor het feest door enige mannen een omhaling gehouden. Na enkele jaren ontstond er spijtig genoeg misbruik. Er waren er die rondgingen voor hun eigen zak. Daarom ging de Pauwel zelf mee als bewijs van echtheid. Evenement in Vlaanderen Cultuur in Vlaams-Brabant Galmaarden
Een tweede verklaring luidt: Rond de jaren 1300-1400 stond er op het gehucht Sint-Paulus te Galmaarden een klooster dat afhing van de Sint-Adriaansabdij te Geraardsbergen. De prior was in die tijd een zekere Paulus. Tijdens een bepaald jaar gebeurde het dat de landbouw in de streek geteisterd werd door het "steken van de worm". Een echte ramp voor de boeren. Hoe zij ook werkten en wroeten, niets verhielp de plaag. Radeloos zagen zij hun beste vruchten op het veld wegkwijnen en de schoonste dieren uit hun stallen sterven. Ten einde raad gingen zij de prior van het klooster opzoeken en smeekten hem om hulp. De pater bekwam van de paus de toelating om brood te wijden en uit te delen tegen de verschrikkelijke landbouwplaag. Het wonder geschiedde, de plaag verdween. Weldra was dit wonderlijk voorval ook in de omliggende dorpen bekend en van heinde en verre kwam men naar het klooster om er zich de wonderbroodjes aan te schaffen. Van jaar tot jaar steeg de vraag naar de pauwelbroodjes, zodat besloten werd de broodjes kleiner te maken, om zo met dezelfde hoeveelheid graan meerderen tevreden te stellen. Ook de brooduitdeling vergde te veel tijd en daarom stelde de prior voor de broodjes te werpen over het volk. Gezien echter ook de uitgaven voor het brood de inkomsten ver overtroffen werd overeengekomen dat de inwoners van het dorp en het omliggende in de onkosten zouden tussenkomen. Daarom werd daags voor het feest door enige mannen een omhaling gehouden. Na enkele jaren ontstond er spijtig genoeg misbruik. Er waren er die rondgingen voor hun eigen zak. Daarom ging de Pauwel zelf mee als bewijs van echtheid.
1
delen, verspreiden, contentdistributie
8,526
PlanAction
4924176
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bob%20Stouthuysen
Bob Stouthuysen
Robert (Bob) Franciscus Celeste, baron Stouthuysen (Diest, 10 maart 1929) is een Belgische voormalig bestuurder. Levensloop Hij studeerde rechten en bedrijfsbeheer aan de Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven). Vervolgens ging hij aan de slag als onderzoeker bij KULeuven, waar hij tot 1958 actief was binnen de Studiegroep voor Productiviteitsonderzoek. Vanaf 1957 parttime (1 jaar) en fulltime in 1958 werd hij Directeur Personeel en Organisatie bij Janssen Pharmaceutica-Beerse. In 1961 werd het bedrijf overgenomen door Johnson & Johnson (USA). Stouthuysen werd dan bedrijfsdirecteur en in 1971 bestuurder. Tot 1991 leidde hij samen met Dr. Paul Janssen het bedrijf, dat uitgroeide tot een wereldspeler op het vlak van geneesmiddelen. In 1991 werd hij er voorzitter van de raad van bestuur in opvolging van Luc Wauters, een functie die hij tot 2004 uitoefende. Ajit Shetty volgde hem op als voorzitter. Daarnaast was Stouthuysen van 1976 tot 1981 voorzitter van het Vlaams Economisch Verbond (VEV - het latere VOKA). Zijn laatste programmarede als voorzitter ging over de opkomende kenniseconomie (hij was de eerste in Vlaanderen). Als VEV-voorzitter had hij een grote invloed op het Derde Industriële Revolutie in Vlaanderen (DIRV, 1981) van de Vlaamse regering Geens I. In 1984 lanceerde Stouthuysen een nieuw type streekbeleid gebaseerd op de methode en techniek van de strategische planning, zoals toegepast door grote ondernemingen. Zo ontstond onder zijn impuls het Strategisch Plan Kempen (SPK) en het Strategisch Plan Limburg (SPL). Tevens was hij de initiatiefnemer van het in vele landen overgenomen Plato-project, waarbij kaderleden van grote bedrijven kleine, opkomende, beloftevolle bedrijfjes ondersteunen en begeleiden in hun ontwikkeling. Deze Plato-projecten worden geanimeerd door de Kamers van Koophandel in Vlaanderen en vieren in 2020 hun 30-jarige werking. In 1992 organiseerde Stouthuysen samen met Innotek-Geel een studiedag over telewerken, zonder succes. De doorbraak van telewerken/thuiswerken kwam er dertig jaar later tijdens de coronacrisis begin 2020. Een ander werkgebied was KULeuven. In 1988 werd Stouthuysen er bestuurder, werd lid van het Strategisch Comité, en richtte samen met ererector Roger Dillemans de Senaat KULeuven op, een Raad der Wijzen, waar hij ondervoorzitter van was. Stouthuysen was ook actief in het ziekenhuiswezen. In 1988 werd hij voorzitter van het Universitair Ziekenhuis (Gasthuisberg) Leuven. Hij was tevens bestuurder van de KU Leuven. In 1992 werd hij voorzitter van het verzelfstandigd Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis (OPZ) Geel, een functie die hij meer dan 17 jaar uitoefende. Begin 2002 werd hij lid van het bestuur van het St. Elisabeth Ziekenhuis Turnhout en raadgever van het fusieziekenhuis, AZ Turnhout. In 1993 werd hij voorzitter van de NV De Vlijt (uitgever o.a. Gazet van Antwerpen). In deze hoedanigheid gaf hij opdracht tot een herstructurering en leidde de fusie met Concentra (uitgever o.a. Het Belang van Limburg). Uit deze fusie ontstond de Regionale Uitgeversgroep, waarvan hij voorzitter bleef tot zijn zeventigste (1999). Ook werd Stouthuysen in 1992 gevraagd voorzitter te worden van het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen (de huidige naam is Antwerp Symphony Orchestra), gevestigd in de Koningin Elisabethzaal te Antwerpen. In 2000 nam hij afscheid als voorzitter en volgde Johan De Muynck hem op. In 1989 werd hij door koning Boudewijn I benoemd tot ridder. In 1999 verkreeg hij van koning Albert II de titel van baron. Tevens is hij ridder in de Leopoldsorde en commandeur in de Kroonorde en verkreeg hij in 1999 van paus Johannes Paulus II de Orde van Sint-Gregorius de Grote. Tussendoor schreef hij in de periode 1985-2000 heel wat columns in De Standaard en in het weekblad Tertio. In 2002 richtte Stouthuysen 'De Reflectiegroep Kempen' op met het oog op de bevordering van de samenwerking tussen de Kempense actoren ter ontwikkeling van de Kempen. Voorloper digitaal hoger onderwijs Robert baron Stouthuysen was vooral sinds 2015 de enige actieve promotor van het digitaal (afstands of online) hoger onderwijs in Vlaanderen. De Vlaamse universiteiten verzetten zich aanvankelijk tegen deze didactische werkvorm en hielden vast aan het klassieke hoorcollege. Onder druk van het COVID-19 virus werden bijna alle universiteiten en hogescholen verplicht, onvoorbereid, over te schakelen naar het online onderwijs. Stouthuysen is voorstander van een gemengde leervorm: een combinatie van contactonderwijs en online-leren. Deze leervorm geeft aan studenten een actieve rol. De cursussen, verrijkt met kennisclips, digitaal illustratiemateriaal, videoclips, enz. staan online en worden op voorhand doorgenomen door de studenten, naar keuze thuis of elders. Om de twee, drie of vier weken voor 1 of 2 dagen komen de studenten naar de campus van de universiteit of hogeschool om tijdens deze contactmomenten in te zetten op discussie, verduidelijking onder leiding van de prof en op toepassings- en verwerkingsopdrachten, eventueel in kleine groepjes geassisteerd door assistenten en zelfs laatstejaarsstudenten. Zij krijgen punten voor hun deelneming aan deze activiteiten. De contactmomenten bevorderen taalvaardigheid, kritisch denken, communicatieve en sociale vaardigheden en attitudes. Deze digitale leervorm heeft vele voordelen. Stouthuysen vermeldt er vooral drie: ten eerste de verdere democratisering van het hoger onderwijs. Zij wordt toegankelijk voor niet-bemiddelden, voor studenten die een job combineren met studie, voor zij-instromers, doven, avondmensen, enz. Ten tweede maakt ze het levenslang leren mogelijk en ten derde faciliteert ze het duaal leren. Kortom, doelgerichte inzet van digitale technologie is een hefboom om het toekomstgericht onderwijsproject flexibel en eigentijds invulling te geven. Boeken over de Kempen Robert baron Stouthuysen schonk in februari een exemplaar van zijn boeken over de Kempen aan de Taxandriakring en alzo aan de wetenschappelijke bibliotheek Taxandria. Hieronder een overzicht van de publicaties die hij in de voorbije jaren schreef. Al deze sociaaleconomische werken zijn intussen uitgeput. Robert Stouthuysen, 'Samen de toekomst van de Kempen creëren', uitgave Stichting voor de Kempen, Turnhout, 2006. Robert Stouthuysen, 'Voor betere samenwerking tussen het nijverheidsonderwijs en de bedrijven in de Kempen', uitgave Reflectiegroep der Kempen, Turnhout, 2006. Robert Stouthuysen, 'Het Kempens Manifest. Een strategie voor economische ontwikkeling', uitgave Reflectiegroep der Kempen, Turnhout, 2007. Robert Stouthuysen, 'Technologietransfert op maat van de KMO in de Kempen', uitgave Reflectiegroep der Kempen, Turnhout, 2009. Robert Stouthuysen, 'Meer focus op kennistoepassing door KMO's - Proefproject', uitgave Reflectiegroep der Kempen, Turnhout, 2008 Robert Stouthuysen, 'Bevordering van ondernemerschap in de Kempen, De Kempen als ondernemende regio', uitgave Reflectiegroep der Kempen, Turnhout, 2007. Robert Stouthuysen, Paul Lewi, Bob Marsboom e.a., 'Omtrent Paul Janssen: een portret in woorden', uitgave Janssen Pharmaceutica, Beerse, 2004. (meerdere auteurs), 'Omtrent Robert Stouthuysen: verandering was mijn leven en mijn leven was verandering', uitgave Janssen Pharmaceutica, Beerse 2004. Andere publicaties 'Erasmus Lof der Zotheid', vertaling Robert Stouthuysen 2016, Joos Connect 'Bedrijfsvergelijkend Productiviteitsonderzoek in het Grafisch Bedrijf', Robert Stouthuysen, 1958 'Hoe de productiviteit in mijn bedrijf meten?', Robert Stouthuysen, 1959 (vertaald in het Frans en het Spaans) 'Euro-management agenda', Robert Stouthuysen, 1987-1996 'Drietalig VIP Management Lexicon', Robert Stouthuysen, 1991 'O God! Waar is mijn kot', Robert Stouthuysen en Ludo Meyvis, 1998 'De ballade van Arie Hop en andere lichte verzen', Robert Stouthuysen en Ludo Meyvis, 2000 Belgisch ondernemer Bestuurder van het VEV
In 1984 lanceerde Stouthuysen een nieuw type streekbeleid gebaseerd op de methode en techniek van de strategische planning, zoals toegepast door grote ondernemingen. Zo ontstond onder zijn impuls het Strategisch Plan Kempen (SPK) en het Strategisch Plan Limburg (SPL). Tevens was hij de initiatiefnemer van het in vele landen overgenomen Plato-project, waarbij kaderleden van grote bedrijven kleine, opkomende, beloftevolle bedrijfjes ondersteunen en begeleiden in hun ontwikkeling. Deze Plato-projecten worden geanimeerd door de Kamers van Koophandel in Vlaanderen en vieren in 2020 hun 30-jarige werking. In 1992 organiseerde Stouthuysen samen met Innotek-Geel een studiedag over telewerken, zonder succes. De doorbraak van telewerken/thuiswerken kwam er dertig jaar later tijdens de coronacrisis begin 2020.
1
planning, actieplan, taakplanning
12,186
MusicVideoObject
5168436
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rogier%20van%20der%20Ploeg
Rogier van der Ploeg
Rogier van der Ploeg (Alphen aan den Rijn, 19 oktober 1961) is een Nederlandse filmregisseur en muzikant. Levensloop Van der Ploeg volgde een opleiding aan de Nederlandse Filmacademie van 1979 tot 1983. Daar maakte hij in 1980 zijn eerste videoclip voor Interior, de band van Peter Klashorst en zijn broer Maarten van der Ploeg. In 1981 voegde hij zich ook bij de band als gitarist, en werd de naam veranderd in Soviet Sex. In datzelfde jaar startten de drie ook de lokale Amsterdamse piratenzender P.K.P. TV (Ploeg, Klashorst, Ploeg TV). Met zijn broer Maarten speelde hij van 1982 tot 1987 in de band Blue Murder, met als hoogtepunt een optreden op Pinkpop in 1986. De band viel op mede door de zelfgemaakte videoclips. Vanaf 1988 maakte van der Ploeg clips voor vele Nederlandse artiesten zoals Frank Boeijen, Golden Earring, Fatal Flowers, Anouk en de Urban Dance Squad. In 1990 was hij medeoprichter van CZAR, een filmproductiemaatschappij die zich eerst op clips en later op commercials richtte. In 1995 regisseerde hij voor CZAR een commercial 'Rolo met de olifant', die het daaropvolgende jaar de Grand Prix won in Cannes voor Beste Commercial, en in 2016 de ‘Gouden Loeki Aller Tijden’. Tot op heden regisseerde van der Ploeg zo’n 700 commercials in diverse landen. Vanaf 1989 werkte van der Ploeg geregeld mee aan het VPRO programma Onrust! en regisseerde enige TV documentaires. Nederlandse films In 1999 verscheen in de bioscoop de lange documentaire ‘Don’t Stop the Show’ van zijn hand, over de carrière van de Golden Earring. Prijzen Gewonnen Cannes Lion Festival beste regie, 1995 Gouden Loeki Aller Tijden, 2016 In de pers "Popjongensboek met liefde doorgebladerd", Peter van Bueren in de Volkskrant september 1999 Chocoladereep Rolo wint Gouden Loeki aller tijden met Dombo de Olifant, november 2015 Externe links Website Rogier van der Ploeg Clips van de bands van Rogier van der Ploeg op Vimeo Nederlands filmregisseur
Met zijn broer Maarten speelde hij van 1982 tot 1987 in de band Blue Murder, met als hoogtepunt een optreden op Pinkpop in 1986. De band viel op mede door de zelfgemaakte videoclips.
1
muziekvideo, muziekclip, videoclips
5,288
Enumeration
2276114
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20burgemeesters%20van%20Loosdrecht
Lijst van burgemeesters van Loosdrecht
Dit is een lijst van burgemeesters van de voormalige Nederlandse gemeente Loosdrecht (provincie Noord-Holland). Op 1 januari 2002 fuseerden de gemeenten Loosdrecht, 's-Graveland en Nederhorst den Berg tot de gemeente Wijdemeren. Zie ook Lijst van burgemeesters van Wijdemeren Loosdrecht
Dit is een lijst van burgemeesters van de voormalige Nederlandse gemeente Loosdrecht (provincie Noord-Holland). Op 1 januari 2002 fuseerden de gemeenten Loosdrecht, 's-Graveland en Nederhorst den Berg tot de gemeente Wijdemeren.
1
lijst, classificatie, opsomming
8,362
HealthAndBeautyBusiness
568283
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Beilen
Station Beilen
Station Beilen (afkorting Bl) is een spoorwegstation in Beilen aan de spoorlijn Groningen – Meppel. Het station werd geopend op 1 mei 1870, gesloten op 15 mei 1938, en op 1 juni 1940 station weer geopend. In 1970 is het huidige stationsgebouw gebouwd door de architect Cees Douma. Het was de eerste van zeventien stations in dit standaardtype stationsgebouw. Dit type kreeg dan ook de naam standaardtype Beilen. Tussen 10 mei 2003 en april 2008 is in het stationsgebouw Beilen De Ster Videotheek geopend, als herbestemming, maar ook ter bevordering van de sociale controle op het station. Deze is echter nu permanent gesloten. In de plaats daarvoor is Kapsalon Eefje het pand ingetrokken. Vanaf juli 2009 is het gebouw in gebruik door Van de Nadort juristen. Voorzieningen Direct bij het station zijn plaatsen om onbewaakt fietsen te stallen. Fietsen kunnen hier ook in een kluis worden gezet voor extra beveiliging. OV-fietsen zijn ook beschikbaar om te huren bij het station. De fietsenstalling is circa 9x85 meter in grootte. Voor auto's is er een gratis parkeerplaats die ook gelegen is naast het station. Er is één ticketmachine aanwezig op het station. Kaartjes uit deze automaat bevatten een €1 toeslag. Ook kan er ingecheckt worden met een OV-chipkaart via de OV-chipkaart palen aanwezig op het station. Overige voorzieningen zijn: AED, geleidelijnen, hellingbaan, wachtruimtes en een watertappunt Treinen Op station Beilen stoppen de volgende treinseries: Treinen vertrekken normaliter om het halve uur per bestemming maar dit kan afwijken. Aanvullend vervoer Op het station kan per 15 december 2019 overgestapt worden op de volgende buslijnen: Lijn 22: Assen - Hooghalen - Beilen - Westerbork - Orvelte - Wezup - Zweeloo (- Noord Sleen - Emmen) Lijn 28: Beilen - Holthe - Wijster - Spier - Lhee - Dwingeloo - Dieverbrug - Uffelte - Havelte - Meppel Lijn 520: Beilen - Hijken - Hoogersmilde Ook is er een taxistandplaats aanwezig. Externe links Beilen Bouwwerk in Midden-Drenthe Bouwwerk van Cees Douma
Tussen 10 mei 2003 en april 2008 is in het stationsgebouw Beilen De Ster Videotheek geopend, als herbestemming, maar ook ter bevordering van de sociale controle op het station. Deze is echter nu permanent gesloten. In de plaats daarvoor is Kapsalon Eefje het pand ingetrokken. Vanaf juli 2009 is het gebouw in gebruik door Van de Nadort juristen.
1
schoonheidssalon, kapsalon, wellnesscentrum
1,901
DonateAction
1718768
https://nl.wikipedia.org/wiki/Music%20For%20Life%202009
Music For Life 2009
Music For Life is een jaarlijkse inzamelactie van Studio Brussel ten voordele van Rode Kruis-Vlaanderen. De vierde editie liep van 18 tot 24 december 2009. De opbrengst van deze actie ging opnieuw naar het Rode Kruis-Vlaanderen, dit keer om iets te doen voor Malaria, met de slagzin "Stop malaria. Laat de wereld niet in de steek!" Geschiedenis Het concept bleef hetzelfde: drie presentatoren, Sam De Bruyn, Sofie Lemaire en Siska Schoeters, sloten zich zeven dagen lang op in het Glazen Huis, van waaruit ze 24 uur op 24 uur radio maken met enkel de verzoekplaten van de luisteraars. Zoals in 2008 stond het Glazen Huis in Gent op De Zuid, op het Woodrow Wilsonplein, maar in vergelijking met de vorige jaren duurde het evenement één dag langer en werd reeds begonnen op 18 december 's avonds. De ambassadeur van deze editie was Tomas De Soete. Hij maakte in de aanloop naar 19 december het evenement bekend. Zo reisde De Soete naar Burundi om een reportage over de problematiek te filmen. Het themalied, "When I lay beside you" werd in 2009 geleverd door K's Choice. Alvast een nieuwe actie was Stories for life, een boek op initiatief van boek.be met negen verhalen van Dimitri Verhulst, Tom Lanoye, Rachida Lamrabet, Erik Vlaeminck, Dimitri Leue, Tom Naegels, Joke van Leeuwen, Bart Moeyaert en Margot Vanderstraeten. Er werden meer dan 30.000 exemplaren verkocht wat zonder BTW 150.000 euro opleverde. Ook nieuw was Quiz for life, een grootschalige zaalquiz naar een idee van Gentenaar Wim Hellebaut. De quiz vond plaats op 19 december in Flanders Expo met 500 teams van 5 personen. Die actie bracht 10 euro per persoon op, een bedrag dat verdubbeld werd door de Nationale Loterij. In totaal leverde Quiz for Life 50.000 euro op. Tomas De Soete en Linde Merckpoel doorkruisten gedurende de actie Vlaanderen met mobiele vakantiedecors en strandstoelen voor de actie Doe niets voor het goede doel. Bij de start van de actie telde Roos Van Acker samen met burgemeester Daniël Termont af, en koos prins Laurent de eerste plaat, live in de studio bij Siska. Prins Laurent kwam ook op de laatste dag van de actie even langs om de presentatoren van zijn steun te verzekeren. De slotshow in de Gentse Vooruit werd gepresenteerd door Marcel Vanthilt. Opbrengst Opvallende acties: De roze cabrio van Helmut Lotti werd geveild en bracht 25.600 euro op. De Kamagurka-editioni van een Fiat 500 bracht op dezelfde manier 22.322 euro op. Radiozender MNM veilde een New Year's Party. Die leverde 12.100 euro op. De aftrap geven van en een VIP-arrangement krijgen bij Anderlecht-Club Brugge bracht 11.956 euro op. Het kunstwerk 'Winnaars' waar naast conceptkunstenaar Pim Smit ook Tia Hellebaut, Kim Clijsters, Eddy Merckx en Jan Ceulemans aan meewerkten, bracht 15.400 euro op. Elke avond werd om 21 uur bij Sofie Sing(star) for Life gespeeld op het Woodrow Wilsonplein. Met de Singstar moeten 8000 punten verdiend worden. Elke keer wanneer dit lukt, levert dit 2000 euro op. Zowel zaterdag (Coldplays Viva La Vida), zondag (Kaiser Chiefs' Ruby), maandag (Easy van Faith No More), dinsdag (500 miles van The Proclaimers) als woensdag (Thank you for the Music van Abba) bracht dit geld in het laatje. In totaal 10.000 euro. De Pukkelpop-kleedkamer van Metallica werd geveild. Stijn Vandevoorde verkleedde zich als malariamug en trok elke nacht door Vlaanderen. Hij liet zich slaan met een muggenmepper. In totaal leverde dit 10.000 euro op. Movie for Life, de actie van Kinepolis waar de film van Guy Ritchie Sherlock Holmes pas voor de tweede maal wereldwijd vertoond werd (na de wereld-première in Londen op 14 december 2009), leverde ook een recordbedrag op. Stories For Life bracht 150.000 euro op. Trivia Prins Laurent vroeg de allereerste plaat aan. Dit was 'Viva La Vida' van de Britse band Coldplay. De meest aangevraagde plaat dit jaar was 'Icon' van DAAN, gevolgd door 'Envoi' van Absynthe Minded. 25 april 2010 was Wereldmalariadag. Voor gelegenheid bracht men zondagavond een kort filmpje op één. Hierin maakte men bekend dat Music for Life 18 december van start gaat in Antwerpen. Zie ook 3FM Serious Request 2009 op de Grote Markt van Groningen in Nederland Liefdadigheid
Liefdadigheid
1
doneren, liefdadigheid, schenking
10,838
GeoShape
4725865
https://nl.wikipedia.org/wiki/14-mijlsgebied
14-mijlsgebied
Het 14-mijlsgebied is een betwist gebied op de grens tussen Soedan en Zuid-Soedan, ten zuiden van de rivier Kiir, tussen de Zuid-Soedanese staat Noordelijk Bahr el Ghazal en de Soedanese staat Oost-Darfoer. Het gebied wordt hoofdzakelijk bewoond door de Zuid-Soedanese Malual Dinka. Jaarlijks trekken nomadische Rizeigat uit Soedan naar de streek om er hun vee te laten grazen. Daardoor bestond een conflict tussen de twee volkeren over het graasland. In 1924 kwamen de Britse gouverneur van de kolonie Soedan Patrick Munro en de gouverneur van de regio Bahr-al-Ghazal Mervyn Wheatley overeen een veertien mijl brede strook ten zuiden van de Kiir-rivier aan de Rizeigat toe te wijzen. De grenslijn die zij trokken heet nu de Munro-Wheatley-lijn, en het gebied staat bekend als het 14-mijlsgebied. Sinds de burgeroorlogen in Soedan en de afscheiding van Zuid-Soedan in 2009 maken beide bevolkingsgroepen aanspraak op het gebied. Beiden vrezen immers geen toegang meer te hebben tot het graasland als het achter de landsgrens zou komen te liggen. Tussen 2005 en 2011 bombardeerde het Soedanese leger er stellingen van de rebellengroep SPLA. Het werd in 2012 op vraag van Soedan toegevoegd aan de Veilige Gedemilitariseerde Grenszone (SDBZ) tussen beide landen. Op die manier wilde Soedan de bevoorradingsroutes van de rebellengroep JEM vanuit Zuid-Soedan afsnijden. De Malual Dinka protesteerden echter tegen de opname van het gebied in de SDBZ. In hun ogen gaven ze daarmee land op dat tijdens de burgeroorlogen en sporadisch geweld nadien met grote verliezen was verdedigd. Na de afscheiding van Zuid-Soedan was ook het nationalisme toegenomen, en vond men dat het land niet langer gedeeld moest worden met een volk uit Soedan waarvan sommigen tijdens de burgeroorlog al brandschattend door de regio waren getrokken. In principe moesten de twee volken samen de graasroutes afspreken, maar in de praktijk waren het de SPLA en de regering van Noordelijk Bahr el Ghazal die bepaalden waar de Rizeigat mochten komen. Als onderdeel van de SDBZ zou het 14-mijlsgebied gedemilitariseerd moeten zijn. Hierop wordt toegezien door het Gezamenlijk Grenstoezichtsmechanisme (JBVMM), dat als onderdeel van het vredesakkoord tussen Soedan en Zuid-Soedan uit 2011 werd opgezet. De Malual Dinka vrezen dat ze daardoor in het gebied niet langer beschermd zouden worden door de SPLA. Die vrees bleek gegrond toen de SPLA zich na een akkoord in maart 2013 gedeeltelijk had teruggetrokken uit het 14-mijlsgebied. Kort daarop vielen Rizeigat dorpen in het gebied aan, waarbij drie doden vielen en 200 stuks vee werden gestolen. Het JBVMM controleerde enkel vanuit de lucht, en na toestemming te vragen aan de overheid, die zo tijd kreeg om haar troepen te verbergen. Daardoor waren de waarnemingen inzake demilitarisatie onbetrouwbaar. Er waren patrouilles op het terrein nodig, maar daarvoor moest de VN-vredesmacht UNISFA bijkomende manschappen krijgen om bescherming te kunnen bieden. In mei 2013 stemde de VN-veiligheidsraad daarmee in, maar een jaar later waren slechts 117 manschappen ter plaatse, en lag de bouw van vier basissen om hen te vestigen ver achter op schema. Daardoor raakte het 14-mijlsgebied steeds meer gemilitariseerd. Politiek in Soedan Politiek in Zuid-Soedan
Het gebied wordt hoofdzakelijk bewoond door de Zuid-Soedanese Malual Dinka. Jaarlijks trekken nomadische Rizeigat uit Soedan naar de streek om er hun vee te laten grazen. Daardoor bestond een conflict tussen de twee volkeren over het graasland. In 1924 kwamen de Britse gouverneur van de kolonie Soedan Patrick Munro en de gouverneur van de regio Bahr-al-Ghazal Mervyn Wheatley overeen een veertien mijl brede strook ten zuiden van de Kiir-rivier aan de Rizeigat toe te wijzen. De grenslijn die zij trokken heet nu de Munro-Wheatley-lijn, en het gebied staat bekend als het 14-mijlsgebied.
1
grenslijn, landvorm, contourgebied
5,913
Season
547745
https://nl.wikipedia.org/wiki/7th%20Heaven
7th Heaven
7th Heaven was een Amerikaanse dramaserie, waarin de familie Camden centraal staat. Vader Eric Camden is dominee van een protestantse kerk in het fictieve Glenoak, Californië. Samen met zijn vrouw Annie heeft hij vijf (later zeven) kinderen: Matt, Mary, Lucy, Simon en Ruthie (en de tweeling Sam en David). Ze hebben dan ook hun handen vol met de kerk, de opvoeding van hun kinderen en de vele problemen die die met zich meebrengen. De serie is bedacht door Brenda Hampton en geproduceerd door haarzelf, Aaron Spelling en E. Duke Vincent. De eerste aflevering werd in de VS uitgezonden op 26 augustus 1996 op de The WB. Warner Brothers had besloten de serie na seizoen 10 stop te zetten wegens te hoge productiekosten. Dit seizoen werd dan ook afgesloten met een dubbele slotaflevering. Deze aflevering werd zo druk bekeken dat men besloot de reeks alsnog een vervolg te geven op de nieuwe zender The CW, echter wel met mindere middelen en dus minder acteurs. In Nederland werden de eerste seizoenen op de NCRV en de EO uitgezonden. In 2010 zond de EO de eerste 4 seizoenen en 3 afleveringen van seizoen 5 uit. Dit stopte op 3 september 2010 toen het tv-seizoen afliep en de EO in uitzendtijd werd gekort. In Vlaanderen zendt 2BE de serie al sinds jaar en dag uit, traditioneel op weekdagen tussen 19.00 en 20.00 uur. De eerste negen seizoenen zijn op die manier reeds uitgezonden geweest. Meestal wordt het nieuwe seizoen voorafgegaan door de heruitzending van eerdere seizoenen. Familie Camden Stephen Collins als Eric Camden (1996-2007) Catherine Hicks als Annie Jackson-Camden (1996-2007) Barry Watson als Matt Camden (1996-2006) Jessica Biel als Mary Camden-Rivera (1996-2003) Beverley Mitchell als Lucy Camden-Kinkirk (1996-2007) David Gallagher als Simon Camden (1996-2004 • 2005-2006) Mackenzie Rosman als Ruthie Camden (1996-2007) Lorenzo Brino als Sam Camden (1999-2007) Nikolas Brino als David Camden (1999-2007) Brenda Song als Cynthia (2000) Happy als Happy the Dog Matt, Mary en Simon speelden regelmatig nog mee in andere afleveringen Externe links Fan Site 7th Heaven Haven Television Without Pity - Reviews & Recaps Amerikaanse dramaserie Programma van The WB Programma van The CW Religieprogramma Programma van de EO
In Nederland werden de eerste seizoenen op de NCRV en de EO uitgezonden. In 2010 zond de EO de eerste 4 seizoenen en 3 afleveringen van seizoen 5 uit. Dit stopte op 3 september 2010 toen het tv-seizoen afliep en de EO in uitzendtijd werd gekort. In Vlaanderen zendt 2BE de serie al sinds jaar en dag uit, traditioneel op weekdagen tussen 19.00 en 20.00 uur. De eerste negen seizoenen zijn op die manier reeds uitgezonden geweest. Meestal wordt het nieuwe seizoen voorafgegaan door de heruitzending van eerdere seizoenen.
1
tv-seizoen, mediaserie, videogame-seizoen
10,253
InsertAction
11487
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlands%20Openluchtmuseum
Nederlands Openluchtmuseum
Het Nederlands Openluchtmuseum is een cultuurhistorisch museum in Arnhem. Het bestaat uit een buitenmuseum en een binnenmuseum. Met ruim 555.000 bezoekers in 2015 is het Arnhemse museum het best bezochte museum van Nederland buiten Amsterdam. Het museum geeft een beeld van het leven in Nederland door de eeuwen heen. Wonen, werken, recreatie en tradities van de Nederlanders worden aan de hand van veelal verplaatste originele gebouwen zoals diverse soorten molens, huizen, boerderijen, gebedshuizen en werkplaatsen in beeld gebracht. In een aantal gebouwen ontvangen museummedewerkers, die als oorspronkelijke bewoners gekleed zijn, de bezoekers. Ook tal van gebruiksvoorwerpen, oude ambachten en klederdrachten zijn tentoongesteld. Tevens geven ambachtslieden demonstraties van hun kunnen. Bijna dagelijks zijn onder andere een molenaar, een smid, een drukker, een papierschepper en een conducteur aan het werk. Tijdens weekenden worden veelal bijzondere activiteiten georganiseerd, zoals: draaiorgeldag, oogsten van rogge, dorsen van graan, ploegen met paarden en een ouderwetse kinderkermis. De gebouwen zijn naar thema ingedeeld in een aantal deelgebieden: Erven, Dorp, Platteland, Tuinen, Lint en Landgoed. Naast de historische gebouwen heeft het museum een permanente presentatie aan de hand van de Canon van Nederland. De Canon bestaat uit 50 vensters die een ruim uitzicht geven op de geschiedenis achter de vijftig onderwerpen. Het museum is lid van de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen, Club van Elf, Modemuze en van de Museumvereniging. Het museumpark heeft een oppervlakte van 44 hectare. Geschiedenis Oprichting Het Openluchtmuseum kwam tot stand mede dankzij de historicus Frederic Adolph Hoefer, die in april 1912 het plan opperde om een openluchtmuseum te bouwen, in navolging van soortgelijke musea die hij in Scandinavië had bezocht. Door industrialisatie en verstedelijking verdwenen de regionale verschillen en dreigden tradities en ambachten verloren te gaan. Door historisch belangrijke gebouwen naar een museumterrein te verplaatsen, waar mensen met kennis van zaken aan bezoekers tonen hoe men vroeger leefde en werkte, kan het verleden levend worden gehouden. De "Vereniging voor Volkskunde Het Nederlands Openluchtmuseum" werd nog dezelfde maand opgericht, en deze opende op 13 juli 1918 haar deuren, met zes gebouwen die men van elders had overgebracht. Een van deze eerste huisjes is het los hoes uit Beuningen dat al in de 17e eeuw is gebouwd. Tweede Wereldoorlog Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog werd het museum getroffen door brandbommen waarbij een woning in de Zaanse buurt afbrandde. In 1941 werd het museum hernoemd tot het Rijksmuseum voor Volkskunde. Na de Slag om Arnhem was het museum enige tijd bewoond door enige honderden evacués. De Arnhemse verzetsman Anton Zwiers die in het museum verbleef werd op 3 november 1944 geëxecuteerd door Nederlandse SS'ers. Op 17 november 1944 werd, in een van de Zaanse huisjes, Franneke van der Kallen geboren. Ook Nora Olga Marijke werd er op 15 november 1944 geboren. Haar initialen staan voor NOM (Nederlands Openluchtmuseum). Een derde kindje overleed twee weken na de geboorte. In 1945 ging bij een aanval van een V1-luchtraket de collectie klederdracht en beschilderde meubelen verloren. Sluitingsdreiging In 1987 leek het er even op dat het museum door het beleid van de toenmalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Elco Brinkman, zijn deuren moest sluiten. Na een demonstratie door het publiek, subsidies van de rijksoverheid en een flinke reorganisatie, waarbij naast het leven op het platteland ook de industriële ontwikkeling aandacht kreeg, kon het museum zijn bestaansrecht toch behouden. Het wijzigde in 1991 van een rijksmuseum naar een verzelfstandige organisatie in de vorm van een stichting. De gebouwen en voorwerpen bleven als onderdeel van de rijkscollectie in eigendom van het Rijk. In mei 2005 leverde deze nieuwe koers het Openluchtmuseum de titel Europees museum van het jaar op. Vernieuwing In 1996 werd op het terrein van het museum een tramlijn aangelegd. Dankzij deze ringlijn kunnen ook bezoekers die minder goed ter been zijn gemakkelijker de verder van de hoofdingang gelegen delen van het museum bezoeken. Er werd een replica van een deel van de in 1944 verwoeste Arnhemse tramremise voor gebouwd. Ook een Arnhemse tram uit 1929 werd gereconstrueerd. Deze kwam in 1998 in gebruik. De dienst wordt voorts uitgevoerd met materieel afkomstig van de Rotterdamse en Haagse tram. Er rijdt ook een railreiniger van de Amsterdamse tram en jaarlijks komt er materieel van Nederlandse trammusea als gast. In 1999 werd de attractie HollandRama geopend. Die liet een wonderbaarlijke reis zien, kriskras door het karakteristieke "Holland" van vroeger en nu, in zes panoramische vertellingen. Door de komst van de Canon van Nederland, een nieuwe presentatie met daarin de hoogtepunten van de Nederlandse geschiedenis, is deze attractie begin 2015 weggehaald. In 2007 werd de goederenloods Van Gend & Loos afkomstig van het Tielse stationsemplacement geplaatst. Tegenover het Openluchtmuseum moest het Nationaal Historisch Museum (NHM) verrijzen. De plannen voor het nieuwe museum over de geschiedenis van Nederland kwam uiteindelijk nooit tot realisatie. Wel besloot de toenmalig staatssecretaris de presentatie van de Canon van Nederland, oorspronkelijk gepland voor het NHM, te realiseren in het Nederlands Openluchtmuseum. Op 22 september 2017 werd de Canon van Nederland groots geopend. Op 3 april 2012 werd door koningin Beatrix de uit de Amsterdamse Jordaan afkomstige Pottenbakkersgang geopend. In dat jaar werd tevens het eeuwfeest van het museum gevierd. In 2014 werd de watersnoodwoning en de jaknikker BRK-10 aan de collectie toegevoegd. In 2016 is er een nieuw masterplan ontwikkeld voor de komende tien jaar, genaamd Dichter bij de geschiedenis dan ooit. Zo zijn er plannen om de naoorlogse stadscultuur als een nieuw gebied in het museum te verwerken, met bijvoorbeeld een doorzonwoning, een portiekflat en een moskee. Mogelijk worden ook een synagoge en een aantal verouderde gebouwen van Het Dorp (Arnhem) in de vernieuwing opgenomen. Op 18 januari 2018 werd een Gelderse hallenhuisboerderij in het museum door een westerstorm zwaar beschadigd. Deze boerderij uit 1780 is het oudste van de gebouwen die al op het terrein stonden vóór het museum werd opgericht. Om de regio Arnhem (inter)nationaal verder op de kaart te zetten hebben het Nederlands Openluchtmuseum en Koninklijke Burgers' Zoo een partnership gesloten met de plaatselijke profvoetbalclub Vitesse. Hiermee staan vanaf het Eredivisie seizoen 2019/2020 de twee namen op het shirt van Vitesse. De Canon van Nederland Het binnenmuseum (entreegebouw) bestaat onder andere uit een permanente presentatie aan de hand van de Canon van Nederland. Stap voor stap wordt, in samenwerking met het Rijksmuseum in Amsterdam, de geschiedenis van het dagelijks leven met de grote gebeurtenissen uit het verleden verbonden. De vijftig vensters van de Canon van Nederland zijn in tien tijdvakken verwerkt met historische objecten, interactieve en audiovisuele presentaties. Naast de presentatie zijn er ook verschillende vensters uit de Canon belicht in bestaande historische gebouwen uit het museumpark. Zo komt men bijvoorbeeld in het Groene Kruisgebouw meer te weten over Willem Drees en in de kloostertuin over Karel de Grote. De tien tijdvensters in de Canon HollandRama (1999 - 2015) HollandRama was een simulator in het Nederlands Openluchtmuseum. Het HollandRama bevond zich sinds 1999 bij de museumingang in een eivormig gebouw ontworpen door het Delftse architectenbureau Mecanoo. De simulator lag deels ondergronds. Op 17 juli 2014 werd bekend dat HollandRama zou sluiten om plaats te maken voor een andere attractie. Uiteindelijk maakte de simulator zijn laatste rit op 11 januari 2015. Techniek De rondvormige simulator was ingericht als bioscoopzaal. Op het rondvormige plateau stonden banken opgesteld die konden bewegen. Voor in de simulator bevond zich een filmdoek. Dit doek zat door middel van touwen vast aan katrollen, waardoor het omhoog getrokken kon worden. Om de gehele simulator waren meerdere scènes boven, onder en naast elkaar gerealiseerd die betrekking hadden op de geschiedenis van Nederland. Zo was er een stilleven van een dorp te zien en een textielfabriek waarin verschillende bewegende objecten stonden opgesteld. Doordat het voertuig een simulator was, draaide het tijdens de rit langs de verschillende scènes, afgewisseld met korte video's op het scherm. De rit eindigde met een video vanonder de simulator gefilmd waarin de techniek achter de attractie onthuld werd. Dagelijks waren er meerdere voorstellingen van HollandRama. De rit duurde circa twintig minuten. In 2001 ontving het Openluchtmuseum vanwege deze attractie de Thea Award, een belangrijke prijs binnen de internationale entertainmentindustrie. Collectie In de collectie van het museum bevinden zich ongeveer 152.000 voorwerpen waaronder boerenwagens, woningtextiel, streekdracht en speelgoed. Een deel daarvan is te zien in het museumpark, maar het overgrote deel bevindt zich in een depot. Het museum werkt met verschillende erfgoedinstellingen (Rijksmuseum, Paleis het Loo en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) samen aan het CollectieCentrum Nederland, een gezamenlijk depot in Amersfoort dat sinds zomer 2021 in gebruik is. Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland is onderdeel van het Nederlands Openluchtmuseum en wordt gesubsidieerd door het ministerie van OCW. Het kenniscentrum stelt zich ten doel volkscultuur en immaterieel erfgoed te versterken. Het brengt het Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Unesco in praktijk. Het ontplooit activiteiten gericht op behoud, beheer en ontwikkeling van het immaterieel erfgoed in Nederland. Het adviseert overheden over volkscultuur en immaterieel erfgoedbeleid en stimuleert het debat daarover. Onderscheidingen 2001: Thea Award for Outstanding Achievement; voor HollandRama 2005: Europese prijs voor het Museum van het Jaar 2009: BankGiro Loterij Museumprijs 2018: Museums + Heritage Awards; voor De Canon van Nederland Bereikbaarheid Het Openluchtmuseum ligt aan de noordkant van Arnhem, tegen de rand van de Veluwe. Ten westen van het museum bevindt zich Koninklijke Burgers' Zoo. Het is bereikbaar met buslijn 3; halte Openlucht museum west. En met bus 8 ; halte Openlucht museum oost. Zie ook Lijst van bouwwerken in het Nederlands Openluchtmuseum Externe link Nederlands Openluchtmuseum European Museum of the Year
Collectie In de collectie van het museum bevinden zich ongeveer 152.000 voorwerpen waaronder boerenwagens, woningtextiel, streekdracht en speelgoed. Een deel daarvan is te zien in het museumpark, maar het overgrote deel bevindt zich in een depot. Het museum werkt met verschillende erfgoedinstellingen (Rijksmuseum, Paleis het Loo en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) samen aan het CollectieCentrum Nederland, een gezamenlijk depot in Amersfoort dat sinds zomer 2021 in gebruik is.
3
invoegen, toevoegen, collectie
11,109
SoftwareSourceCode
7417
https://nl.wikipedia.org/wiki/Broncode
Broncode
De broncode (ook wel brontekst of in het Engels source of source code) van een computerprogramma is de leesbare tekst die door de programmeur in een programmeertaal is geschreven. Dit in tegenstelling tot de uitvoerbare (executable) code of doelcode (object-code) zoals die door een compiler of interpreter vanuit deze broncode gegenereerd wordt. Ook spreekt men van de broncode van een opgemaakte tekst. Er wordt een zodanige extensie gebruikt dat bij aanklikken niet de broncode wordt getoond, maar het opgemaakte resultaat. Een voorbeeld is een HTML-document, dat naast de inhoud ook de opmaak van een webpagina beschrijft. Er is niet bij elk opgemaakt document een leesbare broncode, bijvoorbeeld niet bij Microsoft Word. Gebruik van broncode van een computerprogramma De broncode kan op een aantal manieren worden omgezet naar uitvoerbare code, zodat het programma uitgevoerd kan worden. Met een compiler: Een compiler zet de broncode om in machinetaal, zodat deze uitgevoerd kan worden. Als de compiler eerst assembly-code genereert, moet de assembler dit eerst naar machinetaal vertalen om het uitvoerbare programma te verkrijgen. Vaak voert de compiler extra operaties uit om de uitvoerbare code te optimaliseren, zoals het weglaten van dode code, bijvoorbeeld variabelen waar later in de code niets mee gebeurd. Dit is ook een van de redenen waarom gecompileerde code vaak sneller en efficiënter is dan code die wordt uitgevoerd met een interpreter. Met een interpreter: De broncode kan in sommige gevallen ook uitgevoerd worden met een interpreter, een programma dat de broncode in real-time leest en direct uitvoert. Dit is doorgaans een stuk langzamer dan een gecompileerd programma, aangezien elke regel van de code eerst verwerkt moet worden, voordat hij uitgevoerd wordt. In de praktijk zetten moderne interpreters de broncode eerst om in een interne representatie, wat ook een vorm van compileren is, om deze interne representatie van het programma vervolgens uit te voeren. Met een aparte virtuele machine. Bij veel moderne programmeertalen, zoals C#, Java, Perl 6 en Scala wordt meestal een mengvorm gebruikt: de broncode wordt eerst gecompileerd naar een tussentaal (bytecode, P-code of 'managed code' MSIL), die vervolgens door een aparte virtuele machine wordt geïnterpreteerd. Enkele voordelen van deze constructie zijn: De gecompileerde code is platformonafhankelijk. De interpreter kan op het moment van uitvoeren nog bepaalde controles en bewerkingen uitvoeren, zoals de sandbox security van Java-applets en een optimalisatie van de performance. Er bestaat ook een constructie waarbij de broncode in een andere hogere taal wordt vertaald. Bijvoorbeeld in de taal PL/SQL, waarbij de universele PL/SQL-compiler de broncode naar een C-code (ontdaan van objectgeoriënteerde code maar voorzien van 'embedded SQL') vertaalt, die automatisch door een 'native' C-compiler weer vertaald wordt naar een optimale machinecode. Voorbeeld De volgende broncode in C: int square(int i ) { return i * i; } wordt bijvoorbeeld in een assembleertaal zoiets als: SQUARE: PUSH B MOV A, [SP+2] MOV B, A MULT POP B RET en in een gebruikersvriendelijke machinecode (hier weergegeven in het hexadecimale stelsel, achtereenvolgens geheugenadres, machinecodes en controle-som): 1800260225005510120003FF Programmeren
Met een compiler: Een compiler zet de broncode om in machinetaal, zodat deze uitgevoerd kan worden. Als de compiler eerst assembly-code genereert, moet de assembler dit eerst naar machinetaal vertalen om het uitvoerbare programma te verkrijgen. Vaak voert de compiler extra operaties uit om de uitvoerbare code te optimaliseren, zoals het weglaten van dode code, bijvoorbeeld variabelen waar later in de code niets mee gebeurd. Dit is ook een van de redenen waarom gecompileerde code vaak sneller en efficiënter is dan code die wordt uitgevoerd met een interpreter. Met een interpreter: De broncode kan in sommige gevallen ook uitgevoerd worden met een interpreter, een programma dat de broncode in real-time leest en direct uitvoert. Dit is doorgaans een stuk langzamer dan een gecompileerd programma, aangezien elke regel van de code eerst verwerkt moet worden, voordat hij uitgevoerd wordt. In de praktijk zetten moderne interpreters de broncode eerst om in een interne representatie, wat ook een vorm van compileren is, om deze interne representatie van het programma vervolgens uit te voeren. Met een aparte virtuele machine. Bij veel moderne programmeertalen, zoals C#, Java, Perl 6 en Scala wordt meestal een mengvorm gebruikt: de broncode wordt eerst gecompileerd naar een tussentaal (bytecode, P-code of 'managed code' MSIL), die vervolgens door een aparte virtuele machine wordt geïnterpreteerd. Enkele voordelen van deze constructie zijn: De gecompileerde code is platformonafhankelijk. De interpreter kan op het moment van uitvoeren nog bepaalde controles en bewerkingen uitvoeren, zoals de sandbox security van Java-applets en een optimalisatie van de performance.
5
broncode, programmeercode, script
11,415
EndorsementRating
5368381
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wereld%20Kanker%20Onderzoek%20Fonds
Wereld Kanker Onderzoek Fonds
Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WKOF) is een Nederlandse stichting die zich bezighoudt met onderzoek en voorlichting met betrekking tot kanker. De stichting richt zich hierbij op aspecten als voeding en leefstijl in relatie tot de preventie en overleving van kanker. Dit doet de stichting door wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en financieren, voorlichting over (het voorkomen van) kanker te geven en zich in te zetten voor beleidsbeïnvloeding. De officiële naam van de stichting is Stichting Wereld Kanker Onderzoek Fonds. Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds is onderdeel van het wereldwijde World Cancer Research Fund (WCRF) netwerk. Dit is een netwerk van internationale organisaties die zich inzetten voor de preventie en overleving van kanker door middel van voeding en leefstijl. Oprichting en geschiedenis Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds is op 10 mei 1994 opgericht. Oorspronkelijk richtte het Wereld Kanker Onderzoek Fonds zich met name op de preventie van kanker als speerpunt. Sinds 2016 heeft het WKOF haar werkgebied uitgebreid met aandacht voor de rol van voeding en leefstijl tijdens en na kanker. Opspraak In 2012 kwam het WKOF in opspraak door een uitzending van het radioprogramma Argos. In het programma werd gesteld dat het WKOF nauwelijks geld aan wetenschappelijk onderzoek uitgaf. Er zou een te groot deel aan fondsenwerving worden besteed, waarbij van eigen bedrijven gebruik werd gemaakt. De uitzending leidde tot vragen in de Tweede Kamer. Toenmalig staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) gaf als reactie geen kennis te hebben van feiten die wijzen op zelfverrijking bij het Wereld Kanker Onderzoek Fonds of diens bestuursleden. Ook gaf staatssecretaris Teeven aan geen aanwijzingen te hebben dat een groot deel van de donaties op zou gaan aan fondsenwerving bij eigen bedrijven. Doelstelling Het doel van het WKOF is ‘een wereld zonder kanker’. Door mensen te adviseren over hun voeding en leefstijl wil de stichting ervoor zorgen dat minder mensen kanker krijgen, meer mensen kanker overleven en de kwaliteit van leven tijdens en na kanker beter wordt. Het fonds het enige kankerfonds in Nederland dat kennis uit onderzoek vertaalt naar richtlijnen voor gezonde voeding en leefstijl om de kans op kanker te verkleinen. Wetenschappelijk onderzoek Het WKOF stimuleert en financiert wetenschappelijk onderzoek naar het verband tussen voeding, voedingspatroon, lichaamsbeweging, lichaamsgewicht en kanker. Daarnaast analyseert en interpreteert de stichting doorlopend al het beschikbare wetenschappelijk bewijs op dit gebied. Dit gebeurt middels het Continuous Update Project. Op basis hiervan stelt de stichting adviezen en richtlijnen op die toegankelijk worden gemaakt en worden verspreid via publiekscampagnes. In 2018 publiceerde het WKOF na 10 jaar onderzoek het expert-rapport ‘Diet, Nutrition, Physical Activity and Cancer: a Global Perspective’. Het rapport is gebaseerd op het grootste onderzoek ooit naar voeding, leefstijl en kanker. In dit onderzoek is gekeken naar 17 van de meest voorkomende kankersoorten en 51 miljoen mensen. Voorlichting Het WKOF heeft als beleid dat gezondheidsadviezen pas worden opgesteld als het wetenschappelijk bewijs voldoet aan strenge criteria. In 2018 heeft de stichting op basis van de bevindingen van het grootste onderzoek ooit naar voeding, leefstijl en kanker 10 nieuwe aanbevelingen opgesteld voor het verkleinen van de kans op kanker. In 2018 is een voorlichtingsmodel met stoplichtkleuren ontwikkeld: groen laat zien wat je wel moet doen, oranje waar je op moet letten, en rood wat je beter niet kunt doen. Met de website Voedingenkankerinfo.nl helpt het WKOF mensen met de diagnose kanker, hun naasten en zorgprofessionals bij vragen over voeding en leefstijl. De stichting biedt ook een vragenservice aan. Het paarse lintje met de tekst ‘Kanker draag je niet alleen’ is onderdeel van de jaarlijkse campagne op Wereld Kanker Dag, 4 februari, met als doel bewustzijn over kanker. Inkomsten en uitgaven De inkomsten van het WKOF komen volledig uit giften en donaties. Elk jaar brengt de stichting een jaarverslag uit met daarin onder andere een overzicht van de inkomsten en uitgaven. Het WKOF is door de Nederlandse Belastingdienst aangemerkt als algemeen nut beogende instelling (ANBI). Van 2003 tot 2013 had het WKOF een CBF-Keur. In 2013 besloot de stichting het keurmerk niet langer te voeren en heeft dit opgezegd. Kanker Liefdadigheid Niet-gouvernementele organisatie Nederlandse stichting
Het WKOF heeft als beleid dat gezondheidsadviezen pas worden opgesteld als het wetenschappelijk bewijs voldoet aan strenge criteria. In 2018 heeft de stichting op basis van de bevindingen van het grootste onderzoek ooit naar voeding, leefstijl en kanker 10 nieuwe aanbevelingen opgesteld voor het verkleinen van de kans op kanker. In 2018 is een voorlichtingsmodel met stoplichtkleuren ontwikkeld: groen laat zien wat je wel moet doen, oranje waar je op moet letten, en rood wat je beter niet kunt doen.
1
aanbeveling, positieve beoordeling, endorsing rating
10,058
BusinessFunction
1691854
https://nl.wikipedia.org/wiki/Duno%20%28landgoed%29
Duno (landgoed)
Duno of Duunoog is een buitenplaats in de Nederlandse provincie Gelderland. Het is vanaf 1800 ontstaan als landschapspark met een prieeltje, theekoepel, rosarium en kassen, belvedère en rotspartijen. Het ligt ten zuiden van Doorwerth op een stuwwalrand aan de Rijn. Bij de Duno ligt de ringwalburg de Hunnenschans die sinds 1965 de status archeologisch rijksmonument heeft. Geschiedenis De Hunneschans is een vroeg-middeleeuwse (omstreeks het jaar 1000) versterking met aarden wal en gracht. In de ovaalvormige schans zijn resten van pallisaden gevonden en op het burchtplein paalgaten van een gebouw. De hunneschans was waarschijnlijk bedoeld als versterkte vesting op de stuwwal. Van hieruit konden de mensen de scheepvaart op de Rijn in de gaten houden. Tot in de middeleeuwen was hier beneden aan de Rijn een doorwaadbare plek, waar men met paard en wagen de Rijn kon oversteken. Sinds de 18de eeuw is de Hunneschans onderdeel van het landgoed. Medio 1794 had mr. A.F.O. Blombe Vatebender, richter van de Heerlickheid Doorwerth, ter plaatse een landhuis laten bouwen. Lang heeft hij er niet gewoond want al in 1801 werd gemeld dat het landhuis dienstdeed als herberg. In 1807 ging het landgoed over in eigendom aan oud-kapitein-ter-zee Wijnand de Grote en Rosalie C.L. de Vignon. De echtelieden woonden op het landgoed tezamen met Meinard Johan Macare, voormalig boekhouder van de Oostindische Compagnie. Laatstgenoemde ontving op 18 juli 1808 koning Lodewijk op het landgoed, die zijn bewondering uitte over de "cascaden" en de vergezichten over de oostelijke Betuwe. In 1831 was Duno in eigendom bij J. F. Kroese. Hij bleef eigenaar tot 1843 toen het landgoed werd aangekocht door baron Van Brakell, eigenaar van onder andere het nabijgelegen kasteel Doorwerth. De baron verhuurde het landhuis, maar de huur was dusdanig hoog dat er verval intrad. Uiteindelijk werd na diverse eigendomswisselingen door vererving het landgoed geveild in 1888 en aangekocht door cacao-handelaar Joseph Wilhelm Frederik Scheffer (1846-1917) die gehuwd was met een dochter van Coenraad Johannes van Houten. Hij was sinds 1876 procuratiehouder en vanaf 1883 medefirmant bij Van Houten. Na het overlijden van zijn vrouw in 1893 verslechterde de verhouding met zijn schoonfamilie dusdanig dat hij in 1907 uitgekocht werd. In 1908 richtte hij op het landgoed Duno modelboerderij en melkfabriek Het Huis ter Aa op. Het gehele gebouwencomplex was omsloten door een kunstig gesmeed hekwerk. Omdat hij de productie van de zuivere melk niet rendabel kreeg verkocht Scheffer in oktober 1915 dit deel van het landgoed. De nieuwe eigenaar in 1915 was de rubberfabrikant Dirk Frans Wilhelmi (1877-1936). Hij was de zoon van een zadelmaker uit Hoogezand. Hij begon een fietsbandenbedrijf in Sappemeer, gevolgd het oprichten van het oprichten van Firma Wilhelmi & Co. met een fabriek van rubberartikelen, de Rubberfabriek Hevea in Hoogezand. Toen hij de rubberfabriek wilde uitbreiden, kon dat niet. Een geschikte plek waar dat wel kon, vond vond Wilhelmi in de Doorwerth. Wilhelmi liet de stallen van Huis ter Aa ombouwen tot fabrieksruimte. Hij liet aan de zuidzijde van de heuvelrug (nu de Dunolaan) een fabrieksdorp bij de fabriek bouwen, met woningblokken voor de arbeidersgezinnen die afkomstig waren van de fabriek in Hoogezand. De woningblokken waren ontworpen in een combinatie van Cottagestijl en de stijl van de Amsterdamse School en kregen namen als Celebes, Borneo, Java en Sumatra. Zo ontstond Heveadorp. Na een jaar werkten er in de daar opgerichte Vereenigde Nederlandsche Rubberfabrieken Hevea N.V. 250 personen waarvan 50 kinderen. Na de dood van Scheffer in 1917 werd het landgoed wederom publiek verkocht en werd de nieuwe eigenaar theeplanter Odo van Vloten. Van Vloten liet het landgoed in 1932 na aan de stichting Het Geldersch Landschap. Tijdens zijn leven bleek al dat het financieel lastig werd dergelijke landgoederen te onderhouden. In 1932 besloot het Geldersch Landschap om het negentiende-eeuwse landhuis te verhuren voor het exploiteren van een hotel. Schade Tweede Wereldoorlog Tijdens de operatie Market Garden in 1944 werden de villa en het jagershuis, vermoedelijk door artillerievuur, verwoest en de omgeving zwaar beschadigd. Er ging veel oud geboomte verloren. Na de beëindiging van de gevechten werd de Veluwezoom definitief frontgebied. Op de Duno werd een loopgravenstelsel aangelegd dat westelijk richting Wageningen liep en oostelijk richting Arnhem. Het landhuis werd niet herbouwd, maar de oorspronkelijke plaats van het huis is in het parkachtige gebied nog goed zichtbaar. Er zijn nog restanten van het toegangshek en de theekoepel en van de azalealaan. Het landgoed wordt nog steeds beheerd door het Geldersch Landschap en is open voor publiek. Veluwe Landgoed in Gelderland Geografie van Renkum
In 1932 besloot het Geldersch Landschap om het negentiende-eeuwse landhuis te verhuren voor het exploiteren van een hotel.
1
verkopen, verhuren, repareren
266
InformAction
2647588
https://nl.wikipedia.org/wiki/Communicatie-%20en%20Informatiecentrum
Communicatie- en Informatiecentrum
De Communicatie- en Informatiecentra (afgekort tot CIC of CIC-101) zijn de centra van de Belgische politie waar alle noodoproepen naar het alarmnummer 101 toekomen. Er zijn in totaal elf CIC's: één per provincie en één voor het arrondissement Brussel-Hoofdstad. Elk centrum verzorgt zowel de calltaking van de noodoproepen als de dispatching van de politiediensten, en dat voor zowel de federale politie als de lokale politiezones. Daarmee zijn de centra de provinciale schakels voor de geïntegreerde politie in België. Sommige politiezones verzorgen wel zelf de dispatching van hun lokale ploegen (de zogenoemde Zonale Dispatching of Autonome Remote Dispatching of Lokale Meldkamer of Lokale Dispatching). Voor de (digitale) communicatie werken de CIC's met het ASTRID-netwerk. Dat is het communicatienetwerk van de Belgische overheid, waar naast de politie ook de brandweerdiensten, de medische hulpverlening, het leger en andere diensten gebruik van maken. De CIC's vallen onder het beheer van het commissariaat-generaal van de federale politie. In de toekomst zullen de Communicatie- en Informatiecentra van de politie samengevoegd worden met de Hulpcentra 100/112 van de brandweer en medische hulpverlening tot geïntegreerde 112-centra waar alle noodoproepen voor zowel de politie, de brandweer als de medische hulpdiensten zullen behandeld worden. Mobiele app Eind juni 2017 werd de mobiele applicatie '112BE' gelanceerd voor Android- en iOS-toestellen, waarmee men de noodcentrales kan bereiken. Bij een noodoproep geeft de app de precieze locatie van de oproeper door aan het Hulpcentrum 100/112 of het Communicatie- en Informatiecentrum. Ook biedt de app de mogelijkheid om medische gegevens of ICE-contacten op te slaan, die bij een noodoproep eveneens aan de noodcentrale worden doorgegeven. Ook kan de operator bij een noodoproep een chatfunctie activeren waarmee met de beller kan worden gecommuniceerd indien deze niet kan praten. Verder kan de noodcentrale de smartphone van de beller via de app laten rinkelen indien de hulpdiensten hem moeilijk kunnen vinden. De app werkt wel enkel in België. Enkele weken na de lancering was de app al meer dan 100.000 keer geïnstalleerd. 100, 101 of 112? Soms kan het verwarrend zijn welk noodnummer men nu moet bellen in een noodsituatie. De nummers 100, 101 en 112 zijn momenteel namelijk alle drie in omloop in België. In België dient men het nummer 100 of 112 te bellen voor de brandweer of medische hulp. Men wordt dan verbonden met een Hulpcentrum 100/112. Voor politiehulp dient men het nummer 101 te bellen, dat de beller doorverbindt met een Communicatie- en Informatiecentrum van de politie. Het bellen van het nummer 100 of 112 wanneer men de politie nodig heeft of het bellen van het nummer 101 wanneer men de brandweer of medische hulp nodig heeft kan tot vertragingen in de hulpverlening leiden, aangezien de oproep zal moeten doorgeschakeld worden naar de andere centrale. Het noodnummer 112 is het Europese noodnummer dat in elk land van de Europese Unie (en enkele andere landen waaronder IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Rusland, Turkije en Israël) werkt. Voor de rest van Europa wordt daarom 112 door de overheid aanbevolen als het te bellen nummer voor alle noodsituaties. Misbruik Net als de Hulpcentra 100/112 hebben de Communicatie- en Informatiecentra vaak te maken met nodeloze of kwaadaardige oproepen. Van alle oproepen die de CIC's ontvingen in 2013 waren 45% tot 55% geen noodoproepen. In het jaar ervoor werden tevens 636 processen-verbaal opgesteld voor valse oproepen. Om het aantal valse oproepen terug te dringen, lanceerden de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Volksgezondheid samen met de politie in 2012 een informatiecampagne over het juiste gebruik van noodnummers: “Noodoproepen: geen gezever”. Statistieken In 2012 ontvingen alle CIC's in totaal 2.985.241 noodoproepen en in 2013 2.889.314 noodoproepen naar het nummer 101. Trivia Gedurende maart en april 2016 was de zevendelige televisiereeks De noodcentrale te zien op Eén, waarin het werk van de Hulpcentra 100/112 en de Communicatie- en Informatiecentra in beeld werd gebracht. Telefoonnummer Hulpdienst Rampenbestrijding in België Politie Politie in België
Voor de (digitale) communicatie werken de CIC's met het ASTRID-netwerk. Dat is het communicatienetwerk van de Belgische overheid, waar naast de politie ook de brandweerdiensten, de medische hulpverlening, het leger en andere diensten gebruik van maken. De CIC's vallen onder het beheer van het commissariaat-generaal van de federale politie. In de toekomst zullen de Communicatie- en Informatiecentra van de politie samengevoegd worden met de Hulpcentra 100/112 van de brandweer en medische hulpverlening tot geïntegreerde 112-centra waar alle noodoproepen voor zowel de politie, de brandweer als de medische hulpdiensten zullen behandeld worden.
3
informeren, notificatie, communicatie
8,662
Text
5502546
https://nl.wikipedia.org/wiki/Help%20the%20Aged
Help the Aged
Help the Aged is een nummer van de Britse alternatieve rockband Pulp uit 1997. Het is de eerste single van hun zesde studioalbum This Is Hardcore. De tekst van "Help the Aged" is een sarcastische weerspiegeling van het ouder worden van zanger Jarvis Cocker. De satirische tekst werd niet gewaardeerd door gitarist Russell Senior, die probeerde te voorkomen dat het nummer op single werd uitgebracht en, voordat dat daadwerkelijk gebeurde, de band verliet. Het nummer werd een grote hit in het Verenigd Koninkrijk, waar het de 8e positie bereikte. In Nederland was het nummer minder succesvol; daar haalde het de 100e positie in de Single Top 100. Single uit 1997 Nummer van Pulp
De tekst van "Help the Aged" is een sarcastische weerspiegeling van het ouder worden van zanger Jarvis Cocker. De satirische tekst werd niet gewaardeerd door gitarist Russell Senior, die probeerde te voorkomen dat het nummer op single werd uitgebracht en, voordat dat daadwerkelijk gebeurde, de band verliet. Het nummer werd een grote hit in het Verenigd Koninkrijk, waar het de 8e positie bereikte. In Nederland was het nummer minder succesvol; daar haalde het de 100e positie in de Single Top 100.
2
tekst, tekstgegevens, tekstinhoud
11,794
UpdateAction
813728
https://nl.wikipedia.org/wiki/INR-meter
INR-meter
Een INR-meter is een apparaat waarmee mensen met risico op trombose die coumarines (antistollingsmedicijnen) slikken zelf de INR-waarde in hun bloed kunnen meten. INR staat voor International Normalized Ratio, een maat voor de stollingstijd van bloed. Controle van de INR is belangrijk, omdat door ziekte, voeding of medicijngebruik schommelingen in de INR kunnen optreden. Aan de hand van de INR-waarde wordt de juiste dosering medicijnen bepaald. Zelfmeten INR Met zelfmeten zijn mensen met risico op trombose niet langer afhankelijk van de controle door een trombosedienst. Zij kunnen op elk gewenst tijdstip en waar dan ook eenvoudig en snel zelf hun INR bepalen. Niet iedereen komt in aanmerking voor zelfmeten van de INR. In Nederland heeft de Federatie Nederlandse Trombosediensten de criteria opgesteld waaraan gebruikers moeten voldoen. Er zijn alternatieven voorhanden, die dezelfde FNT-criteria aanhouden en zeker net zo veilig zelfmeten begeleiden. Zorgverzekeraars vergoeden in principe de begeleiding en het zelfmeetapparaat aan alle in Nederland verzekerden, al stellen zij wel voorwaarden aan de duur van de behandeling en de leeftijd van de patiënt. Dat laatste uit veiligheidsoverwegingen. De meeste trombosediensten bieden dit aan, maar in de regel zijn er wachtlijsten voor de noodzakelijke cursus. Trombosediensten die internet-begeleid zelfmeten aanbieden hebben in de regel geen wachtlijst. Na doorverwijzing door een arts (bijvoorbeeld de internist, cardioloog of huisarts) kan meestal direct met de eenvoudige cursus gestart worden. Zelfmeten wordt in principe vergoed door de Nederlandse zorgverzekeraars uit basispakket. Zelfmeten is aanzienlijk duurder dan laten meten door de klassieke prikpost. Gebruik van de INR meter De teststrip wordt in de INR-meter geplaatst. Daarna wordt op de teststrip een druppeltje bloed aangebracht, verkregen via een vingerprikje met een prikpen. Binnen één minuut verschijnt de uitslag in een digitaal lcd-venster. Aan de hand van de uitslag kan men óf zelf de dosering van de medicatie aanpassen óf de uitslag digitaal doorsturen naar de trombosedienst, die antwoordt met een nieuw doseringsschema. De meeste INR-meters bewaren een groot aantal resultaten, waarmee inzicht in de geschiedenis van de INR-waarde verkregen wordt. Daarnaast wordt de houdbaarheidsdatum van de teststrips gecontroleerd en of deze niet te vochtig zijn geweest of bij een verkeerde temperatuur bewaard. Voor het zelfmeten van de INR krijgt men een cursus, soms kan dat digitaal. Externe links Federatie Nederlandse Trombosediensten Biochemie Medische apparatuur
Gebruik van de INR meter De teststrip wordt in de INR-meter geplaatst. Daarna wordt op de teststrip een druppeltje bloed aangebracht, verkregen via een vingerprikje met een prikpen. Binnen één minuut verschijnt de uitslag in een digitaal lcd-venster. Aan de hand van de uitslag kan men óf zelf de dosering van de medicatie aanpassen óf de uitslag digitaal doorsturen naar de trombosedienst, die antwoordt met een nieuw doseringsschema. De meeste INR-meters bewaren een groot aantal resultaten, waarmee inzicht in de geschiedenis van de INR-waarde verkregen wordt. Daarnaast wordt de houdbaarheidsdatum van de teststrips gecontroleerd en of deze niet te vochtig zijn geweest of bij een verkeerde temperatuur bewaard. Voor het zelfmeten van de INR krijgt men een cursus, soms kan dat digitaal.
1
bijwerken, aanpassen, wijzigen
2,821
TravelAction
4890
https://nl.wikipedia.org/wiki/Texel
Texel
Texel (; uitspraak in het Tessels en meestal ook in het Standaardnederlands: Tessel) is het grootste Nederlandse Waddeneiland. Het behoort tot de provincie Noord-Holland. De gemeente Texel beslaat het gehele eiland plus het onbewoonde eilandje Noorderhaaks. Het eiland heeft een landoppervlak van ongeveer 170 km². De lengte van Texel is twintig km en de gemiddelde breedte acht km. De oppervlakte van de gemeente is 585,96 km² waarvan het grootste gedeelte (416,14 km²) binnen- en buitenwater. Texel heeft inwoners (, bron: CBS). Van de beroepsbevolking van ruim 3.500 mensen werkt ca. 17% in de landbouw. Etymologie en uitspraak Hoogstwaarschijnlijk is de naam Texel afgeleid van het Germaanse woord tehswa, wat "rechts" of "zuidelijk" betekent. Wellicht dankt Texel dit aan diens positie als meest zuidelijke waddeneiland. Andere, minder waarschijnlijke, woorden waarvan de naam kan zijn afgeleid, zijn het Germaanse þehslô, het Oudnoordse þexla of het Vroegnieuwnederlandse 'dissel'. Dit laatste zou verwijzen naar een bijl of iets met de vorm van een bijl. De naam wordt doorgaans uitgesproken als Tessel; de bewoners als Tesselaars. Hiernaast wordt de naam van het eiland echter (vaak door niet-bewoners) ook uitgesproken als Teksel. De uitspraken "Tessel" en "Teksel" worden dus naast elkaar gebruikt. De uitspraak Tessel komt door een klankwet, waarbij ooit het consonantcluster -ks-, dat nog steeds in de oorspronkelijk Friese spelling van Texel als "x" gebruikt wordt, in het Nederlands tot -s- gereduceerd werd. Deze klankwet is ook opgetreden in bijvoorbeeld de woorden vos (Fries: foks) en wissel (Fries: wiksel). Texel is in de loop der eeuwen met verschillende namen aangeduid, onder andere met: in Tesla (772 of 776), in Thesla (772 of 776), Tysele (waarschijnlijk tweede helft negende eeuw), insulae Texlae (918-948), in Tlex (918-948), in Texle (918-948), Texla (985), van Tessele (1309), Texel (1573) en Tessel (1883). Geschiedenis Oudste geschiedenis Uit het Mesolithicum (8000-4500 v.Chr.) zijn de eerste menselijke sporen gevonden. Bij opgravingen vond men vuurstenen werktuigen uit ca. 5000 v.Chr. Waarschijnlijk gaat het hier niet om permanente bewoning, maar om jagers die tijdelijk aanwezig waren. Uit het Neolithicum dateren ook enkele vondsten van fragmenten van steenhamers uit ca. 2000 v.Chr. Tijdens de Bronstijd was er waarschijnlijk wel permanente bewoning. In Den Burg zijn resten gevonden van grafheuvels uit de midden-bronstijd, ca. 1000 v.Chr. Vondsten uit de ijzertijd zijn gedateerd van ca. 400 v.Chr. tot de tweede eeuw n.Chr., met een piek in de tweede eeuw n.Chr. Deze vroege bewoning eindigde ca. 250 n.Chr., waarschijnlijk door de zogeheten post-Romeinse transgressie, toen de zeespiegel steeg. In de zesde eeuw werd bewoning op de hoger gelegen gedeeltes weer mogelijk. Uit de Merovingisch-Frankische tijd, ca. 600-650 n.Chr., stamt een urnengrafveld dat gevonden is in de buurt van Den Burg. De naam Texel is al terug te vinden in de historische gouw Texla, in de vroege middeleeuwen een gouw in Frisia ten westen van het Vlie. Het wordt al in de achtste eeuw genoemd als pagus Tyesle, Thesla (Zuidland). Waarschijnlijk werd het begrensd door het Vlie in het oosten en het Marsdiep in het zuidwesten. Het Vlie was in die tijd een bevaarbare geul die het Flevomeer met de Noordzee verbond, terwijl het Marsdiep niet meer dan een beekje was, dat uitmondde in zee via een opening in de duinenrij. Holland werd vanaf de elfde eeuw ontgonnen door pioniers, die dijken opwierpen en sloten groeven, waardoor de wildernis drooggelegd kon worden. Om West-Friesland werd een ringdijk aangelegd, terwijl het noordelijkste gedeelte een waterrijk veengebied was met weiden, bossen en natte hooigrond, dat doorliep tot aan het Vlie. Eilandvorming Texel werd een eiland door de Allerheiligenvloed van 1170. Als gevolg van de ontginningen en ontwateringen was het land in de loop der tijd ingeklonken en lager komen te liggen. Een tijdelijke opwarming van het klimaat zorgde voor grotere weersextremen en maakte het ingeklonken land kwetsbaar. Het Noord-Hollandse landschap werd ingrijpend gewijzigd door de catastrofale overstroming, waarbij duizenden mensen omkwamen. Tijdens deze vloed ontstonden ook de eilanden Wieringen en Vlieland, en werden het huidige Marsdiep als zeestroom, en de huidige Waddenzee en de voormalige Zuiderzee gevormd. West-Friesland, inclusief Texel, werd in de dertiende eeuw onderworpen door graaf Floris V van Holland. De rechten en vrijheden van Texel werden vastgelegd in een manifest. In 1415 kreeg Texel stadsrechten van graaf Willem VI van Holland, Zeeland en Henegouwen, in het kader van een bestuurlijke hervorming, waarbij vrijwel het gehele West-Friese platteland, inclusief Texel en Wieringen, een of andere vorm van stadsrecht kreeg. Dit stadsrecht gaf het eiland een behoorlijk grote zelfstandigheid. Het eiland mocht zijn eigen schout en schepenen benoemen, zelf rechtspreken en belastingen innen en zelf tol heffen en markten houden. Reeds in de dertiende eeuw was er sprake van een baai en mogelijk een ankerplaats voor schepen die op een gunstige wind wachtten. Die bevond zich echter aan het Marsdiep, ten zuiden van het huidige Den Hoorn. In de loop van de veertiende eeuw raakte die plek door verzanding steeds minder geschikt. De baai werd ingepolderd en staat thans als De Naal bekend. Iets zuidelijker was een nieuwe ankerplaats ontstaan, in een baai die Cule of Cuulen werd genoemd, maar in de loop van de vijftiende eeuw verzandde ook deze en werd hij ingedijkt. Hierna verschoof de ankerplaats naar de oostkant van het eiland, rond de vaargeul Texelstroom. Deze ankerplaats kreeg het belang dat ze eeuwen zou houden en werd de Rede van Texel genoemd. Het noordelijker gelegen Eierland werd in de loop van een aantal eeuwen een deel van Texel. In 1630 werd de Zanddijk voltooid die beide Waddeneilanden met elkaar verbond. In 1835 richtte de uit Antwerpen afkomstige Nicolas Joseph De Cock samen met enkele andere heren een NV op die de kwelder tussen Eierland en Texel zou inpolderen voor agrarisch gebruik. In de nieuw aangelegde polder Eierland werd in 1836 ook een dorp gesticht dat aanvankelijk Nieuwdorp heette, maar dat later naar hem genoemd werd: De Cocksdorp. Moderne geschiedenis Kort voor het eind van de Tweede Wereldoorlog, in februari 1945, werd op het eiland het 822e Georgische bataljon gelegerd. Dat bataljon, bestaande uit 400 Duitsers en 800 Georgische vrijwilligers (onder wie een groot aantal Sovjet-krijgsgevangenen), had de taak het op te nemen tegen de geallieerden. In april 1945 vond een grootschalige muiterij plaats onder de Georgiërs. Deze opstand van de Georgiërs, ook wel bekend als de Russenoorlog, richtte zich tegen de Duitse bevelhebbers, die op dat moment aan de verliezende hand in de oorlog waren. De muiterij werd beantwoord met een Duits tegenoffensief, dat zou duren tot voorbij de Duitse overgave in Wageningen op 5 mei 1945. Pas op 20 mei arriveerden Canadese soldaten op Texel en werd 'Europa's laatste slagveld' bevrijd. Onder de Georgische opstandelingen, de Duitse militairen en de Texelse burgerbevolking vielen in totaal ten minste 1.000 doden. Geografie Topografie Het grootste dorp en tevens de hoofdplaats van de gemeente is Den Burg, midden op het eiland gelegen. In het zuiden van Texel liggen Den Hoorn en 't Horntje; het laatste bevindt zich aan het Marsdiep. Oudeschild en Oosterend bevinden zich aan de oostkant van het eiland. De Koog is gelegen naast de duinen in het westen, die de plaats scheiden van de Noordzee, en in het noorden van de gemeente ligt De Cocksdorp. Andere dorpen op Texel zijn Zuid-Eierland tussen Den Burg en De Cocksdorp en De Waal net ten oosten van Den Burg. Verder zijn er nog de volgende buurtschappen: {| | valign=top width=250 | Bargen Burger Nieuwland De Kuil De Naal De Nes De Westen Dijkmanshuizen Driehuizen Harkebuurt Het Noorden Midden-Eierland Molenbuurt | valign=top width=250 | Nieuweschild Noord Haffel Noorderbuurt Ongeren Oost Spang Spijkdorp Tienhoven Westergeest Westermient Zevenhuizen Zuid Haffel |} Landschap Het landschap op Texel is rijk en divers. Texel heeft polders, brede zandstranden, duinen en graslanden en verder heide, bos en kwelders. Rond Den Hoorn in het zuiden bloeien in mei grote bollenvelden. Nationaal Park Duinen van Texel beheert de zuidpunt van Texel, het gebied De Duinen tussen Den Hoorn en De Koog, De Dennen, De Slufter en De Muy. De harde kern van het eiland wordt gevormd door de Hoge Berg, die ligt tussen Oudeschild en Den Burg. Het is een lage stuwwal ontstaan in het Drenthestadium van het Saalien (de op een na laatste ijstijd). Het hoogste punt ligt op 15 meter boven NAP. Ondanks de bescheiden hoogte kan men van hier af het hele eiland overzien. Keileem komt hier dicht aan de oppervlakte. Dit vormt een harde, voor water ondoordringbare laag. Rond de percelen liggen zogenaamde tuunwallen. Dat zijn walletjes die uit plaggen zijn opgebouwd. Deze tuunwallen vormen samen met de glooiingen van het gebied een door velen gewaardeerd landschap. Het gebied is dan ook een landschapsreservaat. Op een helling van de Hoge Berg liggen ook het Doolhof, een bosje uit 1764, en de Zandkuil, Nederlands eerste insectenreservaat. Een bijzonder fenomeen is De Slufter, een gebied binnen de brede duinketen aan de noordwestkant van het eiland, vol kreken en geulen, dat in open verbinding staat met de Noordzee. Het is ontstaan na de aanleg van de 'Zanddijk' tussen het Oude Texel en Eyerland in 1629 en verschillende mislukte pogingen westelijk hiervan de duinenrij te sluiten. Bij vloed loopt een deel van De Slufter onder water en bij eb loopt het water door de geulen weer terug naar zee. Daardoor is slibvorming en verzilting ontstaan en moest de vegetatie zich aanpassen. Oostelijk van De Slufter ligt de Eijerlandse polder. Ertussen ligt de Zanddijk. Het buitendijkse natuurgebied De Schorren ligt bij het wantij. Eierland was ooit een eilandje ten noorden van Texel. Het werd toen Yerland genoemd. Door menselijk ingrijpen, het plaatsen van zandvasthoudende beplanting (onder andere helmgras) en beschutting werden strand en duinen aan de noordwestkant van Texel verbreed. Men begon daarmee in 1629. Ten slotte kon een zanddijk worden aangelegd, die de twee eilanden met elkaar zou verbinden. In 1846 werd de polder De Eendracht drooggelegd, in 1847-1848 de Prins Hendrikpolder en in 1876 de polder Het Noorden. Voortdurend moet strijd worden geleverd tegen de kracht van zee en wind. Tijdens de Watersnoodramp brak de Eendrachtsdijk in de ochtend van 1 februari 1953 door Bij zware storm kunnen tientallen of zelfs honderden meters duin worden weggeslagen. In 1864 was in het noorden bij De Cocksdorp de vuurtoren Eierland geplaatst, op ongeveer 3 km van de zee. Nu staat de zee vlak onder de toren, die door een asfalthelling en verschillende aangelegde zeeweringen wordt beschermd. Het strand is zich nu langzamerhand weer aan het verbreden. Ook in het zuidwesten slibt voortdurend materiaal aan. Aan de oostkant van Texel loopt een dijk (Lancasterdijk) die het eiland beschermt tegen de Waddenzee. Hier is het monument De Schicht geplaatst dat herinnert aan de verhoging van de dijken tot deltahoogte. Het hele duingebied van Texel, van de Hors tot aan de vuurtoren, vormt het Nationaal Park Duinen van Texel. In 2008 besloot de provincie Noord-Holland het duingebied van Texel aan te wijzen als aardkundig monument. De status geldt voor de duinen tussen de vuurtoren bij De Cocksdorp en de zuidpunt van Texel. De 'onthulling' van het monument vond plaats op 8 oktober 2008 op de Bertusnol, een van de hoogste duinpunten van het eiland. De provincie Noord-Holland kent 17 Aardkundige Monumenten, gebieden met 'unieke aardkundige waarden' die planologische bescherming genieten. Flora en fauna Texel is een geliefd oord voor vogelliefhebbers. Op sommige dagen kan een ervaren vogelaar wel honderd verschillende soorten waarnemen. Er broeden in het voorjaar vooral in de duingebieden ongeveer 80 verschillende vogelsoorten, maar in totaal zijn meer dan 350 soorten op Texel waargenomen. De Muy, een duingebied tussen De Koog en De Slufter is een beschermd gebied; het is de broedplaats van de oudste lepelaarkolonie van Nederland. Andere opvallende vogelsoorten op Texel zijn de dwergstern en de velduil. De zilvermeeuw komt er in grote aantallen voor. De vegetatie is rijk en gevarieerd. De fauna minder, vanwege de geïsoleerde ligging van het eiland. Toch leven er nog hermelijnen, bruine ratten, vijf muizensoorten, konijnen, hazen, kleine amfibieën als kikkers (bruine kikker en heikikker), rugstreeppadden en watersalamanders. Er zijn ook diverse vlindersoorten op Texel te vinden, waaronder de atalanta, distelvlinder, Sint-jacobsvlinder, duinparelmoervlinder en sinds 1995 het groentje. Er zijn daarnaast ook duizenden insectensoorten op het eiland waargenomen. Er zijn vier soorten naar het eiland vernoemd: de Texelse citroenkorst, het Texels mos, de paardenbloem Taraxacum texelense en de Texelse zandbij. Cultuur Folklore Texel heeft diverse folkloristische gebruiken. Op 12 december wordt Ouwe Sunderklaas gevierd. Dit is een restant van het Sinterklaasfeest zoals dat werd gevierd voordat het in de negentiende eeuw werd verburgerlijkt. In alle dorpen wordt er gespeuld. Speulen wil zeggen dat een bepaald plaatselijk nieuwsfeit van het afgelopen jaar wordt nagespeeld en in een bepaald daglicht gesteld. Dat speulen gebeurt gemaskerd, zodat de speulers niet te herkennen zijn. De hele nacht wordt er verder gefeest, waarbij er veel drank vloeit. Voorheen werd er ook een dergelijk feest gevierd op 5 december, ofwel Nieuwe Sunderklaas; dit is thans zo goed als verdwenen ten gunste van de pakjesavond van het vasteland. Verwante feesten vindt men nog wel op de andere Waddeneilanden. Op de zaterdag vóór Pinksteren wordt op Texel net als elders in Noord-Holland Luilak gevierd. Bij dit feest is het de bedoeling dat de jongeren de ouden wekken. Vanaf ongeveer vier uur 's morgens trekt de jeugd de straten op en begint daar kabaal te maken. Belletjelellen, met zeep de ramen bekladden en door de brievenbus schreeuwen zijn manieren om de ouden uit bed te krijgen. Hoewel het feest door vandalisme een slechte naam heeft gekregen, is het in oorsprong een vredelievend, Germaans feest dat tot doel had het begin van de lente te vieren. Volgens sommigen heeft het kabaal maken ooit de bedoeling gehad boze geesten te verdrijven, maar zeker is dit niet. Het is waarschijnlijker dat het kabaal altijd al gediend heeft als wekmiddel: de jongeren wekken de ouden om hen de ontluikende natuur, de schoonheid van de lente, te tonen. Op 30 april wordt de meierblis aangestoken. Dat zijn grote vuren van afval- en snoeihout. Deze vuren worden aan het begin van de avond aangestoken. Sommigen poffen in dit vuur hun aardappels. Ook raakt het gebruik meer in zwang om de gezichten zwart te maken met het as. Volgens folkloristische deskundigen is de meierblis een restant van een Germaans gebruik om met vuren de geesten van de winter te verdrijven. In 2003 waren er ongeveer 110 meierblissen op Texel. Op 11 november wordt Sint-Maarten gevierd. Hierbij gaan kinderen met een lampion in de hand langs de huizen. Er wordt aangebeld en een lied gezongen, waarbij de bewoner de kinderen beloont met snoep, fruit of kleingeld. Verder zijn er ook de vertellingen van de Sommeltjes die bij De Waal zouden wonen, in de Sommeltjesberg. Deze vriendelijke lieden zouden 's nachts het zilverwerk van de Texelaars komen oppoetsen. Het geloof in Sommeltjes kwam ook voor op Wieringen. Daar heten de aardmannetjes echter Sammelkes. Naast Sommeltjes waren ook andere bovennatuurlijke wezens aanwezig op het eiland, althans volgens de verhalen. Kinderen werden vaak bang gemaakt met verhalen over de tientóóners. Deze tientóóners bleken achteraf helemaal niet zo griezelig te zijn: het ging hier om gewone mensen, tienteners. Wel echt eng was Heintje Vaar, een wezen dat zich in sloten en poelen ophield en kinderen die te dicht aan het water kwamen bij de enkels greep en onder water trok. Deze Heintje Vaar was een typische boeman en verhalen over hem zijn, in verschillende vormen, algemeen en dus niet specifiek Tessels. Dialect Een deel van de Texelaars spreekt een eigen dialect. Dit dialect, het Tessels, wordt vooral in de 'buitendorpen' gesproken en nauwelijks nog in Den Burg en De Koog. Het Tessels lijkt sterk op het Wierings, het dialect van het voormalige eiland Wieringen, en beide zijn deze dialecten varianten van het West-Fries (zie ook Eiland-West-Fries). Zelfs met Zeeuws en West-Vlaams zijn er opvallende gelijkenissen op te merken. Het Tessels is dan ook een typisch kustdialect, dat als Ingvaeoons beschouwd kan worden. Het dialect is conservatief: de Nederlandse ij en ui klinken nog als ie en uu, zoals dat in het Middelnederlands het geval was. Zo wonen (weune) Tesselaars in een huus en wordt dat huus tegen de zee beschermd door een diek. Andere kenmerken van het Tessels zijn weglating van ge- bij voltooide deelwoorden (dat hei'k deen - dat heb ik gedaan) en het uitspreken van sk- op plekken waar het Nederlands sch heeft staan (skéép = schaap). Verder bijzonder is dat het Tessels twee ee-klanken onderscheidt, een gespannen ee (als in AN beer) en een ongespannen ee (als in AN beek etc.). Het onderscheid tussen deze klanken is historisch. Ook bij de oo bestaat zo'n onderscheid, maar dit onderscheid is historisch niet meer zuiver: in het Tessels heeft de gespannen oo de overhand gekregen op de ongespannen oo. De grammatica van het Tessels heeft veel gemeen met die van het Fries. Volgens sommigen zou het Tessels dan ook van Oudfries zijn afgeleid. Vaak wordt het dialect als een overgangsdialect tussen Fries en Hollands beschouwd. Typisch Fries zijn constructies van het type hee het staan bleve, waarbij bleve een voltooid deelwoord is, en niet, zoals in het Nederlands, een infinitief (hij is blijven staan). Of het Tessels in de toekomst behouden zal blijven, is onzeker. Het Tessels begint steeds meer van zijn eigenaardigheden te verliezen. Het lijkt erop dat het dialect zich zal aansluiten bij de algemene omgangstaal van Noord-Holland. Het dialect wordt dan vervangen door regiolect. Klederdracht Op Texel ontstond in de zeventiende eeuw, net zoals in veel gebieden in Nederland, een streekdracht. Deze dracht gold voornamelijk voor vrouwen: Texelse mannen droegen doorgaans eigentijdse streekkleding, die weinig verschilde van streekkleding elders in het land. Texelse vrouwen gingen gekleed in een jak (een kort en wijd jasje) en een geplooide rok die net niet tot de grond kwam. Het kenmerkendst voor de Texelse klederdracht was de zogenoemde 'Texelse kap'. Dit was een oorijzer dat werd gedecoreerd met kant, dat aan de onderzijde geplooid was. Het oorijzer was gemaakt van tin, zilver of goud, afhankelijk van de rijkdom van de draagster. Bij het voorhoofd werden aan weerszijden van de kap soms 'toertjes' bevestigd, lokken haar. De 'voornaald', een dunne en lange metalen reep, werd bij het voorhoofd aangebracht. Bij gehuwde vrouwen werd dit links aangebracht en bij ongehuwde vrouwen rechts. De Texelse streekdracht was tot aan het begin van de twintigste eeuw nog gebruikelijk, maar is in de loop der tijd daarna uit het straatbeeld verdwenen. De kleding is nu enkel nog te bewonderen in het streekmuseum Oudheidkamer Texel en op de jaarlijkse folkloremarkt in Den Burg. Bijnamen Kenmerkend voor de cultuur van de Waddeneilanden in het algemeen, is de relatief grote hoeveelheid locofaulismen die er gebruikt worden. Locofaulismen zijn scheldnamen die door inwoners worden gebruikt om spottend te verwijzen naar inwoners uit andere plaatsen. Locofaulismen bestaan naast de normale woorden om een inwoner van een plaats te duiden. Iemand uit Den Hoorn zal zich bijvoorbeeld eerder een Hoornder noemen dan een stiênepikker. Voor de zeven grootste dorpen op Texel bestaan er spotnamen: {| class="wikitable" !Dorp !Inwoner !Bijnaam !Vertaling |- |De Cocksdorp |Cocksdurper |Fingerbieters |Vingerbijters |- |De Koog |Kòòger |Sondbüke |Zandbuiken |- |De Waal |Weelder |Stoepskijters |Stoepschijters |- |Den Burg |Burger |Sketetrekkers |Schetentrekkers |- |Den Hoorn |Hoornder |Stiênepikkers |Stenengooiers |- |Oosterend |Strender |Kwatters, gortbüke |Kwatters, gortbuiken |- |Oudeschild |Skilder |Koekfreters, plompers |Koekvreters, plompers |} Verder worden inwoners van het eiland die in Den Helder geboren zijn, en dus niet op Texel zelf zijn geboren, op enigszins pejoratieve wijze aangeduid als Helderse kraaien. Op Texel is geen ziekenhuis, en dus ook geen kraamafdeling. Hierdoor gebeurt het dat Texelaars in Den Helder geboren kunnen worden. Deze bijnaam gaat niet op voor 'import', mensen die later naar Texel zijn verhuisd. In de rest van West-Friesland werd de bijnaam kwallen gebruikt om Texelaars te duiden. Dit was een locofaulisme en werd dus niet op Texel zelf gebruikt. Bijnamen voor het eiland zelf zijn onder andere Vogeleiland en Het Gouden Bolletje. Gastronomie In de zestiende en zeventiende eeuw was de Texelse schapenkaas door z'n bijzondere smaak al bekend. Naast de normale witte kaas, werd er namelijk ook een bijzondere groene kaas gemaakt. Deze stond bekend als de Tesselse Groene. Deze kaas was groen gekleurd door een procedé waarbij schapenkeutels in een neteldoek werden gekookt, om vervolgens het groene sap daarvan in de melk te laten lopen. Hier werd dan de kaas van gemaakt, die door het mestsap een pittige smaak kreeg en bovendien beter houdbaar was. Dit bijzondere ingrediënt in combinatie met het Texelse gras waar de schapen op grazen én de ambachtelijke bereiding, maakte het tot een bijzondere kaas. Om redenen van hygiëne werd de kaas in de jaren dertig door de Nederlandse Keuringsdienst van Waren verboden. De Texelse Bierbrouwerij, gevestigd nabij Oudeschild, bestaat sinds de jaren 90 en is lid van de Nederlandse Brouwers. Alle biernamen zijn opgesteld in het Texels dialect. Bekende vaste bieren in het assortiment van de brouwerij zijn de Texels Skuumkoppe, een weizenbier, en Texels Eyerlander, een amberbier. Texel Culinair is een terugkerend culinair evenement in De Koog. Vis en visserij staan centraal bij het Havenvistijn in Oudeschild. Musea en andere bezienswaardigheden Op Texel zijn diverse beelden, sculpturen en objecten geplaatst in de openbare ruimte. Het eiland telt daarnaast verscheidene rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten en oorlogsmonumenten. Cultuurhistorisch Museum Texel: De Waal Ecomare: De Koog Georgische begraafplaats: de Hoge Berg Jac. P. Thijssemonument: in de vijver aan de Elemert in Den Burg Kaap Oosterend: Oosterend Kaap Skil en De Traanroeier: Oudeschild Licht van Troost: Mokbaai Luchtvaart- & Oorlogsmuseum Texel: bij het Vliegveld Texel in Eierland Oudheidskamer: Den Burg Schipbreuk- en Juttersmuseum Flora: tussen Den Burg en De Koog Vuurtoren Eierland: Noord-Texel, nabij de Cocksdorp Overblijfselen van middeleeuwse en napoleontische forten bij Oudeschild Muziek Tussen 1966 en 1976 was de Beatboerderij of Beatschuur Sarasani bij Den Burg het mekka van de Nederlandse beatgangers. Doorheen het jaar worden op Texel verschillende muziekevenementen georganiseerd. Noemenswaardig zijn popfestival Sommeltjespop, Sun Beats (voorheen Island Samba), Texelpop en Strenderpop (uitsluitend Texelse bands), Tropical Sea Festival en het Texel Blues Festival in Den Burg half oktober. Sport Elk jaar organiseert Texel de zeilwedstrijd Ronde om Texel. In 2009 werd naast de Ronde om Texel ook het wereldkampioenschap slalom windsurfen georganiseerd door Texel. Jaarlijks wordt er op het eiland de halve marathon van Texel en om het jaar de Zestig van Texel gelopen. Het Tevoko Buitentoernooi voor volleyballers en de Texel Darts Trophy zijn andere jaarlijks terugkerende evenementen. In 2004 werd het Nederlands kampioenschap dammen voor vrouwen op Texel georganiseerd. In 2019 is het Nederlands Kampioenschap Golfsurfen gehouden op Texel bij Surfschool Foamball. Op Texel zijn meerdere voetbalverenigingen actief waaronder VV Texel '94 en SV ZDH. Economie De grootste economische sectoren op Texel zijn de landbouw, de veeteelt en het toerisme. Er worden duizenden schapen en koeien op het eiland gehouden. Een bekend schapenras afkomstig van Texel, is de Texelaar. Er worden aardappelen, suikerbieten, granen verbouwd en bloembollen geteeld. In de tijd van de VOC (zeventiende en achttiende eeuw) vertrokken de schepen uit Amsterdam, Enkhuizen en Hoorn vanaf de rede van Texel naar de Oriënt. Dit bracht veel werkgelegenheid op het eiland. Zo waren er bijvoorbeeld veel loodsen nodig om de schepen veilig door het Moddergat langs de zuidpunt te leiden. De rol van werkverschaffer werd later overgenomen door de walvisvaart. Ook de visvangst was een belangrijke bron van inkomsten. De haven van Oudeschild was het centrum van al deze activiteiten. Tegenwoordig herbergt Oudeschild een vloot van ongeveer dertig Noordzee-kotters en enkele kleinere kotters voor de garnalenvisserij op de Waddenzee. Daarnaast heeft het plaatsje een moderne jachthaven. Op het eiland is sinds begin vorige eeuw ook het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) gevestigd. Verkeer en vervoer Vanuit Den Helder wordt een geregelde veerdienst met het eiland onderhouden door de Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) waarvan de aandelen merendeels in handen zijn van de eilandbewoners. In de zomerperiode (tussen eind april en eind september) is er nog een tweede veerdienst van en naar Texel, namelijk tussen Texel (De Cocksdorp) en Vlieland. Deze dienst is enkel voor voetgangers en fietsers. De uitbater is de rederij De Vriendschap. Met de boot die deze veerdienst verzorgt, kunnen in deze periode ook robbentochten worden gevaren. Texel heeft een eigen luchthaven, Vliegveld Texel. Dit betekent dat er rechtstreekse vluchten van en naar het buitenland kunnen plaatsvinden. Er zijn geen (geregelde) lijndiensten. In het verleden voerde de KLM lijnvluchten uit tussen Texel en Schiphol. Het vliegveld wordt vooral gebruikt door de recreatieve luchtvaart, onder andere voor parachutesprongen en rondvluchten, maar ook door de zakenluchtvaart. Daarnaast wordt het vliegveld gebruikt voor les-, politie-, kustwacht- en inspectievluchten. Bij die laatste worden onder andere bruinvissen, zeehonden, vogels en eenden geteld vanuit de lucht. Eens in de drie jaar wordt de Texel Airshow gehouden. Vanaf de jaren 40 van de twintigste eeuw rijden er, in aansluiting op de veerdiensten, lijnbussen op het eiland. De bussen werden in eerste instantie gereden door de TESO. Vanaf de jaren 60 was het niet meer mogelijk om het busvervoer zonder aanvullende overheidssubsidies uit te voeren. Hiervoor was het nodig dat het busvervoer werd afgesplitst van de veerboot, met als gevolg dat vanaf 1971 het busvervoer werd gereden door de Autobusonderneming Texel (AOT). In 1989 werd deze busmaatschappij overgenomen door de NZH. Dit bedrijf is inmiddels opgegaan in Connexxion, dat tot op heden de busdiensten op het eiland uitvoert. Sinds 14 december 2014 rijdt het openbaar vervoer op Texel onder de naam Texelhopper. Buiten een vaste buslijn 28 vervoeren kleinere busjes (op reservering) reizigers op het eiland van A naar B. {| class="wikitable" ! Lijn ! Vervoerder ! Van ! Naar ! Frequentie ! Bijzonderheden |- | bgcolor=deepskyblue | 28 | Connexxion | 't Horntje | De Koog | 1× per uur | Sluit aan op de veerdienst van/naar Den Helder. |} Politiek In oktober 2008 was de gemeente Texel een van de Nederlandse gemeenten die getroffen werden door het faillissement van de IJslandse Landsbanki. Samenstelling gemeenteraad De gemeenteraad van Texel bestaat uit 15 zetels. Hieronder de behaalde zetels per partij bij de gemeenteraadsverkiezingen sinds 1994. De volgorde in de tabel is gebaseerd op de laatste verkiezingen. De partijen die samen de coalitie vormen staan vanaf de verkiezingen van 2006 dikgedrukt. {| class="wikitable" !colspan=9|Gemeenteraadszetels |- !Partij!!1994!!1998!!2002!!2006!!2010!!2014!!2018!!2022 |- |Texels Belang||6||4||4||4||2||3||4||3 |- |PvdA Pro Texel||2||2||2||2||3||3||2||3 |- |GroenLinks||2||3||2||2||1||1||2||3 |- |VVD||1||2||3||3||2||3||3||2 |- |CDA||3||3||3||3||2||1||2||2 |- |Blanco lijst||-||-||-||-||-||-||-||1 |- |D66||1||1||1||1||2||1||1||1 |- |Texel 2010||-||-||-||-||3||2||1||- |- |Sterk Texel||-||-||-||-||-||1||-||- |- !Totaal!!15!!15!!15!!15!!15!!15!!15!!15 |} College van B&W Het college van burgemeester en wethouders bestaat sinds 2022 uit: burgemeester Michiel Uitdehaag (D66, tot 1 juni 2023); waarnemend burgemeester Rob van der Zwaag (CDA, vanaf 1 juni 2023) wethouder Cees Hooijschuur (Texels Belang); wethouder Remko van de Belt (PvdA); wethouder Rikus Kieft (GroenLinks). Onderwijs Op Texel zijn in totaal tien basisscholen. Hiervan bevinden er zich vijf in Den Burg, waaronder een voor speciaal onderwijs. Verder zijn er basisscholen in De Koog, Oudeschild, De Cocksdorp en twee in Oosterend. Een van deze twee basisscholen in Oosterend biedt kleinschalig privéonderwijs op reformatorische grondslag. Het aanbod qua overtuiging varieert, en omvat onder andere openbaar onderwijs, protestants-christelijk onderwijs en vrijeschoolonderwijs. Texel is het enige Nederlandse Waddeneiland met een brede scholengemeenschap voor middelbaar onderwijs. In Den Burg is de Openbare Scholengemeenschap De Hogeberg gevestigd die onderwijs aanbiedt voor vmbo, havo en vwo. Dit is de enige school voor voortgezet onderwijs op het eiland. Bekende Texelaars {| |- | valign="top" | Geboren op Texel Reinier Sybrand Bakels, jurist en schilder; Denise Betsema, wielrenster; Alice Blom, volleybalster; Willem Eduard Bok, staatssecretaris van de Zuid-Afrikaansche Republiek; Erik van Bruggen, netwerker en campagnestrateeg; Jacob Daalder, onderwijzer en schrijver; René Daalder, schrijver en filmregisseur; Jan Drijver, ornitholoog en natuurbeschermer; Imme Dros, jeugdboekenschrijfster; Nico Dros, schrijver; Tuur Elzinga, activist en politicus; Willem Keesom, natuurkundige en hoogleraar; Inge Lievaart, dichteres; Monica Maas, illustrator en schrijver; Dorian van Rijsselberghe, windsurfer; Marianne Witte, jeugdboekenschrijfster; Henk Zijm, wiskundige en wetenschapper. | valign="top" | Woonachtig geweest op Texel Jac. P. Thijsse, onderwijzer en natuurbeschermer. Overleden op Texel Piet Ruimers, snelwandelaar; Jan Knippenberg, ultraloper; Bert Nederlof, voetbaljournalist. Ereburgers Johannes van der Vlis, geschiedschrijver (juni 1964); Harry de Graaf, hoofdredacteur van de Texelse Courant (september 2002); Jan Wolkers, schrijver en beeldend kunstenaar (maart 2006); Kees de Jager, astronoom (april 2006); Dorian van Rijsselberghe, windsurfer (augustus 2016). |} Nabijgelegen gemeenten Zie ook Texel (waterschap), over het gelijknamige waterschap Externe links Gemeente Texel Informatie over het ontstaan van de waddeneilanden (met videobeelden) Informatie over de ontwikkeling van Texel Stuwwal
Vanaf de jaren 40 van de twintigste eeuw rijden er, in aansluiting op de veerdiensten, lijnbussen op het eiland. De bussen werden in eerste instantie gereden door de TESO. Vanaf de jaren 60 was het niet meer mogelijk om het busvervoer zonder aanvullende overheidssubsidies uit te voeren. Hiervoor was het nodig dat het busvervoer werd afgesplitst van de veerboot, met als gevolg dat vanaf 1971 het busvervoer werd gereden door de Autobusonderneming Texel (AOT). In 1989 werd deze busmaatschappij overgenomen door de NZH. Dit bedrijf is inmiddels opgegaan in Connexxion, dat tot op heden de busdiensten op het eiland uitvoert. Sinds 14 december 2014 rijdt het openbaar vervoer op Texel onder de naam Texelhopper. Buiten een vaste buslijn 28 vervoeren kleinere busjes (op reservering) reizigers op het eiland van A naar B.
5
reizen, vervoer, bestemming
9,674
Mass
1036706
https://nl.wikipedia.org/wiki/STS-51-D
STS-51-D
STS-51-D, voluit Space Transportation System-51-D, was een Spaceshuttlemissie van de NASA waarbij de Space Shuttle Discovery gebruikt werd. De Discovery werd gelanceerd op 12 april 1985. Dit was de zestiende Space Shuttlemissie en de vierde vlucht voor de Discovery. Bemanning Karol J. Bobko (2), Commander Donald E. Williams (1), Pilot Margaret Rhea Seddon (1), Mission Specialist 1 Jeffrey A. Hoffman (1), Mission Specialist 2 S. David Griggs (1), Mission Specialist 3 Charles D. Walker (2) Jake Garn (1), Payload Specialist 2 tussen haakjes staat het aantal vluchten die de astronaut gevlogen zou hebben na STS-51-D Missieparameters Massa Shuttle bij Lift-off: 113,802 kg shuttle bij landing: 89,816 kg vracht: 16,249 kg Perigeum: 445 km Apogeum: 535 km Glooiingshoek: 28.5° Omlooptijd: 94.4 min Zie ook Spaceshuttle Spaceshuttle Discovery Externe links NASA missie gegevens overige informatie Spaceshuttlemissie
Missieparameters Massa Shuttle bij Lift-off: 113,802 kg shuttle bij landing: 89,816 kg vracht: 16,249 kg Perigeum: 445 km Apogeum: 535 km Glooiingshoek: 28.5° Omlooptijd: 94.4 min
1
massa, gewicht, kilogram
9,974
APIReference
255646
https://nl.wikipedia.org/wiki/SDM2
SDM2
System Development Methodology 2 (SDM2) is een traditionele lineaire fasemethode die voornamelijk wordt gebruikt bij projecten voor systeemontwikkeling. Geschiedenis SDM2 stamt uit het jaar 1987 en is de opvolger van SDM dat in 1970 werd ontwikkeld door het bedrijf PANDATA, onderdeel van de Capgemini Sogeti (CGS) groep, in opdracht van drie Nederlandse bedrijven: Akzo, Nationale-Nederlanden en PTT (nu TNT). Doordat deze methode zijn oorsprong heeft in Nederland wordt deze methode in Nederland erg veel gebruikt. Definitie SDM2 Een gefaseerde top-down methode die op globaal niveau aangeeft welke activiteiten doorlopen moeten worden, hoe deze samenhangen en welke mijlpaalproducten moeten worden opgeleverd. Via afbakening en decompositie worden de onderdelen steeds gedetailleerder ingevuld. Verschil tussen SDM en SDM2 Het probleem bij SDM was dat tijdens het functioneel ontwerp, er al vaak technische kanttekeningen werden gemaakt die pas later in het technische ontwerp werden gedocumenteerd. In SDM2 werd dit "alvast vooruit documenteren" ondervangen door een vernieuwde fase-indeling, te weten globaal ontwerp en detailontwerp. Het globale ontwerp is een ontwerp op hoofdlijnen, die zowel functioneel als technisch zijn, terwijl in het detailontwerp op beide gebieden de puntjes op de ‘i’ werden gezet. De rol van het globale ontwerp is nu overgenomen door de architectuur. Daarin staan immers zowel de principes die betrekking hebben op de functionaliteit als de principes die te maken hebben met de constructie en hun onderlinge relaties. Fasen Met behulp van SDM2 is het mogelijk omvangrijke automatiseringsprojecten te structureren en te plannen. Het ontwikkelproces wordt globaal opgedeeld in zes verschillende fasen(bij SDM zeven fases), namelijk: Informatieplanning; Definitiestudie; Globaalontwerp; Detailontwerp; Realisatie; Invoering; Gebruik en beheer. Alle afzonderlijke fasen bestaan vervolgens weer uit subfasen ofwel activiteiten. Hierdoor ontstaat een gestructureerde manier van werken. Uitwerking van fasen Informatieplanning, aangeven van doelstellingen, de wijze waarop en de middelen waarmee de doelstellingen zijn te realiseren en een budget. Definitiestudie, activiteiten gericht op het definiëren van systeemeisen, de impact op de organisatie en de beschrijving van het systeemontwerp als logisch systeem. Basisontwerp, gedetailleerde uitwerking van systeemconcept en gekozen systeemoplossing tot op niveau van deelsystemen. Detailontwerp, Systeemdocumentatie, beschrijven van het (sub)systeem, schema's van het functioneel en technisch ontwerp, overzicht van controlemaatregelen, de testprocedures en testresultaten. Gebruikersdocumentatie, procedurebeschrijvingen, voorschriften, instructies, formulieren en schermindelingen. Realisatie, de realisatie en het testen van het detailontwerp. Testen omvat een functietest op werking, moduletest (correct functioneren in samenhang van functies), integratietest (functioneren modules in samenhang), acceptatietest. Ook dienen de systeem-, gebruikers- en productiedocumentatie getest worden. Systeemdocumentatie, beschrijven van het (sub)systeem, schema's van het functioneel en technisch ontwerp, overzicht van controlemaatregelen, de testprocedures en testresultaten. Gebruikersdocumentatie, procedurebeschrijvingen, voorschriften, instructies, formulieren en schermindelingen. Invoering, hierbij is van belang conversie en schaduwdraaien. Conversie = het overzetten van registraties behorende tot de bestaande systemen naar het nieuwe systeem. Schaduwdraaien = zowel het oude als het nieuwe systeem zijn voor een bepaalde tijd tegelijkertijd operationeel, waarbij de resultaten van het nieuwe systeem worden vergeleken met die van het oude systeem Gebruik en beheer, van belang is evaluatie. Overgang van fasen De verschillende fasen worden met behulp van de watervalmethode doorlopen, zodat afzonderlijke fasen moeten worden afgerond alvorens met een volgende fase begonnen kan worden. Elke fase wordt daarom afgerond met een mijlpaalproduct. Op basis van dit tussenproduct wordt bepaald of er overgegaan kan worden naar de volgende fase. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een Go en een No Go. Bij een Go wordt het tussenproduct goedgekeurd en de nieuwe fase kan worden gestart. Bij een No Go wordt het tussenproduct afgekeurd en moet dit product worden verbeterd, net zo lang tot het voldoende is om verder te gaan naar de volgende fase. Is er eenmaal een overgang, een Go, naar een andere fase dan kan er niet meer teruggesprongen worden naar een voorgaande fase. Bronnen https://web.archive.org/web/20070929091503/http://home.versatel.nl/cbdekleijn/dsm.htm https://web.archive.org/web/20070926231326/http://home.planet.nl/~airborne/nivra/ao/jans_grondslagen_ao.htm Software engineering Projectmanagement
Detailontwerp, Systeemdocumentatie, beschrijven van het (sub)systeem, schema's van het functioneel en technisch ontwerp, overzicht van controlemaatregelen, de testprocedures en testresultaten. Gebruikersdocumentatie, procedurebeschrijvingen, voorschriften, instructies, formulieren en schermindelingen.
1
API-specificatie, programmeerhandleiding, systeemdocumentatie
690
Clip
2024150
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zot%20van%20Vlaanderen
Zot van Vlaanderen
Zot van Vlaanderen was een spelprogramma dat werd uitgezonden op VTM. Het programma werd gepresenteerd door Rani De Coninck en was gebaseerd op het succesvolle Ik hou van Holland van de Nederlandse televisiezender RTL 4(vanaf 2019 SBS6). Het eerste en tweede seizoen werden uitgezonden op zaterdagavond; het derde op vrijdagavond. Inhoud Iedere aflevering namen twee teams van bekende Vlamingen het tegen elkaar op in een quiz die draaide om hun kennis over Vlaanderen en, bij uitbreiding, België. De teams werden geleid door de broers Staf en Mathias Coppens. In het eerste seizoen bestond elk team uit een twintiger, dertiger en veertigplusser. In het derde seizoen bestond er een specifieke band tussen de teamleden (bijvoorbeeld acteurs uit dezelfde soap). Als een team won, dan kreeg het team zelf en het publiek dat bij het team hoorde een prijs (vaak een toestel van het merk Princess of een gezelschapsspel van Zot van Vlaanderen). De muziek werd verzorgd door de Zot van Vlaanderenband onder leiding van Hans Franken. Raf Van Brussel was een van de zangers in de band, naast zangeressen Jana De Valck en Billie Bentein. De titelsong van het programma was Vlaanderen boven van Raymond van het Groenewoud. Rondes De belangrijkste rondes waren: Vanaf seizoen 1 Tv-vragen: hierbij wordt een tv-fragment getoond, waarna een bijbehorende vraag wordt gesteld. 2 kandidaten nemen het tegen elkaar op en moeten afdrukken wanneer zij het antwoord denken te weten. Rebus: hierbij wordt een rebus getoond die de titel van een liedje uitdrukt. Als afgedrukt wordt, dan moet die persoon zowel de titel als de artiest van het betreffende nummer noemen. Melodie: De teams moeten een lied van Vlaamse makelij raden aan de hand van de melodie, die gespeeld wordt door de band. Vertaling: hierbij wordt de tekst van een niet-Nederlandstalig lied (wel van een Vlaamse of Belgische artiest) vertaald naar het Nederlands en voorgelezen door Rani De Coninck. Aan de hand van de vertaalde tekst moet het lied worden geraden. Spellingsronde: hierbij moeten de kandidaten van een team elk een woord spellen. In seizoen 1 moesten ze behalve individueel ook als groep een woord spellen (door om beurt een letter te zeggen). Vanaf seizoen 2 werd dit gedeelte aangepast: elk team moet proberen binnen 1 minuut een zo lang mogelijk woord (de woordslang) samen te stellen door om beurten een letter op te noemen. De eerste letter wordt gegeven. Vlaams taaladviseur Stefaan Croon controleert achteraf in hoeverre het woord telt (bijvoorbeeld; als het team "dysleksie" spelde, telt alleen het deel "dysle"). Roddelen: Het oudste lid van een team vertelt, vanaf een papiertje, een roddel met daarin 10 trefwoorden aan het volgende teamlid. Die vertelt het zonder hulpmiddelen door aan de volgende, en die weer aan de volgende tot uiteindelijk de teamcaptain het gehoord heeft. De teamcaptain mag dan de roddel aan Rani vertellen waarbij wordt gekeken hoeveel van de 10 trefwoorden nog in het verhaal voorkomen. Lijstjesronde: beide teams wordt gevraagd zo veel mogelijk zaken horend bij een onderwerp of thema op te noemen binnen de minuut. Het team dat de meeste denkt op te kunnen noemen mag de ronde spelen. De teams kunnen elkaar overbieden met het aantal antwoorden dat ze denken te weten, waardoor het mogelijk is dat hetzelfde team twee keer aan de beurt is en het andere team niet. Faalt het team het door hen gestelde aantal antwoorden te geven, dan gaan de punten naar het andere team. Finale: in de finale worden 4 vragen gesteld waarop met een getal (bijvoorbeeld een procent) geantwoord moet worden. Het tweede team mag zeggen of het getal volgens hen hoger of lager moet zijn. De captain van het team dat scoort, mag aan een rad draaien. Op het rad staan verschillende hoeveelheden punten. Omdat er ook hoge getallen op staan zoals 25 en 50, en bij de laatste vraag 100, kan een team een grote achterstand toch nog goed maken. Seizoen 2 Deze rondes waren nieuw in seizoen 2: Meneer Chong Ho Kwan: hierbij probeert een Chinese man die geen Nederlands spreekt een nummer te zingen, waarbij beide teams moeten raden welk lied hij zingt. Raad de BV: De teamcaptains krijgen kaartjes met daarop de namen van bekende Vlamingen. Ze moeten hun team met aanwijzingen duidelijk maken welke Vlamingen dit zijn zonder (delen van) de naam te noemen. Het knetterend kampvuur(in Nederland bekend als het Verjaardagsspel): alle teamleden en de captains zitten rond een kampvuur(in Nederland zitten ze rond een tafel op een met slingers versierd podium). Rani stelt vragen en er wordt een (confetti)tijdbom doorgegeven. Degene die de bom vasthoudt, moet vragen beantwoorden, en mag de bom pas doorgeven aan zijn/haar buurman als een vraag goed beantwoord wordt. Na drie minuten ontploft de bom. Het team dat de bom op dat moment niet vasthoudt, wint alle door hen gescoorde punten in die ronde. Seizoen 3 Deze rondes waren nieuw in seizoen 3: Het interview(in Nederland bekend als Geen ja, geen nee en geen euh): De teamcaptains interviewen elkaar elk 1 minuut(in Nederland wordt een willekeurig teamlid geïnterviewd door de presentator) De geïnterviewde mag de woorden ja, nee en euh niet gebruiken en geen lange stiltes laten vallen. Per fout gaan 2 punten af van het startaantal van 20 punten(in Nederland 1 punt van het startaantal van 3 punten). Het schoolbord: De teamcaptains krijgen kaartjes met daarop de namen van plaatsen of bekende Vlamingen. Door te tekenen op een schoolbord proberen ze hun team duidelijk te maken waarover het gaat. Seizoen 1 Seizoen 2 Seizoen 3 In seizoen 3 won Staf Coppens slechts 1 aflevering. De andere 7 afleveringen werden allemaal gewonnen door Mathias. Vlaams televisieprogramma Programma van VTM
Vanaf seizoen 1 Tv-vragen: hierbij wordt een tv-fragment getoond, waarna een bijbehorende vraag wordt gesteld. 2 kandidaten nemen het tegen elkaar op en moeten afdrukken wanneer zij het antwoord denken te weten. Rebus: hierbij wordt een rebus getoond die de titel van een liedje uitdrukt. Als afgedrukt wordt, dan moet die persoon zowel de titel als de artiest van het betreffende nummer noemen. Melodie: De teams moeten een lied van Vlaamse makelij raden aan de hand van de melodie, die gespeeld wordt door de band. Vertaling: hierbij wordt de tekst van een niet-Nederlandstalig lied (wel van een Vlaamse of Belgische artiest) vertaald naar het Nederlands en voorgelezen door Rani De Coninck. Aan de hand van de vertaalde tekst moet het lied worden geraden. Spellingsronde: hierbij moeten de kandidaten van een team elk een woord spellen. In seizoen 1 moesten ze behalve individueel ook als groep een woord spellen (door om beurt een letter te zeggen). Vanaf seizoen 2 werd dit gedeelte aangepast: elk team moet proberen binnen 1 minuut een zo lang mogelijk woord (de woordslang) samen te stellen door om beurten een letter op te noemen. De eerste letter wordt gegeven. Vlaams taaladviseur Stefaan Croon controleert achteraf in hoeverre het woord telt (bijvoorbeeld; als het team "dysleksie" spelde, telt alleen het deel "dysle"). Roddelen: Het oudste lid van een team vertelt, vanaf een papiertje, een roddel met daarin 10 trefwoorden aan het volgende teamlid. Die vertelt het zonder hulpmiddelen door aan de volgende, en die weer aan de volgende tot uiteindelijk de teamcaptain het gehoord heeft. De teamcaptain mag dan de roddel aan Rani vertellen waarbij wordt gekeken hoeveel van de 10 trefwoorden nog in het verhaal voorkomen. Lijstjesronde: beide teams wordt gevraagd zo veel mogelijk zaken horend bij een onderwerp of thema op te noemen binnen de minuut. Het team dat de meeste denkt op te kunnen noemen mag de ronde spelen. De teams kunnen elkaar overbieden met het aantal antwoorden dat ze denken te weten, waardoor het mogelijk is dat hetzelfde team twee keer aan de beurt is en het andere team niet. Faalt het team het door hen gestelde aantal antwoorden te geven, dan gaan de punten naar het andere team. Finale: in de finale worden 4 vragen gesteld waarop met een getal (bijvoorbeeld een procent) geantwoord moet worden. Het tweede team mag zeggen of het getal volgens hen hoger of lager moet zijn. De captain van het team dat scoort, mag aan een rad draaien. Op het rad staan verschillende hoeveelheden punten. Omdat er ook hoge getallen op staan zoals 25 en 50, en bij de laatste vraag 100, kan een team een grote achterstand toch nog goed maken.
1
tv-fragment, radio-fragment, programma-segment