id
int64 1
12.6k
| class_label
stringclasses 634
values | wiki_id
stringlengths 2
7
| wiki_url
stringlengths 32
160
| wiki_title
stringlengths 1
102
| wiki_full_text
stringlengths 62
295k
| context_paragraph
stringlengths 5
17.4k
⌀ | keyword_count
int64 0
21
| keywords_used
stringlengths 14
77
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
767 |
EmergencyService
|
1344022
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Veiligheidsregio%20Kennemerland
|
Veiligheidsregio Kennemerland
|
De veiligheidsregio Kennemerland is een Nederlandse veiligheidsregio, zijnde een van de vijf veiligheidsregio's die geheel binnen de provincie Noord-Holland vallen. Een veiligheidsregio is in Nederland een samenwerkingsverband van de hulpverleningsdiensten op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de conceptwet Veiligheidsregio's fysieke veiligheid.
De Veiligheidsregio Kennemerland is een samenwerkingsverband van GGD Kennemerland en Brandweer Kennemerland. Daarnaast behoren ook de Meldkamer Noord-Holland, het Veiligheidsbureau Kennemerland en ondersteunende afdelingen bij de organisatie. De Meldkamer Noord-Holland is sinds 14 mei 2019, samengevoegd op de locatie Zijlweg 200 te Haarlem. In de Meldkamer Noord-Holland, zijn nu de Meldkamer Kennemerland, Zaanstreek-Waterland & Noord-Holland-Noord Samengevoegd. De KMAR Schiphol is nog niet in deze meldkamer aanwezig maar zal met de tijd ook deel uitmaken van deze meldkamer. De aansturing van de ambulances in het gebied van Zaanstreek-Waterland, zijn ook vanaf de meldkamer Amsterdam-Amstelland per 4 juli 2019 overgegaan naar de meldkamer Noord-Holland.
Regioprofiel
Inwoners: 555.814 (2020, CBS)
Landoppervlakte: 419 km²
Sinds 6 januari 2008 behoort Luchthaven Schiphol tot het grondgebied van deze regio.
Circuit Park Zandvoort.
De regio is dichtbevolkt en kent naast luchthaven Schiphol ook zware industrie bij de IJmond (het einde van het Noordzeekanaal), waaronder Tata Steel.
Waterwinning vanuit de duinen ten zuiden van Zandvoort en bij Heemskerk.
De regio huisvest een van de drie Brandwondencentra in Nederland (Beverwijk).
Haarlem huisvest het provinciehuis van Noord-Holland.
Attractiepark Linnaeushof bij Bennebroek.
Veel nieuwbouw in de Haarlemmermeer bij Hoofddorp en Nieuw-Vennep.
Terrein
Het terrein van Tata Steel (voorheen Corus/Hoogovens) ligt aan het Noordzeekanaal, kent BRZO-risicolocaties, ligt dicht bij bewoond gebied en ligt onder aanvliegroutes op luchthaven Schiphol.
Het terrein kent een complex duinlandschap met bos. Bij droogte en warme is dit een risico voor natuurbranden.
Het vliegverkeer rondom de luchthaven Schiphol zorgt voor potentiële risico's voor luchtvaartongevallen. Aanvliegroutes over bewoond gebied bij Zwanenburg, Aalsmeer en Amstelveen. Ook de milieuproblematiek blijft een agendapost.
Veel laag gelegen gebieden met potentiële wateroverlast, onder andere door overstromingen.
Infrastructuur
De regio heeft voor de beperkte oppervlakte zeer veel snelwegen: De A4, A5, A9, A22, A44 en A200.
De regio kent twee tunnels onder het Noordzeekanaal: de Velsertunnel en de Wijkertunnel. De regio heeft al ervaring met incidenten met vervoer van gevaarlijke stoffen over de A9 en de A22.
Vervoer van industriële producten over spoor en (snel)weg van en naar het industriegebied aan de IJmond.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over het Noordzeekanaal van en naar Amsterdam. De kaart toont bovendien de 'vaargeul' voor zeeschepen richting het Noordzeekanaal, met 'wachtplaats'.
De Hogesnelheidslijn HSL-zuid begint/eindigt in deze regio (station Schiphol).
Op het luchthaventerrein van Schiphol bevinden zich 3 tunnels: De Schipholtunnel voor wegverkeer (autosnelweg A4, secundaire wegen), Schipholspoortunnel voor treinverkeer en de Abdijtunnel voor buslijnen van onder andere R-net.
Sociaal-fysiek
Grote doorstroom van mensen van en naar de luchthaven Schiphol kan risico's opleveren voor de openbare orde en veiligheid.
Evenement Dance Valley in Spaarnwoude kan bij grote drukte risico's opleveren voor de openbare orde en veiligheid.
Het strand en racecircuit bij Zandvoort kunnen bij warmte en grote drukte risico's opleveren voor openbare orde en veiligheid.
Attractiepark Linnaeushof bij Bennebroek kan bij warmte en grote drukte risico's opleveren voor openbare orde en veiligheid.
Instanties
Brandweer. De regio telt 19 brandweerkazernes.
GHOR
GGD wordt in deze regio verzorgd door GGD Kennemerland.
Ambulancevervoer wordt in deze regio verzorgd door RAV Kennemerland, VCA Amsterdam en het Witte Kruis. De meldkamer ambulance is gevestigd in Haarlem. De Luchthaven Schiphol heeft ook een ambulancedienst welke aangestuurd wordt door de alarmcentrale van de luchthaven zelf.
Reddingsbrigade In Kennemerland zijn 7 reddingsbrigades gevestigd: Heemskerk, Wijk aan Zee, IJmuiden, Zandvoort, Bloemendaal, Haarlem en Heemstede. De reddingsbrigades werken nauw samen als Regionale Voorziening Reddingsbrigade (RVR). Ook het landelijk bureau van Reddingsbrigade Nederland is in Kennemerland (te IJmuiden) gevestigd.
Gemeenten: 9 Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort
Voorzitter van de Veiligheidsregio: mevr. M. Schuurmans, Burgemeester van Haarlemmermeer.
Provincie: deze regio valt binnen de grenzen van provincie Noord-Holland.
Politie: De veiligheidsregio valt in het gebied van de nationale politie, eenheid Noord-Holland, district Kennemerland. Binnen de veiligheidsregio zijn circa 1600 medewerkers van de politie werkzaam.
Koninklijke Marechaussee: Op het aangewezen burgerluchtvaartterrein Schiphol voert de Koninklijke Marechaussee de politietaken uit. Korpsgrootte: rond de 1700 medewerkers.
Justitie: Rechtbank te Haarlem en Schiphol; het Gerechtshof zetelt in Amsterdam.
Waterschappen: 2, Hollands Noorderkwartier (boven Noordzeekanaal) en Rijnland (onder Noordzeekanaal).
Drinkwater: in deze regio verzorgd door PWN, maar in Heemstede door Waternet.
Rijkswaterstaat: qua wegenbeheer valt de regio onder de Regionale Dienst Noord-Holland.
ProRail beheert het spoorwegennet.
Ziekenhuizen met klinische faciliteiten in Haarlem, Heemstede, Beverwijk en Hoofddorp.
Defensie: de regio valt onder RMC west, dat zetelt in Den Haag.
Energiesector: het elektriciteitsnet wordt in deze regio beheerd door Liander, maar rond Zandvoort door Stedin.
Externe link
Officiële website van de Veiligheidsregio Kennemerland
Kennemerland
Geografie van Noord-Holland
|
Instanties
Brandweer. De regio telt 19 brandweerkazernes.
GHOR
GGD wordt in deze regio verzorgd door GGD Kennemerland.
Ambulancevervoer wordt in deze regio verzorgd door RAV Kennemerland, VCA Amsterdam en het Witte Kruis. De meldkamer ambulance is gevestigd in Haarlem. De Luchthaven Schiphol heeft ook een ambulancedienst welke aangestuurd wordt door de alarmcentrale van de luchthaven zelf.
Reddingsbrigade In Kennemerland zijn 7 reddingsbrigades gevestigd: Heemskerk, Wijk aan Zee, IJmuiden, Zandvoort, Bloemendaal, Haarlem en Heemstede. De reddingsbrigades werken nauw samen als Regionale Voorziening Reddingsbrigade (RVR). Ook het landelijk bureau van Reddingsbrigade Nederland is in Kennemerland (te IJmuiden) gevestigd.
Gemeenten: 9 Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort
Voorzitter van de Veiligheidsregio: mevr. M. Schuurmans, Burgemeester van Haarlemmermeer.
Provincie: deze regio valt binnen de grenzen van provincie Noord-Holland.
Politie: De veiligheidsregio valt in het gebied van de nationale politie, eenheid Noord-Holland, district Kennemerland. Binnen de veiligheidsregio zijn circa 1600 medewerkers van de politie werkzaam.
Koninklijke Marechaussee: Op het aangewezen burgerluchtvaartterrein Schiphol voert de Koninklijke Marechaussee de politietaken uit. Korpsgrootte: rond de 1700 medewerkers.
Justitie: Rechtbank te Haarlem en Schiphol; het Gerechtshof zetelt in Amsterdam.
Waterschappen: 2, Hollands Noorderkwartier (boven Noordzeekanaal) en Rijnland (onder Noordzeekanaal).
Drinkwater: in deze regio verzorgd door PWN, maar in Heemstede door Waternet.
Rijkswaterstaat: qua wegenbeheer valt de regio onder de Regionale Dienst Noord-Holland.
ProRail beheert het spoorwegennet.
Ziekenhuizen met klinische faciliteiten in Haarlem, Heemstede, Beverwijk en Hoofddorp.
Defensie: de regio valt onder RMC west, dat zetelt in Den Haag.
Energiesector: het elektriciteitsnet wordt in deze regio beheerd door Liander, maar rond Zandvoort door Stedin.
| 2 |
nooddienst, brandweer, spoedeisende hulp
|
2,577 |
LegislativeBuilding
|
1565352
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Huis%20van%20de%20Vlaamse%20Volksvertegenwoordigers
|
Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers
|
Het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers is sinds 11 juli 2002 het administratief centrum van het Vlaams Parlement. Het is gelegen in het centrum van Brussel, vlak naast het Vlaams Parlementsgebouw waarmee het via een tunnel verbonden is.
Het gebouw, naar een ontwerp van Victor Bourgeois, werd tussen 1937 en 1946 gebouwd in opdracht van De Post voor de huisvesting van de Postcheque-diensten. Het werd oorspronkelijk dan ook het Postchequegebouw genoemd. In 1991 werd het in vervallen toestand door het Vlaams Parlement aangekocht. In 1997 werd na een architectuurwedstrijd gekozen voor een restauratieproject dat in het voorjaar van 2002 werd afgerond.
In het gebouw bevindt zich de monumentale Lokettenzaal met een oppervlakte van 1600 vierkante meter, waar zich nu de tentoonstellingsruimte en het bezoekerscentrum De Loketten bevindt. De ruimte wordt permanent gebruikt voor tentoonstellingen. Onder andere aan Panamarenko en Roger Raveel werden reeds grote tentoonstellingen gewijd. Ook de tentoonstellingen 6+ Antwerpse Mode en Iconen van design kregen veel aandacht. In de tweede helft van 2009 wordt de Lokettenzaal heringericht naar een ontwerp van Stefan Schöning en Giuseppe Farris.
De administratie en medewerkers van het parlement, die vóór 2002 in gehuurde kantoorruimte in de omgeving van het Vlaams Parlementsgebouw gehuisvest waren, verhuisden allemaal naar het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers. Ook de 124 volksvertegenwoordigers hebben een kantoor in dit gebouw. In totaal gaat het om 500 kantoren, twee restaurants, een fitnessruimte en een groot atrium van 15 op 30 meter, 25 meter hoog. Hierin bevindt zich een binnentuin met bamboestruiken.
In het gebouw is tot slotte ook ruimte voor het Kinderrechtencommissariaat,
de Vlaamse Ombudsdienst, het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA) en het Vlaams Vredesinstituut.
Een oude paternosterlift die om veiligheidsredenen niet meer mag gebruikt worden is door Guillaume Bijl gedecoreerd met polyesterpoppen. Monique Thomaes levert een interactieve lichtsculptuur, Joaquim Pereira Eres een doorschijnende uitvergrote satellietfoto, en Fred Eerdekens werkte een optische illusie uit met de oude buizenpostmachine van het postchequegebouw. Rond het gebouw is door Jozef Legrand een wandelpad ontworpen.
Het bezoekerscentrum kan bereikt worden via de IJzerenkruisstraat, de hoofdtoegang voor de administratie, de parlementariërs en de diensten bevindt zich in de Leuvenseweg.
Externe link
De Standaard, 27 juni 2002, Reportage. Van postchequegebouw tot huis voor Vlaamse parlementsleden
Vlaams Parlement
Beschermd erfgoed in Brussel (stad)
|
Het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers is sinds 11 juli 2002 het administratief centrum van het Vlaams Parlement. Het is gelegen in het centrum van Brussel, vlak naast het Vlaams Parlementsgebouw waarmee het via een tunnel verbonden is.
| 1 |
wetgevingsgebouw, parlementsgebouw, staatskapitaal
|
9,378 |
AppendAction
|
172143
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/AmigaOS
|
AmigaOS
|
AmigaOS is het standaard besturingssysteem van de Amiga- en de AmigaOne-pc's.
AmigaOS-componenten
Tot versie 3.5 werd AmigaOS in twee delen uitgebracht, Kickstart en Workbench.
Elke Kickstartversie behoort tot een specifieke versie van Amiga's besturingssysteem. Workbench 1.3 werd geacht alleen opgestart te worden op een machine met een Kickstart 1.3-ROM. Dit was niet strikt noodzakelijk, wanneer dit echter gebeurde, konden er problemen optreden. Workbench 2.1 is een uitzondering, deze was namelijk gebaseerd op Kickstart 2.04. Workbenchversies 3.5 en 3.9 gebruikten Kickstart 3.1 en laadde vervolgens ROM-updates tijdens het opstarten.
Kickstart
Bij het eerste Amigamodel, de A1000, werd Kickstart vanaf diskette gelezen. Later werd Kickstart op een ROM-chip geplaatst die in de computer zit. De Amiga 1000 kon aangepast worden zodat deze ook de chip vanaf een ROM kon gebruiken. Alle latere modellen hadden Kickstart op een ROM-chip staan.
De Kickstart omvat de code nodig voor het opstarten en een groot deel van het AmigaOS (zoals Intuition, Exec en AmigaDOS). Intuition zijn de library's voor de grafische gebruikersinterface, Exec bevat de preemptive multitasking-microkernel en AmigaDOS de library's met betrekking tot disktoegang.
Latere versies van Kickstart bevatten stuurprogramma's voor IDE- en SCSI-controllers, PCMCIA-poorten en andere hardware die met de Amiga geleverd werden.
Met software van derden is het mogelijk om een andere versie van Kickstart in het RAM te laden en deze te gebruiken in plaats van die in het ROM, bijvoorbeeld om spellen te kunnen spelen die werkten met Kickstart 1.3 en niet met Kickstart 2.0. Deze programma's worden Softkickers genoemd.
Workbench
Workbench is de grafische interface voor de Amigacomputer. De naam betekent letterlijk werkbank en deze metafoor komt terug in de wijze waarop iconen van (Workbench-)bestanden en directory's eruitzien. Directory's zien er bijvoorbeeld uit als een la en uitvoerbare bestanden als gereedschap. De meeste Amigaprogramma's hebben een pull-downmenu dat begint met "Project Edit" in tegenstelling tot andere platformen waarbij het pull-downmenu begint met "File Edit". De term Workbench refereert strikt genomen alleen naar het grafische bestandsbeheer van AmigaOS, maar wordt over het algemeen gebruikt om alle delen van AmigaOS aan te duiden die niet in het ROM zitten.
De Workbenchomgeving is noodzakelijk om de Amiga te laten functioneren. Er zijn veel spellen die alleen Kickstart gebruiken om op te starten, zonder het te laden. De meeste spellen laten AmigaOS zelfs het normale opstartproces niet afmaken; zij nemen een groot deel van het OS zelf over en schakelen multitasking uit.
Met veel aspecten toont Workbench overeenkomsten met de Mac OS-interface. De Workbench heeft voor ieder diskettestation een icoon en er is een enkele menubalk helemaal bovenaan het scherm. In tegenstelling tot de Mac heeft de Amigamuis twee knoppen, later drie knoppen of twee knoppen en een wiel. De rechtermuisknop wordt gebruikt voor het oproepen van pull-downmenu's.
Een bijzondere eigenschap van Workbench is de mogelijkheid om meerdere schermen te definiëren. Deze zijn conceptueel gezien gelijk aan de virtuele desktops van het X Window System, maar worden indien nodig dynamisch door applicaties gemaakt. Elk scherm kan een andere resolutie en kleurdiepte hebben.
Rechtsboven is er een gadget waarmee tussen verschillende schermen gewisseld kan worden. Schermen kunnen ook met een titelbalk naar boven en naar beneden gesleept worden waardoor het onderliggende scherm zichtbaar wordt. Deze functionaliteit wordt verzorgd door de chips die speciaal voor de Amiga ontworpen zijn en is daardoor niet meer aanwezig op systemen die een moderne videokaart hebben.
Tot versie 3.1 van AmigaOS was er standaard geen softwarelaag om nieuwe videokaarten of audiokaarten aan te roepen. Oplossingen hiervoor die door derden geschreven waren, werden vanaf versie 3.5 meegeleverd. Deze softwarelaag bevatte echter geen stuurprogramma's voor de verschillende hardware.
AmigaOS-versies
Kickstart/Workbench 1.0, 1.1, 1.2, 1.3
De 1.x-versies waren de originele implementatie van AmigaOS. De standaardkleuren volgden een kenmerkend blauw en oranje kleurenschema dat ontworpen was om een hoog contrast te geven, zelfs op de slechtste televisieschermen. De kleuren konden eenvoudig door de gebruiker gewijzigd worden. Versies 1.0 en 1.1 werden op diskette uitgebracht voor de Amiga 1000. De versies 1.2 en 1.3 waren de eerste die op een ROM-chip verschenen, maar waren nog steeds op diskette beschikbaar voor de Amiga 1000-eigenaren. Deze versies op ROM werden geleverd met de A500, A1500, CDTV en A2000.
Versie 1.1 bestond voornamelijk uit bugfixes. Met versie 1.2 werd de stabiliteit van het systeem sterk verbeterd en werd AutoConfig (tm) toegevoegd dat automatisch uitbreidingskaarten kon configureren. In versie 1.3 waren slechts enkele veranderingen in de Kickstart voornamelijk voor de ondersteuning van het opstarten vanaf een harde schijf. Voor de Workbench waren er meer veranderingen, waaronder een sneller bestandssysteem voor harde schijven, een verbeterde CLI en verschillende extra programma's.
A(miga)BASIC
Kickstart/Workbench 1.0 en 1.1 werden met ABasic geleverd en AmigaBasic met Kickstart/Workbench 1.2 geleverd. Met de lancering van Kickstart/Workbench 2.x werd er geen BASIC meer meegeleverd.
AmigaBasic is een implementatie van BASIC ontworpen door Microsoft. Het richt zich op het creëren van grafische gebruikersinterfaces, terwijl ABasic zich richtte op op tekst gebaseerde applicaties.
Kickstart/Workbench 1.4
Kickstart/Workbench 1.4 was een bètaversie van de 2.0-versie en werd nooit uitgebracht. De Kickstart werd in kleine hoeveelheden wel geplaatst in vroege Amiga 3000-computers. Het uiterlijk is vergelijkbaar aan die van versie 2.0 en hoger met slechts kleine verschillen.
Kickstart/Workbench 2.0, 2.05, 2.1
Kickstart/Workbench 2.0 introduceerde veel grotere verbeteringen aan AmigaOS. Het kleurenschema werd vervangen door een grijs met lichtblauw kleurenschema. De Workbench was niet langer gebonden aan de resolutie van een 640x256 (PAL)- en 640x200 (NTSC)-scherm en een groot deel van het systeem was verbeterd om toekomstige uitbreidingen makkelijker te kunnen implementeren. Voor het eerst was er een standaard look and feel. Dit kwam door de Amiga Stijl Handleiding en de beschikbaarheid van library's en software die softwareontwikkelaars in staat stelden om software te maken die aan de Amigastijl voldeed. De software bevatte een bibliotheek voor de creatie van GUI-elementen, een software-installatiescripttaal (Installer) en het AmigaGuide-hypertexthelpsysteem. Met versie 2.x werd tevens ondersteuning voor de PCMCIA-kaart geïntroduceerd voor de poort in de A600.
Workbench 2.04 introduceerde Arexx, een systeemomvattende scripttaal gebaseerd op Rexx. Softwareontwikkelaars konden zogenaamde Arexxpoorten aan hun software toevoegen waarmee het programma met een Arexxscript bestuurd kan worden. Met Arexx is het mogelijk om twee programma's van verschillende softwareproducenten met elkaar te laten samenwerken.
AmigaDOS, voorheen geschreven in BCPL, was grotendeels herschreven in C.
Versies 2.x werden geleverd bij de A500+ (2.04), A600 (2.05), A3000 en A3000T. Workbench 2.1 was de laatste in deze serie, en was alleen uitgegeven als een software-update (er was dus geen Kickstart 2.1 ROM). Het bevatte onder andere als extra CrossDOS waarmee de Amiga overweg kan met diskettes van een pc.
Kickstart/Workbench 3.0, 3.1
Versie 3.x was een grote update waaronder:
Datatypes, een universeel datasysteem dat programma's door een standaardplug-in in staat stelt om voor hen onbekende formaten, voor bijvoorbeeld afbeeldingen, geluid of tekst, in te lezen.
Een systeemstandaard voor locatie-instellingen. Dit stelde de gebruiker in staat om een lijst van voorkeurstalen in te voeren. Wanneer een programma gebruikmaakt van dit systeem, vraagt het welke taalcatalogus (een bestand met de vertalingen van de teksten in de applicatie) de gebruiker het liefste heeft.
Verbeterd visueel uiterlijk.
Verbeterde ondersteuning voor achtergrondafbeeldingen.
Versie 3.x werd geleverd bij de CD32, A1200, A4000 en A4000T.
AmigaOS 3.5, 3.9
Na de ondergang van Commodore gaven de eigenaren van het Amigahandelsmerk het Duitse Haage & Partner toestemming om AmigaOS te verbeteren. Met deze updates verandert ook de wijze waarop mensen Amiga's besturingssysteem noemen. In plaats van Kickstart of Workbench wordt het nu meestal gewoon AmigaOS genoemd.
De verbeteringen omvatten onder andere:
Standaard ondersteuning cd-bestandssysteem
Distributie op cd in plaats van diskette
Verbeterde GUI (ReAction)
AVI/MPEG-speler
Ondersteuning voor harde schijven groter dan 4 GB (een limiet sinds versie 1.x)
HTML-documentatie
MP3- en cd-audiospeler (OS3.9)
Verbeterde Workbench
AmigaOS 3.1.4
In september 2018 heeft Hyperion Entertainment AmigaOS 3.1.4 uitgebracht, dit was zowel een software- als hardware-update voor alle Amiga's. In 2019 werd AmigaOS 3.1.4.1 uitgebracht als een software-update voor AmigaOS 3.1.4, voornamelijk als bugfix.
Het bevat veel fixes, moderniseert verschillende systeemcomponenten die eerder zijn geüpgraded in OS 3.9 en introduceert ondersteuning van grotere harde schijven, ook tijdens het opstarten. Het besturingssysteem ondersteunt de hele lijn Motorola 680x0 CPU's inclusief de Motorola 68060. En een gemoderniseerde Workbench met een nieuwe, optionele icon set, solid windows movement, verbeterde preferences, Shell en diskdocter. In tegenstelling tot AmigaOS 3.5 / 3.9 ondersteunt AmigaOS 3.1.4 weer de Motorola 68000 CPU.
AmigaOS 4
Versie 4 en verder van het AmigaOS wordt onder licentie van Amiga Inc. ontwikkeld door Hyperion Entertainment. De eerst 4.0 pre-release kwam uit in 2004 en is de eerste grote update sinds de laatste officiële uitgave van AmigaOS3.9 in de jaren '90 van de vorige eeuw.
AmigaOS zorgt voor een splitsing in de ontwikkeling van het besturingssysteem: AmigaOS4 is gericht op de PowerPC. AmigaOS 3.x blijft in ontwikkeling voor de Motorola 68000-processor serie.
AmigaOS versie 4 en hoger draait op AmigaOne-moederbord en op Amiga 1200 en 4000(T) met een PowerPC-uitbreidingskaart of via een emulatiepakket zoals Uae in Windows of op Apple systemen.
Geplande kenmerken voor AmigaOS 4.0:
Geen oude Tripos meer
Verbeterde TCP/IP-netwerksoftware
Volledig configureerbare GUI
Virtueel geheugen
Beperkte geheugenbescherming
Ondersteuning voor cd/dvd-schrijvers
Geïntegreerde debugger
Geïntegreerde lezer van pdf en andere formaten
Verbeterd gedeeld librarymodel
Ondersteuning PowerPC en 68k-applicaties (de laatste via emulatie)
Verbeterde ondersteuning voor invoerhardware
Ondersteuning voor moderne hardware
AmigaOS 4.1
AmigaOS 4.1 Final Edition vereist geen eerdere versie van AmigaOS 4.x en is een op zichzelf staand product en de meest betaalbare versie van AmigaOS4 die ooit is uitgebracht. Hierdoor kunnen huidige gebruikers van AmigaOS 4.1 nu een complete originele versie van AmigaOS 4.1 installeren zonder vervolgens 6 updates en talloze kleine updates te hoeven downloaden of toe te passen.
Nieuwe functionaliteit in AmigaOS 4.1 Final Edition omvat maar is niet beperkt tot:
Uitgebreide geheugenfunctionaliteit (voordelig voor alle ondersteunde platforms, zelfs die platforms die niet met meer dan 2 GB kunnen worden uitgerust)
Meest krachtige console voor AmigaOS
Nieuwe intuïtiefuncties
Nieuwe Workbench-functies
Verbeterde DOS
Nieuwe uniforme grafische bibliotheek met RTG-ondersteuning die (huidige en toekomstige) zeer substantiële algemene en platformspecifieke prestatie-optimalisaties mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door het gebruik DMA (aanwezig op recent vrijgegeven hardware die teruggaat naar de Sam440)
Bijgewerkte Python-poort
Installatiegrafiek, nieuwe pictogrammen en back-drops van Martin Merz
Talloze kleine updates, nieuwe functionaliteit en bugfixes.
AmigaOS 4.1 Final Edition Update 1
Op 31 december 2016 kwam de laatste update van OS4 uit waarbij naast bugfixes ondersteuning van schijven of SSD's van >2TB mogelijk werd en Zorro3 geheugen als systeemgeheugen is te gebruiken.
Kleine updates van het besturingssysteem zijn de laatste jaren verschenen via de 'Amiupdate' mogelijk in de Amiga Workbench: updates worden via internet opgehaald.
Trivia
In sommige versies van AmigaOS waren easter egg-berichten verstopt.
In versie 1.x moeten beide shift-toetsen en beide alt-toetsen ingedrukt worden, tezamen met een van de functietoetsen F1 tot F10 om een geheime boodschap in de titelbalk te krijgen. Wanneer bijvoorbeeld F10 ingedrukt werd met beide shift- en alt-toetsen kwam er het bericht: "Moral support: Joe Pillow and the Dancing Fools".
In versie 2.x en 3.0 kon een geheim bericht opgeroepen worden door herhaaldelijk "About..." in het Workbenchmenu te selecteren en het dialoogvenster open te laten staan. Het bericht komt dan in het dialoogvenster te staan wanneer er al ongeveer 20 vensters gelijktijdig openstaan.
In versie 3.1 is het geheime bericht openlijk in het "About..."-dialoogvenster te lezen.
Externe links
AmigaScene.nl - Veel informatie over alle Amiga computers en verwanten (Nederlands)
Amiga.cafe - Veel informatie over alle Amiga computers en verwanten (Nederlands)
AmigaOS 3.1.4 - The official update you've been waiting for. - Aankondiging AmigaOS 3.14 door Hyperion Entertainment
Hyperion Entertainment - Hyperion Entertainment is de eigenaar van het Amiga besturingssysteem.
Amigaos.net - Informatie over AmigaOS4.
Besturingssysteem
Commodore
Amiga
|
Workbench 2.04 introduceerde Arexx, een systeemomvattende scripttaal gebaseerd op Rexx. Softwareontwikkelaars konden zogenaamde Arexxpoorten aan hun software toevoegen waarmee het programma met een Arexxscript bestuurd kan worden. Met Arexx is het mogelijk om twee programma's van verschillende softwareproducenten met elkaar te laten samenwerken.
| 1 |
toevoegen, aanvullen, bijvoegen
|
293 |
Library
|
148143
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jo%20Coenen
|
Jo Coenen
|
Jozef Maria Johannes (Jo) Coenen (Heerlen, 30 september 1949) is een Nederlandse architect en stedenbouwkundige. Van 2000-2004 bekleedde hij de functie van rijksbouwmeester.
Opleiding en loopbaan
Coenen groeide op in Zuid-Limburg en bezocht de middelbare school (Bernardinuscollege) in Heerlen. Hij studeerde in 1975 af als architect aan de Technische Universiteit Eindhoven (destijds Technische Hogeschool Eindhoven), waarna hij docent werd aan de faculteit bouwkunde van dezelfde universiteit. Vanaf 1977 studeerde hij korte tijd bij Luigi Snozzi in Locarno en James Stirling in Düsseldorf. Ook werkte hij vanaf 1979 enige tijd voor het architectenbureau van Aldo van Eyck & Theo Bosch in Amsterdam. In datzelfde jaar opende hij in Eindhoven de eerste vestiging van zijn eigen architectenbureau. In de zomer van 1984 maakte hij een studiereis naar Rome. In 1990 verhuisde het bureau naar Maastricht en inmiddels heeft het onder de naam Jo Coenen Architects & Urbanists ook een vestiging in Amsterdam en nevenvestigingen in Berlijn, Luxemburg, Zürich en Milaan.
Coenen was als docent verbonden aan de academies voor bouwkunst in Tilburg en Maastricht en de technische universiteiten van Karlsruhe, Aken, Lausanne, Eindhoven en Delft.
Werk
Aanvankelijk realiseerde Coenen vooral relatief kleinschalige projecten, merendeels in het zuiden van het land, zoals de openbare bibliotheek in Heerlen (1983-1986), het stadskantoor in Delft (1984-1986) en een bankgebouw in Venlo (1984-1987). Coenen wist in Nederland een reputatie op te bouwen door zijn stedenbouwkundige ontwerpen, onder andere voor de Vaillantlaan in Den Haag, het KNSM-eiland in Amsterdam en het Céramique-terrein en het Maas-Marktproject in Maastricht. Met name door deze grootschalige en gecompliceerde projecten nam zijn naamsbekendheid ook in het buitenland toe.
Andere grotere projecten zijn het Nederlands Architectuurinstituut (thans: Het Nieuwe Instituut) in het Museumpark in Rotterdam (1988–1993), het Smalle Haven-gebied in Eindhoven (met onder andere de Vestedatoren, 2000–2006) en de Innovatoren in Venlo (2009-2011). Het bureau van Coenen (Jo Coenen Architects and Urbanists of JCAU) was een van de twee architectenbureaus (het andere bureau was Network Oriented Architects, ofwel NOAHH) van het (tweede) ontwerp van het onderwijs- en cultuurcomplex Amare aan het Haagse Spui (2015-2021).
De ontwerpen van JCAU worden gekenmerkt door een duidelijke stedenbouwkundige oriëntatie, waarbij de inrichting van de openbare ruimte centraal staat. Het oeuvre en ook de huidige portefeuille worden gekenmerkt door ontwerpen door alle schaalniveaus heen, van stad tot stoel. De wisselwerking tussen gebouw en stad staat centraal in Coenens ontwerpen. Onder meer door elementen te laten terugkeren tracht hij tot een samensmelting te komen van de uiteenlopende ontwerpen en de bestaande context in een plan. Zijn werk is wel gekarakteriseerd als een ‘vriendelijk monumentalisme’. Binnen de Nederlandse architectuur treedt hij op als pleitbezorger voor meer historisch besef, meer diepgang en meer gevoel voor continuïteit. Zowel bij zijn stedenbouwkundige projecten als tijdens zijn rijksbouwmeesterschap liet hij een zekere voorkeur voor Belgische, Zwitserse en Zuid-Europese architecten blijken. Zo koos hij bij de ontwikkeling van het KNSM-eiland onder anderen voor Bruno Albert en Diener & Diener, bij Céramique voor Bruno Albert, Charles Vandenhove, bOb Van Reeth, Christian Kieckens, Mario Botta, Luigi Snozzi, Aldo Rossi, Cruz y Ortiz, MBM Arquitectes en Álvaro Siza, en bij Mosae Forum opnieuw voor Albert. Als rijksbouwmeester droeg hij in 2001 Juan Navarro Baldeweg voor als architect voor het RCE-gebouw in Amersfoort.
Eind 2021 lanceerde Coenen, samen met de Belgisch-Nederlandse econoom en oud-rector magnificus van de Universiteit Maastricht Luc Soete, een plan voor de gedeeltelijke ondertunneling van de spoorzone in Maastricht. Het plan, dat geheel op eigen initiatief en op persoonlijke titel was uitgewerkt, werd in 2022 gepresenteerd in een expositie in het Centre Céramique. Nadat er ook steun kwam vanuit de Maastrichtse gemeenteraad, heeft het gemeentebestuur aan ProRail gevraagd om een haalbaarheidsonderzoek.
Privé
Coenen werd geboren in Heerlen, maar groeide op in Nuth en Hoensbroek.<ref name="Cobben">, 'Architect Jo Coenen is na 40 jaar nog niet klaar met het verfraaien van de wereld', in: De Limburger, 7 juli 2020 (online tekst op limburger.nl, geraadpleegd op 30 november 2022). Gearchiveerd op 31 januari 2023.</ref> Hij is gehuwd en heeft een zoon. Het gezin woont sinds 1989 in het centrum van Maastricht.
Eerbewijzen
Coenen ontving een groot aantal prijzen en onderscheidingen, waaronder de BNA-kubus (1995) en erelidmaatschappen van de Bund Deutscher Architekten (1995) en van het
American Institute of Architects (2009). In 2004 verleende de Open Universiteit hem een eredoctoraat. In 2014 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 2020 ontving hij de ARC20 Oeuvre Award.
Exposities van het werk van Coenen vonden onder andere in 2014 en 2020 plaats in Bureau Europa in Maastricht. Bij die laatste tentoonstelling, Jo Coenen. 40 jaar werken in Europa'', ter ere van zijn 70e verjaardag, verscheen een catalogus samengesteld door Coenen zelf en Remco Beckers.
Het grand café gelegen op de kop van het archiefgebouw van Het Nieuwe Instituut in Rotterdam was aanvankelijk vernoemd naar de architect, Jo Coenen. Dit café is later omgevormd tot Het Nieuwe Café.
Ontwerpen (selectie)
Coenen en zijn bureau werkten mee aan ruim 750 projecten – grote en kleine, gerealiseerde en niet-gerealiseerde – in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Zwitserland.
Stedebouwkundige plannen
Gebouwen Maastricht
Gebouwen elders
Zie ook
Bouwwerken van Jo Coenen
JCAU
Lijst van Nederlandse architecten
Externe links
Officiële website van Jo Coenen
Officiële website van JCAU
Film van Anet van Barneveld over Jo Coenen, in 2001 uitgezonden op HUMAN
Coenen, Jo
Coenen, Jo
Rijksbouwmeester
|
Werk
Aanvankelijk realiseerde Coenen vooral relatief kleinschalige projecten, merendeels in het zuiden van het land, zoals de openbare bibliotheek in Heerlen (1983-1986), het stadskantoor in Delft (1984-1986) en een bankgebouw in Venlo (1984-1987). Coenen wist in Nederland een reputatie op te bouwen door zijn stedenbouwkundige ontwerpen, onder andere voor de Vaillantlaan in Den Haag, het KNSM-eiland in Amsterdam en het Céramique-terrein en het Maas-Marktproject in Maastricht. Met name door deze grootschalige en gecompliceerde projecten nam zijn naamsbekendheid ook in het buitenland toe.
Andere grotere projecten zijn het Nederlands Architectuurinstituut (thans: Het Nieuwe Instituut) in het Museumpark in Rotterdam (1988–1993), het Smalle Haven-gebied in Eindhoven (met onder andere de Vestedatoren, 2000–2006) en de Innovatoren in Venlo (2009-2011). Het bureau van Coenen (Jo Coenen Architects and Urbanists of JCAU) was een van de twee architectenbureaus (het andere bureau was Network Oriented Architects, ofwel NOAHH) van het (tweede) ontwerp van het onderwijs- en cultuurcomplex Amare aan het Haagse Spui (2015-2021).
| 2 |
bibliotheek, openbare bibliotheek, boekenverzameling
|
1,979 |
Hostel
|
5285753
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/A%26O%20Hotels%20and%20Hostels
|
A&O Hotels and Hostels
|
A&O Hotels and Hostels GmbH is een keten van hostels die gevestigd is in Berlijn en die zich richt op jonge reizigers en rugzaktoeristen, met een aanbod van goedkope gedeelde groepsruimtes en hotelkamers voor twee. De hostels zijn doorgaans centraal gelegen, in de nabijheid van treinstations. A&O heeft 40 dochterondernemingen in negen landen, waardoor het de grootste private hostelketen in Europa is. In 2019 noteerde de groep 5 miljoen overnachtingen en realiseerde het een omzet van 165 miljoen euro.
Geschiedenis
Oprichter Olivier Winter speelde in de late jaren 90 met het idee om een hostel te openen na verschillende keren op rondreis door Europa te zijn getrokken. Er waren toen nog maar weinig hostels in de stedelijke gebieden in Duitsland; de meeste waren gelegen in buitenwijken of op het platteland en werden uitgebaat door de Duitse jeugdherbergorganisatie (DJH). Deze waren echter niet toegankelijk voor buitenlandse reizigers, omdat alleen leden van de organisatie er konden verblijven.
In het jaar 2000 openden Winter en zijn huisbaas Michael Kluge de allereerste A&O Hostel in Berlijn-Friedrichshain met 164 bedden. Na een jaar verdubbelden ze het aantal bedden, en in respectievelijk 2002 en 2004 openden ze twee nieuwe jeugdherbergen in Berlijn. In 2005 opende het bedrijf zijn eerste locaties buiten Berlijn, namelijk in Praag, Hamburg en München. Sindsdien richtte het bedrijf jaarlijks verschillende dochterbedrijven op, waarvan de meeste in Duitsland, maar ook in andere buurlanden.
In 2009 haalde het bedrijf de krantenkoppen door een bijna 5 jaar durende rechtszaak te winnen tegen DJH, de Duitse jeugdherbergorganisatie. In 2005 beschuldigde DJH A&O ervan illegaal het woord ‘Jugendherberge’, het Duitse equivalent van jeugdherberg, te gebruiken aangezien de DJH de term als handelsmerk registreerde in 1998. A&O protesteerde en wilde dat het handelsmerk niet langer beschermd werd aangezien de term ‘Jugendherberge’ simpelweg té gebruikelijk is. In 2009 gaf het Duitse octrooigerecht A&O gelijk en werd er beslist dat ‘Jugendherberge’ uit het merkenregister geschrapt moest worden.
In 2017 kwamen het merendeel van de aandelen van het bedrijf in handen van de investeringsmaatschappij TPG Capital.
Uitbreidingsplannen
Sinds A&O werd overgenomen door TPG, werd het bedrijf massaal versterkt in zijn uitbreidingsplannen. Het bedrijf publiceerde een lijst van 25 steden in Europa, waar er in de nabije toekomst nieuwe hostels zullen worden geopend. Naast negen locaties in de kernmarkten van A&O, namelijk Duitsland en Oostenrijk, bevat de lijst ook steden in Ierland, Schotland, Engeland, Nederland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Hongarije, Polen, Zweden en Zwitserland.
Lijst met hotels
Hotelketen
Duits bedrijf
Hotel in Duitsland
Jeugdherberg
Economie in Berlijn
|
A&O Hotels and Hostels GmbH is een keten van hostels die gevestigd is in Berlijn en die zich richt op jonge reizigers en rugzaktoeristen, met een aanbod van goedkope gedeelde groepsruimtes en hotelkamers voor twee. De hostels zijn doorgaans centraal gelegen, in de nabijheid van treinstations. A&O heeft 40 dochterondernemingen in negen landen, waardoor het de grootste private hostelketen in Europa is. In 2019 noteerde de groep 5 miljoen overnachtingen en realiseerde het een omzet van 165 miljoen euro.
| 4 |
hostel, goedkope accommodatie, gedeelde slaapzalen
|
4,715 |
Embassy
|
1572369
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Javastraat%20%28Den%20Haag%29
|
Javastraat (Den Haag)
|
De Javastraat is in Den Haag. De straat ligt op de grens tussen het Willemspark en de Archipelbuurt.
De Javastraat ligt ten noorden van het centrum van Den Haag en heette tot 1861 de Laan van Schuddegeest. Hij werd rond 1885 verbreed en verhard. De straat begint bij een kruising waar de Zeestraat op uitkomt en de Laan van Meerdervoort en de Scheveningseweg beginnen, waarbij de Javastraat het verlengde van de Laan van Meerdervoort is.
Verkeer
De Javastraat is een drukke straat met eerst een breed en dan een smal gedeelte. Door het brede deel rijd tramlijn 1 en buslijn 22, 24 en 28; er zijn vier rijbanen met een vluchtheuvel in het midden. Tijdens de spitsuren is vooral het smalle deel erg druk. Vroeger had ook dat deel tweerichtingverkeer, ook met trams. In 2014 werd de brug aan het einde van de straat vernieuwd en werd het smalle deel van de Javastraat eenbaans, waardoor er ruimte kwam om ook aan de overkant een fietspad aan te leggen.
Brede deel
Het brede deel loopt van het begin tot het Nassauplein. In het eerste stuk is de Islamitische Stichting Nederland gevestigd, en daarnaast, op nummer 2A staat ‘Huize Mellard’, het voormalige huis van Patty Brard en sinds 2015 de Orde van Vrijmetselaren en het Vrijmetselarij Museum. Verderop staan de twee panden waar tot voorheen Diner Thuis was gevestigd. Diner Thuis is nu op de Raamweg, en is sinds 2007 een van de trouwlocaties in Den Haag. Aan dezelfde kant zijn ook de ambassades van Argentinië en Guatemala, De Commercieele Club, Bridgesociëteit Blue Club, het Haags Effectenkantoor, een kunsthandelaar, en enkele gebouwen die in appartementen zijn opgedeeld. In het midden staat het oude stadhuis, dat uitzicht heeft op de Alexanderstraat en het Plein 1813.
Smalle deel
Na het Nassauplein begint het smalle deel van de straat. Eind jaren vijftig reed een dronken automobilist tijdens het spitsuur een groot aantal fietsers in het nauwe gedeelte van de Javastraat dood. Sindsdien heeft dat deel van de straat eenrichtingsverkeer, van zuid naar noord. In dit deel van de Javastraat zijn enkele winkels en kantoren, de oudste Ierse pub van Den Haag en veel restaurants. Tussen 1906 en 1966 reden er trams van lijn 7 in beide richtingen op twee sporen door het nauwe deel van de Javastraat en door het nauwe deel van de Laan van Meerdervoort tussen Zoutmanstraat en Zeestraat. Tussen 1881 en 1905 reed er al een paardentram. Die reed via Frederikstraat en Nassauplein. In 1905 werd die vervangen door de elektrische lijn 1. In 1927 werd deze lijn opgeheven. Sindsdien had lijn 7 het rijk alleen in de Javastraat.
Bijzondere huizen
Even kant
Javastraat 6-8: twee panden, in de tijd dat Diner Thuis hier was, waren de panden binnen met elkaar verbonden en hadden ze samen één tuin. Diner Thuis was een gelegenheid waar mensen een besloten ontvangst konden organiseren. Het was klassiek ingericht met een grote verzameling Chinees porselein. Toen Diner Thuis naar de Raamweg verhuisde, werden de panden en tuinen weer gesplitst en afzonderlijk verkocht.
Javastraat 26: het voormalige stadhuis is aan de Laan van Schuddegeest gebouwd in 1862 door J.W. Arnold, die als miljonair uit Indië was teruggekeerd. Het huis lag toen in een landelijk gebied, met aan de voorzijde het Willemspark, en aan de achterkant het Alexanderveld waar militairen van de Alexanderkazerne regelmatig exerceerden. Achter het huis kwamen twee koetshuizen. Enkele jaren later liet Arnold aan weerszijden nog drie herenhuizen bouwen.In 1910 verkocht W. graaf van Rechteren Limpurg het huis aan de gemeente Den Haag. Het stadhuis aan de Groenmarkt was te klein geworden, en van 22 april 1912 tot 1972 heeft de gemeenteraad op de Javastraat vergaderd. In deze raadzaal werden ook de eerste twee vrouwelijke raadsleden geïnstalleerd. Burgemeester Patijn zei in zijn toespraak tot de raad dat hij de benoeming van deze vrouwen "een gebeurtenis van belang in de geschiedenis van onze gemeente" achtte (in die tijd hadden vrouwen alleen passief kiesrecht). Het gebouw is vele jaren gebruikt als trouwlocatie; onder meer zijn hier enkele koninklijke huwelijken gesloten: van koningin Juliana met prins Bernhard (1937), van prinses Margriet met Pieter van Vollenhoven (1967), en van prins Constantijn met Laurentien Brinkhorst (2001).
Javastraat 44: de Commercieele Club is een herensociëteit maar tegenwoordig wordt de locatie af en toe verhuurd.
Javastraat 68: Koninklijke Nederlandsche Kantwerkschool. In 1906 en 1907 was Louisa Wilhelmina van der Meulen-Nulle, oprichtster van de Kantwerkschool in Apeldoorn, directrice in Den Haag. Haar werkstukken zijn na 1918 in de kantcollectie van het Rijksmuseum opgenomen.
Javastraat 94: The Shillelagh, de oudste Ierse pub van Den Haag, werd in 2008 tweede in de verkiezing van beste Ierse pub van Nederland, volgens het Ierse Magazine & Tullamore Dew.
Oneven kant
Willemspark, een flatgebouw in 1928 door Henk Wegerif gebouwd aan het begin van de Javastraat, hoek Zeestraat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hier een belangrijke vestiging van de Duitse contraspionage. Van 1945 tot 1990 was hier het ministerie van Sociale Zaken gevestigd.
Javastraat 17: het huidige Louis Couperus Museum. Het museum wil graag verhuizen naar Surinamestraat 20, waar Couperus met zijn ouders woonde. Het pand werd in 1876 gekocht door H.E.W. Rodi de Loo, luitenant-kolonel van de Generale Staf, de Javastraat was toen nog een chique woonstraat. Pas later kwamen er winkels. Hij verkocht zijn huis aan W. Denick Patijn, die de eerste verdieping verhuurde aan een tandarts. In de jaren zestig opende Albert Vogel jr. en kunsthandelaar Leo Verboon beneden een galerie. In 1971 zette Vogel de galerie voort onder de naam Ornis, na zijn overlijden in 1982 nam zijn stiefdochter Caroline de Westenholz de zaak over. Gefascineerd door Louis Couperus besloot zij een museum over hem te beginnen. Na de verbouwing werd het in 1991 door Frits Bolkestein geopend.
Zie ook
Lijst van rijksmonumenten in Den Haag/Javastraat
Straat in Den Haag Centrum
|
Brede deel
Het brede deel loopt van het begin tot het Nassauplein. In het eerste stuk is de Islamitische Stichting Nederland gevestigd, en daarnaast, op nummer 2A staat ‘Huize Mellard’, het voormalige huis van Patty Brard en sinds 2015 de Orde van Vrijmetselaren en het Vrijmetselarij Museum. Verderop staan de twee panden waar tot voorheen Diner Thuis was gevestigd. Diner Thuis is nu op de Raamweg, en is sinds 2007 een van de trouwlocaties in Den Haag. Aan dezelfde kant zijn ook de ambassades van Argentinië en Guatemala, De Commercieele Club, Bridgesociëteit Blue Club, het Haags Effectenkantoor, een kunsthandelaar, en enkele gebouwen die in appartementen zijn opgedeeld. In het midden staat het oude stadhuis, dat uitzicht heeft op de Alexanderstraat en het Plein 1813.
| 1 |
ambassade, diplomatie, regeringsgebouw
|
4,651 |
ComputerLanguage
|
1463
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ruby%20%28programmeertaal%29
|
Ruby (programmeertaal)
|
Ruby is een programmeertaal, die doorgaans wordt geïnterpreteerd. De taal is ontworpen om snel en makkelijk objectgeoriënteerd te programmeren. Het heeft verschillende mogelijkheden om tekstbestanden te verwerken en kan ook systeemtaken aan.
Er is een opensource- en gratis implementatie beschikbaar van Ruby.
De grammatica van Ruby is geïnspireerd op andere talen zoals Ada en Eiffel. De taal combineert elementen van verschillende andere scripttalen.
Ruby wordt vaak vergeleken met Python en Perl.
Geschiedenis
Ruby werd op 24 februari 1993 in het leven geroepen door Yukihiro Matsumoto (beter bekend als "Matz") en uitgebracht in 1995.
Ruby is geen afkorting, maar is afgeleid van het Engelse woord voor robijn, ruby, een woordspeling op Perl (afgeleid van pearl: Engels voor parel). De auteur zegt dat hij Ruby gemaakt heeft om 'het principe van de minste verrassing' te volgen, waarmee hij bedoelt dat de taal vrij zou moeten zijn van de angels en voetklemmen die andere talen teisteren.
Het gebruik van Ruby groeide enorm nadat het op Ruby gebaseerde ontwikkelsysteem Ruby on Rails uitkwam en door veel ontwikkelaars gebruikt werd voor het bouwen van webapplicaties.
In januari 2009 werd Ruby 1.9.1 uitgebracht. Deze versie was gebaseerd op de YARV-interpreter in plaats van het vaak tragere MRI. Daarnaast zijn er diverse wijzigingen in de syntaxis doorgevoerd.
In Ruby zijn er 38 gereserveerde woorden:
alias, and, begin, BEGIN, break, case, class, def, defined, do, else, elsif, end, END, ensure, false, for, if, in, module, next, nil, not, or, redo, rescue, retry, return, self, super, then, true, undef, unless, until, when, while en yield.
Voorbeeldscript
class Person
attr_accessor :name, :age
def initialize(name, age)
@name = name
@age = age.to_i
end
def inspect
"#@name (#@age)"
end
end
p1 = Person.new('elmo', 4)
p2 = Person.new('zoe', 7)
p3 = Person.new('erik', 5)
p1 # -> elmo (4)
p2 # -> zoe (7)
p3 # -> erik (5)
Literatuur
Op 16 oktober 2008 publiceerde Ivo Balbaert het eerste Nederlandstalige boek over Ruby genaamd "Handboek Programmeren met Ruby en Rails" ()
In 2010 verscheen bij Academic Service Den Haag het leerboek Aan de slag met Ruby van Gertjan Laan ()
Externe links
Homepage Ruby
Documentation, hulp en documentatie.
Programming Ruby, Engelstalige handleiding.
RubyLearning, Engelstalige cursus.
RubyLang, Engelstalige cursus.
Ruby
Ruby
|
Ruby is een programmeertaal, die doorgaans wordt geïnterpreteerd. De taal is ontworpen om snel en makkelijk objectgeoriënteerd te programmeren. Het heeft verschillende mogelijkheden om tekstbestanden te verwerken en kan ook systeemtaken aan.
| 1 |
programmeertaal, computertaal, codetaal
|
441 |
RentalCarReservation
|
840850
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vraagafhankelijk%20openbaar%20vervoer
|
Vraagafhankelijk openbaar vervoer
|
Vraagafhankelijk openbaar vervoer is de verzamelnaam van openbaar vervoersystemen die enkel worden uitgevoerd op aanvraag van de reiziger.
De meest bekende vorm van dit type vervoer is de belbus. Dit type vervoer heeft geen vaste reisweg, waardoor de doortochttijden kunnen verschillen van rit tot rit. De gebruiker dient wel op en af te stappen aan een haltepaal.
Een andere mogelijkheid is dat een deeltraject van een bepaalde verbinding enkel na telefonische reservering wordt uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het stadsnet van Hasselt. Lijn H1 heeft een bepaald stuk reisweg dat slechts wordt bediend als een van de haltes op deze reisweg op voorhand werd aangevraagd.
In Nederland bestaat ook een concept van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer. Hier worden de reizigers vervoerd van deur tot deur met een deeltaxi aan een goedkoper tarief dan een gewone taxi.
Openbaar vervoer
|
Een andere mogelijkheid is dat een deeltraject van een bepaalde verbinding enkel na telefonische reservering wordt uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het stadsnet van Hasselt. Lijn H1 heeft een bepaald stuk reisweg dat slechts wordt bediend als een van de haltes op deze reisweg op voorhand werd aangevraagd.
| 1 |
autoverhuurreservering, huurautoreservering, reservering
|
4,671 |
CreditCard
|
1674912
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/European%20Merchant%20Services
|
European Merchant Services
|
European Merchant Services (EMS) is een Nederlandse transactieverwerker gevestigd in Amsterdam Zuid-Oost. EMS, opgericht in 2005, is onderdeel van het Amerikaanse Fiserv. EMS verzorgt de transactieverwerking van bedrijven met een fysieke winkel en/of webwinkel. Daarnaast biedt EMS verschillende betaalautomaten aan, waaronder Clover.
EMS verwerkt de transacties van verschillende betaalkaarten en creditkaarten. De betaalkaarten van Maestro, V PAY en Bancontact en de creditkaarten van Visa, MasterCard, American Express, Diners/Discover, UnionPay en JCB. Daarnaast verwerkt EMS de online betaalmethoden iDEAL, Klarna en PayPal.
Externe link
Officiële website
Nederlands bedrijf
Creditcard
|
EMS verwerkt de transacties van verschillende betaalkaarten en creditkaarten. De betaalkaarten van Maestro, V PAY en Bancontact en de creditkaarten van Visa, MasterCard, American Express, Diners/Discover, UnionPay en JCB. Daarnaast verwerkt EMS de online betaalmethoden iDEAL, Klarna en PayPal.
| 2 |
creditcard, betaalkaart, kredietkaart
|
4,797 |
InteractionCounter
|
559585
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoekmachineoptimalisatie
|
Zoekmachineoptimalisatie
|
Zoekmachineoptimalisatie (Engels: search engine optimization of SEO) is een onderdeel van zoekmachinemarketing en kan worden gedefinieerd als het geheel aan activiteiten bedoeld om een webpagina hoog te laten scoren in de organische zoekresultaten van een zoekmachine, op de voor die webpagina relevante trefwoorden. Aangezien een vermelding in die organische resultaten gratis is, vormen deze zoekresultaten een interessant alternatief voor zoekmachineadverteren. SEO kan een bedrijf concurrentievoordeel opleveren.
Binnen de optimalisatietechieken wordt onderscheid gemaakt tussen white hat (toegestaan door Google) en black hat (niet toegestaan). De black hat-technieken zijn over het algemeen bedoeld om de volgorde van zoekresultaten te manipuleren.
SEO kan ook staan voor search engine optimizers. Dit zijn adviseurs die zich bezighouden met het uitvoeren van optimalisatieprojecten voor klanten.
Rankingfactoren
Het is grotendeels onduidelijk hoe zoekmachines zoals Google precies hun zoekresultatenvolgorde (SERP) bepalen. Wel is duidelijk dat dit, in elk geval grotendeels, geautomatiseerd gebeurt met behulp van search ranking factors, waarbij aan elke factor een gewicht wordt toegekend. Diverse SEO-professionals hebben gepoogd om al die factoren te ordenen naar belang. In 1997 werd voor zoekmachines bekend dat webmasters moeite deden hoog te worden gepositioneerd in de organische zoekresultaten. Oude zoekmachines, zoals Infoseek, pasten de algoritmes hierop aan, om te voorkomen dat webmasters de resultaten manipuleren. Door de hoge marketingwaarde van gerichte zoekresultaten is er kans op vijandige verhoudingen tussen zoekmachines en aanbieders van zoekmachineoptimalisatie. AIRWeb (Adversarial Information Retrieval on the Web) werd in 2005 gemaakt om de beschadigende effecten van agressieve webproviders te minimaliseren.
In 1998 werd het oorspronkelijke PageRank-algoritme van Google gepresenteerd, toen nog onder de vlag van Stanford University, waar de Google-oprichters Larry Page en Sergey Brin op dat moment werkten aan hun zoekmachine. In 2018 heeft Google 654.680 experimenten uitgevoerd en 3.234 wijzigingen in het algoritme aangebracht. Het algoritme van Google wijzigt elke dag. De meeste algoritmewijzigingen worden door Google niet aangekondigd, maar veel algoritmewijzigingen worden bijgehouden door diverse websites. Tegenwoordig zijn de Google-zoekresultaten steeds meer op de gebruiker afgestemd en vooral ook regionaal verschillend, wat ook wel lokale SEO wordt genoemd. Voor kleine bedrijven is het hierdoor haalbaarder geworden om in hun regio vindbaar te worden. Daarnaast lijkt het verkrijgen van trust en implied links een grote rol te spelen in het bepalen van rankings. Recente Core updates vanuit Google laten echter zien dat RankBrain steeds meer gewicht krijgt bij het opbouwen van de resultaten.
Enkele technische rankingfactoren zijn:
Laadsnelheid. De snelheid waarmee webpagina's worden geladen is een factor in het ranking-algoritme van Google. Het doel van Google is om mensen snel te voorzien van relevante pagina's. Wanneer een website traag laadt en ze deze via Google hebben gevonden, dan koppelen gebruikers dit al snel aan het gebruiks(on)gemak van Google en de kwaliteit van de zoekresultaten. Een pagina die snel laadt heeft daarom een streepje voor op de websites die traag laden. Bovendien zorgt een langzame website voor een slechte gebruikservaring en zullen bezoekers onverrichter zake snel de website weer verlaten. Dit zorgt voor een verhoging van het bounce-percentage en is hiermee dus van invloed op de positie.
Indexatie. Voordat een pagina zichtbaar wordt in de zoekresultaten van Google, moet hij eerst worden opgenomen in hun database. Dit proces heet indexatie. De duur hiervan kan variëren van dagen tot maanden, afhankelijk van de grootte van de website, kwaliteit van de (nieuwe) content en eventuele commando's die men aan crawlers doorgeeft.
Fouten. Technische fouten (errors) zijn ook van invloed op de zoekresultatenvolgorde van een pagina: een error heeft een negatieve invloed op de ranking. Dit zijn de meest voorkomende errors:
Een 404-pagina wordt getoond zodra een pagina niet meer bestaat. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een nieuwe website wordt opgeleverd maar de pagina's nog niet zijn doorverwezen. Ook kan dit komen door een typefout in een link op de pagina.
Een 301- en een 302-melding (ook wel redirect genoemd) geven beide aan dat een pagina verplaatst is naar een andere URL. Het verschil tussen de twee is dat een 302 een tijdelijke verhuizing aangeeft en een 301 een permanente verhuizing. Bij een 302 blijft de originele URL bestaan. Bij een 301 daarentegen wordt de originele locatie verwijderd uit de index en komt de nieuwe URL hiervoor in de plaats. Het grootste voordeel naast het gebruiksgemak voor de bezoeker is dat door een redirect doorverwezen wordt naar de nieuwe pagina.
Een 500-error is een probleem dat aan de serverzijde ligt en daar ook opgepakt dient te worden.
Een 200-code geeft aan dat de pagina aanwezig is en de inhoud die er op staat mag onder die URL worden geïndexeerd.
Duplicaatinhoud. Er is sprake van duplicaatinhoud (duplicate content) wanneer twee of meer pagina's dezelfde of nagenoeg dezelfde inhoud hebben. Hierdoor ontstaat interne concurrentie waardoor een zoekmachine niet de juiste rankingwaarde kan bepalen.
Veiligheid. Een website wordt beveiligd door middel van HTTPS (HyperText Transfer Protocol Secure). Hiermee worden de integriteit en vertrouwelijkheid van de gegevens van gebruikers beschermd. Zoekmachines hechten waarde aan deze bescherming, wat maakt dat deze webpagina's hoger ranken dan webpagina's zonder beveiliging.
XML-sitemap. Een XML-sitemap (vaak heet deze sitemap.xml) is een XML-bestand dat speciaal gemaakt is voor de zoekmachines en ook vooral gebruikt wordt door de zoekmachines. Deze is vergelijkbaar met een een inhoudsopgave in een boek. Hiermee kunnen zoekmachines zoals Google, Yahoo en Bing de inhoud van een site sneller indexeren.
Nationale en internationale targeting. Google gebruikt specifieke informatie om de verschillen tussen landen en taalvarianten te herkennen. Dit kan zowel vanuit een tag (Hreflang-tag) in de broncode of vanuit de XML-sitemap worden aangeduid. De Hreflang-tag is bedoeld om bij webpagina's in meerdere talen, Google te laten weten in welke taal de content is geschreven en op welke regio de content is gericht.
Optimalisatietechnieken
In het algemeen geldt dat zoekmachineoptimalisatie een viertal analysegebieden beslaat:
Techniek: alles wat te maken heeft met de broncode van de website (opmaak, snelheid, schema.org opmaak, caching, e.d.)
Content: alle inhoud van de website (site structuur, navigatie, gebruik van zoekwoorden, pagina titels, afbeeldingen, e.d.)
Links: alle links die wijzen naar een website (zowel intern als extern)
Gebruikersinteractie (RankBrain): Dit beslaat het zelflerende systeem van het algoritme. Het systeem leert een website indexeren op basis van de keuzes die bezoekers maken.
Google heeft in december 2017 een vernieuwde versie van hun 'SEO Starter Guide' gepubliceerd. Hier staat duidelijk omschreven hoe het bedrijf denkt over de meeste belangrijke zaken rond zoekmachineoptimalisatie en worden er aanbevelingen – de do's-and-don'ts van SEO – gedaan.
Geoorloofde technieken (white hat)
Enkele white hat (door Google toegestane) SEO-mogelijkheden:
Gebruik van trefwoorden in de meta-titel van een pagina (iedere unieke pagina een eigen unieke titel)
Gebruik van trefwoorden in (X)HTML heading-tags (<h1>, <h2>, <h3>)
Gebruik van trefwoorden in de paginanaam van een URL
Geen dynamic-page-parameters in een URL
Beperkte paddiepte in een URL, bij voorkeur via maximaal 3 mappen
Gebruik van trefwoorden in de "ALT"-tag van afbeeldingen
Gebruik van trefwoorden in de bodytekst van een pagina
Gebruik van trefwoorden in de ankerteksten van (interne) hyperlinks
Gebruik van een sitemap, maar te veel gebruikmaken van sitemaps heeft juist een negatief effect
Het verbeteren van de laadtijden van de website voor een betere bezoekerservaring
Het toepassen van 'rich snippets' voor meer informatie in de zoekresultaten
Websites die responsive/mobile-friendly zijn, krijgen een betere positie in Google
Gebruik van afbeeldingen in een blog
Gebruik van spreektaal in artikelen
Het beantwoorden van vragen die gebruikers hebben
Het gebruik van gestructureerde gegevens
Het uitsluiten van pagina's die de bot van Google niet hoeft te bezoeken
Manipulatie (black hat)
Naast deze geoorloofde technieken, proberen sommige websites de zoekresultaten van zoekmachines in hun voordeel te beïnvloeden door gebruik te maken van ongeoorloofde methoden (black hat SEO).
Een bekende methode is het plaatsen van trefwoorden in dezelfde kleur als de achtergrondkleur van de website zodat websitegebruikers die trefwoorden niet zien maar webcrawlers wel. Deze methodes werken soms voor een korte periode, totdat ze veel gebruikt worden. Dan verzinnen de makers van zoekmachines methodes om dit soort ongewenste optimalisatiemethoden tegen te gaan. Tegenwoordig treden makers van zoekmachines op tegen zulke ongewenste trucjes, waarbij websites zelfs uit de index van de zoekmachine verwijderd kunnen worden.
Google geeft aan dat het actief vergaren van backlinks (links inkopen of links ruilen voor zoekmachineoptimalisatiedoeleinden) wordt beschouwd als black hat SEO. Het komt erop neer dat alleen (maar niet alle) on-page SEO white hat is en bijna alle off-page SEO black hat.
Sommige webmasters manipuleerden hun posities in de zoekresultaten door pagina's aan te maken met overbodige of irrelevante meta-tags. In Duitsland is dit manipuleren van zoekresultaten in 2004 door de rechtbank verboden. Een bedrijf met een te agressieve techniek loopt daarnaast kans te worden verbannen uit de zoekresultaten. In 2005 heeft The Wall Street Journal zo'n bedrijf gerapporteerd. Dit bedrijf was Traffic Power en het gebruikte, naar verluidt, technieken met een te hoog risico. Het mislukte om dit risico af te schermen van de klanten. Het tijdschrift Wired Magazine schreef dat ditzelfde bedrijf Aaron Wall had aangeklaagd omdat hij had geschreven over het krijgen van een ban. Googles hoofd van het webspamteam, Matt Cutts, heeft later bevestigd dat het inderdaad Traffic Power en een paar van haar klanten heeft verbannen uit de resultaten.
Ook de Duitse website van BMW is dertig dagen volledig uit de zoekindex verwijderd omdat ze een landingspagina (webpagina waarop een bezoeker 'landt' als hij een bepaalde zoekterm in een zoekmachine ingeeft en van waaruit de bezoeker daarna naar andere pagina's binnen die website kan navigeren) met alleen maar keywords maakten voor zoekmachines, terwijl daadwerkelijke bezoekers werden omgeleid door middel van JavaScript. Ook in Nederland bestaan dergelijke verhalen. Zo werd in 2006 een dagblad tijdelijk verbannen, en viel na heftige discussies op Googles Forum voor Webmasters en diverse SEO-blogs een black hat SEO-bedrijf uit de rankings.
Sommige zoekmachinebedrijven zijn daarentegen bewust naar de SEO-sector gestapt en zijn onder meer actief geworden als sponsoren en/of gasten op SEO-conferenties en congressen. Door de komst van betaalde opname zien deze zoekmachinebedrijven het belang van de vitaliteit van de optimalisatiegemeenschap. Daarom heeft Google een platform ontwikkeld om webmasters te helpen. Ook de zoekmachine Yahoo heeft in het verleden de Yahoo Site Explorer aangeboden voor het monitoren van de context op het internet. De zoekmachine Bing biedt de Bing Toolbox voor het optimaliseren van de website voor zoekmachines.
Wedstrijden
Er zijn ook websites die zogenoemde SEO contests (SEO-wedstrijden) organiseren waarbij het de bedoeling is, op vooraf bepaalde zoektermen, zo hoog mogelijk te scoren in Google of een andere zoekmachine. Meestal gaat het dan om combinaties waar nog geen zoekresultaat voor bestaat.
Internetzoekmachine
Marketing en verkoop
|
Optimalisatietechnieken
In het algemeen geldt dat zoekmachineoptimalisatie een viertal analysegebieden beslaat:
Techniek: alles wat te maken heeft met de broncode van de website (opmaak, snelheid, schema.org opmaak, caching, e.d.)
Content: alle inhoud van de website (site structuur, navigatie, gebruik van zoekwoorden, pagina titels, afbeeldingen, e.d.)
Links: alle links die wijzen naar een website (zowel intern als extern)
Gebruikersinteractie (RankBrain): Dit beslaat het zelflerende systeem van het algoritme. Het systeem leert een website indexeren op basis van de keuzes die bezoekers maken.
| 1 |
gebruikersinteractie, interactietelling, creatievewerken
|
12,419 |
VideoGameClip
|
1400509
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Side-scrolling
|
Side-scrolling
|
Side-scrolling of zijwaarts scrollend is een techniek bij computerspellen waarbij het beeld met de protagonist mee beweegt bij een speelveld dat groter is dan één enkel scherm. In dit spelbeeld ziet de speler de protagonist van de zijkant, en scrollt het spelbeeld over het scherm in zijwaartse richting.
Het was gebruikelijk in vroege computerspellen een groter speelveld op te delen in afgebroken schermen waarbij het spelbeeld versprong wanneer de speler de rand van het scherm bereikte. De overstap van enkelbeeld of flip-screen-spellen naar side-scrolling vond plaats eind jaren 1970, en wordt gezien als een grote stap in spelontwerp, vergelijkbaar met de overstap naar 3D-spellen binnen de vijfde generatie spelcomputers.
Ondanks dat side-scrolling-spellen zijn verdrongen door 3D-spellen, worden deze nog steeds geproduceerd, voornamelijk voor draagbare spelcomputers of spellen in het platformgenre.
Bekende voorbeelden
Enkele bekende spellen waarin side-scrolling voorkomt:
Battletoads
Sonic the Hedgehog
Super Mario Bros.
New Super Mario Bros.
Super Meat Boy
Pac-Land
Castlevania-serie
Mega Man-serie
Wonder Boy-serie
Computerspelbegrip
Gameplay
|
Side-scrolling of zijwaarts scrollend is een techniek bij computerspellen waarbij het beeld met de protagonist mee beweegt bij een speelveld dat groter is dan één enkel scherm. In dit spelbeeld ziet de speler de protagonist van de zijkant, en scrollt het spelbeeld over het scherm in zijwaartse richting.
| 2 |
spelactie, speelsegment, spelbeeld
|
5,531 |
Review
|
3955993
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Samsung%20Galaxy%20S5
|
Samsung Galaxy S5
|
De Samsung Galaxy S5 is een Android-smartphone gefabriceerd door Samsung Electronics. Het toestel werd onthuld op 24 februari 2014 op het Mobile World Congress in Barcelona, Spanje, het toestel was verkrijgbaar vanaf 11 april 2014 in 150 landen als de opvolger van de Galaxy S4. Net als met de S4 is de S5 een evolutie op het model van het jaar daarvoor, waar ze vooral de nadruk leggen op de stevige bouw van het toestel, maar ook de geribbelde achterkant en de IP67 certificering, wat inhoudt dat dit toestel tegen zowel water als stof dicht is, zodat het een betere gebruikerservaring levert. Ook zitten er in dit toestel nieuwe beveiligingsmogelijkheden verwerkt zoals de vingerafdrukscanner en een Privé Mode, naast deze beveiligingssoftware zitten er ook nog uitgebreide gezondheidsfuncties (zoals de ingebouwde hartslagsensor) net als bij alle nieuwe generaties is de camera ook op de schop genomen.
De Galaxy S5 ontving veel positieve reviews; dit kwam mede door het verbeterde design, display, software en camera, desalniettemin werd de Galaxy S5 bekritiseerd voor de vingerafdrukscanner en hardware verbeteringen ten opzichte van zijn voorganger.
Release
De Galaxy S5 werd onthuld op 24 februari 2014 als deel van de presentatie van Samsung op het Mobile World Congress in Barcelona, Spanje. De baas van Samsung Electronics JK Shin legde uit dat de consument geen telefoon wilde die gebaseerd was op "eye-popping" of "complexe" technologie, maar dat de consument een telefoon wilde die een mooi design had en goede prestatie, een makkelijke toch krachtige camera, een telefoon met sneller en naadloze verbindingen, ook met fitness georiënteerde functies.
Samsung maakte bekend dat de S5 op 11 april verkrijgbaar zou zijn in 150 landen - inclusief het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Op 18 juni onthulde Samsung een LTE-Advanced versie van de S5, exclusief verkrijgbaar in Zuid-Korea. Niet zoals de andere toestellen kreeg de LTE-A versie ook een scherm upgrade naar Ultra HD, 1440p.
Kort nadat de S5 uitgebracht was, werd ontdekt dat sommige Galaxy S5 apparaten - vooral de toestellen van Verizon Wireless, last hadden van een bug die ervoor zorgde dat de hardware van de camera van het toestel ermee op zou houden, zodat je de camera helemaal niet meer kon gebruiken. Zowel Samsung en Verizon bevestigen de fout. Mensen die last hadden gehad van deze bug konden contact opnemen met het bedrijf of de provider om een nieuw toestel te krijgen
In juni 2014 heeft Samsung ook een dual sim versie uitgebracht van de Galaxy S5, genaamd de Galaxy S5 Duos, met modelnummer SM-G900FD. Deze verving de Galaxy S Duos 2. De Duos heeft LTE specificaties van de Galaxy S5
Specificaties
Hardware en design
Het design van de S5 evolueert ten opzichte van de S4. Het bevat een geronde, polycarbonaat behuizing die een modern glam look geeft, faux metaal afwerking en een afneembare achterkant. In tegenstelling tot de vorige modellen heeft de achterkant van de S5 een hogere kwaliteit zacht plastic en heeft het een golfbal patroon om meer grip te hebben. De S5 heeft de IP67-certificering voor stof en waterdichtheid, hoewel de waterdichtheid maar 30 minuten tot een meter onder water werkt. Door deze certificering is de Micro-USB 3.0-poort verwijderbaar. De S5 wordt verkocht in de kleuren Charcoal Black, Electric Blue, Copper Gold en Shimmery White. De schermdiameter van de S5 is 13 cm (5,1 inch) met 1080P Super AMOLED, wat net iets groter is dan het scherm van de S4.
Onder het scherm zijn drie knoppen. De fysieke thuisknop in het midden bevat een op vegen gebaseerde vingerafdrukscanner. De "Recent apps" en "Back"-knoppen zijn capacitief. In overeenstemming met de Android 4.0 interface richtlijnen gebruikt de S5 niet langer een "Menu" knop zoals zijn voorgangers.
De S5 heeft een 16 megapixel camera aan de achterkant van het toestel, die het mogelijk maakt om in 4K te filmen (Ultra HD), supersnelle autofocus (het focussen gebeurt in ongeveer 0,3 seconden), Live HDR foto's en video's en een fotosensor met Samsung's eigen "Isocell" technologie, wat elke individuele pixel isoleert in de sensor om het licht beter op te vangen. Naast de flitser van de camera zit de hartslagsensor, die gebruikt kan worden in samenwerking met de meegeleverde S-Health software. Op de bovenkant van het toestel zit een Infrarood sensor en een gat voor de koptelefoon.
De S5 wordt aangestuurd door een 2,5 GHz quad-core Snapdragon 801-chipset met 2 GB RAM. Hoewel het niet werd genoemd in de presentatie, werd een variant (SM-G900H) met een octa-core Exynos 5422 chipset uitgebracht in verschillende landen. Net zoals het vorige model gebruikt het 2 clusters met 2 kernen; vier Cortex-A7 kernen die geklokt zijn op 1,9 GHz en vier Cortex-A15 kernen die geklokt zijn op 1,3 GHz. Afhankelijk van het gebruik kan de chipset de energie-efficiënte A7-kernen gebruiken voor de lichte rekentaken en naar de A15 kernen voor de zwaardere rekentaken. In tegenstelling tot andere chipsets kan de Exynos 5422 beide sets met kernen tegelijk iets laten doen.
De S5 heeft een 2800mAh-batterij; de software bevat ook een "Extreme Spaarstand" mode om de batterijduur nog langer te maken. Wanneer deze mode aanstaat worden alle niet-essentiële processen beëindigd en het scherm wisselt dan van kleur naar zwart-wit. Samsung beweert dat je met de Extreme Spaarstand op een S5 met nog 10% nog ruim een dag kan doen op stand-by.
Software
De S5 wordt geleverd met Android 4.4.2 "KitKat" en Samsungs eigen TouchWiz-software. In tegenstelling tot de S4 heeft de S5 een meer uitgesproken interface gekregen met een platter en geometrisch aanzicht. Sommige aspecten van de veranderingen waren beïnvloed door de recentelijke patent deal met Google, dat vereist dat Samsung's TouchWiz interface het design moet hebben dat dichter bij standaard Android zit. De S5 heeft ook de "My Magazine" functie meegekregen van de Galaxy Note 3 die helemaal op de linkste pagina. het Instellingen menu is geüpdatet met een rooster-achtig lay-out, ook was er een "Kinder Mode" toegevoegd, terwijl de S Health app uitgebreid is met functies voor de hartslagsensor, ook heeft S Health nieuwe functies die samenwerken met de Gear 2 smartwatch en de Gear Fit.Bij deze telefoon is ook de functie "Download Booster" geïntroduceerd, wat het mogelijk maakt om gegevens te verdelen over LTE en Wi-Fi om de downloadsnelheden omhoog te halen. Download Booster is niet beschikbaar op veel S5 modellen die uitgekomen zijn in de Verenigde Staten, behalve T-Mobile US en U.S. Cellular.
De S5 bevat een aantal nieuwe beveiligingsfuncties. De vingerafdrukscanner kan gebruikt worden om de telefoon te ontgrendelen, terwijl een SDK voor ontwikkelaar het mogelijk maakt voor derden om de vingerafdrukscanner te gebruiken in hun apps, bijvoorbeeld; PayPal heeft geïntegreerde ondersteuning om te betalen via je smartphone door middel van je vingerafdruk. Op de S5 is ook een "Privé Mode" toegevoegd, die het mogelijk maakt dat gebruikers apps en bestanden kunnen laten verdwijnen, zodat ze daarna niet benaderd kunnen worden zonder authenticatie. De camera-app is geüpdatet met een nieuw "Shot & More" menu dat het mogelijk maakt voor de gebruikers dat ze de foto kunnen bewerken nadat ze zijn gemaakt, ook voegt het een nieuwe selectieve focus mode toe.
Een update naar Android 5.0 "Lollipop" is nu begonnen voor de Europese toestellen. De update bevat prestatieverbeteringen, een geüpdatet recente apps overzicht dat een kaart-achtig lay-out hanteert, ook bevat de update de mogelijkheid om je notificaties vanaf je lockscreen te benaderen en er zijn aanpassingen geweest aan het TouchWiz interface wat past bij de Material Design regels van Google
S5 Sport en S5 Active
Er waren 2 stevigere varianten van de S5 uitgebracht in de Verenigde Staten, de S5 Active (exclusief bij AT&T) en de S5 Sport(exclusief bij Sprint); beide modellen hebben een stevigere bouw, ze hebben een echte hardware knoppen in tegenstelling tot de capacitieve knoppen op de gewone S5, beide toestellen hebben geen vingerafdrukscanner, maar zijn voor de rest vrijwel hetzelfde als de normale Galaxy S5. Beide apparaten hebben ook de exclusieve app "Activity Zone", wat een barometer, kompas en stopwatch bevat. De S5 Active heeft een "Active Key" knop die als je die een lange tijd indrukt een bepaalde app lanceert.De S5 Sport van Sprint heeft een softwarepakket dat vooraf geïnstalleerde Sprint Fit Live-software heeft, die dient als een gezondheidsapp en kan functioneren met S Health. Naast die Fit Live-software is er ook MapMyFitness MVP en Spotify. Deze telefoon wordt geleverd met een abonnement op beide diensten. Beide modellen bestaan in verschillende kleuren. De S5 Sport (158g) is net iets lichter dan de S5 Active (171 g).
Verkoop
De S5 werd in 25 dagen 10 miljoen keer verkocht, wat het de snelst verkopende telefoon in Samsung geschiedenis maakt. Samsung verkocht 11 miljoen S5's gedurende de eerste maand.
Ondanks de hoge verkoop van de S5, maakte Samsung in juli 2014 bekend dat ze de laagste winst in twee jaar hadden gehaald, dit kwam doordat het marktaandeel van Samsung gedaald was van 32,3% naar 25,2%. Het verloren marktaandeel kwam vooral door de groei van concurrenten, vooral in de low-end smartphone markten, een verzadigde high-end smartphone markt.
Externe link
Officiële website van Samsung
Galaxy S5
|
De Galaxy S5 ontving veel positieve reviews; dit kwam mede door het verbeterde design, display, software en camera, desalniettemin werd de Galaxy S5 bekritiseerd voor de vingerafdrukscanner en hardware verbeteringen ten opzichte van zijn voorganger.
| 1 |
recensie, beoordeling, review
|
1,335 |
EducationalOrganization
|
3832314
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Richard%20Lambert
|
Richard Lambert
|
Richard Lambert (Bath, 1951) is een Brits componist, muziekpedagoog, dirigent, organist, pianist en muziekuitgever.
Levensloop
Lambert studeerde aan de Universiteit van Bristol waar hij in 1973 zijn Bachelor of Education behaalde. Vervolgens studeerde hij aan de Universiteit van Londen aan het instituut voor onderwijs en behaalde zijn Master of Arts in muziekopleiding in 1985. Tot zijn compositiedocenten behoorden Elizabeth Poston en Malcolm Williamson. Verdere studies maakte hij bij Sebastian Forbes aan de University of Surrey in Guildford, waar hij de koormuziek van Malcolm Williamson bestudeerde.
Hij werd docent en afdelingshoofd muziek aan de Ward Freman School in Buntingford (1975–1985) en leidde aldaar ook het orkest, harmonieorkest en het koor alsook projecten zoals jaarlijks een opera-uitvoering. Lambert was medeoprichter en van 1982 tot 1986 artistiek directeur van het Royston Arts Festival in Royston. Van 1997 tot 2007 was hij muziekdirecteur en instructeur aan de St. Helen's School for Girls in Northwood. Vanaf juli 1989 fungeert hij als hoofd (Senior Examiner) in de examencommissie van het London College of Music, dat deel uitmaakt van de University of West London in Londen.
Hij was een bekend koorleider van het Hitchin Orpheus Choir en het Chanticleer - An Orchestra of Voices.
Sinds 2007 is hij vooral werkzaam als freelance componist en muziekuitgever. Zijn oeuvre bevat werken voor het muziektheater (opera's), orkestmuziek, concerten, harmonieorkest, brassband, vocale muziek (koren, liederen) en kamermuziek. In 2011 werd hij gekozen als 'Fellow of the Royal Society of Arts' (FRSA). Hij is eveneens 'Associate of London College of Music' (ALCM).
Composities
Werken voor orkest
2012: Concert, voor fagot en kamerorkest, op. 52 – ook in een versie voor altsaxofoon en kamerorkest, op. 52a, of dwarsfluit en kamerorkest, op. 52b, of eufonium en kamerorkest, op. 52c
Werken voor harmonieorkest of brassband
1977/1980: A Birthday Celebration, voor harmonieorkest, op. 4
1977–1980: Three Piece Suite, voor harmonieorkest, op. 10
Tristan’s March: A Village Jubilee
Abigail’s Jig
Meriman Rondo
1987: Tristan’s March, voor brassband, op. 10 nr.1a
2009: Folk Song Suite, voor harmonieorkest, op. 2b
2009: In memoriam, voor harmonieorkest, op. 49
2010: Intrada: "The Victor’s Palm", voor harmonieorkest, op. 50
2011: Olympic Fanfare 2012, voor harmonieorkest, op. 4a – bewerkt door Rodney Parker
Muziektheater
Opera's
Vocale muziek
Cantates
1974/2008: A Life to Grow, cantate voor sopraan, bariton, gemengd koor (SSATB), piano en koperoctet, op. 1
1982: By this Will All Men Know, cantate voor Pinksteren voor sopraan, bariton, gemengd koor, 2 slagwerkers en orgel, op. 6 – tekst: Jane Kennedy
Werken voor koor
1971: Amen, voor gemengd koor a capella, op. 23 nr. 3
1975/2008: Folk Song Suite, voor kinderkoor, viool (solo) en kamerorkest, op. 2
1975: Prayer and Supplication, voor gemengd koor a capella, op. 5 – tekst: Ave maris stella en Psalm 102
1978 rev.1992: Adam Lay Ybounden, kerstanthem voor gemengd koor, hobo, kleine trom en orgel, op. 16
1988: Venite Exultemus, voor gemengd koor en orgel, op. 18 nr. 1 – tekst: Psalm 95
1992: Stuff and Nonsense, voor gemengd jeugdkoor en piano, op. 14
1992: I Will Extol Thee, anthem voor gemengd koor en orgel, op. 15 – tekst: Psalm 145
1993: Psalm 42, voor sopraan, gemengd koor en orgel, op. 18 nr. 2 – tekst: Psalm 42
1993: Lord, Make us Instruments of thy Peace, voor gemengd koor a capella, op. 18 nr. 3 – tekst: gebed van Franciscus van Assisi
1994: My Dancing Day, voor gemengd koor en orgel, op. 19
1995: Herrick’s Carol, kerstlied voor gemengd koor, op. 22 - - tekst: Robert Herrick "Hesperides" (1647)
1996: Preces, Responses and Lord’s Prayer, voor gemengd koor en orgel, op. 23 nr. 1
1996 rev.2008: Magnificat and Nunc Dimittis, voor gemengd koor en orgel, op. 23 nr. 2
1996: Panis angelicus, voor gemengd koor en orgel, op. 24 – tekst: Thomas van Aquino "sacramentsdag"
2009: Sing To Me, Sing, voor gemengd koor en piano, op. 35 – tekst: Hilary Spiers
2010: Folk Song Suite, voor kinderkoor, piano en 5 slagwerkers, op. 2a
2011: Music for Holy Communion (Common Worship Service for the Church of England), voor gemengd koor en orgel, op. 43
2012: Hodie Christus natus est, kerstmotet voor gemengd koor (SSATB) a capella, op. 46 nr. 1
2012: O Magnum mysterium, kerstmotet voor gemengd koor (SSATB), op. 46 nr. 2
2013: Psalm 116: I love the Lord, voor gemengd koor en orgel, op. 53
Liederen
1977: Moments, zangcyclus voor bariton en piano, op. 3 – tekst: John Barber – ook in een versie voor mezzosopraan en piano, op. 3a
Dedham Vale
Varennes-sous-Dun
The Royal Festival Hall
Newlands Beck
Charlieu
1980: O Mistress Mine, voor bariton en piano, op. 20 nr. 2 – tekst: William Shakespeare "Clown’s lied" uit Twelfth Night
1980: Come Away Death, voor bariton en piano, op. 20 nr. 3 – tekst: William Shakespeare "Feste’s lied" uit Twelfth Night
1981: Under the Greenwood Tree, voor bariton en piano, op. 20 nr. 1 – tekst: William Shakespeare "Amiens lied" uit As You Like It
1981: It was a lover and his lass, voor bariton en piano, op. 20 nr. 4 – tekst: William Shakespeare "Pages’ lied" uit As You Like It
1981: Blow, blow, thou winter wind, voor bariton en piano, op. 20 nr. 5 – tekst: William Shakespeare "Amiens lied" uit As You Like It
1984: Counting the Beats, voor mezzosopraan en piano, op. 8 – tekst: Robert Graves – ook in een versie voor bariton en piano, op. 8a
1985: To One, vijf liederen voor sopraan en piano, op. 9 – tekst: Christina Rees
Empty Night
To Entice You
The Day We Met
I Learn My Name
Christening
1998–2009: ...too bitter sweet, voor sopraan en piano, op. 27 – tekst: Christina Rossetti
Song
An end
Bitter for sweet
Echo
Lady Montrevor
Song
2009: Through the void, an angel’s cry, voor sopraan en piano, op. 35a – tekst: Hilary Spiers
Kamermuziek
1983: Adagio and Scherzo, voor cello solo, op. 7
1985 rev.2008: Five Short Pieces, voor dwarsfluit en piano, op. 9a
1987: Cantilena, voor altsaxofoon en piano, op. 11
1987: 7 Up, voor zeven trompetten en piano, op.12 nr. 1a
1988: Three Dialogues, suite voor dwarsfluit, solo gitaar en gitarenensemble, op. 12
1991 rev.2008: ...and glorious grows the vine, voor viool en piano, op. 8b
1994 rev.2008: The Great Wheel of the Sun, voor cello en piano, op. 8c
2000: Praia Mar, voor althobo solo, op. 25
2001–2008: (30) Psalm chants with Canticles and Proper Psalms, voor gemengd koor, op. 26
2007: Fanfare, voor vier trompetten, op. 30 nr. 1
2008: on velvet moss..., voor klarinet en piano, op. 3b
2008: in the quiet of the evening, voor hobo en piano, op. 3c
2008: Flourish, voor drie trompetten, op. 30 nr. 2
2008: Sennet, voor twee trompetten, op. 30 nr. 3
2008: Tucket antiphon, voor twee trompetten, op. 30 nr. 4
2008: Silver Threads, voor twee dwarsfluiten, op. 32
2009: Autumn Twilight, voor hobo en piano, op. 27 nr. 2a
2009: Shadow-veiled as the years pass, voor dwarsfluit en piano, op. 27 nr. 2b
2009: ...in the silence of the night, voor gedempte trompet en piano, op. 27 nr. 4a
2009: ...for courage to be still, voor hoorn en piano, op. 27 nr. 5a
2009: Proclamation, voor vier trompetten, op. 30 nr. 5
2009: Clarion Call, voor drie trompetten en drie trombones, op. 30 nr. 6
2009: Anfar, voor koperoctet en pauken, op. 30 nr. 7
2009: Humoresque, voor fagot solo, op. 33
2009: Voluntary in Bes majeur, voor trompet en orgel, op. 34 nr. 1
2009: Thornbury elaboration, voor trompet en orgel, op. 34 nr. 2
2009: Hyfrodol elaboration, voor trompet en orgel, op. 34 nr. 3
2010: Blaaskwintet, op. 44
2011: Sonate, voor fagot en piano, op. 36 – ook in een versie voor altsaxofoon en piano, op. 36a, of dwarsfluit en piano, op. 36 b, of eufonium en piano (2013), op. 36c, of viool en piano (2013), op. 36 d
2011: ...mov’d with concord of sweet sounds, voor koperseptet (3 trompetten, hoorn en 3 trombones), op. 41
2012: Strijkkwartet nr. 1, op. 45
2013: Nocturno em Carcavelos, voor altfluit solo, op. 25a
2013: Partita for Brass, voor twee trompetten, twee hoorns, twee trombones en tuba, op. 54
Werken voor orgel
1978/2008: Intrada, op. 28 nr. 1
2008: March in D, op. 28 nr. 2
2008: March in F, op. 28 nr. 3
2008: March in C, op. 28 nr. 4
2008: Pastorale in F, op. 28 nr. 5
2008: Intermezzo, op. 28 nr. 6
2008: In memoriam, op. 29 nr. 1
2008: Elegy, op. 29 nr. 2
2008: Recessional march in G majeur, op. 29 nr. 3
2011: Passacaglia brevis, op. 29 nr. 4
2012: Caledonian March, op. 28 nr. 7
Werken voor piano
1995: Duetto capriccioso, voor twee piano's, op. 12 nr. 1b
1998/2009: Sonate, op. 21
2007–2008: Two Piano Pieces, op. 31
2009: Criss Cross, op. 37 nr. 1
2009: It's never been cloudier, op. 37 nr. 2
2010: A Day at the Seaside, op. 37 nr. 3
2010: Skipping the Beat, op. 37 nr. 4
2010: Solitude, op. 37 nr. 5
2010: Ostinato download, op. 37 nr. 6
Werken voor gitaar
1989: Toccata Rondo, voor gitaar, op. 13
2012: Guitar Quartet, voor vier gitaren, op. 39
Externe links
Officiële internetpagina
Richard Lambert op de internetpagina van de "Social Network for RSA Fellows" (gearchiveerd)
Brits componist
Brits dirigent
Brits muziekpedagoog
Brits organist
Brits pianist
20e-eeuws componist
21e-eeuws componist
Muziekuitgever
|
Hij werd docent en afdelingshoofd muziek aan de Ward Freman School in Buntingford (1975–1985) en leidde aldaar ook het orkest, harmonieorkest en het koor alsook projecten zoals jaarlijks een opera-uitvoering. Lambert was medeoprichter en van 1982 tot 1986 artistiek directeur van het Royston Arts Festival in Royston. Van 1997 tot 2007 was hij muziekdirecteur en instructeur aan de St. Helen's School for Girls in Northwood. Vanaf juli 1989 fungeert hij als hoofd (Senior Examiner) in de examencommissie van het London College of Music, dat deel uitmaakt van de University of West London in Londen.
| 2 |
onderwijsorganisatie, educatieve instelling, school
|
12,211 |
OutletStore
|
4608320
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/L%27Occitane%20en%20Provence
|
L'Occitane en Provence
|
L'Occitane en Provence is een internationaal opererende, Franse cosmeticaonderneming opgericht in 1976. De Occitane-groep omvat onder andere de merken Occitane en Provence, Melvita, Le Couvent des Minimes en Erborian.
Geschiedenis
De Franse zakenman Olivier Baussan (1954) nam in 1976 een zeepfabriek over en begon met het winnen van olie uit rozemarijn. Vanaf 1977 kwam daar ook lavendel bij. Hij bracht de producten aan de man op markten in de Provence.
In 1982 opende de firma een fabriekswinkel in Volx en meerder volgden in onder andere Parijs, New York en Hongkong. In 2022 waren wereldwijd 2800 verkoopvestigingen, waarvan ongeveer de helft in eigendom van L'Occitane. Het zwaartepunt van de vestigingen ligt in Azië en hier werd in 2022 ruim 40% van de omzet gerealiseerd. Noord- en Zuid-Amerika droeg voor een derde aan de omzet bij en Europa, Midden-Oosten en Afrika voor ongeveer een kwart. De verkopen vinden in min of meer gelijke delen plaats over de verkoopkanalen winkels, internet en groothandel.
Het bedrijf heeft sinds 2010 een beursnotering aan de Hong Kong Stock Exchange. De grootste aandeelhouder is Reinold Geiger, hij houdt een belang van zo'n 75% in het bedrijf. Medio augustus 2023 heeft hij te kennen gegeven een bod te doen op alle aandelen die hij nog niet in handen heeft. Begin september trok hij het bod in en de aandelenkoers daalde met 30% na het bericht.
Externe link
Website in België
Frans bedrijf
Bedrijf genoteerd aan de Hong Kong Stock Exchange
|
In 1982 opende de firma een fabriekswinkel in Volx en meerder volgden in onder andere Parijs, New York en Hongkong. In 2022 waren wereldwijd 2800 verkoopvestigingen, waarvan ongeveer de helft in eigendom van L'Occitane. Het zwaartepunt van de vestigingen ligt in Azië en hier werd in 2022 ruim 40% van de omzet gerealiseerd. Noord- en Zuid-Amerika droeg voor een derde aan de omzet bij en Europa, Midden-Oosten en Afrika voor ongeveer een kwart. De verkopen vinden in min of meer gelijke delen plaats over de verkoopkanalen winkels, internet en groothandel.
| 1 |
outletwinkel, fabriekswinkel, outletstore
|
836 |
HowToSupply
|
727617
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Bagage
|
De Bagage
|
De Bagage is een personage uit de Schijfwereld, bedacht door de Britse fantasy-schrijver Terry Pratchett.
De Bagage
De Bagage is een reiskist, gemaakt van het extreem zeldzame bezield perenhout. Deze houtsoort is volkomen immuun voor toverij. De Bagage heeft een soort van dierlijk instinct en zal er alles aan doen zijn eigenaar te volgen, zelfs wanneer deze zich bevindt in het domein van De Dood of over de rand van de wereld is gevallen. De Bagage beweegt zich voort dankzij honderden kleine beentjes, die ook kunnen worden ingetrokken. Hiermee kan de Bagage zeer snel uit de voetjes komen, wat erg handig is als het kistje weer eens de kans krijgt om een belager van zijn baasje te verorberen. Hierbij ontpopt de Bagage zich telkens weer als een vreselijk moorddadig monster.
Het inwendige van de Bagage is multidimensionaal: zo kan de bagage op het ene moment een rij blikkerende tanden vertonen, wat later vol zitten met gouden munten en weer wat later zijn "gewone" inhoud tonen, zijnde de reisbenodigdheden van zijn eigenaar. De kist doet overigens ook de was voor zijn baas: vuile en verkreukelde was verandert in schone en netjes gestreken kleren. De Bagage bevat ook de Octavo, het machtige toverboek dat werd achtergelaten door de schepper van de Schijfwereld.
De eerste eigenaar van de Bagage was Tweebloesem, de eerste toerist uit het Agetese Rijk. Hij schafte de kist aan in een van die mysterieuze zwerfwinkeltjes, die verschijnen en ook plotseling weer verdwijnen. Toen Tweebloesem weer terug naar zijn eigen land ging, gaf hij de Bagage aan zijn goede vriend Rinzwind. De bagage vergezelt de mislukte tovenaar in verschillende avonturen. Wanneer Rinzwind uiteindelijk het Tegenwichters Continent (waarop zich het Agatese Rijk bevindt) bezoekt, ontdekt hij dat hier vele loopkisten rondwandelen.
Tijdens de gebeurtenissen in Interessante Tijden ontmoet de Bagage een vrouwtjeskist, waarmee hij een aantal babykistjes maakt.
Boeken met de Bagage
De Kleur van Toverij
Dat wonderbare licht
Betoverkind
Faust Erik
Interessante Tijden
Het Jongste Werelddeel
The Last Hero
Externe link
Schijfwereld & Pratchett wiki
Personage uit Schijfwereld
|
Het inwendige van de Bagage is multidimensionaal: zo kan de bagage op het ene moment een rij blikkerende tanden vertonen, wat later vol zitten met gouden munten en weer wat later zijn "gewone" inhoud tonen, zijnde de reisbenodigdheden van zijn eigenaar. De kist doet overigens ook de was voor zijn baas: vuile en verkreukelde was verandert in schone en netjes gestreken kleren. De Bagage bevat ook de Octavo, het machtige toverboek dat werd achtergelaten door de schepper van de Schijfwereld.
| 1 |
benodigdheden, verbruiksartikelen, instructiemateriaal
|
32 |
AssessAction
|
104953
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Louis%20Tobback
|
Louis Tobback
|
Louis Marie Joseph Tobback (Leuven, 3 mei 1938) is Belgisch politicus. Hij werd onder meer partijvoorzitter, minister en volksvertegenwoordiger en was van 1995 tot eind 2018 burgemeester van Leuven. Hij werd ook minister van staat en eresenator.
Levensloop
In 1962 werd Tobback licentiaat in de Romaanse filologie aan de VUB. Beroepshalve werd hij leraar Frans in het Koninklijk Atheneum van Leuven. Van 1984 tot 1987 was hij eveneens lid van de raad van bestuur van de VUB.
Hij begon zijn politieke loopbaan toen hij in 1965 voor de BSP lid werd van de Leuvense Commissie van Openbare Onderstand, wat hij bleef tot in 1970. Sinds 1971 is hij gemeenteraadslid van Leuven, waar hij van 1971 tot 1976 schepen was. Van 1995 tot 2018 was hij burgemeester van Leuven.
In 1974 werd Tobback voor het arrondissement Leuven verkozen in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waar hij tot in 1991 bleef zetelen. Vervolgens zetelde hij van 1991 tot 2003 in de Senaat. Hierdoor zetelde hij automatisch ook in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap (1974-1980) en de Vlaamse Raad (1980-1995). Van 1978 tot 1988 was hij in de Kamer voorzitter van de BSP- en vervolgens de SP-fractie.
Als fractieleider in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd Tobback een controversieel, doch populair en gewaardeerd politicus, zowel binnen als buiten zijn partij. Berucht zijn zijn one-liners, korte en gevatte uitspraken waarmee hij voor tegenstanders, maar ook voor medestanders, de stand van zaken samenvatte en tegelijk zijn mening daarover duidelijk kenbaar maakte. Zijn krakend-schorre stem versterkt het effect. Het is in deze periode dat de Raketten-Kwestie uitbrak rond de plaatsing van middellangeafstandskruisraketten in Florennes. Tobback noemde zich "een koele NAVO-minnaar", maar verzette zich tegen de plaatsing van dit nieuwe type kernwapens.
Van 1988 tot 1994 was Tobback minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken in de regeringen Martens VIII, Martens IX en Dehaene I. Ook had hij van 1988 tot 1992 de bevoegdheid Nationale Wetenschappelijke en Culturele Instellingen. De Belgische regeringen waarin hij minister was zullen vooral herinnerd worden als die van de besparingen: om tegemoet te komen aan de Maastrichtnormen van de Europese Unie moest de regering onder leiding van de christendemocraat Jean-Luc Dehaene drastisch ingrijpen in de begroting en de staatsschulden fors afbouwen. Het was geen geheim dat Tobback en Dehaene zeer goed met elkaar konden opschieten en beiden een uitgesproken voorkeur hadden voor de coalitie van socialisten en christendemocraten die van 1988 tot 1999 België regeerde. In 1990 ondertekende en bekrachtigde hij samen met 14 andere regeringsleiders een van de meest liberale abortuswetgevingen ter wereld.
In 1994 gaf Tobback zijn ministerschap op om burgemeester van Leuven te worden. Op 30 april 1995 werd hij benoemd tot minister van Staat.
Na zijn ontslag als minister werd Tobback eveneens partijvoorzitter van de SP, een functie die hij tot in 1998 uitoefende. De partij beleefde op dat moment een moeilijke tijd, want in het Agustaschandaal, dat kort tevoren was uitgebroken, werden socialistische kopstukken beschuldigd. Tobback slaagde er echter in om het verlies van de SP bij de federale en regionale verkiezingen in 1995 te beperken. Hij lanceerde eveneens een ideologische en organisatorische vernieuwing binnen de partij. Norbert De Batselier werkte een nieuw inhoudelijk project uit, gefinaliseerd in het Toekomstcongres van mei 1998. De jonge Steve Stevaert kreeg de opdracht mee om nieuwe mensen te zoeken.
In april 1998 werd Tobback in dramatische omstandigheden voor de laatste keer minister van Binnenlandse Zaken, wanneer na de ontsnapping van Marc Dutroux zijn opvolger en voorganger Johan Vande Lanotte ontslag nam. Korte tijd later, in september 1998, kwam de afgewezen Nigeriaanse asielzoekster Semira Adamu bij haar gedwongen uitwijzing om het leven. Het kwam tot hevige protesten. Tobback verdedigde het uitwijzingsbeleid, maar desondanks nam hij ontslag als minister omdat hij vond dat hij politiek verantwoordelijk was voor de dood van Adamu.
Louis Tobback is niet alleen de vader van sp.a-kopstuk Bruno Tobback, maar eveneens de politieke vader van Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte, die beiden minister werden en topfiguren binnen de sp.a waren.
Bij de provincieraadsverkiezingen in 2012 kwam Tobback op als lijstduwer voor sp.a in het district Leuven. Hij was ook lijsttrekker in de stad Leuven. Zijn partij bleef ondanks verlies de grootste, de coalitie met CD&V bleef behouden en Tobback bleef burgemeester. In 2014 duwde hij bij de Kamerverkiezingen de Vlaams-Brabantse lijst, maar hij werd niet verkozen.
In december 2015 stelde sp.a Leuven Mohamed Ridouani voor als opvolger van Tobback als lijsttrekker in 2018. Bij de verkiezingen in 2018 werd Tobback als lijstduwer verkozen voor Leuven en sleepte hij ook een provincieraadszetel in de wacht. Hij besloot zijn mandaat als gemeenteraadslid niet op te nemen zodat zijn zoon Bruno daar kon zetelen, maar besloot wel naar de provincieraad te gaan. Op 3 december 2018 legde hij de eed af als lid van de driekoppige sp.a-fractie in de Vlaams-Brabantse provincieraad.
Als parlementair fractieleider, voorzitter van de SP en minister in de Belgische regering heeft Tobback een belangrijke plaats verworven in de geschiedenis van de Belgische en Vlaamse sociaaldemocratie.
Eretekens
: Grootkruis in de Orde van Leopold II. KB 11 mei 2003
: Grootofficier in de Leopoldsorde (19 mei 1995)
: Minister van Staat, KB 30 januari 1995
: Erepenning KU Leuven, 6 november 2018
: Ereburgemeester Leuven, 4 november 2019
Wetenswaardigheden
In politieke cartoons wordt hij vaak met een buldog vergeleken.
In de satirische strip Pest in 't Paleis (1983) van Guido Van Meir en Jan Bosschaert wordt hij voorgesteld als "graaf Toebak".
In de stripreeks Nero had hij in strook 88-92 van het album Singbonga (1996) een cameo.
Hij is onder meer geïmiteerd door Dirk Denoyelle.
In het achtste seizoen van De Slimste Mens ter Wereld was hij een van de negen juryleden.
Literatuur
Kris HOFLACK, De Wereld volgens Louis Tobback, Leuven, 2012.
Karel CAMBIEN, Louis Tobback. Ik ben God de Vader niet, 1001 inspirerende oneliners en quotes, Leuven, 2013.
Externe link
Biografische fiche Louis Tobback op website Vlaams Parlement
Vooruit-politicus
Partijvoorzitter van de SP (België)
Schepen van Leuven
Burgemeester van Leuven
Belgisch volksvertegenwoordiger
Belgisch senator
Minister in de Belgische regering
Belgisch minister van Staat
Belgisch orangist
|
Als fractieleider in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd Tobback een controversieel, doch populair en gewaardeerd politicus, zowel binnen als buiten zijn partij. Berucht zijn zijn one-liners, korte en gevatte uitspraken waarmee hij voor tegenstanders, maar ook voor medestanders, de stand van zaken samenvatte en tegelijk zijn mening daarover duidelijk kenbaar maakte. Zijn krakend-schorre stem versterkt het effect. Het is in deze periode dat de Raketten-Kwestie uitbrak rond de plaatsing van middellangeafstandskruisraketten in Florennes. Tobback noemde zich "een koele NAVO-minnaar", maar verzette zich tegen de plaatsing van dit nieuwe type kernwapens.
| 1 |
beoordeling, evaluatie, mening
|
8,183 |
BroadcastFrequencySpecification
|
1821350
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/27%20MC
|
27 MC
|
Met de term 27 MC (ook 27MC) ofwel 27 megacycles per second wordt de CB-frequentieband bedoeld, waarbij CB staat voor Citizens' Band, Engels voor "burgerlijke radioband". De term is de verouderde Engelse benaming voor 27 megahertz, de algemene frequentie. De golflengte is 11 meter. Vandaar dat de CB-band ook wel 11 meter-band genoemd wordt. In Nederland loopt de band van 26,965 MHz tot 27,405 MHz.
Het zenden gebeurt met het zogenaamde "bakkie", een radio waarmee ontvangen maar ook uitgezonden kan worden. Overigens gebruiken soms ook radiopiraten deze term om hun zendapparaat aan te duiden. Het gebruik van CB-radiozendontvangers is vergunningvrij maar wel aan regels gebonden. Zo moet er gebruikgemaakt worden van goedgekeurde apparatuur en mag er alleen uitgezonden worden met een drietal modulatietechnieken en bijbehorende vermogens.
Wetgeving in Nederland
De Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning en zonder meldingsplicht 2015 bepaalt onder meer dat geen vergunning is vereist voor gebruik van frequentieruimte indien daarbij gebruik wordt gemaakt van radiozendapparaten in de 27MHz-frequentieband (CB), mits gebruikt in de in bijlage 3 daarvan aangegeven frequentiebanden en met inachtneming van de daarbij behorende gebruiksvoorschriften.
In de 27MC-band wordt over het algemeen gesproken over kanalen in plaats van frequenties. In Nederland zijn er 40 kanalen beschikbaar voor legaal gebruik. Veel moderne radio's laten zowel frequentie als kanaalnummer zien.
Bepaalde kanalen hebben in Nederland een aparte functie. Omdat het in sommige gevallen om Internationale verbindingen gaat, is het verstandig om hier rekening mee te houden bij gebruikmaken van de 27 MC.
Hieronder een overzicht van de kanalen:
Bereik van de zenders
Normaal gesproken zijn er in deze band alleen zichtverbindingen mogelijk (ca. 25 km). Tijdens verhoogde zonneactiviteit kan de propagatie echter aanzienlijk groter zijn. Zendamateurs spreken dan vaak over "condities". Het is dan mogelijk om in Nederland Franse, Italiaanse en Spaanse CB'ers te horen en in uitzonderlijke gevallen zelfs Amerikanen. Deze propagatie kan zo sterk zijn dat men lokale stations of stations tot 10 km afstand die men normaal makkelijk kan ontvangen, nauwelijks ontvangt. Vooral packetradio ondervond veel hinder van propagatie, waardoor de lokale BBS soms maar nauwelijks te bereiken was en het forwarden (het doorsturen van berichten en bestanden naar een andere BBS) soms moest wachten of via een andere band gedaan werd dan de 27 MC. Internationaal wordt modulatie USB 27,555 MHz gebruikt als aanroepfrequentie tijdens propagatie.Met een voor de Nederlandse markt standaard goedgekeurde CB-radio kan men dus niet bij deze frequentie komen (zie frequentietabel hierboven). Men kan wel op de LSB op de Amerikaanse oproepfrequentie komen (27,385 MHz).
Geschiedenis
De 27 MC-band kwam in de jaren 1950 in zwang onder Amerikaanse vrachtwagenchauffeurs. De "bakkies" werden gebruikt voor onderlinge communicatie en doorbraken hiermee de sleur van de lange geestdodende ritten, maar ook kon men elkaar hulp bieden bij pech. Hieraan wordt gerefereerd in truckersliederen als Giddy Up Go en Teddy Bear van Gerard de Vries, en in de film Convoy gemaakt naar aanleiding van dè CB-hit Convoy van C.W. McCall uit 1975.
In Nederland was op dat moment het gebruik van deze AM-gemoduleerde zenders illegaal. In de lente 1975 werden er actiegroepen opgezet voor vrijer radioverkeer: Stichting Antennevrij en Vereniging de 27MC. De 27MC wist met een strijdlied de tiplijsten van de landelijke hitlijsten te behalen. Al eerder was er ook de landelijke vereniging van 27MC-ers, de VRA-NCBHC (Vereniging van Radio-Amateurs, Nederlandse CitizensBand Hobby Club). Deze vereniging heeft zich met name ook direct tot de politiek gewend. Pas op 3 maart 1980 kwam er verandering en werd in Nederland het gebruik van de CB-band toegestaan. Er mocht met 0,5 watt, FM-gemoduleerd, op 22 kanalen gewerkt worden, mits men in het bezit was van een vergunning op grond van de Telegraaf-en Telefoonwet 1904 (later opgegaan in de Telecommunicatiewet). Dit betrof de zogenaamde MARC-vergunning. Dit stond voor "Machtigingsregeling Algemene Radiocommunicatie", een ministeriële Regeling die in 1980 tot stand kwam onder het bewind van de toenmalige Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Neelie Kroes.
Deze machtiging kostte ƒ 35 per jaar en kon zonder cursus of opleiding door iedereen op het postkantoor aangevraagd en -voor het eerste jaar- gelijk betaald worden, mits je 14 jaar of ouder was.
Het tokkelen werd een immens populaire hobby en binnen korte tijd ontstond er ook een enorme drukte en was het vrijwel onmogelijk geworden op normale tijdstippen lange afstanden te overbruggen.
Mede door deze drukte werden later (in 1982) 40 kanalen toegestaan met een maximumvermogen van 2 watt om uiteindelijk uit te komen op de huidige CEPT-standaard van 40 kanalen met een maximale modulatie van 4 watt op FM. Sinds 2001 is daarbij AM- en SSB-modulatie ook vrijgegeven om te gebruiken, met een maximale modulatie van 4 watt.
Heden
De enorme drukte van de jaren 1970 en 1980 is voorbij. Velen zijn gestopt met de hobby; men is niet meer geïnteresseerd en communicatie is dankzij gsm en internet een andere weg aan het bewandelen.
Een ander deel heeft bij het Agentschap Telecom een examen afgelegd en zich geregistreerd als radiozendamateur (niet te verwarren met de 27MC-vergunning van vroeger).
Desondanks is er nog steeds een groep CB'ers actief en is deze band niet helemaal uitgestorven. De verplichte vergunningen zijn in Nederland en België afgeschaft. Er zijn wel enkele verplichtingen omtrent het plaatsen van een antenne aan een woning of gebouw.
Enkele uitdrukkingen uit het jargon
NAVO-spellingsalfabet Veel illegale zendamateurs hadden de goede gewoonte om hiervan gebruik te maken bij het spellen van hun call. Voor de officiële zendamateurs was dit alfabet reeds verplicht gesteld.
Kappa! Dit wordt gezegd zodra het tegenstation stopt met zenden en voordat het andere tegenstation met zijn antwoord begint. Zoiets als "begrepen!". Is een verbastering van het Engelse "copy", wat een bevestiging van ontvangst is.
Break-Break! Dit wordt gezegd als iemand wil deelnemen aan het gesprek. Zo iemand wordt een "breaker" genoemd.
Fietsen Naar een vrij kanaal zoeken. Men ontmoette elkaar op kanaal 14 (het oproepkanaal) en een van beiden zocht een vrij kanaal. Daarna "fietste" men naar dit vrije kanaal.
Knijper Iemand die al dan niet tijdens een gesprek zijn zender aanzet, blijft uitzenden maar niets zegt, meestal met als doel zijn tegenstations te pesten en zo het gesprek onmogelijk te maken. Het knijpen komt van de bekende microfoons die een schakelaar hebben aan de zijkant waarin geknepen moet worden om de radio te laten zenden, de zogenoemde PTT-knop (push to talk). Een dergelijke microfoon wordt ook wel een "handknijpertje" genoemd.
Kacheltje, stoof, lineair of naverbrander Met deze vier uitdrukkingen wordt een eindtrap (lineair) bedoeld die het zendvermogen aanzienlijk omhoog brengt. Deze eindtrappen zijn in Nederland illegaal, maar in alle soorten en maten te verkrijgen: de kleintjes die het vermogen oppeppen tot 15 watt maar ook grotere, tot wel 1000 watt. De term "kacheltje" komt voort uit het feit dat deze apparaten en dan voornamelijk de grote modellen een flinke warmte produceren zodra ze in bedrijf zijn.
Mike Hiermee wordt de microfoon bedoeld, typerend voor de zendontvanger.
QSL/QSO-kaart Vaak originele, zelfgemaakte briefkaartjes die CB'ers elkaar toesturen na een "QSO", dat wil zeggen een verbinding. Dit gebeurde voornamelijk in de begintijd en is tegenwoordig onder CB'ers vrijwel in onbruik geraakt.
Staande-bij Verbastering van het Engelse woord standby. Een CB'er is staande-bij zodra hij niet actief deelneemt aan gesprekken maar wel aan het luisteren is via het (onderling afgesproken) oproepkanaal.
S-je 9 Op een puntenschaal van 1 tot 9 geeft men de signaalsterkte aan, tegenwoordig meestal te zien op de ontvanger met leds: Hoe meer er oplichten hoe beter het signaal. De oude analoge wijzers hebben een groen gedeelte tot aan S9, daarna staat er op de rode schaal 10-20-30-50, men spreekt dan van 10 over 9 of 10 dB.
Volle bak De meest gebruikte term, als antwoord op de vraag van een zender hoe sterk het signaal overkomt bij een ontvanger, waarbij de signaalmeter volledig (maximaal) uitslaat.
Radiootje 5 Op een puntenschaal van 1 tot 5 geeft men de 'verstaanbaarheid' (modulatie/readability) aan. Dit heeft meestal te maken met de kwaliteit van de microfoon.
Rogerbeep of Rogerpiep Een pieptoon die te horen is zodra iemand stopt met zenden. Voornamelijk in gebruik op AM en SSB, omdat het daar nauwelijks te horen is wanneer iemand stopt met zenden. Dit in tegenstelling tot FM, waar de radio hard begint te ruisen zodra men stopt met zenden.
Code Rood! Aanduiding dat de opsporingsdienst gesignaleerd is en men moet oppassen met het gebruik van "kacheltjes" en illegale frequenties.
Witte muizen Hier wordt de opsporingsdienst (Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, vroeger: AT, RDR of RCD) mee bedoeld, op zoek met peilwagens naar illegale zenders. Deze term werd vooral gebruikt in de tijd dat de 27MC-band nog niet was vrijgegeven.
Locken Dit wordt veel gebruikt bij vooral tafelmicrofoons die een speciale knop, de lock, hebben zodat je niet de hele tijd de knop in hoeft te drukken.
Kleefvoet Antenne met magneet voor op een auto of vrachtwagen.
1op1 Perfecte afstelling van de antenne, te meten met een SWR-meter (ook wel "Staande Golf Meter" genoemd). Andere waarden zijn bijvoorbeeld: 1:1.2 / (vrij goede afstelling) 1:3 (1 op 3): slechte afstelling antenne / (1 op 10):zeer slechte afstelling, waarschijnlijk sluiting in de plug of geen massa genoeg. Degene is vaak niet te ontvangen door een ander station, of zeer slecht.
Spriet De halvegolf- of 5/8-golfantenne is een lange antenne van rond de 5,5 meter (rond de 6,875 meter voor 5/8). Beide antennes kunnen kleine radialen onderaan de antenne hebben.
Tokkelen Kletsen via de radio. Verbastering van .
Alfakanalen Bij de indeling van de kanalen is er een standaardkanaalscheiding van 10 kHz, bij kanaal 3, 7, 11, 15 en 19 is de ruimte groter (20 kHz), dit noemen we alfakanalen (tussenkanalen of alpha channels) en deze worden vaak gebruikt als de standaardkanalen "vol" zaten. Het gebruik van deze kanalen is niet toegestaan, ze werden gebruikt voor draadloze afstandsbedieningen van speelgoedautootjes en -vliegtuigjes. Storingen kwamen vaak voor en vliegtuigjes stortten dan ook vaak neer. Tegenwoordig worden deze kanalen hierdoor niet meer gebruikt.
Callen (Roepen) Proberen contact te leggen met andere 27MC'ers, op de FM wordt meestal is er iemand staande-bij? geroepen terwijl op de SSB meestal de callsign en frequentie worden geroepen in de vorm van Cq Cq (callsign) on (frequentie).
'73's Aan het einde van een verbinding "Hartelijke groeten". Term afkomstig van (gelicenseerde) zendamateurs, maar wordt ook wel op de 27 MC gebruikt.
QRT Stoppen met zenden en de zender uitzetten. Term afkomstig van telegrafisten en (gelicenseerde) zendamateurs, maar wordt ook wel op de 27 MC gebruikt.
Vossen Hierbij wordt gebruik gemaakt van een verstopte 27 MC-zender/baken die afwisselende tonen op een vooraf afgesproken tijd en frequentie uitzendt. De bedoeling is dan om de zender (vos) daadwerkelijk zo snel mogelijk op te sporen.
Referenties
. 5. European cb federation
De federatie voor de cb gebruiker
https://www.ecbf.eu
Radiospectrum
|
Bereik van de zenders
Normaal gesproken zijn er in deze band alleen zichtverbindingen mogelijk (ca. 25 km). Tijdens verhoogde zonneactiviteit kan de propagatie echter aanzienlijk groter zijn. Zendamateurs spreken dan vaak over "condities". Het is dan mogelijk om in Nederland Franse, Italiaanse en Spaanse CB'ers te horen en in uitzonderlijke gevallen zelfs Amerikanen. Deze propagatie kan zo sterk zijn dat men lokale stations of stations tot 10 km afstand die men normaal makkelijk kan ontvangen, nauwelijks ontvangt. Vooral packetradio ondervond veel hinder van propagatie, waardoor de lokale BBS soms maar nauwelijks te bereiken was en het forwarden (het doorsturen van berichten en bestanden naar een andere BBS) soms moest wachten of via een andere band gedaan werd dan de 27 MC. Internationaal wordt modulatie USB 27,555 MHz gebruikt als aanroepfrequentie tijdens propagatie.Met een voor de Nederlandse markt standaard goedgekeurde CB-radio kan men dus niet bij deze frequentie komen (zie frequentietabel hierboven). Men kan wel op de LSB op de Amerikaanse oproepfrequentie komen (27,385 MHz).
| 3 |
uitzendfrequentie, MHz, modulatie
|
2,907 |
BankAccount
|
5759671
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Surinaamse%20Postspaarbank
|
Surinaamse Postspaarbank
|
De Surinaamse Postspaarbank NV (SPSB) is een Surinaamse bank. De bank is voor honderd procent eigendom van de Surinaamse overheid.
Doelgroep
De bank richt zich vooral op spaarproducten, zoals spaarbankboekjes, schoolsparen, spaarrekeningen, studentenrekeningen en beleggingen. De bank bezoekt scholen in heel Suriname om sparen bij kinderen onder de aandacht te brengen. De spaartegoeden worden in geval van een faillissement voor honderd procent gedekt door de Surinaamse overheid.
Geschiedenis
De voorloper van de Surinaamse Postspaarbank was de Koloniale Spaarbank. Deze trad op 1 januari 1880 in werking en het besluit ertoe werd genomen door gouverneur Van Sypesteyn in een resolutie van 13 augustus 1879.
De naam werd op 28 oktober 1903 gewijzigd in Koloniale Postspaarbank. De resolutie hiervoor werd door gouverneur Brons getekend op 13 september 1946. De bank werd beheerd door de Dienst der Posterijen die in hetzelfde gebouw gevestigd was als de bank. Beide instellingen werden geleid door dezelfde directeur.
Daarna werd deze bank op 13 september 1946 opgevolgd door de Surinaamse Postspaarbank. Deze naam heeft ze ook gehouden sinds het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 en de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975. Het hoofdkantoor is gevestigd aan de Knuffelsgracht.
Surinaamse bank
Surinaams staatsbedrijf
|
Doelgroep
De bank richt zich vooral op spaarproducten, zoals spaarbankboekjes, schoolsparen, spaarrekeningen, studentenrekeningen en beleggingen. De bank bezoekt scholen in heel Suriname om sparen bij kinderen onder de aandacht te brengen. De spaartegoeden worden in geval van een faillissement voor honderd procent gedekt door de Surinaamse overheid.
| 1 |
bankrekening, spaarrekening, betaalrekening
|
9,396 |
AutomatedTeller
|
4391698
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Omron
|
Omron
|
Omron is een Japans technologiebedrijf.
Geschiedenis
Het bedrijf werd opgericht in 1933 te Osaka door Kazuma Tateisi. Hij was oorspronkelijk een verkoper van broekpersen en messenslijpers, maar startte toen een bedrijf dat een nauwkeuriger tijdklok voor röntgenopnames ging produceren, waaraan in ziekenhuizen behoefte bestond. Deze stap zette Tateisi op aanraden van een vriend, die verkoper van röntgenapparatuur was. Dit bedrijf heette aanvankelijk: Tateisi manufacturing Manufacturing Company. De bewuste klok maakte gebruik van relais.
De vraag naar relais groeide, en als vervolg hierop werden ook precisieschakelaars geproduceerd. Deze werden onder meer door de Japanse luchtmacht in oorlogstijd gebruikt. De fabrieken werden daarop gebombardeerd.
Na de Tweede Wereldoorlog werd een nieuwe fabriek gebouwd in Kyoto en werd de naam veranderd in Tateisi Electronics Company. Men breidde het productiepakket uit met huishoudelijke apparaten maken, zoals elektrische sigarettenaanstekers. In 1955 begon men precisieschakelaars voor het leger te vervaardigen, die aan strenge Amerikaanse normen moesten voldoen, waardoor de structuur van het bedrijf moest worden gewijzigd.
In 1958 werd een contactloze precisieschakelaar ontwikkeld, op basis van halfgeleiders, die in 1960 op de Jaarbeurs van Osaka werd getoond. In 1960 werd een ontwikkelingslaboratorium gebouwd, van waaruit tal van nieuwe producten werden ontwikkeld. Vooral op het terrein van automatiseringsproducten werd veel vooruitgang geboekt. Zo werd in 1971 de eerste pinautomaat ter wereld geproduceerd. Ook verkeersregelinstallaties werden ontwikkeld.
In 1986 werd te Ayabe een nieuwe fabriek geopend en er kwamen regionale centra voor Noord-Amerika, Azië en Pacific, en voor Europa en Afrika. Dit laatste werd in 1988 geopend in Hoofddorp. In 1990 werd de naam van het bedrijf veranderd in Omron, naar een wijk in Kyoto. Allerlei automatiseringstechnologieën werden ontwikkeld, zoals detectoren voor vals geld van een groot aantal valuta, gezichtherkenning voor smartphones (1994).
Heden
Het bedrijf bezat in 2015 11.000 patenten en behoorde tot de 2000 grootste concerns ter wereld. Er werkten 36.500 mensen in 210 vestigingen in 35 landen en de jaarlijkse omzet was 6 miljard euro.
Het bedrijf is actief in industriële automatisering en ontwerpt daartoe complete productielijnen en componenten daarvoor, zoals sensoren en schakelaars. Daarnaast is het bedrijf actief in de gezondheidstechnologie.
De grootste Europese productielocatie bevindt zich te 's-Hertogenbosch. Hoewel veel werk in 2005 naar China werd overgebracht, wordt dat in toenemende mate teruggehaald. In deze vestiging vindt ontwikkeling en productie plaats, naast verkoop en marketing. Bij de Bossche ontwikkelingsafdeling werken 50 mensen, bij verkoop en marketing werken 60 mensen.
Japans bedrijf
Elektrotechnisch bedrijf
Economie in 's-Hertogenbosch
|
In 1958 werd een contactloze precisieschakelaar ontwikkeld, op basis van halfgeleiders, die in 1960 op de Jaarbeurs van Osaka werd getoond. In 1960 werd een ontwikkelingslaboratorium gebouwd, van waaruit tal van nieuwe producten werden ontwikkeld. Vooral op het terrein van automatiseringsproducten werd veel vooruitgang geboekt. Zo werd in 1971 de eerste pinautomaat ter wereld geproduceerd. Ook verkeersregelinstallaties werden ontwikkeld.
| 1 |
geldautomaat, pinautomaat, bankautomaat
|
7,875 |
Painting
|
2847104
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gaspar%20Roomer
|
Gaspar Roomer
|
Gaspar Roomer (Antwerpen, tussen 1596 en 1606 - Napels, 3 april 1674) was een vooraanstaand Brabantse koopman, bankier, mecenas en kunstverzamelaar, die actief was in Napels in de 17e eeuw.
Levensloop
Geboren in Antwerpen, woonde hij gedurende ten minste vier decennia in Napels, waarschijnlijk vanaf 1626 en zeker vanaf de jaren 1630. Hij verwierf een aanzienlijk vermogen door de handel, vooral met de Vlaamse en Nederlandse provincies, en bankactiviteiten, waaronder zijn rol als financier van koning Filips IV van Spanje. Zijn vennoot was Jan van den Eynde, die ook afkomstig was uit Brabant.
Hij bezat een ruime villa genaamd 'Villa Bisignano' (nu ook gekend als 'Villa Roomer') in de Barra wijk van Napels. De balusters in de villa zijn, misschien op zijn voorstel, versierd met houtsnijwerk van krijgers en gebochelde personages, gebaseerd op Noord-Europese prenten. De tijdgenoot en historicus Giulio Cesare Capaccio schreef ook over 'prachtige ornamenten die helemaal uit China kwamen'. Roomer had voorts chinoiserie meubels en dit heeft mogelijk een rol gespeeld in het populariseren van deze stijl in Napels. Hij was actief in de kunsthandel tussen Zuid-en Noord-Italië door bemiddeling van agenten waaronder onder meer de Vlaamse kunstenaars en handelaren Cornelis de Wael en Abraham Brueghel, die in Genua en Rome woonden.
Kunstverzameler en mecenas
Gaspar Roomer maakte deel uit van een groep privė-mecenassen en verzamelaars in Napels, waartoe ook zijn landgenoot Ferdinand Vandeneynden behoorde, die hebben bijgedragen aan een modernere en meer naar buiten gerichte smaak in de schilderkunst in Napels vanaf het midden van de jaren 1630. Roomers smaak was zowel hedendaags als ruim in stijlen en zonder nationale beperkingen. Hij verzamelde werken van Vlaamse en Nederlandse meesters zowel as die van lokale schilders. Hij kocht aan in verschillende genres zoals caravaggistische schilderijen, landschappen en genrestukken. Roomer was uniek onder 17e-eeuwse verzamelaars omdat hij veel niet-religieuze werken verwierf. Hij was ook een verwoed verzamelaar van tekeningen. Toen hij in 1674 stierf bevatte zijn kunstcollectie meer dan 1500 schilderijen. Zijn collectie geraakte door heel Europa verspreid na zijn dood.
Hij was een beschermheer van kunstenaars. In de late jaren 1630 gaf hij Rubens de opdracht voor het schilderij Het Feest van Herodes (nu in de National Gallery of Scotland in Edinburgh). Dit schilderij van Rubens heeft mogelijk bijgedragen aan de invoering in Napels van een neo-Venetiaanse stijl die een invloed zou hebben op de evolutie van de lokale barok. Hij nodigde ook de plaatselijke schilder Aniello Falcone uit om fresco's in zijn villa te schilderen. Deze cyclus over de Bijbelse Mozes geschilderd in de Villa Roomer is de enige geheel overlevende frescocyclus van deze kunstenaar. Als kunsthandelaar en mecenas speelde Roomer een belangrijke rol in de verspreiding van verschillende artistieke stijlen in Napels.
De schilders opgenomen in zijn collectie waren (in alfabetische volgorde):
Leonard Bramer, Giacinto Brandi, Giacomo Borgognone, Jan van Boeckhorst, Gerard van der Bos, Jan Brueghel de oudere, Paul Bril, Caracciolo, Giovanni Benedetto Castiglione, Viviano Codazzi, Jacques Duyvelant, Aniello Falcone, Luca Giordano, Guercino, David de Haen, Pieter van Laer, Jan Miel, Cornelius van Poelenburgh, Cornelis Schut, Goffredo Wals, Bartolommeo Passante, Mattia Preti, Ribera, Peter Paul Rubens, Sacchi, Carlo Saraceni, Massimo Stanzione, Van Dyck, Simon Vouet en Pieter de Witte.
Referenties
Externe link
Roomer op biografisch portaal van Nederland
Zuid-Nederlands ondernemer (voor 1830)
Zuid-Nederlands bankier (voor 1830)
Kunstverzamelaar
Persoon in de Nederlanden in de 17e eeuw
Geschiedenis van Napels
|
Kunstverzameler en mecenas
Gaspar Roomer maakte deel uit van een groep privė-mecenassen en verzamelaars in Napels, waartoe ook zijn landgenoot Ferdinand Vandeneynden behoorde, die hebben bijgedragen aan een modernere en meer naar buiten gerichte smaak in de schilderkunst in Napels vanaf het midden van de jaren 1630. Roomers smaak was zowel hedendaags als ruim in stijlen en zonder nationale beperkingen. Hij verzamelde werken van Vlaamse en Nederlandse meesters zowel as die van lokale schilders. Hij kocht aan in verschillende genres zoals caravaggistische schilderijen, landschappen en genrestukken. Roomer was uniek onder 17e-eeuwse verzamelaars omdat hij veel niet-religieuze werken verwierf. Hij was ook een verwoed verzamelaar van tekeningen. Toen hij in 1674 stierf bevatte zijn kunstcollectie meer dan 1500 schilderijen. Zijn collectie geraakte door heel Europa verspreid na zijn dood.
| 3 |
schilderij, kunstwerk, schilderkunst
|
6,144 |
WarrantyPromise
|
2001526
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Toys%20XL
|
Toys XL
|
Toys XL was een keten van speelgoedwinkels die in Nederland geëxploiteerd werd door Speelhoorn B.V.. Er waren vestigingen in onder meer Tilburg, Breda, Amsterdam, Hoofddorp, Rotterdam, Utrecht, Groningen en Leeuwarden.
Geschiedenis
In 1993 vestigde de Amerikaanse speelgoedwinkelketen Toys "R" Us zich in Nederland. In 1997 nam Blokker in eerste instantie de winkels over. Eurocommissaris Karel van Miert sprak hierover zijn kritiek uit, en Blokker Holding werd gesommeerd een meerderheid van haar aandelen weer van de hand te doen. Dit werd geëist door de Europese commissie uit angst dat Blokker te groot zou worden.. De keten kwam in handen van De Hoge Dennen en die zette de winkels voort. De licentiedeal werd in 2009 stopgezet tussen De Hoge Dennen en het hoofdkantoor van Toys "R" Us, en Speelhoorn B.V. nam de destijds 17 bestaande filialen over en doopte de winkels om naar de naam ToysXL.
In eerste instantie hield Blokker een minderheidsbelang, maar in april 2016 kocht Blokker uiteindelijk alle aandelen van ToysXL op. In de zomer van 2016 presenteerde Blokker het plan de winkelformules ToysXL en Bart Smit in 2017 verder te laten gaan als Intertoys.
In december 2017 is Intertoys, samen met merknaam ToysXL door Alteri Investors overgenomen van Blokker Holding.
Op 1 december 2017 waren alle winkels omgebouwd tot IntertoysXL winkels en verdween de naam definitief uit het straatbeeld. Enkel het oude hoofdkantoor en filiaal Utrecht Kanaleneiland bleef tot 15 december open als ToysXL en sloot uiteindelijk als enige definitief de deuren.
Activiteiten
Vergelijkbaar met speelgoedketens Bart Smit en Intertoys publiceerde ToysXL rond de feestdagen ook een speelboek. Het grote verschil was dat dit eerder een dikke, papieren krant was dan een boek zoals bij eerder genoemde winkels. Daarnaast had de keten rond de sinterklaasperiode een eigen app waarop kinderen een verlanglijstje konden maken met behulp van het assortiment uit de winkels en dit online konden delen.
De winkels waren te vergelijken met grootdetailhandels, waarbij de klanten zelfbediening moesten toepassen. Er werd onder andere niet ingepakt bij de kassa's, klanten konden dit zelf doen bij inpaktafels. Ook hadden de winkels hun eigen reparatiebalies waar ter plekke spullen werden gerepareerd en klantenservicebalies.
De winkels waren ingedeeld in verschillende werelden met elk een thema en eigen kleur. Multimedia was blauw, speelgoed voor meisjes was paars, buitenspeelgoed groen, etc. De vloeren van de winkels waren grijs/geel en speels met oversteekpunten en rotondes. Vaak waren dit ook nog de inrichtingen van de voormalige Toys 'R' Us, die door ToysXL werden overgenomen.
Veelal werd gewerkt met het franchise model in-store. Grote merken als LEGO en Playmobil huurden hele afdelingen of stellingen in de winkel die zij naar wens inrichtten en waarvoor zij het materiaal leverden. Disney toonde in 2014 interesse om afdelingen te franchisen bij ToysXL. Een proef werd tot eind 2016 gedraaid in het filiaal in Hoofddorp, wat echter voor Disney geen succes bleek te zijn. Ze trokken zich dus terug. Na de overname door Blokker en de verandering naar Intertoys zijn de meeste in-store franchisers gestopt en verdwenen. Enkel Lego en Playmobil hebben hun contract behouden.
De filialen Breda, Middelburg en Utrecht the Wall waren Lego speciaalzaken met 500m2 aan Lego.
De filialen Hengelo, Muiden en Roermond waren Playmobil speciaalzaken met 100m2 aan Playmobil collectie.
Deze winkels onderscheidde zich dus van de andere winkels door zich te specialiseren in een product.
De winkel heeft van 2010 tot 2015 een webwinkel gehad. Deze sloot eind 2015 na problemen met het doorvoeren van bestellingen. De webwinkel is nooit heropend en later opgegaan in de website van Intertoys.
Mascotte
ToysXL had een eigen winkelsymbool, Japie de Leeuw. Deze mascotte was te vinden in het logo, inpakpapier, folders, personeelsuniformen en door de winkel. Ook was de mascotte in de winkels te koop op verschillende producten als voetballen, bellenblaas en als pluche dier.
De mascotte was vernoemd naar de Jaap Blokker, die via Blokker Holding minderheidsaandeelhouder van ToysXL was.
Vestigingen
In april 2019 had Toys XL 14 vestigingen verspreid over Nederland:
Voorheen had ToysXL tot 2016 ook filialen in o.a. Den Haag, Enschede en Haarlem. In totaal heeft de keten op haar hoogtepunt 21 filialen (allemaal voorheen Toy'R'Us) in Nederland beheerd.
Externe link
Officiële website
Artikel over het einde van Toys R Us in Nederland en ToysXL
Speelgoedwinkel
Blokker Holding
Nederlandse winkelketen
|
De winkels waren te vergelijken met grootdetailhandels, waarbij de klanten zelfbediening moesten toepassen. Er werd onder andere niet ingepakt bij de kassa's, klanten konden dit zelf doen bij inpaktafels. Ook hadden de winkels hun eigen reparatiebalies waar ter plekke spullen werden gerepareerd en klantenservicebalies.
| 1 |
klantenservice, defectdekking, kosteloos herstel
|
11,943 |
ComedyClub
|
90947
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Owen%20Schumacher
|
Owen Schumacher
|
{{Infobox cabaretier
| naam = Owen Schumacher
| afbeelding = Owen Schumacher (2018).jpg
| onderschrift = Owen Schumacher (2018)
| volledige naam = Anton Owen Schumacher
| bijnaam =
| geboren = Hilversum, 21 maart 1967
| overleden =
| land =
| jaren-actief = 1986 - heden
| bekend = KopspijkersKoefnoen
| beroep = tekstschrijver, stand-upcomedian, presentator, jurist en acteur
| website =
| imdb = 1483423
| allmusic =
}}
Anton Owen Schumacher (Hilversum, 21 maart 1967) is een Nederlands tekstschrijver, stand-upcomedian, presentator, jurist en acteur.
Levensloop
Schumacher had in zijn jeugd al een voorliefde voor cabaret en toneel, maar werd op zeventienjarige leeftijd niet toegelaten tot de Kleinkunstacademie. In plaats daarvan ging hij Rechten studeren. Hij rondde zijn studie na ruim vier jaar af in twee richtingen (Nederlands recht en Internationaal recht).
Doorbraak
Tijdens zijn studie deed hij in 1986 met cabaretgroep 'De Rode Raaf' mee aan het Cameretten Festival, maar dat was geen groot succes. Na zijn afstuderen kwam hij in contact met Comedytrain, het podium voor stand-upcomedy in Nederland. Hij ging parttime werken als jurist, zodat hij zich in de resterende tijd kon storten op stand-upcomedy. Vanaf 1991 is hij een vaste waarde voor Comedytrain. Hij maakte ook tours langs comedyclubs in Engeland en de Verenigde Staten.
Doordat hij zich zo ontwikkelde als stand-upcomedian werd hij ook steeds meer gevraagd als tekstschrijver voor radio- en televisieprogramma's. Hij schreef onder andere teksten voor de televisieprogramma's Glamourland en Dit was het nieuws en het radioprogramma Spijkers met koppen. Vanaf 1997 maakte hij ook deel uit van het team van tekstschrijvers voor het televisieprogramma Kopspijkers. Hij speelde in dit programma ook af en toe mee in het cabaret, waarbij hij bekende Nederlanders persifleerde zoals Frank de Grave, Gerrit Zalm en Jan Peter Balkenende. In 2004 verliet hij Kopspijkers samen met Paul Groot om een eigen satirisch programma Koefnoen te gaan maken. Dit programma is vanaf september 2004 op televisie. In 2009 en vanaf 2017 is Schumacher jaarlijks te zien in het Sinterklaasjournaal als Mallepietje.
Vanaf februari 2004 stond hij zelf op het toneel samen met Paul Groot, Plien van Bennekom en Bianca Krijgsman, in het door Paul Groot geschreven stuk Stessen.
In 2010 speelde hij enkele rollen in Van Zon op Zaterdag. In 2012 heeft hij zijn eigen documentaireprogramma Nep!. In 2014 was hij te zien in Wie is de Mol?. Hij was de tweede afvaller.
Op 24 januari 2014 won hij het winterseizoen 2013/2014 van "De Slimste Mens" van Nederland van de NCRV. Sinds 27 juli 2015 werkt hij samen met Lucille Werner mee aan de Nederlandse versie van Pointless.
In 2019 maakte Schumacher de podcastserie Ik was jou, waarin hij personen interviewt die hij eerder persifleerde.
In 2022 speelde Schumacher de rol van Frederique Holywell in de derde editie van het televisieprogramma Scrooge Live''.
Nederlands cabaretier
Nederlands tekstschrijver
Nederlands televisiepresentator
|
Doorbraak
Tijdens zijn studie deed hij in 1986 met cabaretgroep 'De Rode Raaf' mee aan het Cameretten Festival, maar dat was geen groot succes. Na zijn afstuderen kwam hij in contact met Comedytrain, het podium voor stand-upcomedy in Nederland. Hij ging parttime werken als jurist, zodat hij zich in de resterende tijd kon storten op stand-upcomedy. Vanaf 1991 is hij een vaste waarde voor Comedytrain. Hij maakte ook tours langs comedyclubs in Engeland en de Verenigde Staten.
| 3 |
comedyclub, stand-upcomedy, cabaretclub
|
1,650 |
SportsTeam
|
5174376
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dignitas%20%28e-sport%29
|
Dignitas (e-sport)
|
Dignitas (voorheen Team Dignitas) is een internationale e-sportclub met het hoofdkantoor in Londen.
Geschiedenis
Team Dignitas werd opgericht in 2003 door Michael O'Dell.
Tot de grootste prestaties van Team Dignitas behoren de eerste plaats van de Nederlandse TrackMania-speler Freek Molema op de Electronic Sports World Cup 2007, het winnen van het Quake Wars-toernooi tijdens Quakecon 2007, de eerste plaats van de Britse Command & Conquer 3-speler Shaun Clark tijdens de World Cyber Games 2007, en de overwinning van het World in Conflict-team tijdens Cyberathlete Professional League 2007.
In september 2016 werd het team overgenomen door de Amerikaanse basketbalclub Philadelphia 76ers.
De club werd in oktober 2018 hernoemd naar "Dignitas", en liet de benaming "Team" achterwege. Ook het logo werd vernieuwd.
Divisies
Counter-Strike: Global Offensive (damesteam)
Heroes of the Storm
PlayerUnknown's Battlegrounds
Rocket League
Super Smash Bros. Melee
Smite
Externe links
Website van Dignitas
Profielpagina op Esports Earnings
Dignitas: Resultaten op Liquipedia.net
E-sportteam
|
Tot de grootste prestaties van Team Dignitas behoren de eerste plaats van de Nederlandse TrackMania-speler Freek Molema op de Electronic Sports World Cup 2007, het winnen van het Quake Wars-toernooi tijdens Quakecon 2007, de eerste plaats van de Britse Command & Conquer 3-speler Shaun Clark tijdens de World Cyber Games 2007, en de overwinning van het World in Conflict-team tijdens Cyberathlete Professional League 2007.
| 2 |
sportteam, sportorganisatie, speler
|
11,191 |
ViewAction
|
214948
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem%20Wever
|
Willem Wever
|
Willem Wever is een informatief televisieprogramma en een informatieve website van de KRO-NCRV voor kinderen en volwassenen waarin kijkersvragen worden beantwoord. In het programma wordt hiervoor een expert bezocht, die het antwoord zo visueel mogelijk uitlegt. Op deze manier wordt het antwoord op de vraag en de uitleg voor de kijker ook duidelijk. Vaak wordt gebruikgemaakt van proefjes, soms kunnen deze door de kijker worden nagedaan. Het programma valt onder de categorie infotainment, en is vergelijkbaar met de kinderprogramma's Groot Licht en Het Klokhuis.
De website werkt op dezelfde manier. Kinderen stellen vragen waarvan de redactie er dagelijks drie selecteert, waar via de site op gestemd kan worden. De winnende vraag wordt vervolgens door een expert beantwoord. Op de site zijn verder ook themapagina's te vinden met weetjes en spelletjes rondom één onderwerp, zoals voeding of sport.
Ontstaan
Willem Wever heeft haar wortels in het radioprogramma Wie Weet Waar Willem Wever Woont?, dat vanaf 1977 door de NCRV werd uitgezonden. Met steevast de vraag van een luisteraar als vertrekpunt, behandelde het radio-programma de meest uiteenlopende onderwerpen (wat doet het woord 'kaas' in Pindakaas?). Reportages op locatie werden aangevuld met studiogesprekken met deskundigen. Met gemiddeld één miljoen luisteraars was het programma, gepresenteerd door Gerard van den Berg en Legien Kromkamp en later Dik Bikker en Jeannette van Enst, het best beluisterde infotainment-programma van haar tijd.
Begin jaren negentig, verscheen de televisie-versie, dat goeddeels trouw bleef aan het oorspronkelijke format. De presentatie was aanvankelijk in handen van Jochem van Gelder. Na zeven seizoenen werd hij opgevolgd door Kasper van Kooten, die al na 1 seizoen plaats maakte voor Jetske van den Elsen. Van den Elsen presenteerde het programma 6 seizoenen lang, maar werd in 2007 opgevolgd door acteur Ewout Genemans. In 2014 werd Genemans opgevolgd door Evelien Bosch en Sascha Visser. In 2015 werden zij opgevolgd door Ajouad El Miloudi en Jetske van den Elsen, die na acht jaar een jaartje terugkeerde bij het programma en vervolgens werd opgevolgd door Tess Milne. In 2017 kwam Saskia Weerstand er bij, en in 2019 volgde een nieuw presentatorsduo met Tim Senders en Edson da Graça.
Presentatoren
Radio (Wie weet waar Willem Wever Woont?)
Gerard van den Berg (1977-1984)
Legien Kromkamp (1977-1984)
Dik Bikker (1984 - ?)
Jeannette van Enst (1984 - ?)
Televisie (Willem Wever)
Jochem van Gelder (1994-2000)
Kasper van Kooten (2000-2001)
Jetske van den Elsen (2001-2007, 2015)
Ewout Genemans (2007-2014)
Raymi Sambo (2006-?)
Sascha Visser (2014-2015)
Evelien Bosch (2014-2015)
Ajouad El Miloudi (2015-2018)
Tess Milne (2016-2019)
Saskia Weerstand (2017-2019)
Tim Senders (2019-heden)
Edson da Graça (2019-2022)
Externe links
Officiële website
Nederlands kinderprogramma op televisie
Programma van de NCRV
Programma van KRO-NCRV
Tuvalu Media
|
De website werkt op dezelfde manier. Kinderen stellen vragen waarvan de redactie er dagelijks drie selecteert, waar via de site op gestemd kan worden. De winnende vraag wordt vervolgens door een expert beantwoord. Op de site zijn verder ook themapagina's te vinden met weetjes en spelletjes rondom één onderwerp, zoals voeding of sport.
| 1 |
bekijken, visuele inhoud, actie
|
400 |
PostOffice
|
250133
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rijkspostspaarbank
|
Rijkspostspaarbank
|
De oprichting van de Nederlandse Rijkspostspaarbank vond in 1881 plaats. De bank viel onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Transacties waren mogelijk op ieder postkantoor in het Koninkrijk der Nederlanden. De eerste directeur was Arnold Kerdijk, een progressieve liberaal die in de algemene spaarbank een mogelijkheid zag tot verheffing van de arbeiders.
Het succes van de Rijkspostspaarbank was groot. Hieraan hebben de opvolgers van Kerdijk, met name Armand Sassen en P. J. F. du Bois, een belangrijke bijdrage geleverd.
Kerdijk stapte al een maand na de oprichting op, zijn prioriteiten lagen op een ander vlak. In de vijftig jaar na de oprichting groeide het aantal spaarrekeningen tot zo’n 2,2 miljoen in 1931.
Na de Tweede Wereldoorlog bleef de groei van de Rijkspostspaarbank echter achter bij die van particuliere spaarbanken. De rente die de Rijkspostspaarbank kon bieden was door wettelijke voorschriften beperkt, iets wat voor de concurrentie niet gold.
De Rijkspostspaarbank moest haar dienstverlening uitbreiden wilde ze nog reden tot bestaan hebben.
De belangrijkste actie was het realiseren van een nauwe samenwerking met de Postcheque- en Girodienst. Voor beide diensten bood dit nieuwe mogelijkheden. Samenvoeging van beide instellingen vond in 1977 plaats, dat werd de Postgiro/Rijkspostspaarbank. In 1979 volgde de invoeging van de Gemeentegiro Amsterdam. Het overheidsbedrijf werd in 1986 verzelfstandigd tot de Postbank en daarna stapsgewijs geprivatiseerd.
De bank had jarenlang een hoofdkantoor aan de Van Baerlestraat 27 in Amsterdam-Zuid.
Geschiedenis
Tijdlijn
Externe link
Rijkspostspaarbank in Amsterdam Rijksmonumenten.nl
Voormalige Nederlandse bank
|
De oprichting van de Nederlandse Rijkspostspaarbank vond in 1881 plaats. De bank viel onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Transacties waren mogelijk op ieder postkantoor in het Koninkrijk der Nederlanden. De eerste directeur was Arnold Kerdijk, een progressieve liberaal die in de algemene spaarbank een mogelijkheid zag tot verheffing van de arbeiders.
| 1 |
postkantoor, postdienst, overheidskantoor
|
7,461 |
ViewAction
|
4796572
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Voletarium
|
Voletarium
|
Voletarium is een panoramavliegsimulator in het Duitse attractiepark Europa-Park en ligt in het themagebied Duitsland. Voletarium opende 3 juni 2017 voor publiek en is de eerste panoramavliegsimulator in Duitsland.
Geschiedenis
In 2013 opperde de voormalige directie van attractiepark de Efteling om samen met Europa-Park een vliegsimulator te openen in beide parken. In beide parken zou dan dezelfde film gedraaid worden. Om te besparen op de kosten zouden beide parken de helft betalen. Door andere prioriteiten van de Efteling is het plan gesneuveld.
In 2016 begon Europa-Park met een van haar hotels: Gästehaus Circus Rolando af te breken, tegelijkertijd met de aankondiging voor de bouw van de panoramavliegsimulator. De attractie werd gebouwd op de locatie van het voormalige hotel. Hiervoor moest ook het traject van de monorail omgelegd worden. 3 juni 2017 opende Voletarium de deuren voor het publiek.
Architectuur
Voletarium staat in het themagebied Duitsland nabij de hoofdentree van Europa-Park. Om plaats te maken voor de simulator moest het hotel Gästehaus Circus Rolando verdwijnen en werd een deel van het traject van de monorail omgelegd. Hierdoor is genoeg ruimte vrijgekomen voor de attractie die een oppervlakte heeft van 4800 vierkante meter. Het hoogste punt van het gebouw betreft zestien meter.
Qua exterieur is te zien dat ontwerpers zich hebben laten inspireren door diverse objecten en gebouwen in Europa, waaronder Groningen Centraal, het Rijksmuseum Amsterdam en diverse stadshuizen in het Britse Manchester en Duitse Bremen. Ook zijn er duidelijk Gotische elementen terug te vinden aan het exterieur.
Volgens Europa-Park is 50% van het budget besteed aan decoratie. Dat komt neer op €12,5 miljoen. De wachtrij doorloopt meerdere rijkelijk gedecoreerde ruimtes, waarin het verhaal achter de attractie wordt verteld.
Voletarium telt twee grote ruimtes. In elke ruimte is een simulator verwerkt, bestaand uit zeven gondels en een bolvormig scherm met een lengte van 21 meter.
In de attractie is diverse keren het logo van vliegtuigmaatschappij Eurowings te zien. In een van de eerste wachtruimtes staat een schaalmodel van een vliegtuig met op de muur de kaart van Europa met daarop de bestemmingen van Eurowings.
Rit
In de wachtrij wordt het verhaal achter de attractie verteld. Dit gebeurt in de verschillende ruimtes in de wachtrij. Een van de ruimtes is ingericht als laboratorium van de fictieve luchtvaartpioniers Egbert en Kasper Eulenstein. De 'vlucht' vindt plaats in een van de twee bioscoopzalen met een bolvormig scherm. In elke zaal bevinden zich zeven gondels, verspreid over meerdere verdiepingen, met daarop tien zitplaatsen. Tijdens de 4,5 minuten durende rit krijgen bezoekers beelden te zien van verschillende Europese steden en streken. Door de combinatie van beeld, geluid en beweging krijgen bezoekers het idee dat ze over deze plaatsen heen vliegen.
Afbeeldingen
Referenties
Panoramavliegsimulator
Europa-Park
|
Architectuur
Voletarium staat in het themagebied Duitsland nabij de hoofdentree van Europa-Park. Om plaats te maken voor de simulator moest het hotel Gästehaus Circus Rolando verdwijnen en werd een deel van het traject van de monorail omgelegd. Hierdoor is genoeg ruimte vrijgekomen voor de attractie die een oppervlakte heeft van 4800 vierkante meter. Het hoogste punt van het gebouw betreft zestien meter.
Qua exterieur is te zien dat ontwerpers zich hebben laten inspireren door diverse objecten en gebouwen in Europa, waaronder Groningen Centraal, het Rijksmuseum Amsterdam en diverse stadshuizen in het Britse Manchester en Duitse Bremen. Ook zijn er duidelijk Gotische elementen terug te vinden aan het exterieur.
Volgens Europa-Park is 50% van het budget besteed aan decoratie. Dat komt neer op €12,5 miljoen. De wachtrij doorloopt meerdere rijkelijk gedecoreerde ruimtes, waarin het verhaal achter de attractie wordt verteld.
Voletarium telt twee grote ruimtes. In elke ruimte is een simulator verwerkt, bestaand uit zeven gondels en een bolvormig scherm met een lengte van 21 meter.
In de attractie is diverse keren het logo van vliegtuigmaatschappij Eurowings te zien. In een van de eerste wachtruimtes staat een schaalmodel van een vliegtuig met op de muur de kaart van Europa met daarop de bestemmingen van Eurowings.
| 3 |
bekijken, visuele inhoud, actie
|
10,719 |
ConsumeAction
|
1436465
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Treef%20%28voedseltaboe%29
|
Treef (voedseltaboe)
|
Een treef is een Surinaams voedseltaboe of -verbod van Afrikaanse oorsprong. Het 'treef-geloof' bestaat onder bepaalde groepen Afro-Surinamers en het verbiedt het nuttigen van specifieke voedingsmiddelen aan sommigen, omdat het ernstige ziekten en vooral lepra zou kunnen veroorzaken.
De naam treef is afgeleid van het Sranantongo trefu, dat weer is afgeleid van het Amsterdams-Joodse woord tereifa. Tot het einde van de 18e eeuw werd dit systeem van voedseltaboes in Suriname aangeduid met de West-Afrikaanse term tschina of kina. Mogelijk herkenden de slaafgemaakten de taboes van hun Joodse slavenhouders omdat het paste binnen hun eigen taboe-systeem. In de 20e eeuw werd lepra ook wel 'Yusiekie' of Joodse ziekte genoemd.
'Treefvlekken' op de huid duiden op zondig gedrag, dat wil zeggen op een overtreding van een bepaald voedselverbod. Dat kan zijn kip, vis of vlees van een viervoeter. De verboden verschillen per individu, afhankelijk van de familie waarin je geboren bent. Dit is een wezenlijk verschil met de voedseltaboes in bijvoorbeeld Jodendom en islam, die algemeen geldend zijn (spijswetten).
Een specifieke treef wordt geërfd van de vaders kant, maar het kan ook voorkomen dat iemands treef wordt geopenbaard in een droom, meestal door een vrouwelijk familielid. Daarnaast moet een vrouw tijdens de zwangerschap rekening houden met zowel haar eigen voedseltaboes, als die van de verwekker. Er wordt veel waarde aan de treef gehecht: als een kind de treef van zijn vader in acht neemt en toch last krijgt van een huidaandoening, wordt dit gezien als een sterke aanwijzing dat de vrouw een kind met een ander heeft verwekt. Tot slot kan treef ook later in het leven verworven worden door het dragen van bepaalde amuletten die dwingen je te onthouden van bepaald voedsel.
Zie ook
Kasjroet (of koosjer) en treife in het jodendom
Halal en haram in de islam
Noten
Voedsel
Cultuur in Suriname
Religie in Suriname
Lepra
|
Een treef is een Surinaams voedseltaboe of -verbod van Afrikaanse oorsprong. Het 'treef-geloof' bestaat onder bepaalde groepen Afro-Surinamers en het verbiedt het nuttigen van specifieke voedingsmiddelen aan sommigen, omdat het ernstige ziekten en vooral lepra zou kunnen veroorzaken.
| 1 |
consumeren, nuttigen, innemen
|
11,455 |
GeoShape
|
4068347
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ceram-expeditie
|
Ceram-expeditie
|
De Ceram-expeditie van 1917-1919 was een expeditie naar Ceram, met als doel de geologie en delfstoffen van het eiland in kaart te brengen. De expeditie stond onder leiding van de geoloog Louis Rutten.
In 1913 werden er plannen gemaakt door de Maatschappij ter Bevordering van het Natuurkundig Onderzoek der Nederlandsche Koloniën in samenwerking met het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), de Universiteit Utrecht en een aantal particuliere sponsoren om een expeditie te houden naar de Molukken en dan specifiek het eiland Ceram. In verband met de Eerste Wereldoorlog werden de plannen uitgesteld en pas in 1917 weer opgepakt. De expeditie werd geleid door de geoloog Dr. L. Rutten. Het doel van de expeditie was om te kijken naar eventuele oliebronnen op het eiland. Expedities gericht op exploitatie van overzeese gebieden waren zeer gebruikelijk aan het begin van de 20ste eeuw. De Molukken waren toentertijd nog nauwelijks onderzocht en men had hoge verwachtingen van het eiland. De expeditie duurde van augustus 1917 tot mei 1919. Gedurende zijn verblijf heeft Louis Rutten 11 expedities ondernomen op en rond het eiland Ceram, waarbij hij tracé-kaarten heeft gemaakt en het eiland systematisch heeft onderzocht.
Resultaten
Rutten heeft gedurende zijn verblijf in totaal elf expedities over het eiland gemaakt om het hele eiland geologisch in kaart te brengen. Zijn bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift van het KNAG.
Ontwikkelingsmogelijkheden
Na twee jaar verblijf op Ceram heeft Rutten een verslag geschreven over de ontwikkelingsmogelijkheden van het eiland. Rutten heeft hierbij gekeken naar verschillende bedrijfstakken die gebruikelijke waren voor Nederlands-Indië en naar de mogelijkheden die deze hadden om het eiland Ceram en zijn bevolking economisch verder te laten ontwikkelen. Rutten constateerde dat het op Ceram slecht gesteld was qua delfstoffen. Er was hooguit wat steenkool, maar niet in hoeveelheden die economisch rendabel waren. Wel was er olie gevonden, maar toch twijfelde Rutten of dit zou leiden tot de verbetering van de algemene welvaart van de eilandbewoners. Deze waren namelijk relatief zelfvoorzienend en daarom minder snel geneigd om in loondienst te gaan.
Rutten beschreef dat de jacht toen groot was, maar zodra de welvaart zou groeien de jacht wel zou afnemen. Er werd wel wild geëxporteerd, maar de opbrengst hiervan viel toch enorm tegen. Ook de visserij was een bedrijfstak waarbij Rutten de kans klein achtte dat deze een grote groei zou meemaken. Zo schrijft hij dat ‘uit eigen beweging zal de ongeloofelijk luie strandbevolking zeker niks doen om haren welvaart te verhoogen’. Om de visserij tot een succes te brengen zou het Gouvernement een grote rol moeten gaan spelen.
Rutten voorziet in zijn verslag geen toekomst voor bosbouw, mede vanwege de ongunstige mineralensamenstelling van de bodem. Toch zou ontginning wel mogelijk zijn, dat werd op dat moment al gedaan door de bevolking met sago welke daar in overvloed aanwezig was. De ontginning heeft alleen pas kans van slagen als de bevolking werklustiger geworden zou zijn, volgens Rutten. De ruime aanwezigheid van sago zou de bevolking lui hebben gemaakt en niet geneigd om hard te werken om hun eigen welvaart te verbeteren. Hij adviseerde dan ook om door het Gouvernement een betere structuur te ontwikkelen die de bevolking zou helpen op het juiste werkethos aan te leren.
Van overige teelt, van bijvoorbeeld koffie, cacao of pisang, verwachtte Rutten ook weinig. Eerdere experimenten met dit soort plantages elders op het eiland hadden tot weinig vruchtbare resultaten geleid. Een eventuele andere plant die wel kans van slagen had, was de klapperboom. De olie uit de kokosnoot was een goed exportproduct en kon daarmee de algemene welvaart van het eiland verhogen.
Interactie met inheemse bevolking
De eerste expeditie van Rutten vond in 1916 plaats in Oost-Borneo. Tijdens deze expeditie maakte Rutten een onderscheid tussen Bersaps en Maleisiërs. De meer geciviliseerde Maleisiërs zouden de achtergestelde Bersaps beïnvloeden en hen vervolgens naar een hogere civilisatie leiden. Zo omschrijft Rutten een halfbloed van zowel Maleisische- als Bersap afkomst als zijnde hoger ontwikkeld dan een volbloed Bersap, maar wel minder ontwikkeld dan een volbloed Maleisiër. Hiernaast benadrukt Rutten de gradatie van civilisatie aan de hand van de leefomstandigheden van de inheemse bevolking. De nomadische Bersaps leven in kleine hutten terwijl de geciviliseerde Maleisiërs in gebouwde huizen leven, zoals te zien is in de afbeelding rechtsboven.
Tussen 1917 en 1919 ondernam Rutten vervolgens een wetenschappelijke expeditie naar onder andere Ceram. In 1917 maakte de expeditie gebruik van de inheemse Alfoeren om tochten over het eiland te maken. Rutten zag deze bevolking als gehard door de natuur en uiterst geschikt voor de expeditie. Tegelijkertijd benadrukt Rutten dat het gebrek aan woorden als: “vuil” en “schoon” de groep het beste typeerden. “Luiheid” daarentegen zouden de Alfoeren vooral kennen.
Ontwikkelingsvisie omtrent inheemse bevolking
In 1920, een jaar na de laatste expeditie, omschreef Rutten de toekomst van de bevolking van Ceram in het jaarverslag van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. Hij zag hierin een actieve rol weggelegd voor de Nederlandse staat om: “de bevolking in haar geheel op een niveau van verhoogde werkzaamheid te brengen” . Door een verzachte vorm van het cultuurstelsel moest de bevolking leren haar inheemse ‘luiheid’ los te laten en het Europese arbeidsethos eigen maken.
De civiel-gezaghebber majoor F.J.P. Sachse nam in juni 1918 deel aan de expeditie. Reeds in 1902 had Sachse de bevolking van Ceram bestudeerd en trok dezelfde conclusies als Rutten. Sachse ondersteunde de visie van Rutten door middel van een brief in 1920 aan het KNAG. Sachse zag educatie en een Europees arbeidsethos als enige redmiddel tegen: "ziekten, alcoholisme, vadsigheid, ondervoeding, zwerfzucht en kinderbeperking"
De actieve rol waarbij Europa meent op raciale gronden het recht te hebben om overzees bezit te scholen en beschaving bij te brengen staat beter bekend als de White Man's Burden, de Nederlandse ethische politiek was sterk op deze gedachtegoed geïnspireerd.
Debat rondom de intenties van het KNAG wat betreft de expeditie
Naast het overduidelijk wetenschappelijke karakter van deze expeditie had het ook een erg kolonialistisch en imperialistisch gezicht dat voortvloeide uit de houding die de KNAG had tegenover expedities.
De expedities die KNAG organiseerde of aan meehielp waren voornamelijk expedities naar de Nederlandse koloniën, waaronder Suriname en de Indonesisch archipel. Zij waren van aardrijkskundige aard: geologisch en topografisch, maar schonken ook aandacht aan antropologie, etnografie en zoölogie. Zoals voorheen benoemd lag de nadruk bij de Ceram-expeditie het in kaart brengen van de topografie en geologie van dit gebied.
Exploitatie grondstoffen
De exploitatie van grondstoffen is imperialistisch van aard omdat het in de eigen kolonie gedaan en het eigendom is van het imperialistische moederland (Nederland). De inheemse bevolking van deze locaties gaat niet vooruit op de winning van deze grondstoffen. Daarnaast bestond het idee dat het woeste, door mens onaangeraakte gebied in controle gebracht moest worden door de zogenaamde geciviliseerde kolonisten. Het land werd letterlijk hiermee ook geciviliseerd. Dit wordt gezien als een geografische vorm van de Nederlandse ethische politiek of "White Man’s Burden", omdat de kolonisten zogenaamd uit goede wil de bevolking en het land hiermee wilden laten ontwikkelen.
Economisch aspect
Het verwijt bestond ook dat het KNAG en de Universiteit Utrecht dit puur deden ter bevordering van de Nederlandse economie en versterking van de Nederlandse internationale politiek. Het kan gezien worden als het resultaat van de wet van de remmende voorsprong. Nederland was in haar Gouden Eeuw vooraanstaand in het koloniale bewind ten opzichte van de rest van Europa. Echter werd zij na verloop van tijd ingehaald door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Ook was de wetenschappelijke revolutie eerder en sterker in deze landen, waardoor zij ook eerder soortgelijke instanties als het KNAG hadden. Zelf beweerde het KNAG echter dat zij deze expedities puur uit wetenschappelijke overtuiging deden en mee gingen met de wetenschappelijke revolutie. Het KNAG was immers een organisatie die alle Nederlandse geografen probeerde te verbinden met elkaar en samen het aardrijkskundig onderwijs en onderzoek wilden bevorderen.
Antropologie
Ook was op deze expeditie een antropoloog mee die aan fysische antropologie deed: dit houdt in dat hij op sociaal-darwinistische manier de lichamen van de inheemse bevolking van Ceram ging analyseren en vervolgens hun gedragingen aan de uiterlijke kenmerken toeschreef. Ook werden gebruiksvoorwerpen van de kolonie meegebracht naar Nederland om er rariteitenkabinetten mee te vullen. Deze twee voorbeelden laten ook zien dat het onderzoek dat vanuit het KNAG naar voren werd gebracht als kolonialistisch van aard kan worden gezien. Aan de andere kant bevorderde de niet-fysische kant van het antropologische onderzoek ook de wetenschap en zorgde het voor een toename van kennis over het volk dat op het eiland Ceram woonde.
Expeditie in Nederlands-Indië
|
Exploitatie grondstoffen
De exploitatie van grondstoffen is imperialistisch van aard omdat het in de eigen kolonie gedaan en het eigendom is van het imperialistische moederland (Nederland). De inheemse bevolking van deze locaties gaat niet vooruit op de winning van deze grondstoffen. Daarnaast bestond het idee dat het woeste, door mens onaangeraakte gebied in controle gebracht moest worden door de zogenaamde geciviliseerde kolonisten. Het land werd letterlijk hiermee ook geciviliseerd. Dit wordt gezien als een geografische vorm van de Nederlandse ethische politiek of "White Man’s Burden", omdat de kolonisten zogenaamd uit goede wil de bevolking en het land hiermee wilden laten ontwikkelen.
| 1 |
geografische vorm, gebiedsvorm, plaatsvorm
|
4,949 |
Rating
|
239816
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Monumenten%20Inventarisatie%20Project
|
Monumenten Inventarisatie Project
|
Het Monumenten Inventarisatie Project, afgekort M.I.P., is een landelijk project van de Nederlandse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd.
Het doel van het project was om per gemeente de waardevolle gebouwen en andere monumenten in woord en beeld te beschrijven, zodat er meer zicht kwam op monumentenzorg en cultuurgeschiedenis. Hierbij werd aan ieder gebouw een waardering gegeven. Eén ster betekent van lokaal belang, twee sterren betekent van regionaal belang en drie sterren van nationaal belang. Aan een van rijkswege beschermd monument wordt een 'M' toegevoegd. De resultaten zijn in boekvorm uitgegeven.
De database van de MIP-objecten is gepubliceerd onder een Creative Commons-zero licentie.
Boeken in deze serie:
Gaasbeek, F. & Noordam, C. (1992). Montfoort, Geschiedenis en Architectuur. Zeist: Uitgeverij Kerckebosch. ISBN 9067201316
Es van, J. & Ginkel-Meester van, S. (2000). Woerden, Geschiedenis en Architectuur. Zeist/Utrecht: Uitgeverij Kerckebosch/Spou. ISBN 9067202215
Externe links
Downloadpagina voor MIP objecten
Cultureel erfgoed in Nederland
|
Het doel van het project was om per gemeente de waardevolle gebouwen en andere monumenten in woord en beeld te beschrijven, zodat er meer zicht kwam op monumentenzorg en cultuurgeschiedenis. Hierbij werd aan ieder gebouw een waardering gegeven. Eén ster betekent van lokaal belang, twee sterren betekent van regionaal belang en drie sterren van nationaal belang. Aan een van rijkswege beschermd monument wordt een 'M' toegevoegd. De resultaten zijn in boekvorm uitgegeven.
| 1 |
beoordeling, evaluatie, waardering
|
897 |
MobilePhoneStore
|
1136908
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Katvanger
|
Katvanger
|
Een katvanger is iemand die in naam eigenaar of houder is van een voertuig, bedrijf, bankrekening of iets dergelijks, met als doel om de werkelijke eigenaar of houder buiten bereik van de justitiële autoriteiten te houden. De katvanger hoeft meestal alleen maar wat aanvraag- of registratieformulieren in te vullen en krijgt daarvoor een kleine of in sommige gevallen een hoge vergoeding van de werkelijke houder, die deze zaak voor illegale activiteiten gebruikt. Een katvanger is derhalve een stroman die zich voor criminele doeleinden laat gebruiken.
Gebruikers van de diensten van katvangers zijn meestal criminelen, de katvangers zijn vaak kale kippen, zoals verslaafden, daklozen, mensen die schulden hebben of die niet beseffen welk risico ze nemen door als katvanger te fungeren. Soms wordt gebruikgemaakt van oplichting, bedreiging of chantage om iemand over te halen als katvanger te fungeren.
Degene die gebruikmaakt van een katvanger zorgt ervoor dat hij zelf niet is na te trekken door te communiceren met wegwerp- of prepaid telefoons en gratis e-mailadressen, en door niet-natrekbare betalingskanalen te gebruiken, zoals bij een geldopname met de geleende pinpas van een geldezel.
Katvangers bij misbruik van rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen zelfstandig dragers van rechten en verplichtingen zijn en naar believen worden opgericht en geliquideerd. Dit maakt ze gevoelig voor misbruik. Voorbeelden van misbruik van rechtspersonen zijn Btw-carrousels, verkoopcarrousels bij onroerend goed, het witwassen van geld en financieren van terrorisme, marktmanipulatie en andere vormen van fraude. Bij frauduleuze constructies worden vaak meerdere rechtspersonen opgericht die transacties met elkaar aangaan, soms met bonafide ondernemingen ertussen. Dit dient om de autoriteiten en wederpartijen te misleiden. Katvangers kunnen worden ingezet als zowel directeur als aandeelhouder (met name wanneer de ondernemingsvorm geen minimumkapitaal vereist). Vroeg of later zal de structuur door de autoriteiten opgerold worden of trekken de fraudeurs er zelf de stekker eruit; de katvangers blijven achter met civiele of zelfs strafrechtelijke procedures tegen hen, en de benadeelden treffen slechts lege vennootschappen met katvangers aan, zonder enige verhaalsmogelijkheid.
Katvangers bij voertuigen
Een katvanger bij voertuigen is iemand op wiens naam een kenteken van een voertuig wordt gezet, maar die niet de werkelijke gebruiker van het voertuig is. Het voertuig blijft dan vaak onverzekerd en de motorrijtuigenbelasting of verkeersbelasting en eventuele verkeersboetes worden niet betaald.
Om het gebruik van katvangers tegen te gaan heeft de Nederlandse regering in 2001 bepaald dat iemand die vijf keer een verschuldigde wegenbelasting of verkeersboete niet heeft betaald, geen kentekenbewijs meer kan krijgen. Volgens de Nota van toelichting bij dit besluit was gebleken dat er ongeveer 850 katvangers bekend waren, die gemiddeld zo'n 41 voertuigen op hun naam hadden staan.
Een katvanger die in 10 jaar 5500 kentekens op zijn naam had laten zetten, kreeg voor enkele daarvan een gevangenisstraf van vier maanden. Daarna zat hij nog 2,5 jaar vast, doordat de rechter een machtiging had gegeven hem voor elke onbetaalde verkeersboete (vanwege overtredingen met een van de op zijn naam staande voertuigen) zeven dagen in gijzeling te nemen. Gezien de financiele situatie van de katvanger tijdens schuldsanering betekende gijzeling een verbetering van diens levensstandaard.
Katvangers bij faillissementsfraude
Bij faillissementsfraude maakt een onderneming schulden die de bestuurder van dat bedrijf niet van plan is ooit te betalen. De bestuurder van de onderneming kan dan het bedrijf op naam van een ander laten zetten, die als katvanger functioneert en dus voor alle schulden aansprakelijk gesteld wordt. Deze katvanger kan bijvoorbeeld iemand zijn die zelf al in staat van persoonlijk faillissement verkeert of niets meer te verliezen heeft, zodat de schulden daar niet geïnd kunnen worden.
Katvangers bij verkoopcarrousels
Bij een verkoopcarrousel wordt vastgoed (meestal een woning) gekocht door een malafide handelaar, vaak in opdracht van de organisator die buiten spel blijft. Het pand wordt vervolgens met flinke winst doorverkocht aan een katvanger, die hiervoor onder valse voorwendselen met behulp van gefingeerde stukken en onder regie van de organisator een hypotheek heeft verkregen. De katvanger zal vroeg of later de hypotheek niet meer kunnen voldoen, waarna de bank het huis executeert. De winst uit de verkoop aan de katvanger deelt de handlanger met de organisator, terwijl de katvanger en de bank met de schade achterblijven: de katvanger is door de schuld financieel geruïneerd en de bank zal van het geleende geld weinig of niets meer terugzien, met name wanneer de waarde door middel van valse taxaties flink is overdreven. Soms wordt het pand door een andere handlanger opnieuw gekocht en staat een nieuwe katvanger klaar, zodat de cyclus zich eindeloos kan herhalen.
Katvangers bij bankrekeningfraude
Bij fraude met bankrekeningen worden overschrijvingsformulieren vervalst, waardoor het overgemaakte geld op een andere dan de gewenste bankrekening terechtkomt. Als de fraudeur het geld naar zijn eigen bankrekening laat overmaken, kan zijn identiteit achterhaald worden, omdat hij zich bij het openen van de bankrekening heeft moeten identificeren. Dit wordt opgelost door katvangers in te schakelen, die een bankrekening openen die door de fraudeur gebruikt kunnen worden zonder dat zijn identiteit bekend wordt. De katvanger wordt dan echter wel medeplichtig aan de fraude.
Bij een moderne variant hiervan, wordt het geld overgemaakt door middel van internetbankieren, waarbij men illegaal verkregen toegangscodes gebruikt, die bijvoorbeeld door middel van phishing of spyware verkregen zijn. Ook bij vriend-in-noodfraude/WhatsAppfraude worden katvangers ingezet.
Bij een andere soort van fraude worden goederen via internet aangeboden, waarbij men vooruitbetaling per bank verlangt. De goederen worden echter nooit geleverd. Fraudeurs gebruiken hierbij soms bankrekeningen die op naam van katvangers staan. De katvangers moeten de ontvangen gelden doorboeken of opnemen en contant afgeven. De katvanger wordt geconfronteerd met meerdere gedupeerden die uiteraard geen verhaalsmogelijkheden meer hebben.
Katvangers bij fraude met mobiele telefoons
Veel providers bieden of boden 'gratis' dure mobiele telefoons aan bij het afsluiten van een telefoonabonnement (meestal voor ten minste 2 jaar). De katvanger wordt hier door de fraudeur ingezet om bij een telefoonwinkel abonnementen op diens eigen naam af te sluiten en zo een telefoon te krijgen. Het toestel wordt vervolgens (vaak met het contract erbij) aan de fraudeur afgegeven. Vaak wordt gebruik gemaakt van dwang of wordt een beloning in het vooruitzicht gesteld. De fraudeur maakt de katvanger bovendien wijs dat hij de abonnementen kan laten annuleren, bijvoorbeeld omdat hij een 'maatje' heeft dat bij de telefoonprovider werkt en het abonnement uit het computersysteem kan verwijderen. Deze truc herhaalt zich meestal nog enkele malen. De katvanger blijft met meerdere dure abonnementen op zijn naam achter, de fraudeur heeft meerdere telefoons die hij kan doorverkopen.
Money mule
Een money mule (letterlijk: 'geldmuilezel') is een katvanger die wordt gebruikt voor het witwassen van geld of illegaal verkregen goederen. In het meest simpele voorbeeld ontvangt de geldezel geld op zijn bankrekening, dat hij moet pinnen en afgeven of overboeken naar een andere bankrekening. De crimineel probeert hiermee het traceren van de (criminele) geldstroom te versluieren door het (meerdere keren en via tussenpersonen) van bank naar bank over te boeken en/of in contant geld om te zetten.
Varianten op deze trucs zijn het toesturen van cheques, die de money mule moet verzilveren. Vervolgens stuurt de money mule de gelden door waarbij hij vaak een deel als beloning mag houden. Ook kan het gaan om goederen, die de money mule door moet sturen of af moet leveren.
Risico's
Wie katvanger is, loopt een groot risico. Wanneer de fraude uitkomt zullen de autoriteiten de katvanger als medeplichtige aanmerken en hem vaak strafrechtelijk vervolgen. Behalve een boete en soms gevangenisstraf loopt de katvanger hiermee ook een aantekening op het strafblad op. De reputatie krijgt een gevoelige deuk. Bovendien kan de katvanger aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade.
Autoriteiten zijn meestal niet gevoelig voor persoonlijke omstandigheden en zullen geneigd zijn katvangers (extra) hard aan te pakken, om generaal preventieve werking te creëren. De redenering hierachter is dat als mensen geen katvangers meer kunnen vinden ze ook niet meer kunnen witwassen of frauderen en sneller gepakt worden of hun laakbare gedrag nalaten.
Om deze reden zijn katvangers vaak mensen die toch niets meer te verliezen hebben, of nemen de fraudeurs hun toevlucht tot oplichting of chantage.
Werving
Goede katvangers zijn schaars. Vaak lopen ze al na een of enkele transacties tegen de lamp. Daarom heeft de onderwereld voortdurend nieuwe katvangers nodig. Mensen laten zich als katvanger gebruiken om verschillende redenen.
Veel katvangers zijn 'kale kippen'; ze hebben in feite niets te verliezen omdat ze bijvoorbeeld dakloos of failliet zijn. Een kleine vergoeding voor hun diensten is meer dan welkom en als ze gepakt worden dan zal het hen ook weinig uitmaken. Anderen menen dat het met het risico wel meevalt en laten zich verleiden door de belofte van een makkelijke extra verdienste.
Andere katvangers zijn op een of andere manier overgehaald zich als zodanig te laten gebruiken. Meestal gaat het hier om oplichting. Een geliefde truc is het aanbieden van thuiswerk van enkele uurtjes per week tegen een naar verhouding riante vergoeding. Vaak bestaat dit thuiswerk uit het ontvangen en overboeken van gelden. Via banensites wordt hiervoor geadverteerd, waarbij men zich als internationaal bedrijf voordoet. De 'banen' hebben vaak vage titels als 'transactiemanager', 'geldenbeheerder', 'money processor' of 'local processor'. Dit soort oplichting is vaak te herkennen omdat het werk niks anders behelst dan het overboeken van geld (ondernemingen gebruiken daar normaal 'gewoon' een bank of derdengeldbeheerder voor). Andere indicaties zijn slecht Engels of Nederlands, gebruik van standaardzinnen en het ontbreken van verdere informatie over het bedrijf. Doelgroep zijn langdurig werklozen die ernaar snakken weer aan het werk te kunnen, mensen met lage inkomens die het extra geld nodig hebben en mensen die weinig zakelijke ervaring hebben en dus makkelijk te misleiden zijn.
Andere manieren om iemand als katvanger te gebruiken zijn misbruik van een liefdesrelatie zoals romantische fraude of loverboys, of misbruik van openbare veilingsites (te veel betalen voor dure spullen en dan vervolgens vragen het te veel betaalde op een andere rekening terug te storten). Bedreiging en chantage zijn verdere wervingstechnieken in het arsenaal van de crimineel.
Organisatie
Net als geldezels vormen ook katvangers de onderste laag van een piramidale organisatie van georganiseerde misdaad, waarin zij de minste inkomsten ontvangen en de hoogste risico´s lopen. Omdat het om zaken op naam gaat, is de pakkans 100%. Ook wanneer de katvanger niet crimineel vervolgd wordt, blijft hij vaak met een schuld achter.
Aan de top van de piramide bevinden zich de kingpins die zowel de criminele activiteiten als de geld- en witwasstromen leiden;
Daaronder bevinden zich de luitenants die de geldstromen beheren en de laag daaronder aanstuurt;
Daaronder bevinden zich de managers die de katvangers werven en aansturen, en gelden en goederen doorsluizen;
Onderaan staan de katvangers die uiteindelijk met de financiële consequenties en strafvervolging achterblijven.
Zie ook
Fraude
Oplichting
Witwassen
Criminaliteit
Fraude
Insolventierecht
Begrip in het Nederlands
|
Katvangers bij fraude met mobiele telefoons
Veel providers bieden of boden 'gratis' dure mobiele telefoons aan bij het afsluiten van een telefoonabonnement (meestal voor ten minste 2 jaar). De katvanger wordt hier door de fraudeur ingezet om bij een telefoonwinkel abonnementen op diens eigen naam af te sluiten en zo een telefoon te krijgen. Het toestel wordt vervolgens (vaak met het contract erbij) aan de fraudeur afgegeven. Vaak wordt gebruik gemaakt van dwang of wordt een beloning in het vooruitzicht gesteld. De fraudeur maakt de katvanger bovendien wijs dat hij de abonnementen kan laten annuleren, bijvoorbeeld omdat hij een 'maatje' heeft dat bij de telefoonprovider werkt en het abonnement uit het computersysteem kan verwijderen. Deze truc herhaalt zich meestal nog enkele malen. De katvanger blijft met meerdere dure abonnementen op zijn naam achter, de fraudeur heeft meerdere telefoons die hij kan doorverkopen.
| 2 |
mobiele telefoonwinkel, telefoonaccessoires, mobiele telefoons
|
9,780 |
PresentationDigitalDocument
|
5091383
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Et%20Maintenant%20...%20Le%20Rock
|
Et Maintenant ... Le Rock
|
Et Maintenant ... Le Rock is het tweede studioalbum van Scram C Baby uit 1996.
Opnamen
Nadat Joost Stolk de band verliet, nam Scram C Baby met nieuwe gitarist Frank van Praag in 1995 en 1996 in Studio Sound Enterprise met Frans Hagenaars de opvolger van Taste op. De eerste single uit deze opnamesessies was Milk. Deze single werd in 1995 uitgebracht door het nieuwe label (Nothing Sucks Like) Electrolux. Een jaar later bracht hetzelfde label, intussen omgedoopt in Excelsior Recordings, de cd Et Maintenant ... Le Rock uit. De cd presentatie vond plaats in de Amsterdamse platenwinkel Get Records.
Ontvangst
De nationale muziekpers ontving de plaat positief. Gijsbert Kamer had het in de Volkskrant over "perfectie met een gaatje". Gert Jonkers schreef in de Nieuwe Revu: "Om maar met de deur in huis te vallen: Scram C Baby is de beste band van Nederland en Et Maintenant... Le Rock is een grandioze plaat". De Nieuwe Revu riep de plaat naast Odelay van Beck zelfs uit tot de beste plaat van het jaar. Door alle positieve aandacht deed de band na het uitkomen van de cd een uitgebreide clubtour door Nederland (waaronder Noorderslag, Crossing Border en een onverwacht optreden met Johan (band) op Lowlands. Twee tracks van het album werden gebruikt in de soundtrack van de succesvolle film All Stars (film).
Et Maintenant ... Le Show
In 1997 presenteerde de band een avondvullend programma: strijkkwartet, zeventigjarige bodybuilder, culinaire hoogstandjes, een dj, videoprojecties en natuurlijk een optreden van de band zelf. Later verplaatste hetzelfde concept zich op het water. Onder de naam The Starship Tour trok de band samen met Claw Boys Claw, comedians, buikdanseressen en plaatselijke singer-song writers op een boot door het hele land.
Swift Rush
In 1997 bracht de band de 12-inch single Swift Rush uit, waaronder een clubmix van enkele nummers van Et Maintenant ... Le Rock, Kisses Suzuki (as featured in the motion picture All Stars (film)) en enkele thuisopnames.
Car Cassettes
Na het verschijnen van het album brachten John Cees Smit en Frank van Praag, op het Amsterdamse Car Cassettes label, de cassette Between Tom Hanks And Us, The Rest Of The World uit.
Muzikanten
John Cees Smit - zang, gitaar
Frank van Praag - gitaar, zang
Kees Toet - basgitaar, piano
Robert Lagendijk - drums
Gastmuzikant
Jan van de Laar - gitaar
Nummers
Exolation
Kisses Suzuki
I'm In Your Band
Player
World Cup
Bathroom Desire
R
As Alain
Top Gun
Milk
Trainer/Container
Choke
Near Hangs as Far as My Anger Has Fans
Picture of My Hair
Air
Inches
Alle nummers zijn geschreven door Scram C Baby, de teksten zijn geschreven door John Cees Smit.
Productie door Frans Hagenaars.
Muziekalbum uit 1996
Muziekalbum uitgegeven door Excelsior Recordings
|
Opnamen
Nadat Joost Stolk de band verliet, nam Scram C Baby met nieuwe gitarist Frank van Praag in 1995 en 1996 in Studio Sound Enterprise met Frans Hagenaars de opvolger van Taste op. De eerste single uit deze opnamesessies was Milk. Deze single werd in 1995 uitgebracht door het nieuwe label (Nothing Sucks Like) Electrolux. Een jaar later bracht hetzelfde label, intussen omgedoopt in Excelsior Recordings, de cd Et Maintenant ... Le Rock uit. De cd presentatie vond plaats in de Amsterdamse platenwinkel Get Records.
| 1 |
presentatiebestand, presentatie, slides
|
2,294 |
WarrantyScope
|
1598759
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aerospace%20Maintenance%20and%20Regeneration%20Group
|
Aerospace Maintenance and Regeneration Group
|
De Aerospace Maintenance And Regeneration Group (AMARG) is een groep bijzondere faciliteiten van de Amerikaanse luchtmacht USAF.
Achtergrond
De 309th Aerospace Maintenance And Regeneration Group (309th AMARG), zoals de officiële benaming eigenlijk luidt, is een organisatie die deel uitmaakt van de USAF Materiel Command structuur. Een andere term die gebruikt wordt voor een dergelijke opslagplaats is "vliegtuigkerkhof".
AMARG levert de capaciteit voor het onderhoud en het hergebruik van allerlei kritische (lees: unieke / belangrijke / schaarse /niet meer gemaakte) vliegtuigonderdelen. Deze worden eventueel op aanvraag aan alle Amerikaanse strijdkrachten maar in voorkomend geval ook aan hun directe bondgenoten geleverd.
Hierdoor is het mogelijk niet alleen zeer snel over reservedelen te beschikken ten behoeve van directe gevechtsondersteuning bij allerlei soorten militaire acties maar ook reservedelen te leveren ter algemene ondersteuning tijdens alle 'gewone' wereldwijde vliegoperatiën.
De Aerospace Maintenance And Regeneration Group (309 AMARG) is een organisatie die momenteel een inventaris van meer dan 4400 vliegtuigen en 13 ruimtevaartuigen van de USAF, US Navy, USMC, US Army, USCG en de NASA beheert.
De taak van 309th AMARG beperkt zich allang niet meer tot het preserveren en het opslaan 'in de mottenballen'. AMARG levert nu ook diverse andere diensten als
het restaureren en het weer luchtwaardig maken van allerlei vliegtuigen
het uitvoeren van het geprogrammeerd vliegtuigonderhoud op depot niveau
het opwerken, technisch keuren en het aanleveren van allerlei reservedelen onder officiële garantievoorwaarden
Daarnaast functioneert AMARG natuurlijk nog steeds als de oude opslagfaciliteit en sloopfaciliteit.
Toeristische attractie
Het terrein naast AMARG wordt in beslag genomen door het Pima Air & Space Museum; een van de grootste openlucht luchtvaartmusea ter wereld. Hier worden meer dan 275 vliegtuigtypen en ruimtevaartuigen van over de gehele wereld permanent tentoongesteld.
Het Pima Air & Space Museum is een privéonderneming die officieel niets de USAF met de Davis-Monthan Airbase en AMARG te maken heeft. Niettemin is het een van de - door luchtvaartenthousiastelingen - drukst bezochte musea ter wereld. Via het toegangsbewijs van dit museum kan men namelijk ook deelnemen aan een van de vele urenlange excursies over het AMARG terrein.
Geschiedenis
De organisatie stamt eigenlijk vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op de basis Davis-Monthan bij de plaats Tucson in de staat Arizona werden toen 'tijdelijk' grote aantallen overtollige B-29's en C-47's uit de oorlogsvoorraad opgeslagen.
De opmerking 'tijdelijk' moest wel heel ruim worden opgevat want eigenlijk wist men op dat moment totaal niet wat men met alle overtollige toestellen moest doen.
De locatie was trouwens weloverwogen gekozen; het was al enige tijd bekend dat vliegtuigen – mits ze hiertoe waren geprepareerd – in een heet en droog woestijnklimaat bijna voor onbeperkte tijd opgeslagen konden worden.
Dit bood het voordeel dat niet meer gebruikte toestellen in afwachting van verkoop langdurig 'geparkeerd' konden worden en als bleek dat de toestellen niet verkoopbaar waren dan konden diverse onderdelen weer als reservedeel voor andere toestellen worden toegepast. Als dan na verloop van jaren was gebleken dat men met de opgeslagen toestellen echt niets meer kon doen zouden ze worden gesloopt en per metaalsoort afzonderlijk worden verkocht aan de industrie.
In 1964 werd door de toenmalige Amerikaanse minister van Defensie Robert McNamara besloten dat de opslag en eventuele sloop van alle overtollige militaire vliegtuigen geheel op de basis Davis-Monthan moest plaatsvinden. De organisatie kreeg de naam Military Aircraft Storage Disposition Center (MASDC) toegewezen.
In de volksmond werd de organisatie echter oneerbiedig aangeduid als de 'boneyard' (knekelhuis) omdat alle overgebleven vliegtuigen die nergens meer voor te gebruiken waren er na verloop van jaren werden gestript en gesloopt.
In 1985 werd de naam gewijzigd in Aerospace Maintenance And Regeneration Center (AMARC). De reden was omdat de inventaris was uitgebreid met een aantal ruimtevaartuigen in de vorm van Titan II raketten maar ook vanwege de als maar toenemende capaciteit tot het restaureren van allerlei vliegtuigtypen naar de oorspronkelijke staat en tot het weer compleet luchtwaardig maken van deze toestellen.
In 2007 werd AMARC ingelijfd als Groep onder de 309th Maintenance Wing op Hill AFB, Utah en veranderde de naam daarom in 309th Aerospace Maintenance And Regeneration Group (309 AMARG).
Externe links
Officiële website 309th AMARG
AMARC promotiewebsite
AMARC informatiewebsite
Amerikaanse luchtmacht
|
De taak van 309th AMARG beperkt zich allang niet meer tot het preserveren en het opslaan 'in de mottenballen'. AMARG levert nu ook diverse andere diensten als
het restaureren en het weer luchtwaardig maken van allerlei vliegtuigen
het uitvoeren van het geprogrammeerd vliegtuigonderhoud op depot niveau
het opwerken, technisch keuren en het aanleveren van allerlei reservedelen onder officiële garantievoorwaarden
| 1 |
garantievoorwaarden, servicebereik, defectdekking
|
145 |
DateTime
|
588226
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Datum%20%28dagaanduiding%29
|
Datum (dagaanduiding)
|
De datum (meervoud: data/datums) is de aanduiding van een bepaalde dag volgens een kalender. Data spelen in het maatschappelijk leven een grote rol, onder andere in formele documenten. De aanduiding bestaat vrijwel altijd uit meerdere elementen; in de meeste hedendaagse kalendersystemen zijn dat het jaartal, de maand en een dagnummer binnen de maand, eventueel aangevuld met de weekdag.
Soms noemt men een weeknummer, de weekdag en het weekjaar, maar veel mensen (mogelijk afhankelijk van het land en/of het werk dat men doet) zijn daar minder mee vertrouwd. Veel elektronische klokken, bijvoorbeeld op telefoons, geven ook niet standaard een weeknummer aan.
Vooral in het verleden waren ook andere manieren gangbaar om een dag aan te duiden, zoals met verwijzingen naar feestdagen.
Gebruik van data
Data hebben een functie in de communicatie tussen mensen, zoals wanneer ze activiteiten willen plannen. Mensen kunnen data gebruiken in hun persoonlijke administratie en ze staan op producten als houdbaarheidsdatum.
Bij formele documenten kan de dagtekening van belang zijn voor de geldigheid. Zo geeft een datum op een kwitantie of kassabon aan wanneer iets betaald is, wat van belang kan zijn voor financiële administratie, belastingen en wanneer men een product wil ruilen. Op een contract of formulier geeft de datum (dagtekening) aan wanneer het document ingevuld en ondertekend is: de bekrachtiging van het document. Vaak staan de plaatsnaam en datum van ondertekening direct voor of bij de handtekening zelf. Als verschillende betrokkenen een bepaald document op een eigen moment kunnen ondertekenen, heeft elke handtekening een eigen plaats en datum. In de aanhef van een notariële akte staat altijd een dagtekening; aan het eind ervan, bij de ondertekening, wordt deze meestal niet herhaald. Ook bij een brief schrijft men de datum bovenaan, voorafgegaan door de plaatsnaam. Een poststempel bevat eveneens een datum.
Schrijfwijze (datumnotatie)
Elementen
De verschillende elementen van een datum zijn het jaartal, de maand en het dagnummer.
Het jaartal kan in vier of in twee cijfers gegeven worden, in het laatste geval eventueel voorafgegaan door een apostrof, dus bijvoorbeeld of ’. Zie ook de notatie van jaartallen.
De maand kan worden aangegeven met het volgnummer of met de al dan niet afgekorte naam. Wordt het volgnummer gebruikt, dan kan men al dan niet een voorloopnul gebruiken.
Het dagnummer kan eveneens met of zonder voorloopnul vermeld worden.
een datum kan ook een palindroomdag zijn: zo was 22 februari 2022 (22.02.2022) een palindroomdag; de volgende is 3 februari 2030 (03.02.2030).
Volgorde
De elementen worden niet overal in dezelfde volgorde geschreven. Met name in de volgorde van dag en maand komen verschillen voor. Zo is in het Nederlands taalgebied de volgorde dag-maand-jaar gebruikelijk, terwijl men in de Verenigde Staten de volgorde maand-dag-jaar hanteert. In Japan is het jaar-maand-dag, wat ook elders wel gebruikt wordt omdat dit makkelijker is bij het sorteren van data, zoals in namen van computerbestanden.
Scheidingstekens
Indien de maand met het volgnummer aangegeven wordt, worden tussen de elementen vaak scheidingstekens geschreven. De meest voorkomende scheidingstekens zijn:
de spatie ( )
de punt (.)
de schuine streep (/)
het koppelteken (-)
Resultaat
De combinatie van wisselende vorm en volgorde van elementen en scheidingstekens, leidt tot een veelvoud van schrijfwijzen voor bijvoorbeeld de datum van vandaag, waaronder (maar niet beperkt tot):
..
//
--
-- (lexicografische volgorde)
Bij internationale correspondentie kunnen misverstanden ontstaan. Zonder achtergrondkennis is niet op voorhand te zeggen of 09/11/2001 slaat op
11 september 2001
9 november 2001
ISO-standaard
Om eenheid te brengen in de landelijk verschillende weergaven van data en omdat het voor het sorteren van data handiger is als het jaartal vooraan staat (lexicografische volgorde), schrijft ISO 8601 (waarin ook een internationale tijdnotatie vastgelegd is) de volgorde jaar-maand-dag voor, in respectievelijk 4, 2 en 2 cijfers: --.
Datum zonder jaartal
Een datum zonder jaartal wordt gebruikt als het jaar uit de context blijkt. Meestal vermeldt men dan de dag van de maand en de maand; het is dan gemakkelijk om ook de weekdag te vermelden. Een andere mogelijkheid is om het weeknummer en de weekdag te vermelden, maar zoals gezegd zijn veel mensen daar minder mee vertrouwd.
Een datum zonder jaartal wordt ook gebruikt als die jaarlijks van toepassing is. Dit is dan meestal de dag van de maand en de maand, zoals een verjaardag, gedenkdagen, sommige feestdagen, en de ingangsdatum van het belastingjaar.
Herkomst
Het woord 'datum' is afgeleid van het Latijnse voltooid deelwoord 'datum' van het werkwoord 'dare' (geven), en betekent dus 'gegeven'. Onder veel Latijnse geschriften en brieven stond als afsluiting iets als: "datum die nativitatis S. Ioannis A. D. MCCCL" ("gegeven op de (geboorte)dag van Johannes de Doper in het jaar des Heren 1350").
Zie ook
Tijdnotatie
Schriftelijke communicatie
|
ISO-standaard
Om eenheid te brengen in de landelijk verschillende weergaven van data en omdat het voor het sorteren van data handiger is als het jaartal vooraan staat (lexicografische volgorde), schrijft ISO 8601 (waarin ook een internationale tijdnotatie vastgelegd is) de volgorde jaar-maand-dag voor, in respectievelijk 4, 2 en 2 cijfers: --.
| 1 |
datumtijd, ISO 8601, tijdstempel
|
12,614 |
LodgingReservation
|
350167
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eetpiraterij
|
Eetpiraterij
|
Een eetpiraat of zwarteter, in België ook wel een tafelschuimer genoemd, is iemand die in een restaurant gaat eten terwijl hij weet dat hij de rekening niet kan of wil betalen.
Eetpiraterij is een vorm van flessentrekkerij, te vergelijken met tanken en wegrijden zonder te betalen. Een eetpiraat gaat naar een restaurant en bestelt daar voedsel. Wanneer de rekening komt, deelt hij het personeel mee dat hij niet kan betalen, of probeert stiekem weg te lopen. Vooral in grotere en drukkere restaurants en bij terrassen kan een eetpiraat op deze wijze aan de waakzaamheid van het personeel ontsnappen.
Sommige eetpiraten pakken het geraffineerder aan door het personeel op te lichten. Dit kan op verschillende manieren. Een klassieke truc is een gefingeerde klacht over het eten of de bediening waarmee gepoogd wordt een gratis maaltijd af te troggelen. Een andere truc is regelmatig naar buiten gaan om zogenaamd een luchtje te scheppen of te roken zodat het personeel hieraan gewend raakt, waarna men de laatste 'rookpauze' benut om de benen te nemen. Soms worden om het personeel te misleiden, (waardeloze) spullen of lege tassen achtergelaten. Bij drive-in restaurants vinden varianten plaats waarbij de dader zich voorbij het betaalloket kletst, vervolgens wacht tot de achterligger heeft besteld, en bij het afhaalloket de bestelling van de achterligger oppikt en ermee vandoorgaat.
Afwassen wordt geacht de klassieke straf te zijn voor de eetpiraat: met het loon dat hij verdiende zou de rekening worden betaald en door het vervelende werk zou hij het in het vervolg wel uit zijn hoofd laten ergens te gaan eten zonder te betalen. De meeste restaurants bellen de politie. Restaurants bestrijden eetpiraterij door elkaar gegevens van eetpiraten door te geven, zodat dergelijke personen van tevoren geweigerd kunnen worden.
Eetpiraterij wordt ook bestraft met werkstraffen. In november 2008 werd een Tilburgse eetpiraat veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur. Het betrof hier een beruchte eetpiraat met de bijnaam Paul Lekkerbek.
Een bekende fictieve eetpiraat is het Disneyfiguur Joe Carioca, die in verschillende Donald Duckverhalen vrouwen meeneemt naar dure restaurants om indruk op ze te maken maar zich vervolgens onder de rekening uit probeert te werken.
Een variant op de eetpiraat is de slaappiraat, in België ook wel hotelschuimer genoemd. Deze piraat overnacht in slaapaccommodaties terwijl hij weet dat hij de rekening niet kan of wil betalen. Er is een slaappiraat die een jaar gevangenisstraf hiervoor heeft gekregen.
Criminaliteit
Horeca
|
Een variant op de eetpiraat is de slaappiraat, in België ook wel hotelschuimer genoemd. Deze piraat overnacht in slaapaccommodaties terwijl hij weet dat hij de rekening niet kan of wil betalen. Er is een slaappiraat die een jaar gevangenisstraf hiervoor heeft gekregen.
| 1 |
kamerboeking, slaapaccommodatie, logiesreservering
|
3,252 |
Product
|
1709423
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Trimellietzuuranhydride
|
Trimellietzuuranhydride
|
Trimellietzuuranhydride of TMA is een organische verbinding met als brutoformule C9H4O5. De stof komt voor als kleurloze en reukloze hygroscopische kristallen of poeder, dat traag reageert met water. Ze is oplosbaar in watervrije, polaire oplosmiddelen zoals N-methylpyrrolidon en dimethylformamide.
Synthese
Trimellietzuuranhydride kan worden bereid door trimellietzuur te verwarmen.
Toepassingen
Trimellietzuuranhydride is een comonomeer voor polyimide-, polyesterimide- en polyamide-imideharsen, die geschikt zijn voor coatings die bestand zijn tegen hoge temperaturen en die een grote chemische bestendigheid hebben. Het wordt ook gebruikt als "vernetter" van epoxyharsen en voor de synthese van weekmakers voor pvc. De wereldwijde productiecapaciteit van TMA werd geschat op 100.000 ton/jaar in 2000.
Toxicologie en veiligheid
De stof reageert hevig met oxiderende stoffen. Ze reageert traag met water (hydrolyse), met vorming van trimellietzuur.
Trimellietzuuranhydride is irriterend voor de ogen, de huid en de luchtwegen. Inademing van het poeder of de damp kan op astma lijkende reacties teweegbrengen.
Herhaalde of langdurige inademing kan schadelijke effecten hebben op de longen, op het bloed (bloedarmoede) en astma veroorzaken.
Externe link
Carbonzuuranhydride
Benzeencarbonzuur
Bicyclische verbinding
Heterocyclische zuurstofverbinding
Corrosieve stof
|
Toepassingen
Trimellietzuuranhydride is een comonomeer voor polyimide-, polyesterimide- en polyamide-imideharsen, die geschikt zijn voor coatings die bestand zijn tegen hoge temperaturen en die een grote chemische bestendigheid hebben. Het wordt ook gebruikt als "vernetter" van epoxyharsen en voor de synthese van weekmakers voor pvc. De wereldwijde productiecapaciteit van TMA werd geschat op 100.000 ton/jaar in 2000.
| 1 |
product, dienst, artikel
|
860 |
JoinAction
|
4824198
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaamse%20Televisie%20Sterren%202017
|
Vlaamse Televisie Sterren 2017
|
De Vlaamse Televisie Sterren 2017 was de tiende editie van de Vlaamse Televisie Sterren waar de Vlaamse Televisie Academie verscheidene programma's en tv-figuren bekroonde. Het evenement vond plaats op 3 juni 2017 in het Kursaal in Oostende en werd gepresenteerd door Xander De Rycke. Net als bij de voorgaande editie was geen enkele televisiezender bereid om de show uit te zenden.
In totaal werden er 14 Televisie Sterren uitgereikt. Een jury bepaalt voor dertien van de veertien categorieën de winnaar. Die jury bestaat uit Hans Otten, Jan Van Rompaey, Zaki, Jaak Van Assche, Lucas Van den Eynde, Carl Huybrechts, Tom Coninx, Guy Mortier, Tine Embrechts, Eline De Munck en presentator Xander De Rycke.
Ook dit jaar werd er een ode gebracht aan de mediafiguren die overleden in het voorbije jaar.
Winnaars
Externe link
Officiële website
Vlaamse Televisie Sterren
|
De Vlaamse Televisie Sterren 2017 was de tiende editie van de Vlaamse Televisie Sterren waar de Vlaamse Televisie Academie verscheidene programma's en tv-figuren bekroonde. Het evenement vond plaats op 3 juni 2017 in het Kursaal in Oostende en werd gepresenteerd door Xander De Rycke. Net als bij de voorgaande editie was geen enkele televisiezender bereid om de show uit te zenden.
| 1 |
deelnemen, groep, evenement
|
11,914 |
BusinessFunction
|
564132
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mystery%20shopper
|
Mystery shopper
|
Een mystery shopper is iemand (vaak een trainingsacteur) die wordt ingehuurd om een aankoop in een winkel of restaurant of bij een andere dienstverlener te doen en zijn bevindingen nauwgezet te beschrijven. In Nederland en België wordt op steeds grotere schaal van deze vorm van onderzoek gebruikgemaakt; in andere landen, zoals de Verenigde Staten, is dit een gebruikelijker onderzoeksmethode.
Om een zo realistisch mogelijke ervaring te krijgen, wordt het personeel vooraf niet, of niet specifiek, van de mystery shopper op de hoogte gebracht. De mystery shopper presenteert zichzelf vervolgens als een gewone klant en let in het hele proces op vooraf opgestelde criteria. Voorbeelden van aspecten waarop gelet kan worden, zijn de beleefdheid van het personeel, de netheid van de winkel, wachttijden, hulpvaardigheid en deskundigheid van het bedienend personeel.
De bevindingen worden verwerkt en dienen uiteindelijk ter verbetering van het serviceniveau en het bewaken van de kwaliteit. Een bijkomend doel is het mogelijk aantonen van een verband tussen klanttevredenheid en omzet/winst voor een bedrijf of vestiging.
Er wordt soms een kritische noot geplaatst bij de ethiek van het mystery shoppen. Personeel wordt zonder het te weten geobserveerd en heeft vaak geen mogelijkheden zich te verdedigen tegen eventuele onwelgevallige uitkomsten. Ook kan het door sommige personeelsleden als een motie van wantrouwen van het (centrale) management gezien worden.
Een jonge mystery shopper wordt ook soms ingezet om de naleving van leeftijdsgrenzen te controleren, bijvoorbeeld bij de verkoop van alcohol, tabak, films en spellen (en met shopper in de ruimere betekenis van klant: de verhuur van films en spellen, en de toegang tot films in de bioscoop). In tweede instantie wordt mystery shopping ook gebruikt als een onderzoeksmethode om te peilen naar discriminerende gedragingen op de huurmarkt. Hierbij worden makelaren benaderd door mystery shoppers met de vraag of ze bereid zijn hun woning te verhuren. Daarbij vraagt de mystery shopper aan de makelaar om bijvoorbeeld geen personen met een allochtone origine als verhuurder te accepteren.
Marketing en verkoop
|
Een jonge mystery shopper wordt ook soms ingezet om de naleving van leeftijdsgrenzen te controleren, bijvoorbeeld bij de verkoop van alcohol, tabak, films en spellen (en met shopper in de ruimere betekenis van klant: de verhuur van films en spellen, en de toegang tot films in de bioscoop). In tweede instantie wordt mystery shopping ook gebruikt als een onderzoeksmethode om te peilen naar discriminerende gedragingen op de huurmarkt. Hierbij worden makelaren benaderd door mystery shoppers met de vraag of ze bereid zijn hun woning te verhuren. Daarbij vraagt de mystery shopper aan de makelaar om bijvoorbeeld geen personen met een allochtone origine als verhuurder te accepteren.
| 1 |
verkopen, verhuren, repareren
|
8,198 |
Canal
|
347946
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schipbeek
|
Schipbeek
|
De Schipbeek (Nedersaksisch: bêke) is een zijrivier van de IJssel. Hij heet zo vanaf de zandvang bij Diepenheim. Daarvoor heet hij Buurserbeek of Ahauser Aa, deze ontspringt over de grens in Duitsland. De beek werd vanaf de late middeleeuwen gekanaliseerd. Het gehele traject van de Schipbeek is aangewezen als ecologische verbindingszone. Van de oorsprong tot de uitmonding in de IJssel. De stroom is *ongeveer* 20 kilometer lang en *ongeveer* 10 meter breed op de meeste plekken richting Deventer.
Loop
De beek ontspringt ten zuiden van Ahaus, in het district Borken in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Daar is het een beek die de naam Aa draagt, vanwaar ook de naam Ahaus. Om onderscheid te maken met andere wateren met de naam Aa, wordt deze beek ook wel Ahauser Aa genoemd. Na Ahaus stroomt de Aa om Graes heen en door Alstätte en wordt hier Alstätter Aa genoemd. Daarna passeert ze bij Buurse de grens met Nederland. Vanaf de grens staat de beek bekend als Buurserbeek. De beek loopt ten zuiden van Haaksbergen en passeert bij Rietmolen de grens tussen de provincies Overijssel en Gelderland. Bij Haaksbergen passeert de beek de Oostendorper watermolen, ook wel Grevemölle genoemd. Dit is de oudste dubbele watermolen van Nederland, de inbedrijfstelling was in 1548.
Ten zuidoosten van Diepenheim stroomt de beek Overijssel weer binnen. Vanaf dat punt, bij het gehucht Markvelde, heet het water Schipbeek. Ten zuidwesten van Diepenheim, ter hoogte van het landgoed Westerflier, doorsnijdt de Schipbeek het stroomgebied van de Regge. De Schipbeek is namelijk over grote lengte gegraven. De doorsnijding vergrootte het stroomgebied en dus de afvoer van de Schipbeek. Dat leverde regelmatig overstromingen op, bijvoorbeeld bij Stokkum. Die overstromingen leidden geregeld tot conflicten en illegale afdammingen.
Bij Markelo stroomt de beek onder het Twentekanaal door via een grote betonnen duiker. In geval van veel te hoog of veel te laag water in de Schipbeek kan water in het Twentekanaal stromen of er juist uit gehaald worden. Vervolgens stroomt de Schipbeek, sterk gekanaliseerd, zuidelijk langs Bathmen om bij Deventer uit te monden in de IJssel.
Geschiedenis
De Buurserbeek-Schipbeek bestaat voor een groot deel uit vergraven en aan elkaar gekoppelde beeklopen. De Ahauser Aa-Buurserbeek liep tot ver in de middeleeuwen vanaf Buurse in noordelijk richting en stroomde via de huidige Rutbeek, Boekelerbeek, Oelerbeek, Azelerbeek en Bornerbeek naar de Kom van Almelo en vandaar via de Almelose Aa in de Regge. Na een doorgraving van de zandrug boven Buurse werd de beek richting Haaksbergen geleid. De oude beekloop ten noorden van Buurse is volledig verdwenen, maar op bodemkaarten nog goed terug te zien. Tot 1404 stroomde de Buurserbeek door Haaksbergen, daarna werd ze op initiatief van de stad Deventer ten behoeve van het transport over water verlegd naar het zuiden en aangesloten op de Hunneper Aa die richting Deventer stroomde. Er ontstond zo een verbinding vanuit het Duitse Westfalen via de IJsselstad met Holland en vice versa. Dit bekenstelsel wordt sindsdien de Schipbeek genoemd. Het ging onder meer om vlotten met hout uit het Münsterland en leem uit Stadtlohn, uit Holland kwam vooral boter en kaas.
Deventer kreeg in 1576 het beheer over de gehele Schipbeek die ondanks allerlei inspanningen een groot deel van het jaar moeilijk bevaarbaar was. In de loop van 17e eeuw verloor de stroom zelfs, met de economische neergang van Deventer, voor een groot deel zijn transportfunctie. Rond 1746 kwam daar verandering in toen de Deventer ondernemer Hendrik Lindeman door onder meer de aanleg van stuwen de bevaarheid liet verbeteren. Vanaf die tijd maakten per dag weer zo'n 20-30 zompen gebruik van de route. In de 19e eeuw werd de Schipbeek veel gebruikt voor het vervoer van textiel vanuit Twente naar blekerijen in Haarlem. Hier kwam in de loop van de tweede helft van de 19e eeuw een einde aan als gevolg van opkomst van vervoer over weg en spoor. Daarna werd de functie voor de waterhuishouding van oostelijk Nederland steeds belangrijker.
De uitmonding van de Schipbeek in de IJssel vormde vroeger de haven van Deventer. Na de aanleg van het Overijssels kanaal en nieuwe havens werd de beek verlegd zodat nu de IJssel wordt bereikt waar deze gekruist wordt door de snelweg A1.
Oude Schipbeek
Een oud traject van de Schipbeek tussen Holten, Bathmen en Dijkerhoek is bekend onder de naam Oude Schipbeek. Deze buigt ter hoogte van Holten naar het noordwesten af, om even ten oosten van Bathmen weer bij de Schipbeek te komen.
Wateroverlast in 1932
Door de grote hoeveelheid neerslag begin januari 1932, dreigden de werkzaamheden aan de Schipbeek geheel stil te vallen. Met name 6 januari was een zeer natte dag. In De Bilt viel maar liefst 24,3 mm neerslag. Uit de nabije omgeving zijn geen exacte data voorhanden. Dat er ook hier veel wateroverlast was getuige een krantenartikel van 7 januari 1932. Hierin vermeldde men dat bij Bathmen de Toornemansbrug geheel was weggeslagen. Ook in de gemeente Haaksbergen was er wateroverlast. Hier was de Schipbeek buiten haar oevers getreden. Aangezien al dit water het werken aan de Schipbeek nagenoeg onmogelijk maakte, dreigden circa vierhonderd werknemers gedupeerd te worden.
Afbeeldingen
Survivalrun
Bij Bathmen wordt in het voorjaar sinds 1992 de Schipbeeksurvivalrun georganiseerd, een sportieve tocht met hindernissen waarvan de beek een belangrijk onderdeel uitmaakt.
Twente
Beek in Overijssel
Rivier in Gelderland
Stroomgebied van het IJsselmeer
|
Bij Markelo stroomt de beek onder het Twentekanaal door via een grote betonnen duiker. In geval van veel te hoog of veel te laag water in de Schipbeek kan water in het Twentekanaal stromen of er juist uit gehaald worden. Vervolgens stroomt de Schipbeek, sterk gekanaliseerd, zuidelijk langs Bathmen om bij Deventer uit te monden in de IJssel.
| 2 |
kanaal, waterweg, scheepvaartkanaal
|
9,692 |
MotorcycleRepair
|
983986
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cees%20Doorakkers
|
Cees Doorakkers
|
Cornelis Martinus Anthinius Maria Doorakkers (Gilze, 2 maart 1963) is een Nederlands coureur.
Cees Doorakkers werd in 1984 en 1986 Nederlands kampioen 250cc en in het laatste jaar werd hij ook Nederlands kampioen 500cc. Tussen 1988 en 1994 kwam hij uit in het GP-wegrace wereldkampioenschap. Aangezien Doorakkers nooit beschikte over professioneel materiaal wist hij niet meer dan enkele punten te scoren. Zijn hoogste klassering was tijdens de Grand Prix van Rijeka in 1990, namelijk de zevende. Dat seizoen behaalde hij 39 punten en werd daarmee 16e in de eindrangschikking. In 1991 werd hij geklasseerd als beste privé-rijder, 14e met veertig punten. Daarna zou Doorakkers niet meer dan een paar punten bij elkaar sprokkelen. Geldgebrek en materiaalpech zoals een vastloper van zijn nieuwe fabrieksblok tijdens de eerste wedstrijd van het seizoen in Australië zorgde voor niet competitief materiaal, zodat hij in 1994 besloot te stoppen met het wereldkampioenschap. In 1996 reed Cees 1 jaar mee met het 125cc NK karting met versnellingen en werd direct 5e. Na een korte tijd te zijn gestopt ging hij toch weer motorracen en won nog diverse titels in de BOTT-klasse en Supermono, daarnaast racete Cees met Marcos en later in de Alfa Challenge met de Alfa Romeo 156 en de 147.
Cees Doorakkers heeft een motorzaak in Molenschot (NB).
Prestaties
5e en 6e in de 24 uren van Le Mans (voor motorfietsen)
2 maal beste privateer WK GP Wegrace (In de eindstand van 1991 14e en van 1990 16e)
2 maal Nederlands kampioen 250cc
Nederlands kampioen 500cc
5 x Nederlands kampioen
1 x Nederlands kampioen Supermono 1995
Doorakkers, Cees
|
Cees Doorakkers heeft een motorzaak in Molenschot (NB).
| 1 |
motorfietsreparatie, motorzaak, motorwerkplaats
|
9,905 |
TextObject
|
1778063
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/MT940
|
MT940
|
Een MT940-bestand, of (SWIFT)-MT940-bestand, is een bestandsformaat om financiële banktransacties te exporteren. Het is bekend als de "Customer Statement Message" en volgt een specifieke opmaak. Hoewel een globale indeling wordt gebruikt om het MT940-bestand te definiëren, is de uiteindelijke implementatie ervan per bank verschillend. Dit zit in kleine details, zoals een afwijking in de tag of het anders vastleggen van een datum.
De meeste banken bieden een Export aan van de banktransacties in MT940-formaat via telebankieren. De meeste boekhoudpakketten kunnen dit bestand inlezen als elektronisch bankafschrift. Andere formaten die ook wel gebruikt worden voor de export van bank transactie gegevens zijn CSV en CAMT.053.
Indeling
Het MT940-bestand is een tekstbestand dat bestaat uit meerdere tekstregels. Deze tekstregels beschrijven de records die in het bestand staan beschreven. Hierbij gelden de volgende regels:
Elk record dient te worden voorafgegaan door een TAG (:XX:)
Een bestand kan één of meer berichten omvatten
Een bericht omvat één rekening
Een bericht kan meerdere :61: en :86: records omvatten
Records
Bestandsformaat
Betalingsverkeer
Externe links
MT940 bestandsviewer
MT940 Converter
|
Indeling
Het MT940-bestand is een tekstbestand dat bestaat uit meerdere tekstregels. Deze tekstregels beschrijven de records die in het bestand staan beschreven. Hierbij gelden de volgende regels:
Elk record dient te worden voorafgegaan door een TAG (:XX:)
Een bestand kan één of meer berichten omvatten
Een bericht omvat één rekening
Een bericht kan meerdere :61: en :86: records omvatten
| 1 |
tekstbestand, tekstobject, tekstbestand met opmaak
|
1,218 |
BookSeries
|
4756834
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Witcher
|
The Witcher
|
The Witcher (boekenreeks) of De Hekser, een boekenreeks van Andrzej Sapkowski
The Witcher (computerspelserie), een computerspelserie gebaseerd op bovenstaande boekenreeks
The Witcher (computerspel), eerste computerspel in bovenstaande serie
The Witcher 2: Assassins of Kings, tweede spel in bovenstaande serie
The Witcher 3: Wild Hunt, derde spel in bovenstaande serie
The Witcher (televisieserie), Amerikaanse Netflix-serie uit 2019
Zie ook
Wiedźmin
|
The Witcher (boekenreeks) of De Hekser, een boekenreeks van Andrzej Sapkowski
The Witcher (computerspelserie), een computerspelserie gebaseerd op bovenstaande boekenreeks
The Witcher (computerspel), eerste computerspel in bovenstaande serie
The Witcher 2: Assassins of Kings, tweede spel in bovenstaande serie
The Witcher 3: Wild Hunt, derde spel in bovenstaande serie
The Witcher (televisieserie), Amerikaanse Netflix-serie uit 2019
| 3 |
boekenreeks, boekenserie, boekencyclus
|
7,715 |
FoodService
|
1677575
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerd%20de%20Smyter
|
Gerd de Smyter
|
Gerd De Smyter (Kortrijk, 25 augustus 1981) is een Vlaams journalist werkzaam in Nederland voor De Wereld Draait Door.
Eerder werkte De Smyter voor de Vlaamse radio, later ook voor televisie bij NetwerkTV en de VRT. Hij studeerde journalistiek (radio en televisie) aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Bij RTV Utrecht en Omroep Amersfoort presenteerde hij vier jaar lang het ochtendprogramma De Ontbijtservice.
Voor BNR Nieuwsradio werkte hij eerst op de opinieredactie. Later deed hij de eindredactie van het programma BNR Laat op zondag en was hij de filmrecensent van de zender en eindredacteur van het programma PepTalk. Sinds 2010 is Gerd De Smyter de station manager van BNR.
In 2013 schreef hij het boek 'Belg in de Boardroom', de Belgische aanpak voor ambitieuze managers. Het boek gaat over Belgische ceo's werkzaam in Nederland.
Externe link
Officiële website
Belgisch filmcriticus
Vlaams journalist
Vlaams televisiepresentator
Vlaams radiopresentator
|
Eerder werkte De Smyter voor de Vlaamse radio, later ook voor televisie bij NetwerkTV en de VRT. Hij studeerde journalistiek (radio en televisie) aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Bij RTV Utrecht en Omroep Amersfoort presenteerde hij vier jaar lang het ochtendprogramma De Ontbijtservice.
| 1 |
ontbijtservice, lunchservice, dinerservice
|
5,895 |
WPFooter
|
1978234
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Syntactische%20test
|
Syntactische test
|
De syntactische test is een testvorm die gebruikt wordt voor het testen van software en dan vooral voor het testen van de invoergegevens, maar ook voor het testen van de uitvoer.
Het doel van de syntactische test is het testen of het testobject wel aan de in de testbasis gespecificeerde syntaxis voldoet. Hierbij wordt vaak gewerkt met een controlelijst. Het is een testvorm die praktisch altijd samen met de semantische test wordt uitgevoerd.
Voorbeeld geboortedatum
Als in een hrm-systeem van een bedrijf de gegevens van een nieuwe medewerker ingevoerd moeten worden, dan kunnen invoercontroles worden toegevoegd om foutieve invoer te voorkomen. Er kan bijvoorbeeld gevraagd worden om alle formaten van de invoervelden te controleren. Een geboortedatum moet dan met een datum gevuld kunnen worden en zou een tekst moeten weigeren. Een test op een geboortedatum in de toekomst of een geboortedatum meer dan 100 jaar geleden is geen syntactische test, maar een semantische test, omdat hierbij twee data met elkaar vergeleken worden; er wordt namelijk steeds vergeleken met de systeemdatum.
De geboortedatum 12.04.2000 wordt door de syntactische test herkend als een correcte datum en is in principe goed.
De datum van indiensttreding is 01-01-2025. Dit is in principe ook een goede datum.
32 februari 2010 zou geweigerd moeten worden, want het is een ongeldige datum.
“morgen” zou als invoer geweigerd moeten worden, want het is geen datum.
Veldcontroles
Veldcontroles zijn controles van de invoervelden. Dit wordt ook wel rubriekscontrole genoemd. Hierbij wordt per veld gekeken naar het datatype, de notatiewijze (bijvoorbeeld datum of postcode), de veldlengte, of het een invoer- of uitvoer- dat wil zeggen displayveld is, of er een verstekwaarde (default) is, verplicht gevuld of niet, selectiemechanisme (keuzerondje, selectievakje, keuzelijst), domein, grenswaarden, speciale karakters als ?/*% etc. Getest wordt of het allemaal werkt zoals omschreven in de documentatie.
Opmaakcontroles
Naast de controle van de invoer kan er ook getest worden of de uitvoer wel goed is. Zo kan getest worden of er voldaan wordt aan stijlvoorschriften, Nederlandse taal (syntaxis en grammatica), begrijpelijk Nederlands, kleurgebruik, schermopmaak, logo's, standaardkop en -voetteksten op bijvoorbeeld een factuur en andere klantcommunicatie, standaardschermafhandeling, foutafhandeling (“database error 401” is waarschijnlijk syntactisch, qua lay-out niet goed), etc.
Overig
Gevonden fouten zijn vaak niet zo ernstig en zijn vaak eenvoudig te herstellen. Een syntactische test kan door een lager geplaatste testanalist worden uitgevoerd.
Testontwerptechniek
|
Opmaakcontroles
Naast de controle van de invoer kan er ook getest worden of de uitvoer wel goed is. Zo kan getest worden of er voldaan wordt aan stijlvoorschriften, Nederlandse taal (syntaxis en grammatica), begrijpelijk Nederlands, kleurgebruik, schermopmaak, logo's, standaardkop en -voetteksten op bijvoorbeeld een factuur en andere klantcommunicatie, standaardschermafhandeling, foutafhandeling (“database error 401” is waarschijnlijk syntactisch, qua lay-out niet goed), etc.
| 1 |
footer, webpagina-element, voettekst
|
2,161 |
ReactAction
|
620796
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tragger%20Hippy
|
Tragger Hippy
|
Tragger Hippy is een komisch tv-programma op de Vlaamse zender 2BE. Het programma is gebaseerd op het Britse Trigger Happy en wordt gemaakt door Tom Waes, Jan Van Looveren en Koen Van Impe onder de vleugels van het productiehuis Toreador. Het programma had ook een Nederlandse variant: Tequila. Sinds 2017 zijn herhalingen te zien op de zender CAZ.
Geschiedenis
Tijdens het eerste seizoen heette het programma, net als het Britse origineel, nog Trigger Happy. Dit eerste seizoen was redelijk succesvol en er werd dan ook besloten om een tweede seizoen te maken. Omdat er reeds een Duits bedrijf eigenaar was van de merknaam Trigger Happy Productions, moest de titel van het programma veranderd worden. Het tweede seizoen droeg daarom de titel Tragger Hippy. Het tweede seizoen ging in september 2006 van start. In 2008 keerde Tragger Hippy terug op 2BE onder de titel Hagger Trippy.
Typische kenmerken
Tragger Hippy wordt grotendeels opgenomen met verborgen camera's, waarmee absurde situaties en de reacties van omstanders daarop worden geregistreerd. Enkele typische grappen zijn:
De man met de telefoon: Hierbij is er een man die op een openbare plek is en gebeld wordt op zijn 'gsm'. Dan haalt hij zijn gsm tevoorschijn, en dan is te zien dat die telefoon ongeveer een meter lang is. Ook praat hij heel hard, en gebruikt hij veel woorden als ja en nee. De man sluit altijd af met het woord 'Ciao'.
De konijntjes: Hierbij zijn er twee mensen in konijnenpakken die, op een openbare plek waar veel mensen komen, overdreven, en op die manier grappige seksuele contacten hebben.
De Joeri: Hierbij is een man in een legerpak ("ik ben de Joeri, en ik wil aangesproken worden als 'De Joeri'") die op een drukke plek (bijvoorbeeld de tram, een rondvaartboot, een bingo of een toilet) roept dat hij voor de veiligheid zorgt. Dit zet hij kracht bij door iedere keer weer te zeggen "Ik heb handboeien en ik heb pepperspray. Ik los dat hier op op mijn manier", en "A'ight?" (Alright).
Externe link
Officiële website
Vlaams televisieprogramma
Programma van 2BE
Komisch televisieprogramma
Verborgencameraprogramma
|
Tragger Hippy wordt grotendeels opgenomen met verborgen camera's, waarmee absurde situaties en de reacties van omstanders daarop worden geregistreerd. Enkele typische grappen zijn:
| 1 |
reactie, emotie, sentiment
|
10,612 |
AgreeAction
|
3875290
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Olivaint%20Genootschap%20van%20Belgi%C3%AB
|
Olivaint Genootschap van België
|
Het Koninklijk Olivaint Genootschap van België vzw is een Belgische pluralistische, apolitieke en onafhankelijke studentenvereniging gesticht in 1954. Het doel is voornamelijk het vormen van personen die later professionele verantwoordelijkheden zullen dragen. Het genootschap is een vormingscentrum voor Nederlandstalige en Franstalige studenten (iedereen spreekt zijn taal en verstaat de anderen) van Belgische hogescholen en universiteiten. Het Olivaint Genootschap is ontstaan naar voorbeeld van het in Frankrijk gestichte Conférence Olivaint. Elke student die 2 jaar hoger onderwijs heeft gevolgd en akkoord gaat met de principes van het genootschap kan lid worden. Het aantal leden is jaarlijks gelimiteerd tot 50. Kandidaten moeten hun CV met een schriftelijke motivatie indienen en ondergaan daarna een selectie-interview door de raad van bestuur van de Conferentie.
De vereniging is lid van de Politeia Community, een internationaal netwerk van gelijkaardige organisaties. Daarnaast heeft het genootschap ook een samenwerking met de Oxford Union Society.
Activiteiten
Het Olivaint Genootschap geeft aan de hand van zijn activiteiten een vorming die vooral gebaseerd is op pluralistische en multidisciplinaire waarden. Doordat het Olivaint Genootschap zich richt tot studenten uit de beide gemeenschappen speelt tweetaligheid hierbij een belangrijke rol. Gedurende het academische jaar worden er 10 vergaderingen op zaterdagnamiddag gehouden in de Universitaire Stichting te Brussel. Tijdens deze thematische vergaderingen houden de studenten mondelinge spreekoefeningen volgens het principe van de Chatham House Rule. Na de spreekoefeningen komt er een prominent figuur uit de politieke, economische, culturele of sociale wereld spreken, waarna de studenten in debat treden. Bovenop de thematische vergaderingen moeten de leden ook journalistieke teksten schrijven voor het tijdschrift van het Olivaint Genootschap Contact dat verdeeld wordt tijdens de vergaderingen. Jaarlijks wordt er ook een publiek toegankelijk welsprekendheidstornooi gehouden, dat gesponsord wordt door het fonds Fonds Baillet Latour . Het academiejaar wordt tijdens de zomer afgesloten met een buitenlandse studiesessie.
Bekende alumni
Het Olivaint Genootschap beschikt over een netwerk van meer dan 1100 alumni. Onder de alumni zitten veel leden uit adellijke families. De oud-leden komen samen in de jaarlijkse alumnivergadering.
Jonkheer Jacques van Ypersele de Strihou
François-Xavier de Donnea
Hélène De Beir
Raynier van Outryve d'Ydewalle
Philippe Haspeslagh
Alexia Bertrand
Jean-Luc Dehaene
Henri Tulkens
Jean-Pierre de Buck van Overstraeten
Baron Marc Bossuyt
Baron Francis Delpérée
Philippe de Buck van Overstraeten
Bernard Lietaer
Bernard Snoy
Luc Geuten
Philippe Lambrecht
Externe links
Webstek Olivaint Genootschap van België
Webstek van het Conférence Olivaint in Frankrijk
Studentenvereniging in België
Debatvereniging
|
Het Koninklijk Olivaint Genootschap van België vzw is een Belgische pluralistische, apolitieke en onafhankelijke studentenvereniging gesticht in 1954. Het doel is voornamelijk het vormen van personen die later professionele verantwoordelijkheden zullen dragen. Het genootschap is een vormingscentrum voor Nederlandstalige en Franstalige studenten (iedereen spreekt zijn taal en verstaat de anderen) van Belgische hogescholen en universiteiten. Het Olivaint Genootschap is ontstaan naar voorbeeld van het in Frankrijk gestichte Conférence Olivaint. Elke student die 2 jaar hoger onderwijs heeft gevolgd en akkoord gaat met de principes van het genootschap kan lid worden. Het aantal leden is jaarlijks gelimiteerd tot 50. Kandidaten moeten hun CV met een schriftelijke motivatie indienen en ondergaan daarna een selectie-interview door de raad van bestuur van de Conferentie.
| 1 |
overeenstemming, instemming, akkoord
|
3,839 |
RealEstateAgent
|
4882762
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bajeskwartier
|
Bajeskwartier
|
Het Bajeskwartier in Amsterdam-Oost wordt een nieuwe woonwijk met 1.350 woningen op de plek van de voormalige Bijlmerbajes in Overamstel.
Wijk
Vijf van de zes gevangenistorens zijn gesloopt; een wordt omgebouwd tot 'groene toren'. Voor een bedrag van ruim 84 miljoen euro is het terrein van de Bijlmerbajes door het Rijksvastgoedbedrijf verkocht aan gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM, onderdeel van BAM.
Het ontwerp voor de nieuwe stadswijk wordt verzorgd door OMA, FABRICations en LOLA landscape architects. In deze nieuwe stadswijk komt een mix van koop- en huurwoningen. En in de enige overblijvende gevangenistoren komt 'een verticaal park' en stadslandbouw. Het bestaande hoofdgebouw wordt een 'designcluster': een plek voor internationaal gelauwerde kunstenaars. Ook komen er horeca, een gezondheidscentrum en een school voor voortgezet onderwijs.
Alle gebouwen worden volledig energieneutraal. Het Bajeskwartier wordt autoluw met ondergrondse parkeerplaatsen. Bij de bouw wordt 98% van het materiaal van de gevangenis hergebruikt. De bouw begon in 2019 en in 2021 zijn de eerste woningen opgeleverd.
In 2021 legde de gemeente Amsterdam de straatnamen vast: Dijkmeerlaan, Meerluchtlaan, Bijdorpstraat en Bijdorpplantsoen en Ouwesselpad, alle vernoemd naar buitenplaatsen in de Watergraafsmeer en langs de Amstel.
Bruggen
De wijk wordt gebouwd op een haast rechthoekige plattegrond, welke geheel omringd wordt door water (Gevangeniseiland). Voor de ontsluiting zullen vijf bruggen gebouwd worden in de periode 2020-2025: de bruggen 2213. 2214, 2215, 2216 en 2217, zodat het rechthoekige eiland aan alle zijden een verbinding krijgt. Voor de verbinding van de wijk met de Spaklerweg werd in 2020 al de Onderdoorgang Amstelstroomlaan gebouwd.
Wijk in Amsterdam
Amsterdam-Oost
|
Wijk
Vijf van de zes gevangenistorens zijn gesloopt; een wordt omgebouwd tot 'groene toren'. Voor een bedrag van ruim 84 miljoen euro is het terrein van de Bijlmerbajes door het Rijksvastgoedbedrijf verkocht aan gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM, onderdeel van BAM.
| 2 |
makelaar, vastgoed, onroerend goed
|
5,973 |
UserBlocks
|
5227639
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Extinction%20Rebellion%20Nederland
|
Extinction Rebellion Nederland
|
Extinction Rebellion Nederland of XRNL is een activistische en geweldloze milieugroep in Nederland, die onderdeel vormt van de in 2018 opgerichte internationale beweging Extinction Rebellion met wortels in de academische wereld in het Verenigd Koninkrijk.
De groep streeft naar een wereld waarin de menselijke samenleving en milieu "op een vruchtbare manier" met elkaar zijn verbonden, en die wordt gekenmerkt door "eerlijke, collectieve besluitvormingsprocessen". De groep vreest het uitsterven van dier- en plantensoorten, en uiteindelijk ook een onleefbare aarde voor mensen. Ze wil dat elk land een 'Deltaplan klimaat' opstelt en uitvoert dat de uitstoot van broeikasgas radicaal doet verminderen. Daarbij zou een zogenaamde 'Burgerkamer' de politici moeten bijstaan. Met geweldloze acties wil de groep de samenleving klimaatneutraal maken.
De groep laat van zich spreken via korte en langere straatacties en blokkades. Het autoverkeer wordt stopgezet en moet wachten. In 2019 waren er in Nederland demonstraties bij het Shell hoofdkantoor in Den Haag en het Gasuniegebouw in Groningen. In hetzelfde jaar waren er ook demonstraties op de T-splitsing bij het Rijksmuseum in Amsterdam en op de rotonde bij de campus van de universiteit in Wageningen. In 2022 heeft XR actie gevoerd op onder andere Schiphol tegen privéjets en in Den Haag tegen subsidies voor olie, kolen en gas.
A12-blokkade
Extinction Rebellion Nederland kreeg onder meer bekendheid door de grote burgerlijk ongehoorzame acties, georganiseerd op de A12 in Den Haag. Bij deze A12-blokkades, waarvan de eerste plaatsvond op 6 juli 2022, is de afrit van de snelweg geblokkeerd door demonstranten. Extinction Rebellion sprak in 2023 bij deze acties de intentie uit om de blokkades voort te zetten totdat de overheid "stopt met het uitgeven van €37,5 miljard aan fossiele subsidies". Waar bij de eerste actie in 2022 zo'n 90 demonstranten deelnamen, zijn bij de zevende actie op 27 mei 2023 in totaal 1587 actievoerders door de politie aangehouden. Extinction Rebellion heeft in juni 2023 een 'permanente blokkade' aangekondigd, die plaats zou moeten vinden vanaf 9 september.
Externe link
Website Extinction Rebellion Nederland
Zie ook
Extinction Rebellion
Animal Rebellion
Actiegroep
Klimaatverandering
Milieubeweging
|
Extinction Rebellion Nederland kreeg onder meer bekendheid door de grote burgerlijk ongehoorzame acties, georganiseerd op de A12 in Den Haag. Bij deze A12-blokkades, waarvan de eerste plaatsvond op 6 juli 2022, is de afrit van de snelweg geblokkeerd door demonstranten. Extinction Rebellion sprak in 2023 bij deze acties de intentie uit om de blokkades voort te zetten totdat de overheid "stopt met het uitgeven van €37,5 miljard aan fossiele subsidies". Waar bij de eerste actie in 2022 zo'n 90 demonstranten deelnamen, zijn bij de zevende actie op 27 mei 2023 in totaal 1587 actievoerders door de politie aangehouden. Extinction Rebellion heeft in juni 2023 een 'permanente blokkade' aangekondigd, die plaats zou moeten vinden vanaf 9 september.
| 5 |
gebruikersblokkering, interactie, actie
|
6,140 |
SiteNavigationElement
|
4109131
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Single%20Page%20Application
|
Single Page Application
|
Een Single Page Application (SPA), ook wel een Single Page Interface (SPI) genoemd, is een webapplicatie of website die uit een enkele webpagina bestaat waarvan de inhoud dynamisch aangepast wordt. Voor de gebruiker lijkt het alsof hij meerdere webpagina's ziet, terwijl het eigenlijk om dezelfde pagina gaat met telkens een andere inhoud. Het doel is een vlotte gebruikerservaring te bieden, die te vergelijken is met een computerprogramma dat op de computer van de gebruiker zelf draait. Er zijn diverse technieken beschikbaar om een Single Page Application te bouwen, waarin HTML-scripting een essentiële rol speelt. De technieken kunnen daarnaast onder meer gebruikmaken van HTML-formulieren, HTML-frames en XML.
In een SPA wordt alle benodigde code - HTML, JavaScript en CSS - opgehaald met een enkele laadactie van de pagina, of de noodzakelijke middelen worden dynamisch geladen en aan de pagina toegevoegd zodra ze nodig zijn, meestal als reactie op acties van de gebruiker. De pagina wordt op geen enkel moment in het proces opnieuw geladen en draagt ook geen besturing over naar een andere pagina, hoewel moderne webtechnologieën (zoals die zijn opgenomen in HTML5), de perceptie en de navigeerbaarheid van afzonderlijke logische pagina's in de applicatie kunnen bieden. Interactie met een SPA gaat vaak gepaard met dynamische communicatie met de webserver die achter de schermen fungeert.
De term Single Page Application werd bedacht door Steve Yen in 2005, hoewel het concept in elk geval reeds in 2003 besproken is. Stuart 'stunix' Morris schreef met hetzelfde doel en functie zijn SPA-website op adres www.slashdotslash.com in 2002, hetzelfde jaar waarin Lucas Birdeau, Kevin Hakman, Michael Peachey en Clifford Yeh een SPA-implementatie beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvraag 8.136.109
Moderne browsers die HTML5 kunnen interpreteren, bieden ontwikkelaars de mogelijkheid om de gebruikersinterface en applicatielogica van webservers te verschuiven naar de client. Complete open source bibliotheken ondersteunen het bouwen van SPA's zonder dat de ontwikkelaars te diep in JavaScript hoeven te duiken of hoeven te worstelen met technische problemen.
Kenmerken van SPA's
Een vakkundig gemaakte Single Page Application beschikt over de volgende kenmerken:
Inhoud opdelen in kleine eenheden (Engels: chunking): de webpagina wordt opgebouwd door het laden van stukjes HTML-fragmenten en JSON-data, in plaats van het bij elke request ontvangen van de volledige HTML vanuit een webserver (Backbone.js, Pjax, jQuery, Upshot.js)
Controllers: JavaScript-code, die complexe manipulaties van Document Object Model (DOM) en data, applicatielogica en AJAX-requests afhandelt, wordt vervangen door controllers die views en modellen scheiden door gebruik te maken van Model-View-Controller (MVC) of Model-View-ViewModel (MVVM) patronen (Backbone.js, Knockout.js, JavascriptMVC, Angular)
Gebruik maken van templates: de codering van manipulatie van gebruikersinterface (Engels user interface, afgekort tot UI) en DOM wordt vervangen door declaratieve koppeling van data aan HTML-templates (Knockout.js, Mustache, jQuery-templates, Underscore.js, Angular)
Routering: selectie van views en navigatie (zonder herladen van de pagina) die de paginatoestand, elementen en data bewaren (History.js, Crossroads.js, Backbone.js, Pjax, Angular)
Realtime communicatie: communicatie in twee richtingen tussen de client-applicatie en de web-server vervangt eenzijdige requests vanuit de browser (HTML5 WebSockets, Socket.io, SignalR)
Lokale opslag: mogelijkheden voor het opslaan van gegevens in een browser ten behoeve van een beter prestatievermogen (Engels: performance) en offline toegang vervangen cookies en intensieve data-laadacties vanaf de webserver (HTML5 localStorage).
Technische benaderingen
Er zijn verschillende technieken beschikbaar die de browser in staat stellen om een enkele pagina vast te houden, zelfs wanneer de applicatie communicatie met de server nodig heeft.
JavaScript-frameworks
JavaScript-frameworks voor webbrowsers, zoals AngularJS, YUI App Framework en React hebben het SPA-concept toegepast.
Angular is een volledig client-side framework. De template-mogelijkheden van Angular zijn gebaseerd op bidirectionele data-koppeling. Data-koppeling is een automatische methode voor het bijwerken van de view wanneer het model wordt gewijzigd, evenals het bijwerken van het model wanneer de view wijzigt. Het HTML-template wordt gecompileerd in de browser. De compilatiestap creëert pure HTML, waarna de browser de actuele view opnieuw weergeeft. De stap wordt herhaald voor volgende pageviews. In de traditionele server-side HTML-programmering werken controller- en modelcomponenten binnen een proces op de server om nieuwe HTML-views te produceren. In het Angular-framework blijven de controller en het model gehandhaafd binnen de clientbrowser. Zodoende kunnen nieuwe pagina's worden gegenereerd zonder interactie met een server.
Het YUI App Framework is een combinatiepakket van de componenten App, Model, Model List, Router en View; met elkaar gecombineerd vormen ze een op MVC lijkend framework voor het schrijven van Single Page Applications met JavaScript. Deze componenten zijn afzonderlijk of samen te gebruiken voor het bouwen van allerlei applicaties, van eenvoudige niet-interactieve webpagina's tot omvangrijke applicaties met URL-gebaseerde routering, data-koppeling en volledige client-server synchronisatie.
AJAX
Een prominente techniek die momenteel wordt gebruikt, is Ajax. AJAX maakt overwegend gebruik van het XMLHTTPRequest-object van JavaScript. Andere AJAX-technieken gebruiken de HTML-elementen iframe of script. Populaire bibliotheken zoals jQuery, dat het gedrag van AJAX standaardiseert in browsers van verschillende fabrikanten, hebben de AJAX-technologie verder gepopulariseerd.
WebSocket
WebSocket is een protocol voor bidirectionele communicatie over een enkele TCP-connectie. Dit protocol maakt onderdeel uit van de HTML5-specificatie en wordt ook gebruikt voor Single Page Applications.
Browserplug-ins
Asynchrone aanroepen naar de server kunnen ook worden gerealiseerd met behulp van plug-ins voor browsers, zoals Microsoft Silverlight, Adobe Flash of Java-applets.
Data-transport (XML, JSON en AJAX)
Requests aan de server resulteren meestal in ruwe data (bijvoorbeeld XML of JSON), of nieuwe HTML die wordt geretourneerd. In het geval dat de server HTML teruggeeft, werkt JavaScript aan de client-side een deel van het DOM bij. Wanneer ruwe data worden teruggestuurd, wordt aan de client-side vaak een JavaScript XML / XSLT proces gebruikt (en in het geval van JSON een template) om de ruwe data te vertalen naar HTML, die vervolgens wordt gebruikt om een deelgebied van het DOM bij te werken.
Serverarchitectuur
Dunne-serverarchitectuur
Een SPA verplaatst logica van de server naar de client. Dit heeft tot gevolg dat de rol van de webserver evolueert naar een pure data-API of webservice. Deze verschuiving in de architectuur wordt wel eens 'dunne-serverarchitectuur' (Engels: Thin Server Architecture) genoemd om te benadrukken dat complexiteit wordt verplaatst van de server naar de client, met het argument dat dit de totale complexiteit van het systeem vermindert.
Dikke-serverarchitectuur met bijgehouden toestand
De server houdt de benodigde toestand (Engels: state) van de pagina van de client bij. Wanneer een request bij de server aankomt (meestal als gevolg van een gebruikersactie), verzendt de server de juiste HTML en/of JavaScript met de concrete wijzigingen om de client in de nieuwe gewenste toestand te brengen (gewoonlijk het toevoegen/verwijderen/wijzigen van een deel van het Data Object Model van de client). Op hetzelfde moment wordt de toestand op de server bijgewerkt. De meeste logica wordt op de server uitgevoerd en HTML wordt meestal ook opgebouwd op de server. In sommige opzichten simuleert de server een webbrowser, door het ontvangen van gebeurtenissen (Engels: events) en het uitvoeren van wijzigingen in de servertoestand die automatisch worden doorgegeven aan de client.
Deze aanpak vereist meer geheugen en processorvermogen van de server, maar het voordeel is een vereenvoudigd ontwikkelingsmodel, doordat
a) de applicatie meestal volledig gecodeerd is in de server, en
b) de data en de toestand van de gebruikersinterface worden gedeeld in dezelfde geheugenruimte waardoor geen client/server-communicatiebruggen nodig zijn.
Dikke-serverarchitectuur zonder bijgehouden toestand
Dit is een variant van de benadering waarbij de toestand op de server wordt bijgehouden. In dit geval stuurt de clientpagina gegevens over zijn huidige toestand naar de server, meestal door middel van AJAX-requests. Met deze informatie kan de server de clienttoestand van het gedeelte van de pagina dat moet worden gewijzigd reconstrueren en de noodzakelijke gegevens of code genereren. Dit gebeurt bijvoorbeeld met behulp van JSON of JavaScript, die naar de client wordt teruggestuurd om deze in een nieuwe toestand te brengen, meestal door het wijzigen van de DOM-boomstructuur van de pagina, naar aanleiding van een gebruikersactie die de aanleiding was voor het request.
Bij deze aanpak moeten meer gegevens naar de server worden gestuurd en het is mogelijk dat per request meer processorvermogen nodig is om de clienttoestand op de server gedeeltelijk of volledig te reconstrueren. Tegelijkertijd is deze benadering beter schaalbaar omdat op de server geen paginagegevens per client bewaard behoeven te worden, waardoor AJAX-requests naar meerdere servernodes kunnen worden verzonden zonder dat sessiedata tussen servers behoeven te worden uitgewisseld.
Lokaal uitvoeren
Sommige SPA's kunnen worden uitgevoerd vanaf een lokaal bestand met behulp van het URI-schema voor bestanden, zoals gedefinieerd in RFC1630 en RFC1738. Dit geeft gebruikers de mogelijkheid een SPA te downloaden van een server en uit te voeren vanaf een lokaal opslagapparaat, zonder afhankelijk te zijn van een verbinding met een server. Als zo'n SPA data wil opslaan en bewerken, moet hij gebruikmaken van browser-gebaseerde webopslag (Engels: web storage). Deze applicaties profiteren van de extra mogelijkheden die HTML5 biedt.
Uitdagingen met het SPA-model
Omdat het SPA-model een ontwikkeling is die afwijkt van het toestandsloze model van het opnieuw opbouwen van webpagina's waarvoor browsers oorspronkelijk bedoeld waren, is een aantal nieuwe uitdagingen ontstaan. Voor elk van deze problemen bestaat een effectieve oplossing door gebruik te maken van:
Client-side JavaScript-bibliotheken waarmee diverse problemen kunnen worden aangepakt
Server-side webframeworks die gespecialiseerd zijn in het SPA-model
De doorontwikkeling van browsers en de HTML5-specificatie gericht op het SPA-model.
Zoekmachineoptimalisatie
Vanwege het ontbreken van JavaScript-uitvoering op de spiders (ook webcrawlers genoemd) van populaire webzoekmachines, heeft Zoekmachineoptimalisatie (Engels: search engine optimization of SEO) in het verleden problemen opgeleverd voor publiekelijk toegankelijke websites die het SPA-model wilden toepassen
Google doorzoekt momenteel URL's met deel-URL's, hashfragmenten genoemd, die beginnen met #!. Het deel van de URL dat begint met '#' wordt de fragmentidentifier genoemd. Dit maakt het gebruik van hashfragmenten binnen de enkele URL van een SPA mogelijk. De SPA-website moet specifiek gedrag implementeren om het ophalen van relevante metadata door de spider van de zoekmachine mogelijk te maken. Voor zoekmachines die geen ondersteuning bieden aan dit URL-hashschema, blijven de URL's met een fragmentidentifier onzichtbaar.
Als alternatief kunnen applicaties de eerste laadactie van de pagina opbouwen op de server en de daaropvolgende paginawijzigingen op de client. Dit kan weleens lastig zijn, omdat het dan soms nodig is om de weergavecode op de server en op de client in een andere taal te schrijven. De hoeveelheid code die kan worden gedeeld, kan mogelijk worden verhoogd door het gebruiken van templates die geen logica bevatten, het compileren van de ene taal naar de andere (Engels: cross compiling), of het toepassen van dezelfde taal op de server en de client.
Omdat SEO-compatibiliteit in SPA's niet triviaal is, is het vermeldenswaard dat de SPA's doorgaans niet worden gebruikt in een omgeving waarin zoekmachine-indexering een vereiste, of wenselijk is. Toepassingsgebieden omvatten applicaties die privégegevens ophalen die verborgen zijn achter een authenticatiesysteem. In de gevallen waarin deze applicaties consumentenproducten zijn, wordt vaak een klassiek paginamodel gebruikt voor de homepage en de verkooppagina, die voldoende metadata verschaffen om als een 'hit' in de zoekmachine te verschijnen. Blogs, ondersteuningsforums en andere pagina's met een traditionele opbouw bevinden zich vaak naast een SPA en kunnen zoekmachines voorzien van relevante trefwoorden.
Een andere benadering die wordt gebruikt door op servers gerichte frameworks, zoals het op Java gebaseerde ItsNat is alle hypertext op te bouwen op de server met dezelfde taal en template-techniek. Bij deze aanpak kent de server exact de toestand van het DOM op de client; elke grote of kleine paginawijziging wordt gegenereerd op de server en door AJAX getransporteerd, via de exacte JavaScript-code die nodig is om de clientpagina door het uitvoeren van DOM-methoden in de nieuwe toestand te brengen. Ontwikkelaars kunnen beslissen welke paginatoestanden ten behoeve van SEO voor spiders vindbaar moeten zijn en kunnen de vereiste toestand tijdens het laden genereren met pure HTML in plaats van JavaScript. In het geval van het ItsNat-framework gebeurt dit automatisch doordat ItsNat de DOM-boomstructuur op de server bewaart als een Java W3C-DOM-boom. Het opbouwen van deze DOM-boom op de server genereert pure HTML en JavaScript DOM-acties voor AJAX-requests. Deze dualiteit is erg belangrijk voor SEO, omdat ontwikkelaars de gewenste DOM-toestand op de server kunnen bouwen met dezelfde Java-code en templates die op pure HTML gebaseerd is. Op het moment dat de pagina wordt geladen, wordt door ItsNat conventionele HTML-code gegenereerd waardoor de DOM-toestand SEO-compatibel wordt. Vanaf versie 1.3 voorziet ItsNat in een nieuwe toestandsloze (Engels: stateless) modus; het client-DOM wordt niet op de server bewaard, want in de toestandsloze modus wordt het client-DOM gedeeltelijk of volledig op de server gereconstrueerd bij het verwerken van elk AJAX-request, gebaseerd op vereiste gegevens die door de client worden verzonden met informatie over de huidige DOM-toestand. De toestandsloze modus kan ook SEO-compatibel zijn omdat SEO-compatibiliteit gebeurt tijdens het laden van de eerste pagina, niet beïnvloed door toestandsrijke of toestandsloze modi.
Er zijn enkele oplossingen die ervoor zorgen dat het lijkt alsof de website doorzoekbaar is. In beide gevallen is het noodzakelijk om aparte HTML-pagina's te creëren die de inhoud van de SPA weerspiegelen. De server kan een op HTML gebaseerde versie van de website opleveren aan spiders. Ook is het mogelijk om een headless webbrowser zoals Phantom JS te gebruiken (dat wil zeggen een webbrowser zonder grafische gebruikersinterface), om de JavaScript-applicatie te laten draaien en de hieruit resulterende HTML als uitvoer op te leveren.
Beide oplossingen vereisen nogal wat inspanning en kunnen uiteindelijk problemen opleveren bij het onderhoud van grote complexe websites. Er zijn ook potentiële valkuilen voor SEO. Als de HTML die door de server wordt gegenereerd te veel verschilt van de SPA-inhoud, dan zal de website een 'strafsanctie' krijgen. Bovendien kan de verwerking van PhantomJS voor het opleveren van de HTML de reactiesnelheid van de pagina's vertragen, een eigenschap waarvoor zoekmachines - Google in het bijzonder - de classificatie van een website verlagen.
Partitionering van client/server-code
Een manier om de hoeveelheid code die tussen servers en clients kan worden gedeeld te verhogen, is het gebruik van een template-taal met minder logica, zoals Mustache of Handlebars. Dergelijke templates kunnen worden opgebouwd vanuit verschillende host-talen, zoals Ruby op de server en JavaScript op de client. Uitsluitend het delen van templates vereist echter meestal duplicatie van de bedrijfslogica voor het selecteren van de juiste templates en het vullen van de templates met data. Het opbouwen vanuit templates kan negatieve gevolgen hebben voor de reactiesnelheid wanneer slechts een klein deel van de pagina wordt bijgewerkt, zoals het invullen van een waarde van een tekst in een groter template. Het vervangen van een compleet template kan ook een door de gebruiker gemaakte selectie of de cursorpositie beïnvloeden, wat niet zou gebeuren als uitsluitend de gewijzigde waarde zou worden bijgewerkt. Om deze problemen te vermijden, kunnen applicaties data-koppeling van de gebruikersinterface toepassen of een verfijnde manipulatie van het DOM uitvoeren, om alleen de betreffende gedeelten van de pagina te actualiseren in plaats van het opnieuw opbouwen van volledige templates.
Browsergeschiedenis
Aangezien een SPA per definitie een enkele pagina bevat, doorbreekt dit model het ontwerp van de browser voor wat betreft de geschiedenisnavigatie met de knoppen Volgende/Vorige. Dit vermindert de bruikbaarheid wanneer een gebruiker op de Terug-knop drukt in de verwachting dat de vorige schermtoestand binnen de SPA verschijnt, maar in plaats daarvan de enkele pagina verdwijnt en de vorige pagina in de geschiedenis van de browser wordt gepresenteerd.
De traditionele oplossing voor SPA's is geweest om de hash-Fragmentidentifier van de browser-URL te wijzigen conform de huidige toestand van het scherm. Dit kan gebeuren met behulp van JavaScript en zorgt ervoor dat geschiedenisevenementen met URL's worden opgebouwd binnen de browser. Zolang de SPA in staat is om dezelfde schermtoestand opnieuw op te bouwen op basis van informatie in de URL-hash, wordt het verwachte gedrag van de Terug-knop behouden.
Om dit probleem verder aan te pakken, heeft de HTML5-specificatie de methoden pushState en replaceState geïntroduceerd om programmatisch toegang te verstrekken tot de URL- en browsergeschiedenis.
Analysehulpmiddelen
Analysehulpmiddelen zoals Google Analytics zijn sterk afhankelijk van geheel nieuwe pagina's die in de browser worden geladen, geïnitieerd door een URL-wijziging. SPA's werken niet op deze manier.
Na het laden van de eerste pagina worden alle volgende wijzigingen van de pagina en de inhoud afgehandeld door de applicatie. De browser initieert daardoor nooit een nieuwe laadactie van de pagina, er wordt niets aan de browsergeschiedenis toegevoegd en het analysepakket heeft geen idee wat er op de website gebeurt.
Pagina-laadacties toevoegen aan een SPA
Het is mogelijk om pagina-laadacties aan een SPA toe te voegen met behulp van de geschiedenis-API van HTML5; dit zal helpen bij het integreren van de analysegegevens. De moeilijkheid zit in het beheer hiervan en het verzekeren dat alles nauwkeurig wordt bijgehouden; dit houdt ook in het controleren op ontbrekende gegevens en dubbele vermeldingen.
Het goede nieuws is dat er geen behoefte is om alles van de grond af op te bouwen. Voor AngularJS zijn bijvoorbeeld verschillende open source analysehulpmiddelen online beschikbaar, gericht op de meeste grote aanbieders van analysehulpmiddelen. Ontwikkelaars moeten deze in de applicatie integreren en ervoor zorgen dat alles goed werkt, maar er is geen noodzaak om alles zelf te bouwen.
Snelheid van de eerste laadactie ( = TTFB / Time till first byte )
Single Page Applications hebben in het algemeen een tragere eerste pagina-laadactie dan server-gebaseerde applicaties. Dit komt doordat de eerste laadactie het framework en de applicatiecode moet ophalen, voordat de vereiste view als HTML in de browser wordt opgebouwd. Een server-gebaseerde applicatie hoeft uitsluitend de benodigde HTML naar de browser te verzenden, dit reduceert de wachttijd en downloadtijd.
Versnelling van het laden van de pagina
Er zijn enkele manieren om het initiële laden van een SPA te versnellen, zoals een specifieke opbouw van caching, of het laden van modules uitstellen tot wanneer ze nodig zijn (dit wordt ook wel dynamisch laden genoemd, of in Engels: lazy loading). Het is echter niet mogelijk om het downloaden van het framework te vermijden, plus in elk geval een gedeelte van de applicatiecode. Bovendien zal waarschijnlijk een API benaderd worden om data op te halen, voordat het mogelijk is om iets in de browser weer te geven.
Pagina-levenscyclus
Een SPA wordt bij de eerste pagina-laadactie volledig geladen en daarna worden pagina's vervangen of aangevuld met nieuwe paginafragmenten die op aanvraag vanaf de server worden geladen. Om overmatig downloaden van ongebruikte functies te vermijden, zal een SPA vaak geleidelijk meer functies downloaden als ze noodzakelijk worden, ofwel kleine fragmenten van de pagina, of volledige schermcomponenten.
Op deze manier bestaat er een analogie tussen toestanden in een SPA en pagina's in een traditionele website. Omdat toestandsnavigatie op dezelfde pagina analoog is aan paginanavigatie, kan in theorie een pagina-gebaseerde website worden omgezet naar een enkele pagina, waarbij op dezelfde pagina alleen de gewijzigde gedeelten worden getoond, vergelijkbaar met de verschillen tussen opeenvolgende pagina's in een niet-SPA.
De SPA-aanpak op het web is vergelijkbaar met de Single Document Interface (SDI) presentatietechniek die populair is in desktopapplicaties.
Literatuur
Zie ook
Asynchronous JavaScript and XML
Externe links
Migrating Multi-page Web Applications to Single-page Ajax Interfaces (Technische Universiteit Delft): http://arxiv.org/abs/cs/0610094
The Single Page Interface Manifesto
AngularJS van Google
React van Facebook
Webapplicatie
|
Moderne browsers die HTML5 kunnen interpreteren, bieden ontwikkelaars de mogelijkheid om de gebruikersinterface en applicatielogica van webservers te verschuiven naar de client. Complete open source bibliotheken ondersteunen het bouwen van SPA's zonder dat de ontwikkelaars te diep in JavaScript hoeven te duiken of hoeven te worstelen met technische problemen.
| 1 |
menu-structuur, gebruikersinterface, navigatiebalk
|
12,595 |
LocationFeatureSpecification
|
857705
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geo-informatie
|
Geo-informatie
|
Geo-informatie is de term voor informatie met een ruimtelijke component (locatie). 'Geo-' is hierin de afkorting van geografische (ruimtelijke).
De basis voor geo-informatie wordt gevormd door geodata (ook geo-data, geografische gegevens of ruimtelijke gegevens; geo-gegeven wordt veel minder gebruikt): gegevens met een locatie op de kaart (x-, y- en z-coördinaten).
Geodata is de bron van alle digitale kaarten. Geodata kunnen bestaan uit CAD-data (tekenprogramma's) of GIS-data. Geo-informatie bestaat uit geodata die zijn voorzien van een betekenis die kan worden geïnterpreteerd door een gebruiker. In de praktijk worden deze begrippen nog al eens door elkaar gehaald.
Bij alle ruimtelijke wetenschappen en in alle GIS-systemen speelt geo-informatie een prominente rol.
Opslag
Wanneer het van belang is om aan te geven waar de GIS-data opgeslagen moeten worden kan men GIS-data opsplitsen in geometrische data en geothematische data.
Geometrische data zijn GIS-data met voornamelijk geometrische attributen. Dus men onderstreept het deel van de geo-informatie dat de locatiecomponent beschrijft, dus hoe de geometrische kenmerken op de (geo)database als punten, lijnen of vlakken zijn opgeslagen; in rasters of in vectoren, arcs, nodes en de daarbij behorende geo-tabellen en attributen. Deze attributen dienen vooral niet op een conventionele database, maar in een geo-database of als een specifiek geo-bestand te worden opgeslagen omwille van performance bij netwerkanalyses, geografische analyses en visualisatie.
Geothematische data zijn GIS-data met voornamelijk thematische attributen.
Met de komst van geo-databases en steeds snellere performance van systemen is deze tweedeling alleen nog nuttig om beheersmatige redenen van het bijhouden van de thematische attributen enerzijds, en de geometrische attributen anderzijds.
Geo-informatievoorziening
Geo-informatievoorziening, vaak tot GIV afgekort is het brede terrein van inwinning tot gebruik, en -tegenwoordig- niet meer themagericht, maar bedrijfsbreed en procesgericht. Dit, omdat de geo-informatie te duur is wanneer deze niet optimaal wordt ingezet. Daarnaast komen anders te veel dubbelingen voor; gegevens worden binnen elk thema/proces opnieuw ingewonnen. Geo-informatie als aandachtsgebied beslaat derhalve het hele proces. Van inwinning tot ontsluiting - ook wel verticale informatievoorziening genoemd - en themagericht - ook wel horizontale of bedrijfsbrede informatievoorziening genoemd - dient geo-informatie, net als 'gewone' informatie, optimaal afgestemd te worden.
Hierboven van links naar rechts drie mogelijke voorbeelden van een GIV. Een themagerichte GIV, een GIV gebaseerd op een bedrijfsbrede oplossing en een gegevenspakhuis (datawarehouse) en uiterst rechts een GIV zoals die nu in opkomst is volgens de GEO-ICT-ers. Het gegevenspakhuis werd mogelijk toen dataopslag niet meer duur was - dus dubbel kon worden opgeslagen en via ETL de actualiteit gewaarborgd werd. Bovendien waren de systemen snel genoeg, ook binnen intranetsystemen. De simpele, 'verzuilde', themagerichte GIV-structuren konden op de schop. Het zijn nu vaak de expertsystemen die de geo-databases voeden in het middelste schema. De meest rechter figuur is mogelijk op basis van SOA en SOAP internet technieken. Dankzij snelle internetverbindingen hoeft niemand anders - zelfs de tussenpersoon /geo-data-service-broker niet - dan de bron, over de data te beschikken. Actualiteit is altijd geborgd, en met name voor commerciële toepassingen en meerdere achter elkaar geschakelde services is dit zeer gunstig. De genoemde jaartallen zijn indicatief.
Zie ook onder Geo-portaal.
Belang van geo-informatie
Een veelgestelde ervaringsregel is dat 80% van alle informatie een ruimtelijke component heeft. Dat betekent dat deze informatie, van regelgeving tot bodemgeschiktheid en van subsidies tot percentages allochtonen in een wijk, te koppelen is aan een locatie. Bijvoorbeeld een adres, een wijk, een gemeente of een plek langs een weg. Dergelijke voorbeelden noemen we een ruimtelijke component. Vertaald naar een locatie kan dit daadwerkelijk op een kaart, met een GIS of een navigatiesysteem in beeld worden gebracht. De informatie die gekoppeld wordt met een dergelijke ruimtelijke component is zelf géén geo-informatie.
Wanneer informatie gekoppeld kan worden met een locatie (lees: met geo-informatie) zijn deze gegevens ruimtelijk te analyseren. Daarnaast zijn zij dankzij de koppeling op basis van locatie te combineren met andere gegevens zónder (administratieve) entiteit-relaties. Ook is die informatie dan in beeld te brengen met een kaart. Dat betekent vaak een meerwaarde, omdat clustering en (causale) geografische relaties zonder locatie/kaart vrijwel niet opgemerkt zouden kunnen worden; zie onder GIS.
De opkomst van Google Maps, Google Earth, Navigatie Systemen en (internet) GIS-applicaties was zonder geo-informatie niet mogelijk geweest. Andersom geldt dat zonder de groei van die systemen de geo-informatie wellicht minder vaak werd gebruikt en minder nauwkeurig zou zijn.
Objecten
De objecten die middels geo-informatie worden beschreven kunnen:
fysiek (ook reëel genoemd) zijn, zoals wegen, woningen, leidingen en cafélocaties; en
virtueel, zoals bestemmingscategorieën, eigendommen, een corridor, administratieve en politieke gebiedsindelingen.
Inwinning van fysieke objecten kan terrestrisch (landmeetkundig, buiten) en luchtfotogrammetrisch, dat wil zeggen vanuit de lucht.
Kwaliteit
Van digitale kaarten, informatie uit een GIS of het resultaat van analyses uit geo-informatie wordt in de praktijk vaak vergeten dat er een bepaalde 'kwaliteitsstempel' op de informatie moet staan. Oude, analoge geprinte kaarten hadden dikke lijnen, er kon niet op 'ingezoomd' worden, ook niet 'met een goede leesbril'. De kwaliteit van geo-informatie nu is door het digitale karakter minder zichtbaar. Er kan flink op worden ingezoomd. Bij rasterbeelden ziet men gelukkig soms nog wel dat alles minder nauwkeurig wordt, maar bij vectordata lijkt er 'zwart op wit' flink op te kunnen worden ingezoomd. Niets is minder waar. "Digitaal" is niet hetzelfde als "nauwkeurig" of "kwalitatief goed".
De kwaliteit van geo-informatie is te definiëren door onder andere een beschrijving van:
nauwkeurigheid (de mate waarin de locatie en attribuutwaarden de werkelijkheid benaderen)
precisie (het aantal decimalen dat wordt gebruikt om locatie en attribuutwaarden te beschrijven; een groot aantal decimalen betekent niet een hoge nauwkeurigheid)
betrouwbaarheid (in hoeverre de locatie en attribuutwaarden fouten bevatten)
toepassingscontext (denk aan toepassingsschaal, doel vervaardiging; bedekkingsschaal zie hieronder bij gegevensmodellering).
Deze gegevens dienen in de metadata van geo-informatie tot uiting te komen. Een GIS en een Geo-Portaal zouden daarom altijd, bij de geo-informatie, de erbij behorende metadata moeten tonen.
Fouten kunnen veroorzaakt worden door:
duidelijk aanwijsbare fouten, veroorzaakt door (bewust) minder ingewonnen gegevens dan (later) nodig blijkt, een beperkte classificatie, e.d.
inwinningsfouten door fouten in de meting, of door fouten die samenhangen met de natuurlijke variatie in het voorkomen van de objecttypen (een bodemkaart kent in het kaartbeeld harde grenzen, daar waar die in werkelijkheid nooit zo wordt aangetroffen; de attributen (bijvoorbeeld zanddiepte) die aan de classificatie ten grondslag ligt, verandert geleidelijk.
procesfouten, zoals het berekenen van een hellingshoek op basis van hoogtemetingen, maar ook type/invoerfouten. Zie ook onder 'generalisatietechnieken' bij: kaart.
Wat wordt hoe beschreven
Geo-informatie kan de objecten als punten, lijnen en polygonen (vlakken) beschrijven. Wordt ook de volgordelijkheid beschreven (weg a splits in weg b en c, of vlak x grenst aan de vlakken y en z) dan spreekt men over topologische (geo-)informatie. De geo-informatie kunnen worden opgeslagen als rasterdata (bijvoorbeeld luchtfoto's) en als vectordata. Bij vectordata zijn de waarbij de punten, lijnen en vlakken apart, geclassicifeerd zijn opgeslagen. Vlakken bestaan uit lijnen, lijnen uit punten, en punten worden individueel opgeslagen, in tegenstelling tot rasterdata. Het opslaan van de gegevens kan zowel in bestanden als - steeds meer- in (geo-)databases. In een geo-database staan minimaal de locatie, vaak een identificerende code (id) en vaak bij het object behorende attributen, zoals een categorie. In modernere databases zijn ook opgenomen consistentie regels (een riool dient te eindigen bij een RWZI of een pompstation) en visualisatie-regels (riolen worden dikke, bruine lijnen weergegeven).
Bij corporate (bedrijfsbrede) geo-informatie opslag is vrijwel altijd sprake van centraal beheerde geo-databases.
Ruimtelijke gegevensmodellering
Geo-informatie is gemaakt voor een bepaalde context (zie foto en schema). Het geeft een versimpeld of gegeneraliseerd model van de werkelijkheid. De werkelijkheid is altijd complexer dan men (modelmatig) kan beschrijven. Het fysieke gegevensmodel, zoals dat ook in een ruimtelijk gegevensmodel op een geo-database wordt opgeslagen, is dus per definitie ook niet alles omvattend. Voor het gebruik van geo-informatie is dus kennis nodig over de context van de (elders) ingewonnen gegevens. Hiervoor zijn metadata bedoeld. Voor welke schaalniveaus en binnen welke thematiek de geo-informatie gebruikt - en vooral niet gebruikt - mag worden is hierin terug te vinden.
De ruimtelijke component werd door geo-informatici tot voor kort dermate 'anders en specifiek' beoordeeld dat het fysiek gegevensmodel tot voor kort het domein zou zijn van geo-informatici. De GIS-technieken en ICT-technieken zijn tegenwoordig sterk naar elkaar gegroeid. De samenwerking tussen GIS-ers en ICT-ers is dan ook steeds vaker een reden om organisatorisch deze 'voormalige' kampen bij elkaar te zetten. Feit is dat de ruimtelijke conceptuele en logische (gegevens) modellering feitelijk niet afwijkt van algemene (gegevens)modellering; zie aldaar.
Wat dus wel anders is - en waar bij de modellering rekening mee moet worden gehouden - is dat GIS-functionaliteit van GIS-applicaties specifiek ruimtelijke berekeningen kan uitvoeren. Denk aan buffers aanbrengen, nabijheidsanalyses, kortste routes berekenen, en ruimtelijk objecten (daar waar ze elkaar kruisen, raken of overlappen) "van elkaar aftrekken", "optellen" e.d. (zie verder onder GIS). Dat betekent dat gegevensmodellen simpeler van opzet kunnen zijn, omdat bepaalde entiteit relaties niet gemaakt hoeven te worden, omdat deze geografisch kunnen worden opgelost. (Inzicht in) de mogelijkheden van GIS-functionaliteit bepalen daardoor -mede- de ingewikkeldheid van het model en de oplossing.
Hierboven een beschrijving van de relaties tussen de ruimtelijke logische-, conceptuele- en gegevensmodellen. Voorbeelden zijn in kleine letters weergegeven. Conclusie is dat goed nagedacht moet worden over het model: als de toepassingcontext wijzigt / verbreedt, zijn wellicht achteraf grote aanpassingen nodig. Of - erger- als direct al te weinig rekening is gehouden met de toepassingscontext, zijn de gegevens uiteindelijk niet bruikbaar of niet optimaal.
Tot slot, om het model compleet te maken, er zijn ook visualisatiemodellen nodig om het fysieke model goed te kunnen ontsluiten richting de gebruiker; zie daarvoor onder visualisatie.
Vakbladen
In Nederland houden de volgende vakbladen zich met geo-informatie bezig:
Geoinfo, tijdschrift voor geo-informatie Nederland. Deurne, GIN, 2003-… (print), (on-line).
Literatuur
Principles of Geographical Information Systems for Land Resources Assessment; P.A. Burrough, 1986, 1990
Geografische Informatie Systemen in ruimtelijk onderzoek; P. Hendriks en H. Ottens, 1997
Praktijkboek GIS, Toepassingen van Geografische Informatietechnologie; redactie Stan Geertman e.a., 1999
Kartografie, ontwerp, productie en gebruik van Kaarten; Ormeling en Kraak, 1987
Zie ook
Er zijn vele artikelen op Wikipedia die aspecten rondom geo-informatie verder en gedetailleerder uitwerken:
Externe links
Geo-Informatie Nederland (GIN)
Geodesie
Cartografie
|
Geometrische data zijn GIS-data met voornamelijk geometrische attributen. Dus men onderstreept het deel van de geo-informatie dat de locatiecomponent beschrijft, dus hoe de geometrische kenmerken op de (geo)database als punten, lijnen of vlakken zijn opgeslagen; in rasters of in vectoren, arcs, nodes en de daarbij behorende geo-tabellen en attributen. Deze attributen dienen vooral niet op een conventionele database, maar in een geo-database of als een specifiek geo-bestand te worden opgeslagen omwille van performance bij netwerkanalyses, geografische analyses en visualisatie.
Geothematische data zijn GIS-data met voornamelijk thematische attributen.
| 1 |
plaatsaspecten, locatiecomponent, accommodatieeigenschap
|
9,480 |
ConvenienceStore
|
84797
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spar%20%28supermarkt%29
|
Spar (supermarkt)
|
Spar (marketingnaam SPAR) is een internationale keten van supermarkten, in 1932 opgericht in Zegwaart door Adriaan van Well. In oorsprong luidde het motto van de organisatie: Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig’, waaruit het acroniem DE SPAR is ontstaan, later ten gevolge van het toetreden tot de internationale markt verkort tot SPAR. Bij DE SPAR aangesloten kruideniers behielden hun zelfstandigheid, ze profiteerden van de gezamenlijke inkoop en reclame.
Vijf jaar na de oprichting hadden zich dertien groothandels en 2200 winkeliers zich bij de organisatie aangesloten. Ook buitenlandse winkeliers namen kennis van dit concept en sloten zich aan. Hiervoor werd naast SPAR-Nederland SPAR-International opgericht, eveneens ondergebracht in het hoofdkantoor te Amsterdam.
SPAR had in 2020 vestigingen in 48 landen en een gezamenlijke omzet van € 39,8 miljard via ruim 13.500 winkels. Daarmee is het een van de grotere supermarktketens ter wereld.
Het sinds 1968 gebruikte logo is een restyling door de industriële ontwerper Raymond Loewy.
Nederland
In 2020 heeft SPAR in Nederland 453 winkels. Hierbij worden via vijf formules verschillende doelgroepen bediend: de buurtwinkels en stedelijke winkels (SPAR city) voor de dagelijkse boodschappen, de recreatiewinkels (SPAR enjoy), de universiteitswinkels (SPAR university) op de universiteitscampus, en winkels bij tankstations (SPAR express). Ook behoren sinds 1 januari 2019 de kleinere winkels van Attent en ook neutrale winkels tot Spar Holding B.V. Hiermee komt het aantal winkels in Nederland op ongeveer 500. In Nederland is Spar voor 45% van Sperwer Groep (tevens eigenaar van PLUS) en voor 45% van Sligro Food Group, de overige 10% van de aandelen is in eigendom van de zelfstandige Spar-ondernemers. Spar is aangesloten bij de inkoopvereniging Superunie.
De rijksoverheid verklaarde zich in 2013 bereid Sparwinkels in buurten die door krimp onder druk staan te helpen, door het bij elkaar brengen van publieke en private partijen die er voor kunnen zorgen dat voorzieningen op peil blijven.
België
In België wordt het merk Spar door twee licentiehouders gebruikt. Sinds 1985 is Lambrechts N.V. licentiehouder van het Spar-logo voor België dat een netwerk van Spar- en Spar express-buurtwinkels overkoepelt, uitgebaat door zelfstandige ondernemers.
Echter, in 2003 is er een tweede vennootschap bij gekomen met een eigen netwerk van Spar-buurtwinkels in België en Luxemburg, namelijk Colruyt, via haar huidige dochtervennootschap Retail Partners Colruyt Group NV. Colruyt wilde hiermee zijn positie versterken bij de kleinere supermarktformules, waar concurrenten Delhaize en Carrefour een voorsprong hadden uitgebouwd. De keten is bekend om zijn 'laagste prijzen'-politiek.
De andere licentiehouder, Lambrechts NV, is niet gelinkt aan Colruyt, noch aan haar laagsteprijzenpolitiek. Anno 2021 heeft Lambrechts NV een honderdtal Sparwinkels in licentie.
Dit betekent dat in één gemeente twee verschillende Sparwinkels kunnen bestaan, één onder de Colruytkoepel en één onder een zelfstandig concept. Voor de consument is het verschil aan de buitenzijde van een Spar-supermarkt behorend tot de ene of de andere licentiehouder beter zichtbaar geworden door de vernieuwingswerken die Colruyt uitvoerde aan haar winkels in 2017.
Rest van de wereld
In China, in de stad Weihai werd een eerste winkel geopend in 2005, met een oppervlakte van 8000 vierkante meter (een winkel in Nederland is gemiddeld ongeveer 250 m²). In Oostenrijk, Hongarije, Slovenië, Kroatië en Tsjechië heeft Spar naast supermarkten ook een sportwinkelketen onder de naam Hervis. In een aantal landen (waaronder Oostenrijk) vindt men ook EUROSPAR- en INTERSPAR-winkels. EUROSPAR-winkels hebben een verkoopvloeroppervlak van 1.000–2.500 m². INTERSPAR winkels zijn te rekenen tot de hypermarkten. Ze hebben een verkoopvloeroppervlak van 2.500–6.000 m² en een assortiment van ca. 45.000 artikelen, waarvan ca. 20.000 food-artikelen.
In 2020 zijn er ruim 13.500 SPAR-winkels in 48 landen. Er werken in totaal 410.000 medewerkers.
Merken
SPAR University: Kleine supermarkten op Nederlandse universiteiten, met een volledig "self-checkout systeem".
EuroSpar (Europa) en SuperSpar (Afrika): Dit zijn middelgrote supermarkten. Ze zijn ontworpen om te passen in de niche tussen de buurtwinkels en de traditionele supermarkten.
InterSpar: Dit zijn hypermarkten
Spar Express (KwikSpar in Afrika): Dit is het kleinste winkeltype. Ze zijn ontworpen voor kleinere locaties en tankstations
De naam
Meestal zegt men dat De Spar een afkorting is van het motto "Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig". In dat geval is het lidwoord een essentieel onderdeel van de naam. Volgens anderen is de naam "De Spar" willekeurig gekozen, omdat de oprichter Van Well een spar (boom) had getekend op de notulen van de oprichtingsvergadering, of om een andere reden, en in dat geval heeft men het motto bij de naam bedacht, een backroniem.
Toen er in Duitsland Spar-winkels kwamen is het woordje "De" vervallen. In sommige landen, onder meer in Italië, is men de naam DeSpar blijven gebruiken.
In het Duits denkt men bij de naam Spar aan sparen. Toch gebruikt de keten daar hetzelfde logo met een groen omcirkelde sparrenboom (die in het Duits Tanne heet). Het huidige logo is in 1968 ontworpen door Raymond Loewy.
Bij sommige winkels is een slijterij met de naam Le Sapin. Dat is de Franse vertaling van De Spar.
Trivia
Op 16 mei 2009 is op de plaats van het ontstaan van Spar (Dorpsstraat, Zoetermeer) op initiatief van de bewoners een kunstwerk gekomen ter herinnering aan de start van SPAR. Het kunstwerk is gemaakt door Vera Zegerman en is te zien in het portiek naast huisnummer 178.
Elk jaar wordt in de maand februari een SPAR-ondernemersbeurs gehouden.
Pé Daalemmer & Rooie Rinus hadden het in hun liedjes regelmatig over "pinda's van de SPAR".
The Undertones doen boodschappen bij SPAR (in het nummer Mars Bars).
In Leiderdorp is het SPAR-museum gevestigd.
Voor de Tweede Wereldoorlog werd Frederik(Frits) Hanf directeur bij de Spar. Samen met zijn broer Bob Hanf waren ze aan het nadenken voor het Spar logo en hoe ze uiteindelijk kwamen op de slogan “Kopen bij de Spar is sparen bij de koop”. In 1940 werd Frits ontslagen als directeur van de Spar omdat hij joods was.
Externe links
SPAR International: www.spar-international.com
SPAR Nederland: www.spar.nl
SPAR België (Retail Partners Colruyt Group NV): www.sparretail.be
SPAR België (Lambrechts N.V.): www.spar.be
Nederlandse supermarktketen
Nederlandse multinational
Colruyt Group
|
Nederland
In 2020 heeft SPAR in Nederland 453 winkels. Hierbij worden via vijf formules verschillende doelgroepen bediend: de buurtwinkels en stedelijke winkels (SPAR city) voor de dagelijkse boodschappen, de recreatiewinkels (SPAR enjoy), de universiteitswinkels (SPAR university) op de universiteitscampus, en winkels bij tankstations (SPAR express). Ook behoren sinds 1 januari 2019 de kleinere winkels van Attent en ook neutrale winkels tot Spar Holding B.V. Hiermee komt het aantal winkels in Nederland op ongeveer 500. In Nederland is Spar voor 45% van Sperwer Groep (tevens eigenaar van PLUS) en voor 45% van Sligro Food Group, de overige 10% van de aandelen is in eigendom van de zelfstandige Spar-ondernemers. Spar is aangesloten bij de inkoopvereniging Superunie.
| 1 |
buurtwinkel, gemakswinkel, avondwinkel
|
11,699 |
RoofingContractor
|
5759367
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Elgawa
|
Elgawa
|
NV Elgawa is een Surinaams installatiebedrijf. Het staat genoteerd aan de Suriname Stock Exchange.
Geschiedenis
Het bedrijf werd op 17 maart 1958 opgericht met een aandelenkapitaal van 15.000 Surinaamse gulden. De oprichting was een initiatief van de tien grootste aannemers van Paramaribo om technische installaties uit te voeren voor aansluitingen van elektriciteit, gas en water, afgekort el-ga-wa. Daarnaast opende het een speciaalzaak in huishoudelijke elektrische en gasproducten aan de Domineestraat.
Begin 1960 won het de gunning ter hoogte van bijna een miljoen gulden voor de technische installatie van het nieuw te bouwen Centraal Ziekenhuis. In hetzelfde jaar nam het de showroom van OGEM over en begon het met de bouw van een servicewerkplaats; deze laatste maakte in 1971 plaats voor een nieuw pand.
In 1969 werd volledig ingetekend op een aandelenemissie van 300.000 gulden, waarmee het bedrijf in Suriname en in Frans-Guyana uitbreidde. In 1970 nam het een aandeel van 42 procent in het dakbedekkingsbedrijf Key & Kramer Suriname. Het aantal werknemers groeide in de eerste vijftien jaar van 12 naar 185. In 1977 werd een filiaal geopend in Nickerie.
Elgawa opende in 2017 een vestiging in Georgetown in het buurland Guyana. In 2023 introduceerde Elgawa een nieuw logo. Dit gebeurde tegelijkertijd met de lancering van een nieuwe website.
Bedrijf genoteerd aan Suriname Stock Exchange
|
In 1969 werd volledig ingetekend op een aandelenemissie van 300.000 gulden, waarmee het bedrijf in Suriname en in Frans-Guyana uitbreidde. In 1970 nam het een aandeel van 42 procent in het dakbedekkingsbedrijf Key & Kramer Suriname. Het aantal werknemers groeide in de eerste vijftien jaar van 12 naar 185. In 1977 werd een filiaal geopend in Nickerie.
| 1 |
dakdekker, dakwerker, dakbedekkingsbedrijf
|
1,764 |
Article
|
1834380
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bronnengeheim
|
Bronnengeheim
|
Het bronnengeheim of journalistiek bronnengeheim is het recht van journalisten op geheimhouding van hun informatiebronnen.
Europa
Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ligt het bronnengeheim besloten in het recht op vrije meningsuiting (artikel 10 van het EVRM). Dit volgt uit het arrest-Goodwin van 27 maart 1996, nadien bevestigd in andere zaken.
België
In België hebben journalisten en iedereen die journalistieke activiteiten uitoefent een wettelijk recht op geheimhouding van hun informatiebronnen. Het is ingevoerd door de wet van 7 april 2005 tot bescherming van de journalistieke bronnen. Deze wet vloeide voort uit een wetsvoorstel van volksvertegenwoordiger Geert Bourgeois.
Reden waarom het bronnengeheim wettelijk moest geregeld worden
De wettelijke regeling is er gekomen om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met artikel 10 van het EVRM: ‘Het journalistiek bronnengeheim is een component van de vrije meningsuiting. Dat werd met zoveel woorden erkend door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het arrest-Goodwin van 27 maart 1996. In dat arrest oordeelde het EHRM dat het bronnengeheim bescherming geniet onder artikel 10 van het EVRM. Dit arrest is baanbrekend: steunend op een verdrag met rechtstreekse werking is het onmiskenbaar bindend voor de Belgische rechter. De rechter is er derhalve toe gehouden om zich te conformeren aan het arrest-Goodwin. Hoewel het arrest-Goodwin in het Belgische rechtsstelsel een bron van recht is, kunnen we niet om de vaststelling heen dat het bronnengeheim nog vaak feitelijk wordt genegeerd.’
Wie het bronnengeheim kan inroepen
Het bronnengeheim kan worden ingeroepen door:
eenieder die een rechtstreekse bijdrage levert tot het verzamelen, redigeren, produceren of verspreiden van informatie voor het publiek via een medium. Iedereen die journalistieke activiteiten uitoefent heeft recht op geheimhouding van zijn of haar informatiebronnen. Het bronnengeheim zal dus ook kunnen ingeroepen worden door iemand die af en toe een krant uitgeeft en zelfs door een blogger.
redactiemedewerkers, dus eenieder die door de uitoefening van zijn functie ertoe gebracht wordt kennis te nemen van informatie die tot de onthulling van een bron kan leiden, ongeacht of dat verloopt via het verzamelen, de redactionele verwerking, de productie of de verspreiding van die informatie.
De Bronnenwet verbiedt geen strafrechtelijke onderzoeksmaatregelen tegen iemand die geen bescherming van de bronnen geniet en die ervan verdacht wordt een misdrijf te hebben gepleegd door informatie door te geven aan iemand waarvan de bronnen wel zijn beschermd. Aldus kan het bronnengeheim niet worden ingeroepen door een politieman die met miskenning van het beroepsgeheim naar de pers lekt (arrest van het Hof van Cassatie van 6 februari 2008). De Bronnenwet is er om journalistieke bronnen te beschermen, maar niet om de misdrijven van die bronnen zelf te immuniseren. Het feit dat een politieman informatie lekte naar de pers volstaat dus niet om aan strafvervolging te ontsnappen.
Omvang van de bescherming
De beschermde personen kunnen er niet toe worden gedwongen hun informatiebronnen vrij te geven en inlichtingen, opnames en documenten te verstrekken die onder meer:
de identiteit van hun informanten kunnen bekendmaken;
de aard of de herkomst van hun informatie kunnen prijsgeven;
de identiteit van de auteur van een tekst of audiovisuele productie kunnen bekendmaken;
de inhoud van de informatie en van de documenten zelf kunnen bekendmaken, indien daarmee de informant kan worden geïdentificeerd.
Strafrechtelijke immuniteit
De personen die het bronnengeheim genieten kunnen niet strafrechtelijk vervolgd worden voor heling (artikel 505 van het Strafwetboek) als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen.
Ingeval het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek wordt geschonden, kunnen de beschermde personen niet wegens deelneming worden vervolgd (artikel 67, vierde lid, van het Strafwetboek) als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen. De beschermde personen kunnen dus niet vervolgd worden als medeplichtige van de schender van het beroepsgeheim om 'met hun weten de dader of de daders hebben geholpen of bijgestaan in daden die de misdaad of het wanbedrijf hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid'.
Uitzonderingen op het bronnengeheim
De personen die het bronnengeheim kunnen inroepen kunnen enkel op vordering van de rechter ertoe gedwongen worden hun informatiebronnen vrij te geven, indien die van aard zijn misdrijven te voorkomen die een ernstige bedreiging opleveren voor de fysieke integriteit van één of meer personen, daarin begrepen de misdrijven bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek (terroristische misdrijven), in de mate zij de fysieke integriteit in het gedrang brengen, en indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn:
de gevraagde informatie is van cruciaal belang voor het voorkomen van deze misdrijven;
de gevraagde informatie kan op geen enkele andere wijze verkregen worden.
Uit het gebruik van het woord « voorkomen » in de wet volgt dat de rechter journalisten en redactiemedewerkers in beginsel niet kan dwingen hun informatiebronnen vrij te geven in het kader van een onderzoek naar reeds gepleegde misdrijven.
Overeenstemming met de Grondwet
Kort na de totstandkoming werd de Bronnenwet van verschillende kanten aangevochten bij het Arbitragehof. Op de eis van Luc Lamine om het bronnengeheim integraal op te heffen, werd niet ingegaan. Ook de onmogelijkheid om het bronnengeheim op te heffen bij een onderzoek naar reeds gepleegde misdrijven, was aanvaardbaar voor het Arbitragehof. Wanneer een inbreuk op het leven of op de fysieke integriteit eenmaal is gebeurd, kan deze geen verantwoording meer bieden om afbreuk te doen aan het fundamenteel recht van de vrije meningsuiting, aangezien de gerechtelijke overheden over voldoende andere middelen beschikken om hun onderzoek tot een goed einde te brengen.
Het Hof vernietigde daarentegen de wetsbepalingen die de bescherming beperkten tot beroepsmatig actieve journalisten en regelmatige bijdragen. Ook occasionele publicaties van amateurjournalisten genieten dus bescherming.
IJsland
Op initiatief van het International Modern Media Institute is IJsland voorzien van een wettelijke bronbescherming. Het in 2011 ingevoerde artikel 25 van de nieuwe Informatiewet inspireerde zich op de Belgische wetgeving en gaat zelfs nog verder. Journalisten zijn verplicht om de anonimiteit te respecteren van bronnen die dit wensen, tenzij een rechtbank deze opheft.
Journalistiek
Mensenrechten
|
Reden waarom het bronnengeheim wettelijk moest geregeld worden
De wettelijke regeling is er gekomen om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met artikel 10 van het EVRM: ‘Het journalistiek bronnengeheim is een component van de vrije meningsuiting. Dat werd met zoveel woorden erkend door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het arrest-Goodwin van 27 maart 1996. In dat arrest oordeelde het EHRM dat het bronnengeheim bescherming geniet onder artikel 10 van het EVRM. Dit arrest is baanbrekend: steunend op een verdrag met rechtstreekse werking is het onmiskenbaar bindend voor de Belgische rechter. De rechter is er derhalve toe gehouden om zich te conformeren aan het arrest-Goodwin. Hoewel het arrest-Goodwin in het Belgische rechtsstelsel een bron van recht is, kunnen we niet om de vaststelling heen dat het bronnengeheim nog vaak feitelijk wordt genegeerd.’
| 2 |
artikel, nieuwsbericht, onderzoeksrapport
|
7,081 |
FinancialProduct
|
87377
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/DSB%20Bank
|
DSB Bank
|
DSB Bank N.V. (DSB: Dirk Scheringa Beheer), voorheen DSB Groep, is een Nederlandse bank in faillissement. Sinds 2016 voeren de twee curatoren van de bank de lopende zaken uit onder de naam Finqus. Op 17 december 2021 werd het faillissement beëindigd.
DSB Bank raakte voor het faillissement al verschillende malen in opspraak. In 2009 werd de bank beschuldigd van financiële wanpraktijken, onder andere vanwege vermeende te dure hypotheken en koopsompolissen, en kreeg het een aantal boetes opgelegd door de AFM. Op 12 oktober 2009 werd door de rechtbank op verzoek van De Nederlandsche Bank de noodregeling in de zin van de Wet op het financieel toezicht van toepassing verklaard. Op 19 oktober 2009 is DSB Bank failliet verklaard.
DSB Bank vormde de kern van een conglomeraat aan bedrijven. Het was een gesloten naamloze vennootschap waarvan de aandelen werden gehouden door DSB Ficoholding N.V. Andere dochters hiervan waren DSB Schade en DSB Leven. Alle aandelen van DSB Ficoholding N.V. waren op hun beurt in handen van DSB Beheer B.V., eigendom van Dirk Scheringa. In DSB Beheer waren ook ondergebracht AZ N.V. en DS Arts B.V., waar het Scheringa Museum voor Realisme onder viel. DSB Ficoholding en zijn dochters vielen onder de Wet op het financieel toezicht, de overige activiteiten niet. Sinds 21 oktober 2009 is ook DSB Beheer failliet. Later gingen ook verschillende andere onderdelen van de groep failliet, waaronder DS Arts op 17 november 2009.
Geschiedenis
Het bedrijf is in 1975 opgericht als Buro Frisia door zakenman Dirk Scheringa en zijn vrouw Baukje Scheringa-de Vries. Dirk Scheringa was voordien politieagent, in zijn vrije tijd hielp hij mensen met belastingaangiften en gaf hij financieel advies. Van dat laatste besloot hij in 1977 zijn beroep te maken: hij stopte bij de politie en richtte zich fulltime op financieel advies. Scheringa handelde vanaf het begin onder verschillende namen, waaronder Frisia Financieringen. De zaken gingen goed, door autonome groei en overnames groeide het bedrijf gestaag. In 1997 had het bedrijf van Scheringa een vermogen van € 25 miljoen en een balanstotaal van € 300 miljoen. Op 28 december 1998 werd de DSB Groep opgericht, waar Buro Frisia in opging.
Eind jaren negentig wilde Dirk Scheringa naar de beurs met zijn bedrijf, de waarde van de onderneming werd op dat moment op € 400 miljoen geschat. Enkele uren voor de aangekondigde beursgang, in 2000, blies hij deze echter af, volgens eigen zeggen omdat hij het niet eens zou zijn met de banken over de introductiekoers. Scheringa bleef enig aandeelhouder en vond nieuwe wegen om kapitaal aan te trekken zonder de macht uit handen te geven: hij leende maximaal bij, waaronder achtergestelde leningen als toevoeging aan het garantievermogen (zie ook bankreserves). De belangrijkste bedrijfsonderdelen waren "DSB Bank" voor spaarproducten en "DSB Direct" voor kredietproducten. Dit laatste bedrijfsonderdeel gebruikte veel verschillende merknamen als Becam, Postkrediet, lenen.nl en Frisia Financieringen.
Op 24 december 2005 kreeg DSB van De Nederlandsche Bank een bankvergunning. In dat jaar boekte de DSB Groep een omzet van € 216 miljoen. Het bedrijf had toentertijd ongeveer 2000 mensen in dienst. Begin 2006 werd het bedrijf omgevormd tot algemene consumentenbank en hernoemd tot DSB Bank N.V. Anders dan bij veel andere banken kwam de winst vooral uit provisie-inkomsten afkomstig van de verkoop van koopsompolissen en overlijdensrisicoverzekeringen die tegelijk met de leningen werden verkocht. Deze koppelverkoop is officieel verboden in Nederland (voor consumentenkrediet zie verbod op koppelverkoop bij consumentenkrediet); de consument moet opletten en de Autoriteit Financiële Markten moet er op toezien. Er gebeurde echter niets en DSB kon doorgaan met deze verkoopmethode. Pas in 2009 kwam de methode uitgebreid in de media in opspraak.
Activiteiten
Algemeen
DSB Bank was een bedrijf met ruim twintig vestigingen in Nederland. Het hoofdkantoor zat in het Noord-Hollandse Wognum. De woordvoerder van de DSB Bank was Klaas Wilting.
Het bedrijf leverde hypothecaire en consumptieve leen-, spaar-, en verzekeringsproducten aan particulieren en had in Nederland een marktaandeel van circa 17% op het gebied van consumptief krediet. Ook in België en Duitsland was DSB Bank actief.
DSB Bank had een bankvergunning van de Nederlandsche Bank (DNB) en was geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten. DSB Bank was als deelnemer aangesloten bij Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR). DSB Bank onderschreef de gedragscode verwerking persoonsgegevens financiële instellingen van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
Handelsnamen
DSB Bank opereerde onder een groot aantal handelsnamen, waarvan Becam, Frisia Financieringen, Lenen.nl en Postkrediet de bekendste waren. Deze namen werden gebruikt voor financieringsinstellingen, beleggingsgroepen, incasso, pensioenbeheerders en andere bedrijven van de DSB Groep.
Vier maanden na het faillissement bleek dat het nog steeds mogelijk is om bij Frisia.nl, Becam, Postkrediet.nl en Lenen.nl geld te lenen.
Internationaal
Onder de naam DSB International had DSB bank ook op beperkte schaal activiteiten buiten Nederland. Deze afdeling viel ook rechtstreeks onder DSB Bank. Tot het faillissement werd de directie gevoerd door Johan Tuijp en Richard van der Burgh. DSB International viel onder de verantwoordelijkheid van Hans van Goor (COO DSB Bank). Er waren zeven vestigingen in België (door de overname van Silver Finance nv) die consumptief krediet verstrekte en het bedrijf Creafin dat hypotheken verstrekte. Ook in Duitsland en Slovenië was DSB International sinds 2007 bezig met het opzetten van activiteiten.
Bedrijfsstructuur
Sponsoring en reclame
Sportsponsoring en museum
Sinds 1993 was de profvoetbalclub AZ eigendom van Dirk Scheringa, tevens voorzitter. De DSB Bank was de hoofdsponsor van de Alkmaarse club, Frisia Financieringen (ook van DSB) was subsponsor. AZ voetbalde in shirts met daarop de naam DSB. DSB was ook de naamgever van het nieuwe voetbalstadion in Alkmaar, namelijk het DSB Stadion (inmiddels omgedoopt). Frisia Financieringen was naast subsponsor van AZ, de hoofdsponsor van de AZ Vrouwen. Ook had DSB Bank een marathonschaatsploeg en een langebaanschaatsploeg gesponsord (de DSB-schaatsploeg). DSB sponsorde verder een wielerploeg in het damespeloton (de DSB Wielerploeg), was sponsor van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie, korfbalvereniging Dalto en persoonlijk sponsor van judoka Henk Grol. Ook was DSB Bank in 2009 naamgever van de KNSB Cup (het kampioenschap in het marathonschaatsen).
Scheringa is naast sportfanaat ook kunstliefhebber en -verzamelaar. Hij was de initiatiefnemer van het in 1997 opgerichte Scheringa Museum voor Realisme in Spanbroek. Dit museum bood onderdak aan een collectie magisch realistische schilderijen van onder andere Carel Willink; deze collectie was ondergebracht in DSB Beheer.
Tv-reclame
DSB bank maakte in vergelijking met andere financiële instellingen veel televisiereclame. Deze reclames scoorden hoog bij de jaarlijkse verkiezing van de Loden Leeuw, de prijs voor de meest irritante reclame van het TROS-programma Radar. In 2004 werd "de leningman" van Becam genomineerd in zowel de algemene categorie als de categorie voor irritante bekende Nederlander, met Frits Bom als Leningman. In de algemene categorie wonnen ze ook. Het jaar daarvoor had Frisia Financiering in dezelfde categorie gewonnen met een spot waarin oud RTL 4-nieuwslezer Edvard Niessing het nieuws verkondigt over goedkopere leningen. Dat jaar werd Lenen.nl tweede en eindigde Postkrediet op de vijfde plaats. Als gevolg van de hoeveelheid reclame was de naamsbekendheid van de betreffende financiële instellingen groot.
Vertrek en benoeming topmannen
In juni 2007 werd voormalig minister van Financiën Gerrit Zalm hoofdeconoom bij DSB en in december 2007 werd hij benoemd tot financieel directeur. In november 2008 werd bekend dat Zalm overstapte naar ABN AMRO. Hij werd in maart 2009 opgevolgd door Frank de Grave, die twee maanden later alweer vertrok bij DSB. In dezelfde periode vertrokken er nog meer topmannen bij DSB: directeur Sparen en Beleggen René Frijters, CFO Jaap van Dijk, Riskmanager Peter Hekking, Hoofd Interne Accountantsdienst Ruud van Dijk en Chief Information Officer Reggie de Jong.
In juli 2009 werd Robin Linschoten, voormalig staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, benoemd tot bestuurslid bij DSB. Linschoten was al commissaris bij de bank. Frank de Grave werd in juli 2009 opgevolgd door registeraccountant Ronald Buwalda, Buwalda werd financieel directeur.
DSB in opspraak
Dure koopsommen en (te) hoge hypotheken
Begin 2009 raakte DSB Bank in opspraak. Klanten zochten contact met de media nadat zij in de problemen waren geraakt door een hypotheeklening bij DSB Bank.
Dit hield verband met de koppelverkoop van overlijdensrisicoverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in de vorm van een of meer koopsompolissen. De koopsom werd aan DSB betaald uit een verhoging van de hypotheeklening.
Het afsluiten van een (overlijdens)risicoverzekering naast een hypotheek is niet ongebruikelijk, wel is het ongebruikelijk om deze verzekering in één keer te betalen. Er werd gesteld dat DSB tot wel 80% provisie in rekening bracht van de koopsom, hoewel DSB zelf bij NOVA stelde dat dit gemiddeld slechts 51% bedroeg en dat dit percentage voor de sector niet ongebruikelijk was.
Door deze gang van zaken waren de afgesloten leningen soms erg hoog in vergelijking met de marktwaarde van de woning, en ook in vergelijking met de financiële draagkracht c.q. het inkomen. Uit onderzoek van onder andere TROS Radar en NOVA kwam naar voren dat in veel gevallen het geleende bedrag de marktwaarde van de woning ver oversteeg. Gebruikelijk was dat een hypotheek niet hoger was dan 125% van de executiewaarde van een pand. Uit een steekproef onder 700 probleemhypotheken bij DSB kwam naar voren dat deze gemiddeld 146% van de executiewaarde bedroegen.
Ondanks de hoge hypotheek leken de maandlasten in eerste instantie mee te vallen, de klanten van DSB gingen af op de in reclame en/of promotie vermelde (lagere) hypotheekrente voor de beginperiode. De lage hypotheekrente was echter van korte duur, al snel (gemiddeld na één jaar) werd conform het contract de rente verhoogd (een fenomeen ook bekend van de Amerikaanse 'rommelhypotheken'). De gedragsregel dat de bank (als geldverstrekker) rekening dient te houden met de financiële draagkracht van de klant werd door DSB niet altijd goed nageleefd. Klanten waarbij de hypotheekschuld (veel) te hoog was in verhouding tot de waarde van de woning hadden moeite om een bank te vinden die het risico aan wilde om hun hypotheek over te nemen, waardoor deze mensen in de praktijk vast zaten aan de DSB. Veel klanten zagen zich genoodzaakt hun woning te verkopen en bleven zitten met een hoge restschuld.
Boete van de AFM
In mei 2009 heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) twee boetes opgelegd, omdat DSB Bank onzorgvuldig was geweest bij het verstrekken van hypotheekleningen. Een boete van € 96.000 werd opgelegd wegens overcreditering. Een tweede boete van € 24.000 werd opgelegd omdat DSB Bank haar klanten onvoldoende had geïnformeerd over de financiële producten. Ook had DSB Bank onvoldoende informatie ingewonnen of haar advies onvoldoende gebaseerd op informatie die zij wel had ingewonnen. DSB Bank zei de boetes vervelend te vinden en slecht voor het imago.
Schadeclaims
In 2009 werden de stichtingen Hypotheekleed en Steunfonds Probleemhypotheken opgericht, het Steunfonds Probleemhypotheken opereerde ook onder de namen DSB Ramp en DSB Leed. Doelstelling van de stichtingen was (potentiële) consumenten waarschuwen voor (voormalige) praktijken van DSB en bemiddeling tussen DSB en gedupeerden.
De Stichting Hypotheekleed, met als voorzitter Pieter Lakeman, wilde een collectieve schadeclaim neerleggen bij DSB. Het Steunfonds Probleemhypotheken, met als voorzitter financieel adviseur Jelle Hendrickx, zocht het meer in bemiddeling op individueel niveau tussen DSB en gedupeerde cliënten. DSB had toegezegd gedupeerde klanten te compenseren, in een uitzending van NOVA in augustus 2009 bleek echter dat DSB zich niet aan haar woord had gehouden.
Hendrickx was eerder financieel adviseur van Hypotheekleed, totdat Pieter Lakeman voorzitter werd. Lakeman gaf Hendrickx zijn congé, waarna Lakeman een samenwerking aanging met de Hypotheekshop. In de ogen van Lakeman trad Hendrickx niet daadkrachtig genoeg op. Hendrickx startte op zijn beurt het Steunfonds Probleemhypotheken. Zowel Lakeman als Hendrickx traden regelmatig op in uitzendingen van Tros Radar.
Oud-medewerkers aan het woord
Op 28 september 2009 vertelden oud-medewerkers van DSB Bank in het tv-programma NOVA, dat de bank systematisch en op grote schaal zo veel en zo hoog mogelijke koopsompolissen verkocht zonder de klant te waarschuwen voor de risico’s. De koopsompolissen werden via koppelverkoop aan de man gebracht: zonder koopsompolis kreeg de klant geen hypotheeklening. Van de (overbodige) koopsommen kwam minimaal 80% als provisie bij DSB terecht.
Naar aanleiding van deze berichtgeving vroegen de SP, GroenLinks en de PvdA aan minister van Financiën, Wouter Bos, stappen te ondernemen tegen het beleid van koppelverkopen bij DSB bank. SP-Kamerlid Ewout Irrgang noemde het aansmeren van overbodige koopsompolissen ‘legale diefstal’. Bos noemde de provisies voor de koopsompolissen van 80 tot 90% 'totaal idioot'. Volgens Bos gebeurden er bij DSB 'dingen die niet door de beugel kunnen'.
De dag na de uitzending van NOVA maakte Ed Nijpels bekend dat hij zijn functie als commissaris bij DSB per direct neerlegde. Volgens Nijpels had dit niet met de negatieve publiciteit te maken, maar met zijn benoeming tot bestuursvoorzitter van de Stichting Pensioenfonds ABP. Nijpels was sinds 1 juli 2004 commissaris bij DSB, daarmee was hij een van de langstzittende commissarissen bij DSB. Nijpels werd op 1 augustus 2009 benoemd bij het ABP.
Bankrun na oproep Pieter Lakeman
Op donderdag 1 oktober 2009 om 7.45 uur deed Pieter Lakeman van de Stichting Hypotheekleed een oproep in het KRO-programma Goedemorgen Nederland. Hij riep alle rekeninghouders op om hun tegoeden bij DSB Bank weg te halen: 'DSB moet failliet', aldus Lakeman. Volgens hem was dat de enige manier voor gedupeerden om nog wat van hun geld terug te krijgen, omdat dan een curator de zaak eerlijk zou afhandelen. De oproep van Lakeman trok veel aandacht in de media. De bank was kwetsbaar omdat veel kort spaargeld was aangetrokken om langlopende hypotheken te dekken.
Premier Balkenende noemde de oproep 'bedenkelijk' en minister Wouter Bos van Financiën sprak van 'een onverantwoordelijke actie' van Lakeman.
Ook de Tweede Kamer en De Nederlandsche Bank vonden de oproep van Lakeman onverstandig.
Bij hoge uitzondering gaf De Nederlandsche Bank op 1 oktober 2009 een korte verklaring over DSB af, waarbij werd opgemerkt dat DSB voldeed aan de eisen die aan de solvabiliteit en liquiditeit worden gesteld.
Een groot aantal DSB-klanten gaf gehoor aan de oproep van Lakeman. Op de dag van de oproep was de website van DSB vanaf 10 uur in de ochtend niet meer bereikbaar en was het onmogelijk om geld op te nemen via het internet.
Volgens een woordvoerder van DSB kwam dit door een gecoördineerde aanval van hackers op de site en later door onderhoud aan de site.
Een dag na de oproep van Lakeman was de website van DSB nog steeds niet bereikbaar. Volgens Robin Linschoten, chief risk officer van DSB, kwam dat door een 'gecoördineerde aanval van hackers op de it-systemen van DSB Bank', die vanuit twaalf Europese landen zou zijn opgezet. Linschoten ontkende verder wederom dat er een run op de bank was. Pieter Lakeman noemde het verhaal over de hackers 'waarschijnlijk een leugen' en zei ervan overtuigd te zijn dat DSB zelf de stekker uit internet had getrokken omdat er anders inmiddels honderden miljoenen bij DSB waren weggehaald. Computerbeveiligingsexpert Rop Gonggrijp twijfelde in de media eveneens aan de verklaring van DSB. Volgens hem is een aanval van hackers een veelgebruikte smoes om eigen incompetentie te verhullen.
Excuses
Op 1 oktober 2009 verscheen DSB-bestuurder Hans van Goor 's avonds in het televisieprogramma NOVA. Hij betuigde spijt voor de handelwijze van DSB, maar zei dat deze handelwijze tot het verleden behoorde. Van Goor erkende dat DSB in het verleden fouten had gemaakt bij het verstrekken van hypotheken, maar dat daar vanaf april 2009 geen sprake meer van was. Vanaf die datum zou DSB geen koopsompolissen meer verkocht hebben, Van Goor merkte op dat andere banken deze polissen nog wel verkochten. In dezelfde uitzending ontkende een andere topman van DSB, Robin Linschoten, alle geruchten en verdachtmakingen. Volgens Linschoten was de eerdere uitzending van NOVA, waarin ex-medewerkers aan het woord kwamen, volledig door NOVA in scène gezet,
De excuses van Van Goor waren juridisch gezien gevaarlijk, omdat DSB daarmee schuld bekende. Bij de klanten vielen de excuses echter goed, omdat 'DSB de hand in eigen boezem stak'. Twee dagen na Van Goor bood ook eigenaar Dirk Scheringa de klanten van DSB bank zijn excuses aan. In een schriftelijke verklaring verzekerde hij de klachten zo snel mogelijk op te lossen.
Akkoord DSB en gedupeerden werd zaak voor de curatoren
Niet alle gedupeerden waren blij met de oproep van Lakeman om DSB failliet te laten gaan. De regelingen die het Steunfonds Probleemhypotheken voor individuele gedupeerden had willen afsluiten, zouden bij een faillissement juist in gevaar komen, aldus voorzitter Jelle Hendrickx.
De Stichting Steunfonds Probleemhypotheken behartigde de belangen van een paar duizend gedupeerde DSB-klanten.
Op 8 oktober 2009 kondigden DSB en de Stichting Steunfonds Probleemhypotheken aan een akkoord bereikt te hebben over de manier waarop klachten over de bank zouden worden afgewikkeld. Die regeling kwam erop neer dat klanten die in de problemen waren gekomen door te hoge maandlasten, hun schuld over een langere periode mochten terugbetalen. Ook zou een deel van de door hen betaalde koopsompolissen worden gebruikt voor de aflossing van de hypotheek. Bovendien was het in bepaalde gevallen mogelijk om een lagere vaste rente te krijgen. Dit zou resulteren in lagere maandlasten. De regeling is echter nooit door de DSB Bank ondertekend omdat De Nederlandsche Bank in een overleg met DSB-bestuurder Robin Linschoten de ondertekening op het laatste moment tegenhield. Waarom DNB de ondertekening tegenhield, was niet duidelijk. DSB stelde dat de regeling haar ongeveer 85 miljoen zou kosten.
De Stichting Steunfonds Probleemhypotheken had een open-einderegeling bedongen, waarvan iedereen die zich meldde gebruik kon maken. Volgens Lakeman stelde de regeling weinig voor, Lakeman stelde dat DSB een veel groter deel van de koopsompolissen zou moeten terugbetalen. Klanten moesten, zo zei Lakeman, nog steeds het hele bedrag terugbetalen, de schuld werd alleen uitgesmeerd over een langere periode.
Op 22 februari 2013 stopte de Stichting Hypotheekleed. Nu de curatoren reeds 180 miljoen daadwerkelijk hadden uitgekeerd aan DSB-slachtoffers, verwachtte Pieter Lakeman dat uiteindelijk deze teller dicht bij de 500 miljoen euro zou komen te staan.
Op 27 december 2016 werd DNB in hoger beroep verplicht tot uitbetaling van de wettelijke rente inzake het depositogarantiestelsel.
Ondergang
Noodregeling conform Wet op het financieel toezicht
Tien dagen na de oproep van Lakeman bleken de problemen bij DSB aanzienlijk. In drie dagen hadden rekeninghouders 317 miljoen opgenomen, hetgeen was opgelopen tot 664 miljoen op het moment dat de rechtbank tot een noodregeling besloot.
Op zondagavond 11 oktober 2009 om 19.00 uur diende De Nederlandsche Bank een verzoek in bij de rechtbank te Amsterdam om op DSB Bank de noodregeling als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (Wft) van toepassing te verklaren. Minister Wouter Bos van Financiën was die nacht urenlang op het hoofdkantoor van DNB. Dit bezoek van Bos en de commotie binnen DNB is kennelijk uitgelekt naar de pers. Het verzoek van DNB werd in eerste instantie (maandag 12 oktober om 01.00 uur) afgewezen – volgens de rechtbank was de situatie weliswaar zorgelijk maar had de bank nog voldoende liquide middelen – maar in de loop van de ochtend alsnog gehonoreerd. De rechtbank verklaarde de noodregeling van toepassing, terwijl twee bewindvoerders (Rutger Schimmelpenninck en Joost Kuiper) werden aangesteld, die vanaf dat moment de bedrijfsvoering overnamen. In deze beschikking werd door de rechtbank gesteld: "De liquiditeit van DSB ontwikkelt zich thans op gevaarlijke wijze en er is geen vooruitzicht op verbetering van die ontwikkeling".
Door berichten in de pers was er namelijk vanaf 05.00 uur opnieuw een bankrun op gang gekomen (ongeveer 30 miljoen euro op maandagochtend).
Ongeveer vanaf maandag 12 oktober 2009 11.30 uur kon een rekeninghouder van DSB Bank niet meer over zijn tegoed beschikken. Dinsdag 13 oktober bleek pinnen met een betaalkaart niet langer mogelijk. Een klant met een lopende rekening kon met zijn betaalkaart tot en met woensdag 14 oktober een bedrag van maximaal € 250 per dag opnemen bij een gelduitgifteautomaat van een andere bank dan DSB.
Reacties
DSB-eigenaar Scheringa zei dat hij zich gepakt voelde door minister van Financiën Wouter Bos en DNB-president Nout Wellink. Volgens Scheringa was toepassing van de noodregeling onnodig. Scheringa weet de stap van de rechtbank aan het lekken van informatie naar de pers: op 12 oktober verschenen in de ochtend alarmerende berichten over DSB in de Volkskrant. en het Financieele Dagblad.
Wellink meldde dat er na het lekken tientallen miljoenen van de bank waren gehaald. De beschuldiging van DSB dat er gelekt zou zijn, noemde DNB-voorzitter Nout Wellink ongegrond. Wellink had ook voor de rechtbank al ontkend dat de DNB iets met het lekken van informatie te maken had. Tijdens de persconferentie merkte Wellink op dat het lekken niet kwaadwillig gebeurd hoefde te zijn en dat er nog vijf banken bij de besprekingen betrokken waren.
Volgens minister Bos was de bank in de problemen gekomen door "het eigen beleid, weglopende klanten en onduidelijke communicatie". Bos zei dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de gang van zaken rond de DSB Bank.
Na de val van de bank is de website Lakemanleed.nl opgericht die een schadeclaim tegen Lakeman zegt voor te bereiden namens gedupeerde rekeninghouders.
Op 13 oktober zei advocaat Dion Bartels ook namens gedupeerden een claim tegen (voormalig) topbestuurders van DSB Bank voor te bereiden om hen persoonlijk aansprakelijk te stellen. Topbestuurders hebben een bestuursaansprakelijkheidsverzekering.
Reddingspogingen
De Nederlandsche Bank heeft in het weekend van 10 en 11 oktober 2009 nog geprobeerd om DSB een doorstart te laten maken onder de hoede van Rabobank, ABN AMRO, ING, Fortis en SNS, maar dat is niet gelukt.
Ook de bewindvoerders hebben gesproken met enkele kandidaten voor overname, maar alle kandidaten hebben zich teruggetrokken. Daarna heeft Dirk Scheringa zelf nog gesproken met de eerder genoemde vijf Nederlandse banken en met Lone Star Funds.
Ten slotte had Scheringa een voorstel dat spaarders met spaartegoeden die buiten de garantieregeling vallen, die tegoeden zouden omzetten in aandelen in het bedrijf om daarmee het eigen vermogen van DSB Bank te vergroten. Dit zogenoemde "Plan B" behelsde tevens een extra kapitaalinjectie van 100 miljoen door de overheid, alsmede het opnieuw beschikbaar stellen van 700 miljoen liquiditeitskrediet door De Nederlandsche Bank. Minister Bos van Financiën heeft dit plan en deze kapitaalinjectie geweigerd. Hiermee verviel de laatste optie tot behoud van de bank.
Faillissement DSB Bank
Op verzoek van de bewindvoerders heeft de rechtbank DSB Bank op 19 oktober 2009 failliet verklaard. De rechtbank had DSB Bank tweemaal uitstel verleend om een gegadigde te vinden die de bank in z'n geheel zou willen overnemen. Bij een faillissement kan de curator ook delen van DSB Bank verkopen.
In de persconferentie na de uitspraak van de rechtbank stelde Dirk Scheringa: "We zijn niet failliet gegaan, we zijn gewoon kapotgemaakt". Ook sprak hij van "een volkomen gezond bedrijf" dat te gronde was gericht.
Door het faillissement is het depositogarantiestelsel geactiveerd, waardoor rekeninghouders hun tegoed bij de bank tot een bedrag van € 100.000 ontvingen van De Nederlandsche Bank. Uitkeringen vanwege het depositogarantiestelsel zou De Nederlandsche Bank (DNB) volgens een bepaalde verdeelsleutel verhalen op de Nederlandse banken, die een (renteloze) vordering kregen op de failliete boedel. Als eerste schatting werd een bedrag van 1 miljard euro genoemd dat de andere banken kwijt zijn aan de ondergang van DSB Bank (Rabo, ING, ABN Amro Fortis, SNS respectievelijk 40% - 20% - 20% - 8%).
In totaal waren bijna 400.000 klanten gedupeerd. 4000 klanten hadden meer dan €100.000 spaargeld bij DSB Bank. Zij krijgen in principe €100.000 van DNB vergoed en moeten de rest op de boedel verhalen. 4500 klanten met achtergestelde deposito's staan achter in de rij van schuldeisers, maar in 2011 werd bepaald dat achtergestelde deposito's van de DSB Bank wel vallen onder het depositogarantiestelsel. Klanten die zijn gedupeerd door (te) dure koopsommen en (te) hoge hypotheekleningen hebben – in principe – een claim op de failliete boedel. Een schadeclaim die door de curator wordt gehonoreerd – wat juridisch niet zo eenvoudig ligt – wordt afgeboekt op de hypotheeklening. Alsdan hadden deze gedupeerden geen last van tekorten in de failliete boedel. Spaarders-zonder-garantie en gedupeerde hypotheekleners hebben aldus tegengestelde belangen in de failliete boedel.
Ongeveer 1400 van de 2000 medewerkers werd onmiddellijk na het faillissement ontslag aangezegd, inclusief de directie.
Over het faillissement van DSB Bank verscheen op zaterdag 29 mei 2010 een film, DSB the Movie. Deze film van Eindhovenaar Jan Willem Alphenaar kwam door middel van crowdsourcing tot stand. DSB the Movie is door vierhonderd onafhankelijke vrijwilligers gemaakt. Verdeeld over zeventien filmcrews poogden zij de mening van 'de Nederlander' uit te beelden over de ondergang van de bank.
Na een poging van Scheringa om onderzoek te laten doen naar de ondergang werd op 28 oktober 2010 bekendgemaakt dat er geen parlementaire enquête naar de ondergang van de DSB Bank zou komen.
DSB Beheer failliet
Op 21 oktober 2009 werd ook DSB Beheer failliet verklaard. Met een schuld van 75 miljoen euro bij DSB Bank en hypotheekleningen bij andere banken had DSB Beheer te weinig inkomsten om aan alle verplichtingen te voldoen, zoals betaling van rente.
Met het faillissement van DSB Beheer is het gehele DSB-concern meegesleept in de ondergang van DSB Bank. Door de vele dwarsverbanden binnen het DSB-concern zijn deze twee faillissementen nauw aan elkaar gerelateerd. DSB Bank heeft ongeveer 75 miljoen euro uitgeleend aan andere onderdelen van het DSB-concern. Daarom heeft DSB Bank groot belang bij de failliete boedel van DSB Beheer. Rutger Schimmelpenninck is curator in beide faillissementen.
Voetbalclub en stadion
Tijdens de noodregeling (van de bank) had voetbalclub AZ bekendgemaakt, dat er voor het lopende seizoen geen gevolgen zouden zijn. De sponsorbijdrage was al betaald. Wel moest de club voor het nieuwe seizoen op zoek naar een nieuwe hoofdsponsor. Scheringa is als voorzitter afgetreden. Voor het stadion had de club een langlopend huurcontract. AZ verwijderde alle DSB-uitingen. Op 4 november verdween de naam DSB van het stadion.
Schaatsploegen
De DSB-schaatsploeg ondervond al direct de gevolgen van de noodregeling en moest zelf de kosten van een trainingskamp in Duitsland betalen. De schaatsers stonden ook op de loonlijst bij DSB Bank zelf. De KNSB liet weten desnoods bij te springen in de aanloop naar de Olympische Winterspelen 2010 in februari. De langebaanploeg presenteerde op 12 november nieuwe sponsoren en ging verder onder de naam Control. De DSB-marathonploegen vonden enkele weken later ook nieuwe sponsors.
Museum en collectie
De bouw van het nieuwe Scheringa Museum voor Realisme werd op 16 oktober gestaakt. Het museum zou in februari 2010 worden geopend. Op 20 oktober heeft de deurwaarder in opdracht van ABN AMRO beslag gelegd op de collectie; de schilderijen zijn in verhuiswagens afgevoerd, buiten het bereik van de fiscus, die tot bodembeslag had kunnen overgaan, ook al zou de collectie uiteindelijk buiten het faillissement vallen. De collectie diende als extra onderpand voor de hypotheeklening voor de nieuwbouw.
Het museum-in-aanbouw is een probleemgeval voor de curatoren. De nieuwbouw is slechts 80% klaar, niet goed bruikbaar (althans veel te duur) voor iets anders dan als museum, terwijl er door de DSB-faillissementen al (te) veel kantoorruimte op de markt komt.
DS Arts, waar het museum onder valt, werd op 17 november failliet verklaard. Wel is nog geprobeerd de collectie bij elkaar te houden.
Uiteindelijk kocht Hans Melchers ongeveer 1000 van de 1240 stukken uit de failliete boedel voor een eigen museum.
Nasleep
Onderzoekscommissie-Scheltema
Begin november 2009 werd door minister van financiën Wouter Bos een commissie ingesteld die onderzoek moest doen naar de gang van zaken bij DSB, de handelwijze van bestuurders en commissarissen, de DNB, de AFM, het Ministerie van Financiën en de toereikendheid van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De periode 2005 tot eind 2009 werd hierbij onderzocht. De commissie bestond uit professor Michiel Scheltema (voorzitter), de commissieleden professor Edgar du Perron, professor Kees Koedijk, accountant Leo Graafsma en professor Harry van Dalen (als secretaris).
Op 29 juni 2010 presenteerde de commissie haar eindrapport. Belangrijke conclusies waren dat de DNB in 2005 geen bankvergunning had mogen verlenen, dat de leiding van Scheringa eenzijdig en weinig professioneel was en dat de DNB te geduldig was geweest met ingrijpen.
In overeenstemming met de rechtbank te Rotterdam oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven,(CBb), dat slechts een deel van het archief van de commissie onder de geheimhoudingsplicht valt. RTL kreeg hierdoor gedeeltelijk gelijk inzake de openbaarheid van het archief van DSB.
Aanklachten
AFM tegen accountant van DSB
De Autoriteit Financiële Markten heeft op vrijdag 23 maart 2012 een tuchtklacht ingediend tegen een registeraccountant van Ernst and Young bij de Accountantskamer. Volgens de AFM had de accountant nooit de jaarrekening 2008 van de DSB Bank mogen goedkeuren. Lange leningen werden met direct opeisbaar spaargeld gefinancierd.
Op 23 november 2012 kreeg de accountant een berisping. November 2015 werd in hoogste instantie deze accountant van Ernst and Young door het College van Beroep voor het bedrijfsleven voor een half jaar geschorst. Het College oordeelde strenger dan de Accountantskamer. De accountant is op meerdere punten tekortgeschoten, aldus het oordeel. Er was een gebrek aan diepgang en aan een professioneel-kritische instelling waardoor de controle van belangrijke balansposten van DSB Bank op te mechanische wijze werd uitgevoerd. Verder had hij onvoldoende vraagtekens geplaatst bij de vergaande verwevenheid tussen DSB Bank en DSB Beheer en de vele bestuurswisselingen binnen de bank. Tot slot had de accountant te weinig grond voor zijn goedkeuring van de continuïteit van de bank omdat er twijfels waren of het verdienmodel van DSB Bank wel houdbaar was. De straf heeft geen praktische gevolgen omdat de accountant inmiddels met pensioen is gegaan.
Curatoren tegen DNB
Op 25 oktober 2013 werd bekend dat de curatoren van DSB voornemens waren een klacht wegens gebrekkig toezicht neer te leggen bij De Nederlandsche Bank. Het verlagen, de haircut, door DNB op 5 oktober 2009 van het DSB-krediet van 1800 naar 1000 miljoen euro was de doodsteek. Bij de rechtbank te Amsterdam betwistten de curatoren op 16 december 2014 tevergeefs zowel het verlenen als het intrekken van de bankvergunning door DNB.
Curatoren versus bestuurders DSB
Curatoren overwegen nog steeds schadeclaims tegen sommige voormalige bestuurders van DSB. Met commissaris René Neelissen werd een schikking van 500.000 euro getroffen. Echter oktober 2016 kwam er een finale overeenkomst met de twee belangrijkste oud-bestuurders, Dick Scheringa en Hans van Goor. Deze betaalden een schadevergoeding en zagen af van hun eigen vorderingen op de boedel. Door deze deal zijn ook de andere bestuurders zoals Gerrit Zalm gevrijwaard van verdere stappen.
Voortzetting van activiteiten en nieuwe handelsnaam Finqus
Na het faillissement werden geen nieuwe klanten meer aangenomen, maar het beheer van bestaande rekeningen en leningen (en het innen van rente op die leningen) werd voortgezet. Het praktische beheer van de leningen werd vanaf juni 2013 uitgevoerd door het bedrijf Quion in Capelle aan den IJssel, dat ook een deel van het DSB-personeel overnam.
In juni 2016 nam DSB de nieuwe handelsnaam "Finqus" aan voor de voortgezette activiteiten en het klantencontact. De curatoren hadden hiervoor toestemming van de rechter-commissaris. In 2017 werd een dochterbedrijf opgericht met deze naam. In 2018 nam Finqus B.V. de leningenportefeuille (vorderingen) en het personeel over van DSB Bank, waar een lening van het moederbedrijf aan Finqus tegenover stond.
Per 1 april 2020 staat Finqus toe alle leningen boetevrij af te lossen. Dit zal een versnelling geven aan het afbouwen van de resterende portefeuille.
Betaling van schuldeisers uit de boedel
Na het faillissement kon de failliete DSB Bank weer winst maken dankzij de grote afslanking en het staken van rentebetalingen over schulden. Daardoor konden de curatoren verschillende malen tussentijdse betalingen doen aan schuldeisers. Op 5 december 2014 kondigden ze een grote nabetaling aan van 35% aan de schuldeisers. Opgeteld bij eerdere uitkeringen van 39% is dan 74% door curatoren uitbetaald. Laatstgenoemden verwachtten in een periode van 10 jaar volledig de schuldeisers te kunnen terugbetalen.
Belangrijk was een verbindendverklaring van de door curatoren voorgestelde compensatieregeling door het gerechtshof te Amsterdam op 4 november 2014. Hierna waren banken bereid de boedel 1,4 miljard euro te lenen om tot vervroegde uitbetaling over te gaan. Op 4 december 2015 bood de curator alle particuliere schuldeisers 100% van de hoofdsom aan, mits zij afzien van rente en schadeclaims jegens de boedel. In het 33e faillissementsverslag bleek dat 98,5% van de schuldeisers het aanbod had geaccepteerd. Grote dissident was DNB. De curatoren hebben het aanbod later ingetrokken. Curatoren benoemen in hun verslaggeving dit inmiddels ingetrokken voorstel als: "Het Aanbod".
Intussen boekte de sterk afgeslankte failliete bank in 2015 175 miljoen winst. Het bedrijf stond onder leiding van de curator met nog 24 medewerkers. Oktober 2017 maakten de curatoren bekend "dat de schuldeisers al hun vorderingen – aanvankelijk zo'n €4 mrd – waarschijnlijk terug zullen zien". De winst over het boekjaar 2017 bedroeg ruim 104 miljoen euro.
In het 32e faillissementsverslag spreken curatoren de verwachting uit alle schuldeisers te kunnen terugbetalen, mits ze nog minimaal 5 jaar mogen doorgaan met bankieren. April 2018 melden ze daar nog 3 jaar voor nodig te hebben. Vervolgens was Finqus bezig de banken die geld hadden uitstaan, 50% van hun rentevorderingen te voldoen. Op 26 november 2019 werd een negende uitdeling gedaan van 4% aan alle concurrente schuldeisers. Totaal is dan 78% van de vorderingen uitgekeerd. Curatoren voorzagen toen een verkoop van de leningenportefeuille en afwikkeling van het faillissement in de loop van 2020/2021.
19 juli 2021 kwam naar buiten dat de curatoren de laatste 17.000 leningen hebben verkocht aan NIBC-bank. Daar was een bedrag mee gemoeid van 1,5 miljard euro. Toezichthouders moesten nog goedkeuring verlenen. maar het zag er zonnig uit voor de schuldeisers. Die krijgen 100% van hun vorderingen met een positieve rente vergoed. De bank maakte de afgelopen jaren winst en keerde dividend uit. Bovendien nam het een leningenportefeuille over van DNB. De belastingafdrachten waren ruim 7 miljoen in 2019 en ruim 5 miljoen in 2020. De voorziening voor oninbare leningen is 118 miljoen, hetgeen ruim te noemen is in de huidige oververhitte huizenmarkt.
Op 17 november 2021 was de verkoop van de leningenportefeuille afgerond. Finqus verkocht de leningenportefeuille aan Hypinvest Hypotheken BV, een 100% dochteronderneming van NIBC Bank NV.
Op 17 december 2021 werd de bij de rechtbank gedeponeerde slotuitdelingslijst verbindend. Alle schuldeisers waren reeds betaald en de curatoren restten de taak 650 miljoen uit de boedel te verdelen onder de schuldeisers, die nog geen rente over hun voorderingen hadden ontvangen. De schuldeisers hadden een totale claim ingediend van 785 miljoen. In juni 2022 werd bekend gemaakt dat de 280.000 voormalige rekenhouders die nog rente tegoed hadden dit gedeeltelijk terug zouden ontvangen. Via een speciale website konden ex-klanten zich melden voor de uitkering. In de meeste gevallen zou het gaan om een bedrag van minder dan € 10. De geschatte claim van de rente bedroeg ongeveer € 785 miljoen, waar echter € 650 miljoen voor beschikbaar was.
Externe links
Officiële website
DSB Bank België
Website voor schudeisers van DSB Bank
Voormalige Nederlandse bank
|
Het bedrijf leverde hypothecaire en consumptieve leen-, spaar-, en verzekeringsproducten aan particulieren en had in Nederland een marktaandeel van circa 17% op het gebied van consumptief krediet. Ook in België en Duitsland was DSB Bank actief.
| 1 |
financieel product, bankproduct, verzekeringsproduct
|
577 |
WebApplication
|
769062
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Netvibes
|
Netvibes
|
Netvibes (gelanceerd op 15 september 2005) is een webapplicatie van Franse komaf die het mogelijk maakt een persoonlijke startpagina te creëren.
De site maakt gebruik van AJAX om modules te plaatsen, in te laden en te rangschikken. Naast een verzameling van zeer diverse modules is het ook mogelijk Netvibes te gebruiken als online RSS lezer en kunnen verschillende tabs aangemaakt worden.
Netvibes is inmiddels, door hulp van vrijwillige vertalers, in meer dan 50 talen beschikbaar.
Externe link
Netvibes
World wide web
Feedreader
Freeware
|
Netvibes (gelanceerd op 15 september 2005) is een webapplicatie van Franse komaf die het mogelijk maakt een persoonlijke startpagina te creëren.
| 1 |
webapplicatie, websoftware, onlineprogramma
|
8,189 |
BusinessAudience
|
3145138
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/OTP%20Bank
|
OTP Bank
|
OTP Bank is de grootste bank van Hongarije en werd in 1949 opgericht. Vanaf 1990 werd het bedrijf geleidelijk aan geprivatiseerd en na de afronding van dit proces begon het aan een reeks buitenlandse overnames. OTP is actief in 11 Midden-Europese landen.
Activiteiten
De bank biedt een breed palet aan financiële diensten waaronder bankzaken voor particulieren en bedrijven, verzekeringen, vermogensbeheer en onroerend goed financiering.
De bank is actief in diverse landen in Centraal en Oost-Europa. De meeste hiervan hanteren de OTP merknaam, maar er zijn enkele uitzonderingen. Ze heeft vestigingen in Albanië, Bulgarije (DSK Bank), Kroatië, Roemenië, Servië, Slowakije, Oekraïne, Rusland, Moldavië, Montenegro (Crnogorska komercijalna banka) en Slovenië (SKB d.d.). In 2021 was de helft van de totale winst afkomstig van de buitenlandse activiteiten.
De bank heeft een beursnotering aan de Budapest Stock Exchange en maakt deel uit van de belangrijke aandelenindex BUX. Ongeveer een kwart van de aandelen is in binnenlandse handen en de overige aandelen zijn in bezit van buitenlandse beleggers. Per 31 december 2021 was de grootste aandeelhouder MOL met 8,6% van de aandelen, gevolgd door KAFIJAT Group (7,0%) en Groupama Group (5,1%).
Geschiedenis
De voorloper van OTP Bank, de Nationale Spaarbank, werd opgericht in 1949 en was een staatsbedrijf. Vanaf 1989 heeft de bank de activiteiten uitgebreid en in 1990 werd het een naamloze vennootschap. De privatisering van OTP Bank begon in 1995 en in 2001 was dit proces voltooid.
In de 21e eeuw begon de bank met een expansief beleid gericht op het buitenland. In 2001 werd de eerste buitenlandse acquisitie gerealiseerd, het nam IRB Bank over in Slowakije. In 2003 volgde DSK Bank in Bulgarije. In 2006 kreeg het kantoren in vier extra landen met de overnames van Raiffeisenbank Ukraine, het Russische Investberbank, CKB Bank in Montenegro en drie banken in Servië, Niska Banka, Kulska Banka en Zepter Banka. Daarmee kwam het totaal op negen landen waar OTP actief is. OTP Bank is met al deze overnames een belangrijke speler in de regio geworden.
In 2008 verkocht OTP de verzekeringstak aan het Franse bedrijf Groupama S.A. voor HUF 164 miljard (ca. US$ 956 miljoen). De twee besloten samen te werken en hun financiële en verzekeringsproducten onderling te verkopen. Groupama verwierf een aandelenbelang van 8% in OTP Bank.
Externe link
Reuters Koersinformatie OTP Bank Nyrt
Hongaarse bank
Economie in Boedapest
|
Activiteiten
De bank biedt een breed palet aan financiële diensten waaronder bankzaken voor particulieren en bedrijven, verzekeringen, vermogensbeheer en onroerend goed financiering.
De bank is actief in diverse landen in Centraal en Oost-Europa. De meeste hiervan hanteren de OTP merknaam, maar er zijn enkele uitzonderingen. Ze heeft vestigingen in Albanië, Bulgarije (DSK Bank), Kroatië, Roemenië, Servië, Slowakije, Oekraïne, Rusland, Moldavië, Montenegro (Crnogorska komercijalna banka) en Slovenië (SKB d.d.). In 2021 was de helft van de totale winst afkomstig van de buitenlandse activiteiten.
| 1 |
bedrijven, zakelijke doelgroep, ondernemingen
|
9,831 |
ReviewAction
|
2133005
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Ghost%20%28boek%29
|
The Ghost (boek)
|
The Ghost is een hedendaagse politieke thriller geschreven door de Engelse schrijver en journalist Robert Harris.
In 2007 nam de Britse premier Tony Blair ontslag. Harris, een voormalig politiek redacteur op Fleet Street, liet zijn werk voor wat het was om The Ghost te schrijven. De geest in de titel verwijst zowel naar het hoofdpersonage, een ghostwriter, als naar diens directe voorganger die tijdens het begin van het boek op mysterieuze wijze om het leven komt.
De dode man was op dat moment bezig geweest met de autobiografie van een recentelijk 'onttroonde' Britse minister genaamd Adam Lang, een nauwelijks verhulde versie van Blair. De fictieve tegenhanger van Cherie Blair wordt afgeschilderd als de sinistere manipulator van haar man.
Het boek werd in 2010 verfilmd door de Poolse regisseur Roman Polański. Polanski en Harris schreven samen het script, en de film werd uitgebracht onder de titel The Ghost Writer.
Externe link
Recensie in de Daily Telegraph
Thriller (boek)
|
Externe link
Recensie in de Daily Telegraph
| 1 |
recensie, beoordeling, review
|
2,030 |
LoseAction
|
3767239
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ingo%20van%20Weert
|
Ingo van Weert
|
Ingo van Weert (Drunen, 8 februari 1994) is een Nederlands professioneel voetballer die doorgaans als centrumverdediger uitkomt.
Clubcarrière
Van Weert startte in 2003 in de jeugd opleiding van RKC Waalwijk tot de C1. Daarna begon de samenwerking met Willem II en speelde de verdediger in de gedeelde jeugdopleiding van de twee clubs. Waar hij speelde tot de A1 waar hij vervolgens moest kiezen tussen RKC en Willem II. Hij koos voor RKC Waalwijk en speelde daarna bij het belofteteam. Door blessures en transfers kreeg Van Weert een kans bij het eerste in de voorbereiding. Hij debuteerde op 3 augustus 2013 in het seizoen 2013/14 in de uitwedstrijd tegen FC Twente (0–0). Op 24 augustus gaf Van Weert de assist op de gelijkmaker, hierdoor greep RKC Waalwijk een punt. Op 4 september, een maand na zijn debuut, tekende hij een contract voor twee jaar met een optie voor een extra twee jaar. Met RKC degradeerde hij op zondag 18 mei 2014 uit de Eredivisie na een nederlaag (over twee wedstrijden) tegen Excelsior in de play-offs. In de Eerste divisie maakte hij zijn eerste professionele doelpunt, toen op 28 november 2014 met 2–1 verloren werd op bezoek bij Sparta Rotterdam.
Hij verruilde medio 2020 RKC Waalwijk voor het Poolse Stomil Olsztyn. Half maart 2021 werd zijn contract ontbonden. Hij vervolgde zijn loopbaan in Finland bij KTP. In augustus 2021 ging hij spelen voor SteDeCo. Na daar bijna twee jaar te hebben gespeeld vertrok Van Weert in maart 2023 naar Achilles Veen.
Clubstatistieken
Zie ook
Lijst van spelers van RKC Waalwijk
Referenties
Nederlands voetballer
|
Clubcarrière
Van Weert startte in 2003 in de jeugd opleiding van RKC Waalwijk tot de C1. Daarna begon de samenwerking met Willem II en speelde de verdediger in de gedeelde jeugdopleiding van de twee clubs. Waar hij speelde tot de A1 waar hij vervolgens moest kiezen tussen RKC en Willem II. Hij koos voor RKC Waalwijk en speelde daarna bij het belofteteam. Door blessures en transfers kreeg Van Weert een kans bij het eerste in de voorbereiding. Hij debuteerde op 3 augustus 2013 in het seizoen 2013/14 in de uitwedstrijd tegen FC Twente (0–0). Op 24 augustus gaf Van Weert de assist op de gelijkmaker, hierdoor greep RKC Waalwijk een punt. Op 4 september, een maand na zijn debuut, tekende hij een contract voor twee jaar met een optie voor een extra twee jaar. Met RKC degradeerde hij op zondag 18 mei 2014 uit de Eredivisie na een nederlaag (over twee wedstrijden) tegen Excelsior in de play-offs. In de Eerste divisie maakte hij zijn eerste professionele doelpunt, toen op 28 november 2014 met 2–1 verloren werd op bezoek bij Sparta Rotterdam.
| 1 |
verlies, nederlaag, competitie
|
10,735 |
CreativeWork
|
55350
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ondertiteling
|
Ondertiteling
|
Een ondertiteling is een tekstuele versie van de dialoog van een film of een televisieprogramma die meestal aan de onderkant van het scherm wordt getoond. Met de moderne techniek is het mogelijk ook bij theaterproducties in een vreemde taal "ondertiteling" te gebruiken, ook al verschijnt de tekst soms boven de scène. Hier spreekt men dan vaak van boventiteling in plaats van ondertiteling. Dit wordt veel gebruikt bij opera's, die vaak in vreemde talen worden gezongen.
Redenen
De belangrijkste reden voor ondertiteling is dat er een vreemde taal wordt gesproken. Door ondertitels wordt de conversatie begrijpelijk. Dat gebeurt in de eerste plaats in speelfilms en documentaires die voor een buitenlands publiek zijn gemaakt of wanneer er iemand wordt geïnterviewd die een vreemde taal spreekt.
Ook is ondertiteling gewenst als een spreker slecht verstaanbaar is (door omstandigheden of omdat zijn stem vervormd is om herkenning te voorkomen). Ook gezongen teksten (vooral in een opera) zijn vaak moeilijk verstaanbaar (zie Verstaanbaarheid van zang in de hoogste registers). Vandaag de dag worden instructievideo's op bijvoorbeeld vliegvelden ondertiteld in verband met het omgevingslawaai.
Doven en slechthorenden
Tegenwoordig worden de meeste televisiefilms voorzien van ondertiteling voor doven en slechthorenden. Zie Teletekst-ondertiteling in Nederland voor meer uitleg. Ook Nederlandstalige bioscoopfilms kunnen voor doven en slechthorenden worden ondertiteld. Hiervoor is de app "Subcatch" ontwikkeld. In deze app kan dan voorafgaand aan het bioscoopbezoek de ondertiteling van de film die zal worden bekeken worden gedownload. Deze kan dan in de bioscoop tegelijk met de film worden afgespeeld. Zo kunnen doven en slechthorenden ook in de bioscoop Nederlandstalige films volgen.
Verklaring
Een incidentele ondertitel kan soms nodig zijn in een interview als iemand een moeilijk woord gebruikt, waarbij men veronderstelt dat de kijker niet weet wat het betekent. Ook ziet men soms een ondertitel ter verklaring: "Dit interview werd opgenomen vóór 11 september".
Ondertiteling en nasynchronisatie
Het is in Nederland, Vlaanderen en andere kleine taalgebieden als Scandinavië gebruikelijk dat anderstalige films en televisie-programma's worden ondertiteld voor een vertaling van de dialoog; een ondertiteling is echter niet hetzelfde als een vertaling (zie: Ondertitelaar). Een andere manier om films in een andere taal begrijpelijk te maken is nasynchronisatie, waarbij de tekst van de acteurs opnieuw wordt ingesproken. Dit wordt vooral toegepast bij anderstalige producties voor jonge kinderen.
Soms wordt er niet ondertiteld of nagesynchroniseerd maar simultaan vertaald. Men hoort de oorspronkelijke taal op de achtergrond, terwijl de vertaling er hardop doorheen wordt gesproken. Meestal spreekt de vertaler iets sneller dan de originele spreker: hij begint later en is eerder klaar. Er wordt niet getracht lipsynchroon te spreken, maar de vertaler is wél iemand van hetzelfde geslacht. Men ziet dit vaak in documentaires op de Britse televisie.
Simultaan vertalen komt ook voor bij een live-uitzending waarbij een vreemde taal wordt gesproken, omdat er dan geen tijd is om de ondertitels te maken. De vertaling is dan vaak bondiger en samenvattend.
Ondertiteling bij dezelfde taal
Nederlandse en Vlaamse producties worden onderling ook vaak ondertiteld. Dit heeft als reden dat veel Nederlanders moeite hebben met het verstaan van bepaalde Vlaamse dialecten, tongval en omgekeerd. Ook redelijk goed verstaanbare gesprekken worden vertaald vanwege het gebruik van een typisch Nederlandse of Vlaamse woordenschat. Voorbeelden van deze programma's zijn Nederlands-Belgische producties zoals Aspe]], [[Expeditie Robinson (Nederland)|Expeditie Robinson. Peking Express en Big Brother(sinds 2021). Ook Nederlandse series als Baantjer]], [[Gooische Vrouwen (serie)|Gooische Vrouwen en Meiden van De Wit worden ondertiteld. In Nederland krijgen series als ''Jambers en ''Spoed dergelijke ondertitels.
Teletekst-ondertiteling in Nederland
Doven en slechthorenden hebben veel plezier aan ondertitelde films. Deze doelgroep beleefde meer plezier aan een buitenlandse film met ondertiteling dan aan een binnenlandse film. Tegenwoordig worden Nederlandstalige televisieprogramma's op de publieke zenders speciaal voor doven en slechthorenden ondertiteld via teletekst. Deze ondertiteling voor slechthorenden is zelfs vollediger dan de ondertiteling van een vreemde taal, want de achtergrondgeluiden worden ook vermeld. In de tv-gidsen en in de programmalijsten op teletekst wordt met de letter T achter de programmatitels aangegeven welke programma's door teletekst ondertiteld worden.
Bij de ondertiteling voor auditief gehandicapten wordt extra informatie gegeven die bij een vertalende ondertiteling voor horenden niet nodig is. Met verschillende kleuren wordt aangeduid wie er aan het woord is (de hoofdrolspeler in het geel), de naam van de spreker wordt soms vermeld, en de achtergrondgeluiden (bijvoorbeeld het gerinkel van de telefoon) worden vermeld.
De ondertiteling is tegenwoordig te vinden op teletekstpagina 888 (voorheen op andere nummers). Bij moderne televisies en digitale ontvangers zit in het hoofdmenu vaak een optie om de ondertiteling voor doven en slechthorenden rechtstreeks aan en uit te zetten. Deze optie kan ook worden gebruikt met een speciale knop op de afstandsbediening.
Nog niet alle Nederlandstalige televisieprogramma's worden echter ondertiteld. Doven en slechthorenden bepleiten al jaren het verplicht stellen van ondertiteling, niet alleen bij de publieke maar ook bij de commerciële zenders. Zonder deze ondertiteling is vrije nieuwsgaring voor hen niet mogelijk.
Letterlijk versus samenvatten
Vroeger werd bij de ondertiteling nog veel samengevat in korte en simpele zinnen. Volgens de NOS, die tot 2004 de teletekstondertiteling voor de publieke zenders verzorgde, zou het te veel moeite kosten de gesproken tekst letterlijk over te nemen. Ook meende de NOS dat het niet meer te volgen zou zijn als ze met grotere snelheid en meer tekst werkten. Doven en slechthorenden waren echter van mening dat door het samenvatten de teksten erg 'kinderlijk' overkwamen en dat er hierdoor veel informatie wegvalt.
Onder grote druk van de belangenorganisaties deed de NOS daarom in 2003 een proef met letterlijke ondertiteling. Een enquête wees uit dat liefst 95% van de kijkers hieraan de voorkeur gaf boven samenvatten. De NOS ging hierna over op letterlijke ondertiteling.
Om meer letterlijke ondertiteling met evenveel mensen te kunnen doen, begon de NOS experimenten met spraakherkenningssoftware, waarbij de redacteur de gesproken tekst herhaalt in een microfoon. De ingesproken tekst wordt dan automatisch omgezet in ondertitels.
Wegens gebrek aan geld en mankracht kon de NOS in 2004 niet meer dan 50% van de zendtijd ondertitelen. In 2004 ging de afdeling Ondertiteling over naar de Publieke Omroep. Het streven was om de volle 100% te bereiken in 2010.
Ondertiteling bij de commerciële zenders
De Nederlandse commerciële zenders doen vergeleken met de publieke omroep weinig aan teletekstondertiteling. Ze willen hiervoor net als de publieke zenders subsidie ontvangen van de Nederlandse overheid. Deze stelt dat de commerciëlen dit makkelijk zelf kunnen betalen. Een ander probleem is dat eventuele wettelijke verplichting niet van toepassing is op RTL Nederland (RTL 4, RTL 5, RTL 7 en RTL 8), omdat deze omroep formeel in Luxemburg gevestigd is.
In 2003 en 2004 begon SBS6 toch met de ondertiteling van voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal waarvan ze de uitzendrechten hadden. De kosten hiervoor werden betaald door Nationale Nederlanden, een van de sponsors van het Nederlands elftal.
Na de zomer van 2004 werden de uitzendrechten van deze wedstrijden echter opgekocht door het bedrijf Talpa van John de Mol, dat toen avondzendtijd had op het kanaal van Nickelodeon. Vanaf 14 december 2005 had Talpa als eerste 100 procent ondertiteling voor Nederlandse films en series. Ondertussen is Talpa verkocht aan RTL Nederland en heet nu RTL 8.
Op 30 juni 2006 besloot het kabinet dat per 1 januari 2007 (later versneld van kracht geworden op 1 december 2006) alle landelijke omroepen, zowel publiek als commercieel, hun Nederlandstalige televisieprogramma's moesten gaan ondertitelen. De gestelde norm was 95% voor de publieke omroepen en 50% voor de commerciële, te behalen binnen vier jaar. Het kabinet hoopte op een akkoord met de RTL-zenders, aangezien zij niet onder Nederlands recht vallen.
Teletekst-ondertiteling in Vlaanderen
In Vlaanderen worden op de publieke zenders ook Nederlandstalige televisie-programma’s ondertiteld via teletekst-pagina 888. Vroeger waren dat pagina 199 en 299 voor respectievelijk BRT 1 en 2. De omroep VRT (destijds nog BRT) zorgt daarvoor. In 1984 werd drie procent ondertiteld, in 2004 was dat 40 procent. Het streven van VRT is dat er elk jaar 5 procent bij komt.
De Vlaamse minister van Media Geert Bourgeois heeft, mede aangezien zijn partij een dove verkozene heeft (Helga Stevens), de VRT gevraagd om tegen 2010 95% van de Nederlandstalige televisieprogramma’s te ondertitelen. In 2008 moet dat al minstens 70 procent zijn. Op 1 maart 2005 maakte de VRT bekend dat ze vijf van de zes televisiejournaals ondertitelt.
Er wordt onderzocht hoe de overheid ook voor de commerciële omroepen de ondertiteling van programma’s (gedeeltelijk) kan verplichten. De commerciële omroepen zijn bereid om de mogelijkheden tot samenwerking voor meer ondertiteling te bespreken. Vanaf september 2007 ondertitelt VTM Het Nieuws van 19 uur. Vtm ontvangt hiervoor een subsidie van de Vlaamse overheid.
Andere Vlaamse commerciële omroepen ondertitelen wel een aantal programma's, maar dan niet via teletekst. Het gaat bovendien vooral om gesprekken tijdens reality-tv.
In Vlaanderen is er een duidelijk onderscheid tussen private en publieke omroepen. Voor de publieke omroep staat er in de beheersovereenkomst 2007-2011 met de Vlaamse overheid dat 95% van de Nederlandstalige programma’s ondertiteld dient te zijn tegen eind 2010. Dat zullen ze echter niet halen wegens besparingen. In 2009 is 5365 uur van de VRT-uitzendingen via teletekst ondertiteld wat neerkomt op 73,62 % van alle Nederlandstalige programma's op Eén, Ketnet en Canvas.
In 2010 was de situatie:
88% ondertiteld op Eén
74% op Ketnet/Canvas
In maart 2009 was er een hoorzitting in het Vlaams Parlement naar aanleiding van een decreetswijziging voorgesteld door Vlaams Parlementslid Helga Stevens om een aandeel ondertiteling verplicht te maken op de commerciële zenders. Volgende gegevens volgens de eigen informatie van de omroepen wat Nederlandstalige programma’s betreft:
VTM: 70,8% in 2008, circa 76% in 2009
2BE: 84% in 2008
VT4 en VIJFtv: 95 tot 98% in 2008 van de Nederlandstalige realityprogramma’s (exclusief studioprogramma’s)
Ondertiteling televisie in Duitsland
In Duitsland wordt DVB-ondertiteling gebruikt voor ondertiteling in de eigen taal. Het opvragen van ondertiteling via teletekst is ook mogelijk: pagina 150 voor ARD en pagina 777 voor ZDF. Verder wordt ondertiteling aangeboden via HbbTV. In het Duitse taalgebied zijn afspraken gemaakt waaraan ondertiteling moet voldoen, opdat de kijker een eenduidige opbouw en opmaak van de ondertitels krijgt.
Zie ook
Fansub
SubRip
Ondertitels in het analoge tijdperk
Voor de ondertiteling van speelfilms en televisieprogramma’s worden tot heden lettertypes gebruikt zoals ze ooit in schrijfmachines gangbaar waren ook al bestaat daarvoor al lang geen noodzaak voor.
Digitale, computer-gegenereerde lettertypes kunnen alle vormen aannemen.
Historisch werden schrijfmachines benut voor de ondertiteling van zowel film- als televisiecontent.
In het analoge tijdperk ging men hierbij op een bijzonder omslachtige en arbeidsintensieve wijze te werk.
De vertaalde tekst werd met een mechanische of elektrische schrijfmachine op 2 rollen kettingpapier getypt met de tekstregels om beurten op de linker- en rechterrol.
Deze parallelle papierrollen werden met zwart-wit televisiecamera’s alternerend opgenomen waarbij het beeld van de linker- naar de rechterrol schakelde waardoor het doorspoelen van de rol door de toeschouwers niet waarneembaar was.
De polariteit van het televisiebeeld werd vervolgens van positief naar negatief geschakeld en gesuperimposeerd op het te ondertitelen televisiebeeld als gevolg waarvan de zwarte tekst zich als witte tekst vertoonde.
Een zwarte achtergrond verdwijnt wanneer hij boven op een ander beeld wordt gesuperimposeerd.
Het schakelen tussen de beide papierrollen aanvankelijk handmatig geschiedend werd in latere stadia aangestuurd met gekalibreerde pulsen die op het geluidsspoor werden opgenomen.
Ondertiteling van films op pellicule maakte ook gebruik van schrijfmachines maar de overdracht op de film gebeurde wel op een fundamenteel afwijkende wijze dan deze benut bij televisiecontent.
De teksttransfer bediende zich uitsluitend van optische, geen elektronische methodes.
Externe links
Samenwerkingsverband Ondertitel Alle Programma's! (SOAP!)
Beroepsvereniging van Zelfstandige Ondertitelaars
Televisie
Dovenwereld
Beeldtechniek
Toegankelijkheid
|
Doven en slechthorenden
Tegenwoordig worden de meeste televisiefilms voorzien van ondertiteling voor doven en slechthorenden. Zie Teletekst-ondertiteling in Nederland voor meer uitleg. Ook Nederlandstalige bioscoopfilms kunnen voor doven en slechthorenden worden ondertiteld. Hiervoor is de app "Subcatch" ontwikkeld. In deze app kan dan voorafgaand aan het bioscoopbezoek de ondertiteling van de film die zal worden bekeken worden gedownload. Deze kan dan in de bioscoop tegelijk met de film worden afgespeeld. Zo kunnen doven en slechthorenden ook in de bioscoop Nederlandstalige films volgen.
| 5 |
boek, film, kunstwerk
|
2,100 |
ParkingFacility
|
5376921
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Galerie%20Luise
|
Galerie Luise
|
De Galerie Luise is een exclusieve winkelpassage in Hannover en werd geopend in 1987.
Ligging
De winkelpassage is gelegen in de wijk Mitte, in het stadscentrum, tussen het centraal station en het operagebouw, ongeveer 200 meter van het plein Kröpcke.
Geschiedenis
De Galerie Luise werd na een bouwtijd van twee jaar geopend in 1987. Het binnenste gedeelte is gelegen op het laatste braakliggende grondstuk dat tot dan toe werd gebruikt als parkeerplaats en opslagterrein.
Het uitgangspunt bij het ontwerpen van de winkelpassage was een groot handelsgebouw aan de Theaterstrasse met een jugendstilgevel . Sinds de eeuwwisseling waren hier een bedrijf voor huishoudelijke artikelen en kantoorbenodigdheden gevestigd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw zwaar beschadigd. Tijdens een geallieerde luchtaanval op Hannover op 26 juli 1943 veroorzaakten brandbommen een brand op zolder, die de dakconstructie en de geveltorens verwoestte. Verdere oorlogsschade werd veroorzaakt door fosforbommen tijdens een bombardement op 8 oktober 1943. Tussen 1948 en 1952 werd het gebouw hersteld in de oorspronkelijke bouwstijl.
De passage met glazen dak verbindt de Theaterstrasse en de Luisenstrasse. De winkelpassage strekt zich uit over drie vleugels met een lengte van 155m en een hoogte van 12m. In het centrum is een glazen koepel. In 2008 heeft een grote renovatie plaatsgevonden.
In 2019 werd het winkelcentrum gekocht door de vastgoedontwikkelaar Momeni van de Accom Gruppe. De nieuwe eigenaar wil het centrum weer nieuw leven inblazen.
Gebruik
In de winkelpassage zijn ongeveer 35 exclusieve winkels op een winkelgebied van 4900 m². Er zijn voor heren- en damesmodeboetieks, schoenenmode en enkele restaurants. Het gebouwencomplex beschikt daarnaast over circa 10.000 m² kantoorruimte en een ondergrondse parkeergarage met 4 verdiepingen en circa 470 parkeerplaatsen. De winkels in de passage organiseren evenementen zoals Moonlight Shopping met winkelen tot middernacht.
Literatuur
Hugo Thielen, Waldemar R. Röhrbein: Luise Gallery in: Klaus Mlynek, Waldemar R. Röhrbein (red.): Stadtlexikon Hannover . Von den Anfängen bis in die Gegenwart. Schlütersche, Hannover 2009, ISBN 978-3-89993-662-9, pagina 200 .
Externe link
Website van de Galerie Luise
Bronnen
Winkelcentrum in Duitsland
Bouwwerk in Hannover
|
Gebruik
In de winkelpassage zijn ongeveer 35 exclusieve winkels op een winkelgebied van 4900 m². Er zijn voor heren- en damesmodeboetieks, schoenenmode en enkele restaurants. Het gebouwencomplex beschikt daarnaast over circa 10.000 m² kantoorruimte en een ondergrondse parkeergarage met 4 verdiepingen en circa 470 parkeerplaatsen. De winkels in de passage organiseren evenementen zoals Moonlight Shopping met winkelen tot middernacht.
| 2 |
parkeerplaats, parkeergarage, parkeerfaciliteit
|
5,121 |
Answer
|
1214715
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gebuisd%20%28televisieprogramma%29
|
Gebuisd (televisieprogramma)
|
Gebuisd is een Belgische wetenschappelijke televisiequiz gemaakt door Ketnet en Technopolis. In de quiz nemen twee klassen van het zesde leerjaar en hun leraar het tegen elkaar op, als het groene en het blauwe team. Ze krijgen bij elke fout beantwoorde vraag een portie blubber. Wie op het einde van de quiz het minst blubber verzamelt heeft wint het spel.
Er komt geen tweede seizoen.
Presentatoren
Jelle Cleymans
Marie Curry (parodie op Marie Curie gespeeld door Joke Cant)
Rondes
Weet-vraag
Doe-opdracht
Gok-vraag
Finale
De winnende klas
De klas die op het einde van de quiz het minst blubber heeft wint, en mag met de hele klas een dagje naar Technopolis. De verliezende klas, de klas met het meeste blubber, moet gelukkig zijn met een doe-kalender, een staaltje blubber en een leerkracht die al hun verzamelde blubber op zijn/haar hoofd kreeg.
Onderwerpen van de aflevering
Programma van Ketnet
Quiz
|
Gebuisd is een Belgische wetenschappelijke televisiequiz gemaakt door Ketnet en Technopolis. In de quiz nemen twee klassen van het zesde leerjaar en hun leraar het tegen elkaar op, als het groene en het blauwe team. Ze krijgen bij elke fout beantwoorde vraag een portie blubber. Wie op het einde van de quiz het minst blubber verzamelt heeft wint het spel.
Er komt geen tweede seizoen.
| 1 |
antwoord, vraag-en-antwoord, reactie
|
1,651 |
SpreadsheetDigitalDocument
|
878371
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasboek
|
Kasboek
|
Het kasboek is het boek waarin alle transacties van de kas worden bijgehouden. Het woord wordt in twee verschillende betekenissen gebruikt:
Een boek of schrift, of een spreadsheet, waarin alle transacties van een contante kas worden bijgehouden
Het dagboek in een (meestal elektronische) boekhouding waarin alle kastransacties worden ingevoerd die betrekking hebben op die boekhouding.
Normaal gesproken zal men regelmatig (bijvoorbeeld aan het einde van de dag) de transacties uit de eerstgenoemde kasboeken bijschrijven in het laatstgenoemde kasboek.
Boekhouden
|
Een boek of schrift, of een spreadsheet, waarin alle transacties van een contante kas worden bijgehouden
Het dagboek in een (meestal elektronische) boekhouding waarin alle kastransacties worden ingevoerd die betrekking hebben op die boekhouding.
| 1 |
spreadsheet, werkblad, rekenblad
|
12,284 |
RealEstateAgent
|
5279815
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Monique%20van%20Haaf
|
Monique van Haaf
|
M.T. (Monique) van Haaf (Deventer, 12 juli 1971) is een Nederlandse VVD-politica en bestuurder.
Biografie
Van Haaf was tussen 2004 en 2007 actief als zzp’er in de begeleiding en trainer in reorganisaties en van 2006 tot 2007 als woonconsulent en makelaar. Van 2007 tot 2009 was Van Haaf als directielid van Virtual Building Engineers commercieel en operationeel verantwoordelijk. In 2011 werd zij verkozen als Provinciaal Statenlid namens de VVD. Van 2013 tot 2014 was zij vicevoorzitter van het Rode Kruis in Twente. Vanaf mei 2015 was Van Haaf gedeputeerde van Overijssel. Tijdens de coalitieperiode 2015-2019 had zij in haar portefeuille Ruimtelijke ontwikkeling (incl. wonen en ondergrond), Financieel toezicht gemeenten en waterschappen, Grondbeleid en Handhaving. Tijdens de coalitieperiode 2019-2023 had zij in haar portefeuille Ruimtelijke ontwikkeling (incl. ondergrond), Wonen, Stadsbeweging en retail, Grondbeleid en Financieel toezicht. In deze periode realiseerde Van Haaf een woondeal om 42.300 woningen te bouwen voor 2030. Op 14 april 2023 stopte ze voortijdig als gedeputeerde.
Van 2011 tot 2015 was Van Haaf Statenlid van Overijssel, waarvan vanaf 2014 als VVD-fractievoorzitter. Van 2009 tot 2011 was zij bestuurslid van de VVD in Deventer. Voor haar politieke carrière was Van Haaf van 1990 tot 2006 werkzaam bij ProRail, achtereenvolgens als treindienstleider, assistent regiomanager en teamleider.
Persoonlijk
Van Haaf is getrouwd, heeft een zoon en een dochter en is woonachtig in Deventer.
VVD-politicus
Gedeputeerde van Overijssel
Lid van de Provinciale Staten van Overijssel
|
Biografie
Van Haaf was tussen 2004 en 2007 actief als zzp’er in de begeleiding en trainer in reorganisaties en van 2006 tot 2007 als woonconsulent en makelaar. Van 2007 tot 2009 was Van Haaf als directielid van Virtual Building Engineers commercieel en operationeel verantwoordelijk. In 2011 werd zij verkozen als Provinciaal Statenlid namens de VVD. Van 2013 tot 2014 was zij vicevoorzitter van het Rode Kruis in Twente. Vanaf mei 2015 was Van Haaf gedeputeerde van Overijssel. Tijdens de coalitieperiode 2015-2019 had zij in haar portefeuille Ruimtelijke ontwikkeling (incl. wonen en ondergrond), Financieel toezicht gemeenten en waterschappen, Grondbeleid en Handhaving. Tijdens de coalitieperiode 2019-2023 had zij in haar portefeuille Ruimtelijke ontwikkeling (incl. ondergrond), Wonen, Stadsbeweging en retail, Grondbeleid en Financieel toezicht. In deze periode realiseerde Van Haaf een woondeal om 42.300 woningen te bouwen voor 2030. Op 14 april 2023 stopte ze voortijdig als gedeputeerde.
| 1 |
makelaar, vastgoedmakelaar, onroerendgoedmakelaar
|
7,609 |
ConsumeAction
|
5176291
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/T%C3%A1in%20B%C3%B3%20Fra%C3%ADch
|
Táin Bó Fraích
|
Táin Bó Fraích (de runderroof van Fróech) is een verhaal uit de Ulstercyclus van de Ierse mythologie, waarin Fróech zijn vrouw, zonen en vee bevrijdt uit vreemde landen om met zijn vee deel te nemen aan Táin Bó Cúailnge (de runderroof van Cooley), teneinde Findabair te huwen.
Bron
Het verhaal is overgeleverd in het Boek van Leinster (ca. 1160) en het Gele boek van Lecan (1391-1401), als wel in twee manuscripten uit de 15e en 16e eeuw.
Verhaal
Fróech is de zoon van Idath van de Connachta en Bé Find van de Sídhe, de zuster van Bóand. Van zijn moeder Bé Find krijgt Froech twaalf koeien van de síd, wit met rode oren. Findabair, dochter van Ailill en Medb, wordt verliefd op Fróech door de verhalen die over hem worden verteld. Fróech wil haar graag ontmoeten en gaat naar zijn tante Boand in Mag mBreg in de hoop kleding en geschenken van de Síde van haar te krijgen. Hij krijgt van haar mantels, tunieken, schilden, speren, manschappen, paarden, honden, schoenen, hoornblazers, narren en harpspelers en daarmee gaat Fróech naar Crúachan, de burcht van Ailill en Medb. Ze krijgen er onderdak en drie dagen en nachten speelt Fróech met de koningin het bordspel fidchell, waarna drie dagen feest volgt. Dan ontmoet Fróech eindelijk Findabair tijdens het baden in de rivier, waarbij zij hem haar duimring geeft, een geschenk dat ze van haar vader Ailill had gekregen. Ailill vraagt echter in ruil voor een huwelijk een te hoge prijs voor zijn dochter en Fróech weigert. Dan wil het koningspaar het liefst van hem af en tijdens het gezamenlijk baden in de rivier de Brei, ontdekt Ailill in de beurs van Fróech de duimring, die hij aan zijn dochter had gegeven en gooit hem in het water. Een zalm slikt de ring in, maar Fróech vangt de zalm en verstopt hem aan de oever. Ailill vraagt hem een tak met rode bessen naar hem te brengen en vraagt daarna om meer bessen. Uit het midden van de poel verrijst een watermonster en Fróech vraagt om een zwaard, dat Findabair hem geeft. Fróech slaat het monster de kop af, maar is gewond. Hij krijgt daarna een bad, diner en bed, maar 's avonds komt een groep huilende vrouwen en die draagt hem naar de síd van Crúachu. De volgende dag is Fróech helemaal genezen en er wordt vrede gesloten tussen hem en het koningspaar.
's Avonds is er feest en Fróech laat een dienaar de zalm, die hij aan de rivieroever had begraven, naar Findabair brengen met de opdracht de vis te bereiden. Ailill laat die avond al zijn schatten brengen, maar mist de duimring van zijn dochter. Hij eist de ring van haar, anders moet ze sterven. Ze roept om haar dienstmeid, die met een schaal binnenkomt met daarop de zalm met de ring erbovenop. Fróech verzint een leugen hoe hij in het bezit van de ring was gekomen. Findabair mag met Fróech trouwen als hij terug is van het drijven van het vee van Cuailnge met zijn eigen vee. Thuisgekomen blijkt alleen dat Fróechs vee is gestolen: drie koeien zijn bij de Cruithnig van Noord-Albu (Engeland) en zijn vrouw, drie zonen en ander vee zijn over de Alpen in Noord-Lombardije. Met de hulp van de held Conall Cernach uit Benda Bairchi in het land van de Ulaid en een Ierse schapenhoedster en koeherderin in Lombardije, weet Fróech 's nachts de burcht binnen te komen. Ze verwoesten de vesting, bevrijden vrouw, zonen en vee en nemen alle schatten mee. Op de terugreis halen ze ook de drie koeien uit Noord-Engeland op. Nu kan Fróech met Ailill en Medb het vee van Cúailnge (Cooley) gaan drijven.
Literatuur
Gantz, J. (1981), Early Irish Myths and Sagas, Penguin Classics, pp.113-126
Ierse mythologie
|
Verhaal
Fróech is de zoon van Idath van de Connachta en Bé Find van de Sídhe, de zuster van Bóand. Van zijn moeder Bé Find krijgt Froech twaalf koeien van de síd, wit met rode oren. Findabair, dochter van Ailill en Medb, wordt verliefd op Fróech door de verhalen die over hem worden verteld. Fróech wil haar graag ontmoeten en gaat naar zijn tante Boand in Mag mBreg in de hoop kleding en geschenken van de Síde van haar te krijgen. Hij krijgt van haar mantels, tunieken, schilden, speren, manschappen, paarden, honden, schoenen, hoornblazers, narren en harpspelers en daarmee gaat Fróech naar Crúachan, de burcht van Ailill en Medb. Ze krijgen er onderdak en drie dagen en nachten speelt Fróech met de koningin het bordspel fidchell, waarna drie dagen feest volgt. Dan ontmoet Fróech eindelijk Findabair tijdens het baden in de rivier, waarbij zij hem haar duimring geeft, een geschenk dat ze van haar vader Ailill had gekregen. Ailill vraagt echter in ruil voor een huwelijk een te hoge prijs voor zijn dochter en Fróech weigert. Dan wil het koningspaar het liefst van hem af en tijdens het gezamenlijk baden in de rivier de Brei, ontdekt Ailill in de beurs van Fróech de duimring, die hij aan zijn dochter had gegeven en gooit hem in het water. Een zalm slikt de ring in, maar Fróech vangt de zalm en verstopt hem aan de oever. Ailill vraagt hem een tak met rode bessen naar hem te brengen en vraagt daarna om meer bessen. Uit het midden van de poel verrijst een watermonster en Fróech vraagt om een zwaard, dat Findabair hem geeft. Fróech slaat het monster de kop af, maar is gewond. Hij krijgt daarna een bad, diner en bed, maar 's avonds komt een groep huilende vrouwen en die draagt hem naar de síd van Crúachu. De volgende dag is Fróech helemaal genezen en er wordt vrede gesloten tussen hem en het koningspaar.
| 1 |
consumeren, eten, informatie opnemen
|
4,752 |
GatedResidenceCommunity
|
1414955
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/La%20zona
|
La zona
|
La zona is een Mexicaanse dramafilm uit 2007 met Maribel Verdú, Daniel Tovar en Daniel Giménez Cacho in de hoofdrol. Op 24 september 2008 kwam de film in België in de bioscoop.
Het thema van de film is de sociale segregatie en corruptie in Mexico.
Verhaal
Alejandro woont met zijn ouders in "La zona", een rijke gated community in Mexico-Stad. De buurt is zwaar beveiligd om indringers uit de omringende sloppenwijken te weren. Ook de politie, die door de bewoners gewantrouwd wordt, mag de wijk niet zonder huiszoekingsbevel betreden.
Op een nacht slagen drie jonge inbrekers erin de wijk binnen te komen. De inbraak loopt echter fataal af voor een oude vrouw. Ook wordt een bewaker door een bewoner voor inbreker aangezien en doodgeschoten. De jongens vluchten in paniek weg maar twee van hen worden door de bewakers neergeschoten. De derde kan ontsnappen maar kan niet meer naar buiten en moet zich daarom in de wijk verstoppen.
De bewoners zijn bang dat het incident de politie naar de wijk zal lokken en mogelijk zelfs hun voorrechten zal afnemen en besluiten het recht in eigen handen te nemen. Ze doen alsof de bewaker een hartaanval heeft gekregen en starten een klopjacht naar de laatste inbreker. Hierbij worden geen pottenkijkers van buiten de wijk getollereerd. Al het personeel wordt ook weggestuurd. Alejandro doet met een aantal vrienden ook mee aan een eigen zoektocht maar komt de inbreker (genaamd Miguel) tegen in de kelder van zijn ouderlijk huis.
De klopjacht leidt tot conflicten binnen de buurt. Uiteindelijk zien ze zich genoodzaakt om de politie smeergeld te betalen zodat deze de bewoners hun gang zal laten gaan. Net nadat het smeergeld aan een hoge politiefunctionaris is betaald komt de inbreker tevoorschijn. De politiefunctionaris twijfelt even maar rijdt toch weg en de inbreker wordt door de bewoners gelyncht.
Alejandro neemt het lichaam van de inbreker mee om hem op een begraafplaats te begraven.
Prijzen
La zona sleepte meerdere prijzen in de wacht:
Luigi De Laurentiis-prijs voor veelbelovende regisseur (Rodrigo Plá) op het Filmfestival van Venetië
Ariel de Oro, Mexicaanse filmprijs voor beste bijrol (Mario Zaragoza)
Gouden India Catalina voor beste cinematografie (Emiliano Villanueva) op het Filmfestival van Cartagena
Sant Jordi, Catalaanse filmprijs, voor beste Spaanse actrice (Maribel Verdú)
Prijs voor beste nieuwe acteur (Carlos Bardem) van de Spaanse acteurs bond
International Critics Award op het Internationaal filmfestival van Toronto
Rolverdeling
|-
|||Daniel
|-
|||Mariana
|-
|||Miguel
|-
|||Alejandro
|-
|||Gerardo
|-
|||Andrea
|-
|||Comadante Rigoberto
|-
|||Diego
|-
|||Lucía
|-
|||Oficial Iván
|-
|||Mario
|}
Bronnen
http://www.kinepolis.com/be-nl/index.cfm?PageID=345&coufid=34911
Mexicaanse film
Film uit 2007
Dramafilm
Thriller (film)
|
Alejandro woont met zijn ouders in "La zona", een rijke gated community in Mexico-Stad. De buurt is zwaar beveiligd om indringers uit de omringende sloppenwijken te weren. Ook de politie, die door de bewoners gewantrouwd wordt, mag de wijk niet zonder huiszoekingsbevel betreden.
| 1 |
gated community, beveiligde woonwijk, afgesloten woongebied
|
229 |
GeoCoordinates
|
5613350
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Isabella%20%28quadrangle%29
|
Isabella (quadrangle)
|
Isabella (V–50; breedtegraad 25°–50° S, lengtegraad 180°–210° E) is een quadrangle op de planeet Venus. Het is een van de 62 quadrangles op schaal 1 : 5.000.000. Het quadrangle werd genoemd naar de gelijknamige krater die op zijn beurt genoemd werd naar de Spaanse koningin Isabella I van Castilië (1451-1504).
Geologische structuren in Isabella
Chasma
Olapa Chasma
Colles
Migazesh Colles
Coronae
Banba Corona
Epona Corona
Ixcuina Corona
Nang Pao Corona
Nott Corona
Dorsa
Aditi Dorsa
Etain Dorsa
Sirona Dorsa
Fluctus
Djabran Fluctus
Kunkubey Fluctus
Inslagkraters
Alimat
Cohn
Erin
Isabella (tweede grootste krater op Venus)
Leah
Ottavia
Royle
Paterae
Kupo Patera
Libby Patera
Payne-Gaposchkin Patera
Planitiae
Nsomeka Planitia
Wawalag Planitia
Tholi
Tursa Tholus
Zie ook
Lijst van quadrangles op Venus
Quadrangle op Venus
|
Isabella (V–50; breedtegraad 25°–50° S, lengtegraad 180°–210° E) is een quadrangle op de planeet Venus. Het is een van de 62 quadrangles op schaal 1 : 5.000.000. Het quadrangle werd genoemd naar de gelijknamige krater die op zijn beurt genoemd werd naar de Spaanse koningin Isabella I van Castilië (1451-1504).
| 2 |
geografische coördinaten, breedtegraad, lengtegraad
|
7,118 |
HighSchool
|
5051956
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arentheem%20College%20Thomas%20a%20Kempis
|
Arentheem College Thomas a Kempis
|
Het Thomas a Kempis College is een middelbare school in Arnhem gelegen aan de Thomas a Kempislaan. De school biedt onderwijs aan voor gymnasium, atheneum en havo. Samen met het Titus Brandsma College en het Leerpark Presikhaaf vormt het Thomas a Kempis het Arentheem College.
Uit praktische overwegingen is de school bij de bouw vernoemd naar de weg waar deze school aan is gelegen.
Geschiedenis van het gebouw
Realisatie van het gebouw
In 1961 werd er toestemming verleend door de provinciale dienst om aan de Thomas a Kempislaan een nieuw schoolgebouw neer te zetten. Hiervoor moest eerst het bestemmingsplan van van het perceel worden gewijzigd. Het ontwerp werd geleverd door architectenbureau Wiegerinck en Van Balen. De bouw werd aanbesteed aan de Nationale Bouwonderneming Tilburg voor het bedrag van 1.428.600 gulden. Bij de aanbesteding hadden maar liefst 86 partijen interesse in de uitvoering van de bouw. De officiële opening van het gebouw vond plaats op 7 mei 1962.
Het gebouw wordt gerealiseerd in Bauhaus-architectuur: modernistisch en functioneel. Er wordt gebruikgemaakt van skeletbouw waarbij veel beton en glas wordt toegepast.
Grootschalige verbouwing
In 2002 fuseert het Thomas a Kempis met het Christelijk Lyceum Arnhem. Het is de bedoeling dat na de fusie een gebouw volstaat, in plaats van twee. Er wordt gekozen om het bestaande complex van het Thomas a Kempis grondig te verbouwen zodat het een groter aantal leerlingen kan huisvesten. Deze optie wordt verkozen boven een uitbreiding van het gebouw van het Christelijk Lyceum en nieuwbouw, omdat het Thomas a Kempis beschikt over een ruime sportaccommodatie, goede bereikbaarheid en een fraaie architectuur en ligging.
In een periode van 2002 tot 2004 vindt de verbouwing plaats. De complexiteit van de verbouwing maakte het noodzakelijk om een andere locatie te betrekken tijdens de werkzaamheden. De schoolpopulatie verhuist naar het gebouw van het Christelijk Lyceum. Ook wordt er een tijdelijk noodgebouw van twee verdiepingen op het grasveld voor het Thomas a Kempis neergezet.
Voor de verbouwing werd de architect Gert Grosfeld van architectenbureau GroenSchurinkGrosfeld in de hand genomen. Uitgangspunt hierbij was dat het uiterlijk van het bestaande gebouw zo veel mogelijk bleef gehandhaafd. Er werd 3700 m² ruimte gecreëerd zonder dat het silhouet van het gebouw werd aangetast. De belangrijkste veranderingen zijn de drie torens die de voormalige aula vullen, de nieuwe aula met tribune en de glazen oostgevel met trappenhuis en lift. Ook werd er een nieuwe hoofdingang aan de oostgevel gesitueerd als vervanging voor de hoofdingang aan de westvleugel.
Tweede verbouwing
In 2007 vond er nogmaals een verbouwing plaats om de toestroom van leerlingen na de eerste verbouwing op te kunnen vangen. Hierbij werd er een volledig nieuwe vleugel ingericht met onder andere een nieuw muzieklokaal.
Organisatie
Organisatorisch is de school opgedeeld in vijf docententeams. Aan het hoofd van ieder docententeam staat een afdelingsleider. Op dit moment zijn er afdelingsleiders voor havo onderbouw, atheneum onderbouw, gymnasium onderbouw, havo bovenbouw en vwo/gymnasium bovenbouw.
Schoolkrant
De schoolkrant van het Thomas a Kempis heet Takkie, naar de gelijknamige hond uit de Jip & Janneke boeken van Annie M.G. Schmidt. Een grote pluchen knuffel van Takkie fungeert als mascotte voor de schoolkrant. Er is besloten de schoolkrant Takkie te noemen omdat de eerste drie letters hiervan de afkorting vormen van Thomas a Kempis.
In 2015 werd de Takkie bij de uitreiking van de School Media Awards bekroond tot beste schoolkrant van 2015.
Bekende oud-leerlingen
Marcel van Roosmalen, schrijver en columnist
Sjoerd van Ramshorst, presentator Studio Sport
Hannah Hoekstra, actrice
Bert Simhoffer, operazanger
Aiko Beemsterboer, actrice
Externe link
Officiële website
School in Arnhem
School in het voortgezet onderwijs in Nederland
|
Het Thomas a Kempis College is een middelbare school in Arnhem gelegen aan de Thomas a Kempislaan. De school biedt onderwijs aan voor gymnasium, atheneum en havo. Samen met het Titus Brandsma College en het Leerpark Presikhaaf vormt het Thomas a Kempis het Arentheem College.
| 1 |
middelbare school, voortgezet onderwijs, secundaire school
|
5,094 |
WebSite
|
22752
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verisign
|
Verisign
|
Verisign is een Amerikaanse onderneming uit Reston (Virginia) die verantwoordelijk is voor verschillende netwerkinfrastructuren, waaronder twee van de in totaal dertien rootservers, het gezaghebbende register voor de generieke topleveldomeinen .com, .net en .name en de landelijke topleveldomeinen .cc en .tv, alsmede de back-endsystemen voor de topleveldomeinen .jobs en .edu. Daarnaast levert Verisign een reeks beveiligingsservices, zoals beheerde DNS, bescherming tegen DDoS-aanvallen (Distributed Denial of Service) en rapporten over cyberbedreigingen.
In 2010 verkocht Verisign zijn authenticatieactiviteiten voor $1,28 miljard aan Symantec. Deze bedrijfseenheid omvatte de diensten voor SSL (Secure Sockets Layer), PKI (public key infrastructure), Verisign Trust Seal en Verisign Identity Protection (VIP).
Brian Robins, de toenmalige financieel directeur van Verisign, maakte in augustus 2010 bekend dat de onderneming in 2011 van haar oorspronkelijke thuisbasis Mountain View in Californië zou verhuizen naar Dulles in het noorden van Virginia, omdat 95% van de activiteiten van de onderneming zich aan de oostkust van de Verenigde Staten afspeelden.
Verisign geeft tevens sublicenties uit aan andere bedrijven, die licenties getekend door Verisign kunnen verkopen.
Geschiedenis
Verisign werd in 1995 opgericht als een afsplitsing van RSA Security, een bedrijf dat certificeringsdiensten leverde. De nieuwe onderneming ontving licenties voor belangrijke cryptografiepatenten van RSA en er werd een tijdelijke overeenkomst met een non-concurrentiebeding afgesloten. De nieuwe onderneming was actief als certificeringsinstantie (CA) en had aanvankelijk deze missie: "Vertrouwen leveren voor het internet en de e-commerce door middel van onze producten en diensten voor digitale authenticatie". Voordat de certificeringsactiviteiten in 2010 aan Symantec werden verkocht, had Verisign meer dan 3.000.000 actieve certificaten voor uiteenlopende afnemers in het leger, de financiële dienstverlening en de detailhandel. Hiermee was Verisign de grootste CA voor de coderings- en authenticatieactiviteiten op het internet. De meeste mensen herkennen de uitkomst van een authenticatieprocedure aan het kleine hangslotpictogram dat in de webbrowser wordt weergegeven wanneer ze online winkelen of een beveiligde website bezoeken.
In 2000 nam Verisign het bedrijf Network Solutions over, dat de generieke topleveldomeinen .com, .net en .org beheerde op basis van overeenkomsten met ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) en het Amerikaanse ministerie van handel. Deze registerbeheerfuncties vormden de basis voor de domeinnaamdivisie van Verisign, die inmiddels het grootste en belangrijkste onderdeel van de onderneming is. In 2003 stootte Verisign de detailhandeltak van Network Solutions (registrarfunctie) af, terwijl de groothandelsactiviteit (het topleveldomeinregister) behouden bleef als de kernactiviteit op het gebied van internetadressering.
Op 9 augustus 2010 nam Symantec voor circa $1,28 miljard de authenticatieactiviteiten van Verisign over, inclusief de SSL-certificeringsdiensten (Secure Sockets Layer), de PKI-diensten (Public Key Infrastructure), de Verisign Trust-diensten, de VIP-authenticatiedienst (Verisign Identity Protection) en een meerderheidsaandeel in Verisign Japan.
Verisign bestaat tegenwoordig uit twee divisies: Naming Services beheert topleveldomeinen en kritieke internetinfrastructuur, terwijl Network Intelligence & Availabity (NIA) diensten levert op het gebied van DDoS-bescherming, beheerde DNS en informatie over bedreigingen.
Producten en diensten
De kernactiviteit van Verisign is de divisie Naming Services. Deze divisie beheert de gezaghebbende domeinnaamregisters voor twee van de belangrijkste topleveldomeinen van het internet: .com en .net. Verisign is ook de officiële registry operator voor de generieke topleveldomeinen .name en .gov en de landelijke topleveldomeinen .cc (Cocoseilanden) en .tv (Tuvalu). Daarnaast is Verisign de primaire technische onderaannemer voor de topleveldomeinen .edu en .jobs namens de desbetreffende registry operators, die instellingen zonder winstoogmerk zijn. In deze hoedanigheid onderhoudt Verisign de zonebestanden voor deze domeinen en verzorgt Verisign de hosting van de domeinen vanaf de eigen domeinservers. Registry operators zijn als het ware 'groothandelaren' in domeinnamen, terwijl registrars te vergelijken zijn met detailhandelaren, die rechtstreeks met klanten samenwerken om domeinnamen te registreren.
Verisign onderhoudt bovendien twee van de dertien 'rootservers' van het internet. Deze servers worden aangeduid met de letters A tot en met M (Verisign is verantwoordelijk voor de rootservers A en J.) De rootservers staan helemaal boven in de hiërarchie van het Domain Name System, dat ten grondslag ligt aan alle internetcommunicatie. Verder genereert Verisign het wereldwijd erkende hoofdzonebestand, met verantwoordelijkheid voor het verwerken van veranderingen in dit bestand, nadat ICANN hiertoe opdracht heeft gegeven en de veranderingen zijn goedgekeurd door het Amerikaanse ministerie van handel. Aanvankelijk werden veranderingen in de hoofdzone gedistribueerd via de rootserver A, maar tegenwoordig worden ze over alle dertien rootservers gedistribueerd via een afzonderlijk distributiesysteem, dat door Verisign wordt onderhouden. Verisign is de enige van de twaalf rootserverbeheerders die meer dan één rootserver beheert. De rootservers A en J werken op basis van 'anycasting' en niet langer vanuit de eigen datacenters van Verisign. Deze methode vergroot de redundantie en verbetert de beschikbaarheid, zodat het risico van grote problemen bij een storing in één systeem wordt verkleind.
Wildcard-DNS-controverse Verisign
Op 15 september 2003 introduceerde Verisign een wildcard-DNS-record voor alle .com- en .net-domeinnamen die nog niet door anderen geregistreerd waren. Mensen die naar dergelijke nog niet bestaande domeinen surften met een webbrowser, kwamen op de pagina van Verisign terecht. Dit werd de "Site Finder-dienst" genoemd.
Deze actie veroorzaakte een storm van protest; iedereen die een typefout maakte en bijvoorbeeld www.wikiporndia.net in de webbrowser intikte, kwam niet alleen op de website van Verisign terecht, maar deze informatie werd ook gelogd in de webserverlogs hiervan. Als reactie hierop werd er een versie van BIND (DNS-server-software) uitgebracht, die wildcardrecords voor specifieke domeinen kon uitfilteren. Begin oktober 2003 schakelde Verisign, als gevolg van een ernstige brief van ICANN, Site Finder uit, maar het bedrijf liet open of het de dienst in de toekomst weer zou inschakelen.
Externe link
Officiële website
Amerikaans bedrijf
Domain Name System
Internet
Economie van Virginia
|
Producten en diensten
De kernactiviteit van Verisign is de divisie Naming Services. Deze divisie beheert de gezaghebbende domeinnaamregisters voor twee van de belangrijkste topleveldomeinen van het internet: .com en .net. Verisign is ook de officiële registry operator voor de generieke topleveldomeinen .name en .gov en de landelijke topleveldomeinen .cc (Cocoseilanden) en .tv (Tuvalu). Daarnaast is Verisign de primaire technische onderaannemer voor de topleveldomeinen .edu en .jobs namens de desbetreffende registry operators, die instellingen zonder winstoogmerk zijn. In deze hoedanigheid onderhoudt Verisign de zonebestanden voor deze domeinen en verzorgt Verisign de hosting van de domeinen vanaf de eigen domeinservers. Registry operators zijn als het ware 'groothandelaren' in domeinnamen, terwijl registrars te vergelijken zijn met detailhandelaren, die rechtstreeks met klanten samenwerken om domeinnamen te registreren.
| 10 |
website, webpaginas, domein
|
2,037 |
MediaSubscription
|
1069472
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Conditional%20access%20module
|
Conditional access module
|
Een Conditional Access Module of afgekort CAM is een PC Card waar een smartcard in geplaatst kan worden. Deze smartcard is verkrijgbaar bij aanbieders van digitale betaaltelevisie, zoals CanalDigitaal, Digitenne en TV Vlaanderen voor Nederland en Vlaanderen, maar er zijn ook diverse internationale aanbieders van onder andere erotische- en muziekkanalen. De smartcard bevat sleutels die in combinatie met een geldig abonnement de decodering van betaalde kanalen mogelijk maakt. Het geheel van de CAM met smartcard kan geplaatst worden in een Common Interface slot van een DVB-ontvanger. De DVB-ontvanger is meestal een apart kastje bij de televisie, maar kan ook ingebouwd zijn in de televisie of een insteekkaart in een PC zijn. In sommige gevallen bevat de CAM zèlf al sleutels voor bepaalde betaalkanalen, die kunnen in dat geval ook zonder smartcard bekeken worden. Een CAM kan één of meerdere coderingen aan, zoals Irdeto, Mediaguard, Safeview, Viaccess of Conax.
Programmeerbare modules
Er bestaan ook programmeerbare modules. Deze worden voornamelijk gebruikt door hobbyïsten. Door de module opnieuw te programmeren met een andere firmware die van het internet gedownload kan worden kan de module vaak opeens overweg met alle gangbare coderingen. De legaliteit van deze firmwares is onzeker. Ook is er vaak de optie om sleutels van gekraakte betaalkanalen in de CAM op te slaan zodat deze kanalen zonder abonnement kunnen worden bekeken, dit is uiteraard illegaal. De bekendste programmeerbare module is de Magic/Matrix CAM.
Ondersteuning in Nederland
De meeste modules die geschikt zijn voor Seca Mediaguard 3 kunnen gebruikt worden voor CanalDigitaal. De meeste modules die geschikt zijn voor Conax kunnen gebruikt worden voor Digitenne. Hoewel een aantal Nederlandse kabelproviders standaard Irdeto versie 2 codering gebruikt (onder andere Delta, CAIW en Ziggo) werkt een standaard Irdeto2 module niet bij deze providers. Deze providers hebben er namelijk voor gekozen om een aanpassing te doen in de smartcard waardoor deze dienst weigert in ontvangers of modules die niet "goedgekeurd" zijn, en ze bieden geen goedgekeurde modules aan. Bij UPC is de smartcard voorzien van een boxkey waardoor deze is "gehuwd" met één specifieke ontvanger. Zelfs een andere ontvanger van hetzelfde merk en type kan dan niet met de smartcard werken, een CAM is dus ook uitgesloten. Alleen bij professionele toepassingen zoals Hotels, of luistercijfers bepalen, levert UPC een boxkey met een losse (geen CI+) CAM.
Televisietechniek
|
Een Conditional Access Module of afgekort CAM is een PC Card waar een smartcard in geplaatst kan worden. Deze smartcard is verkrijgbaar bij aanbieders van digitale betaaltelevisie, zoals CanalDigitaal, Digitenne en TV Vlaanderen voor Nederland en Vlaanderen, maar er zijn ook diverse internationale aanbieders van onder andere erotische- en muziekkanalen. De smartcard bevat sleutels die in combinatie met een geldig abonnement de decodering van betaalde kanalen mogelijk maakt. Het geheel van de CAM met smartcard kan geplaatst worden in een Common Interface slot van een DVB-ontvanger. De DVB-ontvanger is meestal een apart kastje bij de televisie, maar kan ook ingebouwd zijn in de televisie of een insteekkaart in een PC zijn. In sommige gevallen bevat de CAM zèlf al sleutels voor bepaalde betaalkanalen, die kunnen in dat geval ook zonder smartcard bekeken worden. Een CAM kan één of meerdere coderingen aan, zoals Irdeto, Mediaguard, Safeview, Viaccess of Conax.
| 1 |
mediasubscriptie, mediatoegang, abonnement
|
12,506 |
OrderItem
|
5241452
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lambert%20Tegenbosch
|
Lambert Tegenbosch
|
Lambertus Josephus Maria (Lambert) Tegenbosch (Eindhoven, 6 mei 1926 – Heusden, 24 december 2017) was een Nederlands kunstcriticus, publicist en galeriehouder.
Leven en werk
Tegenbosch was een zoon van een Eindhovens sigarenmaker. Hij werd naar het kleinseminarie gestuurd om priester te worden, maar haakte af. Hij behaalde de MO-akte Nederlands in Tilburg en werd docent.
Na zijn studie ging hij voor diverse bladen over kunst schrijven. Hij was jarenlang redacteur van het literair tijdschrift Roeping (1949-1963) en kunstcriticus voor de Volkskrant (1954-1975). Tegenbosch publiceerde ook een aantal monografieën, over kunstenaars als Gerrit Benner, Lucebert en Charlotte van Pallandt.
In 1970 ontving hij voor zijn gehele oeuvre de Cultuurprijs van de provincie Noord-Brabant. Tegenbosch had diverse nevenfuncties, hij was bestuurslid van de Nederlandse vereniging van galeriehouders, bestuurslid van het Keramisch Werkcentrum en lid van de Kunst Adviescommissie in Heusden en lid van de Culturele Raad van Noord-Brabant. In 1999 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Tegenbosch stond in 1984 aan de wieg van de KunstKoopregeling, waarbij klanten kunst in termijnen kunnen betalen, terwijl de rente wordt gesubsidieerd.
Tegenbosch overleed in 2017, op 91-jarige leeftijd en werd begraven op De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Hij was in eerste huwelijk getrouwd met kunstenares Geertrui Charpentier (1930-2012).
Kunsthandel Lambert Tegenbosch
In 1977 opende Tegenbosch een kunsthandel met galerie aan de Putterstraat 48 in Heusden. Hij liet in zijn zaak het werk van West-Europese moderne kunstenaars zien. Er werden dependances geopend in Amsterdam (1982-1986) en Eindhoven (1985-1989) die minder succesvol waren, omdat de bezoekers liever de baas zelf spraken dan zijn filiaalchefs. Hij sloot de zaak in Heusden na 30 jaar.
Externe link
"Lambert Tegenbosch – Wie is de kunstenaar nu?, citaten uit de in 1999 gehouden Beyerdlezing
Nederlands galeriehouder
Nederlands kunstcriticus
Nederlands schrijver
|
Tegenbosch stond in 1984 aan de wieg van de KunstKoopregeling, waarbij klanten kunst in termijnen kunnen betalen, terwijl de rente wordt gesubsidieerd.
| 1 |
bestelartikel, koopregel, orderregel
|
7,615 |
ConvenienceStore
|
647468
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Caberg
|
Caberg
|
Caberg, niet te verwarren met Oud-Caberg, is een naoorlogse woonwijk gelegen in het noordwesten van de Nederlandse stad Maastricht. Het is een van de 44 officiële buurten binnen de gemeente Maastricht en is onderdeel van de wijk Maastricht-West. De Caberg is tevens de historische benaming van een lage heuvel in dit gebied.
Ligging en straatnamen
De woonwijk Caberg ligt op de heuvel Caberg in Maastricht-West, niet ver van het voormalige dorp Caberg, dat thans Oud-Caberg heet. De buurt grenst aan de buurt Brusselsepoort in het zuiden, Malpertuis in het westen, Oud-Caberg in het noordwesten, Bosscherveld in het noordoosten en het Frontenkwartier in het zuidoosten. De drukke Brusselseweg verdeelt Caberg in twee helften en is tevens de belangrijkste uitvalsweg naar het Belgische grensgebied. De Carl Smulderssingel en de Cabergerweg zijn de voornaamste verbindingswegen met het centrum van Maastricht.
De straten in het deel van de buurt ten westen van de Brusselseweg zijn genoemd naar muziektermen. Voorbeelden zijn de Symphoniesingel, de Clavecymbelstraat en de Spinetlaan. In het oostelijk deel van de wijk zijn de straten vernoemd naar kunstenaars, architecten en musici die met Maastricht verbonden zijn, zoals Pieter Post (de architect van het Stadhuis van Maastricht), Theodoor van der Schuer (de schilder van diverse interieurstukken in het stadhuis), Jan de Beijer, Mathias Soiron, Petrus Nicolaas Gagini, Carl Smulders, Rob Graafland en Henri Jonas.
Geschiedenis
Agrarisch gebied
Tot eind jaren 1950 bestond het gebied waar thans Caberg ligt uit landerijen, die merendeels bewerkt werden door boeren uit het nabije Oud-Caberg, een dorp dat waarschijnlijk ontstaan is tijdens de ontginningen in de Late Middeleeuwen. De eerste vermelding van Caberg stamt uit de 13e eeuw. Tot 1794 behoorde het dorp Caberg en omgeving tot de vrije rijksheerlijkheid Pietersheim. Na de komst van de Fransen werd Caberg ingedeeld bij de gemeente Lanaken.
Bouw Fort Willem I
Al in de 18e eeuw hadden de militaire gouverneurs van Maastricht onderkend dat de hoogte van Oud-Caberg een zwak punt was in de verdediging van de vesting. Vanaf die hoogte konden kanonnen de vesting vrijwel ongehinderd bestoken. Al voor de Franse tijd waren er plannen om op de hoogte een fort te bouwen, maar die plannen werden niet uitgevoerd. Nadat de Franse keizer Napoleon Bonaparte in februari 1815 zijn verbanningsoord Elba wist te ontvluchten en vervolgens het Franse leger opnieuw mobiliseerde, besloot de vestingcommandant om de plannen voor het fort op de Caberg versneld uit te voeren. Het fort werd gebouwd tussen 1815 en 1818 naar het door de Fransen achtergelaten plan en werd genoemd naar de nieuwe koning Willem I der Nederlanden.
Bij de definitieve splitsing van Nederland en België in 1839, werd Caberg opgenomen in de Nederlandse gemeente Oud-Vroenhoven. Deze gemeente werd op 1 januari 1920 door Maastricht geannexeerd. De eerste tientallen jaren na de annexatie gebeurde er weinig, maar in 1954 werd een uitbreidingsplan gepresenteerd waarin het gebied ten zuiden van het dorp Caberg zou worden bebouwd.
Bouw woonwijk
De bouw van Caberg, bestemd voor ruim 6000 inwoners, vond plaats tussen 1956 en 1958 volgens plannen van de stedebouwkundige Frans Dingemans. Dingemans volgde daarbij de indertijd populaire 'wijkgedachte' of 'parochiefilosofie', zoals neergelegd in het Uitbreidingsplan in Hoofdzaken ("Plan West") uit 1954. De wijkgedachte hield in dat een nieuwbouwwijk qua omvang en qua voorzieningen moest functioneren als een parochie, dat wil zeggen: de parochiekerk in het midden, daaromheen scholen, verenigingsgebouwen, winkels en andere voorzieningen, daaromheen wijken voor arbeiders en ambtenaren en aan de randen daarvan recreatiegebieden. In sommige gevallen kwamen er ook woonbuurten voor welgestelden of voor asocialen ('woonscholen'). Volgens de woonschoolfilosofie zou de menging van bewoners leiden tot meer sociaal aangepast gedrag. Caberg werd de eerste parochiewijk in Maastricht-West. Zoals in de meeste naoorlogse wijken in Maastricht bestond het overgrote deel van de woningvoorraad uit huurwoningen.
Buurtaanpak Caberg-Malpertuis
Caberg had tot voor kort een vrij eenzijdig woningaanbod (veel huurwoningen). De werkloosheid lag er hoger dan in andere wijken en de sociale cohesie was tamelijk zwak. Om die reden besloten de gemeente Maastricht, de woningcorporaties Servatius en Woonpunt, en de buurtplatforms om via de zogenaamde buurtaanpak Caberg-Malpertuis een verbetering van het leefklimaat in deze buurten te realiseren.
Voor de periode 2006-2020 werd een aantal projecten op stapel gezet, die het woningaanbod moesten diversifiëren en de sociale structuur in de twee buurten moesten verbeteren. In Caberg-Noordwest zijn 144 verouderde flats vervangen door nieuwbouw, meest koophuizen. Ook is er een nieuw wijkpark gerealiseerd in de groene wig tussen Caberg en Malpertuis. Het Viegenpark wordt geflankeerd door koopwoningen en sociale huurwoningen. In Caberg-Zuidoost worden nog eens 110 woningen gesloopt.
Anno 2022 ligt het inkomensniveau in Caberg nog steeds beneden het gemiddelde in Maastricht. De werkloosheid is er bovengemiddeld hoog, evenals het percentage bewoners dat afhankelijk is van een uitkering. Een meerderheid van de bewoners woont in een sociale huurwoning.
Voorzieningen, sport en recreatie
De buurt heeft een beperkt aantal basisvoorzieningen. Zo is er een buurtwinkelcentrum, oorspronkelijk met 32 winkels en een café-restaurant, enkele horecavoorzieningen, het gemeenschapshuis De Wiemerink en basisschool Het Mozaïek. De voormalige parochiekerk van Caberg is in 1999 grotendeels gesloopt. De rooms-katholieke parochie is samengevoegd met de parochie Heilig Hart van Jezus in Oud-Caberg. In de kazemat van het Fort Willem I is een studentensociëteit gevestigd.
De voetbalclub SC Caberg bestond al sinds 1953 en beschikte over een eigen sportaccommodatie in de buurt. Vanwege de aanleg van het buurtpark moest de club verhuizen naar het sportpark van VV Standaard in Malberg, waarna het door teruglopende ledenaantallen in 2013 tot een fusie kwam tussen de twee clubs, thans VV SCM geheten.
Behalve het nieuwe buurtpark beschikt Caberg over de nabijheid van het groengebied rondom het Fort Willem I met onder andere een kinderspeeltuin. In de toekomst zal dit gebied verbonden worden met de Hoge en Lage Fronten en deel gaan uitmaken van het nieuwe Frontenpark.
Architectuur en stedenbouw
De buurt Caberg werd vanaf 1953 gebouwd volgens het stedenbouwkundig plan van stadsarchitect Frans Dingemans. Het uitbreidingsplan was gebaseerd op de toentertijd gangbare 'parochie-gedachte': een nieuwbouwwijk moest niet groter worden dan een flink dorp; de circa 1400 woningen stonden gegroepeerd rondom de kerk, het buurthuis en het winkelcentrum.
Het winkelcentrum werd in 1958 ontworpen door Gerard Snelder. De Sint-Christoffelkerk, in 1959 ontworpen door het bureau Swinkels en Salemans en in 1961 opgeleverd, is op de toren na in 1999 gesloopt. De toren verloor zijn kruis en kerkklokken en staat thans naast een vrij saai kantoorgebouw in het centrum van de buurt. Aan de Rondostraat staat een bankgebouw, dat in 1991 werd ontworpen door Arno Meijs.
Externe link
Buurtaanpak Caberg-Malpertuis
Buurt in Maastricht
Maastricht-West
|
Voorzieningen, sport en recreatie
De buurt heeft een beperkt aantal basisvoorzieningen. Zo is er een buurtwinkelcentrum, oorspronkelijk met 32 winkels en een café-restaurant, enkele horecavoorzieningen, het gemeenschapshuis De Wiemerink en basisschool Het Mozaïek. De voormalige parochiekerk van Caberg is in 1999 grotendeels gesloopt. De rooms-katholieke parochie is samengevoegd met de parochie Heilig Hart van Jezus in Oud-Caberg. In de kazemat van het Fort Willem I is een studentensociëteit gevestigd.
| 1 |
buurtwinkel, gemakswinkel, avondwinkel
|
2,360 |
BodyOfWater
|
1613176
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dikan%C3%A4s
|
Dikanäs
|
Dikanäs (Zuid-Samisch: Gäjka) is een plaats in de gemeente Vilhelmina in het landschap Lapland en de provincie Västerbottens län in Zweden. De plaats heeft 147 inwoners (2005) en een oppervlakte van 62 hectare. De plaats ligt aan het meer Dikasjön en de plaats wordt omringd door naaldbos.
Plaats in Västerbottens län
|
Dikanäs (Zuid-Samisch: Gäjka) is een plaats in de gemeente Vilhelmina in het landschap Lapland en de provincie Västerbottens län in Zweden. De plaats heeft 147 inwoners (2005) en een oppervlakte van 62 hectare. De plaats ligt aan het meer Dikasjön en de plaats wordt omringd door naaldbos.
| 1 |
zee, meer, oceaan
|
12,333 |
ShoppingCenter
|
169317
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ommoord
|
Ommoord
|
Ommoord is een wijk in het noordwesten van het Rotterdamse stadsdeel Prins Alexander. Ommoord wordt omsloten door de autosnelweg A20 in het zuiden, de rivier de Rotte in het noorden, de wijk Zevenkamp in het oosten en het Terbregseveld in het westen. Qua oppervlakte en inwoneraantal behoort Ommoord tot een van de grootste wijken van Rotterdam.
Geschiedenis
Het gebied waar vanaf 1965 een woonwijk verrees, heeft een lange voorgeschiedenis.
De naam Ommoord is waarschijnlijk ontstaan uit Ouwe Moor, = oud moeras. In 1300 is er al sprake van het Ouwemoorse Meertje.
In de eerste helft van de 19e eeuw bestond het gebied ten noordoosten van Rotterdam grotendeels uit veenplassen die door het afgraven van het veen ten behoeve van turf waren ontstaan. In 1843 werden de eerste plannen gemaakt voor droogmaking, maar het duurde tot 1859 voor er bruikbare plannen op tafel kwamen.
Voordat het droogmalen begon (1867), werden eerst de ringdijken en -vaarten verstevigd of opgehoogd. In 1868 kregen de huurders van de onteigende percelen de aanzegging om het veld te ruimen. Bij het opnieuw inrichten van de drooggemaakte polder wilde men alles egaliseren en een nieuw verkavelingsplan maken.
Op 26 oktober 1866 legde prins Alexander, de jongste zoon van koning Willem III en koningin Sophie van Württemberg, de eerste steen voor het stoomgemaal in Kralingse Veer, het Prins Alexander gemaal. In augustus 1869 kwam het in bedrijf en drie jaar later werden de eerste stukken drooggevallen grond
verhuurd. Eind 1872 was de polder redelijk droog, maar er werd gewacht met de verkoop van gronden totdat sloten en tochten voldoende functioneerden. Het grondpeil eindigde in 1873 op ca. 6,30 meter onder zeeniveau. De grond was bestemd voor landbouw en veeteelt. Op 31 mei 1873 gaf de regering de polder de naam Prins Alexanderpolder, naar prins Alexander.
Bijna honderd jaar heeft het gebied dienstgedaan als (vooral) tuinbouwgebied. Door het gebied liep een kronkelige weg, de Ommoordseweg, die Terbregge verbond met Oud Verlaat.
Vanwege de grote behoefte aan woningen in de regio Rotterdam werd in 1959 het structuurplan Rotterdam-Capelle uitgebracht, de eerste ideeën gingen uit van een nieuw te bouwen woonwijk met zo'n 50.000 woningen.
De wijk Ommoord werd ontworpen in de jaren zestig van de twintigste eeuw volgens een stedenbouwkundig concept van Lotte Stam-Beese en kent in het middengebied veel hoogbouw, terwijl de laagbouw aan de randen hieromheen is gesitueerd. Ommoord kenmerkt zich door veel groen en een open ruimtelijke opzet.
Wethouder mr. H. Bavinck sloeg op 29 december 1965 de eerste paal voor de Kellogg ERA-flat de grond in, de start voor een wijk die uiteindelijk 12.500 woningen zou gaan tellen.
Aangezien de deelgemeente Prins Alexander, dus ook Ommoord, slechts met buslijnen (afgezien van het NS station Alexander) met de rest van de stad was verbonden werden er plannen gemaakt om de deelgemeente beter bereikbaar te maken. In eerste instantie dacht men aan het verlengen van verschillende tramlijnen. Later besloot men een metro aan te leggen. Door de hoge kosten besloot men echter vanaf station Capelsebrug de metro als een sneltram aan te leggen.
Dit hield in dat de kruisingen gelijkvloers werden uitgevoerd en de metro (dan sneltram genoemd) met bovenleiding ging rijden.
Op 27 mei 1983 werd dan ook het sneltramtraject Capelsebrug – Binnenhof geopend. Het eindpunt van de lijn kwam in Ommoord bij het Binnenhof te liggen. Het sneltramtraject in Ommoord zou op dezelfde plaats komen te liggen als de Ommoordse busbaan die dwars door Ommoord liep. Een jaar later, op 19 april 1984, werd het traject Graskruid – De Tochten in de wijk Zevenkamp geopend. Hierdoor konden bewoners binnen twintig minuten naar het centrum van Rotterdam reizen. Thans telt Ommoord vier metrohaltes: Binnenhof, Romeynshof, Graskruid en Hesseplaats.
In 2006 verrees nieuwbouw langs de President Wilsonweg en werd er begonnen met de bouw van de Binnenhoftoren bij het winkelcentrum Binnenhof. De Binnenhoftoren werd in officieel in gebruik genomen in maart 2010. De Hooghe Hes, een twintig verdiepingen tellende woontoren naast winkelcentrum Hesseplaats is in de zomer van 2011 opgeleverd. Op dezelfde Hesseplaats wordt iedere woensdag markt gehouden. In 2006 is begonnen met een opwaardering van de wijk. In samenspraak met de bewoners is de buitenruimte heringericht. De beide winkelcentra zijn gerenoveerd en er zijn twee woontorens bijgebouwd, 'De Hooghe Hes' bij winkelcentrum Hesseplaats en de "Binnenhoftoren' aan de Niels Bohrplaats, bij winkelcentrum Binnenhof. Langs de President Wilsonweg zijn bomen gekapt en woongebouwen van 4 woonlagen gebouwd. Uitvoering van deze plannen, om de bebouwing binnen de wijk te verdichten, heeft een periode van tien jaar in beslag genomen. De woningbouwcorporaties werken aan de uitvoering van het verbeteren van hun woningbezit, terwijl in toenemende mate in zowel de hoog- als laagbouw woningen te koop zullen worden aangeboden. Al deze plannen zijn door gebundeld in een projectgroep met de naam 'Toekomstvisie Ommoord'.
In 2010 werd besloten om het uitloopspoor van de sneltram bij station Binnenhof te verwijderen. Daarna is het gebied heringericht volledig heringericht onder de naam project Aquarel.
Afbeeldingen
Demografie
In 2023 zijn er 13.220 woningen en telt de wijk 26.020 bewoners. Ommoord kent relatief een groot percentage oudere bewoners; 30% is 65+. Inmiddels daalt het aantal oudere bewoners langzaam.
Geslacht
Afkomst bevolking
Stemgedrag
Voorzieningen
De wijk heeft voorzieningen voor jong en oud. In het oosten van de wijk bevindt zich winkelcentrum Hesseplaats met metrostation Hesseplaats waar iedere woensdag een wijkmarkt gehouden wordt en in het westen winkelcentrum Binnenhof. In de wijk is veel groen. Zo ligt in het centrum van Ommoord de Wijktuin en het Albert Schweitzerplantsoen. In het noorden van de wijk ligt het Ommoordse veld (buurtnaam Witsenburg). Hier is onder andere een groot grasveld voor sportende bewoners, een jeugdhonk en een kinderboerderij.
(Willem Witsenburgh was polderbestuurder van de Ommoordse Polder).
Recreatie
Op verschillende locaties in Ommoord bevinden zich ontmoetingsplaatsen waar regelmatig activiteiten voor jong en oud worden georganiseerd. Vlak bij de plek waar tot 1991 boerderij de Keizershof stond, is nu een bowling/partycentrum met dezelfde naam gevestigd en in de buurt Binnenhof-Zuid (Boekholt) bevinden zich sportvelden en een sporthal. Centraal in de wijk ligt buurtcentrum de Romeynshof, waarin zich ook een bibliotheek bevindt. Naast de Romeynshof bevindt zich een openluchttheater. Hier bevindt zich als blikvanger een kunstwerk van een grote paraplu.
De wijk Ommoord is ook verbonden met het fietsknooppuntennetwerk, evenals het wandelknooppuntennetwerk. Ten noorden van Ommoord lag over de dijk langs rivier de Rotte het Oeverloperpad. In 2011 is dit lange-afstand-pad opgegaan in een nieuw wandelpad, waarna het niet meer door Ommoord loopt.
Natuur
Ommoord is door de architect zo ontworpen dat er ruimte is voor groen en natuur. De wijk kent daardoor diverse stadsparken zoals: het Ommoordse veld, Wijktuin Ommoord, het Terbregseveld en het Albert Schweitzerplantsoen.
Openbaar vervoer
Sinds 28 mei 1983 bestaat er een tak van de Rotterdamse metro naar Ommoord (metrostation Binnenhof), nu onderdeel van metrolijn A. Sinds 24 april 1984 is er daarnaast een tak naar Zevenkamp (later doorgetrokken naar Nesselande) die ook door Ommoord loopt. In het midden van de wijk, ten noorden van station Graskruid, splitst de lijn zich in twee takken. Ommoord heeft verder een aantal bushaltes die bediend worden door RET-buslijn 35.
Buurten
Ommoord telt in totaal vijftien buurten, waarvan in zeven buurten zich hoogbouw bevindt.
Binnenhof-Zuid/Noord (Boekholt)
De buurten Binnenhof-Zuid en Binnenhof-Noord bevinden zich in het westen van het middengebied van de wijk. In beide buurten staan circa twaalf flats, waaronder de Joliotflat, Binnenhoftoren en de Arrheniusflat. In de buurten bevindt zich winkelcentrum Binnenhof met het nabijgelegen metrostation.
De naam Boekholt is ontleed aan Jacobus Boekholt (Bockholt), poldermeester van de Ommoordse Polder.
Bloemen-, Distel-, Doornenbuurt (Machielencamp) en Grasbuurt (Willekenscamp)
Deze vier buurten bevinden zich in het zuidwesten van Ommoord. In het zuiden van de buurten ligt een groenstrook. In deze groenstrook bevindt zich een jeugdhonk. Na deze groenstrook volgt de rijksweg A20. Die al eerder het slachtoffer van brandstichting is geweest. In het westen van de Bloemenbuurt aan de rand van Ommoord ligt het bedrijventerrein van Ommoord.
De naam Machielencamp is ontleed aan Cornelis Machielen, de naam Willekenscamp aan Lutgerus Willekens, polderbestuurders van de Ommoordse Polder.
Brem- en Mosbuurt (Buitenlust)
De twee buurten liggen in het oosten van Ommoord. Beide buurten worden gescheiden door het spoor van de metro. In het noorden van de buurt ligt de stadsgrens van Rotterdam.
De Brembuurt bestaat voornamelijk uit huurwoningen in het hogere segment, welke bij het vrijkomen op de markt als koopwoning worden aangeboden. Zo is inmiddels meer dan de helft van de woningen privébezit..
Buitenlust was een statige boerderij die in die buurt heeft gestaan.
Heide- en Bessenbuurt (Keizershof)
De twee buurten liggen in het noordoosten van Ommoord en worden aan de noord- en oostkant omringd door de stadsgrenzen van Rotterdam. De twee buurten worden samen ook wel Keizershof genoemd, vernoemd naar boerderij Keizershof die in 1991 gesloopt is. In het westen van de buurten ligt het Ommoordse veld, waaraan zich kinderboerderij "De Blijde Wei" bevindt.
Hesseplaats-Zuid/Noord (Baersmeer)
De buurten Hesseplaats-Zuid en Hesseplaats-Noord bevinden zich in het oosten van het middengebied van Ommoord. Winkelcentrum Hesseplaats bevindt zich er met de nabijgelegen metrostation. Tevens bevindt zich er een kerkgebouw (Open Hof) en veel hoogbouw, waaronder de Bertrand Russelflat, de Anatole Franceflat en De Hooghe Hes.
Klaverbuurt (Hoogerbrugge)
De Klaverbuurt bevindt zich in het noorden van Ommoord en grenst aan het Ommoordse veld en rivier de Rotte. Hoogerbrugge is een geslacht van polderbestuurders van de Ommoordse Polder. Vrijwel alle straatnamen in de buurt zijn vernoemd naar het plantengeslacht Klaver. In de buurt zijn alleen eengezinswoningen te vinden.
Kruidenbuurt (Zwansnesse)
Deze buurt ligt in het zuidoosten van Ommoord en grenst aan Zevenkamp en Capelle aan den IJssel. In de Kruidenbuurt bevinden zich een aantal voetbalvelden en schooltuinen.
Zwansnesse is een samentrekking van de namen van twee polders die in de buurt liggen van Ommoord, de Swanlase- en Nessepolder.
Romeijnshof-Zuid/Noord
De buurten Romeijnshof-Zuid en Romeijnshof-Noord bevinden zich centraal in het middengebied van Ommoord. Wijkgebouw de Romeynshof met het nabijgelegen metrostation bevindt zich er. In het wijkgebouw worden regelmatig activiteiten georganiseerd, bevindt zich de Bewonersorganisatie Ommoord (BOO), een bibliotheek. Het gezondheidscentrum staat er vlak naast. Net zoals alle andere buurten in het middengebied bevindt zich hier ook veel hoogbouw zoals de Dawesflat.
Romeijn is een geslacht van o.a. molenaars in de Ommoordse Polder. Abusieflijk is de schijfwijze van het wijkgebouw en het metrostation Romeynshof.
Varen- en Rozenbuurt (Heydnahof)
Deze twee buurten bevinden zich in het westen van Ommoord grenzend aan het Terbregseveld. In het noorden van de Varenbuurt bevindt zich een complex bestaand uit hoogbouw met de naam Te Hoogerbrugge. De Varen- en Rozenbuurt worden samen ook wel Heydnahof genoemd.
De naam Heydnahof is ontleed aan Jan Heydna, polderbestuurder van de Ommoordse Polder.
Leefbaarheid
Veiligheid
Vuurwerkoverlast
In 2015 was Ommoord een 'proefwijk' waar geëxperimenteerd werd met vuurwerksensoren, omdat er veel vuurwerkoverlast in dit deel van Rotterdam was. In een aantal dagen tijd werden er 155 knallen opgevangen door de sensoren. Dit had echter heeft geen enkele keer tot aanhoudingen of strafvervolging geleid.
Wonen en zorg
Ommoord staat bekend om zijn vele woontorens, vandaar dat Ommoord zoveel inwoners telt. De woontorens staan vooral in het middengebied. De rijtjeshuizen staan vooral rondom Ommoord. Hieronder een tabel met de woningcijfers van 2010.
Begeleid wonen
Vanaf 2007 zijn er op verschillende plaatsen in de wijk mogelijkheden gerealiseerd voor begeleid wonen van mensen met een psychische aandoening.
Zorg
In de wijk zijn diverse zorgcentra te vinden. Het verpleegtehuis De Naber in de Kruidenbuurt werd in 2008 uitgeroepen tot beste verpleegtehuis van Nederland.
Externe link
Gemeentelijke website over Ommoord
Wijk in Rotterdam
Prins Alexander (stadsdeel)
Markt in Rotterdam
|
In 2006 verrees nieuwbouw langs de President Wilsonweg en werd er begonnen met de bouw van de Binnenhoftoren bij het winkelcentrum Binnenhof. De Binnenhoftoren werd in officieel in gebruik genomen in maart 2010. De Hooghe Hes, een twintig verdiepingen tellende woontoren naast winkelcentrum Hesseplaats is in de zomer van 2011 opgeleverd. Op dezelfde Hesseplaats wordt iedere woensdag markt gehouden. In 2006 is begonnen met een opwaardering van de wijk. In samenspraak met de bewoners is de buitenruimte heringericht. De beide winkelcentra zijn gerenoveerd en er zijn twee woontorens bijgebouwd, 'De Hooghe Hes' bij winkelcentrum Hesseplaats en de "Binnenhoftoren' aan de Niels Bohrplaats, bij winkelcentrum Binnenhof. Langs de President Wilsonweg zijn bomen gekapt en woongebouwen van 4 woonlagen gebouwd. Uitvoering van deze plannen, om de bebouwing binnen de wijk te verdichten, heeft een periode van tien jaar in beslag genomen. De woningbouwcorporaties werken aan de uitvoering van het verbeteren van hun woningbezit, terwijl in toenemende mate in zowel de hoog- als laagbouw woningen te koop zullen worden aangeboden. Al deze plannen zijn door gebundeld in een projectgroep met de naam 'Toekomstvisie Ommoord'.
| 4 |
winkelcentrum, shoppingmall, winkelcomplex
|
1,143 |
WPFooter
|
2095301
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20HTML-elementen
|
Lijst van HTML-elementen
|
Dit is een lijst van HTML-elementen met een korte uitleg over hun betekenis.
Paginastructuur
betekent dat het een HTML5-document is
bevat alle andere elementen
bevat metadata en (links naar) CSS en scripts die nodig zijn voor de webpagina
bevat de inhoud van de pagina
definieert een deelvenster (frame) van de pagina
definieert een groep van frames
wat getoond wordt als de webbrowser geen frames ondersteunt
Headelementen
Elementen die binnen het -element kunnen staan:
relatieve hyperlinks in de zullen relatief zijn ten opzichte van deze absolute of relatieve URI
koppelen van CSS-bestanden
meta-informatie
paginatitel in het browservenster
koppelen van scripts of het inline definiëren van scripts, wordt geladen vóór de inhoud ()
definieert inline CSS-regels
Pagina-elementen
Elementen die binnen het -element kunnen staan:
hyperlinks
afkorting
acroniem
adres
Java-applet
oppervlak in een afbeelding
vet
informatie over het standaardlettertype voor de pagina (verouderd)
tekstrichting
groter lettertype
voor lange citaten, zal als één blok getoond worden
breekt de lijn af
drukknop
onderschrift van een tabel
tekst centreren (verouderd)
citaat
weergave als computercode
bevat informatie voor een tabelkolom
groepeert kolommen die dezelfde opmaak krijgen
beschrijving van een term in een definitielijst
stuk verwijderde tekst (↔ )
definitie van een term
lijst met mappen
sectie of divisie
definitielijst
term in definitielijst
nadruk op tekst (in de praktijk gelijk aan )
groepeert en omlijnt elementen in formulieren
beschrijft het lettertype (verouderd)
formulier
, , , , , kopjes van niveau 1 tot en met 6
horizontale lijn
cursief
definieert een iframe, een pagina binnen de pagina
afbeelding
invoerveld in een formulier
stuk ingevoegde tekst (↔ )
tekstinvoerveld in een formulier (verouderd)
geeft tekst aan die moet ingevoerd worden door de bezoeker
label voor een invoerveld in een formulier
een opschrift voor een -element
element uit een lijst
maakt een kaart van een afbeelding met aanklikbare -elementen
menulijst (verouderd)
wat wordt getoond als de webbrowser geen scripts (in -elementen) ondersteunt
geordende lijst
definieert een extern object of bestand; werkt enkel in Internet Explorer
groepeert -elementen
optie in een keuzemenu ()
alinea
definieert parameters voor -elementen
vooraf geformatteerde tekst, witruimtes (tabs, spaties) en regeleindes weergegeven zoals getypt
een kort citaat
tekst met hulpweergave over uitspraak, zie ook Furigana
doorgehaalde tekst (hetzelfde als ) (verouderd)
voor voorbeelduitvoer van computercode
koppelen van scripts of het inline definiëren van scripts, wordt geladen tijdens het inlezen van de inhoud
keuzemenu
kleiner lettertype
omhult een inline element, wordt vooral bedoeld om een stuk een andere opmaak te geven met behulp van CSS
doorgehaalde tekst (hetzelfde als ) (verouderd)
versterkte tekst (in de praktijk gelijk aan )
onderschrift
bovenschrift
tabel
tabelbody, bevat de inhoud van de tabel
tabelcel
invoerveld voor tekst op meerdere regels in formulieren
tabelfooter
tabelcel met titel
tabelheader, bevat titels voor de kolommen
tabelrij
typemachinelettertype
onderlijnen (verouderd)
ongeordende lijst
variabele of argument
HTML
HTML-element
|
Pagina-elementen
Elementen die binnen het -element kunnen staan:
hyperlinks
afkorting
acroniem
adres
Java-applet
oppervlak in een afbeelding
vet
informatie over het standaardlettertype voor de pagina (verouderd)
tekstrichting
groter lettertype
voor lange citaten, zal als één blok getoond worden
breekt de lijn af
drukknop
onderschrift van een tabel
tekst centreren (verouderd)
citaat
weergave als computercode
bevat informatie voor een tabelkolom
groepeert kolommen die dezelfde opmaak krijgen
beschrijving van een term in een definitielijst
stuk verwijderde tekst (↔ )
definitie van een term
lijst met mappen
sectie of divisie
definitielijst
term in definitielijst
nadruk op tekst (in de praktijk gelijk aan )
groepeert en omlijnt elementen in formulieren
beschrijft het lettertype (verouderd)
formulier
, , , , , kopjes van niveau 1 tot en met 6
horizontale lijn
cursief
definieert een iframe, een pagina binnen de pagina
afbeelding
invoerveld in een formulier
stuk ingevoegde tekst (↔ )
tekstinvoerveld in een formulier (verouderd)
geeft tekst aan die moet ingevoerd worden door de bezoeker
label voor een invoerveld in een formulier
een opschrift voor een -element
element uit een lijst
maakt een kaart van een afbeelding met aanklikbare -elementen
menulijst (verouderd)
wat wordt getoond als de webbrowser geen scripts (in -elementen) ondersteunt
geordende lijst
definieert een extern object of bestand; werkt enkel in Internet Explorer
groepeert -elementen
optie in een keuzemenu ()
alinea
definieert parameters voor -elementen
vooraf geformatteerde tekst, witruimtes (tabs, spaties) en regeleindes weergegeven zoals getypt
een kort citaat
tekst met hulpweergave over uitspraak, zie ook Furigana
doorgehaalde tekst (hetzelfde als ) (verouderd)
voor voorbeelduitvoer van computercode
koppelen van scripts of het inline definiëren van scripts, wordt geladen tijdens het inlezen van de inhoud
keuzemenu
kleiner lettertype
omhult een inline element, wordt vooral bedoeld om een stuk een andere opmaak te geven met behulp van CSS
doorgehaalde tekst (hetzelfde als ) (verouderd)
versterkte tekst (in de praktijk gelijk aan )
onderschrift
bovenschrift
tabel
tabelbody, bevat de inhoud van de tabel
tabelcel
invoerveld voor tekst op meerdere regels in formulieren
tabelfooter
tabelcel met titel
tabelheader, bevat titels voor de kolommen
tabelrij
typemachinelettertype
onderlijnen (verouderd)
ongeordende lijst
variabele of argument
| 1 |
footer, webpagina-footer, paginavoettekst
|
10,669 |
Bridge
|
4954191
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brug%20380
|
Brug 380
|
Brug 380 is een houten ophaalbrug in Amsterdam-Noord.
Ze is gelegen in de Liergouw tussen Schellingwoude en Ransdorp, enkele meters voor de zuidgrens van dat laatste dorp. De huidige brug stamt uit 1925. Rond die tijd werden ten minste vier qua ontwerp dezelfde bruggen neergelegd in het gebied dat net van Nieuwendam was overgegaan naar de gemeente Amsterdam. De Bakkersbrug, het Postje van Gerrit Vreeling en de Wipbrug (even verderop) hadden alle hetzelfde uiterlijk (het postje heeft als enige een jaarsteen uit 1931). Voor de plaatsing van de Wipbrug en brug 380 op stenen landhoofden werd een termijn van vijf maanden aangehouden; het verkeer kon gebruik maken van noodbruggen.
De oorspronkelijke brug vertoont opvallende kenmerken. Zo steekt de bovenbalk op de hameipoort aan beide kanten enige centimeters uit. De hameipoort bestaat niet uit een halve cirkel, maar uit een halve ellips. Het raakpunt tussen poort en balk bevat een kleine versiering. Aangezien het gebied toen al tot Amsterdam behoorde, zal het ontwerp van de brug komen van de Dienst der Publieke Werken, de ontwerper zelf is vooralsnog onbekend. De ellipsvormige boog is hier na 1985 al twee keer vervangen door eerst alleen steunen in de hoeken (zie foto) en daarna (in 2014) door één met hoeken onder de gehele balk.
De brug werd plaatselijk aangeduid als Gerrit Werfbrug, vernoemd naar een bewoner van Ransdorp. De gemeente Amsterdam trok in april 2016 alle officieuze brugnamen in, sindsdien gaat de brug alleen met haar nummer door het leven. De intrekking van de naam is vreemd, want twee andere genoemde brugvernoemingen bleven in stand (Bakkersbrug is vernoemd naar een bakker en een familie Bakker), het postje bleef vernoemd naar bewoner Gerrit Vreeling.
0380
0380
|
Ze is gelegen in de Liergouw tussen Schellingwoude en Ransdorp, enkele meters voor de zuidgrens van dat laatste dorp. De huidige brug stamt uit 1925. Rond die tijd werden ten minste vier qua ontwerp dezelfde bruggen neergelegd in het gebied dat net van Nieuwendam was overgegaan naar de gemeente Amsterdam. De Bakkersbrug, het Postje van Gerrit Vreeling en de Wipbrug (even verderop) hadden alle hetzelfde uiterlijk (het postje heeft als enige een jaarsteen uit 1931). Voor de plaatsing van de Wipbrug en brug 380 op stenen landhoofden werd een termijn van vijf maanden aangehouden; het verkeer kon gebruik maken van noodbruggen.
| 7 |
brug, viaduct, oversteekplaats
|
1,767 |
AssignAction
|
2318182
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Linking%20pin%20model
|
Linking pin model
|
Het linking pin model is een door Rensis Likert ontwikkeld communicatiemodel, waarbij men tot duidelijke taakstellingen moet komen voor de verschillende afdelingen binnen een bedrijf.
Door duidelijk af te spreken wanneer, hoe en waarom met verschillende groepen wordt vergaderd, wordt de basis gelegd om als bedrijf steeds verder te verbeteren. Het zorgt voor de coördinatie tussen verschillende lagen van een organisatie: bv. management, planning, staffing, uitvoerende arbeiders enzovoorts. Het gaat ervan uit dat er een manager is die leiding geeft aan een bepaalde groep medewerkers waarbij hij werkoverleg voert. Zelf behoort de manager ook tot een groep managers. Tussen deze twee groepen is de manager de linking pin, de tussenschakel. Op die wijze zijn alle betrokken actoren met elkaar verbonden, opdat taakverdeling en coördinatie optimaal kan plaatsvinden.
Communicatie
Managementtheorie
|
Door duidelijk af te spreken wanneer, hoe en waarom met verschillende groepen wordt vergaderd, wordt de basis gelegd om als bedrijf steeds verder te verbeteren. Het zorgt voor de coördinatie tussen verschillende lagen van een organisatie: bv. management, planning, staffing, uitvoerende arbeiders enzovoorts. Het gaat ervan uit dat er een manager is die leiding geeft aan een bepaalde groep medewerkers waarbij hij werkoverleg voert. Zelf behoort de manager ook tot een groep managers. Tussen deze twee groepen is de manager de linking pin, de tussenschakel. Op die wijze zijn alle betrokken actoren met elkaar verbonden, opdat taakverdeling en coördinatie optimaal kan plaatsvinden.
| 1 |
toewijzing, taakverdeling, actieallocatie
|
11,262 |
AutomotiveBusiness
|
1380274
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Damster%20Auto-Maatschappij
|
Damster Auto-Maatschappij
|
De N.V. Damster Auto-Maatschappij, afgekort DAM te Appingedam, opgericht in 1920, was een bedrijf dat van 1921 tot 1970 openbaar vervoer per autobus verzorgde in de landstreek Fivelingo in noordoostelijk Groningen en daarnaast van 1928 tot aan het faillissement in 1983 een fabriek voor trailers, aanhangwagens en een garagebedrijf voor vrachtauto's en personenauto's bezat. Damster is het streekgebonden synoniem voor Appingedammer.
Geschiedenis
Ontstaan
Piet Smith Tzn., zakenman te Appingedam, richtte op 6 april 1920 de Damster Auto-Maatschappij op en koos daarvoor de nv-vorm om voldoende startkapitaal te verkrijgen. Hij wist vooraanstaande plaatsgenoten, onder wie Jan Brons, mr. A.T. Vos en later O.J. Scherphuis, te interesseren voor een positie in de Raad van commissarissen. Aanvankelijk hield het bedrijf zich alleen bezig met de autohandel, maar reeds in 1921 werd een autobusdienst Appingedam-Hoogezand begonnen, al snel uitgebreid met een lijn van Appingedam met een lusvormige route via Delfzijl en Farmsum terug naar Appingedam en verder via Ten Boer naar Groningen langs het Damsterdiep. Deze route was korter dan de omweg die de spoorlijn Delfzijl-Appingedam-Groningen via Sauwerd maakte en drong bovendien door tot in het hart van de stad Groningen. Daardoor werd deze buslijn al spoedig een solide basis van het snel groeiende bedrijf.
Eerste bloei
In 1929 kreeg de DAM het rijk alleen op de busroute Appingedam / Delfzijl-Groningen, toen de concessie van de concurrerende Eerste Appingedammer Auto Garage (EAAG) van de firmanten Harmanni en Dijkman werd overgenomen. Ook de lijndienst Expresse van de ondernemer Lubbers was inmiddels verdwenen. Bij beide bedrijven ging het om voormalige DAM-chauffeurs die hun geluk als zelfstandig ondernemer hadden beproefd. Gemeenschappelijke regelingen werden getroffen met de autobusfirma Scheper & Mulder te Holwierde over het vervoer langs het Damsterdiep tussen Garrelsweer en Groningen en met de Stoomtramweg-Maatschappij Oostelijk Groningen over het vervoer via de Oosterhoek naar Woldendorp.
De DAM bleef ook actief in de autohandel. Aan de Wijkstraat in Appingedam, waar de bussen hun standplaats hadden aan de Paardewasch bij de Oosterdraaibrug, werden in 1929 een modern kantoor en een directeurswoning neergezet in de stijl van de Amsterdamse School, ontworpen door de architect Evert Rozema. Daarnaast werd de reparatiewerkplaats uitgebouwd tot een trailerfabriek, die in 1928 haar eerste producten afleverde en in de jaren dertig zeer innovatief was, vooral op het gebied van gewichtsbesparing en verhoging van het laadvermogen. Er werden zowel opleggers als vierwielige aanhangwagens gebouwd. Landelijk trok de fabriek aandacht door een aantal opvallende vindingen:
de DAM-oprijkoppeling (1930)
de DAM-lichtgewichttrailer (1934)
de DAM-constructieaanhangwagen (1935)
het DAM-oliebaddraaistel (1937)
de driezijdige hydraulische DAM-kipper (1938)
de DAM-vacuümsnelrem.
Mede dankzij de verkoopsuccessen van de trailerfabriek was de DAM ondanks de economische crisis in de jaren dertig een bloeiende onderneming.
Juridische strijd
De DAM heeft in de loop van haar 50-jarig bestaan een aantal rechtszaken meegemaakt die het bedrijf in zijn bestaan bedreigden, maar deze procedures werden uiteindelijk in het voordeel van de DAM beslecht.
Er was jarenlang strijd met de NS, die de eigen spoorlijn wenste te beschermen en de DAM het eindpuntenvervoer tussen Delfzijl/Appingedam en Groningen betwistte. Bij de periodieke verlenging van de concessies moest de DAM zich steeds weer verdedigen tegen bezwaarschriften die door de NS werden ingediend.
In 1930 ontstond een conflict tussen DAM en GADO enerzijds en de gemeente Groningen anderzijds over de gekozen vertrekplaats op de Grote Markt. De gemeente liet enkele bussen in beslag nemen en tegen de chauffeurs werd proces-verbaal opgemaakt. Een compromis werd gevonden door een nieuwe standplaats in te richten op het Gedempte Zuiderdiep, die het centrale punt werd voor alle regionale busdiensten die de stad Groningen bedienden. De DAM en de EDS exploiteerden hier een gezamenlijke wachtkamer met restauratie.
Halverwege de jaren dertig kreeg de DAM last van een Delfzijls taxibedrijf, dat passagiers oppikte aan de bushaltes. Er was een rechtszaak nodig om deze concurrent van de weg te krijgen. De jurisprudentie hierbij had landelijk belang, want in het Nederlandse openbaar vervoer vreesde men voor het afromen van de eigen diensten door "wilde taxi's" die zich alleen richtten op winstgevende trajecten, terwijl busbedrijven de maatschappelijke verplichting hadden ook de verlieslatende lijnen te bedienen.
Oorlogsjaren
In 1940 werd onder druk van de Commissie Vervoer Vergunningen, die streefde naar concentraties in de bedrijfstak, het busbedrijf Scheper & Mulder te Holwierde overgenomen. Hierdoor werd het vervoergebied uitgebreid met een aantal routes op het Hogeland. Al sinds de jaren dertig reed de DAM hier op zondagen, omdat de Scheper en Mulder de zondagsrust bewaarden en geen buspassagiers op zondag wilden vervoeren. Overnameonderhandelingen met het busbedrijf Roland te Slochteren, dat een lijn exploiteerde door de Woldstreek, werden niet met succes bekroond.
Zoals alle busbedrijven ondervond ook de DAM in de oorlogsjaren grote problemen. Personeel werd via de Arbeitseinsatz in Duitsland tewerkgesteld of moest onderduiken. Bussen werden door de bezetters gevorderd en naar Duitsland afgevoerd. Twee bussen, die onder het hooi verstopt waren in een boerenschuur in Tjamsweer, werden niet ontdekt en konden direct na de bevrijding weer gaan rijden. Door brandstofschaarste gedwongen vervaardigde de DAM zelf een op turf werkende gasgenerator die achter op de bussen werd gehangen en ook aan andere bedrijven werd verkocht. Na een rechterlijke uitspraak over plagiaat van een bestaand octrooi moest dit product uit de handel worden genomen.
Naoorlogse ontwikkelingen
Na 1945 exploiteerde de DAM - naast de hoofdlijn van Appingedam/Delfzijl-Ten Boer-Groningen - ook andere lijnen in het noordoostelijk deel van de provincie Groningen. Deze verliesgevende lijnen werden uit de inkomsten van de succesvolle hoofdlijn gefinancierd. Hoekpunten van het vervoersgebied waren Hoogezand, Woldendorp, Spijk, Roodeschool en Groningen. In 1949 verplaatste de DAM - samen met Roland - haar standplaats in laatstgenoemde stad van het Zuiderdiep naar een nieuw busstation aan het Binnen-Damsterdiep. Vanaf 1956 ging een deel van de DAM-bussen doorrijden naar het autobusstation bij het Hoofdstation. Het bedrijf bleef zich uitbreiden, maar het protest van de NS was ook na de oorlog niet verstomd: zij diende opnieuw een bezwaarschrift in tegen verlenging van de concessie. Door de komst van nieuw dieselmaterieel (de Blauwe Engel) op de spoorlijn Groningen - Delfzijl in 1954 meende het spoorwegbedrijf dat de oranjerode bussen overbodig waren geworden. In eerste instantie had de NS gedeeltelijk succes bij de Commissie Vervoervergunningen, maar na een uitspraak van de Raad van State in 1957 was de DAM alsnog verzekerd van verlenging zonder nadere voorwaarden. Op het hoogtepunt, begin jaren zestig, bestond het wagenpark uit ongeveer 35 autobussen. Van de 180 werknemers telde de autobusafdeling er 60.
De DAM deed ook aan touringcarreizen en dagtochten en had zich aangesloten bij reisbureau Cebuto Groningen, een samenwerkingsverband waaraan ook GADO, Marnedienst en Roland deelnamen.
Einde
Later in datzelfde decennium liep de winst van zowel het busbedrijf als de trailerfabriek zodanig terug dat het voortbestaan van de gehele onderneming in gevaar kwam. De loonkosten in het openbaar vervoer stegen explosief en subsidieregelingen kwamen slechts aarzelend op gang. Tegelijk kwam er minder vraag naar trailers en de vroeger zo innovatieve DAM wist niet bijtijds de bakens te verzetten. Alleen het derde bedrijfsonderdeel, de autogarage, leverde nog enige winst op. Tot de dealerschappen van het DAM-garagebedrijf door de jaren behoorden voor de oorlog Ford en Dodge en na de oorlog DAF-vrachtauto's, DAF personenauto's, Simca en Volkswagen. Het busbedrijf werd in 1970 verkocht aan de GADO, zodat het moederbedrijf NS uiteindelijk toch het DAM-streekvervoer in handen kreeg.
De DAM zelf zette haar andere activiteiten nog voort en stemde op gemeentelijk aandringen in met een verhuizing vanuit het centrum van Appingedam naar een bedrijventerrein, waar het fabrieksgebouw van het failliet gegane Ter Borg & Mensinga beschikbaar was. De daarvoor benodigde investeringen betekenden echter de financiële nekslag, zodat de DAM het lot van Ter Borg & Mensinga volgde en in 1983 eveneens failliet ging.
Na de DAM
De GADO heeft het openbaar vervoer per bus in deze regio voortgezet tot 1999. Daarna kwam dit in handen van het Britse Arriva krachtens de Concessie GGD - Groningen Provincie. Deze ging in december 2009 over naar Qbuzz, dat sindsdien het openbaar vervoer in het voormalige DAM-vervoergebied exploiteert.
Het dealerschap van DAF vrachtauto's van het DAM-garagebedrijf werd onderdeel van ESA-garagebedrijven te Groningen, zelf ook een voormalig busbedrijf.
In het Nationaal Bus Museum in Hoogezand bevindt zich in rijvaardige staat de voormalige DAM-bus nr. 154 van het merk DAF, gebouwd in 1965 door carrosseriebedrijf Smit in Appingedam.
Van de bedrijfsgebouwen van de DAM is in Appingedam de voormalige directeurswoning (ook een ontwerp van architect Rozema) bij de Oosterdraaibrug terug te vinden als woonhuis. Aan het Damsterdiep in Groningen staat nog de voormalige DAM-wachtkamer als eetcafé. De wachtkamer die DAM en EDS tot 1949 gezamenlijk exploiteerden aan het Zuiderdiep in Groningen is een café.
Busmaterieel
De bussen hadden een oranjerode (vermiljoen) kleur met groene biezen en een zwart dak. Voor oranje werd gekozen bij het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in 1923. Deze bedrijfskleuren zijn tot aan 1970 dezelfde gebleven. De keuze van busmaterieel was gerelateerd aan de merken waarvan de DAM als autohandelaar het dealerschap had. In 1921 werd begonnen met Ford als hoofdmerk - de eerste bussen waren drie T-Fords. Rond 1930 stapte men over op Dodge. Daarnaast werden bussen van diverse andere merken aangeschaft, zoals Renault en Mason Road King in de jaren twintig en De Dion-Bouton, NAG, Citroën, International, MAN en Diamond T in de jaren dertig. Bijzonder waren een Ford AA met tandemas, een Indiana-bus met een Bronsmotor - een experiment dat niet slaagde - en drie Kromhout-bussen van het trambus-model.
Toen na de Tweede Wereldoorlog het wagenpark opnieuw moest worden opgebouwd, werd het beeld aanvankelijk bepaald door White en opnieuw Dodge. De DAM zelf bouwde in haar trailerfabriek een opleggerbus die met de bijbehorende Dodge-trekker een opvallende combinatie vormde. Begin jaren vijftig behoorde de DAM - met Maarse & Kroon te Aalsmeer en LAB te Leeuwarden - tot de eerste Nederlandse busbedrijven die de populaire Leyland-bussen met underfloor motor aanschaften. Via Morris, opnieuw MAN en Scania-Vabis kwam men uiteindelijk uit bij DAF als hoofdmerk, waarvan de DAM 35 bussen in dienst heeft gehad met de bouwjaren 1953 tot 1967. De GADO, die de DAM-busdiensten in 1970 overnam, heeft ongeveer 20 van deze bussen in bedrijf gehouden tot in de late jaren zeventig.
De carrosserieën van deze DAM-bussen werden opgebouwd in Appingedam zelf, bij de firma Bos (1921-35) - later Groenewold & Smit genaamd (1935-45) en nog later Smit Appingedam (1945-67) - en bij de firma Medema (1928-60). Daarnaast hebben de carrosseriebedrijven Jurgens te Winschoten en Renkema te Middelstum (later Hoogkerk) in de jaren twintig en dertig een aantal bussen geleverd. Ook bezat de DAM enkele bussen met een carrosserie van Den Oudsten & Domburg te Woerden en Beijnes te Haarlem, maar het is uniek voor Nederland dat een busbedrijf het overgrote deel van zijn materieel kon laten opbouwen in de eigen gemeente.
Diversen
Het fietsenvervoer, waarbij rijwielen in een imperiaal op het dak van de bus werden meegenomen, werd door de DAM afgeschaft in 1959, toen de hoofdlijn Appingedam/Delfzijl-Groningen grotendeels via de toen geopende rijksweg 41 (nu de provinciale weg 360) ging rijden.
De DAM behoorde (met Citosa en Tensen) tot de allerlaatste streekvervoerders die nog tweemansbediening toepasten; op de hoofdlijn bleven de conducteurs actief tot aan de overname door de GADO in 1970.
De DAM-trailerfabriek heeft zich - naast de bouw van bovengenoemde Dodge-opleggerbus voor het eigen bedrijf - tweemaal op autobusgebied begeven:
voor de NBM te Zeist werden in 1953-55 vier Ford-Verheul-"trambussen" verbouwd tot aanhangwagens;
voor de ENHABO te Landsmeer werden in 1982 vier fietsaanhangwagens gebouwd voor een buslijn door de Coentunnel in Amsterdam.
Een kortstondig succes van de trailerfabriek was rond 1960 de DAM-stoomreiniger voor de reiniging van grote oppervlakten zoals fabrieksterreinen e.d.
Er waren ook projecten die niet doorgingen:
Een opleggerbus die in 1946 bij de DAM besteld werd door de DABO te Meppel is er, op grond van bezwaren van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, niet gekomen.
Volgens berichten van voormalige werknemers zou de trailerfabriek in de jaren vijftig ook gewerkt hebben aan de ontwikkeling van een gelede bus. Concrete bewijzen daarvan ontbreken.
Voor de Tweede Wereldoorlog
De DAM reed de volgende trajecten:
Appingedam - Delfzijl - Appingedam - Garrelsweer - Ten Boer - Groningen (uurdienst).
Appingedam - Siddeburen - Slochteren - Hoogezand (enkele ritten per dag).
Appingedam - Holwierde - Spijk (alleen 's zondags).
Appingedam - Leermens - 't Zandt - Loppersum - Garrelsweer (alleen 's zondags).
Appingedam - Farmsum - Termunten - Woldendorp (rond 1930; na een belangenovereenkomst met Oostelijk Groningen opgeschort).
Appingedam - Garrelsweer - Overschild - Woltersum - Ten Boer - Groningen (rond 1936).
De fa. Scheper & Mulder, handelend onder de naam Holwierder Auto Dienst Onderneming (HADO), reed (niet op zondag) de trajecten:
Holwierde - Appingedam - Leermens - 't Zandt - Roodeschool - Oudeschip.
Delfzijl - Holwierde - Spijk - Roodeschool - Uithuizen.
Holwierde - Spijk - Godlinze - Schatsborg - Loppersum - Garrelsweer - Ten Boer - Groningen.
Na de Tweede Wereldoorlog
1: Appingedam - Delfzijl - Appingedam - Garrelsweer - Ten Boer - Groningen (½-uurdienst).
1E: Appingedam - Ekenstein (sinds 1959, alleen 's zomers).
2: Appingedam - Holwierde - Spijk - Godlinze - 't Zandt - Loppersum - Garrelsweer - Ten Boer - Groningen (1½-uurdienst).
3: Appingedam - Delfzijl - Termunten - Woldendorp (2-uurdienst).
4: Appingedam - Siddeburen - Slochteren - Hoogezand (2-uurdienst).
5: Appingedam - Leermens - 't Zandt - Roodeschool (tot 1948 door naar Uithuizen; dit lijngedeelte werd overgedaan aan de Marnedienst).
6: Appingedam - Tjuchem - Meedhuizen - Delfzijl (sinds 1966).
7: Appingedam - Garrelsweer - Loppersum - Stedum - Thesinge - Groningen.
8: Appingedam - Overschild - Woltersum - Ten Boer - Groningen.
Op de lijnen 5 t.m. 8 werden slechts enkele ritten per dag gereden.
Literatuur
Vos, A.T. (1945). Een kwart eeuw D.A.M. bedrijf, 1920-1945 : een herinneringsbeeld. D.A.M., Appingedam. 64 p., 16 p.pl. Herdenkingsboek 25-jarig bestaan D.A.M.
Giezen, J.S. (red.) (1989). Damster Auto Maatschappij : 50 jaar personenvervoer door de naamloze vennootschap Damster Auto Maatschappij (D.A.M.) in het noordoosten van de provincie Groningen. Profiel, Bedum. 120 p. ISBN 90-70287-77-3. Uitg. i.s.m. de Stichting Noordelijk Busmuseum.
Hofman, Beno (2015). Van omnibus tot Q-link : de geschiedenis van het busvervoer in Groningen en Drenthe. OV-Bureau Groningen Drenthe, Assen. 112 p. ISBN 978-90-77989-82-1
Appingedam
Economie in Eemsdelta
Openbaar vervoer in Groningen (provincie)
Voormalig Nederlands busbedrijf
|
Einde
Later in datzelfde decennium liep de winst van zowel het busbedrijf als de trailerfabriek zodanig terug dat het voortbestaan van de gehele onderneming in gevaar kwam. De loonkosten in het openbaar vervoer stegen explosief en subsidieregelingen kwamen slechts aarzelend op gang. Tegelijk kwam er minder vraag naar trailers en de vroeger zo innovatieve DAM wist niet bijtijds de bakens te verzetten. Alleen het derde bedrijfsonderdeel, de autogarage, leverde nog enige winst op. Tot de dealerschappen van het DAM-garagebedrijf door de jaren behoorden voor de oorlog Ford en Dodge en na de oorlog DAF-vrachtauto's, DAF personenauto's, Simca en Volkswagen. Het busbedrijf werd in 1970 verkocht aan de GADO, zodat het moederbedrijf NS uiteindelijk toch het DAM-streekvervoer in handen kreeg.
| 1 |
autogarage, auto-onderdelenwinkel, autodealer
|
5,414 |
MusicAlbum
|
389291
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gazeuse%21
|
Gazeuse!
|
Gazeuse! is het achtste album van de Frans/Britse spacerockband Gong. Het album bevat fusion en heeft maar weinig meer te maken met de psychedelische spacerock van Daevid Allens Gong. Het album is in de Verenigde Staten uitgebracht als Expresso, toen Expresso II daar uitgebracht werd.
Nummers
Expresso - 5:58 (Pierre Moerlen)
Night Illusion - 3:42 (Allan Holdsworth)
Percolations - Parts 1 & 2 - 10:00 (Pierre Moerlen)
Shadows Of - 7:48 (Allan Holdsworth)
Esnuria - 8:00 (Pierre Moerlen)
Mireille - 4:10 (Francis Moze)
Bezetting
Allan Holdsworth: akoestische gitaar, elektrische gitaar, steelgitaar, viool
Didier Malherbe: saxofoons, fluit, zang
Pierre Moerlen: drums, vibrafoon, buisklokken
Mireille Bauer: klokkenspel, marimba, xylofoon, percussie, gong
Francis Moze: elektrische piano, basgitaar
Benoît Moerlen: vibrafoon
Mino Cinelu: conga's
Muziekalbum van Gong
Muziekalbum uit 1977
Muziekalbum uitgegeven door Virgin Records
|
Muziekalbum van Gong
Muziekalbum uit 1977
Muziekalbum uitgegeven door Virgin Records
| 3 |
muziekalbum, muziektracks, albumuitgave
|
1,528 |
PaymentCard
|
1547169
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/International%20Card%20Services
|
International Card Services
|
International Card Services B.V. (ICS) is een Nederlandse creditcard-uitgever. ICS is de grootste uitgever in Nederland van de Visa creditcards. ICS geeft ook MasterCard uit. ICS geeft zowel direct aan consumenten kaarten uit als in samenwerking met derden. Voorbeelden van deze co-branded kaarten die met derden worden uitgegeven zijn de ANWB Visa card en de Bijenkorf MasterCard.
ICS is een onderdeel van ABN AMRO en dus indirect in handen van de Nederlandse overheid.
ICS is voortgekomen uit de Nederlandse activiteiten van de Bank of America. Bank of America heeft later haar Nederlandse activiteiten verkocht aan de VSB Groep. De VSB Groep is daarna opgegaan in Fortis Bank Nederland die op zijn beurt inmiddels is opgegaan in ABN Amro Bank
Externe links
International Card Services BV
Zie ook
PaySquare
EMS card
American Express
Diners Club
MasterCard
VISA
Creditcard
Nederlands bedrijf
ABN AMRO
|
International Card Services B.V. (ICS) is een Nederlandse creditcard-uitgever. ICS is de grootste uitgever in Nederland van de Visa creditcards. ICS geeft ook MasterCard uit. ICS geeft zowel direct aan consumenten kaarten uit als in samenwerking met derden. Voorbeelden van deze co-branded kaarten die met derden worden uitgegeven zijn de ANWB Visa card en de Bijenkorf MasterCard.
| 2 |
creditcard, betaalkaart, betaalmethode
|
760 |
Duration
|
5227055
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Scholingsinstituut%20voor%20de%20Vakbeweging%20in%20Suriname
|
Scholingsinstituut voor de Vakbeweging in Suriname
|
Het Scholingsinstituut voor de Vakbeweging in Suriname (Sivis) werd in mei 1969 opgericht in Paramaribo voor het geven van cursussen aan vakbondsleden. De stichting is een overheidsinstituut dat valt onder het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken.
Rond eind augustus 1969 werd de eerste cursus gestart met een duur van drie maanden. Er werd een les per week werd gegeven door een hoofdonderwijzer voor de algemene ontwikkeling, vakbondsfunctionarissen en voorlichters. De diploma-uitreiking vond in december plaats in het PWO-gebouw.
Sivis werd opgericht door Thomas van Genderen. Tijdens de eerste jaren werd het instituut bezocht door hooggeplaatste personen, onder wie minister August Biswamitre en Pieter van Vollenhoven.
Bijna vijftig jaar na de oprichting wordt het instituut in zijn voortbestaan bedreigd, wat veroorzaakt wordt door achterstallige subsidiebetalingen.
Voortgezet onderwijs in Suriname
Surinaamse stichting
Surinaamse overheidsinstantie
Onderwijs in Paramaribo
|
Rond eind augustus 1969 werd de eerste cursus gestart met een duur van drie maanden. Er werd een les per week werd gegeven door een hoofdonderwijzer voor de algemene ontwikkeling, vakbondsfunctionarissen en voorlichters. De diploma-uitreiking vond in december plaats in het PWO-gebouw.
| 1 |
duur, tijdsduur, ISO 8601
|
10,543 |
TrainReservation
|
25071
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hogesnelheidslijn%20Schiphol%20-%20Antwerpen
|
Hogesnelheidslijn Schiphol - Antwerpen
|
|}
De Hogesnelheidslijn Schiphol – Antwerpen, bestaande uit de HSL-Zuid in Nederland en de HSL 4 (of HSL-Noord, Spoorlijn 4) in België, is de voor hoge snelheden geschikte spoorlijn die Schiphol met Antwerpen verbindt via Rotterdam en station Noorderkempen, met een aftakking naar Breda.
De lijn is tussen 2000 en 2006 aangelegd en het eerste deel (tussen Antwerpen en Noorderkempen) werd op 15 juni 2009 geopend. Op 7 september 2009 startte de treindienst tussen Amsterdam en Rotterdam en op 13 december 2009 werd de gehele lijn in gebruik genomen, behalve de aftakking naar Breda, die op 3 april 2011 volgde.
De spoorlijn is onderdeel van de internationale verbinding Frankrijk – Amsterdam (gebruikt door Thalys en Eurostar) en heeft een belangrijke rol voor binnenlands vervoer. De treinen maken tussen Amsterdam en Hoofddorp, tussen Rotterdam Centraal en Barendrecht en tussen Antwerpen-Berchem en Brussel-Zuid gebruik van bestaand spoor. In Antwerpen is tussen Antwerpen-Luchtbal en Berchem een nieuwe Noord-Zuidverbinding in dienst gesteld. Deze wordt gebruikt door de HSL-treinen, maar maakt geen deel uit van de HSL4.
Op de HSL-Zuid/HSL 4 wordt net als op de Betuweroute en de overige hogesnelheidslijnen in België en Frankrijk gebruikgemaakt van 25 kV wisselspanning op de bovenleiding, in tegenstelling tot de 1500 V gelijkspanning van het Nederlandse spoorwegnet of de 3000 V gelijkspanning van het Belgische spoorwegnet.
Geschiedenis
Al in 1973 werd door het kabinet-Den Uyl gesproken over een HSL-spoorlijn in Nederland. Het duurde tot 1988 tot de NS drie HSL-projecten opstartte namelijk de HSL-Zuid, HSL-Oost, en HSL-Noord (Zuiderzeelijn).
De HSL was van oorsprong een project van de N.V. Nederlandse Spoorwegen. De HSL-Zuid maakte deel uit van het Rail 21-plan van de NS. Het eerste kabinet-Kok gaf echter geen goedkeuring aan dat plan, en de meeste andere projecten eruit zijn uitgesteld of geannuleerd.
Tracé
Parijs – Brussel
De verbinding van Parijs naar Amsterdam heet in Frankrijk LGV Nord. Deze passeert ten oosten van Rijsel de Frans-Belgische grens. In België gaat de lijn over in HSL 1 (ook bekend als de Belgische HSL-Zuid) die van de grens tot Brussel loopt.
HSL 4: Brussel – Belgisch-Nederlandse grens
De totale lengte is 87 km, verdeeld over drie secties.
De eerste sectie betreft de verbinding Brussel – Antwerpen; deze bestaat uit het aangepaste klassieke net, waar de baanvaksnelheid 160 km/h is.
De tweede sectie betreft de Antwerpse Noord-Zuidverbinding, met een geboorde spoortunnel van 3,8 km tussen Antwerpen-Berchem en het Damplein. Vooral in het oog springend zijn de werken in Antwerpen-Centraal, een kopstation, dat voor de HSL van aard is veranderd: het is deels een doorgangsstation geworden, met een ondergrondse sectie voor de hogesnelheidstrein. Gezien het beschermde karakter van de stationsoverkapping en van de gevel van het stationsgebouw, en gezien het feit dat men midden in het stadscentrum een tunnel moest graven, bracht dit moeilijkheden met zich mee.
De eigenlijke HSL 4 begint vlak na station Antwerpen-Luchtbal en voert dan over een afstand van 35,2 km tot de Belgisch-Nederlandse grens. Met de aanleg van deze lijn werd begonnen in oktober 2000, zodat uiterlijk 2007 een hogesnelheidsverbinding van 300 km/h met Amsterdam geëxploiteerd zou kunnen worden. Vanaf Antwerpen volgt de hogesnelheidslijn het traject langs de A1-E19 Antwerpen – Breda, en loopt hij door de districten Merksem en Ekeren en de gemeenten Schoten, Brasschaat, Brecht, Wuustwezel en Hoogstraten. De NMBS had de HSL 4 liever naar Roosendaal laten lopen, maar de Nederlandse overheid wilde de lijn liever bundelen met de snelweg om extra landschapsdoorsnijding zo veel mogelijk te voorkomen en bij Breda een aftakking te kunnen maken. Daarom heeft de Nederlandse overheid voor 823 miljoen gulden (ongeveer € 370 miljoen) meebetaald aan het langere tracé in België langs de autosnelweg Antwerpen – Breda. Bij de aanleg is rekening gehouden met de rijke archeologische vondsten die reeds bekend waren op dit traject. Er werden dan ook verschillende nieuwe vindplaatsen gelokaliseerd, die in hoog tempo onderzocht zijn.
Het klassieke verkeer kan richting Kempen eveneens gebruik maken van deze lijn, maar dan met 160 km/h. In Brecht werd daarvoor het station Noorderkempen gebouwd, met aansluiting op de bussen van De Lijn. Op 15 juni 2009 is een IC-verbinding tussen Antwerpen-Centraal, Luchtbal en Noorderkempen in gebruik genomen. Met ingang van 2023 stopte echter alleen de Beneluxtrein op dit station.
Belgisch-Nederlandse grens – Rotterdam
Langs de grensovergang Hazeldonk wordt de Belgisch-Nederlandse grens gepasseerd en begint de Nederlandse HSL-Zuid, die tot de Moerdijkbruggen eveneens de autosnelweg E19 (hier de A16) volgt. Breda is met aftakkingen in beide richtingen op deze HSL-Zuid aangesloten. Bij Moerdijk is voor de HSL een nieuwe brug over het Hollandsch Diep gebouwd, die overgaat in de Tunnel Dordtsche Kil. De HSL passeert op maaiveld de Hoeksche Waard en gaat met de Tunnel Oude Maas onder de Oude Maas door. Bij Barendrecht ligt de lijn gebundeld met de bestaande spoorlijn en de Betuweroute. Hier zijn in totaal negen sporen naast elkaar die, ter bescherming van de omgeving, in een overkapping gebouwd zijn. In Rotterdam-Zuid takt de lijn aan op de bestaande Willemspoortunnel om vervolgens over bestaande sporen Rotterdam Centraal aan te doen.
Op het gedeelte van de hogesnelheidslijn ten zuiden van Rotterdam Lombardijen wordt, zoals gebruikelijk is in België, links gereden, ook op het Nederlandse gedeelte. De hogesnelheidstreinen uit het zuiden kruisen bij de aansluiting op de bestaande spoorlijn via een fly-over de sporen in tegenrichting van beide lijnen, waarbij de trein overgaat van links naar rechts rijden. Ten noorden van Rotterdam Lombardijen wordt volgens Nederlands gebruik rechts gereden. De treinen naar Breda kruisen ten noorden van Breda Prinsenbeek opnieuw, zodat er in Breda weer rechts wordt gereden.
Rotterdam – Schiphol – Amsterdam
Ten noorden van Rotterdam Centraal gaat de lijn weer verder over nieuwe sporen. De lijn gaat door de Tunnel Rotterdam Noordrand. Vervolgens loopt de lijn in een verdiepte ligging langs Bergschenhoek en over het spoorviaduct Bleiswijk langs Bleiswijk en Zoetermeer. Bij Benthuizen gaat het tracé over in de Groene Harttunnel, die bij Hoogmade weer boven komt. Vervolgens wordt de A4 gevolgd. Tussen Nieuw-Vennep en Hoofddorp sluit de HSL-Zuid aan op de Schiphollijn; van hier af rijden de hogesnelheidstreinen verder over bestaande sporen naar Schiphol en via de westtak naar Amsterdam Centraal.
De scherpste boog in het tracé ligt bij Rijpwetering. Hier is een boogstraal van 4.250 meter en rijden de treinen met aangepaste snelheid.
Voor het te kiezen tracé tussen Rotterdam en Schiphol was er een patstelling ontstaan tussen het Groene-Harttracé en de zogenaamde Bos-variant, bedacht door Willem Bos. De Bos-variant bestond uit bundeling van de HSL met de bestaande autosnelwegen A4 en A13. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat had het tracé door het Groene Hart ontwikkeld, maar het Ministerie van VROM had zich uitgesproken voor de Bos-variant. Uiteindelijk is het Groene-Harttracé uitgevoerd maar om de nadelen voor het milieu te beperken werd het tracé tussen Hazerswoude en Hoogmade als boortunnel uitgevoerd. Deze Groene Harttunnel ligt onder de weilanden en wordt ook wel gekscherend de Gekke-koeientunnel genoemd. Tijdens de proeffase van de HSL was het niet mogelijk om op hoge snelheid door deze tunnel te rijden, omdat het er stoffig was door bouwafval, zodat het zicht beperkt was.
Aanleg en onderhoud
De betonnen onderbouw en kunstwerken van de HSL-Zuid werden niet aangelegd in opdracht van ProRail maar van Rijkswaterstaat door verschillende consortia van bouwbedrijven. De betonplaten zijn bijna overal onderheid en worden dan ook zettingvrije platen genoemd.
De HSL-Zuid is de grootste publiek-private samenwerking (PPS) die de Nederlandse overheid ooit is aangegaan. Zo is het consortium Infraspeed, bestaande uit de koninklijke BAM Groep, Siemens en Fluor, gecontracteerd voor het ontwerp en aanleg van de bovenbouw: de rails, de bovenleiding, de geluidsschermen, de treinbeheersing en de communicatiesystemen. Het overgrote deel van de lijn is voorzien van ballastloos spoor, ook wel Rheda spoor genoemd. Na voltooiing van alle bouwwerkzaamheden is het spoorbeheer van de HSL overgegaan naar ProRail. Voor de uitvoering van het onderhoud van de HSL blijft Infraspeed tot en met het jaar 2030 verantwoordelijk. Siemens installeert de ETCS voor het Nederlandse gedeelte en (Alstom voor België).
De spoorbrug over het Hollandsch Diep krijgt alsnog windschermen. De schermen zijn nodig om de treinen tussen Rotterdam en Breda bij harde wind te kunnen laten rijden. De aanleg kost 40 miljoen euro.
Seinbeveiliging en snelheid
Er wordt ETCS Level 2 standaard gereden. In Nederland kan in noodgevallen een baanvak op Level 1 (160 km/h) geschakeld worden, in België bepaalt de trein zelf onder welk ETCS-level (2 of 1, beide aan 300 km/h) hij rijdt. Daarom kan het Belgische treinstel MS08, dat enkel uitgerust is met Level 1, niet in Nederland doorrijden tot Breda, maar kan wel ingezet worden voor de pendeldienst naar Noorderkempen.
Reistijden en snelheden
De hogesnelheidslijn volgt een kortere route, heeft een maximale snelheid van 300 km/h en heeft minder stopplaatsen, hierdoor zijn de reistijden korter.
Onderstaande tabel toont de reistijden volgens de Reisplanner van NS, de gemiddelde snelheden en reistijdverschillen tussen het reguliere en het HSL-traject voor verschillende trajecten en treinen tussen Amsterdam - Antwerpen / Breda / Brussel Zuid.
Bij het hsl-viaduct bij Rijpwetering zijn beschadigingen vastgesteld. Per 28 oktober 2022 werd een plaatselijk snelheidsbeperking opgelegd van 40 km/u, later verhoogd naar 80 km/u.
Aanbesteding
Voor de exploitatie van het Nederlandse deel van de HSL gaf het ministerie van Verkeer en Waterstaat op aandringen van de Tweede Kamer NS de gelegenheid als eerste exclusief een bod te doen. Dat bod, getiteld 'Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen, met daarin het Intercity Max-concept, werd gedaan in september 1999. Het omvatte echter veel meer dan was gevraagd: behalve alleen het gevraagde binnenlands vervoer werd ook een bod gedaan op het internationale vervoer. Daarnaast bevatte het doorgaande diensten op het bestaande net. Het bod werd door de minister afgewezen.
Vervolgens was er de openbare aanbesteding voor de HSL tot aan de grens, met aantakkingen naar Den Haag Centraal en Breda. De biedingen kwamen uit in mei 2001. De aanbesteding werd gewonnen door High Speed Alliance (HSA), een samenwerkingsverband van de NS en KLM.
Exploitatie
De concessie voor het hoofdrailnet 2015-2025 bepaalt dat NS met ingang van het dienstregelingjaar 2017 tussen Rotterdam Centraal en Antwerpen Centraal niet Dordrecht en Roosendaal maar in plaats daarvan Breda en Noorderkempen bedient, en daarbij dus rijdt via de HSL Zuid.
NS is alleen exploitant van het Nederlandse deel van de lijn. Voor de internationale verbindingen moet worden samengewerkt met NMBS en SNCF. De samenwerking tussen NS, NMBS en SNCF zal uitgevoerd worden door specifieke samenwerkingsverbanden met een gezamenlijk commercieel beleid en product, zoals de "Thalys". In Europa zijn internationale treindiensten opengesteld voor concurrentie en in principe moet de hogesnelheidslijn opengesteld worden voor andere exploitanten. NS heeft alleen het monopolierecht op Nederlandse binnenlandse diensten. In de toekomst zullen echter ook concurrerende internationale treindiensten het recht krijgen om binnenlandse reizigers te vervoeren (cabotage recht).
Eurostar Red (Thalys)
Voor de treinen naar Frankrijk wordt gebruikgemaakt van de Thalys; maar aangezien in die treinen pas in de loop van 2009 het beveiligingssysteem ETCS ingebouwd werd, is de Thalys tot december 2009 gebruik blijven maken van de oude route. Sinds 13 december 2009 rijdt de Thalys op de HSL. Sinds oktober 2023 zijn de Thalys-diensten hernoemd naar Eurostar.
Eurostar
Op 14 november 2007 werd bekendgemaakt dat er een studie gemaakt gaat worden naar verlenging van de Eurostar-treindienst Londen – Brussel naar Amsterdam, respectievelijk Keulen. Hiervoor zou dan gebruik worden gemaakt van de nieuwe hogesnelheidslijnen op deze Eind 2009 meldde directeur Richard Brown van Eurostar dat zo'n uitbreiding in de pijplijn zit, maar dat er nieuwe treinen voor nodig zijn, omdat ETCS niet ingebouwd zou kunnen worden in de bestaande Eurostartreinen.
In september 2013 tekende Eurostar een principeakkoord voor twee treinen per dag tussen Londen en Amsterdam, dit in het kader van het NS-voorstel voor de toekomstige internationale treinverbindingen Nederland-België aan de Tweede Kamer.
Vanaf 4 april 2018 rijdt tweemaal per dag een rechtstreekse trein van Londen naar Amsterdam. Door het ontbreken van paspoortcontroles in Nederland stopt de terugkerende trein in Brussel-Zuid voor een langere tijd, waar de passagiers moeten uitstappen voor de controle. Vanaf 30 april 2020 zal er op Amsterdam een paspoortcontrole zijn, vanaf 18 mei ook op Rotterdam. Dit scheelt ongeveer een uur reistijd.
Belgische binnenlandse dienst
Sinds 2009 rijdt de hierboven vermelde pendeldienst tussen Noorderkempen en Antwerpen. Deze dienst werd eerst gereden met een trein met een bijzondere compositie; een stuurstandrijtuig aan beide uiteinden en een locomotief in het midden. Nu wordt er gereden met MS08 treinmaterieel.
Nederlandse binnenlandse dienst
Eind 2005 werd bekend dat AnsaldoBreda, het bedrijf waar de hogesnelheidstreinstellen zijn besteld, deze niet op tijd kan leveren voor de op dat moment geplande opening van de HSL-Zuid in december 2007. Dit heeft tot gevolg dat tot minimaal tweede helft van 2012 van Angel Trains gehuurde TRAXX locomotieven met standaard Intercityrijtuigen rijden als binnenlandse treinen. Vanwege technische beperkingen van het materieel, vooral van de getrokken rijtuigen, kunnen de treinen niet sneller dan 160 km/h rijden op het gehele traject. Deze Fyra-dienst is gestart op 7 september 2009 op het traject Amsterdam – Rotterdam, en is op 4 april 2011 doorgetrokken naar Breda. Intercity direct is sinds 15 december 2013 de naam van deze treindienst Amsterdam - Breda via de HSL-Zuid.
Toen de V250-treinstellen van AnsaldoBreda voor het eerst werden ingezet, in 2012, was dat als shuttletreinen tussen Amsterdam en Rotterdam, boven op de reguliere Fyra-dienstregeling.
Fyra
De V250-treinstellen van AnsaldoBreda reden vanaf 9 december 2012 planmatig op het traject Amsterdam – Brussel. Op 18 januari 2013 werden ze echter vanwege diverse (vooral technische) problemen uit de dienstregeling genomen.
Oorspronkelijk geplande treindienst
De treindienst over de lijn Schiphol – Antwerpen zou er volgens de oorspronkelijke plannen als volgt uit komen te zien:
Amsterdam Centraal – Schiphol – Rotterdam Centraal – Antwerpen-Centraal – Brussel-Zuid – Paris Nord, 9 treinen per dag
Amsterdam Centraal – Schiphol – Rotterdam Centraal – Antwerpen-Centraal – Brussel-Zuid - Lille-Europe, 2 treinen per dag
Amsterdam Centraal – Schiphol – Rotterdam Centraal – Antwerpen-Centraal – Brussel-Zuid, 2 treinen per dag
Amsterdam Centraal – Schiphol – Rotterdam Centraal – Breda, 32 treinen per dag, 2x per uur
Amsterdam Centraal – Schiphol – Rotterdam Centraal, 32 treinen per dag, 2x per uur
Breda – Antwerpen-Centraal, 8 treinen per dag, elke 2 uur
In plaats van de laatstgenoemde dienst was aanvankelijk de verbinding Den Haag Centraal – Den Haag HS – Rotterdam Centraal – Breda – Noorderkempen – Antwerpen-Centraal – Mechelen – Brussel-Centraal – Brussel-Zuid gepland. Deze dienst was het resultaat van politieke onderhandelingen tussen België en Nederland met als doel Den Haag in het hogesnelheidstreinennetwerk opgenomen te krijgen en een verbinding Breda – België te creëren. Het akkoord hiervoor was niet medeondertekend door de Belgische spoorwegen, die later weigerden het benodigde 20e V250-treinstel aan te schaffen om deze dienst mogelijk te maken. Dit omdat de exploitatie van deze dienst financieel verliesgevend zou zijn. Na nieuwe onderhandelingen tussen de Belgische en Nederlandse overheden werd de dienst ingekort tot Breda – Noorderkempen – Antwerpen. Een 20e V250-treinstel was door deze kortere route niet noodzakelijk. De kosten voor een ticket voor de Fyra Breda – Noorderkempen – Antwerpen zou gelijk zijn aan de prijs voor een regulier treinticket Breda – Antwerpen (via Roosendaal).
De concessie bood de mogelijkheid de treinen te laten starten op station Amsterdam-Zuid in plaats van station Amsterdam Centraal. Hiervoor is de huidige infrastructuur echter ongeschikt.
Toekomstige treindienst
NS is voornemens om in 2021 met hogere snelheid treindiensten via de HSL-Zuid aan te bieden, met minimaal 200 km/h. Enkel de binnenlandse Intercity direct moet dan met nieuw materieel gaan rijden, de zogenaamde Intercity Nieuwe Generatie. Ook voor de Beneluxtrein zijn 20 nieuwe treinstellen besteld.
Tarieven
Op de lijn Amsterdam – Breda gelden de vervoerbewijzen van de NS, met op het traject Schiphol – Rotterdam een Intercity direct-toeslag zonder korting. Deze toeslag is niet van toepassing op internationale biljetten.
Op het traject Noorderkempen - Antwerpen-Centraal gelden de normale tarieven.
De Thalys en de Eurostar hebben afzonderlijke tarieven.
De Concessie voor het hoofdrailnet 2015-2025 bepaalt dat NS voor de met ingang van het dienstregelingjaar 2017 functionerende treindiensten via de HSL Zuid op internationale trajecten van de verbinding Amsterdam-Brussel (zie ook boven) de tariefstructuur voor Non-integrated Reservation Tickets hanteert.
Reizigersaantallen
Sinds de commerciële reizigersdienst over de HSL-Zuid neemt het aantal reizigers over de lijn gestaag toe.
Reizigersaantallen per kwartaal (x1000)
Gebruiksvergoeding
De gebruiksvergoeding voor de HSL-Zuid strekt tot dekking van de exploitatiekosten en tot dekking van een deel van de kosten van aanleg. Deze extra gebruiksvergoeding wordt de HSL-heffing genoemd. Dit wordt geregeld in het Besluit HSL-heffing 2015. Het betreft de in Nederland gelegen lijnen met de bijbehorende hoofdspoorweginfrastructuur van de hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam – Brussel – Parijs, die speciaal zijn toegerust voor snelheden van ten minste 250 km per uur. Dit zijn de in 2009 voor gebruik gereed gekomen hogesnelheidslijnen gelegen tussen Hoofddorp en Rotterdam West en tussen Barendrecht en de Belgische grens (hogesnelheidsnet). De totale gebruiksvergoeding (reguliere gebruiksvergoeding plus HSL-heffing) bedraagt € 62,2 miljoen in 2015. Het bedrag wordt naar rato van verbruik verdeeld over de vervoerders. De onderverdeling van de totale gebruiksvergoeding in reguliere gebruiksvergoeding en HSL-heffing is niet van materieel belang voor de vervoerders, omdat rechtstreeks de totale gebruiksvergoeding per vervoerder wordt bepaald. Formeel is NS de enige vervoerder (namelijk ook optredend voor Thalys International), dus wat betreft de inning door de overheid is er feitelijk geen verdeling over vervoerders. NS verrekent met Thalys het Thalysdeel.
Er is geen gebruiksvergoeding verschuldigd (met als gevolg een lager jaartotaal) voor treinpaden die de vervoerder vanwege ongeplande buitendienststellingen door Prorail niet kan gebruiken. Hetzelfde geldt voor paden die de vervoerder slechts met een vertraging van meer dan tien minuten heeft kunnen gebruiken, indien de vertraging te wijten is aan door Prorail ingestelde snelheidsbeperkingen in verband met de infrastructurele defecten aan het hogesnelheidsnet.
Het jaarbedrag is inclusief de gebruiksvergoeding voor de aansluitingen naar Amsterdam Centraal en Breda.
Vertragingen bij oplevering
Ingebruikname van de spoorlijn is enkele malen uitgesteld, buiten de problemen met het materieel om. De oplopende vertraging van de ingebruikname van de HSL-Zuid heeft tot verdere kostenverhogingen geleid in het al miljarden kostende project. De exploitant High Speed Alliance (HSA) ontving een schadevergoeding van € 37,5 miljoen voor gederfde inkomsten door de verschuiving van de openingsdatum naar oktober 2008, en nog eens € 14 miljoen voor een verdere verschuiving naar 1 juli 2009. Tussen 8 september 2008 en begin 2009 werd proef gereden tussen Schiphol en Rotterdam.
Het tijdelijk bedrijf (met getrokken materieel en een maximumsnelheid van 160 km/h) is begonnen op 7 september 2009. Wegens voortdurende problemen met het beveiligingssysteem ETCS was het tijdstip van levering en ingebruikneming van de bij AnsaldoBreda bestelde treinstellen van het type V250 nog steeds onduidelijk, doordat leverdata steeds weer opnieuw worden uitgesteld. Het contract tussen exploitant HSA en AnsaldoBreda werd door PvdA-Kamerlid Diederik Samsom als "bizar" betiteld. Minister Eurlings laat intussen in de eerste helft van 2009 een onderzoek uitvoeren naar een terugvaloptie: ander materieel of andere bewezen-techniekbeveiliging.
Op woensdagavond 30 september 2009 werd bekend dat de dienstregeling op de HSL was stilgelegd in opdracht van ProRail, omdat de hoge bovenleidingspanning in combinatie met de locomotieven zou kunnen zorgen voor zwerfstromen die seinen en wissels op het traject bij Hoofddorp zouden kunnen beïnvloeden. Hoewel er geen ongelukken zijn gebeurd, ontving ProRail hierover wel waarschuwingen en besloot men om de dienstregeling op te schorten totdat een oplossing getest en geïmplementeerd was. Dit duurde tot woensdag 7 oktober 2009, toen de dienst weer werd hervat.
Op zondagmorgen 13 december 2009 begon de Thalys te rijden over de HSL-Zuid en de Belgische HSL 4. De Thalys rijdt nu tussen Schiphol en Rotterdam Centraal en op het traject tussen Rotterdam Centraal en Antwerpen-Centraal met de maximale snelheid van 300 km/h. Niet veel later doken echter nieuwe problemen op aan de grensovergang bij Meer. Als twee treinen elkaar daar kruisen valt de trein richting Nederland stil, dit ten gevolge een fout in het beveiligingssysteem. Aan Belgische kant is dit door een ander bedrijf geleverd dan aan Nederlandse kant (Siemens) en de overgang daartussen leverde technische problemen op. Inmiddels lijken deze onder controle.
Sinds 29 juli 2012 zijn (ook) enkele V250-treinen gebruikt voor de reizigersdienst. Sinds 9 december 2012 zijn de V250-treinstellen planmatig ingezet in de dienst Amsterdam – Brussel (v.v.). Wegens technische problemen werden ritten met de Fyra op 18 januari 2013 opgeschort, de Belgische Dienst veiligheid en interoperabiliteit spoor (DVIS) verbood vanaf dan ook ritten met de V250-stellen over de HSL Schiphol-Antwerpen. Op 31 mei 2013 maakte de NMBS bekend dat ze haar samenwerking met AnsaldoBreda, de producent van de Fyra stopzette en geen toekomst meer zag in de Fyra.
De NS is de NMBS daarin gevolgd.
Zie ook
Hogesnelheidslijn
HSL-Oost (Amsterdam – Elten); niet gerealiseerd
Zuiderzeelijn (Amsterdam – Groningen); niet gerealiseerd
HSL 1: (Brussel – Franse grens)
HSL 2: (Brussel – Ans)
HSL 3: (Chênée – Duitse grens)
Lijst van spoorlijnen in Nederland
Lijst van spoorlijnen in België
Internationaal treinverkeer (België)
Internationaal treinverkeer (Nederland)
Externe links
Belgisch deel:
HSL-noord binnen het hogesnelheidsnet op Infrabel.be
L.4 Antwerpen - Hoogstraten grens (HSL)
Nederlands deel:
Officiële website van InfraSpeed
Beeldbank Rijkswaterstaat
www.HSL-Zuid.nl (privé-website met veel foto's)
Hogesnelheidslijn
Spoorlijn in Antwerpen (provincie)
Spoorlijn in Nederland
Spoorweg in Noord-Brabant
Spoorweg in Noord-Holland
Spoorweg in Zuid-Holland
|
In plaats van de laatstgenoemde dienst was aanvankelijk de verbinding Den Haag Centraal – Den Haag HS – Rotterdam Centraal – Breda – Noorderkempen – Antwerpen-Centraal – Mechelen – Brussel-Centraal – Brussel-Zuid gepland. Deze dienst was het resultaat van politieke onderhandelingen tussen België en Nederland met als doel Den Haag in het hogesnelheidstreinennetwerk opgenomen te krijgen en een verbinding Breda – België te creëren. Het akkoord hiervoor was niet medeondertekend door de Belgische spoorwegen, die later weigerden het benodigde 20e V250-treinstel aan te schaffen om deze dienst mogelijk te maken. Dit omdat de exploitatie van deze dienst financieel verliesgevend zou zijn. Na nieuwe onderhandelingen tussen de Belgische en Nederlandse overheden werd de dienst ingekort tot Breda – Noorderkempen – Antwerpen. Een 20e V250-treinstel was door deze kortere route niet noodzakelijk. De kosten voor een ticket voor de Fyra Breda – Noorderkempen – Antwerpen zou gelijk zijn aan de prijs voor een regulier treinticket Breda – Antwerpen (via Roosendaal).
| 1 |
treinreservering, treinticket, treinboeking
|
1,943 |
Float
|
1864676
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Z3%20%28computer%29
|
Z3 (computer)
|
De Z3 was de eerste werkende programmeerbare computer ter wereld ontworpen en gebouwd door Konrad Zuse in 1941. De machine maakte voor de berekeningen gebruik van het binaire stelsel. Hij had een klokfrequentie van 5 tot 10 Hz en een woordlengte van 22 bits. De originele Z3 werd in 1943 vernietigd tijdens het bombardement van Berlijn door de Geallieerden. In de jaren 60 is er een replica gebouwd die staat in het Deutsches Museum te München.
Geschiedenis
Zuse ontwierp en bouwde van 1935 tot 1938 de Z1 waarop de Z3 later is gebaseerd. De Z1 was nog volledig mechanisch en werkte hooguit een paar minuten. De Z3 gebruikte hetzelfde ontwerp maar maakt gebruik van relais. In 1941 was de Z3 gebruiksklaar. Vergeleken met de Z1 was hij veel betrouwbaarder en hij maakte gebruik van exception handling. Programma's werden extern op tape opgeslagen waardoor het niet nodig was draden in de computer zelf om te leiden of schakelaars om te zetten om een programma in te voeren.
Kenmerken
Het kenmerkende van de Z3 was dat hij het binair stelsel gebruikt om te rekenen wat in computers van tegenwoordig ook is terug te vinden. Andere computers in de jaren 40 zoals de Amerikaanse ENIAC maakten gebruik van het decimale stelsel. De Z3 is Turing-compleet waardoor hij dus de titel 'eerste werkende volledig automatische computer' mag dragen.
Eigenschappen
klokfrequentie: 5,3 Hz
rekeneenheid: zwevendekommagetal, 22 bit, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en vierkantswortel
gemiddelde rekensnelheid: som, 0,8 seconden; product, 3 seconden
vermogen: circa 4000 watt
gewicht: circa 1000 kg
elementen: circa 2600 relais
geheugen: 64 woorden met een lengte van 22 bits
invoer: decimale zwevendekommagetallen
uitvoer: decimale zwevendekommagetallen
Computer
|
Eigenschappen
klokfrequentie: 5,3 Hz
rekeneenheid: zwevendekommagetal, 22 bit, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en vierkantswortel
gemiddelde rekensnelheid: som, 0,8 seconden; product, 3 seconden
vermogen: circa 4000 watt
gewicht: circa 1000 kg
elementen: circa 2600 relais
geheugen: 64 woorden met een lengte van 22 bits
invoer: decimale zwevendekommagetallen
uitvoer: decimale zwevendekommagetallen
| 3 |
kommagetal, drijvend getal, decimaal
|
10,955 |
MusicReleaseFormatType
|
22909
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Langspeelplaat
|
Langspeelplaat
|
Een langspeelplaat of vinylplaat, vaak afgekort tot lp of elpee, is een grammofoonplaat met een microgroef, gemaakt van vinyl en met een diameter van 30 cm (12 inch) die ruimte biedt voor maximaal 30 minuten muziek.
De afkorting lp staat voor long play. De meeste lp's moeten op 33⅓ toeren per minuut worden afgespeeld. Andere platenformaten zijn singles en ep's. Elke grammofoonplaat heeft per zijde één doorlopende groef bestaande uit de inloop, daarna de opname en aan het eind de uitloop.
Variabele spoed
Om zo veel mogelijk muziek op de plaat te krijgen, wordt variabele spoed (verplaatsing van de naald per omwenteling) toegepast. De studiorecorder waarop de master wordt afgespeeld, is voorzien van een extra leeskop (weergavekop) die het signaal op luidheid bemonstert en de spoed van de platensnijder aanstuurt. Zodoende liggen bij zachte passages de groeven heel dicht tegen elkaar aan om bij luidere passages ruimer te worden. Hoe ruimer de spoed, hoe minder muziek er per kant opgenomen kan worden. Het klassieke label Deutsche Grammophon Gesellschaft stond bekend om zijn ruime spoed. Twaalf minuten per (klassieke) plaatkant kwam regelmatig voor.
Tussen de muzieknummers heeft de groef een iets hogere spoed om de gebruiker in staat te stellen de naald halverwege de plaat in de groef te laten zakken. Ter plaatse glimt het plaatoppervlak wat meer en is de pauze of overgang gemakkelijk te herkennen met weinig risico voor groefbeschadiging.
Uitloopgroef
Bij het einde van de plaat wordt, zoals bij elke grammofoonplaat, de spoed vergroot (de uitloopgroef), de arm maakt een snelle beweging om een eventueel aanwezig afslagmechanisme van de platenspeler te activeren.
In de uitloopgroef staat geen geluid, maar daarop zijn uitzonderingen. Op On the Threshold of a Dream van de Moody Blues en Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band van The Beatles loopt het geluid door tot in de uitloopgroef, waardoor de laatste passage eindeloos herhaald wordt als de platenspeler niet afslaat.
Geschiedenis
Met taperecorders konden aanmerkelijk langere opnames gemaakt worden dan de 4-5 minuten van de 78-toerenplaten, maar de consument profiteerde daar niet van en ook niet van de betere geluidskwaliteit. RCA Victor had in 1931 al een plaat op de markt gebracht met een speelduur van 10 minuten, maar een gebrek aan spelers en de crisis van de jaren 1930 maakten dat die plaat geen succes werd. Andere pogingen volgden, maar het was Columbia dat in 1948 de langspeelplaat met een toerental van 33⅓ en een formaat van 12" op de markt bracht met een microgroef. Philco maakte hiervoor de spelers. Een team onder leiding van Peter Carl Goldmark had de microgroef ontwikkeld en deze platen waren gemaakt van het minder breekbare vinyl in plaats van schellak. De speelduur van zo'n 22 minuten was een aanmerkelijke verbetering en ook de geluidskwaliteit was aanmerkelijk beter. De 78-toerenplaat had een frequentiebereik van 100 tot 12.000 Hz, terwijl de lp dit optrok naar 30-16.000 Hz. De signaal-ruisverhouding (S/R) verbeterde van 32–40 dB naar 45–60 dB.
RCA Victor wilde de lp niet in licentie produceren en ontwikkelde in 1949 zelf een 7"-plaat op 45 toeren. Deze singles hadden een groter gat in het midden voor gebruik door platenwisselaars. Uiteindelijk verkochten zowel Columbia als RCA Victor beide formaten en kwamen er spelers op de markt met drie snelheden. Het door Goldmark ontwikkelde Highway Hi-Fi uit 1955 werd door Chrysler geleverd, maar hierop waren alleen een eigen type platen beschikbaar die moeilijk te verkrijgen waren en in 1959 stopte Chrysler om in 1960 de door RCA ontwikkelde Auto Victrola in te bouwen goedkoper was en kon veertien singles herbergen. Deze werd echter ook slechts twee jaar geleverd.
De microgroef maakte een einde aan de beperking van de speelduur van nummers van 4-5 minuten, zodat nummers langer konden worden. In plaats van alleen singles uit te brengen, konden artiesten nu ook thematischer te werk gaan en meerdere nummers achter elkaar als album uitbrengen. Pet Sounds van The Beach Boys uit 1966, Revolver uit 1966 en Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band uit 1967 van The Beatles, Tommy van The Who uit 1969 en The Dark Side of the Moon van Pink Floyd zijn vroege en invloedrijke conceptalbums.
Midden jaren 1980 verloren langspeelplaten aan populariteit door de opkomst van de muziekcassette en daarna de cd, al bleven sommige artiesten hun muziek nog steeds alleen op lp uitbrengen.
Vergelijking met andere media
De 78-toerenplaat had een frequentiebereik van 100-12.000 Hz, terwijl de lp dit optrok naar 30-16.000 Hz. De signaal-ruisverhouding (S/R) verbeterde van 32–40 dB naar 45–60 dB.
Met de cd verbeterde de geluidskwaliteit aanmerkelijk naar een frequentiebereik van 5-20.000 Hz. De signaal-ruisverhouding verbeterde naar meer dan 90 dB. Ook had de lp te maken met wow, flutter, brom, resonantie, vervorming, trillingen, de kwaliteit van de naald en het gewicht van de arm, terwijl de kwaliteit van verschillende persingen ook kon variëren.
De cd moest dit allemaal oplossen, alleen was deze niet zo onverwoestbaar zoals deze aanvankelijk in de markt werd gezet. Vingerafdrukken en krassen konden vooral op vroege cd-spelers overslaan tot gevolg hebben en jitter kon de geluidskwaliteit beïnvloeden. Ook werd bij de eerste cd's die opnieuw werden uitgebracht niet altijd de beste master gebruikt, zodat er geen optimaal gebruik werd gemaakt van de cd. Ook zijn er gevallen bekend van "cd rot", waarbij de folie laag van de schijf loslaat en zodoende de cd onbruikbaar wordt.
Ondanks de technische superioriteit van de cd ten opzichte van lp's, zijn er toch veel mensen die beweren dat lp's superieur klinken. De argumentatie die hierbij vaak wordt gebruikt, is dat bij digitale opnames informatie wordt weghouden die niet meetbaar is, maar wel door het menselijk gehoor waarneembaar is. Tegenstanders van deze theorie stellen vaak dat de vermeende betere geluidskwaliteit het gevolg is van de vervorming, die lp's een (voor sommige mensen) prettigere warme klank zouden geven. Volgens hen heeft dit dus enkel met persoonlijke voorkeur te maken.
Er zijn veel verschillende soorten audiobestandsformaten. Bekende formaten zijn WAV en AIFF die de LCPM alleen een header geven en de data daarmee ongecomprimeerd opslaan. De formaten FLAC, ALAC en WMA Lossless comprimeren wel, maar zetten dit via verliesloze compressie om (lossless). Bij MP3 en AAC is wel sprake van compressie met verlies (lossy), maar zijn de bestanden ook kleiner. Bij deze laatste twee formaten wordt geluid weggelaten dat door de meeste mensen niet of nauwelijks wordt waargenomen.
Ook voor lp's geldt dat de meeste muziek tegenwoordig direct digitaal wordt opgenomen en gemasterd, zij het in een veel hogere precisie dan een commerciële muziek-cd.
Het kleinere frequentiebereik van de lp kan echter als warmer en daarmee prettiger worden ervaren.
Huidig gebruik
Al sinds 1980 wordt de lp, sinds de komst van de muziekcassette en de cd, steeds minder verkocht. Van lp's worden er later relatief, in vergelijking met andere muziekdragers, nog zeer weinig verkocht en de verkoop bereikte uiteindelijk in 2006 zijn historisch dieptepunt. Echter, sinds het begin van de jaren 2010 maakt de lp een groeiende opmars, mede door een heropleving van vinyl in de hiphop en dancescenes. Het geluid van lp's kan als prettiger ervaren worden dan andere muziekdragers, zoals een cd of digitaal. Dj's gebruiken een lp of maxisingle als een muziekinstrument om te scratchen en voor 'beat juggling'. Ondertussen is er ook een groeiende belangstelling voor vinylplaten bij verzamelaars van rock, pop en piratenmuziek die gelimiteerde oplages verzamelen en bij hifi-liefhebbers. Meerdere bedrijven produceren nog steeds lp's en veel artiesten brengen nieuwe albums weer op vinyl uit.
Witte plaat
Gedurende de hoogtijdagen van de langspeelplaat deed ook het fenomeen 'witte plaat' zijn intrede. Dit was vaak een illegale persing, doorgaans gewoon op zwart vinyl, van opnamen van live-optredens van artiesten, die daardoor royalty's misliepen. Dergelijke persingen werden vaak een geliefd collector's item voor fans.
Zie ook
Bootleg
Conceptalbum
12-inch
78 toeren
Extended play (ep)
Maxisingle
Mini-lp (10 inch)
Platenspeler
Single
Geluidsdrager
|
Huidig gebruik
Al sinds 1980 wordt de lp, sinds de komst van de muziekcassette en de cd, steeds minder verkocht. Van lp's worden er later relatief, in vergelijking met andere muziekdragers, nog zeer weinig verkocht en de verkoop bereikte uiteindelijk in 2006 zijn historisch dieptepunt. Echter, sinds het begin van de jaren 2010 maakt de lp een groeiende opmars, mede door een heropleving van vinyl in de hiphop en dancescenes. Het geluid van lp's kan als prettiger ervaren worden dan andere muziekdragers, zoals een cd of digitaal. Dj's gebruiken een lp of maxisingle als een muziekinstrument om te scratchen en voor 'beat juggling'. Ondertussen is er ook een groeiende belangstelling voor vinylplaten bij verzamelaars van rock, pop en piratenmuziek die gelimiteerde oplages verzamelen en bij hifi-liefhebbers. Meerdere bedrijven produceren nog steeds lp's en veel artiesten brengen nieuwe albums weer op vinyl uit.
| 2 |
muziekdrager, opnameformaat, geluidsmedium
|
7,918 |
ProfessionalService
|
4416215
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis%20Meijer%20%28politicus%29
|
Cornelis Meijer (politicus)
|
Cornelis Gertruidus Hendrikus Heiliger Meijer (Erp, 9 mei 1861 – Sprang-Capelle, 22 juni 1935) was een Nederlands burgemeester.
Hij was de zoon van Antonie Meijer (notaris) en Johanna Catharina van Riel. Hij trouwde op 4 juli 1889 te Veghel, met Geertruida Margaretha Maria Krom (1859–1926), dochter van een predikant. Ten tijde van zijn huwelijk was hij 28 jaar oud, woonde in Sprang en was mouter van beroep.
In 1896 werd hij verkozen tot raadslid van de gemeente Sprang. Na het overlijden van burgemeester J. van Dijk werd Cornelis Meijer benoemd tot burgemeester van Sprang op 1 augustus 1900, hij werd geïnstalleerd op 14 augustus 1900. In het dorp wordt hij dan 'Mijnheer Meijer, de Mouter' genoemd. Per 1 januari 1923 werd hij de eerste burgemeester van de nieuw gevormde gemeente Sprang-Capelle. In 1934 ging hij met pensioen, hij werd bij die gelegenheid benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Meijer overleed een jaar later.
Zijn grootvader Cornelis van Riel, was van 1847 tot 1865 ook burgemeester van Sprang geweest.
Burgemeester van Sprang
Burgemeester van Sprang-Capelle
|
Hij was de zoon van Antonie Meijer (notaris) en Johanna Catharina van Riel. Hij trouwde op 4 juli 1889 te Veghel, met Geertruida Margaretha Maria Krom (1859–1926), dochter van een predikant. Ten tijde van zijn huwelijk was hij 28 jaar oud, woonde in Sprang en was mouter van beroep.
| 1 |
notaris, advocaat, accountant
|
7,962 |
ResumeAction
|
4266363
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem%20Glashouwer%20jr.
|
Willem Glashouwer jr.
|
Willem Jacobus Johannes Glashouwer (Hellendoorn, 16 november 1944) is een Nederlandse predikant en programmamaker. Sinds 1999 is hij voorzitter van de internationale tak van Christenen voor Israël.
Biografie
Glashouwer - die aanvankelijk Hans genoemd werd - werd geboren als zoon van predikant en EO-voorzitter Willem Glashouwer sr.. In de voetsporen van zijn vader ging hij ook theologie studeren in Groningen en Utrecht. Op zijn 26e werd hij door zijn vader, inmiddels voorzitter van de EO, van school gehaald om bij de omroeporganisatie aan de slag te gaan als Hoofd Televisie. Dit leverde veel weerstand op bij een groot deel van het personeel, omdat Glashouwer geen enkele ervaring had op dit terrein.
Televisie
Later presenteerde Glashouwer ook verschillende tv-programma's bij de EO, zoals Eén lichaam en Op zoek naar het hogere (in 1978 met Willem Ouweneel). Hij was ook eindredacteur van De Bijbel Open, een tv-serie (thans te horen op de radio in De Muzikale Fruitmand) waarin archeologen, dominees en rabbijnen te gast zijn. De serie bracht tevens een boekenserie met zich mee met titels als Het ontstaan van de Bijbel, Het ontstaan van de wereld en Het ontstaan van Israël. Sinds 2015 maakt Glashouwer programma's voor familiezender Family7.
Wetenschap
Samen met onder andere Koos van Delden en Willem Ouweneel werd Glashouwer een van de belangrijkste promotors van het creationisme, een stroming die de evolutietheorie (deels) afwijst en bepleit dat er een scheppende hand achter het universum zit. Het drietal nam, geïnspireerd door orthodox-protestantse stromingen in de Verenigde Staten, in 1974 ook de stap tot de oprichting van de Stichting ter bevordering van Bijbelgetrouwe Wetenschap. Het doel was het stichten van een universiteit waar op christelijke grondslag wetenschap zou worden bedreven. Dit mondde uit in de Evangelische Hogeschool, dat een opstapje moest zijn naar de vestiging van een christelijke universiteit. In 1991 ontstond er een bestuurscrisis, waardoor het bestuur waar Glashouwer onderdeel van uitmaakte moest aftreden.
Predikant
Inmiddels was Glashouwer vertrokken bij de EO en ging hij aan de slag als Hervormd predikant, eerst in Tull en 't Waal en Honswijk (1989) en Katwijk aan Zee (1992). Door Karel van Oordt werd hij in 1999 gevraagd als voorzitter van Christenen voor Israël. Sinds 1999 is de dominee voorzitter van de internationale tak van die organisatie.
Persoonlijk
In 1992 werd een hersentumor ontdekt bij Glashouwer. Na een zware operatie en opvolgende revalidatie periode is hij erin geslaagd om zijn gezondheid te herstellen en zijn werk als predikant te hervatten.
Willem Glashouwer jr. is getrouwd met Marianne Glashouwer-van der Lugt, als omroepster een van de gezichten van de EO in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. Samen kregen zij vier kinderen.
Creationist
Nederlands programmamaker
Predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk
Predikant van de Protestantse Kerk in Nederland
|
Persoonlijk
In 1992 werd een hersentumor ontdekt bij Glashouwer. Na een zware operatie en opvolgende revalidatie periode is hij erin geslaagd om zijn gezondheid te herstellen en zijn werk als predikant te hervatten.
Willem Glashouwer jr. is getrouwd met Marianne Glashouwer-van der Lugt, als omroepster een van de gezichten van de EO in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. Samen kregen zij vier kinderen.
| 1 |
hervatten, voortzetten, herstarten
|
8,629 |
SportingGoodsStore
|
5725211
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lalla%20Rookhweg
|
Lalla Rookhweg
|
De Lalla Rookhweg is een weg in Paramaribo die loopt van de Tweede Rijweg tot de Jaggernath Lachmonstraat.
Bouwwerken
De weg loopt vanaf de Tweede Rijweg in zuidelijke richting en heeft kruisingen met de Cocobiacoweg, Simaloerweg/Kediristraat, Kasabaholoweg, Franchepanestraat, Vieruurbloemstraat, Henkielaan en Joerilaan.
Aan de weg bevinden zich onder meer enkele autobedrijven en bouwmarkten, de sportwinkel van Letitia Vriesde, de Telecommunicatie Autoriteit Suriname, de Lalla Rookh Mall en de grotere Hermitage Mall, CBL Cinemas, het Live Entertainment Center (Flamboyant Park), het Lalla Rookh Complex en Huize Ashiana. De weg loopt uit op de Jaggernath Lachmonstraat.
Gedenkteken
Bij de feestelijke heropening van Gebouw 1 van het Lalla Rookh Complex op 5 juni 2003 schonk George Ramjiawansingh zijn kunstwerk in de vorm van het schip Lalla Rookh aan de stichting. Deze staat op een sokkel voor de ingang.
Zie ook
Lijst van straten in Paramaribo
Straat in Paramaribo
|
Aan de weg bevinden zich onder meer enkele autobedrijven en bouwmarkten, de sportwinkel van Letitia Vriesde, de Telecommunicatie Autoriteit Suriname, de Lalla Rookh Mall en de grotere Hermitage Mall, CBL Cinemas, het Live Entertainment Center (Flamboyant Park), het Lalla Rookh Complex en Huize Ashiana. De weg loopt uit op de Jaggernath Lachmonstraat.
| 1 |
sportwinkel, sportartikelenwinkel, sportzaak
|
7,136 |
HowToTool
|
5309828
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Houtstad-IJlst
|
Houtstad-IJlst
|
Houtstad-IJlst is een museum en houtwerkplaats in de Friese stad IJlst.
Geschiedenis
Stichting Museum en Werkplaats Houtstad IJlst werd opgericht op 5 februari 2015. Het museum werd gebouwd naar een ontwerp van architect Haiko Meijer van architectenbureau Onix NL. Het gebouw won in 2018 de Vredeman de Vries Prijs voor Architectuur. De buitenzijde van de houten kubusconstructie is gemaakt van Russische lariks en de binnenzijde van Duits vurenhout. De officiële opening was op 21 april 2018. Het werd gebouwd aan de zuidzijde van houtzaagmolen De Rat.
Collectie
De collectie Nooitgedagt (schaatsen, gereedschap en speelgoed) is in 2018 ondergebracht in het museum. De voormalige zaagraammachine van de firma Oppedijk. In het museum toont een maquette de stad IJlst in het jaar 1664.
Zie ook
Lijst van musea in Friesland
Externe link
Website van Houtstad-IJlst
IJlst
Museum in Súdwest-Fryslân
|
Collectie
De collectie Nooitgedagt (schaatsen, gereedschap en speelgoed) is in 2018 ondergebracht in het museum. De voormalige zaagraammachine van de firma Oppedijk. In het museum toont een maquette de stad IJlst in het jaar 1664.
| 1 |
gereedschap, hulpmiddel, werktuig
|
10,418 |
QuantitativeValueDistribution
|
155105
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Interkwartielafstand
|
Interkwartielafstand
|
In de statistiek is de interkwartielafstand het verschil tussen het eerste en derde kwartiel, dus .
Het eerste kwartiel () is de getalswaarde die de laagste 25% van de getalswaarden onderscheidt van de hogere waarden, ook wel 25e percentiel genoemd. Het derde kwartiel () is de getalswaarde die de hoogste 25% van de getalswaarden onderscheidt van de lagere waarden (ook wel 75e percentiel genoemd)
De interkwartielafstand is een maat voor de spreiding van een verdeling, dus de mate waarin de waarden onderling verschillen.
Voorbeeld
{| style="text-align:right;" |
| || ||
|-
| style="border-bottom:1px solid;" colspan="6" |
|-
| 1 || ||102
|-
| 2 || ||104
|-
| 3 || ||105 || ----
| align="left" | het eerste kwartiel,
|
|-
| 4 || ||106
|-
| 5 || ||108
|-
| 6 || ||109 || ----
| align="left" | het tweede kwartiel,
| || (mediaan)
|-
| 7 || ||110
|-
| 8 || ||112
|-
| 9 || ||115 || ----
| align="left" | het derde kwartiel,
|
|-
| 10 || ||115
|-
| 11 || ||118
|-
| style="border-bottom:1px solid;" colspan="6" |
|}
In dit voorbeeld is de interkwartielafstand .
Statistiek
|
Het eerste kwartiel () is de getalswaarde die de laagste 25% van de getalswaarden onderscheidt van de hogere waarden, ook wel 25e percentiel genoemd. Het derde kwartiel () is de getalswaarde die de hoogste 25% van de getalswaarden onderscheidt van de lagere waarden (ook wel 75e percentiel genoemd)
| 2 |
statistische verdeling, kwantitatieve waarde, percentiel
|
4,923 |
PriceSpecification
|
5199401
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Revolut
|
Revolut
|
Revolut is een in Litouwen gevestigde internationale bank, die zich richt op inwoners van de eurozone. Het biedt via een betaalapp bankdiensten met een fysieke of virtuele betaalkaart.
Historie
Revolut is in juli 2015 gelanceerd met als doel de transactiekosten op betalingen in een vreemde valuta te verlagen door interbancaire valutakoersen aan te bieden.
Sinds december 2017 is het mogelijk om in de app cryptogeld (Bitcoin, Ethereum en Litecoin) te kopen, verkopen, versturen en ontvangen.
In december 2018 kondigde de Bank van Litouwen aan dat Revolut een Europese banklicentie heeft verkregen, met het doel om binnenkort spaar- en kredietdiensten te kunnen aanbieden.
Op 3 september werd het mogelijk om met Revolut via Apple Pay op een geschikte iPhone of Apple Watch te betalen in Nederland.
Sinds januari 2022 is Revolut een bank in 10 extra SEPA landen: Nederland, België, Denemarken, Finland, Duitsland, IJsland, Liechtenstein, Luxemburg, Spanje en Zweden. Daarmee komt het totaal aan Europese landen van Revolut als bank op 28.
Sinds juli 2023 heeft Revolut 30 miljoen klanten in 37 landen.
Sinds augustus 2023 is Revolut begonnen met het migreren van Litouwse rekeningnummers voor Nederlandse klanten, naar Nederlandse IBAN's.
Externe link
Officiële website
Britse bank
|
Historie
Revolut is in juli 2015 gelanceerd met als doel de transactiekosten op betalingen in een vreemde valuta te verlagen door interbancaire valutakoersen aan te bieden.
| 2 |
prijsbereik, prijsstructuur, valuta
|
2,055 |
Movie
|
295635
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Godfather%20Part%20II
|
The Godfather Part II
|
The Godfather Part II is een Amerikaanse speelfilm uit 1974 van regisseur Francis Ford Coppola. De film is zowel een vervolg als een prequel op The Godfather (1972); het toont parallel het leven van maffiabaas Michael Corleone na de gebeurtenissen in de eerste film en een tweede verhaallijn over de jonge jaren van zijn vader, Vito Corleone. In 1990 kreeg de film een vervolg, The Godfather Part III. Hoofdrollen worden onder andere gespeeld door Al Pacino, Robert De Niro, Robert Duvall, Diane Keaton, John Cazale, Talia Shire, Lee Strasberg en Michael V. Gazzo.
The Godfather: Part II staat in de top vijf beste films in de Internet Movie Database. Het American Film Institute plaatste hem in een lijst van beste films op de 32ste plaats. The Godfather Part II werd genomineerd voor elf Academy Awards en won er zes, waaronder die voor Beste Film, Beste Regie en Beste Mannelijke Bijrol (voor De Niro). Het was daarmee de eerste vervolgfilm die de Academy Award voor Beste Film won.
Verhaal
The Godfather Part II vertelt twee parallelle verhaallijnen. Een verhaal vervolgt de eerste film en volgt het leven van Michael Corleone, eind jaren vijftig, nadat hij hoofd is geworden van een maffiafamilie. De ander is een serie flashbacks over zijn vader, Vito Corleone, van zijn jeugd in Sicilië tot de stichting van die familie in New York, tussen 1917 en 1925.
De film begint in 1901 in Corleone, Sicilië, waar de negenjarige Vito Andolini moet ontsnappen aan de mannen van Don Ciccio, de plaatselijke maffiabaas die Vito's gehele familie heeft laten vermoorden. Hij wordt door bekenden het dorp uitgesmokkeld en belandt op een schip naar New York. Aangekomen op Ellis Island registreert iemand van de immigratiedienst hem als "Vito Corleone", in de veronderstelling dat zijn woonplaats zijn achternaam is.
De film gaat verder naar de jaren vijftig. Michael Corleone is de Don van de familie Corleone. De familie woont inmiddels in een woning bij Lake Tahoe, Nevada, vanwaar hij probeert het zakenimperium van de familie te verplaatsen van de misdaad naar de gokindustrie van Las Vegas. Tijdens de viering van de eerste communie van zijn zoontje ontvangt hij onder andere senator Pat Geary, die hen probeert af te persen, Johnny Ola, de rechterhand van de joodse gangster Hyman Roth, die de familie lijkt te steunen, en Frank Pentangeli, die het territorium van de overleden caporegime Clemenza probeert over te nemen, maar wordt tegengewerkt door de broers Rosato, die worden gesteund door Roth. Pentangeli wil dat de Rosato's worden gedood, maar Michael weigert. Die nacht wordt er een aanslag gepleegd op Michael. Hij vermoedt dat een van zijn naasten verantwoordelijk is voor de aanslag en besluit te vertrekken. Tom Hagen, zijn consigliere en advocaat, krijgt de opdracht om de familie te beschermen.
In 1917 probeert Vito ondertussen een leven op te bouwen als kruidenier in Little Italy. De wijk waarin hij woont wordt geregeerd door Don Fabrizio Fanucci, die de plaatselijke bedrijfjes hardhandig afperst in ruil voor bescherming. Die nacht vraagt zijn buurman Clemenza hem enkele wapens te verbergen. Later plegen zij hun eerste gezamenlijke misdaad: het stelen van een duur tapijt.
Michael ontmoet Roth in Florida, en vertelt hem dat hij denkt dat Pentangeli achter de aanslag zit, en dat hij daarvoor zal boeten. Hij reist daarna door naar Brooklyn om daar Pentangeli te ontmoeten. Tegen hem vertelt Michael dat juist Roth achter de aanslag zit, en dat hij een plan heeft om hem uit te schakelen, maar daarvoor moet Pentangeli wel hulp zoeken bij de Rosato's. Tijdens zijn bezoek aan de Rosato's wordt Pentangeli echter aangevallen en voor dood achtergelaten, terwijl zijn bodyguard, Willi Cicci, gewond raakt. Ondertussen heeft Hagen loyaliteit afgedwongen bij Geary, door hem verantwoordelijk te laten lijken voor de dood van een prostituee in het bordeel van Michaels broer Fredo.
In Havana, Cuba ontmoet Michael Ola en Roth opnieuw. Zijn broer Fredo, die Havana goed kent, arriveert later. Michael is ervan overtuigd dat Ola en Roth achter de aanslag zitten en spreekt met zijn broer over hen. Die zegt ze niet te kennen, maar spreekt zichzelf later tegen. Michael beseft hierdoor dat zijn eigen broer hem heeft verraden. Die avond wordt Ola gewurgd, maar Roth weet te ontkomen door een ziekenhuisopname. De Cubaanse Revolutie breekt uit en de Corleones en hun gasten vluchten naar de VS. Fredo rent tijdens de vlucht weg van zijn broer, om zich te verbergen in New York. Aangekomen in Las Vegas hoort Michael van Hagen dat Roth bijkomt van een beroerte in Miami en dat zijn vrouw Kay (Diane Keaton) een miskraam heeft gehad.
Ondertussen ontdekt Don Fanucci in 1917 de zaken tussen Vito, Clemenza en Salvatore Tessio, en eist een deel. Dankzij Vito hoeven ze echter slechts een zesde deel te betalen van het bedrag dat Don Fanucci in eerste instantie eist. Tijdens een festa vermoordt Vito Don Fanucci. Hiermee verdient hij het respect van de buurt, en begint hij te beslissen in lokale disputen. Hij werkt vanuit de pui van zijn winkel, de Genco Olive Oil Company.
In Washington D.C. heeft een commissie van de Senaat een onderzoek ingesteld naar Michael en de familie Corleone. Geary is lid van deze commissie. Ze ondervragen Cicci, maar doordat deze nooit direct van de Don opdrachten gekregen heeft is zijn verklaring niet belastend genoeg. Michael daagt de commissie uit een getuige te vinden die de beschuldigingen tegen hem kan bevestigen. De voorzitter belooft met een getuige te komen die precies dat zal doen. Ze vinden hem in de persoon van Frank Pentangeli, die wel direct met de Don omging. Hij maakt een deal met de FBI en zal tegen hem getuigen.
Fredo is ondertussen gevonden en legt zijn verraad aan Michael uit. Hij voelde zich gepasseerd doordat zijn jongere broer familiehoofd werd, en wilde respect. Hij wist echter niet dat Roth van plan was hem te vermoorden. Michael breekt hierop alle banden met zijn broer: You're nothing to me now. Not a brother, not a friend, nothing. Hij geeft vervolgens aan zijn caporegime Al Neri instructies om Fredo te laten leven zolang hun moeder nog in leven is.
Tijdens de hoorzitting, waarin Pentangeli zou getuigen, neemt Michael plaats met Pentangeli's broer aan zijn zijde. Hierop komt Pentangeli volledig terug op zijn woorden, en zweert hij dat hij enkel aan de FBI vertelde wat ze wilde horen. Met niemand om een getuigenis af te leggen tegen Michael, wordt de commissie verdaagd. Na de zitting probeert Kay Michael met de kinderen te verlaten. Michael probeert haar eerst te vertederen. Hij verliest echter zijn kalmte en slaat haar, wanneer zij onthult dat haar miskraam eigenlijk een abortus was, die zij had gepleegd omdat zij niet nog een kind in Michaels criminele familie wilde brengen.
Tijdens een bezoek aan Sicilië in de jaren twintig ontmoet Vito de man van wie hij de olijfolie importeert. Het blijkt de verouderde Don Ciccio te zijn, en Vito wreekt de dood van zijn vader, moeder en broer door met een groot mes de buik van de man open te snijden.
De familie Corleone wordt weer herenigd door de dood van Carmella Corleone, Vito's weduwe. Michael ontwijkt Fredo nog steeds, maar lijkt zich uiteindelijk met hem te verzoenen. Onder toezicht van Michaels zus Connie bezoekt Kay haar kinderen, maar ze blijft te lang. Zodra Michael aankomt, gooit hij de deur voor haar neus dicht.
Er volgt een montagesequentie van verscheidene aanslagen en sterfscènes, net als in de eerste film. Hyman Roth wordt op het vliegveld, waar hij in hechtenis zou worden genomen, vermoord door een handlanger van de Corleones die vermomd is als journalist, die op zijn beurt weer wordt neergeschoten. Frank Pentangeli, die in opdracht van Tom Hagen zelfmoord moest plegen, wordt dood in een bad gevonden met overgesneden polsen. En uiteindelijk wordt Fredo in een vissersbootje op Lake Tahoe vermoord door Al Neri.
Hierna volgt een laatste flashback naar 1941, waarin de familie zich voorbereidt op een verrassingsfeest voor Don Vito. Terwijl iedereen praat over de recente aanval op Pearl Harbor, verrast Michael iedereen door aan te kondigen dat hij zich heeft ingeschreven bij de mariniers. De familie reageert boos (omdat zijn vader met hem grote plannen had), met uitzondering van Fredo, die zijn broers beslissing steunt. Als Vito aankomt, vertrekt iedereen behalve Michael om hem te groeten.
Op het einde van de film zit Michael alleen en stil in zijn woning bij Lake Tahoe.
Rolverdeling
|-
| || Don Michael Corleone || nominatie Oscar beste mannelijke hoofdrol
|-
| || Tom Hagen ||
|-
| || Kay Adams-Corleone ||
|-
| || Vito Corleone || Oscar beste mannelijke bijrol
|-
| || Frederico "Fredo" Corleone ||
|-
| || Constanzia "Connie" Corleone || nominatie Oscar beste vrouwelijke bijrol
|-
| || Hyman Roth || nominatie Oscar beste mannelijke bijrol
|-
| || Frank Pentangeli || nominatie Oscar beste mannelijke bijrol
|-
| || senator Pat Geary ||
|-
| || Al Neri ||
|-
| || Don Fabrizio Fanucci ||
|-
| || Rocco Lampone ||
|-
| || jonge Peter Clemenza ||
|-
| || Genco Abbandando ||
|-
| || jonge Carmela Corleone ||
|-
| || Carmela "Mama" Corleone ||
|-
| || Deanna Dunn-Corleone ||
|-
| || signor Roberto ||
|-
| || Johnny Ola ||
|-
| || Michael's lijfwacht ||
|-
| || Merle Johnson ||
|-
| || jonge Salvatore Tessio ||
|-
| || Willi Cicci ||
|-
| || Don Francesco Ciccio ||
|-
| || Tony Rosato ||
|-
| || Santino "Sonny" Corleone ||
|}
Ontstaan
Al ten tijde van het filmen van The Godfather werden plannen gemaakt voor een vervolg. Na het succes van de eerste film benaderde Paramount Francis Ford Coppola opnieuw als regisseur, maar Coppola had slechte herinneringen aan het filmen van The Godfather. Paramount had namelijk regelmatig op het punt gestaan hem te ontslaan. Hij stelde aan Paramount voor om Martin Scorsese, toen nog een opkomend talent en vriend van Coppola, aan te nemen als regisseur. Coppola wilde wel de functie van producent vervullen. De studio weigerde echter. Coppola stelde toen voor om zelf de regie op zich te nemen, op enige voorwaarden. De film moest onderling verbonden zijn met zijn voorganger, zodat ze later samen kunnen worden vertoond, en hij mocht drie van zijn eigen projecten uitvoeren: de regie van zijn eigen script van The Conversation, de regie van een productie van het San Francisco Opera en het schrijven van het script voor The Great Gatsby.
Coppola schreef samen met Mario Puzo het script. Het verhaal van de jonge Vito Corleone was gebaseerd op de originele roman van Puzo. Het verhaal van Michael Corleone was echter geschreven voor de film.
Het filmen duurde van 1 oktober 1973 tot 19 juni 1974. Het was de laatste film in de Verenigde Staten die werd geschoten in Technicolor.
Ontvangst en opbrengst
De film ging op 12 december 1974 in New York in première. De film bracht uiteindelijk $57,3 miljoen op in de Verenigde Staten.
De film kreeg bij de première lovende recensies. Veel critici noemden de film even goed, misschien zelfs beter dan zijn voorganger.
The Godfather: Part II wordt tegenwoordig gezien als een van de beste films aller tijden. Entertainment Weekly plaatste het op nummer zeven, terwijl de American Film Institute hem in 2007 op de 32ste plaats zette. In de Top 250 Beste Films van de Internet Movie Database staat de film in de top vijf. De zin "Keep your friends close, but your enemies closer" werd door het American Film Institute geplaatst op nr. 58 op hun lijst van beste filmcitaten.
In 1994 werd de film opgenomen in de U.S. National Film Registry.
Prijzen en nominaties
Academy Awards 1975
The Godfather: Part II was genomineerd voor elf Oscars, waaronder vijf voor de acteurs. Uiteindelijk won hij er zes. Twee van de winnaars, Robert De Niro (Beste Mannelijke Bijrol) en Nino Rota (Beste Originele Dramatische Muziek) waren niet aanwezig bij de uitreiking.
The Godfather: Part II was de eerste vervolgfilm die de Academy Award voor Beste Film won. Francis Ford Coppola was dat jaar tevens genomineerd voor The Conversation. Het was de tweede keer in de geschiedenis dat twee films van dezelfde regisseur waren genomineerd voor de Academy Award voor Beste Film. Alfred Hitchcock was in 1941 de eerste. De enige regisseur die sindsdien dezelfde eer wist te behalen, was Steven Soderbergh in 2000.
Beste Film - Francis Ford Coppola, Gray Frederickson & Fred Roos (gewonnen)
Beste Regie - Francis Ford Coppola (gewonnen)
Beste Mannelijke Bijrol - Robert De Niro (gewonnen)
Beste Bewerkte Scenario - Francis Ford Coppola & Mario Puzo (gewonnen)
Beste Originele Dramatische Muziek - Carmine Coppola & Nino Rota (gewonnen)
Beste Artdirection - Dean Tavoularis, Angelo P. Graham & George R. Nelson (gewonnen)
Beste Mannelijke Hoofdrol - Al Pacino (genomineerd)
Beste Mannelijke Bijrol - Michael V. Gazzo (genomineerd)
Beste Mannelijke Bijrol - Lee Strasberg (genomineerd)
Beste Vrouwelijke Bijrol - Talia Shire (genomineerd)
Beste Kostuumontwerp - Theadora Van Runkle (genomineerd)
BAFTA's
Beste Acteur - Al Pacino (gewonnen)
Anthony Asquith Award voor Beste Filmmuziek - Nino Rota (genomineerd)
Beste Montage - Peter Zinner, Barry Malkin & Richard Marks (genomineerd)
Meest Veelbelovende Nieuwkomer - Robert De Niro (genomineerd)
Golden Globes
Beste Film, Drama (genomineerd)
Beste Filmregie - Francis Ford Coppola (genomineerd)
Beste Filmacteur, Drama - Al Pacino (genomineerd)
Best Filmscript - Francis Ford Coppola & Mario Puzo (genomineerd)
Beste Originele Score - Nino Rota (genomineerd)
Meest Veelbelovende Nieuwkomer, Man - Lee Strasberg (genomineerd)
Externe links
The Godfather Wiki
The Godfather Part II op allmovie.com
The Godfather Part II op Rotten Tomatoes
Film uit 1974
Amerikaanse film
Dramafilm
Maffiafilm
Boekverfilming
De peetvader
Film van Paramount Pictures
Film van Francis Ford Coppola
Film in het National Film Registry
|
Film uit 1974
Amerikaanse film
Dramafilm
Maffiafilm
Boekverfilming
De peetvader
Film van Paramount Pictures
Film van Francis Ford Coppola
Film in het National Film Registry
| 9 |
film, bioscoopfilm, speelfilm
|
1,718 |
WPAdBlock
|
5682213
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Falkon
|
Falkon
|
Falkon (tot 2018: QupZilla) is een vrije en opensource webbrowser. De browser wordt aangedreven door QtWebEngine, een door Qt aangedreven versie van Blink (bekend als layout-engine van Chromium en Google Chrome). Falkon is samen met webbrowser Konqueror onderdeel van het KDE-project.
Falkon is de standaardbrowser in onder meer de Linux-distributies KaOS en openMandriva.
Functies
Falkon wordt met diverse browser- en pictogramthema's geleverd, waaronder thema's die de browser integreren met Windows en op Qt gebaseerde Linux-werkomgevingen. Ook kunnen gebruikers eigen thema's maken. Verder bevat Falkon standaardfuncties, zoals ondersteuning voor geschiedenis en bladwijzers en het maken van een schermafdruk van een gehele webpagina, maar ook minder gebruikelijke functies, zoals ondersteuning voor het lezen van en abonneren op RSS-feeds vanuit de browser, een snelkiezer met favoriete bladwijzers op nieuwe tabbladen en de mogelijkheid om verticale tabbladen aan de linkerzijde van het scherm te gebruiken. Falkon wordt tevens geleverd met een ingebouwde advertentieblokkeerder die compatibel is met AdBlock Plus en een gebruikersscriptbeheerder die compatibel is met Greasemonkey.
Falkon maakt gebruik van de Qt-toolkit en de mogelijkheid voor ontwikkelaars om uitbreidingen te maken en voor gebruikers om deze te installeren.
Geschiedenis
De oorspronkelijke ontwikkelaar, David Rosca, begon het project in 2010 als onderzoeksproject. De eerste versie, geschreven in Python (met behulp van PyQt), werd in december 2010 uitgebracht. In 2011 werd de broncode herschreven in C++ en het doel verlegd van onderzoeksproject naar het maken van een daadwerkelijke webbrowser voor dagelijks gebruik, met ondersteuning voor meerdere besturingssystemen en werkomgevingen, waaronder Microsoft Windows, GNOME en KDE Plasma. Als layout-engine werd QtWebKit gekozen. Tot en met versie 1.6.6 (mei 2014) werd Windows 2000 nog ondersteund.
Op 30 maart 2016 verscheen QupZilla 2.0. In deze versie werd layout-engine QtWebKit verruild voor QtWebEngine.
Op 10 augustus 2017 kondigde David Rosca in een blogpost aan dat QupZilla onderdeel van KDE was geworden. Na versie 2.2 kreeg QupZilla een nieuwe naam: Falkon. Hierdoor kreeg KDE voor het eerst in jaren weer een moderne webbrowser naast Konqueror, nadat in 2014 de ontwikkeling van beoogd opvolger Rekonq stopgezet was.
Falkon 3.0.1 was korte tijd de standaardbrowser in de bètaversie van Lubuntu 18.10, maar werd nog voor de stabiele uitgave vervangen door Mozilla Firefox.
Falkon 3.2.0 werd op 31 januari 2022 uitgebracht.
Op 14 februari 2022 begon Falkon met voorbereidingen voor opname in KDE Gear (KDE's programmasuite) door hetzelfde versienummer aan te nemen. De eerste versie als onderdeel van KDE Gear, versie 22.04, verscheen op 21 april 2022. Officiële uitgaven worden voortaan aangekondigd op de KDE-nieuwswebsite in plaats van de officiële Falkon-website.
Op 8 september 2022 verscheen versie 22.08.1.
Zie ook
Konqueror (KDE's andere webbrowser)
Angelfish (KDE's mobiele webbrowser)
Lijst van opensourcesoftware
Lijst van webbrowsers
Externe links
Projectpagina
Officiële webpagina
Uitbreidingenpagina
Voormalige QupZilla-website
Bronnen en referenties
KDE
Opensourcesoftware en vrije software
Software geschreven in C++
Webbrowser
|
Functies
Falkon wordt met diverse browser- en pictogramthema's geleverd, waaronder thema's die de browser integreren met Windows en op Qt gebaseerde Linux-werkomgevingen. Ook kunnen gebruikers eigen thema's maken. Verder bevat Falkon standaardfuncties, zoals ondersteuning voor geschiedenis en bladwijzers en het maken van een schermafdruk van een gehele webpagina, maar ook minder gebruikelijke functies, zoals ondersteuning voor het lezen van en abonneren op RSS-feeds vanuit de browser, een snelkiezer met favoriete bladwijzers op nieuwe tabbladen en de mogelijkheid om verticale tabbladen aan de linkerzijde van het scherm te gebruiken. Falkon wordt tevens geleverd met een ingebouwde advertentieblokkeerder die compatibel is met AdBlock Plus en een gebruikersscriptbeheerder die compatibel is met Greasemonkey.
| 1 |
advertentieblok, webpagina-element, reclameafdeling
|
8,299 |
ElementarySchool
|
1206999
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Acton%20Vale
|
Acton Vale
|
Acton Vale is een stad (ville) in de Canadese provincie Quebec. De stad is in 1862 opgericht en heeft 7664 inwoners (peildatum 2011). In de regio liggen de steden Saint-Théodore d'Acton, Upton, Sainte-Christine en Roxton.
"La Pensée de Bagot" is de gemeentelijke krant.
Onderwijs
De stad heeft vijf scholen onder de leiding van schoolcommissaris Jacques Favreau.
School Sacré-Coeur (kleuterschool)
School Saint-André (basisschool)
School Roger-Labrèque (basisschool)
School Robert-Ouimet (voortgezet onderwijs)
Opleidingscentrum voor volwassenen
Lijst van burgemeesters
Éric Charbonneau (2009 - )
Juliette Dupuis (2005 - 2009)
Maurice Coutu (2001-2005)
Anatole Bergeron (1993-2001)
Gaston Gigère (????-1993)
Roger Labrèque (1974-1986)
Henri Boisvert (1966-1974)
J.Edmour Gagnon (1963-1966)
Lucien Désautels (1962-1963)
Roger Labrèque (1948-1962)
J.W. Cantin (1942-1948)
J. Antonio Leclerc (1940-1942)
Dr Philippe Adam (1934-1940)
Ernest Boisvert (1932-1933)
Auray Fontaine (1928-1932)
Ernest Boisvert (1926-1928)
Auray Fontaine (1924-1926)
Dr. Léon Gauthier (1922-1924)
J.E. Marcile (1918-1922)
Dr. F.H. Daigneault (1916-1918)
Charles Viens (1915-1916)
David Lemay (1914-1915)
Dr. F.H. Daigneault (1905-1914)
Pierre Guertin (1902-1905)
Georges Deslandes (1901-1902)
J.E. Marcile (1900-1901)
Milton McDonald (1897-1900)
Auguste Dalpé (1896-1897)
Alfred St-Amour (1895-1896)
Pierre Guertin (1893-1895)
Alfred St-Amour (1891-1893)
Charles Roscony (1881-1891)
N.H Dubois (1880-1881)
Charles Roscony (1872-1880)
Jérémie Morrier (1870-1872)
J.A. Cushing (1868-1870)
Charles F. McCallum (1866-1868)
Jérémie Morrier (1864-1866)
A.H. Dubrule (1863-1864)
J.A. Cushing (1861-1863)
Godsdienst
De stad van Acton Vale telt verscheidene plaatsen van verering;
Rooms-katholieke kerk
Kerk Doopsgezinde Evangelist
De Anglicaan van de kerk
Zaal van het Koninkrijk
Externe link
Officiële website
Stad in Quebec
|
Onderwijs
De stad heeft vijf scholen onder de leiding van schoolcommissaris Jacques Favreau.
School Sacré-Coeur (kleuterschool)
School Saint-André (basisschool)
School Roger-Labrèque (basisschool)
School Robert-Ouimet (voortgezet onderwijs)
Opleidingscentrum voor volwassenen
| 2 |
basisschool, lagere school, primair onderwijs
|
2,902 |
AutoRepair
|
3913188
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gillis%20van%20Ledenberchstraat
|
Gillis van Ledenberchstraat
|
De Gillis van Ledenberchstraat is een straat in de Frederik Hendrikbuurt in Amsterdam-West. De straat is per raadsbesluit van 18 juli 1919 vernoemd naar Gilles van Leedenberch, griffier van de staten van Utrecht (1550-1618) en medestander van Johan van Oldenbarnevelt, die door Prins Maurits gevangengezet was.
Geschiedenis
De straat is sedert 1897 in gebruik als woonstraat en had oorspronkelijk ook de naam Tweede Hugo de Grootdwarsstraat (raadsbesluiten van 13 oktober 1897 en 1 september 1908). Voor die tijd was de aan de Kostverlorenvaart gelegen straat bekend als de Achterweg van de Zaagmolenbuurt. De Zaagmolenbuurt was eeuwenlang in gebruik als industriegebied voor de stad. Er stond een groot aantal houtzaagmolens, waarvan anno 2022 alleen nog de molen De Otter over is. De andere molens, zoals De Jager, Het Luipaard, De Oranjeboom, De Windhond en De Buis, zijn goeddeels tussen 1880 en 1890 gesloopt. De houtindustrie is tot in de 21e eeuw gebleven: op het terrein van De Otter bevond zich tot 2005 de houthandel van de firma G.T. van der Bijl, die daar sedert 1832 had gezeten.
Vandaag
De buurt is aan het begin van de 21e eeuw sterk aan gentrificatie onderhevig: de meeste overgebleven industrie is verdwenen en vervangen door luxeappartementen. Een blikvanger zijn de peperdure waterappartementen met een inpandige haven.
Een andere blikvanger was de in 2020 verdwenen autogarage die alleen auto's van het type Citroën DS repareerde.
Straat in Amsterdam-West
|
Een andere blikvanger was de in 2020 verdwenen autogarage die alleen auto's van het type Citroën DS repareerde.
| 1 |
autogarage, autoreparatie, voertuigonderhoud
|
2,445 |
DaySpa
|
727139
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stroombroek%20%28bungalowpark%29
|
Stroombroek (bungalowpark)
|
Stroombroek is een grootschalig bungalowpark in neo-Griekse stijl gelegen juist ten noorden van het Gelderse Braamt, gemeente Montferland.
Het park ligt aan de recreatieplas Stroombroek, in de volksmond ook wel het Braamtse Gat genoemd. Het park maakt deel uit van de keten Landal GreenParks. Bij het bungalowpark ligt ook een wellnesscentrum (Palestra).
Claudia Melchers, dochter van de miljonair Hans Melchers werd gedurende haar ontvoering in 2005 enkele dagen op dit park gevangengehouden.
Montferland (gemeente)
|
Het park ligt aan de recreatieplas Stroombroek, in de volksmond ook wel het Braamtse Gat genoemd. Het park maakt deel uit van de keten Landal GreenParks. Bij het bungalowpark ligt ook een wellnesscentrum (Palestra).
| 1 |
dagspa, wellnesscentrum, schoonheidsbehandeling
|
12,309 |
Room
|
1307165
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/KattenKabinet
|
KattenKabinet
|
Het KattenKabinet is een kunstmuseum in Amsterdam geheel gewijd aan katten. De collectie omvat schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken en andere kunstwerken van katten, waaronder werk van Picasso, Rembrandt, Toulouse-Lautrec, Corneille, Sal Meijer, Théophile Steinlen en Jože Ciuha. Het museum organiseert tijdelijke tentoonstellingen.
Het museum bevindt zich op de bel-etage van het grachtenpand aan Herengracht 497, in de Gouden Bocht. Het pand en het naastgelegen huis aan Herengracht 499 werden gebouwd in 1667 voor de broers Willem en Adriaen van Loon.
Door loting kreeg Willem nummer 497 toegewezen. Later woonde Jan Calkoen er als burgemeester van Amsterdam. Toen Engelbert van Berckel, pensionaris van Amsterdam, hier woonde werd hij bezocht door de Amerikaanse ambassadeur en latere president John Adams.
In 1985 werd het pand gerestaureerd en in 1990 werd de bel-etage ingericht als het KattenKabinet door Bob Meijer, ter nagedachtenis aan zijn rode kater John Pierpont Morgan.
Het museum heeft vijf stijlkamers en een stijltuin met tuinhuis die doorloopt tot aan de Reguliersdwarsstraat.
Afbeeldingen
Externe links
Website van het KattenKabinet
Kunstmuseum in Amsterdam
Kat
Bouwwerk in Amsterdam-Centrum
|
Het museum heeft vijf stijlkamers en een stijltuin met tuinhuis die doorloopt tot aan de Reguliersdwarsstraat.
| 1 |
kamer, ruimte, verblijfsruimte
|
6,040 |
BoardingPolicyType
|
4794553
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Allegiant%20Air
|
Allegiant Air
|
Allegiant Air is een lagekostenluchtvaartmaatschappij uit de Verenigde Staten. Allegiant Air werd opgericht in 1997 en begon met de eerste vluchten in 1999 vanuit Fresno met gebruikte vliegtuigen van het type Douglas DC-9.
in 2000 ging Allegiant Air failliet, er werd een doorstart gemaakt onder leiding van de nieuwe Bestuursvoorzitter Maurice J. Gallagher. Sindsdien heeft Allegiant Air zijn thuisbasis in Las Vegas (Nevada). Allegiant Air concentreert zich voornamelijk op routes die niet worden bediend of slechts door kleine vliegtuigen van de andere grote Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. De DC-9 vloot werd vervangen door gebruikte McDonnell Douglas MD-80
Begin maart 2010 kondigde Allegiant Air aan, dat het tot aan 2012 in totaal zes Boeing 757-200 vliegtuigen van de Europese luchtvaartmaatschappij Thomson Airways zou overnemen die vooral op nieuw te beginnen routes naar Hawaï worden gebruikt. Voor deze vliegtuigen had men ETOPS-toestemming nodig.
Luchtvloot
Amerikaanse luchtvaartmaatschappij
Noord-Amerikaanse lagekostenluchtvaartmaatschappij
Economie van Nevada
Las Vegas
|
in 2000 ging Allegiant Air failliet, er werd een doorstart gemaakt onder leiding van de nieuwe Bestuursvoorzitter Maurice J. Gallagher. Sindsdien heeft Allegiant Air zijn thuisbasis in Las Vegas (Nevada). Allegiant Air concentreert zich voornamelijk op routes die niet worden bediend of slechts door kleine vliegtuigen van de andere grote Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. De DC-9 vloot werd vervangen door gebruikte McDonnell Douglas MD-80
Begin maart 2010 kondigde Allegiant Air aan, dat het tot aan 2012 in totaal zes Boeing 757-200 vliegtuigen van de Europese luchtvaartmaatschappij Thomson Airways zou overnemen die vooral op nieuw te beginnen routes naar Hawaï worden gebruikt. Voor deze vliegtuigen had men ETOPS-toestemming nodig.
| 2 |
instapbeleid, luchtvaartmaatschappij, instapprocedure
|
7,794 |
LiquorStore
|
4066749
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zuiderzeetramweg
|
Zuiderzeetramweg
|
De Zuiderzeetramweg was een stoomtramlijn op normaalspoor van Hattemerbroek via Elburg naar Nunspeet met een zijtak van Wezep naar De Zande, die van 1908 tot 1931 in bedrijf is geweest.
Lijnen
De NCS kreeg in 1907 de concessie. Zij voerde deze concessie uit middels haar dochter NBM.
In 1908 werd de tramlijn Nunspeet - Hattemerbroek geopend. In Nunspeet was er een aansluiting op de spoorlijn Utrecht - Kampen, ook van de NCS. In Elburg was de remise van de tramlijn. Hier doorsneed de lijn de wallen van het stadje. Bij IJsselvliedt takte de in 1914 geopende zijlijn Wezep - De Zande af om bij stopplaats De Zande aan te sluiten op de spoorlijn Hattem - Kampen Zuid. Vanaf Hattemerbroek volgde de tram weer de spoorlijn Utrecht - Kampen tot aan station Zwolle.
Exploitatie
De lijn kwam in de eerste vijf jaren uit de kosten maar dat ontwikkelde zich daarna negatief. Na 1915 werd er verlies gemaakt. In 1919 werd de exploitatie samen met de andere lijnen van de NCS overgenomen door SS. In de jaren 20 ging het vervoer achteruit. De lijn naar Kampen Zuid was altijd sterk verliesgevend geweest. In 1931 werd de Zuiderzeetramweg dan ook opgeheven. De verbinding naar verffabriek de Veluwe in Nunspeet bleef daarna voortbestaan als bedrijfsraccordement.
Materieel
De locomotieven NCS 1-5 waren gebouwd door Backer en Rueb in 1908 en hadden het uiterlijk van de klassieke tramlocomotieven van deze fabrikant met hun over de hele locomotief gebouwde kast. Ze behoorden tot grotere exemplaren van dit type. Ze kregen na de overname in 1919 van de exploitatie door SS van de NCS-lijnen de nummers 26-30 en bij NS hadden ze nummers 41-45.
Locomotief NCS 6 was gebouwd door Hohenzollern. Deze kende al enige geschiedenis voordat de machine bij de Zuiderzeetram terechtkwam. Hij was gebouwd als vuurloos stoommotorrijtuig bij de paardentramlijn Utrecht – Zeist, waar de NCS het in 1903 als proef in dienst stelde. Het onderstel werd door werkplaats van de NCS in Utrecht verbouwd tot de stoomlocomotief voor de Zuiderzeestoomtram. De locomotief is maar weinig ingezet.
De NCS 7-8 waren gebouwd door Maffei. Het waren locomotieven met een afzonderlijk machinistenhuis en een volbezette oververhitter. Bij SS kregen ze nummers 31-32 en bij NS de nummers 61-62.
De Zuiderzeestoomtram beschikte over negen vierassige rijtuigen waarvan er vier gebouwd waren door De Groot en twee door Allan. Deze rijtuigen waren van de klasse BC (tweede en derde klasse). De drie rijtuigen die gebouwd waren door Van der Zypen & Charlier waren van de klasse C (derde klasse). De lijn had de beschikking over zes twee-assige rijtuigen. Het oudste was gebouwd bij Herbrand in Köln-Deutz en had al de nodige verbouwingen achter de rug toen deze bij de Zuiderzeetram terechtkwam. Daar werd dit nauwelijks gebruikt. De vijf overige zijn gebouwd door Van der Zypen & Charlier in 1908. Zie verder het artikel NCS-rijtuigen voor de Zuiderzeestoomtram.
Daarnaast beschikte de lijn over zes postbagagewagens, tien gesloten goederenwagens, vijftien twee-assige open platte goederenwagens en vijf vierassige open goederenwagens. Ten slotte beschikte de lijn over vijf veewagens.
Overblijfselen
In Elburg zijn bij de ingang van de vesting anno 2022 nog te zien: het voormalige tramstation met daarnaast twee loodsen. De loodsen (links de locomotievenloods, rechts de rijtuigenloods) worden tegenwoordig gebruikt als supermarkt; in het stationsgebouw is onder andere een slijterij gevestigd. In de vesting is nog een keermuur te zien waar de tramlijn ooit de vesting inreed. Ook zijn er nog twee bruggenhoofden in de stadsgracht te zien waar de tramlijn de gracht kruiste. In Oldebroek is het tramstation bewaard gebleven.
Zie ook
NCS-rijtuigen voor de Zuiderzeestoomtram
Tram in Gelderland
Tram in Overijssel
Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij
|
Overblijfselen
In Elburg zijn bij de ingang van de vesting anno 2022 nog te zien: het voormalige tramstation met daarnaast twee loodsen. De loodsen (links de locomotievenloods, rechts de rijtuigenloods) worden tegenwoordig gebruikt als supermarkt; in het stationsgebouw is onder andere een slijterij gevestigd. In de vesting is nog een keermuur te zien waar de tramlijn ooit de vesting inreed. Ook zijn er nog twee bruggenhoofden in de stadsgracht te zien waar de tramlijn de gracht kruiste. In Oldebroek is het tramstation bewaard gebleven.
| 1 |
slijterij, drankwinkel, alcoholwinkel
|
6,870 |
Accommodation
|
1202721
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stopplaats%20Zoutindustrie
|
Stopplaats Zoutindustrie
|
Stopplaats Zoutindustrie was een halte bij Hotel Bad Boekelo aan de voormalige spoorlijn Winterswijk – Neede – Boekelo – Hengelo / Enschede tussen Haaksbergen en Boekelo. De halte werd geopend op 1 september 1918 als overweghalte voor arbeiders van de nabijgelegen zoutfabriek. In 1935 werd de naam van de halte Bad Boekelo. Bij het beëindigen van het personenvervoer op de GOLS-lijnen op 3 oktober 1937 werd de halte gesloten. De Museum Buurtspoorweg, die vanaf augustus 1971 weer regelmatige ritten maakt op het traject (Enschede-Noord) – Boekelo – Haaksbergen heeft de halte weer haar oude naam Zoutindustrie teruggegeven. Ook is er een kruisingspoor aangelegd.
Externe links
Website van de Museum Buurtspoorweg
Zoutindustrie
Verkeer en vervoer in Enschede
Bouwwerk in Enschede
|
Stopplaats Zoutindustrie was een halte bij Hotel Bad Boekelo aan de voormalige spoorlijn Winterswijk – Neede – Boekelo – Hengelo / Enschede tussen Haaksbergen en Boekelo. De halte werd geopend op 1 september 1918 als overweghalte voor arbeiders van de nabijgelegen zoutfabriek. In 1935 werd de naam van de halte Bad Boekelo. Bij het beëindigen van het personenvervoer op de GOLS-lijnen op 3 oktober 1937 werd de halte gesloten. De Museum Buurtspoorweg, die vanaf augustus 1971 weer regelmatige ritten maakt op het traject (Enschede-Noord) – Boekelo – Haaksbergen heeft de halte weer haar oude naam Zoutindustrie teruggegeven. Ook is er een kruisingspoor aangelegd.
| 1 |
hotel, camping, vergaderruimte
|
9,882 |
StructuredValue
|
40766
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Querytaal
|
Querytaal
|
Een querytaal is een taal om query's uit te voeren op een database. Dit kan een platte database, een hiërarchische database, een netwerkdatabase, een relationele database, of een objectgeoriënteerde database zijn.
Zie ook
Er bestaan verschillende soorten querytalen.
De bekendste hiervan is SQL voor het benaderen van relationele databases
De querytalen XQL, XQuery en XPath voor XML-gegevensobjecten
Voor platte tekstbestanden zijn in Unix de gereedschappen grep, sed en awk ingeburgerd. Ze zijn gebaseerd op reguliere expressies en doen vaak dienst als querytaal.
Language Integrated Query (LINQ)
SPARQL voor zoekopdrachten van Sematische Web applicaties.
Computertaal
Dataopslag
|
Zie ook
Er bestaan verschillende soorten querytalen.
De bekendste hiervan is SQL voor het benaderen van relationele databases
De querytalen XQL, XQuery en XPath voor XML-gegevensobjecten
Voor platte tekstbestanden zijn in Unix de gereedschappen grep, sed en awk ingeburgerd. Ze zijn gebaseerd op reguliere expressies en doen vaak dienst als querytaal.
Language Integrated Query (LINQ)
SPARQL voor zoekopdrachten van Sematische Web applicaties.
| 1 |
gestructureerde waarde, complexe structuur, gegevensobject
|
1,431 |
ItemListOrderType
|
733438
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Delftsche%20Studenten%20Hockey%20Club
|
Delftsche Studenten Hockey Club
|
De Delftsche Studenten Hockey Club (DSHC) is een hockeyclub in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Het is een van de oudste hockeyclubs van Nederland en is tevens een ondervereniging van het Delftsch Studenten Corps.
Geschiedenis
DSHC werd opgericht op 20 november 1898 en is daarmee na Amsterdam en Bloemendaal de oudste hockeyclub van Nederland.
Nadat veel mannen in 1939 gemobiliseerd waren, en dus niet konden hockeyen, werd er een nood-competitie georganiseerd die regionaal werd ingedeeld. Zo ontstond een Westelijke afdeling met DSHC, HOC, BMHC, Victoria, HHIJC, TOGO, HDM en LOHC. HDM werd kampioen.
Op 23 oktober 1941 werd een verordening van Seyss-Inquart bekendgemaakt dat joden niet meer lid mochten zijn van niet-joodse verenigingen. Enkele dagen later werd de studentenvereniging in Amsterdam ontbonden, andere universiteiten en hogescholen volgden. Alleen de corpora van Nijmegen, Tilburg en de VU in Amsterdam bleven bestaan. De DSHC trok zich na de bekendmaking van genoemde verordening terug uit de competitie maar deed in de 1945-46 landskampioenschappen weer mee.
Na de oorlog speelde DSHC geen rol van betekenis meer als het om tophockey ging. Dat veranderde in het midden van de jaren 50. Als een van de eerste clubs begon DSHC met het houden van conditietrainingen onder leiding van J. Klein. Deze trainingen begonnen meteen zijn vruchten af te werpen toen direct werd gepromoveerd uit de Tweede klasse naar de Promotieklasse en de Eerste klasse in 1957. In 1958 werd zelfs het landskampioenschap behaald met internationals Gerard Overdijkink en Carel Dekker in de gelederen. DSHC zou nog zeven jaar aaneengesloten in de Eerste klasse verblijven. De mannen degradeerden in 2007 voor het laatst uit de Overgangsklasse.
DSHC heeft ongeveer 300 actieve leden, verdeeld over 11 herenteams en 7 damesteams. Er wordt gespeeld op drie kunstgrasvelden van de sportstichting van de TU Delft. Op dit terrein spelen ook de studentenhockeyverenigingen SVHC Dopie en Scoop Delft. Andere concurrenten uit Delft zijn Hudito en Ring Pass.
Erelijst
Landskampioenschap: Heren (1958)
Externe link
Website DSHC
Hockeyclub in Zuid-Holland
Studentensportvereniging in Delft
|
Nadat veel mannen in 1939 gemobiliseerd waren, en dus niet konden hockeyen, werd er een nood-competitie georganiseerd die regionaal werd ingedeeld. Zo ontstond een Westelijke afdeling met DSHC, HOC, BMHC, Victoria, HHIJC, TOGO, HDM en LOHC. HDM werd kampioen.
Op 23 oktober 1941 werd een verordening van Seyss-Inquart bekendgemaakt dat joden niet meer lid mochten zijn van niet-joodse verenigingen. Enkele dagen later werd de studentenvereniging in Amsterdam ontbonden, andere universiteiten en hogescholen volgden. Alleen de corpora van Nijmegen, Tilburg en de VU in Amsterdam bleven bestaan. De DSHC trok zich na de bekendmaking van genoemde verordening terug uit de competitie maar deed in de 1945-46 landskampioenschappen weer mee.
| 2 |
sorteervolgorde, lijstvolgorde, ordening
|
1,551 |
PoliceStation
|
607095
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bureau%20Kruislaan
|
Bureau Kruislaan
|
Bureau Kruislaan is een Nederlandse politieserie van de VARA die oorspronkelijk werd uitgezonden van 1992 tot 1995.
De serie
Bureau Kruislaan richtte zich op de dagelijkse beslommeringen van een politiebureau in de Amsterdamse wijk Blauwe Zand in Amsterdam-Noord. De Britse serie The Bill diende als basis voor Bureau Kruislaan. De originele scenario's werden vertaald en herschreven door Felix Thijssen en Simon de Waal, die later ook verantwoordelijk zouden zijn voor de scripts van Unit 13. Hoofdrolspelers waren onder anderen Peter Tuinman, Frederik de Groot, Lieneke le Roux en Kees Coolen.
Bureau Kruislaan werd geproduceerd door Endemol in opdracht van VARA, maar er ontstond een conflict tijdens de onderhandelingen in 1994 tussen het omroepbestuur en de producent. Dit had het stopzetten van de serie na het tweede seizoen tot gevolg. VARA besloot voortaan zelf politieseries te maken in plaats van het uit te besteden aan andere partijen. Het eerste resultaat was één seizoen van Kats & Co. In 1995 werden er plannen gemaakt voor Unit 13, de serie waar René Lobo, Peter Tuinman en Frederik de Groot in terugkeerden.
De serie kende twee seizoenen met in totaal 39 afleveringen. De afleveringen van het eerste seizoen (1992-1993) duurden ca. 25 minuten per aflevering, de afleveringen van het tweede seizoen (1995) ongeveer 45 minuten.
In februari 2009 werd het eerste seizoen met 26 afleveringen op dvd uitgebracht. Het tweede seizoen met de resterende dertien afleveringen volgde in januari 2010. In 1995 werd de serie genomineerd voor de Gouden TeleVizier Ring.
Rolverdeling
|-
|René Lobo
|Adjudant Bob Voskuil
|
|-
|Peter Tuinman
|Inspecteur Theo Brandsma
|
|-
|Frederik de Groot
|Rechercheur Guus Bals
|
|-
|Frank Schaafsma
|Agent Ron Smit
|
|-
|Arthur Boni
|Brigadier Tom Panhuis
|
|-
|Eric van Sauers
|Agent Marius Hoefdraad
|
|-
|Kees Coolen
|Hoofdinspecteur Thomas Keizer
|
|-
|Dorijn Curvers
|Hoofdagent Lucy Akkermans
|
|-
|Margo Dames
|Agent Mary Meijer
|
|-
|Thijs Feenstra
|Hoofdagent Piet Haarman
|
|-
|Guus van der Made
|Rechercheur Jaap Snijders
| Seizoen 1
|-
|Jan Elbertse
|Brigadier Alex Peters
| Seizoen 1
|-
|Lieneke le Roux
|Inspecteur Christine Verwey
| Seizoen 1
|-
|Marcel Musters
|Rechercheur Mark van Houten
|
|-
|Ryan van den Akker
|Agent Jenny Brink
|
|-
|Mary-Lou van Stenis
|Inspecteur Anna Geerigs
| Seizoen 2
|-
|Norbert Kaart
|Rechercheur Roel Giessen
| Seizoen 2
|}
Bijrollen
|-
| Ergun Simsek
| Agent Iso Gürbüz
|
|-
| Joke Hoolboom
| Suzy Smulders
|
|-
| Barbara Gozens
| Thea Montijn
| Seizoen 2
|-
| Joop van de Donk
| Gerard Akkermans
|
|-
| Natasja Goedermans
| Lettie Hoefdraad
|
|-
| Daniëlla Mercelina
| Bobbie Lanser
|
|-
| Jos Jonkers
| Agent Teddy Egbers
| Seizoen 1
|-
| Guus Dam
| Hoofdagent Richard de Haas
| Seizoen 1
|-
| Arie Kant
| Dirk Schouten
| Seizoen 2
|-
| Hans Heerschop
| Niels Brandsma
| Seizoen 2
|-
| Barbara Feldbrugge
| Monika de Klerk
| Seizoen 2
|-
| Mimoun Oaïssa
| Volkan Öksal
| Seizoen 2
|-
| Joop van der Linden
| Inspecteur Wolters
| Seizoen 2
|-
| Mike Ho Sam Sooi
| Inspecteur Borgman
| Seizoen 2
|-
| Hans van Gelder
| Inspecteur Grimm
| Seizoen 2
|-
| Peter Hoeksema
| Officier van Justitie Bentsen
| Seizoen 2
|}
Afleveringen
{{Kolommen3
| Kolom1= ; Reeks 1, deel 1 (1992)
Dienst en Wederdienst
Tegen de lamp
Operatie rode kaart
Kind ontvoerd
Vergeef ons onze schuld
Vrouwelijk instinct
Requiem
Pasodoble
Op heterdaad
De naald
Mes op tafel
Een lege wieg
Chinese Toko
| Kolom2= ;Reeks 1, deel 2 (1993)
Dood door schuld
Een ijzige reputatie
De peetvader
De uitspraak
Bloed onder de nagels
De harmonie van het toeval
Verdenkingen
Rumoer op zondag
Stress
Een tegen een
Giswerk
Verdacht van corruptie
De bom
| Kolom3= ;Reeks 2 (1995)
De Ontheemde
De Gijzeling
Afgedankt
Het Bezoek
Wanhoopsdaden
Verdenkingen
Allen voor Een
De Afrekening
Kind van de Rekening
Observatie
Fatale maandag
Kat in het nauw
Het scherp van de snede
}}
Trivia
De serie werd grotendeels opgenomen in het stadsdeel Amsterdam-Noord.
Het politiebureau uit de serie zat aan de Rode Kruisstraat in Amsterdam-Noord.
Vanaf afl. 2#1: 'De Ontheemde' uitgezonden in breedbeeld.
Externe links
Misdaadnet: Bureau Kruislaan
Nederlandse politieserie
Bureau Kruislaan
|
De serie
Bureau Kruislaan richtte zich op de dagelijkse beslommeringen van een politiebureau in de Amsterdamse wijk Blauwe Zand in Amsterdam-Noord. De Britse serie The Bill diende als basis voor Bureau Kruislaan. De originele scenario's werden vertaald en herschreven door Felix Thijssen en Simon de Waal, die later ook verantwoordelijk zouden zijn voor de scripts van Unit 13. Hoofdrolspelers waren onder anderen Peter Tuinman, Frederik de Groot, Lieneke le Roux en Kees Coolen.
| 1 |
politiebureau, politiewacht, politiepost
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.