id
int64 1
12.6k
| class_label
stringclasses 634
values | wiki_id
stringlengths 2
7
| wiki_url
stringlengths 32
160
| wiki_title
stringlengths 1
102
| wiki_full_text
stringlengths 62
295k
| context_paragraph
stringlengths 5
17.4k
⌀ | keyword_count
int64 0
21
| keywords_used
stringlengths 14
77
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
354 |
Occupation
|
616379
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/NACE-code
|
NACE-code
|
De NACE-code is een code die door de Europese Unie en haar lidstaten toegekend wordt aan een bepaalde klasse van economische activiteiten (al dan niet commercieel). Dit is bedoeld als hulpmiddel bij het opstellen van economische statistieken en overzichten.
Veel bedrijven oefenen verschillende activiteiten uit. Een landbouwbedrijf kan bv. zowel graan als fruit produceren. Er kan echter maar één NACE-code aan toegekend worden. De NACE-code die een bepaalde "economische eenheid" (bedrijf, instelling ...) krijgt, is die van de "hoofdactiviteit", dit is die activiteit die het meest bijdraagt aan de totale toegevoegde waarde van die eenheid.
NACE
NACE staat voor "Nomenclature statistique des Activités économiques dans la Communauté Européenne" ("Statistische naamgeving van de economische activiteiten
in de Europese Gemeenschap"). In de gehele Europese Unie wordt "NACE" als officieel letterwoord gebruikt.
De eerste versie dateert van ca. 1970; een eerste revisie werd gepubliceerd in 1990 (NACE Rev. 1) en een tweede (NACE Rev. 1.1) in 2002. Deze is afgestemd op de "International Standard Industrial Classification of all economic activities" ISIC van de Verenigde Naties.
Op 1 januari 2008 werd een herziene NACE-code van kracht, NACE Rev. 2 (gepubliceerd op 30 december 2006). Ze is gebaseerd op ISIC Rev. 4. Ten opzichte van NACE Rev. 1.1 is de indeling grondig gewijzigd, om de "technische ontwikkeling van en structurele veranderingen in de economie" te volgen.
Structuur van NACE
NACE Rev. 2 (en daarvoor Rev. 1.1.) is, analoog aan ISIC, opgebouwd uit vier niveaus, gaande van algemeen naar specifiek:
Secties duiden grote economische sectoren aan. Ze worden aangeduid met een letter.
Afdelingen - eerste onderverdeling van (sub)secties, aangeduid met twee cijfers.
Groepen - verdere onderverdeling, 3 cijfers (= de code van de afdeling + een bijkomend cijfer).
Klassen - meest gedetailleerde onderverdeling, 4 cijfers (= de code van de groep + een bijkomend cijfer).
De eerste twee niveaus (secties en afdelingen) komen overeen met de indeling van ISIC. De derde en vierde niveaus zijn aangepast aan de Europese situatie.
Afzonderlijke lidstaten mogen een nationale indeling, met extra rubrieken en niveaus, gebruiken mits deze afgeleid is van NACE Rev. 2 en goedgekeurd is door de Europese Commissie.
Voorbeeld
Sectie "A" is "landbouw, jacht en bosbouw". Deze sectie bestaat uit de volgende afdelingen:
01: Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met deze activiteiten
02: Bosbouw en de exploitatie van bossen
03: Visserij en aquacultuur.
Afdeling 01 is dan weer onderverdeeld in deze groepen:
01.1: Teelt van eenjarige gewassen
01.2: Teelt van meerjarige gewassen
01.3: Plantenvermeerdering
01.4: Veeteelt
01.5: Gemengd bedrijf
01.6: Ondersteunende activiteiten in verband met de landbouw, activiteiten met betrekking tot gewassen na de oogst
01.7: Jacht, zetten van vallen en diensten in verband met deze activiteiten.
Groep 01.1 is onderverdeeld in deze klassen:
01.11 Teelt van granen (met uitzondering van rijst), peulgewassen en oliehoudende zaden
01.12 Teelt van rijst
01.13 Teelt van groenten, meloenen en wortel- en knolgewassen
01.14 Teelt van suikerriet
01.15 Teelt van tabak
01.16 Teelt van vezelgewassen
01.19 Teelt van andere eenjarige gewassen.
Elke klasse heeft zo een unieke code van vier cijfers; de sectieletter hoeft niet bij deze NACE-code gevoegd te worden.
Secties in NACE Rev. 2.
Dit is de volledige lijst van secties in NACE Rev. 2:
A Landbouw, jacht en bosbouw
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
E Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
F Bouwnijverheid
G Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen
H Vervoer en opslag
I Verschaffen van accommodatie en maaltijden
J Informatie en communicatie
K Financiële activiteiten en verzekeringen
L Exploitatie van en handel in onroerend goed
M Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten
N Administratieve en ondersteunende diensten
O Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen
P Onderwijs
Q Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening
R Kunst, amusement en recreatie
S Overige diensten
T Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
U Extraterritoriale organisaties en lichamen.
Europese regelgeving
van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap(invoering NACE Rev. 1)
van de Commissie van 24 maart 1993 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap(wijziging aan NACE Rev. 1)
van de Commissie van 19 december 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap(invoering NACE Rev. 1.1)
van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden(invoering NACE Rev. 2)
Zie ook
Standaard Bedrijfsindeling
Externe links
Blader door de hierarchie van NACE codes in meerdere talen
Classificatiesysteem
Economie van de Europese Unie
Financiële verslaglegging
Meso-economie
|
A Landbouw, jacht en bosbouw
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
E Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
F Bouwnijverheid
G Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen
H Vervoer en opslag
I Verschaffen van accommodatie en maaltijden
J Informatie en communicatie
K Financiële activiteiten en verzekeringen
L Exploitatie van en handel in onroerend goed
M Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten
N Administratieve en ondersteunende diensten
O Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen
P Onderwijs
Q Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening
R Kunst, amusement en recreatie
S Overige diensten
T Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik
U Extraterritoriale organisaties en lichamen.
| 1 |
beroep, beroepencategorie, kwalificaties
|
9,424 |
BroadcastChannel
|
3773619
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/FOX%20Sport%20Centraal
|
FOX Sport Centraal
|
FOX Sport Centraal was een dagelijks televisieprogramma op het Nederlandse commerciële televisiekanaal FOX. Het was een dagelijks sportnieuwsprogramma dat vooral aandacht aan voetballen besteedde. Er werden beelden getoond uit diverse competities en nieuws besproken door de redactie van De Telegraaf. Er werd gepresenteerd in duo's, iedere dag een man en een vrouw. Vanaf het begin zijn dit Carrie ten Napel, Wytse van der Goot, Bas van Veenendaal en Hélène Hendriks. Het programma werd twee keer per dag uitgezonden, om 18.00 en rond de klok van 23:00 uur. In de eerste twee maanden was er ook een uitzending om 20.00 uur.
Er werd ook aandacht besteed aan andere sporten, zoals wielrennen, schaatsen en tennis. Het programma beschikte over beelden van de Eredivisie, Jupiler League, Premier League, Serie A en UEFA Europa League.
Het programma werd in samenwerking met Telesport van De Telegraaf gemaakt en geproduceerd door Endemol, de technische realisatie was in handen van facilitair mediabedrijf DutchView.
Nederlands televisieprogramma
Sportprogramma op televisie
Programma van FOX
|
FOX Sport Centraal was een dagelijks televisieprogramma op het Nederlandse commerciële televisiekanaal FOX. Het was een dagelijks sportnieuwsprogramma dat vooral aandacht aan voetballen besteedde. Er werden beelden getoond uit diverse competities en nieuws besproken door de redactie van De Telegraaf. Er werd gepresenteerd in duo's, iedere dag een man en een vrouw. Vanaf het begin zijn dit Carrie ten Napel, Wytse van der Goot, Bas van Veenendaal en Hélène Hendriks. Het programma werd twee keer per dag uitgezonden, om 18.00 en rond de klok van 23:00 uur. In de eerste twee maanden was er ook een uitzending om 20.00 uur.
| 1 |
uitzendkanaal, televisiekanaal, radiokanaal
|
12,261 |
PropertyValue
|
268854
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Betrouwbaarheidsinterval
|
Betrouwbaarheidsinterval
|
Een betrouwbaarheidsinterval is in de statistiek een intervalschatting voor een parameter. In tegenstelling tot een puntschatting geeft een betrouwbaarheidsinterval een heel interval van betrouwbare waarden (schattingen) van de parameter. Een betrouwbaarheidsinterval is een realisatie van een stochastisch interval, dat overigens zelf ook met betrouwbaarheidsinterval wordt aangeduid. De ondergrens en de bovengrens van het stochastische interval zijn stochastische variabelen, die dus bij elke herhaling van het experiment een (mogelijk) andere waarde aannemen. De te schatten parameter daarentegen heeft een, weliswaar onbekende, maar vaste waarde. Van alle realisaties van het interval zullen sommige de parameter wel bevatten, maar sommige ook niet. Hoe groter de betrouwbaarheid, hoe "vaker" het interval de parameter bevat. De kans dat een waargenomen interval de parameter bevat, heet de betrouwbaarheid van het interval. De onder- en de bovengrens worden berekend uit de steekproefgegevens, en wel zo dat er een sterk vermoeden is dat de echte waarde van de populatieparameter zich ertussen bevindt.
Definitie
De stochastische variabelen vormen een steekproef uit een verdeling met onbekende parameter . Als voor de steekproeffuncties en geldt:
,
heet het (stochastische) interval een betrouwbaarheidsinterval voor met betrouwbaarheid of een -betrouwbaarheidsinterval. Hierin is de parameter zelf geen stochastische variabele. Voor de realisaties en van respectievelijk en geldt dezelfde kansuitspraak uiteraard niet. Men zegt:
"met betrouwbaarheid geldt: ".
Als de grenzen van het betrouwbaarheidsinterval uit de steekproef kunnen worden berekend, zijn het dus steekproeffuncties en daarom zelf ook stochastische variabelen.
Interpretatie
Wat betekent een uitspraak: "met betrouwbaarheid 95% ligt de parameter in het waargenomen interval "?
Gezien de definitie houdt dit in dat in 95% van de keren dat het interval op dezelfde manier wordt waargenomen, de parameter in het gevonden interval ligt. De parameter heeft steeds dezelfde onbekende waarde, maar iedere keer wordt een (meestal) ander interval waargenomen. In een grote serie waargenomen intervallen zullen van de intervallen ruwweg 95% de parameterwaarde bevatten.
Of het gevonden betrouwbaarheidsinterval de parameter bevat, blijft in het algemeen onbekend. De parameter ligt er wel of ligt er niet in. Het is dus foutief te zeggen dat met kans 95% de parameter in het gevonden interval ligt.
Voorbeelden
Voorbeeld 1: Verkiezingen
Om een beeld te krijgen van de opkomst bij de naderende verkiezingen, is een enquête onder 1000 aselect gekozen stemgerechtigden gehouden. Van deze steekproef zeiden 700 ondervraagden te zullen gaan stemmen. Het opkomstpercentage is natuurlijk een nog onbekende parameter . Een voor de hand liggende (punt)schatting van is: 0,70. Maar het kan ook wat meer of minder zijn. Mogelijk 0,75 of 0,60. Is het aannemelijk dat het 0,50 zou zijn? Om deze vraag te beantwoorden zoekt men een interval , waarvan met een zekere mate van betrouwbaarheid gezegd kan worden dat daarin zal liggen. Met 100%-betrouwbaarheid kan men zeggen dat tussen 0 en 1 zal liggen, maar dat geeft geen informatie. Maar wat is de betrouwbaarheid van het interval [0,65; 0,75]? En hoe moeten de grenzen worden gekozen, als een betrouwbaarheid van 95% gewenst is?
Noem het aantal stemgerechtigden die zeggen te gaan stemmen. is een stochastische variabele met een binomiale verdeling met parameters en kans dat iemand gaat stemmen. Voor de steekproeffuncties:
en
,
waarin de steekproeffractie is, geldt:
Het interval is dus een 0,95-betrouwbaarheidsinterval voor . Omdat voor de waarde 700 gevonden is, kunnen de realisaties en van respectievelijk en berekend worden:
en
Men zegt daarom dat met betrouwbaarheid (let wel: niet met kans) 0,95 geldt dat .
Voorbeeld 2: Kuipjes vullen
Een machine vult kuipjes margarine en is zo ingesteld dat in elk kuipje 250 gram margarine moet komen. Natuurlijk is het niet mogelijk om ieder kuipje met precies 250 gram te vullen. Het vulgewicht is een stochastische variabele , waarvan wordt aangenomen dat die een normale verdeling heeft met verwachting en, voor de eenvoud, bekende standaardafwijking gram. Om de afstelling van de machine te controleren neemt men een steekproef van aselect gekozen kuipjes en weegt die. De gewichten aan margarine zijn , een aselecte steekproef van .
Om alleen maar een indruk te krijgen van de verwachting , is het voldoende een schatting te geven. Het steekproefgemiddelde
is daarvoor geschikt. Maar kunnen er ook grenzen bepaald worden waartussen de parameter met een zekere waarschijnlijkheid ligt? Is er een betrouwbaarheidsinterval voor ?
De gewichten , die in de steekproef zijn gemeten, hebben een gemiddelde van:
gram.
Dat is een min of meer toevallige waarde. Het had ook 250,4 of 251,1 gram kunnen zijn. Een waarde van 280 gram is daarentegen weer onwaarschijnlijk. Er is een heel interval rond het waargenomen gemiddelde van 250,2 met schattingen die ook betrouwbaar zijn, dat wil zeggen waarvan tamelijk zeker is dat de parameter in dat interval ligt. Tamelijk zeker, want absoluut zeker is alleen het interval (0,∞), maar dat is triviaal.
In ons geval kunnen de grenzen bepaald worden door te bedenken dat het steekproefgemiddelde van een normaal verdeelde steekproef, zelf ook normaal verdeeld is, met dezelfde verwachting , maar met standaardafwijking gram. Het gestandaardiseerde gemiddelde is:
,
dat zelf van afhangt, maar standaardnormaal is verdeeld, dus met een verdeling onafhankelijk van de te schatten parameter . Er is daarom een getal , onafhankelijk van , zodanig dat het gestandaardiseerde gemiddelde met een voorgeschreven kans tussen en ligt. De betrouwbaarheid geeft aan hoe betrouwbaar het interval gevonden wordt. Voor de keuze krijgt men:
Het getal volgt uit:
,
dus , en er geldt:
De interpretatie hiervan is: met kans 0,95 wordt een interval gevonden met stochastische grenzen
en
,
waar tussenin ligt.
Elke keer dat de metingen worden herhaald, vindt men een andere waarde voor het steekproefgemiddelde . In 95% van de gevallen zal tussen de met dit gemiddelde berekende grenzen liggen, in 5% van de gevallen echter ook niet. Het actuele betrouwbaarheidsinterval wordt berekend door de waarden van de gevonden gewichten in te vullen. Het 0,95-betrouwbaarheidsinterval voor is:
In de onderstaande figuur zijn 50 realisaties van een betrouwbaarheidsinterval met betrouwbaarheid 95% voor een onbekende parameter aangegeven.
De meeste, in doorsnee 95%, van deze intervallen bevatten de parameter. Enkele daarentegen ook niet. In de praktijk hebben we te maken met een van deze intervallen. Welke dat is weten we niet. Toen we de steekproef namen, hadden we een kans van 95% om een interval te vinden waarin zich de parameter bevindt. Daarom zeggen we dat de parameter met betrouwbaarheid 95% in dit interval ligt. Daarmee bedoelen we niets meer dan dat.
Betrouwbaarheidsintervallen bij verschillende verdelingen
Normale verdeling
Laat een aselecte steekproef uit de normale verdeling zijn, het steekproefgemiddelde en de variantie.
Bij bekende variantie wordt een -betrouwbaarheidsinterval voor gegeven door:
,
met het -fractiel van de standaardnormale verdeling, dus .
Als niet bekend is, wordt deze geschat, en wordt het -betrouwbaarheidsinterval voor :
,
met het -fractiel van de -verdeling.
Een -betrouwbaarheidsinterval voor is:
met en respectievelijk het - en het -kwantiel van de -verdeling.
Exponentiële verdeling
Laat een aselecte steekproef zijn uit de exponentiële verdeling met verwachting en het steekproefgemiddelde.
Een -betrouwbaarheidsinterval voor wordt gegeven door:
,
met en respectievelijk het - en het -kwantiel van de -verdeling.
Binomiale verdeling
Laat binomiaal verdeeld zijn met parameters en , en een schatter van .
Voor relatief grote wordt een benaderend -betrouwbaarheidsinterval voor gegeven door:
,
met het -kwantiel van de standaardnormale verdeling, dus .
Poissonverdeling
Laat Poisson-verdeeld zijn met verwachtingswaarde . Uit de relatie tussen de verdelingsfuncties van de Poissonverdeling en
de chi-kwadraatverdeling kan het volgende -betrouwbaarheidsinterval voor afgeleid worden:
,
met het -kwantiel van de -verdeling.
Websites
Interpreting Confidence Intervals. visualisatie van gesimuleerde betrouwbaarheidsintervallen
Statistiek
|
Gezien de definitie houdt dit in dat in 95% van de keren dat het interval op dezelfde manier wordt waargenomen, de parameter in het gevonden interval ligt. De parameter heeft steeds dezelfde onbekende waarde, maar iedere keer wordt een (meestal) ander interval waargenomen. In een grote serie waargenomen intervallen zullen van de intervallen ruwweg 95% de parameterwaarde bevatten.
| 1 |
eigenschapwaarde, kenmerkwaarde, parameterwaarde
|
7,829 |
Movie
|
1406431
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Carrie%20%282002%29
|
Carrie (2002)
|
Carrie is een televisiefilm uit 2002 onder regie van David Carson. De film is een nieuwe versie van de gelijknamige film uit 1976, gebaseerd op een roman van Stephen King.
Verhaal
Carrie White is een verlegen meisje dat altijd wordt gepest door haar klasgenoten. Wanneer ze op een dag onder de douche na de gymles in paniek raakt omdat haar hand onder het bloed zit (niet wetend dat het bloeden afkomstig is van haar eerste menstruatie) beginnen de andere meiden, onder leiding van Chris Hargensen, haar te treiteren. Wanneer de gymlerares Miss Dejardin komt kijken wat er aan de hand is, is ze geschokt wanneer ze erachter komt dat Carrie geen idee heeft wat er met haar gebeurt. Miss Dejardin helpt Carrie, en stuurt alle andere meiden weg. Later confronteert Dejardin de meiden met wat ze gedaan hebben, en krijgt ze ruzie met Chris. Dit leidt ertoe dat Chris voor drie dagen wordt geschorst, en dat ze niet naar het eindbal mag.
Ondertussen ontdekt Carrie dat ze telekinetische gaven heeft. Haar extreem religieuze moeder Maragaret White gelooft dat de menstruatie van Carrie is veroorzaakt door zondevolle gedachten, dus sluit zij haar op in een kast met de bedoeling dat zij om vergeving moet bidden. Een van de meiden die Carrie in de douche heeft gepest, Sue Snell, voelt zich schuldig voor wat ze heeft gedaan, dus vraagt ze haar vriend Tommy Ross om Carrie mee uit te vragen naar het eindbal. Tommy weigert, maar Sue weet hem te overtuigen. De volgende dag vindt Tommy Carrie in de bibliotheek, en vraagt haar mee uit. Carrie weigert, en denkt dat het weer een of andere grap is, maar Tommy weet haar te overtuigen. Later vertelt Carrie aan haar moeder over het eindbal. Margaret wordt hier woedend over en wil de kamer verlaten om niet over het onderwerp verder te praten. Maar dan gebruikt Carrie haar telekinetische krachten en slaat de deur dicht. Margaret denkt hierdoor dat haar dochter is bezeten door de duivel.
Ondertussen is Chris woedend dat ze niet naar het eindbal mag, en komt ze erachter dat Carrie wel mag gaan. Hierop besluit ze om wraak te nemen. Ze gaat samen met haar vriend Billy Nolan en nog een paar mensen laat in de avond naar een boerderij om varkens te slachten en het bloed te verzamelen. Wanneer het uiteindelijk de avond van het bal is, is Carrie zich aan het opmaken wanneer haar moeder hysterisch begint te protesteren. Carrie gebruikt haar telekinetische krachten, en duwt haar moeder de kamer uit, waarna Margaret het huis verlaat. Tommy arriveert, en Carrie vertrekt met hem naar het bal. Op het bal gaat alles goed, voor het eerst wordt Carrie niet uitgelachen. Ze maakt eerst een praatje met Miss Dejardin, en dan danst ze met Tommy.
Daarna komt de nominatie voor de koning en koningin van het bal, op aandringen van Tommy geeft Carrie zich op. Doordat er gesjoemeld wordt met de stemmen door Chris, worden Carrie en Tommy gekozen tot koning en koningin. Als ze samen op het podium staan wordt Carrie helemaal emotioneel dat iedereen voor haar klapt en dat niemand gemeen is. Maar ondertussen staat er recht boven Carrie op een balk een emmer vol met varkensbloed, die Chris en Billy hebben neergezet. Net wanneer Carrie heel blij is trekt Chris aan een koord bevestigd aan de emmer, en giet al het varkensbloed over Carrie heen. De menigte is geschokt, en Tommy wordt woedend. Ondertussen gaan Chris en Billy ervandoor en laten het koord los, waardoor de emmer op Tommy's hoofd valt, en hij bewusteloos raakt. Een paar mensen moeten lachen, maar Carrie denkt meteen dat iedereen moet lachen, en ze sluit alle deuren met haar telekinetische krachten. Daarna sproeit ze iedereen nat, en elektrocuteert ze iedereen, hierdoor ontstaat er brand, en het hele schoolgebouw gaat in vlammen op. Carrie (nog steeds doorweekt van het bloed) loopt de school uit.
Onderweg proberen Billy en Chris haar aan te rijden, maar Carrie gebruikt haar krachten en de auto vliegt over de kop en crasht.
Eenmaal thuisgekomen laat Carrie het bad vollopen, en gaat ze er met kleren en al in zitten. Dan verschijnt Margaret. Ze probeert Carrie te verdrinken, omdat ze nog steeds gelooft dat ze bezeten is door de duivel. Maar dan gebruikt Carrie haar krachten en laat ze het hart van haar moeder stil staan waardoor ze sterft. Carrie ligt daarna buiten bewustzijn onder water, wanneer Sue arriveert haalt ze haar uit het water, en reanimeert ze haar. Later vertelt Sue de politie dat Carrie dood in het bad lag en haar heeft laten liggen. Ondertussen houdt Carrie zich schuil in het schoolgebouw. Wanneer het politieonderzoek is gestopt, bezoekt Carrie samen met Sue het graf van haar moeder. Hierna brengt Sue haar naar Florida. Op de snelweg heeft Carrie nog wel visioenen van haar moeder en Chris.
De film eindigt met de auto die in de regen wegrijdt.
Rolverdeling
|-
|||Carrie White
|-
|||Margaret White
|-
|||Sue Snell
|-
|||Tommy Ross
|-
|||Miss Desjarden
|-
|||Chris Hargensen
|-
|||Billy Nolan
|-
|||Norma Watson
|}
Productie
De film was oorspronkelijk bedoeld als pilot van een serie over Carrie die in Florida andere mensen met telekinetische problemen zou gaan helpen. In februari 2003 gaf Angela Bettis aan dat ze haar niet genoeg geld hadden aangeboden voor een wekelijkse serie. De serie kwam uiteindelijk nooit tot stand.
Amerikaanse film
Dramafilm
Fantasyfilm
Horrorfilm
Romantische film
Thriller (film)
Religieuze film
Remake
Film naar een werk van Stephen King
Film uit 2002
|
Amerikaanse film
Dramafilm
Fantasyfilm
Horrorfilm
Romantische film
Thriller (film)
Religieuze film
Remake
Film naar een werk van Stephen King
Film uit 2002
| 9 |
film, speelfilm, bioscoopfilm
|
6,218 |
SiteNavigationElement
|
1168283
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dualsimadapter
|
Dualsimadapter
|
Een dualsimadapter is een adapter die gebruikers de mogelijkheid biedt om twee telefoonnummers in één telefoon te gebruiken. Dit kan een oplossing zijn voor veel mensen die graag hun zakelijk en privénummer in één telefoon gebruiken, voor mensen die in de grensstreek wonen/werken of voor mensen met meerdere abonnementen.
Techniek
Dualsimadapters maken gebruik van de zogenaamde STK- oftewel SIM Toolkit-technologie. Deze technologie maakt het voor de adapter mogelijk om een nieuw menu aan de bestaande menu-structuur toe te voegen zonder dat er op de telefoon software geïnstalleerd hoeft te worden. Veel providers (bedrijven die mobiele telefonie aanbieden) maken ook gebruik van deze techniek. Vaak bieden telecomproviders, zoals Vodafone en T-Mobile Nederland, hier hun sms-diensten (weer, sport, koers informatie) aan.
Twee varianten
Dualsimadapters komen voor in twee varianten: de zogenaamde "Cut"- en de "Non-Cut"-variant. Om twee simkaarten in één telefoon te kunnen gebruiken, dienen voor de Cut-versie de chipjes uit de simkaarten geknipt te worden. Dit knippen is mogelijk doordat een simkaart veelal bestaat overbodig plastic. Een klein gedeelte bevat de daadwerkelijke chip. Nadat de chipjes uit de originele simkaarten zijn verwijderd, worden deze in de dualsimadapter geplaatst en is de adapter klaar voor gebruik. Er worden speciale tangen aangeboden om het knippen van de simkaarten te vergemakkelijken.
De tweede variant is de zogenaamde Non-Cut-variant. Zoals de naam al aangeeft, hoeven voor deze versie de simkaarten niet geknipt te worden. Het nadeel aan de Non-Cut-versie is echter dat er meer fysieke ruimte in de telefoon nodig is, daar de simkaarten niet geknipt worden maar volledig in de Non-Cut-adapter geplaatst worden. Telefoons zoals de Nokia N70 en N73 (de grotere modellen dus) zijn voor deze variant geschikt. Er worden op internet lijsten aangeboden met beschikbare telefoons.
Verder zijn er binnen de Cut-variant meerdere mogelijkheden. Het populairste model is de zogenaamde "Magic-Sim 16th Generation". Deze variant wordt ondersteund door elk toestel en biedt verschillende extra mogelijkheden ten opzichte van zijn voorgangers (14th Generation en daarvoor). Zo kan er, indien gewenst, automatisch omgeschakeld worden tussen beide nummers en kan ervoor gekozen worden om het actieve nummer te laten zien op het telefoonscherm. De "15th Generation" is, ondanks dat zijn naam anders doet vermoeden, geavanceerder dan zijn oudere broertje. Deze variant biedt als extra mogelijkheid 250 extra telefoonnummers en 50 extra sms-berichten beveiligd op te slaan op de dualsimadapter. Beide varianten werken op zowel 2G- als 3G-telefoons. De nieuwste dualsimadapters gebruiken overigens geen extra energie, waardoor een batterij net zo lang meegaat als zonder deze adapter.
Mobiele telefonie
|
Techniek
Dualsimadapters maken gebruik van de zogenaamde STK- oftewel SIM Toolkit-technologie. Deze technologie maakt het voor de adapter mogelijk om een nieuw menu aan de bestaande menu-structuur toe te voegen zonder dat er op de telefoon software geïnstalleerd hoeft te worden. Veel providers (bedrijven die mobiele telefonie aanbieden) maken ook gebruik van deze techniek. Vaak bieden telecomproviders, zoals Vodafone en T-Mobile Nederland, hier hun sms-diensten (weer, sport, koers informatie) aan.
| 1 |
menu-structuur, pagina-links, navigatieblok
|
8,310 |
EntertainmentBusiness
|
747854
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Just%20Entertainment
|
Just Entertainment
|
Just Entertainment is van oorsprong een Nederlandse uitgeverij en sinds 2018 ook een filmdistributeur.
Het bedrijf hield zich in de beginjaren voornamelijk bezig met het uitbrengen van dvd's. De producten zijn gericht op de Nederlandse en Belgische markt. Het bedrijf werd in 2003 opgericht door Eric de Groot en Alex Wächtler. Just Entertainment heeft onder meer de rechten weten te verwerven op diverse BBC-series (van onder andere Charles Dickens) en op bekende Duitse krimi's, zoals Derrick en Siska, maar ook een aantal populaire tekenfilmseries waaronder Princess Sissi en Inspector Gadget.
Films die mede tot Just Entertainment tot stand zijn gekomen zijn onder andere De Grote Sinterklaasfilm: Trammelant in Spanje, Boeien!, Hart op de juiste plek, De Grote Sinterklaasfilm: Gespuis in de speelgoedkluis en De Grote Sinterklaasfilm en de strijd om pakjesavond.
Sinds 2019 maakt Just Entertainment deel uit van Inside Out Media, een full service media- en entertainmentbedrijf.
Externe links
Website van Just Entertainment
Nederlandse uitgeverij
|
Sinds 2019 maakt Just Entertainment deel uit van Inside Out Media, een full service media- en entertainmentbedrijf.
| 1 |
entertainmentbedrijf, amusementsbedrijf, recreatiebedrijf
|
10,212 |
GeoCircle
|
858055
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geografisch%20middelpunt
|
Geografisch middelpunt
|
Het geografisch middelpunt van een land of gebied is een begrip zonder officiële definitie. Vaak wordt een berekening van het zwaartepunt van het landoppervlak gebruikt, maar een middelpunt kan ook op culturele of andere niet-geometrische gronden worden gekozen.
Definitie
In principe kan er een schier oneindige lijst van definities verzonnen worden voor het middelpunt van een geografisch gebied. Enkele van de voor de hand liggende definities zijn het nemen van de gebruikelijke centrummaten van zowel de x- als de y-coördinaten van het gebied:
Het moduspunt: het punt met de meest voorkomende x-coördinaat en de meest voorkomende y-coördinaat.
Het mediaanpunt: het punt met evenveel land ten oosten als ten westen ervan en evenveel land ten noorden als ten zuiden er van.
Het zwaartepunt (gemiddelde): het punt waar op het gebied in evenwicht zou balanceren.
Het middelpunt van de omgeschreven rechthoek (mid-range): x-coördinaat in het midden tussen het oostelijkste en westelijkste punt en y-coördinaat tussen het noordelijkste en zuidelijkste punt.
Geografisch middelpunt van België, Nederland en Luxemburg
Geografisch middelpunt van Benelux
Geografisch middelpunt van België
Geografisch middelpunt van Nederland
Geografisch middelpunt van Vlaanderen
Overige landen
In het Duitsland van na de hereniging noemen vijf plaatsen zich Mittelpunkt Deutschlands: Niederdorla, Krebeck, de wijk Flinsberg in Heilbad Heiligenstadt, Silberhausen en Landstreit bij Eisenach.
Frankrijk kent binnen een straal van 15 kilometer zes gemeentes met het predicaat Centre de la France: Vesdun (middelpunt van Frankrijk zonder Corsica, volgens IGN), Bruère-Allichamps (oudste middelpunt, volgens landsgrenzen van 1800), Saulzais-le-Potier, Nassigny, Chazemais en Vallon-en-Sully.
Het Verenigd Koninkrijk kent diverse centre points: die van Groot-Brittannië (met/zonder eilanden), Engeland, Noord-Ierland, Schotland en Wales.
Het geografisch middelpunt van de Verenigde Staten ligt volgens de U.S. Coast and Geodetic Survey (USCGS) zo'n 20 mijl ten noorden van Belle Fourche in South Dakota. Daarnaast krijgt het dorpje Coffeyville in het zuiden van Kansas aandacht als middelpunt in Google Maps, al worden Alaska en Hawaï in dat geval buiten beschouwing gelaten. Voordat Alaska en Hawaï toetraden tot de Verenigde Staten plaatste de USCGS het middelpunt van wat bekendstaat als de 48 aaneengesloten staten op ongeveer 2,6 mijl ten noordwesten van Lebanon, in het noorden van Kansas.
Continenten
Europa en de Europese Unie hebben verschillende middelpunten, zie Geografisch middelpunt van Europa en Geografisch middelpunt van de Europese Unie.
Wereld
In de Griekse oudheid werd Delphi de "navel" van de aarde genoemd en als middelpunt van wereld gezien.
In de middeleeuwen werd Jeruzalem als het middelpunt van de wereld beschouwd.
Het fysieke massamiddelpunt van de aarde bevindt zich in de onbereikbare aardkern. Met de wereldwijde acceptatie van de Meridiaan van Greenwich in 1984 is het snijpunt daarvan met de evenaar in de Atlantische Oceaan het officiële nulpunt van het wereldwijde coördinatensysteem.
Geografie
|
Definitie
In principe kan er een schier oneindige lijst van definities verzonnen worden voor het middelpunt van een geografisch gebied. Enkele van de voor de hand liggende definities zijn het nemen van de gebruikelijke centrummaten van zowel de x- als de y-coördinaten van het gebied:
Het moduspunt: het punt met de meest voorkomende x-coördinaat en de meest voorkomende y-coördinaat.
Het mediaanpunt: het punt met evenveel land ten oosten als ten westen ervan en evenveel land ten noorden als ten zuiden er van.
Het zwaartepunt (gemiddelde): het punt waar op het gebied in evenwicht zou balanceren.
Het middelpunt van de omgeschreven rechthoek (mid-range): x-coördinaat in het midden tussen het oostelijkste en westelijkste punt en y-coördinaat tussen het noordelijkste en zuidelijkste punt.
| 1 |
geografisch gebied, cirkelvormige regio, straalzone
|
199 |
EventReservation
|
78354
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Electronic%20commerce
|
Electronic commerce
|
Electronic commerce, e-commerce, e-business of elektronische bedrijfsvoering is het bedrijven van handel via computernetwerken als het internet of een extranet en de studie hiervan.
Het begrip electronic commerce is dus breder dan geld verdienen op internet. Maar met name internet heeft gezorgd voor een explosieve toename van e-commerce. In de eerste plaats doordat aanbieders en afnemers tegen betrekkelijk geringe kosten een wereldwijde markt kunnen betreden die door internet bovendien veel transparanter is geworden.
Definities
Verschil tussen e-commerce en e-business
Hoewel er volgens bepaalde auteurs geen verschil is tussen e-commerce en e-business, definiëren velen e-business ruimer. E-business incorporeert volgens hen ook de transacties binnen de organisatie. E-commerce wordt dan gezien als een onderdeel van e-business, waarbij de nadruk veelal ligt op de buy-side (e-procurement) en de sell-side.
De term e-business is een handelsmerk van IBM en werd door hen gedefinieerd als: de transformatie van essentiële bedrijfsprocessen via internettechnologieën.
In de rest van dit artikel wordt e-business als een synoniem van e-commerce beschouwd.
Er zijn verschillende vormen van e-commerce:
Business to business (B2B): handel tussen twee bedrijven.
Business to consumer (B2C): handel tussen een bedrijf en een consument.
Consumer to consumer (C2C): handel tussen consumenten. (Marktplaats)
Business to business for consumer (B2B4C): Handel van bedrijf naar bedrijf voor consumenten (Supermarktartikelen)
De overheid speelt ook een belangrijke rol in de e-commerce:
(G2C): Government to citizen.
(G2B): Government to business.
(G2G): Government to government.
Tegenwoordig worden ook werknemers (Employees) in dit model betrokken, zoals bij B2E, E2E, E2B.
Een andere classificatie is naar de volgende drie verschijningsvormen van electronic commerce.
Elektronische markten: Goederen en diensten worden verhandeld (verkocht en gekocht), zogeheten business interactions.
Interorganisationele systemen: Organisaties integreren via een netwerk hun informatie-, communicatiestromen en werken op deze manier samen, bijvoorbeeld via projectsoftware, groupware en collaboration software.
Customer service: het verlenen van service aan klanten op manieren die voor de invoering van electronic commerce niet mogelijk waren.
Disciplines
Electronic commerce is een interdisciplinaire academische en toepassingsgerichte discipline. Het bevat elementen uit de volgende vakgebieden:
Marketing, consumentengedrag en psychologie.
Informatica en management information systems.
Economie, financiering, accounting, auditing en management.
Rechten en ethiek.
Geschiedenis
E-commerce vóór het internettijdperk
Naarmate de communicatiemiddelen verbeteren, nemen de handelsmogelijkheden toe. Dat vond al toepassing bij de ontwikkeling van de geschreven taal en de boekdrukkunst. Maar ook door de ontwikkeling van transportmogelijkheden: de ontwikkeling van de scheepvaart, de trein, de auto en het vliegtuig. En door het ontstaan van de posterijen, telegrafie en telefonie.
Het beginpunt van e-commerce is het moment dat computers met elkaar konden communiceren. Tot die tijd moesten computers het hebben van hun eigen opslag- en bewerkingscapaciteit. Voor bedrijven hadden computers al veel nut: op die manier konden grote hoeveelheden gegevens systematisch worden opgeslagen en bewerkt. Bijvoorbeeld financiële gegevens en gegevens over het assortissement en de klanten. De ontwikkeling van Enterprise Resource Planning (ERP) was begonnen.
De opkomst van electronic commerce begon in de jaren 1970 met innovaties zoals Electronic Fund Transfers (EFTs). Deze systemen maakten via een netwerk geld over tussen verschillende rekeningen. De opkomst van electronic data interchange (EDI), een systeem voor data-uitwisseling tussen organisaties, zorgde ervoor dat electronic commerce zich ook uitbreidde naar niet-financiële transacties. Telecommunicatietoepassingen, zoals digitale veilingen en ticketreserveringssystemen, en vergroting van de netwerkcapaciteit, zorgden ervoor dat electronic commerce in de jaren 1990 echt een factor van belang ging worden voor veel bedrijven.
De opkomst van internet
Internet is eind jaren 1960 in de Verenigde Staten begonnen toen het onderzoeks- en defensienetwerk ARPANET onder leiding van Robert Kahn diverse servers van militaire en academische knooppunten met elkaar verbond.
Een belangrijke mijlpaal was de ontwikkeling van The Internet and Transmission Control Protocols (TCP), in 1973 ontwikkeld door de computerspecialist Vinton Cerf. De term internet werd in 1974 voor het eerst gebruikt in een document van Kahn en Cerf over Transmission Control Protocol.
Al bestond het dus al jaren, internet werd pas toegankelijk het grote publiek in de jaren 1990. In augustus 1991 publiceerden Tim Berners-Lee en Robert Cailliau het World Wide Web-project nadat zij enige jaren bij CERN in Zwitserland hadden gewerkt aan HTTP en HTML. Door de uitvinding en introductie van klikbare aan elkaar gelinkte pagina's (HTML/www) werd het internet bereikbaar voor het grote publiek.
Het ontstaan van e-commerce op internet
Rond 1994 werd internet een bekend publiek verschijnsel. De eerste publicaties verschenen over de economische potentie van internet. Het Witte Huis richtte in 1994 een eigen website (whitehouse.gov) op, de zoekmachines van Yahoo! en Lycos zagen het licht, Netscape kwam met zijn eerste webbrowser, Netscape Navigator. En de eerste bedrijven gingen hun producten online aanbieden: bij Pizza Hut konden pizza's uitgekozen worden, Monster.com bood online banen aan en First Virtual maakte als eerste online bankbetalingen via het web mogelijk. Een jaar later, in 1995, werden Amazon.com en eBay opgericht.
Gratis browsers, de ontwikkeling van beveiligde internetprotocollen (zoals HTTPS) en de opkomst van goede zoekmachines zoals Google bespoedigden de opkomst van e-commerce.
De dotcom hype
Rond 1996 werd het grote publiek zich bewust van de economische potenties van internet. Yahoo! kreeg als eerste internetbedrijf zijn eigen beursnotering en veel bedrijven volgden. Binnen drie jaar verdrievoudigde de NASDAQ-index in waarde. Dotcoms, zoals internetbedrijven werden genoemd, werden niet meer gewaardeerd op basis van hun winstcijfers. De aantallen bezoekers, of zelfs het verwachte aantal bezoekers, bepaalden voor investeerders de waarde. Als je bezoekers zou trekken en merkbekendheid en marktaandeel kon bouwen, kreeg je vanzelf wel omzet en winst.
Achteraf beschouwd kan deze hype wel worden verklaard. Er was nog weinig kennis over de conversie van sitebezoek naar omzet. En men besefte wel dat bedrijven die in die tijd startten, konden uitgroeien tot de economische molochen van de toekomst. Men kon alleen niet identificeren welke dat zouden worden. De huidige omvang van bedrijven als Yahoo!, Amazon.com en Google tonen aan dat men daar niet per se ongelijk in had.
Op 13 maart 2000 barstte de bel. De kerstinkopen van 1999 waren tegengevallen, de rente was al een paar keer verhoogd en bedrijven hadden veel uitgegeven om de millenniumbug te bestrijden. De investeringscapaciteit was daardoor afgenomen, waardoor aandelen in hardwarebedrijven als Dell, Cisco en IBM minder populair werden. Binnen een jaar halveerde de NASDAQ-index weer in waarde. Talloze dotcoms gingen failliet en vele beleggers waren hun geld kwijt. Een jarenlange recessie volgde.
Na de bubble
In anderhalf jaar tijd waren de technologiebedrijven 5 biljoen dollar aan waarde kwijtgeraakt. Investeerders waren er nauwelijks meer: de kater was groot en het geld was op. Slechts een paar dotcoms hadden de slag overleefd. Waar voorheen onder beleggers denigrerend werd gedaan over bricks and mortar-bedrijven, stonden die in veel gevallen nog recht overeind.
Geleidelijk en behoedzaam bleven de traditionele bedrijven hun e-commerce activiteiten ontwikkelen van bricks and mortar naar bricks and clicks. Ook resterende dotcoms stonden niet stil, maar bouwden geleidelijk aan hun imperium. Amazon.com ging na boeken en cd's ook allerhande andere artikelen verkopen en begon aan een affiliate platform. Google veroverde de wereld met haar superieure zoekmachine en talloze gratis functionaliteiten en kocht YouTube.
Web 2.0 werd geboren: in plaats van consumeren, gingen internetgebruikers nu zelf het internet bevolken met Wikipedia, YouTube, sociale netwerksites als MySpace en weblogs. Op eBay en Marktplaats.nl konden consumenten gratis, tegen een geringe betaling of klein percentage van de opbrengst hun spullen te koop zetten. Talloze kleine particuliere webshops zagen het licht.
Op e-commerce gebied zette Google de toon met Adwords en Adsense. Adverteren hoefde niet meer op basis van pageviews te worden afgerekend, maar op basis van cost per click (kosten per klik). Dat model zet de online-advertentiewereld op zijn kop. Met Analytics bood Google bovendien gratis tools om websites te optimaliseren op conversie. Marketing en e-commerce werden in toenemende mate data-gestuurd waardoor investeringen en opbrengsten veel directer op elkaar kunnen worden afgestemd.
Mobiele e-commerce
Vanaf de lancering van Apples iPhone in 2007 vond de langverwachte doorbraak van het gebruik van internet op mobiele telefoons plaats. In navolging van Apple lanceerde Google enkele jaren later zijn besturingssysteem Android en boden telecombedrijven steeds vaker databundels aan voor het onbeperkt gebruiken van internet op smartphones. Deze ontwikkelingden zorgen ervoor dat de smartphone een tweede scherm voor de e-commerce werd: m-commerce leek eind 2010 zijn definitieve doorbraak te gaan beleven door de introductie van mobiele betaalmogelijkheden, zoals PayPal.
In 2017 maakten twee miljard mensen een mobiele e-commercetransactie.
De rol van de overheid
De directe interventie van de centrale overheid is belangrijk om technologische innovatie te bevorderen, i.e. internet. Toelaten van overheidsbeleid, zoals handel- en telecommunicatieliberalisering, zullen waarschijnlijk de grootste invloed op de adoptie van e-commerce hebben. De overheid maakt ICT en de toegang van internet meer betaalbaar. De overheid geeft raad op het gebied van beleidsvorming, financiële investering, infrastructuurontwikkeling, en onderwijs.
Europese regelgeving
Op 8 juni 2000 werd de Richtlijn inzake elektronische handel van kracht, met als doel de harmonisering en regulering van de sector. Van juni tot september 2020 organiseerde de Europese Commissie een publieke consultatie met het oog op een herziening van de richtlijn. Die zou dan in december 2020 moeten uitmonden in de Digital Services Act, een project van de Commissie-Von der Leyen.
Effecten
Electronic commerce heeft vele gevolgen voor de betrokken partijen. Hieronder worden er een aantal opgesomd.
De marktplaats wordt vergroot, vaak zelfs geglobaliseerd. Voor ondernemingen betekent dit een groter afzetgebied. Het biedt voor ondernemingen ruimte zich te specialiseren in een bepaalde niche-markt en zo toch een acceptabele afzet te behouden.
De informatiekosten worden verkleind, doordat veel informatie makkelijk digitaal opgeslagen kan worden.
De communicatiekosten worden verkleind en communicatie verloopt sneller via digitale media. Dit effect werd alleen meer vergroot toen het internet steeds meer geschikt werd voor electronic commerce en de duurdere value-added networks verdwenen.
Voorraden en overheadkosten kunnen gereduceerd worden. De snellere communicatie maakt de implementatie van just in time-systemen mogelijk.
Als gevolg van globalisering van de markt en lage informatie- en communicatiekosten is het mogelijk om een assortiment aan te bieden dat veel ruimer kan zijn dan offline rendabel is. Dit verschijnsel is de long tail naar het gelijknamige boek van Chris Anderson.
E-commerce geeft ruimte voor speciale klantenwensen. Zo had sportschoenenfabrikant Nike een website waarop klanten hun eigen schoenen konden ontwerpen. Deze werden dan geproduceerd en binnen afzienbare tijd bij de klant thuis bezorgd.
De return on investment (ROI) – de relatie tussen het investeren in nieuwe producten en de inkomsten uit die producten – wordt beter meetbaar. De tijd waarbinnen investeringen tot opbrengst leiden wordt bovendien korter.
Via digitale applicaties kunnen snel nieuwe handelspartners gevonden worden. Bijvoorbeeld door de prijzen van een groot aantal aanbieders op een bepaald product te vergelijken. De markt wordt transparanter en overzichtelijker, en klanten kunnen dus competitiever handelen.
Producten worden sneller geleverd, doordat de communicatie sneller verloopt en doordat een aantal nieuwe producten digitaal geleverd kunnen worden.
De klant kan snel aanvullende informatie over bepaalde producten opvragen.
De klant kan plaatsonafhankelijk consumeren.
Achtergestelde gebieden, bijvoorbeeld door logistieke beperkingen, kunnen via electronic commerce toch deels ontsloten worden.
Succesfactoren
Commerciële ondernemingen kunnen succesvol zijn vanwege hun product en de markt waarin zij opereren. Ook zijn een goede organisatiestructuur en management van belang, adequaat financieel beheer, personeelsbeleid, distributie en marketing. Voor e-commerceondernemingen gelden daarbovenop nog een aantal specifieke omstandigheden die mede bepalend kunnen zijn voor hun succes. Hierbij gaan wij uit van een onderneming die via een website opereert. Het is belangrijk dat er gedetailleerde informatie over de producten en services van het bedrijf op de website staan.
Technische aspecten
Webhosting. De website moet stabiel beschikbaar zijn en snel laden.
Beveiliging. Klanten moeten er op kunnen vertrouwen dat vertrouwelijke gegevens zoals financiële en persoonlijke gegevens veilig kunnen worden verstuurd en veilig worden bewaard.
Kwaliteit van de applicatie. De website moet foutloos werken en voor alle klanten zichtbaar en bedienbaar zijn. Ook de toegankelijkheid van de achterkant van de site (het Contentmanagementsysteem, CMS) moet adequaat zijn.
Koppeling met CRM/ERP. Commerciële interactie met klanten moet gevoed, geanalyseerd en aangestuurd worden door een adequate koppeling met back-office processen.
Beheer. De goede werking van de technische infrastructuur moet voortdurend worden bewaakt. En er moet tijdig worden ingegrepen bij incidenten. De opstelling en naleving van Service Level Agreements bevorderen dit.
Online interactie
De onderneming heeft conversiedoelen bepaald op basis waarvan de website is ingericht.
De website moet voldoen aan usability- en accesibility-standaarden zodat bezoekers intuïtief kunnen interageren en recht op hun doel kunnen afgaan.
De website moet voortdurend op conversie worden geanalyseerd en geoptimaliseerd.
De grafische vormgeving wordt enerzijds bepaald door de merk-, product- en bedrijfsidentiteit en de daarmee samenhangende doelgroep en anderzijds door optimale interactie en conversie.
E-commerce bedrijven doen er verstandig aan om zich on- en offline uiterst communicatief op te stellen via alle mogelijke kanalen.
Betalingen moeten snel en veilig online kunnen plaatsvinden.
Personalisatie van het contact met de klant is geen must maar bevordert wel de klantentrouw en de conversie. Denk bijvoorbeeld aan gepersonaliseerde pagina´s, gepersonaliseerde zoekresultaten en aanbiedingen via de e-mail. In het verlengde hiervan ligt de mogelijkheid om van een website een soort gemeenschap van gelijkgestemden te maken. Bijvoorbeeld door klantenrecensies, discussieplatforms en loyalty programma´s.
In een winkel is altijd de mogelijkheid om iemand aan te spreken. Op de meeste internetsites is dat niet mogelijk. Dat betekent dat de productinformatie en de eventuele afbeeldingen van de producten zeer uitgebreid moeten zijn, zodat consumenten zich uitvoerig kunnen informeren.
Offline interactie
Klanten verwachten snelle offline fulfillment van online acties. De respons moet maximaal een kwestie van uren zijn, niet van dagen. Al is het maar een automatische bevestiging dat de actie is geregistreerd.
After sales. Duurzame e-commerce is geen hit and run. De nazorg is net zo belangrijk als bij traditionele handelsactiviteiten. Garanties en retourzendingen horen onderdeel uit te maken van de distributieketen. Internettransacties bieden bovendien bij uitstek de mogelijkheid om contact met de klant te blijven onderhouden.
Vindbaarheid
De website moet bezoekers aantrekken. Dat kan op verschillende manieren:
Spontaan verkeer. Bijvoorbeeld door merkbekendheid (mits de domeinnaam van de website overeenkomt met de merknaam) of door bekendheid van het product (mits de domeinnaam van het website overeenkomt met die van het product).
Vindbaarheid in de organische resultaten van de zoekmachines. Zoekmachineoptimalisatie (SEO) genoemd bevordert dat.
Vindbaarheid in de betaalde resultaten van de zoekmachines (SEA of Google Adwords).
Vindbaarheid door opname in directory's zoals startpagina's en online gidsen.
Bezoekers door advertenties en/of hyperlinks op andere websites.
Bezoekers door advertenties in offline media zoals kranten, radio, tv, mailings of billboards.
Bezoekers door e-mail marketing.
Bezoekers door sociale media (Facebook, Twitter)
Bedrijfseconomisch
Internet biedt bij uitstek de mogelijkheden van marktanalyse. E-commerce ondernemingen doen er goed aan om gedegen onderzoek, analyse en bedrijfsplanning toe te passen met behulp van statistiekpakketten en vastgestelde kengetallen. Hetzelfde geldt voor nauwgezette berekening van de kosten en opbrengsten van elk product en elke functionaliteit.
Waarde creëren voor de klanten blijft belangrijk. Op internet is de markt veel transparanter, waardoor producten en prijzen makkelijker met elkaar vergeleken kunnen worden. Dat houdt in dat de concurrentie op prijs en kwaliteit heviger kan zijn dan in de offline wereld. Hier komt echter een hekel punt kijken. Onderzoek heeft uitgewezen dat managers geen idee hebben hoe zij hun online shop kunnen laten groeien. Het lastigste punt blijkt hier dat consumenten niet trouw zijn en net zo gemakkelijk voor een andere shop kiezen. Een ander punt is dat managers graag zo min mogelijk informatie zien, omdat dit afleid van waar het werkelijk om draait en consumenten juist wel uitgebreide informatie willen.
De ontwikkeling van internet gaat heel snel. Stilstand is achteruitgang geldt daardoor op internet des te heviger. De innovatieve kracht van een e-commerce bedrijf bepaalt in grote mate de duurzaamheid van het succes. Dat kan ook implicaties hebben voor de interne bedrijfsorganisatie die te maken krijgt met meer turbulentie en zich daarop moet kunnen aanpassen.
Traditionele ondernemingen die ook e-commerce activiteiten gaan ontplooien krijgen onvermijdelijk te maken met de noodzaak om distributiekanalen op elkaar te gaan afstemmen. Dat kan leiden tot meer interne of externe concurrentie. Wanneer ondernemingen dit soort activiteiten gaan ondernemen, worden zij bricks-and-clicks genoemd. Er zal nu ook gekeken moeten worden of de onderneming niet aan e-fulfillment'' moet gaan doen om zijn klanten nog beter te kunnen bedienen.
Juridisch
Handel drijven op internet kent een aantal bijzondere implicaties:
Internationaal privaatrechtelijke jurisdictie: welk recht is van toepassing bij grensoverschrijdende internettransacties?
btw-kwesties, invoerrechten en accijnzen.
Privacyregelgeving
Intellectuele eigendomsrechten
Aansprakelijkheid
Standaarden
Op het gebied van electronic commerce zijn diverse standaarden in omloop. In veel gevallen denkt men bij electronic commerce aan webshops, maar ook gestandaardiseerde berichten rond handelstransacties vallen hieronder. De belangrijkste standaarden zijn:
EDIFACT. Deze standaard wordt op zeer grote schaal ingezet door detailhandelsbedrijven in de communicatie met hun leveranciers
Opmaaktalen
Standard Generalized Markup Language (SGML).
HyperText Markup Language (HTML).
Extensible Markup Language (XML). RSS is een vorm van XML.
Zie ook
Electronic data interchange (EDI)
Betaalwijze
Supply chain management
|
De opkomst van electronic commerce begon in de jaren 1970 met innovaties zoals Electronic Fund Transfers (EFTs). Deze systemen maakten via een netwerk geld over tussen verschillende rekeningen. De opkomst van electronic data interchange (EDI), een systeem voor data-uitwisseling tussen organisaties, zorgde ervoor dat electronic commerce zich ook uitbreidde naar niet-financiële transacties. Telecommunicatietoepassingen, zoals digitale veilingen en ticketreserveringssystemen, en vergroting van de netwerkcapaciteit, zorgden ervoor dat electronic commerce in de jaren 1990 echt een factor van belang ging worden voor veel bedrijven.
| 1 |
evenementreservering, ticketreservering, concertreservering
|
9,520 |
DepositAccount
|
3843127
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Finabank
|
Finabank
|
Finabank N.V. is een bank in Suriname, opgericht op 24 april 1991. Zij is een primaire bank, gespecialiseerd in de business- en retail banking sector.
Schets van Finabank
De bank is in 1991 opgericht door ondernemer Jules August Tjin Wong Joe.
De bank heeft thans 3 vestigingen en 7 geldautomaten. Per ultimo 2015 bedroegen haar activa SRD 701 miljoen, waardoor zij behoort tot de vier grootste banken in Suriname. Het aantal medewerkers is 120.
De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het houden van toezicht op het beleid van de directie en staat haar bij met advies. Hij bestaat uit personen uit het bedrijfsleven en andere sectoren van de samenleving. Het directieteam is belast met het dagelijks bestuur.
De bank richt zich op de zakelijke markt door het aanbieden van producten als giro- en spaarrekeningen, cash pooling accounts, investerings- en rekening-courantkredieten, bankgaranties, forex en foreign transfers business, Point of Sale faciliteiten en e-commerce betalingsopties. Op de consumentenmarkt biedt zij giro- en spaarrekeningen, persoonlijke leningen, hypotheken, betaalinstrumenten, waaronder automated teller machines, creditcards en internetbanking, aan.
Haar bestand bestaat uit zakelijke en particuliere klanten die waarde hechten aan duurzaam partnerschap en op maat gesneden oplossingen, zodat aan hun financiële behoeften kan worden voldaan. De bank levert verantwoorde en innovatieve diensten, waarbij de belangen van de cliënten voorop staan.
Haar strategie is gericht op het behalen van een aanvaardbaar aandeel in de bancaire markt.
De Centrale Bank van Suriname is de toezichthouder en verleende de Finabank op 27 oktober 2005 de status van deviezenbank.
In 2023 gaf de CariCRIS een kredietwaardigheidsrating aan de Finabank van A+/A.
Trivia
De Surinaamse Finabank moet niet worden verward met de voormalige Fina Bank Group (1986-2013) in Kenia, Rwanda en Oeganda.
Externe link
Website van Finabank
Surinaamse bank
|
De bank heeft thans 3 vestigingen en 7 geldautomaten. Per ultimo 2015 bedroegen haar activa SRD 701 miljoen, waardoor zij behoort tot de vier grootste banken in Suriname. Het aantal medewerkers is 120.
De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor het houden van toezicht op het beleid van de directie en staat haar bij met advies. Hij bestaat uit personen uit het bedrijfsleven en andere sectoren van de samenleving. Het directieteam is belast met het dagelijks bestuur.
De bank richt zich op de zakelijke markt door het aanbieden van producten als giro- en spaarrekeningen, cash pooling accounts, investerings- en rekening-courantkredieten, bankgaranties, forex en foreign transfers business, Point of Sale faciliteiten en e-commerce betalingsopties. Op de consumentenmarkt biedt zij giro- en spaarrekeningen, persoonlijke leningen, hypotheken, betaalinstrumenten, waaronder automated teller machines, creditcards en internetbanking, aan.
Haar bestand bestaat uit zakelijke en particuliere klanten die waarde hechten aan duurzaam partnerschap en op maat gesneden oplossingen, zodat aan hun financiële behoeften kan worden voldaan. De bank levert verantwoorde en innovatieve diensten, waarbij de belangen van de cliënten voorop staan.
Haar strategie is gericht op het behalen van een aanvaardbaar aandeel in de bancaire markt.
| 2 |
depositorekening, spaarrekening, renterekening
|
5,696 |
HVACBusiness
|
1125662
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Domotica
|
Domotica
|
Domotica (ook wel huisautomatisering of smart homes genoemd) is de toepassing van elektronica en huisnetwerken ten behoeve van de automatisering van processen in en om een woning, een kantoor of een klein bedrijf. Het woord "domotica" is een samentrekking van domus (huis in het Latijn) en het achtervoegsel -tica dat lijkt te duiden op 'toegepaste wetenschap'. Men komt het achtervoegsel ook tegen in de hedendaagse begrippen informatica, telematica en robotica.
Een definitie van domotica is: De integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven. Bij domotica draait het dus niet alleen om integratie van techniek en bediening in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning.
Domotica houdt in dat sensoren instaan voor de bediening van actuatoren door tussenkomst van een processor of controller of computer. Domotica zijn de mogelijkheden van de industriële bedrijfsautomatisering toegepast op een woning.
Ontstaan
De eerste domoticatoepassingen waren vaak systemen die reeds in de geautomatiseerde industrie of kantooromgeving bestonden, en in woningen werden ingepast voor personen met een functiebeperking. Zodoende konden zij zich een grotere autonomie verwerven en bijvoorbeeld vanuit een rolstoel de belangrijkste huiselijke taken (laten) uitvoeren.
Veralgemeende toepassing van domotica begon echter pas eind 20e eeuw echt door te breken in de bouw en architectuur, omdat er dan ook een standaard werd opgesteld waarbinnen de verschillende systemen konden worden geïntegreerd en met elkaar kunnen communiceren. Daarnaast hebben steeds meer mensen belangstelling voor deze oplossingen. Uit een onderzoek van GfK Belgium in november 2015 blijkt dat 1 op de 3 Belgen een uitgesproken belangstelling hebben voor een smart home.
Tweede generatie domotica
De tweede generatie domotica is standaard voorzien van een ethernetaansluiting. Via deze aansluiting kunnen audio-, video-, verwarming-, airco-, alarm- en andere systemen op een eenvoudige manier worden gekoppeld met het LAN (Local area network) of het WAN (Wide area network). Hierdoor kan men thuis maar ook vanuit kantoor het domoticasysteem beheren via de pc, smartphone of tablet. Zo kan men bijvoorbeeld via internet de camerabeelden volgen en ingrijpen wanneer een leverancier het licht heeft laten branden. Of kan men de aanwezigheidssimulatie opstarten zodat het lijkt alsof men thuis is.
Toepassingen
Het kunnen relatief eenvoudige opstellingen zijn, zoals de winkeldeur die automatisch open en dicht gaat als men hem nadert, of de verlichting van de hal die automatisch aanflitst als er aangebeld wordt.
De meeste toepassingen vindt men in de keuken en de badkamer evenals voor comfort, veiligheid en efficiënt energiegebruik.
Voorbeelden van toepassingen zijn:
verwarming
airconditioning (HVAC)
verlichting
Keuken
Aanvullen van de keukenvoorraad en plaatsen van een bestelling via internet bij de supermarkt.
Voorprogrammeren van de oven.
Voorprogrammeren van het koffiezetapparaat.
Badkamer
Thermostatische mengkraan voor bad of douche, die dus water van instelbare vaste temperatuur afgeeft.
Sauna die op temperatuur staat wanneer men thuiskomt na een vermoeiende werkdag.
Comfort
Temperatuursensors bedienen de verwarming / airconditioning per plaats al naargelang het uur van de dag en de aanwezigheid van personen en/of dieren.
De verwarming in het buitenverblijf aanschakelen via gsm.
Openen van de poort via gsm.
De verwarming op nachtstand bij het verlaten van het huis.
Instellen van een bepaalde sfeer (met behulp van verlichting).
De ramen automatisch laten sluiten (na ingestelde tijd, afstandsbediening, temperatuur enz.)
Binnen- of buitenzonwering inschakelen wanneer de zon schijnt of op afstand bedienen.
Veiligheid
Deurintercom met camera en beeldscherm die doorschakelt naar de gsm.
Inbraakalarm per telefoon of sms naar bewakingscentrale of politie.
Brand- of rookalarm naar bewakingscentrale.
Bewakingscamera's voor particulier gebruik.
Ramen automatisch laten openen bij CO-alarm, ketel uitschakelen.
Klimaatregeling
verwarming en airconditioning (HVAC).
Temperatuursensors bedienen de verwarming / airconditioning per plaats al naargelang het uur van de dag en al naargelang de aanwezigheid van personen eventueel gedetecteerd door naderingsschakelaars.
Dezelfde temperatuursensors kunnen ook instaan voor neerlaten en optrekken van zonneschermen en rolluiken al naargelang het uur, de aanwezigheid of afwezigheid van personen en de inval van licht.
Ramen laten zich individueel, in een klein of groter netwerk bedienen en automatisch openen en sluiten (TipTronic), bediend door een tijdslimiet, CO2-melder, afstandsbediening, temperatuur etc.
De verwarming in het buitenverblijf inschakelen via gsm
De temperatuur via een domoticapaneel hoger of lager zetten.
Verlichting
Sensoren ontsteken de verlichting als een persoon in de buurt komt en doven ze als er niemand meer is.
Elektronische dimmers om de sterkte van de verlichting aan te passen aan de behoefte
Als u het huis verlaat gaan alle lichten uit en de verwarming op nachtstand.
Als u gaat slapen: met één schakelaar gaan alle lichten uit.
Instellen van een bepaalde sfeer:
Romantische sfeer: weinig licht en romantische muziek.
Werksfeer: veel licht en geen muziek
Leessfeer: veel licht op een bepaalde plaats en rustige muziek.
Creëren van diverse scenes voor elk moment. Alle lampen worden door een druk op de knop aangepast aan het vooraf ingestelde moment.
Verlichting laten knipperen wanneer de deurbel gaat.
Synchroniseren met de televisie. De lampen nemen de kleuren aan die worden weergegeven op de televisie.
Verlichting automatisch inschakelen bij zonsondergang.
Sensoren schakelen verlichting uit bij voldoende licht.
Efficiënt energieverbruik
Tijdsinstelling laat bepaalde apparaten (bv. wasmachine, koffiezetapparaat, sauna) op het juiste moment opstarten.
Door stroomvreters zoals de vaatwasmachine en wasmachine alleen in de daluren tegen een voordelig tarief te laten draaien.
Door bepaalde stopcontacten te deactiveren als u de woning verlaat.
Zwembadstofzuiger treedt in werking als er een bepaalde graad van vervuiling is bereikt en/of start minstens eenmaal per week.
Bij het openzetten van een raam de verwarming in die kamer automatisch omlaag laten gaan.
Beveiliging
Het openen en sluiten van sloten door personen met de gepaste sleutel, bijvoorbeeld een RFID-tag en registratie welke personen zich waar en wanneer bevinden, in het bijzonder openen en sluiten van garagepoorten.
Deurintercom, al dan niet met camera en beeldscherm die doorschakelt naar de gsm.
Inbraakalarm, hetzij met licht en geluid, hetzij per telefoon of sms naar bewakingscentrale of politie.
Brand- of rookalarm met geluid of telefoon naar brandweer of bewakingscentrale of in werking stellen van sprinkler op basis van rookmelders.
Bewakingscamera's voor particulier gebruik
Telecommunicatie en informatie
Vlakke wandschermen waarop televisie, video, dvd, internet, computer, videoconferentie te zien zijn. Eén duur scherm van hoge kwaliteit op de meest geschikte plaats van de kamer dient alle videotoepassingen.
Audio: geluidsboxen waarop radio, televisie, video, dvd, internet, computer, videoconferentie, telefoon te horen zijn. Eén stel dure geluidsboxen van hoge kwaliteit, optimaal geplaatst in een kamer, dient alle audiotoepassingen.
Koppeling van het domoticasysteem aan het internet. Hierdoor kunt u van op afstand inloggen in uw huis.
Gps verbinden aan een persoon met een functiestoornis.
Sanitair
Waterkranen die opengaan als de handen in de buurt komen. Dit biedt hygiënische voordelen: niemand hoeft met schoon gewassen handen een kraan dicht te draaien die voordien met vuile handen geopend is. Het voorkomt ook waterverspilling doordat een kraan niet blijft lopen.
Automatisch doorspoelen van toilet of urinoir en eventueel reiniging van de toiletbril als de gebruiker is opgestaan.
Voorkomen van legionellabesmetting door automatisch spoelen van de tappunten.
Controle (in aanleunwoningen voor bejaarden) van toiletwatergebruik voor bewoner (in verband met verdenking van incontinentie). Het is overigens de vraag of dit soort informatie behoort tot het domein van de privacy van de bewoner of dat de controlerende zorginstelling dit zo maar mag doen.
Mobiliteitsbewaking
Mobiliteitsbewaking (van een persoon) met behulp van bewegingssensoren en/of camera's. Daarmee kan automatisch bepaald worden dat een bewoner hulp nodig heeft, bijvoorbeeld na een ongeval in huis. Dit vindt vooral toepassing in woningen voor ouderen. Ook in de zorg voor verstandelijk gehandicapten is dit nuttig.
Tussenoplossingen
Vormen van domotica die, technisch gezien, tussen analoge en digitale toepassingen liggen.
Een alternatief voor teleruptoren zijn intelligente relais. Deze relais hebben een interne klok en kunnen geprogrammeerd worden met logische functies. Op deze manier is een goedkope installatie mogelijk die de functionaliteit van een domotica-installatie benadert.
Andere tussenvormen zijn draadloze systemen zoals Adhoco, EnOcean, Zigbee, Z-Wave, Wireless MBus en 433MHz.
Verder worden er steeds vaker producten uitgevoerd met een Bluetooth-chip of een WiFi-module.
Standaarden
Om de verschillende hardware- en softwareproducten met elkaar samen te laten werken is een communicatieprotocol nodig. Er zijn verschillende protocollen in gebruik met elk hun eigen voor- en nadelen. Hierbij valt te denken aan snelheid, stroomgebruik, open standaarden, et cetera. Hierdoor werken componenten van verschillende fabrikanten en soms zelfs van dezelfde fabrikant niet altijd goed met elkaar. Er zijn initiatieven die proberen de wildgroei aan domoticastandaarden tegen te gaan. Onderstaand een greep uit de veel gebruikte standaarden, zonder hiermee aan te geven dat deze beter of slechter zijn (iedere standaard heeft zijn eigen voor- en nadelen).
KNX
Matter
Wi-Fi
X10
ZigBee
Z-Wave
Voetnoten
Toegepaste informatica
Wonen
Architectuur
Elektronica
|
Klimaatregeling
verwarming en airconditioning (HVAC).
Temperatuursensors bedienen de verwarming / airconditioning per plaats al naargelang het uur van de dag en al naargelang de aanwezigheid van personen eventueel gedetecteerd door naderingsschakelaars.
Dezelfde temperatuursensors kunnen ook instaan voor neerlaten en optrekken van zonneschermen en rolluiken al naargelang het uur, de aanwezigheid of afwezigheid van personen en de inval van licht.
Ramen laten zich individueel, in een klein of groter netwerk bedienen en automatisch openen en sluiten (TipTronic), bediend door een tijdslimiet, CO2-melder, afstandsbediening, temperatuur etc.
De verwarming in het buitenverblijf inschakelen via gsm
De temperatuur via een domoticapaneel hoger of lager zetten.
| 5 |
verwarming, ventilatie, airconditioning
|
10,623 |
ApplyAction
|
1168299
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Afblazen%20promotie%20Marcoen%20Cabbolet
|
Afblazen promotie Marcoen Cabbolet
|
In januari 2008 werd aan de Technische Universiteit Eindhoven de promotie van M.J.T.F. (Marcoen) Cabbolet afgeblazen, hoewel het proefschrift al door de promotiecommissie was goedgekeurd. Dit is zo ongebruikelijk dat het voorval de landelijke pers haalde.
Cabbolet, geboren in 1967 in het Limburgse Boukoul studeerde in 1991 aan de TU Eindhoven af in de chemische technologie met als specialisatie fysisch-organische chemie. Hij was co-auteur van twee artikelen in het Journal of Physical Chemistry over radicale kationen.
Proefschrift
De titel van het manuscript voor zijn proefschrift luidt: Elementary Process Theory, mathematical-logical principles of individual processes in a non-local, non-deterministic, non-probabilistic, heterogeneous universe.
Het manuscript behandelt een wiskundig-logisch raamwerk waarbinnen enkele fundamentele vraagstukken van de natuurkunde worden behandeld. Cabbolet ontwikkelt er een onconventionele theorie in die, naar zijn zeggen, onverenigbaar is met de kwantummechanica en de algemene relativiteitstheorie.
Totstandkoming
Cabbolet werkte vanaf 1997 aan zijn promotiewerk, samen met beoogd promotor Sergey Sannikov van het Instituut voor Physica en Technologie KIPT in Charkov (Oekraïne). "Het onderzoek behelst het ontwerpen van een wiskundige beschrijving van een fundamenteel nieuwe stelling over het gedrag van elementaire deeltjes. Uit de stellingname volgt dat er theoretisch volkomen nieuwe bronnen voor energiewinning bestaan, voorlopig is het echter nog te vroeg om conclusies te trekken." zo meldde Cabbolet in het Chemisch Weekblad van 8 juli 2000.
Hij was op dat moment bezig met een proces tegen NWO, aangezien deze organisatie een aanvraag van hem niet in behandeling wilde nemen, omdat Sannikov niet aan een Nederlandse universiteit verbonden was. Het a priori weigeren van een aanvraag is wat Cabbolet wilde toetsen bij de rechter. De rechter stelde NWO echter in het gelijk.
Sannikov kwam te overlijden voor het onderzoek was afgerond.
De gang van zaken rond de promotie
Cabbolet heeft zijn proefschrift in oktober 2007 binnen de Graduate School van de Universiteit van Tilburg voorgelegd aan de promotiecommissie van de Faculteit Geesteswetenschappen. Eerste promotor werd dr. Harrie de Swart, hoogleraar in de filosofie van de wiskunde, logica en logische semantiek, gepromoveerd in de grondslagen van de wiskunde. De rector van UvT, Frank van der Duyn Schouten, beweerde in de pers dat Cabbolet zijn proefschrift terug trok, vanwege "ernstige kritiek" van fysici in de promotiecommissie. Volgens Cabbolet is dat onwaar; hij heeft het proefschrift teruggetrokken, vanwege een persoonlijke aanvaring met Prof. Stefan Hartmann van de UvT, een van de leden van de promotiecommissie. Hartmann eiste dat Cabbolet ook in het proefschrift inging op de vraag waarom hij geen theorie had ontwikkeld vanuit de aanname dat een verafgelegen planeet gemaakt is van groene kaas.
Hierna bood Cabbolet zijn proefschrift aan bij de Faculteit Wiskunde en Informatica van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Ook hier werd De Swart eerste promotor. Tweede promotor was de wiskundige en emeritus-hoogleraar van de TU/e Malo Hautus; als copromotor zou optreden de theoretisch natuurkundige Karl Svozil, als associate professor verbonden aan de Universiteit van Wenen.
Enkele weken voor de promotie gaf Cabbolet een interview aan het weekblad Cursor van de Eindhovense universiteit.
Door het artikel (openingszin: Hij zou zomaar eens de Einstein van deze eeuw kunnen worden) kwam de controversiële aard van het proefschrift in de publiciteit.
Naar aanleiding hiervan besloot de decaan van de Faculteit Wiskunde en Informatica, Prof. Kees van Hee, een tweede beoordelingsronde voor het proefschrift op touw te zetten. Hij deed dit op eigen initiatief; er was geen officieel overleg met de universiteit. Voor deze herbeoordeling schakelde hij de volgende personen in: zijn faculteitsgenoten Andries Brouwer en Jos Baeten (beiden van de Technische Universiteit Eindhoven), zijn voormalige klasgenoot en nobelprijswinnaar Gerard 't Hooft (Universiteit Utrecht) en zijn kennis Boudewijn Verhaar (Technische Universiteit Eindhoven). De beoordelingsrapporten waren negatief. Zo vond prof.dr. Gerard 't Hooft, Universiteitshoogleraar theoretische fysica te Utrecht en Nobelprijswinnaar, het proefschrift vaag; tegen een journalist zei hij: "Ik kan er geen brood van bakken". "Voor wat ik van het wiskundige deel begrijp, klinkt het me allemaal erg vaag in de oren." Ook meldde hij dat de theorie onmogelijk kon kloppen, omdat er uit zou volgen dat antimaterie positieve rustmassa heeft, maar toch van de aarde af beweegt onder invloed van de zwaartekracht. In een reactie liet promotor Harrie de Swart daarover weten: "Het proefschrift bestaat uit een logisch raamwerk met een natuurkundige interpretatie. Die interpretatie was voor mij en voor de promotiecommissie helder. Maar dan maak je dus mee dat iemand als 't Hooft zegt dat ie 'geen brood kan bakken' van het onderzoek. En dan ben ik zeer verbaasd, want wij zijn toch ook niet helemaal gek." Cabbolet zelf stelde dat over de beoordelingsrapporten de "stank van pseudoscepticisme" hangt.
Gebaseerd op de negatieve kritiek besloot het college op 21 januari de promotie definitief af te blazen, met als reden dat het proefschrift niet aan de eisen voldeed.
Cabbolet verweerde zich middels een open brief in Cursor. Hij maakte aanmerkingen op de gang van zaken, met name de korte tijd die de externe deskundigen hadden om het proefschrift te beoordelen (de reactie van 't Hooft kwam nog op dezelfde dag waarop proefschrift was ontvangen), en weersprak enkele inhoudelijke punten van kritiek.
De Swart stelt in een interview met het NRC: "Ze hebben het werk te vluchtig bekeken en het niet begrepen. Ik heb de indruk dat ze, Gerard ’t Hooft met name, geen kaas hebben gegeten van formele logica."
Uitspraak commissie Wetenschappelijke Integriteit
Op 29 augustus 2008 publiceerde het NRC Handelsblad een artikel omtrent een vertrouwelijk advies aan het College van Bestuur van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de Technische Universiteit Eindhoven. Daarin werd gesteld dat er sprake was van onzorgvuldigheid bij de herbeoordeling van het promotieonderzoek van Cabbolet. Specifiek werd gesteld dat, in strijd met het promotiereglement en de Nederlandse Gedragscode Wetenschap, was nagelaten om hoor en wederhoor toe te passen voordat besloten werd de promotie af te blazen. Ook werd geoordeeld dat twee aan de TU/e verbonden medewerkers, Fred Lambert en Reinier Post, de "grenzen van het professioneel wetenschappelijk handelen" hadden overschreden door op Wikipedia grievende passages omtrent Cabbolet toe te voegen.
In een voorlopige reactie gaf de universiteit te kennen dat ze het eens was met de conclusie dat de "beoordelingsprocedure van het proefschrift niet naar behoren was verlopen, maar dat de afwijzing terecht was omdat het niveau beneden de maat was".
Uiteindelijke promotie
Op 23 september 2011 heeft Cabbolet kunnen promoveren bij de Vrije Universiteit in Brussel, met als promotor Prof. dr. Jean Paul Van Bendegem, bij de Faculteit Logica en Wetenschapsfilosofie. Zijn proefschrift was genaamd Elementary Process Theory: axiomatic introduction and applications. Hij behaalde zijn doctoraat met grote onderscheiding.
Meer over het werk
Het tijdschrift Natuurwetenschap en Techniek wijdde in september 2008 een artikel aan het werk, waarin Cabbolet informeel en in het kort zijn theorie uiteenzet. Ook is een reactie van 't Hooft opgenomen.
Op 16 augustus 2010 verscheen er een artikel van Cabbolet in het tijdschrift Annalen der Physik dat gebaseerd is op het natuurkundige deel van zijn dissertatie. In 2014 verscheen ook nog een artikel in het tijdschrift Logique et Analyse dat gebaseerd is op het wiskundige deel van de dissertatie. Cabbolet en De Swart stelden dat met het verschijnen van de publicaties van de inhoud van de dissertatie in ISI tijdschriften het bewijs rond was dat "de promotie aan de TU/e destijds niet met wetenschappelijke argumenten, en dus onterecht, is tegengehouden."
Promotie
Technische Universiteit Eindhoven
|
Totstandkoming
Cabbolet werkte vanaf 1997 aan zijn promotiewerk, samen met beoogd promotor Sergey Sannikov van het Instituut voor Physica en Technologie KIPT in Charkov (Oekraïne). "Het onderzoek behelst het ontwerpen van een wiskundige beschrijving van een fundamenteel nieuwe stelling over het gedrag van elementaire deeltjes. Uit de stellingname volgt dat er theoretisch volkomen nieuwe bronnen voor energiewinning bestaan, voorlopig is het echter nog te vroeg om conclusies te trekken." zo meldde Cabbolet in het Chemisch Weekblad van 8 juli 2000.
Hij was op dat moment bezig met een proces tegen NWO, aangezien deze organisatie een aanvraag van hem niet in behandeling wilde nemen, omdat Sannikov niet aan een Nederlandse universiteit verbonden was. Het a priori weigeren van een aanvraag is wat Cabbolet wilde toetsen bij de rechter. De rechter stelde NWO echter in het gelijk.
| 2 |
sollicitatie, aanvraag, inschrijving
|
9,563 |
ExhibitionEvent
|
5103994
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/D.O.O.D.
|
D.O.O.D.
|
D.O.O.D. of de olympiade onder dictatuur was een tentoonstelling die in augustus 1936 in het gebouw De Geelvinck in Amsterdam werd georganiseerd uit protest tegen het feit dat de Olympische Spelen dat jaar in nazi-Duitsland werden gehouden.
De tentoonstelling werd gehouden op initiatief van de Bond van Kunstenaars ter Verdediging van de Kulturele Rechten (BKVK) en van het Comité ter Bescherming van de Olympische Gedachte (BOG). Tot de organisatoren behoorden Carel Blazer en Cas Oorthuys. Voor de tentoonstelling werden 256 werken ingezonden door 150 kunstenaars uit Nederland, België, Frankrijk, Engeland, Zweden, Tsjecho-Slowakije en de Verenigde Staten. Ook Duitse kunstenaars in ballingschap stuurden werken in. Onder de deelnemers waren vele bekende kunstenaars, zoals Max Ernst, Paul Citroen, Ossip Zadkine, Fernand Léger, André Lhote, Georges Vantongerloo, Otto Freundlich, Robert Capa, Jacques Lipchitz, Charley Toorop, Emiel van Moerkerken en Frans Masereel.
Het affiche met een kogelstoter die gehinderd werd door een hakenkruis werd ontworpen door Jo Voskuil en Cas Oorthuys.
De tentoonstelling leidde nog vóór aanvang tot protesten van de Duitse ambassadeur in Den Haag en de Duitse consul in Amsterdam, A.E. Jung. De Amsterdamse burgemeester De Vlugt liet nog vóór de opening van de tentoonstelling een aantal werken verwijderen, waaronder het schilderij Tijdsbeeld 1934 van Harmen Meurs en tekeningen van Karl Schwesig over zijn eigen folteringen door de SA in Düsseldorf. Er werden dan ook twee catalogi uitgegeven in 1936; een van de oorspronkelijke opzet van de tentoonstelling, en één samengesteld na de verwijderingen, waarin ook nagekomen inzendingen werden opgenomen.
In het voorjaar van 1996 werd in het Amsterdamse gemeentearchief een reconstructie van de tentoonstelling gepresenteerd en een begeleidende bundel uitgebracht.
Expositie in Amsterdam
Geschiedenis van Amsterdam
|
De tentoonstelling leidde nog vóór aanvang tot protesten van de Duitse ambassadeur in Den Haag en de Duitse consul in Amsterdam, A.E. Jung. De Amsterdamse burgemeester De Vlugt liet nog vóór de opening van de tentoonstelling een aantal werken verwijderen, waaronder het schilderij Tijdsbeeld 1934 van Harmen Meurs en tekeningen van Karl Schwesig over zijn eigen folteringen door de SA in Düsseldorf. Er werden dan ook twee catalogi uitgegeven in 1936; een van de oorspronkelijke opzet van de tentoonstelling, en één samengesteld na de verwijderingen, waarin ook nagekomen inzendingen werden opgenomen.
| 3 |
tentoonstelling, expositie, beurs
|
11,034 |
PublicationVolume
|
5454621
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Heretik%2C%20volume%202
|
Heretik, volume 2
|
Heretik, volume 2 “The trial” is een studioalbum van Nathan Mahl. Het is deel 2 uit de trilogie met deel 1 Body of accusations en deel 3 The sentence. Het album werd onder leiding van bandleider Guy LeBlanc tevens verantwoordelijk voor muziek en teksten opgenomen in de periode januari tot juni 2001 in LeBlancs geluidsstudio Subversia. Het album sluit niet alleen qua muziek aan op deel 1, ook het thema van het conceptalbum (een eenling tegenover de rechtsstaat) wordt voortgezet. Zwak punt bleef de zang van LeBlanc in dit grotendeels instrumentaal album.
Musici
Guy LeBlanc – toetsinstrumenten, zang, blokfluit
Claude Prince – basgitaar
Marc Spénard – gitaar
Alain bergeron – drumstel
Met Natasha LeBlanc, zang op The final appeal
Muziek
Muziekalbum uit 2001
Muziekalbum van Nathan Mahl
|
Heretik, volume 2 “The trial” is een studioalbum van Nathan Mahl. Het is deel 2 uit de trilogie met deel 1 Body of accusations en deel 3 The sentence. Het album werd onder leiding van bandleider Guy LeBlanc tevens verantwoordelijk voor muziek en teksten opgenomen in de periode januari tot juni 2001 in LeBlancs geluidsstudio Subversia. Het album sluit niet alleen qua muziek aan op deel 1, ook het thema van het conceptalbum (een eenling tegenover de rechtsstaat) wordt voortgezet. Zwak punt bleef de zang van LeBlanc in dit grotendeels instrumentaal album.
| 1 |
volume, publicatievolume, tijdschriftdeel
|
8,049 |
ToyStore
|
468582
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Intertoys
|
Intertoys
|
Intertoys is een Nederlandse speelgoedketen en verkoopt naast speelgoed ook multimedia en andere toebehoren. De organisatie heeft anno maart 2020 203 winkels verspreid over heel Nederland. Het is samen met onder andere Blokker onderdeel van de Mirage Retail Group.
Geschiedenis
Inkooporganisatie "Hobo Faam" startte op 25 juni 1976 met de inkoop van speelgoedartikelen. Er werden een serie eigen speelgoedwinkels opgezet. Eind 1976 waren er zeven bedrijven, onder andere in Hoorn, Veghel, Enkhuizen en Eindhoven. Tot 1979 voerden deze winkels eigen handel met eigen inkoop en een eigen naam naast de gemeenschappelijke naam "Intertoys". In 1979 ontstond het Intertoys-logo en gemeenschappelijke inkoop voor de winkels.
In 2005 nam Intertoys ook zijn intrek in België. Hier waren in alle grootsteden Christiaensen-speelgoedwinkels te vinden, tot deze in 2004 door Blokker werden opgekocht. Vele Christiaensen-filialen werden gesloten; enkele anderen werden omgebouwd tot een Intertoys- of Bart Smit-winkel, omdat deze namen bekender waren. De Belgische Intertoys-winkels bevonden zich in Aalst, Baarle-Hertog, Keerbergen, Knokke, Leuven, Luik, Overijse, Tongeren, Wijnegem en Brussel.
Medio 2016 werd bekend dat de speelgoedketens Toys XL en Bart Smit verder gingen onder de naam Intertoys. Blokker verwachtte hiermee de klant beter van dienst te kunnen zijn. De Nederlandse winkels van Bart Smit werden vanaf begin 2017 omgebouwd tot Intertoys-vestigingen. De filialen van Toys XL werden begin 2018 omgebouwd en veranderd in IntertoysXL Filialen. De reden om de winkel tot XL-varianten om te dopen was onder andere de grote oppervlakte van de winkels en dat deze filialen meer speelgoed aanboden dan een Intertoys-vestiging van regulier formaat.
Tot december 2017 maakte Intertoys deel uit van de Blokker Holding. Op 12 oktober 2017 maakte Blokker bekend dat Intertoys, met circa 4000 medewerkers, werd verkocht aan de Britse Alteri Investors. De overname was begin december 2017 afgerond. Intertoys had in 2017 circa 500 winkels, waarvan ongeveer 450 in Nederland (met ruim 100 franchisewinkels en 15 XL megastores).
Begin februari 2019 vroeg Intertoys surseance van betaling aan en werd op 21 februari van dat jaar failliet verklaard. De winkels bleven open op verzoek van de curatoren. Het bedrijf werd vervolgens aangekocht door de Portugese speelgoedspecialist Green Swan die het in afgeslankte vorm zal voortzetten. Begin september 2019 werd Intertoys verkocht aan Mirage Retail Group (de vroegere Blokker Holding).
Anno maart 2020 had Intertoys 123 eigen winkels en 80 franchisefilialen in Nederland waar zo'n 1100 werknemers werkten. Het hoofdkantoor van Intertoys is gevestigd in Amsterdam.
Op 28 augustus 2023 werd bekend dat de Mirage Retail Group Intertoys in de markt had gezet voor verkoop.
Het Speelboek
De voornaamste reden van de oprichting van een overkoepelend orgaan Intertoys eind jaren zeventig was de hoge kostenpost van individuele marketing. Intertoys riep daarom in 1987 het 'Speelboek' in het leven. Later verschijnt ieder jaar in de septembermaand een speelboek, voornamelijk met de Sinterklaas- en Kerstperiode op het oog. In dit speelboek staat tevens een wedstrijd waarbij het meestal de bedoeling is om verborgen items in het speelboek of in de winkel te vinden en deze te tellen. Verder werd in het speelboek van 1998 tot 2009 de datum van Domino Day vermeld op de pagina met domino-artikelen.
Winkelmascotte
Naast het speelboek verscheen ook een winkelsymbool in 1987. Het olifantje genaamd Toy Toy, ontworpen door Comic House, werd het symbool voor de Intertoys Holding en al haar winkels. De eerste manifestatie was op het eerste speelboek in 1987. Pas in 1994 werd Toy Toy officieel het symbool.
In september 2017 verscheen een speelboek waarin Toy Toy in tegenstelling tot eerdere edities niet meer te vinden was. Dit speelboek deed qua formaat ook sterk denken aan de vroegere Bart Smit speelboeken en is daarmee, nadat Bart Smit in Intertoys is opgegaan, een breuk met het Intertoys-verleden. Begin oktober 2017 verscheen ook een bètaversie van een nieuwe Intertoys-website online, waarop Toy Toy ontbrak. Al eerder, in november 2016, werd in Amersfoort een proefwinkel geopend waarin nergens deze olifant te vinden was.
Per november 2019 is Toy Toy weer terug te vinden in de fysieke winkels, in het speelboek en op de website van Intertoys. Het heeft daarbij een vernieuwd uiterlijk gekregen.
Toy Toy is nog te vinden in het speelboek van 2021, maar niet meer in het speelboek van 2022. In het speelboek van 2022 worden op de binnenkant van de kaft vijf "nieuwste vriendjes van Intertoys" gepresenteerd. Dit zijn Hippo, Space, Kite, Meis en Bot. Dit zijn figuurtjes die zijn getekend in de stijl van een pictogram.
Externe link
Intertoys Nederland
Nederlandse winkelketen
Blokker Holding
Speelgoedwinkel
|
Geschiedenis
Inkooporganisatie "Hobo Faam" startte op 25 juni 1976 met de inkoop van speelgoedartikelen. Er werden een serie eigen speelgoedwinkels opgezet. Eind 1976 waren er zeven bedrijven, onder andere in Hoorn, Veghel, Enkhuizen en Eindhoven. Tot 1979 voerden deze winkels eigen handel met eigen inkoop en een eigen naam naast de gemeenschappelijke naam "Intertoys". In 1979 ontstond het Intertoys-logo en gemeenschappelijke inkoop voor de winkels.
| 1 |
speelgoedwinkel, speelgoedzaak, speelgoedhandel
|
10,602 |
AchieveAction
|
1304125
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Irina%20Mikitenko
|
Irina Mikitenko
|
Irina Mikitenko-Volynskaja (Bakanas, 23 augustus 1972) is een voormalige Duitse langeafstandsloopster, die in Kazachstan geboren is. Ze werd meervoudig Duits kampioene en heeft meerdere Duitse records in handen. Ze nam viermaal deel aan de Olympische Spelen.
Biografie
Eerste optreden op OS voor Kazachstan
Irina Mikitenko's schoonvader Leonid kwam uit op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-Stad. Op veertienjarige leeftijd begon ze met langeafstandslopen. Onder haar geboortenaam Irina Volynskaja vertegenwoordigde ze Kazachstan op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta op de 5000 m. Hierbij sneuvelde ze in de voorrondes. Ze trouwde later met Alexander, de zoon van Leonid Mikitenko. Vanwege haar Duitse voorouders emigreerde ze met haar man naar de Duitse staat Hessen.
Sinds 1998 Duitse
In maart 1998 nam Mikitenko de Duitse nationaliteit aan en sindsdien kwam zij op internationale wedstrijden voor dit land uit. Dat jaar verbeterde ze ook het Duitse record op de 10.000 m. In 1999 verbeterde ze op de wereldkampioenschappen in de Spaanse stad Sevilla het Duitse record op de 5000 m naar 14.50,17. Deze tijd was goed voor een vierde plek achter Gabriela Szabó (goud), Zahra Ouaziz (zilver) en Ayelech Worku (brons). Op 7 september in Berlijn dat jaar verbeterde ze dit record verder naar 14.42,03.
Vijfde werd ze op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney en de WK van 2001 in Edmonton. In 2003 won ze de Paderborner Osterlauf in een recordtijd van 31.28 minuten. Ook won ze de Bietigheimer Silvesterlauf dat jaar. In Athene werd ze zevende op de 5000 m tijdens haar derde optreden op de Olympische Spelen in 2004.
Comeback na geboorte kind
Na de geboorte van haar kind maakte Irina Mikitenko in 2006 haar comeback door Duitse kampioene te worden op de 5000 en 10.000 m. Op de Europese kampioenschappen van 2006 werd ze negende, een plaats achter haar rivale Sabrina Mockenhaupt. Beide atletes debuteerden dat jaar op de halve marathon tijdens de marathon van Keulen.
In 2007 behaalde Mikitenko bij haar marathondebuut gelijk een tweede plaats op de marathon van Berlijn. Ze finishte in 2:24.51 op ruim een minuut achterstand van de Ethiopische winnares Gete Wami (2:23.17). Haar tijd was de derde Duitse tijd ooit op de marathon gelopen, na Uta Pippig en Katrin Dorre.
Duits marathonrecord
Daarna gaat het snel met Mikitenko. Eerst wint ze in 2008 de marathon van Londen in 2:24.14, alweer meer dan een halve minuut sneller dan bij haar debuutrace. Maar dat is nog niets vergeleken met haar prestatie later dat jaar in eigen huis, op de marathon van Berlijn. Onder ideale omstandigheden brengt ze de Duitse toeschouwers in vervoering met een verbetering van haar eigen nationale record met vijf minuten. Mikitenko loopt een uitstekend opgebouwde race, waarin ze in de tweede helft opstoomt van de derde naar de eerste plaats en uiteindelijk finisht in 2:19.19, de beste wereldtijd van dat jaar. Ze is met deze tijd op de marathonafstand de zevende (peildatum oktober 2017) snelste vrouw aller tijden. Ze is bovendien de eerste Duitse winnares sinds Uta Pippig in 1995. Tweede werd de Ethiopische Askale Tafa Magarsa in 2:21.31, derde de Keniaanse Helena Kirop in 2:25.01. Voor deze beiden is dat een PR.
In 2014 zette Irina Mikitenko een punt achter haar atletiekloopbaan.
Irina Mikitenko is getrouwd met haar trainer Alexander Mikitenko en heeft een zoon Alexander en een dochter Vanessa. Ze liep eerst voor TV Gelnhausen, nadien kwam zij uit voor atletiekvereniging TV Wattenscheid 01.
Titels
Duits kampioene 5000 m - 1999, 2000, 2006
Duits kampioene 10.000 m - 1998, 2006, 2008
Duits indoorkampioene 1500 m - 2001, 2003
Duits indoorkampioene 3000 m - 2001, 2003
Duits kampioene 10 km - 2006, 2007, 2008
Duits kampioene halve marathon - 2007
Duits kampioene veldlopen (lange afstand) - 2000
Duits kampioene veldlopen (korte afstand) - 2000
Persoonlijke records
Baan
Weg
Indoor
Palmares
1500 m
2001: Duitse indoorkamp. - 4.09,97
2003: Duitse indoorkamp. - 4.17,66
2004: 4e Europese Indoorcup - 4.13,61
3000 m
Kampioenschappen
1999: Grand Prix Finale - 8.45,59
2001: Duitse indoorkamp. - 8.52,41
2003: Duitse indoorkamp. - 8.52,78
2004: 6e Wereldatletiekfinale - 8.43,17
Golden League-podiumplek
2003: Weltklasse Zürich – 8.39,29
5000 m
Kampioenschappen
1998: 5e Wereldbeker - 16.46,60
1999: Europacup - 15.05,43
1999: Duitse kamp. - 15.45,21
1999: 4e WK - 14.50,17 (NR)
2000: Europacup - 14.54,30
2000: Duitse kamp. - 15.50,55
2000: 5e OS - 14.43,59
2001: 5e WK - 15.13,93
2004: 7e OS - 15.03,36
2006: 5e Europacup - 16.30,89
2006: Duitse kamp. - 15.28,00
Golden League-podiumplek
1999: ISTAF – 14.42,03
10.000 m
1998: Duitse kamp. - 32.10,61
2006: Duitse kamp. - 32.30,33
2006: 9e EK - 31.44,82
2010: Duitse kamp. - 31.57,71
2010: 9e Europacup - 32.48,69
10 km
2006: Duitse kamp. - 32.30
2007: Duitse kamp. - 32.34
2008: Duitse kamp. - 30.57
2008: Bupa London 10000 - 32.02
2011: Parelloop - 32.05,2
marathon
2007: marathon van Berlijn - 2:24.51
2008: marathon van Londen - 2:24.14
2008: marathon van Berlijn - 2:19.19
2009: marathon van Londen - 2:22.11
2009: Chicago Marathon - 2:26.31
2010: marathon van Chicago - 2:26.40
2011: 6e marathon van Londen - 2:24.24
2011: marathon van Berlijn - 2:22.18
2012: 7e marathon van Londen - 2:24.53
2012: 13e OS - 2:26.44
2013: marathon van Tokio - 2:26.41
2013: marathon van Berlijn - 2:24.54
veldlopen
2000: Duitse kamp. (korte afstand) - 12.18
2000: Duitse kamp. (lange afstand) - 24.33
2000: 19e WK (korte afstand) - 13.31
Duits atleet
Duits olympisch deelnemer
Kazachs olympisch deelnemer
Kazachs atleet
Langeafstandsloper
Marathonloper
|
Duits marathonrecord
Daarna gaat het snel met Mikitenko. Eerst wint ze in 2008 de marathon van Londen in 2:24.14, alweer meer dan een halve minuut sneller dan bij haar debuutrace. Maar dat is nog niets vergeleken met haar prestatie later dat jaar in eigen huis, op de marathon van Berlijn. Onder ideale omstandigheden brengt ze de Duitse toeschouwers in vervoering met een verbetering van haar eigen nationale record met vijf minuten. Mikitenko loopt een uitstekend opgebouwde race, waarin ze in de tweede helft opstoomt van de derde naar de eerste plaats en uiteindelijk finisht in 2:19.19, de beste wereldtijd van dat jaar. Ze is met deze tijd op de marathonafstand de zevende (peildatum oktober 2017) snelste vrouw aller tijden. Ze is bovendien de eerste Duitse winnares sinds Uta Pippig in 1995. Tweede werd de Ethiopische Askale Tafa Magarsa in 2:21.31, derde de Keniaanse Helena Kirop in 2:25.01. Voor deze beiden is dat een PR.
| 1 |
prestatie, verwezenlijking, succes
|
7,700 |
FMRadioChannel
|
5484544
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Joe%20%28Nederland%29
|
Joe (Nederland)
|
JOE, voorheen Joe 70’s & 80’s, is een commercieel Nederlands radiostation dat sinds 1 april 2019 uitzendt. Het station is eigendom van het Vlaamse mediabedrijf DPG Media. JOE is de tweede zender van het mediabedrijf. Met ingang van 1 mei 2022 is de zender te beluisteren via DAB+ en vanaf 1 september 2023 landelijk op de FM. Het station draait uitsluitend muziek uit de jaren 70 en 80 en 90. De lancering op de FM werd groots aangekondigd met posters in abri's van bus- en tramhaltes, op metrostations en op billboards in de hoop dat mensen de zender snel zouden kunnen vinden op de radio.
Geschiedenis
Oprichting
JOE werd opgericht op 1 april 2009 opgericht in België. Precies tien jaar later werd het radiostation ook in Nederland gelanceerd. Hiermee volgde het het andere radiomerk van DPG Media dat al actief was in Nederland, Qmusic. Het eerste gepresenteerde programma op de zender was de ochtendshow van 7.00 tot 9.00 uur dat werd gepresenteerd door Erik van Roekel. Dit programma stopte in de zomer van 2020. Sindsdien was JOE een non-stop muziekstation. Dave Minneboo, toenmalig Radio Director van Qmusic Nederland, wilde op termijn een FM-pakket verwerven en gepresenteerde programma's uitzenden.
Op 29 april 2022 maakte DPG Media bekend dat de zender, aangeduid als Joe 70s & 80s, per 1 mei 2022 via DAB+ te beluisteren zou zijn. Met ingang van 6 februari 2023 kon de zender in de Randstad ook beluisterd worden via FM-kanalen van de Zuidelijke Mediagroep, die ook bekend is van Qmusic Limburg.
Sinds maart 2023 was Daniël Smulders te horen op de radiozender. Hij presenteerde onder andere de Joe 70's & 80's Top 1000, de 80's Lunch, en ook op andere uren op de werkdag. Daarnaast werd hij betrokken bij de strategische plannen van de radiozender.
Landelijke FM-frequentie
In juni bemachtigden DPG Media Nederland een tweede FM-frequentie, naast die van zusterzender Qmusic. Op 31 augustus 2023 werd bekend gemaakt dat JOE zou gaan uitzenden op het FM-kavel, dat voorheen in handen was van Radio 10. Bij aanvang werd de programmering gevuld met diskjockeys die ook te horen zijn op Qmusic, onder wie Kimberley Dekker, Edwin Noorlander en Lars Boele. Op 13 september 2023 werd, in de persoon van Dennis Ruyer, de eerste Joe-dj aangekondigd. Later volgden onder andere Coen Swijnenberg, Sander Lantinga en Kai Merckx.
Studio
Sinds de lancering van JOE op het FM-kavel in september 2023 wordt er gebruik gemaakt van een studio in het INIT-gebouw in Amsterdam, waar ook de DPG Media krantenredacties van De Volkskrant, Trouw en Het Parool gevestigd zijn. Reeds in 2019 kondigde DPG Media aan dat ze een nieuw Nederlands hoofdkantoor lieten bouwen in de Amsterdamse wijk Overamstel. De oplevering van dit pand stond gepland voor het einde van 2023, waarna JOE hier ook haar intrek in zal nemen.
Medewerkers
Programmadirecteur
Diskjockeys
Voormalige
Nieuwslezers
Programmering
Maandag t/m vrijdag
Sinds 1 september 2023 zijn er gepresenteerde programma's te horen op JOE. Omdat de zender nog niet over haar eigen diskjockeys beschikt worden medewerkers van zusterzender Qmusic ingezet. Van maandag tot en met vrijdag zijn er gepresenteerde programma's. Kimberley Dekker presenteert de uren tussen 07.00 en 10.00 uur, waarna Daniël Smulders het van haar overneemt tot 13.00 uur. In de middag presenteren achtereenvolgens Edwin Noorlander en Lars Boele programma's van drie uur. Op vrijdagen neemt een wisselende dj de presentatie van Boele over, onder wie Mattie Valk en Stephan Bouwman.
Hitlijsten
80's Top 800
Van 9 t/m 13 oktober 2023 werd voor het eerst de 80's top 800 uitgezonden, een door luisteraars samengestelde lijst van de 800 beste nummers uit de jaren 80.
Marktaandeel
De luistercijfers van de eerste volledige uitzendweek van JOE op FM, in september 2023, leverde het station een marktaandeel van 2,3% op.
Pay-off
Beeldmerk
Externe link
Officiële website
Nederlandse radiozender
|
Landelijke FM-frequentie
In juni bemachtigden DPG Media Nederland een tweede FM-frequentie, naast die van zusterzender Qmusic. Op 31 augustus 2023 werd bekend gemaakt dat JOE zou gaan uitzenden op het FM-kavel, dat voorheen in handen was van Radio 10. Bij aanvang werd de programmering gevuld met diskjockeys die ook te horen zijn op Qmusic, onder wie Kimberley Dekker, Edwin Noorlander en Lars Boele. Op 13 september 2023 werd, in de persoon van Dennis Ruyer, de eerste Joe-dj aangekondigd. Later volgden onder andere Coen Swijnenberg, Sander Lantinga en Kai Merckx.
| 2 |
FM-radiozender, FM-radiokanaal, FM-frequentie
|
10,698 |
ChildrensEvent
|
1012476
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/N%C3%B6rvenich
|
Nörvenich
|
Nörvenich is een plaats en gemeente in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, gelegen in de Kreis Düren. Nörvenich telt inwoners () op een oppervlakte van 66,20 km².
Plaatsen in de gemeente Nörvenich
Tussen haakjes het aantal inwoners per 31 december 2019.
Binsfeld (947)
Dorweiler (206) 1)
Eggersheim (213)
Eschweiler über Feld (1.111)
Frauwüllesheim (719)
Hochkirchen (449)
Irresheim (184)
Nörvenich (3.865)
Oberbolheim (205)
Pingsheim (667) 1)
Poll (267)
Rath (638)
Rommelsheim (478)
Wissersheim (1.023) 1)
Kasteel Hardt (2)
Gemeentetotaal: 10.974 inwoners per 31 december 2019.
Personen met alleen een tweede woning in de gemeente zijn niet meegeteld.
Bron bevolkingscijfers: Website gemeente
De met 1) gemerkte dorpen zijn bij gemeentelijke herindeling per 1 januari 1975 van de gemeente Erftstadt naar de gemeente Nörvenich overgeheveld. Alle andere dorpen zijn bij gemeentelijke herindeling per 1 januari 1969 van de gemeente Nörvenich deel gaan uitmaken.
Ligging, infrastructuur
Buurgemeentes
Merzenich (Noordrijn-Westfalen) in het noordwesten
Kerpen in het noordoosten; van Kerpen is het 21 km naar de Dom van Keulen.
Lechenich, gemeente Erftstadt in het oosten
Vettweiß in het zuid-zuidwesten
Zülpich in het zuiden
Düren in het westen
Bergheim in het noorden.
Hoofdverkeerswegen
Door Nörvenich loopt de Bundesstraße 477 zuidwaarts naar Zülpich. Dat ligt 15 km ten zuiden van Nörvenich. In de andere richting, vier km ten noorden van deze plaats ligt bij Blatzheim, gemeente Kerpen, de kruising met de Bundesstraße 264 Düren- Kerpen- Keulen.
Wie daar rechtsaf de B 264 op rijdt, bereikt na 6 km in oostelijke richting afrit 21 van de Autobahn A 61.
Rijdt men linksaf de B 264 op, en gaat men 3 km verderop te Golzheim rechtsaf, door Buir, gem. Kerpen, dan bereikt men na 6 km afrit 8 van de Autobahn A 4 Keulen -Aken.
Openbaar vervoer
De in de gemeente gelegen dorpen Binsfeld en Rommelsheim, en Jakobwüllemsheim, gemeente Vettweiß, dat slechts 2 km van Rommelsheim vandaan ligt, zijn aan de spoorlijn Düren - Euskirchen gelegen. In december 2019 is deze lijn heropend voor passagiersvervoer. Te Binsfeld en Rommelsheim stopt sedert december 2020 op werkdagen iedere twee uur, in de weekends iedere drie uur een stoptrein. Voor 2023 is een frequentieverhoging van de treindienst tot 1 x per uur voorzien.
Van 1909 tot 1968 (voor reizigersvervoer: tot 1962) had Nörvenich zelf een station aan een spoorlijntje naar Düren en naar Kerpen. Dit lijntje bleek niet rendabel; alle bovenleidingen, rails e.d. zijn verwijderd. Het voormalige stationsgebouw werd tot woonhuis verbouwd. Wel is naast dit gebouw nog een belangrijke bushalte aanwezig.
Nörvenich en de tot de gemeente behorende dorpen aan de B 477 hebben busverbindingen met o.a. Düren en Vettweiß. Andere dorpen in de gemeente zijn alleen voorzien van een schoolbusdienst.
Economie
De gemeente ligt in een oude, vruchtbare landbouwstreek, de Zülpicher Börde. Op de lössgronden worden vooral aardappelen en suikerbieten verbouwd. Het belang van de agrarische sector is sedert ca. 1970, zeker wat werkgelegenheid betreft, echter sterk teruggelopen. Een rol hierbij speelt ook de teruggang van de suikerfabricage.
Van economisch belang, vanwege de werkgelegenheid, is de aanwezigheid sedert 1954 van een grote luchtmachtbasis, Fliegerhorst Nörvenich. In 1969 is, vanwege het vliegtuiglawaai, het dorpje Oberbolheim, op de kerk na gesloopt en elders herbouwd. Tot 1990 waren hier Amerikaanse militairen van de US Air Force gelegerd, nadien de luchtmacht van de Bundeswehr. De basis ligt 3 km ten noordoosten van de plaats Nörvenich.
Reeds voor de Tweede Wereldoorlog zette de trend in, dat de dorpen in de gemeente Nörvenich vooral bewoond worden door mensen, die in de omliggende bruinkoolgroeven en in bedrijven te Keulen, Düren en in andere omliggende plaatsen werken (woonforensisme).
Onder de lösslaag in de gemeente Nörvenich ligt een dikke laag bruinkool. Plannen, om deze bruinkoollaag in dagbouw te winnen, waarvoor de meeste plaatsen in de gemeente hadden moeten worden gesloopt en elders herbouwd, werden na hevig protest van de inwoners van de gemeente in 1987 in de ijskast gezet. Anno 2000 kwam dit bruinkoolwinningsplan toch weer ter sprake. Waarschijnlijk zal de bruinkool in de Nörvenicher grond blijven zitten, gezien het niet duurzame en dus klimaat-onvriendelijke karakter van bruinkool als brandstof. In de gemeente zijn inmiddels verscheidene windturbines voor duurzame elektriciteitswinning in bedrijf genomen.
Geschiedenis
De huidige Bundesstraße 477, die van noord naar zuid door de gemeente loopt, was in de Romeinse tijd de heerweg Trier-Neuss. Nörvenich heeft een oude en ingewikkelde geschiedenis; er heeft een Romeins castellum gestaan, en vermoedelijk op dezelfde plaats, heeft er van circa 1000 tot circa 1400 een klein vestingstadje bestaan, dat echter nimmer officieel stadsrecht kreeg; de plaatselijke heren gebruikten het als grensvesting ter verdediging tegen vijanden.
Nörvenich lag in het grensgebied van het Hertogdom Gulik en het Keurvorstendom Keulen. In 1279 werd een van de vele grens- en heerschappijconflicten tussen deze staten beslecht door middel van een namens Keulen door Siegfried van Westerburg ondertekend vredesakkoord, dat als Vrede van Pingsheim de Duitse geschiedenis is ingegaan.
Het in 2003 toegekende dorpswapen van Pingsheim, waar de grens midden doorheen liep, herinnert aan dit feit. Linksonder in het veld van het wapen, onder de vredesduif, staat de Gulikse leeuw, rechtsonder het zwart-witte kruis van de aartsbisschoppen van Keulen.
Bezienswaardigheden, recreatie e.d.
Kasteel Nörvenich
Het door een slotgracht omringde kasteel Nörvenich, ook wel Gymnicher Burg genaamd, werd rond 1400 gebouwd en in de 20e eeuw diverse malen verbouwd en uitgebreid. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog (november 1944-januari 1945) diende het kasteel als noodlazaret voor Duitse militairen, die in de Slag om het Hürtgenwald gewond waren geraakt; gesneuvelden werden enige maanden lang tijdelijk in de kasteeltuin begraven. Na 1950 had het kasteel verschillende, niet-adellijke, eigenaars en gebruikers, onder wie van 1963 tot 1971 de beeldhouwer Ulrich Rückriem, en leden van de rockgroep Can (geluidsstudio 1968-1971). In 1980 werd het slot gekocht (en omgedoopt in Schloss Nörvernich) door Joe F. Bodenstein, een in 1936 geboren Duits-Amerikaans uitgever en schrijver van kunstboeken, tevens journalist voor Associated Press en diplomaat. Deze ging het voor allerlei culturele activiteiten gebruiken.
In het kasteel is sinds 1985 het Museum für europäische Kunst gevestigd, dat een grote collectie, vooral naoorlogse, portretbustes e.d., alsmede het archief, bezit van de hand van de Duitse beeldhouwer Arno Breker. Maar ook portretten en portretbustes van andere kunstenaars behoren tot de collectie. De meeste van deze kunstwerken beelden bekende Duitse politici van na de Tweede Wereldoorlog af, maar ook afbeeldingen van internationale staatshoofden en andere beroemdheden zijn er te zien. Ook bezit het museum veel werk van Gustav Zindel Het Museum für europäische Kunst, dat ook beoogt, jonge, veelbelovende beeldend kunstenaars te promoten, is in de periode september t/m april gesloten.
Stellen, ook die niet te Nörvenich wonen, kunnen in het kasteel tussen 1 mei en 30 september in het huwelijk treden.
Overig
De St. Victorkerk van Hochkirchen is een belangrijk cultuurhistorisch monument, waarvan de geschiedenis tot de Romeinse tijd teruggaat. Toen vereerden op deze locatie eerst de Romeinen de god Jupiter, en daarna de Ubiërs een matronen-godin. Voor een uitvoerige cultuurhistorische beschrijving hiervan zie de Duitstalige wikipedia: St._Viktor_(Hochkirchen)
De Kaiser-Route is een 480 km lange, aan Karel de Grote gewijde meerdaagse fietsroute van Aken naar Paderborn. De route doorkruist de gemeente in west-oost-richting.
Het Bubenheimer Spieleland is een populair recreatiepark, gericht op gezinnen met kinderen van 3-11 jaar. Het ligt 500 m ten westen van de spoorlijn, tussen Rommelsheim en Jakobwüllesheim. Het is gelegen op een landgoed met voormalige boerderij, waar een succesvol kinderevenement met een maïsdoolhof aanleiding was, het kinderpretpark op te richten.
Afbeeldingen
Partnerstad
Er bestaat een jumelage met Plessa, deelstaat Brandenburg.
Bekende personen in relatie tot de gemeente
Günter Thelen (* 14 augustus 1943 in Leverkusen), beeldhouwer, woonachtig te Wissersheim; veel van zijn werk is in de gemeente en haar musea te zien.
Externe links
www.schloss-noervenich.de Website Kasteel Nörvenich (het museum in het kasteel heeft geen eigen website)
bubenheimer-spieleland.de/nl Nederlandstalige webpage Bubenheimer Spieleland
Literatuurverwijzing
Joe F. Bodenstein: "Arno Breker - une biographie", Èditions SÉGUIER Paris, 2016 (Franstalig). ISBN 978-2-84049-690-8
|
Overig
De St. Victorkerk van Hochkirchen is een belangrijk cultuurhistorisch monument, waarvan de geschiedenis tot de Romeinse tijd teruggaat. Toen vereerden op deze locatie eerst de Romeinen de god Jupiter, en daarna de Ubiërs een matronen-godin. Voor een uitvoerige cultuurhistorische beschrijving hiervan zie de Duitstalige wikipedia: St._Viktor_(Hochkirchen)
De Kaiser-Route is een 480 km lange, aan Karel de Grote gewijde meerdaagse fietsroute van Aken naar Paderborn. De route doorkruist de gemeente in west-oost-richting.
Het Bubenheimer Spieleland is een populair recreatiepark, gericht op gezinnen met kinderen van 3-11 jaar. Het ligt 500 m ten westen van de spoorlijn, tussen Rommelsheim en Jakobwüllesheim. Het is gelegen op een landgoed met voormalige boerderij, waar een succesvol kinderevenement met een maïsdoolhof aanleiding was, het kinderpretpark op te richten.
| 1 |
kinderevenement, kinderactiviteit, jeugdevenement
|
6,959 |
Casino
|
5281760
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/OZ%20Architect
|
OZ Architect
|
OZ, voorheen OeverZaaijer Architectuur, is een Nederlands architectenbureau. Het heeft zijn hoofdkantoor in Amsterdam.
Portfolio
The Duchess - Amstelkwartier, Amsterdam
Van der Valk Hotel - Amstel, Amsterdam
BOLD - Overhoeks, Amsterdam
CHANGE= - Amsterdam
East House - Amsterdam-Zuidoost (2020)
The Terraced Tower - Rotterdam
Holland Casino - Utrecht
B-PROUD - Den Haag
Nederlands architectenbureau
|
Portfolio
The Duchess - Amstelkwartier, Amsterdam
Van der Valk Hotel - Amstel, Amsterdam
BOLD - Overhoeks, Amsterdam
CHANGE= - Amsterdam
East House - Amsterdam-Zuidoost (2020)
The Terraced Tower - Rotterdam
Holland Casino - Utrecht
B-PROUD - Den Haag
| 1 |
casino, gokhal, speelhal
|
283 |
JobPosting
|
1931121
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Linda%20Voortman
|
Linda Voortman
|
Linda Geertruida Johanna Voortman (Enschede, 27 juni 1979) is een Nederlandse bestuurder en politica namens GroenLinks. Sinds 7 juni 2018 is zij wethouder van Utrecht. Van 17 juni 2010 tot 6 juni 2018 was zij, met twee korte onderbrekingen in 2012 en van 2014 tot 2015, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Opleiding
Na het vwo op het Jacobuscollege in Enschede (tussen 1991 en 1997), studeerde Voortman Engels (tussen 1997 en 2005) en Literatuurwetenschap (tussen 1998 en 2007) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast was ze actief in de studentenbeweging, als bestuurder bij de Groninger Studentenbond, studentlid van de Universiteitsraad en binnen de Landelijke Studentenvakbond.
Gemeenteraad
In 2002 werd Voortman gemeenteraadslid in Groningen. Dit bleef ze tot en met 2008. Ze voerde namens GroenLinks het woord over de portefeuilles onderwijs, ruimtelijke ordening en financiën. In 2005 was Voortman finalist in de verkiezing jong raadslid van het jaar. Tussen 2008 en 2010 werkte ze als bestuurder bij FNV Bondgenoten. Als zodanig was ze betrokken bij de acties van schoonmaakpersoneel op Schiphol en bij de Nederlandse Spoorwegen.
Tweede Kamer
Na de parlementsverkiezingen van 9 juni 2010 trad ze toe tot de Tweede Kamer voor GroenLinks. Ze was indertijd woordvoerder volksgezondheid, welzijn, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. De eerste periode van haar Kamerwerk stond vooral in teken van het verzet tegen de bezuinigingen op het Persoonsgebonden budget, die de VVD, CDA, D66, GroenLinks en de ChristenUnie met het Lente-akkoord van tafel kregen. In 2012 kreeg Voortman van de jury van bestewebpoliticus.nl de prijs voor beste webpoliticus. ".
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012 stond Voortman op de vijfde plaats van de kieslijst. Dat bleek niet genoeg om herkozen te worden. De partij haalde krap vier zetels. Nadat partijleider Jolande Sap op 5 oktober 2012 terugtrad, was de weg vrij voor Voortman om haar Kamerlidmaatschap voort te zetten. Ze werd op 30 oktober 2012 opnieuw beëdigd.
In haar nieuwe periode als Kamerlid verbreedde zij haar focus met asielbeleid en binnenlandse zaken. Onder meer richt zij zich op de rechten van asielkinderen, bijvoorbeeld met de initiatiefnota over het kinderpardon. Op binnenlandse zaken houdt zij zich onder meer bezig met transparantie van overheidsinformatie. Op het terrein van de zorg is Voortman actief op de rechten van mensen met een beperking. Mede door Voortman is het begrip algemene toegankelijkheid in de wet gekomen. Ook bepleitte zij in de WMO het right to challenge.
Voortman was in deze periode betrokken bij de totstandkoming van de volgende wetten:
Ze verdedigde een initiatiefwetsvoorstel over vernieuwing van de Wet openbaarheid van bestuur, het wetsvoorstel open overheid. Doel is het transparanter maken van overheden en semi-overheden, onder meer door informatie actiever ter beschikking te stellen.
Ze deed de medeverdediging (samen met Eddy van Hijum, CDA) van een initiatiefwetsvoorstel om de mogelijkheden voor flexibel werken uit te breiden. Werknemers kunnen bij hun werkgever ook een verzoek doen om de arbeidsplaats aan te passen. De termijnen voor indiening en beslissing over zo'n verzoek worden verkort. Het voorstel werd in 2015 aanvaard.
Ze diende in 2013 samen met Pia Dijkstra (D66) een initiatiefwetsvoorstel in over een verwijsplicht voor een arts die bezwaren heeft tegen euthanasie.
Ze bracht in 2014 een initiatiefnota uit over betaalbare zorg ('Zekerheid voor zorg, het recht van burgers op informatie over hun zorg')
Ze bracht in 2014 samen met Sharon Gesthuizen (SP) een initiatiefnota uit over uitbreiding van het kinderpardon.
Ze diende in 2014 een initiatiefwetsvoorstel in over toelating van Turkse burgers tot arbeidsmarkt als zij aanspraak kunnen maken op het Associatierecht.
Ze nam na haar zwangerschapsverlof in 2015 de verdediging van Corinne Ellemeet over van de initiatiefnota over transparantie in de zorg.
Ze nam in 2015 de medeverdediging van Bram van Ojik over van een door Sharon Gesthuizen (SP) en Joël Voordewind (ChristenUnie) ingediende initiatiefnota over opvang van vluchtelingen.
Ze diende in 2016 samen met Attje Kuiken (PvdA) een initiatiefwetsvoorstel in over het in de Vreemdelingenwet verankeren van het belang van het kind.
Van 17 november 2014 tot en met 8 maart 2015 was Voortman met zwangerschapsverlof. Zij werd als Kamerlid vervangen door Corinne Ellemeet.
Schorsing
Op 26 juni 2014 werd Voortman door fractievoorzitter Bram van Ojik, naar eigen zeggen "conform de strekking van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer", voor één maand op non-actief gesteld wegens het delen van geheime informatie binnen de fractie over de benoemingsprocedure van een nieuwe Nationale ombudsman. Of het Reglement toelaat dat een fractievoorzitter een Kamerlid schorst wordt echter betwist.
Doel van de lekkage was de benoeming te voorkomen van ANWB-directeur Guido van Woerkom, die zich na een campagne van de linkse fracties in de Tweede Kamer inderdaad terugtrok. Op 23 december 2014 maakte het Openbaar Ministerie bekend dat uit onderzoek door de Rijksrecherche was gebleken dat Voortman in deze kwestie ten onrechte als verdachte was aangemerkt en niet vervolgd zou worden voor het lekken naar de media. In april 2015 liet Voortman weten opheldering te eisen over de rol die Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg en het bestuur van de Kamer, het Presidium van de Tweede Kamer, hebben gespeeld in de affaire. Na meerdere gesprekken legden beiden op 17 april een gezamenlijke verklaring af en beëindigden de kwestie. Op 21 april meldde Paul Jansen in De Telegraaf dat er gelekt was uit de vertrouwelijke gesprekken tussen Voortman en Van Miltenburg vanuit GroenLinks. Ook zou Voortman de namenlijst niet enkel met fractiegenoten gedeeld hebben, maar ook met fractiemedewerkers.
Wethouder
Op 5 juni 2018 nam Voortman afscheid als Tweede Kamerlid om die functie in te ruilen voor die van wethouder van Utrecht. In de Kamer werd ze vervangen door Paul Smeulders. In Utrecht heeft zij in haar portefeuille werk en inkomen, diversiteit, publieksdienstverlening, personeel en organisatie, wijk Zuidwest en wijk Noordoost. In januari 2022 kreeg Voortman, na het vertrek van Maarten van Ooijen als wethouder, als tijdelijk waarneemster de portefeuille maatschappelijke ondersteuning, welzijn, asiel en integratie, sport en wijk Vleuten-De Meern.
In april 2019 kreeg haar diversiteitsbeleid aandacht in landelijke media, met name de verplichte diversiteitscursussen voor alle ambtenaren. De VVD stelde Kamervragen aan minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren.
Op 9 juni 2022 werd Voortman opnieuw benoemd als wethouder van Utrecht. In haar portefeuille heeft zij werk en inkomen, wmo en welzijn, diversiteit en inclusie, grondzaken, groen, dierenwelzijn, publieksdienstverlening en is zij wijkwethouder voor de wijk West.Geheel in lijn met haar Kamerwerk zette ze zich als wethouder vooral in voor minderheden en uitkeringsgerechtigden. De in de Participatiewet aan jongeren beneden 27 jaar ggestelde eis om eerst naar werk te zoeken alvorens een uitkering aan te vragen, liet ze vallen, eerst als proef en vanaf 2023 definitief. Zij en haar collega's in het College van B & W willen zo voorkomen, dat jongeren zich in de schulden steken.
Persoonlijk
Voortman is getrouwd en heeft een dochter.
Externe links
Linda Voortman De website van Linda Voortman
Linda Voortman op Utrecht.nl
Tweede Kamerlid
GroenLinks-politicus
Nederlands vakbondsbestuurder
Wethouder van Utrecht
|
Voortman was in deze periode betrokken bij de totstandkoming van de volgende wetten:
Ze verdedigde een initiatiefwetsvoorstel over vernieuwing van de Wet openbaarheid van bestuur, het wetsvoorstel open overheid. Doel is het transparanter maken van overheden en semi-overheden, onder meer door informatie actiever ter beschikking te stellen.
Ze deed de medeverdediging (samen met Eddy van Hijum, CDA) van een initiatiefwetsvoorstel om de mogelijkheden voor flexibel werken uit te breiden. Werknemers kunnen bij hun werkgever ook een verzoek doen om de arbeidsplaats aan te passen. De termijnen voor indiening en beslissing over zo'n verzoek worden verkort. Het voorstel werd in 2015 aanvaard.
Ze diende in 2013 samen met Pia Dijkstra (D66) een initiatiefwetsvoorstel in over een verwijsplicht voor een arts die bezwaren heeft tegen euthanasie.
Ze bracht in 2014 een initiatiefnota uit over betaalbare zorg ('Zekerheid voor zorg, het recht van burgers op informatie over hun zorg')
Ze bracht in 2014 samen met Sharon Gesthuizen (SP) een initiatiefnota uit over uitbreiding van het kinderpardon.
Ze diende in 2014 een initiatiefwetsvoorstel in over toelating van Turkse burgers tot arbeidsmarkt als zij aanspraak kunnen maken op het Associatierecht.
Ze nam na haar zwangerschapsverlof in 2015 de verdediging van Corinne Ellemeet over van de initiatiefnota over transparantie in de zorg.
Ze nam in 2015 de medeverdediging van Bram van Ojik over van een door Sharon Gesthuizen (SP) en Joël Voordewind (ChristenUnie) ingediende initiatiefnota over opvang van vluchtelingen.
Ze diende in 2016 samen met Attje Kuiken (PvdA) een initiatiefwetsvoorstel in over het in de Vreemdelingenwet verankeren van het belang van het kind.
| 3 |
vacature, baan, werk
|
11,910 |
BusTrip
|
381327
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Warande%20%28Zeist%29
|
De Warande (Zeist)
|
De Warande is een wooncomplex van de Stichting Studenten Huisvesting Utrecht in de Nederlandse gemeente Zeist. Het complex staat in de wijk Mooi Zeist en bestaat uit twee vrijwel identieke lange flats en laagbouw. Er wonen circa 650 studenten op kamers en 150 bewoners in zelfstandige huurwoningen. De Warande ligt nabij De Uithof, waar de Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht gevestigd zijn. Het complex ligt 7 km van Utrecht, 2,5 kilometer van centrum Zeist en ongeveer 4,5 kilometer van de Uithof.
Geschiedenis
De flats zijn in 1981 gebouwd. Het plan voor de bouw komt voort uit het akkoord over de Uithof dat de gemeentes De Bilt, Utrecht en Zeist sloten. De gemeente Utrecht bouwde de Uithof op voormalig Bilts grondgebied. Zeist zou ook een bijdrage leveren door op zijn grondgebied bij de Uithof een studentencomplex neer te zetten. Dit is pas decennia later gebeurd, en iets verder van de Uithof verwijderd.
Bewonersvereniging
De bewonersvereniging van Warande is naast een middel om contact tussen verhuurder en bewoners makkelijker te maken ook actief met verschillende 'commissies' die zorgen voor allerlei voorzieningen op het complex.
Ook is er al jarenlang een bewonerscafé, De Wombat, dat elke donderdag zijn deuren opent en zijn er activiteiten voor de internationale studenten die op het complex wonen. Deze, en nog een aantal andere activiteiten worden door vrijwilligers draaiende gehouden.
Het complex had 29 jaar lang een eigen nachtbus die in het weekend de bewoners van en naar Utrecht vervoerde tot 4:00 uur; inmiddels is deze vervangen door lijnbussen van U-OV die het complex tot diep in de nacht ontsluiten richting Utrecht.
Externe link
Website van de bewonersvereniging van de Warande
Woning in Zeist
Studentenhuisvesting in Nederland
Flatgebouw in Nederland
|
Het complex had 29 jaar lang een eigen nachtbus die in het weekend de bewoners van en naar Utrecht vervoerde tot 4:00 uur; inmiddels is deze vervangen door lijnbussen van U-OV die het complex tot diep in de nacht ontsluiten richting Utrecht.
| 1 |
busreis, lijnbus, busroute
|
11,545 |
MenuItem
|
732079
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kalmoes
|
Kalmoes
|
Kalmoes (Acorus calamus) is een vaste moerasplant uit de kalmoesfamilie. De plant heeft een stevige, lange wortelstok met zachte wortels. De wortelstok kruipt dicht langs het grondoppervlak. Deze produceert tot één meter lange, zwaardvormige, rechtopstaande bladeren en een alleenstaande, rechtopstaande bloemstengel. De vorm van de bloemstengel lijkt op die van het blad. Aan de bloemstengel groeit de bloeikolf, die uit de zijkant van de stengel lijkt te komen. De bloeikolf bestaat uit dicht opeen staande, kleine, geelgroene bloemen. De vruchten zijn rode bessen met meerdere zaden. De plant vermeerdert zich niet alleen via geslachtelijke voortplanting maar kan zich ook via vegetatieve voortplanting vermeerderen door onderaardse uitlopers die uit de wortelstok ontspringen.
De kalmoes komt van nature voor in India en het zuiden van China. De kalmoes komt tegenwoordig ook voor in Europa en Noord-Amerika, waar hij door de mens is ingevoerd. De plant komt voor van de bergen tot in het laagland aan de waterkant van meren, vijvers, sloten en blinde rivierarmen. In Europa komt voornamelijk een triploïde vorm voor die zich alleen via de wortelstokken kan vermeerderen.
De wortelstok kan worden gebruikt in de keuken als smaakmaker van diverse gerechten. Hij kan het beste in kleine hoeveelheden worden geconsumeerd omdat hij in grote hoeveelheden giftig is, en een hallucinogene werking heeft. De wortelstok smaakt bitter en kruidig en heeft een scherpe, aromatische geur. Hij bevat onder andere vitamine C, choline, koolhydraten, plantaardige gom, etherische olie en bitterstoffen.
Externe links
Kalmoes (Acorus calamus) in: (1898) - Plantenschat; op de (Nederlandstalige) Wikisource.
Kalmoes (Acorus calamus), verspreiding in Nederland, volgens de atlas van Floron.
Acorales
Kruid (keuken)
kalmoes
Zaadplanten
|
De wortelstok kan worden gebruikt in de keuken als smaakmaker van diverse gerechten. Hij kan het beste in kleine hoeveelheden worden geconsumeerd omdat hij in grote hoeveelheden giftig is, en een hallucinogene werking heeft. De wortelstok smaakt bitter en kruidig en heeft een scherpe, aromatische geur. Hij bevat onder andere vitamine C, choline, koolhydraten, plantaardige gom, etherische olie en bitterstoffen.
| 1 |
menu-item, gerecht, drank
|
1,095 |
TelevisionStation
|
534954
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederland%20Zingt
|
Nederland Zingt
|
Nederland Zingt is een televisieprogramma van de Evangelische Omroep (EO), waarbij men koor- en samenzang vanuit verschillende kathedralen en kerken in Nederland opneemt en uitzendt. Het tv-programma heeft diverse opnames per jaar, waaraan verschillende solisten en koren meewerken.
Nederland Zingt is een wekelijks tv-programma met geestelijke liederen. De programma's worden voornamelijk samengesteld door organist/componist Martin Zonnenberg.
Ontstaan
In 1990 werd maandelijks een tv-muziekprogramma uitgezonden met koor- en samenzang, provinciale wetenswaardigheden, folklore en beroemdheden uit de regio. Het programma werd een provincietocht en kreeg de titel Groningen Zingt, Friesland Zingt, enz. De laatste uitzending van deze serie, werd overkoepelend Nederland Zingt genoemd.
Tijdens de coronapandemie boden veel kerkgenootschappen online kerkdiensten aan. De EO stelde hiervoor liederen van de live kerkdienstenvan Beam en Nederland Zingt gratis via YouTube beschikbaar.
Varianten
Na het succes van Nederland Zingt, werd besloten ook een variant voor de zondag te maken: Nederland Zingt op Zondag. Er kwamen meditaties van ds. Arie van der Veer, gecombineerd met koor- en samenzang. De eerste aflevering van dit programma werd op zondag 3 september 1995 uitgezonden. Na enkele jaren werd de presentatie ook verzorgd door Wigle Tamboer en Arjan Lock. Sinds 2020 heet dit Nederland zingt: Dichtbij.
Vanaf 1991 waren De Muzikale Fruitmand-dagen in Barneveld een feit. Ruim 4000 fans kwamen in de Veluwehal samen om met elkaar te zingen. In 2002 besloten om de formats van de Muzikale Fruitmand-dagen en de EO-Familiedagen samen te voegen tot de Nederland Zingt Dag. De Nederland Zingt Dag trekt jaarlijks zo'n 10.000 bezoekers naar de Jaarbeurs in Utrecht.
Zie ook
Nederland Zingt-dag
Programma van de EO
Nederlands muziekprogramma op televisie
Klassiekemuziekprogramma
Religieprogramma
|
Nederland Zingt is een televisieprogramma van de Evangelische Omroep (EO), waarbij men koor- en samenzang vanuit verschillende kathedralen en kerken in Nederland opneemt en uitzendt. Het tv-programma heeft diverse opnames per jaar, waaraan verschillende solisten en koren meewerken.
| 1 |
televisiezender, tv-station, omroep
|
5,180 |
CafeOrCoffeeShop
|
2929612
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote%20Markt%2042%20%28Groningen%29
|
Grote Markt 42 (Groningen)
|
Het pand aan de Grote Markt 42 in de Nederlandse stad Groningen is gedeeltelijk een rijksmonument.
Geschiedenis
Het gebouw aan de zuidzijde van de Grote Markt raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd en werd na de oorlog gerepareerd. In 1951 werd een verbouwing uitgevoerd door Chr. Frey en Evert van Linge. Voor de klokgevel werd materiaal gebruikt van een pand aan de Amsterdamse Nieuwendijk. De bekroning heeft een grote kuif. De gebeeldhouwde deuromlijsting is afkomstig van een pand aan de Oosterstraat 46 in Groningen, dat tijdens de oorlog werd vernield. Zowel de bekroning als de deuromlijsting zijn kenmerkend voor de 18e-eeuwse Lodewijk XV-stijl.
De top en deuromlijsting werden in 1971 opgenomen in het monumentenregister. Het gebouw was in de 20e eeuw in gebruik bij de Nederlandsche Lloyd en biedt tegenwoordig onderdak aan Café Hooghoudt.
Zie ook
Lijst van rijksmonumenten in Groningen
Bouwwerk in Groningen (stad)
Rijksmonument in Groningen (stad)
|
De top en deuromlijsting werden in 1971 opgenomen in het monumentenregister. Het gebouw was in de 20e eeuw in gebruik bij de Nederlandsche Lloyd en biedt tegenwoordig onderdak aan Café Hooghoudt.
| 1 |
café, koffiebar, koffiezaak
|
6,879 |
AdultEntertainment
|
4427493
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stadhouderskade%20156
|
Stadhouderskade 156
|
Het pand Stadhouderskade 156 is een gebouw aan de Stadhouderskade/Singelgracht in De Pijp te Amsterdam-Zuid.
Het voormalige herenhuis is opgetrokken naar een ontwerp van Jan Willem Hartgerink, en Hendrik Dirks Kramer, die bijna dit gehele gedeelte van de Stadhouderskade volbouwden. De bouwstijl is eclectisch, Hartgerink en Kramer waren van huis uit geen echte architecten. Het gebouw heeft dezelfde uiterlijke kenmerken als Stadhouderskade 155.
Het huis werd in eerste instantie verkocht aan een particulier. Later waren er ook bedrijven gevestigd, zoals het hoofdagentschap van Sanatogen (sterkt lichaam en zenuwen; geneesmiddel voor overspannen huisvrouwen en “kwijnende kinderen”) en een kaashandel Formageries Gervais, maar ook seksclubs genaamd Mistinquett, Huize Veronique en Peggy en Blow Up (jaren zeventig, de namen wisselden per maand) waren hier gevestigd. Men kon er discreet ontvangen, er was een achteruitgang aan de Hemonylaan. In 2015 dient het gebouw tot kantoor en woningen.
Bouwwerk in Amsterdam-Zuid
Stadhouderskade
|
Het huis werd in eerste instantie verkocht aan een particulier. Later waren er ook bedrijven gevestigd, zoals het hoofdagentschap van Sanatogen (sterkt lichaam en zenuwen; geneesmiddel voor overspannen huisvrouwen en “kwijnende kinderen”) en een kaashandel Formageries Gervais, maar ook seksclubs genaamd Mistinquett, Huize Veronique en Peggy en Blow Up (jaren zeventig, de namen wisselden per maand) waren hier gevestigd. Men kon er discreet ontvangen, er was een achteruitgang aan de Hemonylaan. In 2015 dient het gebouw tot kantoor en woningen.
| 1 |
volwassenenentertainment, erotisch bedrijf, seksclub
|
3,168 |
Mosque
|
4578597
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Koepel
|
De Koepel
|
Stichting De Koepel, voormalige Nederlandse stichting voor amateursterrenkunde
De Koepel, uitzichttoren in Het Luntersche Buurtbosch
Bijnaam voor enkele Nederlandse koepelgevangenissen (Arnhem, Breda, Haarlem)
De-Koepel moskee, een moskee gelegen in Antwerpen
|
Stichting De Koepel, voormalige Nederlandse stichting voor amateursterrenkunde
De Koepel, uitzichttoren in Het Luntersche Buurtbosch
Bijnaam voor enkele Nederlandse koepelgevangenissen (Arnhem, Breda, Haarlem)
De-Koepel moskee, een moskee gelegen in Antwerpen
| 2 |
moskee, islamitisch gebedshuis, plaats van aanbidding
|
7,930 |
QuantitativeValueDistribution
|
1542082
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Teije%20de%20Vos
|
Teije de Vos
|
Teije de Vos (Kortezwaag, 28 februari 1948) is auteur van testen en toetsen voor het onderwijs. Hij begon als onderwijzer en werd vervolgens 'hoofd der school'. Hij studeerde af als psychodiagnostisch geschoold orthopedagoog (leerstoornissen) aan de Rijksuniversiteit Groningen en vervulde daarna meerdere onderwijsgerelateerde functies. Sinds 2000 was hij uitgever (Eduforce) van onder meer door hem zelf ontwikkelde testen en toetsen.
Zijn bekendste test, met op het hoogtepunt ruim 1 miljoen afnamen per jaar, is de Tempo Test Rekenen (1992), die op nagenoeg elke basisschool in Nederland in gebruik is, alsmede in Vlaanderen en het buitenland (onder meer in vluchtelingenkampen). In 2010 is de test opgevolgd door de TempoTest Automatiseren (TTA), die tevens diagnostische mogelijkheden bevat. Verder is in Nederland naast het Cito-Leerlingvolgsysteem zijn leerlingvolgsysteem, het DLE–LVS, bekend. Dat systeem is anno 2015 volledig vervangen door zijn reeks Schoolvaardigheidstoetsen (zie Bibliografie). De reeks, sinds 2019 na een update onder de naam Boom LVS, is in Nederland het enige continu genormeerde en volledig goedgekeurde volgsysteem. Het is daarmee een alternatief voor het niet continu genormeerde maar ook volledig goedgekeurde volgsysteem van het Cito. Alle onderdelen zijn namelijk goedgekeurd door de COTAN, later de Expertgroep Toetsen PO en thans het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Zonder deze goedkeuring mogen scholen de toetsen niet gebruiken in het kader van hun (door de wet verplichte) leerlingvolgsysteem.
Cumulatietoetsen
In tegenstelling tot de toetsen van het andere leerlingvolgsysteem (Cito), waarbij gebruik wordt gemaakt van domeintoetsen (zie verder), zijn de toetsen van De Vos - daar waar mogelijk - cumulatief van aard:
ze zijn van gemakkelijk naar moeilijk opgebouwd
de (zwakke) leerling wordt daardoor niet gefrustreerd (er kan altijd gescoord worden)
ze laten daardoor zien wat de leerling wél kan en niet wat de leerling niet kan
ze kunnen in één testbeurt het eindniveau in beeld brengen
ze zijn herhaald afneembaar in meerdere groepen (de leerling kan bij de volgende afname méér)
ze kunnen in bijna elke onderwijsmaand worden afgenomen
ze kunnen bij een volgende afname een vooruitgang laten zien
de leerling kan dus (ook) met zichzelf worden vergeleken
ze kunnen met behulp van de didactische leeftijd (DL) en het didactisch leeftijdsequivalent (DLE) het niveau onder meer uitdrukken in maanden achterstand of voorsprong
De meettechniek met behulp van het didactisch leeftijdsequivalent (DLE) en de daaruit afgeleide DLE-schalen was lange tijd bepaald niet onomstreden: het zou psychometrisch onzuiver zijn. Behoedzaamheid bij het gebruik van DLE's blijft daarom geboden. Dat geldt in mindere mate voor de gebruikelijke deviatieschalen (geven de afwijking van het gemiddelde aan) die doorgaans worden toegepast bij domeintoetsen (een deel van de leerstof, bijvoorbeeld de stof voor de tweede helft van groep 6, wordt getoetst). Het bezwaar daarvan is echter dat de test alleen op het normeringsmoment kan worden afgenomen en dat de leerling heel veel fouten maakt wanneer hij die stof nog niet beheerst.
Ondanks de kritische benadering van de meettechniek worden DLE's onderhand op elke basisschool gebruikt en zijn ze zelfs wettelijk verplicht bij het aanmelden van leerlingen voor het PraktijkOnderwijs en het LeerWegOndersteundendOnderwijs. Het niveau kan met DLE's namelijk worden uitgedrukt in maanden achterstand of voorsprong en dat communiceert gemakkelijk (ook naar de ouders van de leerlingen). Daarbij moet worden aangetekend dat men niet de illusie moet hebben dat de 'achterstand' in alle gevallen kan worden ingehaald. De oorzaak ligt namelijk dikwijls in minder dan gemiddelde mogelijkheden van de leerling.
Gerard Melis, die samen met De Vos een grote bijdrage leverde aan het implementeren van de DLE's in Nederland, en de methodologen Paul Oosterveld en Johan Schokker nuanceren en weerleggen in Nuttig normsysteem onterecht onder vuur de kritiek.
Zij benadrukken het volgende:
DLE's brengen leervorderingen in beeld (en niet de positie van de leerling ten opzichte van medeleerlingen)
DLE's geven een beschrijving van de norm (en niet van de positie van de leerling in het -inhoudelijk- leertraject)
Bovendien raden zij aan ook andere normsoorten in het oordeel te betrekken en voegen daar voorbeelden aan toe die duidelijk maken dat het kijken vanuit meerdere invalshoeken het oordeel aanmerkelijk versterkt.
Sinds 2007 kennen de schoolvaardigheidstoetsen van De Vos naast de DLE-schalen ook deviatieschalen (Cito), percentielen, T-scores e.d.; de DLE-schalen worden vanaf dat jaar gemaakt met nieuwe (geautomatiseerde) regressietechnieken. De reeks kent bovendien continue leeftijdsnormen op basis van onderwijsmaand (naar Peter Tellegen). Het grote voordeel van deze wijze van normeren is dat de toetsen dan in (vrijwel) elke onderwijsmaand zijn af te nemen. De basis voor de ontwikkeling van continue normen is regressie-analyse, waarbij de toetsscore normaal gesproken wordt gemodelleerd als functie van de leeftijd, maar gezien de doelstelling van de toetsen -het bepalen van schoolvaardigheid- is bij deze toetsen gekozen voor modellering op basis van onderwijsmaand. Bij de nieuwe Schoolvaardigheidstoets Spelling (2015) wordt voor het eerst op het 'Individueel Rapport' ook de vaardigheidsscore gegeven. In het vernieuwde Boom LVS (2019), waarin o.m. de schoolvaardigheidstoetsen zijn opgenomen, worden bij alle toetsen naast de genoemde schalen ook de vaardigheidsscores en referentieniveaus gerapporteerd.
Schoolvaardigheidstoetsen / Boom LVS (kenmerken)
De Schoolvaardigheidstoetsen, thans Boom LVS toetsen, beperken zich tot de kern van de vaardigheid.
Technisch Lezen: het voorlezen van een tekst die opklimt in moeilijkheid (van korte zinnetjes met eenvoudige woordjes tot langere zinnen met moeilijke woorden), dit in tegenstelling tot het oplezen van 'losse' woorden in betekenisloos verband. Score: aantal goed gelezen woorden in een minuut. Op veler verzoek werd daar, als alternatief voor de DMT van Cito, in 2022 een woordenleestest aan toegevoegd (zie Bibliografie).
Hoofdrekenen: het uit het hoofd uitrekenen van de (in moeilijkheid opklimmende) hoofdbewerkingen (plus, min, keer en deel) tot 100. Score: aantal goed gemaakte sommen in vijf minuten.
Spelling: het foutloos opschrijven van een (in een zin) voorgelezen woord, dit in tegenstelling tot andere vormen zoals meerkeuzevragen ('welk woord is goed geschreven?'). Score: aantal goed geschreven woorden.
Begrijpend Lezen: het beantwoorden van vragen over beknopte teksten, dit in tegenstelling tot lange/complexe teksten. Score: aantal goede antwoorden.
Rekenen Wiskunde: het uitrekenen van (kale) sommen en enkele sommen in een beknopt weergegeven context, dit in tegenstelling tot sommen die 'verborgen' zijn in een complexe tekst. Score: aantal goed gemaakte sommen.
De toetsen van het Boom LVS zijn (volledig) herziene versies van de Schoolvaardigheidstoetsen en zijn continue genormeerd, hetgeen betekent dat de toetsen in nagenoeg elke onderwijsmaand kunnen worden afgenomen. Het afnemen van de toetsen van het Cito is beperkt tot een tweetal periodes (midden en eind) van het schooljaar.
De overige toetsen van De Vos voor diagnostische doeleinden en voor het meten van de leerpotentie en leermotivatie (zie verder) zijn in 2020 geïntegreerd in het Boom LVS. Het systeem kent de fases 'verwachten' (wat kunnen we van de leerling verwachten op basis van de gemeten mogelijkheden), 'volgen' (wat zijn de resultaten) en 'verdiepen' (waar wringt de schoen bij gebleken achterstanden). Verder werkt de uitgever aan een uitbreiding van het LVS. Zo verscheen er in 2022 Boom LVS Technisch Lezen Woorden als alternatief voor de DMT van Cito. Verder worden in dat jaar een aantal toetsen gedigitaliseerd.
Ontwikkelingsperspectief
De laatste jaren maakte De Vos werk van de ontwikkeling waarbij de school naast het vaardigheidsniveau van de leerling ook de aanleg (en de persoonlijkheidskenmerken) in beeld brengt. Dit om na te gaan of eruit komt wat erin zit. Al vroeg in de schoolloopbaan wil hij door het testen van de aanleg (met bijvoorbeeld de Begintest al in de tweede helft van groep 2) een ontwikkelingsperspectief van de leerling schetsen om te voorkomen dat er onnodig aan de leerling wordt 'gedokterd'. Het nastreven van een onrealistisch niveau is namelijk voor zowel het kind als de ouders erg frustrerend. Anderzijds kan de leerling met veel potentie en een teleurstellend vaardigheidsniveau worden gestimuleerd. Met andere woorden: een 'vwo-klant' moet ook naar het vwo, maar een leerling met een meer praktische instelling is beter af op bijvoorbeeld het vmbo-basis. In tegenstelling tot de vaardigheidstoetsen, die één à twee keer per jaar worden afgenomen, worden de aanlegtoetsen eens in de twee jaar afgenomen omdat intelligentie een vrij stabiele factor is.
Opbrengstmeting
Met de materialen van De Vos kunnen de resultaten bij de verschillende vakken worden vergeleken met andere leerlingen, groepen en scholen. Bij het vergelijken met andere scholen strijdt hij tegen de huidige praktijk waarbij er door de onderwijsinspectie voornamelijk wordt gekeken naar het niveau van de resultaten (in beeld gebracht met bijvoorbeeld een Eindtoets Basisonderwijs). Een score onder het landelijk gemiddelde wil in zijn ogen nog niet zeggen dat de school het slecht heeft gedaan: er moet ook gekeken worden naar de mogelijkheden (de aanleg/intelligentie) van de leerlingen. De onderwijsinspectie komt daaraan tegemoet door de scholen in te delen in een aantal schoolgroepen op basis van de leerlinggewichten, die een relatie hebben met het opleidingsniveau van de ouders. De Vos vindt dat dit beter kan op basis van de gemeten intelligentie van de leerlingen: De zoon van de dominee hoeft niet noodzakelijkerwijs slimmer te zijn dan de dochter van de stratenmaker ... (citaat van De Vos). Hij ontwikkelde daarvoor RIO (zie Bibliografie). Wanneer blijkt dat de school eruit gehaald heeft wat erin zit, moet het oordeel over de school voldoende luiden.
Leerlingvolgsysteem
De wet- en regelgeving van 2014 (Wet Eindtoetsing PO en Toetsbesluit PO) biedt scholen naast de verplichting tot het hanteren van een leerling- en onderwijsvolgsysteem anderzijds veel ruimte voor de invulling daarvan. De Vos pleit daarom voor een sober systeem en vindt daarbij onderstaande toepassing ruim voldoende en voor de praktijk acceptabel. In groep 1 en 2 vindt hij het toepassen van landelijk genormeerde toetsen onwenselijk vanwege de vele bezwaren die eraan kleven. Hij wil zich daar beperken tot het (gestructureerd) observeren en registreren van in het bijzonder de functieontwikkeling. In groep 3 t/m 8 vindt hij eens per jaar toetsen met landelijk genormeerde, methodeonafhankelijke toetsen voldoende, omdat de methodegebonden toetsen en de observaties van de leerkracht er immers al voor zorgen dat de voortgang in de leerstof wordt bewaakt.
De landelijk genormeerde, methodeonafhankelijk toetsen zijn er namelijk voor om het niveau (de kwaliteit ten opzichte van de landelijke norm) te bewaken: 'Lopen we een beetje in de pas met onze manier van werken?' Verder zijn ze handig om voor de leerling het ontwikkelingsperspectief te bewaken. In de groepen 4 en 5 wordt overigens in november aanvullend het technisch lezen en hoofdrekenen getoetst, omdat die ontwikkeling daar veel sneller gaat. In groep 8 vindt het toetsen plaats in de eerste helft van het schooljaar, vanwege het vroegtijdig kunnen opmaken van een schooladvies en vanwege de doorstroomtoets die in februari wordt afgenomen. Om na te gaan of eruit gekomen is wat erin zit, kan in groep 6 of in groep 7/8 een klassikale intelligentietest worden afgenomen, waarmee tevens een (pré)advies VO kan worden geformuleerd. Aanvullend zou in groep 6/7/8 nog een test kunnen worden afgenomen, die iets zegt over de leermotivatie, het doorzettingsvermogen en het zelfvertrouwen. Hieronder een voorbeeld van een afnameschema, waarbij gekozen is voor een eenmalige afname per onderdeel per leerjaar.
Afnameschema leerling- en onderwijsvolgsysteem
FO = functieontwikkeling, TL = technisch lezen, HR = hoofdrekenen, BL = begrijpend lezen, RW = rekenen/wiskunde, SP = spellen
Opmerking: De afname van de toetsen kan worden gespreid over de beschikbare onderwijsmaanden, zodat de toetslast zo gering mogelijk is: maximaal één toets per onderwijsmaand. Andere verdelingen over het jaar zijn mogelijk (bijvoorbeeld eens in de twee maanden een toets).
Minimale toetsing leerlingvolgsysteem
Voor scholen die minimaal willen toetsen kan onderstaand afnameschema volstaan. Het voldoet aan de wensen van de onderwijsinspectie en is het absolute minimum.
Minimaal afnameschema leerling- en onderwijsvolgsysteem
FO = functieontwikkeling, BL = begrijpend lezen, RW = rekenen/wiskunde, SP = spellen
Opmerking: De afname van de toetsen kan worden gespreid over de beschikbare onderwijsmaanden, zodat de toetslast zo gering mogelijk is: maximaal één toets per onderwijsmaand. Andere verdelingen over het jaar zijn mogelijk (bijvoorbeeld eens in de drie maanden een toets).
Voor het observeren van de functieontwikkeling maakte De Vos OPFO, LVS 1-2 en later voor het meten van de leerpotentie de Begintest. Voor de niveaubepaling kwamen er de Schoolvaardigheidstoetsen en voor het meten van de leerpotentie de Tussentest en de Drempeltest. De LeerMotivatieTest kan aanvullend worden afgenomen (zie de Bibliografie). Voor alle genoemde functies zijn instrumenten beschikbaar in het Boom LVS, dat in zijn opzet tevens aansluit bij de wens van sommige scholen om minimaal te toetsen. Het pakket kent namelijke een 'Kern' waarbij alleen Begrijpend Lezen, Rekenen/Wiskunde en Spellen worden getoetst. Bovendien is de normering continu, waardoor de school zelf kan bepalen wanneer (in welke onderwijsmaand) zij welke toets wil afnemen. Een en ander brengt de toetslast terug tot het minimum.
Teaching to the test
Om het fenomeen ‘teaching to the test’ te bestrijden, vindt hij dat de onderwijsinspectie voor haar vijf toetsmomenten zelf toetsen moet maken, waarvan de feitelijke inhoud (op basis van de referentieniveaus) bij de scholen niet bekend is. Ze moet de toetsen laten afnemen door eigen toetsassistenten, die de toetsmaterialen bij zich hebben, uitdelen, innemen en weer meenemen om ze te scoren. De toetsen hebben voor elke volgende afname een nieuwe inhoud en hoeven niet elk jaar, maar eens in de drie of vier jaar te worden afgenomen. Te denken valt aan afname in groep 4 en in groep 8. In het laatste geval zou in het jaar van afname de eindtoets kunnen vervallen, omdat op basis van de gegevens heel goed een aanvullend advies VO (naast dat van de school) kan worden geformuleerd. Op deze wijze krijgt de inspectie aanmerkelijk betrouwbaarder informatie over de kwaliteit van het onderwijs, waarmee bovendien aanvullend onderzoek kan worden gedaan (bijvoorbeeld het opsporen van hiaten). De scholen worden op deze wijze allemaal gelijk beoordeeld (scholen die voorheen oefenenden zijn niet meer in het voordeel). Oefenen voor de toetsen van het leerlingvolgsysteem hoeft niet meer, omdat de gegevens bestemd zijn ‘voor eigen gebruik’ (je gaat jezelf niet voor de gek houden). Zo blijven ook de normen stabieler. De scholen zouden rond het moment van het inspectieonderzoek zelf nog een intelligentietest kunnen afnemen om na te gaan of hetgeen eruit gekomen is overeenstemt met wat erin zit.
Overigens vindt De Vos dat het resultaat van het inspectieonderzoek niet aan de grote klok hoeft te worden gehangen. Dat geeft allerhande ongewenste effecten, waaronder de ondeugdelijke 'lijstjes' in de media. School en bestuur kunnen zelf beslissen hoe ze de (aspirant-)ouders van hun school willen informeren.
Bibliografie
Een nieuw rapport (De Ruiter, 1989)
IPMON Leerlingvolgsysteem (Berkhout Nijmegen, 1990)
Profielen IPMON (Berkhout Nijmegen 1990)
DLE Boek (Berkhout Nijmegen, 1990)
Voorwaarden- en Kennistoets (Berkhout Nijmegen, 1995)
ObservatiePakket voor de Functie-Ontwikkeling (OPFO) (Berkhout Nijmegen, 1990)
Tempo Test Rekenen (Berkhout Nijmegen, 1987)
Tempo Test Rekenen 1992 (Berkhout Nijmegen, 1992)
Tempo Test Lezen – woorden (Berkhout Nijmegen, 1993)
Tempo Test Lezen – zinnen (Berkhout Nijmegen, 1992)
Niveau Test Spellen – woorden (Berkhout Nijmegen, 1993)
Niveau Test Spellen – zinnen (Berkhout Nijmegen, 1993)
Niveau Test Rekenen – technisch, met medewerking van Klaas Kooistra (Berkhout Nijmegen, 1995)
Niveau Test Rekenen – toepassend, met medewerking van Klaas Kooistra (Berkhout Nijmegen, 1995)
Testkaders met DLE-schalen bij Begrijpend Lezen van Prof. Dr. Cor Aarnoutse (Berkhout Nijmegen, 1990)
Diagnose Instrument Schoolverbetering (DIS), eindredactie voor Drs. Rinze Boersma en Drs. Nanne Osinga (GCO fryslân, 1997)
Woordenschattest voor Peuters en Kleuters, samen met Geke Dijkstra (Eduforce, 2000)
LVS 1-2 (Eduforce, 2000)
DLE-LVS (Eduforce, 2000)
Leerlingprofielen DLE-LVS, met medewerking van Thijs Radersma (Eduforce, 2000)
Groepsprofielen DLE-LVS, met medewerking van Thijs Radersma (Eduforce, 2000)
DLE-TEST hoofdrekenen (Eduforce, 2000)
DLE-TEST lezen klassikaal (Eduforce, 2000)
DLE-TEST lezen zinnen A en B (Eduforce, 2000)
DLE-TEST spellen zinnen A en B, samen met Drs. Margriet van Veen (Eduforce, 2000)
DLE-TEST rekenen/wiskunde (Eduforce, 2000)
DLE-TEST begrijpend lezen A, samen met Drs. Wiebren de Jong e.a. (Eduforce, 2002)
DLE-TEST begrijpend lezen B, samen met Hans Aalbersberg e.a. (Eduforce, 2003)
Testkaders met DLE-schalen bij Dyslexie OpsporingsTest van Drs. Harrie Vorst (Eduforce, 2006)
Begintest (Eduforce, 2005)
Tussentest (Eduforce, 2004)
Drempeltest, samen met Dr. Paul Oosterveld (Boom test uitgevers, 2008)
LeerMotivatieTest, samen met Dr. Paul Oosterveld (Boom test uitgevers, 2010)
TempoTest Automatiseren, Vlaamse normen van Prof. Dr. Annemie Desoete (Boom test uitgevers, 2010)
Rapportage Indicatoren Opbrengsten (RIO), samen met Harrie Meinen M SEN (Eduforce, 2010)
Schoolvaardigheidstoets Technisch Lezen (diagnostische analyse mogelijk in de handleiding) (Boom test uitgevers, 2007)
Skoalfeardigenstoets Technysk Lêzen (diagnostische analyse mogelijk in de handleiding) (Boom test uitgevers, 2011)
Schoolvaardigheidstoets Hoofdrekenen (diagnostische analyse mogelijk met de TempoTest Automatiseren), Vlaamse normen van Prof. Dr. Annemie Desoete (Boom test uitgevers, 2007)
Schoolvaardigheidstoets Begrijpend Lezen (diagnostische analyse mogelijk in het Testcentrum van de uitgever) (Boom test uitgevers, 2012)
Schoolvaardigheidstoets Rekenen/Wiskunde (diagnostische analyse mogelijk in het Testcentrum van de uitgever), samen met Dr. Marisca Milikowski (Boom test uitgevers, 2012)
Schoolvaardigheidstoets Spelling (diagnostische analyse mogelijk in het Testcentrum van de uitgever), samen met Drs. Tom Braams (Boom test uitgevers, 2015)
Boom LVS Rekenen/Wiskunde, samen met Drs. Joep van Vugt, Dr. Marisca Milikowski-Bakker en Drs. Rob Milikowski (Boom test uitgevers, 2019)
Boom LVS Begrijpend Lezen (Boom test uitgevers, 2019)
Boom LVS Spelling, samen met Drs. Tom Braams (Boom test uitgevers, 2019)
Boom LVS Hoofdrekenen, Vlaamse normen van Prof. Dr. Annemie Desoete (Boom test uitgevers, 2019)
Boom LVS Technisch Lezen Tekst (Boom test uitgevers, 2019)
Boom LVS Technisch Lezen Woorden, samen met Drs. Tom Braams (Boom test uitgevers, 2022)
Boom LVS Leerpotentie 6 (Boom test uitgevers, 2021)
Boom LVS Leerpotentie 7/8 (Boom test uitgevers, 2021)
Boom LVS Leermotivatie 6/7/8 (Boom test uitgevers, 2021)
Het fonds van Berkhout werd overgenomen door Swets, vervolgens door Harcourt en daarna door Pearson.
De testmaterialen van Teije de Vos, die verschenen zijn bij Eduforce, werden in 2006 overgenomen door Boom test onderwijs, onderdeel van uitgeverij Boom.
De TempoTest Automatiseren is (samen met de toets Boom LVS Hoofdrekenen) de opvolger van de Tempo Test Rekenen 1992.
Externe links
De Vos' website over testen en toetsen
Webshop van uitgeverij Boom
Nederlands onderwijzer
Nederlands pedagoog
|
Sinds 2007 kennen de schoolvaardigheidstoetsen van De Vos naast de DLE-schalen ook deviatieschalen (Cito), percentielen, T-scores e.d.; de DLE-schalen worden vanaf dat jaar gemaakt met nieuwe (geautomatiseerde) regressietechnieken. De reeks kent bovendien continue leeftijdsnormen op basis van onderwijsmaand (naar Peter Tellegen). Het grote voordeel van deze wijze van normeren is dat de toetsen dan in (vrijwel) elke onderwijsmaand zijn af te nemen. De basis voor de ontwikkeling van continue normen is regressie-analyse, waarbij de toetsscore normaal gesproken wordt gemodelleerd als functie van de leeftijd, maar gezien de doelstelling van de toetsen -het bepalen van schoolvaardigheid- is bij deze toetsen gekozen voor modellering op basis van onderwijsmaand. Bij de nieuwe Schoolvaardigheidstoets Spelling (2015) wordt voor het eerst op het 'Individueel Rapport' ook de vaardigheidsscore gegeven. In het vernieuwde Boom LVS (2019), waarin o.m. de schoolvaardigheidstoetsen zijn opgenomen, worden bij alle toetsen naast de genoemde schalen ook de vaardigheidsscores en referentieniveaus gerapporteerd.
| 1 |
statistische verdeling, kwantitatieve waarden, percentielen
|
1,902 |
DownloadAction
|
5457544
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Treindienstregeling%202021%20in%20Nederland
|
Treindienstregeling 2021 in Nederland
|
De dienstregeling 2021 van de spoorvervoerders in Nederland geldt vanaf zondag 13 december 2020. Naast de hieronder vermelde wijzigingen vonden enkele kleine wijzigingen plaats. Dit waren wijzigingen van vertrek of aankomsttijden van een enkele minuut, of een enkele extra of vervallen treinrit.
Gesloten station
Sappemeer Oost - Per 13 december 2020 sloot het station Sappemeer Oost om extra treinen op het baanvak tussen Groningen en Winschoten mogelijk te maken.
Wijzigingen regio Noord
Tussen Leeuwarden en Groningen gaan 2 in plaats van 1 sneltreinen per uur rijden. Beide sneltreinen zullen onderweg stoppen op Feanwâlden en afwisselend op óf Buitenpost of op Zuidhorn.
Tussen Leeuwarden en Sneek / Stavoren verandert de frequentie. Tussen Leeuwarden en Sneek gaan 2 treinen per uur rijden (dit waren er 3), waarvan er 1 doorrijdt naar Stavoren.
In de middagspits rijden beide treinen door naar Stavoren en terug. Per 11 april 2021 zal ook in de ochtendspits een extra trein uit Stavoren komen.
Tussen Leeuwarden en Sneek zullen naast deze treinen in de spits 2 extra treinen per uur gaan rijden, enkel in de spitsrichting. Deze spitstreinen naar Sneek (in de middag; naar Leeuwarden in de ochtend) stoppen onderweg niet in Mantgum.
Tussen Winschoten en Groningen zullen in de ochtendspits 4 en in de middagspits 8 extra treinen in beide richtingen rijden. Deze treinen stoppen alleen in Winschoten, Scheemda, Groningen Europapark en Groningen.
Wijzigingen regio Oost
In de avonduren en in het weekend rijdt er elk uur een sneltrein tussen Apeldoorn en Winterswijk. Tussen Apeldoorn en Zutphen stopt deze sneltrein onderweg niet; en vanaf Zutphen op alle tussengelegen stations. Door deze sneltrein rijdt er in de avonduren en in het weekend slechts één stoptrein per uur die wel stopt op alle stations tussen Apeldoorn en Zutphen. Op werkdagen overdag is de dienstregeling onveranderd tussen Apeldoorn en Zutphen en blijven er twee stoptreinen rijden die op alle tussengelegen stations stoppen.
Wijzigingen regio Midden
Door de wijziging van spoorinfrastructuur rond Naarden-Bussum in 2020 is het mogelijk om de sprinters tussen Naarden-Bussum en Baarn sneller te laten rijden. Hierdoor ontstaat een kans om een aansluiting te creëren op station Baarn tussen Sprinters van/naar Weesp en Amsterdam en van/naar Soest en Den Dolder. Als gevolg van het enkelspoor tussen Den Dolder en Baarn kan de snelle overstap slechts in één richting worden aangeboden en wordt de reistijd tussen Baarn en Utrecht Centraal drie minuten langer. In de ochtenduren biedt NS een korte overstap in Baarn vanuit Soest richting Amsterdam, vanaf 13:00 uur is de korte overstap in Baarn vanuit Amsterdam richting Soest.
Wijzigingen regio Zuid
De sprinter tussen Nijmegen en 's-Hertogenbosch gaat ook op zondag twee keer per uur rijden. Om de frequentieverhoging rendabel te maken wordt op zondag de sprinterfrequentie tussen Nijmegen en Arnhem Centraal teruggebracht van drie keer per uur (met een korte periode van vier keer per uur) naar twee keer per uur. De zes intercity’s per uur op dit traject blijven wel rijden.
Internationaal
De Intercity Berlijn rijdt van Amsterdam Centraal naar Duitsland 2 tot 4 keer per dag en van Duitsland naar Amsterdam Centraal 2 keer per dag tot ongeveer 10 minuten sneller binnen Nederland dan voorheen. Een paar van deze Intercity's stoppen niet in Apeldoorn. Ter compensatie zal er dan een extra binnenlandse Intercity rijden tussen Deventer en Amsterdam Centraal. De overige Intercity's van/naar Berlijn behouden ongeveer de zelfde reistijden als voorheen.
Het was de bedoeling dat de nachttreinverbinding Amsterdam - Wenen/Innsbruck (NightJet) zou starten met ingang van de dienstregeling 2021. Echter in verband met de coronacrisis is dit tot mei 2021 uitgesteld.
Thalys wijzigt bepaalde rijtijden en voegt op sommige momenten een extra treinstel toe.
Op maandag tot en met vrijdag gaat een extra vroege Thalys rijden van Brussel-Zuid (vertrek 5:52 uur) naar Amsterdam Centraal (aankomst om 7:44 uur);
Op maandag tot en met donderdag gaat de laatste Thalys vanuit Marne-la-Vallée-Chessy (nabij Disneyland Paris) via Brussel-Zuid naar Nederland een uur later rijden;
Op zondag tot en met vrijdag en gaat de laatste Thalys vanuit Amsterdam Centraal naar Brussel-Zuid een uur later rijden;
Op zondag tot en met vrijdag vertrekken de treinen naar Charles de Gaulle Airport en Marne-la-Vallée Chessy een uur later. Hiermee wordt een wijziging die met de dienstregeling van 2020 was ingegaan weer teruggedraaid.
De frequentie van de Eurostar van en naar Londen St Pancras wordt verhoogd van 3 naar 4 treinen per dag per richting.
Tussentijdse wijzigingen in de dienstregeling
Per ingang dienstregeling
Als gevolg van de coronacrisis zijn de versoberingen in de dienstregeling, die op 19 oktober 2020 bij de Nederlandse Spoorwegen ingingen nog van kracht. Zie de externe link.
Vanaf deze datum is tijdelijk gestopt met sommige Intercity's en sommige extra spitstreinen en met bepaalde weekendnachttreinen bedoeld voor het uitgaanspubliek. Het reguliere nachtnet blijft ongewijzigd.
Deze versoberde dienstregeling zorgt ervoor dat onder meer de volgende treinen niet rijden:
Intercity 2000 Deventer - Utrecht - Den Haag v.v.
Intercity 2800 Utrecht - Rotterdam v.v.
Intercity 3900 Amsterdam - Sittard v.v. (Enkhuizen - Amsterdam en Sittard - Heerlen rijden wel)
Intercity Haarlem - Alkmaar
Sprinter 's-Hertogenbosch - Oss
Sprinter Assen - Groningen
Sprinter Utrecht Centraal - Houten Castellum
Sprinter Uitgeest - Veenendaal Centrum
Sprinter Rotterdam Centraal - Gouda Goverwelle
Sprinter Den Haag Centraal - Gouda Goverwelle
Sprinter Leiden Centraal - Alphen aan den Rijn
Sprinter Amersfoort Centraal - Harderwijk.
Vanaf de periode tussen eind april en halverwege juni zijn geleidelijk deze treinen weer allemaal gaan rijden.
Ook de treindienst bij Arriva heeft direct bij het ingaan van de nieuwe dienstregeling een wijziging.
Zo was het de bedoeling dat alle treinen vanuit Groningen naar Roodeschool tot 20.00 uur zouden doorrijden tot aan Eemshaven, echter zijn deze plannen tot nader order uitgesteld.
Per 6 september
Per 6 september 2021 zal de sprinter Leeuwarden - Meppel op werkdagen 2x per uur doorrijden naar Zwolle. Hierdoor zijn de tussengelegen stations die niet aangedaan worden door de intercity weer rechtstreeks verbonden met Zwolle. In de avonduren en in het weekend blijft de sprinter 1x per uur rijden tussen Leeuwarden en Meppel. In dat geval dienen reizigers naar Zwolle over te stappen in Meppel.
Proef tienminutentreinen
Vanaf woensdag 8 september 2021 werden op elke woensdag tot de aanvang van de dienstregeling 2022 proeven gehouden met de tienminutentreinen. De bedoeling hiervan was om te zien of er eventueel nog (kleine) aanpassingen nodig waren aan bijvoorbeeld de infrastructuur of aan de dienstregeling voordat deze definitief ingaat op 12 december 2021.
De proef vindt plaats met intercity's tussen Rotterdam Centraal - Leiden Centraal - Schiphol Airport en tussen Schiphol Airport - Utrecht Centraal - Arnhem Centraal en met de Sprinters Rotterdam Centraal - Dordrecht.
Hierbij zullen op de genoemde trajecten elke 10 minuten een intercity of Sprinter rijden.
Ten opzichte van de huidige dienstregeling komt er een extra intercity bij: 3200 Rotterdam Centraal - Leiden Centraal - Schiphol Airport - Utrecht Centraal - Arnhem Centraal.
Echter door de beperkte overstapmogelijkheden is het niet mogelijk om deze route 6 keer uur te bereizen.
Daarnaast komt er een extra Sprinter bij tussen Rotterdam en Dordrecht.
Schiphol - Utrecht - Arnhem/Rhenen
Tussen Schiphol en Arnhem kan er 4 keer per uur rechtstreeks en 2 keer per uur met overstap in Utrecht Centraal gereisd worden. Tussen Schiphol en Arnhem stoppen alle treinen sowieso op Schiphol, Amsterdam Zuid, Amsterdam Bijlmer Arena, Utrecht Centraal, Ede-Wageningen en Arnhem Centraal.
De Intercity 3000 Den Helder - Nijmegen zal in Driebergen-Zeist in plaats van Veenendaal-De Klomp stoppen.
De Intercity 3100 Schiphol Airport - Nijmegen zal niet in Driebergen-Zeist en Veenendaal-De Klomp stoppen.
De Intercity 3200 Rotterdam Centraal - Schiphol Airport - Arnhem Centraal, welke nieuw in de dienstregeling is, zal stoppen op Veenendaal-De Klomp.
De series 3000 en 3100 rijden op de overige dagen met de stops volgens de dienstregeling van 2021 en niet zoals hierboven.
De reistijd tussen Schiphol, Utrecht en Arnhem is niet geheel gelijk tussen alle intercity's. Dit kan enkele minuten schelen. Dit heeft onder andere te maken met de drukte op de verbindingen rond Schiphol en tussen Arnhem en Nijmegen.
De Sprinter 7300 Breukelen - Rhenen rijdt behalve op zaterdag en zondag, nu ook op woensdag tussen Breukelen en Rhenen. De Sprinter 7400 Uitgeest - Utrecht Centraal - Rhenen rijdt op woensdag niet tussen Driebergen-Zeist en Rhenen, tijdens de spits rijdt deze Sprinter nog wel door naar Veenendaal Centrum.
Door deze aanpassing rijden er op woensdag om het kwartier Sprinters tussen Driebergen-Zeist, Utrecht Centraal en Breukelen.
Rotterdam Centraal - Leiden Centraal - Schiphol Airport
Tussen Rotterdam en Schiphol bestaan via Leiden Centraal 4 keer per uur een rechtstreekse verbinding en 2 keer per uur met overstap in Leiden Centraal. Al deze intercity's stoppen in Rotterdam Centraal, Schiedam Centrum, Delft, Den Haag HS, Den Haag Laan van NOI, Leiden Centraal en Schiphol.
Doordat er 2 extra intercity's rijden, zullen de intercity's Amsterdam Centraal - Brussel waarvan er 4 per dag in Den Haag HS beginnen/eindigen allemaal beginnen en eindigen in Amsterdam Centraal. Vervolgens rijden zij allemaal over de HSL en doen Den Haag HS niet meer aan.
Door de tienminutentrein is de dienstregeling van de Sprinters tussen Hoorn Kersenboogerd/Amsterdam Centraal en Den Haag Centraal aangepast.
Op woensdag rijdt de Sprinter Zwolle - Amsterdam Centraal - Den Haag Centraal niet tussen Leiden Centraal en Den Haag Centraal. De Sprinter Hoorn Kersenboogerd - Leiden Centraal rijdt op woensdag juist wel door naar Den Haag Centraal. Echter zijn de tijden van deze Sprinters met ongeveer 10 minuten opgeschoven tussen Hoorn Kersenboogerd en Leiden Centraal. In de ochtendspits naar Den Haag en in de middagspits naar Hoorn is tussen Hoorn Kersenboogerd en Zaandam de dienstregeling zelfs met 15 minuten opgeschoven. Dit heeft te maken met de spits-intercity's tussen Enkhuizen en Amsterdam Centraal.
Rotterdam Centraal - Dordrecht
Tussen Rotterdam Centraal en Dordrecht zullen er 6 Sprinters per uur gaan rijden. Door de beperkte spoorcapaciteit tussen Delft Campus en Rijswijk is het nog niet mogelijk om deze Sprinters ook naar Den Haag te laten rijden.
Externe links
https://www.ns.nl/reisinformatie/download-dienstregeling - de dienstregelingtabellen incl. de treindiensten die tijdelijk niet gereden worden - na downloaden is het dienstregelingsjaar nog te herkennen aan voetnoten met "5 apr" (Tweede Paasdag)
Treindiensten in de dienstregelingtabellen die tijdelijk niet gereden worden - N.B.: de titel van deze pagina is onvolledig.
Bron
NS dienstregeling 2021: Herkenbare dienstregeling, website Nederlandse Spoorwegen, november 2020
Bijlage bij Adviesaanvraag dienstregeling 2021, website LOCOV, 2020
Besluit dienstregeling 2021, website LOCOV, 2020
Treindienstregeling in Nederland
2021
|
Externe links
https://www.ns.nl/reisinformatie/download-dienstregeling - de dienstregelingtabellen incl. de treindiensten die tijdelijk niet gereden worden - na downloaden is het dienstregelingsjaar nog te herkennen aan voetnoten met "5 apr" (Tweede Paasdag)
Treindiensten in de dienstregelingtabellen die tijdelijk niet gereden worden - N.B.: de titel van deze pagina is onvolledig.
| 1 |
downloaden, bestandsoverdracht, gegevensoverdracht
|
2,573 |
LandmarksOrHistoricalBuildings
|
2196269
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20beschermd%20erfgoed%20in%20Virton
|
Lijst van beschermd erfgoed in Virton
|
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschermde erfgoederen in de gemeente Virton. Het beschermd erfgoed maakt deel uit van het cultureel erfgoed in België.
|}
Zie ook
Lijst van beschermd erfgoed in Luxemburg (provincie)
Virton
Virton
|
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de beschermde erfgoederen in de gemeente Virton. Het beschermd erfgoed maakt deel uit van het cultureel erfgoed in België.
| 3 |
landmark, historisch gebouw, erfgoed
|
7,728 |
GiveAction
|
693841
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lokale%20ruileconomie
|
Lokale ruileconomie
|
Een ruilkring of lokale ruileconomie (Engels: exchange trade economy) is een economie die is gebaseerd op directe of indirecte ruilhandel. In een ruilkring ruilen de deelnemers goederen en diensten met elkaar, zonder dat daar geld voor wordt betaald. Daarmee krijgen oude spullen vaak een nieuw leven. Door gebruik van een virtuele munteenheid krijgen de deelnemers die spullen of diensten ontvangen toch het gevoel dat zij er iets tegenover zetten.
Geschiedenis
Vroeger werden de goederen en diensten in een lokale ruileconomie direct geruild. Tegenwoordig betalen de deelnemers in een lokale ruileconomie elkaar meestal in een interne munt (complementaire munteenheid, complementary currency, alternatieve munteenheid), zodat de activiteit niet beperkt hoeft te blijven tot een-op-eenruilhandel.
Vormen
Er zijn veel complementaire munteenheden in de wereld, met vele verschijningsvormen, zowel zeer commercieel als heel sociaal. Voorbeelden van commerciële ruilsystemen zijn barters zoals de WIR Bank in Zwitserland. Voorbeelden van sociale ruilsystemen zijn LETS-systemen. In streken in de wereld met een grote geldkrapte is de ruilhandel soms de prevalente economie. De ruilsystemen of complementaire munteenheden hebben een eigenschap gemeen: ze zien geld als een instrument om specifieke economische doelen te bereiken, een instrument dat kan worden aangepast aan het gekozen doel.
Ontstaansredenen
Complementaire munteenheden maken een opmerkelijke opmars. Dit heeft onder meer te maken met het volgende:
Globalisering: regio's of gemeenschappen in de financiële periferie die het ontwikkeltempo niet kunnen volgen, zoeken naar nieuwe economische ontwikkelingsstrategieën.
Het digitale tijdperk: hierdoor is de automatische verwerking van informatie zeer goedkoop. Sinds 2013 is de door STRO (Social Trade Organization) gebouwde Cyclos-software beschikbaar waar onder andere Qoin gebruik van maakt.
Recente innovaties: er zijn vele experimenten met complementaire munteenheden. De lessen die hierdoor zijn geleerd leiden tot krachtige nieuwe initiatieven.
Voorbeelden
LETS
LETS (van Local Exchange Trading System of Lokaal Economisch Transactie Systeem) zijn lokale, non-profitruilnetwerken waar goederen en diensten met elkaar geruild kunnen worden, zonder dat daar valuta voor nodig is. LETS-kringen hebben een ding gemeen: ze ruilen met een gesloten beurs. LETS wordt gezien als een op het mutualisme gebaseerd kredietsysteem.
LETS-kringen gebruiken lokale vormen van krediet, zodat er niet direct geruild hoeft te worden. Een lid van een LETS-kring kan bijvoorbeeld krediet verdienen als kinderoppas voor de ene persoon en het later weer uitgeven aan een timmerklus die door een andere persoon uit dezelfde LETS-kring wordt uitgevoerd. Het verdiende en uitgegeven krediet wordt centraal bijgehouden door de desbetreffende lokale LETS-kring en valt in te zien door alle leden van die LETS-kring. De leden stellen ook de hoogte van een krediet voor bepaalde goederen en diensten vast.
De term LETS werd in 1982 bedacht door Michael Linton, die werkte onder de bedrijfsnaam Landsman. Hij beheerde samen met zijn vrouw Shirley een tijd lang de Comox Valley LETSystems in Courtenay in de Canadese provincie Brits-Columbia.
LETS-kringen zijn in een groot aantal landen actief, waaronder Nederland en België. LETS-kringen gebruiken als naam voor hun kredieteenheid verschillende benamingen, zoals bijvoorbeeld noppes in Amsterdam, sterren in Utrecht, tuinen in Leeuwarden, handjes in Antwerpen, blussers in Mechelen, vlasbloemen in Kortrijk en locks in Camden Town (Londen).
Nederland
In Nederland zijn LETS-kringen in ongeveer honderd plaatsen. De bekendste is Noppes uit Amsterdam. Noppes startte in 1993 op initiatief van STRO in Utrecht, dat zich inzet voor een duurzame en eerlijke economie (met name in de Derde Wereld). De vereniging telt ongeveer vijfhonderd leden. De diensten en producten worden afgerekend in 'noppes'. De advertenties zijn online te bekijken en de noppes'betalingen' worden ook voor het overgrote deel digitaal verricht. De vereniging organiseert ook markten waar de leden hun goederen en diensten kunnen aanbieden. Het kantoor is gehuisvest op de Marius van Bouwdijk Bastiaansestraat op het voormalige Wilhelmina Gasthuisterrein. In het kantoor is een kleine expositieruimte voor beeldende kunst.
Andere LETS-kringen zijn het Sterrenstelsel in Utrecht, de Zonnetjes van LETS Nijmegen en de Keerkring in Groningen.
Vlaanderen
In Vlaanderen bestonden op 18 oktober 2009 (LETS-Vlaanderen dag in Brugge) negentien LETS-kringen, medio 2019 zijn er een zestigtal geregistreerd bij Lets Vlaanderen. Op de website van de dienstverlenende organisatie LETS-Vlaanderen vzw zijn de coördinaten van alle groepen te vinden. Net zoals bij de Time dollars zijn de eenheden waarin afgerekend wordt een equivalent van een tijdseenheid (20 handjes per uur in Antwerpen, 60 schelpkes per uur in Oostende...)
Social Trade Circuit Nederland
Lerend van het R&D-werk in Latijns-Amerika ontwikkelde STRO een nieuwe aanpak die veel dichter bij het gewone zakendoen staat. Daarbij wordt geld tijdelijk gelabeld, waarbij het vaker lokaal rondgaat en meer impact heeft op de lokale economie. Naast het labelen van bestaande geldstromen worden binnen deze netwerken contracyclische kredieten verstrekt, waarbij de kredietnemer en de leveranciers samenwerken. Deze aanpak wordt gerealiseerd in het Social Trade Circuit Nederland, waarin een aantal plaatselijke en landelijke gemeenschappen samenwerkt, met eigen munten die allemaal goed gedekt zijn. Voorbeelden van deze laatste initiatieven zijn United economy, (een netwerk van wat grotere, duurzame bedrijven), Broodhandel (netwerk voor leden van broodfondsen) en lokale netwerken in de Alkmaarse Culturijnen, het Arnhems Hert, de Bredase Parel, de Wageningse Eurijn, de Utrechtse Euro en de Zwolse PeperMunt.
Time dollars
Time dollars in de VS, VK en Japan werken grofweg hetzelfde als LETS, met dat verschil dat in LETSystemen afgerekend wordt in eenheden die in het algemeen dezelfde waarde hebben als de euro. Bij time dollars wordt afgerekend, zoals de naam al doet vermoeden, in tijd. Time dollars en time banks zijn vooral groot in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Japan, en worden daar gezien als instrument om de vergrijzing op te vangen.
Regiogeld
In de laatste jaren zijn in Duitsland een tiental regiogeld-initiatieven gestart. Regiogeld heeft als doel lokale winkels te steunen in hun bestaansstrijd tegen internationale winkelketens. Consumenten worden verleid om lokale waardebonnen te kopen die alleen bij lokale winkels kunnen worden besteed. Op de bonnen zit een liquiditeitsheffing, een soort belasting op het oppotten van de waardebonnen. De Chiemgauer is het bekendste en meest ontwikkelde initiatief, met meer dan vierhonderd aangesloten winkels en duizenden particulieren. Regiogeld is enkele keren in het Nederlandse nieuws geweest.
Barter
Een barter is een commercieel handelsnetwerk gericht op bedrijven. Sommige barters werken mondiaal, maar vele hebben nadrukkelijk een regionale focus. De oudste barter ter wereld is de WIR Wirtschaftsring in Zwitserland met ruim 80.000 mkb-leden en een omzet van ongeveer 2 miljard Zwitserse Frank. WIR is ontstaan in het interbellum als reactie op de wereldwijde crisis.
In Nederland zijn er drie barterorganisaties, namelijk Bartering, TradeXchange Nederland en Qoin (de laatste richt zich op het versterken van de regionale economie). In België zijn RES en TradeXchange Belgium goede voorbeelden, in Engeland Bartercard.
Moderne barters vormen een levendige bedrijfstak met mondiaal 750 spelers en een jaarlijks handelsverkeer met een geschatte waarde van € 200 miljard. Een selecte groep barters is lid van de wereldwijde brancheorganisatie IRTA, die haar leden controleert op integriteit en de naleving van bepaalde standaards. De deelnemers aan een aantal barters kunnen ook kopen bij deelnemers in andere netwerken via een internationaal clearinghouse.
C3-bedrijfsnetwerken
C3 is een monetair model dat de laatste jaren vooral in Zuid-Amerika door STRO wordt getest. In een C3 verrekenen de deelnemers hun onderlinge transacties in een interne gemeenschappelijke administratie, net als in een barter. Het verschil met barter is de dekking: die ontstaat binnen een C3 door het geld dat met aankopen het netwerk binnenkomt. Deze financiële reserve wordt onder andere ingezet voor renteloze investeringen binnen het netwerk.
Compras in het Braziliaanse landbouwgebied Rio Grande do Sul was de eerste C3. Deze C3 is in 2012 gesloten, er waren toen ruim vijfentwintighonderd deelnemers. Het Circuito Commercial di Credito Sardex is de Italiaanse partner van STRO
Zie ook
Vrijgeld
Weggeefwinkel
Alternatieve economie
Krediet
|
LETS-kringen gebruiken lokale vormen van krediet, zodat er niet direct geruild hoeft te worden. Een lid van een LETS-kring kan bijvoorbeeld krediet verdienen als kinderoppas voor de ene persoon en het later weer uitgeven aan een timmerklus die door een andere persoon uit dezelfde LETS-kring wordt uitgevoerd. Het verdiende en uitgegeven krediet wordt centraal bijgehouden door de desbetreffende lokale LETS-kring en valt in te zien door alle leden van die LETS-kring. De leden stellen ook de hoogte van een krediet voor bepaalde goederen en diensten vast.
| 2 |
geven, schenken, doneren
|
4,619 |
CableOrSatelliteService
|
1837080
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kabelnoord
|
Kabelnoord
|
Kabelnoord is een Nederlandse aanbieder van kabeltelevisie, digitale telefonie en internettoegang die actief is in de provincies Friesland en Groningen, die laatste als de aanbieder voor "Snel Internet Groningen". Oorspronkelijk richtte Kabelnoord zich alleen op het noordoosten van Friesland, het basisgebied van de aanbieder. Dit zijn de gemeentes Noardeast-Fryslân, Dantumadiel, Ameland en Schiermonnikoog. Het bedrijf is nog steeds in handen van deze gemeentes. De officiële naam van het bedrijf is Kabeltelevisie Noord-Oost Friesland NV.
Geschiedenis
Het bedrijf is ontstaan uit het Gasbedrijf Noord-Oost Friesland dat diens hoofdzetel had in Dokkum. Al in 1975 heeft het bedrijf het plan om kabeltelevisie aan de man te brengen. Al snel bleek het financieel wel lastig, zo moest men afzien van het idee van straalverbindingen om meer zenders te kunnen aanbieden. Uiteindelijk wilde de Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland in 1976 geen besluit nemen over het wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling van het gasbedrijf, via de wet van gemeenschappelijke regeling van 1950, nadat eerder in 1975 al een nee kreeg.
Enkele jaar later lukte het toch en werd door het gasbedrijf in januari 1979 CAI Noord Oost Friesland opgericht via de wet gemeenschappelijke regeling met als doel om zo veel mogelijk huishoudens aan te sluiten op kabeltelevisie. De gemeenteraad van de gemeente Dokkum besloot in juni van dat jaar de plaatsing van een centraal antennesysteem voor kabeltelevisie te kunnen aanbieden goed. Door dit besluit verwachtte men dat per 1 december van 1979 zou konden worden begonnen met de exploratie van kabeltelevisie in Dokkum zelf.
De verwachting was dat men in 1981 in 19 plaatsen in Noordoost-Friesland aansluitingen had. Om dit doel te bereiken werden ook veel onrendabele gebieden aangesloten. Eind 1981 zijn naast Dokkum alleen op Ameland en Schiermonnikoog en een deel van de gemeente Dongeradeel aansluitingen gemaakt en zit CAI Noord Oost Friesland in financiële nood. In 1982 krijgt het een financiële injectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de aanleg van een centrale antenne voor Oost- en West-Dongeradeel.
Op 14 juni 1983 meldt de gemeenteraadslid Auke Meirink tijdens vergadering dat het toekomstbeeld van het kabelbedrijf er een stuk gunstiger uit zal zien, mede dankzij de financiële injectie van de overheid. In dezelfde vergadering wordt de naamswijziging mogelijk gemaakt waarna de CAI Noord Oost Friesland verder gaat als Kabel Noord. Uiteindelijk zijn circa 27.000 huishoudens in de gemeenten Ameland, Dantumadeel, Dongeradeel, Kollumerland c.a. en Schiermonnikoog voorzien van radio en televisie.
Op 1 december 1983 begon Kabel Noord met een eigen informatie-kanaal, met ook nieuws dat werd aangeleverd door regionale bladen.
In 1997 werd Kabelnoord omgevormd tot een Naamloze vennootschap, waarvan de gemeenten aandeelhouder werden maar het bleef tot 2009 onderdeel van het gasbedrijf, die in 2000 werd overgenomen door Eneco. In 2006 werden de eerste stappen gemaakt van het loskoppelen van van het kabelbedrijf van het gasbedrijf. In 2009 werd deze afgerond. De gemeenten zijn dan wel nog aandeelhouders.
In 2016 besloot Kabelnoord zich in te gaan zetten voor de aanleg van een glasvezelnetwerk in de buitengebieden van alle gemeenten in de provincie Friesland. Dit project leidde er uiteindelijk toe dat zich niet alleen buiten het kerngebied Noordoost-Friesland ging begeven maar ook in de provincie Groningen als aanbieder van televisie, radio, telefoon en internet actief is geworden. Het werkt daar samen met Snel Internet Groningen van onder meer de provincie Groningen en Rodin Broadband Groningen, die de aanleg van de glasvezelkabels in de provincie Groningen verzorgt.
Infrastructuur
De infrastructuur van Kabelnoord bestaat uit een netwerk van glasvezel- en coaxkabel. De hoofdstructuur van dit netwerk bestaat uit glasvezelkabel. Vanuit centrale punten in de dorpen en wijken lopen er coaxkabels of glasvezelkabels naar de huizen.
Op het glasvezelnetwerk van Kabelnoord is het ook mogelijk om een abonnement af te nemen bij Solcon, Multifiber of Weserve. Tot 1 april 2014 was het via het coaxnetwerk mogelijk om een abonnement via Ziggo af te nemen.
Externe link
Website van Kabelnoord
Nederlands telecommunicatiebedrijf
|
Enkele jaar later lukte het toch en werd door het gasbedrijf in januari 1979 CAI Noord Oost Friesland opgericht via de wet gemeenschappelijke regeling met als doel om zo veel mogelijk huishoudens aan te sluiten op kabeltelevisie. De gemeenteraad van de gemeente Dokkum besloot in juni van dat jaar de plaatsing van een centraal antennesysteem voor kabeltelevisie te kunnen aanbieden goed. Door dit besluit verwachtte men dat per 1 december van 1979 zou konden worden begonnen met de exploratie van kabeltelevisie in Dokkum zelf.
| 3 |
kabeltelevisie, satelliettelevisie, mediadiensten
|
7,684 |
EmploymentAgency
|
5528514
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Winston%20Kout
|
Winston Kout
|
Winston Kenneth Kout, (Paramaribo 9 april 1955 – aldaar 13 oktober 2020) was een Surinaams Nederlandse ondernemer en maatschappelijk actief voor het Surinaamse belang.
In 1984 begon Winston Kout met het uitzendbureau Coloured Holland dat zich bezighield met arbeidsbemiddeling voor donkere mensen in Nederland. Daarnaast was Kout betrokken en maatschappelijk actief in de Surinaamse gemeenschap in Nederland. Winston Kout was voorzitter van het Comité 30 juni/1 juli wat sinds 1993 aandacht vraagt voor het Nederlandse slavernijverleden en de huidige relatie tussen Nederland en Suriname en de Antillen. Ook legde hij de basis voor een professionalisering van het van origine Surinaamse Kwakoe festival in Amsterdam Zuid Oost. Tot slot heeft Kout zich hard gemaakt om het AOW-gat van (oud) rijksgenoten uit Suriname te laten repareren.
Biografie
Winston Kout groeit op in een gezin van zeven in de wijk Frimangron. Zijn vader was aannemer en opzichter bij een bouwbedrijf, zijn moeder was schoonmaakster. Wat later verhuist het gezin naar de wijk Latour waar Winston Kout zijn vader ook meehielp bij het bouwen van de nieuwe woning. Kout volgt zijn middelbare school aan de Algemene Middelbare School. Kout werkt enige tijd als assistent accountant bij Moret & Limperg in Paramaribo voordat hij in 1978 met vrouw en kind naar Nederland vertrekt. In Nederland gaat Kout fiscaal recht in Leiden studeren.
Coloured Holland
In 1984 start hij met vrienden Marcel Codfried en Romeo Elbers het uitzendbureau Coloured Holland, met een destijds unieke doelgroepbenadering. De eerste verstiging opent op 27 maart 1986. Begin jaren 90 gold het bedrijf als succesvoorbeeld van allochtoon ondernemerschap. Het kantoor in het voormalige Handelsbladgebouw in Amsterdam werd in 1991 geopend door premier Lubbers. Een tweede vestiging van Coloured Holland bevindt zich in Den Haag, de woonplaats van Kout. Inmiddels bevindt zich ook in Arnhem een vestiging. Voor Kout was Coloured Holland van belang om de uitzendbureaus wakker te schudden:Als het personeel van een bedrijf er wat betreft kleur en afkomst ongeveer net zo uitziet als de mensen buiten op straat, dan komt dat alleen maar ten goede aan het product en het imago, en dus aan het hele bedrijf, is de boodschap van Coloured Holland.
Kwakoe festival
In 1989 raakt Kout als bestuurslid betrokken bij het Kwakoe Jongeren Centrum. Vanaf 1998 tot 2008 is hij voorzitter van de stichting Kwakoe Events die jaarlijks het Kwakoe Zomerfestival in het Bijlmerpark in Amsterdam Zuid-Oostorganiseerde. Het festival heeft zich in deze tijd ontwikkeld van een Surinaams evenement tot een van de belangrijkste multiculturele evenementen in Nederland wat honderdduizenden bezoekers naar de Bijlmer bracht.
30 juni/1 juli comité
Vanaf de jaren negentig was Kout betrokken bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij aan het Surinameplein. Hij werd voorzitter van het Comité 30 juni/1 juli. Het comité neemt afstand van het Nationaal monument slavernijverleden en wil meer dan alleen het slavernijverleden herdenken. Erkenning van de historische en daarmee ook toekomstige banden tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen staan voorop. Kout en het comité zijn van mening dat de Nederlands morele schuld ook financiële consequenties moet hebben. Een ruimere AOW-regeling voor Surinamers en Antillianen zou daar onderdeel van moeten zijn. Uiteindelijk komt er op het Surinameplein een tweede monument. In 2002 wordt daar de Levensboom onthuld. Een plek waar jaarlijks mensen samen komen om de Ceremonie van Besef bij te wonen om zo de lotsverbondenheid ten gevolge van de slavernij in de voormalige Nederlandse koloniën uit te dragen.
AOW-gat
Als voorzitter van het 30 junicomité maakte Kout zich via kanalen vanuit de vakbond, hard bij de Nederlandse politiek, om tot een regeling te komen voor het AOW-gat. Duizenden Surinaamse ouderen ontvangen een lager basispensioen omdat ze officieel minder dan 50 jaar in Nederland hebben gewoond. Dit AOW-gat is terug te voeren tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. Kort na zijn overlijden wordt het onderwerp ook behandeld in de Tweede Kamer. Als een gevolg hiervan is op 1 april 2021 een commissie van wijzen ingesteld door de ministerraad om een juridisch advies voor te bereiden op een 'onverplichte tegemoetkoming ouderen van Surinaamse herkomst'.
Onderscheiding
Kout werd door Suriname onderscheiden als ridder van de Ere-Orde van de Gele Ster in 2001.
Nederlands ondernemer
Surinaams ondernemer
|
Coloured Holland
In 1984 start hij met vrienden Marcel Codfried en Romeo Elbers het uitzendbureau Coloured Holland, met een destijds unieke doelgroepbenadering. De eerste verstiging opent op 27 maart 1986. Begin jaren 90 gold het bedrijf als succesvoorbeeld van allochtoon ondernemerschap. Het kantoor in het voormalige Handelsbladgebouw in Amsterdam werd in 1991 geopend door premier Lubbers. Een tweede vestiging van Coloured Holland bevindt zich in Den Haag, de woonplaats van Kout. Inmiddels bevindt zich ook in Arnhem een vestiging. Voor Kout was Coloured Holland van belang om de uitzendbureaus wakker te schudden:Als het personeel van een bedrijf er wat betreft kleur en afkomst ongeveer net zo uitziet als de mensen buiten op straat, dan komt dat alleen maar ten goede aan het product en het imago, en dus aan het hele bedrijf, is de boodschap van Coloured Holland.
| 2 |
uitzendbureau, arbeidsbureau, wervingsbureau
|
9,878 |
State
|
3826872
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sukomoro
|
Sukomoro
|
Onderdistrict in Indonesië
Sukomoro (onderdistrict van Magetan), een onderdistrict in het regentschap Magetan in de provincie Oost-Java
Sukomoro (onderdistrict van Nganjuk), een onderdistrict in het regentschap Nganjuk in de provincie Oost-Java
Plaats in Indonesië
Sukomoro (plaats in Magetan), een plaats in het bestuurlijke gebied Magetan in de provincie Oost-Java
Sukomoro (Papar), een plaats in het bestuurlijke gebied Kediri in de provincie Oost-Java
Sukomoro (plaats in Nganjuk), een plaats in het bestuurlijke gebied Nganjuk in de provincie Oost-Java
Station in Indonesië
Station Sukomoro, een spoorwegstation in de provincie Oost-Java
|
Onderdistrict in Indonesië
Sukomoro (onderdistrict van Magetan), een onderdistrict in het regentschap Magetan in de provincie Oost-Java
Sukomoro (onderdistrict van Nganjuk), een onderdistrict in het regentschap Nganjuk in de provincie Oost-Java
Plaats in Indonesië
Sukomoro (plaats in Magetan), een plaats in het bestuurlijke gebied Magetan in de provincie Oost-Java
Sukomoro (Papar), een plaats in het bestuurlijke gebied Kediri in de provincie Oost-Java
Sukomoro (plaats in Nganjuk), een plaats in het bestuurlijke gebied Nganjuk in de provincie Oost-Java
Station in Indonesië
Station Sukomoro, een spoorwegstation in de provincie Oost-Java
| 6 |
staat, provincie, deelstaat
|
2,872 |
AddAction
|
2296102
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Papoea-kunst%20in%20het%20Rijksmuseum
|
Papoea-kunst in het Rijksmuseum
|
Papoea-kunst in het Rijksmuseum was een tentoonstelling die van 22 juni tot en met 25 september 1966 op de vloer stond in het Rijksmuseum in Amsterdam.
De opzet van deze tentoonstelling was om de beste en meest bijzondere stukken uit de Nederlandse museumcollecties te tonen. De bruikleengevers waren het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden, het Tropenmuseum in Amsterdam, het Museum voor Land- en Volkenkunde in Rotterdam, het Missiemuseum Steyl en het Volkenkundig Museum 'Justinus van Nassau' in Breda. Deze grote overzichtstentoonstelling kon tot stand komen omdat in de werkzaamheden rond de interne verbouwing van het Amsterdamse Rijksmuseum onverwacht een lange pauze moest worden ingelast, maar de - nog niet geheel voltooide - hal kon al wel ruimte bieden een grote expositie. De voornaamste drijfveer om juist de kunst van Nieuw-Guinea in een grote overzichtstentoonstelling te tonen, was het feit dat de Nederlandse volkenkundige musea de afgelopen jaren spectaculaire collecties hadden kunnen verwerven dankzij Carel Groenevelt, een beroepsverzamelaar die op Nieuw-Guinea had gecollectioneerd voor het Tropenmuseum en het Museum voor Land-en Volkenkunde, en de Zwitserse volkenkundige Paul Wirz die vooral de verzameling van het Tropenmuseum had verrijkt met schenkingen en langdurige bruiklenen van objecten, afkomstig uit het oostelijke, toen Australische deel van het eiland.
De overzichtstentoonstelling van de kunst uit Nieuw-Guinea was de eerste in haar soort in Nederland en een groot succes. Zwitserland had in 1962 voor Europa de primeur gehad met de tentoonstelling Kunst aus Neuguinea in de Basler Kunsthalle in Bazel.
Catalogus
S. Kooijman, Papoea-kunst in het Rijksmuseum. Amsterdam: Rijksmuseum, 1966.
Expositie in het Rijksmuseum
Nieuw-Guinea
|
De opzet van deze tentoonstelling was om de beste en meest bijzondere stukken uit de Nederlandse museumcollecties te tonen. De bruikleengevers waren het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden, het Tropenmuseum in Amsterdam, het Museum voor Land- en Volkenkunde in Rotterdam, het Missiemuseum Steyl en het Volkenkundig Museum 'Justinus van Nassau' in Breda. Deze grote overzichtstentoonstelling kon tot stand komen omdat in de werkzaamheden rond de interne verbouwing van het Amsterdamse Rijksmuseum onverwacht een lange pauze moest worden ingelast, maar de - nog niet geheel voltooide - hal kon al wel ruimte bieden een grote expositie. De voornaamste drijfveer om juist de kunst van Nieuw-Guinea in een grote overzichtstentoonstelling te tonen, was het feit dat de Nederlandse volkenkundige musea de afgelopen jaren spectaculaire collecties hadden kunnen verwerven dankzij Carel Groenevelt, een beroepsverzamelaar die op Nieuw-Guinea had gecollectioneerd voor het Tropenmuseum en het Museum voor Land-en Volkenkunde, en de Zwitserse volkenkundige Paul Wirz die vooral de verzameling van het Tropenmuseum had verrijkt met schenkingen en langdurige bruiklenen van objecten, afkomstig uit het oostelijke, toen Australische deel van het eiland.
| 2 |
toevoegen, collectie, bewerken
|
5,330 |
HealthAndBeautyBusiness
|
5500146
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Parnassia%20Groep
|
Parnassia Groep
|
De Parnassia Groep is een zorginstelling voor geestelijke gezondheidszorg met vestigingen in een groot deel van Nederland. Het hoofdkantoor is gevestigd in Den Haag.
Geschiedenis
In 1999 ontstond Parnassia, psycho-medisch centrum als fusieorganisatie van een aantal Haagse zorginstellingen: de twee psychiatrische ziekenhuizen stichting Rosenburg en stichting Bloemendaal en Centrum Verslavingszorg Zeestraat Parnassia richtte zich op kortdurende, vooral ambulante geestelijke gezondheidszorg (Circuit 1), langdurige zorg voor chronische psychiatrie, inclusief klinische zorg (Circuit 2), verslavingszorg (Circuit Verslavingszorg) en wonen voor psychiatrische patiënten (Circuit Wonen). De instelling werd genoemd naar de plant Parnassia waarvan de bloem terug te vinden is in het logo.
Fusies binnen de Haagse regio
De reden voor de fusie was dat een grotere organisatie relatief minder overheadkosten zou hebben, een breder spectrum aan gespecialiseerde zorg kan bieden en bovendien sterker zou staan tegenover een grillig beleid van de overheid. De daaruit voortvloeiende strategie werd ook in de jaren na het ontstaan van Parnassia gevolgd en leidde tot een groot aantal fusies en overnames. In de eerste jaren na de oprichting volgden fusies met drie Riaggs in Den Haag plus Riagg Haagrand voor de regio’s Voorburg en Zoetermeer en een klein psychiatrisch centrum middenin de stad, Dr. Schroeder van der Kolk. In 2004 was er sprake van een opbrengst van 175 miljoen euro en werden 43.000 patiënten behandeld door zo’n 3.000 medewerkers.
Uitbreiding buiten Haaglanden
In 2005 volgde de fusie met Brijder Verslavingszorg, een instelling voor verslavingszorg in Noord-Holland. Intern gingen de gefuseerde takken voor verslavingszorg samen onder de naam Brijder en veranderde de naam Parnassia in Parnassia Groep.
Op 1 juli 2007 fuseerde de Parnassia Groep met GGZ Bavo-Europoort dat pas net bestond en zelf het product was van de fusie tussen Bavo-RNO en GGZ Europoort. Het nieuwe conglomeraat kreeg de naam 'Parnassia Bavo Groep'.
In Castricum was in 2003 de GGZ-instelling Dijk en Duin ontstaan uit het psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch en omliggende Riaggs. Dijk en Duin zat in zwaar weer en kon zelfstandig niet overleven. Een fusiepoging met GGZ Noord-Holland Noord ketste af doordat niet aan de eisen van de NMA voldaan kon worden. Een fusie met een instelling die buiten de regio lag, was wel toegestaan zodat in 2008 Dijk en Duin zich bij de Parnassia Bavo Groep aansloot.
Intercultureel
In 2006 was i-psy een pas gestarte, kleine instelling voor interculturele psychiatrie. Ondanks de duidelijke behoefte aan interculturele zorg, lukte het i-psy niet om financieel het hoofd boven water te houden. Cultuur-sensitieve zorg was een speerpunt voor Parnassia Groep waaraan nog niet goed vorm gegeven kon worden. Daarom werd i-psy overgenomen en als apart onderdeel in de loop van de jaren erna uitgebreid met vestigingen op 20 plekken in Nederland.
Jeugd
Al vanaf het begin waren er hechte banden tussen Parnassia en de jeugd-GGZ instelling De Jutters. De Jutters maakte gebruik van ondersteunende diensten van Parnassia en beide instellingen werkten inhoudelijk veel samen. Eind 2015 gingen de instellingen alsnog samen, vooral om de positie van De Jutters en daarmee van de jeugdpsychiatrie in Den Haag in het algemeen te versterken.
In 2018 volgden twee min of meer ongeplande overnames van vooral op jeugd gerichte zorginstellingen.
In 2003 was in Limburg Virenze begonnen; als eerste commerciële GGZ-instelling van Nederland. Virenze breidde uit naar een organisatie met kleine vestigingen door heel Limburg en Noord-Brabant. Het leek een succesverhaal dat tot 2016 voortduurde, in dat jaar werd wanorde achter de schermen zichtbaar. De financiële situatie bleek uitzichtloos en op 1 januari 2018 ging Virenze failliet. Veel patiënten dreigden opeens zonder zorg te komen en maatschappelijke partijen deden een dringend beroep op (grote) GGZ-instellingen om te helpen. Uiteindelijk werden MET GGZ en Parnassia Groep hiertoe bereid gevonden. Voor Parnassia Groep betekende dit een risicovolle stap. Het waren vestigingen (ver) buiten de eigen regio’s en er was zowel financieel als zorginhoudelijk zo weinig op papier bekend dat een ‘black-box’ werd overgenomen.
In juli 2018 volgde de aansluiting van het Dr. Leo Kannerhuis, een zorginstelling voor mensen met autisme. Het Leo Kannerhuis staat inhoudelijk hoog aangeschreven maar het verkeerde al geruime tijd in financieel zwaar weer en zou zelfstandig waarschijnlijk niet kunnen overleven.
Antes
Op 2 oktober 2017 volgde de fusie met Antes, een GGZ-instelling die zelf was ontstaan uit de fusie van Delta psychiatrisch centrum Poortugaal en Bouman GGZ in 2012. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) stond kritisch tegenover de fusie. Ook in de landelijke politiek waren er vraagtekens. Al in september 2014 werden in de Tweede Kamer vragen gesteld of een dergelijke grote ‘bijna-monopolist’ wel in het belang van de patiënt zou zijn. De ACM deed onderzoek en oordeelde dat een aantal klinieken en behandelcentra overgedragen moesten worden aan GGZ Delfland waarna de ACM op 12 juni 2017 toestemming gaf voor de fusie. Het zorgbedrijf Bavo-Europoort werd samengevoegd met Antes en het geheel ging verder onder de naam Antes, als onderdeel van de Parnassia Groep.
Andere zorgfuncties
1nP is sinds 2013 onderdeel van de Parnassia Groep en biedt een netwerk voor vrijgevestigde GGZ-professionals door heel Nederland.
Sinds 2014 verzorgt Reakt sociaal-maatschappelijke ondersteuning voor psychiatrische patiënten in Noord en Zuid-Holland door onder andere dagbesteding, ondersteunen sociale vaardigheden en toeleiding naar werk.
Fivoor
Sinds 1 januari 2018 vormen Aventurijn (voorheen onderdeel van Altrecht), Palier (voorheen onderdeel van Parnassia Groep) en de Kijvelanden één nieuwe organisatie waarbij de moederorganisaties aandeelhouder zijn.
Merkenbeleid
In 2004 ontstond het idee om een herkenbaar merk te ontwikkelen voor kortdurende behandeling van veel voorkomende psychische aandoeningen en werd PsyQ geïntroduceerd. In eerste instantie als onderdeel van Parnassia, maar vanaf 2007 als landelijke franchiseformule waar de zorginstellingen Lentis, Mondriaan en MET GGz bij aansloten.
Zoals gebruikelijk in de branche werd gezocht naar ludiek bedoelde merknamen. Hierbij werden in eerste instantie vooral zelf namen ontwikkeld. PsyQ als eerste en daarna Palier als naam voor de in 2004 opgerichte divisie voor forensische en intensieve psychiatrische zorg. De kinder- en jeugdafdeling kreeg de naam Lucertis mee. Later werden vooral de namen van de overgenomen partijen aangehouden. Zo veranderde Lucertis in Youz; de naam van de kinder- en jeugdafdeling van Antes, toen het samenging met De Jutters en Leo Kannerhuis. Soms moesten namen ook weer worden veranderd: toen het verslavingszorgonderdeel Mirage zich op de internationale markt ging richten, werd de naam veranderd in Triora onder andere om de (voor beide partijen ongewenste) associatie met een groot casino in Las Vegas en een bordeel op Curaçao te voorkomen.
Anno 2021 voert de Parnassia Groep de volgende merken: Parnassia en Antes (langdurige psychiatrische zorg voor chronische psychiatrische patiënten in Haaglanden, Noord-Holland en Rijnmond), Brijder (verslavingszorg), Indigo (eerstelijnszorg en preventie), Youz (kinder- en jeugdpsychiatrie), i-psy (interculturele psychiatrie) en PsyQ (kortdurende, poliklinische psychiatrie).
Kennisontwikkeling
De Parnassia Groep Academie is de opleidings-, onderzoeks- en kennisorganisatie van de Parnassia Groep. Ten behoeve van kennisontwikkeling Parnassia Groep zijn er 18 specialismegroepen. Deze zijn ingedeeld op basis van de classificatie van psychische stoornissen volgens de DSM-5 of de kennis van de specifieke kenmerken of de zorgbehoefte van een bepaalde patiëntengroep. Er wordt veelvuldig samengewerkt met universiteiten en hogescholen. Binnen Parnassia Groep zijn 11 hoogleraren werkzaam.
De landelijke stichting Topklinische GGZ biedt een netwerk voor afdelingen die kunnen aantonen dat zij zeer gespecialiseerde patiëntenzorg combineren met het ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden, wetenschappelijk onderzoek en structurele kennisoverdracht. Parnassia Groep heeft zes TOP-GGz afdelingen op de vakgebieden angst, depressie, autisme, vroegdetectie, ADHD en psychotrauma.
Cijfers
In 2020 werkten er 13.500 medewerkers bij de Parnassia Groep. Hiermee is de Parnassia Groep de vijfde zorginstelling van Nederland. In 2019 werden 190.000 patiënten behandeld en was de omzet 990 miljoen euro.
Landelijke media
Steekincident Bevrijdingsdag 2018
Op 5 mei 2018, Bevrijdingsdag, verwondde een 31-jarige Hagenaar drie mensen met een mes op het Johanna Westerdijkplein in Den Haag. De dader werd bij zijn aanhouding in zijn been geschoten. Rondom deze calamiteit ontstond snel veel (politieke) ophef, vooral rond de vragen of het al dan niet ging om een terroristische aanslag en of burgemeester Krikke juist gehandeld had. Het bleek al snel dat de dader in zorg was bij Parnassia. Hij was opgenomen geweest in de opnamekliniek en daarna ontslagen naar een ambulant team van Parnassia. Door de ontstane ophef gaf de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) opdracht tot het uitvoeren van een diepgravend en onafhankelijk onderzoek. Behalve dat het incident een grote impact had op de slachtoffers, bleek het langdurige onderzoek, maar vooral de media-aandacht een zware wissel te trekken op het personeel van de betrokken afdelingen. De IGJ stelde in haar brief ter afsluiting van het onderzoek: 'De wijze waarop de media berichtten over de kwaliteit van de zorg en daarmee de kwaliteit van de medewerkers heeft hen pijn gedaan en heeft effect gehad op de uitvoering van hun werkzaamheden. Medewerkers voelden zich gedemotiveerd en werden zeer voorzichtig.' Uiteindelijk hebben drie medewerkers ontslag genomen. Voor het bestuur van de Parnassia Groep was, behalve de verbeterpunten op kwaliteitsgebied, de enorme impact van media-aandacht op personeel, het belangrijkste leerpunt.
Patiëntenstop 2019
Eind 2019 ontstond een conflict tussen zorgverzekeraar VGZ en een aantal zorgaanbieders, waaronder de Parnassia Groep. Inzet van het conflict was de zorg die in 2018 en 2019 was geleverd aan patiënten verzekerd bij VGZ en waarvoor volgens de aanbieders, nog geen of te weinig vergoeding van de verzekeraar was ontvangen. Voor de Parnassia Groep ging het om een bedrag van 16 miljoen euro, en de instelling zag zich genoodzaakt om op 6 december 2019 als ultiem pressiemiddel een patiëntenstop af te kondigen voor VGZ-verzekerden. Omdat beide partijen er niet uitkwamen, greep de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in. Vier dagen na het instellen van de patiëntenstop kon deze weer worden opgeheven toen Parnassia Groep en VGZ bij de NZa alsnog tot een overeenkomst kwamen en VGZ overging tot vergoeding van de zorg.
GGZ-instelling
|
De Parnassia Groep is een zorginstelling voor geestelijke gezondheidszorg met vestigingen in een groot deel van Nederland. Het hoofdkantoor is gevestigd in Den Haag.
| 1 |
gezondheidszorg, schoonheidszorg, lokale onderneming
|
5,029 |
Table
|
471350
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Databasenormalisatie
|
Databasenormalisatie
|
Databasenormalisatie is een techniek bij het ontwerpen van databases. Ze dient twee doelen: het spaarzaam omgaan met opslagruimte en het vermijden van meervoudige vastlegging van dezelfde data (redundantie), een potentiële bron van fouten. Bij het normaliseren dient men zich er bewust van te zijn dat er geen informatie verloren gaat. Er bestaan algoritmen die deze normaalvormen automatisch uitwerken voor een willekeurige database.
De techniek van databasenormalisatie wordt in het bijzonder gebruikt in relationele databases. Het woord "relationeel" geeft aan dat de relatie tussen de gegevens deel uitmaakt van de database. In computerdatabases worden de relaties tussen de gegevens bewaakt door een software-tussenlaag, het RDBMS.
Normaalvormen
Er bestaan meerdere normaalvormen, waarbij in de eerste normaalvorm (1NF) de eenvoudigste variant is en de vijfde (5NF) de meest complexe. Hoe hoger de normaalvorm, hoe meer eisen er gesteld worden aan het ontwerp. Wanneer aan geen van de eisen voldaan is spreekt men van 0NF. De database is dan dusdanig slecht ontworpen dat deze in de praktijk beperkt bruikbaar is.
De verschillende normaalvormen zijn:
1e Normaalvorm (1NF)
2e Normaalvorm (2NF)
3e Normaalvorm (3NF)
Boyce-Codd-Normalform (BCNF)
4e Normaalvorm (4NF)
5e Normaalvorm (5NF)
Waarvoor geldt: .
De normalisatie leidt ertoe dat elke regel in elke tabel met behulp van een unieke identificatie, een sleutel, opgevraagd kan worden. Elke normaalvorm stelt daartoe bepaalde eisen aan de manier waarop de gegevens zijn opgeslagen (zoals eisen aan de geldende functionele afhankelijkheden). De gegevens staan in een bepaalde normaalvorm wanneer aan een aantal voorgeschreven voorwaarden voldaan is. Gegevens staan bijvoorbeeld in de tweede normaalvorm als en slechts als ze voldoen aan de eerste normaalvorm en aan een aantal extra regels.
Bij 1NF worden de data in één of meer tabellen opgeslagen, maar men maakt zich niet druk om de structuur, niet om de gebruikte schijfruimte en ook niet over het feit dat een gegeven meerdere malen opgeslagen is. Bij 5NF is weer sprake van het tegenovergestelde, elk gegeven is slechts één keer opgeslagen en er wordt zo weinig mogelijk schijfruimte gebruikt. Bij 5NF zijn de data voor een gebruiker echter lastiger te doorzoeken. Vaak wordt voor een tussenvorm gekozen, namelijk de 3NF.
Redenen
Om te normaliseren bestaan verschillende redenen en bij de keuze tot een bepaalde normaalvorm zal altijd een afweging gemaakt worden, maar de keuze hangt sterk samen met de complexiteit van de data. Zoals eerder gesteld is 1NF de minimale vereiste voor een bruikbare database. Problemen die men door middel van een hogere normaalvorm voorkomt zijn:
Update-anomalie: Wanneer dezelfde gegevens op meerdere plekken worden opgeslagen dan zal dit bij een aanpassing ook op meerdere plaatsen moeten gebeuren. Als het adres van een klant in vijf tabellen opgeslagen is dan kan men dit bij een adreswijziging zomaar op vier plekken aanpassen en vergeten dat er nog een vijfde plek is.
Insert-anomalie: Bij een slecht ontworpen database kan men tegen het probleem aanlopen dat een gegeven pas ingevoerd kan worden wanneer ook andere gegevens bekend zijn. Bijvoorbeeld, als de verkoopgegevens en de klantgegevens in dezelfde tabel staan dan kan een klant pas opgevoerd worden wanneer deze ook al iets besteld heeft. Omgekeerd geldt hetzelfde, een nieuw product kan pas opgevoerd worden als het al door iemand besteld is.
Verwijder-anomalie: Dit probleem draagt het probleem van de vorige anomalie in zich. Het verwijderen van een product kan leiden tot het verwijderen van klanten.
Ook het beperken van schijfruimte en efficiënt gebruik van rekenkracht kunnen een reden zijn. Deze dragen echter geen fouten in zich mee. Een zoekopdracht die wat langer duurt zal immers niet tot foute resultaten leiden.
Geschiedenis
Ted Codd formuleerde het idee van normalisatie in A Relational Model of Data for Large Shared Data Banks in 1970.
De eerste drie normaalvormen (1NF, 2NF en 3NF) werden gedefinieerd door Codd in Further normalization of the Data Base Relational Model Alle genormaliseerde gegevens staan minstens in 1NF. Sommige gegevens staan ook in 2NF, sommige zelfs in 3NF. Codd gaf aan dat gegevens in 2NF wenselijker waren dan deze in 1NF, 3NF was nog wenselijker. De ontwerper van de database zou dus moeten streven naar gegevens in 3NF.
Codds oorspronkelijke definitie van 3NF bleek later niet volmaakt. De definitie werd herbekeken en versterkt door Boyce en Codd in Recent Investigations into Relational Data Base Systems. Gegevens in 3NF in deze nieuwe definitie voldeden ook aan de oude definitie, maar gegevens die aan 3NF voldeden volgens de oude definitie voldeden niet noodzakelijk aan de nieuwe. De nieuwe definitie was dus sterker dan de oude en werd later de Boyce/Codd normaalvorm genoemd als een versterking van de voorwaarden van de oude 3NF.
Later introduceerde Ron Fagin nog enkele sterke normaalvormen. In Multivalued Dependencies and a New Normal Form for Relational Databases definieerde hij een nieuwe vierde normaalvorm (in die tijd werd de latere BCNF nog steeds de derde normaalvorm genoemd). In Normal Forms and Relational Database Operators definieerde hij nog een nieuwe normaalvorm, de projection-join normal form (PJ/NF) of vijfde normaalvorm.
Nulde normaalvorm (0NF)
Ieder ongestructureerd gegevensbestand is in de nulde normaalvorm (0NF) oftewel niet-genormaliseerd. Gegevens van verschillende soorten kunnen op elke regel voorkomen, waardoor deze niet in kolommen kunnen worden opgedeeld en de data niet goed te doorzoeken zijn.
Een voorbeeld
Cd van Anastacia met de titel Not That Kind uit 2000 heeft de nummers Not That Kind, I’m Outta Love
Wish You Were Here van Pink Floyd met Shine On You Crazy Diamond, uitgebracht in 1975
Pink Floyd is actief sinds 1965 en Anastacia zingt pas vanaf 1999
Ook wanneer de gegevens in een tabel worden gezet kan er nog steeds sprake zijn van 0NF, zoals hieronder te zien is. De gegevens zijn niet atomair want in de kolom Album worden zowel het album, het verschijningsjaar als het jaar van het eerste optreden genoemd. En de kolommen zijn niet uniek want de kolom Track komt wel drie keer voor.
Eerste normaalvorm (1NF)
Elke tabel met gegevens die voldoet aan de definitie van een relatie is in de eerste normaalvorm (1NF). Wanneer gegevens aan een relatie voldoen zijn ze dus reeds genormaliseerd.
elk attribuut is atomair, en bevat dus één enkele waarde (bijvoorbeeld een telefoonnummer-attribuut mag slechts een telefoonnummer bevatten); indien een attribuut meerdere waarden bevat zouden deze waarden in een andere tabel moeten worden ondergebracht.
geen enkel attribuut wordt herhaald
alle attributen blijven constant in de tijd
Kortom, als alle data in één of meer tabellen zijn ondergebracht, is er al sprake van de eerste normaalvorm. Er is dan wel sprake van een vaste structuur voor de data, maar er is nog niet goed nagedacht over welke data in welke tabel komen. Alle data van een bedrijf zouden bijvoorbeeld in één platte tabel geplaatst kunnen worden. Bij een tabel waarin de aankopen van klanten worden bijgehouden, zou je dan bij elke aankoopregel ook het adres aantreffen, met als gevolg dat bij elke nieuwe aankoop ook het adres van de klant weer ingevoerd wordt, waardoor één adres wellicht honderden malen in de tabel opduikt.
Een voorbeeld
De gegevens van de platenzaak in 0NF:
Bovenstaande data staan weliswaar in een tabel, maar deze voldoet nog niet aan 1NF. Naam van de artiest en het eerste optreden staan samen in één kolom én voor de tracks zijn meerdere kolommen aangemaakt. Om te voldoen aan de 1NF zouden alle verschijningsjaren, artiesten en hun eerste optreden in een aparte kolommen en records moeten worden geplaatst en de tracks moeten onder elkaar in één kolom. Om het niet onnodig complex te maken, gaan we ervan uit dat een lied slechts op één cd voor kan komen en dat een cd slechts één artiest heeft.
In bovenstaande tabel staan de data nu wel in 1NF.
Voordeel: De data zijn nu door middel van een SELECT-statement te doorzoeken.
Nadeel: Er kunnen zich de volgende problemen voordoen. Wanneer de naam van een cd gewijzigd moet worden, moet deze wijziging op verschillende regels worden uitgevoerd, wanneer een cd wordt opgevoerd maar de tracks zijn nog onbekend, dan kan dat alleen als in de kolom Track ook null-waarden worden toegestaan. Wanneer alle nummers van een cd verwijderd worden dan verdwijnt de hele cd uit de tabel.
Tweede normaalvorm (2NF)
Een relatie is in 2NF als alle attributen die niet in de sleutel zijn opgenomen, functioneel afhankelijk zijn van de gehele sleutel (geen gedeeltelijke afhankelijkheid) . Een relatie met één attribuut als sleutel is automatisch in 2NF. Oftewel, repeterende attributen worden opgenomen in een aparte tabel.
voldoet aan de eerste normaalvorm
alle niet-sleutelattributen zijn volledig functioneel afhankelijk van de primaire sleutel.
Een voorbeeld
Hieronder nogmaals de tabel in 1NF van de platenzaak.
De kolommen met betrekking tot de albums (in roze) kunnen als repeterende attributen gezien worden. Om te voorkomen dat deze data meerdere malen opgeslagen (of gewijzigd) moeten worden, komen deze in een aparte tabel. In de tabel met de overige velden (de singles) komt een verwijzing naar de cd waar deze op staan.
Het attribuut CD_ID is nu een vreemde sleutel die verwijst naar de primaire sleutel in de tabel CD. De informatie over de cd's is nu ondergebracht in een nieuwe tabel. Let wel, de artiesten worden bij 2NF niet in een aparte tabel gezet. Ook niet als ze meerdere malen voorkomen. Ze worden immers niet als een aparte entiteit gezien, maar slechts als attribuut van de cd.
Voordeel: Elk gegeven, cd of lied is nu slechts één keer opgeslagen en de relatie daartussen ligt ook slechts één keer vast. Het hoeft maar één keer ingevoerd en eventueel slechts één keer gewijzigd te worden.
Derde normaalvorm (3NF)
Een relatie is in 3NF indien ze in 2NF is en geen transitieve afhankelijkheid kent.
voldoet aan de tweede normaalvorm
alle attributen die niet tot een sleutel behoren hangen niet af van een niet-sleutelattribuut
Een voorbeeld
Hieronder de tabel met de cd's:
Bij 2NF wordt er nog van uitgegaan dat een artiest een attribuut is van de cd. De artiesten en hun eerste optreden worden bij 3NF wél als aparte entiteit gezien. Hun eerste optreden is een attribuut van de artiest en het verschijningsjaar is volledig afhankelijk van de cd en daar een attribuut van.
In dit voorbeeld is geen enkel niet-sleutelattribuut (grijze cellen) afhankelijk van een ander niet-sleutelattribuut.
Voordeel: De data zijn niet meer redundant opgeslagen en de structuur van de data is meteen duidelijk, ook wanneer men de data zelf nog niet kent.
Boyce-Codd-normaalvorm (BCNF)
Een relatie is in BCNF (Boyce-Codd Normal Form) als elke determinant een kandidaatsleutel is.
voldoet aan de derde normaalvorm
er zijn geen transitieve afhankelijkheden, dus geen enkele sleutel bevat informatie over een andere sleutel binnen dezelfde tabel, behalve over de gehele primaire sleutel
Een voorbeeld
Stel nu dat we het vorige voorbeeld iets complexer maken door te stellen dat een lied op meerdere cd's voor kan komen. Zoals te zien is, komt het nummer I'm Outta Love op twee verschillende cd's voor.
In deze tabel is het veld Artiest afhankelijk van het veld Track, maar Track is niet bruikbaar als primary key. Uit het veld Track valt immers niet af te leiden om welke Albumtitel het gaat.
In BCNF wordt dit opgelost door de tabel te splitsen in twee combinaties, Track en Artiest & Track en Albumtitel:
In dit voorbeeld bevat ieder niet-sleutelattribuut (grijs) alleen informatie over de gehele primaire sleutel (blauw).
Vierde normaalvorm (4NF)
Een relatie is in 4NF als ze in BCNF staat en geen meerwaardige afhankelijkheden kent.
voldoet aan de Boyce-Codd-normaalvorm
bevat geen enkele meervoudige functionele afhankelijkheid
Een voorbeeld
Stel er is een database met daarin personen met huisdieren en auto's. De tabel is ontworpen met de gedachte dat elke persoon één huisdier heeft en één auto, maar dit blijkt niet het geval. Sommige mensen hebben meerdere huisdieren en anderen geen. Hetzelfde geldt voor het autobezit:
Er is geen afhankelijkheid tussen de huisdieren en de auto's. Als iemand meerdere huisdieren of auto's heeft dan ontstaat er meervoudige functionele afhankelijkheid. Immers, in het geval van Piet worden er vier regels aangemaakt, terwijl deze maar twee huisdieren en twee auto's heeft. Hierbij ontstaat een cartesisch product: Wanneer iemand bijvoorbeeld vijf huisdieren heeft en twee auto's dan worden er 5 x 2 = 10 regels aangemaakt. Om dit probleem op te lossen wordt de tabel opgesplitst in twee.
Voordeel: Er ontstaat geen cartesisch product.
Vijfde normaalvorm (5NF)
voldoet aan de vierde normaalvorm
elke relatie uit de join-afhankelijkheid bevat een sleutel voor de relatie
Een voorbeeld
Hieronder volgt een voorbeeld van een groep rondreizende verkopers. Elke verkoper verkoopt bepaalde producten van bepaalde merken.
Wanneer we deze informatie in twee tabellen geplaatst zou worden met in achtneming van de vierde normaalvorm dan zou er bij het joinen het volgende probleem ontstaan. Er zijn immers geen twee maar drie relaties te onderscheiden:
Verkoper - Product
Verkoper - Merk
Merk - Product
Nu is het zo dat verkoper Steven vier verschillende producten van drie verschillende merken verkoopt. Wanneer slechts aan de vierde normaalvorm was voldaan zou men bij een join zomaar tot de conclusie kunnen komen dat deze verkoper 3 x 4 = 12 verschillende producten verkoopt. Een andere foute conclusie zou zijn dat Maria stofzuigers verkoopt maar dat niet meer duidelijk is van welk merk. Om dit probleem het hoofd te bieden, worden de data in drie tabellen opgesplitst:
Zie ook
Denormalisatie
Data Vault
Database
Dataopslag
Modelvorming
|
Kortom, als alle data in één of meer tabellen zijn ondergebracht, is er al sprake van de eerste normaalvorm. Er is dan wel sprake van een vaste structuur voor de data, maar er is nog niet goed nagedacht over welke data in welke tabel komen. Alle data van een bedrijf zouden bijvoorbeeld in één platte tabel geplaatst kunnen worden. Bij een tabel waarin de aankopen van klanten worden bijgehouden, zou je dan bij elke aankoopregel ook het adres aantreffen, met als gevolg dat bij elke nieuwe aankoop ook het adres van de klant weer ingevoerd wordt, waardoor één adres wellicht honderden malen in de tabel opduikt.
| 5 |
tabel, webpagina-element, gegevensstructuur
|
1,877 |
Dataset
|
2146117
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Blue%20Marble
|
Blue Marble
|
De Blue Marble is een beroemde foto van de aarde, genomen op 7 december 1972 door de bemanning van de Apollo 17 op ongeveer 29.000 kilometer afstand van de aarde.
De term Blue Marble (blauwe knikker) wordt door de NASA ook gebruikt voor een recentere serie datasets waarin de gehele aarde wordt getoond in een relatief hoge resolutie. Deze datasets zijn samengesteld uit satellietbeelden, die zijn geselecteerd op minimale bewolking.
De foto
De foto die op 7 december 1972 door de astronauten werd genomen is waarschijnlijk een van de meest verspreide foto's ooit. Er zijn maar weinig foto's van de volledig verlichte aarde, waarbij de astronauten dus de zon in de rug hebben bij het nemen van de foto. Voor de astronauten leek de aarde op een blauwe knikker, vandaar de naam.
Geschiedenis
De foto werd genomen op 7 december 1972 om 5:39 a.m. EST (10:39 gecoördineerde wereldtijd), ongeveer 5 uur en 6 minuten na de lancering. en ongeveer 1 uur en 54 minuten nadat de raket de parkeerbaan rond de aarde verliet en aan zijn reis naar de maan begon. De lanceertijd 12:33 a.m. EST betekende dat het overdag was in Afrika gedurende de eerste uren van de vlucht. En omdat de winterzonnewende in aantocht was, is Antarctica ook verlicht.
De officiële NASA aanduiding van de foto is AS17-148-22727 (de foto net ervoor, AS17-148-22726, is bijna identiek en wordt ook gebruikt als een foto van de volle aarde). De gebruikte camera is een 70 millimeter Hasselblad met een 80 millimeter-lens. NASA schrijft de foto officieel toe aan de gehele bemanning van Apollo 17: Eugene Cernan, Ronald Evans en Harrison Schmitt, die allemaal de Hasselblad tijdens de reis hebben gebruikt om foto's te maken. Na de missie bleek dat Jack Schmitt waarschijnlijk de maker is van de beroemde foto, hoewel dat nooit geheel vast is komen te staan.
Apollo 17 was de laatste bemande maanmissie. Sindsdien zijn er geen mensen meer veraf genoeg geweest om de hele aarde in één foto te kunnen vangen.
De Blue Marble was de eerste duidelijke foto van een volle aarde. De jaren 70 waren een periode van milieuactivisme en de foto werd gezien als een afbeelding van de kwetsbaarheid van de aarde en de eenzaamheid van de aarde in de ruimte. NASA-archivist Mike Gentry schatte in dat de Blue Marble de meest wijdverspreide foto in de menselijke geschiedenis is.
De foto werd genomen met de Zuidpool boven, maar werd voor verspreiding geroteerd.
De satellietfoto-series
In 2002 gaf de NASA een grote set satellietbeelden vrij: beelden die geschikt waren om direct te bekijken en beelden die geschikt waren om verder te bewerken. Eén km/pixel was toen de hoogste vrijgegeven resolutie.
De vrijgegeven beelden werden enthousiast ontvangen. In 2005 werd een volgende serie uitgegeven: Blue Marble: Next Generation. Deze serie was samengesteld met behulp van automatische beeldselectie waarmee een volledig wolkenloze afbeelding van de wereldbol van alle twaalf maanden kon worden gemaakt, op een hogere resolutie van 500m/pixel. De eerdere uitgave was (noodgedwongen) niet realistisch geweest op het punt van de afgebeelde vegetatie en het sneeuwdek. De nieuwste uitgave was op dit punt wel correct.
Sommige spellen, zoals Supreme Ruler 2010 en Supreme Ruler 2020, maken gebruik van deze datasets.
Zie ook
Earthrise, een andere veelbesproken foto van de aarde
Pale Blue Dot, een afbeelding van de aarde door de Voyager 1 genomen
Externe link
NASA historie van uitgaven van Blue Marble-beelden
Foto's uit 1972
The one, the only, photograph of Earth, een korte lijst van plekken waar de foto is gebruikt
Apollo Image Atlas, foto's uit het blad NN van de 70mm-Hasselblad-camera van de Apollo 17 (onder andere de Blue Marble-foto)
Foto's uit de 21e eeuw
Blue Marble (2002)
Blue Marble Mapserver, webinterface om de grote foto hierboven in kleine delen te bekijken
Blue Marble: Next Generation (2005; een afbeelding per maand)
Blue Marble Navigator, webinterface om deze afbeelding in delen te bekijken, incl. links naar download sites
Blue Marble: Next Generation in NASA World Wind
1972
Apolloprogramma
Aarde
Foto
|
De term Blue Marble (blauwe knikker) wordt door de NASA ook gebruikt voor een recentere serie datasets waarin de gehele aarde wordt getoond in een relatief hoge resolutie. Deze datasets zijn samengesteld uit satellietbeelden, die zijn geselecteerd op minimale bewolking.
| 2 |
dataset, gegevensverzameling, datacatalogus
|
11,145 |
Text
|
1140371
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Repertorium
|
Repertorium
|
Een repertorium is een overzicht van schriftelijke bronnen, geselecteerd volgens een bepaald intern of extern criterium (plaats van redactie, aard of genre van de tekst, thematiek, milieu waarin de tekst ontstaan is, enzovoorts). Verwar repertorium niet met een inventaris: een inventaris is een overzicht van de schriftelijke bronnen, nagelaten door een bepaalde instelling en bewaard in één archief of zelfs één archieffonds.
Notariaat
Onder het repertorium wordt in het notariaat verstaan: een register waarin de verleden akten worden ingeschreven. Dit wordt periodiek aan de belastingdienst overgelegd met het oog op bijvoorbeeld de overdrachtsbelasting. Thans wordt het register op een elektronische wijze bijgehouden.
Geschiedenis
W. Wattenbach schreef een driedelig werk Deutschlands Geschichtsquellen im Mittelalter, een voor de vroege middeleeuwen, een voor de volle middeleeuwen en voor de late middeleeuwen. Samen vormen deze drie werken een systematisch overzicht van de bronnen voor de geschiedenis van het Duitse Rijk in de Middeleeuwen (alle zijn verbeterde versies van WATTENBACH, W., Deutschlands Geschichtsquellen im Mittelalter bis zur Mitte des XIII. Jahrhunderts, 2 delen, Berlin, 1893-1894). Ingedeeld in verschillende tijdvakken, met indelingen volgens institutionele, maar vooral volgens regionale principes (met daarbinnen institutionele en thematische indelingen). Geregeld verschijnt van elk deel een volledig herziene versie, met geheel nieuwe bijdragen van pas aangetrokken auteurs. Elk deel bestaat dus tegenwoordig in een handvol versies, die soms best naast elkaar gelezen worden.
Geneeskunde
Een bekend repertorium is dat van geneesmiddelen, een groot dik boek dat in ziekenhuizen en door artsen gebruikt wordt. Het is een "Overzicht van door het College ter beoordeling van geneesmiddelen geregistreerde informatieteksten van farmaceutische spécialités". en is in Nederland verkrijgbaar als het Farmacotherapeutisch Kompas.
In de homeopathie bevat een repertorium een index, vaak ingedeeld in hoofdgroepen, met daaronder symptomen. Bijvoorbeeld: Hoofd - hoofdpijn - achter de ogen. Bij al deze symptomen worden middelen genoemd, met de mate waarin het middel volgens homeopaten succesvol voorgeschreven is in het verleden. In 1897 publiceerde James Tyler Kent voor het eerst een repertorium. Sindsdien zijn meerdere repertoria gepubliceerd. Moderne repertoria zijn zo uitgebreid geworden, dat zij niet meer in hun geheel in boekvorm gepubliceerd worden, maar alleen nog digitaal. Het met behulp van een repertorium zoeken van mogelijke homeopathische middelen die kunnen worden ingezet bij de symptomen van een patiënt, heet repertoriseren.
Informatiewetenschap
Naslagwerk
Archief
|
Een repertorium is een overzicht van schriftelijke bronnen, geselecteerd volgens een bepaald intern of extern criterium (plaats van redactie, aard of genre van de tekst, thematiek, milieu waarin de tekst ontstaan is, enzovoorts). Verwar repertorium niet met een inventaris: een inventaris is een overzicht van de schriftelijke bronnen, nagelaten door een bepaalde instelling en bewaard in één archief of zelfs één archieffonds.
| 2 |
tekst, tekstgegevens, tekstinhoud
|
11,401 |
EatAction
|
1858478
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Methylkwik
|
Methylkwik
|
Methylkwik is een organometallisch kation met de formule
[CH3Hg]+. Het is een bioaccumulatieve toxische verbinding.
Structuur
Methylkwik is de afkorting van monomethylkwik en moet eigenlijk het monomethylkwik-kation genoemd worden. Het bestaat uit een methylgroep (-CH3) die gebonden is aan een kwikatoom. Als een positief geladen ion wordt het makkelijk aangetrokken door anionen zoals het chloride-anion (Cl−), het hydroxide-anion (OH−) en het nitraat-anion (NO3−). Het heeft ook een hoge affiniteit voor zwavel-bevattende anionen, in het bijzonder de thiol-groepen (SH) op het aminozuur cysteïne (en dus ook voor eiwitten die cysteïne bevatten) en vormt daarmee een covalente binding. Er kan ook meer dan één cysteïnegroep coördineren met methylkwik en methylkwik kan migreren naar andere metaalbindende plaatsen in eiwitten.
Bronnen van methylkwik
Verbranding
In het verleden werd methylkwik direct of indirect geproduceerd bij verschillende industriële processen zoals de bereiding van aceetaldehyde. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig antropogene bronnen van methylkwik. De voornaamste bron is de verbranding van kwik bevattende brandstoffen, zoals afval en fossiele brandstoffen (voornamelijk steenkool). Hoewel kwik slechts in minieme hoeveelheden voorkomt in zulke brandstoffen, leidt de verbranding op grote schaal alleen al in de VS tot een afgifte van 80,2 ton elementair kwik aan de atmosfeer per jaar op een totaal aan antropogene emissies van 158 ton.
Natuurlijke bronnen voor atmosferisch kwik zijn onder andere vulkanen, bosbranden en verwering van cinnaber bevattend gesteente.
Anaerobe organismen
Methylkwik wordt vanuit anorganisch kwik gevormd door anaerobe organismen in aquatische systemen zoals meren, rivieren, draslanden, sedimenten, bodems en open oceanen. Dit methyleringsproces (het koppelen van een methylgroep aan kwik) zet anorganisch kwik om tot methylkwik in het natuurlijk milieu.
Methylkwikvergiftigingen
Milieu
Een vergiftiging door methylkwik in Minamata (Japan) werd veroorzaakt door het jarenlang lozen van afvalwater met methylkwik in de Minamatabaai door een chemische fabriek. (Zie minamataziekte.) Ook de vervuiling en massale vergiftiging in Niigata (Japan) was berucht.
Acute methylkwikvergiftiging vond plaats te Grassy Narrows in Ontario (Canada) door het vrijkomen van kwik uit de kwikcel bij de chlooralkali-elektrolyse. Dat gebruikt vloeibaar kwik als elektrode bij de ontleding van zout water, gevolgd door kwikmethylering in het waterig milieu.
Bij het incident in Ontario kwam anorganisch kwik in het milieu en dat werd in het milieu gemethyleerd. In Minamata ging het om industriële vervuiling met methylkwik. Grote aantallen mensen werden vergiftigd door voedsel dat besmet was met hoge gehaltes aan methylkwik, met name bij het dumpen van industrieel afval.
Voedsel
Omdat methylkwik gevormd wordt in aquatische systemen en zich niet makkelijk uit organismen laat verwijderen, bioaccumuleert het in aquatische voedselketens van bacteriën naar plankton, naar grote ongewervelden, en van daar naar herbivore (plantenetende) vis en dan naar piscivore vissen. Dit komt doordat methylkwik een halveringstijd heeft van ongeveer 72 dagen in aquatische organismen zodat het zich ophoopt in deze voedselketens. Organismen, mensen inbegrepen, visetende vogels, zoogdieren zoals otters, inktvissen en walvissen, die vis eten, krijgen het methylkwik binnen dat zich zo ophoopt in hun lichaam. Vis en andere waterdieren als weekdieren, oesters en paling zijn de enige belangrijke bron van menselijke blootstelling aan methylkwik. Het gehalte methylkwik hangt af van het soort vis, de leeftijd en de grootte ervan en van het type water waarin het werd aangetroffen. In het algemeen bevat visetende vis zoals witte haai, zwaardvis, zeilvis, grotere soorten tonijn, breedbekbaars, Atlantische zalm en snoek hogere gehaltes methylkwik dan herbivore of kleinere vis zoals tilapia, haring en paling.
Binnen een gegeven vissoort zijn er bij oudere en grotere vissen meestal hogere concentraties methylkwik aanwezig. Ook vissen die opgroeien in water met een hogere zuurtegraad hebben meer kans om grotere concentraties methylkwik te bioaccumuleren.
In Irak werd in de jaren '60 en '70 tarwe behandeld met methylkwik als conserveringsmiddel. Dit tarwe werd dan gezaaid en gevoerd aan dieren en geconsumeerd door mensen.
Biologisch effect
Mens
Door mensen ingeslikt methylkwik wordt meteen en geheel opgenomen door het maag-darmstelsel. Het wordt meestal aangetroffen gebonden aan SH-groepen samen met vrij eiwitten en peptiden zoals cysteïne en Glutathion. Het methylmercurisch cysteïnyl-complex wordt door eiwitten die aminozuren in het lichaam transporteren aangezien voor methionine, een ander aminozuur.
Daardoor wordt methylkwik getransporteerd door het gehele lichaam, ook door de bloed-hersenbarrière en de placenta heen, waar het opgenomen wordt door de zich ontwikkelende foetus. Om deze reden en zijn sterke binding aan eiwitten wordt methylkwik niet makkelijk door het lichaam uitgescheiden. Methylkwik heeft een halveringstijd van ongeveer 50 dagen in het menselijk lichaam.
Verschillende onderzoeken geven aan dat methylkwik leidt tot subtiele ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD en verminderde IQ, taalvaardigheid en geheugen, bij kinderen die in utero eraan zijn blootgesteld.
Blootstelling aan methylkwik geeft bij volwassenen ook een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen zoals hartaanval. Er is enig bewijs dat methylkwik in kwetsbare individuen auto-immuunziekte kan veroorzaken.
Het lijdt geen twijfel dat methylkwik giftig is, ook voor een zich ontwikkelend foetus. Er is nog wel controverse over de concentraties van methylkwik in voeding die kunnen leiden tot die schade. De rampen in Japan en Irak leidden tot neurologische symptomen zoals paresthesie, verlies van lichamelijke coördinatie, moeilijk spreken, hemianopsie, gehoorverlies, blindheid en uiteindelijk ook de dood.
Kinderen die in de baarmoeder werden blootgesteld aan methylkwik leden aan symptomen als motorische belemmeringen, zintuigproblemen en mentale achterstand. Tegenwoordig worden rampen van grote omvang nog zelden gezien en zijn er alleen geïsoleerde incidenten. Daarom let men nu op subtiele effecten in bevolkingen die veel vis eten. Deze effecten zijn niet altijd te herleiden tot methylkwik.
De effecten kunnen worden opgespoord door vergelijking van populaties met verschillende blootstelling. Er zijn uiteenlopende gezondheidseffecten in individuen die veel vis eten. Maar de specifieke gezondheidseffecten en wijzen van blootstelling werden niet gecontroleerd met grotere studies.
Vis en wild
In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de gezondheid van vissen en wild negatief beïnvloed wordt in ecosystemen die enigszins of sterk met methylkwik vervuild zijn. Een aantal publicaties rapporteerden over studies in verband met verminderd reproductief succes van vis, visetende vogels en zoogdieren ten gevolge van contaminatie met methylkwik.
Richtlijnen
Vele regeringsinstanties, en vooral de Environmental Protection Agency (EPA), the United States Food and Drug Administration (FDA), Health Canada en het European Union Health and Consumer Protection Directorate-General alsook de World Health Organization (WHO) en de Food and Agriculture Organization (FAO) van de VN geven richtlijnen voor vis om de blootstelling aan methylkwik te beperken. Tegenwoordig zijn deze richtlijnen gebaseerd op bescherming van het zich ontwikkelende foetus. Toekomstige richtlijnen kunnen ook rekening houden met het cardiovasculair risico.
In het algemeen geeft men aan dat consumenten, in het bijzonder zwangere vrouwen en vrouwen, die zwanger kunnen worden, zogende moeders en jonge kinderen, vis met veel methylkwik moeten vermijden en vis met lage gehaltes methylkwik niet meer dan tweemaal per week moeten eten.
Beleid tegen methylkwik
Besmetting van vis met methylkwik en de waarschuwing daartegen kunnen het eten van vis negatief beïnvloeden.
Verder kunnen de voorgestelde limieten van kwikemissies leiden tot kostbare aanpassingen bij de verbranding van steenkool. Methylkwik heeft daarom de aandacht van regeringen en milieubewegingen getrokken.
Zie ook
Dimethylkwik, kwik met een tweede methylgroep
Ethylkwik, een verwante verbinding
Kwikvergiftiging
Organokwikverbinding
Kation
|
Voedsel
Omdat methylkwik gevormd wordt in aquatische systemen en zich niet makkelijk uit organismen laat verwijderen, bioaccumuleert het in aquatische voedselketens van bacteriën naar plankton, naar grote ongewervelden, en van daar naar herbivore (plantenetende) vis en dan naar piscivore vissen. Dit komt doordat methylkwik een halveringstijd heeft van ongeveer 72 dagen in aquatische organismen zodat het zich ophoopt in deze voedselketens. Organismen, mensen inbegrepen, visetende vogels, zoogdieren zoals otters, inktvissen en walvissen, die vis eten, krijgen het methylkwik binnen dat zich zo ophoopt in hun lichaam. Vis en andere waterdieren als weekdieren, oesters en paling zijn de enige belangrijke bron van menselijke blootstelling aan methylkwik. Het gehalte methylkwik hangt af van het soort vis, de leeftijd en de grootte ervan en van het type water waarin het werd aangetroffen. In het algemeen bevat visetende vis zoals witte haai, zwaardvis, zeilvis, grotere soorten tonijn, breedbekbaars, Atlantische zalm en snoek hogere gehaltes methylkwik dan herbivore of kleinere vis zoals tilapia, haring en paling.
| 6 |
eten, maaltijd, voedselconsumptie
|
394 |
PlanAction
|
4444853
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorzone%20%28Tilburg%29
|
Spoorzone (Tilburg)
|
De Spoorzone is een brede strook die in oost-westrichting midden door Tilburg loopt, ten noorden van het stadscentrum. Het gebied wordt gekenmerkt door de infrastructuur van de Hoofdwerkplaats Tilburg aan de oostkant van het gebied, waar van 1868 tot 2011 onderhoud aan treinmaterieel werd gedaan. Dit deel van wat nu de Spoorzone is, was nagenoeg afgesloten en afgeschermd voor buitenstaanders en had in Tilburg de bijnaam Verboden stad.
Structuurplan Spoorzone is de naam die gekozen werd voor de grootschalige stedenbouwkundige herontwikkeling, waarbij dit gebied heringericht wordt, samen met aangrenzende, verrommelde en braakliggende terreinen en omliggende wegen. Dit plan behelst een gebied van bijna twee kilometer lang, met breedtes rond de driehonderd meter. De oppervlakte is zo'n 40 hectare.
Met dit plan is de tweedeling tussen noord en zuid rond Station Tilburg aangepakt en wordt de verkeersafwikkeling rond station en stadscentrum veranderd. Een deel van de monumentale industriële bebouwing uit de 19e en 20e eeuw is behouden en het verloop van de spoorrails is zelfs tot in sommige gebouwen zichtbaar gebleven, bijvoorbeeld in de LocHal (nu een bibliotheek) en de Polygonale loods met zijn draaischijf, waar horeca gevestigd is. Naast andere stedelijke voorzieningen zoals theaters en een stadspark worden honderden kantoorwerkplekken en woningen gerealiseerd.
Gebied
Plangebied
Het plangebied voor de stedenbouwkundige aanpak van de Spoorzone is in hoofdzaak een strook in oost-westrichting die ettelijke keren groter is dan het gebied van de Werkplaatsen. Bezuiden het spoor vormen de Spoorlaan en de Hart van Brabantlaan de lange kant, aan de noordkant zijn de Lange Nieuwstraat en de Alleenhouderstraat de begrenzing. Aan de oostkant vormt het NS-plein het einde, terwijl Ringbaan West de westkant aftopt.
Kloksgewijs vanaf de oostkant zijn de begrenzingen als volgt: NS-plein, Spoorlaan en Hart van Brabantlaan vallen binnen het gebied, maar de bebouwing aan de buitenkant niet. Aan de zuidkant zijn er twee uitstulpingen: rond de Magazijnstraat reikt een brede rechthoek tot aan Telegraafstraat en Pieter Vreedeplein en bijna van Heuvelring tot Willem II Straat. Bij de Sint Ceciliastraat omvat een smallere, maar diepere uitstulping het terrein van de vroegere Vormenfabriek, inclusief de Elzenstraat en de Populierenstraat. De westelijke eind van de strook bestaat uit een smallere uitloper in de vorm van een geweerkolf en omvat het gecombineerde rangeerterrein en Van Gend & Loos-terrein ten zuiden van het spoor. Ringbaan West valt erbuiten, evenals de Alleenhouderstraat aan de noordkant. Naar het oosten toe, rond de 'grote Albert Heijn', wordt het gebied plotseling tweehonderd meter breder bij de Jan Heijnsstraat. De woonbebouwing aan de westkant van die straat valt erbuiten, maar de straat inclusief rotonde erbinnen. Aan de lange noordelijke kant vallen de Philip Vingboonsstraat en de Lange Nieuwstraat erbuiten, inclusief de bebouwing; alleen tussen Fraterstraat en Lichtstraat valt de bebouwing aan de zuidzijde van de Lange Nieuwstraat binnen het plangebied. Dit is het vroegere MTS-terrein en het gebied rond het Deprez gebouw. Zie ook het kopje Deelgebieden.
Spraakgebruik
In het dagelijks spraakgebruik wordt met 'Spoorzone' min of meer het gebied van de Werkplaatsen aangeduid, ten noorden en grotendeels ten oosten van het station. Globaal wordt dit aan de zuidzijde begrensd door het spoor en in het noorden door de bebouwing aan de Lange Nieuwstraat. De einden worden gevormd door NS-plein en het verlengde van de Fraterstraat. Dit laatste vormt geen zichtbare grens, zodat ook de Gasthuisring wel als westgrens wordt genomen. De lengte van de strook is dan achthonderd of duizend meter. In het onderstaande blijkt uit de context welk gebied er bedoeld wordt.
Ontsluiting
Staatslijn E, van Breda via Tilburg naar Eindhoven, was in de 19e eeuw langs de noordkant van de stad aangelegd en het spoor lag op of boven het maaiveld, met enkele overwegen. Problematisch werd dat, toen de stad zich sterk naar het noorden uitbreidde en de spoorlijn midden door de stad kwam te lopen, terwijl bovendien de mobiliteit toenam. Vooral bij de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring) werd de situatie onhoudbaar. Deze weg sneed de werkplaats af van het bijbehorende rangeeremplacement en de opstelsporen, waardoor automobilisten begin jaren zestig soms meer dan twintig minuten in de rij stonden en de spoorbomen meermalen open en dicht zagen gaan voor goederen- en reizigerstreinen en rangeerverkeer dat over verscheidene sporen passeerde.
De verkeersproblemen werden in 1962 opgelost door de aanleg van het hoogspoor met zijn onderdoorgangen, maar de tweedeling van de stad bleef. In het hart van de stad lagen de doorgangen 800 meter uit elkaar, waardoor de spoorwal een forse hindernis was, ook visueel. Verder waren ten noorden van de Werkplaats dichtbevolkte woonwijken ontstaan, waardoor de voorzieningen die bij een stadscentrum horen maar aan een kant van het spoor konden ontstaan: de Spoorlaan, de verkeersader van het centrum, met station en busstation, lag ten zuiden van het spoor, evenals de winkelstraten (Heuvelstraat, Dwaalgebied), het uitgaanscentrum (Heuvel), het stadhuis, de schouwburg en de bibliotheek.
Toen de Spoorzone in 2011 vrijkwam, was het gebied amper bereikbaar. Voor toeleveranciers en personeel van de Werkplaats waren er naar behoefte wegen en paden aangelegd, maar die waren ongeschikt voor soepele verkeersafwikkeling. Ruimte was er echter royaal voorhanden na sloop van een aantal gebouwen. De gemeente koos ervoor om de Spoorzone voor motorvoertuigen vrijwel alleen bereikbaar te maken vanaf de kopse kanten, die gevormd worden door het NS-plein en de Gasthuisring. Tussen die verkeersaders werd de 800 meter lange Burgemeester Brokxlaan aangelegd, met in elke richting twee rijstroken en vrijliggende fietspaden. Voor auto's vormt die weg voortaan de toegang tot het station, via het Johan Stekelenburgplein dat aangelegd is als nieuw stationsplein. Deze nieuwe infrastructuur aan de noordkant ontlast de Cityring Tilburg aan de zuidkant, waarvan de Spoorlaan een onderdeel vormt. Van 2016 tot 2019 is er bij het Johan Stekelenburgplein ook een tijdelijk busstation geweest, toen het oude busstation aan de Spoorlaan vervangen werd door een nieuw. Voor voetgangers is de ruimte bij de Burgemeester Brokxlaan beperkt, maar vanaf het station naar het NS-plein is langs het spoor en het industrieel erfgoed een esplanade gepland, waar bijvoorbeeld de hoofdingang van de LocHal op uitkomt. Deels is die al gerealiseerd, maar met veel projecten nog in aanbouw wordt hij door werkverkeer gebruikt.
De Burgemeester Brokxlaan heeft voor motorvoertuigen alleen via de smalle Fraterstraat een kleine dwarsverbinding met de Lange Nieuwstraat en de woonwijken aan de noordkant. Fietsers en voetgangers hebben in noord-zuidrichting meer mogelijkheden: in 2014 is een voetgangerstraverse in het station aangelegd en in mei 2016 kwam de Willem II-passage gereed. Dit is een doorsteek voor fietsers en voetgangers, die het centrum via de Willem II Straat en de Atelierstraat verbindt met de Spoorzone en de Besterd. Hiervoor is een tunnel onder het spoor aangelegd en zijn enkele oude werkplaatsen doorgebroken.
Geschiedenis
Het uitgestrekte complex van de Hoofdwerkplaats Tilburg is in 1868 ingericht als Werkplaatsen van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. Deze werden ook aangeduid als De ateliers of, in de volksmond D'n Atteljee. Vanaf het begin van de 21e eeuw zijn er plannen ontwikkeld waarin de naam Spoorzone werd gebruikt.
Voor Tilburg als vestigingsplaats van de Werkplaatsen naast Zwolle pleitte de ligging aan Staatslijn E, waarvan het tracé Breda–Tilburg zojuist gereedgekomen was. Ook was er een verbinding met Turnhout in België. Het spoor dat nu midden door de stad loopt, lag destijds aan de noordrand van de aaneengesloten bebouwing, zodat er een groot open terrein ten noorden van het station beschikbaar was.
Het ging in Tilburg vooral om herstel van spoorwegmaterieel zoals locomotieven, rijtuigen en wagons. De omvang van het terrein groeide doordat er nieuwe gebouwen werden gebouwd voor het gieten van ijzer, houtbewerking en dergelijke. Rond 1900 werkten er 1000 mensen en er werden inmiddels ook nieuwe locomotieven vervaardigd. Op het hoogtepunt in de jaren 20 van de 20e eeuw telde de Werkplaats zo'n 1400 arbeiders. Door herverdeling van het werk met werkplaatsen elders in het land nam het personeelsbestand daarna af en werd groot onderhoud en herstel van locomotieven de hoofdtaak. Aan het eind van de Duitse bezetting van Nederland vernietigden de bezetters een deel van de Werkplaatsen. Door de grote technologische vooruitgang na de Tweede Wereldoorlog verlieten steeds meer werkzaamheden de Werkplaats. In 1955 werd er voor het laatst een stoomlocomotief hersteld. In dat jaar werd ook de naam Hoofdwerkplaats Tilburg ingevoerd.
Al in de jaren negentig was Tilburg bezig met plannen en onderhandelingen, omdat duidelijk was dat de Hoofdwerkplaats, het laatste grote industriebedrijf in Oud-Tilburg, daar niet te handhaven was. Na de oprichting van BrabantStad (2001) werden de plannen ontwikkeld in samenspraak met dit stedelijk en provinciaal samenwerkingsverband.
De inkrimping van de werkplaats bleef zich voortzetten. In 2009 werkten er nog 250 mensen, waarna Nedtrain besloot de volledige werkplaats te sluiten. Het terrein werd gekocht door de Gemeente Tilburg, waardoor de gemeente in 2011 een beslissende stem kreeg in de herstructurering van de Spoorzone die zou.
Midden 2011 waren alle werkzaamheden uit het gebied verdwenen. Een klein gedeelte van het onderhoudswerk is verhuisd naar Industrieterrein Loven, net ten westen van Berkel-Enschot. Het overige werk is elders in Nederland terechtgekomen, voornamelijk in Hoofdwerkplaats Haarlem.
Gebeurtenissen
In 2014 stortte tijdens bouwwerkzaamheden voor de Willem II-passage een deel van het verhoogde betonnen perron buiten het station naar beneden. Er waren geen passagiers aanwezig. Een bouwvakker raakte zwaargewond.
In 2017 werd Koningsdag in Tilburg gevierd. met een prominente rol voor de Spoorzone. Met de koninklijke trein arriveerde de koninklijke familie op Station Tilburg. Hier werden zij opgewacht door burgemeester Peter Noordanus en commissaris van de koning Wim van de Donk. Het gezelschap werd bij aankomst toegezongen door een koor bestaande uit honderden Tilburgers en liep vervolgens een route door de oude gebouwen heen, waar een veelvoud aan culturele en muzikale optredens gegeven werd.
Deelgebieden
Hieronder een onvolledige opsomming van de deelgebieden van Structuurplan Spoorzone.
Station Tilburg
Centraal in de Spoorzone ligt Station Tilburg. Het huidige gebouw werd in 1965 geopend. Het stationsgebouw was ernstig verouderd; er waren geen liften en het had te weinig ruimte voor de vele duizenden mensen die er dagelijks gebruik van maakten. Vanaf 2013 werd begonnen met een een grootschalige verbouwing. Het station werd vernieuwd, vergroot en gemoderniseerd. In oktober 2014 werd voor reizigers en andere voetgangers een tunnel onder de sporen geplaatst. Tegelijkertijd kwam er een fietsers- en voetgangerstunnel in het verlengde van de Willem II-straat. In december 2015 werd de nieuwe stationshal geopend. In het voorjaar van 2016 is het Burgemeester Stekelenburgplein geopend, een nieuw plein aan de noordzijde van het station.
Naar verwachting zal in de loop van 2020 het volledige station gereed zijn. De commerciële ruimten zijn heringedeeld en het busstation en de fietsenstallingen zijn vernieuwd.
Clarissenhof en Clarissentoren
Tussen de Burgemeester Brokxlaan en de Lange Nieuwstraat is de nieuwe woonwijk Clarissenhof gebouwd. De wijk is vernoemd naar het Clarissenklooster, dat aan de overkant van de Lange Nieuwstraat ligt. De eerste fase van Clarissenhof is in 2018 werd afgerond na vele vertragingen, onder andere vanwege protest tegen bomenkap. De eerste fase omvat vijf woongebouwen van zeven verdiepingen aan de Brokxlaan en grondgebonden woningen aan de Lange Nieuwstraat en zijn zijstraatjes. Tussen die wegen staan drie woongebouwen van vier verdiepingen, omringd door bakstenen paden en groenvoorzieningen. De laagbouw en een deel van de hoogbouw staan op het MTS-terrein, dat later bekend was om de woongroep MDKLNKRT (Medeklinkert), die in een gebouw van de voormalige school gevestigd was.
De tweede fase van Clarissenhof bestaat uit twee woongebouwen met een hoogte van circa veertig meter en zestig meter waaraan in 2019-2020 begonnen zal worden. Tussen Clarissenhof en de Burgemeester Brokxlaan ligt het oudste gebouw van de Spoorzone: de Houtloods uit 1867. Deze is gerenoveerd tot een restaurant met dezelfde naam.
De Clarissentoren is een geplande woontoren van 130 meter hoog, net iets lager dan Westpoint, dat op een halve kilometer afstand staat. De toren komt langs de Lange Nieuwstraat, aan de westkant van het Deprez gebouw, een monumentale machinefabriek die in 2010 is omgebouwd tot kantoorgebouw en bedrijfsverzamelgebouw.
Theresiazone
De noordrand van de Spoorzone wordt aangeduid als de Theresiazone, verwijzend naar de aangrenzende buurt Theresia. Deze zone ligt ten oosten van de Clarissenhof aan de Burgemeester Brokxlaan. Dit nu nog braakliggende terrein biedt ruimte voor particulieren om een eigen woning te bouwen. Midden in de Theresiazone ligt het historische Ketelhuis, dat voor de hele NS-werkplaats stoom, perslucht en verwarming leverde.
Polygonale loods
Aan de noordzijde van het station ligt de Polygonale loods. In deze loods, waar glas een prominente rol speelt, werden vroeger locomotieven onderhouden. Deze werkplaats is om de draaischijf heen gebouwd die elke locomotief naar een van de zes segmenten van de loods dirigeerde. Ieder segment ligt onder een kleine hoek ten opzichte van de volgende, vandaar de aanduiding polygonaal, veelhoekig. In 2016 is de verbouwing en restauratie van start gegaan. Daarna is er café-restaurant EVE gevestigd.
Zwijsenterrein
Naast de Polygonale Loods richting het westen ligt het Zwijsenterrein. Dit terrein ligt nog grotendeels braak. In de toekomst zijn hier kantoren gepland. Op de westelijke hoek van het terrein is enkele jaren geleden het nieuwe kantoorgebouw van het UWV en de gemeente Tilburg gebouwd. Voor de rest moet het terrein nog gevuld worden.
Tilburg Talent Square
Enkele jaren geleden is de bouw van Tilburg Talent Square aan de Hart van Brabantlaan voltooid. Dit gebouwencomplex bevat woningen voor (internationale) studenten en expats en voorzieningen zoals een wasserette en een café. Ook zijn er kantoren gevestigd. Op het hoogste punt heeft het complex 14 verdiepingen. Net achter Tilburg Talent Square is ook appartementencomplex Twee!, bestaande uit twee woontorens verrezen.
Met de komst van deze hoogbouw is hier een gebiedje ontstaan met een relatief grootstedelijke uitstraling. TTS en Twee! hebben elk een hoogte van ruim 40 meter. Aan de overkant van de straat staan twee kantoorgebouwen met een hoogte tot 50 meter en iets verderop staat de VGZ-kantoortoren van ruim 50 meter en woontoren StadsHeer met een hoogte van 101 meter.
Spoorpark
De westelijke uitloper van de Spoorzone is het Van Gend & Loosterrein bezuiden het spoor, een gebied van negen hectare, gelegen achter de woonhuizen van de Hart van Brabantlaan. Van Gend & Loos gebruikte het oostelijk deel als distributiecentrum, waar goederen werden overgeslagen, onder andere van treinen naar distributieauto's. In het westelijk deel lagen de rangeersporen en opstelsporen van de Werkplaatsen.
Vanaf 2017 is het terrein omgebouwd tot een groot stadspark met de naam Spoorpark. Dit omvat onder andere een scoutinggebouw, een urban sportsgebied (skating, skateboarding, BMX), een stadscamping en enkele waterpartijen. Aan de oostrand ligt een basketbalveldje en het kantoor van de regionale Omroep Tilburg. Een uitkijktoren van 36 meter hoog is anno 2019 in aanbouw. Deze Kempentoren wordt een open staketsel met een wenteltrap en voorzieningen voor abseilen. Het is een tweemaal zo hoge kopie van de Flaestoren in Esbeek. Verder is er een woontoren gepland. In de aansluitende laagbouw komen ondersteunende voorzieningen voor de woonfunctie en de recreatiefunctie van het gebied.
LocHal
Een grote blikvanger van de Tilburgse Spoorzone is de Locomotiefhal, gewoonlijk aangeduid als LocHal. Deze immense glazen hal heeft een oppervlakte van 6500 m² en is gerenoveerd tot de nieuwe centrale bibliotheek van de stad. Ook zijn er verschillende creatieve instellingen gevestigd. De Glazen Zaal, een vierkant, transparant bouwwerk voor muziekuitvoeringen, dat voorheen in de Beurs van Berlage stond, heeft ook een plaats in de hal.
Naast de LocHal komt aan het Burgemeester Stekelenburgplein een woontoren van ongeveer vijftig meter te staan. Verder komt er een kantoorgebouw met de voorlopige naam 'Tilburg Trade Center'.
Smederij en Koepelhal
Tussen de Locomotiefhal en het NS-plein is het meeste cultureel erfgoed bewaard gebleven. De oude fabriekshallen van de NS worden gerestaureerd en door nieuwe bedrijven in gebruik genomen. Op het moment hebben onder meer een theater, een skatebaan (Ladybird), een nachtclub en 'cultuurfabriek' Hall of Fame zich er gevestigd. Het opvallendste bouwwerk van dit deel van de Spoorzone is wellicht de Koepelhal. Deze heeft geen koepeldak, maar een boogdak en wordt gebruikt voor concerten, festivals en beurzen.
Evenementen
Tilburg Ten Miles. Dit internationale hardloopevenement vindt jaarlijks plaats in het centrum van Tilburg. De Spoorzone is begin- en eindpunt van de wedstrijd.
De Tilburgse kermis is doorgetrokken tot aan de Spoorzone, met name de Burgemeester Brokxlaan. Tijdens de kermis worden meerdere culturele evenementen in het gebied georganiseerd.
Festivals kiezen soms voor de Spoorzone als locatie. Het voormalige Festival Mundial werd hier enkele malen gevierd, voor het laatst in 2018. Hiphopfestival WOO HAH! begon hier in 2014, in 2018 koos men voor een groter terrein in Hilvarenbeek.
Foto-impressie
Referenties
Geografie van Tilburg
|
Al in de jaren negentig was Tilburg bezig met plannen en onderhandelingen, omdat duidelijk was dat de Hoofdwerkplaats, het laatste grote industriebedrijf in Oud-Tilburg, daar niet te handhaven was. Na de oprichting van BrabantStad (2001) werden de plannen ontwikkeld in samenspraak met dit stedelijk en provinciaal samenwerkingsverband.
| 2 |
plannen, actieplanning, taakuitvoering
|
3,184 |
MusicComposition
|
733150
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kees%20Wieringa
|
Kees Wieringa
|
Kees Wieringa is een Nederlands pianist, componist, programmamaker, schrijver, cultureel ondernemer en voormalig museumdirecteur. Hij werd in eerste instantie bekend door zijn uitvoering van werken van de Nederlandse componisten Jakob van Domselaer, Daniël Ruyneman en Simeon ten Holt. Behalve als pianist is hij ook bekend als maker van radio- en televisieprogramma's. Daarnaast is hij actief met theaterprojecten van theatermaakster Moos d'Herripon. Hij was directeur van diverse culturele instellingen en vanaf 2016 directeur van het Al Thani Museum in Qatar, waarover hij het boek 'Inshallah' heeft geschreven. In 2022 is hij een eigen cultureel centrum in Frankrijk begonnen onder de naam YXIE - Manoir des Arts.
Levensloop
Wieringa studeerde aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Hij maakte in 1991 zijn debuut in Londen, New York en Jakarta, en heeft sindsdien concerten gegeven in diverse landen, onder meer in 1994 in Carnegie Hall in de Verenigde Staten en in Rusland. Daarnaast werkte Wieringa mee aan radio- en televisieprogramma's. Hij was gastdocent aan de Princeton-universiteit, de New York-universiteit en enkele conservatoria in Rusland.
Kees Wieringa speelde niet alleen in vele vermaarde concertzalen in binnen- en buitenland, maar geeft hij met evenveel elan concerten op een klein eiland bij Japan of op een plein in Bogota waar de straatjeugd zijn veiligheid moet waarborgen. Ook in zijn repertoire, in zijn interpretaties, in de samenstelling van zijn programma's en de keuze van zijn collega musici sijpelt zijn avonturenmentaliteit door.
Solist
Als solist trad Wieringa op met onder andere het Residentie Orkest, het Radio Symfonie Orkest, Het Balletorkest en het Noord Nederlands Orkest. Als pianist nam hij deel aan diverse festivals, waaronder het Festival Nieuwe Muziek te Middelburg, het Festival Oude Muziek te Utrecht, het Bang on a Can Festival in New York en de 'Ferienkurse' in Darmstadt in 1992. Hij bracht cd's uit met muziek van Beethoven, Liszt en Simeon ten Holt. Hij maakte bovendien een serie cd's Nederlandse sonatines voor piano, met een overzicht van de Nederlandse pianomuziek in de 20e eeuw. Verscheidene componisten hebben composities aan hem opgedragen.
Componist
Naast het geven van concerten maakte Kees Wieringa ook radio- en televisieprogramma’s en componeerde veel waaronder een opera ‘Het Volmaakt Rood’ met The Lau in de hoofdrol.
Museumdirecteur
Wieringa vervult diverse bestuursfuncties. Zo was hij directeur-bestuurder van cultureel centrum YXIE in Alkmaar (2008-2012) en Kranenburgh, culturele buitenplaats in Bergen (2012-2016). Hij realiseerde in Bergen grote tentoonstellingen met onder andere Sjoerd Buisman en Joost Zwagerman. In 2016 werd hij directeur van het Kunsthuis Amsterdam Art Rooms. In hetzelfde jaar volgde zijn benoeming tot algemeen directeur van het Sheikh Faisal Bin Qassim Al-Thani Museum in Qatar.
In 2019 heeft Kees Wieringa met UNESCO vanuit Qatar een groot rondreizend project door Europa en de VS georganiseerd onder de titel ‘Cultures in Dialogue’ om een brug te slaan tussen oost en west. Kees Wieringa publiceerde ook een boek onder de titel The Majlis - Cultures in Dialogue
Momenteel realiseert Kees Wieringa met Moos d’Herripon een Manoir des Arts ten zuiden van Parijs.
Composities
C in Klein (1996), elektronische muziek
Het Monument (1999), elektronische muziek - 41'47"
Vluchten (1999), muziek voor slagwerk, ud en zang - 49'35"
Touch (1999), elektronische muziek en piano - 71'30"
Wit (1999), elektronische muziek - 8'10"
Zwart (1999), elektronische muziek - 8'30"
Blauw (1999), elektronische muziek - 32'
Petersburg, een stadscompositie (2001), elektronische muziek - 60'
Tokyo, een stadscompositie (2001)
Winterslaap (2001)
Theo van Doesburg (2002)
Midas (2003)
Opening GCO (2004)
BAG (2005)
Esfahan (2006)
Zorro (2006)
Discografie
Jurriaan Andriessen - portret van Hedwig (Do Records 008)
Boudewijn Buckinx - In De Buurt Van Neptunus (Cassa Nova REC CNR 950821)
Alvin Curran – for Cornelius (Do Records 009)
Theo van Doesburg (Do Records 005)
Jakob van Domselaer – Pianoconcerten no.1 en 2 (NM Classics)
Jakob van Domselaer – Pianomuziek (Do Records 001)
Een Nieuwe Lente (Beethoven/Liszt) (Do Records 007)
Morton Feldman Session - DVD (Do Records 201)
Morton Feldman – Untitled Composition (Attacca 9160–3)
Simeon ten Holt – Canto Ostinato (Emergo Classics EC 3944-2)
Simeon ten Holt – Incantatie IV (CDJD 18 SH)
Simeon ten Holt – Lemniscaat (CLAR 53317–19)
Simeon ten Holt – Méandres (NM Classics 92106)
Simeon ten Holt – Natalon in E /Cyclus aan de Waanzin (CDJD 13 SH)
Simeon ten Holt – Soloduiveldans no.2 (WVH 055)
Simeon ten Holt – Soloduiveldans no.3 en Eadem Sed Aliter (Do Records 003)
De Ploeg, Daniel Ruyneman en zijn tijd (Do Records 002)
Nederlandse Sonatines voor piano 1 (Do Records 004)
Nederlandse Sonatines voor piano 2 (Do Records 006)
Jacob ter Veldhuis – Diverso Il Tempo (BVHaast)
Jacob ter Veldhuis – Heartbreakers (Emergo Classics)
Jacob ter Veldhuis - Shining City (Basta 3091 742)
Jacob ter Veldhuis - Suites of Lux (Basta 3091 752)
Kees Wieringa – Zorro (Do Records 010)
Kees Wieringa – BAG (Do Records 011)
Canto Ostinato Revisited (Do Records 014)
Albums
|-
|align="left"|Simeon ten Holt - Canto ostinato||2012||01-12-2012||83||1*|| met Polo de Haas
|}
Externe links
Officiële website
The Majlis - Cultures in Dialogue
Klassiek pianist
Nederlands componist
Nederlands pianist
Directeur van Nederlands museum
|
Kees Wieringa is een Nederlands pianist, componist, programmamaker, schrijver, cultureel ondernemer en voormalig museumdirecteur. Hij werd in eerste instantie bekend door zijn uitvoering van werken van de Nederlandse componisten Jakob van Domselaer, Daniël Ruyneman en Simeon ten Holt. Behalve als pianist is hij ook bekend als maker van radio- en televisieprogramma's. Daarnaast is hij actief met theaterprojecten van theatermaakster Moos d'Herripon. Hij was directeur van diverse culturele instellingen en vanaf 2016 directeur van het Al Thani Museum in Qatar, waarover hij het boek 'Inshallah' heeft geschreven. In 2022 is hij een eigen cultureel centrum in Frankrijk begonnen onder de naam YXIE - Manoir des Arts.
| 2 |
muziekcompositie, componist, muziekstuk
|
7,375 |
SocialEvent
|
2796117
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Olympische%20Dag
|
Olympische Dag
|
De Olympische Dag (Engels: Olympic Day) is een feestdag ter ere van de verjaardag van de instelling van de moderne Olympische Spelen waarvoor op 23 juni 1894 gestemd werd op het Internationale Atletiek Congres in Parijs.
In januari 1948 stemde het Internationaal Olympisch Comité (IOC) voor het jaarlijks in juni houden van de Wereld Olympische Dag waar door de nationale olympische comités invulling aan gegeven moest worden. Aan de eerste editie namen negen landen deel. In 1978 stelde het IOC deelname verplicht voor haar leden. In 1987 werd de eerste Olympic Day Run gehouden, een hardloop wedstrijd over 10 kilometer, die sindsdien jaarlijks gehouden wordt.
In Nederland werd de eerste Olympische Dag al in 1933 door het Nederlands Olympisch Comité georganiseerd. Dit was ter herinnering aan de Olympische Zomerspelen 1928 die in Amsterdam gehouden waren. Er werden sportwedstrijden gehouden in het Olympisch Stadion in gymnastiek, atletiek, voetbal, wielrennen en paardensport. Een officieuze wedstrijd van het Nederlands voetbalelftal was de afsluiter. In 1958 werd de Olympische Dag in deze vorm voor het laatst gehouden. Die dag speelde een voetbalelftal van schaatsers tegen een perselftal. Hierna volgde het NOC de internationale viering.
België was een van de negen landen die in 1948 deelnam aan de viering van de eerste Wereld Olympische Dag.
Internationaal Olympisch Comité
Multisportevenement
Feestdag
|
De Olympische Dag (Engels: Olympic Day) is een feestdag ter ere van de verjaardag van de instelling van de moderne Olympische Spelen waarvoor op 23 juni 1894 gestemd werd op het Internationale Atletiek Congres in Parijs.
| 1 |
sociaal evenement, bijeenkomst, feest
|
7,985 |
SendAction
|
5472325
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Line%20%28software%29
|
Line (software)
|
Line (gestileerd als LINE) is een instant messengerdienst, ontwikkeld door Line Corporation, dat weer een dochteronderneming is van het Zuid-Koreaanse Naver Corporation. Het gebruikt het internet om privé- en groepsberichten te versturen. Ook het versturen van spraakberichten, afbeeldingen, video's, en andere bestanden is mogelijk. Daarnaast kunnen gebruikers met elkaar (video)bellen.
Geschiedenis
Line startte als reactie op een ramp. Als gevolg van de zeebeving nabij Sendai in 2011 werden telecommunicatiediensten in Japan beschadigd. Men moest vertrouwen op communicatie via het internet, dat via Line mogelijk werd.
Line verscheen voor het eerst in februari 2011. Twee jaar later was de applicatie al ruim 100 miljoen keer gedownload. In 2017 maakte moederbedrijf Naver bekend dat er wereldwijd 700 miljoen gebruikers zijn.
In juli 2012 werden de nieuwe functies Home en Timeline beschikbaar. Hier kunnen gebruikers hun persoonlijke verhalen delen, vergelijkbaar met die in bijvoorbeeld Instagram.
In 2013 werd door het grote succes een eigen dochtermaatschappij opgericht, Line Corporation. In dat jaar verschenen ook twee animeseries gebaseerd op Line Friends, personages die in de stickers aanwezig zijn.
Naast digitale communicatiemiddelen is er ook Line Pay, een mobiele betalingsdienst waarmee elektronisch geld kan worden verzonden en ontvangen. Er werden meer diensten ingebouwd voor onder meer het bestellen van maaltijden of een taxi.
Line is de meest populaire berichtendienst in Japan. Daarnaast is het populair in andere Aziatische landen als Taiwan, Thailand, Indonesië, Cambodja en Turkmenistan.
Ingebouwde functies
Berichtendienst
Stickers
Line Friends, diverse personages
Spelletjes
Line Pay, betaaldienst
Line Taxi, taxidienst
Line Wow, bezorgdienst voor maaltijden
Line Today, een nieuwsdienst
Line Shopping, voor online aankopen
Line Man, bezorgdienst voor maaltijden (Bangkok)
Line TV, videodienst (Taiwan en Thailand)
Zie ook
Lijst van instant messengers
Externe link
Productpagina
Software voor Android
Software voor iOS
MacOS-software
Windows-software
Betalingssysteem
Instant messenger
Opensourcesoftware en vrije software
Videotelefonie
Voice over IP
|
Line (gestileerd als LINE) is een instant messengerdienst, ontwikkeld door Line Corporation, dat weer een dochteronderneming is van het Zuid-Koreaanse Naver Corporation. Het gebruikt het internet om privé- en groepsberichten te versturen. Ook het versturen van spraakberichten, afbeeldingen, video's, en andere bestanden is mogelijk. Daarnaast kunnen gebruikers met elkaar (video)bellen.
| 2 |
verzenden, bezorgen, versturen
|
228 |
GeoCircle
|
1491340
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/QR-code
|
QR-code
|
Een QR-code is een bepaald type tweedimensionale streepjescode die in 1994 is ontwikkeld door Denso Wave, een dochteronderneming van het Japanse bedrijf Denso. De letters QR zijn een afkorting van Quick Response ("snel antwoord"). De code wordt bijvoorbeeld afgedrukt op papier, en gelezen door een apparaat, of gegenereerd op het scherm van een apparaat, en gelezen door een ander apparaat.
De code werd ontwikkeld om snel decodeerbaar te zijn. QR-codes waren oorspronkelijk bedoeld voor het identificeren van auto-onderdelen, maar werden snel voor andere toepassingen gebruikt. Aanvankelijk in Japan voor algemeen gebruik in tijdschriften, op bushaltes en op visitekaartjes, en later wereldwijd op posters en in tijdschriften.
Ontwikkeling
Denso is een toeleverancier van Toyota en Isuzu en levert elektronische componenten en samenstellingen. Toen Toyota eiste dat de onderdelen beter identificeerbaar moesten zijn, werd door ingenieur Masahiro Hara bij Denso Wave, de dochteronderneming van Denso, een tweedimensionale streepjescode ontwikkeld. Het spelen van het bordspel Go bracht hem op het idee dat data in twee richtingen gecodeerd kon worden, in plaats van in één richting zoals bij de streepjescode.
De QR-code werd aanvankelijk alleen in de auto-industrie gebruikt. In Japan beschikte men echter al vroeg over gsm-telefoons met camera's en internettoegang (i-mode). Zo ontstond het idee de QR-code te gebruiken voor het aanbieden van een URL. De URL wordt hierbij gecodeerd tot een QR-code, die wordt afgedrukt in een tijdschrift, op een poster, of op de verpakking van een product. De gebruiker richt de camera van zijn telefoon op de QR-code, en neemt hiervan een foto. De code wordt door een QR-lezer in de telefoon omgezet in een URL, waarna in de webbrowser van de telefoon de bijbehorende website wordt getoond. Deze methode bespaart de gebruiker het moeizaam op een telefoon intypen van een URL.
Op een vergelijkbare manier kunnen e-mailadressen, contactinformatie (vCards), agenda-afspraken, GEO-locaties, sms-berichten, telefoonnummers en teksten (maximaal 7089 tekens) worden aangeboden. Met een druk op de knop staat vervolgens bijvoorbeeld een afspraak in de agenda, of kan er genavigeerd worden naar een bepaalde locatie. De gescande GEO-coördinaten worden daarbij rechtstreeks in het navigatieprogramma van de telefoon ingevoerd.
De QR-code heeft een ingebouwde redundantie. Daardoor kan een beschadigde code vaak toch nog foutloos gelezen worden. Marketeers maken hiervan soms gebruik om een stuk van de code te vervangen door een logo. Als er te veel van de originele code verdwijnt is hij echter niet meer leesbaar.
Opbouw
Een QR-code is een vierkant bestaande uit rijen en kolommen van blokjes, kleine zwarte en witte vierkantjes, die, op enkele speciale velden na, digitaal opgeslagen informatie bevatten. Er zijn verschillende versies die bepaald worden door het aantal blokjes van een zijde. De nevenstaande QR-code, versie 7, dient als voorbeeld voor de opbouw. Vanaf versie 7 zijn QR-codes op overeenkomstige wijze opgebouwd. Lagere versies wijken hier enigszins van af. De uitleg is slechts globaal; precieze specificaties staan in de standaard ISO/IEC
18004. De versie van de code, lopend van 1 tot en met 40, bepaalt de afmeting, het aantal rijen en kolommen. Dat aantal is . De afmetingen gaan dus van 21×21 voor versie 1, met stapjes van 4, tot en met 177×177 voor versie 40.
De gehele code is omgeven door een zogeheten rustzone, een vier blokjes brede witte strook. In drie van de vier hoekpunten is een oriënteringssymbool aangebracht, een vierkant van 7×7 blokjes, zoals in het voorbeeld te zien is. Het hoekpunt zonder een dergelijk symbool wordt rechtsonder gepositioneerd.
De rijen en kolommen worden van linksboven af geteld, beginnend bij 0. Als verdere hulp bij de oriëntering worden, behalve in versie 1, nog symbolen van 5×5 blokjes aangebracht, het eerste in het hoekpunt rechtsonder op een afstand van vier blokjes van de rand. Bij toenemende afmeting worden meer van zulke symbolen aangebracht in een regelmatig patroon, symmetrisch ten opzichte van de diagonaal van linksboven naar rechtsonder, en op voorgeschreven posities. Verder zijn, als hulp voor de synchronisatie bij het uitlezen, op rij 6 en in kolom 6 tussen de oriënteringssymbolen twee zwart-wit geblokte banden zichtbaar.
De overblijvende blokjes bevatten data, die opgeslagen zijn in een foutcorrigerende code. Daarvan is een aantal gereserveerd voor informatie over de versie en het dataformaat en de gebruikte foutcorrectie. Een zwart blokje stelt een bit 1 voor, een wit een bit 0.
De versie van de QR-code staat in de blauwe velden van elk 3×6 blokjes. De beide velden bevatten in verband met redundantie dezelfde informatie. De bits worden in het bovenste veld van links naar rechts en van boven naar beneden gelezen, in het onderste veld van boven naar beneden en van links naar rechts. De eerste zes bits bevatten het nummer van de versie, de rest is informatie over de foutcode. De minst significante bit staat in blokje 1.
De oranje blokjes naast de oriënteringssymbolen in de hoekpunten, bestaande uit 15 bits, bevatten de informatie over het niveau van de foutcorrectie (2 bits), het patroon van het gebruikte masker (3 bits) en 10 foutcorrectiebits. De bits worden van boven naar beneden en van rechts naar links gelezen. Het bovenste blokje naast het onderste oriënteringssymbool is altijd zwart. De informatie is dubbel aangebracht; overeenkomstige bits zijn hetzelfde.
De overige datablokjes worden rechtsonder beginnend zigzaggend tussen beneden en boven gelezen, met twee kolommen tegelijk. Steeds vormen 8 blokjes een byte. De bits van een byte worden per rij opgaand van onder naar boven gelezen en neergaand van boven naar beneden. Steeds van rechts naar links. Bit nummer 1 is de meest significante bit. Ter illustratie is van enkele bytes de volgorde van lezen van de bits aangegeven. Ook is in de kolommen 29 en 30 een byte als voorbeeld ingevuld; de leesrichting is naar beneden, dus: 10 00 11 01.
De QR-code hiernaast bevat de tekst: "Wikipedia.org" in Reed-Solomoncode waarmee tot drie foute bytes gecorrigeerd kunnen worden.
Het dataformaat is gecodeerd in 15 bits (Z=1/W=0), zowel horizontaal, verticaal als rondom het middelste oriënteringsblok af te lezen. In het voorbeeld zijn dat:
1 1 1 0 0 1 0 1 1 1 1 0 0 1 1
die worden verdeeld in de groepjes:
11 100 1011110011
De eerste twee bits, hier 11, geven het foutcorrectieniveau aan: 11 = L (7%), 10 = M (15%). 01 = Q (25%), 00 = H (30%); tussen haakjes het maximale percentage correcties.
De volgende drie bits, hier 100, geven het patroon van het gebruikte masker aan.
De laatste tien bits bevatten aanvullende informatie over de foutcorrectie.
Hieronder voor de versies 1–11 een overzicht van het aantal tekens die gecodeerd worden:
{| class="wikitable" style="text-align:center";
! versie !! afmeting !! aantal tekens
|-
| 1 || 21 × 21 || 001 – 014
|-
| 2 || 25 × 25 || 015 – 026
|-
| 3 ||29 × 29||027 – 042
|-
| 4 ||33 × 33||043 – 061
|-
| 5 ||37 × 37||062 – 084
|-
| 6 ||41 × 41||085 – 106
|-
| 7 ||45 × 45||107 – 122
|-
| 8 ||49 × 49||123 – 152
|-
| 9 ||53 × 53||153 – 180
|-
| 10 ||57 × 57||181 – 213
|-
| 11 ||61 × 61||214 – 251
|}
Codegeneratoren
Het bedrijf Denso-Wave, de uitvinder en ontwikkelaar, besloot zijn patentrecht niet uit te oefenen. Dit betekent dat QR-codes door iedereen vrij gegenereerd kunnen worden. Op internet zijn allerlei QR-code-generatoren te vinden die verschillende typen QR-code en soms ook mogelijkheden tot tracking en analyse aanbieden.
Evolutie
Denso Wave brengt ook vernieuwde versies uit die specifiek ontwikkeld zijn om een logo of design mee op te nemen in de QR-code. De micro QR-code is een kleinere variant bestemd om op beperkte oppervlakten aangebracht te kunnen worden.
De iQR-code is een variant van de hand van de oorspronkelijke ontwerpers en bestaat bijvoorbeeld in een rechthoekige vorm. Deze kan door de gebruiker op smalle en lange oppervlaktes worden aangebracht.
Vele QR-codelezers voor smartphones ondersteunen deze nieuwe types codes (nog) niet; sommige worden vooral in industriële toepassingen gebruikt.
Toepassingen
Vervoer
Vrijwel elke luchtvaartmaatschappij heeft zijn eigen smartphone-app.
Een van de functies daarvan is het downloaden en afbeelden van een mobiele instapkaart (boardingpass), waarop een QR-code is afgebeeld.
De Deutsche Bahn heeft een aantal grote stations voorzien van automaten voor Touch&Travel. Na aanmelding op een website en installatie van een mobiele app kan men hiermee reizen en achteraf betalen via automatische afboeking. Arriva Nederland heeft voor de noordelijke spoorlijnen bij wijze van proef in 2013 zich aangesloten aan het Duitse project.
Connexxion heeft vanaf juni 2012 alle bushaltes in Nederland voorzien van QR-codes. Hiermee kan de meest actuele reisinformatie over de halte worden ingezien.
Onderwijs
QR-codes worden ook in het onderwijs gebruikt. Het gaat dan om het ontsluiten van digitaal lesmateriaal bij analoog lesmateriaal. Dus bijvoorbeeld een QR-code in een lesboek die verwijst naar een filmpje. Leerkrachten maken QR-codemateriaal ook zelf, bijvoorbeeld om een instructiefilmpje aan het papieren huiswerk toe te voegen.
De QR-code wordt gebruikt als middel om digitale inhoud aan te bieden. Een leerkracht kan een QR-code aan een leerling geven met een opdracht, instructie, filmpje enz. De leerkracht kan de codes ook op verschillende onderwijsmaterialen plakken, bijvoorbeeld de provinciekaart van Europa, met op elke provincie een QR-code die verwijst naar iets opmerkelijks in die provincie.
Kunst
In 2010 liet Annet Vroom zich voor enkele van haar reliëfs inspireren door de QR-code.
Op 31 maart 2011 publiceerde de Haarlemse dichter Chielie een bundel van twaalf QR-gecodeerde gedichten, die op één A4'tje past: QRCode ()
In april 2012 presenteerde kunstenares Natalia Drobot in het landschap van Borgloon (België) met behulp van QR-code haar film Sonja Marmeladova voor het kunstproject Spoor van PHL Hasselt.
Horeca
De QR-code is medio 2011 ook in de horeca geïntroduceerd voor verschillende doeleinden. Gasten kunnen door de QR-code te scannen bijvoorbeeld de website of menukaart van het restaurant bekijken. Er zijn bedrijven die werken aan een bredere toepassing van QR-codes in de horeca. Hierbij kan de consument door middel van het scannen van een QR-code de gewenste bestellingen doorgeven aan de betreffende bar of restaurant. De QR-code bevat in dit geval de locatie waar de consument deze heeft gescand.
Coronatoegangsbewijs
Tijdens de coronapandemie werden in verschillende landen QR-codes gebruikt om op locaties te controleren of iemand gevaccineerd, genezen dan wel negatief getest is.
Overig
Steeds vaker worden QR-codes toegepast om gemakkelijker en/of meer informatie te verschaffen. Zo worden ze ook afgedrukt in tijdschriften, gebruikt op handelsbeurzen, op reclameborden en op winkelproducten. Ze worden ook steeds vaker gebruikt om gevonden voorwerpen snel terug te bezorgen, indien ze met een code gemerkt zijn. In de Belgische verkiezingen van 2014 werden ze gebruikt als verificatiestrook (stembiljet) van een elektronische stemming. De digitale munteenheid Bitcoin gebruikt QR-codes om betalingen te versturen. Iemand die geld wil ontvangen kan een betalingsverzoek met QR-code versturen of presenteren; de betaler moet de QR-code scannen met zijn/haar smartphone, en ziet daarop dan de informatie over de betaling, en kan dan op zijn/haar smartphone aangeven akkoord te gaan, waarna de betaling wordt uitgevoerd. Ook worden QR-codes gebruikt voor AR-toepassingen. Objecten of pagina's in boeken of reclamefolders kunnen worden voorzien van een QR-code. Als deze dan op de smartphone wordt gescand, is op het scherm op de plek van de QR-code een ander beeld te zien, bijvoorbeeld een virtueel schilderij of een virtueel beeld van een toekomstig gebouw. Dit is eenvoudiger dan het maken van maquettes. Deze techniek wordt soms ook gebruikt bij spaaracties van supermarkten, met name bij acties waarbij kaarten bij elkaar gespaard kunnen worden. Deze worden dan soms voorzien van QR-codes die dan met een app dienen te worden uitgelezen.
Ook kan een QR-code worden gebruikt om gemakkelijk in te loggen op een wifinetwerk, dat wil zeggen zonder dat inloggegevens ingevoerd hoeven te worden.
Fraude
Het scannen van een QR-code met bijvoorbeeld de scanfunctie van een mobiel bankieren app kan een betaling aan een ander goedkeuren en zelfs de mobiel bankieren app gekoppeld aan de eigen bankrekening activeren op een andere telefoon. Als men bij het gebruiken van zo'n scanfunctie niet aandachtig de teksten op het eigen scherm leest kan men slachtoffer worden van fraude.
Zie ook
Streepjescode
Datamatrix
QRpedia
Aangevulde realiteit
Betaalverzoek met een QR-code
Externe links
Officiële website - denso-wave.com (gearchiveerd)
Officiële beschrijving: ISO/IEC 18004 - raidenii.net (gearchiveerd)
Streepjescode
|
Op een vergelijkbare manier kunnen e-mailadressen, contactinformatie (vCards), agenda-afspraken, GEO-locaties, sms-berichten, telefoonnummers en teksten (maximaal 7089 tekens) worden aangeboden. Met een druk op de knop staat vervolgens bijvoorbeeld een afspraak in de agenda, of kan er genavigeerd worden naar een bepaalde locatie. De gescande GEO-coördinaten worden daarbij rechtstreeks in het navigatieprogramma van de telefoon ingevoerd.
| 1 |
geografische cirkel, geo-radius, geo-coördinaten
|
6,241 |
Accommodation
|
647579
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Binnenstad%20%28Maastricht%29
|
Binnenstad (Maastricht)
|
Binnenstad is sinds 2007 de officiële aanduiding voor de meest centrale buurt in het centrum van de Nederlandse stad Maastricht. Voor die tijd droeg dit deel van de stad de naam City. Het is een van de 44 officiële buurten binnen de gemeente Maastricht en tevens een van de zeven centrumbuurten.
Ligging
De Binnenstad wordt begrensd door de centrumbuurten Boschstraatkwartier en Statenkwartier in het noorden, het Kommelkwartier in het westen, het Jekerkwartier in het zuiden en door de rivier de Maas in het oosten. Grensstraten zijn, tegen de klok in: Mosae Forum, Markt, Grote Gracht, Oude Tweebergenpoort, Sint Servaasklooster, Bouillonstraat, Lenculenstraat, Kapoenstraat, Witmakersstraat, Cortenstraat, Onze-Lieve-Vrouweplein en Graanmarkt. Deze straten en pleinen behoren in hun geheel tot de buurt Binnenstad, met uitzondering van de aan de 'buitenzijde' van die straten gelegen percelen. Zo behoren het noordelijk gebouw van Mosae Forum en de noordelijke Marktwand (huisnummers 30 t/m 38) tot de buurt Boschstraatkwartier, een deel van de westelijke Marktwand en de noordzijde van de Grote Gracht (even nummers) tot het Statenkwartier, de westzijde van het Sint Servaasklooster tot het Kommelkwartier en de zuidelijke straatwanden vanaf de Lenculenstraat tot aan de Graanmarkt tot het Jekerkwartier. De Wilhelminabrug en de Sint-Servaasbrug verbinden de Binnenstad met het op de oostelijke Maasoever gelegen Wyck.
Architectuur en bezienswaardigheden
De gehele Binnenstad valt onder het beschermd stadsgezicht van Maastricht. In deze buurt bevinden zich onder andere twee romaanse kerken, twee gotische en drie barokkerken. Voorbeelden van monumentale ensembles zijn te vinden langs de Maas (met o.a. de Sint Servaasbrug), in het Stokstraatkwartier, rondom het Vrijthof (o.a. de Sint-Servaasbasiliek), het Onze-Lieve-Vrouweplein (o.a. de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw) en op de Markt. Honderden panden in Binnenstad zijn beschermd als rijksmonument. Tot de monumentrijkste straten en pleinen behoren: Markt (62 rijksmonumenten), Grote Gracht (52), Stokstraat (43), Muntstraat (43), Vrijthof (38), Grote Staat (35) en Bredestraat (30). Daarnaast zijn er in dit deel van de stad 255 gemeentelijke monument.
In de Binnenstad van Maastricht zijn tevens enkele interessante voorbeelden van moderne architectuur te vinden. Tussen Markt en Maas staat het winkel- en kantorencomplex Mosae Forum van Jo Coenen (2002-2007), in de Kleine Staat de vernieuwde Bijenkorf van Kees Rijnboutt, en in de buurt van het Vrijthof het winkelcentrum Entre Deux van Arno Meijs en het woningbouwcomplex Kanunnikencour van Charles Vandenhove.
De Museumkelder Derlon, de schatkamers van de Sint-Servaasbasiliek en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, de stijlkamers in het stadhuis van Maastricht en het Museum aan het Vrijthof, en het Drukkunstmuseum bieden inzicht in de lange historie van de stad.
Voorzieningen
De buurt kent als regionaal verzorgingscentrum een groot aantal voorzieningen. In het noordelijk deel van de buurt, aan de Markt, ligt het stadhuis met bijbehorende stadskantoren. In het zuidelijk deel, bij het Onze-Lieve-Vrouweplein zijn een aantal internationale instituten gevestigd, o.a. het European Institute of Public Administration en het European Orientation Centre. Vlak bij het Vrijthof is de juridische faculteit van de Universiteit Maastricht gevestigd in het voormalige gouvernementsgebouw. Ook elders in de Binnenstad bevinden zich kantoren van overheidsdiensten en bedrijven.
Het belangrijkste deel van het kernwinkelcentrum van Maastricht ligt in deze buurt (een ander deel ligt op de rechter Maasoever, in Wyck). De Grote Staat, de Kleine Staat, de Maastrichter Brugstraat, de Muntstraat en de Wolfstraat zijn bekende winkelstraten met voornamelijk landelijke winkelketens. In de kleinere zijstraten bevinden zich meer lokale winkels. Begin 21e eeuw zijn twee nieuwe overdekte winkelcentra aan het bestaande areaal toegevoegd: Mosae Forum en Entre Deux. In de zuidelijke Binnenstad (Stokstraat, Maastrichter Smedenstraat en Bredestraat) hebben zich voornamelijk luxe winkels gevestigd.
In de Binnenstad bevinden zich talloze horecavoorzieningen, vooral in de uitgaanscentra Markt, Onze-Lieve-Vrouweplein, Sint Amorsplein-Platielstraat en Vrijthof. Aan het laatstgenoemde plein bevindt zich het Theater aan het Vrijthof.
Diverse stadsbuslijnen van Arriva stoppen op de Markt, het Vrijthof en de Maasboulevard (halte Mosae Forum). De bussen verbinden de Binnenstad met het in Wyck gelegen station Maastricht en de buitenwijken. Een aantal Belgische regionale buslijnen loopt eveneens via de Maastrichtse Binnenstad. Er bestaan plannen voor een sneltramverbinding tussen Maastricht en het Belgische Hasselt. Een van de mogelijke tracés van deze nieuwe tramlijn, die in 2016 operationeel had moeten zijn, liep via de Markt; de meest waarschijnlijke variant anno 2018 loopt via de Maasboulevard.
Economisch belang
De Binnenstad van Maastricht is, vanwege het grote aantal bezienswaardigheden en het aantrekkelijke winkelcentrum, van groot toeristisch belang. De buurt trekt honderdduizenden bezoekers per jaar, die veel geld uitgeven in hotels, cafés, restaurants, winkels, musea en theaters, en aan parkeergeld, zowel in de Binnenstad, als in andere delen van de stad. De twee weekmarkten en een groot aantal evenementen (onder andere Magisch Maastricht, het Maastrichts carnaval, het Preuvenemint en de Vrijthof-concerten van André Rieu) versterken de positie van de Binnenstad als economische motor van Maastricht.
De gemeente Maastricht (met kantoren in Mosae Forum) is een belangrijke werkgever. De meeste universiteitsgebouwen liggen in de centrumbuurten grenzend aan de Binnenstad (Jekerkwartier, Kommelkwartier, Statenkwartier); alleen de juridische faculteit is in de Binnenstad zelf gevestigd. In de Binnenstad zijn verder talloze middelgrote en kleinere ondernemingen gevestigd, die aan duizenden mensen werk bieden.
De ontwikkeling van de Binnenstad als het economische hart van Maastricht heeft gevolgen gehad voor het leefklimaat in het gebied. Initiatieven als het project Wonen Boven Winkels, waarbij leegstaande etages van winkelpanden worden verbouwd tot appartementen, en het gemeentelijk beleid inzake het evenementenaanbod in de stad, zijn onder meer gericht op het verbeteren van de leefbaarheid in de Binnenstad.
Fotogalerij
|
De Binnenstad van Maastricht is, vanwege het grote aantal bezienswaardigheden en het aantrekkelijke winkelcentrum, van groot toeristisch belang. De buurt trekt honderdduizenden bezoekers per jaar, die veel geld uitgeven in hotels, cafés, restaurants, winkels, musea en theaters, en aan parkeergeld, zowel in de Binnenstad, als in andere delen van de stad. De twee weekmarkten en een groot aantal evenementen (onder andere Magisch Maastricht, het Maastrichts carnaval, het Preuvenemint en de Vrijthof-concerten van André Rieu) versterken de positie van de Binnenstad als economische motor van Maastricht.
| 1 |
hotel, camping, vergaderruimte
|
33 |
AssignAction
|
438152
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Omgangsregeling
|
Omgangsregeling
|
Omgangsregeling is een regeling waarbij de omgang tussen een kind en een betekenisvolle ander geregeld wordt. Het begrip wordt ook weleens breder gebruikt.
Ouders kunnen zelf een regeling overeenkomen. Een regeling wordt vaak door een rechter uitgesproken als ouders of andere betrokkenen die family-life met het kind claimen, het niet eens kunnen worden over de vraag bij wie wanneer een kind wordt verzorgd en opgevoed.
Omgangsrecht voor ouders bestaat in theorie ook als er geen regeling is vastgesteld.
Als de ouders uit elkaar gaan blijft het kind in meer dan 90% van de gevallen bij de moeder. Ook als ouders wel getrouwd waren wordt een kind bij een echtscheiding door de rechter in meer dan 90% van de gevallen aan de moeder toegewezen. Als ouders niet getrouwd zijn heeft in Nederland de vader vrij weinig rechten. Dat hoeft geen probleem te zijn als ouders elkaar gelijkwaardig behandelen.
Criminaliteit
Veel vaders hebben na het verbreken van de relatie met de moeder ook geen contact meer met hun kinderen. In Nederland was er in 2006 sprake van 30.000 kinderen die geen contact meer hebben met een of beide ouders, in de praktijk is het meestal de vader met wie het contact verbroken wordt. Dit is slecht voor ouder en kind. Veel van deze kinderen, die dan opgroeien in zogenaamde een-ouder gezinnen, komen in de criminaliteit terecht. En omgekeerd zijn criminele jongeren merendeels afkomstig uit eenouder gezinnen.
Volgens voormalig kinderrechter Nanneke Quik-Schuijt blijkt daarentegen uit onderzoek dat "als een kind contact heeft met een ouder bij wie hij niet woont, onder spanning, dat het dan later met dat kind slechter gaat dan met een kind dat helemaal geen contact heeft"
Rechter
Veel vaders moeten dan een advocaat nemen en naar de rechter stappen om hun kinderen te blijven zien. De rechters hebben het erg druk en na gemiddeld iets van een half jaar komt er soms een uitspraak. Het kan ook zijn dat er eerst een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming wordt gevraagd. In dat geval duurt het dikwijls veel langer voordat er een uitspraak volgt.
Normale regeling
De wet kent geen standaard voor de omvang van een omgangsregeling. Dit is wel meerdere malen voorgesteld door Kamerleden en onder andere ook door kinderrechter Quik-Schuijt. In veel gevallen wordt bepaald dat het kind om het weekend plus de helft van de schoolvakanties naar zijn vader toe mag.
Problemen bij de uitvoering van een omgangsregeling
In Nederland raakt 1 op de 4 kinderen binnen een jaar na de scheiding het contact kwijt met een van beide ouders, in 90 % van de gevallen de vader. In het merendeel van de gevallen schuift de rechtbank het ontbreken van contact op conto van de vader.
Het (door de moeder) niet nakomen van een door de rechter bepaalde omgangsregeling is lang onbestraft gelaten. Thans kan het niet-nakomen van een door de rechter bepaalde omgangsregeling worden gezien als 'onttrekking aan het ouderlijk gezag', hetgeen strafbaar is in het wetboek van strafrecht.
De Belgische bilocatiewet
Op 4 september 2006 is in België de bilocatiewet of de wet van het bevoorrechten van gelijkmatig verdeelde huisvesting verschenen. De wet was voorafgegaan door een uitvoerig verslag van de Belgische parlementaire subcommissie familierecht. De bilocatiewet heeft als doel een humanere toepassing van het familierecht. De Belgische wet stelt als norm dat de kinderen na scheiding evenveel tijd dienen door te brengen bij beide ouders, indien één ouder hierom verzoekt. Dus eigenlijk een verankering van het co-ouderschap. Verder heeft de rechter met de bilocatiewet meer adequate sanctiemogelijkheden indien één ouder zijn gezag niet laat gelden en de gerechtelijke uitspraak naast zich neerlegt zoals een dwangsom, uitvoering van de uitspraak van een gerechtsdeurwaarder en de mogelijkheid voor een paradoxale toewijzing.
Externe link
Bilocatiewet
Uitspraak ouderverstoting rechtbank in Leeuwarden (februari 2009)
Personen- en familierecht
|
De Belgische bilocatiewet
Op 4 september 2006 is in België de bilocatiewet of de wet van het bevoorrechten van gelijkmatig verdeelde huisvesting verschenen. De wet was voorafgegaan door een uitvoerig verslag van de Belgische parlementaire subcommissie familierecht. De bilocatiewet heeft als doel een humanere toepassing van het familierecht. De Belgische wet stelt als norm dat de kinderen na scheiding evenveel tijd dienen door te brengen bij beide ouders, indien één ouder hierom verzoekt. Dus eigenlijk een verankering van het co-ouderschap. Verder heeft de rechter met de bilocatiewet meer adequate sanctiemogelijkheden indien één ouder zijn gezag niet laat gelden en de gerechtelijke uitspraak naast zich neerlegt zoals een dwangsom, uitvoering van de uitspraak van een gerechtsdeurwaarder en de mogelijkheid voor een paradoxale toewijzing.
| 1 |
toewijzing, taakverdeling, actieallocatie
|
11,902 |
BroadcastChannel
|
686803
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/LibertyTV
|
LibertyTV
|
LibertyTV is een voormalige Nederlandstalige en Franstalige televisiezender. LibertyTV richt zich 24 uur per dag op vakantie, toerisme en vrije tijd. Via de website van LibertyTV werden onder meer op het televisiekanaal aangeprezen vakanties aangeboden.
Moederbedrijf Escape Travel haalde de zender op 10 mei 2013 uit de ether nadat het zelf eerder die week de boeken dichtdeed door financiële problemen. De Vlaamse versie was al in 2011 stopgezet.
De vakantiezender was te ontvangen in de gehele Benelux alsmede in Frankrijk via de kabel en satelliet. Later werd ook LibertyTV Nederland opgestart.
De zender hield kantoor in Brussel en verzorgde uitzendingen in drie talen: Nederlands, Frans en Duits.
Er zijn veel veel presentatoren actief geweest op deze zender, zoals Joke Van De Velde, An Jaspers, Valérie Thys, Tess Goossens , Krijn Jonckheere, Maarten Cornelis en Jurgen Verstrepen.
De CEO van het bedrijf was Lotfi Belhasinne.
Externe link
Officiële website
Televisiezender
|
LibertyTV is een voormalige Nederlandstalige en Franstalige televisiezender. LibertyTV richt zich 24 uur per dag op vakantie, toerisme en vrije tijd. Via de website van LibertyTV werden onder meer op het televisiekanaal aangeprezen vakanties aangeboden.
| 1 |
uitzendkanaal, televisiekanaal, radiokanaal
|
4,825 |
LoseAction
|
2873291
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/SpVgg%201898%20Feuerbach
|
SpVgg 1898 Feuerbach
|
SpVgg 1898 Feuerbach was een Duitse voetbalclub uit Stuttgart, meer bepaald uit het stadsdeel Feuerbach.
Geschiedenis
Op 8 november 1898 werd FC Viktoria Feuerbach opgericht. Deze club fuseerde op 1 oktober 1919 met FVgg Stern-Germania Feuerbach en nam zo de naam SpVgg 98 Feuerbach aan. In 1933 werd de club geselecteerd voor de Gauliga Württemberg. Na een vijfde en een vierde plaats degradeerde de club in 1935/36. Na twee jaar promoveerde de club opnieuw en werd nu kansloos laatste. Echter door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Gauliga gesplitst in twee reeksen van zes, waardoor er geen degradatie plaatsvond. De club eindigde op een derde plaats achter VfB Stuttgart en Stuttgarter SC. Het volgende seizoen werden de twee reeksen weer samengevoegd en de club eindigde zesde. Met een 5:0 overwinning op VfR Aalen behaalde de club dat jaar zijn grootste overwinning in de Gauliga tot dan toe. De competitie werd terug naar tien teams gebracht en de club werd nu zevende. De volgende twee jaar eindigde de club respectievelijk zevende en achtste. In 1943/44 won de club zelfs met 8:0 van FV Union 08 Böckingen. In het laatste seizoen werd de competitie verder opgesplitst en zelfs niet voltooid door de perikelen in de oorlog.
Alle Duitse voetbalclubs werden na afloop van de Tweede Wereldoorlog ontbonden. Pas in 1946 werd er terug een club opgericht in Feuerbach. Een aantal clubs waaronder oude leden van SpVgg 1898 verenigden zich in de nieuwe club SportVg Feuerbach.
Feuerbach
Sportclub in Stuttgart
|
Geschiedenis
Op 8 november 1898 werd FC Viktoria Feuerbach opgericht. Deze club fuseerde op 1 oktober 1919 met FVgg Stern-Germania Feuerbach en nam zo de naam SpVgg 98 Feuerbach aan. In 1933 werd de club geselecteerd voor de Gauliga Württemberg. Na een vijfde en een vierde plaats degradeerde de club in 1935/36. Na twee jaar promoveerde de club opnieuw en werd nu kansloos laatste. Echter door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Gauliga gesplitst in twee reeksen van zes, waardoor er geen degradatie plaatsvond. De club eindigde op een derde plaats achter VfB Stuttgart en Stuttgarter SC. Het volgende seizoen werden de twee reeksen weer samengevoegd en de club eindigde zesde. Met een 5:0 overwinning op VfR Aalen behaalde de club dat jaar zijn grootste overwinning in de Gauliga tot dan toe. De competitie werd terug naar tien teams gebracht en de club werd nu zevende. De volgende twee jaar eindigde de club respectievelijk zevende en achtste. In 1943/44 won de club zelfs met 8:0 van FV Union 08 Böckingen. In het laatste seizoen werd de competitie verder opgesplitst en zelfs niet voltooid door de perikelen in de oorlog.
| 2 |
verlies, nederlaag, competitie
|
1,419 |
InformAction
|
35531
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Republikeins%20Genootschap%20%281996%29
|
Republikeins Genootschap (1996)
|
Het oorspronkelijke Republikeins Genootschap (RG) was een Nederlandse republikeinse beweging, opgericht op 11 september 1996 in het Prinsenhof te Delft, op initiatief van Pierre Vinken. Zijn doel was de afschaffing van de Nederlandse monarchie. In 2017 is het RG opgeheven. De resterende leden zijn overgestapt naar het Nieuw Republikeins Genootschap, dat weer herdoopt werd tot Republikeins Genootschap (2017) en vervolgens Republiek (2021).
Oprichters en doel
Volgens de website van het Republikeins Genootschap zijn er veertien oprichters:
Het idee was om te beginnen met vijftien leden, waarbij twee afwezigen –Harry Mulisch en Schuitemaker– in absentia ook als medeoprichter werden aangemerkt. Mulisch trok zich echter terug en bracht zo het aantal op veertien.
Het genootschap kende geen statuten. Anders dan het Nieuw Republikeins Genootschap, voerde het RG geen acties om de republiek dichterbij te brengen. Het ging uit van de gedachte dat louter het bestaan van een Republikeins Genootschap voldoende was om op termijn het herstel van de Republiek der Nederlanden mogelijk te maken. Lid kon men uitsluitend worden door coöptatie.
Geschiedenis
Ontstaan, uitlekking en controverse
De groep ontstond uit de vriendenkring van Vinken "om het laatste taboe in Nederland te bespreken". Het bestaan van het Republikeins Genootschap werd in eerste instantie geheim gehouden (gepland was een periode van twee jaar, om vervolgens een blunder van de monarchie af te wachten), omdat sommige leden vanwege hun professionele connecties in de problemen zouden kunnen komen en omdat opiniepeilingen aantoonden dat 95% van de bevolking vóór de monarchie was. Er was aanvankelijk onduidelijkheid over hoe serieus het gezelschap eigenlijk was (onder andere het voorstel "om het blauw-grijze servet van de Prinsenkelder tot de officiële vlag van de Republiek te verheffen" suggereerde op zijn minst een ludiek karakter). Na de eerste bijeenkomst stuurden de oprichters brieven naar anderen om hen vertrouwelijk te informeren over het Genootschap met de vraag of zij geïnteresseerd waren om zich aan te sluiten. In oktober 1996 klapte Piet Grijs (Hugo Brandt Corstius) al uit de school door in Vrij Nederland te schrijven dat hij, ondanks zijn fervente republicanisme, niet mee wilde doen aan de geheimzinnigheid; zijn (beperkte) onthulling deed echter nog geen stof opwaaien. Begin 1997 lekte een van de betrokkenen de notulen van de oprichtingsvergadering naar de Volkskrant, die het op 26 februari 1997 in de openbaarheid bracht. Uit –eveneens gelekte– correspondentie na de oprichting bleek dat enkele leden zich inmiddels weer gedistantieerd hadden van het Genootschap; zo liet Mulisch (afwezig tijdens de oprichting) zich kritisch uit over het uitsluiten van vrouwen en allochtonen ("Besluit 4: Leden worden ook op lichamelijke kenmerken geselecteerd: alleen autochtone mannen komen in aanmerking."). Leden die door de media benaderd werden voor commentaar, reageerden geërgerd op het uitlekken van de oprichting van en/of hun lidmaatschap bij het RG, weigerden te reageren of wensten anoniem te blijven. In de media, vooral door De Telegraaf die kopte met "Laat ons vorstenhuis met rust!", en ook vanuit de politiek, inclusief minister-president Wim Kok, werd er over het algemeen sterk afwijzend gereageerd. Echter, de Jonge Democraten en Jonge Socialisten zochten enthousiast aansluiting bij het Genootschap en wilden graag maatschappelijke discussies voeren over monarchie en republiek; de JOVD verklaarde voorstander te zijn van een puur ceremonieel koningschap "naar Zweeds model".
Hergroepering
Knapen, die al kort na de oprichting afstand had genomen van het Genootschap, verweet De Telegraaf en de Volkskrant dat ze het Genootschap veel te serieus hadden genomen en noemde de mediacontroverse een "klucht". Van Amerongen beet echter van zich af in De Groene Amsterdammer, waarin hij "Besluit 4" inderdaad uitlegde als een grap, maar het republikeinse initiatief als geheel "hoogserieus" en "alleszins serieus", en er verdere legitimatie voor gaf. Hij trok met name van leer tegen De Telegraaf die hij hypocrisie verweet door het ontstaan van het Republikeins Genootschap eerst nauwelijks vermeldenswaardig te noemen, maar er vervolgens een week lang uitgebreid over te berichten en scheldende opmerkingen van verschillende bekende Nederlanders aan het adres van de republikeinen te laten optekenen (Gerard Joling noemde hen "landverraders"). Sommigen als historicus Anton van Hooff voegden zich bij het Genootschap, andere republikeinen als SP-fractievoorzitter Jan Marijnissen niet (geen 'conspiratieve clubjes'), maar steunden wel het voeren van openbaar maatschappelijk debat over de monarchie, hetgeen in hun ogen onterecht een taboe-onderwerp leek te zijn. Verschillende politici en commentatoren susten vervolgens de zaak, die ondanks een serieuze ondertoon ook deels een "uit de hand gelopen grap" bleek, doordat Vinkens notulen van ludiek geuite opmerkingen zoals "Besluit 4", op papier per ongeluk serieus werden genomen. Hoewel het bestaan van het RG op een ongelegen moment en op onhandige wijze aan het licht kwam, was het erin geslaagd om de staatsvorm landelijk besproken te krijgen. De media schreven een jaar later niet meer kritiekloos over het koningshuis en het ledental van het genootschap groeide gestaag.
Groei en concurrentie
Bij zijn eenjarig bestaan in september 1997 zocht het Republikeins Genootschap zelf de publiciteit door een nieuwe, uitgebreide ledenlijst te tonen waarin ook vrouwen en allochtonen waren opgenomen, waaronder Jeroen Brouwers, Remco Campert, Jaap van Heerden, André Haakmat, Jasperina de Jong, H.U. Jessurun d'Oliveira, Ite Rümke, André Spoor, Jan Timman, Adriaan Morrien, Theo Sontrop, Theo van Gogh en Theodor Holman. De exclusiviteit door coöptatie en het gebrek aan publieke acties van het RG vormde echter een obstakel voor diverse politiek actieve jongeren, die op 20 januari 1998 in De Balie het Nieuw Republikeins Genootschap (NRG) oprichtten. Op 28 januari, voorafgaand aan de 60e verjaardagsviering van koningin Beatrix, riep de nieuwe vereniging op de Dam de Derde Republiek der Nederlanden uit. De twee republikeinse genootschappen besloten wel spoedig tot toenadering en mogelijke samenwerking.
In 2005 richtten het Republikeins Genootschap en Nieuw Republikeins Genootschap samen het tijdschrift De Republikein op.
Fusie
Op 19 februari 2017 kondigde het NRG aan te gaan fuseren met het RG. Paul Frentrop en Ulli d'Oliveira hadden namens het RG de fusiebesprekingen gevoerd, hoewel zij hiervoor geen (expliciete) toestemming hadden van de overige leden. Op de algemene ledenvergadering van het NRG van 13 mei 2017 werd de fusie door de leden goedgekeurd. De vereniging is verder gegaan onder de naam Republikeins Genootschap tot de naamswijziging in 2021 naar Republiek .
Externe link
Site van het Republikeins Genootschap (gearchiveerd)
Nederlandse vereniging
Nederlandse politieke organisatie
Republicanisme in Nederland
|
Ontstaan, uitlekking en controverse
De groep ontstond uit de vriendenkring van Vinken "om het laatste taboe in Nederland te bespreken". Het bestaan van het Republikeins Genootschap werd in eerste instantie geheim gehouden (gepland was een periode van twee jaar, om vervolgens een blunder van de monarchie af te wachten), omdat sommige leden vanwege hun professionele connecties in de problemen zouden kunnen komen en omdat opiniepeilingen aantoonden dat 95% van de bevolking vóór de monarchie was. Er was aanvankelijk onduidelijkheid over hoe serieus het gezelschap eigenlijk was (onder andere het voorstel "om het blauw-grijze servet van de Prinsenkelder tot de officiële vlag van de Republiek te verheffen" suggereerde op zijn minst een ludiek karakter). Na de eerste bijeenkomst stuurden de oprichters brieven naar anderen om hen vertrouwelijk te informeren over het Genootschap met de vraag of zij geïnteresseerd waren om zich aan te sluiten. In oktober 1996 klapte Piet Grijs (Hugo Brandt Corstius) al uit de school door in Vrij Nederland te schrijven dat hij, ondanks zijn fervente republicanisme, niet mee wilde doen aan de geheimzinnigheid; zijn (beperkte) onthulling deed echter nog geen stof opwaaien. Begin 1997 lekte een van de betrokkenen de notulen van de oprichtingsvergadering naar de Volkskrant, die het op 26 februari 1997 in de openbaarheid bracht. Uit –eveneens gelekte– correspondentie na de oprichting bleek dat enkele leden zich inmiddels weer gedistantieerd hadden van het Genootschap; zo liet Mulisch (afwezig tijdens de oprichting) zich kritisch uit over het uitsluiten van vrouwen en allochtonen ("Besluit 4: Leden worden ook op lichamelijke kenmerken geselecteerd: alleen autochtone mannen komen in aanmerking."). Leden die door de media benaderd werden voor commentaar, reageerden geërgerd op het uitlekken van de oprichting van en/of hun lidmaatschap bij het RG, weigerden te reageren of wensten anoniem te blijven. In de media, vooral door De Telegraaf die kopte met "Laat ons vorstenhuis met rust!", en ook vanuit de politiek, inclusief minister-president Wim Kok, werd er over het algemeen sterk afwijzend gereageerd. Echter, de Jonge Democraten en Jonge Socialisten zochten enthousiast aansluiting bij het Genootschap en wilden graag maatschappelijke discussies voeren over monarchie en republiek; de JOVD verklaarde voorstander te zijn van een puur ceremonieel koningschap "naar Zweeds model".
| 1 |
informeren, notificatie, communicatie
|
12,390 |
TrackAction
|
1153380
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oostendse%20stadsbus
|
Oostendse stadsbus
|
Het Oostendse stadsbusnet wordt geëxploiteerd door de Vlaamse Vervoermaatschappij "De Lijn", entiteit "West-Vlaanderen". Het stadsnet omvat vijf lijnen, waarvan er een behalve Oostende ook Bredene bedient.
Dagnet
❌= komt hier niet vlakbij Kusttramhalte.
Opmerkingen:
Lijnen 4 en 9 legden tot 1 juli 2023 hetzelfde parcours af: lijn 4 in tegenwijzerzin, lijn 9 in wijzerzin. Beide lijnen hadden in de spitsuren een variant via de Bredense wijk Vicogne. In de jaren tachtig reden deze lijnen nog niet tegen elkaar in; lijn 9 reed tot de gemeentegrens met Bredene; lijn 4 reed tot onder de Spuikom. Ze reden dus nog niet doorheen gans Bredene. In 2023 is deze koppeling na zo'n 40 jaar afgeschaft, en is er geen ringlijn meer. Het lijkt nu op de oude situatie, al is lijn 4 wel nog steeds langer dan toen.
De centrumbus had tot minstens 2007 het lijnnummer 1. Tot rond 1990 werd dit nummer gebruikt voor de tramlijn Oostende-Knokke. Anno 2023 gebruikt de centrumbus het opnieuw.
De nieuwe buslijn 2 per juli 2023 houdt in dat lijnnummer 2 voor het eerst sinds 1991 opnieuw gebruikt wordt, èn voor het eerst voor een buslijn.
Op 1 juli 2023 is het lijnnummer 6 na zo'n 90 jaar afgeschaft. Tot 1955 was dit een tramlijnnummer. De route naar Mariakerke en ook de bediening van het vliegveld is overgenomen door streeklijn 60.
De wijk Zandvoorde wordt niet door de stadsbussen bediend, maar door de voorstadslijnen naar Oudenburg (lijnen 21, 22 en 23)(voorheen 62A).
Het deel van de wijk Conterdam ten noorden van de A10 wordt eveneens bediend door de voorstadslijnen naar Oudenburg, het deel ten zuiden van de A10 wordt, net als de wijk Meiboom, bediend door lijn 50 naar Gistel. Lijn 21, 22, 23 en 50 rekent De Lijn ook onder de streeklijnen.
Domein Raversijde valt eveneens buiten de bediening van de stadsbussen. Deze omgeving kan men bereiken met streeklijn 60 naar Middelkerke en met de kusttram.
De lijnnummers 4, 5, 6, en 7 zijn overgenomen van de stadstramlijnen die tot 1955 reden. Er waren ook tramlijn 3 en 8, terwijl de huidige Kusttramlijn toen de nummers 1 en 2 gebruikte. (Administratief 765 & 768)(de administratieve nummers stonden ook boven de dienstregeling en op de lijnennetkaart)
Het stadsbusnet resorteerde voorheen administratief onder nummer 762. De overige lijnen die in Oostende kwamen waren 62A, 758, 759, 766, 769, 770, en 793.
In de jaren '80 waren er nog 3 stadsbuslijnen die bij 762 hoorden:
>> Lijn 3 naar de vismijn en via de vuurtoren naar het militair hospitaal (integrale vervanging van tramlijn 8 en 3)
>> Lijn 14 naar Conterdam, via A. Pieterslaan-Torhoutse Steenweg-F. Orbanstraat-Gistelse Steenweg-Pauwenplein(omkeren)-Oprit-Nieuwelangestraat-Zandvoordestraat-Kreekstraat-Gouwelozestraat-keerlus via Manitobalaan.
>> Lijn 27 naar Mariakerke-Bad. Deze reed vanaf het station direct door de Jozef II-straat (ook een oude tramroute), dan Marie José plein, vervolgens route van de Kusttram, tot voorbij halte Mariakerke-Bad. Dan Duinenstraat tot einde, en keerlus via Duinhelmstraat-A. Rodenbachstraat-Duinenstraat.
In 1999 en 2000 staat nog steeds het administratieve nummer 762 op de stadsbus-folder. Voorstadslijn 34 heeft het grootste deel van lijn 14 overgenomen, maar rijdt door naar Zandvoorde Kapittelstraat en Gistel. Voorstadslijn 32 heeft het deel langs het hospitaal overgenomen, maar dan als doorgaande lijn vanaf het station langs het hospitaal naar Zandvoorde Spiegelare en Ettelgem.
In 2004/2005 lijkt het nummer 762 afgeschaft want het staat niet meer op het dienstregeling boekje, maar nog niet alle (hoge) nummers uit het verleden zijn verdwenen; bij de aansluitingen staan nog lijn 50A, 62A, 62B, 759, 765(tram) , 768(tram) , 766 en 769.
De drukst door bussen bereden straat in Oostende is de Vindictivelaan. In 1885 vertrok hier de eerste stoomtram van België. In 1981/82 reden daar lijn 5, 6, 7, 62A, 769, 758, 759, en 793. Anno juni 2023 rijden er maar liefst 23 buslijnen: 1, 4, 5, 6, 7, 9, 21, 22, 23, 46, 50, 51, 52, 53, 68, 69, 81, 85, 86, en 89.
Avondnet
Tot en met 6 januari 2008 reden de lijnen 1, 5, 6 en 9 ook eenmaal per uur een rit van 21u.30 tot 23u.30 (zondag tot donderdag), tot 01u.30 (vrijdag) of 02u.30 (zaterdag). De wijken Meiboom, Conterdam en Zandvoorde werden dan door een speciale avondlijn 24 bediend. De Lijn ontving voor lijn 24 jaarlijks een extra subsidie voor het in stand houden van deze verbinding met de randwijken. Op 7 januari 2008 startte in Oostende een uitgebreider avondnetwerk, dat op 1 juli 2010 omwille van besparingen werd aangepast:
Opmerkingen:
Deze avondlijnen komen om 21u.30 en 22u.30 (op vrijdag en zaterdag tot 2u.30) samen aan het knooppunt Marie-Joséplein, samen met de drie voorstadslijnen van het avondnetwerk (lijn 82 naar Oudenburg, lijn 83 naar Gistel en lijn 84 naar Middelkerke). Overstappen is dan mogelijk in alle richtingen.
De wijk Zandvoorde wordt 's avonds bediend door lijn 82 naar Oudenburg, die de haltes enkel op aanvraag aandoet.
Deze uitbreiding van het avondnet past in het Neptunusplan voor West-Vlaanderen.
Sindsdien is avondlijn 24 opgeheven.
Zie ook
Oostendse stadstram
Externe links
Netplan Oostende
Foto's van De Lijn-bussen in Oostende
Bus in Vlaanderen
Verkeer en vervoer in Oostende
|
>> Lijn 27 naar Mariakerke-Bad. Deze reed vanaf het station direct door de Jozef II-straat (ook een oude tramroute), dan Marie José plein, vervolgens route van de Kusttram, tot voorbij halte Mariakerke-Bad. Dan Duinenstraat tot einde, en keerlus via Duinhelmstraat-A. Rodenbachstraat-Duinenstraat.
| 1 |
volgen, traceren, locatie-updates
|
12,438 |
WebPageElement
|
5173477
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Parijse%20Psalter%20van%20Lodewijk%20de%20Heilige
|
Parijse Psalter van Lodewijk de Heilige
|
Het Parijse Psalter van Lodewijk de Heilige is een verlucht handschrift dat gemaakt werd in Parijs tussen 1270 en 1274. Het is een psalter voor gebruik van de Sainte-Chapelle in Parijs.
Het werd naar alle waarschijnlijkheid gemaakt in opdracht van de Franse koninklijke familie. Men baseert zich hiervoor op het gebruik, de zeer luxueuze decoratie en de wapens die her en der in de lijnvullers worden gebruikt.
Het psalter wordt nu bewaard in de Bibliothèque nationale de France als Latin 10525.
Beschrijving
Het handschrift is samengesteld uit 260 perkamenten folia met vooraan vier en achteraan drie perkamenten schutbladen. De folia meten 205 bij 150 mm en het tekstblok 125 bij 108 mm. De tekst werd geschreven in een kolom met 18 lijnen per blad. De aflijning voor de tekstlijnen werd uitgevoerd met een loodstift.
De tekst van de kalender is geschreven in goud en blauw, de andere teksten in ijzergallusinkt en de rubrieken in het vermiljoenrood, ze zijn geschreven in een gotische littera textualis.
Het manuscript bestaat uit 29 katernen die vrij onregelmatig zijn samengesteld. Het is naar alle waarschijnlijkheid onvolledig: er zouden zowel vooraan als achteraan katernen verwijderd zijn.
Dit psalter wordt dikwijls beschreven als het zusterhandschrift van het Psalter-getijdenboek van Isabella van Frankrijk. De lay-out van de kalender is identiek en hij bevat dezelfde overlijdensdata van de broer, de ouders en de grootvader van Louis. De opbouw van de gehistorieerde initialen in het psalmboek is zeer gelijkaardig. De reeks volbladminiaturen die het psalter voorafgaan zijn gedeeltelijk (f1v-f24r en f29-42r) op dezelfde manier omkaderd, maar de gotische structuur bovenaan elke miniatuur is beduidend groter in dit handschrift. De andere volbladminiaturen hebben een kader dat analoog is aan dat rondom de gehistorieerde initialen in het psalmboek van het Psalter-getijdenboek van Isabella (f43v-f54r) of een variant daarvan (f25v-f28r en f55v-f78r) waarbij de balken in een kleur zijn uitgevoerd. Een van de kunstenaars die bijdroeg aan het manuscript van Isabella heeft meegewerkt aan de verluchting van het psalter van Lodewijk.
Herkomst
Volgens een notatie op folium A.v zou het psalter van de heilige Lodewijk zijn, maar modern onderzoek gaat uit van een ontstaansdatum na 1270. Volgens Patricia Stirnemann werd het psalter gemaakt voor het huwelijk van Filips III met Maria van Brabant op 21 augustus 1274. Het handschrift bleef in het bezit van de koninklijke familie tot tijdens het bewind van Karel V. Het werd toen bewaard in het kasteel van Vincennes, in de kamer van de koning, met zijn meest precieuze manuscripten. Het werd vermeld in de inventaris van 1380 en in die van 1391. Daarna kwam het psalter terecht in de verzameling van Marie de France, religieuze in de priorij Saint-Louis, een klooster van dominicanessen, in Poissy, vanaf 1397. Het handschrift wordt niet meer vermeld in de inventarissen van Vincennes van 1400, 1413 en 1418.
In de 18e eeuw raken we het spoor bijster. Het psalter zou tegen het einde van de 18e eeuw verdwenen zijn, bij de opheffing van het klooster van Poissy. Het zou opgekocht geweest zijn door een Franse boekandelaar, Chardin, die het op zijn beurt verkocht aan Russische graaf Alexis Golovkin. Het manuscript werd alleszins vermeld in een inventaris van zijn bibliotheek opgesteld in 1798. Golovkin deed het waarschijnlijk van de hand voor 1811, want het werd niet meer vermeld in de toenmalige inventaris van zijn bibliotheek in Moskou. Het zou dan terecht gekomen zijn (volgens een inventaris van 1816), bij prins Mikhail Petrovitch Golizyn, stalmeester van tsaar Alexander I van Rusland. Door tussenkomst van de graaf van Noailles, de ambassadeur van Frankrijk in Sint-Petersburg, teruggeschonken aan de koning van Frankrijk, Lodewijk XVIII die het aan de nationale bibliotheek schonk. Getuige hiervan is de brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de conservator van de handschriften van 29 augustus 1818, die tussen de schutbladen vooraan werd toegevoegd.
Inhoud
Het handschrift is als volgt samengesteld:
ff. 10-78v: Voorafgaande beeldenreeks van 78 volbladminiaturen met scènes uit het Oude Testament.
Genesis 28 afbeeldingen
Exodus 8 afbeeldingen
Numeri 3 afbeeldingen
Jozua 7 afbeeldingen
Rechters 20 afbeeldingen
1 Samuel 12 afbeeldingen
ff. 79r-84v: Kalender voor gebruik van Parijs en de Sainte-Chapelle
ff. 85v-245v: Psalter. Het psalter is verdeeld in acht secties die beginnen bij de psalmen 1, 26, 38, 52, 68, 80, 97 en 109 en ingeleid worden met grote versierde initialen op ff. 85v, 110v, 126v, 141v, 156v, 175r, 192r en 210r
ff. 245v-258v: Kantieken
ff. 258v-260v: Geloofsbelijdenis van Athanasius
Beeldenreeks van het oude testament
De volbladminiaturen zijn geschilderd op tegenover elkaar liggende bladzijden (f1v-2r, f3v-4r, f5v-6r...) zodat men ze paarsgewijze kan bekijken. De rectozijde van de miniatuur werd blanco gelaten om de storende doorschemering van tekst of miniatuur te vermijden, maar er werd wel een korte notering in het Frans toegevoegd die uitlegt wat de miniatuur voorstelt. Dit blanco laten van zoveel bladzijden kostbaar perkament is eveneens een aanduiding dat de opdrachtgever over zeer veel middelen beschikte.
De beeldenreeks bevat de volgende elementen:
f. 1v: Het offer van Kaïn en Abel (Genesis, 4, 3-5).
f. 2r: Kaïn vermoordt Abel (Genesis, 4, 8, 9-12).
f. 3v: Noach in de ark (Genesis, 8, 6-11).
f. 4r: De dronkenschap van Noach (Genesis, 9, 20-23).
f. 5v: Overwinning van Abraham op vier koningen (Genesis, 14, 14-15).
f. 6r: Abraham ontmoet Melchisedek (Genesis, 14, 18-20).
f. 7v: De gastvrijheid van Abraham (Genesis, 18, 6-10).
f. 8r: De engelen bezoeken Lot (Genesis, 19, 1-3, 4-11.
f. 9v: De vernietiging van Sodoma (Genesis, 19, 24-25, 17, 26).
f. 10r: Het offer van Abraham (Genesis, 22, 9-13).
f. 11v: Eliëzer en Rebekka (Genesis, 24, 1-9, 11-20).
f. 12r: Rebekka ontmoet Isaak (Genesis, 24, 61, 64-65).
f. 13v: De droom van Jakob; Jakob zegent de steen (Genesis, 28, 12-13,18-22).
f. 14r: Jakob in Mahanim; Jakob worstelt met een engel (Genesis, 32, 2, 25-30).
f. 15v: De droom van Jozef; Jakob verwijt Josef zijn arrogantie; Jozef wordt door Jakob naar Sichem gestuurd. (Genesis, 37, 7, 10, 13-14).
f. 16r: Het complot van de broers van Jozef; Jozef wordt in een waterput gegooid (Genesis, 37, 18-20, 21-24).
f. 17v: Jozef wordt als slaaf aan Ismaëlitische kooplui verkocht (Genesis, 37, 25-30).
f. 18r: Jozefs mantel wordt bij Jakob gebracht; Jozef wordt verkocht aan Potifar (Genesis, 37, 32-3).
f. 19v: Jozef en de vrouw van Potifar; Jozef wordt gevangen gezet (Genesis, 39, 11-12, 16-20).
f. 20r: De dromen van de wijnschenker en de bakker; Jozef verklaart de dromen (Genesis, 40, 9-19).
f. 21v: De Farao met de wijnschenker en de bakker; de droom van de Farao (Genesis, 40, 20-22, 41, 1-3).
f. 22r: De wijnschenker vertelt de farao over Jozef; Jozef wordt tot intendant benoemd na de verklaring van de droom van de Farao (Genesis, 41, 8-13, 37-42).
f. 23v: Jozef laat de graanschuren van de farao vullen (Genesis, 41, 46-48).
f. 24r: De broers van Jozef worden beschuldigd van diefstal; Jozef en Benjamin (Genesis, 44, 11-12, 14-34).
f. 25v: Jozef wordt herkend door zijn broers (Genesis, 45, 1-4).
f. 26r: Jozef stelt zijn familie voor aan de farao (Genesis, 47, 1-7).
f. 27v: Jakob zegent Efraïm en Manasse (Genesis, 48, 13-16).
f. 28r: Begrafenis van Jakob (Genesis, 50, 13-15).
f. 29v: Mozes wordt uit het water gered; Mozes en de brandende braamstruik (Exodus, 2, 5-9 ; 3, 1-6).
f. 30r: Mozes voor de farao (Exodus, 5, 1-21).
f. 31v: De negen plagen van Egypte (Exodus, 7-10).
f. 32r: Instelling van het paasfeest (Exodus, 12, 1-6, 8-11, 13-22).
f. 33v: Tiende plaag van Egypte ; de exodus (Exodus, 12, 29-34).
f. 34r: De overwinning op de Amalekieten (Exodus, 17, 11-12, 13).
f. 35v: Mozes op de Sinaï ; het gouden kalf (Exodus, 31, 18, 32, 19-24).
f. 36r: Mozes voor het tabernakel (Exodus, 36-40).
f. 37v: Mozes laat water ontspringen uit een rots; Mozes en de koperen slang (Numeri, 20, 9-11 ; 21, 6-9).
f. 38r: Bileam en Balak (Numeri, 23, 3-5 et 15-16, 24, 1-9).
f. 39v: Bileam en de ezel (Numeri, 22, 21-31).
f. 40r: Jozua wordt aangesteld tot leider van de Israëlieten door God: Jozua stelt zijn leger samen (Jozua, I, 1-2, 11-18).
f. 41v: De belegering van Jericho ; Levieten dragen de Ark van het Verbond (Jozua, 6, 6-11).
f. 42r: De trompetten van Jericho (Jozua, 6, 13-21).
f. 43v: De nederlaag bij Ai (Jozua, 7, 4-5).
f. 44r: Jozua en Achan ; De steniging van Achan (Jozua, 7, 19-23, 25).
f. 45v: De slag bij Ai (Jozua, 8, 14-19).
f. 46r: Jozua stopt de zon; de inname van AI (Jozua, 10, 12-13, 20).
f. 47v: De profetes Debora (Rechters, 4, 14-15).
f. 48r: Jaël en Sisera: Jaël ontvangt Sisera, Jaël bedient Sisera, de dood van Sisera (Rechters, 4, 17-21).
f. 49v: Gideon wordt door de Heer geroepen; het offer van Gideon (Rechters, 6, 11-18, 19-21).
f. 50r: Gideon vernielt het altaar van Baäl ; het offer van (Rechters, 6, 25-27).
f. 51v: Gideon en de schapenvacht; Gideon bij de bron van Harod (Rechters, 6, 36-38 ; 7, 1-6).
f. 52r: Gideon verrast de Midianieten in hun kamp (Rechters, 7, 19-22).
f. 53v: Jefta’s belofte (Rechters, 11, 30-35).
f. 54r: De offering van de dochter van Jefta (Rechters, 11, 38-39).
f. 55v: Manoa en de engel (Rechters, 13, 2-5, 19-21).
f. 56r: Simson en de leeuw (Rechters, 14, 5-6, 8).
f. 57v: Het raadsel van Simson (Rechters, 14, 12-17).
f. 58r: Simson verbrandt de gewassen op de velden van de Filistijnen (Rechters, 15, 4-5).
f. 59v: Afspraken tussen de Hebreeuwen en de Filistijnen om Simson gevangen te zetten; Simson wordt vastgebonden door de Hebreeuwen (Rechters, 15, 9-10, 12-13).
f. 60rr: Simson wordt uitgeleverd aan de Filistijnen; Simson ontsnapt aan de Filistijnen (Rechters, 15, 14-19).
f. 61v: Simsons haar wordt afgeschoren door Delila; Simson wordt de ogen uitgestoken door de Filistijnen (Rechters, 16, 11-21).
f. 62r: Simson aan de molen; Simson vernietigt de tempel van Dagon (Rechters, 16, 21-22, 25-30).
f. 63v: De leviet van Efraïm (Rechters, 19, 22-29).
f. 64r: Het verraad van de stam van Benjamin: biddende Hebreeuwen, de slag bij Gibea (Rechters, 20, 23, 38-47).
f. 65v: Vrede met de Benjaminieten (Rechters, 21, 2-3, 13).
f. 66r: De Benjaminieten en de meisjes van Silo (Rechters, 21, 19-23).
f. 67v: Hanna biddend; de toewijding van Samuel aan de Heer (1 Samuel, 1, 9-13, 24-28).
f. 68r: De Heer roept Samuel; Samuel ondervraagt Eli (1 Samuel, 3, 3-4, 5-9).
f. 69v: De Filistijnen bemachtigen de Ark van het Verbond; de dood van Eli (1 Samuel, 4, 12-18).
f. 70r: De Ark bij de Filistijnen; vernietiging van het Beeld van Dagan (1 Samuel, 5,1-2, 4-5).
f. 71v: Beraadslaging van de Filistijnen; de Ark wordt teruggegeven aan de Hebreeuwen (1 Samuel, 5, 6-9 ; 6,10-13).
f. 72r: De Israëlieten vragen Samuel om een koning; zalving van Saul (1 Samuel, 8, 10-18 ; 9, 26-27).
f.73v: Samuel en Saul ; Saul bij het graf van Rachel (1 Samuel, 10, 1-2 ).
f. 74r: Tekenen van de missie van Saul (1 Samuel, 10, 3-4, 5-6).
f. 75v: De wreedheid van koning Nahas van de Ammonieten (1 Samuel, 11, 1-2).
f. 76r: De Hebreeuwen treuren; Saul hakt zijn ossen in stukken (1 Samuel, 11, 4-6, 7).
f. 77v: De slag van Jabes (1 Samuel, 11, 11).
f. 78r: Saul wordt uitgeroepen tot koning; Saul offert een lam (1 Samuel, 11, 12-15).
Kalender
De kalender bestaat uit twaalf pagina's, één per maand. De tekst van de kalender werd geschreven in het blauw en met goudinkt, een zeer luxueuze uitvoering, maar er zijn geen miniaturen of bladversiering aangebracht, op de gouden ‘KL’ bovenaan na. In het kalender zijn de sterfdata opgenomen van Lodewijks grootvader Filips Augustus (14 juli 1223), zijn vader Lodewijk VIII de Leeuw (8 november 1226), zijn moeder Blanche van Castilië (27 november 1252) en zijn broer Robert van Artesië (8 februari 1250).
Bovenaan de bladzijde worden de naam van de maand, het aantal dagen en het aantal dagen in de lunaire maand gegeven. Er staat ook voor elke maand een kort vers uit een gedicht van Beda Venerabilis uit het begin van de 8e eeuw. Deze versjes laten toe de “slechte” dagen of dies aegyptiacae van de maand af te leiden. De eerst genoemde dag in het vers telt men vanaf het begin van de maand, de tweede vanaf het einde van de maand. Elke pagina heeft verder zes kolommen met de numerus aureus (1), de zondagsletter (2), het nummer (3) en type (4) van de dag uitgedrukt volgens het Romeinse systeem met kalenden, nonen en iden. De vijfde kolom bevat de heilige die op die dag herdacht wordt of het vaste feest dat die dag gevierd wordt.
Psalter
Het psalter is verdeeld in acht secties die beginnen bij de psalmen 1, 26, 38, 52, 68, 80, 97 en 109 en ingeleid worden met grote versierde initialen op ff. 85v, 110v, 126v, 141v, 156v, 175r, 192r en 210r. De verhalen die afgebeeld worden in de gehistorieerde initialen zijn gebaseerd op de tekst van de psalm, met uitzondering van psalm 1.
f. 85v: David et Batseba ; David in gebed (Ps. 1: Beatus vir / Zalig is de man).
f. 110v: David in gebed ; religieuzen biddend voor opgehangen olielampen (Ps. 26: Dominus illuminatio mea / De heer is mijn verlichting).
f. 126v: David in gebed ; geknielde monniken die hun ogen en hun mond tonen (Ps. 38: Dixit custodiam vias meas / Ik heb gezegd, ik zal mijn wegen bewaren, omdat ik niet zou misdoen met mijn tong).
f. 141v: David in gebed ; twee vechtende mannen (Ps. 52: Dixit insipiens in cordo suo / De onwijze heeft gezegd in zijn hart).
f. 156v: David in gebed ; David in het water (Ps. 68: Salve me fac / Maak me zalig God, want de wateren zijn gekomen tot aan mijn ziel).
f. 175r: David in gebed ; muzikant (Ps. 80: Exultate Deo adjutari nostro / Looft God met vreugde).
f. 192r: David in gebed ; zangers aan de lessenaar (Ps. 97: Cantate Domino canticum novum / Zingt de Heer een nieuw lied).
f. 210r: David in gebed ; de Drievuldigheid (Ps. 109: Dixit dominus domino meo / De Heer heeft gezegd tot mijn Heer, zit aan mijn rechterhand).
Kantieken
De psalmen worden gevolgd door een aantal kantieken die men ook in andere psalters terugvindt:
ff. 245v-246r: Kantiek van Jesaja, Jesaja 12:1-6 Confitebor tibi domine qui iratus es …
ff. 246r-247r: Kantiek van Hizkia (Ezechias), Jesaja 38:10-12: Ego dixi in dimidio …
ff. 247r-247v: Kantiek van Hanna, 1 Samuel 2:1-10: Exultavit cor meum in domino et exaltatum
ff. 248r-249r: Kantiek van Mozes, Exodus 15:1-13,17-20: Cantemus domino gloriose
ff. 249v-251r: Kantiek van Habakuk, Habakuk 3:2-19 Domine audivi
ff. 251r-254v383–389: Kantiek van Mozes, Deuteronomium 32:1-44: Audite celi quae loquor…
ff. 254v-255v: Te Deum laudamus
ff. 255v-257r: Kantiek van de drie Hebreeuwen in de oven, Daniel 3:57-88: Benedicite omnia opera
ff. 257r-257v: Kantiek van Zacharias, Lucas 1:68-79: Benedictus dominus deus Israel
ff. 257v-258r: Kantiek van de maagd Maria, Lucas 1:46-55: Magnificat
ff. 258r-258v: Kantiek van Simeon, Lucas 2:29-32: Nunc dimittis
ff. 258v-260v: Geloofsbelijdenis van Athanasius: Quicumque vult
Het Onzevader de Apostolische geloofsbelijdenishet Gloria in excelsis Deo en de Geloofsbelijdenis van Nicea die in de meeste andere psalters volgen op de Kantiek van Simeon ontbreken hier evenals de litanie en de slotgebeden (collecta’s) na de Geloofsbelijdenis van Athanasius.
Verluchting
Er zijn meerdere miniaturisten te herkennen die verantwoordelijk waren voor de miniaturen en gehistorieerde initialen in het handschrift. Voor de voorafgaande beeldenreeks zouden dit er al minimum vier of vijf zijn, afhankelijk van de kunsthistoricus die de beschrijving maakt. Ze werden de meester van Noah, de meester van Abraham, de meester van Rebecca, de meester van Psalter-getijdenboek van Isabelle en de meester van Saulus genoemd.
Het Parijse Psalter van Lodewijk de Heilige heeft met zijn nieuwe gotische stijl alle verwijzingen naar de romaanse stijl achter zich gelaten. In dit psalter ziet men elegante slanke figuren die gracieus bewegen. De artiesten gebruikten diep blauw en rose als favoriete kleuren. Voor dit psalter wordt frequent verwezen naar de gelijkenis met de glasramen van de Sainte-Chapelle.
Het handschrift is een voorloper van de internationale gotiek. Bijvoorbeeld op folio 9 verso zien we Lot die met zijn vrouw en dochters vlucht uit Sodoma. We zien hier al duidelijk de lange, slanke, geïdealiseerde figuren die zo typisch zijn voor de internationale gotiek. Het psalter-getijdenboek is een van de eerste Parijse manuscripten waarin een breder en meer genuanceerd palet werd gebruikt samen met de vernieuwende driedimensionale voorstelling van de plooien in de kleding die gemodelleerd worden via schaduwen en oplichten van het kleurvlak.
Externe links
Psautier dit de saint Louis, BnF, Archives et manuscrits. Beschrijving.
Psautier dit de saint Louis, Gallica, online raadplegen.
Manuscript uit de 13e eeuw
Latijns manuscript
Psalter
|
Inhoud
Het handschrift is als volgt samengesteld:
ff. 10-78v: Voorafgaande beeldenreeks van 78 volbladminiaturen met scènes uit het Oude Testament.
Genesis 28 afbeeldingen
Exodus 8 afbeeldingen
Numeri 3 afbeeldingen
Jozua 7 afbeeldingen
Rechters 20 afbeeldingen
1 Samuel 12 afbeeldingen
ff. 79r-84v: Kalender voor gebruik van Parijs en de Sainte-Chapelle
ff. 85v-245v: Psalter. Het psalter is verdeeld in acht secties die beginnen bij de psalmen 1, 26, 38, 52, 68, 80, 97 en 109 en ingeleid worden met grote versierde initialen op ff. 85v, 110v, 126v, 141v, 156v, 175r, 192r en 210r
ff. 245v-258v: Kantieken
ff. 258v-260v: Geloofsbelijdenis van Athanasius
| 6 |
tabel, afbeelding, webpagina-element
|
2,845 |
VoteAction
|
1230479
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/DJ%20Magazine
|
DJ Magazine
|
DJ Magazine, kortweg DJ Mag, is een maandelijks Brits tijdschrift over elektronische dansmuziek en dj's, dat werd opgericht in 1991. Sinds mei 2013 wordt het ook in Nederland uitgegeven.
In 1998 startte de website djmag.com als online versie van het blad, dat zich richt op elektronische en dancemuziek wereldwijd. Naast het laatste dagelijkse nieuws op het gebied van dance en elektronische muziek, en interviews met dj's, heeft het ook een online muziekwinkel die dancetracks verkoopt.
DJ Mag top 100
Het blad is vooral bekend vanwege de DJ Mag top 100, die sinds 1997 elk jaar wordt samengesteld en die wordt gezien als een wereldwijde graadmeter voor het succes van dj's die actief zijn in de elektronische dansmuziek. De verkiezing geschiedt op basis van ingezonden stemmen, waarbij deelnemers uit de hele wereld hun lijst van hun vijf beste dj's kunnen kenbaar maken. De stemmen worden vervolgens opgeteld binnen twee tot drie maanden vanaf het moment van de inzendingen.
Voor de eerste verkiezing van de DJ Mag top 100 in 1997 konden lezers hun keuzen kenbaar maken per post, hetgeen 700 van hen deden. Carl Cox werd hierbij verkozen tot nummer 1. Sinds de lancering van de website in 1998 wordt de DJ Mag top 100 opgesteld uit online ingediende stemmen, hetgeen de inbreng in 1998 verdriedubbelde. Paul Oakenfold werd toen verkozen tot nummer 1, evenals het jaar erop.
In 2000 werd Tiësto voor het eerst opgenomen in de lijst (nr. 24) en werd Sasha tot nummer 1 verkozen. In 2001 deden stemmers uit 50 landen mee en werden 500 dj's genomineerd. John Digweed belandde op nummer 1. In 2002 werden 38.481 stemmen uit 65 landen ingebracht en werd Tiësto tot beste dj verkozen, hetgeen hij zou blijven tot 2004. Het jaar daarop verdubbelde het aantal stemmen en landen bijna tot respectievelijk 61.529 votes en 120. In 2004 werd de verkiezing uitgebreid met een verkiezing van beste vj en -alleen voor dj's- een verkiezing van de beste nachtclub. In 2005 werd Tiësto van de troon gestoten door Paul van Dyk, die de nummer 1 positie ook het jaar erop wist vast te houden, toen 217.102 stemmers uit 229 verschillende landen (uit een totaal van 243 erkende landen) meededen. De meeste stemmers kwamen uit de Verenigde Staten, op de voet gevolgd door de Britten en vervolgens de Duitsers.
In 2007, 2008, 2009 en 2010 werd Armin van Buuren verkozen tot nummer 1 na vele jaren achter Tiësto en Paul van Dyk te zijn geëindigd. In 2011 belandde hij weer op de tweede plaats toen David Guetta werd uitgeroepen tot beste dj. In 2012 werd Armin opnieuw verkozen tot nummer 1. Sindsdien werd de eerste plaats ingenomen door Hardwell (2013 en 2014), Dimitri Vegas & Like Mike (2015 en 2019), Martin Garrix (2016, 2017 en 2018 en 2022) en David Guetta (2020 en 2021).
Externe links
Nederlandse editie
DJ Mag top 100
Muziektijdschrift
Muziekwebsite
Popmuziek
|
DJ Mag top 100
Het blad is vooral bekend vanwege de DJ Mag top 100, die sinds 1997 elk jaar wordt samengesteld en die wordt gezien als een wereldwijde graadmeter voor het succes van dj's die actief zijn in de elektronische dansmuziek. De verkiezing geschiedt op basis van ingezonden stemmen, waarbij deelnemers uit de hele wereld hun lijst van hun vijf beste dj's kunnen kenbaar maken. De stemmen worden vervolgens opgeteld binnen twee tot drie maanden vanaf het moment van de inzendingen.
| 2 |
stemmen, voorkeur, kandidaat
|
3,612 |
ExerciseAction
|
1800063
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mid-Continental%20Plaza
|
Mid-Continental Plaza
|
Mid-Continental Plaza, ook bekend als The Park Monroe, is een wolkenkrabber in Chicago, Verenigde Staten. Het gebouw staat op 55 East Monroe Street en heette vroeger het "55 East Monroe Building". De bouw begon in 1969 en werd in 1972 voltooid.
Ontwerp
Mid-Continental Plaza is 177,62 meter hoog en telt 49 verdiepingen. Het is door Shaw and Associates en Goettsch Partners, Inc. in de Internationale Stijl ontworpen en heeft een totale oppervlakte van 157.529 vierkante meter.
In de zomer van 2007 begon men met het ombouwen van de bovenste 15 verdiepingen tot woningen, "The Park Monroe" genaamd. Men voegde balkons toe en het woongedeelte kreeg een andere gevel dan die van het onderste kantoorgedeelte. Het gebouw bevat nu kantoorruimte, woningen, winkels, een parkeergarage, een fitnesscentrum, een daktuin, een zonnedek en een zwembad.
Externe link
Website van The Park Monroe
Kantoorgebouw in de Verenigde Staten
Wolkenkrabber in Chicago
|
In de zomer van 2007 begon men met het ombouwen van de bovenste 15 verdiepingen tot woningen, "The Park Monroe" genaamd. Men voegde balkons toe en het woongedeelte kreeg een andere gevel dan die van het onderste kantoorgedeelte. Het gebouw bevat nu kantoorruimte, woningen, winkels, een parkeergarage, een fitnesscentrum, een daktuin, een zonnedek en een zwembad.
| 1 |
beweging, fitness, gezondheid
|
12,467 |
SpeakableSpecification
|
268937
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bookmarklet
|
Bookmarklet
|
Een bookmarklet is een klein stukje JavaScript-code dat in de populairste webbrowsers opgeslagen kan worden als een URL in een bladwijzer (bookmark) of als een link op een webpagina.
Omdat Internet Explorer de term favorieten gebruikt, in plaats van bladwijzers of bookmarks, zijn bookmarklets ook bekend onder de minder gebruikte naam favlets of favelets. De KDE-browser Konqueror heeft een aparte functie voor bookmarklets, genaamd minihulpprogramma's. Deze staat los van de bladwijzers.
Bookmarklets kunnen worden opgeslagen als normale bladwijzers. Daardoor zijn het hulpmiddelen die eenvoudig en snel, met één klik opgeroepen kunnen worden en die handige functionaliteiten kunnen toevoegen aan een webbrowser. Ze kunnen bijvoorbeeld het volgende doen:
Het wijzigen van het uiterlijk van een webpagina, zoals de grootte van de lettertekens en het veranderen van een achtergrondkleur.
Bepaalde gegevens van een webpagina halen, zoals links, afbeeldingen en tekst.
De mogelijkheid om een door middel van een tekstselectie in een webpagina of gebruik makend van een dialoogvenster, direct een bepaalde zoekmachine aan te roepen. Deze zoekmachine kan ook van een bepaalde website zijn, zoals Wikipedia of het Internet Archive.
Voorbeelden
Wanneer de volgende regels worden samengevoegd tot een bookmarklet, zal deze op Wikipedia zoeken naar een op dat moment geselecteerd stuk tekst of, wanneer niets is geselecteerd kan de zoekterm ingevuld worden in een dialoogvenster:
javascript:(function(){q=document.getSelection(); if(!q){void(q=prompt('Wikipedia zoekterm:',''))}; if(q)location.href='http://nl.wikipedia.org/w/wiki.phtml?search='+escape(q)})()
Het volgende voorbeeld zet de rechtermarge tot 45% zodat Wikipedia beter leesbaar wordt:
javascript:(function(){var newSS, styles='body { margin-left:0%; margin-right:45%;}';if(document.createStyleSheet) {document.createStyleSheet(%22javascript:'%22+styles+%22'%22); } else { newSS=document.createElement('link'); newSS.rel='stylesheet'; newSS.href='data:text/css,'+escape(styles); document.getElementsByTagName(%22head%22)[0].appendChild(newSS); } })();
Geschiedenis
Steve Kangas van |bookmarklets.com verzon de term bookmarklet, die hij begon te ontwikkelen naar aanleiding van een idee in de Netscape JavaScript Guide. De term favlet werd uitgevonden door Tantek Çelik.
Brendan Eich, die JavaScript had ontwikkeld bij Netscape, gaf deze reden op over zijn uitvinding van de javascript:-URL (wat bookmarklets mogelijk maakt):
They were a deliberate feature in this sense: I invented the javascript: URL along with JavaScript in 1995, and intended that javascript: URLs could be used as any other kind of URL, including being bookmark-able.
In particular, I made it possible to generate a new document by loading, e.g. javascript:'hello, world', but also (key for bookmarklets) to run arbitrary script against the DOM of the current document, e.g. javascript:alert(document.links[0].href). The difference is that the latter kind of URL use an expression that evaluates to the undefined type in JS. I added the void operator to JS before Netscape 2 shipped to make it easy to discard any non-undefined value in a javascript: URL.
Externe links
Bookmarklets.com: de officiële website van bookmarklets (gearchiveerd)
Tantek Çelik's Favelets: bookmarklets (of favlets)
Bookmarklets voor webdesigners (gearchiveerd)
|
Het wijzigen van het uiterlijk van een webpagina, zoals de grootte van de lettertekens en het veranderen van een achtergrondkleur.
Bepaalde gegevens van een webpagina halen, zoals links, afbeeldingen en tekst.
De mogelijkheid om een door middel van een tekstselectie in een webpagina of gebruik makend van een dialoogvenster, direct een bepaalde zoekmachine aan te roepen. Deze zoekmachine kan ook van een bepaalde website zijn, zoals Wikipedia of het Internet Archive.
| 1 |
spraakgedeelte, documentfragment, tekstselectie
|
7,330 |
ReplyAction
|
5186514
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Doodslag%20op%20Anneke%20van%20der%20Stap
|
Doodslag op Anneke van der Stap
|
De doodslag op Anneke van der Stap (Madiun, 12 februari 1983 – vermoedelijk Rijswijk, 11 of 12 juli 2005), ook wel bekend als de Rijswijkse moordzaak, was een langdurige cold case sinds 2005 en de uiteindelijke strafzaak in 2010-2015 tegen de verdachte Ron (Ronald) P., die tevens was veroordeeld wegens de Puttense moordzaak op een andere jonge vrouw. Lange tijd was het onduidelijk wat Anneke van der Stap precies was overkomen, die in de nacht van 11 op 12 juli 2005 vermist werd en wier stoffelijk overschot elf dagen later te Rijswijk was gevonden. Zij bleek met geweld om het leven te zijn gebracht, maar onduidelijk bleef of dit ter plekke was gebeurd.
Toen P., die in 1995 van Putten naar Delft was verhuisd, als verdachte in beeld kwam, terwijl hij reeds vervolgd werd in de al 14 jaar oude Puttense zaak, meende justitie mogelijk met een dader van meerdere moorden te maken te hebben, eventueel zelfs een seriemoordenaar. Veroordeling zou hem tot dader maken van twee van de meest geruchtmakende moordzaken in Nederland, die met elkaar gemeen hebben dat ze lang onopgelost bleven.
In eerste aanleg werd P. door de rechtbank te Den Haag vrijgesproken. Vervolgens werd hij in hoger beroep door het gerechtshof alsnog wegens doodslag veroordeeld, mede op grond van verklaringen die waren afgelegd door medegedetineerden.
Vermissing
De 22-jarige Rijswijkse studente Anneke van der Stap was in de nacht van 11 op 12 juli 2005 na een bezoek aan een vriend in Enschede niet thuisgekomen. Door haar adoptievader, met wie zij samenwoonde, werd de volgende avond bij de politie te Rijswijk haar vermissing gemeld.
Bij het onderzoek dat hiernaar werd ingesteld, werd onder meer de betreffende vriend uit Enschede als getuige gehoord. Verder werd onderzoek gedaan naar de mobiele telefoon waarvan bekend was dat zij die op 11 juli 2005 bij zich had gehad. Op 17 juli 2005 werd door KPN medegedeeld dat die telefoon voor het laatst tweemaal op 12 juli 2005, te 2.15 uur 3 seconden en te 2.15 uur 22 seconden, een zendmast had aangestraald, en wel een zendmast op het Lindoduin bij de Duinstraat te Den Haag (Scheveningen). Tot tweemaal toe probeert de gebruiker van de mobiele telefoon te bellen naar een onbekend gebleven mobiel telefoonnummer. Dit werd tot tweemaal toe geregistreerd als mislukt telefoongesprek. Het onderzoek hiernaar leidde echter niet tot enig inzicht waar zij gebleven was en/of wat er met haar gebeurd was. Er was door een gebrek aan beltegoed geen verbinding tot stand gekomen. De politie nam aan dat Anneke moest hebben geweten van dat tekort en dat daarom de beller iemand anders moest zijn geweest, die zich die nacht van haar toestel trachtte te bedienen.
10 dagen later, op 22 juli 2005, werd in de bosjes langs het Jaagpad, nabij het viaduct bij het Elsenburgerbos en het gebouw van de Sijthof Pers aan de Vliet in Rijswijk haar stoffelijk overschot gevonden, dat in verregaande staat van ontbinding verkeerde. Het stoffelijk overschot bevond zich op ruim vijf meter afstand van de weg, op een plaats die vanaf het trottoir niet of nauwelijks zichtbaar zou zijn. Tijdens het door de politie ingesteld onderzoek werd vastgesteld dat zij op 11 juli 2005 voor het laatst in leven was gezien, toen ze in Enschede op bezoek was geweest bij een vriend. Zij leek door een geweldsmisdrijf om het leven gekomen, waarbij door de recherche werd uitgegaan van moord. Ook in de latere strafzaak tegen Ron P. zouden de rechtbank en gerechtshof ook concluderen dat uit de plaats waar (in de bosjes langs de weg) en de wijze waarop haar lichaam was aangetroffen enige andere oorzaak voor haar dood dan een levensdelict zo goed als uitgesloten was. Daarnaast waren er ook feitelijke aanwijzingen voor op haar uitgeoefend geweld, zoals de onnatuurlijke houding van het lichaam, haar gescheurde rok en de verbogen bril.
Bij het lichaam werd geen van de goederen teruggevonden die zij vermoed werd bij zich te hebben gehad bij haar verdwijning. Het ging om ten minste twee tassen, waarin zij onder meer haar laptop vervoerde, en haar mobiele telefoon.
Het onderzoek naar de doodsoorzaak en naar eventuele sporen op of aan het lichaam werd in ernstige mate belemmerd door de omstandigheid dat haar lichaam in verregaande staat van ontbinding was gevonden. Een zekere anatomische doodsoorzaak kon daardoor niet worden vastgesteld. In de jaren nadien werden zonder enig resultaat nog nadere onderzoeken verricht aan veiliggestelde materialen en objecten: er was geen spoor dat met enige zekerheid met één of meerdere andere personen in verband kon worden gebracht.
Het onderzoek kwam lange tijd niet verder dan de vaststelling dat Van der Stap op 11 juli op de trein van Enschede naar Den Haag was gestapt. Zij was voor het laatst door iemand in leven gezien op 11 juli 2005 rond 21.25 uur. Ze had gelogeerd bij een vriend die haar naar het station had gebracht. Volgens deze vriend was het haar bedoeling met de trein naar Den Haag te reizen en daar dan de laatste of voorlaatste tram naar haar woonplaats Rijswijk te nemen. De vriend verklaarde haar in een trein te hebben zien stappen die, naar wordt aangenomen, om 21.27 uur naar Amersfoort was vertrokken. Ze zou in Amersfoort zijn overgestapt op de trein naar Den Haag CS, die daar om 23.53 uur was gearriveerd. Zij zou dan de laatste tram van lijn 17 naar Rijswijk hebben kunnen nemen, en die tram is om 00.25 uur gestopt aan de halte Van Vredenburchweg, waar zij doorgaans placht uit te stappen, omdat haar woning ongeveer 500 meter van die tramhalte was gelegen.
Opsporing
2005-2008
In september 2005 meldde de politie dat er slechts een enkele tip was ontvangen. Tweemaal hield de politie een grootschalig sms-onderzoek. Daarbij werd om tips verzocht aan treinreizigers, die op die avond van juli hadden gereisd tussen Enschede en Den Haag Centraal.
Hierna zat de zaak lange tijd muurvast. Eind 2006 werd het rechercheteam zelfs ontbonden, bij gebrek aan aanknopingspunten.
Vader Harry van der Stap riep ten einde raad de hulp in van van misdaadjournalist Peter R. de Vries. De aandacht die deze in zijn televisie-programma besteedde aan de zaak leverde vervolgens 26 tips op en gaf de nabestaanden morele steun.
In december 2007 werd bekendgemaakt dat justitie en De Vries een beloning van bijna 25.000 euro uitloofden voor de "gouden tip" om een doorbraak forceren in het moeizame onderzoek.
In januari 2008 meldde de politie dat recente tips nieuwe aanknopingspunten zouden hebben opgeleverd voor verder technisch onderzoek.
In april 2008 werden in de RTL 4-serie Het Zesde Zintuig, een door Beau van Erven Dorens gepresenteerde zoektocht naar "de beste paranormaal begaafde Nederlander", vier kandidaten getest door voorlegging van deze onopgeloste zaak.
In juli 2008 maakten de Samenwerkende Paragnosten Holland (Sapaho) bekend in opdracht 'van derden' een onderzoek te zijn gestart. Volgens hen zou Anneke bij iemand in de auto gestapt en richting Scheveningen zijn gereden, waar ze wat gegeten zouden hebben en ze naar het viaduct bij het Elsenburgerbos waren gegaan. Anneke zou volgens Sapaho hier zijn "misbruikt". De paragnosten waren ervan overtuigd dat er meerdere mensen bij betrokken moesten zijn. Ze "kregen drie namen door".
2008-2010: vijf doorbraken
Het opsporingsonderzoek dat zou leiden tot de veroordeling van Ron (Ronald) P. kende vijf doorbraakmomenten in de periode 2008-2010.
De eerste doorbraak in de zaak vond plaats op 20 mei 2008. Toen werd Ron P. genoemd als verdachte, een persoon die als handelsman markten in het land afreed. Mogelijk was er een verband met Ronald P., die werd verdacht van de moord op de Puttense stewardess Christel Ambrosius. In april 2009 werd gemeld dat er volgens een speciaal Review-team, dat de zaak onder de loep had genomen, nog wel degelijk aanknopingspunten zouden zijn.
Op 5 mei 2009 volgde de tweede doorbraak, toen de politie de videobeelden uit de nacht van 12 juli 2005 van een beveiligingscamera van het BP-benzinestation aan de Statenlaan bestudeerde. Daarop is te zien dat Ron P. met zijn busje komt aanrijden, op deze locatie die binnen het bereik ligt van de zendmast die door de telefoon van het slachtoffer was aangestraald. Op 13 mei 2009 werd Ron P. daarom als verdachte aangemerkt, op een moment dat hij in voorarrest werd gehouden in verband met de Puttense Moordzaak. Echter pas op 8 februari 2010 zou hij formeel worden aangehouden in verband met de Rijswijkse zaak.
Op 29 juni 2009 volgde de derde doorbraak, toen de chipkaartbetalingen werden nagegaan die in het benzinestation waren gedaan en aan de beelden van de bewakingsvideo werden gekoppeld: daarop viel te zien dat Ron P. die nacht chipte met de bankpas van het slachtoffer.
In juli 2009 publiceerde de politie Haaglanden foto's van een nog onbekende man, die mogelijk meer zou kunnen weten. Welke rol hij speelde, werd in het belang van het onderzoek niet bekendgemaakt.
De politie zou personen hebben gehoord die P. kenden. Een van de mensen die was verhoord was de eigenaar van een strandtent te Scheveningen waar Ronald P. had gewerkt samen met Marieke van der Stap, de zus van de vermoorde Anneke. Hij zou Anneke ooit in die strandtent hebben ontmoet.
In februari 2010 werd bekend gemaakt dat het lichaam van Anneke in september 2009 was opgegraven voor nieuw onderzoek. Omdat de onderzoekstechnieken de afgelopen jaren sterk zouden zijn verbeterd, was besloten het lichaam van Anneke opnieuw te onderzoeken, om meer duidelijkheid te krijgen over de doodsoorzaak. Kort hierna werd Ron P. in berichten in de media opnieuw als verdachte genoemd: het OM maakte bekend dat er nieuwe sporen waren gevonden, die naar hem zouden leiden. Ook zou hij "in dezelfde periode" met zijn auto zijn gezien in de buurt van het Jaagpad.
Hierna lekte ook uit dat er door de recherche rekening werd gehouden met de mogelijkheid dat P. nog meer vrouwen zou kunnen hebben omgebracht.
Na de aanhouding van P. mocht zijn advocaat niet aanwezig zijn bij de verhoren. In april 2010 berichtte dagblad De Telegraaf dat een USB-stick van Van der Stap in het bezit zou zijn van een ex-vriendin van P., die deze uit een keukenlade zou hebben meegenomen. De USB-stick, die foto's en studiemateriaal van Anneke zou bevatten, werd aan de politie overhandigd.
Op 17 mei 2010 volgde de vijfde doorbraak, toen bleek dat de harde schijf in een computer van Ron P. afkomstig leek van het slachtoffer, aangezien daarop mangaplaatjes werden gevonden, waarvan Anneke van der Stap een liefhebster was.
In november 2010 kwam tijdens de strafzaak tegen P. in de Puttense moordzaak voor het gerechtshof te Arnhem ter sprake dat hij tegen een medegevangene zou hebben verteld over de moord op de Rijswijkse Anneke van der Stap. De verklaringen daarover van deze medegevangene zouden belastend zijn voor hem.
In december 2010 werd door het Openbaar Ministerie bekendgemaakt dat Ron P. nu ook zou worden vervolgd wegens een mogelijke betrokkenheid bij de dood van Van der Stap. Hij bleek namelijk op enigerlei wijze in het bezit te zijn gekomen van de genoemde USB-stick, en ook van een harde schijf en een bankpasje van het slachtoffer. Dat bankpasje was gebruikt voor het verrichten van een chipbetaling bij het BP-benzinestation aan de Statenlaan te Den Haag, wat daar op een bewakingsvideo was vastgelegd. Daarover verhoord verklaarde Ron P. deze voorwerpen van iemand te hebben gekocht, zonder daarover meer te hebben geweten. Deze verdachte woonde toen in Delft, in de nabijheid van Rijswijk. Ron P. was in 2008 in beeld gekomen toen DNA van hem bleek te matchen met zaadcellen op het been van het slachtoffer in de Puttense zaak. Terwijl hij reeds werd vervolgd wegens de vermoedelijke verkrachting en moord in die zaak, werd hij in zijn cel aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de dood van Van der Stap, maar zelf ontkende hij iedere betrokkenheid.
Vervolging
De naam van Ron P. viel pas in de zaak van Anneke van der Stap, nadat hij reeds was aangehouden in verband met een andere zaak. Hij kwam echter ook vaak met zijn oude bestelbus op het Jaagpad, in de buurt van de plek waar Anneke vermoedelijk verdween en waar ze werd gevonden. Hier zou Ron een vaste visstek hebben. Enkele uren na de verdwijning van Anneke zou hij met haar chipknip een paar broodjes en een ijsje hebben gekocht bij een benzinestation in Den Haag. Bovendien had hij voorwerpen in zijn bezit die van Anneke waren geweest: onder meer een harde schijf van haar laptop en een usb-stick.
Op 20 mei 2008 was Ron P. formeel als verdachte aangehouden in het nieuw onderzoek naar de moord op een jonge vrouw te Putten in de Puttense moordzaak. Hij werd in het onderzoek naar de moord op Van der Stap eveneens als verdachte aangemerkt, toen uit opnieuw bekeken beelden van bewakingscamera’s bleek dat hij in de nacht van 12 juli 2005 rond 2.30 uur aanwezig was in een tankstation aan de Statenlaan te Den Haag. Die locatie lag tevens binnen het bereik van de zendmast die de mobiele telefoon van Van der Stap in de nacht van haar verdwijning kort voor 2.30 uur het laatst had aangestraald. Onderzoek van die beelden maakte duidelijk dat hij in dat tankstation in die nacht tot twee keer toe (te 2.36 uur en te 2.45 uur) ter betaling van een kleine aankoop (twee broodjes en een ijsje) chiptransacties uitvoerde. Vastgesteld kon worden dat die beide chiptransacties plaatsvonden met een bankpas die op naam stond van het slachtoffer. Een bij hem in beslag genomen externe harde schijf behoorde ook aan haar toe, terwijl zij die in de nacht van haar vermissing bij zich moest hebben gedragen. Bij de voormalige vriendin van Ron P. was een USB-stick aangetroffen, waarvan werd vastgesteld dat die ook aan het slachtoffer toebehoorde. Ron P. erkende uiteindelijk dat hij in de nacht van de vermissing van Van der Stap haar bankpas, haar externe harde schijf en haar USB-stick in zijn bezit had. Overige goederen waarvan zo goed als zeker was dat zij die ten tijde van haar vermissing bij zich had, zoals haar laptop en haar telefoon, waren nimmer teruggevonden.
Ron P. ontkende dat hij bij de vermissing en/of het overlijden van Van der Stap betrokken zou zijn geweest en deze spullen te hebben gestolen: zijn verklaring luidde dat hij die van een derde had verworven, de als Getuige C. of ook wel als de Kappaman aangemerkte persoon, een man in kleding van het merk Kappa die eveneens op de beelden van het BP-benzinestation aan de Statenlaan te zien was. Deze persoon was evenals Ron P. een handelsman op markten.
In december 2010 werd door de officier van justitie te Den Haag het besluit bekendgemaakt de inmiddels 35–jarige verdachte P. te gaan vervolgen voor de dood van Anneke van der Stap. Hem zou moord dan wel doodslag ten laste worden gelegd. Daarnaast moest hij voorkomen voor het bezit van kinderporno.
Rechtbank
Een maand nadat P. was veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf voor de verkrachting van en moord op Christel Ambrosius werd in december 2011 door het OM bekendgemaakt dat hij nu ook was gedagvaard om op 21 december 2011 te verschijnen voor een eerste zitting van de Rechtbank Den Haag in verband met de zaak Van der Stap.
De rechtbank zou vijf dagen uittrekken voor de inhoudelijke behandeling van de zaak, die in september 2012 plaatsvond, meer dan 7 jaar na het misdrijf. Tijdens de behandeling ter zitting werd niet duidelijk wat de doodsoorzaak was geweest. Bij de aanvang van deze behandeling werd duidelijk dat het sporenonderzoek geen aanwijzingen had opgeleverd die in de richting van P. wezen. Er was onder meer ook naar eventuele DNA-sporen gezocht. De deskundigen zouden het oneens zijn over de doodsoorzaak van Van der Stap. Een deskundige stelde dat haar hals was doorgesneden met een scherp voorwerp, maar een andere deskundige meende dat ze was gewurgd.
De raadsman van P. stelde dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk diende te worden verklaard in deze vervolging wegens een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde. Doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte zou op meerdere wijzen aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak zijn tekort gedaan.
Getuige A
Er zou onvoldoende onderzoek zijn gedaan naar de verklaring van een Getuige A, die had gereageerd op een uitzending van TV West over de zaak op 13 september 2005 en in strijd met de verbaliseringsplicht was door de politie van hetgeen deze getuige kon verklaren geen proces-verbaal opgemaakt.
Gebrekkig sporenonderzoek
Ook zou de kleding van Anneke van der Stap zijn gereinigd, terwijl slechts enkele van die kledingstukken voorafgaand aan die reiniging en louter door het aftapen met folie waren bemonsterd op haren en vezels. Nader onderzoek naar sporen aan deze kleding, zoals naar DNA, was hierdoor onmogelijk geworden en om door middel van nader onderzoek aan de kleding de onschuld van de verdachte aan te tonen werd ook onmogelijk gemaakt.
Entomologisch onderzoek
Op 22 juli 2005 hadden medewerkers van het NFI aan en bij het lichaam van het slachtoffer maden en poppen veiliggesteld voor een eventueel uit te voeren entomologisch onderzoek, dat echter veel te laat, pas in augustus, zou plaatsvinden en onduidelijk was welke zorgvuldigheid bij deze veiligstelling en daarop volgende langdurige bewaring van dit materiaal was betracht. Volgens de entomoloog zou dit onherstelbaar verzuim een foutmarge kunnen opleveren van plus of min twee dagen bij het vaststellen van de datum van overlijden. Bij verstrekking van alle benodigde informatie zou de entomoloog met een kleinere foutmarge tot een vermoedelijke overlijdensdatum hebben kunnen concluderen, die ontlastend zou kunnen zijn geweest.
Verschoningsrecht
In februari en april 2010 was tweemaal de cel van Ron P. doorzocht. Daarbij was een brief aangetroffen, waarboven met hoofdletters ‘RMZ’ vermeld stond, wat door de politie was geïnterpreteerd als afkorting voor de ‘Rijswijkse moordzaak’. Dit stuk was in beslag genomen en aan het dossier toegevoegd. Bij de doorzoeking in april 2010 was ook een kopie gemaakt van een afschrift van (een deel van) het procesdossier met daarin de persoonlijke aantekeningen van Ron P., dat voor de rechtbank ook als bewijsmiddel tegen hem was aangevoerd. Beide geschriften vielen volgens de advocaat van Ron P. onder het verschoningsrecht, althans het vrije verkeer tussen een verdachte en diens raadsman. Wegens het recht op vertrouwelijke communicatie tussen de verdachte en zijn raadsman (artikel 6 en artikel 8 van het EVRM, alsmede met het bepaalde in artikel 98 van het Wetboek van Strafvordering, had dit materiaal niet in beslag mogen worden genomen of gekopieerd en evenmin aan het aan de rechtbank voorgelegd dossier mogen worden toegevoegd.
De brief betrof een reactie op beschuldigingen in de media, die bestemd was voor de raadsman ter voorbereiding van de verdediging. Ook de aantekeningen in het afschrift van zijn procesdossier waren volgens de verdediging onmiskenbaar bedoeld voor zijn raadsman. Deze stukken waren vervolgens richtinggevend geweest voor het verdere onderzoek. Daarmee zou het verschoningsrecht, althans het recht op vrij verkeer tussen verdachte en raadsman, zijn geschonden.
Schijn
Na zijn veroordeling in de Puttense moordzaak had P. de schijn tegen. In de Rijswijkse moordzaak lagen meerdere bewijzen tegen hem, maar geen daarvan wees direct op eigen betrokkenheid bij de moord, op de handeling zelf. Alle bewijzen bij elkaar vond het OM genoeg reden zijn om Ronald P. schuldig te achten: het bewijs stond "als een huis". De Officier van Justitie eiste daarom levenslange gevangenisstraf.
Reeds na afloop van de eerste procesdag verklaarde de advocaat van Ronald P. echter ervan uit te gaan dat zijn cliënt zou worden vrijgesproken van de moord.
De verklaringen van de twee getuigen die hierna werden opgeroepen achtte hij niet betrouwbaar. Mede-gevangene Getuige B en diens ex-vriendin moesten vragen beantwoorden over hun verklaringen dat P. aan deze getuige twee jaar eerder zou hebben getoond hoe hij Anneke van der Stap zou hebben gewurgd.
Ontvankelijkheid OM en onderzoek ter zitting
De rechtbank achtte het openbaar ministerie desalniettemin wel degelijk ontvankelijk in de vervolging. De vader van Anneke maakte gebruik van het spreekrecht voor de nabestaanden van slachtoffers. Na drie procesdagen bleef echter onduidelijk wat er was gebeurd met Anneke van der Stap op de avond dat zij in 2005 verdween. De officier van justitie erkende dat het door haar geschetst scenario over een poging tot verkrachting door P. onzeker was.
De rechtbank achtte bij de behandeling ter zitting voldoende vastgesteld dat Ron P. op 12 juli 2005 rond 2.30 uur bij het benzinestation aan de Statenlaan in het bezit was geweest van voorwerpen die in eigendom toebehoorden aan Van der Stap, waarover hij opheldering diende te verschaffen. Op de camerabeelden van het benzinestation was te zien dat verdachte, nadat hij op 12 juli 2005 rond 2.30 uur was gearriveerd, enige tijd had gesproken met een ander persoon, die aldaar om 2.45 uur aankwam. Van deze persoon zou hij de externe harde schijf hebben gekocht, tezamen met een partij dekbedovertrekken. Deze man, die werd aangemerkt als Getuige C, zou hem bovendien de bankpas hebben gegeven. Getuige C ontkende echter dit alles. De rechtbank concludeerde dat Ron P. een verhaal moest hebben verzonnen, nadat het voor hem duidelijk was geworden dat onomstotelijk vast stond dat hij met de pas had betaald.
Ron P. zou volgens de verklaring van medegedetineerde Getuige B in het huis van bewaring tegenover hem hebben bekend Van der Stap te hebben vermoord door wurging. Deze medegevangene zou het gesprek stiekem hebben opgenomen met een mobiele telefoon die hij illegaal in zijn cel had, maar weigeren de betreffende opname(n) aan de recherche af te staan, omdat hij "hulp" wilde in zijn eigen strafzaak. Volgens deze getuige zou P. zelfs "nog twee moorden" hebben bekend. In november 2010 werd hij hierover reeds gehoord als getuige in het hoger beroep in de Puttense zaak voor het gerechtshof te Arnhem werd gehoord. Hij had daar echter weinig te melden. Eerder was gemeld dat Ron P. 4 moorden "in detail" tegenover hem zou hebben "bekend", doch zijn verklaringen bevatten geen namen. Deze getuige suggereerde toen wel details van P. te hebben gehoord over de moord op Anneke van der Stap, maar moest zich beperken tot verklaringen over de moord op de Puttense Christel Ambrosius in 1994. Volgens misdaadjournalist John van den Heuvel, die persoonlijk met hem had gesproken, was er met hem "iets raars aan de hand". P.'s advocaat trok in 2012 het verhaal over de wurging in twijfel, onder meer omdat deze getuige eerder onder ede had verklaard dat P. het niet specifiek over wurging had gehad: deze getuige fantaseerde en sprak zichzelf tegen. Het OM eiste desalniettemin levenslange gevangenisstraf.
Volgens Ron P.'s advocaat was de inmiddels uitgesproken veroordeling wegens de Puttense moordzaak ten onrechte.
Op de laatste dag van zijn proces verklaarde P. onschuldig te zijn, en boos op justitie, omdat hij werd beschuldigd van twee moorden die hij naar eigen zeggen niet had gepleegd. Hij verzocht de rechter om vrijspraak.
Vrijspraak
De rechtbank deed op 28 september 2012 uitspraak en sprak P. vrij van de moord en ook van de diefstal van bezittingen van Van der Stap. De rechtbank overweegt dat niet kan worden vastgesteld wie Anneke om het leven heeft gebracht. De paar getuigen die in de nacht van haar verdwijning in de buurt waren, hebben hem daar niet gezien. De rechtbank stelde wel vast dat Ron P. in de nacht van het overlijden van Anneke, en zelfs 2½ uur nadat zij nog in leven moet zijn geweest, weliswaar in het bezit was van goederen die zij die nacht bij zich had, waaronder het bankpasje waarmee hij bij een benzinestation chipbetalingen had verricht. Omdat hij daarvoor geen aannemelijke verklaring zou hebben gegeven, werd die omstandigheid voor hem zeer belastend geacht: het wees volgens de rechtbank direct naar Ron P. als iemand die niet alleen bij de diefstal van deze goederen kon zijn betrokken, maar ook bij de gewelddadige levensberoving van Anneke van der Stap. Voor een bewezenverklaring van moord of doodslag waren echter aanvullende bewijsmiddelen vereist, waaruit kon volgen dat Ron P. zelf geweldshandelingen tegen het slachtoffer zou hebben gepleegd.
Dat door Getuige C ontkend verhaal en de aanvankelijke ontkenning door Ron P. in het bezit te zijn geweest van de bankpas waren volgens de rechtbank directe aanwijzingen in de richting van Ron P. als mogelijke betrokkene bij de diefstal van de betreffende spullen, maar ook bij de gewelddadige levensberoving van Van der Stap. Slechts het bezit van deze spullen was evenwel onvoldoende bewijs voor die betrokkenheid bij deze levensberoving.
De rechtbank gaf eveneens aan te stellen dat verklaring van de medegedetineerde Getuige B niet uit eigen wetenschap kon gegeven zijn. Het door hem beschrevene had hij niet zelf kunnen waargenomen hebben.
Door de rechtbank werd Ron P. op 28 september dan ook vrijgesproken van de aan hem ten laste gelegde moord of doodslag. Wel werd hij schuldig bevonden aan het bezit van kinderporno. Omdat hem inmiddels in november 2011 door het Gerechtshof te Arnhem een zeer langdurige gevangenisstraf was opgelegd wegens betrokkenheid bij de Puttense moordzaak werd het daarvoor opleggen van een straf onnodig geacht.
Het OM ging in hoger beroep tegen deze vrijspraak. In november 2013 maakte het OM bekend dat er meer getuigen moesten worden gehoord, onder wie twee medegedetineerden met wie Ron P. over de zaak zou hebben gesproken. Zij zouden belastend over P. kunnen verklaren. Een van hen was al eerder gehoord, de tweede meldde zich bij de politie na de vrijspraak.
Gerechtshof
Het Gerechtshof te Den Haag behandelde de zaak op 19 november 2013 en 10 juni, 18 juni, 19 juni en 1 juli 2014.
In het hoger beroep werd door het OM tegen Ron P. opnieuw levenslang geëist. Medegedetineerden zouden hebben verklaard dat hij tegenover hen de moord op Anneke van der Stap zou hebben opgebiecht.
Omdat dit voor zover bekend de tweede moord was, vond het OM de kans op herhaling groot. Daarom zou P. nooit meer vrij mogen komen en levenslang gepast zijn. Omdat hij niet wilde meewerken aan een psychisch onderzoek kon er ook geen sprake zijn van het opleggen van een tbs-behandeling.
Aan de hand van de verklaring van de nieuwe getuige en de verklaringen van de gehoorde deskundigen stelde de Officier van Justitie dat verwurging de meest voor de hand liggende optie was voor de doodsoorzaak, dat P. als schuldige diende te worden aangemerkt en dat hij alsnog een levenslange gevangenisstraf verdiende.
P. hield zijn onschuld vol. „Als verdachte kon ik bij de recherche zeggen wat ik wilde, maar niets werd geloofd. (...) het enige wat ik fout deed, is dat ik gestolen spullen kocht.”
Getuige B
De officier van justitie achtte behalve het bezit van spullen van het slachtoffer, opnieuw de door Getuige B afgelegde verklaring het belangrijkste bewijsmiddel, die bij het hoger beroep voor het gerechtshof werd ondersteund door een verklaring van diens ex-vriendin. Deze getuige had geruime tijd als gedetineerde in dezelfde penitentiaire inrichting verbleven en tegenover de politie een verklaring afgelegd over mededelingen die P. aan hem zou hebben gedaan over de zaak. Hij had een verklaring afgelegd over feiten en omstandigheden die hij van P. zou hebben vernomen, die als daderkennis zouden moeten worden aangemerkt en waarvan niet aannemelijk was geworden dat hij op een andere wijze aan die informatie was gekomen. Dit betrof de enige verklaring in het gehele strafdossier waarin wel concreet werd gesproken over door P. jegens Anneke uitgeoefend geweld, als gevolg waarvan zij kon zijn overleden: P. zou verteld en ook voorgedaan hebben hoe hij haar zou hebben gewurgd. De rechtbank had de bewijskracht daarvan nog verworpen, omdat deze verklaring niet uit eigen wetenschap was, maar slechts van horen zeggen. Voor het gerechtshof leek die verklaring van deze getuige op het punt van de wurging als doodsoorzaak te worden aangevuld door een verklaring van diens ex-vriendin over zijn relaas en een van de gehoorde deskundigen, dat de afwezigheid van een breuk aan het keelskelet of het niet kunnen aantonen daarvan de mogelijkheid van wurging of strangulatie niet uitsloot.
Betrouwbaarheid van Getuige B
P. en zijn advocaat betwistten de betrouwbaarheid van de verklaringen van Getuige B., die volgens hun bezwaren niet als bewijs gebezigd zouden mogen worden. Deze getuige betrof een medegedetineerde, die de beschikking had gehad over P.'s strafdossier, hem had opgezocht en zich had ingespannen om hem een verklaring te laten afleggen, waarbij hij zich ten onrechte voor advocaat had voorgedaan en de gesprekken met hem onjuist had geïnterpreteerd. Volgens het Hof zouden zijn verklaringen echter wel voldoende gedetailleerd, consistent en voldoende betrouwbaar zijn geweest. In het strafdossier bevonden zich ook verklaringen van twee andere medegedetineerden die beweerden informatie te hebben gekregen van P. die onmiskenbaar als daderkennis moest worden aangemerkt.
Deskundigen
Op 10 juni 2014 werden door het Hof drie door het OM opgevoerde deskundigen gehoord, onder andere op het gebied van pathologie en radiologie. Een anatomische doodsoorzaak kon niet met zekerheid worden vastgesteld. Door de entomoloog was gerapporteerd dat de op en bij het lichaam aangetroffen bijna volgroeide bromvliegmaden in overeenstemming waren met een postmortaal interval van ongeveer 12 dagen.
Afgewezen verzoeken
Op de zitting van 19 juni 2014 deden P. en zijn advocaat een voorwaardelijk verzoek aan het Hof om de benoeming van een deskundige om deze een betrouwbaarheidsoordeel te doen laten opmaken over de verklaringen van Getuige B, indien het hof in belastende zin gebruik zou maken van de verklaringen van deze getuige; alsook het eveneens voorwaardelijk verzoek de deskundigen te mogen ondervragen, indien het Hof een breuk van het keelskelet als positieve aanwijzing zou meenemen in een bewijsconstructie. Het Hof wees deze verzoeken af.
Veroordeling wegens doodslag
Het gerechtshof wees arrest op 15 juli 2014. Het achtte wettig en overtuigend bewezen dat Anneke een onnatuurlijke dood was gestorven. Anders dan de rechtbank achtte het hof mede op grond van de gehoorde getuigenverklaringen ook bewezen dat P. hiervoor verantwoordelijk was: hij had het slachtoffer gewurgd en haar lichaam vervolgens achtergelaten bij het Jaagpad te Rijswijk, waar zij 11 dagen later werd aangetroffen, en veroordeelde P. daarom tot 4,5 jaar vrijheidsstraf wegens doodslag. Tevens werd hij veroordeeld voor de diefstal van een aantal goederen van het slachtoffer en het bezit van kinderporno. Het hof merkte in het arrest op dat voor alleen al de bewezenverklaarde doodslag in beginsel een gevangenisstraf van 12 jaren passend en geboden zou zijn, doch dat het bij zijn straftoemeting in deze zaak echter ernstig beperkt werd door de problematiek van de meerdaadse samenloop. Deze aanmerkelijk hogere sanctie kon namelijk niet worden opgelegd, omdat dezelfde verdachte inmiddels was veroordeeld voor de Puttense moordzaak. In theorie en volgens de wet hadden beide zaken samen berecht moeten worden en dan was een maximale straf van 20 jaar mogelijk geweest. Omdat voor de andere zaak reeds 15,5 jaar was opgelegd, resteerde er volgens de wet (de artikelen 57 en 63 Sr) slechts een ruimte voor maximaal 4,5 jaar.
Het OM zag onvoldoende aanknopingspunten voor een kansrijke cassatie bij de Hoge Raad.
P. en zijn advocaat vestigden wel hun hoop op het hoogste rechtscollege. "Hoe is het mogelijk dat Ron P. is veroordeeld op basis van een onbetrouwbare getuige?" reageerde advocaat verbaasd. "Er is verder geen steunbewijs, er zijn geen getuigen, geen sporen en er is ook geen bekentenis".
In juni 2015 oordeelde de Hoge Raad dat er onvoldoende grond was voor een nieuwe behandeling van de zaak.
Documentaire
In 2016 zond het WNL-televisieprogramma De zaak van je leven een documentaire uit over de zaak. Hierin betoonden rechercheurs 'Ruud' en 'Chris' die aan het onderzoek hadden gewerkt zich verbolgen over de in hun ogen lichte straf die door het gerechtshof aan P. was opgelegd.
Kritiek van Ton Derksen
In november 2016 trad de wetenschapsfilosoof Ton Derksen, de auteur van onder meer Onschuldig vast (2016) en die eerder herziening in de strafzaak tegen verpleegster Lucia de B. wist te bewerkstelligen, in de publiciteit met de stelling dat de aantijgingen tegen P. in de Puttense moordzaak geen stand zouden kunnen houden en dat de werkelijke dader dan nog altijd vrij zou rondlopen. Hij kondigde daarbij de publicatie van zijn boek Putten II aan. Sinds zijn onderzoek naar de zaak van Lucia de B. ontving Derksen vele verzoeken van gedetineerden die stelden dat ze onterecht zijn veroordeeld. De advocaat van Ron P., Ruud van Boom, had ook contact gezocht met Derksen, omdat hij overtuigd was van de onschuld van zijn cliënt.
Dat boek Dubbel gedwaald - Putten II en de Rijswijkse moordzaak verscheen in december 2017.
Volgens Derksen zou er iets structureel mis zijn met de Nederlandse strafvordering. In zijn boek attendeert hij na een grondige bestudering van de bewijslevering op vele twijfelachtige conclusies die in de beide gecompliceerde zaken werden getrokken. Toen eerst het later onschuldig bevonden tweetal Wilco Viets en Herman du Bois voor de Puttense moordzaak werd vervolgd, werd er door de politie en het OM een belangrijke betekenis toegekend aan getuigen die hadden verklaard destijds twee mannen in de buurt van die woning te hebben gezien. Toen echter later Ron P. als verdachte in beeld kwam, werden diezelfde getuigenverklaringen over twee waargenomen mannen even gemakkelijk opzijgeschoven.
Derksen gaat in 8 hoofdstukken in het tweede gedeelte van zijn boek Dubbel gedwaald uitgebreid in op wat hij als de Rijswijkse moordzaak betitelt. Daarin besteedt hij aandacht aan de behandeling van de zaak in eerste aanleg bij de rechtbank en het vonnis van 28 september 2012 en het hoger beroep bij het gerechtshof en het arrest dat in hoger beroep werd gewezen op 15 juli 2014, enkele voorwerpen die Ron P. in zijn bezit bleek te hebben en die aan het slachtoffer toebehoorden en hij naar zijn zeggen had overgenomen van Getuige C., de zogeheten Kappaman (de bankpas die Ron P. op 12 juli 2005 gebruikte voor een chip-betaling bij een BP-benzinestation aan de Statenlaan, de harde schijf die bleek te zijn ingebouwd in de computer van zijn vriendin, waarop bestanden van het slachtoffer waren aangetroffen, en de USB-stick waarop eveneens bestanden van haar waren gevonden), de beschuldigingen die waren geuit door de als getuige gehoorde Kappaman (Getuige C), de telefoon van het slachtoffer en de daarmee gevoerde gesprekken, ontlastend bewijsmateriaal, het zogeheten nachtmerrie-scenario van de jogger nabij de plaats waar het stoffelijk overschot van het slachtoffer was gevonden, vermeende belastende elementen en de rol van zogeheten snitches, liegende informanten, in de strafrechtspleging in het algemeen en de rol in de strafzaak tegen Ron P. van de belastende verklaringen van zijn medegedetineerde Van H., de Getuige B.
Volgens Derksen ziet het ernaar uit dat in die complexe Rijswijkse zaak met name de belastende verklaringen van medegedetineerden hem fataal zijn geworden, onder wie die van met name een notoir pseudoloog, de zich voor miljonair uitgevende Getuige B, die wegens herhaalde oplichting vastzat en aan wie het televisieprogramma Opgelicht?! in 2003 een aflevering had gewijd. Hij had zich ook uitgegeven voor sponsor van darter Raymond van Barneveld en als eigenaar van een SM-club. Ook bood hij huizen te Saint-Tropez te koop aan en beweerde hij de buurman van Herman Heinsbroek te zijn.
Getuige C: de Kappaman
Derksen verklaart in zijn boek geen contact te hebben gehad met Ron P. en verzekert zich te hebben beperkt tot een grondige en kritische bestudering van de dossiers. Hij suggereert dat de Getuige C bij het tankstation, aangeduid als De Kappaman, nader aan de tand had moeten worden gevoeld. Deze was gehoord door de politie en de rechter-commissaris tijdens het onderzoek voorafgaand aan de zitting van de rechtbank in 2011, en niet door het Gerechtshof in 2013. Hij verklaarde Ron P. niet te kennen. De rechtbank, het gerechtshof en ook de Advocaat-Generaal hadden hem op zijn woord geloofd. Derksen stelt dat het echter nagenoeg zeker (extreem waarschijnlijk) is dat zij elkaar op 12 juli 2005 reeds kenden en dat zij elkaar ook daarna nog gezien hebben. Dit concludeert Derksen uit de videobeelden van de bewakingscamera van het benzinestation, de nabijheid van hun vroegere huisadressen, de implicaties van de verklaringen van deze Getuige C en het feit dat zij beiden regelmatig ´s nachts koffie kwamen drinken bij dat benzinestation.
In de nacht van de verdwijning van Anneke zouden zij samen in het BP-station en de bijbehorende winkel aan de Statenlaan in Scheveningen (Den Haag) zijn geweest, waar Ron om 02.36 uur en 02.45 uur twee keer met de bankpas van Anneke chipt: eerst twee broodjes, daarna een ijsje. Terwijl hij hier binnen is, komt op de bewaard gebleven beelden van een beveiligingscamera de Kappaman om 2.42 uur binnenlopen. Hij verlaat de winkel om 02.45 uur, kort daarna loopt Ron ook naar buiten en daar staan ze nog een tijdje te praten.
De Kappaman is een persoon met "handeltjes" en ditmaal zou hij als aanbieding dekbedovertrekken hebben aangeboden “en een plastic tas, wit zonder opdruk, met daarin een externe harde schijf”. Ron zou dit van hem hebben gekocht voor 150 euro en deze spullen in zijn auto hebben geladen en daarop van de Kappaman een gevonden pinpas hebben gekregen. Omdat deze pas een chipknip is, neemt Ron de pas mee en slaagt hij erin de broodjes en het ijsje daarmee te betalen.
De Kappaman verklaart in het politieonderzoek echter dat hij Ron niet kent en niets met deze voorwerpen te maken had. Derksen ontleedt de verklaringen van de Kappaman en legt bloot dat ze tegenstrijdig zijn en niet kunnen kloppen, maar dat het Hof de geloofwaardigheid van de wegens oplichting veroordeelde Rob van H. en de Kappaman nodig had om tot een veroordeling van Ron te kunnen komen. Uit de reconstructie van de tijdlijn van Ron blijkt dat het vrijwel onmogelijk zou zijn geweest voor Ron om met zijn bestelbus reeds rond kwart voor één ’s nachts in de buurt van het Jaagpad te kunnen zijn geweest, waar later het stoffelijke overschot van Anneke zou worden gevonden.
Deze Getuige C. had hierover in het latere politieonderzoek details verklaard die hij alleen na zijn ontmoeting met Ron P. in het benzinestation had kunnen weten. Waar er in de verklaringen van P. over hoe hij aan de spullen van Anneke was gekomen geen enkele onwaarheid of inconsistentie valt te bespeuren, ligt dat volgens Derksen bij deze Kappaman anders. Pas geconfronteerd met de beelden van de bewakingscamera van dat benzinestation aan de Statenlaan, waarop hij en P. beiden te zien zijn, herriep deze Getuige C. zijn eerdere verklaring de als verdachte aangemerkte Ron P. niet te kennen. Derksen toont aan dat deze verklaring zeer onaannemelijk is, aangezien deze Kappaman van 2000 tot 2005 pal naast de ex-vriendin van P. woonde. Ron woonde toen niet officieel bij zijn ex-vriendin, maar sliep en verbleef wel vaak bij haar in huis in Scheveningen. Dat Ron P. en de Kappaman elkaar hebben gekend is waarschijnlijk, hetgeen ook wordt bevestigd door P. die de Kappaman tijdens het onderzoek steevast 'buurman' zou hebben genoemd. Ook was er in de nabijheid van de plek waar het stoffelijk overschot zou worden gevonden omstreeks het vermoedelijk tijdstip van het delict door getuigen een als "verwilderde man" beschreven persoon gesignaleerd, die verder buiten het onderzoek bleef.
Literatuur
Over deze zaak zijn twee boeken verschenen:
In september 2016 verscheen het boek Vingers gespreid in angst - wat gebeurde er met Anneke van der Stap? van journalist Richard Helweg. Elf jaar lang volgde hij de zaak. In zijn boek stelt hij dat indien het politieonderzoek in de Puttense moordzaak beter zou zijn uitgevoerd en P. derhalve reeds eerder zou zijn aangehouden, Anneke nog zou hebben geleefd. Het eerste exemplaar van het boek werd door hem overhandigd aan haar vader Harry van der Stap. Hij onderschrijft de enkele maanden na de verschijning van zijn boek door Derksen geuite kritiek niet.
In december 2017 verscheen het boek Dubbel gedwaald - 'Putten II en de Rijswijkse moordzaak van Ton Derksen, dat deels over deze zaak handelt (zie hierboven).
Stap
Geschiedenis van Rijswijk
Misdrijf in 2005
|
De brief betrof een reactie op beschuldigingen in de media, die bestemd was voor de raadsman ter voorbereiding van de verdediging. Ook de aantekeningen in het afschrift van zijn procesdossier waren volgens de verdediging onmiskenbaar bedoeld voor zijn raadsman. Deze stukken waren vervolgens richtinggevend geweest voor het verdere onderzoek. Daarmee zou het verschoningsrecht, althans het recht op vrij verkeer tussen verdachte en raadsman, zijn geschonden.
| 1 |
antwoordactie, reactie, repliek
|
1,081 |
SuspendAction
|
4561993
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Android%20TV
|
Android TV
|
Android TV is een interactief platform ontwikkeld door Google. Via dit platform kan elke tv de eigenschappen van een smart-tv krijgen als er verbinding met internet gemaakt is. Android TV kan standalone op de televisie gebruikt worden of via een mediaspeler zoals de Android stick of de Android TV box. Via de Google Play Store zijn gebruikers in staat om aanvullende Androidapplicaties te downloaden, zoals de streamingdienst Netflix en games.
De bediening van Android TV verloopt op basis van spraak, of via een afstandsbediening. Ook is het mogelijk om (via bluetooth) gebruik te maken van een draadloos toetsenbord, of gebruik te maken van een controller van de spelconsole.
Mogelijkheden
Android TV beschikt over ondersteuning voor hd-tv, wat het platform geschikt maakt voor het bekijken van films, het beluisteren van muziek en het spelen van games. Tevens beschikt Android TV over dezelfde mogelijkheden als de Chromecast. Verder beschikt Android TV over de volgende mogelijkheden:
Kodi (voorheen XBMC) stelt gebruikers in staat applicaties en content af te spelen
Netflix ondersteuning
YouTube ondersteuning
TuneIn Radio
Google Play Store
Televisie
Sony, Sharp, en Philips kondigden aan dat er tv's met Android TV-ondersteuning op de markt zouden verschijnen in 2015. Alle televisies die werken met dit platform beschikken automatisch over mogelijkheden zoals Google Cast, stembediening en de Google Play Store. In mei 2015 was het Sony die als eerste de ondersteuning voor Android TV aan de BRAVIA-modellen had toegevoegd. Deze toestellen zijn voorzien van hd- en 4K- ondersteuning.
Android TV Boxen
Google maakte het eerste Android TV apparaat bekend in oktober 2014. Het ging om de Nexus Player, die werd ontwikkeld door Asus. Sindsdien zijn er diverse apparaten verschenen die draaien op Android TV. Er zijn ook Android TV boxen verschenen. Hierbij is een smart tv niet nodig om apps te kunnen downloaden, of om films te kunnen streamen. Voorbeelden van Android TV boxen zijn:
NVIDIA Shield TV
NVIDIA Shield TV Pro
Xiaomi Mi Box
Xiaomi Mi Box S
Zie ook
Google TV
Externe link
Officële webpagina
Software voor Android
Google
|
Android TV Boxen
Google maakte het eerste Android TV apparaat bekend in oktober 2014. Het ging om de Nexus Player, die werd ontwikkeld door Asus. Sindsdien zijn er diverse apparaten verschenen die draaien op Android TV. Er zijn ook Android TV boxen verschenen. Hierbij is een smart tv niet nodig om apps te kunnen downloaden, of om films te kunnen streamen. Voorbeelden van Android TV boxen zijn:
| 1 |
pauzeren, onderbreken, apparaat
|
11,135 |
TakeAction
|
3757913
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fernand%20Brunfaut
|
Fernand Brunfaut
|
Fernand Brunfaut (Neffe-Anseremme, 7 juli 1886 - Brussel, 9 februari 1972) was een Belgisch volksvertegenwoordiger en architect.
Levensloop
Brunfaut liep aanvankelijk lagere school in Jemelle, alvorens hij zich in 1894 met zijn gezin in Sint-Jans-Molenbeek vestigde. Hij studeerde architectuur aan de Academie voor Schone Kunsten in Brussel en volgde tevens een studie sociale en economische wetenschappen aan de Université Nouvelle in Brussel. Als architect, een beroep dat ook zijn broer Gaston Brunfaut en zijn zoon Maxime Brunfaut beoefenden, liep hij stage bij Victor Horta en Albert Dumont en was hij laureaat van verschillende openbare architectuurwedstrijden. Hij liet zich inspireren door het modernisme, het functionalisme en de architectuur in de Sovjet-Unie en ontwierp verschillende gebouwen voor socialistische organisaties, zoals de Socialistische Mutualiteit in Dinant (1922), de hoofdkantoren van de kranten Vooruit in Gent (1931) en Le Peuple in Brussel (1932), de gebouwen van de verzekeringsmaatschappij Sociale Voorzorg in Brussel (1931), het sanatorium Joseph Lemaire in Tombeek (1934-1937), het medisch centrum César De Paepe in Brussel (1923) en de kliniek van Bond Moyson in Gent (1928). Daarnaast liet hij sociale woningen bouwen in Sint-Jans-Molenbeek, Evere en Laken, evenals de volkshuizen van Willebroek en Dinant.
In 1906 sloot Brunfaut zich aan bij de Belgische Werkliedenpartij. Voor deze partij werd hij in 1911 gemeenteraadslid van Laken, waar hij van 1914 tot 1921 schepen van Openbare Werken was en regelmatig optrad als waarnemend burgemeester. Vanaf 1909 was hij tevens secretaris van de Arbeidersliga in Laken en tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij vanaf 1915 voorzitter van de plaatselijke afdeling van het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit. Nadat Laken was opgeslorpt door Brussel, was hij van 1921 tot 1958 lid van de Brusselse gemeenteraad. Van 1921 tot 1925 was hij ook provincieraadslid van Brabant en in 1925 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brussel, een mandaat dat hij uitoefende tot in 1961. Van 1947 tot 1961 was hij ondervoorzitter van de Kamer. In die hoedanigheid was hij voorzitter van de Kamercommissies Openbare Werken, Verkeerswezen, Volksgezondheid en Gezin.
Binnen de socialistische partij behoorde Brunfaut tot de radicale linkervleugel die het communisme niet ongenegen was In 1917 steunde hij de bolsjewitische Oktoberrevolutie in Rusland, die uitmondde in de oprichting van de Sovjet-Unie, en in 1925 hield hij in de Kamer een pleidooi voor de officiële erkenning van de Sovjet-Unie, waarbij hij de terreur in het land banaliseerde. Ook kantte Brunfaut zich in 1919 tegen de regeringsdeelname van de socialisten en weigerde hij samen met zijn partijgenoot Albert Marteaux in 1926 het vertrouwen te geven aan de katholiek-liberaal-socialistische regering-Jaspar I. Niettemin bleef Brunfaut lid van de BWP en trad hij in tegenstelling tot sommige geestesgenoten niet toe tot de Kommunistische Partij van België. Daarnaast was hij een overtuigde antifascist die ijverde voor de oprichting van een links volksfront en daartoe in 1936 een motie indiende in de Algemene Raad van de Brusselse federatie van de BWP, die met 48 stemmen tegen vier (waaronder die van Brunfaut en Marteaux) en zes onthoudingen werd verworpen. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog zette hij acties op ter ondersteuning van de republikeinen en was hij een ferm tegenstander van de neutraliteitspolitiek van de Belgische regering, die ook uitgedragen werd door zijn partijgenoten Hendrik de Man en Paul-Henri Spaak.
In 1939 weigerde Brunfaut het Molotov-Ribbentroppact tussen de Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland te veroordelen en bleef hij als een van de weinige socialisten de Sovjet-Unie steunen, ook nadat het land Finland was binnengevallen. Om die reden werden Brunfaut en zijn zoon in december 1939 uit de Belgische Werkliedenpartij gestoten en werd hij onder druk gezet om ontslag te nemen uit zijn politieke mandaten. Hij weigerde dit met het argument dat het vertrouwen dat zijn kiezers in hem gesteld hadden, niet wilde beschamen. In de maanden erna verzette Brunfaut zich tegen voorstellen om de Kommunistische Partij te verbieden en het wetsontwerp van de regering om de nationale instellingen te verdedigen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef Brunfaut enkele maanden in Frankrijk, alvorens hij terugkeerde naar het door nazi-Duitsland bezette België. In mei 1941 werd hij als burgerlijk gijzelaar opgepakt door de Gestapo en opgesloten in de Citadel van Hoei, om de moord op een Duitse soldaat in het Park van Laken te wreken. Na negen maanden werd hij opnieuw vrijgelaten, waarna hij ondergedoken leefde.
Na de Bevrijding werd Brunfaut opnieuw toegelaten tot de Belgische Socialistische Partij (BSP-PSB), de opvolger van de Belgische Werkliedenpartij. Als Kamerlid verdiepte hij zich in vraagstukken rond stedenbouw en huisvesting. Brunfaut is een van de weinige parlementsleden die erin geslaagd zijn een wetsvoorstel te doen goedkeuren en er hun naam aan te verbinden, aangezien het meestal wetsontwerpen van de regering zijn die voorrang krijgen. De wet van 15 april 1949, Wet Brunfaut genaamd, stichtte het Nationaal Fonds voor de Huisvesting, dat de financiering van de grote infrastructuurwerken voor sociale woonwijken op de kosten van het Rijk doet uitvoeren. Het was de tegenhanger van de wet van 29 mei 1948, Wet De Taeye genaamd, die de toekenning inhield van staatspremies bij de aankoop van een sociale woning, hetgeen een sterke stimulans betekende voor de eigendomsverwerving. Aldus was er een 'socialistische' wet en een 'christendemocratische' wet, die samen voor de ontwikkeling van de sociale woningbouw zorgden.
In de Kamer ijverde hij na de Tweede Wereldoorlog voor de erkenning van de Volksrepubliek China. Ook toonde hij zich kritischer ten aanzien van de Sovjet-Unie, die hij verweet niet genoeg rekening te houden met de noodzaak dat elk land zich vrij diende te ontwikkelen volgens haar eigen tradities. Deze misrekening was volgens hem de belangrijkste oorzaak van de breuk tussen de Sovjet-Unie en Joegoslavië in 1948 en de Hongaarse Opstand in 1956. Bij de verkiezingen van 1961 raakte Brunfaut niet meer verkozen, hetgeen zijn afscheid van de actieve politiek betekende.
Brunfaut was van nabij betrokken bij de aanleg van de Brusselse Noord-Zuidverbinding. In 1947 werd hij voorzitter van het Nationaal Bureau der Noord-Zuid Verbinding.
In Brussel is er een Fernand Brunfautstraat, een Brunfauttoren en een Bibliotheek Fernand Brunfaut.
In 2004 werd in het stadhuis van Brussel een tentoonstelling gehouden onder de titel Une architecture engagée - Les Brunfaut. In 2013 werd in het Atomium opnieuw een expositie gewijd aan de architecten Brunfaut, onder de titel Brunfaut's Progressive Architecture.
Publicaties
La condition municipale, Verviers, 1951
Les transports en commun à Bruxelles, z.d.
La Jonction, Brussel, 1959
Literatuur
Paul VAN MOLLE, Hert Belgisch parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.
Un siècle d'architecture et d'urbanisme, 1900-2000, Mardaga, Luik, 2000.
Externe links
De woning van Fernand Brunfaut
Jean PUISSANT, Biografie Fernand Brunfaut, Dictionnaire Biographique Le Maitron'', online gezet op 5 maart 2012.
Belgisch volksvertegenwoordiger
Belgisch architect
Brabants provincieraadslid
Schepen van Laken
BSP-politicus
|
Na de Bevrijding werd Brunfaut opnieuw toegelaten tot de Belgische Socialistische Partij (BSP-PSB), de opvolger van de Belgische Werkliedenpartij. Als Kamerlid verdiepte hij zich in vraagstukken rond stedenbouw en huisvesting. Brunfaut is een van de weinige parlementsleden die erin geslaagd zijn een wetsvoorstel te doen goedkeuren en er hun naam aan te verbinden, aangezien het meestal wetsontwerpen van de regering zijn die voorrang krijgen. De wet van 15 april 1949, Wet Brunfaut genaamd, stichtte het Nationaal Fonds voor de Huisvesting, dat de financiering van de grote infrastructuurwerken voor sociale woonwijken op de kosten van het Rijk doet uitvoeren. Het was de tegenhanger van de wet van 29 mei 1948, Wet De Taeye genaamd, die de toekenning inhield van staatspremies bij de aankoop van een sociale woning, hetgeen een sterke stimulans betekende voor de eigendomsverwerving. Aldus was er een 'socialistische' wet en een 'christendemocratische' wet, die samen voor de ontwikkeling van de sociale woningbouw zorgden.
| 1 |
eigendomsovername, objectverwerving, eigendomsverwerving
|
11,883 |
BedAndBreakfast
|
5795393
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Einrade
|
Einrade
|
Einrade is een hoeve en voormalig kasteel in het Nederlandse dorp Holset, provincie Limburg. Tevens was Einrade van de middeleeuwen tot aan de Franse Tijd een heerlijkheid met lage jurisdictie. Het kasteel zelf is volledig verdwenen maar de kasteelboerderij is behouden gebleven en als rijksmonument geclassificeerd.
Geschiedenis
De heerlijkheid Einrade behoorde deels tot het hertogdom Limburg en deels tot het Land van ’s Hertogenrade. Het kasteel Einrade was het bestuurscentrum van deze heerlijkheid. Als laathof beschikte het kasteel over een hoeve en er waren gebruiksrechten op het Malenbos.
De oudste vermelding van het kasteel dateert uit de 14e eeuw. De familie Van Wertheim is de oudst bekende eigenaar en werd opgevolgd door de familie Van Ghoor. De laatste mannelijke eigenaar uit dit geslacht was Daniel van Ghoor. Zijn dochter trouwde met Frans Spies von Büllesheim, zodat Einrade in zijn familie terechtkwam.
Catharina von Spies trouwde in de 17e eeuw met een telg uit de familie Van Hoensbroek. Ze liet Einrade na aan haar zoon Daniel, die in 1670 stierf en het goed naliet aan zijn dochter. Zij besloot om Einrade te verkopen aan Herman Lamberts. Deze wolhandelaar uit Aken had meerdere bezittingen verworven, zoals kasteel Cortenbach en De Dohm, en kreeg in 1686 de titel ridder van het Heilige Roomse Rijk. De verschillende bezittingen van de familie Lamberts werden samengevoegd tot een ondeelbare nalatenschap, maar in 1810 raakten de goederen door een erfdeling toch weer verdeeld. De familie De Lamberts van Cortenbach bleef overigens ook na de splitsing eigenaar van Einrade.
Tot 1977 was Einrade in gebruik als boerderij. Sindsdien is er onder andere een bed and breakfast in gevestigd.
Beschrijving
Het kasteel bestond uit een omgrachte hoofd- en voorburcht. De gracht kon middels een sluis worden ontwaterd.
Het is niet bekend wanneer het kasteel is afgebroken. In 1529 was het nog aanwezig, maar op kaarten uit begin 19e eeuw staat het niet meer vermeld. Op de kadastrale kaart van 1829 lagen er naast de hoeve twee vijvers waarvan de westelijke een eiland bevatte, de mogelijke locatie van het verdwenen kasteel. Van de grachten zijn anno 2023 slechts restanten bewaard gebleven in het landschap.
Hoeve
De huidige boerderij is een voortzetting van de bouwhoeve op de voormalige voorburcht van kasteel Einrade. De boerderij bestaat uit drie vleugels rondom een binnenplaats. Het woonhuis is een bakstenen, rechthoekig gebouw met twee verdiepingen en een souterrain, afgedekt door een schilddak. Dit huis zal zijn gebouwd eind 16e/begin 17e eeuw.
Het oudste deel van de hoeve is een westhoek van de stal: hier is een 16e-eeuws restant van een vierkante toren aanwezig. Oorspronkelijk zal de toren hoger zijn geweest en is deze in de 19e eeuw verlaagd. De bouwdelen tussen het woonhuis en de toren – inclusief de toegangspoort - zijn in de 17e eeuw opgetrokken.
De rest van de vleugels bestaat uit diverse schuren, waarvan een in vakwerk is uitgevoerd. Deze gebouwen dateren uit de 18e en 19e eeuw.
Het bakhuis ligt aan de open zijde van de binnenplaats.
Rijksmonument in Vaals
Verdwenen kasteel in Nederland
Kasteel in Limburg (Nederland)
|
Tot 1977 was Einrade in gebruik als boerderij. Sindsdien is er onder andere een bed and breakfast in gevestigd.
| 1 |
bed and breakfast, logies met ontbijt, B&B
|
3,322 |
ShippingDeliveryTime
|
5651907
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maaltijdbezorging
|
Maaltijdbezorging
|
Maaltijdbezorging is het bezorgen van maaltijden, dranken en boodschappen, door een restaurant of bezorgdienst aan de klant thuis. Dit wordt veelal gedaan met gebruik van elektrische fietsen en scooters met een bezorgkoffer of een speciale rugtas om de maaltijd warm te houden.
Maaltijdbezorging werd mondjesmaat gedaan door afhaalrestaurants vanaf de jaren '50, maar werd erg populair in de jaren '90 met de komst van Domino's Pizza en rond de eeuwwisseling de eerste maaltijdbestelwebsites Pizzaweb en Pizzaonline in 1998 en Thuisbezorgd.nl in 2000. Toen veel mensen met de coronacrisis in 2020 en 2021 meer thuis moesten blijven nam maaltijdbezorging een vlucht. Naast het bezorgen van maaltijden van restaurants kwam in 2021 ook het concept flitsbezorging naar Nederland, waarbij vooral boodschappen worden bezorgd.
Geschiedenis van maaltijdbezorging in Nederland
De opkomst van Chinees-Indische restaurants in de jaren '50 van de twintigste eeuw maakte het concept van het afhaalrestaurant populair. Toen eind jaren '50 de welvaart in Nederland toenam groeide ook de populariteit van het afhalen van eten bij Chinees-Indische restaurants en later ook bij pizzarestaurants. Bezorging van maaltijden werd nog maar mondjesmaat gedaan, en hoewel de groeiende populariteit van de televisie in de jaren '60 zorgde voor een toename in bezorgverzoekjes, was maaltijdbezorging vaak een extra dienst voor klanten van (afhaal)restaurants of voor ouderen met beperkingen, maar niet iets dat als vaste dienst werd aangeboden waar consumenten met regelmaat op konden rekenen.
Maaltijdbezorging kwam echt van de grond in de jaren '90. Met de komst van Domino's Pizza naar Nederland werd het idee van maaltijdbezorging steeds populairder onder Nederlanders en halverwege de jaren '90 had bijna iedere pizzeria wel een bromfiets staan waarmee pizza's bezorgd konden worden die telefonisch of via fax besteld werden, en contant aan de deur werden afgerekend. Met de komst van bestelwebsites als Pizzaweb en Pizzaonline in 1998 en Thuisbezorgd.nl in 2000
Tijdlijn
Jaren '50: met de opkomst van Chinees-Indische afhaalrestaurants kwam mondjesmaat ook de eerste maaltijdbezorging op gang.
1989: Domino's Pizza opent haar eerste vestiging in Nederland en wakkert een groei in populariteit van maaltijdbezorging aan.
1998: Pizzaweb en Pizzaonline/Emeal zijn de eerste websites in Nederland waar maaltijden besteld kunnen worden.
2000: Thuisbezorgd.nl wordt opgericht door Jitske Groen en groeit binnen enkele jaren uit tot een van de bekendste maaltijdbezorgwebsites van Nederland.
2014: Domino’s Pizza, De Beren, Spare Rib Express, Taco Mundo en New York Pizza richten de Nederlandse Vereniging Van Maaltijdbezorgers met als belangrijkste doelstelling gezamenlijke belangenbehartiging van de bedrijven werkzaam in de maaltijdbezorgbranche.
2015: de Britse maaltijdbezorgdienst Deliveroo breidt zijn diensten uit naar het buitenland, waaronder Berlijn, Dublin, Parijs en Amsterdam.
2016: de Amerikaanse maaltijdbezorgdienst Uber Eats breidt zijn diensten uit naar Nederland, te beginnen in Amsterdam. Bezorgers van Uber zijn, net als de taxichauffers, niet in loondienst maar zelfstandigen.
2016: de Duitse maaltijdbezorgdienst Foodora breidt zijn diensten uit naar Nederland, te beginnen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. In 2018 maakte Foodora bekend zijn acitviteiten in Nederland te stoppen.
2017: Thuisbezorgd start de dochteronderneming Scoober, een restaurantbezorgdienst waarbij zij als platform bezorgers leveren aan de restaurants, in plaats van dat restaurants hun eigen bezorgers in dienst moet hebben.
2017: Deliveroo kondigt aan niet meer met bezorgers in loondienst te zullen werken en in plaats daar van hun bezorgers als freelancers opdrachten aan te bieden.
2018: het FNV spant een rechtzaak aan tegen maaltijdbezorgdienst Deliveroo, omdat zij van mening zijn dat de bezorgers van Deliveroo schijnzelfstandigen zijn en in loondienst zouden moeten.
2020: als gevolg van de coronacrisis neemt de vraag naar maaltijdbezorging enorm toe. Tijdens de verschillende lockdowns en de avondklok werd maaltijdbezorging gezien als cruciaal beroep en was zij veelal vrijgesteld van de algemene beperkingen die werden opgelegd.
2020: vanaf 1 juli 2020 is de minimumleeftijd voor maaltijdbezorgers wettelijk vastgesteld op 16 jaar.
2020: in samenwerking met horecagroothandel Sligro lanceert Mr. Butler een maaltijdbezorgdienst in Venlo, Den Bosch, Helmond en Nijmegen.
2021: vier Flits-bezorgdiensten breiden in korte tijd achter elkaar hun diensten uit naar Nederland en bieden bezorging van boodschappen aan met een korte bezorgtijd.
2022: Kort achter elkaar gaan supermarktketen Jumbo een samenwerking aan met flitsbezorgdienst Gorillas voor het bezorgen van boodschappen, en gaat Albert Heijn een samenwerking aan met maaltijdbezorgdiensten Thuisbezorgd en Deliveroo voor het bezorgen van boodschappen aan hun klanten.
2022: In april trekt Mr. Butler zich na bijna twee jaar terug uit Nijmegen. Later dit jaar zal de bezorgdienst zich ook terugtrekken uit Den Bosch en Helmond. In maart 2023 zullen zowel Mr. Butler als InVenlo, het oorspronkelijke bedrijf waaruit Mr. Butler is ontstaan, helemaal stoppen.
2022: Na de aankondiging van een consultatieproces in augustus, trekt Deliveroo zich in november geheel terug uit de Nederlandse markt. Bezorgers van Deliveroo zetten met Bestellenbij.nl in september een coöperatieve maaltijdbezorgdienst op.
Controverses
Werkuren en verkeersveiligheid jonge maaltijdbezorgers
Naar aanleiding van een reeks incidenten waaruit bleek dat veel 15-jarigen te laat doorwerkten en betrokken raakten bij verkeersongevallen, waaronder het overlijden van een 15-jarige maaltijdbezorger in Utrecht, riep de Inspectie SZW op aanraden van het FNV begin 2020 het kabinet op tot een verbod op het laten bezorgen van jongeren onder de 16 jaar. Dit verbod is vanaf 1 juli 2020 ingegaan.
Zelfstandigheid bezorgers Deliveroo en Uber Eats
In tegenstelling tot de meeste andere maaltijdbezorgdiensten, zijn bezorgers van Deliveroo en Uber Eats niet bij de platforms in loondienst, maar zijn zij werkzaam als zelfstandigen met een overeenkomst tot opdracht. Toen Deliveroo in 2017 deze overstap maakte viel dit niet bij alle bezorgers in goede aarde, en een bezorger spande met hulp van de vakbond FNV een rechtzaak aan tegen het platform. Desondanks staan niet alle bezorgers negatief over de platformeconomie, en geven veel bezorgers aan dat ondanks de nadelen, zij het werk niet in loondienst zouden willen doen.
Het conflict tussen FNV en Deliveroo is sinds 2018 tot meerdere rechtzaken gekomen. In de eerste rechtzaak van voormalig bezorger Sytze Ferwerda werd Deliveroo in het gelijk gesteld en was de rechter van mening dat er geen sprake was van zelfstandigheid zoals het FNV beargumenteerde. Een jaar later oordeelde een andere rechter echter in het voordeel van het FNV; zij was van mening dat er wel sprake was van schijnzelfstandigheid. Deliveroo is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan, maar werd ook daar niet in het gelijk gesteld. Ondanks deze uitspraken van de rechter blijken er 3 jaar na de eerste uitspraak ten nadele van Deliveroo nog maar slechts enkele bezorgers te zijn die er daadwerkelijk voor kiezen om een arbeidscontract af te dwingen. Vrijwel alle bezorgers hebben of een andere baan gevonden, of kiezen er voor om het werk als zelfstandigen uit te blijven voeren.
Overlast flitsdiensten
In 2021 zijn er in korte tijd vier flitsbezorgdiensten in Nederland actief geworden, een online-supermarkt met bezorgdienst waarbij boodschappen binnen een kort tijdsbestek worden bezorgd vanuit een of meerdere eigen magazijnen. Flitsbezorgdiensten kwamen echter ook al snel negatief in het nieuws: ze zorgen steeds vaker voor overlast in binnensteden met het komen en gaan van bezorgers en de logistieke aanvoer door vrachtwagens, en de zogeheten dark stores veroorzaken vaak geluidsoverlast en troep op straat.
In januari 2022 nam Amsterdam als eerste maatregelen tegen flitsbezorgers door het verbieden van het openen van nieuwe magazijnen binnen de stadsgrenzen, en in maart en april gingen de gemeentes Amsterdam en Utrecht over tot het sluiten van reeds geopende vestigingen.
Hoogte commissie restaurants
De meeste maaltijdbezorgplatforms, waaronder Thuisbezorgd, Deliveroo en Uber Eats werken op basis van een commissiemodel. Over iedere bestelling die een restaurant krijgt via het platform, moeten zij een commissie afdragen. In de beginjaren van Thuisbezorgd lag dit rond de 80 cent per bestelling, gemiddeld 5% à 6%. Thuisbezorgd stapte over van een vast bedrag per bestelling naar een model waarbij zij een percentage van de bestelling ontvingen, en de hoogte van deze commissie begon met de jaren te stijgen. In 2014 vroeg Thuisbezorgd restaurants nog 12% commissie. Dit werd in 2018 verhoogd naar 13% en in 2022 naar 14%. Veel ondernemers beklagen zich dat zij volledig afhankelijk geworden zijn van bezorgplatforms als Thuisbezorgd, Deliveroo en Uber Eats en dat ze het gevoel hebben dat er misbruik gemaakt wordt van hun machtspositie om restaurants steeds hogere commissie op te leggen. Zij voelen dat de dienst die door deze platforms geleverd wordt niet meer in verhouding staat tot de prijs die er voor betaald moet worden.
Beroep
Horeca
|
Jaren '50: met de opkomst van Chinees-Indische afhaalrestaurants kwam mondjesmaat ook de eerste maaltijdbezorging op gang.
1989: Domino's Pizza opent haar eerste vestiging in Nederland en wakkert een groei in populariteit van maaltijdbezorging aan.
1998: Pizzaweb en Pizzaonline/Emeal zijn de eerste websites in Nederland waar maaltijden besteld kunnen worden.
2000: Thuisbezorgd.nl wordt opgericht door Jitske Groen en groeit binnen enkele jaren uit tot een van de bekendste maaltijdbezorgwebsites van Nederland.
2014: Domino’s Pizza, De Beren, Spare Rib Express, Taco Mundo en New York Pizza richten de Nederlandse Vereniging Van Maaltijdbezorgers met als belangrijkste doelstelling gezamenlijke belangenbehartiging van de bedrijven werkzaam in de maaltijdbezorgbranche.
2015: de Britse maaltijdbezorgdienst Deliveroo breidt zijn diensten uit naar het buitenland, waaronder Berlijn, Dublin, Parijs en Amsterdam.
2016: de Amerikaanse maaltijdbezorgdienst Uber Eats breidt zijn diensten uit naar Nederland, te beginnen in Amsterdam. Bezorgers van Uber zijn, net als de taxichauffers, niet in loondienst maar zelfstandigen.
2016: de Duitse maaltijdbezorgdienst Foodora breidt zijn diensten uit naar Nederland, te beginnen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. In 2018 maakte Foodora bekend zijn acitviteiten in Nederland te stoppen.
2017: Thuisbezorgd start de dochteronderneming Scoober, een restaurantbezorgdienst waarbij zij als platform bezorgers leveren aan de restaurants, in plaats van dat restaurants hun eigen bezorgers in dienst moet hebben.
2017: Deliveroo kondigt aan niet meer met bezorgers in loondienst te zullen werken en in plaats daar van hun bezorgers als freelancers opdrachten aan te bieden.
2018: het FNV spant een rechtzaak aan tegen maaltijdbezorgdienst Deliveroo, omdat zij van mening zijn dat de bezorgers van Deliveroo schijnzelfstandigen zijn en in loondienst zouden moeten.
2020: als gevolg van de coronacrisis neemt de vraag naar maaltijdbezorging enorm toe. Tijdens de verschillende lockdowns en de avondklok werd maaltijdbezorging gezien als cruciaal beroep en was zij veelal vrijgesteld van de algemene beperkingen die werden opgelegd.
2020: vanaf 1 juli 2020 is de minimumleeftijd voor maaltijdbezorgers wettelijk vastgesteld op 16 jaar.
2020: in samenwerking met horecagroothandel Sligro lanceert Mr. Butler een maaltijdbezorgdienst in Venlo, Den Bosch, Helmond en Nijmegen.
2021: vier Flits-bezorgdiensten breiden in korte tijd achter elkaar hun diensten uit naar Nederland en bieden bezorging van boodschappen aan met een korte bezorgtijd.
2022: Kort achter elkaar gaan supermarktketen Jumbo een samenwerking aan met flitsbezorgdienst Gorillas voor het bezorgen van boodschappen, en gaat Albert Heijn een samenwerking aan met maaltijdbezorgdiensten Thuisbezorgd en Deliveroo voor het bezorgen van boodschappen aan hun klanten.
2022: In april trekt Mr. Butler zich na bijna twee jaar terug uit Nijmegen. Later dit jaar zal de bezorgdienst zich ook terugtrekken uit Den Bosch en Helmond. In maart 2023 zullen zowel Mr. Butler als InVenlo, het oorspronkelijke bedrijf waaruit Mr. Butler is ontstaan, helemaal stoppen.
2022: Na de aankondiging van een consultatieproces in augustus, trekt Deliveroo zich in november geheel terug uit de Nederlandse markt. Bezorgers van Deliveroo zetten met Bestellenbij.nl in september een coöperatieve maaltijdbezorgdienst op.
| 1 |
verzendtijd, levertijd, bezorgtijd
|
4,549 |
AdministrativeArea
|
1398590
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Shire%20of%20Three%20Springs
|
Shire of Three Springs
|
Shire of Three Springs is een lokaal bestuursgebied (LGA) in de regio Mid West in West-Australië. Shire of Three Springs telde 575 inwoners in 2021. De hoofdplaats is Three Springs.
Geschiedenis
Op 2 november 1928 werd het Three Springs Road District opgericht. Ten gevolge de Local Government Act van 1960 veranderde het district op 23 juni 1961 van naam en werd de Shire of Three Springs.
In 2009 besloten de lokale besturen van Mingenew, Three Springs, Morawa en Perenjori om te fuseren. De bevolking verzette zich en na een volksraadpleging in de Shire of Perenjori werden de plannen opgeborgen.
Beschrijving
Shire of Three Springs is een landbouwdistrict in de regio Mid West. Het is ongeveer 2.650 km² groot en ligt 310 kilometer ten noorden van de West-Australische hoofdstad Perth. Het district telde 575 inwoners in 2021 en de hoofdplaats is Three Springs.
Plaatsen, dorpen en lokaliteiten
Three Springs
Arrino
Dudawa
Kadathinni
Womarden
Bevolkingsevolutie
Three Springs
|
Shire of Three Springs is een lokaal bestuursgebied (LGA) in de regio Mid West in West-Australië. Shire of Three Springs telde 575 inwoners in 2021. De hoofdplaats is Three Springs.
| 1 |
bestuursgebied, geografische regio, jurisdictie
|
572 |
WantAction
|
2315109
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brieflezende%20vrouw%20in%20het%20blauw
|
Brieflezende vrouw in het blauw
|
Brieflezende vrouw in het blauw is een klein schilderij van de Nederlandse kunstschilder Johannes Vermeer (1632-1675), geschilderd rond 1662-1664. Het wordt ook kortweg Brieflezende vrouw of soms Het blauwe vrouwtje genoemd. Het is eigendom van de gemeente Amsterdam en in 1885 in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum Amsterdam.
Beschrijving
Een jonge vrouw staat tussen de meubels van een Hollands woonvertrek en leest een brief. Zij staat in het licht van een venster dat zich links buiten beeld bevindt. Deze opstelling en ook de dame zelf roepen herinneringen op aan het Brieflezend meisje bij het venster dat Vermeer enkele jaren eerder schilderde, maar het beeld is hier veel rustiger. Door het ontbreken van de vloer, het plafond en hoeken ontstaat een eigen wereld, waarin de onderlinge posities niet bij voorbaat vastliggen. Dit blikveld is uniek onder Vermeers interieurs. De achterwand lijkt meer op de blauwe lucht in het Gezicht op Delft dan op zijn andere muren.
Het in zichzelf gekeerde karakter van het tafereel wordt benadrukt door het gebruik van de gedekte kleuren blauw en bruin. Het licht en de schaduw spelen een spel met de toeschouwer. De stoel en de rol van de landkaart werpen een slagschaduw op de muur, maar doordat die bij de vrouw ontbreekt, lijkt zij los van de achtergrond naar voren te komen.
De afgebeelde landkaart is die van Balthasar Florisz van Berckenrode en draagt de naam Landkaart van Holland en West-Friesland, in 1621 uitgegeven door Willem Jansz Blaeu. De kaart bevat op de onderrand en zijranden aanvullende schriftelijke informatie, onder meer over de bewoners. Delen van de kaart komen ook terug op Vermeers De soldaat en het lachende meisje en De liefdesbrief.
Betekenis
In de genreschilderkunst van de Hollandse Gouden Eeuw werd een brieflezende dame meestal geassocieerd met liefde. De landkaart die achter de vrouw aan de muur hangt, geïdentificeerd als een kaart van Holland en West-Friesland uit 1620 door Balthasar Florisz. van Berckenrode, zou kunnen betekenen dat de briefschrijver op reis is. Dezelfde kaart is te zien op De soldaat en het lachende meisje. Velen hebben gespeculeerd dat de vrouw zwanger is, evenals de Vrouw met weegschaal dat uit dezelfde periode dateert, maar de ruim vallende kleding - een 'beddejak', die door rijke vrouwen gedragen werd - is niet ongewoon voor die tijd. Of het huwelijk een thema is, laat Vermeer daarmee in het midden.
Op de tafel ligt een parelketting naast een sieradendoosje, een halsdoek en een uitgevouwen blad papier, waarschijnlijk de envelop of een tweede blad van de brief. Parels konden worden geassocieerd met vanitas, het verlangen om zich aantrekkelijk te maken, zonder een moreel oordeel te vellen. De doos met parels is een verbeelding van de eerste hoofdzonde Superbia, hoogmoed.
Geschiedenis
De Brieflezende vrouw werd in 1854 geschonken aan de stad Amsterdam als deel van de nalatenschap van de Amsterdamse kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop. Het schilderij werd getoond in het Museum Van der Hoop dat in 1885 verhuisde naar het Rijksmuseum. Het was de eerste Vermeer in de collectie van het museum, dat thans ook beschikt over Het melkmeisje, De liefdesbrief en Het straatje.
De eerste vermelding van de Brieflezende vrouw is mogelijk in de catalogus voor een veiling namens Pieter van der Lip in Amsterdam op 14 juni 1712. Een vermelding bij een veiling voor Moses de Chaves op 30 november 1772 lijdt geen twijfel. Op 11 april 1791 werd het schilderij in een veilingcatalogus geprezen om zijn subtiele schakeringen van kleur, licht en donker: "het bevallig ligt en donker geeft een schoone welstand". Bij een veiling op 14 augustus 1793 was Ph. van der Schley de eigenaar, en op 10 juni 1801 Herman ten Kate. In de jaren daarna moet het doek Amsterdam verlaten hebben, want op 16 januari 1809 werd het genoemd bij een veiling voor Lespinasse de Langeac in Parijs. Op 19 april 1825 werd het daar geveild voor een heer Lapeyrière. De koper Berthaud heeft het mogelijk naar Londen gebracht, waar het omstreeks 1839 door handelaar John Smith werd verkocht aan Van der Hoop.
Volgens de catalogus van de tentoonstelling National Gallery of Art and Royal Cabinet of Paintings Mauritshuis - Washington and The Hague, 1995, geschreven door Vermeerkenner Arthur K. Wheelock jr., zijn er sporen van lichte slijtage te zien op het verfoppervlak en zijn de kleuren waar wit in is vermengd plaatselijk donkerder geworden. Het blauw van de kleding, de stoelen en het tafelkleed is ook verkleurd. De doos sieraden en de doek ernaast hebben bij een restauratie een deel van hun oorspronkelijke scherpte verloren.
Tijdens een verbouwing van het Rijksmuseum werd het schilderij van juni 2011 tot maart 2012 uitgeleend voor een rondreis langs enkele musea in Japan.
Werk van Vermeer
Noord-Nederlandse schilderkunst in het Rijksmuseum Amsterdam
1660-1669
|
Op de tafel ligt een parelketting naast een sieradendoosje, een halsdoek en een uitgevouwen blad papier, waarschijnlijk de envelop of een tweede blad van de brief. Parels konden worden geassocieerd met vanitas, het verlangen om zich aantrekkelijk te maken, zonder een moreel oordeel te vellen. De doos met parels is een verbeelding van de eerste hoofdzonde Superbia, hoogmoed.
| 1 |
verlangen, wens, object
|
7,237 |
OfferItemCondition
|
5137582
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Boort
|
Boort
|
Boort is een verzamelterm voor diamantpoeder en -gruis, diamantafval; overgebleven resten in de diamantnijverheid en niet hoogwaardige (door verontreiniging of onzuiverheden) diamantklompen, -klompjes, -delen of -deeltjes die wegens lage kwaliteit, te kleine afmetingen of om andere redenen niet geschikt zijn om tot of in sieraden te verwerken. Omdat het feitelijk wel (geheel of gedeeltelijk) om diamantdeeltjes gaat, is het wel het enige natuurlijke materiaal dat gebruikt kan worden om andere diamanten mee te bewerken.
Herkomst
Boort kan afkomstig zijn van onder meer de (buitenste) delen van een ruwe diamant-steen, of van klompen die een – al dan niet meer homogene, verkleefde mengeling van verschillende mineralen – en/of andere materialen met zowel hoogwaardig diamant als delen die niet voldoende zuiver en helder zijn, maar verontreinigingen en/of vele (grote of kleine) barsten vertonen (zie illustratie 1, rechts). Deze delen zijn daardoor troebel, melkwit, of sterk (gelig) verkleurd en niet voldoende helder, transparant of anderszins niet in voldoende mate geschikt zijn om te verwerken tot kwalitatief goede of hoogwaardige edelstenen (diamanten). Diamantmateriaal dat niet geschikt is om te verwerken tot edelstenen wordt van de klompen afgekloven of -gezaagd en zodoende tot boort verwerkt.
Het wordt echter ook in klompen van 'zuivere' samenstelling van minder of niet-hoogwaardig diamantmateriaal, dat ongeschikt is om te verwerken tot edelstenen, in de grond en diamantmijnen aangetroffen (zie illustratie 2, links). Het gaat dan vooral om natuurlijk gewonnen, niet-hoogwaardig materiaal dat machinaal verpulverd wordt. Ongeveer vijfenzeventig procent van het wereldwijd verbruikte boort is afkomstig uit de
Kleinere korrels en poeder kunnen (ook) ontstaan tijdens het bewerken van een ruwe steen tot een of meerdere diamanten van goede kwaliteit, met name bij het door- of afzagen van delen van de diamant, en de delen die tijdens het kruiswerken worden afgeslepen tot de facetten van de diamant – zo mogelijk door nog hardere synthetische slijp-, schuur- en polijstmiddelen – en in dat proces tot nog meer diamantpoeder wordt omgezet. In deze gevallen gaat het feitelijk of letterlijk om restmateriaal ('afval') uit de diamantindustrie, maar is dan nog niet per se verre van nutteloos.
Toepassingen
In de diamantnijverheid wordt boort (diamant zelf) gebruikt als slijp- en polijstmiddel omdat het (grootdeels) even hard is als de te bewerken steen. Voorts worden de boortkorrels en - vlokken – afhankelijk van de grootte – toegepast op de contactpunten en -randen van onder meer boor- en zaaggereedschap (diamantboren en diamantzagen), waardoor deze gemakkelijker in en door harde materialen – zoals steen of (gewapend) beton – kunnen boren of zagen en de levensduur van deze (onderdelen van) boren en (gaten)zagen aanmerkelijk verlengd in vergelijking met de alleen uit (gehard) staal vervaardigde varianten.
Boort van kleinere diamantdeeltjes en korrels – en grof diamantpoeder – vinden toepassing als schurende component in schuur- en polijstpasta's. Het allerfijnste diamantpoeder, met deeltjes niet groter dan ongeveer één of twee nanometer, kunnen worden gebruikt voor hoogwaardige smeermiddelen wanneer ze worden toegevoegd aan conventionele smeermiddelen als paraffine-olie. De ontstane emulsie zal de oppervlakten waartussen het zich begeeft enerzijds nóg gladder polijsten gedurende het gebruik, sommige deeltjes kunnen zich nestelen in de eventuele microscopische en nanoscopische onregelmatigheden in de oppervlaktes, en gedragen zich in de emulsie als kogellagertjes op nano-niveau tussen de – ten opzichte van elkaar bewegende of draaiende – oppervlakken. De wrijvingscoëfficiënt van paraffine-olie die voor 1% uit dit fijne diamantpoeder bestaat, wordt hierdoor vrijwel gehalveerd.
Ook wordt boort – of eigenlijk diamantgruis – tegenwoordig als scrubmiddel toegepast bij schoonheidsbehandelingen.
Andere verschijningsvormen
Van het koolstofelement bestaan meerdere natuurlijke varianten, waarvan diamant met de hardste kristalstructuur een van de bekendste is. In het Engels – waarin boort met bort of boart wordt geduid – kent men ook short bort, dat echter zeer verschillende eigenschappen heeft en feitelijk géén boort is en het Nederlands ballas (of ballas-diamant) wordt genoemd. Dit zijn kleine, geheel bolvormige deeltjes (gemiddeld circa 6 millimeter diameter, maar er zijn ook uitzonderlijk grote exemplaren met een doorsnede van circa 13 mm gevonden). Deze natuurlijke variant – waarvan het overgrote deel in Brazilië wordt gedolven – heeft géén kristalstructuur (zoals diamant, boort en andere verschijningsvormen van koolstof dat wel hebben).
Zie ook
Diamant
Carbonado ("zwarte diamant")
Grafiet
Koolstof
Steenkool
Diamant
Diamantindustrie
Schoonheidsspecialist
|
Toepassingen
In de diamantnijverheid wordt boort (diamant zelf) gebruikt als slijp- en polijstmiddel omdat het (grootdeels) even hard is als de te bewerken steen. Voorts worden de boortkorrels en - vlokken – afhankelijk van de grootte – toegepast op de contactpunten en -randen van onder meer boor- en zaaggereedschap (diamantboren en diamantzagen), waardoor deze gemakkelijker in en door harde materialen – zoals steen of (gewapend) beton – kunnen boren of zagen en de levensduur van deze (onderdelen van) boren en (gaten)zagen aanmerkelijk verlengd in vergelijking met de alleen uit (gehard) staal vervaardigde varianten.
Boort van kleinere diamantdeeltjes en korrels – en grof diamantpoeder – vinden toepassing als schurende component in schuur- en polijstpasta's. Het allerfijnste diamantpoeder, met deeltjes niet groter dan ongeveer één of twee nanometer, kunnen worden gebruikt voor hoogwaardige smeermiddelen wanneer ze worden toegevoegd aan conventionele smeermiddelen als paraffine-olie. De ontstane emulsie zal de oppervlakten waartussen het zich begeeft enerzijds nóg gladder polijsten gedurende het gebruik, sommige deeltjes kunnen zich nestelen in de eventuele microscopische en nanoscopische onregelmatigheden in de oppervlaktes, en gedragen zich in de emulsie als kogellagertjes op nano-niveau tussen de – ten opzichte van elkaar bewegende of draaiende – oppervlakken. De wrijvingscoëfficiënt van paraffine-olie die voor 1% uit dit fijne diamantpoeder bestaat, wordt hierdoor vrijwel gehalveerd.
Ook wordt boort – of eigenlijk diamantgruis – tegenwoordig als scrubmiddel toegepast bij schoonheidsbehandelingen.
| 2 |
nieuwstaat, gebruikt, beschadigd
|
3,399 |
VideoObject
|
603396
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/MTV%20Video%20Music%20Awards%202006
|
MTV Video Music Awards 2006
|
De MTV Video Music Awards zijn prijzen die jaarlijks worden uitgereikt voor de beste videoclips. Zij werden in 1984 door MTV ingesteld als een alternatief voor de Grammy Awards. De MTV Video Music Awards worden tegenwoordig alom in de popcultuur gerespecteerd. De feestelijke gebeurtenis wordt jaarlijks rechtstreeks uitgezonden door MTV. In 2006 vond de uitreiking plaats in New York en werd het evenement gepresenteerd door Jack Black. Opmerkelijk was dat ook Al Gore aanwezig was. In voorgaande jaren werd het evenement gehouden in onder meer Los Angeles en Miami.
De prijs wordt vaak Moon Man genoemd, omdat de trofee eruitziet als een astronaut op de maan.
Nominaties en winnaars
Winnaars in vet.
Best Video of the Year
Beste video van het jaar
Christina Aguilera — "Ain't No Other Man"
Madonna — "Hung Up"
Panic! at the Disco — "I Write Sins Not Tragedies"
Red Hot Chili Peppers — "Dani California"
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie"
Best Male Video
Beste video van een zanger
Busta Rhymes (met Mary J. Blige, Rah Digga, Missy Elliott, Lloyd Banks, Papoose en DMX) — "Touch It Remix"
James Blunt — "You're Beautiful"
Kanye West (met Jamie Foxx) — "Gold Digger"
Nick Lachey — "What's Left of Me"
T.I. — "What You Know"
Best Female Video
Beste video van een zangeres
Christina Aguilera — "Ain't No Other Man"
Kelly Clarkson — "Because of You"
Madonna — "Hung Up"
Nelly Furtado (met Timbaland) — "Promiscuous"
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie"
Best Group Video
Beste video van een groep
The All-American Rejects — "Move Along"
Fall Out Boy — "Dance, Dance"
Gnarls Barkley — "Crazy"
Panic! at the Disco — "I Write Sins Not Tragedies"
Red Hot Chili Peppers — "Dani California"
Best Rap Video
Beste rapvideo
50 Cent — "Window Shopper"
Busta Rhymes (met Mary J. Blige, Rah Digga, Missy Elliott, Lloyd Banks, Papoose en DMX) — "Touch It Remix"
Chamillionaire (met Krayzie Bone) — "Ridin'"
T.I. — "What You Know"
Yung Joc (met Nitti) — "It's Goin' Down"
Best R&B Video
Beste R&B-video
Beyoncé (met Slim Thug) — "Check on It"
Chris Brown — "Yo (Excuse Me Miss)"
Jamie Foxx (met Ludacris) — "Unpredictable"
Mariah Carey — "Shake It Off"
Mary J. Blige — "Be Without You"
Best Hip Hop Video
Beste hiphopvideo
The Black Eyed Peas — "My Humps"
Common — "Testify"
Daddy Yankee — "Rompe"
Kanye West (met Jamie Foxx) — "Gold Digger"
Three 6 Mafia (met Young Buck, Eightball en MJG) — "Stay Fly"
Best Dance Video
Beste dansvideo
Madonna — "Hung Up"
Nelly Furtado (met Timbaland) — "Promiscuous"
Pussycat Dolls (met Snoop Dogg) — "Buttons"
Sean Paul — "Temperature"
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie"
Best Rock Video
Beste rockvideo
30 Seconds to Mars — "The Kill"
AFI — "Miss Murder"
Green Day — "Wake Me Up When September Ends"
Panic! at the Disco — "I Write Sins Not Tragedies"
Red Hot Chili Peppers — "Dani California"
Best Pop Video
Beste popvideo
Christina Aguilera — "Ain't No Other Man"
Madonna — "Hung Up"
Nelly Furtado (met Timbaland) — "Promiscuous"
P!nk — "Stupid Girls"
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie"
Best New Artist
Beste nieuwe artiest
Angels & Airwaves — "The Adventure"
Avenged Sevenfold — "Bat Country"
Chris Brown (met Juelz Santana) — "Run It!"
James Blunt — "You're Beautiful"
Panic! at the Disco — "I Write Sins Not Tragedies"
Rihanna — "S.O.S."
MTV2 Award
MTV2 Award
30 Seconds to Mars — "The Kill"
Lil' Wayne — "Fireman"
Taking Back Sunday — "MakeDamnSure"
Three 6 Mafia (met Young Buck, Eightball en MJG) — "Stay Fly"
Yung Joc (met Nitti) — "It's Goin' Down"
Viewer's Choice
Publieksprijs
Chris Brown (met Juelz Santana) — "Run It!" -- 10%
Fall Out Boy — "Dance, Dance" -- 38%
Kelly Clarkson — "Because of You" -- 28%
Rihanna — "S.O.S." -- 6%
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie" -- 18%
Best Direction
Beste regie
10 Years — "Wasteland" (regie Kevin Kerslake)
AFI — "Miss Murder" (regie Marc Webb)
Common — "Testify" (regie Anthony Mandler)
Gnarls Barkley — "Crazy" (regie Robert Hales)
Red Hot Chili Peppers — "Dani California" (regie Tony Kaye)
Best Choreography
Beste choreografie
Christina Aguilera — "Ain't No Other Man"
Madonna — "Hung Up"
Pussycat Dolls (met Snoop Dogg) — "Buttons"
Sean Paul — "Temperature"
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie"
Best Special Effects
Beste special effects
Angels & Airwaves — "The Adventure"
Beck — "Hell Yes"
Missy Elliott — "We Run This"
Pearl Jam — "Life Wasted"
U2 — "Original of the Species"
Best Art Direction
10 Years — "Wasteland"
Common — "Testify"
Panic! at the Disco — "I Write Sins Not Tragedies"
Red Hot Chili Peppers — "Dani California"
Shakira (met Wyclef Jean) — "Hips Don't Lie"
Best Editing
Beste bewerking
The All-American Rejects — "Move Along"
Angels & Airwaves — "The Adventure"
Gnarls Barkley — "Crazy"
Red Hot Chili Peppers — "Dani California"
U2 — "Original of the Species"
Best Cinematography
Beste cinematografie
AFI — "Miss Murder"
Ashlee Simpson — "Invisible"
James Blunt — "You're Beautiful"
Prince — "Black Sweat"
Red Hot Chili Peppers — "Dani California"
Best Video Game Soundtrack
Beste videospelsoundtrack
"Burnout Revenge" (Electronic Arts)
"Driver: Parallel Lines" (Atari)
"Fight Night Round 3" (Electronic Arts)
"Marc Ecko's Getting Up" (Atari)
"NBA 2K6" (2K Games)
Best Video Game Score
Beste videospelscore
"Dreamfall: The Longest Journey" (Leon Willett)
"Elder Scrolls IV: Oblivion" (Jeremy Soule)
"Electroplankton"
"Hitman: Blood Money" (Jesper Kyd)
"Ghost Recon: Advanced Warfighter" (Tom Salta)
Ringtone of the Year
Ringtone van het jaar
The Black Eyed Peas - "My Humps"
Bubba Sparxxx (met Ying Yang Twins) - "Ms. New Booty"
Fort Minor (met Holly Brook) - "Where'd You Go"
Kanye West (met Jamie Foxx) - "Gold Digger"
Nelly (met Paul Wall) - "Grillz"
Video Vanguard Award
Hype Williams
Optredens
Voorprogramma
Fergie - "London Bridge"
My Chemical Romance - "Welcome to the Black Parade"
Hoofdprogramma
Justin Timberlake met Timbaland - "My Love" en "SexyBack"
The Raconteurs
Beyoncé - "Ring the Alarm"
Shakira met Wyclef Jean - "Hips Don't Lie"
Pharrell en Ludacris - "Money Maker"
T.I. - "Shoulder Lean" en "What You Know"
Christina Aguilera - "Hurt"
The All-American Rejects - "Move Along"
Panic! at the Disco - "I Write Sins Not Tragedies"
The Killers - "Enterlude" en "When You Were Young"
OK Go - "Here It Goes Again"
Tenacious D
Andere aanwezige beroemdheden
50 Cent
André 3000 van OutKast
Abigail Breslin
Chris Brown
Ciara
Britney Spears
P. Diddy
Missy Elliott
Fall Out Boy
Kevin Federline
Al Gore
Paris Hilton
De spelers uit Jackass: Number Two
Nick Lachey
Amy Lee van Evanescence
Jared Leto van 30 Seconds to Mars
Lil' Jon
Lil' Kim
LL Cool J
Jennifer Lopez
Ne-Yo
P!nk
The Pussycat Dolls
Lou Reed
Busta Rhymes
Nicole Richie
Rihanna
The Rock
Axl Rose
Mike Shinoda
Sarah Silverman
Jessica Simpson
Snoop Dogg
Kanye West
Shaun White
Externe links
Website MTV VMA Awards 2006
Verslag NOS Journaal met fotogalerij
MTV Video Music Awards
Muziek in 2006
|
De MTV Video Music Awards zijn prijzen die jaarlijks worden uitgereikt voor de beste videoclips. Zij werden in 1984 door MTV ingesteld als een alternatief voor de Grammy Awards. De MTV Video Music Awards worden tegenwoordig alom in de popcultuur gerespecteerd. De feestelijke gebeurtenis wordt jaarlijks rechtstreeks uitgezonden door MTV. In 2006 vond de uitreiking plaats in New York en werd het evenement gepresenteerd door Jack Black. Opmerkelijk was dat ook Al Gore aanwezig was. In voorgaande jaren werd het evenement gehouden in onder meer Los Angeles en Miami.
| 3 |
video, videobestand, mediabestand
|
5,772 |
DefinedRegion
|
358296
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wittewierum
|
Wittewierum
|
Wittewierum is een dorp in de Nederlandse gemeente Groningen in de Nederlandse provincie Groningen. Er wonen volgens het CBS 55 mensen (2018). In het postcodegebied van Wittewierum wonen verspreid over ruim 50 huizen ongeveer 140 mensen (gemeente Ten Boer, z.j.). Wittewierum wordt doorsneden door de provinciale weg N865 van Ten Post naar Schildwolde. Het dorp is voor zijn voorzieningen vooral aangewezen op Ten Post en Ten Boer.
De naam Wittewierum verwijst naar het premonstratenzer klooster Bloemhof dat hier vroeger heeft gestaan. Dit klooster is vooral bekend geworden door de Kroniek van Bloemhof. Oorspronkelijk heette het dorp Wierum of Werum ("bij de hoogten"). Omdat er in Groningen meer plaatsen Wierum heetten (Wierum, Oosterwierum en Onderwierum), werd dit rond de 15e eeuw veranderd in Wittewierum, een verwijzing naar de witte kleding van de premonstratenzers. Het aanzicht van Wittewierum wordt gedomineerd door de wierde met de kerk en pastorie.
Geografie
Indeling
In 1722 bestond het kerspel Wittewierum uit de buurtschappen Wittewierum, Grouwe Dijk, Ten Post, Kroddebouren en Oldersum (met Winneweer en de borg Tammingahuizen). Kröddeburen wordt tegenwoordig tot Ten Post gerekend.
Het laaggelegen gebied ten zuiden van het Wittewierum werd De Meeden genoemd. Bij Wittewierum bevonden zich verder de boerderijen 'Kloosterbosch', 'Veldlust', 't Waschhuis' en het kloostervoorwerk Witte Munckhuijs aan de Graauwedijk, dat eigendom was van het nonnenklooster Mariagenade te Schildwolde en later bekend kwam te staan als 't Susterhuis (de boerderij 'Klein Transvaal', Graauwedijk 14).
Op het grondgebied van het kerspel Wittewierum ontstonden de waterschappen Hoeksmeersterpolder (1801/02), Garrelsweerster Kloostermolenpolder (1816), Huisbuursterpolder (1863), Noorderhoeksmeersterpolder (1868), Overschildjerpolder (1870), de voorlopers van Ons Belang (vanaf 1855) en Tammingahuizen (1941).
Bebouwing, wierde en kloosterterrein
Wittewierum bestaat uit een wierde met een kerk en pastorie en enkele huizen en boerderijen. Daarnaast is er enige bebouwing aan de Bloemhofweg naar het noordnoordwesten, de Kloosterlaan naar het westzuidwesten en, op enkele honderden meters van de wierde, een strook bebouwing aan de Woldjerweg naar het zuidoosten. In dit laatste deel bevinden zich ook twee bedrijven.
De wierde wordt aan west-, noord- en oostzijde omsloten door een sloot, een restant van de vroegere kloostergracht. Volgens het schoolmeestersrapport van 1828 mat de wierde toen 'vier bunders' (hectares) en was deze '5 ellen en 6 palm hoog'. In de 19e of begin 20e eeuw is de wierde aan de zuidkant afgegraven, maar de noordzijde is nog intact. Volgens Miedema is de wierde in het centrum 1,87 meter hoog.
Het vroegere vijfhoekige kloosterterrein omvat naast de wierde ook de drie boerderijen aan westzijde en twee graslandpercelen achter kerk en pastorie. De beide graslandpercelen achter de pastorie verraden door hun geaccidenteerdheid de locaties van de vroegere kloostergebouwen. Het oude kloosterterrein wordt grotendeels omsloten door sloten, maar die zijn deels gedempt met puin. De breedte bedraagt 200 meter van west naar oost en 250 meter van noord naar zuid.
Omgeving
Tegenwoordig is Wittewierum een klein dorpje, maar het vroegere kerspel omvatte het hele grondgebied van Ten Post (waar Wittewierum nu zelf onder valt) en ook een stukje ten oosten van het Eemskanaal, dat nu onder Overschild valt. Politiek gezien was Wittewierum vroeger onderdeel van het onderkwartier Westerambt van de landstreek Fivelingo. In de middeleeuwen vormde Wittewierum samen met Ten Post en Garrelsweer het rechtsgebied Eesterrecht van Ten Post (onderdeel van de rechtstoel Eesterrecht), wat volgens Ter Laan het oude gebied van het klooster Bloemhof zou kunnen zijn geweest. Rond 1600 kwamen de beide Easterrechten in handen van de familie Rengers van Tuwinga. Waterstaatkundig vormde Wittewierum een zijleed onder de schepperij Oldersum/Ten Post van het Dorpster Zijlvest, dat weer onderdeel vormde van het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen, dat werd voorgezeten door de abt van Bloemhof. Van begin 19e eeuw tot 2019 was het dorp onderdeel van de gemeente Ten Boer, daarna werd het onderdeel van de gemeente Groningen.
In het achterland van Wittewierum lagen de boerderijen langs de Graauwedijk en vermoedelijk ook de verdwenen buurtschap Ickingeburen. In 1611 bevonden zich bij de Graauwedijk nog elf huizen.
Waterhuishouding
De wierde van Wittewierum ligt aan de vroegere loop van de Fivel, die vanaf het Foxholstermeer via de Scharmer Ae en Slochter Ae, Luddeweer en Woltersum langs de westzijde van de wierde van Wittewierum stroomde en verder via de Bloemhofweg, Ten Post en Winneweer naar Westeremden. De Kollerijweg (Kolde IJ = 'koude, verlaten Ae') van Wittewierum naar Woltersum ligt op een vroegere oeverwal van de Fivel of Slochter Ae, die later werd opgehoogd tot een dijk. Het klooster van Wittewierum werd gebouwd in de tijd dat de Fivel bezig was dicht te slibben; bij de nieuwbouw van de kerk moest men vele metersdiep heien om de bodem van de vroegere rivier te bereiken. Ten westen van de wierde, in de richting van Ten Post, stroomt de Ten Poster Ae (ook kortweg Ae of Ei), een restant van de Fivel. Naar het noorden toe, aan oostzijde van de Meedenerweg, stroomt de Vismaar (vroeger Visc(h)umermaar of Viskumermaar) in de richting van Garrelsweer. Hierover lag vroeger de brug naar de kerk van Wittewierum. Ten noordoosten van het dorp lag vroeger het Hoeksmeer, waarmee het dorp verbonden was via het Katerhalstermaar.
Bij Wittewierum lagen vroeger meerdere kleigaten, zoals in het perceel ten noorden van de Kloosterlaan. Deze kleigaten ontstonden door het steken van klei om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Deze kleigaten zijn in de loop der 20e eeuw gedempt.
Ten oosten van Wittewierum stroomt het Eemskanaal, waarover ten zuidoosten van Wittewierum de Bloemhofbrug ligt, die vernoemd is naar het klooster. Vroeger was dit een draaibrug, maar in de jaren 1960, toen het kanaal werd verbreed, werd hier een ophaalbrug geplaatst.
Geschiedenis
Wierde
De wierde van Wittewierum werd net als de wierden van Ten Post, Oldersum, Loppersum, Oosterwijtwerd en Spijk rond het begin van de jaartelling opgeworpen op de rechterkwelderwal van de Fivel. Na een aantal eeuwen verlaten te zijn geweest, werd de wierde rond het jaar 600 opnieuw als woonplaats in gebruik genomen. Miedema vermoedt dat Wittewierum in die tijd net als Stedum en Woltersum een handelsnederzetting vormde. Volgens de kroniek van Bloemhof was er vroeger ook een haven aan de Fivel bij Wittewierum. Eind 12e eeuw werd de Fivel afgedamd bij Westeremden, waardoor de oude loop verzandde.
De eerste kerk van het dorp zal dateren uit de elfde of twaalfde eeuw. De keuze van de patroonheilige Vitus, vereerd in de rijksabdij Abdij van Corvey aan de Wezer, en de locatie in dezelfde rechtstoel als de koninklijke muntplaats Garrelsweer doet vermoeden dat het om een complex van ouder koningsgoed gaat. Het dorp werd rond 1200 eenvoudigweg Wierum ('wierde') genoemd, nadat de oudere naam kennelijk in vergetelheid was geraakt. Mogelijk gaat het om het kerkdorp Henricaskiricun of Æcclesia Henrici dat rond het jaar 1000 in de omgeving van Stedum wordt vermeld.
Begin 13e eeuw werd het Klooster Bloemhof gebouwd op de wierde en in de oude bedding van de Fivel. In de 16e en 17e eeuw werd het klooster afgebroken. In 1837 werd een stuk land 'omgespit of omgehakt', waarin zich resten van het klooster zouden bevinden. Mogelijk gaat het om de kap van een deel van de appelhof achter de pastorie. Eind 19e eeuw werd ook een deel van de wierde afgegraven. Sinds 1973 vormen de wierde en het terrein van het vroegere klooster een archeologisch (rijks)monument.
Klooster
In 1204 werd door Emo van Romerswerf op zijn land het benedictijnenklooster Romerswerf (Nijenklooster) gesticht. In 1208 trad zijn neef Emo van Huizinge, die gestudeerd had in Parijs, Orléans en Oxford en vervolgens pastoor van Huizinge was geweest, in dit klooster in. Op 23 juni 1211 werd de bestaande (waarschijnlijk houten) kerk van Wierum (het latere Wittewierum) door een meerderheid van de kerkvoogden (patroons) geschonken aan het klooster van Romerswerf met als doel er ook een klooster te stichten. Tussen 1213 en 1214 vertrokken de aanwezige monniken uit Romerswerf naar Wierum om te beginnen met de bouw van het nieuwe klooster, dat deels werd aangelegd in de drooggevallen bedding van de dichtgeslibde Fivel en de naam Bloemhof (Floridus Hortus) kreeg. De nonnen bleven achter in Romerswerf, dat voortaan Rozenkamp (Campus Rosarum) werd genoemd. In 1217 sloot het klooster zich formeel aan bij de premonstratenzers. De monniken ondervonden tegenwerking van de dorpsheer Ernestus, die er op uit was zijn zoon tot pastoor te laten kiezen. Later zette hij zijn zinnen op de proosdij Loppersum, waarvoor hij een complete oorlog ontketende.
Tussen 1238 en 1259 werd gebouwd aan de stenen kloosterabdij. Het klooster omvatte naast de kerk met sacristie en kruisgang een refter, keuken, kapittelzaal, hospitium (voor pelgrims en andere gasten), dormitorium, scriptorium (schrijfatelier), boekerij (bibliotheek), werkvertrekken (voor bijvoorbeeld timmerwerk en smeedwerk) en een school. De boekerij werd tijdens de Saksische Vete in 1515 door plunderende Saksische benden in brand gestoken, maar de kroniek bleef daarbij behouden. De abdijschool werd in 1276 verplaatst naar Westeremden, waar zich al een parochieschool bevond.
In 1290 werd een visitatie uitgevoerd waaruit naar voren kwam dat er 'duizend kloosterlingen' zouden wonen in Bloemhof en Rozenkamp, maar dit aantal wordt vaak onrealistisch hoog genoemd en moet waarschijnlijk met een korreltje zout worden genomen.
Uit de Kroniek van Emo en Menko blijkt dat het klooster een groot aandeel heeft gehad in de bedijking van het gebied. Zo richtte Emo na de Sint-Marcellusvloed een zijlvest (waterschap) op om gezamenlijk het dijkonderhoud beter te kunnen regelen. Het klooster speelde vervolgens een belangrijke rol rol in het bestuur van het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen, waarvan de overste schepper altijd de abt van het klooster Bloemhof was. In de loop der eeuwen verkreeg het klooster door ontginningen en schenkingen een grote hoeveelheid land in de landstreek Fivelingo. In de 16e eeuw was het klooster met enkele duizenden grazen grond het grootste premonstratenzer klooster van De Ommelanden.
Als gevolg van de Gelderse Oorlogen raakte het klooster echter in verval. Van al deze woelingen wist het zich niet te herstellen. In 1561 waren er nog drie of vier monniken over die het niet zo nauw namen met de kloosterregels. De nieuwe bisschop Johannes Knijff van het kort daarvoor opgerichte Bisdom Groningen besloot in 1566, toen het klooster opnieuw in brand was gestoken, tot de opheffing van het klooster. Knijff liet het daarop afbreken om de stenen te kunnen gebruiken voor de bouw van zijn bisschoppelijk hof in Groningen (het huidige Prinsenhof). Een deel van de stenen werd verkocht aan Johan de Mepsche, die er zijn borg Duirsum (Ten Ham) mee liet herstellen. Na de reductie van Groningen in 1594 werd de afbraak doorgezet. In 1604 werden de restanten van de kloosterkerk verbouwd tot een nieuwe protestantse kerk.
Adel en strijd
Het kerspel van Wittewierum omvatte vroeger een groot gebied, dat ook Ten Post omvatte. In dit gebied kwam de macht over de loop der tijd in handen van een klein aantal adellijke families die woonden op borgen als Oldersum, Oldenhuis, Tuwinga en Tammingahuizen. Volgens legenden zouden de borgheren van Tuwinga en Oldenhuis elkaar niet hebben gemogen, al zijn hierover geen betrouwbare bronnen overgeleverd. Beide borgen kwamen in de loop der tijd in handen van de familie Rengers. De herenbanken, preekstoel, rouwborden, grafzerken en grafkelder in de kerk van Wittewierum dragen de sporen van het adellijke verleden, met name van de familie Rengers. De meeste borgen verdwenen in de 18e eeuw.
Wittewierum lag aan een belangrijke route, waarlangs ook dikwijls strijdende partijen trokken. Tijdens de Gelderse Oorlogen bijvoorbeeld trok in 1499 Edzard I van Oost-Friesland langs Wittewierum. In 1505 haalden stad-Groningers al het vee weg bij Wittewierum tijdens gevechten met Edzard I. In 1514 veroverde hertog George van Saksen met Oldenburgse troepen het klooster, waarbij het klooster en het scriptorium in brand werden gestoken. Hetzelfde jaar werd George echter verdreven door Otto van Diepholt, die het heroverde voor Edzard I. In januari 1522 vluchtte de kastelein van Coevorden Frederik van Twickelo met zijn Boergondische troepen via Wittewierum terug naar Coevorden, daarbij achtervolgd door Groningse troepen, troepen van Christoffel van Meurs en van kapitein Michael van Pomeren. In 1536 versloeg Georg Schenck van Toutenburg Meindert van Ham bij Wittewierum. In het begin van de Tachtigjarige Oorlog was Wittewierum opnieuw het toneel van oorlogshandelingen: Op 7 mei 1568 werd de Spaansgezinde luitenant Zeger van Groesbeek door de staatsgezinde bevelhebber Lodewijk van Nassau teruggeslagen bij Wittewierum. Daarop legerde op 22 mei de Spaansgezinde bevelhebber Jan van Ligne zijn troepen bij Wittewierum, waarop hij werd aangevallen door Lodewijk van Nassau. Deze verloor echter ditmaal deze schermutseling en vluchtte naar Heiligerlee.
Latere geschiedenis
Na de opheffing van het klooster kwam het dorp niet meer tot ontwikkeling. Dit lag waarschijnlijk aan het feit dat het geen goede weg- en waterverbindingen had. Er werd in 1604 nog wel een nieuwe kerk gebouwd voor zowel Wittewierum als Ten Post, maar in de eeuwen erop werd de bebouwing nauwelijks uitgebreid. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het dorp echter beter bereikbaar door de aanleg van een grindweg tussen Ten Post en Wittewierum en tussen Wittewierum en de Graauwedijk bij Overschild. Er werd toen een klein aantal boerderijen en huizen bijgebouwd in Wittewierum. Na de aanleg van het Eemskanaal rond 1875 werd een aantal huizen gebouwd aan de doorgaande Woldjerweg en werd er een voetpad naar het kanaal aangelegd. Ook aan de Bloemhofweg en de Kloosterlaan werden in de periode tot 1940 nog een paar huizen bijgebouwd. In 1937 werd een nieuwe weg aangelegd tussen Ten Post en Wittewierum (de huidige N865), die de Kloosterlaan afsloot van de bebouwing rond de wierde. Bij de aanleg werd rechts van de weg, ten noordwesten van Wittewierum gestuit op de resten van een duiventil. Of deze til bij het klooster, de borg Oldenhuis of bij de pastorie heeft gehoord, is onbekend. Het veld waar de resten zijn gevonden en waar sindsdien de weg doorheen ligt, draagt de Groningse veldnaam 'Doefkaamp'.
Wittewierum werd ook bij de Afscheiding van 1834 betrokken. Op 27 september 1835 hield Hendrik de Cock een preek in de boerderij van landbouwer Jan Reinders Bottema waarbij ongeveer 200 mensen aanwezig waren. Op 23 of 24 mei 1836 werd daarop een kerkgemeente opgericht in Wittewierum, waarvan echter slechts driegezinnen lid waren, waaronder Bottema. In 1844 ontstond daarop discussie over de vraag of er een nieuwe kerk en pastorie in Wittewierum zouden moeten worden gebouwd. Vanwege het kleine aantal gemeenteleden werd besloten de gemeente op te heffen. Een deel van de gelovigen sloot zich aan bij de gemeente in Ten Boer en een ander deel bij de gemeente in Ten Post, waar in 1846 een nieuwe kerk werd gebouwd en in 1855 ook een pastorie.
Ook de Tweede Wereldoorlog ging niet onopgemerkt aan het dorp voorbij. Zo vielen op 20 juni 1942 drie brisantbommen bij Wittewierum. In de nacht van 30 op 31 maart 1943 werd de kerk zwaar beschadigd door een losgeraakte sperballon en in september 1944 staken troepen van de Organisation Todt de dijken door, waardoor het gebied tussen het Damsterdiep en het Eemskanaal werd geïnundeerd. De bevolking werd gesommeerd om te vertrekken, maar enkelen bleven achter, zoals de bejaarde smid Sebe Buitenkamp aan de Woldjerweg, die een dijk van strobalen en modder rond zijn huis bouwde en er de hele winter verbleef. De mannelijke bevolking moest ook meehelpen, bijvoorbeeld bij het graven van tankgrachten, zoals aan de Kollerijweg. Op 16 april 1945 vond een schermutseling plaats bij de Bloemhofbrug, die Duitse soldaten tevergeefs probeerden op te blazen. Bij deze schermutseling werden de Duitsers teruggedreven naar Ten Post, wat het einde van de oorlog betekende voor Wittewierum. In mei 1945 werden de dijken hersteld en werd het gebied leeggepompt.
Na de Tweede Wereldoorlog daalde de bevolking door gezinsverdunning en doordat er geen nieuwe huizen werden bijgebouwd. Op 6 januari 2012 moest de bevolking opnieuw verplicht geëvacueerd worden. Ditmaal in verband met het gevaar van hoogwater, daar een rivierdijk bij Woltersum het dreigde te begeven. Ditmaal bleven veel boeren achter omdat ze hun vee niet wilden verlaten. De dijk brak niet door en op 9 januari kon de bevolking terugkeren.
Bedrijvigheid
Het dorp telde vroeger ook enige bedrijvigheid. Volgens de schoolmeester van Wittewierum (in Ten Post) bezat Wittewierum in 1828 een ijzersmid, kuiper, stel- of wagenmaker, timmerman, broodbakker en een kleer- en schoenmaker. In de 20e eeuw had het dorp in verschillende jaren een bakker annex kruidenier, meubelmakerij, schoenmaker en een tweetal smederijen. Het bekendste bedrijf was de smederij annex dorserij Buitenkamp aan de Woldjerweg 21, die werd opgericht in 1899 en later groot werd als loonbedrijf, in de jaren 1960 een benzinepomp had en uiteindelijk wereldwijd actief werd met de verhuur van pompen. In 1983 werd het loonbedrijf verkocht (nu gevestigd in Winneweer) en begin jaren 2000 verhuisde het pompenverhuurbedrijf naar Zuidbroek. Op het perceel van Buitenkamp staan twee huizen (Woldjerweg 21 en 21a) die in spiegelbeeld zijn gebouwd aan weerszijden van het vroegere terrein. Tegenwoordig wordt de bedrijvigheid gevormd door enkele agrarisch ondernemers, een handelsonderneming op de plek waar Buitenkamp vroeger gevestigd was en knaagdierenopvang 'Snuitje', die sinds 1996 gevestigd is aan de Bloemhofweg 4.
Bevolkingsontwikkeling
Gebouwen
Kerk
Centraal op de wierde staat de 19e-eeuwse kerk van Wittewierum (Kerkhorn 4). Deze vierde kerk van Wittewierum staat op dezelfde plek als haar voorgangers, waaronder de kloosterabdij. De eerste kerk van Wittewierum was een houten kerk, die in 1211 werd geschonken aan het klooster Bloemhof. Tussen 1238 en 1259 verrees onder leiding van de abten Paulus en Menko de kloosterabdij van het klooster Bloemhof. Deze abdij, die tevens dienstdeed als parochiekerk, was waarschijnlijk gemodelleerd naar de Abdij van Prémontré, maar het oorspronkelijke ontwerp zou nooit worden voltooid. Het was een drieschepige romanogotische kruisbasiliek, opgetrokken volgens een alternerend stelsel met een hoogkoor in het oosten en een toren in het westen. De abdij was gewijd aan Onze Lieve Vrouwe, Sint-Jan en Sint-Vitus. In 1262 stortten de toren en de hele westgevel in tijdens een storm. In 1515 werd de kerk in brand gestoken en in 1566 opnieuw. Tussentijds werd waarschijnlijk in de 16e eeuw een van de zijbeuken verbouwd tot pastorie. In 1604 werd op de fundamenten van de kerk een nieuwe protestantse kerk gebouwd. Deze kerk werd in 1863 afgebroken, waarop de huidige kerk werd gebouwd.
Het huidige kerkgebouw lijkt relatief groot voor een dorp met het bescheiden inwonertal van Wittewierum en werd dan ook gebouwd in de tijd dat ook Ten Post hier nog kerkte. De kerk is sinds 1977 in het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken. Na jaren van verval werd een eerste restauratie uitgevoerd tussen 1986 en 1987. Door geldgebrek vond de uiteindelijke restauratie echter pas plaats tussen 2000 en 2003. De kerk wordt sinds de laatste restauratie voornamelijk gebruikt voor exposities en evenementen.
De kerk van Wittewierum is een brede zaalkerk met een rechtgesloten koor. De kerk is opgetrokken in neoklassieke stijl met eclectische elementen, waarbij opvallend veel gebruikgemaakt is van gietijzer. De voorgevel wordt bekroond door een dakruiter met aan weerszijden twee pinakels. De dakruiter en beide pinakels sneuvelden in 1943 door een sperballon, waarop de kerk het lange tijd zonder deze elementen moest stellen. In 2002 werden de dakruiter en beide pinakels echter vernieuwd. In de dakruiter hangt een klok uit 2002. De vorige klok uit 1829 werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofd en omgesmolten door de Duitse bezetter. De oude klok van het klooster Bloemhof uit 1373 hangt sinds 1829 in de kerk van Slochteren.
Het interieur wordt overwelfd door een gedrukt en witgepleisterd tongewelf en ademt een sobere 19e-eeuwse sfeer. Achter in de kerk bevindt zich het liturgisch centrum met de 19e-eeuwse preekstoel en twee herenbanken. De herenbank van Rengers bevat een 17e-eeuws dekstuk met de wapens van de families Rengers en Polman. Voor deze herenbank staat een armenkist, de enige van Groningen. De kerkzaal wordt gevormd door twee rijen kerkbanken gescheiden door een middenpad. Aan weerszijden hangen boven de banken twee rouwborden van de familie Rengers. Deze borden zijn voor Lambert Schotte Rengers en zijn vrouw Ambrosia Elisabeth Bentinck van Schoonheten Diepenheim, die beiden in 1779 overleden. Beide rouwborden bevatten hun eigen wapen met eromheen de 32 kwartierwapens van hun voorgeslachten. In de kerk liggen een aantal grafzerken, die grotendeels van de familie Rengers zijn. Onder de kerk werd mogelijk al in de 13e eeuw, maar mogelijk ook pas in 1604 een grafkelder gemaakt, waar verschillende leden van het geslacht Rengers begraven liggen.
Pastorie
Haaks op de kerk staat de pastorie (Kerkhorn). Het is een groot blokhuis met een groot afgeplat schilddak. De eerste pastorie van Wittewierum werd mogelijk in de 16e eeuw gebouwd uit een zijbeuk van de kloosterabdij. In dit gebouw had de abt volgens Kremer een bovenkamer en er zouden zich ook een aantal kloostercellen hebben bevonden. De pastorie was door luiken verbonden met het priesterkoor, zodat de mis kon worden gevolgd. In 1839 werd gesproken van een 'oude, thans afgesletene pastorij'. In 1849 schreef Van der Aa echter dat de oude (16e-eeuwse) pastorie er 'vóór twintig jaren' nog stond. Mogelijk is deze pastorie dus afgebroken in de jaren 1840. Ter vervanging werd haaks op de kerk de huidige pastorie gebouwd. Rond 1865 werd de pastorie verbouwd. Mogelijk werd de pastorie in 1958 verkocht.
Aan het pad achter de pastorie bevindt zich een in steen opgemetseld gewelf met een pomp erboven. Vroeger lag achter de pastorie ook een grote appelhof, waarvan nog enkele bomen in de achtertuin resteren.
Kerkhof en begraafplaats
Rond de kerk van Wittewierum ligt het oude kerkhof dat door de stichting Oude Groninger Kerken bewust in ietwat ruige staat wordt gehouden omwille van de sfeer die er ten tijde van de verwerving al lange tijd aanwezig was. Er liggen circa 70 grafzerken, waarvan de oudste uit 1669 dateert. De meeste grafzerken dateren uit de 19e eeuw. De laatste reguliere begraving vond plaats in 1903. Bij de inundatie in de winter van 1944-45 is het echter nog even tijdelijk in gebruik geweest, omdat de gewone begraafplaats toen onder water stond. Van de grafzerken hebben er enkele eenvoudige ijzeren hekwerken. Een aantal grafzerken zijn moeilijk leesbaar. Op het kerkhof huist ook een roekenkolonie. Het kerkhof werd in 1990 opgeknapt door de gemeente Ten Boer en in 1999 door Landschapsbeheer Groningen. In december 2006 werd het kunstwerk 'Optima Philosophia Sapiente est Meditatio Mortis' ('de hoogste vorm van wijsheid en filosofie is de contemplatie op de dood') of 'wervelwind van botten' van Jan Kuipers geplaatst, dat de vorm heeft van een nest dat is opgebouwd uit botten en schedels.
In 1909 werd aan de Bloemhofweg de begraafplaats Wittewierum aangelegd ter vervanging van het kerkhof van Wittewierum. Hier worden ook de overledenen uit Ten Post begraven. Op de begraafplaats bevindt zich een stuk grond waar tot 1967 de armen door de gemeente naamloos en zonder grafteken werden begraven. Dit stuk grond werd de 'armenlap' genoemd. In 2013 werd door kunstenaar George van Engelen in opdracht van de uitvaartvereniging Ten Post e.o. een kunstwerk geplaatst met de namen van de overledenen, voor zover bekend.
Geboren
Hendrik Bolhuis (1884-1912), kok op het schip Titanic
Jan Klink (1985), VVD-Tweede Kamerlid
Zie ook
Lijst van rijksmonumenten in Wittewierum
Externe links
Website Wittewierum
Plaats in Groningen
|
Wittewierum is een dorp in de Nederlandse gemeente Groningen in de Nederlandse provincie Groningen. Er wonen volgens het CBS 55 mensen (2018). In het postcodegebied van Wittewierum wonen verspreid over ruim 50 huizen ongeveer 140 mensen (gemeente Ten Boer, z.j.). Wittewierum wordt doorsneden door de provinciale weg N865 van Ten Post naar Schildwolde. Het dorp is voor zijn voorzieningen vooral aangewezen op Ten Post en Ten Boer.
| 1 |
geografische regio, postcodegebied, adresregio
|
8,351 |
GiveAction
|
746729
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vrouwen%20in%20het%20oude%20Griekenland
|
Vrouwen in het oude Griekenland
|
Reeds in de Homerische periode was het oude Griekenland een uitgesproken patriarchale maatschappij. In de 8e eeuw v.Chr. zou de zich ontwikkelende polis zich baseren op een dubbele uitsluiting: de « club van burgers » sloot de buitenlanders (metoiken) en slaven uit; de « club van mannen » sloot de vrouwen uit. Aristoteles definieert burgerschap als de mogelijkheid om deel te nemen aan de politieke macht. De vrouw stond ver af van dit ideaal: in tegenstelling tot metoiken en slaven, kon ze nooit burger worden. Men moet wachten tot de hellenistische periode om grote vrouwelijke politieke figuren te zien opstaan in de Griekse wereld, met koninginnen zoals Berenice II, Arsinoë II of Cleopatra VII.
Homerische periode
De voornaamste bron van informatie over de plaats van de vrouw in deze periode is Homerisch: de Ilias en vooral de Odysseia bevatten, wanneer ze niet gevechten en koninklijke banketten afschilderen, verscheidene alledaagse scènes, waarbij de vrouwen naar voren treden. Het historische karakter van deze beschrijvingen is natuurlijk onderwerp van discussie: desalniettemin lijkt het waarschijnlijk dat de dichter of dichters van deze twee epen hun inspiratie voor deze passages haalden uit het dagelijks leven van hun tijd, de 8e eeuw v.Chr.
In de epen heeft de vrouw een drievoudige rol: echtgenote, koningin en meesteres van het huis. In de eerste plaats echtgenote of echtgenote in spe, wat ons de complexiteit van de Griekse huwelijkspraktijken doet begrijpen. Men treft om te beginnen het klassieke systeem van tegengeschenk, geïllustreerd door het tegenvoorbeeld van Agamemnon die aandringt bij Achilles om de strijd te hervatten. Hij biedt hem een van de drie meisjes aan met de verduidelijking: « Laat hij kiezen wie hij begeert en zonder mij geschenken te bieden haar voeren naar het huis van Peleus ». Het gaat hierbij om een uitzonderlijke situatie: normaal gezien moest de echtgenoten geschenken, de / hêdna, geschenken moet geven aan zijn schoonvader. De vrouw trekt daarop bij haar echtgenoot in, in dit geval in de woning van Achilles' vader. Deze verbintenis is zowel bij de Griekse als de Trojaanse heroën monogaam. Nochtans blijven deze huwelijkspraktijken noch weinig geformaliseerd: Helena, de wettelijke echtgenote van Menelaos, wordt op dezelfde manier behandeld als wettelijke echtgenote van Paris. Priamus wijkt af van deze monogame regel ; voor de rest, bood zijn paleis onderdak aan zijn zonen en hun echtgenotes maar eveneens aan zijn dochters hun echtgenoten.
Duistere eeuwen en archaïsche periode
Archeologische bewijzen
De voornaamste bron die we hebben over vrouwen uit deze periode is archeologisch: afbeeldingen op keramiek of funerair materiaal. In feite is, vanaf de Duistere eeuwen, de keuze van gedeponeerde objecten afhankelijk van het geslacht van de overledene.
Vrouwen en de Griekse kolonisatie
De archaïsche periode zag de Grieken, voor wie het Griekse vasteland te klein was geworden, met een grote kolonisatiebeweging beginnen. Meestal waren de kolonisten enkel mannen: ze rekenen op de inheemse bevolking om zich van echtgenotes te voorzien. Het is het traditionele gebruik van het roofhuwelijk. Herodotos rapporteert aldus dat de Atheense kolonisten-stichters van Milete, in Carië, de autochtonen aanvielen, zich meester maken van de vrouwen en de mannen doodden. Om zich te wreken op de agressors, zweren de Carische vrouwen nooit samen te eten met hun echtgenoten en hen nooit bij hun naam te noemen.
Huwelijken en tirannen
Het huwelijk als middel om allianties te sluiten kende zijn hoogtepunt vanaf de tweede helft van de 7e eeuw v.Chr., toen vele poleis door tirannen werden geregeerd, dit zijn niet-constitutionele monarchen, wier macht sui generis was. In tegenstelling tot de voorafgaande leenstelsels, steunen ze desalniettemin op hun huwelijkspolitiek om hun macht te vestigen of te versterken. Aldus huwde de Atherne Pisistratus tot driemaal toe: de eerste maal met een anonieme Atheense; de tweede maal met een Argivische van hoge rang; de derde maal met de dochter van zijn tegenstander Megacles, uit de machtige Alcmaeonidenfamilie. Aan het einde van de 5e eeuw v.Chr. verdubbelde Dionysius de Oudere, tiran van Syracuse, weduwnaar na de zelfmoord van zijn eerste echtgenote, het voordeel van een nieuw huwelijk door er twee tegelijk aan te gaan: zijn twee echtgenotes waren dochters van belangrijke personen, de ene van Locris, de andere van Syracuse.
De dochters van tirannen dienen hetzelfde doel: de aristocratische families wedijveren om hun hand te krijgen. Aldus dienden zich twaalf huwelijkskandidaten aan, afkomstig uit de grote families van wel twaalf verschillende poleis, toen Clisthenes, tiran van Sicyon, aan het begin van de 6e eeuw v.Chr., zijn dochter Aragiste wenste uit te huwelijken. Gedurende een jaar leven de vrijers aan het hof van Clisthenes, onderhouden zoals de vrijers van Penelope. Tegelijkertijd peilde Clisthenes naar hun afkomst, hun deugden, hun sportieve heldendaden en de macht van hun geslacht. De tirannen gingen zelf over op endogamie, bij gebrek aan geschikte huwelijkspartners voor hun dochters: aldus huwde Dionysius een van zijn zoon met zijn eigen zus, terwijl een van zijn broers zijn nicht huwde.
Gortyn
Gortyn was een kleine polis op Kreta die nooit een belangrijke rol zou spelen in het oude Griekenland. Desalniettemin is het van deze polis dat ons drie fragmenten van een inscriptie op steen zijn zijn overgeleverd die de zogenaamde « Codex van Gortyn » bevatte, bestaande uit zeven hoofdstukken over privaat recht, hoofdzakelijk met betrekking op het familierecht.
Zoals in de andere oud-Griekse poleis, was de vrouw te Gortyne een mindere. Zij stond onder de permanente voogdij van een man: vader, broer of echtgenoot. Hoewel zij tegen verkrachting werd beschermd, maakte de wet geen onderscheid tussen verkrachting en verleiding: alleen de belangen van haar voogd werden in aanmerking genomen. Het huwelijk was in een verbintenis tussen twee families, waarbij de voogd over het recht beschikte zijn beschermelinge ten huwelijk te geven. Wanneer zij het leven schonk aan kinderen, nam haar voogd als enig de beslissing om ze te houden of te vondeling te leggen.
Nochtans genoot de vrouw in Gortyn een veel grotere autonomie dan in andere poleis. Zij kon zowel roerende als onroerende goederen bezitten. Zij verkreeg deze voornamelijk door haar bruidsschat: zij ontving de helft van de erfenis van een man, met uitzondering van ondeelbare goederen (ouderlijk huis en landbouwwerktuigen). Zij is vrij te beschikken over haar goederen: noch haar echtgenote, noch haar zonen hebben het recht ze onder hypotheek te plaatsen. In geval van scheiding of weduwschap, blijft de bruidsschat in haar bezit en ze kan hem gebruiken om te hertrouwen. Daarentegen lijkt het te zijn verzekerd dat de vrouw niet zelf haar goederen beheert. Aldus bewaart de echtgenoot, in geval van echtscheiding, de helft van de inkomsten van de bruidsschat, zelfs als hij in het ongelijk is gesteld.
De dochter-erfgename (dit is wees en broederloos), de patrôïôkos (van / tà patrỗia, « het vaderlijk goed »), heeft het recht hem te weigeren die ze normaal gezien moet trouwen, dit is haar meest naaste bloedverwant. Bij gebrek aan een naaste bloedverwant, of in geval van afwijzing van deze laatste, is de patroiokos vrij te trouwen met wie ze wil (of kan). Indien ze reeds is getrouwd, verschilt de situatie afhankelijk van de aanwezigheid van kinderen: vanaf het moment dat ze reeds kinderen heeft die de erfenis van de kant van hun moeder kunnen ontvangen, is de patroiokos een relatieve vrijheid toegestaan, een situatie die in contrast staat met die van de Atheense epikleros (cf. infra).
Klassieke periode
Athene
De meeste bronnen over vrouwen in het oude Griekenland komen uit Athene. Het is echter moeilijk in te schatten in hoeverre de Atheense situatie ook opgaat voor andere Griekse poleis.
Dochters en vrouwen van een burger
De Atheense werd haar hele leven behandeld als een minderjarige, die noch juridische noch politieke rechten bezat. Heel haar leven moet ze onder de autoriteit van een / kúrios (« voogd ») blijven: oorspronkelijk was dit haar vader, vervolgens haar echtgenoot en zelfs haar zoon (indien ze weduwe is) of haar nauwste bloedverwant.
Status
Haar bestaan heeft geen belang dan door het huwelijk, dat meestal plaatsvond tussen haar vijftiende en achttiende levensjaar. Het gaat hierbij om een private handeling, een contract gesloten tussen twee families (oikoi). Vreemd genoeg kent het Oudgrieks geen specifieke term om het huwelijk aan te duiden. Men spreekt van / engúê, letterlijk het onderpand, de borgtocht: het is de handeling door dewelke het hoofd van de familie zijn dochter aan een andere man geeft. De polis is geen getuige en neemt deze gebeurtenis niet op in een of andere akte, die op zich niet volstaan om aan de vrouw het gehuwde statuut toe te kennen. Om als gehuwd beschouwd te worden, moeten man en vrouw ook nog samenleven. In de meeste gevallen volgt dit op de engúê. Niettemin komt het voor dat de engúê plaats heeft wanneer het meisje nog een kind is. Het samenleven heeft in dat geval dus pas veel later plaats. Over het algemeen heeft het jonge meisje nooit iets te zeggen over haar toekomstig huwelijk.
Naast haar eigen persoon brengt de jonggehuwde ook haar bruidsschat binnen in haar nieuwe familie. Deze bestaat over het algemeen uit gemunt geld. De bruidsschat is strikt genomen niet het eigendom van de echtgenoot: wanneer zijn vrouw kinderloos sterft of in het geval van echtscheiding met wederzijdse instemming, moet de bruidsschat worden teruggegeven. Daar de som geld van de bruidsschat aanzienlijk is, dekt de voogd van de gehuwde zich vaak in door een speciale hypotheek, het / apotímêma: een onroerend goed wordt opgegeven als tegenwaarde, een engagement gematerialiseerd door een horos. Bij het uitblijven van het teruggeven van de bruidsschat wordt beslag gelegd op het land.
De scheiding op initiatief van de echtgenote werd normaal gezien niet toegestaan: enkel de voogd kon vragen om de ontbinding van het contract. Nochtans tonen voorbeelden dat het in de praktijk toch voorkwam. Aldus vroeg Hipparétê, vrouw van Alkibiades, persoonlijk echtscheiding aan bij de archont. De commentaren van Plutarchus lijken erop te wijzen dat het daar om een normale procedure gaat. In de dikê pròs Onếtora (proces tegen Onếtôr) van Demosthenes is het de broer van de echtgenote, haar voogd, die een verzoek om echtscheiding indient.
Een strikte trouw is vereist van de kant van de echtgenote: haar rol is legitieme zonen te baren die de vaderlijke goederen kunnen erven. De echtgenoot die zijn vrouw op heterdaad betrapt op overspel is aldus in zijn recht wanneer hij haar minnaar ter plekke doodt. De overspelige vrouw zelf kan worden teruggestuurd. Volgens sommige auteurs zou de bedrogen echtgenoot zelfs verplicht geweest zijn dit te doen op straffe van het verlies van zijn burgerrechten. De echtgenoot, daarentegen, is niet onderworpen aan een dergelijke restrictie: hij kan gebruik maken van de diensten van een hetaere of een concubine ( / pallakế) — vaak een slavin, maar soms ook de dochter van een arme burger - in het echtelijk huis toelaten.
Een speciaal geval: epikleros
Een meisje wordt « epikleros » genoemd als zij als de enige nakomeling van haar vader overblijft: zij heeft noch een broer, noch neefjes die kunnen erven. Volgens het Attische recht was zij niet de erfgename, maar « verbonden aan () de erfenis () ». Daarom moest ze haar naaste bloedverwant huwen: samen met haar hand kreeg haar nieuwe echtgenoot de erfenis in eigendom, zodat de familiegoederen van haar man overgingen op hun kinderen, de kleinkinderen van haar overleden vader. Dit relatief simpele principe leidde tot gecompliceerde zaken, waarvan we geen precieze gegevens hebben: zo weten we niet of, indien de epikleros reeds gehuwd is op het moment van overlijden van haar vader, de naaste bloedverwant het recht heeft dit eerdere huwelijk te ontbinden. Er zijn echter minstens twee gevallen bekend waarbij de naaste bloedverwanten scheiden van hun echtgenotes (en zorgen voor het hertrouwen van dezen) om een epikleros te huwen.
In de polis
De vrouwen van goede familie hebben als belangrijkste taak hun oikos te onderhouden. Ze zijn beperkt tot de gynaikeion, letterlijk de « kamer van de vrouwen », omringd door hun dienaressen. Ze wagen zich alleen buiten het familiale domein voor de vervulling van hun religieuze plichten. Daarentegen vulden de vrouwen van het volk de huishoudkas aan door wat er overschoot aan zelf verbouwde of vervaardigde producten te verkopen: olijven, fruit en groenten, kruiden — daarom maakt Aristophanes van de moeder van de Euripides een verkoopster van kervel — stof, enzovoorts. Uit het werk van zowel komedieschrijvers als redenaars blijkt het bestaan van vrouwelijke kleinhandelaars van geparfumeerde oliën, kammen, juweeltjes of robijnen. Ze gingen dus wel degelijk om met geld.
Metoiken en slavinnen
Er is weinig bekend over de vrouwelijke metoiken, behalve het percentage dat ze aan belasting moesten betalen: hun jaarlijkste / metoíkion was zes drachmes, in plaats van twaalf voor een man. Een aantal van hen volgden gewoon hun echtgenoot, die zich voor zaken vestigde te Athene of om het onderwijs van een gereputeerde meester te volgen. Men kan veronderstellen dat hun manier van leven vergelijkbaar is met dat van burgermeisjes of -vrouwen.
Een minderheid bestond uit vrouwen die alleen naar Athene waren gekomen om hun fortuin te maken. De allerarmsten eindigden vaak als prostituees ( / pórnai) in de bordelen van Piraeus of Athene zelf. De meer geleerde vrouwen konden hetaeren ( / hetaírai) worden. Salon houdend, waren ze de quasi-officiële gezellinnen van Atheense zakenmannen en politici. De bekendst onder hen is Aspasia, afkomstig uit Milete. Concubine van Pericles, voor wie deze laatste zijn wettige echtgenote verliet. Mooi, intelligent en spraakvaardig ging ze op gelijke voet om met de intellectuele elite van haar tijd. De keerzijde van de medaille was dat ze het mikpunt was van de komische auteurs, die haar afschilderen als een vulgaire bordeelhoudster en intrigante.
Sparta
Sparta onderscheidt zich onder de andere Griekse poleis in die mate dat ze vrouwen op min of meer gelijke voet stelt met de mannen: allen zijn ondergeschikt aan de staat en hun eerste doel het voortbrengen van krachtige en gedisciplineerde soldaten. De vrouwen moeten ook in dienst, al worden ze niet echt ingezet als soldaten. Ze mogen later trouwen dan in de rest van Griekenland wat leidt tot minder vrouwen die sterven in het kraambed. Ze zijn niet politiek actief, maar hebben veel invloed, geld en sommigen zelfs land.
Opvoeding
Sparta vertoont een bijzonderheid doordat ze een verplicht opvoedingssysteem had voor allen en dit werd ingericht door de staat, terwijl de andere poleis ouders als enige verantwoordelijk voor hun kinderen beschouwde. Daarenboven, was ze niet enkel verplicht voor jongens, maar ook voor meisjes. Terwijl het doel van dit systeem, voor de jongens, was om gedisciplineerde hoplieten voort te brengen, was het de bedoeling meisjes tot sterke moeders te vormen, die op hun beurt het leven schenken aan sterke en gezonde kinderen. Zoals bij de jongens, begon het onderricht vanaf 7 jaar. Het eindigde rond 18 jaar, leeftijd waarop de jonge vrouwen huwden. Het bestond uit twee delen: enerzijds een fysieke training om het lichaam te versterken, anderzijds de / mousikế, een term die bij de Grieken dans, poëzie en zang omvatte.
Wat betreft het sportieve deel, geeft Xenophon aan dat Lycurgus een fysieke training instelde voor beide seksen, bestaande uit hardlopen en worstelen, zaken die worden bevestigd door Euripides. Plutarchus voegt aan deze lijst nog het discus- en speerwerpen toe. Theocritus voert jonge meisjes op die trots hun deelname aan dezelfde wedstrijden als de jongens, langs de rivier de Eurotas en hun gebruik van zalf, net zoals deze laatsten, verkondigen. Bovendien, trainen ze ook naakt. Deze training is geen echte voorbereiding voor het gevecht: jongens en meisjes trainen apart. Desalniettemin, was de kracht van Spartaanse vrouwen spreekwoordelijk in Griekenland: Klearchos van Soloi (midden van de 3e eeuw v.Chr.) verhaalt aldus dat zij volwassen en ongehuwde mannen overmeesteren en hen slaan om hen te dwingen te trouwen, wat impliciet wijst op de kracht van deze vrouwen. Ten slotte lijkt het erop dat de sportieve training ook paardrijden omvatte. Aldus tonen votieffigurines gevonden in het heiligdom van Artemis Orthia jonge meisjes in amazonezit.
Daar ze zich ook bezighouden met mousikê, namen de jonge meisjes op alle grote feesten deel aan de parthenia — maagdenkoorzangen — waarvan Alkman de grootste schrijver van was. De gezangen worden uit het hoofd geleerd. Ze laten de meisjes toe de grote mythologische verhalen te leren kennen maar ook hun competitiegeest aan te schepren: de gezangen alluderen expliciet aan schoonheidswedstrijden of ook muziekvoorstellingen. Votiefbeeldjes tonen meisjes die diverse instrumenten bespelen. Het lijkt erop dat sommige Spartiaten ten minste konden lezen en schrijven. Zo zijn er anekdotes gevonden, weliswaar behoorlijk laat, waarin melding wordt gemaakt van brieven verzonden door moeders aan hun zonen die op veldtocht waren. Gorgô, dochter van Kleomenes I is aldus de enige om de geheime boodschap te ontdekken die door koning Demaratos was verzonden: zij liet de was van het tablet krabben, aldus de in het hout gekraste tekst blootleggend.
Huwelijk
Tijdens de klassieke periode ontmoetten twee concurrerende systemen elkaar in Sparta: het eerste, traditionele systeem was gemeenschappelijk voor alle Griekse stadstaten. Het doel ervan was de welvaart van de familielijn te verzekeren. Het tweede diende de staatsidealen: het doel ervan was sterke jongens te produceren.
In het tweede systeem vond het huwelijk veel later plaats dan in de andere stadstaten: de echtgenoot is ongeveer 30 jaar en zijn vrouw ongeveer achttien. Men had bovendien het vreemde gebruik dat het hoofd van de vrouw kaalgeschoren werd en haar mannenkleren gegeven werden, waarna ze alleen gelaten werd op een matras in het donker. De echtgenoot voegde zich na de syssitia (een gemeenschappelijke maaltijd) bij zijn vrouw, nog steeds in het donker, en na de liefde met haar bedreven te hebben vertrok hij weer om zich bij zijn makkers in de slaapzaal te voegen. Het huwelijk bleef bovendien geheim tot de geboorte van het eerste kind. Plutarchus merkte bovendien ook op dat de echtgenoten "de bevrediging negeren en de vermindering van gevoel een gemeenschappelijk leven zonder belemmeringen tot gevolg heeft."
De vrouwen oefenen een zekere vorm van controle uit op hun huwelijk. Terwijl oude echtgenoten ertoe worden aangezet hun vrouwen te 'lenen' aan krachtige jongemannen, vermeldt Plutarchus ook dat de vrouwen vaak een minnaar namen, zodat het kind dat moest geboren worden twee stukken land kon erven in plaats van een.
Hellenistische periode
De hoeveelheid informatie die beschikbaar is over vrouwen in de hellenistische periode is verrassend groot.
De overvloed aan informatie over de koninklijke vrouwen kan worden toegeschreven aan de impact van deze vrouwen op de antieke schrijvers daar ze zelf vaak - direct of indirect - waren betrokken bij de politieke activiteiten van de mannen.
De handelingen van vrouwen van minder verheven status kan ook worden gezien in publieke optredens, zoals sommige vrije vrouwen, die een grotere invloed kregen in politieke en economische zaken, en tezelfdertijd, hun opvattingen over het huwelijk, de rol van de vrouw, onderwijs en gedrag in hun privéleven verspreiden.
De ervaring van vrouwen, gaande van slaven en hetaeren tot koningen, werd verzameld en bewaard in culturele creaties van deze periode.
Uit de voorstellingen van vrouwen in de beeldhouwkunst, komedies, aardewerk en andere kunstvormen uit deze periode blijkt, dat men meer aandacht toont voor hun seksuele ervaringen en de aard van hun dagelijks leven.
De opmerking van filosofen, die voor het grootste deel geneigd zijn het voortbestaan van de traditionele vrouwelijke rollen te steunen, blijkt dat de veranderde positie van vrouwen zich ook in de samenleving voortzette tijdens deze periode.
Echtgenotes en moeders van de Macedonische veroveraars
Er lagen vijftig jaar van oorlog tussen Alexander de Grote zijn opvolgers (de diadochen) tussen diens dood en de stichting van de Macedonische diadochenrijken en -dynastieën: de Antigoniden in Griekenland, de Ptolemaeën in Egypte en de Seleuciden in Klein-Azië.
In de heersende families van Macedonië kon de relatie tussen moeder en zoon veel sterker en belangrijker zijn dan die tussen echtgenoot en vrouw. Veel Macedonische koningen stonden zichzelf zowel formeel als informeel polygamie toe, wat ook de reden was waarom zij zo terughoudend waren om sommige van hun echtgenotes een bevoorrechte status te verlenen: dit zou immers ook duidelijk maken welke van hun kinderen zij als troonopvolgers wensten aan te duiden). Dit bevorderde een klimaat van intriges en machtsstrijd binnen het hof, dat er zelfs toe kon leiden dat een op macht beluste moeder voor haar zoon een samenzwering begon om de leider te vermoorden.
De geschiedenis toont ons de Macedonische koninginnen als ambitieus, scherpzinnig, en in vele gevallen, meedogenloos. De gemeenschappelijke elementen in deze verhalen zijn de verwijdering, vaak door middel van vergiftiging, van politieke antagonisten en rivaliserende koninginnen evenals hun nakomelingen, de moord op hun echtgenoot, en de hoop van de koningin dat zij een grotere macht zou hebben wanneer het koninkrijk aan haar zoon toeviel dan toen haar echtgenoot nog de troon bezette.
Dit zijn vrouwen die in een traditioneel mannelijke strijd traden en die streden met alle wapens en technieken van mannen, alsook met vergif, het « wapen van de vrouwen ».
Naast Cleopatra VII, waren Olympias en Arsinoë II de machtigste en meest illustere Macedonische koninginnen. Olympias werd beroemd als moeder van Alexander de Grote. Aan het hof van haar echtgenoot, Philippus, vocht Olympias tegen rivaliserende echtgenotes, minnaressen en kinderen met als doel de opvolging van haar echtgenoot door Alexander op de Macedonische troon te verzekeren. Hoewel zij uiteindelijk werd veroordeeld en verbannen, was zij duidelijk een intelligente en volhardende vrouw.
Alexander werd in 356 v.Chr., na de moord op Philippus II, uitgeroepen tot koning. Deze laatste zijn dood werd, naar alle waarschijnlijkheid onterecht - ze was in die tijd immers nog steeds in ballingschap - toegeschreven aan Olympias, die veel te winnen had toen haar zoon op twintigjarige leeftijd zijn vader opvolgde. Twee jaar later, trok Alexander er uit voor de verovering van het Perzische Rijk. Terwijl Alexander zijn expeditie voorbereidde, stond Olympias aan het hoofd van het hof in Macedonië. Ze streed met Antipater om de macht, die Alexander als zijn secondant had achtergelaten in Macedonië. Politiek, steunde Alexander Antipater, maar hij zou nooit ophouden zeer gehecht te zijn aan zijn moeder.
Hoewel het partnerschapsmodel tussen moeders met macht en hun kinderen herhaaldelijk werd hernomen, werden vrouwen door hellenistische koningen evenzeer in passieve rollen gebruikt zoals onder de Griekse tirannen uit de archaïsche periode.
De huwelijken van de Macedonische prinsessen werden bijvoorbeeld vaak gearrangeerd door hun oudere mannelijke familieleden om allianties tussen de mannen, dat wil zeggen, tussen hen (de mannelijke familieleden) en hun echtgenoten te versterken. Deze dynastieke huwelijken werden ontbonden wanneer een nieuwe verbintenis politiek interessanter leek te zijn.
Natuurlijk kon de eenzijdige afwijzing van een koningin door haar man ten behoeve van een andere vrouw gewelddadig eindigen, en eens dat de ouders of voogden van de afgewezen vrouw hierdoor werden geschaad, eindigden deze huwelijksbanden vaak in internationale conflicten. Een van deze onfortuinlijke huwelijken was dat van Berenice Syra en Antiochus II Theos, dat leidde tot de Derde Syrische Oorlog.
Andere vrouwen
Vrouwen waren ook de begunstigden van de meer royale toekenningen van het burgerschap en politieke rechten in de Griekse steden - om diplomatieke, culturele en economische redenen - hetgeen een kenmerkend fenomeen van deze kosmopolitische periode was.
Sommige vrouwen verkregen toegevingen op het gebied van politieke rechten of de uitoefening van publieke activiteiten. Anderen verkregen het ereburgerschap en de rechten van proxenia (voorrechten toegekend aan buitenlanders) van vreemde steden als dank voor bewezen diensten. In het jaar 218 v.Chr., verwierf Aristodama, een dichteres uit Smyrna, het burgerrecht van de Aetolische stad Lamia in Thessalië, omdat ze in haar poëzie de mensen van Aetolië en hun voorouders op waardige wijze had herdacht.
Een inscriptie vermeldt het bestaan van een vrouwelijke archont in Histria in de 2e eeuw v.Chr. In de 1e eeuw v.Chr., was een andere vrouwelijke magistraat, Phile van Priëne de eerste vrouw die de bouw van een dam en een aquaduct op zich nam. Het is zeer waarschijnlijk dat ze tot magistraat werd benoemd, omdat zij beloofde om met haar privé-vermogen te zullen bijdragen aan de uitvoering van deze openbare werken.
Deze vrouwen waren uitzonderingen, daar vele anderen nog steeds werden uitgesloten van deelname aan het bestuur. Maar sindsdien waren onder de heerschappij van de hellenistische vorsten de implicaties van het burgerschap en bijbehorende privileges veel minder gunstig voor mannen dan ze waren geweest in de poleis van de klassieke wereld. Enerzijds was de kloof tussen mannelijke en vrouwelijke privileges verkleind, anderzijds waren de mannen, in plaats van dat ze probeerden ze uit te breiden, eerder bereid om de - weliswaar afgenomen - privileges die ze hadden met de vrouwen te delen.
Hoewel de toename van het politieke engagement van de Griekse vrouwen buiten het koningshuis erg klein was, kwam er langzaam verandering in de juridische status, met name in het burgerlijk recht. Deze verandering was vooral merkbaar in de door de Macedonische veroveringen gehelleniseerde gebieden in de oude steden op het Griekse vasteland.
In deze context van de ontwortelde Grieken, verstoken van de traditionele waarborgen van de polis, kon een Griekse vrouw niet gemakkelijk beroep doen op de bescherming van de mannelijke familieleden, en daarom moest ze de mogelijkheid hebben om uit eigen naam te kunnen optreden voor de wet en moest deze autonomie waar nodig worden uitgebreid.
We vinden hiervoor voldoende bewijs in papyri uit Egypte op het gebied van privaatrecht, maar dit betekent niet dat hellenistische wetten uniform waren en Egyptische praktijken in andere gebieden werden toegepast.
Wetten die betrekking hebben op Griekse vrouwen die in Egypte wonen moeten worden onderscheiden van wetten met betrekking tot de inheemse Egyptische vrouwen. Deze laatste lijken minder streng te zijn geweest, hoewel hier minder onderzoek naar is gedaan. Griekse vrouwen moesten, wanneer zij volgens de traditionele conventies van de Griekse wetten handelden, nog steeds een voogd hebben; onder het Egyptische recht daarentegen had men als vrouw geen voogd nodig. Als een Griekse vrouw een publieke verklaring moest afleggen of zich een contractuele verplichting op de hals haalde die mensen of eigendommen betrof, moest er altijd een mannelijk familielid als voogd optreden. Er zijn talloze voorbeelden van dergelijke contracten. Documenten waarin een vrouw optrad als koper, verkoper, lener of geldschieter, verhuurder of huurder. Vrouwen moesten, net zoals mannen, verschillende belastingen betalen die werden geheven op deze commerciële activiteiten. Ze bezaten ook het recht om giften en legaten te ontvangen en te geven, waarbij altijd hun voogd moest optreden, en meestal benoemden ze hun mannen en zonen als hun erfgenamen. Aan de burgeressen van Alexandrië, de zogenaamde astai, was het verboden om een testament op te maken.
Voetnoten
Bibliografie
, Oude vrouwen in Griekenland en Rome, in Lampas 17 (1984), pp. 96-113.
, Eros en Amor. Man en vrouw in Griekenland en Rome, Den Haag, 1962.
, Mariages de tyrans, in , Droit et institutions en Grèce antique, Parijs, 19822, pp. 229-249.
, The Reign of the Phallus. Sexual Politics in Ancient Athens, Berkeley, 1985. ISBN 0520079299
, La Femme dans la Grèce antique, Brussel, 19912. ISBN 2870274092
, Goddesses, Whores, Wives, and Slaves: Women in Classical Antiquity, Schocken, 1995. ISBN 080521030X
, Families in Classical and Hellenistic Greece: Representations and Realities, Oxford University Press, 1999. ISBN 0198152604
, Spartan Women, Oxford University Press, 2002. ISBN 0195130677
, Le statut de la femme à l'époque hellénistique principalement en Egypte, in Recueils de la Société Jean Bodin pour l’histoire comparative des institutions 11 (1959), pp. 127-175.
, Recherches sur le mariage et la condition de la femme mariée à l'époque hellénistique, Parijs, 1970.
, Mythe et société en Grèce ancienne, Parijs, 1974.
, Esclavage et gynécocratie dans la tradition, le mythe et l’utopie, in , Le chasseur noir: formes de pensées et formes de société dans le monde grec, Parijs, 19912 (= 2005), pp. 267-288. ISBN 2707145009
Externe links
Materials for the Study of Women and Gender in the Ancient World
, art. Les femmes dans la Grèce antique, Memo.fr (2004).
, Women In The Ancient World. The status, role and daily life of women in the ancient civilizations of Egypt, Rome, Athens, Israel and Babylonia, womenintheancientworld.com, 2005:
Women in Athens
Women and Property in Ancient Athens
Women in Sparta
Women's Health in Ancient Greece
Oud-Griekse cultuur
|
In de epen heeft de vrouw een drievoudige rol: echtgenote, koningin en meesteres van het huis. In de eerste plaats echtgenote of echtgenote in spe, wat ons de complexiteit van de Griekse huwelijkspraktijken doet begrijpen. Men treft om te beginnen het klassieke systeem van tegengeschenk, geïllustreerd door het tegenvoorbeeld van Agamemnon die aandringt bij Achilles om de strijd te hervatten. Hij biedt hem een van de drie meisjes aan met de verduidelijking: « Laat hij kiezen wie hij begeert en zonder mij geschenken te bieden haar voeren naar het huis van Peleus ». Het gaat hierbij om een uitzonderlijke situatie: normaal gezien moest de echtgenoten geschenken, de / hêdna, geschenken moet geven aan zijn schoonvader. De vrouw trekt daarop bij haar echtgenoot in, in dit geval in de woning van Achilles' vader. Deze verbintenis is zowel bij de Griekse als de Trojaanse heroën monogaam. Nochtans blijven deze huwelijkspraktijken noch weinig geformaliseerd: Helena, de wettelijke echtgenote van Menelaos, wordt op dezelfde manier behandeld als wettelijke echtgenote van Paris. Priamus wijkt af van deze monogame regel ; voor de rest, bood zijn paleis onderdak aan zijn zonen en hun echtgenotes maar eveneens aan zijn dochters hun echtgenoten.
| 4 |
geven, schenken, doneren
|
11,091 |
Seat
|
50543
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sydney%20Opera%20House
|
Sydney Opera House
|
Het Sydney Opera House is een gebouw voor opera en andere podiumkunsten (muziek, dans, theater) in de Australische stad Sydney. Het is de thuisbasis van het Sydney Symphony Orchestra. Het is ontworpen door de Deense architect Jørn Utzon en werd op 20 oktober 1973 geopend. Het staat sinds 2007 op de UNESCO-Werelderfgoedlijst.
Geschiedenis
Het plan om het Sydney Opera House aan de haven van Sydney te bouwen, ontstond in 1955. Er werd een internationale architectuurwedstrijd voor uitgeschreven. Jørn Utzon won de wedstrijd met dit ontwerp; hij zou het ontwerp in één keer zonder meetlat of rekenmachine vanuit de hand hebben getekend. Utzon hield veel van zeilen. Dit gebouw zou zijn liefde voor de zeilsport symboliseren omdat de daken niet alleen op schelpen lijken maar ook op de zeilen van een groot zeilschip.
Het werd in 1973 geopend door koningin Elizabeth II, veertien jaar nadat met de bouw begonnen werd. Het Opera House ligt op de Bennelong Point, aan de rand van een haven waar voorheen een tramremise lag. Het gebouw bevat niet alleen een operazaal maar ook nog drie andere soorten zalen: concertzalen, restaurants en bars. Men rekent dit werk tot het expressionisme.
De bouw leverde enige problemen op maar ging uiteindelijk toch door. Utzon is echter tijdens het bouwproces afgehaakt en is nooit in het gebouw geweest. Oorspronkelijk had men de bouw geraamd op 3,5 miljoen Australische ponden ($ 7 miljoen) en de opleverdatum op 26 januari 1963 (Australia Day). Het project werd dus tien jaar te laat opgeleverd, terwijl de uiteindelijke kosten $102 miljoen waren, waarmee het budget meer dan veertien keer werd overschreden.
Het Sydney Opera House is tot het symbool van Sydney geworden, zoals de Eiffeltoren voor Parijs. Het gebouw was ook genomineerd voor de verkiezing van de New 7 Wonders of the World.
In mei 2009 ontwierp de Britse muzikant Brian Eno een audio-visuele installatie die geprojecteerd wordt op het operagebouw. 77 Million Paintings is de naam van het steeds wisselende kleur- en vormexperiment.
Buitenkant
Het dak bestaat uit 1.056.000 tegeltjes in wit- en grijstinten, die speciaal uit Zweden geïmporteerd zijn. De tegels zijn in een bepaald patroon neergelegd. Onder de tegels zitten ribben die onderling zijn verbonden met kabels met daartussen een soort betonnen deksels. Bij de openingen van de schelpen zijn de ribben niet afgedekt met tegels of beton, maar met glas.
De daken zijn tegelijk ook de muren en staan op een platform. Er is een trap naar het platform waarop men kan lopen; tevens kan er beneden om het hele gebouw worden gelopen.
Bij de ingang bevinden zich de monumentale trap en het voorplein. Hier worden openluchtfilms vertoond en gratis optredens gehouden.
Binnenkant
Het Opera House heeft meer dan duizend verschillende ruimtes. De belangrijkste zalen zijn:
De Concert Hall met 2.679 plaatsen. Hier vinden culturele activiteiten plaats, zoals uitvoeringen van klassieke muziek, opera, popconcerten en modeshows. In de concerthal staat een van de grootste orgels ter wereld, The Grand Organ, met meer dan 10.000 pijpen.
Het Opera Theatre met 1.547 stoelen. Dit is het basistheater en hier worden vaak grote opera’s en balletvoorstellingen opgevoerd.
Drama Theatre met 544 zitplaatsen.
De speelzaal is voor kleine muziek- en theaterstukken en heeft 398 stoelen.
Studio met 364 plaatsen.
Expositieruimte waar men kan rondlopen; er zijn dus geen vaste zitplaatsen.
De repetitieruimte waar de spelers kunnen oefenen, is ook een opnamestudio waar een heel symfonieorkest in past.
In de theater- en operazalen zijn de muren en het plafond zwart, zodat de aandacht op het podium wordt gericht. Het Opera House heeft ook nog zes cafés en vier restaurants.
Werelderfgoed
Het Opera House werd op 28 juni 2007 aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO toegevoegd. Hiermee is Jørn Utzon de eerste architect van wie een gebouw nog tijdens zijn leven aan deze lijst werd toegevoegd.
Trivia
De oplossing om het geheel constructief mogelijk te maken, zag het levenslicht toen de architect Jørn Utzon een sinaasappel aan het schillen was. Hij zag dat hoe je de sinaasappel ook pelde, de geometrische vorm van de schillen in principe altijd gelijk bleef, maar de uiteindelijke vorm er toch anders uit kon zien.
Externe link
Officiële website
Bouwwerk in Sydney
Operagebouw
Werelderfgoed in Australië
|
Binnenkant
Het Opera House heeft meer dan duizend verschillende ruimtes. De belangrijkste zalen zijn:
De Concert Hall met 2.679 plaatsen. Hier vinden culturele activiteiten plaats, zoals uitvoeringen van klassieke muziek, opera, popconcerten en modeshows. In de concerthal staat een van de grootste orgels ter wereld, The Grand Organ, met meer dan 10.000 pijpen.
Het Opera Theatre met 1.547 stoelen. Dit is het basistheater en hier worden vaak grote opera’s en balletvoorstellingen opgevoerd.
Drama Theatre met 544 zitplaatsen.
De speelzaal is voor kleine muziek- en theaterstukken en heeft 398 stoelen.
Studio met 364 plaatsen.
Expositieruimte waar men kan rondlopen; er zijn dus geen vaste zitplaatsen.
De repetitieruimte waar de spelers kunnen oefenen, is ook een opnamestudio waar een heel symfonieorkest in past.
| 4 |
stoel, zitplaats, gereserveerde zitplaats
|
5,581 |
Synagogue
|
4765946
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse%20School%20%28Leek%29
|
Joodse School (Leek)
|
Het Joodse Schooltje is een voormalig schoolgebouw voor Joden in het Groningse dorp Leek. Vanaf 1995 functioneert het als museum en gedenkplaats.
Joden in Leek
In 1705 wordt de eerste Joodse inwoner van Leek vermeld en in de loop van de 18e eeuw volgden er meer. In 1783 was de Joodse populatie zo gegroeid dat er een begraafplaats werd aangelegd. In 1809 waren er 61 inwoners, op het hoogtepunt in 1890 waren het er 116. Circa 25 jaar na de aanleg van de begraafplaats werd er een synagoge opgericht, die aan het begin van de 20e eeuw in een dusdanig slechte staat was, dat er in 1910 een nieuwe synagoge werd gebouwd.
School
Het Joodse Schooltje werd in 1855 aan de straat 'Boveneind' gebouwd. Joodse kinderen kregen er les in de Hebreeuwse taal en godsdienstonderwijs. Het gebouw deed daarvoor dienst tot aan de Tweede Wereldoorlog.
Streekmuseum
Na de oorlog deed het schoolgebouw lang dienst als garage. In 1995 is het afgebroken en 50 meter verder, in de Samuel Leviestraat, weer opgebouwd en in oude stijl hersteld. Het doet nu dienst als streekmuseum en is een monument ter nagedachtenis aan de Leeker Joden. Bij de restauratie zijn zes plaquettes, uitgevoerd in zwart marmer, bevestigd aan de buitengevel van de school. Hierop staan de namen van de 61 Joden die zijn weggevoerd naar kampen en omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gebouw wordt beheerd door de Samuel Levie Stichting.
De 'Progressief Joodse Gemeente Noord Nederland' gebruikt het na een onderbreking van meer den zeventig jaar weer als studielocatie.
Zie ook
Joodse begraafplaats van Leek
Lijst van musea in Groningen
Joodse school in Nederland
Bouwwerk in Westerkwartier
|
Joden in Leek
In 1705 wordt de eerste Joodse inwoner van Leek vermeld en in de loop van de 18e eeuw volgden er meer. In 1783 was de Joodse populatie zo gegroeid dat er een begraafplaats werd aangelegd. In 1809 waren er 61 inwoners, op het hoogtepunt in 1890 waren het er 116. Circa 25 jaar na de aanleg van de begraafplaats werd er een synagoge opgericht, die aan het begin van de 20e eeuw in een dusdanig slechte staat was, dat er in 1910 een nieuwe synagoge werd gebouwd.
| 2 |
synagoge, joodse gebedsplaats, joodse gemeenschap
|
2,828 |
UserComments
|
911132
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wimbledon%202007
|
Wimbledon 2007
|
De 121e editie van het Britse grandslamtoernooi, Wimbledon 2007, werd gehouden van maandag 25 juni tot en met zondag 8 juli 2007. Voor de vrouwen was het de 114e editie van het graskampioenschap. Het toernooi werd gespeeld bij de All England Lawn Tennis and Croquet Club in de wijk Wimbledon van de Britse hoofdstad Londen.
Op de eerste zondag tijdens het toernooi (Middle Sunday) werd traditioneel niet gespeeld.
Voor het eerst in de historie was het prijzengeld voor de vrouwen gelijk aan dat van de mannen. De winnaars ontvingen ieder £ 700.000 en het totale prijzengeld was £ 11.282.710, een record voor een tennistoernooi.
Voor het eerst werd het Hawk-Eye-systeem gebruikt om te bepalen of een bal in of uit is. Dit gebeurde op het Centre Court en Court Number One. Op de andere banen werd het oudere cyclops-systeem toegepast.
Het toernooi kenmerkte zich door vele (143) regenonderbrekingen.
Het toernooi van 2007 trok 444.810 toeschouwers.
Titelverdedigers
Titelverdediger bij de mannen op dit toernooi in het enkelspel was de Zwitser
Roger Federer . Bij de vrouwen was dat de Française Amélie Mauresmo die al in de vierde ronde werd uitgeschakeld.
In het dubbelspel waren de titelverdedigers de Amerikanen Bob Bryan / Mike Bryan, de Chinese dames Yan Zi / Zheng Jie en het gemengde duo Vera Zvonarjova (Rusland) / Andy Ram (Israël).
Enkelspel
Mannen
De als eerste geplaatste Zwitser Roger Federer won het toernooi voor de vijfde achtereenvolgende keer door in de finale de als tweede geplaatste Spanjaard Rafael Nadal met 7-6, 4-6, 7-6, 2-6 en 6-2 te verslaan. Door zijn overwinning evenaarde hij de prestatie van de Zweed Björn Borg met vijf titels op rij. Alleen William Renshaw staat hier nog boven, met zes overwinningen op rij; tussen 1881 en 1886.
Vrouwen
De Amerikaanse Venus Williams won het toernooi voor de vierde keer door in de finale de Française Marion Bartoli met 6-4, 6-1 te verslaan. Opvallend feit: de finale werd gespeeld door twee speelsters die niet tot de top 16 van de plaatsingslijst behoorden; Bartoli was als 18e geplaatst, Williams als nummer 23. Bartoli was bovendien degene die zowel de enige Belgische deelneemster (en de favoriet voor het vrouwenenkelspeltoernooi) Justine Henin, als de enige Nederlandse deelneemster, Michaëlla Krajicek, versloeg (in respectievelijk de halve en kwartfinale).
Dubbelspel
Mannen
De Fransen Arnaud Clément en Michaël Llodra wonnen het toernooi door in de finale de Amerikanen Bob en Mike Bryan met 6-7, 6-3, 6-4, 6-4 te verslaan.
Vrouwen
Het Zimbabwaans/Zuid-Afrikaans duo Cara Black/Liezel Huber won het toernooi door in de finale het Sloveens/Japans duo Katarina Srebotnik/Ai Sugiyama met 3-6, 6-3, 6-2 te verslaan.
Gemengd
Het ongeplaatste Servisch/Brits duo Jelena Janković/Jamie Murray won het toernooi door in de finale het Australisch/Zweeds duo Alicia Molik/Jonas Björkman met 6-4, 3-6, 6-1 te verslaan.
Belgische deelnemers
Enkelspel
Mannen
Bij de mannen waren Olivier Rochus en Kristof Vliegen direct geplaatst voor het hoofdtoernooi. Dick Norman en Christophe Rochus sneuvelden in de kwalificaties.
Olivier Rochus
1e ronde: verslagen door Robin Söderling (Zweden) (nr. 28) met 3-6, 2-6, 2-6
Kristof Vliegen
1e ronde: won van Juan Mónaco (Argentinië) (nr. 32) met 6-4, 6-3, 7-6
2e ronde: verslagen door Gaël Monfils (Frankrijk) met 5-7, 6-7, 6-7
Vrouwen
Bij de vrouwen deed enkel Justine Henin mee. Caroline Maes kwam niet door de kwalificaties.
Justine Henin (nr. 1)
1e ronde: won van Jorgelina Cravero (Argentinië) met 6-3, 6-0
2e ronde: won van Vera Doesjevina (Rusland) met 6-0, 6-4
3e ronde: won van Jelena Vesnina (Rusland) met 6-1, 6-3
4e ronde: won van Patty Schnyder (Zwitserland) met 6-2, 6-2
kwartfinale: won van Serena Williams (Verenigde Staten) met 6-4, 3-6, 6-3
halve finale: verslagen door Marion Bartoli (Frankrijk) (nr. 18) met 6-1, 5-7, 1-6
Dubbelspel
Mannendubbelspel
Tot het hoofdtoernooi was het Belgische duo Olivier Rochus/Kristof Vliegen direct toegelaten. Via het kwalificatietoernooi haalde Dick Norman het hoofdtoernooi.
Dick Norman met zijn partner Ilia Bozoljac (Servië)
1e ronde: verslagen door James Auckland (Groot-Brittannië) en Stephen Huss (Australië) met 6-4, 4-6, 5-7, 5-7
Olivier Rochus en Kristof Vliegen
1e ronde: wonnen van Lars Burgsmüller (Duitsland) en Orest Tereshchuk (Oekraïne) met 7-6, 6-4, 6-2
2e ronde: verslagen door Bob Bryan (Verenigde Staten) en Mike Bryan (Verenigde Staten) (nr. 1) met 0-6, 6-7, 1-6
Vrouwendubbelspel
Geen deelnemers, ook niet aan het kwalificatietoernooi.
Gemengd dubbelspel
Geen deelnemers.
Nederlandse deelnemers
Enkelspel
Mannen
Bij de mannen was Thiemo de Bakker toegelaten tot het hoofdtoernooi door middel van een wildcard. Hij kreeg deze op basis van zijn prestatie van vorig jaar, toen hij het toernooi bij de junioren op zijn naam schreef. Via het kwalificatietoernooi probeerde Dennis van Scheppingen tevergeefs het hoofdtoernooi te bereiken.
Thiemo de Bakker
1e ronde: verslagen door Wayne Arthurs (Australië) met 7-6, 7-6, 6-7, 4-6, 4-6
Vrouwen
Van de Nederlandse vrouwen was alleen Michaëlla Krajicek direct toegelaten tot het hoofdtoernooi, als nummer 31 van de plaatsingslijst. Elise Tamaëla en Brenda Schultz kwamen niet voorbij de kwalificaties.
Michaëlla Krajicek (nr. 31)
1e ronde: won van Tzipora Obziler (Israël) met 6-2, 6-7, 6-1
2e ronde: won van Katie O'Brien (Groot-Brittannië) met 6-0, 6-1
3e ronde: won van Anna Tsjakvetadze (Rusland) (nr. 8) met 7-6, 6-7, 6-2
4e ronde: won van Laura Granville (Verenigde Staten) met 6-3, 6-4
kwartfinale: verslagen door Marion Bartoli (Frankrijk) (nr. 18) met 6-3, 3-6, 2-6
Dubbelspel
Mannendubbelspel
Rogier Wassen en Martin Verkerk waren direct toegelaten tot het hoofdtoernooi. Wassen kreeg nummer 14 op de plaatsingslijst. Aan de kwalificaties deden geen Nederlanders mee.
Martin Verkerk met zijn Deense partner Kristian Pless
1e ronde: verslagen door Tomas Behrend (Duitsland) en Florian Mayer (Duitsland) met 6-0, 7-6 6-3
Rogier Wassen met zijn Zuid-Afrikaanse partner Jeff Coetzee (nr. 14)
1e ronde: verslagen door Wesley Moodie (Zuid-Afrika) en Todd Perry (Australië) met 6-2, 2-6, 6-7, 6-5
Vrouwendubbelspel
Michaëlla Krajicek was direct toegelaten tot het hoofdtoernooi. Aan de kwalificaties deden geen Nederlandse vrouwen mee.
Michaëlla Krajicek met haar Poolse partner Agnieszka Radwańska
1e ronde: wonnen van Maria Elena Camerin (Italië) en Gisela Dulko (Argentinië) (nr. 11) met 6-3, 6-7, 8-6
2e ronde: wonnen van Andrea Hlaváčková (Tsjechië) en Sandra Klösel (Duitsland) met 6-3, 6-3
3e ronde: verslagen door Květa Peschke (Tsjechië) en Rennae Stubbs (Australië) met 2-6, 7-5, 2-6
Gemengd dubbelspel
Rogier Wassen en Michaëlla Krajicek werden rechtstreeks toegelaten tot het hoofdtoernooi.
Rogier Wassen met zijn partner Chan Yung-jan uit Chinees Taipei (nr. 13)
1e ronde: bye
2e ronde: wonnen van Jeff Coetzee (Zuid-Afrika) en Jelena Kostanić-Tošić (Kroatië) met 4-6, 6-4, 6-2
3e ronde: verslagen door Alex Bogdanovic (Groot-Brittannië) en Melanie South (Groot-Brittannië) met 4-6, 3-6
Michaëlla Krajicek met haar Tsjechische partner Martin Damm
1e ronde: verslagen door Andrei Pavel (Roemenië) en Andreea Ehritt-Vanc (Roemenië) met 2-6, 7-6, 4-6
Overige winnaars
Jongensenkelspel
Donald Young (Verenigde Staten) won van Vladimir Ignatik (Wit-Rusland) met 7-5, 6-1
Meisjesenkelspel
Urszula Radwańska (Polen) won van Madison Brengle (Verenigde Staten) met 2-6, 6-3, 6-0
Jongensdubbelspel
Daniel Lopez (Italië) en Matteo Trevisan (Italië) wonnen van Roman Jebavý (Tsjechië) en Martin Kližan (Slowakije) met 7-6, 4-6, [10-8]
Meisjesdubbelspel
Anastasija Pavljoetsjenkova (Rusland) en Urszula Radwańska (Polen) wonnen van Misaki Doi (Japan) en Kurumi Nara (Japan) 6-4, 2-6, [10-7]
Veteranen, mannen tot 45 jaar, dubbelspel
Jacco Eltingh (Nederland) en Paul Haarhuis (Nederland) wonnen van Mark Petchey (Groot-Brittannië) en Chris Wilkinson (Groot-Brittannië) met 6-2, 6-2
Veteranen, mannen vanaf 45 jaar, dubbelspel
Jeremy Bates (Groot-Brittannië) en Anders Järryd (Zweden) wonnen van Kevin Curren (Verenigde Staten) en Johan Kriek (Verenigde Staten) met 6-3, 6-3
Veteranen, vrouwen
Jana Novotná (Tsjechië) en Helena Suková (Tsjechië) wonnen van Ilana Kloss (Zuid-Afrika) en Rosalyn Nideffer (Zuid-Afrika) met 6-3, 6-3
Rolstoel, mannen, dubbelspel
Robin Ammerlaan (Nederland) en Ronald Vink (Nederland) wonnen van Shingo Kunieda (Japan) en Satoshi Saida (Japan) met 4-6, 7-5, 6-2
Kwalificatietoernooi (enkelspel)
Aan het hoofdtoernooi (enkelspel) doen bij de mannen en vrouwen jaarlijks elk 128 tennissers mee. De 104 beste mannen en 108 beste vrouwen van de wereldranglijst die zich inschrijven zijn automatisch geplaatst. Acht spelers krijgen van de organisatie een wildcard. Voor de overige tennissers resteren er dan nog 16 plaatsen bij de mannen en 12 plaatsen bij de vrouwen in het hoofdtoernooi en deze plaatsen worden via het kwalificatietoernooi ingevuld. Aan dit kwalificatietoernooi doen nog eens 128 mannen en vrouwen mee. Dat toernooi werd gespeeld in Roehampton.
Via het kwalificatietoernooi probeerden de volgende Belgen en Nederlanders kwalificatie voor het hoofdtoernooi af te dwingen:
Belgen op het kwalificatietoernooi
Bij de mannen deden Dick Norman en Christophe Rochus mee aan het kwalificatietoernooi:
Dick Norman (nr. 32). Beiden haalden het hoofdtoernooi niet.
1e ronde: won van Ivo Minář (Tsjechië) met 6-4, 7-6
2e ronde: verslagen door Pavel Snobel (Tsjechië) met 6-3, 3-6, 3-6
Christophe Rochus
1e ronde: won van Brendan Evans (Verenigde Staten) met 6-1, 6-4
2e ronde: won van Dudi Sela (Israël) met 7-5, 6-3
3e ronde: verslagen door Wayne Arthurs (Australië) met 3-6, 6-3, 7-6, 5-7, 4-6
Bij de vrouwen deed alleen Caroline Maes mee aan het kwalificatietoernooi. Ook zij haalde het hoofdtoernooi niet.
Caroline Maes
1e ronde: verslagen door Nika Ožegović (Kroatië) met 0-6, 3-6
Nederlanders op het kwalificatietoernooi
Bij de mannen deed alleen Dennis van Scheppingen mee aan het kwalificatietoernooi, maar hij werd al in de eerste ronde uitgeschakeld.
Dennis van Scheppingen
1e ronde: verslagen door Leonardo Mayer (Argentinië) met 4-6, 4-6
Bij de vrouwen was Elise Tamaëla geplaatst en kreeg Brenda Schultz een wildcard voor het kwalificatietoernooi. Beide vrouwen verloren in de eerste ronde.
Brenda Schultz
1e ronde: verslagen door Renata Voráčová (Tsjechië) (nr. 15) met 6-3, 2-6, 4-6
Elise Tamaëla
1e ronde: verslagen door Sorana Cîrstea (Roemenië) met 2-6, 1-6
Kwalificatietoernooi (dubbelspel)
In het kwalificatietoernooi voor het dubbelspel strijden zowel bij de mannen als de vrouwen jaarlijks zestien koppels om vier plaatsen in het hoofdtoernooi.
Uit België en Nederland deed alleen de Belg Dick Norman mee. Hij haalde het hoofdtoernooi.
Dick Norman met zijn partner Ilia Bozoljac (Servië)
1e ronde: wonnen van Rik de Voest (Zuid-Afrika) en Nathan Healey (Australië) (nr. 3) met 7-6 en 7-6
2e ronde: wonnen van Sanchai Ratiwatana (Thailand) en Sonchat Ratiwatana (Thailand) (nr. 5) met 7-6, 6-4, 6-4
Toeschouwersaantallen en bezoekerscapaciteit
Uitzendrechten
In Nederland was Wimbledon te zien bij de lineaire televisiezender RTL 7. RTL 7 deed dagelijks vanaf 13.00 uur rechtstreeks verslag vanuit Londen. Dagelijks om 19.50 uur werd de dag samengevat in 'Wimbledon Today'. De presentatie was in handen van Barbara Barend. Het commentaar werd verzorgd door Jacco Eltingh, Jan Siemerink, Mariëtte Pakker en Albert Mantingh.
Behalve op RTL 7 was Wimbledon ook te zien zijn via de abonneezender Sport1, die uitzond onder een sublicentie van RTL 7. Sport1 zette tijdens Wimbledon naast het HD-kanaal, alle acht de beschikbare Sport1 kanalen in, om gelijktijdig meerdere tenniswedstrijden live uit te zenden. De wedstrijden vanuit de studio in Amsterdam voor Sport1 werden gepresenteerd door Mari Carmen Oudendijk.
Verder kon het toernooi ook gevolgd worden bij de Britse publieke omroep BBC, waar uitgebreid live-verslag werd gedaan op de zenders BBC One en BBC Two.
Externe links
Officiële website Wimbledon
Wimbledon
ITF-toernooi in 2007
|
Uitzendrechten
In Nederland was Wimbledon te zien bij de lineaire televisiezender RTL 7. RTL 7 deed dagelijks vanaf 13.00 uur rechtstreeks verslag vanuit Londen. Dagelijks om 19.50 uur werd de dag samengevat in 'Wimbledon Today'. De presentatie was in handen van Barbara Barend. Het commentaar werd verzorgd door Jacco Eltingh, Jan Siemerink, Mariëtte Pakker en Albert Mantingh.
| 1 |
gebruikersreacties, gebruikersinteractie, commentaar
|
10,495 |
SportsActivityLocation
|
223623
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ruinen
|
Ruinen
|
Ruinen (Nedersaksisch: Rune) is een brinkdorp in de Nederlandse provincie Drenthe, gemeente De Wolden, met inwoners. Tot 1 januari 1998 was Ruinen een zelfstandige gemeente.
Geschiedenis
Ruinen was vanaf de middeleeuwen tot de Franse tijd een hoge heerlijkheid aangeduid als heerlijkheid Ruinen. In een akte van 1139 wordt Otto van Ruinen genoemd als een der dienstmannen van de bisschop van Utrecht. In 1140 werd door benedictijner monniken een klooster gesticht met een bijbehorende Mariakapel. Het klooster werd later naar Dickninge verplaatst.
Heren, vrouwe van Ruinen:
Familie van Ruinen
Arend Huys
Johan Huys/Van Ruinen
Johanna Huys
Hendrik van Munster
Berend van Munster
Hendrik van Munster
Hendrik Wilhelm Munster van Bernsaw, drost van Drenthe
Margaretha van Bernsaw, gehuwd met Frans Caspar Adriaan van Schellaert van Obbendorf
Willem Adriaan, markies van Hoensbroeck
Lotharius Frans Hyacinthus Victor van Hoensbroeck
Coert Winkel, Jan Pieters Leffers, Jan van de Weteringe
Swedera van Runen
Van 1811 tot 1998 was Ruinen een zelfstandige gemeente. Het grootste deel van Ruinen werd per 1 januari 1998 onderdeel van de nieuwe gemeente De Wolden, kleinere gedeeltes werden bij de gemeentes Hoogeveen en Westerveld gevoegd. Onder meer de buurtschappen Witteveen en Benderse liggen verdeeld onder deze twee gemeenten en vallen onder Ruinen qua adressering.
Het dorp heeft van oudsher een agrarisch karakter (veeteelt en akkerbouw).
Ligging
Omliggende plaatsen zijn Havelte, Ruinerwold en Ansen. Noordelijk van Ruinen ligt het 3700 hectare grote Nationaal Park Dwingelderveld.
Bezienswaardigheden
De Nederlands Hervormde Mariakerk uit de 12e eeuw staat aan de brink. De kerk behoorde oorspronkelijk bij de Benedictijner abdij van Ruinen, die in de 14e eeuw werd verplaatst naar Dickninge. In de kelder onder de pastorie achter de kerk zijn op sommige dagen van het jaar de gewelven van het vroegere klooster nog te bezichtigen. In de 15e eeuw werd de kerk ingrijpend verbouwd.
Aan de rand van de Brink staat sinds 1966 Bram de Ram een beeld van Johan Sterenberg als symbool voor de schaapskuddes die in de omgeving graasden.
De beltmolen De Zaandplatte in het nabij Ruinen gelegen buurtschap Engeland, oorspronkelijk afkomstig uit Echten en op deze plaats herbouwd.
Het Posthuus te Anholt aan de klassieke, maar nog onverharde postkoetsroute, is tevens een markante plek.
Aan de zuidwestrand van het heideveld staat, in de buurtschap Benderse, een schaapskooi, waar de scheper elke ochtend met een kudde Drentse heideschapen de heide opgaat.
Richting het heideveld ligt aan de Benderse het Bezoekerscentrum Dwingelderveld van Natuurmonumenten.
Voorzieningen
Ruinen telt onder meer een bibliotheek, een openbare basisschool, een sporthal met sportvelden en een zwembad. De plaatselijke voetbalclub is VV Ruinen. Ruinen kent verschillende restaurants, winkels, hotels, campings en vakantieverblijven.
Natuur
Het landschap rond Ruinen wordt gekenmerkt door de essen en de weilanden langs de Ruiner Aa, maar vooral door de uitgestrekte heide ten noorden van het dorp. Ruinen ligt op de zandgronden. Aan de Benderse, de weg van Ruinen naar dit heideveld, is het Bezoekerscentrum Dwingelderveld gevestigd. Zuidelijk van Ruinen ligt de 1100 hectare grote Boswachterij Ruinen van Staatsbosbeheer.
Verkeer en vervoer
Openbaar vervoer
Per openbaar vervoer met de streekbussen van Qbuzz:
lijn 32: Meppel - Ruinerwold - Ruinen - Hoogeveen
Wegen
Ruinen ligt aan de oude verharde route Groningen - Assen - Ruinen - Meppel - Zwolle. Het is bereikbaar via een afslag van de A32 de N371 en de N375. Ook is er een aansluiting vanaf de A28, dit is aansluiting 28.
Geboren in Ruinen
Henrick Ruse (1624-1679), kapitein-ingenieur, vestingbouwkundige
Pieter Adam van Holthe (1783-1823), burgemeester
Jan Hendrik de Boer (1899-1971), natuur- en scheikundige
Grietje Doele-Bokma (1911-1996), onderduikgever, Rechtvaardige onder de Volkeren
Jan Meekhof (1922-1994), SS'er, oorlogsmisdadiger
Egbert Nijstad (1942), atleet en meervoudig Nederlands kampioen
Harry Kamphuis (1943-2022), burgemeester
Roelof Veld (1944), atleet
Hennie Kuijer (1946), radiopresentatrice
Sione Jongstra (1976), triatlete en duatlete
Lotte Dunselman (1979), actrice en theatermaakster
Zie ook
Lijst van burgemeesters van Ruinen
Lijst van rijksmonumenten in Ruinen
Plaats in Drenthe
Voormalige gemeente in Drenthe
Brinkdorp
Landschap Drenthe
|
Voorzieningen
Ruinen telt onder meer een bibliotheek, een openbare basisschool, een sporthal met sportvelden en een zwembad. De plaatselijke voetbalclub is VV Ruinen. Ruinen kent verschillende restaurants, winkels, hotels, campings en vakantieverblijven.
| 1 |
sportlocatie, sportveld, sportaccommodatie
|
9,859 |
ShoppingCenter
|
647579
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Binnenstad%20%28Maastricht%29
|
Binnenstad (Maastricht)
|
Binnenstad is sinds 2007 de officiële aanduiding voor de meest centrale buurt in het centrum van de Nederlandse stad Maastricht. Voor die tijd droeg dit deel van de stad de naam City. Het is een van de 44 officiële buurten binnen de gemeente Maastricht en tevens een van de zeven centrumbuurten.
Ligging
De Binnenstad wordt begrensd door de centrumbuurten Boschstraatkwartier en Statenkwartier in het noorden, het Kommelkwartier in het westen, het Jekerkwartier in het zuiden en door de rivier de Maas in het oosten. Grensstraten zijn, tegen de klok in: Mosae Forum, Markt, Grote Gracht, Oude Tweebergenpoort, Sint Servaasklooster, Bouillonstraat, Lenculenstraat, Kapoenstraat, Witmakersstraat, Cortenstraat, Onze-Lieve-Vrouweplein en Graanmarkt. Deze straten en pleinen behoren in hun geheel tot de buurt Binnenstad, met uitzondering van de aan de 'buitenzijde' van die straten gelegen percelen. Zo behoren het noordelijk gebouw van Mosae Forum en de noordelijke Marktwand (huisnummers 30 t/m 38) tot de buurt Boschstraatkwartier, een deel van de westelijke Marktwand en de noordzijde van de Grote Gracht (even nummers) tot het Statenkwartier, de westzijde van het Sint Servaasklooster tot het Kommelkwartier en de zuidelijke straatwanden vanaf de Lenculenstraat tot aan de Graanmarkt tot het Jekerkwartier. De Wilhelminabrug en de Sint-Servaasbrug verbinden de Binnenstad met het op de oostelijke Maasoever gelegen Wyck.
Architectuur en bezienswaardigheden
De gehele Binnenstad valt onder het beschermd stadsgezicht van Maastricht. In deze buurt bevinden zich onder andere twee romaanse kerken, twee gotische en drie barokkerken. Voorbeelden van monumentale ensembles zijn te vinden langs de Maas (met o.a. de Sint Servaasbrug), in het Stokstraatkwartier, rondom het Vrijthof (o.a. de Sint-Servaasbasiliek), het Onze-Lieve-Vrouweplein (o.a. de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw) en op de Markt. Honderden panden in Binnenstad zijn beschermd als rijksmonument. Tot de monumentrijkste straten en pleinen behoren: Markt (62 rijksmonumenten), Grote Gracht (52), Stokstraat (43), Muntstraat (43), Vrijthof (38), Grote Staat (35) en Bredestraat (30). Daarnaast zijn er in dit deel van de stad 255 gemeentelijke monument.
In de Binnenstad van Maastricht zijn tevens enkele interessante voorbeelden van moderne architectuur te vinden. Tussen Markt en Maas staat het winkel- en kantorencomplex Mosae Forum van Jo Coenen (2002-2007), in de Kleine Staat de vernieuwde Bijenkorf van Kees Rijnboutt, en in de buurt van het Vrijthof het winkelcentrum Entre Deux van Arno Meijs en het woningbouwcomplex Kanunnikencour van Charles Vandenhove.
De Museumkelder Derlon, de schatkamers van de Sint-Servaasbasiliek en de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, de stijlkamers in het stadhuis van Maastricht en het Museum aan het Vrijthof, en het Drukkunstmuseum bieden inzicht in de lange historie van de stad.
Voorzieningen
De buurt kent als regionaal verzorgingscentrum een groot aantal voorzieningen. In het noordelijk deel van de buurt, aan de Markt, ligt het stadhuis met bijbehorende stadskantoren. In het zuidelijk deel, bij het Onze-Lieve-Vrouweplein zijn een aantal internationale instituten gevestigd, o.a. het European Institute of Public Administration en het European Orientation Centre. Vlak bij het Vrijthof is de juridische faculteit van de Universiteit Maastricht gevestigd in het voormalige gouvernementsgebouw. Ook elders in de Binnenstad bevinden zich kantoren van overheidsdiensten en bedrijven.
Het belangrijkste deel van het kernwinkelcentrum van Maastricht ligt in deze buurt (een ander deel ligt op de rechter Maasoever, in Wyck). De Grote Staat, de Kleine Staat, de Maastrichter Brugstraat, de Muntstraat en de Wolfstraat zijn bekende winkelstraten met voornamelijk landelijke winkelketens. In de kleinere zijstraten bevinden zich meer lokale winkels. Begin 21e eeuw zijn twee nieuwe overdekte winkelcentra aan het bestaande areaal toegevoegd: Mosae Forum en Entre Deux. In de zuidelijke Binnenstad (Stokstraat, Maastrichter Smedenstraat en Bredestraat) hebben zich voornamelijk luxe winkels gevestigd.
In de Binnenstad bevinden zich talloze horecavoorzieningen, vooral in de uitgaanscentra Markt, Onze-Lieve-Vrouweplein, Sint Amorsplein-Platielstraat en Vrijthof. Aan het laatstgenoemde plein bevindt zich het Theater aan het Vrijthof.
Diverse stadsbuslijnen van Arriva stoppen op de Markt, het Vrijthof en de Maasboulevard (halte Mosae Forum). De bussen verbinden de Binnenstad met het in Wyck gelegen station Maastricht en de buitenwijken. Een aantal Belgische regionale buslijnen loopt eveneens via de Maastrichtse Binnenstad. Er bestaan plannen voor een sneltramverbinding tussen Maastricht en het Belgische Hasselt. Een van de mogelijke tracés van deze nieuwe tramlijn, die in 2016 operationeel had moeten zijn, liep via de Markt; de meest waarschijnlijke variant anno 2018 loopt via de Maasboulevard.
Economisch belang
De Binnenstad van Maastricht is, vanwege het grote aantal bezienswaardigheden en het aantrekkelijke winkelcentrum, van groot toeristisch belang. De buurt trekt honderdduizenden bezoekers per jaar, die veel geld uitgeven in hotels, cafés, restaurants, winkels, musea en theaters, en aan parkeergeld, zowel in de Binnenstad, als in andere delen van de stad. De twee weekmarkten en een groot aantal evenementen (onder andere Magisch Maastricht, het Maastrichts carnaval, het Preuvenemint en de Vrijthof-concerten van André Rieu) versterken de positie van de Binnenstad als economische motor van Maastricht.
De gemeente Maastricht (met kantoren in Mosae Forum) is een belangrijke werkgever. De meeste universiteitsgebouwen liggen in de centrumbuurten grenzend aan de Binnenstad (Jekerkwartier, Kommelkwartier, Statenkwartier); alleen de juridische faculteit is in de Binnenstad zelf gevestigd. In de Binnenstad zijn verder talloze middelgrote en kleinere ondernemingen gevestigd, die aan duizenden mensen werk bieden.
De ontwikkeling van de Binnenstad als het economische hart van Maastricht heeft gevolgen gehad voor het leefklimaat in het gebied. Initiatieven als het project Wonen Boven Winkels, waarbij leegstaande etages van winkelpanden worden verbouwd tot appartementen, en het gemeentelijk beleid inzake het evenementenaanbod in de stad, zijn onder meer gericht op het verbeteren van de leefbaarheid in de Binnenstad.
Fotogalerij
|
In de Binnenstad van Maastricht zijn tevens enkele interessante voorbeelden van moderne architectuur te vinden. Tussen Markt en Maas staat het winkel- en kantorencomplex Mosae Forum van Jo Coenen (2002-2007), in de Kleine Staat de vernieuwde Bijenkorf van Kees Rijnboutt, en in de buurt van het Vrijthof het winkelcentrum Entre Deux van Arno Meijs en het woningbouwcomplex Kanunnikencour van Charles Vandenhove.
| 1 |
winkelcentrum, shoppingmall, winkelcomplex
|
9,688 |
MonetaryAmountDistribution
|
248813
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Discontinu%C3%AFteit
|
Discontinuïteit
|
Een functie is discontinu in een punt indien de functie daar niet continu is. Intuïtief betekent dit dat de functie daar niet in één vloeiende lijn getekend kan worden: er is bijvoorbeeld een gat of een sprong. Een meer wiskundige beschrijving is te vinden in het artikel over continuïteit.
Classificatie
Naargelang de aard van de discontinuïteit kunnen we deze als volgt classificeren.
Ophefbare discontinuïteit
Bij een ophefbare discontinuïteit is de functie niet gedefinieerd in een punt, maar de linkerlimiet is er gelijk aan de rechterlimiet. De functie kan continu gemaakt worden door de functiewaarde in het betreffende punt gelijk te stellen aan zijn limietwaarde.
Voorbeeld
De discontinuïteit in x = 1 kan opgeheven worden door f(1) = 1 te stellen.
Sprong-discontinuïteit
Bij een sprong-discontinuïteit bestaan linker- en rechterlimiet, maar deze zijn verschillend.
Voorbeeld
Nu is er in x = 1 sprake van een sprong-discontinuïteit, deze kan opgeheven worden door in 1 van de vergelijkingen de 'groter dan' of 'kleiner dan' te veranderen in 'groter dan of gelijk aan', respectievelijk 'kleiner dan of gelijk aan'
Essentiële discontinuïteit
Bij een essentiële discontinuïteit bestaan linker- en/of rechterlimiet niet of zijn deze oneindig.
Voorbeeld
In x = 1 is er nu een essentiële discontinuïteit: de linkerlimiet bestaat niet en de rechterlimiet is oneindig. Merk op dat een van beide volstond om te kunnen spreken van een essentiële discontinuïteit.
Discontinu op een interval
De meeste functies zijn discontinu in bepaalde punten, zoals in de voorbeelden hierboven. Sommige functies zijn echter over een heel interval discontinu.
Een bekend voorbeeld is de Dirichletfunctie. Deze functie is in elk element van zijn domein discontinu, omdat er tussen twee rationale getallen steeds een irrationaal getal ligt en omgekeerd:
Voorbeelden
Heaviside-functie
Entier
Tangens
Discrete argumenten en functiewaarden
Als een geldbedrag een functie is van andere geldbedragen, zoals bij een belastingtarief, dan geldt meestal dat met discrete bedragen wordt gerekend, bijvoorbeeld in hele centen of hele euro's. Formeel wiskundig is zo'n functie altijd continu. Toch kan zo'n functie praktisch gezien discontinu zijn, in de zin dat een verschil van één euro in een onafhankelijke variabele vele euro's verschil maakt in de functiewaarde (eventueel samengaand met een strikte daling van de functie die logischerwijs niet-dalend zou moeten zijn, of omgekeerd, of die een marginaal tarief van meer dan 100% geeft waar dat onlogisch is). Zo'n abrupte overgang wordt wel een harde knip genoemd. Vaak is een financiële functie echter op niet gekunstelde wijze te schrijven als de restrictie tot discrete bedragen van de afronding van een interpolerende reële functie op een reëel domein, waarbij een discontinuïteit van de reële functie correspondeert met een harde knip.
Wiskundige analyse
|
Discrete argumenten en functiewaarden
Als een geldbedrag een functie is van andere geldbedragen, zoals bij een belastingtarief, dan geldt meestal dat met discrete bedragen wordt gerekend, bijvoorbeeld in hele centen of hele euro's. Formeel wiskundig is zo'n functie altijd continu. Toch kan zo'n functie praktisch gezien discontinu zijn, in de zin dat een verschil van één euro in een onafhankelijke variabele vele euro's verschil maakt in de functiewaarde (eventueel samengaand met een strikte daling van de functie die logischerwijs niet-dalend zou moeten zijn, of omgekeerd, of die een marginaal tarief van meer dan 100% geeft waar dat onlogisch is). Zo'n abrupte overgang wordt wel een harde knip genoemd. Vaak is een financiële functie echter op niet gekunstelde wijze te schrijven als de restrictie tot discrete bedragen van de afronding van een interpolerende reële functie op een reëel domein, waarbij een discontinuïteit van de reële functie correspondeert met een harde knip.
| 2 |
statistische verdeling, geldbedrag, percentielen
|
11,570 |
MusicEvent
|
4335435
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Studenten%20Harmonie%20Orkest%20Twente
|
Studenten Harmonie Orkest Twente
|
Het Studenten Harmonie Orkest Twente (SHOT) is een harmonieorkest in Nederland, gevestigd in Enschede. Het werd opgericht in 1991 en is sinds 1993 onder leiding van Ronny Buurink. Het orkest telt ongeveer 60 leden van de universiteit en de hogescholen in Twente. Een van de hoogtepunten van het orkest was een concert, in samenwerking met de studentenorkesten Krashna Musika en ESMG Quadrivium, in het Concertgebouw in Amsterdam in 2012.
Concerten & Concertreizen
Concerten
SHOT geeft jaarlijks twee concerten op het universiteitsterrein, vaak in de Audiozaal van het gebouw De Vrijhof. Dit doet zij omdat SHOT onderdeel is van de cultuurkoepel Apollo van de Universiteit Twente. Daarnaast wordt er regelmatig een concert met een ander (studenten-) orkest georganiseerd. Verder komt SHOT bij binnenlandse muziekconcoursen uit in de eerste divisie van de KNMO.
Concertreizen
Eens per twee jaar reist het orkest af naar het buitenland om deel te nemen aan een festival en / of een internationaal muziekconcours. Dit staat altijd garant voor vele muzikaliteit en gezelligheid. Bestemmingen in de afgelopen jaren waren o.a. China, Berlijn, Valencia, Budapest en Londen.
Tohuwabohu
Tohuwabohu is het dweilorkest van SHOT. Deze opmerkelijke naam is afgeleid aan een Hebreeuws woord dat chaos betekent. Heel toepasselijk, want bij Tohuwabohu is het soms ook wel een chaos. Ieder jaar geeft Tohuwabohu een aantal gelegenheidsoptredens. Deze verschillen van het spelen bij een paasvuur tot het spelen bij sportevenementen zoals de Batavierenrace. Tijdens de decembermaanden wordt Tohuwabohu omgetoverd tot een ware pieten- en kerstmannenkapel.
Ensembles
Enkele keren per jaar krijgt SHOT een aanvraag binnen voor muzikale begeleiding in de vorm van een of meerdere ensembles. In overleg met het bestuur kan dan worden gekeken of SHOT hieraan kan voldoen. Zo heeft SHOT de afgelopen jaren enkele keren een klarinet- of dwarsfluitensemble kunnen afvaardigen.
Comité van Aanbeveling
Prof. dr. T.T.M. Palstra, Rector Magnificus Universiteit Twente
Prof. dr. H. Brinksma, Ex-Rector Magnificus Universiteit Twente
Dhr. G.O. van Veldhuizen, Burgemeester gemeente Enschede
Ir. A.H. Schaaf, Voorzitter Raad van Toezicht Universiteit Twente
Dhr. J. Boerstoel, Musicus en dirigent
Dhr. A.M. Poelman, Musicus en componist
Zie ook
Lijst van Nederlandse harmonieorkesten
Externe link
Website SHOT
Enschede, Studenten Harmonie Orkest Twente (SHOT)
Cultuur in Enschede
Nederlands harmonieorkest
Universiteit Twente
|
Concerten & Concertreizen
Concerten
SHOT geeft jaarlijks twee concerten op het universiteitsterrein, vaak in de Audiozaal van het gebouw De Vrijhof. Dit doet zij omdat SHOT onderdeel is van de cultuurkoepel Apollo van de Universiteit Twente. Daarnaast wordt er regelmatig een concert met een ander (studenten-) orkest georganiseerd. Verder komt SHOT bij binnenlandse muziekconcoursen uit in de eerste divisie van de KNMO.
| 5 |
muziekevenement, concert, muziekfestival
|
12,006 |
Distance
|
25408
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gaffelbok
|
Gaffelbok
|
De gaffelbok (Antilocapra americana), ook wel gaffelantilope of pronghorn genoemd, is een evenhoevig zoogdier, afkomstig van de grasvlakten en woestijnen van Noord-Amerika. De gaffelbok is de laatste nog levende vertegenwoordiger van de familie der gaffelantilopen (Antilocapridae). Hij is niet nauw verwant aan de veel grotere groep der antilopen uit Afrika, Arabië en Azië, die tot de holhoornigen (Bovidae) behoren. De gaffelbok is op de jachtluipaard na het snelste landdier op aarde.
Kenmerken
De gaffelbok is een middelgroot hoefdier met een ronde romp, kleine staart en lange, slanke ledematen. De poten zijn aangepast aan rennen: lang, dun en gespierd. Hij heeft twee tenen, de derde en de vierde. De bijhoeven ontbreken. De snuit is lang en smal. Het zichtvermogen is zeer goed ontwikkeld. De grote ogen (diameter van 5 cm) staan hoog en diep in de schedel. Omdat zij aan de zijkanten van de kop staan, bestrijken zij een gezichtsveld van 360°. Om de ogen te beschermen tegen zonlicht heeft de gaffelbok lange, dichte wimpers. Ook reuk en gehoor zijn goed ontwikkeld. De oren zijn lang en spits. Het vrouwtje heeft vier tepels.
De inwendige organen zijn aangepast aan het hardlopen. Hart en longen zijn goed ontwikkeld. Ook de lever en nieren zijn relatief groot. De lever slaat grote hoeveelheden glycogeen op, dat kan worden omgezet in glucose. Ook kan de grote lever stoffen afvoeren als seleen en alkaloïden, waar sommige prairieplanten rijk aan zijn en die voor veel andere dieren giftig zijn. De nieren zijn vergroot om het lichaamsvocht efficiënt te hergebruiken, een aanpassing aan het leven in drogere streken.
De gaffelbok heeft 32 tanden en kiezen. De bovenkaak bevat geen snijtanden. De snijtanden in de onderkaak staan naast de hoektanden en hebben dezelfde vorm. De kiezen en valse kiezen groeien door, een aanpassing aan het eten van taaie plantendelen. De tandformule is .
Vacht
De vacht bestaat uit een wollige ondervacht en lange, harde dekharen. De vachtkleur heeft een herkenbare, contrasterende kleurtekening. De rug en nek zijn roodbruin. De buik is vuilwit tot helder wit, en aan de stuit ligt een witte spiegel. Op de hals lopen twee horizontale, halvemaanvormige witte vlekken. In het gelaat heeft de gaffelbok een patroon van witte en bruine vlekken. Mannetjes bezitten daarnaast een donkere, bijna zwarte keelvlek en snuitpunt en een donkere klier achter de wangen, vlak onder de oren.
In de huid zitten vele spiertjes, waarmee hij de vachtharen elke kant kan opzetten. Bij hitte zet hij de haren uit, zodat hij kan afkoelen, bij kou legt hij de haren plat tegen lichaam. De witte haren in de spiegel kunnen eveneens worden opgezet, waardoor deze groter lijkt. Dit heeft een functie in de communicatie.
Hoorns
Beide geslachten hebben hoorns. Deze zijn ver naar voren ingeplant, boven de oogkas. Zijn hoorns verschillen van de hoorns van de holhoornigen doordat ze gevorkt zijn en bedekt met een schede van keratine, die van tijd tot tijd afgeworpen wordt. Dit is enigszins vergelijkbaar met het afwerpen van het gewei bij hertachtigen. Bij het mannetje stopt de hoornschede vanaf augustus met groeien. In oktober, vrij snel na de bronst, groeit er een nieuwe schede onder de oude, waardoor de laatste wordt afgeworpen. Vrouwtjes hebben een onregelmatigere cyclus.
De hoorns van het mannetje zijn 24–30 cm groot en steken boven de oorschelpen uit. Zij hebben de gaffelvorm waaraan het dier zijn naam dankt: de hoorn heeft twee punten, een scherpe punt die omhoog steekt en aan de top naar achteren buigt en een stevigere zijtak die naar voren steekt. De hoorns bereiken hun maximumgrootte na drie tot vier jaar. De hoorns van het vrouwtje zijn kleiner, tot 5 cm grote knobbeltjes of een eenvoudig onvertakte hoorn tot 7 cm, maar nooit langer dan het oor.
Afmetingen
De gaffelbok heeft een kop-romplengte van 130 tot 140 cm en een staartlengte van 9,7 tot 10,5 cm. De schofthoogte bedraagt 86 tot 87,5 cm en het lichaamsgewicht 30 tot 80 kg. Seksueel dimorfisme in lichaamsverhoudingen is klein: vrouwtjes zijn 10% kleiner dan mannetjes.
Verspreiding en habitat
De gaffelbok leeft voornamelijk in de graslanden, woestijnen en uitlopers van gebergten van Noord-Amerika. Hij heeft een voorkeur voor open gebieden zoals prairies met een grote verscheidenheid aan wilde bloemen en vermijdt gebieden waarin het zicht belemmerd wordt. De gaffelbokken profiteerden vroeger van de enorme kuddes bizons die op de prairies leefden: de bizons aten veel van het gras weg, waardoor mozaïeken van grassen en vele soorten wilde bloemen achterbleven.
Vroeger kwamen de gaffelbokken over de gehele Great Plains voor. Doordat het merendeel van de prairies nu in cultuur is genomen als landbouwgebied, zijn de populaties uitgeweken naar die gebieden die te hoog of te droog zijn voor landbouw. Het verspreidingsgebied omvat tegenwoordig het westelijke deel van de Great Plains, van Zuid-Canada (het zuiden van de Canadese provincies Alberta en Saskatchewan), zuidwaarts tot Noord- en Centraal-Mexico. Hij leeft hier van zeeniveau tot een hoogte van 3350 meter. In 1959 werden enkele dieren uitgezet op het Hawaïaanse eiland Lanai, maar de soort is hier bijna uitgestorven.
Leefwijze
De gaffelbok is de gehele dag door actief. De dag en de nacht bestaan uit perioden van foerageren en rusten. Het herkauwen vindt plaats tijdens de rustperiode. Slaap is beperkt tot zeer korte perioden van minder dan tien minuten.
Tijdens het foerageren legt een kudde ongeveer 6 km per dag af. De gaffelbok eet voornamelijk kruiden en wilde bloemen, met een voorkeur voor planten met veel eiwitten, aangevuld met grassen in het vroege voorjaar. In de herfst en winter eten ze vaker de bladeren van struiken als woestijnbijvoet (Artemisia tridentata). In sommige gebieden eet hij ook cactussen. Het is een zeer kieskeurige herbivoor, die soms slechts één blaadje van een plant eet. Gaffelbokken kunnen overleven in gebieden zonder een vaste waterbron, maar als de mogelijkheid er is, drinken ze eenmaal daags, vooral in een warme zomer.
Sociaal gedrag
Na de bronstperiode, begin oktober, vormen zij grote gemengde kuddes van tot wel duizend dieren. Veel populaties trekken 's winters naar warmere, sneeuwvrije gebieden. Kuddes in Montana leggen jaarlijks 160 km af, van kuddes in Wyoming en South Dakota is bekend dat zij bij zeer streng weer 320 km kunnen afleggen.
In het voorjaar splitsen de kuddes zich op in kleinere groepen. Vrouwtjes en hun kalveren verzamelen zich in kleine kuddes. Mannetjes van drie jaar en ouder leiden in deze periode een solitair bestaan. Zij keren dan terug naar hun vaste territorium, dat een oppervlak heeft van 23 tot 434 ha.
In de zomer trekken de kudden vrouwtjes naar deze territoria om zich aan te sluiten bij harems. Zo'n harem bestaat uit gemiddeld 23 dieren: een mannetje, vrouwtjes en hun kalveren. Het mannetje markeert zijn territorium door op een opvallende plaats de grond schoon te stampen, hierop te urineren en vervolgens zich in het midden te ontlasten. Ook brengt hij geurmarkeringen aan. Jonge mannetjes van één tot drie jaar oud zijn nog te jong om een eigen plaats te veroveren en leven apart in vrijgezellengroepen, waar ook oudere mannetjes die uit hun territorium verjaagd zijn zich bij aansluiten.
Als een mannetje het territorium van een ander mannetje betreedt, zal deze hem proberen weg te jagen. Hij staart hem eerst aan, om vervolgens al schreeuwend hem te achtervolgen. Dit eindigt zelden in gevechten, meestal zal het andere mannetje ervandoor gaan. Mocht dit niet werken, dan zal het tot een gevecht komen, waarbij de mannetjes tegen elkaar aan botsen. Deze gevechten kunnen er hevig aan toe gaan. In een derde van de gevallen eindigt een gevecht in ernstige verwondingen of de dood.
Dieren leven niet in vaste kuddes, maar wisselen geregeld van groep. Binnen de kudde lijken de dieren geen onderlinge sociale banden te hebben, op de band tussen vrouwtjes en hun jongen na. Ondanks de losse structuur van de groepen heerst binnen de kudde wel een hiërarchie. Dominante dieren houden zich voornamelijk op in de kern van de groep, onderdanige dieren aan de rand. Vrouwtjes verwerven hun sociale rang al als zij een maand oud zijn en behouden deze voor de rest van hun leven.
Voortplanting
Vrouwtjes zijn bronstig van mid-september tot begin oktober. In het zuiden begint de bronst eerder, vanaf eind juli. Het vrouwtje kiest het mannetje uit. Twee weken voor de bronst gaat het vrouwtje verscheidene mannetjes langs. Bij ieder mannetje blijft ze één à twee dagen voordat ze haar keuze maakt. Het mannetje benadert het vrouwtje door zijdelings met zijn kop te zwaaien en hinnikende, kreunende en smakkende geluiden te maken. Bij het zwaaien toont het mannetje de grote zwarte klieren onder zijn oren. Het vrouwtje bepaalt uiteindelijk of hij met haar mag paren. Als het vrouwtje nog niet tot copulatie bereid is, maakt zij dit duidelijk door een stap opzij te zetten. Meerdere vrouwtjes kiezen vaak dezelfde mannetjes, waardoor slechts een klein gedeelte van de mannetjes aan paren toekomt.
De gaffelbok heeft een lange, zeer variabele draagtijd van gemiddeld 248 dagen. In drogere jaren is de dracht langer. In het voorjaar trekt het vrouwtje zich terug uit de groep om te werpen. De jongen wegen bij de geboorte gemiddeld ongeveer 3,5 kg. De daaropvolgende tijd groeien ze gemiddeld 245 gram per dag. De eerste tien dagen verbergen de kalveren zich op een aparte schuilplaats. De jongen liggen zelden verder dan 100 meter uit elkaar. Iedere keer als het vrouwtje terugkeert om te zogen, leidt zij de kalveren naar een nieuwe plaats. Als een jong wordt gegrepen door een roofdier, leidt het vrouwtje haar overgebleven jong naar een verder gelegen plaats, tot 1 km ver, en zal zij die plaats in toekomstige jaren vermijden als schuilplaats. Na drie tot vier weken verzamelen de vrouwtjes en kalveren zich in groepen. De kalveren worden eind augustus gespeend, als zij zo'n 12 weken oud zijn.
Over het algemeen zijn vrouwtjes zestien maanden oud als zij voor het eerst bronstig worden, een enkele keer al als zij vier maanden oud zijn. Zij worden daarna ieder jaar opnieuw bronstig. Mannetjes zijn geslachtsrijp na 16 weken, maar zijn meestal pas in hun derde jaar groot genoeg om succesvol met andere mannetjes te kunnen concurreren en met vrouwtjes te kunnen paren.
Communicatie
De gaffelbok communiceert over het algemeen met zijn lichaamshouding. Een onderdanig dier draait zich weg of loopt weg van een dominant dier. De gaffelbok uit agressie door gericht naar zijn opponent te staren, hem met de kop lichtelijk omhoog getild te benaderen en tegen hem aan te botsen.
Over het algemeen is hij stil, maar hij kent enkele geluiden. Het meest herkenbaar is de snuivende hijg die het mannetje voornamelijk in de bronsttijd slaakt om zijn harem te beschermen tegen een ander mannetje. Dit geluid bestaat uit een luide snuif, gevolgd door een korte pauze en eindigend in tien tot twintig puffen die elkaar gelijkmatig opvolgen en in volume afnemen. Tijdens de bronst slaakt het mannetje ook een luide brul als hij mannetjes of vrouwtjes achtervolgt. Tijdens de balts maakt hij hinnikende, kreunende en smakkende geluiden.
Een vrouwtje roept haar kalf met een zacht grommende blaat. Een kalf in gevaar slaakt een luide blaat, die zachter van geluid is dan dat van jonge witstaartherten en muildierherten.
Bij gevaar slaat de gaffelbok alarm met een snuivend geluid, stampt hij met een voorpoot en zet hij de lange haren van de witte spiegel op, waardoor deze groter lijkt. De spiegel bevat geurklieren, die bij het opzetten van de haren een geur verspreiden die lijkt op popcorn met gesmolten boter. De opgezette spiegel is een signaal voor gevaar en een herkenningsteken, zodat de groep bij elkaar kan blijven tijdens de vlucht.
Geursporen spelen eveneens een belangrijke rol tijdens de bronst. In de kaakhoek, vlak onder het oor, heeft het mannetje een grote zwarte geurklier. Deze klier toont het mannetje tijdens de balts aan het vrouwtje door zijn kop heen en weer te zwaaien. Ook zet hij een U-vormige strook haren op rond de middelste caudale klier, vlak voor de spiegel. Het mannetje markeert zijn woongebied door een plek schoon te stampen, hierop te urineren en vervolgens zich in het midden te ontlasten. Op dezelfde wijze camoufleert hij in de bronst de urine van de vrouwtjes in zijn harem.
Natuurlijke vijanden en levensverwachting
Een belangrijke doodsoorzaak bij kalveren is predatie door coyotes en steenarenden. Dit geldt vooral voor de eerste 45 dagen, daarna hebben de kalveren een grootte bereikt waarbij zij veilig zijn voor coyotes. Voor volwassen dieren zijn extreme weersomstandigheden zoals strenge winters of langdurige droogte een belangrijke doodsoorzaak.
Gaffelbokken bereiken zelden een hoge leeftijd. Vrouwtjes worden zelden ouder dan twaalf of dertien jaar, mannetjes negen tot tien jaar.
Snelheid
De gaffelbok is het snelste hoefdier en een van de snelste zoogdieren ter wereld. In sprint haalt hij 100 km/u, maar hij is ook snel op de lange afstand. Hij kan 70 km/u volhouden over een afstand van meer dan 10 km. De paslengte wordt geschat op een afstand tot 8 meter, waarbij alle vier ledematen van de grond komen. Deze snelheden kan hij bereiken door aanpassingen als lange, slanke ledematen, een groot aantal mitochondriën in de spieren en een naar verhouding groot hart en longen, waardoor een grote hoeveelheid zuurstof kan worden vervoerd door het lichaam. Omdat er gevaar is voor oververhitting, maken zij gebruik van warmtewisselaars in het bloedvatenstelsel: de retia mirabilia in de binnenste halsslagader en het buitenste oogbloedvat zijn groter dan die van grotere Noord-Amerikaanse herkauwers zoals de wapiti.
Geen huidig in Noord-Amerika levend roofdier behaalt deze snelheden. Gedacht wordt dat dit een aanpassing is aan roofdieren die in het Pleistoceen op de Noord-Amerikaanse prairies leefden, waaronder twee soorten Noord-Amerikaanse jachtluipaarden uit het geslacht Miracinonyx, die 50% groter waren dan de huidige jachtluipaard (Acinonyx jubatus).
Taxonomie en evolutie
De gaffelbok is de enige nog levende vertegenwoordiger van de gaffelantilopen (Antilocapridae), een familie van evenhoevige hoefdieren die ontstond in het midden-Mioceen en alleen bekend is van Noord-Amerika. De gaffelantilopen worden in twee onderfamilies verdeeld. De Merycodontinae waren kleine hoefdieren van 7 tot 30 kg die leefden van het midden- tot het laat-Mioceen. Tot de Merycodontinae behoren onder andere Merycodus, Ramoceros, met waaiervormige hoorns, en Paracosoryx, met lange, verticale hoorns die eindigden in een kleine vork. De tweede onderfamilie is de Antilocaprinae, grotere hoefdieren van 30 tot 80 kilogram die verschenen in het laat-Mioceen en waarschijnlijk van Merycodontinae afstammen. Soorten uit het Mioceen zijn onder andere Osbornoceros, met gedraaide hoorns, Ilingoceros, met spiraalsgewijs gedraaide, zeer lange hoorns, en Hexameryx, met drie paar hoorns. In het Pleistoceen leefden verscheidene soorten gaffelantilopen naast elkaar op de grasvlakten van Noord-Amerika, waaronder de huidige soort, Hayoceros, met het dubbele paar hoorns, en Capromeryx. Alleen de gaffelbok overleefde tot in het Holoceen.
Binnen de orde der evenhoevigen (Artiodactyla) worden de gaffelantilopen gerekend tot de herkauwers (Ruminantia). De verwantschap met andere families binnen deze familie is nog onduidelijk. Lang werden de gaffelantilopen gezien als de zustergroep van de holhoornigen (Bovidae), maar recent fylogenetisch onderzoek plaatst zij dichter bij de herten (Cervidae) of de giraffen (Giraffidae).
Vijf ondersoorten worden over het algemeen erkend.
Antilocapra americana americana, van Zuid-Canada tot Noord- en Centraal-Mexico
A.a. peninsularis, Noord-Baja California
A.a. sonoriensis, Zuidwest-Arizona en Noord-Sonora
A.a. mexicana, Noord-Mexico
A.a. oregona, Zuidwest-Oregon
Van A.a. oregona en A.a. mexicana wordt de status van ondersoort echter niet ondersteund door genetisch bewijs. De twee zijn waarschijnlijk slechts geografische types van A.a. americana.
Status en bescherming
Op de Rode Lijst van de IUCN is de gaffelbok geclassificeerd als niet bedreigd. Het is een algemene soort, waarvan de totale populatie op zevenhonderdduizend tot een miljoen individuen wordt geschat. De helft van deze dieren leeft in Wyoming. De aantallen fluctueren door strenge winters en aanhoudende droogte, maar de gehele populatie wordt als stabiel beschouwd.
In de westelijke Verenigde Staten wordt er op de gaffelbok gejaagd. Hierdoor zijn gaffelbokken schuw en vluchten zij weg voor mensen en auto's. In gebieden waar er niet op gaffelbokken worden gejaagd, zoals in Yellowstone National Park of de National Bison Range Wildlife Refuge, zijn zij minder schuw en beter te benaderen.
De populatie is wel vele malen kleiner dan in het verleden. Geschat wordt dat aan het begin van de negentiende eeuw meer dan 35 miljoen dieren waren. Sindsdien daalden hun aantallen. Jacht was de belangrijkste oorzaak van de daling, gecombineerd met het uitsterven van de wolf in het verspreidingsgebied van de gaffelbok, waardoor de aantallen coyotes toenamen. Ook verlies van geschikt leefgebied aan landbouw, stedelijk gebied en mijnbouw, overbegrazing door vee en het verhinderen van oorspronkelijke trekroutes door hekken en andere barrières speelden een rol. Een hek van een meter is al gauw een barrière voor migrerende dieren. De gaffelbok kan springen, maar vermijdt dit liever, waarschijnlijk omdat hij een bot kan breken bij het landen. In 1924 waren nog maar dertien- tot twintigduizend dieren over. Door beschermingsmaatregelen stegen de aantallen weer. In 1964 was het aantal weer vertienvoudigd.
Alhoewel de soort in zijn geheel veilig is, zijn veel populaties versnipperd en klein. Vooral de Sonora-gaffelbok heeft hier onder te lijden. Omdat gaffelbokken voornamelijk leven in grote, aaneengesloten natuurgebieden, kan versnippering leiden tot een afname in gebruik van deze gebieden. Bovendien is voor deze populaties inteelt een mogelijke bedreiging. Stroperij is vooral voor de Mexicaanse populatie een probleem. Deze populatie neemt af en wordt beschermd onder Appendix 1 van CITES. De ondersoort Antilocapra americana sonoriensis wordt als bedreigd beschouwd onder de Amerikaanse Endangered Species Act. Op het dieptepunt waren er nog 21 dieren over. Tegenwoordig leven er minder dan driehonderd dieren in Arizona en twee- tot vijfhonderd dieren in Sonora. Van een andere ondersoort, A.a. peninsularis, zijn ongeveer tweehonderd dieren over.
Bronvermelding en noten
Dier uit het Nearctisch gebied
Gaffelantilopen
IUCN-status niet bedreigd
|
De gaffelbok is het snelste hoefdier en een van de snelste zoogdieren ter wereld. In sprint haalt hij 100 km/u, maar hij is ook snel op de lange afstand. Hij kan 70 km/u volhouden over een afstand van meer dan 10 km. De paslengte wordt geschat op een afstand tot 8 meter, waarbij alle vier ledematen van de grond komen. Deze snelheden kan hij bereiken door aanpassingen als lange, slanke ledematen, een groot aantal mitochondriën in de spieren en een naar verhouding groot hart en longen, waardoor een grote hoeveelheid zuurstof kan worden vervoerd door het lichaam. Omdat er gevaar is voor oververhitting, maken zij gebruik van warmtewisselaars in het bloedvatenstelsel: de retia mirabilia in de binnenste halsslagader en het buitenste oogbloedvat zijn groter dan die van grotere Noord-Amerikaanse herkauwers zoals de wapiti.
| 4 |
afstand, lengte, meeteenheid
|
1,891 |
DepartmentStore
|
4399900
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nijhof%20%28Baarn%29
|
Nijhof (Baarn)
|
Nijhof is een bouw- en woonwarenhuis op industrieterrein Noordschil in Baarn.
In 1950 begon de firma J. Nijhof als sloophandel op de hoek van de Guldenhoflaan en de Van Lenneplaan in de tuinmanswoning van villa Berg en Dal. Veel van de sloopmaterialen waren in het begin vooral afkomstig uit gesloopte Baarnse villa's. In 1956 werd besloten om landelijk te gaan handelen in grote partijen bouwmaterialen. Halverwege de jaren zestig werd sanitair en tegels aan het assortiment toegevoegd, waarmee Nijhof een van de eerste bouwmarkten in Nederland was. Het terrein aan de Guldenhoflaan werd vervangen door een grote loods aan de Minervaweg op het nieuwe industrieterrein Noordschil tussen Baarn en Eemnes. De verkoop werd uitgebreid met bouwpakketmeubelen, alsmede complete badkamers. In 1984 vond een grote uitbreiding plaats.
Vrijdag 24 april 1987 brandde het familiebedrijf af na werkzaamheden op het dak. Op vrijdag 13 november van datzelfde jaar 1987 opende de nieuwbouw die in 2005 een oppervlakte had van 10000 m². In 1996 werden aan de bouwmarkt steeds meer woonwaren toegevoegd. In 2007 had het bedrijf een oppervlakte van 28000 m² en ongeveer 250 werknemers. De doe-het-zelfwaren en de woninginrichting liepen daarbij steeds meer in elkaar over. De naam Woonwarenhuis veranderde daardoor in Nijhof Bouw en Woonwaren. In 2010 kreeg het bedrijf de Nederlandse Woon Award.
Baarn
Nederlandse bouwmarkt
|
Nijhof is een bouw- en woonwarenhuis op industrieterrein Noordschil in Baarn.
| 1 |
warenhuis, afdelingwinkel, detailhandel
|
2,236 |
TVEpisode
|
566079
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20afleveringen%20van%20Lizzie%20McGuire
|
Lijst van afleveringen van Lizzie McGuire
|
Dit is een lijst met afleveringen van de Amerikaanse televisieserie Lizzie McGuire. De serie telt 2 seizoenen. Een overzicht van alle afleveringen is hieronder te vinden.
Seizoen 1
Seizoen 2
Lizzie McGuire, Lijst van afleveringen van
|
Dit is een lijst met afleveringen van de Amerikaanse televisieserie Lizzie McGuire. De serie telt 2 seizoenen. Een overzicht van alle afleveringen is hieronder te vinden.
| 1 |
tv-aflevering, televisieserie, seizoen-aflevering
|
5,597 |
TextDigitalDocument
|
2300109
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Etherpad
|
Etherpad
|
Etherpad (voorheen EtherPad) is een webapplicatie waarin de auteurs tegelijkertijd het tekstdocument bewerken en alle deelnemers in real-time de bewerkingen van alle andere deelnemers zien, met de mogelijkheid om de tekst van iedere auteur in een eigen kleur te laten tonen. Ook is er een chatbox in de zijbalk om meta-communicatie mogelijk te maken.
In november 2008 werd Etherpad voor het eerst uitgebracht. In december 2009 werd de software overgenomen door Google die de software later die maand vrijgaf als open source. Verschillende diensten maken gebruik van de Etherpad-software, waaronder PiratePad, PrimaryPad, TypeWith.me, Sync.in, en iEtherpad.com. De verdere ontwikkeling wordt gecoördineerd door de Etherpad Foundation.
Functies en implementatie
Iedereen kan een nieuw gezamenlijk document creëren dat bekendstaat als een pad. Elk pad heeft zijn eigen URL, en iedereen die deze URL weet kan het pad bewerken en deelnemen aan de bijbehorende chat. Met een wachtwoord beveiligde pads zijn ook mogelijk. Elke deelnemer wordt geïdentificeerd met een kleur en een naam.
De software slaat automatisch het document op met regelmatige, korte tussenpozen, maar de deelnemers kunnen specifieke versies (checkpoints) permanent op elk moment opslaan. Met de time slider kan iedereen de geschiedenis van het pad verkennen. Het document kan worden gedownload in platte tekst-, HTML-, Microsoft Word- of PDF-formaat.
Geautomatiseerde opmaak van JavaScript-code werd kort na de lancering beschikbaar gesteld.
Etherpad zelf wordt uitgevoerd in JavaScript, boven op het AppJet-platform, waarbij de realtimefunctionaliteit bereikt wordt door middel van Comet-streaming. Op het moment van de lancering was Etherpad de eerste webapplicatie van zijn soort waarmee real-time gewerkt kon worden, een prestatie die tot dan toe alleen mogelijk was voor desktoptoepassingen als SubEthaEdit (voor Mac), Gobby of MoonEdit (beide multiplatform). Bestaande gezamenlijke webeditors konden op dat moment alleen near-real-time prestaties bereiken.
Lancering
Etherpad werd op 19 november 2008 gelanceerd door David Greenspan, Aaron Iba en J.D. Zamfirescu (de laatste twee zijn voormalig Google medewerkers). Later kwamen voormalige Google medewerker Daniel Clemens en ontwerper David Cole bij het Etherpad-project. De oorspronkelijke website was etherpad.com.
Etherpad werd op 21 november 2008 besproken door Slashdot, wat resulteerde in een serververtraging en downtime van de server. Dit bracht de ontwikkelaars ertoe om de tool tijdelijk terug te brengen naar gesloten beta, waarbij het niet werd toegestaan nieuwe pads te creëren (maar wel het verstrekken van volledige en onbeperkte toegang tot de bestaande pads) terwijl de server-infrastructuur werd verbeterd. Nadat het herschrijven van de software was afgerond, ging de nieuwe versie live op 29 januari 2009, en op 3 februari werd de site weer geopend voor iedereen.
Aankoop
Toen Google Wave werd aangekondigd, schreef het Etherpad-team op hun blog een vergelijking van de twee platforms en stelde dat de minimalistische en doelgerichte Etherpad-interface een voordeel kan zijn in sommige gevallen. Op 4 december 2009 kondigde Etherpad op haar blog aan dat het was overgenomen door Google voor de integratie in Google Wave. Bestaande Etherpad-gebruikers kregen een uitnodiging voor Google Wave. Op 31 maart 2010 kondigde Etherpad aan dat de creatie van nieuwe pads zou worden toegestaan tot 14 april (creatie van nieuwe paden was echter nog steeds toegestaan op 18 april) en bestaande pads zouden nog benaderd en gebruikt kunnen worden tot 14 mei. Mogelijkheden om pads te downloaden en exporteren waren beschikbaar. De Etherpad-service werd op 14 mei beëindigd.
Opensource
Google gaf de broncode voor Etherpad op 17 december 2009 vrij onder de Apache-licentie versie 2.0. Vervolgens verzocht Google de Etherpad-codebeheerders om JSMin te verwijderen uit de code als gevolg van een clausule in de licentie waarin staat: "De software zal worden gebruikt voor het goede, niet het kwade," en dat is dubbelzinnig en niet compatibel met de open source-licentie.
Na de release van de software als opensource, hebben een aantal mensen Etherpad-servers opgezet als klonen van de oorspronkelijke website. Al snel nadien werd er door gebruikers en programmeurs van Etherpad, na een eerste ontmoeting in het chatkanaal #etherpad op freenode, de Etherpad Foundation opgericht om verdere ontwikkeling te coördineren. Hun website houdt een lijst bij van een groeiend aantal websites die de Etherpad-software draaien.
Externe links
The Etherpad Foundation
Lijst van websites die Etherpad aanbieden (gearchiveerd)
Huidige broncode op GitHub
Vorige versie op GitHub
Oorspronkelijke broncode van Etherpad, uitgave op Google Code
Google
Netwerksoftware
Software geschreven in Scala
Teksteditor
Webapplicatie
|
Etherpad (voorheen EtherPad) is een webapplicatie waarin de auteurs tegelijkertijd het tekstdocument bewerken en alle deelnemers in real-time de bewerkingen van alle andere deelnemers zien, met de mogelijkheid om de tekst van iedere auteur in een eigen kleur te laten tonen. Ook is er een chatbox in de zijbalk om meta-communicatie mogelijk te maken.
| 1 |
tekstbestand, digitaal document, tekstdocument
|
7,364 |
Series
|
1596910
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Batman%3A%20The%20Brave%20and%20the%20Bold
|
Batman: The Brave and the Bold
|
Batman: The Brave and the Bold (Nederlands: Batman: Stoer en Stoutmoedig) is een Amerikaanse animatieserie gebaseerd op de DC Comics’ superheld Batman, en dan met name de stripserie The Brave and the Bold. De serie debuteerde op 14 november 2008 op Cartoon Network. In Nederland werd de serie van 11 september 2010 tot in 2018 uitgezonden.
Overzicht
Elke aflevering van de serie draait om Batman die samenspant met een andere superheld van DC comics om een bepaalde superschurk te stoppen of een misdaad op te lossen. De afleveringen beginnen doorgaans met een voorstukje dat los staat van de rest van de aflevering, en wat wordt uitgezonden voor de titelsong. De meeste helden waar Batman mee samenwerkt worden eerst een keer gezien in deze voorstukjes om te kijken of ze populair genoeg zijn bij het publiek, en pas een paar afleveringen later gezien in de aflevering zelf.
De show heeft geen overkoepelend verhaal, en de meeste afleveringen zijn los van elkaar te bekijken. De schurken in de serie zijn doorgaans niet de vaste vijanden van Batman (hoewel zijn bekendste tegenstanders wel in de serie voorkomen), maar andere DC-schurken of nieuwe personages.
De show heeft een minder grimmige ondertoon dan voorgaande Batmanseries, zoals Batman: The Animated Series, De helden waar Batman mee samen werkt in de serie zijn doorgaans minder bekende personages van DC comics.
Cast
Diedrich Bader – Batman, Kilowog, Ace, Owlman
Edoardo Ballerini – Vulture, Jack
Dee Bradley Baker – Clock King, Etrigan, Felix Faust, Brain, Chemo, Scarecrow
Jeff Bennett – Joker, Red Hood
Xander Berkeley – Sinestro
Ian Buchanan – Sherlock Holmes
Corey Burton – Doc Magnus / Dr. Mid-Nite, Mercury, Red Tornado, Silver Cyclone, Thomas Wayne, Killer Moth, Bat-Manga Batman, Scooby-Doo Joker
Grey DeLisle – Fire, Black Canary
John DiMaggio – Aquaman, Gorilla Grodd
Sean Donnellan – Elongated Man
Greg Ellis – Gentleman Ghost, Doctor Fate, Cavalier
R. Lee Ermey – Wildcat
Oded Fehr – Equinox
Will Friedle – Blue Beetle/Jaime Reyes, Scarlet Scarab
Zachary Gordon – Young Bruce Wayne
Richard Green – General Kreegaar
Ellen Greene – Mrs. Manface
Nicholas Guest – Question
Mikey Kelley – Kamandi
Tom Kenny – Plastic Man, Baby Face
Lex Lang – Doctor Polaris
Wallace Langham – Ocean Master
Loren Lester – Hal Jordan / Green Lantern
Jason Marsden – Speedy
Tim Matheson – Jarvis Kord
David McCallum – Merlin
Richard McGonagle- Saradath
Scott Menville – Metamorpho
Andy Milder – Flash
Morris – Fox, Jonah Hex
Pat Musick – Martha Wayne
Vyvan Pham – Katana
Jim Piddock – Calendar Man, Dr. Watson
Alexander Polinsky – Slug, G'nort
Paul Reubens – Bat-Mite
Kevin Michael Richardson – Black Manta, B'Wana Beast, Despero
Bumper Robinson – Black Lightning
Michael Rosenbaum – Deadman
Armin Shimmerman – The Calculator
James Sie – Atom, Dyna-Mite
Tara Strong – Huntress
Gary Sturgis – Bronze Tiger
James Arnold Taylor – Blue Bowman, Green Arrow, Guy Gardner / Green Lantern, Wotan
Tony Todd – Astaroth
Kari Wahlgren – Catwoman
Michael T. Weiss – Adam Strange
Wil Wheaton – Blue Beetle/Ted Kord
Gary Anthony Williams – Fun Haus
Marc Worden – Kanjar Ro
Tatyana Yassukovich – Morgaine le Fay
Neil Patrick Harris - Music Meister
Stripserie
In januari 2009 kreeg de animatieserie een spin-off in de vorm van een stripserie. Deze volgt dezelfde opzet als de afleveringen van de animatieserie.
Externe links
Batman: The Brave and the Bold @ Animated Superheroes
Batman: The Brave and the Bold @ Legions of Gotham
Batman: The Brave and the Bold @ World's Finest
Batman: The Brave and the Bold at Big Cartoon DataBase
"Batmanimation" The home for all things animated Batman
Batman-televisieserie
|
Batman: The Brave and the Bold (Nederlands: Batman: Stoer en Stoutmoedig) is een Amerikaanse animatieserie gebaseerd op de DC Comics’ superheld Batman, en dan met name de stripserie The Brave and the Bold. De serie debuteerde op 14 november 2008 op Cartoon Network. In Nederland werd de serie van 11 september 2010 tot in 2018 uitgezonden.
| 4 |
serie, reeks, verzameling
|
7,798 |
LiveBlogPosting
|
1504992
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/RTV%20Seaport
|
RTV Seaport
|
RTV Seaport is de lokale radio,-televisiezender van de Nederlandse gemeente Velsen (IJmuiden. RTV Seaport is dan ook via de digitale tv te ontvangen in Noord-Holland en een groot deel van Zuid-Holland. Dit is een proef van kabelmaatschappij Ziggo. Daarom wordt er thans ook informatie over Haarlem, Beverwijk en Heemskerk uitgezonden.
RTV Seaport is de Radio en Televisie zender van de Velser Omroep Stichting. RTV Seaport werk intensief samen met regionale omroep NH.
Programma's
Beeldkrant
Reportages
VideoClub Velsen
Raadsplein Café
Raadsplein Velsen, rechtstreeks verslag vanuit het stadhuis Velsen in IJmuiden van de raadsvergadering
verder worden er vaak nog reportages uitgezonden over actuele gebeurtenissen
Externe link
RTV Seaport
IJmuiden
Velsen
Media in Noord-Holland
Nederlandse regionale televisiezender
|
Programma's
Beeldkrant
Reportages
VideoClub Velsen
Raadsplein Café
Raadsplein Velsen, rechtstreeks verslag vanuit het stadhuis Velsen in IJmuiden van de raadsvergadering
verder worden er vaak nog reportages uitgezonden over actuele gebeurtenissen
| 1 |
lopende verslag, tekstlog, actuele gebeurtenissen
|
5,911 |
RentalCarReservation
|
780853
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Corda
|
Corda
|
Corda (motorfiets), een Duits motorfietsmerk
CORDA, het reserveringssysteem van de KLM
Personen met de achternaam Corda
August Carl Joseph Corda, een Tsjechische botanicus
|
Corda (motorfiets), een Duits motorfietsmerk
CORDA, het reserveringssysteem van de KLM
| 1 |
autoverhuurreservering, huurautoreservering, reservering
|
10,221 |
GovernmentService
|
85390
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/UWV%20WERKbedrijf
|
UWV WERKbedrijf
|
Het UWV Werkbedrijf (UWVWb, voorheen Centrum voor Werk en Inkomen, daarvoor arbeidsbureau) is een onderdeel van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), een Nederlandse semi-overheidsinstelling. Het registreert werkzoekenden, koppelt werkzoekenden aan vacatures en werkgevers aan cv's via de "beursvloer" in de vestigingen, www.werk.nl en werkcoaches. Via de digitale "werkmap", ook geschreven "werkm@p", communiceert de werkzoekende met zijn of haar werkcoach over bijvoorbeeld zijn of haar sollicitaties.
De afdeling arbeidsjuridische dienstverlening (AJD) toetst ontslagaanvragen aan het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.
Het Werkbedrijf heeft 130 vestigingen verspreid over Nederland. Ze zijn ingedeeld in 35 arbeidsmarktregio's. Het Besluit werkgebieden UWV WERKbedrijf 2011 geeft de indeling. Er is een hoofdkantoor in Amsterdam.
Het Werkbedrijf fungeert als enkelvoudig loket voor werkzoekenden voor de zoektocht naar werk en, indien nodig, de aanmelding voor een uitkering.
Om de arbeidsbemiddelingsfunctie te kunnen vervullen, kunnen werkgevers kosteloos vacatures melden en informatie krijgen over de arbeidsmarkt.
UWV presenteert zich vanaf 1 januari 2013 onder één merk en logo, namelijk als UWV. Hiermee vervalt de merknaam en het logo van UWV Werkbedrijf. De naam Werkbedrijf blijft als bedrijfsonderdeel bestaan.
Registratie werkzoekenden
Artikel 30b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) bepaalt dat aan geregistreerde werkzoekenden kosteloos een bewijs van registratie verstrekt wordt, en dat het UWV de termijnen regelt gedurende welke de registratie ten hoogste wordt gehandhaafd en waarmee de registratie telkenmale, op verzoek van de betrokkene, ten hoogste kan worden verlengd. Het zesde lid bepaalt dat ook het burgerservicenummer wordt geregistreerd. De wet noemt niet specifiek het Werkbedrijf, omdat deze niet de interne taakverdeling binnen het UWV voorschrijft.
De registratie is verplicht voor mensen die wegens werkloosheid een uitkering hebben of aanvragen, op basis van onder andere:
Werkloosheidswet (WW)
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) en Participatiewet (PW)
Vrijwillig registreren kan ook. Dit is mogelijk voor 'nuggers': mensen die willen werken maar geen uitkering ontvangen.
De toekenning en controle van uitkeringen gebeurt bij de WW door andere delen van het UWV, en bij de IOAW en PW (voorheen WWB) door de gemeenten (dit valt onder welzijn en sociale zaken onder diverse benamingen), waar het Werkbedrijf mee samenwerkt.
Werkpleinen
UWV en de gemeentelijke sociale diensten worden aangeduid als ketenpartners in de sociale zekerheid. Ze voeren het Algemeen Keten Overleg (AKO). Er is samenwerking, met bijvoorbeeld gezamenlijke huisvesting, Werkplein genaamd. Ieder UWV-district heeft ingevolge de wet SUWI een Cliëntenraad die op het Werkplein minimaal 2 liaisons heeft. Bij klachten kan iedere UWV-klant hiermee via het werkplein contact opnemen. De liaisons en de leden van de Cliëntenraad zijn zelf werkzoekend dan wel cliënt WAO/WIA en/of WAJong. In het Werkplein zijn verder de functies van het voormalige arbeidsbureau en de uitkeringsaanvragen, die vroeger mogelijk via de gemeentelijke sociale dienst en het UWV liepen, samengebracht. Veel gemeenten kennen hun eigen Cliëntenraden, maar er is een ontwikkeling gaande waarbij de UWV-Cliëntenraad samenwerkt met die van de gemeenten op het werkplein.
Privacy
De Nationale ombudsman oordeelde in 2011 dat de wijze waarop het UWV omsprong met de privacy van werkzoekenden niet behoorlijk was (het betrof het Werkbedrijf). Hij gaf het UWV in overweging de processen rond de inschrijving op werk.nl en de Werkmap zodanig aan te passen dat de privacy van werkzoekenden beter wordt gewaarborgd dan het geval was. Verder werd het UWV in overweging gegeven de informatieverstrekking zodanig te verbeteren dat voor iedere werkzoekende duidelijk is wat met zijn gegevens gebeurt.
Geschiedenis
In 2000 werd het GAK genationaliseerd en in januari 2002 fuseerde de instelling met het Lisv (Landelijk instituut sociale verzekeringen) en met de uitvoeringsinstanties Cadans, GUO, SFB en USZO tot het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Op basis van een wijziging van het SUWI is het CWI per 1 januari 2009 opgegaan in Werkbedrijf, een nieuw onderdeel van het UWV, waarin ook de re-integratietak van het UWV is opgegaan.
Herstructurering
In het kader van de Invulling hoofdlijnen taakstelling SZW-domein 2012-2015 zijn er bezuinigingen gaande, waaronder een redesign van het Werkbedrijf.
Contacten met werkzoekenden worden vaker digitaal (e-dienstverlening), en minder vaak face-to-face. De fysieke "beursvloer" wordt afgebouwd. De inzet van re-integratietrajecten WW vervalt. Het aantal werkpleinen wordt verminderd tot 36, één per arbeidsmarktregio, het regionale werkplein. Het is aan de gemeenten om eventueel nog lokale werkpleinen in stand te houden.
Een en ander is geregeld in de Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan werkgevers en werkzoekenden en de opheffing van de Raad voor werk en inkomen als publiekrechtelijke rechtspersoon met een wettelijke taak en van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de inzet van het re-integratiebudget Werkloosheidswet en van loonkostensubsidies.
Vergelijking met de Belgische instellingen
De functie van het Werkbedrijf in Nederland is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten in België (de VDAB in Vlaanderen, de Forem in Wallonië, Actiris in Brussel en het ADG in Duitstalig België), evenwel met belangrijke verschillen. Zo leveren de arbeidsbemiddelingsdiensten in België geen ontslagvergunningen af (een bevoegdheid van de Belgische Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en de Minister van Arbeid) en worden werkloosheidsuitkeringen aangevraagd via de zogenaamde uitbetalingsinstellingen van de drie grote vakbonden (of bij de overheidsuitbetalingsinstelling HVW), en niet bij de arbeidsbemiddelingsdiensten.
De Nederlandse en Belgische benadering van arbeidsbemiddeling door de overheid is sterk verschillend. Het Werkbedrijf heeft een zogenaamde "poortwachtersfunctie", die de toegang tot het stelsel van werkloosheidsuitkeringen bewaakt. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in het beleid waarbij werkzoekenden worden opgeroepen om proactief op zoek naar werk te gaan. In België is arbeidsbemiddeling een regionale bevoegdheid, de bepaling en toekenning van uitkeringen een federale bevoegdheid (uitgevoerd door de RVA). De cyclus van werk en inkomen is daardoor minder strak geregeld.
Externe link
Website van het Werkbedrijf
Sociale zekerheid in Nederland
Nederlandse overheidsinstantie
|
Vergelijking met de Belgische instellingen
De functie van het Werkbedrijf in Nederland is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten in België (de VDAB in Vlaanderen, de Forem in Wallonië, Actiris in Brussel en het ADG in Duitstalig België), evenwel met belangrijke verschillen. Zo leveren de arbeidsbemiddelingsdiensten in België geen ontslagvergunningen af (een bevoegdheid van de Belgische Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en de Minister van Arbeid) en worden werkloosheidsuitkeringen aangevraagd via de zogenaamde uitbetalingsinstellingen van de drie grote vakbonden (of bij de overheidsuitbetalingsinstelling HVW), en niet bij de arbeidsbemiddelingsdiensten.
| 1 |
overheidsdienst, sociale voorzieningen, overheidshulp
|
742 |
Dentist
|
1302753
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20organisaties%20met%20het%20predicaat%20Koninklijk%20in%20Nederland
|
Lijst van organisaties met het predicaat Koninklijk in Nederland
|
Deze lijst geeft een overzicht van instellingen en bedrijven in Nederland die het predicaat Koninklijk mogen of hebben mogen voeren. De lijst is niet volledig.
Legenda:
Organisaties met de aanduiding (†) bestaan niet meer, of niet meer onder die naam.
Organisaties met de aanduiding (‡) voerden in het verleden het predicaat Koninklijk, maar zijn dat (bijvoorbeeld ten gevolge van fusies of overnames) kwijtgeraakt.
Vermeldingen met de aanduiding (R) bestaan niet meer als zelfstandige organisatie, maar het predicaat en de naam worden nog steeds gevoerd.
A
Koninklijke A-ware Food Group
Koninklijk Toonkunstkoor "Aalsmeer"
Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG)
Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (KNBA)/(NBA)
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVAR), voorheen Nederlandse Vereniging van Reinigingsdirecteuren (NVRD)
Koninklijke Ahold NV (†)
Koninklijke Ahold Delhaize NV
Koninklijke Ahrend NV (Ahrend)
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)
Koninklijke Nederlandse Alpen Vereniging (KNAV)
Koninklijke Amsterdamsche Zwemclub 1870 (Kon. AZ), 1870
Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB (ANWB)
Koninklijke Fanfare Accelerando, Sint-Annaland
Royal Apollo Group, 2022
Koninklijke Fanfare Apollo
Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN), 1991
Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU)
Koninklijke Auping bv
Koninklijke Auris Groep
Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC)
Koninklijke Asscher Diamant Maatschappij (KADM), 1980
Koninklijke Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek (†)
Koninklijke Avebe U.A.
Koninklijke Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst (KVVAK), 2018
B
Koninklijke BAM Groep nv (BAM)
Koninklijke Bammens BV
Royal Barenbrug Groep
Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB)
Koninklijke BDU Holding BV
Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK), Den Haag
Koninklijke Begeer (KB)
Royal Begemann Group (RBG)
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Beroepsbeoefenaren in de bibliotheek-, informatie- en kennissector (NVB)
Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)
Koninklijke Beuk BV (Beuk)
Koninklijke Bibliotheek (Nederland) (KB)
Koninklijke Bijenkorf Beheer (KBB) (†)
Koninklijke Nederlandse Biljartbond (KNBB)
Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde Blijdorp
Koninklijk Instituut tot Onderwijs voor Slechtzienden en Blinden te Huizen, thans Koninklijke Visio, 1958
Koninklijke BLN-Schuttevaer
Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), opgericht 1860
Royal Bodewes (RB)
Koninklijke Van den Boer Groep (KVdBG)
Koninklijke Distilleerderijen Erven Lucas Bols NV(‡) (thans Lucas Bols)
Koninklijke Boon Edam International B.V. (BoonEdam)
Koninklijke Boom uitgevers (Boom)
Koninklijke Nederlandse Bosbouw Vereniging (KNBV)
Koninklijke Boskalis Westminster NV (Boskalis)
Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen (KVBC)
Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging (KNBV)
Koninklijke Branchevereniging voor architectenbureaus (BNA)
Koninklijke Zangvereniging Breda's Mannenkoor, Breda
Koninklijke Brill NV (Brill)
Royal Brinkman (RB)
Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek (Bronbeek of KTOMM Bronbeek)
Koninklijke Fabriek van Gebrande Suiker R. Buisman BV, Buisman, Zwartsluis, 1951
Koninklijke Bunge B.V.
Koninklijke Burger Groep B.V. (RBG)
Koninklijke Burgers' Zoo (KBZ), 2013
C
Koninklijke Ten Cate nv of Royal Ten Cate (TenCate)
Koninklijk Theater Carré
Koninklijke Harmonie "Cecilia" Princenhage, Breda
Koninklijke Harmonie St. Cecilia, Gilze
Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV)
Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging Amsterdam (KCOV Amsterdam)
Koninklijke Chroomlederfabriek De Amstel, Waalwijk (†), opgegaan in Koninklijke Lederfabrieken Oisterwijk (KLO) (†)
Koninklijk Concertgebouw (Concertgebouw)
Koninklijk Concertgebouworkest (KCO)
Koninklijke Nederlandsche Handboogschutterij "Concordia", Amsterdam
Koninklijke Harmonie Concordia, Panningen
Coöperatie Koninklijke Cosun U.A., Breda
Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB)
Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia" (KNK Cynophilia)
D
Koninklijke Damstra Installatietechniek, Driezum
Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB)
Koninklijke Coöperatie Rundveeverbetering Delta (CR Delta)
Koninklijke Sjouke Dijkstra B.V.
Koninklijke Maatschappij voor Natuurkunde Diligentiâ (Diligentiâ), 1953
Discendo Discimus (DD), Koninklijk 's-Gravenhaags Schaakgenootschap Discendo Discimus
Koninklijke Doeksen, voorheen Rederij Doeksen, 2008
Koninklijke Dordrechtse Roei- en Zeilvereeniging (KDRZV)
Douwe Egberts (DE) (‡)
Koninklijke DSM NV (DSM)
Koninklijke Duyvis (Duyvis) (R)
Koninklijke Nederlandse Vereniging van Dansleraren (KNVD)
Koninklijke Dekker
E
Koninklijke Harmonie Eendracht maakt Macht, Wessem
Koninklijke Harmonie Eendracht maakt Macht, Kruiningen
Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht
Koninklijke Eduard van Leer (KEVL), Amsterdam
Koninklijke Nederlandse Vereniging Eerste Hulp Bij Ongelukken
Koninklijke Eijkelkamp Earth Sampling Group
Koninklijke Eijsbouts Klokkengieterij en Fabriek van Torenuurwerken b.v. Asten
Koninklijk Eise Eisinga Planetarium
Koninklijke ERU Kaasfabriek B.V. (ERU), Woerden
Koninklijke Euroma B.V., Wapenveld
Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging Excelsior, Amsterdam
Koninklijk Mannenkoor La Bonne Espérance, Eindhoven
F
Royal Fassin, 2010
Feadship Royal Dutch Shipyards (Feadship)
Koninklijke Nederlandse Bond van Filatelisten-Verenigingen (KNBF)
Koninklijke Coöperatieve Bloemenveiling Royal FloraHolland
Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden, 2009
Koninklijke FrieslandCampina, 2004
Koninklijke Friesland Foods (Royal Friesland Foods), † 2004
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)
G
Koninklijke Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland (KVGN), 1973
Koninklijke Gazelle, 1992
Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds (KNGF), 1953
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG)
Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap (KNGMG), 1952
Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde(KNGGW), 1883
Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (KNGF)
Goedewaagen’s Koninklijke Hollandse Pijpen- en Aardewerkfabrieken (†), 1982
Koninklijke Van Gorcum & Comp. B.V., Assen, 1950
Koninklijke Grolsch/Royal Grolsch, 1995
Verhuisbedrijf Koninklijke De Gruijter & Co, Zoeterwoude, 1920
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU), 1919
H
Koninklijke Haagse Cricket & Voetbal Vereeniging (Kon. HC&VV)
Koninklijke Haagsche Golf & Country Club (KHG&CC), 1993
Koninklijke Haagse Harmonie
Royal Hakvoort Shipyards
Koninklijke Harmonie van Thorn
Koninklijke Harmoniekapel Delft, 1959
Royal HaskoningDHV (HaskoningDHV)
Koninklijke Heijmans
Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij (KNHM), 1963
Koninklijke HFC (Haarlemsche Football Club), 1959
Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS)
Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap (KNHG)
Koninklijke Nederlandse Hockeybond (KNHB)
Royal Hoitsema Labels, 1953
Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN)
Koninklijke Hondenbescherming
Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken (Hoogovens of KNHS) (†)
Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereeniging de Hoop (KARZV De Hoop)
Koninklijke Horeca Nederland (KHN)
Royal Huisman (Huisman)
Royal Houdijk, 1922
Koninklijke Groninger Roeivereniging De Hunze (KGR De Hunze)
Koninklijke Harmonie St. Cecilia 1836, Vaals
Koninklijk Mannenkoor Cecilia 1837, Vaals
Koninklijke Harmonie 's-Hertogenbosch 1894, 's-Hertogenbosch
Koninklijke Hoppenbrouwers Techniek 1918, Udenhout
Koninklijke HZPC 1898, Joure
I
Koninklijke Imtech NV (Imtech) (†)
Koninklijke IHC (IHC)
Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIvI)
Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV)
Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) of Tropeninstituut
Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA)
Koninklijk Nederlands Instituut Rome (KNIR), Rome
Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ)
J
Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), 1949
Koninklijke Joh. Enschedé
Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso
Drukkerij Em. de Jong B.V., Baarle-Nassau
Koninklijke Jongeneel (Jongeneel)
Koninklijke Jumbo (spellen)
Koninklijke Jumbo Food Groep, 2021, (supermarkten)
K
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij van Kaas- en Roomboterfabrieken (†)
Koninklijke Nederlandse Kaatsbond (KNKB)
Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersbond (ANKO)
Koninklijke Nederlandsche Katoenspinnerij (KNKS) † Hengelo, 1863-1974
bv Koninklijke Van Kempen & Begeer
Koninklijke Kentalis (Kentalis)
Koninklijke Kerckhaert Hoefijzerfabriek
Koninklijke Lederfabriek Gebroeders Keunen, † Eindhoven, 1828-1979
Koninklijke Lucifersfabrieken Mennen & Keunen, † Eindhoven, 1870-1979
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koffie en Thee (KNVKT)
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koude (KNVvK)
Koninklijke KPN NV (KPN)
Royal Dutch Kusters Engineering
Koninklijke De Kuyper (De Kuyper), 1995
Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV)
Koopmans Koninklijke Meelfabrieken (KKM)
Koninklijke Kusters Engineering BV (KKE)
L
Koninklijke Landbouwkundige Vereniging (KLV)
Koninklijk Genootschap voor Landbouwwetenschap (KGVL)
Koninklijke Landmacht (KL)
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB)
Koninklijke Verenigde Leder (KVL), Oisterwijk) (†), (1932)
Koninklijke Lederfabrieken Oisterwijk (KLO) (†), 1932
Royal Leerdam Crystal
Koninklijke Lemkes Groep bv, Bleiswijk
Royal van Lent, Feadship, Kaageiland
Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (KNBLO-NL)
Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO)
Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG)
Koninklijke Rotterdamsche Lloyd (KRL) (†)
Koninklijke Luchtmacht (KLu)
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij, ook KLM Royal Dutch Airlines (KLM)
Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL)
M
Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas (KR&ZV De Maas)
Koninklijke Marechaussee (KMar)
Koninklijke Marine (KM)
Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KVMO), 1983
Koninklijke Zangvereniging Mastreechter Staar
Koninklijk Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix (‡), Leiden, 1935
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
Koninklijke Militaire Academie (KMA), Breda
Koninklijke Militaire School (KMS), Ermelo, voorheen Weert
Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL)
Koninklijke Kweekerij Moerheim N.V. (‡), opgericht 1888, Dedemsvaart
Koninklijke Mosa of Royal Mosa (Mosa)
Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege (R), thans Koninklijke PIT Pro Rege
Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV)
Koninklijke Nederlandse Munt (KNM), 1999
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde (KNGMP), 1899
Koninklijke Nederlandse Federatie van Muziekverenigingen (KNFM)
Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM)
Koninklijk Fanfare Maasoever (1956), Kessel
Koninklijke Moorman Karton BV (2012), Weesp
N
Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) (†)
Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV)
Koninklijke Studenten Roeivereniging Njord (KSRV Njord)
Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij (KNZHRM) (†)
Koninklijk Nederlands Normalisatie-instituut (NEN)
Koninklijk Nederlands Elektrotechnisch Comité (NEC)
Koninklijke Nederlandsche Stoomkoffiebranderijen H.E. Van IJsendijk Jr.
Koninklijke Nedschroef Holding B.V.
Koninklijke Niestern-Sander B.V.
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, (KNB), 1968
Koninklijke Industrieële Maatschappij v/h Noury & Van der Lande †, Deventer
Koninklijke Harmonie Nut en Vermaak, Zundert
O
Koninklijke Harmonie Oefening en Uitspanning, Beek en Donk
Koninklijke Harmonie "Oefening en Uitspanning" Goirle
Koninklijke Rederijkerskamer Ons Genoegen
Koninklijke Van Oord
Koninklijke Oosterberg BV
Koninklijke Oosterhof-Holman Beheer B.V.
Koninklijke Zwanenberg Organon †, Oss, 1956
Koninklijk Schiedams Mannenkoor Orpheus
Koninklijke Otolift
Koninklijke Oude Harmonie van Eijsden
Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG)
Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB), 1949
Koninklijke Ouwehand
P
Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) (†)
Koninklijke Peijnenburg B.V., Geldrop
Koninklijke Peitsman Fournituren B.V., Rotterdam
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië † (KNMEP), opgegaan in Royal Dutch Shell
Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij (Koninklijke Olie) † (KNPM), opgegaan in Royal Dutch Shell
Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging (K.N.P.S.V.)
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP)
Koninklijke Harmonie Phileutonia, Eindhoven
Koninklijke Philips N.V. (Philips)
Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV)
Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV), 1912
Stichting Koninklijke PIT Pro Rege (waarin PIT staat voor Protestants Interkerkelijk Thuisfront), Apeldoorn
Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV)
N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland
Koninklijk Polytechnisch Bureau Nederland Arnhem (Koninklijke PBNA), 1952
Koninklijke PostNL
Koninklijke Porceleyne Fles (Royal Delft)
Koninklijke Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel Pro Patria
B.V. Textielfabrieken H. van Puijenbroek, Goirle
Q
Koninklijke Quantore 1920-2020
R
Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (KNBRD)
Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereniging (KDR&ZV)
Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM)
Koninklijke Nederlandse Redersvereniging (1905-1992) (†), 1955
Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas (KR&Z De Maas), 1901
Koninklijke Roei en Zeil Vereniging Het Spaarne (KR&ZV Het Spaarne)
Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB)
Koninklijke Zangvereeniging Rotte's Mannenkoor, Rotterdam, 1898
Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE), 1995
Koninklijke Rotterdamse Post Harmonie (KRPH), 1952
Koninklijke Rotra (Rotra)
Koninklijke De Ruijter (De Ruijter)
Koninklijke Rosendaalsche Kapel (KRK)
Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), 1992
Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserveofficieren (KVNRO)
Koninklijke Rijnja (Rijnja)
S
Koninklijke Saan (Saan), 1997
Koninklijke Harmonie Sainte Cécile Eijsden, 1880
Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB)
Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB)
Koninklijke Stoomschoenenfabriek A.H. van Schijndel Waalwijk (†), 1909
Koninklijke Maatschappij De Schelde (KMS) (†)
Koninklijke Schelde Groep BV (KSG)
Koninklijke Scholten Foxhol NV (†)
Koninklijke Scholten-Honig (KSH) (†)
Koninklijke Schouwburg, Den Haag
Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA)
Royal Schiphol Group
Koninklijke Schutterij "St. Antonius", Nieuw-Dijk
Royal Dutch Shell plc, 1890, (‡), thans Shell plc
Koninklijke Zaaizaadbedrijven Gebroeders Sluis of Royal Sluis (†), 1967
Koninklijke Smilde of Royal Smilde, Heerenveen
Royal SMIT Transformers Nijmegen, 2013
Koninklijke Stoomweverij, Nijverdal †, opgegaan in Koninklijke Ten Cate
Royal Swinkels Family Brewers, voorheen Bavaria, Lieshout, 2019
Koninklijke Harmonie Sophia's Vereeniging
Koninklijke Sphinx B.V., Maastricht (†)
Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek Gouda B.V., Waddinxveen (‡)
Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM) (†)
Koninklijke Nederlandsche Studenten Roeibond (KNSRB)
Koninklijke Studenten Schietvereeniging (K.S.S.), 1888
Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer
Royal Swets & Zeitlinger (Swets)
Koninklijke Schmidt Zeevis Rotterdam
T
Royal Talens, 1949, voorheen Koninklijke Fabrieken Talens & Zoon
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT), 2014
Koninklijk Theater Tuschinski, 2021
Koninklijke Ten Cate NV (KNTC), 1958, voorheen Koninklijke textielfabrieken Nijverdal-ten Cate
Koninklijke Terberg Group B.V., 2019
Koninklijke Kweekerij Terra Nova W. Keessen jr. & Zonen C.V., thans Royal Terra Nova
Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO), 2007
Koninklijke Nederlandse Textiel Unie (KNTU) † Hengelo, 1962-1973
Koninklijke Theodorus Niemeyer BV, 1969
Koninklijke Drukkerij G J Thieme b.v. (‡), thans ThiemeMeulenhoff
Koninklijke Orkestvereniging Thomas A Kempis, Zwolle
Koninklijke Tichelaar Makkum, 1960
Koninklijke Rederijkerskamer 'Tollens', Hoogezand, 1956
Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging (KNTV) †
Koninklijke Vereniging "Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger"
U
Koninklijke Utermöhlen NV
Koninklijke Deventer Cricket en Football Club Utile Dulci
Koninklijke Utrechtse Fabriek van Zilverwerken
Koninklijke Utrechtsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel (K.U.S.V.t.V.O.i.d.W.), 1938
V
Koninklijke Vaassen Flexible Packaging.
Koninklijke Van Gorcum
Koninklijke Van Oord
Royal Van Rees Group B.V., 2019
Vendex KBB (†), Vendex Koninklijke Bijenkorf Beheer, predicaat vervallen in 2005
Koninklijke Verkade N.V., 1950
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV)
Koninklijke Visio
Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB)
Koninklijke Vopak
Koninklijke Adriaan Volker Groep (‡)
Koninklijke Volker Stevin (KVS) (‡)
Koninklijke VolkerWessels N.V.
Royal Vriesco
Koninklijke De Vries Scheepsbouw, 2006
Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)
W
Koninklijke Wagenborg
Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN)
Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN)
Koninklijke Watersportvereniging De Kaag (1917), 1965
Koninklijke Watersport Vereniging Frisia (KWV Frisia)
Koninklijke Watersport Vereeniging Loosdrecht (KWVL)
Koninklijke Watersportvereniging Sneek (KWS)
Koninklijke Wegener
Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW), 2002
Royal Wessanen
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU)
Koninklijke Van Wijhe BV, Zwolle, 2016
Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (KVNW), 1999
Koninklijk Wiskundig Genootschap (KWG), 2003
Koninklijke Woudenberg, Ameide
Y
Koninklijke Nederlandsche Yacht Club (KNYC) (†)
Z
Koninklijk Zeemanscollege De Groninger Eendracht (1830-1982) (†)
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (KZGW of Zeeuws Genootschap)
Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging (KNZ&RV), 1852
Zeil-, Roei- en MotorsportVereeniging "De Kaag" (ZRMV), 1917 (†)
Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo (KZVO)
Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap (KZHM), 1907
Koninklijke Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen (KZHMRS) (†)
Koninklijk Zutphens Mannenkoor
Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB), 1933
Zie ook
Lijst van organisaties met het predicaat Koninklijk in België
Lijst van hofleveranciers
Externe link
Rijksoverheid: Lijst met Predicaat Koninklijk.
Koninklijk Nederland
Organisaties
|
T
Royal Talens, 1949, voorheen Koninklijke Fabrieken Talens & Zoon
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT), 2014
Koninklijk Theater Tuschinski, 2021
Koninklijke Ten Cate NV (KNTC), 1958, voorheen Koninklijke textielfabrieken Nijverdal-ten Cate
Koninklijke Terberg Group B.V., 2019
Koninklijke Kweekerij Terra Nova W. Keessen jr. & Zonen C.V., thans Royal Terra Nova
Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO), 2007
Koninklijke Nederlandse Textiel Unie (KNTU) † Hengelo, 1962-1973
Koninklijke Theodorus Niemeyer BV, 1969
Koninklijke Drukkerij G J Thieme b.v. (‡), thans ThiemeMeulenhoff
Koninklijke Orkestvereniging Thomas A Kempis, Zwolle
Koninklijke Tichelaar Makkum, 1960
Koninklijke Rederijkerskamer 'Tollens', Hoogezand, 1956
Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging (KNTV) †
Koninklijke Vereniging "Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger"
| 1 |
tandarts, tandheelkunde, mondzorg
|
11,493 |
InformAction
|
5689444
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Studebaker%20Lark
|
Studebaker Lark
|
De Studebaker Lark was een productlijn van personenauto's uit de middenklasse die door de Amerikaanse autoconstructeur Studebaker aangeboden werd van 1959 tot 1966.
Bij zijn introductie in 1959 was de Lark een product van de Stubebaker-Packard Corporation. Medio 1962 veranderde het bedrijf zijn naam terug in de Studebaker Corporation. De Lark werd ook door de Canadese dochteronderneming Studebaker of Canada Ltd. gebouwd. Daarnaast werden de auto's ook geëxporteerd over de hele wereld als afgewerkte exemplaren of als knock-down kits die vervolgens in een lokale fabriek geassembleerd werden.
De Lark modellijn vertegenwoordigde het grootste deel van de Studebakerproductie na 1958 en werd in veel grotere hoeveelheden verkocht dan de Hawk en de Avanti. Vanaf begin 1963 verdween de naam Lark geleidelijk en tegen 1964 werden de Lark-modellen verkocht onder de naam Commander, Daytona en Cruiser.
Ontwikkeling
Toen de Lark werd ontworpen werkte de Studebaker-Packard Corporation samen met de Curtiss-Wright Aircraft Company. Studebaker-Packard was al enkele jaren verlieslatend en besliste met de Lark om de markt van luxewagens te verlaten en een nieuwe middenklasser te bouwen in de hoop om zo het bedrijf te redden.
De Lark maakte handig gebruik van het carrosserieontwerp van de grote Studebakers uit de vroege jaren '50. Door de overhang voor- en achteraan te verkleinen en de wielbasis ter hoogte van de voorvleugels in te korten, bood de wagen nog steeds plaats aan zes inzittenden met hun bagage.
Er waren twee series beschikbaar: de Lark VI en de Lark VIII. Deze aanduidingen gaven aan of de wagens met een zescilinder- of een achtcilindermotor uitgerust waren. Beide series waren verkrijgbaar in het "Deluxe" en "Regal" uitrustingsniveau.
Met een eenvoudig radiatorrooster, minimaal en smaakvol gebruik van chroom en strakke lijnen onderscheidde de Lark zich van zijn langere en bredere concurrenten die door de "Grote Drie" (GM, Ford en Chrysler) werden aangeboden. Met de Scotsman uit 1957 had Studebaker immers al bewezen dat er een markt was voor minder flitsende auto's.
Eerste generatie (1959-1961)
De eerste generatie omvatte een twee- en vierdeurs sedan, een tweedeurs coupé en een tweedeurs stationwagen. Afgezien van de Rambler-lijn van AMC bood de Lark het meest complete aanbod van middenklassemodellen op de Amerikaanse markt.
Aanvankelijk verkochten de Lark-modellen goed omdat Studebaker overeenkomsten had gesloten met enkele van de "Grote Drie"-dealers die nog geen middenklassers konden aanbieden. Toen alle grote fabrikanten vanaf 1961 zelf middenklassers begonnen te produceren werden de dealers gedwongen om hun Studebaker-agentschappen op te geven.
Het aanbod werd in 1960 uitgebreid met een cabriolet en een vierdeurs stationwagen. Op basis van de langere wielbasis van de stationwagen werd ook een taxiversie van de Lark gebouwd: de "Econ-O-Miler". Deze langere wielbasis zorgde voor extra beenruimte op de achterbank, wat niet onbelangrijk was voor een taxi.
In 1961 werd een nieuwe vierdeurs sedan, de Cruiser, geïntroduceerd. Deze had een 115 mm langere wielbasis en deed meer denken aan de Studebakers met lange wielbasis zoals de Land Cruiser uit de late jaren '40 en vroege jaren '50. De sedans en de coupé konden voortaan ook geleverd worden met een stoffen vouwdak, de zogenaamde Skytop.
Van 1959 tot 1960 was de Lark verkrijgbaar met een 2,8-liter zescilindermotor met zijkleppen of met een 4,2-liter V8-motor. Een V8 Lark accelereerde van 0 naar 100 km/u in ongeveer 10 seconden, wat vergelijkbaar was met veel grotere auto's uit die tijd. Vanaf 1961 was optioneel ook de 4,7-liter V8-motor uit de Hawk verkrijgbaar en vanaf 1963 konden de krachtige "Serie R"-motoren geleverd worden, sommige zelfs uitgerust met Paxton-superchargers die tot 246 kW (335 pk) ontwikkelden.
Ondanks enkele verbeteringen, waaronder een nieuw inlaatsysteem, een zescilindermotor met kopkleppen, een vernieuwd stuursysteem en diverse stylingveranderingen daalde de verloop van de Lark sterk in 1961 toen de grotere Amerikaanse autofabrikanten hun eigen middenklassers begonnen aan te bieden die moderner waren dan de stilaan verouderde Lark.
Tweede generatie (1962-1963)
In een poging om de dalende verkoopcijfers te keren kreeg de Lark in 1962 een facelift. Industrieel ontwerper Brooks Stevens slaagde erin om met een minimaal budget de carrosserie achteraan te verlengen en de wagen een gemoderniseerd interieur te geven.
Naast de nieuwe styling introduceerde Studebaker ook het Daytona-uitrustingsniveau en speelde daarmee handig in op de toenemende populariteit van kuipzetels en middenconsoles in de vroege jaren '60. Nadat de Cruiser in 1961 de best uitgeruste sedan werd, verving de nieuwe Daytona het Regal-uitrustingsniveau op de coupé en cabriolet als topuitrusting.
Door de facelift trok de verkoop weer aan met meer dan 90.000 geproduceerde exemplaren, aanzienlijk meer dan in 1961. Het enige model dat in 1962 geschrapt werd was de tweedeurs stationwagen die in populariteit was gedeeld sinds de introductie van de vierdeurs stationwagen in 1960.
In 1963 gaf Stevens de Lark opnieuw een facelift. De panoramische voorruit verdween en de carrosserie kreeg dunnere deur- en dakstijlen, wat de wagen een veel moderner ogend uitzicht gaf. Het interieur bevatte een volledig nieuw dashboard, maar de ontwerpers waren er niet in geslaagd om de airconditioning te integreren: die hing nog steeds als een grote bak onder het dashboard.
Nog in 1963 introduceerde Studebaker de nieuwe Wagonaire stationwagen met schuifdak. Na meldingen van waterlekkage die veel van de vroege exemplaren teisterde bracht Studebaker halverwege het jaar een versie van de Wagonaire met een vast dak op de markt.
Medio 1963 introduceerde Studebaker de Standard-serie, een uitgeklede versie van de Lark in de trant van de Scotsman uit 1957. Hoewel het duidelijk een Lark was droegen de wagens uitsluitend Studebaker-emblemen. De carrosserie had geen sierelementen en het interieur was sober uitgevoerd. De Standard was voornamelijk bedoeld voor bedrijven met een wagenpark.
Op technisch vlak werden Bendix-schijfremmen aangeboden die de remkracht van de auto's aanzienlijk verbeterden. Het bestaande zescilinder- en V8-motorengamma werd uitgebreid met de atmosferische "R1" en de supercharged "R2" V8-motoren uit de Avanti. Klanten konden bij deze motoren ook het "Super Perfomance Package" bestellen dat een aantal hoogwaardige opties toevoegde om de wagens niet alleen sneller maar ook beter te laten rijden. Auto's die uitgerust waren met dit pakket werden "Super Larks" genoemd.
Derde generatie (1964-1966)
Studebaker gaf Stevens de opdracht om door te gaan met de modernisering van de Lark, wat in 1964 resulteerde in een uitgebreidere maar nog steeds goedkope facelift. De wagens kregen een nieuw radiatorrooster en vierkante koplampomlijstingen. Stevens vlakte de motorkap, daklijn en kofferklep af en hertekende de achterkant om er nieuwe horizontale achterlichten in te kunnen monteren. De zijpanelen die in 1962 geïntroduceerd waren bleven behouden aangezien ze nog steeds bij de nieuwe look pasten.
De facelift viel samen met het plan om de naam Lark volledig uit te faseren. De Standard-serie werd omgedoopt tot Challenger, terwijl de naam Commander het Regal-uitrustingsniveau verving. De Daytona-serie kreeg er een vierdeurs sedan bij en de Cruiser bleef het topmodel. Alle modellen behalve de Cruiser boden een Wagonaire aan.
De Challenger en Commander werden standaard geleverd met enkelvoudige koplampen. Het was van 1961 geleden dat een op de Lark gebaseerd voertuig enkelvoudige koplampen had. Dubbele koplampen werden wel tegen meerprijs aangeboden.
Het interieur werd slechts licht aangepast, met kleine wijzigingen in de bekleding, de opening van het handschoenkastje en de positie van de snelheidsmeter. In 1966 werd als optie een 3,8-liter "McKinnon" zescilindermotor met 104 kW (140 pk) aangeboden. Aanvankelijk was die alleen leverbaar in combinatie met een automatische versnellingsbak, later ook met een handgeschakelde versnellingsbak.
Einde van de productie
Ondanks alle inspanningen bleven de verkoopcijfers van Studebaker dalen. De facelifts en de introductie van nieuwe modellen zoals de Wagonaire konden deze trend niet ombuigen. Zelfs het aanbod van krachtige "Serie R"-motoren en prestatiepakketten hielp niet.
In het najaar van 1963 besloot de directie van Studebaker om de auto-industrie te verlaten, maar dit moest langzaam en methodisch gebeuren om schadeclaims van ontevreden handelaren te vermijden. Op 9 december 1963 werd de sluiting van de fabriek in South Bend (Indiana) aangekondigd. Het laatste Lark-gebaseerde exemplaar, een Daytona, verliet er de assemblagelijn op 20 december 1963.
Na de sluiting van South Bend werd de productie nog een tijdlang voortgezet in de Canadese fabriek van Studebaker in Hamilton (Ontario). Aanvankelijk bleven de motoren uit de fabriek in South Bend komen, maar toen de gieterij in South Bend in mei 1964 haar deuren sloot moest Studebaker op zoek naar een nieuwe motorleverancier en belandde zo bij de op Chevrolet gebaseerde "McKinnon" 3,2-liter zescilinder en de 4,6-liter V8-motor die door de Canadese fabrieken van GM geproduceerd werden. Studebaker koos echter niet voor bijbehorende GM-transmissies maar bleef werken met transmissies van BorgWarner, die mits enkele kleine aanpassingen aan de McKinnon-motoren verder konden gebruikt worden.
De verkoop bleef echter verder dalen, in 1965 werden er minder dan 20.000 exemplaren gebouwd. Sommigen schreven dit toe aan het feit dat de Canadese fabrieken niet elk jaar van styling veranderden, anderen vonden dat de Canadese Studebakers met GM-motoren geen echte Studebakers meer waren.
In 1966 viel uiteindelijk de beslissing dat ook in Canada de autoproductie zou gestopt worden. De laatste Studebaker, een Cruiser vierdeurs sedan, rolde op 17 maart 1966 van de productielijn.
De Ilin-fabriek in Israël bleef de Lark nog produceren tot 1967 en had zelfs plannen om met een uitgebreide facelift de productie verder te zetten, los van het moederbedrijf.
De laatste exemplaren
Zowel de laatste auto die in South Bend geproduceerd werd als de laatste Canadese auto bestaan nog steeds en bevinden zich in het Studebaker National Museum in South Bend.
De laatste in de VS gebouwde Studebaker, een tweedeurs Daytona hardtop in bordeauxrood, werd door het bedrijf bijgehouden in plaats van geleverd te worden aan de dealer in Pennsylvania die de wagen besteld had. De wagen heeft slechts 48 km op de teller.
De laatste Canadese auto, een appelblauwzeegroene vierdeurs Cruiser sedan, werd geleverd aan de Parts and Service Division van Studebaker in South Bend. Na enkele duizenden kilometers belandde de wagen in het fabrieksmuseum en werd hij volledig gerestaureerd.
Speciale Lark-modellen
De bekende Italiaanse autodesigner Pietro Frua heeft in 1960 een zeer klein aantal Larks omgebouwd. Van twee vierdeurs sedans is bekend dat ze nog steeds bestaan, maar beide hebben een grondige restauratie nodig. De Frua Larks, die de naam Studebaker Italia kregen, werden gekenmerkt door hun strakke lijnen en grote glaspartijen. De serieproductie zou plaatsvinden bij Carrosserie Italsuisse, maar de geplande 1000 exemplaren zijn er nooit gekomen.
Daarnaast ontwierp de Amerikaanse designer Brooks Stevens verschillende conceptauto's op basis van het Lark-chassis. Drie van deze auto's, een vierdeurs sedan met zelfmoordportieren, een stationwagen met schuifdak en een tweedeurs sportcoupé bestaan nog steeds en bevinden zich in het Studebaker National Museum.
Het versterkte X-frame chassis van de Lark cabriolet werd gebruikt voor de Avanti en de door Brooks Stevens ontworpen Excalibur, die beide in beperkte aantallen geproduceerd werden lang nadat Studebaker als automerk verdwenen was. Excalibur stapte over op een op maat gemaakt chassis toen zijn voorraad Studebaker chassis opraakte. Avanti Motors bleef het basischassis gebruiken tot in het begin van de jaren '80.
De Israëlische presidentiële auto in 1964 was een speciaal ontworpen vierdeurs Lark cabriolet met verlengde wielbasis. Wegens technische problemen was de wagen echter een kort leven beschoren.
Externe links
Studebaker Econ-O-Miler taxi brochure uit 1959
Studebaker Lark brochure uit 1960
Studebaker Lark brochure uit 1962
Lark
|
Nog in 1963 introduceerde Studebaker de nieuwe Wagonaire stationwagen met schuifdak. Na meldingen van waterlekkage die veel van de vroege exemplaren teisterde bracht Studebaker halverwege het jaar een versie van de Wagonaire met een vast dak op de markt.
| 1 |
melding, kennisgeving, informatieverstrekking
|
9,968 |
WinAction
|
4801272
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jasper%20Philipsen
|
Jasper Philipsen
|
Jasper Philipsen (Mol, 2 maart 1998) is een Belgisch wielrenner die anno 2023 rijdt voor Alpecin-Deceuninck. Philipsen wordt vooral gekenmerkt door zijn explosieve sprints.
Carrière
Jeugd
Vanaf 2010 reed hij voor de ploeg Koninklijke Balen BC. In 2015 werd Philipsen nationaal kampioen tijdrijden voor junioren. Later dat jaar werd hij in diezelfde discipline achtste op het Europese kampioenschap en zesde op het wereldkampioenschap. Een jaar later won hij de Guido Reybrouck Classic en E3 Harelbeke voor junioren, en verdedigde hij met succes zijn nationale tijdrittitel. Daarnaast werd hij dat jaar onder meer vijfde in Parijs-Roubaix voor junioren en elfde in de Omloop der Vlaamse Gewesten. Philipsen werd geselecteerd voor zowel de tijdrit als de wegwedstrijd op het wereldkampioenschap in Doha. Na de tijdrit, waarin hij de achttiende tijd neerzette, werd hij uitgeput en oververhit naar het ziekenhuis gebracht. Hoewel Philipsen fysiek in orde bleek te zijn, ging hij drie dagen later niet van start in de wegwedstrijd.
Op 1 april 2017 behaalde Philipsen zijn eerste UCI-zege bij de eliterenners, voor de ploeg BMC Development Team. In de tweede etappe van de Triptyque des Monts et Châteaux bleef hij in de massasprint zijn landgenoot Milan Menten en de Nederlander Maarten van Trijp voor. Een dag later nam hij, dankzij een vijfde plaats in de individuele tijdrit, de leiderstrui over van Christopher Lawless. In de laatste etappe werd hij vierde, waardoor hij niet alleen het eindklassement, maar ook het punten- en jongerenklassement op zijn naam schreef. Na een tweede plaats in zowel de Ronde van Vlaanderen voor beloften als de ZLM Tour, won hij in juni een etappe in de Baby Giro. In het puntenklassement bleef hij Neilson Powless één punt voor. In juli won hij de tweede etappe in de Ronde van de Elzas, waarna hij de wegwedstrijd voor beloften op zowel het Europees als het nationaal kampioenschap reed. In de vijfde etappe van de Olympia's Tour bleef hij Patrick van der Duin en Fabio Jakobsen voor in de massasprint. In oktober won hij de belofteversie van Parijs-Tours.
2018
In 2018 werd Philipsen prof bij Hagens Berman Axeon. Hij behaalde dat jaar verschillende overwinningen, waaronder het eindklassement van de Triptyque des Monts et Châteaux en een etappe in de Baby Giro. In oktober kreeg hij een contract aangeboden bij UAE Team Emirates. Via deze ploeg maakt hij de overstap naar de World Tour.
2019
Begin 2019 boekte Philipsen zijn eerste World Tour-overwinning. In de vijfde etappe van de Tour Down Under eindigde hij weliswaar tweede na Caleb Ewan, maar die werd gediskwalificeerd wegens onregelmatig sprinten. Philipsen bleef onder meer Peter Sagan, Danny van Poppel en Elia Viviani voor. In juli maakte hij zijn debuut in de Ronde van Frankrijk, waar hij na diverse ereplaatsen niet meer van start ging in de twaalfde etappe.
2023
In 2023 won Philipsen voor de tweede keer de Scheldeprijs.
Palmares
Overwinningen
2017 - 5 zeges
2e etappe Triptyque des Monts et Châteaux
Eindklassement Triptyque des Monts et Châteaux
Puntenklassement Triptyque des Monts et Châteaux
Jongerenklassement Triptyque des Monts et Châteaux
2e etappe Ronde van de Elzas
2018 - 7 zeges
1e en 2e etappe Triptyque des Monts et Châteaux
Eindklassement Triptyque des Monts et Châteaux
Puntenklassement Triptyque des Monts et Châteaux
Trofee Maarten Wynants (geen UCI-zege)
4e etappe Ronde van Utah
Gylne Gutuer
2019 - 1 zege
5e etappe Tour Down Under
2020 - 3 zeges
Puntenklassement Tour Down Under
3e etappe Ronde van de Limousin
1e etappe BinckBank Tour
15e etappe Ronde van Spanje
2021 - 9 zeges
Scheldeprijs
6e en 7e etappe Ronde van Turkije
Puntenklassement Ronde van Turkije
2e etappe en 5e etappe Ronde van Spanje
Kampioenschap van Vlaanderen
Eschborn-Frankfurt
GP Denain
Parijs-Chauny
2022 - 9 zeges
1e en 5e etappe Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten
Puntenklassement Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten
3e etappe Ronde van Turkije
Puntenklassement Ronde van Turkije
2e etappe Ronde van België
15e en 21e etappe Ronde van Frankrijk
4e etappe Ronde van Denemarken
Omloop van het Houtland
Parijs-Bourges
Criterium van Saitama (geen UCI-zege)
2023 - 19 zeges
3e en 7e etappe Tirreno-Adriatico
Classic Brugge-De Panne
Scheldeprijs
Elfstedenronde
1e etappe Ronde van België
3e, 4e, 7e en 11e etappe Ronde van Frankrijk
Puntenklassement Ronde van Frankrijk
1e etappe Renewi Tour
Kampioenschap van Vlaanderen
Gooikse Pijl
Parijs-Chauny
Visit Friesland Elfsteden Race
1e, 2e, 4e en 8e etappe Ronde van Turkije
Puntenklassement Ronde van Turkije
Totaal: 48 zeges (waarvan 1 individuele niet-UCI-zege)
Resultaten in voornaamste wedstrijden
|
|}
Jeugd
2015
Testtijdrit Neerpelt
Testtijdrit Borlo
Belgisch kampioenschap tijdrijden
2016
Guido Reybrouck Classic
Proloog Ster van Zuid-Limburg
Eindklassement Ster van Zuid-Limburg
E3 Harelbeke
Belgisch kampioenschap tijdrijden
Testtijdrit Montenaken
2017
4e etappe Baby Giro
Puntenklassement Baby Giro
5e etappe Olympia's Tour
Parijs-Tours
2018
3e etappe Baby Giro
Ploegen
2013 – Koninklijke Balen BC
2014 – Koninklijke Balen BC
2015 – Koninklijke Balen BC
2016 – Koninklijke Balen BC
2017 – BMC Development Team
2018 – Hagens Berman Axeon
2019 – UAE Team Emirates
2020 – UAE Team Emirates
2021 – Alpecin-Fenix
2022 – Alpecin-Fenix
2023 – Alpecin-Deceuninck
2024 – Alpecin-Deceuninck
Zie ook
Lijst van winnaars slotrit Ronde van Frankrijk op de Champs-Élysées
Belgisch wielrenner
|
Jeugd
Vanaf 2010 reed hij voor de ploeg Koninklijke Balen BC. In 2015 werd Philipsen nationaal kampioen tijdrijden voor junioren. Later dat jaar werd hij in diezelfde discipline achtste op het Europese kampioenschap en zesde op het wereldkampioenschap. Een jaar later won hij de Guido Reybrouck Classic en E3 Harelbeke voor junioren, en verdedigde hij met succes zijn nationale tijdrittitel. Daarnaast werd hij dat jaar onder meer vijfde in Parijs-Roubaix voor junioren en elfde in de Omloop der Vlaamse Gewesten. Philipsen werd geselecteerd voor zowel de tijdrit als de wegwedstrijd op het wereldkampioenschap in Doha. Na de tijdrit, waarin hij de achttiende tijd neerzette, werd hij uitgeput en oververhit naar het ziekenhuis gebracht. Hoewel Philipsen fysiek in orde bleek te zijn, ging hij drie dagen later niet van start in de wegwedstrijd.
| 4 |
overwinning, zege, kampioen
|
7,373 |
SiteNavigationElement
|
110695
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aqua%20%28gebruikersomgeving%29
|
Aqua (gebruikersomgeving)
|
Aqua is de naam van de grafische gebruikersomgeving dat gebruikt werd in Mac OS X en Mac OS X Server, besturingssystemen van Apple. De interface werd geïntroduceerd op de Macworld Conference & Expo te San Francisco in januari 2000. Aqua's eerste verschijning in een commercieel product was met de uitgave van iMovie 2 in juli 2000, waarbij de knoppen en schuifbalk het Mac OS X Aqua uiterlijk verkregen. In januari 2001 werd de vormgeving gebruikt bij iTunes.
De Aqua-gebruikersinterface bevat vele ronde vormen, lichte tinten, vloeiende bewegingen en transparante menu's. Hierdoor krijgt het hele besturingssysteem een zeer professioneel en consistent uiterlijk. Zoals de naam al aangeeft, was het Apples bedoeling de vormgeving te baseren op water.
Sinds de uitgave van Mac OS X Yosemite, is het Aqua-thema geleidelijk verdwenen. De klassieke blauwe kleur van de knoppen is weliswaar nog steeds aanwezig, maar het gehele besturingssysteem heeft een transformatie ondergaan, waardoor het klassieke uiterlijk van Mac OS X is verdwenen en daarmee ook het Aqua-thema.
Zie ook
Cocoa, de objectgeoriënteerde api van Mac OS X
MacOS
Desktopomgeving
|
De Aqua-gebruikersinterface bevat vele ronde vormen, lichte tinten, vloeiende bewegingen en transparante menu's. Hierdoor krijgt het hele besturingssysteem een zeer professioneel en consistent uiterlijk. Zoals de naam al aangeeft, was het Apples bedoeling de vormgeving te baseren op water.
| 1 |
navigatieblok, gebruikersinterface, inhoudsstructuur
|
7,732 |
GovernmentOrganization
|
5568166
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rijksrederij
|
Rijksrederij
|
De Rijksrederij is een onderdeel van Rijkswaterstaat, maar opereert hierbinnen als een zelfstandige organisatie. De hoofdtaken zijn vaarwegmarkering, patrouille, meten, visserijbeheer en -onderzoek. Daartoe zijn de schepen van de Rijksrederij voorzien van specialistische uitrustingen. Dagelijks werken er 60 medewerkers op kantoor en 230 bemanningsleden op de schepen. De Rijksrederij werd opgericht in 2009.
De rederij beheert, bemant en onderhoudt een vloot van zo'n 100 schepen en stelt die al dan niet met bemanning beschikbaar aan aan diverse overheidsorganisaties, zoals de Douane, Kustwacht, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat. Zo levert de rederij schepen aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit schepen die speciaal zijn ingericht voor visserijonderzoek, aan de Kustwacht een schip dat sleephulp kan bieden aan schepen in nood en aan Rijkswaterstaat een directievaartuig.
Daarnaast geeft de organisatie advies over nautische zaken en vlootmanagement.
Rijkswaterstaat
Rederij
|
De rederij beheert, bemant en onderhoudt een vloot van zo'n 100 schepen en stelt die al dan niet met bemanning beschikbaar aan aan diverse overheidsorganisaties, zoals de Douane, Kustwacht, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat. Zo levert de rederij schepen aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit schepen die speciaal zijn ingericht voor visserijonderzoek, aan de Kustwacht een schip dat sleephulp kan bieden aan schepen in nood en aan Rijkswaterstaat een directievaartuig.
Daarnaast geeft de organisatie advies over nautische zaken en vlootmanagement.
| 1 |
overheidsorganisatie, overheidsinstantie, overheidsagentschap
|
8,120 |
AdultEntertainment
|
144765
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bordeel
|
Bordeel
|
Een bordeel is een gebouw waar bedrijfsmatig prostitutie plaatsvindt, oftewel waar seksuele handelingen op commerciële basis worden uitgevoerd.
Degene die een bordeel beheert, wordt een bordeelhouder of bordeelhoudster genoemd. Een bordeel wordt ook hoerenhuis (minder eerbiedig hoerenkast), huis van ontucht of huis van plezier genoemd en vroeger in Duitsland wel aangeduid als vrouwenhuis. Bordelen hebben een zeer lange geschiedenis die, wat het westen betreft, in ieder geval teruggaat tot het Romeinse rijk. Bordelen zijn ook bekend in oosterse culturen. Er zijn ook bordelen, vooral in Japan, waar de aanbieders van seksuele diensten worden vervangen door hoogwaardige sekspoppen.
Geschiedenis
Hoewel de geschiedenis van bordelen verbrokkeld en onvolledig beschreven is, zijn bordelen met zekerheid al een oud en vermoedelijk wijd verspreid verschijnsel. Zo waren er ten tijde van het Romeinse rijk in Pompeï verschillende bordelen, waarvan er vermoedelijk een exclusief als zodanig in gebruik was. Ook in en na de middeleeuwen bestonden in verschillende Europese landen bordelen. Duitsland bijvoorbeeld kende stadsbordelen of vrouwenhuizen, die min of meer gereglementeerd werden. Aanvankelijk verrichtten vrouwen in deze vrouwenhuizen allerlei handwerk maar later werden het steeds meer plaatsen voor erotisch genot. Vanaf de elfde eeuw stonden stadsbestuurders toe dat er vrouwenhuizen expliciet voor prostitutie werden gesticht. Hier konden rondzwervende bedelaressen worden ondergebracht, hier konden heren aan hun genot komen en het spekte de stedelijke schatkist. Als tegenprestatie hield het stadsbestuur enig toezicht. Ook in Frankrijk en Engeland bestonden door overheden gedoogde bordelen, in verschillende varianten. De lage landen bleven niet achter en Amsterdam was als een van de belangrijkste Europese steden al heel vroeg een broedplaats voor bordelen en prostitutie in het algemeen. Ook elders, zoals in Brugge, Gent, Zwolle en Dordrecht bestonden bordelen. Aan het eind van de achttiende eeuw kende Gent bijvoorbeeld ten minste tien bordeelhouders, zoals op veel plaatsen ook in dit geval overwegend vrouwen, en waren er halverwege de negentiende eeuw vijf bordelen in Zwolle gevestigd.
Veel bordelen waren in haven- of legioensteden gesitueerd. Tijdens sommige militaire conflicten werden de soldaten voorzien van ontspanning door middel van veldbordelen. Een voorbeeld hiervan is het Franse Bordel militaire de campagne.
Moderne soorten en variaties
Er bestaan in de eenentwintigste eeuw uiteenlopende typen bordelen. Zo zijn er zogenaamde seksclubs of seksboerderijen waar men een all-in entreeprijs betaalt en de klant zonder bij te betalen seksueel contact kan hebben met sekswerkers. Daarnaast zijn er massagesalons waar erotische massages gegeven worden, als bijzaak of als hoofdzaak. Ook de overgang met bepaalde badhuizen en horecagelegenheden zoals herbergen, hotels of bars (was en) is niet altijd scherp.
Een typisch Duits type bordeel is het "Laufhaus", "Eros Center" of "Eroshaus": dit is doorgaans een groot flatgebouw, waarin prostituees een kamer gehuurd hebben en bij hun geopende deur op klanten wachten. De klanten mogen doorgaans kosteloos door de gangen lopen en desgewenst gebruikmaken van de aangeboden diensten.
Sommigen noemen ruimtes waarin individuele prostituees werken achter het raam raambordelen.
De meeste bordelen zijn gericht op heteroseksueel verkeer, waarbij meestal de klant mannelijk is en de werknemer vrouwelijk. Een klein deel van de bordelen biedt ook mannelijke werknemers aan.
Regulering
In de loop van de geschiedenis zijn bordelen in veel landen afwisselend verboden, gedoogd en toegestaan. De overheid zag bordelen vaak als bron van onzedelijkheid en normloosheid maar ook als plaatsen waar de arbeidsomstandigheden slecht waren, ziekten zich konden verspreiden en criminaliteit niet ver weg was. Tegelijk boden bordelen de mogelijkheid tot enig toezicht en genereerden ze soms inkomsten. Bordelen bezorgden sommige steden aantrekkingskracht, zoals Amsterdam.
Nederland
In Nederland is per 2000 het bordeelverbod opgeheven. Sindsdien is er in Nederland een maximumaantal bordelen per 10.000 inwoners vastgesteld. Alleen bordelen die in het bezit zijn van een bordeelvergunning zijn legaal.
België
Het houden van een bordeel is in principe strafbaar met een gevangenisstraf van 1 tot 5 jaar en een geldboete van 500 tot 25.000 euro, te vermeerderen opdeciemen. In de praktijk bestaat er een gedoogbeleid.
Herkomst woord
Het woord bordeel zou afgeleid zijn van het Oudfranse bordel, 'hutje' of 'bordeel', dat stamt uit de twaalfde eeuw en een verkleinwoord zou zijn van borde, 'boerenhuis' of 'planken hut'.
Bekende bordelen
Bordeel
|
Er bestaan in de eenentwintigste eeuw uiteenlopende typen bordelen. Zo zijn er zogenaamde seksclubs of seksboerderijen waar men een all-in entreeprijs betaalt en de klant zonder bij te betalen seksueel contact kan hebben met sekswerkers. Daarnaast zijn er massagesalons waar erotische massages gegeven worden, als bijzaak of als hoofdzaak. Ook de overgang met bepaalde badhuizen en horecagelegenheden zoals herbergen, hotels of bars (was en) is niet altijd scherp.
| 1 |
volwassenenentertainment, erotisch bedrijf, seksclub
|
4,813 |
LegislativeBuilding
|
924700
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Massachusetts%20State%20House
|
Massachusetts State House
|
Het Massachusetts State House is het parlementsgebouw van de Amerikaanse staat Massachusetts.
De gouverneur van Massachusetts heeft er ook zijn kantoor. Het gebouw staat op Beacon Hill in Boston.
Het gebouw ligt op de wandelroute genaamd Freedom Trail en staat op Amerikaanse monumentenlijst.
Het gebouw werd ontworpen door de architect Charles Bulfinch. Deze had al een aantal gebouwen neergezet in Boston en daardoor een belangrijk stempel op de stad gedrukt. Het gebouw werd opgeleverd in 1787.
Pas in 1798 werd het gebouw in gebruik genomen als parlement van Massachusetts.
Tot die tijd zetelde dat in het Old State House.
Het gebouw wordt gedomineerd door een houten koepel die in 1802 met een laag koper werd bedekt. Deze laag werd oorspronkelijk grijs geverfd maar heeft sinds 1874 een laag bladgoud.
In de loop van tweehonderd jaar is het gebouw meerdere malen uitgebreid met zijvleugels en een enorme aanbouw aan de achterkant.
Trivia
In de Amerikaanse films Amistad en The Departed werd het Massachusetts State House als decor gebruikt...
Zie ook
Old State House
Freedom Trail
Externe link
Interactive State House
Capitool in de Verenigde Staten
National Historic Landmark
Bouwwerk in Boston
|
Het Massachusetts State House is het parlementsgebouw van de Amerikaanse staat Massachusetts.
De gouverneur van Massachusetts heeft er ook zijn kantoor. Het gebouw staat op Beacon Hill in Boston.
Het gebouw ligt op de wandelroute genaamd Freedom Trail en staat op Amerikaanse monumentenlijst.
| 1 |
wetgevingsgebouw, parlementsgebouw, staatskapitaal
|
8,711 |
VoteAction
|
5646006
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Waterschapsverkiezingen%202023
|
Waterschapsverkiezingen 2023
|
De waterschapsverkiezingen 2023 waren Nederlandse verkiezingen die op 15 maart 2023 werden gehouden worden de leden van het algemeen bestuur, in de categorie van ingezetenen, voor de waterschappen in de periode 2023-2027.
Per waterschap konden alle stemgerechtigde ingezetenen, te weten de bewoners van het beheersgebied, hun stem uitbrengen. Naast de zetels voor de categorie ingezetenen, de meerderheid, zijn er in de algemene besturen ook zogenaamde "geborgde" zetels voor groepen met specifieke belangen zoals de grondbezitters oftewel ingelanden.
Op dezelfde datum werden ook eilandsraadsverkiezingen, kiescollegeverkiezingen en Provinciale Statenverkiezingen gehouden.
Opkomst
Uitslagen per waterschap naar partij
In totaal waren bij deze verkiezingen 518 zetels in 21 waterschappen verkiesbaar. Deze werden als volgt verdeeld:
Nieuw gevormde coalities
Na de verkiezingen zijn per de volgende coalities gevormd voor de bestuursperiode 2023-2027:
Waterschap Noorderzijlvest: Water Natuurlijk, combinatie Geborgd Ongebouwd, VVD, CDA, PvdA, Geborgd Natuur en Student & Water.
Wetterskip Fryslân : BBB, Water Natuurlijk Fryslân, FNP, PvdA, VVD, Landbouw, Natuur.
Waterschap Hunze en Aa's : BBB, Water Natuurlijk, PvdA, Ongebouwd.
Waterschap Drents Overijsselse Delta : BBB, VVD, CDA, Ongebouwd.
Waterschap Vechtstromen: BBB, CDA, VVD en Ongebouwd.
Waterschap Vallei en Veluwe: BBB, ChristenUnie, SGP en Ongebouwd (Landbouw).
Waterschap Rijn en IJssel: BBB, Water Natuurlijk, VVD, Landbouw/LTO.
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden: Water Natuurlijk, Natuur & Landbouw, PvdA, BBB en PvdD.
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht: PvdA, Water Natuurlijk, Partij voor de Dieren en Ongebouwd.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: BBB, waterplatform Groen, Water & Land, VVD, PvdA, Ongebouwd.
Hoogheemraadschap van Rijnland: BBB, VVD, CDA, Agrarisch, Natuur, JA21.
Hoogheemraadschap van Delfland: BBB, VVD, CDA/CU-SGP, Natuurterreinen.
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard: Water Natuurlijk, VVD, PvdA, Ongebouwd en Natuurterreinen.
Waterschap Rivierenland: BBB, CDA, PvdA, SGP, Ongebouwd.
Waterschap Hollandse Delta: Waterschapspartij Hollandse Delta, Natuurterreinen, Partij voor de Dieren, CDA, 50PLUS.
Waterschap Scheldestromen: BBB, Ongebouwd, Partij voor Zeeland, SGP en CDA.
Waterschap Brabantse Delta: BBB, VVD, West-Brabant Waterbreed, Water Natuurlijk en Ongebouwd.
Waterschap De Dommel: Water Natuurlijk, VVD, PvdA, Geborgd Natuurterreinen, Geborgd Ongebouwd.
Waterschap Aa en Maas: Water Natuurlijk, Geborgd (Landbouw en Natuur), VVD en PvdA.
Waterschap Limburg: Waterbelang, BBB, LV50 en WaterNATUURlijk .
Waterschap Zuiderzeeland: BBB/Ongebouwd, Water Wonen en Natuur, en de fractiecombinatie AV50 (AWP, VVD en 50PLUS).
Nederlandse verkiezingen in 2023
2023
|
Op dezelfde datum werden ook eilandsraadsverkiezingen, kiescollegeverkiezingen en Provinciale Statenverkiezingen gehouden.
| 3 |
stemmen, verkiezingen, voorkeur
|
7,328 |
RentAction
|
5080069
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Boekhuis
|
Boekhuis
|
Het Boekhuis, ook wel het Boek genoemd, is een groot kantoorgebouw gelegen aan de Kingsfordweg met de achterzijde aan de Ringweg-West in Amsterdam nabij Station Sloterdijk. Het gebouw werd ontworpen door Abe Bonnema voor Reed Elsevier en heeft daarom de vorm van een open geslagen boek. Het gebouw is 85 meter hoog en telt 20 verdiepingen. Voor de eerste drie etages is aan de voorkant een voorbouw en aan de achterkant aan de rechterzijde een achterbouw en aan de linkerzijde een parkeergarage. Deze voorbouw is ongeveer tweemaal zo lang als de hoogbouw. Er is in het ontwerp veel glas toegepast en aan de buitenkant beplaat met grijs en zwarte spiegelende platen. Het gebouw is naar de wensen van Reed Elsevier ontworpen en vrij luxe uitgevoerd met veel zwart/grijs marmer. Het gebouw doet kolossaal aan vergeleken met de lage huisjes en de Petruskerk aan de andere zijde van de Ringweg.
De bouw van het gebouw nam drie jaar in beslag maar werd door Elsevier uiteindelijk nooit betrokken. Bij de oplevering in de zomer van 1994 werd het gebouw direct verhuurd aan de Belastingdienst die er nog steeds in is gehuisvest evenals de douane. De belastingdienst verliet hierbij het in 1958 speciaal voor deze dienst gebouwde Centraal Belastinggebouw ontworpen door Gijsbert Friedhoff aan de Wibautstraat. Dit gebouw werd in de wandelgangen ook wel "Het grijze monument van de richtige heffing" genoemd. Het nieuwe gebouw heeft deze uitstraling niet omdat het gebouw niet voor de belastingdienst werd ontwerpen. Daarnaast wordt het gebouw ook wel de "Knip" genoemd omdat het gebouw naast een opengeslagen boek ook de vorm heeft van een open getrokken portemonnee van de belastingbetaler.
Op het dak bevindt zich Het wiel, een kunstwerk van Jeroen Henneman. Tot ongeveer 2000 was dit het enige gebouw tussen het station en de Ringweg en lag de rest braak.
Reed Elsevier, sinds 2015 RELX geheten, is sinds 2005 gehuisvest in de nabijgelegen Millennium Tower.
Kantoorgebouw in Amsterdam
Bouwwerk in Westpoort (Amsterdam)
|
De bouw van het gebouw nam drie jaar in beslag maar werd door Elsevier uiteindelijk nooit betrokken. Bij de oplevering in de zomer van 1994 werd het gebouw direct verhuurd aan de Belastingdienst die er nog steeds in is gehuisvest evenals de douane. De belastingdienst verliet hierbij het in 1958 speciaal voor deze dienst gebouwde Centraal Belastinggebouw ontworpen door Gijsbert Friedhoff aan de Wibautstraat. Dit gebouw werd in de wandelgangen ook wel "Het grijze monument van de richtige heffing" genoemd. Het nieuwe gebouw heeft deze uitstraling niet omdat het gebouw niet voor de belastingdienst werd ontwerpen. Daarnaast wordt het gebouw ook wel de "Knip" genoemd omdat het gebouw naast een opengeslagen boek ook de vorm heeft van een open getrokken portemonnee van de belastingbetaler.
| 1 |
huuractie, verhuur, huurcontract
|
11,372 |
DeactivateAction
|
1996434
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/TBL%201%2B
|
TBL 1+
|
TBL 1+ is een Belgisch treinbeïnvloedingssysteem gebaseerd op een baken tussen de rails dat is uitgevoerd als transponder. Nadat de transponder door een radiosignaal vanuit de locomotief wordt 'aangestraald' reageert hij met het uitzenden van een radiosignaal dat wordt opgevangen door een antenne onder de locomotief. TBL 1+ is, net als TBL 1 in hoofdzaak een systeem dat het seinbeeld van seinen in de cabine herhaalt. TBL 1 voorkomt niet dat een trein een rood sein passeert, maar het activeert wel de noodrem van een trein als deze onverhoopt een rood sein passeert. Bij TBL 1+ wordt er bij belangrijke seinen 300 meter opwaarts van het sein een bijkomend baken geplaatst. Dit informatiepunt controleert of de aankomende trein het rode sein wel degelijk aan een verminderde snelheid nadert (minder dan 40 km/h). Deze verminderde snelheid is een essentiële voorwaarde om bij het naderen van een rood sein op korte afstand te kunnen stoppen. Indien de trein op 300 meter afstand van het rode sein dus nog harder dan 40 km/h rijdt, zal het systeem automatisch een noodremming uitvoeren om de trein tot stilstand te brengen. Net zoals bij TBL 1, zorgt het informatiepunt aan de voet van het sein ervoor dat de trein die toch voorbij het rode sein zou rijden, automatisch door een noodremming tot stilstand wordt gebracht.
Een nadeel van TBL 1+ is dat de aard van de beweging niet meer aangeduid wordt op de stuurpost. Dit in tegenstelling tot het oude TBL-systeem. Hierdoor kan de trein in grote beweging nog steeds door een sein rijden dat een stop oplegt in kleine beweging.
Stap in de invoering van ERTMS
Het bijkomende baken van TBL 1+ is een eurobalise. Een eurobalise is een baken dat voldoet aan de specificaties van het Europese ERTMS. Om te kunnen overstappen op het ERTMS hoeft men de hardware op de grond niet meer te vervangen, maar enkel de werking ervan aanpassen. De invoering van TBL 1+ is daarom een stap in de invoering van het ERTMS en dus een duurzame investering.
TBL 1+ werd vanaf 2008 ingevoerd. Na het treinongeval bij Buizingen in 2010 is de invoering van TBL 1+ versneld. Tegen november 2016 waren alle locomotieven en motorstellen van de NMBS uitgerust met TBL 1+. Sinds december 2016 mogen er ook geen treinen zonder TBL 1+ meer rijden op Belgische sporen. Rond 2022 zal het ERTMS op het hele Belgische spoorwegnet zijn geïnstalleerd. TBL 1+ is dan niet meer nodig. De eurobalises zullen vanaf 2025 enkel nog ERTMS-informatie aan de treinen doorgeven.
Zie ook
Crocodile (spoorwegen)
TBL 1
TBL 2
ERTMS
Treinbeïnvloeding
Treintechniek
|
TBL 1+ is een Belgisch treinbeïnvloedingssysteem gebaseerd op een baken tussen de rails dat is uitgevoerd als transponder. Nadat de transponder door een radiosignaal vanuit de locomotief wordt 'aangestraald' reageert hij met het uitzenden van een radiosignaal dat wordt opgevangen door een antenne onder de locomotief. TBL 1+ is, net als TBL 1 in hoofdzaak een systeem dat het seinbeeld van seinen in de cabine herhaalt. TBL 1 voorkomt niet dat een trein een rood sein passeert, maar het activeert wel de noodrem van een trein als deze onverhoopt een rood sein passeert. Bij TBL 1+ wordt er bij belangrijke seinen 300 meter opwaarts van het sein een bijkomend baken geplaatst. Dit informatiepunt controleert of de aankomende trein het rode sein wel degelijk aan een verminderde snelheid nadert (minder dan 40 km/h). Deze verminderde snelheid is een essentiële voorwaarde om bij het naderen van een rood sein op korte afstand te kunnen stoppen. Indien de trein op 300 meter afstand van het rode sein dus nog harder dan 40 km/h rijdt, zal het systeem automatisch een noodremming uitvoeren om de trein tot stilstand te brengen. Net zoals bij TBL 1, zorgt het informatiepunt aan de voet van het sein ervoor dat de trein die toch voorbij het rode sein zou rijden, automatisch door een noodremming tot stilstand wordt gebracht.
| 1 |
deactiveren, uitschakelen, stoppen
|
2,472 |
Duration
|
148241
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kinematica
|
Kinematica
|
Kinematica of bewegingsleer is een onderdeel van de klassieke mechanica en houdt zich bezig met beweging. Van bewegende lichamen worden de chemische en fysische eigenschappen, met uitzondering van de afmetingen, buiten beschouwing gelaten, evenals de erop werkende krachten. Het verband tussen kracht(en) en beweging wordt bestudeerd in de dynamica.
Basisbegrippen
Plaats, snelheid en versnelling zijn de basisbegrippen in de kinematica. Het zijn alle drie vectorgrootheden, dus met een grootte en een richting. De snelheidsvector, die een grootte en een richting heeft, is de afgeleide naar de tijd van de plaatsvector en de versnellingsvector is de afgeleide naar de tijd van de snelheidsvector. De richting van de versnelling is niet noodzakelijk dezelfde als die van de snelheid.
De eenvoudigste beweging van een lichaam is de eenparige beweging, waarbij de grootte en de richting van de snelheid constant zijn en de versnelling gelijk is aan nul. Een eenparig versnelde beweging heeft een versnelling van constante grootte die dezelfde richting heeft als de snelheid. Een andere standaardbeweging is de eenparige cirkelbeweging, waarbij de grootte van de snelheid constant is en de richting gelijkmatig verandert onder invloed van een versnelling met een constante grootte, die steeds loodrecht op de snelheid staat.
Coördinatenstelsel
Beweging moet beschreven worden in een coördinatenstelsel. Niet alleen de oorsprong van het coördinatenstelsel kan vrij gekozen worden om de wiskundige behandeling zo eenvoudig mogelijk te houden, maar ook het soort coördinaten. Het Cartesische coördinatenstelsel ziet er het eenvoudigst uit: drie rechte assen die onderling loodrecht staan in de driedimensionale ruimte. Andere bekende stelsels zijn het cilindrische en het bolvormige. Moet er een cirkelbeweging beschreven worden, dan ligt de keuze voor een van de twee laatstgenoemden voor de hand. Ook combinaties zijn mogelijk: bijvoorbeeld een Cartesisch stelsel met een vaste oorsprong voor de translatie en een cilindrisch stelsel met het zwaartepunt van het bewegende lichaam als oorsprong en de rechte as van dit stelsel samenvallend met de rotatieas.
Puntmassa en lichamen
De kinematica van de puntmassa, dus zonder afmetingen, is het gemakkelijkste onderdeel van de klassieke mechanica, omdat de te beschrijven beweging dan minder vrijheidsgraden heeft. Daarom is het dikwijls het eerste onderwerp in het onderwijs van mechanica.
De kinematica van lichamen met een eindige uitgebreidheid is echter aanmerkelijk ingewikkelder, vanwege de verschillende mogelijke bewegingen van lichamen, te weten: niet alleen translatie in een twee- of driedimensionale ruimte, maar ook rotatie en combinaties daarvan. Starre lichamen zijn weer eenvoudiger te beschrijven dan elastische lichamen of lichamen met bewegende delen.
Kinematica van een puntmassa
Plaatsvector
De plaats- of positievector van een lichaam is de vector vanuit de oorsprong van het gekozen coördinatenstelsel naar een referentiepunt van het lichaam. Voor een puntmassa valt er niets te kiezen, in andere gevallen is het geometrisch middelpunt of het zwaartepunt aan te bevelen. Hij geeft zowel de afstand van het lichaam tot de oorsprong als de richting aan. In een driedimensionale Cartesische coördinaten kan de positie van punt A worden aangegeven als
met xA, yA en zA van het punt. De lengte van de plaatsvector |r| is de afstand tussen punt A en de oorsprong.
De richtingscosinussen , en van de plaatsvector bepalen de richting.
De positievector van een puntmassa is niet uniek: ten opzichte van verschillende coördinatenstelsels is de positievector van hetzelfde deeltje verschillend.
Rust en beweging
Als de plaatsvector van een deeltje in een coördinatenstelsel verandert in de tijd, beweegt het deeltje ten opzichte van dit stelsel. Als dit niet het geval is verkeert het deeltje in rust in dat coördinatenstelsel. Dus rust en beweging van een deeltje hangen af van de keuze van een coördinatenstelsel en zijn niet absoluut. Een deeltje kan in rust verkeren in het ene stelsel en bewegen in een ander stelsel.
Verplaatsing
De verplaatsing is een vector die het verschil in plaats aangeeft tussen twee punten. Hij geeft de plaatsverandering aan die een deeltje in een tijdsinterval ondergaat. Als punt A zich op plaats rA = (xA,yA,zA) bevindt en punt B op rB = (xB,yB,zB), dan wordt de verplaatsing rAB van B naarA gegeven door
In de meetkunde is de verplaatsing de kortste afstand tussen de punten A en B. Anders dan de plaatsvector is de verplaatsing onafhankelijk van het gebruikte coördinatenstelsel. De kortste afstand tussen twee punten is namelijk invariant onder translatie (verandert niet bij verschuiving) van het ene stelsel naar het andere, afgezien van relativistische gevallen.
Pad
Het pad van een deeltje is de afgelegde weg tussen begin- en eindpunt.
Afstand
De afstand is de lengte van het pad. Als de plaats van een puntmassa bekend is als functie van de tijd, dus r = r(t), dan kan de afstand s die het aflegt tussen tijd t1 en tijd t2 berekend worden met
Deze formule gebruikt het gegeven dat gedurende een infinitesimaal klein tijdsinterval de grootte van de verplaatsing gelijk is aan de afgelegde rechtlijnige afstand. (In de meetkunde valt een infinitesimaal klein boogje samen met de raaklijn tussen de eindpunten van het boogje.)
Snelheid
De gemiddelde snelheid wordt gedefinieerd als
met Δr de verandering van de plaats en Δt het tijdsinterval waarin de plaats verandert. De richting van v is gelijk aan de die van de verplaatsing Δr als Δt > 0.
De snelheid is de verandering van de plaats in de tijd, dat wil zeggen hoe de afstand van een punt verandert als functie van de tijd. De snelheid is een vector. De instantane snelheid (snelheid op een tijdstip) kan gedefinieerd worden als de limiet van de gemiddelde snelheid als de tijdspanne Δt naar nul gaat. Zowel Δr als Δt naderen nul maar hun verhouding bereikt een (mogelijk) eindige waarde v ongelijk aan nul:
met dr een infinitesimale verplaatsing en dt een infinitesimale tijdspanne. Omdat dr de infinitesimale afstand is tussen twee punten op het pad van de puntmassa, is het gelijk aan de toename van de padlengte langs de baan van de puntmassa ds. De snelheid is volgens deze definitie de tijdsafgeleide van de positie. Omdat dr langs een raaklijn van het pad ligt, geldt dit ook voor de snelheidsvector.
Versnelling
De gemiddelde versnelling op een tijdsinterval wordt gedefinieerd als
met Δv de verandering van de snelheid en Δt het tijdsinterval waarin de snelheid verandert.
Versnelling is de vectorgrootheid die de snelheidsverandering per tijdseenheid beschrijft. Instantane versnelling (de versnelling op een tijdstip) is de limiet van de gemiddelde versnelling als Δt naar 0 gaat. Dan gaat a → a.
met dv een infinitesimaal kleine verandering van de snelheid en dt een infinitesimaal tijdsverschil.
Soorten beweging
Als de versnelling van een deeltje gelijk aan 0 is, is de snelheid van het deeltje constant in de tijd. De beweging heet dan eenparig. Anders is de beweging niet eenparig.
Als de versnelling ongelijk aan 0 is maar wel constant, heet de beweging eenparig versneld. Maar als de versnelling verandert, is de beweging versneld met een veranderlijke versnelling. De verandering van de versnelling is de derde afgeleide naar de tijd van de plaatsvector en wordt in het Engels aangeduid als de jerk (ruk). De zelden gebruikte vierde afgeleide wordt in het Engelse 'jounce' genoemd.
Integralen
De onderstaande definities kunnen worden geïntegreerd:
Eenparige versnelling
Vele processen in de natuurkunde kunnen gemodelleerd worden als eenparige versnelling, bijvoorbeeld de kogelbaan.
Als we de versnelling a integreren naar de tijd t vinden we de verandering van de snelheid. Als de versnelling eenparig is in richting en grootte kunnen de integralen vereenvoudigd worden:
Verdere verbanden tussen de verplaatsing, snelheid, versnelling en tijd volgen hieruit. Omdat
geldt
Dit houdt in bij een eenparige versnelling de verplaatsing gelijk is aan de gemiddelde snelheid maal de tijd.
Voor eendimensionale beweging kan het volgende verband worden afgeleid, zonder uitdrukkelijke tijdafhankelijkheid. Uit
volgt
met · het inwendig product. Als we de tijd t wegdelen en de inwendige producten uitwerken vinden we:
Voor rechtlijnige beweging is de verschilvector evenwijdig aan de versnellingsvector . Dan geldt
Dit is een handige vergelijking als de tijdsduur onbekend is.
Kinematische beperking
Een kinematische beperking is een verband tussen eigenschappen van een dynamisch systeem dat altijd geldt. Hieronder enkele voorbeelden.
Rollen zonder slippen
Voor een voorwerp dat over een oppervlak rolt zonder te slippen geldt dat de snelheid van zijn zwaartepunt gelijk is aan het uitproduct van zijn hoeksnelheid en de vector van het raakpunt tot het zwaartepunt. In formulevorm
.
Als het voorwerp niet kantelt, komt dit neer op v = ω R.
Onrekbaar touw
In sommige geïdealiseerde situaties zijn voorwerpen verbonden door een strak touw met een constante lengte. De opgelegde eis is dat de lengte van stukken van het touw vast blijft zodat de tijdsafgeleide nul is (zie bijvoorbeeld Kelvin en Tait en Fogiel). Een dynamisch probleem van dit type is de mathematische slinger. Een ander voorbeeld is de cilinder met een touw eromheen gewonden waaraan een vallend gewicht hangt, zodat de cilinder gaat draaien. Een statisch probleem van dit type is de kettinglijn.
Zie ook
Externe links
Java applet voor 1D kinematica
Flash animatie als lesmateriaal voor 1D kinematica
Physclips: Mechanics with animations and video clips van de Universiteit van New South Wales
physicsfunda.googlepages.com, Kinematics for High School ant IIT JEE level
Kinematic Models for Design Digital Library (KMODDL) Films en foto's van vele werkende modelsystemen van de Cornell University. Onder meer een e-boek bibliotheek van klassieke teksten over mechanisch ontwerp en techniek.
|
Dit is een handige vergelijking als de tijdsduur onbekend is.
| 2 |
duur, tijdsduur, ISO 8601
|
2,933 |
BroadcastService
|
420149
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Boschtion
|
Boschtion
|
Boschtion is een voormalige lokale omroep in Nederland in de gemeente 's-Hertogenbosch. Naast radio en televisie had Boschtion ook een kabelkrant. Op donderdag 12 februari 2015 werd de stekker uit de omroep gehaald, nadat eerder het hele bestuur was opgestapt.
Boschtion ontstond in 1996 toen de gemeenten Rosmalen en 's-Hertogenbosch werden samengevoegd. De ROS (Rosmalense Omroep Stichting) en de BLOS (Bossche Lokale Omroep Stichting) fuseerden tot Boschtion. Nadat de Boschtion in 2003 in staat van faillissement werd verklaard, nam Stichting Teleros (dat toen ook nog de geldschieter van ROS-Kabelkrant was) de inboedel en de zendvergunning over.
Stichting Teleros had een vergunning tot 2015 en handelde onder de naam Boschtion Media. Voorzitter van Boschtion was sinds 2013 Coen Free.
LOESCH
Boschtion Media is in 2011 een samenwerkingsverband aangegaan met de lokale omroep van Esch, LOESCH. LOESCH was de officiële lokale omroep van Esch, maar was met de gemeentelijke herindeling in 1996 aangewezen op de nieuwe lokale omroep van Haaren HOStv voor het uitzenden van haar reportages uit Esch. Nadat deze jarenlange samenwerking per 1 januari 2011 is opgezegd, is LOESCH een omroep zonder tv-kanaal. Boschtion en LOESCH zijn een samenwerking aangegaan, waarbij Boschtion de door LOESCH aangeleverde programma’s op zondagavond vanaf 20.00 uur uitzendt. De uitzendingen worden herhaald tot 23.00 uur en daarna neemt de programmering van Boschtion TV het weer over.
Externe link
Momentopname van de Boschtion-website op 21 jan. 2015
Media in 's-Hertogenbosch
Voormalige Nederlandse lokale omroep
Organisatie in 's-Hertogenbosch
|
LOESCH
Boschtion Media is in 2011 een samenwerkingsverband aangegaan met de lokale omroep van Esch, LOESCH. LOESCH was de officiële lokale omroep van Esch, maar was met de gemeentelijke herindeling in 1996 aangewezen op de nieuwe lokale omroep van Haaren HOStv voor het uitzenden van haar reportages uit Esch. Nadat deze jarenlange samenwerking per 1 januari 2011 is opgezegd, is LOESCH een omroep zonder tv-kanaal. Boschtion en LOESCH zijn een samenwerking aangegaan, waarbij Boschtion de door LOESCH aangeleverde programma’s op zondagavond vanaf 20.00 uur uitzendt. De uitzendingen worden herhaald tot 23.00 uur en daarna neemt de programmering van Boschtion TV het weer over.
| 1 |
omroepdienst, uitzenden, broadcast
|
5,866 |
AppendAction
|
2112499
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Afsluiting
|
Afsluiting
|
Afsluiting (verzameling), een begrip uit de wiskunde
Afsluiting (topologie), een begrip uit de topologie
Hek (afrastering)
|
Afsluiting (verzameling), een begrip uit de wiskunde
Afsluiting (topologie), een begrip uit de topologie
Hek (afrastering)
| 1 |
toevoegen, einde, verzameling
|
2,658 |
ParentAudience
|
5687142
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Luizenmoeder
|
Luizenmoeder
|
Luizenmoeder is een Nederlandse komediefilm uit 2021 geschreven en geregisseerd door Ilse Warringa en Jan Albert de Weerd met scenario-advies van Eva Aben. De film is een vervolg op de televisieserie De Luizenmoeder uit 2018-2019.
Verhaal
Nadat directeur Anton overlijdt proberen juf Ank en haar collega's de school draaiende te houden en na de coronapandemie weer op de rails te krijgen. Omdat juf Ank het management van hun scholengemeenschap niet in wil schakelen neemt zij de taken van directeur op haar. Zoals gewoonlijk gaat dat niet zonder slag of stoot en mede door de coronacrisis zijn de ouders nog veeleisender dan voorheen.
Nadat het uit de hand loopt en juf Ank het niet meer bij kan benen, wordt er door het schoolmanagement een nieuwe directeur aangewezen. De nieuwe directeur is echter niet van de oude stempel en gooit de boel flink om, zo wordt een eerstejaars pabostudent als nieuwe leerkracht aangenomen en wordt de school volledig gedigitaliseerd. Al is het de vraag of deze directeur dit doet omdat hij het beste met de leerlingen voor heeft of het doet voor eigen gewin.
Rolverdeling
Naast de bovengenoemde acteurs vertolkte een grote groep kinderen de scholieren van de basisschool waarvan de meeste diende als figuranten, sommige van hen waren eerder ook al in de televisieserie te zien.
Achtergrond
In februari 2020 werd door actrice Meral Polat bekendgemaakt dat de televisieserie een vervolg zou krijgen in de vorm van een film. Luizenmoeder ging op 28 juli 2021 in première.
Ontvangst
De film werd bij de recensenten over het algemeen negatief ontvangen, dit kwam mede omdat ze de film te kort vonden doen aan de televisieserie. Desondanks was de film in de bioscoop een groot succes. Binnen een week, op 4 augustus 2021, werd de film beloond met de Gouden Film voor het behalen van 100.000 bezoekers. Een maand later, op 9 september 2021, werd de film beloond met de Platina Film voor het behalen van 400.000 bezoekers.
Externe links
Nederlandse film
Komedie
Film uit 2021
|
Verhaal
Nadat directeur Anton overlijdt proberen juf Ank en haar collega's de school draaiende te houden en na de coronapandemie weer op de rails te krijgen. Omdat juf Ank het management van hun scholengemeenschap niet in wil schakelen neemt zij de taken van directeur op haar. Zoals gewoonlijk gaat dat niet zonder slag of stoot en mede door de coronacrisis zijn de ouders nog veeleisender dan voorheen.
| 1 |
ouders, ouderpubliek, doelgroep ouders
|
705 |
Continent
|
5155996
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Augusta%20%28Australi%C3%AB%29
|
Augusta (Australië)
|
Augusta is een plaats in de regio South West in West-Australië. Het ligt 322 kilometer ten zuiden van Perth, 146 kilometer ten zuiden van Bunbury en 169 kilometer ten zuidwesten van Manjimup, waar de Blackwoodrivier in de Flindersbaai uitmondt. Het is het dichtst tegen Kaap Leeuwin, het meest zuidwestelijke punt van het Australische continent, gelegen dorp. In 2021 telde Augusta 1.463 inwoners.
Geschiedenis
De kustlijn nabij Augusta werd voor het eerst ontdekt in maart 1622. Het Nederlandse galjoen Leeuwin van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) zette het grondgebied ten noorden van Kaap Leeuwin tussen de Hamelin Bay en de Punt D'Entrecasteaux op de kaart en noemde het 't Landt van de Leeuwin. In 1801 noemde Matthew Flinders "het meest zuidwestelijke en verst uitstekende deel van 't Landt van de Leeuwin" Kaap Leeuwin.
In maart 1830 kwamen een aantal kolonisten met het schip Warrior aan in de kolonie aan de rivier de Swan. Onder hen John Molloy en de Bussell en Turner families. Luitenant-gouverneur James Stirling gaf hen bij aankomst de raad zich in de buurt van Kaap Leeuwin te vestigen omdat de meeste goede grondgebieden rond de Swan River kolonie reeds waren ingenomen.
De volgde maand zette Stirling zeil met een groep kolonisten aan boord van de Emily Taylor. Aan de monding van de Blackwood gingen ze aan land en verkenden de omgeving gedurende vier dagen. Stirling besliste er een onderkolonie op te richten. De eigendommen van de kolonisten werden ontscheept en het dorp Augusta werd gesticht.
Stirling gaf het dorp de naam Augusta ter ere van August Frederik van Sussex, de zesde zoon van George III, omwille van zijn locatie in Sussex County. Sussex County was een van de 26 kadastrale onderverdelingen (Counties) waarin West-Australië in 1829 was opgedeeld.
Rond 1834 verslechterden de relaties tussen de kolonisten en de Aborigines. In de jaren 1880 werden de Aborigines getroffen door Europese ziekten als de mazelen, de griep en verschillende geslachtsziekten. In 1879 werd de Ellensbrook Home Farm voor Aborigines geopend door de Church of England.
De walvisjacht begon in de jaren 1840 van grond te komen voor de kust van Augusta. Tegen 1849 verlieten de laatste kolonisten Augusta. De kolonie werd aanzien als een mislukking omdat de bomen te moeilijk te rooien waren, er te weinig ervaren mensen waren en de overheden niet genoeg hulp boden. In de jaren 1860 begon de productie van dwarsliggers in de streek en vestigde een tweede golf kolonisten zich in Augusta.
Na de bouw van een houtzaagmolen nabij Kudardup en aanlegsteigers in Flinders- en Hamelinbaaien in de jaren 1880 groeide de houtindustrie in de streek. M.C. Davies ontwikkelde een spoorwegsysteem naar Flinders Bay en Hamelin Bay. William Eldridge had oorspronkelijk een houten spoorweg aangelegd in 1878. Van de jaren 1920 tot 1957 was Augusta een halteplaats op de door de overheid gerunde spoorweg tussen Busselton en Flindersbaai.
In 1888 werd een schooltje geopend in Karridale en in 1891 werd de Augusta District Road Board gevormd.
Voor het groeiende scheepvaartverkeer werd in 1895-96 een vuurtoren gebouwd, de Cape Leeuwin Lighthouse. Tussen 1900 en 1914 werden ongeveer 17 miljoen dwarsliggers geproduceerd in de Augusta Margaret River regio. Tegen 1913 was het beste hout uit de streek verwerkt en sloten drie houtzagerijen de deuren.
Tussen 1919 en 1921 vertienvoudigde de bevolking van Augusta-Margaret River van 200 tot 2400 mensen dankzij het Group Settlement Scheme. Een aantal scholen werd opgericht in de streek om aan de vraag van de groeiende bevolking te voldoen. In 1924 werd WA Jarrah Forest Ltd opgericht die dwarsliggers leverde aan Zuid-Afrika en hout voor groepshuizen. In 1926 vond de laatste Group Settlement plaats in de streek. Vanaf 1933 en vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog werden dennenbomen aangeplant voor de houtindustrie. Er werd geprobeerd om tabak te telen maar dat mislukte en men richtte zich op andere landbouwproducten. Italiaanse krijgsgevangenen werkten op de boerderijen in de streek wegens het arbeidstekort tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In de jaren 1950 werd de weg tussen Vasse en Margaret River verhard en in 1957 kwam er een verbod op het aanplanten van naaldhout-soorten. In 1959 werd de Jewel Cave geopend voor het publiek. In de jaren 1960 kreeg Augusta elektriciteit en een hospitaal. De zeeorenindustrie werd opgezet. Experimenten met het aanplanten van exotische eucalyptusbomen gingen van start. In de jaren 1970 vestigde zich een golf alternatievelingen in de streek. Surfers en hippies werden aangetrokken door de natuur en velen zouden er blijven. In 1979 werd de weg tussen Margaret River en Augusta verhard. In de jaren 1980 groeien de toerisme-, eucalyptus- en wijnindustrie.
Op 30 juli 1986 strandde een groep van 114 zwarte zwaardwalvissen op Town Beach in Augusta. Het Department of Environment and Conservation coördineerde drie dagen lang vrijwilligers uit heel West-Australië. Bosarbeiders, natuurbeschermers, surfers en stedelingen vervoerden 96 vissen met vrachtwagens naar meer beschutte wateren. De overlevende vissen werden daarna terug naar de baai geleid geflankeerd door een vloot boten, surfers en zwemmers. Een gedenkteken aan Town Beach herinnert aan de reddingsoperatie.
Eind jaren 1990 werd het wandelpad van kaap naar kaap geopend. Begin jaren 2000 werd de zuivelindustrie gedereguleerd. Wijngaarden evolueerden van familiebedrijfjes naar grotere bedrijven.
In 2014 werd Augusta Maritime Facility officieel geopend nabij Kaap Leeuwin.
Bosbranden
In 1961 brandden tussen Margaret River en Augusta 40.000 hectare boerderijen, bos en bushland af. Augusta werd gespaard doordat enkele maanden eerder een andere brand een buffer had gecreëerd net ten noorden van Augusta. De inwoners van Augusta namen de zorg over de kinderen van Karridale en Kudardup op zich.
In 2011 werd Augusta weer door een bosbrand bedreigd en dienden 200 mensen geëvacueerd te worden. Het vuur had in de streek al 40.000 hectare en 39 huizen waaronder het historische Walcliffe House in vlammen doen opgaan. Men kreeg het vuur echter onder controle aan de grens van East Augusta en Augusta bleef ongedeerd.
In januari 2018 werd Augusta nogmaals bedreigd door een bosbrand. De brandweer kreeg de brand onder controle.
Toerisme
De vuurtoren op Kaap Leeuwin is de hoogste van Australië.
Er zijn tal van wandelpaden. De Augusta-Busselton Heritage Trail volgt de originele route tussen de kolonies van Augusta en Vasse uit de jaren 1830. De Cape to Cape Track is 125 kilometer lang en loopt van kaap tot kaap in het Leeuwin-Naturaliste National Park. De Wadandi Track volgt de oude spoorweg tussen Busselton en Flindersbaai.
In het Augusta Historical Museum kan men van de geschiedenis van de streek sinds 1830 kennis nemen.
Van juni tot augustus komen walvissen in de baaien paren, bevallen en aansterken alvorens ze terug noordwaarts trekken.
Er zijn verscheidene grotten in Augusta waaronder de grote Jewel Cave die publiek toegankelijk is.
Klimaat
Plaats in West-Australië
|
Augusta is een plaats in de regio South West in West-Australië. Het ligt 322 kilometer ten zuiden van Perth, 146 kilometer ten zuiden van Bunbury en 169 kilometer ten zuidwesten van Manjimup, waar de Blackwoodrivier in de Flindersbaai uitmondt. Het is het dichtst tegen Kaap Leeuwin, het meest zuidwestelijke punt van het Australische continent, gelegen dorp. In 2021 telde Augusta 1.463 inwoners.
| 1 |
continent, werelddeel, landvorm
|
7,423 |
Time
|
2806216
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tijdnotatie
|
Tijdnotatie
|
Tijdnotatie is de wijze waarop een tijdstip of tijdsduur genoteerd wordt.
Internationaal
De internationaal te gebruiken tijdnotatie is, samen met de internationale datumnotatie, vastgelegd in de . Deze tijdnotatie is "hh:mm:ss", in het Nederlands ook wel "uu:mm:ss". De uren doorlopen hierbij het interval 00 tot en met 23; de minuten het interval 00 tot en met 59; de seconden 00 tot en met 59.
Als onderscheid gemaakt moet worden tussen het moment van middernacht op de huidige dag en de dag van morgen, is de notatie 24:00:00 toegestaan. Woensdag 00:00:00 is dan hetzelfde tijdstip als dinsdag 24:00:00. Bij correcties van de kloktijd met één seconde (de schrikkelseconde) maakt men weleens gebruik van de notatie 23:59:60, of bijvoorbeeld 14:59:60, want een schrikkelseconde kan, afhankelijk van de tijdzone, ook overdag optreden.
Officieel begint een nieuwe dag om 00:00:00, maar in het spraakgebruik rekent men in situaties waarin mensen pas na middernacht gaan slapen vaak de tijd vóór het slapen gaan tot de oude dag. Na middernacht, maar voor het slapen gaan, gebruikt men dan dus woorden als "vandaag" en "morgen" alsof het nog geen middernacht geweest is. Ook dienstregelingen en overzichten van tv-programma's e.d. rangschikken sommige uren na middernacht vaak bij de vorige dag, vooral als er daarna een onderbreking is voor de nacht. Reisplanners gebruiken de officiële datum.
12‑uursnotatie
In de "12‑uursnotatie" of "12-urige tijdsaanduiding" wordt een dag in twee keer 12 uur verdeeld. Het is dan ook nodig aan te geven welk dagdeel men bedoelt, bijvoorbeeld met de afkorting “v.m.” (voormiddag) en “n.m.” (namiddag). Een ander verschil is dat men niet 0 uur zegt maar 12 uur. Na dinsdag 11:59 n.m. komt woensdag 12:00 v.m. en een uur later is het woensdag 1:00 v.m.
Het terugspringen van 12 uur naar 1 uur volgt dus pas een uur na het verspringen tussen “v.m.” en “n.m.”.
De 12‑uursnotatie treft men nog weleens aan in oude dienstregelingen, maar komt thans eigenlijk alleen nog voor in Engelstalige landen, waarbij de Latijnse afkortingen “a.m.” (ante meridiem, voor de middag) en “p.m.” (post meridiem, na de middag) worden gebruikt, met of zonder punten, met kleine letters of hoofdletters. Ook wordt weleens volstaan met alleen “A” of “P”, bijvoorbeeld om ruimte te besparen wanneer deze beperkt is.
De keuze om 12:00 a.m. middernacht te laten betekenen en 12:00 p.m. noen zorgt ervoor dat voor een gegeven uur v.m. of n.m., de numerieke volgorde van de minuten correspondeert met de chronologische, en dat deze minuten ook aaneensluitend zijn.
In het Nederlands worden de afkortingen en termen v.m./voormiddag en n.m./namiddag niet veel gebruikt omdat de stijl past bij formeel taalgebruik, terwijl in formele situaties vrijwel altijd de 24‑uursnotatie wordt gebruikt. Gebruikelijker in spreektaal is bijvoorbeeld "6 uur 's ochtends", om eenduidigheid te bewerkstelligen.
Tijden in het taalgebruik
In het Nederlands is het 24‑uurssysteem gangbaar voor exacte tijdsaanduidingen, maar als het minder exact hoeft, worden vaak tijden uit het 12‑uurssysteem gebruikt. Deze worden niet altijd in cijfers weergegeven, maar ook wel in letters, bijvoorbeeld ‘rond vier uur’.
Bij mondelinge communicatie over tijden (bijvoorbeeld om een afspraak te maken), leest men vaak de 24‑uurstijden niet letterlijk op, maar zet deze om in een 12‑uurstijd. De omgekeerde vertaling gebeurt bij het noteren van de gemaakte afspraak. Men zegt bijvoorbeeld en schrijft “15:00”.
Ter onderscheiding van de twee mogelijkheden in het etmaal kan men , , of erbij zeggen. De grens tussen en is , en tussen en ongeveer 6 uur. De andere twee grenzen variëren, maar in het algemeen niet in die mate dat onduidelijk is welk van de twee mogelijkheden bedoeld wordt. De eerste uren na middernacht worden vaak informeel beschouwd als behorend bij de eerdere dag. Om duidelijk aan te geven om welke nacht het gaat zegt men “in de nacht
In Vlaanderen gebruikt men naast deze termen ook nog en . Hoewel in deze gevallen de grenzen ook vaag zijn, wordt met ongeveer tussen 9 uur en 12 uur bedoeld en met
tussen 12 uur en 18 uur.
In landen als België en Duitsland is de 24‑uursnotatie ook in het spraakgebruik normaal.
Voor het uitdrukken van tijden in taal bestaan in het Nederlands enkele uitdrukkingen die net afwijken van hoe men het in andere talen doet. Voor tijden tussen 3 en 4 uur (of tussen 15 en 16 uur) zegt men bijvoorbeeld (met steeds van 1 t/m 14 voor het aantal minuten):
3 uur
(minuten) over 3
kwart over 3
(minuten) voor half 4
half 4
(minuten) over half 4
kwart voor 4
(minuten) voor 4
met de 3 en 4 als voorbeeld voor opeenvolgende elementen in de cyclus , en meestal met weglating van het woord ‘minuten’.
Uitdrukkingen als ‘tien over half vier’ worden soms ingekort tot ‘tien over half’ als duidelijk is om welk uur het gaat. Merk op dat men tot hooguit 15 à 20 minuten na het hele uur nog naar dat uur blijft verwijzen en daarna al het ‘volgende’ uur. Het tijdstip 3.20 is een grensgeval, evenals 3.40; meestal wordt dit in het Nederlands gerelateerd aan het halve uur (tien voor of over half), maar ook ‘twintig over drie’ respectievelijk ‘twintig voor vier’ komen wel voor.
In sommige andere talen verspringt de verwijzing op het halve uur. Zo heet 3.25 in het Duits ‘fünfundzwanzig nach drei’ (25 over 3). In veel andere talen zoals het Engels en het Frans zegt men voor 3.30 iets als ‘half na 3’ (Engels: half past three) of ‘drie uur en een half’ (Frans: troix heures et demie), anders dan het Nederlands en Duits nog verwijzend naar het voorgaande uur.
Decimale tijdnotatie
Tijdens de Franse Revolutie hanteerde men gedurende een korte tijd een decimale dagindeling. Een dag werd verdeeld in 10 uren van elk 100 minuten. Een dag bestond zodoende uit 1000 minuten, in plaats van de 1440 minuten waaruit een dag van bestaat. Enigszins merkwaardig is dat men de woorden heure en minute handhaafde, met een andere betekenis, terwijl de in dezelfde tijd ingevoerde metricatie decijour en millijour zou voorschrijven. Momenten op de dag werden daarbij op de gebruikelijke wijze decimaal aangeduid, bijvoorbeeld "3,50 uur" (dit tijdstip komt overeen met "8.24 uur" in de 24‑uursnotatie).
Natuurlijk kan men ook met de huidige tijdsindeling een decimale notatie gebruiken. Een notatie als "3,50 uur" duidt dan echter op de lengte van een tijdsinterval ( uur, zijnde 210 minuten) en niet op een tijdstip (half vier).
Taalspecifieke notaties
Nederlands
Bij tijdnotatie in Nederlandstalige teksten geeft men de voorkeur aan de notatiewijze "u.mm:ss uur"; het scheidingsteken om de uren aan te geven is de punt. Het is daarbij toegestaan om "uur" af te korten tot "u." (inclusief punt). De uren lopen daarbij van 0 tot en met 23. Gebruik van een voorloopnul is optioneel. Zowel de seconden als de seconden en minuten samen mogen worden weggelaten (weglaten van de minst significante delen). Zo mag bijvoorbeeld vijf uur 's middags worden geschreven als "17.00 uur", maar ook als als "17 u."
Wanneer de meest significante delen worden weggelaten (zoals bij het beschrijven van een tijdsbestek), verandert de aanduiding "uur" navenant mee naar "min." of "sec." Zo gebruikt men "20:15 min." om een duur van 20 minuten en 15 seconden te noteren. Eventuele notatie van fracties van seconden schrijft men decimaal achter de seconden, dus gescheiden door een komma. Bijvoorbeeld "0,75 sec." om driekwart seconde weer te geven of "11:05,75 min." om (een duur van) 11 minuten, 5 seconden en 75 honderdste seconde aan te geven.
Hoewel het niet de voorkeur heeft, is de wetenschappelijke of internationale (ISO) notatie met de dubbele punt als uur-aanduiding ook toegestaan in Nederlandstalige teksten, dus "17:15" mag ook. Het is wel zaak om consequente notatie na te streven binnen de gehele context. Bij de scheiding van eventueel vermelde honderdsten van seconden in deze notatie blijft de komma als decimaal scheidingsteken in het Nederlands echter wel gehandhaafd, bijvoorbeeld: "17:15:05,66 uur" als zeer nauwkeurig aangegeven tijdstip.
Duits
In het Duits wordt een tijdstip volgens genoteerd als "". De uren lopen daarbij van 00 tot en met 23, altijd in twee posities (waar nodig met een voorloopnul). De Duden – de officiële spellinggids voor de Duitse taal – staat ook een notatie met een punt ("") of met superscript ("") toe. Bij aangave van een tijdsduur wordt niet Uhr maar Stunde(n) gebruikt. Stunde(n) mag afgekort worden tot "h".
Ook in een datumnotatie wordt van punten gebruikgemaakt; 1 april 2016 kan als 1. April 2016, 01.04.2016 of als 01.04.16 geschreven worden. De laatste vorm zou ook een tijdstip kunnen aanduiden. Het gebruik van alléén de punt in tijdnotaties, zonder "Uhr", is daarom ongewenst.
Frans
In het Frans hanteert men een 24-urige tijdsaanduiding in de voorkeursnotatie , waarbij de minuten op de hele uren worden weggelaten en waarbij voor noch de uren, noch de minuten een voorloopnul wordt gehanteerd. De letter 'h' van heure(s) wordt gebruikt ter uuraanduiding en staat, verplicht voorafgegaan door een spatie, achter de uren. Eventuele vermelde minuten achter de 'h' worden eveneens voorafgegaan door een verplichte spatie.
Enkele voorbeelden: (kwart over vijf 's middags), (vijf over negen 's morgens), (elf uur 's avonds).
Wanneer een tijdsduur weergegeven dient te worden, specificeert men de minuten en eventueel seconden als . Wederom zijn de scheidende spaties verplicht en net als bij de uuraanduiding wordt bij de minuten- en secondenafkorting géén punt gebruikt. De minutenaanduiding wordt afgekort tot "min" en niet tot "m". Voorbeelden: (3 uur, 50 minuten en 30 seconden), (anderhalf uur).
De ISO-notatie is in het Frans ook geoorloofd.
Zie ook
Datumnotatie
Tijd
Schriftelijke communicatie
|
Internationaal
De internationaal te gebruiken tijdnotatie is, samen met de internationale datumnotatie, vastgelegd in de . Deze tijdnotatie is "hh:mm:ss", in het Nederlands ook wel "uu:mm:ss". De uren doorlopen hierbij het interval 00 tot en met 23; de minuten het interval 00 tot en met 59; de seconden 00 tot en met 59.
| 2 |
tijdstipcode, tijdnotatie, tijdwaarde
|
2,787 |
SubscribeAction
|
193531
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brabants%20Dagblad
|
Brabants Dagblad
|
Het Brabants Dagblad is een Nederlands dagblad dat verschijnt in een deel van de provincies Noord-Brabant en de Gelderse Bommelerwaard. Het is onderdeel van het Belgisch-Nederlandse bedrijf DPG Media en heeft zes edities: Den Bosch, Meierij, Oss, Uden/Veghel, Tilburg en De Langstraat. De krant bereikt dagelijks 291.000 lezers (327.000 op zaterdag). In combinatie met de website en app heeft het BD een bereik van 1,68 miljoen unieke lezers. De hoofdredactie is gevestigd in het kantoor in 's-Hertogenbosch, waar ook de algemene nieuwsredactie gevestigd is. De drukkerij staat in Best. Hoofdredacteur is sinds 1 november 2016 Lucas van Houtert.
Geschiedenis
In 1771 werd onder de titel Eerste 's-Hertogenbossche Dinsdagse/Vrydagse Courant voor het eerst een krant in Noord-Brabant uitgegeven door de twee Bossche drukkers L.J. Bresser en C.A. Wiéweg. De krant bevatte slechts één of twee vellen papier met landelijk nieuws en berichten die voor de Bossche handelaren van belang waren. In de loop van de tijd is deze krant vele malen van naam veranderd en gefuseerd met andere kranten en pas sinds 1959 wordt de huidige naam Brabants Dagblad gebruikt. In 1984 fuseerde de krant (die toen nog alleen uitkwam in Noordoost-Brabant) met het Midden-Brabantse Het Nieuwsblad tot het Brabants Dagblad met het huidige verspreidingsgebied.
Het Brabants Dagblad (BD) verscheen voor het eerst online op 10 december 1995 en was destijds de tweede Nederlandse regionale krant op het internet. De eerste was hun zusterkrant, het Eindhovens Dagblad (ED). Sinds 6 februari 2007 verschijnt het Brabants Dagblad op tabloidformaat. Brabants Dagblad behoort tot de grootste regionale dagbladen van Nederland. De uitgeverij maakt sinds februari 2015 deel uit van DPG Media, na de overname van Wegener door de Belgische uitgever.
Na bijna 250 jaar papier biedt het Brabants Dagblad sinds 15 maart 2018 ook online-abonnementen. De grotere verhalen zijn sindsdien alleen nog te lezen voor betalende of ingelogde lezers. Online zijn de laatste jaren ook tv-programma’s te zien. Zo is er een aantal keer per dag een Live Nieuws Update, uitzendingen rondom (sport)evenementen als de Tour de France, het EK en het Songfestival en reportages uit de provincie.
Mark van Assen volgde in juni 2015 Ton Rooms op als hoofdredacteur. Nadat Van Assen zijn functie neerlegde, was John van den Oetelaar vanaf april 2016 waarnemend hoofdredacteur. Hij werd op 1 november opgevolgd door Lucas van Houtert.
Verspreidingsgebied
Het verspreidingsgebied valt grofweg in het noordoosten en midden van de provincie, met hoofdregio's 's-Hertogenbosch en Tilburg en de daaromheen liggende regio's, zoals het Land van Heusden en Altena, Oss, Uden-Veghel, de Langstraat en Boxtel-Schijndel. Maar ook in de op Brabant georiënteerde gedeelten van de provincie Gelderland zoals de Bommelerwaard. In tegenstelling tot wat de naam Brabants Dagblad doet vermoeden, verschijnt deze dus niet in heel Noord-Brabant. In het westen van de provincie grenst het verspreidingsgebied aan dat van BN DeStem, in het zuidoosten aan dat van het Eindhovens Dagblad, in het oosten, zoals Boxmeer, Grave en Cuijk, verschijnt De Gelderlander. Omdat van alle vier deze kranten DPG Media de uitgever is, beconcurreren ze elkaar niet.
Edities
Het Brabants Dagblad kent de volgende regionale edities:
Den Bosch, Vught, Bommelerwaard
Meierij
Oss
Tilburg
Veghel-Uden
Waalwijk-Langstraat
"Ter Illustratie"
Door de jaren heen heeft het Brabants Dagblad tal van tekenaars in dienst gehad om zowel strips als (politieke) spotprenten te verzorgen. Hierbij een lijst van strips en tekenaars die door de jaren heen hebben bijgedragen aan de krant:
Strips
Kees Kruik (1983-2002) door Luc Verschuuren
Heinz door René Windig en Eddie de Jong
Suske & Wiske door Willy Vandersteen
Eefje Wentelteefje door Jeroen de Leijer
FC Knudde door Toon van Driel
Elsje door Hercules & Valkema (Eric Hercules en Gerben Valkema)
Single door Hanco Kolk en Peter de Wit
De Rechter door Jesse van Muylwijck
Prenten
Peter van Straaten
Ruben Oppenheimer
Miesjel van Gerwen
Tom Janssen
Oplage
Gemiddeld verspreide oplage van het Brabants Dagblad tussen 2001 en 2017
Cijfers volgens HOI, Instituut voor Media Auditing
Literatuur
John van Zuijlen: Tydingen die belang hebben. 250 jaar Brabants Dagblad. Wbooks, 2021.
Externe link
Officiële website van het Brabants Dagblad
Nederlandse krant
Media in Noord-Brabant
|
Na bijna 250 jaar papier biedt het Brabants Dagblad sinds 15 maart 2018 ook online-abonnementen. De grotere verhalen zijn sindsdien alleen nog te lezen voor betalende of ingelogde lezers. Online zijn de laatste jaren ook tv-programma’s te zien. Zo is er een aantal keer per dag een Live Nieuws Update, uitzendingen rondom (sport)evenementen als de Tour de France, het EK en het Songfestival en reportages uit de provincie.
| 1 |
abonneren, updates ontvangen, abonnement
|
5,441 |
OrganizationRole
|
1823852
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene%20Dienst%20Inlichting%20en%20Veiligheid
|
Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid
|
De Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), ook wel het stafdepartement Inlichtingen en Veiligheid, (Frans: Service Général du Renseignement et de la Sécurité (SGRS)) is de militaire inlichtingendienst van België. Zijn burgerlijke tegenhanger is de Veiligheid van de Staat/Sûreté de l'État (VSSE).
Het hoofdkwartier van de ADIV bevindt zich in Evere. De dienst telde in november 2009 619 personeelsleden. Aan het hoofd van het stafdepartement Inlichtingen en Veiligheid staat de Assistant Chief Of Staff Intelligence and Security (ACOS IS). Sinds 2021 is dit vice-admiraal Wim Robberecht.
In plaats van de dubbele officiële Nederlandstalige en Franstalige afkorting "SGRS/ADIV" wordt ook vaak de functienaam van de directeur van de dienst ("ACOS IS") gebruikt.
Algemeen
De ADIV werd opgericht in 1915 als 2de Bureau van de Generale Staf. In tegenstelling tot de Staatsveiligheid is er geen openheid betreffende het budget van de ADIV. De dienst is ook actief in het buitenland en dan vooral in de oude koloniale gebieden en de landen waar militairen deelnemen aan operaties voor peace making en peace keeping. In 2014 opereert de ADIV in Afghanistan, Mali en Libanon, en ondersteunt deze mede operaties van de internationale coalitie tegen Islamitische Staat.
Om zo veel mogelijk overlappingen te vermijden met de burgerlijke inlichtingendienst VSSE bestaan er meerdere samenwerkingsprotocollen. In zowat alle NAVO-landen bestaat er een afzonderlijke militaire inlichtingendienst.
Een relatief nieuw onderdeel van de dienst is het Cyber Security Operations Centre (CSOC), dat de computernetwerken en wapensystemen van de Belgische krijgsmacht in de gaten houdt en beveiligt tegen zogeheten cyberaanvallen. Medio 2015 werden voor dit onderdeel 24 nieuwe computerexperts gevraagd.
De ADIV en de VSSE, net als fusiecenter OCAD, zijn onderworpen aan democratische controle uitgeoefend door het Vast Comité voor Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Comité I), die rapporteert aan het Parlement in de Bijzondere Commissie Belast met de Parlementaire Begeleiding van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten en van het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.
Hoofdtaken
De ADIV is belast met het beschermen van:
de onschendbaarheid van het nationaal grondgebied
de militaire defensieplannen
de vervulling van de opdrachten van de strijdkrachten
de veiligheid van de Belgische onderdanen in het buitenland of elk ander fundamenteel belang van het land
Zoals gedefinieerd door een Koninklijk Besluit na advies van de Nationale Veiligheidsraad:
het zorgen voor het behoud van de militaire veiligheid van het personeel dat onder de Minister van Defensie ressorteert en van de militaire installaties, wapens, munitie, uitrusting, plannen, geschriften, documenten, informatica- en verbindingssystemen of andere militaire voorwerpen
het beschermen van het geheim dat verbonden is met deze voorwerpen en het uitvoeren van de veiligheidsonderzoeken die hen toevertrouwd worden.
Deze opdrachten worden in artikel 11 van de Wet van 30 november 1998 houdende regeling van de Inlichtingen -en Veiligheidsdiensten bepaald. Dezelfde wet kent de dienst bevoegdheden toe om zowel via menselijke bronnen (HUMINT) als door middel van technische toepassingen (SIGINT) inlichtingen te vergaren. In 2010 werd aan de twee Belgische inlichtingendiensten met de Wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden (BIM) de bevoegdheid gegeven om technische middelen in te zetten voor het uitvoeren van hun missies. Deze dienen proportioneel te zijn aan de dreiging waartegen ze worden ingezet, en kunnen enkel door de dienst worden uitgevoerd (subsidiariteit). De ADIV zet het merendeel van zijn BIM-methoden in ten behoeve van de contraspionage. De dienst maakt ook deel uit van een aantal internationale SIGINT samenwerkingsverbanden in en buiten NAVO-verband.
Geschiedenis
De Belgische militaire inlichtingendienst heeft antecedenten die teruggaan tot de oorsprong van het Belgische leger in 1830, maar de huidige dienst was een voortzetting van het in 1910 opgerichte 2de Bureau van de generale staf. Omdat deze embryonale militaire inlichtingendienst te jong en te klein was om doeltreffend te zijn bij de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog, werd op 1 april 1915 aan het IJzerfront bij Koninklijk Besluit de Militaire Veiligheid opgericht, de Sûreté Militaire. Die werd bevoegd voor inlichtingen, contraspionage en de interne veiligheid van het Belgische leger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerde de dienst de inlichtingenoperaties van het leger uit en coördineerde hij verzetsactiviteiten achter de vijandelijke linies. Na de Wapenstilstand werd de dienst verantwoordelijk voor de veiligheid van de Belgische troepen die deelnamen aan de bezetting van het Rijnland. In 1923 ondersteunde de Militaire Veiligheid zelfs een poging tot staatsgreep in het Ruhrgebied. Met zijn contraspionagetaken ging het 2e Bureau een rivaliteit aan met de burgerlijke veiligheidsdienst, de Dienst voor de Veiligheid van de Staat. Maar een schandaal veroorzaakt door het uitlekken van valse aanvalsplannen tegen Nederland en Duitsland, in wat bedoeld was als een beïnvloedingsoperatie tegen de Vlaamse Beweging, bekend als de affaire van de "Utrechtse documenten", leidde tot de afschaffing van de Militaire Veiligheid en de overdracht van zijn taken aan de burgerlijke inlichtingendienst in 1929. Het 2de Bureau van de generale staf bleef wel behouden.
De oorlogsdreiging zorgde voor de restitutie van de militaire inlichtingendienst in 1937, deels om het hoofd te bieden aan een golf van Duitse spionage. De houding van de Belgische regering, die krampachtig vasthield aan de neutraliteit, verhinderde een doeltreffende heropstart. In januari 1940 bemachtigde de dienst de Luftwaffe-instructies voor Fall Gelb, de Duitse invasie van Frankrijk, Nederland en België, toen het vliegtuig met de koerier neerstortte op Belgische bodem. De gedeeltelijk verbrande plannen lieten afleiden met welke manoeuvres de drie landen zouden worden binnengevallen. Ondanks een poging om dit voor de Duitsers te verbergen, stelde Hitler de invasie toch uit tot de lente. De Belgen deelden de plannen met Nederland, Frankrijk en Engeland. De uiteindelijke mei-invasie bleek weinig verschillend van wat kon worden afgeleid uit de documenten van de winter ervoor. Kort voor de invasie werden de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst door een angstvallige regering samengevoegd om gezamenlijk op de oorlogsdreiging te werken, maar dit had weinig meer effect dan administratieve chaos.
Tijdens de Achttiendaagse Veldtocht prees Leopold III de militaire inlichtingendienst voor de wijze waarop de dienst de situatie had opgevolgd en de snelheid waarmee hij aan informatie was geraakt, vaak beter dan de Fransen. Niet-gevangen inlichtingenofficieren die Engeland bereikten, zouden opnieuw de verzetsactiviteiten op bezette grond coördineren. Het 2e Bureau zou nauw samenwerken met de Britse Special Operations Executive. De werking werd echter belemmerd door het wantrouwen van de Belgische regering in ballingschap, die de civiele Staatsveiligheid verkoos boven de militaire inlichtingendienst. Aanleiding was het conflict van de regering met koning Leopold III van België, die na de overgave ervoor had gekozen in België te blijven en een gevangene van de nazi's was geworden. De regering vreesde dat de militaire dienst te loyaal zou zijn aan de koning, hun opperbevelhebber, en achtte dat een politiek en veiligheidsrisico. De Staatsveiligheid zou het 2e Bureau degraderen tot het verwerken van reeds gefilterde inlichtingen, zonder te communiceren over operaties in België, terwijl ze militaire verzetsgroepen achterstelde. De Militaire Veiligheid raakte zo gefrustreerd door de rivaliteit met de Staatsveiligheid dat er een Hoge Commissaris moest worden aangesteld om de twee inlichtingendiensten te coördineren en hen ertoe te brengen de oorlog tegen de nazi's te voeren in plaats van een oorlog tegen elkaar.
Na de Bevrijding moest het Belgisch leger opnieuw worden opgericht. De inlichtingencomponent (J2) werd benoemd als Direction Supérieure du Renseignement et de l'Historique (afgekort S.D.R.H. met de eerste twee letters omgedraaid om de spionerende vijand te verwarren). De dienst hield zich bezig met de jacht op collaborateurs en spionage en actie in de door de Sovjets gecontroleerde delen van Duitsland. Voor dat laatste was er een topgeheime sectie opgericht, "les services spéciaux". De "Equipes spéciales de Renseignements" waren de inlichtingensecties van de in Duitsland gevestigde Belgische troepen. De SDRH had ook belangstelling voor de opkomst van het communisme en werkte samen met particuliere inlichtingendiensten, vaak bemand door oudgedienden van het verzet en van de Militaire Veiligheid, die zich bezighielden met het monitoren en bestrijden van communisten. De militaire inlichtingendienst voerde in 1950 operaties uit ter ondersteuning van het Belgische contingent dat deelnam aan de VN-interventie in de Koreaanse Oorlog. Thuis werd de dienst verantwoordelijk gemaakt voor de militaire kant van de door de NAVO geleide operatie Stay Behind (beter bekend als Operatie Gladio) ter voorbereiding op een mogelijke Sovjetinvasie van het Westen: onder invloed van en nauw samenwerkend met de Britse en Amerikaanse geheime diensten, was dit de taak van de Service de Documentation, Renseignement et de l'Action (SDRA) VIII. De concurrentie met de Staatsveiligheid werd verwoed verdergezet. De SDRH stond ook in voor het secretariaat van het topgeheime Ministerieel Comité voor Verdediging en zijn latere reïncarnatie, het Ministerieel Coördinatiecomité voor Veiligheid en Defensie, een orgaan waarin nationale veiligheids- en defensievraagstukken werden besproken door de topambtenaren van de betrokken departementen.
Bij de hervorming van de Belgische generale staf in 1964 veranderde de benaming van de inlichtingensectie in Service Général de Renseignement. De SGR werd geherstructureerd en bestond uit een afdeling voor inlichtingen (SDRI), veiligheid (SDRA), financiën (SDRC) en het legerarchief (CDH). Het departement inlichtingen (I) werd voornamelijk bemand door militairen terwijl de veiligheidsdienst (CI) met burgers bevolkt werd, omdat het als contraproductief werd aanzien dat militairen desgevallend elkaar (of hun oversten) moesten onderzoeken. Hierdoor echter ontstond geleidelijk een tweespalt tussen de beide departementen.
De komst van de NAVO naar België in 1968, die samenviel met het groeiende belang van de Europese Gemeenschap, veranderde de inlichtingen- en veiligheidssituatie van het land drastisch. De toegevoegde internationale dimensie zou een verhoogde spionage-activiteit met zich meebrengen en van Brussel een doelwit voor terrorisme maken. Anglo-Amerikaanse zorgen over het vermogen van de Belgische veiligheidsdiensten om het hoofd te bieden aan de uitgebreide dreigingen moesten worden weggenomen door een toename van hun middelen, waarvan sommige met Amerikaans geld zouden worden betaald. Zowel Belgische militairen als ambtenaren van de andere ministeries hadden nu gemakkelijk toegang tot de internationale organisaties, waardoor ze een primair doelwit waren voor de KGB (Sovjet-Unie) en andere spionnen van het Warschaupact. Terwijl de Staatsveiligheid verantwoordelijk was voor het grootste deel van deze activiteit, viel militaire contraspionage onder SDRA III van de SGR.
In 1974 was de SGR betrokken bij de oprichting van het Public Information Office (PIO), een PR-organisatie waarmee toenmalig minister van Defensie Paul Vanden Boeynants de kritiek van voornamelijk pacifistische en communistische bewegingen op het leger wilde aanpakken. Het commando van het PIO werd waargenomen door SDRA-majoor Jean Bougerol. Symptomatisch voor de obsessie van de SGR voor links, geraakte het PIO nauw verweven met rechtse particuliere inlichtingendiensten en andere duistere anticommunistische organisaties, die de PIO zelfs overnamen toen het ministerie deze in 1979 afschafte.
Tijdens de jaren tachtig zorgden een aantal incidenten, waaronder de moordpartijen van de Bende van Nijvel, de aanslagen van de extreemlinkse terreurgroep Cellules Communistes Combattantes (CCC) en de activiteiten van rechtse organisaties zoals de het Front de la Jeunesse, de Vlaamse Militanten Orde en de neonazistische Westland New Post, voor kritiek op de werking en doeltreffendheid van de politie en inlichtingendiensten. Parlementaire onderzoeken naar deze wantoestanden brachten vooral de burgerlijke Veiligheid van de Staat in een kwaad daglicht, maar de onthullingen over de Stay Behind-activiteiten hadden ook een negatieve weerslag op de SGR. In 1989, een jaar nadat de SGR de Belgische luchtmachtkolonel Guy Binet had betrapt op spionage voor de Russische GRU, werd de Generale Staf opnieuw gereorganiseerd met onder meer wijzigingen in de inlichtingensectie, die de naam Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV) kreeg. De bepalingen van deze wet weerspiegelden de historische taken van de dienst op het gebied van militaire veiligheid en contraspionage, betrekkingen met nationale en buitenlandse inlichtingendiensten en de bescherming van het militair geheim.
In 1991, na twee regeringsonderzoeken, werd een permanent toezichtsorgaan opgericht om de twee Belgische inlichtingendiensten onder democratische controle te brengen: het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In 1998 werd de Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst ingevoerd met betrekking tot de missies en toegestane methoden van de ADIV en de VSSE. Gedurende deze tijd liep het Belgische leger een trauma op in 1994, toen tien Belgische para's werden geëxecuteerd in Rwanda tijdens een VN-vredesmissie. Aangezien de internationale taskforce ter plekke omwille van het gangbare VN-beleid geen noemenswaardige inlichtingencapaciteit had, werden de gebeurtenissen toegeschreven aan gebrekkige informatie. Een direct gevolg hiervan was de beslissing dat voortaan altijd een inlichtingeneenheid bij elke buitenlandse missie van het Belgische leger moest gevoegd worden. Het was een crisisjaar voor de ADIV, waarin het commando van de dienst maar liefst vijf keer wisselde.
Halverwege de jaren negentig verschenen er in de pers een aantal beweringen over de ADIV, over het afluisteren van burgers, over de hervorming van provinciale buitenposten die deden denken aan de Stay Behind-netwerken, terwijl nog een ander artikel berichtte over een tekst met racistische uitlatingen die van de geheime dienst afkomstig zou zijn. Het Comité I onderzocht deze aantijgingen om te concluderen dat er niets van aan was. De ADIV ging doorheen de jaren 2000 gebukt onder een malaise, veroorzaakt door een tekort aan middelen en mankracht, maar vooral een groeiende strijd tussen de militaire inlichtingenpijler en de burgerlijke contra-inlichtingenpijler. Hierdoor leverden doorlichtingen van de werking van de dienst, uitgevoerd door het Comité I, ontluisterende en negatieve resultaten op. Ondanks deze gebreken werd wel gewezen op de kwaliteit van de analyses over buitenlandse inlichtingendoelen. Centraal-Afrika, met name Congo, is hierin een prioriteit. Dankzij de historische band heeft België daar met de ADIV een sterke informatiepositie.
De ADIV heeft een bescheiden imagery intelligence-capaciteit (IMINT): hoewel België soms IMINT ontvangt van zijn Amerikaanse bondgenoot, neemt België samen met Frankrijk deel aan het satellietprogramma Helios II om zijn eigen beelden te verkrijgen. De ADIV heeft een zeer nauwe relatie met het National Security Agency en neemt deel aan een aantal internationale SIGINT-coalities, NAVO SYGDASIS en is het een partner in de SIGINT Seniors Europe, ook wel de Fourteen Eyes genoemd. In 2014 kreeg de ADIV te maken met een aanval op het eigen netwerk, waarvoor het echter kon rekenen op geallieerde hulp in de vorm van het U.S. Cyber Command. De dienst was in staat om haar intercepties uit te breiden nadat in 2010 de wetgeving inzake Bijzondere Inlichtingenmethoden (BIM) werd uitgevaardigd om geavanceerde afluister- en surveillancemethoden mogelijk te maken, onder nauwlettend toezicht van het Comité I. Als reactie op toenemende dreigingen stelt BIM de ADIV ook in staat om effectiever op te treden inzake cyberveiligheid, onder meer met de bevoegdheid om offensief te reageren op een cyberaanval. In 2017 werden de BIMs ook uitgebreid naar het buitenland.
Traditioneel gefocust op contraspionage, raakte de ADIV vanaf 2014 meer betrokken bij terrorismebestrijding ter ondersteuning van zijn burgerlijke tegenhanger VSSE. Na de Aanslagen in Parijs in november 2015 en de Aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 gaf de ADIV de VSSE volledige toegang tot zijn technische middelen om het onderzoek bij te staan. De terreurdreiging deed de beide diensten naar elkaar toegroeien, waar in het verleden wroeging bestond omdat de VSSE zich als enige bevoegd achtte om over terrorisme te werken. Een recent ingediend Nationaal Strategisch Inlichtingenplan definieert onderlinge samenwerking op gezamenlijke thema's. De hernieuwde aandacht voor de werking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten door politiek en media in de nasleep van de aanslagen van 2015-16, bracht de interne werkingsproblemen van de ADIV, met het op de spits gedreven conflict tussen de afdelingen I en CI, opnieuw naar voor. In 2017 werd luchtmachtgeneraal Claude Van de Voorde aangesteld om de dienst te hervormen en te moderniseren.
Commando
De leiding van de militaire inlichtingendienst is steeds door een militair waargenomen.
1913-1914: majoor H. Maglinse
1914-1915: majoor Joseph Christophe
1915-1917: majoor Henri-David Seligmann
1917-1920: majoor J. Schmit
1920-1927: luitenant-kolonel M. Tasnier
1927-1928: kolonel C.V. De Grox
1928-1929: luitenant-kolonel F.G. Duthoy
1929-1934: kolonel P. Diepenrykx
1934-1938: luitenant-kolonel F. G. Merckx
1938-1940: kolonel Victor Neefs
1941: kolonel P. Diepenrykx
1941-1942: kapitein-kommandant J.A. Ducq
1942: kapitein-kommandant H. Bernard
1942-1944: luitenant-kolonel Jean Marissal
1944: luitenant-kolonel P. Devaux
1945-1951: kolonel René Mampuys
1951-1955: kolonel E. Lallemand
1955-1961: kolonel R. Margot
1961-1965: generaal-majoor R. De Pue
1965-1969: generaal-majoor G.W. Baurin
1969-1974: generaal-majoor P. Verguyse
1975-1978: generaal-majoor A. Matton
1978: Generaal-majoor R. Tabary
1978-1979: generaal-majoor H. Peters
1979-1983: generaal-majoor P. Tichon
1983-1984: kolonel M. Moreau
1984-1986: generaal-majoor J. De Mild
1986-1991: generaal-majoor R. Van Calster
1991-1992: generaal-majoor J. Schellemans
1992-1993: kolonel F. Carlier
1993-1994: generaal-majoor P. Delhotte
1994: kolonel F. Carlier
1994: generaal-majoor G. Bastien
1994: kolonel M. Verschoore
1994-1996: generaal-majoor Paul Georis
1997-1999: generaal-majoor G. Simons
1999-2004: generaal-majoor J. Michaux
2004-2012: vice-admiraal Michel Hellemans
2012-2017: luitenant-generaal Eddy Testelmans
2017-2020: luitenant-generaal Claude Van de Voorde
2020-2021: generaal-majoor Philippe Boucké
2021-heden: vice-admiraal Wim Robberecht
Literatuur
M. Cools, P. Leroy, R. Libert, V. Pashley, & D. Stans (eds.), Classified: 1915-2015. Het verhaal van de Belgische militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst, 2de uitgave, Gompel&Svacina 2019.
KENNETH LASOEN, 185 Years of Belgian Security Service, in: Journal of Intelligence History vol. 15 (2016), 96-118.
KENNETH LASOEN, Indications and Warning in Belgium: Brussels is not Delphi in: Journal of Strategic Studies 40 (2017), 927–962.
KENNETH LASOEN, For Belgian Eyes Only: Intelligence Cooperation in Belgium in: International Journal of Intelligence and CounterIntelligence 30 (2017), 464–490.
KENNETH LASOEN, Plan B(ruxelles). Belgian Intelligence and the Terrorist Attacks of 2015-16 in: Terrorism and Political Violence 30 (2018). Online.
KENNETH LASOEN, Belgian Intelligence SIGINT Operations in: International Journal of Intelligence and CounterIntelligence 32 (2019), 1-29.
Kenneth Lasoen, Geheim België. Geschiedenis van de inlichtingendiensten, 1830-2020. Lannoo (2020).
Belgische geheime dienst
|
In plaats van de dubbele officiële Nederlandstalige en Franstalige afkorting "SGRS/ADIV" wordt ook vaak de functienaam van de directeur van de dienst ("ACOS IS") gebruikt.
| 1 |
organisatiepositie, rol binnen organisatie, functienaam
|
9,637 |
InteractAction
|
3955503
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fikser
|
Fikser
|
Een fikser - de Engelse schrijfwijze fixer wordt ook gebruikt - is een lokale contactpersoon die wordt ingeschakeld door een buitenlandse verslaggever of correspondent om hem of haar te helpen bij diens journalistieke werk. Het kan gaan om tolk- en vertaaldiensten, om gidswerk, om het bemiddelen of assisteren bij het verkrijgen van documenten, onderdak, vervoer en communicatiefaciliteiten en om het aanboren van informatiebronnen die anders door taal- en cultuurverschillen of als gevolg van veiligheidsproblemen minder toegankelijk zouden zijn.
Fiksen betekent gedaan krijgen, regelen. Een fikser kan bijvoorbeeld een plaatselijke journalist zijn die goed op de hoogte is van de situatie en de inheemse talen of dialecten spreekt. Hij of zij kan de reporter, bijvoorbeeld een oorlogsverslaggever voor wie hij/zij werkt, wijzen op mogelijkheden en gevaren en op lokale gebruiken en tradities die van invloed kunnen zijn op het maken van een reportage.
Fikser en fixer komen niet voor in het Groene Boekje, de officiële woordenlijst van de Nederlandse taal.
journalistiek beroep
|
Een fikser - de Engelse schrijfwijze fixer wordt ook gebruikt - is een lokale contactpersoon die wordt ingeschakeld door een buitenlandse verslaggever of correspondent om hem of haar te helpen bij diens journalistieke werk. Het kan gaan om tolk- en vertaaldiensten, om gidswerk, om het bemiddelen of assisteren bij het verkrijgen van documenten, onderdak, vervoer en communicatiefaciliteiten en om het aanboren van informatiebronnen die anders door taal- en cultuurverschillen of als gevolg van veiligheidsproblemen minder toegankelijk zouden zijn.
| 1 |
interactie, interactieactie, communicatie
|
1,799 |
Brewery
|
4107974
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij%20Saku
|
Brouwerij Saku
|
Brouwerij Saku (Saku Õlletehas) is een Estische brouwerij te Saku.
Geschiedenis
Na de afschaffing van de slavernij in de provincie Estland in 1816 begonnen landeigenaars industriële bedrijven op hun landgoederen te vestigen. Brouwerij Saku werd opgericht in 1820 door de Duitse graaf en landeigenaar Karl Friedlich Rehbinder en in oktober datzelfde jaar werd het eerste Sakubier gebrouwen. Het landgoed en de brouwerij kwam in 1849 in handen van de familie Baggo, die de productie uitbreidden. In 1876 bouwde Valerian Baggo een nieuwe brouwerij werkend op stoom ter vervanging van de kleine brouwerij op het landgoed. Einde achttiende en begin negentiende eeuw werden er extra investeerders aangetrokken en nadat in 1911 de concurrerende brouwerij Revalia in Tallinn de deuren sloot, kreeg Brouwerij Saku het monopolie in Tallinn en de provincie Harjumaa. In 1914 werd door de Eerste Wereldoorlog de brouwactiviteiten gestopt en pas hervat in 1921. In 1940 werd door de Sovjetbezetting de brouwerij genationaliseerd. Na de val van het communisme in 1989 en de onafhankelijkheid van Estland kwam in 1991 de brouwerij in handen van de Baltic Beverages Holding (BBH), die 75% van de aandelen in handen kreeg. De brouwerij werd gemoderniseerd en in 1993 kwam het nieuwe bier Saku Originaal op de markt. Sinds 2008 maakt BBH deel uit van de Deense Carlsberg Group.
Producten
Bieren
Saku
Pühadeporter
Karl Friedrich
Rock
Humal ja Oder
Taurus
Presidendi 8
Andere dranken
Mõdu
Kiss (cider)
Somersby
Saku GN Long Drink
Sinebrychoff
Garage
Saku Kali (Kvas)
Vichy (water & softdrink)
Nabeghlavi (mineraalwater)
Battery (energiedrank)
Super Manki (energiedrank)
Zie ook
Bier in Estland
Externe links
Officiële website
Estische brouwerij
|
Geschiedenis
Na de afschaffing van de slavernij in de provincie Estland in 1816 begonnen landeigenaars industriële bedrijven op hun landgoederen te vestigen. Brouwerij Saku werd opgericht in 1820 door de Duitse graaf en landeigenaar Karl Friedlich Rehbinder en in oktober datzelfde jaar werd het eerste Sakubier gebrouwen. Het landgoed en de brouwerij kwam in 1849 in handen van de familie Baggo, die de productie uitbreidden. In 1876 bouwde Valerian Baggo een nieuwe brouwerij werkend op stoom ter vervanging van de kleine brouwerij op het landgoed. Einde achttiende en begin negentiende eeuw werden er extra investeerders aangetrokken en nadat in 1911 de concurrerende brouwerij Revalia in Tallinn de deuren sloot, kreeg Brouwerij Saku het monopolie in Tallinn en de provincie Harjumaa. In 1914 werd door de Eerste Wereldoorlog de brouwactiviteiten gestopt en pas hervat in 1921. In 1940 werd door de Sovjetbezetting de brouwerij genationaliseerd. Na de val van het communisme in 1989 en de onafhankelijkheid van Estland kwam in 1991 de brouwerij in handen van de Baltic Beverages Holding (BBH), die 75% van de aandelen in handen kreeg. De brouwerij werd gemoderniseerd en in 1993 kwam het nieuwe bier Saku Originaal op de markt. Sinds 2008 maakt BBH deel uit van de Deense Carlsberg Group.
| 9 |
brouwerij, bierproductie, bierbrouwerij
|
2,319 |
AggregateRating
|
4727007
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Don%27t%20Breathe
|
Don't Breathe
|
Don't Breathe is een Amerikaanse thriller-horrorfilm uit 2016, geregisseerd door Fede Álvarez. In 2021 kwam een vervolg uit onder de naam Don't Breathe 2.
Verhaal
Drie jongeren denken op een makkelijke manier veel geld te verdienen door in te breken bij een rijke, blinde veteraan. Wanneer de drie bij de blinde man inbreken en de man uiteindelijk wakker wordt blijkt de klus een grotere uitdaging te zijn dan verwacht. Tevens komen ze in het huis tot een schokkende ontdekking.
Rolverdeling
Jane Levy als Rocky
Stephen Lang als Norman Nordstrom, de blinde man
Dylan Minnette als Alex
Daniel Zovatto als Money
Franciska Törőcsik als Cindy Roberts
Emma Bercovici als Diddy
Christian Zagia als Raul
Katia Bokor als Ginger
Sergej Onopko als Trevor
Achtergrond
Don't Breathe werd uitgebracht op 12 maart 2016 en werd door het publiek over het algemeen goed ontvangen. Op Rotten Tomatoes heeft de film een score van 88% op basis van 239 beoordelingen. Metacritic komt op een score van 71/100, gebaseerd op 39 beoordelingen.
Een half jaar nadat de film werd uitgebracht, maakte schrijver Fede Álvarez bekend dat ze bezig waren met het maken van een vervolg film. Deze film verscheen uiteindelijk vijf jaar later in augustus 2021 onder de naam Don't Breathe 2.
Externe link
Amerikaanse film
Horrorfilm
Thriller (film)
Misdaadfilm
Film uit 2016
|
Achtergrond
Don't Breathe werd uitgebracht op 12 maart 2016 en werd door het publiek over het algemeen goed ontvangen. Op Rotten Tomatoes heeft de film een score van 88% op basis van 239 beoordelingen. Metacritic komt op een score van 71/100, gebaseerd op 39 beoordelingen.
| 2 |
gemiddelde beoordeling, beoordelingen, reviews
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.