id
int64 1
12.6k
| class_label
stringclasses 634
values | wiki_id
stringlengths 2
7
| wiki_url
stringlengths 32
160
| wiki_title
stringlengths 1
102
| wiki_full_text
stringlengths 62
295k
| context_paragraph
stringlengths 5
17.4k
⌀ | keyword_count
int64 0
21
| keywords_used
stringlengths 14
77
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
7,612 |
ContactPointOption
|
5442327
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verbod%20op%20korte%20vluchten
|
Verbod op korte vluchten
|
Een verbod op korte vluchten, ook wel verbod op korteafstandsvluchten, verbod op korte vliegreizen of korte vluchten afschaffen genoemd, is een verbod ingesteld door overheden op luchtvaartmaatschappijen om vliegverbindingen op te zetten en onderhouden over een bepaalde vliegafstand, of door organisaties of bedrijven op hun eigen werknemers voor zakenreizen met gebruik van bestaande vliegverbindingen over een bepaalde afstand, ter mitigatie van de milieuvervuiling veroorzaakt door de luchtvaart. In de 21e eeuw hebben verscheidene overheden, organisaties en bedrijven bepaalde beperkingen en zelfs verboden ingevoerd op korte vluchten om zo reizigers te stimuleren of verplichten om te kiezen voor duurzamere vervoersmiddelen, met name de trein.
Definitie
Er is geen overeenstemming over wat een 'korte vlucht' is. In de publieke opinie zoals in debatten en enquêtes wordt de term vaak niet expliciet gedefinieerd. De International Air Transport Association (IATA) definieert een korte vlucht als 'een vlucht met een duur van 6 uur of korter'. In de praktijk hebben overheden en organisaties verschillende normen ingevoerd, ofwel op basis van de hemelsbrede afstand tussen steden in honderden kilometers ofwel in termen van hoeveel uur een trein erover zou doen om deze afstand te overbruggen. Om een voorbeeld te noemen, de Rijksuniversiteit Groningen heeft limieten gesteld volgens beide normen, namelijk door haar personeel te verbieden om vliegreizen korter dan 500 kilometer te maken of korter dan per trein binnen 6 uur kan worden bereisd. Er was enige verwarring over hoe deze beperkingen moesten worden berekend en verzoend: hemelsbreed is de afstand tussen Groningen en bijvoorbeeld Berlijn 465 km, maar de wegverbinding 577 km; bovendien varieert de treinreistijd tussen de 5.40 en 6.30 uur.
Overzicht
Overheden en publieke instellingen
Overheden stellen verboden op korte vliegreizen over het algemeen in op luchtvaartmaatschappijen en daarme alle burgers en bedrijven die op hun grondgebied opereren. Sommige uitzonderingen worden verleend voor noodgevallen.
: Op 3 juni 2019 stelden Franse parlementsleden voor om vliegreizen over afstanden die binnen 2,5 uur met de trein kunnen worden afgelegd te verbieden. De Franse Minister van Financiën Bruno Le Maire verklaarde in april 2020 en herhaalde in mei 2020 dat er onderhandelingen gaande waren tussen de regering en Air France-KLM over een dergelijk verbod op korte afstanden van 2,5 uur. Op 9 juni 2020 bevestigde Le Maire, als onderdeel van zijn coronacrisissteunpakket voor de Franse luchtvaartsector, dat korte afstandsvluchten van 2,5 uur verboden zouden worden, terwijl de binnenlandse vluchten van Air France-KLM met 40% zouden worden verminderd.
: In juni 2013 stelde Tweede Kamerlid Liesbeth van Tongeren (GroenLinks, voorheen directeur Greenpeace Nederland) voor om binnenlandse vluchten in Nederland te verbieden met als argument dat ze nodeloos inefficiënt, vervuilend en duur zijn, maar Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Wilma Mansveld (PvdA) zei dat een dergelijk verbod EU-regels zou overtreden die luchtvaartmaatschappijen toestaan om binnenlands te vliegen. In maart 2019 stemde de Tweede Kamer in met een verbod op commerciële vluchten tussen Amsterdam Airport Schiphol en Brussels Airport (Zaventem). Deze afstand van ongeveer 150 kilometer werd elke dag afgelegd door vijf retourvluchten, waarvan de meeste feedervliegreizen waren: passagiers uit Brussel gaan naar Amsterdam om daar op een langeafstandsvlucht te stappen of vice versa. Echter, Minister van Infrastructuur Cora van Nieuwenhuizen (VVD) verklaarde dat een dergelijk verbod indruisde tegen de vrijemarktregels van de Europese Commissie en daarom niet ingevoerd zou worden.
: Als onderdeel van haar coronacrisissteunpakket voor Austrian Airlines in juni 2020 voerde de conservatief–groene coalitie een speciale belasting in van 30 euro op vliegtickets voor vluchten onder de 350 kilometer (een nog niet eerder binnen de EU genomen milieumaatregel), terwijl vlieglijnen over een afstand die binnen drie uur per trein bereisbaar waren voortaan werden verboden.
Wallonië (): In 2006 verbood de Waalse Minister van Transport André Antoine de luchtvaartmaatschappij Jet4you om een tussenstop te maken in Luik tijdens een vlucht van Charleroi naar Casablanca met het argument dat korteafstandsvluchten van minder dan 100 kilometer te veel milieuschade aanrichtten. In december 2006 bevestigde de Europese Commissie dat dit verbod geen luchtvaartafspraken met Marokko schond; Commissaris Jacques Barrot lichtte toe: 'De nationale autoriteiten kunnen dergelijke maatregelen nemen, met name om milieuredenen.' Jet4you sleepte de Waalse Regering voor de rechter, maar in november 2008 bevestigde de Rechtbank van eerste aanleg in Namen de geldigheid van het korteafstandsverbod, verwierp de schadeclaim van Jet4you en beval het bedrijf om de proceskosten à 15.000 euro te betalen. Minister Antoine beschouwde dit als een overwinning en spoorde de Belgische federale regering opnieuw aan om een landelijk verbod op korte vluchten in te stellen (hetgeen door de vorige federale transportminister Renaat Landuyt al was overwogen).
Organisaties en bedrijven
Organisaties, inclusief overheidsinstanties en NGO's, en ook commerciële bedrijven, leggen soms de zakelijke korte vliegreizen van hun eigen personeel aan banden, meestal door hen te adviseren of instrueren om in plaats daarvan de trein te nemen. Sommige uitzonderingen kunnen worden verleend voor noodgevallen of voor bestemmingen die moeilijk per trein bereikbaar zijn. Als een werknemer toch een vlucht pakt die niet voldoet aan de regels gesteld door zijn werknemer, dan worden de gemaakte reiskosten niet vergoed.
Greater London Authority: Op 12 maart 2008 verbood burgemeester Ken Livingstone van Londen korte vliegreizen voor alle 20.000 werknemers van de Greater London Authority (alias City Hall), Transport for London en London Development Agency. City Hall publiceerde dezelfde dag een rapport waarin stond dat alle reizen binnen het Verenigd Koninkrijk en de meeste continentaal-Europese steden per spoor dienden te worden ondernomen, tenzij een dergelijke reis langer dan 6 uur zou duren. Een rapport van Transport for London uit 2010 merkte op: 'Aangezien treinreizen minder koolstofintensief is dan reizen met het vliegtuig voeren veel organisaties nu een verbod in op alle korte vluchten wanneer er een gelijkaardige reis per trein van minder dan zes uur beschikbaar is'.
BBC Worldwide (nu BBC Studios): de British Broadcasting Corporation besloot in oktober 2009 dat alle personeelsleden van de afdeling BBC Worldwide niet meer binnenlandse of korte vluchten mochten maken op kosten van het bedrijf, tenzij reizen per trein hun totale reistijd met meer dan drie uur zou verlengen. Bovendien dienden ze voortaan formeel uit te leggen waarom een ontmoeting of vergadering niet kon worden gehouden met een van de vijf videoconferentieprogramma's van de BBC voordat toestemming kon worden verleend voor een langeafstandsvlucht. De maatregelen werden genomen om milieuschade en kosten terug te dringen.
Environment Agency: Het in Bristol gevestigde Environment Agency (Milieu-agentschap) van de Britse overheid verbood zijn personeel in juni 2010 om korte vluchten te maken naar heel Engeland en Wales en verschillende bestemmingen in continentaal Europa, waaronder Parijs en Brussel, en verplichtte hen om in plaats daarvan met de trein te reizen; Edinburgh en Glasgow zouden 'in uitzonderlijke omstandigheden' nog steeds per vliegtuig worden toegelaten. Het agentschap had in de periode 2006–2010 zijn kilometrage voor zakenreizen per auto al met 24% beperkt en wilde ook in de luchtvaart het goede voorbeeld geven, ten dele als antwoord op de kritiek jegens het Ministerie van Energie en Klimaatverandering, dat veel vermijdbare binnenlandse vluchten uitvoerde.
Katholische Privatuniversität Linz: Sinds 2010 vergoedt de KU Linz de vliegreizen van haar personeel 'alleen als de meest comfortabele treinverbinding een reistijd van 8 uur overschrijdt en als bovendien de uitstoot van is gecompenseerd via atmosfair'.
Klarna Bank AB: Nadat de vliegschaamte-beweging in Zweden in 2017 opkwam, besloot de bank Klarna om al haar medewerkers te verbieden om binnen Europa te vliegen en om langeafstandsvluchten te ontmoedigen.
Tilburg University: De 'Regeling vergoeding dienstreizen werknemers TiU' zoals aangenomen op 1 januari 2018 verklaart dat, 'uit oogpunt van duurzaamheid', dienstreizen naar buitenlandse bestemmingen tot 500 kilometer 'in principe' met het openbaar vervoer (bus of trein) of een eigen vervoermiddel (vooral de auto) worden gemaakt; vanaf 500 kilometer kan gebruik worden gemaakt van het vliegtuig. Als de regels niet worden gevolgd, zal TiU de reiskosten niet vergoeden. Een onderzoek uit februari 2019 toonde aan dat, onder de top 10 bestemmingen van medewerkers in Europa, slechts één (Londen op nr. 7) binnen de limiet van 500 kilometer viel, hetgeen waarschijnlijk aantoonde dat het beleid een succes was, hoewel centraal toezicht op het naleven van de regels leek te ontbreken.
Universiteit Gent: In juni 2018 voerde de Universiteit Gent een duurzaam reisbeleid in ter vermindering van de 5.300 jaarlijkse vluchten van het personeel (wat bijna 15% van haar -uitstoot veroorzaakte), waarvan de meeste bestemmingen binnen Europa lagen. Voortaan waren zakenvluchten verboden naar 'groene steden', wat betekent dat ze binnen 6 uur bereikbaar zijn met de bus of trein, or als 'de reistijd ernaartoe per trein niet langer is dan per vliegtuig (duur van vlucht + 2 uur, als standaardduur van de rit naar de luchthaven + inchecktijd + transfertijd)'. Voor vluchten naar 'oranje steden', die per trein binnen 8 uur bereikbaar zijn, wordt het personeel geadviseerd maar niet verplicht om de bus of trein te nemen als alternatief. Uitzonderingen op deze regels kunnen worden gemaakt onder ongebruikelijke omstandigheden die na formeel verzoek zijn goedgekeurd. Alle uitstoot van toekomstige dienstvluchten diende voortaan ook te worden gecompenseerd.
Rijksuniversiteit Groningen: In mei 2019 kondigde de universiteit aan dat het voortaan haar personeel zou verbieden om afstanden korter dan 500 kilometer te vliegen of korter dan per trein binnen 6 uur kan worden bereisd. Het verbod beoogde een drastische vermindering van de ongeveer 5.500 jaarlijkse vluchten van universiteitsmedewerkers om congressen en symposia in het buitenland bij te wonen, hetgeen in de drie jaar ervoor 15 miljoen kilogram aan -uitstoot veroorzaakte.
Universiteit van Genève: In september 2019 werd aangekondigd dat de ongeveer 4.000 jaarlijkse vluchten die door universiteitsmedewerkers worden afgelegd om conferenties en vergaderingen bij te wonen, drastisch zouden worden verminderd om bij te dragen aan -emissiereducties. Naast andere maatregelen zouden meer videoconferenties real-life evenementen vervangen, vluchten over afstanden die met de trein in 4 uur kunnen worden afgelegd en businessclassvluchten binnen Europa en de MENA-regio worden verboden en de uitstoot van die wordt veroorzaakt door onvermijdelijke vliegreizen worden gecompenseerd.
Hochschule für nachhaltige Entwicklung Eberswalde: Op 19 september 2019 werd Eberswalde de eerste hogeronderwijsinstelling in Duitsland die haar medewerkers verplichtte om vliegafstanden onder de 1000 kilometer te vermijden, tenzij de treinreis langer dan 10 uur duurt of toestemming is verleend voor uitzonderlijke omstandigheden. Als universiteit die zich richt op duurzaamheid, concludeerde ze dat ze een leidende rol zou moeten spelen op het gebied van duurzamer transport, inclusief het elimineren van de jaarlijkse uitstoot van door korteafstandsvluchten, die goed was voor 10% van alle uitstoot in 2018.
HTW Berlin: Eind september 2019 kondigde de Berlijnse Hochschule für Technik und Wirtschaft aan dat het vanaf 1 januari 2020 alle korte personeelsvluchten die binnen 6 uur per trein bereisbaar waren zou schrappen. De jaarlijkse luchtvaartemissies van het instituut kwamen naar verluidt neer op 263 ton; de helft van alle dienstvliegreizen overbrugde minder dan 750 kilometer.
Vlaamse overheid: Sinds 1 oktober 2019 mogen ambtenaren van de Vlaamse overheid niet meer met het vliegtuig reizen naar bestemmingen die dichterbij zijn dan 500 kilometer of binnen 6 uur over land te bereizen. Uitzonderingen waren alleen toegestaan als 'zwaarwichtige redenen' konden worden aangetoond.
SFB 1287 van de Universiteit van Potsdam: De afdeling 1287 Limits of Variability in Language van de Universiteit van Potsdam vergoedt sinds 1 januari 2020 geen zakelijke vluchten meer tot 1000 kilometer of 12 uur treinreizen.
Institut für Energietechnik van de Hochschule für Technik Rapperswil: 88% van de leden van het Institut für Energietechnik (met 6% onthoudingen) stemde vóór de invoering van een vliegverbod voor korte afstanden, gedefinieerd als 1000 kilometer of reisbaar met een alternatief vervoermiddel binnen 12 uur, voor personeel tegen eind januari 2020.
Wageningen University & Research: Het college van bestuur van de WUR kondigde in februari 2020 een nieuw duurzaam reisbeleid aan dat haar personeel (dat 10.000 keer vloog in 2017, daarmee 200 ton aan uitstootte) verplichtte tot de trein voor reizen van 6 uur of minder, waarbij de trein nog steeds 'de voorkeur heeft' voor reizen tussen de 6 en 8 uur. Alleen 'bij 'heel zwaarwegende redenen' en nadat de leidinggevende daar toestemming voor heeft gegeven' kan vliegen op kortere afstanden worden goedgekeurd; deze redenen zouden na een jaar worden geëvalueerd.
Radboud Universiteit Nijmegen: In maart 2020 besloot het college van bestuur op advies van het Radboud Green Office dat werknemers vanaf september 2020 geen zakenvluchten meer mochten maken voor afstanden die met de trein in 7 uur te bereizen waren. Het was ook van plan om een partnerschap op te zetten met een extern reisbureau om het reisgedrag van zijn werknemers te reguleren zonder hun privacy te schenden en om te investeren in betere videoconferentietechnologie om reizen overbodig te maken. Volgens een studie van twee HAN-studenten zou het plan de Radboud Universiteit ongeveer 10% van al haar -emissies besparen.
Kanton Basel-Stadt: In juni 2020 werd het alle overheidsmedewerkers om milieuredenen verboden om vluchten te nemen naar bestemmingen dichter dan 1000 kilometer bij de stad Bazel.
Maatschappelijk debat
Europese Unie
Tijdens een televisiedebat voorafgaand aan de Europese Parlementsverkiezingen van 2019 in mei 2019 stelde kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie Frans Timmermans voor om alle korteafstandsvluchten in Europese Unie te verbieden, terwijl zijn belangrijkste opponent Manfred Weber het er deels mee eens was dat ze dienden te worden beperkt. Analisten wezen erop dat er geen overeenstemming was over de definitie van de term 'korteafstandsvluchten' en dat het ver-strekkende gevolgen kon hebben voor kleinere regionale luchthavens die vooral binnenlandse vluchten bedienen. Uit een enquête van september–oktober 2019 uitgevoerd door de Europese Investeringsbank (EIB) onder 28.088 EU-burgers uit de destijds 28 lidstaten bleek dat 62% voorstander was van het verbieden van 'korteafstandsvluchten'; de enquête definieerde die term niet.
Duitsland
Timmermans' voorstel veroorzaakte een fel debat in Duitsland over het afschaffen van korte vluchten (namelijk, korter dan 1500 kilometer), waarbij sommige politici hem bijvielen, terwijl anderen zeiden dat het te ver ging en zich uitspraken voor andere maatregelen die zij gepaster vonden. Half oktober 2019 kondigde de Duitse Minister van Financiën aan dat het korte vliegreizen niet aan banden zou leggen, maar in plaats daarvan de vliegbelasting op korte afstanden bijna zou verdubbelen van 7,50 tot 13,03 euro; belasting op middellange afstanden zou toenemen van 23,43 tot 33,01 euro en op lange afstanden van 42,18 tot 59,43 euro. Verder zouden treinkaartjes 10% goedkoper worden.
Tegen juli 2019 begonnen de meeste politieke partijen in Duitsland, waaronder Die Linke, de sociaaldemocraten, de Groenen en de christendemocraten, overeenstemming te bereiken om alle overheidsinstellingen die vanwege de Berlin/Bonn-Gesetz van 1994 nog waren gevestigd in Bonn (de hoofdstad van het voormalige West-Duitsland) te verplaatsen naar Berlijn (de hoofdstad sinds Duitse hereniging in 1990), omdat ministers en ambtenaren ongeveer 230.000 keer per jaar tussen de twee steden vlogen, dat als te onpraktisch, duur en milieubelastend werd beschouwd. De afstand van 500 kilometer tussen Bonn en Berlijn kon met de trein in 5,5 uur worden afgelegd, dus ofwel moesten de treinverbindingen worden verbeterd, ofwel moest Bonn als secundaire hoofdstad worden afgeschaft.
Frankrijk
In Frankrijk nam de Assemblée op 10 april 2021 een voorstel over van het door loting samengestelde burgerparlement om korte-afstandsvluchten te verbieden waar een snelle treinverbinding aanwezig was. Wel werd de limiet van vier uur voor een treinreis teruggebracht tot 2,5 uur. Duurt de rit langer dan is een vliegverbinding als alternatief toegestaan.
Nederland
Hoewel in maart 2019 bijna alle Nederlandse parlementaire fracties het erover eens waren dat treinreizen korteafstandsvliegen zou moeten vervangen, waren er ook enkele praktische problemen die eerst dienden te worden opgelost voordat treinen een werkbaar alternatief konden worden zoals het kopen van gecombineerde trein- en vliegtickets, het ontbreken van een directe Thalys-verbinding van Amsterdam Centraal en Parijs-Noord naar Brussels Airport (hetgeen passagiers dwingt om in Brussel-Zuid over te stappen) en de omstandigheid dat de Beneluxtrein (die weliswaar rechtstreeks Schiphol en Zaventem verbindt) er twee uur over doet (vooral omdat er geen hogesnelheidslijn bestaat tussen Antwerpen en Brussel). In november 2019 veroorzaakte een Qatar Airways Boeing 777-vrachtvlieglijn van Doha naar Mexico-Stad met tussenstops in Maastricht en Luik controverse over 'de bizarste vlucht ooit', aangezien de afstand tussen de laatste twee slechts 38 kilometer is en slechts 9 minuten duurt, alleen omdat een enkele Nederlandse klant heeft gevraagd om zijn wekelijkse pakketje in Maastricht te laten bezorgen in plaats van Luik. In reactie daarop stelden twee van de vier Nederlandse regeringspartijen voor om alle vluchten korter dan 100 kilometer te verbieden.
In september–oktober 2022 bleek uit onderzoek van RTL Nieuws dat Nederlandse ministers, staatssecretarissen en het koningspaar Willem-Alexander en Máxima (zie ook Kosten van het Nederlandse Koninklijk Huis § Vliegreizen) steeds vaker korte zakenvluchten maakten met het Nederlands regeringsvliegtuig PH-GOV, privévliegtuigen of commerciële lijnvluchten (een stijging van 38% vergeleken met 2019), terwijl dit haaks stond op het regeerakkoord van januari 2022 om korte vluchten juist te ontmoedigen. Bovendien vlogen veel vliegtuigen leeg heen en weer op inefficiënte en milieuvervuilende wijze en waren de meeste afstanden in principe ook prima per trein, dienstauto of desnoods een lijnvlucht af te leggen. Dit bleek onder meer omdat sommige ministers zoals Dijkgraaf (onderwijs) en Harbers (infrastructuur) in de eerste acht maanden van 2022 met de dienstauto of de trein vanuit Den Haag naar Luxemburg of Parijs reisden, maar minister-president Rutte en minister Hoekstra (buitenlandse zaken) maakten samen 8 van de 12 vluchten naar Luxemburg of Parijs, meestal met regeringsvliegtuig PH-GOV. Luchtvaartdeskundigen waren kritisch over het vervuilende en dure reisgedrag van de bewindslieden die juist het goede voorbeeld dienden te geven en ook de privéluchtvaart was niet blij met de vele korte vluchten vanwege de hoge kosten. Naar aanleiding van de bevindingen van RTL reageerden coalitiepartijen D66 en ChristenUnie kritisch op het kabinet en ook coalitiepartij CDA stelde Kamervragen over korte en milieuvervuilende lege vluchten tussen bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam voor een beperkte tijdwinst voor een minister. Oppositiepartij GroenLinks wilde met een motie afdwingen dat het kabinet en de koning voor reizen korter dan 700 kilometer met de trein zouden reizen. Het ministerie van Infrastructuur bevestigde dat de impact van de luchtvaart op het klimaat diende te worden verminderd, al moesten bewindslieden ook efficiënt hun werk kunnen doen. Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken zei dat korte vluchten vaak overbodig waren: "De tijdswinst met vliegen is zeer beperkt, vliegen kent logistiek meer uitdagingen en is tijdstechnisch minder flexibel dan een treinverbinding." Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst en het ministerie van Buitenlandse Zaken was echter voor alle reizen met commerciële privéjets alternatief vervoer niet mogelijk, 'omdat het regeringsvliegtuig niet beschikbaar was en andere manieren van vervoer niet aansloten op de agenda's.'
België
In augustus 2010 eiste actiegroep Wiloo (Werkgroep rondom de Impact van de Luchthaven van Oostende op de Omgeving) een vliegverbod voor korte afstanden en een binnenlandse kerosinetaks in Vlaanderen, vergelijkbaar met die ingesteld in respectievelijk Wallonië in 2006 en Nederland in 2005, vanwege de snelle toename van vervuilende binnenlandse vluchten. Een woordvoerder zei dat 700 vluchten (20%) van alle vluchten van en naar Oostende slechts 300 kilometer of korter waren, eraan toevoegend dat het 12 keer duurder was om passagiers van Oostende naar Brussel te vervoeren per vliegtuig dan per bus.
Op 9 juni 2020, tijdens een relatief rustige periode van de coronacrisis in België, nam Vlaams Minister van Mobiliteit Lydia Peeters deel aan een korte vliegreis van ASL Group van Brussel via Knokke naar Antwerpen, naar eigen zeggen om regionale luchthavens zoals Antwerpen, Oostende en Kortrijk te promoten. Het zou nodig zijn geweest om de in crisis verkerende luchtvaart te steunen omdat ze ervan overtuigd was 'dat de regionale luchthavens een toekomst hebben in Vlaanderen, gezien hun economische belang.' Dit kwam haar op kritiek te staan, vanwege de controverse rond deze regionale luchthavens, die volgens tegenstanders "een bron van schadelijke en perfect vermijdbare -uitstoot" zijn. Peeters voelde zich genoodzaakt om drie keer haar excuses uit te spreken.
Universiteiten
Beweging onder academici
In reactie op het Special Report on Global Warming of 1.5 °C van het IPCC van 8 oktober 2018 publiceerden meer dan 650 Deense academici uit verschillende disciplines op 19 november 2018 een open brief waarin ze de colleges van bestuur van (Deense) universiteiten opriepen om het goede voorbeeld te geven in het tegengaan van klimaatverandering. Punt 1 op hun lijst met vijf prioriteiten was 'vluchten drastisch verminderen en klimaatvriendelijke alternatieven ondersteunen'. Op 4 februari 2019 publiceerden 55 Nederlandse wetenschappers, verwijzend naar het Deense initiatief, een soortgelijke 'Klimaatbrief', inclusief punt 2: 'Het drastisch verminderen, met inzichtelijke targets, van vliegverkeer, onder andere door een kritische afweging bij reizen; het gebruik van alternatief vervoer en het investeren in klimaatvriendelijke communicatiealternatieven en gedragsverandering om deelname op afstand aan academisch overleg, conferenties en uitwisseling mogelijk te maken.' Op 7 maart 2019 hadden alle 14 Nederlandse universiteiten (verenigd in de VSNU) hun steun uitgesproken voor de Klimaatbrief, die op dat moment door bijna 1.300 medewerkers was ondertekend. VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg verklaarde: 'De wetenschap kan en moet een hoofdrol spelen in de aanpak van klimaatverandering. Dan gaat het om kennis, maar ook om de inzet die we als universiteiten zelf kunnen plegen.' Veel Nederlandse universiteiten lieten zich inspireren door het duurzame reisbeleid van de Universiteit Gent. In juli 2019 lanceerde professor Martina Schäfer van de Technische Universiteit Berlijn een gelijkaardige 'Zelfverplichting ter afzwering van korte (zaken)vluchten' (omschreven als 'bereisbaar zonder te vliegen onder de 12 uur', of 1000 kilometer), die tegen 20 september 2020 al door meer dan 1700 Duitse academici was getekend. Een dag eerder was de Hochschule für nachhaltige Entwicklung Eberswalde de eerste Duitse hogeronderwijsinstelling om de vrijwillige belofte om vliegen over afstanden korter dan 1000 kilometer of 10 uur treinreizen voor alle werknemers verplicht te stellen.
Discussies
Afgezien van het pleiten voor duurzamere reizen over korte afstanden en het argument dat de wetenschappelijke gemeenschap het goede voorbeeld zou moeten geven, hebben sommige academici de noodzaak en daarmee de rechtvaardiging van veel internationale vluchten om wetenschappelijke conferenties of bijeenkomsten van onderzoekers bij te wonen, in twijfel getrokken. Liesbeth Enneking (Erasmus Universiteit Rotterdam) stelt dat congressen weinig toegevoegde waarde hebben, aangezien onderzoekers al toegang hebben tot hun collega's over de hele wereld via de online publicatie van hun artikelen en het ontmoeten van buitenlandse collega's in het echte leven en persoonlijk met hen praten is zelden belangrijk voor hun werk. 'Congressen bijwonen is soms ook vooral egostrelend, en een leuk uitstapje. (...) Maar omwille van de planeet kunnen we ons dat [privilege] niet langer op deze schaal permitteren', betoogde Enneking, die in 2017 stopte met vliegen. Cody Hochstenbach (Universiteit van Amsterdam) vertelde hoeveel korte (bijvoorbeeld twee dagen) internationale onderzoeksbijeenkomsten zijn 'great to catch up with each other and to discover a new city, but seldomly they are actually productive. prima om met elkaar bij te praten en een nieuwe stad te leren kennen, maar zelden zijn ze écht productief. Het verbaasde me daarom enorm dat een Japanse hoogleraar speciaal voor deze bijeenkomst [in Le Havre] was ingevlogen. Hij had bovendien een flinke jetlag en dommelde regelmatig in tijdens de sessies. Het is natuurlijk een kostbare aangelegenheid om iemand voor twee dagen de halve wereld over te laten vliegen. Nog krankzinniger vind ik dat universiteiten dit vlieggedrag faciliteren en zelfs aanmoedigen.' Verwijzend naar argumenten van andere academici voegde hij eraan toe dat dit gedrag een vorm van sociaaleconomisch onrecht was jegens veel mensen met een lagere opleiding en inkomen die zich zulke lange vluchten nooit konden veroorloven. Individuele wetenschappers zouden hun verantwoordelijkheid moeten nemen en de bewijslast moeten vervullen om aan te tonen dat hun vluchten naar dergelijke conferenties echt nuttig zijn en niet kunnen worden vervangen door treinen. Promovendus klimaatrechtszaken Laura Burgers (UvA) zei: '[Sommige] wetenschappelijke conferenties (...) zijn ongetwijfeld nuttig, maar we moeten eerlijk zijn: het is vaak vooral leuk om een reisje te maken. Die voordelen wegen echter niet op tegen de milieuschade.' Ze verhaalde haar ervaring van een conferentie waar wetenschappers onderzoeken bespraken die al eerder waren gepubliceerd en derhalve 'zonde van de tijd en de -uitstoot die de vliegreis kostte'.
Hoewel ze erkennen dat de huidige intensiteit moet worden verminderd, zijn andere academici het daar gedeeltelijk mee oneens, en zeggen ze dat, vooral voor jonge onderzoekers, in het echte leven in contact komen en blijven met hun internationale collega's echt kan helpen om hun netwerk op te bouwen en hun carrière vooruit te helpen, en om interacties tot stand te brengen en dat dit eenvoudiger en completer gaat dan via video. Astrofysicus Ralph Wijers wees erop dat zijn onderzoeksprojecten, inclusief reizen die hij ervoor moest maken, werden gefinancierd door verschillende organisaties die hem verplichten om tegen zo min mogelijk kosten te reizen, waardoor hij vaak gedwongen werd om doorgaans goedkopere vliegtickets te nemen in plaats van relatief prijzige treinkaartjes: 'Het zou op grotere schaal moeten worden aangepakt: hoe vervuilender iets is voor het milieu, hoe duurder het van mij mag zijn.'
Alternatieve benaderingen
Sommige universiteiten hebben de bewuste keuze gemaakt om geen formeel verbod op zakenvluchten op korte afstand in te stellen, maar in plaats daarvan hun werknemers aan te moedigen alternatieve vervoerswijzen te overwegen, hun -uitstoot volledig te compenseren, of videoconferenties te overwegen in plaats van naar conferenties en vergaderingen te vliegen, omdat zij menen dat een dergelijke alternatieve benadering nog steeds voldoende zou zijn om de gestelde milieudoelstellingen te halen. Zo stelde de prorector van de Universiteit van Kopenhagen in februari 2020: 'We willen klimaatveranderingen heel graag beperken en we zijn van plan onze totale -voetafdruk nog verder te verkleinen. (...) Het nieuwe reisbeleid van de universiteit legt geen vliegverbod op, maar bevat aanbevelingen en suggesties om reisgewoonten te veranderen. Het is een kwestie van de keuze van vervoer en het bieden van alternatieven voor vliegreizen. Bijvoorbeeld vergaderingen en videoconferenties via digitale platforms zoals Skype."
De Universiteit Leiden heeft geen korteafstandsbeperkingen ingevoerd voor vluchten, maar heeft sinds 2017 treinreizen als norm gesteld voor personeelsreizen korter dan 6 uur of 500 kilometer. De universiteit wilde de aldus gedefinieerde korteafstandsvluchten beperken tot minder dan 10% van alle vluchten; aangezien dit in 2017 5,7% was en in 2019 verder daalde tot 4,5%, werd het beleid als een succes beschouwd. In 2018 werd 90% van de -uitstoot van vluchten gecompenseerd door betalingen aan bijvoorbeeld het Fair Climate Fund.
In november 2019 koos de Universiteit Utrecht ervoor om geen vliegverbod op te leggen, maar verschillende andere maatregelen te nemen, zoals het informeren van medewerkers over alternatieven, het investeren in betere videoconferentiefaciliteiten, een treinzonekaart die reistijden berekent en compensatie voor de aankoop van treinkaartjes, om het aantal vliegkilometers tegen 2030 te halveren. In 2018 werd al een -compensatieplicht voor vluchten opgelegd.
Zie ook
Beperkingen op nachtvluchten (inclusief verboden op nachtvluchten)
Kerosinetaks
Single European Sky
Vliegbelasting in Nederland (vliegtaks)
Luchtvaart
Luchtvervuiling
Milieuwetgeving
Natuurbescherming
|
In reactie op het Special Report on Global Warming of 1.5 °C van het IPCC van 8 oktober 2018 publiceerden meer dan 650 Deense academici uit verschillende disciplines op 19 november 2018 een open brief waarin ze de colleges van bestuur van (Deense) universiteiten opriepen om het goede voorbeeld te geven in het tegengaan van klimaatverandering. Punt 1 op hun lijst met vijf prioriteiten was 'vluchten drastisch verminderen en klimaatvriendelijke alternatieven ondersteunen'. Op 4 februari 2019 publiceerden 55 Nederlandse wetenschappers, verwijzend naar het Deense initiatief, een soortgelijke 'Klimaatbrief', inclusief punt 2: 'Het drastisch verminderen, met inzichtelijke targets, van vliegverkeer, onder andere door een kritische afweging bij reizen; het gebruik van alternatief vervoer en het investeren in klimaatvriendelijke communicatiealternatieven en gedragsverandering om deelname op afstand aan academisch overleg, conferenties en uitwisseling mogelijk te maken.' Op 7 maart 2019 hadden alle 14 Nederlandse universiteiten (verenigd in de VSNU) hun steun uitgesproken voor de Klimaatbrief, die op dat moment door bijna 1.300 medewerkers was ondertekend. VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg verklaarde: 'De wetenschap kan en moet een hoofdrol spelen in de aanpak van klimaatverandering. Dan gaat het om kennis, maar ook om de inzet die we als universiteiten zelf kunnen plegen.' Veel Nederlandse universiteiten lieten zich inspireren door het duurzame reisbeleid van de Universiteit Gent. In juli 2019 lanceerde professor Martina Schäfer van de Technische Universiteit Berlijn een gelijkaardige 'Zelfverplichting ter afzwering van korte (zaken)vluchten' (omschreven als 'bereisbaar zonder te vliegen onder de 12 uur', of 1000 kilometer), die tegen 20 september 2020 al door meer dan 1700 Duitse academici was getekend. Een dag eerder was de Hochschule für nachhaltige Entwicklung Eberswalde de eerste Duitse hogeronderwijsinstelling om de vrijwillige belofte om vliegen over afstanden korter dan 1000 kilometer of 10 uur treinreizen voor alle werknemers verplicht te stellen.
| 1 |
contactopties, communicatiealternatieven, interactieinstellingen
|
9,785 |
ProfilePage
|
676144
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sharon%20Gesthuizen
|
Sharon Gesthuizen
|
Sharon Maria Jacoba Gerarda Gesthuizen (Nijmegen, 23 januari 1976) is een Nederlands politica. Ze was van 30 november 2006 tot en met 22 maart 2017 Tweede Kamerlid voor de Socialistische Partij. Vanaf april 2021 is zij directeur van de kunsthogeschool Art & Design ArtEZ in Arnhem.
Biografie
Gesthuizen groeide op in Millingen aan de Rijn en doorliep het Stedelijk Gymnasium Nijmegen. Ze werd opgeleid aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem (Vrije Kunst, HKA, onderdeel ArtEZ) en is lid van het bestuur van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) geweest. Tevens studeerde ze Rechtsgeleerdheid en Engels aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Beide studies heeft ze echter niet afgerond. Gesthuizen was, voor zij volksvertegenwoordigster werd, kunstenares en zelfstandig ondernemer in videoproducties.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006 werd Gesthuizen verkozen als lid met ruim 1500 voorkeurstemmen. Bij de Kamerverkiezingen van 9 juni 2010 werd zij herkozen als lid met ditmaal ruim 3300 voorkeurstemmen. Sindsdien was zij in de Tweede Kamer voornamelijk actief op de gebieden economische zaken, asiel- en immigratiebeleid en justitie.
Als Kamerlid van de SP nam Gesthuizen in 2007 het initiatief tot het actieforum Red de Postbode. Ze was van mening dat de door het kabinet voorgenomen liberalisering van de postmarkt vooral tot concurrentie op arbeidsvoorwaarden zou gaan leiden, zoals de jaren daarvoor al het gevolg was geweest van eerdere liberaliseringen in de post- en andere sectoren.
In 2009 verdedigde Gesthuizen samen met SGP-collega Bas van der Vlies hun gezamenlijke initiatiefwet tegen de uitbreiding van het aantal koopzondagen. De initiatiefwet kreeg echter onvoldoende steun in de Kamer en sneuvelde. De combinatie van deze twee partijen (SGP en SP) in een dergelijke samenwerking was opmerkelijk, evenals de combinatie van personen.
Om het kleinbedrijf te ondersteunen en dit binnen de SP positie te geven werkte Gesthuizen het plan Hart voor de Zaak (februari 2010) uit tot de SP-visie op ondernemen. In 2010 verdedigde Gesthuizen haar initiatiefnota Een nieuwe Nationale Investeringsbank. Met deze nota vroeg zij de Tweede Kamer een nationale investeringsbank op te richten, zoals Nederland die reeds eerder had gekend. Directe aanleiding voor de nota was de niet-aflatende stroom klachten van ondernemers over de banken die ten tijde van de kredietcrisis geen krediet wilden of konden verschaffen.
Op 18 februari 2010 veroorzaakte Gesthuizen een relletje door staatssecretaris Frank Heemskerk (PvdA) in een debat over de postmarkt uit te maken voor "leugenaar" omdat hij weigerde zich te distantiëren van een onderzoek van zijn ministerie waaruit bleek dat postbedrijven weinig last hadden van de opkomst van digitale communicatietechnologie, terwijl hij altijd had beweerd dat dit wél het geval was.
Op 21 maart 2016 kondigde Gesthuizen haar vertrek uit de politiek aan.
Na haar vertrek uit de politiek
Gesthuizen is vanaf april 2021 directeur van Art & Design Kunsthogeschool ArtEZ in Arnhem. Daarvoor was zij toezichthouder bij HKU.
Op 5 september 2017 publiceerde ze haar boek Schoonheid Macht Liefde. In het leven en de politiek, waarin ze forse kritiek levert op de volgens haar harde cultuur binnen de SP, met name als het gaat om Jan Marijnissen en Agnes Kant. Ook intern discussiëren over belangrijke zaken of kritiek uiten op de leiding, zo schrijft zij, is buitengewoon ongemakkelijk. Zij spreekt zelfs van een elitevorming binnen de partij.
Op 11 februari 2021 verscheen haar kinderboek Piraten, dieren, bejaarden - wat stem jij? over de democratie en politiek. Gesthuizen schreef en illustreerde het boek zelf.
Arrestatie door Haagse politie
Tijdens een demonstratie op 22 maart 2012 werd Gesthuizen gearresteerd door de Haagse politie en vijf uur vastgezet op het politiebureau. Dit gebeurde tijdens een demonstratie van postbodes tegen PostNL, waaraan zij meedeed. De politiewoordvoerder vond het dragen van een doodskist om de postbode symbolisch te begraven niet kies, op de dag dat de slachtoffers van het busongeluk uit Lommel werden herdacht. De politica weigerde bij haar vrijlating een transactie van 210 euro te betalen en zei zich later voor de rechter te kunnen verantwoorden. Fractieleider Emile Roemer gaf als zijn commentaar dat de vrijheid van meningsuiting in het geding was. Op 30 oktober 2014 besloot het OM om de geplande rechtszaak tegen het Kamerlid van 10 november te seponeren. De beklaagde was daar om principiële redenen niet blij mee.
Kandidaatstelling partijvoorzitterschap
Begin augustus 2015 stelde Gesthuizen zich kandidaat om Jan Marijnissen na 27 jaar op te volgen als partijvoorzitter. Marijnissen had begin dat jaar zijn vertrek aangekondigd. Zij werd op het partijcongres in Utrecht op 28 november 2015 met 41% van de 899 uitgebrachte stemmen echter niet gekozen; de tegenkandidaat, tevens kandidaat van het partijbestuur, Ron Meyer uit Heerlen won met 59%.
Overstap naar GroenLinks
In oktober 2018 maakte Gesthuizen bekend dat ze haar lidmaatschap van de SP had opgezegd en lid is geworden van GroenLinks.
Persoonlijk
Gesthuizen heeft een dochter.
Trivia
In de zomer van 2013 deed Gesthuizen mee aan de televisiequiz De Slimste Mens. Ze hield het zes afleveringen vol.
Externe links
Profielpagina Sharon Gesthuizen bij de SP
Tweede Kamerlid
SP-politicus (Nederland)
|
Externe links
Profielpagina Sharon Gesthuizen bij de SP
| 1 |
profielpagina, gebruikersprofiel, webprofiel
|
5,057 |
TravelAgency
|
332439
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eerste%20Meierijsche%20Autobedrijf
|
Eerste Meierijsche Autobedrijf
|
De Eerste Meierijsche Autobedrijf NV (afgekort: EMA) is een touringcarbedrijf en voormalig openbaar vervoersbedrijf uit Valkenswaard. De EMA verzorgde het openbaar busvervoer in de Brabantse Kempen vanaf 1921 tot 1986. De openbaar vervoersactiviteiten van EMA gingen op in BBA. EMA is nog altijd actief als touringcarbedrijf en reisbureau. De EMA Automobielgroep die servicepunt was voor Mercedes-Benz ging echter in mei 2014 failliet.
Ontstaan
De EMA ontstond uit een werkplaats van de heer Hendrikus Johannes (Driek) Jonkers uit Valkenswaard. Jonkers richtte zich in het begin op het repareren van fietsen en naaimachines. Na de Eerste Wereldoorlog ging hij zich toeleggen op het repareren en verkopen van motoren, auto's en fietsen. In 1919 kocht hij zijn eerste auto. Vanaf 1921 ging Jonkers personen vervoeren.
Naam
Op 19 september 1921 startte Jonkers de eerste busdienst. De naam van het bedrijf luidde toen Valkenswaardsche Auto Omnibus Onderneming. Op 1 januari 1922 veranderde de naam in Autodienst Valkenswaard-Luyksgestel. In 1923 trok Jonkers de lijn door naar Eindhoven en veranderde de naam weer, ditmaal in Autodienst Luyksgestel-Valkenswaard-Eindhoven. In 1924 verscheen voor het eerst de naam EMA. Deze afkorting stond toen voor Eerste Meierijsche Autodienst. In 1930 veranderde de naam in Eerste Meierijsche Autobusdienst. Op 1 juli 193 veranderde de naam voor de laatste keer: N.V. Eerste Meierijsche Autobedrijf.
Eerste lijndienst
De eerste lijndienst reed tussen Valkenswaard en Luyksgestel via Dommelen, Westerhoven, Bergeijk en Het Loo. Als 'bus' gebruikte Jonkers zijn in 1919 aangeschafte auto van het merk Adler. In de auto konden zeven mensen vervoerd worden. Passagiers konden bij drukte ook plaatsnemen op de motorkap en op de spatborden. Jonkers reed drie keer per dag tussen het station van Valkenswaard en het Pannenhuis in Luyksgestel. Vaste chauffeurs waren er niet, de diensten werden gereden door mensen die werkzaam waren in de fietsenzaak. Een tweede voertuig dat werd ingezet was een luxe wagen van het merk Pipe. Eind 1921 kwam de eerste echte bus, een T-Ford. Deze kreeg een vaste chauffeur.
Het personenvervoer op de lijn van Jonkers was in 1921 verliesgevend. Op 1 januari 1922 nam hij de postdienst Spooren over, waardoor de financiële situatie verbeterd kon worden. Ook vroeg de vervoerder om subsidie bij de gemeenten aan de lijn. Jonkers breidde de dienst uit met een vroege rit van Luyksgestel naar Valkenswaard, gericht op werknemers in Valkenswaard. Met de komst van de T-Ford gingen de tarieven omhoog en werden ook abonnementen ingevoerd.
Er kwam concurrentie van de broers Piet en Driek Spooren, de voormalige eigenaars van de door Jonkers overgenomen postdienst. Deze dienst was geen succes en eindigde snel toen de bus van de broers Spooren in een sloot reed. De EMA bleef wel succesvol en ging vanaf 19 juli 1923 doorrijden naar Eindhoven. Jonkers' bedrijf was daarmee de eerste busonderneming in Eindhoven. In 1924 begon zijn bedrijf met het vervoeren van Belgische werknemers naar Philips en sigarenfabrikant Karel I. Het personenvervoer voor Philips ging spoedig weer verloren omdat Philips daar eigen bussen voor ging inzetten. De EMA ging zich ook toeleggen op het verhuren van bussen voor uitstapjes.
Concurrentie en overnames in de jaren 20
De dienst van de broers Spooren was de eerste concurrentie die de EMA ondervonden had. Deze was echter geen grote bedreiging geweest voor de EMA. Er volgde echter spoedig meer concurrentie.
Plompen
Eind 1924 zette J. Plompen uit Valkenswaard een busdienst op tussen Valkenswaard en Eindhoven. De gemeente Eindhoven zag hier weinig in omdat ze bediening door de EMA voldoende achtte. Plompen werd daarom een standplaats op de Markt geweigerd. Daarop begint Plompen een dienst van Valkenswaard naar Lommel waardoor er op het traject Valkenswaard - Luyksgestel een concurrentiestrijd ontstond. De gemeenten Bergeijk en Luyksgestel subsidieerden deze dienst omdat ze een monopoliepositie van de EMA vreesden.
Plompen reed vanaf juli 1926 weer op Eindhoven - Valkenswaard waardoor een lijn van Eindhoven naar Lommel ontstond. Deze lijn was aantrekkelijk voor internationale treinreizigers omdat in Lommel een internationale trein stopte en de bus hen een forse tijdsbesparing opleverde. Ook was de bus in trek voor grensbewoners die over de grens gingen winkelen. In Eindhoven had Plompen eerst een standplaats op het station. Later werd hij gedwongen te verhuizen naar de Markt op de binnenplaats van café Stad Rotterdam. Twee lijnen op dezelfde route was niet rendabel, de provincie Noord-Brabant subsidieerde beide lijnen.
In 1926 werd de Wet Openbare Vervoermiddelen uit 1880 gewijzigd. Voortaan moesten alle busdiensten aan bepaalde eisen voldoen, met name waar het veiligheid betrof. De wet schreef een vergunningstelsel voor met uitgifte van concessies die ook weer ingetrokken konden worden.
EMA verwierf op 13 april 1927 een concessie voor de lijn Luyksgestel - Eindhoven. Ook Plompen kreeg een concessie voor zijn lijn van Eindhoven naar Lommel. Jonkers ging hiertegen in beroep. Op 22 februari 1928 werd per Koninklijk Besluit besloten de vergunning voor Plompen te beperken. Op Nederlands grondgebied mochten alleen reizigers voor België vervoerd worden en richting Eindhoven mochten alleen in België passagiers opstappen. Nederlandse bussen mochten echter niet meer op Belgisch grondgebied komen zodat reizigers moesten overstappen aan de grens. Voor Plompen was dat niet rendabel, hij negeerde daarom het verbod. Jonkers van EMA diende een klacht in en op 13 april 1929 verviel daardoor de concessie van Plompen. Op 2 augustus 1929 werd het verbod ingetrokken nadat burgemeesters van gemeenten aan de lijn naar Gedeputeerde Staten geschreven hadden. Jonkers ging weer in beroep en op 21 februari 1930 werd wederom per Koninklijk Besluit besloten dat Plompen moest stoppen met het exploiteren van de autobusdienst van Eindhoven naar Lommel.
De Jong
Op 22 augustus 1926 begon F. de Jong uit Eindhoven een busdienst van Waalre via de nieuwgebouwde Philipswoningen en Aalst naar Eindhoven. Hij kreeg hiervoor in 1927 een concessie met de voorwaarde geen passagiers in Aalst mee te nemen. In mei 1930 begon ook de NV Stadsverkeersdienst Eindhoven ene busdienst op dit traject. Jonkers verzette zich tegen beide diensten. Op 1 juni 1930 kregen de EMA en de Stadsverkeersdienst een concessie op het wegvak Waalre-Aalst-Eindhoven. Jonkers en De Jong gingen beiden in beroep. Op 13 januari 1931 werd per Koninklijk Besluit besloten dat zowel Jonkers als De Jong een vergunning kregen. De Jong vertrok vanaf Waalre, EMA bij de Philipswoningen. De Stadsverkeersdienst mocht alleen nog binnen de gemeente Eindhoven rijden. In 1932 nam de EMA na het overlijden De Jong de bussen van deze firma over, de concessie vanaf Waalre kwam ook in handen van de EMA.
Groei in de jaren 30
Op 1927 werd een busdienst op het traject Budel - Eindhoven gestart door Geerts uit Budel. Deze lijn reed via Soerendonk, Maarheeze, Leende, Valkenswaard en Aalst. Een rechtstreekse verbinding was niet toegestaan vanwege de spoorwegen. Op dit traject reed sinds 1923 gedeeltelijk al de EBAD, van Van Asten, deze reed van Budel naar Leende dezelfde route en reed via Heeze en Geldrop naar Eindhoven. De lijn van Geerts kreeg concurrentie met de nieuwe EMA lijn vanaf Waalre toen de EMA deze lijn begon.
Op 1 juni 1930 verkreeg de EMA een concessie voor de lijn Bergeijk - Weebosch. In november 1935 kocht Jonkers het bedrijf van Geerts en de concessie van Van Asten. De EMA ging de lijnen Budel - Eindhoven en Weert - Valkenswaard exploiteren.
In april 1931 begon van Poppel uit Bergeijk een dienst van Bergeijk naar 's-Hertogenbosch op woensdagen. In juli vraagt Jonkers een concessie aan voor een lijn van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven via Boxtel en Best. Deze concessie wordt aanvankelijk verleend maar op 27 december 1932 per Koninklijk Besluit weer ongedaan gemaakt na bezwaar van de Nederlandse Spoorwegen.
Het treintraject Valkenswaard - Eindhoven had te lijden onder de bussen van de EMA. Ondanks pogingen van de NS en onder andere de burgemeester van Valkenswaard viel het doek voor de trein.
Toerbedrijf
De EMA begon eind jaren 30 ook met de organisatie van toerritten. In de 1932 werd hiervoor de eerste toeringbus aangeschaft bij Bova uit Valkenswaard. Er werden tochten aangeboden naar onder andere de Nürburgring, Amsterdam en de Ardennen. De Tweede Wereldoorlog maakte er voorlopig een einde aan. Na 1945 kwam het toerbedrijf weer op en werd er door het eigen reisbureau steeds meer toerritten georganiseerd.
Oorlog en wederopbouw
In de Tweede Wereldoorlog werden enkele bussen gevorderd door de Duitsers. Van de negen bussen die EMA bij begin van de oorlog in bedrijf had, zouden zes de oorlog overleven, waarvan enkele in gehavende staat. In de oorlog liep het aantal reizigers aanvankelijk terug. Maar door schaarste van onder meer brandstof, fietsen en fietsbanden steeg het aantal reizigers weer snel. De meeste bussen werden omgebouwd om op gas te kunnen rijden. De EMA kreeg tijdens de oorlog ook een concessie voor het traject Eindhoven - Weert toen de treindienst op dat baanvak gestaakt werd.
In de oorlog was de Wet Autovervoer Personen uit 1939 buiten werking gesteld. In 1948 werd ze weer van kracht en werden voorlopige gunningen uitgedeeld. De EMA kreeg de oude concessies permanent terug op 23 februari 1953 en verkreeg ook concessies voor de trajecten Valkenswaard-Leende-Leenderstrijp en Waalre-Meerhoven. Deze werden op 6 februari 1956 weer ingetrokken omdat de EMA er geen activiteiten ontplooide.
Groei
In 1948 kwam de eerste internationale buslijn van de EMA. De lijn Eindhoven - Valkenswaard werd doorgetrokken naar Achel. In oktober 1951 werd de lijn Budel - Eindhoven doorgetrokken tot Hamont. In mei 1953 werd in overleg met de NS ook een dienst van Weert naar Hamont via Budel ingelegd toen het treinverkeer daar gestaakt werd. In 1958 kwam er een lijn van Eindhoven naar Lommel. In 1957 wordt een lijndienst van Eindhoven naar Bergeijk via Eersel opgezet, gevolgd door het realiseren van een stalling in Budel in 1958. In 1961 werd een lijn van Leende naar Waalre via Valkenswaard opgezet. In 1963 werd de lijn naar Achel doorgetrokken naar Neerpelt.
Neergang
1963 was voor de EMA en de andere vervoerders in de regio het hoogtepunt. Hierna nam het aantal reizigers gestaag af. Als gevolg van de stijgende welvaart verschenen er steeds meer auto's, motors en fietsen op de weg. Door hogere lonen stegen de vervoerskosten. Hierdoor moest de EMA de dienstverlening aanpassen. De lijn Leende-Valkenswaard-Waalre werd op 30 mei 1965 weer opgeheven. Op andere lijnen werd de frequentie verhoogd om ze aantrekkelijker te maken. In 26 mei 1968 zette de EMA een stadsdienst op in Valkenswaard. Deze werd op 31 december 1968 weer opgeheven wegens gebrek aan reizigers. In november 1968 nam de EMA toerbedrijf Cito uit Eindhoven over. Op 23 mei 1971 nam de EMA het bedrijf van Küpers uit Weert over. Hierdoor kon de dienst Eindhoven - Budel - Weert rendabeler worden uitgevoerd.
Reorganisaties
In 1971 werd het bedrijf gesplitst. Het autobedrijf werd losgekoppeld van vervoersactiviteiten en ging verder als Jonkers Automobielbedrijven. In februari 1974 vond een verdere splitsing plaats en werd het busbedrijf gesplitst in twee nieuwe BV's: EMA Openbaar Vervoer BV en EMA Tour BV. EMA Openbaar Vervoer BV hield zich bezig met het openbaar vervoer in zuidoost Brabant. EMA Tour BV hield zich bezig met verhuur van bussen voor ongeregeld vervoer en organiseerde met het eigen reisbureau dagtochten en meerdaagse reizen in binnen- en buitenland.
Situatie in 1971
In 1971 beschikte de afdeling vervoer over 56 fulltime en 20 parttime chauffeurs. Het bedrijf was in bezit van 40 bussen. Deze chauffeurs en bussen bedienden 11 lijnen op een wegennet van 167 kilometer. Naast lijndiensten en toerritten verzorgde de EMA ook groepsvervoer voor de N.V. tot Vervoersbemiddeling voor Industrieel Personeel in het Rayon Eindhoven. De meeste van deze bussen reden voor Philips welke een vaste zakenrelatie met de EMA onderhield voor het vervoer van bijzondere gasten uit zowel binnen- als buitenland. In Eindhoven werkte EMA samen met Zuidooster, BBA en de gemeente Eindhoven in de nieuwe NV Openbaar Vervoer Eindhoven (OVE).
Het lijnnetwerk van de EMA zag er in 1971 als volgt uit:
Lijn 1: Eindhoven - Aalst - Valkenswaard (in 2011 lijn 170/171/172)
Lijn 2: Eindhoven - Aalst - Valkenswaard - Dommelen - Westerhoven - Bergeijk - Luyksgestel (in 2011 lijn 170/171/172)
Lijn 3-4-5: Eindhoven - Leende - Maarheeze - Soerendonk - Budel - Budel-Schoot - Budel-Dorp - Weert - Legerplaats - Maarheeze - Leende - Eindhoven (in 2011 lijn 173)
Lijn 6: Eindhoven - Aalst - Valkenswaard - Eurostrand - Borkel en Schaft - Achel-Statie - Achel-Dorp - Neerpelt (Valkenswaard - Achel in 2011 buurtbus 476)
Lijn 7: Eindhoven - Aalst - Waalre - Riethoven
Lijn 8: Eindhoven - Aalst - Valkenswaard - Dommelen - Westerhoven - Bergeijk - Eersel
Lijn 9: Eindhoven - Aalst - Valkenswaard - Eurostrand - Lommel
Lijn 10: Valkenswaard - Leende - Heeze
Lijn 11: Budel - Hamont
Het lijnnetwerk bleef voor een groot deel intact. Onder andere lijnnummers reden de meeste lijnen later voor BBA en nog later voor Hermes. Enkele andere verbindingen werden via andere routes gereden.
Einde van het openbaar vervoer
In de 1985 werd de autobusdienst als gevolg van overheidsmaatregelen verkocht aan de BBA. De EMA reed de lijndienst tot en met 31 december 1986. Toen hield de openbaarvervoerstak van de EMA op te bestaan. In de Kempen verscheen BBA als nieuwe vervoerder en zou daar blijven tot 14 december 2008. Op die datum werden de activiteiten overgenomen door Hermes, de opvolger van Zuidooster, welke in haar tijd samen met EMA en BBA het vervoer rond Eindhoven verzorgd had.
Na 1985
EMA bleef actief als touringcarbedrijf met een eigen reisbureau onder de naam EMA-Reizen. Per januari 2007 werd EMA Tour BV via een managementbuy-out losgekoppeld van EMA Holding. EMA- Reizen nam eind 2013 een nieuw bedrijfspand in Westerhoven in gebruik. EMA Automobielgroep ging in mei 2014 failliet.
In het verleden werd ook samengewerkt met andere reisorganisaties. Daardoor hebben EMA-bussen rondgereden in de kleuren van Kras, Oad en Reisburo Brabant. Tegenwoordig rijden alle bussen in de eigen kleurstelling: wit, geel en groen.
Voormalig Nederlands busbedrijf
Touringcarbedrijf
Valkenswaard
|
De Eerste Meierijsche Autobedrijf NV (afgekort: EMA) is een touringcarbedrijf en voormalig openbaar vervoersbedrijf uit Valkenswaard. De EMA verzorgde het openbaar busvervoer in de Brabantse Kempen vanaf 1921 tot 1986. De openbaar vervoersactiviteiten van EMA gingen op in BBA. EMA is nog altijd actief als touringcarbedrijf en reisbureau. De EMA Automobielgroep die servicepunt was voor Mercedes-Benz ging echter in mei 2014 failliet.
| 1 |
reisbureau, reisorganisatie, reisagentschap
|
8,244 |
Courthouse
|
3841604
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rudolf%20Willem%20Johan%20Cornelis%20de%20Menthon%20Bake
|
Rudolf Willem Johan Cornelis de Menthon Bake
|
Rudolf Willem Johan Cornelis de Menthon Bake (Almelo, 26 april 1873 - Apeldoorn, 11 augustus 1959) was een Nederlands jurist en rechter.
Biografie
Bake was een lid van de patriciaatsfamilie Bake en een zoon van mr. Charles François Guillaume de Menthon Bake (1841-1906), vicepresident van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, en Elisabeth Jacoba Kortenbout van der Sluijs (1851-1931). Hij trouwde in 1908 met jkvr. Catharina Bernardina van Beijma thoe Kingma (1884-1962), lid van de familie Van Beyma met wie hij vijf kinderen kreeg.
Bake studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht en promoveerde daar in 1897 op stellingen. Hij werd daar advocaat en procureur en vervolgens van 1904 tot 1908 rechter bij de Rechtbank Heerenveen. Daarna was hij rechter bij de Rechtbank 's-Hertogenbosch van 1908 tot 1922 en van 1922 tot 1924 raadsheer bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch en van 1924 tot 1928 bij het Gerechtshof Arnhem. Hij besloot zijn carrière als raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden wat hij was van 1928 tot 1943 toen hij op 70-jarige leeftijd met pensioen ging. Hij was daarnaast lid van de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch.
Als secretaris van de Commissie voor Luchtvaartrecht der Koninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart schreef hij in 1916 een rapport met de titel Voldoet de regeling der aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden in ons Burgerlijk Wetboek aan rechtmatige eischen, die de veiligheid der samenleving kan stellen ter afwending van de haar uit het luchtverkeer dreigende gevaren?
Bibliografie
Stellingen ter verkrijging van den graad van doctor in de rechtswetenschap aan de Rijks-Universiteit te Utrecht. utrecht, 1897.
'Artikel 1823 van het Burgerlijk Wetboek en de lijfrenteverzekering ten behoeve van een derde', in: Rechtsgeleerd magazijn. Tijdschrift voor binnen- en buitenlandsche rechtsstudie 17 (1898) p. 527-557.
'Het schenkingsverbod van art. 1715 B.W.', in: Rechtsgeleerd magazijn. Tijdschrift voor binnen- en buitenlandsche rechtsstudie 20 (1901) p. 113-137.
'Kartelrecht', in: Rechtsgeleerd magazijn. Tijdschrift voor binnen- en buitenlandsche rechtsstudie 26 (1907) p. 424-474.
Voldoet de regeling der aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden in ons Burgerlijk Wetboek aan rechtmatige eischen, die de veiligheid der samenleving kan stellen ter afwending van de haar uit het luchtverkeer dreigende gevaren?. (Rapport der Commissie voor Luchtvaartrecht der Koninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart [secretaris: R. de Menthon Bake]). Utrecht, 1916.
Raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden
Raadsheer bij het Gerechtshof Arnhem
Raadsheer bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Rechter bij de Rechtbank 's-Hertogenbosch
Rechter bij de Rechtbank Heerenveen
|
Bake studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht en promoveerde daar in 1897 op stellingen. Hij werd daar advocaat en procureur en vervolgens van 1904 tot 1908 rechter bij de Rechtbank Heerenveen. Daarna was hij rechter bij de Rechtbank 's-Hertogenbosch van 1908 tot 1922 en van 1922 tot 1924 raadsheer bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch en van 1924 tot 1928 bij het Gerechtshof Arnhem. Hij besloot zijn carrière als raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden wat hij was van 1928 tot 1943 toen hij op 70-jarige leeftijd met pensioen ging. Hij was daarnaast lid van de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch.
| 2 |
rechtbank, gerechtsgebouw, rechtbankgebouw
|
1,395 |
HealthClub
|
1634681
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beulekamp
|
Beulekamp
|
Beulekamp is een wijk in de Gelderse stad Nijkerk.
De wijk grenst aan de wijken Luxool, Strijland, Paasbos en Centrum. In het zuiden van de wijk loopt de Paasbosweg die overgaat in de Callenbachstraat. In het westen loopt de grens bij de Centraalspoorweg en in het noorden loopt de grens bij de Oude Barneveldseweg.
In de wijk hebben veel straten een boom- of struiknaam. De straat Duifhuis is echter vernoemd naar een vroegere boerderij.
Geschiedenis
Met de bouw van de wijk werd in de jaren 1970 begonnen en de voltooiing was halverwege de jaren 1980.
In 2020 werd bekend dat er plannen zijn voor nieuwbouw aan de Oude Barneveldseweg op het terrein van sportschool 'Health Club Nautilus' en de omgeving daarvan. Er zijn zo'n 120 tot 135 woningen voorzien, om deze realiseren moet het Nautiluscomplex worden afgebroken. Het nieuwe gedeelte zal OostStreeck genoemd gaan worden.
Wijk in Nijkerk
|
In 2020 werd bekend dat er plannen zijn voor nieuwbouw aan de Oude Barneveldseweg op het terrein van sportschool 'Health Club Nautilus' en de omgeving daarvan. Er zijn zo'n 120 tot 135 woningen voorzien, om deze realiseren moet het Nautiluscomplex worden afgebroken. Het nieuwe gedeelte zal OostStreeck genoemd gaan worden.
| 1 |
sportschool, fitnessclub, gezondheidscentrum
|
7,554 |
BowlingAlley
|
18254
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoetermeer
|
Zoetermeer
|
Zoetermeer () is een gemeente en stad in de provincie Zuid-Holland in Nederland, in de Randstad én in het Groene Hart. De gemeente Zoetermeer maakt deel uit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, en telt inwoners (, bron: CBS) op een grondgebied van 37,06 km².
In 1962 werd Zoetermeer aangewezen als groeikern voor Den Haag. In korte tijd is het dorp Zoetermeer in inwoneraantal uitgegroeid tot de derde gemeente van de provincie Zuid-Holland. In de volksmond wordt Zoetermeer ook wel 'Sweet Lake City' genoemd, een vrije vertaling van de gemeentenaam.
Geschiedenis
Van veenontginning tot boterdorp
Uit opgravingen van de Archeologische Werkgroep Zoetermeer blijkt dat in de 13e eeuw al sprake was van bewoning aan de Dorpsstraat in Zoetermeer. De vondst van een stuk hout in een daliegat nabij het woonhart bleek na onderzoek ongeveer 1000 jaar oud te zijn. Hoewel er bij de opgraving geen sporen van bewoning werden gevonden, heeft de gemeente de vondst gebruikt voor een publiciteitscampagne, Zoetermeer 1000 jaar, om de stad op de kaart te zetten.
De bewoning van Zoetermeer is waarschijnlijk ongeveer 1000 jaar geleden ontstaan aan de rand van de veenontginning in de buurt van het in de 17e eeuw drooggemalen Soetermeerse meer. Het veen werd afgestoken en zelfs onder water uitgebaggerd en als turf in omliggende steden als brandstof verkocht. Als gevolg van de veenontginning ontstonden grote waterpartijen. Vanaf de 17e eeuw zijn eerst het Soetermeerse meer (1616) en vervolgens de overige waterpartijen ingepolderd en verkaveld. De polder waar de huidige wijken Buytenwegh en De Leyens zich bevinden, werd in 1770 opnieuw drooggelegd.
In de Middeleeuwen treffen we bewoning aan in het "Lange Land" aan de "Groenwegh", gelegen tussen de Broekwegwetering en de Wallewetering. In de 13e eeuw begon de uitbreiding van de bewoning zich te concentreren op de huidige locatie van de Dorpsstraat. Door het afsteken van veen en door het inklinken van de drooggelegde grond waren grote delen van Zoetermeer onder de zeespiegel komen te liggen. Straten zoals de Dorpsstraat liggen hoger omdat het oorspronkelijke veen daar nooit is afgestoken. De Buurtvaart die de Dorpsstraat omsluit wordt in stand gehouden om het grondwater van de oude dorpskern op peil te houden zodat de houten palen van de funderingen niet gaan rotten en het veen niet gaat inklinken.
Het gebied van de huidige gemeente Zoetermeer bedding van de dertiende eeuw tot de Franse tijd uit de twee ambachtsheerlijkheden Zoetermeer en Zegwaard. De begrenzing die deze twee oude ambachtsheerlijkheden rond het midden van de achttiende eeuw hadden, is nu nog voor een groot deel intact. Deze volgt veelal oude poldergrenzen, herkenbaar aan kaden en waterlopen. De Leidsewallenwetering in het noorden en de Delftsewallenwetering in het zuiden vormden een belangrijke vaarroute tussen Leiden en Delft en vormden in het midden de scheiding tussen het katholieke Zoetermeer aan de westzijde van de Dorpsstraat en het overwegend hervormde Zegwaard aan de oostzijde. De gemeenschappelijke Dorpsstraat was de verbinding van Den Haag naar Gouda met herbergen om de reizende handelaren onderdak te bieden. Zoetermeer en de verbindingen over water hebben een belangrijke rol gespeeld bij de Slag bij Zoetermeer (Leidens ontzet).
De aansluiting van Zoetermeer op het spoorwegnet in 1868 kondigde het begin aan van de groei van Zoetermeer en Zegwaart. De Molenweg werd tot Stationsstraat omgedoopt toen het station 'Soetermeer-Zegwaart' in gebruik werd genomen. In de omgeving van het dorp werd door veel boeren boter geproduceerd, waardoor Zoetermeer wel het Boterdorp genoemd werd. Bekendheid kreeg Zoetermeer onder meer door Adriaan van Well die als kruidenier in 1932 De Spar begon. De arbeiderszoon Bernardus Brinkers stichtte aan het einde van de negentiende eeuw een margarinefabriek (Brinkers) in Zoetermeer, die in een eeuw uitgroeide tot een vettenfabrikant van Europees formaat. Martin van der Hagen stichtte in 1896 een stoomzuivelfabriek die vijf jaar later de naam kreeg waaronder hij nog steeds wereldbekendheid geniet: Nutricia. Zoetermeer kreeg in de jaren 1930 naam als boterdorp met 50 boter- en margarineboeren waarvan de firma Van der Spek om zijn "Zoetermeerse Roem" bekendheid kreeg.
Van dorp tot stad
De huidige gemeente Zoetermeer is ontstaan uit de samenvoeging van de gemeenten Zegwaart (kadastraal Zegwaard) en Zoetermeer op 1 mei 1935.
Aan het eind van de jaren vijftig heerste er in Nederland zeer ernstige woningnood. Het argument dat pas getrouwden moesten intrekken bij een van de ouders, wat leidde tot grote sociale spanningen, was in die tijd een van de aanleidingen om de Commissie Westen des Lands in te stellen. Het gemeentebestuur Zoetermeer was fel tegenstander van de satellietstad Wilsveen, die de commissie voorstelde. Volgens de toen bekende gegevens zou de uitbreiding van Zoetermeer alleen mogelijk zijn in de richting van Wilsveen waardoor er slechts luttele honderden meters tussen beide stadskernen zou overblijven. Met name de val van het vierde kabinet Drees op 12 december 1958 (waarmee ook aan het "Drees-bewind" een einde kwam) veroorzaakte grote vertraging. Pas in november 1962, gaf het Zoetermeerse gemeentebestuur een team van stedenbouwkundige ingenieurs opdracht om plannen te ontwikkelen voor de stedenbouwkundige ontwikkeling van het Dorp Zoetermeer tot een stad van ongeveer 100.000 inwoners.
Om aan de grote behoefte aan huisvesting te kunnen voldoen, werd in 1962 besloten Zoetermeer aan te wijzen als groeikern. De nieuwe stad zou ruim van opzet zijn met veel groen. Een voor Nederland uniek openbaarvervoersysteem, de Zoetermeer Stadslijn, verbond in een stedelijke ringspoorlijn de verschillende buurten met 12 stations verspreid over de stad. Rondom elk station vinden we ook nu nog de wijkvoorzieningen en wijkwinkelcentra waardoor elke wijk grotendeels zelfvoorzienend is. De Zoetermeer Stadslijn is in 2006-2007 in het kader van het lightrailproject RandstadRail omgebouwd tot sneltramlijn.
Om meer werkgelegenheid te creëren werd in 1984 het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, voorloper van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verplaatst van Den Haag naar Zoetermeer. Het gebouw langs de Europaweg was jarenlang het grootste gebouw qua vloeroppervlakte van Europa en bood onderdak aan 15.000 werkplekken. Het ministerie is weer terug naar Den Haag en het gebouw wordt nu gebruikt door de AIVD met 1200 werkplekken.
Ook nu nog werken veel inwoners in Den Haag, maar met nieuwe werkgelegenheid binnen de grenzen van de gemeente wil Zoetermeer af van het imago van slaapstad met alleen forensen en zich onder meer als centrum van ICT op de kaart zetten.
Na 1962 groeide Zoetermeer stormachtig van een gemeente met een dorps karakter van minder dan 10.000 tot een stad met in 1991 al meer dan 100.000 inwoners. De traditionele agrarische economie verdween en het dialect stierf nagenoeg uit.
Palenstein (1965), Driemanspolder (1966), en Meerzicht (1969)
In de eerste nieuwbouwwijken Driemanspolder, Palenstein en Meerzicht verrezen veel galerijflats. Deze ruime en relatief goedkope flats, omgeven door groenvoorzieningen, moesten vooral jonge gezinnen naar deze groeistad trekken. In de andere wijken treft men vooral laagbouw eengezinswoningen met een eigen tuin aan.
Buytenwegh de Leyens (1974), Seghwaert (1976), Noordhove (1985)
De behoefte naar nieuwe woningen bleef groot. Vooral laagbouw- en eengezinswoningen bleken populair. In hoog tempo werden de wijken Seghwaert en Buytenwegh de Leyens gerealiseerd. Deze twee wijken kenmerken zich door het vele groen, De Leyens door het groen en het vele water waaronder de Broekwegwetering. Hoogbouw is in deze wijken vrijwel niet te vinden. In 1985 wordt de eerste paal geslagen voor de nieuwe wijk Noordhove, een laagbouwwijk grenzend aan de Zoetermeerse Plas.
Stadscentrum (1981)
In 1981 wordt begonnen met de bouw van het stadshart, dat het nieuwe winkelcentrum van de stad moest worden. Het krijgt een unieke opzet: magazijnen, parkeren en een station op de begane grond, de winkelstraat op de eerste verdieping en boven de winkels woningen en kantoren. Zo moest een compacte en verkeersvrije winkelstraat ontstaan, die toch goed bereikbaar was per auto en openbaar vervoer. De woningen moeten ervoor zorgen dat het centrum ook na winkelsluitingstijd levendig blijft.
Het Stadshart is in fases gebouwd. In fase 1 Westwaarts, in fase 2 Promenade, in fase 3 Passage, Noordwaarts, Zuidwaarts en Oostwaarts en in fase 4 Warande. In 2006 is de nieuwe uitbreiding van het Stadshart gereed gekomen, Spazio Shopping Space, en eind 2007 startte de 6e en laatste uitbreiding, Cadenza.
Rokkeveen (1987)
Als de voltooiing van de eerste fase van Noordhove nadert, start aan de zuidzijde van de A12 de bouw van Zoetermeers wijk: Rokkeveen. In 1992 vindt hier de land- en tuinbouwtentoonstelling Floriade plaats. De parken en het Balijbos in het westelijke deel van Rokkeveen zijn hier overblijfselen van.
In 2000 wordt besloten Noordhove verder uit te breiden in de richting van Benthuizen. Noordhove fase twee is veel gevarieerder qua opzet in vergelijking met de monotone bebouwing van Noordhove fase één. Er is veel ruimte voor koopwoningen in het duurdere segment en de uitgifte van vrije kavels.
Oosterheem (2000)
Nagenoeg tegelijk met Noordhove II startte ook de bouw van Oosterheem. De bouw zou in het najaar 1999 officieel van start gaan. Omdat er geen milieueffectrapport was opgesteld werden alle afgegeven bouwvergunningen op last van de rechter geschorst en werden de bouwwerkzaamheden pas in december 2000 hervat.
Midden door de wijk loopt een hogedruk-CO2-leiding van OCAP, deels op een diepte van 1,5 meter. Naar de mogelijke gevolgen van een calamiteit zijn door TNO en het RIVM onderzoeken ingesteld. De conclusies van dat rapport werden echter niet overgenomen en de bouw werd oorspronkelijk zonder aanpassingen voortgezet. Pas bij het voorontwerp Verlengde Oosterheemlijn is bij station Lansingerland-Zoetermeer de leiding alleen daar ter plaatse op een diepte van 32 meter nieuw aangelegd.
Als deze wijk af is, zal het met 30.000 inwoners en 8.500 woningen de grootste wijk van Zoetermeer zijn. De wijk heeft ook een eigen aansluiting met 3 stations gekregen op de RandstadRail.
Toekomst
Zoetermeer stad bereikt met de bouw van Oosterheem ook in het noordoosten haar gemeentegrenzen. De polders in het noorden behoren tot het Groene Hart en mogen niet bebouwd worden. Een verdere uitbreiding van het bouwvolume en aantal woningen kan alleen worden gerealiseerd door binnenstedelijke verdichting.
De herontwikkeling van de oude stadswijken is de grootste uitdaging. Palenstein (1965) is de eerste wijk die opnieuw wordt ingericht. Hoogbouw maakt deels plaats voor laagbouw en er wordt gezocht naar een betere balans tussen het aantal sociale huurwoningen en duurdere vrijesectorwoningen. Voor de gemeente is het ook een probleem dat de jongeren die rond 1970 massaal naar Zoetermeer verhuisden inmiddels tegen hun pensioen aan zitten, en hun kinderen het huis uit zijn. Hierdoor daalt het aantal inwoners in de wijken uit die tijd - waardoor de gemeente minder inkomsten krijgt. De gemeente probeert dat onder andere op te vangen door "inbreiden", dat wil zeggen het bebouwen van vrije ruimte of verdichten van locaties waar gebouwen leegstaan of niet langer voldoen, met woningen die hopelijk nieuwe "starters" aantrekken.
Zoetermeer zou graag ten oosten van Rokkeveen nog een nieuwe woonwijk op het grondgebied van Bleiswijk willen bouwen. Er is in de plannen voor de Zuidplaspolder rekening gehouden met een verdere groei van Zoetermeer naar het oosten. Deze plannen zijn ambitieus en vergen grote inspanning en investeringen. Vooral de gemeente Lansingerland heeft bezwaren tegen de uitbreidingsplannen van Zoetermeer en wil in het gebied kassen bouwen.
Zoetermeer is in een kleine 40 jaar uitgegroeid tot een volwassen stad met inwoners (per ).
Topografie
Topografisch kaartbeeld van de gemeente Zoetermeer, per september 2022. Klik op de kaart voor een vergroting.
Wijken
Stadscentrum Wijk 11
Dorp Wijk 12
Driemanspolder Wijk 13
Meerzicht Wijk 15 en 16
Buytenwegh Wijk 17 en 26
De Leyens Wijk 25 en 26
Rokkeveen Wijk 18 en 19
Palenstein Wijk 22
Seghwaert Wijk 23, 24 en 27
Noordhove Wijk 28
Oosterheem Wijk 21 en 29
Naast de woonwijken is Zoetermeer omringd door verschillende industriegebieden:
Industrie- en buitengebied
Hoornerhage
Zoeterhage
Brinkhage/ Dutch Innovation Park
Rokkehage
Lansinghage
Nutrihage
Oosterhage
De gemeente wil het voormalig bedrijventerrein Dwarstocht transformeren naar een woonwijk.
De wijken hebben een wijknummer dat overeenkomt met de laatste twee cijfers van de postcode. Bij de naamgeving van de straten in de wijk wordt getracht, ook in de ligging ten opzichte van elkaar, een alfabetische volgorde te handhaven.
Waterstaat
Waterstaatkundig ligt Zoetermeer in drie Hoogheemraadschappen, namelijk Delfland, Rijnland en Schieland (en Krimpenerwaard). Zoetermeer vormt zo het "drielandenpunt" tussen deze drie waterschappen. Het feitelijke drielandenpunt, ook wel bekend als de "Driesprong" is in het verleden nogal eens gewijzigd. Dit punt ligt vlak langs de A12 bij het Balijbos. Aan de Reginagang in de wijk Rokkeveen is een oude grenspaal te zien die op de zijkanten de namen van de Hoogheemraadschappen aangeeft.
Politiek
Gemeenteraad
De gemeenteraad van Zoetermeer bestaat uit 39 zetels. Hieronder de behaalde zetels per partij bij de gemeenteraadsverkiezingen sinds 1994:
De ChristenUnie werd in 1994 en 1998 vertegenwoordigd door haar voorgangers het GPV en de RPF.
College van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders voor de coalitieperiode 2022-2026 is als volgt samengesteld:
Kerngegevens Zoetermeer
Oppervlakte in hectare: 3.705
Inwoners: ()
Woningen: 56.697 (1 juli 2021)
Bevolkingsdichtheid per km² land: 3.382 (1 juli 2021)
Woningdichtheid per km² land: 1.530 (1 juli 2021)
Gemiddelde woonbezetting: 2,21 (1 juli 2021)
Bedrijven: 8.932 (1 januari 2018)
Arbeidsplaatsen (vanaf 12 uur/week): 53.445 (1 januari 2017)
Beroepsbevolking: 67.000 personen (1 januari 2018)
Aantal geregistreerde werkzoekenden zonder baan: 6.923 (1 januari 2018)
Aantal inwoners met een Participatiewet-uitkering (Bijstand): 2.901 (Q2 2018)
Aantal scholen: 65 (per 1 januari 2006)
Hoger onderwijs: 1 (De Haagse Hogeschool, Faculteit voor IT & Design)
Volwasseneneducatie: 3
Beroepsonderwijs: 3
Speciaal onderwijs: 10
Voortgezet speciaal onderwijs: 4
Speciaal voortgezet onderwijs: 1
Speciaal basisonderwijs: 5
Voortgezet onderwijs: 5 (scholen met meerdere locaties zijn eenmaal geteld)
Basisscholen: 47 (scholen met meerdere locaties zijn eenmaal geteld)
Onderwijs
alg.bijz=algemeen bijzonder, ger=gereformeerd, op=openbaar, pc=protestants christelijk, rk=rooms katholiek, int=interconfessioneel (katholiek/christelijk)
Hoger onderwijs
De Haagse Hogeschool, Faculteit voor IT & Design; in de Dutch Innovation Factory.
Voortgezet onderwijs
Beroepscollege Zoetermeer
Erasmus College (daltononderwijs)
Oranje Nassau College (ONC), met twee vestigingen:
ONC Clauslaan
ONC Parkdreef
Alfrink College
Picasso Lyceum
Pleysier College Zoetermeer
Volwassenenonderwijs
mboRijnland
Regionaal Opleidingen Centrum (ROC)
Vestiging Van Doornenplantsoen
Beroepsonderwijs
mboRijnland
Regionaal Opleidingen Centrum (ROC)
Vestiging Van Doornenplantsoen
Vestiging Ayers Rock
Speciaal onderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs
De Keerkring SO en VSO voor ZMLK (op./pc/rk)
Scholengemeenschap Effatha (pc)
J.C. Pleysierschool (Pleysier College) voor VSO-ZMOK (alg.bijz.)
Prof Dr. Leo Kannerschool voor SO-ZMOK (alg.bijz.)
Speciaal basisonderwijs
De Keerkring
De Horizon (rk)
De Musketier
De Prinsenhof (pc)
De Voorde (speciaal onderwijs voor slechthorenden)
De Vuurtoren (op)
Het Zwanenbos (op)
Speciaal voortgezet onderwijs
Het Atrium school voor praktijkonderwijs (op/pc/rk)
Basisonderwijs
Religie
Zoetermeer kent vele geloofsgemeenschappen, waaronder:
Verkeer en vervoer
Zoetermeer ligt tussen Den Haag en Gouda aan de A12. De stad wordt ontsloten door een hoofdstructuur van een beperkt aantal wegen. Ook in de wijken is het aantal hoofdwegen die aansluiten op de hoofdstructuur beperkt. Hoewel dit principe de doorstroming bevordert blijkt het tijdens calamiteiten verlammend te kunnen werken. Veel aandacht is besteed aan de vele fietspaden die de verkeerswegen ongelijkvloers kruisen.
Zoetermeer wordt per spoor ontsloten door de spoorlijn Gouda-Den Haag Centraal met de stations Zoetermeer, Zoetermeer Oost en Lansingerland-Zoetermeer.
De Zoetermeer Stadslijn, geopend in 1977, was een tweede spoorverbinding die de wijken onderling verbond. In 2006 en 2007 werd die lijn verbouwd tot een van de eerste lijnen van RandstadRail, die een moderne OV-verbinding tussen Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam vormt.
Station Lansingerland-Zoetermeer voorziet de wijk Oosterheem van een betere aansluiting op de spoorlijn Gouda - Den Haag. De naam van het station is een combinatie van Lansingerland en Zoetermeer, omdat het station op de grens van deze twee gemeenten ligt. Het station is onderdeel van het project Stedenbaan, een metro-achtige verbinding van stoptreinen in de Randstad. De verlengde Oosterheemlijn van RandstadRail kruist bij station Lansingerland-Zoetermeer de spoorlijn Gouda - Den Haag en eindigt daar ook. Het station werd opengesteld 9 december 2018 op voor de treinen en op 19 mei 2019 voor het overige openbaar vervoer. Op die manier heeft het oosten van Zoetermeer en het dorp Bleiswijk verbeterde verbindingen met Rotterdam, Den Haag en Gouda.
Bedrijven en instellingen
De IT-sector en diverse overheidsinstellingen zijn prominent aanwezig in Zoetermeer. Ook veel verzekeringen, vakbonden en belangenverenigingen hebben hun hoofdkantoor in Zoetermeer.
Zoetermeer ICT-stad
In Zoetermeer zijn veel ICT-gerelateerde bedrijven gevestigd. Het beleid van de gemeente is er onder meer op gericht ICT en andere hoogwaardige kennisgerelateerde werkgelegenheid aan te trekken. Zoetermeer heeft een goede technische infrastructuur en was een van de eerste steden in Nederland met een glasvezelnetwerk. In Zoetermeer wonen ook veel mensen met een hoge opleiding en sinds een aantal jaar is hier de Haagse Hogeschool (HHS) - Faculteit voor IT & Design gehuisvest. Het gemeentebestuur investeert veel geld in computers en multimedia op de scholen.
In maart 2007 werd Zoetermeer de eerste Nederlandse gemeente met een stadhuis in de virtuele wereld Second Life. De gemeente trok hiervoor 25.000 euro uit. Via internet is ook het spel Virtual Zoetermeer te downloaden, wat lijkt op een soort SimCity.
Door het uitblijven van succes is er ook kritiek op kosten van deze initiatieven. De bestuurlijke informatieverstrekking aan burgers door de gemeente via internet, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van bestemmingsplannen, blijft als gevolg van deze speelse experimenten achter ten opzichte van de meerderheid van de gemeenten in Nederland.
Bezienswaardigheden
De Oude Kerk Zoetermeer
De korenmolen De Hoop
De Den Haag-Tempel, niet te bezichtigen
Watertoren "De Tien Gemeenten"
Nelson Mandelabrug (Zoetermeer)
Balijbrug
Monumenten
In de gemeente is er een aantal rijks- en oorlogsmonumenten, zie:
Lijst van rijksmonumenten in Zoetermeer
Lijst van gemeentelijke monumenten in Zoetermeer
Lijst van oorlogsmonumenten in Zoetermeer
Kunst in de openbare ruimte
In Zoetermeer zijn diverse beelden, sculpturen en objecten geplaatst in de openbare ruimte, zie:
Lijst van beelden in Zoetermeer
Vrijetijdsbesteding
Attractiecentrum Zoetermeer (karten en lasergamen)
Ayers Rock (klimhal en survivalcentrum)
Burggolf (18-holesgolfbaan)
Cultuurpodium Boerderij
Dutch Water Dreams (olympische wildwaterbaan en indoor-Flowriders) (Gesloten)
Het oude dorp
SilverDome (schaatshal, olympisch trainingscentrum, beurs- en evenementenhal)
SnowWorld (indoorskibaan met echte sneeuw)
Nationaal Videogame Museum
Museum De Voorde, voorheen Stadsmuseum Zoetermeer
Spazio Shoppingspace
Stadshart en Woonhart
Zwembad De Driesprong
Zwembad De Veur
Evenementen in Zoetermeer
Jaarlijks terugkerend:
Beachvolleyspektakel
Bevrijdingsfestival
Bluesfestival
Culinair Zoetermeer
Culturele Uitmarkt
Dag van de Architectuur
Klaverbladloop
Dutch Dragons Drakebootfestival
Festival Couleur Locale
Festival Historisch Zoetermeer
Halve Marathon van Zoetermeer
Lichtjesavond (in de Dorpsstraat)
Monster Jam
Moonlightshopping
Rastaplas
Rokkesteen
Rush Hour
Stadshart op Stelten
Sweet (Lake) Caribbean
Sweet Vibes
Te land, ter zee en in de lucht - (Fiets 'm d'r in in 2006 en Heen en Weer in 2007)
Wielerronde van Zoetermeer
Wilhelminaparkconcert
Voor Zoetermeer1000 jaar:
Millennium Zomerfestival
Geuzenfestival
Sweet Lake China
Zoetermeer On Ice
Zoetermeer De Boer Op
Cadenza Winterstad
Wijkestafette
Midzomerfinale
Geuzenloop
Kids & Culture I & II
Toppers in Concert
Zoetermeer Muziekstad
Zoetermeer Jazz
Viotta Jeugdorkest
Millennium Loterij
Geuzendictee
Boekenmarkt
Foto-expositie: 'Kijk op nieuw'
Zoetermeer op zijn Kop
Golden Years
Middeleeuwse Soeternie
Tentoonstelling 'Vive les Geux'
Natuur en recreatie
Zoetermeer is een groene gemeente en ligt midden in het Groene Hart. Hierdoor is Zoetermeer omringd door prachtige polderlandschappen en aan de oostzijde het Rottegebied. Door het relatief hoge percentage eengezinswoningen is er veel privégroen en daarnaast zijn de woonwijken ruim van opzet, met veel ruimte voor openbaar groen. In elke wijk zijn één of meer wijkparken te vinden. Tot slot zijn er de grote stadsparken, met veel natuur, sport- en recreatievoorzieningen.
Westerpark
Het Westerpark ligt, zoals de naam al doet vermoeden, aan de westzijde van Zoetermeer. Het park is verdeeld in deelgebieden, elk met hun eigen karakter. Zo zijn er een bosgebied, een bloemenweide, een plassengebied, de natuurtuin en sportvelden.
Er is veel ruimte voor kleine recreatie. Door het park lopen drie fiets- en wandelroutes, er is een trimbaan en een ruiterpad. In het park is ook veel water te vinden, geschikt voor kleine recreatie als vissen, waterfietsen, roeien en kanoën.
In het Westerpark is ook een bowlingcentrum gevestigd, waar tevens bootjes en waterfietsen te huur zijn. Naast het bowlingcentrum ligt een grote speeltuin, die tegen betaling te bezoeken is. Aan het einde van de Heuvelweg is Burggolf gevestigd, een 18 holes golfbaan.
Aan de kant van de A12 zijn de sportvelden gelegen, met ruimte voor onder meer handboogschieten en voetbal.
Noord Aa
De Noord Aa is het grootste en belangrijkste recreatiegebied van Zoetermeer. Het gebied ligt rondom de Zoetermeerse Plas, in de volksmond meestal Noord Aa-plas genoemd. Aan de noordzijde van de Zoetermeerse plas liggen het Noord Aa-strand en restaurant Aa-zicht. Een deel van het Aa-strand is bestemd voor naaktrecreatie. Aan het Lange Land zijn een surfschool, een drakenbootvereniging, waterscoutsvereniging en een zeil- en watersportvereniging gevestigd. Eenmaal per jaar vinden hier de Dutch Dragons-drakenbootraces plaats. Op het strand vindt elk jaar het Rastaplasfestival plaats. Rond een uitloper van de plas, de Broekwegwetering zijn woningen gebouwd. Bij de ophaalbrug wordt regelmatig gevist en 's zomers veel gezwommen. Het water van plas en wetering is buitengewoon schoon. Sinds 2000 is het gebied uitgebreid met de Noordhovense plas en de Benthuizer plas.
Van Tuyllpark
Het van Tuyllpark is voornamelijk een sport- en evenementenpark. Hier zijn diverse voetbalvelden, tennisbanen, een atletiekbaan, hockeyvelden en honkbalvelden te vinden. Ook het subtropische binnen- en buitenzwembad Aquapark 't Keerpunt is hier gevestigd en scouting John McCormick in clubhuis de Chute. In oktober 2006 kwam Dutch Water Dreams (DWD) gereed met een Olympische wildwaterbaan en het waveboardcentrum. De schaats- en evenementenhal Silverdome is aan de westzijde van het park te vinden met het parkeerterrein dat wordt gebruikt bij grote evenementen en de halfjaarlijkse kermis.
Buytenpark
De oude vuilstortplaats aan de westzijde van de stad is afgedekt met een laag grond en omgetoverd tot een recreatiegebied. Het is een heuvelachtig gebied en de vegetatie bestaat voornamelijk uit gras en weideland. In het gebied lopen Gallowayrunderen vrij rond. Door het heuvelachtige terrein is het gebied erg geschikt voor survivaltochten en mountainbiken. Hierin voorziet Ayers Rock, het klim- en survivalcentrum van Zoetermeer. De stad was in 2009 dan ook gastheer van de Europese kampioenschappen mountainbike. Een andere grote publiekstrekker is SnowWorld Zoetermeer, de overdekte skipiste met echte sneeuw. Hier komen jaarlijks zo'n 1,2 miljoen bezoekers. Naast de Leisure in het Buytenpark biedt het park ook ruimte aan de Begraafplaats Hoflaan en crematorium Meerbloemhof. Het Buytenpark huisvest jaarlijks het Buytenpark Theater, een tijdelijk openluchttheater waar musicalvoorstellingen worden gegeven voor Zoetermeerse talenten.
Balijbos
Aan de rand van de wijk Rokkeveen ligt het Balijbos. Het Balijbos en het wijkpark in Rokkeveen zijn beiden overblijfselen van de Floriade die in 1992 in Zoetermeer is gehouden. Het Balijbos maakt nu deel uit van de Groen-Blauwe Slinger, dat de groengebieden in de regio met elkaar verbindt. Als het bos volledig af is, strekt het van Zoetermeer tot Pijnacker en Delft.
Natuurpark
De Stichting Natuurpark Zoetermeer (S.N.Z.) is van plan een groot opvangcentrum voor papegaaien, reptielen en eventuele andere dieren te bouwen in Zoetermeer. De SNZ heeft zeven locaties op het oog voor de bouw. Als het aan de stichting zelf ligt, valt de keuze op het Westerpark. De locatie die aanvankelijk haar voorkeur had, achter Intratuin aan de Voorweg, is komen te vervallen. Behalve het Westerpark zijn ook onder meer het Balijbos, een terrein langs de hogesnelheidslijn (H.S.L.), het Bentwoud en de Meerpolder in beeld. Het opvangcentrum wordt geen dierentuin, maar is wel te bezoeken als educatief centrum.
Reptielen Zoo Serpo, die eerder bekendmaakte zich ook in het natuurpark te willen vestigen, is inmiddels afgehaakt.
Nieuwe Driemanspolder
Ingesloten tussen de gemeenten Zoetermeer, Voorburg en Den Haag ligt de Nieuwe Driemanspolder. De Nieuwe Driemanspolder is een diepe polder met een oppervlakte van ongeveer 300 hectare. Het is een voormalige veenpolder, die tot de kleilaag is ontveend. Het kwelwater is (nog) zoet en voedselrijk en met de waterberging worden kwelstromen onderdrukt. In het kader van de Groenblauwe slinger, die verstedelijking in dit gebied een halt toe roept, krijgt de Nieuwe Driemanspolder naar verwachting vanaf 2010 vier nieuwe functies: recreatiegebied, natuurgebied, seizoenswaterberging en gecontroleerde hoogwaterberging.
Voor de waterberging in de polder voorzien de betrokken waterschappen een gebied, dat vergelijkbaar is met de Oostvaardersplassen. Het gebied moet geschikt zijn voor permanente zoetwaterberging (90-150 hectare). Daarnaast moet de capaciteit van de berging naar schatting eens in de vijf tot vijfentwintig jaar gedurende maximaal tien dagen vergroot kunnen worden tot 225 hectare voor gecontroleerde hoogwaterberging. Bij een te hoge waterstand kan de boezem op deze manier tijdelijk ontlast worden. De seizoenswaterberging voorziet in een permanente watervoorraad voor droge perioden.
Met uitvoering van deze plannen is eind 2013 gestart. Op 1 juli 2020 is de Nieuwe Driemanspolder officieel geopend.
Bentwoud
Het Bentwoud is een nieuw aangelegd bos- en recreatiegebied tussen Zoetermeer, Benthuizen en Waddinxveen. Het bos vormt een groene buffer tussen de bestaande steden, de nieuw te bouwen stad in de Zuidplaspolder met 100.000 inwoners en het Groene Hart.
Trivia
Het Suske en Wiske-verhaal De razende rentmeester is een educatieve strip die is geschreven in opdracht van de gemeente Zoetermeer. In het verhaal komen veel bekende plaatsen uit heden en verleden van Zoetermeer voor, zoals het Huis te Palenstein waar, volgens de strip, de rentmeester woonde.
Bekende Zoetermeerders
Partnersteden
Zoetermeer heeft/had de volgende partnersteden:
Hamm (Duitsland), sinds 1975 citylink
Jinotega (Nicaragua), 1982-2019
Nitra (Slowakije), 1994-2019
Xiamen (China), citylink
Aangrenzende gemeenten
Zie ook
Seghwaert
Lijst van beelden in Zoetermeer
Voetnoten
Externe links
Gemeente Zoetermeer
Historisch Genootschap Oud Soetermeer (www.oudsoetermeer.nl)
Zoetermeer mijn stad (geschiedenis van Zoetermeer)
Zoetermeer (publicatie CBS 3-2008)
Historisch-geografische beschrijving van Zoetermeer, incl. de bebouwingskarakteristiek (pdf)
Plaats in Zuid-Holland
|
In het Westerpark is ook een bowlingcentrum gevestigd, waar tevens bootjes en waterfietsen te huur zijn. Naast het bowlingcentrum ligt een grote speeltuin, die tegen betaling te bezoeken is. Aan het einde van de Heuvelweg is Burggolf gevestigd, een 18 holes golfbaan.
| 2 |
bowlingbaan, bowlingcentrum, bowlinghal
|
7,341 |
ResumeAction
|
297551
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoek%20van%20Holland%20Haven
|
Hoek van Holland Haven
|
Hoek van Holland Haven is een metrostation, busstation, veerterminal en voormalig treinstation in Hoek van Holland. Het treinstation en de veerbootterminal werden geopend op 1 juni 1893. Het treinstation werd gesloten op 1 april 2017, en lag toen aan de spoorlijn Schiedam - Hoek van Holland (de Hoekse Lijn). Op 30 september 2019 werd het heropend als tijdelijk eindpunt van metrolijn B van de Rotterdamse metro. Op 31 maart 2023 werd de verlenging naar Station Hoek van Holland Strand geopend; sinds die datum is het een station aan de doorgaande metrolijn.
Het voormalige treinstationsgebouw is verbonden met de veerbootterminal van Hoek van Holland, vanwaar de veerboten van Stena Line naar de Engelse havens Harwich (passagiers en vracht) en Killingholme (alleen vracht) vertrekken. Eerder was het station een belangrijk begin- en eindpunt van treinen naar Duitsland, Scandinavië, Warschau en Moskou met namen als Britannia Expres, Rhein Express, Nord-West Expres, Scandinavië-Holland Express en Warszawa-Hoek Expres. Deze sloten aan op de bootdienst naar het Engelse Harwich, die zijn aanlegplaats naast het spoorwegstation had. Sinds de opening van de Kanaaltunnel in 1994 verdwenen de internationale treinen meer en meer.
Geschiedenis
Treinstation
Het oorspronkelijke stationsgebouw werd gebouwd in 1893 door de HIJSM, en bestaat uit een hoog middengebouw, geflankeerd door twee lagere zijvleugels. In 1950 werd een tweede stationsgebouw naast het oude geplaatst naar een ontwerp van Sybold van Ravesteyn, dat een Italiaanse indruk maakt met een lange gevel en een veelvuldig herhaalde verticale geleding.
Het station had 4 kopsporen, één daarvan (spoor 3) liep door voor het stationsgebouw langs en was bedoeld voor internationale treinen, de kortere kopsporen 4, 5 en 6 die aan de oostkant van het station eindigden waren voor de lokale treinen vanuit Rotterdam, alhoewel daar ook internationale treinen werden afgehandeld. Daarnaast waren er, iets noordwestelijker, twee eilandperrons (spoor 1 en 2) in de bocht voor doorgaande treinen naar station Station Hoek van Holland Strand.
Tot 10 december 2006 reed er tweemaal daags een intercity als boottrein van en naar Amsterdam Centraal, aansluitend op de veerdienst van en naar Harwich. Met ingang van de dienstregeling 2007 verdwenen deze twee treinen, omdat de snelle bootverbinding naar Engeland werd vervangen door een dag- en een nachtboot. Sindsdien stopte er alleen elk half uur een sprinter van Rotterdam Centraal naar Hoek van Holland Strand v.v.
Als voorbereiding op sluiting van de Hoekse Lijn voor treinverkeer, zijn in 2016 de 3 kortere kopsporen die oostelijk van het station lagen gesaneerd, inclusief verwijdering van de bovenleiding.
Op 1 april 2017 werd het station gesloten voor treinverkeer. Het station werd bediend door pendelbussen vanaf station Station Schiedam Centrum.
Metrostation
Per 1 april 2017 is de Hoekse Lijn overgenomen door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, die de spoorlijn liet verbouwen tot een metrolijn, die geëxploiteerd wordt door de RET.
Eerste tijdelijk metrostation
Op 30 september 2019 werd de metrodienst naar Hoek van Holland Haven geopend. Sindsdien was het station het eindpunt van de Rotterdamse Metrolijn B. Metro's halteerden op het oude spoor voorlangs het stationsgebouw (spoor 1, in NS-tijd spoor 3) waar voorheen de internationale treinen halteerden. Een tweede spoor (spoor 2) met perron lag in bajonetligging iets zuidoostelijker, dit werd slechts enkele keren per week gebruikt voor dienstritten.
De verbinding met Hoek van Holland Strand werd van 1 november 2019 tot en met 31 maart 2023 verzorgd door RET-buslijn 611, die vanaf metrostation Hoek van Holland Haven via de Strandweg naar het strand pendelde ter hoogte van het nieuwe metrostation Hoek van Holland Strand. De dienstregeling van deze pendelbus sloot (behalve tijdens de vakantieperiodes met aangepaste dienstregelingen) aan op de aankomst- en vertrektijden van de verlengde metrolijn B: doordeweeks tot ca. 14:00 uur sloten de tijden van de bus aan op de vertrektijden van de metro richting metrostation Nesselande in Rotterdam, na ca. 14:00 uur sloot deze bus aan op de aankomsttijden van de metro uit Rotterdam. In het weekend sloot de dienstregeling van de bus aan op zowel de aankomst- als vertrektijden van de metro.
Tweede tijdelijk metrostation
Vanaf 14 maart 2022 werd er een nieuw, tijdelijk, metrostation geopend, zo'n 400 meter oostelijker, met één perron, aan een kopspoor ten oosten van het treinstation. De enige toegang tot dit perron loopt via het oude perron. Vanwege de grote afstand (500 m lopen) werd een golfkar ingezet voor mensen die slecht ter been waren. De sporen langs het oude stationsgebouw zijn verwijderd, er zijn nieuwe sporen aangelegd in een boog richting het definitieve metrostation.
Definitief metrostation
In 2021 werd een nieuw metrostation aangelegd, nu met eilandperron, en iets westelijker dan het aloude station, ten westen van de Stationsweg. Dit station werd op 31 maart 2023 geopend, tegelijk met de verlenging van metrolijn B naar Hoek van Holland Strand. De tijdelijke pendelbusdienst verdween die dag ook.
Het station heeft twee entrees, de zuidoostelijke genaamd Stena Line dicht bij de veerbootterminal, en een noordwestelijke Centrum.
Veerbootterminal
In 1893 werd de veerbootroute van Hoek van Holland naar Harwich geopend. Het stoomschip Chelmsford, van de Great Eastern Railway, dat op 1 juni om 5:30 als eerste aanmeerde, gevolgd door een tweede schip, de Cambridge, dat de eerste nachtelijke overvaart richting Engeland verzorgde. In 1903 werd een nieuwe America-pier geopend, waar de Holland-Amerika Lijn aanmeerde als Rotterdam vanwege slecht getij niet bereikbaar was. Na de uitdieping van de Nieuwe Waterweg in 1932 werd deze pier weer door de HAL gesloten, alle schepen op Amerika voeren door naar Rotterdam. Op de pier werd door New Fruit Wharf de grootste Europese fruithandel opgezet.
In 1914, tijdens de eerste wereldoorlog, wordt de veerbootdienst stilgelegd en de haven als marinebasis gebruikt. Tijdens de oorlog zijn veel veerboten gezonken en pas vanaf 1920 waren er voldoende schepen om de veerdienst op Engeland te herstarten.
Op 1 september 1939 wordt de veerdienst op Engeland stilgelegd. De Prague is op die dag de laatste boot die vertrekt naar Harwich, en ook het eerste schip dat op 15 november 1945, na de tweede Wereldoorlog weer aankomt. Op 13 mei 1940 werd vanaf de Harwichkade Koningin Wilhelmina met de Britse torpedobootjager HMS Hereward (H93) naar Engeland geëvacueerd.
Vanaf 1947 wordt ook de dagdienst van de Stoomvaart Maatschappij Zeeland (SMZ) vanuit Hoek van Holland uitgevoerd, vanwege de oorologsschade aan de haven van Vlissingen. Dit zou in de eerste instantie tijdelijk zijn, maar werd later definitief, onder de naam Crown Line.
Great Eastern Railway gaat in 1923 over in de London & North Eastern Railway (LNER), en in 1948 in British Railways (later British Rail, BR). Vanaf 1970 worden alle veerdiensten van BR uitgevoerd onder de naam Sealink, tot 1984 als de veerdienst overgenomen wordt door Sea Containers.
In 1968 wordt een RoRo-terminal aangelegd in Hoek van Holland, waardoor het weg(vracht)verkeer een vlucht neemt.
Op 22 juni 1989 verkoopt de Nederlandse Staat haar aandeel in SMZ aan Stena Line. In 1990 wordt ook nachtdienst van Sealink door Stena Line overgenomen, waardoor de voorheen concurrerende dag- en nachtboten onder één vlag worden uitgevoerd. Stena Line investeert in een nieuwe terminal. Deze ligt direct aan het treinstation Hoek van Holland.
Tussen 2008 en 31 december 2021 was er een veerverbinding van RET Fast Ferry tussen Hoek van Holland, de Maasvlakte, en op bepaalde tijden ook de de Pistoolhaven en de Scheurhaven. Deze veerdienst werd uitgevoerd vanuit de Berghaven, iets ten westen van het treinstation.
Faciliteiten
Het oude treinstation had geen loket meer voor de treinreizigers, maar op de boot werden treinkaarten verkocht totdat de papieren treinkaarten op 9 juli 2014 in heel Nederland werden afgeschaft.
Direct achter het treinstation ligt de uitgebreide veerterminal voor bootreizigers, met loketten, toiletten en grenscontrolefaciliteiten. De voetpassagiers worden via een uitgebreid net van gangen met looptrappen van en naar de boot geleid. Sinds 1 april 2017 bestaat voor Stenaline-passagiers een gecombineerd NS/RET-ticket voor alle stations van en naar Hoek van Holland. In het stationsgebouw is een Japanse bar/restaurant gevestigd.
Bij het definitieve metrostation is een VVV-kantoor Hoek van Holland ingericht, met een kleine souvenirwinkel.
Verbindingen
Metro
Buslijnen
De volgende buslijnen van EBS en RET stoppen op station Hoek van Holland Haven, daarnaast stopt er ook een BOB-bus.
Veerboten
Afbeeldingen
Zie ook
RET (Rotterdam)
Rotterdamse metro
Externe link
Website over het project Hoekse Lijn
Bouwwerk in Hoek van Holland
Hoek van Holland Haven
Station van de Rotterdamse metro
Bouwwerk van Sybold van Ravesteyn
|
In 1914, tijdens de eerste wereldoorlog, wordt de veerbootdienst stilgelegd en de haven als marinebasis gebruikt. Tijdens de oorlog zijn veel veerboten gezonken en pas vanaf 1920 waren er voldoende schepen om de veerdienst op Engeland te herstarten.
| 1 |
hervatten, voortzetten, herstarten
|
278 |
ItemAvailability
|
5306896
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kieskeurig.nl
|
Kieskeurig.nl
|
Kieskeurig.nl is een Nederlandse vergelijkingssite en eigendom van het mediahuis Reshift. Het bedrijf telt in 2020 circa 30 medewerkers en is gevestigd in Haarlem.
Geschiedenis
De vergelijkingssite is in 1999 opgericht door het echtpaar Janet Sellis en Henri Hoetink en was een van de eerste vergelijkingssites in Nederland die productreviews van consumenten plaatste. Thuis begonnen op de zolderkamer (in Culemborg) slaagden zij er in om het bedrijf door te laten groeien naar 25 werknemers..
In 2006 werd de vergelijkingssite verkocht aan Ilse media, dochterbedrijf van Sanoma. Op dat moment telde de omzet van de vergelijkingssite € 2.253.000 per jaar. De oprichters bleven verbonden aan het bedrijf, de leiding kwam echter in handen van Bert Wiggers, eerder verantwoordelijk voor Startpagina.nl en NU.nl.
In 2012 sloot de vergelijksite een samenwerkingsverband met de Consumentenbond waarbij de laatste de beschikking kreeg over voorraadstatus en prijzen van de diverse webshops die aangesloten waren.
In 2017 verkocht eigenaar Sanoma de vergelijkingssite aan het mediahuis Reshift.
Verdienmodel
Per bezoeker die via de vergelijkingssite op een webshop terechtkomt wordt een vergoeding aan de webshop in rekening gebracht: afrekening per click. Anno 2020 ligt de vergoeding tussen de 0,23 euro en 0,69 euro, afhankelijk van de prijs van een product.
In 2014 kwam de vergelijkingssite in het nieuws nadat Bol.com, Coolblue, Wehkamp en andere webshops, waaronder HiM Retail (Harense Smid), een deel van hun producten van de site haalden. Het ging vooral om de productgroepen elektronica en fotoapparatuur waar toch al lage marges op konden worden berekend. De vergelijkingssite had een tariefswijziging doorgevoerd waardoor de betreffende bedrijven ineens veel meer geld moesten gaan betalen voor de clicks van consumenten.
Externe links
Officiële website Nederland
Officiële website België
Nederlandse webwinkel
|
Geschiedenis
De vergelijkingssite is in 1999 opgericht door het echtpaar Janet Sellis en Henri Hoetink en was een van de eerste vergelijkingssites in Nederland die productreviews van consumenten plaatste. Thuis begonnen op de zolderkamer (in Culemborg) slaagden zij er in om het bedrijf door te laten groeien naar 25 werknemers..
In 2006 werd de vergelijkingssite verkocht aan Ilse media, dochterbedrijf van Sanoma. Op dat moment telde de omzet van de vergelijkingssite € 2.253.000 per jaar. De oprichters bleven verbonden aan het bedrijf, de leiding kwam echter in handen van Bert Wiggers, eerder verantwoordelijk voor Startpagina.nl en NU.nl.
In 2012 sloot de vergelijksite een samenwerkingsverband met de Consumentenbond waarbij de laatste de beschikking kreeg over voorraadstatus en prijzen van de diverse webshops die aangesloten waren.
| 1 |
productbeschikbaarheid, voorraadstatus, leveringsopties
|
3,087 |
GovernmentPermit
|
1652940
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis%20van%20de%20prostitutie%20in%20Nederland
|
Geschiedenis van de prostitutie in Nederland
|
Dit artikel behandelt de geschiedenis van de prostitutie in Nederland.
Tot 1300
Zie voor dit tijdvak de hoofdartikelen: Geschiedenis van de prostitutie en Prostitutie in Duitsland
In het Frankische Rijk, waar Nederland tussen 481 en 734 toe ging behoren, bestond prostitutie volop, zowel in steden als in dorpen, op landgoederen en in vrouwenkloosters.
Vanaf de elfde eeuw werd in steden in het Heilige Roomse Rijk, opvolger van het Frankische Rijk, prostitutie soms gereguleerd, in de vorm van overheidsvergunning voor zogenaamde ‘vrouwenhuizen’ gekoppeld aan overheidstoezicht op de bedrijfsvoering.
Tegelijkertijd werd prostitutie door minstens een deel van de publieke opinie moreel veroordeeld.
Ca. 1300 – 1575 : concentreren en reguleren
Veertiende eeuw
De houding van de christelijke kerk, ook in Nederland, tegenover prostitutie was die van Augustinus (5e eeuw) en Thomas van Aquino (13e eeuw): prostitutie is wel verwerpelijk, maar toch ook noodzakelijk om eerbare vrouwen te vrijwaren van verkrachting en maagdenschennis.
Prostitutie werd dus in Nederland niet goedgekeurd, maar wel overal toegelaten, vaak met enige regulering. De middeleeuwse mens had veel begrip voor de menselijke zwakheden op het seksuele vlak/ Officieel stond op hoererij echter soms wel een zware straf. Een Dordtse keur uit vermoedelijk de 14e eeuw bedreigde zowel prostituee als prostitutieklant met de doodstraf.
Vijftiende eeuw
Rond 1400 kende Amsterdam zogenaamde “hoerhuizen”.
Daarnaast waren er badstoven, oftewel luxe badhuizen die meestal functioneerden als bordeel of rendez-voushuis.
Daarnaast gewone stoven, inrichtingen, soms gesticht uit liefdadigheid, waar werd gestookt en waar verkleumde lieden een behaaglijk onderkomen vonden. Ook hier vond hoererij plaats.
Stadsbesturen verboden dergelijke prostitutie, maar de straffen erop waren niet zwaar.
Liep het met de openlijke wellustigheid in de badstoven de spuigaten uit dan greep het stadsbestuur in.
Na 1450 kende Amsterdam ook zogenaamde ‘oneerlijke herbergen’, waar behalve eten en drinken ook seks te koop was.
Prostitutie werd vooral als probleem van openbare orde benaderd. Een Utrechtse keur uit 1403 en een Amsterdamse uit 1413 verboden prostitutie op kerkhoven.
De tendens in de 15e eeuw was om prostituees te verbannen naar ‘afterstraten’ (achterbuurten), zoals tegen de stadsmuren doodlopende straten. Amsterdam gaf in 1478 het alleenrecht om hoerhuizen te houden aan dienaren van de schout.
De straffen voor hoeren die gestelde regels overtraden waren: openlijke tekijkstelling, verbanning, of blijvende verminking, bij voorkeur in het gezicht.
1500 – 1575
In 1530 had keizer Karel V de exploitatie van bordelen verboden; of dit in de Nederlanden effecten had is niet bekend.
Steden bleven proberen om prostitutie op bepaalde plaatsen te concentreren en elders te verbieden.
Rond 1540 werd in Arnhem een hoerenwaardin ‘mit oire gesellijnen geschickt te wonen by Sunte Jans Poirt’; in Delft werden in 1542 de Varken-, Dronken- en Hopsteeg aangewezen als plaats voor bordelen; in Leiden in 1545 het Zand, achter- en bezijden de Doelen, Koddesteeg, Sint-Nikolaassteeg en Achtergrachten.
Amsterdam poogde de hoerhuizen te beperken tot de Pijl- en Halsteeg, desondanks concentreerde de hoererij zich in de Nes en Pieter Jacobsdwarsstraat.
In Den Haag lagen de bordelen, geëxploiteerd door baljuw Vincent van Lebenstein en de procureur-generaal van Holland, rond het Spui. Buurtbewoners klaagden over de overlast daarvan bij koningin Maria, die in 1539 bepaalde dat op het Spui geen bordelen meer gehouden mochten worden.
Middelburg bepaalde in 1566 in een verordening dat bordeelhouders geen vaantje (= bierkroes) mochten uithangen maar alleen “eene tinne pints kanneken met een pallemboemke”, dus een palmboompje als kenteken van een hoerhuis; zodoende was voor de klant duidelijk of hij voor een ‘eerlijcke’ kroeg of tapperij stond of voor een bordeel.
Soms bepaalde een stad dat ‘wiven van ligten levene’ (vrouwen van het lichte leven) zich ’s avonds niet buiten de voor hen aangewezen gebieden in de stad mochten vertonen; bij kerkelijke plechtigheden de hele dag niet.
Straffen voor hoeren die zich niet aan de regels hielden waren: verbanning, lijfstraf, of “het dragen van de stedesteen”, dat wil zeggen: twee stenen, met het stadswapen beschilderd, aan een ketting om de hals dragen.
1575 – 1809 : verbieden maar toch tolereren
Tussen 1570 en 1600 kwamen alle steden van
Friesland, Groningen, Overijssel, Gelre, Utrecht, Holland en Zeeland onder invloed van calvinisten die prostitutie strikt afwezen. In 1575 werd in Delft het houden van een “hoerhuis” verboden; Middelburg volgde in 1576. Amsterdam verbood tussen 1578 en 1580 aan de schoutsdienaren nog langer bordeel te houden, en stelde in 1580 bordeelhouders en koppelaars en hoeren strafbaar.
Andere steden volgden.
De openlijke bordelen verdwenen dus.
De denkbeelden en gebruiken onder het volk bleven echter nog de hele zeventiende eeuw gekenmerkt door de middeleeuwse seksuele tolerantie. Wel werd het in de zeventiende eeuw gebruikelijk om geslachtsziekten te beschouwen als straf van God wegens onkuis gedrag.
Zeventiende eeuw
De ontmoetingsplaatsen voor hoeren waren de kroegen en herbergen.
In voorname steden ontstonden in de zeventiende eeuw ook de zogenaamde “musico’s” of muziek- of speelhuizen, waar muzikanten speelden, en prostituees zich bij de bezoekers (reizigers, buitenlanders, zeelieden) aandienden.
Amsterdam werd overspoeld door kooplieden, varensgezellen en avonturiers, hetgeen een groot prostitutieaanbod uitlokte.
In de musico’s en kroegen was grote menging van rangen en standen, zodat hoeren uit lagere volksklassen er konden profiteren van de bestedingen van rijkere bezoekers.
Rond 1675 telde Amsterdam minstens 18 speelhuizen en 67 huizen van hoerenwaardinnen, in totaal telde de stad vermoedelijk zo’n 1000 hoeren, op 200.000 inwoners.
Voor de lagere volksklassen was er in Amsterdam de “oneerlijke herberg”, oftewel het “ravothuis”.
Vaak had de kroegbaas een afspraak met de hoerenwaardin dat zij met haar meisjes in de zaak bleef tot sluitingstijd, en de meisjes dan pas probeerden met een klant het gelegde contact ergens anders voort te zetten, bijvoorbeeld ten huize van de hoerenwaardin.
Verder waren er de kleinere danshuizen, “migchelkitten”; en bij het IJ de zogenaamde wijnhuizen, die bezocht werden door straatprostituees.
Kerkenraden drongen bij de stadsbesturen aan op strafbaarstelling van hoererij, en vervolging van hoeren en hun klanten. De stadsbestuurders waren echter veel minder fanatiek, en van werkelijke handhaving van de prostitutieverboden kwam weinig terecht.
Hoeren werden in Amsterdam slechts bij onregelmatige razzia’s vervolgd. Vrouwen die daarbij voor de tweede of derde keer werden aangehouden konden voor enkele maanden uit de stad verbannen worden, of in de vrouwengevangenis geplaatst.
Gehuwde hoerenlopers werden wel vervolgd, en bestraft met boete of eerloosverklaring of verbanning.
Achttiende eeuw
In de 18e eeuw nestelde zich in burgerkringen een kuisere, preutsere huwelijksmoraal, die prostitutie streng afwees.
Vanaf eind 17e eeuw ging de overheid in Amsterdam (van daarbuiten hebben we nog weinig informatie) strenger optreden tegen prostitutie.
Speelhuizen wilden, in de loop van deze eeuw, de armetierige hoeren van de hoerenwaardinnen niet meer binnen hebben, zorgden zelf voor vrouwen die ze in de kleren staken, en organiseerden zelf faciliteiten voor afzondering.
In Amsterdam ontstonden na ongeveer 1770 weer fraai verbouwde nieuwe speelhuizen en andere gelegenheden met wel 20 à 30 hoeren in huis; kennelijk werden die min of meer officieel geduld.
In Amsterdam hadden de bordelen ‘de Pijl’ in de Pijlsteeg en ‘de Fontijn’ op de Nieuwmarkt eind 18e eeuw tot dertig vrouwen in dienst. Sommige bordeelhouders verdienden goed.
Buiten de bordelen woonden er deze eeuw ook zelfstandig werkende prostituees in Amsterdam; pruikenmakers, kappers en mode- en galanteriekramers of -winkeliers fungeerden als koppelaars tussen prostituee en prostitutieklant.
Reglementering (1809-1888)
1811 – 1813: het Franse systeem
In het door Frankrijk bezette koninkrijk Holland – voorheen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden – werden in 1809 alle oude gemeentelijke verordeningen afgeschaft.
Naar Frans voorbeeld werden in 1811 politiemaatregelen ingevoerd die bordeelhouders en publieke vrouwen (prostituees) verplichtten zich bij de politie te laten registreren. De prostituee ontving dan een rode registratiekaart en was verplicht zich tweemaal per week medisch te laten onderzoeken door de politiechirurgijn op met name geslachtsziekten, en daarbij vijftien stuivers te betalen. Dit systeem zou hier en daar in Nederland tot ongeveer 1900 voortbestaan.
Het officiële doel ervan was bestrijding van geslachtsziektes.
Als een bordeelhouder zich niet hield aan de registratieregels werd zijn bedrijf gesloten.
Doorgaans hielden zowel bordeelhouders als prostituees zich aan deze verplichtingen, want ze wisten dat de politie hun het leven zuur kon maken. Ook zelfstandig werkende prostituees, soms door de gemeente op eigen gezag ingeschreven, verzetten zich doorgaans niet tegen de verplichte medische controles.
Tegelijkertijd echter werd in 1811 ook de Franse strafwet, code pénal, in Nederland van kracht, met daarin het artikel 334 tegen het bevorderen van prostitutie van jeugdigen onder de 21 jaar.
1813 – 1848: bordelen gereguleerd door stadhuis óf politie
Na het vertrek van de Fransen in 1813 wisten gemeenteambtenaren vaak niet, waaraan zij zich moesten houden.
Slechts enkele steden in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden hielden vast aan het reglement voor bordeelhouders en prostituees.
In Amsterdam was de politie na 1813 op eigen houtje, kennelijk zonder politieke legitimatie, doorgegaan met de registratieplicht voor bordeelhouders en prostituees, inclusief het verplichte medische onderzoek van de vrouwen.
Onder de betere burgerij in Nederland was de heersende mening dat prostituees totaal verdorven en ‘diep gevallene’ vrouwen waren.
De regering was in 1816 van mening, dat erg veel militairen besmet waren met ‘syfilis’ (destijds verzamelnaam voor alle geslachtsziekten), schreef dat toe aan gebrekkige sanitaire maatregelen van overheden, en verzocht de gemeenten om een rapport van hetgeen zij reeds deden om geslachtsziekten te bestrijden.
Medische autoriteiten verdedigden de reglementering van prostitutie als medische bescherming van vooral de betere klassen. Politieke instanties zagen er nog een tweede voordeel in: het kon een instrument zijn om de opdringerige en zedenkwetsende prostitutie te beteugelen en beheersen.
Amsterdam benadrukte in zijn antwoord aan de regering in 1816, dat er vooral géén reglementering zoals in de Franse tijd moest terugkomen, want die zou het kwaad van de prostitutie verder aanmoedigen.
Den Haag vaardigde in 1825 als eerste gemeente wel een nieuw ‘Reglement nopens de publieke vrouwen en de zoogenaamde huizen van ontucht’ uit.
De regering vroeg in 1828 de overige gemeenten, het Haagse voorbeeld te volgen.
Tot 1845 volgden Den Helder, Alkmaar, Delft, Harderwijk, Vlissingen, Arnhem, Middelburg, Haarlem en Den Bosch dat advies op.
Het Amsterdamse stadsbestuur huldigde intussen het standpunt dat prostitutie schandelijk is en daarom niet gereglementeerd mag worden.
De Rotterdamse hoofdcommissaris van politie voerde, vergelijkbaar met Amsterdam, in 1847 op eigen gezag een plicht in voor de bij hem ingeschreven prostituees tot periodiek medisch onderzoek, onder bedreiging met de politiecel. Prostituees en bordeelhouders werkten er gedwee aan mee.
1848 – 1879: middelgrote steden kiezen reglementering
Na 1848 bestookten medici de gemeenteraden – sinds de staatshervorming dat jaar aanzienlijk machtiger geworden – met verzoekschriften betreffende reglementering; de gemeenteraden bleken hiervoor ontvankelijker dan vóór 1848 de colleges van B en W.
De rijksoverheid nam in 1851 in de nieuwe Gemeentewet een artikel 188 op, dat, voor het eerst in landelijke wetgeving, verwees naar prostitutie: “De politie over de schouwburgen, herbergen, tapperijen en alle voor het publiek openstaande gebouwen en zamenkomsten, openbare vermakelijkheden en openlijke huizen van ontucht, behoort aan den Burgemeester”.
Daarop gingen nog eens 24 gemeenten over tot (nieuwe of gewijzigde) reglementering: (1853-1859) Leiden, Amersfoort, Assen, Bergen op Zoom, Breda, Culemborg, Gorinchem, Maastricht, Nijmegen, Woerden; (1860-’69) Brielle, Deventer, Goes, Groningen, Hellevoetsluis, Hoorn, Kampen, Venlo, Zwolle; (1870-’79) Dordrecht, Gouda, Harlingen, Leeuwarden en Zutphen.
De Utrechtse hoogleraar L.C. van Goudoever begon in 1858, met toestemming van de burgemeester, medische controle van door hem geselecteerde prostituees, om zo aan voldoende gewillige vrouwelijke patiëntes te komen voor de klinische demonstraties tijdens zijn onderwijs in de heel- en verloskunde aan de universiteit van Utrecht.
De Utrechtse gemeenteraad wees echter, ergens tussen 1858 en 1878, reglementering van prostitutie door de overheid van de hand.
Ook de Amsterdamse gemeenteraad verwierp op 30 januari 1862 een concept-verordening betreffende prostituees en bordelen.
Prostitutie buiten bordelen (19e eeuw)
Het aantal bij de politie bekende bordelen nam af in Amsterdam en Utrecht: Amsterdam had in 1852 nog 131 bordelen, in 1882 nog 68, in 1888 nog 43.
Utrecht had in 1842 veertien publieke huizen, in 1862 twaalf, in 1885 nog drie.
(Van overige steden ontbreken ons nog de getallen.)
Terwijl in Utrecht dus het aantal prostituees in bordelen sterk afnam, nam het aantal buitenlandse vrouwen onder hen (Duitse, Belgische, Luxemburgse, Franse) juist sterk toe, zelfs in absolute aantallen.
Naast bordeel- en straatprostitutie was er de hele eeuw ook prostitutie in nachthuizen, nachtkelders, kroegen en bierhuizen.
Nederlandse prostituees wilden zich aan het eind van deze eeuw niet meer onderwerpen aan de structuur van bordelen en het strenge politiebeleid, en wilden zelfstandiger werken, op straat, in cafés, of aan de deur van hun eigen woning.
Criminalisering (1889 - heden)
1878 – 1911: christenen eisen bordeelverboden
De ‘Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie’ stelde vanaf 1878/’79 dat de overheid de huizen van ontucht moest sluiten, vanaf 1884 deed ook de ‘Nederlandsche Vrouwenbond ter verhooging van het zedelijk bewustzijn’ dat. Beide verenigingen waren sterk orthodox-protestants.
Buitenechtelijke seks met mensen jonger dan 16 jaar werd in 1886 strafbaar gesteld.
De protestants-christelijke ‘Middernachtzendingsvereniging’ postte vanaf 1888 voor bordelen om mannen aan te spreken op hun immorele gedrag, en diende bij gemeenteraden petities in ter afschaffing van de reglementering.
In 1889 werd in Frascati een nationaal congres tegen prostitutie gehouden.
Deze pressie had effect: medio 1889 hadden vijf gemeenten hun reglementering van prostitutie afgeschaft.
Amsterdam stelde in 1889 een verbod op het lokken van klanten op de stoep voor, of op straat nabij, een bordeel.
In 1889 stelde Kampen als eerste weer een bordeelverbod in, Utrecht deed dat in 1890, daarna volgden Amersfoort, Den Helder, Alkmaar, Harderwijk en Venlo.
Amsterdam verbood in 1902 alle inrichtingen die gelegenheid boden tot “ontuchtige handelingen”, spijkerde het bekendste bordeel, Maison Weinthal, dicht, waarna de overige zeven nog bestaande bordelen zelf hun deuren sloten.
In Leiden sloot het stadsbestuur in 1904 de bordelen.
In 1911 werd in het Wetboek van Strafrecht, artikel 250bis (‘bordeelverbod’), het houden van bordelen tot misdrijf verklaard, omdat ze volgens de regering, leiden tot ondermijning van de goede zeden.
Bordelen verboden, maar getolereerd
Raamprostitutie bleef wel bestaan; hoewel die strikt genomen onder de bordeelverboden viel, werd ze door de politie op bepaalde plaatsen getolereerd.
Als nieuwe dekmantels voor prostitutie ontstonden, vooral in Amsterdam en Rotterdam, door vrouwen gedreven ‘sigarenwinkels’ en na 1918 ‘massage-inrichtingen’.
Amsterdam telde in 1920 zo’n 600 prostitutiehuizen met 1100 prostituees.
Rond 1900-1930 werd prostitutie gezien als Kwaad met hoofdletter, dat met alle mogelijke middelen bestreden diende te worden. Men was in die tijd echter snel geneigd, alle buitenechtelijke seks ‘prostitutie’ te noemen.
Tijdschriften zoals De Zwarte Kat en Pan, waarin prostituees hun diensten aanboden, o.a. in de ‘massagehuizen’, werden in 1930 verboden.
Omdat het ‘bordeelverbod’ in WvS art. 250bis lastig bruikbaar bleek, voerden gemeenten nog extra plaatselijke verordeningen in tegen raamprostitutie. Amsterdam en Utrecht deden dat in 1935, Groningen bijvoorbeeld pas in 1960.
Af en toe hield de politie een strenge actie tegen (raam-)prostitutie (zie bijvoorbeeld Geschiedenis van de prostitutie in Amsterdam) maar het leek nooit veel uit te halen.
Pleidooi voor legalisering (1959-1980)
In de jaren vijftig en zestig werd het grote publiek zich er bewust van dat WvS 250bis (‘bordeelverbod’) kennelijk een machteloos wetsartikel was.
Het Algemeen Handelsblad publiceerde op 21 november 1959 een pleidooi voor legalisering van prostitutie.
Gemeenten (bijvoorbeeld Utrecht in 1973, Groningen in 1981, Amsterdam 1983) kwamen openlijker uit voor hun feitelijke gedogen van prostitutie.
De seksindustrie presenteerde zich openlijker in het straatbeeld, en bordelen ontstonden ook in respectabele buurten en seksboerderijen.
Vanaf 1970 werd het prostitutiebedrijf in Nederland internationaler: eerst kwamen de Surinaamse vrouwen, daarna vrouwen uit andere Latijns-Amerikaanse landen, Thailand, en weer later uit Afrika.
De Mr de Graafstichting, ooit opgericht ter bestrijding van prostitutie, pleitte in 1976 voor decriminalisering en destigmatisering van prostitutie.
Intussen werd in Rotterdam in 1980 duidelijk dat bordeelverbod WvS art. 250bis niet alleen prostitutie niet remde, maar zelfs gemeentelijk prostitutiebeleid dwarsboomde (zie Prostitutie in Rotterdam).
Schrappen bordeelverbod (1982-2000)
Rond 1982 ontstonden meer initiatieven tot het afschaffen van het landelijke bordeelverbod.
Nadat in 1987 de Tweede Kamer akkoord was gegaan met die afschaffing, trad minister van Justitie Hirsch Ballin (CDA) aan, die tegen die afschaffing onoverkomelijke bezwaren had en het wetsvoorstel in 1993 alsnog introk.
Vanaf 1989 (de val van de Muur) kwamen ook vele Oost-Europeaanse vrouwen in Nederland in de prostitutie werken.
In 2000 werd WvS art. 250bis (bordeelverbod) wel afgeschaft. De toelichting bij de wet noemt diverse redenen: bescherming van de positie van prostitué(e)s; bestrijding van exploitatie van onvrijwillige prostitutie; beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie. Daarvan werd alleen de laatste reden hardgemaakt, en wel in het allereerste Kamerdebat dat gewijd was aan de opheffing van het bordeelverbod, op 10 mei 1984: het bordeelverbod maakte het gemeenten onmogelijk om, uit oogpunt van ruimtelijke ordening of openbare orde, een gericht verplaatsingsbeleid betreffende bordelen te voeren, waarbij het voorbeeld van
Rotterdam, 1980 werd aangehaald.
Op 1 oktober 2000 werd tevens seks met een prostituee jonger dan 18 jaar strafbaar gesteld.
Hercriminalisering door gemeenten (1981 - heden)
In Rotterdam liepen echter de spanningen in de wijk Katendrecht tussen bewoners en seksindustrie vanaf 1970 uit de hand, en het gemeentebestuur zag geen andere uitweg meer dan op Katendrecht rond 1981 alle zichtbare prostitutie te verbieden.
Groningen drong in 1981-’83 de raamprostitutie met 34% terug.
Amsterdam besloot in 1983 dat de bestaande prostitutiebedrijven zich niet mogen verplaatsen en het aantal van die bedrijven niet mag toenemen.
Den Haag sloot in 1999 de grootste van zijn drie raamprostitutiegebieden.
De steden gingen in 2000 over tot een vergunningenstelsel waarin ze op willekeurige gronden maxima stelden aan aantallen prostitutiebedrijven (zie prostitutie in Amsterdam, Groningen, Utrecht).
Er waren toen twaalf steden met raamprostitutie: Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Alkmaar, Arnhem, Deventer, Doetinchem, Eindhoven, Groningen, Haarlem, Leeuwarden en Nijmegen.
In 1999 werkten zo’n 5000 raamprostituees in Nederland, en in seksclubs of privéhuizen ruim 11.000 vrouwen.
Arnhem wist in januari 2006 alle raamprostitutie uit te bannen, na tientallen jaren van acties en gerechtelijke procedures.
In 2007-’09 besloot Amsterdam, bewerend dat prostitutie een “criminogene functie” is, het aantal legale prostitutieramen te verminderen van 482 tot 290.
Groningen besloot in 2009, zonder opgaaf van reden, het aantal legale ramen per 2016 terug te brengen van 146 tot 95.
Alkmaar heeft per 1 september 2011, via een Bibob-procedure, het aantal prostitutieramen verminderd van ongeveer 125 tot 67, en stelde snel daarna, zonder argumentatie, het maximale aantal ramen op 69.
Utrecht bepaalde 2010 dat een prostituee een prostitutiekamer voor vier volle weken moet huren, en als prostituee geregistreerd moet staan bij de gemeente.
Onderzoeksrapporten, 2006
In 2006 verschenen van de regering drie rapporten getiteld “Tweede Evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod”. Ze betroffen geen evaluatie, want de regering had, bij de afschaffing van het bordeelverbod in 2000, geen concrete of meetbare doelstellingen geformuleerd, bovendien bestonden in 2000 geen betrouwbare gegevens over de toenmalige positie van prostituees. De rapporten betroffen dus kennelijk onderzoekingen.
Onderzoek 1, De sociale positie van prostituees 2006
Deze studie vat ‘sociale positie’ vooral op als: inhoud van het werk, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen, door sociologen aangeduid als ‘de kwaliteit van de arbeid’.
De conclusie van deze studie is, dat in de vergunde prostitutiesector “geen sprake is van een structureel slechte kwaliteit van de arbeid”.
Onderzoek 2, Niet-legale prostitutie
Conclusies:
In gesprekken met prostituees, exploitanten, prostituanten etc. werden in geringe mate “signalen” opgevangen van onder valse voorwendselen buitenlandse vrouwen (totaal onwetend) in de Nederlandse prostitutie brengen. Het rapport onderbouwt deze bewering niet.
In gesprekken met prostituees, exploitanten, prostituanten etc. kwam in geringe mate “naar voren” (in de regio Eindhoven) dat familie van prostituees zou zijn gechanteerd of bedreigd, ten behoeve van uitbuiting van de prostituee, en (in de regio Groningen) dat tegen prostituees geweld zou zijn gebruikt of gedreigd zou zijn met geweld, ten behoeve van uitbuiting van de prostituee. Het rapport onderbouwt deze beweringen niet.
Er zijn nauwelijks minderjarigen in de vergunde prostitutiebranche en ook geen signalen dat zij veel in niet-vergunde bedrijven aanwezig zijn.
In regio’s waar de politie regelmatig controleert op illegale vrouwen in de prostitutie blijken die aantallen sinds 2000 of sinds 2002 te dalen. In Amsterdam noemen de onderzoekers de situatie betreffende illegalen echter “moeilijk te beoordelen”.
Onderzoek 3, Gemeentelijk beleid
Conclusies:
De naleving van de regels door de seksbranche is goed tot redelijk.
Een derde van de gereguleerde seksbedrijven heeft de afgelopen vijf jaar een waarschuwing of sanctie van de gemeente gekregen. Redenen waren: aanwezigheid van prostituees zonder verblijfs- of werkvergunning; niet voldoen aan de gedragseisen of planologische regelingen; etc..
Prostituees noemen positieve gevolgen van de opheffing van het bordeelverbod voor hun positie: de hygiëne is verbeterd, de politie is hulpvaardiger, prostituees voelen zich onafhankelijker en zelfbewuster.
Het aantal seksbedrijven met vergunning nam tussen 2000 en 2006 af met 17% tot ongeveer 1270. Het rapport noemt als mogelijke oorzaken: slechtere economische situatie; invoering van de euro; groei van mobiele telefonie en internet; toename van escortservices en thuisprostitutie en 06-seksbedrijven.
Straat- en escortprostitutie (sinds 1900)
Escort-prostitutie werd na 1945, onder de naam call-girl, vanuit de Verenigde Staten in Europa geïntroduceerd. Rond 1999 werkten in Nederland ongeveer 4000 escort-prostituees. Na 2000 gingen gemeenten en geleidelijk toe over, escortprostitutie vergunningplichtig te maken, zie bijvoorbeeld vergunningstelsel Groningen, 2000, en vergunningenstelsel Amsterdam na 2000.
Straatprostitutie werd de hele twintigste eeuw verboden, opgejaagd, of oogluikend getolereerd (zie bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem, Groningen, Heerlen, Nijmegen of Eindhoven).
Halverwege de jaren zeventig nam straatprostitutie door aan heroïne verslaafde mensen toe.
Vanaf 1983 voerden diverse steden tippelzones in waar tippelen toegestaan was.
Nadat Amsterdam (1996 tot 2003), Rotterdam (1984 tot 2005) en Den Haag (1983 tot 2006) hun zones hadden gesloten kende Nederland zes tippelzones:
Utrecht sinds 1986, Arnhem sinds 1996, Groningen sinds 1998, Heerlen sinds 2000, Nijmegen ook sinds 2000, en Eindhoven sinds 2003. Sinds juli 2021 zijn er alleen nog tippelzones in Arnhem en Nijmegen.
Rond 1999 werkten in Nederland zo’n 1250 tippelprostituees.
Prostitutie in Nederland
|
Straat- en escortprostitutie (sinds 1900)
Escort-prostitutie werd na 1945, onder de naam call-girl, vanuit de Verenigde Staten in Europa geïntroduceerd. Rond 1999 werkten in Nederland ongeveer 4000 escort-prostituees. Na 2000 gingen gemeenten en geleidelijk toe over, escortprostitutie vergunningplichtig te maken, zie bijvoorbeeld vergunningstelsel Groningen, 2000, en vergunningenstelsel Amsterdam na 2000.
| 3 |
overheidsvergunning, vergunning, overheidsdocument
|
7,311 |
QuoteAction
|
1421558
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zakelijk%20voorstel
|
Zakelijk voorstel
|
Een zakelijk voorstel is een aanbieding die een verkoper aan een mogelijke koper (Engels: prospect) doet.
Zakelijke voorstellen kunnen in omvang variëren van een korte aanbiedingsbrief (offerte en zakelijk voorstel vallen samen), tot een pakket van een paar honderd pagina's vol met gedetailleerde specificaties, dat samen met de offerte wordt aangeboden. In het verkoopproces is het zakelijke voorstel een vehikel om de voorwaarden van een eventuele overeenkomst tussen koper en verkoper in een onderhandelingsproces te verduidelijken, en vormt het eindproduct de basis voor een hieruitvolgende contract. Vaak zal dit onderhandelingsproces uit meerdere stappen bestaan, waarbij bij elke stap een nieuwe versie van offerte en/of het zakelijk voorstel kan worden besproken. Wanneer een zakelijk voorstel door de koper eenmaal wordt geaccepteerd, schept dit een voor beide partijen juridisch bindend document.
In een zakelijk voorstel worden de producten en diensten van de verkoper in relatie tot de wensen en eisen van de koper in een gunstig daglicht gesteld. Tevens leert de koper uit een zakelijk voorstel welke mogelijkheden het aangeboden product of dienst heeft om aan zijn behoeften te voldoen. Een succesvol zakelijk voorstel resulteert in een verkoop, waarbij beide partijen krijgen wat ze willen. In dat geval spreekt men van een win-winsituatie.
Burgerlijk recht
Marketing en verkoop
|
Zakelijke voorstellen kunnen in omvang variëren van een korte aanbiedingsbrief (offerte en zakelijk voorstel vallen samen), tot een pakket van een paar honderd pagina's vol met gedetailleerde specificaties, dat samen met de offerte wordt aangeboden. In het verkoopproces is het zakelijke voorstel een vehikel om de voorwaarden van een eventuele overeenkomst tussen koper en verkoper in een onderhandelingsproces te verduidelijken, en vormt het eindproduct de basis voor een hieruitvolgende contract. Vaak zal dit onderhandelingsproces uit meerdere stappen bestaan, waarbij bij elke stap een nieuwe versie van offerte en/of het zakelijk voorstel kan worden besproken. Wanneer een zakelijk voorstel door de koper eenmaal wordt geaccepteerd, schept dit een voor beide partijen juridisch bindend document.
| 3 |
offerte, prijsopgave, taxatie
|
663 |
BusTrip
|
411394
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Dronten
|
Station Dronten
|
Station Dronten is een spoorwegstation in Dronten aan de Hanzelijn, tussen station Lelystad Centrum en station Kampen Zuid.
De Hanzelijn en daarmee het station werden op 6 december 2012 officieel geopend en op 9 december dat jaar in gebruik genomen.
Het station ligt te midden van bedrijventerreinen in het noorden van Dronten en bestaat uit twee perrons aan de zijkant van de sporen op zeven meter boven het maaiveld. Het westelijke gedeelte van de perrons ligt op een viaduct over de ontsluitingsweg De Noord. Er zijn in totaal vier sporen: twee perronsporen en twee doorgaande sporen. Het station heeft over een deel van beide perrons een overkapping. Beide perrons zijn toegankelijk met zowel een trap als een lift.
Treinverbindingen
In de dienstregeling 2023 stoppen op dit station de volgende treinseries:
Busverbindingen
De bushalte Dronten, Station ligt in het concessiegebied IJsselmond, in handen van OV Regio IJsselmond, en wordt bediend door de volgende buslijnen:
Tot de ingebruikname van de Hanzelijn was Dronten met Lelystad en Zwolle met het openbaar vervoer verbonden door de Hanzeliner, een hoogwaardige busverbinding.
Externe links
Dronten
Bouwwerk in Dronten
|
Busverbindingen
De bushalte Dronten, Station ligt in het concessiegebied IJsselmond, in handen van OV Regio IJsselmond, en wordt bediend door de volgende buslijnen:
| 2 |
busreis, buslijn, bushalte
|
5,190 |
CheckInAction
|
1698445
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Instapkaart
|
Instapkaart
|
Een instapkaart, dikwijls aangeduid met de Engelse benaming boarding pass, is een document uitgegeven door een luchtvaartmaatschappij dat een passagier toegang geeft tot een vliegtuig met recht op het gebruik van een stoel tijdens de vlucht. De passagier ontvangt zijn instapkaart bij het inchecken ("aanmelden") op het vliegveld, of print deze zelf uit bij online inchecken.
Sinds 2008 is het mogelijk de instapkaart bij online inchecken op een mobiele telefoon te ontvangen, in de vorm van een QR-code die als een MMS naar de telefoon wordt verstuurd of in de vorm van een sms die een weblink naar de QR-code bevat.
De gebruikelijke informatie op een instapkaart is:
identiteit van de passagier
het vluchtnummer
het nummer van de gate
de datum en tijd waarop de vlucht vertrekt of waarop de passagier bij de gate aanwezig dient te zijn
het nummer van de gereserveerde stoel
De instapkaart wordt getoond bij aankomst bij de gate. Hier wordt de kaart (meestal elektronisch) op echtheid gecontroleerd waarna de passagier met een deel van de kaart aan boord mag gaan.
Luchtvaart
Vervoerbewijs
|
Een instapkaart, dikwijls aangeduid met de Engelse benaming boarding pass, is een document uitgegeven door een luchtvaartmaatschappij dat een passagier toegang geeft tot een vliegtuig met recht op het gebruik van een stoel tijdens de vlucht. De passagier ontvangt zijn instapkaart bij het inchecken ("aanmelden") op het vliegveld, of print deze zelf uit bij online inchecken.
| 2 |
inchecken, aankomstregistratie, reserveringsbevestiging
|
2,644 |
OfferShippingDetails
|
3837040
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Overzicht%20van%20posttarieven%20in%20Nederland
|
Overzicht van posttarieven in Nederland
|
Sinds de betreffende wijziging van de Postwet geldt de regel dat de afzender van brieven en pakjes daarvoor kosten dient te betalen. Hiervoor gelden de posttarieven in Nederland die geregeld worden aangepast. De stelregel daarbij is dat de tarieven niet meer mogen stijgen dan de inflatie. Postzegels zijn wettelijk belastingvrij. Ondernemers dienen wel belasting af te dragen over verzendkosten. De tarieven worden sinds 2011 bepaald door PostNL.
Brieven binnen Nederland
Met een digitale postzegel of postzegelcode zijn de tarieven iets lager.
Brieven binnen Europa
Brieven buiten Europa
Externe links
PostNL
Nederland
|
Sinds de betreffende wijziging van de Postwet geldt de regel dat de afzender van brieven en pakjes daarvoor kosten dient te betalen. Hiervoor gelden de posttarieven in Nederland die geregeld worden aangepast. De stelregel daarbij is dat de tarieven niet meer mogen stijgen dan de inflatie. Postzegels zijn wettelijk belastingvrij. Ondernemers dienen wel belasting af te dragen over verzendkosten. De tarieven worden sinds 2011 bepaald door PostNL.
| 1 |
verzendinformatie, verzendkosten, levertijd
|
2,171 |
ReplyAction
|
4093118
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeroen%20Rietbergen
|
Jeroen Rietbergen
|
Jeroen Rietbergen (Vlissingen, 19 april 1971) is een Nederlands componist en toetsenist.
Biografie
Rietbergen werd geboren in Vlissingen, waar hij op tienjarige leeftijd met pianoles begon. Na zijn opleiding aan de havo voor muziek en dans ging hij in 1989 naar het Rotterdams Conservatorium. Hij werd na twee jaar weggestuurd omdat hij te veel speelde en te weinig studeerde. Als sessiemuzikant speelde Rietbergen bij verschillende bandjes, waaronder in 1994 bij Rick DeVito als achtergrondzanger en toetsenist. In 1995 was hij twee jaar toetsenist bij Ruth Jacotts nieuwe begeleidingsband waarmee hij twee theatertournees deed. Bij Candy Dulfer speelde hij op het album For the Love of You dat in 1997 uitkwam en met Dulfer maakte hij verschillende tournees door Europa, Amerika en Japan. Doordat de drummer Ton Dijkman destijds bij Dulfer en Jan Akkerman speelde, werd Rietbergen in 1999 bij Akkerman geïntroduceerd. Rietbergen ging dat jaar mee op tournee en speelde ook op Akkermans album Live at Alexander's.
Als muzikant was hij in 2001 vast bandlid van Marco Borsato. In die tijd speelde hij voor Borsato en Akkerman, maar richtte samen met Ronald Molendijk ook de danceact Soulvation op, die met het nummer Reset Your Brain in 2003 de top 10 van de Nederlandse Top 40 behaalde. Ook produceerde hij samen met Paskal Jakobsen voor Roel Felius het winnende liedje Mijn ogen zeggen alles dat voor de eerste Nederlandse editie van het Junior Songfestival werd gemaakt. In 2004 was hij actief voor Borsato met wie hij tien keer in het Sportpaleis in Antwerpen en zes keer in Stadion Feijenoord speelde. In 2007 kreeg Rietbergen een relatie met Linda de Mol. Twee jaar later componeerde hij de filmmuziek voor de film Terug naar de kust waarin De Mol de hoofdrol speelt. Rietbergen componeerde later voor regisseur Will Koopman nog meer filmmuziek. Van 2010 tot 2022 was Rietbergen toetsenist bij de Edwin Evers Band en van 2013 tot 2022 bandleider van het televisieprogramma The voice of Holland.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
In januari 2022 werd Rietbergen gevraagd om een reactie op aantijgingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik bij The voice of Holland. Tim Hofman kreeg 19 meldingen binnen over Rietbergen tijdens zijn onderzoek voor de aflevering BOOS: This is The Voice, die een week later zou worden uitgezonden. In een publiekelijke verklaring erkende Rietbergen seksueel wangedrag en stapte per direct op als bandleider bij The Voice. Volgens zijn advocaat was er geen sprake van strafbare feiten. Een voormalig kandidaat van The voice of Holland deed na de uitzending aangifte van aanranding, een beschuldiging die door Rietbergen wordt ontkend.
Prijs
In 2014 kreeg Rietbergen de Buma Filmmuziek Award voor de muziek van Gooische Vrouwen 2. In 2015 ontving hij dezelfde prijs met Gooische Vrouwen 2.
Filmografie
Voor de volgende films verzorgde Rietbergen de muziek:
2009: Terug naar de Kust
2011: Gooische Vrouwen
2012: De verbouwing
2014: Gooische Vrouwen 2
2015: Sneeuwwitje en de zeven kleine mensen
2016: De Prinses op de Erwt: Een Modern Sprookje
2017: Roodkapje: Een Modern Sprookje
2018: All You Need Is Love
2019: April, May en June
2021: Alles op tafel
2022: Diepe Gronden
Privéleven
Rietbergens jarenlange relatie met Lieke van Lexmond eindigde in 2007. Tussen 2007 en 2022 had hij – met een onderbreking – een relatie met Linda de Mol. In januari 2022 beëindigde De Mol de relatie wegens aantijgingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik bij The voice of Holland aan het adres van Rietbergen, waarvan hij het grensoverschrijdende gedrag in een publiekelijke verklaring heeft toegegeven.
Nederlands componist
Nederlands toetsenist
Filmcomponist
|
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
In januari 2022 werd Rietbergen gevraagd om een reactie op aantijgingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik bij The voice of Holland. Tim Hofman kreeg 19 meldingen binnen over Rietbergen tijdens zijn onderzoek voor de aflevering BOOS: This is The Voice, die een week later zou worden uitgezonden. In een publiekelijke verklaring erkende Rietbergen seksueel wangedrag en stapte per direct op als bandleider bij The Voice. Volgens zijn advocaat was er geen sprake van strafbare feiten. Een voormalig kandidaat van The voice of Holland deed na de uitzending aangifte van aanranding, een beschuldiging die door Rietbergen wordt ontkend.
| 1 |
antwoordactie, reactie, vraag beantwoorden
|
10,550 |
TypeAndQuantityNode
|
2067119
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pakbon
|
Pakbon
|
Een pakbon is een bij een verzonden collo gevoegde omschrijving van de inhoud. De pakbon wordt door leveranciers bij de uitlevering van het collo toegevoegd. De pakbon bevat informatie over de in de collo aanwezige producten of materialen en in veel gevallen informatie over de afzender.
Een pakbon heeft twee doelen. De leverancier gebruikt hem om te weten wat er moet worden verstuurd en de ontvanger gebruikt hem om te controleren of de juiste hoeveelheid goederen is geleverd. In het geval van gevaarlijk stoffen of importheffingen kan een controleorgaan, zoals de douane, de pakbon gebruiken om te controleren of de voorschriften worden nageleefd.
Posterijen
|
Een pakbon heeft twee doelen. De leverancier gebruikt hem om te weten wat er moet worden verstuurd en de ontvanger gebruikt hem om te controleren of de juiste hoeveelheid goederen is geleverd. In het geval van gevaarlijk stoffen of importheffingen kan een controleorgaan, zoals de douane, de pakbon gebruiken om te controleren of de voorschriften worden nageleefd.
| 1 |
hoeveelheid goederen, bundelaanbieding, meeteenheid
|
1,693 |
TrainTrip
|
1160893
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Silver%20Meteor
|
Silver Meteor
|
De Silver Meteor is een passagierstreinroute van de Amerikaanse spoorwegmaatschappij Amtrak. De route is 2235 km lang en loopt van New York naar Miami. De Silver Meteor deelt grotendeels het spoor met de Silver Star, die verder rijdt dan de Silver Meteor. De Palmetto gebruikt hetzelfde spoor als de Silver Meteor voor de gehele lengte, maar eindigt in Savannah (Georgia).
Samenstelling van de trein
Tot heden bestaat de trein uit de volgende samenstellingen:
HHP-8 of AEM7-locomotief (New York-Washington D.C.)
P42 (Washington D.C.-Miami)
P42 (Washington D.C.-Miami)
Bagagewagon
Slaapwagon
Slaapwagon
Slaapwagon
Restaurantwagon
Amfleet II-café
Amfleet II-coach
Amfleet II-coach
Amfleet II-coach
Amfleet II-coach
Stations
De Silver Meteor stopt op de volgende stations:
New York
New York
New Jersey
Newark
Trenton
Pennsylvania
Philadelphia
Delaware
Wilmington
Maryland
Baltimore
District of Columbia
Washington D.C.
Virginia
Alexandria
Richmond Staples Mill Road
Petersburg
North Carolina
Rocky Mount
Fayetteville
South Carolina
Florence
Kingstree
Charleston
Yemassee
Georgia
Savannah
Jesup
Florida
Jacksonville
Palatka
DeLand
Winter Park
Orlando
Kissimmee
Winter Haven
Sebring
West Palm Beach
Delray Beach
Deerfield Beach
Fort Lauderdale
Hollywood
Miami
Afbeeldingen
Externe links
Amtrak - Silver Service / Palmetto
Treindienst in de Verenigde Staten
Amtrak
Verkeer en vervoer in Miami
|
De Silver Meteor is een passagierstreinroute van de Amerikaanse spoorwegmaatschappij Amtrak. De route is 2235 km lang en loopt van New York naar Miami. De Silver Meteor deelt grotendeels het spoor met de Silver Star, die verder rijdt dan de Silver Meteor. De Palmetto gebruikt hetzelfde spoor als de Silver Meteor voor de gehele lengte, maar eindigt in Savannah (Georgia).
| 1 |
treinreis, treinroute, commerciële trein
|
4,863 |
MusicVenue
|
158342
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Muziekgebouw%20Eindhoven
|
Muziekgebouw Eindhoven
|
Muziekgebouw Eindhoven, oorspronkelijk Muziekcentrum Frits Philips, is een concertgebouw in Eindhoven. Het staat in het overdekte winkelgebied Heuvel aan de Markt, middenin het centrum van de stad.
Geschiedenis
Muziekgebouw Eindhoven werd als Muziekcentrum Frits Philips in eerste instantie vernoemd naar Frits Philips, de zoon van een van oprichters van de Philipsfabrieken, en werd in 1992 geopend door koningin Beatrix. Na de verbouwing rond 2010 werd de naam gewijzigd in Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven. Later wordt het voornamelijk Muziekgebouw Eindhoven genoemd.
Het gebouw is, samen met het Theater aan het Vrijthof in Maastricht, sinds 2013 de thuisbasis van Philzuid, het symfonieorkest dat ontstond door de fusie tussen Het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest.
Programmering
De programmering omvat een breed scala aan genres, van klassieke muziek, jazz, popmuziek en wereldmuziek tot concerten voor de allerkleinsten.
Externe links
Muziekgebouw Eindhoven
Philzuid
Bouwwerk in Eindhoven
Muziek in Eindhoven
Recreatie in Eindhoven
Concertzaal in Nederland
Poppodium in Nederland
|
Bouwwerk in Eindhoven
Muziek in Eindhoven
Recreatie in Eindhoven
Concertzaal in Nederland
Poppodium in Nederland
| 1 |
muzieklocatie, concertzaal, muziekpodium
|
12,573 |
ReservationStatusType
|
3718227
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/OStatus
|
OStatus
|
OStatus is een open standaard voor de decentrale statusupdates die verwijst naar een reeks van open protocollen waaronder Atom, Activity Streams, PubSubHubbub, Salmon, WebFinger, dat verschillende messaging hubs mogelijk maakt om statusupdates tussen gebruikers bijna real-time te routeren.
OStatus-federatie werd voor het eerst mogelijk tussen StatusNet-installaties en later tussen StatusNet en MiniMe. Diverse andere contentmanagementsystemen zijn nog onvolledig in hun naleving van de volledige standaard.
In januari 2012 werd er een W3C Community Group geopend om de technologie te behouden en verder te ontwikkelen.
Ondersteuning
Mastodon
GNU Social, voorheen StatusNet
PostActiv
Friendica (als plug-in)
Hubzilla (als plug-in)
Externe links
OStatus Wiki
OStatus interoperabiliteitsstatus (verouderd, gearchiveerd)
Blogsoftware
|
OStatus is een open standaard voor de decentrale statusupdates die verwijst naar een reeks van open protocollen waaronder Atom, Activity Streams, PubSubHubbub, Salmon, WebFinger, dat verschillende messaging hubs mogelijk maakt om statusupdates tussen gebruikers bijna real-time te routeren.
| 2 |
boekingsvoortgang, reserveringsfasecode, statusupdate
|
1,013 |
RejectAction
|
1638102
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Transactie%20%28DEMO%29
|
Transactie (DEMO)
|
Een transactie is in de DEMO (Design and Engineering Methodology for Organisations) een universeel patroon van de communicatie (coördinatie handelingen) tussen twee personen (actoren) betreft het produceren van een resultaat.
Een resultaat kan elk nieuw feit zijn, bijvoorbeeld het leveren van een product of dienst. Een keten van transacties vormt een bedrijfsproces. Een transactie is in de DEMO ontwerpmethodologie een basis bouwsteen voor een model van een bedrijfsproces.
Bouwstenen van een transactie
Basis patroon
Een actor betrokken bij een transactie is een persoon die een rol vervult. Een van de twee actoren, de initiator van de transactie, wil dat de tweede actor, de uitvoerder, een resultaat produceert. Daarvoor verzoekt de initiërende actor de uitvoerende actor een resultaat te produceren. Als de uitvoerende actor dat resultaat heeft beloofd dan is er sprake van een afspraak. Als de uitvoerende actor een resultaat heeft geproduceerd dan wordt dat door deze actor kenbaar gemaakt door te verklaren dat het resultaat is gerealiseerd. Pas als het resultaat door de initierende actor is geaccepteerd is het resultaat een feit.
Overleg in de opdrachtfase
Als de uitvoerende actor het resultaat waarom is verzocht niet kan of wil beloven dan kan, nadat dit kenbaar is gemaakt door een afwijzing, een discussie tussen de twee actoren worden gevoerd. Het resultaat van de discussie kan een aangepast verzoek of het intrekken van het verzoek tot gevolg hebben.
Overleg in de resultaatfase
Als de initiërende actor het verklaarde resultaat niet wil accepteren dan kan, nadat dit is kenbaar gemaakt door een afkeuring, een discussie tussen de twee actoren worden gevoerd. Het resultaat van deze discussie kan zijn dat de initierende actor het resultaat toch accepteert of de uitvoerende actor de transactie stopt omdat de actoren het niet eens kunnen worden. De uitvoerende actor kan ook tot het inzicht komen dat de productie van het resultaat geheel of gedeeltelijk opnieuw moet worden gedaan en daarvoor zijn gereedverklaring annuleert.
Annuleringspatroon
Een verzoek, een belofte, een verklaring en een acceptatie zijn te annuleren. Als de andere actor daarmee akkoord gaat (toestaat) wordt teruggegaan naar de transactietoestand van voor de geannuleerde coördinatie handeling. Bij het weigeren van een annulering verandert de toestand niet.
Resultaat
Het resultaat van een transactie wordt geformuleerd als een propositie dat wil zeggen een zin die waar of onwaar kan zijn. Als een initiërende actor een verzoek doet wordt aan de uitvoerende actor gevraagd om de propositie waar te maken. Als het productieresultaat is geaccepteerd is de propositie waar, dit wordt een productiefeit genoemd. Een propositie of productiefeit kan met object role modeling (ORM) worden beschreven. Met ORM beschreven proposities zijn te vertalen naar een database zoals een relationele database. Het is hierdoor mogelijk van een DEMO model van een bedrijfsproces een datamodel voor een informatiesysteem te maken.
Externe links
Stichting DEMO Kenniscentrum gelieerd aan de TU Delft.
Automatiseren is geen kabouterwerk
IT-management
Modelvorming
|
Overleg in de opdrachtfase
Als de uitvoerende actor het resultaat waarom is verzocht niet kan of wil beloven dan kan, nadat dit kenbaar is gemaakt door een afwijzing, een discussie tussen de twee actoren worden gevoerd. Het resultaat van de discussie kan een aangepast verzoek of het intrekken van het verzoek tot gevolg hebben.
| 1 |
afwijzing, weigering, verwerpen
|
9,310 |
UserBlocks
|
4434296
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Defensie%20Bewakings-%20en%20BeveiligingsOrganisatie
|
Defensie Bewakings- en BeveiligingsOrganisatie
|
De Defensie Bewakings- en BeveiligingsOrganisatie (DBBO) is een onderdeel van het Ministerie van Defensie (Nederland). De DBBO is per 1 januari 2011 opgericht. Deze organisatie is een zogenoemd 24-uurs bedrijf (vol continu bedrijf) en valt onder het Defensie Ondersteuningscommando.
Vóór de komst van de DBBO waren de Defensieonderdelen zelf verantwoordelijk voor de beveiliging en bewaking van hun objecten. Door de bewakings- en beveiligingstaken onder te brengen binnen 1 centrale organisatie wordt er Defensiebreed een uniforme werkwijze gehanteerd.
Aanleiding voor de oprichting van de DBBO is het Besluitvormingsmemorandum (BVM) 2008 maatregel 1-10, waarin een aanzet is gegeven om van alle bewakings- en beveiligingstaken binnen Defensie, één organisatie te maken.
De DBBO is verantwoordelijk voor de uitvoering van de bewakings- en beveiligingstaken binnen Defensie (Rijkswet geweldgebruik bewakers militaire objecten). Als tweede hoofdtaak adviseert de DBBO over de organisatorische, bouwkundige en elektronische (OBE) beveiligingsmaatregelen voor de gehele Defensieorganisatie.
Primair houdt de DBBO zich bezig met vier kerntaken: Patrouillegang, Interventie, Toegangscontrole en First-Response (geen BHV, wel EHBO).
Organisatie
Tot medio 2016 viel DBBO onder de Divisie Vastgoed & Beveiliging, hierna is zij overgegaan naar de Divisie Facilitair, Logistiek en Beveiliging binnen het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO).
De DBBO bestaat uit drie beveiligingsregio’s (Zuid, Noord en West). Iedere regio heeft een eigen commandant. De beveiligingsregio's zijn onderverdeeld in acht beveiligingsgebieden, zeven verdeeld over Nederland en één in het Caribisch gebied. De beveiligingsgebieden zijn onderverdeeld in patrouillegebieden (laagste niveau).
De centrale staf is in Utrecht gevestigd, waar ook de commandant werkzaam is. Binnen de DBBO zijn in totaal meer dan 1800 werknemers werkzaam, daarvan is 90% burger en 10% militair.
De interventietaak wordt bewapend uitgevoerd door interventieteams die bestaan uit een mens/mens of mens/hond combinatie. Toegangscontrole wordt in sommige gevallen middels outsourcing bij particuliere beveiligingsorganisaties belegd.
De bewapening bestaat uit een Glock 17, handboeien (MVD) van het merk LIPS, en ( sinds eind 2021 ) de uitschuifbare wapenstok BONOWI EKA-51
DBBO maakt voor het communiceren gebruik van het C2000 (gesloten) communicatienetwerk. Zij hebben hun eigen centrale meldkamer (CMK) te Stroe
Commandanten
Externe links
Website van het Defensie Ondersteuningscommando (Voorheen CDC)
Krijgsmacht van Nederland
Beveiliging
|
Primair houdt de DBBO zich bezig met vier kerntaken: Patrouillegang, Interventie, Toegangscontrole en First-Response (geen BHV, wel EHBO).
| 1 |
gebruikersrestrictie, interactieblokkade, toegangscontrole
|
3,564 |
DatedMoneySpecification
|
4001443
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mijn%20Pop-uprestaurant
|
Mijn Pop-uprestaurant
|
Mijn Pop-uprestaurant was een Belgisch televisieprogramma dat uitgezonden werd op de Vlaamse commerciële televisiezender VTM. Het programma was een vervolg op Mijn Restaurant, een ander programma van VTM.
In het realityprogramma gaan een aantal koppels in verschillende steden de strijd aan voor een eigen tijdelijk restaurant. De uiteindelijke winnaar krijgt een geldbedrag van 50.000 euro.
Seizoen 1
Het eerste seizoen van het programma was van 4 maart 2014 tot 5 juni 2014 te zien op VTM. In de steden Kortrijk, Gent, Antwerpen, Hasselt en Brussel begonnen de vijf koppels met een leeg gebouw en een concept voor een pop-uprestaurant. De eerste weken werd het gebouw (dat bestaat uit verschillende met elkaar verbonden containers) ingericht, gezocht naar personeel en werden menu's samengesteld. De koppels mochten geen eigen geld gebruiken.
De koppels
Jaro & Hanne – Sticks & Stones (Brussel) - 1ste plaats
Jeremy & Noémie – Twenty-Two (Antwerpen) - 2e plaats
Stefanie & Maël – WOLF (Gent) - 3e plaats
Stefaan & Barbra – Visbar STORM (Kortrijk) - 4e plaats
Nathan & Deborah – Spotlight (Hasselt) - 5e plaats
Jury
Sergio Herman – Chef-kok en restauranteigenaar van The Jane
Max Borka – Tentoonstellingscurator, leraar en auteur
Sepideh Sedaghatnia – Sommelier van restaurant 't Zilte
Nominaties
De eerste twee pop-uprestaurants die werden genomineerd waren Spotlight uit Hasselt en Sticks & Stones uit Brussel. Spotlight viel af.
In de tweede nominatie was Sticks & Stones opnieuw genomineerd. Dit keer was de tegenstander Visbar STORM uit Kortrijk. Jaro en Hanne wonnen weer, waardoor Stefaan en Barbara naar huis werden gestuurd.
Ook in de derde nominatie was Sticks & Stones genomineerd met deze keer WOLF uit Gent. Jaro en Hanne behaalden een derde overwinning waardoor Stefanie en Maël hun restaurant moesten sluiten.
In de finale, die gespeeld werd tussen Sticks & Stones (Brussel) en Twenty-Two (Antwerpen), bleek het publiek te kiezen voor Brussel waardoor Jaro en Hanne met Sticks & Stones het eerste seizoen van Mijn Pop-uprestaurant wonnen.
Kijkcijfers
In het begin van de reeks scoorde het programma middelmatig met ongeveer gemiddeld 500.000 kijkers maar naarmate het einde, groeide de populariteit wat resulteerde in meer kijkers, gemiddeld 600.000 voor de laatste weken. Naar de finale keken rechtstreeks 723.100 personen, wat een marktaandeel van 32,48% opleverde.
Seizoen 2
Het tweede seizoen van het programma was vanaf 17 maart 2015 te zien op VTM. Dit seizoen streden niet vijf, maar zes duo's tegen elkaar. Er waren echter maar vijf steden waar een pop-up stond: Aalst, Oostende, Antwerpen, Hasselt en Brussel. De duo's begonnen net zoals in het eerste seizoen met een leeg gebouw en een concept voor een pop-uprestaurant. De koppels mochten opnieuw geen eigen geld gebruiken.
De koppels
Guus & Dries – Asparaguus (Hasselt) - 1e plaats
Miguel & Liselotte – Ket! (Brussel) - 2e plaats
Jonas & Fee – Origó (Aalst) - 3e plaats
Lieve & Mieke – Manil's (Antwerpen) - 4e plaats
Thomas & Alexia – BUFF (Oostende) - 5e plaats
Gilles & Michael (geen pop-uprestaurant geopend)
Jury
Sergio Herman – Chef-kok en restauranteigenaar van The Jane
Alex Callier – Muzikant en bandlid van Hooverphonic
Sepideh Sedaghatnia – Sommelier van restaurant 't Zilte
Nominaties
Reeds in de eerste week van het tweede seizoen streden zes duo's tegen elkaar. Uiteindelijk vielen Gilles en Michael als eerste af en kregen ze dus niet de kans om een pop-uprestaurant op te starten. De andere duo's mochten om beurten een stad kiezen.
Jeroen Meus kwam in elk restaurant op bezoek en nomineerde restaurant BUFF (Oostende) en Ket! (Brussel). Het vleesrestaurant BUFF moest zijn deuren sluiten.
Voor de tweede nominatieronde moest telkens één persoon van elk koppel bij de andere restaurants gaan eten. Deze resultaten werden bij de beoordeling van Kristof en Stefan Boxy (tweelingbroers die in 1982 een sterrenrestaurant te Kortrijk hadden, maar nu een traiteurdienst uitbaten) gerekend. De pop-up met de laagste score, Ket! (Brussel), werd als eerste genomineerd. Op de tweede plaats was er echter een ex aequo, waardoor zowel Manil's (Antwerpen) als Origó (Aalst) ook werden genomineerd voor sluiting. Het is de eerste keer in het programma dat drie restaurants op hetzelfde moment genomineerd zijn. Manil's (Antwerpen) moest sluiten.
De jury bezocht voor de derde nominatieronde de drie overblijvende pop-uprestaurants, en nomineerde uiteindelijk Origó (Aalst) en Asparaguus (Hasselt). De pop-up in Aalst werd gesloten, waardoor Asparaguus (Hasselt) en Ket! (Brussel) naar de finale gingen.
Uiteindelijk werd Asparaguus (Hasselt) op 4 juni 2015 door de kijkers verkozen tot de winnaar van Mijn Pop-up restaurant 2015.
Kijkcijfers
In vergelijking met het eerste seizoen heeft het tweede seizoen meer kijkers in de beginweken. Het programma haalt gemiddeld 600.000 kijkers. De finale was goed voor gemiddeld 729.000 rechtstreekse kijkers, met 746.190 live kijkers voor de bekendmaking van de winnaar.
Seizoen 3
Het derde seizoen van het programma was vanaf 1 maart 2016 te zien op VTM. Dit seizoen streden opnieuw zes duo's tegen elkaar, maar deze keer waren er 6 pop-up's, waardoor ze, in tegenstelling tot vorig seizoen, alle zes mochten meedoen. Dit keer waren er maar drie steden, waarin pop-up's stonden: Antwerpen, Kortrijk en Genk. Er stonden twee pop-up's vlak naast elkaar op één plein. In de eerste fase van het programma streden de twee, naast elkaar gelegen, pop-up's tegen elkaar en er bleef maar een van de twee open en de ander viel af. De twee pop-up's werden dus rechtstreekse concurrenten. De duo's begonnen net zoals in het eerste en het tweede seizoen met een leeg gebouw en een concept voor een pop-uprestaurant. De koppels mochten opnieuw geen eigen geld gebruiken.
Voor de finale werden twee nieuwe, naast elkaar gelegen, pop-up's op het strand van Knokke-Heist geplaatst waarin de twee laatste koppels het tegen elkaar opnamen gedurende drie weken.
Het interieur van de finalisten werd integraal overgebracht vanuit de steden naar de kust.
Recensenten Albert Adria (restaurant El Bulli) en driesterrenchef Gert De Mangeleer (restaurant Hertog Jan) verkozen Strombowli als eerste finalist. De kijkers stemden voor de andere finalist Jalapeño Loco.
Net voor de finale stemronde gaven de juryleden hun stemadvies aan de kijkers: Sepideh en Gert verkozen Strombowli, Sergio verkoos Jalapeño Loco.
De kijkers stemden in het voordeel van de 'vosjes' van Strombowli.
De koppels
Chloé & Magali – Strombowli (Kortrijk) - 1e plaats (€100.000)
Willem & Miette – Jalapeño Loco (Antwerpen) - 2e plaats
Sven & Amanda – Kommáti (Genk) - 3e plaats
Jan & Nele – Mémé Gusta (Kortrijk) - 4e plaats
Giordano & Myrthe – L'oro Nero (Genk) - 5e plaats
Gillian & Caroline – Bikke & Smooz (Antwerpen) - 6e plaats
Jury
Sergio Herman – Chef-kok en restauranteigenaar van The Jane
Gert Verhulst – CEO van Studio 100
Sepideh Sedaghatnia – Sommelier en eigenares van wijn- en gastrobar Divin by Sepi in Antwerpen
Seizoen 4
Dit seizoen werd van 31 januari tot 4 mei 2017 uitgezonden op VTM. Ook in 2017 waren er zes duo's, maar de pop-ups werden slechts in twee steden geplaatst, niet meer in drie zoals in 2016. De steden waar de pop-ups initieel stonden waren Antwerpen en Kortrijk. De winnaars van elke stad werden samen met de winnaar van een duel tussen de tweedes van elke stad tegenover elkaar uitgespeeld in een finale die zich afspeelde aan de jachthaven van Blankenberge.
De koppels
Karel Knockaert & Birger Allery - TJOP's (Antwerpen) - 1e plaats (€50 000)
Daniela Sparanero & Mitchell Merola - Table'O (Kortrijk) - 2e plaats (€11 500)*
Yannick Picard & Leena Van Loon - Meat & Griet (Kortrijk) - 3e plaats
Laure & Charlotte De Winter - MADAM P (Antwerpen) - 4e plaats
Emily & Bo - Het Vijfde Element (Antwerpen) - 5e plaats
Fanny & Veronique - Filly's (Kortrijk) - 6e plaats
Table'O won dit bedrag omdat ze door het programma heen tweemaal "de ster" hebben gewonnen.
Jury
Sergio Herman – Chef-kok en restauranteigenaar van onder meer The Jane
Gert Verhulst – CEO van Studio 100
Sepideh Sedaghatnia – Sommelier en eigenares van wijn- en gastrobar Divin by Sepi in Antwerpen
Stemadvies van GaultMillau en de jury
Beide finalisten toonden zich finalewaardig door een behoorlijk resultaat te behalen, gegeven door twee recensenten van GaultMillau. De barbecuepop-up van Karel en Birger (TJOP's) kregen een beoordeling van 10/20. Het concept van Mitchell en Daniella, Table'O kreeg een voor GaultMillau al hoge quotering, namelijk 13/20.
Gert Verhulst gaf in de finale vlak voor de publieke stemronde het stemadvies te stemmen voor TJOP's van Karel en Birger, terwijl Sepideh Sedaghatnia en Sergio Herman gaven aan dat hun voorkeur uitging naar Table'O van Daniella en Mitchell.
Externe link
Officiële website
Vlaams spelprogramma
Programma van VTM
Vlaams kookprogramma
|
In het realityprogramma gaan een aantal koppels in verschillende steden de strijd aan voor een eigen tijdelijk restaurant. De uiteindelijke winnaar krijgt een geldbedrag van 50.000 euro.
| 1 |
salarisspecificatie, geldbedrag, tijdsperiode
|
3,395 |
VacationRental
|
644354
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dousberg-Hazendans
|
Dousberg-Hazendans
|
Dousberg-Hazendans is een moderne woonwijk in het westelijk deel van de Nederlandse stad Maastricht. Het is tevens een van de 44 officiële buurten van de gemeente Maastricht. De naam is een combinatie van de heuvel Dousberg en de boerderij Hazendans.
Ligging
Dousberg-Hazendans wordt begrensd door de buurt Malberg in het noorden, Pottenberg en Belfort in het oosten, Daalhof in het zuiden, en de landsgrens met België (gemeente Lanaken) in het westen.
Het grensgebied tussen Dousberg-Hazendans en het in België gelegen Albertkanaal is populair bij wandelaars. In dit gebied bevindt zich ook de belangrijke archeologische opgraving Veldwezelt-Hezerwater.
Behalve de hoofdweg, de Via Regia, zijn er twee kleinere grensovergangen tussen Dousberg-Hazendans en België, de Heserstraat en de Drenkelingsweg. Beide zijn niet toegankelijk voor auto's. Beide wegen komen uit bij het Albertkanaal. In dit gebied bevindt zich ook de afgraving Veldwezelt-Hezerwater.
Architectuur en stedenbouw
De buurt bestaat uit twee delen: de woonwijk Hazendans, gebouwd vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw, en het recreatiegebied Dousberg, dat nog in ontwikkeling is.
Nagenoeg alle straten in Hazendans zijn genoemd naar Belgische dorpen. Kenmerkend voor de woonwijk is dat bijna alle huizen wit zijn. Enkele woningblokken zijn ontworpen door Arno Meijs. De architecten Jo Janssen en Wim van den Bergh ontwierpen er enkele moderne villa's. Aan de rand van de wijk ligt een kleinschalig bedrijventerrein.
Voor het gebied Dousberg maakte architect Sjoerd Soeters een masterplan met onder andere een hotel, recreatiewoningen en sportfaciliteiten in post-modernistische stijl. Voor dit plan moest de op de Dousberg aanwezige camping verdwijnen. Het zwembad Dousberg werd in 2013, na de opening van het Geusseltbad, eveneens gesloten. Van het ambitieuze bouwplan werden aanvankelijk alleen de golfbaan en het clubhuis van Golfclub Maastricht gerealiseerd, maar anno 2018 staan er zo'n 150 vakantiewoningen en -appartementen en een hotel-restaurant op de heuvel. Op de plek van het gesloopte zwembad worden luxe villa's gebouwd.
Voorzieningen
Dousberg-Hazendans kent, behalve een sporthal, geen eigen voorzieningen (winkels, cafés, etc.) en is daarvoor aangewezen op de aangrenzende buurten Daalhof en Belfort.
Buurt in Maastricht
Maastricht-West
|
Voor het gebied Dousberg maakte architect Sjoerd Soeters een masterplan met onder andere een hotel, recreatiewoningen en sportfaciliteiten in post-modernistische stijl. Voor dit plan moest de op de Dousberg aanwezige camping verdwijnen. Het zwembad Dousberg werd in 2013, na de opening van het Geusseltbad, eveneens gesloten. Van het ambitieuze bouwplan werden aanvankelijk alleen de golfbaan en het clubhuis van Golfclub Maastricht gerealiseerd, maar anno 2018 staan er zo'n 150 vakantiewoningen en -appartementen en een hotel-restaurant op de heuvel. Op de plek van het gesloopte zwembad worden luxe villa's gebouwd.
| 1 |
vakantieverhuur, vakantiewoning, vakantieaccommodatie
|
90 |
Cemetery
|
5281461
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Begraafplaats%20van%20Hulste
|
Begraafplaats van Hulste
|
De Begraafplaats van Hulste is een gemeentelijke begraafplaats in Hulste, een deelgemeente van de Belgische stad Harelbeke. De begraafplaats ligt aan de Tieltsestraat op 270 m ten noorden van het dorpscentrum (Sint-Pieterskerk). Het terrein heeft een nagenoeg vierkantig grondplan met een oppervlakte van ruim 9.280 m² en wordt omsloten door een haag. Vanaf de straat en een tweedelig traliehek leidt een pad van 55 m, omzoomd met bomen, naar het gedeelte met de graven.
Op de begraafplaats liggen meer dan 160 Belgische gesneuvelden en oud-strijders uit de beide wereldoorlogen, gemarkeerd met eenvormige grafzerken.
De begraafplaats staat sinds 2009 op de lijst van Onroerend Erfgoed.
Brits oorlogsgraf
Tussen de Belgische graven ligt het graf van de Britse onderluitenant Walter Greensted. Hij diende bij de Royal Field Artillery en sneuvelde op 22 oktober 1918.
Zijn graf wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission en staat er geregistreerd onder Hulste Communal Cemetery.
In 2018, honderd jaar na de sterfdatum van W. Greensted hebben nabestaanden een houten zitbank geschonken aan het dorp als dank voor de jarenlange eer aan hun familielid en de warme ontvangst bij hun talrijke bezoeken aan het graf.
Onroerend erfgoed in Harelbeke
Hulste
|
De Begraafplaats van Hulste is een gemeentelijke begraafplaats in Hulste, een deelgemeente van de Belgische stad Harelbeke. De begraafplaats ligt aan de Tieltsestraat op 270 m ten noorden van het dorpscentrum (Sint-Pieterskerk). Het terrein heeft een nagenoeg vierkantig grondplan met een oppervlakte van ruim 9.280 m² en wordt omsloten door een haag. Vanaf de straat en een tweedelig traliehek leidt een pad van 55 m, omzoomd met bomen, naar het gedeelte met de graven.
| 3 |
begraafplaats, kerkhof, grafvelden
|
9,933 |
UserCheckins
|
1698445
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Instapkaart
|
Instapkaart
|
Een instapkaart, dikwijls aangeduid met de Engelse benaming boarding pass, is een document uitgegeven door een luchtvaartmaatschappij dat een passagier toegang geeft tot een vliegtuig met recht op het gebruik van een stoel tijdens de vlucht. De passagier ontvangt zijn instapkaart bij het inchecken ("aanmelden") op het vliegveld, of print deze zelf uit bij online inchecken.
Sinds 2008 is het mogelijk de instapkaart bij online inchecken op een mobiele telefoon te ontvangen, in de vorm van een QR-code die als een MMS naar de telefoon wordt verstuurd of in de vorm van een sms die een weblink naar de QR-code bevat.
De gebruikelijke informatie op een instapkaart is:
identiteit van de passagier
het vluchtnummer
het nummer van de gate
de datum en tijd waarop de vlucht vertrekt of waarop de passagier bij de gate aanwezig dient te zijn
het nummer van de gereserveerde stoel
De instapkaart wordt getoond bij aankomst bij de gate. Hier wordt de kaart (meestal elektronisch) op echtheid gecontroleerd waarna de passagier met een deel van de kaart aan boord mag gaan.
Luchtvaart
Vervoerbewijs
|
Een instapkaart, dikwijls aangeduid met de Engelse benaming boarding pass, is een document uitgegeven door een luchtvaartmaatschappij dat een passagier toegang geeft tot een vliegtuig met recht op het gebruik van een stoel tijdens de vlucht. De passagier ontvangt zijn instapkaart bij het inchecken ("aanmelden") op het vliegveld, of print deze zelf uit bij online inchecken.
| 2 |
inchecken, gebruikersinteractie, locatiebezoek
|
520 |
TelevisionStation
|
1304757
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/RTL%2024
|
RTL 24
|
RTL 24 was een nieuwszender van RTL Nederland die alleen via KPN DVB-H mobiel was te ontvangen. De zender ging op 5 juni 2008 van start en was tot 1 juni 2011 te ontvangen. Het was de eerste Nederlandse zender die speciaal voor de mobiele markt werd ontwikkeld. RTL 24 zond een mix van Editie NL, RTL Nieuws, RTL Z en RTL Boulevard uit.
Na 1 juni 2011 was het kanaal nog enige tijd beschikbaar via de iPad als mobiele app.
RTL 24 was officieel, net als de rest van de Nederlandse RTL zenders, een Luxemburgse zender die zich niet aan de Nederlandse mediawet hoeft te houden. Aangezien Luxemburg geen echte toezichthouder kent, werd hierop ook geen toezicht gehouden.
Noten
Voormalige Nederlandse televisiezender
|
Voormalige Nederlandse televisiezender
| 1 |
televisiezender, tv-station, omroep
|
2,521 |
GolfCourse
|
1070692
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Golf%20%26%20Country%20Club%20Lauswolt
|
Golf & Country Club Lauswolt
|
Golf & Country Club Lauswolt is een Nederlandse golfclub in Beetsterzwaag in de provincie Friesland.
De naam van het landgoed dook voor het eerst op in 1631. Op dat moment heette het Saete lands c.a. genaempt Lauswolt. De eigenaar is dan Jan Jansen Lauswolt, dorpsrichter, laken koopman en grootgrondbezitter in Beetsterzwaag.
In 1954 werd landgoed Lauswolt gekocht door de Algemene Friesche Levensverzekering Maatschappij (AFLM) en tot hotel verbouwd. In deze periode werd ook de golfbaan aangelegd. Sinds 1990 is het hotel eigendom van de Bilderberg Groep, maar de golfbaan bleef eigendom van AFLM.
De baan
In 1964 werd een 9-holes golfbaan aangelegd door Frank Pennink, die later door Donald Steel uitgebreid werd tot 18 holes.
Zie ook
Lijst van golfbanen in Nederland
Lauswolt
Sport in Opsterland
Bouwwerk in Opsterland
Lauswolt
|
In 1954 werd landgoed Lauswolt gekocht door de Algemene Friesche Levensverzekering Maatschappij (AFLM) en tot hotel verbouwd. In deze periode werd ook de golfbaan aangelegd. Sinds 1990 is het hotel eigendom van de Bilderberg Groep, maar de golfbaan bleef eigendom van AFLM.
| 2 |
golfbaan, golfclub, sportlocatie
|
7,164 |
Language
|
2174542
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ndebele
|
Ndebele
|
Noord-Ndebele (taal), een taal die door de Zimbabwaanse Ndebele wordt gesproken.
Noord-Ndebele (volk), een volk dat leeft in Zimbabwe en Botswana.
Zuid-Ndebele (taal), een andere taal die door de Zuid-Afrikaanse Ndebele wordt gesproken.
Zuid-Ndebele (volk), een volk dat leeft in Zuid-Afrika.
|
Noord-Ndebele (taal), een taal die door de Zimbabwaanse Ndebele wordt gesproken.
Noord-Ndebele (volk), een volk dat leeft in Zimbabwe en Botswana.
Zuid-Ndebele (taal), een andere taal die door de Zuid-Afrikaanse Ndebele wordt gesproken.
Zuid-Ndebele (volk), een volk dat leeft in Zuid-Afrika.
| 4 |
taal, natuurlijke taal, formele taalcode
|
5,320 |
GolfCourse
|
1131928
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leender%20Golfclub%20Haviksoord
|
Leender Golfclub Haviksoord
|
De Leender Golfclub Haviksoord is een Nederlandse golfclub in Leende in de provincie Noord-Brabant.
Tussen Eindhoven en Weert ligt de golfbaan van Haviksoord. Het landschap is daar een beetje golvend. Het vennengebied op de golfbaan mag niet betreden worden.
In 2007 zijn negen nieuwe holes aangelegd, waardoor de baan nu 18 holes heeft.
Externe link
Officiële website
Golfbaan in Nederland
Golfclub in Noord-Brabant
Sport in Heeze-Leende
Bouwwerk in Heeze-Leende
|
De Leender Golfclub Haviksoord is een Nederlandse golfclub in Leende in de provincie Noord-Brabant.
| 2 |
golfbaan, golfclub, sportlocatie
|
5,744 |
TakeAction
|
93398
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koopovereenkomst
|
Koopovereenkomst
|
Een koopovereenkomst, met een ouderwetse term ook wel aangeduid als een overeenkomst van koop en verkoop, is een overeenkomst, waarbij de verkoper zich verbindt een zaak te geven en koper zich verbindt daarvoor een koopprijs te betalen. Het 'geven' van de verkoper houdt in het afleveren van het goed en het overdragen van de eigendom.
Achtergrond
De koop is een species van het genus overeenkomst, dat wil zeggen: de koop is een speciaal soort overeenkomst.
De koper heeft recht op het product in de staat, waarvan hij redelijkerwijze mocht uitgaan. Dat noemt men het conformiteitsvereiste. Een schroothandelaar kan dus geen al te hoge eisen stellen aan een loop/sloopauto; een koper mag van een nieuw product binnen de gebruikelijke garantietermijn een redelijk gebruik verwachten overeenkomstig de prijs. De verkoper heeft recht op een redelijke prijs. Als de verbintenis, ook wel rechtsplicht niet of niet correct wordt nagekomen, kan nakoming van de overeenkomst worden gevorderd. Maar ook kan de koop ontbonden worden, al dan niet in combinatie met schadevergoeding. De ontbinding kan buitengerechtelijk gebeuren, dat wil zeggen door partijen onderling, dan wel gerechtelijk, dat wil zeggen door de rechter.
De koop wordt gesloten op het moment dat zowel koper als verkoper met de overeenkomst instemmen. De levering van de zaak kan op hetzelfde ogenblik gebeuren als de betaling, dat is juridisch dan een samenval van rechtsmomenten. Maar de levering kan ook vroeger of later geschieden. Bij koop op afbetaling kan ook een eigendomsvoorbehoud worden gemaakt, zodat de koper pas eigenaar wordt als de laatste betalingstermijn is voldaan. Winkeliers stemmen vaak al van tevoren in met de koopprijs door de prijzen zichtbaar op het product te vermelden. Zij zijn dan verplicht het goed voor de aangegeven prijs te leveren, ook als het een vergissing betreft, mits die prijs redelijk is. Als op een nieuwe auto van 50.000 euro een prijskaartje prijkt van één euro, lijkt het niet redelijk voor dat bedrag levering te vorderen, tenzij duidelijk is gemaakt, dat het hier een bijzondere actie betreft. Het ligt dan meer voor de hand, dat de prijs bijvoorbeeld verkeerd is afgedrukt. Als een aspirant-koper dan toch levering zou vorderen voor één euro, kan door de autoverkoper bij de rechter een beroep worden gedaan op de redelijkheid en billijkheid.
Het begrip verkoper heeft in het Nederlands meer dan één betekenis: De winkelbediende die is aangenomen om goederen aan klanten te verkopen en met hen af te rekenen; een handelaar, die van verkoop en koop zijn beroep maakt; of in het algemeen degene die in juridische zin de eigendom van een goed overdraagt aan de koper, die daarvoor betaalt.
Het wisselen van eigendom van een zaak in ruil voor een andere zaak, is geen koopovereenkomst, maar een ruil of een ruilovereenkomst.
Koopakte
Een koopakte is een document dat door de koper en de verkoper wordt getekend waarin de voorwaarden van de koopovereenkomst zijn vastgelegd. Het opstellen van een koopakte is vaak niet verplicht.
Nederlands recht
In Nederland zijn regels over de koopovereenkomst opgenomen in Titel 1 van Boek 7 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.
Een koop kan ook op een vermogensrecht betrekking hebben. In dat geval zijn de bepalingen over de koop van een zaak van toepassing voor zover dit in overeenstemming is met de aard van het recht.
Consumentenkoop is de koop met betrekking tot een roerende zaak die wordt gesloten door een verkoper die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit en een koper, natuurlijk persoon, die handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit. Ter bescherming van consumenten zijn veel regels over de consumentenkoop van dwingend recht. De regels ter bescherming van de consument zijn afkomstig van de Europese Unie.
Art.7:23 BW regelt de verhouding tussen koper en verkoper. Op grond van art.7:23 BW lid 1 dient een koper binnen bekwame tijd nadat hij heeft ontdekt of had behoren te ontdekken dat het gekochte niet aan de overeenkomst beantwoordt, de verkoper daarvan in kennis te stellen. In lid 2 van art. 7:23 BW wordt daarvoor een verjaringsregel gegeven: een rechtsvordering die gegrond is op het niet beantwoorden van de afgeleverde zaak aan de overeenkomst, verjaart door verloop van 2 jaar nadat de verkoper daarover werd ingelicht.
Ten aanzien van deze verjaringsregel heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze ook van toepassing is wanneer de vordering is gebaseerd op een onrechtmatige daad, doch feitelijk gegrond is op het niet beantwoorden van de afgeleverde zaak aan de overeenkomst.
De verplichting tijdig te klagen geldt ook voor een vordering van de koper op grond van onrechtmatige daad die naar de kern genomen valt te herleiden tot het niet beantwoorden van de zaak aan de overeenkomst. Zou dat niet het geval zijn, dan zou immers de bescherming die de verkoper kan ontlenen aan het bepaalde in art. 7:23 BW lid 1 tegen late en daarmee moeilijk te betwisten klachten, door de koper eenvoudig omzeild kunnen worden.
In het algemeen zullen gedragingen van een makelaar, waaronder ook begrepen dient te worden het voldoen aan de informatieverplichting jegens aspirant-kopers, in het maatschappelijk verkeer op grond van de verkeersopvattingen gelden als gedragingen van de verkoper.
Koop van een woning door een consument
Sinds 1 september 2003 kan op grond van art. 7:2 BW de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan, door een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, slechts schriftelijk worden aangegaan (zie ook contract). Bij het bereiken van een mondelinge overeenstemming over een koop, kan daarom van een rechtsgeldige koopovereenkomst nog geen sprake zijn.
De kopende partij heeft, nadat aan hem een afschrift van de koopakte ter hand is gesteld, nog drie dagen het recht de koopovereenkomst te ontbinden. Na het verloop van die periode is de koopovereenkomst bindend, behoudens indien zich omstandigheden voordoen waarmee in de overeenkomst rekening is gehouden: de zogenaamde ontbindende voorwaarden. Gebruikelijke ontbindende voorwaarden bij het kopen van een woning hebben betrekking op de woonvergunning en de financiering: als de koper die vergunning niet krijgt, of hij de hypothecaire lening niet rond kan krijgen, kan hij een beroep doen op die ontbindende voorwaarden, en daarmee de koop ontbinden.
Mondelinge overeenstemming
Ook als er tussen partijen geen koopovereenkomst tot stand is gekomen, dan mogen zij zich na het bereiken van een mondelinge overeenstemming niet zomaar terugtrekken, althans, zo leek te volgen uit de wetsgeschiedenis van artikel 7:2 BW (zie Kamerstukken II, 23 095, nr. 5) en de jurisprudentie. In beginsel zouden zij dan medewerking moeten verlenen aan het alsnog opmaken van de schriftelijke koopovereenkomst (Kamerstukken II, 23 095, nr. 8), zo was de stelling. Na lange onduidelijkheid daarover in de jurisprudentie heeft de Hoge Raad echter op 9 december 2011 anders beslist: de "particuliere" koper én de "particuliere" verkoper van een woonhuis kunnen zich jegens elkaar ook ná het bereiken van een mondeling overeenstemming nog terugtrekken. Dat is alleen anders in zeer bijzondere omstandigheden. Áls er dan sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden kan degene die zich (ten onrechte) terugtrekt in ieder geval niet veroordeeld worden om alsnog mee te werken aan het opstellen van de schriftelijke koopovereenkomst; hij kan hoogstens worden veroordeeld om aan de ander schadevergoeding te betalen.
Verrassend besliste het gerechtshof Arnhem op 30 oktober 2012 dat de bescherming die ‘particuliere’ partijen bij de koop van een woonhuis nodig hebben onder omstandigheden ook kan gelden voor ‘professionele’ verkopers van een (in dit geval) landgoed met woonhuis. Een professionele verkoper die tot mondelinge overeenstemming is gekomen met een koper van een woning, terwijl die koper vervolgens lang talmt met het ondertekenen van de schriftelijke vastlegging van de mondeling overeenkomst kan zich terugtrekken, volgens het hof. Dit lijkt een (onbedoelde?) uitbreiding van de bescherming van partijen bij de koop/verkoop van een woonhuis. Die bescherming is blijkens de wetsgeschiedenis bedoeld voor particulieren/consumenten die een financieel ingrijpende transactie doen rondom een woonhuis. Als die bescherming nu ook voor professionals gaat gelden die een financieel ingrijpende transactie doen rondom een woonhuis is er geen reden meer om die bescherming te onthouden aan professionals die een andere ingrijpende transactie doen, zoals met betrekking tot een grote technologische installatie of een bedrijfskritisch automatiseringssysteem.
Voor de situatie waarin een particuliere verkoper mondeling een woning verkoopt aan een professionele koper besliste de Rechtbank Gelderland op 15 oktober 2014 dat die particuliere verkoper dan niet het recht heeft om zich op het schriftelijkheidsvereiste te beroepen; die particuliere verkoper is gebonden aan de mondelinge (ver)koopovereenkomst en moet gewoon leveren aan de professional. Daarmee heeft - verrassend genoeg - een particulier die zijn woning verkoopt aan een particulier meer rechten dan een particulier die aan een professional verkoopt.
De verkoper is verplicht zijn gedrag mede te laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van zijn wederpartij (zie de arresten van de Hoge Raad d.d. 23 oktober 1987, NJ 1988, 1017 en d.d. 15 februari 1991, NJ 1991, 493). Een verkoper kan onbehoorlijk handelen indien hij na het bereiken van een mondelinge overeenstemming de medewerking aan het opmaken van de koopakte zou weigeren.
De koopovereenkomst voor roerende zaken is vormvrij. Bij mondelinge overeenstemming is de overeenkomst dan dus al tot stand gekomen, met de daaraan verbonden verplichting tot nakoming. Mondelinge overeenkomsten verschillen slechts in zoverre van schriftelijke dat zij moeilijker te bewijzen zijn.
Belgisch recht
Artikel 1582 BW:
Deze definitie is echter onvolledig. De rechtsleer neemt aan dat koop uit twee essentiële bestanddelen: de eigendomsoverdracht tegen de betaling van een prijs.
De verkoper heeft twee verplichtingen: hij moet de zaak vrijwaren en hij moet uiteraard de zaak ook leveren. De hoofdverplichting van de koper bestaat in het betalen van de prijs op de dag en op de plaats bij de koop bepaald. Ook naar Belgisch recht zijn inmiddels bijzondere regels vastgesteld ter bescherming van de consument; ook deze zijn gebaseerd op de Europese regeling die ook in Nederland geldt.
In België kan de koopovereenkomst drieledig worden ingedeeld naargelang de aard:
koop tussen particulieren onderling en koop tussen handelaars onderling;
koop tussen een particulier en een handelaar, de zgn. consumentenkoop;
internationale koop.
Koop tussen particulieren/handelaars onderling
Deze vorm van koop wordt beheerst door de bepaling van het Burgerlijk Wetboek in de artt. 1582-1701, met uitzondering van de artt. 1649bis-1649octies.
Consumentenkoop
Naar aanleiding van de omzetting van Richtlijn 1999/44/EG werden de artt. 1649bis-1649octies ingevoerd in het BW. Deze artikelen zijn, samen met de bepalingen van boek VI van het Wetboek van Economisch recht op de consumentenkoop, van dwingend recht. Dat wil zeggen dat er contractueel niet kan van worden afgeweken.
Ook de koop of afbetaling en de huurkoop/financieringshuur, gesloten tussen een particulier en een onderneming, worden geregeld in artt. VII.1-VII.220 WER.
Zie ook
Handel
Consument
Inkoop
Algemene voorwaarden (Nederland)
Contractenrecht
Burgerlijk recht
Juridisch document
|
Belgisch recht
Artikel 1582 BW:
Deze definitie is echter onvolledig. De rechtsleer neemt aan dat koop uit twee essentiële bestanddelen: de eigendomsoverdracht tegen de betaling van een prijs.
| 1 |
eigendomsovername, objectoverdracht, eigendomsoverdracht
|
664 |
BusinessEntityType
|
5169391
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lokale%20diensteneconomie
|
Lokale diensteneconomie
|
De lokale diensteneconomie is een gesubsidieerd stimulatieprogramma uit de sociale economie in Vlaanderen. Het programma startte in de definitieve vorm op 1 april 2015 en vloeit voort uit de voormalige buurt- en nabijheidsdiensten.
Doelstelling
Het programma Lokale diensteneconomie beoogt in hoofdlijnen het volgende :
Het bieden van een actief en competentieversterkend traject aan mensen die om verschillende redenen een afstand tot de arbeidsmarkt hebben en moeilijk uit de werkloosheid geraken.
Het zorgen voor een passend dienstenaanbod dat inspeelt op lokale noden en ontwikkelingen waarbij de maatschappelijke meerwaarde centraal staat.
Het verankeren van de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de betreffende diensten.
Uitvoering en coördinatie
De lokale besturen nemen binnen de lokale diensteneconomie de regierol op zich. Het is hun taak om de lokale noden in een bepaalde regio, bijvoorbeeld mobiliteitsprojecten of huishoudelijke ondersteuning voor gezinnen, te koppelen aan lokale en duurzame tewerkstelling voor de beoogde specifieke kansengroep van mensen die dichter bij de reguliere arbeidsmarkt staan dan bijvoorbeeld de doelgroep van maatwerkbedrijven (de voormalige beschutte en sociale werkplaatsen). Het is de bedoeling dat de deze mensen na een traject van 5 jaar voldoende in staat zijn een reguliere baan te vinden.
Doelgroepwerknemers
Het programma beoogt de inschakeling van mensen die door allerlei oorzaken een zekere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen met een zware zorglast, ex-gedetineerden, mensen in armoede of langdurig werklozen.
Via dit inschakelingstraject wil de overheid deze doelgroepwerknemers weer in staat stellen om volwaardig werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Uitgangspunt bij het inschakelingstraject is o.a. doorstroom en dat betekent voor deze groep mensen een begeleidingsperiode van vijf (of uitzonderlijk maximaal zes) jaar waarna in principe, per individu afhankelijk, de overstap gemaakt dient te worden naar een reguliere baan in de maatschappij.
Werkgevers
Het decreet stelt concrete eisen aan de ondernemingen die inschakelingstrajecten aanbieden. Dit zijn:
Het aanstellen/tewerkstellen van minimaal vijf voltijdsequivalente doelgroepwerknemers op jaarbasis
De onderneming dient een rechtsvorm te hebben in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), een publiekrechtelijke rechtspersoon, een vennootschap met sociaal oogmerk of een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
De onderneming dient een transparante en kwalitatieve bedrijfsvoering te hanteren.
De onderneming is uitbater van lokale diensten. Ondernemingen die naast hun activiteiten in het kader van dit decreet ook andere (commerciële of niet-economische) activiteiten uitoefenen, richten een zogenaamde sui-generisafdeling op.
Voorbeelden van tewerkstellingen zijn sociale restaurants, buurtgerichte kinderopvang, groen- en buurtonderhoud en het uitbaten van fietsenstallingen (fietspunten).
In Vlaanderen zijn anno 2018 225 organisaties actief in de lokale diensteneconomie. Daar werken meer dan 2500 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of mensen in de omkadering. De Koepel Lokale Diensteneconomie is aangesloten bij Sociare en maakt daardoor deel uit van het netwerk van Verso, de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen.
Externe link
Officiële website Lokale Diensten Economie
Economie
|
Werkgevers
Het decreet stelt concrete eisen aan de ondernemingen die inschakelingstrajecten aanbieden. Dit zijn:
Het aanstellen/tewerkstellen van minimaal vijf voltijdsequivalente doelgroepwerknemers op jaarbasis
De onderneming dient een rechtsvorm te hebben in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), een publiekrechtelijke rechtspersoon, een vennootschap met sociaal oogmerk of een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid.
De onderneming dient een transparante en kwalitatieve bedrijfsvoering te hanteren.
De onderneming is uitbater van lokale diensten. Ondernemingen die naast hun activiteiten in het kader van dit decreet ook andere (commerciële of niet-economische) activiteiten uitoefenen, richten een zogenaamde sui-generisafdeling op.
Voorbeelden van tewerkstellingen zijn sociale restaurants, buurtgerichte kinderopvang, groen- en buurtonderhoud en het uitbaten van fietsenstallingen (fietspunten).
In Vlaanderen zijn anno 2018 225 organisaties actief in de lokale diensteneconomie. Daar werken meer dan 2500 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of mensen in de omkadering. De Koepel Lokale Diensteneconomie is aangesloten bij Sociare en maakt daardoor deel uit van het netwerk van Verso, de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen.
| 1 |
zakelijke entiteit, rechtsvorm, waardeketen
|
11,218 |
AboutPage
|
2123470
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Electronic%20Realizations%20for%20Rock%20Orchestra
|
Electronic Realizations for Rock Orchestra
|
Electronic Realizations for Rock Orchestra is het debuutalbum van Larry Fast uitgebracht onder de artiestennaam Synergy. Het album bevat geen daadwerkelijk rockorkest, maar muziek gespeeld op het 'orkest' dat Fast in die dagen via elektronische instrumenten liet klinken bij bijvoorbeeld Peter Gabriel. De muziek heeft ook eigenlijk niets met rock van doen, maar is meer neoromantische muziek gespeeld op verschillende synthesizers en aanverwante apparatuur. De stijlen binnen de elektronische muziek wisselen elkaar snel af, zo zijn in Slaughter on Tenth Avenue achter elkaar de stijlen van Jean-Michel Jarre, Vangelis, Tangerine Dream en Keith Emerson te horen. Het album werd opgenomen in de House of Music te West Orange.
Het album haalde in achttien weken de 66e plaats in de Billboard 200.
Musici
Larry Fast – synthesizers (veelal minimoog), elektronica
Tracklist
Alle van Fast, behalve waar aangegeven.
Externe links
Electronic Realizations for Rock Orchestra op Discogs
Officiële informatiepagina
Muziekalbum uit 1975
Muziekalbum van Synergy
|
Externe links
Electronic Realizations for Rock Orchestra op Discogs
Officiële informatiepagina
| 1 |
over ons, informatiepagina, overpagina
|
11,185 |
Vehicle
|
161892
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Carrosserie
|
Carrosserie
|
De carrosserie is het koetswerk van een motorvoertuig (auto of bus), ruwweg de bovenbouw, dat wil zeggen de constructie zonder onderdelen als de motor, de wielen, de aandrijflijn, en het interieur (met name de zitplaatsen). Bij de allereerste auto's en bij utiliteitsvoertuigen was er soms nauwelijks sprake van een carrosserie, bijvoorbeeld bij de Benz Motorwagen.
Zelfdragend of op chassis
Vaak wordt de carrosserie op het chassis geplaatst en de vereniging van die twee wordt wel aangeduid als het 'huwelijk'. Van de beginjaren van de auto tot na de Tweede Wereldoorlog was dit de gangbare bouwwijze, en voor zware vrachtwagens is dat nog steeds zo. Hedendaagse auto's hebben gewoonlijk echter een zelfdragende carrosserie, zonder apart chassis. De carrosserie is dan zo stevig uitgevoerd dat het onderstel, de aandrijflijn en de stoelen daar direct op gemonteerd kunnen worden. Dit is een zeer compacte bouwwijze, die de ontwerper grote vrijheid laat in de plaatsing van de componenten. De onderbouw bestaat namelijk uit plaatwerk, dat in vorm geperst kan worden om ruimte te maken voor het reservewiel, de achterbank, de accu of andere lastige onderdelen. Ook sportwagens worden zelfdragend gebouwd, omdat zo'n constructie veiliger en lichter is dan een chassis met aparte carrosserie. Een speciaal zelfdragend type is de monocoque, waarbij het geheel als één schaal wordt gebouwd.
Carrosseriebouwers
In de begintijd van de auto was het gebruikelijk dat men een chassis kocht, waarna dit door een carrosseriebouwer van een koetswerk werd voorzien. Het chassis bepaalde dan het merk, maar bij beroemde carrosseriebouwers werd ook hun naam vermeld. Zo wordt een Rolls-Royce met een opbouw van de gerenommeerde firma H. J. Mulliner & Co. aangeduid als Mulliner-Rolls-Royce.
Bij autobussen en met name vrachtwagens is een aparte opbouw door een specialist nog steeds gebruikelijk. Ook bij bestelwagens is het vaak mogelijk een chassis met cabine te kopen en te laten voorzien van een opbouw volgens eigen wensen of eisen. Dit is mede vanwege het grote scala aan gebruiksdoelen voor vracht- en bestelauto's.
Materiaal
De moderne carrosserieën zijn overwegend gemaakt van staal, hoewel aluminium, kunststoffen en vezelversterkte kunststoffen in opmars zijn. In het begin van de autoproductie werd ook hout verwerkt. De druk om duurzaam te produceren leidt in de 21e eeuw tot materialen die versterkt zijn met plantaardige vezels, met name hennep. Anno 2018 is dit in een experimenteel stadium.
Geschiedenis en indeling
Het woord carrosserie is ouder dan de auto zelf en stamt uit de tijd dat de koets (Frans: carrosse) nog het straatbeeld bepaalde. Er zijn een aantal carrosserievormen, die oorspronkelijk ook uit de koetsbouw stammen. Zo is de basisvorm coach, wat letterlijk 'koets' betekent. Koetsvormbenamingen zijn niet bijzonder strikt en er zijn een aantal grijze gebieden waar in spreektaal of geografisch gezien afwijkende criteria worden gehanteerd.
Coach
De coach is de basiskoetsvorm, met aan weerszijden een deur, en minimaal vier zitplaatsen, verdeeld over meer dan een zitrij. In de automobielindustrie is dit de tweedeurs carrosserie, met A-, B- en C-stijlen, en een ruime aparte kofferbak. De coach wordt soms ook met sedan aangeduid.
Sedan / Berline
Dit is een vierdeursvariant van de coach. Sedan is de meest gebruikte naam maar in sommige landen spreekt men van een berline, naar de gelijknamige paardenkoets uit Berlijn. Om aan vier deuren plaats te bieden, waren sedans oorspronkelijk groter dan coachmodellen, maar een moderne sedan is net zo groot als de coachvariant.
Coupé
De coupé is oorspronkelijk een sportieve compactere versie van de coach, waarbij de B-stijl soms komt te vervallen. Het sportieve uiterlijk wordt vaak gerealiseerd door de achterruit vlakker te plaatsen en het dak lager. Soms staat ook de voorruit vlakker. Door de compacte vorm heeft de tweede zitrij minder ruimte. Vaak is ook de kofferruimte beperkt. Bekende Amerikaanse voorbeelden zijn de Ford Mustang en Buick Riviera. In Europa werden de Fiat 850 coupé en de DAF 55/66 coupé volgens dit stramien gebouwd. De coupé is niet noodzakelijk afgeleid van andere carrosserievormen; vooral bij supersportwagens en luxe GT's is de coupé vaak de enige of de hoofdvariant, zoals bij de meeste modellen van Aston Martin en Maserati. Ook in de lagere klassen komen zelfstandige ontwerpen voor. Zo is de Ford Capri technisch vrijwel gelijk aan de Ford Taunus, maar qua uiterlijk is er weinig overeenkomst.
Hatchback
De hatchback is een coach met grote achterklep (Engels "hatch" betekent 'klep') of deur, die tot boven de achterruit doorloopt. De kofferruimte en de zitplaatsen zijn niet strikt gescheiden, mede omdat de achterbank neerklapbaar is. Door de grote klep, en doordat er geen schutbord is tussen kofferruimte en zitplaatsen, is deze bouwwijze minder stijf dan andere vormen. Dit is een van de redenen waarom auto's met hatchbackachtige vormen soms toch een kleinere achterklep en een aparte kofferbak hadden, bijvoorbeeld de Austin Allegro en de Alfa Romeo Alfasud. Deze vormen worden soms aangeduid met het Engelse begrip notchback. De Citroën Dyane was een hatchback-variant van de Eend, de Citroën 2CV.
In bochten en bij hobbels kan een hatchback gaan wringen en schuren. Dat is hoorbaar in kraakjes en piepjes en vergroot de kans op roestvorming. Ook het weggedrag lijdt hieronder. Versterkingsbalken verhelpen deze problemen, maar zijn niet alleen duur, maar ook zwaar. Daarom zijn supersportauto's zelden of nooit als hatchback uitgevoerd.
Franse autofabrikanten waren voorlopers in deze bouwwijze, met de Citroën Traction Avant, Renault 6 en 16 en de Simca 1100 als voorbeelden. Hatchbacks werden vroeger wel gebaseerd op vormen als de sedan (vijfdeurs hatchback) of de coach of coupé (driedeurs hatchback). Vanwege zijn praktische voordelen is de hatchback in West-Europa met grote afstand de populairste vorm. Andere vormen worden in de 21e eeuw eerder afgeleid van de hatchback dan andersom.
Stationwagen / Estate / Break
De stationwagen is een hatchback met een kofferruimte die aanzienlijk groter is dan normaal, waarbij het dak tot een stuk boven de laadruimte doorloopt. Door de grote laadruimte is deze carrosserievorm overwegend op de coach of de sedan gebaseerd. Wanneer de stationwagen op een coupé is gebaseerd is wordt hij vaak als touring of tourer aangeduid. De stationwagen ontleent zijn naam aan het feit dat deze vroeger werd ingezet om reizigers met hun bagage vanaf een station naar de eindbestemming te transporteren. Naast de genoemde benamingen hebben veel merken voor een eigen benaming gekozen (combi, variant, avant etc.).
Een specifiek model stationwagon is de shooting brake die speciaal voor de jacht is ontwikkeld. Het woord "brake" zou afkomstig zijn van het Nederlandse woord brik; een shooting brake is dus een "jachtkar".
Bestelwagen / Van
Dit is een hoge stationwagen, waar de nadruk op de laadruimte en laadvermogen ligt. De basisuitvoering telt meestal maar één zitrij. De stoelen zijn relatief recht en hoog, en de carrosserievorm is bedoeld om bedrijfsmatig goederen af te leveren. De laadruimte van een bestelwagen is toegankelijk door meerdere grote deuren of een laadklep, om het laden en lossen te vergemakkelijken.
In de volksmond wordt dit type vaak 'bus' of 'busje' genoemd; bijvoorbeeld "een VW-bus".
MPV
Een multi-purpose vehicle (MPV) is een bestelwagenachtige carrosserievorm waarbij de nadruk ligt op comfortabel personenvervoer, met de mogelijkheid een of meerdere zitrijen te verwijderen om zodoende een naar behoefte grotere laadruimte te verkrijgen, zodat het voertuig voor meerdere doelen kan worden ingezet. Door de grootte kunnen hier meestal 6-9 personen in vervoerd worden.
Cabriolet / Convertible
De cabriolet is een carrosserievorm gebaseerd op een coach, waarbij het dak geheel verwijderd, weggevouwen of weggeklapt kan worden.
Limousine
De limousine is gebaseerd op een sedan, waarbij de eerste zitrij voorbehouden is aan de bestuurder, en gescheiden is of kan worden van de passagiersruimte. De passagiersruimte biedt veel comfort en ruimte, en enige mate van privacy. Om aan meer passagiers ruimte te bieden kan de limousine verlengd zijn. Dit type wordt vaak aangeduid met de Amerikaanse term stretched limo (verlengde limousine).
Landaulet / Landaulette
Een landaulet is een model limousine, waarbij enkel het passagiersgedeelte als cabriolet is uitgevoerd. De naam vindt zijn herkomst in de Landauer; een rijtuig met zijn origine in Landau in der Pfalz.
Zie ook
carrosserievorm
Lijst van carrosseriebouwers
|
De carrosserie is het koetswerk van een motorvoertuig (auto of bus), ruwweg de bovenbouw, dat wil zeggen de constructie zonder onderdelen als de motor, de wielen, de aandrijflijn, en het interieur (met name de zitplaatsen). Bij de allereerste auto's en bij utiliteitsvoertuigen was er soms nauwelijks sprake van een carrosserie, bijvoorbeeld bij de Benz Motorwagen.
| 2 |
voertuig, transportmiddel, vervoersmiddel
|
5,143 |
AutomotiveBusiness
|
5325650
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Winparts
|
Winparts
|
Winparts is een Nederlands e-commercebedrijf dat gespecialiseerd is in de verkoop van auto-onderdelen. Het bedrijf was bij de oprichting een van de eerste internetbedrijven in Nederland dat het voor consumenten mogelijk maakte om auto-onderdelen op kenteken te bestellen. Het bedrijf is gevestigd in Winneweer, in de Nederlandse provincie Groningen, en telt anno 2021 circa 110 werknemers.
Geschiedenis
In 1994 richtten de broers Ari en Meinard van Essen D-Parts op, een bedrijf dat handelt in BMW-onderdelen. Zij kochten via verzekeringsmaatschappijen BMW’s op die betrokken waren geweest bij een ongeluk of om een andere reden niet meer de weg op mochten. Men demonteerde de voertuigen en de bruikbare onderdelen werden stuksgewijs gefotografeerd en online gezet. Door toename in vraag naar nieuwe auto-onderdelen en de vraag naar onderdelen van andere automerken richtten de broers in 2003 de webshop Winparts op.
Het bedrijf werd in de loop van de jaren die volgden internationaal actief met webshops in o.a. België, Scandinavië, Verenigd Koninkrijk, Ierland , Frankrijk, Bonaire, Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
Sinds mei 2021 is het bedrijf eigendom van AAG groep.
Nederlands bedrijf
E-commercebedrijf
|
Winparts is een Nederlands e-commercebedrijf dat gespecialiseerd is in de verkoop van auto-onderdelen. Het bedrijf was bij de oprichting een van de eerste internetbedrijven in Nederland dat het voor consumenten mogelijk maakte om auto-onderdelen op kenteken te bestellen. Het bedrijf is gevestigd in Winneweer, in de Nederlandse provincie Groningen, en telt anno 2021 circa 110 werknemers.
| 2 |
autobedrijf, autoreparatie, auto-onderdelen
|
1,104 |
TieAction
|
5301749
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20voetbalinterlands%20Guyana%20-%20Puerto%20Rico
|
Lijst van voetbalinterlands Guyana - Puerto Rico
|
Deze lijst van voetbalinterlands is een overzicht van alle officiële voetbalwedstrijden tussen de nationale teams van Guyana en Puerto Rico. De landen speelden tot op heden vijf keer tegen elkaar. De eerste ontmoeting, een kwalificatiewedstrijd voor de Caribbean Cup 1993, werd gespeeld in Georgetown op 12 maart 1993. Het laatste duel, een groepswedstrijd tijdens de CONCACAF Nations League 2023/24, vond plaats op 17 oktober 2023 in Basseterre (Saint Kitts en Nevis).
Wedstrijden
Samenvatting
Wedstrijden bepaald door strafschoppen worden, in lijn met de FIFA, als een gelijkspel gerekend.
Puerto Rico
Guyana
|
Wedstrijden bepaald door strafschoppen worden, in lijn met de FIFA, als een gelijkspel gerekend.
| 1 |
gelijkspel, competitie, remise
|
5,432 |
OceanBodyOfWater
|
5487895
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kozan%20%28stad%29
|
Kozan (stad)
|
Kozan (Turkse naam), vroegere naam Sis (Armeens: Սիս), is een stad in Adana (provincie), Turkije, op 68 kilometer ten noordoosten van Adana (stad). Kozan ligt in het noordelijke deel van de Çukurova-vlakte. Het is de hoofdstad van de ilçe (district) Kozan. De rivier Kilgen, een zijrivier van de Ceyhan, stroomt door Kozan en doorkruist de vlakte zuidwaarts om uit te monden in de Middellandse Zee. De Taurus (gebergte) rijst scherp op achter de stad.
Sis was de hoofdstad van het Armeense koninkrijk Cilicisch-Armenië. Het huidige Sis, dat nu Kozan Kalesi heet, werd gebouwd op een lange rotsachtige bergkam in het centrum van de moderne stad.
Het aantal inwoners van de stad Kozan is de laatste jaren snel gestegen, van 15.159 in 1960, over 54.451 in 1990, over 72.463 in 2007 tot 74.521 in 2009 (cijfers van volkstellingen).
Galerij
Gemeente in Turkije
Adana
Stad in Turkije
Cilicisch-Armenië
|
Kozan (Turkse naam), vroegere naam Sis (Armeens: Սիս), is een stad in Adana (provincie), Turkije, op 68 kilometer ten noordoosten van Adana (stad). Kozan ligt in het noordelijke deel van de Çukurova-vlakte. Het is de hoofdstad van de ilçe (district) Kozan. De rivier Kilgen, een zijrivier van de Ceyhan, stroomt door Kozan en doorkruist de vlakte zuidwaarts om uit te monden in de Middellandse Zee. De Taurus (gebergte) rijst scherp op achter de stad.
| 1 |
oceaan, zee, waterlichaam
|
1,481 |
MovieRentalStore
|
2564076
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lotto-Super%20Club/1991
|
Lotto-Super Club/1991
|
Deze pagina geeft een overzicht van de Lotto-Super Club wielerploeg in 1991.
Algemene gegevens
Sponsors: Belgische Nationale Loterij, Super Club (videotheekketen)
Ploegleiders: Jean-Luc Vandenbroucke, Jef Braeckevelt
Fietsmerk: MBK
Renners
Belangrijke overwinningen
1991
Wielerploeg in 1991
|
Algemene gegevens
Sponsors: Belgische Nationale Loterij, Super Club (videotheekketen)
Ploegleiders: Jean-Luc Vandenbroucke, Jef Braeckevelt
Fietsmerk: MBK
| 1 |
videotheek, filmverhuur, dvd-verhuur
|
10,267 |
ItemPage
|
1624717
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/HTC%20S710
|
HTC S710
|
De HTC S710, ook bekend als de HTC Vox, is een mobiele telefoon geproduceerd door HTC. Deze telefoon bevat in tegenstelling tot veel andere HTC-toestellen geen touchscreen, maar beschikt over volledig qwerty-toetsenbord. De HTC S710 draait op het besturingssysteem Windows Mobile 6 Standard (de Standaard-versie van Windows Mobile 6 is ontwikkeld voor telefoons zonder touchscreen).
Dit toestel wordt vrijwel niet door telecomproviders onder hun eigen naam uitgebracht, maar gewoon als de HTC S710. Het toestel is sinds juni 2007 te koop.
Specificaties
De HTC S710 heeft als processor de TI OMAP850 (200 MHz). De hoeveelheid beschikbaar RAM-geheugen bedraagt 64 MB. De schermdiagonaal is 2,4 inch (6,1 centimeter). Het tft/lcd-scherm heeft een resolutie van 320 x 240 pixels (QVGA) en maakt gebruik van led-achtergrondverlichting. Het toestel weegt 140 gram en heeft volgende afmetingen: 101,5 x 50 x 18,6 mm.
De HTC S710 beschikt over een camera met een resolutie van 2 megapixels. De lithium-ion-polymeer-accu heeft een capaciteit van 1050 mAh. Volgens de fabrikant staat dat gelijk aan een stand-bytijd van 175 uur en een beltijd van 7 uur.
Externe link
Productpagina op HTC.com
Windows Mobile-telefoon
S710
|
Externe link
Productpagina op HTC.com
| 1 |
productpagina, hotelpagina, itempagina
|
487 |
SoftwareSourceCode
|
676751
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/LIRC
|
LIRC
|
LIRC, wat staat voor Linux Infrared Remote Control, is een programma waarmee met een zelfgemaakte infraroodontvanger en een bestaande afstandsbediening de computer bediend kan worden. De huidige versie ondersteunt meerdere ontvangers.
LIRC is met elke afstandsbediening te gebruiken. Indien de configuratie niet op de homepage van LIRC staat, kan deze zelf aangemaakt worden met LIRC. Voor Windows-gebruikers is er WinLIRC, de Windows-variant van LIRC.
Licentie
De broncode van LIRC is vrijgegeven onder de GPL. LIRC wordt gerekend tot de opensourcesoftware en is gratis te downloaden van de website.
Externe links
Projectpagina
Linux Infrared Remote Control op Sourceforge.net
WinLIRC-homepage op Sourceforge.net
KDELirc-homepage
KRemoteControl
Opensourcesoftware en vrije software
Software geschreven in C
|
Licentie
De broncode van LIRC is vrijgegeven onder de GPL. LIRC wordt gerekend tot de opensourcesoftware en is gratis te downloaden van de website.
| 1 |
broncode, programmeercode, scripts
|
10,241 |
HowToItem
|
828380
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Recept%20%28keuken%29
|
Recept (keuken)
|
Een recept is een verzameling instructies die aangeven hoe iets klaargemaakt moet worden, en wel met name een gerecht.
Kenmerken
Een recept kan heel beknopt zijn en beperkt tot het strikt noodzakelijke (zoals een lijst van ingrediënten en een beknopte beschrijving), maar het kan ook zeer uitgebreid zijn en de volgende onderdelen bevatten:
De naam van het gerecht
Hoeveel tijd het kost om het gerecht te bereiden
Voor hoeveel personen het recept bedoeld is
Welke ingrediënten nodig zijn, en in welke hoeveelheden
Het gereedschap, zoals speciale pannen, die nodig zijn om het gerecht te bereiden
Een gedetailleerde beschrijving van de te nemen stappen tijdens de bereiding, waaronder de kooktijd of de oventemperatuur
Mogelijke variaties van het gerecht door vervangende ingrediënten of toevoegingen
Serveersuggesties, zoals met welke andere gerechten het gecombineerd kan worden
De calorische inhoud
De hoeveelheden vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen
De houdbaarheid van het gerecht na bereiding, al dan niet in gekoelde of diepgevroren toestand.
Een illustratie van het bereide gerecht, of een illustratie van moeilijke bewerkingen tijdens de bereiding
Anekdotes rondom het gerecht, bijvoorbeeld over de oorsprong ervan, het land, de streek of bevolkingsgroep waar het recent vandaan is gekomen
Geschiedenis
Oude recepten, bijvoorbeeld uit de Romeinse tijd of Middeleeuwen, bevatten vaak veel minder informatie, en waren vaak slechts een lijstje ingrediënten ter ondersteuning van het geheugen. Het eerste woord van deze recepten was meestal het Latijnse recipe, wat betekent "Men neme" of "Neem". Daar is het moderne woord 'recept' van afgeleid.
De eerste gepubliceerde recepten stammen uit het Babylonische tijdperk. Drie spijkertabletten uit ongeveer 1600 v.chr. bevatten een serie recepten. Deze tabletten worden bewaard in de Yale-universiteit.
Een ander oud werk met recepten is gebaseerd op de kookkunst van de Romeinse kok Marcus Gavius Apicius, rond het begin van de jaartelling.
Kookboeken en andere uitgaven
Recepten worden verzameld uitgegeven in kookboeken, en sinds de opkomst van het internet op gespecialiseerde websites. Winkelketens verstrekken vaak recepten in hun huis-aan-huis reclame. In winkels zijn soms ook recepten te vinden waarmee winkelende mensen bij het boodschappen doen ideeën krijgen. In principe zijn deze recepten bedoeld om meer omzet te genereren voor de winkels.
Beroemde koks geven soms eigen receptenboeken uit. Ook televisie en radio kunnen gebruikt worden voor het verspreiden van bereidingswijzen. Er zijn vele televisiekoks die hun recepten voordoen.
Gerecht
Kookboek
Instructieve tekst
|
Kenmerken
Een recept kan heel beknopt zijn en beperkt tot het strikt noodzakelijke (zoals een lijst van ingrediënten en een beknopte beschrijving), maar het kan ook zeer uitgebreid zijn en de volgende onderdelen bevatten:
De naam van het gerecht
Hoeveel tijd het kost om het gerecht te bereiden
Voor hoeveel personen het recept bedoeld is
Welke ingrediënten nodig zijn, en in welke hoeveelheden
Het gereedschap, zoals speciale pannen, die nodig zijn om het gerecht te bereiden
Een gedetailleerde beschrijving van de te nemen stappen tijdens de bereiding, waaronder de kooktijd of de oventemperatuur
Mogelijke variaties van het gerecht door vervangende ingrediënten of toevoegingen
Serveersuggesties, zoals met welke andere gerechten het gecombineerd kan worden
De calorische inhoud
De hoeveelheden vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen
De houdbaarheid van het gerecht na bereiding, al dan niet in gekoelde of diepgevroren toestand.
Een illustratie van het bereide gerecht, of een illustratie van moeilijke bewerkingen tijdens de bereiding
Anekdotes rondom het gerecht, bijvoorbeeld over de oorsprong ervan, het land, de streek of bevolkingsgroep waar het recent vandaan is gekomen
| 1 |
gereedschap, benodigdheden, hulpmiddel
|
5,390 |
MedicalOrganization
|
5330027
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sacramentsgasthuis%20%28Dordrecht%29
|
Sacramentsgasthuis (Dordrecht)
|
Het Heilig Sacramentsgasthuis in de Nederlandse stad Dordrecht was een complex van gebouwen waar de arme (Dordtse) zieken door de zusters van verschillende orden en de stadschirurgijn werden verzorgd.
Het gebouwencomplex
Het eerste complex is voor 1300 gebouwd en bestond uit het Sint Jansheeren Gasthuis met enige bijgebouwen waaronder een eigen brouwerij en een kapel verder was er ook een kruidentuin en een wijngaard.
De kapel had twee gewelven die elk op drie pilaren rustten en een toren met luidklok. In het interieur waren er drie altaren: het hoogaltaar, een van St. Rochus en een van St. Michiel (30 mei 1475 gewijd).
Verder bevatte de kapel beelden van St. Anna en van de H. Maagd Maria, in 1505 werd het hoogaltaar afsloten door een fraai koperen hek, gemaakt door Meester Pieter Gilleszoon van Eynde te Mechelen.
De altaren en beelden waren voorzien van prachtige kleden, gordijnen, vaandels, mantels en zilveren sieraden. 1694 werd voor de uitbreiding van zeevismarkt de Visstraat verbreed, de helft van de kerk werd afgebroken en er werd een nieuwe zijmuur met met boogvormige vensters opgemetseld.
Het geheel was gesitueerd op een groot perceel gelegen tussen de Voorstraat, Visstraat, Sarisgang en de Vriesestraat, op historische kaarten is echter vrijwel niets terug te vinden.
Het gasthuis was niet groot er was ruimte voor ongeveer 50 patiënten, het eerste gasthuis en de kapel zijn bij de stadsbrand van 1338 afgebrand. Aan de wonderbaarlijke redding
van een hostie, die onbeschadigd na de brand werd gevonden, dankte het gasthuis zijn nieuwe naam Heilig Sacramentsgasthuis.
Het nieuwe gasthuis stond op de oude plaats, n.l. de kerk aan de Voorstraat/Visstraat, het gasthuis stond langs de Visstraat, tot aan het Minderbroedersklooster.
Het is niet duidelijk of bij de tweede grote stadsbrand van 1457 het gasthuis geheel of gedeeltelijk beschadigd werd en weer daarna weer opgebouwd.
Het complex bestond na 1466 uit een ziekenzaal, het kantoor van de gasthuismeesters verder een keuken, de brouwerij, enz. Op de verdieping waren verschillende kamers, o.a. de St. Michiels- en de St. Matthijskamer die waarschijnlijk als vergaderplaatsen van een geestelijk gilde dienden.
Achter de gebouwen bevond zich een verhoogd grafveld waar de overledenen (30 - 50%) werden begraven.
In 1517 werd tegen de ziekenzaal een kapel gebouwd die zo was ontworpen dat alle zieken op hun bed de mis konden volgen. Het altaar in deze kapel gewijd aan Maria Magdalena was voorzien van haar beeld en versierd met een verguld tweeluik.
In 1611 werden de erven achter het gasthuis, tussen Visstraat en Vriesestraat die voor die tijd bij het Minderbroedersklooster en het Magdalenaklooster behoorden, aangekocht, op een deel werd door de gemeente de huidige Korte Breestraat aangelegd.
In 1616 werd kreeg het gebouw een renaissance front met een poort in Bentheimer steen met een gevelsteen met als opschrift psalm 41:2, deze steen bevindt zich nu (2020) in de hal van het Albert Schweitzer Ziekenhuis, locatie Dordrecht.
In de Franse tijd (1795 - 1813) werd het gasthuis overstroomd door gewonde soldaten, hierop was de capaciteit niet berekend. De omstandigheden werden erbarmelijk en de gasthuismeesteren namen hun ontslag.
Dankzij ondersteuning van de gemeente verbeterde de toestand, in 1762 werd op initiatief van de gemeente een stadsapotheek gevestigd in een deel van het Sacramentsgasthuis, hierdoor verbeterde niet alleen de zorg maar werd ook veel op de kosten der medicamenten bespaard
Wantoestanden in het Sacramentsgasthuis, zoals een open riool in de ziekenzaal, leidden er toe dat in 1877 dat het gasthuis werd vervangen door een gasthuis op de Schuttersweide (het huidige Beverwijcksplein).
Alle gebouwen van het complex zijn in de loop der jaren gesloopt en volledig verdwenen.
Geschiedenis
Het Heilig Sacramentsgasthuis werd bestuurd door een college van vier gasthuismeesters. Deze werden benoemd door het gerecht, uit eigen kring en de Oudraad, de eerste vermelding van dit college is van 1384.
Het gasthuis en de kerk werden na de brand van 1338 herbouwd, in de kerk was een afbeelding van de pasteibakker die het sacrament redde en er werd een nieuw zegel gebruikt die dat uitbeeldde.
De verpleging beperkte zich tot het verzorgen van de zieken en hen voorzien van gezond voedsel, het gebruik van medicamenten behoudens kruiden, was tot begin 18e eeuw onbekend, de chirurg verrichtte wel amputaties.
De dagelijkse zorg werd geleid door een keuken- en een ziekenmoeder, de eerste was belast met de bereiding van het voedsel, de tweede met de verzorging.
De daadwerkelijke verzorging was in handen van de Cellezusters uit het klooster Bethlehem aan de Raamstraat en waarschijnlijk ook door de Magdalenazusters van het nabijgelegen Magdalenaconvent.
De doden werden begraven door de Cellebroeders, het aantal patiënten was gewoonlijk 25 à 30. Nadat de kapel in 1635 door de Waalse kerk werd gebruikt werd het begraven van doden na klachten over de ondraaglijke stank voortaan elders gedaan.
In de periode 1338 tot 1457 werden door de gasthuismeesters meerdere stukken land gekocht waardoor het bezit en de inkomsten groeiden.
Zodoende had het gasthuis op het laatst voor 1572 enorme bezittingen o.a. 180 hectare land, een visserij (het Gasthuiswater aan de Merwede), een aandeel in onontgonnen stukken grond te 's Gravenmoer en een aantal huizen.
De inkomsten kwamen behalve uit rente en pandponden (huishuur) ook uit collecten, schenkingen, giften en de verkoop van goederen van in het gasthuis gestorven patiënten en verpleegkosten van vreemdelingen.
Jaarlijkse sacramentsprocessie
Na 1388 kreeg het gasthuis de naam Heilig Sacramentsgasthuis, na 1429 werd ter herdenking van de brand en het wonder jaarlijks op de zondag na St. Magdalena (22 juli) een processie gehouden later bekend onder de naam de Grote Ommegang.
De feestelijkheden begonnen de avond van 21 juli met een vesperdienst. De volgende dag werd in de Gasthuiskerk het Heilig Sacrament aan de gemeente getoond en de pastoor hield een preek.
De eerstvolgende zondag werd de Grote Ommegang gehouden, o.a. bestaande uit praalwagens met allerlei voorstellingen.
Alle geestelijken, de gilden, zangers, kinderen, en allerlei mensen in carnavaleske uitmonsteringen, zoals duivels, met bellen, toortsen en vlaggen liepen mee in de optocht.
Ze trokken door de hele stad, die voor de gelegenheid was opgeruimd en schoongemaakt, terwijl het belangstellende publiek, ook uit de verre omgeving, het geheel aanschouwde.
Na afloop van de processie kregen alle deelnemers een feestgave van de gasthuismeesters en er werd een feestmaaltijd gehouden voor de deelnemers, de geestelijken en het gasthuispersoneel. De zondag na de processie werd het feest afgesloten met een wijn- en biertractatie. Er waren strikte regels in de stadskeur: o.a. over de verplichte deelname, overtreders werden bedreigd met hoge boetes. Toelichting bij de boetes (zie plaat 1): In Dordrecht werd door de tresoren het Vlaamse pond gebruikt Het dagloon van een arbeider in 1500 was 3 gram zilver per dag, het pond was 430 gram, dus 1 pond was ongeveer 143 daglonen (~een halfjaar).
Wetenswaardigheden
Uit een verslag uit 1310 blijken de bezittingen van het gasthuis: 56 bedden, 35 peluwen, 18 kussens, 37 oorkussens, 60 slaaplakens, 13 metalen potten, 6 ketels, 1 brouwketel, 2 kuipen, 11 tinnen kannen, 11 kandelaars, 4 zilveren schalen, 6 zilveren lepels, 2 nappen, enz,
ook was er een aanmerkelijke veestapel, bestaande uit: 7 koeien, 6 ossen, 6 kalveren, 24 varkens, 4 merriën en 2 veulens.
Bronnen
Iets over de oude gasthuizen te Dordrecht, Het huis oud en nieuw, p. 69 e.q.s., jaargang 16, J. L. van Dalen,
Beschryvinge der Stad Dordrecht, Matthijs Balen, 1677
Regionaal Archief Dordrecht
Geschiedenis van Dordrecht
Voormalig bouwwerk in Dordrecht
Voormalig ziekenhuis in Zuid-Holland
|
Het complex bestond na 1466 uit een ziekenzaal, het kantoor van de gasthuismeesters verder een keuken, de brouwerij, enz. Op de verdieping waren verschillende kamers, o.a. de St. Michiels- en de St. Matthijskamer die waarschijnlijk als vergaderplaatsen van een geestelijk gilde dienden.
Achter de gebouwen bevond zich een verhoogd grafveld waar de overledenen (30 - 50%) werden begraven.
In 1517 werd tegen de ziekenzaal een kapel gebouwd die zo was ontworpen dat alle zieken op hun bed de mis konden volgen. Het altaar in deze kapel gewijd aan Maria Magdalena was voorzien van haar beeld en versierd met een verguld tweeluik.
In 1611 werden de erven achter het gasthuis, tussen Visstraat en Vriesestraat die voor die tijd bij het Minderbroedersklooster en het Magdalenaklooster behoorden, aangekocht, op een deel werd door de gemeente de huidige Korte Breestraat aangelegd.
In 1616 werd kreeg het gebouw een renaissance front met een poort in Bentheimer steen met een gevelsteen met als opschrift psalm 41:2, deze steen bevindt zich nu (2020) in de hal van het Albert Schweitzer Ziekenhuis, locatie Dordrecht.
In de Franse tijd (1795 - 1813) werd het gasthuis overstroomd door gewonde soldaten, hierop was de capaciteit niet berekend. De omstandigheden werden erbarmelijk en de gasthuismeesteren namen hun ontslag.
Dankzij ondersteuning van de gemeente verbeterde de toestand, in 1762 werd op initiatief van de gemeente een stadsapotheek gevestigd in een deel van het Sacramentsgasthuis, hierdoor verbeterde niet alleen de zorg maar werd ook veel op de kosten der medicamenten bespaard
Wantoestanden in het Sacramentsgasthuis, zoals een open riool in de ziekenzaal, leidden er toe dat in 1877 dat het gasthuis werd vervangen door een gasthuis op de Schuttersweide (het huidige Beverwijcksplein).
Alle gebouwen van het complex zijn in de loop der jaren gesloopt en volledig verdwenen.
| 1 |
ziekenhuis, kliniek, medische organisatie
|
11,565 |
Museum
|
30398
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Marie%20Tussaud
|
Marie Tussaud
|
Marie Tussaud (Straatsburg, 1 december 1761 — Londen, 16 april 1850) was een Franse wassenbeeldenartiest. Haar ouders waren Joseph Grosholtz en Anne-Marie Walder. Het museum Madame Tussauds is door haar opgericht, en heeft naast de hoofdvestiging in Londen ook vestigingen in onder andere Amsterdam, Hongkong, Las Vegas, Berlijn, Shanghai en New York.
Marie was getrouwd met François Tussaud. Vandaar de naam Madame Tussaud.
Biografie
Vroege leven
Marie werd geboren in Straatsburg als Marie Grosholtz (soms ook gespeld als Grossholtz of Grossholz). Haar vader Joseph overleed in de Zevenjarige Oorlog voordat ze werd geboren, en ze verhuisde met haar moeder naar Bern. Haar moeder werkte voor de arts Curtius. Curtius maakte wassen beelden om anatomische lessen mee te illustreren. Later begon hij ook portretten te maken.
Eerste wassen beelden
In 1765 verhuisde Curtius naar Parijs om een wassenbeeldenkabinet op te zetten, en hij maakte een portret van Marie Jeanne du Barry, de maîtresse van Lodewijk XV. Een afgietsel van dit werk is het oudste dat op dit moment te bezichtigen is. In 1767 verhuisden ook Marie en haar moeder naar Parijs, en daar leerde Marie de kunst van het maken van wassen beelden van Curtius.
Marie maakte haar eerste wassen beeld in 1778, van Jean-Jacques Rousseau. Andere beroemdheden die door haar werden gemaakt waren onder andere Voltaire en Benjamin Franklin.
Tijdens de Franse Revolutie ontmoette Marie veel van de belangrijke politieke figuren zoals Napoleon en Maximilien de Robespierre, maar was ook bevriend met het koninklijke huis, en tussen 1780 tot de revolutie in 1789 gaf ze artistiek onderwijs aan de zuster van Lodewijk XVI in Versailles.
Door deze connecties met het koninklijk huis werd ze gearresteerd door de revolutionairen, en werd gevangengezet. Uiteindelijk werd ze door haar talent met was gered van de guillotine, en werd ze te werk gezet om dodenmaskers te maken van de slachtoffers die geen gratie kregen. Sommige van de dodenmaskers die ze moest maken waren van vrienden van haar, waaronder Marie Antoinette, Jean-Paul Marat en Maximilien de Robespierre.
Toen Curtius in 1794 overleed liet hij zijn collectie wassen beelden na aan Marie. Zij trouwde in 1795 met François Tussaud.
Eerste tentoonstelling
In 1802 vertrok Marie Tussaud naar Londen met haar 4-jarige zoon Joseph. Toen vervolgens de Frans-Engelse oorlog uitbrak kon ze niet terug naar Frankrijk. Ze reisde met haar collectie door Groot-Brittannië en Ierland. Na de oorlog kwam ook haar tweede zoon naar Engeland. Haar eerste permanente uitstalling was in 1835 in Baker Street, Londen.
Ze schreef haar memoires in 1838, en maakte een zelfportret in 1842. Dit portret is nu te bezichtigen bij de ingang van het museum.
Een van de belangrijkste attracties in haar museum was de Chamber of Horrors, waarin slachtoffers van de Franse Revolutie te zien waren, maar ook nieuwe figuren van moordenaars en andere criminelen.
Marie Tussaud overleed in haar slaap in 1850.
Externe link
Officiële website Madame Tussauds
Frans beeldhouwer
|
Marie Tussaud (Straatsburg, 1 december 1761 — Londen, 16 april 1850) was een Franse wassenbeeldenartiest. Haar ouders waren Joseph Grosholtz en Anne-Marie Walder. Het museum Madame Tussauds is door haar opgericht, en heeft naast de hoofdvestiging in Londen ook vestigingen in onder andere Amsterdam, Hongkong, Las Vegas, Berlijn, Shanghai en New York.
| 1 |
museum, kunstmuseum, historisch museum
|
4,668 |
CreativeWork
|
5089857
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Val%20van%20de%20opstandige%20engelen
|
Val van de opstandige engelen
|
Val van de opstandige engelen is een kunstwerk van de Brabantse kunstschilder Frans Floris I. Deze voltooide het werk in 1554. Het bevindt zich in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, waar het inventarisnummer 112 draagt. Het paneel meet 303 × 220 cm.
Context
Frans Floris I is een schilder die symbool staat voor het Antwerpse Romanisme. Hij was de eerste kunstenaar in de Zuidelijke Nederlanden die zijn atelier organiseerde naar Italiaans model. Om deze reden geldt hij als voorbeeld voor Peter Paul Rubens.
De kunstwereld beschouwt dit schilderij, dat hij vervaardigde in opdracht van de Antwerpse schermersgilde, als zijn hoofdwerk. Het is assimilatie van de Italiaanse renaissancekunst. De invloed van Rafaël, Michelangelo Bueonarotti en het Laatste Oordeel in de Sixtijnse kapel zijn er duidelijk zichtbaar in.
Het thema sluit aan bij de actualiteit van de religieuze conflicten tussen katholieken en protestanten in de zestiende eeuw. Bovendien verleent het kunsthistorici kennis over de werking van de middeleeuwse gilden.
Beschrijving
In Val van de opstandige engelen schilderde Floris een kluwen van armen, benen, vleugels en staarten. Bovenaan is een leger van engelen te zien. Onder leiding van aartsengel Michaël jagen zij een zevenkoppige draak en zijn demonen de hemel uit. Het gevecht gaat terug op het Apocalyptische visioen van Johannes en symboliseert de strijd van Christus tegen het Kwaad.
Duidelijk zichtbaar in het bovenste deel van de voorstelling staat de geklede aartsengel Michaël. Als patroonheilige van de schermers is zijn rol in het schilderij duidelijk. Hij was onder meer Bewaker van het Paradijs en Bestrijder van de Duivel. In die functies vormde hij een voorbeeld voor de leden van de Antwerpse schermers. Zij zagen zichzelf als Milites Christiani die in naam van Jezus het kwaad bestreden. Dit rechtvaardigde hun optreden als ordehandhavers of middeleeuwse politie binnen de stad. De engelen vechten met de wapens van de schermers. Deze zijn het zwaard, de degen en de lans. De opstandige engelen gebruiken pijl en boog, hakbijlen, fakkels, messen en houwelen; een samenraapsel van onorthodoxe strijdinstrumenten.
Floris verwerkte enkele subtiele details tussen de woelende lichamen. Een voorbeeld hiervan is de Vrouw van de Apocalyps uit Johannes' visioen, zij staat links in een kleine opening. Ze is gekleed in de zon, staat op een maansikkel en wordt gekroond met twaalf sterren. De draak wil haar kind verslinden, maar de engelen voeren het reeds naar de hemel. Onderaan rechts is een bij te zien. Kunsthistorici zijn het nog niet eens over de betekenis hiervan, gezien het op verschillende wijzen verklaard kan worden. Eén mogelijkheid is dat het het symbool voor het verwerpelijke, het duivelse zou zijn. De steken van insecten veroorzaakten namelijk razernij. Een andere verklaring is dat het staat voor vroomheid en eenstemmigheid van gemeenschap. Gezien de bij gesitueerd is op de bil van een van de demonen is het waarschijnlijk een teken van het duivelse.
Floris contrastreerde in zijn hel grijzende demonen met klassiek afgebeelde engelen. Zijn draak baseerde hij op de Apocalyps van Dürer. De man met een zwaard op zijn schouder, waarschijnlijk de deken van de gilde, was waarschijnlijk een voorstudie voor een verloren luik.
Provenance
Tijdens de Beeldenstorm van 1566 gingen de zijpanelen van het drieluik verloren. Het middelste deel van het altaarstuk van de Antwerpse schermersgilde, gesitueerd in de Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal, bleef gespaard.
Schilderij in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
|
Val van de opstandige engelen is een kunstwerk van de Brabantse kunstschilder Frans Floris I. Deze voltooide het werk in 1554. Het bevindt zich in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, waar het inventarisnummer 112 draagt. Het paneel meet 303 × 220 cm.
| 1 |
creatief werk, kunstwerk, mediaobject
|
844 |
InformAction
|
4347843
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Heraut
|
De Heraut
|
De Heraut was een gereformeerd kerkblad dat in 1850 voor het eerst verscheen. Van 1886 tot 1945 was het voornaamste kerkblad van de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Het blad werd in 1850 opgericht door C.A.F. Schwartz, de predikant van de Schotse Zendingskerk in Amsterdam, die het blad gebruikte om het publiek te informeren over zijn zendingswerk onder de Joden. Het blad kreeg een bredere inhoud omdat het een van de weinige spreekbuizen van het gereformeerde volksdeel was die los stond van de Nederlandse Hervormde Kerk.
In 1870 kreeg Abraham Kuyper de leiding over het blad. Deze gebruikte het weekblad niet alleen voor theologische onderwerpen, maar ook als podium voor zijn politieke activiteiten. Hij staakte eind maart 1872 de uitgave vanwege zijn werkzaamheden voor de door hem opgerichte krant De Standaard die op 1 april 1872 voor het eerst verscheen. In december 1877 verscheen De Heraut opnieuw onder hoofdredacteurschap van Kuyper, die ook eigenaar van het blad was. Na het ontstaan van de Gereformeerde Kerken in Nederland als gevolg van de Doleantie in 1886 kreeg het blad in 1887 de ondertitel van de gereformeerde kerken in Nederland, die in 1913 werd gewijzigd in voor de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Na het overlijden van Kuyper in 1920 nam zijn zoon Herman Huber Kuyper de leiding van het blad op zich. Eigenaar van het blad werd de in 1921 opgerichte N.V. "De Heraut", weekblad voor Gereformeerde Kerken. De N.V. was gevestigd in Amsterdam. Het doel was het exploiteren en uitgeven van het door Kuyper opgerichte weekblad. De Heraut bleef verschijnen tot januari 1945, toen de publicatie wegens de oorlogsomstandigheden moest worden gestaakt. Na de Tweede Wereldoorlog verscheen het blad niet meer opnieuw vanwege de slechte reputatie die het wegens de twijfelachtige houding van H.H. Kuyper in oorlogstijd had gekregen. Zijn toegeeflijkheid ten opzichte van de Duitse bezettingsmacht was er mede de reden van dat het blad ondanks de heersende papierschaarste nog zo lang kon verschijnen.
Nederlands tijdschrift
Gereformeerd
|
Het blad werd in 1850 opgericht door C.A.F. Schwartz, de predikant van de Schotse Zendingskerk in Amsterdam, die het blad gebruikte om het publiek te informeren over zijn zendingswerk onder de Joden. Het blad kreeg een bredere inhoud omdat het een van de weinige spreekbuizen van het gereformeerde volksdeel was die los stond van de Nederlandse Hervormde Kerk.
| 1 |
informeren, notificatie, communicatie
|
576 |
WearAction
|
201001
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kimono
|
Kimono
|
Een kimono (Japans: 着物, letterlijk: hetgeen iemand draagt) is een traditioneel Japans kledingstuk voor mannen en vrouwen. Het is een losse mantel of japon met wijde mouwen die met een ceintuur wordt dichtgebonden. Die ceintuur heet een obi. De obi wordt vastgemaakt met een knoop, de zogenoemde musubi, waarvan veel verschillende varianten bestaan. De meest gedragen variant is de otaiko musubi. De ingewikkeldste en bewerkelijkste musubi's worden gedragen door meisjes en jonge vrouwen bij speciale gelegenheden. Het knopen en vastzetten van de musubi vraagt om een aantal extra accessoires, zoals een kussentje, koord, en een sjaal.
Er zijn strikte gebruiken en aanwijzingen voor het dragen en het aantrekken van de kimono. Kimono's worden gedragen bij officiële gelegenheden, zoals bruiloften en de traditionele theeceremonie. De lengte van de mouwen kan variëren per gelegenheid. Zo moeten de mouwen lang zijn als er een bruiloft is binnen je familie en kunnen de mouwen kort zijn als je naar een bruiloft gaat die buiten je familie is. Van december tot mei worden twee lagen gedragen. Vanaf 1 juni wordt één laag gedragen en in hoogzomer is de stof luchtiger dan in de winter.
Om de traditie van het aankleden en dragen van de kimono levend te houden worden er speciale cursussen gegeven die gevolgd kunnen worden door jonge meisjes. Een traditionele kimono is van zijde gemaakt en kost nieuw zo'n 60.000 euro. De meeste kimono's worden van moeder op dochter doorgegeven. De gewoonte is dat een kimono drie generaties meegaat. Tegenwoordig zijn er ook confectie-kimono's en die zijn wel betaalbaar, o.a. door het gebruik van polyester draden.
Een minder formele variant op de kimono is de yukata.
Kleding in Japan
|
Om de traditie van het aankleden en dragen van de kimono levend te houden worden er speciale cursussen gegeven die gevolgd kunnen worden door jonge meisjes. Een traditionele kimono is van zijde gemaakt en kost nieuw zo'n 60.000 euro. De meeste kimono's worden van moeder op dochter doorgegeven. De gewoonte is dat een kimono drie generaties meegaat. Tegenwoordig zijn er ook confectie-kimono's en die zijn wel betaalbaar, o.a. door het gebruik van polyester draden.
| 1 |
aankleden, kleding dragen, zelf aankleden
|
7,326 |
RegisterAction
|
216657
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerberos%20%28protocol%29
|
Kerberos (protocol)
|
Kerberos is een standaard authenticatieprotocol dat ervoor zorgt dat gebruikers van een netwerk zich op een veilige manier kunnen aanmelden en hun identiteit kunnen bewijzen, zonder zich telkens opnieuw te moeten aanmelden. Kerberos maakt een beperkte vorm van Single Sign-on mogelijk.
Het MIT ontwikkelde Kerberos als beveiliging voor hun Project Athena, en vernoemde het naar het Griekse mythologische karakter Kerberos, een monsterlijke driekoppige hond die de toegang tot Hades bewaakte.
Tot ongeveer het jaar 2000 was Kerberos als strategisch belangrijke technologie onderhevig aan de Amerikaanse exportrestricties.
De Kerberos functie betekent dat een Kerberos server aan een ingelogde gebruiker een ticket toekent. Dit ticket blijft gedurende de hele sessie geldig en wordt vertrouwd door andere servers die het protocol kennen. Als de gebruiker uitlogt, wordt de sessie afgebroken en is het ticket niet langer geldig.
Kerberos is beschikbaar op vrijwel alle computerplatformen, van Unix, Linux en OpenVMS, tot Windows en Mac OS X. Ook andere systemen, zoals het Oracle database management systeem, kunnen overweg met de tickets.
Werking
Dit protocol heeft niet voor niets zijn naam ontleend aan de driekoppige hellehond Kerberos uit de Griekse mythen. In dit protocol spelen drie "hoofden" een belangrijke en onlosmakelijk verbonden rol: de client, de service en een vertrouwde derde partij, de Key Distribution Center (KDC).
Op het eerste gezicht is Kerberos een ingewikkeld protocol, maar deze opzet is bewust gekozen om de overhead voor alle partijen zo veel mogelijk te minimaliseren.
Eigenschappen van het protocol zijn:
Wederzijdse authenticatie tussen client en server
Minimalisering van belasting van alle partijen
Wachtwoorden worden nooit uitgewisseld
Naspelen van de authenticatie is niet mogelijk
Globale werking
De gebruiker gebruikt zijn gebruikersnaam en wachtwoord om te bewijzen wie hij is. De KDC geeft op basis van die gegevens een soort paspoort af, de Ticket Granting Ticket.
Met dat Ticket Granting Ticket (of TGT) vraagt de Kerberos-client toegang aan voor services bij de KDC. Op basis van dit TGT geeft de KDC een zogenaamde Session Ticket voor de service af.
Met dat session ticket benadert de client vervolgens de services om toegang te verkrijgen. Voor iedere service, die een client wil benaderen, vraagt zo'n session ticket aan.
Zowel de TGT als de session ticket blijven lang geldig en kunnen meerdere keren worden gebruikt om de sessies op te bouwen. Dit minimaliseert de belasting van de KDC en de service.
Meer in detail
Vaststellen van de identiteit
Voordat een gebruiker toegang krijgt tot bepaalde services, moet hij eerst bewijzen wie hij is. De gebruikersnaam en wachtwoord spelen hierin een belangrijke rol. De encryptie wordt gedaan met een gedeelde sleutel, de hash van het wachtwoord.
Een gebruiker geeft zijn gebruikersnaam en wachtwoord aan de Kerberos client.
Dit wachtwoord hoort alleen aan de gebruiker en aan de KDC bekend te zijn.
De client maakt een hash van het wachtwoord, de long-term key.
De client versleutelt het actuele tijdstip met deze long-term key en stuurt dit samen met de gebruikersnaam naar de Authentication Server, een onderdeel van de KDC.
De authentication server kijkt vervolgens in zijn database wat de wachtwoord-hash is die bij de opgegeven gebruikersnaam hoort. (de meeste authenticatiesystemen slaan nooit wachtwoorden op maar alleen hashes van die wachtwoorden).
Met behulp van deze hash (dus de long-term key van de gebruiker) wordt het bericht van de client ontcijferd.
Dit bericht was het actuele tijdstip op de client. Als het ontcijferde bericht (binnen bepaalde grenzen) overeenkomt met de actuele tijd op de server kan worden aangenomen dat het ingevoerde wachtwoord correct was. De gebruiker is wie hij zegt dat hij is.
De authentication server haalt vervolgens de tijd uit het bericht, versleutelt dat wederom met de long-term key en stuurt dat naar de client.
De client gebruikt vervolgens zijn long-term key om dit bericht weer te ontcijferen.
Als het ontcijferde bericht inderdaad het eerder versleutelde tijdstip was, dan kende de authentication server dus blijkbaar ook die hash en moet dit dus de KDC geweest zijn. Immers alleen de gebruiker en de KDC horen het wachtwoord (of de hash ervan) te kennen. De authenticatie is nu wederzijds.
Merk het volgende op:
Het wachtwoord of de hash ervan (oftewel de long-term key) worden nooit uitgewisseld. Zij worden slechts gebruikt om een bericht te versleutelen.
Dit bericht is de tijd. Deze moeten (binnen redelijke grenzen) dus gelijk lopen op de authentication server en de client, anders kan het nooit gecontroleerd worden.
In theorie is het mogelijk dat iemand, die meeluistert, het allereerste bericht van de client (de tijd die versleuteld is door de long-term key) onderschept en deze op zijn beurt (nogmaals) gaat aanbieden aan de authentication server. Om dit te voorkomen houdt de authentication server bij wat het laatste tijdstip is geweest waarop zo'n bericht is gestuurd. Alle volgende authenticatie-pogingen moeten dus later komen. Naspelen is dus niet mogelijk (een replay attack).
Opzetten van een sessie
Voor het opzetten van de sessie worden twee sessie-sleutels gebruikt, een voor de client en voor de server. Deze sessie-sleutels worden gegenereerd door de Key Distribution Center. Dat gaat als volgt:
De client vraagt aan de KDC sessiesleutels voor een bepaalde service.
De KDC genereert een sessiesleutel en kopieert deze.
De KDC versleutelt de ene kopie met de long-term key van de client. De andere wordt voorzien van wat informatie over de client en wordt versleuteld met de long-term key van de service. (Deze staat immers ook in de account database van de KDC). De sessiesleutel voor de server tezamen met de informatie over de client wordt als één geheel versleuteld en wordt session ticket genoemd.
De KDC stuurt dit session ticket aan de client.
De client ontcijfert het client-deel met zijn eigen long-term key (de wachtwoord-hash). De eigen sessiesleutel wordt samen met het session ticket opgeslagen.
Daarna wordt de session ticket samen met een zogenaamde authenticator (de actuele tijd op de client, samen met wat informatie over de client) verstuurd naar de service. Die authenticator wordt versleuteld met de sessiesleutel.
De service gebruikt zijn eigen long-term key om het session ticket te ontcijferen.
Zo komt de service te weten wat de sessiesleutel is en met wie die sessie opgezet wordt.
Met behulp van de sessiesleutel wordt de authenticator ontcijferd.
Als het goed is, komt de client-informatie overeen met wat in het session ticket stond. Bovendien klopt het tijdstip dat ook versleuteld was, met het tijdstip op de computer waarop de service draait.
De client heeft nu bewezen wie hij is. De informatie die hij aan de service gegeven heeft, klopt met de informatie die de KDC in het ticket gezet heeft. Dat ticket was bovendien versleuteld met een sleutel die alleen de KDC maar kon kennen. Dat betekent dat de client ook inderdaad door een vertrouwde derde partij is geauthenticeerd.
De server gebruikt nu de sessiesleutel om het uit de authenticator gehaalde tijdstip weer te versleutelen en naar de client te sturen.
De client ontvangt dit bericht en ontsleutelt dat met de sessiesleutel.
Als het resultaat overeenkomt met het tijdstip dat naar de service gestuurd is, heeft deze de sessiesleutel met succes uit het session ticket kunnen halen. Daarvoor was een sleutel nodig die alleen die service en de KDC kenden. De service heeft nu ook aan de client bewezen te zijn wie hij zegt te zijn.
Nu client en service aan elkaar hebben aangetoond wie zij zijn, kan het autoriseren beginnen. Hier wordt bekeken of de client ook inderdaad rechten heeft om de service te benaderen. Dit valt echter buiten het bestek van het Kerberos-protocol dat primair bedoeld is om een gebruiker en service aan elkaar te identificeren.
Ticket Granting Ticket
Een bijzonder session ticket is het Ticket Granting Ticket. Dit ticket wordt gegenereerd door de KDC om de client in staat te stellen session tickets aan te vragen voor andere services. Daardoor is het niet nodig om voor ieder nieuw session ticket opnieuw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren.
Zie ook
FIDO Alliantie
Externe link
Specificatie van Kerberos v5
Computerterminologie
Computernetwerk
Identity and access management
|
Kerberos is een standaard authenticatieprotocol dat ervoor zorgt dat gebruikers van een netwerk zich op een veilige manier kunnen aanmelden en hun identiteit kunnen bewijzen, zonder zich telkens opnieuw te moeten aanmelden. Kerberos maakt een beperkte vorm van Single Sign-on mogelijk.
| 2 |
registratie, aanmelden, inschrijven
|
1,348 |
EntertainmentBusiness
|
1331185
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amusementswereld
|
Amusementswereld
|
De amusementswereld of amusementsindustrie (of ook wel, naar het Engels, showbusiness of verkort showbizz) is de bedrijfstak gespecialiseerd in het produceren en aanbieden van amusement. De term heeft betrekking op onder meer de theater- en filmwereld en muziekindustrie en omvat alle impresario's, ondernemers, productie- en distributiebedrijven, acteurs, regisseurs, musici, zangers en artiesten, (scenario)schrijvers en technici die hierbij betrokken zijn.
Grote vertegenwoordigers van de amusementswereld zijn onder meer filmindustrie van Hollywood in Los Angeles, de film- en televisie-industrie van India (Bollywood) en de grote theaters van Broadway in New York. Maar bijvoorbeeld ook casino's (zoals die in Las Vegas), circussen, goochelaars, kermissen en pretparken kunnen tot de amusementswereld worden gerekend.
De amusementswereld behoort economisch gezien tot de tertiaire sector (commerciële dienstverlening), in het bijzonder de cultuursector, en valt in het industriële classificatiesysteem van de Verenigde Naties (ISIC) hoofdzakelijk onder sectie R: arts, entertainment and recreation (kunst, amusement en recreatie). Daarnaast zijn film- en muziekproducties geclassificeerd onder sectie J: information and communication (informatie en communicatie).
De amusementswereld heeft een lange traditie. Revues – amusementstheater gebaseerd op zang, dans, variété en lichtvoetige sketches – kwamen al in de jaren dertig van de 19e eeuw in Frankrijk voor. De Amerikaanse invloed en manier van denken drong in de 20e eeuw tot Europa door via de bioscopen met Hollywoodproducties, via de radio en platenindustrie met zangers als Elvis Presley en Bill Haley, en via tijdschriften.
Zie ook
Creatieve sector
There's No Business Like Show Business (film)
Podiumkunsten
|
De amusementswereld of amusementsindustrie (of ook wel, naar het Engels, showbusiness of verkort showbizz) is de bedrijfstak gespecialiseerd in het produceren en aanbieden van amusement. De term heeft betrekking op onder meer de theater- en filmwereld en muziekindustrie en omvat alle impresario's, ondernemers, productie- en distributiebedrijven, acteurs, regisseurs, musici, zangers en artiesten, (scenario)schrijvers en technici die hierbij betrokken zijn.
| 1 |
entertainmentbedrijf, amusementsindustrie, vrijetijdssector
|
1,879 |
DateTime
|
1849541
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Global%20positioning%20system
|
Global positioning system
|
Global positioning system (gps) is een wereldwijd satellietplaatsbepalingssysteem dat vanaf 1967 werd ontwikkeld voor gebruik door de strijdkrachten van de Verenigde Staten.
Geschiedenis
Officieel heet het systeem NAVigation Satellite Time And Ranging of NAVSTAR. Met gps werd het voor het eerst mogelijk om vrijwel overal continu te kunnen navigeren. Gps was tot de komst van GLONASS, BeiDou en Galileo het enige volledig operationele satellietplaatsbepalingssysteem. Het incident met de Korean Air-vlucht 007 in 1983, waarbij een Amerikaans congreslid omkwam, was voor president Ronald Reagan aanleiding gps vrij te geven voor civiel gebruik.
Het aantal toepassingen is sinds de vrijgave enorm toegenomen. Aanvankelijk waren de gebruikers vooral te vinden in de militaire hoek, de geodesie en de scheepvaart. Hoewel het aantal gebruikers ook daar is toegenomen, valt dit in het niet bij het aantal auto's en mobiele telefoons die met gps zijn uitgerust. Het belang van gps is dusdanig gegroeid dat de Europese Unie besloten heeft haar eigen systeem — Galileo — te lanceren, om niet afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten.
De eerste experimentele satelliet werd in 1978 gelanceerd en in 1995 werd het systeem officieel operationeel verklaard, hoewel het daarvoor al werd gebruikt voor navigatie.
Op 23 december 2018 werd de eerste gps-satelliet van de derde generatie (GPS-IIIA) gelanceerd.
Kenmerken
Het zendgedeelte van het systeem bestaat uit minimaal 24 werkende satellieten (21 + 3 reserve) die in zes vaste banen, in een vaste tijd rond de aarde draaien en elk een eigen signaal uitzenden. De nauwkeurigheid varieert, afhankelijk van het gebruikte systeem en de omstandigheden, van enkele tientallen meters tot 1 à 2 meter.
Met de ontvangst van minimaal vier van deze satellieten kan een gps-ontvanger zijn positie op aarde bij benadering bepalen ten opzichte van het geodetisch datum WGS 84.
Het gps-systeem is 24 uur per dag in bedrijf, nagenoeg overal ter wereld bruikbaar en werkt onder alle weersomstandigheden. Het is een militair systeem dat de overheid van de Verenigde Staten aan iedereen beschikbaar stelt, met beperkte nauwkeurigheid. Het gps-systeem is geschikt voor plaatsbepaling voor navigatiedoeleinden, geodetische puntbepaling en geografische informatiesystemen, en ook voor nauwkeurige tijdsbepaling.
Bij gps is de satelliet altijd de zender, de gps-ontvanger is altijd de ontvanger (op aarde). Volgen wordt pas mogelijk wanneer de persoon of het voorwerp/voertuig dat gevolgd wordt niet alleen een gps-ontvanger heeft maar ook een vorm van zender of internetverbinding die eraan gekoppeld is. Met gps alleen kun je dus niet gevolgd worden. Verschillende technologieën zijn daartoe in gebruik, waarbij de zogenaamde push-technologie, in de vorm van een sms-zender, het meest verbreid is.
Galileo waaraan in opdracht van de Europese Commissie gewerkt wordt, zal echter bidirectioneel (zowel zenden als ontvangen) zijn.
Plaatsbepaling
Gps gebruikt 32 (bij opstart 24) verschillende satellieten die elk in een van de zes banen op 20.200 km hoogte cirkelen. Deze banen zijn zodanig gekozen dat vanaf elke plaats op aarde altijd minstens vier satellieten waarneembaar zijn.
Het meetprincipe van het Global Positioning System is gebaseerd op de afstandsmeting tussen satelliet en ontvanger en het bekend zijn van de positie van de satelliet. De afstanden tussen de satelliet en de ontvanger worden uit de gemeten looptijden van radiogolven afgeleid.
De looptijd wordt bepaald door de pseudo-random code van de satelliet te vergelijken met een door de ontvanger opgewekte code. De looptijd veroorzaakt een faseverschil tussen deze twee codes die door de ontvanger omgerekend wordt tot looptijd en met de voortplantingssnelheid van het signaal tot de afstand tot de satelliet, de pseudo-afstand (pseudo slant range, PSR). Deze berekende afstand bevat nog fouten, zoals de klokfout in de ontvanger en atmosferische storingen.
Aangezien de satelliet zeer nauwkeurige atoomklokken (twee rubidium- en twee cesiumklokken, elk met een verwachte levensduur van anderhalf jaar) heeft, is de satellietpositie te berekenen uit de baanvoorspelling in de navigatieboodschap en de satelliettijd. De ontvanger kan daarna een bol met de straal PSR berekenen waarop men zich bevindt. Snijding met de bol van een tweede satelliet levert een cirkel op en snijding met een derde levert twee punten op, waarvan een zich ver weg van de aarde bevindt en daarom verworpen kan worden. Als er geen fouten zouden zijn, dan zou een vierde bol ook in dit punt snijden. Als er wel fouten zijn, dan moet de PSR gecorrigeerd worden. Deze correctie is een maat voor de klokfout. Hiermee vervalt de noodzaak om de ontvanger met een dure atoomklok uit te rusten. Voor het hele systeem geldt: hoe meer satellieten, hoe nauwkeuriger de positie berekend kan worden. Daarnaast is niet enkel het aantal satellieten, maar ook hun onderlinge positie kenmerkend voor de nauwkeurigheid.
Andere toepassingen
Behalve voor plaatsbepaling kan gps ook worden gebruikt voor andere waarnemingen, zoals de registratie van aardbevingen, het observeren van vulkanen, het meten van waterstanden en sneeuwdikten en het opmerken van bodemverzakkingen.
Signalen
Elke satelliet zendt op meerdere draagfrequenties uit, waarvan L1 (1,57542 GHz) en L2 (1,2276 GHz) de belangrijkste zijn. Hoewel alle satellieten gebruikmaken van dezelfde frequenties, kan door CDMA bepaald worden van welke satelliet een signaal afkomstig is. Op elke draagfrequentie wordt een signaal gecodeerd met een pseudorandom noise (PRN) die voor elke satelliet uniek is. Op L1 wordt zowel een Coarse Acquisition (C/A)-code als een Precise (P)-code gezet. Op L2 wordt alleen de P-code gezet. De informatie van beide codes bestaat uit bits, hier chips genoemd. De chiprate is 1,023 miljoen chips per seconde voor de C/A-code, 10,23 miljoen chips per seconde voor de P-code en 50 bits per seconde voor de navigatieboodschap. In totaal duurt het verzenden van een complete navigatieboodschap (37.500 bits) 12 minuten.
Op beide codes wordt de navigatieboodschap gezet die informatie bevat over de baanvoorspelling, de atmosferische propagatiecorrecties en de onderlinge synchronisatie van de satellietklokken. De navigatieboodschap bestaat uit 25 dataframes, elk bestaand uit 1500 bits en onderverdeeld in vijf subframes van 300 bits, waardoor het aan een frequentie van 50 Hz 12,5 minuut duurt om de hele boodschap binnen te krijgen.
De navigatieboodschap bevat ook een handover word (HOW) en een telemetry word. In het HOW wordt de fase van de P-code bij benadering gegeven, zodat de ontvanger sneller de P-code kan volgen. Aangezien de P-code een periode heeft van zeven dagen, zou het zonder HOW maximaal een week kunnen duren alvorens de P-code verkregen is. Het telemetry word bevat een vast canvas dat door de ontvanger gebruikt wordt voor de uitvoering en de permanente controle van de synchronisatie tijdens decodering.
Andere frequenties zijn L3 voor NDS om kernexplosies waar te nemen en L4 om ionosfeercorrecties te kunnen bepalen.
De codes worden met fasemodulatie — specifiek BPSK — op de draagfrequentie gezet met een faseverschil van 90° tussen de C/A-code en de P-code. De C/A-code herhaalt zich elke milliseconde en de P-code elke zeven dagen.
Looptijdsmeting
Nadat de ontvanger heeft vastgesteld welke satellieten zich boven de horizon bevinden — uit de eigen almanak of die in de navigatieboodschap — zal deze de dopplerverschuiving vaststellen. De ontvanger genereert een carrier-tracking loop en verschuift de frequentie daarvan net zo lang tot deze overeenkomt met die van de satelliet. De hierbij gevonden dopplerverschuiving is een maat voor de relatieve snelheid tussen satelliet en ontvanger, waarmee de snelheid van de ontvanger kan worden vastgesteld.
Deze snelheid wordt gebruikt door de code-tracking loop, waarbij de ontvanger zelf een C/A-code genereert. Met autocorrelatie wordt deze vergeleken met die van de satelliet. Als de codes niet gelijk zijn, verschuift de ontvanger zijn code met een bit. Dit wordt herhaald tot de codes over elkaar vallen of tot deze met alle 1023 bits van de PRN-code verschoven is. De gevonden faseverschuiving is een maat voor de looptijd. Zodra de frequentie- en faseverschuiving heeft plaatsgevonden, kan de navigatieboodschap gelezen worden en kunnen de pseudoranges worden vastgesteld.
Nauwkeurigheid
Er zijn twee verschillende nauwkeurigheidsniveaus bij gps; voor militair gebruik is er de Precise Positioning Service (PPS) en voor gewoon gebruik is er de Standard Positioning Service (SPS). Waar SPS alleen gebruikmaakt van de C/A-code op het L1-signaal, maakt PPS ook gebruik van de P-code om een grotere nauwkeurigheid te verkrijgen.
De nauwkeurigheid of R95 van SPS bedraagt zo’n 20 meter; met statistische technieken — herhaald meten met verschillende satellieten of meten over langere tijd — of met referentiestations is de nauwkeurigheid verder op te voeren tot ongeveer 10 m. Met het dopplereffect is het mogelijk snelheden te meten. Een belangrijk nadeel is dat meteorologische verschijnselen het tijdsignaal kunnen vertragen, waardoor een fout ontstaat.
Indien er een grotere precisie nodig is, kan DGPS en/ of WAAS (Noord-Amerika)/ EGNOS (Europa) worden gebruikt. Vaste ontvangers met gekende coördinaten hebben een grotere nauwkeurigheid en kunnen differentiaalcorrecties doorsturen naar naburige gps-ontvangers.
Opzettelijke degradatie van de nauwkeurigheid
Omdat er al rond 1989 civiele ontvangers waren die gebruikmaakten van de P-code, werd besloten om met cryptografische methodes de nauwkeurigheid voor civiele gebruikers te verslechteren. Met Anti-Spoofing (A-S) werd de P-code vanaf 31 januari 1994 versleuteld met de W-code tot de Y-code. Alleen militaire ontvangers kunnen deze ontcijferen en zo de informatie van de P-code gebruiken. Er zijn civiele ontvangers die de P-code gebruiken door deze te vergelijken tussen L1 en L2. De invloed van atmosferische storingen is niet gelijk voor verschillende frequenties, zodat deze vergelijking een idee geeft van de mate van storing die optreedt.
De nauwkeurigheid die met alleen het gebruik van de C/A-code bereikt werd, was echter beter dan verwacht, zodat werd besloten om met Selective Availability (SA) het signaal verder te verslechteren. De R95 zou hiermee naar 100 meter moeten worden gebracht. Dit werd bereikt door het epsilon-proces – de verslechtering van de baanvoorspelling in het navigatiebericht – en het deltaproces of dithering – de destabilisatie van de satellietklok. De fout wordt gemaskeerd door het verlopen van de fout langzaam te laten gebeuren en de fout wordt over een groot gebied exact gelijk gehouden waardoor de fout moeilijk terug te rekenen is.
Tijdens de Golfoorlog in 1990-'91 waren weinig militaire ontvangers beschikbaar; veel militairen gebruikten civiele modellen. Daarom werd tijdens de Golfoorlog de SA uitgezet, om militairen met een civiele ontvanger toch van het nauwkeurige signaal gebruik te laten maken.
Vanaf 1 mei 2000 heeft het burgersignaal een grote nauwkeurigheid gekregen doordat de gegenereerde fout op nul gesteld werd. Eigenlijk zou deze opdracht van president Bill Clinton pas in 2006 in werking treden, maar het Amerikaanse leger bezat al in 2000 de mogelijkheid om het gps-signaal voor een groot gebied onbruikbaar te maken voor niet-militaire ontvangers.
Op 19 september 2007 maakte het Amerikaanse ministerie van Defensie bekend dat toekomstige GPS III-satellieten geen Selective Availability zullen hebben, waardoor het beleid in feite permanent wordt.
Fouten
Naast de eventuele bewuste verslechtering van de kwaliteit zijn er andere factoren die de nauwkeurigheid beïnvloeden. Er zijn verschillende soorten fouten. Meetfouten kunnen bestaan uit toevallige en systematische fouten. Daarnaast zijn er nog blunders; fouten die optreden door verkeerde gegevensinvoer door de gebruiker — zoals antennehoogte of gis — geblokkeerde satellieten, hoogspanningslijnen en sterk magnetische objecten.
Onderscheid kan ook worden gemaakt naar fouten die optreden in de verschillende onderdelen van het systeem; het ruimtesegment, het medium, het gebruikerssegment en het controlesegment. Dit zijn de User Equivalent Range Errors (UERE). De fouten die optreden ten gevolge van de onderlinge stand van de satellieten ten opzichte van de ontvanger — de constellatie — is de Geometric Dilution of Precision (GDOP). Aangezien beide continu variëren, wordt aangenomen dat deze optreden volgens een normale verdeling. De grootte van de UERE is uit te drukken als standaardafwijking σ, ook wel R68 genoemd, aangezien 68% van de waarnemingen binnen deze radius — feitelijk een ellips — vallen. De totale nauwkeurigheid wordt uitgedrukt in 3D als User Navigation Error (UNE):
In 2D wordt dit aangegeven als User Horizontal Navigation error (UNHE):
De R95 of Estimated Position Error (EPE) is ongeveer 2σ of 2 maal de R68 van UNHE.
De UERE bestaat uit de User Range Error (URE) en de User Equipment Error (UEE). DE URE beslaat het ruimtedeel en bevat de fouten bij:
atmosferische effecten (troposfeer en ionosfeer);
satellietklok;
baanvoorspelling;
Deze fouten kunnen grotendeels gecorrigeerd worden met differentiaal- en multifrequentietechnieken (DGPS en L1/L2-vergelijkingen).
De UEE bestaat uit de fouten bij de ontvanger:
meerwegontvangst (multipath propagation);
looptijdmeting;
elektromagnetische storing;
gis;
antennehoogte.
De eerste drie zijn te verbeteren met betere ontvangers, de laatste twee zijn invoerfouten.
Daarnaast wordt gecorrigeerd voor:
relativiteit;
sagnac-effect.
De eenheden waarin de nauwkeurigheid wordt weergegeven, kunnen per fabrikant verschillen. Veel gebruikt is Circular Error Probable (CEP), maar R68, R95 en RMS (Root Mean Square, kwadratisch gemiddelde) komen ook voor.
Ruimtesegment
Constellatie
De stand van de satellieten ten opzichte van de waarnemer – de constellatie – is van invloed op de theoretisch maximaal haalbare positienauwkeurigheid. Zoals uit de afbeelding blijkt is de invloed van een afwijking kleiner hoe haakser positielijnen of pseudoranges elkaar snijden. Bij vier satellieten is de beste spreiding met drie aan de horizon (maar niet te laag, zie #Atmosferische effecten) op 120° van elkaar en één nabij het zenit, recht boven de ontvanger.
Aangezien bekend is hoe de satellieten zich bewegen, kan dit worden vastgelegd in een zogenoemde almanak. Op basis daarvan is de dimensieloze geometric dilution of precision (GDOP) of geometrische spreiding van precisie uit te rekenen. Deze GDOP is dus niet afhankelijk van de kwaliteit van het signaal en de ontvanger.
De GDOP is uit te drukken in DOP's voor verschillende dimensies. De Vertical Dilution of Precision (VDOP) geeft de verticale afhankelijkheid van de constellatie aan en de Horizontal Dilution of Precision (HDOP) de horizontale afhankelijkheid. Tezamen geeft dit de Position Dilution of Precision (PDOP) die met de Time Dilution of Precision (TDOP) de GDOP geeft. De best mogelijke spreiding geeft een DOP van 1, zodra de spreiding verslechtert, wordt DOP groter. Aangezien de aarde altijd de satellieten onder de waarnemer blokkeert, is de verticale precisie altijd minder dan de horizontale.
Baanafwijkingen
De baan van een satelliet wijkt af van de keplerbaan doordat de massa van de aarde en daarmee de zwaartekrachtspotentiaal niet homogeen verdeeld is en door baanverstoringen. Baanverstoringen treden op door excentrische zwaartekracht, de zwaartekracht van andere hemellichamen, atmosferische weerstand, zonnewinddruk, magnetische krachten en variërende zwaartekracht door getij en getijdenkrachten op de aarde zelf.
Satellietklokafwijkingen
De atoomklokken in de satellieten zijn zeer nauwkeurig maar niet exact. De afwijkingen kunnen resulteren in een positiefout van enkele meters. Om die reden worden de afwijkingen door de grondstations geobserveerd en meegestuurd in de navigatieboodschap, al is daarmee de fout niet volledig te corrigeren. Een afwijking van 10 ns zou wegens de lichtsnelheid een locatiefout geven van 3 m.
Daarnaast wordt een datumtijdcombinatie doorgegeven met een doorlopend weeknummer van 10 bits en de verstreken tijd binnen die week. Dit is een cyclus van 1024 weken (een kleine 20 jaar). Oudere gps-ontvangers die daar geen rekening mee houden kunnen op 6 april 2019 ontregeld raken (GPS Week Number Rollover 2019).
Controlesegment
Het controlesegment van het gps-systeem bestaat uit een wereldwijd netwerk van volgstations, met een master control station (MCS) in Colorado Springs, Colorado. De primaire taak van het controlesegment is volgen van de gps-satellieten om de positie vast te stellen en te voorspellen, het effect van de atmosferische omstandigheden te bepalen, de satellietstatus te controleren en de navigatieboodschap aan te passen. Deze informatie wordt daarna naar de gps-satellieten verstuurd.
Medium
Atmosferische effecten
Nu de opzettelijke fout (SA) is afgeschaft, wordt de grootste foutenbron die bij gps overblijft veroorzaakt door de ionosfeer. Door de vrije elektronen vertraagt de modulatie op het signaal, afhankelijk van de frequentie van de draaggolf 1 / f2.
De fase van de draaggolf wordt hierbij in dezelfde mate vervroegd. Dit effect kan bij de evenaar en de polen behoorlijk variëren, daartussen is het redelijk constant. Dit effect kan gecorrigeerd worden aan de hand van een in de ontvanger opgeslagen model. Geavanceerde ontvangers meten het verschil tussen de ontvangsttijd van L1 en L2 om de grootte van het effect te bepalen.
In de troposfeer wordt de lichtsnelheid vertraagd door variaties in temperatuur, luchtdruk en luchtvochtigheid. De refractie die hierdoor optreedt is het grootst bij de horizon, aangezien de afgelegde weg van het signaal door de troposfeer hier groter is. Om deze reden kan bij veel ontvangers worden ingesteld dat satellieten dicht bij de horizon niet gebruikt worden. Dit effect kan niet worden gemeten door L1 en L2 te vergelijken.
Gebruikerssegment
Meerwegontvangst
Fouten door meerwegontvangst kunnen ontstaan als radiogolven van een satelliet via meerdere wegen de ontvanger bereiken, via reflectie tegen gebouwen of bergen. De gebruikte frequenties minimaliseren dit effect, doordat de verspreiding van de gereflecteerde signalen de signaalsterkte van deze verzwakken.
Relativiteitstheorie en tijdsdilatatie
Een relevant effect op de tijdsbepaling van satellieten is het fenomeen tijdsdilatatie, een begrip uit de speciale relativiteitstheorie dat impliceert dat snel bewegende klokken langzamer tikken. Dit effect moet voor een goede tijdsbepaling van satellieten in rekening gebracht worden.
Onderdelen
De afstandsmeting bij dit systeem komt tot stand doordat het tijdstip van vertrek met het gps-signaal wordt meegezonden en de gps-ontvanger de aankomsttijd meet. Het verschil tussen de vertrektijd en de aankomsttijd van het signaal noemt men de looptijd. Het systeem kan onderverdeeld worden in drie componenten, namelijk: het ruimtesegment, het gebruikerssegment en het controlesegment.
Tot het ruimtesegment behoren de satellieten die door Delta, Atlas V en Falcon 9 vanaf Cape Canaveral in Florida gelanceerd worden. Gps-satellieten draaien in circulaire banen rond de aarde op 20.200 km hoogte, elke ronde duurt 11 uur en 58 minuten. De banen zijn gekanteld ten opzichte van de evenaar met 55° om de dekking in het poolgebied te garanderen. Aangedreven door zonnecellen corrigeren de satellieten zich voortdurend door de zonnecellen richting de zon en de antennes richting de aarde te keren. Elke satelliet heeft drie of vier atoomklokken.
Het controlesegment bevat het 'Master Control Station' (MCS) op Schriever Air Force Base (vroeger "Falcon Air Force Base") in Colorado Springs, CO, VS. Vroeger bevond het MCS zich in Vandenberg Air Force Base in Californië. Verder zijn er gewone controlestations (Master Stations of MS) op Schriever Air Force Base, Hawaï, Ascension in de Atlantische Oceaan, Diego Garcia in de Indische Oceaan en Kwajalein Island in de Grote Oceaan. Hiermee is elke satelliet continu binnen het bereik van minstens één controlestation. De MS bestaan elk uit twee atoomklokken, ontvangers die iedere anderhalve seconde de militaire code decoderen en hebben een parallelle verbinding met alle zichtbare satellieten. De metingen die verzameld zijn door de controlestations worden gebruikt om het gedrag te bepalen van elke satelliet(-baan) en de klokinstelling. Voorspelde tijd- en baangegevens worden vergeleken met de daadwerkelijk uitgezonden data. Zo nodig krijgt een satelliet correctieopdrachten vanaf een station. Het controlesegment heeft ook tot taak er voor te zorgen dat de gps-satellietbanen en klokafwijkingen binnen de vastgestelde limieten blijven.
Met het gebruikerssegment werden oorspronkelijk de militaire ontvangers bedoeld. Militaire gps-systemen zijn opgenomen in: straaljagers, bommenwerpers, tankvliegtuigen, helikopters, schepen, onderzeeërs, tanks, jeeps en individuele soldaatuitrustingen. Tot het militaire gebruik behoren ook doelbepalingen, 'smart'-wapens en rendez-vous-plekken. Later zijn daar gps-ontvangers voor civiele gebruikers bij gekomen.
Toepassingen
Implicaties
Militaire implicaties
Het systeem is opgezet door de VS voor militair gebruik. Het bezit voldoende nauwkeurigheid om het systeem te gebruiken voor het leiden van ICBM's, kruisraketten en andere "slimme" wapens, zodat doelen nauwkeuriger kunnen worden beschoten.
Politieke implicaties
De bruikbaarheid van alle toepassingen ligt volledig bij de autoriteit van degene die het systeem beheert. De EU is daarom, ondanks protesten van de VS, al bezig met een eigen Europees satellietnavigatiesysteem Galileo. Hiernaast heeft de EU vanaf 2004 een netwerk ontworpen zodat de nauwkeurigheid en integriteit van gps in Europa nog wordt vergroot, dit systeem heet EGNOS. Er bestaat ook een Russisch satellietnavigatiesysteem; GLONASS (GLObal NAvigation Satellite System).
Vergelijking met andere systemen
Zie ook
Assisted GPS
Differentieel netwerk
Geocaching
Geografisch informatiesysteem
Geotagging
GPS2SMS
Plaatsbepaling binnen een gebouw
Satellietnavigatie
Satellietnavigatie
Hydrografie
Geodesie
Geo-informatie
|
Daarnaast wordt een datumtijdcombinatie doorgegeven met een doorlopend weeknummer van 10 bits en de verstreken tijd binnen die week. Dit is een cyclus van 1024 weken (een kleine 20 jaar). Oudere gps-ontvangers die daar geen rekening mee houden kunnen op 6 april 2019 ontregeld raken (GPS Week Number Rollover 2019).
| 1 |
datumtijd, ISO 8601, tijdstempel
|
7,162 |
Landform
|
636989
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Denudatie
|
Denudatie
|
Denudatie is een geomorfologisch proces waarbij, als gevolg van de verwijdering van materiaal door middel van erosie en verwering, een reductie ontstaat van het reliëf in landvormen en landschappen. Vooral door exogene processen, zoals beweging van water, ijs of wind, kan denudatie ontstaan. Bij denudatie kunnen zowel vaste gesteenten als opgeloste bodemdelen worden verwijderd. Zowel mechanische als chemische verwering vindt plaats in relatie met geomorfologische landvormen. Over langere tijd kan denudatie een daling van het landschap tot gevolg hebben.
Tot de factoren die denudatie beïnvloeden, behoren de vorm van het aardoppervlak, de eigenschappen van het bodemmateriaal, het klimaat, de tektonische situatie en activiteiten van mensen, dieren en planten.
Geomorfologie
Geologie
|
Denudatie is een geomorfologisch proces waarbij, als gevolg van de verwijdering van materiaal door middel van erosie en verwering, een reductie ontstaat van het reliëf in landvormen en landschappen. Vooral door exogene processen, zoals beweging van water, ijs of wind, kan denudatie ontstaan. Bij denudatie kunnen zowel vaste gesteenten als opgeloste bodemdelen worden verwijderd. Zowel mechanische als chemische verwering vindt plaats in relatie met geomorfologische landvormen. Over langere tijd kan denudatie een daling van het landschap tot gevolg hebben.
| 2 |
landvorm, geologische structuur, fysiek kenmerk
|
9,730 |
OpeningHoursSpecification
|
1476719
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Witte%20Molen%20%28Meeuwen%29
|
De Witte Molen (Meeuwen)
|
De Witte Molen is een ronde stenen grondzeiler uit 1740. De molen bevindt zich aan de Kleibergsestraat in Meeuwen (gemeente Altena). De molen heeft tot in de Tweede Wereldoorlog gemalen en werd daarna slechts als opslagruimte gebruikt. In 1986 is de Witte Molen verplaatst naar zijn huidige locatie, waar de molenbiotoop beter was. In 1996 is de molen maalvaardig gerestaureerd.
De kap heeft gepotdekselde planken.
In de molen bevinden zich 2 koppel 17der kunststenen. Ook is een bilmachine van machinefabriek Thomassen aanwezig, die in 2005 werd geschonken aan de eigenaar van de molen, de molenstichting Het Land van Heusden en Altena.
De buitenroe van de molen is 24 meter lang en de binnenroe 23,90. De uit 1989 stammende roeden zijn van de firma Derckx en in 1993 in de bovenas geplaatst. De wieken zijn weer Oudhollands opgehekt, maar hadden vanaf 1940 tot aan de restauratie Van Bussel neuzen.
Het luiwerk wordt aangedreven door een op de koningsspil zittende luitafel. Het luiwiel loopt tegen de onderkant van de luitafel. Een gaffelwiel is niet aanwezig.
De molen heeft een kruilier voor het op de wind zetten van het gevlucht.
De molen heeft een vijfdelige, vaste Vlaamse vang met een vangtrommel.
Overbrengingen
De overbrengingsverhouding is 1 : 5,7.
Het bovenwiel heeft 59 kammen.
De bonkelaar heeft 30 kammen.
Het spoorwiel heeft 72 kammen en een steek van 10,3 cm.
Het steenrondsel heeft 25 staven.
Eigenaren
1740 - ... : Johan Maurits van Hemert
1850 - .... : Gerht Vermeulen en weduwe
... - ... : Piet Walraven
... - ... : A. Walraven
1922 - ... : Gebroeders Vos
2005 - heden: Molenstichting Het Land van Heusden en Altena
Openingstijden van de molen: zaterdag 13:00 - 17:00 uur en op afspraak.
Bouwwerk in Altena (Nederland)
Rijksmonument in Altena (Nederland)
Molen in Noord-Brabant
Korenmolen
Grondzeiler
Maalvaardige molen
|
Openingstijden van de molen: zaterdag 13:00 - 17:00 uur en op afspraak.
| 1 |
openingstijden, openingstijden specificatie, uren schema
|
9,647 |
JewelryStore
|
5349547
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques%20Antoine%20Bonebakker
|
Jacques Antoine Bonebakker
|
Jacques Antoine Bonebakker (Amsterdam, 16 november 1798 – aldaar, 17 maart 1868) was een Nederlandse goud- en zilversmid en juwelier.
Biografie
Bonebakker was een zoon van Adrianus Bonebakker (1767-1842) en Elisabeth du Pré (1760-1811). Op 23 juni 1825 huwde hij met Wendelina Elisabeth van Manen (1803-1865). Uit dit huwelijk werden drie dochters en twee zonen Willem Christiaan Bonebakker (1827-1906) en Johannes Christiaan Reinier Bonebakker (1829-1883) geboren.
As Bonebakker & Zoon
Zijn vader nam in 1802 met Diederik Lodewijk Bennewitz als compagnon een bekende Nederlandse goud-, zilver- en juwelierswinkel van die dagen over, de firma gebroeders Peirolet. In de eerste jaren onder de naam gebroeders Peirolet, Bennewitz & Bonebakker en later als Bennewitz & Bonebakker. De firma voerde talloze opdrachten uit, zoals de sleutels van Amsterdam in 1806 om aan te bieden aan koning Lodewijk Napoleon bij zijn intocht in Amsterdam. Nadat de compagnons om zakelijke redenen in 1821 uiteen waren gegaan, startte Bennewitz de firma Bennewitz & Zonen en ging Adrianus met zijn zoon door onder de naam As Bonebakker & Zoon. In 1822 vestigde Bonebakker zich in een pand op de hoek van de Leidsestraat en de Herengracht.
Jacques Antoine Bonebakker werd op 28 januari 1822 als goud- en zilversmid ingeschreven in het Register van de Waarborg, maar heeft het meesterteken waarschijnlijk nooit gebruikt. De voorwerpen van goud, zilver en juwelen werden uitbesteed aan goud- en zilversmeden als T.G. Bentvelt, J.A. de Haas, R. Helweg, J.H. Stellingwerff en P. Pieterse.
In 1830 kreeg de firma de opdracht van de Stad Amsterdam tot het maken van een 94-delig zilveren servies voor het huwelijk van prinses Marianne van Oranje-Nassau met prins Albert van Pruisen, dochter van koning Willem I. Het kostte 18.837 gulden. Als dank voor het servies schonk prinses Marianne in 1832 een portret van zichzelf aan de Stad Amsterdam. Naast opdrachten voor het vervaardigen van zilverwerk krijgt As Bonebakker & Zoon ook andere bijzondere opdrachten, zoals de gouden eredegen voor generaal David Hendrik baron Chassé die het bevel had over een Nederlandse divisie tijdens de oorlogen tegen Napoleon, waaronder de Slag bij Waterloo in 1815. De gouden degen werd aan Chassé geschonken door een groep Tielse vrienden. Kort na de Tiendaagse Veldtocht in augustus 1831 werd er nog een gouden sabel besteld, dit keer in opdracht van de Prins van Oranje. In 1840 kreeg het bedrijf de opdracht van koning Willem II voor het maken van de koningskroon. De maker van deze kroon, die nog steeds bij kroningen wordt gebruikt, was Theodorus Gerardus Bentvelt.
Het hoekhuis van de Leidsestraat en de Herengracht was vijftien jaar zetel van de firma, tot Bonebakker moest omzien naar een ruimer pand. Op 1837 verhuisde As Bonebakker & Zoon naar het achttiende-eeuwse grachtenhuis 'Het Witte Paard' thans Herengracht 376, waar het tot de verhuizing naar Rokin 88-90 in 1954 gevestigd was. Bonebakker besloot in 1854 tot de oprichting van een eigen goud- en zilversmidswerkplaats. Hij kocht het pand Korte Leidsedwarsstraat 51, trok vakbekwame werkmeester aan en nam meester-zilversmid Pieter Pieterse in dienst, welke de leiding kreeg over de werkplaats. De werkstukken die het nieuwe atelier verlieten, droegen het Bonebakker-meesterteken. In dit jaar traden ook Bonebakker zoons Willem Christiaan en Johannes Christiaan Reinier als derde generatie aan in het bedrijf.
Vierenveertig jaren had Jacques Antoine Bonebakker – mede of alleen – het bedrijf geleid, toen hij in 1868 stierf. Zijn zonen zetten de firma As Bonebakker & Zoon voort. Onder de naam Bonebakker bestaat het bedrijf nog steeds.
Nederlands edelsmid
Zilversmid
Nederlands ondernemer
|
Jacques Antoine Bonebakker (Amsterdam, 16 november 1798 – aldaar, 17 maart 1868) was een Nederlandse goud- en zilversmid en juwelier.
| 1 |
juwelier, sieradenwinkel, juwelierszaak
|
7,734 |
GovernmentService
|
2518734
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Regie%20der%20Gebouwen
|
Regie der Gebouwen
|
De Belgische Regie der Gebouwen (Frans: Régie des Bâtiments) is een overheidsdienst die het beheer waarneemt over de gebouwen die de Staat bezit of huurt. De regie valt onder de voogdij van de Minister van Justitie.
Behalve het ontwerpen van gebouwen, moet de regie ook vaak het onderhoud en de functionele inrichting voor haar rekening nemen. Soms komen daarbij ook nog de versiering (aankoop van kunstwerken bijvoorbeeld), uitbating of catering bij.
Voorbeelden
gevangenissen,
gerechtsgebouwen,
kantoorgebouwen van federale overheidsdiensten
huisvesting voor politiekazernes of -kantoren
federale wetenschappelijke en culturele instellingen, zoals bijvoorbeeld het Muziekinstrumentenmuseum, het René Magrittemuseum, het Brussels Conservatorium, de koninklijke Muntschouwburg, het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren, het Rijksarchief...
Niet alleen Belgische overheidsgebouwen worden door de Regie beheerd. Ook internationale instellingen, voornamelijk de Europese Unie kunnen beroep doen op de Regie der Gebouwen. Bijvoorbeeld de Europese scholen.
Bevoegdheid
Sedert 1 februari 2008 staat Laurent Vrijdaghs als administrateur-generaal aan het hoofd van de regie.
Door de voortschrijdende federalisering worden sommige gebouwen, die eigendom van de federale staat zijn, nu gebruikt door personeel dat bij de gewesten of gemeenschappen hoort. Het geeft soms aanleiding tot getrouwtrek over wie de kosten van onderhoud/herstelling/renovatie moet dragen: de federale overheid of de regionale?
Corruptie
In januari 2006 werden toenmalig directeur-generaal Hans Evenepoel en 11 andere ambtenaren aangehouden op verdenking van omkoping. Het proces ging van start op 6 oktober 2014.
Zie ook
Rijksgebouwendienst
Bronnen
Regie der Gebouwen
Referenties
Belgische overheidsinstantie
|
De Belgische Regie der Gebouwen (Frans: Régie des Bâtiments) is een overheidsdienst die het beheer waarneemt over de gebouwen die de Staat bezit of huurt. De regie valt onder de voogdij van de Minister van Justitie.
| 1 |
overheidsdienst, sociale voorzieningen, overheidshulp
|
5,080 |
VisualArtwork
|
3553235
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nocturne%20in%20zwart%20en%20goud%20-%20de%20vallende%20raket
|
Nocturne in zwart en goud - de vallende raket
|
Nocturne in zwart en goud - de vallende raket (Engelse titel: Nocturne in Black and Gold – The Falling Rocket) is een schilderij van de Amerikaanse kunstschilder James McNeill Whistler, geschilderd tussen 1872 en 1877, olieverf op paneel, 60,3 x 46,7 centimeter. Het toont nachtelijk vuurwerk in een stadspark te Londen en wordt algemeen beschouwd als een hoogtepunt van het estheticisme. Het schilderij is thans in bezit van het Detroit Institute of Arts te Detroit.
Afbeelding
Nocturne in zwart en goud verbeeldt een door de kunstenaar vanuit zijn huis aan de rivier waargenomen nachtelijk vuurwerk, in het stadspark ‘Cremorne Gardens’, nabij de Londense Battersea Bridge. Het werk is opgezet in strak gearrangeerde vlakken met harmoniërende tinten en flonkerende kleurstippen. De vonkenregen doet denken aan een verzameling sterren aan de nachtelijke hemel, weergegeven in expressief maar weloverwogen geplaatste stippen. Zo slaagt Whistler erin het vluchtige moment in beeld te brengen waarop de vuurwerkraket in de lucht ontploft en als een vonkenregen neerstort.
Het platform links van waar het vuurwerk schijnbaar wordt afgeschoten en de drie figuren op de voorgrond zijn slechts vaag zichtbaar. De dikke rook en het nachtelijk duister onttrekt ze aan het oog. Ze contrasteren in hun vaagheid met het intense onnatuurlijke lichtschijnsel, waarmee een beeld ontstaat als ware het een visioen. Whistler versterkt deze mistige sfeer door het schilderij op te bouwen in verschillende verflagen, die zich mengen tot een harmonieus geheel van kleurschakeringen. Deze stijl van schilderen vormde voor hem de essentie van het estheticisme.
Nocturne in zwart en goud is uiteindelijk een vrij onbestemde impressie, Het werk is niet opgebouwd rondom een bepaalde vorm of figuur en bevat geen duidelijke figuratieve verwijzing. Daarmee heeft het schilderij een voor die tijd ongekende abstractie gekregen. Die abstractie verleent het schilderij een grote vitaliteit, maar in de periode waarin het werk ontstond werd het als controversieel en sterk provocerend ervaren.
Ontvangst, ophef en waardering
Nocturne in zwart en goud was Whistlers laatste werk uit een serie van zes schilderijen over de Londense Cremorne Gardens, een park waar toentertijd verschillende vormen van vermaak plaatsvonden. De titel ('nocturne') kan gezien worden als een eerbetoon aan de door muziek beïnvloede vorm. Whistler verwees vaker naar muziek in de titels van zijn schilderijen en schreef ook theoretische verhandelingen over de overeenkomsten tussen muziek en beeldende kunst.
Whistler werkte rond 1875 meerdere jaren aan zijn Nocturnes. Nocturne in zwart en goud - de vallende raket exposeerde hij voor het eerst in 1877 in Grosvenor Gallery te London. Het publiek reageerde geschokt. Kunstcriticus John Ruskin noemde het 'een pot verf gegooid in het gezicht van het publiek'. Dit kwam Ruskin vervolgens op een rechtszaak te staan wegens smaad. Whistler verdedigde zijn schilderij en de esthetische ideeën die Nocturne belichaamde door te stellen dat kunst per definitie autonoom was en niet kon worden beperkt door de plicht een 'levensecht' effect te hebben. Hij noemde zijn werk een 'weergave' van een onderwerp binnen een 'kunstzinnig arrangement'. Whistler werd in het gelijk gesteld, maar de schadevergoeding die hem werd toegekend was vernederend laag.
Tegenwoordig geldt Nocturne in zwart en goud als een hoogtepunt uit de middenperiode van Whistler en daarmee van het estheticisme. Vaak wordt het ook genoemd als een belangrijke voorloper van de latere abstracte kunst.
Literatuur en bronnen
Stephen Farthing: 1001 Schilderijen die je gezien moet hebben. Librero, 2012, blz. 482. ISBN 978-90-8998-209-4
Stephen Farthing: Kunst in het juiste perspectief, Librero, Kerkdriel, 2011. ISBN 978-90-8998-048-9
Nocturne in Black and Gold, the Falling Rocket, dia.org (webpagina Detroit Institute of Arts)
Externe links
Webartikel over Nocturne in zwart en goud
Webpagina over ''Nocturne in zwart en goud
Werk van James McNeill Whistler
Schilderij in Detroit
|
Ontvangst, ophef en waardering
Nocturne in zwart en goud was Whistlers laatste werk uit een serie van zes schilderijen over de Londense Cremorne Gardens, een park waar toentertijd verschillende vormen van vermaak plaatsvonden. De titel ('nocturne') kan gezien worden als een eerbetoon aan de door muziek beïnvloede vorm. Whistler verwees vaker naar muziek in de titels van zijn schilderijen en schreef ook theoretische verhandelingen over de overeenkomsten tussen muziek en beeldende kunst.
| 1 |
beeldende kunst, visueel kunstwerk, kunstmedium
|
11,527 |
LoanOrCredit
|
80392
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fraude
|
Fraude
|
Fraude is een vorm van bedrog. Daarbij worden zaken anders voorgesteld dan ze zijn, door op papier of digitaal een onjuiste weergave te geven van de werkelijkheid. Men spreekt ook van oplichting, hoewel oplichting een breder begrip is: het kan ook op andere manieren geschieden.
Als uitkeringsfraude wordt ook beschouwd het verwijtbaar niet doorgeven van wijzigingen van omstandigheden waardoor men recht heeft op een lagere uitkering of waardoor men geen recht meer heeft op de uitkering, bijvoorbeeld (meer) gaan werken, gaan samenwonen, het (meer) gaan werken van de partner, of een erfenis ontvangen.
Het ISMA-model verklaart hoe fraude/de neiging tot regelovertreding ontstaat. De relevante factoren zijn volgens dit model: interne norm, sociale norm, mogelijkheden en afschrikking.
Fraude door organisaties of bedrijven kan op gespoord worden door auditing.
Herkomst
Volgens het Middelnederlandsch Woordenboek van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie is de vroegste vindplaats van het woord een document uit 1293 uit Brugge. Het woord is waarschijnlijk via het Frans in de Nederlandse taal terechtgekomen, en vanuit het Latijn kwam het waarschijnlijk terecht in de Franse taal, daar in het Latijn het woord "fraus" bedrog, schade of misdaad betekent. Fraus was ook de Romeinse naam voor Apate, de godin van de misleiding.
Kenmerken van fraude
In de Van Dale wordt fraude omschreven als "valsheid, bedrog (in administratie, geldelijk beheer en mbt. de samenstelling van waren)". In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht komt de term alleen voor in een artikel over mensenhandel. Veel vormen van fraude vallen onder valsheid in geschrifte. Ook in de Algemene wet inzake rijksbelastingen staan strafbaarstellingen voor belastingfraude.
Kenmerkende elementen die aanwezig moeten zijn om van fraude te spreken zijn:
het gaat om opzettelijk handelen
er wordt een misleidende voorstelling van zaken gegeven
er is het oogmerk economisch voordeel te behalen
er is een benadeelde
er is sprake van onrechtmatig of onwettig handelen
Soms wordt gesproken van "misbruik of fraude", aangevend dat deze begrippen niet overeen hoeven te komen, maar zonder ieder apart te behandelen, zodat het onderscheid in de betreffende context niet ter zake doet. Het gebruik van een persoonlijke OV-chipkaart van een ander kan bijvoorbeeld worden aangemerkt als misbruik, terwijl het zonder opzet geen fraude is.
Voorbeelden van fraude
Bij acquisitiefraude worden mensen overgehaald een advertentie te plaatsen tegen een hoog bedrag, terwijl de advertentie later niet geplaatst zal worden.
Adresfraude is een type fraude waarbij mensen een onjuist adres opgeven om te kunnen profiteren van bijvoorbeeld huurtoeslag, bijstand of studiefinanciering. Daarnaast kan adresfraude worden gepleegd omdat iemand zich onvindbaar wil maken vanwege belasting- of andere schulden, boetes of omdat deze persoon onvindbaar wil zijn voor de politie. Een van de controlemiddelen is huisbezoek.
Onder belastingfraude (ook wel:belastingontduiking) wordt verstaan: minder of geen belasting betalen door het niet naleven van de fiscale wetgeving. Bij belastingontduiking is er altijd sprake van een wetsovertreding.
Betalingsfraude is de uitvoering van één of meerdere strafbare activiteiten met betrekking niet geautoriseerde betalingen.
Bij de "bouwfraude" worden afspraken die in strijd zijn met mededingingsregels verzwegen;
Bij btw-fraude wordt de inning van btw gedwarsboomd door een zgn. btw-carrousel op te zetten van lege BV's die elkaar leveringen doen (eventueel fictief of altijd dezelfde goederen) waarbij btw niet afgedragen wordt en voorbelasting onterecht teruggevorderd. Het verschil met 'normale' belastingfraude is dat de overheid niet zozeer geld misloopt maar zelfs rechtstreeks geld afhandig wordt gemaakt (dit lijkt op subsidiefraude).
Bij CEO-fraude doet men zich voor als de directeur of andere hoge baas in een bedrijf om zo betalingsopdrachten te laten plaatsvinden aan criminelen.
Bij copyfraud worden auteursrechten geclaimd, terwijl diegene niet de juridische controle heeft over een werk.
Bij diplomafraude wordt beweerd dat men een titel of diploma heeft terwijl dit niet zo is, of wordt een vals diploma gebruikt. Hieraan verwant is cv-fraude: het vermelden van onwaarheden op het cv Dit alles geschiedt om de eigen onderneming of positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Bij domiciliefraude wordt een sociale huurwoning door derden bewoond, of wordt onderdak verschaft aan personen zonder geldige verblijfsvergunning.
Bij examenfraude spiekt de leerling of student, waardoor zijn leraren geen juist beeld van zijn kennis krijgen;
Bij faillissementsfraude worden geld of middelen vlak voor het faillissement uit de onderneming vervreemd, waardoor schuldeisers geen beslag kunnen leggen op de bezittingen.
Bij helpdeskfraude doet men zich voor als medewerker van een helpdesk om zo toegang te krijgen tot iemands computer en dan op een of andere manier geld afhandig te maken.
Hypotheekfraude is een vorm van kredietfraude waarbij het onderpand een vastgoedobject is.
Bij huurfraude wordt een pand gehuurd maar wordt er geen huur betaald waarbij de uitzetting door vertragingstechnieken en misbruik van huurdersbescherming zoveel mogelijk wordt getraineerd.
Bij internetfraude vinden de verschillende fraudetechnieken via het internet plaats.
Bij jaarrekeningenfraude wordt in de jaarrekening een onjuist beeld gegeven van de stand van zaken in een bedrijf;
Bij kredietfraude wordt onder valse voorwendselen een lening of 'krediet' aangevraagd of verkregen. Wanneer het krediet niet meer kan worden afgelost blijkt het onderpand vaak minder waard te zijn dan eerder werd verondersteld. Het is goed mogelijk dat het al vanaf het begin de bedoeling was het krediet niet terug te betalen.
Bij ponzifraude worden mensen opgelicht door een belegging aan te bieden waarbij de uitbetaalde gelden (deels) worden gefinancierd uit de inleg van nieuwe klanten. Vaak biedt de oplichter daarbij een rendement aan dat erg hoog is bij een laag voorgespiegeld risico.
Bij een piramidespel gaat het om een ogenschijnlijk zakenvoorstel dat is gebaseerd op misleidende informatie, waarbij werving van nieuwe deelnemers de sleutel is tot inkomsten, hoewel dat vaak verhuld wordt onder de verkoop van goederen of diensten, met name zoals in Multi-level marketing of netwerkmarketing. Piramidespelen zijn nagenoeg equivalent aan Ponzi's, waarbij Ponzi's een passieve investering voorstellen, en dus onder investeringsregelingen vallen, en piramidespelen een actieve deelname vereisen, en dus als handelsonderneming worden voorgesteld. Als gevolg heeft de consument gewoonlijk niet de beschermingen die op frauduleuze investeringen van toepassing zijn.
Bij subsidiefraude wordt onder valse voorwendselen ten onrechte subsidie aangevraagd. Dit kan geschieden door burgers, bedrijven en zelfs lagere overheden: zo hebben verscheidene Filipijnse provincies begin jaren 2000 hun inwonertallen overdreven om meer subsidie van de centrale overheid te ontvangen. Om deze fraude te bestrijden, kunnen specifieke audits uitgevoerd om te controleren of het ontvangen geld inderdaad rechtmatig is besteed, en aan alle eisen van de subsidieverstrekker voor het beoogde doel is voldaan.
Bij uitkeringsfraude gaat het om personen die onder valse voorwendselen ten onrechte een (te hoge) uitkering genieten;
Bij verkiezingsfraude wordt geknoeid met verkiezingsuitslagen, waardoor de kiezers en het buitenland een onjuist beeld krijgen van de verkiezingen, en een politicus ten onrechte wordt geïnstalleerd.
Bij verzekeringsfraude tracht een verzekerde een verzekeringsmaatschappij onder valse voorwendsels tot uitkering te doen overgaan of een verzekering onder valse voorwendsels aan te vragen.
Bij voedselfraude wordt een bepaald etenswaar vervangen door een ander, vaak goedkoper etenswaar zonder dat de eter weet dat dit product is verwisseld. Het is mogelijk dat consumptie van dit etenswaar gevaar voor de gezondheid oplevert (bedorven vlees, verontreinigde alcohol etc.), sterker nog, het is een manier om van partijen bedorven waren af te komen en er toch nog een redelijk bedrag voor te krijgen. Een variant is koosjer- of halalfraude, waarbij voedingsmiddelen onterecht als koosjer of halal worden verkocht.
Voorschotfraude, beter bekend als 'Nigeriaanse oplichting'.
Bij wangirifraude wordt er gebeld en snel weer opgehangen, in de hoop dat de desbetreffende terugbelt naar een buitenlands betaalnummer, waardoor er een dure telefoonrekening ontstaat.
Bij witwassen wordt de illegale herkomst van gelden verborgen via een carrousel van transacties, waardoor de gelden ogenschijnlijk legaal verkregen lijken te zijn. Ook goederen en zelfs kinderen kunnen worden witgewassen.
Bij Vriend-in-noodfraude of WhatsAppfraude doet een oplichter zich voor als een bekende die acuut geld nodig heeft.
Bij woonfraude wordt de woning onder meer onrechtmatig onderverhuurd
Bij wetenschapsfraude worden onderzoeksresultaten verkregen door deze te baseren op gemanipuleerde, verzonnen of door plagiaat verkregen gegevens.
Er bestaan veel oplichtingsmethoden waarbij het slachtoffer niet de overheid is maar een gewone (meestal vermogende) medeburger.
Een van de meest voorkomende is de "Nigeriaanse oplichting" waarbij gevraagd wordt om een rekening ter beschikking te stellen waarop een enorm bedrag (miljoenen dollars of euro's) afkomstig van één of andere erfenis kan geparkeerd worden. Het slachtoffer wordt een deel van deze erfenis beloofd maar moet eerst allerlei verplichtingen (met kosten) vervullen. Uiteindelijk na het betalen van kosten blijkt dan dat het geld toch niet kan worden overgemaakt. Zolang het slachtoffer geen wantrouwen heeft blijven de oplichters geld vragen. Deze vorm van oplichting is zeer oud en bekend maar toch lopen er nog steeds personen in de val. De technische term voor dit soort oplichtingen is "advance fee fraud".
Een stelregel om te ontdekken of het om oplichting gaat is de volgende: "Als het te mooi is om waar te zijn, dan is het niet waar".
Systeemfraude
De Nederlandse overheid verstaat onder systeemfraude iedere poging tot het laten uitbetalen door de belastingdienst van een bedrag dat is gebaseerd op onjuiste gegevens. Het kan onder meer betreffen voorlopige teruggaven van loon- of omzetbelasting, of voorlopige uitbetaling van toeslagen. De fraude kan gepaard gaan met identiteitsfraude (een aanvraag wordt gedaan op naam van een ander zonder daartoe gemachtigd te zijn). Ook kan het initiatief uitgaan van een bemiddelaar, en gebeuren op naam van een betrokkene die meedeelt in de buit, en/of meewerkt zonder te begrijpen wat hij ondertekent. In hoeverre degene op wiens naam de fraude plaatsvindt dader is en in hoeverre slachtoffer kan dus variëren.
Bekende fraudezaken
(In het hieronder volgende overzicht is doorgaans de hoofdpersoon aangegeven.)
België
Roger De Clerck
Leo Delcroix
Michel Demaret
Lernout & Hauspie
Marineschandaal
Guy Mathot
Daisy Ragole
Superclub-KS-affaire
Daisy Van Cauwenbergh
Stanny Van Paesschen
Jean-Pierre Van Rossem
Paul Vanden Boeynants
Remi Vermeiren
Zillion
Nederland
Willem Pince van der Aa
Eddy de Kroes
Easy Life
Ari Olivier
Jan-Dirk Paarlberg
Palm Invest
Diederik Stapel
Verenigde Staten
Cecil Jacobson
Bernard Madoff
Michael Milken
Richard Nixon (tijdens de "Checkers"affaire.)
Alan Ralsky
Robert Soloway
Allen Stanford
William Tweed
Delmart Vreeland
Overige landen
Silvio Berlusconi
Jacques Chirac
Daewoo (concern)
Pavel Fedoelev
Jérôme Kerviel
Landis (bedrijf)
Ferdinand Marcos
Sun Myung Moon
Noersoeltan Nazarbajev
Ehud Olmert
Parmalat-schandaal
Charles Ponzi
WorldCom
Zaak-Gürtel
Schijnconstructie
Een verwante term is schijnconstructie. De Nederlandse Wet aanpak schijnconstructies heeft betrekking op schijnconstructies ten aanzien van arbeid. Er zijn ook schijnconstructies om belasting te ontwijken of ontduiken. Een schijnhuwelijk of dienovereenkomstig geregistreerd partnerschap kan bijvoorbeeld een huwelijk of partnerschap zijn ten behoeve van een verblijfsvergunning, of een erfenis, of hoge vrijstelling van erfbelasting. Er is ook de mogelijkheid dat de ene partner zo'n motief heeft en de andere dit niet weet en zelf een traditioneel motief heeft.
De genoemde categorieën schijnconstructies overlappen trouwens elkaar.
Zie ook
Charlatan
Mobiel banditisme
Doping in de Ronde van Frankrijk
Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF)
|
Voorbeelden van fraude
Bij acquisitiefraude worden mensen overgehaald een advertentie te plaatsen tegen een hoog bedrag, terwijl de advertentie later niet geplaatst zal worden.
Adresfraude is een type fraude waarbij mensen een onjuist adres opgeven om te kunnen profiteren van bijvoorbeeld huurtoeslag, bijstand of studiefinanciering. Daarnaast kan adresfraude worden gepleegd omdat iemand zich onvindbaar wil maken vanwege belasting- of andere schulden, boetes of omdat deze persoon onvindbaar wil zijn voor de politie. Een van de controlemiddelen is huisbezoek.
Onder belastingfraude (ook wel:belastingontduiking) wordt verstaan: minder of geen belasting betalen door het niet naleven van de fiscale wetgeving. Bij belastingontduiking is er altijd sprake van een wetsovertreding.
Betalingsfraude is de uitvoering van één of meerdere strafbare activiteiten met betrekking niet geautoriseerde betalingen.
Bij de "bouwfraude" worden afspraken die in strijd zijn met mededingingsregels verzwegen;
Bij btw-fraude wordt de inning van btw gedwarsboomd door een zgn. btw-carrousel op te zetten van lege BV's die elkaar leveringen doen (eventueel fictief of altijd dezelfde goederen) waarbij btw niet afgedragen wordt en voorbelasting onterecht teruggevorderd. Het verschil met 'normale' belastingfraude is dat de overheid niet zozeer geld misloopt maar zelfs rechtstreeks geld afhandig wordt gemaakt (dit lijkt op subsidiefraude).
Bij CEO-fraude doet men zich voor als de directeur of andere hoge baas in een bedrijf om zo betalingsopdrachten te laten plaatsvinden aan criminelen.
Bij copyfraud worden auteursrechten geclaimd, terwijl diegene niet de juridische controle heeft over een werk.
Bij diplomafraude wordt beweerd dat men een titel of diploma heeft terwijl dit niet zo is, of wordt een vals diploma gebruikt. Hieraan verwant is cv-fraude: het vermelden van onwaarheden op het cv Dit alles geschiedt om de eigen onderneming of positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Bij domiciliefraude wordt een sociale huurwoning door derden bewoond, of wordt onderdak verschaft aan personen zonder geldige verblijfsvergunning.
Bij examenfraude spiekt de leerling of student, waardoor zijn leraren geen juist beeld van zijn kennis krijgen;
Bij faillissementsfraude worden geld of middelen vlak voor het faillissement uit de onderneming vervreemd, waardoor schuldeisers geen beslag kunnen leggen op de bezittingen.
Bij helpdeskfraude doet men zich voor als medewerker van een helpdesk om zo toegang te krijgen tot iemands computer en dan op een of andere manier geld afhandig te maken.
Hypotheekfraude is een vorm van kredietfraude waarbij het onderpand een vastgoedobject is.
Bij huurfraude wordt een pand gehuurd maar wordt er geen huur betaald waarbij de uitzetting door vertragingstechnieken en misbruik van huurdersbescherming zoveel mogelijk wordt getraineerd.
Bij internetfraude vinden de verschillende fraudetechnieken via het internet plaats.
Bij jaarrekeningenfraude wordt in de jaarrekening een onjuist beeld gegeven van de stand van zaken in een bedrijf;
Bij kredietfraude wordt onder valse voorwendselen een lening of 'krediet' aangevraagd of verkregen. Wanneer het krediet niet meer kan worden afgelost blijkt het onderpand vaak minder waard te zijn dan eerder werd verondersteld. Het is goed mogelijk dat het al vanaf het begin de bedoeling was het krediet niet terug te betalen.
Bij ponzifraude worden mensen opgelicht door een belegging aan te bieden waarbij de uitbetaalde gelden (deels) worden gefinancierd uit de inleg van nieuwe klanten. Vaak biedt de oplichter daarbij een rendement aan dat erg hoog is bij een laag voorgespiegeld risico.
Bij een piramidespel gaat het om een ogenschijnlijk zakenvoorstel dat is gebaseerd op misleidende informatie, waarbij werving van nieuwe deelnemers de sleutel is tot inkomsten, hoewel dat vaak verhuld wordt onder de verkoop van goederen of diensten, met name zoals in Multi-level marketing of netwerkmarketing. Piramidespelen zijn nagenoeg equivalent aan Ponzi's, waarbij Ponzi's een passieve investering voorstellen, en dus onder investeringsregelingen vallen, en piramidespelen een actieve deelname vereisen, en dus als handelsonderneming worden voorgesteld. Als gevolg heeft de consument gewoonlijk niet de beschermingen die op frauduleuze investeringen van toepassing zijn.
Bij subsidiefraude wordt onder valse voorwendselen ten onrechte subsidie aangevraagd. Dit kan geschieden door burgers, bedrijven en zelfs lagere overheden: zo hebben verscheidene Filipijnse provincies begin jaren 2000 hun inwonertallen overdreven om meer subsidie van de centrale overheid te ontvangen. Om deze fraude te bestrijden, kunnen specifieke audits uitgevoerd om te controleren of het ontvangen geld inderdaad rechtmatig is besteed, en aan alle eisen van de subsidieverstrekker voor het beoogde doel is voldaan.
Bij uitkeringsfraude gaat het om personen die onder valse voorwendselen ten onrechte een (te hoge) uitkering genieten;
Bij verkiezingsfraude wordt geknoeid met verkiezingsuitslagen, waardoor de kiezers en het buitenland een onjuist beeld krijgen van de verkiezingen, en een politicus ten onrechte wordt geïnstalleerd.
Bij verzekeringsfraude tracht een verzekerde een verzekeringsmaatschappij onder valse voorwendsels tot uitkering te doen overgaan of een verzekering onder valse voorwendsels aan te vragen.
Bij voedselfraude wordt een bepaald etenswaar vervangen door een ander, vaak goedkoper etenswaar zonder dat de eter weet dat dit product is verwisseld. Het is mogelijk dat consumptie van dit etenswaar gevaar voor de gezondheid oplevert (bedorven vlees, verontreinigde alcohol etc.), sterker nog, het is een manier om van partijen bedorven waren af te komen en er toch nog een redelijk bedrag voor te krijgen. Een variant is koosjer- of halalfraude, waarbij voedingsmiddelen onterecht als koosjer of halal worden verkocht.
Voorschotfraude, beter bekend als 'Nigeriaanse oplichting'.
Bij wangirifraude wordt er gebeld en snel weer opgehangen, in de hoop dat de desbetreffende terugbelt naar een buitenlands betaalnummer, waardoor er een dure telefoonrekening ontstaat.
Bij witwassen wordt de illegale herkomst van gelden verborgen via een carrousel van transacties, waardoor de gelden ogenschijnlijk legaal verkregen lijken te zijn. Ook goederen en zelfs kinderen kunnen worden witgewassen.
Bij Vriend-in-noodfraude of WhatsAppfraude doet een oplichter zich voor als een bekende die acuut geld nodig heeft.
Bij woonfraude wordt de woning onder meer onrechtmatig onderverhuurd
Bij wetenschapsfraude worden onderzoeksresultaten verkregen door deze te baseren op gemanipuleerde, verzonnen of door plagiaat verkregen gegevens.
| 6 |
lening, krediet, financieringsproduct
|
12,514 |
AutoPartsStore
|
4440191
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stuut%20%26%20Bruin
|
Stuut & Bruin
|
Stuut & Bruin was een detailhandel in Den Haag, die in 1948 als radio-onderdelenwinkel aan de Prinsegracht 34 werd begonnen door de heren W.T. Stuut en S.G Bruin. Die onderdelenwinkel groeide uit tot een elektronica-magazijn met zo'n 1 miljoen onderdelen, direct uit voorraad leverbaar. Zij waren pioniers op elektronicagebied en wisten al op 22 februari 1949, met een zelfgebouwde televisie, in Den Haag de Philips testuitzendingen vanuit Eindhoven te ontvangen.
De eerste Nederlandse televisie-uitzending, op 2 oktober 1951, was op een ontvanger, die stond opgesteld in de etalage van Stuut & Bruin te zien.
De zaak was vooral bekend om zijn enorme voorraad onderdelen. Het aantal klanten daarvoor nam in de loop der jaren echter af, een groot aantal in onderdelen gespecialiseerde winkels sloot daarom reeds de deuren.
Sluiting
In januari 2011 sloot de speciaalzaak in audioapparatuur Stuut & Bruin aan de overkant van de Prinsegracht de deuren. Op 26 februari volgde de onderdelenwinkel.
De laatste eigenaar van het bedrijf, Jos Bruin, ging met pensioen en er was geen opvolging. De na de uitverkoop overgebleven winkelvoorraden verhuisden naar een elektronicawinkel in Sittard.
Na sluiting van de winkel werd er door een toneelgezelschap het locatietoneelstuk 'De laatste dag' opgevoerd. In de etalages werd in de zomer van 2011 door kunstenaars een installatie getoond genaamd 'Electronica in memoriam'.
Het pand
Het pand bestaat uit een wirwar van kamertjes, gangen, trappen en opslagruimtes. Het werd na de sluiting aangekocht door de Stichting Behoud Waardevol Erfgoed, samen met de voorraadkasten met honderden laatjes voor weerstanden, condensatoren of transistoren. In 2015 vestigde er zich een edelsmid met winkel en atelier.
In het pand van de winkel heeft een tijdlang de Haagse schrijver Willem Bilderdijk gewoond. Het is rijks- en deels gemeentemonument.
Voormalig Nederlands bedrijf
|
Stuut & Bruin was een detailhandel in Den Haag, die in 1948 als radio-onderdelenwinkel aan de Prinsegracht 34 werd begonnen door de heren W.T. Stuut en S.G Bruin. Die onderdelenwinkel groeide uit tot een elektronica-magazijn met zo'n 1 miljoen onderdelen, direct uit voorraad leverbaar. Zij waren pioniers op elektronicagebied en wisten al op 22 februari 1949, met een zelfgebouwde televisie, in Den Haag de Philips testuitzendingen vanuit Eindhoven te ontvangen.
De eerste Nederlandse televisie-uitzending, op 2 oktober 1951, was op een ontvanger, die stond opgesteld in de etalage van Stuut & Bruin te zien.
| 2 |
auto-onderdelenzaakje, onderdelenwinkel, voertuigshop
|
2,599 |
MensClothingStore
|
495345
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20Witte%20Kruis%20%28Diezerstraat%29
|
Het Witte Kruis (Diezerstraat)
|
Het witte kruis (Diezerstraat 93 en 93a) is een 19e-eeuws bouwwerk uit 1850 in de Diezerstraat in de Overijsselse hoofdstad Zwolle.
Het gebouw is van historische waarde door zijn lijstgevel en in het bijzonder door zijn onderpui. Deze werd in 1904 in jugendstil opgetrokken van hardsteen, roze geglazuurde bakstenen en blank teakhout. Dit gebeurde in opdracht van de destijds in het pand gevestigde apotheek Meulenhoff. De pui is ontworpen door architectenbureau De Herder & Hellendoorn.
In het midden van de pui bevindt zich een gestileerde afbeelding van Asclepius. In de Griekse mythologie is hij de halfgod van de geneeskunde en genezing. Aan de uiteinden van de pui zijn twee vrouwenfiguren aangebracht in het hardsteen. Heden ten dage is de kledingzaak Purdey in het pand gevestigd en is het een rijksmonument.
Referenties
Rijksmonument in Zwolle
Bouwwerk in Zwolle
|
Het gebouw is van historische waarde door zijn lijstgevel en in het bijzonder door zijn onderpui. Deze werd in 1904 in jugendstil opgetrokken van hardsteen, roze geglazuurde bakstenen en blank teakhout. Dit gebeurde in opdracht van de destijds in het pand gevestigde apotheek Meulenhoff. De pui is ontworpen door architectenbureau De Herder & Hellendoorn.
In het midden van de pui bevindt zich een gestileerde afbeelding van Asclepius. In de Griekse mythologie is hij de halfgod van de geneeskunde en genezing. Aan de uiteinden van de pui zijn twee vrouwenfiguren aangebracht in het hardsteen. Heden ten dage is de kledingzaak Purdey in het pand gevestigd en is het een rijksmonument.
| 1 |
herenkledingwinkel, mannenmode, kledingzaak
|
9,546 |
EmergencyService
|
5147060
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brandweerzone%20Midwest
|
Brandweerzone Midwest
|
Brandweerzone Midwest (hulpverleningszone West-Vlaanderen 2) is een van de 35 Belgische en een van de vier West-Vlaamse hulpverleningszones. De zone verzorgt vanuit 17 brandweerposten de brandweerzorg en de ambulancehulpverlening in haar beschermingsgebied.
Beschermingsgebied
Het beschermingsgebied van Brandweerzone Midwest beslaat ongeveer 550 km² en omvat 15 gemeenten die gezamenlijk een bevolking van ongeveer 230.000 inwoners vertegenwoordigen. Op 1 januari 2025 zullen Ruiselede en Wingene, en Tielt en Meulebeke fuseren. Vanaf dan telt de zone nog 13 gemeenten. Brandweerzone Midwest grenst tevens aan Hulpverleningszone Meetjesland, Brandweerzone Centrum, Hulpverleningszone Fluvia, Brandweer Westhoek en Hulpverleningszone Zone 1. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de 15 gemeenten en hun kenmerken:
Brandweerposten
Brandweer Midwest levert noodhulp vanuit een netwerk van 17 posten. Deze worden hieronder opgelijst:
Brandweerkorps
Midwest
West-Vlaanderen
|
Brandweerzone Midwest (hulpverleningszone West-Vlaanderen 2) is een van de 35 Belgische en een van de vier West-Vlaamse hulpverleningszones. De zone verzorgt vanuit 17 brandweerposten de brandweerzorg en de ambulancehulpverlening in haar beschermingsgebied.
| 4 |
brandweer, ambulance, spoedeisende hulp
|
8,346 |
GenderType
|
2288908
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rebel%20Rebel
|
Rebel Rebel
|
Rebel Rebel is de eerste single van David Bowie in 1974, er zouden er dat jaar nog drie volgen. Rebel Rebel is afkomstig van zijn studioalbum Diamond Dogs, dat pas later zou worden uitgegeven; de single kwam 15 februari 1974 uit, de langspeelplaat 24 april 1974. Rebel Rebel is opgenomen in januari 1974 in de Ludolph Studios in Nederhorst den Berg.
Rebel Rebel was een overblijfsel van zijn Ziggy Stardust-musicals en was zijn laatste single binnen het genre glamrock. Tegelijkertijd was het zijn eerste single zonder zijn toen vaste gitarist Mick Ronson. Het nummer is bekend vanwege de wisselingen in sekse binnen de teksten (You got your mother in a whirl / She's not sure if you're a boy or a girl). De vraag is of Bowie het nummer geheel zelf heeft geschreven. Zijn vroegere partner in muziek Wayne County had met Queenage baby eenzelfde soort track opgenomen, die echter destijds niet is uitgebracht.
Het is een van Bowies populairste liedjes als het op covers aankomt, van Bay City Rollers tot Bryan Adams hebben het opgenomen. Het nummer verscheen op tal van verzamelalbums en livealbums van Bowie.
Musici
Bowie speelde bijna alle muziekinstrumenten zelf, maar kreeg hulp van:
Herbie Flowers – basgitaar
Mike Garson – piano
Aynsley Dunbar – slagwerk
Musici B-kant
De B-kant werd gevuld met "Queen Bitch" (dat al eerder was verschenen op "Hunky Dory").
Mick Ronson – gitaar
Trevor Bolder – basgitaar
Mick Woodmansey – slagwerk.
Hitnoteringen
Nederlandse Top 40
Nederlandse Single Top 100
Vlaamse Radio 2 Top 30
Radio 2 Top 2000
Trivia
Darter Ronny Huybrechts gebruikt het nummer als opkomstnummer.
De Britse new wave-formatie Sigue Sigue Sputnik nam het nummer niet als cover op, maar speelde het meermaals live.
Single uit 1974
Nummer van David Bowie
|
Rebel Rebel was een overblijfsel van zijn Ziggy Stardust-musicals en was zijn laatste single binnen het genre glamrock. Tegelijkertijd was het zijn eerste single zonder zijn toen vaste gitarist Mick Ronson. Het nummer is bekend vanwege de wisselingen in sekse binnen de teksten (You got your mother in a whirl / She's not sure if you're a boy or a girl). De vraag is of Bowie het nummer geheel zelf heeft geschreven. Zijn vroegere partner in muziek Wayne County had met Queenage baby eenzelfde soort track opgenomen, die echter destijds niet is uitgebracht.
| 1 |
sekse, identiteit, rolpatroon
|
12,421 |
VideoObject
|
1952209
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Suck%20My%20Kiss
|
Suck My Kiss
|
Suck My Kiss is een nummer uit 1992 van de Amerikaanse band Red Hot Chili Peppers. Het was de derde single van het album Blood Sugar Sex Magik na de wereldhit Under the Bridge en Give It Away.
Videoclip
In de videoclip van Suck My Kiss zijn beelden te zien van de studio, wat een leegstaand huis is. John Frusciante wordt geschoren in de studio en Flea krijgt een soort van fotoshoot waarbij hij zijn tong krom naar buiten steekt. Ook Rick Rubin is te zien in de videoclip.
Single uit 1992
Nummer van Red Hot Chili Peppers
|
Videoclip
In de videoclip van Suck My Kiss zijn beelden te zien van de studio, wat een leegstaand huis is. John Frusciante wordt geschoren in de studio en Flea krijgt een soort van fotoshoot waarbij hij zijn tong krom naar buiten steekt. Ook Rick Rubin is te zien in de videoclip.
| 3 |
video, videobestand, filmclip
|
8,295 |
EducationalAudience
|
1233145
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/SGS
|
SGS
|
SGS (motorfiets)
SG Stevensbeek, de oude naam van scholengemeenschap Metameer
Société Générale de Surveillance (Frans voor: Algemene inspectiemaatschappij), een wereldwijde aanbieder van inspectie-, verificatie- en certificatie-diensten
Stichts-Gooise Schaakbond, een regionale schaakbond
StudentenGroep Sociale Wetenschappen, een faculteitsvereniging op de Universiteit Utrecht.
|
SGS (motorfiets)
SG Stevensbeek, de oude naam van scholengemeenschap Metameer
Société Générale de Surveillance (Frans voor: Algemene inspectiemaatschappij), een wereldwijde aanbieder van inspectie-, verificatie- en certificatie-diensten
Stichts-Gooise Schaakbond, een regionale schaakbond
StudentenGroep Sociale Wetenschappen, een faculteitsvereniging op de Universiteit Utrecht.
| 1 |
studentengroep, opleidingspubliek, onderwijsdeelnemers
|
626 |
AutoRental
|
4582984
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Skukuza
|
Skukuza
|
Skukuza is het belangrijkste rustkamp van het Nationaal park Kruger, in het noordoosten van Zuid-Afrika.
De naam is afgeleid van het Zoeloewoord Sikhukhuza, wat "nieuwe bezem" betekent en een koosnaampje was voor de natuurbeheerder James Stevenson-Hamilton omdat hij het gebied "schoongeveegd" had van stropers en andere criminelen. Het kamp werd opgericht in 1902 onder de naam Sabie Bridge tot het in 1936 werd omgedoopt naar "Skukuza".
Het kamp omvat onder andere een administratief centrum, een ATM bank, een golfterrein, autoverhuur en een medisch centrum.
Nationaal park van Zuid-Afrika
|
Het kamp omvat onder andere een administratief centrum, een ATM bank, een golfterrein, autoverhuur en een medisch centrum.
| 1 |
autoverhuur, huurauto, autoverhuurbedrijf
|
12,011 |
DrinkAction
|
5313341
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/August%20by%20cake
|
August by cake
|
August by cake is het 24e studioalbum van de Amerikaanse indierockband Guided by Voices. Het is tevens het tweede album sinds de heroprichting van de band in 2016 en het honderdste album van zanger Robert Pollard. Het dubbelalbum verscheen op 7 april 2017. August by cake is het eerste dubbelalbum van de band.
Hoesontwerp
Op de hoes is bassist Mark Shue te zien die een fles bier met beide handen vasthoudt tijdens het drinken. Zanger Robert Pollard "introduceerde" deze manier van drinken na een optreden op een festival in Calgary in de lente van 2017. De bandleden bleven elkaar gedurende het jaar foto's sturen van het drinken van bier volgens de "Calgarian Method". Een van deze foto's werd geselecteerd voor de albumhoes.
Geschiedenis
Pollard richtte Guided by Voices in 2016 opnieuw op nadat hij slechts twee jaar eerder de band had ontbonden. Hij nam het eerste album Please be honest (2016) alleen op en bespeelde zelf alle instrumenten. August by cake is het tweede album sinds de heroprichting maar het eerste met de nieuwe bezetting. Het is eerste album van de band waar alle leden muziek voor hebben geschreven. De leden verzorgden tevens de drumpartijen bij hun eigen liederen.
Tracklist
Personeel
Bezetting
Robert Pollard, zang
Doug Gillard, gitaar
Bobby Bare jr., gitaar
Mark Shue, basgitaar
Kevin March, drums
Productie
Travis Harrison, geluidstechnicus
Externe links
August by cake in de Guided by Voices Database
Muziekalbum uit 2017
Muziekalbum van Guided by Voices
|
Hoesontwerp
Op de hoes is bassist Mark Shue te zien die een fles bier met beide handen vasthoudt tijdens het drinken. Zanger Robert Pollard "introduceerde" deze manier van drinken na een optreden op een festival in Calgary in de lente van 2017. De bandleden bleven elkaar gedurende het jaar foto's sturen van het drinken van bier volgens de "Calgarian Method". Een van deze foto's werd geselecteerd voor de albumhoes.
| 3 |
drinken, vloeistoffen, slikken
|
2,708 |
Quantity
|
2799920
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Marathon%20van%20Utrecht%201990
|
Marathon van Utrecht 1990
|
De Utrecht Marathon 1990 vond plaats op zondag 29 april 1990 in Utrecht.
De wedstrijd bij de mannen werd gewonnen door Wim van Gemert in 2:26.58 en bij de vrouwen door Hennie Pot in 3:03.00. Naast de hele afstand kende het evenement ook een halve marathon.
Uitslagen
Marathon
Mannen
Vrouwen
Halve marathon
Mannen
Vrouwen
1990
Utrecht
|
De wedstrijd bij de mannen werd gewonnen door Wim van Gemert in 2:26.58 en bij de vrouwen door Hennie Pot in 3:03.00. Naast de hele afstand kende het evenement ook een halve marathon.
| 1 |
hoeveelheid, massa, afstand
|
986 |
ProfilePage
|
5194273
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fien%20Enghels
|
Fien Enghels
|
Fien Enghels (Geraardsbergen, 26 augustus 2003) is een Belgische turnster.
Loopbaan
Enghels startte op zevenjarige leeftijd met turnen.
Juniors
In 2018 nam Enghels deel aan het Europees kampioenschap in Glasgow aan de team meerkamp voor junioren samen met Stacy Bertrandt, Margaux Daveloose, Noemie Louon, Jade Vansteenkiste. Het team werd er zesde.
Senior
Sinds 2019 maakt ze deel uit van de senior meisjes van Team BELGYM en zat in de selectie voor het Europees kampioenschap in Polen. Waar ze een 15de plek haalde op de balk, een 14de op de vloer en een 9de plaats op de brug ongelijke leggers. Op dit toestel was ze tevens ook 1ste reserve voor de finale. Uiteindelijk nam ze aan geen enkel toestel finale deel.
Palmares
Senior
Junior
Externe links
Profiel op Gymfed.be
Profiel op gobelgym.be
Profiel op fig-gymnastics.com
Profiel op thegymter.net
Belgisch artistiek gymnast
|
Externe links
Profiel op Gymfed.be
Profiel op gobelgym.be
Profiel op fig-gymnastics.com
Profiel op thegymter.net
| 4 |
profielpagina, webpagina, profiel
|
1,272 |
ComputerStore
|
1208734
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dynabyte
|
Dynabyte
|
Dynabyte was een Nederlandse winkelketen op het gebied van computers en computergerelateerde producten en diensten. Naast computerhardware en software verkocht Dynabyte onder andere digitale camera's, navigatiesystemen, mp3-spelers en kantoorartikelen.
Dynabyte had 44 winkels verspreid over heel Nederland. Tevens had Dynabyte een webwinkel, die in 2004 en 2005 werd bekroond met een prijs.
Op 6 februari 2009 werd bekend dat de hoofdkantoren van Dixons, T for telecom en Dynabyte samengevoegd gingen worden in het toenmalige hoofdkantoor van Dixons te 's-Hertogenbosch. Voordat Dynabyte haar hoofdkantoor verhuisde naar 's-Hertogenbosch was dit gevestigd in Zwolle. Na de overname door BAS Group was het hoofdkantoor van Dynabyte in Almere te vinden.
Op 7 oktober 2015 werd Dynabyte failliet verklaard.
Geschiedenis
In oktober 1985 werd door Ferdi Jonkeren in Zwolle de eerste winkel ("Byte") geopend. Tien jaar later, in 1995, fuseerden de computerwinkelketens "Byte" (8 filialen) en "Megaworld" (8 filialen) en gingen samen verder als Dynabyte. In de zomer van 1997 ging winkelketen Commodore (Escom) failliet en werd door Dynabyte uit faillissement overgenomen. In 2000 werd Dynabyte met 43 vestigingen overgenomen door Vendex KBB. Zes jaar later werd Dynabyte door Dexcom overgenomen. Sinds 2011 was Dynabyte, samen met zustermaatschappij Dixons, eigendom van BAS Group, die ook eigenaar was van de winkelketens MyCom en Vobis. In juni 2012 maakte BAS Group bekend de keten te sluiten. De winkels gingen verder onder de andere merknamen van de groep.
Filialen
Dynabyte heeft filialen gehad in de volgende steden.
Externe link
Officiële website
Nederlandse winkelketen
|
Geschiedenis
In oktober 1985 werd door Ferdi Jonkeren in Zwolle de eerste winkel ("Byte") geopend. Tien jaar later, in 1995, fuseerden de computerwinkelketens "Byte" (8 filialen) en "Megaworld" (8 filialen) en gingen samen verder als Dynabyte. In de zomer van 1997 ging winkelketen Commodore (Escom) failliet en werd door Dynabyte uit faillissement overgenomen. In 2000 werd Dynabyte met 43 vestigingen overgenomen door Vendex KBB. Zes jaar later werd Dynabyte door Dexcom overgenomen. Sinds 2011 was Dynabyte, samen met zustermaatschappij Dixons, eigendom van BAS Group, die ook eigenaar was van de winkelketens MyCom en Vobis. In juni 2012 maakte BAS Group bekend de keten te sluiten. De winkels gingen verder onder de andere merknamen van de groep.
| 1 |
computerwinkel, computerzaak, pc-winkel
|
10,086 |
CollegeOrUniversity
|
1111819
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beurs-%20en%20waaggebouw%20%28Leeuwarden%29
|
Beurs- en waaggebouw (Leeuwarden)
|
Het Beurs- en waaggebouw is een gebouw uit 1880 in de Friese hoofdstad Leeuwarden, waarin een beurs en een waag gevestigd waren.
Geschiedenis
Het neoclassicistische gebouw aan de Wirdumerdijk is een ontwerp van architect Thomas Adrianus Romein. Van hem zijn ook andere neoclassicistische gebouwen, zoals het Paleis van Justitie en de Terbantster Tsjerke in Terband. Het benedengedeelte, de waag, nam de waagfunctie over van de Waag aan het Waagplein uit 1590.
In de jaren '80 kreeg het gebouw de functie van openbare bibliotheek. Sinds 2019 is Campus Fryslân van Rijksuniversiteit Groningen in het gebouw gevestigd. Voordat Campus Fryslân in het Beursgebouw trok is het gebouw gerenoveerd. De originele functie van het oude beursgebouw heeft als inspiratie gediend voor de inrichting van het nieuwe faculteitsgebouw. Warmtepompen en 362 zonnepanelen zorgen dat het gebouw energieneutraal is.
Rijksmonument in Leeuwarden
Waaggebouw in Friesland
Beursgebouw
Bouwwerk van Thomas Adrianus Romein
|
In de jaren '80 kreeg het gebouw de functie van openbare bibliotheek. Sinds 2019 is Campus Fryslân van Rijksuniversiteit Groningen in het gebouw gevestigd. Voordat Campus Fryslân in het Beursgebouw trok is het gebouw gerenoveerd. De originele functie van het oude beursgebouw heeft als inspiratie gediend voor de inrichting van het nieuwe faculteitsgebouw. Warmtepompen en 362 zonnepanelen zorgen dat het gebouw energieneutraal is.
| 1 |
hogeschool, universiteit, instelling hoger onderwijs
|
1,406 |
HowTo
|
5402452
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20afleveringen%20van%20Checkpoint%20%28seizoen%2020%29
|
Lijst van afleveringen van Checkpoint (seizoen 20)
|
Dit is een lijst van afleveringen van seizoen 20 van Checkpoint. In onderstaande schema's staan de gestelde vraagstukken aangegeven, de getrokken conclusies en de notities van de test.
Inleiding
Het twintigste seizoen van Checkpoint is opgenomen tijdens de coronacrisis in Nederland. Als gevolg hiervan is dit seizoen niet met het testteam opgenomen, maar voert presentatrice Rachel alle tests zelf uit. Wel passeren vijftien testteamleden uit de eerdere seizoenen de revue in een speciaal opgezette serie Checkpoint Champion, om uit te zoeken wie het beste testteamlid aller tijden is geweest. Deze rubriek was reeds opgenomen voordat het coronavirus Nederland bereikte en ook te zien op het YouTube-kanaal van Checkpoint. De presentatie van dit onderdeel is in handen van Michiel Beumer. Naast Checkpoint Champion zijn Vetste Test, Rachels Revanche en Rubriek nog meer aangepaste rubrieken in dit twintigste seizoen. Dit seizoen wordt bovendien weer uitgezonden op het oude tijdsslot (9:30 uur).
Samenstelling testteam
De meeste tests worden uitsluitend door presentatrice Rachel Rosier uitgevoerd, slechts in de rubriek Checkpoint Champion is het testteam te zien. Dit is de samenstelling van het testteam zoals te zien is in dit onderdeel.
Lieke Augustijn
Tom Berserik
Myrthe Busch
Chaheed Chekhchar
Carlijn Droppert
Jaro Frijn
Ghino Girbaran
Remy Hogenboom
Gianni Koorndijk
Pien Maat
Nigel Onwuachu
Romy Ruitenbeek
Pascal Tan
Anne van der Vegt
Dico Verschure
Afleveringen
Aflevering 1
Uitzenddatum: 29 augustus 2020
Vetste Test → Geheim Agent
De test werd voorafgegaan door een terugblik op de in seizoen 4 uitgezonden test Geheim Agent.
Checkpoint Champion → Test 1;
Rachels Revanche → Stuntcrew
Na een terugblik op de jongens/meidentest Stuntcrew probeerde Rachel twee van de deeltests zelf.
Rubriek → High Speed Camera
Er werd een variant gemaakt op de rubriek High Speed Camera, die in seizoen 7 te zien was.
Aflevering 2
Uitzenddatum: 5 september 2020
Vetste Test → Droneparachute
Deze test werd ingeleid met een terugblik op de in seizoen 6 uitgezonden test Weerballon.
Checkpoint Champion → Test 2
Rachels Revanche → Heftruckchauffeur;
In deze editie van Rachels Revanche stond de jongens/meidentest Heftruck centraal. De tweede deeltest eindigde onbeslist met punten voor geen van beide partijen. Rachel probeerde deze deeltest zelf.
Rubriek → Wat als je het toch doet?
Er werd een variant gemaakt op de geregeld terugkerende rubriek Wat als je het toch doet?. Hierin stond de sfeerhaard op bio-ethanol centraal.
Aflevering 3
Uitzenddatum: 12 september 2020
Vetste Test → Vliegen met brandblussers
Deze test werd ingeleid met een terugblik op de in seizoen 12 uitgezonden test Vliegmachine.
Checkpoint Champion → Test 3
Rachels Revanche → OntsnappenRachel revancheerde namens de meiden in de jongens/meidentest Ontsnappen, die door de jongens met 3-0 werd gewonnen. Twee deeltests probeerde ze sneller uit te voeren.
Rubriek → Wat valt er sneller?
Er werd een variant gemaakt op de rubriek Wat valt er sneller?, die in seizoen 10 te zien was.
Aflevering 4
Uitzenddatum: 19 september 2020
Vetste Test → Stofexplosie
Deze editie van Vetste Test draaide om de in seizoen 5 uitgezonden test Stofexplosie. Na een terugblik op de originele test uit 2011 probeerde Rachel opnieuw met een stofexplosie een taart met kaarsen aan te steken.Checkpoint Champion → Test 4'Rachels Revanche → Speurhond afleiden
In tegenstelling tot de vorige edities van Rachels Revanche draaide deze niet om een jongens/meidentest. In seizoen 16 slaagden de testteamleden er niet in om de neus van een speurhond te misleiden. In deze revanchetest probeerde Rachel de speurhond af te leiden zodat ze in ieder geval kon ontsnappen.
Rubriek → The Battle
Er werd een variant gemaakt op de geregeld terugkerende rubriek The Battle. Hierin stonden de lp en de cd centraal.
Aflevering 5
Uitzenddatum: 26 september 2020
Army Special → Tank Bouwen
Jongens vs Meiden → Marechaussee
Deze speciale jongens/meidentest werd uitgevoerd door Tim voor de jongens en Romy voor de meiden.
Rubriek → Hufterproof
Er werd een variant gemaakt op de rubriek Hufterproof, die in seizoen 12 te zien was.
Aflevering 6
Uitzenddatum: 3 oktober 2020
Vetste Test → Supersnel skaten
In deze editie van Vetste Test stond de in seizoen 16 uitgezonden test Supersnel skaten centraal.
Checkpoint Champion → Test 5
Rachels Revanche → Beter met ballen
Na een terugblik op de jongens/meidentest Beter met ballen probeerde Rachel twee van de deeltests zelf.
Rubriek → Blussen zonder water
Er werd een variant gemaakt op de rubriek Blussen zonder water, die in seizoen 14 te zien was.
Aflevering 7
Uitzenddatum: 10 oktober 2020
Vetste Test → Pyrotechnicus
De test werd voorafgegaan door een terugblik op de in seizoen 12 uitgezonden jongens/meidentest Pyrotechnicus.
Checkpoint Champion → Test 6
Rachels Revanche → Autosport
Na een terugblik op de jongens/meidentest Autosport probeerde Rachel twee van de deeltests zelf.
Rubriek → Handleiding
Er werd een variant gedaan op de rubriek Handleidingen, die in seizoen 7 en seizoen 8 te zien was.
Aflevering 8
Uitzenddatum: 17 oktober 2020
Vetste Test → Budget Actiefilm
Deze editie van Vetste Test werd voorgegaan door een terugblik op de in seizoen 15 uitgezonden test Low budget actiefilm.
Checkpoint Champion → Test 7 ;
Rachels Revanche → Luchtballon
In tegenstelling tot meestal draaide deze editie van Rachels Revanche niet om een jongens/meidentest. In seizoen 17 slaagden de testteamleden er in de test Kunnen kleren je leven redden? niet in om met een zelfgebouwde luchtballon van de grond te komen. De test werd over gedaan met behulp van reddingsdekens.
Rubriek → Alternatief remmen
Er werd een variant gedaan op de rubriek Alternatief remmen, die in seizoen 10 en seizoen 15 (als De noodstop) te zien was.
Aflevering 9
Uitzenddatum: 24 oktober 2020
Vetste Test → Stunten Met Auto's
Deze editie van Vetste Test werd voorgegaan door een terugblik op de in seizoen 13 uitgezonden jongens/meidentest Autostunts.
Checkpoint Champion → Test 8
Rachels Revanche → Superkracht
Deze editie van Rachels Revanche draaide om de jongens/meidentest Superkrachten, die door de jongens met 3-0 werd gewonnen.
Rubriek → Spreekwoorden
Er werd een variant gedaan op de rubriek Spreekwoorden, die in seizoen 6 te zien was.
Aflevering 10
Uitzenddatum: 31 oktober 2020
Vuurartiest
In dit item blikte Rachel terug op twee tests die te maken hadden met vuur en vuurshows. Dit waren het vuurspuwen en het kampvuur pimpen beiden afkomstig uit het twaalfde seizoen van Checkpoint.
Checkpoint vs Professionals → Brandweer
Er werd één deeltest getoond uit de test Checkpoint vs Professionals tegen de brandweer, die oorspronkelijk was opgenomen voor het YouTube-kanaal van Checkpoint.
Vetste Test → Benzine Raket
De test werd voorafgegaan door een compilatie van verschillende raketten die door de jaren heen waren uitgezonden.
Aflevering 11
Uitzenddatum: 7 november 2020
Vetste Test → Surfen zonder golven
De test werd voorafgegaan door een terugblik op de in seizoen 13 uitgezonden test Surfen zonder golven.
Checkpoint Champion → Test 9
Rachels Revanche → Grote Machines
Na een terugblik op de jongens/meidentest Machines probeerde Rachel twee van de deeltests zelf.
Rubriek → Is Groter Beter? ;
Er werd een variant gemaakt op de geregeld terugkerende rubriek Is Groter Beter?. Hierin stond de in seizoen 18 gebouwde plasmagun centraal.
Aflevering 12
Uitzenddatum: 14 november 2020
Vetste Test → Vliegtuig landen
De test werd voorafgegaan door een terugblik op de in seizoen 14 uitgezonden test Zelf een vliegtuig landen.
Checkpoint Champion → Test 10
Rachels Revanche → Schieten
Na een terugblik op de jongens/meidentest Schieten probeerde Rachel twee van de deeltests zelf.
Rubriek → Klapper van de Week
Er werd een variant gemaakt op de geregeld terugkerende rubriek Klapper van de Week. Hierin stond een uitvergrote versie van de in seizoen 7 gemaakte droogijsbom centraal.
Aflevering 13
Uitzenddatum: 21 november 2020
Vetste Test → Rust bewaren
Deze test werd voorafgegaan door een terugblik op de in seizoen 13 uitgezonden jongens/meidentest over rust bewaren.
Checkpoint Champion → Test 11
Rachels Revanche → Parachutespringen
Na een terugblik op de jongens/meidentest Parachutespringen probeerde Rachel een betere prestatie neer te zetten dan de testteamleden.
Vetste Test → Auto in een Ravijn
In deze test stond de rubriek Auto in een Ravijn van seizoen 12 centraal.
Aflevering 14
Uitzenddatum: 28 november 2020
Vetste Test → Stuntvliegen
Deze editie van Vetste Test begon met een terugblik op de in seizoen 10 uitgezonden jongens/meidentest over stuntvliegen.
Checkpoint Champion → Test 12
Rachels Revanche → Botsen & Beuken
Na een terugblik op de jongens/meidentest Botsen en Beuken probeerde Rachel een betere prestatie neer te zetten dan de meiden, die de originele test met 0-3 verloren.
Vetste Test → Kan het sneller?
In deze test stond de rubriek Kan het sneller? van seizoen 14 centraal.
Aflevering 15
Uitzenddatum: 5 december 2020
Vetste Test → Ruimtevaarder
Deze editie van Vetste Test begon met een terugblik op de in seizoen 8 uitgezonden jongens/meidentest Ruimtevaarder.
Checkpoint Champion → Test 13
Rachels Revanche → Filmstunts
Na een terugblik op de jongens/meidentest Filmstunts probeerde Rachel een betere prestatie neer te zetten dan de meiden, die de originele test met 1-1 gelijkspeelden.
Rubriek → Gereedschap
In deze test stond de rubriek Gereedschap van seizoen 10 centraal.
Aflevering 16
Uitzenddatum: 12 december 2020
Vetste Test → Helicopterpiloot
De laatste editie van Vetste Test draaide om de in seizoen 10 uitgezonden jongens/meidentest Helikopterpiloot.
Checkpoint Champion → Finale
Rachels Revanche → Flyboard maken
De laatste editie van Rachels Revanche draaide om de eerste deeltest van de in seizoen 12 uitgezonden grote test Vliegmachine, waarin werd getracht te kunnen vliegen.
Rubriek → Net als in de film
In de laatste editie van Rubriek werd er een variant gemaakt op de geregeld terugkerende rubriek Net als in de film''. Hierin draaide het om de filmscène waarin een parachute wordt aangetrokken tijdens een vrije val.
Aflevering 17
Uitzenddatum: 19 december 2020
Zoals gebruikelijk worden in de laatste aflevering van het seizoen de tien beste momenten uit de voorgaande afleveringen getoond.
Naast de tien beste tests werden er ook fragmenten getoond uit de speciale jongens/meidentest Marechaussee en het vuurspuwen met de vuurartiest.
Kijkcijfers zaterdagafleveringen
Checkpoint (seizoen 20)
Lijst van afleveringen van Checkpoint (seizoen 20)
|
Rubriek → Handleiding
Er werd een variant gedaan op de rubriek Handleidingen, die in seizoen 7 en seizoen 8 te zien was.
| 2 |
instructies, stappenplan, handleiding
|
7,345 |
RiverBodyOfWater
|
1491944
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Majavarivier%20%28Muonio%29
|
Majavarivier (Muonio)
|
Majavarivier (Zweeds – Fins: Majavajoki) is een rivier annex beek, die stroomt in de Zweedse gemeente Pajala. De rivier/beek ontvangt water van de moerassen van de Puristavallei. Ze stroomt naar het oosten en stroomt na vijf kilometer de Muonio in.
Afwatering: Majavarivier → Muonio → Torne → Botnische Golf
Rivier in Norrbottens län
|
Majavarivier (Zweeds – Fins: Majavajoki) is een rivier annex beek, die stroomt in de Zweedse gemeente Pajala. De rivier/beek ontvangt water van de moerassen van de Puristavallei. Ze stroomt naar het oosten en stroomt na vijf kilometer de Muonio in.
| 6 |
rivier, stroom, waterweg
|
6,048 |
FoodEvent
|
2838031
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lakenfeesten
|
Lakenfeesten
|
De lakenfeesten zijn een jaarlijks terugkerend evenement in de Nederlandse stad Leiden. De naam van het evenement refereert aan de tijd dat de stad een bloeiende lakenindustrie had, maar de festiviteiten hebben met deze historie verder weinig van doen.
De Lakenfeesten duurden van oorsprong (1986) 11 dagen en omvatten de eerste twee weekends van juli.
De opzet was om dit te doen rondom de verjaardag van Rembrandt op 15 juli, dit was het idee van de VVV directeur Cees Hugens. In overleg met de Leidse Marktdienst is uitgegroeid tot het huidige succes.
In 1987 werd het festijn voor de tweede maal georganiseerd, van 9 tot en met 19 juli. Het sinds 1982 bestaande popfestival Werfpop werd in het programma opgenomen, op de voor dit evenement traditionele tweede zondag in juli. Andere onderdelen zijn in de loop der jaren toegevoegd, zoals de peurbakkentocht (een optocht van bijzonder uitgedoste "vaartuigen" door de grachten), als eerste georganiseerd door de Leidse brandweer met de oorspronkelijke peurbakken. Het straatmuzikantenconcours De Gouden Pet, markten in de binnenstad met enige aandacht voor het laken, een Drakenbootrace en het eetfestijn Leiden Culinair.
Vanaf het begin was duidelijk dat de feesten in de weekends goed op gang kwamen, maar dat de tussenliggende weekdagen een zorgenkindje voor het organisatiecomité bleven. In 2006 werd de knoop doorgehakt en het evenement tot 4 dagen rond het eerste weekend van juli gereduceerd. Omdat Werfpop aan haar vaste weekend hechtte, maakt zij sindsdien geen deel meer uit van de programmering van de festiviteiten. In 2011 zijn de Lakenfeesten nogmaals met een week vervroegd, naar het laatste weekend van juni.
Begin 2005 kwam de organisatie op enig moment in conflict met de gemeente Leiden, die de jaarlijks terugkerende kosten van de festiviteiten op de organiserende stichting wilde verhalen. Op enig moment dreigde de laatste zelfs de organisatie van het evenement te staken. Op 4 maart van dat jaar kwamen de betrokken partijen toch tot overeenstemming.
Externe link
www.lakenfeesten.nl, de officiële site van de lakenfeesten
Cultuur in Leiden
Volksfeest
Evenement in Leiden
|
In 1987 werd het festijn voor de tweede maal georganiseerd, van 9 tot en met 19 juli. Het sinds 1982 bestaande popfestival Werfpop werd in het programma opgenomen, op de voor dit evenement traditionele tweede zondag in juli. Andere onderdelen zijn in de loop der jaren toegevoegd, zoals de peurbakkentocht (een optocht van bijzonder uitgedoste "vaartuigen" door de grachten), als eerste georganiseerd door de Leidse brandweer met de oorspronkelijke peurbakken. Het straatmuzikantenconcours De Gouden Pet, markten in de binnenstad met enige aandacht voor het laken, een Drakenbootrace en het eetfestijn Leiden Culinair.
| 1 |
voedselevenement, culinaire gebeurtenis, eetfestijn
|
2,219 |
SportsActivityLocation
|
795726
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sportcentrum%20Papendal
|
Sportcentrum Papendal
|
Sportcentrum Papendal is een Centrum voor Topsport en Onderwijs. Zo’n 550 topsporters maken gebruik van de faciliteiten op het topsporttrainingscentrum, waarvan 400 op dagelijkse basis. Sinds 2005 is het sportcentrum gemoderniseerd, dat vergde in de loop van jaren een twintigtal bouw- en renovatieprojecten. Het complex ligt in de bossen aan de westkant van Arnhem. Het ongeveer 160 hectare grote terrein ligt tussen de A50, N224 (Amsterdamseweg) en de spoorlijn bij Oosterbeek. De ingang bevindt zich aan de Amsterdamseweg.
Geschiedenis van Papendal
In 1959 wilde de Nederlandse Sport Federatie de Nederlandse sport verbeteren. Voorgesteld werd een nationaal sportcentrum in te richten waar alle aangesloten bonden van NSF voordeel van zouden hebben. In november 1963 kocht NSF een bosterrein van 93,5 hectare van de gemeente Arnhem en in 1965 werd het terrein uitgebreid tot 123 hectare. Op 7 mei 1971 werd de faciliteit als Nationaal Sportcentrum Papendal officieel geopend door prinses Beatrix.
In 1980 was Papendal de locatie van de zesde editie van de Olympische Spelen voor sporters met een handicap. Deze spelen worden tegenwoordig de Paralympische Spelen genoemd.
Sinds januari 2013 is Sportcentrum Papendal als zelfstandige organisatie afgesplitst van NOC*NSF.
Faciliteiten
Zo’n 550 topsporters maken anno 2017 gebruik van de faciliteiten op het topsporttrainingscentrum, van wie 400 op dagelijkse basis. In maart 2009 werd Papendal een van de vier Nederlandse centra voor topsport en onderwijs (CTO). In een CTO kunnen topsporters op één locatie trainen, wonen en studeren. In 2013 is de Arnhemhal geopend, een multifunctionele trainingslocatie. De Arnhemhal beschikt over twee grote balsporthallen, een krachttrainingsruimte, een kracht- en herstelruimte, een bokshal, een technische atletiekhal, een sprinthal, een coachplein en een restaurant.
Op Papendal staat een Sporthotel, waar de jonge topsporters die fulltime trainen op Papendal een eigen kamer hebben. Ook heeft het sportcentrum sinds 2013 een woonvoorziening elders in de stad. Op vier kilometer van het terrein huurt Papendal woonruimte voor topsporters op Klein Warnsborn.
Overzicht accommodaties
Duurzaamheid
Duurzaamheid was bij de modernisering van Papendal na 2007 een van thema's. 70% van de gebouwen op het terrein is aangesloten op een systeem voor koude-warmteopslag; de bronnen hiervoor liggen 120 meter diep. Hiermee worden de panden op een duurzame wijze van energie voorzien. In de zomer wordt het koude grondwater gebruikt voor de koeling, terwijl warmte wordt opgeslagen in de bodem voor de winterverwarming. In 2016 is het dak van de Arnhemhal voorzien van 1270 zonnepanelen. Deze panelen voorzien 1/3e deel van de hal van stroom. In 2018 kwamen hier nog eens 1286 zonnepanelen bij, verspreid over drie panden. Er is rekening gehouden met de omringende natuur, zo zijn er vleermuisvoorzieningen aangebracht.
Organisaties op Papendal
Sportcentrum Papendal is vestigingsplaats van diverse organisaties. Zo bevinden onder andere NOC*NSF, SBV Vitesse, de Atletiekunie, Sport Medisch Centrum Papendal, Bas van de Goor Foundation, De Gelderse Sportfederatie, Upmeijer Sportpsychologie en dependances van ROC Rijn IJssel (CIOS) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen zich op het terrein. In totaal werken er zo'n 850 mensen op Papendal.
NOC*NSF
Papendal is vaste thuisbasis van de Nederlandse sportorganisatie NOC*NSF. Dit is een sportorganisatie met als doel de (top)sport in Nederland te bevorderen. Ze ontstond in 1993 uit een fusie van het Nederlands Olympisch Comité (NOC) en de Nederlandse Sport Federatie (NSF). Bij het NOC*NSF zijn 90 landelijke sportorganisaties aangesloten. Het organisatie treedt zowel op als Nationaal Olympisch Comité als Nationaal Paralympisch Comité.
Sinds januari 2013 is Sportcentrum Papendal officieel afgesplitst van NOC*NSF en daarmee als organisatie verzelfstandigd. Sportcentrum Papendal is nu, net als Hotel Papendal, een dochterorganisatie van NOC*NSF.
Vitesse
Papendal is de trainingslocatie van SBV Vitesse en de jeugd van de Vitesse Voetbal Academie; Papendal is tevens de wedstrijdlocatie van de jeugdteams en Jong Vitesse. In februari 2013 werd de nieuwe trainingsaccommodatie van Vitesse op Papendal opgeleverd. Vitesse heeft vijf velden op het trainingscomplex, waarvan drie kunnen worden verwarmd. In het gebouwencomplex van vier verdiepingen zit onder meer kantoren, moderne medische ruimten en een sauna. De onderste twee bouwlagen bieden ruimte voor algemene functies, op de bovenste lagen bevinden zich onder meer de spelershomes voor de eerste en tweede selectie, kantine en kantoorruimte. Het trainingscomplex heeft een tribune met 550 zitplaatsen bij het hoofdveld, waar de beloften hun wedstrijden spelen. Het complex is eigendom van Vitesse. De thuiswedstrijden van de voetbalclub worden sinds 1998 in het GelreDome, elders in Arnhem, gespeeld.
Hotel Papendal
Hotel Papendal is een zusterorganisatie die gevestigd is op het terrein. Hier worden veel zakelijke bijeenkomsten en congressen gehouden. Het hotel beschikt onder andere over vergaderzalen. Zowel sporters als zakelijke of toeristische gasten kunnen overnachten in een van de 151 kamers.
Bonden die trainen en overnachten op Papendal
Atletiekunie
Badminton Nederland
Nederlandse Boksbond
Koninklijk Nederlands Korfbalverbond
Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Nederlands Handbal Verbond
Nederlandse Basketball Bond (rolstoel)
Nederlandse Handboog Bond
Koninklijke Nederlandse Hockey Bond
Nederlandse Volleybal Bond
Nederlandse Tafeltennisbond
Nederlandse Ski Vereniging
Paralympische sporters
Judo Bond Nederland
Belangrijke evenementen
1980: Paralympische Spelen
1975-2008: Papendal Games
2012-heden: UCI BMX Supercross World Cup
Bereikbaarheid
Papendal ligt aan de westkant van Arnhem, tegen de rand van de Veluwe. Naast Papendal bevinden zich de A50, N224 (Amsterdamseweg) en de spoorlijn bij Oosterbeek. Vanaf station Arnhem Centraal rijden buslijnen 10, 78 en 105 naar Papendal. Buslijnen 10 en 78 hebben op Papendal hun begin-/eindhalte.
Externe link
Website Papendal
Sportaccommodatie in Arnhem
|
Sportaccommodatie in Arnhem
| 1 |
sportlocatie, sportveld, sportaccommodatie
|
8,043 |
TieAction
|
800850
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Engels%20voetbalkampioenschap%201983/84
|
Engels voetbalkampioenschap 1983/84
|
1983/84 was het 86ste seizoen in de Engelse voetbalcompetitie. Liverpool werd voor de derde keer op rij landskampioen. Het was de derde club in Engeland die dit lukte na Huddersfield Town en Arsenal.
Prijzen
First Division
Eindstand
Uitslagen
Groen : Thuisteam heeft gewonnen
Blauw : Gelijkspel
Rood : Uitteam heeft gewonnen
Liverpool FC
Bijgaand een overzicht van de spelers van Liverpool FC, die in het seizoen 1983/84 onder leiding van trainer-coach Joe Fagan voor de vijftiende keer in de clubgeschiedenis kampioen van Engeland werden.
Second Division
Eindstand
Third Division
Eindstand
Fourth Division
Eindstand
Zie ook
FA Cup 1983/84
Football League Cup 1983/84
Engels voetbalelftal in 1983
Engels voetbalelftal in 1984
Engels voetbalseizoen
Competitievoetbal 1983/84
|
Groen : Thuisteam heeft gewonnen
Blauw : Gelijkspel
Rood : Uitteam heeft gewonnen
| 1 |
gelijkspel, remise, onbeslist
|
5,444 |
OwnershipInfo
|
4821418
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dorpskerk%20%28Ellecom%29
|
Dorpskerk (Ellecom)
|
De Dorpskerk, ook wel de Nederlands Hervormde kerk of de Nicolaaskerk, is een protestantse kerk in de Nederlandse plaats Ellecom.
Geschiedenis
De kerk is in de 12e eeuw gebouwd, later gewijd aan Nicolaas van Myra. Deze wijding heeft vermoedelijk verband met de ligging nabij de IJssel en de kans op overstromingen, waar Nicolaas veel werd aangeroepen ter bescherming van overstromingen. Voordat de kerk was gebouwd was op dezelfde locatie een houten kapel, hetgeen wordt geconcludeerd op basis van verkleuringen in de grond onder het priesterkoor. In de 12e eeuw werd een tufstenen kerk gebouwd in romaanse bouwstijl, waar in 1175 een tufstenen toren aan toegevoegd werd.
De inkomsten van de kerk gingen destijds naar de geestelijken van de Sint Walburgiskerk in Zutphen. Vanuit de Sint Walburgiskerk werd ook de pastoor toegewezen. Dit veranderde tijdens de reformatie, waarbij de kerk overging naar de protestanten. Het geslacht Van Middachten, wonende nabij Ellecom, kregen na de reformatie het collatierecht.
De kerk heeft diverse verbouwingen ondergaan. Het priesterkoor werd rond 1450 in gotische stijl verbouwd, terwijl het neogotische schip uit 1859 dateert. Tijdens de verbouwing in de 19e eeuw werd een crypte onder de kerk toegevoegd, voor leden van de familie Bentinck. De bewoners van Ellecom waren niet allen content met de laatste verbouwingen, hetgeen leidde dat men zich tot een andere, nieuw gebouwde, kerkgebouw wendde. Het eigendomsrecht van de kerk kwam begin 20e eeuw ter discussie, waar zowel de familie Bentinck als de hervormde gemeente aanspraak op de kerk dachten te maken. Na ruim onderzoek werd vlak na de Tweede Wereldoorlog de kerk toegewezen aan de hervormde kerk. In de laatste dagen van die oorlog werd een deel van de kerk vernield doordat een V1 nabij de kerk insloeg. Na de oorlog is de kerk hersteld.
Gebouw
De kerk is opgezet als eenbeukige zaalkerk. Er waren begin 20e eeuw plannen voor uitbreiding met een zijbeuk, hetgeen echter geen doorgang heeft gevonden. Het priesterkoor is driezijdig gesloten, bevat in de met steunberen ondersteunde muren spitsboogvensters en heeft aan de binnenzijde een netgewelf op colonnetten. In de vloer van het priesterkoor ligt de grafsteen van Hendrik van Middachten. In de kerk zijn nog diverse andere invloeden van de heren van Kasteel Middachten aanwezig, zoals rouwborden en de Middachterbank. De toren, met een ingesnoerde naaldspits, is het oudste bestaande deel van de kerk. In de toren hangt een klok gegoten door François Hemony. Het uurwerk dateert uit 1702. In de kerk werd in 1874 een orgel geplaatst van de firma Leichel, geschonken door Caroline Bentinck. Het binnenwerk van het orgel daarvan is in 1968 vervangen door een orgel van K.B. Blank & Zoon. Op het buitenwerk staat het wapen van Carel en Caroline Bentinck. Rondom de kerk is het kerkhof, waar tot 1874 mensen begraven werden. Het oudste aanwezige grafkruis stamt uit 1575.
De kerk is in 1970 aangewezen als rijksmonument.
Galerij
Kerkgebouw in Rheden
Protestants kerkgebouw in Nederland
Rijksmonument in Rheden
Ellecom
|
De kerk heeft diverse verbouwingen ondergaan. Het priesterkoor werd rond 1450 in gotische stijl verbouwd, terwijl het neogotische schip uit 1859 dateert. Tijdens de verbouwing in de 19e eeuw werd een crypte onder de kerk toegevoegd, voor leden van de familie Bentinck. De bewoners van Ellecom waren niet allen content met de laatste verbouwingen, hetgeen leidde dat men zich tot een andere, nieuw gebouwde, kerkgebouw wendde. Het eigendomsrecht van de kerk kwam begin 20e eeuw ter discussie, waar zowel de familie Bentinck als de hervormde gemeente aanspraak op de kerk dachten te maken. Na ruim onderzoek werd vlak na de Tweede Wereldoorlog de kerk toegewezen aan de hervormde kerk. In de laatste dagen van die oorlog werd een deel van de kerk vernield doordat een V1 nabij de kerk insloeg. Na de oorlog is de kerk hersteld.
| 1 |
eigendom, bezit, eigendomsinformatie
|
10,790 |
Embassy
|
303663
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Henk%20Herrenberg
|
Henk Herrenberg
|
Hendrik Frans (Henk) Herrenberg (Paramaribo, 1938) is een Surinaams diplomaat en politicus van de Nationale Democratische Partij (NDP).
Opleiding
Zijn familie is afkomstig van de plantage Berg en Dal aan de Boven-Suriname. Zijn vader was predikant bij de Evangelische Broedergemeente. Na de mulo ging hij in 1959 naar Nederland, waar hij in Breda een militaire opleiding kreeg en wist te promoveren tot wachtmeester bij de veldartillerie. Het lukte hem niet een beroepsmilitair te worden, waarna hij drie jaar politieke wetenschappen ging studeren in Algiers (Algerije).
Politicus, journalist en adviseur
In augustus 1966 keerde hij terug naar zijn moederland, waar hij de journalistiek en politiek in ging. Zo was hij voorzitter van de Socialistische Partij Suriname (SPS) en werd hij bij de verkiezingen van 1977 gekozen tot lid van het parlement. Bij die verkiezingen bestond het samenwerkingsverband Verenigde Democratische Partij uit vier partijen: SPS, VHP, Pendawa Lima en PALU.
Verder was Herrenberg journalist bij onder andere Radio Radika (waar hij zijn latere echtgenote – omroepster bij Radika – leerde kennen), de Vrije Stem (krant), en freelance journalist voor de Nederlandse Gemeenschappelijke Pers Dienst (GPD; thans Geassocieerde Pers Diensten) en de NOS radio en televisie.
Na de sergeantencoup in 1980 werd hij adviseur van de Nationale Militaire Raad (NMR). In het jaar daarop studeerde hij gedurende één jaar diplomatie en internationale betrekkingen aan de Universiteit Los Andes in Bogota (Colombia).
Ambassadeur
In 1981 werd hij Chef de Poste van de ambassade in het buurland Guyana. Op 1 juni 1982 volgde hij Hans Prade op als Surinaams ambassadeur in Nederland. Op 9 december van dat jaar ging hij naar het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken om te melden dat Surinaamse autoriteiten een complot op het spoor waren gekomen en dat de arrestanten verzekerd waren van een behoorlijke rechtsgang. Toen Den Haag via eigen kanalen te weten kwam dat er executies hadden plaatsgevonden (zie Decembermoorden) werd Herrenberg op Buitenlandse Zaken ontboden. Hij gaf toen aan dat hij niet op de hoogte was van deze ontwikkelingen. Op 4 juli 1984 werd hij opgevolgd door Henk Heidweiller.
Terug in Suriname
In november van dat jaar nam Herrenberg de functie van kabinetschef van Desi Bouterse over van Harvey Naarendorp die ambassadeur werd in Mexico.
Herrenberg werd in 1986 de minister van Buitenlandse Zaken van Suriname. Een jaar later volgde Henk Heidweiller, voormalig Surinaams ambassadeur in Washington en Den Haag, hem op.
Verzoening
In het begin en het midden van de jaren 90 probeerde Herrenberg als speciale afgezant van de Surinaamse legerbevelhebber Desi Bouterse en ambassadeur in algemene dienst te werken aan een nationale verzoening. Daarbij werd onder andere gedacht aan het model van de Zuid-Afrikaanse Truth and Reconciliation Commission. In 1994 verscheen van hem het boek Nationale verzoening moet, dat ook in het Engels vertaald werd (National reconciliation: a must).
Enkele dagen voor de Surinaamse verkiezingen van 24 mei 1991 was hij in Nederland. Bij dat bezoek werd hij enkele uren vastgehouden op een Amsterdams politiebureau omdat hij zonder visum naar Nederland was gekomen. Bij die verkiezingen, de eerste na de telefooncoup, behield het Nieuw Front de meerderheid waarna Ronald Venetiaan president werd.
In 1997 waarschuwde Herrenberg de Surinaamse zanger Edgar Burgos dat hij moest oppassen met zijn liedjes, en dat iemand zoals hij in Algerije allang zou zijn doodgeschoten.
Ambassadeur in China
In januari 1998 werd hij de ambassadeur in China. Enkele maanden daarvoor was Faried Pierkhan (BVD) opgevolgd door Errol Snijders (NDP) als minister van Buitenlandse Zaken en waren al meerder BVD-ers gepasseerd voor een ambassadeurspost.
Op 8 maart 1999 stuurde hij vanuit Miami, waar hij was na een Caricom-vergadering, een brief naar minister Snijders om zijn ontslag in te dienen. Omdat er geruchten gingen dat hij geld achterover had gedrukt betaald door Chinezen voor hun visa voor Suriname, werd er een onderzoek ingesteld door Orlando van Amson, Robby Ramlakhan en Gisela Dwarkasingh.
Zelf gaf Herrenberg aan dat er een interne reden bij Buitenlandse Zaken was voor zijn ontslagaanvraag, terwijl toenmalig president Wijdenbosch op 24 maart tijdens een persconferentie had gezegd dat Herrenberg met pensioen was gegaan. In juni 2003 liet minister Levens van Buitenlandse Zaken weten dat er tijdens het onderzoek geen belastende zaken betreffende Herrenberg waren ontdekt. Wel was een aantal personen ontslagen vanwege het sjoemelen met visa.
In 2005 was Henk Herrenberg de Directeur van het Kabinet van de NDP-voorzitter.
Bibliografie (selectie)
De reële onafhankelijkheid voor Suriname (1972)
Suriname, the strategy (1980)
Nationale verzoening moet (1994)
Externe link
Acht december, ook na acht december. (open brief van Herrenberg in 'De West'; januari 2004)
Surinaams minister
Surinaams ambassadeur
Surinaams journalist
|
Ambassadeur
In 1981 werd hij Chef de Poste van de ambassade in het buurland Guyana. Op 1 juni 1982 volgde hij Hans Prade op als Surinaams ambassadeur in Nederland. Op 9 december van dat jaar ging hij naar het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken om te melden dat Surinaamse autoriteiten een complot op het spoor waren gekomen en dat de arrestanten verzekerd waren van een behoorlijke rechtsgang. Toen Den Haag via eigen kanalen te weten kwam dat er executies hadden plaatsgevonden (zie Decembermoorden) werd Herrenberg op Buitenlandse Zaken ontboden. Hij gaf toen aan dat hij niet op de hoogte was van deze ontwikkelingen. Op 4 juli 1984 werd hij opgevolgd door Henk Heidweiller.
| 3 |
ambassade, diplomatieke missie, consulaat
|
9,585 |
GameServer
|
4733573
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Valve%20Anti-Cheat
|
Valve Anti-Cheat
|
Valve Anti-Cheat (VAC) is de software die gecreëerd is door Valve om valsspelers in games te detecteren in het spelplatform Steam. De software werd voor het eerst gebruikt in 2002 met het spel Counter-Strike. Er zijn in totaal 2,8 miljoen Steam-accounts verbannen door VAC. Dit is 1,58% van het accounttotaal. Valve gebruikt van een nultolerantiebeleid waarbij elke overtreding wordt gestraft, elke VAC-ban is permanent en kan niet verwijderd worden.
Werking
Valve maakt gebruik van "VAC secured servers". Iedereen die daarmee verbonden is wordt gecontroleerd. Indien een speler software installeert om vals te spelen dan krijgt hij automatisch een VAC-ban. Zo kan de verbannen speler geen connectie meer maken met een "VAC secured server". Hoe een VAC-ban technisch werkt, is geheim. Anders, zo meent Valve, kunnen valsspelers een systeem ontwikkelen dat VAC moeilijk kan detecteren.
Preventie
Er zijn meerdere manieren om een Steamaccount te beveiligen tegen een VAC-ban. Hieronder worden er enkele maatregelen besproken.
Meld enkel aan op systemen die te vertrouwen zijn en waar geen verdachte programma's op staan. Steam raadt aan om telkens af te melden uit onbekende systemen. Wees ook voorzichtig met het downloaden van modificaties voor een spel. Bepaalde cheaters plaatsen in die downloads schadelijke bestanden die voor een VAC-ban zorgen. Het controleren van de computer is belangrijk. Er kunnen verborgen bestanden op staan die het Steamaccount beschadigen.
Steam raadt aan om "Steam guard" geactiveerd te hebben. Door Steam guard wordt het Steamaccount verbonden met een gsm-nummer via de Steam app. Bij elke aanmelding wordt er een code verzonden naar de gsm, zonder dit is er geen toegang mogelijk tot het Steamaccount. Een alternatief is dat er een code wordt verzonden naar het verbonden e-mail-adres van het Steamaccount, deze is een vereiste bij het aanmelden.
Let op bij het toevoegen van vrienden via Steam. De basisregel van Steam houdt in het wachtwoord van een Steamaccount nooit verder te vertellen. Iedereen kan elkaar toevoegen. Er kunnen via de chat verdachte links doorgestuurd worden. Dit fenomeen heet Phishing, hierdoor kan iemand toegang krijgen tot het account door middel van het stelen van het paswoord.
Gevolgen
Indien een speler een VAC-ban krijgt, dan is hij permanent verbannen van het spel en de Engine die het spel gebruikt. Deze persoon krijgt op zijn Steamaccount een melding waarin vermeld staat voor welke spellen hij uitgesloten is. Deze melding heeft een invloed op zijn reputatie, mensen gaan hem minder vertrouwen. In Steam zijn er bepaalde spelen, zoals:Counter-Strike: Global Offensive, Team Fortress 2, Payday 2, H1Z1, enz... die gebruik maken van voorwerpen, ook bekend als items. Indien iemand een VAC-ban heeft dan worden deze voorwerpen vastgehouden in zijn account. De speler kan deze niet meer verkopen of ruilen. De prijs van bepaalde items gaat tot duizenden euro's en deze kunnen door de VAC-ban niet meer verkocht worden.
Ook kan deze speler het spel Niet meer delen met anderen mensen en kan het delen van andere spelen ontzegd worden
Invloed op e-sport
Soms gebeurt het dat er professionele spelers met een e-sport-carrière worden verbannen door VAC.
Als dit gebeurt dan zijn de meningen verdeeld tussen de mensen die hetzelfde spel spelen.
De meest bekende VAC-bans van professionele spelers zijn hieronder terug te vinden.
De speler genaamd Kqly van het team Titan binnen het videospel Counter-strike: Global Offensive werd verbannen op 20 november 2014.
De speler genaamd Emilio van het team Property kreeg een VAC-ban gedurende een wedstrijd tegen Hellraisers die live werd uitgezonden met duizenden kijkers via het streaming platform Twitch.
De speler van het team Epsilon, genaamd Sf, kreeg een VAC-ban op 20 November 2014.
Binnen het spel Team Fortress 2 was er het software pakket LMAOBOX. Deze software werd niet gedetecteerd door VAC, tot op 29 april 2016. Dit veroorzaakte een ban golf, er werden 169 professionele spelers verbannen.
Games die VAC ondersteunen
+ Betekent dat als er een VAC-ban wordt toegekend aan een van die spelen, dan komt er automatisch een ban voor alle spelen met een "+".
- Heeft dezelfde betekenis als "+" maar dan werd er een VAC-ban toegekend aan een van de spelen met een "-" en is er automatisch een ban voor alle spelen met een "-".
Software
Informatica
|
Valve Anti-Cheat (VAC) is de software die gecreëerd is door Valve om valsspelers in games te detecteren in het spelplatform Steam. De software werd voor het eerst gebruikt in 2002 met het spel Counter-Strike. Er zijn in totaal 2,8 miljoen Steam-accounts verbannen door VAC. Dit is 1,58% van het accounttotaal. Valve gebruikt van een nultolerantiebeleid waarbij elke overtreding wordt gestraft, elke VAC-ban is permanent en kan niet verwijderd worden.
| 1 |
spelplatform, online gaming host, multiplayer netwerk
|
2,657 |
ParcelDelivery
|
749516
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bestelling
|
Bestelling
|
Bestellen is het geven van een opdracht om een goed of dienst te leveren. Een bestelling maakt vaak deel uit van het koopproces na het opstellen van een koopovereenkomst. Bij post- en pakketbezorging betekent bestellen het verzorgen van de levering. Juridisch wordt het bestellen gezien als een rechtshandeling met eigendomsoverdracht als rechtsgevolg.
Bedrijfsproces
|
Bestellen is het geven van een opdracht om een goed of dienst te leveren. Een bestelling maakt vaak deel uit van het koopproces na het opstellen van een koopovereenkomst. Bij post- en pakketbezorging betekent bestellen het verzorgen van de levering. Juridisch wordt het bestellen gezien als een rechtshandeling met eigendomsoverdracht als rechtsgevolg.
| 1 |
pakketbezorging, pakketlevering, verzenddienst
|
1,591 |
Recipe
|
5564898
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Crostini%20neri%20toscani
|
Crostini neri toscani
|
Crostini neri toscani (ook wel crostini toscani of crostini neri genoemd) is een populair recept dat typisch is voor heel Toscane, Italië, en bijna uitsluitend wordt gebruikt voor antipasto. Het is een bereiding die het midden houdt tussen een ragù en een paté, op basis van kippenlever, ansjovis en kappertjes. De bereiding kan verschillen in de verschillende provincies van de regio.
Etymologie
Het bijvoeglijk naamwoord neri houdt verband met de zeer donkere kleur van de bereiding. Maar het staat ook in contrast met de kleur van de andere crostini (met champignons, met groene saus, roze met rauwe worst, enz.) die deel uitmaken van het typisch Toscaanse aperitief. Met name in de streek van de Crete Senesi staan de zwarte croutons tegenover de andere, meest gebruikelijke croutons voor antipasto: de witte croutons.
Bereiding
Het basisrecept, vaak aretina genoemd, is het recept dat in verschillende provincies (Arezzo, Florence,Prato en Pistoia) wordt verspreid. Het bestaat uit het koken van 50 gram kippenlever voor elk diner in een gebakken mengsel van ui en Toscaanse olie (maar in sommige versies ook selderij en/of wortel), vermengd met wijn en gekookt met een beetje vleesbouillon. Vervolgens worden naar smaak ansjovis en kappertjes aan het kookproces toegevoegd. Het mengsel wordt vervolgens door een voedselmolen of een blender gehaald, hoewel dit laatste niet wordt aanbevolen omdat het de consistentie zou aantasten.
Varianties
In de Pisa-variant wordt ook gehakt gebruikt. In het zogenaamde "senese"-recept, dat wijdverbreid is in de provincie Siena, wordt kalfs milt gebruikt in plaats van kippenlevers, die in veel kleinere hoeveelheden worden gebruikt. Het wordt gekookt in een soffritto van ui, selderij en wortel, enkele kippenlevertjes en ongeveer 50 gram "ontvelde" kalfsmilt per maaltijd. De rest van de bereiding is vergelijkbaar met die van de soort uit Arezzo. Andere variaties zijn het gebruik van worst, ham, boter of tomaat. Aan de levers kan durelli worden toegevoegd en de wijn kan worden vervangen door vinsanto.
Gebruik
De paté wordt gegeten als voorgerecht, gesmeerd op sneetjes Toscaans brood, vaak in de speciale vorm die frusta per crostini wordt genoemd. De plakjes kunnen worden geroosterd, gegrild, of met de onderkant alleen in bouillon gedoopt, of allebei. In veel restaurants wordt het ook geserveerd in kommen die warm worden gehouden boven een kaars.
Toscaanse keuken
Gerecht met lever
Gerecht met geroosterd brood
Voorgerecht
Kipgerecht
|
Bereiding
Het basisrecept, vaak aretina genoemd, is het recept dat in verschillende provincies (Arezzo, Florence,Prato en Pistoia) wordt verspreid. Het bestaat uit het koken van 50 gram kippenlever voor elk diner in een gebakken mengsel van ui en Toscaanse olie (maar in sommige versies ook selderij en/of wortel), vermengd met wijn en gekookt met een beetje vleesbouillon. Vervolgens worden naar smaak ansjovis en kappertjes aan het kookproces toegevoegd. Het mengsel wordt vervolgens door een voedselmolen of een blender gehaald, hoewel dit laatste niet wordt aanbevolen omdat het de consistentie zou aantasten.
| 2 |
recept, ingrediënten, kookinstructies
|
1,183 |
ApartmentComplex
|
4571191
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kop%20van%20Oost
|
Kop van Oost
|
De Kop van Oost is een appartementencomplex tussen de Sontweg en het Eemskanaal tegenover het Sontplein in de Nederlandse stad Groningen. De naam verwijst naar de ligging in het oosten van de stad en refereert aan de Rotterdamse Kop van Zuid. Het complex werd gebouwd in een voormalig haven- en industriegebied en bestaat uit een appartementencomplex en een serie zogenoemde 'kadewoningen'. De flat is onderverdeeld in drie delen: de 56 meter hoge toren Londen aan de linkerzijde, het middenstuk Liverpool en de 46 meter hoge toren Hamburg aan de rechterzijde. In totaal bevinden zich 186 appartementen en 16 kadewoningen in het complex. De panden bevatten koopwoningen en vrijesectorhuurwoningen. Op de begane grond van het appartementencomplex bevinden zich winkels.
Op het terrein was tussen 1918 en 2003 een houthandel gevestigd. Na de verhuizing van dit bedrijf naar Heerenveen kwam de grond vrij voor woningbouw. De straatnaam Het Hout aan de zuidzijde van het complex herinnert aan het bedrijf.
Het complex werd gerealiseerd tussen 2005 en 2009 in opdracht van woningbouwcorporatie Lefier. Eigenlijk was dit slechts fase 1: Ernaast moest nog een soortgelijk appartementencomplex verrijzen met nog hogere torens, maar vanwege de economische crisis werd deze fase 2 nooit gerealiseerd.
Externe link
Staat in Groningen: Kop van Oost fase 1
Bouwwerk in Groningen (stad)
|
De Kop van Oost is een appartementencomplex tussen de Sontweg en het Eemskanaal tegenover het Sontplein in de Nederlandse stad Groningen. De naam verwijst naar de ligging in het oosten van de stad en refereert aan de Rotterdamse Kop van Zuid. Het complex werd gebouwd in een voormalig haven- en industriegebied en bestaat uit een appartementencomplex en een serie zogenoemde 'kadewoningen'. De flat is onderverdeeld in drie delen: de 56 meter hoge toren Londen aan de linkerzijde, het middenstuk Liverpool en de 46 meter hoge toren Hamburg aan de rechterzijde. In totaal bevinden zich 186 appartementen en 16 kadewoningen in het complex. De panden bevatten koopwoningen en vrijesectorhuurwoningen. Op de begane grond van het appartementencomplex bevinden zich winkels.
| 3 |
appartementencomplex, wooncomplex, flatgebouw
|
2,897 |
AuthorizeAction
|
5738530
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Optische%20en%20geluidssignalen
|
Optische en geluidssignalen
|
Optische en geluidssignalen (OGS) zijn de signalen die door hulpdiensten worden gebruikt tijdens spoedritten. Zodra de optische en geluidssignalen van een hulpverleningsvoertuig aanstaan, is het voertuig een voorrangsvoertuig en moet het overige verkeer hen voorrang geven en doorgang verlenen. Onderdeel van de voorrangssignalen zijn een blauw zwaai-, flits- of knipperlicht (of lichtbalk), knipperende koplampen en een tweetonige hoorn (ook wel sirene genoemd). Daarnaast behoren ook een geel en groen zwaai-, flits- of knipperlicht tot de signalen.
Als het gaat om de herkenbaarheid van een voorrangsvoertuig voor medeweggebruikers, spelen de optische en geluidssignalen
een grote rol. Het geluid draagt bij aan het lokaliseren van het hulpverleningsvoertuig. De hoorn is alleen in werking wanneer de primaire blauwe signaalverlichting is ingeschakeld.
Het gebruik van de voorrangssignalen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de centralist van de meldkamer.
Voertuigen met OGS
Naast dat voertuigen van de brandweer, politie en ambulance over optische en geluidssignalen beschikken, zijn er nog meer voertuigen die gebruik maken van deze voorrangssignalen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
De reddingsbrigade
Het noodhulpteam van het Nederlandse Rode Kruis
De incidentenbestrijding van ProRail
Weginspecteurs en officieren van Rijkswaterstaat
Sanquin Bloedvoorziening
Het Urban Search and Rescue
De Koninklijke Marechaussee
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie
Het Bijzonder Ondersteuningsteam
Verschillende OGS
De optische en geluidssignalen die worden gevoerd verschillen per land. In Nederland en België zijn de zwaailichten van zowel politie, brandweer als ambulance blauw. De frequenties van de tweetonige hoorn liggen in Nederland tussen de 375 Hz en 500 Hz, en de geluidssterkte van elke toon is bij dag minstens 110 dB(A) en in de nacht minstens 100 dB(A).
In andere landen worden naast blauwe lichten ook rode lichten gebruikt, zoals in de Verenigde Staten van Amerika. Daar gebruiken ze overigens ook geen tweetonige hoorn, maar een sirene met tonen als de wail, yelp en phaser.
Geschiedenis
1900-1930
Voordat hulpdiensten optische en geluidssignalen gebruikten, waren er verschillende signalen die gebruikt werden om anderen op hun aanwezigheid te attenderen. Eén van de meest voorkomende signalen was het luiden van een bel, die meestal werd gebruikt door brandweerkorpsen. De met paarden bespannen brandweerwagens zorgden voor extra aandacht van de andere weggebruikers door de rode kleur van de wagen, een bel, veel geschreeuw en fakkels. Er zijn ook proeven genomen met trompetten, maar op de hobbelige straten van toen was dat geen succes.
Politieagenten bliezen daarnaast vaak op een fluitje of gebruikten een ratel om hun aanwezigheid kenbaar te maken. Ambulancechauffeurs gebruikten vaak een claxon of riepen om de weg vrij te maken. In sommige gevallen gebruikten hulpverleners visuele signalen zoals fakkels of lantaarns om meer op te vallen.
1930-2000
In het Duitse Rijk werd bij besluit van 7 mei 1938 de optische en geluidssignalen voor brandweer en politie vastgesteld. Als herkenningslicht fungeerden één of twee (kobalt)blauwe (schijnwerper)lampen en als geluidssignaal een tweetonige trompet of hoorn.
Hulpdiensten begonnen verlichting te gebruiken rond de jaren 1940, toen de politie een enkel roterend bakenlicht begon te gebruiken. In Nederland dateert het gebruik van noodverlichting en sirenes uit de jaren '50. In die tijd was er geen gestandaardiseerd systeem voor optische en geluidssignalen en verschillende regio's gebruikten dan ook verschillende kleuren en soorten lichten om de noodhulpvoertuigen kenbaar te maken. Later maakten enkele lichten plaats voor lichtbalken. Eind jaren '60 stelde de Nederlandse regering een gestandaardiseerd systeem voor noodverlichting voor voertuigen in. Naast de gekleurde lichten werden hulpverleningsvoertuigen ook uitgerust met sirenes om het overige verkeer op hun aanwezigheid te attenderen.
2000-heden
Vóór 2009 voerden politie- en brandweervoertuigen een tweetonige hoorn die achtereenvolgens de tonen b en e aangaf, en ambulances voerden een drietonige hoorn met de tonen g–e2–c2–e2.
Op 1 maart 2009 ging er een nieuwe wettelijke regeling van kracht die eenheid en structuur moest brengen in het gebruik van optische en geluidssignalen op de voertuigen van hulpdiensten. De Regeling optische en geluidssignalen 2009 is gebaseerd op de artikelen 13, tweede lid, 22, 26 en 71 van de Wegenverkeerswet 1994. In deze regeling zijn onder andere de voorwaarden neergelegd waaronder het gebruik van het blauwe zwaailicht en de meertonige hoorn zijn toegestaan. Ook werd daarin vastgesteld dat voorrangsvoertuigen een tweetonige hoorn moeten voeren.
Visuele communicatie
Geluidsapparatuur
Hulpdienst
Verkeer en vervoer
|
Het gebruik van de voorrangssignalen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de centralist van de meldkamer.
| 1 |
machtigen, toestemming, autorisatie
|
6,168 |
SiteNavigationElement
|
128624
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tekstuele%20gebruikersomgeving
|
Tekstuele gebruikersomgeving
|
Een tekstuele gebruikersomgeving of tekstuele gebruikersinterface, ook vaak een character-based user interface (CBUI) of een op tekst gebaseerde gebruikersinterface (text user interface, TUI) genoemd, is een gebruikersomgeving die op eenvoudige computerschermen (terminals) gebruikt wordt, of via speciale programma's geëmuleerd wordt binnen een grafische gebruikersomgeving.
De belangrijkste kenmerken van een CBUI zijn:
representatie van gegevens is aan de hand van tekst en karakters in plaats van plaatjes, iconen en knoppen;
een schermoppervlak van 80 of 132 tekens horizontaal bij (meestal) 24 of 25 regels.
Vaak zijn de schermen monochroom, dat wil zeggen één kleur tekens (groen, wit of oranje) op een zwarte achtergrond. Bij deze techniek is meestal slechts één applicatie actief op het scherm.
Hoewel men via Microsoft Windows, Mac OS en X Window System tegenwoordig meestal gewend is aan het gebruik van applicaties met een grafische gebruikersomgeving, wordt in talloze omgevingen gebruikgemaakt van een tekstuele gebruikersinterface. Denk hierbij aan de administratieve toepassingen bij financiële instellingen, die op grote schaal gebruikmaken van IBM-mainframecomputers met terminals van het type 3270, of Unix-omgevingen waar via standaard-ASCII-terminals wordt gecommuniceerd. Ook televisies en videospelers kennen zulke opties om instellingen te bewerken.
Hoewel CBUI's wat gedateerd aandoen, hebben ze een belangrijk voordeel. Doordat de applicaties geheel toetsenbordgestuurd zijn en omdat slechts één applicatie actief is, leent een CBUI zich uitstekend voor data-invoer waarbij grote hoeveelheden gelijksoortige informatie moet worden ingevoerd.
Computerterminologie
Software
|
Een tekstuele gebruikersomgeving of tekstuele gebruikersinterface, ook vaak een character-based user interface (CBUI) of een op tekst gebaseerde gebruikersinterface (text user interface, TUI) genoemd, is een gebruikersomgeving die op eenvoudige computerschermen (terminals) gebruikt wordt, of via speciale programma's geëmuleerd wordt binnen een grafische gebruikersomgeving.
| 2 |
menu-element, pagina-component, gebruikersinterface
|
316 |
Menu
|
278195
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jumbo%20Supermarkten
|
Jumbo Supermarkten
|
Jumbo is een Nederlandse keten van supermarkten van de Koninklijke Jumbo Food Groep, waarvan alle aandelen worden gehouden door Stichting Administratiekantoor Van Eerd Groep Holding. Het is met een marktaandeel van 21% de op een na grootste supermarktketen van Nederland, achter Albert Heijn. Er werkten (inclusief hoofdkantoor en distributiecentra) anno 2020 ongeveer 85.000 mensen. Sinds 2019 is Jumbo ook actief in België.
Geschiedenis
Ontstaan
Jan en Anita Meurs begonnen in 1979 in een voormalig kerkgebouw op het Lourdesplein in Tilburg de eerste Jumbo. De naam komt voort uit een concurrerende supermarkt in Tilburg, Torro. De oprichters zochten naar een naam die machtiger was dan een Torro (de stier), dat werd Jumbo (een olifant). De Torro-formule is gedurende de jaren 90 overgegaan in Edah en Konmar. De in 1921 opgerichte Veghelse levensmiddelgroothandel Van Eerd kocht in 1983 de formule Jumbo en de supermarkt aan het Lourdesplein voor 1 miljoen gulden van de familie Meurs en opende vervolgens in korte tijd tientallen Jumbo's in de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
Groei
In 2002 had Jumbo 36 winkels en een omzet van ongeveer 400 miljoen euro. In oktober 2005 werd er ook een Jumbo in het Drentse Valthermond geopend. Hiermee was er in elke provincie van Nederland een Jumbo-supermarkt te vinden, al was de aanwezigheid in de Randstad nog zeer beperkt. Daar kwam verandering in nadat Laurus, met formules als Edah, Konmar en Super de Boer, in financiële moeilijkheden kwam. Jumbo kocht 12 vestigingen van Konmar in 2006 en vestigingen van Super de Boer een jaar later.
In mei 2007 waren er honderd Jumbo vestigingen door heel Nederland, waarmee Jumbo een marktaandeel van 4,2% had in Nederland. In september 2007 waren er 78 filialen en 30 franchisenemers. Halverwege december 2007 was het totale aantal winkels, mede door de aankoop van de voormalige Laurus-supermarkten, opgelopen tot 117, waarmee 1,25 miljard euro omzet werd behaald. In oktober 2008 had Jumbo 120 winkels en kwam het marktaandeel volgens Jumbo boven de 5%. In 2008 had het bedrijf zijn groei op een lager pitje gezet om een flink aantal winkels op te frissen en een nieuw distributiecentrum in gebruik te nemen.
Op 18 september 2009 maakte het bedrijf bekend dat het Super de Boer wilde overnemen en een bod van € 4,20 per aandeel had gedaan. Het Franse Casino, houder van circa 57 procent van de aandelen Super de Boer, steunde het bod. Na een biedingsstrijd met Sperwer, bekend van de PLUS, werd op 19 oktober 2009 bekend dat Jumbo het winnende bod van € 4,82 per aandeel had uitgebracht. Na instemming van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) werd de aandeelhouders van Super de Boer om groen licht gevraagd. Na de overname bestond de keten uit 311 winkels met een marktaandeel van meer dan 10%. Hiermee werd de Jumbo Groep in 2010 dan ook de op drie na grootste supermarktgroep van Nederland, na Albert Heijn, Superunie en C1000. Onder de naam Jumbo stond de keten, samen met Super de Boer toen op de gedeelde 7e plek. In februari 2010 werd er een begin gemaakt met het ombouwen van de eerste Super de Boer-winkels naar Jumbo. Eind 2011 opende Jumbo in Amsterdam de 250e winkel.
In november 2011 werd bekendgemaakt dat Jumbo alle C1000-vestigingen over zou nemen van CVC Capital Partners voor 900 miljoen euro. Op 21 februari 2012 ging de NMa akkoord en werd de overname definitief. Hierdoor werd Jumbo na Albert Heijn de grootste supermarktketen van Nederland.
Nieuwe formules
Het Brabantse familiebedrijf introduceerde in maart 2013 een nieuwe formule binnen het Jumbo-merk: Jumbo Foodmarkt. Dit is een groot opgezette supermarkt met horeca-onderdelen. De eerste vestiging bevond zich in Breda. Later volgden er meer winkels met het Jumbo Foodmarkt-concept, waaronder in Amsterdam, Veghel, Leidsche Rijn, Tilburg, Groningen, Goes en Dordrecht. De vestiging in Groningen was de eerste Foodmarkt die werd uitgebaat door een franchiser.
Een jaar na de introductie van het Foodmarkt-concept begon Jumbo met afhaalpunten. Klanten kunnen sindsdien hun boodschappen bestellen op de website van Jumbo en de bestelling vervolgens ophalen in een winkel of een ander afhaalpunt. Begin 2015 werd de 500ste Jumbo-supermarkt geopend.
In 2017 opende Jumbo in de Groningse binnenstad een gemakswinkel, naar de nieuwe Jumbo City-formule. Dit als opmaat om meer van zulke vestigingen te openen, zoals later onder andere in Den Haag gebeurde. Net als Albert Heijn wilde Jumbo kleine winkels openen op stations. Op station Eindhoven Centraal kwam de eerste Jumbo City op een station.
In maart 2018 werd bekend dat Jumbo samen met Coop de 131 winkels van EMTÉ zou overnemen. De bedoeling was dat twee derde van deze winkels Jumbo wordt en de Coop-formule zou voeren. De totale waarde van de transacties is zo'n 410 miljoen euro. Op 24 oktober 2018 is in Vught de 600ste Jumbo winkel geopend, dit betreft een voormalige EMTÉ-winkel. Op 31 oktober 2019 werd een volgende overname afgerond toen Jumbo alle aandelen en de zes vastgoedlocaties van de Agrimarkt in handen kreeg.
Verdere groei en België
Eind 2019 heeft Jumbo de eerste winkels in België geopend. De eerste Jumbo is op 6 november in Pelt geopend. Daarna zijn er winkels in Lanaken en Rijkevorsel geopend. In 2020 tot heden volgden er meer. In juni 2023 opende de eenendertigste winkel in Vlaanderen. Eind 2022 was er aangekondigd dat er 20 miljoen in de Belgische winkels werd gestoken om verliezen te compenseren. Nadien kwam er een statement dat er in 2023 minstens 10 nieuwe winkels openen.
Jumbo zag de online-omzet in 2020 verder groeien en naderde voorafgaande aan de drukke decembermaand al de 500 miljoen euro, mede doordat men in dat jaar meer online boodschappen deed vanwege de coronacrisis. De totale omzet nam in 2020 toe met vijftien procent, tot 9,68 miljard euro. Desondanks werd op 12 april 2021 bekend dat Jumbo zou gaan reorganiseren, waardoor honderden medewerkers op zoek moesten naar een nieuwe baan binnen Jumbo of een functie elders. De functies van afdelingschef en eerste medewerker zouden binnen de eigen Jumbo-winkels komen te vervallen, winkels van franchisenemers dus uitgezonderd. Jumbo was niet de enige supermarktorganisatie die een reorganisatie doorvoerde aan het begin van 2021. Ook concurrent Albert Heijn en zelfbedieningsgroothandel Makro reorganiseerden.
Op 26 april 2021 maakte Jumbo-cfo Ton van Veen bekend dat het bedrijf 200 miljoen euro had opgehaald met het uitgeven van Schuldschein-leningen, naar voorbeeld van onder andere Basic-Fit. Het opgehaalde geld wilde het bedrijf inzetten voor verdere groei. In de eerste helft van 2021 behaalde Jumbo een omzet van 5,4 miljard euro, een stijging van ruim 5 procent ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor. Van Veen uitte wel zijn zorgen over het onder druk staande verdienmodel van de supermarktketen. Onder andere door de opkomst van flitsbezorgers, zoals Getir en Zapp, ging Jumbo de mogelijkheden onderzoeken om zelf een alternatief te introduceren. Daarnaast zouden er in 2021 nog 23 winkels en 4 bezorghubs worden geopend. In juli 2021 sloot Jumbo een samenwerkingsovereenkomst met horecagroothandel Makro om zakelijke klanten beter te kunnen bedienen. Hierdoor werden er ruim duizend artikelen uit het Makro-assortiment toegevoegd aan het zakelijke online winkelkanaal van Jumbo.
In aanwezigheid van de familie Van Eerd werd op 22 september 2021 het 700ste Jumbo-filiaal geopend, aan het Gelderlandplein in Amsterdam. Diezelfde maand begon het bedrijf met het openen van 200 kletskassa's door het hele land om mensen die om een praatje verlegen zitten te bedienen. Op 3 oktober 2021, bij het 100-jarig bestaan van het familiebedrijf waaruit Jumbo is voorgekomen, werd het predicaat koninklijk verleend. De naam van de holding is sindsdien Koninklijke Jumbo Food Groep.
Begin 2022 kondigde Jumbo een samenwerking aan met flitsbezorger Gorillas. De samenwerking betreft de twee markten waarin Jumbo actief is, Nederland en Vlaanderen, en was het resultaat van een halfjaar beraad of Jumbo zélf flitsbezorging zou moeten opzetten binnen de organisatie of een samenwerking zou starten. Jumbo maakte die dag ook de omzetcijfers van 2021 bekend, die stegen en kwamen uit op 9,9 miljard euro. Eind maart 2022 werd bekend dat de Jumbo-eigenaar – de familie Van Eerd – een belang had genomen in de Benelux-divisie van Gorillas. Eind 2022 werd bekend dat concurrent Getir Gorillas zou overnemen voor 1,1 miljard euro, wat dit zou betekenen voor de aandelen van de familie Van Eerd en de samenwerking met Jumbo werd niet direct duidelijk.
Witwaszaak
In september 2022 werd Jumbo-topman Frits van Eerd vastgezet in het kader van een witwasonderzoek. Na enkele dagen werd hij vrijgelaten. Hij trad tijdelijk terug als algemeen directeur van de supermarktketen. Ton van Veen, lid van de raad van commissarissen, werd benoemd tot interim-directeur als gedelegeerd commissaris. Ook Colette Cloosterman-Van Eerd werd gedelegeerd commissaris om de binding tussen het bedrijf, de familie en de commissarissen te waarborgen, die met het tijdelijk aftreden van Frits van Eerd was weggevallen. In het najaar werd zij echter waarnemend president-commissaris, nadat oprichter en toenmalig president-commissaris Karel van Eerd was overleden. Jumbo initieerde zelf een onafhankelijk onderzoek door KPMG naar een eventuele rol van het bedrijf binnen de witwaszaak, waarvan de uitkomsten werden gedeeld bij de publicatie van de jaarcijfers van 2022. Uit dit onderzoek bleek dat Jumbo geen strafbare feiten heeft gepleegd bij het sponsoren van teams en individuele coureurs in de motor- en autosport. Desalniettemin besloot Jumbo zich terug te trekken uit de motorsport. Ondanks de tegenslagen die de supermarktketen kende in 2022 had het een recordjaar, waarbij de omzet voor het eerst in haar bestaan boven de tien miljard euro kwam. Dit kwam vooral door een toename in de verkoop van goedkopere huismerkproducten.
Ton van Veen, in oktober 2022 benoemd tot interim-directeur, werd op 7 maart 2023 definitief benoemd als de nieuwe topman van Jumbo. Het tijdelijke aftreden van Frits van Eerd werd daardoor een definitief vertrek. Naast de benoeming van Van Veen werd ook de benoeming van Colette Cloosterman-Van Eerd omgezet in een definitieve aanstelling, waarmee zij haar vader opvolgde als president-commissaris van Jumbo.
Jumbo nam in 2023 tien filialen van Jan Linders over. De eerste omgebouwde winkel werd op 27 september van dat jaar feestelijk geopend in Lent. Daarnaast werd de samenwerking met Getir met betrekking tot Gorillas Benelux beëindigd. Jumbo wilde zich bij nader inzien liever focussen op de groei via eigen winkels en online. In augustus van datzelfde jaar stopte Jumbo met de gratis plastic zakjes voor groente en fruit als een van de ondertekenaars van Plastic Pact NL.
Op 28 september 2023 maakte de supermarktketen bekend zich per direct aan te sluiten bij de internationale inkooporganisatie Everest, opgericht door branchegenoten Edeka en Picnic. De samenwerking zou Jumbo schaalvoordelen op moeten leveren en daarmee de klanten een lagere prijs in de supermarkt. Eerder het jaar daalde de marges die Jumbo hanteert om zwaar in te zetten op lagere consumentenprijzen.
Winkelformules
Jumbo Supermarkt
Dit is de hoofdformule van de Jumbo Groep met – anno 2021 – meer dan 650 vestigingen, waarvan er ruim 500 ook een afhaalpunt hebben. In 2013 werden de winkels voorzien van een nieuwe huisstijl. Ook introduceerde Jumbo enkele jaren later de zelfscan in de meeste winkels. Ze zijn te herkennen aan de witte tekst op een gele achtergrond en de bruine vloertegels.
Jumbo City
De Jumbo City-formule is een Jumbo-supermarkt met een kleinere opzet. De eerste vestiging van deze formule werd in 2017 geopend in Groningen, waarna er winkels volgden in 's-Hertogenbosch, Amsterdam, Den Haag en Utrecht. De formule richt zich op de kleine en snelle boodschap en het assortiment bevat elementen van drie andere Jumbo-onderdelen: Jumbo Supermarkt, Jumbo Foodmarkt en La Place. Na de introductie in 2017 zette Jumbo in op de groei van deze formule, waardoor er in de jaren die volgden meerdere stadswinkels werden geopend in Nederlandse binnensteden. In november 2017 werd ook de eerste stationswinkel van het concept geopend in het vernieuwde station Eindhoven Centraal. Ook volgden er een samenwerking met HEMA op zes stations. HEMA had hier al een vestiging en Jumbo zou het foodgedeelte voor haar rekening gaan nemen.
Jumbo Foodmarkt
De Jumbo Foodmarkt is een Jumbo-supermarkt met een grote opzet. Behalve een supermarkt is er een horeca-aanbod bestaande uit verschillende keukens en La Place-onderdelen. In de winkel is er een zogenaamd Foodcafé waar de gekochte versmaaltijden of een kop koffie kunnen worden geconsumeerd.
Jumbo.com
Via de website Jumbo.com of met de Jumbo-app kan men boodschappen bestellen om zelf op te halen bij een Pick Up Point of om te laten bezorgen. De Jumbo Groep heeft, naast de grotere distributiecentra, enkele bezorghubs geopend. Voor zakelijke klanten, zoals sportkantines, MKB-ondernemingen en zorginstellingen, is er ook een winkelkanaal ingericht. In 2022 lanceerde de supermarktketen een abonnementsvorm voor de bezorging van online boodschappen: Jumbo Bezorgeloos.
Jumbo Golf & Hockey
Jumbo heeft in 2004 de London Golf Centres, die het in 2003 kocht, omgebouwd tot Jumbo Golfwereld. Dit bedrijf profileert zich als servicediscounter op golfgebied. Inmiddels zijn er acht vestigingen. Anno 2021 zijn de winkels omgedoopt tot Jumbo Golf & Hockey en heeft het naast de acht vestigingen voor golf ook vijf winkels voor hockey.
Overige
Jumbo Academy
De medewerkers van Jumbo kunnen bij de Jumbo Academy een erkende opleiding volgen waarvoor het bedrijf samenwerkt met NCVB Bedrijfsopleidingen en de Avans Hogeschool. Na afronding van deze opleidingen kunnen medewerkers een mbo- of hbo-diploma halen. Daarnaast introduceerde Jumbo in 2017 de Jumbo Tech Campus. Het bedrijf had de ambitie om uit te groeien tot een leidende omnichannel retailer in Nederland. De Tech Campus richt zich op de ontwikkeling van digitale oplossingen voor Jumbo.
Jumbo Extra
Jumbo Extra Pas is een klantenkaart van de Nederlandse supermarktketen Jumbo. Met deze kaart kunnen klanten sparen voor extra korting en andere voordelen, zoals gratis producten en exclusieve aanbiedingen. De Jumbo Extra Pas is gratis verkrijgbaar in alle Jumbo-supermarkten en kan ook worden aangevraagd via de website van Jumbo. Klanten kunnen de kaart gebruiken bij het afrekenen aan de kassa of bij het doen van online boodschappen.
Jumbo Foodcamp
Om trainers, coaches, kantinemedewerkers en bestuurders van sportclubs te inspireren en ondersteunen bij het realiseren van een gezonde sportomgeving werd de Jumbo Foodcamp-module ontwikkeld. Jumbo ontwikkelde, in samenwerking met NOC*NSF, een twaalf weken durende trainingsmodule die bestaat uit verschillende sessies omtrent voeding, gezondheid en sport. Deze module zou vanaf 2022 worden ingezet bij alle sportverenigingen die aangesloten zijn bij de nationale sportorganisatie.
Jumbo Foodcoach
Jumbo introduceerde de Jumbo Foodcoach-app bij verschillende sportteams, maar maakte deze in 2020 ook beschikbaar voor klanten. De app is mede-ontwikkeld met NOC*NSF en Team Jumbo-Visma en geeft gebruikers een gepersonaliseerd weekmenu met recepten om meer resultaat uit hun sportprestaties te halen. De app richt zich op fitnessers, wielrenners, hardlopers en teamsporters.
In juli 2022 werd bekend dat de wieler- en schaatsploeg Team Jumbo-Visma eigenaar wordt van het Jumbo Foodcoach platform.
Jumbo Magazine
In 2013 introduceerde Jumbo een magazine 'Hallo Jumbo''' met daarin allerlei recepten, kooktips, interviews en achtergrondverhalen. De oktober/november 2021-editie was de 100e editie van het magazine.
Smulweb
In 2018 maakte Jumbo bekend dat het voornemens was om het voedings- en receptenplatform Smulweb over te nemen. Jumbo heeft de activiteiten van Smulweb overgenomen, inclusief het magazine Smult. Smulweb is geïntegreerd in de website en de Jumbo-app.
Organisatie
Hoofdkantoor en distributiecentra
Het hoofdkantoor en distributiecentrum bevinden zich van oudsher op bedrijventerrein de Oude Haven in Veghel, Noord-Brabant. Vanwege de enorme groei van het bedrijf werd er in Veghel nog een distributiecentrum op industrieterrein De Dubbelen geopend en werden er rond 2008 twee gebouwd op bedrijventerrein De Amert.
Daarnaast heeft Jumbo ook distributiecentra elders in Nederland, zoals in Beilen, Breda en Woerden. Het distributiecentra van de onlinewinkel zijn gevestigd in 's-Hertogenbosch en Raalte. Ook het landelijke diepvries-distributiecentrum is gevestigd in Raalte. Verdeelcentra in Drachten en Elst werden gesloten. In november 2020 werd er een nieuw, duurzaam en volledig gemechaniseerd distributiecentrum geopend in Nieuwegein. In het voorjaar van 2021 volgde er een distributiecentrum in Bleiswijk en op 21 juli van dat jaar werd het startschot gegeven voor de uitbreiding van het centrum in Nieuwegein, wat pas acht maanden in gebruik was.Jumbo geeft startschot voor uitbreiding centraal distributiecentrum Nieuwegein Jumbo.com, 21 juli 2021. Gearchiveerd op 16 mei 2022.
Naast de distributiecentra kent Jumbo ook achttien bezorghubs die worden gebruikt voor de leveringen van online bestellingen. Deze hubs bevinden zich in Amsterdam, Bemmel, Bergen op Zoom, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Emmen, Groningen, Heerenveen, Heerhugowaard, Hengelo, Maastricht, Middelburg, Utrecht, Zwolle en bij de distributiecentra in 's-Hertogenbosch, Breda en Bleiswijk.
Inkooporganisatie
Jumbo kocht jarenlang producten in bij inkooporganisatie Superunie. In oktober 2009 maakten Jumbo en Schuitema (C1000) bekend dat ze samen een nieuwe inkooporganisatie gingen oprichten. Deze inkooporganisatie kreeg de naam Bijeen en ging per 1 januari 2010 van start. Later werden ook de Super de Boer winkels bevoorraad door Bijeen. Vanwege de overname van C1000 door Jumbo kwam de naam Bijeen vanaf medio 2012 te vervallen. De inkooporganisatie heet sindsdien gewoon Jumbo.
Prijsbeleid
In 2018 ontdekte de Consumentenbond dat verschillende Jumbo-supermarkten niet dezelfde prijzen hanteren voor dezelfde artikelen en dat dit een doelbewust en structureel beleid is, bij een check in 2020 bleek dit nog steeds. Jumbo hanteert vier prijsniveaus: Laag, Laag/Midden, Midden/Hoog en Hoog. Het gehanteerde niveau hangt af van de nabije concurrentie: is er geen of alleen een duurdere supermarkt in de buurt, dan zijn de prijzen bij Jumbo doorgaans hoger dan wanneer er meer of voordeliger concurrentie dichtbij is. 16% van de filialen hanteert de laagste prijzen; 30% 'laag-middenprijzen'; 10% 'midden-hoogprijzen', en 44% de hoogste prijzen. In Friesland en Groningen zijn alleen maar 'dure' Jumbo's, in Zeeland zijn alle Jumbo's behalve die in Goes 'duur'.
Huismerken
Vanaf augustus 2008 liet Jumbo Supermarkten het huismerk O'Lacy geleidelijk uit de schappen verdwijnen. Jumbo ging verder met een huismerk onder de namen 'Jumbo', 'Jumbo Budget' en 'Jumbo Exclusief'. Het merk 'Jumbo Budget' werd later vervangen door het van Super de Boer overgenomen Euromerk. Bij Vomar, waar O'Lacy eveneens werd verkocht, is men in maart 2009 met het merk gestopt. Men heeft ook enkele private label-merken zoals het pilsener Dors.
Marketing
Spaaracties
Jumbo zet als marketingmiddel kortlopende spaaracties in. Met zegeltjes kan dan gespaard worden voor korting op de aanschafprijs van koekenpannen en dergelijke. Met de actie 'Sparen voor je school' richt Jumbo zich op kinderen en hun ouders. Scholen kunnen de actie ondersteunen met banieren.
Sponsoring
Jumbo is actief als sponsor in de sportwereld. Het had sinds 2013 een wielerploeg, sinds 2014 een schaatsploeg en sinds 2021 een vrouwenwielerploeg. Door de jaren heen zijn Nederlandse sporters verbonden geweest aan deze ploegen, zoals Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk, Dylan Groenewegen, Antoinette de Jong, Sven Kramer, Kjeld Nuis, Marianne Vos en Jutta Leerdam. In 2022 wist de Jumbo wielerploeg zowel de gele trui en bolletjestrui als de groene trui te winnen van de Tour de France, respectievelijk door Jonas Vingegaard en Wout van Aert. Een jaar later wist de ploeg opnieuw een unieke prestatie neer te zetten door in één seizoen de Giro D'Italia, Tour de France en de Vuelta te winnen. 2023 was het laatste jaar dat de wieler- en schaatsploegen door Jumbo werden gesponsord.
Ook sponsort het bedrijf de voetbalclub PSV als onderdeel van de Brainport Eindhoven. Maar ook in de amateursport is Jumbo actief als sponsor. Zo is het de hoofdsponsor van de Veghelse voetbalclub Blauw Geel '38. Naast de eigen sportploegen was Jumbo ook persoonlijke sponsor van Max Verstappen, waarbij hun naam aanwezig was op zijn helm en ze samen de Jumbo Racedagen organiseerden op Circuitpark Zandvoort. Ook de Heineken Dutch GP werd onder andere door Jumbo gesponsord. Echter, na het raceseizoen van 2023, heeft Jumbo de sponsoring van Max Verstappen en de Dutch GP beëindigd.
TV
Jumbo is zichtbaar op de dagelijkse televisie via reclamespotjes met Frank Lammers en Maike Meijer. Ook heeft het bedrijf zich als partner verbonden aan verschillende televisieprogramma's om hun doelgroep beter te kunnen bereiken. Zo was Jumbo van 7 januari 2019 tot 24 december 2021 de vaste partner van het SBS6- en later Net5-programma Wat eten we?, dat gepresenteerd werd door Roberta Pagnier en enkele maanden door Jet van Nieuwkerk. Daarnaast was Jumbo verbonden aan programma's van 24 Kitchen. De marketingcampagne rondom het WK voetbal in Qatar was niet goed doordacht en werd een fiasco. De polonaise van feestende bouwvakkers in de TV-spot zorgde voor een storm van verontwaardiging in diverse (social) media. Dit in verband met de arbeidsomstandigheden bij de bouw van stadions. Het spotje werd van de buis gehaald.
Radio
Op 29 september 2020 werd met Jumbo Radio'' een eigen radiostation gelanceerd door de supermarktketen. Dit radiostation zendt iedere werkdag live programma's uit met eigen dj's. Kristel van Eijk – voormalig radio-dj bij SLAM!, Qmusic en 3FM – verzorgde in de beginperiode een ochtendprogramma van 9.30 tot 12.30 uur. Ook werd er een middagprogramma geproduceerd – van 16.00 tot 19.00 uur – waarin Daniël Smulders de presentatie op zich nam. Hij was voorheen bij Qmusic te horen. Anno 27 maart 2023 presenteren Gido Kuin (10:00 tot 13:00 uur), José de Bruin (13:00 tot 16:00 uur) en Smulders (16:00 tot 19:00 uur) een programma van maandag tot en met vrijdag en is Lars Boele op zaterdag en zondag te horen (11:00 tot 15:00 uur).
Andere merken
Gorillas
Nadat Jumbo Supermarkten een samenwerking was aangegaan met flitsbezorger Gorillas werd enkele maanden later bekend dat de Jumbo-eigenaar – de familie Van Eerd – een belang had genomen in de Benelux-divisie van het Duitse bedrijf. Deze aandelen werden ondergebracht bij Mississippi Ventures; een investeringsvehikel van de familie. Door het nemen van een belang in het bezorgbedrijf intensiveerde de samenwerking tussen beide partijen, waarbij er onder andere gekeken werd naar het delen van locaties. Ook werd Gorillas co-sponsor van de Jumbo-wielerploeg. De samenwerking tussen beide bedrijven werd in mei 2023 beëindigd.
HEMA
Begin 2021 werd de overname van HEMA, een Nederlandse keten van warenhuizen waarmee al een samenwerkingsovereenkomst bestond, door de Jumbo-eigenaren afgerond. De familie Van Eerd regelde dit via 'Mississippi Ventures' en werkte daarbij samen met investeerder 'Parcom'. De overname werd goedgekeurd door de Autoriteit Financiële Markten en de Europese Commissie. Om geld vrij te maken voor de overname verkocht Jumbo 62 winkelpanden aan vastgoedfonds 'Annexum', om die vervolgens terug te huren.
La Place
In 2016 nam de Jumbo Groep een deel van de La Place-restaurants over uit de failliete boedel van de V&D-holding. Een groot deel van de losse vestigingen en het hoofdkantoor werden onder de merknaam La Place gecontinueerd. Jumbo is ook producten gaan samenstellen onder de merknaam La Place die worden verkocht in de supermarktformules. In 2017 werden er 18 AC Restaurants toegevoegd aan het portfolio, hiermee werd de aanwezigheid van het merk langs autosnelwegen versterkt.
Op 4 januari 2021 werd bekend dat Jumbo de exploitatie van een groot aantal La Place-vestigingen overdraagt aan de Vermaat Groep. Vermaat neemt de medewerkers, activa en exploitatie van 44 vestigingen over, terwijl Jumbo eigenaar blijft van het La Place-merk, zes eigen restaurants, vier stationslocaties en de (inter)nationale franchiserelaties. Ook zal Jumbo zich verder focussen op de uitbreidingsplannen van de gemaksformule La Place Express en de uitrol van La Place-producten binnen Jumbo Supermarkten.
Super Food Plaza
Super Food Plaza is een formule die sinds 2012 op Aruba wordt gebruikt. De winkel is nagenoeg identiek aan die van een Jumbo Supermarkt, alleen is de voertaal Engels en heeft het een aangepast assortiment. Wel wordt het Jumbo huismerk aangeboden. De winkel is geen onderdeel van de Jumbo Groep Holding.
Trivia
De specifieke gele kleur van Jumbo is geïnspireerd op het geel dat de racevoertuigen van Minardi droegen. Al in zijn jeugd gebruikte racefanaat Frits van Eerd deze kleur op diverse spullen zoals zijn helm.
Nederlandse supermarktketen
Organisatie in Meierijstad
|
Jumbo Foodcoach
Jumbo introduceerde de Jumbo Foodcoach-app bij verschillende sportteams, maar maakte deze in 2020 ook beschikbaar voor klanten. De app is mede-ontwikkeld met NOC*NSF en Team Jumbo-Visma en geeft gebruikers een gepersonaliseerd weekmenu met recepten om meer resultaat uit hun sportprestaties te halen. De app richt zich op fitnessers, wielrenners, hardlopers en teamsporters.
| 1 |
menu, voedselkaart, drankkaart
|
7,573 |
CableOrSatelliteService
|
835545
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Family7
|
Family7
|
Family7 is een Nederlandse televisiezender die digitaal en analoog uitzendt op de Nederlandse televisie. Richtte het zich in het begin primair op de orthodox-protestantse gemeenschap, later kwamen daar steeds meer kijkers met een evangelische levensovertuiging bij. Alle kosten voor het maken van programma's worden bekostigd door de zender zonder enige vorm van overheidssubsidie. De inkomsten komen deels van abonnees van het Family7 Magazine, giften van kijkers, commercials, sponsoring en kabelgelden. De zender haalde in 2017 een maandbereik van 1.067.000 kijkers per maand.
Geschiedenis
Family7 zendt uit op de Nederlandse digitale televisie sinds december 2005, maar de weg daar naartoe was er één via omwegen. Inmiddels kan Family7 via nagenoeg alle Nederlandse kabelmaatschappijen in ca 4,5 miljoen Nederlandse huishoudens worden bekeken en brengt de zender een gevarieerde programmering met o.a. nieuws, documentaires, series, kinderprogramma's, spelprogramma's en diverse studieprogramma's.
Ontstaan
In 1992 richtte Dolf van de Vegte Christoffer Productions op om in 1993 als buitenproducent voor de Evangelische Omroep te werken waar hij programma's produceerde als 50 Kamers (soms met uitzicht), Prinsen en Prinsessen, Van Henegouwen VPP, Noch dood noch leven, Als het leven pijn doet en Mir@kel.
Naar eigen zeggen stelde hij vast dat gospelmuziek op Radio 3FM verdwenen was en hij vermoedde dat de EO in de toekomst op tv ook minder speelruimte zou krijgen. Hij ging onderzoeken of een omroep naast de EO haalbaar zou kunnen zijn.
Terwijl Van de Vegte met zijn productiebedrijf geld verdiende bij de EO, experimenteerde hij tijdens nachtelijke uren met Evangelical Television (E-TV) op de lokale omroep in zijn woonplaats, RTV Apeldoorn, maar ook bij RTV Utrecht en Stichting Lokale Omroep Kerken in Veenendaal. In 1996 vroeg zijn productiebedrijf een tv-licentie aan en in maart 1997 verleende het Commissariaat voor de Media E-TV een tv-licentie, maar bleven nieuwe opdrachten om diverse redenen uit en leken zijn plannen voor een nieuwe omroep te zijn mislukt. Tussen 1998 en 2004 werden schulden afgelost door middel van gemaakte programma's en de verkoop van het kantoorpand in het centrum van Apeldoorn.
Doorbraak
Via de pinksterconferentie van Stichting Opwekking werden vervolgens handtekeningen verzameld en verkregen Van de Vegte en zijn medewerkers toegang tot de kabel. In december 2005 is men begonnen met uitzenden en destijds was het de eerste Nederlandse christelijke familiezender met vier werknemers. Na bijna tien jaar was de zender in ruim 4,5 miljoen huishoudens te zien.
Family7 voerde met wisselend succes actie om in de standaardpakketten van aanbieders van kabeltelevisie toegelaten te worden. Sinds 1 februari 2009 werd Family7 doorgegeven via het digitale basispakket van Ziggo. UPC stopte juist in mei 2007 met het doorgeven van Family7 via de kabel, maar sinds 4 september 2012 werd Family7 weer aangeboden door UPC. Per 1 oktober 2013 werd Family7 in het digitale basispakket van UPC geplaatst en per april 2015 in dat van Ziggo, nadat UPC daarin gefuseerd was.
De zendtijdlicentie wordt gedeeld met Evangelical Television (E-TV), dat evenals Family7 eigendom is van Christoffer Productions & Beheer. Met ingang van maandag 5 oktober 2015 heeft Family7 vaste uitzendbalken in de avond met nieuwe programma's aangaande Bijbelstudies, diverse series, talkshows en nieuws met commentatoren in de studio te Apeldoorn.
Koers en groei
Veel medewerkers van Family7, zoals Van de Vegte, Jan van den Bosch, Bert Dorenbos, Henk Binnendijk, Evert ten Ham en Willem Glashouwer jr. zijn oorspronkelijk afkomstig uit de kringen rond de Evangelische Omroep. Veel van deze ex-EO-medewerkers waren het niet meer eens met de, volgens hen, 'steeds meer verwaterende en wereldgelijkvormig wordende' koers van de EO en stapten over naar 'het meer Bijbelgetrouwe' Family7.
Het huidige bedrijfspand van de zender ligt aan de Nagelpoelweg in Apeldoorn. Family7 huisde van 2008 tot 2018 in een pand aan de Eendrachtstraat in Apeldoorn. In de loop der jaren is het aantal medewerkers gegroeid waardoor dat pand te klein werd. Daarnaast was er veel lekkage waardoor investering beter gezocht kon worden in een nieuwer pand met groeimogelijkheden. In juni 2017 vond Van de Vegte een nieuw pand op een bedrijventerrein in Apeldoorn Zuid met ruimte voor drie studio's: voor het nieuwsprogramma Uitgelicht!, programma's als WIJS en een derde voor opnames met publiek. Op 7 september 2018 verrichtte ChristenUnie-minister Arie Slob van Mediazaken de officiële opening van het pand aan de Nagelpoelweg. Van de Vegte overleed binnen een halfjaar, hij was al enige tijd ernstig ziek, op 1 februari 2019. Zijn weduwe Ans van de Vegte nam zijn werkzaamheden over tot september 2022 toen Stephanie van der Horst (1984) aantrad.
Programma's
Kleuter/kind
Een van de eerste programma's was Klazina Waterval, die op de rommelzolder een oude schatkist vol verhalen vindt.
Kleuterprogramma clown Nonnie wordt afgewisseld met delen in een studio (met de clown) en met reportages met en over kinderen. Daarnaast waren er Krummel, Hillsong Kids en Wijs Paleis waarbij figuren in en rond een kasteel dingen doen. Het programma wordt altijd afgesloten met een wijze les die in de betreffende aflevering is geleerd door een of meerdere hoofdpersonen. De "prins" vertelt deze les altijd en is dan ook de wijze "spil" van het gezelschap.
Blalala werd in 2006 voor het eerst uitgezonden met Reni en Elisa Krijgsman. Bla staat voor het bijbelverhaal en Lala voor de liedjes. De derde serie werd uitgezonden vanaf oktober 2021 mede door een inzamelingsactie in december 2020 voor nieuwe kinderprogramma's.
In de animatieserie Chi Rho, het symbool ☧, reist een groep kinderen door middel van een kubus door de verhalen in de Bijbel. In de animatieserie Superboek gaan Joy, Chris en hun robot Gizmo met een tijdmachine naar de tijd van een Bijbels figuur waarin ze een les leren die ze in hun eigen situatie kunnen toepassen.
In Bijbelcheck uit 2017 worden in twaalf afleveringen wonderen uit de Bijbel verteld door Carin en Mathijs op de locatie waar het daadwerkelijk is gebeurd. Vanaf februari 2019 worden kinderen in De Diamant letterlijk en figuurlijk meegenomen op expeditie met archeologe Jennifer Guetta-Peersmann. Zij vertelt over de geschiedenis, verhalen en locaties die in de Bijbel beschreven staan. In juni 2023 kwam het vervolg De Verkenners van Albert en Martha Groothedde met korte video's voor kinderen tussen de acht en twaalf jaar. Dit is een gezamenlijk project van Stichting Steunfonds Israël/Isaac da Costa en Centrum voor Israëlstudies.
In De Boekenberg wordt er een boek of verhaal voorgelezen, afgewisseld met illustraties uit het voorgelezen boek. Er zijn voorlezers als Megan Cameron, Pauline van den Broek en Bram Kasse.
De Fakkeldragers is een 13-delige animatieserie over de levensverhalen van geloofshelden uit de kerkgeschiedenis:
Als Vloeken in de Kerk
Serie gesprekken met socioloog dr. Samuel C. Lee over prikkelende onderwerpen. Lee is in de jaren '80 vanuit het Midden-Oosten naar Nederland gekomen waar hij, via zijn vrouw, als ex-moslim in aanraking kwam met het evangelie. Lee is voorganger van een middelgrote migrantenkerk in Amsterdam-Zuidoost. Van deze serie zijn 34 afleveringen gemaakt tussen 2008 en 2011. Op 4 april 2008 werd een speciaal ingelaste aflevering uitgezonden over de film Fitna van Geert Wilders.
Bijbelse karakters
Serie gesprekken met Johan Schep over bekende Bijbelse personen die gelovigen tot voorbeeld dienen. De geloofslessen van deze persoonlijkheden zijn: wat kunnen wij leren en toepassen van het geloof van deze personages? Uitzendingen vinden plaats in het Brandpunt in Doorn.
Brink TV
Tussen 2011 en 2015 presenteerde Bert Dorenbos diverse documentaires onder Brink TV dat een onderdeel van Rainbow/Schreeuw om Leven is, een stichting die zich vanuit christelijk perspectief inzet op ethische terreinen in de samenleving, met name de strijd tegen abortus, maar ook tegen euthanasie en zedenverwildering. Daarnaast werkte woonbijbel.nl mee aan de uitzendingen zoals de 12-delige serie De Bijbel - hoe oordeelt de geschiedenis erover? met voormalige moslim Sasan Tavassoli en professor Jay Smith (1953).
Huwelijksrelaties
Serie gesprekken vanaf 2017 tussen Dolf van de Vegte en later Evert ten Ham met relatiecoach Bram de Blouw (1954). De Blouw was tot 2022 werkzaam als huwelijkscounseling en zorg bij Family Ministries van Jeugd met een Opdracht. De series over huwelijksrelaties zijn gebaseerd op zijn boeken: Ik heb er soms ZO GENOEG van!, Echtscheiding, einde of nieuw begin?, Drievoudig snoer of Zijden draadje? en Gescheiden achter de voordeur.
Jong-leren Live
13-delige serie van Ten Ham en voormalig eindredacteur van opvoed-tijdschrift Aan de Hand Jetze Baas waarin wordt gekeken naar Bijbelse voorbeelden die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de opvoeding van kinderen. Thema's die aan de orde komen zijn geloofsopbouw, Bijbellezen, bidden thuis en ontwikkeling van het puberbrein. Tijdens de uitzending kan men reageren via e-mail, telefoon of WhatsApp waarop deskundigen direct op vragen kunnen reageren.
Café Tinto
Van oktober 2011 tot mei 2015 had Family7 het live-ochtendprogramma Café Tinto (Tinto is Spaans voor kleurrijk), waarin in een huiskamerachtige setting telkens vier gasten werden ontvangen. Aan bod kwamen actualiteiten, en onderwerpen als huwelijk en relaties, kinderen en opvoeding, gezondheid, lifestyle en geld (naar RTL's Koffietijd). Regelmatig traden er artiesten op. Evert ten Ham was vanaf het begin de presentator. In juli 2014 stopte hij met het programma, na meer dan 530 afleveringen. Hij werd opgevolgd door Alinda Bol, die het programma presenteerde vanaf oktober 2014. Het bleek echter steeds moeilijker om nieuwe gasten en gespreksonderwerpen te vinden, waardoor het besluit viel om, na ruim 700 uitzendingen, het programma te beëindigen. Op 21 mei 2015 was de laatste uitzending. Tot en met de zomer van 2015 werden herhalingen van Café Tinto uitgezonden en tot april 2017 dagelijkse specials met fragmenten.
Muziek
X-Ray
In 2007 presenteerde Reggy Pattiselanno dit muziekprogramma dat bestond uit videoclips en het laatste nieuws over gospelmuziek.
G-Time TV
Vanaf 2011 maken Filemon Peroti en Nicole Bus het muziekprogramma G-Time waarin aandacht is voor de nieuwste gospelmuziek, de verhalen achter de muziek en exclusieve interviews. Ook komen er artiesten langs om live een nummer te spelen.
Crossover
Serie van 13 afleveringen uit 2023 met presentator Evert ten Ham en muzikant Wim Bevelander waarin zij in een muziekstudio in gesprek gaan aan de hand van een thema, gecombineerd met muziek. Concept bestaat uit een seculier liedje dat wordt besproken waarna wordt afgesloten met een eigen lied van Bevelander.
Confessions
Serie gesprekken met Megan Cameron die op straat in verschillende plaatsen dezelfde vraag stelt: Wat is het beste wat je ooit voor jezelf of voor anderen hebt gedaan?. Elke dinsdagavond wordt één plaats uitgezonden. De bezochte plaatsen zijn: Apeldoorn I, Deventer, Arnhem, Zutphen, Apeldoorn II, Zwolle, Veenendaal, Zelhem, Apeldoorn III, Hoogeveen, Hengelo en Wageningen.
Jacques Brunt
Geboren om te groeien
Serie van Stichting Heart Cry met Jacques Brunt. In 23 afleveringen komen korte, praktische boodschappen over een basisprincipe van het christelijk geloof waarin een geestelijke groei kan plaatsvinden.
Gods Geest/Zoon/Vader in Actie
Serie uit najaar 2020 met Brunt als presentator en Johan Schep als gastspreker. In 13 afleveringen behandelen zij het bijbelboek Handelingen, vanaf het moment in Jeruzalem in opstartfase en de moeilijke omstandigheden voor de kust van Malta tot het moment wanneer de apostelen weer terugkeren naar Jeruzalem. De vervolgseries behandelen de Hebreeënbrief en het Johannesevangelie.
Jezus leven
Serie uit oktober 2021 met Henk Stoorvogel waarin presentator Marco Ketel in gesprek gaat over het speelveld waarin Jezus in de hele context te zien is. Hij wordt gevolgd vanaf het begin van zijn leven en er worden gebeurtenissen aan elkaar verbonden.
God op de werkvloer
Serie programma's waarin Daniëlle Rebel en Pauline van den Broek tussen 2016 en 2019 christenen op allerlei werkvloeren ontmoeten om te zien hoe hun werkdag eruit ziet en hoe zij het christen-zijn uitleven. Het vijfde seizoen in 2023 wordt gepresenteerd door Megan Evenblij en Michiel Grevers.
Vrouw Vandaag
Elke donderdagavond presenteert Janine Pormes een vrouw naar Gods hart met uiteenlopende achtergronden. Hoe combineert zij haar christen-zijn met haar werk en in de maatschappij. Hoe combineer je bijvoorbeeld moeder-zijn met een goede carrière? Hoe ga je om met teleurstellingen en pijn? Hoe maak je in dat drukke leven tijd voor jezelf?
Het programma is een samenwerking met het online platform PUUR! Vandaag. Slogan is dan ook: Het is weer woensdag! Vanavond lekker PUUR! Tv kijken!. Voorheen heette het programma Puur! tv, gepresenteerd door Alinda Bol.
Levensecht
Vanaf oktober 2020 presenteren Helene Esmeijer en Ruth Stoorvogel het vrouwenprogramma dat onderwerpen behandeld als eenzaamheid, vergeving en balans houden in de drukte; onderwerpen die uit het leven zijn gegrepen.
Family7 in Actie
Serie documentaires waarin Family7 in actie komt voor een bepaald project waar geld voor wordt ingezameld. In de documentaires worden maandelijks de ontwikkelingen in beeld gebracht.
Opwekking
Sinds 2016 wordt het hoofdprogramma, de ochtend- avondsamenkomsten, van de jaarlijkse Pinksterconferentie in Biddinghuizen van Stichting Opwekking live uitgezonden op televisie en via de Family7 livestream.
In Gesprek op 7
In 2015 startte dit live-programma; de mogelijkheid voor kijkers om live te bellen en hun zorgen te delen. Het programma was een vervolg op BiechtTV dat begon in het najaar van 2014 waarin men belden om iets op te biechten. Elke late zondagavond gaat Evert ten Ham samen met sidekick's Aad, Maria en Dineke in gesprek met bellers.
Family7 Live
Een programma gepresenteerd door Carin van Essen waarin met twee gasten in de studio wordt gepraat over een bepaald onderwerp. Kijkers kunnen inbellen en meepraten. De hoofdgast wordt geïntroduceerd aan de hand van drie filmpjes, waarna de tweede gast hetzelfde heeft meegemaakt en kan meepraten over ervaringen en oplossingen.
Thuis
Serie diepgaande gesprekken van Jan van den Bosch met opmerkelijke en bekende Nederlanders over Thuiskomen bij de Vader.
Geloofshelden
Serie gesprekken van Jan van den Bosch met bekende en minder bekende Nederlanders die in zijn ogen als "geloofsheld" kunnen worden gekarakteriseerd.
Kees van Velzen
Serie bijbelstudies met oud EO-medewerker ds. Kees van Velzen.
Beproevingen in je leven
Serie uit 2018 waarin Van Velzen samen met Van de Vegte beproevingen van Bijbelse figuren bespreekt in verhouding tot de geestelijke groei naar volwassenheid door beproevingen/testen heen.
Geestelijke strijd
Serie in 2021 met Van Velzen en presentator Berry Janssen die gericht is op de geestelijke wapenrusting zoals beschreven door apostel Paulus in het bijbelboek Efeziërs en praktische tips geeft hoe dit te realiseren is.
Zoek eerst het koninkrijk van God
Serie van maart 2022 met Van Velzen en Sara van Oordt waarin zij bespreken hoe personen in de Bijbel omgingen met crisissituaties en wat wij daarvan kunnen leren.
Israël door de tijden
Serie die in oktober 2022 startte met Van Velzen en Janssen en gaat over de grote tijdlijn van de Bijbel. Nadruk ligt op de verhouding van God in de geschiedenis met Israël, van de schepping en val van Babel tot tijdperk van de Richteren en de terugkeer uit de ballingschap.
Groei
13-delige serie die in september 2023 startte met Van Velzen en Janssen en gaat over het proces van geestelijke groei in de levens van dertien Bijbelse personen en de koppeling naar noodzakelijke groei in onze levens.
Eindtijd & profetie
Jan van Barneveld (overleden in 2022) vertolkte vanaf 2012 in Huis Baak regelmatig zijn op het chiliasme geënte en christenzionistisch getinte Bijbelbeschouwingen. Het betreft een speciale interesse op de rechterflank van het evangelicaal christendom voor de eindtijd en onder meer de rol die de oprichting van de staat Israël daarin zou spelen. Liefst 238 afleveringen zijn inmiddels gemaakt (2018), de langstlopende serie.
Series
De Messias van Israël
Serie over messiaanse gemeenten in Israël die in september 2014 en 2015 in samenwerking met Sibold Buiten van het Comité Gemeentehulp Israël (CGI) is gemaakt. Naast herkenning en overeenkomsten, de God van Abraham, Izaäk en Jacob, zijn er ook verschillen in bijvoorbeeld de feesten (Pasen en Pesach). Buiten gaf in 2015 en 2016 in een tweegesprek met Van de Vegte onderwijs over de messiaanse gebruiken en wat deze zouden kunnen betekenen voor niet-Joodse christenen. Tussen januari en april 2023 volgde een nieuwe 13 afleveringen tellende serie met Jaap Bönker en Wim Nieuwenhuis waarin de nadruk werd gelegd op bijbellezen met een Oosterse bril.
Op reis door Israël
In 2009 maakte Van de Vegte in samenwerking met stichting Christenen voor Israël een reportage van de reis door Israël met de Emmanuel Gemeente uit Deventer. In elke aflevering wordt een hotel en restaurant besproken, zijn er bijzondere gesprekken en indrukwekkende getuigenissen en leert Rikie Neeb een Hebreeuws woord.
In 2011 kwam er een vervolgserie met Sonja Repko en Marianne de Jager langs de hoogtepunten van het land en in 2018 volgde een derde serie met het Holland-Koor ter ere van het zeventigjarig bestaan van de staat Israël.
Holy Hitchhikers
In 2014 reizen freelance journalist Melissa Hofland en cameravrouw Alma de Vries dwars door Israël op zoek naar lifters. Het levert persoonlijke verhalen op van Joodse mensen die voortdurend leven met spanning van omringende vijanden. De vragen worden ditmaal aan hen gesteld in plaats van "deskundigen".
Het tweede seizoen volgde in het najaar van 2018 toen De Vries met Lise van der Eijk de zwaarbewaakte 225 kilometer lange noord-zuidroute 60 reden; van Be'er Sheva via Hebron, Jeruzalem, Ramallah, Nablus en Jenin naar Nazareth.
Ebenezer: Operatie Exodus
Persoonlijke verhalen van Nederlanders die aliyah hebben gemaakt en wat het betekent als je gaat emigreren naar Israël en wat je moet opgeven; baan, familie en sociaal netwerk. Samen met voorzitter Richard Zevenhuizen reist Van de Vegte in 2018 naar de woonplaatsen nu Ebenezer deze Joodse mensen heeft aangemoedigd terug te keren naar Israël.
Henk Poot
Als Israëlpredikant is Henk Poot verbonden aan de stichting Christenen voor Israël. Hij maakte deze series:
Judea en Samaria
Serie over het hartland van Israël, Judea en Samaria. Samen met Dolf van de Vegte maakte Poot in mei 2016 een rondreis waarin de Bijbelse historie van deze betwiste gebieden werd getoond.
Jozef, een Messiaanse geschiedenis
Ds. Poot spreekt Van de Vegte over de geschiedenis van Jozef en de profetische parallellen daarvan in zowel Joodse als Christelijke perspectieven.
Het geheim van Israël
In een ontdekkingstocht door de Bijbel laat Poot het geheim van Israël zien. Ondanks eeuwen van ballingschap en onderdrukking, is het Jodendom springlevend. Waarom is God zo verknocht aan het land Israël?
Uittocht
Wat gebeurt er als je naar de boodschap van de apostel Johannes probeert te luisteren met de oren van een Jood uit zijn tijd? In Uittocht spreekt Sara van Oordt met ds. Poot over het Evangelie volgens Johannes en het onderliggende thema Uittocht.
Willem J.J. Glashouwer
Serie Bijbelstudies waarin dominee Willem J.J. Glashouwer, directeur van de stichting Christenen voor Israël, met Van de Vegte spreekt over de plaats van Israël in christelijke visies.
Jaap Dieleman
Evangelist Jaap Dieleman van stichting De Heilbode uit Zeewolde maakte in de loop der jaren diverse series Bijbelstudies met Van de Vegte aan de hand van zijn verschenen boeken.
De komst van de Koning der koningen
Deze eerste serie gaat over de wederkomst van Jezus in relatie tot de gebeurtenissen in de wereld.
Terug naar de toekomst
Dieleman gaat in dertien afleveringen de zware beproeving van Job behandelen. Door naar de oorsprong te kijken en vervolgens je bestemming te kennen.
Het Bloedverbond
In deze serie legt Dieleman aan tafel uit wat Gods trouw aan Zijn bloedverbond voor ons betekent en de rijke zegeningen die zijn weggelegd voor degene die (ver)bondgenoten zijn.
Kunnen deze beenderen herleven?
Deze serie laat zien dat in Gods heilsplan Israël een prominente rol inneemt. Aan de hand van Ezechiël 37 belicht Dieleman opmerkelijke zaken die helder maken hoe Israël sinds 1967 is gegroeid en gezegend.
Het mysterie van de opname
Dieleman gaat met Van de Vegte dieper in op wat de apostel Paulus een mysterie noemt, een geheimenis, de plotselinge wegvoering van de gelovigen naar de hemel.
Geloven is voor iedereen
Sinds najaar 2015 brengt David de Vos van Stichting Go and Tell laagdrempelige bijbelstudie-series; een eenvoudige boodschap in begrijpelijke taal.
Jan Zijlstra
De God van wonderen
In dit programma werden vooral Bijbellezingen gegeven. Daarnaast gaf predikant Jan Zijlstra uit Leiderdorp, in het weekend gebedsgenezingen, de eerste twee zondagavonden van de maand. Het programma beweert tientallen mensen van hun ongeneeslijke ziektes of aandoeningen te hebben verlost met de hulp van Jezus.
Op zoek naar een wonder
In dit vervolg op bovenstaande serie bespreken mensen die een aantal jaar geleden een wonder zeggen te hebben meegemaakt over hoe dit tot stand kwam en hoe het leven er nu, na jaren, uitziet. Vervolgens praat Van de Vegte hierover door met Zijlstra.
Henk Binnendijk
Na Bijbelstudies bij de EO maakte Binnendijk vanaf 2018 deze 13-delige series met Sara van Oordt:
Het Meesterwerk van God
Samen met Van Oordt bespreekt Binnendijk in 2018 zijn boek over het Bijbelboek Openbaring.
De God van Abraham, Isaäk en Jakob
Vanaf januari 2019 is er een tweede serie met Binnendijk uitgezonden. In 13 afleveringen wordt het thema De God van Abraham, Isaäk en Jakob behandeld.
Hoe ziet de hemel eruit?
Vanaf oktober 2019 een derde serie met dertien afleveringen over de hemel als het zenuwcentrum waar de aarde uit voortgekomen is.
Op weg naar de hemel
Vanaf oktober 2020 is de vierde aansluitende serie op de derde serie waarin Binnendijk de tabernakel als beeld gebruikt om de weg naar de hemel aan mensen uit te leggen. Elk voorwerp van de tabernakel komt voorbij aan de hand van een maquette.
Niemand is als Hij
Vanaf september 2021 de vijfde serie over het bijbelboek Job dat Binnendijk schreef naar aanleiding van het overlijden van zijn zoon Cees Binnendijk waarmee hij door het lijden heen Gods plan en raadsbesluit kon zien.
David Maasbach
Vanaf 2017 elke werkdag om 18.00 uur een halfuur met zang, muziek met een bemoedigende boodschap van David Maasbach vanuit het Capitol van The Blessing in Den Haag. Organisator is de Johan Maasbach Wereldzending.
Joseph Prince
Vanaf september 2018 elke werkdag om 15.00 uur een halfuur onderwijs van pastor Joseph Prince vanuit de New Creation Church in Singapore. In Nederland is de Jong en Vrij-beweging onder leiding van Marcel Gaasenbeek aanhanger van Prince' theologie.
Verantwoord Bijbelgebruik
Serie met John Boekhout en Berry Jansen die in 2021 startte en praktische tips geeft voor het Bijbellezen in context.
Gieneke Sneller
Dr. Annechiena (Gieneke) Sneller-Vrolijk (1946) studeerde Semitische talen en culturen aan de Universiteit Leiden en archeologie aan de universiteit van Jeruzalem. In de serie Luisteren naar de Psalmen geeft ze onderwijs over de Psalmen en daarbij gebruikt Sneller een eigen vertaling met bijzondere inzichten. Vanaf oktober 2023 staan de wekelijkse uitzendingen stil bij de bijbelboeken Ruth en Ester.
De profeet...
In samenwerking met Het Zoeklicht hebben ds. Henk Schouten, hoofdredacteur van die organisatie, en Oud-Testamenticus Gert van de Weerd (1946) deze series gemaakt om de grondtekst zelf te laten spreken, zonder dat die exegese door enige dogmatische overweging wordt beperkt. In 2015 is er een serie gemaakt over het leven van de profeet Daniël, in 2017 over Jesaja en vervolgens met Van de Vegte over de Openbaring van Johannes. In 2020 is er een zesdelige serie gemaakt over de profeet Amos en aansluitend een zevendelige serie over de profeet Hosea. In 2021 kwam er de serie over de profeet Ezechiël. Vanaf september 2022 is er een serie over Micha. Deze series zijn gebaseerd op Van de Weerds boeken De verklaring van de profeet....
Transparant
Serie Bijbelstudies van Esther Vorsterman van Oijen met een preek/inspiratiemoment, waarna ze met Erica Duenk hierover doorspreekt. Programma specifiek gericht op de vrouwelijke doelgroep. Tussen 2009 en 2015 waren dit de opnames Enjoying Everyday Life van Joyce Meyer, maar zij is tegenwoordig te zien bij SBS6.
WIJS
Sinds najaar 2015 een dagelijkse bijbelquiz van Bram Willems met verschillende rondes waarin twee kandidaten het tegen elkaar opnemen. Snelheid en tactiek is hierbij van belang. In de finale moet de kandidaat de antwoorden opzoeken in de Bijbel. De finalist mag daarna twee keer terugkomen, waarmee de scores in de ranking kunnen oplopen. Ook is er een kijkersvraag.
Nieuws en achtergronden
Tussen 27 augustus en 11 september 2012 gingen in Verkiezingen op 7 christelijke politici in debat met de gewone burger aan de hand van een bepaald thema en werd de kijker meegenomen op campagnetour in de Tweede Kamerverkiezingen 2012.
Uitgelicht!
Tussen oktober 2015 en juli 2023 werd er elke werkdag ILTV of i24News vanuit Tel Aviv met wereldnieuws uitgezonden waarna er minstens één nieuwsfeit in de studio werd Uitgelicht, belicht vanuit christelijk perspectief. Vanaf september 2023 wordt Uitgelicht! gepresenteerd door Riekelt Pasterkamp, Stephanie van der Horst, Sara van Oordt, Laurens Sok en Stephan Bouman. Het nieuws vanuit Israël wordt wekelijks belicht in het programma Jerusalem Dateline van CBN. Voorheen presenteerden Bram Willems en Pauline van den Broek dit ook. Terugkerende studio-commentatoren zijn onder meer Cor Verkade, Binyomin Jacobs, Frank Bosman en Lucas Hartong. Elke vrijdag wordt er met een Tweede Kamerlid of bewindspersoon van CDA, ChristenUnie of SGP teruggekeken op de politieke week. Op vrijdag 10 januari 2020 werd de 1000e aflevering uitgezonden.
Uitgelicht! Extra
Sinds oktober 2018 wordt elke donderdag een podium geboden aan artiesten, schrijvers en ontwikkelingsorganisaties. Met elke week een deskundige over de laatste ontwikkelingen op het gebied van muziek, films, boeken, wetenschap en technologie.
Uitgelicht! Analyse
Sinds november 2019 wordt elke dinsdagavond om 21.30 uur stilgestaan bij een verdiepend thema als het Midden-Oosten, 75 jaar bevrijding, de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 en christenvervolgingen. In najaar 2021 werd het thema medische ethiek behandeld vanwege de actualiteit rondom de kabinetsformatie met het progressieve D66 en de conservatieve ChristenUnie. Voor najaar 2022 behandelde Pasterkamp in zes afleveringen het thema Europa; de invloed van de christelijke wortels waar dit continent op is gebouwd en de verhoudingen tussen West- en Oost-Europa. Gast in deze serie is Jeff Fountain.
Uitgelicht! Verkiezingen
Op 1 februari 2021 startte deze wekelijkse reeks uitzendingen in het kader van de Tweede Kamerverkiezingen 2021 waarin Pasterkamp met twee gasten spreekt over uitdagingen of problemen waar een politieke oplossing voor nodig is. Daar debatteren kandidaat-politici van ChristenUnie, CDA en SGP vervolgens met elkaar over. In elke aflevering staat een andere thema centraal. Ook in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 worden er (medisch-ethische) thema's van partijen besproken.
IsraelCNN
Serie gesprekken met Ruud Dankelman op verschillende locaties in Israël met haar inwoners. Tussen 1 oktober 2016 en januari 2020 had Israël Christelijk Nieuws Netwerk in samenwerking met EVS Media zendtijd verkregen op zaterdagavond tussen 20.00 en 20.30 uur om te laten zien dat Israël en het Joodse volk een bijzondere plaats innemen in deze wereld. Daarnaast worden er buitenlandse producties uitgezonden.
Israël in Focus
Israël is regelmatig in het nieuws met zelfmoordaanslagen, oorlogen en omstreden nederzettingen. Sara van Oordt gaat met programma-maker Alexander Blom en twee journalisten op zoek naar het menselijke verhaal achter de krantenkoppen.
Oudejaarsconference
Sinds 2013 verzorgt Family7 in december de Oudejaarsconference, voor een humoristische en scherpe blik op het afgelopen jaar zonder gevloek en kwetsende opmerkingen. De show wordt opgenomen met publiek en vervolgens op oudejaarsdag uitgezonden. Cabaretier Rob Favier en Rikkert Zuiderveld hebben de volgende shows gemaakt:
Zo waarlijk helpe ik God almachtig (2013);
Ik wil mij nérgens mee bemoeien… (2014);
HART voor de zaak (2015);
Oudejaarstoespraak (2016);
Rikkert wringt het jaar uit (2017);
Rikkert scheurt het jaar door (2018);
Rob knoopt de eindjes aan elkaar (2019)
Series
Welterusten Pa
Wekelijkse serie van de donderdagavond waarin twee mannen die via de koude kant met elkaar verbonden zijn. De rollen worden gespeeld door Ferry Gerritsen (David) en Frederik de Groot (Ben). Ben krijgt regelmatig bezoek van zijn schoonzoon David. De realiteit tussen schoonouders en aangetrouwde kinderen komt hier nadrukkelijk tot uiting. De personages zijn gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Vindication
Wekelijkse christelijke misdaadserie van drie seizoenen op de zaterdagavond met verschillende onderwerpen en de kijker laat gissen naar antwoorden. Het verhaal draait om rechercheurs Gary Travis en Kris Tanner in het stadje East Bank in Texas.
The Chosen
Amerikaanse dramaserie over het leven en bediening van Jezus op hedendaagse wijze, gebaseerd op de vier evangeliën, van regisseur en bedenker Dallas Jenkins (1975). Family7 is de eerste televisiezender in Nederland die deze serie uitzendt.
Road to Avonlea
Road to Avonlea is een dramaserie rond Sarah Stanley die noodgedwongen bij haar familie op het eiland Avonlea moet gaan wonen en haar acclimatiseringsproces. De serie was sinds oktober 2012 te zien bij Family7 en al eerder bij de EO.
Another Life
Soapserie over het leven, de liefde en het geloof rond familie Davidson in het fictieve stadje Kingsley, Virginia. De serie dateert van 1981-1984, telde 875 afleveringen en werd uitgezonden door Christian Broadcasting Network van evangelist Pat Robertson.
CrimeDoc
In september 2009 baarde Family7 opzien met de aankondiging van CrimeDoc, een programma waarin onopgeloste misdaadzaken worden belicht en wordt opgeroepen tot gebed voor 'de waarheid' erover. De eerste en enige aflevering van CrimeDoc werd op 31 oktober 2009 uitgezonden en ging in op de Deventer moordzaak.
Tijdschrift
In 2010 startte het tijdschrift 7Actueel, een initiatief van Verburg Services, dat zich speciaal richt op christelijke families en waarin de tv-gids van Family7 werd opgenomen. In maart 2011 werd het tijdschrift volledig overgenomen door de televisiezender en werd het format veranderd. Toen verscheen het onder de naam Family7 TV-Magazine. In 2013 heeft het blad een nieuwe vormgeving gekregen en is het Family7 Magazine gaan heten. Het blad heeft een oplage van 17.000 exemplaren.
Totaal TV-verkiezing
In 2013 werd Family7 tweede in een internetverkiezing georganiseerd door Totaal TV voor beste digitale zender van Nederland. Op 27 oktober 2015 won Family7 deze prijs met bijna 20% van het totaal aantal stemmen. Op 8 november 2016 werd de zender voor het tweede jaar op rij uitgeroepen tot digitale zender van het jaar.
In 2017 kreeg de zender voor de derde maal op rij de titel 'Digitale TV-zender van het jaar.
Externe links
Officiële website
Nederlandse christelijke omroep
Nederlandse televisiezender
Evangelisch christendom
|
Family7 voerde met wisselend succes actie om in de standaardpakketten van aanbieders van kabeltelevisie toegelaten te worden. Sinds 1 februari 2009 werd Family7 doorgegeven via het digitale basispakket van Ziggo. UPC stopte juist in mei 2007 met het doorgeven van Family7 via de kabel, maar sinds 4 september 2012 werd Family7 weer aangeboden door UPC. Per 1 oktober 2013 werd Family7 in het digitale basispakket van UPC geplaatst en per april 2015 in dat van Ziggo, nadat UPC daarin gefuseerd was.
| 1 |
kabeltelevisie, satelliettelevisie, mediadienst
|
5,245 |
DaySpa
|
111829
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europa-Park
|
Europa-Park
|
Europa-Park is sinds 1975 een attractiepark bij Rust in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. Thema is het werelddeel Europa met haar verschillende landen. In 2022 was het na het Disneyland Park in Parijs en na Efteling het best bezochte attractiepark van Europa. Naam en thema van het grootste attractiepark van Duitsland zijn een gevolg van de voorgenomen vestiging aan het meertje 'Europaweiher' die geen doorgang vond.
Het attractiepark is begonnen als 'etalage' om de producten van MACK Rides te tonen en groeide uit tot een resort met zes hotels, een camping en een waterpark. Alle onderdelen zijn met elkaar verbonden door pendelbussen en een monorail. Het attractiepark telt diverse themagebieden die ieder een bepaald Europees land verbeelden. Ook attracties verwijzen naar het desbetreffende land. Qua ontwerp en uitvoering heeft het park zich veelvoudig laten inspireren door het Amerikaanse Disneyland Resort en Walt Disney World Resort. Zowel qua attractie-aanbod als themagebieden zijn er overeenkomsten.
Geschiedenis
Het begin
Europa-Park is eigendom van de Duitse familie Mack. In 1780 richtte Paul Mack in het Duitse Waldkirch een bedrijf op dat houten koetsen bouwde. Honderd jaar later werden de werkzaamheden uitgebreid en ging het bedrijf zich richten op de bouw van wagens die geschikt waren om draaiorgels te vervoeren. Later kwamen daar ook wagens bij die geschikt waren voor kermis- en circusexploitanten.
In 1920 richtte de fabriek zich op het bouwen van kermisattracties. Dit resulteerde erin dat een jaar later de eerste houten achtbaan geproduceerd werd. In de jaren 1970 kwamen Franz Mack en zijn zoon Roland Mack op het idee om een attractiepark op te richten, nadat zij in het buitenland diverse attractieparken hadden bezichtigd, waaronder Disney-parken. Het idee achter het attractiepark was dat het een showroom moest worden, waarin de producten van het bedrijf (MACK Rides) getoond werden. Hiervoor had de familie eerst een locatie nabij Breisach am Rhein op het oog vlakbij het kunstmatige meer Europa-See. De gemeente verleende goedkeuring voor de bouw van een attractiepark. Deelstaat Baden-Württemberg was echter tegen omdat het meer en de omgeving nodig waren om overtollig water uit de rivier de Rijn op te kunnen vangen.
Een volgende mogelijkheid was een terrein van 20 hectare bij de plaats Neuenburg am Rhein direct grenzend aan de snelweg A5. Er moest dan een tunnel onder de snelweg aangelegd worden. Dit zou 1 miljoen DM kosten en dat vond men een te grote investering. De uiteindelijke locatie werd gevonden bij het dorp Rust, het betrof Slot Balthasar met daarbij een sprookjespark. De familie Mack kocht het geheel en nam ook een aantal dieren van het voormalige sprookjespark over.
Op 12 juli 1975 opende Europa-Park met twintig attracties, waaronder een monorail, midgetgolfbaan en rondvaartattracties. Rondom de midgetgolfbaan stonden miniatuurgebouwen opgesteld van diverse bekende gebouwen zoals de Eiffeltoren en het Palace of Westminster. In 1976 opende het park een oldtimerbaan. Twee jaar later openden de attracties: Jungle Rafts en Tiroler Boomstammen en ontving het park 1 miljoen bezoekers. In 1979 opende de boottocht Elfenfahrt en twee jaar later een draaimolen.
Europese landen
Zeven jaar na de opening begon het attractiepark zich te richten op het thema Europese landen. In 1982 opende het themagebied Italië. Het eerste themagebied gebaseerd op het nieuwe thema. Het themagebied opende tezamen met twee darkrides: Geisterschloss en Ciao Bambini. Vanaf dat moment maakte het attractiepark duidelijk gebruik van de ervaringen en inspiratie die de familie Mack in Amerikaanse attractieparken had opgedaan. Een deel van de attracties die gebouwd werden in de jaren 80, waren duidelijk geïnspireerd op attracties in het Disneyland Resort en Walt Disney World Resort. Zo is het Geisterschloss gebaseerd op The Haunted Mansion en Ciao Bambini op it's a small world. Opvallend is daarbij dat het Walt Disney World Resort in 1982 het attractiepark Epcot opende. Een attractiepark dat grotendeels ook als thema landen heeft.
In 1983 opende de 76 meter hoge Euro-Tower. Deze uitkijktoren opende voor het eerst op de Münchenstein Grün 80, op de Kassel Bundesgartenschau 1981 (de Duitse Floriade) en op de Floriade 1982. Een jaar later in 1984 opende het themagebied Nederland. Tezamen met het Nederlandse themagebied opende Europa-Park Alpenexpress "Enzian", de allereerste achtbaan van het attractiepark. Een jaar later in 1985 opende in het Nederlandse themagebied de theekopjesattractie in Delfts blauwe kleurstelling. Ook opende datzelfde jaar de Schweizer Bobbahn. Echter nog zonder het themagebied Zwitserland. In 1987 opende het attractiepark Piraten in Batavia, de derde darkride in het attractiepark, die duidelijk geïnspireerd was op de Disney-attractie Pirates of the Caribbean.
In 1988 opende het themagebied Engeland, waarna een jaar later de spin 'n puke Jungfrau-Gletscherflieger opende. In 1990 werd overdekte achtbaan Eurosat voor het publiek geopend tezamen met het themagebied Frankrijk, waarin de attractie zich bevond. Eurosat was een blikvanger in het park vanwege de grote zilveren bol, waarin de attractie zich bevond. Ook deze attractie is gebaseerd op diverse Disney-attracties. De uitkijktoren Euro-Tower werd na de opening van het themagebied Frankrijk toegevoegd aan dit land. In datzelfde jaar ontving Europa-Park de Applause Award en versloeg daarmee de attractieparken Efteling en Busch Gardens Williamsburg in de finaleronde. Ook werden de themagebieden Wickieland en Lila Chocoland geopend. Wickieland bestaat inmiddels niet meer en Lila Chocoland herbergt anno 2020 het restaurant FoodLoop en een theater in het themagebied Luxemburg.
In 1991 ontving het attractiepark 2 miljoen bezoekers. Ook opende de rapid river Fjord Rafting, het eerste gedeelte van het themagebied Scandinavië dat een jaar later geopend werd. Nog eens een jaar later, in 1993, werd het schommelschip Vindjammer aan Scandinavië toegevoegd. Het themagebied Zwitserland opende datzelfde jaar. In 1994 werd Spanje aan Europa-Park toegevoegd en opende in Frankrijk de darkride Universum der Energie, gebaseerd op een Disney-attractie. De monorail EP-express opende in 1995 met een aantal stations en diende als transportsysteem door het gehele park. Daarbij opende Europa-Park het eerste hotel. Het hotel El Andaluz met als thema Portugal was in een jaar tijd voor 87% volgeboekt. In 1996 opende het themagebied Duitsland.
Twee jaar later in 1998 werd Rusland aan het park toegevoegd tezamen met de darkride Schlittenfahrt Schneeflöckchen. De in 1997 geopende achtbaan Euro-Mir geopend werd ook aan Rusland toegevoegd. Een jaar later opende het attractiepark een kampeer- en caravanterrein waar bezoekers konden overnachten. In 1999 werd Zwitserland uitgebreid met de achtbaan Matterhorn-Blitz en werd er begonnen met de bouw van een tweede hotel, het in Middeleeuwse stijl gebouwde hotel Castillo Alcazar. Grenzend aan Zwitserland opende in 2000 het themagebied Griekenland tezamen met twee attractie: Fluch der Kassandra en Poseidon. Ook werd in 2000 een bezoekersrecord van 3 miljoen verbroken. Het jaar daarop begon het park met een winteropenstelling. Voorheen was Europa-Park alleen van april t/m oktober geopend. 180.000 bezoekers bezochten de winteropenstelling van het park.
In 2002 wordt de achtbaan Silver Star aan het themagebied Frankrijk toegevoegd. Tien jaar lang was de attractie de hoogste achtbaan van Europa. Een jaar later werd het kampeerterrein uitgebreid met een tipi-dorp. In 2004 opende het derde themahotel van het park. Het hotel Colosseo in Italiaanse stijl. In 2005 kreeg Portugal een plek in het park met als blikvanger Atlantica SuperSplash. In 2007 opende het hotel Santa Isabel in Portugese stijl. Ook kreeg themagebied Griekenland de interactieve darkride Abenteuer Atlantis. De attractie werd ontworpen door Michel den Dulk, een oud-medewerker van de Efteling. Dezelfde Den Dulk ontwierp het themagebied IJsland dat in 2009 tezamen met de achtbaan Blue Fire Megacoaster opende. Een jaar later opende in IJsland Whale Adventures – Splash Tours. In 2010 werd de attractie Ciao Bambini omgebouwd en hernoemd tot Piccolo Mondo en werd het kampeerterrein uitgebreid met bebouwing in de stijl van het Wilde Westen. In datzelfde themagebied, Italië, opende in 2011 de hangende monorail Volo Da Vinci.
In 2012 opende Europa-Park een vijfde hotel, het hotel Bell Rock. Ook werd de achtbaan Wodan - Timburcoaster aan het themagebied IJsland toegevoegd. Een jaar later won Europa-Park een Thea Award. In 2014 opende het vrijwel overdekte themagebied Koninkrijk van de Minimoys. Het park week hierbij af van het landenthema. Blikvanger in het themagebied was de attractie Arthur. Een jaar later werd de attractie Whale Adventures – Splash Tours hernoemd naar Whale Adventures – Northern Lights. In 2016 verwelkomt Europa-Park het themagebied Ierland inclusief de achtbaan Ba-a-a Express.
Groei naar resort
In 2016 werd het hotel Gästehaus Circus Rolando naast de hoofdentree afgebroken om ruimte te maken voor de panoramavliegsimulator Voletarium. Ook werd in 2016 de eerste paal geslagen voor de bouw van het hotel Krønåsar en waterpark Rulantica. Deze bevonden zich op een nieuw terrein buiten het park tussen het dorp Rust en de snelweg A5. In juni 2017 werd Voletarium geopend en was daarmee de eerste attractie in Europa-Park die een aparte wachtrij had voor bezitters van de gratis snelpas. Ook werden dit jaar de attractie Eurosat en Universum der Energie omgebouwd naar een nieuw thema.
Op 26 mei 2018 werd de darkride Piraten in Batavia getroffen door een brand. Sindsdien was de attractie gesloten. Ook een deel van het themagebied Scandinavië werd verwoest, waardoor Fjord Rafting tijdelijk gesloten moest worden. Hetzelfde jaar maakte het park bekend dat de darkride en het themagebied heropgebouwd zullen worden. Op 9 juni, twee weken na de brand, heropende de attractie Fjord Rafting. Verder werd in 2018 na een maandenlange verbouwing op 17 augustus de darkride Madame Freudenreich Curiosités (vervanger van Universum der Energie) geopend, waarna op 12 september Eurosat - CanCan Coaster volgde. Eind 2018 maakt het attractiepark plannen bekend voor de aanleg van een kabelbaan tussen het attractiepark en Frankrijk. Bij de presentatie van de plannen was de President van Frankrijk aanwezig. Dit stuitte op veel verzet bij milieu- en natuurorganisaties, waardoor het plan in de ijskast terechtkwam.
In mei van 2019 werd het hotel geopend. Kort hierop op 23 juli werd, na dertien maanden van werkzaamheden, het themagebied Scandinavië weer heropend sinds de brand in 2018. In oktober werd in het kader van de bouw van het waterpark Rulantica de darkride Snorri Touren in themagebied Scandinavië geopend. De attractie verteld het achterliggende verhaal van het waterpark. Op 28 november werd het waterpark Rulantica geopend voor bezoekers. Europa-Park sloot het jaar af met 5,7 miljoen bezoekers en werden voor alle hotels bij elkaar voor het eerst meer dan 1 miljoen overnachtingen genoteerd.
Begin maart 2020 gaf Europa-Park aan een nieuw resort in Frankrijk te willen openen. Het resort zou moeten bestaan uit een hotel en recreatieterrein. Op 17 maart besloot het park vanwege de Coronacrisis het waterpark, hotels en attractiepark gesloten te houden. Op 29 mei heropende het park met diverse maatregelen zoals het verplicht reserveren van een tijdslot en een maximum aantal bezoekers. 28 juli heropende de attractie Piraten in Batavia, de zevende darkride van het attractiepark. Hiermee werd Europa-Park het attractiepark met de meest darkrides van Europa tezamen met het Disneyland Park in Parijs.
In 2022 en 2023 kreeg de attractie Dschungel-Floßfahrt een metamorfose. Het kreeg een ander thema en werd onder de naam Josefinas Kaiserliche Zauberreise toegevoegd aan het themagebied Oostenrijk. Op 19 juni 2023 ontstond er brand in een technische ruimte in een gebouwencomplex aan de rand van het Oostenrijkse themagebied. De brand sloeg later ook over naar het Spaanse gebied en de volgende attracties raakten beschadigd: de eerste achtbaan van het park Alpenexpress "Enzian", Tiroler Wildwasserbahn, de walktroughattractie Yomi-Zauberwelt der Diamanten en het Spaanse station van de Panoramabahn. Er werden ook twee souvenirwinkels getroffen.
In 2022 trok het park 5,4 miljoen bezoekers. In 2022 overschreed het resort, inclusief Rulantica, voor het eerst de drempel van 6 miljoen bezoekers.
Attracties
Europa-Park heeft een gevarieerd attractie-aanbod. Het park telt dertien achtbanen en is daarmee het attractiepark met de meeste achtbanen in Duitsland. Het park telt zeven darkrides, waarmee Europa-Park samen met het Disneyland Park in Parijs de meeste darkrides van Europa heeft.
Een aanzienlijk groot deel van de attracties in het park zijn gefabriceerd door huisfabrikant MACK Rides. De decoratie en animatronics zijn bij een aantal attracties overgelaten aan bedrijven zoals Jora Vision, Heimotion en Sally Corporation. Een aantal attracties zijn grotendeels gebaseerd op Disney-attracties.
Themagebieden
Duitsland
In het themagebied Duitsland bevindt zich de hoofdentree van het attractiepark. De hoofdentree bevindt zich onder een monorailstation. Achter de hoofdentree bevindt zich een laan, de Deutscher Allee, met aan beide zijden gebouwen die qua architectuur gebaseerd zijn op de bebouwing in Zuid-Duitsland. Halverwege deze hoofdstraat overspant een poort met een klokkentoren de straat. In de bebouwing bevinden zich horeca en winkels. Vlak naast het monorailstation bevinden zich restanten van de Berlijnse Muur. In een zijstraat van de hoofdstraat bevindt zich de attractie Voletarium, waarvan het exterieur afwijkt van dat van de hoofdstraat. Naast het Zwarte Woud restaurant bevindt zich het carnavalsmuseum. Aan het eind van de hoofdstraat maakt bebouwing plaats voor een parkachtige omgeving. Aan dit park ligt Slot Balthasar en tevens een aantal attracties, waaronder het station van de stoomtrein en een oldtimerbaan.
Italië
Het themagebied Italië heeft de vorm van een rechthoek en kenmerkt zich door een vijver in het midden van het themagebied. In de vijver staan fonteinen en palen met de kleuren rood wit. Dit is een verwijzing naar de kanalen van Venetië. Rondom de vijver staat bebouwing in Italiaanse architectuur, waaronder een 25 meter hoge campanile. Hierin bevinden zich horeca, winkels en de entree naar drie attracties: Geisterschloss, Piccolo Mondo en Volo Da Vinci. Italië is het eerste themagebied in Europa-Park vanaf het moment dat het park met het thema Europese landen ging werken.
Frankrijk
Het themagebied Frankrijk is gebouwd rondom een vijver. Blikvanger is een grote zilveren bol aan het hoofd van de vijver. In deze bol bevindt zich de achtbaan Eurosat - CanCan Coaster. Onder de bol huisvest de darkride Madame Freudenreich Curiosités. Tegnover de bol, aan de andere kant van de vijver, bevindt zich de 75 meter hoge uitkijktoren Euro Tower. Aan weerszijden van de vijver staat diverse bebouwing in Franse architectuur. De gebouwen huisvesten horeca en winkels. Het themagebied heeft een zijstraat waar de decoratie in het teken staat van de filmwereld. In de zijstraat bevinden zich toepasselijk een 4D-bioscoop en studioruimtes waar Europa-Park de mogelijkheid heeft om media te produceren. Achter de zilveren bol bevindt zich de achtbaan Silver Star.
Zwitserland
Het themagebied is gedecoreerd naar een Zwitsers dorp. In de diverse gebouwen bevinden zich horeca, waar onder andere fondue geserveerd wordt en een chocoladewinkel. Een aantal huizen is ingericht als woonhuis waar diverse poppen in klederdracht staan opgesteld. Over, door en langs het themagebied loopt de bobslee-achtbaan Schweizer Bobbahn. Aan de westkant van het dorp bevindt zich de wilde-muis-achtbaan Matterhorn-Blitz en een spin 'n puke-attractie.
Griekenland
Themagebied Griekenland is qua architectuur geïnspireerd op het Griekse eiland Santorini. Aan een meer is een dorp gerealiseerd met witte bepleistering en blauwe daken. In de gebouwen bevinden zich winkels en horeca. Onder het dorp ligt de interactieve darkride Abenteuer Atlantis. De entree ligt op een halfverdiepte ligging met het straatniveau. In een van de gebouwen op straatniveau bevindt zich madhouse Fluch der Kassandra. Op de bovenstende verdieping van het dorp bevindt zich een station van de monorail. Tegenover het witte dorp bevindt zich een theater waar met name schaatsshows georganiseerd worden. Aan het dorp grenst een meer waar men van de terrassen van de diverse horeca uitzicht op heeft. In en rond het meer ligt de waterachtbaan Poseidon. Achter deze achtbaan ligt achtbaan Pegasus.
Rusland
Het themagebied Rusland kent een hoofdstraat met bebouwing in Russische architectuur. Hier bevindt zich tevens het station van de stoomtrein en de darkride Schlittenfahrt Schneeflöckchen. In de overige bebouwing bevinden zich horeca, winkels en een museum waar personen in traditionele Russische kleding aan handwerk doen. Aan het eind van de hoofdstraat staat een groot futuristisch gebouw. In en rondom het gebouw bevindt zich de draaiende achtbaan Euro-Mir. Voor de entree van Euro-Mir staat een Russisch ruimtestation. Deze is ingericht als museum en te bezoeken.
Luxemburg
Het themagebied Luxemburg kent geen attracties en bestaat uit een plein een een gebouw in de vorm van een puntige circustent. Hierin bevinden zich een monorailstation en horeca. In een van de restaurants bevindt zich een miniatuurachtbaan, waarin voedsel op speciaal daarvoor bestemde 'voertuigen' over het traject rijden.
Nederland
Het Nederlandse themagebied is gedecoreerd naar de architectuur van de Zaanse Schans. Er bevindt zich in het themagebied een plein met aangrenzend horeca zoals een Indisch restaurant en poffertjeskraam en de entree van de darkride Piraten in Batavia. Te midden van het plein staat een theekopjesattracties geschilderd in Delfts blauwe kleuren. Verder zijn er nog een red baron-attractie en koggemolen te vinden.
Scandinavië
Het themagebied Scandinavië bestaat uit een een hoofdstraat waar zich diverse horeca bevinden en de entree naar de darkride Snorri Touren. Buiten deze hoofdstraat staat op een eiland een replica van een Noorse staafkerk. Hier bevinden zich herinneringen aan de inmiddels overleden grondleggers van het attractiepark. Ook kan de kerk gebruikt worden voor evenementen zoals huwelijken. Verder bevinden zich in het themagebied een schommelschip en het wildwaterbaan Fjord Rafting.
IJsland
Grenzend aan het themagebied Scandinavië grenst het themagebied IJsland. IJsland heeft twee blikvangers: de houten achtbaan Wodan - Timburcoaster en lanceerachtbaan Blue Fire Megacoaster. In het gebied is een straat aangelegd met daarin grenzend houten bebouwing zoals in IJsland te vinden is. Hierin bevinden zich horeca, winkels en een monorailstation. In het midden van het themagebied ligt de attractie Whale Adventures – Northern Lights, een splash battle die opvalt door zijn vuurtoren en rotsformaties.
Portugal
Portugal bestaat als themagebied uit een kunstmatig aangelegd meer. In dit meer ligt een een replica van het schip de Santa Maria uit 1482. In het meer ligt de waterachtbaan Atlantica SuperSplash. Aan de rand van het meer bevindt zich een waterkanon waarmee tegen betaling bezoekers van de attractie nat gespoten kunnen worden.
Spanje
Het themagebied Spanje ligt in een halfronde vorm grenzend aan het hotelresort van het park. Tevens grenst de entree voor hotelgasten aan dit themagebied. Ook herbergt Spanje een arena voor optredens, een station voor de stoomtrein, station voor de monorail en diverse horeca en winkels. Qua attractie-aanbod zijn er een koggemolen en rupsbaan die beide overdekt zijn. Alle bebouwing in het themagebied is gedecoreerd naar de Spaanse architectuur.
Oostenrijk
Het themagebied Oostenrijk bestaat deels uit een overdekt gedeelte dat gedecoreerd is als grottenstelsel. Hierin bevinden zich delen van de achtbaan Alpenexpress "Enzian", boomstamattractie Tiroler Boomstammen en een walkthrough-attractie door de grot, waarbij de achtbaan en boomstamattractie gekruist worden. In het buitengebied bevinden zich een zweefmolen (vormgegeven als paddenstoel), biergarten en het restaurant Seehaus dat uitzicht biedt op een meer.
Avonturenland
Avonturenland was als themagebied een uitzondering op het Europese landenthema. Het stond geheel in het teken van Afrika. Het themagebied ligt rondom een meer en telde twee attracties: een boottocht op het meer en een tow boat ride genaamd 'Dschungelfloßfahrt', waarbij bezoekers door Afrika voeren. Na klachten over racisme is de Dschungelfloßfahrt in 2022 vervangen door een boottocht genaamd 'Josefinas kaiserliche Zauberreise'. Het was het einde van Avonturenland; het meer behoorde daarna tot het Oostenrijkse themagebied.
Sprookjesbos
Aan de oostrand van het attractiepark bevindt zich een sprookjesbos. Er staat diverse bebouwing in romantische stijl die bekende sprookjes uitbeelden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van speciale effecten, muziek en animatronics.
Koninkrijk van de Minimoys
Dit themagebied breekt net als Adventureland met de traditie van het Europese landenthema. Vrijwel het gehele themagebied is overdekt en staat in het teken van de film Arthur en de Minimoys. Blikvanger is de attractie Arthur, een gemotoriseerde achtbaan met darkridegdeelten. Verder zijn er in het themagebied horeca, winkels en elke kinderattracties te vinden.
Engeland
In dit themagebied wordt Engeland, als onderdeel van het Verenigd Koninkrijk, uitgebeeld. De bebouwing is in Engelse stijl en de attracties verwijzen naar Engeland. Zo staat er een demolition derby met als voertuigen Londense taxi's en een vliegende tapijt in de vorm van een rode Londense bus. Ook is er een laan met daarin kermis- en gokspellen, een verwijzing naar de Engelse badplaatsen waar dit op grote schaal aanwezig is. Ook is er een interactieve walkthrough-attractie, waarbij bezoekers een voor een door een gang moeten lopen, waarbij ze laserstralen moeten ontwijken. Op de achtergrond is muziek uit James Bondfilms te horen. Op het gebied van horeca is er een Engelse pub nagebouwd in het themagebied.
Ierland
Ierland is voornamelijk gericht op kinderen en bestaat dus voornamelijk uit kinderattracties zoals een kinderachtbaan, oldtimerbaan en speeltuin. In het themagebied staat een gebouw gedecoreerd als kasteel, een verwijzing naar de mythe rondom de Fairies en hun kasteel. Ook zijn er verwijzingen in het themagebied naar de Leprechauns te vinden.
Liechtenstein
Een klein plein tussen de Zwitserse bobslee-achtbaan en het Engelse themagebied werd omgevormd tot themagebied Liechtenstein. De ballonvaart die eerder in het Griekse gebied aanwezig was wordt hier gepresenteerd onder de naam Liechtensteinse ballonvaart.
Accommodatie
Europa-Park telt zeven locaties waar overnacht kan worden, waarvan zes hotels en een camping.
Hotel El Andaluz
Het hotel El Andaluz opende in 1995 tezamen met een aangrenzend station van de monorail. Het hotel is gebouwd in de stijl van Andalusië. Het hotel is drie verdiepingen hoog en heeft diverse soorten kamers, waaronder familiekamers en suites. Qua voorzieningen heeft het hotel een restaurant, bar, wellnesscentrum, souvenirshop en zwembad. Voor de entree van het hotel bevindt zich een overkapping waar personenauto's hun bagage kunnen in- en uitladen. Voor de overkapping staat een kunstwerk bestaand uit een aantal figuren, gemaakt van metaal, die met hun rug naar elkaar op een sokkel staan.
Hotel Castillo Alcazar
Hotel Castillo Alcazar is gebouwd als een middeleeuws kasteel in Spaanse stijl. Het hotel werd in 1999 geopend als tweede hotel van Europa-Park. Het hotel grenst aan hotel El Andaluz en is door middel van een gangenstelsel met elkaar verbonden. In deze gangen bevinden zich diverse harnassen en ander beeldhouwwerk. Ook is een fotomuur waarop tientallen foto's van de familie Mack hangen tezamen met bekende personen zoals acteurs, politici en zangers. Het hotel heeft een rechthoekige vorm en valt op, omdat het boven alle ander gebouwen uitsteekt. Boven in het hotel bevindt zich een bar met panorama-uitzicht. De bebouwing van de bar steekt enkele meters voor het gebouw uit. Het hotel deelt dezelfde entree en receptie als hotel El Andaluz. Ook herbergt er in het hotel een bar, restaurant en zwembad.
Hotel Colosseo
In 2004 opende het hotel Colosseo met als thema Italië. Het hotel is in een halve cirkel gebouwd. In de cirkel bevindt zich een rond plein dat gebaseerd is op een Italiaanse piazza. Aan het plein grenst een deel van een nagebouwd Romeins theater. Deze is te beklimmen en fungeert als uitzichtpunt. In de bebouwing van het theater bevinden zich enkele suites, een wellnesscentrum en saunacomplex. Verder herbergt het hotel diverse bars, restaurants en een zwembad.
Hotel Santa Isabel
Hotel Santa Isabel is gebouwd in de stijl van een Portugees klooster. Het hotel opende in 2007 en valt op door de ronde toren bij de entree en de witte bepleistering op het gehele gebouw. In de lobby van het hotel bevinden zich diverse verwijzingen naar het thema. Zo zijn er diverse poppen van monniken te vinden. Het hotel is door middel van een gangenstelsel verbonden met hotel Castillo Alcazar. Qua faciliteiten bevinden zich in het hotel onder andere een restaurant, bar en zwembad.
Hotel Bell Rock
Het in 2012 geopende hotel Bell Rock heeft als thema New Engeland met maritieme invloeden. Blikvanger van het hotel is een 35 meter hoge vuurtoren met rode en witte strepen die geïnspireerd is op een vuurtoren in Schotland. In deze vuurtoren bevinden zich diverse suites. Het hotel ligt ten zuiden van hotel Colosseo. Tussen beiden hotels ligt een rivier. Qua faciliteiten beschikt het hotel over een welnesscentrum, bars, restaurants en zwembad. Aan de achterzijde kenmerkt het middelste gebouw zich door de neoclassicistische architectuur. Het gebouw is wit bepleisterd en heeft diverse pilaren.
Hotel Krønåsar
Het hotel Krønåsar bevindt zich naast het waterpark Rulantica. Het hotel heeft diverse thema's zoals Scandinavië en een natuurhistorisch museum. Qua architectuur zijn er diverse stromingen in het complex terug te vinden zoals neogotiek en neorenaissance. Ook is de hoofdentree gebaseerd op bestaande bebouwing naar de hand van de Nederlandse architect Pierre Cuypers zoals het Rijksmuseum Amsterdam en station Amsterdam Centraal. Het hotel is met 5800 bedden en 550 arbeidsplaatsen een van de grootste hotelresorts van Duitsland. Voor de deur van het hotel is een parkeerterrein waar plaats is voor 720 voertuigen. In de lobby hangt een skelet van een zeedier. Qua faciliteiten heeft het hotel diverse bars, restaurants, een zwembad en saunacomplexen. Ook is er een gratis pendelbus voor hotelgasten vanwege de afstand tussen het hotel en het attractiepark.
Kampeerterrein
In 1998 opende men ten noordwesten van het attractiepark een kampeer- en caravanterrein waar bezoekers kunnen overnachten. In de jaren die daarop werd het kampeerterrein uitgebreid, ook kwam er een 'tipidorp'. Deze tipi's kunnen gehuurd worden. Het gebied kreeg het Wilde Westen als thema. Er kwamen saloons, huifkarren en blokhutten in de stijl van die periode. Het terrein ligt aan een vijver.
Inspiratie
In de beginjaren van Europa-Park heeft het park zich veel laten inspireren door attracties in het Walt Disney World Resort en Disneyland Resort. De familie Mack, eigenaar van het park, had destijds geregeld Disney-parken bezocht. Wat overigens meer West-Europese attractieparken deden, aangezien Disney-parken vaker al vooruit liepen op het gebied van "attractietechnieken". In een interview in 2020 gaf het park toe in het verleden zich hieraan schuldig gemaakt te hebben. Voorbeelden van zulke attracties zijn:
Piraten in Batavia is gebaseerd op Pirates of the Caribbean.
Geisterschloss is gebaseerd op Haunted Mansion.
Het exterieur van Eurosat komt volledig overeen met de Spaceship Earth in Epcot. Het interieur daarentegen is gebaseerd op de Magic Kingdom-versie van Space Mountain.
Universum der Energie toonde qua naam en thema overeenkomst met Universe of Energy in Epcot.
African Queen I en II is gebaseerd op Jungle Cruise.
Silverstone Race Track is gebaseerd op Autopia.
Karneval was Venedig is gebaseerd op Walt Disney's Enchanted Tiki Room.
Voletarium is gebaseerd op Soarin'.
Ciao Bambini was geïnspireerd op It's a small world.
De hoofdstraat in het themagebied Duitsland is geïnspireerd op Main Street U.S.A. De entree heeft veel weg van de entree van het Magic Kingdom.
Omgekeerd zijn er ook attractieparken en ontwerpers die inspiratie uit Europa-Park gehaald hebben. Zo is de watershow Katara - Fountain of Magic in Attractiepark Toverland geïnspireerd op een fontein in het hotelresort van Europa-Park. Ook had dit park van 2015 t/m 2019 een chocoladewinkel met producten van Milka. Dit had Europa-Park in het themagebied Zwitserland ook tot en met 2017.
Bezoekersaantallen
Infrastructuur
Europa-Park ligt nabij de Bundesautobahn 5. Vanaf afslag 57B van die autosnelweg bevindt zich de K5349, een weg met 2×1 rijstroken met in het midden een wisselstrook. 's Ochtends opent de wisselstrook in de richting van het attractiepark en 's middags opent de wisselstrook in oostelijke richting. De weg heeft diverse ongelijkvloerse aansluitingen naar Rulantica en het hotelresort. De straatnamen rondom het attractiepark verwijzen naar het attractiepark en de grondleggers zoals Europa-Park-Straße en de Roland-Mack-Ring. De K5349 is geopend op 22 maart 2002. Voor deze tijd moesten bezoekers via de toenmalige afslag 57 naar het park rijden. Dit leidde tot vertragingen en ergernissen in het noordelijker gelegen dorp Grafenhausen.
Het dichtstbijzijnde treinstation bevindt zich in het oostelijk gelegen dorp Ringsheim. Tussen het treinstation en het attractiepark rijden pendelbussen.
Europa-Park bezit ook een zeppelin. Deze heeft een commerciële en recreatieve functie. Ook heeft luchtvaartmaatschappij Eurowings een vliegtuig waarvan de buitenkant volledig geverfd is met het logo en de mascottes van het park.
Externe link
Officiële website
|
Hotel El Andaluz
Het hotel El Andaluz opende in 1995 tezamen met een aangrenzend station van de monorail. Het hotel is gebouwd in de stijl van Andalusië. Het hotel is drie verdiepingen hoog en heeft diverse soorten kamers, waaronder familiekamers en suites. Qua voorzieningen heeft het hotel een restaurant, bar, wellnesscentrum, souvenirshop en zwembad. Voor de entree van het hotel bevindt zich een overkapping waar personenauto's hun bagage kunnen in- en uitladen. Voor de overkapping staat een kunstwerk bestaand uit een aantal figuren, gemaakt van metaal, die met hun rug naar elkaar op een sokkel staan.
| 1 |
dagspa, wellnesscentrum, schoonheidsbehandelingen
|
12,295 |
Reservation
|
5069048
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spirit%20Airlines
|
Spirit Airlines
|
Spirit Airlines, Inc., kortweg Spirit Airlines is een Amerikaanse ultralagekostenluchtvaartmaatschappij (ook wel met de algemene term prijsvechters aangeduid), met het hoofdkantoor in Miramar (Florida). In de (populaire) media en in het spraakgebruik wordt de naam van de maatschappij vaak nog wel verder verkort tot "Spirit Air" of zelfs alleen "Spirit", dat ook als enige woord uit de volledige naam op hun nieuwe logo prijkt. De maatschappij heeft hubs op de vliegvelden Atlantic City (New Jersey), Chicago O'Hare (Illinois), Dallas/Fort Worth (Texas), Detroit (Michigan), Fort Lauderdale (Florida) en Las Vegas (Nevada). Het bedrijf is beursgenoteerd aan de New York Stock Exchange (NYSE) onder de ticker symbol "SAVE", en was in 2018 de op zes na grootste commerciële vliegmaatschappij in de Verenigde Staten. Spirit Airlines vliegt op circa 70 bestemmingen in de Verenigde Staten, het Caribisch gebied, Mexico, Latijns-Amerika en Zuid-Amerika. Het vliegt daarmee op meer landen dan continentale vliegmaatschappijen in de VS, maar vliegt sinds 2018 niet op internationale bestemmingen als Canada, Groenland, Eurazië, Afrika of Oceanië (Australazië).
Geschiedenis
Beginjaren (1964–2007)
Het bedrijf was oorspronkelijk in 1964 opgericht als "Clippert Trucker Company", en veranderde in 1974 de naam naar "Ground Air Transfer, Inc.", tot dan toe nog steeds een vervoerder over de weg. In 1983 ging het bedrijf op initiatief van Ned Homfeld verder onder de naam "Charter One" als een pakketvervoersdienst per luchtvaart. Deze charterservice opereerde vanuit Detroit, en fungeerde als bezorgdienst van pakketten naar amusementbestemmingen als Atlantic City, Las Vegas (Nevada) en de Bahama's. In 1990 werd de eerste passagierslijndienst van Boston (Massachusetts) en Providence (Rhode Island) naar Atlantic City in gebruik genomen. Op 29 mei 1992 werd het eerste straalvliegtuig aan de vloot toegevoegd en werd het bedrijf verdoopt tot "Spirit Airlines". Vanaf dat moment, tussen 1992 en 1999, werden gaandeweg meer en meer lijndiensten van en naar andere bestemmingen in gebruik genomen, zoal Detroit, Boston, Orlando, Fort Lauderdale, St. Petersburg (Florida), Fort Myers (Florida), Philadelphia, Myrtle Beach (South Carolina), Los Angeles en New York.
Het hoofdkantoor van Spirit Airlines was oorspronkelijk gevestigd in Eastpointe, Michigan (voorheen "Oost-Detroit") in de metropoolregio Detroit. In november 1999 werd het hoofdkantoor – nadat eerst Atlantic City en Detroit waren overwogen – verhuisd naar Miramar, in de metropoolregio Miami van de staat Florida.
In 2001 breidde Spirit Airlines de lijnvluchten uit met bestemming San Juan – tezamen met een gelijktijdige, volledig Spaanstalige ticketboekingsservice en klantenservice met bijbehorende website – en werden in 2003 de vluchten naar Ronald Reagan Washington National Airport – die na de aanslagen van 11 september waren gestaakt – hervat. In de jaren erop tot en met 2007 werden de lijnvluchten verder uitgebreid met bestemmingen naar het Kaaimaneiland Grand Cayman, San Francisco, Costa Rica, Haïti, de Nederlandse Antillen en Venezuela.
Tot dan toe was de vloot ondertussen uitgebreid met en toestellen van vliegtuigbouwer McDonnell Douglas, maar in 2006 had Spirit Airlines een optie op de aankoop van een dertigtal Airbus A320-200 toestellen genomen om de uitbreiding het hoofd te kunnen bieden. De levering van deze toestellen begon in 2010 en in 2018 zou de vloot geheel uit toestellen van het Europese Airbus bestaan.
Recente geschiedenis (2007–heden)
In 2007 begon Spirit Airlines met het omvormen naar een 'ultra low cost carrier' (ultralagekostenluchtvaartmaatschappij, een ultieme prijsvechter), waarbij de vliegtickets extreem goedkoop geprijsd werden aangeboden, met nog lagere ticketprijzen dan die van (andere) lagekostenluchtvaartmaatschappijen ('low cost carriers'). De keerzijde (of de compensatie van de lagere inkomsten uit de ticketverkoop) was een verdienmodel waarbij voor vele tot vrijwel alle aanvullende diensten en voorzieningen – die bij de conventionele maatschappijen toentertijd bij de ticketprijs inbegrepen waren – extra toeslagen betaald diende te worden. Voorbeelden van diensten, handelingen of andere zaken waar een toeslag voor betaald moest worden zijn: afgifte van een papieren boarding pass en afhandeling (in plaats van online inchecken), voorkeur voor zitplaatsen, fors hogere toeslagen op overgewicht van ingecheckte bagage én op overgewicht of bovenmatige afmetingen van handbagage, toeslagen voor omboeken of aanpassen van het vliegticket en meer. In 2011 was Spirit Airlines de eerste Amerikaanse vliegmaatschappij waar een toeslag voor alle handbagage betaald diende te worden, later gevolgd door enkele andere maatschappijen. In 2008 begon Spirit met het aanbieden van advertentieruimte aan andere bedrijven voor reclame aan de flanken van hun toestellen, op de opbergcompartimenten (zoals die voor handbagage boven de zitplaatsen), op de klaptafeltjes, stoelhoezen en de scheidingswanden in de passagiersruimte.
In 2010 werd de businessclassservice "Spirit Plus" afgeschaft en omgedoopt tot "Big Front Seat". Eveneens tegen een toeslag kon men tickets deze ruimere zitplaatsen boeken of er op het vliegveld zelf bij het inchecken naar opwaarderen. In hetzelfde jaar was ook de uitlevering van de in 2006 bestelde Airbustoestellen begonnen.
In september 2012 werden vluchten naar Ronald Reagan Washington National Airport (voor de bestemming Washington D.C. en omgeving) verlegd naar het verder van de hoofdstad gelegen Baltimore/Washington International Thurgood Marshall Airport (BWI Airport), een van de hubs van Spirit Airlines. De twee vliegvelden liggen ongeveer 60 kilometer (37 mijl) van elkaar af. De afstand van de luchthaven Baltimore/Washington International naar Washington D.C. is ongeveer 50 kilometer (31 mijl), waarvoor een Amtraktreindienst en een BWI-shuttleservice per bus tussen beide locaties beschikbaar is.
In januari 2016 legde de toenmalige CEO Ben Baldanza zijn functie neer, en werd opgevolgd door Robert L. Fornaro, voormalige CEO van Tran Air. Daardoor ontstonden geruchten dat Spirit Airlines mogelijk zou fuseren met Frontier Airlines, waardoor dan de grootste ultralagekostenluchtvaartmaatschappij van Noord- en Zuid-Amerika zou ontstaan. Fornaro spande zich in om het bedrijf te veranderen. Hij voerde veranderingen door om zowel de werkomstandigheden als de ervaringen van de reizigers te verbeteren, en ging een samenwerking aan met "the Disney Institute" om nieuwe servicestandaarden door te voeren alsmede een ander intern beleid teneinde een meer uitnodigende werkomgeving te realiseren.
In november van 2017 behaalde Spirit Airlines de tweede plaats gemeten naar het aantal vluchten dat op tijd vertrok en aankwam (on time performance), achter Delta Airlines die de met relatief de beste "on time performance" op de eerste plaats stond. Desalniettemin was het een hele verbetering ten opzichte van 2015, toen zij nog op de dertiende plaats stonden met (slechts) 68,7% van de vluchten op tijd. In februari van 2018 stond Spirit Arlines als enige Amerikaanse vliegmaatschappij in de lijst van de "tien veiligste vliegmaatschappijen ter wereld" ("Top 10 safest airlines in the world").
In januari 2018 kreeg Spirit Airlines van Skytrax drie sterren toegekend, één meer dan het jaar ervoor. De maatschappij behaalde echter slechts de achtse plaats in de categorie "Beste lagekostenluchtvaartmaatschappij in Noord-Amerika" ("Best Low-Cost Arlines in North America").
In mei 2018 kondigde Spirit Airlines aan dat zij als eerst ultralagekostenluchtvaartmaatschappij hun toestellen zullen voorzien van highspeed-Wi-Fi service, waar in het najaar van 2018 een start mee gemaakt zou gaan worden. Daarbij werd de verwachting uitgesproken dat de hele vloot medio zomer 2019 voorzien zou zijn van Wi-Fi-internet.
Incidenten, controverses en rechtszaken
In 2000 werd Spirit Airlines door de Federal Aviation Administration (FAA) een boete opgelegd van 67.000 dollar wegens het schenden van federale regelgeving inzake zitplaatsaanduidingen en markeringen: er waren verschillen aangetroffen in markeringen en (plaats)aanduidingen van noodvoorzieningen, passagierszitplaatsen, opslagruimtes en deuren op acht en toestellen.
In mei 2009, nadat er al meer dan vier jaar vruchteloos onderhandeld was tussen Spirit Airlines en de vakbond Air Line Pilots Association (ALPA) over beleidsregels, salaris en emolumenten, stemden 98% van de piloten in met een staking. Zij waren op dat moment veel van de slechtst betaalde Airbuspiloten in de Verenigde Staten. Op 2010 begon de vakbondsstaking en moest Spirit Airlines dientengevolge al haar toestellen aan de grond houden, met duizenden gestrande passagiers tot gevolg. Na een akkoord – dat er in voorzag dat de compensatie en emolumenten van Spirit's piloten gelijkgetrokken werden met die van vergelijkbare Airbuspiloten in de VS – dat na hernieuwde onderhandelingen in de late avond van 16 juni werd bereikt, en op door 75% van de piloten werd geratificeerd, werden de vluchten van Spirit Airlines hervat op 2009.
In 2011 werd Spirit Airlines door de US Department of Transportation (USDOT) een boete van 50.000 dollar opgelegd wegens misleidende advertentiepraktijken.
In januari 2012 werd Spirit Airlines door de US Department of Transportation een boete van 100.000 dollar opgelegd wegens het onbehoorlijk afhandelen van klachten over hoe passagiers met een handicap of een beperking werden behandeld door de maatschappij.
In april 2012 verklaarde Spirit Airlines bij monde van Spirit Airlines' woordvoerster Misty Pinson om de kosten van een non-refundable vliegticket à 197 dollar, dat de terminaal zieke veteraan Jerry Meekins had gekocht, niet terug te willen betalen. De 76-jarige Vietnamveteraan verzocht de kosten van het ticket terugbetaald te krijgen nadat hij van zijn arts te horen had gekregen dat de slokdarmkanker waaraan hij leed in een terminaal stadium was, en hij niet mocht vliegen. De beslissing om de kosten van het – voor Meekins nu onbruikbare – ticket niet terug te betalen leidde tot grote verontwaardiging onder veteranen en de Amerikaanse bevolking, en sommigen dreigden met een boycot van Spirit Airlines totdat de kosten van het ticket aan Meekins werden terugbetaald en hem excuses werden aangeboden. Op 4 mei 2012 bood CEO Ben Baldanza verontschuldigingen aan voor de gang van zaken, en betaalde Meekins de kosten van het ticket persoonlijk terug. Daarnaast doneerde de maatschappij een bedrag van 5000 dollar aan het Wounded Warrior Project (WWP) op naam van Meekins.
Op 1 juli 2013 kwam een (straal)vliegtuig van Spirit Airlines op minder dan 2 mijl (circa 3,6 kilometer) afstand in de buurt van een vliegtuig met parachutisten (skydiving aircraft). Desondanks oordeelde de FAA dat hiermee geen regels of voorschriften waren overtreden.
Spirit Airlines is meermalen verwikkeld geweest in controversiële juridische zaken, en heeft ook te maken gehad met boetes of andere sancties opgelegd door de US Department of Transportation. De meeste claims en beschuldigingen hadden betrekking op misleidende reclame, de klantenservice en het beleid van de maatschappij om bij de aanschaf van het ticket ook nog verscheidene toeslagen in rekening te brengen. In zowel 2013 als in 2015 ontving de US Department of Transportation meer klachten en meldingen over Spirit Airlines dan over enige andere luchtvaartmaatschappij.
In februari 2018 raakte Spirit Airlines wereldwijd in opspraak toen Belen Aldecosea (destijds een 21-jarige studente in Baltimore (Maryland)), wegens een medisch spoedgeval in de familie terug naar huis in Zuid-Florida wilde vliegen met Spirit Airlines. Ondanks dat de maatschappij van tevoren tot tweemaal toe telefonisch zou hebben bevestigd dat ze haar emotional support animal, een dwerghamster met de naam Pebbles, aan boord mee mocht in de cabine, en zelf met het kooitje ingecheckt zou zijn aan de incheckbalie, weigerde het personeel bij de beveiligingspassage vóór de gate alsnog om het diertje door te laten en mee aan boord te laten nemen. Aldecosea verklaarde tegenover de Baltimore Tribune en andere media dat als ze mee wilde met de vlucht, ze zich van de hamster diende te ontdoen door deze ofwel buiten vrij te laten, ofwel in een toilet van de luchthaven door te spoelen. Aldecosea meende dat het diertje buiten een onaangename, wisse dood zou sterven, en dat zij zich daarom door het personeel van Spirit Airlines – door het verstrekken van onjuiste informatie – gedwongen voelde om de hamster door het toilet te spoelen, omdat zij dat een humanere manier achtte. In een reactie verklaarde Spirit Airlines dat ze inderdaad eerder telefonisch hadden toegezegd dat de hamster mee mocht op de vlucht, en in tegenstelling tot die toezegging toch geweigerd hadden het beestje mee aan boord te nemen – omdat in recent gewijzigde voorwaarden onder meer knaagdieren niet meer werden toegelaten wegens gezondheidsrisico's –, maar ontkenden ten stelligste dat het luchthavenpersoneel tegen Aldecosea zou hebben gezegd dat ze de hamster door het toilet van de luchthaven moest spoelen. Met uitzondering van waar verklaringen van Aldecosea en Spirit Airlines overeenkomen, is tot op heden (medio 2018) geen volledige duidelijkheid over wat er daadwerkelijk wel en niet gezegd en gebeurd is waar de verklaringen van elkaar verschillen.
Spirit Airlines-vloot
Hieronder volgt een overzicht van de courante vloot (in 2018) van Spirit Airlines, alsook de toestellen die voormalig bij de maatschappij in bedrijf zijn geweest, en thans zijn uitgefaseerd. De vloot is nog steeds groeiende, doordat er nog steeds meer nieuwe Airbus toestellen besteld zijn en uitgeleverd worden (dan er op dezelfde termijn gepland zijn om buiten dienst gesteld te worden).
Huidige vloot
Sinds maart 2018 bestaat de Spirit Airlines vloot volledig en uitsluitend uit toestellen uit de Airbus 320-familie.
Voormalige vloot
De volgende toestellen (alle van McDonnel Douglas) hebben dienst gedaan in de vloot, vóór ze alle vervangen werden door (bovenstaande) vliegtuigen uit de Airbus 320-familie:
Externe links
www.spirit.com – website van Spirit Airlines
Actuele bestemmingen van Spirit Airlines
Amerikaanse luchtvaartmaatschappij
Noord-Amerikaanse lagekostenluchtvaartmaatschappij
Bedrijf genoteerd aan de New York Stock Exchange
Economie van Florida
|
In 2001 breidde Spirit Airlines de lijnvluchten uit met bestemming San Juan – tezamen met een gelijktijdige, volledig Spaanstalige ticketboekingsservice en klantenservice met bijbehorende website – en werden in 2003 de vluchten naar Ronald Reagan Washington National Airport – die na de aanslagen van 11 september waren gestaakt – hervat. In de jaren erop tot en met 2007 werden de lijnvluchten verder uitgebreid met bestemmingen naar het Kaaimaneiland Grand Cayman, San Francisco, Costa Rica, Haïti, de Nederlandse Antillen en Venezuela.
| 1 |
reservering, boeking, afspraak
|
12,075 |
GovernmentPermit
|
3624933
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Yasuda
|
Yasuda
|
Yasuda was een Japans financieel concern, opgericht aan het einde van de Tokugawa-periode (1603-1868) door Yasuda Zenjirō (安田 善次郎, 25 november 1838 – 28 september 1921). In 1880 werd het uitgebreid tot een zaibatsu (財閥). Het was een industriële en financiële combinatie die de Japanse economie domineerde tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast behoorde Yasuda tot de "Big Four"(四大財閥, shidai zaibatsu), oftewel de vier grootste vooroorlogse zaibatsu. Nu staat deze vroegere zaibatsu beter bekend als de Fuji Bank (株式会社富士銀行, Kabushiki-gaisha Fuji Ginkō).
Geschiedenis
Het begin
Yasuda Zenjirō werd geboren in een arme samoeraifamilie van lage rang in de provincie Etchū (越中国, Etchū no kuni). Op zeventienjarige leeftijd, liep hij weg van huis naar Edo (江戸), met als doel daar rijkdom te vinden. Hij begon als winkelbediende, waar hij instond voor de verkoop van droge vis en zeewier en bereikte zo acht jaar later de status van een zelfstandige. Yasuda richtte een klein bedrijf op en begon daarnaast in 1864 te werken voor de fiscale dienst aan de overheid.
Door de investeringen van Yasuda kende zijn bedrijf een opmerkelijke groei en ontwikkelde het zich tegen 1866 tot de Yasuda Firma (安田商店, Yasuda Shōten). Hij vergaarde grote rijkdom door middel van de omgang en behandeling van overheidsmiddelen. UIteindelijk begon hij aan het einde van de Tokugawaperiode aan zijn financiële carrière; hij besloot al zijn aandacht te richten op zijn bedrijf en stopte met te werken voor de overheid.
In 1867 beval het bakufu, ook bekend als het shogunaat, Yasuda Zenjirō een politieke handelaar te worden. Eerder werd Yasuda Shōten al bevolen goud en zilveren munten uit de circulatie te halen en na de Meiji-restauratie heeft Yasuda meegeholpen aan het in circulatie brengen van papiergeld dat niet om te wisselen is naar andere valuta.
Yasuda vormde ondertussen the Third National Bank (第三国立銀行, Daisan Kokuritsu Ginkō) als een joint venture met andere zakenmannen in 1876. Dit was drie jaar nadat Mitsui the First National Bank van Japan opende. In 1880 werd de financiële afdeling van Yasuda Shōten benoemd tot de Yasuda Bank (合本安田銀行, Gōhon Yasuda Ginkō).
Diversificatie van de activiteiten
Yasuda Zenjirō concentreerde zich volledig op het financieren van diverse projecten en het verder vertakken van zijn bedrijf in niet-financiële terreinen zoals: zwavelmijnbouw, scheepvaart, nagelproductie, katoen spinnen, het maken van machines en scheepsbouw. Zijn niet-financiële activiteiten hadden een te kleine omvang om deel te nemen aan joint-stock zoals spoorwegen en verzekeringen. Daarom investeerde Yasuda hierin om ze meer bekendheid te geven.
Vervolgens werd in 1887 de Yasuda Hozensha (安田保善社) opgericht als orgaan voor het beheer van kapitaal van Yasuda Bank. Dit was een onbeperkt partnerschap en zou tien jaar later een holding worden. In hetzelfde jaar van de oprichting nam Motojime Yakuba (元締役場) de plaats van Yasuda Zenjirō als hoofd van Yasuda Shōten over, nadat Yasuda Shōten geprivatiseerd werd. Ook de Kushiro Sulphur Mine, de Kushiro Railway, het magazijn, de zaken in Hakodate en de verkoop van zwavel werden door hem overgenomen.
In 1893 verwierf Yasuda de controle over Tōkyō Kasai Hoken Kabushiki Gaisha (東京火災保険株式会社, Tokyo Fire Insurance Company, Ltd.) door een groot deel van de aandelen op te kopen. Tegelijkertijd richtte hij Teikoku Kaijō Hoken Kabushiki Gaisha (帝国海上保険株式会社, Imperial Marine Insurance Company, Ltd.) op.
Managementstructuur
Toen in 1893 de vennootschapsvoorzieningen van de Commercial Code werden uitgevoerd, transformeerden de familiebedrijven tot zaibatsu door een bedrijfsstructuur te integreren en hun activiteiten te diversifiëren. Zakenlui hebben een belangrijke rol gespeeld in de opkomst van de zaibatsu, bijvoorbeeld Yasuda en Sumitomo. Sommige hiervan waren hoog opgeleid en herkenden de trends van het komende nieuwe tijdperk.
Het controlerende hoofdorgaan van Yasuda situeerde zich in Yasuda Hozensha. Yasuda Zenjirō II was hoofd van de Yasuda clan en werd benoemd tot voorzitter. De hoofden van de Yasuda familie bezaten vier van de zeven bestuursfuncties, terwijl drie zetels in de bestuurskamer door zakenlui en twee door voormalige bureaucraten werden ingenomen.
In de Yasuda Bank en de rest van de Yasuda organisatie was Yasuda Zenjirō de bedrijfsleider. Twee van de vier bestuurders waren hoofd van de familietakken van Yasuda. De zakenlui waren vicepresident en regelmatig ook directeur van de bank. Een aantal grote aandeelhouders werden geplaatst als andere reguliere directeurs, terwijl vier senior directeurs zakenlui waren die promotie hadden verkregen vanuit de Yasuda Bank.
Iomi Teiichi (伊臣貞太郎)
Iomi Teiichi (10 oktober 1870 – 9 januari 1930) werd aangenomen bij Yasuda Bank nadat hij afgestudeerd was aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Tōkyō Teikoku Daigaku (東京帝國大學, Tokyo Imperial University). In 1897 trouwde hij met de tweede dochter van Yasuda Zenjirō en werd geadopteerd door de Yasuda familie. Iomi Teiichi ontving een nieuwe naam namelijk Yasuda Zenzaburō (安田善三郎). Dit was een manier die sommige zaibatsu gebruikten om zoveel mogelijk nieuwe kennis binnen de familie te krijgen: hoogopgeleide mannen adopteren of tot schoonzoon benoemen.
Nauwe band met Asano
Er ontstond een nauwe band tussen Yasuda en de Asano zaibatsu (浅野財閥) doordat beide afkomstig waren van de Toyama Prefectuur. Deze band werd verdergezet op basis van de relatie tussen Zenzaburō en Shiraishi Motojirō (白石元治郎) van Asano. Ze waren samen afgestudeerd aan de middelbare school in 1889 en aan de Tokyo Imperial University in 1892.
Evolutie naar een modern bedrijf
Dankzij een reeks kapitaalverhogingen werd de Yasuda Bank in 1900 gereorganiseerd tot partnerschap met onbeperkte aansprakelijkheid en tot een naamloos vennootschap in 1912. Yasuda investeerde in de uitbreiding en versterking van bankactiviteiten, zoals de Yasuda Bank. De Yasuda Bank breidde ook dochterondernemingen, die banken waren met deposito’s en leningen, actief uit. Tussen 1893 en 1913 verwierf de Yasuda Bank vijftien dochterondernemingen door financiële hulp aan te bieden aan de banken die in een moeilijke situatie verkeerden.
Yasuda richtte in 1894 Yossi Seimei Hoken (Yossi Life Insurance) op. In datzelfde jaar richtte hij een scheepvaart- en een warenhuiseenheid, Yasuda Unpan Jimusho (安田運搬事務所), op. Drie jaar later werd de spijkerfabriek Yasuda Seichōsho (安田製釘所) opgericht en in 1899 kocht Yasuda de katoenspinnerij Nishinari Bōsekisho (西成紡績所) over van Naniwa Bōseki. Hij kocht het jaar daarna ook de machinefabrikant Tenma Tekkōjo aan en nam een scheepswerf Toba Zōsensho over door marktafscherming in 1911.
Betreffende de Kushiro zwavelmijn werd deze al in 1898 gesloten ten gevolge van een geschil over de huur van de mijn. De familiale ondernemingen van deze groep werden door Motojime Yakuba gecontroleerd tot de Yasuda Trading (安田商事合名会社, Yasuda Shōji Gōmei Gaisha) zijn functie overnam in 1988.
Ook Yasuda Trading deed het nogal slecht, wat betreft het controleren van niet-financiële ondernemingen op kleine schaal in vergelijking met de uitbreiding van bedrijven in de Yasuda financiële groep. Door een slecht rendement werd Nishinari Bōsekisho door Mie Bōseki (三重紡績) overgekocht. Anderhalf jaar na de sluiting van de Toba Zōsensho werd Yokkaichi Tekkōsho (Yokkaichi Iron Works) overgedragen. Yasuda Seichōsho kwam in moeilijkheden met de concurrentie van goedkope geïmporteerde nagels omdat hij gebruik maakte van dure geïmporteerde draad als basismateriaal voor zijn nagels. Vanaf eind 1902 werd de productie daarvan voor ongeveer zes jaar opgeschort. Uiteindelijk werden de werken hervat op een stabiele basis door invoering van een tarief op geïmporteerde nagels.
Na de Eerste Wereldoorlog overleefde Yasuda Trading als enige van de industriële dochterondernemingen. In 1928 werden ze verkocht voor slechts ¥600.000. Dat was veel minder dan Sumitomo Steel met ¥3,45 miljoen en Asano's Kokura Steel met ¥5,3 miljoen.
Uitbreiding van financiële ondernemingen tijdens het interbellum
Fusies
Tijdens het interbellum presteerde het Yasuda hoofdkantoor relatief goed door het nastreven van een unieke strategie die door de zaibatsu werd toegepast. Na de Eerste Wereldoorlog was Yasuda van de niet-financiële bedrijven afgestapt en op basis van de fusies van banken versterkte het zijn banken, verzekeringen en zijn positie als vertrouwensvenootschap.
Na de dood van Yasuda Zenjirō in 1921 nam Yūki Toyotarō (結城豊太郎) het roer van Yasuda Hozensha over. In 1923 had de Yasuda Bank tweeëntwintig dochterondernemingen in handen. Dat jaar in mei richtte men de Hozen Bank op en in november werd deze geabsorbeerd door de Yasuda Bank samen met tien andere dochterondernemingen. Dit versterkte de Yasuda Bank en het beheer ervan werd sterk verbeterd. De dochterondernemingen werden ook naar de Yasuda Bank vernoemd.
De nieuwe Yasuda Bank had in totaal 209 takken en subtakken, dit maakte het een unieke, gespecialiseerde financiële zaibatsu met een grote fusie. Als gevolg hiervan steeg tegen het einde van 1922 de winst van de Yasuda Bank van ¥2.6 miljoen naar ¥11.8 miljoen. in minder dan twee jaar haalde de Yasuda Bank de top van de Japanse bankwereld op het gebied van deposito's, leningen en verzekeringen.
Het invoeren van nieuwe velden van financiën
Na de Eerste Wereldoorlog hielden de "Big Four" zich bezig met de uitbreiding van hun financiële bedrijven. Dit bracht een grote invloed teweeg op de Japanse economie.
De Trust Business
Na het ontvangen van de overheidsvergunning onder de Trust Law en Trust Business Law van 1922 ontwikkelden de nieuwe trust bedrijven van de vier grote zaibatsu zich snel en hadden ze een veilige voorsprong binnen de trust industrie.
Yasuda had aanvankelijk geen plan om een eigen trustmaatschappij op te richtten. In 1825 werd Kyōsai Shintaku (共済信託, Kyōsai Trust) in Osaka opgericht met Hamazaki Sadakichi(浜崎定吉) de manager. Yūki Toyotarō, uitvoerend directeur van de Hozensha, had bij de voorstelling van Shidachi Tetsujirō (志立鉄次郎) goedgekeurd dat alle trustmaatschappij van zaibatsu in fusie opgericht moeten worden. Yūki had echter wel zijn bedenkingen bij een trustmaatschappij zonder de naam van Yasuda en dus iemand buiten de Yasuda zaibatsu als manager aan te stellen. Hij vreesde dat dit de winst niet ten goede zou komen. Minder dan een jaar later werd Kyōsai Trust hernoemd tot Yasuda Trust en in 1933 verhuisde het hoofdkantoor naar Tokio.
De levensverzekering
Yasuda beheerde tevens de levensverzekeringsbedrijf Kyōsai Seimei (安田共済生命, Kyōsai Life) dat in 1929 vernoemd werd naar Yasuda Seimei (安田生命, Yasuda Life).
Het familie multi-subsidiary systeem
Yasuda had het familie multi-subsidiary systeem eerder aangenomen dan Mitsubishi of Sumitomo. Yasuda realiseerde dit in twee fasen:
Ten eerste richtte Yasuda twee joint-stock bedrijven op in 1911, namelijk Yasuda Ginkō en Yasuda Shōji (安田商事, Yasuda Trading). Yasuda Trading bleek een last voor de zaibatsu te zijn, want het was slechts een bestuurlijk apparaat om de niet-financiële onderneming te laten stagneren.
Ten tweede verhoogde hij het kapitaal van Yasuda Trading met ¥1 miljoen door een fusie van Gōmei Kaisha Yasuda Bank en Yasuda Shōji Gōmei Kaisha met hun corresponderende naamloze vennootschappen in 1912. Op hetzelfde moment werd Gōmei Kaisha Hozensha opgericht als een centraal bureau voor aandelen en om het uitoefenen van de algemene controle van de twee naamloze vennootschappen te vervullen.
In al dit waren Zenjirō en Zenzaburō de actieve partners. Zenjirō was president van de Hozensha en was adviseur binnen Yasuda Bank en Yasuda Shōji. Aan de andere kant functioneerde Zenzaburō als de vicepresident van Hozensha en als promotor voor Yasuda Bank en Yasuda Shōji. In 1911 trok Zenjirō zich terug uit het actieve leiderschap van de zaibatsu en gaf deze positie door aan Zenzaburō.
Na twee jaar slaagde Zenzaburō erin om de positie als leider binnen de familie naar zich toe te trekken. Daarna verhoogde het aandeel en het kapitaal van Hozensha tot 18,5%, terwijl dat van Zenjirō daalde tot 2,5%. Maar die had de beslissing van Zenzaburō om te investeren in Nippon Kohan (NKK) tenietgedaan door de feitelijke macht over het topmanagement van Yasuda te behouden. In 1919 nam Zenzaburō ontslag als vicepresident en als rechtmatige opvolger. Daarna nam Zenjirō maatregelen, zoals het opstellen van een familiale grondwet en werd het systeem van de Hozensha gebruikt om de verwarring binnen de familie van Zenzaburō op te lossen.
De tweeënveertigjarige Yasuda Zennosuke werd de tweede president van de Hozensha en werd benoemd tot Zenjirō II in september 1921. De Hozensha had beroep gedaan op de Minister van Financiën Takahashi Korekiyo (高橋 是清) en president van de Bank van Japan Inoue Junnosuke (井上準之助) om managementpersoneel aan te bevelen. Dankzij hen kon Yūki Toyotarō als executive directeur van de Hozensha aan de slag. Zengorō, Yoshio en Zenbei hadden namelijk geen bestuurlijke capaciteiten en dus niet in staat om de positie op te eisen. Dit was het begin van de verandering van de statuten en reglementen binnen de familiale grondwet.
De man van herstructurering Yūki Toyotarō
Yūki Toyotarō was directeur van de Bank of Japan en manager van de Osaka branche. Tegen het einde van 1921 werd hij benoemd tot vicepresident van de Yasuda Bank. Hij was ook de eerste excutive director toen deze positie pas werd aangesteld bij de Hozensha. Vervolgens kon hij de grote fusie van de Yasuda Bank, het oprichten van Yasuda Trust Company en een hele reeks van strategische stappen uitvoeren om een nieuwe structuur te brengen. Yūki zette de modernisering van de beheerspraktijken voort en veel hoogopgeleid personeel werden in dienst genomen en gepromoveerd. De meeste hoogopgeleiden die door Zenzaburō waren aangenomen verlieten Yasuda door gebrek aan erkenning van de waarde van het hoger onderwijs door Zenjirō I.
Het radicale en agressieve beleid van Yūki zorgde voor een ontwikkeling als Yasuda familielid met de oude stijl van bantō (番頭). Hozensha werd hernoemd tot Yasuda Hozensha in 1925 en werd drie jaar later gereorganiseerd. De raad van bestuur nam de beslissing om het aantal directeurs te verhogen en om het vermogen van Yūki onder het gezag van de familieleden te zetten. In maart 1929 reageerde Yūki hierop door af te treden.
Mori Kōzō en Shijō Takahide
Mori Kōzō (森広蔵) en Shijō Takahide waren mannen die door Takahashi aan Yasuda geïntroduceerd waren als potentiële directeurs. Zij hebben de strategische en structurele revolutie verwezenlijkt die Yūki had gepoogd te realiseren.
In januari 1929 werd Mori Kōzō benoemd tot directeur van de Yasuda Hozensha en in april nam hij de positie van Yūki over als vicepresident van Yasuda Bank. Zijn positie als directeur van Yasuda Hozensha werd aan Shijō Takahide doorgegeven en deze werd zijn assistent.
Mori en Shijō zetten de agressieve strategie en de modernisering van het beleid verder zonder de radicale stijl van Yūki. De structuur van het hoofdkantoor werd vereenvoudigd door medewerking van Yasuda familieleden te vragen, de ouderwetse bantō. Er werd wederzijds overlegd en ze behandelden elkaar met respect. Ook droeg men autoriteit over aan personeel van lagere rangen.
Verandering in controle binnen de zaibatsu familie
Tijdens het leven van de oprichter Yasuda Zenjirō werden top managementposities in de Yasuda Hozensha enkel toegewezen aan leden van de Yasuda-familie. Na de dood van Zenjirō in 1921 heeft Yūki Toyotarō als buitenstaander deelgenomen aan het topbestuur. Hij was de oorzaak van de onenigheid binnen de Yasuda en is daardoor uiteindelijk moeten vertrekken. Dit voorval versterkte de trend om zoveel mogelijk familieleden in de topposities te plaatsen.
Tegenwoordig is het tyisch patroon binnen de Yasuda zaibatsu van autocratische oprichters aan het veranderen door het afnemen van opeenvolgende generaties van familieleden. De familie is nog steeds de eigenaar van de bedrijven, terwijl de zakenlui als werknemers zorgen voor het stabiele beheer en de succesvolle groei. Naarmate de complexiteit en diversiteit van de zaibatsu bedrijven groeide, steeg het aantal zakenlui en de mate waarin de managers van hen afhankelijk waren. Door het verwerven van bestuurlijke kennis en ervaring die de familieleden niet bezaten, droegen de zakenlui meer bij binnen de coöperatieve managementstructuur dan de familieleden zelf.
Zakenlui werden steeds invloedrijker en belangrijker binnen de nieuwe bestuurlijke hiërarchie, waardoor de vraag naar hen steeg. Hoe ouder de zaibatsu werd, hoe groter de rol van zakenlui werd. Hierdoor verkleinde de functie van familieleden steeds meer en had de familie uiteindelijk slechts een symbolische rol op basis van hun eigendomsrechten. Dit leidde tot de overgang van wat officieel een familiebedrijf was, naar een leidinggevende onderneming.
Naoorlogse ontbinding
De doodsteek voor het zaibatsu systeem was de agenda ter ontbinding van de zaibatsu dat na de oorlog werd uitgevoerd. De Yasuda zaibatsu werd door Supreme Commander for the Allied Powers ontbonden na de overgave van Japan op 15 augustus 1945. Yasuda Bank, de oude kern van de Zaibatsu, werd net als andere zaibatsubanken gedwongen door Amerikaanse troepen om hun naam te veranderen. Zo werd de Yasuda Bank omgedoopt tot de Fuji Bank op 1 oktober 1948. De Fuji Bank had samen met andere voormalige bedrijven van de Yasuda zaibatsu de Fuyō Groep gevormd.
Rond 1860 ontstond de Fuji Bank door een geldlening van Yasuda Zenjirō. In tegenstelling tot andere zaibatsu groepen heeft Yasuda zaibatsu gekozen om de oude zaibatsu naam terug te gebruiken. In 1948 werd de Fuji Bank gereorganiseerd als Fuji Bank Ltd. In 1997 stortte de dochteronderneming van de Fuji Bank, Yamaichi Securities, in. In 2000 ontstond de Mizuho Financial Group door fusie van de Fuji Bank, de Dai-Ichi Kangyō Bank en de Industriële Bank van Japan.
Chronologisch overzicht
Voetnoten
Bronnen
Boeken
Morikawa, Hidemasa. Zaibatsu: The Rise and Fall of Family Enterprise Groups in Japan. Tokyo: University of Tokyo Press, 1992
Morikawa, Hidemasa. A History of Top Management in Japan: Managerial Enterprises and Family Enterprises. New York: Oxford University Press, 2001
Artikels
Evans, Robert, Jr. “Evolution of the Japanese System of Employer-Employee Relations, 1868-1945”-The Business History Review,
Volume 4, Number 2 (1987): 73-89
Yamamura, Kozo. “A Re-Examination of Entrepreneurship in Meiji Japan (1868-1912)”-The Economic History Review, New Series, Vol. 21, No. 1 (1968): 144-158
Internet
Britiannica Academic Edition, "Fuji Bank", https://stuiterproxy.kuleuven.be/EBchecked/topic/221534/,DanaInfo=www.britannica.com+Fuji-Bank.(25-05-12)
Portraits of Modern Japanese Historical Figures, "Yasuda Zenjiro", http://www.ndl.go.jp/portrait/e/datas/343.html?c=0, (2004)
Japanse bank
Verzekeringsmaatschappij
|
De Trust Business
Na het ontvangen van de overheidsvergunning onder de Trust Law en Trust Business Law van 1922 ontwikkelden de nieuwe trust bedrijven van de vier grote zaibatsu zich snel en hadden ze een veilige voorsprong binnen de trust industrie.
| 1 |
overheidsvergunning, vergunning overheid, administratieve vergunning
|
3,186 |
MusicGroup
|
442325
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dark%20Reality
|
Dark Reality
|
Dark Reality was een folkgerichte Duitse metalband (regio Oberndorf) die metal op een originele manier combineerde met 15e-eeuwse folkmuziek, met een centrale rol voor de blokfluit. In de zang wisselen deathmetal en heldere zang elkaar af.
De teksten zijn eerder melancholisch en gaan vooral over smart, leegte en pijn.
De band startte in 1992 met de demo Cruel Research. Na de single Umbra Cineris (1994) volgden de twee cd's Blossom of Mourning (1996) en Oh Precious Haze Pervade the Pain (1997) bij Witchhunt records. Daarna verdween Dark Reality van het toneel. Bandleider Andres Waldura dook later op bij het darkwave/folkproject Impressions of Winter.
Artiesten
Alex Schiem - Basgitaar
Martin Heinzelmann - Gitaar
Oliver Ramacher - Zang
Philipp Kailer - Gitaar, Achtergrondzang, Programmering drum
Andres Waldura - Blokfluit, hoorn, heldere zang.
Discografie
Cruel Research (1992, demo)
Umbra Cineris (1994, single)
Blossom of Mourning (1996)
Oh Precious Haze Pervade the Pain (1997)
Externe link
Dark Reality op Encyclopaedia Metallum
Duitse metalband
|
De band startte in 1992 met de demo Cruel Research. Na de single Umbra Cineris (1994) volgden de twee cd's Blossom of Mourning (1996) en Oh Precious Haze Pervade the Pain (1997) bij Witchhunt records. Daarna verdween Dark Reality van het toneel. Bandleider Andres Waldura dook later op bij het darkwave/folkproject Impressions of Winter.
| 2 |
muziekgroep, band, orkest
|
5,858 |
SelfStorage
|
1920887
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Distributiecentrum%20Woerden%20%28De%20Bijenkorf%29
|
Distributiecentrum Woerden (De Bijenkorf)
|
Distributiecentrum Woerden is het voormalige distributiecentrum in Woerden van het Nederlandse warenhuis De Bijenkorf (1973 - 2018). In 2019 is het complex overgenomen door logistiek dienstverlener en transportbedrijf SNEL Shared Logistics.
Voorgeschiedenis
Tot aan de opening van het centraal magazijn in Woerden was de goederenstroom van De Bijenkorf sterk gedecentraliseerd. Er werd voor ieder filiaal apart besteld. De leveranciers leverden deze goederen vervolgens direct bij de filialen aan. Door verschillende oorzaken namen de voorraden in de filialen in omvang toe. Dit leidde tot ruimtegebrek. Het tekort aan ruimte werd opgevangen door middel van het betrekken van externe opslagruimte. Het verschuiven van het probleem leidde echter tot nog grotere voorraden die nog moeilijker te beheersen waren.
Vanaf eind 1970 bestond de behoefte aan een centraal gelegen distributiecentrum. Een jaar later, eind 1971, resulteerde dit in het plan om een centraal magazijn te bouwen in Woerden. Het gebouw werd ontworpen door architecten- en ingenieursbureau Van Mourik N.V. uit Den Haag. De stad Woerden ligt centraal in het land en heeft een goede aansluiting op het landelijk wegennet. Hierdoor zijn alle winkelfilialen op een snelle en efficiënte wijze te bevoorraden.
In september 1972 werd begonnen met de bouw van Woerden I, met als doel in dit deel de woninginrichtingsartikelen op te slaan. Dit eerste deel van het centraal magazijn werd op 14 september 1973 aan de Middellandbaan te Woerden geopend. In oktober 1973 werd begonnen met de bouw van Woerden II. Het was de bedoeling dat alle overige artikelen naar dit deel toe zouden gaan. Op 1 april 1975 werd vervolgens ook dit tweede deel geopend. Hiermee was het centraal magazijn van De Bijenkorf volledig in gebruik genomen. Zowel de opening van Woerden I als die van Woerden II werd verricht door de toenmalige burgemeester van Woerden, Barend ter Haar Romeny. De opening van Woerden II was zijn laatste officiële verplichting als burgemeester.
Bedrijfsvoering
Door de jaren heen was de procesvoering en het organogram veel veranderd. Het distributiecentrum bestond uit twee afdelingen, die weer waren opgedeeld in een aantal deelprocessen.
Inbound: Hier werden de goederen ontvangen en schap en/of opslag gereedgemaakt. De afdeling bestond uit twee subafdelingen:
AG (aankomst goederen): Hier werden de goederen ontvangen en gecontroleerd op collieniveau.
CUA (centrale uitprijsafdeling): Hier werden de goederen op maat/variant niveau geteld en in het systeem (VIRGO) ingevoerd. De goederen werden uit de omverpakking gehaald, voorzien van een prijsetiket en beveiligd tegen diefstal. Daarna werden de goederen gepresenteerd op de manier van opslag. Dit kon zijn, in een bak, op een trolley (bij hangende confectie) of in een doos. De afdeling was onderverdeeld in een aantal teams met allen een eigen expertise. De afdeling werd aangestuurd door één procesmanager en zeven teamleiders.
Outbound: Hier werden de goederen opgeslagen, gepickt en verstuurd naar de filialen. De afdeling bestond uit drie subafdelingen. Outbound werd aangestuurd door één procesmanager en zeven teamleiders.
Magazijn: Hier werden de goederen opgeslagen en verzameld voor de filialen. Het magazijn was onderverdeeld in een aantal deelmagazijnen, deze zijn ingericht naar de aard van de goederen die werden opgeslagen. De goederen worden op traditionele manier verzameld. Sinds 2010 wordt hier gewerkt met voicepicking, een systeem waarbij wordt gewerkt met een hoofdtelefoon. Als transportmiddel wordt hierbij gebruikgemaakt van een dolly.
Expeditie: Deze afdeling verstuurde de goederen naar de filialen. Daarnaast was deze afdeling verantwoordelijk voor de verwerking van het lege fust, de bulkopslag en de tijdelijke opslag van visual items.
RTV-afdeling (Return to Vendor): Alle goederen die terugkomen werden op deze afdeling verwerkt. Het ging hierbij om goederen die retour leverancier gingen, maar ook goederen die weer onderdeel werden van de magazijnvoorraad.
De centrale administratieafdeling bestaande uit de procesadministratie en de financiële administratie ondersteunden het distributiecentrum. De afdeling werd aangestuurd door een teamleider en een administrateur.
Gevelsteen
Tijdens de opening van het centraal magazijn werd ook de gevelsteen van Hendrik van den Eijnde (1869-1939) onthuld. Deze gevelsteen is afkomstig uit de op 14 mei 1940 gebombardeerde Rotterdamse Bijenkorf. Hier had de steen een prominente plek in de gevel van het door Willem Dudok (1884-1974) ontworpen gebouw. Het historisch genootschap Roterodamum uit Rotterdam liet in 2005 weten te willen onderzoeken of de gevelsteen naar Rotterdam kon terugkeren.
Met de 75ste herdenking van het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 werd deze wens nogmaals uitgesproken. In 2015 verscheen een documentaire over de oude Bijenkorf.
Bijzonderheden
Boven de trap, in het trappenhuis naar de kantoren, hangt de originele mal die gebruikt is voor het vervaardigen van de hofleverancier borden van Sinterklaas. Deze borden werden jaarlijks in de filialen opgehangen om De Bijenkorf een officieel sinterklaaskarakter te geven.
Geschiedenis van Woerden
Voormalig Nederlands bedrijf
|
Voorgeschiedenis
Tot aan de opening van het centraal magazijn in Woerden was de goederenstroom van De Bijenkorf sterk gedecentraliseerd. Er werd voor ieder filiaal apart besteld. De leveranciers leverden deze goederen vervolgens direct bij de filialen aan. Door verschillende oorzaken namen de voorraden in de filialen in omvang toe. Dit leidde tot ruimtegebrek. Het tekort aan ruimte werd opgevangen door middel van het betrekken van externe opslagruimte. Het verschuiven van het probleem leidde echter tot nog grotere voorraden die nog moeilijker te beheersen waren.
| 1 |
zelfopslag, opslagruimte, opslagfaciliteit
|
9,438 |
CableOrSatelliteService
|
17625
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke%20Philips
|
Koninklijke Philips
|
Koninklijke Philips (beter bekend als kortweg Philips) is een Nederlands elektronicaconcern. Het heeft zijn hoofdkantoor in Amsterdam, maar de wortels van het bedrijf liggen in Eindhoven. Het concern produceert voornamelijk medische apparatuur zoals MRI-scanners. Philips is oprichter en was tot 2016 hoofdsponsor van voetbalclub PSV.
Het bedrijf is ontstaan en beroemd geworden vanwege de productie van steeds zuiniger en beter brandende gloeilampen. De merknaam Philips heeft hiermee wereldfaam opgebouwd.
In het verleden ontwikkelde en produceerde het bedrijf ook kleine huishoudelijke apparaten zoals koffiezetapparaten, stofzuigers, mixers, strijkijzers en broodroosters (tot 2021, verder als Versuni), verlichtingssystemen (tot 2016, verder als Signify) en consumentenelektronica als radio's, band- en cassetterecorders, stereoapparatuur, cd-spelers (tot 2014) en tv-toestellen (tot 2012), maar ook microchips (tot 2006, verder als NXP), het platenlabel PolyGram (tot 1998), lithografische machines om wafers te maken voor de chipsindustrie (tot 1995, verder als ASML), computers en witgoed, grote huishoudelijke apparaten zoals wasmachines, koelkasten, wasdrogers (tot 1991, daarna onderdeel van Whirlpool).
Activiteiten
In 2021 realiseerde Philips een totale omzet van 17,2 miljard euro. Bij het bedrijf werkten in 2021 zo'n 80.000 mensen. Philips geeft per jaar tussen de 10 en 11% van de omzet uit aan R&D.
In 2021 was het bedrijfsmodel vooral gericht op de gezondheidszorg, verdeeld over de volgende onderdelen:
Diagnosis & Treatment businesses
Connected Care businesses
Personal Health businesses
Overig
Geschiedenis
Beginjaren
In 1891 richtte werktuigkundig ingenieur Gerard Philips, met zijn vader Frederik Philips als geldschieter, de firma Philips & Co op "tot het fabriceeren van gloeilampen en andere electro-technische artikelen, beneevens het drijven van handel daarin". Het bedrijf werd niet in hun woonplaats Zaltbommel gevestigd, maar in Eindhoven, omdat daar een leegstaande bukskinfabriek beschikbaar was. Hier zette Philips de benodigde machines neer en begon met het produceren van gloeilampen en het daarvoor benodigde kooldraad, dat Gerard Philips met scheikundig technoloog Jan Reesse in Amsterdam had ontwikkeld nadat hij het procedé in Engeland had gezien bij The General Electric (later Marconi). Er waren reeds gloeilampenproducenten actief, en de opstart van voldoende verkoop had een aanlooptijd van een jaar. De uitbreiding van electrificatie was één van de factoren hierin. Deze Eerste Gloeilampenfabriek is nu een museum.
Zowel technologisch als maatschappelijk was de uitvinding van de wolfraam-draadlamp van groot belang, waar Gerard Philips in zijn lab een verbeterde versie van wist te creëren. Door sterke concurrentie uit vooral Duitsland waren de eerste jaren financieel geen succes. Frederik Philips investeerde in efficiency van de productie en vergroting van het volume om winstgevend te worden. In 1895 werd de bedrijfsleiding daarom aangevuld voor de verkoop met Gerards 16 jaar jongere broer Anton Philips, die zich tot zakenman ontwikkelde, waarna de onderneming flink begon te groeien in het spel van productiviteitsverhoging, verkoop en het verkrijgen van octrooien en geclaimde patenten. Gerard en zijn labs legden zich de eerste jaren succesvol toe op het verlengen van de levensduur, lichtsterkte en het energieverbruik van gloeilampen. Daarnaast produceerde Philips diverse modellen. In 1899 werd Anton medefirmant van het bedrijf. In 1907 werd de NV Philips' Metaalgloeilampenfabriek te Eindhoven opgericht, gevolgd in 1912 door de oprichting van de NV Philips' Gloeilampenfabrieken, waarvan Gerard en Anton Philips de eerste directeur-aandeelhouders waren.
Onderzoek
Gerard Philips zag in dat technische ontwikkeling en verbetering van producten alleen mogelijk is, wanneer zij wordt voorafgegaan door systematisch wetenschappelijk onderzoek. Hoe meer kennis men binnen een bedrijf heeft van de producten die men maakt, des te groter is de zekerheid te kunnen innoveren en de onderneming zo bij de tijd te kunnen houden. Aanvankelijk leidde Gerard Philips zijn medewerkers zelf op en gaf les in de elementaire vakken, maar ook in wis-, schei- en natuurkunde. Hij legde de basis voor het chemisch laboratorium (1908), geïnspireerd op het lab van General Electric waar een aantal jaren mee werd samengewerkt op het gebied van onderzoek en productie. De eigen machinefabriek (1909) en het Philips' Natuurkundig Laboratorium (NatLab) (1914) waarvan de opvolger, de High Tech Campus, zich nog steeds in Eindhoven bevindt. Het NatLab was een broedplaats voor experimenten en uitvindingen, medewerkers kregen de vrije hand en er werden grote wetenschappers uitgenodigd om lezingen te houden, waaronder Albert Einstein. Mede door de uitstekende onderzoeksafdeling maar vooral door de vakkennis en eigen machinefabrieken met zorg voor de uitmuntende kwaliteit van de producten, verkreeg Philips tevreden klanten en een sterke merknaam.
Daarnaast kon door slim zakendoen een breed octrooi-portfolio worden opgebouwd en de afhankelijkheid van andere patenthouders worden verkleind. Belangrijke onderzoekers en uitvinders uit de beginjaren van het Lab waren Gilles Holst, die de staf samenstelde, Balthasar van der Pol, Bernard Tellegen, Johan Numans en Henk Bremmer. Uit een publicatie van het Natlab over de jaren 1916 tot 1946 blijkt dat een deel van de vindingen niet konden worden benut in producten. Er gingen ook voorzichtige stemmen op of het onderzoek niet teveel een speeltuin werd in plaats van gerelateerd te zijn aan de productportfolio.
In 1928 werd een eigen vakopleiding gestart, het Jongens Nijverheids Onderwijs (JNO), later Primaire Beroepsopleiding (PBO) of Philips Bedrijfsschool geheten. Dat hier alleen jongens les kregen was opmerkelijk, nu het personeel tot dan toe voornamelijk uit vrouwen en meisjes bestond.
Productie
Vervaardiging machines
In 1908 werd een voormalige weverij van de Gebr. Schellens opgekocht en tot machinefabriek ingericht. Hier ontwikkelde en bouwde Philips in eigen beheer productiemachines voor gloeilampen. Keuze voor zelfbouw kwam onder meer voort uit de ondernemingsfilosofie, binnen de eigen onderneming bijzondere know-how op te bouwen en deze af te schermen, zodat concurrentievoordeel opgebouwd kon worden. Omstreeks 1920 ontstond een gereedschapsmakerij, de gereedschappen waren nodig voor de productie van radiotoestellen. In de regio waren aanvankelijk te weinig vakmensen voorhanden en deze moesten betrokken worden uit Duitsland en Midden-Europa. In 1948 startte de apparatenbouw, oorspronkelijk ten behoeve van de productie van bioscoopprojectoren voor de HIG (Hoofdindustriegroep) ELA. Later werd een zeer grote verscheidenheid aan apparaten gebouwd, tot cyclotrons aan toe. In 1961 werd een vestiging in Almelo geopend, en in 1970 werd de Machinefabriek te Alkmaar aan de organisatie toegevoegd.
Gas
De productie van gas werd begonnen als reactie op het Duitse verbod op export van argon, in het kader van de Eerste Wereldoorlog. De gasfabriek splitste lucht in bestanddelen als argon, neon, krypton, xenon, zuurstof en stikstof. Het argon werd gebruikt om lampen te vullen, nadat in 1915 was ontdekt dat de gloeidraad van een met dit gas gevulde lamp veel langer meeging. In 1919 functioneerde deze fabriek op het complex Strijp-S reeds. Andere gassen werden gebruikt als hulpstof. De fabriek was onderdeel van de groep Licht. De machines waren van het Duitse fabricaat Linde Eismaschinen. Na de Tweede Wereldoorlog verscheen een moderne fabriek op het complex Beatrixkanaal. Deze werd in 1989 verkocht aan Air Liquide. De fabriek is inmiddels gesloten.
Glas
In 1916 werd de eerste eigen glasfabriek van Philips in gebruik genomen op het terrein Strijp-S. Deze werd gestart omdat het concern van aanvoer van grondstoffen verzekerd wilde zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het glas werd gebruikt voor de ballonnen van gloeilampen, waar zeer veel glasblazers voor nodig waren. Later werden deze processen gemechaniseerd en werden de activiteiten uitgebreid met, onder meer, beeldbuizen. De fabriek is begin jaren 60 van de 20e eeuw gesloopt. Glas voor gloeilampen werd voortaan in de Lommelse vestiging vervaardigd, waar ook de ballons machinaal werden gemaakt. Daarnaast had Philips over de hele wereld verspreid veel glasfabrieken ten behoeve van de lampenproductie. Glas voor tl-buizen werd in Roosendaal gefabriceerd. Het persglas werd gefabriceerd in Eindhoven, Aken, Simonstone, São Paulo en Taiwan. De persglasfabriek Eindhoven werd uiteindelijk verplaatst naar Winschoten maar was op dat moment eigenlijk al overbodig geworden.
Ten behoeve van de glasovens had Philips ook een fabriek op het terrein die vuurvaste stenen maakte.
Metaalwaren en apparaten
De metaalwarenfabriek (PMF) produceerde sedert 1918 radio-onderdelen en sedert 1927 radiotoestellen. Omstreeks 1925 werd de massaproductie van de benodigde metaalwaren een onderdeel van de apparatenfabriek. In 1946 werd het een onderdeel van de HIG Apparaten, in 1957 onderdeel van de HIG RGT.
Philite (bakeliet) en kunststof
Het gebruik van kunststoffen betrof in eerste instantie thermohardende kunststoffen, met name bakeliet, dat bij Philips Philite heette. Dit moest worden geperst en werd daarbij door onomkeerbare processen zeer hard. In 1923 startte de productie op kleine schaal, ten behoeve van de zelf-ontwikkelde Philips Metalix (1924), de eerste Röntgenbuis met stralenbescherming. Later voor tal van toepassingen zoals behuizingen, knoppen enzovoort. In 1926 kwam er een afzonderlijke fabriek, in 1929 werd een nieuwe fabriek gebouwd waar in 1938 circa 450 mensen werkten. Hiermee begaf Philips zich op het terrein van de procesindustrie. In 1952 werd een nieuwe perspoederfabriek geopend. De belangrijkste grondstof, fenol, werd van de Staatsmijnen betrokken. Er werkten toen 1100 mensen in de Philitefabriek. De fabricage van thermoplasten, die rond die tijd opkwamen, is door Philips nimmer ter hand genomen; wel bezat men in een vroeg stadium (1951) al een grote spuitgieterij. Kunststoffen op basis van ureum en melamine werden daar toegepast. De Philitefabrieken maakten ook producten voor derden, zelfs wc-brillen werden er gemaakt. Een deel van de activiteiten van de Philitefabriek werd in 1957 naar Uden verplaatst en in 1961 naar Hasselt. In 1962 bouwde men tevens een Philitefabriek te Lommel. In 1972 sloot de Eindhovense Philitefabriek. Tegenwoordig heeft Philips geen Philitefabrieken meer.
Papier- en golfkarton
In 1919 startte Philips de productie van golfkarton voor de verpakking van gloeilampen. Sinds 1926 werd ook grijs papier vervaardigd, grondstof voor golfkarton. Golfkarton werd ook aan derden geleverd. In 1950 werd een nieuwe, moderne, golfkartonmachine in gebruik genomen en in 1952 kwam deze in een nieuwe fabriek te staan. In 1957 werd opnieuw een grijspapierfabriek geopend. Voorts kwam toen een samenwerking met Emba tot stand, waarbij Movi te Rotterdam als een joint venture werd opgericht. Met het Britse papierconcern Bowater werd eveneens een samenwerking aangegaan wat leidde tot de bouw, in 1960 van Bowater Philips te Gent. Deze fabriek werd in 1970 door brand verwoest waarna plannen van Movi om in Etten-Leur een fabriek te bouwen versneld werden uitgevoerd. Deze fabriek bestaat nog steeds maar heet inmiddels na de nodige overnames Smurfit Kappa Elcorr. De fabriek van Movi in Rotterdam is in de jaren 80 gesloten. Uiteindelijk werd de grijspapierfabricage uitbesteed bij de Papierfabriek Roermond en in 1974 werd de Philips papierfabriek gesloten. Voor golfkarton werd in 1980 samen met Emba het verkoopkantoor Empee opgezet, waar in 1982 de bedrijven in Etten-Leur en Eindhoven bij werden ondergebracht. In 1988 werd de Philips Bowaterfabriek te Gent verkocht aan het Zweedse SCA Packaging, en het Philips aandeel in Empee werd overgenomen door Assi en Bührmann-Tetterode. Hiermee kwam een einde aan de papier- en kartonactiviteiten van Philips.
Radio Philips, Televisie
Na te zijn begonnen met de productie van radio-onderdelen voor radio-amateurs, zoals de triodelamp van Hanso Idzerda, introduceerde Philips in 1927 een eigen radiotoestel. Om een wereldwijde markt te veroveren, startte het bedrijf met eigen techniek en zendmasten - door de seinfabriek in Hilverum over te nemen - twee commerciële radiozenders op de korte golf, PCJ en Philips Omroep Holland-Indië (PHOHI), die wereldwijd te ontvangen waren en een sensatie betekende vanwege het heldere geluid. Radio-omroeper Edward Startz werd wereldberoemd met zijn programma Happy Station, het oudste kortegolf programma ter wereld. Hetzelfde marketingmodel werd gevolgd bij televisie. In 1930 vond onder leiding van tv-pionier Eric de Vries, ingenieur bij het NatLab, later televisieregisseur, de eerste proef met een televisie-uitzending in Nederland plaats in Amsterdam. Later reisde De Vries voor Philips door Europa en Nederlands-Indië om reclame te maken voor de radio met plaatjes en tussen 1948 en 1951 leidde hij 264 experimentele televisie-uitzendingen van Philips.
Verticale integratie
Geleidelijk werden diverse Nederlandse gloeilampenfabrieken opgekocht, terwijl ook toeleveranciers afhankelijk van het bedrijf werden gemaakt en vervolgens eveneens opgekocht werden. Deze verticale integratie zou kenmerkend worden voor Philips, maar het maakte het bedrijf ook complex. Het leidde tot eigen glasfabrieken, golfkartonfabrieken, machinefabrieken en Philitefabrieken (Philite was de merknaam die Philips gebruikte voor zijn bakeliet). De reden voor verticale integratie was altijd het kunnen blijven beschikken over noodzakelijke onderdelen, desnoods door ze in eigen beheer te gaan fabriceren.
Horizontale integratie
Mede gedreven door de activiteiten van de wetenschappelijke onderzoekers was de horizontale integratie nog veel belangrijker voor het bedrijf. Zo leidde de kennis op het gebied van glas en metalen, nodig voor de vervaardiging van gloeilampen, in de jaren 20 van de 20e eeuw ook tot expertise op het terrein van radiolampen, later radiobuizen of elektronenbuizen genoemd. Dit leidde niet alleen tot de productie van radio's, inclusief alle onderdelen daarvan, maar ook tot experimenten met televisietoestellen en oscilloscopen, die al plaatsvonden in de jaren 30 van de 20e eeuw. De proefnemingen met röntgenbuizen vormden de aanzet van wat later Philips Medical Systems zou heten, en experimenten met de hoogtezon voerden naar de farmaceutische producten, zoals die door het latere Philips-Duphar zouden worden vervaardigd.
Met name tijdens de jaren 20 van de 20e eeuw breidde Philips zich snel uit, en er verschenen markante nieuwe gebouwen, zoals de Lichttoren in 1920, de Witte Dame, het voormalig hoofdkantoor (nu: 'De Admirant') uit 1929 en het 27 ha grote complex Strijp-1 (later Strijp-S genaamd), met onder meer de Hoge Rug.
In 1930 werd de eerste Nederlandse Philipsfabriek buiten Eindhoven geopend, en wel te Oss. De tot dan toe aanwezige vestigingen kwamen voort uit overnames van bijvoorbeeld gloeilampenfabrieken.
In 1939 kwam Philips met het eerste elektrische Philips-scheerapparaat (de Philishave) waardoor ook kleine huishoudelijke apparaten tot het assortiment gingen behoren. Daarnaast leidde de materiaalkundige expertise tot nieuwe ontwikkelingen, zoals het gebruik van ferriet, dat in vele toepassingen een rol zou gaan spelen.
Sociale dimensies
De mensen die Philips nodig had kwamen van heinde en verre. Velen waren afkomstig uit Drenthe, Overijssel, en Gelderland. De Philips Woningbouwvereniging Hertog Hendrik van Lotharingen bouwde huizen in wijken als Philipsdorp en Drents Dorp, er was een Philips Coöperatie met bakkerij en kruidenier Etos, er kwamen Philips-scholen, een Philipsbibliotheek, een Philips-ontspanningscentrum en een Philips Sport Vereniging, waaruit ook de bekende PSV-voetbalploeg voortkwam. De Philips Bedrijfsschool had een goede naam: hier werd vakmanschap bijgebracht. Ook werden er parken aangelegd en een villapark voor het hoger Philips-personeel. Bijzonder was het Philips-van der Willigenfonds dat kinderen van Philips-medewerkers in staat stelde om een MBO, HBO of universitaire studie te volgen, zonder dat er de verplichting tegenover stond om bij het bedrijf te komen werken, hoewel een baan bij Philips bijna zekerheid voor het leven bood.
Dit alles had ook andere kanten. Het paternalistische bedrijf was alomtegenwoordig en Philips is Eindhoven en Eindhoven is Philips was een veelgehoorde kreet, die socialistisch ingestelde burgers zich ter harte moesten nemen. Een vroege staking om betere arbeidsvoorwaarden af te dwingen is bekend uit 1911. Daarnaast had ook de meer conservatief ingestelde mens moeite met de opkomst van het technologisch hoogontwikkelde bedrijf, getuige titels als De grote Voltige en Het donkere licht van Antoon Coolen. Bij de pastoors speelde ongetwijfeld ook angst voor het verlies aan invloed mee, mede door de komst van grote aantallen (protestantse) noorderlingen.
Daarnaast verloor ook de oorspronkelijke fabrieksmatige bedrijvigheid, zoals de textiel- en sigarenindustrie, aan invloed. Deze bood veelal laaggeschoolde arbeid met navenante lonen.
In 1930 kwam Philips zwaar in de problemen door de economische crisis. In een paar jaar tijd halveerde het personeelsbestand. Men probeerde in zo goed mogelijke regelingen te voorzien en wist door bijvoorbeeld arbeidstijdverkorting verder ontslag te beperken. Hooghouden van de uitmuntende productkwaliteit was een factor in sterk houden van het merk Philips.
Oorlog en wederopbouw
De Tweede Wereldoorlog bracht bombardementen op de Philipsfabrieken met zich mee, in 1942 voerden de Britse geallieerden Operation Oyster uit omdat Philips radiobuizen voor Nazi-Duitsland produceerde. De fabrieken aan Emmasingel en op Strijp-S met naastgelegen delen van de binnenstad worden tijdens dit Sinterklaasbombardement hevig getroffen, er vallen ca. 150 doden in Eindhoven en een onbekend aantal bij de Engelse luchtmacht. Andere fabrieken bleven ongedeerd en het bedrijf kon ook buiten Nederland blijven functioneren, dankzij buitenlandse vestigingen en breidde in 1942 haar fabriekscomplex in Amerika uit.
De tijd van de wederopbouw ging gepaard met ongekende groei, waarbij Philips in Eindhoven vooral in westelijke richting uitbreidde met onder meer de complexen R en T te Strijp.
In 1946 werden in Nederland nieuwe productiebedrijven geopend in Sittard, Roermond en Zwolle. De jaren daarop volgden er nog vele andere Philips-vestigingen. Vele vestigingen verschenen door geheel Nederland en deze groeiden soms uit tot grote fabrieken waar duizenden mensen werkten. Vanaf 1939, met de introductie van de Philishave, was Philips zich gaan richten op consumentenelektronica: huishoudelijke apparaten. De meningen hierover waren verdeeld, uit marktcijfers blijkt dat er ruimte was voor groei van deze producten in Nederlandse huishoudens.
Naast fabricage van gloeilampen, radiotoestellen en huishoudelijke apparaten, ging Philips zich vanaf het begin van de jaren 50 van de twintigste eeuw ook toeleggen op de productie van kortegolfcommunicatieapparatuur ten behoeve van de lucht- en scheepvaart. De apparatuur van die tijd kenmerkte zich door het gebruik van radiobuizen — de transistor stond in de kinderschoenen — en stond voor wat betreft betrouwbaarheid op een hoog peil. Philips was een kenniscentrum op het gebied van elektronenbuizen en was onder andere uitvinder van de pentode. Kortegolfcommunicatieapparatuur als de BX925 en de 8R0 501 waren jarenlang standaardfaciliteiten aan boord van koopvaardij- en marineschepen en bij diverse walinstallaties van de overheid (Scheveningen Radio, land- en luchtmacht en marine). Ook werd medio jaren 50 de productie van televisietoestellen een steeds belangrijker activiteit.
Spreiding van werkgelegenheid en gebruikmaking van nieuwe reservoirs aan arbeidskrachten speelde een grote rol. Ook in België, waar een vestiging in Leuven bestond, werden nieuwe fabrieken geopend, zoals te Hasselt en Turnhout. Geleidelijk aan ging men de productie ook naar het buitenland overbrengen, terwijl men het tekort aan arbeidskrachten verder moest opvangen door gastarbeiders, met name Spanjaarden, in dienst te nemen.
Soms leed het bedrijf echter aan een remmende voorsprong, want ondertussen was in 1947 de transistor uitgevonden en op deze ontwikkeling sprong men nogal laat in, aangezien Philips specifieke kennis had van elektronenbuizen.
Geleidelijk begon ook de concurrentie uit Japan zich te doen gelden, zoals door het in de jaren 50 op de markt brengen van transistorradio's van het nog onbekende merk Sony. Philips bracht als eerste in 1963 de compact cassette op de markt, een succesvolle nieuwe muziekdrager.
De concurrentiestrijd met Japan leidde eind jaren 70/begin jaren 80 tot een commerciële video-oorlog, de videotape format war. Philips had als eerste een consumentenvriendelijke videospeler ontwikkeld en op de markt gebracht, de Philips N1500. De poging een standaard te vestigen voor videobanden met het eigen Video 2000-systeem, was niet succesvol vanwege de concurrentie met de Betamax- en VHS-systemen. Hoewel Video 2000 een betere beeldkwaliteit leverde, werd de slag om de markten in Amerika en Europa door anderen gewonnen op speelduur en marktprijs. Ook marketing-communicatie en klant-onderzoek speelden een rol.
Een kentering
Philips groeide verder door, met in het topjaar 1974 ca. 412.000 medewerkers, waarvan 91.000 in Nederland, maar het Nederlandse personeelsbestand was − met in 1970 98.000 mensen in dienst − toen al over zijn hoogtepunt van haar omvang heen. In Eindhoven verschoven activiteiten van productie (die noodgedwongen door concurrentie werd verplaatst naar lage lonen landen) naar Onderzoek & Ontwikkeling en er kwamen meer en meer kantoor- en managementfuncties. Na 1975 zette zich wereldwijd een daling van het personeelsbestand in. Door toenemende Europese, en later mondiale concurrentie moesten de kosten omlaag; dit gebeurde door in grotere productie-eenheden te produceren.
De achterstand op het terrein van halfgeleiders trachtte men in te halen via kennisuitwisseling met de Bell-laboratoria van AT&T en later met het peperdure megachip-project. Overigens heeft Philips een succesvolle niche-markt gevonden in de fabricage van specialistische chips, waarbij de massafabricage van standaardchips aan goedkope producenten uit andere landen werd overgelaten, zoals Zuid-Korea en Taiwan.
Ook op het gebied van computers was er sprake van een achterstand. De mainframecomputer beloofde zeer belangrijk te worden, vooral voor administratieve toepassingen, maar Philips heeft hierin, ondanks de investering van grote sommen geld in Philips Data Systems, nooit enig marktaandeel van betekenis weten te behalen. Mogelijk omdat de aanpak van Philips altijd is geweest eerst de onderdelen te fabriceren (lampen, chips) en wanneer dat goed ging pas productielijnen op te gaan zetten voor complete producten. Voorbeeld hiervan is o.a. de radiolamp.
De in die jaren gehoorde uitdrukking Philips kan niet failliet, refererend aan de zekerheid van overheidssteun, leek een niet te miskennen voorteken. Het bedrijf was door de horizontale en verticale integratie, maar ook door de verregaande autonomie van de vele buitenlandse Philips-ondernemingen, bijna onbestuurbaar geworden. Men sprak in dit kader van een matrixorganisatie. Andere voortekenen van een kentering kwamen uit de Verenigde Staten, naar waar veel technologische kennis van Europa uitweek, omdat daar het door de overheid gefinancierde Apollo-project op zijn einde liep. De exodus was de voorbode van een massale werkloosheid, ook onder technici. Ondertussen werd er bij Philips nogal eens aan hobbyisme gedaan, waarvan de research aan de stirlingmotor een goed, maar duur voorbeeld was.
Inkrimping en consolidatie
Automatisering, rationalisering, concentratie op hoofdactiviteiten, samenvoeging van productie-eenheden en verplaatsing van productie naar lagelonenlanden kondigden zich aan. Toen Henk van Riemsdijk in 1977 aftrad als bestuursvoorzitter, betekende dat de facto het einde van de invloed van de familie Philips en het begin van een minder paternalistische lijn. Dit proces zette medio jaren 70 al in met verplichte arbeidstijdverkorting, terwijl vanaf 1980 ook massaontslagen volgden. Daar kwam bij dat zich tegelijkertijd ook in andere arbeidsintensieve bedrijfstakken, zoals de kunstvezelindustrie en de scheepsbouw, soortgelijke ontwikkelingen voltrokken. Op dat moment bezat Philips wereldwijd 500 fabrieken. In 1982 was het personeelsbestand wereldwijd al teruggelopen van 360.000 tot 336.000 en verdere bezuinigingsoperaties volgden.
De belangrijkste daarvan werd Operatie Centurion tussen 1990 en 1996, geïnitieerd door Jan Timmer. Een groot deel van de Philips-vestigingen werd in het kader van deze operatie afgebouwd en vrijwel alle Philips-activiteiten in Eindhoven werden beëindigd, verplaatst, of verzelfstandigd. Vijftigduizend mensen verliezen hun baan. De zogenaamde sterfhuisbedrijfsconstructie werd ingevoerd waarbij het moederbedrijf zo min mogelijk schade opliep als een zelfstandige productie-eenheid werd afgestoten. De aanzienlijke spin-off aan bedrijven die dankzij Philips in de regio Eindhoven waren gevestigd, zorgde ervoor dat het vertrek van Philips niet tot een catastrofe leidde. Een veelheid aan technologisch hoogwaardige bedrijven, waarvan ASML het grootste is, is deels in de plaats gekomen van Philips-activiteiten. De producten van ASML zijn echter onder de merknaam Philips verkocht vòòr de afsplitsing. ASML was feitelijk geen merknaam maar de afkorting van een samenwerkingsverband.
Philips Medical Systems, in het nabijgelegen Best, is nog een belangrijke Philips-activiteit. Eind jaren 90 werd het hoofdkantoor van Eindhoven verplaatst naar Amsterdam met omstreden redenen. Slechts Philips Lighting en Philips Research bleven in Eindhoven. Ook het Evoluon, nog niet zo lang daarvoor het visitekaartje van Philips voor Eindhoven en de wereld, werd in 1989 gesloten als techniekmuseum voor het algemene publiek.
Internationaal is Philips zich steeds meer gaan oriënteren op consumentenproducten die zich onderscheiden, door een nieuwe functionaliteit en door opvallend design. In samenwerking met koffiebrander Douwe Egberts ontwikkelde Philips in 2001 het Senseo-koffiezetapparaat (2001) met een compleet nieuw koffiepad-systeem en in 2004 de Ambilight-televisie. Op de binnenlandse markt sloeg vooral de Senseo aan, maar opnieuw bleef een brede internationale doorbraak uit. Het concept van de ambilight werd door andere bedrijven overgenomen en door hen beter in de markt gezet, het concept van een koffiezet-snelsysteem werd overgenomen door andere bedrijven die eigen systemen ontwikkelden. De divisies Componenten en Halfgeleiders werden verkocht. Zo werd in 2006 de halfgeleiderdivisie verzelfstandigd als NXP. Tegelijkertijd werd aangekondigd dat het woord "Electronics" uit de bedrijfsnaam zou verdwijnen. In 2005 zijn de fabrieken voor de productie van instap modellen TV's en IT monitoren verkocht aan TPV Technology Ltd.
In 2006 had het bedrijf wereldwijd in meer dan 60 landen 121.732 werknemers in dienst. De researchafdeling, Philips Research, is gevestigd op de High Tech Campus te Eindhoven, op het terrein van het vroegere Philips Natuurkundig Laboratorium.
Philips Lighting ging zich in versnelde mate richten op energiezuinige verlichtingstechniek, waarbij vooral ledtechnologie de aandacht kreeg. Het concernonderdeel voerde hier een agressievere politiek dan de concurrenten Osram en General Electric. Zo werd er gestreefd naar voorwaartse integratie, waarbij niet alleen lampen, maar ook armaturen werden geleverd. In dit verband voerde Philips een politiek van gerichte overnames. Zo kocht Philips in 2005 het bedrijf Lumileds, een fabrikant van ledverlichting. In 2007 werden 5 bedrijven overgenomen: Partners in Lighting dat armaturen voor huishoudens maakt, TIR Systems en Color Kinetics die in ledverlichting actief zijn, Lighting Technologies dat bioscooplampen maakt. In 2008 heeft Philips het Amerikaanse bedrijf Genlyte overgenomen, dat verlichtingsarmaturen voor bedrijven maakt en marktleider is op de Noord-Amerikaanse markt.
Op medisch gebied volgde de overname van Respironics, dat apparatuur tegen slaapapneu vervaardigt. Hiermee was een bedrag van 3,6 miljard euro gemoeid, de grootste overname die Philips ooit heeft gedaan. In 2009 nam Philips de Italiaanse koffiemachinefabrikant Saeco over.
In maart 2009 verkocht Philips de sales en marketing organisatie voor IT monitoren, LCD Signage en Hotel TV aan MMD Monitors & Displays, een volle dochteronderneming van TPV Technology Ltd en werd de stap gezet naar een licentie op het gebruik van de merknaam "Philips" door MMD Monitors & Displays.
Eind 2010 had Philips 119.000 medewerkers in dienst, in oktober 2011 werd bekend dat Philips 4500 medewerkers wereldwijd laat uitstromen, waarvan 1400 in Nederland (10% van de 14.000 medewerkers).
In navolging van de IT en Signage displays en hotel TV, sloot Philips in 2012 een nieuwe joint venture met het Chinese TPV Technology Ltd onder de naam TP Vision voor het ontwerp, en de productie, distributie, marketing en verkoop van Philips-televisies met uitzondering van China, India, de Verenigde Staten, Canada, Mexico en enkele landen in Zuid-Amerika.
In december 2012 zijn Philips en zes andere elektronicabedrijven schuldig bevonden aan kartelvorming. Consumenten en producenten die hun beeldbuizen bij de karteldeelnemers kochten zijn gedupeerd. De zeven kregen een gezamenlijke boete van 1,47 miljard euro van de Europese Commissie waarvan het aandeel van Philips 313 miljoen euro was en ruim 391 miljoen samen met LG Electronics. In 2001 richtte Philips samen met LG Electronics een joint-venture op waarin de tv-activiteiten werden ondergebracht. Deze joint venture ging vijf jaar later failliet.
In januari 2013 kondigde Philips de verkoop aan van haar Lifestyle Entertainment groep, bestaande uit de onderdelen Audio, Video, Multimedia en Accessories. De beoogde koper was het Japanse bedrijf Funai Electric Co. Dit bedrijf zou naast een licentievergoeding ook € 150 miljoen voor de activiteiten betalen. De producten zouden onder de Philips-merknaam verkocht blijven worden. Eind 2013 is deze transactie afgeketst en in 2014 is een nieuwe overeenkomst gesloten met het Amerikaanse Gibson Guitar Corporation. Dit onderdeel telde circa 2.000 werknemers.
In september 2014 meldde Philips, nu nog met drie divisies, dat het zou splitsen in twee aparte bedrijven. De Consumer Lifestyle-divisie gaat op in de Healthcare-divisie en gaat verder als HealthTech. De Lighting-divisie zou een aparte juridische structuur krijgen, en dit zou dan de eerste stap zijn tot een splitsing, waarbij andere aandeelhouders kunnen toetreden tot deze divisie. Zou deze organisatie in 2013 al hebben bestaan, dan had HealthTech een omzet gerealiseerd van € 15 miljard en Lighting € 7 miljard.
In maart 2015 kondigde Philips aan 80,1% van de onderdelen Lumileds en Automotive Lighting voor bijna 3 miljard euro te verkopen aan de Chinees-Amerikaanse investeerder Go Scale Capital. Bij deze twee onderdelen werkten in totaal ruim 8.000 mensen. In Frankrijk, Duitsland, Polen en China wordt autoverlichting gemaakt en in Californië, Maleisië en Singapore worden led-chips geproduceerd. Toestemming van toezichthouders was noodzakelijk voor de transactie en in januari 2016 werd bekend dat de verkoop niet zou doorgaan na bezwaren van het Committee on Foreign Investment in the United States (CFIUS), de Amerikaanse commissie voor buitenlandse investeringen. In december 2016 vond Philips een nieuwe koper voor Lumileds. De Amerikaanse investeerder Apollo Global Management betaalt ongeveer 1,4 miljard euro voor 80,1% van de aandelen. Philips behoudt het minderheidsbelang voor een periode van ten minste drie jaar. Het bedrijf telt 9000 werknemers en had in 2015 een omzet van 2 miljard dollar. De verkoop werd in de eerste helft van 2017 afgerond.
Philips had in september 2014 bekendgemaakt de lichtdivisie te gaan afsplitsen. De onderneming denkt hierbij aan een verkoop aan private-equitypartijen of een beursgang. Diverse partijen hebben interesse getoond, maar de biedingen bleven onder de gewenste prijs. In mei 2016 besloot Philips de lichtdivisie naar de beurs te brengen. Met een jaaromzet van 7,4 miljard euro wordt Philips Lighting een van de grotere beursbedrijven op Euronext Amsterdam. Philips brengt in eerste instantie een kwart van alle aandelen naar de beurs en vrijdag 27 mei was de eerste handelsdag. De introductiekoers was 20 euro per aandeel en de emissie leverde Philips 750 miljoen euro op. In februari 2017 verkocht Philips nog eens 26 miljoen aandelen Philips Lighting voor een bedrag van 608 miljoen euro. Door de verkoop daalde het belang van Philips in Philips Lighting van 71,2% naar ongeveer 55%. Na twee verkopen van aandelen houdt Philips sinds april 2017 een minderheidsbelang in Philips Lighting. Op 24 september 2019 verkocht Philips het resterende belang. Philips was vele decennia een van de grootste gloeilampenfabrikanten ter wereld. Daarnaast werden ook andere lichtbronnen geproduceerd, zoals tl-buizen, spaarlampen, en in toenemende mate ledverlichting.
In 2018 ging Philips Lighting verder onder de naam Signify. De producten van dit nu zelfstandige bedrijf bleven voorlopig de merknaam Philips voeren.
Chronologie
1891: Frederik Philips en zijn zoon Gerard Philips richten Philips op in Eindhoven, de Eerste gloeilampenfabriek van Philips
1895: Jongere zoon Anton Philips stapt in het bedrijf als verkoper
1904: Overname van gloeilampfabriek Constantia Electric Works uit Blerick
1910: De eerste huizen van Philipsdorp zijn gereed.
1910: Philips werknemers richten hun eigen voetbalclub op, het Philips Elftal.
1911: Overschakeling van de kooldraadlamp op de wolfraamdraadlamp
De eerste natuurkundigen worden aangetrokken met de bedoeling patenten te verkrijgen
Oprichting van de Philips Harmonie
1912: N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken wordt opgericht.
Philips neemt een belang in stroomkabelproducent Draka
1913: PSV, De 'Philips Sport Vereeniging' wordt opgericht voor de vrijetijdsbesteding van de werknemers
1914: het Natuurkundig Laboratorium (NatLab) wordt opgericht.
1916 de Philips' Glasfabriek te Strijp wordt opgericht om zeker te zijn van basismateriaal
1918: de eerste radiolamp, de Ideezet, een vroege elektronenbuis, wordt op de markt gebracht.
Oprichting van Nederlandsche Seintoestellen Fabriek, een joint venture tussen Marconi Company, Radio Holland en Philips.
De eerste Röntgenbuis voor medische toepassingen wordt op de markt gebracht.
1919 Oprichting winkelketen Philips Coöperatieve Verbruiksvereeniging en Broodbakkerij G.A vanaf 1931 Etos (Eendracht, Toewijding, Overleg en Samenwerking) Coöperatieve Verbruiksvereeniging en Broodbakkerij G.A., de leden kregen een jaarlijkse korting uitgekeerd
1920: De productie van radio-onderdelen begint, deze zijn aanvankelijk bedoeld voor radioamateurs
Overname van gloeilampen fabriek Goossens, Pope & Co
1923: De Miniwatt radiolamp wordt geïntroduceerd
1925: N.V. Philips Radio wordt opgericht
De eerste experimenten met televisie vangen aan
1926: De Nederlandsche Seintoestellen Fabriek wordt overgenomen
Een zeer felle superhogedruk kwikdamplamp wordt ontwikkeld
De 'Philigraph', de voorloper van de bandrecorder, verschijnt op de markt
1927: De divisie Philips Medical Systems wordt opgericht.
De pentode, een geavanceerde radiobuis, verschijnt op de markt
Philips start de verkoop van complete radio-apparaten
PCJ kortegolfradiozender doet proefuitzendingen en richt ook radio-omroep Philips Omroep Holland-Indië op, de eerste radioverbinding met het toenmalige Nederlands-Indië
1928: De eerste Philips televisie wordt aan het grote publiek getoond (nog niet verkocht).
Oprichting van Industrieel Assurantie Kantoor voor het personeel van Philips
jaren dertig: meerderheidsbelangen in gloeilampenfabrieken Volt en Splendor. Volt produceerde later voornamelijk transformatoren, spoelen en variabele condensatoren
1930: Oprichting van de samenwerking Philips-van Houten, voor productie van vitamine D2
1931: De 'Philora' natriumlamp wordt op de markt gebracht
1932: Philips filmstudio wordt geopend
1933: Een bruikbare röntgeninstallatie komt op de markt
Onderzoek naar ferrieten start onder leiding van J.L. Snoek en E.J.W. Verwey
1934: Begin van de productie van filmprojectoren
start van de Nederlandsch-Indische Radio Omroep Maatschappij haar uitzendingen, opgericht in 1928 door Philips, Radio Holland en Maintz & Co
1936: Philips Technisch Tijdschrift wordt opgericht, het bevolkingsonderzoek ('doorlichten') komt op gang
Volledige overname van Philips-Van Houten, het latere Philips-Duphar
1939: De Philishave komt op de markt
Het Britse Philips komt met een televisietoestel op de markt
1942: Overname van platenlabel Decca Records
1946: Hollandse Signaalapparaten, producent van vuurleidingsapparatuur voor wapens, wordt na WO II overgenomen van de Nederlandse staat
1947: General Railway Signal Company (GRS) en Philips richten in het kader van de Marshall-hulp de firma Spoorweg Sein Industrie die in licentie spoorseinen maakt
Oprichting van het bedrijf Cirex, gespecialiseerd in metaalgieten volgens verlorenwasmethode
Radio-omroep PHOHI wordt Radio Nederland Wereldomroep
1948: De tl-buizen komen op de markt
Overname van de Twentsche IJzergieterij
Overname van EHMA producent van condensatoren
Het begin experimentele tv-uitzendingen
1949: Oprichting van Philips-USFA, producent van nachtkijkers en encryptietechnieken
1950: Begin met de productie van transistoren te Nijmegen
Het Philips platenlabel wordt opgericht
1952: Joint venture tussen het Philips platenlabel en Deutsche Grammophon van Siemens
Matsushita Electronic Corporation (MEC) opgericht, een samenwerkingsverband tussen Matsushita en Philips in beeldbuizen en verlichtingsartikelen.
1953: Start van bouw eerste Philips computer PETER (Philips Experimentele Tweetallige Electronische Rekenmachine) door het Philips Natuurkundig Laboratorium, voltooid in 1958
Oprichten van platenlabel Phonogram Records
1955: Experimentele kleurentelevisie via kabel
1957: kabelproducent Draka wordt verkocht aan concurrent de Nederlandse Kabelfabriek naar aanleiding van de verwachte concurrentiedruk door het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap
Thermion radiolampen fabriek wordt overgenomen
1958: het Philipspaviljoen in Brussel tijdens Expo 58
1960: Ingebruikname van computers STEVIN (Snel Tel En Vermenigvuldig INstrument) en PASCAL (Philips Akelig Snelle CALculator)
1963: De door Philips ontwikkelde Compact cassette komt op de markt,
hoofdindustriegroep Philips Computer Industrie wordt opgericht
1964: Tewea antennefabrikant wordt overgenomen
1965: De plumbicon-televisiecamera wordt uitgebracht, waarmee met veel lagere lichtniveaus beelden geregistreerd kunnen worden
Toepassen van Integrated Circuits (ICs) in gehoorapparaten
1966: Overname van electronische afdeling van Van der Heem & Bloemsma en merknaam Erres
1967: Eerste reguliere uitzendingen in Nederland van kleurentelevisie
Philips betreedt de markt voor koffiezetmachines
1968: Overname van Nederlandse computerfabrikant Electrologica van verzekeraar NILLMIJ
1970: Overname van Nederlandse Kabelfabriek; producent van sterkstroom- en telefoonkabels
1972: De eerste video cassette recorder (VCR) voor thuisgebruik komt op de markt in Engeland
PolyGram wordt opgericht, fusie tussen het Philips platenlabel en Deutsche Grammophon met het sublabel Polydor
Volledige overname van het Italiaanse Ignis, producent van huishoudelijke apparatuur
1974: Op 1 januari wordt het Philips PM5544-testbeeld door de Nederlandse tv in gebruik genomen.
De Amerikaanse elektronica firma Magnavox wordt overgenomen, producent van de eerste spelcomputer (1972) Magnavox Odyssey
1976: Philips Computer Industrie sinds 1966 de N.V. Philips-Electrologica verlaat de mainframe en richt zich op minicomputer noemt zich Philips Data Systems
1978: Philips introduceert met de Amerikaanse firma MCA de vlp-videoplaat in Amerika. Het is een technische en commerciële mislukking. Na enige jaren trekt Philips zich terug. De Japanse firma Pioneer brengt met succes het herdoopte LaserVision aan de man
1979: Philips introduceert het Video 2000-systeem, een technisch superieur ontwerp, maar een commerciële mislukking.
Verkoop van kunststofleidingfabrikant Draka/Polva aan Solvay
1980: Philips lanceert haar eerste homecomputer: de Philips P2000
Verkoop van chemicaliën en farmaceutisch bedrijf Philips-Duphar aan Solvay
koopt overzeese activiteiten van het Amerikaanse Marantz, producent audio apparatuur
1981: Oprichting van Assembléon een bedrijf dat pick and place machines vervaardigt voor de surface-mounted device
1982: Overname Bauknecht
1983: Philips lanceert in samenwerking met Sony de uitermate succesvolle Compact disc (cd).
1984: ASML oprichting, joint venture tussen ASM International en Philips
1984: MSX De derde machine van Philips welke de MSX1-standaard volgt. De VG-8020 is een van de meest succesvolle MSX1-computers van Philips.
1985: leveraged buyout van Draka uit NKF, producent van stroomkabels en glasvezelkabel aan Parcom en Flint Beheer
1986: start met American Interactive Media, vanaf 1995 verkort naar Philips Media, als producent van videospellen
1986: MSX De Philips VG-8230 is de eerste MSX2 van Philips welke de MSX2-standaard volgt. NMS staat voor ‘New Media Systems’ wat aangaf waar Philips heen wilde gaan.
1987: NKF wordt naar de beurs gebracht.
Philips neemt volledig belang in PolyGram over van Siemens
neemt belang in Taiwanese joint venture TSMC, nieuw opgerichte fabrikant van chips
1989: Joint venture met Whirlpool Corporation over het Witgoed, de grote elektrische huishoudelijke apparatuur, Philips brengt 14.000 werknemers en 2 miljard dollar omzet in de nieuwe firma
Verkoop gasfabriek aan Air Liquide
1990: IT bedrijf Origin, ontstaat uit fusie tussen BSO van Eckart Wintzen en deel van Philips interne automatisering (PASS, Philips Application and Software Services).
Verkoop Holland Signaal, fabrikant van militaire elektronische toepassingen aan Thomson-CSF
1991: Philips introduceert de weinig succesvolle spelcomputer, multimediasysteem de cd-i, de Compact Disc Interactive.
Philips Electronics N.V. wordt de enige aandeelhouder van N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, wat de opmaat is voor een juridische fusie tussen de twee en een naamsverandering in 1994
Meerderheid verworven in Belgische videotheekketen Superclub met onder andere 480 winkel in de V.S.
Volledige overname van Whirlpool van Philips aandeel in joint venture
Philips stopt met niet succesvolle PC productie en verkoopt Philips Computer Industrie aan DEC
1992: Philips lanceert wederom een commerciële mislukking: het digital compact cassette-formaat
Overname van de Nederlandse videotheekketen Videoland met 190 winkels
Verzelfstandiging van Photonis, producent van optische lenzen, sensoren
1993: Verkoop van aandeel in MEC, met 22.000 werknemers voor 3 miljard gulden aan partner Matsushita, leverancier van halfgeleiders
Verkoop van Amerikaanse deel van videoketen Superclub aan Blockbuster LLC zelf in dat jaar overgenomen door Viacom
Meerderheidsbelang verworven in Grundig
1994: N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken verandert van naam, de nieuwe naam is Philips Electronics N.V.
Verkoop van verzekeraar IAK aan Nieuw Rotterdam Beheer.
1995: Philips en Sony ontwikkelen de blu-ray Disc, deze wordt door de hoge prijs en gebrek aan belangstelling pas tien jaar later geïntroduceerd
ASML wordt naar de beurs gebracht, omzet 500 miljoen gulden, 800 werknemers
Verkoop van kabelfabrikant voor elektronica Pope Cable & Wire aan het bedrijf Belden Wire & Cable
1996: IT bedrijf Origin neemt verder deel van Philips IT afdeling (Philips Communication & Processing Services) over
Joint venture van kabeltelevisienetten van Philips en United International Holdings (UIH) onder de naam UPC (United Philips Cable)
Videoland wordt verkocht
Nederlandse Sport 7 sportzender stopt, Philips had hierin een minderheidsbelang
1997: De dvd wordt op de markt gebracht
Philips Electron Optics division fuseert met FEI, producenten van Elektronenmicroscopen. Het Philips belang wordt in 2006 verkocht.
Het beleid van de nieuwe directeur Cor Boonstra leidt tot verkoop van belang in kabelmaatschappij UPC aan partner UIH
Videotheekketen Superclub wordt gesloten
1998: Philips Electronics N.V. verandert van naam, de nieuwe naam is Koninklijke Philips Electronics N.V.
Het muziekconcern PolyGram verkocht aan het Canadese Seagram Company voor 19,1 miljard gulden, jaaromzet 9 miljard gulden aantal werknemers 15.500
Grundig wordt verkocht aan Beiers consortium
Joint venture met Lucent om mobiele telefoon te produceren wordt al na 1 jaar ontbonden
1999: Philips en Sony brengen de super audio compact disc uit. Ook dit systeem is niet direct een overweldigend commercieel succes. Tevens ontwikkelt Philips samen met Sony een standaard voor digitale geluidsoverdracht, S/PDIF (Sony Philips Digital InterFace)
Philips en LG starten de joint venture LG.Philips LCD
Verzelfstandiging van Keytec, producent van metalen en plastic onderdelen
2000: Philips koopt Optiva Corporation, producent van elektrische tandenborstel Sonicare
koopt meerderheidsbelang in Medquist, bedrijf gespecialiseerd dicteerappartuur voor medici, wordt in 2006 weer verkocht
verkoopt automatiseringdochter Origin aan het Franse Atos, omzet 5,7 miljard gulden, 16.000 werknemers, tot 2005 bleef Philips aandeelhouder.
2001: Philips en LG starten de joint venture LG.Philips Displays. Productie van "oude" Beeldbuis, omzet 6 miljard dollar, 36.000 werknemers.
Philips introduceert in samenwerking met Douwe Egberts het succesvolle Senseo koffiezetsysteem in Nederland. Vanaf 2002 volgt de introductie in andere landen
Stopt met productie van mobiele telefoons, gaat samenwerken met China Electronics Corporation (CEC)
Verkoop van het merk Marantz aan Marantz Japan
2002: Er vindt een gijzeling plaats in de Rembrandttoren in Amsterdam. De gijzelnemer vermoedt een complot rond breedbeeldtelevisies. Nadat de man maandenlang verschillende media had bestookt, gijzelt hij uiteindelijk werknemers van het kantoorpand, waar tot enkele maanden voor de gijzelingsactie Philips zetelde. Tijdens de actie pleegt de man zelfmoord, maar er raken verder geen mensen gewond
De afdeling CDD-beeldsensor verkocht aan Dalsa
2004: Philips introduceert ambilight, een achtergrondverlichtingssysteem dat de waargenomen beeldkwaliteit versterkt.
Philips ruilt de tien jaar oude reclameleus Let's make things better in voor Sense and simplicity. Hiermee wil Philips aangeven dat zijn producten slim van binnen zijn en eenvoudig in gebruik.
Beursgang van electronisch kaartmaker NAVTEQ, aantal werknemers 1400, omzet 270 miljoen dollar
2005: Dochteronderneming Polymer Vision presenteert een zakcomputer met oprolbaar elektronisch scherm, de Readius.
Overname van Lumileds, producent van LEDs, een joint venture tussen Philips en Agilent Technologies opgericht in 1999
koopt Stentor, IT-producent van systemen voor het verspreiden en archiveren van digitale röntgenfoto's
2006: Philips verkoopt divisie Semiconducters met behoud van een belang van 19,9%, de nieuwe onderneming gaat verder als NXP Semiconductors, founded by Philips, omzet 4,6 miljard euro, aantal medewerkers 37.000
Verzelfstandiging van Anteryon, bedrijf gespecializeerd in micro-optische producten zoals lenzen
Spin-off Liquavista, ontwikkelaar van beeldschermen op basis van electrowetting-technologie, in 2011 overgenomen door Samsung, in 2013 door Amazon
Verkoopt aan VDL Groep de Philips Machinefabrieken, hernoemd in 2000 als Philips Enabling Technologies Group (ETG), aantal werknemers 1650, omzet 230 miljoen euro
Koopt Massive, Belgisch producent van verlichtingsarmaturen
Koopt Avent, producent van babyvoedingaccessoires
koopt Witt Biomedical, Amerikaans bedrijf actief in cardiovasculaire hemodynamiche monitoring
Koopt het Amerikaanse Lifeline Systems, een medische alarmserviceorganisatie
Koopt ULM Photonics GmbH, producent van speciale laser diode
LG.Philips Displays, producent van beeldbuizentelevisies gaat failliet
2007: Philips maakt bekend de divisies Consumentenelektronica en Huishoudelijke Apparaten samen te voegen tot de divisie Consumer Lifestyle, daarmee voortgaand op de weg van technologiebedrijf naar een bedrijf dat Gezondheid en Leefstijl ('Health and Lifestyle') als productfilosofie heeft. Philips heeft dan nog drie sectoren: 'Lighting', 'Consumer Lifestyle', en 'Healthcare'
Koopt het Amerikaanse Respironics, producent van ademhalingsaparatuur voor slaapapneu
koopt van Amerikaanse Genlyte Group, producent van lichtarmaturen
Spin-off uit Philips Design, de firma Shapeways, een 3D-printservice bedrijf
Spin-off uit Philips Research, Silicon Hive, producent van herprogrameerbare computersoftware, in 2011 overgenomen door Intel
2008: Introductie van flatscreen-televisies met WOWvx-technologie op de markt
Verkoop van spraakherkenningsofware Philips Speech Recognition Systems GMBH (PSRS) aan Nuance Communications
Spin-off van Civolution, ontwikkelaar van digitale watermerken
2009: Philips neemt de Italiaanse koffiemachinefabrikant Saeco over.
Het chinese TPV Technology verkrijgt de licentierechten over de computer monitors wereldwijd en richt de fima MMD op.
Verkoopt laatste aandelen in LG Display, de joint venture tussen Philips en LG om lcd-displays te maken
Verkoopt laatste aandelen in chipsfabrikant TSMC
2011 Spin-off uit R&D van het bedrijf Sapiens Steering Brain Stimulation, ontwikkelaar van een sonde met elektrodes voor hersenen, in 2014 gekocht door Medtronic voor 150 miljoen euro
2012: Philips sluit een joint venture met het Chinese TPV Technology onder de naam TP Vision voor het ontwerp, en de productie, distributie, marketing en verkoop van Philips-televisies met uitzondering van China, India, de Verenigde Staten, Canada, Mexico en enkele landen in Zuid-Amerika
2012: Philips krijgt met LG een boete van 509 miljoen euro boete vanwege frauduleuze kartelvorming in de TV markt. Tussen 1996 en 2006 maakte Philips in het grootste geheim afspraken met zes concurrenten als Samsung en Toshiba over de prijzen van beeldbuizen. Hierbij zijn nauw betrokken Philips-topman Frans van Houten en Philips Research hoogste baas Ad Huijser, beiden commissaris bij LG.Philips Displays (LPD), een joint venture van Philips en LG.
2013: Philips verkoop van haar Lifestyle Entertainment groep, bestaande uit de onderdelen Audio, Video, Multimedia en Accessories, gaat niet door. Met de verkoop zouden 2000 medewerkers over gaan naar de Japanse koper Funai Electric Company. Koninklijke Philips Electronics N.V. verandert van naam, de nieuwe naam is Koninklijke Philips N.V.
2014: Philips verkoopt alsnog haar Lifestyle Entertainment-divisie (audio, video) aan het Amerikaanse Gibson Guitar Corporation voor 135 miljoen dollar. 1900 werknemers gaan over.
verkoopt zijn 30% aandeel in TP Vision en stopt met televisie productie en verkoop.
Philips gaat zich opsplitsen in twee aparte zelfstandige bedrijven, een voor verlichting en een voor gezondheid en consumenten (Healthtech).
Neemt firma Volcano Corporation over, producent van ultrasone katheters, beeld- en meetapparatuur voor bloedvaten.
2016: Philips Lighting, met een omzet van 7 miljard euro en 34.000 werknemers, kreeg een eigen notering op de aandelenbeurs.
Koopt medisch IT sofwarebedrijf Wellcentive.
Verkoopt van 80% van de aandelen Lumileds aan Apollo Global Management.
2017: Overname van RespirTech, producent van apparatuur voor chronische longaandoeningen.
Overname voor 1,9 miljard euro van het Amerikaanse Spectranetics, gespecialiseerd in beeldtechnologie via katheters van bloedvaten, Koopt katheter startup CardioProlific en koopt producent van hersenscanapparatuur Electric Geodesics Inc
Koopt app-producent van zwangerschapsbegeleiding Health & Parenting, en Tomtec softwarebedrijf voor de analyse van echo-beelden
Koopt Analytical Informatics over, een softwareontwikkelaar in radiologisch onderzoek.
Koopt Forcare software voor communicatie tussen medische systemen en VitalHealth uit Ede, een software bedrijf voor on-line zorgverlening.
2018: Philips Lighting gaat verder onder een nieuwe naam, genaamd Signify.
Het gebruik van de merknaam Philips voor audio-artikelen gaat naar TP vision na het faillissement van Gibson, start-up NightBalance wordt overgenomen, producent van apparatuur tegen slaapapneu.
Koopt start-up EPD Solution voor 250 miljoen euro, een producent van 3D-beeldvormende software voor het hart en koopt de Remote Diagnostic Technologies, een producent van patiënt monitors en defribrilators.
Neemt softwarefirma Blue Willows Systems over die gespecialiseerd is in locatie monitoring van patiënten.
2019 Philips neemt de afdeling gezondheidszorg informatie systeem over van de firma Carestream Health.
2020 aankoop van Intact Vascular, producent van implantaten om vaatziekten in benen te behandelen, voor 306 miljoen euro
Philips koopt voor 2,3 miljard euro het Amerikaanse BioTelemetry, een leverancier van systemen om hartpatiënten op afstand te bewaken.
2021 Philips koopt het Amerikaanse IT-bedrijf Capsule Technologies voor 530 miljoen euro. Het bedrijf levert software waarmee data van verschillende medische apparaten wordt uitgewisseld en bijgehouden. Capsule is in 1997 opgericht, telt zo'n 300 medewerkers en behaalde een omzet van US$ 100 miljoen.
Verkoop van Philips' huishoudelijke divisie met een omzet van 2 miljard euro voor 4,4 miljard euro aan de Chinese investeerder Hillhouse Capital, waarvan 700 miljoen euro om 15 jaar de merknaam Philips te mogen gebruiken; 7500 werknemers gaan over naar de nieuwe eigenaar.
2022 In oktober maakte Philips een reorganisatie bekend waarbij 4000 banen, waarvan 800 in Nederland, gaan verdwijnen. Aanleiding hiervoor zijn de aanhoudende slechte resultaten.
2023 In januari worden nog eens 6000 banen geschrapt. In Nederland verdwijnen er 1100, met name bij Philips in Best en op de High Tech Campus in Eindhoven. Ongeveer de helft van de banen verdwijnen dit jaar en de rest in 2024. Philips Research gaat de focus verleggen naar beeldgestuurde chirurgie, echografie, patiëntbewaking en persoonlijke verzorging, dit zijn gebieden waar Philips sterk in wil zijn. Na deze reorganisatie zal Philips wereldwijd minder dan 70.000 werknemers tellen.
Bestuursvoorzitters
1891-1899: Frederik Philips
1899-1922: Gerard Philips
1922-1939: Anton Philips
1939-1961: Frans Otten
1961-1971: Frits Philips
1971-1977: Henk van Riemsdijk
1977-1981: Nico Rodenburg
1982-1986: Wisse Dekker
1986-1990: Cor van der Klugt
1990-1996: Jan Timmer
1996-2001: Cor Boonstra
2001-2011: Gerard Kleisterlee
2011-15 oktober 2022: Frans van Houten
15 oktober 2022 - : Roy Jakobs
President-commissarissen
1977-1986: Henk van Riemsdijk
1986-1994: Wisse Dekker
1994-1999: Floris Maljers
1999-2005: Lo van Wachem
2005-2008: Wim de Kleuver
2008-2011: Jan-Michiel Hessels
2011-2021: Jeroen van der Veer
2021- : Feike Sijbesma
Beeldmerk
Het beeldmerk van Philips is omstreeks 1930 ontstaan. Het bestaat uit een cirkel (die de aarde symboliseert), waarin drie horizontale golflijnen (die de radiogolven symboliseren). Linksboven en rechtsonder staan twee vierpuntige sterretjes (zoals sterren vaak verschijnen als ze door een vierkant diafragma gefotografeerd worden). Deze sterren symboliseren het licht.
Boven het cirkelvormige beeldmerk staat vaak de naam PHILIPS, met het geheel in een kader dat de vorm heeft van een wapenschild.
Het beeldmerk werd in 1994 afgeschaft en vervangen door enkel de naam PHILIPS in blauwe letters. In 2008 werd het oude beeldmerk weer in ere hersteld. In 2013 werden enkele wijzigingen aangebracht. Er zijn nu slechts twee golflijnen, de golflengte is langer en de sterretjes zijn anders geplaatst. Daarnaast heeft de bovenkant van het schild sinds de modernisering een lichte bolling.
De sterretjes uit het beeldmerk sieren de klokken van de Philips-beiaard, voorheen bij het Evoluon, thans in de Sint-Catharinakerk.
Resultaten
Lijst van vroegere en huidige Philips-vestigingen
Vóór 1940 had Philips slechts vestigingen in een beperkt aantal plaatsen, maar na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal vestigingen sterk toe. In Eindhoven werden de mensen al van heinde en verre aangevoerd met het VIPRE-busnetwerk (Vervoer Industrieel Personeel Regio Eindhoven). In de hoogtijdagen ging het om honderden bussen met het overstapstation op de kruising Beukenlaan/Schootsestraat. Hier konden de mensen overstappen op bussen die hen naar de gewenste Eindhovense locatie brachten. Om aan personeel te komen, en om de werkgelegenheid in de regio te verbeteren, stichtte Philips vele vestigingen buiten Eindhoven. Hier kwam bij dat Philips ook veel bedrijven overnam, die elk soms ook weer een aantal vestigingen hadden. Vanaf 1980 ging het echter bergafwaarts met vele van deze vestigingen. Philips stootte vele bedrijven af en sloot ook een groot aantal vestigingen in de regio, wat ook ernstige sociale gevolgen kon hebben voor streken die toch al niet bedeeld waren met veel werkgelegenheid. Dit proces van concentratie en stroomlijning is nog aan de gang. In 2019 vertelde de directie het aantal fabrieken te willen terugbrengen van 50 naar 30.
Zie ook
De geschiedenis van Philips in Noord-Nederland
De geschiedenis van Philips in België
Philips-Duphar
Philips Vliegdienst
Signify
Externe links
Philips Nederland
Philips België
Philips Global
Literatuur
Philips Research. 100 jaar uitvindingen die ertoe doen. Zwolle, WBooks, 2013.
Het ontstaan van de Nederlandse gloeilampenindustrie. Leiden, Nijhoff, 1980. (Deel 1 van de Geschiedenis van Philips Electronics NV).
Een onderneming van vele markten thuis. (1891-1922). Leiden, Nijhoff, 1986. (Deel 2 van de Geschiedenis van Philips Electronics NV).
De ontwikkeling van de N.V. Philips' gloeilampenfabrieken tot elektrotechnisch concern. (1922-1934). Leiden, Martinus Nijhoff, 1992. (Deel 3 van de Geschiedenis van Philips Electronics NV).
Onder Duits beheer. (1935-1950). Zaltbommel, Europese bibliotheek, 1997. (Deel 4 van de Geschiedenis van Philips Electronics NV).
Een industriële wereldfederatie. (1950-1970). Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 2002. (Deel 5 van de Geschiedenis van Koninklijke Philips Electronics N.V..)
De jaarboeken uitgegeven door de directie van Philips bij het 25-jarig en 100-jarig bestaan van Philips.
Interne publicatie van het Natlab 1916 - 1946
Referenties
Bedrijf genoteerd aan Euronext Amsterdam
Bedrijf genoteerd aan de New York Stock Exchange
Philips
|
1995: Philips en Sony ontwikkelen de blu-ray Disc, deze wordt door de hoge prijs en gebrek aan belangstelling pas tien jaar later geïntroduceerd
ASML wordt naar de beurs gebracht, omzet 500 miljoen gulden, 800 werknemers
Verkoop van kabelfabrikant voor elektronica Pope Cable & Wire aan het bedrijf Belden Wire & Cable
1996: IT bedrijf Origin neemt verder deel van Philips IT afdeling (Philips Communication & Processing Services) over
Joint venture van kabeltelevisienetten van Philips en United International Holdings (UIH) onder de naam UPC (United Philips Cable)
Videoland wordt verkocht
Nederlandse Sport 7 sportzender stopt, Philips had hierin een minderheidsbelang
| 1 |
kabeltelevisie, satelliettelevisie, mediadiensten
|
7,124 |
Hostel
|
2824298
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Snuffelbeer
|
Snuffelbeer
|
Snuffelbeer is een Belgisch bier. Het werd gebrouwen door Brouwerij De Regenboog te Assebroek een deelgemeente van Brugge (heden Brouwerij Smisje te Mater, een deelgemeente van Oudenaarde).
Achtergrond
Snuffelbeer werd gebrouwen als huisbier voor jeugdherberg Snuffel te Brugge. Op het etiket staat dan ook het logo van de jeugdherberg met een hondje.
Het bier
Snuffelbeer is een goudkleurig bier van hoge gisting met een alcoholpercentage van 6%.
Zie ook
Lijst van Belgische bieren
Lijst van Belgische brouwerijen
Lijst van Belgische bierfirma's
Belgische biercultuur
Externe link
Website van de brouwerij
Voormalig Belgisch biermerk
Geschiedenis van Brugge
|
Achtergrond
Snuffelbeer werd gebrouwen als huisbier voor jeugdherberg Snuffel te Brugge. Op het etiket staat dan ook het logo van de jeugdherberg met een hondje.
| 2 |
hostel, jeugdherberg, budgetaccommodatie
|
5,135 |
AudioObject
|
608409
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Opname%20%28signaal%29
|
Opname (signaal)
|
Een opname is een registratie van een audio- en/of videosignaal dan wel licht op lichtgevoelig materiaal. Hiervoor is respectievelijk een microfoon en een camera nodig, een apparaat (recorder) voor het vastleggen van het signaal, en vaak een verwisselbare gegevensdrager (opslagmedium). Onderscheiden worden analoge en digitale opnamen.
Vaak wordt bij een video-opname ook een audio-opname gemaakt, met één apparaat op één gegevensdrager. Vaak kan met opnameapparatuur ook afgespeeld worden. Wel waren en zijn er apparaten die alleen afspelen, zoals een grammofoon, filmprojector, cd-speler, videospeler en dvd-speler.
Tegen het eind van de 19e eeuw werden voor het eerst geluidsopnamen gemaakt met behulp van de fonograaf op een wasrol. In de 20e eeuw werd een bandrecorder gebruikt, later in het bijzonder de cassetterecorder en weer later digitaal op onder andere cd, beschrijfbare cd-rom en flashgeheugen. Dit heeft het kopiëren en bewerken gemakkelijker gemaakt.
Zie ook
Geluidsstudio
Geschiedenis van de geluidsopname
Filmcamera
Camcorder
Referenties
Akoestiek
|
Een opname is een registratie van een audio- en/of videosignaal dan wel licht op lichtgevoelig materiaal. Hiervoor is respectievelijk een microfoon en een camera nodig, een apparaat (recorder) voor het vastleggen van het signaal, en vaak een verwisselbare gegevensdrager (opslagmedium). Onderscheiden worden analoge en digitale opnamen.
| 1 |
audio, geluidsbestand, mediabestand
|
12,450 |
BusReservation
|
3027230
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Openbaar%20vervoer%20in%20Katwijk
|
Openbaar vervoer in Katwijk
|
Het openbaar vervoer in Katwijk bestaat uit stads- en streekbussen van Arriva. Katwijk beschikt niet over een station en is de grootste Nederlandse plaats en gemeente zonder spoorverbinding, er rijden alleen bussen. Enkele grotere plaatsen en/of gemeenten hebben ook geen trein(station), maar wel een tram, die Katwijk sinds 1960 niet meer heeft.
Arriva rijdt een uitgebreid netwerk van streekbussen, vooral van en naar Leiden. Vanuit Katwijk kunnen, in de meeste kernen en wijken, zonder overstappen onder andere ook Den Haag, Wassenaar, Noordwijk en Lisse worden bereikt.
Geschiedenis
Tram
De tramlijn Leiden - Katwijk, ook wel ‘kustlijn’ genoemd, was een tramverbinding op normaalspoor die bestaan heeft van 1881 tot 1960. Deze lijn werd tot 1911 / 1912 met stoomtrams geëxploiteerd en daarna met elektrische trams. Vanaf 1924 maakte het deel uit van het Blauwe Tram-net van de NZH. De lijn was in totaal 17,5 km lang en bestond uit drie takken: Leiden Station – Rijnsburg Splitsing (4,5 km), Rijnsburg Splitsing – Katwijk aan Zee (4,5 km) en Rijnsburg – Noordwijk aan Zee (8,5 km).
De lijn Leiden – Katwijk moest het in de beginperiode vooral van het strandvervoer hebben, maar werd na verloop van tijd ook belangrijk voor het werkgerelateerde vervoer. Een rit met de tram vanaf naar Katwijk aan Zee naar station Leiden duurde ongeveer 30 minuten en daarbij werden inclusief begin- en eindpunt 17 haltes aangedaan. In Katwijk zelf ging de tram door de smalle straten van het dorp. Op sommige plaatsen was het zo smal dat de tram rakelings langs de huizen reed. De stoomtram in Katwijk was ook handig om zich snel te verplaatsen naar een punt in Katwijk dat ver was om te lopen. In die tijd waren er nog weinig mensen met een auto. Fietsen bestonden al wel, maar hadden niet het comfort van de huidige fietsen van eind 20e eeuw en begin 21e eeuw.
Route
Leiden Station – Oegstgeest Leidse Buurt – Rijnsburg Splitsing – Katwijk aan den Rijn – Katwijk aan Zee (Boulevard / Tramstraat) – Rijnsburg Splitsing – Noordwijk Binnen – Noordwijk aan Zee (Boulevard / Huis ter Duinstraat).
Aan de Huis ter Duinstraat was het tramstation, na 1960 Picképlein, dat omstreeks 1912 is gebouwd toen de eerste elektrische tram ging rijden. (Cursief is nu binnen de gemeente Katwijk, maar toentertijd niet en vetgedrukt is binnen Katwijk, zowel vroeger als nu.)
Katwijk aan Zee – Leiden
Lijnen 31/41
Na opheffing van de Blauwe tram in 1960 kwam buslijn 41 van NZH, die vrijwel dezelfde route reed als de tramlijn, met uitzondering van de doorverbinding naar Noordwijk.
Buslijn 31/41 was een aanduiding voor de ringbuslijn in Katwijk, die werd uitgevoerd onder twee lijnnummers: 31 en 41. De lijnen 31 en 41 zijn van oudsher streekdiensten naar Leiden-Zuidwest; lijn 41 is later aan de Leidse kant verlegd naar Leiderdorp met als belangrijkste punt en tevens eindpunt het Sint Elizabeth Ziekenhuis (nu Alrijne Ziekenhuis). Veel mensen uit Katwijk die bijvoorbeeld voor een afspraak of bezoek naar het ziekenhuis in Leiderdorp wilden, konden met een rechtstreekse lijn het ziekenhuis bereiken.
De dienst werd eerst uitgevoerd door NZH en later door Connexxion. Met ingang van 14 december 2008 waren deze lijnen vervangen door lijnnummers 36/37/38, die een andere route reden.
In 1999 was besloten de afzonderlijke lijnen 31 en 41 aan elkaar te koppelen, en op die manier een ringlijn te creëren. Bij het eindpunt Vuurbaakplein werd lijn 31 altijd lijn 41 en andersom, zodat passagiers gewoon konden blijven zitten. Op die manier kon het openbaar busvervoer in Katwijk worden verbeterd zonder nieuwe buslijnen te openen. Hoewel sprake was van een ringlijn, ontmoetten de beide lijnen elkaar op vier punten, en werd het traject Oegstgeesterweg – Sandtlaan samen gereden.
Geschiedenis
Lijn 41 was feitelijk de oudste openbaarvervoerverbinding van Katwijk; deze reed nagenoeg dezelfde route als voorheen de Blauwe Tram en daarvoor de stoomtram van de RSTM. Ook nadat de tram vervangen was door de bus, is deze lijn lange tijd hetzelfde gebleven. Lijn 31 is pas later ingesteld en heeft lange tijd los van lijn 41 gereden. Beide bussen reden toen een kwartiersdienst (later teruggebracht tot een twintigminutendienst en vervolgens een halfuursdienst) naar het Vuurbaakplein en terug. In 1999 werden de lijnen gecombineerd, waardoor in Katwijk een ringlijn ontstond.
Bij de samenvoeging van de streeklijnen 31 en 41 reed lijn 31 door de wijk Fredriksoord (route via Christinalaan) en lijn 41 langs de Splitsing. Bovendien reed lijn 31 via de Boshuysenstraat in de wijk Steenoven, en niet door de Zanderij. Lijn 41 reed na het Raadhuis door de Tramstraat en de Koningin Wilhelminastraat (vroegere eindpunt van de Blauwe Tram) naar het Vuurbaakplein, en in tegengestelde richting door de Secretaris Varkevisserstraat richting het gemeentehuis. In 2000 kwam hier verandering in. In Rijnsburg werden de routes omgedraaid: lijn 41 ging door Fredriksoord rijden en lijn 31 via de Splitsing. Bovendien reed lijn 41 niet langer door de Tramstraat en de Varkevisserstraat in Katwijk aan Zee, maar ging in beide richtingen over de Meeuwenlaan en de Parklaan naar het Vuurbaakplein, en kwam hierdoor niet meer langs het centrum (om daar als lijn 31 na het Vuurbaakplein alsnog naartoe te gaan). Hiermee kwam, na 119 jaar, een einde aan een verbinding tussen de Koningin Wilhelminastraat en Rijnsburg.
In 2004 wijzigde de route aan de 31-zijde, doordat niet langer via de Hoorneslaan (halte: Boshuysenstraat) werd gereden, maar door de nieuwe wijk de Zanderij, via het gemeentehuis naar de Biltlaan, en vanaf daar de oude route richting centrum.
Met ingang van 14 december 2008 zijn de lijnen 31 en 41 opgeheven en vervangen door de lijnen 36, 37 en 38.
De route
N.B. Omdat de route van de gekoppelde lijn vrij lang was, zijn enkel de haltes binnen Katwijk vermeld.
Belangrijke bestemmingen aan deze route (allen in gemeente Katwijk)
Katwijk Centrum Halte: Brittenburg
FloraHolland (Rijnsburg) Halte: Fredriksoord
Raadhuis (Katwijk aan den Rijn) Halte: Raadhuis (gemeentehuis)
Spinozahuisje (Rijnsburg) Halte: Spinozalaan
Strand (Katwijk aan Zee) Haltes: Jan Tooropstraat; Brittenburg; Vuurbaakplein
De eerste twee ochtendritten van lijn 41 richting Vuurbaakplein reden niet de
gehele route, maar hadden hun beginpunt bij de halte Duinoord.
Buslijnen 36/37/38
Buslijn 36 was een Katwijkse buslijn van station Leiden CS naar Katwijk Drieplassenweg, via Oegstgeest en Rijnsburg. Deze lijn was gekomen in plaats van buslijnen 31 en 41 en reed vanaf het Vuurbaakplein via de Tramstraat, Duinoord, Raadhuis, Rijnstraat, Sandtlaan, Oegstgeesterweg en de Flora naar Oegstgeest en Leiden. Deze lijn reed dus de oorspronkelijke route van de Blauwe Tram en lijn 41. Een gedeelte van buslijn 31 en 41 werd opgevangen door de lijnen 37 en 38, die beiden door Valkenburg reden, maar dan via een verschillende route. Buslijn 37 ging vanaf Leiden door Valkenburg en ging daarna rechtstreeks naar industrieterrein 't Heen, vervolgde zijn weg via de Hoornes (Katwijk-Noord) met als belangrijkste halte de Biltlaan en later in Katwijk aan Zee, de Jan Tooropstraat, met als eindpunt, de Vuurbaak. Dit was voor mensen die in Katwijk op het industrieterrein werkten, vooral in het westelijke deel, een handige verbinding.
In de Hoornes kwam er kritiek van bewoners op buslijn 37, aangezien mensen niet meer rechtstreeks vanuit de dichtbevolkte Hoornes, met veel flats, naar halte 'Posthof' (vlak bij het Diaconessenhuis) in Leiden konden en vanaf station Leiden Centraal moesten overstappen of lopen.
Buslijn 38 ging vanaf Leiden door Valkenburg en ging daarna naar de wijk "De Zanderij", en reed vervolgens via de Boslaan naar het eindpunt, de Vuurbaak. Lijnen 37 en 38 waren gekoppeld aan elkaar en reden dus een ring door de stad. Bij de eindpunten verwisselden zij van lijn, lijn 37 reed dan verder als lijn 38 en vice versa. Men kon blijven zitten, al had dat alleen bij de Vuurbaak zin, want na station Leiden werd eerst een deel van de gezamenlijke route afgelegd alvorens het andere deel van de ring te rijden. De Zanderij is een nieuwbouwwijk met voornamelijk koopwoningen. Het aantal passagiers in deze wijk is niet zo groot, omdat veel bewoners gebruikmaken van hun auto.
Vanaf 9 december 2012 nam Arriva het stokje van Connexxion over, wat gevolgen had voor de dienstregeling van lijnen 37 en 38 en een aantal busnummers wijzigden. Buslijn 31 kwam weer terug, echter rijdt deze niet dezelfde route als de oude buslijn 31. Buslijn 38 rijdt exact dezelfde route als voorheen, door de wijk Zanderij, 1x per uur naar Leiden en rijdt vanaf Leiden door Rijnsburg naar Katwijk als lijn 37. Een keer per uur rijdt lijn 38 een andere route (niet via de wijk Zanderij), via Valkenburg naar Leiden en rijdt daarbij deels de route van de voormalige lijn 37. Lijn 38 wijzigt op Leiden Centraal in lijn 37 en vervangt van Leiden naar Katwijk hierbij een groot deel van lijn 36 van Connexxion en gaat via Rijnsburg naar Katwijk aan den Rijn en Katwijk aan Zee.
Deze lijnen worden door Arriva gekenmerkt als oppervlakte ontsluiting. Met de komst van de betere verbinding met Leiden via lijn 30 en 31, nam het reizigersaantal op de lijnen 37 en 38 nog verder af. De lijnen 30 en 31 bieden niet alleen een veel snellere verbinding met Leiden maar rijden daarnaast ook nog eens iedere 6 minuten. Volgens de vervoerscijfers van Arriva maakten in het 2e kwartaal van 2014 nog maar 346 personen per dag gebruik van de lijnen 37 en 38 van en naar Leiden. De halte waar het minst gebruik van wordt gemaakt is de halte Salomonszegel gelegen in de wijk Zanderij. Hier stappen anno 2016 nog maar 10 personen per dag in. Met de geplande realisatie van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) tracé is te verwachten dat dit alleen nog maar verder zal afnemen. In de wijk Zanderij is er daarom veel kritiek op de geplande aanleg van een tijdelijke busbaan. Deze tijdelijke busbaan zal speciaal voor lijn 38 worden aangelegd zodat de bus niet meer via de Zeewinde hoeft te rijden, maar rechtdoor kan richting Molentuinweg. De kosten van dit project bedragen €350.000,-. Gezien het extreem lage aantal reizigers dat gebruik maakt van lijn 38 en de geringe tijdwinst van 1 minuut en 10 seconden, zien de bewoners de bus liever via de Westerbaan rijden. Deze randweg loopt direct langs de wijk en de huidige bushalte hoeft maar 100 meter verplaatst te worden. Naast dat het de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in de wijk te goede zal komen zal de tijdwinst volgens de bewoners veel groter zijn.
Buslijn 35
Door de sterke groei van Katwijk konden de vier buslijnen naar Leiden die eind jaren 1980 bestonden het groeiende reizigersaanbod niet meer aan. Er kwam behoefte aan een snelle manier om vanuit heel Katwijk naar een treinstation te kunnen. Om die reden werden in 1991 door de toenmalige NZH een snelbus ingesteld: lijn 35 naar (toen nog) station Leiden. De route liep vanaf station Leiden over de toen pas opgeleverde Ir. Tjalmaweg, vervolgens via het Raadhuis en de Hoornes naar het Vuurbaakplein. Binnen Katwijk stopte lijn 35 gemiddeld om de halte, buiten Katwijk werd direct doorgereden naar het station.
De snelle verbinding tussen Katwijk en Leiden was een succes. Binnen Katwijk was echter sprake van ontevredenheid, omdat de bus niet bij elke halte stopte. Dit veranderde daarom in 1993, toen lijn 35 binnen Katwijk bij elke halte ging stoppen. Hiermee werd lijn 35 tevens interessant voor gebruik als stadsbus. Voor studenten werd bovendien in Leiden een extra stop gemaakt bij de Verbeekstraat, dicht bij de universiteit.
Lange tijd is deze lijn gebleven zoals hij is. Pas in 2005 werd een wijziging in de route doorgevoerd. Omdat lijn 31 niet langer door de wijk Steenoven ging maar in plaats daarvan via het Raadhuis naar de Zanderij, nam lijn 35 het stuk door de Steenoven over. Bovendien vervielen 's middags de bussen richting Leiden, zodat na het middaguur lijn 35 slechts in één richting werd gereden, namelijk richting centrum. Wel werd de lijn doorgetrokken van het Vuurbaakplein naar Duinoord, zodat de bus daar van lijnnummer kon veranderen en door kan rijden als lijn 232.
Lijn 35 is per 14 december 2008 opgeheven, bij de creatie van de lijnen 36, 37 en 38. Op 5 oktober 2020 is het lijnnummer 35 in Katwijk opnieuw in gebruik genomen, dit keer als spitsverbinding tussen halte Duinvallei/N206 en bedrijventerrein Unmanned Valley.
Rijnsoever - Leiden
Toen de toenmalige nieuwbouwwijk Rijnsoever (later Rijnsoever-West en sinds 2006 onderdeel van Katwijk-Noord) stukje bij beetje verder werd opgeleverd ontstond de wens ook deze wijk met het station in Leiden te verbinden per openbaar vervoer. Die wens werd bovendien bekrachtigd door de ESTEC, die direct tegen deze wijk gelegen is. De toenmalige NZH stelde daarom begin jaren 80 lijn 32 in, welke vanaf de ESTEC via de Biltlaan, Raadhuis, Sandtlaan en Fredriksoord (Rijnsburg) naar Leiden reed. De lijn was een succes en bij oplevering van het winkelcentrum aan de Poolster/Melkweg in 1989 is lijn 32 hiernaartoe doorgetrokken. Ook kwam er later een halte bij de Space Expo (van de ESTEC) bij Noordwijk, enkele honderden meters afstand van het eindpunt, de Poolster, in Katwijk.
De toenmalige lijn 33 (voorheen lijn 30), die van Leiden via Valkenburg naar het Raadhuis en vervolgens via de Boslaan naar het Vuurbaakplein reed, kampte echter met een tekort aan reizigers. Het centrum van Katwijk was destijds nog niet zo van betekenis als tegenwoordig en de lijn trok derhalve vooral strandbezoekers, waardoor de lijn alleen in de zomer rendabel was. Bij de overgang van de NZH naar Westnederland in 1992 werd lijn 33 daarom opgeheven. Hierdoor dreigden de Molenwijk (een wijk met vrij veel bewoners) in Katwijk aan den Rijn en Valkenburg zonder busverbinding te zitten, en op aandringen van de gemeente werd daarom besloten lijn 32 te verleggen: niet langer reed deze door Rijnsburg maar via Valkenburg. Tot dan toe reed lijn 32 in de spits een extra kringel door 't Heen ('s ochtends de bussen vanuit Leiden en 's middags de bussen vanuit Katwijk, om in Leiden wonende Katwijkse arbeiders van en naar hun werk te kunnen brengen en halen), sindsdien is hiervoor een aparte spitslijn in het leven geroepen.
Sinds begin deze eeuw reed ongeveer de helft van alle ritten van lijn 32 door naar Zoetermeer. In 2008 is deze dienst geknipt bij het station van Leiden, omdat over de lange route te veel vertraging opgedaan werd. Hierbij is door de vervoerder van destijds, Connexxion, besloten om het deel tussen Leiden en Zoetermeer het lijnnummer 32 te geven. Het Katwijkse traject kreeg het oude lijnnummer 33 terug, hoewel de bus naar de Poolster bleef rijden en niet naar de Vuurbaak. Bovendien wijzigde de route: lijn 33 reed niet meer door de kern Valkenburg maar via de Ir. Tjalmaweg langs Valkenburg. Door de wijk heen gingen lijnen 37 en 38 rijden, om tegemoet te komen aan de klachten uit Valkenburg over het gebrek aan een busverbinding met het (intussen sterk ontwikkelde) centrum van Katwijk. Door de wijziging konden mensen vanuit Katwijk niet meer met een enkele busverbinding naar Zoetermeer reizen.
Per december 2012 is het openbaar vervoer in Katwijk overgenomen door Arriva. Deze heeft lijn 33 gehandhaafd, maar wel een ander nummer gegeven, namelijk lijn 30 en gekoppeld aan lijn 31 die vanaf de Poolster verder rijdt naar het centrum (in Katwijk aan Zee).
Katwijk – Den Haag & Katwijk – Noordwijk (en verder)
Eind jaren 1920 besloot Noordwijker Derk Bolhuis weer een busdienst te beginnen. Dit werd een lijn van Noordwijk naar Den Haag, via Katwijk en Wassenaar. Bolhuis werd hiermee de oudste busondernemer van Nederland, omdat hij dit op 72-jarige leeftijd deed. Hij begon met 1 bus en zijn zoon Klaas had meerdere bussen richting Haarlem (via Noordwijkerhout, De Zilk en dergelijke) rijden met concurrentie van busondernemer Jac. Heemskerk. Dit alles resulteerde in een samenwerking van vader en zoon en na een concurrentiestrijd met Jac. Heemskerk. De busdiensten (zoals het toen heette) waren vooral gericht richting Haarlem, maar door toedoen van Derk Bolhuis bleven er ook enkele bussen richting Den Haag gaan, waar aan de rand van Katwijk enkele opstapplaatsen waren. De busdienst Den Haag – Haarlem en vice versa ontstond dus al in de jaren 20. De busdiensten gingen in 1940 op in de "Duinlander" en daarna tijdens en ook weer na de oorlog de N.Z.H.T.M, de latere N.Z.H. Sinds 1966 rijdt lijn 90 (voor 1966: lijnen 20/21 van NZH) van Den Haag Centraal naar Haarlem, via Noordwijk aan Zee en Noordwijk-Binnen. Lijn 90 maakt een ronde door heel Katwijk aan Zee via het Vuurbaakplein, daarna door Katwijk-Noord (de Hoornes) en vervolgens via de Zwarte Weg bij de ESTEC door Noordwijk. Tot begin jaren 80 reed lijn 90 ter hoogte van de Fagelstraat de Zwarte Weg op. Dit was toen nog grondgebied van Noordwijk met veel bollenvelden. Toen dit geannexeerd werd en bebouwd werd als de nieuwbouwwijk 'Rijnsoever' van Katwijk (het westelijke deel), moest de 90 meer dan een kilometer omrijden om zo op de verkorte Zwarte Weg (ter hoogte van de ESTEC) terecht te komen en de weg naar Noordwijk en verder daar te vervolgen. Dit was gunstig voor de bewoners van het oostelijke deel van de Hoornes en Rijnsoever. De reizigers hoefden niet eerst half Katwijk aan Zee door te reizen met de 90 of een eind te lopen of te fietsen naar een halte in het westelijke gedeelte van de Hoornes.
Later werd deze dienstregeling overgenomen door Connexxion en per 9 december 2012 door Arriva. De bus van Arriva rijdt niet meer naar Haarlem, maar had als eindbestemming station Nieuw-Vennep. In 2016 wijzigde dit naar bushalte "De Nachtegaal" in Lisse.
Al eind jaren 1970 bestond er een snelbus tussen Noordwijk en Den Haag, rijdend onder het lijnnummer 95. In 1979 werd in de spitsrichting 2 keer per uur gereden, in de tegenspitsrichting reed slechts 1 rit. Na de komst van Connexxion in 1999 werd het aantal halteplaatsen flink gereduceerd, tot slechts twee haltes binnen Katwijk. Daarentegen werd de frequentie wel verhoogd, tot 2 keer per uur in de spits en 1 keer per uur in de daluren doordeweeks. Vanaf 2004 kreeg de lijn de vorm die hij hield tot het einde van het lijnnummer 95. De lijn werd een Interliner, met meer halteplaatsen dan voorheen, maar wel met hogere frequenties. Tussen 1 januari 2004 en 1 januari 2005 werd er een proef gedaan met gratis openbaar vervoer van Noordwijk naar Den Haag (en andersom), via Katwijk, het Transferium 't Schouw A44 in Leiden (nabij Oegstgeest) en via Wassenaar tot begin van de avond. Men moest officieel wel een pasje tonen, wat gratis op diverse punten af te halen was, hoewel vele chauffeurs (met uitzondering van de eerste maanden) hier weinig aandacht aan schonken, omdat het vervoer toch gratis was. De Interliner, een Volvo 8700, deed er gemiddeld 15 minuten sneller over van Katwijk naar Den Haag of andersom. Het aantal werkende en schoolgaande reizigers nam toe. Er werd echter ook gebruikgemaakt van deze lijn door een doelgroep die niet voorzien was: schoolklassen die een dagje gratis op stap gingen, mensen die gratis en snel wilden gaan winkelen in Den Haag of die gemakkelijk naar het strand wilden in Noordwijk vanuit Den Haag of Wassenaar. In Katwijk was een deel van de bus vaak al half vol, met passagiers uit Noordwijk. Wie in Katwijk aan den Rijn of langs de N206 in Valkenburg instapten, hadden al minder kans op een (goede) zitplaats, voornamelijk in de spitsuren.
Na de proef kwam er zelfs een toeslag van €1,- voor de spitsuren, boven op het aantal strippen. Omdat lijn 95 via Leiden reed en daardoor een extra zone inreed, kostte dit 1 strip meer dan dat men met de langzamere bus 90 meeging van Katwijk naar Den Haag. Na opheffing van de strippenkaart werden de hogere kosten berekend door de langere afgelegde afstand, en een hoger kilometertarief voor de Interliners. Lijn 95 is per 9 december 2012 opgeheven en vervangen door Qliner 385 van Arriva. Tegenwoordig (na 2000) zijn er heel veel snelle verbindingen via Leiden per trein (NS) naar verschillende stations in Den Haag. De reistijd naar Den Haag Centraal is ongeveer 5 minuten langer, maar naar andere stations in Den Haag korter als men de reis goed plant. De website 9292.nl geeft bij reisplanning mogelijkheden per bus en per bus en trein naar Den Haag en binnen Den Haag ook per tram, indien van toepassing.
Naar Noordwijk en verder kan men vanuit Katwijk aan Zee, Katwijk-Noord en Katwijk aan den Rijn nog steeds met lijn 90, de eindbestemming van deze lijn is Lisse geworden in plaats van Nieuw Vennep en Haarlem. Voor Katwijk aan den Rijn, oostelijk Katwijk aan Zee en Katwijk-Noord kan men Qliner 385 Noordwijk – Den Haag v.v. nemen. In Rijnsburg kan men in Rijnsburg-west lijnen 20 of 21 nemen richting Noordwijk, waarbij men op het Picképlein (een belangrijk (eind/begin)punt waar veel bussen samenkomen, echter geen busstation) over kan stappen naar verdere bestemmingen. Toen Connexxion met een systeem kwam waarbij de haltes werden omgeroepen, werd er 'piekeplein' (zonder nadruk op de laatste é) omgeroepen, wat uiteraard foutief was. Ook in Katwijk kwam dit voor, bij bijvoorbeeld de Callaoweg (omgeroepen werd "Cal-laa-o-weg" in plaats van "Cal-la-o-weg").
Sinds eind 2021 rijdt bus 90 naar Leiden en niet meer naar Den Haag, na wel 60 jaar. Op die manier kan men nu ook zonder over te stappen direct een bus naar Leiden nemen in Katwijk-Noord. Qliner 385 rijdt als enige lijnbus naar Den Haag CS. Men kan ook via Leiden Centraal reizen en de trein nemen, wat afhankelijk van het gewenste station, ongeveer een even lange, of een iets langere reisduur is.
Lijn 67
Eind jaren 1980 heeft er kort een snelbus bestaan tussen Katwijk Rijnsoever en Den Haag Centraal via de Wassenaarseweg en Duinrell. Omdat deze bus niet via Transferium 't Schouw reed, hoefde de extra strip die men bij lijn 95 moest betalen, in lijn 67 niet te worden afgerekend. Doordat deze bus door Wassenaar reed was deze bus buiten Katwijk echter niet sneller dan lijn 90. Binnen Katwijk werd wel een kortere route gereden dan lijn 90: rijdt lijn 90 van de Hoorneslaan via de Boulevard, het Vuurbaakplein en de Parklaan naar de Duinoord, lijn 67 reed van de Hoorneslaan via de Karel Doormanlaan direct naar de Duinoord, om zo veel sneller naar het Raadhuis en door naar Wassenaar te rijden.
Met een treinkaartje naar Katwijk
Bij de introductie van de Interliner heeft er ook een dergelijke bus gereden tussen Leiden en Haarlem via Katwijk. De oorspronkelijke Interliner, die bedoeld was om daar te rijden waar treindiensten niet mogelijk waren, stopte tweemaal in Katwijk: eenmaal bij het Raadhuis en eenmaal bij de halte Rijnsoever, vlak bij de gelijknamige weg in de wijk Hoornes (niet ver van de wijk Rijnsoever). De bus werkte als een trein en stopte dus altijd, ook als er niemand in of uit moest, en voor de bus was een treinkaartje vereist (NS-kortingskaarten waren ook geldig in deze bus, waardoor deze met kortingskaart goedkoper was dan met een strippenkaart). Landelijk verdween de interliner al snel en ook in Katwijk was dit niet anders: de naam Interliner heeft lang bestaan maar het oorspronkelijke concept verdween. De naam Interliner werd gebruikt voor lijn 95, en ging dus niet meer naar Leiden maar naar Den Haag en stopte in Katwijk aanzienlijk vaker, gemiddeld om de twee haltes.
In het televisieprogramma Katwijk Centrael, wat startte in 1999, als doorstart van een ander programma, en een herstart maakte in 2017, op RTV Katwijk, van Ruud Minnee en Adri van Beelen, stapte men steevast uit op Katwijk Centrael, een fictief treinstation op de boulevard van Katwijk.
Huidige netwerk (2022)
Het busvervoer in Katwijk valt onder de concessie Zuid-Holland Noord, welke momenteel wordt geëxploiteerd door Arriva. Katwijk wordt momenteel bediend door de volgende lijnen:
Sinds 9 december 2012 is het openbaar vervoer in Katwijk overgenomen door Arriva. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen:
Lijn 30 vervangt lijn 33 in de richting Leiden – Katwijk, alleen de vertrektijden zijn gewijzigd. Vanaf de Poolster (Rijnsoever in Katwijk-Noord), verandert deze lijn in lijn 31 en gaat via Katwijk aan Zee naar Leiden. Vanaf Katwijk aan Zee rijdt lijn 31 exact dezelfde route als voormalig lijn 36 (via Rijnsburg). Lijnen 30 en 31 bieden samen een ringlijn in Katwijk, met aansluitingen op belangrijke overstapplaatsen.
Lijn 37 rijdt sinds 9 december een totaal andere route, vrijwel dezelfde als lijn 36 van Leiden naar Katwijk. Op het Vuurbaakplein wijzigt lijn 37 in lijn 38, die exact dezelfde route als voorheen rijdt, via Katwijk aan den Rijn en de N206 naar Leiden. Aangezien lijn 37 1x per uur rijdt, kunnen mensen in West-Rijnsburg ook met lijnen 20 en 21 (Noordwijk – Rijnsburg – Leiden) naar Leiden of Noordwijk reizen. Een keer per uur rijdt lijn 38 een andere route, naar Katwijk aan den Rijn, dan door Valkenburg (Katwijkerweg, Hoofdstraat, Voorschoterweg en Transferium bij A44) met als eindstation Leiden Centraal. Deze bus, door Valkenburg, gaat 1x per uur naar Leiden of Katwijk. Voor andere mogelijkheden moet uitgeweken worden naar de bushalte aan de N206 in Valkenburg, waar andere lijnen rijden.
Lijn 90 naar Den Haag is vanaf Katwijk ongewijzigd. Lijn 90 is alleen gewijzigd vanaf De Zilk en rijdt naar Nieuw-Vennep in plaats van Haarlem. Dit geldt ook voor Interliner 95, die al jaren als Qliner 385 rijdt (zie Katwijk – Den Haag). Mensen die vanuit Katwijk naar Haarlem willen, kunnen dit per trein doen, via Leiden Centraal.
Onvrede dienstregeling (2012/2013)
Sinds de nieuwe dienstregeling van 9 december 2012 (van Arriva) was er onvrede in de gemeente Katwijk, omdat er minder bussen door Rijnsburg (waar onder andere een middelbare school is) en Valkenburg reden en omdat er door de Hoorneslaan (oost), in Katwijk-Noord, geen bussen meer reden, ondanks dat de Hoorneslaan (oost) in 2012 helemaal opgeknapt is, inclusief nieuwe haltes en bushokjes. Sommige mensen moesten gebruikmaken van een overstapnetwerk en/of langer lopen of fietsen naar de eerste halte die in de buurt is, waar zij voorheen een halte in de buurt hadden, waar een bus reed rechtstreeks naar Leiden. Richting Den Haag of Noordwijk (en verder) is het enige verschil dat men voornamelijk in Katwijk-Noord (oost) geen gebruik meer konden maken van bussen naar Leiden, waarbij men vervolgens over kon stappen op een bus richting Den Haag of Noordwijk (en verder).
Volgens Arriva waren er meer goede en snelle verbindingen naar belangrijke overstapplaatsen, zodat men de gewenste bestemming toch binnen een redelijke tijd kon bereiken. In 2022 is lijn 90, die oorspronkelijk naar Den Haag reed, nu een lijn die ook door Katwijk-Noord rijdt en eindigt op Leiden Centraal, via Rijnsburg en Valkenburg-Oost (Duyfrak) en de andere richting op verder naar Noordwijk en als eindstation Lisse.
2013/2014
Er zijn nauwelijks wijzigingen. Buslijn 221 rijdt via industrieterrein 't Heen naar Noordwijk, zodat passagiers uit Katwijk-Noord (en dan specifiek Hoornes-Oost) kunnen kiezen uit 3 bussen. Lijn 90, lijn 365 (het midden en westen van Katwijk-Noord) en lijn 221. Passagiers voor richting Leiden, uit Hoornes-Oost, kunnen pas bij halte Hoornesplein / Biltlaan instappen, echter gaan de meeste bussen bij het 500 meter verder gelegen gemeentehuis, het centrale punt in Katwijk, waar men alle richtingen op kan.
2015
Blauwe Tram een week terug in Katwijk
In de laatste week van augustus 2015 keerde de Blauwe Tram voor een week terug in Katwijk aan den Rijn. Door de Oranjevereniging van Katwijk aan den Rijn, samen met de Tramweg-Stichting en de Stichting Historisch Genootschap de Blauwe Tram, werd een 400 meter lang spoor door de Rijnstraat gelegd. Hierop werd van 24 t/m 29 augustus een pendeldienst gereden met de NZH-motorwagens A 106 en A 327. Omdat er geen bovenleiding was reed tussen de beide wagens een generatorwagen mee die zorgde voor de stroomvoorziening.
2016/2017
De buslijnen 30, 31 en 37 rijden vanaf 11 december 2016 een andere route. Bus 90 rijdt tot Lisse en niet meer naar Nieuw-Vennep. Verder geen bijzondere wijzigingen in de jaarlijkse dienstregeling.
R-net
Vanaf 2013 tot in 2017 is er discussie over R-net, hoogwaardig openbaar vervoer, een snelle busverbinding door Katwijk heen, waar de provincie Zuid-Holland enkele rotondes wil laten verdwijnen voor kruispunten, eventueel met verkeerslichten en een andere rotonde wil vergroten. De gemeente Katwijk is het wel eens dat het openbaar vervoer hoogwaardiger kan, maar deels wordt het ook gezien als geldverspilling, omdat het hoogstens 2 minuten tijdswinst voor de toekomstige langere en 'snelle' bus zou opleveren. Ook vraagt de gemeenteraad zich af of kruispunten in plaats van rotondes in 2020 of later het drukke verkeer nog wel aan zouden kunnen. Het college van B&W wil dat er ook andere mogelijkheden worden onderzocht, bijvoorbeeld het breder maken van een rotonde. Ondanks dat is het besluit toch genomen op 26 mei 2015 om een aantal zaken te veranderen, maar de uitvoering liet nog op zich wachten. In 2017 werd bekendgemaakt dat de plannen uitgesteld zijn, vanwege meerdere redenen. Onder andere: zolang de Ir. Tjalmaweg, een onderdeel van de N206, tweebaans blijft, kan de tijdswinst weer verloren gaan omdat men op deze weg niet of nauwelijks kan inhalen en er dus aan beide kanten maar een baan is.
2018-2021
Vanaf 2018 zijn er in Katwijk en Leiden voorbereidingen bezig voor een snelle busverbinding als onderdeel van R-net, tussen Katwijk en Leiden. Ter voorbereiding op de R-netlijnen in Katwijk zijn er in 2020 verschillende werkzaamheden uitgevoerd om de doorstroming van het verkeer en openbaar vervoer in de toekomst te versnellen waaronder verplaatsen halte Vuurbaak, aanleg halte op de Boulevard-Zuid, aanpassing van rotondes, vernieuwen en aanpassen van de Biltlaan, aanleg van een fietstunnel onder de Zeeweg en vervanging van de Koningin Julianabrug. Gedurende deze werkzaamheden worden de verschillende buslijnen omgeleid via alternatieve routes. Daarnaast zijn de haltes waar de toekomstige R-netlijnen stoppen gerenoveerd en van haltemeubilair in R-nethuisstijl voorzien, waaronder abri en fietsenstalling. Enkele haltes hebben bij deze renovatie een nieuwe naam gekregen: Molentuinweg wordt Duinvallei, Raadhuis wordt gemeentehuis, Duinoord wordt Marktplein, Tramstraat wordt Zwanenburg, Noordeinde wordt Centrum, Vuurbaak wordt Vuurbaakplein.
De routes van de lijnen 30, 31 en 230 zijn per ingang dienstregeling 2020 op 15 december 2019 aangepast aan de toekomstige R-netroute (buslijn 31 kreeg zijn eindpunt bij de Zuid-Boulevard in Katwijk), welke sinds 9 mei 2021 daadwerkelijk volgens de R-netformule zijn gaan rijden. Deze lijnen kregen op die datum de nieuwe nummers 430, 431 en 432. De Koningin Julianabrug, die van 25 augustus 2020 tot 8 mei 2021 afgesloten was voor vernieuwing en verhoging, werd op vrijdag 9 juli 2021 geopend door burgemeester Visser. Onder het bronzen beeld van de zeepaardjes op de brug, werd een bronzen plaquette onthuld. De nieuwe fietspaden bij de nieuwe bushaltes, zijn nu dubbelbaans, echter is de aansluiting op de oudere fietspaden nog niet gerealiseerd in april 2023. Er zijn medio april 2023 nog steeds onduidelijke situaties voor fietsers, die niet door de gemeente opgelost worden, of geen prioriteit hebben, omdat de dubbelbaans-fietspaden in opdracht van de provincie zijn aangelegd en niet in opdracht van de gemeente Katwijk.
De Ir. Tjalmaweg tussen Katwijk en Leiden wordt een dubbele tweebaansweg. Deze werkzaamheden, onderdeel van de Rijnlandroute, zijn nog bezig en worden eind 2024 afgerond.Tot die tijd kan die reistijd van de nieuwe R-netlijnen nog vertraging oplopen.
2022
Op 9 januari 2022 werd lijn 90 vanaf Katwijk verlegd naar Rijnsburg en Leiden waarbij de route van lijn 37 wordt overgenomen. Hierdoor heeft lijn 90 alleen het trajectgedeelte van Ruigenhoek tot aan Katwijk aan den Rijn nog gemeen met de oude Duinlander-route. Passagiers in Katwijk-Noord kunnen met de 90 nu rechtstreeks naar Leiden. Het traject van Noordwijk en Katwijk naar Wassenaar en Den Haag werd overgenomen door Qliner 385. Ook lijn 35 werd opgeheven, de bediening van Unmanned Valley werd overgenomen door lijn 38. Unmanned Valley is een naam voor een testcentrum voor Drones op het oude Vliegkamp Valkenburg. Lijn 38 rijdt als enige door de Zanderij, een voormalig terrein dat ca. 25 jaar bewoond is en relatief weinig buspassagiers heeft.
2023
De Ir. Tjalmaweg, tussen Katwijk aan den Rijn en Leiden, is nog steeds niet aan beide kanten tweebaans. Vrijwel al het autoverkeer, ook het openbaar vervoer, heeft hier nog regelmatig vertraging. Verwacht wordt dat het medio 2024 volledig af is, waardoor de snellere busverbinding optimaal benut kan worden en ook het toenemende verkeer van verwachte nieuwbouw op Vliegkamp Valkenburg kan verwerken.
Tram in Zuid-Holland
Katwijk
|
Na de proef kwam er zelfs een toeslag van €1,- voor de spitsuren, boven op het aantal strippen. Omdat lijn 95 via Leiden reed en daardoor een extra zone inreed, kostte dit 1 strip meer dan dat men met de langzamere bus 90 meeging van Katwijk naar Den Haag. Na opheffing van de strippenkaart werden de hogere kosten berekend door de langere afgelegde afstand, en een hoger kilometertarief voor de Interliners. Lijn 95 is per 9 december 2012 opgeheven en vervangen door Qliner 385 van Arriva. Tegenwoordig (na 2000) zijn er heel veel snelle verbindingen via Leiden per trein (NS) naar verschillende stations in Den Haag. De reistijd naar Den Haag Centraal is ongeveer 5 minuten langer, maar naar andere stations in Den Haag korter als men de reis goed plant. De website 9292.nl geeft bij reisplanning mogelijkheden per bus en per bus en trein naar Den Haag en binnen Den Haag ook per tram, indien van toepassing.
| 1 |
busreisreservering, reisplanning, vervoerreservering
|
5,331 |
HealthClub
|
1096029
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Goese%20Polder
|
Goese Polder
|
Goese Polder, ook wel Goes Noord, is een wijk in aan de noordkant van Goes, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het is een grote wijk, met zo'n 7000 inwoners en 2700 woningen. De wijk is gebouwd in de periode 1967-1990. Er is tamelijk veel groen in de wijk. Aan de oostkant grenst de wijk aan sportpark 't Schenge, waar zich behalve sportvelden ook een sportschool bevindt.
In de wijk was aanvankelijk een groot aandeel aan huurwoningen, zo'n 80%, maar dit aandeel is later teruggebracht naar zo'n 50%.
Voorzieningen
De wijk heeft een eigen winkelcentrum. Er zijn drie basisscholen (PC, RK en openbaar), die met een kinderopvang, een jongerencentrum en het wijkgebouw de brede school van de Goese Polder vormen. Er is een benzinepomp, een apotheek, een huisarts en een tandartsenpraktijk, een dierenarts en een praktijk voor fysiotherapie gevestigd in de wijk.
Prominent gebouw in de Goese Polder is de TV-toren.
Wijk in Goes
|
Goese Polder, ook wel Goes Noord, is een wijk in aan de noordkant van Goes, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het is een grote wijk, met zo'n 7000 inwoners en 2700 woningen. De wijk is gebouwd in de periode 1967-1990. Er is tamelijk veel groen in de wijk. Aan de oostkant grenst de wijk aan sportpark 't Schenge, waar zich behalve sportvelden ook een sportschool bevindt.
| 1 |
sportschool, fitnessclub, gezondheidscentrum
|
7,400 |
TVClip
|
2318704
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20zwarte%20schaap
|
Het zwarte schaap
|
Het zwarte schaap was een televisieprogramma dat in 1999, 2000, 2001, 2002 en in 2005 door de VARA werd uitgezonden en werd gepresenteerd door Inge Diepman. Het programma duurde ongeveer drie kwartier.
Het aantal afleveringen per seizoen was nogal wisselend omdat het niet altijd gemakkelijk was zwarte schapen (gasten) te vinden die ook wilden meewerken aan het programma. Ook kwam het voor dat gasten op het laatste moment hun medewerking alsnog introkken. Dit was ook de reden om na 2002 met het programma te stoppen. In 2005 werden alsnog vijf nieuwe afleveringen gemaakt.
Er stond steeds één gast centraal die, op welke wijze dan ook, in opspraak was geraakt en daardoor het zwarte schaap was. In de studio werd de gast eerst door Inge Diepman geïnterviewd, waarbij een aantal tv-fragmenten werd vertoond, waarna de gast zijn of haar kant van de zaak vertelde.
Achter een hek zaten voor- en tegenstanders van de persoon in kwestie (de witte schapen) welke om beurten in een zogenaamde "area" plaatsnamen en dan hun voors of tegens voor of tegen de gast uitspraken. Hierna confronteerde Inge Diepman haar gast met deze uitspraken en kreeg de gast de gelegenheid te reageren, waarbij het er soms hard aan toeging. Door het hek kon er geen direct fysiek contact zijn. In de uitzending van 25 mei 2002 spoot Emile Ratelband echter zijn opponent Piet Drenth nat met een supersoaker.
Spraakmakende gasten waren onder meer Hans Janmaat, Willem Oltmans (1999), Florrie Rost van Tonningen-Heubel, Theo van Gogh (2000), Pim Fortuyn (2001) en Gretta Duisenberg (2005).
Hans Janmaat
In de aflevering met Hans Janmaat, die op 24 juli 1999 werd uitgezonden, werd een persiflage door Erik van Muiswinkel van Hans Janmaat getoond. Tijdens dit filmpje liep Janmaat naar de coulissen alwaar hij ijsberend werd gefilmd waarna hij het filmpje als nonsens bestempelde. Hij gaf presentatrice Inge Diepman een schaartje, volgens eigen zeggen opdat zij het fragment eruit kon knippen, hetgeen niet gebeurde.
Verder waren in de uitzending onder meer Hedy d'Ancona, Wouke van Scherrenburg en Paul Witteman als tegenstrever aanwezig, waarbij opviel dat Hedy d'Ancona Hans Janmaat niet aankeek als ze tegen hem sprak. Enkele keren liep Hans Janmaat weer naar de coulissen met de mededeling dat hij vond dat ze hem toch niet nodig hadden.
Gasten
Geert Jan Jansen (3 juli 1999)
Menno Buch (10 juli 1999)
Christian Pieters (17 juli 1999)
Hans Janmaat (24 juli 1999)
Jan-Nico Scholten (31 juli 1999)
Nick de Zeeuw (7 augustus 1999)
Anton Geesink (14 augustus 1999)
Willem Oltmans (21 augustus 1999)
Florrie Rost van Tonningen-Heubel (1 juli 2000)
Theo van Gogh (8 juli 2000)
Wim Rietdijk (15 juli 2000)
Paul Marchal (22 juli 2000)
Wien van den Brink (29 juli 2000)
Ari Olivier (5 augustus 2000)
Jomanda (12 augustus 2000)
Oscar Hammerstein (19 augustus 2000)
Willem Aantjes (19 januari 2001)
Ronald Jan Heijn (26 januari 2001)
Pim Fortuyn (2 februari 2001)
Herman Verbeek (9 februari 2001)
Jan Hilarius (16 februari 2001)
Rasti Rostelli (23 februari 2001)
Willy Voet (2 maart 2001)
Hans Visser (9 maart 2001)
Arnfried Pagel (16 maart 2001)
Jet Nijpels (23 maart 2001)
Jenny Goeree-Manschot (18 mei 2002)
Emile Ratelband (25 mei 2002)
Paul Ruijs (1 juni 2002)
Maurice de Hond (8 juni 2002)
Michel Vandenbosch (15 juni 2002)
Peter Prinsen (22 juni 2002)
Klaas Langendoen (29 juni 2002)
Philomena Bijlhout (15 oktober 2005)
Bram Bakker (22 oktober 2005)
Filip Dewinter (29 oktober 2005)
Gretta Duisenberg (12 november 2005)
Richard Klinkhamer (19 november 2005)
Externe link
pagina bij vara.nl, met fragment aflevering Hans Janmaat
Zwarte schaap
|
Er stond steeds één gast centraal die, op welke wijze dan ook, in opspraak was geraakt en daardoor het zwarte schaap was. In de studio werd de gast eerst door Inge Diepman geïnterviewd, waarbij een aantal tv-fragmenten werd vertoond, waarna de gast zijn of haar kant van de zaak vertelde.
| 1 |
tv-fragment, tv-clip, tv-segment
|
2,292 |
WPSideBar
|
225303
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/WordPress
|
WordPress
|
WordPress is opensourcesoftware om websites te realiseren, die onder de voorwaarden van de GNU General Public License (GPL) wordt gepubliceerd. WordPress is ontwikkeld door Matthew Mullenweg, maar het wordt door een grotere groep ontwikkelaars ondersteund. WordPress is het meest gebruikte contentmanagementsysteem. Van oorsprong was WordPress beperkt tot een systeem om weblogs mee te maken.
WordPress maakt gebruik van de programmeertaal PHP. Alle content wordt opgeslagen in een MySQL-database. Per WordPress-installatie is één site te beheren. Voor een meervoudige installatie is WordPress Multisite beschikbaar. WordPress is een contentmanagementsysteem (CMS) waardoor de gebruiker op een relatief eenvoudige wijze de inhoud (content) kan wijzigen en/of aanvullen zonder dat daar technische kennis voor vereist is.
Functies
Door middel van thema's (themes) of zelfgemaakte template files is de opmaak van pagina's aan te passen, zodat er geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de standaardvormgeving die WordPress levert. Ook zijn er talloze plug-ins beschikbaar die allerlei functies aan het weblog toevoegen. Een aantal daarvan zijn bijvoorbeeld spamfilters (bijvoorbeeld Akismet), kleinschermdetectie voor mobiele apparaten of page builders om de website vorm te geven zonder het gebruik van code of shortcodes. Dit vereist vaak beperkte technische kennis, waardoor WordPress vrij eenvoudig te gebruiken is.
WordPress-gebruikers wordt verzocht onderaan pagina's te linken naar de website van WordPress.
Thema's
WordPress heeft de mogelijkheid om meerdere thema's (themes) te installeren en tussen deze te wisselen. Thema's zorgen ervoor dat het uiterlijk en de functionaliteit van WordPress wordt veranderd. Thema's kunnen worden geïnstalleerd via het "Dashboard" of door het te uploaden via FTP. Thema's vallen binnen twee categorieën: gratis en premium. Premiumthema's kunnen gebruikers aanschaffen op marktplaatsen en de websites van bedrijven en individuele ontwikkelaars. Veel van deze premiumthema's hebben ook een gratis versie.
Plug-ins
Een van WordPress' populairste mogelijkheden is de rijke aanwezigheid van plug-ins. Deze stellen de gebruikers en ontwikkelaars in staat om nieuwe mogelijkheden toe te voegen aan WordPress. Er zijn anno 2022 meer dan 59.000 plug-ins in de WordPress.org-database.
Widgets
Widgets zijn kleine functionaliteiten die gebruikers op hun website-sidebar en -footer kunnen zetten door middel van een drag-and-drop-systeem. Widgets kunnen een slideshow, een zoekbalk, een blogarchief of inschrijfformulier voor een nieuwsbrief etc. bevatten.
WordPress.com
Naast het zelf draaien van WordPress op een server, host WordPress hun systeem ook zelf, op het domein WordPress.com. De gratis versie van WordPress.com is echter beperkt: het is bijvoorbeeld niet mogelijk om zelfgemaakte thema's of plug-ins te gebruiken. Op een eigen server is dit wel mogelijk. Een blog op het domein WordPress.com kan gebruikmaken van diverse gratis templates en premium (betaalde) templates. Ook kan tegen betaling het lettertype, de kleuren en het stijlblad (CSS) aangepast worden.
Versies
De meeste majorversies van WordPress zijn vernoemd naar bekende jazzmuzikanten. Deze benaming begon na versie 1.0.
Systeemvereisten
Hieronder de tabel met de minimumvereisten per versie van WordPress. Voor PHP en MySQL geldt dat alle versies hoger dan de aangegeven versie ook werken.
Externe links
WordPress.org
WordPress.com
Nederlandse pagina op WordPress.org
Nederlandstalige versie van WordPress
Opensourcesoftware en vrije software
Software geschreven in PHP
Blogsoftware
|
Widgets
Widgets zijn kleine functionaliteiten die gebruikers op hun website-sidebar en -footer kunnen zetten door middel van een drag-and-drop-systeem. Widgets kunnen een slideshow, een zoekbalk, een blogarchief of inschrijfformulier voor een nieuwsbrief etc. bevatten.
| 1 |
zijbalk, webpagina-element, sidebar
|
12,260 |
ProgramMembership
|
4338885
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cor%20Molenaar
|
Cor Molenaar
|
Cor Molenaar (1949) is een Nederlandse econoom, en bijzonder hoogleraar eMarketing en Distance Selling aan de Erasmus Universiteit.
Levensloop
Molenaar studeerde economie aan de Rijksuniversiteit Groningen en behaalde daar zijn bachelor. Hij werkte in de jaren '70 van de twintigste eeuw in de administratieve automatisering. In de jaren '80 maakte hij kennis met de mogelijkheden van automatisering binnen de marketing en specialiseerde zich daar verder in. In 1992 behaalde hij zijn master in de organisatiekunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Vijf jaar later promoveerde hij in Groningen bij prof.dr. Peter Leeflang. Zijn promotieonderzoek droeg de titel Toepassingsmogelijkheden van informatietechnologie in marketing. Sinds 1999 is hij bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 2007 is zijn leeropdracht vergroot tot eMarketing en Distance Selling. Hierbij wordt juist de invloed van internet onderzocht op het koopgedrag van mensen en bedrijven. Vanuit zijn eigen bedrijf eXQuo Consultancy verzorgt Molenaar lezingen en adviseert overheden op het terrein van retailbeleid, bijvoorbeeld over de toenemende leegstand in winkelstraten. Ook is hij voorzitter van de stichting Certificering Thuiswinkelen.
Molenaar was ook nauw betrokken bij de introductie van het loyaliteitsprogramma Flying Dutchman Programma in 1991 waarvoor hij 7 jaar de operationele verantwoording had met het bedrijf Ogilvy&Mather Dataconsult. Bij de inmiddels failliete boekenwinkelketen Polare was Molenaar commissaris. Hij beschuldigde het Centraal Boekhuis ervan dat het een "vooropgezet plan was om de marktleider te liquideren en de positie van de grote uitgeverijen te versterken". Centraal Boekhuis wees die beschuldigingen van de hand.
De econoom heeft jaren deel uitgemaakt van de communicatieadviesraad van eredivisievoetbalclub NEC. Molenaar is fanatiek supporter van de Nijmeegse club.
Publicaties
Cor Molenaar heeft verschillende boeken geschreven die onder andere gaan over hoe winkeliers moeten omgaan met het internet. In de media wordt Molenaar vaak opgevoerd als expert op het gebied van retail en internetverkoop.
Automatisering in de verkoop: Een analyse van veranderingen. Uitgeverij Kluwer, 1991
Grondslagen van database marketing. Deventer: Uitgeverij Kluwer, 1996
Marketing (on)zin: 32 columns uit het dagelijks leven. Deventer: Uitgeverij Kluwer, 1997
Veranderingen door internet. Deventer: Uitgeverij Kluwer. 1999
Nederlanders: de kunst van het waarnemen. Deventer: Uitgeverij Kluwer, 1999
E-Strategie: nieuwe regels voor de oude economie : op internet wordt niet verkocht! Financial Times/Pearson, 2000
De Impact Van De Ik-Cultuur: op maatschappij, marketing en organisatie. Amsterdam: Financial Times/Pearson, 2002
Wisseling Van De Macht: Hoe Ons Gedrag Verandert In Een Virtuele Wereld. Amsterdam: Pearson, 2005
Het nieuwe winkelen: shoppen, internet of beide?. Amsterdam: Pearson, 2009
(e) Marketing. Groningen: Noordhoff Uitgevers , 2010
Het einde van winkels?: de strijd om de klant. waarom het niet meer vanzelfsprekend is om naar een winkel te gaan. BiM Media, 2011
Actie!": noodplan voor de retail; Den Haag: Bim Media, 2013
Red de winkel: zo kan het niet langer. Den Haag: Academic Service, 2013
Kijken, kijken ... anders kopen Veranderend klantgedrag vraagt om nieuwe business-modellen. Den Haag: Academic Services, 2015
De kracht van platformstrategie, het is buigen of barsten. Amsterdam, Uitgeverij Boom, 2017
Nederlands econoom
|
Molenaar was ook nauw betrokken bij de introductie van het loyaliteitsprogramma Flying Dutchman Programma in 1991 waarvoor hij 7 jaar de operationele verantwoording had met het bedrijf Ogilvy&Mather Dataconsult. Bij de inmiddels failliete boekenwinkelketen Polare was Molenaar commissaris. Hij beschuldigde het Centraal Boekhuis ervan dat het een "vooropgezet plan was om de marktleider te liquideren en de positie van de grote uitgeverijen te versterken". Centraal Boekhuis wees die beschuldigingen van de hand.
| 1 |
loyaliteitsprogramma, ledenprogramma, klantenkaart
|
1,748 |
AggregateRating
|
5641851
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Demon%27s%20Souls
|
Demon's Souls
|
Demon's Souls is een actierollenspel (ARPG) ontwikkeld door FromSoftware en uitgegeven door Sony Computer Entertainment in Japan en in Europa door Bandai Namco. Het spel werd uitgebracht voor de PlayStation 3 en verscheen in Japan op 5 februari 2009, in de VS op 6 oktober 2009, en ten slotte in Europa op 25 juni 2010.
Een remake voor de PlayStation 5 verscheen in november 2020.
Plot
Het spel speelt zich af in Boletaria, een koninkrijk dat wordt geregeerd door een duistere kracht genaamd de Old One. De speler neemt de rol aan van held om de gevallen koning Allant te doden en vrede te sluiten met de Old One.
Ontvangst
Het spel werd positief ontvangen in recensies en heeft op recensieverzamelwebsite Metacritic een score van 89%.
Remake
In 2020 verscheen de gelijknamige remake. Het spel kwam gelijktijdig uit met de lancering van de PlayStation 5 en is daar exclusief voor beschikbaar.
Externe link
Computerspel uit 2009
Actierollenspel
PlayStation 3-spel
|
Ontvangst
Het spel werd positief ontvangen in recensies en heeft op recensieverzamelwebsite Metacritic een score van 89%.
| 1 |
gemiddelde beoordeling, recensies, waardering
|
6,139 |
OrderStatus
|
571276
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tracker
|
Tracker
|
Informatica
Tracker (filesharing), een server die verbindingen legt met fileservers in BitTorrent
Moduletracker, een techniek om met behulp van een computer muziek te maken
Zoeken en volgen
Systeem en/of apparaat om iets of iemand te vinden (en eventueel de locatie ervan te volgen):
Meta Tracker, een desktopzoeker
Wifi-tracker
GPS-tracker
Ultra-widebandtracker
Bluetooth-tracker
NFC-tracker
Financieel
Exchange-traded fund of indextracker, een type van belegging
Entertainment
Tracker (album), een album uit 2015 van Mark Knopfler
Tracker (computerspel), een computerspel
Tracker (televisieserie), een Canadese televisieserie
Luchtvaart
Grumman S-2 Tracker, een maritiem patrouillevliegtuig
Gerelateerd
track & trace - volgen van een bestelling (bestelproces en transport)
|
Gerelateerd
track & trace - volgen van een bestelling (bestelproces en transport)
| 1 |
bestelproces, leveringsstatus, transactievoortgang
|
1,849 |
ConfirmAction
|
658760
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Concessies%20in%20het%20Nederlandse%20openbaar%20vervoer
|
Concessies in het Nederlandse openbaar vervoer
|
Concessies in het Nederlandse openbaar vervoer zijn pakketten van lijnen en/of andere vervoersdiensten die, exclusief en onder bepaalde voorwaarden, door een OV-autoriteit (een provincie of een plusregio) worden gegund aan vervoerders.
Aan een concessie zijn rechten en plichten verbonden. Soms moet een vervoerder voor een concessie betalen, soms wordt een vervoerder ervoor betaald. Een concessie is meestal opgeknipt in de volgende jaarlijkse periodes.
Geschiedenis
In 1998 werd het beheer van het Nederlandse stads- en streekvervoer gedecentraliseerd van de rijksoverheid naar de provincies en plusregio's. Met de invoering van de Wet personenvervoer 2000 op 1 januari 2001 is marktwerking geïntroduceerd. Het openbaar vervoer in Nederland wordt sindsdien per regio of per verbinding na een bepaalde periode opnieuw aanbesteed. De winnende vervoersmaatschappij krijgt het exclusieve, maar tijdelijke recht op het verrichten van het openbaar vervoer binnen een regio. Directe concurrentie, zoals in het Verenigd Koninkrijk, is hierdoor niet mogelijk.
Tot de jaren 60 hanteerden vervoerders hun eigen huisstijl op het materieel. Met de introductie van de CSA-bussen, de standaardstreekbus en Spoorslag '70 kwam er een uniforme kleurstelling. Aan het eind van de jaren 80 verdween dit echter weer, en gingen vervoerders hun eigen huisstijl hanteren. Na de invoering van de Wet personenvervoer 2000 kan de opdrachtgever eisen stellen aan de huisstijl, waardoor er nu landelijke en regionale huisstijlen zijn. Zo kan het zijn dat de vervoerder verandert, maar het uiterlijk van de voertuigen (nauwelijks) verandert. Een voorbeeld daarvan is de uniforme rode/witte/grijze provinciale huisstijl in Noord-Brabant, die zowel door Arriva als Hermes gehanteerd wordt.
Concessies
Artikel 20 van de Wet Personenvervoer 2000 bepaalt dat OV-autoriteiten (provinciale en regionale overheid) concessies verlenen voor ander openbaar vervoer dan per trein. Het Rijk verleent concessies voor het openbaar vervoer per trein, behalve voor bij algemene maatregel van bestuur of ministerieel besluit aangewezen vervoersdiensten die de daarbij aangegeven stations verbinden; hiervoor worden concessies verleend door de betreffende OV-autoriteit. Zo is er bijvoorbeeld het Besluit aanwijzing vervoersdienst provincie Zuid-Holland regionaal openbaar vervoer per trein.
Er zijn verschillende soorten concessies, te weten gebieds- en lijnconcessies. Daarnaast is de breedte ook verschillend. Er bestaan namelijk concessies in Nederland, die zowel het regionale busvervoer als het treinvervoer omvatten. Dit houdt in dat niet de NS het treinvervoer regelt, maar de vervoerder die ook het busvervoer in dat gebied verzorgt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de MerwedeLingelijn die bij de DMG-concessie hoort. Het kan ook de vervoerder zijn die de concessie voor het treinvervoer in een bepaald gebied heeft gewonnen, bijvoorbeeld de Noordelijke Nevenlijnen die niet bij de GD-busconcessie of bij de busconcessies in Fryslân behoren maar als treinconcessie bij de provincie Groningen en de provincie Fryslân.
In 2025 moeten alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer rijden op elektriciteit of waterstof. Staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu maakte op 15 april 2016 afspraken met alle vervoersregio's over de vervanging van vervuilende Nederlandse bussen. Gedeputeerde Floor Vermeulen (Provincie Zuid-Holland namens de 12 provincies): 'Ik ben er trots op dat alle provincies deze doelstelling hebben onderschreven', Pex Langenberg (wethouder Rotterdam namens de Metropoolregio Rotterdam Den Haag) en Pieter Litjens (wethouder Amsterdam namens de Stadsregio Amsterdam).
Gebiedsconcessie
Een gebiedsconcessie, i.e. een vergunning om in een bepaald gebied het regionale en lokale vervoer (voor een deel) te mogen exploiteren, wordt normaliter eens in de 6 à 10 jaar aan een vervoerbedrijf toebedeeld. De vervoerder dient het vervoer af te stemmen met de dienstregeling van de NS (Hoofdrailnet) en met die van de vervoerders die concessies hebben voor nabijgelegen gebieden.
Ook als twee aangrenzende gebieden verzorgd worden door verschillende vervoerders moeten de aansluitingen zo goed mogelijk zijn. Veelal zal het daarbij een vervoerder zijn toegestaan het aangrenzende gebied binnen te rijden (bijvoorbeeld naar een station waar meerdere lijnen van verschillende gebieden bijeenkomen), zoals in Heerenveen.
Met een openbare aanbesteding wordt door de verantwoordelijke OV-autoriteit (in Nederland is dat een provincie of plusregio) een programma van eisen opgesteld. Aan de hand van het voorlopig ontwerp is er gelegenheid om hierop te reageren. Daarna wordt er een bestek geschreven, waarop de inschrijvende partijen een offerte kunnen maken. Degene die de beste prijs-kwaliteitverhouding kan bieden wint de aanbesteding.
Soms worden deze concessies verlengd of ingekort. Een verlenging of een mogelijkheid tot verkorting dient wel vooraf in de vergunning te worden opgenomen. In uitzonderlijke gevallen wordt een langere concessieduur dan de maximale 10 jaar toegestaan. Redenen kunnen zijn: omvangrijke investeringen, samenvoeging van concessiegebieden en combinatie met de aanbesteding van regionale treindiensten. Voor de aanbesteding van regionale treindiensten geldt in ieder geval een concessieduur van vijf, tien of maximaal vijftien jaar.
De omvang van een concessie kan op verschillende manieren beoordeeld worden. Bijvoorbeeld door te kijken naar de hoeveelheid dienstregelinguren, instappers, reizigerskilometers of de omzet (totaal of exploitatiebijdrage overheid).
De GD-concessie (voor regio Groningen-Drenthe) is het omvangrijkst van de aanbestede concessies (ruim 40 miljoen euro exploitatiesubsidie per jaar; circa 80 miljoen euro omzet per jaar). De nieuwe concessie Arnhem-Nijmegen heeft een reizigersopbrengst van 35,5 miljoen euro per jaar en de exploitatiesubsidie zal naar schatting in dezelfde orde van grootte liggen. Amstelland-Meerlanden krijgt een exploitatiesubsidie van 34 miljoen euro per jaar, het busvervoer van Almere krijgt exploitatiesubsidie 25 miljoen euro per jaar en Noord-Holland Noord krijgt exploitatiesubsidie 19 miljoen euro per jaar (voor verwerking bezuinigingen van 2011). Andere grote concessies zijn bijvoorbeeld Zuid-Holland Noord en de concessies in de provincie Utrecht. Voorbeelden van kleinere concessies zijn Vlieland / Terschelling / Ameland (1,5 miljoen euro per jaar), Lelystad (exploitatiesubsidie 2,2 miljoen euro per jaar), Zaanstreek (exploitatiesubsidie 8 miljoen euro per jaar) en Gooi en Vechtstreek (exploitatiesubsidie 9,5 miljoen euro per jaar voor verwerking bezuinigingen van 2011).
De opdrachtgever bepaalt bij deze onderhandse aanbesteding van tevoren welke vervoerder de concessie zal krijgen. Meestal is dit de vervoerder die reeds het vervoer in deze concessie uitvoert. Men beroept zich dan op de jarenlange ervaring die de vervoerder in deze concessie heeft opgebouwd, ook in een tijd waarin het openbaar vervoer nog niet werd aanbesteed. Het meeste stadsvervoer in de grote steden wordt nog altijd onderhands gegund. Het kabinet wil dat Amsterdam, Rotterdam en Den Haag het openbaar vervoer voortaan openbaar aanbesteden. Aangenomen is de Wet tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een plusregio die de gemeente Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht omvat (Wet aanbestedingsvrijheid OV grote steden).
Lijnconcessie
Sommige lijnen worden apart aanbesteed. Zo'n verbinding wordt dan opgenomen in een lijnconcessie en valt dan niet onder de gebiedsconcessie van het gebied waar de lijn zich bevindt. Het kan ook een lange buslijn of lokale treinverbinding zijn die meerdere OV-autoriteiten doorkruist.
Lijnconcessies worden met name gemaakt voor gedecentraliseerde treindiensten, openbaar vervoer te water en bepaalde hoogwaardige en snelle busroutes.
Voorbeelden zijn de Noordelijke Nevenlijnen, de Fast Flying Ferry en diverse Qliner-verbindingen.
Overzicht van concessies per regio/verbinding
De concessie IJsselmond 2014-2023 was de honderdste aanbesteding die sinds de invoering van de Wet Personenvervoer 2000 leidde tot een gunning van een concessie aan een vervoerbedrijf.
Hieronder een overzicht van alle Europese, openbare en onderhandse aanbestedingen door de jaren heen.
Sommige gebieden zijn pas later na de invoering van marktwerking voor het eerst openbaar aanbesteed, eerdere gunningen staan dan vaak niet in de tabel vermeld omdat dit een onderhandse gunning was.
De informatie op deze pagina is onder meer afkomstig van de concessieposters van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KpVV).
Aquabus is een samenwerking tussen Arriva en Rederij Doeksen
Hermes en OV Regio IJsselmond zijn 100% eigendom van Connexxion, onderdeel van Transdev.
NS Reizigers is een dochteronderneming van de Nederlandse Spoorwegen; RegioNS was dat ook.
Qbuzz is voor 100% eigendom van de BusItalia.
Syntus is voor 100% eigendom van Keolis, dat voor 70% van SNCF is.
Arriva is voor 100% eigendom van Deutsche Bahn.
EBS is voor 100% eigendom van het Israëlische Egged.
Alle plusregio's zouden opgeheven worden per 1 januari 2013 en de taken overgeheveld naar de provincie. Door de val van kabinet-Rutte I is deze datum niet meer gehaald.
Legenda van de gekleurde kolom:
= Voormalig openbaarvervoercontract (niet of onderhands aanbesteed).
= Huidig openbaarvervoercontract (niet of onderhands aanbesteed).
= Nieuw openbaarvervoercontract (niet of onderhands aanbesteed).
= Voormalig openbaarvervoercontract op basis van (Europees) aanbestede concessie.
= Huidig openbaarvervoercontract op basis van (Europees) aanbestede concessie.
= Nieuw openbaarvervoercontract op basis van (Europees) aanbestede concessie.
Bij enkele concessies staat onderhandse gunning. Deze concessie is dan zonder aanbesteding aan de vervoerder toegekend. Tegenwoordig is dit nog in beperkte mate toegestaan. Sommige concessies zijn/worden verlengd. De verlenging staat tussen haakjes achter de oorspronkelijke contracttermijn vermeld. Als de verlenging nog niet definitief is dan staat er bijvoorbeeld +2 (oftewel optie is 2 jaar verlenging).
Rijksoverheid
Er zijn een aantal concessies die onder het beheer van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
Het hoofdrailnet (HRN), eerder aangeduid als het kernnet, is het spoornet waarop de Nederlandse Spoorwegen alleenrecht heeft voor het rijden van reizigerstreinen (behalve op de korte overlappende trajecten Groningen – Groningen Europapark, Elst – Arnhem – Arnhem Velperpoort en Venlo – Blerick). Vanaf 11-12-2016 zal in de provincie Limburg verandering komen in deze situatie, dan zullen alle stoptreinen gereden worden door Arriva en de intercity's door NS. Hierdoor zijn er twee vervoerders op het hoofdrailnet. In 2004 is dit lijnenpakket voor het eerst aanbesteed, maar onderhands gegund aan de NS (termijn 01-01-2005 – 31-12-2014). Ook de concessie voor het hoofdrailnet 2015-2025 (termijn 01-01-2015 – 31-12-2024) is onderhands gegund aan de NS, tegen de zin van de regionale vervoerders.
Bureau Twynstra Gudde deed in 2018 een onderzoek voor Arriva naar de uitbesteding van in totaal vier sprinterlijnen in Nederland. Het gaat om de lijnen Zwolle-Leeuwarden, Zwolle-Groningen, Apeldoorn-Enschede en Dordrecht-Breda. Het rijk, Arriva en de provincie hebben er alle drie oren naar. Het intercityverkeer valt daar buiten; dat blijft bij de NS. Dit bedrijf mag straks ook inschrijven op de nieuwe sprinterconcessie.
Daarnaast was er de Vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet (01-07-2009 – 30-06-2024), uiteindelijk lopend t/m 31-12-2014.
Verder zijn er een aantal contracten voor de veerboten van en naar de Waddeneilanden:
NS
Na lange onderhandelingen met de minister van IenW is in november 2011 overeengekomen dat Nederlandse Spoorwegen vanaf 2015 een nieuw exploitatiecontract krijgt voor het hoofdrailnet. Hierbij worden de binnenlandse hogesnelheidstreinen (Intercity direct) en hogesnelheidslijn geïntegreerd met het hoofdrailnet. High Speed Alliance is ontbonden en haar concessie is opgegaan in de nieuwe concessie van NS.
De topman Roger van Boxtel liet op 2 juni 2016 tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer doorschemeren dat NS in de toekomst toch weer regionale spoorlijnen te gaan exploiteren. NS-woordvoerder Eric Trinthamer liet weten dat de zaken wat hem betreft iets anders liggen. 'Diverse provinciebestuurders hebben NS gevraagd te overwegen om toch weer een bod te doen op een regionale concessie, als Arriva als enige regionale vervoerder intekent.
NS wil weer meebieden op het regionale spoorvervoer. Na het gesjoemel bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg, hield het staatsbedrijf zich de laatste jaren op aandringen van Den Haag buiten de strijd om de exploitatie van regionale spoorlijnen, maar daaraan komt nu een eind.
President-directeur Van Boxtel van de Nederlandse Spoorwegen heeft eind 2017 al een rondgang gemaakt langs provinciale bestuurders om aan te geven dat NS interesse heeft om op lijnen te gaan rijden die nu nog in handen zijn van buitenlandse concurrenten als Arriva, Connexxion en Syntus (tegenwoordig Keolis Nederland) als Dordrecht – Geldermalsen, Amersfoort – Ede-Wageningen en Zutphen – Hengelo – Oldenzaal, die respectievelijk in 2018, 2021 en 2023 vrijkomen.
Concessie Qliner Groningen – Emmeloord
Op 28 mei 1995 startte de FRAM een Interliner verbinding tussen Groningen en Heerenveen onder lijnnummer 315. De FRAM veranderde op 1 januari 1996 in VEONN. Op 3 november 1996 werd de lijn verlengd naar Joure – Lemmer – Emmeloord en Lelystad. De helft van de ritten werd vanaf nu door Midnet gereden. Op 28 september 1998 werd de VEONN overgenomen door Arriva. Midnet fuseerde in mei 1999 met andere vervoerbedrijven tot Connexxion. Arriva bedacht een alternatieve formule voor de Interliner, waardoor vanaf 1 januari 2003 deze ritten onder de naam Qliner gingen rijden.
In 2005 werd de concessie voor het eerst openbaar aanbesteed. Hierdoor ging de lijn per 1 juli 2005 volledig over naar Connexxion. De provincie stelde als eis dat de formule Qliner gebruikt moest worden. Hierdoor verdween de naam Interliner in zijn geheel. Naast lijn 315 werden er ook spitslijnen toegevoegd onder de lijnnummer 325, 335 en 345. Lijn 345 was een versterker van lijn 315 en reed de meest rechtstreekse route van Lelystad naar Emmeloord, waarmee deze Qliner nog sneller was dan lijn 315. Lijn 345 kwam op 2 juli 2011 vanwege bezuinigingen te vervallen.
In juli 2011 zou de concessie aflopen. De nieuwe treinverbinding tussen Zwolle en Lelystad (Hanzelijn) werd echter pas per 9 december 2012 in gebruik genomen. Hierdoor zou de Qliner verbinding opgesplitst worden in Emmeloord. Als overbruggingsperiode werd een tijdelijk contract opgesteld. Arriva won deze concessie.
Per 9 december 2012 is het lijndeel Groningen – Emmeloord onderdeel van de concessie Noord- en Zuidwest Fryslân en Schiermonnikoog van Arriva. Het lijndeel Emmeloord – Lelystad zou als lijn 345 bij de concessie IJsselmond worden gevoegd. De gunning van deze concessie is echter opgeschort tot december 2013. Hierdoor heeft men besloten om het lijndeel Emmeloord – Lelystad voor een jaar onderhands te gunnen aan Arriva. Vanaf nu moeten doorgaande reizigers in Emmeloord overstappen. Sinds december 2013 wordt Emmeloord – Lelystad als een normale lijn 345 gereden van de concessie IJsselmond, deze is bij de dienstregeling 2015 hernummerd naar lijn 140.
Noordelijke treindiensten
Lijnconcessie voor de exploitatie van de dieseltreinen op de Noordelijke Nevenlijnen in de kop van de provincies Groningen en Fryslân.
Het programma van eisen voor de nieuwe spoorconcessie werd begin november 2016 gepubliceerd. De inzet was duurzaamheid en elektrische treinen in de provincie Groningen in de provincie Fryslân. In juli 2017 werd de nieuwe vervoerder bekendgemaakt voor de termijn 2021 - 2035.
Arriva was de enige aanbieder, mag tot 2035 het regionale treinvervoer in Groningen en Fryslân verzorgen. De vervoerder zet nachttreinen in tussen Groningen en Leeuwarden en zet in op hybride treinen. Ze stapt over van dieseltreinen naar 18 hybridetreinen met batterijpakketten. Dit werd op dinsdag 11 juli 2017 bekendgemaakt door gedeputeerde Johannes Kramer van de provincie Fryslân, gedeputeerde Fleur Gräper-van Koolwijk van de provincie Groningen en de vervoerder.
Provincie Fryslân
Leeuwarden – Stavoren
Staatslijn B van Harlingen Haven naar Leeuwarden
Staatslijn B van Leeuwarden naar Groningen
Provincie Groningen
Groningen – Delfzijl
Groningen – Roodeschool – Eemshaven
Staatslijn B van Groningen naar Bad Nieuweschans (sinds 16 november 2012, ook wel Wiederline genoemd)
Zuidbroek – Veendam (sinds 1 mei 2011)
Groningen en Drenthe
Het busvervoer in de stad Groningen werd tot 1994 geëxploiteerd door de gemeente Groningen onder de naam GVG. Het bedrijf werd daarna geprivatiseerd en ging onder dezelfde naam verder met de gemeente Groningen als enige aandeelhouder. In 1998 werd het bedrijf verkocht aan het Amerikaanse vervoerbedrijf Vancom, dat het bedrijf al snel doorverkocht aan het Britse Arriva. Ook de streekbusdiensten in de provincies Groningen en Drenthe werden geprivatiseerd en kwamen in mei 1999 in handen van Arriva. Hierdoor verdwenen de overheidsbedrijven GADO en VEONN uit het straatbeeld. In 2002 nam MTI de busdiensten in Zuidwest-Drenthe (inclusief stadsdienst Hoogeveen en Meppel) over. Na het faillissement van MTI werd het busvervoer tijdelijk geëxploiteerd door BBA.
Met Pieper uit Nieuw Schoonebeek kwam in de jaren 80 een samenwerkingsverband tot stand met de DVM (later VEONN en Arriva). Bij de Europese aanbestedingen van het busvervoer in Nederland verdween de lijndienst van Pieper uit het straatbeeld. Op 12 december 2004 ging de concessie Zuidoost-Drenthe, met de door Pieper geëxploiteerde lijn, over naar Connexxion.
In 2004 werd de voormalige concessie GGD (Groningen Stad, Groningen Streek en Drenthe) voor het eerst aanbesteed. Deze concessie omvatte alle busdiensten in de provincie Groningen (inclusief stadsdienst) en het overige deel van Drenthe (Noorden en Midden).
Al het openbaar vervoer per bus in de provincies Groningen en Drenthe valt sinds 1 januari 2009 onder beheer van het OV-bureau Groningen Drenthe. In december 2009 liepen de concessies af en moesten hierdoor opnieuw aanbesteed worden. Het OV-Bureau besloot het "grote" stads- en streekvervoer in één concessie aan te besteden. De GD-concessie bevat het "grote" streekvervoer in de provincies Groningen en Drenthe, met enkele uitlopers naar Fryslân. In Assen, Emmen en Groningen wordt een stadsdienst gereden. De GD-concessie is een van de grootste concessies in Nederland.
Daarnaast zijn er per regio aparte vergunningen verleend voor het kleinschalige openbaar vervoer.
Het OV-bureau Groningen-Drenthe stopt vanwege bezuinigingen per 16 december 2015 met de reguliere dienstregeling voor de stadsbus in zowel Assen, Hoogeveen en Meppel. De stadsdienst van Assen, Hoogeveen en Meppel blijven voorlopig bestaan, zij het in een totaal andere vorm. Het college van B&W van Meppel start een tweejarige pilot waarbij zowel professionele buschauffeurs als vrijwilligers gaan rijden. Het betreft een samenvoeging van stadsvervoer en doelgroepenvervoer voor leerlingen en houders van een WMO-pas.
Dit vervoer is gebaseerd op het contractvervoer bij de taxi. Dit maakt het mogelijk om maast de bushalte ook op elke plaats langs de route in of uit te stappen.
Sinds 16 december 2015 gingen de stadsbus in Assen als City line I∞ rijden, stadsbus in Hoogeveen als De Bij rijden en de stadsbus in Meppel als Stadsbus Meppel voor een periode van twee jaar tot december 2017 rijden.
Vanaf 19 september 2016 rijdt er een nieuwe, snelle en makkelijke busverbinding als lijn 100 tussen Groningen Airport Eelde en het centrum van Groningen. De shuttle bus sluit aan op de aankomende en vertrekkende lijnvluchten van en naar Londen, Kopenhagen en Gdansk en stopt onder andere bij het Hoofdstation, Zuiderdiep en Grote Markt.
Op de Qliner verbinding tussen Emmen en Groningen zullen vanaf november 2017 vijf dubbeldekkers van het merk Van Hool worden ingezet. In 2019 zijn er vier dubbeldekkers bijgekomen en rijden deze dubbeldekkers ook tussen Groningen en Assen. De dubbeldekkers zullen worden ingezet om de reizigersgroei in Groningen en Drenthe op te vangen.
Ook gaan er vanaf december 2017 10 volledig elektrisch gelede bussen van het type VDL Citea op de groene Q-link lijnen 1 en Q-link 2 gereden worden.
Publiek Vervoer is opgedeeld in vijf percelen die gegund zijn aan Taxi Nuis, UVO, Connexxion in combinatie met De Grooth vervoer, De Vier Gewesten in combinatie met Taxi Dorenbos en TCZ. Zij zullen per 9 april 2018 voor publiek vervoer gaan rijden.
Het OV-bureau heeft de nieuwe aanbesteding op 5 december 2017 officieel in gang gezet, meteen voor tien jaar. Vervoerbedrijven kunnen tot 1 mei 2018 inschrijven. De vervoerders Arriva, Connexxion en Qbuzz dingen mee naar de concessie. Naar verwachting maakt het OV-bureau Groningen Drenthe op 12 juli 2018 welke vervoerder de concessie wint. Alle bussen in Stad Groningen zijn vanaf eind volgend jaar elektrisch aangedreven. Dat is een harde eis van de provincie in de nieuwe concessie voor het Groningse busvervoer.
Vervoerder Qbuzz mag nog tien jaar het busvervoer blijven verzorgen in de concessie Groningen Drenthe.
Zero-emissie busvervoer
Vanaf eind mei 2019 rijdt Qbuzz met 14 zero-emissiebussen in het openbaar vervoer in Groningen-Drenthe. Dit is bijna ... procent van de vloot van Qbuzz in deze provincies. “Wij vinden het belangrijk dat we onze kennis en expertise als Europees frontrunner op het gebied van e-mobiliteit blijven inzetten”. Sinds 15 december 2019 werden 164 zero-emissiebussen (35% van het voertuigpark van 415 voertuigen) ingezet.
Het openbaar vervoer in Groningen-Drenthe moet in het jaar 2025 volledig zero-emissie zijn.
Er is ook een lijnconcessie gegund voor de snelle Qliner-busverbindingen tussen Groningen – Emmen (lijn 305), Groningen – Drachten (lijn 314) en Emmen – Hoogeveen (lijn 327). Lijn 327 werd al per 8 januari 2012 vroegtijdig opgeheven. De ritten van lijn 305 werden per 10 december 2016 overgenomen door Qliner-lijn 300 van Qbuzz. Lijn 314 wordt bij de aanbesteding van 11 december 2017 weer toegevoegd aan de GD-Concessie. Daarmee komt er een einde aan de huidige HOV-concessie. Sinds 11 december 2017 rijdt Qliner 324 's avonds en in het weekend tussen Groningen en Emmeloord ter vervanging van de volgende lijnen, Qliner: 314 Groningen - Drachten, Qliner: 320 Drachten - Heerenveen, Qliner: 315 Groningen - Emmeloord, lijn: 77 Lemmer - Emmeloord.
Fryslân
In de provincie Fryslân bepaalde sinds 1 april 1971 de FRAM jarenlang het straatbeeld. De dieseltreinen op de Noordelijke Nevenlijnen werden geëxploiteerd door de NS.
De FRAM fuseerde met vervoermaatschappij DVM/NWH tot VEONN. Al snel werden de busbedrijven in Noord-Nederland geprivatiseerd, vanaf mei 1999 kwamen de buslijnen in handen van Arriva. In de kop van Fryslân en in het zuidwesten werkte Arriva samen met de NS onder de naam NoordNed. Ook de treinverbindingen op de Noordelijke Nevenlijnen gingen onder die naam rijden. In het zuidoosten van de provincie, de stadsdienst Leeuwarden en op de Friese Waddeneilanden ging Arriva zelf rijden.
In 2020 wordt het openbaar busvervoer in heel Fryslân in één concessie aanbesteed. Later is dit uitgesteld naar 2022.
Eind 2020 lopen de huidige concessies van Arriva voor het busvervoer in Fryslân af. Gedeputeerde Staten stellen voor deze concessies met twee jaar te verlengen. Belangrijkste reden hiervoor is dat de provincie deze periode wil gebruiken om te onderzoeken hoe het openbaar busvervoer in Fryslân duurzaam, efficiënter en comfortabeler kan. Om zoveel mogelijk ervaring op te doen gaan de vernieuwingen, vooruitlopend op de verlenging, van start in de zomer van 2018.
Concessie Waddeneilanden
In 2001 werd ook het busvervoer op de Friese Waddeneilanden aanbesteed. Arriva mocht op alle eilanden blijven rijden, behalve op Vlieland, dat overging naar TCR Vlieland. De oorspronkelijke einddatum van alle concessies was 31 december 2007. De concessies werden echter met 2 tot 14 maanden verlengd.
Bij de tweede aanbesteding in 2008 won de combinatie Arriva / TCR de concessies Vlieland en Terschelling. Arriva bleef op Terschelling rijden en TCR op Vlieland.
De concessie Schiermonnikoog is inmiddels voor de derde keer aanbesteed, ditmaal samen met de concessie Noord- en Zuidwest-Fryslân. Voor het personenvervoer op Schiermonnikoog heeft de provincie Fryslân zes elektrische bussen van het Chinese bedrijf BYD Europe BV gekocht. Tevens werd voor 15 jaar met dit bedrijf een overeenkomst gesloten voor het onderhoud. De andere concessies lopen tot 2016.
De Waddeneilanden Ameland, Terschelling en Vlieland kregen per 1 januari 2017 dienstregeling die uitgevoerd met elektrische bussen.
Concessie Stadsdienst Leeuwarden
In 2001 werd het stadsvervoer in Leeuwarden als eerste in Nederland openbaar aanbesteed. De concessie bleef in handen van Arriva. De tweede aanbesteding werd gewonnen door Connexxion en vond plaats in 2007. Sinds 9 december 2012 is het stadsvervoer Leeuwarden geen losse concessie meer, maar behoort dan tot de concessie Noord- en Zuidwest-Fryslân en Schiermonnikoog.
Concessie Noord- en Zuidwest-Fryslân
Het bedrijf NoordNed werd eind 2005 opgeheven waardoor Arriva in de gehele provincie reed. Eind 2006 werd het voormalige NoordNed gebied (met uitzondering van de treinen) opnieuw aanbesteed. Deze concessie (een samenvoeging van de concessies Noordwest en Zuidwest Fryslân) omvat al het busvervoer in Fryslân ten westen van de spoorlijn Leeuwarden – Zwolle en ten noorden van de spoorlijn Leeuwarden – Groningen. Bij de laatste aanbesteding in 2012 is ook het stadsvervoer Leeuwarden en het busvervoer op Schiermonnikoog bij de concessie gevoegd. Arriva, Connexxion en Qbuzz schreven in op deze concessie. Arriva bleek de beste prijs- en kwaliteitsverhouding te hebben en daarom werd de concessie aan deze vervoerder gegund. Qbuzz was het niet eens met de gunning en had bezwaar ingediend bij de rechtbank. De belangrijkste reden was een vormfout door het ontbreken van een handtekening op een document. Het bezwaar is op 25 juli 2012 ongegrond verklaard, waardoor Arriva definitief de vervoerder is per 9 december 2012.
Concessie Zuidoost-Fryslân
Het concessiegebied Zuidoost-Fryslân is ontstaan na de komst van vervoerder Arriva en omvat al het busvervoer in Fryslân ten oosten van de spoorlijn Zwolle – Leeuwarden en ten zuiden van de spoorlijn Leeuwarden – Groningen met uitlopers naar Drenthe en Overijssel. VEONN (de voorloper van Arriva) was in 1998 in overleg met de NS, die op dat moment de treindiensten op de Noordelijke nevenlijnen exploiteerde, om een samenwerkingsverband aan te gaan. De redenen hiervan waren dat bus en trein door deze samenwerking beter op elkaar konden aansluiten. Arriva nam datzelfde jaar de VEONN over en werd hierdoor een partner in NoordNed. Arriva besloot het busvervoer in het zuidoosten van de provincie zelf te gaan rijden. FRAM (sinds 1971) en later VEONN reden in de gehele provincie. De lijnen die de FRAM in het Westerkwartier in de provincie Groningen (de voormalige ESA-lijnen) reed kwamen ten goede aan de GD-concessie. In 2008 verloor Arriva het vervoergebied aan Qbuzz.
Concessie Zuidoost-Fryslân en Wadden
Op 3 november 2015 werd bekend dat op de concessie Zuidoost-Friesland en de Waddeneilanden Vlieland, Terschelling en Ameland (ZOWAD) hebben vier vervoerders zich ingeschreven: Arriva, Connexxion, EBS en Qbuzz. Op dinsdag 8 december werd bekendgemaakt dat de concessie Zuidoost-Fryslân en Wadden aan Arriva te gunnen. Arriva gaat het busvervoer in de regio Zuidoost-Fryslân vanaf 11 december 2016 verzorgen en op de Waddeneilanden per 1 januari 2017. Op de Waddeneilanden zal met nieuwe elektrische bussen worden gereden. Met ingang van dinsdag 10 januari 2017 geldt er een nieuwe dienstregeling voor het busvervoer op de Waddeneilanden Ameland, Terschelling en Vlieland. Je kan vanaf dinsdag 10 januari 2017 ook met de OV-chipkaart reizen op de eilanden Vlieland, Terschelling en Ameland.
Zero-emissie busvervoer
Vanaf eind mei 2019 rijdt Arriva met 27 zero-emissiebussen in het openbaar vervoer in Fryslân. Dit is bijna ... procent van de vloot van Arriva in deze provincie. “Wij vinden het belangrijk dat we onze kennis en expertise als Europees frontrunner op het gebied van e-mobiliteit blijven inzetten”, zegt Ard Romers.
Het openbaar vervoer in Fryslân moet in het jaar 2026 volledig Zero-emissie zijn. De provincie stelt in de NvU nog geen eis voor het aantal zero emissie-bussen.
Concessie Fryslân
In 2022 worden de concessies Noord- en Zuidwest-Fryslân en Schiermonnikoog en Zuidoost-Friesland en de Waddeneilanden Vlieland, Terschelling en Ameland (ZOWAD) samengevoegd in één concessie. Arriva verzorgt momenteel het vervoer in beide concessies. De provincie wil echter de garantie dat het vervoer in de hele regio in de handen van één vervoerder is. Volgens de opdrachtgever is dat voordelig voor het beheer van de concessie, verbetert dit de uniformiteit van het aanbod voor de reiziger en het vereist minder afstemming tussen verschillende vervoerders.
De provincie stelt in de NvU nog geen eis voor het aantal zero emissie-bussen. Op de Waddeneilanden moet het vervoer elektrisch blijven en hoe meer zero emissie-dienstregelingsuren, hoe beter. Er zijn echter nog enkele drempels te nemen. De druk op busleveranciers is hoog, aangezien in december 2022 vier concessies tegelijkertijd starten. Daarnaast verloopt de overgang van rijden op diesel naar rijden op elektrisch niet bepaald naadloos.
In de nieuwe concessie voor de provincie Fryslân mag maximaal 10 procent van het huidige reguliere busvervoer worden vervangen door maatwerk of een andere vorm van vervoer. Dit is noodzakelijk om lege bussen te voorkomen. Dit schrijft de provincie in de Nota van Uitgangspunten. Elke bus met structureel minder dan vijf passagiers kan worden vervangen door maatwerk. En maatwerk zal ook in de steden nodig zijn.
Eind november 2019 hebben Provinciale Staten van Fryslân ingestemd met de Nota van Uitgangspunten voor de nieuwe busconcessie, die in 2022 start. In 2025 moet 70 procent van de vloot zero emissie rijden, vertelt projectleider Fedde Moedt. “We willen vervoerders uitdagen daar zelf invulling aan te geven.” De provincie Fryslân liet eind 2018 een onderzoek uitvoeren door MuConsult naar wat ze moest doen om in 2025 de gehele busvloot, 240 stuks in totaal, in één keer zero emissie te laten rijden. De provincie zou dan ook zelf de laadinfrastructuur in beheer moeten nemen. “Maar dat zou 10 miljoen euro per jaar extra kosten”, zegt Moedt daarover. “En het is de vraag of je dat moet willen, de markt is volop in ontwikkeling. Dus daar zat wel een spanningsveld.”
De provincie Fryslân zet in op een flexibele overbruggingsconcessie, waarbij Arriva het busvervoer tot en met 2024 blijft verzorgen. Na die tijd wordt een nieuwe busconcessie voor een langere periode aanbesteed.
Er is meer tijd nodig voor de aanbesteding van de nieuwe busconcessie (2022-2032). Dat heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân op 2 juni 2020 besloten in te zetten op een flexibele overbruggingsconcessie, waarbij Arriva het busvervoer tot en met 2024 blijft verzorgen. Na die tijd wordt een nieuwe busconcessie voor een langere periode aanbesteed.
Het College van Gedeputeerde Staten in de provincie Fryslân koerst sinds april 2021 op een overbruggingsconcessie van twee jaar, om daarna het busvervoer weer voor een langere periode aan te besteden. Gedeputeerde Staten vragen Provinciale Staten om in te stemmen met de uitgangspunten voor die tijdelijke concessie. De detailuitwerking is daarna aan Gedeputeerde Staten. Het gaat om een flexibele concessie, zodat provincie en Arriva goed kunnen inspelen op hoe de situatie in 2023 en 2024 zal zijn.
Overijssel
In de provincie Overijssel treedt de provincie op als de OV-autoriteit. De provincie Overijssel heeft per 1 januari 2015 de mobiliteitstaken van Regio Twente overgenomen.
Concessie Noordoost-Overijssel
De provincie Overijssel heeft de verantwoordelijkheid over het busvervoer in het Vechtdal (Noordoost-Overijssel) en Salland, inclusief de stadsdiensten in Zwolle en Deventer.
Tegenwoordig is het busvervoer in dit gebied in één concessie geregeld. Op 11 oktober 2016 werd de concessie met twee jaar verlengd.
Visie openbaar vervoer
Volgens de provincie past de verlenging van het contract met Syntus goed binnen de openbaar vervoer-visie die de Provinciale Staten dit jaar hebben vastgesteld. In deze visie werkt de provincie samen met inwoners, organisaties en scholen aan een vernieuwing van het openbaar vervoer in Overijssel, met als uiteindelijk doel om het OV efficiënter te kunnen inzetten.
Concessie Twente
In de regio Twente fuseerden in 1997 de Twentse vervoersmaatschappij TET en de Gelderse Vervoer Maatschappij (GVM) tot Oostnet. Deze maatschappij werd in 1999 gefuseerd tot Connexxion. Met de komst van deze vervoerder verdwenen geleidelijk aan de typerende donkerrode bussen met de afbeelding van het Twentse Ros. In 2005 werd het openbaar vervoer in deze regio openbaar aanbesteed. Het bestuur van de Regio Twente stelde als voorwaarde dat al het openbaar vervoer binnen die regio onder dezelfde huisstijl en naam, Twents, gaat opereren. Met het ingaan van de nieuwe concessie keerden de lichtrode bussen terug in het stadsbeeld van Enschede, Hengelo en Almelo. Bij deze concessie hoort ook de treindienst Almelo – Mariënberg.
Die treinverbinding was door Connexxion uitbesteed aan Syntus. Sinds 2013 is deze spoorlijn geïntegreerd in de lijnconcessie Vechtdallijnen.
De treindienst Zutphen – Hengelo – Oldenzaal werd al in 2003 aanbesteed, evenals een aantal buslijnen ter ondersteuning van de treinverbinding (onder meer stadsdienst Lochem en Zutphen). De bussen in deze concessie rijden wel in de standaard huisstijl van de vervoerder Syntus. Voorheen reden in deze regio de vervoerder Oostnet en OAD. De Syntus buslijnen 52, 54, 56 en 81 worden sinds 9 december 2012 door Arriva gereden.
Bij de nieuwste aanbesteding in 2011 zijn alle concessies voor Twente samengevoegd. Het busvervoer wordt in december 2023 samengevoegd in de concessie Berkel-Dinkel. Deze loopt van 2023 tot en met 2033.
Deze spoorlijn Zutphen – Hengelo – Oldenzaal wordt sinds 10 december 2017 bediend onder de merknaam Blauwnet.
Kamperlijntje
De treindienst Zwolle – Kampen werd aanvankelijk aanbesteed in de concessie IJsselmond als tramverbinding, maar de gunning daarvan ging niet door. De nieuwe concessie voor het Kamperlijntje en de lijn Zwolle – Enschede heeft een looptijd van 15 jaar en is eind 2017 van start gegaan. In de tussentijd zijn het traject Zwolle – Kampen en het traject Zwolle – Wierden geëlektrificeerd. Op 16 juni 2015 werd bekend dat de aanbesteding is gegund aan Syntus.
De treindienst wordt sinds 10 december 2017 uitgevoerd onder de merknaam Blauwnet.
Zwolle – Enschede
Op 15 april 2013 zijn de Provinciale Staten van Overijssel akkoord gaan met de decentralisatie van de treindienst tussen Zwolle en Enschede. De treindienst kwam in december 2014 in handen van de provincie Overijssel en Regio Twente. De nieuwe concessie voor het Kamperlijntje en de lijn Zwolle – Enschede heeft een looptijd van 15 jaar en is eind 2017 van start gaan. In de tussentijd zijn zowel het traject Zwolle – Kampen als het traject Zwolle – Wierden geëlektrificeerd. Op 16 juni 2015 werd bekend dat de aanbesteding is gegund aan Syntus.
De treindienst wordt sinds 10 december 2017 uitgevoerd onder de merknaam Blauwnet.
Vechtdallijnen
De Emmerlijn, de treinverbinding Zwolle – Emmen en de treinverbinding Almelo – Mariënberg zijn in één lijnconcessie aanbesteed onder de naam Vechtdallijnen (genoemd naar de Overijsselse Vecht). De lijn Almelo – Mariënberg valt ook onder het beheer van de regio Twente en was eerder onderdeel van de busconcessie Twente.
Op het traject Almelo – Hardenberg verzorgt Arriva het vervoer sinds 8 december 2013.
De treindienst wordt sinds 10 december 2017 uitgevoerd onder de merknaam Blauwnet.
Treindienst Hengelo – Bad Bentheim
Lange tijd stopten vrijwel alle internationale treinen richting Noord-Duitsland en verder in Oldenzaal. Zo had de stad rechtstreekse verbindingen met Duitse steden enerzijds en de Randstad anderzijds. Op de tijdstippen dat er geen internationale treinen reden, reden er pendeltreinen tussen Hengelo en Oldenzaal. Met ingang van de dienstregeling 1992/'93 kwam er een einde aan stoppende internationale treinen.
Vanaf 12 december 2010 exploiteerden Syntus en de Bentheimer Eisenbahn bij wijze van proef gezamenlijk een treindienst tussen Hengelo en Bad Bentheim, die stopte in Oldenzaal. Deze treindienst was bedoeld als aanvulling op de internationale intercity-verbinding tussen Amsterdam en Berlijn, die eens in de twee uur rijdt, en sloot in Bad Bentheim aan op de stoptrein naar Bielefeld. De uurdienst bleek niet succesvol en na de drie jaar durende proef werd de dienst op 8 december 2013 beëindigd.
Vanaf 14 januari 2018 is de nieuwe treindienst van Keolis Deutschland tussen Bielefeld en Bad Bentheim verlengd naar Hengelo. Hiermee is er een frequente treindienst tussen Twente en Duitsland.
Blauwnet
Blauwnet is geen vervoerder, maar sinds 10 december 2017 een samenwerkingsverband tussen een aantal regionale vervoerders. Blauwnet vereenvoudigt reizen met het OV in Overijssel:
Men reist met één in- en uitcheck op alle regionale treintrajecten in de provincie Overijssel.
Een reiziger die op saldo reist en van Blauwnet op een aansluitende bus van Arriva of Keolis overstapt, betaalt in de bus niet opnieuw het opstaptarief. Dit geldt ook andersom.
Flevoland
IJsselmond
De provincies Overijssel en Flevoland werken in de concessie IJsselmond met elkaar samen. Dat concessiegebied behelst Noordwest-Overijssel (Kampen, Genemuiden, Steenwijk, maar niet de Kamperlijn), Noordoostpolder (Emmeloord e.o.) en Oostelijk-Flevoland (Dronten e.o.).
Bij de eerste openbare aanbesteding in 2005 werd de concessie gewonnen door Connexxion. In Oostelijk Flevoland reed Connexxion al en het andere deel werd overgenomen van Arriva.
In juni 2010 werd gestart met een nieuwe aanbestedingsronde voor de concessie met als ingangsdatum 4 september 2011. In deze concessie waren ook de stadsdienst Lelystad en de nieuwe tramlijn Zwolle – Kampen opgenomen. De concessie werd niet gegund omdat geen van de inschrijvende vervoerders aan de gestelde eisen en het budget kon voldoen.
In januari 2011 startte de tweede poging. De ingangsdatum werd opgeschoven naar december 2012 en de stadsdienst Lelystad en de tramlijn werden weer uit de concessie gehaald. Nieuw was wel de Qliner 345 tussen Lelystad en Emmeloord, terwijl de Hanzeliner uit de concessie zou verdwijnen. De combinatie Noot Ede / Regiotaxi de Vallei en Connexxion dienden een offerte in. Ook deze concessie werd niet gegund omdat beide inschrijvers boven het beschikbare budget zaten.
Na de zomer van 2012 werd een tijdelijke concessie van 1 jaar uitgeschreven, omdat de lopende concessie niet meer verder verlengd kon worden. Deze concessie werd in oktober 2012 aan Connexxion gegund.
In februari 2013 startte de derde poging. Ook deze aanbesteding verliep niet geheel soepel, waardoor de gunningsdatum diverse malen werd opgeschoven. Op 5 juni 2013 werd bekend dat DVG IJsselmond, OV Regio IJsselmond (een dochteronderneming van Connexxion), Syntus, Noot Touringcar Ede en Arriva een offerte hadden ingediend. Begin juli 2013 is de concessie voorlopig gegund aan OV Regio IJsselmond. Syntus tekende bezwaar aan tegen deze gunning, maar trok het bezwaar in oktober 2013 terug.
Lelystad
De gemeente Lelystad is op basis van delegatie door de provincie Flevoland verantwoordelijk voor de stadsdienst Lelystad.</font>
Het stadsvervoer in Lelystad zou in 2011 geïntegreerd worden in de concessie IJsselmond. De aanbesteding van die concessie mislukte. De concessie Lelystad kon echter niet verder verlengd worden. Hierdoor was een aparte aanbesteding noodzakelijk.
Walibi Express
De bus rijdt alleen naar Walibi Holland Biddinghuizen wanneer deze geopend is. Op 8 december 2013 nam OV Regio IJsselmond het busvervoer over van Connexxion. De uitvoering van lijn 247 bleef in handen van Smit Reizen uit Harderwijk.
Sluit het park bijvoorbeeld om 17:00 uur, dan vervalt de avonddienstregeling. In mei, juni en juli rijdt de bus iedere dag. In april, september en oktober buiten de schoolvakanties alleen op vrijdag, zaterdag en zondag.
Op hele drukke dagen, zoals een zomerevenement of Halloween Fright Nights, versterkt OV Regio IJsselmond.
Airport Express
De toekomstige busverbinding tussen station Lelystad en Lelystad Airport komt los te staan van de stadsdienst. De buslijn wordt ook niet automatisch verzorgd door het vervoersbedrijf dat de stadsdienst in Lelystad verzorgt. Dat blijkt uit een besluit van de provincie. Wel staat vast dat de bus via een aparte busbaan zal gaan rijden.
De Airport Express heeft maandag 4 maart 2019 symbolisch de eerste rit gereden. De elektrische bus moet van station Lelystad Centrum naar het vliegveld rijden. Na de rit werd symbolisch de overeenkomst getekend tussen de provincie, gemeente Lelystad, Arriva en Lelystad Airport. Arriva gaat de lijn tot en met maart 2030 exploiteren.
Concessie Almere
De provincie Flevoland heeft de taken betreffende het stads- en streekvervoer in Almere gedelegeerd naar de Gemeente Almere. Vervoerder Connexxion heeft jarenlang de stads- en streekdiensten in en om Almere verzorgd. Dit gebied werd voor mei 1999 geëxploiteerd door Midnet. De stadsdienst en het streekvervoer in Almere werden in 2003 als losse concessies voor het eerst openbaar aanbesteed. Connexxion won deze aanbesteding en hierdoor bleef het gebied tot zeker eind 2009 in handen van de vervoerder. Bij de nieuwe aanbesteding werden de twee concessies samengevoegd. Hier was Connexxion de enige inschrijver, waardoor zij de concessie won.
Het college van B en W van de gemeente Almere heeft op 8 maart 2016 het bestek voor de Europese openbare aanbesteding van het busvervoer Almere in de periode 2018-2027 vastgesteld. Op 8 juli 2016 hebben de volgende vervoerders ingeschreven op de concessie: Arriva, Connexxion, EBS en Syntus. Op 27 september 2016 werd bekend dat per 10 december 2017 de concessie aan Keolis Nederland (voorheen Syntus) werd gegund.
Keolis gebruikt voor de Stadsdienst Almere het merk allGo.
Gelderland
Concessie Veluwe
Op de Veluwe reed van 1923 tot 1981 de VAD. Dit bedrijf fuseerde met de Flevodienst tot Verenigde Autobus Diensten VAD. De lijnen in Ede en Wageningen werden geëxploiteerd door Centraal Nederland. In 1994 werd de VAD overgenomen door fusiebedrijf Midnet en in mei 1999 fuseerde dat bedrijf tot Connexxion. In 2004 werd het openbaar vervoer op de Veluwe voor het eerst openbaar aanbesteed en ging over van Connexxion naar BBA. BBA ging al snel over in handen van Veolia Transport. Het gebied omvat alle buslijnen in de Veluwe (Noordwest-Gelderland) inclusief stadsdiensten Apeldoorn, Ede en Harderwijk en de busdiensten van de Vallei- en Veluwelijn. Inmiddels is het gebied in 2010 voor de tweede keer aanbesteed. Syntus is de huidige concessiehouder.
Concessie Valleilijn
Er is een aparte lijnconcessie voor de gedecentraliseerde treindienst op de Valleilijn tussen Amersfoort en Ede-Wageningen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft de tarieven en voorwaarden van spoorbeheerder ProRail en andere ondernemingen voor het gebruik van dienstvoorzieningen voor de treindienst van de Valleilijn goedgekeurd. De Spoorwegwet verplicht ProRail en de andere betrokken ondernemingen om hun aanbod ter goedkeuring aan de ACM voor te leggen voordat een aanbesteding begint. Dit moet ervoor zorgen dat er een gelijk speelveld is voordat de aanbesteding start.
Concessie Achterhoek-Rivierenland
De provincie Gelderland heeft ook de zeggenschap over het openbaar vervoer in de regio's Achterhoek en Rivierenland.
In de Achterhoek werkten vanaf 1991 de NS en de voormalige Gelderse Streekvervoer Maatschappij (GSM, later gefuseerd tot GVM en vervolgens Oostnet) samen in het project Integratie Gelderland Oost. Doel daarvan was de integratie tussen trein en bus in deze regio. In mei 1999 ontstond hieruit het vervoerbedrijf Syntus. Syntus verzorgde tot eind 2010 het bus- en treinvervoer in de Achterhoek en was hierdoor een vertrouwd gezicht.
De regio Rivierenland werd al in 2003 voor het eerst openbaar aanbesteed en gegund aan Arriva ten koste van Hermes (voorheen BBA en Zuidooster).
In 2010 werden beide concessiegebieden gezamenlijk aanbesteed met de lokale treindiensten. De concessie werd gewonnen door Arriva. Reizigers waren niet erg blij dat Syntus hierdoor uit de Achterhoek verdween.
Op 11 mei 2017 werd bekend gemaakt dat de concessie Achterhoek-Rivierenland met 5 jaar wordt verlengd. Dit geldt voor zowel de trein- als de busdiensten.
De treindiensten Arnhem – Tiel, Arnhem – Winterswijk en Zutphen – Winterswijk vielen onder beheer van plusregio Stadsregio Arnhem Nijmegen (SAN).
Concessie Arnhem Nijmegen
De plusregio Stadsregio Arnhem Nijmegen was sinds 1988 een samenwerkingsverband van 2006 tot en met 2014 als plusregio verantwoordelijk voor het openbaar vervoer binnen deze regio.
Connexxion exploiteerde sinds mei 1999 voor plusregio Knooppunt Arnhem Nijmegen de trolleybus in Arnhem en een aantal 'gewone' buslijnen tussen Arnhem en Nijmegen. Connexxion kreeg de concessies in 2001, 2004 en 2007 onderhands toebedeeld. Bij de aanbesteding in 2009 werden KAN Noord en KAN Zuid samengevoegd tot één concessie. KAN Zuid werd eerder gezamenlijk uitgevoerd door Novio en Hermes en bevat veel lijnen vanuit Nijmegen naar omliggende plaatsen. De concessie werd gewonnen door Connexxion's dochteronderneming Novio die de lijnen exploiteert onder de productformule Breng. Sinds 9 december 2012 is Connexxion's dochteronderneming Hermes concessiehouder. Naast de busverbindingen werd de nieuwe vervoerder vanaf 10 december 2012 ook verantwoordelijk voor de treindienst Arnhem – Doetinchem v.v. (exclusief de doorgaande diensten Arnhem – Doetinchem – Winterswijk v.v.) en de stadsregiotaxi.
Arnhem – Emmerich – Düsseldorf
De RB 35 treinen op de spoorlijn Düsseldorf Hauptbahnhof – Emmerich worden vanaf 11 december 2016 als RE 19 gereden door Abellio Rail. Vanaf 6 april 2017 worden RE 19-treinen doorgetrokken naar Arnhem.
Concessie Overijssel, Flevoland en Gelderland
In het voorjaar van 2017 werd de wens van de provincies Overijssel, Flevoland en Gelderland om de zeven bestaande concessies samen te voegen tot drie concessies. Niet de provinciegrenzen, maar reizigersstromen moeten het vertrekpunt zijn voor de concessie-indeling. Dit is met argwaan ontvangen door het college van B en W en de gemeenteraad van Lelystad. Het college heeft zelfs negen argumenten opgesteld waarom het samenvoegen van de concessie Lelystad bij een andere concessie een slecht idee zou zijn.
Een herindeling van de zeven huidige busconcessies in drie grote concessies in pakt voordeliger uit voor reizigers, het concessiebeheer en de regionale economie. Voor vervoerders zijn er zowel voor- als nadelen. Als de samenvoeging doorgaat, behoren de drie nieuwe concessies tot de grootste aanbestede concessies in Nederland.
De lokale politiek maakt zich vooral zorgen om de kwaliteit van het openbaar vervoer, omdat de gemeente dan nauwelijks meer een rol speelt bij de invulling van het OV door Lelystad. “De gemeente heeft geen bevoegdheden meer ten aanzien van het aanbod van openbaar vervoer (Program van Eisen, dienstregeling, lijnvoering, sociale veiligheid, materieeleisen en dergelijke). De gemeente is voor de inwilliging van gemeentelijke wensen dan afhankelijk van de provincie”, schrijft het college aan de raad.
Bovendien vreest het college voor extra kosten. Dit komt omdat de kans bestaat dat de concessie van Arriva in Lelystad al in 2020 zal worden afgebroken, terwijl die eigenlijk loopt tot aan 2021. Niet alleen waarschuwt het college dat dit tegen de afspraken is, maar tevens ontstaat er dan een risico op een schadeclaim. “Ons college zal deze claim doorberekenen aan de provincie”, aldus de loco-secretaris en de loco-burgemeester in hun brief. Overigens erkenden de provincies al eerder dat de gevolgen van dergelijke situaties nog niet te overzien was. Dit speelt ook in de concessie IJsselmond.
De Gedeputeerde Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel overwegen op dit moment om de concessies IJsselmond, Midden-Overijssel, Twente, Achterhoek-Rivierenland, Arnhem-Nijmegen, Veluwe en de stadsconcessie Lelystad anders in te delen. Als de concessies worden gewijzigd, ontstaan er drie grotere concessies, namelijk concessie IJssel-Vecht, concessie Berkel-Dinkel en concessie Rijn-Waal. Onder de concessie IJssel-Vecht valt een uitgestrekt gebied dat reikt van Apeldoorn in het zuiden tot aan Steenwijk in het noorden en van Hardenberg met daarin Lelystad in het oosten tot aan Zeewolde in het westen. Ook Salland en de regio Deventer vallen hieronder zou al in 2020 gegund kunnen worden.
Het regionale openbaar vervoer met merk en de huisstijl RRReis zal geleidelijk in de drie provincies gaan rijden met paars-blauw-groene bussen.
De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel hebben donderdag 7 februari 2019 de concessie busvervoer in IJssel en Vechtstreek op de markt gebracht. Vervoerders konden tot 5 juni 2019 een bod doen op deze concessie. Daarbij moesten vervoerders er rekening mee houden dat de concessie pas eind 2023 zijn uiteindelijke vorm zal hebben. Het was voor het eerst dat drie provincies samen één OV-concessie aanbesteedden.
Concessie IJssel-Vecht
De concessie busvervoer in de IJssel- en Vechtstreek loopt van 26 augustus 2020 tot en met 2030. Op de stadsdiensten van Zwolle en Apeldoorn meteen vanaf 13 december 2020 volledig zero-emissie rijden en in Lelystad geldt hetzelfde, als die gemeente in 2021 instroomt. In 2025 moeten alle nieuw ingestroomde bussen milieuvriendelijk zijn.
De vervoerbedrijven Arriva, Connexxion, EBS en Keolis hebben zich ingeschreven voor de Europese aanbesteding voor het busvervoer in de streek IJssel-Vecht.
De provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland hebben eind september 2019 de concessie IJssel-Vecht gegund aan vervoerder Keolis. Vanaf 13 december 2020 is Keolis Nederland voor tien jaar de vervoerder in de concessies Veluwe en Midden-Overijssel onder de naam RRReis. Vanaf eind 2021 gaat het bedrijf ook aan de slag in Lelystad en vanaf 2023 in het concessiegebied IJsselmond. Het contract heeft een waarde van 900 miljoen euro en wordt uitgevoerd met meer dan 300 elektrische voertuigen. Daarmee is het de grootste Nederlandse elektrische vloot, aldus Keolis. In samenwerking met de opdrachtgevers wordt een deel van de laadinfrastructuur gerealiseerd voor de elektrische voertuigen. Daarnaast zorgt Keolis voor capaciteit op de eigen stallinglocaties.
Vervoerder Keolis zou volgens de opdrachtgevers opzettelijk onjuiste informatie hebben verstrekt bij de aanbesteding. In mei van 2020 werd bekend dat er gesjoemeld was door de vervoerder, er zou sprake zijn van geheime, frauduleuze afspraken. Spoedig daarna gaf Keolis aan afstand te nemen van elk gedrag dat niet integer was en heeft de betrokkenen ontslagen, maar dat is voor de provincies niet voldoende om de concessie niet in te trekken.
De opdrachtgevers en Keolis zijn overeengekomen dat Keolis nog wel van december 2020 tot en met december 2022 een noodconcessie uitvoert.
Concessie Berkel en Dinkelstreek
De concessie Berkel en Dinkelstreek is een van de drie concessies die gezamenlijk door de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel zijn ontwikkeld. De concessie omvat een uitgestrekt gebied dat reikt van Enschede in het oosten tot aan Zutphen in het westen en van Almelo in het noorden tot aan Winterswijk in het zuiden.
De concessie is een samenvoeging van delen van de concessies Twents, Achterhoek en Rivierenland. Aangezien deze concessies verschillende looptijden hebben wordt de concessie stukje bij beetje vormgegeven. Bij de ingangsdatum van deze concessie komen de gebieden rondom Deventer en Brummen over van de concessie IJssel en Vechtstreek.
De Concessie in de streek Berkel en Dinkelstreek loopt van 2023 tot en met 2033.
De volgende treindiensten maken eveneens deel uit van deze concessie:
Zutphen - Apeldoorn
Zutphen - Winterswijk
Zutphen - Hengelo - Oldenzaal
Concessie Rijn-Waal
De concessie Rijn-Waal is een van de drie concessies die gezamenlijk door de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel zijn ontwikkeld. De concessie omvat een uitgestrekt gebied dat reikt van Doetinchem in het oosten tot aan Geldermalsen in het westen en van Barneveld in het noorden tot aan Nijmegen in het zuiden.
De concessie is een samenvoeging van delen van de concessies Arnhem en Nijmegen en Achterhoek en Rivierenland. Aangezien deze concessies verschillende looptijden hebben wordt de concessie stukje bij beetje vormgegeven. Bij de ingangsdatum van deze concessie komen de gebieden rondom Barneveld, Ede, Scherpenzeel en Wageningen over van de concessie IJssel en Vechtstreek.
De gemeenten Barneveld, Ede, Scherpenzeel en Wageningen werden in december 2022 afgesplitst en ondergebracht bij de concessie Rijn-Waal.
De concessie in de Rijn en Waalstreek loopt van 2025 tot en met 2035.
De volgende treindiensten maken tevens deel uit van deze concessie:
Arnhem - Tiel
Arnhem - Doetinchem - Winterswijk
Overzicht
Utrecht
Concessie Utrecht (provincie)
Het (noord)oosten en westen van de provincie Utrecht is sinds 2008 één concessiegebied en bevat behalve streekdiensten ook de stadsdiensten in Amersfoort, Soest en Woerden.
Syntus verzorgt sinds 11 december 2016 de streekbussen in de provincie Utrecht en de stadsbussen in Amersfoort rijden. Syntus rijdt met bussen, die uitgerust zijn met wifi, USB-stopcontacten.
Het dorp Mijdrecht krijgt vanaf 11 december 2016 twee elektrische buurtbussen. Van de in totaal 200 bussen worden er in ieder geval vier elektrisch. Naast de twee zero-emissie buurtbussen in Mijdrecht gaan er ook twee elektrische bussen in Amersfoort rijden. Ook komt er ten minste één hybride bus in Woerden.
Connexxion maakt echter bezwaar tegen de gunning. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op maandag 21 november 2016 besloten dat Syntus de komende tijd het vervoer in de provincie Utrecht mag verzorgen.
Concessie Utrecht (stadsregio)
Het busvervoer dat onder Bestuur Regio Utrecht valt, was tot eind 2013 verdeeld in drie concessies. Er was een concessie voor al het stadsvervoer binnen de gemeente Utrecht, diverse buslijnen tussen Utrecht en Maarssen en enkele lijnen in het buitengebied ten noorden van de stad. Daarnaast was er een concessie voor het streekbusvervoer van en naar de gemeenten Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Vianen, De Bilt, Zeist en Bunnik. Ook de Utrechtse sneltram behoort tot deze concessie. De derde concessie was een vergunning voor 12 spitsbussen in deze regio. Sinds het einde van 2013 zijn al deze concessies samengevoegd.
Aanvankelijk was deze concessie gegund aan Qbuzz, maar nadat Connexxion naar de rechter was gestapt is dit besluit geschorst. Op 29 augustus 2011 werd bekend dat Qbuzz alsnog de concessie zou mogen uitvoeren. De start van de nieuwe concessie werd met een jaar uitgesteld en zou ingaan op 9 december 2012. Connexxion ging opnieuw met succes in beroep tegen deze gunning.
Concessie Regio Utrecht
Daarop werd een geheel nieuwe aanbestedingsprocedure gestart. Op 8 oktober 2012 werd door BRU bekendgemaakt dat Qbuzz ook bij deze aanbesteding de beste prijs-kwaliteitverhouding bood en vanaf december 2013 het busvervoer in de Utrechtse stadsregio zal gaan verzorgen. Echter op 9 november 2012 werd bekendgemaakt dat Connexxion, die onder de naam OV Regio Utrecht B.V. ook had ingeschreven, weer beroep aantekende tegen de uitspraak.
Op 14 januari 2013 maakte BRU bekend dat de bezwaren tegen het gunningsbesluit, die door een onafhankelijke commissie waren onderzocht, ongegrond zijn verklaard. Connexxion tekende hiertegen beroep aan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Op 2 mei 2013 besliste dit College van Beroep voor het bedrijfsleven dat de gunning van de concessie aan Qbuzz in stand blijft en daarmee onherroepelijk is. Door alle juridische procedures kon de concessie pas eind 2013 ingaan. Met de start van de nieuwe concessie is er een einde gekomen aan stadsvervoerbedrijf GVU.
In 2016 werd de BRU opgeheven en overgedragen aan de gelijknamige provincie Utrecht.
In 2017 wil Qbuzz 10 nieuwe elektrische bussen aanschaffen en in 2019 nog eens 100 extra bussen die elektrisch kunnen rijden. "We zijn dan klaar om in 2023 de hele concessie met zero-emissiebussen aan te bieden".
In de overgangsperiode van 9 december tot en met 31 december 2018 maakt de gemeente Vijfheerenlanden ook nog deel uit van de concessie en viel onder de concessie DAV-gebied.
Noord-Holland
Concessie Gooi en Vechtstreek
Gooi en Vechtstreek omvat het busvervoer in de streek rondom Hilversum in de provincie Noord-Holland, inclusief de stadsdiensten in Hilversum en Huizen. Eerder reden hier Centraal Nederland en Midnet. De Gooise buslijn 320, tussen Amsterdam en Hilversum via Huizen, wordt gedeeltelijk gereden door de firma Pouw Vervoer, in opdracht van Connexxion. Op 17 mei 2018 werd bekend dat de concessie met twee jaar werd verlengd, tot halverwege 2021.
De provincie stelt wel verschillende eisen aan de vervoerder in de nieuwe concessie, die het busvervoer mag verzorgen in de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren. De provincie heeft de ambitie dat uiterlijk aan het einde van de concessie al het vervoer zero emissie uitgevoerd moet worden. De concessieperiode duurt van 11 juli 2021 tot 14 december 2030. De vervoerders Transdev Nederland, EBS en Arriva hebben een bod gedaan op de concessie Gooi en Vechtstreek. De nieuwe vervoerder moet in zijn bod dus aangeven welk transitiepad hij wil volgen om de inzet van zero emissie-materieel te realiseren. De vervoerder krijgt veel ruimte voor dit transitiepad, maar de provincie eist wel dat alle lijnen, behalve Rnet-lijn 320, in fase 2 geen uitstoot meer hebben. Fase 2 gaat in nadat de busbaan HOV in ’t Gooi in gebruik is genomen. Dat moet gaan gebeuren op 11 december 2022.
Concessie Noord-Holland Noord
De concessie Noord-Holland Noord omvat alle streekbusdiensten in de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Dijk en Waard, Drechterland, Enkhuizen, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel, inclusief stadsdiensten van Alkmaar, van Hoorn en van Den Helder en het vervoer op Texel. Voor Connexxion reed hier NZH en op Texel de AOT.
Minstens vijftig procent van de busvloot in het concessiegebied dient in 2025 emissievrij te rijden. De vervoerder mag daarvoor elektrische bussen inzetten, maar kan ook voor andere schone variant kiezen, zoals waterstof. Deze eis heeft de provincie per 15 september 2016 opgenomen in definitieve Programma van Eisen (PvE) voor de concessie die in 2018 begon.
Aanvankelijk hadden partijen tot de jaarwisseling 2016/2017 de tijd om een bod in te dienen. De provincie heeft de inschrijfdatum naar 2 maart 2017 verplaatst. Vervoerders Arriva, Connexxion, EBS en Syntus hadden een offerte ingediend voor de concessie Noord-Holland Noord. De concessie werd in mei 2017 gegund aan Connexxion.
Concessie Haarlem-IJmond
De buslijnen in de regio Haarlem-IJmond werden tot mei 1999 gereden door de NZH. Tussen december 2005 en december 2015 werd het vervoer uitgevoerd door Connexxion. Deze concessie wordt gevormd door negen gemeenten, te weten Haarlem, Heemskerk, Heemstede, Bloemendaal, Velsen, Uitgeest, Zandvoort, Beverwijk en een gedeelte van Haarlemmermeer.
Op 4 november 2014 werd duidelijk dat er zich drie inschrijvers voor deze concessie hadden gemeld. Dit waren naast de huidige vervoer Connexxion, ook Syntus en EBS.
Op 20 januari 2015 werd bekend dat Connexxion zou blijven rijden in deze concessie. Echter was dit gebeurd nadat Connexxion in een tweede ronde evenveel punten had gekregen als Syntus. De aanbesteding werd uiteindelijk door loting beslist. Syntus en EBS maakten vervolgens bezwaar tegen deze gunning, omdat o.a. Syntus vond dat ze ernstig benadeeld waren, onder andere door te weinig punten krijgen voor inzet van milieuvriendelijk materieel. In eerste instantie zijn de bezwaren van Syntus en EBS ongegrond verklaard en besloot EBS niet verder te procederen. Syntus heeft echter bezwaar aangetekend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Door alle omstandigheden kan de concessie niet ingaan op 13 december 2015 zoals gepland en wordt er een overbruggingsconcessie van maximaal 2 jaar uitgeschreven.
Op 9 augustus 2016 werd bekend dat de door Syntus aangespannen rechtszaak bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven werd verloren. Vanaf dat moment was de gunning van de concessie Haarlem-IJmond aan Connexxion definitief. Tevens werd later in 2016 bekend dat de concessie pas op 3 september 2017 zou ingaan.
Op 13 december 2015 zou Connexxion starten met 16 elektrische bussen, 28 schone dieselbussen en 56 bussen die rijden op groen gas. Het busvervoer in de concessie Haarlem-IJmond kent binnen 4 jaar de minste uitstoot van CO2 en fijnstof. Door de inzet van (uiteindelijk) 78 elektrische bussen rijdt een groot deel van de bussen zonder emissie. Het nieuwe wagenpark wordt gefaseerd ingevoerd.
Het bezwaar van Syntus werd op 9 augustus 2016 door de rechtbank verworpen.
Vanaf 3 september 2017 kon Connexxion onmiddellijk met 8 elektrische BYD-bussen gaan rijden en nog 8 elektrische bussen van een andere leverancier. De 56 gasbussen die nu al rijden blijven de komende paar jaar in operatie. In 2020 worden deze gasbussen vervangen door elektrische bussen.
Fast Flying Ferry
Concessie Waterland
De concessie Waterland valt onder beheer van de Vervoerregio Amsterdam. Vanuit de meeste plaatsen zijn er meerdere busverbindingen naar Amsterdam Centraal. Op de Slochterweg in Amsterdam-Noord rijden op enkele momenten van de dag 28 buslijnen van of naar Amsterdam. In Purmerend heeft elke wijk aansluiting op een snelle buslijn naar Amsterdam, en heeft hiermee een groter marktaandeel dan de trein, in Nederland een unicum. De exploitatie kwam per 11 december 2011 in handen van de Israëlische busvervoerder EBS die de concessie overnam van Arriva. Het hele lijnennet ging toen op de schop, mede door de komst van het R-net. Op 10 december 2015 werd bekend dat EBS de concessie Waterland tot eind 2021 mag exploiteren.
Tot nog toe wordt voor de elektrificatie van buslijnen gewacht tot de start van een nieuwe concessie. Maar vervoerder EBS wilde niet drie jaar lang wachten om in de concessie Waterland het vervoer te verduurzamen. Daarom verwelkomde de vervoerder op 31 oktober 2018 tien nieuwe elektrische bussen voor lijn 316 tussen Amsterdam CS via Volendam naar Edam. Een lijn waarvoor de bussen jaarlijks 135.000 kilometer gaan afleggen. “We vonden het zonde om die concepten niet in de praktijk te brengen”, aldus EBS-directeur Wim Kurver.
Concessie Zaanstreek
De concessie Zaanstreek valt onder beheer van de Vervoerregio Amsterdam en beslaat de plaatsen Assendelft, Koog aan de Zaan, Krommenie, Westknollendam, Westzaan, Wormerveer, Zaandam inclusief stadsdienst, Zaandijk en Oostzaan. Zie voormalige vervoerders voor een overzicht van de vervoerders die in de Zaanstreek hebben gereden. Op 10 december 2015 werd bekend dat Connexxion de concessie Zaanstreek tot eind 2021 mag exploiteren. Deze concessie wordt in 2021 samengevoegd met de concessie Waterland.
Concessie Zaanstreek-Waterland
De Vervoerregio Amsterdam wil vervoerder Connexxion twee jaar langer het vervoer laten verzorgen in de concessie Zaanstreek. Die concessie loopt eigenlijk in december 2018 af. Het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam heeft op 5 april 2018 besloten de concessie Zaanstreek en de concessie Waterland per 12 december 2021 samen te voegen tot de concessie Zaanstreek-Waterland. Meteen bij de start van de nieuwe concessie Zaanstreek-Waterland moet 80 procent van het busmaterieel zero emissie rijden. In 2025 mag geen enkele bus in de concessie nog schadelijke stoffen uitstoten. Dat staat in het Programma van Eisen (PvE) dat deze week door het Dagelijkse Bestuur van de Vervoerregio is vastgesteld.
De reeds actief zijnde bedrijven EBS (in Waterland) en Connexxion (Zaanstreek) schreven zich in om in deze concessie te gaan rijden. Op 23 juni 2022 werd bekend dat EBS deze aanbesteding heeft gewonnen. Vervolgens werd op 5 augustus 2022 bekend dat er geen bezwaren waren ingediend, waarmee de gunning aan EBS definitief werd.
Concessie Stadsvervoer Amsterdam
Het stadsvervoer Amsterdam omvat al het metro-, tram- en busvervoer binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam, Diemen en de kern Duivendrecht van de gemeente Ouder-Amstel en enkele lijnen erbuiten (naar Amstelveen, Schiphol en Weesp). Dit openbaar vervoer is tot minimaal 2018 door de Vervoerregio Amsterdam aan het GVB toevertrouwd, door middel van een onderhandse aanbesteding. De Vervoerregio Amsterdam heeft aangegeven liever het GVB te houden.
GVB mag de concessie Amsterdam gewoon tot 2024 blijven uitvoeren. De concessie loopt van 2012 tot 2024, maar onder de voorwaarde dat GVB verschillende verplichtingen nakomt. Als GVB daar niet in zou slagen, kon de Vervoerregio Amsterdam ervoor kiezen de concessie in 2021 te beëindigen.
Het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) neemt in 2018 de eerste 40 elektrische bussen in gebruik. Tussen 2018 en 2025 vervangt Amsterdam uiteindelijk alle dieselbussen voor emissievrije elektrische bussen.
Concessie Amstelland-Meerlanden
De concessie Amstelland-Meerlanden valt onder beheer van de Stadsregio Amsterdam en beslaat de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel (behalve Duivendrecht), Uithoorn en een gedeelte van Haarlemmermeer, allemaal zuidelijk van Amsterdam en lid van de Stadsregio Amsterdam. De lijnnummering past binnen die van Groot-Amsterdam, er is geen dubbelnummering met andere buslijnen binnen de Stadsregio. Ook de Zuidtangent (de hoogwaardige busverbinding Haarlem – Schiphol – Amsterdam-Zuidoost) en het Sternetvervoer (van en naar Schiphol) maken deel uit van deze concessie. Opvallend is dat er ook een lijnconcessie is voor de Zuidtangent, dit contract bevat echter alleen het traject Haarlem – Vijfhuizen.
Vervoerregio Amsterdam
De Vervoersautoriteit van de provincie Noord-Holland heeft op 1 januari 2015 de concessie Stadsregio Amsterdam opgericht. De Stadsregio Amsterdam ging per 1 januari 2017 door als Vervoerregio Amsterdam. De Vervoerregio Amsterdam is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland en Zaanstad. De gemeenten gaan nu samenwerken, omdat er zo ook over de gemeente- en provinciegrenzen heen gewerkt kan worden. Daarbij is afgesproken dat de provincies Noord-Holland en Flevoland, de Stadsregio Amsterdam en de gemeentes Almere en Lelystad meer kennis gaan delen over verkeer en vervoer, maar de eindverantwoordelijkheid blijft bij de bestaande vervoersregio's.
Concessie Amstelland-Meerlanden (AML)
De nieuwe vervoerder in de concessie Amstelland-Meerlanden (AML) moet meteen vanaf 10 december 2017 met volledig elektrische bussen gaan rijden op alle lijnen binnen het Schipholnet. Dit blijkt uit het bestek dat de concessieverlener, de Stadsregio Amsterdam, 20 juni 2016 heeft gepubliceerd. Op 4 november 2016 werd bekend dat Arriva, Connexxion, EBS en Qbuzz hebben ingeschreven op de concessie Amstelland-Meerlanden. Vervoerder Connexxion mag het vervoer blijven verzorgen en treedt in werking op 10 december 2017. Binnen vijf jaar moet 88 procent van de concessie zero emissie zijn. Achttien dubbeldekkers om aan de grote reizigersvraag te voldoen en de grootste elektrische bussenvloot van Europa: 100 gelede VDL-bussen. Dat zijn de meest in het oog springende kenmerken van de concessie Amstelland-Meerlanden.
Connexxion mag tot december 2032 het busvervoer in de concessie Amstelland-Meerlanden (AML) blijven verzorgen. De looptijd van de concessie wordt namelijk met vijf jaar verlengd. Daarmee heeft het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam ingestemd na verzoek van de vervoerder. Inmiddels zijn er ook nieuwe voertuigen besteld. Transdev heeft 130 miljoen euro uitgetrokken voor nieuwe elektrische bussen, die gaan rijden in de regio Amsterdam en Haarlem. Deze bussen hebben een actieradius van 350 kilometer op één volle accu.
Zuid-Holland
Concessie Zuid-Holland Noord (ZHN)
Autobusonderneming W. Verhoef BV te Driebruggen is een Nederlands autobusbedrijf dat tussen 1926 en 2002 openbaar vervoer verzorgde tussen Driebruggen, Waarder, Nieuwerbrug, Barwoutswaarder en Woerden. Na een openbare aanbesteding werd de lijn op 1 januari 2002 overgenomen door Connexxion.
De concessie Zuid-Holland Noord (ZHN, tot en met 8 december 2012 geheten Duin- en Bollenstreek / Leiden en Rijnstreek / Midden-Holland, DBLRMH) omvat behalve de streekdiensten ook de stadsdiensten Alphen aan den Rijn, Gouda, Leiden en Leiderdorp. Voorheen reden hier NZH, Westnederland, ZWN-Groep en Connexxion. Op 18 april 2012 is deze concessie onder de nieuwe naam gegund aan Arriva. Vervoerder Connexxion tekende aanvankelijk bezwaar aan tegen deze gunning, maar heeft deze begin juli 2012 weer ingetrokken. Arriva is daardoor sinds 9 december 2012 de nieuwe vervoerder voor de busconcessie Zuid-Holland Noord.
Arriva blijft tot 14 december 2024 het busvervoer in het gebied Zuid-Holland Noord verzorgen. Volgens gedeputeerde Floor Vermeulen van de provincie Zuid-Holland biedt de keuze om de concessie te verlengen "de mogelijkheid om een flinke kwaliteitsslag te maken. Ik ben er trots op dat Arriva in 2019 de stadsdienst Leiden volledig elektrisch maakt."
Qbuzz wint busconcessie Zuid-Holland Noord en verzorgt komende 13 jaar. Gerrit Spijksma, CEO Qbuzz: “Wij zijn erg blij met deze gunning. Het is de bevestiging van het vertrouwen dat we samen met provincie Zuid-Holland de ontwikkeling van het openbaar vervoer een boost gaan geven.
Concessie Stadsvervoer Dordrecht
Stadsvervoer Dordrecht BV, afgekort SVD, was tot eind 2006 de stadsvervoerder van Dordrecht. In 1990 werd de naam van het Gemeentevervoerbedrijf Dordrecht (GVBD) veranderd in Stadsvervoer Dordrecht. Op 1 januari 2001 werd SVD een dochteronderneming van HTM Personenvervoer. Na 2006 is deze vervoers concessie overgegaan in streekvervoer concessie DAV (zie hieronder).
Concessie Drechtsteden, Alblasserwaard, Vijfheerenlanden (DAV)
De provincie Zuid-Holland is opdrachtgever van de concessie DAV-gebied. Op 7 augustus 2002 werd bekend dat Arriva het busvervoer in de regio Drechtsteden - Alblasserwaard - Vijfheerenlanden mocht gaan exploiteren. De concessie omvat al het streekbusvervoer in het gebied dat begrensd wordt door de Drechtsteden (Dordrecht, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Alblasserdam en Papendrecht) in het westen, Leerdam in het oosten, de Lek in het noorden en de provinciegrens in het zuiden. De overgang van Connexxion naar Arriva verliep niet vlekkeloos. Dit kwam doordat Arriva slechts 4 maanden implementatietijd had en dus in zeer korte tijd nieuwe bussen moest bestellen. Dit bleek niet haalbaar, waardoor Arriva een aantal maanden moest overbruggen met veel stokoude bussen van her en der die vooral in de wintermaanden voor problemen zorgden.
Bij de aanbesteding in 2006 werd de concessie uitgebreid met het stadsvervoer in Dordrecht (voorheen verzorgd door Stadsvervoer Dordrecht) en de contractsectortreindienst MerwedeLingelijn (voorheen uitgevoerd door de NS) tussen Dordrecht en Geldermalsen. De concessie werd weer gewonnen door Arriva en loopt van 1 januari 2007 tot en met 8 december 2018.
De provincie Zuid-Holland heeft op maandag 30 oktober 2017 drie inschrijvers ontvangen voor de concessie Drechtsteden - Alblasserwaard - Vijfheerenlanden (DAV). Het zijn de zittende vervoerder Arriva, EBS, en Qbuzz. Deze concessie loopt tot aan 2026 met twee keer de optie op verlening.
Concessie Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem (DMG)
De concessie Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem omvat het openbaar vervoer per bus in de regio die wordt gevormd door de plaatsen Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Ook de spoorlijn Dordrecht - Geldermalsen (MerwedeLingelijn) behoort tot deze concessie. In de overgangsperiode van 9 december tot en met 31 december 2018 maakt de gemeente Vijfheerenlanden ook nog deel uit van de concessie en heet deze officieel nog DAV-gebied.
De provincie heeft op 10 januari 2018 bekend gemaakt dat Qbuzz het beste voldaan aan de eis voor een toekomstvast netwerk van OV, dat bovendien goed aansluit bij de vraag in de regio. De nieuwe concessie geldt voor een periode van 8 jaar, met twee keer een optie tot verlening. Er gold nog wel een bezwaarperiode van zes weken. Echter is er op 21 februari 2018 werd bekend dat de concessie definitief naar Qbuzz is gegaan.
Bij de start van de nieuwe concessie is er veel negatieve kritiek gekomen op de nieuwe vervoerder Qbuzz. De provincie Zuid-Holland legt vervoerder Qbuzz een boete van 300.000 euro op voor de tekortkomingen. Vooral in de eerste weken werd het busvervoer geplaagd door veel rituitval en vertragingen en ook waren er ICT-problemen. Volgens gedeputeerde Floor Vermeulen heeft Qbuzz de situatie wel verbeterd, maar zijn nog steeds niet alle problemen opgelost. Dit had 7 januari 2019 gebeurd moeten zijn. Naast deze boete is de kans aannemelijk dat Qbuzz aan het einde van het jaar weer beboet wordt. Dit komt omdat de vervoerder in zijn bod heeft beloofd om met 34 elektrische bussen te gaan rijden. Maar Qbuzz is er niet in geslaagd om dit vanaf december 2018 te realiseren. Uiteindelijk zijn sinds april 2019 alle nieuwe elektrische bussen in dienst gekomen. Daardoor twijfelt de provincie eraan of de beloofde CO2-uitstootreductie wel gehaald zal worden. Als dit niet gehaald wordt, zal Qbuzz ook hierop beboet worden.
Concessie Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee (HWGO)
De provincie Zuid-Holland heeft op 16 februari 2015 inschrijvingen ontvangen van de bedrijven Arriva, Connexxion en Noot.
De provincie maakte op 19 mei 2015 bekend dat Connexxion de nieuwe concessiehouder voor de busconcessie is. Nieuw in de concessie is onder andere de lancering van R-net op de corridor Dirksland – Middelharnis/Sommelsdijk – Oude Tonge – Rotterdam Zuidplein, gratis WiFi op alle bussen en de inzet van een aantal zero-emissiebussen die op waterstof rijden.
Na de aanbesting van de concessie aan Connexxion, zijn er ook nieuwe bussen gekomen. Dit zijn voormalige VDL citea's van Veolia.
In de zomer van 2019 gaat Connexxion vier waterstofbussen inzetten, met de brandstofcelunit in een aanhangwagen.
Eind 2021 zijn er nog eens 20 waterstofbussen van Solaris aan het wagenpark toegevoegd die op de streeklijnen worden ingezet.
Lijnconcessies
Verder is de provincie verantwoordelijk voor een aantal lokale treinverbindingen en de waterbusverbinding tussen Rotterdam, Krimpen aan den IJssel, Ridderkerk, Slikkerveer, Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht en Dordrecht, en tussen de Drechtsteden (Dordrecht, Zwijndrecht, Papendrecht en Sliedrecht) onderling. Ook de verbinding Ridderkerk – Krimpen aan de Lek – Kinderdijk behoort ertoe.
Concessie stadsgewest Haaglanden
Het stadsgewest Haaglanden was de opdrachtgever (nu Metropoolregio Rotterdam Den Haag) van de bus, Haagse tram, en RandstadRail-verbindingen van de HTM, de RandstadRail-verbinding van de RET en het streekbusvervoer in Haaglanden (inclusief stadsdiensten Delft en Zoetermeer).
Het stadsvervoer in Den Haag wordt al sinds 1887 uitgevoerd door de HTM. Op 9 december 2012 is de nieuwe stadsbusconcessie ingegaan, die voor het eerst middels een openbare aanbesteding is verkregen. HTM voert het busvervoer vanaf die datum samen uit met Qbuzz onder de joint venture HTMbuzz, dat heeft het stadsgewest op 23 mei 2012 bekendgemaakt. Deze concessie bevat alle busdiensten in Den Haag, HTM Bus en de HTM nachtbus.
Concessie Tram Haaglanden
Haaglanden regio
Vanaf de nieuwe dienstregeling 2017 is het gedaan in Nederland met Veolia Transport als merknaam in het ov. De laatste Veolia Transport-concessie, het streekvervoer in Haaglanden, gaat vanaf 11 december 2016 door onder Connexxion-vlag.
Stadsregio Rotterdam
De Stadsregio Rotterdam (SRR) is opdrachtgever van de bus, tram, metro en RandstadRail-verbindingen van de RET, het streekbusvervoer en Voorne-Putten (inclusief stadsdienst Spijkenisse), de People mover tussen metrostation Kralingse Zoom in Rotterdam en bedrijvenpark Rivium in Capelle aan den IJssel, de treindienst Hoek van Holland – Rotterdam en de snelle veerboot over de Nieuwe Waterweg.
De meeste concessies zijn voor het eerst in 2006 aanbesteed. Veel concessies zijn toen onderhands aan de zittende vervoerder gegund.
Bus en nachtnet Rotterdam
Metro / tram Rotterdam
Streekvervoer SRR overig
Streekvervoer Voorne-Putten
Lijnconcessies
Concessie Metropoolregio Rotterdam Den Haag
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag, afgekort MRDH, is een vrijwillig samenwerkingsverband geregeld op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen in de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014
, die in december 2014 is ingegaan. Het betreft het samenvoegen van de voormalige stadsregio's Rotterdam en Haaglanden.
Daarmee gaat het dus ook om een groot deel (het meest verstedelijkte) van de provincie Zuid-Holland, tevens onderdeel van de zuidelijke Randstad. Na enkele jaren te zijn gevestigd aan de Grote Marktstraat in Den Haag, heeft de MRDH haar hoofdkantoor in oktober 2017 verplaatst naar de Westersingel in Rotterdam.
Ter voorbereiding van de nieuwe busconcessies heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) een Ontwerp Programma van Eisen opgesteld en gepubliceerd. Gemeenten, vervoerbedrijven, consumentenorganisaties en andere OV-autoriteiten zoals de provincie hebben tot 11 januari 2017 de tijd om hierop te reageren. Een definitief Programma van Eisen is in april 2017 opgesteld.
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag is ook OV-autoriteit en verantwoordelijk voor de volgende concessies:
Rail Haaglanden
Bus Haaglanden Stad
Bus Haaglanden Streek
Rail Rotterdam
Bus Rotterdam e.o.
Voorne-Putten en Rozenburg
Connexxion en EBS hebben een aanbieding gedaan op de concessie Voorne-Putten en Rozenburg. MRDH stelt ongeveer 10 procent van het budget voor het reguliere ov beschikbaar voor een maatwerkcontract, waarin ook doelgroepenvervoer is opgenomen. In december 2017 maakt de Metropoolregio bekend welke van de twee bedrijven de aanbesteding mag uitvoeren in de periode van 2018-2028.
Op 20 december 2017 maakte de Metropoolregio Rotterdam Den Haag bekend dat EBS vanaf 9 december 2018 voor een periode van tien jaar het busvervoer op Voorne-Putten en in Rozenburg mag verzorgen.
Voor dat de concessieverlener Metropoolregio Rotterdam Den Haag een definitief besluit maakt over een bezwaar, wil het in overleg over de uitslag van de aanbesteding. “Over de vervolgstappen beslissen we later”, zo meldt Connexxion.
Er is op woensdag 14 februari 2018 een akkoord gesloten over de financiering van het miljoenentekort bij het metroproject Hoekse Lijn. De gemeente Rotterdam betaalt 35 miljoen en Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en vervoerder RET leggen ieder 27,5 miljoen euro bij. MRDH en stadsvervoerder RET hebben afgesproken dat in ruil voor de medefinanciering de railconcessie met 4 jaar wordt verlengd tot 2030.
Op 11 juli 2018 maakte MRDH bekend dat EBS de concessie Haaglanden Streek heeft gewonnen. De vervoerder verzorgen van 25 augustus 2019 tot 14 december 2030 het busvervoer. De concessie is nu nog in handen van Connexxion. De contractwaarde van deze concessie is bijna 400 miljoen euro. Vervoerder Connexxion heeft in augustus 2018 bij de MRDH officieel bezwaar gemaakt tegen de gunning van de concessie Haaglanden Streek aan EBS. De vervoerder wil dat de biedingen opnieuw beoordeeld worden. Als de juiste procedures zouden zijn gevolgd, had Connexxion de concessie gewoon gewonnen, meent de vervoerder.
Vervoerders EBS en RET hebben in oktober 2018 bij de concessieverlener Metropoolregio Rotterdam Den Haag in totaal 115 miljoen euro geleend voor de aanschaf van nieuwe bussen. Het gaat om 13,4 miljoen euro door EBS en 102 miljoen euro door RET. Deze lening stelt de vervoerders in staat om bussen te kopen voor de concessies Voorne-Putten en Rozenburg en Bus Rotterdam. Dit zou bijdragen aan de kwaliteit én aan de continuïteit van het OV in de stad. Voordelig voor de MRDH is dat de bussen tot aflossing van de lening verpand worden aan de concessieverlener. Mocht een concessiehouder niet meer aan zijn aflossingsverplichting kunnen voldoen, hebben de bussen voor de MRDH nog steeds waarde. Banken of leasemaatschappijen zullen in die situatie de bussen altijd moeten verkopen, maar een concessieverlener loopt niet tegen dit probleem aan.
Connexxion heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag laten weten het bezwaar tegen de concessieverlening voor het openbaar vervoer aan EBS in te trekken. Daarmee kan het van oorsprong Israëlische EBS per augustus 2019 aan de slag in onder meer Westland en Midden-Delfland.
per 15 december 2019 hield HTMBuzz op te bestaan en wordt het stadsbusvervoer in Den Haag weer verzorgd door HTM.
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) steekt in 2018 nog eens 15 miljoen in de ontwikkeling van autonoom vervoer. De MRDH hoopt zelfrijdende bussen in te kunnen zetten voor de last mile. Bovendien wordt hieruit ook een bijdrage geleverd aan het Researchlad Automated Driving Delft (RADD).
Zeeland
De provincie Zeeland was opgesplitst in drie concessiegebieden: Noord-Zeeland omvat het vervoer op Schouwen-Duiveland en Tholen, Midden-Zeeland het vervoer op Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland en het derde concessiegebied is Zeeuws-Vlaanderen. Nadat de 3 Zeeuwse concessies afliepen zijn deze samengevoegd tot een grote concessie Zeeland.
Concessie Noord-Zeeland
Concessie Midden-Zeeland
Concessie Zeeuws-Vlaanderen
Concessie Zeeland
De concessie Zeeland is ontstaan uit het samenvoegen van de concessies Noord-Zeeland, Midden-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen.
Na het sluiten van de inschrijving, die al uitgesteld was, hadden Arriva, Connexxion en Syntus een bod gedaan op de nieuwe concessie. Op 22 april 2014 werd de concessie voorlopig gegund aan Connexxion, dit vanwege het goede contact met de scholen. Syntus maakte hier vervolgens bezwaar tegen, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Op 11 september 2014 diende Syntus opnieuw bezwaar in, maar dit trok het op 13 november 2014 weer in. Sindsdien is de concessie definitief gegund aan Connexxion.
Door deze onduidelijkheden was er geen tijd meer voor Connexxion om nieuwe bussen aan te schaffen voor 14 december. Connexxion en Veolia gingen daarom in gesprek om mogelijk een overgangsconcessie te gaan rijden. Uiteindelijk werd overeengekomen dat de bussen in Noord- en Midden-Zeeland door bleven rijden en dat in Zeeuws-Vlaanderen tijdelijke bussen kwamen te rijden, o.a. diverse VDL Berkhof Ambassador's en Volvo 8700's.
Met de provincie werd overeengekomen dat tot 1 maart 2015 de toenmalige dienstregeling werd voortgezet en dat op die datum de nieuwe dienstregeling van start ging.
Lijnconcessie
Er is ook nog een lijnconcessie voor de zomerbussen ten behoeve van het vervoer van en naar het recreatietransferium in Renesse (mei-september) en de veerboot over de Westerschelde.
Noord-Brabant
De provincies Noord-Brabant en Limburg hebben in 2015 het fundament gelegd voor de overeenkomst, waarin is afgesproken dat er snel meer bussen op elektriciteit of waterstof komen in het openbaar vervoer. In de provincies Noord-Brabant en Limburg zullen de bussen binnen een paar jaar al volledig elektrisch rijden.
Concessie West-Brabant
Concessie Midden-Brabant
Concessie Meierij
Concessie Oost-Brabant
Concessie Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) omvat een groot gedeelte van Zuidoost-Brabant met de regio's Peel en Kempen en de stad Eindhoven.
Het busvervoer in 'De Kempen' werd van 1921 tot 1986 geëxploiteerd door de EMA. Dat bedrijf ging vervolgens op in de BBA. Deze exploiteerde dit gebied tot eind 2008. Het andere deel werd grotendeels door de Zuidooster en deels door de BBA geëxploiteerd. In 1995 fuseerde Zuidooster met VSL tot Hermes. Bij de allereerste openbare aanbesteding in 2008 werden de drie regio's samengevoegd tot één concessie. Hermes won de vergunning en mocht hierdoor tot eind 2014 in deze regio het busvervoer exploiteren.
Hermes is de enige inschrijver bij de busconcessie in Zuidoost-Brabant. Deze concessie gaat in op december 2016 en heeft een duur van tien jaar. De eerste serie van 43 VDL Citea SLFA 180 (Elektrisch) rijden vanaf december 2016. In 2020 moeten alle bussen in Eindhoven elektrisch zijn; vier jaar later is de rest van de concessie aan de beurt.
Lijnconcessies
Concessies Oost- en West-Brabant
De provincie Noord-Brabant heeft zeggenschap over al het busvervoer in de provincie.
Tot 1 januari 2007 werden alle busconcessies uitgevoerd door de BBA. In Oost-Brabant hebben in het verleden ook Hermes en de Zuidooster gereden. De treindienst was eerder in handen van de NS.
Sinds 2007 rijden de vervoerders op basis van een Europese aanbesteding. Sindsdien rijden de bussen in een uniforme rood/witte huisstijl van de provincie Noord-Brabant.
De bussen in West-Brabant, Midden-Brabant en van de Brabantliner werden sindsdien geëxploiteerd door Veolia Transport. West-Brabant bevatte naast de streeklijnen ook de stadsdiensten Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom. Midden Brabant bevat de stadsdienst Tilburg.
De buslijnen in Oost-Brabant en de Meierij werden geëxploiteerd door Arriva. De Meierij bevatte de stadsdienst 's-Hertogenbosch en Oost-Brabant de stadsdienst Oss. Arriva heeft deze concessies per 1 januari 2007 overgenomen, echter reden er vanaf 10 december 2006 al Arriva bussen in Noord-Brabant die door BBA chauffeurs werden gereden.
In 2013 moesten de buslijnen weer opnieuw aanbesteed worden, omdat de contracten eind 2014 aflopen. Op 17 december 2013 werd bekend dat de concessie West-Brabant is gewonnen door Veolia Transport. Midden-Brabant en de Meierij worden geïntegreerd in de concessie Oost-Brabant en werd gewonnen door Arriva. Dit betekende in de praktijk dat alleen Midden-Brabant een nieuwe vervoerder kreeg (Arriva in plaats van Veolia Transport). Op 4 februari 2014 werd bekendgemaakt dat Arriva bezwaar had gemaakt tegen de gunning van West-Brabant aan Veolia Transport, net voor het verstrijken van de bezwaarperiode. Dit was al eerder op 31 januari 2014 bekendgemaakt via een interne mail bij Veolia Transport. Volgens de vakbond FNV was er een rekenfout gemaakt bij de gunning van de concessie West-Brabant aan Veolia Transport. Veolia Transport diende kort daarna ook een bezwaar in voor de gunning van de concessie Oost-Brabant aan Arriva, maar was hiervoor een dag te laat. De provincie erkende op 5 februari 2014 dat er vermoedelijk een rekenfout was gemaakt. Op 13 maart 2014 werd bekendgemaakt dat de bezwaar die Arriva indiende terecht was en dat niet Veolia Transport, maar Arriva de winnaar was voor de concessie Oost-Brabant. Veolia Transport eiste hierop een volledige herbeoordeling, maar dat verzoek werd afgewezen waarop de provincie antwoordde dat ze Veolia Transport een slechte verliezer vonden en het bedrijf beschuldigde van opportunisme en gelegenheidsargumentatie. Op de uitkomst van het onderzoek komt de bezwaarcommissie met een advies waarop de Provincie een nieuw oordeel moet geven. Op 9 april 2014 werd bekendgemaakt dat Arriva alsnog de concessie West-Brabant krijgt gegund. De provincie volgde hiermee het advies op van de Hoor- en Adviescommissie voor bezwaar- en beroepzaken na het bezwaar van Arriva over de gunning van de concessie aan Veolia Transport. Veolia Transport stapt hierdoor echter wel naar de rechter en zegt dat ze het eventueel Europees aan gaan pakken. Door dit besluit van de provincie zal Breda geen elektrische bussen krijgen, maar zullen de meeste buslijnen wel blijven bestaan.
Het regionale busvervoer in de provincie Noord-Brabant gaat met ingang van 11 december 2016 door onder de merknaam ‘Bravo’, ongeacht of dit vervoer verzorgd wordt door Hermes of Arriva. Het hoogwaardig openbaar busvervoer onder de naam Volans in de gehele provincie Noord-Brabant wordt vanaf deze zomer 2018 uitgevoerd onder de naam Bravodirect. Deze naamsverandering betekent overigens niets voor de Brabantliners, die Arriva in de concessie West-Brabant verzorgt. Dit zijn wel hoogwaardige bussen, maar de merknaam daarvoor blijft gewoon bestaan.
Zero-emissie busvervoer
Vanaf eind mei 2019 rijdt Arriva met 12 zero-emissiebussen en rijdt Hermes met 43 zero-emissiebussen in het openbaar vervoer in Noord-Brabant. Dit is bijna ... procent van de vloot van Arriva/Hermes in deze provincies. “Wij vinden het belangrijk dat we onze kennis en expertise als Europees frontrunner op het gebied van e-mobiliteit blijven inzetten”.
Het openbaar vervoer in Noord-Brabant moet in het jaar 2022 volledig zero-emissie zijn.
Limburg
De provincie Limburg was opgedeeld in twee concessiegebieden, vanaf december 2016 zijn deze samengevoegd tot de concessie Limburg.
De provincies Noord-Brabant en Limburg hebben in 2015 het fundament gelegd voor de overeenkomst, waarin is afgesproken dat er snel meer bussen op elektriciteit of waterstof komen in het openbaar vervoer. In de provincies Noord-Brabant en Limburg zullen de bussen binnen een paar jaar al volledig elektrisch rijden.
Concessie Noord- en Midden-Limburg
Een concessie voor het noorden en midden van de provincie, inclusief de stadsdiensten Venlo, Venray, Roermond en Weert. Deze concessie bevat tevens de contractsectortreindienst Nijmegen – Venlo – Roermond (Maaslijn) (eerder uitgevoerd door de NS). Tevens loopt door dit concessiegebied de treindienst Venlo – Hamm (RE 13 – Maas-Wupper-Express) deze wordt aanbesteed door de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.
Concessie Zuid-Limburg
De tweede concessie omvat het zuiden van de provincie, inclusief de stadsdiensten Maastricht, Sittard-Geleen en Parkstad. Deze concessie bevat de contractsectortreindienst Heuvellandlijn (eerder uitgevoerd door de NS).
De eerste ervaring met liberalisering van het openbaar vervoer in Nederland werd opgedaan in Zuid-Limburg. Eind 1994 kreeg het Amerikaanse Vancom een vierjarige vergunning, beginnend in mei 1995, voor een zestal lijnen rondom Maastricht in het Limburgse Heuvelland. Deze lijnen werden eerder gereden door staatsbedrijf VSL.
Concessie Limburg
Vanaf december 2016 wordt de hele provincie Limburg één concessiegebied. Dit concessiegebied bevat de huidige concessies Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg met hierin alle stoptreinverbindingen.
Ook de internationale treinverbindingen Heerlen - Aken, Maastricht - Visé en Weert - Hamont wil de provincie graag opnemen in het concessiegebied, echter zal dit eerst op Europees niveau worden besproken.
De gewenste intercity verbinding tussen Eindhoven en Aken valt niet binnen de concessie Limburg.
Arriva begint vanaf december 2016 met 226 nieuwe bussen. Er zullen meteen vijftien elektrische bussen worden ingezet in Venlo. Vervolgens krijgt Maastricht in drie jaar tijd dertig elektrische bussen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat in 2025 alle 226 Arriva-bussen in Limburg elektrisch rijden.
Arriva begint vanaf december 2016 met zeven Lint-treinstellen die zijn gekocht van NS Financial Services Company, 15 nieuwe Flirt-treinen, 8 Stadler GTW-EMU-treinstellen en 16 Stadler GTW-DMU-treinstellen.
De GTW-treinstellen zijn overgenomen van de vorige concessiehouder Veolia Transport. In 2018 zijn er nog 8 FLIRT3.3c-treinstellen geleverd voor de internationale treindienst tussen Aken - Heerlen - Maastricht en Luik. Zodra de Maaslijn geëlektrificeerd is zullen de 16 GTW-DMU-treinstellen worden vervangen door 13 nog te bestellen nieuwe treinstellen.
Zero-emissie busvervoer
Vanaf eind juni 2019 rijdt Arriva met 95 zero-emissiebussen in het openbaar vervoer in Limburg. Dit is 42,2 procent van de vloot van 225 Arriva bussen. “Wij vinden het belangrijk dat we onze kennis en expertise als Europees frontrunner op het gebied van e-mobiliteit blijven inzetten”, zegt Ard Romers.
Het openbaar vervoer in Limburg moet in het jaar 2026 volledig Zero-emissie zijn.
Onregelmatigheden ten aanzien van de concessie Limburg
Vervoersbedrijf Veolia Transport eiste op 13 september 2014 bij de Rechtbank Maastricht dat de NS en haar dochterbedrijf Abellio worden uitgesloten van deelname aan de aanbesteding van de OV-concessie Limburg. De rechtbank in Maastricht oordeelde op 16 oktober 2014 dat niet op voorhand kan worden geoordeeld dat de NS door de provincie Limburg is bevoordeeld. Een eventuele voorsprong van de NS kan niet aan de provincie worden verweten, aldus de rechter. Er is geen reden om de NS uit te sluiten van de aanbesteding, luidt de conclusie. Tot 3 november 2014 konden gegadigden bieden. Er waren drie inschrijvingen, Veolia Transport onder de naam Linea Limburg, Arriva en NS-dochter Abellio. Veolia Transport diende een ongeldige aanvraag in. Op 10 februari 2015 werd bekend dat de OV-concessie Limburg gegund werd aan DOOR! (nieuw handelsmerk van Abellio).
Op 28 april 2015 greep NS in bij dochteronderneming Qbuzz nadat uit intern onderzoek was gebleken dat het biedingsteam vertrouwelijke informatie had gekregen van een ex-medewerker van Veolia Transport. Hierop werden twee bestuurders van Qbuzz en Abellio op non-actief gesteld. Een dag later maakte de Limburgse gedeputeerde Patrick van der Broeck (CDA) bekend dat NS-dochter Abellio uitgesloten is voor de gunning van de concessie. Hierdoor ontstonden twee scenario's:
Scenario een: nu Abellio is uitgesloten, gaat de gunning naar Arriva (de enig overgebleven kandidaat). Na een besluit daartoe is er een bezwaartermijn van zes weken.
Scenario twee: nieuwe aanbesteding. Maar daartegen kan Arriva bezwaar maken en ook de NS kan daarop inschrijven.
Van der Broeck zei dat Gedeputeerde Staten op 26 mei 2015 de knoop doorhakken over welk scenario het gaat worden. Op 1 juni 2015 is bekend geworden dat Arriva de concessie gegund krijgt.
Op 1 juni 2015 heeft Veolia Transport bezwaar aangetekend bij Autoriteit Consument en Markt (ACM) en later ook bij College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Op 14 april 2016 heeft Veolia Transport het bezwaar bij College van Beroep voor het bedrijfsleven ingetrokken.
Grensoverschrijdend vervoer met tevens binnenlands vervoer in Nederland
Voor de dienst Enschede - Gronau heeft DB een Duitse concessie van het Zweckverband Nahverkehrs Rheinland (NVR - Samenwerkingsverbond lokaal vervoer Rijnland). De treindienst rijdt deels op Nederlands grondgebied en bedient 3 Nederlandse stations. Er is dus sprake van binnenlands vervoer in Nederland. Daarom moet er conform Wp2000 (art. 19) een Nederlandse concessie zijn, of een internationaal samenwerkingsverband tussen vervoerders. In dit geval is DB, om ook het Nederlandse deel te kunnen rijden, een samenwerkingsverband aangegaan met NS. Er is geen Nederlandse concessie voor NS. Er rusten dus geen verplichtingen op NS anders dan volgend uit de samenwerkingsovereenkomst met DB. Formeel is NS de vervoerder voor het deel Enschede – grens. NS draagt alle opbrengsten af aan DB en ontvangt een bijdrage van DB Regio voor geleverde diensten. In de praktijk rijdt DB dus het gehele traject, volledig voor eigen rekening en risico.
Voor de dienst Maastricht – Eijsden is de situatie anders: NS heeft hiervoor een concessie (het is een onderdeel van het Hoofdrailnet), maar laat dit door NMBS uitvoeren. Zodra de treinen van Arriva toegelaten worden in België zal deze dienst worden opgenomen in de RE18.
Concessiegebieden in het Nederlandse openbaar vervoer Lijst van
Openbaar vervoer in Nederland
|
Qbuzz wint busconcessie Zuid-Holland Noord en verzorgt komende 13 jaar. Gerrit Spijksma, CEO Qbuzz: “Wij zijn erg blij met deze gunning. Het is de bevestiging van het vertrouwen dat we samen met provincie Zuid-Holland de ontwikkeling van het openbaar vervoer een boost gaan geven.
| 1 |
bevestiging, notificatie, toekomstig evenement
|
922 |
MusicStore
|
451033
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fame
|
Fame
|
Fame (1980), een Amerikaanse film uit 1980
Fame (Irene Cara), de titelsong van de film en televisieserie
Fame (televisieserie), een televisieserie gebaseerd op de film
Fame (musical), een musical gebaseerd op de film
Fame (2009), een Amerikaanse film uit 2009, remake van de film uit 1980
Fame (David Bowie), een nummer van David Bowie en John Lennon
Fame (Belgische band), een Belgische punkrockband
Fame (Zweedse band), een Zweedse band
Fame (audio), een merk dat gitaren en versterkers maakt
FAME (muziekwinkel), een keten van muziekwinkels
Georgie Fame, een Britse zanger
Zie ook
F.A.M.E. (doorverwijspagina)
|
Fame (1980), een Amerikaanse film uit 1980
Fame (Irene Cara), de titelsong van de film en televisieserie
Fame (televisieserie), een televisieserie gebaseerd op de film
Fame (musical), een musical gebaseerd op de film
Fame (2009), een Amerikaanse film uit 2009, remake van de film uit 1980
Fame (David Bowie), een nummer van David Bowie en John Lennon
Fame (Belgische band), een Belgische punkrockband
Fame (Zweedse band), een Zweedse band
Fame (audio), een merk dat gitaren en versterkers maakt
FAME (muziekwinkel), een keten van muziekwinkels
Georgie Fame, een Britse zanger
| 4 |
muziekwinkel, platenzaak, muziekwinkel
|
2,822 |
TravelAgency
|
2149776
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Goed%20Idee%20Reizen
|
Goed Idee Reizen
|
Goed Idee Reizen is een Nederlandse christelijke reisorganisatie die zich vooral op 45-plussers richt. Goed Idee Reizen is opgericht op 1 november 2005 en is gevestigd in Rijswijk.
Geschiedenis
De oprichter Jan-Willem Herweijer was aanvankelijk bedrijfsleider bij de organisatie Beter-uit Reizen. Na een arbeidsconflict begon hij in 2005 met een nieuwe organisatie, Goed Idee Reizen. Beter-uit Reizen spande daarop een rechtszaak tegen Herweijer aan, vanwege misbruik van gegevens, klantenbestanden en relaties uit zijn eerdere werkkring. Beter-uit Reizen verloor deze rechtszaak. Sinds 31 december 2015 is oprichter Jan-Willem Herweijer niet meer betrokken bij Goed Idee Reizen.
De organisatie was aanvankelijk een zelfstandig opererend label van reisorganisatie Kras in Ammerzoden. Sinds 1999 is Kras onderdeel van de TUI Group. In 2019 vertrokken Kras en Goed Idee Reizen uit Ammerzoden naar het hoofdkantoor van TUI in Rijswijk. De merknaam van Goed Idee Reizen bleef bestaan, vanwege de sterke eigen klantenkring. De reizen worden gepubliceerd op de website van TUI en zijn vindbaar onder 'christelijke reizen'. Alle activiteiten worden uitgevoerd een specialistisch team van Goed Idee Reizen onder de vlag van TUI Nederland.
Reizen
Goed Idee Reizen is een christelijke reisorganisatie die groepsreizen organiseert. De reizen worden begeleid door een reisleider van Goed Idee. De reisorganisatie is gespecialiseerd in Bijbelse reizen, vaarreizen, vliegreizen en reizen per touringcar. Jaarlijks wordt er een reisbrochure uitgegeven met een jaarprogramma. De reizen worden ook op de website gepubliceerd. Goed Idee Reizen heeft ook een afdeling maatwerkreizen, die reizen samenstelt geheel op basis van de wensen van de klant.
Externe link
Website Goed Idee Reizen
Touroperator
|
Reizen
Goed Idee Reizen is een christelijke reisorganisatie die groepsreizen organiseert. De reizen worden begeleid door een reisleider van Goed Idee. De reisorganisatie is gespecialiseerd in Bijbelse reizen, vaarreizen, vliegreizen en reizen per touringcar. Jaarlijks wordt er een reisbrochure uitgegeven met een jaarprogramma. De reizen worden ook op de website gepubliceerd. Goed Idee Reizen heeft ook een afdeling maatwerkreizen, die reizen samenstelt geheel op basis van de wensen van de klant.
| 2 |
reisbureau, reisorganisatie, reisagentschap
|
1,746 |
AdministrativeArea
|
5099722
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeven%20Stoelen
|
Zeven Stoelen
|
De Zeven Stoelen (Duits: Sieben Stühle) betekenen enerzijds een historisch gebied binnen de Königsboden in Zevenburgen, en anderzijds de officiële bestuurlijke eenheden van de zogenaamde Natie-universiteit van de Zevenburger Saksen. Een "stoel" is in deze betekenis dus een bestuursgebied, te vergelijken met een district.
De Zeven Stoelen bestonden uit een hoofdstoel, namelijk Hermannstadt (het huidige Sibiu), en de volgende onderdistricten:
Broos (Orăștie)
Mühlbach (Sebeș)
Reußmarkt (Miercurea Sibiului)
Leschkirch (Nocrich)
Großschenk (Cincu)
Schäßburg (Sighișoara)
Reps (Rupea)
De eerste vermelding in een oorkonde dateert van 14 juli 1349. Hoewel het dus om acht stoelen in totaal gaat, verwijst de naam "Zeven Stoelen" naar een hoofdstoel en zeven nevenstoelen.
De Zeven Stoelen vormden een ongeveer 190 km lang, maar relatief smal, gebied waarin de Zevenburger Saksen zich hadden gevestigd, met Broos in het uiterste westen en Reps in het uiterste oosten. Op slechts weinig plaatsen was de strook breder dan 30-40 km en was bij uitstek een grensgebied. Van uit dit gebied werden vanaf de 13e eeuw ook de Twee Stoelen (Mediasch en Schelken), het gebied tussen de Grote en de Kleine Târnava en het Burzenland gekoloniseerd.
Bestuurlijke taken
De verantwoordelijkheden van de stoelbesturen waren onder andere de volgende:
heffen van belastingen en andere heffingen
rechtspraak door de stoelrechter, als rechtstreekse vertegenwoordiger van de Hongaarse koning
handhaven van de openbare orde
toezicht op gilden en ambachten
rekruteren van troepen
bosbeheer
afvaardiging van vertegenwoordigers naar de landdagen en de Natie-universiteit
Transsylvanië
Geschiedenis van Transsylvanië
Geschiedenis van Hongarije
|
De Zeven Stoelen (Duits: Sieben Stühle) betekenen enerzijds een historisch gebied binnen de Königsboden in Zevenburgen, en anderzijds de officiële bestuurlijke eenheden van de zogenaamde Natie-universiteit van de Zevenburger Saksen. Een "stoel" is in deze betekenis dus een bestuursgebied, te vergelijken met een district.
| 1 |
bestuursgebied, geografische regio, jurisdictie
|
2,889 |
ArtGallery
|
5240449
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Readytex%20Art%20Gallery
|
Readytex Art Gallery
|
Readytex Art Gallery (RAG) is een kunstgalerie in de Maagdenstraat in Paramaribo. Sinds 2015 bevindt het zich in een historisch houten pand van vier verdiepingen aan de Steenbakkerijstraat.
De kunstgalerie werd op 8 februari 1993 opgericht op de bovenverdieping van het warenhuis Readytex aan de Maagdenstraat. Aan de kunstgalerie zelf is een atelier verbonden, waarin kunst voortgebracht wordt als houtsnijwerk, keramiek, schilderijen, collages, pangi's, juwelen en handwerk uit gemengde technieken. Daarnaast wordt in opdracht gewerkt, zoals in 2017 het ontwerp van een nieuw T-shirt voor de Stichting Dierenbescherming Suriname (DBS).
In de Readytex Art Gallery worden wisselende exposities gehouden, variërend van werk van lokale, individuele kunstenaars tot overzichtstentoonstellingen. In 2018 werd een expositie getoond van het 25-jarige bestaan van de kunstgalerie. Werk van kunstenaars die aan de galerie verbonden zijn, wordt ook elders vertoond, zoals tijdens de Nationale Kunstbeurs en in het buitenland. In 2018 werd werk van drie aangesloten kunstenaars getoond tijdens een keramiekexpo in Washington D.C.
In 2016 organiseerde de galerie een bezoek van Rosie Gordon-Wallace uit Miami en andere kunstenaars in het kader van de International Cultural Exchange (ICE). Hier werden verschillende galerieën uit Suriname bij betrokken, zoals de Tembe Art Studio uit Moengo en G-Art Blok uit Paramaribo.
In een artikel uit 2016 plaatste de krant The Australian de toenmalige combinatie van winkel en kunstgalerie in de top 10 "perfecte" locaties van Paramaribo.
De gallery vertegenwoordigt Suriname van 1 tot 21 juni 2021 tijdens de eerste Atlantic World Art Fair die wordt gehouden op het online internationale kunstplatform Artsy.
Monique Nouh-Chaia, die de leiding heeft bij de kustgalerij, werd in oktober 2021 in een ceremonie met de Franse ambassadeur Antoine Joly uitgeroepen tot Ridder in de Franse Orde van Kunsten en Letteren voor haar verdiensten voor de Surinaamse kunstwereld.
Kunstenaars
Aan de Readytex Art Gallery zijn de volgende kunstenaars verbonden (geweest):
Reinier Asmoredjo
Paul Chang
Leonnie van Eert
Kenneth Flijders
Ron Flu
Anita Hartmann
Shaundell Horton
Soeki Irodikromo
Sri Irodikromo
Rinaldo Klas
John Lie-A-Fo
Henry Soekarman
Armand Masé
Kurt Nahar
Marcel Pinas
Sunil Puljhun
Dhiradj Ramsamoedj
George Struikelblok
Humphrey Tawjoeram
Ilene Themen
Kit-Ling Tjon Pian Gi
Roddney Tjon Poen Gie
René Tosari
Steven Towirjo
Jhunry Udenhout
Fineke van der Veen
Rolina van Vliet
Wilgo Vijfhoven
Hanka Wolterstorff
Ay Xiang
Galerij
Zie ook
Lijst van musea in Suriname
Toerisme in Suriname
Surinaamse galerie
Organisatie in Paramaribo
Surinaams kunstenaarscollectief
|
De kunstgalerie werd op 8 februari 1993 opgericht op de bovenverdieping van het warenhuis Readytex aan de Maagdenstraat. Aan de kunstgalerie zelf is een atelier verbonden, waarin kunst voortgebracht wordt als houtsnijwerk, keramiek, schilderijen, collages, pangi's, juwelen en handwerk uit gemengde technieken. Daarnaast wordt in opdracht gewerkt, zoals in 2017 het ontwerp van een nieuw T-shirt voor de Stichting Dierenbescherming Suriname (DBS).
| 2 |
kunstgalerie, kunstmuseum, expositieruimte
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.