id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
9,598
GovernmentOrganization
556558
https://nl.wikipedia.org/wiki/Openbaar%20Ministerie%20%28Nederland%29
Openbaar Ministerie (Nederland)
Het Openbaar Ministerie (OM) of parket is belast met de juridische aspecten van strafrechtelijke onderzoeken en het strafrechtelijk vervolgen van verdachten. Anders dan de naam kan doen vermoeden, is het Openbaar Ministerie geen ministerie van de regering maar van de 'openbaarheid'. Gelet op de Wet op de rechterlijke organisatie is het Openbaar Ministerie een onderdeel van de rechterlijke macht. Wel heeft de minister van Justitie en Veiligheid, als getrapte vertegenwoordiger van het volk, de bevoegdheid om bindende aanwijzingen te geven aan het Openbaar Ministerie, wat maakt dat het Openbaar Ministerie - anders dan de rechter - ook gezien kan worden als onderdeel van de uitvoerende macht. Het werkterrein van het Openbaar Ministerie betreft voornamelijk het strafrecht. Wanneer iemand verdacht wordt van een strafbaar feit bepaalt het Openbaar Ministerie aan de hand van bewijsmateriaal of vervolging opportuun is. Als mensen en bedrijven onderling met elkaar in conflict raken, kunnen zij hun geschil voorleggen aan de civiele rechter, bijvoorbeeld bij echtscheidingen, burenruzies, arbeidsgeschillen of huurconflicten. Als burgers het niet eens zijn met overheidshandelen waardoor ze in hun belangen zijn getroffen, kunnen ze klagen bij het betreffende bestuursorgaan en daarna bij de bestuursrechter, bijvoorbeeld bij een belastingaanslag, vergunningsweigering of toekenning van een uitkering. Geschiedenis In het 18e-eeuwse Frankrijk lieten de Franse koningen zich vaak bijstaan door de procureur des Konings (ook wel Gens du Roi genoemd, oftewel heren des konings, vergelijkbaar met officieren van justitie) van het Ministère Public, om zo gehoorzaamheid van de bevolking af te kunnen dwingen. Tijdens de Franse Revolutie gingen er stemmen op om het Openbaar Ministerie op te heffen als onderdeel van het ancien régime, maar dat plan werd tegengehouden in het Franse parlement en het Ministère Public werd hervormd. Er kwam uiteindelijk onder Napoleon Bonaparte één Wetboek van Strafrecht (Code Pénal) en één Wetboek van Strafprocesrecht en de wortels werden gelegd voor een functioneren van het OM zoals Frankrijk en Nederland dat nu kennen. In de periode van 1795 tot 1810 werd in een voorloper van Nederland, de Bataafse Republiek, de basis gelegd voor vernieuwing van de maatschappij: er werd gekozen voor een gecentraliseerde eenheidsstaat. De jurist Rutger Jan Schimmelpenninck werd de belangrijkste staatsman in de republiek, hij ontwierp in 1805 in opdracht van Napoleon en in overleg met zijn ambtenaren een nieuwe staatsinrichting. In 1806 werd de republikeinse traditie verlaten: Nederland werd weer een koninkrijk met Lodewijk Napoleon als koning en in 1810 werd het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk ingelijfd. Het Franse bestuursmodel, de wetgeving en de rechterlijke organisatie werden in het grongebied van het hedendaagse Nederland ingevoerd, er waren onafhankelijke rechters en een zelfstandig orgaan dat het belang van de keizerlijke overheid behartigt, Le Ministère Public. Toen Nederland na de val van Napoleons keizerrijk in 1813 de onafhankelijkheid herwon, werd besloten het Franse strafrecht en het Openbaar Ministerie te handhaven, met enige wijzigingen. Eenvormig strafrecht en handhaving door het OM voorkomt een excessieve eigenrichting van het publiek. Het Openbaar Ministerie kreeg meer armslag, het seponeren van zaken werd weer mogelijk, terwijl later in de eeuw ook de transactie terugkeerde. Straffen in het openbaar en lijfstraffen werden in de praktijk vervangen door eenzame opsluiting in een cellulaire gevangenis. Taak De taak van het Openbaar Ministerie ligt wettelijk vast. In de Wet op de rechterlijke organisatie staat die taak aldus omschreven: Het openbaar ministerie is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere bij wet vastgestelde taken. Een voorbeeld van zo'n bijkomende taak van het Openbaar Ministerie is het toezicht op mensen die gedwongen worden opgenomen in een psychiatrische inrichting (de Wet verplichte ggz). Het OM is de enige instantie die strafzaken bij de rechter mag aanbrengen. De hoofdtaak van het Openbaar Ministerie is te verdelen in drie kleinere: de opsporing van strafbare feiten, de vervolging van strafbare feiten, toezicht op de uitvoering van strafvonnissen. Opsporing Als blijkt of vermoed wordt dat ergens een strafbaar feit is gepleegd, is het opsporingswerk een taak van de politie. De politie zoekt naar sporen, hoort getuigen en slachtoffers, houdt verdachten aan en legt alle gegevens schriftelijk vast in een proces-verbaal. De eindverantwoordelijkheid voor de opsporing ligt bij het Openbaar Ministerie. Vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie, de officieren van justitie, hebben daarom ook het gezag over de onderzoeken van de politie. Vooral als het om zware misdrijven gaat, geeft de officier van justitie direct leiding aan het onderzoek. Daarbij houdt deze in de gaten dat de opsporing zorgvuldig en eerlijk verloopt. Dat wil zeggen: volgens de regels die in de wet zijn vastgelegd. Niet alleen het werk van de politie valt onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie is ook verantwoordelijk voor de opsporing door de gemeentelijke sociale recherches en de bijzondere opsporingsdiensten als de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst–Economische controledienst (FIOD-ECD) en de Algemene Inspectiedienst (AID). Om het opsporingswerk goed te kunnen doen, kan de officier van justitie de politie opdracht geven bepaalde dwangmiddelen te gebruiken, bijvoorbeeld het in beslag laten nemen van gestolen voorwerpen of het aanhouden van een verdachte die niet op heterdaad is betrapt. Het Openbaar Ministerie is niet vrij om tijdens de opsporing te doen en laten wat het wil. Als het Openbaar Ministerie zware dwangmiddelen wil gebruiken, bijvoorbeeld huiszoeking of het afluisteren van de telefoon, moet het eerst toestemming vragen aan de rechter-commissaris. Sepot Soms besluit de officier van justitie tot een sepot, niet vervolgen. Bijvoorbeeld een 'technisch sepot' als de politie onvoldoende bewijs heeft verzameld. Daarnaast is er het zogenaamde 'beleidssepot' op basis van het opportuniteitsbeginsel. In zo'n geval is er wel voldoende bewijs, maar er is bijvoorbeeld sprake van een klein vergrijp waarbij de dader de schade aan het slachtoffer heeft vergoed. Rechtstreeks belanghebbenden kunnen tegen een sepot een klacht indienen bij het gerechtshof, een artikel 12-procedure. Als het hof de klacht gegrond verklaart, moet het Openbaar Ministerie alsnog tot vervolging overgaan. Transactie De officier van justitie kan ook besluiten tot een transactie. In zo'n geval betaalt de verdachte een bepaald bedrag aan het Openbaar Ministerie (bijvoorbeeld bij een ontnemingstransactie, ook wel "plukken" genoemd), aan het slachtoffer of voert hij een taakstraf uit. Uit artikel 74 lid 1 laatste zin Sr blijkt dat door deze transactie het recht tot strafvordering vervalt. Het Openbaar Ministerie besluit soms tot een transactie als het gaat om overtredingen of veel voorkomende misdrijven. Het geld gaat naar de staatskas of soms - bij een transactieschadevergoeding - naar het slachtoffer. Als een verdachte is aangehouden voor zo'n zaak en nog op het politiebureau zit, kan meteen de hoogte van het transactiebedrag worden bepaald. Dit wordt ook wel "aanhouden en uitreiken", of "lik op stuk" genoemd. Bij een dergelijk lik-op-stukbeleid krijgt een verdachte direct een dagvaarding en een acceptgiro met het transactiebedrag mee naar huis. Als de verdachte deze acceptgiro niet betaalt, moet deze alsnog voor de rechter verschijnen. De keuze van het wel- of niet betalen van het transactiebedrag is aan de verdachte: hij is niet verplicht deze te betalen. Vervolging Vervolging vindt in lichtere gevallen vaak plaats door een strafbeschikking. Als bij vervolging een strafbeschikking niet aan de orde is volgt de gang naar de strafrechter. Soms begint vervolging op last van de rechter al voor iemand in de rechtszaal verschijnt. De rechter kan op verzoek van het Openbaar Ministerie bijvoorbeeld opdracht geven iemand in voorlopige hechtenis te nemen, als deze ervan wordt verdacht dat hij een ernstig misdrijf heeft gepleegd. We spreken dan ook wel van voorarrest. Het Openbaar Ministerie zorgt dat de verdachte een dagvaarding krijgt: een brief waarin staat wanneer hij voor de rechter moet verschijnen en waarvan hij wordt verdacht. De opsomming van de feiten waarvoor een verdachte terecht moet staan, heet de tenlastelegging. De rechter kan een verdachte enkel veroordelen voor de feiten die in de tenlastelegging staan vermeld. Afhankelijk van de zwaarte van het strafbare feit wordt een zaak voorgelegd aan één of drie rechters. In de rechtszaal Komt het tot een rechtszaak, dan ziet de verdachte de officier van justitie voor zich in zijn rol van openbare aanklager. De officier van justitie vertelt tijdens de zitting waarvoor iemand terecht moet staan. Vervolgens neemt de rechter de tijd om de verdachte te ondervragen over de zaak. Ook de officier van justitie krijgt de gelegenheid om vragen te stellen. Daarna houdt de officier zijn requisitoir: een betoog waarin hij de rechter vertelt wat hij van de zaak vindt en een straf eist. Dat kan een geldstraf zijn, een taakstraf of een celstraf. Als de officier van justitie in de rechtszaal het woord voert, staat hij altijd. De rechter, die recht tegenover de verdachte zit, blijft altijd zitten. Om die reden worden leden van het Openbaar Ministerie ook wel de staande magistratuur genoemd. De rechters maken deel uit van de zittende magistratuur. Straffen Het Nederlandse strafrecht kent drie hoofdstraffen. De eerste is de celstraf. De tweede categorie is de geldstraf. Als laatste zijn er de taakstraffen. Er zijn twee soorten taakstraffen: allereerst is er de werkstraf, waarbij iemand onbetaalde arbeid verricht voor instellingen als gemeenten, ziekenhuizen, Staatsbosbeheer of andere niet-commerciële instellingen. Daarnaast is er de zogenaamde leerstraf. Een voorbeeld is de cursus sociale vaardigheden, die de rechter nogal eens oplegt aan minderjarigen. Maatregelen Naast deze hoofdstraffen kan een officier van justitie de rechter vragen een maatregel op te leggen. Een voorbeeld is de onttrekking aan het verkeer van bepaalde goederen, bijvoorbeeld verdovende middelen, wapens of illegale kopieën van cd's. Een tweede voorbeeld is de 'strafrechtelijke ontnemingsmaatregel' bekend als de wet "pluk ze", bedoeld om een verdachte de winst af te nemen die hij met zijn misdrijven heeft gemaakt, bijvoorbeeld in het geval van diefstal, oplichting of handel in verdovende middelen. Een derde belangrijke maatregel is de schadevergoedingsmaatregel, waarbij de veroordeelde een bedrag aan het slachtoffer moet betalen. Een bijzondere maatregel is de terbeschikkingstelling, afgekort TBS. Deze maatregel vraagt het Openbaar Ministerie bij verdachten met een psychische stoornis, voor wie dwangverpleging nodig wordt geacht. Verdachten aan wie de rechter deze maatregel oplegt, komen terecht in een speciaal forensisch psychiatrisch centrum. Als de rechter een straf of maatregel heeft opgelegd, is het Openbaar Ministerie ervoor verantwoordelijk dat deze worden uitgevoerd. Minderjarigen Voor jongeren van 12 tot 18 jaar gelden andere regels. Minder ernstige vergrijpen - zoals een winkeldiefstal waar weinig is gestolen of een vernieling met weinig schade - handelt de politie meestal zelf af. Vaak gebeurt dat via een zogenaamd Halt-project. De dader moet dan een aantal uren werken, meestal maximaal 20 uur. Bovendien moet de minderjarige de schade vergoeden. Zwaardere zaken komen op het bureau van de officier van justitie terecht. Deze kan zelf de zaak afdoen met een boete of een korte taakstraf (werk- of leerstraf) opleggen (meestal maximaal 40 uur). Per 1 januari 2007 kan de officier van justitie de zogenaamde strafbeschikking opleggen. Dit betekent dat er tot 60 uur taakstraf kan worden opgelegd, maar ook een gedragsaanwijzing bijvoorbeeld dat de minderjarige na 20.00 uur niet meer op straat mag zijn. Als hij de zaak ernstig vindt, kan de officier van justitie er ook voor kiezen de zaak voor de kinderrechter te brengen. De ouders, de advocaat van de minderjarige en iemand van de Raad voor de Kinderbescherming mogen daarbij zijn, verder eigenlijk niemand. In het ergste geval kan de rechter een minderjarige veroordelen tot een vrijheidsstraf of als de minderjarige ernstige psychische problemen heeft tot plaatsing in een jeugdinrichting als de minderjarig. Voor minderjarigen zijn er speciale justitiële jeugdinrichtingen. Afleggen van verantwoording door het Openbaar Ministerie Het Openbaar Ministerie moet dubbel verantwoording afleggen over wat het doet. In de rechtszaal is het de rechter die beoordeelt of het Openbaar Ministerie en de politie hun werk naar behoren hebben gedaan. De minister van Justitie en Veiligheid is politiek verantwoordelijk voor het handelen van het Openbaar Ministerie tegenover de Eerste en Tweede Kamer. Beslissingen over het algemene beleid komen daarom steeds aan de orde in de overlegvergadering: het geregelde overleg tussen Openbaar Ministerie en minister. Als regel houdt de minister zich bezig met het algemene opsporings- en vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie. Alleen in uitzonderingsgevallen bemoeit de minister zich ook met opzichzelfstaande strafzaken. De minister kan leden van het OM echter wel een aanwijzing geven: een opdracht hoe ze moeten handelen in strafzaken. De minister vraagt in zo'n geval eerst het college van procureurs-generaal om advies. Als de minister uiteindelijk besluit om het Openbaar Ministerie een aanwijzing te geven, krijgt de rechter daarover alle informatie. Per slot van rekening is het de rechter die uiteindelijk beslist wat er met een strafzaak gebeurt. Als de minister besluit om iemand niet strafrechtelijk te vervolgen, moet hij het parlement daarover informeren. Opbouw van het Openbaar Ministerie Bij het Openbaar Ministerie werken in 2009 ongeveer 5200 mensen. Onder hen zijn ongeveer 800 officieren van justitie. Parket-generaal Aan het hoofd van de organisatie staat het college van procureurs-generaal. De procureurs-generaal bepalen het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie. Samen met de staf vormt het college het Parket-generaal (Pag): het landelijke hoofdkantoor van het Openbaar Ministerie. Voorzitters (ook wel super-PG's) waren de afgelopen jaren achtereenvolgens Arthur Docters van Leeuwen (1995-1998), René Ficq (wnd. 1998-1999), Joan de Wijkerslooth (1999-2005), Harm Nanne Brouwer (2005-2011), Herman Bolhaar (2011-2017) en Gerrit van der Burg (2017-). Arrondissementsparketten Nederland telt elf rechtbanken. Het werkgebied van een rechtbank noemen we een arrondissement. In ieder arrondissement, heeft het Openbaar Ministerie zijn eigen kantoor: het arrondissementsparket. Een uitzondering hierop vormt het arrondissementsparket Oost-Nederland. Dit parket brengt sinds de zgn. Splitsingswet vanaf 1 april 2013 de zaken aan bij de twee rechtbanken Overijssel en Gelderland. Zie ook: Rechterlijke indeling van Nederland. Het Openbaar Ministerie telt daarmee tien arrondissementsparketten voor elf arrondissementen. Elk parket staat onder leiding van een hoofdofficier van justitie. Deze is er voor verantwoordelijk dat het beleid van het Openbaar Ministerie in het arrondissement goed wordt uitgevoerd. Op elk parket werkt een aantal officieren van justitie. Zij vertegenwoordigen het Openbaar Ministerie bij de kantongerechten en de arrondissementsrechtbank. De officieren van justitie weten zich gesteund door parketsecretarissen en administratief medewerkers. Sommige zaken, zoals verkeersovertredingen en lichte misdrijven, handelen zij zelf af. Daarnaast doen ze voorbereidend werk voor de officier in zwaardere zaken. De tien arrondissementsparketten zijn verschillend van grootte en hebben elk hun eigen karakter. Ressortsparket Verschillende arrondissementen vormen samen een ressort. In elk ressort bevindt zich een gerechtshof. Nederland heeft vier gerechtshoven. Sinds de herziening van de gerechtelijke kaart per 1 januari 2013 kent het Openbaar Ministerie één landelijk ressortsparket met vestigingen bij ieder gerechtshof. (Zie Rechterlijke indeling van Nederland.) Hun belangrijkste taak is het behandelen van zaken in hoger beroep. Als een verdachte of een officier van justitie niet tevreden is met het vonnis van de rechtbank, kan hij in hoger beroep gaan: vragen om een nieuwe behandeling van de zaak door het gerechtshof. De officier van justitie draagt de strafzaak dan over aan het ressortsparket. Ook vertegenwoordigers van het ressortsparket treden namens het Openbaar Ministerie op in de rechtszaal. Echter, zo iemand heet geen officier van justitie, maar advocaat-generaal. Aan het hoofd van het ressortsparket staat de Landelijk Hoofdadvocaat-generaal. Landelijk Parket Naast de arrondissements- en ressortsparketten is er nog een parket: het Landelijk Parket. Dit parket is, net als het Functioneel Parket, niet gekoppeld aan een rechtbank of gerechtshof. Het hoofdkantoor van het Landelijk Parket is gevestigd in Rotterdam. Er zijn vier nevenvestigingen: in Amsterdam, 's-Hertogenbosch, Zoetermeer en Zwolle. Het Landelijk Parket houdt zich in het bijzonder bezig met de bestrijding van (internationaal) georganiseerde misdaad en terrorisme. Bij het Landelijk Parket werken (medio 2005) ruim 145 officieren van justitie, parketsecretarissen, beleidsmedewerkers, administratief (juridisch) medewerkers en stafmedewerkers. De taken van het Landelijk Parket zijn te verdelen in: Operationele taken Landelijke taken Internationale taken. Deze taken worden uitgevoerd in drie teams: het team Nationale recherche dat leiding geeft aan strafrechtelijke onderzoeken door de Dienst landelijke recherche van de Nationale Politie, die gericht is op de bestrijding van nationaal en internationaal georganiseerde misdaad. het team Informatie en Operationele Coördinatie die de verschillende portefeuilles beheert zoals van de Criminele Inlichtingen Eenheid, getuigenbescherming, telecommunicatie tot de inzet van de rijksrecherche. het team Internationaal en Expertise dat de justitiële samenwerking in internationaal verband bevordert en coördineert. Ook heeft het Landelijk Parket een stafbureau Management Ondersteuning dat het parket op de terreinen van personeel, automatisering, organisatie, financiën, huisvesting, voorlichting en documentatie ondersteunt. Functioneel Parket Het Functioneel Parket heeft tot doel om de criminaliteit te bestrijden op het gebied van milieu, economie en fraude. Omdat dit werkterrein breed is, is bepaald dat het Functioneel Parket verantwoordelijk is voor de opsporing en vervolging in die strafzaken, waarin een bijzondere opsporingsdienst (BOD) de trekkende rol vervult. Bijzondere opsporingsdiensten zijn de FIOD, Sociale Zaken en Werkgelegenheid [SZW-DO], Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit [NVWA-IOD] en Inspectie Leefomgeving en Transport ILT-IOD. Daarnaast houdt het Functioneel Parket zich bezig met alle milieuzaken van de regiopolitiekorpsen bijgekomen en met alle zaken van de regionale inspectiediensten van ILT en de NVWA. Ten slotte is het Functioneel Parket ook belast met de handhaving van de wetgeving voor de visserij en de veiligheid op de Noordzee. Parket bij de Hoge Raad Ten slotte is er het hoogste rechtsprekende orgaan, de Hoge Raad der Nederlanden, doorgaans Hoge Raad genoemd. Ook aan dit rechtscollege is een parket verbonden, met aan het hoofd een procureur-generaal. Hoewel de naam een andere indruk zou kunnen wekken, is dit parket geen onderdeel van het openbaar ministerie. Bij de Hoge Raad kunnen partijen beroep in cassatie instellen tegen (bepaalde) rechterlijke uitspraken in strafzaken, civiele zaken en belastingzaken. De Hoge Raad beoordeelt of de lagere rechter het recht juist heeft toegepast. Is dat het geval, dan laat de Hoge Raad de uitspraak in stand; in het andere geval kan de Hoge Raad besluiten een uitspraak van de rechter te vernietigen, zodat een lagere rechter de zaak opnieuw moet bekijken. De procureur-generaal, of namens hem een advocaat-generaal, eist geen straf, maar adviseert aan de Hoge Raad wat er met de zaak moet gebeuren. Voor een beperkt aantal zaken is de Hoge Raad wel feitenrechter, bijvoorbeeld voor ambtsmisdrijven van ministers en Kamerleden. Mocht een dergelijke zaak aan de Hoge Raad voorgelegd worden dan zal de procureur-generaal in dat geval wel als gewone officier van justitie een straf kunnen eisen. Zie ook Openbaar Ministerie Wetboek van Strafvordering (Nederland) Nederlandse overheidsinstantie Openbaar Ministerie in N Strafrecht in Nederland
Nederlandse overheidsinstantie Openbaar Ministerie in N Strafrecht in Nederland
1
overheidsorganisatie, overheidsinstantie, overheidsagentschap
2,478
EmailMessage
1189239
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mailbox
Mailbox
Een mailbox is een computerbestand of -map waarin men e-mailberichten kan ontvangen, maken en verzenden. Vaak kan men hiermee ook de binnengehaalde e-mails offline lezen en nieuwe berichten maken, zodat ze als de gebruiker later online gaat, verstuurd kunnen worden. In een mailbox kan men submappen maken om berichten te sorteren zodat ze niet steeds in het Postvak In (of de inbox) (waar mails binnenkomen) of de map met verzonden berichten (waar een kopie van alle verzonden e-mail in terechtkomt) hoeven te staan en om het overzichtelijk te maken/houden. Zowel het geheel als het Postvak In als de map met verzonden berichten als de afzonderlijke submappen kunnen als "mailbox" worden aangeduid. Verder kan met mailbox ook bedoeld worden de bij een e-mailadres of -account behorende map op een mailserver. In het geval van webmail of een IMAP-account is dat vaak feitelijk de enige echte mailbox, omdat de mail niet permanent bewaard wordt op het apparaat van de gebruiker. Het woord "mailbox" is afgeleid van het Engels woord voor brievenbus (alhoewel in het Engels meestal aangeduid als letter box). E-mail
Een mailbox is een computerbestand of -map waarin men e-mailberichten kan ontvangen, maken en verzenden. Vaak kan men hiermee ook de binnengehaalde e-mails offline lezen en nieuwe berichten maken, zodat ze als de gebruiker later online gaat, verstuurd kunnen worden.
1
e-mailbericht, e-mailcommunicatie, e-mailtekst
10,642
AutomotiveBusiness
183980
https://nl.wikipedia.org/wiki/Belasting%20van%20personenauto%27s%20en%20motorrijwielen
Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Belasting van personenauto's en motorrijwielen of BPM is een indirecte belasting die moet worden betaald wanneer een personenauto, bestelauto of motorrijwiel in Nederland geregistreerd wordt. Ook moet voor de niet in Nederland geregistreerde personenauto's, bestelauto's en motorrijwielen, waarmee een Nederlands ingezetene in Nederland op de weg rijdt, BPM worden betaald. Voor bestelauto's van ondernemers geldt een vrijstelling en gehandicapten kunnen de BPM op hun bestelauto onder bepaalde voorwaarden terugkrijgen. De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (kortweg wet op de BPM) is een Nederlandse wet van 24 december 1992. De wet regelt de belasting die de Nederlandse overheid heft met betrekking tot personenauto's en motorrijwielen. Per 1 juli 2005 valt ook de bestelauto hieronder. De betaling van de BPM voor een via een autobedrijf aangeschafte nieuwe personenauto of motorrijwiel wordt geregeld door de importeur. De dealer zet de BPM op de factuur aan de klant en sluist het bedrag door aan de importeur, die de belasting aan de belastingdienst voldoet. In 2018 leverde de BPM de staatskas 2,3 miljard euro op. Geschiedenis Bij de invoering van de btw in de jaren zestig werd het normale tarief op 12% vastgesteld. Dit zou een prijsverlaging betekenen voor auto's en andere luxe goederen waar meer belasting over werd geheven. De regering wilde dit voorkomen met een speciaal btw-tarief voor producten van 'buitensporige luxe'. Uiteindelijk werd niet gekozen voor een speciaal btw-tarief maar voor een tijdelijke bijzondere verbruiksbelasting die langzaam zou worden verlaagd naar het niveau van het normale btw-tarief. De bijzondere verbruiksbelasting daalde echter niet en werd in 1992 opgevolgd door de BPM. Midden jaren tweeduizend zocht de Nederlandse overheid naar een andere manier van belasten van de auto, mede onder druk van het Europees Parlement om belastingen in verschillende landen gelijk te trekken. Ook toenemende luchtvervuiling in met name de binnensteden en zorgen over de CO2-uitstoot speelden een belangrijke rol. Uiteindelijk is de BPM sinds 2013 een belasting geworden die vrijwel geheel gebaseerd is op de CO2-uitstoot. Belastbaar feit Ter zake van de registratie van een personenauto, motorrijwiel of een bestelauto in de daarvoor bestemde registers (aangewezen door de Wegenverkeerswet 1994) wordt belasting geheven. Ook wordt belasting geheven ter zake van de aanvang van het gebruik van de Nederlandse weg met een niet in Nederland geregistreerd voertuig door een Nederlands ingezetene. De wet op de BPM definieert de te belasten voertuigen als volgt: Personenauto: motorrijtuig op drie of meer wielen met uitzondering van autobussen, bestelauto's en motorrijtuigen die niet zijn ingericht voor het personenvervoer en met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg. Autobus: motorrijtuig dat ingericht is voor het vervoer van meer dan acht personen exclusief de bestuurder. Bestelauto: motorrijtuig met een laadruimte die niet is ingericht voor het vervoer van personen, die in het geheel is voorzien met een vlakke laadvloer en die voldoet aan de in de wet opgenomen verdere voorwaarden ter zake van de afmetingen van de laadruimte en cabine. Motorrijwiel: motorrijtuig op twee wielen en een motorrijtuig op twee wielen verbonden met een zijspanwagen. Een bromfiets valt niet onder deze definitie. Een onderdeel van de wet, die bepaalt dat ook over tweedehands geïmporteerde auto’s BPM wordt berekend, is de BPM-afschrijvingstabel voor import-auto’s. Men kan ervoor kiezen om voor de waarde-bepaling van het voertuig gebruik te maken van deze forfaitaire tabel. Als basis voor de afschrijving geldt echter de werkelijk waarde. Die kan men bepalen aan de hand van bijvoorbeeld een in de handel gebruikelijke koerslijst of een taxatierapport. Belastingplichtige Als het voertuig geregistreerd is, dan is de belastingplichtige de persoon op wiens naam het kenteken is geregistreerd. In geval van niet-geregistreerde personenauto's, motorrijwielen of bestelauto's, wordt de belasting geheven van degene die het motorrijtuig feitelijk ter beschikking heeft. Tarieven 1992-2009 Per 1-1-1992 golden de volgende tarieven: Personenauto of bestelauto: 45,2% van de netto catalogusprijs verminderd met €1540, dan wel in geval van een compressieontsteking (dieselmotor) vermeerderd met €328. Ingeval de personen-/bestelauto een emissie heeft van 5 mg deeltjes per km of minder, wordt de belasting verminderd met €600. Motorrijwiel: 10,2% als de netto catalogusprijs niet meer dan €2133 bedraagt; 20,7% als de netto catalogusprijs meer is dan €2133, verminderd met €224. M.i.v. 1-2-2008 werden de tarieven voor personenauto's en bestelauto's jaarlijks wat verlaagd, toentertijd bedoeld ter voorbereiding op de invoering van een kilometerbeprijzing. Per 1-2-2008: 42,3% van de netto catalogusprijs verminderd met €1442, dan wel in geval van een compressieontsteking (dieselmotor) vermeerderd met €307. Per 1-1-2009: 40,0% van de netto catalogusprijs verminderd met €1288, dan wel in geval van een compressieontsteking (dieselmotor) vermeerderd met €366. In de periode 2007-2009 was de BPM mede afhankelijk van het energielabel: hoe lager het brandstofverbruik hoe lager de BPM. Dit energielabel geeft vooral de relatieve zuinigheid aan (in vergelijking met andere auto's van deze grootte). Sinds 2010 speelt het energielabel voor de BPM geen rol meer. Door de ombouw naar een heffing op basis van de CO2-uitstoot wordt namelijk geheven op basis van absolute in plaats van relatieve uitstoot. In 2008 is kortstondig een roetuitstoot-toeslag geheven voor dieselauto's. Per 1 april 2008 werd de fijnstofheffing op de BPM geïntroduceerd met het doel om de aankoop van dieselauto's met roetfilter te stimuleren. Deze heffing bleek echter in strijd met de eerder gemaakte afspraken, aldus het hoger beroep dat de BOVAG en RAI instelden tegen de regeling. De heffing werd in november 2008 afgeschaft. Tussen 1 februari 2008 en 31 december 2009 was er een 'slurptaks' voor zeer onzuinige voertuigen. 2010-2013 In 2010 is een ombouwoperatie gestart met het doel om vanaf 2013 de gehele BPM te heffen op basis van de CO2-uitstoot. Van 2010 tot 2013 bestond de BPM uit een vast percentage van de catalogusprijs van het voertuig en een op de uitstoot gebaseerde CO2-heffing. Voor de CO2-heffing in 2010 werd de volgende tabel gehanteerd voor benzine, aardgas- en lpg-auto's: De CO2-heffing voor een auto met een uitstoot van 150 gram was . Voor een auto met een uitstoot van 300 gram is de berekening als volgt: Bij deze berekening is het deel dat gebaseerd was op de cataloguswaarde niet meegenomen. 2013 en verder Vanaf 1 januari 2013 wordt de BPM voor personenwagens volledig berekend op basis van de CO2-uitstoot. Hoe minder fossiele brandstoffen worden verbruikt, des te minder aankoopbelasting wordt betaald. Jaarlijks worden de CO2-schijfgrenzen aangepast. Aanvankelijk waren er verschillende tabellen voor benzineauto's en dieselauto's, maar de schijfgrenzen zijn naar elkaar toegegroeid en sinds 2015 is er één tabel. Voor plug-inhybrides geldt sinds 2017 een aparte tabel. Van 2010 t/m 2015 waren auto's met minder uitstoot dan de eerste schijf vrijgesteld. Dit betrof niet alleen elektrische auto's en waterstofauto's maar ook zeer zuinige benzine- en dieselauto's waaronder hybride auto's en plug-inhybrides. Vanaf 2016 geldt alleen nog een vrijstelling voor auto's met zogenoemde nulemissie (elektrische auto's en waterstofauto's). NEDC en WLTP Voor de berekening van de BPM is het noodzakelijk een goed beeld te hebben van de CO2-uitstoot. Hiervoor werd lange tijd de NEDC-methode gebruikt. Ervaring leerde dat de resultaten van deze laboratoriumtest steeds grotere afwijkingen gingen vertonen met het verbruik en de emissies in de praktijk. In 2010 kwam het TNO al tot de conclusie dat bij een gemiddelde normwaarde van 160 g/km de uitstoot in de praktijk rond de 190 g/km ligt (19% meer) en bij een normwaarde van 100 g/km de gemiddelde praktijkwaarde rond de 140 g/km ligt (40% meer). Om dit verschil kleiner te maken is een nieuwe testmethode ontwikkeld die nauwer aansluit bij de realiteit, de WLTP of Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedurede. Het is nog steeds een laboratoriumtest om de mogelijkheid om auto’s onderling te vergelijken te behouden. Volgens een inventarisatie van TNO komt de CO2-uitstoot berekend op basis van de WLTP gemiddeld 10% + 15 g/km hoger uit dan op basis van NEDC. Vanwege dit verschil zijn de tarieven en CO2-schijfgrenzen zo aangepast, ceteris paribus, dat de overheid ongeveer gelijke BPM-inkomsten krijgt onder beide testmethoden. In Nederland is de WLTP op 1 september 2017 ingegaan voor alle nieuwe automodellen en voor bestaande modellen geldt deze verplichting vanaf 1 september 2018. Vanaf 1 juli 2020 wordt de BPM vastgesteld op basis van de uitkomsten van de nieuwe testmethode. Van september 2017 tot juli 2020 is er een overgangsfase, waarbij de WLTP-waarde wordt omgerekend naar een NEDC-waarde op basis waarvan de BPM wordt vastgesteld. BPM inkomsten overheid De BPM levert de overheid inkomsten op. Het is een van de vier inkomstenbronnen die nauw gerelateerd zijn aan het autobezit in Nederland. De andere drie zijn brandstofaccijns, motorrijtuigenbelasting en de bijtelling van de auto bij de inkomsten- en/of loonbelasting. De BPM levert van de vier het minste op. De BPM opbrengst is gerelateerd aan het aantal nieuw verkochte voertuigen in een jaar, de CO2-uitstoot en de cataloguswaarde (bij bedrijfswagens). Volgens de RAI was in 2021 de gemiddelde BPM voor een benzineauto, inclusief hybride, € 4309 of 12% van de catalogusprijs (2018: € 4471 resp. 15%) en voor auto's met een dieselmotor lag dit op € 12721 of 20% van de catalogusprijs (2018: € 8876 resp. 19%). Externe links Wet BPM Belastingdienst: BPM tarieven (vanaf 1973) Eindejaarspersbericht 2008 van het Ministerie van Financiën over de wijzigingen in de bpm. Auto Belasting in Nederland
De betaling van de BPM voor een via een autobedrijf aangeschafte nieuwe personenauto of motorrijwiel wordt geregeld door de importeur. De dealer zet de BPM op de factuur aan de klant en sluist het bedrag door aan de importeur, die de belasting aan de belastingdienst voldoet.
1
autobedrijf, autohandel, garage
9,898
TaxiStand
568283
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Beilen
Station Beilen
Station Beilen (afkorting Bl) is een spoorwegstation in Beilen aan de spoorlijn Groningen – Meppel. Het station werd geopend op 1 mei 1870, gesloten op 15 mei 1938, en op 1 juni 1940 station weer geopend. In 1970 is het huidige stationsgebouw gebouwd door de architect Cees Douma. Het was de eerste van zeventien stations in dit standaardtype stationsgebouw. Dit type kreeg dan ook de naam standaardtype Beilen. Tussen 10 mei 2003 en april 2008 is in het stationsgebouw Beilen De Ster Videotheek geopend, als herbestemming, maar ook ter bevordering van de sociale controle op het station. Deze is echter nu permanent gesloten. In de plaats daarvoor is Kapsalon Eefje het pand ingetrokken. Vanaf juli 2009 is het gebouw in gebruik door Van de Nadort juristen. Voorzieningen Direct bij het station zijn plaatsen om onbewaakt fietsen te stallen. Fietsen kunnen hier ook in een kluis worden gezet voor extra beveiliging. OV-fietsen zijn ook beschikbaar om te huren bij het station. De fietsenstalling is circa 9x85 meter in grootte. Voor auto's is er een gratis parkeerplaats die ook gelegen is naast het station. Er is één ticketmachine aanwezig op het station. Kaartjes uit deze automaat bevatten een €1 toeslag. Ook kan er ingecheckt worden met een OV-chipkaart via de OV-chipkaart palen aanwezig op het station. Overige voorzieningen zijn: AED, geleidelijnen, hellingbaan, wachtruimtes en een watertappunt Treinen Op station Beilen stoppen de volgende treinseries: Treinen vertrekken normaliter om het halve uur per bestemming maar dit kan afwijken. Aanvullend vervoer Op het station kan per 15 december 2019 overgestapt worden op de volgende buslijnen: Lijn 22: Assen - Hooghalen - Beilen - Westerbork - Orvelte - Wezup - Zweeloo (- Noord Sleen - Emmen) Lijn 28: Beilen - Holthe - Wijster - Spier - Lhee - Dwingeloo - Dieverbrug - Uffelte - Havelte - Meppel Lijn 520: Beilen - Hijken - Hoogersmilde Ook is er een taxistandplaats aanwezig. Externe links Beilen Bouwwerk in Midden-Drenthe Bouwwerk van Cees Douma
Ook is er een taxistandplaats aanwezig.
1
taxistandplaats, taxihalte, taxiplaats
8,613
ServiceChannel
1389003
https://nl.wikipedia.org/wiki/Narratologie
Narratologie
Narratologie is een tekstbenadering in de literaire kritiek en in de antropologie, die het vertellen (of de vertelwijze) van verhalen als haar studieobject kiest. In brede zin omvat de narratologie zowel de verhaaltheorie als de verteltheorie. De verhaaltheorie en de verteltheorie houden zich bezig met verhalen. Een verhaal is een eenheid en samenhang vertonende geschiedenis, die door een verteller (Engels: narrator) gepresenteerd wordt. Een geschiedenis bestaat uit een reeks van met elkaar logisch en chronologisch verbonden gebeurtenissen en handelingen. De centrale vraag in de narratologie is, wie vertelt wat, en op welke wijze wordt er verteld. Geschiedenis Structuralisme In de taalkunde was sinds het begin van de twintigste eeuw (Ferdinand de Saussure) het structuralisme een dominante benadering: taal werd gezien als een systeem van structuren. In de jaren vijftig van die eeuw maakte vervolgens Claude Lévi-Strauss opgang met zijn structuralistische benadering in de antropologie (Anthropologie structurale, 1958). Daarbij had hij overigens al voorgangers gehad, die achteraf als voorlopers kunnen worden gezien: met name J.G. Frazer had in zijn monumentale The Golden Bough (1890–1915) een veelomvattend overzicht gepresenteerd van thema's die in de mythologieën en de gebruiken van volkeren over de gehele wereld steeds terugkeerden. De jaren zestig Frazers werk is van meet af aan van grote invloed geweest op de literatuur. Verwijzingen naar de thematiek die hij had aangewezen, komen in vele 20e-eeuwse werken terug. In de literaire kritiek duurde het langer totdat structuralistische ideeën werkelijk postvatten, maar in de jaren 1960 volgden de ontwikkelingen elkaar in snel tempo op. Lévi-Strauss was van centrale betekenis geworden in de vakliteratuur. Men herontdekte het werk van de Russische folklorist Vladimir Propp, wiens De morfologie van het toversprookje (Morfologija skazki, 1928) in 1958 in het Engels was vertaald. Hij had Russische volkssprookjes onderzocht, en steeds weerkerende elementen ontwaard, die hij met een zeer structuralistische term "morfemen" noemde. Hij was tot 31 onveranderlijke "functies" gekomen, die aan deze teksten ten grondslag zouden liggen, en die via een systeem van "transformaties" waren op te sporen. De behoefte ontstond om de literaire kritiek op een meer "wetenschappelijke" basis te funderen, en met "wetenschappelijk" werd gedoeld op het inmiddels dominante structuralisme. Als dit in taalkunde en antropologie successen behaalde, dan moest het ook in de literaire kritiek bruikbaar zijn. Narratologie: grote structuren In 1969 introduceerde de taalkundige en criticus Tzvetan Todorov het woord narratologie. In eerste instantie doelde hij daarmee op het structuralistische literatuuronderzoek van zichzelf en Franstalige collega's, onder wie Barthes, Greimas en Genette. De Franse benadering Roland Barthes had in zijn Mythologies (1957) gepoogd dieper door te dringen in cultuurverschijnselen, hun onderliggende "mythologie" bloot te leggen. A.J. Greimas (Sémantique structurale, 1966) ging uit van zes thema's die in de verhaalstructuur mogelijk waren, en die hij actanten noemde. Gérard Genette veronderstelde in zijn Figures III (1972) een verhaalstructuur die uit drie verschillende elementen was opgebouwd: de inhoud, de vertelling en de verteldaad. Todorov zelf publiceerde een Grammaire du Décaméron (1969), waarin hij grammaticale begrippen toepaste op de tekst als literaire uiting. De raakvlakken met de taalkunde en de antropologie worden in de gebruikte terminologie benadrukt. Mythologie herinnert aan de volkenkunde, semantiek, actanten, grammatica zijn linguïstische begrippen. Benadrukt moet daarbij worden dat het om macrostructuren ging: niet de structuur van een zin, niet de woorden op een bepaalde bladzijde werden onderworpen aan close reading – doelstelling was het onderkennen of opsporen van structuren die aan de tekst als geheel ten grondslag lagen. Andere onderzoekers De structuralistische benadering bleef niet beperkt tot het Franse taalgebied. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld was Northrop Frye ondertussen bezig met zijn archetypenkritiek of mythenkritiek: hij streefde er in zijn Anatomy of Criticism (1957) naar, alle teksttypen te categoriseren, en kwam zo tot een indeling naar symbolen, mythen en archetypen. Hier is het minder de taalkunde dan de antropologie die als model fungeert. In Nederland werd Mieke Bal met haar Franstalige proefschrift Narratologie (1977) de grote exponent van de discipline. Accentverschillen Er ontstonden inmiddels verschillende benaderingswijzen in de narratologie en de ermee verwante mythenkritiek. Anders beschouwd: die verschillende benaderingswijzen kwamen erin bijeen. Voor de ene onderzoeker was de taal een element in de literatuur, voor de andere stond taalonderzoek model voor structureel tekstonderzoek, weer anderen baseerden zich meer op de structuralistische antropologie. Verhaaltheorie en verteltheorie De verhalende producten in de literatuur noemt men epiek. Epiek is een bericht (afgeronde hoeveelheid informatie) over handelingen en gebeurtenissen in de vorm van een monoloog: een meer of vaak ook minder herkenbare verteller vertelt een geschiedenis of een verhaal. Daarbij wordt in de literaire kritiek en in de antropologie vooral gekeken naar de wijze waarop die verhalen zijn verteld. De gebruikte methoden bij de tekstgerichte benadering van verhalende teksten zijn de verhaalanalyse of structuuranalyse, waarbij de structuur en de elementen en hun samenhang worden geanalyseerd, en de vertelanalyse (discoursanalyse, narratologie in engere zin), waarbij de vertellersstandpunten en focalisaties worden onderzocht. Verhaaltheorie en tekstanalyse De verhaaltheorie (tekstanalyse, story narratology) houdt zich bezig met de opbouw van geschiedenissen of verhalen, die worden beschouwd als uit vaste structuren, die weer bestaan uit samenhangende elementen. Een 'geschiedenis' of een 'verhaal' bestaat uit reeksen van gebeurtenissen die betrekking hebben op personages en hun handelingen. 'Gebeurtenissen' zijn zowel natuurlijke als niet-natuurlijke gebeurtenissen (zoals overstromingen, respectievelijk auto-ongelukken). 'Personages' raken daarbij betrokken doordat ze gebeurtenissen waarnemen, veroorzaken, of ze juist ondergaan, en er nadeel of voordeel van hebben. 'Handelingen' (acties) zijn de door personages veroorzaakte en gewilde gebeurtenissen. Er zijn dus personages te onderscheiden met een handelingenverloop en gebeurtenissen in ruimte en tijd, en motieven. Een rol spelen daarbij de gebeurtenissen en omstandigheden zoals de locaties, perioden, tijdverlopen en de tijdstippen. Verhaaltheorie is de theorie van de structuur van verhalen. Om een structuur te onderzoeken, of om een structurele beschrijving te presenteren, worden de verschijnselen van verhaal ontleed in hun samenstellende delen en wordt dan geprobeerd functies en de aard van hun relaties te bepalen. De punten van aandacht bij het onderzoek aan de structuur van verhalen zijn de onderlinge relaties tussen de personages, handelingen, menselijke acties, de motieven en thema's, gebeurtenissen en omstandigheden de locaties en ruimte waarin het verhaal speelt, de tijd waarin het verhaal speelt en/of waarin het verhaal wordt verteld, de tijdstippen, de tijdsverlopen en perioden Verteltheorie De verteltheorie (discourse narratology, discoursanalyse) is een tekstbenadering, die het vertellen van verhalen als haar studieobject kiest. De aandacht is gericht op de wijze van het vertellen (de verteller en of deze een personage is in het verhaal), focaliseren (de visie van waaruit de relatie tussen de gepresenteerde elementen wordt gepresenteerd), de weergave van gedachten en dialogen, en van de stijl. Als discipline begon narratologie vorm te krijgen in 1966, het jaar waarin het Franse tijdschrift Communications een speciale uitgave uitbracht getiteld "De structurele analyse van verhalen". De term narratologie zelf werd drie jaar later bedacht door Tzvetan Todorov, een van de medewerkers aan die speciale uitgave. Vanuit de moderne stromingen, zoals de postmoderne literatuur, zijn er reacties en kritiek gekomen op de toepasbaarheid van de narratologie. Narratieve communicatie Taalfuncties Het communicatiemodel is een model uit de taalkunde waarin de relaties tussen zender, bericht en ontvanger schematisch worden voorgesteld. Roman Jakobson (1896 - 1982) was een van de grondleggers van de moderne taalkunde. Hij heeft een voorname rol gespeeld in het Russisch formalisme. Volgens Jakobson moet er aan drie voorwaarden worden voldaan opdat een uitgezonden bericht (boodschap) doeltreffend zal zijn: het bericht moet context hebben waarnaar verwezen kan worden en die begrijpelijk is voor de ontvanger; het bericht moet een code gebruiken die volledig of gedeeltelijk gemeenschappelijk is bij de zender en de ontvanger; er moet een contactkanaal te beschikbaar zijn dat zender en ontvanger in staat stelt om in communicatie te treden. In het communicatiemodel naar Jakobson, aangepast voor literaire narratieve communicatie, worden de volgende taalfuncties onderscheiden: Model voor narratieve communicatie Narratieve communicatie betreft het samenspel van verschillende communicatieniveaus. Deze kunnen in een concentrisch model worden weergegeven met aan de linkerkant de bron of zender en rechts de ontvanger van het bericht. Het model is een aanpassing van het communicatiemodel. Van buiten naar binnen bestaat he communicatiemodel uit de volgende lagen: Niveau van de reële, niet-fictieve communicatie: de werkelijkheid met de context, de auteur en de lezers. Lezers kunnen eventueel contact hebben met schrijvers (als ze in dezelfde tijd leven). Niveau van vormgeving, productie en uitvoering: het kanaal en het medium, bijvoorbeeld een geschreven sprookje in een stripboek, een voor de tv voorgedragen ballade, als podcast uitgegeven sprookje, een documentaire of een film. Niveau van de fictieve communicatie: de boodschap of bericht, de aan de ontvanger verzonden informatie over de fictieve verteller en zijn werkelijkheid. Eventueel is er nog een raamvertelling te onderscheiden met een ingebedde vertelling, dus fictie binnen de fictie. De onderscheiden niveaus van buiten naar binnen zijn: Werkelijkheid De historische en huidige realiteit vormen de context van de auteur en de lezer, de uitgever, de drukker, de criticus. Een nog levende auteur kan communiceren met zijn publiek onder andere door interviews, manuscripten of brieven. Het publiek kan ook contact opnemen met de auteur of informatie over de auteur verkrijgen uit verschillende andere bronnen. De normen en waarden van de auteur kunnen tot uiting komen, zodat de lezer deze leert kennen en kan confronteren met de eigen normen en waarden, maar deze normen en waarden kunnen ook verborgen blijven. Kanaal en medium Bij het kanaal en medium met de codering en techniek wordt een rol gespeeld door bijvoorbeeld de uitgever, de producent en de acteurs. Het tussenniveau bestaat bij een boodschap uit de boeken, tijdschriften, weblogs, televisie, film of theater. Bij proza kan men denken aan de indeling van de tekst met hoofdstukken, episoden en alinea's, eventueel gescheiden door witregels. Bij poëzie speelt de vormgeving gewoonlijk een duidelijke rol. Boodschap, bericht De boodschap of het bericht is in de film, literaire tekst, video of toneelstuk met de door de auteur geschapen verhaalwerkelijkheid, de (fictieve) verteller en toehoorder, waarbinnen de fictieve wereld zijn vorm krijgt. De auteur en de lezer maken geen deel van uit van het fictieve universum - dit is niet mogelijk. Wel kan de verteller verwijzen naar de realiteit. Soms is de verteller nauwelijks herkenbaar (niet-gedramatiseerde verteller), soms zeer uitgesproken (gedramatiseerde verteller). De verteller kan als een personage een deel van het verhaal uitmaken, maar kan ook een buitenstaander zijn die zelfs een fictieve toehoorder toespreekt. Fictieve wereld De fictieve, virtuele wereld betreft de personages en hun handelingen, de gebeurtenissen en omstandigheden. Soms is het zinvol nog meer niveaus te onderscheiden, bijvoorbeeld als er sprake is van een onbetrouwbare verteller, waardoor een extra niveau ontstaat met "fictie binnen de fictie". Maar ook vaak kunnen verschillende niveaus verborgen blijven. Bij sommige auteurs kan de historische achtergrond en levensgeschiedenis vaag blijven en staat het verhaal daar los van. Hoofdindeling narratologie De narratologie richt zich in de verhaaltheorie op de geschiedenis of het verhaal met zijn elementen en de samenhang daartussen. De gebeurtenissen houden onderling verband met elkaar, met de personages, de plaats en de tijd waarin de gebeurtenissen plaatsvinden. De verhaalanalyse spoort onder andere verbanden op die in een literaire tekst als "diepere laag" aanwezig zijn. Een verhaal is een in meer of mindere mate fictief relaas van één of meerdere acties en gebeurtenissen die de personages ondergaan. Daarnaast richt de verteltheorie zich op de wijze van vertellen van de geschiedenis. Theoretisch gezien kan men twee niveaus in een verhalende of narratieve tekst onderscheiden: Geschiedenis of verhaal ("story"). Het beschrijft wat er gebeurde. De chronologische ordening van gebeurtenissen, zich daarbij baserend op een kritisch onderzoek van bronnen. Er gebeurt iets. Het gaat hier om de vraag WAT: wat wordt er verteld? Vertelling (ook wel "discours", "plot") is de manier waarop er wordt verteld. Een vertelling is al datgene wat een geschiedenis presenteert. Van een vertelling is pas sprake als er ten minste één gebeurtenis of handeling is. Een vertelling is de wijze waarop onderling verbonden episoden worden verhaald: een episode is een groep van 2 of meer samenhangende gebeurtenissen en handelingen. Om personages zijn gewoonlijk reeksen van gebeurtenissen (plot) te onderscheiden. Er is gewoonlijk meer dan één plotlijn, die gegroepeerd zijn om de verschillende personages. Volgens de eenheidsconventie wordt de tekst traditioneel gekenmerkt door de eenheid van geheel en delen, waarin niets kan worden verplaatst of weggelaten zonder de eenheid te schaden. De term acties of handeling slaat op door de personages gewilde handelingen. De term gebeurtenissen slaat hier op niet door personages veroorzaakte of gewilde, natuurlijke en onnatuurlijke zaken. Een episode is een groep van twee of meer onderling verbonden handelingen en gebeurtenissen. Een plot is de logische en oorzakelijke structuur van een geschiedenis. Het geeft een beschrijving van waarom wat gebeurde in de geschiedenis. Verhaaltheorie Verhaaltheorie heeft als centraal punt het verhaal (een reeks van door een verteller gepresenteerde met elkaar verbonden gebeurtenissen) met zijn elementen en de samenhang daartussen, zoals de personages van verschillende types met hun rol, de handelingen en gebeurtenissen, de ruimte en de tijd waarin het verhaal zich afspeelt en hoe deze worden weergegeven, en de motieven en thema's. Personages Personages hebben een centrale rol in verhalen. Van de personages gaan de handelingen uit en zij ondergaan de gebeurtenissen. De beschrijving van personages kan een overwegend letterlijke betekenis hebben. In dat geval beeldt het personage een persoon uit de gewone werkelijkheid uit. Als de beschrijving van personages een overwegend overdrachtelijke betekenis heeft, krijgen de personages allegorische trekken en worden het vooral de drager van abstracte motieven. Doorgaans hebben de beschrijvingen van personages zowel een letterlijke als een figuurlijke betekenis. Er zijn verschillende types personages te onderscheiden op grond van hun rol in het verhaal of op grond van hun karakter of psychologisch type. Op grond van hun rol in het verhaal kan men onderscheiden: De protagonist of held van het verhaal speelt de hoofdrol en is een personage dat centraal wordt belicht. Meestal kennen we de gevoelens en gedachten. Typen protagonist zijn de Byroniaanse held en de antiheld. De antagonist is de tegenspeler van de protagonist. Deze is vaak een tegenhanger van wat een maatschappelijke en psychologisch aangepaste figuur zou kunnen zijn. Andere tegenspelers zijn het alter ego, en de booswicht of schurk. De bijfiguren of nevenpersonages zijn minder opvallend en worden soms naar de achtergrond verdrongen, maar kunnen bijvoorbeeld wel een rol hebben als de verteller. De deuteragonist en de tritagonist kunnen naast de protagonist een rol spelen. Daarnaast zijn nog te onderscheiden de aangever (bijvoorbeeld bij een komisch duo) en het onzichtbaar personage. Op grond van hun karakter of psychologisch type kan men onderscheiden: Het round character is een personage wiens karakter zich in de loop van het verhaal ontwikkelt, in gunstige of ongunstige zin. Een round character bezit meestal goede en slechte eigenschappen en heeft psychologische diepgang en ontwikkeling. Een personage van dit type is niet voorspelbaar. Een flat character is een personage waarvan het karakter zich niet (of niet duidelijk) ontwikkelt. Het heeft een aantal specifieke (goede of slechte) kenmerken en eigenschappen, die gedurende het hele verhaal gelijk blijven. Deze personages zijn daardoor vaak voorspelbaar. De flat characters kunnen een round character reliëf te geven. Het typetje of archetype is een verenging van een flat character. Het is een voorspelbaar personage dat met één karaktertrek gedefinieerd kan worden, en dat gedurende het hele verhaal gelijk blijft. De beschrijving van deze personages kan zo stereotiep zijn dat het personage de functie krijgt een type of typetje uit te beelden. Informatie over het karakter wordt gegeven door de auctoriale verteller, de personale vertelinstantie, het vertellende ik of door de andere personages, of kan indirect worden afgeleid uit het verhaal. Personages kunnen op verschillende manieren worden gekarakteriseerd, zoals door een blokkarakterisering (een min of meer complete beschrijving van het innerlijk en uiterlijk van een personage die gewoonlijk vooraan in het verhaal wordt gegeven) of bij een ontrollende karakterisering (waarbij de informatie over het innerlijk en het uiterlijk van een personage bij stukjes en beetjes wordt gegeven). Een speaking name is de naam van een personage waarin het karakter van het personage gegeven is, meestal op satirische wijze, bijvoorbeeld Pieter Stastok uit Camera Obscura van Hildebrand of Droogstoppel uit Max Havelaar van Multatuli. Verloop In het verloop van verhalen kunnen vaak een aantal fasen min of meer worden herkend, zoals de expositie, de intriges, de climax en de ontknoping. Bij het schrijven en het evalueren van scenarios in drie delen wordt de drie-actstructuur een model volgens de Amerikaanse scenarist Syd Field gebruikt met een begin (setup), een midden (confrontatie) en een einde (ontknoping). Ruimte Verhalen spelen zich ergens af, dus ruimtes spelen een rol. Betekenis De functies van deze ruimtes kunnen zijn: De beschrijving van de ruimte in een verhaal kan overwegend letterlijke betekenis hebben. We spreken dan wel van speelruimte. In dat geval heeft de ruimtebeschrijving de functie om de couleur locale te schetsen. De beschrijving van de ruimte in een verhaal kan overwegend figuurlijke betekenis hebben. In dat geval krijgt de ruimte symbolische waarde en draagt zij bijvoorbeeld bij aan de karakterisering van een personage, aan een abstract motief of zelfs aan de centrale betekenis van het verhaal. De beschrijving van een traditionele, vaste figuurlijke betekenis van een ruimte noemen we een topos. Typen ruimten In verhalen kunnen verschillende typen ruimte worden onderscheiden: de belangenruimte: op logische gronden kent elke verhaalwerkelijkheid fysieke ruimte met afmetingen, kleur en volume. Handelingen hebben nu eenmaal niet alleen tijd, maar ook ruimte nodig om zich te kunnen voltrekken. In de tekst van elk verhaal wordt de ruimte van de verhaalwerkelijkheid in meer of mindere mate beschreven, met als doel de lezer voldoende houvast te geven bij zijn oriëntatie in die werkelijkheid. Soms echter gaat van de beschrijving van een bepaalde ruimte uit de verhaalwerkelijkheid een extra effect uit. Zo'n beschrijving verleent figuurlijke betekenis aan de ruimte, en bijgevolg aan dat wat er in die ruimte plaatsvindt. Als de beschrijving van een bepaalde ruimte uit de verhaalwerkelijkheid aan die ruimte figuurlijke betekenis verleent, spreken we van belangenruimte. de diffuse ruimte: de plaats van de handeling in het vage wordt gelaten. de gemarkeerde ruimte: de eigenschappen van de ruimte waarin de verhaalgebeurtenissen zich afspelen worden exact omschreven. Functie, rol Een andere indeling van ruimten naar de functie in het verhaal is: de functionele ruimte: de plaats van de handeling is van groot belang voor het verhaal. De ruimte heeft een functie. Bijvoorbeeld: een horrorverhaal start in de kerkers van een verlaten kasteel, bij volle maan, terwijl het regent en bliksemt. de decoratieve ruimte: de ruimte heeft geen enkel belang in het verhaal. De ruimte is functieloos en is er enkel ter decoratie. De decoratieve ruimte is beschrijvend voor een verhaal. de begeleidende ruimte of karakteristieke ruimte: de ruimte ondersteunt de handeling van de personages. Bijvoorbeeld: een prinses huilt omdat de prins moet vertrekken en het regent pijpenstelen buiten. de contrasterende ruimte: de plaats van handeling staat in contrast met de handeling. Bijvoorbeeld: een prinses huilt omdat de prins moet vertrekken en de zon schijnt buiten. Tijd Met betrekking tot de tijd zijn er verschillende aspecten, waarvan sommige hebben te maken met wat er verteld wordt (zoals de kalendertijd) en andere meer met het hoe van de vertelling (zoals het point of attack en het verteltempo). Kalendertijd De kalendertijd is de tijdsperiode waarin een verhaal zich afspeelt. In sommige gevallen wordt een fictief tijdskader gecreëerd, maar kan ook een verwijzing zijn naar de realiteit van de auteur en soms ook van de lezer, zoals bij min of meer autobiografische teksten. In sommige verhalen wordt het in het midden gelaten wanneer het verhaal speelt, bijvoorbeeld in sprookjes ("Er leefde eens lang, lang geleden in een ver land ...") Narratieve tijd tegenwoordige tijd; terwijl de geschiedenis loopt vindt ook het vertellen plaats verleden tijd; de verteller kijkt terug op datgene wat gebeurd is Chronologie van de vertelling Het verloop in de tijd: chronologisch verloop; de vertelling volgt de geschiedenis achronologisch verloop flashforward = prolepsis; de vertelling geeft een blik in de (verre) toekomst van een verhaal te geven flashback = analepsis; de vertelling gaat tijdens een flashback terug in het verleden, vaak met het doel de situatie in het heden te verklaren of daar een bepaalde visie op te geven achronie Verteltempo verteltijd (de tijd van het sujet) is de tijd die nodig is om een verhaal of boek te lezen, of de tijd die een film in beslag neemt om het verhaal te vertellen. Het wordt uitgedrukt in uren, bladzijden, hoofdstukken, paragrafen, regels of woorden. vertelde tijd (de tijd van de fabel) is het tijdsverloop van de fabel in een verhaal. Het is de tijd in het verhaal waarover wordt verteld. epische tijd: vergelijking van de vertelde tijd en de verteltijd: tijdverdichting (summary, Raffung); er vindt panoramisch vertellen plaats. ellipsis; weglating van gebeurtenissen en de tijd waarin deze plaatsvonden. tijdverruiming (stretch, Dehnung), verteltijd groter is dan de vertelde tijd. Er vindt scenisch vertellen plaats. pauze: de voortgang van de tijd in de vertelling is gestopt. Begin en einde van een verhaal Het incipit is de openingszin of -passage van een verhaal. De vertelling van een verhaal kan op drie verschillende punten van dat verhaal beginnen (point of attack, het begin van het verhaal ten opzichte van het chronologische verloop): ab ovo (uit het ei, 'early point of attack'): de vertelling begint bij het begin. De schrijver voert de belangrijkste personages ten tonele en vertelt het een en ander over hen. In de narratologie wordt gesproken over het geven van de expositie, informatie over dat wat aan het verhaal voorafging, zodat de lezer of de kijker het vervolg van het verhaal kan begrijpen. in medias res (in het midden van de zaak): de vertelling start zonder duidelijke inleiding of sfeerschepping, terwijl de voorafgaande gebeurtenissen pas later (impliciet of expliciet) uit de doeken worden gedaan. Een vaak gebruikte techniek is het werken met flashbacks om de ontbrekende informatie te onthullen. in ultimas res (op het einde van de zaak, 'late point of attack') of post rem (na de zaak): de vertelling begint bij het einde van het verhaal. Ook hier wordt de techniek van de flashback vervolgens toegepast. De terminus is de laatste passage van een verhaal. Een verhaal kan op 2 manieren eindigen: met een gesloten einde (het tegengestelde van een open einde): de auteur geeft wel antwoord op de vragen die gedurende het verhaal worden gesteld. De lezer weet dus precies hoe het verhaal afloopt, of de protagonist zijn dramatisch doel heeft bereikt, en wat het aandeel was van ieder personage bij het tot stand komen van dit resultaat. met een open einde: de auteur geeft geen antwoord op de vragen die gedurende het verhaal de kop op steken. De lezer moet dus zelf invullen. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan indien de auteur weet of vermoedt dat de lezers/kijkers uiteenlopende verwachtingen hebben over hoe bepaalde situaties af zouden moeten lopen (bijvoorbeeld of twee personages wel of niet een serieuze relatie moeten krijgen), en bang is een deel van zijn doelpubliek teleur te stellen met zijn keuze van een einde. Een open einde kan ook worden toegepast om een mogelijk vervolg te kunnen schrijven. Motieven en thema's Bij het begrip motief in de narratologie gaat het om een gegeven (voorwerp, verschijnsel, gebeurtenis) dat meerdere malen in een verhaal terugkeert en een meer dan gewone (symbolische) betekenis heeft. In die zin onderscheidt men concrete en abstracte motieven. Isotopieën Bij het lezen van een verhaal krijgt de lezer aanhoudend informatie te verwerken. Al lezend in een verhaal is de lezer voortdurend bezig de informatie over de verhaalwereld, die hem successievelijk wordt aangeboden, te ordenen. Dergelijke clusters van betekenissen binnen een bepaalde passage of tekst worden isotopieën genoemd. Wat de lezer bij het lezen van het verhaal aan informatie tegenkomt, verwerkt hij grofweg volgens twee strategieën: identificatie en differentiatie. Identificeren is de verwerkingsstrategie van de lezer waarbij hij informatie signaleert die hetzelfde is als die welke hij reeds eerder gekregen heeft. Differentiëren is het herkennen van informatie die anders is dan die welke de lezer al gekregen heeft. De lezer identificeert en differentieert op verschillende niveaus: op het letterlijke niveau van de tekst, dat de handelingen (en de gebeurtenissen) beschrijft, en op het figuurlijke niveau van de tekst, dat aan die handeling een bepaalde betekenis geeft. Identificatie en differentiatie op het letterlijk niveau van het verhaal levert een patroon van concrete motieven op, identificatie en differentiatie op het figuurlijke niveau van het verhaal levert een patroon van abstracte motieven op. Concrete motieven Concrete motieven zijn direct gebaseerd op de isotopieën. Elk verhaal bevat handelingen en kent bijgevolg een groot aantal tekstplaatsen die betrekking hebben op de feitelijke gebeurtenissen die in de verhaalwerkelijkheid plaatsvinden. Al lezend ordent de lezer deze soort tekstplaatsen. (Wat is er gebeurd, wanneer, door wie?) De beschrijvingen van de handelingen en gebeurtenissen in een verhaal die om de een of andere reden bij elkaar horen, vormen een concrete motieflijn. Het patroon van concrete motieven in een verhaal wordt gevormd door het geheel van de concrete motieflijnen uit dat verhaal. Concrete motieven zijn de dragers van de abstracte motieven, op de wijze waarop bij beeldspraak het beeld de drager is van het vergelekene. Tot de groep motieven behoren de verhaalmotieven, de statische motieven en de leidmotieven: 'verhaalmotieven' hebben altijd een dynamisch karakter, omdat ze met ver vooruitgang en de voortstuwing van het verhaal verbonden zijn. Ze verschillen per verhaal. 'statische motieven' zijn verantwoordelijke voor het statische in het verhaal, dus meestal de sfeer en het 'klimaat'. als 'leidmotieven' kunnen in een verhaal soms opvallende stijl- en vormelementen gelden, die in steeds wisselende vorm voorkomen. Een voorbeeld van een leidmotief is de steen in het verhaal De aanslag van Harry Mulisch. In vrijwel ieder hoofdstuk komt de steen in een andere gedaante (dobbelsteen, straatsteen, kei, monument, grafzerk) terug. Abstracte motieven Abstracte motieven zijn weer terug te voeren op de concrete motieven. Ze komen voor als bepaalde verhaalgegevens en motieven een voor het hele verhaal relevante, maar minder concrete betekenis krijgen. Een abstract motief is de wijze waarop in een verhaal een gebeurtenis beschreven is, verleent soms een extra betekenis aan die gebeurtenis. De beschrijving zorgt ervoor dat die gebeurtenis een figuurlijke dimensie krijgt. De beschrijving van de concrete gebeurtenis gaat fungeren als beeld voor iets dat niet in de tekst staat: een figuurlijke betekenis van die gebeurtenis. In feite is hier dus sprake van beeldspraak. Tekstplaatsen in een verhaal waar ten aanzien van gebeurtenissen figuurlijke betekenissen ontstaan die om de een of andere reden bij elkaar horen en zo een zekere identiteit vertonen, vormen een abstracte motieflijn. Het patroon van abstracte motieven in een verhaal wordt gevormd door het geheel van de abstracte motieflijnen uit dat verhaal. Zowel bij de concrete als de abstracte motieven van een verhaal is het de lezer is die ze aanbrengt. Bij het aanwijzen van de concrete motieven in een verhaal ontstaat er doorgaans weinig verschil van mening, aangezien daarbij logische verbanden de doorslag geven. De concrete motieven uit een verhaal zijn daarom tamelijk objectief. Bij het aanwijzen van de abstracte motieven in een verhaal ligt dit al een stuk ingewikkelder, aangezien daarbij de subjectieve en a-logische verbanden van beeldspraak aan de orde kunnen zijn. Thema Thema, thematiek, hoofdmotief, grondmotief of kerngedachte is een algemene kenmerkende grondgedachte van een verhaal, dat, in tegenstelling tot het motief, in een tekst aanwezig kan zijn zonder een expliciete vermelding. Het thema is een formulering waarin alle abstracte motieven van een verhaal worden gevat. Het gaat hier om een formulering van een zodanig abstractieniveau dat zowel de letterlijke als de figuurlijke laag van het verhaal erin betrokken zijn. Motto Onder "motto" wordt een korte tekst verstaan die de bedoeling van het verhaal of onderdeel ervan weergeeft. Een motto of kenspreuk van een boek is een korte tekst, een citaat, een spreuk, een sententia of een klein stukje tekst dat niet bij het verhaal hoort, en dat meestal van een ander personage dan de verteller komt. Het gaat steeds vooraf aan een tekst en is daarvan duidelijk onderscheiden door plaats en wijze van afdrukken. Motto's hebben doorgaans een specifieke relatie met de tekst waar ze bij horen, bijvoorbeeld een ondersteuning of toespeling op de inhoud van de tekst die volgt. Motto's geven bovendien aan tot welke schrijverstraditie de gebruikers ervan wensen te behoren en ze verraden iets van de literatuuropvatting van de auteur. Maar daarnaast zou men het motto kunnen zien als een aanwijzing voor de lezer over de wijze waarop de erop volgende tekst gelezen dient te worden. Het belang van een motto is gewichtig, want het kan helpen bij de interpretatie van het verhaal. Er kunnen ook meerdere motto's aanwezig zijn. Verteltheorie Met de term verteltheorie wordt geduid op de structuuraspecten van een verhaal. De verteltechniek bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van een literair verhaal. Narratieve vertelinstantie Het begrip narratieve vertelinstantie ("narrative voices") gaat over het criterium of de verteller een deel uitmaakt van het verhaal als personage of niet: een homodiëgetische vertelinstantie is een personage, dat onderdeel is van het verhaal. Een dergelijk verhaal is vaak een ik-vertelling. De verteller is minstens een getuige, maar kan ook handelend optreden. Men spreekt van een autodiëgetische verteller als de protagonist en de verteller hetzelfde personage zijn. heterodiëgetische vertelinstantie, waar de verteller geen deel uitmaakt van het verhaal, er min of meer los van staat en alwetend is. Men kan onderscheid maken in de mate waarin een verteller naar zichzelf verwijst of juist in het geheel niet: Als er nergens in de tekst expliciet wordt verwezen naar de werkelijkheid van de verteller wordt dat niet gedramatiseerd genoemd. Een dergelijke verteller noemt hij zichzelf niet met het persoonlijk voornaamwoord "ik" of "wij". Een gedramatiseerde verteller verwijst openlijk naar zichzelf, zijn meningen of zijn waardeoordelen. Het kan een homodiëgetische of een heterodiëgetische verteller zijn. Wat uitgebreider staat het verschil tussen gedramatiseerd en niet-gedramatiseerd in onderstaande tabel: Focalisatie Met focalisatie wordt de relatie bedoeld tussen de gepresenteerde elementen en de visie van waaruit deze worden gepresenteerd, m.a.w. focalisatie maakt het onderscheid tussen wie ziet of wie neemt waar tegenover wie zegt. externe focalisator: is een focalisator die niet tot het verhaal behoort en dus ook de verteller is omdat de focus van waarneming dat van de verteller lijkt te zijn. interne focalisator, ook personage-focalisator: de focus van de waarneming is van een personage in het verhaal Tekstvorm De verhaaltekst bestaat uit verschillende tekstvormen: persoonstekst en vertellerstekst. Persoonstekst Persoonstekst is het geheel van de dialogen en monologen van een verhaal vormt de persoonstekst van dat verhaal. De persoonstekst uit een verhaal bestaat dus uit alles wat ik de tekst in de directe rede staat. De directe rede staat altijd in de 1e persoon enkelvoud (soms: 1e persoon meervoud) en in de o.t.t. Wat in een verhaal niet tot de persoonstekst hoort, is vertellerstekst. directe rede is de tekstvorm waarin dialogen en monologen staan. De dialogen en monologen uit de tekst van een verhaal vormen samen de persoonstekst. De persoonstekst staat in de 1e persoon enkelvoud en de basiswerkwoordstijd is de o.t.t. directe monologue intérieur kan voorkomen in een verhaal met een ik-vertelsituatie. Het is een tekstfragment van enige omvang (minimaal 2 à 3 zinnen) dat in de erlebte Rede (vrije indirecte rede) is gesteld. Erlebte Rede is een mengvorm van vertellerstekst en persoonstekst - in dit geval dus van de tekst van het vertellende ik en die van het belevende ik - , waarin in feite óver de gedachten van een personage wordt verteld, maar dan zo dat de suggestie ontstaat dat die gedachten dóór het personage zelf worden gepresenteerd. Men zegt ook wel dat erlebte Rede een tekstvorm is, die bij de lezer het effect teweegbrengt dat representatie van buitenaf en van binnenuit samenvallen.Tekst in erlebte Rede kan allerlei omvang hebben. Soms beslaat zij slechts een gedeelte van één zin, soms echter een hele bladzijde of zelfs meerdere bladzijden. Zodra een erlebte-Redefragment enige omvang aanneemt, spreken we van monologue intérieur: directe monologue intérieur (bij de ik-vertelsitiatie) en indirecte monologue intérieur (bij de personale vertelsituatie).Het komt voor dat een indirecte monologue intérieur uit een verhaal met een personale vertelsituatie (3e pers. enk.) zonder meer overgaat in een directe monologue intérieur (1e pers. enk.) om vervolgens weer terug te springen in de 3e persoon enkelvoud. Deze kunstgreep versterkt doorgaans het effet de réel van de indirecte monologue intérieur. Vertellerstekst Vertellerstekst is de verhaaltekst minus alle tekstgedeelten die in de directe rede staan (de dia- en monologen). De vertellerstekst van een verhaal is dus de verhaaltekst min de persoonstekst. De vertellerstekst van een verhaal bevat onder andere de tekstgedeelten die in de indirecte rede staan. Er bestaat hierop een uitzondering: In één geval komt er ook in de vertellerstekst directe rede voor, namelijk wanneer de gedramatiseerde auctoriale verteller in de auctoriale vertelsituatie zich rechtstreeks richt tot de fictieve lezer. In dat geval bezigt zo'n verteller immers ook de 1e persoon enkelvoud en de o.t.t. ("Ik verzeker u, o welwillende lezer, dat [...]") Indirecte rede: Indirecte monologue intérieur kan voorkomen in verhalen met een auctoriale of personale vertelsituatie. Het is een tekstfragment van enige omvang (minimaal 2 à 3 zinnen) dat in de erlebte Rede (vrije indirecte rede) is gesteld. Erlebte Rede (zie aldaar) is een mengvorm van vertellerstekst en persoonstekst, waarin in feite óver de gedachten van een personage wordt verteld, maar dan zo dat de suggestie ontstaat dat die gedachten dóór het personage zelf worden gepresenteerd. Men zegt ook wel dat erlebte Rede een tekstvorm is, die bij de lezer het effect teweegbrengt dat representatie van buitenaf en van binnenuit samenvallen.Tekst in erlebte Rede kan allerlei omvang hebben. Soms beslaat zij slechts een gedeelte van één zin, soms echter een hele bladzijde of zelfs meerdere bladzijden. Zodra een fragment in de erlebte Rede enige omvang aanneemt, spreken we van indirecte monologue intérieur.Het komt voor dat een indirecte monologue intérieur uit een verhaal met een personale vertelsituatie (3e pers. enk.) zonder meer overgaat in een directe monologue intérieur (1e pers. enk.) om vervolgens weer terug te springen in de 3e persoon enkelvoud. Deze kunstgreep versterkt doorgaans het effet de réel van de indirecte monologue intérieur. Tekstinterferentie Tekstinterferentie is de menging van vertellerstekst en persoonstekst. Erlebte Rede is een tekstvorm die vaak optreedt in verhalen met een personale vertelsituatie, maar die ook bij de andere twee vertelsituaties voor kan komen. Erlebte Rede (vrije indirecte rede) is tekstinterferentie tussen persoonstekst en vertellerstekst, wat wil zeggen dat het een tekstsoort is die een vermenging is van persoonstekst en vertellerstekst. Vrije indirecte rede is een stijlfiguur die het midden houdt tussen de directe en de indirecte rede, ofwel tussen een monoloog en een verslag van de beleving van iemand anders. Stream of consciousness is een tekstvorm die toegepast wordt bij fictie met de bedoeling een veelvoud aan indrukken weer te geven die zich aan het bewustzijn van een personage spontaan opdringen. Vertelperspectief Het vertelperspectief, vertelsituatie of vertelwijze wordt vaak ook het point of view (POV) genoemd: De auctoriële verteller is een alwetende verteller, die zelf niet aanwezig als personage is in het verhaal. Hij vertelt het verhaal over andere personages vanuit het standpunt van een buitenstaander, die alles weet over hun gedachten en motieven. De personele verteller is een niet-alwetende, niet-gedramatiseerde verteller, die geen toelichting of commentaar geeft, en een neutrale, niet opvallende eigen stem en stijl heeft. Ik-perspectief: "vertellend ik" (autobiografisch) of "belevend ik". als de ik-verteller het belangrijkste personage is in het verhaal gaat het om de ik-protagonist. als de verteller een minder belangrijk personage is gaat het om een ik-getuige. Een onbetrouwbare verteller spreekt niet de waarheid over het verhaal, maar vaak is dat verhuld. Het gaat om misleiding door de verteller of om gebrek aan kennis bij de verteller. Gedachten, gesprekken, gezichtspunten Weergave van gedachten, gesprekken en gezichtspunten interior monologue psychonarration vrije indirecte rede, vertelde monoloog Stijl en stijldifferentiatie Stijlperiode is een term uit de cultuurgeschiedenis ter aanduiding van een bepaalde periode door middel van de stijl die in dat tijdvak overheersend wordt geacht. Het beschrijft een op een bepaald ogenblik heersende werkwijze op stilistisch en thematisch gebied. Voorbeelden zijn romantiek, avant-garde, naturalisme en impressionisme. In de literatuurgeschiedenis geeft men doorgaans de voorkeur aan de ruimere term stroming bij het periodiseren (periodisering). Het kaderen van een verhaal of tekst in een dergelijk stijlkader, kan helpen tot het doorgronden van bepaalde handelingen van de personages, omdat ze op één of andere manier typerend zijn voor een bepaalde stroming. De stijl kan men bepalen door te letten op specifieke elementen zoals stijlfiguur, (opvallende) beeldspraak, zinsbouw, woordkeuze, citaten, concretisering van motieven, tijd- en plaatskeuze, voorstelling van de personages, beschrijving van details. De stijl is de manier waarop de auteur zich met zijn taal uitdrukt. Intertekstualiteit is het verschijnsel dat literaire teksten echo's bevatten van andere (literaire) teksten. Wij lezen en schrijven in een culturele, maatschappelijke en literaire traditie die in teksten is vastgelegd. Het gaat om de invloed die uitgaat van vroegere teksten en op welke manier daar creatief mee wordt omgegaan. Spanning In vele verhalen is er ook een vorm van spanning aanwezig. Er zijn algemeen drie soorten spanning: Inhoudelijke spanning: dit is spanning in verband met de inhoud en de afloop van het verhaal. Het doel van deze spanning is om de lezer nieuwsgierig te maken en hem tot het einde vast te houden in het verhaal. Inhoudelijke spanning mondt uit in de climax. Emotionele spanning: de lezer heeft meer kennis dan het/de personage(s) en is min of meer geneigd ze te waarschuwen. Intellectuele spanning: de lezer voelt dat hij minder weet dan het personage en heeft dus een kennisachterstand. Dit is steeds het geval als het verhaal in medias res begint. Genres Bij het categoriseren van literatuur binnen bepaalde genres toetst men de structurele elementen die gebruikt worden om een verhaal te vertellen. Als deze elementen steeds opnieuw terugkomen in een verhaal, spreekt men van een genre. Het literaire genre waar een verhaal bij hoort is een bepaald type creatief product. In het algemeen wordt een onderverdeling gemaakt tussen de 2 hoofdtypen fictie en non-fictie, en daarbinnen weer verschillende hoofdgenres. Fictie Fictie bevat een verhaal dat zich niet in de realiteit afgespeeld heeft, maar voortkomt uit de fantasie van de auteur (of diens bronnen). Tot de fictie worden gerekend uitgevoerde en opgevoerde verhalen, proza, verhalende poëzie en scripts, Binnen de hoofdgenres bestaan nog verschillende subgenres, zoals western, detective, sciencefiction. Non-fictie Tot de non-fictie worden gerekend de teksten en verhalen die zich in de realiteit afgespeeld hebben, en niet voortkomen uit de fantasie van de auteur. Het gaat om informatieve teksten, betogende teksten, persoonlijke teksten en de dialogerende teksten. Stroming en stijlperiode De stijlperiode is een term uit de cultuurgeschiedenis ter aanduiding van een bepaalde periode door middel van de stijl die in dat tijdvak overheersend wordt geacht. Het beschrijft een op een bepaald ogenblik heersende werkwijze op stilistisch en thematisch gebied. Voorbeelden zijn romantiek, avant-garde, naturalisme en impressionisme. In de literatuurgeschiedenis geeft men doorgaans de voorkeur aan de ruimere term stroming bij het periodiseren (periodisering). Het kaderen van een verhaal of tekst in een dergelijk stijlkader, kan helpen tot het doorgronden van bepaalde handelingen van de personages, omdat ze op één of andere manier typerend zijn voor een bepaalde stroming. Voor stroming en stijlperiode zie onder andere: Toepasbaarheid en kritiek De structuralistische tekstbenadering die de narratologie met zich meebracht ontmoette vanaf het begin kritiek op diverse niveaus. Barthes kreeg het verwijt dat hij het werk van de klassieken tot tekensysteem reduceerde. Maar ook is gesteld dat deze analyse veel te schematisch is: er blijven alleen abstracte elementen over, waardoor individuele kenmerken van afzonderlijke werken niet langer voor de kritiek toegankelijk zouden zijn. In de tekstgerichte literatuurbenadering wordt tekst gezien als een object met structuur van zinvol samenhangende elementen waarvan door structuuranalyse de betekenis en samenhang achterhaald kan worden. Deze opvatting en de bijbehorende methoden zouden bij de postmoderne literatuur niet meer toepasbaar zijn, omdat in de postmoderne literatuur de auteurs zich niet veel aantrekken van de narratologische onderscheidingen, of deze zelfs bewust doorbreken. Van Boven en Dorleijn zijn echter van mening dat de narratologische "aanpak voldoende ruimte aan tekst en lezer biedt om literaire teksten, ook de meest recente, volgens de huidige inzichten te analyseren en interpreteren", omdat teksten die "de traditionele onderscheidingen en het concept van de literaire tekst als eenheid doorkruisen en ondermijnen" pas na kennis te hebben genomen van de narratologische concepten begrepen kunnen worden. Karel van het Reve was in Nederland een bekende criticus van de narratologie. In de Huizinga-lezing van 1978 had hij kritiek op deze theorie en meer in het algemeen over de literatuurwetenschap, die in zijn ogen enorme pretenties paarde aan uiterst schamele resultaten. Zie ook Tekstanalyse Tekstlinguïstiek Antropologie Taalkunde Tekstanalyse Literatuurkritiek
Roman Jakobson (1896 - 1982) was een van de grondleggers van de moderne taalkunde. Hij heeft een voorname rol gespeeld in het Russisch formalisme. Volgens Jakobson moet er aan drie voorwaarden worden voldaan opdat een uitgezonden bericht (boodschap) doeltreffend zal zijn: het bericht moet context hebben waarnaar verwezen kan worden en die begrijpelijk is voor de ontvanger; het bericht moet een code gebruiken die volledig of gedeeltelijk gemeenschappelijk is bij de zender en de ontvanger; er moet een contactkanaal te beschikbaar zijn dat zender en ontvanger in staat stelt om in communicatie te treden.
1
contactkanaal, toegangspunt, klantinterface
11,627
PhotographAction
1256415
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koos%20Breukel
Koos Breukel
Koos Breukel (Den Haag, 24 november 1962) is een Nederlandse portretfotograaf. Hij werkt en woont in Amsterdam. Levensloop In 1978, op zestienjarige leeftijd, kreeg Breukel zijn eerste fotocamera van zijn moeder. In het begin fotografeerde hij vooral landschappen. Van 1982 tot 1986 studeerde hij aan de School voor Fotografie en Fotonica in Den Haag. Na zijn studie ging hij werken als freelance fotograaf in Amsterdam en specialiseerde zich in portretfotografie. Zijn foto's verschenen regelmatig in tijdschriften, waaronder Quote en Oor. Sinds 1999 werkt hij bijna volledig autonoom; Breukel maakt momenteel series in opdracht van musea en galeries. Van 1992 tot 2003 was Koos Breukel docent fotografie aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. In september 2007 maakte hij in opdracht van Maandblad M (van NRC Handelsblad) een serie foto's van de schrijver-kunstenaar Jan Wolkers. De foto's tonen een broze Wolkers; een maand later overleed hij. Koos Breukel maakte de eerste staatsiefoto's van Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima, gepubliceerd in april 2013. Breukel wordt gerepresenteerd door Van Zoetendaal Collections in Amsterdam. Werk (selectie) Geboorte, leven, ziekte en dood zijn belangrijke thema's in de portretten van Koos Breukel. Zo maakte hij een aantal series foto's van ernstig zieke vrienden, tot vlak voor hun dood: van schrijver Michael Matthews die in 1996 overleed (aan hem werd het boek Hyde gewijd) en van bevriend fotograaf Eric Hamelink, overleden in 1998. Tentoonstellingen (selectie) De eerste solotentoonstelling van Koos Breukel vond plaats bij galerie Sign in Groningen, tijdens het Noorderlichtfestival in 1991. 1991 - Noorderlicht, Galerie Sign, Groningen 2013 - Fotomuseum Den Haag Bergen Kunstmuseum, Noorwegen Kunsthal, Rotterdam Museum De Hallen, Haarlem Nederlands Foto Instituut, Rotterdam Pori Art Museum, Finland, Publicaties (selectie) Koos Breukel en Michael Matthews (1994): The Wretched Skin, De Verbeelding, Amsterdam, ISBN 978-9090076232 Koos Breukel en Michael Matthews (1997): Hyde, Van Zoetendaal, Amsterdam, ISBN 90-75574-03-7 Koos Breukel (2001): Photo Studio Koos Breukel, Van Zoetendaal, Amsterdam, ISBN 90-75574-185 Koos Breukel (2006): Cosmetic View, Van Zoetendaal, Amsterdam, ISBN 90-75574-0-02 Prijzen (selectie) 1994: Aanmoedigingsprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst 1996: prijs De Best Verzorgde Boeken voor de publicatie Hyde 2001: prijs De Best Verzorgde Boeken voor de publicatie ''Photo Studio Koos Breukel' Werk in openbare collecties (selectie) Nederlands Fotomuseum, Rotterdam Rijksmuseum Amsterdam Externe links Koos Breukel - officiële website Profiel van Koos Breukel bij Foam Profiel van Koos Breukel bij fotografen.nl Videoportret van Koos Breukel uit 2013 Nederlands fotograaf
Levensloop In 1978, op zestienjarige leeftijd, kreeg Breukel zijn eerste fotocamera van zijn moeder. In het begin fotografeerde hij vooral landschappen. Van 1982 tot 1986 studeerde hij aan de School voor Fotografie en Fotonica in Den Haag.
2
fotograferen, fotografie, camera
416
PublicationVolume
1408529
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nationaal%20Biografisch%20Woordenboek
Nationaal Biografisch Woordenboek
Het Nationaal Biografisch Woordenboek (afgekort NBW) is een biografisch naslagwerk uitgegeven door de drie Vlaamse Academieën: de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten die de redactie voor haar rekening neemt, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België. In het woordenboek zijn de biografieën van overleden bekende (en minder bekende maar wel vermeldenswaardige) Belgen en personen die leefden op het grondgebied van het huidige België opgenomen. Ontstaan Leden van de pas opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Kunsten vonden in 1938 dat de toenmalige Franstalige Biographie Nationale, die sinds 1866 door de officieel tweetalige Académie royale de Belgique werd uitgegeven, veel te weinig aandacht besteedde aan personen uit het Vlaamse landsgedeelte. Er werd besloten om deze leemte op te vullen door de uitgave van een Nederlandstalig Nationaal Biografisch Woordenboek als tegenhanger van de Franstalige Biographie Nationale. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor een aanzienlijke vertraging in deze plannen. In 1952 werd opnieuw een voorstel geformuleerd door de Koninklijke Vlaamse Academie waarbij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de Koninklijke Academie voor Geneeskunde werden uitgenodigd om deel te nemen aan het project. Het duurde nog tot in 1961 vooraleer de nodige kredieten werden toegekend en het Nationaal Biografisch Woordenboek van start kon gaan. Onmiddellijk werden lijsten opgesteld met personen die dienden vermeld te worden in het naslagwerk en vanaf 1962 werden de auteurs geselecteerd om de biografieën te schrijven. In 1964 verscheen het eerste boekdeel van het NBW. Uitgaven Tot in 1992 verscheen er gemiddeld om de twee jaar een boekdeel. De volgende acht jaar tot aan de eeuwwisseling verscheen er nog slechts één boekdeel, namelijk in 1996 en werd er daarna een periode van beraad ingelast. Het Nationaal Biografisch Woordenboek werd nog steeds geschreven volgens het concept van de Biographie Nationale. De Franstalige Academie had de Biographie Nationale reeds tien jaar eerder in 1986 stopgezet en was in 1988 begonnen met de uitgave van de Nouvelle Biographie Nationale volgens een nieuw concept, zowel op inhoudelijk als op stilistisch gebied. Na rijp beraad werd beslist om ook het Nationaal Biografisch Woordenboek voort te zetten zij het in een modernere en aangepaste vorm. In 2002 verscheen het volgende boekdeel en vanaf dan was het terug de betrachting om gemiddeld om de twee jaar een boekdeel te laten verschijnen. Boekdeel 20 verscheen in december 2011 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Nationaal Biografisch Woordenboek. In november 2016 verscheen deel 22. In de volgende jaren verschenen de delen 23, 24 en 25. De delen 1 tot en met 10 zijn sinds 2009 eveneens online raadpleegbaar. VIGES Om het Nationaal Biografisch Woordenboek een steviger structuur te geven en te wapenen voor de toekomst werd in 2007 door de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) het Vlaams Instituut voor Geschiedenis (VIGES) opgericht. De organisatie stond onder leiding van historica Els Witte en had als opdracht om het Nationaal Biografisch Woordenboek verder uit te bouwen. Het VIGES nam eveneens de redactie van het woordenboek voor zijn rekening. Op 31 december 2012 werd het VIGES echter ontbonden waardoor de redactie van het Nationaal Biografisch Woordenboek opnieuw onder de vleugels van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen en Kunsten terecht kwam. Externe links Digitale versie van de eerste tien delen van het NBW Namenindex van de eerste 21 delen van het NBW Naslagwerk Biografie
Uitgaven Tot in 1992 verscheen er gemiddeld om de twee jaar een boekdeel. De volgende acht jaar tot aan de eeuwwisseling verscheen er nog slechts één boekdeel, namelijk in 1996 en werd er daarna een periode van beraad ingelast. Het Nationaal Biografisch Woordenboek werd nog steeds geschreven volgens het concept van de Biographie Nationale. De Franstalige Academie had de Biographie Nationale reeds tien jaar eerder in 1986 stopgezet en was in 1988 begonnen met de uitgave van de Nouvelle Biographie Nationale volgens een nieuw concept, zowel op inhoudelijk als op stilistisch gebied.
2
publicatievolume, tijdschriftdeel, boekdeel
7,360
Seat
2179385
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kreuzkirche%20%28Dresden%29
Kreuzkirche (Dresden)
De Kreuzkirche in Dresden is gelegen aan de Altmarkt. Samen met de Dom van Meißen is de kerk zetel van de bisschop van de Lutherse kerk van Saksen. Met meer dan 3000 zitplaatsen is het de grootste kerk in Saksen. De kerk bestaat uit een centrale ruimte met twee galerijen. De portalen aan de zijden bestaan uit driekwartzuilen met composiete kapitelen die een driehoekig fronton dragen. De toren van de kerk is 94 meter hoog. Het is een vereenvoudigde versie in classicistische stijl van de barokke toren van de Hofkirche in Dresden. Het uitkijkplatform op 54 meter hoogte is te bereiken via een trap met 256 treden. De klok kreeg in 1930 een nieuwe wijzerplaat met een diameter van drie meter. De kerkzaal bestaat uit een vierkant met aansluitend een halfrond koor. De vierkante plattegrond wordt door zes pilaren verdeeld in een ovale hoofdbeuk en twee kleinere zijbeuken. In de zijbeuken zijn twee galerijen boven elkaar gebouwd. In het middenschip staan tegenover elkaar het orgel en het altaar. De door Schmidt ontworpen plattegrond lijkt op die van de Dresdener Annakerk. Het altaarstuk uit 1900 is gemaakt door Anton Dietrich. Het doorstond het bombardement van Dresden in 1945. Er zijn ook verschillende grafstenen in de kerk, zoals de grafsteen van Elizabeth von Haugwitz (overleden 1631) door Sebastian Walther. Sinds 1998 bevindt zich in het schip naast de Heinrich-Schütz-kapel de Ecce Homo van het graf van Giovanni Maria Nosseni uit 1616. Diverse bronzen grafplaten uit de 17de eeuw zijn afkomstig uit de kerk van St. Sophia, en zijn aangebracht in de trappenhuizen naar de galerijen. In de kerk werd in 1963 een orgel van de orgelmaker Jehmlich uit Dresden geïnstalleerd dat het in 1945 verwoeste orgel verving. Het is het grootste kerkorgel in Dresden. De organist van de kerk staat bekend als de Kreuzorganist, die naast de begeleiding van het koor, de vespers en andere diensten ook als taak heeft zelf concerten te geven. Beroemde Kreuzorganisten waren Herbert Collum en Michael Winkler-Christ. De huidige organist is Holger Gehring die in november 2004 Martin Schmeding opvolgde. Externe links Kreuzkirche Kreuzkirche Kerkgebouw in Dresden Luthers kerkgebouw in Duitsland
De Kreuzkirche in Dresden is gelegen aan de Altmarkt. Samen met de Dom van Meißen is de kerk zetel van de bisschop van de Lutherse kerk van Saksen. Met meer dan 3000 zitplaatsen is het de grootste kerk in Saksen.
1
stoel, zitplaats, gereserveerde zitplaats
11,061
Report
3814
https://nl.wikipedia.org/wiki/Taxonomie
Taxonomie
Taxonomie (Grieks: táxis ordening, schikking en nómos gebruik, wet) is, in wetenschappelijk en technologisch verband, het indelen van individuen of objecten in groepen (taxa, enkelvoud taxon). Taxonomie is hiermee een vorm van classificatie. Taxonomie verwijst naar zowel de gehanteerde methodologie van de indeling als naar de hiërarchische ordening die hiervan het resultaat is. De taxonomie is van oorsprong de vakwetenschap binnen de biologie, die soorten organismen ordent (classificeert) op grond van hun evolutionaire verwantschap. Inmiddels wordt het begrip taxonomie, bij uitbreiding, ook voor andere, formele classificatiesystemen gebruikt. Opbouw van het systeem Een taxonomie is een systematische ordening op basis van óf a priori (vooraf gestelde) óf a posteriori (achteraf gestelde) criteria. Taxonomieën worden aangepast naargelang er nieuwe waarnemingen of ontdekkingen (in de biologie bijvoorbeeld van nieuwe soorten organismen) optreden. Op fundamenteler niveau kunnen, als gevolg van hierdoor nieuw gevormde inzichten, ook de indelingsprincipes gewijzigd worden. Biologie De biologische taxonomie houdt zich bezig met het vinden, beschrijven, benoemen en indelen van organismen. Taxonomie is een deelwetenschap van de (bio)systematiek, die de diversiteit en de verwantschap van de talloze soorten organismen vanuit de evolutie onderzoekt. Een beoefenaar van de taxonomie wordt taxonoom genoemd. De taxonoom probeert op grond van de in de taxonomie gangbare criteria planten, dieren en alle andere organismes in te delen. Tegenwoordig gebeurt het indelen veelal op basis van verwantschappen en gemeenschappelijke afstamming, waarbij cladistische analysemethoden gebruikt worden. De syntaxonomie van vegetaties houdt zich bezig met het indelen van plantengemeenschappen (fytocoenoses). Hierbij is niet de gemeenschappelijke afstamming het indelingscriterium, maar de overeenstemming in de soortsamenstelling en structuur van de vegetatie. Taxonomie in de technologie In de informatica ontstaat meer en meer de behoefte te komen tot een gemeenschappelijke terminologie in systemen en databases, onder andere ten behoeve van de integratie van gegevens uit verschillende systemen en ten behoeve van de eenduidige uitwisseling van productgegevens, zoals in e-business systemen en kennisgestuurde ontwerpen. Daartoe wordt gebruikgemaakt van gestandaardiseerde definities van begrippen, waarbij de begrippen in een subtype-supertype hiërarchie of taxonomie gerangschikt worden. Deze structuur heeft onder andere als groot voordeel dat eigenschappen van supertypen geërfd worden door de subtypen. Een voorbeeld van zo'n subtype-supertype hiërarchie van begrippen is het elektronische Gellish Nederlands Taxonomisch Woordenboek, waarvan tevens een uitgebreidere Engelse variant beschikbaar is. Taxonomie in de financiële verslaggeving Voor de verslaggeving door bedrijven aan instanties zoals Belastingdienst, Kamer van Koophandel en CBS is een taxonomie ontwikkeld waarmee de financiële en economische gegevens in een bepaalde vaste vorm en structuur elektronisch kan worden aangeboden. Deze taxonomie die gebruikmaakt van XBRL heet de Nederlandse Taxonomie, deze vormt de basis van diverse modellen uit het Standard Business Reporting Programma SBR. Vanaf 2014 wordt aanlevering van aangiften vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, omzetbelasting, publicatiejaarrekeningen fasegewijs verplicht. Voor aanlevering van financiële gegevens aan banken wordt een speciale bankenrapportage gemaakt die eveneens is gebaseerd op de Nederlandse Taxonomie. Computergestuurde taxonomieën Binnen de vakgebieden informatica en kunstmatige intelligentie wordt getracht een machine door clusteranalyse automatisch een taxonomie of classificatiesysteem te laten maken van een verzameling objecten (dingen, entiteiten of individuen) op grond van hun kenmerken (eigenschappen, attributen). Een voorbeeld is het automatisch laten classificeren van een groep documenten, voor bijvoorbeeld digitale bibliotheken. In dit vakgebied wordt een onderscheid gemaakt tussen een taxonomie en een typologie. Het verschil zit vooral in de manier waarop de indeling tot stand komt (in de informatica: het classificatie-algoritme). Bij een taxonomie gaat men uit van een groep voorbeeld-objecten die men probeert te verdelen. Vervolgens wordt bekeken wat de karakteristieken van de objecten in een groep zijn, en op deze manier krijgt de taxonomie gestalte. Bij een typologie begint men vanuit het concept. Men bedenkt welke onderscheidende eigenschappen eventuele objecten normaliter zouden kunnen bezitten, en gaat vervolgens de daadwerkelijke objecten volgens deze regels indelen. Taxonomieën komen empirisch (inductief) tot stand, en typologieën conceptueel (deductief). Zie ook Taxonomie van Bloom over de leerdoelen in het onderwijs Taxonomie van Romiszowski Chemotaxonomie Typologie Classificatiesysteem Formele wetenschap
Taxonomie in de financiële verslaggeving Voor de verslaggeving door bedrijven aan instanties zoals Belastingdienst, Kamer van Koophandel en CBS is een taxonomie ontwikkeld waarmee de financiële en economische gegevens in een bepaalde vaste vorm en structuur elektronisch kan worden aangeboden. Deze taxonomie die gebruikmaakt van XBRL heet de Nederlandse Taxonomie, deze vormt de basis van diverse modellen uit het Standard Business Reporting Programma SBR. Vanaf 2014 wordt aanlevering van aangiften vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, omzetbelasting, publicatiejaarrekeningen fasegewijs verplicht. Voor aanlevering van financiële gegevens aan banken wordt een speciale bankenrapportage gemaakt die eveneens is gebaseerd op de Nederlandse Taxonomie.
4
rapport, verslag, rapportage
11,476
Hotel
2311396
https://nl.wikipedia.org/wiki/Evangelisch-Lutherse%20Kerk%20%28Arnhem%29
Evangelisch-Lutherse Kerk (Arnhem)
De Evangelisch-Lutherse Kerk was een kerk in de Nederlandse stad Arnhem waar gelovigen van de evangelisch-lutherse gemeente samenkwamen. De kerk is gebouwd rond 1898 naar ontwerp van architect A.R. Freem en nam de vieringen over van de vorige kerk, de Lutherse Kerk aan de Korenmarkt. Het gebouw is in neogotische stijl gebouwd en uitgevoerd als een zaalkerk. Het koor van kerk is gericht naar het koor van de nabijgelegen Sint-Martinuskerk. De kerk is een rijksmonument. In 2017 werd de kerk uit haar functie ontheven en verkocht. Reden was de kerkgemeenschap het onderhoud van de kerk niet meer kon betalen. Het aanwezige orgel van Van Vulpen werd aan een klooster in Vilnius verkocht. De gemeenschap gaat verder kerken bij de Sint-Willibrorduskerk van de oudkatholieken. Sinds 2018 is in het kerkgebouw een hotel-restaurant gevestigd. Zie ook Lutherse Kerk (Arnhem) Kerkgebouw in Arnhem Luthers kerkgebouw in Nederland Rijksmonument in Arnhem Neogotisch kerkgebouw in Nederland
In 2017 werd de kerk uit haar functie ontheven en verkocht. Reden was de kerkgemeenschap het onderhoud van de kerk niet meer kon betalen. Het aanwezige orgel van Van Vulpen werd aan een klooster in Vilnius verkocht. De gemeenschap gaat verder kerken bij de Sint-Willibrorduskerk van de oudkatholieken. Sinds 2018 is in het kerkgebouw een hotel-restaurant gevestigd.
1
hotel, accommodatie, verblijf
310
MediaGallery
1959328
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20beelden%20in%20Amersfoort-noord%2C%20Hoogland%20en%20Hooglanderveen
Lijst van beelden in Amersfoort-noord, Hoogland en Hooglanderveen
De lijst van beelden in Amersfoort-noord, Hoogland en Hooglanderveen is onderdeel van een serie van lijsten van beelden in Nederlandse gemeente Amersfoort. Dit deel bevat de beelden in de dorpen Hoogland en Hooglanderveen en de wijken en buurten Buitengebied West, Schothorst, Stadspark Schothorst, Zielhorst, Kattenbroek, Valleipoort (incl. De Hoef en De Brand), Nieuwland, Calveen en Vathorst. Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken. Voor een volledig overzicht van de beschikbare afbeeldingen zie de categorie Beelden in Amersfoort-noord op Wikimedia Commons. Amersfoort
Voor een volledig overzicht van de beschikbare afbeeldingen zie de categorie Beelden in Amersfoort-noord op Wikimedia Commons.
1
mediagalerij, multimedia, afbeeldingen
856
ItemList
1834553
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20burgemeesters%20van%20Grijpskerk
Lijst van burgemeesters van Grijpskerk
Dit is een lijst van burgemeesters van de voormalige Nederlandse gemeente Grijpskerk in de provincie Groningen, die bestond van 1811 tot 1990 en sindsdien opgegaan is in de gemeente Zuidhorn. Grijpskerk
Dit is een lijst van burgemeesters van de voormalige Nederlandse gemeente Grijpskerk in de provincie Groningen, die bestond van 1811 tot 1990 en sindsdien opgegaan is in de gemeente Zuidhorn.
1
lijst, ranglijst, items
7,101
GeneralContractor
1943674
https://nl.wikipedia.org/wiki/Christianus%20Petrus%20Wilhelmus%20Dessing
Christianus Petrus Wilhelmus Dessing
Christianus Petrus Wilhelmus Dessing (Naaldwijk, 17 februari 1844 - Gouda, 27 september 1913) was een Nederlandse architect en aannemer. Leven en werk Dessing werd in 1844 in Naaldwijk geboren als zoon van Petrus Dessing en Gerarda Willemse 't Hoen. Hij trouwde in april 1876 te Naaldwijk met Catharina Maria Wennekers. Na zijn huwelijk vestigde hij zich in juni 1876 in Gouda. Hij was aanvankelijk timmerman en aannemer, maar ontwikkelde zich tot architect van vooral rooms-katholieke kerkelijke gebouwen. In Gouda werd hij bekend als de architect van de Sint-Jozefkerk op de Hoge Gouwe, ook wel de Gouwekerk genoemd. Hij was ook de architect van de pastorie van deze kerk en van het parochiehuis aan de Westhaven te Gouda. Ook buiten Gouda bouwde hij rooms-katholieke kerken met name in het toenmalige bisdom Haarlem, onder meer in Halfweg, Heerhugowaard, Rotterdam, Woerden en Zoeterwoude. Voor Amsterdam ontwierp hij de Vincentius a Paulokerk (gesloopt in 1989) met bijbehorende meisjes- en jongensschool (beide gemeentelijk monument). Naast zijn werk als aannemer-architect was Dessing politiek actief; hij maakte van 1894 tot zijn overlijden in 1913, met een korte onderbreking in 1907 vanwege het niet indienen van een kandidatenlijst, deel uit van de gemeenteraad van Gouda. Hij overleed in september 1913 te Gouda op 69-jarige leeftijd. Gouwekerk De bouw van de Gouwekerk in Gouda staat in zekere zin symbool voor de emancipatie van de rooms-katholieke bevolkingsgroep in Gouda. Na een periode van meer dan 200 jaar van schuilkerken brak een periode aan dat de rooms-katholieke kerk weer zichtbaar werd in het stadsbeeld. Al in 1877 werden de huizen voor de oude kerk aan de Hoge Gouwe afgebroken. Zo'n tien jaar later bouwde Dessing op een perceel naast de kerk een pastorie in neorenaissancestijl. In de jaren 1902 tot 1904 bouwde Dessing op de plaats van de oude kerk een nieuwe neogotische kerk. De Gouwekerk (Sint-Jozefkerk) steekt met zijn 80 meter hoge toren uit boven de toren van de Sint-Janskerk, die na de reformatie in handen was gekomen van de hervormden in Gouda. Bouwwerken Nederlands architect
Leven en werk Dessing werd in 1844 in Naaldwijk geboren als zoon van Petrus Dessing en Gerarda Willemse 't Hoen. Hij trouwde in april 1876 te Naaldwijk met Catharina Maria Wennekers. Na zijn huwelijk vestigde hij zich in juni 1876 in Gouda. Hij was aanvankelijk timmerman en aannemer, maar ontwikkelde zich tot architect van vooral rooms-katholieke kerkelijke gebouwen. In Gouda werd hij bekend als de architect van de Sint-Jozefkerk op de Hoge Gouwe, ook wel de Gouwekerk genoemd. Hij was ook de architect van de pastorie van deze kerk en van het parochiehuis aan de Westhaven te Gouda. Ook buiten Gouda bouwde hij rooms-katholieke kerken met name in het toenmalige bisdom Haarlem, onder meer in Halfweg, Heerhugowaard, Rotterdam, Woerden en Zoeterwoude. Voor Amsterdam ontwierp hij de Vincentius a Paulokerk (gesloopt in 1989) met bijbehorende meisjes- en jongensschool (beide gemeentelijk monument). Naast zijn werk als aannemer-architect was Dessing politiek actief; hij maakte van 1894 tot zijn overlijden in 1913, met een korte onderbreking in 1907 vanwege het niet indienen van een kandidatenlijst, deel uit van de gemeenteraad van Gouda. Hij overleed in september 1913 te Gouda op 69-jarige leeftijd.
2
aannemer, bouwbedrijf, hoofdaannemer
2,123
PlayAction
1594772
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bassie%20en%20Adriaan%20in%20het%20theater
Bassie en Adriaan in het theater
Bassie en Adriaan in het theater is een driedelige direct-naar-videoserie van het Nederlandse duo Bassie en Adriaan. Het is een registratie van De Bassie en Adriaan Lachspektakelshow waarmee het duo tussen 1990 en 2003 optrad. Live! (8 oktober 2002) 25 jaar theater (4 november 2003) De Lachspektakelshow (15 maart 2005) Achtergrond De oorspronkelijke opname begon in april 1999, maar Bas van Toor kwam tijdens de eerste opnames ongelukkig ten val waardoor hij vier ribben kneusde en een rib brak. Deze beelden zijn te zien in een uitzending van Laat ze maar lachen uit 2000 waarin het duo te gast was. De serie zou pas uitkomen nadat het duo aankondigde te stoppen met optreden. Het is de laatste grote productie geproduceerd door de broers Van Toor. In 2009 werd de reeks voor het eerst uitgezonden op Pebble TV. Acteurs Bas van Toor - Bassie Aad van Toor - Adriaan Evert van den Bos - Toneelmeester Martijn Passchier - Toneelmeester Overzicht Live Opening Ga je mee naar het circus? Bassie als goochelaar 1 Neef's dierentuin De prins en de kikker Bakkerslied Rustig, rustig Bassie en Adriaan vangen de Plaaggeest 25 jaar theater Opening Medley uit grootmoederstijd 1 Hoorspel Bassie als goochelaar 2 Gefeliciteerd Adriaan als scherpschutter De lachspektakelshow Spoken bestaan niet Adriaan gehypnotiseerd Medley uit grootmoederstijd 2 Glas met appelsap Adriaan tovert een taart (Alles is voor Bassie) Filmopname Trivia In 1990 werd er al een registratie (compilatie) van een voorstelling van de Lachspektakelshow uitgezonden op Kindernet. Bassie en Adriaan
De serie zou pas uitkomen nadat het duo aankondigde te stoppen met optreden. Het is de laatste grote productie geproduceerd door de broers Van Toor. In 2009 werd de reeks voor het eerst uitgezonden op Pebble TV.
1
spelen, recreatie, optreden
11,329
CollegeOrUniversity
797097
https://nl.wikipedia.org/wiki/D.Z.%20Euros
D.Z. Euros
De Drienerlose Zeilvereniging Euros (D.Z. Euros) is een studentenzeilvereniging uit Enschede en is verbonden aan de Universiteit Twente. Begin jaren zestig werd de Technische Hogeschool Twente opgericht op het landgoed Drienerlo. Op 2 september 1964 werd de Drienerlose Watersport Vereniging Euros opgericht. In de loop van de jaren is de vereniging flink gegroeid. Al in 1966 werd er een bootsman door Lichamelijke Vorming & Sport (LV&S) aangesteld, maar in 1969 viel de vereniging uit elkaar en werd zij opgesplitst in een kano-, roei- en zeilvereniging, ieder met een eigen bestuur en eigen financiële verantwoordelijkheid. Euros zetelt op het Universitair Watersportcomplex, aan het Twentekanaal nabij de Lonnekerbrug in Enschede. Verbonden verenigingen D.Z. Euros is aangesloten bij VNSZ Nestor, de koepelorganisatie van studentenzeilverenigingen. Sinds 1989 heeft D.Z. Euros een oud-ledenvereniging, Eos genaamd. In de Griekse mythologie is Eos de moeder van Euros, de god van de oostenwind. In Enschede zijn drie studentenwatersportverenigingen die Euros heten. Allen maken ze gebruik van hetzelfde watersportcomplex aan het Twentekanaal. De andere zijn: D.K.V. Euros, de kanovereniging van de UT; D.R.V. Euros, de roeivereniging van de UT. Externe link Website D.Z. Euros Voetnoten Nederlandse zeilvereniging Studentensportvereniging in Enschede
De Drienerlose Zeilvereniging Euros (D.Z. Euros) is een studentenzeilvereniging uit Enschede en is verbonden aan de Universiteit Twente.
1
hogeschool, universiteit, hogeronderwijsinstelling
4,653
ConsumeAction
4423365
https://nl.wikipedia.org/wiki/Prasad
Prasad
Prasad (Sanskriet: prasāda) is in het hindoeïsme en sikhisme voedsel of drinken dat in een tempel wordt uitgedeeld aan gelovigen. Gewoonlijk wordt prasad eerst ritueel gewijd en aan de godheid die in de tempel wordt aanbeden aangeboden om daarna te worden uitgedeeld aan gelovigen ("bhakta's") die de god komen aanbidden ("puja"). Een deel van de prasad wordt verondersteld ritueel geconsumeerd te zijn door de godheid, waardoor het de goddelijke essentie is gaan bevatten. Door prasad te consumeren geloven hindoes en sikhs goddelijke zegening tot zich te nemen. Hindoeïsme Sikhisme
Prasad (Sanskriet: prasāda) is in het hindoeïsme en sikhisme voedsel of drinken dat in een tempel wordt uitgedeeld aan gelovigen. Gewoonlijk wordt prasad eerst ritueel gewijd en aan de godheid die in de tempel wordt aanbeden aangeboden om daarna te worden uitgedeeld aan gelovigen ("bhakta's") die de god komen aanbidden ("puja"). Een deel van de prasad wordt verondersteld ritueel geconsumeerd te zijn door de godheid, waardoor het de goddelijke essentie is gaan bevatten. Door prasad te consumeren geloven hindoes en sikhs goddelijke zegening tot zich te nemen.
1
consumeren, informatie-inname, voedselinname
11,363
DataDownload
43184
https://nl.wikipedia.org/wiki/Creative%20Commons
Creative Commons
Creative Commons (CC) is een oorspronkelijk Amerikaans project voor het bevorderen van open inhoud. Het heeft als doel om creatieve werken vrijer beschikbaar te stellen dan bij traditioneel auteursrecht of copyright mogelijk is, zodat die werken bijvoorbeeld gemakkelijker gekopieerd en verspreid kunnen worden of dat anderen er verder aan kunnen werken. Creative Commons biedt verschillende vrije licenties aan die copyrighthouders kunnen gebruiken om bij het verspreiden van informatie problemen te voorkomen die door de huidige auteursrechtwetgeving kunnen optreden. Het initiatief werd in 2001 opgericht door onder anderen Lawrence Lessig, een pleitbezorger voor een soepeler systeem van auteursrecht. Creative Commons heeft internationaal netwerk om de licenties te vertalen van het Engels naar andere talen. Creative Commons kenmerkt haar licenties doordat ze heeft gezorgd dat de licenties begrijpelijk zijn zowel voor de mens (de Commons Deed) als voor machines (de metadata) en dat de licenties afdwingbaar zijn voor de rechtbank (de juridische code, de daadwerkelijke licentie). Kenmerken De volgende vier kenmerken worden gebruikt in combinaties en vormen de verschillende Creative Commons-licenties. Naamsvermelding Attribution of 'Naamsvermelding' (BY) houdt in dat het kopiëren, distribueren, vertonen en uitvoeren van het werk en afgeleide werken is toegestaan op voorwaarde van het vermelden van de oorspronkelijke auteur. Niet-commercieel of Non-commercial of 'Niet-commercieel' (NC) betekent dat het kopiëren, distribueren, vertonen en uitvoeren van het werk en afgeleide werken mag voor niet-commerciële doeleinden. Geen Afgeleide werken No Derivative Works of 'Geen afgeleide werken' (ND): het kopiëren, distribueren, vertonen en uitvoeren van het werk is toegestaan, maar niet het veranderen van het werk Gelijk delen Share Alike of 'Gelijk delen' (SA): het distribueren van afgeleide werken is alleen toegestaan onder een identieke licentie, zie ook copyleft. Er zijn verschillende CC-licenties, die genoemd worden naar welke van de hierboven genoemde punten ze bevatten. Versie 4.0 is de meest recente versie. Overzicht licenties * Werken met een vrije kennis licentie zijn "Goedgekeurd voor Vrije Culturele Werken" volgens de Definitie van Vrije Culturele Werken en zijn compatibel met websites zoals Wikipedia en Wikimedia Commons. CC0 Publieke domein dedicatie Naast de verschillende CC-licenties bestaat er ook CC0. CC0 is bedoeld voor eigenaren van auteursrechten om werk vrij te geven aan het publiek domein, waarbij bepaalde juridische systemen het effectief verbieden om de rechten van een eigenaar over te dragen, zelfs als de auteur dit wenst. Ook CC0 is goedgekeurd voor vrije culturele werken volgens de Definitie van Vrije Culturele Werken. Public Domain Mark Ten slotte biedt Creative Commons ook een manier aan om werken te markeren waarvan het auteursrecht verlopen is. De Public Domain Mark (PDM) is net als CC0 geen licentie, maar het is ook geen vrijwaring. PDM is bedoeld voor werken die al publiek domein zijn. Ported en unported De versies voorafgaand aan versie 3.0 waren gebaseerd op de Amerikaanse wetgeving en werden aangeduid met generic (generiek) omdat de licenties niet specifiek waren toegepast op een bepaalde jurisdictie of wetgeving. Dit had tot gevolg dat de licenties in verschillende wetgevingen op verschillende manieren geïnterpreteerd konden worden. Daarom besloot men om aangepaste (Engels: ported) licenties uit te brengen die specifiek op een bepaalde jurisdictie waren toegespitst. Daarbij werd de aanduiding generic van de algemene licentie gewijzigd in unported (niet aangepast), omdat deze beter de verschillen aangeeft. In december 2013 heeft Creative Commons de 4.0 versie van de licenties uitgegeven. Nog meer dan in de eerdere versies zijn deze gebaseerd op het taalgebruik van internationale verdragen. Hiermee is een universele licentie gecreëerd die niet meer geporteerd hoeft te worden. Vertalingen van de 4.0 licentie zijn daarom taalkundig in plaats van juridisch. Toepassingen Er zijn verschillende projecten die een Creative Commons-licentie gebruiken, waaronder Wikipedia en Wikibooks. Daarnaast bestaat er op Wikimedia Commons de mogelijkheid om media, zoals afbeeldingen, onder een van de vrije varianten van de Creative Commons-licentie op alle Wikimedia-projecten te uploaden. De Wikimedia Foundation gebruikt de licentie CC BY-SA 3.0. Ook gebruiken ook vele erfgoedinstellingen zoals het Rijksmuseum, het Nationaal Archief, de Koninklijke Bibliotheek Creative Commons-licenties om collectie-informatie en media uit de collectie beschikbaar te stellen. In de onderwijssector worden open leermiddelen vaak gelicenseerd met Creative Commons-licenties. Klascement, Wikiwijs en VO-Content zijn hier voorbeelden van. Ook in het hoger onderwijs worden Creative Commons-licenties gebruikt, bijvoorbeeld in MOOCs. Overheden maken ook gebruik van Creative Commons-licenties. de website van de Nederlandse Rijksoverheid is bijvoorbeeld gelicenseerd onder een CC0 publieke domein verklaring. Net als veel datasets van verschillende Nederlandse overheden. Creative Commons Nederland Creative Commons Nederland is een afdeling van vrijwilligers van het Creative Commons Netwerk. De afdeling wordt ondersteund door de vereniging Open Nederland. De afdeling verzorgt de Nederlandse versies van de Creative Commons-licenties. Creative Commons Nederland heeft de 4.0 versies de licenties linguïstisch vertaald . Met de licenties kunnen Nederlandse schrijvers, fotografen, filmmakers, musici en andere contentproducenten hun werk vrij voor het publiek beschikbaar maken. De Nederlandse versies van de licenties zijn te vinden via de website van Creative Commons Nederland. Zie ook Auteursrecht Morele rechten Free Culture-beweging Lijst van softwarelicenties Externe links Creative Commons Nederland creativecommons.org De 6 CC-licenties De 6 CC-licenties Intellectuele-eigendomsrecht Open science Organisatie op het gebied van intellectueel eigendomsrecht
Overheden maken ook gebruik van Creative Commons-licenties. de website van de Nederlandse Rijksoverheid is bijvoorbeeld gelicenseerd onder een CC0 publieke domein verklaring. Net als veel datasets van verschillende Nederlandse overheden.
1
dataset, gegevensdownload, databestand
9,928
UnRegisterAction
5367634
https://nl.wikipedia.org/wiki/James%20Veitch%20%28cabaretier%29
James Veitch (cabaretier)
James Veitch (Engeland, 1 april 1980) is een Engelse cabaretier en auteur. Veitch staat vooral bekend om zijn humoristische reacties op ongewenste e-mails (scambaiting), die hij deelde in zijn boek Dot Con en tijdens Ted Talks. In 2009 beschreef The Guardian hem als "ahead of the poetic curve" (Nederlands: vooruitlopend op de poëtische curve). Biografie James Veitch werd geboren op 1 april 1980 in Engeland. Hij studeerde af aan het Sarah Lawrence College, een liberale kunstacademie in de Verenigde Staten. Vervolgens studeerde Veitch af aan de Universiteit van Aberdeen, een universiteit gevestigd in Schotland. Veitch werkte als filmbewerker aan de korte documentaire genaamd Papa Joe, uit 2006. Vervolgens werkte hij als digitaal intermediair aan de film Middle of Nowhere uit 2008. In mei 2014 werd zijn eerste solo-komedieshow uitgebracht tijdens het kunstfestival Brighton Fringe, als onderdeel van de showcase van de kunstindustrie WINDOW. Veitch' show was getiteld "The Fundamental Interconnectedness of Everyone with a Internet Connection" (Nederlands: De fundamentele verbondenheid van iedereen met een internetverbinding). Ook was de show onderdeel van het Edinburgh Fringe festival in augustus 2014. De show ging over zijn humoristische reacties op ongewenste e-mails en de aard van het internet. De Schotse krant Sunday Herald beschreef de show als "Tears-down-the-face funny" (Nederlands: Tranen over je wangen zo grappig). Veitch nam drie TED-gesprekken op in 2015 en 2016. Twee gaan over zijn reacties op scammails, de ander behandelt zijn correspondenties met de marketing-e-mails van een lokale supermarktketen. In 2016 presenteerde hij ook de videoserie "Scamalot" van Mashable op YouTube. Verder verzorgde Veitch in 2017 en 2018 in totaal twee optredens in het praatprogramma Conan. In 2018 speelde hij op het Melbourne International Comedy Festival, in de aflevering "Allstars Supershow". Van eind 2019 tot eind 2020 had Veitch een podcast op BBC Radio 4 genaamd "James Veitch's Contractual Obligation" (Nederlands: James Veitch' contractuele verplichting). In de show geeft hij onderzoeksjournalistiek een eigen draai. Op 1 september 2020 werd Veitch het onderwerp van een tiental beschuldigingen van aanranding en verkrachting. In reactie op de beschuldigingen heeft HBO Max zijn comedyshow, James Veitch: Straight To VHS, voorlopig van haar streamingplatform gehaald. Ook heeft zijn talentenbureau WME hem laten gaan. Boek Dot Con: The Art of Scamming a Scammer (Quadrille Publishing: 2015) Externe links YouTube kanaal This is what happens when you reply to spam email, Ted Talk over reageren op spammails. More adventures in replying to spam, Ted Talk (archief) over reageren op spammails. The agony of trying to unsubscribe, Ted Talk over het afmelden voor ongewenste marketingmail. Cabaretier Brits schrijver Brits youtuber
Externe links YouTube kanaal This is what happens when you reply to spam email, Ted Talk over reageren op spammails. More adventures in replying to spam, Ted Talk (archief) over reageren op spammails. The agony of trying to unsubscribe, Ted Talk over het afmelden voor ongewenste marketingmail.
1
uitschrijven, afmelden, deregistreren
9,668
LodgingBusiness
2788190
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jannes%20Luitje%20Keijer
Jannes Luitje Keijer
Jannes Luitje Keijer (Groningen, 3 mei 1895 - aldaar, 22 april 1944) was een Nederlandse collaborateur en was lid van de Germaansche SS. Onderluitenant Keijer was de opvolger van de eveneens vermoorde Anne Jannes Elsinga als Chef Bijzondere Recherche te Groningen. Keijer dacht een goede band te hebben met NSB'er Cor Stolwijk, die in werkelijkheid een belangrijke dubbelspion was voor het verzet. Bij een van zijn bezoeken aan Stolwijk liet Keijer los dat hij lijnen van ondergedoken militairen in en rond Bedum op het spoor was gekomen. Stolwijk gaf deze informatie door aan leden van het verzet, waarop werd besloten dat hij geliquideerd moest worden. Op zaterdagavond 22 april 1944 wordt Keijer, na zijn laatste bezoek aan Stolwijk, neergeschoten op het station van Bedum door de verzetsmannen Michael Henrich en Willem te Lindert en bezweek dezelfde avond in het ziekenhuis van Groningen aan zijn verwondingen. Represaille Naar aanleiding van de aanslag op Keijer werd Aktion Silbertanne uitgevoerd op 24 en 25 april. Deze viel in twee delen uiteen; allereerst werd gericht een aantal personen beschoten dan wel doodgeschoten en vervolgens werd een grote razzia gehouden waarbij alle jongemannen tussen de 18 en 25 jaar gearresteerd moesten worden. De volgende personen overleefden Aktion Silbertanne: Dominee H.L. Lieve te Middelstum - was niet thuis. Riekus Pot, Leider plaatselijk distributiekantoor in Stedum - wel beschoten, maar heeft de aanslag overleefd. Pot Sr., vader van Riekus Pot - wel beschoten, maar heeft de aanslag overleefd. Hendrik Heijs - directeur lagere school voor bijzonder onderwijs in Middelstum (werd vermoord omdat dominee H.L. Lieve niet thuis werd aangetroffen) De volgende personen overleefden de razzia niet: Cornelis Gerhardus Georgius Bos - bakkersknecht in Zuidwolde Jan Kornelis Dwarshuis - bakker in Zuidwolde Jannes Wiebe Formsma - aannemer in Bedum (werd in plaats van zijn zoon opgepakt en in Groningen vermoord). Klaas Havinga - slager in Zuidwolde Jan Reinder Visser - Zuidwolde Geleid door Hauptsturmführer Friedrich Bellmer hield de SD, Feldgendarmerie en de Grüne Polizei, zo'n 1000 man sterk op 25 april een grootschalige razzia in Winsum, Middelstum, Bedum en Zuidwolde. In Bedum werden de arrestanten verzameld in hotel Krijthe, in Middelstum in café Van Lakum, in Winsum in Hotel Til en in Zuidwolde in het Café van Klaas Hekma. In totaal werden 148 jonge mannen gearresteerd. Dit waren niet alleen inwoners uit de genoemde dorpen, maar ook buspassagiers die op doortocht waren en de leeftijd tegen zich hadden. Van de 148 arrestanten werden 140 naar kamp Amersfoort gebracht om vandaar uit in juli 1944 naar Duitsland gebracht voor tewerkstelling. De overige 8 werden na telling direct vrijgelaten. De volgende personen keerden niet weer terug uit gevangenschap: Jan de Boer Cornelis Bolhuis Hilbrand Buurma Nicolaas Dijkema Cornelis Heslinga Ares Hooghuis Hindrik Huisman Herman Hummel Arend Jansma Rienk Klaver Gerrit Klifford Cornelis Kluiter Jan Korthuis Jan Kuipers Klaas Luidens - was een buspassagier die uit Ulrum kwam. In Ulrum is een straat naar hem genoemd. Klaas Doeke Pot Jacop Sibma Jan Smith Berend Tuitman Reinder Tuitman Siebe Wendelaar Jan Wiertsema. Ter nagedachtenis aan deze razzia is een plaquette gewijd aan de slachtoffers. Deze is te vinden op de muur van de voormalige hotel Krijthe te Bedum. NSB-lid Persoon geliquideerd door het Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog
Geleid door Hauptsturmführer Friedrich Bellmer hield de SD, Feldgendarmerie en de Grüne Polizei, zo'n 1000 man sterk op 25 april een grootschalige razzia in Winsum, Middelstum, Bedum en Zuidwolde. In Bedum werden de arrestanten verzameld in hotel Krijthe, in Middelstum in café Van Lakum, in Winsum in Hotel Til en in Zuidwolde in het Café van Klaas Hekma. In totaal werden 148 jonge mannen gearresteerd. Dit waren niet alleen inwoners uit de genoemde dorpen, maar ook buspassagiers die op doortocht waren en de leeftijd tegen zich hadden. Van de 148 arrestanten werden 140 naar kamp Amersfoort gebracht om vandaar uit in juli 1944 naar Duitsland gebracht voor tewerkstelling. De overige 8 werden na telling direct vrijgelaten.
2
hotel, motel, pension
4,772
Hospital
884688
https://nl.wikipedia.org/wiki/Medisch%20Spectrum%20Twente
Medisch Spectrum Twente
Medisch Spectrum Twente (MST) is een Nederlands ziekenhuis met de hoofdvestiging in Enschede. De organisatie behoort tot de grootste niet-academische ziekenhuizen van Nederland. Het verzorgingsgebied telt circa 264.000 inwoners. Er is een erkenning die voorziet in het exploiteren van 1070 bedden. Geschiedenis Het MST is in 1990 ontstaan uit samenvoegen van de ziekenhuisorganisaties Ziekenzorg en Sint Joseph Stadsmaten in Enschede, het St. Bernardusziekenhuis in Losser, het Sint-Antoniusziekenhuis uit Haaksbergen en Heil der Kranken te Oldenzaal. De ziekenhuizen in Losser en Haaksbergen werden na de fusie gesloten. Hiervoor kwamen poliklinische voorzieningen in de plaats. In Oldenzaal bleef naast poliklinische zorg nog in beperkte mate opname en verpleging mogelijk, de acute zorgverlening werd er in 2014 gestaakt. De faciliteiten in Enschede bestonden lang uit een ziekenhuis aan het Ariënsplein en een aan de Haaksbergerstraat. Ze waren door een honderden meters lange loopbrug met elkaar verbonden. In 2016 kwam aan het Koningsplein, bij de vestiging Haaksbergerstraat die deels in gebruik bleef, een nieuw ziekenhuis gereed en werden de gebouwen aan het Ariënsplein afgestoten. Nieuwbouw De locatie Koningsplein werd begin 2016 geopend. Direct na de inspanningen voor de verhuizing kondigde de directie een bezuiniging aan die een personeelsvermindering met 300 banen betekende. Opdracht en middelen De organisatie is verantwoordelijk voor de klinische en poliklinische gezondheidszorg in een groot deel van de regio Twente. Er werken circa 4000 medewerkers, onder wie 240 specialisten. Het jaarlijks budget bedraagt ongeveer 350 miljoen euro. Alle basisfaciliteiten zijn beschikbaar en nagenoeg alle medische specialismen zijn vertegenwoordigd. Ook zijn er afdelingen voor onder meer radiotherapie, autologe beenmergtransplantaties, neurochirurgie, hart en longchirurgie en hemodialyse. Productie in 2014: opnames: 33000 dagopnames: 24.000 verpleegdagen: 200.000 polikliniekbezoeken: 420.000 Bijzondere specialisaties In het Medisch Spectrum Twente is het Solvent Team Enschede gevestigd. Dit team houdt zich sinds 1997 bezig met onderzoek en behandeling van het organisch psychosyndroom, ook wel bekend als schildersziekte. Het is een van de twee in Nederland bestaande teams op dit gebied. Het ziekenhuis bevat sinds 1999 een van de elf traumacentra van Nederland. Daarbij is het MST gecertificeerd als bovenregionaal traumacentrum in het Duitse netwerk. Het ziekenhuis beschikt over een afdeling voor intensieve zorg op niveau drie. Er is een landingsplaats voor helikopters in eigen beheer. Bij het MST is in 2004 een thoraxcentrum gebouwd voor het doen van hart- en longoperaties. Behalve uit het verzorgingsgebied van het ziekenhuis komen ook patiënten uit overig Nederland en het buitenland hiernaartoe voor thoraxchirurgie. Een Vrouw-Kind-Centrum (VKC) waarin de afdelingen voor gynaecologie, kindergeneeskunde, verloskunde en een afdeling voor 24 uurs kraamzorg zijn samengevoegd is sinds 2009 gevestigd aan de Haaksbergerstraat. Veiligheidsmanagementsysteem Het ziekenhuis stond van november 2013 tot mei 2014 onder verscherpt toezicht medisch toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg omdat het niet tijdig een goedgekeurd veiligheidsmanagementsysteem (VMS) beschikbaar had. In mei 2014 was het gewenste niveau van veiligheidsmanagement nog niet geheel aanwezig, maar verscherpt toezicht was niet langer noodzakelijk. Begin 2015 werd het MST alsnog goedgekeurd door het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg. De affaire Jansen Steur Tussen globaal 1998 tot 2004 stelde neuroloog Ernst Jansen Steur binnen MST verkeerde diagnoses van MS, parkinson en alzheimer bij zijn patiënten. Dit werd blootgelegd door de Twentsche Courant Tubantia en RTV Oost. In 2004 moest de neuroloog vertrekken en kregen de overige artsen zwijgplicht opgelegd. De zaak kwam opnieuw onder de aandacht door publicaties in 2009, nadat de arts in Duitse ziekenhuizen zijn beroep weer uitoefende. Het MST stelde een commissie in onder leiding van de Hengelose oud-burgemeester Wolter Lemstra. De voornaamste conclusie van dit onderzoek was dat de aandacht van het MST in de zaak Jansen geheel was gericht op de eerste twee problemen van Jansen - verslaving en fraude - met voorbijgaan aan het probleem van het medisch disfunctioneren. Bovendien heeft het MST de malversaties van neuroloog Jansen Steur bewust onder de pet gehouden uit angst voor reputatieschade voor het ziekenhuis. Signalen over het disfunctioneren van de medisch specialist werden door met name de raad van bestuur van het ziekenhuis, de toezichthouders en de Inspectie voor de Gezondheidszorg niet opgepikt. Inmiddels was in 2006 Herre Kingma Ruud Ramaker opgevolgd als voorzitter van de raad van bestuur van de ziekenhuisgroep Medisch Spectrum Twente. Daar kreeg hij direct te maken met de affaire-Jansen Steur, de nasleep van een disfunctionerende neuroloog in het ziekenhuis. Deze was bij het aantreden van Kingma dus al afgevloeid met een uitkering, maar uit vrees voor reputatieschade had het ziekenhuis zijn personeel en gedupeerde patiënten een zwijgplicht opgelegd. Kingma liet bovengenoemd onderzoek instellen door Wolter Lemstra, oud-burgemeester van Hengelo. De commissie-Lemstra rapporteerde op 1 september 2009, dat niet alleen het MST, maar ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg had gefaald, de instantie waaraan Kingma leiding gaf in de jaren waarin de affaire zich afspeelde. Met klachten en meldingen gebeurde weinig tot niets. Minister Klink stuurde het rapport naar de Tweede Kamer en stelde direct een onafhankelijk onderzoek in door Rein Jan Hoekstra. Deze concludeerde op 27 mei 2010 eveneens dat de Inspectie had gefaald in haar toezichthoudende taak. De titel van het rapport is "Angel en Antenne". De Commissie steunde de eerdere conclusies van de commissie Lemstra. Kingma's opvolger Gerrit van der Wal bij de IGZ liet weten dat sindsdien verbeteringen zijn aangebracht in de werking van de dienst. In het vervolgonderzoek van Lemstra, precies een jaar later gepresenteerd op 2 september 2010, kwam Kingma ook als bestuursvoorzitter van het Medisch Centrum onder vuur te liggen. De commissie oordeelde, dat het Enschedese ziekenhuis de gedupeerde patiënten jarenlang aan hun lot had overgelaten. Pas in 2009, toen de zaak in de publiciteit kwam, ondernam de ziekenhuisleiding actie. "De raad van bestuur had zich moeten afvragen of patiënten schade of andere nadelige gevolgen hadden ondervonden en daar gericht onderzoek naar moeten doen." En: "Gedupeerde patiënten hadden goed moeten worden begeleid. Niet alleen medisch technisch, maar vooral ook in de verwerking van het gebeurde." Op 25 januari 2013 werd bekend dat oud patiënten een tuchtklacht hadden ingediend tegen Herre Kingma als bestuursvoorzitter. Ook twee oud-bestuurders van het ziekenhuis, de omstreden neuroloog zelf en twee oud-inspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg werden voor de tuchtrechter in Zwolle gedaagd. Op 1 mei 2013 volgde Bas Leerink Herre Kingma op als bestuursvoorzitter van Medisch Spectrum Twente. Hij kreeg daar te maken met een schadeclaim die verzekeraar Menzis, waar hij daarvoor bestuursvoorzitter was, met betrekking tot het handelen van Jansen Steur heeft gelegd bij het ziekenhuis. Op 10 januari 2014 ontving oud-bestuursvoorzitter Ruud Ramaker,verpleegkundige, van het Medisch Spectrum Twente een berisping bij het Medisch Tuchtcollege te Zwolle voor zijn aandeel in het binnenskamers houden van de affaire. Oud bestuurders Tom Zijlstra en Herre Kingma, beiden arts, werden vrijgesproken. Er werd door de slachtoffers hoger beroep aangetekend. Op 9 april 2015 bevestigde het Centraal Tuchtcollege de eerdere vonnissen. Voormalig MST bestuurder Tom Zijlstra, die medeverantwoordelijkheid droeg in de zaak, schreef er in 2016 een boek over. Noodafdeling intensieve zorg In januari 2008 hebben vijftig militairen van 400 Geneeskundig Bataljon van de Koninklijke Landmacht op de parkeerplaats bij het ziekenhuis een noodafdeling voor intensive care (IC) opgebouwd. Twee van de veertien patiënten op de afdeling intensieve zorg waren besmet met de resistente Acinetobacter baumannii-bacterie (MDARB). Deze bacterie lijkt sterk op MRSA en is, evenals de MRSA, ongevoelig voor de meeste antibiotica. De IC moest daarom ontsmet worden. Om dit mogelijk te maken kreeg Medisch Spectrum Twente ondersteuning van het leger. Er werden tijdelijk een mobiele operatiekamer en twee verpleegunits met elk zes bedden geplaatst. Externe link Website Medisch Spectrum Twente Twente Bouwwerk in Enschede Oldenzaal Haaksbergen Losser
Inmiddels was in 2006 Herre Kingma Ruud Ramaker opgevolgd als voorzitter van de raad van bestuur van de ziekenhuisgroep Medisch Spectrum Twente. Daar kreeg hij direct te maken met de affaire-Jansen Steur, de nasleep van een disfunctionerende neuroloog in het ziekenhuis. Deze was bij het aantreden van Kingma dus al afgevloeid met een uitkering, maar uit vrees voor reputatieschade had het ziekenhuis zijn personeel en gedupeerde patiënten een zwijgplicht opgelegd. Kingma liet bovengenoemd onderzoek instellen door Wolter Lemstra, oud-burgemeester van Hengelo. De commissie-Lemstra rapporteerde op 1 september 2009, dat niet alleen het MST, maar ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg had gefaald, de instantie waaraan Kingma leiding gaf in de jaren waarin de affaire zich afspeelde. Met klachten en meldingen gebeurde weinig tot niets. Minister Klink stuurde het rapport naar de Tweede Kamer en stelde direct een onafhankelijk onderzoek in door Rein Jan Hoekstra. Deze concludeerde op 27 mei 2010 eveneens dat de Inspectie had gefaald in haar toezichthoudende taak. De titel van het rapport is "Angel en Antenne". De Commissie steunde de eerdere conclusies van de commissie Lemstra. Kingma's opvolger Gerrit van der Wal bij de IGZ liet weten dat sindsdien verbeteringen zijn aangebracht in de werking van de dienst. In het vervolgonderzoek van Lemstra, precies een jaar later gepresenteerd op 2 september 2010, kwam Kingma ook als bestuursvoorzitter van het Medisch Centrum onder vuur te liggen. De commissie oordeelde, dat het Enschedese ziekenhuis de gedupeerde patiënten jarenlang aan hun lot had overgelaten. Pas in 2009, toen de zaak in de publiciteit kwam, ondernam de ziekenhuisleiding actie. "De raad van bestuur had zich moeten afvragen of patiënten schade of andere nadelige gevolgen hadden ondervonden en daar gericht onderzoek naar moeten doen." En: "Gedupeerde patiënten hadden goed moeten worden begeleid. Niet alleen medisch technisch, maar vooral ook in de verwerking van het gebeurde." Op 25 januari 2013 werd bekend dat oud patiënten een tuchtklacht hadden ingediend tegen Herre Kingma als bestuursvoorzitter. Ook twee oud-bestuurders van het ziekenhuis, de omstreden neuroloog zelf en twee oud-inspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg werden voor de tuchtrechter in Zwolle gedaagd.
7
ziekenhuis, medisch centrum, spoedeisende hulp
1,469
Message
2138049
https://nl.wikipedia.org/wiki/Belgische%20Gouden%20Schoen%201996
Belgische Gouden Schoen 1996
De verkiezing van de Belgische Gouden Schoen 1996 werd op 15 januari 1997 gehouden in het casino van Knokke. Franky Van der Elst won zijn tweede Gouden Schoen. Hij ontving de trofee uit handen van de Nederlandse bondscoach Guus Hiddink. Het gala rond de uitreiking van deze voetbalprijs werd uitgezonden door BRTN en gepresenteerd door Carl Huybrechts en Birgit Van Mol. De prijsuitreiking Franky Van der Elst was de aanvoerder van Club Brugge. Hij fungeerde als 'stofzuiger' op het middenveld van blauw-zwart en loodste de club zo in 1996 naar een 10e landstitel. Hij werd op voorhand beschouwd als de grootste kanshebber voor de Gouden Schoen. In 1990 won hij de trofee ook al eens. Zijn grootste concurrent, de Zweed Pär Zetterberg, werd uiteindelijk tweede. In totaal haalden vier spelers van Club Brugge de top 10. Tijdens de uitreiking bood Gilles De Bilde via een korte videoboodschap zijn verontschuldigingen aan aan Krist Porte, een speler van Eendracht Aalst. De Bilde had hem tijdens een competitiewedstrijd een zware vuistslag toegediend. Porte had er een gebroken neus en oogkas, en een gescheurd netvlies aan overgehouden. De Bilde stond in het oog van een mediastorm en vroeg tijdens het gala van de Gouden Schoen om vergiffenis aan supporters en pers. Uitslag Belgische Gouden Schoen Voetbal in 1996
Tijdens de uitreiking bood Gilles De Bilde via een korte videoboodschap zijn verontschuldigingen aan aan Krist Porte, een speler van Eendracht Aalst. De Bilde had hem tijdens een competitiewedstrijd een zware vuistslag toegediend. Porte had er een gebroken neus en oogkas, en een gescheurd netvlies aan overgehouden. De Bilde stond in het oog van een mediastorm en vroeg tijdens het gala van de Gouden Schoen om vergiffenis aan supporters en pers.
1
bericht, boodschap, communicatie
4,584
BarOrPub
1979446
https://nl.wikipedia.org/wiki/Prostitutie%20in%20Antwerpen
Prostitutie in Antwerpen
Raamprostitutie vindt in Antwerpen alleen plaats in het Schipperskwartier (zie volgende paragraaf). De straatprostitutie vindt vooral plaats in vier straten in de zogenaamde Atheneumbuurt. Mannen- en jongensprostitutie vindt plaats in de omgeving van het Stadspark en nog enkele locaties. In 2007 telde Antwerpen volgens een onderzoekster zo’n 900 vrouwelijke prostituees en zo’n 800 mannelijke prostitués. Van de vrouwen werkten zo’n 380 in de raamprostitutie, 190 in bars of cafés, zo’n 100 deden aan thuisontvangst, 80 tippelden, en zo’n 160 adverteerden op internet. Van de mannen prostitueerden zo’n 210 zich in bars of in het Stadspark, 60 zaten achter het raam, 530 werkten via het internet. Raamprostitutie Schipperskwartier In het Schipperskwartier van Antwerpen, tussen de oude havenbuurt en de binnenstad, vindt zeker sinds de 19e eeuw prostitutie plaats. Raamprostitutie, hoewel misschien destijds nog wettelijk verboden, werd er in de 20e eeuw gedoogd door het stadsbestuur, en ook de bewoners hadden er in meerderheid geen grote bezwaren tegen. Sinds de val van de Muur was de buurt echter onrustig, door Russische en Georgische handelaars, Albanese bendes, en schiet- en vechtpartijen. Daarom ging de stad er in 1997 toe over raamprostitutie in nog maar drie straten toe te staan. Daarbij stelde zij bovendien kwaliteitseisen aan de te verhuren kamers, en de stad controleert sindsdien die kwaliteit. Ook werden de drie straten autovrij gemaakt. Vandaag zijn in deze drie straten 280 ‘ramen’, dus evenveel als destijds in 17 straten. De straten zijn alleen voor voetgangers toegankelijk. Antwerpen Antwerpen (stad)
In 2007 telde Antwerpen volgens een onderzoekster zo’n 900 vrouwelijke prostituees en zo’n 800 mannelijke prostitués. Van de vrouwen werkten zo’n 380 in de raamprostitutie, 190 in bars of cafés, zo’n 100 deden aan thuisontvangst, 80 tippelden, en zo’n 160 adverteerden op internet. Van de mannen prostitueerden zo’n 210 zich in bars of in het Stadspark, 60 zaten achter het raam, 530 werkten via het internet.
3
bar, kroeg, café
3,815
ProgramMembership
232290
https://nl.wikipedia.org/wiki/Limburgse%20Wandelbond
Limburgse Wandelbond
De Limburgse Wandelbond (LWB) werd in 1940 door een van de paters Redemptoristen van het bedevaartsoord te Wittem opgericht. Doel De LWB heeft echter niet tot doel bedevaarten te organiseren. Integendeel, het vervangt de viering in kerken en verfrist lichaam en geest. Activiteiten De LWB organiseert elke zondag- en soms zaterdagmorgen wandeltochten door Zuid-Limburg die variëren van 6 tot 40 km. Om mee te doen is lidmaatschap geen vereiste. In mei wordt jaarlijks de Ronde van Zuid-Limburg georganiseerd. Wandelsportbond
Activiteiten De LWB organiseert elke zondag- en soms zaterdagmorgen wandeltochten door Zuid-Limburg die variëren van 6 tot 40 km. Om mee te doen is lidmaatschap geen vereiste. In mei wordt jaarlijks de Ronde van Zuid-Limburg georganiseerd.
1
loyaliteitsprogramma, lidmaatschap, klantenkaart
8,467
MusicRecording
2035745
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bilbo%27s%20laatste%20lied
Bilbo's laatste lied
Bilbo's Laatste Lied is een gedicht geschreven door de Britse schrijver J.R.R. Tolkien in 1966 en was een geschenk aan zijn secretaris Joy Hill. Na Tolkiens dood in 1973 toonde Hill het gedicht aan Donald Swann, die het zo goed vond dat hij het omzette in muziek en bijsloot in de tweede editie van The Road Goes Ever On (1978). Het gedicht werd geïllustreerd door Pauline Baynes, en gepubliceerd als poster in 1974. Het gedicht verscheen pas in 1990 in boekvorm en werd ook toen door Baynes geïllustreerd. Het gedicht wordt gezongen door Bilbo Balings in de Grijze Havens, wanneer hij voorgoed vertrekt uit Midden-aarde. Chronologisch gezien gebeurt dit aan het einde van De Terugkeer van de Koning, het laatste boek van In de Ban van de Ring, hoewel het op een later tijdstip is geschreven en nooit in het bewuste boek is opgenomen. In de BBC Radio 4-adaptatie van The Lord of the Rings (1981) werd het lied gezongen met muziek van Stephen Oliver. Het eerste couplet wordt gescandeerd door John Le Mesurier (Bilbo), het tweede werd weggelaten en het derde werd gezongen door een sopraanjongen (in de soundtrack werden alle drie de coupletten opgenomen). Er is geen directe verwijzing naar het lied in Peter Jacksons The Lord of the Rings: The Return of the King (2003). De filmdistributeur, New Line Cinema, had geen licentie om het gedicht te gebruiken omdat het een apart werk is naast In de Ban van de Ring; Christopher Tolkien, de zoon van de auteur en diens literair executeur, weigerde om de licentie te geven omdat het niets te maken heeft met de films. In de aftiteling van de film wordt het originele lied, Into the West, gezongen door Annie Lennox, vermeld; het had een vergelijkbare emotionele resonantie. In plaats van het origineel schreef componist Howard Shore een compositie voor koor en orkest genaamd Bilbo's Song. Het is in feite het wandellied dat start met I Sit Beside the Fire and Think. Het lied, gezongen in 1978 door componist Donald Swann en ondersteund door zijn eigen piano, werd later toegevoegd aan een compact disc met de liederencyclus The Road Goes Ever On. Het lied werd ook opgenomen door The Hobbitons (hoewel met een andere melodie dan Swanns versie) voor J.R.R. Tolkiens Songs from Middle-earth. Externe link Bilbo's Last Song - De Tekst Werk van J.R.R. Tolkien
Er is geen directe verwijzing naar het lied in Peter Jacksons The Lord of the Rings: The Return of the King (2003). De filmdistributeur, New Line Cinema, had geen licentie om het gedicht te gebruiken omdat het een apart werk is naast In de Ban van de Ring; Christopher Tolkien, de zoon van de auteur en diens literair executeur, weigerde om de licentie te geven omdat het niets te maken heeft met de films. In de aftiteling van de film wordt het originele lied, Into the West, gezongen door Annie Lennox, vermeld; het had een vergelijkbare emotionele resonantie. In plaats van het origineel schreef componist Howard Shore een compositie voor koor en orkest genaamd Bilbo's Song. Het is in feite het wandellied dat start met I Sit Beside the Fire and Think.
3
muziekopname, muzieknummer, lied
6,951
BuyAction
172226
https://nl.wikipedia.org/wiki/Betalingstermijn
Betalingstermijn
Een betalingstermijn is de periode waarbinnen een verschuldigd bedrag betaald moet zijn. Bij levering van goederen of diensten Voor leveringen aan consumenten bedraagt de betalingstermijn vaak 14 of 30 dagen, voor leveringen van bedrijven aan bedrijven is 30 dagen het meest gebruikelijk. Bij transacties tussen bedrijven mag bij overschrijding van de betalingstermijn in bepaalde situaties wettelijke rente berekend worden. Belastingdienst Nederland De betalingstermijnen die gelden voor belastingaanslagen staan geregeld in de Invorderingswet (IW) 1990. Daarnaast staat de betalingstermijn op het desbetreffende aanslagbiljet vermeld. Voor gewone aanslagen en voorlopige aanslagen geldt in beginsel een betalingstermijn van zes weken, te rekenen vanaf de dagtekening van het aanslagbiljet (art. 9 lid 1 IW 1990). Een belangrijke uitzondering op deze regel geldt voor voorlopige aanslagen in de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting die zijn opgelegd in het jaar waarover geheven wordt. Dat is bijvoorbeeld een voorlopige aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2014 die op 10 januari 2014 wordt verzonden met dagtekening 31 januari 2014. Een dergelijke aanslag mag in termijnen worden betaald. Het aantal termijnen is gelijk aan het aantal maanden dat in het kalenderjaar nog resteert na afloop van de maand waarin de voorlopige aanslag is opgelegd (art. 9 lid 5 IW 1990), in dit geval dus 11. De termijn voor de eerste betaling loopt af één maand na de dagtekening van de voorlopige aanslag. In het voorbeeld dus op 28 februari 2014. Navorderingsaanslagen moet worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het biljet en naheffingsaanslagen veertien dagen na de dagtekening. Voor een aantal in de wet genoemde bijzondere situaties geldt dat de belastingschuldige helemaal geen betalingstermijn wordt gegund. Dit is bijvoorbeeld het geval bij faillissement, een schuldsaneringsregeling, gegronde vrees voor verduistering en verhuizing naar het buitenland. In die gevallen mag de fiscus vrijwel direct na het versturen van het aanslagbiljet beslag leggen of andere invorderingsmaatregelen treffen. Krediet Belasting
Bij levering van goederen of diensten Voor leveringen aan consumenten bedraagt de betalingstermijn vaak 14 of 30 dagen, voor leveringen van bedrijven aan bedrijven is 30 dagen het meest gebruikelijk. Bij transacties tussen bedrijven mag bij overschrijding van de betalingstermijn in bepaalde situaties wettelijke rente berekend worden.
1
koopactie, aankoop, transactie
328
MoveAction
5228858
https://nl.wikipedia.org/wiki/Memory%20Brick
Memory Brick
Memory Brick is een street-artproject dat plaatsvindt in de binnenstad van de Nederlandse stad Gorinchem. Beschrijving Bricksy, een anonieme Gorcumse kunstenaar die met zijn naam verwijst naar de eveneens anonieme Britse kunstenaar Banksy, vervaardigde stenen van doorzichtig epoxy-hars met daarin nostalgische of vervreemdende voorwerpen. Geïnspireerd door een bezoek aan Salzburg, waar hij een in het asfalt vastgeraakt cassettebandje van Roy Orbison aantrof, besloot hij dit concept thuis uit te werken en ruim 40 straatstenen, op soms lastig te vinden plekken, binnen de Gorcumse Vesting te vervangen door zijn Memory Bricks. Deze bricks werden verankerd in een laagje beton geplaatst tussen de reguliere bestrating. Op diverse plaatsen in Gorinchem is een Memory-Brick Stadsspeurtocht gratis af te halen. Overzicht Afbeeldingen Bijzonderheden De kunstenaar plaatst zijn stenen onder het pseudoniem 'Feek Bestratingen'. Twee van de Memory Bricks zitten niet in de straat, maar in een muur verwerkt. Eén brick ligt buiten de vestingmuren en een andere is geplaatst in een constructie. De gloeilamp, MB#20, licht op in het donker, net als een aantal van de andere bricks. De ongenummerde brick had eerst #08, maar de tekst is onleesbaar geworden en deze is daarom later uit de lijst verwijderd en vervangen door het zweefvliegtuigje dat daarvoor vanwege een fout niet genummerd was. MB#24 lag eerst op een iets andere locatie, maar is daar door onbekende oorzaak verdwenen. Later is deze brick in een veranderde uitvoering op zijn nieuwe plek herplaatst. Begin 2019 was er een kleine expositie in de 'Kamer van de Tussentijd' in het Gorcums Museum waar het materiaal van de kunstenaar werd getoond alsook Memory Brick #38 voordat deze geplaatst werd. Voor de verschillende Memory Bricks werd in totaal 86 liter transparante epoxy-hars, 142 kg snelbeton en 5,70 meter gipsprofiel gebruikt. Op 1 juli 2019 werd de laatste genummerde Memory Brick geplaatst en werd een pallet vol met de verwijderde straatstenen teruggegeven aan de gemeente Gorinchem. Ondanks dat de officiële laatste brick in juli van dat jaar was geplaatst kwam in december 2019 het onverwachte bericht dat er, ter ere van het behalen van duizend volgers op de Facebookpagina, een bonusbrick was geplaatst. Op deze Facebookpagina worden al sinds het begin van het project nieuws en tips gedeeld over de diverse bricks en hun vindplaats. Tijdens de coronacrisis in Nederland werd in februari 2021 op veler verzoek een mondkapje als bonusbrick geplaatst. In de zomer van 2021 werd, als dank voor het jarenlange vermaak en vele werk, door een aantal van zijn grootste liefhebbers een zogenaamde Memorial Brick geplaatst. Straatkunst in Nederland Gorinchem
Bijzonderheden De kunstenaar plaatst zijn stenen onder het pseudoniem 'Feek Bestratingen'. Twee van de Memory Bricks zitten niet in de straat, maar in een muur verwerkt. Eén brick ligt buiten de vestingmuren en een andere is geplaatst in een constructie. De gloeilamp, MB#20, licht op in het donker, net als een aantal van de andere bricks. De ongenummerde brick had eerst #08, maar de tekst is onleesbaar geworden en deze is daarom later uit de lijst verwijderd en vervangen door het zweefvliegtuigje dat daarvoor vanwege een fout niet genummerd was. MB#24 lag eerst op een iets andere locatie, maar is daar door onbekende oorzaak verdwenen. Later is deze brick in een veranderde uitvoering op zijn nieuwe plek herplaatst. Begin 2019 was er een kleine expositie in de 'Kamer van de Tussentijd' in het Gorcums Museum waar het materiaal van de kunstenaar werd getoond alsook Memory Brick #38 voordat deze geplaatst werd. Voor de verschillende Memory Bricks werd in totaal 86 liter transparante epoxy-hars, 142 kg snelbeton en 5,70 meter gipsprofiel gebruikt. Op 1 juli 2019 werd de laatste genummerde Memory Brick geplaatst en werd een pallet vol met de verwijderde straatstenen teruggegeven aan de gemeente Gorinchem. Ondanks dat de officiële laatste brick in juli van dat jaar was geplaatst kwam in december 2019 het onverwachte bericht dat er, ter ere van het behalen van duizend volgers op de Facebookpagina, een bonusbrick was geplaatst. Op deze Facebookpagina worden al sinds het begin van het project nieuws en tips gedeeld over de diverse bricks en hun vindplaats. Tijdens de coronacrisis in Nederland werd in februari 2021 op veler verzoek een mondkapje als bonusbrick geplaatst. In de zomer van 2021 werd, als dank voor het jarenlange vermaak en vele werk, door een aantal van zijn grootste liefhebbers een zogenaamde Memorial Brick geplaatst.
1
verplaatsen, relocatie, locatie
2,865
Accommodation
1726696
https://nl.wikipedia.org/wiki/Huis%20van%20Zessen%20%28Alkmaar%29
Huis van Zessen (Alkmaar)
Het oudste nu nog bestaande hofjesgebouw in Alkmaar is het Huis van Zessen (Schoutenstraat 2). De geschiedenis ervan gaat terug tot 1511. In dat jaar overleed Dirk Symonsz. van Boschhuysen, die in zijn testament bepaalde dat er uit zijn erfenis een provenhuis gesticht moest worden, bestemd voor bewoning door een zestal arme oude mannen. Dirk Symonsz. stamde uit een belangrijke Alkmaarse familie. Zijn vader was de machtige Claes Corf, jarenlang burgemeester van Alkmaar en bewoner van het Hooge Huys. In het najaar van 1513 betrokken de eerste mannen het provenhuis, dat gevestigd werd in een pand aan de westzijde van de Schoutenstraat. Het ‘Huis van Zessen’ zoals het vanaf de 16de eeuw gewoonlijk werd genoemd, zag er allerminst uit als een hofje. Het was een langgerekt hoog gebouw, met een tuin erachter. Volgens een beschrijving uit 1711 waren in het huis, dat twee verdiepingen telde, 8 kamertjes afgetimmerd, elk met een eigen bedstede. Links van de ingang was een ruim vertrek, dat dienstdeed als woning voor een ‘binnenmoeder’ en dagverblijf voor de bewoners. De bewoners moesten zich houden aan een reglement dat in 1511 werd vastgesteld. Het is het oudste bewaard gebleven reglement van een Alkmaars hofje en geeft ons een unieke inkijk in de gang van zaken in het huis in de 16de eeuw. Het reglement schreef onder meer voor dat mannen dagelijks in de Grote Kerk de hoogmis en de vespers moesten bijwonen. Tijdens het kerkbezoek moest er gebeden worden voor de zielen van de stichter en diens familie. De mannen zaten overdag in de woonkeuken, waar ze verzorgd werden door de (binnen)moeder. Na de reformatie verviel het verplichte dagelijkse kerkbezoek. Wel bleef de instelling katholiek. De eerste bewoners zullen afkomstig zijn geweest uit de familie van de stichter en diens personeel. Dit was in de meeste hofjes gebruikelijk. Pas als er niemand in de eigen kring gevonden kon worden, kwamen vreemden aan de beurt. De bewoners van het Huis van Zessen behoorden niet tot de alleramsten: eind 19de eeuw moesten ze maandelijks 10 gulden kostgeld betalen. In afwijking van veel andere Alkmaarse hofjes, beschikte het Huis van Zessen niet over een college van regenten. Het opperbestuur over het provenhuis berustte bij een erfgenaam van de stichter, die ‘patroon’ werd genoemd. Namens hem was een rentmeester verantwoordelijk voor het financieel beheer. De binnenmoeder droeg zorg voor de dagelijkse gang van zaken in het huis. In de loop der eeuwen raakte het patronaat over het provenhuis in buitenlandse handen. In 1911 droegen de laatste bezitters, de hertogen van Savoye-Aosta, het provenhuis over aan de Haarlemse bisschop. Sinds 1901 werd het provenhuis bestuurd door een drietal ‘directeuren’ uit naam van de patroon. Het provenhuis bleef als zodanig bestaan tot in de jaren zeventig. Toen steeds duidelijker bleek dat het huis niet geschikt was voor moderne bejaardenzorg, werden geen nieuwe bewoners meer opgenomen. Sinds 1975 werd het pand bewoond door een drietal paters dominicanen. In 1997 vertrokken deze uit Alkmaar en werd het pand verkocht aan de gemeente Alkmaar. Sindsdien is het in gebruik als vergaderruimte voor de raadsfracties. In 1980 werden de bezittingen van het voormalige provenhuis ondergebracht in de stichting Het Huis van Zessen, die nog steeds bestaat en actief is in de zorg, conform de oorspronkelijke doelstelling zoals vastgelegd in het testament van Dirk Symonsz. Bouwstijl Slechts de voorgevel en de zijgevels van het Huis van Zessen zijn (in kern) nog laatmiddeleeuws. Voor het overige wordt het uiterlijk sterk bepaald door verbouwingen in de 19de en 20ste eeuw. Zo kreeg de voorgevel in het begin van de 19de eeuw de empire-ramen en een wit geschilderde pleisterlaag met diepe schijnvoegen. Binnen zijn enkele monumentale ruimtes in neorenaissancistische stijl verbouwd: de grote zaal (1910) en de regentenkamer (1922). Externe link Huis van Zessen beelden in de beeldbank van het Regionaal Archief Alkmaar. Hofje in Alkmaar
In het najaar van 1513 betrokken de eerste mannen het provenhuis, dat gevestigd werd in een pand aan de westzijde van de Schoutenstraat. Het ‘Huis van Zessen’ zoals het vanaf de 16de eeuw gewoonlijk werd genoemd, zag er allerminst uit als een hofje. Het was een langgerekt hoog gebouw, met een tuin erachter. Volgens een beschrijving uit 1711 waren in het huis, dat twee verdiepingen telde, 8 kamertjes afgetimmerd, elk met een eigen bedstede. Links van de ingang was een ruim vertrek, dat dienstdeed als woning voor een ‘binnenmoeder’ en dagverblijf voor de bewoners. De bewoners moesten zich houden aan een reglement dat in 1511 werd vastgesteld. Het is het oudste bewaard gebleven reglement van een Alkmaars hofje en geeft ons een unieke inkijk in de gang van zaken in het huis in de 16de eeuw. Het reglement schreef onder meer voor dat mannen dagelijks in de Grote Kerk de hoogmis en de vespers moesten bijwonen. Tijdens het kerkbezoek moest er gebeden worden voor de zielen van de stichter en diens familie. De mannen zaten overdag in de woonkeuken, waar ze verzorgd werden door de (binnen)moeder. Na de reformatie verviel het verplichte dagelijkse kerkbezoek. Wel bleef de instelling katholiek.
1
accommodatie, verblijf, logies
1,496
MusicStore
1874115
https://nl.wikipedia.org/wiki/Phil%20Tilli
Phil Tilli
Phillip Nicolas Marc Marie (Phil) Tilli (Sassenheim, 16 januari 1972) was de gitarist van de Britrockband Moke. Verder heeft hij ook in Tröckener Kecks, Rex, Railroad Steel en Bartel Bartels gespeeld. Na zeven jaar in de cd-winkel Plato in Leiden te hebben gewerkt, startte Tilli een eigen platenzaak in de Amsterdamse Jordaan genaamd Phantasio. Op 19 juni 2010 trad hij in het huwelijk met huidig NPO Radio 2-dj Annemieke Schollaardt, met wie hij sinds 2012 een dochter heeft. Op 22 januari 2014 maakte zijn management bekend dat hij Moke verliet. In 2014 start Tilli een eigen managementbureau waarin hij Lucas Hamming, The Max Meser Group, The Elementary Penguins, Orange Skyline, Inge van Calkar en strijkkwartet Red Limo Quartet vertegenwoordigt onder de naam BEAT SURRENDER MUSIC. De naam van dit bedrijf is ontleend aan een songtitel van The Jam. Auteur Paul Weller geeft hoogstpersoonlijk toestemming voor het gebruik van deze naam. In 2019 is Phil de manager van de reünietournee van The Fatal Flowers. De tour, die een maand duurt, is volledig uitverkocht en eindigt met 2 optredens in Paradiso. Eind 2022 brengt Beat Surrender Music het Tröckener Kecks album >tk uit 2000 uit op vinyl. Het gaat gepaard met een signeersessie in Concerto Record Store waar ook een intiem verrassingsconcert wordt gegeven door de band die in 2001 uit elkaar ging. Het album gaat naar nummer 1 in de vinylchart en komt (opnieuw) binnen in de album top 100, op nummer 39. Begin 2023 bestaat het roster van Beat Surrender Music uit Orange Skyline, Red Limo Quartet, Thijs Boontjes Dans & Showorkest en Midas. In diverse media is aandacht voor Tilli's hardlopen, zo verschijnt in 2020 een artikel in Runners World over deze hobby die hem elk jaar tot zo'n 2000 km afstand brengt. Apparatuur Gitaren: Gibson Les Paul Custom, Gibson CS 336P, Gibson ES335 REISSUE ATB. Versterkers: Orange Rockerverb en Orange 4x12 Cabs, Roland 120 jazz chorus Pedalen: Boss SD1,Boss CH1, Boss DD3, Boss RE20, Boss TR2, Boss Chromatic Tuner, Boss F5-5L, Lehle Dual Switcher, T-Rex Fuel Tank Classic Referenties Nederlands gitarist
Na zeven jaar in de cd-winkel Plato in Leiden te hebben gewerkt, startte Tilli een eigen platenzaak in de Amsterdamse Jordaan genaamd Phantasio.
1
muziekwinkel, muziekwinkel, platenzaak
163
DigitalDocumentPermission
5363108
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mailfence
Mailfence
Mailfence is een versleutelde e-mailservice die op OpenPGP gebaseerde eind-tot-eind-versleuteling en digitale handtekeningen biedt. Het werd in november 2013 gelanceerd door ContactOffice Group, die sinds 1999 een online samenwerkingspakket voor universiteiten en andere organisaties beheert. Geschiedenis Medio 2013 is het Mailfence-project gestart door de oprichters van ContactOffice. In maart 2016 bracht het bedrijf de openbare BÈTA-versie van hun eind-tot-eind-versleuteling en digitale handtekeningen voor e-mails uit. Kenmerken Mailfence biedt veilige e-mailfuncties, met andere functies zoals Agenda, Contacten, Documenten en Samenwerking. E-mail De service ondersteunt POP / IMAP en Exchange ActiveSync evenals vanitydomein met SPF, DKIM, DMARC en catch-all-adresondersteuning. Gebruikers kunnen zowel eenvoudige als uitgebreide e-mails verzenden, berichten in mappen ordenen en/of ze met labels categoriseren, standaard handtekeningen voor berichten instellen, aliassen aanmaken en plus addressing gebruiken om filters toe te passen op inkomende berichten. Contacten De contacten ondersteunen het importeren van data (CSV, vCard, LDIF), het exporteren van data (vCard, PDF) en zijn toegankelijk via CardDAV. Gebruikers organiseren ze met tags en kunnen ook contactlijsten aanmaken. Kalender De agenda ondersteunt het importeren en exporteren van vCal/iCal en is toegankelijk via CalDAV. Gebruikers kunnen hun agenda met groepsleden delen en eveneens peilingen aanmaken. Documenten De documenten zijn toegankelijk via WebDAV of kunnen online worden bewerkt. Gebruikers kunnen bestanden in mappen plaatsen en ze categoriseren met labels. Groepen Door middel van groepen kunnen gebruikers mailboxen, documenten, contacten, agenda's delen en op een veilige manier direct chatten met groepsleden. Een groepsbeheerder beheert de toegangsrechten van groepsleden en kan ook een ander groepslid als co-admin of hoofdbeheerder aanstellen. Webgebaseerde clients De webinterface wordt geleverd met een ingebouwde IMAP-, POP3-, CalDAV- en WebDAV-client. Gebruikers kunnen externe accounts toevoegen en deze centraal beheren in de webinterface. Gebruikersbeheer Accounteigenaren kunnen gebruikers aanmaken en beheren via het beheerderpaneel. Server locatie Aangezien de servers zich in België bevinden, vallen ze wettelijk buiten de Amerikaanse jurisdictie. Mailfence is daarom niet onderworpen aan de Amerikaanse gag-orders en NSL's, ondanks Uitleveringsverdragen met de Verenigde Staten. Volgens de Belgische wetgeving moeten alle nationale en internationale controleverzoeken om toezicht via een Belgische rechtbank lopen. Veiligheid en privacy Naast conventionele beveiligings- en privacyfuncties, waaronder TFA, spambescherming, sender address blacklisting en whitelisting, biedt Mailfence de volgende functies: End-to-end encryptie De service maakt gebruik van een open-source-implementatie van OpenPGP (RFC 4880). Persoonlijke sleutels worden gegenereerd in de clientbrowser, versleuteld (via AES256 ) met de wachtwoordzin van de gebruiker en vervolgens opgeslagen op de server. De server ziet nooit de wachtwoordzin van de gebruiker. De service ondersteunt ook eind-tot-eind-versleuteling met wachtwoorden met de mogelijkheid tot een verloopdatum van berichten. Digitale handtekeningen De dienst biedt de keuze tussen "ondertekenen" of "ondertekenen en versleutelen" van een e-mailbericht met of zonder bijlagen. Geïntegreerde sleutelopslag De service biedt een geïntegreerde Keystore om PGP-sleutels te beheren en vereist geen add-on / plug-in van derden. OpenPGP-sleutelparen kunnen worden gegenereerd, geïmporteerd of geëxporteerd. Openbare sleutels van andere gebruikers kunnen worden geïmporteerd via een bestand of in-line tekst of kunnen rechtstreeks worden gedownload van Public key servers. Volledige OpenPGP-interoperabiliteit Gebruikers kunnen communiceren met elke OpenPGP-compatibele serviceprovider. Warrant Canary and Transparency report De dienst houdt een up-to-date transparantieverslag en warrant canary bij. Externe link Officiële website Referenties Webmail
Groepen Door middel van groepen kunnen gebruikers mailboxen, documenten, contacten, agenda's delen en op een veilige manier direct chatten met groepsleden. Een groepsbeheerder beheert de toegangsrechten van groepsleden en kan ook een ander groepslid als co-admin of hoofdbeheerder aanstellen.
1
toegangsrechten, digitale toestemming, documentmachtiging
250
Hotel
1301024
https://nl.wikipedia.org/wiki/Disney%20Ambassador%20Hotel
Disney Ambassador Hotel
Het Disney Ambassador Hotel (ディズニーアンバサダーホテル, Dizunī Anbasadā hoteru) was het eerste hotel in Tokyo Disney Resort in Japan. Het werd geopend op 20 juli 2000 en gebouwd onder een licentie van The Walt Disney Company. Het wordt beheerd door The Oriental Land Company. Het hotel was het eerste hotel in het Tokyo Disney Resort dat eigendom was van Disney, maar het zesde hotel in het Tokyo Disney Resort van The Oriental Land Company. Het Ambassador Hotel ligt naast Ikspiari, een winkel-, eet- en entertainmentcomplex dat lijkt op Downtown Disney. Het hotel heeft zes verschillende soorten kamers: de standaardkamer, de Superior-kamer, de driepersoonskamer, de luxesuite en de familiekamer met vier bedden, in totaal geschikt voor zes volwassenen. Tokyo Disney Resort
Het hotel was het eerste hotel in het Tokyo Disney Resort dat eigendom was van Disney, maar het zesde hotel in het Tokyo Disney Resort van The Oriental Land Company. Het Ambassador Hotel ligt naast Ikspiari, een winkel-, eet- en entertainmentcomplex dat lijkt op Downtown Disney.
4
hotel, accommodatie, logies
1,250
CheckAction
358813
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hodgsonrapport
Hodgsonrapport
Een belangrijk dossier voor de in 1882 opgerichte Society for Psychical Research (SPR) was het Hodgsonrapport van 1884. Het rapport handelde over de authenticiteit van de zogenaamde Mahatmabrieven. In die periode claimden prominente leden van de Theosophical Society brieven te ontvangen van Mahatma's, een groep wijzen uit Tibet bij wie Helena Petrovna Blavatsky, oprichtster van de Society, zeven jaar zou hebben gestudeerd. Het tweede punt van het rapport betrof een onderzoek naar het wel of niet manipuleren en in scène zetten van occulte fenomenen. Een echtpaar Coulomb was sinds 1882 belast met huishoudelijke taken in de woning van Blavatsky in Adyar, waar het het hoofdkantoor van de Society was gevestigd. Het echtpaar werd in 1884 wegens vermeend wangedrag ontslagen. Hierna beschuldigde het echtpaar Blavatsky van het manipuleren en in scène zetten van occulte fenomenen. Blavatsky had annex aan haar woning een ruimte gebouwd, die zij The Occult Room noemde. In die ruimte was een schrijn gewijd aan de Mahatma's, waar zich frequent de Mahatmabrieven materialiseerden. Vanuit de ruimte zou Blavatsky ook andere vormen van teleportatie gemanipuleerd hebben. Daarnaast verspreidde het echtpaar een aantal van de Mahatmabrieven naar de pers met de beschuldiging dat die door Blavatsky zelf geschreven zouden zijn. Hierop werd de Society for Psychical Research gevraagd een onderzoek in te stellen. In december 1884 werd een ‘voorbereidend en voorlopig Rapport’ uitgebracht. Richard Hodgson kreeg een opdracht tot een vervolgonderzoek. Hogdson was een onderzoeker van paranormale verschijnselen. Het Hodgsonrapport kwam tot drie conclusies. De eerste was dat Blavatsky de occulte fenomenen inderdaad gemanipuleerd had. De tweede was, dat de Mahatma's feitelijk niet bestonden. De derde was dat Blavatsky de brieven ook zelf geschreven had. Hodgson schreef een rapport onder de titel: Verslag van mijn eigen onderzoek in India, en bespreking van het auteurschap van de ‘Koot Hoomi’ brieven. Een groot gedeelte van de 200 gedrukte bladzijden richt zich op de bewering dat Blavatsky de zogenaamde Mahatma Brieven heeft 'vervalst'. Om de aantijgingen te weerleggen werden er onmiddellijk verdedigingen opgesteld door William Quan Judge, Alfred Percy Sinnett, Annie Besant en anderen. In de loop van de jaren daarna werd Blavatsky in boeken verdedigd, zoals in: The Real H.P. Blavatsky, A Study in Theosophy, and a Memoir of a Great Soul, 1928, William Kingsland. Defence of Madame Blavatsky, Deel II, ‘The Coulomb Pamphlet,’ 1937, Beatrice Hastings. Madame H.P. Blavatsky: Her Occult Phenomena and The Society for Psychical Research, 1951, K.F. Vania. Obituary: The ‘Hodgson Report’ on Madame Blavatsky, 1885-1960; Re-examination: Discredits the Major Charges Against H.P. Blavatsky, 1963, Adlai E. Waterman (pseudoniem van Walter Carrithers jr.). Het rapport van Vernon Harrison In 1985 startte Vernon Harrison, een Amerikaanse handschriftkundige en professioneel onderzoeker van betwiste documenten, een onderzoek van het Hodgsonrapport. Het onderzoek van Harrison handelde alleen over de kwestie of Blavatsky de Mahatamabrieven zelf geschreven zou hebben. De essentie van het eerste rapport van Vernon Harrison was dat het Hodgsonrapport op dat onderdeel ernstige methodologische tekortkomingen had en dat die beschuldiging aan Blavatsky op basis van dat Hodgsonrapport niet inhoudelijk onderbouwd kon worden. Een beperking voor het onderzoek van Harrison was het feit dat de door het echtpaar verspreidde brieven al geruime tijd spoorloos verdwenen waren en alle betrokkenen en getuigen uit de periode overleden. Het tweede deel van het rapport betrof een onderzoek naar de nog wel aanwezige Mahatmabrieven. Het materiaal hiervoor waren 1.323 dia's van ruim 100 Mahatmabrieven. Harrison constateerde op basis van vooral handschriftvergelijking dat het handschrift van Blavatsky bij haar volle bewustzijn in bijvoorbeeld brieven aan vrienden, kennissen, etc. te veel afweek van het handschrift in de Mahatmabrieven. Harrison zag in zijn rapport af van een finaal oordeel wie de Mahatmabrieven geschreven heeft. In het rapport vermeldde hij echter meerdere malen de mogelijkheid dat Blavatsky de brieven geschreven zou hebben tijdens haar vele perioden dat zij in een trance verkeerde. Die these, variaties daarop maar ook meer complexe vormen van dissociatieve identiteitsstoornis worden ook door meerdere hedendaagse biografen genoemd. Het rapport van Harrison liet andere conclusies van het Hodgsonrapport, zoals het niet bestaan van de Mahatma’s, het volstrekt fictief zijn van personages als Morya en Koot Homi en het manipuleren en in scène zetten van occulte fenomenen ongemoeid. Parapsychologie Theosofie Rapport
Het rapport van Vernon Harrison In 1985 startte Vernon Harrison, een Amerikaanse handschriftkundige en professioneel onderzoeker van betwiste documenten, een onderzoek van het Hodgsonrapport. Het onderzoek van Harrison handelde alleen over de kwestie of Blavatsky de Mahatamabrieven zelf geschreven zou hebben. De essentie van het eerste rapport van Vernon Harrison was dat het Hodgsonrapport op dat onderdeel ernstige methodologische tekortkomingen had en dat die beschuldiging aan Blavatsky op basis van dat Hodgsonrapport niet inhoudelijk onderbouwd kon worden. Een beperking voor het onderzoek van Harrison was het feit dat de door het echtpaar verspreidde brieven al geruime tijd spoorloos verdwenen waren en alle betrokkenen en getuigen uit de periode overleden.
4
inspectie, onderzoek, controle
4,780
HowToSection
1667310
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleidsevaluatie
Beleidsevaluatie
Een beleidsevaluatie of beleidsanalyse is het beoordelen van een maatregel, programma, plan of project aan de hand van evaluatiecriteria. Hierbij worden de beleidsprocessen, en hun doelmatigheid, onderzocht. Op basis van een analyse van de uit het onderzoek verkregen gegevens komt er een beoordeling van de resultaten en effecten van de processen. Deze effecten kunnen ook maatschappelijke effecten zijn. Geschiedenis Een echte evaluatiecultuur kreeg in twee golven gestalte: Jaren 60-70: Zweden, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Canada - door de grotere rol van de overheid toen was er een sterke nood aan informatie hierover. Jaren 80-90: andere West-Europese landen waaronder België en Nederland - samen met andere ideeën uit het New Public Management. Dit ging samen met externe druk vanuit internationale organisaties. In België werd het Vlaams evaluatieplatform (VEP) opgericht in 2006. In Wallonië bestond er al eerder een gelijkaardig platform: het SWEP (Société Wallonne de l'évaluation et de prospective) werd opgericht in 2000. Doel Beleidsevaluatie is het beoordelen van een maatregel, programma/plan, project aan de hand van evaluatiecriteria. Vragen die hierbij gesteld worden zijn: Doen we de dingen goed? Doen we de juiste dingen? Beleidsevaluatie is geen alleenstaand gegeven maar onderdeel van de beleidscyclus. Een beleidsevaluatie kan veel duidelijkheid verschaffen. Zo komen er vaak problemen naar boven en krijgt men inzicht in de kansen die er zijn en anders eventueel gemist zouden kunnen worden. De instelling kan zodoende haar doelen scherpstellen en positieve aanpassingen maken op het bestaande beleid. In die zin is beleidsevaluatie een instrument dat gebruikt kan worden bij beleidsplanning en bijsturen van beleidsuitvoering. Het draagt ook bij tot beleidsleren. Soms zijn beleidsevaluaties ook bij wet verplicht, zoals bijvoorbeeld in de aanwending van de Europese structuurfondsen of plattelandsmiddelen. Evaluatiecriteria De belangrijkste evaluatiecriteria: Relevantie: Komen de doelstellingen tegemoet aan de problemen en uitdagingen? Coherentie/consistentie Intern: Vormen de strategische en operationele doelstellingen een coherent geheel? Extern: Zijn de doelstellingen compatibel met andere beleidsprogramma's/maatregelen? Uitvoering: Werden de beoogde acties uitgevoerd? Is de uitvoering vlot verlopen (tijdig, voldoende personeel, ...)? Effectiviteit of doelbereiking Zijn de doelstellingen bereikt? In welke mate dragen de acties en hun outputs bij tot het bereiken van de doelstellingen? Efficiëntie: Werden de doelstellingen bereikt op een kostenefficiënte manier? Staan de resultaten in verhouding tot de ingezette middelen? Adequaatheid: Beantwoorden de effecten die ik heb geressorteerd aan de noden en uitdagingen? Andere: Duurzaamheid van effecten Draagvlak voor het beleid Toegevoegde waarde Types en concepten Tijdstip evaluatie: Ex-ante: Evaluatie met het oog op verbeteren van beleidsplan/programma (nadruk op relevantie en coherentietoets, organisatie en beschikbaarheid van gegevens/monitoring). Mid-term: Tussentijdse evaluatie met het oog op bijsturen van de beleidsuitvoering (nadruk op outputs en resultaten, effectiviteit, organisatie/uitvoering). Ex-post: Evaluatie op het einde of na afloop van project of programma (nadruk op effectiviteit, efficiëntie en impact). On-going: Evaluatie gebeurt tijds de ganse uitvoeringsperiode van een programma, met regelmatige rapportering. Nadruk ligt op bijsturen beleidsuitvoering en op monitoring. Stappenplan evaluatie: Afbakening van evaluatie Dataverzameling Primaire data zijn gegevens die nog niet verzameld zijn bij het begin van de evaluatie: interviews, enquête, gevalstudies (case-studies) Secundaire data zijn gegevens die al door iemand verzameld zijn bij het begin van de evaluatie: literatuur en studies, databanken, documenten en rapporten Gegevens-analyse Kwalitatieve technieken: Delphi-methode, focusgroep/workshop, expert panel Kwantitatieve technieken: Regressie-analyse, 'wat-als-analyse' (counterfactual analysis), grensmethoden voor efficiëntie (data envelopment analysis), netwerkanalyse, etc. Beoordeling via 'triangulatie': Dit is het combineren van verschillende analyseresultaten tot een eindoordeel Kosten-batenanalyse/Kosten-effectiviteitsanalyse Multicriteria-analyse Benchmarking Expert panel Peer review Toetsing conclusies: Kan aan de hand van workshop met stakeholders. Externe links Vlaams evaluatie platform Evaluatieplatform voor Wallonië Handleiding voor tussentijdse evaluatie beleidsplannen Bestuurskunde
Stappenplan evaluatie: Afbakening van evaluatie Dataverzameling Primaire data zijn gegevens die nog niet verzameld zijn bij het begin van de evaluatie: interviews, enquête, gevalstudies (case-studies) Secundaire data zijn gegevens die al door iemand verzameld zijn bij het begin van de evaluatie: literatuur en studies, databanken, documenten en rapporten Gegevens-analyse Kwalitatieve technieken: Delphi-methode, focusgroep/workshop, expert panel Kwantitatieve technieken: Regressie-analyse, 'wat-als-analyse' (counterfactual analysis), grensmethoden voor efficiëntie (data envelopment analysis), netwerkanalyse, etc. Beoordeling via 'triangulatie': Dit is het combineren van verschillende analyseresultaten tot een eindoordeel Kosten-batenanalyse/Kosten-effectiviteitsanalyse Multicriteria-analyse Benchmarking Expert panel Peer review Toetsing conclusies: Kan aan de hand van workshop met stakeholders.
1
stappenplan, instructiesectie, receptonderdeel
10,324
MusicAlbumProductionType
5233297
https://nl.wikipedia.org/wiki/Andy%20Powell
Andy Powell
Andy Powell, (Stepney (Londen), 19 februari 1950) is een Britse zanger/gitarist die sinds 1969 deel uitmaakt van de rockband Wishbone Ash. Hij was medeoprichter en is sinds 1995 het laatst overgebleven originele lid. Biografie Andy Powell begon op zijn elfde jaar gitaar te spelen, waarbij hij beïnvloed werd door rock en beat bands zoals The Shadows. Latere invloeden zijn de gipsyjazz van gitarist Django Reinhardt, bluesgitarist Albert King en Richard Thompson (voormalige gitarist van Fairport Convention). Powell had onvoldoende geld om een nieuwe gitaar te kopen en daarom maakte hij zelf eentje en begon te spelen in bands als The Dekois en The Sugar Band. In 1968 las hij een advertentie in het tijdschrift Melody Maker, waarin bassist Martin Turner en drummer Steve Upton een gitarist zochten voor een nieuw te vormen band. Omdat er twee geschikte kandidaten reageerden op die advertentie (Andy Powell en Ted Turner) besloten ze om een groep te formeren met twee sologitaristen. Deze band werd Wishbone Ash genoemd. Door het samenspel van de twin sologitaren heeft de band een heel eigen geluid waarbij swingende rock wordt afgewisseld met rustige, melodieuze stukken. De drie eerste studioalbums Wishbone ash (1970), Pilgrimage (1971) en Argus (1972) worden in het algemeen als hun beste platen beschouwd, met Argus als het meest succesvolle album. Die plaat bereikte een derde plaats in de Britse albumlijst en werd door de tijdschriften Melody Maker en Sounds gekozen tot het beste Britse album van het jaar. Ook de concerten van de band waren erg succesvol, wat resulteerde in het livealbum Live dates (1973). Na een aantal jaren vonden de eerste bezettingswisselingen plaats, die er uiteindelijk toe leidden dat Andy Powell het enige overgebleven bandlid was. Hij besloot om de groep opnieuw op te richten, met andere muzikanten die door hem ingehuurd werden. De zeggenschap kwam bij hem te liggen. In 1998 eigende Andy Powell zich het alleenrecht toe van de bandnaam Wishbone Ash. Martin Turner was woedend en richtte Martin Turner's Wishbone Ash op. In 1998 nam Wishbone Ash samen met muziekproducent Mike Bennett twee albums op die sterk afweken van de reguliere muziek van de band. De albums Trance visionary en Psychic terrorism bevatten dancemuziek en kunnen beschouwd worden als soloprojecten van Andy Powell. De fans van Wishbone Ash konden hier maar weinig begrip voor opbrengen, in de technoscene werd wel enthousiast gereageerd. Tot heden treedt Wishbone Ash regelmatig op in Engeland, de Verenigde Staten en het vasteland van Europa. Het meest recente studioalbum van Wishbone Ash, getiteld Blue horizon dateert uit 2014. De band bestaat (naast Andy Powell) uit bassist Bob Skeat, drummer Joe Crabtree en gitarist Mark Abrahams. Discografie Studioalbums Wishbone Ash (1970) Pilgrimage (1971) Argus (1972) Wishbone Four (1973) There's the rub (1974) Locked in (1976) New England (1976) Front page news (1977) No smoke without fire (1978) Just testing (1980) Number the brave (1981) Twin barrels burning (1982) Raw to the bone (1985) Nouveau calls (1987) Here to hear (1989) Strange affair (1991) Illuminations(1986) Trance visionary (1998) Psychic terrorism (1998) Bare bones (1999) Bona fide (2002) Lost pearls (2004) Clan destiny (2006) First Light (2007) The Power of Eternity (2007) Elegant Stealth (2011) Blue Horizon (2014) Livealbums Live in Memphis (1972) Live Dates (1973) Wishbone Ash Live in Tokyo (1979) Live Dates 2 (1980) Hot Ash (1981) Wishbone Ash BBC1 Live in concert (1991) The Ash in Chicago (1992) Live in Geneva (1995) Live at the BBC (1995) Live Timeline (1997) The king will come-live (1999) Live Dates 3 (2001) Tracks (2003) Warriors (2003) Tracks 2 (2003) Gold Dates (2004) Almighty blues (2004) Wishbone Ash live on XM-satellite radio (2006) Tracks 3 (2007) Live in Hamburg (2007) Argus: Then Again Live (2008) Wishbone Ash Live in London (2009) Performence (2011) Brits zanger Brits gitarist
De drie eerste studioalbums Wishbone ash (1970), Pilgrimage (1971) en Argus (1972) worden in het algemeen als hun beste platen beschouwd, met Argus als het meest succesvolle album. Die plaat bereikte een derde plaats in de Britse albumlijst en werd door de tijdschriften Melody Maker en Sounds gekozen tot het beste Britse album van het jaar. Ook de concerten van de band waren erg succesvol, wat resulteerde in het livealbum Live dates (1973).
2
soundtrack, livealbum, studioalbum
1,220
BookmarkAction
9844
https://nl.wikipedia.org/wiki/Suske%20en%20Wiske
Suske en Wiske
Suske en Wiske is een Belgische stripreeks bedacht door Willy Vandersteen, die in het begin ook alle verhalen geheel zelf uitwerkte en tekende. Later is de stripreeks voortgezet door achtereenvolgens Paul Geerts, Marc Verhaegen en het duo Luc Morjaeu en Peter Van Gucht van Studio Vandersteen. Het is een van de populairste stripseries in Vlaanderen en een van de Belgische strips die ook in Nederland erg populair is geworden. De serie loopt sinds 1945 en daarmee is het de langstlopende stripreeks van de Benelux. Zie de lijst van verhalen van Suske en Wiske voor alle albums van Suske en Wiske. De verhalen werden in eerste instantie gepubliceerd in De Nieuwe Standaard (1945-1947), later De Standaard (vanaf 1947), alvorens als album te verschijnen. Nadien zijn ze ook in allerlei andere Vlaamse en Nederlandse kranten voorgepubliceerd. Vanaf 1948 stonden ze ook in het striptijdschrift Kuifje. De verhalen zijn altijd in de eerste plaats humoristisch van aard geweest, met daarnaast vaak een moraliserende ondertoon. Soms staat een min of meer actueel maatschappelijk thema centraal. Daarnaast vormen allerlei elementen uit de (Vlaamse en Nederlandse) folklore, bekende sprookjes, volksverhalen, de geschiedenis en de mythologie vaak het uitgangspunt van een avontuur. Geschiedenis Begin Vandersteen begon in de winter van 1944-45 met de eerste schetsen voor het verhaal Rikki en Wiske. Hij legde deze schetsen voor aan twee directieleden van de N.V. Standaard-Boekhandel, die een deel van het verhaal doorstuurden naar de redactie van De Nieuwe Standaard. Daarop besloot uitgever Tony Herbert het verhaal te publiceren. Op 30 maart 1945 verscheen de allereerste aflevering van De avonturen van Rikki en Wiske in De Nieuwe Standaard. In dit verhaal traden tante Sidonia, Wiske en Wiskes oudere broer Rikki op. Het verhaal verscheen in 1946 als album in de winkel, maar de verkoop liep in eerste instantie nog niet storm; na twee jaar waren er niet meer dan 7000 exemplaren verkocht. Op 19 december 1945 begon in de krant het eerste verhaal van Suske en Wiske met Suske erin, Op het eiland Amoras. Dit verhaal werd in januari 1947 als eerste album in de zogenaamde Vlaamse ongekleurde reeks uitgegeven en werd wel meteen goed verkocht. Vanaf 8 maart 1946 verscheen de reeks ook in Nederland in de krant De Stem. In het laatste nummer van Le Petit Monde in 1947 verscheen net de eerste aflevering van Le Singe Volant (De vliegende aap). Suske en Wiske heten hier Riri et Miette (later zijn ze "Bob et Bobette" gaan heten). Het was hun eerste verschijning in het Frans. Stijgende populariteit De Suske en Wiske-verhalen werden al spoedig uitermate populair. Vandersteen doorspekte zijn verhalen met humor die varieerde van absurde grappen en running gags, woordspelingen tot moppenboekachtige grappen. Soms werden er ook letterlijk moppen geciteerd. Met name in de beginjaren van de strip verwees Vandersteen regelmatig naar de actualiteit, een formule die in de kranten natuurlijk op dat moment perfect werkte, maar ook snel weer gedateerd raakte wanneer de verhalen eenmaal in albumvorm waren uitgegeven. Hierom verdween de actuele humor snel uit de reeks, hoewel de strip altijd een sterk maatschappijkritische ondertoon heeft gehouden. Een andere belangrijke factor voor het succes van de Suske en Wiske-reeks was Vandersteens verteltalent. Hij wist sfeerrijke, fantasievolle, spannende en mysterieuze plots van zeer uiteenlopende herkomst te bedenken (zie ook #Inspiratiebronnen). Ook kon hij dankzij de manier waarop de strip in de kranten verscheen op grote schaal gebruikmaken van cliffhangers. Verschillende verhalen uit de periode waarin Vandersteen zelf het meest bij de strip betrokken was (jaren 40-50) zijn echte klassiekers geworden, zoals Het eiland Amoras, De vliegende aap, De zwarte madam, De stalen bloempot, De ringelingschat en De dolle musketiers. Volgens stripkenner Han Peekel droeg het feit dat de strips uitkwamen in albums, ook bij aan de populariteit. In die tijd verschenen strips meestal in kranten. Ook waren de albums betaalbaar, ook in de toenmalige crisisjaren na de Tweede Wereldoorlog. Die albums, waarvan er jaarlijks vier verschenen, werden vervolgens populair bij verzamelaars. Peekel stelt dat ook de thuissituatie van het gezin daaraan bijdroeg. Ogenschijnlijk is deze normaal, maar bij nader inzien is die verre van normaal. Zo zijn er geen vader en moeder aanwezig, maar worden de kinderen opgevoed door een tante en een oom, die eigenlijk geen oom is. Volgens Peekel is dit "een meesterzet": een standaard vader-en-moedersituatie zou het leven van de kinderen saai maken. Verschillende albumreeksen samengevoegd in de rode reeks In 1948 werd Vandersteen door Hergé gevraagd om Suske en Wiske ook in het weekblad Kuifje te publiceren. Deze verhalen werden na publicatie in het stripblad uitgegeven in de zogeheten blauwe reeks. In deze verhalen spelen Jerom, tante Sidonia en professor Barabas niet mee. De rol van Lambik werd evenwel belangrijker; in feite werd Lambik de derde hoofdpersoon. Daarnaast ondergingen de hoofdpersonages een metamorfose; zo oogden Suske en Wiske bijvoorbeeld volwassener en Lambik zag er een stuk heldhaftiger uit. De verplichte verbeterde tekenstijl had ook invloed op Vandersteens latere werk. In maart 1959 voorzag N.V. Standaard Boekhandel de albums voor het eerst van een nieuwe lay-out. Er werd nu een rode steunkleur toegevoegd en de titelletters op de voorkaft waren vanaf nu in het geel. Ook de achterzijde werd vernieuwd. De eerste 66 albums zijn hierdoor oorspronkelijk ofwel alleen in zwart-wit, of met slechts één steunkleur verschenen. Het eerste verhaal dat al meteen in deze tweekleurenreeks verscheen was Het vliegende bed. Enkele van de vóór 1959 verschenen verhalen die te veel afweken van de nieuwe stijl werden in deze periode voor de eerste keer hertekend en heruitgegeven, zoals De sprietatoom, De ringelingschat, De spokenjagers en De dolle musketiers. Aangezien deze paar verhalen iets later ook in de Vierkleurenreeks weer opnieuw zouden uitkomen, hebben ze in totaal drie albumnummers gekregen. De nieuwe serie werd al snel bekend onder de naam rode reeks. De tweekleurenreeks bestond slechts een paar jaar. Alle verschillende reeksen waarin de verhalen waren verschenen, werden in 1967 samengevoegd tot één reeks die zo uniform mogelijk werd gemaakt. Toen de eerdere verhalen in deze reeks werden heruitgegeven, werden ook alle kafttekeningen vernieuwd. Het eerste nieuwe verhaal dat meteen in deze Vierkleurenreeks verscheen was De poenschepper. Daarna zijn alle in de kranten voorgepubliceerde verhalen die tot dan toe alleen in de ongekleurde reeksen en/of de tweekleurenreeksen waren verschenen, in de Vierkleurenreeks heruitgebracht. Het eiland Amoras werd in de Vierkleurenreeks direct na De poenschepper als eerste verhaal heruitgebracht, daarna werd de volgorde echter geheel willekeurig. Tot de verhalen die bij de heruitgave in de vierkleurenreeks in hun geheel zijn hertekend behoren Het eiland Amoras, De vliegende aap, De koning drinkt, De witte uil, Lambiorix en De kleppende klipper. Enkele verhalen zijn in de vierkleurenreeks alleen ingekleurd zonder dat er iets aan de oorspronkelijke tekeningen werd veranderd, zoals De stalen bloempot, De zwarte madam en De stierentemmer. Teruglopend aandeel van Vandersteen In de beginperiode verzorgde Vandersteen zowel het scenario als de tekeningen en ook inktte hij de verhalen zelf. Het inkten was de eerste taak die hij zou overlaten aan iemand anders. Aan het einde van De mottenvanger (1949) nam François Joseph Herman de inktpen over. Vanaf 1953 was Karel Boumans steeds meer betrokken bij het inkten (voor het eerst in De lachende wolf). In de loop van de reeks zou deze taak door diverse personen worden uitgevoerd, waarvan eerst Eduard De Rop en later Eric De Rop (vader en zoon) de meeste albums voor hun rekening namen. Eduard de Rop trad in 1959 in dienst bij Vandersteen. De eerste Suske en Wiske-verhalen waar De Rop een aandeel in had waren Het vliegende bed en Het gouden paard. Vanaf ca. 1960 raakte Vandersteen gaandeweg steeds minder persoonlijk betrokken bij de totstandkoming van de Suske en Wiske-verhalen, mede omdat hij zich op het maken van andere strips (zoals Bessy en De Rode Ridder) ging richten. De destijds 30-jarige Paul Geerts voegde zich in 1967 als nieuwe medewerker bij Studio Vandersteen. In eerste instantie hield Geerts zich alleen nog bezig met de productie van de Jerom-reeks in Duitsland. In 1969 vroeg Vandersteen hem om zich ook met Suske en Wiske te gaan bezighouden. De charmante koffiepot was het eerste verhaal in de serie dat werd geïnkt door Geerts, die dit overnam van De Rop. In deze periode hertekende Geerts ook onder meer De koning drinkt en De witte uil, met het oog op de heruitgave van deze verhalen in de Vierkleurenreeks. Voortzetting van de reeks door Paul Geerts De gekke gokker (1971) was het eerste verhaal waarvan ook het scenario helemaal van de hand van Geerts was, met enkele kleine aanpassingen door Vandersteen. In 1972 kreeg Geerts de volledige artistieke eindverantwoordelijkheid voor de Suske en Wiske-strip, als Vandersteens opvolger. Vandersteen stelde aan de voortzetting van de reeks door Geerts enkele strenge voorwaarden: de geest en filosofie die altijd al achter de verhalen schuilging moesten hetzelfde blijven, de karakters van de hoofdpersonages mochten niet veranderen en de verhalen moesten altijd in een positieve sfeer blijven eindigen. In 1971 begon Rita Bernaers met het verzorgen van de inkleuring van de verhalen. Ondanks de overname bleef Vandersteen zelf ook in de tijd hierna in meer of mindere mate bij de strip betrokken. Hij werkte zelf ook nog de scenario's van enkele verhalen uit. Zo zijn de scenario's van De vinnige Viking (1976), Het Bretoense broertje (1983), De ruige regen (1985), De eenzame eenhoorn (1988) en ten slotte De wervelende waterzak (1988) nog door Vandersteen geschreven. Van die laatste twee albums verzorgde hij bovendien het tekenwerk en bij De ruige regen ging hij over de ruwe schetsen. Van de andere albums in dit lijstje was Geerts de tekenaar. Zodoende is De wervelende waterzak het laatste Suske en Wiske-album waar Vandersteen nog in eigen persoon aan meegewerkt heeft. In 1980 kwam Lilianne Govers in dienst bij Studio Vandersteen. Zij verzorgde de lettering van de Suske en Wiske-verhalen en een deel van het inktwerk. In 1984 begon Eric de Rop − de zoon van de eerder genoemde De Rop − zijn medewerking aan de stripreeks, en twee jaar later werd hij de nieuwe vaste inkter. Het eerste verhaal dat hij inktte was De bevende berken, een reclame-album dat niet in de reguliere reeks is verschenen. In augustus 1990 overleed Vandersteen. Op alle Suske en Wiske-albums is echter sindsdien Vandersteens naam blijven staan, ongeacht of hij aan het verhaal in kwestie enige inbreng heeft gehad. De naam van Geerts werd pas voor het eerst genoemd in De krachtige krans (1988). Vandersteen stelde bij testament een aantal voorwaarden aan voortzetting van de reeks. Zo blijven seks en drugs taboe en mogen er geen hoofdpersonen bijkomen of verdwijnen. Ook mogen de hoofdpersonen niet veranderen of verouderen, en ook een aantal bestaande situaties mogen niet veranderen; zo mogen Lambik en Sidonia bijvoorbeeld nooit huwen. Inbreng van Marc Verhaegen In 1988 sloot Marc Verhaegen zich bij de Studio Vandersteen aan. Hij had op dat moment de taak een kortverhaal te maken dat als proloog kon dienen voor een reclame-uitgave van De schat van Beersel van Kredietbank. Dit moest tevens in de stijl van de blauwe reeks gebeuren. Vandersteen en Geerts besloten na het zien van dit verhaal om Verhaegen aan te nemen. Verhaegens eerste wapenfeit in de reguliere serie was het uitwerken van de tekeningen vanaf strook 179/180 in De speelgoedspiegel (1989). Nadien werd Verhaegen ingezet voor diverse nieuwe verhalen. Aanvankelijk bleef zijn inbreng nog beperkt tot het uitwerken van de tekeningen. De goalgetter (1990) was het eerste verhaal waarin Verhaegen een groot aandeel had. Daar verzorgde hij zowel het basisidee als de tekeningen. Het standaard aantal pagina's per album werd in deze periode teruggebracht van 56 naar 48. In De krakende carcas (1992) nam Verhaegen zowel scenario als tekeningen op zich. Gedurende de jaren 90 wisselden Verhaegen en Geerts elkaar af voor het uitwerken van de albums. Soms werkten ze ook samen aan één album. Omdat Geerts nog steeds de officiële tekenaar was, bleef tot eind 2001 Verhaegens naam onvermeld in de albums. Steeds stond er 'scenario en tekeningen: Paul Geerts', ook al betrof het een verhaal van Verhaegen. Het laatste album dat nog volledig door Geerts gemaakt werd, was Het enge eiland (1999). In 2002 gaf Geerts tot slot ook officieel het stokje door aan Verhaegen, die reeds alle nieuwe verhalen op zich nam sinds het verschijnen van Het verdronken land (1999). Pas vanaf de officiële overname in 2002 werd Verhaegens naam in de albums vermeld in de plaats van die van Geerts. In De blote Belg (2001) werden Geerts en Verhaegen samen vermeld. In 2005 werd Verhaegen aan de kant geschoven na een dispuut met Studio Vandersteen. De aanleiding was dat hij het plan had opgevat om Auschwitz als thema in een verhaal te verwerken, maar dit viel bij de overige medewerkers in slechte aarde. De formidabele fantast was Verhaegens laatste contributie. In 2016 onthulde Geerts in een interview dat de samenwerking met Verhaegen vaak erg moeizaam was geweest. Overname door Studio Vandersteen Sinds Verhaegen niet meer bij de productie van de verhalen is betrokken, wordt het werk in teamverband gedaan door Studio Vandersteen zelf. Peter Van Gucht als hoofdscenarist en Luc Morjaeu staan daarbij aan het hoofd van het tekenteam. Van Gucht had zich daarvoor reeds bewezen als scenarist van diverse kortverhalen. Hij verzorgde ook al het scenario van De flierende fluiter, waar Verhaegen nog de tekenaar van was. Morjaeu daarentegen kwam nieuw over naar Studio Vandersteen nadat Verhaegen vertrokken was. Zo ontstond een tekenteam onder leiding van Morjaeu (met Dirk Stallaert, Peter Quirijnen, Charel Cambré en Eric De Rop) en een scenarioteam onder leiding van Van Gucht (met Bruno De Roover en Erik Meynen). Omslag albums vanaf 2007 De omslag van de albums werd opnieuw drastisch vernieuwd in de zomer van 2007. Studio Vandersteen nam afstand van de aloude rode kaft met in het midden een tekening die het hoofdthema van het verhaal uitbeeldt. Vanaf nu vulde de tekening de hele voorkant. Dit werd voor het eerst gedaan bij de albumuitgave van De curieuze neuzen. Om de lezers te laten wennen aan de nieuwe vormgeving, koos de studio voor een mapje dat om het album werd geschoven. Het mapje zelf heette De magnifieke metamorfose en hierop was de traditionele rode kleur nog wel aanwezig. Daarnaast werden ook de afbeeldingen zelf van alle individuele albums door Morjaeu hertekend in de nu gangbare tekenstijl. De metamorfose had tot gevolg dat de verhalen van vóór 1967, waarvan de kaft bij de overgang van de tweekleuren- naar de vierkleurenreeks ook al opnieuw was getekend, nu voor de tweede keer van een hertekende kaft werden voorzien. In 2008 kwamen alle albums met de nieuwe cover op de markt. Belangrijkste personages In het tweede verhaal, Het eiland Amoras, maken Suske en professor Barabas hun opwachting. Rikki verdwijnt spoorloos nadat in de aankondiging van het voornoemde verhaal wordt gemeld dat hij met een schoenenbon op pad wordt gestuurd. Vandersteen verklaarde later dat Rikki geen volwaardige tegenspeler van de veel jongere Wiske was en dat het personage bovendien te veel op Kuifje leek. Lambik trad voor het eerst op in het derde verhaal, De sprietatoom (1946). Jerom maakte zijn debuut zes jaar later, in De dolle musketiers (1952). Hoofdpersonages Suske – Een verre nazaat van Sus Antigoon, die eigenlijk François heet. Wiske noemt hem ook al eens Fransiscus. Oorspronkelijk woonde hij op het eiland Amoras, maar tante Sidonia adopteerde hem in haar gezin. Bij zijn introductie in de strip is hij een schaars geklede woesteling, die volledig uit zijn vel springt wanneer iemand "Seefhoek vooruit" roept (bij latere herdrukken van Het eiland Amoras is dit veranderd in "Antigoon vooruit" om een breder publiek aan te spreken dan de Antwerpse volksbuurt in het bijzonder). In vrijwel alle andere verhalen is hij een doorsnee jongen zonder kleurrijk karakter. Hij is echter wel moedig, idealistisch, trouw, meestal intelligent en ook tamelijk sterk. Hij wordt makkelijk verliefd en door zijn meestal evenwichtige karakter trekt hij makkelijk de aandacht van vrouwen en meisjes. Wiske weet zijn peperkoeken hart praktisch elke keer te beroeren. Wiske – Een meisje dat eigenlijk Louise heet. Ze wordt door haar tante Sidonia opgevoed, wie haar ouders zijn of wat daarmee is gebeurd wordt in de verhalen nergens duidelijk. Wiske is intelligent, maar ook nieuwsgierig, jaloers, koppig, impulsief en soms ijdel. Toch kan ze wanneer het moet deze gebreken ook opzijzetten en haar goede hart tonen. Door de vorm van haar hoofd (zeker met de haren opgebonden met het kenmerkende strikje), wordt ze soms op haar paard getild met het scheldwoord 'eierkop' en varianten hierop. Tante Sidonia – Wiskes tante, die in veel verhalen min of meer de bijrol van adoptiemoeder van zowel Suske als Wiske vervult, maar soms (met name in de oudere verhalen) zelf ook heel actief meespeelt. Ze is een lange, magere vrouw die haar mannetje kan staan in noodsituaties. Desondanks wordt het haar soms ook te veel en krijgt ze zenuwtoevallen. Ze lijkt in sommige verhalen heimelijk verliefd op Lambik te zijn en komt daar soms gewoonlijk openlijk voor uit, zoals in De sterrenplukkers. Vaak krijgt ze spottende opmerkingen over haar grote voeten en haar abnormaal lange neus, of haar hyperslanke lijn en borstelharde haartooi. Lambik – Werd ooit door professor Barabas ingehuurd als detective en is sindsdien altijd een van de vaste hoofdpersonages gebleven. Lambik zorgt meestal voor de grappigste momenten in de strip. In Nederland heette hij aanvankelijk Lambiek. Vandersteen gaf hem aanvankelijk de naam Pukkel. De naam Lambik is afgeleid van het lambiekbier. Lambik is makkelijk verstrooid, drinkt graag een glas te veel en werpt zich graag op als de leider. In sommige verhalen gedraagt hij zich echter beduidend volwassener en soms zelfs heldhaftig. Met de komst van Jerom kwamen ook zijn eigen gebreken en stunteligheid boven water, net als de afgunst voor Jeroms kracht en aantrekkelijkheid. Hij is kalend, op zes sprieten na (drie aan elke kant, net achter zijn oor), wat ook vaak aanleiding geeft tot eenzelfde soort spot als bij Sidonia. Lambik beseft dat hij bij Sidonia redelijk hoog in de schuif ligt en dat er vaak grond is voor avances. Lambik gaat hier echter nooit op in, soms met kwetsende of pijnlijke gevolgen. Een bekende kreet van hem is "miljaar". Jerom – Een ongelofelijk sterke man die de anderen in moeilijke situaties dankzij zijn kracht steeds uit de problemen helpt. Hij komt oorspronkelijk uit de prehistorie, maar zat ingevroren totdat hij in de 17de eeuw door de hertog Le Handru werd ontdooid. In zijn debuutverhaal De dolle musketiers is hij een van de vijanden van Suske, Wiske, Lambik en Sidonia. Na door Wiske tot het goede te zijn bekeerd, wordt hij meegenomen naar de 20e eeuw. In Nederland heette Jerom vroeger Jeroen of Jeroentje. In diverse verhalen, waaronder De malle mergpijp en De slimme slapjanus, wordt er meer bekend over Jeroms geschiedenis. Zo was hij eerst een zwakke, tengere slapjanus, die door toedoen van zijn moeder, Moe Mie, en een sjamaan, op magische wijze tot de dubbelgespierde kleerkast en man van weinig woorden zoals men hem vandaag kent om wordt getoverd. Jerom heeft, naast zijn overduidelijke fysieke kracht, heel wat andere sterktes: zo kan hij licht laten schijnen uit zijn ogen (wanneer hij ze opent), maar kan er ook X-stralen mee projecteren. Hij kan supersnel lopen, zeer hoog en zeer ver springen, zichzelf optillen aan zijn voeten met zijn eigen handen, blikken openen, stokken splijten enzovoorts. Hij drinkt graag kokend lood, eet graag ijzer, eet 40 eieren per dag, en als hij koffie wil doet hij een lepel koffie in de volle suikerpot. Niettemin zit er onder al die spieren een zeer klein hartje, zoals blijkt uit de tederheid en zorg voor Schanulleke, en de hoffelijkheid die hij meestal voor Sidonia en andere vrouwen tentoonspreidt. Zijn zinnen bestaan alleen uit de essentiële woorden. Professor Barabas – Een geleerde wiens merkwaardige uitvindingen in veel verhalen een belangrijke rol spelen. Zijn beroemdste en meest gebruikte uitvinding is de teletijdmachine. Hij is geniaal, maar ook, haast stereotiep, makkelijk verstrooid, en soms zeer idealistisch tot op het naïeve af. Schanulleke – Een lappenpopje waar Wiske zielsveel van houdt. Aanvankelijk heette ze in België Schalulleke en in Nederland Schabolleke. Haar huidige naam kreeg ze in De schone slaper. In de meeste verhalen is ze slechts een rekwisiet, of heeft ze hooguit een sleutelrol als (lijdend) voorwerp. In sommige verhalen komt ze echter tot leven en is dan een werkelijk personage; soms zelfs als tegenstander, zoals in Bibbergoud. Nevenpersonages Tot de meest terugkerende nevenpersonages behoren: Arthur – Een broer van Lambik die in de jungle woont en kan vliegen dankzij het blijvende effect van het sap van een bijzondere plant genaamd Selderum Aeroplanis, maar daardoor ook als een vogel rondhuppelt, op stok gaat (letterlijk) en bij het praten vaak 'tjip-tjip' ertussen gooit. Hoewel hij door het sap kan vliegen, moet hij, net als een vogel, met de armen kunnen flapperen om het vliegen mogelijk te maken. Hij verscheen voor het eerst in De vliegende aap. Krimson – De vaakst terugkerende slechterik in de reeks, waardoor hij vaak als publieke vijand nummer 1 wordt bestempeld; dit hoewel hij pas relatief laat in de serie werd geïntroduceerd, namelijk in Het rijmende paard. Hij is verslaafd aan pillen en moet heel regelmatig een heuse cocktail nemen om terug te kunnen functioneren. Een en ander wordt hem toegedeeld door zijn butler, Achiel. Jef Blaaskop – Een van de vaste bewoners van Amoras. Hij treedt voor het eerst op in Het eiland Amoras als een machtsbeluste schurk. In De stalen bloempot is hij bekeerd tot de goede kant en helpt dan Suske, Wiske en Lambik. Theofiel Boemerang – Een zakelijk ingestelde buurman van Lambik die iedereen allerlei dingen probeert aan te smeren. Hij verscheen voor het eerst in De Texasrakkers. Later ontpopt hij zich tot een meesteroplichter en maakt er een criminele carrière mee. Zijn motto is "kleine percentjes, grote ventjes". Hij is getrouwd met Celestien, die aanvankelijk het niet zo heeft voor diens malafide praktijken, maar zich alsnog bekeert gezien het haar aanzien, macht en rijkdom geeft die ze bij haar status passen vindt. Tobias – Een hond die Suske en Wiske geregeld bijstaat. Hij verscheen voor het eerst in Het hondenparadijs. Waar hij het goed kan vinden met de kinderen en Jerom (al botst hij vaak genoeg nog met Wiskes ijdelheid), is de verstandhouding met Lambik (die hij vaak een dikkop vindt) meestal op gespannen voet. Hij is getrouwd met Dolly, met wie hij diverse puppy's ter wereld bracht. Sus Antigoon – Over-over-over-overgrootvader van Suske en de ontdekker, en stichter, van het eiland Amoras. Hij verscheen voor het eerst in Het eiland Amoras. Hij gaf zijn volk eten, maar dronk zich dood, en werd daarom tot spook gebombardeerd. Door het topje van zijn spokenhoofd zit een oude kurkentrekker, en aan een van zijn benen zit een fles vast met een keten. Zelfs als spook is Sus Antigoon vaak nog aan de boemel, wat hem weliswaar zijn krachten geeft maar hem ook zowat permanent dronken houdt. Als zijn fles beschadigd of gebroken wordt, kan hij niet spoken. Dit kan worden verholpen door een nieuwe fles van de juiste wijn aan zijn ketting te hangen. Snoeffel & Gaffel – Twee schurken die niet vies zijn van omkoperij. Ze verschenen voor het eerst in De gouden cirkel. De Van Zwollems – Annemarie van Zwollem en haar geesteszieke vader verschenen voor het eerst in Het sprekende testament. De Zwarte Madam – Een blonde heks die spreekt met een Frans accent. Ze verscheen voor het eerst in De zwarte madam. Aanvankelijk, en met regelmaat, is ze een slecht personage, tot ze in De maffe maniak de liefde wordt verklaard door Sus Antigoon. Met enkele uitzonderingen in acht genomen, bekeert ze zich en keert met Sus Antigoon terug naar Fantasia, het mythische wolkenrijk waar helden en legenden verblijven wanneer hun tijd gekomen is of hun bestaan niet meer past in de tijdsgeest en ze ontdekt worden. Haar hulpjes zijn Lange Wapper en Knudde. Verhaalthema's Inspiratiebronnen Veel van de plots zijn gebaseerd op historische feiten. Voorts is er inspiratie geput uit allerlei grote literaire werken, bekende sprookjes, mythen en soms ook de Bijbel. In de periode 1949-1953 haalde Vandersteen zijn inspiratie vooral uit de klassieke mythologie, diverse bekende sagen en bekende romans. Zo zijn in De mottenvanger bijvoorbeeld veel elementen uit de klassieke Griekse mythologie verwerkt. Het bevroren vuur bevat overwegend sprookjeselementen en speelt zich daarnaast af in het tijdperk van de Noormannen. De ringelingschat is mede gebaseerd op Wagners Der Ring des Nibelungen. De dolle musketiers is gebaseerd op Alexandre Dumas' roman De drie musketiers. Tussen 1953 en 1959 putte Vandersteen voor de verhalen nauwelijks uit klassieke literatuur. Een uitzondering hierop vormt De straatridder, dat is gebaseerd op de klassieker Don Quichot van Miguel de Cervantes. In de latere verhalen komen elementen uit klassieke literatuur weer af en toe terug en in een enkel geval ook de Bijbel. Zo is De junglebloem (1969) een gedeeltelijke hervertelling van The Jungle Book van Rudyard Kipling. De kale kapper (1972) bevat elementen van het Bijbelse verhaal van Simson. Het dreigende dinges (1984) is mede gebaseerd op de roman Een hond van Vlaanderen van Marie Louise de la Ramée. Een trend die zich vooral in de latere verhalen manifesteert is het sterk inhaken op populaire zaken en cult. Allerlei bekende films en televisieseries hebben door de jaren heen een inspiratiebron gevormd voor bepaalde Suske en Wiske-verhalen. Zo was Wattman (1967) een allusie op de populaire superheldenstrip Batman. De Texasrakkers (1959) was gebaseerd op de Tales of the Texas Rangers. Jeromba de Griek (1966) werd geïnspireerd door de film Zorba de Griek. Robotkop (1996), een verhaal van Paul Geerts, werd geïnspireerd door Paul Verhoevens actiefilm RoboCop. Het beeldje van Manneken Pis heeft een belangrijke rol in Het kregelige ketje. Bekende kunstenaars en/of hun kunstwerken komen geregeld aan bod, zoals Peter Paul Rubens (De raap van Rubens), Jheronimus Bosch (De bibberende Bosch), Mozart (Het wondere Wolfje), Rembrandt van Rijn (De nachtwachtbrigade), Antoon van Dyck (Het rijmende paard), Vincent van Gogh (De kleurenkladder), M.C. Escher, Magritte en Salvador Dali (De kunstkraker). Als inspiratie voor De koning drinkt en De dulle griet dienden schilderijen met dezelfde naam van Jacob Jordaens en Pieter Breughel de Oude. Situering en geofictie De meeste Suske en Wiske-verhalen spelen zich in het heden en op een duidelijk omschreven plaats af. Zo zijn heel wat avonturen gesitueerd in het thuisland van de strip, België. Een aantal verhalen spelen zich af in Nederland (De Efteling-elfjes, De woelige wadden). Verder komen de hoofdpersonen geregeld op allerlei andere plaatsen binnen en buiten Europa. Soms reizen ze naar het Verre Oosten, zo onder meer in een aantal verhalen die eind jaren 50 en begin jaren 60 uitkwamen (De stemmenrover, De gouden cirkel, De wilde weldoener, De sissende sampan). Vandersteen verwerkte in deze verhalen zijn eigen reiservaringen. Heel geregeld duiken er echter ook fictieve landen en plaatsen op (Chocowakije, Amoras, Bazaria, Kommersbonten). Enkele verhalen spelen zich gedeeltelijk af op een − fictieve − exoplaneet (bijv. De amoureuze amazone en De eenzame eenhoorn). Het eiland Amoras wordt daarbij weliswaar als een fictief land gepresenteerd, maar staat in feite model voor Antwerpen. Ook komen de vrienden diverse malen in een pretpark. Zo bezoeken ze het Bellewaerde Park in De kattige kat (1985), de Efteling in De Efteling-elfjes (1977) en Fata Morgana (1988) en Phantasialand in De Rookburgh Rookies (2023). Maatschappelijke thema's Eigentijdse zaken worden geregeld als thema in de plots verwerkt. In de beginjaren verwees Vandersteen met name naar de Belgische politieke actualiteit van dat moment, en hoewel hij geen uitgesproken flamingant beweerde te zijn, stak er soms een pro-Vlaams karakter aan zijn personages of in de verwijzingen doorheen het verhaal. Sommige verhalen zoals De stalen bloempot en Lambiorix bevatten uitdrukkelijke verwijzingen naar de Koningskwestie. Omdat deze formule in een strip die dagelijks in de krant stond natuurlijk veel beter werkte dan in de albumversies, verdween dit aspect geleidelijk aan uit de reeks. De verhalen die uitkwamen de jaren 60 en 70 bevatten geregeld gedateerde verwijzingen naar de hippiecultuur en de Koude Oorlog. De verhaalthema's waren aanvankelijk vooral gericht op Vlaanderen. Naarmate de stripreeks ook in Nederland steeds bekender en populairder werd, werd hier in de verhalen op ingehaakt doordat de thema's geleidelijk aan meer op Nederland werden georiënteerd. Vaak werd er gewerkt met stereotiepe grappen rond de "luie ambtenaar", "inhalige belastinginspecteur", de "leugenachtige politicus", de "domme politieagent" en de hippie die zich niet wast. Waarden, normen en deugden waren al vanaf het allereerste begin in de serie aanwezig, maar naarmate de reeks langer liep werden ze steeds nadrukkelijker in de plots verwerkt. Vanaf de jaren 70 kwam in de verhalen de nadruk steeds neer op maatschappelijke en sociale kwesties te liggen. Zaken als milieuverontreiniging en -activisme, generatieconflicten en opvoedingsproblemen kwamen aan bod, evenals bedreigde diersoorten en vooral ook oorlog. Tijdens de jaren 90 keerde het politieke element weer af en toe terug, bijvoorbeeld in De koeiencommissie en De rebelse Reinaert. De apartheid komt aan de orde in Kaapse kaalkoppen. In de verhalen wordt geregeld de boodschap uitgedragen dat de rijke westerling beter hulp kan bieden aan de allerarmsten op de wereld, in plaats van geld te verdienen met de wapenhandel voor bloedige oorlogen. De vrienden zijn soms kritisch over de verkilling en verzuring van de maatschappij, bijvoorbeeld in De Krimson-crisis. Een groot aantal van de verhalen speelt zich af in het verleden. Met name de verhalen die oorspronkelijk in de blauwe reeks verschenen, zijn gesitueerd in echt bestaande plaatsen in een bepaalde historische periode. Ook de gebeurtenissen die hier worden beschreven hebben vaak geheel of gedeeltelijk echt plaatsgehad. Daarbij is de strip zeker niet alleen maar lovend over de geschiedenis. Zwarte bladzijden zoals de Tachtigjarige Oorlog (Het Spaanse Spook), kinderarbeid (De hellegathonden) en onderdrukking van het gewone volk (De gladde glipper, De ringelingschat, Het geheim der gladiatoren, Het drijvende dorp, De eenzame eenhoorn...) worden net zo goed aangekaart. In Het Spaanse spook (het eerste verhaal in de blauwe reeks) vechten Suske, Wiske en Lambik samen met de Geuzen tegen de Spaanse bezetting. In de oorspronkelijke versie van De stalen bloempot sprak Suske zich nogal fel uit voor de bouw van een kathedraal op Amoras, volgens de "geest van het volk dat naar Vlaamse tradities streeft". In Het gouden paard zijn Suske, Wiske en Lambik daarentegen op de hand van de Spaanse conquistadores onder leiding van Hernán Cortés. Er zijn ook enkele verhalen in de serie verschenen die juist futuristisch van aard zijn, zoals Tedere Tronica en De wolkeneters. Ook de fictieve uitvindingen passen in dit rijtje. Folklore Folklore vormt een andere belangrijke inspiratiebron voor sommige verhalen: Het monster van Loch Ness, De krachtige krans, Het geheim van de Kalmthoutse heide, De jolige joffer en Het witte wief zijn typische voorbeelden. Figuren als de zwarte madam, Kludde en Lange Wapper komen rechtstreeks uit de Vlaamse folklore. Het verhaal van het Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen wordt gebruikt in Het ros Bazhaar. Magie Veel Suske en Wiske-verhalen ontstaan uit dagelijkse situaties die meestal uitmonden in meer fantasierijke tot zelfs absurde plots. Magie is een sterk ingrediënt in de reeks, en af en toe spelen spoken, tovenaars, heksen, draken, duivels, legendes en betoverde dieren een rol. Ook al dan niet toevallig gevonden magische voorwerpen kunnen een rol spelen in de avonturen. Al vanaf het allereerste begin van de strip is tijdreizen een belangrijk thema, met name naar specifieke periodes in het verleden. In veel verhalen uit de jaren 50 komen de hoofdpersonen op diverse magische manieren in het verleden terecht; pas later wordt de teletijdmachine het voornaamste middel daarvoor. Zo gebruikt een druïde in Lambiorix (1950) een magische urn om hen naar Caesars tijd te halen, in Het Spaanse spook (1950) stappen ze in een schilderij naar de zestiende eeuw, in De ringelingschat (1951) geraken ze in het jaar 1100 na uit een zilveren hoorn gedronken te hebben (en is het Vadertje Tijd die hen terughaalt). In de blauwe reeks-verhalen De Tartaarse helm (1953) en De schat van Beersel (1953) worden Suske, Wiske en Lambik onder hypnose naar de dertiende en vijftiende eeuw gebracht en weer teruggehaald. Ook na de uitvinding van de teletijdmachine komen de hoofdpersonen nog steeds op andere manieren in het verleden terecht. Fictieve uitvindingen Professor Barabas heeft met zijn vele uitvindingen een belangrijke rol in veel verhalen. De beroemdste en meest gebruikte is de teletijdmachine, die al in Op het eiland Amoras (1946) opduikt, maar dan nog slechts dient om beelden uit het verleden te halen. De eerste maal dat ze daadwerkelijk wordt gebruikt om de hoofdpersonages naar het verleden te doen reizen is in De tuftuf-club (1951). In De duistere diamant (1958) komt de teletijdmachine wel voor, maar de hoofdpersonen reizen hier terug naar het heden met behulp van een magische armband. Andere bekende uitvindingen die geregeld in de verhalen terugkomen: Vitamitje – een klein autootje waar Suske en Wiske soms mee rondtoeren, gebruikt menselijk voedsel als brandstof de Gyronef – een helikopter de Terranef, ook wel 'ondergronder' genoemd – een voertuig waarmee men ondergronds kan reizen; er is een uitvoering met een diamantenschijf (De knokkersburcht) en verschillende versies die met een steekvlam werken (De groene splinter) de Klankentapper – een apparaat dat geluid van bijvoorbeeld planten omzet in taal de Ruimtekruiser – een ruimteschip waarmee men de ruimte in kan reizen de Teletransfor – een apparaat waarmee beelden van schilderijen tot leven kunnen komen de IJzeren Schelvis – een bathyscaaf de Stalen Mol – een soort tank die zich, door middel van een krachtige vlam, door de hardste rotslagen kan boren Overige vaste formules Op het laatste plaatje van elk verhaal is bijna steevast een knipogende Wiske te zien, met daaronder "Einde". Met name Vandersteen verving soms hele plaatjes door enkel een stuk tekst, waarin de gebeurtenissen die zich tussen het laatste plaatje ervoor en het eerste erna afspelen worden beschreven. In de verhalen zelf wordt af en toe expliciet verwezen naar het feit dat het om een strip gaat. De hoofdpersonages zijn zich op zulke momenten zelf bewust van het feit dat ze getekend en volledig aangestuurd worden. Vandersteen tekende zichzelf soms ook in de verhalen (bijvoorbeeld in De sterrenplukkers en Het gouden paard), als degene die van bovenaf moet ingrijpen om een situatie op te lossen. Dit valt onder het zogenaamde 'doorbreken van de vierde wand' of 'vierde muur'. Een motief dat vooral in de verhalen die dateren uit de jaren 50 veel voorkomt is de aanwezigheid van een geheimzinnige, maar in het verhaal wel belangrijke bijfiguur wiens gezicht gedurende een groot deel van het verhaal buiten beeld blijft. Hij draagt bijvoorbeeld een allesbedekkende kap of mantel. Pas aan het eind van het verhaal wordt de identiteit van dit onbekende personage vrijgegeven. Soms blijkt het een van de hoofdpersonen zelf te zijn, bijvoorbeeld in De lachende wolf en Het geheim der gladiatoren. Evolutie van de strip Titels Vanaf eind jaren 50 werd er in de titels van de albums steeds meer alliteratie gebruikt in de vorm van een bijvoeglijk naamwoord gevolgd door een zelfstandig naamwoord. Dit begon met titels als De snorrende snor, gevolgd door De duistere diamant, De zwarte zwaan, De zingende zwammen, De wilde weldoener, De sissende sampan, De toornige tjiftjaf, Het kregelige ketje, De koddige kater enzovoort. Dit procedé wordt tot op heden geregeld toegepast in de titels, hoewel sinds de tweede helft van de jaren 90 iets minder vaak. Taal In de beginjaren was de strip nog vrij volks van aard: de personages spraken Antwerps, dat in 1963 het veld moest ruimen voor Standaardnederlands. Omdat zoveel mensen de strips lazen werd het noodzakelijk het taalgebruik in het algemeen Nederlands te laten verlopen, zodat er geen aparte versies voor Vlaanderen en Nederland meer gemaakt hoefden te worden. Bovendien paste het 'afschaffen' van het Antwerps in de tijdgeest van de jaren 60, toen dialect als een obstakel in de strijd tegen Franse invloed werd gezien. Tekenstijl en inkleuring De basistekenstijl is in de loop der jaren een aantal keer sterk veranderd, onder meer als gevolg van het feit dat er tot nu toe zeker vijf hoofdtekenaars (Vandersteen, Geerts, Verhaegen, Morjaeu en Van Gucht) met de serie bezig zijn geweest. Vandersteen had, toen zijn strip steeds succesvoller werd, zelf zijn tekenstijl al wat aangepast, onder meer door de personages een minder volks uiterlijk te geven. Vanaf begin jaren 60 werd er een nieuwe, aanzienlijk strakkere tekenstijl gehanteerd, die onder Paul Geerts tot eind jaren 80 werd voortgezet. Gaandeweg werd de reeks getekend met de typische kenmerken van de klare lijn. De oorspronkelijke tekenstijl van Vandersteen was daarentegen veel volkser en losser uit de pols. Zo had Wiske in de allereerste verhalen nog een peervormig hoofdje, dat later in een ei is veranderd. Tante Sidonia droeg in het begin een klein zwart hoedje met spelden. Ook Suske en Lambik hadden in de eerste paar verhalen waarin ze meededen nog een heel ander uiterlijk. Met name het hoofd en aapachtige voorkomen van Jerom in de eerste paar verhalen waarin hij optrad, werden later geretoucheerd tot de latere, "beschaafde" versie. Ook het gezicht van Sidonia is bij de latere heruitgaven in de vierkleurenreeks veelal strakker en vastomlijnder gemaakt, in overeenstemming met de inmiddels gangbaar geworden tekenstijl. In mei 2017 werd er weer een nieuwe make-over doorgevoerd: vanaf De planeetvreter kregen Suske en Wiske − zoals Studio Vandersteen het noemde − een eigentijdsere vorm. Het tweetal kreeg een aangepaste haardracht. Wiske kreeg verder borsten, net als Sidonia. Reden voor de aanpassingen waren de dalende verkoopcijfers. Vanaf De planeetvreter werden de albums bovendien in A4-formaat uitgegeven. Volgens Studio Vandersteen kwamen de tekeningen daardoor beter tot hun recht. Kleding van de hoofdpersonages In de jaren 70 droegen Suske en Wiske al bruine olifantenpijpenbroeken, maar in de jaren 2000 werd tevens op de albumachterkanten hun traditionele kledij aangepast. Het verhaal Amber (1999) was het eerste waarin Wiske niet meer haar bekende witte jurkje draagt, maar een hanenkam en bijpassende kleding. Ook de kleding van Suske wordt aangepast, zo verruilt hij zijn vertrouwde zwarte broek voor een legerbroek. Toen Wiske plots voor de strip Big Mother een naveltruitje en een zwarte minirok kreeg en een groei kende als adolescente in haar attitude, kwamen er luide protesten van de lezers. Hieraan werd door de tekenaars, na in De koeiencommissie (december 2001) nog zo rond te lopen, gehoor gegeven. Sinds het verhaal De blote Belg (2002) droeg Wiske weer een witte jurk, maar nu zonder mouwen. In De primitieve paljassen (2006) kregen Suske en Wiske hun traditionele kleding weer bijna helemaal terug. Wiskes jurk had nu opnieuw mouwen, hoewel iets korter dan voorheen. Bij een nieuwe make-over in 2017 werd onder meer de kleding van de hoofdpersonages opnieuw aangepast. Vanaf De planeetvreter is het rode shirt van Suske vervangen door een wit shirt met daaroverheen een hoodie met capuchon. Ook draagt hij nu een skinny jeans en gympen. Wiskes jurk is strakker gesneden en ze draagt laarsjes. Ook in de spin-off Amoras met een volwassener Suske en Wiske, en in de juniorreeks Klein Suske en Wiske werden de gestalten aangepast. Opschuivende tijdlijn Vanaf de jaren 50 begon Vandersteen steeds meer aandacht te besteden aan het nauwkeurig weergeven van allerlei achtergronddetails in de verhalen, zoals meubilair en huishoudelijke apparaten. Sindsdien zijn de verhalen altijd met hun tijd blijven meegaan; zo kwamen er steeds meer elektrische apparaten en ook het straatbeeld en allerlei andere zaken zijn voortdurend gemoderniseerd. De strips zijn over het algemeen terughoudend over moderne uitvindingen. In enkele verhalen uit de jaren 50 bijvoorbeeld wordt televisiekijken als tijdverspilling gezien. Hoewel de vrienden in de nieuwere verhalen gebruikmaken van eigentijdse communicatiemiddelen zoals het internet en gsm's, blijven ze in bepaalde opzichten toch kritisch. Zo wordt in De koeiencommissie de moderne vleesindustrie bekeken, in De sinistere site en De kaduke klonen komen respectievelijk de gevaren van het internet en de kloontechniek aan bod. Eind jaren 90 gaven de erven Vandersteen Paul Geerts en Marc Verhaegen opdracht om de verhalen te moderniseren. Zodoende werden het taalgebruik en de kledij van de figuren vrij grondig aangepast, terwijl ook nieuwe technologische hulpmiddelen − zoals de mobiele telefoon en de computer − nu een belangrijke rol kregen. In de Suske en Wiske-verhalen van na de eeuwwisseling wordt op grote schaal gebruikgemaakt van internet. Kritiek op de evolutie De sfeer en beschreven situaties zijn in de latere verhalen dus steeds drastischer gaan afwijken van de oorspronkelijke Vandersteen-reeks, een evolutie die wel is aangeduid als het begin van de neergang in kwaliteit. Anderen vinden dat de reeks − naast het oorspronkelijke karakter − ook veel van haar humor en spanning verloor nadat Vandersteen de strip definitief had doorgespeeld aan zijn medewerkers. Veel van de oorspronkelijk door Vandersteen bedachte grappen zijn later herhaaldelijk opnieuw gebruikt. Toch bevatten ook de eerste tientallen verhalen die na de overname door Paul Geerts in 1972 zijn verschenen nog af en toe grappen of ideeën die door Vandersteen zelf waren bedacht. De terugloop in kwaliteit zou volgens sommige critici eind jaren 50 zijn begonnen. Paul Geerts kreeg tijdens zijn carrière als hoofdauteur van de Suske en Wiske-verhalen vaak de kritiek dat hij de fantasie, humor en originaliteit van Vandersteen ontbeerde. Dit verwijt werd later vooral aan Verhaegen en Meynen gericht, die volgens sommige fans enkele van de slechtste en meest afwijkende verhalen ooit hebben gemaakt. Verhaegen weerde al dit soort kritiek af met het argument dat hij met zijn tijd moest meegaan om te voorkomen dat de reeks oubollig werd; zo zou de oorspronkelijke look van Wiske de eigentijdse jeugd niet meer aanspreken. Enkele verhalen van Verhaegen werden zeer laag gewaardeerd, zoals De ongelooflijke Thomas en De blote Belg. In een interview uit 2016 toonde Paul Geerts zich ook niet lovend over de manier waarop Verhaegen omstreeks 2000 de reeks geheel had overgenomen en voortgezet. Geerts gaf ook aan dat hij alle affiniteit met de serie inmiddels had verloren. Publicaties Voorpublicatie De Nieuwe Standaard (1945-1947) De Standaard (1947-heden) Kuifje (1948-1959) TV Ekspres (1972-2001) weekblad Suske en Wiske (1993-2003) Tros Kompas (2005-2012) Albumuitgaven Rode reeks Vlaamse ongekleurde reeks (1946-1959) Hollandse ongekleurde reeks (1953-1959) Vlaamse tweekleurenreeks (1959-1964) Hollandse tweekleurenreeks (1959-1964) Gezamenlijke tweekleurenreeks (1964-1966) Vierkleurenreeks (1967-heden) Blauwe reeks (1952-1957) Luxe reeks (1991-heden) Witte reeks (2017-2019) Later zijn de verhalen nog op tal van andere manieren uitgegeven, zoals: Liefhebbersuitgaven (1958-heden) Reclame uitgaven (1965-heden) Diverse bundelingen (1972-heden) Vakantie-uitgaven (1973-heden) Familiestripboek (1973-2002) X-Large (2003-2008) Het extra dikke stripboek (2009) Luxe uitgaven (1977-heden) Suske en Wiske Klassiek (1993-1999) Suske en Wiske Pocket (2007-2014) Megastripboek (1997-2015) De complete collectie, naar aanleiding van het 75-jarig bestaan (1945-2020) met 289 verhalen in iets kleiner formaat (2021) Vertalingen De verhalen van Suske en Wiske zijn ook verschenen in een aantal andere talen (o.a. Afrikaans, Zweeds, Latijn, Esperanto en Fries) en streektalen (Gronings, Drents, Twents, Limburgs en Brabants). De volgende namen worden in andere talen gebruikt: Spin-offs Mijlpalen 25-jarig jubileum Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van Suske en Wiske in 1970 werd er in 1973 een jubileumboek uitgegeven, getiteld 25 jaar jubileum uitgave. Het was een gekartonneerde uitgave met een zilveren kaft. In het album is een biografie en bibliografie van Willy Vandersteen te lezen, alsook een heruitgave van de verhalen De avonturen van Rikki en Wiske en Het Spaanse spook. 50-jarig jubileum Ter gelegenheid van 50 jaar Suske en Wiske in 1995 verschenen er meerdere speciale uitgaven: Een roodbruin linnen luxe uitgave van De raap van Rubens in een gelimiteerde en genummerde oplage van 800 exemplaren, met 8 pagina's achtergrondinformatie. Een rood geverniste luxe uitgave op A6-formaat van Rikki en Wiske, speciaal voor relaties van Standaard Uitgeverij, met een op naam gesteld certificaat, in een gelimiteerde en genummerde oplage van 1500 exemplaren. Een uitgave in liggend A4-formaat, getiteld 50 jaar Suske en Wiske. Een witte luxe uitgave getiteld Suske en Wiske 50 jaar van de hand van Peter van Hooydonck met een overzicht van 50 jaar spanning, humor en avontuur. Door de Koninklijke Munt van België is een speciale herdenkingsmunt uitgebracht. De nieuwe albumuitgaven uit 1995 (De averechtse aap, De begeerde berg, De 7 schaken en De vonkende vuurman) zijn alle voorzien van een speciaal 50-jaar-logo. 60-jarig jubileum Op 19 december 2005 was het precies 60 jaar geleden dat Op het eiland Amoras als vervolgstripverhaal van start ging in De Standaard. Ter gelegenheid hiervan waren er in 2005 diverse feestelijkheden. De nieuwe albumuitgaven uit 2005 (De flierende fluiter, De formidabele fantast, Het slapende goud en De kaduke klonen) zijn alle voorzien van een speciaal 60-jaar-logo. Op 19 december verscheen een trilogie, getiteld Vrienden voor het leven, met hierin drie verhalen waarin het draait om vriendschap, namelijk Op het eiland Amoras, De ringelingschat en De sterrenplukkers. In het Stedelijk Museum te Zwolle was er een tentoonstelling ter gelegenheid van 60 jaar Suske en Wiske. Op zondag 24 juli 2005 werd de 60ste verjaardag van de serie gevierd in Bokrijk, waar alle personages present waren. Er was ook een speciale website geopend ter gelegenheid van het jubileum. Ten slotte is er een jubileumalbum uitgebracht getiteld Suske en Wiske 60 jaar!. Hierin staan onder meer de geschiedenis van Suske en Wiske, interviews met striptekenaars en het korte verhaal Het mopperende masker. 65-jarig jubileum Alle nieuwe albumuitgaven uit 2010 (De rillende rots, De gamegoeroe, De watersater, De halve Havelaar en De stuivende stad) werden voorzien van een speciaal 65 jaar-logo. 70-jarig jubileum Ter gelegenheid van 70 jaar Suske en Wiske schreven zes bekende Vlamingen in 2015 hun eigen Suske en Wiske-verhaal. Spin-off-stripreeksen Van Suske en Wiske zijn in de loop der jaren verschillende spin-offs gestart. De bekendste hiervan zijn: De grappen van Lambik (1955-1962, nieuwe reeks 2004-2006) Jerom, De Gouden Stuntman en De wonderbare reizen van Jerom (1962-1991) Schanulleke (1986-1987) Junior Suske en Wiske (vanaf 2002), vroeger Klein Suske en Wiske Amoras (2013-2015) J.ROM - Force of Gold (vanaf 2014) De Kronieken van Amoras (vanaf 2017) In de spin-offreeksen Amoras en De Kronieken van Amoras is de tekenstijl vergeleken met de rest wat realistischer geworden. Ook is de sfeer van deze verhalen iets donkerder, met soms meer realistisch geweld. Ook het taboe op seks is hier enigszins opgeheven, en al worden de klassieke patronen en verhoudingen weliswaar gerespecteerd, is het dermate een ander universum dat hierin dergelijke vrijheden toe konden worden gelaten. De makers van de reeksen hebben hiertoe wel de nodige toestemmingen bekomen van Studio Vandersteen en de weduwe van Willy Vandersteen, in lijn met diens bepalingen voor de hoofdreeks zelf. Televisieserie Vanaf 1955 waren er avonturen van Suske en Wiske op de Nederlandse televisie te zien. Pats' Poppenspel bracht ze op de buis. In 1973 werd besloten om een nieuwe televisiepoppenserie te maken, gebaseerd op speciaal voor die serie te schrijven verhalen. Later zijn deze verhalen ook als albums uitgebracht en verschenen in de hoofdreeks. Het ging om De minilotten van Kokonera, De gouden locomotief, De zingende kaars, De windbrekers, De regenboogprinses en Het laatste dwaallicht; elk verhaal behalve De minilotten van Kokonera bestond uit vijf afleveringen van 22 minuten. De poppen waren vervaardigd door het atelier Creatuur in samenwerking met André Henderickx, een Schiedamse glazenier/kunstenaar. Er werd voor elk figuur een aantal koppen met verschillende gezichtsuitdrukkingen gemaakt. De decors en rekwisieten kwamen op basis van gedetailleerde ontwerpen van Studio Vandersteen tot stand. De stemmen waren van Paula Majoor (Suske), Hellen Huisman (Wiske), Henk Molenberg (Lambik), Trudi de Kat (Sidonia), Wim Wama (Jerom en Krimson) en Cees van Oyen (professor Barabas). Wim Povel die de scenario's schreef, had op de later verschenen lp de rol van verteller, hoewel in de televisieserie de verhalen door Lambik aan elkaar gepraat werden. De serie werd geregisseerd door Patrick Lebon en de muziek was geschreven door Piet Souer. In Nederland zond de TROS de serie uit van oktober 1975 tot en met december 1976. In België werd de serie door de BRT uitgezonden in de periode oktober 1976 tot en met februari 1977. In 1984 en in de zomermaanden van 1990 werden de afleveringen herhaald. Een opvallend verschil met de strip was dat Jerom in de poppenserie zijn ogen open had. Tekenfilms De eerste tekenfilms van Suske en Wiske werden gemaakt door Belvision, destijds een onderdeel van uitgeverij Le Lombard, en werden tussen 1955 en 1958 uitgezonden op de Belgische nationale televisie. Het waren rudimentaire, nogal amateuristische tekenfilms in zwart-wit en gebaseerd op de strips. Er zijn ook meerdere tekenfilms gebaseerd op de verhalen van Suske en Wiske, gemaakt door Atelier5. Ze waren eind jaren 80 en begin jaren 90 op VTM te zien. Ze zijn ook uitgebracht op VHS en dvd. In 2017 verscheen een 3D-CGI-animatieserie van Suske en Wiske junior door Grid Animation i.s.m. met Doghouse Films en de VRT. Merchandising Al in 1947 verscheen er een Schanulleke-pop op de markt, die werd verkocht door de firma Morena. Twee jaar later bracht de Antwerpse uitgeverij Imago vier Suske en Wiske-postkaarten uit. In 1952 vervaardigde de firma Keram uit Heverlee vier porseleinen beeldjes van Suske, Wiske, Lambik en Sidonia. Vanaf 1952 verschenen er ook kleurboeken van Suske en Wiske. Verder werden foldertjes, vloeipapier en bladwijzers van Suske en Wiske als gratis geschenk meegegeven aan de klant. In sommige verhalen wordt reclame gemaakt voor Suske en Wiske-producten die op de markt waren, door het verwerken van deze producten in de verhaallijn. In 1954 verschenen er voor een firma in Lint zes jampotjes waarop de vijf hoofdpersonages en Sus Antigoon waren uitgebeeld. Eind jaren 50 werden er bij een actie van Grand Bazar 50.000 "Jerom-klikkertjes" uitgedeeld. Vanaf de jaren zestig brachten de grote firma's steeds meer op Suske en Wiske-gadgets op de markt. Zo kwam chocoladefabriek Van Houten in 1968 met sleutelhangers, firma Novesia in 1976 met puzzels en snoepfabrikant Rowntree eind jaren '70 met poppenkastpoppetjes. Studio Vandersteen bracht daarnaast buiten de reguliere hoofdreeks om enkele speciale Suske en Wiske-verhalen uit die dienden om een product te promoten, zoals De gouden bloem (1974). Weekblad Tien jaar lang, van 1993 tot 2003, hadden Suske en Wiske ook een eigen weekblad, Suske en Wiske, waarin naast strips van Standaard Uitgeverij ook nieuwe generaties striptekenaars konden publiceren. Hoewel het blad vrij succesvol was, bleek eind 2003 dat het doorzetten niet meer kostendekkend was, en daarom besloot de uitgeverij de publicatie te staken. Toneelstuk en musical In 1994 liep in Antwerpen een toneelstuk rond Suske en Wiske. De opvoering was zo succesvol dat het ook in Nederland een tijd toerde. In zekere zin was dit een voorloper van de latere musical, al was het verhaal in dit geval niet gebaseerd op een bestaand album. In juli 2002 ging een nieuwe musical in première, gebaseerd op het verhaal De spokenjagers. Deze werd zowel in België als in Nederland opgevoerd. De laatste voorstelling was in februari 2003. In 2008 werd er een musical opgevoerd rond het klassieke verhaal De circusbaron. Deze musical toerde rond in België en Nederland. In 2015 bracht Van Hoorne Entertainment de musical terug naar de theaters ter ere van de 70ste verjaardag van Suske en Wiske. De musical is in 2016 in verschillende theaters te zien. Speelfilm In 2004 verscheen de speelfilm De duistere diamant, naar het gelijknamige verhaal. Deze film werd geregisseerd door Rudi Van Den Bossche. Het is de enige speelfilm tot nu toe met een Suske en Wiske-verhaal als basis. Animatie De 3D-animatiefilm van het verhaal De Texasrakkers, De Texas rakkers, is in de zomer van 2009 in de bioscopen uitgekomen. Computerspellen Er verschenen meerdere computerspellen meestal bedoeld voor Windows of macOS. In een later fase verschenen er ook versies voor draagbare consoles. Naar aanleiding van de animatiefilm De Texasrakkers werd besloten om er ook een computerspel op te baseren. 1998 - De roekeloze ruimtereis, met vijf onderdelen: platformspel, zoek de zeven verschillen, moonlander, ruimtewebsite en Willy Vandersteen 1998 - Stripmaker 1999 - Het geheim van de farao, met vijf onderdelen: Platformspel, Printstudio, De kuil van de krokodil, Egyptewebsite, Egyptische tempel-website plus Willy Vandersteen 1999 - Familiequiz 1 2001 - De tijdtemmers, Game Boy Color 2001 - Stripmaker budget, met extra invoeroptie voor eigen beelden 2002 - De digitale dromenmachine 2003 - Strips Spelletjessensatie, met De schitterende schattenjacht en 4 andere spellen van Belgische striphelden 2004 - Suske en Wiske Quiz 2008 - De Kaperkoters, Windows 2009 - De Texas Rakkers, Nintendo DS Van Klein Suske en Wiske verscheen: 2004 - Klein Suske en Wiske - Ik speel met woorden, met zeven educatieve spellen: letters herkennen, woordenschat, letters en klanken associëren, woorden samenstellen, lettergrepen onderscheiden, zinnen maken en aanwijzingen volgen Podcast Als eerbetoon aan de strip en haar makers werd er in 2019 een podcastreeks in het leven geroepen door Koen Maas, De perfecte podcast. Daarin worden makers, kenners en liefhebbers van de strip aan het woord gelaten en wordt er achtergrondinformatie over Suske en Wiske aangeboden aan luisteraars van de podcast. Gasten als Paul Geerts, Eric de Rop en Charel Cambré vertellen over hun periode bij Studio Vandersteen of hun band met Willy Vandersteen. Ook tv-presentator Han Peekel is te horen als uitdrager van het beeldverhaal in Nederland in de jaren tachtig en negentig in zijn populaire kinderprogramma Wordt Vervolgd. Concurrerende strips Het succes van Suske en Wiske inspireerde ook andere striptekenaars in Vlaanderen. Marc Sleen, die van huis uit cartoonist was, werd door zijn krant aangespoord om een eigen stripreeks te beginnen en zo de concurrentie met Suske en Wiske aan te gaan. Dat werd uiteindelijk Nero. Pom begon in 1950 Piet Pienter en Bert Bibber en Jef Nys in 1955 met Jommeke. Culturele invloed Verwijzingen in andere stripreeksen Op de aankondiging van Kiekeboealbum Album 26 heeft Kiekeboe zelf een titel bedacht: De vinnige viking. Zijn zoontje merkt op dat dit al de titel is van een Suske en Wiske-album. Ook in de Kiekeboe-verhalen De anonieme smulpapen, Villa Delfia en De zes sterren wordt middels diverse grappen verwezen naar de Suske en Wiske-verhalen. In Urbanus-album 56 Kermis in de hel is er een verwijzing naar Suske en Wiske terug te vinden in de hoofdrolopsomming van de strip. In Dertig floppen vermomt Urbanus zich als Suske. In het latere album Pedo-Alarm komen Suske en Wiske model staan voor Urbanus zijn collectie van wassen beelden, en geeft ze ook een verklaring voor het verschil in haarstijlen doorheen de jaren. In het Nero-album Beo is Back (1989) wordt ook een verwijzing gemaakt naar Suske en Wiske. In de Nederlandse geschiedkundige stripreeks Van Nul tot Nu duiken bij wijze van visuele grap een paar maal een of enkele hoofdpersonages uit Suske en Wiske op, als er historische gebeurtenissen in Vlaanderen of België centraal staan (zoals de Belgische Revolutie). In het album Paniek in Stripland hebben Suske en Wiske samen met Jerom, Lambik en Sidionia een gastoptreden samen met allerlei andere belangrijke stripfiguren. In 1983 verscheen er een pornografische parodie op Suske en Wiske: De glunderende gluurder. Deze was de eerste in een reeks strips waarin Suske en Wiske, maar ook de andere hoofdpersonages, wel zeer vrijelijk met elkaar omgaan. De personages uit Suske en Wiske speelden mee in het stripalbum Het geheim van de kousenband (2001). Tekenaar Paul Geerts voorzag voor deze strip de tekeningen van Suske en Wiske en hun vrienden. Ze hadden ook een gastoptreden in het Kiekeboealbum Bij Fanny op schoot (2005), samen met Jerom, Sidonia en Lambik. Fanny had toen de kleren aan die Wiske droeg in Big Mother en De koeiencommissie, maar door haar grotere proporties blijft haar truitje minder goed op zijn plaats dan bij Wiske. Stripmuren Op zaterdag 13 mei 2006 werd in de Korte Ridderstraat 8 te Antwerpen een stripmuur onthuld met een afbeelding van de cover van Op het eiland Amoras. Ook in Kalmthout werd in 2009 een stripmuur onthuld. In Brussel staat een stripmuur in de Lakensestraat, aan de hoek met de Vaartstraat. Het is een afbeelding van Suske en Wiske, Schanulleke, Jerom, Lambik en tante Sidonia boven op het Kregelige Ketje (Manneken Pis). In de IJzerlaan 25 in kustgemeente Middelkerke werd in 2018 een stripmuur onthuld. Suske en Wiske, Schanulleke, Jerom, Lambik en tante Sidonia zijn er te zien in een strandtafereel. Museum In 1997 werd een stripmuseum in Kalmthout geopend waar deze stripreeks centraal staat. Hitparade Op een fanwebsite kan jaarlijks worden gestemd op de favoriete verhalen. De schat van Beersel (uit 1952-1953) voerde in de meeste edities de lijst aan. Ook de andere zeven verhalen uit de blauwe reeks (1952-1957) staan in de top 35, waarvan drie de top 3 bekleden. Opvallend is dat alle 32 verhalen die in de periode juni 1978 - april 1984 verschenen, relatief laag scoren. De albums van Willy Vandersteen worden het hoogst gewaardeerd, die van zijn opvolgers beduidend lager. Overig Toen het toenmalige Six Flags Belgium in 2005 transformeerde naar Walibi Belgium, besloot het park om extra aandacht te vestigen op Belgische stripfiguren. Naast Lucky Luke, die al sinds 1998 in het park te zien was, kregen ook Bollie en Billie en Suske en Wiske een plaats in het park. De zone rond Suske en Wiske bevond zich in het voormalige Italiaanse gedeelte van het park. Naast een standbeeld van de hoofdpersonages in torenvorm stond ook een beeld van Sidonia in de Gyronef. Suske en Wiske kregen ook een eigen attractie toegewezen, de botsautootjes kregen de naam Tuf Tuf Club mee. In 2017 werd in Antwerpen het indoorpretpark Comics Station geopend. Het werd gethematiseerd naar 6 verschillende Belgische stripreeksen waaronder Suske en Wiske. Het heeft daar ook een eigen themazone. Externe links Officiële website Suske en Wiske - ophetwww.net Suske en Wiske, Beeld en Geluid Wiki Suske en Wiske op Wikia De Perfecte Podcast Bronnen en noten Mascotte Belgische stripreeks Krantenstrip Familiestrip Belgisch computerspel
Al in 1947 verscheen er een Schanulleke-pop op de markt, die werd verkocht door de firma Morena. Twee jaar later bracht de Antwerpse uitgeverij Imago vier Suske en Wiske-postkaarten uit. In 1952 vervaardigde de firma Keram uit Heverlee vier porseleinen beeldjes van Suske, Wiske, Lambik en Sidonia. Vanaf 1952 verschenen er ook kleurboeken van Suske en Wiske. Verder werden foldertjes, vloeipapier en bladwijzers van Suske en Wiske als gratis geschenk meegegeven aan de klant. In sommige verhalen wordt reclame gemaakt voor Suske en Wiske-producten die op de markt waren, door het verwerken van deze producten in de verhaallijn.
1
bladwijzer, markeren, labelen
5,461
Periodical
3019972
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Biological%20Bulletin
The Biological Bulletin
The Biological Bulletin is een internationaal, aan collegiale toetsing onderworpen wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van de biologie. De naam wordt in literatuurverwijzingen meestal afgekort tot Biol. Bull. Het wordt uitgegeven door het Marine Biological Laboratory en verschijnt tweemaandelijks. Het eerste nummer verscheen in 1897, toen nog onder de naam Zoological Bulletin. Twee jaar later werd de naam gewijzigd. Biologisch tijdschrift
The Biological Bulletin is een internationaal, aan collegiale toetsing onderworpen wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van de biologie. De naam wordt in literatuurverwijzingen meestal afgekort tot Biol. Bull. Het wordt uitgegeven door het Marine Biological Laboratory en verschijnt tweemaandelijks. Het eerste nummer verscheen in 1897, toen nog onder de naam Zoological Bulletin. Twee jaar later werd de naam gewijzigd.
2
tijdschrift, wetenschappelijk tijdschrift, krant
1,639
SocialEvent
4343084
https://nl.wikipedia.org/wiki/Skeptics%20in%20the%20Pub
Skeptics in the Pub
Skeptics in the Pub (SITP) is een informeel sociaal evenement dat is ontwikkeld om gezelschap en sociaal netwerken te bevorderen onder skeptici, kritische denkers, vrijdenkers, rationalisten en andere gelijkgestemde individuen. Het levert skeptici een gelegenheid om te praten, ideeën uit te wisselen en plezier te beleven in een ongedwongen sfeer en allerlei onderwerpen die in gedachten komen te bespreken, terwijl men skepticisme, wetenschap en rationaliteit aanmoedigt. Formaat "Skeptics in the Pub" is geen beschermde term, iedereen kan een evenement onder die naam organiseren. Er is ook geen formele procedure om een evenement te organiseren; organisators kunnen de inhoud invullen zoals zij dat willen. Er zijn echter wel enkele veelvoorkomende aanpakken die bij het hosten van dergelijke bijeenkomsten helpen om ze succesvol te maken. Het gebruikelijke formaat van de samenkomsten bestaat onder meer uit het uitnodigen van een spreker met expertise over een bepaald thema die daarover een presentatie geeft, vaak (audio)visueel ondersteund, gevolgd door een vraag- en antwoordsessie. Andere bijeenkomsten zijn informele borrels, zonder vast programma. De groepen komen meestal eens per maand bijeen in een openbare gelegenheid, vaak in een lokaal café (Engels: pub, vandaar "Skeptics in the Pub"). In 2012 waren er meer dan 100 verschillende "SitP"-groepen actief over de hele wereld. Geschiedenis Londen Het eerste en langst bestaande evenement is de prijswinnende is de Londense bijeenkomst, opgezet door de Australische filosofieprofessor Scott Campbell. in 1999. Campbell baseerde het idee op Philosophy in the Pub en Science in the Pub, twee groepen die al een tijdje actief waren in Australië. De inaugurele spreker was Wendy M. Grossman, de toenmalige hoofdredacteur en oprichter van het tijdschrift The Skeptic, in februari 1999; deze allereerste presentatie werd bijgewoond door 30 gasten. De Londense groep beweert "'s werelds grootste reguliere cafébijeenkomst" te zijn, met 200 tot 400 aanwezigen bij ieder evenement. Campbell runde de Londense groep drie jaar lang tijdens een sabbatical en werd na zijn terugkeer naar Australië opgevolgd door twee sci-fi fans en skeptici, Robert Newman en Marc LaChappelle. Nick Pullar], die een televisieoptreden had als de organisator van Skeptics in the Pub bij de BBC-parodieshow Shirley Ghostman, leidde de groep vervolgens van 2003 tot 2008. In 2011 werd de Londense groep mede bijeengebracht door Sid Rodrigues. Deze groep heeft experimenten uitgevoerd inzake het paranormale als onderdeel van James Randi's One Million Dollar Paranormal Challenge en co-organiseerde An Evening with James Randi & Friends. Wereldwijd Dankzij het gemak van het gebruik van het internet, via sociale netwerksites en contentmanagementsystemen, is Skeptics in the Pub uitgegroeid tot een fenomeen met meer dan 100 actieve afdelingen over de hele wereld, waaronder meer dan 30 in de Verenigde Staten en meer dan 40 in het Verenigd Koninkrijk. In 2009 beschreef D. J. Grothe de opkomst van Skeptics in the Pub in steden in Noord-Amerika en elders als een prominent voorbeeld van "Skepticisme 2.0". SITP's werden vaak gevonden buiten het domein van de reeds bestaande skeptische organisaties (die vooral gecentreerd waren rondom tijdschriften), terwijl sommige van de succesvolle bijeenkomsten uitgroeiden tot volwaardige ledenverenigingen. Sinds 2010 heeft Edinburgh Skeptics in the Pub het Skeptics in the Pub-concept uitgebreid over het hele Edinburgh International Festival Fringe, onder de vlag Skeptics on the Fringe en vanaf 2012 hetzelfde gedaan bij het Edinburgh International Science Festival onder de titel At The Fringe of Reason. The Merseyside Skeptics Society en Greater Manchester Skeptics (medeoprichters van North West Skeptical Events Ltd) organiseren sinds 2011 een jaarlijkse meerdaagse conferenties onder de naam QED: Question, Explore, Discover. Glasgow Skeptics heeft ook meerdere eendaagse conferenties georganiseerd. Groepen Hieronder volgt een lijst van plaatsen waar Skeptics in the Pub-groepen actief zijn (geweest): Australië Brisbane Hobart Launceston Melbourne Mordialloc Sydney Wollongong België Brussel Gent Brazilië Porto Alegre Canada Halifax Saint John Toronto Vancouver Victoria China Hong Kong Dongguan Denemarken Kopenhagen Duitsland Berlijn Hamburg Keulen Hongarije Budapest Ierland Cork Dublin Galway Israël Beersheba Haifa Jeruzalem Tel Aviv Kroatië Zagreb Rijeka Oostenrijk Wenen Nederland Amsterdam Delft Den Haag Nieuw-Zeeland Auckland Christchurch Dunedin Hamilton Hawke's Bay Palmerston North Wellington Noorwegen Oslo Singapore Singapore Slovenië Ljubljana Maribor Spanje Barcelona Madrid Santiago de Compostella Valencia Taiwan Taichung Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Zuid-Afrika Kaapstad Durban Johannesburg Pretoria Zweden Göteborg Stockholm Kalmar Zie ook Camp Quest UK European Skeptics Congress (ESC) Question, Explore, Discover (QED) The Amaz!ng Meeting (TAM) Externe links Website van Skeptics in the Pub Scepticisme Conferentie
Londen Het eerste en langst bestaande evenement is de prijswinnende is de Londense bijeenkomst, opgezet door de Australische filosofieprofessor Scott Campbell. in 1999. Campbell baseerde het idee op Philosophy in the Pub en Science in the Pub, twee groepen die al een tijdje actief waren in Australië. De inaugurele spreker was Wendy M. Grossman, de toenmalige hoofdredacteur en oprichter van het tijdschrift The Skeptic, in februari 1999; deze allereerste presentatie werd bijgewoond door 30 gasten. De Londense groep beweert "'s werelds grootste reguliere cafébijeenkomst" te zijn, met 200 tot 400 aanwezigen bij ieder evenement.
2
sociaal evenement, bijeenkomst, sociale activiteit
6,136
GameServerStatus
264588
https://nl.wikipedia.org/wiki/Xfire
Xfire
Xfire was een freeware-instant messenger waarmee gebruikers konden communiceren met elkaar, terwijl ze een computerspel speelden. De bijzonderheid bij Xfire lag in zijn mogelijkheid om te detecteren dat het computerspel actief was. Xfire had meer dan 24 miljoen geregistreerde gebruikers. Het programma was beschikbaar voor Windows 2000 en hoger, en op Mac onder de naam iFire. Vanaf 30 april 2016 is het programma niet langer beschikbaar. Geschiedenis Xfire, Inc. werd gecreëerd door Mike Cassidy (voormalig CEO van Direct Hit) en Denis Fong. Cassidy is tegenwoordig CEO, Fong staat in voor de marketing. Sinds de creatie in 2004 heeft het programma wereldwijd al bijna twintig miljoen gebruikers aangetrokken. Op 30 april 2016 is Xfire officieel gestopt met het aanbieden van zijn e-gaming platform. Technologie Door het analyseren van actieve processen kon Xfire actieve computerspellen detecteren, en deze informatie doorsturen naar Xfire-gebruikers die de actieve speler als vriend hadden. Daarnaast kon het voor veel spellen detecteren op welke server de gebruiker speelde, en soms in welk level, en meer. Het programma ondersteunde ook directe deelname voor verscheidene spellen, wat betekende dat de gebruikers met één muisklik konden meedoen met hun vrienden in het spel op dezelfde server. Met Xfire kon men eveneens berichten in het spel zelf sturen naar andere spelers, zonder zelf in het spel aanwezig te zijn, aangezien het een afzonderlijk programma is. Xfire hield bij welke spellen de gebruikers speelden, hoeveel uren ze die speelden en kon nog andere informatie (zoals scores) van de spelservers opslaan. Deze informatie kon worden verwerkt tot een afbeelding (die de gebruikers via PHP als een handtekening kunnen gebruiken). Xfire ondersteunde een 500-tal games, waarvan meer dan 200 de optie ondersteunden om met één klik deel te nemen aan een spel. Daaronder vielen populaire games als Call of Duty, Counter Strike Source, World of Warcraft en Battlefield 2. Sinds versie 1.43, die in augustus 2005 verscheen, was aan Xfire een optie voor voice chat door middel van voice over IP-technologie toegevoegd, gelijkwaardig met onder andere teamspeak. Sinds versie 1.57, die in juni 2006 verscheen, had Xfire een kill/death ratio tracking ondersteuning voor enkele spellen. Sindsdien werd er regelmatig ondersteuning voor een ander spel toegevoegd. Sinds versie 1.85, die in januari 2008 verscheen, had Xfire een hypercam ingevoegd. Sindsdien kon men in bepaalde spellen die XIG 2.0 hebben, een film vanuit het spel opnemen. Op 2 mei 2008 werd versie 1.91 uitgebracht met ondersteuning voor meer (nieuwe) spellen. Yahoo!-rechtszaak Yahoo! spande een rechtszaak aan tegen Xfire op 28 januari 2005, waarin werd gesteld dat Xfire een patentinbreuk heeft gepleegd op Yahoo!'s US Patent No. 6,699,125 betreffende een "Game server for use in connection with a messenger server". Xfire spande als reactie daarop op 10 maart 2005 een zaak aan tegen Yahoo!. Om de kosten van de rechtszaak te dekken, plaatste Xfire veel banneradvertenties die de gebruikers vroegen om bijdragen aan de gerechtelijke kosten. Op 31 januari 2006 kwam het tot een schikking tussen de bedrijven. Dit werd o.a. gemeld op het forum van Xfire en Gamespot.com, maar zonder details over de schikking. Viacom Op 24 april 2006 is Xfire voor $102 miljoen (USD) gekocht door het bedrijf Viacom. Op 3 augustus 2010 is Xfire opnieuw overgenomen. Een groot deel van de ontwikkelaars stapte hierdoor op nadat ze 127 updates van het programma hebben gemaakt. Zie ook Lijst van instant messengers Chat Freeware Instant messenger Paramount Global Windows-software
Xfire hield bij welke spellen de gebruikers speelden, hoeveel uren ze die speelden en kon nog andere informatie (zoals scores) van de spelservers opslaan. Deze informatie kon worden verwerkt tot een afbeelding (die de gebruikers via PHP als een handtekening kunnen gebruiken).
1
game server status, serverstatus, spelserver
2,815
TouristInformationCenter
248913
https://nl.wikipedia.org/wiki/Saint-Jean-de-Monts
Saint-Jean-de-Monts
Saint-Jean-de-Monts is een badplaats in de Franse Vendée, gelegen in het Pays de la Loire aan de Atlantische kust. Het dorp heeft ruim 8000 inwoners. In 1867 werd Saint-Jean-de-Monts ontdekt als badplaats. Het dorp staat bekend om de lange stranden en de uitgestrekte bossen. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor het dorp. Demografie Onderstaande figuur toont het verloop van het inwoneraantal van Saint-Jean-de-Monts vanaf 1962. Sport Saint-Jean-de-Monts was in de jaren 1972, 1975 en 1976 onder de naam Merlin-Plage etappeplaats in de wielerkoers Ronde van Frankrijk. In 1976 vond er het Grand Départ plaats. Ritwinnaars in Merlin-Plage zijn onder meer Eddy Merckx en Freddy Maertens. Externe link Website gemeente
Saint-Jean-de-Monts is een badplaats in de Franse Vendée, gelegen in het Pays de la Loire aan de Atlantische kust. Het dorp heeft ruim 8000 inwoners. In 1867 werd Saint-Jean-de-Monts ontdekt als badplaats. Het dorp staat bekend om de lange stranden en de uitgestrekte bossen. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor het dorp.
1
toeristeninformatiecentrum, toerisme, bezoekersinformatie
6,152
DeliveryChargeSpecification
2961804
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pariteitspuntenmethode
Pariteitspuntenmethode
De pariteitspuntenmethode (basing-points system) is een prijssysteem waarbij de prijs op de plaats van bestemming gelijk is aan de basisprijs plus de transportkosten vanaf een van tevoren afgesproken punt, het pariteitspunt. Als een leverancier zich dichter bij de bestemming bevindt, is het voor deze voordelig, aangezien de werkelijke transportkosten lager liggen dan die volgen uit de pariteitspuntenmethode. Voor de afnemer levert dit geen voordeel op, maar het levert deze ook geen nadeel op als de leverancier zich verder weg bevindt. De mogelijkheid van concurrentie door het kiezen van een vestigingsplaats verdwijnt dus voor de leverancier. Gulf-plus Zo was de olieprijs vanaf de jaren twintig gebaseerd op de prijs in de Golf van Mexico, aangezien de Verenigde Staten en Mexico toen de grootste olie-exporteurs waren. Hoewel de productiekosten van olie uit Iran lager waren, was de prijs dus gelijk, zelfs als het verscheept werd naar het dichtbijgelegen India. Handel
De pariteitspuntenmethode (basing-points system) is een prijssysteem waarbij de prijs op de plaats van bestemming gelijk is aan de basisprijs plus de transportkosten vanaf een van tevoren afgesproken punt, het pariteitspunt.
1
verzendtarief, transportkosten, regiolevering
1,635
ShoeStore
3001827
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jermyn%20Street
Jermyn Street
Jermyn Street is een straat in de Londense wijk St James's, die vooral bekendstaat als de straat waar winkels bijna uitsluitend gericht zijn op de klassieke herenkleding, wat mede komt doordat er vele beroemde hemdenmakers resideren in deze straat. Naast hemdenmakers zijn er ook herenconfectiekledingwinkels gevestigd als Hackett London en DAKS, schoenmakers als John Lobb en Foster & Son, klassieke kappers als Trumper en Old Taylor en ook is hier Engelands oudste kaaswinkel gevestigd. Geschiedenis Jermyn Street werd opgericht door Henry Jermyn, eerste graaf van St Albans, naar wie de straat vernoemd werd en maakte rond 1664 deel uit van de bebouwing van de huidige wijk St James's. De eerste jaren diende de wijk voornamelijk als woonwijk en had Jermyn Street bekende bewoners als John Churchill, eerste hertog van Marlborough, Isaac Newton, William Plunkett, de hertogin van Richmond en de gravin van Northumberland. Aan het einde van de 18e eeuw stond de straat erom bekend vele buitenlandse revolutionairen te huisvesten. Voorbeelden van verblijfplaatsen waren 'The Gun Tavern' en het 'Grenier's Hotel', dat uitsluitend onderdak bood aan Franse vluchtelingen. Na ontsnapping uit het Fort van Ham resideerde Napoleon III in het 'Brunswick Hotel' onder de schuilnaam graaf d'Arenberg. Hoewel hij zelf niet in de straat woonde, siert een standbeeld van dandy Beau Brummell het straatbeeld aan het kruispunt met Piccadilly Arcade, om zo de kledingwaarde van de straat te onderschrijven. Hemden De winkels in Jermyn Street verkopen traditiegetrouw hemden en andere benodigdheden voor de gentleman zoals hoeden, schoenen, scheerkwasten, eau de cologne en bretels. De meeste kleermakers bezitten nog steeds de huizen in de straat en verhuurden in de loop der jaren de kamers boven de winkels aan prominenten als bankier Theodore Rothschild en zijdehandelaar Cesare Salvucci. Lijst van hemdenmakers Het merendeel van de hemden uit Jermyn Street wordt elders gefabriceerd, doorgaans in Ierland, en niet langer in de ateliers onder of achter de winkels. Schoenenwinkels John Lobb (No. 88) (Het betreft hier de schoenen naar maat en confectieschoenen eigendom van Hermès, niet te verwarren met de maatschoenmaker John Lobb in St. James's Street No. 9) WS Foster & Son (No. 83) Edward Green Shoes (No. 75) Crockett & Jones (No. 69) Church's (Nos. 108 & 110) Tricker's (No. 67) Barker Shoes (No. 38) Andere winkels Naast hemdenmakers, is Jermyn Street ook de thuisbasis van andere bekende winkels als: Beretta - geweermaker sinds 1526 en leverancier van jacht- en competitiegeweren, -kleding en accessoires (op de hoek van Jermyn en St. James's Street). Bates - hoedenmaker (No. 73) Floris - parfums, eau de toilette en zeep (No. 89) Geo.F. Trumper - gentlemen's kapper (No. 20) Paxton & Whitfield - kazen en delicatessen (No. 93) Rowley's - restaurant (No. 113) Taylor of Old Bond Street - scheer- en huidproducten voor de gentleman (No. 74) Straat in Londen City of Westminster
Schoenenwinkels John Lobb (No. 88) (Het betreft hier de schoenen naar maat en confectieschoenen eigendom van Hermès, niet te verwarren met de maatschoenmaker John Lobb in St. James's Street No. 9) WS Foster & Son (No. 83) Edward Green Shoes (No. 75) Crockett & Jones (No. 69) Church's (Nos. 108 & 110) Tricker's (No. 67) Barker Shoes (No. 38)
1
schoenenwinkel, schoenenspeciaalzaak, schoenenzaak
4,629
CheckAction
2146650
https://nl.wikipedia.org/wiki/Randstad%20380%20kV
Randstad 380 kV
Randstad 380 kV is een project van de Nederlandse elektriciteitsnetbeheerder TenneT met als doel de aanleg van een nieuwe 380 kV hoogspanningsleiding in de Randstad. Deze verbinding moet de stroomvoorziening van de Randstad garanderen. Op 7 januari 2008 is de planologische kernbeslissing Randstad 380 kV verbinding van kracht geworden waarmee het Rijk dit project mogelijk maakt. In 2013 is de Randstad Zuidring in bedrijf gesteld, in oktober 2019 werd ook de Randstad Noordring in gebruik genomen. Locatie De nieuwe verbinding bestaat uit twee ringen, de zuidring en de noordring. De zuidring loopt tussen Wateringen en Zoetermeer. De noordring loopt tussen Zoetermeer en Beverwijk. Ongeveer 20 km, een kwart van het totale tracé, wordt ondergronds aangelegd. Het is uniek in de wereld dat een dergelijke zware hoogspanningsleiding over zo'n lange afstand ondergronds wordt aangelegd. Bezwaren Gezondheid Een deel van de omwonenden in de nabijheid van het geplande tracé zijn bang dat de leiding een negatief effect heeft op hun gezondheid. Uit een Brits bevolkingsonderzoek blijkt dat er een mogelijk verband is tussen de aanwezigheid van een hoogspanningsleiding en kinderleukemie, een vorm van kanker. Het Britse onderzoek stelt dat kinderen die geboren zijn binnen 600 meter van een hoogspanningslijn een grotere kans hebben op het krijgen van leukemie, echter geeft ook aan dat dit mogelijk door niet overwogen factoren kan worden veroorzaakt en mogelijk kansgerelateerd is. Een ander onderzoek spreekt over een grenswaarde van 0,1 microtesla als veilige waarde. De overheid houdt nog steeds een grens aan van 0,4 microtesla. De onderzoeken stellen dat er nog geen geaccepteerd biologisch mechanisme is dat de relatie zou kunnen verklaren. Een andere angst is de mogelijkheid dat fijnstof een elektrische lading krijgt door het elektromagnetisch veld rond de hoogspanningsleiding waardoor dit stof schadelijker is voor de gezondheid dan normaal fijnstof. Hoogspanningslijnen kunnen fijnstof soms wel elektrisch opladen, maar dat is te weinig om het meer dan normaal aan longen, luchtwegen en de huid te laten 'plakken'. Dit concludeert het RIVM uit een literatuuronderzoek in opdracht van het ministerie van VROM. Dit is relevant omdat het tracé zowel langs woonwijken als snelwegen (producent van fijnstof) loopt. Schiphol De luchthaven Schiphol maakte bezwaar tegen de aanleg van de nieuwe hoogspanningsverbinding. De lijn zou radiocommunicatie en andere systemen kunnen verstoren en zou meer vogels kunnen aantrekken. Externe link Officiële website Energietransport
Gezondheid Een deel van de omwonenden in de nabijheid van het geplande tracé zijn bang dat de leiding een negatief effect heeft op hun gezondheid. Uit een Brits bevolkingsonderzoek blijkt dat er een mogelijk verband is tussen de aanwezigheid van een hoogspanningsleiding en kinderleukemie, een vorm van kanker. Het Britse onderzoek stelt dat kinderen die geboren zijn binnen 600 meter van een hoogspanningslijn een grotere kans hebben op het krijgen van leukemie, echter geeft ook aan dat dit mogelijk door niet overwogen factoren kan worden veroorzaakt en mogelijk kansgerelateerd is. Een ander onderzoek spreekt over een grenswaarde van 0,1 microtesla als veilige waarde. De overheid houdt nog steeds een grens aan van 0,4 microtesla. De onderzoeken stellen dat er nog geen geaccepteerd biologisch mechanisme is dat de relatie zou kunnen verklaren.
4
inspectie, onderzoek, controle
936
OnDemandEvent
528813
https://nl.wikipedia.org/wiki/Path%C3%A9%20Nederland
Pathé Nederland
Pathé Nederland is een keten van bioscopen in Nederland. Pathé Nederland (Pathé Theatres B.V.) had in 2017 een omzet van 209 miljoen euro. Het bedrijf is onderdeel van de Franse bioscoopgroep Pathé Cinémas. Dit bedrijf, opgericht in 1896, heeft 101 bioscopen met 1117 schermen verdeeld over Frankrijk, Nederland, België, Tunesië en Zwitserland. In Nederland heeft Pathé 30 bioscopen. Pathé Nederland is sponsor van de Nederlandse Filmacademie. Geschiedenis Het Franse moederbedrijf werd in 1896 opgericht door de gebroeders Pathé. Pathé begon in 1992 een samenwerking met Warner Bros. en Morgan Creek onder de naam Chargeurs met de realisatie van de bioscoop Movieworld in Scheveningen. De bioscoop opende in april 1995 voor het eerst zijn deuren. In dezelfde periode bracht het consortium een bod uit op de MGM-bioscopen in Nederland. Pathé wilde met de overname van de MGM-bioscopen verdergaan dan zijn partners. Pathé besloot daarop zijn partners Warner Bros. en Morgan Creek uit te kopen en MGM over te nemen. In december 1995 opende Pathé Groningen zijn deuren en vond ook de heropening van Pathé Buitenhof plaats. Pathé nam in 2010 Minerva Bioscopen over. Minerva Maastricht behoorde voorheen bij Pathé maar werd later afgestoten en overgenomen door Minerva Bioscopen. Door de overname van Pathé keerde Minerva Maastricht weer terug bij Pathé. Drie van de Pathé-bioscopen behoorden oorspronkelijk tot de MustSee-keten. In 2011 werd de video-on-demand-dienst Pathé Thuis opgericht, die via internet films uitbrengt die minimaal enkele maanden eerder werden vertoond in de bioscoop. Pathé Nederland verzelfstandigde het onderdeel in 2014, maar hield een minderheidsbelang in Pathé Thuis. In 2022 nam Pathé de dienst weer volledig over. In september 2014 nam Pathé de CineMec-bioscoop in Ede over alsmede de nieuwbouwprojecten in Utrecht en Ressen (Nijmegen). CineMec behield zijn eigen merk en kreeg een aparte positie binnen Pathé Nederland. Abonnees van Pathé Unlimited konden ook hun abonnement gebruiken bij CineMec, andere kortingskaarten en cadeaubonnen van Pathé waren ook geldig bij CineMec. In december 2017 kondigde de directrice van Pathé, Dertje Meijer, aan dat in 2018 de drie CineMec-bioscopen omgedoopt zouden worden tot Pathé, waarmee er een einde kwam aan het CineMec-merk. Op woensdag 28 december 2016 bezochten een recordaantal van bijna 120.000 bezoekers een Pathé-bioscoop. Op deze dag speelden onder andere Rogue One: A Star Wars Story, Soof 2 en Sing in de bioscopen. Op 18 oktober 2017 werd bekendgemaakt dat Pathé vanaf 1 december de Cinema- en Tivoli-bioscopen in Leeuwarden en de bioscoop Cinema Hengelo ging overnemen. Cinema Hengelo werd in 2019 verkocht aan Movie Unlimited Bioscopen. Het bedrijf maakte op 14 november 2019 bekend de bioscopen van Euroscoop over te nemen. De bioscopen van Euroscoop in België zouden bij Pathé België gevoegd worden. Euroscoop Maastricht sloot in maart 2020 definitief zijn deuren, dit vanwege krapte op de bioscoopmarkt in Maastricht, volgens Pathé. De bioscopen van Euroscoop zouden in eerste instantie verdergaan onder hun eigen naam en beleid, maar Pathé kondigde op 18 juni 2020 aan zijn Euroscoop-merk te laten verdwijnen en alleen met Pathé door te gaan. Euroscoop Tilburg, Schiedam en Amsterdam Noord zouden in een tijdsspanne van twee jaar omgevormd worden tot Pathé. De nog te openen Euroscoop Ypenburg zou direct openen onder de Pathé-vlag. Pathé stelde dat het sterker kon opereren met één bioscoopmerk in plaats van twee. Bioscopen Lijst van bioscopen van Pathé Nederland, nieuwbouwprojecten aangegeven in blauw. Lijst van voormalige bioscopen van Pathé Nederland. Horeca Pathé Nederland exploiteert verschillende horecagelegenheden bij hun bioscopen die vrij toegankelijk zijn. Bij Pathé Groningen, Pathé Buitenhof en Pathé Maastricht heeft het bedrijf het Pathé Café (voorheen bekend als Charlie's) en sinds juli 2020 opereert het bedrijf in Pathé Tuschinski de Bar Abraham, vernoemd naar de oprichter van de bioscoop. Van 2016 tot 2017 had het bedrijf ook een fast casual restaurant, genaamd Charlie's, bij Pathé Schouwburgplein. Onderscheidingen 2008: Corporate Fashion Awards. 2012: Dutch Interactive Awards voor Pathé Thuis. 2015: Populairste website in de categorie vrije tijd. Pathé was genomineerd voor de volgende onderscheiding. 2015: Dutch Interactive Awards, categorie eCommerce & Omnichannel voor pathe.nl. CEO-fraude In 2018 was Pathé doelwit van CEO-fraude waarbij in totaal ruim 19 miljoen euro is buitgemaakt. De dader misleidde twee directeuren (Managing Director en Director Finance) van Pathé Nederland door zich voor te doen als de CEO van het Franse moederbedrijf, en gaf opdracht om geld over te maken voor een project dat nog geheim moest blijven. De dader maakte gebruik van vervalste handtekeningen van hooggeplaatsten van het moederbedrijf, in een e-mailbijlage. De zaak kwam uit na vragen van het hoofdkantoor over geldopnamen van de directeuren uit de "cash-pool" van het moederbedrijf. De Managing Director is ontslagen. De Director Finance is op staande voet ontslagen wegens het negeren van een groot aantal "red flags". Dit ontslag op staande voet is door de rechter vernietigd, maar wel vervangen door ontslag per 1 december 2018, omdat de rechter er begrip voor heeft dat het hoofdkantoor het vertrouwen in hem op zijn positie heeft verloren. Externe links pathe.nl pathe.com Bioscoop in Nederland Bioscoopexploitant
In 2011 werd de video-on-demand-dienst Pathé Thuis opgericht, die via internet films uitbrengt die minimaal enkele maanden eerder werden vertoond in de bioscoop. Pathé Nederland verzelfstandigde het onderdeel in 2014, maar hield een minderheidsbelang in Pathé Thuis. In 2022 nam Pathé de dienst weer volledig over.
1
catch-up tv, podcast, on-demand
955
PaymentMethod
242861
https://nl.wikipedia.org/wiki/Acceptgiro
Acceptgiro
Acceptgiro (overschrijfkaart) was een betaalwijze in Nederland. Men betaalt 'per acceptgiro' of 'met een acceptgiro(kaart)'. Op 1 januari 2002 werd de gele Euro-acceptgiro geïntroduceerd. Per 1 juni 2023 is de acceptgiro afgeschaft. Beschrijving Een acceptgirokaart is een kaart die door een potentiële ontvanger van een betaling aan de potentiële betaler wordt gestuurd om de betaling te vereenvoudigen. Op de kaart zijn reeds ingevuld: De naam van de schuldeiser. Het bankrekeningnummer van de schuldeiser. Het bedrag – maar soms, vooral bij goede doelen en termijnbetalingen, kan de debiteur zelf een bedrag invullen. Een betalingskenmerk, meestal 4×4=16 cijfers. Hierin staan veelal een klantnummer en factuurnummer. Het is daardoor voor de begunstigde eenvoudig te achterhalen welke factuur is betaald, zodat dit automatisch kan worden verwerkt in de administratie. Bij een lengte van meer dan 7 cijfers bevat het betalingskenmerk ook controle-informatie. De naam en het bankrekeningnummer van de debiteur, als deze gegevens bij de crediteur bekend zijn.. Al deze gegevens staan ook in machinaal leesbare vorm op de onderrand van de kaart. Toen er nog met ponskaarten werd gewerkt, stonden ze in ponsgaatjes op de kaart. De betaler hoeft in het eenvoudigste geval alleen zijn handtekening te zetten en de kaart te posten in een bankenvelop. Als deze niet al zijn ingevuld, moeten ook het bedrag en naam en rekeningnummer van de betaler nog worden ingevuld. De uitgifte van acceptgiro's wordt gereguleerd door Acceptgiro B.V., een dochteronderneming van Currence. Vaak wordt een acceptgiro slechts gebruikt als factuur om met internetbankieren te betalen, bijvoorbeeld omdat banken soms geen ongefrankeerd verzenden meer toestaan. Alle gegevens van de acceptgirokaart moeten dan op de computer overgenomen worden. Geschiedenis In het verleden was er de stortings-/acceptgirokaart: een kaart die als stortingskaart, maar ook als acceptgirokaart te gebruiken was, met in beide gevallen de vooringevulde begunstigde, en indien een bedrag was vooringevuld, in beide gevallen voor dat bedrag. In 1977 werd deze vervangen door de acceptgiro in de vorm van een ponskaart. Deze ponskaart werd eind 1985 vervangen door de blauwe acceptgiro. Op 1 januari 2002 werd de blauwe acceptgiro vervangen door de gele Euro-acceptgiro. Sinds 2007 is het in Nederland voor de begunstigde niet meer mogelijk een kopie van de ingevulde acceptgiro van de bank te ontvangen (de zogenoemde bijlagerijke acceptgiro is afgeschaft), terwijl het origineel ook niet wordt doorgestuurd. Daardoor heeft het geen zin voor de betaler om mededelingen voor de begunstigde op de acceptgiro te schrijven. Op 1 februari 2014 werd de Euro-acceptgiro vervangen door de (tevens gele) IBAN-acceptgiro. Op woensdag 31 mei 2023 is de laatste Acceptgiro verwerkt. Digitalisering en afschaffing Bij elektronisch bankieren moesten de gegevens van de acceptgiro door de betaler handmatig worden overgenomen. In 2006 werden twee elektronische vormen van acceptgiro's geïntroduceerd. De digitale nota (bij de Rabobank: notabox) verscheen automatisch in de internetbankieromgeving; de acceptemail is een nota per e-mail met een link naar een iDeal-opdracht en de actuele betaalstatus. Beide moeten de afhandeling goedkoper en gemakkelijker maken. De opvolger van de notabox was de FinBox, die later weer is afgeschaft. Er zijn verschillende bedrijven actief op het gebied van digitale acceptgiro's. Die maken het zonder veel handelingen voor een klant mogelijk om via iDeal en andere betaalmethoden te betalen. Na berichten dat in Nederland de papieren acceptgiro mogelijk zou verdwijnen, ten bate van een digitale versie, kaartte de SGP dit in januari 2007 aan als een probleem, aangezien lang niet iedereen in staat is om met een digitale versie van de acceptgiro om te gaan. Minister Gerrit Zalm van financiën liet daarop weten dat de papieren nota niet zal verdwijnen. Begin 2009 bleek uit onderzoek zelfs dat het aantal verstuurde papieren acceptgiro's in 2008 steeg tot ruim 171 miljoen stuks. De afschaffing werd tot 1 januari 2019 uitgesteld, maar ook deze datum werd niet gehaald. Tenslotte werd de acceptgiro per 1 juni 2023 afgeschaft. Belangrijkste reden zou het snel dalende gebruik en de stijgende kosten zijn. Een digitale vorm van de acceptgiro blijft in gebruik. De betaalafhandelingen worden uit handen genomen door een derde partij, die daarvoor een vergoeding krijgt. Externe link Officiële website van de acceptgiro Betalingsverkeer
Acceptgiro (overschrijfkaart) was een betaalwijze in Nederland. Men betaalt 'per acceptgiro' of 'met een acceptgiro(kaart)'. Op 1 januari 2002 werd de gele Euro-acceptgiro geïntroduceerd. Per 1 juni 2023 is de acceptgiro afgeschaft.
1
betalingsmethode, betaalwijze, betalingsprocedure
10,493
Specialty
973681
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arts%20voor%20verstandelijk%20gehandicapten
Arts voor verstandelijk gehandicapten
Een arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG) houdt zich bezig met “geneeskunde voor mensen met een verstandelijke handicap". Sinds 2000 is dit een erkend medisch specialisme. Jaarlijks worden 15 à 20 artsen opgeleid. De opleiding tot dit specialisme is ondergebracht bij de huisartsopleiding van de Erasmus Universiteit Rotterdam en heeft hiermee overeenkomsten. Het betreft een driejarige combinatie van leren en werken, het eerste en derde jaar in dienst van een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke handicap, het tweede jaar met stages in voor de AVG belangrijke aanverwante medische vakgebieden, zoals klinische genetica, revalidatie, psychiatrie, orthopedie, zintuigstoornissen en epilepsie. Een arts voor verstandelijk gehandicapten is deskundig op het gebied van gezondheidsproblemen bij mensen met een verstandelijke handicap. Het werk omvat specialistische meervoudig complexe problematiek, preventie en integrale zorg rondom deze mensen. De AVG fungeert in een multidisciplinair team met begeleiders, paramedici en gedragswetenschappers. Externe links Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten AVG-opleiding Medisch specialist Gehandicaptenzorg
Een arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG) houdt zich bezig met “geneeskunde voor mensen met een verstandelijke handicap". Sinds 2000 is dit een erkend medisch specialisme. Jaarlijks worden 15 à 20 artsen opgeleid. De opleiding tot dit specialisme is ondergebracht bij de huisartsopleiding van de Erasmus Universiteit Rotterdam en heeft hiermee overeenkomsten. Het betreft een driejarige combinatie van leren en werken, het eerste en derde jaar in dienst van een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke handicap, het tweede jaar met stages in voor de AVG belangrijke aanverwante medische vakgebieden, zoals klinische genetica, revalidatie, psychiatrie, orthopedie, zintuigstoornissen en epilepsie.
3
specialisme, expertisegebied, vakgebied
9,998
ApartmentComplex
1956687
https://nl.wikipedia.org/wiki/Christus%20Koningkerk%20%28Rotterdam%29
Christus Koningkerk (Rotterdam)
De Christus Koningkerk is een voormalige rooms-katholieke kerk aan het Statenplein in Rotterdam. De Christus Koningkerk werd in 1928-1930 gebouw voor de nieuwe opgerichte parochie in Hillegersberg. Architect H.P.J. de Vries ontwierp een grote driebeukige kerk met een terzijde staande toren. De Vries ontwierp tevens de bij de kerk horende pastorie en het klooster. Samen met enkele later gebouwde scholen, vormen deze gebouwen het Christus Koningcomplex. In 1991 sloeg de bliksem in de kerktoren, die daarna dreigde in te storten. De spits werd daarom gesloopt en niet meer herbouwd. Wegens teruglopend kerkbezoek werd op 1 januari 2003 werd de kerk gesloten. De parochie is opgegaan in de nieuw opgerichte parochie "De vier Evangelisten". De kerk werd al in 1997 aangewezen als gemeentelijk monument, maar het parochiebestuur tekende beroep aan omdat men het gebouw wilde laten slopen. Buurtbewoners kwamen in actie om het kerkgebouw te behouden. In 2010 werd overeenstemming bereikt en is het gehele complex definitief op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. De kerk zal worden verbouwd tot appartementencomplex. Bron Reliwiki - Rotterdam, Christus Koningkerk Besluit gemeenteraad over monumentenstatus Bouwwerk in Hillegersberg-Schiebroek Kerkgebouw in Rotterdam Bouwwerk van H.P.J. de Vries Gemeentelijk monument in Rotterdam Kerkgebouw in het bisdom Rotterdam
Wegens teruglopend kerkbezoek werd op 1 januari 2003 werd de kerk gesloten. De parochie is opgegaan in de nieuw opgerichte parochie "De vier Evangelisten". De kerk werd al in 1997 aangewezen als gemeentelijk monument, maar het parochiebestuur tekende beroep aan omdat men het gebouw wilde laten slopen. Buurtbewoners kwamen in actie om het kerkgebouw te behouden. In 2010 werd overeenstemming bereikt en is het gehele complex definitief op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. De kerk zal worden verbouwd tot appartementencomplex.
1
appartementencomplex, wooncomplex, flatgebouw
3,283
RegisterAction
5220999
https://nl.wikipedia.org/wiki/Onafhankelijk%20Kiesbureau
Onafhankelijk Kiesbureau
Het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) is het Surinaams toezichthoudend orgaan op verkiezingen in Suriname. Het toezicht betreft zowel algemene als geheime verkiezingen. Het OKB werd in 1977 opgericht. Politieke partijen dienen zich eerst bij het OKB te registreren en vervolgens bij het Centraal Hoofdstembureau (CHS) waar de kandidaatstelling plaatsvindt. Om aan de verkiezingen deel te kunnen nemen hebben partijen de goedkeuring van zowel het OKB als het CHS nodig. Tijdens en direct na de verkiezingen houdt het OKB toezicht en onderzoekt het problemen. Na ontvangst van het proces-verbaal van het CHS controleert het OKB de resultaten. Indien nodig maakt het OKB de uiteindelijke uitslag bekend. Jennifer van Dijk-Silos was van circa 2003 tot 2015 en sinds 2018 het hoofd van het OKB. In 2020 werd zij opgevolgd door Samseerali Sheikh-Alibaks. Externe links Ministerie van Binnenlandse Zaken, website 'Verkiezingen', Kiesregeling, 1987 (inclusief de amendementen tot 2020) Presidentiële Commissie Evaluatie Kiesstelsel, Een evaluatie van het Surinaams kiesstelsel - Eindrapport, maart 2018 Surinaamse overheidsinstantie
Politieke partijen dienen zich eerst bij het OKB te registreren en vervolgens bij het Centraal Hoofdstembureau (CHS) waar de kandidaatstelling plaatsvindt. Om aan de verkiezingen deel te kunnen nemen hebben partijen de goedkeuring van zowel het OKB als het CHS nodig.
1
registreren, gebruikersaccount, aanmelden
8,619
SingleFamilyResidence
1296708
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hasseler%20Es
Hasseler Es
Hasseler Es is een groene, bomenrijke wijk in het noorden van de gemeente Hengelo, en valt onder het stadsdeel Noord. De wijk werd eind jaren zeventig gebouwd. Er wonen ongeveer inwoners (). De bebouwing bestaat overwegend uit eengezinswoningen. Tot 1972 behoorde het gebied waarop de wijk is gebouwd tot de gemeente Weerselo en lag er de buurtschap Hasselo. Deze buurtschap viel onder de parochie Deurningen. De wijk kreeg landelijke bekendheid toen op 11 februari 1992 een F-16, afkomstig van de vliegbasis Twenthe, op de wijk neerstortte. De piloot had direct na de start een motorstoring gehad en wilde zo snel mogelijk terug naar de vliegbasis. Hij koos voor de kortste weg, naar baan 11, hoewel dat via bewoond gebied was. Hij hoopte te landen voor de motor opnieuw zou uitvallen. Desondanks viel de motor in het zicht van de landingsbaan opnieuw uit. De piloot sprong er met de schietstoel uit en landde met de parachute. Het vliegtuig viel tussen de huizen van de Dinant Dijkhuisstraat. De ravage was groot, maar er waren geen slachtoffers. Het was niet de eerste keer dat een vliegtuig op die plek verongelukte. Kort na de oorlog stortte een vliegtuig bij het Bartelinkslaantje neer, wat toen nog landelijk gebied was. De getuigen kregen bevel erover te zwijgen. Indeling en inwonertallen (2009) Faciliteiten In de Hasseler Es is een aantal faciliteiten aanwezig. Zo is er een in 2007 heropend en vernieuwd winkelcentrum (winkelcentrum Hasselo), een tandartsenpraktijk, een gezondheidscentrum, een wijkcentrum (het Kulturhus) met bibliotheek, een sporthal, diverse scholen en een klein industrieterrein. Externe links Wijkraad Hasseler Es Gemeente Hengelo Wijk in Hengelo
Hasseler Es is een groene, bomenrijke wijk in het noorden van de gemeente Hengelo, en valt onder het stadsdeel Noord. De wijk werd eind jaren zeventig gebouwd. Er wonen ongeveer inwoners (). De bebouwing bestaat overwegend uit eengezinswoningen.
2
eengezinswoning, vrijstaand huis, gezinswoning
10,987
ParkingFacility
1790112
https://nl.wikipedia.org/wiki/Water%20Tower%20Place
Water Tower Place
Water Tower Place is een wolkenkrabber in Chicago, Verenigde Staten, vernoemd naar de Chicago Water Tower. Het gebouw is 261,88 meter hoog en is ontworpen door Loebl, Schlossman & Hackl. Het gebouw bevat woningen, kantoren, een hotel en een winkelcentrum. De constructie begon in 1974 en werd in 1976 voltooid. Geschiedenis In 1973 kwam Marshall Field bij vastgoedontwikkelaar Philip Klutznick met het plan om een tweede winkel in Chicago te openen. Dit project zou zich uiteindelijk tot Water Tower Place ontwikkelen. De constructie van het gebouw begon in 1974. Marshall Field opende zijn tweede winkel in het gebouw al in 1975, terwijl het gebouw pas in 1976 werd voltooid. Ontwerp Water Tower Place is 261,88 meter hoog en telt 74 verdiepingen. Het is door Loebl, Schlossman & Hackl in modernistische stijl ontworpen. Het podium bevat een winkelcentrum dat om een atrium van acht verdiepingen is gebouwd. De toren bevat een Ritz Carlton Hotel, kantoren en woningen. Voor de bouw werd het twaalf verdiepingen tellende Pearson Hotel gesloopt. Van 1975 tot 1990 was Water Tower Place het hoogste gebouw van gewapend beton. In 1990 werd die titel namelijk overgenomen door 311 South Wacker Drive. De parkeergarage van het gebouw biedt plaats aan 699 auto's. Het gebouw bevat 426 hotelkamers en 86.925,57 vierkante meter voor detailhandel. Externe link Officiële website Wolkenkrabber in Chicago Winkelcentrum in de Verenigde Staten
De parkeergarage van het gebouw biedt plaats aan 699 auto's. Het gebouw bevat 426 hotelkamers en 86.925,57 vierkante meter voor detailhandel.
1
parkeerplaats, parkeergarage, parkeerterrein
971
PlayAction
5600494
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amy%20Tinkler
Amy Tinkler
Amy Tinkler (27 oktober 1999) is een Britse turnster. Ze won brons op de Olympische Spelen van 2016. In 2020 stopte ze met turnen. Persoonlijk leven Tinkler komt oorspronkelijk uit Bishop Auckland, en woonde daar tot ze naar Essex verhuisde nadat ze van turnschool was veranderd. Loopbaan Junior 2013 Eind maart nam Tinkler deel aan de Britse Artistieke Kampioenschappen. In de meerkamp behaalde Tinkler de tweede plaats met een eindscore van 53,800. Ze scoorde 14,050 op het sprong, 12,100 op de brug, 13,650 op de balk en 14,000 op de vloeroefening. Ze deed mee aan alle vier toestelfinales. In de toestelfinale scoorde Tinkler 14,100 voor haar eerste sprong en 13,400 voor haar tweede sprong voor een gemiddeld totaal van 13,750, wat haar de zilveren medaille opleverde. Tinkler won de gouden medaille op de brug met een score van 12,900. In de balkfinale behaalde ze een score van 13,400, wat haar de bronzen medaille opleverde, en in de vloeroefeningfinale behaalde ze een score van 14,200 en werd daarmee de kampioen vloeroefening. In juli nam Tinkler deel aan het Europees Jeugd Olympisch Festival in Utrecht. Ze was lid van het Britse team dat de zilveren medaille won. Omdat alleen de twee hoogste scores in elk van de vier toestellen meetellen, was haar vloeroefening van 13,400 de enige score die bijdroeg aan de eindscore van 109,750 voor Groot-Brittannië, ondanks haar 14,600 op sprong, 11,550 op brug en 12,900 op de balk. 2014 In maart nam Tinkler deel aan de Britse Kampioenschappen. Ze werd de Junior meerkamp kampioen met een winnende score van 55,250. Ze scoorde 14,650 op sprong, 13,150 op de brug, 13,350 op de balk en 14,100 op de vloeroefening. Net als bij de Britse kampioenschappen van 2013 nam Tinkler deel aan alle vier de finales. In de sprongfinale scoorde Tinkler's eerste sprong 14,750 en haar tweede 14,150 voor een gemiddeld totaal van 14,450. Daarmee won ze de zilveren medaille achter de 2013 kampioen meerkamp, Tyesha Mattis. Ze werd vierde in de finale van de brug met een score van 13,250. Tinkler won de bronzen medaille in de balkfinale met een score van 12,850. Tinkler deelde de eerste plaats op de vloeroefening met Catherine Lyons met een score van 13,600. In mei nam Tinkler deel aan de Europese Kampioenschappen Artistieke Gymnastiek in Sofia, Bulgarije. Ze hielp het Britse juniorenteam aan een historische zilveren teammedaille, met scores van 14,666 op de sprong en 13,733 op de vloeroefening. In de finale won Tinkler de bronzen medaille op de sprong achter gouden medaillewinnares en teamgenote Ellie Downie. Haar eerste sprong scoorde 14,733 en haar tweede sprong 13,966 voor een gemiddelde van 14,349. Tinkler plaatste zich ook voor de finale van de vloeroefening, waar ze met de Roemeense Andreea Iridon tweede werd achter teamgenote Catherine Lyons met 13,966. Tinkler droeg twee individuele medailles bij aan de grootste juniorenreeks van Groot-Brittannië met een totaal van 6 medailles, twee gouden, 2 zilveren en 2 bronzen medailles. Senior 2015 Begin maart maakte Tinkler haar seniorendebuut op de Engelse nationale kampioenschappen. Ze werd de nieuwe senior meerkampkampioene. Tinkler scoorde 14,650 op het sprong, 14,050 op de brug, 13,800 op de balk en 13,700 op de vloeroefening voor een totaal van 56,200. Ze won met een marge van 1,300 punten van Claudia Fragapane die tweede werd met een totaal van 54,900. Tegen het einde van maart deed Tinkler mee aan de Britse kampioenschappen in de Echo Arena in Liverpool. In de meerkampfinale werd ze de Britse kampioene. Ze scoorde 14.850 op het sprong. 13.650 op de brug, 13.750 op de balk en 14.400 op de vloeroefening om het resultaat van de Engelse kampioenschappen van 56.200 te verbeteren en te eindigen met een totaal van 56.650. Tinkler nam deel aan 3 van de 4 toestelfinales, in de finale brug werd ze 4e met een score van 13,300 en in de finale balk eindigde ze als 5e met een score van 12,550. In de finale vloeroefening won Tinkler de gouden medaille met een score van 14,450, waarmee ze Claudia Fragapane versloeg. Op 2 april werd Tinkler gekozen om deel te nemen aan de Europese Kampioenschappen 2015 die van 15 tot en met 19 april in Montpellier, Frankrijk werden gehouden, samen met teamgenoten Becky en Ellie Downie en Claudia Fragapane. Dit was haar eerste grote internationale wedstrijd als senior turnster. Tinkler nam deel aan de 6de Europese Kampioenschappen op 15 april. In de meerkamp kwalificaties scoorde ze 14.625 op sprong, 13.300 op brug, 12.833 op balk en 14.200 op de vloeroefening, voor een totaal van 54.958 en eindigde op de 6de plaats. Helaas kwalificeerde Tinkler zich door de twee-per-land regel niet voor de finale nadat Ellie Downie met 56.190 op de 3e plaats eindigde en Claudia Fragapane zich als 5e kwalificeerde en minder dan een tiende punt, 0.073, voor Tinkler eindigde. Ze kwalificeerde zich wel als derde voor de vloer oefening finale achter Giulia Steingruber en Ksenia Afanasyeva. In de finale zette Tinkler een solide score neer van 14,000 om als zesde te eindigen op haar eerste Europese kampioenschappen voor senioren. 2016 Tinkler deed mee aan de AT&T American Cup in Newark op 5 maart. Ze werd vierde met een score van 55,932. Later die maand eindigde Tinkler als tweede in de meerkamp op de Engelse kampioenschappen, achter Claudia Fragapane. In juli maakte British Gymnastics bekend dat ze was geselecteerd als lid van het Britse team op de Olympische Zomerspelen in Rio. Met haar 16 jaar was ze het jongste lid van Team GB. Tinkler won de bronzen medaille in de vloeroefening met een score van 14,933 en eindigde daarmee achter de Amerikanen Simone Biles en Aly Raisman. Ze was de tweede Britse vrouw, na Beth Tweddle, die een turnmedaille won in de geschiedenis van de Olympische Spelen. 2017 Op de Britse kampioenschappen van dat jaar deed ze alleen mee aan de brug. In april nam Tinkler deel aan de wereldbeker in Londen, waar ze derde werd achter Tabea Alt uit Duitsland en Victoria Nguyen uit de Verenigde Staten. Na deze wedstrijden onderging ze een operatie aan haar knie, waarbij stukjes zwevend bot werden verwijderd. Ze keerde terug naar de competitie in september en nam deel aan de Szombathely Challenge Cup en de Britse Team Championships. In september werd Tinkler opgenomen in het team voor de Wereldkampioenschappen in Montreal, samen met Georgia-Mae Fenton, Claudia Fragapane en Alice Kinsella. Op de wereldkampioenschappen kwalificeerde zij zich als dertiende voor de meerkampfinale en als derde reserve voor de sprongfinale. In de meerkampfinale eindigde Tinkler als zeventiende na een val op de brug. 2018 Tinkler nam deel aan de Engelse kampioenschappen, waar ze de meerkamp won en in alle onderdelen een medaille won. In februari werd Tinkler samen met Georgia-Mae Fenton, Claudia Fragapane, Alice Kinsella en Kelly Simm opgenomen in het Engelse team voor de Gemenebestspelen in de Gold Coast. Op de Britse kampioenschappen werd Tinkler tweede in de meerkamp na een val op de evenwichtsbalk, na Kelly Simm. Ze werd ook tweede in de toestelfinale en eerste in de toestelfinale op vloer. Tijdens haar warming-up voor de wereldkampioenschappen in Birmingham scheurde ze ligamenten in haar enkel en trok zich terug uit de wedstrijd. Door deze blessure trok zij zich terug van de Gemenebestspelen en werd vervangen door Taeja James. 2019 Tinkler nam niet deel aan competities wegens door haar blessure die ze had opgelopen tijdens de Gemenebestspelen. 2020 Tinkler kondigde in januari aan dat ze stopte met turnen. Resultaten Junior Senior Referenties Brits olympisch deelnemer Brits gymnast
2016 Tinkler deed mee aan de AT&T American Cup in Newark op 5 maart. Ze werd vierde met een score van 55,932. Later die maand eindigde Tinkler als tweede in de meerkamp op de Engelse kampioenschappen, achter Claudia Fragapane. In juli maakte British Gymnastics bekend dat ze was geselecteerd als lid van het Britse team op de Olympische Zomerspelen in Rio. Met haar 16 jaar was ze het jongste lid van Team GB. Tinkler won de bronzen medaille in de vloeroefening met een score van 14,933 en eindigde daarmee achter de Amerikanen Simone Biles en Aly Raisman. Ze was de tweede Britse vrouw, na Beth Tweddle, die een turnmedaille won in de geschiedenis van de Olympische Spelen.
2
spelen, recreatie, optreden
11,622
Permit
219426
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tele2
Tele2
Tele2 is een van oorsprong Zweedse telecomaanbieder en levert zowel vaste als mobiele telefoniediensten, datanetwerken en internetdiensten. Bij het grote publiek is het bedrijf bekend geworden als gevolg van het in het verleden aanbieden van goedkoop bellen voor consumenten. Het bedrijf werd in 1993 in Zweden opgericht en de aandelen staan sinds 1996 genoteerd aan de Stockholmsbörsen. Activiteiten Tele2 is een van oorsprong Zweedse telecomaanbieder en levert zowel vaste als mobiele telefoniediensten, datanetwerken en internetdiensten. Het werd in 1993 opgericht en breidde de activiteiten snel uit binnen en buiten Zweden. Het kocht in 2001 Fora Telecom en werd daarmee actief in Rusland. De belangen werden uitgebreid en in 2009 was het de enige eigenaar van Tele2 Russia. In 2012 was Tele2 Russia de op drie na grootste aanbieder in het land met 23 miljoen abonnees. In 2013 verkocht het zijn hele belang in Tele2 Russia aan VTB Group voor US$ 3,5 miljard. Dit patroon werd in andere landen herhaald, na een snelle expansie verkocht Tele2 de belangen in diverse landen en is nu bijna uitsluitend actief in Zweden en de Baltische Staten. In november 2018 werd de overname afgerond van Com Hem. Com Hem is een aanbieder van breedband- en digitale TV-diensten in Zweden en behaalde hiermee een omzet van SEK 7 miljard in vergelijking tot zo'n SEK 15 miljard voor Tele2. Tele2 betaalde met eigen aandelen, één aandeel Tele2 voor één aandeel Com Hem, en SEK 37 per aandeel in contanten. AB Kinnevik hield voor de overname een aandelenbelang van 19% in Com Hem. Na de overname daalt het aandeel van mobiele telefoondiensten in de omzet, en neemt die van breedband- en TV-diensten toe. In 2019 was de omzet SEK 27,7 miljard en de nettowinst bedroeg SEK 1,6 miljard. Van de omzet werd zo'n 80% gerealiseerd in Zweden en de resterende een vijfde in de Baltische Staten en Duitsland. Ruim de helft van de omzet wordt gerealiseerd met mobiele en een derde met vaste telefoondiensten. In Zweden is Tele2 na Telia de grootste telecomaanbieder. Aandeelhouders Tele2 is beursgenoteerd en de grootste aandeelhouder is het in 1936 opgerichte Investment AB Kinnevik. Het Zweedse Kinnevik heeft 27,2% van de aandelen Tele2, maar 42% van het stemrecht, in handen in 2020. Onder invloed van de inmiddels overleden oud-directeur Jan Stenbeck werd Kinnevik de schrik van elke monopolist. De rode draad in de bedrijfsvoering is het openbreken van markten en het bestrijden van monopolies. Nederland Telefoon Tele2 startte in 1997 in Nederland en biedt zowel de consumenten-, de zakelijke als de wholesale-markt een compleet pakket van communicatiediensten. Het bedrijf verkoopt spraak-, data-, internet- en tv-diensten via een eigen infrastructuur. Tele2 heeft een landelijk dekkend glasvezel- en DSL-netwerk. In juli 2005 kocht Tele2 het verlieslatende Versatel en kreeg hiermee een glasvezelnetwerk in handen. In de jaren daarna werd ook nog BBned gekocht. Naast vaste telefonie biedt Tele2 sinds 2001 ook mobiele telefonie aan via een zogenaamde MVNO-constructie (Mobile Virtual Network Operator). Tele2 was de eerste MVNO in Nederland en werkte eerst samen met Telfort (later werd dit KPN). Sinds september 2009 maakte Tele2 gebruik van het mobiele netwerk van T-Mobile Nederland. Sinds 2003 worden ook breedband-internetdiensten verkocht. In 2005 was Tele2 de eerste partij in Nederland met IPTV en distribueerde via het ADSL2+ netwerk alle voetbalwedstrijden uit de Nederlandse Eredivisie. Begin 2006 introduceerde Tele2 op de Nederlandse markt "triple play": televisie, internet en bellen in één pakket. In 2010 werkten er ongeveer 800 mensen bij Tele2 Nederland, die volgens het onafhankelijke Nederlandse onderzoeksbureau Telecompaper een omzet realiseerde van € 614 miljoen. Nieuwe toetreder 4G-markt Tot december 2012 waren er drie partijen die op Nederlandse markt die mobiele diensten aanboden via een eigen netwerk: KPN, T-Mobile Nederland en Vodafone. De licenties op de frequenties liepen ten einde, waardoor een nieuwe veiling nodig was. De telecomaanbieders konden bieden op diverse frequenties die gebruikt kunnen worden voor bestaande GSM- en UMTS-diensten (2G en 3G) maar ook voor de nieuwe 4G-netwerken die veel sneller dataverkeer mogelijk maken. De veiling ging op 31 oktober 2012 van start en in december werd de uitslag bekend. Naast de drie eerder genoemde partijen werd Tele2 een nieuwe partij in deze markt. Voor twee vergunningen betaalde Tele2 zo’n € 160 miljoen. De meeste vergunningen hebben een looptijd van zeventien jaar en voor Tele2 treedt de vergunning in werking nadat de netwerken zijn aangepast. In augustus 2013 werd bekend dat Tele2 voor de uitrol van haar eigen 4G-netwerk in Nederland gebruik gaat maken van de antennes van T-Mobile. Het delen van de antennes zorgt bij beide providers voor aanzienlijk lagere kosten in uitrol en onderhoud van het netwerk. Het gebruik van bestaande antennes bespaart Tele2 verder veel tijd bij de realisatie van haar eigen landelijke 4G-netwerk. T-Mobile en Tele2 hebben ook het MVNO-contract met vijf jaar verlengd waarmee Tele2-klanten ook de komende jaren kunnen blijven bellen en internetten via 2G- en 3G-verbindingen. Zodra Tele2 haar eigen 4G-netwerk heeft voltooid, zal 2G en 3G als terugvalmogelijkheid dienstdoen mocht de 4G-verbinding wegvallen. In september 2013 meldde het bedrijf € 172 miljoen te gaan investeren in de aanleg van het netwerk in Nederland. Per jaareinde 2015 moet het netwerk landelijke dekking hebben. Tele2 gaat met hiermee de concurrentie aan met KPN, T-Mobile en Vodafone en wil een marktaandeel van 20% van de Nederlandse mobiele telefonie veroveren. Overname door Deutsche Telekom Het marktaandeel van Tele2 Nederland bleef echter op 5% steken en dit was de aanleiding voor een fusie met T-Mobile Nederland – op dat moment de derde grootste partij in Nederland. Op 15 december 2017 werd het plan bekend gemaakt om zo sterker te staan tegen het duopolie van KPN en VodafoneZiggo. Deze laatste twee hadden samen meer dan 80% van de Nederlandse mobiele markt in handen in 2017. Tele2 en T-Mobile zouden door samen te werken kosten kunnen besparen en zo, met het oog op de 5e generatie netwerken, beter klaar zijn voor de toekomst. Deutsche Telekom, het moederbedrijf van T-Mobile, bood ruim € 190 miljoen voor Tele2 Nederland. De Zweedse moeder van Tele2 zou 25% van de aandelen van het fusiebedrijf in handen houden en de rest komt bij Deutsche Telekom. Deutsche Telekom beschouwde de overname als een onderdeel van zijn investeringsvisie voor de lange termijn. De Europese Commissie keurde de fusie op 27 november 2018 onvoorwaardelijk goed. Sinds 2 januari 2019 zijn T-Mobile Nederland en Tele2 Nederland samengegaan. Na de overname door Deutsche Telekom werd bekendgemaakt dat het 4G-netwerk van Tele2 op langere termijn zou gaan verdwijnen. Het netwerk zou op termijn worden samengevoegd met het netwerk van T-Mobile. Op 2 maart 2021 was het zover en werden de laatste 21 masten van Tele2 uitgeschakeld, de klanten maken hierna uitsluitend gebruik van het T-Mobile netwerk. Op 5 september 2023 zijn de merken Tele2 Mobiel en T-Mobile Nederland samengevoegd onder de naam Odido. Naast het hoofdmerk voert het bedrijf ook nog activteiten uit onder de merknamen Simpel, Ben, Tele2 Thuis & Tweak. Kabelmarkt In 2010 brak Tele2 als eerste partij het monopolie in de markt voor analoge kabeltelevisie open. Binnen enkele weken meldden zich duizenden geïnteresseerde consumenten voor analoge kabeltelevisie van Tele2. Het besluit van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) om kabelbedrijven te dwingen om andere partijen toe te laten op de analoge kabelmarkt, werd echter vernietigd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De OPTA kwam 23 juni 2011 met een nieuwe marktanalyse. Tele2 zegt teleurgesteld te zijn over de opvatting van de OPTA en heeft aangegeven te blijven strijden voor vrije kabelkeuze. België In 2003 werd Tele2 België actief. Sindsdien is de telecomoperator uitgegroeid tot een volwaardige concurrent voor Belgacom en Telenet in vaste telefonie. In 2005 werd het Nederlandse bedrijf Versatel door Tele2 overgenomen en dat leidde ook in België tot een samengaan van beide bedrijven. Tele2 was dus ook actief op de breedband-internetmarkt in België. In 2007 werd Tele2 België overgenomen door KPN en werd de aandacht gevestigd op Wallonië waar er een grotere groei mogelijk was. De omzet van Tele2 België bedroeg in 2006 zo’n € 160 miljoen en telde ongeveer 180 medewerkers. KPN betaalde ongeveer € 95 miljoen, waarbij de schulden en kasmiddelen bij de verkoper achterbleven. Per 1 oktober 2009 verdween de merknaam Tele2 en werd vervangen door BASE voor wat betreft consumentendiensten. De zakelijke dienstverlening vond plaats onder de merknaam KPN Group Belgium. Luxemburg Tele2 Luxemburg was de uitbater van het tweede mobiele telefoonnetwerk onder de merknaam Tango, hiernaast was Tele2 Luxemburg aanbieder van vaste telefonie en breedbandinternet. In juni 2008 verkocht Tele2 de Luxemburgse divisie, samen met de Liechtensteinse divisie, aan Belgacom. Trivia Voor reclamecampagne Omdat het moet werd door Tele2 aan Lil' Kleine en Ronnie Flex gevraagd om een lied te schrijven. Dit werd Niet omdat het moet en was in Nederland een nummer-1 hit en behaalde ook in Vlaanderen de hitlijsten. Externe links Tele2 Nederland Tele2 Internationaal Koersinformatie aandeel op de Nasdaq Nordic Internetprovider Telefonie Mobieletelefonieaanbieder Zweeds telecommunicatiebedrijf Zweedse multinational Economie in Stockholm
Nieuwe toetreder 4G-markt Tot december 2012 waren er drie partijen die op Nederlandse markt die mobiele diensten aanboden via een eigen netwerk: KPN, T-Mobile Nederland en Vodafone. De licenties op de frequenties liepen ten einde, waardoor een nieuwe veiling nodig was. De telecomaanbieders konden bieden op diverse frequenties die gebruikt kunnen worden voor bestaande GSM- en UMTS-diensten (2G en 3G) maar ook voor de nieuwe 4G-netwerken die veel sneller dataverkeer mogelijk maken. De veiling ging op 31 oktober 2012 van start en in december werd de uitslag bekend. Naast de drie eerder genoemde partijen werd Tele2 een nieuwe partij in deze markt. Voor twee vergunningen betaalde Tele2 zo’n € 160 miljoen. De meeste vergunningen hebben een looptijd van zeventien jaar en voor Tele2 treedt de vergunning in werking nadat de netwerken zijn aangepast.
4
vergunning, toelating, pas
5,275
ElectronicsStore
4063136
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aanmodderfakker
Aanmodderfakker
Aanmodderfakker is een Nederlandse film uit 2014 geregisseerd door Michiel ten Horn. De film ging in première op 30 september op het Nederlands Film Festival. Verhaal De 32-jarige Thijs is een eeuwige student zonder enige ambitie, die zorgeloos door het leven gaat. Hij vult zijn tijd met bier, vrouwen en rondhangen met zijn huisgenoot Walter. Hij leeft van donaties van zijn moeder en hetgeen hij verdient met een deeltijdbaan in een elektronicazaak. Dat leven verandert als hij de zestienjarige oppas Lisa van zijn zus Simone ontmoet. Dit jongvolwassen meisje heeft ambities en een mooi plan uitgestippeld voor haar leven, juist exact het tegenovergestelde van Thijs. Rolverdeling Gijs Naber als Thijs Yannick van de Velde als Walter Roos Wiltink als Lisa Anniek Pheifer als Simone Markoesa Hamer als Julie Tomer Pawlicki als neef Erwin Martijn Hillenius als Tim Joke Tjalsma als Leonie Prijzen en nominaties Gouden Kalf 2014 voor "Beste Film" Gouden Kalf 2014 voor "Beste Scenario" (Anne Barnhoorn) Gouden Kalf 2014 voor "Beste Acteur" (Gijs Naber) Externe link Nederlandse film Komische film Romantische film Film uit 2014
De 32-jarige Thijs is een eeuwige student zonder enige ambitie, die zorgeloos door het leven gaat. Hij vult zijn tijd met bier, vrouwen en rondhangen met zijn huisgenoot Walter. Hij leeft van donaties van zijn moeder en hetgeen hij verdient met een deeltijdbaan in een elektronicazaak.
1
elektronicawinkel, elektronicazaak, elektronica verkoop
7,654
DepartmentStore
4543065
https://nl.wikipedia.org/wiki/Haussmann%20%28warenhuis%29
Haussmann (warenhuis)
Haussmann moest een luxe warenhuis met een oppervlakte van zo'n 7.000 m² worden aan het Rokin in Amsterdam. In mei 2015 werd bekendgemaakt dat op de plaats van het voormalige Fortispand een nieuw warenhuis onder de naam Haussmann zou komen. Het was een initiatief van een groep investeerders, waaronder Frans van der Kraan, voormalig bestuurder bij Bongenie-Grieder. Het warenhuis zou in september 2016 open moeten gaan. Het zou een luxe warenhuis worden, dat zich zou moeten kunnen meten met warenhuizen als Harrods en het KaDeWe. Het warenhuis zou ondergronds een ingang krijgen op het metrostation. De ontwikkeling van het project is in handen van de IVY Group, dat in eerste instantie een filiaal van Harvey Nichols wilde vestigen in het pand, maar omdat er allerlei restricties waren verbonden aan een licentie om onder deze naam te opereren en de resultaten van de franchisevestigingen niet bijzonder goed waren, besloot men zelf een warenhuis op te zetten. In de kelder zou een beauty-afdeling moeten komen, de begane grond mode-accessoires en sieraden en daarboven vier verdiepingen met mode en schoenen voor dames en heren. Op de vijfde verdieping een restaurant. Verder zou in de vroegere Vleeshal in de Sint Pieterhalsteeg een versmarkt met brasserie komen. Het warenhuis zou onderscheidend moeten worden door service en een omnichannel-strategie, waarbij winkel en website in elkaar overlopen. In december 2015 werd bekend dat bekende topmerken als Hermès en Louis Vuitton niet met Haussmann in zee wilden gaan, omdat ze meer ruimte en een shop-in-the-shopconcept wensten. In februari 2016 vertrok Van der Kraan bij het warenhuis en werd de komst van het warenhuis onzeker. In maart 2016 werd bekend dat alle medewerkers van het project waren gehaald en werd er melding van gemaakt dat het project onzeker was geworden. In mei 2016 werd bekend dat Hudson's Bay in 2017 een filiaal opent in het pand aan het Rokin. Nederlands warenhuis
Haussmann moest een luxe warenhuis met een oppervlakte van zo'n 7.000 m² worden aan het Rokin in Amsterdam. In mei 2015 werd bekendgemaakt dat op de plaats van het voormalige Fortispand een nieuw warenhuis onder de naam Haussmann zou komen. Het was een initiatief van een groep investeerders, waaronder Frans van der Kraan, voormalig bestuurder bij Bongenie-Grieder. Het warenhuis zou in september 2016 open moeten gaan. Het zou een luxe warenhuis worden, dat zich zou moeten kunnen meten met warenhuizen als Harrods en het KaDeWe. Het warenhuis zou ondergronds een ingang krijgen op het metrostation.
5
warenhuis, department store, winkelketen
11,858
ArriveAction
5721349
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Elooisprijs%201956
Sint-Elooisprijs 1956
De 5e editie van de Belgische wielerwedstrijd Sint-Elooisprijs werd verreden op 28 juni 1956. De start en aankomst vonden plaats in Ruddervoorde. De winnaar was André Rosseel, gevolgd door Paul Borremans en Julien Pascal. Uitslag Sint-Elooisprijs Eendagswielerwedstrijd in 1956
De 5e editie van de Belgische wielerwedstrijd Sint-Elooisprijs werd verreden op 28 juni 1956. De start en aankomst vonden plaats in Ruddervoorde. De winnaar was André Rosseel, gevolgd door Paul Borremans en Julien Pascal.
1
aankomst, arriveren, bestemming
8,188
BusTrip
1917213
https://nl.wikipedia.org/wiki/220Xpress
220Xpress
220Xpress was een stadslijn in de gemeente 's-Hertogenbosch die eerst vanaf 11 februari 2010 tot 4 november 2012 tussen station 's-Hertogenbosch en de binnenstad reed en vanaf 4 november 2012 tot 1 juli 2013 tussen station 's-Hertogenbosch en het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De lijn reed zonder tussenstop naar het ziekenhuis en werd bediend door drie elektrische stadsbussen met een frequentie van 3 tot 6 keer per uur. De lijndienst ging samen met een aantal proeven die provincie Noord-Brabant met onder andere gemeente 's-Hertogenbosch had opgezet en drie jaar zullen lopen. Deze proeven waren vooral om de techniek van de elektrische bussen te testen op betrouwbaarheid en als schoner en stiller alternatief dan gewone bussen. 220Xpress is een initiatief van Provincie Noord-Brabant, gemeente 's-Hertogenbosch, Arriva, Essent en Enexis. De busjes zijn gebouwd door Iveco (chassis) en door Rošero (carrosserie). De ombouw tot elektrische voertuigen vond plaats bij AllGreenVehicles. De elektrische busjes hebben de nummers 6050-6052 gekregen en zijn van het type Rošero First. Bushaltes Route 11 februari 2010 t/m 3 november 2012 220Xpress rijdt van 11 februari 2010 tot 4 november 2012 als lijn 220 Station - Centrum langs tien bushaltes die herkenbaar zijn aan het 220Xpress logo. Het ging om de volgende haltes: Centraal Station (Stationsplein, bij de treintaxistandplaats) Sint Janssingel Vughterstraat Achter het Wild Varken (Stadskantoor) Noordbrabants Museum Parade Sint Josephstraat Zuid-Willemsvaart Burgemeester Loeffplein Orthensestraat Na de halte Orthensestraat volgt de halte Centraal Station, waardoor de bus zodanig een rondje door de binnenstad heeft gereden. Sinds maandag 12 september 2011 vertrekken de bussen niet meer op het busstation zelf, maar vanaf de treintaxistandplaats, dat zich bevindt bij de taxistandplaatsen. Deze verplaatsing is gedaan om meer mensen proberen te trekken om deze bus te nemen. Sinds 8 januari 2012 was de halte Zuid-Willemsvaart officieel in gebruik genomen als halte voor de 220Xpress. Daarvoor stond er al wel een bord en stopten er ook geregeld, op verzoek buschauffeurs bij die halte, echter was het nog geen officiële bushalte voor de 220Xpress. Deze halte staat bij het voormalige pand van het Groot Ziekengasthuis, een van de locaties van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Daarnaast is er ook een nieuwe halte Sint Janssingel in gebruik genomen. Deze halte is geplaatst om de vertrekpunt van de rondvaartboot op de Binnendieze ook met de bus te laten bedienen. Aan de binnenkant van de bus was een overzicht voorzien van de haltes van de lijn met daarop de overstap mogelijkheden per halte van voor 4 november 2012. Route 4 november 2012 t/m 30 juli 2013 Sinds 4 november 2012 reed lijn 220 niet meer naar de binnenstad van 's-Hertogenbosch, maar naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis aan de rand van de stad, zonder tussenhaltes. Deze wijziging was een nieuwe proef met de elektrische bussen van de gemeente 's-Hertogenbosch, Arriva en de provincie Noord-Brabant die ging duren tot 1 juli 2013. De bussen reden hierbij aanvullend op de reguliere dienstregeling. Met de nieuwe proef werd het eerste deel succesvol afgesloten en hoopten de ondernemers op een verdubbeling van de reizigers. Centraal Station Jeroen Bosch Ziekenhuis (halte Voorplein) Buschauffeurs Arriva had speciaal voor deze lijn 10 chauffeurs opgeleid om te kunnen rijden met de elektrische bussen. Deze bussen zijn qua techniek net iets anders dan de reguliere bussen. Ook hebben de chauffeurs bij VVV 's-Hertogenbosch een verkort toeristische opleiding gekregen om tijdens de rit passagiers iets over de historische binnenstad te kunnen vertellen. Daarnaast hebben de chauffeurs een opfriscursus Engels gekregen. Huisstijl De busjes zijn speciaal te herkennen aan de 220Xpress-huisstijl. Deze huisstijl was gebaseerd op de huisstijl van de Brabantse bussen. Tot en met oktober 2011 stond daarnaast een persoon op die springt en juicht en is omringd door stekkers en snoeren. Na oktober 2011 verdween de persoon en werd vervangen door een groene stekker die rondom de bus loopt en waarlangs de verschillende haltes op staan, waar de bus langs rijdt. Op de achterkant van de bus is een hart te zien, zoals te zien is op de nieuwe haltebord met daarbij de verschillende haltes in de rijrichting van de lijn en de tekst "In hartje 's-Hertogenbosch pak je de elektrische bus". Sinds september 2012 verdween de huisstijl met de groene stekker en reden de bussen rond volgens de standaard huisstijl van de Provincie Noord-Brabant met daarop het logo van de 220Xpress. Op de achterkant was tot 4 november 2012 nog het hart te zien. Daarna verdween het hart met de oude haltes in verband met de nieuwe route van de lijn. Vanaf november 2012 droegen de bussen een nieuwe huisstijl. Deze huisstijl bestond op de zijkant uit de standaard huisstijl van Brabant, aangevuld door het logo van 220Xpress, een e die begint als een stekker, een groene vlak met daarin de tekst "proef tot 1 juli 2013", een groene lijn met daarop een zestal witte stippen waarbij de eerste en laatste stip de twee haltes moeten voorstellen en twee witte vlakken met daarop de haltenamen waar de lijn stopt. Nadat de proef met de 220Xpress was beëindigd gingen de busjes uit dienst en werden in december 2013 verkocht. Halteborden Zie ook Openbaar vervoer in 's-Hertogenbosch Verkeer en vervoer in 's-Hertogenbosch Buslijn in Nederland Openbaar vervoer in Noord-Brabant
220Xpress was een stadslijn in de gemeente 's-Hertogenbosch die eerst vanaf 11 februari 2010 tot 4 november 2012 tussen station 's-Hertogenbosch en de binnenstad reed en vanaf 4 november 2012 tot 1 juli 2013 tussen station 's-Hertogenbosch en het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De lijn reed zonder tussenstop naar het ziekenhuis en werd bediend door drie elektrische stadsbussen met een frequentie van 3 tot 6 keer per uur. De lijndienst ging samen met een aantal proeven die provincie Noord-Brabant met onder andere gemeente 's-Hertogenbosch had opgezet en drie jaar zullen lopen. Deze proeven waren vooral om de techniek van de elektrische bussen te testen op betrouwbaarheid en als schoner en stiller alternatief dan gewone bussen. 220Xpress is een initiatief van Provincie Noord-Brabant, gemeente 's-Hertogenbosch, Arriva, Essent en Enexis.
1
busreis, lijndienst, busrit
4,670
CreativeWorkSeries
6783
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schijfwereld
Schijfwereld
De Schijfwereld (Engels: Discworld) is een imaginaire wereld waarop zich een groot aantal boeken van de humoristische fantasy-auteur Terry Pratchett afspeelt. De Schijfwereld De Schijfwereld bestaat uit een platte schijf, gedragen door vier olifanten die op de rug van een gigantische schildpad genaamd A'Tuin De Grote staan, die door de lege ruimte op weg is. De zon van de Schijfwereld is klein en cirkelt dwars op de zwemrichting van de schildpad om het stelsel heen. Een van de olifanten moet steeds even een poot optillen om het zonnetje ongehinderd zijn baan te kunnen laten vervolgen. Op de Schijfwereld speelt toverkracht een belangrijke rol. De Schijfwereld is niet alleen bevolkt met gewone mensen maar ook met trollen, heksen, tovenaars, dwergen, helden (onder andere Cohen de Barbaar) en vele andere mythologische wezens. De belangrijkste stad is Ankh-Meurbork, die onder het gezag staat van de Patriciër Huigen Ottopedi. Wetenschappers op de Schijfwereld strijden erover of de schildpad op weg is om een partner te zoeken (bigbangtheorie) of eeuwig naar niets zal blijven doorzwemmen (de steady-statetheorie). Het idee van olifanten en de schildpad die de wereld dragen, zijn elementen uit de Hindoe-mythologie. Landen Er zijn diverse grote rijken op de Schijfwereld: op het centrale, naamloze continent ligt de grootste stad van de Schijfwereld: Ankh-Meurbork, militair gezien geen grote macht, (als je het feit dat ze een leger volledig platzak kunnen maken niet meetelt) maar wel een van de grootste economische machten in de Schijfwereld. Verder zijn er Klatsch - een multicultureel rijk dat aan de andere kant van de Cirkelzee ligt en het Tegenwichter Continent - waarop zich het rijke Agatese Rijk bevindt. Andere min of meer bekend landen en streken zijn Überwald, het bergstaatje Lankhr, het op de velgrand liggende Kruul, het toverachtige Würmberg, Howondaland, Continent XXXX en de Trobi-eilanden. Goden van de Schijfwereld Er bestaan zo'n 3000 belangrijke goden op de Schijfwereld, naast ontelbare kleine goden. De goden wonen op de centrale berg van de Schijfwereld, de Axis Firmamenti of Naaldpiek, een steile 15 kilometer hoge berg van grijs gesteente en groen ijs. De goden wonen hier in een paleis van marmer, albast en kamerbrede trijp; het zogenaamde Duinmanifesting. De goden staan onder leiding van Blinde Io, ook wel Oochytoe genoemd. Andere machtige goden zijn Offlaar - de krokodillengod, Nacht, Toeval, Bestemming, Noodlot en De Vrouwe - de Godin Wier Naam Men Niet Noemt. Zephyrus (de god der zachte koeltjes) en Stoki de natuurgod zijn andere bekende goden. Seizoenen De tijdrekening en de seizoenen op de Schijfwereld lijken enigszins op die van de Aarde, maar er zijn toch wat verschillen. De seizoenen worden veroorzaakt door de draaiing van de schijf om de eigen as, terwijl op aarde de seizoenen worden bepaald door de omloop om de zon. Volgens de meest gebruikte Agrarische Kalender zitten er vier seizoenen in een jaar. Het agrarisch jaar duurt 400 dagen en heeft 50 weken van acht dagen. Een dag is de duur die het kleine zonnetje van het Schijfwereldstelsel nodig heeft om eenmaal om de schijf te draaien. De helft van die tijd bevindt de zon zich aan de bewoonde zijde van de schijf: dan is het op de schijf dus dag. Wanneer de zon onder de rand verdwijnt, waar zich A'Tuin en de olifanten bevinden, is het op de Schijfwereld nacht. Het astronomische jaar duurt echter 800 dagen: de tijd die de schijf nodig heeft om eenmaal om haar eigen as te draaien. In de astronomische kalender zijn er daarom tweemaal vier seizoenen. Het astronomische jaar begint op Berewaaksavond, na telkens 100 dagen gevolgd door respectievelijk Prima Lente, Kleingodenavond (of Eerste Midzomer), Prima Herfst, Vuilak (of Wentelwinter), Lente Bis, Zomer Tweeds, Allervielen waarna er weer een nieuw jaar begint met Berewaaksavond. De vier hoofdseizoenen (de twee zomers en winters) van het astronomische jaar staan op de tekening hieronder afgebeeld. Door de onconventionele vorm van de Schijfwereld zijn de richtingen ook anders dan op Aarde. De belangrijkste richtingen zijn Naafwaarts (naar de centrale as toe) en Velgwaarts (naar de schijfrand). De twee mindere richtingen zijn Zonmee en Tegenzons (met de draaiing van de schijf mee en tegen de draairichting in). Populaire personages Rinzwind (Rincewind) staat bekend als de minst getalenteerde tovenaar op de Schijfwereld. Rinzwinds overlevingsdrang is groter dan van anderen, waarschijnlijk heeft hij daardoor een groot aantal bijna-doodervaringen overleefd. De Dood (Death) ziet er vrij herkenbaar uit. Misschien komt dat doordat hij een skelet is, een blauwe gloed in plaats van zijn ogen heeft en met een zeis rondloopt. De Dood praat enkel in klein kapitaal en komt bij tovenaars tevoorschijn aan het eind van hun leven. Bij gewone stervelingen komen afgezanten van de Dood. De Dood heeft al veel bijna-Rinzwind ervaringen gehad. Opoe Wedersmeer (Granny Weatherwax) uit het bergkoninkrijkje Lankhr is de machtigste heks van de Schijfwereld. Ze gebruikt liever hoofdelogie in plaats van echte toverkracht. Samen met de heksen Ootje Nack en Magraat Knophlox vormt ze een heksenkring. Douwe Flinx (Sam Vimes) is de commandant van de wacht in Ankh-Meurbork. Feucht von Lippvacht (Moist von Lipwig) was in een vroeger leven een veroordeelde crimineel en begaafd zwendelaar. Wordt als boetedoening door Heer Ottopedi bevolen het postkantoor van Ankh-Meurbork nieuw leven in te blazen. Later wordt hij muntmeester van de stad. De boeken over Schijfwereld Er is een aantal grote lijnen te vinden in de boeken, zoals de Rinzwindcyclus, de heksencyclus, de Doodcyclus en de Wachtcyclus. Deze boeken zijn aan elkaar verbonden qua verhaallijn. De boeken zijn oorspronkelijk in het Engels verschenen en in het Nederlands vertaald door Venugopalan Ittekot (pseudoniem van Ruurd Groot). Op deze vertalingen wordt als kritiek gegeven, dat de subtiliteit van Pratchetts grappen (met name de woordspelingen) verdwijnt. De auteur heeft met twee beroepswetenschappers samengewerkt aan een reeks populair-wetenschappelijke boeken met als uitgangspunt de schijfwereld, zie The Science of Discworld. Er zijn tevens geïllustreerde boeken verschenen, zoals The Last Hero. Deze zijn niet in Nederlandse vertaling verschenen. Korte verhalen Andere boeken over de Schijfwereld The Science of Discworld (2002) (niet vertaald) The Science of Discworld II: The Globe (2003) (niet vertaald) The Science of Discworld III: Darwin's Watch (2005) (niet vertaald) The Streets of Ankh-Morpork (1993) (niet vertaald) The Discworld Mapp (1995) (niet vertaald) A Tourist Guide to Lancre (1998) (niet vertaald) Death's Domain (1999) (niet vertaald) Voetnoten Externe links Website van de auteur The L-Space Web: Book Covers Fictieve wereld Fantasyboekenreeks
Fictieve wereld Fantasyboekenreeks
1
boekenreeks, televisieserie, videospelreeks
11,815
VisualArtwork
1788205
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20beelden%20in%20Noordwest%20en%20Overvecht%20%28Utrecht%29
Lijst van beelden in Noordwest en Overvecht (Utrecht)
De lijst van beelden in Noordwest en Overvecht is onderdeel van de (onvolledige) lijst van beelden in Utrecht. Dit deel bevat de beelden in de Utrechtse wijken Noordwest en Overvecht. Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte van de Nederlandse gemeente Utrecht, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken. De lijst is chronologisch, dat wil zeggen op volgorde van plaatsing der beelden vanaf 1517 tot heden. Voor een volledig overzicht van de beschikbare afbeeldingen zie: Beelden in Utrecht-noord op Wikimedia Commons. Beeld in Utrecht Utrecht
Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte van de Nederlandse gemeente Utrecht, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken. De lijst is chronologisch, dat wil zeggen op volgorde van plaatsing der beelden vanaf 1517 tot heden.
2
schilderij, beeldhouwwerk, kunstwerk
2,270
UpdateAction
2309646
https://nl.wikipedia.org/wiki/OSCam
OSCam
OSCam is een softcam, software die wordt gebruikt om versleutelde, digitale zenders te kunnen bekijken op een settopbox (ontvanger), als alternatief voor een conditional access module (CAM). Van OSCam is, in tegenstelling tot andere softcams, de broncode vrij beschikbaar (oftewel open source), vandaar de naam Open Source Conditional Access Module. OSCam is gebaseerd op de al eerdere bestaande, maar niet zo bekende MpCS. OSCam kan de rol van softcam en cardserver vervullen, in tegenstelling tot enkele pure softcams. Ondersteunde hardware Voor de volgende typen settopbox (ontvanger) zijn gecompileerde (binary) versies van OSCam beschikbaar: Daarnaast is het voor veel hardware mogelijk zelf een versie te compileren. Veel niet-officiële images voor settopboxen leveren OSCam als uitbreiding mee, er hoeft dan geen binary gedownload te worden of zelf gecompileerd te worden. Basics OSCam bestaat uit een aantal onderdelen, te weten: cardserver softcam webinterface monitor-interface Cardserver OSCcam kan smartcards van providers gebruiken. Het is hiervoor wel nodig dat de ontvanger (of pc) een generieke smartcard-lezer heeft. Een kaart die via een conditional access module (CAM) en eventueel via de Common Interface (CI) is aangesloten kan niet benaderd worden door een softcam. Voor elke smartcard die in een kaartlezer geplaatst is, kan OSCam als cardserver geconfigureerd worden. Dat wil zeggen dat OSCam de smartcard kan gebruiken voor ontsleutelen van uitzendingen en dat OSCam de smartcard kan bijwerken met gegevens van de provider. Hoewel er veel verschillende soorten smartcards en encryptie-methodes zijn, kan OSCam inmiddels met de meeste soorten omgaan. Ondersteunde encryptie-methodes zijn: Seca (MediaGuard) Viaccess Irdeto Videoguard Conax Cryptoworks NagraVision De cardserver van OSCam doet niets anders dan informatie uitwisselen met de kaart. Het plaatsen en instellen van een smartcard levert op zich nog geen ontsleuteld beeld op, daarvoor moet ook het softcam-onderdeel ingesteld worden. Voor iedere kaart wordt door OSCam een aparte cardserver gestart, die terug is te vinden in de webinterface. OSCam bedient hierbij de eigen ontvanger (dit wordt dvbapi genoemd) en eventueel softcams op andere ontvangers. Beiden worden in OSCam "users" genoemd, er wordt weinig onderscheid gemaakt tussen de eigen ontvanger en een andere ontvanger. Voor elke "user" wordt door OSCam een eigen afhandelaar gestart, die terug is te vinden in de "status" pagina van de webinterface. Softcam Het softcam-onderdeel van OSCam zorgt ervoor dat versleutelde kanalen daadwerkelijk ontsleuteld worden, met behulp van een cardserver op het eigen apparaat (dat zal dan meestal ook OSCam zijn) of een cardserver op een ander apparaat. OSCam noemt dat respectievelijk een "local card" en een "proxy". Webinterface OSCam is voor een groot deel met een internet-browser te volgen en in te stellen. Het omvat een algemene "status"-pagina waarop in één opslag de belangrijkste zaken te zien zijn, een aantal pagina's waarop configuratie-items zijn in te stellen en een generieke configuratie-file-editor waarmee andere configuratie-items zijn aan te passen. Monitor-interface Via de monitor-interface kan een daarvoor bedoeld programma op een pc (met Windows) of Android PDA informatie opvragen van OSCam en bepaalde instellingen aanpassen. Referenties Software Televisietechniek
Voor elke smartcard die in een kaartlezer geplaatst is, kan OSCam als cardserver geconfigureerd worden. Dat wil zeggen dat OSCam de smartcard kan gebruiken voor ontsleutelen van uitzendingen en dat OSCam de smartcard kan bijwerken met gegevens van de provider.
1
bijwerken, aanpassen, bewerken
8,216
Clip
5437443
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sigurd%20Barrett
Sigurd Barrett
Sigurd Barrett (20 januari 1967) is een Deense pianist, entertainer, componist, en schrijver. Als muzikant houdt hij zich bezig met verscheidene genres (jazz, klassiek, etc.) en is hij populair bij verschillende leeftijdsgroepen. Biografie Sigurd Barrett speelde voor het eerst piano toen hij slechts twee jaar oud was. Toen hij zes was, had hij zijn eerste liedjes gecomponeerd. Op 12-jarige leeftijd, in 1979, werd hij voor het eerst betaald voor zijn muziek. In 1985 studeerde hij af als muziekstudent aan de Viborg Katedralskole. Hij behaalde een diploma musicologie met specialisatie Russische Rock in 1992 aan de Universiteit van Aarhus. Zijn doorbraak kwam in de TV show "Hit med Sangen" waarna nog verschillende eigen shows volgden, waaronder Sigurds Bjørnetime, een kinderprogramma met muzikale begeleiding; Sigurd of Symfoniorkestret (Sigurd en het Symfonieorkest), een programma waarin klassieke muziek werd aangeleerd aan kinderen, en Sigurds Ulvetime, een musical TV show voor volwassen. Populaire cultuur Het liedje Pilfingerdansen van zijn album Sigurds Bjørnetime 2 werd in het najaar van 2020 opgepikt door gebruikers van de mediawebsite Dumpert die er een meme van maakte om het liedje over een verscheidenheid van filmpjes te plaatsen, waaronder verschillende tv-fragmenten, een dansje van Donald Trump, een optreden van Martin Garrix op Tomorrowland en een clip uit de serie Friends. Discografie Singles |- |align="left"|Pilfingerdansen - remix||2020||31-10-2020||tip23*|||| |} Externe links http://www.sigurdbarrett.dk https://web.archive.org/web/20160306002800/http://hejsigurd.dk/ Deens pianist Deens musicus
Populaire cultuur Het liedje Pilfingerdansen van zijn album Sigurds Bjørnetime 2 werd in het najaar van 2020 opgepikt door gebruikers van de mediawebsite Dumpert die er een meme van maakte om het liedje over een verscheidenheid van filmpjes te plaatsen, waaronder verschillende tv-fragmenten, een dansje van Donald Trump, een optreden van Martin Garrix op Tomorrowland en een clip uit de serie Friends.
1
tv-fragment, radio-fragment, programma-segment
8,044
Time
5222700
https://nl.wikipedia.org/wiki/Philomena%20Lynott
Philomena Lynott
Philomena Lynott (Dublin, 22 oktober 1930 – Sutton, 12 juni 2019) was een Ierse auteur en ondernemer. Ze was de moeder van Thin Lizzy-frontman Phil Lynott en in haar autobiografie, My Boy, documenteert zij haar relatie met hem. Ze was eigenaar van het Clifton Grange Hotel in Manchester, dat in de jaren zeventig onderdak bood aan een aantal bands, waaronder Thin Lizzy. Biografie Jeugd Philomena Lynott werd op 22 oktober 1930 als de vierde van negen kinderen van Frank en Sarah Lynott geboren in Dublin. Zij groeide in die stad op, in het district Crumlin. Op haar 13e verliet ze school en ging in een bejaardentehuis werken. Manchester In 1947 zag Philomena Lynott kans om op de levendige banenmarkt in Engeland, waar veel werk verricht moest worden om de schade veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog te herstellen, werk te vinden als verpleegster in Manchester. Daar begon zij al vlot een relatie met Cecil Parris. Die relatie leidde tot Philips geboorte op 20 augustus 1949. Zij was een alleenstaande, jonge moeder en kreeg bovendien te lijden onder de vooroordelen van rassendiscriminatie, omdat Philip een zoon was van een Afro-Guyaanse vader en een Ierse moeder. Uiteindelijk besloot ze dat het beter voor haar zoon zou zijn, om te worden opgevoed door haar ouders in Dublin. Lynott kreeg nog twee andere kinderen, die ze liet adopteren. Zijn hele leven bleef ze hecht met haar zoon Philip, maar omdat ze hem sporadisch zag, had zij het gevoel dat ze eerder broer en zus of vrienden waren, dan een gebruikelijke moeder-zoonrelatie onderhielden. In 1964 begon Philomena een relatie met Dennis Keeley. Samen namen zij het management van Clifton Grange Hotel in Manchester over. Hoewel zij beide geen ervaring hadden met het runnen van een hotel, besloten ze het pand na zes maanden te kopen en baatten het 14 jaar uit. Het hotel kreeg grote bekendheid in het noordwesten van Engeland, doordat er veel showbizz-lieden kwamen. Lynott maakte gebruik van de wetgeving inzake hotellicenties, wat betekende dat de bar om 2 uur 's nachts nog open mocht zijn, een tijdstip waarop alle andere lokale etablissementen gesloten waren. Toen Thin Lizzy in de jaren zeventig commercieel succesvol werd, keek de band uit naar optredens in Manchester. Philomena zou hen ontvangen en een afterparty verzorgen. Gitarist Brian Robertson herinnert zich dat Philomena erop stond dat hij zijn haar zou wassen voordat hij op televisie zou verschijnen. Later verklaarde zij dat ze 'net was als iedere moeder, maar dan in één gerold.' Toen de Sex Pistols in december 1976 in Manchester optraden op de Anarchy Tour, was zij de enige hotelier die bereid was hen onder te brengen. Terug in Ierland In 1980 verhuisden Philomena Lynott en Dennis Keeley naar een huis in Howth, zo'n 18 kilometer ten oosten van Dublin, dat Philip voor hen had gekocht. Later verhuisden ze naar Glen Corr. Pas eind 1985 werd zij zich bewust van het drugsmisbruik van haar zoon, toen dat eigenlijk al te laat was. Ze was erbij toen Philip op 4 januari 1986 in een ziekenhuisbed stierf in Salisbury General Infirmary. Philomena leed na de dood van haar zoon aan depressies en vond het moeilijk om met zichzelf in het reine te komen. De relatie met haar schoondochter, Caroline Crowther, was na de dood van Philip moeizaam en om haar kleinkinderen te kunnen zien, was ze gedwongen een rechterlijk bevel aan te vragen. Nagedachtenis aan zoon Philip Begin jaren negentig werd Lynott benaderd door uitgevers, die haar vroegen of zij haar memoires zou willen schrijven. Zij stemde daarin toe. De ervaring om zodoende haar relatie met haar zoon opnieuw tegen het licht te moeten houden, viel haar zwaar, maar zag zij ook als lonend. Het boek waar dit in resulteerde, My Boy: The Philip Lynott Story, werd in 1995 uitgegeven door Hot Press Books. Ze woonde regelmatig rockconcerten bij in Dublin en bleef Philip herdenken, ook in het openbaar. Op de rond 4 januari jaarlijks in Dublin gehouden ‘Vibe for Philo’ liet zij zich meestal zien. En zij stond de groep fans, die zich op de sterfdag van haar zoon aan diens graf in Sutton (Ierland) verzamelde om Philip te herdenken, altijd graag te woord. Ze speelde ook een sleutelrol in het proces om een bronzen beeld van hem te laten gieten; in 2005 lukte dat en het beeld werd in het centrum van Dublin geplaatst. Ook was zij regelmatig special guest bij fan-evenementen van Thin Lizzy. In Nederland bezocht Philomena Lynott enkele malen de jaarlijkse benefietavond in Weert, Remember Phil & Gary (Moore), waarvan de opbrengst gaat naar de door Philomena opgezette stichting ter ondersteuning van jonge muzikanten, Róisín Dubh Trust. Republikeinen Lynott bekritiseerde de Amerikaanse Republikeinse partij vanwege het gebruik van Thin Lizzy's liedje The Boys Are Back in Town als promotielied. Zij geloofde dat het beleid van de Republikeinen op gespannen voet stond met de ontberingen en armoede die zij in de jaren vijftig had moeten doorstaan, toen Philip nog jong was, en met diens gedachtegoed. Overlijden Philomena Lynott stierf op 12 juni 2019, nadat zij een aantal jaren aan kanker had geleden. De Ierse president Higgins herinnerde zich, toen hij stilstond bij haar overlijden, haar gevoel voor humor en haar veerkracht. Hij roemde ook haar inzet om de muzikale nalatenschap van Philip Lynott in ere te houden en de prominente rol die zij speelde in het publieke debat, voor rechten van leden van de lhbt-gemeenschap en tegen drugsgebruik. Zij werd op 16 juni 2019 onder grote belangstelling begraven en de uitvaart was te volgen via een live-stream. Bibliografie Biograaf
In 1964 begon Philomena een relatie met Dennis Keeley. Samen namen zij het management van Clifton Grange Hotel in Manchester over. Hoewel zij beide geen ervaring hadden met het runnen van een hotel, besloten ze het pand na zes maanden te kopen en baatten het 14 jaar uit. Het hotel kreeg grote bekendheid in het noordwesten van Engeland, doordat er veel showbizz-lieden kwamen. Lynott maakte gebruik van de wetgeving inzake hotellicenties, wat betekende dat de bar om 2 uur 's nachts nog open mocht zijn, een tijdstip waarop alle andere lokale etablissementen gesloten waren.
2
tijdstip, kloktijd, uur
7,531
AutomotiveBusiness
5124873
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ames%20Autobedrijf
Ames Autobedrijf
Ames Autobedrijf is een autodealer in de regio Drechtsteden, de Hoeksche Waard en Ridderkerk. Ames Autobedrijf maakt onderdeel uit van Amega Groep, waaronder ook de andere activiteiten van Ames vallen, zoals service, schadeherstel en lease. Amega Groep behoort tot een van de grotere dealerholdings van Nederland. Geschiedenis In 1905 nam Jan Ames een smederij met een winkel in rijwielen en huishoudelijke artikelen in Leerdam over. In 1906 kwam zijn broer Engel in het bedrijf en groeiden de Gebroeders Ames uit tot een handel in rijwielen en motorfietsen. In de jaren 20 volgden de automobielen met de merken Essex, Ford en Opel. In 1947 werd Ames een Volkswagen-agentschap. In 1952 stapte Jan Ames uit het familiebedrijf. Pon’s Automobielhandel wenste ook VW-dealers in Dordrecht en omstreken. Dit was het begin van een aantal vestigingen die daar door Ames werden geopend. Jan Ames begon in 1952 aan de Tesselschadestraat. Een jaar gevolgd door een garage met showroom, wasruimte en pomp aan de Brouwersdijk. In 1965 werd een pand aan de Johan de Wittstraat geopend, midden in de binnenstad van Dordrecht. Ongeveer 25 jaar later werd de huidige hoofdvestiging van Ames aan de Handelskade geopend. Daarnaast opende Ames vestigingen in Ridderkerk, Sliedrecht, Zwijndrecht, Papendrecht, Alblasserdam, Oud-Beijerland en 's-Gravendeel. Jan Ames droeg het bedrijf in 1984 over aan zijn zoon Engel Ames, die lease- en schadebedrijven opzette. In 2012 verkocht Engel Ames 70 procent van zijn aandeel in het moederbedrijf Amega Groep aan de directie. Vijf jaar later verkocht hij zijn resterende aandeel aan de Pon Holdings. Auto
Ames Autobedrijf is een autodealer in de regio Drechtsteden, de Hoeksche Waard en Ridderkerk. Ames Autobedrijf maakt onderdeel uit van Amega Groep, waaronder ook de andere activiteiten van Ames vallen, zoals service, schadeherstel en lease. Amega Groep behoort tot een van de grotere dealerholdings van Nederland.
2
autobedrijf, autoverkoop, autoreparatie
8,075
VacationRental
508241
https://nl.wikipedia.org/wiki/G%C3%AEte
Gîte
Een gîte is in Franstalige gebieden een overnachtingsgelegenheid voor toeristen. Er zijn verschillende soorten gîtes. Sommige gîtes zijn vakantiewoningen die volledig gemeubileerd worden verhuurd. Andere lijken meer op berghutten of herbergen voor een verblijf van een of enkele nachten. De meest luxueuze zijn meer eenvoudige hotels. Er zijn zo'n 55.000 geregistreerde gîtes in Frankrijk. Veel eigenaren hanteren hun eigen huurtarieven. Vaak is een gîte een voormalige boerderij of arbeiderswoning die is verbouwd voor de ontvangst van gasten. Toerisme
Sommige gîtes zijn vakantiewoningen die volledig gemeubileerd worden verhuurd. Andere lijken meer op berghutten of herbergen voor een verblijf van een of enkele nachten. De meest luxueuze zijn meer eenvoudige hotels. Er zijn zo'n 55.000 geregistreerde gîtes in Frankrijk. Veel eigenaren hanteren hun eigen huurtarieven.
1
vakantieverhuur, vakantiewoning, vakantieaccommodatie
1,398
HobbyShop
352913
https://nl.wikipedia.org/wiki/Punniken
Punniken
Punniken (of klosje breien) is een techniek om van een draad van (meestal) wol een holle streng te maken, daarbij gebruik makend van een punnikklosje en een haaknaald. Punniken is een eenvoudige vorm van rondbreien, de draad vormt rijen lussen waaraan de lussen van de volgende rij hangen. Van deze streng kunnen dan door technieken als naaien weer andere gebruiksgoederen worden gemaakt, of hij kan gebruikt worden als versiering. Door bijvoorbeeld de streng spiraalsgewijs op een mal te wikkelen en aan elkaar te naaien kunnen zaken als mutsen en handschoenen worden gemaakt. En door de streng in een zigzagpatroon te leggen kan bijvoorbeeld een sjaal worden gemaakt. De techniek behoort tot de hobbyistische handwerktechnieken. Constructie Het klosje is vaak een cilindervormig stukje hout met een doorlopend gat in het midden, bijvoorbeeld een houten garenklosje. Bij de meestvoorkomede versie is in een van de vlakke zijden rond het gat op vier plaatsen een klein kopspijkertje geslagen. De kop van de spijker moet het losschieten van de lus tegengaan. Elke dikwandige buisvorm is in principe bruikbaar als klosje mits op een van de uiteinden spijkertjes kunnen worden bevestigd. In hobbywinkels zijn allerlei modellen te koop, meest van kunststof en met fantasievormen zoals een pop waarvan het hoofd de spijkertjes draagt. Het minimumaantal spijkers is twee, theoretisch is er geen maximum, maar hoe meer spijkers hoe langer het duurt voor een ronde is gemaakt. En hoe meer spijkers, hoe groter de diameter van de streng, het is daarom mogelijk om met voldoende spijkers bijvoorbeeld vingers en handpalm van een handschoen, complete sokken en dergelijke te punniken. Hiervoor zijn kunststof ringen in de handel met 32 metalen lussen in plaats van spijkers. Het aantal lussen dat daarvan wordt gebruikt hangt af van de benodigde diameter en dus bijvoorbeeld van de plaats van de handschoen of sok waar aan gewerkt wordt. Ook is het mogelijk om met een grote constructie en dik draad een soort kous te punniken waarin opblaasbare zitballen kunnen worden gestopt. Dit is gedaan bij een 72 meter lang kunstwerk dat door Dan Preston (beeldend kunstenaar), Holly Packer (sieradenontwerper) en het Superblue Team in het Jubilee Park in Canary Wharf (Londen) gedurende het weekeinde van 25 - 27 juni 2010 werd gemaakt. Werkwijze Bij aanvang van het punniken wordt het begin van de draad van bovenaf (de zijde met de spijkers) door het gat gestoken, het uiteinde steekt aan de onderzijde een eindje uit, zodat de streng onder spanning gehouden kan worden. Voor het maken van de beginlussen zijn diverse mogelijkheden: De draad wordt achtereenvolgens eenmaal om het eerste spijkertje gewonden, het klosje wordt met de klok mee linksverdraaid tot het tweede spijkertje vooraan is, daarna op dezelfde wijze om het tweede en alle volgende. Er is zo een vierkant van draad ontstaan met de hoekpunten tegen de binnenzijde van de spijkertjes. De draad wordt met de klok mee achter een spijkertje gehaakt, het klosje een halve slag gedraaid en de draad in dezelfde richting achter het tegenoverliggende spijkertje. Dan wordt de draad om het in de wikkelrichting naastliggende spijkertje gehaakt en het tegenoverliggende spijkertje. Er is zo een kruis van dubbele draden ontstaan. De richting van de lussen en de bijbehorende volgorde van de spijkertjes, linksom of rechtsom, is uitsluitend afhankelijk van persoonlijke voorkeur. Vervolgens wordt het klosje verder gedraaid en de draad boven het eerste lusje buitenom het spijkertje gelegd waarna met de haaknaald het lusje over de draad en de kop van de spijker wordt getrokken, waardoor een nieuw lusje ontstaat. Door dit te herhalen verkrijgt men een streng (ook wel: het 'gepunnikte' of het 'punniksel'). Met enige handigheid is het mogelijk om met meerdere draden te werken, zodat bijvoorbeeld kleuren gecombineerd kunnen worden. Punnikmolen Met de punnikmolen kan automatisch worden gepunnikt. Bij de punnikmolen zijn de spijkers vervangen door op- en neerbewegende haken die de draad om de beurt grijpen en onder hun lusje doorhalen. De constructie met de haken draait rond in een behuizing die op de tafel kan worden geklemd. Het bewegende deel wordt aangedreven door een zwengel. Dit bracht hobbyisten ertoe een punnikmolen aan te drijven met een elektromotor of een boormachine om zo nog sneller en langer te kunnen punniken. De rondbreimachine (zoals de Addi Express, Prym Maxi Mill en Mattel Knit Magic) kan worden beschouwd als een grotere versie van de punnikmolen. Zie ook Breien (textiel) Breimachine Handwerken Breien
Het klosje is vaak een cilindervormig stukje hout met een doorlopend gat in het midden, bijvoorbeeld een houten garenklosje. Bij de meestvoorkomede versie is in een van de vlakke zijden rond het gat op vier plaatsen een klein kopspijkertje geslagen. De kop van de spijker moet het losschieten van de lus tegengaan. Elke dikwandige buisvorm is in principe bruikbaar als klosje mits op een van de uiteinden spijkertjes kunnen worden bevestigd. In hobbywinkels zijn allerlei modellen te koop, meest van kunststof en met fantasievormen zoals een pop waarvan het hoofd de spijkertjes draagt. Het minimumaantal spijkers is twee, theoretisch is er geen maximum, maar hoe meer spijkers hoe langer het duurt voor een ronde is gemaakt. En hoe meer spijkers, hoe groter de diameter van de streng, het is daarom mogelijk om met voldoende spijkers bijvoorbeeld vingers en handpalm van een handschoen, complete sokken en dergelijke te punniken. Hiervoor zijn kunststof ringen in de handel met 32 metalen lussen in plaats van spijkers. Het aantal lussen dat daarvan wordt gebruikt hangt af van de benodigde diameter en dus bijvoorbeeld van de plaats van de handschoen of sok waar aan gewerkt wordt. Ook is het mogelijk om met een grote constructie en dik draad een soort kous te punniken waarin opblaasbare zitballen kunnen worden gestopt. Dit is gedaan bij een 72 meter lang kunstwerk dat door Dan Preston (beeldend kunstenaar), Holly Packer (sieradenontwerper) en het Superblue Team in het Jubilee Park in Canary Wharf (Londen) gedurende het weekeinde van 25 - 27 juni 2010 werd gemaakt.
1
hobbywinkel, hobbyartikelen, hobbyshop
11,665
RadioChannel
3024729
https://nl.wikipedia.org/wiki/3FM%20Serious%20Request%202005
3FM Serious Request 2005
3FM Serious Request 2005 was de tweede editie van Serious Request, de jaarlijks terugkerende actie van de Nederlandse radiozender 3FM waarbij geld wordt ingezameld voor projecten van het Rode Kruis. Net als in het eerste jaar was er ook nu weer een Glazen Huis opgebouwd op de Neude in Utrecht. Ditmaal was er gekozen om hulp te bieden aan de kinderen in Congo. Giel Beelen, Gerard Ekdom en Wouter van der Goes werden van maandag 19 tot en met zaterdag 24 december 2005 in het Glazen Huis opgesloten. Tijdschema 3FM Serious Request Evenement in Utrecht (stad)
3FM Serious Request 2005 was de tweede editie van Serious Request, de jaarlijks terugkerende actie van de Nederlandse radiozender 3FM waarbij geld wordt ingezameld voor projecten van het Rode Kruis. Net als in het eerste jaar was er ook nu weer een Glazen Huis opgebouwd op de Neude in Utrecht. Ditmaal was er gekozen om hulp te bieden aan de kinderen in Congo. Giel Beelen, Gerard Ekdom en Wouter van der Goes werden van maandag 19 tot en met zaterdag 24 december 2005 in het Glazen Huis opgesloten.
1
radiozender, radiokanaal, FM-zender
3,207
Order
1042139
https://nl.wikipedia.org/wiki/Soechoj%20Superjet%20100
Soechoj Superjet 100
De Soechoj Superjet 100 (Russisch: Сухой Суперджет 100) (SSJ) is een Russisch regionaal passagiersverkeersvliegtuig met 75 tot 95 zitplaatsen. De Superjet wordt gebouwd door Soechoj, dat een onderdeel is van de Russische luchtvaartconglomeratie Verenigde Vliegtuigbouwcorporatie. Voorheen stond de Superjet 100 bekend als de Russian Regional Jet en ook wel als de Soechoj RRJ. Op 17 juli 2006 werd de naam om marketingtechnische redenen gewijzigd. Op 26 september 2007 vond in de Luchtvaartfabriek van Komsomolsk aan de Amoer de publiekspresentatie van het toestel plaats. De eerste levering, aan de luchtvaartmaatschappij Armavia, vond plaats in april 2011 waarna de eerste commerciële vlucht volgde op 21 april 2011. Ontwikkeling De introductie van de SSJ wordt wel gezien als de herstart van de Russische luchtvaartindustrie. De Russische vliegtuigbouwers Iljoesjin, Jakovlev en Tupolev werken daarbij samen met Westerse producenten als Boeing en Snecma. Ook het Indiase bedrijf Hindustan Aeronautics is betrokken in het project. De productie zal in eerste instantie plaatsvinden in het Russische Komsomolsk aan de Amoer in het Russische verre oosten. In de toekomst wordt de productie mogelijk verplaatst naar Europees Rusland, dit onder druk van luchtvaartmaatschappijen en de partners van Soechoj. De SSJ is in eerste instantie ontwikkeld als concurrent van de Antonov An-148, de Embraer E-serie, en de Bombardier C-serie. Volgens Michail Pogosjan, directeur van Soechoj is de SSJ 10-15% goedkoper in gebruik dan de Embraer en de Bombardier. Daarnaast is ook de aankoopprijs aanzienlijk lager dan deze toestellen. Er zijn twee varianten van de SSJ in ontwikkeling, de Soechoj Superjet 100-75 en de Soechoj Superjet 100-95, waarbij het tweede getal wijst op het aantal zitplaatsen in de desbetreffende versie van het toestel. Er zijn ook plannen voor kleinere versies van het toestel. Grotere varianten zijn vooralsnog echter uitgesloten door het pact dat met Boeing is gesloten. Een toestel met 110 zitplaatsen zou namelijk mogelijk een concurrent kunnen worden van de Boeing 737. De SSJ zal voldoen aan de laatste eisen die aan vliegtuigen worden gesteld, waaronder AP-25, FAR-25 en JAR-25. Ook zal het toestel voldoen aan de ICAO hoofdstuk 4-geluidsnormen. In 2003 koos men de SaM146-turbofan van PowerJet, een joint venture van het Franse Snecma met het Russische NPO Saturn, om de Superjet 100 aan te drijven. Deze motor werd speciaal ontwikkeld voor regionale verkeersvliegtuigen, werd in 2008 voor het eerst getest en de combinatie maakte in mei 2008 de eerste proefvlucht. Leveringen en operationele inzet Op 19 april 2011 werd het eerste productietoestel overgedragen aan luchtvaartmaatschappij Armavia op het vliegveld Zvartnots in Yerevan, voor vluchten naar Moskou, Sochi en Oekraïense steden. Het toestel was vernoemd naar Joeri Gagarin. Op 21 april landde de eerste commerciële vlucht na bijna 3 uur vliegtijd op Moskou Sheremetjevo. Armavia verving hiermee de Airbus A319 op deze route. Op 1 mei maakte het toestel zijn eerste commerciële vlucht naar Venetië in ongeveer vier uren. Tegen maart 2012 vlogen de zes toestellen bij Aeroflot 3,9 uren per dag in plaats van de standaard 8-9 uur. Dit werd veroorzaakt door storingen en vertragingen bij de levering van reserveonderdelen. Aeroflot vroeg daarom om kostencompensatie. In augustus 2012 meldde Armavia dat ze haar beide SSJ100s had teruggestuurd naar de fabrikant en dat ze verdere leveringen zou afzeggen. In februari 2013 zei Soechoj dat kinderziektes nu eenmaal gebruikelijk zijn bij nieuwe verkeersvliegtuigen. De SSJ kwam bij het Mexicaanse Interjet op 18 september 2013 in dienst. In de eerste vier weken werden de eerste twee vliegtuigen 580 keer gevlogen met in totaal meer dan 600 uren, met een dagelijks gebruik van 9,74 uren en een betrouwbaarheid van 99,03%. Tegen juni 2014 had Interjet zeven SSJ100s en de inzet was verbeterd naar 99,7%. Op 12 september 2014 begon Interjet geregelde passagiersdiensten naar de VS, op de route Monterrey in Mexico – San Antonio in Texas. Op 3 juni 2016 ontving het Ierse CityJet haar eerste SSJ100, de eerste aan een West-Europese luchtvaartmaatschappij en de eerste aflevering van een fabrieksnieuw vliegtuig aan CityJet ooit. Luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines huurde vanaf april 2017 vier toestellen van CityJet voor Europese vluchten, ter vervanging van haar BAe142s. Brussels Airlines kreeg te kampen met veel vluchtannuleringen als gevolg van technische problemen met de SSJ. Volgens de maatschappij waren de toestellen weliswaar van goede kwaliteit, maar doordat er in Europa weinig ervaring was met de Superjets die er vliegen staan de vliegtuigen bij problemen relatief lang aan de grond. Brussels Airlines wilde in 2018 het gebruik van het toestel zo snel mogelijk afbouwen. In september 2018 berichtte het Engelse Flight Global dat Interjet van haar gehele Soechoj Superjetvloot af zou willen, zo zou directeur Jose Luiz Gorza hebben verklaard. De Mexicaanse maatschappij onderhandelde met de Russische fabrikant over een deal om de toestellen terug te nemen. Volgens Interjet had zij al enkele keren (een deel van) haar Superjets aan de grond moeten houden vanwege technische problemen. Door gebrek aan voldoende onderdelen duurde het bovendien erg lang voordat de toestellen gerepareerd konden worden. Op dat moment had de budgetmaatschappij 22 Superjets in haar vloot en was ze de enige op het Amerikaanse continent die met dit type vloog. Volgens het online magazine Up in the Sky schreef Airlinerwatch op gezag van diverse gebruikers eind november 2018 dat de Russische Soechoj Superjet SSJ100 ondermaats presteert door frequente motorproblemen. De oorzaak zou, zo schreef Airlinerwatch, komen door een ontwerpfout van de SaM146-straalmotoren. Het probleem zou zich voordoen in het onderdeel van de motor waar de verbranding plaatsvindt. Na 2000 tot 4000 vlieguren ontstonden er haarscheurtjes in de verbrandingskamers, in enkele gevallen was dit zelfs al het geval na 1000 vlieguren. Dit week aanzienlijk af van de belofte van de fabrikant, die stelt dat groot onderhoud pas na 7500 tot 8000 uur noodzakelijk is. De reparaties kostten twee tot vijf miljoen dollar en namen twee maanden in beslag. Ongevallen Op 9 mei 2012 verongelukte een toestel met ten minste 45 mensen aan boord tijdens een demonstratievlucht in Indonesië door fouten van de bemanning. Aan boord waren naast de bemanningsleden ook potentiële kopers van het vliegtuig. Geen van de inzittenden heeft het ongeval overleefd. Op 5 mei 2019 verongelukte een toestel op luchthaven Sjeremetjevo bij Moskou met 78 mensen aan boord, 36 mensen overleefden de noodlanding. Bestellingen Hieronder een overzicht van de bestellingen tot februari 2011. Galerij Verkeersvliegtuig Superjet 100
Bestellingen Hieronder een overzicht van de bestellingen tot februari 2011.
2
bestelling, orderbevestiging, transactie
8,063
UpdateAction
61307
https://nl.wikipedia.org/wiki/Query
Query
Met een query (Engels voor vraagstelling) wordt in de informatica een opdracht bedoeld die aan een database wordt gegeven om een bepaalde actie uit te voeren, die ook potentieel gegevens teruggeeft. De term wordt ook gebruikt voor een zoekstring die in een zoekmachine wordt ingevoerd. Dit artikel gaat over de eerste betekenis. Een voorbeeld van een query kan zijn uit een database met namen en adressen: maak een lijst van alle personen uit de database die in Amsterdam wonen. Als de database uitgebreider is en bijvoorbeeld ook de prijzen van de woonhuizen en telefoonnummers bevat kan de query uitgebreid worden met de vraag: Maak een lijst met namen en telefoonnummers van mensen die wonen in een huis dat tussen de 100.000 en 200.000 euro heeft gekost. In SQL zou deze query er bijvoorbeeld als volgt kunnen uitzien: SELECT b.voornaam, b.familienaam, b.telefoonnummer FROM bewonerstabel b, huizentabel h WHERE b.voornaam = h.eigenaarsvoornaam AND b.familienaam = h.eigenaarsfamilienaam AND h.kostprijs BETWEEN 100000 AND 200000; Een query wordt niet gesteld als een vraag, maar er wordt een speciale taal voor gebruikt. Voorbeelden van een querytaal zijn SQL en relationele algebra. In sommige databasepakketten en software, zoals Microsoft Access en phpMyAdmin, kan een query gemaakt worden met een soort invulformulier. Een query kan ook gemaakt worden in een geografisch informatiesysteem, bijvoorbeeld laat alle gebieden zien in Nederland en België met een ligging onder zeeniveau. Hoewel een query een vraag is en er altijd een antwoord van de database terugkomt, zijn er naast de hierboven genoemde voorbeelden (die allen 'lees'-vragen zijn), nog drie andere opdrachten die aan de database gegeven kunnen worden. Deze vier vragen worden ook wel CRUD-operaties genoemd. Deze letters staan voor: Create (of insert): Toevoegen van nieuwe records aan de database Read (of select): Opvragen van gegevens Update: Wijzigen van gegevens Delete: Verwijderen van gegevens Zie ook Database Querytaal SQL Database Querytaal Databaseserver
Hoewel een query een vraag is en er altijd een antwoord van de database terugkomt, zijn er naast de hierboven genoemde voorbeelden (die allen 'lees'-vragen zijn), nog drie andere opdrachten die aan de database gegeven kunnen worden. Deze vier vragen worden ook wel CRUD-operaties genoemd. Deze letters staan voor: Create (of insert): Toevoegen van nieuwe records aan de database Read (of select): Opvragen van gegevens Update: Wijzigen van gegevens Delete: Verwijderen van gegevens
1
bijwerken, aanpassen, wijzigen
10,297
MediaObject
749097
https://nl.wikipedia.org/wiki/I-see%20tv
I-see tv
I-see tv was een Nederlandse internet-televisiezender voor en door studenten. I-see tv is in Februari 2008 opgehouden te bestaan. Er waren video's over onderwijs, carrière, studentenverenigingen, sport, cultuur, lifestyle politiek en maatschappelijke kwesties. Het bedrijf werd gerund door ongeveer dertig studenten. I-see tv was gevestigd in de Mediacentrale in Groningen. I-see tv heeft een doorstart gemaakt als Studenttelevision.tv onder de paraplu van de community television group, maar deze bestaan inmiddels ook niet meer. Televisiezender Studentenzender
I-see tv was een Nederlandse internet-televisiezender voor en door studenten. I-see tv is in Februari 2008 opgehouden te bestaan. Er waren video's over onderwijs, carrière, studentenverenigingen, sport, cultuur, lifestyle politiek en maatschappelijke kwesties. Het bedrijf werd gerund door ongeveer dertig studenten. I-see tv was gevestigd in de Mediacentrale in Groningen.
1
afbeelding, video, audio
238
GroceryStore
84797
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spar%20%28supermarkt%29
Spar (supermarkt)
Spar (marketingnaam SPAR) is een internationale keten van supermarkten, in 1932 opgericht in Zegwaart door Adriaan van Well. In oorsprong luidde het motto van de organisatie: Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig’, waaruit het acroniem DE SPAR is ontstaan, later ten gevolge van het toetreden tot de internationale markt verkort tot SPAR. Bij DE SPAR aangesloten kruideniers behielden hun zelfstandigheid, ze profiteerden van de gezamenlijke inkoop en reclame. Vijf jaar na de oprichting hadden zich dertien groothandels en 2200 winkeliers zich bij de organisatie aangesloten. Ook buitenlandse winkeliers namen kennis van dit concept en sloten zich aan. Hiervoor werd naast SPAR-Nederland SPAR-International opgericht, eveneens ondergebracht in het hoofdkantoor te Amsterdam. SPAR had in 2020 vestigingen in 48 landen en een gezamenlijke omzet van € 39,8 miljard via ruim 13.500 winkels. Daarmee is het een van de grotere supermarktketens ter wereld. Het sinds 1968 gebruikte logo is een restyling door de industriële ontwerper Raymond Loewy. Nederland In 2020 heeft SPAR in Nederland 453 winkels. Hierbij worden via vijf formules verschillende doelgroepen bediend: de buurtwinkels en stedelijke winkels (SPAR city) voor de dagelijkse boodschappen, de recreatiewinkels (SPAR enjoy), de universiteitswinkels (SPAR university) op de universiteitscampus, en winkels bij tankstations (SPAR express). Ook behoren sinds 1 januari 2019 de kleinere winkels van Attent en ook neutrale winkels tot Spar Holding B.V. Hiermee komt het aantal winkels in Nederland op ongeveer 500. In Nederland is Spar voor 45% van Sperwer Groep (tevens eigenaar van PLUS) en voor 45% van Sligro Food Group, de overige 10% van de aandelen is in eigendom van de zelfstandige Spar-ondernemers. Spar is aangesloten bij de inkoopvereniging Superunie. De rijksoverheid verklaarde zich in 2013 bereid Sparwinkels in buurten die door krimp onder druk staan te helpen, door het bij elkaar brengen van publieke en private partijen die er voor kunnen zorgen dat voorzieningen op peil blijven. België In België wordt het merk Spar door twee licentiehouders gebruikt. Sinds 1985 is Lambrechts N.V. licentiehouder van het Spar-logo voor België dat een netwerk van Spar- en Spar express-buurtwinkels overkoepelt, uitgebaat door zelfstandige ondernemers. Echter, in 2003 is er een tweede vennootschap bij gekomen met een eigen netwerk van Spar-buurtwinkels in België en Luxemburg, namelijk Colruyt, via haar huidige dochtervennootschap Retail Partners Colruyt Group NV. Colruyt wilde hiermee zijn positie versterken bij de kleinere supermarktformules, waar concurrenten Delhaize en Carrefour een voorsprong hadden uitgebouwd. De keten is bekend om zijn 'laagste prijzen'-politiek. De andere licentiehouder, Lambrechts NV, is niet gelinkt aan Colruyt, noch aan haar laagsteprijzenpolitiek. Anno 2021 heeft Lambrechts NV een honderdtal Sparwinkels in licentie. Dit betekent dat in één gemeente twee verschillende Sparwinkels kunnen bestaan, één onder de Colruytkoepel en één onder een zelfstandig concept. Voor de consument is het verschil aan de buitenzijde van een Spar-supermarkt behorend tot de ene of de andere licentiehouder beter zichtbaar geworden door de vernieuwingswerken die Colruyt uitvoerde aan haar winkels in 2017. Rest van de wereld In China, in de stad Weihai werd een eerste winkel geopend in 2005, met een oppervlakte van 8000 vierkante meter (een winkel in Nederland is gemiddeld ongeveer 250 m²). In Oostenrijk, Hongarije, Slovenië, Kroatië en Tsjechië heeft Spar naast supermarkten ook een sportwinkelketen onder de naam Hervis. In een aantal landen (waaronder Oostenrijk) vindt men ook EUROSPAR- en INTERSPAR-winkels. EUROSPAR-winkels hebben een verkoopvloeroppervlak van 1.000–2.500 m². INTERSPAR winkels zijn te rekenen tot de hypermarkten. Ze hebben een verkoopvloeroppervlak van 2.500–6.000 m² en een assortiment van ca. 45.000 artikelen, waarvan ca. 20.000 food-artikelen. In 2020 zijn er ruim 13.500 SPAR-winkels in 48 landen. Er werken in totaal 410.000 medewerkers. Merken SPAR University: Kleine supermarkten op Nederlandse universiteiten, met een volledig "self-checkout systeem". EuroSpar (Europa) en SuperSpar (Afrika): Dit zijn middelgrote supermarkten. Ze zijn ontworpen om te passen in de niche tussen de buurtwinkels en de traditionele supermarkten. InterSpar: Dit zijn hypermarkten Spar Express (KwikSpar in Afrika): Dit is het kleinste winkeltype. Ze zijn ontworpen voor kleinere locaties en tankstations De naam Meestal zegt men dat De Spar een afkorting is van het motto "Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig". In dat geval is het lidwoord een essentieel onderdeel van de naam. Volgens anderen is de naam "De Spar" willekeurig gekozen, omdat de oprichter Van Well een spar (boom) had getekend op de notulen van de oprichtingsvergadering, of om een andere reden, en in dat geval heeft men het motto bij de naam bedacht, een backroniem. Toen er in Duitsland Spar-winkels kwamen is het woordje "De" vervallen. In sommige landen, onder meer in Italië, is men de naam DeSpar blijven gebruiken. In het Duits denkt men bij de naam Spar aan sparen. Toch gebruikt de keten daar hetzelfde logo met een groen omcirkelde sparrenboom (die in het Duits Tanne heet). Het huidige logo is in 1968 ontworpen door Raymond Loewy. Bij sommige winkels is een slijterij met de naam Le Sapin. Dat is de Franse vertaling van De Spar. Trivia Op 16 mei 2009 is op de plaats van het ontstaan van Spar (Dorpsstraat, Zoetermeer) op initiatief van de bewoners een kunstwerk gekomen ter herinnering aan de start van SPAR. Het kunstwerk is gemaakt door Vera Zegerman en is te zien in het portiek naast huisnummer 178. Elk jaar wordt in de maand februari een SPAR-ondernemersbeurs gehouden. Pé Daalemmer & Rooie Rinus hadden het in hun liedjes regelmatig over "pinda's van de SPAR". The Undertones doen boodschappen bij SPAR (in het nummer Mars Bars). In Leiderdorp is het SPAR-museum gevestigd. Voor de Tweede Wereldoorlog werd Frederik(Frits) Hanf directeur bij de Spar. Samen met zijn broer Bob Hanf waren ze aan het nadenken voor het Spar logo en hoe ze uiteindelijk kwamen op de slogan “Kopen bij de Spar is sparen bij de koop”. In 1940 werd Frits ontslagen als directeur van de Spar omdat hij joods was. Externe links SPAR International: www.spar-international.com SPAR Nederland: www.spar.nl SPAR België (Retail Partners Colruyt Group NV): www.sparretail.be SPAR België (Lambrechts N.V.): www.spar.be Nederlandse supermarktketen Nederlandse multinational Colruyt Group
Merken SPAR University: Kleine supermarkten op Nederlandse universiteiten, met een volledig "self-checkout systeem". EuroSpar (Europa) en SuperSpar (Afrika): Dit zijn middelgrote supermarkten. Ze zijn ontworpen om te passen in de niche tussen de buurtwinkels en de traditionele supermarkten. InterSpar: Dit zijn hypermarkten Spar Express (KwikSpar in Afrika): Dit is het kleinste winkeltype. Ze zijn ontworpen voor kleinere locaties en tankstations
3
supermarkt, kruidenierswinkel, levensmiddelenwinkel
11,183
UserTweets
5192182
https://nl.wikipedia.org/wiki/Charlotte%20Simons
Charlotte Simons
Charlotte Simons (Zierikzee, 11 januari 1992), geboren als Charlotte Stephanie Simons, is een Nederlands- en Engelstalige journalist, afrikanist en feminist. Simons begon in 2012 aan de studie Algemene Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, maar maakte - na haar propedeuse behaald te hebben - in 2013 de overstap naar de Universiteit Leiden om daar Afrikaanse Talen en Culturen te studeren. Daar volgde zij ook een minor Journalistiek en Nieuwe Media. Gaandeweg specialiseerde ze zich in haar werk voornamelijk in Sub-Sahara Afrika, feminisme en psychische gezondheid. Ze schreef voor Vice Media (kanalen VICE.com, Tonic, i-D, Broadly en MUNCHIES) en OneWorld. Simons heeft in het verleden met psychische problemen te maken gehad, en is hier in haar werk altijd erg open over geweest. Zo schreef ze over haar worstelingen met boulimia nervosa, depressie, Body Dysmorphic Disorder en seksueel misbruik. Op 25 februari 2019 publiceerde Simons verschillende tweets over malafide kindertehuizen in Sub-Sahara Afrika, die viral gingen. Naar aanleiding hiervan deed zij in verschillende media haar verhaal. In maart van 2019 maakte ze bekend getekend te hebben bij literair agentschap Marianne Schönbach Literary Agency in Amsterdam, en van plan te zijn een boek te schrijven over weeshuistoerisme in Afrika. Nederlands journalist
Op 25 februari 2019 publiceerde Simons verschillende tweets over malafide kindertehuizen in Sub-Sahara Afrika, die viral gingen. Naar aanleiding hiervan deed zij in verschillende media haar verhaal. In maart van 2019 maakte ze bekend getekend te hebben bij literair agentschap Marianne Schönbach Literary Agency in Amsterdam, en van plan te zijn een boek te schrijven over weeshuistoerisme in Afrika.
1
tweets, gebruikersinteracties, sociale media berichten
10,922
MediaSubscription
5229050
https://nl.wikipedia.org/wiki/YouTube%20Kids
YouTube Kids
YouTube Kids is een versie van YouTube die bedoeld is kindvriendelijk te zijn. De versie geeft ouders de mogelijkheid om kinderen alleen naar goedgekeurde kanalen te laten kijken en de schermtijd te beperken. YouTube Kids bracht op 23 februari 2015 een mobiele applicatie uit voor Android en iOS, en werd in 2017 ook beschikbaar voor smart-tv's. De app bevat vier categorieën; aanbevolen, shows, muziek en leren. In 2016 werd YouTube Premium ondersteund, een betaalde abonnementsdienst, waarmee reclamevrije weergave van de inhoud mogelijk is. Ook kwamen bij dit abonnement in 2017 kinderseries beschikbaar. Zonder YouTube Premium worden er reclames getoond. Dit is door twee Amerikaanse organisaties bekritiseerd die beargumenteren dat kinderen het verschil tussen inhoud en reclames minder goed kunnen onderscheiden. YouTube kwam met korte tussenfilmpjes om meer onderscheid hierin te kunnen maken. Externe link YouTube Kids Kids Kind
De app bevat vier categorieën; aanbevolen, shows, muziek en leren. In 2016 werd YouTube Premium ondersteund, een betaalde abonnementsdienst, waarmee reclamevrije weergave van de inhoud mogelijk is. Ook kwamen bij dit abonnement in 2017 kinderseries beschikbaar.
1
mediatoegangspas, abonnementsdienst, digitale toegang
4,564
ArriveAction
5633314
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gent-Wevelgem%202022
Gent-Wevelgem 2022
De wielerwedstrijd Gent-Wevelgem werd in 2022 gehouden op zondag 27 maart onder de benaming Gent-Wevelgem in Flanders Fields. De wedstrijd kende zowel een mannen- als vrouweneditie. Voor beide koersen was Ieper de startplaats en Wevelgem de aankomstplaats. Bij de mannen won Biniam Girmay uit Eritrea. Hij is de eerste Afrikaan in de geschiedenis die een wielerklassieker heeft gewonnen. Bij de vrouwen won wereldkampioene Elisa Balsamo uit Italië. Mannen Elite De 84e editie van deze wielerwedstrijd voor de mannen maakte deel uit van de UCI World Tour 2022. In een ontsnapping met vier wist Biniam Girmay zijn medevluchters in de eindsprint te verslaan. Deelnemende ploegen Uitslag Vrouwen Elite De wedstrijd bij de vrouwen was de 11e editie en maakte deel uit van de UCI Women's World Tour 2022 in de categorie 1.WWT. Elisa Balsamo won in een massasprint. Ze ging Lotte Kopecky in de laatste meters voorbij en hield de opkomende Marianne Vos nog achter zich. Deelnemende ploegen Uitslag 2022 UCI World Tour 2022 UCI Women's World Tour 2022 Eendagswielerwedstrijd in 2022
De wielerwedstrijd Gent-Wevelgem werd in 2022 gehouden op zondag 27 maart onder de benaming Gent-Wevelgem in Flanders Fields. De wedstrijd kende zowel een mannen- als vrouweneditie. Voor beide koersen was Ieper de startplaats en Wevelgem de aankomstplaats. Bij de mannen won Biniam Girmay uit Eritrea. Hij is de eerste Afrikaan in de geschiedenis die een wielerklassieker heeft gewonnen. Bij de vrouwen won wereldkampioene Elisa Balsamo uit Italië.
1
aankomst, bestemming, locatie
9,446
CatholicChurch
406598
https://nl.wikipedia.org/wiki/Joannes%20Zwijsen
Joannes Zwijsen
Joannes Zwijsen (Kerkdriel, 28 augustus 1794 – 's-Hertogenbosch, 16 oktober 1877) was een rooms-katholiek geestelijke. Bij zijn bisschopswijding door Cornelis van Wijckerslooth in 1842 koos hij de wapenspreuk Mansuete et fortiter ("Zachtmoedig en sterk"). Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 in Nederland, werd hij de eerste aartsbisschop van Utrecht, tegelijk was en bleef hij bisschop van het bisdom 's-Hertogenbosch. Daar bleef hij ook steeds wonen en wel in Huize Gerra, genoemd naar de plaats in Egypte waarvan hij de eerste jaren titulair bisschop was. Deze term werd overigens pas enige decennia later gangbaar; voordien sprak men van bisdommen in partibus infidelium (in het gebied van de heidenen), ook wel kortweg: in partibus. Levensbeschrijving Joannes was de oudste zoon uit het tweede huwelijk van Petrus Zwijsen die afkomstig was uit Geetbets in het Belgische Vlaams-Brabant. Petrus huwde in 1783 in Kerkdriel met Cornelia van Heeswijk en werkte er nadien als molenaar. Na de dood van zijn vrouw hertrouwde Petrus in 1794 met Wilhelmina van Herpen. Opleiding Na zijn lagere school in Berlicum en zijn eerste communie, ging Joannes enkele jaren naar de Franse School te Reek. Vervolgens volgt hij vanaf 1808 de Latijnse School te Uden, als voorbereiding op zijn priesterstudies. Vanaf 1810 bezoekt hij de Latijnse School te Helmond, om vanaf 1813 zijn priesteropleiding te voltooien in het groot-seminarie van Herlaer bij Sint-Michielsgestel. Na zijn priesterwijding in 1817 in Mechelen, was hij achtereenvolgens kapelaan in 't Heike te Tilburg (1818), kapelaan te Schijndel (1818-1828), pastoor in de parochie Sint Odulphus te Best (1828-1832) en pastoor in de parochie van St. Dionysius ('t Heike) te Tilburg (1832-1854). Pastoor - bisschop Samen met de apostolische vicarissen van Roermond, 's-Hertogenbosch en Breda, werd ook de pastoor van 't Heike in 1842 tot bisschop gewijd. Zwijsen werd titulair bisschop van Gerra en tevens benoemd als coadjutor met recht van opvolging van bisschop Henricus den Dubbelden, apostolisch vicaris te 's-Hertogenbosch. Zwijsen werd ook in 1842 bestuurder van de twee kleine apostolische vicariaten Grave-Nijmegen en Ravenstein-Megen, die in 1851 formeel aan het vicariaat van 's-Hertogenbosch werden toegevoegd. In 1847-1848 fungeerde Zwijsen tijdelijk als zaakgelastigde van de H.Stoel en als Vice-Superior van de Hollandse Zending. In 1851 volgde hij Mgr. Den Dubbelden op als apostolisch vicaris van 's-Hertogenbosch, waardoor ook de bestuurlijke eigenaardigheid van de districten Grave en Megen verviel. Zwijsen was goed bevriend met koning Willem II, wat onder meer bleek toen bij het overlijden van de koning in 1849 bijna de ganse koninklijke familie in zijn pastorie in Tilburg logeerde. Zijn vriendschap met Willem II hing samen met het verblijf in Tilburg van Willem II van 1830 tot 1839 als opperbevelhebber van de tegen België gemobiliseerde troepen. In dezelfde periode was Zwijsen daar pastoor. Zwijsen heeft veel bijgedragen tot de gunstige gezindheid en de welwillende beschikkingen van deze vorst ten bate der katholieken. Bisschop - aartsbisschop Bij het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 werd hij benoemd tot bisschop van bisdom 's-Hertogenbosch en tevens aartsbisschop van het aartsbisdom Utrecht. Als aartsbisschop was het nu onder meer zijn taak om de aartspriesterschappen in het noorden van Nederland om te vormen tot volwaardige bisdommen. Hij belegde in 1865 het Provinciaal Concilie van de Nederlandse bisschoppen in 's-Hertogenbosch, en lag nog mee aan de basis van het bisschoppelijk mandement omtrent het katholiek onderwijs van 1868. Wel trad Zwijsen af als aartsbisschop in datzelfde jaar, hoewel hij veel invloed bleef uitoefenen op het bestuur van de kerk in Nederland. Hij bleef evenwel bisschop van 's-Hertogenbosch tot aan zijn overlijden in 1877. Reizen naar Rome Hij reisde drie maal naar Rome, onder meer in 1854 naar aanleiding van de afkondiging van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. In 1869 nam hij deel aan het Eerste Vaticaans Concilie, waarin onder meer het dogma werd afgekondigd van de onfeilbaarheid van de paus. Oprichting Broeders en Zusters van Liefde Zwijsen is de oprichter van twee religieuze congregaties: vrouwelijk: de congregatie van Onze-Lieve-Vrouw Moeder van Barmhartigheid in 1832, meer bekend als Zusters van Liefde te Tilburg mannelijk: de broedercongregatie van Onze-Lieve-Vrouw Moeder van Barmhartigheid, bekend als de Fraters van Tilburg in 1844. Aanslag Op 15 juli 1863 overleefde Zwijsen een moordaanslag, waarvan de omstandigheden nooit werden opgehelderd. Men veronderstelt dat de bisschop bijna slachtoffer was geworden van een roofmoord. Een bedrag van zesduizend gulden dat in de lade van zijn bureau lag was verdwenen. Er werd ook een verdachte gearresteerd, zijn huisknecht Jan van Veen. Maar deze werd vrijgelaten toen er te weinig bewijs tegen hem was. Vernoemingen In de loop der jaren zijn er diverse gebouwen, straten en scholen naar Joannes Zwijsen vernoemd. Dit is een (incomplete) lijst van vernoemingen: Kerkdriel (geboorteplaats): Mgr. Zwijsenschool, een R.K. basisschool; Buste van Joannes Zwijsen Tilburg Standbeeld van Joannes Zwijsen (aan het Willemsplein); De uitgeverij Zwijsen; Het Woonzorgcentrum Joannes Zwijsen / Notre Dame; Woonzorgcentrum Joannes Zwijsen (De Wever) in Tilburg Zwijsen building (Z building) is een stiltecentrum op de campus van Tilburg University Veghel Het Zwijsen College Veghel, Kampen De Mgr. Zwijsenschool, een Rooms-katholieke basisschool. Monumenten Mgr. Zwijsen Het graf van Mgr. Zwijsen bevindt zich in de crypte onder de Bisschopskapel op begraafplaats Orthen in Orthen. In zijn geboorteplaats Kerkdriel werd op 16 oktober 1927 op het Mgr. Zwijsenplein een borstbeeld van de aartsbisschop van de hand van de beeldhouwer August Falise opgericht. In Tilburg is een bronzen beeld (1933) van een zittende bisschop Zwijsen op een natuurstenen sokkel te vinden tegen een van de muren van de parochiekerk St. Dyonisius 't Heike waar Mgr. Zwijsen een tijd pastoor is geweest. De maker is de beeldhouwer Toon Dupuis. In fictie In de mini-serie De Troon speelt Steven Van Watermeulen de rol van Zwijsen. De mini-serie gaat over het Nederlands koningshuis in de 19e eeuw. Hierin is Zwijsen een zeer goede vriend van kroonprins Willem II der Nederlanden. Literatuur en Media Er zijn diverse literatuur en media gewijd aan het leven van Joannes Zwijsen. Dit is een (incomplete) lijst: In het boek 'Bossche legenden en verhalen' door F.M.A. Arnolds (1890); Monseigneur Joannes Zwijsen - een levens- en karakterbeeld, door Dr. J.H.J.M. Witlox (1927); Een man van vorstelijk karakter - Levensschets van mgr. Joannes Zwijsen, door Martin Stoks (1938); De Moordaanslag op mgr. Zwijsen, door W.A. Fasel (1970); Het boek Blikken op Brabant, door gerard sonnemans e.a. (2012); In de educatieve tv-serie Canon van Lammers is een aflevering gewijd aan Mgr. Zwijsen (2013); Aartsbisschop van Utrecht (rooms-katholiek) Apostolisch vicaris van Grave-Nijmegen Apostolisch vicaris van 's-Hertogenbosch Apostolisch vicaris van Ravenstein-Megen Bisschop van 's-Hertogenbosch Fraters van Tilburg Stichter van een religieuze orde of congregatie 19e-eeuws bisschop
Opleiding Na zijn lagere school in Berlicum en zijn eerste communie, ging Joannes enkele jaren naar de Franse School te Reek. Vervolgens volgt hij vanaf 1808 de Latijnse School te Uden, als voorbereiding op zijn priesterstudies. Vanaf 1810 bezoekt hij de Latijnse School te Helmond, om vanaf 1813 zijn priesteropleiding te voltooien in het groot-seminarie van Herlaer bij Sint-Michielsgestel. Na zijn priesterwijding in 1817 in Mechelen, was hij achtereenvolgens kapelaan in 't Heike te Tilburg (1818), kapelaan te Schijndel (1818-1828), pastoor in de parochie Sint Odulphus te Best (1828-1832) en pastoor in de parochie van St. Dionysius ('t Heike) te Tilburg (1832-1854).
2
katholieke kerk, parochie, kathedraal
9,748
PaymentChargeSpecification
1215623
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mastercard
Mastercard
Mastercard Inc. (voorheen gestileerd als MasterCard) is een bedrijf dat wereldwijd licenties uitgeeft voor het verstrekken van krediet en debet -kaarten. Het is een van de grootste bedrijven in zijn branche. Activiteiten Mastercard is internationaal actief en creditcards kunnen worden gebruikt in meer dan 200 landen. In de Verenigde Staten wordt ongeveer 40% van de omzet gerealiseerd en er is geen ander land waar meer dan 10% van de omzet wordt behaald. Naast de creditcards heeft Mastercard Worldwide ook debetkaart-diensten, te weten: Maestro, debetbetaalkaart op basis van pincode Debit Mastercard, debetbetaalkaart op basis van pincode die in de toekomst Maestro kaarten moet vervangen. Mastercard Prepaid, debitbetaalkaart (prepaid creditcard) op basis van handtekening of pincode Cirrus, alleen te gebruiken bij geldautomaten Geschiedenis In 1966 besloten diverse banken de Interbank Card Association (ICA) op te richten. Drie jaar later werd de naam Master Charge geïntroduceerd en kreeg het als logo twee cirkels die elkaar doorkruisten. In 1979 werd de naam gewijzigd in Mastercard. In 2002 fuseerde Mastercard met Europay, waarmee het decennialang al had samengewerkt. Tot 2003 werkte Mastercard in Europa onder de naam Eurocard. In 2006 werd het bedrijf hernoemd van Mastercard International naar zijn huidige naam. In het logo van het bedrijf werd ook een derde cirkel toegevoegd; het logo op de creditcards bleef echter onaangetast. In datzelfde jaar kreeg het bedrijf een beursnotering aan de New York Stock Exchange. Mastercard is de nummer twee creditcardmaatschappij na VISA. Mastercard was volledig in handen van banken en andere financiële instellingen, maar bij de beursgang kwam bijna de helft van de aandelen in handen van beleggers. De free float was in 2014 zo’n 87%. Ongeveer 10% van de aandelen zijn in handen van de Mastercard Foundation. Dit is een Canadese stichting die de opbrengst van dit kapitaal inzet voor goede doelen. Mededinging In januari 2019 legde de Europese Commissie Mastercard een boete van 570.566.000 euro op voor het overtreden van de mededingingswetgeving. Volgens de Europese Commissie zou Mastercard zijn dominante positie misbruikt hebben om de transactiekosten voor betalingen per kaart voor handelaars kunstmatig op te drijven. Europees commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager stelde dat "de regels van Mastercard de kosten voor betalingen per kaart kunstmatig opdreven, door te voorkomen dat handelaars zouden uitkijken naar betere voorwaarden aangeboden door banken in andere Lidstaten, waardoor consumenten en verkopers in de EU geschaad werden". Concreet hielden de regels van Mastercard in dat het land waar een handelaar gevestigd was, bepalend was voor de interchange fee die de bank van de handelaar moest betalen aan de bank van de kaarthouder. Daardoor konden handelaars niet profiteren van lagere interchange fees aangeboden door een bank in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Voordat deze interchange fees in 2015 door Europese verordening 2015/751 werden beperkt tot maximaal 0,2% (voor debetkaarten) en 0,3% (voor kredietkaarten) van de transactiewaarde, konden deze kosten sterk verschillen van lidstaat tot lidstaat. Naar aanleiding van het in voege treden van deze Europese verordening paste Mastercard zijn regels aan, waarmee de overtreding ophield. Omdat Mastercard de overtreding van de mededingingswetgeving toegaf en met de Europese Commissie samenwerkte, werd de boete wel met 10% verlaagd. Zie ook American Express Diners Club VISA Inc. EMV Payment service provider Externe link Officiële website Creditcard Bedrijf genoteerd aan de New York Stock Exchange Economie in New York (stad)
Mededinging In januari 2019 legde de Europese Commissie Mastercard een boete van 570.566.000 euro op voor het overtreden van de mededingingswetgeving. Volgens de Europese Commissie zou Mastercard zijn dominante positie misbruikt hebben om de transactiekosten voor betalingen per kaart voor handelaars kunstmatig op te drijven. Europees commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager stelde dat "de regels van Mastercard de kosten voor betalingen per kaart kunstmatig opdreven, door te voorkomen dat handelaars zouden uitkijken naar betere voorwaarden aangeboden door banken in andere Lidstaten, waardoor consumenten en verkopers in de EU geschaad werden".
1
betalingskosten, transactiekosten, betaalmethodekosten
4,690
Dentist
208263
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tandtrauma
Tandtrauma
Een tandtrauma is een verwonding van de tanden of de weefsels die tanden ondersteunen. Vaak gebeuren ze door sportongevallen, in het verkeer, ongelukken in huis of door agressie. Classificatie Concussie Dit is een trauma waarbij de tand een harde stoot krijgt, maar ze niet beweeglijk wordt of van plaats verandert. Er zijn geen barsten te bespeuren. Wanneer er op de tand getikt wordt, is er wel verhoogde gevoeligheid. Er is oedeem en er kan bloeding optreden in het parodontium, maar meestal is niets te zien van buiten uit. De tandarts zal de tand ontlasten door zijn tegenligger uit contact te slijpen. De patiënt dient twee weken lang zacht voedsel te gebruiken. Subluxatie Dit is een verwonding waarbij de tand beweeglijk wordt, maar waarbij hij in rust toch niet is verplaatst. Ook hier zijn geen breuken. De tand is gevoelig bij tikken. Naast oedeem en parodontale bloeding, kan de tandpulpa (gedeeltelijk) gescheurd zijn. Ook hier zal de tandarts de tand ontlasten en de patiënt op een "zacht dieet" zetten gedurende twee weken. Laterale luxatie Dit is een ergere vorm van verwonding. Hierbij is de tand horizontaal in de tandkas verplaatst, meestal naar binnen toe. Vaak kan een deel van de tandkas gebroken zijn. De tand zelf is niet gebroken. Meestal is de tandpulpa afgesneden van zijn voorziening. Ook het parodontium heeft schade geleden en zal moeten herstellen. Als de tandarts de tand probeert terug te plaatsen op de juiste positie, doet dit erg veel pijn. Daarom zal dit onder lokale verdoving gebeuren. De tand wordt gespalkt. Extrusieve luxatie Bij deze verwonding is de tand deels uit de alveole (de tandkas) gekomen. Vaak wordt dit verward met een wortelbreuk, maar een röntgenopname neemt alle twijfel weg. De tandpulpa is afgesneden van zijn bloed- en zenuwvoorziening. Ook het ligamentum parodontale is gescheurd. De tandarts zal proberen deze tand terug te plaatsen en hem te spalken. Dit kan meestal zonder lokale anesthesie. Omdat de tand avitaal is geworden zal de tandarts altijd een endodontische behandeling moeten uitvoeren. Intrusie Bij een slag op de tand, kan deze geheel in de alveole gedrukt zijn. Wanneer er op de tand getikt wordt, klinkt er een hoge metaaltoon. Dit is een teken dat er nauw contact is met het bot en dat het ligamentum parodontale geplet is. Wanneer de wortel nog niet volledig afgevormd is (bij jongeren dus), kan de tandarts de tand een beetje loswrikken om zo spontaan te laten uitgroeien. Bij een wortel die toe is aan zijn top, zal men soelaas zoeken tot orthodontie: met een bracket die op de tand gekleefd wordt, zal men de tand langzaam terug op zijn plaats zetten. Avulsie Bij avulsie is de tand volledig uit de alveole. Wanneer de tand teruggevonden kan worden, dient deze zo snel mogelijk teruggeplaatst te worden. Hierbij is het belangrijk de tand nooit bij de wortel te pakken maar altijd bij de kroon. Indien ze vuil is, dient ze afgespoeld te worden (voorzichtig afspoelen in speeksel, een bekertje water met een theelepel zout of eventueel met melk. Niet schoonschrobben!) en dan teruggeplaatst. Is dit niet mogelijk, dan moet de tand in de mond onder de tong bewaard worden, in de omslagplooi (tussen tanden en lip of wang) of in een bekertje water met een theelepel zout en dient men onmiddellijk naar de tandarts te gaan. Tijd is dan van belang, want de kans op een succesvolle genezing neemt af met de minuut. De tandarts kan de tand nu reinigen met fysiologisch water en terugplaatsen in zijn holte. Spalken is noodzakelijk. Wanneer er veel tijd verloren is gegaan, kan de tandarts de tand 20 minuten lang behandelen met natriumfluoride en hem daarna ontzenuwen en terugplaatsen. Kroonbreuk Een kroonbreuk is een aandoening waarbij de tandkroon betrokken is, met eventueel ook het dentine en de tandpulpa. Wanneer enkel het glazuur beschadigd is, kan het volstaan om de ruwe randjes te polijsten en eventueel te fluorideren mocht dat nodig zijn. Zodra er dentine geraakt is, moeten we dit afdichten. Anders kunnen bacteriën langs de buisjesvormige holtes van het dentine, de dentinetubuli, tot in de tandpulpa komen. Zodra die zenuw geraakt is, dient men over te gaan tot een behandeling met een product als calciumhydroxide of MTA. Men kan de pulpa overkappen, een deel van de pulpa amputeren (partiële pulpotomie) of een volledige wortelkanaalbehandeling uitvoeren, waarbij de zenuw volledig wordt weggenomen. Kroon-wortelbreuk Bij deze verwonding loopt er een breuklijn van de kroon naar de wortel. Ook hier kunnen dentinetubuli bloot liggen of kan de tandpulpa geraakt zijn. Wanneer het fragment niet te diep is afgebroken in de wortel, zal met het gewoon verwijderen, het tandvlees laten aanhechten aan het nieuwe stuk en het blootliggende oppervlak behandelen met een vulmateriaal als composiet. Wanneer het fragment dieper is afgebroken, zijn er nog mogelijkheden om de situatie te herstellen. Dit kan door het bot van de alveole te bewerken, zodat de rand van de breuk hierboven komt. Ook met orthodontie kan men de tand een stukje verlengen. En met de tand chirurgisch op de juiste hoogte te plaatsen, kan men ook al wat doen. Is het fragment te diep afgebroken, dan dient de tand getrokken te worden. Wortelbreuk Een wortelbreuk lijkt op het eerste gezicht op een extrusieve luxatie, maar op een Röngtenopname zien we duidelijk een breuklijn lopen in de tand. Aan het diepste deel is vaak niets aan, maar aan het oppervlakkige deel is het ligamentum parodontale gescheurd. Ook de bloedvoorziening en de innervatie zijn afgesneden in het oppervlakkige deel. De tandarts kan het deel terugplaatsen. Dit kan meestal wel zonder verdoving. Daarna zal hij de tand spalken. Wanneer de tand nog niet afgevormd was, is de prognose gunstig. Breuk van de tandboog Hierbij is een deel van de processus alveolaris, de tandboog, gebroken. Een of meer tanden zijn beweeglijk. Op een Röntgenfoto zien we vaak een barst in het bot, vooral horizontaal. De tandarts zal het fragment terugplaatsen en spalken. Daar dit heel pijnlijk is, dient dit te gebeuren onder lokale anesthesie. Voorkomen Er is nog bijzonder weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van tandtraumata op wereldschaal. Men heeft hoogstens informatie van een paar landen. Toch kunnen we enkele cijfers geven hieromtrent. Zo heeft 1/3 van de vijfjarigen een trauma ondergaan. Ander onderzoek spreekt dan weer bij twaalfjarigen van 20 tot 30% traumata. Opvallend is dat bij jongens 1/3 meer traumata voorkomen dan bij meisjes, waarschijnlijk doordat ze over het algemeen wat ruwer spelen. De twee gevaarlijkste periodes voor jongens zijn de leeftijd van 2 tot 3 jaar en rond 9 à 10 jaar. Dit zijn de periodes met de grootste incidentie van tandtraumata. Bij de meisjes zien we enkel de eerste piek van 2-3 jaar. Gebitsaandoening
De tandarts kan de tand nu reinigen met fysiologisch water en terugplaatsen in zijn holte. Spalken is noodzakelijk. Wanneer er veel tijd verloren is gegaan, kan de tandarts de tand 20 minuten lang behandelen met natriumfluoride en hem daarna ontzenuwen en terugplaatsen.
2
tandarts, mondzorg, gebitsverzorging
2,196
SearchAction
5060342
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verdwijning%20van%20Andrew%20Gosden
Verdwijning van Andrew Gosden
Andrew Gosden (Doncaster, 10 juli 1993) is een Britse tiener die op 14 september 2007 spoorloos verdween. Hij had die dag gespijbeld van school, 200 Britse pond opgenomen van zijn bankrekening en vanaf station Doncaster in South Yorkshire een enkeltje naar station King's Cross in Londen gekocht. Hij werd voor het laatst gezien op beelden opgenomen door een beveiligingscamera op King's Cross. Gosden was 14 jaar oud ten tijde van zijn verdwijning. Achtergrond Andrew Gosden woonde met zijn ouders en zus in Balby, een buitenwijk van Doncaster in South Yorkshire, een streek in het noorden van Engeland. Gosden was een hardwerkende scholier met hoge cijfers, die erg goed was in wiskunde. Hij spijbelde nooit en deed mee aan een door de overheid gefinancierd programma voor hoogbegaafde leerlingen op zijn middelbare school, de McAuley Catholic High School in Doncaster. Zijn omgeving verwachtte dat hij zeer hoge cijfers zou halen voor zijn GCSE-examens, de Britse versie van schoolexamens. Gosden was verzot op Londen en bezocht de hoofdstad vaak met zijn ouders, om op bezoek te gaan bij zijn grootouders, tantes en ooms en vrienden van de familie die daar woonden. Hij genoot ook van uitstapjes naar Londense musea en tentoonstellingen. Zijn vader vertelde dat Andrew wist hoe je in Londen met het openbaar vervoer reist, dat hij de stadsplattegrond tot op zekere hoogte kende en dus goed zijn weg kon vinden in de stad. Verdwijning Andrew had moeite met opstaan op de dag van zijn verdwijning en had een ochtendhumeur. Hij vertrok die ochtend uit zijn ouderlijk huis, ogenschijnlijk om de bus naar school te halen, maar in plaats daarvan week hij af van zijn gebruikelijke route. Hij wachtte een tijdje in een plaatselijk park totdat de rest van de gezinsleden naar hun werk en school waren vertrokken en keerde weer terug naar huis. Daar stopte hij zijn schooluniform in de wasmachine en legde zijn blazer over zijn stoel heen. Daarna deed hij zijn naschoolse kleren aan — bestaande uit een zwart Slipknot-T-shirt en een zwarte spijkerbroek — en pakte zijn tas, waaraan verschillende patches van rock- en metalbands vastgenaaid waren. Hij nam ook zijn portemonnee, sleutels en PlayStation Portable-console (PSP) mee. Geen van zijn andere eigendommen ontbraken, voor zover als dat met zekerheid vastgesteld kon worden door zijn ouders en politieonderzoekers. Andrews vader merkte verder op dat het er niet op leek dat Andrew een trui of jas had meegenomen, voor het geval dat het later op de dag koud zou worden en dat hij ook de oplader van zijn PSP thuis had laten liggen. Andrew nam £200 op van zijn bankrekening, ging naar het treinstation van Doncaster en kocht een enkeltje naar Londen. De ticketverkoper op het station herinnerde zich de jongen in het bijzonder, omdat Andrew zijn aanbod om een retourkaartje te kopen afsloeg, ondanks dat zo'n kaartje slechts een verwaarloosbaar bedrag meer kostte dan een enkeltje. Andrew nam vervolgens de ochtendtrein van 9:35 uur naar station King's Cross. Verscheidene ooggetuigen herinnerden zich dat hij in zijn eentje de trein instapte en beveiligingscamera's op King's Cross tonen hoe hij diezelfde dag om 11:25 uur 's ochtends het station via de hoofduitgang verlaat. Hij is op deze beelden duidelijk te herkennen aan een kenmerkende dubbele richel op zijn rechteroorschelp. Dit was de laatste keer dat Andrew gezien werd. Toen Andrew niet kwam opdagen bij de lessen op school, probeerden zijn docenten telefonisch contact op te nemen met zijn ouders, maar door een verkeerd verbonden telefoonnummer mislukte dit. Hierdoor werd Andrews verdwijning pas veel later op de dag opgemerkt. Onderzoek en zoektochten Andrews ouders en zus maakten zich klaar voor het avondeten op de avond van 14 september en dachten aanvankelijk dat Andrew óf in de omgebouwde huiskelder videospellen aan het spelen was, óf op zijn kamer huiswerk aan het maken was. Het gezin kwam er snel achter dat Andrew niet thuis was en namen aan dat hij bij een vriend of een van de buren was en de tijd vergeten was. Rond 7 uur 's avonds, na een aantal telefoongesprekken en de ontdekking dat hij die dag gespijbeld had, kwam de familie erachter dat er iets niet klopte, waarna ze de politie belden. Zijn vader Kevin en zijn zus Charlotte liepen de route naar school af, en de daaromheen gelegen gebieden, maar ze troffen ook daar geen enkel spoor van Andrew aan. Het gezin vermoedde dat als Andrew daadwerkelijk stiekem Doncaster had verlaten, hij naar Londen was afgereisd. Het onderzoeksteam van de politie bevestigde een paar dagen later dat Andrew inderdaad naar het station van Doncaster was gelopen, om vanaf daar de trein naar Londen te nemen. Aanvankelijk richtten zoektochten in Londen zich op de gebieden Chislehurst en Sidcup, waar familieleden van de Gosdens wonen. Het gezin deelde flyers uit in de buurt van elke plek die Andrew volgens hen mogelijk bezocht zou kunnen hebben, met name musea en tentoonstellingen. De gezinsleden waren erg kritisch over de eerste fasen van het onderzoek naar Andrews verdwijning. De politie richtte zich in eerste instantie vooral op het gezin voordat ze de beelden van bewakingscamera's op King's Cross nagingen, ondanks dat ooggetuigen aangaven dat ze gezien hadden hoe Andrew op de trein gestapt was, en zich ook nog de precieze tijd daarvan konden herinneren. Beelden van bewakingscamera's van Andrew op station King's Cross werden pas bijna een maand na zijn verdwijning gevonden, toen de kans dat Andrew gevonden zou worden al heel klein was geworden. Zijn vader Kevin vertelde aan de media dat bewakingscamerabeelden in bussen en het nabijgelegen metrostation niet eens opgevraagd waren door de politie. Persoonsbeschrijving Andrew Gosden was een 14-jarige Britse tienerjongen toen hij verdween. Ten tijde van zijn verdwijning had hij steil, halflang lichtbruin haar. Andrew was met een lengte van 1,60 meter en een dun postuur vrij klein voor zijn leeftijd. Hij is doof aan één oor en draagt een bril. Hij heeft bruine ogen. Zijn rechteroor is erg kenmerkend: de oorschelp vertoont bovenaan een soort dubbele richel. Hij hield erg van rock- en metalmuziek, zoals Evanescence, Slipknot, Iron Maiden, Marilyn Manson en Muse. Hij kleedde zich vaak in bandshirts. Andrew was erg geïnteresseerd in wiskunde, wetenschap, geschiedenis, en filosofie. Verder verloop van de zaak In oktober 2008 kondigde het goede doel Missing People aan dat een foto van Andrew afgedrukt zou worden op melkpakken van de Britse supermarktketen Iceland. Een tot op heden niet geïdentificeerde man belde in november 2008 aan bij een politiebureau in Leominster in Herefordshire en gebruikte het intercomsysteem om met een politieagent te praten. Hij deelde aan de agent mee dat hij informatie had over Andrews verdwijning. Omdat het al avond was werd er een intercomsysteem gebruikt in plaats van een bemande receptie. Toen een politieagent naar de voordeur was gelopen om hem te ontvangen en verdere informatie op te tekenen, was de man al vertrokken. De politie deed later een oproep in de media, met de dringende vraag of de niet geïdentificeerde man opnieuw contact met hen zou willen opnemen. In september 2009, twee jaar na Andrews verdwijning, bracht de familie digitaal bewerkte foto's uit, waarop te zien was hoe Andrew er mogelijk uit zou kunnen zien op zijn zestiende. De familie huurde in mei 2011 een particuliere onderneming in om met behulp van een sonar de rivier de Theems te doorzoeken. Hierbij werd dezelfde technologie gebruikt die ook toegepast wordt om slachtoffers en zoekgeraakte voorwerpen op zee te zoeken. Er werden tijdens de zoektocht geen sporen van Andrew aangetroffen, maar er werd wel een ander, ongerelateerd lijk aangetroffen. Een interview met Kevin en een expert in sonartechnologie, waarbij de zoektocht en de daarbij gebruikte technologie werden besproken, werd in 2011 uitgezonden op het BBC-programma Missing. In 2015 schreef Kevin Gosden een gedicht over de verdwijning van Andrew. De tekst hiervan werd gebruikt voor een liedje genaamd "I Hope", waarvan de opbrengsten naar het goede doel Missing People gingen. Het nummer is gemaakt in samenwerking met de familieleden van andere vermiste mensen. De single bereikte de tiende plek op de hitlijsten van internetretailer Amazon. De ouders van Andrew riepen in 2016 op tot meer tips in het vooraanstaande actualiteitenprogramma Panorama van de BBC. De Britse politie deed op 12 september 2017 opnieuw een oproep aan het algemene publiek voor tips. Andrews beeltenis werd datzelfde jaar het gezicht van de campagne 'Find Every Child' (Vind Elk Kind) van het goede doel Missing People, ter gelegenheid van het feit dat hij tien jaar daarvoor verdween. Als onderdeel van deze campagne verschenen door heel het Verenigd Koninkrijk billboards en reclame-uitingen met foto's van Andrew. Op 8 december 2021 zijn twee mannen gearresteerd in het Verenigd Koninkrijk, zo werd op 11 januari 2022 bekend gemaakt door de politie. Het gaat om personen van 45 en 38 jaar die verdacht worden van ontvoering en mensenhandel. De twee mannen zijn onder voorwaarden vrijgelaten. De familie van Andrew Gosden was al eerder op de hoogte gebracht. Externe links Bericht over de vermissing van Andrew Gosden op de site van Missing People Help Us Find Andrew - de officiële website van de ouders van Andrew Gosden Profiel van Andrew Gosden op de website van Interpol Bronvermelding Gebeurtenis in 2007 Geschiedenis van Londen Onopgehelderde verdwijning
De familie huurde in mei 2011 een particuliere onderneming in om met behulp van een sonar de rivier de Theems te doorzoeken. Hierbij werd dezelfde technologie gebruikt die ook toegepast wordt om slachtoffers en zoekgeraakte voorwerpen op zee te zoeken. Er werden tijdens de zoektocht geen sporen van Andrew aangetroffen, maar er werd wel een ander, ongerelateerd lijk aangetroffen. Een interview met Kevin en een expert in sonartechnologie, waarbij de zoektocht en de daarbij gebruikte technologie werden besproken, werd in 2011 uitgezonden op het BBC-programma Missing.
2
zoeken, zoekactie, zoekproces
7,305
QAPage
2252953
https://nl.wikipedia.org/wiki/EMedicine
EMedicine
eMedicine is een via een website na registratie vrij toegankelijke databank. De medische kennisbank werd in 1996 opgestart door Scott Plantz en Richard Lavely, twee artsen. De databank werd in 2006 overgenomen door WebMD. Via sleutelwoorden is toegang mogelijk tot lemma's die als e-boek consulteerbaar zijn. Gezondheidswerkers kunnen de verschillende artikels bewerken. Externe link Officiële website Medische informatica Online database
eMedicine is een via een website na registratie vrij toegankelijke databank. De medische kennisbank werd in 1996 opgestart door Scott Plantz en Richard Lavely, twee artsen. De databank werd in 2006 overgenomen door WebMD. Via sleutelwoorden is toegang mogelijk tot lemma's die als e-boek consulteerbaar zijn. Gezondheidswerkers kunnen de verschillende artikels bewerken.
1
FAQ-pagina, vraag-en-antwoordpagina, kennisbank
8,170
BookFormatType
1194393
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20spijtlijden
Het spijtlijden
Heer Bommel en het spijtlijden (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Het spijtlijden) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 22 september 1980 en liep tot 7 januari 1981. Thema: Ziekelijke spijt Het verhaal Dwerg Kwetal heeft een pardoes gemaakt. Met de ene uitgang kun je doerakken wegblazen en met de andere kant, de lokpieper, spijtlijsters lokken. Deze vogels eten namelijk spijtgrein en dat interesseert Pee Pastinakel zeer, omdat hij in zijn eentje anders de spijtgreinplaag niet aankan. Hij spit het onder de grond omdat het een zwart gevoel geeft. Maar het is beter als er spijtlijsters zijn, want die eten het spijtgrein weg. Heer Bommel maakt een wandeling en komt bij de Hopheuvel. Omdat hij de weerberichten om 12 uur wil horen wekt hij de belangstelling van Kwetal die de nieuw gevoegde pardoes wil ruilen voor de draagbare radio. Heer Ollie weigert in eerste instantie, totdat hij zich samen met Pee Pastinakel moet verstoppen voor twee doerakken. Pee geeft uitleg over het spijtgrein dat de doerakken wel moeten eten. Maar nu is er zelfs een spijtgreinplaag omdat er te weinig spijtlijsters zijn. Omdat de kasteelheer per ongeluk zijn radio aanzet, komen de doerakken op hen af. Pee verstopt zich maar heer Bommel rent voor zijn leven. Kwetal redt hem met de pardoes. Nu komt de ruil wel tot stand. Bij het kasteel Bommelstein zijn Tom Poes en bediende Joost buiten met elkaar in gesprek. Heer Bommel komt intussen opgetogen aanlopen met zijn nieuwe pardoes. Tijdens de uitleg wil ambtenaar eerste klasse Dorknoper zich ongezien in het gesprek mengen. Hoewel hij beleefd de hoed licht en een mondelinge aanmaning doet om de belastingaangifte te verzorgen, wordt hij door heer Bommel per ongeluk met de pardoes weggeblazen. Heer Bommel maakt vervolgens netjes excuses en laat de overspannen ambtenaar zien, dat ook het lokken van een spijtlijster met het apparaat goed lukt. De vogel landt op de hoed van de gekwelde overheidsdienaar. Laatstgenoemde vertrekt onder de uitroep dat hij spijt zal leren middels een ambtshalve aanslag. Tom Poes denkt dat het wegblazen van ambtenaren niets helpt, want die komen altijd terug. Bediende Joost heeft noch radio noch weerbericht nodig. Zijn eksterogen melden dat er regen aankomt. Tijdens het declameren van Joost komt een paraplu met daaronder de Zwarte Zwadderneel aangewandeld. Die roemt het spijtgrein als heilbrengend zaad dat inkeer geeft. Heer Bommel wil maar wat graag de wereld verbeteren en belooft de man met paraplu naar de spijtplanten te brengen. De pardoes echter moet hij bij Tom Poes achterlaten, want die deugt niet volgens de zwarte man. Tom Poes waarschuwt zijn vriend dat hij op stap zal gaan met de Zwarte Zwadderneel. En die deugt zelf niet! Om de wereld te verbeteren moet men immers bij zichzelf beginnen en dat is dus niet gemakkelijk. Kwetal is intussen naar de radio aan het luisteren en hij vindt die andere wereld wel ‘noppig’. Pee is ontstemd dat de pardoes met lokpieper is ingeruild. Er is maar één lijster en dat betekent veel te veel spitwerk voor Pee Pastinakel. Heer Bommel komt met zijn zwarte gezel aanwandelen en Kwetal stelt onmiddellijk de omgekeerde ruil voor. De radio, die tot een echte wereldontvanger is omgebouwd, tegen de pardoes-lokpieper. Heer Bommel laat zich niet overtuigen omdat het spijtgrein erg nuttig is. Het is zo nuttig dat zijn metgezel de eenzame lijster handenklappend wegjaagt. Heer Bommel wordt vervolgens ook heengezonden. Achter het kasteel Bommelstein heeft bediende Joost een keukentafeltje buiten gezet. De bezorgend kruidenier Grootgrut geniet samen met de bediende van een kopje betere zwartmerk-koffie. Heer Bommel krijgt zelf altijd Hupsakee-koffie geserveerd. Ook krijgt hij Algorijnse foezel in fraaie Bordeaux-flessen uitgeschonken. De koffievisite wordt verstoord door een zwarte man met paraplu. Die veroordeelt de afgeluisterde euveldaden. Hij roept de heren op omhoog te kijken, wat hem de gelegenheid geeft enige korrels in de koffie te deponeren. Hij vertrekt weer met de woorden dat spijt hun deel zal zijn. Bediende Joost denkt De Zwarte Zwadderneel aanschouwd te hebben, die door de kruidenier wordt beschouwd als een nieuwerwetse zendeling. De politie zou tegen hem moeten optreden in het belang van de jeugd. Na het nuttigen van de koffie oordeelt de bediende dat zijn levensmiddelenfraude de schuld is van de middenstand. Kruidenier Grootgrut geeft echter de sigarenrokende bediende, die de wijn verwisselt, alle schuld. Als heer Bommel aan komt lopen is het tafeltje omgevallen en ligt het servies op de grond tussen de ruziemakende heren. Kruidenier Grootgrut klaagt over de belastingen, de regering en praatjes van een laarzenknecht. Joost geeft zijn werkgever de schuld van zijn fraude, omdat hij geen verstand van goede koffie en wijn heeft. Bovendien is de kasteelheer altijd bezig zijn tijd te verluieren. Heer Bommel stelt dat dit te ver gaat en ontslaat zijn bediende op staande voet. Laatstgenoemde heeft er nu opeens spijt van dat hij na 38 jaar trouwe dienst zonder getuigschrift op straat blijkt te staan. De langs wandelende Tom Poes krijgt uit de eerste hand het ontslag van bediende Joost te horen. Zwarte Zwadderneel heeft op zijn beurt heer Bommel niet langer nodig. Tom Poes zoekt verbanden tussen spijt en de spijtplanten. Heer Bommel wordt uitgenodigd voor een schilderijententoonstelling in het stadsmuseum. Burgemeester Dickerdack zal de expositie van het werk van Terpen Tijn openen, de grootste kunstenaar van deze tijd. Maar tijdens de redevoering van de burgervader knoeit een man in het zwart met de drankjes van buffethouder Sijpel. Spijt wordt eenieders deel. En de meesterschilder haalt eigenhandig zijn kunstwerken van de muur en slaat ze tot barrels. Hij heeft spijt van zijn geklieder. Journalist Argus van de Rommeldamse Courant komt binnenhollen, omdat hij vernomen heeft dat de schilder zijn eigen werk oplichterij heeft genoemd. Maar ook de medewerker van de krant wordt door spijt overmand, omdat hij gisteren Terpen Tijn nog een baanbreker had genoemd. Heer Bommel besluit hoofdschuddend op de Kleine Club een kopje koffie te gaan drinken om aan de ruzie te ontkomen. Maar ook daar wordt met de drank geknoeid door een binnensluipend heer in het zwart. Journalist Argus komt als niet-clublid hoogstpersoonlijk zijn hoofdredacteur O. Fanth Mzn de mantel uitvegen. Markies de Canteclaer legt commissaris Bulle Bas uit dat heer Bommel geld bezit in tegenstelling tot de voornamere kringen. De kasteelheer had nooit lid van deze sociëteit mogen worden. Maar de commissaris trekt woedend één lijn met ambtenaren zoals Dorknoper, die stipt hun moeilijke plicht doen. Bij het verlaten van de Club komt heer Bommel wederom Tom Poes tegen. Samen besluiten ze dat er iets vreemds is met de spijt, waar iedereen last van krijgt. Tom Poes denkt dat Zwadderneel er achter zit, maar zijn vriend stelt dat die slechts de wereld wil verbeteren. Bij het kasteel wordt een huilende bediende Joost weer in dienst genomen. Zijn werkgever zegt nu tegen Tom Poes dat het om inkeer gaat. Zijn goede vader zei dan ook dat berouw kwam na de zonde, zodat berouw mooi moet zijn. De Zwarte Zwadderneel heeft de inkeer van Joost aangehoord en moet nu wel concluderen dat het spijtgrein te snel is uitgewerkt. Hij verzamelt een nieuwe zak maar wordt ter plekke neergeknuppeld door een doerak. Als hij de volgende dag bijkomt vermoedt hij spijtgrein binnen te hebben gekregen. De spijt van zijn overmoed knaagt en hij besluit toch hulp te gaan zoeken. Ondernemer Wammes Waggel verkoopt in de buurt vanuit een houten keet badpakken in alle maten. Maar omdat de handel gebrekkig loopt wordt deze uitdragerij binnenkort toch al opgeheven. De langskomende Zwarte Zwadderneel geeft Wammes spijtkruid te eten, dat elke uitwerking op de gans mist. Maar hij vindt het best lekker en gaat met zijn kar desgevraagd aan de slag. Een losgelaten zijplank wordt door een stevige klap met een knuppel weer vastgezet. De slaande doerak had gemikt op het hoofd van Wammes, maar die werd gestoord door een wegvliegende lijster. Voor het eerst van zijn leven wordt de doerak bedankt, waarop hij schreiend weggaat. Wammes Waggel meldt zich met een volle kruiwagen bij zijn opdrachtgever, die hem vervolgens de inhoud vanaf een brug in de rivier de Rommel laat storten. Vervolgens is Wammes ontevreden over zijn beloning. Heer Bommel is intussen ernstig ontriefd door de zwartmerk koffie van Joost en een ambtshalve aanslag van Dorknoper. Joost merkt op dat zijn werkgever nu de koffie van Joost krijgt en Dorknoper deelt mee binnen 14 dagen betaald te willen worden. De hooggeplaatste ambtenaar wordt echter niet gedekt door de burgemeester. Die heeft al lang spijt van zijn onbegrijpelijke toespraken die via Dorknoper en zijn stadscomputer tot hem komen. Ambtenaar Dorknoper wendt zich nu rechtstreeks tot commissaris Bulle Bas, maar die zit diep in de put. Hij heeft bewust de wedstrijd R.F.C. tegen Stuipendrecht zonder politietoezicht laten plaatsvinden. En nu de gevolgen bekend zijn vreet dat aan hem. Heer Bommel spreekt vervolgens persoonlijk ambtenaar Dorknoper aan inzake zijn aanslag. Die heeft echter slechts spijt dat hij te laat heeft ingegrepen. Commissaris Bulle Bas hoort de ruzie aan en trekt zijn conclusies. Er wordt met dranken geknoeid, beginnend op de Kleine Club. En nu dus met alle dranken. Bulle Bas voelt er veel voor om met vervroegd pensioen te gaan, maar hij wil eerst het water laten onderzoeken. In de burgemeesterskamer zitten heer Bommel en de burgemeester uitgeblust tegenover elkaar. De vrouw van kruidenier Grootgrut leest haar man de les over zijn achterlijke zakentechnieken. Ze wil geen duf winkeltje maar een frisse supermarkt. Intussen rijdt de commissaris met een glas water in een open politiejeep naar het stadslaboratorium. Professor Prlwytzkofsky vermoedt eerst slechts gechloreerd rivierwater, maar leeft op als Bulle Bas het woord drugs noemt. Zijn assistent Alexander Pieps wordt als proefpersoon aangewezen en krijgt met dichtgeknepen neus een slok toegediend. De reactie van Alexander naar zijn baas toe is zo agressief, dat de professor besluit doctorandus Zielknijper te raadplegen. De laatstgenoemde ziet bij de assistent schuldgevoelens, die hij op anderen probeert af te wentelen. Hij ziet dat vaak in zijn praktijk. Maar in een later stadium valt de schuld op de persoon zelf terug, zodat zelfvernietiging dreigt. Hij raadt aan geen water te drinken en hij hoopt dat de professor een tegenstof kan vinden, want er dreigt een epidemie. Na het drinken van koffie krijgt de burgemeester spijt. Er zijn grote huizen in de stad, die door slechts één persoon worden bewoond. De magistraat denkt na over een ruimteverordening en heer Bommel loopt boos uit het gesprek weg. Terug op het kasteel besluit heer Bommel Tom Poes te gaan helpen, want die wil al de spijtplanten uitroeien. De kasteelheer wil een plattegrond tekenen, maar wordt daarbij ernstig gehinderd door de wederom door spijt overmande Joost. Hij besluit daarop met Tom Poes dan maar naar de spijtplanten te rijden. De Oude Schicht komt onderweg in botsing met het van links komende rijwiel van doctorandus Zielknijper. Bijrijder Tom Poes vult een waterfles in de rivier, onder afkeurende opmerkingen van professor Prlwytzkofsky, die het drinken van water ontraadt. Zowel heer Bommel als de gevelde doctorandus worden door het drinken van water door spijt overmand. Tom Poes vraagt zich nu af hoe het water door de Zwarte Zwadderneel met spijtgrein kan zijn vergiftigd. Hij krijgt het antwoord geleverd door Wammes Waggel, die boos is op een meneer in een zwart pak, gekleed als een bidder. Hij heeft de erwtjes in de rivier gegooid, maar hij wil wel met Tom Poes mee, om lol te beleven. Op de plaats waar het spijtgrein groeit is de zwarte man nog zuchtend bezig met zijn verzamelend werk. Een troep doerakken wordt door Tom Poes weggeblazen met de pardoes, die hij thuis heeft opgehaald. Wammes Waggel mag de lokpieper proberen. De zwerm lijsters die daarop af komt, vindt hij dan ook enigjes. De Zwarte Zwadderneel wil de vogels wegjagen, maar het zijn er te veel. Hij beseft dat hij opnieuw gefaald heeft. Hij zal nooit iets goeds in zichzelf vinden, als altijd alles misloopt. Hij verlaat hier het verhaal, een spoor van spijtleed achterlatend. Heer Bommel en doctorandus Zielknijper zijn beiden opgenomen in de eigen kliniek van laatstgenoemde. Professor Prlwytzkofsky staat er bezorgd bij. De psyche bestaat immers wetenschappelijk niet, stelt hij. Maar dat maakt Zielknijper nog depressiever, want al zijn gedokter berust dus op hoogmoed. De professor meldt zich op het politiebureau. Aldaar vertelt brigadier Snuf dat de verdachten, Super en Hieper er een puinhoop van hebben gemaakt. Beiden staan inmiddels door berouw overmand spijt te betuigen bij de commissaris. De uit het veld geslagen journalist Argus tekent uit de mond van de professor op dat de eerste fase van het spijtlijden aanvallerig is, de tweede droefmoedig. “Vooral geen water drinken”. Tom Poes ziet tot zijn genoegen dat de gelokte spijtlijsters het spijtgrein wegpikken. Wammes Waggel feest met ze mee, want hij heeft geen enkele last van de zaden. Tom Poes besluit heer Bommel te gaan zoeken. In de kliniek van doctorandus Zielknijper vraagt de naamgever zichzelf af of hij de antipsychiatrie moet ingaan of zijn heil moet zoeken bij een goeroe? Heer Bommel wil in een piepklein huisje gaan wonen om zijn winderigheid kwijt te raken. Tom Poes slaagt erin hem in de Oude Schicht mee naar slot Bommelstein te nemen. Burgemeester Dickerdack vindt intussen ambtenaar eerste klasse Dorknoper, die bezig is met het beantwoorden van achterstallige post en het verscheuren van ambtshalve opgelegde aanslagen. De burgemeester maakt tegen dat laatste bezwaar, maar de ambtenaar riposteert dat de bevolking tegenwoordig uit spijt de belastingen spontaan betaalt. Ook de burgemeester wordt in persoon door deze opmerkingen geraakt en besluit zijn persoonlijke aangifte schielijk bij te stellen. De andere ochtend wordt heer Bommel verkwikt wakker onder het genot van een ouderwets kopje koffie. De kasteelheer wil weer graag een feestmaal geven. Professor Prlwytzkofsky meldt zich die avond op het feestmaal tijdens het opdienen van de soep met de door hem gevonden antistof. Heer Bommel meldt echter dat na een nachtje slapen de spijt al flink is afgenomen, maar de geur van uiensoep doet de hoogleraar goed. En omdat Joost ook op de rest van de maaltijd erg zijn best had gedaan, werd er in de stad nog lang over nagepraat. Voetnoot Hoorspel Het spijtlijden in het Bommelhoorspel Tekststripverhaal van Tom Poes Bommelsaga Stripverhaal uit 1981
Heer Bommel en het spijtlijden (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot Het spijtlijden) is een verhaal uit de Bommelsaga, geschreven en getekend door Marten Toonder. Het verhaal verscheen voor het eerst op 22 september 1980 en liep tot 7 januari 1981. Thema: Ziekelijke spijt
1
boekformaat, publicatieformaat, boekuitgave
5,948
HealthAndBeautyBusiness
1061175
https://nl.wikipedia.org/wiki/Regionale%20Instelling%20voor%20Ambulante%20Geestelijke%20Gezondheidszorg
Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg
Een Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (Riagg) was een Nederlandse instelling voor geestelijke gezondheidszorg voor diagnostiek en behandeling van mensen met een psychiatrische of psychische aandoening. Het ging om mensen voor wie ambulante zorg voldoende was, dat wil zeggen dat opname in een psychiatrisch ziekenhuis niet nodig was, maar wier problemen te ernstig of te complex waren voor hulp door een huisarts of het maatschappelijk werk. De Riaggs ontstonden in de jaren zeventig, op basis van een wettelijk kader, door samenvoeging van sociaal psychiatrische diensten, medisch opvoedkundige bureaus, bureaus voor levens- en gezinsvragen en instituten voor multidisciplinaire psychotherapie. Bij een Riagg werkten vooral psychotherapeuten, psychologen, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en psychiaters. Nieuwe cliënten kregen eerst een of meer intakegesprekken, waarna werd bepaald welke behandeling het meest geschikt was. De behandeling bestond meestal uit gesprekken, hetzij individueel, hetzij in een groep, eventueel aangevuld met psychofarmaca (medicijnen). Een Riagg had ook preventie- en dienstverleningstaken, onder andere richting onderwijs en onderzoek. In de meeste grotere plaatsen van Nederland was een Riagg te vinden. Bij de vele fusies rond de eeuwwisseling gingen veel Riaggs en gespecialiseerde psychiatrische instellingen op in grote 'marktgerichte' conglomeraten. Vanaf 2015 was er geen enkele zelfstandige Riagg meer conform de oorspronkelijke doelstelling en werkwijze. Externe link Riaggs en andere ggz-instellingen in Nederland GGZ-instelling
Een Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (Riagg) was een Nederlandse instelling voor geestelijke gezondheidszorg voor diagnostiek en behandeling van mensen met een psychiatrische of psychische aandoening. Het ging om mensen voor wie ambulante zorg voldoende was, dat wil zeggen dat opname in een psychiatrisch ziekenhuis niet nodig was, maar wier problemen te ernstig of te complex waren voor hulp door een huisarts of het maatschappelijk werk.
2
gezondheidszorg, schoonheidsbranche, wellness
11,475
Hostel
4923125
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hostel%20%28bedrijf%29
Hostel (bedrijf)
Een hostel is een vorm van accommodatie voor overnachting. In vergelijking met een hotel is er vaak sprake van meer gezamenlijk te delen voorzieningen. Hierdoor is er dus minder privacy, zoals door alle gasten te gebruiken sanitair en slaapkamers of -zalen voor meerdere niet bij elkaar horende gasten. Ook anderszins kan sprake zijn van minder luxe-faciliteiten, waarmee de prijs voor een overnachting laag is. De begrippen hostel en jeugdherberg zijn grotendeels synoniem. De benaming hostel won in de loop van de 20e eeuw aan populariteit met de commercialisering. Onafhankelijkheid Hostels en/of jeugdherbergen kunnen aangesloten zijn bij een overkoepelend netwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval in Canada, Republiek Ierland, het Verenigd Koninkrijk en ook apart in Schotland. Het betreft hier wel puur nationale (of landelijke) organisaties en alle bedrijven worden toch onafhankelijk (independent) genoemd. Veel hostels en/of jeugdherbergen zijn aangesloten bij Hostelling International. Slaapzalen en -kamers Veel hostels beschikken over verschillende soorten ruimtes om in te overnachten. Voor individuele reizigers en eventueel groepen zijn dan slaapzalen ingericht (voor bijvoorbeeld zes, acht of twaalf gasten), maar er kan ook gekozen worden voor een privé-kamer met maar enkele bedden. Andere voorzieningen Ook andere voorzieningen worden in veel hostels gedeeld. Er zijn bijvoorbeeld gezamenlijke toiletten, douches, wastafels en/of wasmachines. Ook is er soms een keuken waarvan alle gasten gebruik kunnen maken en als deze er niet is zijn er soms wel nog beperkte zelfcateringvoorzieningen of er is sprake van gedeeltelijke zelfbediening: er is bijvoorbeeld gezorgd voor een ontbijtbuffet, maar de gasten dienen na afloop zelf te zorgen voor hun afwas. Geschiedenis Richard Schirrmann, een Duitse leraar, opende anno 1912 het eerste hostel in kasteel Altena in Altena (Noordrijn-Westfalen), met de wens om zijn studenten mee te nemen op excursies naar het platteland voor de frisse lucht en blootstelling aan de natuur. In 1932 telde Duitsland meer dan tweeduizend jeugdherbergen die jaarlijks meer dan 4,5 miljoen overnachtingen registreerden. De Internationale Federatie van Jeugdherbergen (nu Hostelling International) werd in oktober 1932 opgericht. Het is nu een organisatie die bestaat uit meer dan 90 jeugdherberg-verenigingen die meer dan 4.500 jeugdherbergen in meer dan 80 landen vertegenwoordigen. In 1936 was Franklin D. Roosevelt erevoorzitter van AYH (nu Hostelling International USA). John D. Rockefeller III was een voorstander van hostels en was enkele jaren voorzitter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden veel hostels in Europa tijdelijk gesloten. In de jaren zestig en zeventig floreerde de hostel sector. De sector is tijdens de energiecrisis van de jaren zeventig van de vorige eeuw achteruitgegaan. De jeugdherbergen zijn tijdens de financiële crisis van 2007-2008 blijven groeien, onder meer door hun kostenefficiëntie. Na de Grote Recessie groeide de industrie snel in onder meer Amsterdam, New York, Rome, Buenos Aires en Miami. Een wet uit 2010 remde de groei van hostels in New York echter af. Sinds de invoering van deze wet, groeien hostels toch weer in populariteit in de Amerikaanse stad, met name doordat de groei van illegale Airbnb-verhuur wordt afgeremd door de overheid. Externe link Artikel Best hostels in the world in The Guardian Jeugdherberg Toerisme
In 1932 telde Duitsland meer dan tweeduizend jeugdherbergen die jaarlijks meer dan 4,5 miljoen overnachtingen registreerden. De Internationale Federatie van Jeugdherbergen (nu Hostelling International) werd in oktober 1932 opgericht. Het is nu een organisatie die bestaat uit meer dan 90 jeugdherberg-verenigingen die meer dan 4.500 jeugdherbergen in meer dan 80 landen vertegenwoordigen.
5
hostel, jeugdherberg, budgetaccommodatie
8,074
UserTweets
3958467
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rob%20Scheepers
Rob Scheepers
Rob Scheepers (Sterksel, 30 juni 1974) is een Nederlands tonprater, stand-upcomedian, entertainer en columnist. Scheepers was als tonprater onder meer actief op het 'Keiebijters Kletstoernooi' in Helmond. Daar won hij in 2005, 2006, 2009 en 2014 de Zilveren Narrenkap. In de media begon hij zijn entertainment activiteiten bij Omroep Brabant waar hij regelmatig te horen en te zien was, en met zijn wekelijkse radiocolumn op Radio 8FM. Sinds 2015 maakt hij als cabaretier deel uit van Padoem Patsss, de onelinershow van BNN op televisie en hij had in 2016 op Radio Veronica zijn vaste onelinerrubriek. Daarnaast was hij een aantal keer gast bij De Wereld Draait Door. Scheepers schreef 5 boeken 'Gebundel' (2010), 'Gebundelder' (2011), 'Gebundelderderst (2012), 'Verhergebundeld' (2013) en 'Afgescheept' (2014), waarin op het jaar werd terug geblikt met een verzameling columns en 365 tweets. In 2014, 2015 en 2016 heeft Scheepers in de Brabantse theaters gestaan met een oudejaarsconference. Zijn laatste oudejaarsconference 'Afgescheept' in 2016 sloot hij af met zes uitverkochte voorstellingen in de grote zaal van het Parktheater in Eindhoven. Sinds 2016 tourt Scheepers met zijn solo voorstelling 'Schroot' door heel Nederland. In de zomer van 2019 was Scheepers deelnemer in het spelprogramma De Slimste Mens, waar hij in de finaleweek zat. Hij wist de laatste aflevering voor de finaleweek te winnen, waardoor hij automatisch naar de volgende aflevering doorstroomde. Scheepers viel echter gedurende de finaleweek af. In 2022 had Scheepers een aantal afleveringen in het voetbal- en praatprogramma Veronica Offside, als afsluiting van het programma een samenvatting-onelinerrubriek. Cabaretprogramma's 2014: "Afgescheept" (nieuwjaarsconference 2014) 2015: "Opgescheept" (nieuwjaarsconference 2015) 2016: "Uitgescheept" (nieuwjaarsconference 2016) 2017 - 2018: "Schroot" 2018 - 2019: "Kom maar op" 2019: "Scheepers Checkt Uit" (nieuwjaarsconference 2019) 2020: "Gulzig" Nederlands cabaretier Nederlands komiek
Scheepers was als tonprater onder meer actief op het 'Keiebijters Kletstoernooi' in Helmond. Daar won hij in 2005, 2006, 2009 en 2014 de Zilveren Narrenkap. In de media begon hij zijn entertainment activiteiten bij Omroep Brabant waar hij regelmatig te horen en te zien was, en met zijn wekelijkse radiocolumn op Radio 8FM. Sinds 2015 maakt hij als cabaretier deel uit van Padoem Patsss, de onelinershow van BNN op televisie en hij had in 2016 op Radio Veronica zijn vaste onelinerrubriek. Daarnaast was hij een aantal keer gast bij De Wereld Draait Door. Scheepers schreef 5 boeken 'Gebundel' (2010), 'Gebundelder' (2011), 'Gebundelderderst (2012), 'Verhergebundeld' (2013) en 'Afgescheept' (2014), waarin op het jaar werd terug geblikt met een verzameling columns en 365 tweets.
1
tweets, gebruikersinteracties, Twitterberichten
1,294
DanceEvent
368708
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ankum%20%28Dalfsen%29
Ankum (Dalfsen)
Ankum is een klein dorp behorend tot de gemeente Dalfsen, in de Nederlandse provincie Overijssel. In het dorp woonden op 1 januari 2018 94 mensen en er is een protestants-christelijke basisschool gevestigd. Het dorp ligt vlak langs de provinciale weg van Zwolle naar Dalfsen, de N340. Verder is er in Ankum een buurthuis waar bijna elke avond (dans)cursussen en gezelligheidsavonden worden georganiseerd. In dit buurthuis wordt sinds 1935 elke zomer een traditioneel dansfeest gehouden, wat altijd al door dezelfde familie wordt georganiseerd. Ankum heeft geen kerk. Het is een landelijk dorp. In het dorp staat een tankstation en een autodealer. Deze bedrijfjes liggen op de Ankummer Es. Plaats in Overijssel Dalfsen
Verder is er in Ankum een buurthuis waar bijna elke avond (dans)cursussen en gezelligheidsavonden worden georganiseerd. In dit buurthuis wordt sinds 1935 elke zomer een traditioneel dansfeest gehouden, wat altijd al door dezelfde familie wordt georganiseerd. Ankum heeft geen kerk. Het is een landelijk dorp. In het dorp staat een tankstation en een autodealer. Deze bedrijfjes liggen op de Ankummer Es.
1
dansfeest, sociale dans, dansevenement
12,403
UpdateAction
771193
https://nl.wikipedia.org/wiki/Turkmeense%20kalender
Turkmeense kalender
De Turkmeense kalender is een aanpassing van de kalender in Turkmenistan. Op 10 augustus 2002 nam de Turkmeense overheid een wet aan om de namen van de maanden en de dagen van de week te wijzigen. De namen waren gekozen volgens de Turkmeense nationale symbolen, volgens de Ruchnama, een boek van de toenmalig Turkmeense president Saparmurat Niazov. In 2008, twee jaar na de dood van Niazov, werden de oude namen terug hersteld. De oude namen van de maanden waren genomen van de Russische taal. De nieuwe Turkmeense namen waren als volgt: Cultuur in Turkmenistan Kalender
De Turkmeense kalender is een aanpassing van de kalender in Turkmenistan. Op 10 augustus 2002 nam de Turkmeense overheid een wet aan om de namen van de maanden en de dagen van de week te wijzigen. De namen waren gekozen volgens de Turkmeense nationale symbolen, volgens de Ruchnama, een boek van de toenmalig Turkmeense president Saparmurat Niazov. In 2008, twee jaar na de dood van Niazov, werden de oude namen terug hersteld.
1
bijwerken, wijzigen, aanpassen
4,837
Message
2899459
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Cock%20en%20de%20moord%20in%20de%20hondsdagen
De Cock en de moord in de hondsdagen
De Cock en moord in de hondsdagen is het negenenzestigste deel van de detectivereeks De Cock van de Nederlandse auteur Appie Baantjer waarin rechercheurs Jurriaan 'Jurre' de Cock en Dick Vledder de moord oplossen op Petrus van Wijngaarden die actief is in een dierenbeschermingsorganisatie waar het er vreemd aan toe gaat. Uiteindelijk blijkt het om een moord in relationele sfeer te gaan. Het boek speelt zich af in Amsterdam en Het Gooi. Verhaal Rechercheur De Cock van het aloude politiebureau Warmoesstraat mist airconditioning in de recherchekamer. Hij legt zijn collega Dick Vledder uit waarom deze tijd van het jaar de Hondsdagen wordt genoemd. Dat heeft niets te maken met honden, maar met Sirius, de Hondsster, de helderste ster die in deze tijd het hoogst boven de horizon komt. Het gesprek dwaalt verder af naar kollen met magische krachten in Urk. Hun discussie wordt onderbroken door Alexander van Waalwijk. Een oude vriendin, Elisabeth van Wijngaarden, heeft zijn hulp ingeroepen. Haar man Petrus wordt evenals zijn rode Peugeot 407 al enige dagen vermist. Hij overhandigt de rechercheurs een foto. Als Alexander vertrokken is, komt vanuit de wachtcommandant de melding van een dode man aan de Prinsengracht, gevonden door een bouwvakker. Op de plaats delict blijkt dat de elektriciteit het niet doet. De Cock laat de bouwvakker zijn aggregaat inschakelen. Ze vinden tot hun verbazing Petrus van Wijngaarden met enkele kogels in zijn lijf. Om zijn nek heeft hij een plaatje met de tekst: “Canis Major”. Lijkschouwer Den Koninghe schat dat de man al enige dagen dood is. Politiefotograaf Bram van Wielingen denkt dat de moordenaar het plaatje bewust heeft achtergelaten. Canis Major, grote hond, om het slachtoffer nader te duiden. De twee rechercheurs verzamelen twee 9mm-kogels op de plaats delict. Een derde zit vermoedelijk nog in het lichaam. In de broekzak van het slachtoffer treft De Cock een Sauer 7.65 pistool aan. Het wapen waarmee hij zijn politiecarrière ooit is begonnen. Buiten zoeken en vinden ze de vermiste rode Peugeot 407 op een parkeerterrein. Op verzoek van Dick Vledder maakt De Cock met het apparaat van Handige Henkie deze auto open. In de kofferbak vindt De Cock tot zijn ontzetting zes dode beagle-puppy's. Ze besluiten de auto door het Hoofdbureau te laten weghalen. Dick Vledder weet nog te melden dat de bouwvakker zijn opdrachtgever nog nooit heeft gezien. Alles ging per telefoon. De rekeningen gingen naar Petrus van Wijngaarden. Terug op het bureau zit Alexander van Waalwijk weer te wachten. Na een kort gesprek confronteert De Cock hem met een pistool in een plastic zak. Ze hebben de eigenaar van deze Sauer vermoord gevonden. Alexander onthult nu dat Petrus het geld beheerde van de Stichting Leefgenoten, met als doel dieren gelijkwaardig aan mensen te behandelen. Alexander vertelt ook de geschiedenis van Elizabeth, de weduwe. Ze kwam bij het bedrijf werken waar Alexander boekhouder was. Betsy van Blijenberg kwam en voordat Alexander zelf avances kon maken, was ze al ingepakt door zijn vriend Petrus. Laatstgenoemde had geld en deed spannende dingen in de dierenbescherming. Het aanvallen van nertsfokkerijen. De Cock verzoekt Alexander nu Elizabeth in zijn plaats nader te verhoren. De Cock legt later Vledder uit dat Elizabeth waarschijnlijk aan acties heeft meegedaan, die ze buiten de proces-verbalen van de politie wil houden. De Cock besluit nu de bouwvakker op te halen. Hij wil wel eens met eigen ogen zien wat er dan wel verbouwd is aan het pand zonder elektriciteit. Maar Jan de Timmerman laat lachend het misverstand zien. In de tuin stond een oud tuinhuis, en dat is vervangen door schitterende nieuwbouw. Een verborgen paleisje. Gas, water en elektra komen van de buren en De Cock ruikt er een duidelijke parfumlucht. De volgende morgen meldt zich Herman van Breukelen. De Cock gaat met hem in debat over het geweld tegen de nertsfokkers. Herman is voorzitter van de Stichting die nu beter bekendstaat als Leefgenoten, een naam uit de koker van Petrus. Er zijn nog twee andere bestuursleden, Frederik van Beveren en Thomas van Uitdam. Aanvankelijk was er wel enige onenigheid binnen het bestuur over de te volgen strategie, maar inmiddels zit het bestuur weer op één lijn. De club houdt wel illegale schietoefeningen in de duinen bij Schoorl. Petrus en Elizabeth beheersten beiden het schieten vanuit de heup. De twee rechercheurs zoeken Alexander van Waalwijk nu thuis op. Elizabeth, voor hem Betsy, overweegt onder te duiken. Ze is herhaaldelijk bedreigd door nertsfokkers. Hij geeft toe dat Betsy een vuurwapen heeft, een Sauer-pistool 7.65. Alle leden van de Stichting Leefgenoten die aan illegale acties meededen hadden zo’n wapen. Dick Vledder voelt er veel voor om maar eens met arresteren te beginnen. Voorzitter Herman van Breukelen kunnen ze moeiteloos oppakken wegens illegaal wapenbezit. De Cock heeft iets anders in de zin. Hij laat Dick richting Bussum rijden. Op deze tijd van de avond is de voorzitter wellicht niet thuis en dan bewijst het apparaat van Handige Henkie vaak goede diensten. Vlak over de grens in Huizen ligt de Drossaardlaan. Dick Vledder vindt het illegaal binnendringen van woningen ongepast, maar De Cock heeft zijn eigen kijk. Als er wapens liggen in de villa, weet hij de kliklijn Meld Misdaad Anoniem wel te vinden. Een zwarte auto met een vent met een zwarte hoed op slaat linksaf vanuit de Drossaardlaan en rijdt de politiekever bijna aan gruzelementen. Dick Vledder kan maar net op tijd remmen en De Cock botst tegen de voorruit. Nadat de politiewagen naast een groene Cadillac is geparkeerd, sloffen de twee rechercheurs de lange oprijlaan op. De voordeur van de villa staat open. Binnen treffen ze een neergeschoten Herman van Breukelen aan. De Cock vindt in een bureaulade een geladen Sauer, die het slachtoffer niet heeft gebruikt. Hij werd dus totaal verrast. Vlak erna komt mevrouw van Breukelen terug van haar wekelijkse bridgeavond. Eerder die avond had ene Thomas van Uitdam gebeld dat hij langs zou komen. De volgende ochtend vraagt De Cock hoe de verslaggeving voor de collega’s van Gooi en Vechtstreek verloopt. Dick Vledder vindt het maar niets dat hun collega’s deze moord behandelen, het past immers in hun onderzoek naar de moord op Petrus van Wijngaarden. De Cock is het met hem eens en pleit nogmaals voor een Nationale Politie. Ook denkt hij dat de echte Thomas van Uitdam niet eerst belt voordat hij een moord pleegt. Het telefoongesprek was waarschijnlijk vals. Tijdens hun discussie meldt zich bestuurslid Frederik van Beveren bij de rechercheurs. Hij noemt Petrus en zijn vrouw Elizabeth als drijvende kracht achter de gewelddadige acties en hij bevestigt de schietoefeningen in de duinen. Maar hij heeft ook een onthulling. De stichting handelt sinds kort in proefdieren, beagles, voor de vivisectie. Financieel zeer lucratief maar essentieel strijdig met de doelstellingen. Toen de fokkers erachter kwamen dat hun hondjes door de dierenbeschermers werden doorverkocht, werd de sfeer grimmig. Doodsbedreigingen aan de vier bestuursleden en drievoudige inkoopprijzen. Uit het sectierapport van dokter Rusteloos blijkt dat de moordenaar op zijn knieën moet hebben gezeten toen hij schoot. Dick Vledder moet de collega’s uit het Gooi maar een voorzichtige hint geven in deze. Tijdens de sectie is De Cock in een groene Cadillac naar Schoorl gereden. En op de plaats van de schietoefeningen vond hij twee 9mm kogels tussen de vele 7.65mm kogels van de Sauers. De Cock moet vervolgens onmiddellijk bij commissaris Buitendam komen. Ten eerste verbiedt de Officier van Justitie mr. Van Everdingen negatieve uitlatingen van de Amsterdamse politierechercheurs richting de pers. Ten tweede hebben de collega’s uit het Gooi de tweede moord al opgelost. Bestuurslid Thomas van Uitdam staat op de telex. De Cock begrijpt dit niet. Dit bericht op de telex is pas echt negatief voor de Stichting. Deze officier moet maar eens op cursus bij een simpele rechercheur. De Cock wordt de kamer uitgestuurd. Terug op de recherchekamer pleit De Cock nogmaals voor een Nationale Politie. Bovendien is er te veel afgunst jegens Amsterdam. Ook nu weer leggen de collega’s van Gooi en Vechtstreek te veel haast aan de dag. De Cock besluit troost te zoeken bij Smalle Lowietje. De Cock klaagt tegenover Lowie over een organisatie van Dierenbescherming die in hondjes handelt voor de vivisectie. De caféhouder vindt het bezopen. Lowie kent Van Wijngaarden van die club middels een heel mooie Wallenmeid, Blonde Femmy. Laatstgenoemde roemt het kasteeltje in de tuin van een grachtenpand. Nadat Lowie Van Wijngaarden heeft beschreven meldt De Cock dat hij er 3 kogels bij heeft en is overleden. Lowie vindt het een financiële slag voor Femmy. De Cock neemt Dick Vledder mee naar het peeskamertje van Blonde Femmy, maar die doet geen twee heren tegelijk. Hierop legitimeren de rechercheurs zich en praten ze elkaar bij over Petrus van Wijngaarden. Ze kent hem als een succesvol hondenhandelaar. Ze noemt hem trouwens Pierre en zegt dat hij werd bedreigd door Frederik van Beveren. Terug op het politiebureau is er een lijst van hondenfokkers. En Thomas van Uitdam zit te wachten. Maar die man had wachtcommandant Jan Rozenbrand onmiddellijk moeten arresteren, want hij staat op de telex. De Cock gaat eerst een praatje maken. Hij is met vrouw en twee dochters net terug van vakantie uit Spanje. Het wordt een vruchtbaar gesprek dat eindigt in de arrestatie van Thomas. Hij gaat van Amsterdam Warmoesstraat op transport naar de collega’s van Gooi en Vechtstreek. Dick Vledder steunt na dit incident volledig de vorming van een Landelijke Politie. Maar er wacht meteen al nieuw werk. Alexander van Waalwijk en Elizabeth van Wijngaarden melden zich. De Cock dringt niet door het pantser van Elizabeth heen. Na het verhoor komt een oudgediende de recherchekamer binnen. Hans Rijpkema, voorheen rechercheur aan de Warmoesstraat. Via vele baantjes op het hoofdbureau doet hij nu de ballistiek als wapendeskundige. Hij heeft goed nieuws voor zijn collega’s, de 9mm-kogels uit de duinen van Schoorl zijn afgevuurd met het moordwapen van Petrus van Wijngaarden. Hans Rijpkema wil ook nog twee boodschappen voor De Cock doen. De kogels van Herman van Breukelen vergelijken met het Amsterdamse moordwapen. En een onderzoek doen naar het verschil tussen inschot en uitschot. Vledder meldt via de wachtcommandant een neergeschoten man op het Zoutkeetsplein. Hans weet weer waarom hij de hectiek van de Warmoesstraat heeft verlaten en wenst zijn collega’s succes. Op de plaats delict geeft een bekende van De Cock uitleg over de aanslag. Een groene auto en een man met een zwarte hoed schoot 3 keer op het slachtoffer. De twee rechercheurs vinden Frederik van Beveren met een ponsplaatje Canis Major om zijn nek. Terug op het politiebureau heeft De Cock moeie voeten. Maar Vledder heeft wat bruikbaar nieuws. De groene auto is herkend als een Cadillac. En Hans Rijpkema heeft van de 9mm-kogel vastgesteld dat die ook uit het Schoorlse moordwapen afkomstig was. En bij Herman van Breukelen waren inschot en uitschot vrijwel gelijk, dus is de kogel vrijwel horizontaal door het lichaam gegaan. Vervolgens meldt Herman van Uitdam zich bij de twee rechercheurs. De collega’s van Gooi en Vechtstreek hebben hem na een alibi controle en een geprogrammeerd telefoongesprek met mevrouw Van Breukelen laten gaan. Bij het nieuws van de moord op zijn goede vriend Frederik krijgt hij tranen in de ogen. Hij is tot elke hulp bereid om de moordenaar te ontmaskeren. Het is dinsdagavond een week later en mevrouw Van Breukelen gaat naar haar bridgeavond. De Cock heeft de villa te Huizen omgebouwd tot een valstrik. Er worden video-opnames gemaakt van de gebeurtenissen die komen. De technische dienst heeft een goed gelijkende pop van de nieuwe voorzitter Thomas van Uitdam gemaakt. Dick Vledder is erg opgewonden. Buiten zijn Appie Keizer en Fred Prins en een cameraman komt alles filmen. Dit voor de collega’s van Gooi en Vechtstreek. Als Dick Vledder de moordaanslag op de pop ziet kan hij zich niet langer beheersen en holt naar de moordenaar toe. Na een gevaarlijke worsteling met een revolver in het spel overmeestert de rechercheur een man met een grote zwarte hoed. Een paar tellen later ziet hij iets dat collega De Cock al wist. Het is Elizabeth van Wijngaarden. Volgens De Cock een goede schutter met het specialisme van het schieten uit de heup. De Cock legt het zoals gewoonlijk thuis bij hem uit. Hij heeft de video van de mislukte moordaanslag van Elizabeth van Wijngaarden in haar aanwezigheid afgedraaid in het bijzijn van een oudere collega van Gooi en Vechtstreek. Daarna bekende ze alle drie de moorden. De Cock kwam haar pas goed op het spoor door de sectie op het eerste lijk. Een geknielde schutter werd voor De Cock een schot vanuit de heup. Zo was ook de horizontale kogelgang bij de tweede moord te verklaren. Elizabeth was teleurgesteld in Petrus. Ze ontdekte het liefdesnestje en zes dode hondjes in de kofferbak. De zes dode hondjes rekende ze ook de voorzitter aan en schoot hem dood op de bridgeavond van zijn vrouw. Ze liquideerde ook Frederik. Vervolgens schreef Thomas van Uitdam haar een chantage brief en ze ging naar de villa in Huizen om het laatste bestuurslid om te brengen. Als de rechercheurs vertrokken zijn heeft mevrouw De Cock een groot aantal vragen. Wie maakte de ponsplaatjes met Canis Major? Die kwamen van Alexander van Waalwijk. Na de moord hing Alexander die Petrus om zijn nek. De volgende twee slachtoffers kregen het plaatje omgehangen van Elizabeth en de lokpop kreeg geen plaatje omdat Dick Vledder te snel tot arrestatie besloot. De Cock moet nog met justitie overleggen over de bijrol van Alexander van Waalwijk. Hij had de moorden kunnen voorkomen. Mevrouw De Cock begrijpt die knappe mevrouw niet echt goed. De Cock voelt zich miskend. Volgens hem zijn het de gevaren van de hondsdagen. Baantjer (roman) Roman uit 2008
De volgende ochtend vraagt De Cock hoe de verslaggeving voor de collega’s van Gooi en Vechtstreek verloopt. Dick Vledder vindt het maar niets dat hun collega’s deze moord behandelen, het past immers in hun onderzoek naar de moord op Petrus van Wijngaarden. De Cock is het met hem eens en pleit nogmaals voor een Nationale Politie. Ook denkt hij dat de echte Thomas van Uitdam niet eerst belt voordat hij een moord pleegt. Het telefoongesprek was waarschijnlijk vals. Tijdens hun discussie meldt zich bestuurslid Frederik van Beveren bij de rechercheurs. Hij noemt Petrus en zijn vrouw Elizabeth als drijvende kracht achter de gewelddadige acties en hij bevestigt de schietoefeningen in de duinen. Maar hij heeft ook een onthulling. De stichting handelt sinds kort in proefdieren, beagles, voor de vivisectie. Financieel zeer lucratief maar essentieel strijdig met de doelstellingen. Toen de fokkers erachter kwamen dat hun hondjes door de dierenbeschermers werden doorverkocht, werd de sfeer grimmig. Doodsbedreigingen aan de vier bestuursleden en drievoudige inkoopprijzen. Uit het sectierapport van dokter Rusteloos blijkt dat de moordenaar op zijn knieën moet hebben gezeten toen hij schoot. Dick Vledder moet de collega’s uit het Gooi maar een voorzichtige hint geven in deze. Tijdens de sectie is De Cock in een groene Cadillac naar Schoorl gereden. En op de plaats van de schietoefeningen vond hij twee 9mm kogels tussen de vele 7.65mm kogels van de Sauers. De Cock moet vervolgens onmiddellijk bij commissaris Buitendam komen. Ten eerste verbiedt de Officier van Justitie mr. Van Everdingen negatieve uitlatingen van de Amsterdamse politierechercheurs richting de pers. Ten tweede hebben de collega’s uit het Gooi de tweede moord al opgelost. Bestuurslid Thomas van Uitdam staat op de telex. De Cock begrijpt dit niet. Dit bericht op de telex is pas echt negatief voor de Stichting. Deze officier moet maar eens op cursus bij een simpele rechercheur. De Cock wordt de kamer uitgestuurd.
1
bericht, boodschap, communicatie
5,867
BankAccount
358878
https://nl.wikipedia.org/wiki/Remigius%20van%20Reims
Remigius van Reims
Remigius van Reims (Frans: Saint Remi; Oudnederlands: Sint-Remijs) (Cerny-en-Laonnois, ca. 437 – Reims, 13 januari 533) was een Frankisch bisschop van Reims. Hij wordt vereerd als heilige in de Rooms-Katholieke Kerk. Levensbeschrijving Gregorius van Tours vermeldt in zijn Historia Francorum dat Remigius in het jaar 458 op 18-jarige leeftijd tot bisschop werd verkozen, wat zijn ambtstermijn als bisschop ongewoon lang maakt. Volgens dezelfde bron doopte Remigius de Frankische koning Clovis I, diens zusters Albofledis en Landechildis, en ongeveer drieduizend Frankische krijgslieden op eerste kerstdag van 496. Dit jaartal wordt niet gestaafd door andere bronnen. Uit de beschrijving van Gregorius van Tours kan opgemaakt worden dat Remigius onder de Frankische bisschoppen een vooraanstaande plaats innam, iets dat op senioritas zou kunnen duiden, ofwel primus inter pares (eerste onder gelijken). Van een officiële aanstelling tot 'primaat van Gallië' is echter geen sprake. Ander historisch bewijs voor het bestaan van Remigius is te vinden in de vorm van een brief van hem aan Falco, bisschop van Tongeren-Maastricht, gedateerd rond de jaren 511/512. Nalatenschap Zijn relieken worden bewaard in het voormalige klooster van Saint-Remi in Reims. Op zijn graftombe liet aartsbisschop Hincmar van Reims in 852 vermelden dat Remigius 74 jaar bisschop was. Dezelfde Hincmar noemde hem de "apostel der Franken". Zijn feestdag valt volgens het Martyrologium Romanum op 13 januari; in het aartsbisdom Reims is dat 1 oktober, traditioneel de datum van de translatie van zijn relieken. Er zijn aanwijzingen dat vroeger ook in de Nederlanden 1 oktober "Sinte-Remijsdag" was, de dag waarop traditioneel rentes afgelost moesten worden. In Maastricht vonden op die dag ambtswisselingen plaats binnen het stadsbestuur en bij de ambachten, en kregen nieuwe wetten rechtsgeldigheid. In de beeldende kunst is zijn attribuut een duif met een flesje in de snavel, verwijzend naar de doop van Clovis. Verder is hij te herkennen aan zijn bisschopsstaf en mijter. In Nederland, België, Frankrijk en Duitsland zijn tientallen Sint-Remigiuskerken. Zie Sint-Remigiuskerk. Externe links H.Remigius van Reims, bisschop (HeiligenNet) Remigius (Patron Saint Index) Bisschop van Reims Bisschop in Gallië Heilige in het christendom Merovingisch heilige 5e-eeuws bisschop
Zijn feestdag valt volgens het Martyrologium Romanum op 13 januari; in het aartsbisdom Reims is dat 1 oktober, traditioneel de datum van de translatie van zijn relieken. Er zijn aanwijzingen dat vroeger ook in de Nederlanden 1 oktober "Sinte-Remijsdag" was, de dag waarop traditioneel rentes afgelost moesten worden. In Maastricht vonden op die dag ambtswisselingen plaats binnen het stadsbestuur en bij de ambachten, en kregen nieuwe wetten rechtsgeldigheid.
1
bankrekening, geldtransacties, rente
769
EmploymentAgency
5340198
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verdwijning%20van%20Jopie%20de%20Nigtere
Verdwijning van Jopie de Nigtere
De verdwijning van Jopie de Nigtere betreft een vermissing van een 18-jarig Amsterdams meisje in 1939, die grote opschudding verwekte en tot op heden onopgelost is. Verdwijning Johanna Elisabeth de Nigtere, geboren te Amsterdam op 5 december 1920, was het enig kind van winkelier Bernard de Nigtere (1890-1985) en diens vrouw Henriëtte Wilhelmina Lobbes (1891-1986). Zij waren gedrieën woonachtig op de Bilderdijkstraat 189-hs. Jopie had een baan als verkoopster bij warenhuis De Bijenkorf gehad, maar was in de herfst van 1939 ziek geworden en besloot toen een kantoorbaan te zoeken. Hiertoe had zij zich ingeschreven bij de Gemeente-Arbeidsbeurs, het arbeidsbemiddelingsbureau van de gemeente Amsterdam. Op zaterdagochtend 18 november 1939 kreeg Jopie de Nigtere een oproep van de arbeidsbeurs in de bus, waarin stond dat ze 's middags om half vijf verwacht werd voor een sollicitatiegesprek bij confectie-atelier De Vries op Singel 23, alwaar om een kantoormeisje werd gevraagd. Nadat zij die zaterdag met haar moeder en tante in de binnenstad had gewinkeld, nam ze om vier uur afscheid op de hoek van het Spui en de Kalverstraat. Ze riep nog "Tot straks hoor". Dat was het laatste wat haar moeder van haar hoorde. Ze hadden om zes uur afgesproken bij bioscoop Cineac op het Damrak, maar Jopie de Nigtere kwam niet opdagen. Moeder en tante dachten dat de sollicitatie uitgelopen was en gingen naar huis. Jopie kwam echter niet thuis voor het eten en in de loop van de avond ging haar vader naar het politiebureau Raampoort om aangifte van vermissing te doen. Men stuurde hem naar huis met de boodschap nog maar een paar uur af te wachten. Om half een 's nachts meldde de ongeruste vader zich weer en toen noteerde men het signalement. Pas de volgende dag, zondag, werd de Kinderpolitie, waaronder de vermissing ressorteerde, ingeschakeld. Volgens andere berichten kwam de politie zelfs dinsdag pas in actie. Onderzoek Het politieonderzoek bracht een aantal vreemde zaken aan het licht. Om te beginnen bevond zich op het adres geen confectie-atelier. Het was er ooit wel gevestigd geweest, maar al jaren geleden opgeheven. Er waren nog twee andere meisjes door de Arbeidsbeurs op de vacature afgestuurd. Opmerkelijk was dat ze alle drie om half vijf waren besteld; toch hebben de drie sollicitantes elkaar nooit gezien. Het eerste meisje merkte meteen dat er geen confectie-atelier op het adres zat en fietste door. Het tweede meisje zag dat ook, maar belde toch aan. Het bleek om een behangselfabriek te gaan, "N.V. Nederlandsche Behangselpapier Maatschappij" geheten (door sommige krantenverslagen werd van een behangselwinkel gesproken). Ze informeerde bij een oude man naar het atelier. Ten slotte was een man die op haar de indruk van een zeeman had gemaakt en in de buurt had gestaan, op haar afgelopen en had gezegd: "Ik zou maar verder gaan – ze zijn zeker niet meer aanwezig." De oude man werd na een oproep in de kranten gevonden, maar wist verder niets te vertellen. De man in de zeemanstrui heeft zich nooit gemeld.. Volgens andere berichten was er sprake niet van twee mannen, maar van één "man van ongeveer 30 jaar die op een zeeman leek", die na veel moeite door de politie werd opgespoord en een 76-jarige binnenschipper bleek te zijn, die nergens mee in verband kon worden gebracht. Volgens de persoon bij de arbeidsbeurs die het telefoontje had aangenomen, had de stem van de beller vreemd geklonken. Ze had eerst gedacht dat het een vrouw was. Later bleek dat de onbekende, die zich De Vries noemde, dezelfde vrijdagochtend ook de R.K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen en Meisjes had gebeld met het verzoek om vrouwelijk kantoorpersoneel. De vrouw die het telefoontje aan had genomen, had echter geconstateerd dat er geen Confectieatelier De Vries op Singel 23 was gevestigd en had in afwachting van een adresonderzoek de vacature niet verspreid. De eigenaar van de behangselfabriek, een in Bloemendaal woonachtige Duitser, had die zaterdag met zijn vrouw in Haarlem gewinkeld, iets wat door de politie geverifieerd kon worden. Het pand, samen met enkele aangrenzende panden, werd ondersteboven gekeerd, maar er werd niets ter zake doende aangetroffen. De politie stond uiteindelijk voor een raadsel. Als enige hypothese bleef over dat Jopie de Nigtere bij het pand moest zijn opgewacht door iemand die haar had gezegd dat de directie verderop zat of een soortgelijk voorwendsel en of ze even wilde meekomen. Er waren twee tips die in die richting wezen. Onafhankelijk van elkaar hadden twee mensen een meisje dat aan Jopies signalement voldeed in het gezelschap van een man zien lopen, de ene bij de Heisteeg, de andere even verderop op het Singel. De man werd in beide gevallen omschreven als 30 à 35 jaar oud, gekleed in een lichte dikke jas van Engelse gevlokte stof. Het tweetal voerde een gesprek en liep tamelijk losjes naast elkaar. Volgens de politie waren beide verklaringen zo eenduidig en positief dat van persoonsverwarring geen sprake kon zijn. Dit leidde tot niets, want deze man is nooit gevonden. De beller had een telefoonnummer opgegeven. De meeste krantenberichten uit die tijd deden het af als "vals", maar het was wel degelijk een bestaand telefoonnummer. De aansluiting was van een ir. Schnetlage, die in België werkte, maar aan de Keizersgracht woonde, niet ver van Singel 23, bij een Belgische pensionhouder. De pensionhouder zei in eerste instantie dat hij niets wist van een telefoontje. Na lang ontkennen gaf hij echter toe dat er op de vrijdag voor de verdwijning twee onbekende mannen bij hem waren gekomen die vroegen of ze konden bellen. Hij had ze toen de sleutel van de kamer van Schnetlage gegeven, waar ze hadden getelefoneerd. Hoewel de Belg daarna geschaduwd werd, is hij toch op een gegeven moment in een gracht verdronken. M. Reckman, journalist van De Telegraaf, onderzocht - met toestemming van de ouders en in aanwezigheid van de bekende advocaat Mr. Benno Stokvis - de kamer van het meisje. (Het is niet duidelijk of de politie dit had verzuimd of niet grondig genoeg had gedaan). Hij vond daar een dagboek van Jopie de Nigtere en brieven afkomstig van een korporaal uit Arnhem. Jopie bleek die zaterdagavond oorspronkelijk een afspraak met die korporaal gehad te hebben, maar volgens haar dagboek was die een week verschoven. Volgens Reckman, in een interview uit 1969, had de politie destijds wel gebruik gemaakt van zijn ontdekking van het dagboek en had de militair ook gesproken, maar was daar niets uitgekomen. De familie loofde een beloning van duizend gulden uit. De vader ontving op 26 november een brief waarin werd medegedeeld dat zijn dochter nog leefde en slechts een arm had gebroken bij een poging tot ontvluchting. Hij moest een advertentie plaatsen waarin de naam "Artisico" vermeld werd en de volgende ochtend een envelop met 1000 gulden bij een kiosk aan het Leidseplein afgeven. De heer De Nigtere mengde er echter de politie in en deze zette een hinderlaag op. Er werden uiteindelijk twee jongemannen gearresteerd. Het zou slechts een poging tot afpersing blijken te zijn. Mede omdat de pers er zoveel aandacht aan besteedde, kwamen er vele tips binnen. Overal in het land meende men het meisje gezien te hebben, in de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat schreeuwend in een auto met vier mannen, in gezelschap van een korporaal op de boot naar Lemmer, in een bus bij Katwijk of als luciferverkoopster in Den Bosch, maar alle natrekkingen zouden vruchteloos blijken. In veel gevallen ging het om alleenreizende meisjes, die bijvoorbeeld een lift probeerden te krijgen. Soms meldde een meisje zich als ze zich in het signalement herkende. De politie liet duizenden opsporingsaffiches drukken, ook in het Frans en Duits; die laatste waren bestemd voor België, Frankrijk en Duitsland. Half december kwam er nog een veelbelovende tip binnen van de telefoniste van Loet C. Barnstijn's Filmstad, een filmstudio in Wassenaar. Een meisje had vanuit een Amsterdamse telefooncel opgebeld en gevraagd of er misschien plaats was "bij de film". Ze had haar naam genoemd, "Anna de Nigte" of iets wat daar op leek, en de telefoniste hoorde dat het noemen van die naam aan de andere kant aanleiding tot discussie gaf, namelijk dat het "stom" zou zijn geweest om die naam te noemen. Oproepen naar aanleiding hiervan leverden echter niets op. Vader De Nigtere huurde een privédetective in, maar die had ook geen succes. Het bracht de De Nigteres wel aan de bedelstaf. De moeder van Jopie de Nigtere kwijnde weg van verdriet. Jopie de Nigtere Het signalement van Jopie de Nigtere, zoals dat na haar vermissing in de kranten verscheen, luidde als volgt: "LANG 1.60 M., breed gebouwd, bol gezicht, blauwe oogen, ronde neustop, donkerblond golvend haar (van voren springend), boven linkeroog klein litteeken, behaard op beenen, gezonde gelaatskleur, gekleed in blauw gebreid mantelpak met dito muts, blauwe blouse, beige kousen, lage bruine schoenen, onderkleeding bestaande uit rose pantalon en rose corset gemerkt met waschnummer 546. Zij draagt een gouden armbandhorloge met gevlochten grijsleeren riempje en een dun gouden ringetje met diamantje. Zij had bij zich een klein blauw damestaschje inhoudende enkele onderwijsdiploma's, en een portemonnaie met ongeveer ƒ 2,50." Over de persoon Jopie de Nigtere werden uiteenlopende verklaringen afgelegd. Volgens haar ouders was zij een oplettend, punctueel en opgeruimd meisje. Ex-collega's noemden haar echter getroebleerd en licht ontvlambaar. Ze zou lesbisch zijn geweest en vruchteloze avances naar collega's gemaakt hebben. Sommigen brengen haar verdwijning in verband met het verbreken van de vriendschap door haar Bijenkorf-collega Regina Roodveldt. Zij werd als Joodse in 1943 in Sobibor vermoord. De mogelijkheid dat ze vrijwillig was verdwenen is overwogen, maar hoe zij zich schuil had kunnen houden, terwijl er op zo'n grote schaal in heel West-Europa naar haar werd gezocht, blijft dan moeilijk te verklaren. Latere ontwikkelingen De praktijken van de Arbeidsbeurs, die wel de personalia van de werkzoekenden natrok, maar dit naliet bij werkaanbieders, kwamen sterk onder vuur te liggen, tot in de Tweede Kamer aan toe, zeker toen bleek dat de R.K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen en Meisjes diezelfde vrijdagmorgen hetzelfde verzoek om sollicitanten had aangehouden voor nader onderzoek. Nog maanden later werden alle leegstaande percelen in een wijde omtrek doorzocht. Vele, vaak anonieme aanwijzingen van publiek en paragnosten werden gevolgd, tot in België, Duitsland, Frankrijk en Zuid-Amerika toe. In augustus 1940 werd in het Hollandsch Diep gedregd, bij een bepaalde pijler van de Moerdijkbrug. Het enige wat de duiker omhoog bracht was een katoenen of wollen draad, wellicht van een kledingstuk afkomstig. In november 1940 werd een 40-jarige Haagse smokkelaar, lid van de Amsterdamse onderwereld, aangehouden. Al eerder was hij in een anonieme brief aangewezen, omdat men hem met De Nigtere meende te hebben gezien op de boulevard van Scheveningen. Het "berucht heerschap" had nu geprobeerd een meisje in zijn auto naar Parijs mee te lokken, waarop zij zei: "Je wil mij meelokken, net als Johanna de Nigtere". De man zou geantwoord hebben: "Johanna de Nigtere is al lang dood, die wou niet." Ook dit spoor liep dood. Op 28 maart 1943 werden in een sloot in Naarden twee in verregaande staat van ontbinding verkerende lijken gevonden, in met stenen verzwaarde juten zakken. Het ene lijk was van een meisje van ca. 11 jaar, het andere van een meisje van 18 à 19 jaar. Er was in die periode vermoedelijk een seriemoordenaar in 't Gooi actief, die het op kinderen had gemunt. Diverse vermissingen en deze lijkvondsten werden dan ook hiermee in verband gebracht. Het meisje van 18 à 19 jaar droeg een ringetje met diamant dat sterk leek op dat van Jopie de Nigtere. Uit de gebitsgegevens zou echter blijken dat zij het niet was. Toch wordt de vermissing van De Nigtere nog jaren later in verband gebracht met deze ongeïdentificeerde "Gooische kindermoordenaar". Nog in 1952, dertien jaar later, stelde de politie een onderzoek in naar het gerucht dat het meisje zou zijn ingemetseld in een kelder in een huis aan de Herengracht. Johanna de Nigtere werd in 1953 officieel doodverklaard. De zaak stond anno 2018 als cold case nog steeds in de belangstelling van de politie. Criminaliteit in Nederland Onopgehelderde verdwijning
Verdwijning Johanna Elisabeth de Nigtere, geboren te Amsterdam op 5 december 1920, was het enig kind van winkelier Bernard de Nigtere (1890-1985) en diens vrouw Henriëtte Wilhelmina Lobbes (1891-1986). Zij waren gedrieën woonachtig op de Bilderdijkstraat 189-hs. Jopie had een baan als verkoopster bij warenhuis De Bijenkorf gehad, maar was in de herfst van 1939 ziek geworden en besloot toen een kantoorbaan te zoeken. Hiertoe had zij zich ingeschreven bij de Gemeente-Arbeidsbeurs, het arbeidsbemiddelingsbureau van de gemeente Amsterdam. Op zaterdagochtend 18 november 1939 kreeg Jopie de Nigtere een oproep van de arbeidsbeurs in de bus, waarin stond dat ze 's middags om half vijf verwacht werd voor een sollicitatiegesprek bij confectie-atelier De Vries op Singel 23, alwaar om een kantoormeisje werd gevraagd.
1
uitzendbureau, arbeidsbemiddeling, werkgelegenheid
9,899
TechArticle
2778346
https://nl.wikipedia.org/wiki/Windows%20To%20Go
Windows To Go
Windows To Go is een functie in Windows 8 en Windows 10 die ervoor zorgt dat het besturingssysteem kan worden opgestart en uitgevoerd vanaf een USB-massaopslagapparaat zoals USB-sticks en externe harde schijven. Windows To Go is bedoeld om bedrijfsadministrators te voorzien van een Windows 8 of Windows 10 op hun eigen computer thuis die gelijkt op hun computer op het werk. Met Windows To Go richt Microsoft zich dus vooral op bedrijven. Windows To Go werd niet ondersteund door de alfa- en bètaversies van Windows 8. Toch deelde Microsoft op de Build Conferentie in september 2011 Windows To Go USB-sticks uit. Geschiedenis Volgens ZDNet was de laatste keer dat Windows een gelijkaardige functie toevoegde aan hun besturingssysteem bij Windows 3.11. Alhoewel Windows Embedded Standard 7 ook een functie bevatte waarbij je kon opstarten vanaf een USB-stick. Na het lekken van Windows 8 build 7850 in april 2011, merkten sommige gebruikers op dat deze build een programma bevatte nl. "Portable Workspace Creator", het programma is bedoeld om opstartbare Windows 8 USB-sticks te maken, de zogenaamde Live USB's. In september 2011 maakte Microsoft Windows To Go officieel bekend op de Build Conference, en verdeelde opstartbare USB sticks van 32GB met Windows To Go voorgeïnstalleerd. Licentievoorwaarden werden niet besproken toen Windows To Go werd voorgesteld. Veiligheidsmaatregelen Als een veiligheidsmaatregel om gegevensverlies te voorkomen ‘bevriest’ Windows het gehele systeem als de USB stick wordt verwijderd. Het systeem werkt verder als de USB stick binnen de 60 seconden terug ingeplugd wordt. Als de USB stick niet binnen de 60 seconden wordt aangesloten, dan wordt deze afgesloten om te voorkomen dat mogelijke vertrouwelijke of gevoelige informatie wordt weergegeven op het scherm of opgeslagen in het RAM geheugen. Ook is het mogelijk om het Windows To Go station of USB stick te beveiligen met BitLocker. Technische details Volgens Microsoft is een Windows To Go station bruikbaar wanneer het gemaakt is met de Windows Imaging Format: ImageX. Windows To Go werkt op USB 2.0 en op USB 3.0 verbindingen en op legacy BIOS en UEFI firmware. De eerste keer dat Windows To Go opstart op een computer, installeert het de drivers die nodig zijn om te kunnen werken met de hardware van de computer. Heropstarten is hierbij niet nodig en Windows 8 wordt vervolgens opgestart. Windows To Go ondersteunt enkel live USB met een opslagcapaciteit van 32GB. Reacties Simon Bisson, schrijver van ZDNet noemt Windows To Go “Een van de meest interessante functies in Windows 8, zelfs wanneer we een USB 2.0 poort gebruikten was de prestatie goed zonder waarneembare vertraging. ”men noemt het “een zeer handige manier om Windows 8 te gebruiken”. Anand Lal Shimpi van Anandtech merkt op "Alhoewel het niet de oplossing is met de beste prestatie is Windows To Go een interessante oplossing voor een goed toegankelijkheid voor nieuwe hardware bij bedrijfsclienten”. Zie ook Live USB, USB waarvan een besturingssysteem kan worden opgestart. Live-cd, voorganger van live-USB Windows 8, besturingssysteem waar Windows To Go in aanwezig is Externe links Windows uitvoeren vanaf een externe USB stick Windows Developer Preview handleiding pagina 36 To Go
Externe links Windows uitvoeren vanaf een externe USB stick Windows Developer Preview handleiding pagina 36
1
technisch artikel, handleiding, probleemoplossing
4,738
FinancialService
1247161
https://nl.wikipedia.org/wiki/Holland%20Financial%20Centre
Holland Financial Centre
Het Holland Financial Centre (HFC) is een Nederlandse stichting gericht op de financiële sector. Het centrum bestaat vanaf 2007 is een initiatief van 48 verschillende partijen uit de financiële sector, uit de overheid, en van de toezichthouders Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank, die als doel hebben het ontwikkelen van initiatieven die bijdragen aan het in stand houden van een sterke, open en internationaal concurrerende financiële sector in Nederland. Momenteel heeft HFCPlaza een kleine 30 ondernemers. IMQubator fonds Met geld van onder meer APG (ABP) werd door een lid van de HFC werkgroep Actief Vermogensbeheer in Januari 2009 een "seeding/accelerator" fonds opgericht, dat investeert in startende asset managers. Het fonds, IMQubator genaamd, had een initiële omvang van € 250 miljoen. De bedoeling is dat elk beleggingsbedrijf waarin IMQubator fonds investeerde, na drie tot vijf jaar volledig op eigen benen kan komen te staan. Naast geld krijgen starters via de IMQubator ook de beschikking over bedrijfsmatig, fiscaal en juridisch advies, en ondersteuning bij de inrichting van de administratie en het risicomanagement. HFC Plaza Op 8 maart 2010 openden Minister Maria van der Hoeven (EZ) en Burgemeester Cohen het nieuwe ondernemerscentrum van HFC. HFC Plaza is gevestigd in Amsterdam, op de Zuidas, op de bovenste verdiepingen van het Symphony gebouw. De stichting HFC werkt slechts op de achtergrond Na de nationalisering van SNS Reaal op 1 februari 2013 gaven minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem en financiële woordvoerders in de Tweede Kamer aan dat ze de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven in het HFC niet langer wenselijk achtten. De reden hiervoor was de vermenging van rollen en verantwoordelijkheden die optrad in het orgaan, dat was samengesteld uit de financiële sector, de overheid, en de toezichthouders AFM en DNB. De toezichthouders zouden hierdoor te weinig afstand hebben van de financiële sector en daardoor belemmerd kunnen worden in hun toezichthoudende rol. Door deze kritiek viel een belangrijke pijler onder het platform weg en was er geen draagvlak meer voor de publiek-private samenwerking. Begin februari 2013 maakte de stichting bekend dat het stopt in de toenmalige vorm. De stichting HFC wordt nog steeds geleid door een twintigtal bestuurders uit verschillende takken van de financiële wereld. Echter het bestuur heeft per 1 januari 2014 de financiële projecten en activiteiten onder haar beheer afgesloten. Doorstart In 2015 werd een doorstart gemaakt en zijn er ruim 25 ondernemers gevestigd in HFC Plaza aan de Zuidas. Momenteel is de voorzitter van de stichting Jan Nooitgedagt. Het management van het bedrijvencentrum is in handen van Candenza B.V.. Externe links Website van het Holland Financial Centre (via archive.is) website met onder andere archief oude webstite Holland Financial Centre IMQubator Nederlandse stichting Economie van Nederland
Het Holland Financial Centre (HFC) is een Nederlandse stichting gericht op de financiële sector. Het centrum bestaat vanaf 2007 is een initiatief van 48 verschillende partijen uit de financiële sector, uit de overheid, en van de toezichthouders Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank, die als doel hebben het ontwikkelen van initiatieven die bijdragen aan het in stand houden van een sterke, open en internationaal concurrerende financiële sector in Nederland. Momenteel heeft HFCPlaza een kleine 30 ondernemers.
3
financiële dienstverlening, financiële sector, financiële instellingen
7,344
ReviewAction
5584666
https://nl.wikipedia.org/wiki/Red%20Notice
Red Notice
Red Notice is een Amerikaanse komische actiefilm uit 2021, geschreven en geregisseerd door Rawson Marshall Thurber. De hoofdrollen worden vertolkt door Dwayne Johnson, Ryan Reynolds en Gal Gadot. De film markeert de derde samenwerking tussen Thurber en Johnson na Central Intelligence (2016) en Skyscraper (2018). Verhaal Meer dan tweeduizend jaar geleden gaf de oude Romeinse commandant Marcus Antonius, Cleopatra VII drie edelsteeneieren als huwelijksgeschenk als teken van loyaliteit. Deze eieren verdwenen geleidelijk totdat ze in 1907 bij archeologische opgravingen werden herontdekt. Hoewel er twee eieren werden gevonden, is de verblijfplaats van de laatste niet bekend. In 2021 onderzochten rechercheur John Hartley, de topcrimineel profiler van de FBI en Urvashi Das van Interpol een ei in het nationaal museum Engelenburcht in Rome, maar het ei werd overgedragen en besteld door Das. Het museum werd gesloten, maar de internationale kunstdief Nolan Booth wist te ontsnappen onder Hartley's jacht. Twee dagen later keerde Booth met de paaseieren terug naar zijn huis op Bali, maar Hartley en Das, evenals een commandoteam van Interpol, stonden hier al vroeg te wachten. Ze arresteerden Booth en namen de paaseieren in hechtenis. Maar onverwacht deed Sarah Black, alias "Bishop" zich voor als een commando en verpakte in het geheim de eieren en nam de authentieke mee. De volgende dag benaderde Das, Hartley in de veronderstelling dat hij werd verdacht van de diefstal van het echte ei. Als gevolg hiervan zette ze Hartley op in een afgelegen Russische gevangenis die hij deelt met Booth. Black kwam naar de gevangenis en stelde Booth voor om samen naar het derde paasei te zoeken en vertelde Hartley dat Booth had gelogen en wist waar het was. Nadat Booth weigerde, stelde Hartley, Booth voor om samen te werken om Black te verslaan en wees erop dat als hij Black zou kunnen arresteren, Booth dan 's werelds nummer één kunstdief zou kunnen worden. Na een worsteling ontsnapten de twee met succes uit de gevangenis en gingen naar Valencia, van plan om het tweede ei te stelen op een verkleedfeestje. Het ei wordt vastgehouden door de beruchte wapenhandelaar Sotto Voce. Ook daar kwamen ze zwart met hetzelfde doel tegen. Toen de drie bij de kluis van Voce aankwamen, vocht Black met de twee en bond ze uiteindelijk samen. Bij aankomst onthulde Voce dat hij samenwerkte met Black en Hartley en Booth gevangen zette. Voce en Black martelden Hartley, in de overtuiging dat Booth de verblijfplaats van het derde ei had gelekt; Booth onthulde uiteindelijk dat het ei in Egypte was, waardoor Black, Voce verraadde en alleen vertrok. Booth zei dat het derde ei eigenlijk in Argentinië lag en dat hij het kende van het geliefde horloge van zijn vader; het horloge was ooit van Adolf Hitlers privé-kunstconservator Rudolph Zeich. Hij verborg al zijn schatten in Argentinië. Hartley en Booth gingen de jungle van Argentinië binnen en vonden het derde paasei uit een mysterieuze ondergrondse schatkamer. Blake kwam en richtte een pistool op de twee mannen, met de bedoeling om de eieren weg te nemen, maar werd onderbroken door Das en een Argentijnse politieagent. Hartley, Booth en Black reden een verlaten kopermijn binnen, terwijl Das en anderen hen achtervolgden in gepantserde voertuigen. Uiteindelijk verlaten ze de top van een waterval die ze overspringen en landen in een meer op de bodem. Booth zwemt naar de kust met het ei, maar ontdekt dat Hartley en Black eigenlijk romantische en professionele partners zijn, beide onder de alias "Bishop". Booth geeft het ei af en ze laten hem geboeid achter aan een boom in het regenwoud. In Caïro overhandigden Hartley en Black drie gekleurde eieren aan een Egyptische miljardairkoper, die de schat aan de bruiloft van zijn dochter schonk (reproductie van het geschenk van Marcus Antonius aan Cleopatra); maar de bruid geeft duidelijk de voorkeur aan de bruiloftszanger Ed Sheeran. Das deed toen een inval op de bruiloft, arresteerde de aanwezige rijke familie en nam de gekleurde eieren in beslag. Hartley en Black ontmoetten Booth opnieuw op het jacht. Booth vertelde hen dat Das hun rekeningen op de Kaaimaneilanden had bevroren, waaronder 300 miljoen dollar aan vergoedingen van Egyptische rijke mannen en dat Hartley en Black niets hadden. Booth profiteerde van hun berooide benarde situatie om een nieuwe samenwerking voor overvallen voor te stellen, Hartley en Blake kwamen overeen om met Booth naar de volgende doel-locatie te gaan: het Louvre in Parijs. Tegelijkertijd vaardigde Das een red notices uit tegen Hartley, Booth en Black. Rolverdeling |- | Dwayne Johnson || John Hartley |- | Ryan Reynolds || Nolan Booth |- | Gal Gadot || Sarah Black / Bishop |- | Chris Diamantopoulos || Sotto Voce |- | Ritu Arya || Urvashi Das |} Productie De opnames begonnen op 3 januari 2020 in Atlanta, maar werden kort daarna opgeschort vanwege de COVID-19-pandemie. De opnames werden hervat in september 2020. De productie in Atlanta werd op 14 november voltooid, voordat hij naar Rome en Sardinië, Italië verhuisde voor een week opname. De opnames in Italië werden op 18 november afgerond. Het budget van de film was ongeveer $ 200 miljoen, waarmee het tot nu toe het duurste project op het Netflix-platform was. Release De film ging in première op 3 november 2021 in Los Angeles. Oorspronkelijk was de film gepland voor release door Universal Pictures, maar werd overgenomen door Netflix voor distributie. De film begon met een beperkte Amerikaanse bioscooprelease op 5 november 2021 voordat het op 12 november 2021 digitaal op het platform werd gestreamd. Ontvangst De film ontving over het algemeen ongunstige recensies van critici. Op Rotten Tomatoes heeft Red Notice een waarde van 35% en een gemiddelde score van 4,70/10, gebaseerd op 151 recensies. Op Metacritic heeft de film een gemiddelde score van 37/100, gebaseerd op 38 recensies. Externe links Film uit 2021 Amerikaanse film Actiefilm Komische film Misdaadfilm Film van Netflix
Ontvangst De film ontving over het algemeen ongunstige recensies van critici. Op Rotten Tomatoes heeft Red Notice een waarde van 35% en een gemiddelde score van 4,70/10, gebaseerd op 151 recensies. Op Metacritic heeft de film een gemiddelde score van 37/100, gebaseerd op 38 recensies.
3
recensie, beoordeling, review
10,636
AutoDealer
3966065
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20City
De City
De Stadsverkeersdienst Eindhoven (volledig N.V. Stadsverkeersdienst Eindhoven), later bekend als Autobedrijf "De City" (volledig N.V. Autobedrijf "De City" en kortweg "De City"), was een vervoerbedrijf dat van 1928 tot 1971 de stadsbusdienst van Eindhoven verzorgde. Geschiedenis Ontstaan Het bedrijf werd in 1928 opgericht door H.J.P. Boon en F.C. Bazelmans. Zij begonnen hun lijndiensten met zeven gehuurde Brockway-bussen op zes stadslijnen. Al snel bleek dat de zeven bussen te krap in aantal was voor de bediening van de zes stadslijnen en hierdoor werden er twee Opel-stadsbussen bijbesteld. In de loop der jaren werd steeds meer eigen materieel besteld en in 1932 waren zestien bussen aanwezig voor de bediening van de stadsdienst. In 1938 bleef de dienst groeien, ondanks de crisis van de jaren 30. "De City" De gemeentelijke vergunning van het bedrijf liep af op 31 december 1938, maar werd voor vijf jaar verlengd, onder voorwaarden dat nog maar één persoon de leiding zou hebben over het bedrijf en dat er een naamswijziging kwam. H.J.P. Boon werd hierbij de enige directeur van het bedrijf en de naam werd gewijzigd in N.V. Autobedrijf "De City" of kortweg "De City". Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg De City problemen bij het exploiteren van de vervoersdienst. Na de oorlog werden de diensten in juli 1945 bescheiden hervat met zwaar beschadigde bussen en gevorderd materieel. Pas na drie à vier jaar kon het bedrijf het voorloorlogse aanbod van diensten terugbrengen. In de jaren 1950 werd het wagenpark van De City gemoderniseerd met Magirus bussen met een gekoelde Deutz dieselmotoren. De keuze voor deze bussen lag voor de hand omdat het bedrijf ook dealer was van het Duitse merk. Hoewel in de stad Eindhoven de DAF-fabriek gevestigd was, duurde het tot 1963 voordat de eerste twee bussen met DAF-componenten in dienst kwamen. Overname In de jaren 1960 waren er aanbiedingen van het streekvervoerbedrijf Zuidooster, een dochteronderneming van de Nederlandse Spoorwegen om de stadsdienst over te nemen. Deze gesprekken waren geen succes omdat het bedrijf de diensten niet wilde verkopen. Het bedrijf leed namelijk geen verliezen. In 1969 overleed echter een van de oprichters, H. Boon. Het bedrijf werd hierdoor kort gerund door de gemeente. In 1971 werden de gesprekken met Zuidooster herstart en in 1972 werd het bedrijf gerund door de gemeente en de streekvervoerders Zuidooster, BBA en EMA. Deze richtten de naamloze vennootschap Openbaar Vervoer Eindhoven (OVE) op. Vanaf januari 1972 verzorgde Zuidooster voorlopig de stadsdienst van Eindhoven, dit omdat de vervoerders nog aan het onderhandelen waren wie welke lijnen zou gaan rijden. Brand Door een brand op 8 mei 1972 in de garage van het voormalige bedrijf "De City" brandden 31 van de 51 bussen uit en sneuvelde ook een Zuidooster-bus. Zuidooster plaatste toen een spoedbestelling van twintig stadsbussen bij Den Oudsten, die twee maanden later al geleverd werden. Door deze brand ging een groot deel van het materieel uit de jaren 1950 en 1960 verloren. Voormalig Nederlands busbedrijf Verkeer en vervoer in Eindhoven
De Stadsverkeersdienst Eindhoven (volledig N.V. Stadsverkeersdienst Eindhoven), later bekend als Autobedrijf "De City" (volledig N.V. Autobedrijf "De City" en kortweg "De City"), was een vervoerbedrijf dat van 1928 tot 1971 de stadsbusdienst van Eindhoven verzorgde.
2
autodealer, autobedrijf, autohandelaar
7,977
Sculpture
5121419
https://nl.wikipedia.org/wiki/Belle%20%28standbeeld%29
Belle (standbeeld)
Belle is een sculptuur uit 2007 op het Oudekerksplein in Amsterdam, gemaakt door de Nederlandse beeldhouwer Els Rijerse in opdracht van het Prostitutie Informatie Centrum (PIC). Het bronzen beeld is een eerbetoon aan sekswerkers wereldwijd. Initiatiefneemster was ex-prostituee Mariska Majoor. Belle is Frans voor "mooie". De sculptuur toont een vrouw in een deurpost bovenaan een trapje. Ze draagt opgestoken haar en hoge hakken. De vrouw staat met haar handen in de zij met haar hoofd omhoog stoer en tegelijk uitdagend te kijken. Op de plaquette staat: Respect sex workers all over the world. Na een moord in Amsterdam op een Hongaarse prostituee in februari 2009 werd een herdenking bij het beeld gehouden. Op 17 december, de Internationale Dag tegen Geweld tegen Sekswerkers, worden er jaarlijks bloemen gelegd. Het beeld is op het voetstuk ondertekend. Het zou het eerste standbeeld ter wereld zijn voor een prostituee. Kritiek In 2019 zorgde de Britse kunstenaar en activist Jimini Hignett voor enige ophef rondom het beeld. Als onderdeel van een tentoonstelling in het Amsterdam Museum wilde zij een houten versie van het beeld toevoegen gecombineerd met een video van mensen die in het houten beeld hun naam kerven. Naar de mening van Hignett toont Belle een geromantiseerd beeld van sekswerkers die gelukkig en onafhankelijk zouden zijn, terwijl ze in haar ogen worden geconfronteerd met veel geweld. Het PIC was echter van mening dat het gebruik van het houten beeld en de uitnodiging om hierin te 'krassen' juist zou kunnen leiden tot meer geweld tegen sekswerkers. Naar aanleiding van de kritiek besloot Hignett haar houten beeld en de video-installatie terug te trekken uit de tentoonstelling. Beeld in Amsterdam-Centrum Prostitutie in Nederland
Belle is een sculptuur uit 2007 op het Oudekerksplein in Amsterdam, gemaakt door de Nederlandse beeldhouwer Els Rijerse in opdracht van het Prostitutie Informatie Centrum (PIC). Het bronzen beeld is een eerbetoon aan sekswerkers wereldwijd. Initiatiefneemster was ex-prostituee Mariska Majoor. Belle is Frans voor "mooie".
1
beeldhouwwerk, sculptuur, beeldkunst
10,219
GovernmentOrganization
1392654
https://nl.wikipedia.org/wiki/Planbureau%20voor%20de%20Leefomgeving
Planbureau voor de Leefomgeving
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is een Nederlandse overheidsinstantie voor het maken van strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL ressorteert onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maar verricht onderzoek voor meerdere departementen en andere binnen- en buitenlandse organisaties. Het Planbureau ontstond in mei 2008 door het samenvoegen van het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). Het PBL is het derde planbureau van de Rijksoverheid, naast het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het bureau is gevestigd in Den Haag. De directeur van het PBL is tevens adviserend lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Kerntaken Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering voorop staat. Het PBL is beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en wetenschappelijk gefundeerd. De term leefomgeving wordt breed geïnterpreteerd; er wordt niet slechts de dagelijkse en lokale leefomgeving mee bedoeld. Kerntaken van het PBL zijn: Het in beeld brengen van de actuele kwaliteit van milieu, natuur en ruimte en het evalueren van het gevoerde beleid. Het verkennen van de toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de kwaliteit van milieu, natuur en ruimte, en het evalueren van mogelijke beleidsopties. Het signaleren en agenderen van maatschappelijke vraagstukken die van belang zijn voor milieu, natuur en ruimte. Het identificeren van mogelijke strategische opties voor het bereiken van overheidsdoelen op het gebied van milieu en natuur en ruimte. Producten Een belangrijke, wettelijke taak van het PBL is het periodiek uitbrengen van toekomstverkenningen op het gebied van ruimte, milieu en natuur, zoals de tweejaarlijkse Balans van de Leefomgeving en de Natuur- en Ruimtelijke Verkenningen en de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning zoals voorgeschreven in de Klimaatwet. Daarnaast brengt het PBL gevraagd en ongevraagd beleidsanalyses en -evaluaties uit. Organisatie Het PBL is een inhoudelijk onafhankelijk onderzoeksinstituut op het gebied van milieu, natuur en ruimte, dat organisatorisch onderdeel is van de Rijksoverheid, namelijk het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Naast dit ministerie kunnen ook andere departementen - met name de ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Buitenlandse Zaken - het planbureau verzoeken onderzoek te verrichten naar vraagstukken op het gebied van milieu, natuur en ruimte. De organisatie is opgedeeld in twee stafbureaus en zes inhoudelijke sectoren. Bij het PBL werkten in 2022 257 fte (vast plus tijdelijk). Meer dan tachtig procent van de medewerkers heeft een academische achtergrond. Dit zijn onder meer biologen, economen, natuurkundigen, planologen, wiskundigen, sociologen, sociaal geografen, bestuurskundigen en landbouwingenieurs. De organisatie is gehuisvest in een pand aan de Bezuidenhoutseweg te Den Haag, waarin ook het Centraal Planbureau, het Sociaal en Cultureel Planbureau, de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur hun kantoor hebben. Tot 2008 was Dineke Mulock er interim-directeur. Zij werd in dat jaar opgevolgd door directeur Maarten Hajer, die in 2015 weer werd opgevolgd door directeur Hans Mommaas. Op 7 oktober 2022 werd bekend dat de Ministerraad Marko Hekkert per 1 januari 2023 heeft benoemd als directeur van het PBL. Hekkert zal daarmee Mommaas opvolgen, wiens benoemingstermijn van zeven jaar er per 1 november 2022 op zit. Kritiek In 2019 klaagde de koepel van woningcorporaties, Aedes dat het Planbureau voor de Leefomgeving de kosten voor vergroening van woningen te laag heeft ingeschat. Volgens Aedes zijn de vergroeningskosten zo’n 40 tot 50 procent hoger dan in de doorrekening van het PBL. Het Algemeen Dagblad berichtte in 2020 dat het PBL heeft erkend dat het niet alle kostenposten meegenomen zijn in de doorrekening. In 2021 kreeg het PBL kritiek vanwege het gebruik van de term ‘nationale kosten’. Met dit begrip wordt gekeken naar de uiteindelijke kosten voor de maatschappij als geheel. De uiteindelijke belastingdruk voor de burger als gevolg van de beoogde vergroening blijft zo onduidelijk. Op 24 oktober 2021 keek het FD terug op de voorspellingen over 2021. "In de KEV van vorig jaar rekende het PBL bijvoorbeeld nog met een prijs van aardgas in 2021 van €12,65, terwijl de prijs nu op €90 ligt. Steenkool? €54,06 in plaats van de huidige prijs van €169. Voor CO₂ rekende PBL met €20 voor 2021. De prijs staat nu op €59. En de elektriciteitsprijs staat nu tien keer zo hoog als de raming van PBL." Vooral de totaal verkeerd ingeschatte gasprijs zorgt voor veel economische schade. Externe links Website Planbureau voor de Leefomgeving Website Compendium voor de Leefomgeving Nederlandse overheidsinstantie Adviesorgaan Milieu Planologie
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is een Nederlandse overheidsinstantie voor het maken van strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL ressorteert onder het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maar verricht onderzoek voor meerdere departementen en andere binnen- en buitenlandse organisaties. Het Planbureau ontstond in mei 2008 door het samenvoegen van het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). Het PBL is het derde planbureau van de Rijksoverheid, naast het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het bureau is gevestigd in Den Haag.
1
overheidsorganisatie, overheidsinstantie, overheidsagentschap
11,577
MusicVenue
5652919
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hervormde%20kerk%20%28Geersdijk%29
Hervormde kerk (Geersdijk)
De Hervormde kerk is een voormalig kerkgebouw in de Noord-Bevelandse plaats Geersdijk, gelegen aan Geersdijkseweg 2. Het huidige gebouw werd gebouwd in 1960 ter vervanging van een eerder gebouw uit 1927. In 1987 werd de kerk buiten gebruik gesteld, maar is tussen 1989 en 1999 nog gebruikt door de evangelische stichting Nieuw Leven Ministries. Na 2003 is de kerk omgebouwd tot woonruimte. Geschiedenis Aanvankelijk kerkten de hervormden van Geersdijk in het nabijgelegen Wissenkerke, maar met name bij de mensen die slecht ter been waren, ontstond de behoefte voor een eigen kerkgebouw in Geersdijk. Daarom werd in 1927 een eenvoudig zaalkerkje met 130 zitplaatsen in gebruik genomen aan de Geersdijkseweg als afdeling onder de hervormde kerk van Wissenkerke. Hierdoor kreeg de gemeente geen eigen predikant, maar in 1940 werd L. Kraak als voorganger aangesteld die, met uitzondering van de sacramentsbediening, het ambtswerk in Geersdijk op zich nam. Tijdens de watersnood van 1953 kwam Geersdijk ook onder water te staan, waardoor veel gebouwen werden aangetast door het zoute water. De hervormde kerkvoogdij vond de schade echter relatief meevallen, en meldde zich niet bij de Stichting Nationaal Rampenfonds. Echter, nadat de plaatselijke gereformeerde kerk besloot tot nieuwbouw tegenover de hervormde kerk, gefinancierd door het Nationaal Rampenfonds, ontstond bij de hervormden ook de behoefte voor nieuwbouw. Zeker toen de toenmalige burgemeester na het leggen van de eerste steen van de nieuwe gereformeerde kerk in november 1958 op de slechte staat van het hervormde kerkgebouw wees. Nu werd toch contact gelegd met het fonds en de architect van de gereformeerde kerk, ir. P. 't Hooft, werd opdracht gegeven om de mogelijkheden tot opknappen te onderzoeken. Na een inspectie schatte hij de kosten voor restauratie rond de 50.000 gulden en volledige nieuwbouw tussen de 40.000 en 56.000 gulden. Omdat nieuwbouw mogelijk niet alleen goedkoper, maar ook duurzamer zou zijn, werd voor dit laatste besloten. Op 3 januari 1960 vond de laatste dienst plaats, waarna de sloop werd aangevangen. In februari werd begonnen met de nieuwbouw, door aannemer R. Slotema. In september was de bouw van het exterieur voltooid, maar vonden er in het gebouw nog werkzaamheden plaats. Op 18 januari 1961 werd het gebouw officieel overgedragen door het Rampenfonds en in gebruik genomen door ds. W. Koole. Herbestemming In het midden van de jaren 1980 gingen de hervormden Samen op Weg met de gereformeerden, waardoor het hervormde kerkgebouw overbodig en in 1987 gesloten werd. Een voorstel om het gebouw te herbestemmen als jeugdsoos en gymnastiekruimte werd door de gemeenteraad van Wissenkerke verworpen. Na twee jaar leegstand werd het gebouw in 1989 verkocht aan de regionale evangelische gemeente 'Nieuw Leven Ministries'. Deze gemeente was daar in 1987 ontstaan en door groeiende belangstelling werden vanaf maart 1997 ook diensten gehouden in Middelburg. Vanaf begin 1999 werden daar alle diensten gehouden, waardoor de kerk in Geersdijk weer leeg kwam te staan. In 2002 werd het gebouw verhuurd aan pianiste Martine Davidian die het gebouw gebruikte als concertzaal en openstelde voor muzikale activiteiten. In deze periode stond het bekend als het 'Haydn Huis'. Per januari 2004 werd dit huurcontract gestopt en het gebouw verkocht om omgebouwd te worden tot woonhuis. Het gebouw Het gebouw betrof een eenvoudige zaalkerk onder zadeldak met een portaal in de zijgevel. Links van het portaal lag een aanbouw met kapstokken, toilletten en een consistorie. Rechts lag de kerkzaal. Boven het portaal stond een betonnen kruis. De vloer in de kerkzaal was vervaardig van donker congolees wengé hout. In de kerk bevond zich sinds 1968 een koororgel, gebouwd door Van Vulpen uit Utrecht. Deze werd in 1987 overgeplaatst naar het Prins Mauritscollege in Middelharnis. Kerkgebouw in Noord-Beveland Voormalig kerkgebouw in Zeeland Protestants kerkgebouw in Nederland
In 2002 werd het gebouw verhuurd aan pianiste Martine Davidian die het gebouw gebruikte als concertzaal en openstelde voor muzikale activiteiten. In deze periode stond het bekend als het 'Haydn Huis'. Per januari 2004 werd dit huurcontract gestopt en het gebouw verkocht om omgebouwd te worden tot woonhuis.
1
muziekpodium, concertzaal, muziekcentrum
11,745
Store
1201361
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paardenslager
Paardenslager
Een paardenslager is een ambachtelijke slager die alleen vlees of vleesproducten van paarden verkoopt. Vooral in vroeger jaren was deze slager populair omdat hun paardenvlees en worstproducten goedkoper waren dan de vleessoorten bij de andere slagers. Paardenslagers vond men bijna in iedere grote stad. Het is een oud beroep. Vele bedrijven gingen over van vader op zoon. Heden ten dage bestaan er in Nederland nog slechts weinig gespecialiseerde paardenslagers. Zij kopen hun paarden op de markt, bijvoorbeeld de wekelijkse veemarkt in Utrecht. De paarden worden daarna in toegelaten slachterijen geslacht. De onbewerkte delen worden in een ruimte achter de winkel van de paardenslager uitgebeend en verwerkt tot producten voor de consument. Er bestaan fervente tegenstanders van paardenvlees en gepassioneerde liefhebbers ervan. Volgens een van de laatst overgebleven paardenslagers in de provincie Utrecht is het vlees van veulens en van jonge paarden (enters en twenters) het meest malse vlees. Vlees van oudere paarden is iets minder mals maar toch meer populair in België omdat het een intensere smaak heeft. Bijzondere waardering hebben de slager en zijn afnemers voor het vlees van veulens van koudbloedrassen zoals Belgische trekpaarden. Volgens dezelfde bron is het overgrote deel van het paardenvlees dat tegenwoordig in de vleesverwerkende industrie gebruikt wordt afkomstig van import uit het buitenland. Paarden die bij de slager terechtkomen zijn enerzijds jonge dieren die afgekeurd zijn voor de fokkerij en anderzijds oudere paarden die om een of andere reden overbodig of onbruikbaar werden voor de paardensport of voor ander werk. Vroeger bestond er een strengere scheiding dan tegenwoordig tussen slachterijen voor paarden en slachterijen voor andere dieren, zoals runderen en varkens. Specialiteiten Paardenvlees Gentse paardenlookworst Lokerse paardenworst Rookvlees Zie ook Grote Vleeshuis Kleine Vleeshal Beroep Paard Slachterij
Heden ten dage bestaan er in Nederland nog slechts weinig gespecialiseerde paardenslagers. Zij kopen hun paarden op de markt, bijvoorbeeld de wekelijkse veemarkt in Utrecht. De paarden worden daarna in toegelaten slachterijen geslacht. De onbewerkte delen worden in een ruimte achter de winkel van de paardenslager uitgebeend en verwerkt tot producten voor de consument. Er bestaan fervente tegenstanders van paardenvlees en gepassioneerde liefhebbers ervan.
1
winkel, detailhandel, zaak
11,897
BorrowAction
1921305
https://nl.wikipedia.org/wiki/Openbare%20Bibliotheek%20Brugge
Openbare Bibliotheek Brugge
De Openbare Bibliotheek Brugge, gevestigd in cultuurcentrum Biekorf, is een openbare instelling in Brugge. 1796: ontstaan met William Frederic Edwards De stichting van de stadsbibliotheek gebeurde in het jaar 1796, kort nadat de Belgische provincies bij Frankrijk waren ingelijfd. In 1794 had het Frans bestuur de oprichting bevolen van een openbare bibliotheek in ieder departementshoofdplaats, die zou werken binnen de op te richten 'École Centrale', ook in Brugge. Deze school werd ondergebracht in de ruime lokalen van de afgeschafte Duinenabdij. Omwille van allerhande problemen opende ze trouwens pas in januari 1798. De bibliotheek die verplicht bij een École centrale hoorde, moest volgens de wetgeving de nodige lectuur bezorgen niet alleen voor de leraars en leerlingen van de school, maar ook voor het bredere publiek van de stad en omgeving. De twintigjarige Engelsman William Frederic Edwards werd als eerste bibliothecaris op 21 december 1797 officieel aangesteld. Een jaar later opende de bibliotheek haar deuren. Voor het fonds van deze bibliotheek had men keuze te over, gelet op de afschaffing van de kloosters en de inbeslagneming van hun boekenbezit. In een van Edwards' verslagen staat vermeld dat de bibliotheek kort na de stichting 42.000 boeken bezat. Na korte tijd was dit geklommen tot 77.000 werken, maar na een meedogenloze schifting bleven slechts 6.000 boeken bewaard. Later werd dit aangevuld door aankopen van nieuwe boeken en ook door zendingen vanuit Parijs, waarbij de Parijse bibliothecaris Joseph-Basile Van Praet er over waakte dat de bibliotheek in zijn geboortestad goed werd bediend. Edwards stelde, met de hulp van een paar medewerkers, onder wie Pierre Clemens, een handgeschreven catalogus op, die vanaf 1804 beschikbaar was. Zodoende is het oorspronkelijke bezit van de bibliotheek goed bekend. Prefect Justin de Viry gaf in 1804 een ruime beschrijving van de inhoud van de bibliotheek in de Mémoire statistique du département de la Lys. In 1803 verving het Lycée (een nieuwigheid bevolen door Bonaparte) de École Centrale, althans op papier, want het duurde nog tot 1808 alvorens het Lycée, bestuurd door de stad Brugge, haar deuren opende. Ondertussen werkte de École Centrale gewoon door en Edwards bleef er les geven. De bibliotheek deed al onmiddellijk de overstap naar de stad, zonder echter dat de bibliothecaris hierin volgde. Resultaat was dat ze van 1804 tot in 1808 gesloten bleef. Dat jaar vertrok Edwards naar Parijs, waar hij aan een succesrijke wetenschappelijke carrière begon. 1808-1838 onder bibliothecaris Pierre-Jacques Scourion Was de bibliotheek aanvankelijk opgericht door het departement en in de schoot van het nieuw opgerichte middelbaar onderwijs, vanaf 1808 werd het anders en kon men voortaan van een door het stadsbestuur geleide bibliotheek spreken. Dit was eigenlijk al zo vanaf 1804, ingevolge een consulair decreet, maar het duurde nog even voor de stad zich daar wel om bekommerde. Pas na het vertrek van Edwards werd een bibliothecaris vanwege de stad aangesteld. Het ging om Pierre-Jacques Scourion (Boulogne-sur-Mer 18 juni 1767 - Brugge 4 september 1838), die ook al stadssecretaris was en beide functies voortaan en tot aan zijn dood zou bekleden. In feite bleef de bibliotheek op zijn oorspronkelijke plaats in de voormalige Duinenabdij en was er ontoegankelijk, tenzij voor de bibliothecaris zelf. In 1819 kwam hierin verandering en werden de boeken overgebracht naar de gotische zaal van het stadhuis, waar ze tot in 1884 als openbare bibliotheek zouden beschikbaar zijn voor het publiek. Scourion zou aan een nieuwe catalogus werken, maar daar kwam niets van in huis. Wel begon de bibliotheek stilaan uitbreiding te kennen, door jaarlijkse aankopen en door legaten en giften. De meest spectaculaire aanwinsten, die nog steeds tot de meest waardevolle werken van de stadsbibliotheek behoren, waren de royale giften van incunabelen door Joseph-Basile Van Praet en van handschriften met miniaturen (onder meer getijdenboeken) door Thomas-Louis de Schietere de Lophem (1769-1824). In 1828 dacht Scourion dat hij zou kunnen de bibliotheek in andere handen overlaten. De pas afgestudeerde Jules Van Praet werd zijn hulpbibliothecaris. Maar de jonge man, die in 1830 ook stadsarchivaris werd, verliet weldra Brugge om aan zijn grote carrière in de schaduw van koning Leopold I te beginnen. Er kwam een catalogus van de persoonlijke bibliotheek van Scourion, toen die na zijn dood werd geveild. Het bleek dat hij voor zichzelf een verzameling had aangelegd van circa 35.000 werken, heel wat méér dan de stadsbibliotheek zelf. 1838-1842: onder bibliothecaris Joseph Delepierre Na de dood van Scourion in september 1838 heerste enkele weken onduidelijkheid. Moest de betrekking van bibliothecaris samengevoegd worden met deze van stadsarchivaris, een positie waar de stad intussen al enkele sollicitaties voor ontvangen had? De keuze werd al snel gemaakt om er toch twee aparte functies van te maken. Tijdens de gemeenteraadszitting van 10 november 1838 werd daarom niet alleen Pierre Bogaerts tot archivaris aangesteld, maar ook Joseph-Octave Delepierre (Brugge 12 maart 1802 - Londen 16 augustus 1879) tot stadsbibliothecaris benoemd, met een jaarlijkse vergoeding van 1200 frank. Delepierre was ook al provinciaal archivaris, en had daarnaast een advocatenpraktijk. Tijdens de enkele korte jaren van zijn bestuur bracht hij beweging in de bibliotheek. Er kwam een reglement en de bibliotheek was voortaan dagelijks toegankelijk. Het aantal boeken steeg tot 12.000. Het aantal bezoekers ging in stijgende lijn. Hij slaagde erin een eerste algemene catalogus op te maken. In 1842 diende Delepierre echter zijn ontslag in en begon hij aan zijn succesvolle diplomatieke en literaire carrière in Engeland. 1842-1870: onder bibliothecaris Pierre-Joseph Laude Was de aanwezigheid van Delepierre aan het hoofd van de bibliotheek maar een intermezzo, zijn opvolger zou bijna dertig jaar verantwoordelijkheid over het stedelijke boekenbezit dragen. Pierre-Joseph Laude (Lagnicourt 26 februari 1794 - Brugge 6 januari 1870) was tegelijk ook leraar Grieks en literatuur aan het Brugse atheneum. In 1847 verscheen eindelijk, van zijn hand, een volledige en bruikbare catalogus van de bibliotheek. Hij stelde ook een catalogus op van de talrijke handschriften die de bibliotheek bewaarde. De bibliotheek kreeg er ook een prentenkabinet bij, ingevolge de schenking door de collectioneur John Steinmetz. Het boekenbezit steeg tot circa 25.000 boeken. Om de bibliothecaris te adviseren bij de aankopen werd een commissie opgericht, die bestond uit enkele voorname Brugse boekenliefhebbers. 1870-1907: onder bibliothecaris Gustaaf-Julien Claeys Gustaaf-Julien Claeys (Brugge 4 november 1844 - 18 juni 1907) zou nog een langere termijn dan zijn voorganger de bibliotheek leiden. Opnieuw was hij slechts bibliothecaris (of 'boekenbewaarder' zoals hij in Brugse administratieve teksten werd genoemd) als bijberoep, want hoofdzakelijk was hij advocaat en later ook nog hoogleraar aan de universiteit in Gent. Claeys zorgde voor méér openingsuren, met als gevolg méér raadplegingen en uitleningen. Hij vroeg tevergeefs als voltijds bibliothecaris te worden aangesteld, maar daar wilde het bestuur geen geld aan besteden. In 1876 (het stadsbestuur was sinds kort in handen van een nieuwe, katholieke, meerderheid) werd aan de eerder liberaalgezinde bibliothecaris een bibliotheekcommissie toegevoegd die bestond uit een zestal leden. Er werd beslist dat het boekenbezit onmogelijk verder op het stadhuis kon bewaard blijven en naar het voormalige Tolhuis op de Jan van Eyckplein zou worden overgebracht, waar op de begane grond het stedelijk brandweerkorps werd gevestigd. In 1884 vond de verhuis plaats. Tegen die tijd was het boekenbezit gestegen tot circa 100.000 werken. 1907-1939: onder bibliothecaris Alfons De Poorter Priester Alfons De Poorter (Brugge 15 januari 1871 - 19 februari 1939) werd de eerder verrassende opvolger van Claeys. Een priester, die tot dan een traditioneel curriculum had gevolgd als collegeleraar en principaal, werd met goedkeuring van het bisdom tot voltijds stadsambtenaar benoemd. De Poortere legde een dubbele fichier aan, op auteursnaam en op onderwerp, in een fichiermeubel dat tot op heden in de bibliotheek Biekorf aanwezig is. Hij zorgde ook voor nieuwe gedrukte catalogi en vooral voor een herwerkte catalogus van de handschriften, met zorgvuldige beschrijving. De Poorter (in de volksmond 'den stenen bisschop' genaamd) was een wetenschapper die het dagelijkse reilen en zeilen van de bibliotheek aan een trouwe assistent overliet. Hij werd nog steeds bijgestaan door een bibliotheekcommissie en op de eerste bladzijde van het verslagboek van de vergaderingen schreef hij een citaat waarin werd gezegd dat een goede commissie bestond uit drie leden, waarvan er twee overleden waren. Zijn latere opvolger en historicus van de stadsbibliotheek Jan Vandamme, gaf in 1970 het volgende waardeoordeel: Het werk dat hij gedaan heeft moest gedaan worden en is schitterend gedaan. Zijn catalogus van de handschriften blijft na meer dan dertig jaar een werkinstrument van onvervangbare waarde. (...) Maar er waren andere noden en behoeften dan handschriften en wiegedrukken, er was een ander publiek dan historici, bibliofielen en paleografen. Noch de Poorter, noch de bibliotheekcommissie noch het stadsbestuur hadden dit ingezien. Een zeer rijk fonds verarmde bij gebrek aan een evenwichtige aankooppolitiek, verdorde bij gebrek aan een levenwekkende bibliotheekeconomische ontsluiting, in gebouwen die reeds in 1932 te klein werden bevonden en waarvan de drempelvreesaanjagende accommodatie legendarisch werden. 1941-1963: onder bibliothecaris Walter Bossier Bossier deed examen en werd, gelukkig voor hem, benoemd nog voor Groot-Brugge tot stand kwam, zo niet zou na de oorlog zijn benoeming wellicht zijn aangevochten. Tijdens de laatste maanden van de oorlog werden de zeldzame werken ergens in Brugge in een schuilplaats ondergebracht en werden de handschriften en incubabels naar Brussel vervoerd. Ze zouden pas in mei 1945 weer op hun gewone plek terugstaan. Een gezapig kabbelend instituut Begin september 1943 opende de stad een uitleenbibliotheek in het pand Oude Burg 24 en onderbrak de betaling van een jaarlijkse toelage aan de zes erkende vrije volksbibliotheken. Maar in juni 1944 sloot deze bibliotheek haar deuren en in september, na de Bevrijding, werd (zoals de bibliothecaris het in zijn verslag schreef) deze beslissing van het zwarte bestuur door het wettelijke bestuur opgeheven. De vrije volksbibliotheken hernamen hun taak. Bossier was trouwens van mening dat hij een 'wetenschappelijke' bibliotheek beheerde, en dit niet van het niveau was om ook romans en ander klein werk ter lezing aan te bieden en te laten naar huis meenemen. De werking van de bibliotheek werd begeleid door een adviescommissie met een tiental leden. In 1947 werd raadsheer bij het Hof van Beroep Joseph Axters er voorzitter van. Op een gezapig tempo werden per jaar enkele honderden nieuwe werken aangekocht, waarbij onder meer bijzondere aandacht werd besteed aan het verwerven van oude Brugse drukken. In 1949 kwam het kwalijke nieuws dat de Brugse stadsbibliotheek niet meer aan de voorwaarden voor erkenning voldeed die door het Ministerie van Onderwijs waren uitgestippeld en daardoor verloor ze een jaarlijkse toelage van circa 11.000 fr. De reden hiervoor was dat de bibliothecaris niet het vereiste diploma bezat. Bossier schreef zich in voor de lessen die tot het behalen van het diploma moesten leiden, maar hij bood zich niet aan voor de examens. Pas nadat Jan Vandamme, als hulpbibliothecaris benoemd, het vereiste diploma kon voorleggen, werd de herkenning, in 1954 opnieuw toegekend. Het personeel bestond uit een bibliothecaris, een klerk-typist en een bode-huisbewaarder. Vanaf 1954 kwam daar een adjunct-bibliothecaris bij. Als een belangrijke aanwinst stond in het jaarverslag voor 1958 vermeld dat een wc en een lavabo werd ingericht ten behoeve van het personeel, dat voordien gebruik maakte van de toiletten in de op het gelijkvloers gelegen brandweerkazerne. Tot begin jaren zestig achtte de bibliothecaris onnodig een telefoonaansluiting te hebben. Toen die er eindelijk kwam, maakte hij er geen gebruik van. Vanaf 1960 begon een nijpend plaatsgebrek zich te doen gevoelen. In een stadseigendom gelegen in het nabijgelegen Genthof werden heel wat tijdschriften en boeken ondergebracht. Jaren later, toen men ze opnieuw in de bibliotheek zelf kon plaatsen, hadden ze door de vochtigheid heel wat schade geleden. Er werd toen ook ernstig nagedacht over het bouwen van een nieuwe bibliotheek. De eerste blik ging naar een stadsgrond in de Grauwwerkersstraat en aan architect Philippe Delva werd opdracht gegeven om een voorontwerp te maken. Dit idee werd echter spoedig verlaten. Vervolgens dacht men het aloude café Au Jambon in de Spanjaardstraat aan te kopen en daar de bibliotheek onder te brengen. Maar ook dit idee werd spoedig verlaten. Het zou nog een paar jaar duren vooraleer men besliste om ter plekke uitbreiding te zoeken. Een reden tot bekommernis was het feit dat het provinciebestuur in 1962 een openbare bibliotheek en archief opende. Zou dit stevige concurrentie worden? Was samenwerking niet geboden? De stad aarzelde zelfs of ze haar bibliotheek niet zonder meer aan de provincie zou aanbieden. Iedereen bleef echter gewoon de eigen zaken beredderen. Einde 1963 ging Walter Bossier met pensioen en werd hij opgevolgd door Jan Vandamme, die sinds een paar jaar zijn hulpbibliothecaris was geworden. Boekenbezit: trage groei Het aantal aanwezige titels (zonder de tijdschriften) evolueerde als volgt: 1949: 55.306 1960: 62.700 1962: 65.000 1964: 66.600 Het aantal bezoekers in de leeszaal (20 zitplaatsen) evolueerde al even traag en steeg nooit boven de 150 per week. Vrije Uitleenbibliotheken Het uitlenen van leesboeken werd traditioneel door privébibliotheken, zogenaamde volksbibliotheken behartigd. De meeste behoorden tot de katholieke 'zuil' met een paar die van liberale of socialistische signatuur waren. Ze leefden van giften, opbrengst van de uitleningen en een jaarlijkse stadstoelage. Het aantal betoelaagde vrije bibliotheken was als volgt: 1945: 6 1949: 7 1952: 8 1957: 9 1958: 10 1963: 11 Stadsuitleenbibliotheek In 1954 werd eindelijk weer werk gemaakt van een gemeentelijke uitleenbibliotheek. Het was in de eerste jaren een bescheiden bedoening, zoals de uitleencijfers aantonen: 1955: 7.000 1956: 8.600 1957: 10.000 1958: 12.000 1959: 13.000 1962: 13.000 1964: 15.000 1963-1988: onder bibliothecaris Jan Vandamme Jan Vandamme (Brugge 16 januari 1923) werd de adjunct van Bossier, om hem in oktober 1963 op te volgen. In het eerste jaarverslag dat van zijn hand was lag als het ware zijn werkprogramma besloten in de zin We groeien, ondanks het gebrek aan plaats, aan personeel en aan koopkracht. Aan deze drie lacunes zou in de loop van de volgende kwarteeuw aanzienlijke verbetering worden gebracht. Bleef de wetenschappelijke bibliotheek zich verder ontwikkelen, dan werd een hele stap gezet in de richting van wat een publieksgerichte openbare bibliotheek moest zijn De opeenvolgende bibliotheekdecreten verschaften aan de openbare bibliotheken aanzienlijk meer middelen. Tegelijk legden ze voorwaarden op die de gemeenten tot bijkomende investeringen en uitgaven verplichtten. De gestelde voorwaarden konden niet meer zo makkelijk door de privébibliotheken worden nagekomen, zodat de ene na de andere de deuren sloot of werd overgenomen door de stadsbibliotheek. Dit was onder meer het geval met de Keurbibliotheek, de Lode Zielens bibliotheek en de Katholieke Volksbibliotheek Guido Gezelle. Uitbreiding van de stadsbibliotheek Nadat de ideeën voor een nieuwe stadsbibliotheek waren afgevoerd, werd onderzocht hoe ter plekke uitbreiding kon worden gerealiseerd. Dit bleek inderdaad mogelijk en vier beslissingen werden hieromtrent genomen: De al bijna een eeuw op het gelijkvloers van het gebouw aanwezige brandweerkazerne verhuisde naar nieuwe lokalen aan de Warandebrug. Dit gaf de ruimte om er de uitleenbibliotheek in te organiseren. De vernieuwde bibliotheek werd op 8 juni 1966 ingehuldigd. Het huis links van de bibliotheek, zogenaamde Huis Van Mullem, werd aangekocht en gaf de mogelijkheid een nieuwe leeszaal in te richten en heel wat nieuwe bergruimte te organiseren. De nieuwe vleugel werd op 22 september 1969 ingehuldigd. Achter dit huis, in de Spanjaardstraat werd een nieuwe jeugd- en kinderbibliotheek gebouwd. De inhuldiging vond plaats op 18 juni 1973. Het huis rechts naast de bibliotheek op de Jan van Eyckplaats, café Jan van Eyck, werd aangekocht en ingericht als discotheek - platenuitleendienst. De inhuldiging vond plaats op 18 maart 1974. Deze verschillende uitbreidingen lieten toe de bibliotheekactiviteiten in de volgende jaren op behoorlijke manier uit te voeren. Dit kon echter maar een tijdelijke oplossing zijn, want de snelle uitbreiding van de activiteiten binnen Brugge en de aanzienlijk nieuwe toestand gecreëerd door de fusie met de randgemeenten in 1971, noopten tot een fundamentelere oplossing. Nieuwe bibliotheek 'Biekorf' De werken aan de bestaande stadsbibliotheek waren nog in volle gang toen al, vanaf 1971 de vraag voor een totaal nieuwe bibliotheek werd gesteld. Het jaar daarop werden de panden van de winkelketen Innovation aangekocht in de Kuipersstraat en werden de architecten Luc Dugardyn en Luc Vermeersch als ontwerpers aangesteld. In 1975 volgde de aanbesteding en in de volgende jaren werd (soms met onderbreking) aan de bouw gewerkt. De eerste steen werd gelegd op 12 juli 1976 en de verhuis van de Jan van Eyckplaats naar de Kuipersstraat vond plaats in 1986. Van 1 oktober tot 15 november 1986 organiseerde Vandamme de grote verhuis naar de nieuwe centrale bibliotheek die de naam Biekorf kreeg. De bibliotheek had zich ontwikkeld van een quasi-eenmanszaak, tot een gemeentelijke afdeling met heel wat medewerkers. De belangrijkste onder hen was Jozef Ghyssaert (1920-1994), die vooral betrokken was bij de wetenschappelijke bibliotheek en het Gezellearchief. Bibliotheek met filialen De fusie van Brugge in 1971 met de randgemeenten van de stad (Assebroek, Koolkerke, St-Andries, St-Kruis, St-Michiels) en met de poldergemeenten (Lissewege en Dudzele) betekende ook voor de bibliotheek een gans nieuwe toestand. Op de grootste van die gemeenten bestond een gemeentelijke uitleenbibliotheek, op de kleinere was een vrije gesubsidieerde uitleenbibliotheek werkzaam. Het kwam erop aan dit gelijk te schakelen en in een geheel te integreren. Na verloop van tijd bestonden volgende filialen: De Garve, Sint-Jozef De Zorge, Sint-Kruis Daverloopark, Assebroek Gemeentehuis, Sint-Andries Gemeentehuis, Sint-Michiels De Lichtboei, Zeebrugge Kennedy, Zeebrugge Boekenbezit Het boekenbezit steeg aanzienlijk. Enerzijds werden regelmatig verder aankopen gedaan of schenkingen aanvaard voor de wetenschappelijke bewaarbibliotheek. Anderzijds vereiste de uitleenbibliotheek een aankooppolitiek die gelijke tred hield met het stijgend aantal uitleningen. Het totale boekenbezit (audiovisuele middelen niet meegerekend), bedroeg: 1968: 75.300 1969: 96.000 1970: 102.000 1980: 285.000 1981: 308.000 1982: 331.000 1985: 397.000 1986: 408.000 1987: 418.000 1988: 423.000 Uitleencijfers In 1964 bedroeg het samengevoegde totaal van de raadplegingen en van de uitleningen 25.276 eenheden. De bibliothecaris vergeleek dit even met het cijfer van 448.000 in Mechelen en kon hieraan de enormiteit afmeten van de te leveren inspanning. De cijfers stegen als volgt: 1964: 27.000 1965: 37.000 1966: 61.000 1967: 96.700 1968: 123.000 1969: 157.000 1970: 184.000 1971: 311.000 1972: 387.000 1973: 417.000 1974: 497.000 1975: 553.000 1976: 637.700 1977: 749.000 1978: 807.000 1979: 884.000 1980: 944.000 1981: 1.025.000 1982: 1.177.000 1983: 1.317.816 1984: 1.368.000 1985: 1.580.000 1986: 1.503.000 1987: 1.591.000 1988: 1.637.000 1989: 1.583.000 2022: 834.826 Aantal volksbibliotheken Naast de stadsbibliotheek bleven nog privé-uitleenbibliotheken actief. Ze verminderden nochtans stelselmatig, om weldra quasi volledig te verdwijnen, hetzij ze ermee ophielden, hetzij ze door de stadsbibliotheek werden opgeslorpt. 1971: 21 1972: 17 1976: 17 1977: 15 (218.000 uitleningen) 1978: 13 (206.000 uitleningen) 1979: 12 (196.000 uitleningen) 1980: 9 (186.000 uitleningen) 1981: 8 In 1969 werd de volksbibliotheek Guido Gezelle (Oude Burg) overgenomen door de stadsbibliotheek. In 1971 werden de wijkbibliotheek Sint-Jozef op de gelijknamige wijk en de bibliotheken De Lichtboei en Kennedy in Zeebrugge overgenomen. In 1977 werden de Keurbibliotheek (Sint-Jansplaats), Sint-Lutgardis (Sint-Kruis) en Sint-Thomas (Sint-Kruis Malehoek) overgenomen. Deze laatste werd een plaatselijk filiaal. Op 1 januari 1986 werd de Bibliotheek Lode Zielens in de Westmeers overgenomen en als filiaal behouden. 1988 - 2015: onder bibliothecaris Leen Speecke. De stadsbibliotheek vandaag Organisatie en dienstverlening Naast de hoofdbibliotheek Biekorf beschikt de openbare stadsbibliotheek over twaalf succursales: Stadscentrum: Lode Zielens Stadsrand: Assebroek: Daverloo Sint-Andries: Gemeentebibliotheek Sint-Jozef: De Garve Sint-Kruis: De Zorge Sint-Kruis: Sint-Thomas Sint-Michiels: Gemeentebibliotheek Sint-Pieters: De Dijk Poldergemeenten: Dudzele: De Schorre Koolkerke: De Arend Lissewege: Gemeentebibliotheek Zeebrugge: Jan Frans Willems Zeebrugge: Strandbibliotheek (van 1 juli tot 15 augustus) In september 2010 sloot de centrale bibliotheek Biekorf voor aanpassings- en uitbreidingswerken. De bibliotheek opende opnieuw haar deuren op 11 januari 2011. Aanbod en fondsen De openbare bibliotheek, richt zich, in volume aan aangeboden werken en ingenomen ruimte, uiteraard als uitleenbibliotheek tot een ruim publiek. Dit houdt in: boeken in het Nederlands en andere talen, over de meest uiteenlopende onderwerpen en door de uitlener zelf in catalogi te vinden en in open rekken op te zoeken. De bellettrie in al zijn vormen is hierin op aanzienlijke wijze vertegenwoordigd; er is bijzondere aandacht voor de jeugd, met aan de leeftijd aangepaste aanbieding van boeken, stripverhalen, computerspelletjes, andere spelvormen enz.; er is een afzonderlijke bibliotheek voor blinden en slechtzienden; audio-visuele middelen: wat begon als het uitlenen van grammofoonplaten, is uitgegroeid tot een uitgebreide uitleenbibliotheek van alle mogelijke audiovisuele middelen; naast dit alles is er de wetenschappelijke bibliotheek, ook bewaarbibliotheek of erfgoedbibliotheek genoemd, die hierna meer gedetailleerd aan bod komt. Bewaarbibliotheek en Erfgoedcollectie De bibliotheek van Brugge is een openbare bibliotheek én een erkende Vlaamse Erfgoedbibliotheek. De collecties van de erfgoedbibliotheek zijn gevarieerd. Het oudste document dateert uit de 7de eeuw. Over de jaren heeft de bibliotheek een rijk historisch patrimonium verworven, bestaande uit een nogal unieke en gevarieerde collectie die zich over talrijke eeuwen uitstrekt en die in de eerste plaats verbonden is met de historische stad Brugge. Men vindt er onder meer: middeleeuwse handschriften (ruim 600 stuks, hoofdzakelijk afkomstig uit de vroegere abdijen Ter Doest en Ten Duinen), en het Bowet-getijdenboek incunabelen (met onder meer de op een na grootste verzameling Colard Mansiondrukken, 1473-1484), post-incunabelen (1501-1540), Brugse en andere oude drukken, een aanzienlijke collectie historische en recente (hoofdzakelijk Brugse) kranten, fondsen gelegateerd of geschonken, soms aangekocht, zoals die van: Isaac De Meyer (1786-1861) Antoon Jozef Witteryck (1865-1934) Alberic Decoene (1881-1958) Michiel English (1885-1962) Suzanne de Giey (1894-1991) Achiel Van Acker (1898-1975) Joseph Dochy (1900-1959) Guillaume Michiels (1909-1997) Hervé Stalpaert (1914-1981) André Mertens (1914-1998) Jo Röpcke (1928-2007) Kring voor Zeevaart en Overzeese Belangen Museum voor Kunstnijverheid en Kunstambachten 21 Reinaertdrukken (16-19de eeuw), verzameling van Wytze Hellinga (1908-1985), geschonken door Lotte Hellinga-Querido. Historisch Fonds - Collectie handschriften Het handschriftenbezit (768 stuks) bestaat overwegend uit middeleeuwse codices (ca. 550). Ze behoorden tot de collectie van achtereenvolgens de school van de École Centrale in Brugge (1798) en vervolgens van de stadsbibliotheek (1804). De middeleeuwse codices zijn overwegend afkomstig uit de cisterciënzerabdij Ten Duinen, die zelf in de 17de eeuw het handschriftenbezit van de cisterciënzerabdij Ter Doest (Lissewege) incorporeerde. De collectie middeleeuwse codices is veruit de belangrijkste erfgoedcollectie van de Openbare Bibliotheek Brugge. Bijzonder is de goede conservatie van een groot aantal middeleeuwse banden die gevrijwaard zijn van latere herinbindingen, en de grote variatie op inhoudelijk vlak. Ook het feit dat de middeleeuwse bibliotheek van Ten Duinen niet verspreid is geraakt maar in situ wordt bewaard, namelijk in de Openbare Bibliotheek en het Grootseminarie, verleent een bijzonder karakter aan deze collectie. Manuscripten uit deze collectie vormen het voorwerp van internationaal wetenschappelijk onderzoek en waren/zijn te zien op internationale tentoonstellingen. De recentste grote tentoonstelling waarop een belangrijk deel van de collectie te zien was, was Besloten wereld, Open boeken (2002, Brugge, Culturele Hoofdstad van Europa). De collectie Handschriften werd de voorbij 200 jaar via aankoop en schenking verder aangevuld. Tot de belangrijkste schenkingen behoren twee verzamelingen middeleeuwse-16de-eeuwse verluchte getijdenboeken (schenkingen Edouard Houtart en Thomas de Schietere de Lophem). Ten slotte vormen, binnen de Brugensia, handschriften met funerair erfgoed (grafschriften) een belangrijke component. Historisch Fonds - Collectie oude drukken De collectie oude drukken bestaat uit verschillende onderdelen. Centraal staat de boekencollectie waarmee in 1798 de bibliotheek van de École Centrale en vervolgens in 1804 de stadsbibliotheek (vandaag: Openbare Bibliotheek Brugge) van start ging. Het betrof een basiscollectie, met een vertegenwoordiging van alle wetenschappen. Deze collectie werd uitgebreid via de integratie van belangrijke fondsen en een continue acquisitie, en loopt door tot vandaag. De belangrijkste uitbreidingen van de collectie oude drukken gebeurden via schenking van collecties of privébibliotheken, overwegend in de 19de eeuw. Ook vandaag richt de collectievorming oude drukken zich op Brugensia (Brugse drukken, auteurs en provenances). De Openbare Bibliotheek Brugge beschikt over de grootste verzameling Brugse drukken. Heel bijzonder is de verzameling incunabelen van de 15de-eeuwse Brugse drukker Colard Mansion. De omschrijving 'Oude Drukken' die in de Openbare Biblitoheek wordt gehanteerd behelst alle gedrukte boeken tot en met 1830. Een strikte aflijning is er niet. Oude drukken bevinden zich ook in andere bibliotheekfondsen (bijvoorbeeld Gezelle). Een belangrijke deelcollectie vormen de regionale en lokale kranten (late 18de eeuw-vandaag). Het Guido Gezellearchief Guido Gezelle werd in Brugge geboren op 1 mei 1830. Hij was een van de belangrijkste dichters van Vlaanderen. Het Guido Gezellearchief wordt in deze erfgoedbibliotheek bewaard, samen met middeleeuwse handschriften en oude drukken. Na zijn dood liet Gezelle een indrukwekkende verzameling papieren na: poëziehandschriften, correspondentie, prozahandschriften, volks- en taalkundige verzamelingen waaronder de Woordentas, een uitgebreide fotocollectie, documenten van Gezelle en zijn omgeving. Naast een duizendtal boeken uit Gezelles eigen bibliotheek verzamelt het Gezellearchief ook alle uitgaven van en over Gezelle. Het archief wordt bewaard onder ideale omstandigheden met een aangepaste temperatuur en luchtvochtigheid in zuurvrije opbergdozen. Na het overlijden van Guido Gezelle in 1899 werd zijn neef, de priester Caesar Gezelle (1875-1939), de erfgenaam. In zijn familiekroniek over de Gezelles beschrijft Stijn Streuvels hoe Caesar tijdens de Eerste Wereldoorlog op de vlucht sloeg en het archief in Vlaanderen (in Ieper) achterliet. De plichtbewuste priester Lodewijk De Wolf redde het archief uit het puin en bezorgde het aan de eigenaar terug. De oorlog liet zijn sporen na, zoals bijvoorbeeld boeken met kogelinslagen. Later begon Caesar Gezelle begon te publiceren over zijn bekende oom aan de hand van de archiefstukken en eigen herinneringen. In wetenschappelijke kringen werden zijn bijdragen eerder kritisch ontvangen, waardoor Caesar Gezelle weigerachtig werd om nog verdere toegang tot het archief te verlenen. In de aanloop naar het Jubileumjaar 1930 besloot Caesar het archief vrij te geven. Geleidelijk droeg hij de stukken over aan het nieuwe Guido Gezellemuseum (1926), waar familieleden als huisbewaarders woonden. De laatste stukken uit het familiearchief kwamen na de dood van Caesar Gezelle in 1939 in het Gezellemuseum terecht. In de jaren 1960 werden alle in het museum aanwezige documenten naar de stadsbibliotheek overgebracht om er een apart fonds te worden onder de benaming 'Gezelle-archief'. Alle eventueel nog bijkomende documenten die de stad Brugge kon verwerven, werden bij hetzelfde fonds gevoegd. Christine D'haen werd belast met een eerste inventarisatie. Een groot deel van de collectie is digitaal raadpleegbaar op www.gezelle.be Fondsen Fonds Achiel Van Acker - De Brugse politicus en Minister van Staat Achiel Van Acker (1898-1975) wilde aanvankelijk schrijver worden. Hij maakte carrière, eerst in de lokale politiek en werd later parlementslid, Eerste Minister en Kamervoorzitter. Vóór de Tweede Wereldoorlog was hij antiquaar in Brugge, stichtte het cultureel genootschap 'Maffia' en werd uitgever. In deze periode werd de basis gelegd voor zijn immense boekencollectie. Gedurende heel zijn politieke loopbaan wijdde hij zich aan de taal- en letterkunde. Het meest gedreven was zijn passie voor volkskunde, lokale geschiedenis, literatuur en taalkunde. In het fonds bevinden zich zijn literaire en taalkundige manuscripten. Naast enkele memoires, poëtische en taalkundige uitgaven was het zijn droom ooit een woordenboek uit te geven over spreekwoorden en gezegden. In 1979 werd de collectie verkocht aan de Koninklijke Bibliotheek en in 1986 werd het grootste deel overgebracht naar de nieuwe Openbare Bibliotheek Brugge aan de Kuipersstraat. In 1989 werden Van Ackers literaire manuscripten aan de bibliotheek geschonken. Fonds Jo Röpcke - Na zijn loopbaan (1962-1991) als filmrecensent/presentator bij het BRT-programma Première en docent-directeur aan het HRITCS (Hoger Instituut voor Toneel- en Cultuurspreiding) schonk Jo Röpcke uit Sint-Andries-Brugge, in 1991 zijn filmdocumentatie aan de bibliotheek. Fonds Witteryck - Antoon Jozef Witteryck (1865-1934) was onderwijzer, volkskundige, uitgever en pionier van het Esperanto. Het Fonds bevat boeken van uitgeverij Witteryck-Delplace, met vooral moraliserende kinder- en jeugdverhalen, schoolboeken, historische verhalen en het tijdschrift 'Lusthof' (1901-1914), uitgegeven door Witteryck. Uitgeverij Witteryck stond ook bekend om haar speciale uitgeversbanden. Het fonds werd in 1982 geschonken door de familie Witteryck. Fonds Hervé Stalpaert - Hervé Stalpaert (1914-1981) was een volkskundige met een uitgebreid bibliografisch palmares van 266 nummers, waaronder een 22-tal boeken en brochures. Zijn kennis over volkskunde deelde hij ook mee in 't Beertje, Biekorf, Volkskunde ... Hij was lid van de Koninklijke Belgische Commissie voor Volkskunde vanaf 1968 en hoofdman van de raad van beheer van de Bond voor Westvlaamse Volkskundigen vanaf 1970. Zijn passie voor volkskunde lag vooral in West-Vlaanderen en Brugge. Het fonds is opgedeeld in vier werkgebieden: 1. het werk van en over Hervé Stalpaert, met inbegrip van niet gepubliceerde handschriften, biografische nota's en recensies; 2. documentatie betreffende Assebroek in zijn brede geografische context; 3. een aantal werken en verzamelingen, die als naslagwerken en documentatie thuishoren in een heemkundige bibliotheek; 4. de handschriften van en verzameld door Amaat Joos (1885-1937), bekend om zijn studies van de volkstaal en volkskunde in het Land van Waas, de streek waar hij werd geboren. Zijn liefde voor de Vlaamse volkstaal uitte zich ook in het publiceren van sprookjes, raadsels en vertellingen, die hij 'Vlaamsche schatten' noemde. Het fonds werd in 1991 door de vzw Arsbroek overgemaakt aan de Openbare Bibliotheek Brugge. Fonds Kring voor Zeevaart en Overzeese Belangen - Deze kring werd opgericht begin 20ste eeuw onder de naam Comité du Cercle Colonial et Maritime = Komiteit van den Kolonialen en Maritiemen Kring, en organiseerde in de eerste helft van vorige eeuw tentoonstellingen en voordrachten rond de Belgische kolonies en havens, en hield ook havenbezoeken. Dit met het doel de economische belangen van België op koloniaal en maritiem gebied te promoten. De vereniging had een lokaal en museum in 't Keerske (cf. Museum van Kunstnijverheid en Kunstambachten) en legde daar een verzameling boeken aan rond de Belgische kolonies, de nationale en internationale havens en de haven van Zeebrugge. Van de Kring voor Zeevaart en Overzeese Belangen in 't Keerske overgebracht naar de Openbare Bibliotheek Brugge in 1989. Fonds Michiels - Guillaume Michiels (1909-1997) was stichter-conservator van het Museum voor Volkskunde te Brugge 1937, volkskundige, kunstschilder en auteur van onder meer 'Uit de wereld der Brugse mensen: de fotografie en het leven te Brugge 1838-1918' (1978). Het Fonds is een verzameling losse kranten en periodieken, voornamelijk uit Brugge en West-Vlaanderen. Een deel van de verzameling bevindt zich in het Stadsarchief. Uit de schenking Michiels, die in 2000 werd overgemaakt aan het Stadsarchief, werden de kranten geselecteerd en overgebracht naar de Openbare Bibliotheek Brugge. Fonds Mertens - André Mertens (1914-1998), een burgerlijk ingenieur uit Brugge, was een van de plannenmakers voor de nieuwe haven van Zeebrugge. Hij voorzag in de jaren 1960 een superzeekanaal dat Zeebrugge via Gent-Zelzate zou verbinden met Antwerpen. Op zee stelde hij een voorhaven van 140 hectaren voor. Uiteindelijk werd de huidige zeehaven naar het plan Verschaeve uitgewerkt. De bibliotheek van Mertens in 1984 bij legaat verworven. Fonds Museum van Kunstnijverheid en Kunstambachten - Deze bibliotheek over toegepaste kunsten en kunstgeschiedenis is de collectie afkomstig uit de bibliotheek van het Museum van Kunstnijverheid en Kunstambachten, in 1908 opgericht als Museum der Brugsche Kunstnijverheden. Wegens het oprichten van een Provinciaal Comité voor Kunstambachten en Kunstnijverheden na de Tweede Wereldoorlog, werd het opzet van deze instelling overbodig. De Bibliotheek van het Museum van Kunstnijverheid en Kunstambachten te Brugge werd in 1967 overgebracht naar de Openbare Bibliotheek Brugge. Fonds de Giey - Suzanne de Giey (1894-1991), geboren Parmentier, was een Franstalige auteur die zeventien werken uitgaf, meestal in eigen beheer, en een kroniekschrijver voor de Franstalige pers in West-Vlaanderen en Brugge. Deze collectie weerspiegelt een adellijke en artistieke interessesfeer, met accenten op genealogie, heraldiek, jacht, (kunst)geschiedenis, botanica en letteren. Suzanne had interesse voor Franstalige literatuur, binnenhuisdecoratie en botanica. Haar echtgenoot Paul was een ervaren boekbinder - enkele lederen banden zijn voorzien van een goudstempel met familiewapen - en ontplooide zich als bouwheer met de bouw van een villa te Knokke en de laatste in Vlaanderen gebouwde waterburcht te Beernem. Jehan was een gepassioneerd genealoog en heraldicus. Uit het onderzoek van deze bibliotheek naar bezitskenmerken, het aantreffen van rekeningen in de boeken en fysieke kenmerken mogen we aannemen dat de boeken in hoofdzaak werden verzameld door Suzanne, Paul en Jehan de Giey. Op enkele uitzonderingen na zijn er geen boeken afkomstig van de familie Parmentier. Handgeschreven opdrachten geven ons aanwijzingen over de schenkers en de residenties van de familie (Ukkel, Brussel, Sint-Andries, Knokke, Relst, Strijtem, Brugge, Beernem, Hastière-Lavaux). Zo was het mogelijk om samen met enkele documenten en archiefstukken uit de collectie niet alleen boekhistorische gegevens (provenances) op te sporen, maar ook de familiegeschiedenis op te volgen. Het fonds is afkomstig uit het laatste verblijf van Suzanne de Giey aan de Freren Fonteinstraat 1 te Brugge (nu hotel Brito) en werd in 1992 bij legaat aan de bibliotheek overgemaakt. Fonds English - Priester Michiel English (1885-1962) kreeg in 1933 de taak om als archivaris-bibliothecaris het archief van het bisdom open te stellen. English was ondervoorzitter van het Genootschap voor Geschiedenis, het Oudheidkundig Genootschap van Gruuthuuse en de Commissie voor Monumenten en Landschappen, en was lid van de Commissie van de Kerkelijke Kunstschatten te Brugge. Hij schreef talrijke bijdragen in tijdschriften in West-Vlaanderen en Brugge. English was vooral bekend bij het Brugse publiek met zijn 'Dagklappers' (1945-1962) in het parochieblad voor de stad Brugge. Wekelijks verzorgde hij bijdragen over wetenswaardigheden met betrekking tot de (kerk)geschiedenis, religie, volksreligie, heiligenfeesten, die hij naargelang het kalenderjaar invulde of schreef naar aanleiding van een bijzondere gebeurtenis. De 'Dagklappers' zijn in 1985-1986 gebundeld en heruitgegeven. De bibliotheek van Michiel English werd na zijn overlijden in 1962 geschonken aan Openbare Bibliotheek Brugge. Fonds Dochy - Kanunnik Joseph Dochy (1900-1959), bibliofiel en kunstkenner, was een priester met een gedreven passie voor kunst en literatuur. Reeds vroeg publiceerde hij in het tijdschrift 'Biekorf'. 'Schilderkunst te Brugge ', een geïllustreerde gids van zijn hand (1947), kende een groot succes. Hij was de eerste voorzitter van 'De Vrienden van de Brugse Musea' en voorzitter van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, uitgever van het tijdschrift 'West-Vlaanderen', later 'Vlaanderen' genoemd. Zijn neef E.H. Robert Vanden Berghe vulde de collectie van zijn oom aan. De verzameling is overwegend geschiedkundig van aard, met het accent op Brugge. De bibliotheek van Joseph Dochy en Robert Vanden Berghe is in 2000 geschonken aan de Openbare Bibliotheek Brugge. Fonds Decoene - Kanunnik Alberic Decoene (1881-1958) speelde in het kader van de katholieke onderwijspolitiek een doorslaggevende rol. Decoene was als pedagoog auteur van diverse werken en bijdragen in de vakliteratuur. In 1919 startte hij samen met kanunnik Frans De Hovre het 'Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift', later verschenen als 'Tijdschrift voor Opvoedkunde' en 'Pedagogisch Tijdschrift'. In 1951 werd de Sint-Andreasnormaalschool te Brugge een zelfstandige instelling, waar Decoene de eerste rector werd. Het fonds werd tussen 1973 en 1979 geschonken door Gerard De Waele, directeur van de voormalige Nijverheidsschool (nu SNT) aan de Arsenaalstraat te Brugge. Hij had een privécollectie 'Dr. A. Decoene' opgericht samen met enkele oud-studenten, met als doel 'het samenbrengen van een pedagogische bibliotheek, die getuigt van het werk en de invloed van A. Decoene'. Digitaal erfgoed De erfgoedcollecties van de Openbare Bibliotheek Brugge worden digitaal ontsloten voor het grote publiek, onder andere via een online catalogus. Het invoeren van nieuwe beschrijvingen en het toevoegen van digitale beelden is een werk in uitvoering. De Openbare Bibliotheek Brugge is partner van Mmmonk (middeleeuwse monastieke manuscripten – open – netwerk – kennis), een samenwerking met het Grootseminarie Ten Duinen Brugge, Universiteitsbibliotheek Gent en Bisdom Gent. De ca. 820 nog bewaarde middeleeuwse manuscripten van de abdijen Ten Duinen, Ter Doest, Sint-Pieters en Sint-Baafs worden digitaal ontsloten. Door gebruik te maken van het International Image Interoperability Framework (IIIF) worden de beelden en metadata van de manuscripten op een duurzame en open manier samengebracht en toegankelijk gemaakt op het Mmmonk-platform. Naast de ontsluiting van de manuscripten volgens de IIIF-standaarden, biedt het platform educatieve inhoud aan, stimuleert innovatief onderzoek op de monastieke manuscripten, en draagt bij aan de verdere ontwikkeling en implementatie van IIIF voor bijzondere bibliotheekcollecties. Op de website van Erfgoed Brugge zijn verschillende handschriften en oude drukken van de Openbare Bibliotheek Brugge beschikbaar. Op diezelfde website kan ook de collectie historische kranten van de Openbare Bibliotheek Brugge geraadpleegd en doorzocht worden. Op de portaalwebsite Flandrica wordt een selectie van de topstukken van de Brugse collectie toegelicht. De werken, de bibliotheek en het archief van Guido Gezelle zijn ontsloten via een aparte website. Daarop kan de bezoeker kennismaken met het leven en werk van Guido Gezelle, kan die het creatieproces van de dichter en kunstwerken geïnspireerd door Gezelle en zijn poëzie ontdekken. De website heeft ook een educatief luik. De volledige correspondentie van Gezelle wordt er online beschikbaar gesteld, evenals de ruim 2.000 poëziehandschriften en de fotocollectie. Vrienden van de stadsbibliotheek Zoals het in vele culturele instellingen een gevestigde gewoonte is geworden, heeft ook de openbare Brugse bibliotheek een vriendenvereniging (opgericht als vzw), die mee de contacten met het lezerspubliek versterkt en de wisselwerking tussen bestuur en gebruikers aanmoedigt en vergemakkelijkt. De vriendenvereniging heeft als doel de werking van de Openbare Bibliotheek Brugge te ondersteunen. Ze organiseert tal van activiteiten die aansluiten op de bibliotheekwerking: auteurslezingen, muziekvoordrachten, leesgroepen enz. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de erfgoedcollecties van de bibliotheek, met name de middeleeuwse handschriften en de oude drukken. In het kader van de 'Vrienden' organiseert de bibliotheek tal van activiteiten, die een band scheppen tussen de leden en de bibliotheek, zoals: literaire voordrachten door en ontmoetingen met schrijvers (voorbeelden: Jeroen Brouwers, Arthur Japin, Meir Shalev, Arnon Grunberg, Frank Westerman, Joris Note, David Grossman); lezingen die verband houden met de wetenschappelijke of erfgoedbibliotheek en de geschiedenis van Brugge (voorbeelden: Johan Oosterman over het Gruuthuse-handschrift, Michel van der Plas over Guido Gezelle); voordrachten op erfgoeddag (voorbeelden: Herman Pleij, Leen Huet); tijdelijke tentoonstellingen, rondreizend of in eigen huis samengesteld (voorbeeld: Léo Moulin); de leesgroep; het jaarlijkse Jeugdboekenfeest; workshops. Literatuur Over de handschriften P. J. LAUDE, Catalogue méthodique, descriptif et analytique des manuscrits de la bibliothèque de Bruges, Brugge, 1859. A. DE POORTER, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque publique de la Ville de Bruges, Gembloux - Parijs, 1934. Vlaamse kunst op perkament. Handschriften en miniaturen te Brugge van de 12e tot de 16e eeuw, Brugge, 1981. Laurent BUSINE & Ludo VANDAMME, Besloten wereld, open boeken. Middeleeuwse handschriften in dialoog met actuele kunst, Brugge - Tielt, 2002. Albert DEROLEZ, Ten Duinen of Ter Doest? De herkomst van de handschriften in de Openbare Bibliotheek en het Grootseminarie te Brugge, in: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge, 2004, blz. 219-277. Over de boeken tot de 18de eeuw A. DE POORTER, Liste des incunables de la bibliothèque publique de la ville de Bruges, in: Annalen van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge, 1914. Alfons DEWITTE, Bibliotheken te Brugge, in: Biekorf, 1988, blz. 106-107. Alfons DEWITTE, Schatten uit de Biekorfbibliotheek Brugge, I. Incunabelen, Biekorf, 1988, 322-324. Ludo VANDAMME & Dirk IMHOF, Een stad vol boeken: bibliotheken en leescultuur in Brugge in de 16de eeuw, Brugge, 1999 Ludo VANDAMME & Marleen DEWULF (samenstellers), Oude drukken, dode letter?, Brugge, 2001 Ludo VANDAMME, De verzameling Mansiondrukken van de Openbare bibliotheek Brugge, op: website openbare bibliotheek. Ludo VANDAMME, Op weg naar een bibliografie van Brugse drukken (ca. 1473-1830). De opbouw van een lokale bibliografie, in: P. Delsaerdt & K. De Vlieger-De Wilde, Boekgeschiedenis in Vlaanderen. Nieuwe instrumenten en benaderingen. 28 november 2003. Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, Contactforum (p. 45-56). Over de stedelijke bibliotheek vanaf 1796 P. LAUDE, Catalogue méthodique dela bibliothèque publique de Bruges, précédé d'une notice historique sur cette bibliothèque, Brugge, 1847 & 1864 (2 volumes) - 1882 (supplement) - CLAEYS, Deuxième supplément, Brugge, 1882 F. SLABINCK, De École Centrale van het Leiedepartement te Brugge, Leuven, 1968 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling) Stad Brugge, Uitleenbibliotheek. Catalogus, Brugge, 1944 Eduard TRIPS, Het middelbaar onderwijs te Brugge in de Franse tijd 1794-1814, in: Biekorf 1989, blz. 118-136 en 219-234. Jan VANDAMME, Het Bibliotheekwezen in Brugge voor 1920, Raaklijn, Brugge, 1971. Ludo VANDAMME, Lori VAN BIERVLIET & Andries VAN DEN ABEELE, The Founding Fathers. Het bibliotheeklandschap in Brugge omstreeks 1800, Brugge, 2004. Over de hedendaagse bibliotheek Etienne VAN TRICHT, Jeugdboekenweek enthousiast geopend, in: Het Nieuwsblad, 11 maart 2002 STAD BRUGGE, Cultuurbeleidsplan 2003-2007, Brugge, 2002 Jeroen WALTERUS, Het in kaart brengen van de sector van de bewaarbibliotheken in Vlaanderen, Brussel, 2003. Bibliotheek op het strand, in: De Standaard, 25 juni 2003 Interview met directeur Leen Speecke en bibliothecaris Koen Calis van de Bibliotheek Brugge over de resultaten van een groot onderzoek onder zowel gebruikers als niet gebruikers van de bibliotheek, in: Bibliotheek, 2004. Leen SPEECKE, Eimer WIELDRAAIER & Koen CALIS, Onderweg naar een gastvrij huis met vele kamers, in: Bibliotheek, 2004. STAD BRUGGE, Cultuurbeleidsplan 2008-2013, Brugge, 2007 Zie ook Lijst van bibliotheken in Brugge Externe links Online catalogus van de bibliotheek Erfgoedbrugge.be, gedigitaliseerde waardevolle boeken, kaarten en prenten Website Guido Gezellearchief Flandrica Documentaire over de getijdenboeken (NL) van de Openbare Bibliotheek Brugge Documentaire over de getijdenboeken (ENG) van de Openbare Bibliotheek Brugge Bibliotheek in Brugge
Vrije Uitleenbibliotheken Het uitlenen van leesboeken werd traditioneel door privébibliotheken, zogenaamde volksbibliotheken behartigd. De meeste behoorden tot de katholieke 'zuil' met een paar die van liberale of socialistische signatuur waren. Ze leefden van giften, opbrengst van de uitleningen en een jaarlijkse stadstoelage. Het aantal betoelaagde vrije bibliotheken was als volgt: 1945: 6 1949: 7 1952: 8 1957: 9 1958: 10 1963: 11
2
lenen, uitlenen, teruggeven
3,089
GroceryStore
531514
https://nl.wikipedia.org/wiki/Voerendaal%20%28plaats%29
Voerendaal (plaats)
Voerendaal (Limburgs: Voelender) is een dorp in het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg en is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. De kern en het buitengebied tellen ongeveer inwoners. Geschiedenis Het dorp heeft een geschiedenis die teruggaat naar de 11e eeuw; het eerste geschrift waarin Voerendaal genoemd wordt is voor zover bekend een oorkonde van 20 juni 1065. In deze oorkonde staat een vermelding van de inwijding van de Sint-Laurentiuskerk door Paus Leo IX, die op 10 augustus 1049 zou hebben plaatsgevonden. De Sint-Laurentiuskerk bij het centrum is de enige door een paus ingewijde kerk van Nederland. Oudere documenten ontbreken, maar historici vermoeden dat het dorp nog vele eeuwen ouder moet zijn. Nabij de monumentale hoeve Ten Hove zijn vondsten gedaan van de resten van een Romeinse villa, de Villa Rustica Voerendaal-Ten Hove. Hiernaast zijn er nog vele andere resten aangetroffen van Romeinse bouwwerken. Voerendaal was gedurende delen van de 11e eeuw en de 12e eeuw tot onbekende datum het centrum van het geloof binnen een uitgestrekt deel van de streek. Onder andere Kunrade, Ubachsberg en zelfs Heerlen behoorden destijds tot de parochie van Voerendaal. In Heerlen werd al gauw een nieuwe kerk gebouwd en de Sint-Pancratiusparochie opgericht, de andere dorpen volgden pas vele eeuwen later. Ook op bestuurlijk gebied behoren Ubachsberg en Kunrade al van oudsher tot Voerendaal en dat is ongewijzigd gebleven. Op 10 maart 1745 werd de bekende Nederlandse rechtsgeleerde Johan Hendrik Swildens (1745-1809) geboren in Voerendaal. Hij schreef onder andere het Vaderlandsch A-B boek voor de Nederlandsche jeugd (1781) en het Deugden-boekje (1813). Het laatste werk is een postume uitgave. Naamsverklaring De naam Voerendaal slaat waarschijnlijk op "dal aan de Voer". De Voer zou de benaming zijn geweest van een beek die vroeger door Voerendaal stroomde. Op een kaart uit 1789 wordt deze beek als de "Veurder Beek" vermeld en halverwege de 19e eeuw als "de Sprong". Een andere theorie is dat de naam is afgeleid van Furenthela, een Romeinse nederzetting waarvan onder andere de opgraving van Villa Rustica getuigt. Een winkelcentrum met appartementen draagt de naam Furenthela als verwijzing naar deze nederzetting. Natuur en landschap Voerendaal ligt aan de rand van het Zuid-Limburgs Heuvelland, in het zuidelijk deel van het Bekken van Heerlen en het Geleenbeekdal aan de voet van het Plateau van Ubachsberg waar de Kunraderbreuk de grens vormt tussen het lage bekken en het hoge plateau. Ten zuiden van deze Kunraderbreuk en ten zuiden van Voerendaal ligt de Kunderberg, tevens natuurgebied. De hoogte van Voerendaal bedraagt ongeveer 95 meter. Het dorp is ontstaan aan de samenloop van Dammerscheiderbeek en de beek "de Sprong". Voerendaal is volledig aaneengegroeid met buurdorp Kunrade; de grens tussen de twee plaatsen is nauwelijks zichtbaar. Grofweg omvat Voerendaal het gedeelte dat zich ten noorden van de Kunostraat en de Wachtendonkstraat bevindt (tussen Raadhuisplein en de Parkstraat). Voerendaal heeft met zijn 3100 inwoners minder inwoners dan Kunrade met 3700, ondanks het feit dat Kunrade van oorsprong een gehucht is van Voerendaal. Voerendaal vormt samen met Kunrade de overgang van het verstedelijkte gebied van Heerlen aan de oostelijke zijde naar het landelijke gebied aan de andere zijden. Het jonge karakter van het dorp komt vooral doordat in de 20e eeuw veel gebouwd is, in het begin door de steenkoolwinning in het gebied, maar ook na de mijnsluitingen van de laatste 2 steenkoolmijnen Julia in Eygelshoven en de Oranje Nassaumijn I te Heerlen in december 1974. Rond de eeuwwisseling is in de dorpskern tevens het volledig nieuwe winkelcentrum Furenthela gebouwd. Fase I van het kernplan werd in december 1999 opgeleverd. Fase II werd na jaren van juridische procedures pas in maart 2017 voltooid met de opening van een nieuwe Plus supermarkt aan het Kerkplein, de verhuizing van de Aldi supermarkt naar een geheel vernieuwd pand aan het Furenthelaplein per 19 mei 2017, de heropening van DA drogisterij Duysens en de opening van een Eyewish Opticiens filiaal, beiden in het volledig gerenoveerde historisch pand Dautzenberg aan het Kerkplein, per begin juni 2017. Voerendaal heeft vooral een woon-en forensenfunctie. Midden in het dorp ligt het in 2015 geheel opgeknapte Parkgebied 't Brook met een tweetal visvijvers. Ten noorden van Voerendaal ligt een groot golfterrein van Golf en Countryclub Hoenshuis. Bezienswaardigheden Kastelen Kasteel Cortenbach, ten oosten van het centrum Kasteel Haeren, ten westen van het centrum Kasteel Puth, ten noorden van het centrum Kasteel Rivieren, bij de buurtschappen Weustenrade en Retersbeek Kasteel Ter Worm (op grondgebied van de gemeente Heerlen). Hoenshuis, Hoensweg 17. Voormalig kasteel, nu gesloten hoeve. Overige bezienswaardigheden Sint-Laurentiuskerk, 11e eeuw en 1840. Heilig Hartbeeld, van 1923 Mariakapel van 1938, wegkapel op de hoek Valkenburgerweg/Tenelerweg Sint-Barbarabeeld, de beschermheilige van de mijnwerkers Romeinse villa Voerendaal-Ten Hove, restant van een Romeinse villa. Drie Kalkovens aan de Midweg Kalkoven Midweg en Geologisch monument Groeve Midweg Kalkoven Amerikaanse Branderij Kalkoven Kasteel Haren (met Groeve Moonen) Kalkoven Winthagen De Kunradersteengroeve van Kunrader kalk Diverse 18e-eeuwse boerderijen: Hoeve Ten Hoven, Steinweg 7, gesloten hoeve van 1714 Hoeve Lindelauf, Valkenburgerweg 46, van 1724 Hoeve Heerlerweg 103, van 1718 Hoeve Overst-Voerendaal, Overst-Voerendaal 4, van 1791 Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Voerendaal Verkeer Voerendaal heeft een halte aan de spoorlijn Maastricht-Heerlen. Het station Voerendaal werd geopend in 1915 en is een van de twee stations binnen de gemeentegrenzen. Het voormalige stationsgebouw is nooit gesloopt. Geboren Leo Moulen (1882-1966), limonade-en mineraalwaterfabrikant. Uitvinder van het voor de Tweede Wereldoorlog bekende Noca Nola. Joep Franssen (1899-1975), wegwielrenner Wiel Oehlen (1950), dichter Luc Steins (1995), handballer Ivo Steins (1992), handballer Verenigingen Voetbalclub RKVV Voerendaal. Schutterij Sint-Sebastianus Voerendaal Muziekvereniging Voerendaal Carnavalsvereniging de Naate Voerendaal Scouting Voerendaal Carnavalsvereniging de Kaatboere, Kunrade Buurtvereniging Kundesjheem - 1986 - heden - In Kunrade de grootste buurtvereniging Buurtvereniging ut Baneblöksje - Een van de grootste buurtverenigingen in Voerendaal SchaakVereniging Voerendaal, schaakvereniging die in het seizoen 2008-2009 uitkwam in de Meesterklasse. Gymnastiekvereniging Furenthela Voerendaal Judoclub Voerendaal Tafeltennisvereniging Sempre Avanti Voerendaal Volleybalclub VC Voerendaal - volleybal op nationaal niveau Basketbalclub Giants Voerendaal Zwemvereniging ZV Voerendaal Bromfietsclub De Kompels - club voor klassieke bromfietsen Handbalvereniging HV Gemini Heemkunde Voerendaal - Kernen Voerendaal, Kunrade en Ubachsberg Uitvaartvereniging Voerendaal Nabijgelegen kernen Kunrade, Hoensbroek (Nieuw Lotbroek), Klimmen Zie ook Voerendaal (gemeente) Plaats in Limburg (Nederland) Geografie van Voerendaal
Voerendaal vormt samen met Kunrade de overgang van het verstedelijkte gebied van Heerlen aan de oostelijke zijde naar het landelijke gebied aan de andere zijden. Het jonge karakter van het dorp komt vooral doordat in de 20e eeuw veel gebouwd is, in het begin door de steenkoolwinning in het gebied, maar ook na de mijnsluitingen van de laatste 2 steenkoolmijnen Julia in Eygelshoven en de Oranje Nassaumijn I te Heerlen in december 1974. Rond de eeuwwisseling is in de dorpskern tevens het volledig nieuwe winkelcentrum Furenthela gebouwd. Fase I van het kernplan werd in december 1999 opgeleverd. Fase II werd na jaren van juridische procedures pas in maart 2017 voltooid met de opening van een nieuwe Plus supermarkt aan het Kerkplein, de verhuizing van de Aldi supermarkt naar een geheel vernieuwd pand aan het Furenthelaplein per 19 mei 2017, de heropening van DA drogisterij Duysens en de opening van een Eyewish Opticiens filiaal, beiden in het volledig gerenoveerde historisch pand Dautzenberg aan het Kerkplein, per begin juni 2017. Voerendaal heeft vooral een woon-en forensenfunctie. Midden in het dorp ligt het in 2015 geheel opgeknapte Parkgebied 't Brook met een tweetal visvijvers. Ten noorden van Voerendaal ligt een groot golfterrein van Golf en Countryclub Hoenshuis.
2
supermarkt, kruidenierswinkel, levensmiddelenwinkel
2,146
QAPage
170802
https://nl.wikipedia.org/wiki/Read%20the%20fucking%20manual
Read the fucking manual
Read the fucking manual (vaak afgekort als RTFM; Nederlands: Lees verdomme de handleiding) is een uitdrukking die regelmatig wordt gebruikt op fora en in nieuwsgroepen op internet om een vragensteller duidelijk te maken dat hij of zij beter eerst de handleiding had kunnen lezen. De term wordt vooral gebruikt als gebruikers van een computerprogramma of -spel aan anderen een vraag stellen die in de handleiding wordt beantwoord. Men kan de afkorting ook positiever opvatten als 'Read the FINE/FRIENDLY manual'. Zie ook Veelgestelde vragen (FAQ) Handleiding Internetjargon Engelse uitdrukking Internettaal
Zie ook Veelgestelde vragen (FAQ) Handleiding Internetjargon
1
vraag-en-antwoordpagina, FAQ, kennisbank
2,942
CableOrSatelliteService
84508
https://nl.wikipedia.org/wiki/VOO%20%28Belgi%C3%AB%29
VOO (België)
VOO is de merknaam voor triple-play-telecommunicatiediensten via het kabeltelevisienetwerk in Wallonië en een deel van Brussel. Het biedt analoge en digitale televisie, vaste telefonie en breedband internet aan. VOO is de Waalse tegenhanger van het Vlaamse Telenet. Organisatie De VOO is een parastatale instelling. Het is een zuivere intercommunale en ontstond in april 2006 als joint-venture van ALE-Télédis uit Luik en Brutélé uit Brussel en Charleroi. De VOO opereert in bijna heel Wallonië. Door de tijd heen werden bijna alle Waalse kabelaanbieders overgenomen, Inatel uit Namen, Iterest en Intermosane uit Luik, Seditel uit Waals-Brabant, Igeho, Simogel en Ideatel uit Henegouwen en Telelux uit Luxemburg. Alleen een deel van Henegouwen en de gemeente Komen zijn voor VOO niet bereikbaar. Tevens is VOO aanwezig in een aantal van de gemeentes van het Brussels Gewest, in Elsene, Sint-Gillis, Evere, Sint-Pieters-Woluwe, Oudergem en Ukkel, en in één gemeente uit het Vlaamse Gewest, in Voeren. Samenwerking ALE-Téledis is tegenwoordig onderdeel van Publifin, een belangrijke intercommunale maatschappij die actief is in energieproductie- en distributie, media- en telecombedrijven en financiële participaties. Over Brutéle, de andere vennoot in VOO, werd in 2013 bekend dat Numericable voornemens is deze maatschappij over te nemen. Later werd bekend dat ook Telenet interesse heeft om Brutéle over te nemen. In 2008 nam Tecteo de ICT Provider WIN over van Belgacom. In 2009 kocht het de aanbieder van digitale televisiezenders BeTV, het voormalige Franstalig-Belgische Canal+. VOO is op zoek naar een partner om als MVNO te kunnen opereren. In 2012 ging het netwerk van L'AIESH uit de samenwerking en over naar Numericable. In november 2021 sloot Orange een overeenkomst voor de overname van VOO. Externe links Officiële website Belgisch telecommunicatiebedrijf
VOO is de merknaam voor triple-play-telecommunicatiediensten via het kabeltelevisienetwerk in Wallonië en een deel van Brussel. Het biedt analoge en digitale televisie, vaste telefonie en breedband internet aan. VOO is de Waalse tegenhanger van het Vlaamse Telenet.
1
kabeltelevisie, satelliettelevisie, mediaprovider
12,283
ReadAction
805142
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem%20Nagel%20%28schrijver%29
Willem Nagel (schrijver)
Willem Hendrik Nagel (Zwolle, 25 augustus 1910 - Leiden, 27 juli 1983) was een Nederlands rechtsgeleerde en criminoloog, maar werd vooral bekend als schrijver. Zijn pseudoniem J.B. Charles was oorspronkelijk een schuilnaam in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De oorlog heeft op zijn werk ook een sterk stempel gedrukt. Werk Nagels wetenschappelijke carrière begon in Groningen, waar hij tussen 1931 en 1939 rechten studeerde. Op 29 juni 1949 promoveerde hij ook in Groningen, op het proefschrift De criminaliteit van Oss. In 1950 trad Nagel in dienst van de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij in juni 1956 benoemd werd tot hoogleraar penologie en criminele sociologie. In 1968 werd Nagel decaan van de Leidse rechtenfaculteit. In februari 1976 hield Nagel zijn afscheidsrede in Leiden. Onder het pseudoniem J.B. Charles schreef hij poëzie en proza voor volwassenen. Ook schreef hij een jeugdboek, Naar de Barbiesjes (1983), dat zich afspeelt in Suriname. Zijn meest geciteerde gedicht is religieus van aard: Hij alleen zou met een grote sigaar In de mond op straat mogen lopen, Met de duimen in zijn vest, Want Hij is God. Maar Hij doet het niet Want Hij is God. Persoonlijk leven Willem Nagel trouwde in 1940 met Jansje Wouda. Ze kregen drie kinderen, Marleen, Ernst en Froukje. Het huwelijk werd ontbonden in 1966. In hetzelfde jaar hertrouwde Nagel met Heleen van Leeuwen (1919-2006). Publicaties Als J.B. Charles: Een suite van de zee (1944) Terzinen van de Mei (1944) Ontmoeting in den vreemde (1946) Zendstation (1949) Het geheim (1952) Lezend over misdaad (1953) Volg het spoor terug (1953) (12e druk 1994: ISBN 90-234-2436-0) Waarheen daarheen (1954) Het paradijs (1955) Gedichten (1955) De menseneter van Nowawes en andere verhalen (1956) Eendracht ontkracht of Een pleidooi voor de simplificatie (1959) Ekskuseer mijn linkerhand (1959) Mijn kleine koude oorlog (1961) De vrouw van Jupiter (1962). (2e druk 1978: ISBN 90-234-0639-7) Van het kleine koude front (1962) (7e druk 1984: ISBN 90-214-9599-6 Topeka; de gedichten van 1963 tot 1966 (1966) De warme slager (1973). ISBN 90-234-4455-8 Hoe bereidt men een ketter (1976). ISBN 90-234-0535-8 De blauwe stoel (1980). ISBN 90-234-4554-6 Turner Court (1982). ISBN 90-234-4581-3 Naar de Barbiesjes (1983). ISBN 90-234-7543-7 In Frankrijk dacht ik aan mijn vader (1986) ISBN 90-234-0962-0 De groene zee is mijn vriendin; Gedichten 1944-1982 (1987) ISBN 90-234-4638-0 Ik ben het (samenstelling: Aad Nuis (1990). ISBN 90-234-4680-1 Als W.H. Nagel: De criminaliteit van Oss (1949) De meineed (1951) Het strafrecht en de onmens (1956) Crimineel ABC (1960) Het voorspellen van krimineel gedrag (1965) De tijd en de kriminoloog (1976) Het betrekkelijke van kriminaliteit (1976). ISBN 90-14-02567-X (bevat: Het strafrecht en de onmens en De tijd en de kriminoloog) Het werkschuwe tuig (1976). ISBN 90-14-02568-8 De funkties van de vrijheidstraf (1976). ISBN 90-14-02569-6 Literatuur Kees Schuyt: Het spoor terug; J.B. Charles|W.H.Nagel, 1910-1983. Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2010. ISBN 9789460032400 Externe links Portret in Biografisch Woordenboek van Nederland J.B.Charles, Schrijversinfo VPRO radioprogramma OVT d.d. 5 september 2010 - Interview Kees Schuyt over zijn biografie van J.B. Charles, met o.a. een geluidsopname van een gedicht door Charles Nederlands rechtsgeleerde Nederlands schrijver Hoogleraar aan de Universiteit Leiden Nederlands verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog
Publicaties Als J.B. Charles: Een suite van de zee (1944) Terzinen van de Mei (1944) Ontmoeting in den vreemde (1946) Zendstation (1949) Het geheim (1952) Lezend over misdaad (1953) Volg het spoor terug (1953) (12e druk 1994: ISBN 90-234-2436-0) Waarheen daarheen (1954) Het paradijs (1955) Gedichten (1955) De menseneter van Nowawes en andere verhalen (1956) Eendracht ontkracht of Een pleidooi voor de simplificatie (1959) Ekskuseer mijn linkerhand (1959) Mijn kleine koude oorlog (1961) De vrouw van Jupiter (1962). (2e druk 1978: ISBN 90-234-0639-7) Van het kleine koude front (1962) (7e druk 1984: ISBN 90-214-9599-6 Topeka; de gedichten van 1963 tot 1966 (1966) De warme slager (1973). ISBN 90-234-4455-8 Hoe bereidt men een ketter (1976). ISBN 90-234-0535-8 De blauwe stoel (1980). ISBN 90-234-4554-6 Turner Court (1982). ISBN 90-234-4581-3 Naar de Barbiesjes (1983). ISBN 90-234-7543-7 In Frankrijk dacht ik aan mijn vader (1986) ISBN 90-234-0962-0 De groene zee is mijn vriendin; Gedichten 1944-1982 (1987) ISBN 90-234-4638-0 Ik ben het (samenstelling: Aad Nuis (1990). ISBN 90-234-4680-1
1
lezen, tekstconsumptie, geschreven inhoud
11,044
RadioClip
1134402
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arjan%20Snijders
Arjan Snijders
Arjan Snijders (Zwijndrecht, 31 januari 1969), bijgenaamd De Snijderman, is een Nederlandse radio-dj, eindredacteur en media-journalist. Hij was vanaf januari 2006 eindredacteur bij AVRO Radio en onder andere verantwoordelijk voor Effe Ekdom, Arbeidsvitaminen en Schiffers.fm. Ook viel hij geregeld in als dj bij Tijdperk Schiffers, Schiffers.fm en Ekdoms After Dinner Trip. In februari 2017 maakte Snijders de overstap naar de regionale omroep van de provincie Noord-Holland, NH Radio, waar hij tot mei 2020 stationmanager was. Vanaf 2020 maakt hij de podcast Dit Was De Radio (met Ron Vergouwen en Harm Edens). Daarnaast maakt Snijders in het weekend een programma voor Radio Veronica. Loopbaan Snijders studeerde in 1995 af aan de School voor Journalistiek, maar hij was al langer actief in de radiosector, onder meer als dj, presentator, eindredacteur, programmamaker en verslaggever. Hij presenteerde op Radio 1, Radio 2 en 3FM voor de VARA, VPRO, NCRV, AVRO, KRO, BNN en NOS. Ook voor commerciële zenders als Veronica, Kink FM en TalkRadio deed hij presentatiewerk. Snijders presenteert sinds 2005 bovendien voor het webkanaal KX Radio. In juli 2015 begon hij daar aan een serie over 50 jaar 3FM. Snijders schrijft ook over media voor kranten en tijdschriften en publiceerde in 1997 het boek Rap van Fortuin over de geschiedenis van de commerciële radio en tv in Nederland. In oktober 2007 verscheen Herinnert u zich deze nog?, over de omroep Veronica na de zeezendertijd. In 2015 verscheen 50 jaar 3FM: van vrolijke puinhoop naar serious radio, een boek over de geschiedenis van Hilversum 3 tot aan 3FM. In het boek staan programmaoverzichten van alle vijftig radiojaren en interviews met onder anderen Herman Stok, Felix Meurders, Frits Spits, Rob Stenders, Giel Beelen en Gerard Ekdom. Snijders is initiator van de eerste publieksprijzen voor radio, de Gouden RadioRing. Sinds 2006 organiseert hij de jaarlijkse uitreiking voor de AVRO. In 2010 adopteerde hij ook de Marconi Awards, die voorheen door omroepvakblad Broadcast Magazine werden georganiseerd. De bekendmaking en uitreiking van de twee prijzen wordt tijdens het jaarlijkse RadioGala live op Radio 2 uitgezonden. Eind 2011 lukte het Snijders webradiostation KX Radio onder te brengen bij de AVRO. Via een 3FM-themazender ging de zender verder onder de vlag van deze publieke omroep. Sinds het najaar van 2022 presenteert hij bij Radio Veronica op zaterdagavond De Top 1000 Aller Tijden en op de zondagavond Studio Snijders. Podcasts In 2005 startte Snijders via KX Radio zijn eerste podcast, Muziek Terwijl U Neukt (2005-2007), een verwijzing naar de zeezender Veronica-klassieker Muziek Terwijl U Werkt. In 2007 zette hij bij de AVRO 12 podcastkanalen op, waar hij zelf AVRO Podpourri met muzikaal verdiepende shows vulde. De AVRO podcasts haalden per maand ruim 100.000 downloads, maar werden jaren later door de NPO verboden omdat ze als AVRO omroepactiviteit werden gezien. Snijders gaat vanaf 2009 weer bij KX Radio een podcast maken, Music For Dummies (2009-2011). Van 2012 tot 2017 maakt hij er ook Arie's Koopavond, samen met Koop Geersing. Ook met Koop Geersing maakt Snijders Macca Podcast, een in 2011 gestarte serie over Sir Paul McCartney. Het programma draait elke individuele track maar één keer en alles wat McCartney heeft gemaakt wordt gedraaid en besproken. In 2015 jubileert de publieke popzender 3FM en daarover maakt Snijders de podcastreeks '50 jaar 3FM'. De serie heeft elke aflevering één jaar en één of twee dj's uit dat jaar te gast en bevat veel historische radiofragmenten. Als in 2019 de radio een eeuw oud is, maakt Snijders samen met Harm Edens de podcastserie '100 Jaar Radio'. Edens blijft aan en wordt, aangevuld met Ron Vergouwen, onderdeel van de in 2020 gestarte serie Dit Was De Radio. Hierin wordt de huidige radio besproken, met weer veel fragmenten en gesprekken met radiomakers. Nederlands journalist Nederlands radio-dj Nederlands programmamaker
In 2015 jubileert de publieke popzender 3FM en daarover maakt Snijders de podcastreeks '50 jaar 3FM'. De serie heeft elke aflevering één jaar en één of twee dj's uit dat jaar te gast en bevat veel historische radiofragmenten.
1
radiofragment, audiogedeelte, radiouitzendingdeel
12,566
TaxiReservation
667298
https://nl.wikipedia.org/wiki/Helitaxi
Helitaxi
Een helitaxi is een taxi welke vervoer van personen per helikopter aanbiedt. Commerciële aanbieders in binnen- en buitenland bieden reeds langer taxidiensten aan per helikopter of klein (water)vliegtuigje. Op 4 september 2006 werd binnen het Nederlandse openbaar vervoer de eerste helikopter "lijndienst" in gebruik genomen door een samenwerking tussen Connexxion en Helinet. Bij de indiensttreding hiervan bleek dat er de vraag was opgeworpen of dergelijke initiatieven voor wat betreft wet- en regelgeving wel waren toegestaan in Nederland. Voorts is in Zuid-Limburg de Brull Heliservice bekend waar de helitaxi-service geldt als aanvulling op bestaande reguliere taxidiensten. In bijvoorbeeld Scandinavië, Frankrijk, Canada en Hong Kong zijn reeds langer (uitgebreide) heuse lijndiensten per helikopter in gebruik. Externe link www.helinet.nl website van Helinet Personenvervoer Helikopter
Commerciële aanbieders in binnen- en buitenland bieden reeds langer taxidiensten aan per helikopter of klein (water)vliegtuigje. Op 4 september 2006 werd binnen het Nederlandse openbaar vervoer de eerste helikopter "lijndienst" in gebruik genomen door een samenwerking tussen Connexxion en Helinet. Bij de indiensttreding hiervan bleek dat er de vraag was opgeworpen of dergelijke initiatieven voor wat betreft wet- en regelgeving wel waren toegestaan in Nederland. Voorts is in Zuid-Limburg de Brull Heliservice bekend waar de helitaxi-service geldt als aanvulling op bestaande reguliere taxidiensten.
2
taxidienst, taxitransport, taxihuur
2,600
Menu
1409067
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bar%20mleczny
Bar mleczny
Een bar mleczny is een goedkoop snelbedieningsrestaurant. Het is uitsluitend een Pools verschijnsel. De bar mleczny was vooral populair ten tijde van de Volksrepubliek Polen, maar is mogelijk ontstaan in het interbellum. In het nieuwe kapitalistische Polen hebben dit soort (inmiddels geprivatiseerde) restaurants het moeilijk om het hoofd boven water te houden, hoewel er nog steeds staatssubsidie aan gegeven wordt (in totaal 20 miljoen zloty per jaar). Sommige van deze bars krijgen daarnaast nog kosteloze ruimte, elektriciteit of gas van de gemeente. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet het restaurant wel aan bepaalde eisen voldoen. Aanvankelijk werden in de bar mleczny vooral zuivelgerechten geserveerd, hetgeen de naam melkbar verklaart. Tegenwoordig staan traditionele Poolse gerechten als pierogi, barszcz, krokiet, bigos en pannenkoeken met zoete witte kaas op het menu. Ook kan men er terecht voor een simpel broodje kaas en koffie. Hoewel men de bar mleczny kan beschouwen als een fastfoodrestaurant, is het in zekere zin ook slow food omdat veel van de gerechten vrij bewerkelijk zijn. De prijzen zijn zodanig scherp dat deze dagelijks vastgesteld worden aan de hand van de inkoopprijzen van de verse ingrediënten. Men moet aan de balie bestellen en afhalen en er wordt van het publiek verwacht dat het zijn bestek na gebruik neerzet op een aangewezen plek (meestal dicht bij de keuken of balie). De inrichting is eenvoudig, de klandizie is vaak arm. In 2007 werd een documentaire gemaakt over het verkommerende verschijnsel bar mleczny door Terese Mörnvik en Ewa Einhorn, getiteld The Battle of the Last Milkbar. Restaurant in Polen
Aanvankelijk werden in de bar mleczny vooral zuivelgerechten geserveerd, hetgeen de naam melkbar verklaart. Tegenwoordig staan traditionele Poolse gerechten als pierogi, barszcz, krokiet, bigos en pannenkoeken met zoete witte kaas op het menu. Ook kan men er terecht voor een simpel broodje kaas en koffie. Hoewel men de bar mleczny kan beschouwen als een fastfoodrestaurant, is het in zekere zin ook slow food omdat veel van de gerechten vrij bewerkelijk zijn.
4
menu, gerechten, drankjes