id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
6,197
VideoGameClip
603357
https://nl.wikipedia.org/wiki/Warcraft%20Adventures%3A%20Lord%20of%20the%20Clans
Warcraft Adventures: Lord of the Clans
WarCraft Adventures: Lord of the Clans was een zwarte humor-achtig Point-and-click adventure computerspel ontwikkeld door Blizzard Entertainment. Het verhaal speelt zich af in het Warcraft universum. Het spel werd echter nooit uitgebracht. Verhaal Het spel speelt zich af direct na de gebeurtenissen uit Warcraft II: Beyond the Dark Portal. De rol van de speler was die van een 22 jaar oude orc genaamd Thrall, die was opgevoed door een menselijke luitenant genaamd Aedelas Blackmoore. Hij voedde Thrall op als een slaaf en gladiator. Op die manier maakte Aedelas van Thrall een onverschrokken krijger en leider in de hoop dat hij ooit de leiding over de laatste orc hordes kon overnemen. Als speler volg je Thrall op zijn avontuur door Azeroth. Eerst ontsnapt Thrall uit durnhold keep. Daarna, in de hoop zijn soortgenoten te bevrijden, zoekt hij het laatste orc stamhoofd Grom Hellscream op. Op zijn tocht ontdekt Thrall dat hij de zoon is van de orc held Durothan, de leider van de Frostwolf Clan, die twintig jaar geleden werd vermoord. Thrall ontmoet ook de inmiddels oud geworden Orgrim Doomhammer, een bloedbroeder van Thralls vader. Ogrim ziet wel wat in de jonge orc en samen met zijn leger helpt hij Thrall met een aanval op durnhold keep In dat gevecht komt Orgrim om, waarna Thrall het nieuwe stamhoofd van de horde wordt. Ontwikkeling en annulering Het spel stond gepland om uit te komen in 1997, maar dit werd al snel veranderd naar eind 1998. Dit kwam door onvoorziene technische problemen onder andere veroorzaakt door miscommunicatie tussen Blizzard en hun Russische animatie compagnie die verantwoordelijk was voor het spel. Na een jaar van ontwikkelen was het spel bijna compleet: bijna alle puzzels en landschappen waren klaar en de stemmen waren al ingesproken. Maar Blizzard was niet tevreden. Dus huurde Blizzard Steve Meretzky, maker van o.a. A Mind Forever Voyaging en The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy in als ontwerpspecialist om de puzzels te verbeteren. Steve kwam al snel tot de conclusie dat een hoop onderdelen van het spel opnieuw gemaakt zouden moeten worden, wat nog meer animatie en nasynchronisatie betekende. Blizzard besefte al snel dat door deze omslag ze nooit hun al uitgestelde deadline van eind 1998 zouden halen. Het spel moest dan af zijn omdat Blizzard van plan was dit spel te introduceren op de E3 dat jaar. Uiteindelijk, na een jaar hard werken, maakte Blizzard bekend dat “Warcraft Adventures: Lord of the Clans” geannuleerd was, slechts enkele dagen voor de E3. Al enkele uren na de bekendmaking begonnen fans van de Warcraft serie online petities te tekenen waarin ze eisten dat Blizzard het project zou voortzetten. Tevergeefs…. In maart 2010 werd een video van 20 minuten van gameplay geüpload naar een Russische gamingwebsite, waarmee bewezen werd dat iemand buiten Blizzard Entertainment een versie van de game in bezit heeft. De video is ook beschikbaar op YouTube (waar het geoormerkt wordt als een alfaversie van de game) In februari 2011 werd een serie van 11 gameplayvideo's geüpload naar YouTube, in december 2014 en januari 2015 werden nog twee resterende video's geüpload. Boek Hoewel het spel was geannuleerd vond Blizzard het verhaal dat in het spel verteld zou worden te belangrijk voor de grote Warcraft verhaallijn om gewoon te negeren. Daarom huurden ze een auteur in om het verhaal van Warcraft Adventures in een boek te verwerken. De auteur (wiens naam nog steeds onbekend is), was niet in staat het boek op tijd af te krijgen. Star Trek schrijver Christie Golden werd toen ingehuurd om een boek te schrijven gebaseerd op de scripts van Warcraft ontwerper Chris Metzen. Dit werd het boek Warcraft: Lord of the Clans. Het personage Thrall speelde een belangrijke rol in Warcraft III: Reign of Chaos en World of Warcraft. Externe links Blizzard Entertainment - Officiële website WarCraft Adventures: Lord of the Clans - Unreleased 1998 e3 trailer. Warcraft Geannuleerd computerspel
In maart 2010 werd een video van 20 minuten van gameplay geüpload naar een Russische gamingwebsite, waarmee bewezen werd dat iemand buiten Blizzard Entertainment een versie van de game in bezit heeft. De video is ook beschikbaar op YouTube (waar het geoormerkt wordt als een alfaversie van de game) In februari 2011 werd een serie van 11 gameplayvideo's geüpload naar YouTube, in december 2014 en januari 2015 werden nog twee resterende video's geüpload.
1
spelclip, gameplayvideo, speluitreksel
4,879
Organization
4727061
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard%20van%20Egerschot
Gerard van Egerschot
Gerard Harry van Egerschot (Amsterdam, 6 september 1947 – Doornspijk, 22 februari 2015) was een Nederlands bestuurder en politicus van de VVD. Na zijn studie economie aan de Universiteit van Amsterdam begon hij in 1975 zijn loopbaan als hoofd commerciële zaken van het Havenschap Delfzijl. Daarnaast was hij actief in de lokale politiek. In 1978 kwam hij in de gemeenteraad van Delfzijl en in 1981 werd hij daar wethouder maar zijn wethouderschap gaf hij al vrij snel op omdat hij zo'n politieke functie niet te combineren vond met zijn functie bij het Havenschap. In april 1984 werd Van Egerschot benoemd tot burgemeester van de Noord-Hollandse gemeente Bennebroek. Na een mislukte poging om burgemeester van Zandvoort te worden keerde hij in maart 1989 weer terug naar het bedrijfsleven en was hij tot 1995 van verschillende dochtermaatschappijen van de PTT/KPN de directeur. Daarna werd hij directeur van het afvalverwerkingsbedrijf VAM. In februari 2000 volgde zijn benoeming tot algemeen directeur van de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS). Na het fiasco rond een nieuw gokspel dat de Staatsloterij vele miljoenen had gekost volgde eind 2003 ontslag waarbij hij een ontslagvergoeding ontving van 392.000 euro, bijna twee keer zijn jaarsalaris. Enkele jaren later kwam SENS opnieuw in opspraak en dit keer vanwege bedrijfsspionage bij de Postcode Loterij in de jaren 2001 en 2002. Van Egerschot overleed begin 2015 op 67-jarige leeftijd in zijn woonplaats Doornspijk. Burgemeester van Bennebroek Nederlands bestuurder VVD-politicus
Na zijn studie economie aan de Universiteit van Amsterdam begon hij in 1975 zijn loopbaan als hoofd commerciële zaken van het Havenschap Delfzijl. Daarnaast was hij actief in de lokale politiek. In 1978 kwam hij in de gemeenteraad van Delfzijl en in 1981 werd hij daar wethouder maar zijn wethouderschap gaf hij al vrij snel op omdat hij zo'n politieke functie niet te combineren vond met zijn functie bij het Havenschap. In april 1984 werd Van Egerschot benoemd tot burgemeester van de Noord-Hollandse gemeente Bennebroek. Na een mislukte poging om burgemeester van Zandvoort te worden keerde hij in maart 1989 weer terug naar het bedrijfsleven en was hij tot 1995 van verschillende dochtermaatschappijen van de PTT/KPN de directeur. Daarna werd hij directeur van het afvalverwerkingsbedrijf VAM.
2
organisatie, bedrijf, vereniging
10,465
School
5165007
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bindoon
Bindoon
Bindoon is een plaats in de regio Wheatbelt in West-Australië. Het ligt langs de Great Northern Highway, 84 kilometer ten noordnoordoosten van Perth en 19 kilometer ten oosten van Gingin. In 2021 telde Bindoon 1.215 inwoners tegenover 740 in 2006. Geschiedenis Voor de eerste Europese kolonisten zich in de streek vestigden leefden de Yuat Aborigines er reeds duizenden jaren. Het zou kunnen dat ook de Balardung en Wajuk zich in het gebied begaven. In 1835 werd de streek verkend door George Fletcher Moore. William Locke Brockman vestigde zich in 1843 als eerste in de streek en noemde zijn eigendom Bindoon. Bindoon zou een aboriginalwoord zijn voor "een plaats waar yamswortels groeien". Nog in 1843 keerde George Moore terug naar de streek en vestigde zich er ook. De eerste kolonisten teelden groenten en fruit en hielden enkele runderen en schapen. Tegen 1859 woonden er elf kolonisten in de streek. In de jaren 1880 steeg het aantal kolonisten aanzienlijk. Achtenzestig kavels kroonland werden verkocht. De eerste Roads Board werd verkozen in 1896. De Chittering Brook Road Board scheidde zich toen af van de Gingin Road Board. Na de Tweede Wereldoorlog werden terugkerende soldaten in Bindoon gevestigd middels Soldier Settlement Schemes. Tegen de jaren 1950 had Bindoon een postkantoor, een garage en een algemene winkel. In 1953 werd Bindoon officieel erkend. In 1964 werd de Chittering Brook Road Board de Shire of Chittering. Sinds de jaren 1950 ligt er een 20.000 hectare groot schietveld nabij Bindoon. Onder andere het Special Air Service Regiment (SASR) leidt er haar rekruten op. Bauxite Resources begon in 2009 met het delven van bauxiet voor de productie van aluminium. In 2013 werden de werkzaamheden stilgelegd na langdurig protest van de lokale bevolking. In 2013 dienden een honderdtal inwoners van Bindoon geëvacueerd te worden ten gevolge een zware bosrand die 2.000 hectare landbouwgrond en natuur in as legde. De grootste verpakkingsfabriek voor citrusvruchten van West-Australië werd in 2017 in Bindoon in gebruik genomen. Ze kan tot 20.000 ton fruit per jaar verwerken. Bindoon Boys Town De school, opgericht door de Christian Brothers, is verscheidene malen van naam veranderd. Er werden decennialang kinderen misbruikt en mishandeld. De school heet tegenwoordig het Edmund Rice College. In 2010 werd de film Oranges and Sunshine uitgebracht over uit Engeland gedeporteerde, mishandelde en misbruikte kinderen en hun strijd om erkenning. De film maakt gewag van het seksuele misbruik in Bindoon Boys Town In 2014 onderzocht een koninklijke commissie de feiten. In 2017 werd het graf van Francis Paul Keaney, naar wie de school ooit vernoemd werd, door de Christian Brothers ontmanteld en zijn resten elders begraven. Toerisme Het Bindoon Heritage Museum is gehuisvest in het gebouw van de Chittering Brook Road Board uit 1929/'30, vier kilometer ten zuiden van Bindoon. De Holy Trinity Anglican Church is een oud stenen kerkje 9 kilometer ten noorden van Bindoon. De Claremont Cottage uit 1861 is het oudste gebouw in Bindoon. Het biedt nu onderdak aan een kunstgalerij en koffiehuis. Bindoon ligt in de Darling Range en er zijn tal van korte wandelingen rondom: Needoonga Walk, Stonehouse Walk, Spoonbill Lake, Carty Reserve en Wannamal Walk. Plaats in West-Australië
Bindoon Boys Town De school, opgericht door de Christian Brothers, is verscheidene malen van naam veranderd. Er werden decennialang kinderen misbruikt en mishandeld. De school heet tegenwoordig het Edmund Rice College. In 2010 werd de film Oranges and Sunshine uitgebracht over uit Engeland gedeporteerde, mishandelde en misbruikte kinderen en hun strijd om erkenning. De film maakt gewag van het seksuele misbruik in Bindoon Boys Town
2
school, basisschool, middelbare school
10,076
ChooseAction
684106
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hans%20van%20Leeuwen
Hans van Leeuwen
Hans van Leeuwen (Den Haag, 19 juni 1952) is een Nederlands politicus. Namens de Socialistische Partij was hij sinds de Tweede Kamerverkiezingen 2006 lid van de Tweede Kamer. Van Leeuwen is op 30 november 2006 beëdigd, zijn termijn eindigde op 17 juni 2010. Van Leeuwen werd in 1952 geboren. Hij is kunstenaar. Sinds de Gemeenteraadsverkiezingen 1994 was hij gemeenteraadslid, vanaf 2002 tot en met 2018 was hij fractievoorzitter in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Vanaf 2000 is van Leeuwen lid van het scholingsteam van de SP, vanaf 2003 is hij tevens lid van het landelijk partijbestuur van de SP, hij was verantwoordelijk voor de afdelingenondersteuning. Daarnaast was van Leeuwen de vaste organisator van de tour langs alle provincies die Jan Marijnissen maakte. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 stond hij op positie 16 op de kandidatenlijst van de SP. . Hij is verkozen en had zelf 667 voorkeurstemmen behaald. Op 19 april 2007 hield hij zijn maidenspeech bij het debat over het cultuurbeleid. SP-politicus (Nederland) Tweede Kamerlid
Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 stond hij op positie 16 op de kandidatenlijst van de SP. . Hij is verkozen en had zelf 667 voorkeurstemmen behaald. Op 19 april 2007 hield hij zijn maidenspeech bij het debat over het cultuurbeleid.
1
keuze, voorkeur, opties
12,247
Pond
1222701
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Maaij
De Maaij
De Maaij is een natuurgebied ten zuiden van Bergeijk van 76 ha. Het is eigendom van de Vereniging Natuurmonumenten. Het gebied bestaat uit een aantal viskweekvijvers, waaronder de Beeken, de Pastoorswijer, en de Liskes, die verbonden zijn door de Beekloop. Door de vijvers lopen dammetjes waar een aantal paden over lopen. De aangelegde Keunensloop voert water aan vanuit de vloeiweiden. De viskweekvijvers zijn van oorsprong natuurlijke vennen, maar in de 17e eeuw werd al van viskweekvijvers gesproken. Ze voorzagen onder meer in vis voor het Eindhovense Klooster Mariënhage. Later werden hier karpers en waterlelies gekweekt. Als visvoer werd afvalwater van een spiritusfabriek te Bergeijk gebruikt. Tegenwoordig wordt de natuur weer hersteld en is er een mooi en rustig gebied ontstaan. De vijvers worden omzoomd door moeras, broekbos en rietland. In de Liskes bevindt zich een vogelkijkhut. IJsvogels, woudaapjes en roerdompen komen hier voor en 's winters wordt ook de visarend er waargenomen. In een dennenbos zijn een urnenveld en resten van grafheuvels te vinden. Externe bron Natuurmonumenten Maaij Maaij
Het gebied bestaat uit een aantal viskweekvijvers, waaronder de Beeken, de Pastoorswijer, en de Liskes, die verbonden zijn door de Beekloop. Door de vijvers lopen dammetjes waar een aantal paden over lopen. De aangelegde Keunensloop voert water aan vanuit de vloeiweiden. De viskweekvijvers zijn van oorsprong natuurlijke vennen, maar in de 17e eeuw werd al van viskweekvijvers gesproken. Ze voorzagen onder meer in vis voor het Eindhovense Klooster Mariënhage. Later werden hier karpers en waterlelies gekweekt. Als visvoer werd afvalwater van een spiritusfabriek te Bergeijk gebruikt. Tegenwoordig wordt de natuur weer hersteld en is er een mooi en rustig gebied ontstaan. De vijvers worden omzoomd door moeras, broekbos en rietland.
5
vijver, waterplas, tuinvijver
10,012
AutoBodyShop
5236787
https://nl.wikipedia.org/wiki/Berwi
Berwi
De n.v. Berwi was een Nederlandse carrosseriebouwer, gevestigd in Winschoten, van 1951 tot en met 1973. Geschiedenis In 1951 startte oprichter Jan Jurrien van Bergen zijn carrosseriebedrijf onder de naam Berwi. De naam is afgeleid van Van BERgen, WInschoten. Het bedrijf komt voort uit de klokkengieterij in Heiligerlee, waar al in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog brandspuiten en -pompen werden gemaakt door de familie Van Bergen. In de eerste jaren bouwde oprichter Van Bergen vooral brandweerwagens met pompen die geleverd werden door zijn broer die het familiebedrijf in Heiligerlee runde, maar in latere jaren werden ook pompen van andere leveranciers toegepast. Zo had het bedrijf een samenwerking met Motorkracht en Ajax-De Boer. In 1973 verkocht Van Bergen het bedrijf aan ir. E. Statema, toen directeur van de Noord-Nederlandse Machinefabriek in Winschoten. Door tegenvallende verkopen ging op 29 oktober 1976 Berwi failliet. Een doorstart volgde, onder de naam Ajax-Ziegler, nadat Ajax-de Boer en Ziegler (pompenfabrikant) de failliete boedel overnamen. Producten en afnemers Het bedrijf Berwi maakte naast brandweerwagens en ambulances ook bussen, bestelauto's, caravans en alle mogelijke andere carrosserieaanpassingen en aanhangers. Overheden als de Rijkspolitie, Rijkswaterstaat, het Ministerie van Justitie en gemeenten waren klant, maar ook de toenmalige PTT en een aantal bibliotheken. Carrosserieën Zevenstreper DAF celblokwagen of gevangenentransporter voor de Rijkspolitie (dit model DAF had de bijnaam 7-streper vanwege de gril). Grote serie Technische Patrouillewagens (TPW) voor de Rijkspolitie, op basis van de Citroën HY gebouwd (1959). Ford Thames bestelwagens voor de Rijkswaterstaat. Opel Blitz vrachtwagens voor de PTT. PTT-aanhangwagentjes achter GADO-autobussen (1955). Roltrommelauto bestemd voor de gemeentereiniging (1958). Bibliobussen voor Friesland en Noord-Holland. DAF kleutertaxi, gebruikt door peuterschool Hakenbos te Dalerveen, Drenthe (1963). Caravans Onder de naam Caravanbouw Cosmopoliet N.V. produceerde het bedrijf caravans genaamd de Cosmopoliet "Nomade" (later genaamd "Mignon"), "Zigeuner", "Grand Routier" en ook de "Brenner" en "Simplon". Deze laatste 2 waren genoemd naar een berg, refererend aan de naam "Van Bergen". Toen de productie van caravans niet meer lucratief was, werd deze bedrijfsactiviteit gestaakt. Cosmopoliet Nomade De Cosmopoliet was een zeer kleine caravan, opgebouwd uit een klein stalen onderstel met een Bruynzeel (watervast verlijmd) hechthouten opbouw. Deze werd gemaakt van 1957 tot en met 1959. Vouwcaravan In 1958 werd een speciaal model gemaakt op basis van de Nomade, voor wereldreizigers Wim Dussel en Peter Hissink, met aan de voorzijde rubber matten voor opspattend grind (welke zij in Turkije pas aanbrachten). Zij reden in 1958 heen en weer van Amsterdam naar Teheran per Goggomobil Sportcoupé TS300 met 400 motor en deze vouw-Cosmopoliet. Carrosseriebouwer Voormalig Nederlands bedrijf Winschoten
Geschiedenis In 1951 startte oprichter Jan Jurrien van Bergen zijn carrosseriebedrijf onder de naam Berwi. De naam is afgeleid van Van BERgen, WInschoten.
1
autospuiterij, carrosseriebedrijf, schadeherstelbedrijf
9,510
DefinedRegion
4333566
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20hoofdingenieurs%20van%20de%20Waterstaat%20en%20Rijkswaterstaat
Lijst van hoofdingenieurs van de Waterstaat en Rijkswaterstaat
De lijst van hoofdingenieurs is een onderdeel van de lijst van alle managers die leiding gegeven hebben aan een regionale of specialistische eenheid van Rijkswaterstaat. Tot aan 1848 werd niet gesproken van Rijkswaterstaat maar van de Waterstaat. Deze organisatie werkte zowel onder centraal gezag als onder de verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur. Na het tot stand komen van de Provinciewet in 1848 kregen de provincies het recht een eigen "waterstaat" op te richten. In de loop van 20 jaar gebeurde dat in alle provincies. Ter onderscheid van deze Provinciale Waterstaten werd de centrale organisatie aangeduid met 's Rijks Waterstaat, later aaneengeschreven als Rijkswaterstaat. Deze lijst is een vervolg op de lijst van inspecteurs van de Waterstaat, die handelt over de periode 1798 - 1811. In de loop van de tijd heeft de organisatie veel verschillende organisatievormen gehad. De lijst van managers wordt daarom steeds voorafgegaan door een overzicht van de organisatievorm in de betreffende periode. De nummering van de managers is doorlopend. In de eerste periode de regionale chefs aangeduid worden met de term inspecteur. De term hoofdingenieur verschijnt voor het eerst in de Franse vorm, l' ingenieur en chef, als in 1811 het Koninkrijk Holland ingelijfd wordt in het Franse Keizerrijk. De Franse en de Nederlandse vorm blijven naast elkaar bestaan in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Na 1839 wordt alleen nog gesproken over hoofdingenieur als hoofd van een regionale of specialistische eenheid; ook als betrokkene nog niet de rang van hoofdingenieur heeft werd gesproken van fungerend hoofdingenieur. In de lijst zijn tevens de hoogste bazen van de organisatie opgenomen omdat zij doorgaans eerder in hun loopbaan een rol als regionale baas vervulden. Deze hoogste bazen zijn ook afzonderlijk vermeld in de lijst van directeuren-generaal Rijkswaterstaat. 16e Inspectie van de Service des Ponts et Chausées de France (1811-1813) Na de inlijving van het Koninkrijk Holland in het Franse Keizerrijk werd de bestaande waterstaatsorganisatie onderdeel van de Franse Service de Ponts et Chaussėes met Parijs als centraal hoofdkwartier. De regionale indeling volgde de departementale indeling zoals het keizerrijk dat had ingesteld met namen gerelateerd aan rivieren. De Hollandse departementen boven de grote rivieren vormden samen het 16e inspectie van de Service des Ponts et Chausėes de France, verdeeld in twee divisies. Het betrof hier de departementen: Organisatie in de overgangsperiode 1814-1816 Nadat Napoleon in 1813 was verslagen en Nederland onder de soeverein vorst Willem Frederik van Oranje naar een nieuwe staatsvorm zocht kende de waterstaatsorganisatie een overgangsperiode. In januari 1814 ontstond een Centrale Directie van de Waterstaat en enkele maanden daarna werd besloten dat het in functie zijnde personeel in afwachting van een definitieve reorganisatie ongewijzigd gehandhaafd zou blijven. Alleen werden vanwege het vervallen van de departementen provisionele districten ingesteld. De beide divisies bleven ook gehandhaafd met ieder een inspecteur-generaal aan het hoofd. Organisatie van het Corps Ingenieurs van de Waterstaat en der Publieke Werken 1817-1848 tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1830/1839) De vereniging van de Noordelijke met de Zuidelijke Nederlanden leidde tot een aanzienlijke uitbreiding van de waterstaatsorganisatie. Bij KB van 25 juli 1816 werd bepaald dat er per 1 januari 1817 vier afdelingen zouden zijn, bestaande uit districten met aan het hoofd een inspecteur. Boven de gehele organisatie zou één inspecteur-generaal staan. Artikel 7 van het KB. bepaalde: Het getal der tegenwoordig bestaande Inspecteuren-Generaal zal ingeval van retraite of overlijden tot één verminderd worden. Tot dat tijdstip toe zullen er slechts twee inspecteurs worden benoemd en zullen de Inspecteuren-Generaal de functie van de andere twee Inspecteurs waarnemen. De organisatie zag er vanaf 1 januari 1817 als volgt uit: Een bijzonderheid was dat in Zeeland twee hoofdingenieurs werkzaam waren; een voor Staats-Vlaanderen en een voor de rest van Zeeland. Gedurende de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd deze organisatie alleen gewijzigd in 1829 toen de drie gecombineerde districten werden gesplitst: De Belgische afscheiding leidde in 1830 in het Zuiden tot chaotische toestanden. Noord-Nederlandse hoofdingenieurs, die dienstdeden in het zuiden verlieten hun post. Limburg was een bijzonder geval. Geheel Limburg was in handen van de Belgen, alleen de vesting Maastricht was een Noord-Nederlandse enclave in het gebied. Volgens de Maastrichtse archieven was de hoofdingenieur Semoise "...met medeneming van het ganse archief onverhoeds naar Tongeren vertrokken!". In Maastricht werd J.W.Conrad als waarnemer benoemd, terwijl J. Semoise in Tongeren vanuit België voor Limburg hoofdingenieur was; beide zijn als volgt in de schema's vermeld: na de Belgische afscheiding De organisatie zag er vanaf 1839 als volgt uit: Nadat in 1826 Jan Blanken met pensioen was gegaan en Adrianus Goudriaan in 1829 was overleden, werd de functie van inspecteur-generaal niet meer vervuld. Formeel bleef de functie wel bestaan. Lijst van hoofdingenieurs geboren vóór 1800 In onderstaand schema zijn de verschillende mutaties aangegeven, waarbij de managers in volgorde van geboortejaar staan. De organisatie-eenheid, waarin ze in het betreffende jaar leiding aan gaven is weergegeven met een lettercode en een kleurcode, zoals aangegeven in bovenstaande tekst. De kleurcode blijft in de opvolgende schema's gelijk voor een bepaald geografisch gebied. De nummering is een voortzetting van de lijst van inspecteurs van de Waterstaat; De nummers 5 tot en met 30 waren gedurende hun loopbaan achtereenvolgens inspecteur en hoofdingenieur. Organisatie van 's Rijks Waterstaat, c.q. Rijkswaterstaat 1848-1903 De grondwetsherziening van 1848 bracht voor de waterstaat een nieuwe organisatie, die vanaf 1 april 1849 vorm kreeg. De op deze grondwet gebaseerde Provinciewet bepaalde dat de provincies zelf eigen waterstaatsdiensten konden oprichten en niet meer hoefden te leunen op de regionale districten. Alle provincies deden tot tussen 1850 en 1880 en geleidelijk aan werd vanwege het onderscheid gesproken van Provinciale Waterstaten en 's Rijks Waterstaat. De organisatie bleef bestaan uit twee inspecties, maar Thorbecke vond het niet nodig een centrale figuur aan te stellen; de functie inspecteur-generaal werd opgeheven. Wel kwam er een centrale Algemene Dienst, die aanvankelijk onder leiding van een van de inspecteurs (L.J.A. van der Kun) kwam te staan. In 1858 werd na lang aandringen vanuit de organisatie weer centrale leiding ingesteld in de vorm van een nieuwe functie: de hoofdinspecteur in de persoon van L.J.A. van der Kun. Met zijn benoeming verhuisde ook de Algemene Dienst naar een centrale plaats in de organisatie. De wijzigingen op dit schema tot aan 1903 worden gevormd door een aantal samenvoegingen van diensten; de instelling van Rivierbeheer als specialisme en de vorming van een aantal tijdelijk bouwbureaus voor projecten: Lijst van hoofdingenieurs geboren na 1800 In onderstaand schema zijn de verschillende mutaties aangegeven, waarbij de managers in volgorde van geboortejaar staan. De organisatie-eenheid, waarin ze in het betreffende jaar leiding aan gaven is weergegeven met een lettercode en een kleurcode, zoals aangegeven in bovenstaande tekst. De kleurcode blijft in de opvolgende schema's gelijk voor een bepaald geografisch gebied of specialisme. Het vervolg op deze lijst is de Lijst van hoofdingenieurs-directeuren van Rijkswaterstaat. Deze behandelt de periode van 1903 tot heden. Rijkswaterstaat
Lijst van hoofdingenieurs geboren vóór 1800 In onderstaand schema zijn de verschillende mutaties aangegeven, waarbij de managers in volgorde van geboortejaar staan. De organisatie-eenheid, waarin ze in het betreffende jaar leiding aan gaven is weergegeven met een lettercode en een kleurcode, zoals aangegeven in bovenstaande tekst. De kleurcode blijft in de opvolgende schema's gelijk voor een bepaald geografisch gebied.
1
leveringszone, geografisch gebied, prijszone
5,981
MusicReleaseFormatType
821066
https://nl.wikipedia.org/wiki/To%20Our%20Children%27s%20Children%27s%20Children
To Our Children's Children's Children
To Our Children's Children's Children is het vierde album van The Moody Blues in de samenstelling met Hayward en Lodge. Inleiding Het album geeft de optimistische gevoelens op het gebied van wetenschap weer na het slagen van diverse ruimtevluchten, maar ook dreigingen van de almaar snellergaande ontwikkelingen in de wetenschap. Het album begint voor het laatst met een gedicht van Graeme Edge, dit keer begeleid door een startende Saturn V-raket; het is echter elektronisch gefabriceerd. Alle nummers lopen weer in elkaar over. De Moodies bevonden zich in een creatief jaar,want dit album kwam in hetzelfde jaar uit als voorganger On the Threshold of a Dream. Dit werd wellicht mede mogelijk gemaakt omdat alle vijf de leden een woning betrokken in Cobham (Kent), weg van de drukke stad. Om meer invloed te hebben op het totaal pakket mocht de band van Decca Records hun eigen platenlabel Threshold Records oprichten. Vanwege het nieuwe label kreeg het dan ook catalogusnummer THS 1 mee. Het eigen label resulteerde bijvoorbeeld in de combinatie van openklapbare hoes van Phil Travers en muziek. Travers beeldde over de volle breedte van de hoes (voor en achterkant) een prehistorische grottekening af met de handen van de tekenaar (of van Travers zelf). Ook de binnenhoes had een grot als thema; de leden zitten rond een kampvuur voorzien van alle gemakken van de moderne tijd, alleen de dtp-computer valt uit de toon. Het album handelt (mede) over ruimtereizen; Feakes constateerde dat de liedjes van Pinder, Thomas en Edge daar beter in passen dan die van Hayward en Lodge. Musici Justin Hayward: zang en gitaren; John Lodge: zang en basgitaar; Mike Pinder; zang, toetsen en mellotron; Ray Thomas: zang, fluit en overige blaasinstrumenten; Graeme Edge: drums en percussie. Muziek Nasleep Als single werd uitgebracht Watching and Waiting, dat tot verbazing van de leden nergens een hit werd. Het album werd uitgebracht op langspeelplaat (stereo en quadrafonisch) en muziekcassette. Deze quadrafonische versie bleek later een uitstekende uitgangspunt voor de 5.1 SACD-versie. Een van de cassettes ging mee op de vlucht van Apollo 15 in 1971. Na de opnamen werd er getoerd met als belangrijkst en bekendst optredens op het Isle of Wight Festival en in de Royal Albert Hall in Londen. Dat laatste concert leverde het volgende album op. Ondanks het gebrek aan een goedverkopende single werd het album goed verkocht. In de Billboard 200 wist het in 44 weken een veertiende plaats te bereiken, in thuisland kwam het eveneens in 44 weken tot een tweede plaats; gestuit door The Beatles met Abbey Road. Op het vasteland van Europa zijn geen albumnoteringen bekend. Wel bleek het praktisch onmogelijk de nummers tijdens concerten goed ten gehore te brengen. In de studio waren veel overdubs en technische hoogstandjes gebruikt, die op het podium niet voor herhaling vatbaar bleken. Gypsy hield het nog het langst vol. Bij het optreden van de Moodies in de Heineken Music Hall in oktober 2006 kwam Edge achter zijn drumkit vandaan en zingt als oude rocker (hij is dan 64 jaar) Higher and Higher. Muziekalbum van The Moody Blues Muziekalbum uit 1969 Muziekalbum uitgegeven door Decca Records Muziekalbum verschenen op sacd
Nasleep Als single werd uitgebracht Watching and Waiting, dat tot verbazing van de leden nergens een hit werd. Het album werd uitgebracht op langspeelplaat (stereo en quadrafonisch) en muziekcassette. Deze quadrafonische versie bleek later een uitstekende uitgangspunt voor de 5.1 SACD-versie. Een van de cassettes ging mee op de vlucht van Apollo 15 in 1971. Na de opnamen werd er getoerd met als belangrijkst en bekendst optredens op het Isle of Wight Festival en in de Royal Albert Hall in Londen. Dat laatste concert leverde het volgende album op. Ondanks het gebrek aan een goedverkopende single werd het album goed verkocht. In de Billboard 200 wist het in 44 weken een veertiende plaats te bereiken, in thuisland kwam het eveneens in 44 weken tot een tweede plaats; gestuit door The Beatles met Abbey Road. Op het vasteland van Europa zijn geen albumnoteringen bekend.
1
compact disc, digitale media, LP
7,619
Corporation
5130120
https://nl.wikipedia.org/wiki/MyTomorrows
MyTomorrows
myTomorrows is een handelsnaam van Impatients N.V. en een Nederlands bedrijf dat wereldwijd actief is in de gezondheidszorg. Het internationale hoofdkantoor is gevestigd te Amsterdam. myTomorrows biedt uitbehandelde patiënten en hun artsen informatie over en toegang tot geneesmiddelen die zich nog in de ontwikkelingsfase bevinden of bijvoorbeeld in sommige landen (nog) niet geregistreerd zijn. Toegang tot deze geneesmiddelen kan worden geregeld aan de hand van klinisch onderzoek, expanded access en off-label gebruik. myTomorrows werd in 2013 opgericht door Ronald Brus, de voormalig CEO van het biotechbedrijf Crucell. In het begin van het bestaan werd myTomorrows bestempeld als vernieuwend en controversieel. In mei 2013 werden door PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester kamervragen over het bedrijf gesteld. Eind 2017 trad oud-minister Ronald Plasterk in dienst als Chief Scientific Officer. Externe links Officiële website Nederlands bedrijf Gezondheidszorg in Nederland
myTomorrows werd in 2013 opgericht door Ronald Brus, de voormalig CEO van het biotechbedrijf Crucell. In het begin van het bestaan werd myTomorrows bestempeld als vernieuwend en controversieel. In mei 2013 werden door PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester kamervragen over het bedrijf gesteld. Eind 2017 trad oud-minister Ronald Plasterk in dienst als Chief Scientific Officer.
2
bedrijf, onderneming, vennootschap
1,180
AnimalShelter
272644
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amivedi
Amivedi
Amivedi is een stichting die zich inzet voor vermiste en gevonden huisdieren in Nederland. De stichting heeft een ANBI-status. Amivedi bestaat uit louter vrijwilligers en draait volledig op donaties, giften en legaten. Er is geen centraal kantoor. Alle vrijwilligers werken vanuit hun eigen woning. Stichting Amivedi is opgericht in 1933. De naam van de stichting is een afkorting van "AMor est Iustitia VErzorging van DIeren." Amor est Iustitia is Latijn voor "Liefde is gerechtigheid". De toevoeging "verzorging van dieren" gaf aan dat de organisatie dieren wilde verzorgen in de breedste zin van het woord. Andere dierenorganisaties hebben dit deel van het werk overgenomen. De vrijwilligers van Amivedi zetten zich volledig in voor het terugvinden van vermiste dieren en het zoeken van een eigenaar bij een gevonden dier. Het logo van Amivedi bestaat uit vier gestapelde dieren (een ezel, een hond, een kat en een haan). Dit logo verwijst naar de Bremer stadsmuzikanten, een sprookje van de gebroeders Grimm. Amivedi werkt nauw samen met meerdere (dieren)instanties: o.a. dierenasiels, de Dierenbescherming, dierenartsen, dierenopvangcentra, politie, dierenambulances, Rijkswaterstaat, Waterschappen, KNMvD, Chipdatabanken en gemeenten. Amivedi maakt sinds de komst van het internet uitvoerig gebruik van dit digitale medium. Om dieren makkelijker terug te kunnen vinden, adviseert Amivedi aan huisdiereigenaren om huisdieren altijd te laten chippen. Externe link www.amivedi.nl, officiële website van de landelijke organisatie. Huisdier Nederlandse stichting
Amivedi werkt nauw samen met meerdere (dieren)instanties: o.a. dierenasiels, de Dierenbescherming, dierenartsen, dierenopvangcentra, politie, dierenambulances, Rijkswaterstaat, Waterschappen, KNMvD, Chipdatabanken en gemeenten.
2
dierenasiel, opvangcentrum dieren, dierenbescherming
9,777
PreOrderAction
591712
https://nl.wikipedia.org/wiki/Command%20%26%20Conquer%203%3A%20Tiberium%20Wars
Command & Conquer 3: Tiberium Wars
Command & Conquer 3: Tiberium Wars (ook C&C 3) is een real-time strategy computerspel, ontwikkeld door EA Los Angeles en uitgegeven door EA Games. Het spel is voor de pc en de Xbox 360 verschenen. C&C3 is het vervolg op Command & Conquer: Tiberian Sun en het derde real-time strategy spel in de Command & Conquerreeks dat zich afspeelt in het "Tiberian universum". Het spel introduceert ook een derde speelbare partij, een buitenaards ras, in de serie. Dit ras, de Scrin, is niet nieuw in de serie. Al in het eerste deel, Command & Conquer: Tiberian Dawn, waren sporen te vinden waarvan later bleek dat ze waren achtergelaten door de Scrin. In Command & Conquer: Tiberian Sun moest er gevochten worden om een neergestorte ufo. In 2008 kwam het uitbreidingspakket uit, Command & Conquer 3: Kane's Wrath. Verhaallijn Het spel begint in het jaar 2047, tijdens de Derde Tiberium Oorlog na enkele jaren van relatieve vrede tussen de Brotherhood of Nod (Nod) en de Global Defense Initiative (GDI). Nod is inmiddels een supermacht geworden die de macht wil overnemen met behulp van het Tiberium dat zich inmiddels over de aarde heeft verspreid. De wereld is onderverdeeld in drie zones, elk met een bepaalde mate van overgroeiing met Tiberium: Red, Yellow en Blue Zone. De Red Zone is onbewoonbaar gebied dat volledig overwoekerd is met Tiberium. Dit gebied beslaat 30% van de aarde. De helft van de aarde (50%) behoort tot de Yellow Zone, een bewoonbaar gebied dat wel gedeeltelijk begroeid is met Tiberium. Hier woont 80% van de wereldbevolking. Dit is ook het gebied waar Nod zijn bases en verdedigingswerken heeft. De rest van de aarde zijn Blue zones (20%) waar men veilig kan leven en waar GDI en de overige 20% van de wereldbevolking zich ophouden. GDI houdt zich bezig met het tegengaan van de verspreiding van Tiberium en het veranderen van de Yellow Zones in Blue Zones. In maart 2047 lanceerde Nod een nucleaire raket naar het ruimtestation Philadelphia van GDI dat hierdoor volledig vernietigd werd. Dit was het begin van een wereldwijde aanval van Nod op GDI en het begin van de Derde Tiberium Oorlog. Een derde, buitenaardse partij, de Scrin, raakt ook betrokken bij deze strijd. Overzicht Naast GDI en Nod is er nog een derde speelbare partij: de Scrin. Na het voltooien van de singleplayer campagnes voor GDI en Nod is een derde campagne speelbaar met deze partij. Het spel maakt gebruik van een verbeterde versie van de SAGE-engine, dezelfde engine die werd gebruikt voor onder andere Command & Conquer: Generals (plus uitbreidingspakket Zero Hour) en The Lord of the Rings: The Battle for Middle-earth. Na afwezig te zijn in Command & Conquer: Generals maakt dit deel weer gebruik van full motion video (FMV) zoals in eerdere delen. Kane, de leider van de Brotherhood of Nod, is terug. Hij wordt opnieuw (zoals in Tiberian Dawn en Tiberian Sun) gespeeld door Joseph D. Kucan in de FMV's. Voice over IP-ondersteuning. Ingebouwde ondersteuning voor clans. Multiplayer spelmodi zijn: Skirmish, Deathmatch, Team Deathmatch en World Domination. De interface van het spel is een aangepaste versie van de interface aan de zijkant van het scherm die gebruikt werd in de Red Alert en Tiberian spellen. Naast een overzichtskaart stelt het de speler in staat om eenheden en gebouwen te produceren zonder naar het betreffende gebouw te moeten zoeken. Wanneer een eenheid geselecteerd is, wordt met behulp van icoontjes duidelijk gemaakt tegen welke vijandige eenheden en gebouwen die eenheid zo effectief mogelijk ingezet kan worden. De muziek is gedaan door Steve Jablonsky en niet door Frank Klepacki, die wel de muziek verzorgde voor de eerdere delen in de serie (met uitzondering van Command & Conquer: Generals en het uitbreidingspakket Zero Hour). Er zijn drie versies van het spel uitgebracht, namelijk een pre-order editie, een standaard-editie en een Kane Edition. De Kane Edition bevat een bonus-dvd met "behind the scenes"-materiaal, documentaires, verwijderde scènes en bloopers uit de FMV's. Ook bevat het filmpjes met strategieën van de ontwikkelaars zelf en vijf bureaubladachtergronden. In het spel krijgt de speler de beschikking over vijf nieuwe multiplayer maps en drie skins, een voor elke partij in het spel. Gebouwen en eenheden Elke factie heeft haar eigen unieke gebouwen en eenheden. GDI Nod Scrin Multiplayer Command and Conquer 3 ondersteunde multiplayer over LAN en online op Gamespy-servers (de service van de Gamespy-servers was in 2014 opgeheven). Spelers kunnen strijden om een plek op de 1v1, 2v2, en clan 1v1 en clan 2v2 ladders. Elke ladder heeft een onafhankelijke Elo rating. Er kan ook zonder ranking gespeeld worden. Er zijn ook onafhankelijke ladders, de meest bekende hiervan is clanwars.cc. EA heeft ook geprobeerd RTS als E-sport te maken door gebruik te maken van het zogenaamde "BattleCast". Dit laat spelers toe om potjes te organiseren en gespeelde spellen te bekijken, ook die van andere spelers. Ook is er de mogelijkheid als "commentator" op te treden en een beschrijving te geven. Er kan dan verteld worden aan andere observeerders wat er zoal gebeurd. Soundtrack In tegenstelling tot de vorige Command & Conquer spellen, werd de muziek van Command & Conquer 3: Tiberium Wars niet door Frank Klepacki gecomponeerd. In plaats van Klepacki componeerden Steve Jablonsky en Trevor Morris de soundtrack. Demo Op 26 februari 2007 werd een demo uitgebracht met een tutorial, twee campaign-missies van GDI en een 'skirmish'-optie waarbij men offline kan spelen. Aanvankelijk kon men alleen als GDI tegen Nod spelen in skirmish maar er werd al gauw ontdekt dat men deze instellingen kon wijzigen zoals de speelstijl van de tegenpartij of de partij die men zelf speelt (GDI of Nod, de Scrin zit niet in de demo). Externe links Website van Command & Conquer 3: Tiberium Wars Computerspel uit 2007 Windows-spel Xbox 360-spel
Overzicht Naast GDI en Nod is er nog een derde speelbare partij: de Scrin. Na het voltooien van de singleplayer campagnes voor GDI en Nod is een derde campagne speelbaar met deze partij. Het spel maakt gebruik van een verbeterde versie van de SAGE-engine, dezelfde engine die werd gebruikt voor onder andere Command & Conquer: Generals (plus uitbreidingspakket Zero Hour) en The Lord of the Rings: The Battle for Middle-earth. Na afwezig te zijn in Command & Conquer: Generals maakt dit deel weer gebruik van full motion video (FMV) zoals in eerdere delen. Kane, de leider van de Brotherhood of Nod, is terug. Hij wordt opnieuw (zoals in Tiberian Dawn en Tiberian Sun) gespeeld door Joseph D. Kucan in de FMV's. Voice over IP-ondersteuning. Ingebouwde ondersteuning voor clans. Multiplayer spelmodi zijn: Skirmish, Deathmatch, Team Deathmatch en World Domination. De interface van het spel is een aangepaste versie van de interface aan de zijkant van het scherm die gebruikt werd in de Red Alert en Tiberian spellen. Naast een overzichtskaart stelt het de speler in staat om eenheden en gebouwen te produceren zonder naar het betreffende gebouw te moeten zoeken. Wanneer een eenheid geselecteerd is, wordt met behulp van icoontjes duidelijk gemaakt tegen welke vijandige eenheden en gebouwen die eenheid zo effectief mogelijk ingezet kan worden. De muziek is gedaan door Steve Jablonsky en niet door Frank Klepacki, die wel de muziek verzorgde voor de eerdere delen in de serie (met uitzondering van Command & Conquer: Generals en het uitbreidingspakket Zero Hour). Er zijn drie versies van het spel uitgebracht, namelijk een pre-order editie, een standaard-editie en een Kane Edition. De Kane Edition bevat een bonus-dvd met "behind the scenes"-materiaal, documentaires, verwijderde scènes en bloopers uit de FMV's. Ook bevat het filmpjes met strategieën van de ontwikkelaars zelf en vijf bureaubladachtergronden. In het spel krijgt de speler de beschikking over vijf nieuwe multiplayer maps en drie skins, een voor elke partij in het spel.
1
voorbestelling, pre-order, vooruitbestelling
9,526
DiscussionForumPosting
24534
https://nl.wikipedia.org/wiki/Indymedia
Indymedia
Indymedia is een netwerk van nieuwssites, opgericht en onderhouden door een wereldwijd netwerk van media-activisten. Indymedia zegt zelf onafhankelijk te zijn van formele machtsinstituten zoals de staat en het is vrij van commercie. Onduidelijk is echter wie Indymedia financiert en welke personen of instanties erachter zitten. Iedereen met internettoegang kan in principe zelf nieuws op Indymedia publiceren, dankzij een open-publicatiemethode. Eenmaal gepubliceerde artikelen kunnen enkel door de redactie van Indymedia worden bewerkt of verwijderd. Door de open publicatie wil Indymedia een andere kijk bieden op de wijze waarop nieuws tot stand komt en gecommuniceerd wordt. In oktober 2003 waren er wereldwijd meer dan 125 Indymedia-sites. De Nederlandstalige websites omvatten Indymedia-Nederland, Indymedia-België (tweetalig), Indymedia-West-Vlaanderen, Indymedia-Oost-Vlaanderen en Indymedia-Antwerpen. Structuur en politiek Indymedia komt naar eigen zeggen voort uit de behoefte van activisten om zelf nieuws te brengen over onderwerpen als globalisering, wereldcrisis en andere thema's die in hun ogen in de traditionele media te weinig ruimte krijgen. Die andere thema's waarover veel op Indymedia gepost wordt, zijn onder andere kraken, vredesacties en antimilitarisme, (anti)racisme, mensenrechten, dierenrechten, natuur en milieu, wanbeleid van multinationals en media. Op Indymedia verschijnt vooral nieuws met een volgens Indymedia progressieve of politiek linkse invalshoek. De websites van Indymedia zijn in essentie een infrastructuur die, op een eenvoudige en relatief toegankelijke manier, gelegenheid bieden om nieuws te publiceren. Het is, naar eigen zeggen, afwijkend van conventionele media en journalistiek, zoals de meeste kranten en televisie, die volgens Indymedia gebaseerd zijn op een sociaal-geconstrueerd onderscheid tussen producenten (journalisten, drukkerijen, studio's) en consumenten (lezers, televisiekijkers) van nieuws, met een duidelijke scheiding van de functies. De Indymedia-websites worden wel gemodereerd, maar het is onduidelijk door wie en welke beleidslijn hier precies gehanteerd wordt. Een redactieteam filtert bijdrages op hun relevantie en nieuwswaarde (waarbij artikelen soms in de rubriek non-nieuws komen) en vat nieuwsbijdrages over hetzelfde onderwerp samen in features of redactionele overzichtsartikelen. De redacties zouden volgens de Principles of Unity van het Indymedia-netwerk zo open mogelijk moeten functioneren, bijvoorbeeld door het gebruik van openbare e-maillijsten. Hierbij wordt een mogelijke wens tot onbekend blijven van posters en andere medewerkers gehonoreerd. Dit maakt het in de praktijk niet altijd duidelijk wie de redactieleden zijn of hoe beslissingen genomen werden, als die er al zijn. Indymedia is in naam een do-it-yourself-website en gaat naar eigen zeggen uit van samenwerking, vrijheid, autonomie en basisdemocratie, als tegengesteld aan principes die de normale pers zou gebruiken, als concurrentie, commodificatie, hiërarchie en loonarbeid. Nieuwsbijdrages zijn in principe vrij voor hergebruik door non-profit-media en er wordt gebruikgemaakt van vrije software. Indymedia is een project gebaseerd op andersglobalisme en omvat de diverse politieke stromingen die hiermee verbonden zijn. Er werken zowel kerken, syndicalisten als anarchistische groepen mee samen. Indymedia op zichzelf is in principe apolitiek, al kunnen de medewerkers diverse politieke en religieuze overtuigingen hebben. De meewerkende activisten vinden dat Indymedia media opener en toegankelijker maakt, en dat deze openheid en toegankelijkheid ervoor zorgt dat deze niet voorbehouden blijft aan professionals. Geschiedenis Het eerste Indymediacentrum dat gebruik maakte van open publicatie werd geopend in Seattle tijdens de acties van de anti/anders-globaliseringsbeweging tegen de ministeriële top van de Wereldhandelsorganisatie WTO, eind 1999. Problemen Hoewel het publiceren op Indymedia relatief eenvoudig is, zijn er wel spelregels waaraan een publicatie moet voldoen. Publicaties die niet aan de spelregels voldoen, worden verwijderd. Deze spelregels kunnen per Indymedia verschillen. In de ogen van de moderatoren racistische bijdrages worden verwijderd op zo goed als alle Indymedia's, maar bijdrages die het auteursrecht schenden lang niet overal. In de VS of in het Verenigd Koninkrijk besteedt men minder aandacht aan auteursrechtenschendingen. Er is een algemeen conflict tussen de 'free speech' die de Indymedias zeggen te verdedigen en 'moderatie'. Op een aantal Indymedia's wordt niet veel verwijderd of verborgen gezet, omdat hiermee de vrije meningsuiting in het geding zou komen. De moderatie blijft dan beperkt tot een ingrijpen bij al of niet kwaadwillend verkeerd gebruik van de site. Daarnaast zijn op de verscheidende Indymedia's allerhande samenzweringstheorieën te vinden, die door sommige gebruikers gepost worden. Deze hebben soms ook racistische inhoud. De manier waarop redacties hiermee omgaan verschilt, maar zij worden meestal verwijderd of verborgen gezet. Indymedia-Nederland en Indymedia-België zeggen deze resoluut te verwijderen, waarbij beide zelf bepalen welke theorieën op samenzweringen berusten en welke reëel zijn. De andere Belgische Indymedia's hebben hierover geen standpunt opgegeven en beoordelen (zo er al beoordeeld dient te worden) de artikelen op hun feitelijk materiaal: het plaatsen van theorieën is bij hen de vrijheid van de gebruiker. Maar op bijvoorbeeld de newswire van indymedia.org verschijnt dit type posting die op of over het randje zijn met regelmaat en wordt er veel minder streng gemodereerd. Dit komt doordat bij de centrale Indymedia-website, die in de VS wordt gehost, het principe van zelfregulering zwaarder weegt; gebruikers worden geacht elkaar te wijzen op het waarheidsgehalte van een posting. Bezoekers en gebruikers moeten volgens die ideologie voor zichzelf uitmaken wat ze voor waar aannemen. Antizionisme en antisemitisme Ook laat bijvoorbeeld het conflict in het Midden-Oosten tussen Israëliërs en Palestijnen zijn sporen achter op Indymedia. Zowel aanhangers van het zionisme als degenen die de onafhankelijkheidsstrijd van de Palestijnen ondersteunen, gebruiken de Indymedia-newswires om de tegenstander in diskrediet te brengen. De vergelijking van zionisten met nazi's heeft ertoe geleid dat de Engelstalige newssearch van Google Indymedia heeft verwijderd uit haar database. Dit geldt niet voor de algemene zoekfunctie. Anderstalige nieuwszoekmachines van Google, zoals de Italiaanse en Duitse, hebben Indymedia wel in hun database, omdat de redacties van de Italiaanse en Duitse Indymedia's strenger optreden. Op de Nederlandstalige Google News worden alleen resultaten van indymedia.be getoond. Ook Indymedia-Nederland heeft veel last gehad van dit soort postings. Het Meldpunt Discriminatie Internet dreigde met een rechtszaak wegens antisemitisme op de website. Indymedia-NL zegt sinds de zomer van 2002 veel harder op te treden en claimt dat antisemitische bijdrages in de postings niet meer in het archief te vinden zijn. Ook ongenuanceerde discussies worden in het algemeen door de redactie niet langer geaccepteerd. Wel heeft Indymedia Nederland nog lang naweeën van de beschuldigingen ondervonden met onder andere negatieve publicaties in de Volkskrant en op de VPRO-radio in mei 2003. Ook zijn sommigen van mening dat op Indymedia harde of ongenuanceerde kritiek op de staat Israël niet toegestaan zou mogen zijn. Zij beschouwen dat als antisemitisme. Op Indymedia België werden controversiële spotprenten van de Braziliaan Carlos Latuff getoond. Toen een (Belgische) redacteur van Indymedia Frankrijk uitspraken deed die de Holocaust leken te bagatelliseren, droeg dit bij aan het einde van de Franse site. Rechtszaken Diverse rechtbanken hebben al hun oordeel gegeven over de werking van Indymedia. De rechtszaak van Deutsche Bahn tegen Indymedia-NL van juni 2002 is berucht, omdat rechter Orobio de Castro het linken naar bepaalde pagina's verboden verklaarde. Indymedia-NL verloor de rechtszaak. Vanwege een gebrek aan geld heeft zij geen hoger beroep aangetekend. Ook Indymedia-Zwitserland heeft een beruchte rechtszaak achter de rug. De Braziliaanse politiek tekenaar Latuff had een cartoon over Israël op de website geplaatst, die door de Zwitserse organisatie Aktion Kinder des Holocaust als antisemitisch werd beschouwd. Indymedia-Zwitserland won de rechtszaak omdat de cartoonist met de politieke tekening de Israëlische bezettingspolitiek ter discussie stelde en niet het bestaansrecht van Joden in twijfel trok. De rechtbank stelde: Het onderwerp is niet een zekere karakterisering van joden, maar hun methodes in het huidige conflict. De constitutionele gelijkheid van joden als menselijke wezens wordt hiermee niet ontkend. Indymedia-België kwam ook ter sprake in het Belgisch parlement naar aanleiding van een publicatie over het mogelijk fascistische verleden van Soetkin Collier, die namens België uitgevaardigd zou worden voor het Eurovisiesongfestival. In het parlement werd toen door de CD&V het onzorgvuldig werk van de staatsveiligheid aangekaart. De advocaat van Collier dreigde met een rechtszaak die nooit doorgang vond omdat de anonieme beschuldigingen op de website werden ingetrokken. Discussies Sommige bezoekers van Indymedia vinden dat het Indymedia netwerk niet zo vrij en onafhankelijk is als het claimt te zijn omdat er sprake is van censuur op sommige lokale zelfstandige afdelingen zoals het tweetalige Indymedia-België, Indymedia-Nederland, Indymedia-West-Vlaanderen, Indymedia-Oost-Vlaanderen, Indymedia-Antwerpen en Indymedia-Liège. Sind juni 2005 wordt Indymedia België (indymedia.be) niet meer vermeld op de lijst van Indymedia's welke op elke Indymedia-site te vinden is wegens klachten over haar verbondenheid met AanZet en subsides van de Vlaamse overheid. België Zo werd er rond de verkiezingen voor een nieuw parlement in 2003 op Indymedia-België de discussie gevoerd of deelnemen aan de verkiezingen zinnig was. Een vaste medewerker van Indymedia-België stond op de lijst van RESIST. Het indymedia.be collectief maakte een langdurige evaluatie van deze keuze. Ze besloten zich resoluut te richten op het brede middenveld. Dat ging niet zonder de nodige problemen. Sommige medewerkers verkozen het om een meer radicaal links nieuwsmedium te blijven maken, al dan niet met een duidelijk anarchistisch profiel. Dat leidde tot een breuk in het Belgische Indymedia, een aantal mensen richtten lokale Indymedia's op. Het Belgische Indymedia is zich sinds 2003 breder gaan oriënteren, met een grotere diversiteit aan thema's en onderwerpen. Ook de pamfletachtige stijl die heel wat alternatieve media typeert, werd achterwege gelaten door het nationaal collectief. Indymedia-België werkt veel samen met grote groepen van linkse signatuur of neutralere organisaties. Groepen die meer praktisch samenwerken zijn: ABVV, ACV, PVDA/PTB, GROEN, Socialistische Partij Anders, ECOLO, BBL, Holebi federatie, Oxfam International, INTALL, 11.11.11, Regards Croisés. Er is zelfs een uitwisseling met Kerknet.be. Volgens een aantal mensen van Indymedia verscheen er op politics.be en een aantal fora van Vlaams Blok aanwijzingen over manieren waarop men de website van Indymedia België kon saboteren. Openpublish en de commentaarfunctie maken misbruiken gemakkelijk. Van 1 juli tot 31 augustus 2003 sloot men de commentaarfunctie. Niet iedereen van het collectief was het hiermee eens. Ruis Hoe een redactie van Indymedia omgaat met publicaties die verschillen van de gangbare bijdrages, kan per Indymedia-site verschillen. De website van Indymedia-Nederland heeft bijvoorbeeld een 'ruispagina' of openposting-pagina waar bijdrages die de redactie niet 'nieuwswaardig' vindt voor de gangbare Indymedia-bezoekers, naartoe verplaatst worden. In 2004 werd deze pagina aangeduid met "non-nieuws". De redactie plaatste bijdragen daarheen die volgens de redactie niets te maken zouden hebben met gangbare thema's van Indymedia en voor 'slechte discussiebijdrages'. De redactie bepaalde hierbij wat wel of geen nieuwsbijdrages zijn. Een alternatief hiervoor was een puntensysteem, waarbij gebruikers zelf mochten bepalen wat er met de publicatie moest gebeuren. Ook heeft de Indymedia-Nederland-redactie weleens besloten 'rechtse bijdrages' op de newswire te laten staan, indien die publicaties aan de spelregels voldoen. De redactie van Indymedia-NL zou volgens sommige gebruikers daarom te weinig censuur plegen. Indymedia Antwerpen, Indymedia West-Vlaanderen en Indymedia Oost-Vlaanderen kennen ook een gedeelte met afgekeurde paginas, die daar 'verborgen' wordt genoemd. Indymedia Antwerpen heeft bij elk 'verborgen' bericht een motivatie staan. Op Indymedia-België worden publicaties verwijderd zonder opgave van redenen. Ook worden publicaties van personen die bekendstaan als 'fascist', en van andere ongewenste personen routinematig verwijderd ongeacht de inhoud. Ook commentaren die sterk afwijken van de gangbare opinie binnen Indymedia worden vaak zonder uitleg gecensureerd. Daarnaast vindt moderatie op de Nederlandse en Belgische Indymedia websites ook plaats bij nieuwsaanvullingen die bedoeld zijn als discussiebijdrage. Die worden beschouwd als ruis. Betrouwbaarheid Omdat iedereen met internettoegang op Indymedia kan publiceren, zijn er twijfels over de betrouwbaarheid van publicaties. Indymedia-Nederland heeft bijvoorbeeld een disclaimer, die stelt dat de redactie de waarheid van publicaties niet kan garanderen. Bovendien wordt in discussies hierover erop gewezen dat betrouwbaarheid van publicaties op het internet en andere media een algemeen probleem is, vooral in tijden dat nieuws snel een hype kan worden. Onjuiste en/of gekleurde verslaggeving is ook bijvoorbeeld in de krant of op de televisie een dagelijks verschijnsel. Aan de andere kant stelt Indymedia dat open publicatie juist tot een hoger waarheidsgehalte kan leiden. Zo kunnen beweringen en feiten door de mogelijkheid om nieuwsaanvullingen onder een bericht te plaatsen, snel weerlegd of genuanceerd worden. Sceptici wijzen er dan weer op dat het doorgaans weerleggingen zijn die het eerst gecensureerd worden, zodat in de praktijk Indymedia niet veel verschilt van een propagandasite. En groot deel van de nieuwsvergaring gebeurt echter door fotografisch materiaal dat moeilijk te weerleggen valt. De verslaggeving bij grote protesten bestaat uit gedetailleerde informatie over ontwikkelingen tijdens acties rond onder andere internationale topconferenties van de regeringsleiders. Doordat Indymedia-verslaggevers vaak zelf deelnemen aan de protesten kan de verslaggeving gekleurd zijn, of juist nauwkeuriger dan op gangbare nieuwsmedia. De verslaggeving over de ontruiming van het Haagse kraakpand De Blauwe Aanslag in oktober 2003 was op Indymedia Nederland volgens sommigen accurater dan verslaggeving in de gangbare media, vooral dankzij de openpublicatie-functie. Ook bij kleinere gebeurtenissen kan een Indymedia nauwkeuriger zijn dan de gevestigde media. De onrechtmatige samenwerking tussen openbaar vervoer en politie in Antwerpen in december 2005 werd openbaar gemaakt via Indymedia en dat vond weerklank tot in het Belgische parlement. Kort hierna werd ten gevolge van deze berichtgeving de actie stilgelegd. Het brutale politieoptreden gericht tegen de nabestaanden van de racistische moord op Oulematou Niangadou en Luna Drowart op 14 mei 2006 werd op Indymedia Antwerpen aangeklaagd terwijl andere media berichtten over baldadigheden. Twaalf uur later wijzigden de gedrukte pers en tv hun berichtgeving in overeenstemming met Indymedia. Externe links Indymedia Internationaal Indymedia Nederland Indymedia België: De Wereld Morgen en archief Indymedia in België Belgische nieuwswebsite Nederlandse nieuwswebsite Mediaorganisatie Internetgeschiedenis
Ruis Hoe een redactie van Indymedia omgaat met publicaties die verschillen van de gangbare bijdrages, kan per Indymedia-site verschillen. De website van Indymedia-Nederland heeft bijvoorbeeld een 'ruispagina' of openposting-pagina waar bijdrages die de redactie niet 'nieuwswaardig' vindt voor de gangbare Indymedia-bezoekers, naartoe verplaatst worden. In 2004 werd deze pagina aangeduid met "non-nieuws". De redactie plaatste bijdragen daarheen die volgens de redactie niets te maken zouden hebben met gangbare thema's van Indymedia en voor 'slechte discussiebijdrages'. De redactie bepaalde hierbij wat wel of geen nieuwsbijdrages zijn. Een alternatief hiervoor was een puntensysteem, waarbij gebruikers zelf mochten bepalen wat er met de publicatie moest gebeuren.
1
forumtekst, discussiebijdrage, berichtinhoud
395
PlayAction
177749
https://nl.wikipedia.org/wiki/Twister%20%28spel%29
Twister (spel)
Twister is een behendigheidsspel dat wordt uitgegeven door MB (onderdeel van Hasbro). Beschrijving Het spel gebruikt een plastic vloerkleedje, bedrukt met grote gekleurde cirkels. Je kunt ook zelf een twistermat maken door gekleurde cirkels te verven op een groot rechthoekig stuk hout of karton. De cirkels kunnen zelfs met stoepkrijt worden getekend op de grond. Het aantal deelnemers is in principe onbeperkt, maar bij meer dan vier deelnemers wordt het wat krap. Bij het spel hoort een draaischijf die is verdeeld in vier vakken. Elk vak staat voor een lichaamsdeel: linkervoet, rechtervoet, en linker of rechterhand. Deze vakken zijn verder onderverdeeld in vier verschillende kleuren. De spelleider draait de schijf en roept, bijvoorbeeld, "linkervoet op blauw". De spelers moeten nu dat lichaamsdeel op een van de cirkels met die kleur plaatsen, zonder om te vallen. Dan wordt de draaischijf weer gedraaid, en moet het volgende lichaamsdeel geplaatst worden. Het spel kan ook zonder draaischijf worden gespeeld. De commando's worden dan door de spelleider willekeurig afgeroepen. Elk geplaatst lichaamsdeel moet blijven staan, totdat het lichaamsdeel opnieuw genoemd wordt met een andere kleur. Bovendien mag een gekleurde cirkel niet door twee personen tegelijk gebruikt worden. Wie omvalt, een cirkel loslaat of een lichaamsdeel op een verkeerde cirkel plaatst is af. Het leuke van het spel is, dat de deelnemers op het laatst de meest acrobatische standen in moeten nemen om nog een vrije cirkel van de juiste kleur te bereiken. Hoewel het typisch een kinderspel is, geniet het ook een zekere populariteit bij studentenfeestjes. Geschiedenis Het spel is uitgevonden door Charles Foley en in 1966 op de markt gebracht door Milton Bradley (MB Spellen). Critici vonden het een onfatsoenlijk spelletje, maar het sloeg snel aan, vooral nadat Johnny Carson van The Tonight Show samen met zijn studiogast Eva Gabor een hilarische demonstratie had gegeven op 3 mei 1966. In het eerste jaar werden er al meer dan drie miljoen exemplaren verkocht. Opmerkelijk is dat Nintendo (tegenwoordig bekend van videogames) het oude spel in Japan introduceerde en distribueerde, waardoor het ook daar een enorm succes werd. Records Op 12 mei 2000 vestigden leerlingen van het Bisschoppelijk College Broekhin in Roermond een wereldrecord Twister met 1000 mensen gespeeld op 250 Twistermatten. In 28 augustus 2001 stelden studenten van de Universiteit van Amsterdam in het Olympisch Stadion het Europese record Twister op 1301 personen. Op zondag 19 september 2004 vestigde de Haagsche Scoutinggroep De Mohicanen in Den Haag een record met een spelletje Twister op het langste twisterbord ter wereld (35 bij 8 meter). Zo'n 400 scouts deden er aan mee. Op 5 mei 2005 voerden studenten van Hogeschool Inholland op het Museumplein in Amsterdam een recordpoging uit met 1539 deelnemers. Om een record te bereiken waren 1400 deelnemers nodig. Op 24 en 25 oktober 2005 deden twee teams van University College London (UCL) een poging een duurrecord Twister te vestigen door 24 uur lang Twister te spelen. Op vrijdag 25 april 2008 werd er door het Vechtdal College te Hardenberg een nieuw wereldrecord gevestigd. Op een Twistermat van 2221,11 vierkante meter, met daarop ruim 26.000 stippen, werd het spel door 2050 leerlingen gespeeld. Op donderdag 1 september 2011 is er door eerstejaarsstudenten van de Universiteit Twente Twister gespeeld op een mat van 2226 vierkante meter. Hiermee is een nieuw record gevestigd, erkend door het Guinness Book of Records. Externe link Twister van Hasbro Spel Hasbro
Records Op 12 mei 2000 vestigden leerlingen van het Bisschoppelijk College Broekhin in Roermond een wereldrecord Twister met 1000 mensen gespeeld op 250 Twistermatten. In 28 augustus 2001 stelden studenten van de Universiteit van Amsterdam in het Olympisch Stadion het Europese record Twister op 1301 personen. Op zondag 19 september 2004 vestigde de Haagsche Scoutinggroep De Mohicanen in Den Haag een record met een spelletje Twister op het langste twisterbord ter wereld (35 bij 8 meter). Zo'n 400 scouts deden er aan mee. Op 5 mei 2005 voerden studenten van Hogeschool Inholland op het Museumplein in Amsterdam een recordpoging uit met 1539 deelnemers. Om een record te bereiken waren 1400 deelnemers nodig. Op 24 en 25 oktober 2005 deden twee teams van University College London (UCL) een poging een duurrecord Twister te vestigen door 24 uur lang Twister te spelen. Op vrijdag 25 april 2008 werd er door het Vechtdal College te Hardenberg een nieuw wereldrecord gevestigd. Op een Twistermat van 2221,11 vierkante meter, met daarop ruim 26.000 stippen, werd het spel door 2050 leerlingen gespeeld. Op donderdag 1 september 2011 is er door eerstejaarsstudenten van de Universiteit Twente Twister gespeeld op een mat van 2226 vierkante meter. Hiermee is een nieuw record gevestigd, erkend door het Guinness Book of Records.
1
spelen, recreatie, optreden
10,460
RsvpAction
91197
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geocaching
Geocaching
Geocaching is een spel en vrije tijdsactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een gps-ontvanger of telefoon met deze functie om ergens ter wereld een zogenoemde cache (verstopplaats) te vinden. De organisatie achter geocaching is Groundspeak. Algemeen Geocaching werd mogelijk door het uitzetten van de Selective Availability-functie van het Global Positioning System op 1 mei 2000. De eerste gedocumenteerde cache is geplaatst op 3 mei 2000 door Dave Ulmer. De locatie werd bekendgemaakt in de usenet-nieuwsgroup sci.geo.satellite-nav. Op 6 mei 2000 was de cache tweemaal gevonden. Een cache is gewoonlijk een kleine waterdichte doos, voorzien van een logboek en de "schat". De schat kan ook een dusdanig kleine cache (nano-cache) zijn dat er alleen een logboek in zit. Na het verstoppen van de schat maakt de plaatser via internet de locatie bekend aan andere geocachers. Anderen kunnen bij het vinden van de schat vaak voorwerpen ruilen en/of toevoegen. In de schat is een logboek aanwezig, waarin de vinder zijn naam achter kan laten. Het is de bedoeling dat de vinder op de geocaching-website een log achterlaat, ook als het niet is gelukt de schat te vinden. Er zijn applicaties voor verschillende smartphones. Met deze apps is een kaart te zien met alle caches in de omgeving en is er de mogelijkheid om bij het vinden van een cache meteen een log op de website te plaatsen. Dit hoeft men dan niet thuis te doen. Tijdens cache-evenementen (events) komen geocachers samen om bijvoorbeeld te discussiëren over het geocachen. Na het evenement wordt de eventcache gearchiveerd. Vaak worden speciaal voor het event nieuwe caches gemaakt, die wel blijven liggen. Een bijzonder type event is de Cache In Trash Out-event of cito-event, waarbij deelnemers (zwerf)afval opruimen, of onderhoud aan natuur plegen met een natuurinstantie zoals SBB, NN, landschappen en gemeenten. Een ander soort evenement is de mega-event cache. Bij een mega-event cache wordt hetzelfde gedaan als bij een normaal evenement, maar hier hebben meer dan 500 teams zich voor aangemeld. Het grootste type event is een giga-event, waarbij minstens 5000 geocachers zich moeten aanmelden. Richtlijnen Wanneer de "schat" gevonden is, is het niet de bedoeling de exacte ligplaats van de schat te vertellen. Deze locatie moeten de andere geocachers zelf vinden. Vaak staat er wel een hint op de site van de cache. Het is juist de sport dat men een beetje moeite moet doen met het zoeken. Als de "schat" gevonden is moet men de schat, na het loggen en ruilen, weer op precies dezelfde plek en manier terugleggen, ervoor zorgend dat bij het pakken en terugleggen ervan andere mensen niet zien wat men aan het doen is en waar de schat ligt. Het loggen bestaat uit je nickname in het logboekje te schrijven en op de website van geocaching vermelden dat deze gevonden is. Op deze website kan men opmerkingen noteren zoals de melding dat het logboekje vol of nat is. Wanneer men coördinaten uitwisselt, is het belangrijk te weten in welk systeem de gps werkt. Doorgaans is een gps ingesteld op WGS 84, hetgeen afwijkt van de Nederlandse Bessel-coördinaten of de RD-coördinaten. Het is mogelijk om coördinaten van het ene stelsel naar het andere om te rekenen. Cache-typen Naast eenvoudige caches, waarbij de gebruiker rechtstreeks op de juiste locatie af kan lopen, zijn er ook veel caches waarvoor eerst een puzzel opgelost moet worden of waarbij eerst een soort speurtocht gelopen moet worden. Er zijn ook eigenaren die hun geocaches zo plaatsen dat hiermee een wandelroute gesuggereerd wordt. Voor veel cachers gaat het daarom nog niet eens zozeer om de cache zelf, maar meer om de tocht en het ontdekken van mooie locaties in de natuur of in steden. Caches kunnen in de volgende soorten worden onderverdeeld: Traditionele caches - De eenvoudigste soort, waarbij de eindlocatie al staat vermeld op internet. De cacher voert de coördinaten in en kan op weg gaan. Multicaches - Bij deze caches zijn alleen het beginpunt en bepaalde waypoints (tussenpunten) gegeven. Zo kan er op een bepaald punt een vraag beantwoord moeten worden of moet er een volgend coördinaat gezocht en/of berekend worden. Mystery cache - Bij deze caches is niet de locatie van de cache aangegeven, maar enkel een (fictief) punt in de buurt. Door vooraf een puzzel of opdracht op te lossen kan de echte locatie gevonden worden. Earth Cache - Een Earth cache moet een educatieve geologische opdracht bevatten. Bijvoorbeeld het meten/berekenen van de omvang van een specifiek kenmerk van het gebied, het verzamelen en vastleggen van gegevens (zoals tijdstip van een getijgolf), of door een e-mail naar de cache eigenaar te laten sturen met het antwoord op geologische vragen waarvan de informatie ter plekke te achterhalen is (bijvoorbeeld op een informatiebord). Sinds 1 januari 2011 zijn de richtlijnen aangepast, het maken van een foto is optioneel. Virtuele cache - Op sommige plaatsen is het niet mogelijk of toegestaan een fysieke cache te verstoppen. Een virtuele cache is dus alleen een locatie, er ligt niks verstopt. Deze caches worden meestal als 'gevonden' beschouwd als de cacher een vraag over de locatie kan beantwoorden en een foto kan tonen. In 2005 stopte Groundspeak met het toestaan van nieuwe Virtual caches. Virtuals die voor die tijd al gemaakt waren mochten blijven bestaan, maar er werden geen nieuwe meer toegelaten. Tussen 24 augustus 2017 en 24 augustus 2018 organiseerde Groundspeak echter de Virtual Rewards, waarbij een selecte groep geocachers wereldwijd het recht kreeg om eenmalig toch een nieuwe virtual cache uit te brengen. In maart 2022 werd deze actie nogmaals herhaald. Webcam cache - Webcamcaches hebben net als virtuele caches geen fysiek logboek dat in het veld gevonden kan worden. De bedoeling is herkenbaar (met gps zichtbaar) in beeld van een bepaalde webcam te gaan staan en als bewijs het plaatje van de webcam bij het log te voegen. Net als virtual caches worden nieuwe webcamcaches niet langer geaccepteerd, en resterende alleen nog de webcamcaches gemaakt voorafgaand aan het moment voor dit type werd opgeheven. Wherigo cache - Wherigo is een technisch hulpmiddel voor het bouwen en spelen van avonturen met gps-ondersteuning. Een van de mogelijke toepassingen is het mogelijk maken van interactie tussen geocachers en virtuele objecten en karakters, door het betreden van virtuele zones. Letterbox Hybrid - Bij deze vorm maakt men gebruik van aanwijzingen in plaats van coördinaten. Echter in enkele gevallen heeft de letterbox coördinaten. De maker heeft hem dan zowel letterbox als geocache gemaakt. In de cache hoort een stempel aanwezig te zijn. Sommige cachers hebben zelf ook een logboekje en stempel bij zich. Wanneer iemand een Letterbox heeft gevonden, plaatst hij zijn stempel in het logboek. Project APE: Project APE caches waren oorspronkelijk 14 speciale geocaches die in 2001 in samenwerking met 20th Century Fox werden gemaakt als promotiestunt voor de film Planet of the Apes. Bij publicatie bevatte elke cache een origineel rekwisiet uit die film. Qua manier van zoeken zijn ze gelijk aan traditionals (ze liggen op de gepubliceerde coördinaten). Van de 14 APE caches bestaan er inmiddels nog maar 2; Mission 14 in het Intervales State Park in Brazilië, en Mission 9 in de Snoqualmie Pass in de Amerikaanse staat Washington. Groundspeak HQ: Het hoofdkantoor van Groundspeak in Seattle telt als een apart cachetype. Events: Events zijn officiële bijeenkomsten van geocachers, welke als cache gelogd kunnen worden indien men ze bezoekt. De eenvoudigste vorm is het gewone event. Verder bestaan binnen deze categorie het CITO event (Cache In Trash Out, waarbij de bijeenkomst tot doel heeft de natuur te onderhouden), het Mega-event (events waarvan ten minste 500 mensen hebben aangegeven te zullen komen) en Giga events (minimaal 5000 aanmeldingen). Adventure Lab Cache: Dit is de nieuwere versies van Virtuele caches (zie kopje "Virtuele Cache" hierboven), welke gebruik maken van een eigen app. Elke labcache kan 5 tot 10 waypoints bevatten, die allemaal als individuele cache worden gerekend, en gelogd kunnen worden door op locatie een vraag correct te beantwoorden. Een niet langer bestaand cachetype is de Locationless Cache. Hierbij diende men een specifiek object te zoeken (bijvoorbeeld een straat met een specifieke naam), en de coördinaten van dit object te vermelden in het log. In 2006 werd dit cachetype opgeheven, en werden alle nog bestaande locationless caches van de website verwijderd. Dit type kan niet meer gevonden worden. Ook zijn er verschillende maten caches. Deze worden verdeeld in een aantal maten: M of micro Dit zijn de kleinste caches. Ze hebben een inhoud van maximaal 100 ml. Er zit meestal alleen een logboekje in. S of small Deze caches zijn wat groter. Ze hebben een inhoud van maximaal 1 l. Er zit een logboek en soms wat goodies en een trackable in. R of regular Deze caches zijn weer een maatje groter en hebben een inhoud van maximaal 20 l. L of large Dit zijn de allergrootste caches. De inhoud bedraagt minstens 20 l. Soms worden er heel kleine cachecontainers gebruikt: de nano's. Dit zijn kleine potjes ter grootte van het topje van een vinger. Ze worden meestal aangeduid met "size unknown" maar dat wordt dan wel vermeld in de listing. Cache-uitvoeringen De caches zijn er in diverse maten, van de grootte van een fietsventiel, of een fotorolletje waar alleen een logboekje in zit, tot een munitiekistje of emmer waar men dan de goodies in zou kunnen vinden. Maar er zijn ook heel creatieve caches die lijken op een steen, schakeldoos of een dennenappel. Van de kleinere caches (nano, micro en small) zijn ook magnetische uitvoeringen populair. En er zijn caches waarbij het openen op zich al een puzzel is. De schat De schat (of: stash / cache) is een doos waarin zich allerlei voorwerpen bevinden (niet bij alle types caches). De vinder kan zo voorwerpen ruilen en/of toevoegen. Het is niet de bedoeling enkel voorwerpen weg te nemen maar ook iets van (grotere) waarde terug te plaatsen. Wanneer er geen ruimte is voor een schatkist wordt gebruikgemaakt van kleinere doosjes. In zo'n microcache is alleen ruimte voor een logboek. Naast de onbekende voorwerpen in een schat, zijn er ook voorwerpen die geregistreerd worden. Voorwerpen die geregistreerd worden zijn de Travel Bugs en de geocoin. De geocoin is een speciale penning. Beide type voorwerpen hebben een uniek identificatienummer, waarmee de reis van het voorwerp via internet gevolgd kan worden. De meeste travelbugs en geocoin hebben een bepaald doel meegekregen. Vaak is dat om zo veel mogelijk landen te bezoeken of om naar een bepaalde geocache of plaats te komen. Het is de bedoeling dat een travelbug, nadat hij gevonden is, zo snel mogelijk weer in een andere schat wordt geplaatst. Hierdoor blijft de Travelbug in het spel en kunnen anderen hem ook vinden. Een ongeregistreerde variatie op de bugs en coins, zijn Geotokens, gelamineerde papieren "munten" die gebruikt worden om te tonen welke caches al zijn bezocht. Geocaching in Nederland Jaarlijks komen er ruim 10.000 nieuwe Nederlandse caches online en volgens gegevens van begin 2020 zijn er nu ruim 40.000 actieve Nederlandse caches, en internationaal meer dan 2.400.000. Verder zijn er in 2019 al 100.000 geocachers actief in Nederland. Wereldwijd zijn dat er meer dan 6.000.000. Mascotte De mascotte van Geocaching is Signal the Frog, een antropomorfe kikker met een antenne op zijn hoofd. Zie ook Cache In Trash Out Geotagging Travel Bug Vossenjacht Munzee Dode brievenbus Externe links België Internationaal Nederland
Caches kunnen in de volgende soorten worden onderverdeeld: Traditionele caches - De eenvoudigste soort, waarbij de eindlocatie al staat vermeld op internet. De cacher voert de coördinaten in en kan op weg gaan. Multicaches - Bij deze caches zijn alleen het beginpunt en bepaalde waypoints (tussenpunten) gegeven. Zo kan er op een bepaald punt een vraag beantwoord moeten worden of moet er een volgend coördinaat gezocht en/of berekend worden. Mystery cache - Bij deze caches is niet de locatie van de cache aangegeven, maar enkel een (fictief) punt in de buurt. Door vooraf een puzzel of opdracht op te lossen kan de echte locatie gevonden worden. Earth Cache - Een Earth cache moet een educatieve geologische opdracht bevatten. Bijvoorbeeld het meten/berekenen van de omvang van een specifiek kenmerk van het gebied, het verzamelen en vastleggen van gegevens (zoals tijdstip van een getijgolf), of door een e-mail naar de cache eigenaar te laten sturen met het antwoord op geologische vragen waarvan de informatie ter plekke te achterhalen is (bijvoorbeeld op een informatiebord). Sinds 1 januari 2011 zijn de richtlijnen aangepast, het maken van een foto is optioneel. Virtuele cache - Op sommige plaatsen is het niet mogelijk of toegestaan een fysieke cache te verstoppen. Een virtuele cache is dus alleen een locatie, er ligt niks verstopt. Deze caches worden meestal als 'gevonden' beschouwd als de cacher een vraag over de locatie kan beantwoorden en een foto kan tonen. In 2005 stopte Groundspeak met het toestaan van nieuwe Virtual caches. Virtuals die voor die tijd al gemaakt waren mochten blijven bestaan, maar er werden geen nieuwe meer toegelaten. Tussen 24 augustus 2017 en 24 augustus 2018 organiseerde Groundspeak echter de Virtual Rewards, waarbij een selecte groep geocachers wereldwijd het recht kreeg om eenmalig toch een nieuwe virtual cache uit te brengen. In maart 2022 werd deze actie nogmaals herhaald. Webcam cache - Webcamcaches hebben net als virtuele caches geen fysiek logboek dat in het veld gevonden kan worden. De bedoeling is herkenbaar (met gps zichtbaar) in beeld van een bepaalde webcam te gaan staan en als bewijs het plaatje van de webcam bij het log te voegen. Net als virtual caches worden nieuwe webcamcaches niet langer geaccepteerd, en resterende alleen nog de webcamcaches gemaakt voorafgaand aan het moment voor dit type werd opgeheven. Wherigo cache - Wherigo is een technisch hulpmiddel voor het bouwen en spelen van avonturen met gps-ondersteuning. Een van de mogelijke toepassingen is het mogelijk maken van interactie tussen geocachers en virtuele objecten en karakters, door het betreden van virtuele zones. Letterbox Hybrid - Bij deze vorm maakt men gebruik van aanwijzingen in plaats van coördinaten. Echter in enkele gevallen heeft de letterbox coördinaten. De maker heeft hem dan zowel letterbox als geocache gemaakt. In de cache hoort een stempel aanwezig te zijn. Sommige cachers hebben zelf ook een logboekje en stempel bij zich. Wanneer iemand een Letterbox heeft gevonden, plaatst hij zijn stempel in het logboek. Project APE: Project APE caches waren oorspronkelijk 14 speciale geocaches die in 2001 in samenwerking met 20th Century Fox werden gemaakt als promotiestunt voor de film Planet of the Apes. Bij publicatie bevatte elke cache een origineel rekwisiet uit die film. Qua manier van zoeken zijn ze gelijk aan traditionals (ze liggen op de gepubliceerde coördinaten). Van de 14 APE caches bestaan er inmiddels nog maar 2; Mission 14 in het Intervales State Park in Brazilië, en Mission 9 in de Snoqualmie Pass in de Amerikaanse staat Washington. Groundspeak HQ: Het hoofdkantoor van Groundspeak in Seattle telt als een apart cachetype. Events: Events zijn officiële bijeenkomsten van geocachers, welke als cache gelogd kunnen worden indien men ze bezoekt. De eenvoudigste vorm is het gewone event. Verder bestaan binnen deze categorie het CITO event (Cache In Trash Out, waarbij de bijeenkomst tot doel heeft de natuur te onderhouden), het Mega-event (events waarvan ten minste 500 mensen hebben aangegeven te zullen komen) en Giga events (minimaal 5000 aanmeldingen). Adventure Lab Cache: Dit is de nieuwere versies van Virtuele caches (zie kopje "Virtuele Cache" hierboven), welke gebruik maken van een eigen app. Elke labcache kan 5 tot 10 waypoints bevatten, die allemaal als individuele cache worden gerekend, en gelogd kunnen worden door op locatie een vraag correct te beantwoorden.
1
RSVP, aanmelding, evenementdeelname
7,956
ReserveAction
5268617
https://nl.wikipedia.org/wiki/Archief-%20en%20Onderzoekscentrum%20voor%20Vrouwengeschiedenis
Archief- en Onderzoekscentrum voor Vrouwengeschiedenis
Het Archief- en Onderzoekscentrum voor Vrouwengeschiedenis (AVG-Carhif) (Frans: Centre d'Archives et de Recherches pour l'Histoire des Femmes) is gespecialiseerd in vrouwen-, gender- en seksualiteitsgeschiedenis en de vrouwenbeweging. Het centrum doet aan wetenschappelijk onderzoek, informeert over lopend onderzoek en organiseert daarnaast ook activiteiten om vrouwengeschiedenis bij een breed publiek bekend te maken. Het centrum is gevestigd in Sint-Joost-ten-Node en wordt gesubsidieerd door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Historiek AVG-Carhif is een tweetalige organisatie die werd opgericht in 1995 onder de impuls van toenmalig minister voor Gelijke Kansen Miet Smet. Het centrum is ontstaan ten gevolge van de resultaten van het onderzoek van twee onderzoeksters van de KU Leuven en de ULB in 1993, in opdracht van minister Smet. In hun onderzoeksrapport Répertoire des sources du féminisme en Belgique (1830-1993) schreven ze dat er veel archieven bewaard werden bij individuele personen en niet bij archiefcentra, en dat dit materiaal daardoor dreigde verloren te gaan bij het overlijden van de eigenaar. Gezien er nog geen archiefcentrum bestond in België dat zich specialiseerde in de geschiedenis van gender- en vrouwengeschiedenis, werd de vzw AVG-Carhif opgericht. Het centrum werd in 1995 ondergebracht in het nieuwe Amazonegebouw, Kruispunt voor gendergelijkheid. De missie van het centrum bestaat uit de bewaring van archieven, het ontsluiten van haar collecties en het stimuleren van onderzoek in de vrouwen-, seksualiteits- en gendergeschiedenis. Daartoe ontwikkelt het activiteiten met betrekking tot het adviseren van organisaties over de bewaring van hun archieven; het wegwijs maken van onderzoekers en het ondersteunen van netwerken van onderzoekers; wetenschappelijk onderzoek; en het tonen van de resultaten van dit onderzoek aan de hand van tentoonstellingen, publicaties en online platformen. Collectie De collectie van het centrum omvat archieven, boeken en tijdschriften, foto's, affiches, stickers, badges, spandoeken en kledij, van personen en organisaties die zich inzetten voor vrouwenemancipatie en gendergelijkheid. De archieven en objecten dateren voornamelijk vanaf het einde van de 19de eeuw, met een zwaartepunt op vrouwenbewegingen na de Tweede Wereldoorlog. De bibliotheek verzamelt wetenschappelijk onderzoek en historische overzichten van verschillende aspecten binnen de genderstudies, vrouwenbewegingen en seksualiteitsgeschiedenis. Het centrum bewaart archieven van onder meer Belgische vrouwenhuizen en vluchthuizen, organisaties als het Vrouwen Overleg Komittee (nu Furia), Lesbies Doefront, de Internationale Vrouwenraad, Aksent op Roze, YWCA (Young Women's Christian Association), en van personen zoals Lily Boeykens, Reina Ascherman, het kabinet van Miet Smet en Suzanne Van Rokeghem. Ook vele kleine organisaties met een lokale werking doneerden hun archief aan het centrum. De affichecollectie, tijdschriften en foto's komen eveneens van verschillende soorten organisaties en geven een inkijk in de werking en activiteiten van deze intitiatieven. Zo zijn er affiches met aankondigingen van vrouwendagen, homo- en lesbiennefuiven, aanklachten tegen ongewenst seksueel gedrag of sensibiliseringsaffiches rond mishandeling. De tijdschriftencollectie bevat uitgaven van vrouwenhuizen, nieuws van organisaties en feministische tijdschriften zoals Lilith. De foto's tonen bijvoorbeeld de opening van het Brusselse vrouwenhuis 29 rue Blanche. Het AVG bewaart ook enkele bijzondere stukken, zoals de schrijfmachine waarop de schrijfster en feministe Marie Denis de eerste versie schreef van Het rode boekje van de vrouw(en), en de vest die Isabel Dargent droeg op alle betogingen waaraan ze deelnam. Activiteiten De activiteiten van het AVG: Het bewaren van archieven van feministische bewegingen. Personen of organisaties kunnen hun archieven schenken aan het centrum. Onthaal van onderzoekers: de collecties van het Carhif zijn raadpleegbaar onder de voorwaarden van de schenkers. Geïnteresseerden kunnen een afspraak maken in de leeszaal om de documenten in te kijken. Onderzoeken van vrouwen-, gender- en seksualiteitsgeschiedenis. Het onderhouden van een netwerk binnen het domein van genderstudies. AVG-Carhif geeft de nieuwsbrief uit van het Forum voor Belgisch onderzoek in vrouwen-, gender- en seksualiteitsgeschiedenis. Ontsluiten van het onderzoek via publicaties, tentoonstellingen en online platformen. Het centrum ontwikkelde een didactische website over het feminisme van de jaren 1970 en een interactieve module waarmee leerlingen spelenderwijs kunnen kennismaken met de geschiedenis van genderstereotyperingen. Publicaties E. Flour, C. Jacques, C. Marissal; E. Gubin, L. Van Molle (dir.). Répertoire pour l'histoire des femmes en Belgique: répertoire de la presse féminine et féministe en Belgique 1830-1994. Brussel: Inbel, 1993. E. Flour, C. Jacques; E. Gubin, L. Van Molle (dir.). Une femme, une voix: une exposition sur la citoyenneté des femmes en Belgique 1789-1948. Brussel: Carhif, 1996 C. Marissal, I. Hansen; E. Gubin, L. Van Molle (dir.). Vers une démocratie paritaire : analyse des élections communales et provinciales du 8 octobre 2000. Brussel: Ministère Fédéral de l'Emploi et du Travail. Direction de l’Égalité des Chances ; Carhif – AVG, 2001 C. Jacques, S. Lefebvre, L. Beyers, E. Flour; ss.dir E. Gubin & L.Van Molle. Les femmes qui changent le monde : histoire du Conseil international des Femmes. Bruxelles, Racine, 2005 E. Gubin. Éliane Vogel-Polsky, une femme de conviction. Bruxelles : Institut pour l’Égalité des Femmes et des Hommes-AVG/Carhif, 2007 E. Flour, E. Gubin, Cl. Marissal, R. Cockx, Leen Van Molle, C. Wallemacq, Garçon ou fille... un destin pour la vie? Belgique, 1830-2000, Bruxelles : AVG-Carhif, 2009 R. Cockx. Miet Smet : trois décennies de politique d’égalité des chances, Bruxelles : Institut pour l’Égalité des Femmes et des Hommes – AVG/CARHIF, 2009 C. Marissal, E. Gubin. Jeanne Vercheval : un engagement social et politique. Bruxelles :Institut pour l’Égalité des Femmes et des Hommes – AVG/CARHIF, 2011 E. Flour. Marijke Van Hemeldonck : socialiste et féministe. Institut pour l’Égalité des Femmes et des Hommes - AVG-Carhif, 2013 C. Marissal. Protéger le jeune enfant : enjeux sociaux, politiques et sexués (Belgique, 1890-1940). Éditions de l’université de Bruxelles, 2014 E. Gubin et H.de Smaele. Femmes et hommes en guerre, 1914-1918. Bruxelles : Renaissance du Livre, 2015 E. Gubin et C. Jacques, Encyclopédie d'histoire des femmes en Belgique, 19e et 20e siècle, Bruxelles, Racine, 2018. C. Marissal, Mères et pères : le défi de l'égalité, Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, 2019. Externe links https://avg-carhif.be catalogus collectie AVG-Carhif Website Aan de slag met gendergeschiedenis Archief in België Onderzoeksinstituut in België Vrouwengeschiedenis Genderstudies
Onthaal van onderzoekers: de collecties van het Carhif zijn raadpleegbaar onder de voorwaarden van de schenkers. Geïnteresseerden kunnen een afspraak maken in de leeszaal om de documenten in te kijken.
1
reservering, boeking, afspraak
8,562
RadioEpisode
1825555
https://nl.wikipedia.org/wiki/Easy%20Listening%20%28AVRO%29
Easy Listening (AVRO)
Easy Listening was een Nederlands radioprogramma op Radio 2 en Hilversum 3 van de AVRO. Het werd aan het begin van de nacht op de radio uitgezonden, waar rustige muziek en de rustige presentatietoon goed tot hun recht kwamen. Presentatrice hiervan was tot 1994 de inmiddels overleden Tosca Hoogduin. Later werd dit programma gepresenteerd door de ex-nieuwslezeres Audrey van der Jagt. Toen het programma eind jaren negentig moest stoppen, heeft de AVRO in 2001 een Easy Listening webkanaal gestart met non-stop easy listening, lounge, bossanova, jazz, en kwaliteitspopmuziek. Door bezuinigingen bij de Publieke Omroep en het samengaan van de omroepen AVRO en TROS, is dit webkanaal weer opgeheven. Omroep MAX heeft de titel Easy Listening gebruikt voor een programma dat ze van 2005 tot 2010 op Radio 2 uitzonden. De in oktober 2011 eveneens overleden Meta de Vries was tot in 2010 de presentatrice van dit programma. Deze variant had aandacht voor vergeten artiesten en platen van bijna alle genres. De muziek die wordt gedraaid is dikwijls niet van het afgelopen decennium, maar dateert van ver daarvoor. Bij de verjonging van Radio 2 verdwijnt Omroep MAX van de zender en ook Easy Listening als radioprogramma. Het openingsnummer van Easy Listening was Tsumagoi van de Japanse saxofonist Sadao Watanabe, van het live-album How's Everything - Live at Budokan uit 1980. Externe links De site bij het opgeheven MAX programma: Easy Listening, MAX Radioprogramma van Radio 2 (Nederland) Jazzprogramma Pop- en/of rockprogramma Nederlands muziekprogramma op radio
Easy Listening was een Nederlands radioprogramma op Radio 2 en Hilversum 3 van de AVRO. Het werd aan het begin van de nacht op de radio uitgezonden, waar rustige muziek en de rustige presentatietoon goed tot hun recht kwamen. Presentatrice hiervan was tot 1994 de inmiddels overleden Tosca Hoogduin. Later werd dit programma gepresenteerd door de ex-nieuwslezeres Audrey van der Jagt. Toen het programma eind jaren negentig moest stoppen, heeft de AVRO in 2001 een Easy Listening webkanaal gestart met non-stop easy listening, lounge, bossanova, jazz, en kwaliteitspopmuziek. Door bezuinigingen bij de Publieke Omroep en het samengaan van de omroepen AVRO en TROS, is dit webkanaal weer opgeheven.
1
radioaflevering, radioshow, radioprogramma
12,123
JewelryStore
5662601
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20Van%20Hese
Jan Van Hese
Jan Van Hese (Brugge, 30 november 1757 - aldaar, 2 mei 1802) was een rooms-katholiek priester, pamflettist en kroniekschrijver tijdens de revolutiejaren eind achttiende - begin negentiende eeuw. Levensloop Jan Van Hese werd geboren als zoon van de juwelier en zilversmid Jan Van Hese (Brugge, 1721 - Pittem, 30 juli 1788) en van de landbouwerdochter Laurentia De Wulf (Oostkamp, 1736 - Brugge, 1762). Hij had een jongere broer, Franciscus Van Hese, die drukker en uitgever werd. Na de vroege dood van hun moeder werden de beide jongens door familieleden opgevangen onder meer door hun tante Judoca Van Hese. Het erfdeel dat de weduwnaar en zijn twee kinderen ontvingen in 1767, na de dood van Laurentia's ouders, maakte ze welstellend. Jan senior oefende zijn beroep uit in Brugge (hij had een eigendom in de Steenstraat), nadien in Nieuwpoort, in Arras en in Gent. Om onbekende redenen werd Jan senior behoeftig en leefde hij met afnamen op het erfdeel van zijn twee kinderen. Hij werd vanaf 1784 opgenomen in de woning van zijn zoon Jan, onderpastoor in Pittem. Na de middelbare school, zeer waarschijnlijk aan het college van de Brugse augustijnen, was Jan junior achttien toen hij op 17 januari 1776 ingeschreven werd in het Lelie-college aan de universiteit van Leuven. Die studies, die zich uitstrekten tot in 1784, werden onderbroken door studies aan het Brugse seminarie, en de priesterwijding op 10 maart 1781. Zijn studies in Leuven gingen door in een periode waarin de ideeën in deze universiteit vooral beheerst werden door het febronianisme, waar Van Hese door werd beïnvloed. Daar werd hij voorstander van het verlicht despotisme zoals het door Keizer Jozef II werd uitgedragen. Het bracht er hem toe om in de Franse Tijd, als een van de weinigen onder de West-Vlaamse priesters, de eed van trouw aan de republiek af te leggen. In 1784 volgde zijn eerste klerikale benoeming, die van onderpastoor in de gemeente Pittem, waar hij in 1787 tot eerste onderpastoor werd bevorderd. De parochie had als pastoor de kunstliefhebber jonkheer Renier de la Haye (1709-1792), bekend om zijn goed karakter en zijn vrijgevigheid. Hij had de parochiekerk zo aanzienlijk begiftigd met kunstwerken, dat ze niet moest onderdoen voor de rijkdom van de Brugse kerken. Pittem was zeker geen 'boerengat' en telde voldoende geletterde inwoners om er een actieve rederijkerskamer te hebben, onder de naam Liberteyt, die zelfs toneelstukken van Voltaire opvoerde. Van Hese toonde zijn trouw aan de keizerlijke ideeën aan, door, na de afschaffing van de godvruchtige genootschappen, in Pittem een door de keizer aangemoedigde Algemeene confrerie voor de lijdende menselijkheid op te richten. Eind juli 1789 werd aan zijn bediening een einde gesteld en werd hij als priester geschorst. De oorzaak hiervoor was niet dat hij revolutionaire gedachten koesterde, maar omdat hij beschuldigd werd te gevoelig te zijn voor vrouwelijke charmes en hiervoor in opspraak was gekomen. Hij kwam weer in Brugge wonen, waar hij een huis in eigendom had, op de hoek van de Oude Burg en de Loppemstraat. Als ambteloos burger begon hij zich te interesseren voor alles wat zich in de revolutionaire tijd in de stad voordeed. Dagelijks nam hij deel aan bijeenkomsten van politiek geïnteresseerden en werd onder hen weldra een beluisterde opiniemaker. In 1789 stond de stad, net als de volledige Zuidelijke Nederlanden, op stelten en waren de bewoners verdeeld in twee kampen: de revolutiegezinde burgers, aanhangers van de bevochten onafhankelijkheid en de 'vijgen' of keizersgezinde burgers, die best vrede konden nemen met het Oostenrijkse 'verlicht' bewind. Van Hese behoorde tot de tweede groep en toen einde 1790 de Oostenrijkers weer aan de macht waren, ordende hij de vele nota's die hij had genomen en publiceerde ze in een boek, onder de titel Legenda aurea. Het werd een satirische beschrijving van de gebeurtenissen tijdens de kortstondige Etats Unis Belgiques. Hierin spaarde hij de aanhangers van deze Brabantse Omwenteling niet, zeker de clerus niet en minst van al bisschop Felix Brenart, die hij figuurlijk door het slijk sleurde. Van Hese bleef verder nota's nemen en hij had voortaan nieuws genoeg te melden. In november 1792 kwamen de troepen van de Franse republiek Brugge bezetten en hij noteerde nauwkeurig de vele veranderingen die plaatsvonden. Hij beschreef met het nodige sarcasme de gedragingen van de vroegere machthebbers en hoe ze zich draaiden en keerden om de macht te behouden, en die van de nieuwkomers die het revolutionaire ideaal wilden doen zegevieren. Hij bleef zijn dagboek verder schrijven tot aan zijn dood. Slechts een deel ervan (over de eerste Franse overheersing, november 1792 - maart 1793) kende in 1931 publicatie. De rest, bekend onder de naam Journal historique, berust nog steeds, in handschrift, in het Brugse Rijksarchief. In 1795 werd hij, wegens onbetaalde belastingen, gearresteerd en naar Douai verbannen, vanwaar hij na korte tijd naar Brugge kon terugkeren. Hij trok zich niets meer aan van het 'interdict' dat hij in 1789 had opgelopen en trad waarschijnlijk vanaf 1794 opnieuw op als priester. In 1797, tijdens de beloken tijd, gaf hij, als een van de weinige West-Vlaamse priesters, gevolg aan de eis van het Directoire om een eed van trouw aan de republiek en van haat aan de monarchie af te leggen. Hij had immers in de Franse republiek een opvolger ontwaard van de 'verlichte' principes van het laatste Habsburgse regime. Hij kon nu opnieuw officieel goddelijke diensten celebreren, terwijl de meeste priesters de eed weigerden en onderdoken of gearresteerd en gedeporteerd werden. Wel droeg hij de mis op in een lege Sint-Salvatorkerk, want de gelovigen wilden niets met een beëdigd priester te maken hebben. Nog in 1797 verzette hij zich - vergeefs - eerst tegen de verkoop van de inboedel van de kerk en vervolgens van de kerk zelf. Hij werd ook aalmoezenier van de gevangenis en stond de terdoodveroordeelden bij, als 'kapelaan van het schavot'. Dit betekende zijn ondergang, toen hij door een veroordeelde besmet werd met de pest. Hij had net nog eenmaal in de gelegenheid om in februari 1802 zijn onafhankelijkheid te bevestigen, door niet in te gaan op de beschikkingen van het 'Concordaat', waarbij hij had moeten een terugtrekking van zijn vroeger afgelegde eed ondertekenen. Nochtans, toen de dood naderde, verzoende hij zich op 2 april 1802 met de waarnemende vicarissen van het vroegere bisdom Brugge, alvorens op 2 mei de geest te geven en kerkelijk te worden begraven. Het was zijn broer Franciscus die er met een gedrukt kaartje kennis van gaf. Publicaties Legenda aurea, continens acta, gesta et cabriola leonis Belgici (...), Lunaepoli (Brugge), 1791. Journal historique de ce qui c'est passé à Bruges (...), handschrift, Rijksarchief Brugge, 1792-1802. Journal contemporain de Jean Van Hese. L'occupation française en 1792 et 1793 (...), uitgave door E. HOSTEN & E. STRUBBE, Brugge, 1931. Literatuur Pieter LEDOULX Levens der geleerde en vermaerde mannen der stad Brugghe, handschrift (1792-1802), stadsarchief Brugge. Jozef VAN WALLEGHEM, Merckenweerdigste voorvallen 1797, handschrift Stadsarchief Brugge, publicatie Merckenweerdigste voorvallen en Daegelijksche gevallen, Brugge 1797 door Yvan VANDENBERGHE, Brugge, 1997. F. V. GOETHALS, Lectures relatives à l'histoire des sciences, des arts, des lettres, des moeurs et de la politique en Belgique, T. II, Brussel, 1837. Octave DELEPIERRE, Jean van Hese, in: Biographie des hommes remarquables de la Flandre Occidentale, Tome IV, Brugge, 1849. F. LOISE, Jean van Hese, in: Biographie nationale de Belgique, Tome IX, Brussel, 1886-87. Ernest REMBRY, De bekende pastors van Sint-Gillis te Brugge (1311-1896), Brugge, 1890-1896, blz. 750 & 753e. E. HOSTEN & E. STRUBBE, Jean Van Hese, in: Journal contemporain, Inleiding, 1931. Valeer ARICKX, Geschiedenis van Pittem, Pittem, 1951, blz. 112. Albert SCHOUTEET, De Brugse kroniekschrijver Jean Van Hese, in: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis, Brugge, 1962, blz. 153. Yvan VANDENBERGHE, De Brugse publicist Jean Van Hese. Zoeklichten op zijn leven en werk , in: Biekorf, 1965. Yvan VANDENBERGHE, Jacobijnen en Traditionalisten. De reacties van de Bruggelingen in de Revolutietijd (1780-1794), Brussel, 1972. Alfons DEWITTE, Het Journal van Jan Van Hese, in: Biekorf, 1981. Andries VAN DEN ABEELE, Jan Van Hese studeerde te Leuven, in: Biekorf,1984. Hendrik DEMAREST, Jan Van Hese, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, Deel 2, Torhout, 1985. Kurt PRIEM, God of de keizer? Clerus en politiek te Brugge (1780-1802), Brugge, 1996. Andries VAN DEN ABEELE, Jan Van Hese. Nieuwe elementen voor een biografie, in: Biekorf, 1997. Valeer ARICKX, Nog nieuwe elementen voor de biografie van priester Jan Van Hese en van zijn vader'', in: Biekorf, 1997. Rooms-katholiek priester 18e-eeuws kroniekschrijver Zuid-Nederlands geestelijke (voor 1830) Hese, Jan van
Levensloop Jan Van Hese werd geboren als zoon van de juwelier en zilversmid Jan Van Hese (Brugge, 1721 - Pittem, 30 juli 1788) en van de landbouwerdochter Laurentia De Wulf (Oostkamp, 1736 - Brugge, 1762). Hij had een jongere broer, Franciscus Van Hese, die drukker en uitgever werd.
1
juwelier, sieradenwinkel, goudsmid
6,466
FoodEstablishmentReservation
5564991
https://nl.wikipedia.org/wiki/Coronatoegangsbewijs%20%28Nederland%29
Coronatoegangsbewijs (Nederland)
Het Nederlandse coronatoegangsbewijs, afgekort het CTB genoemd, is een bewijs in de vorm van een QR-code dat de houder volledig gevaccineerd is, hersteld is van een besmetting, of recent negatief getest is op het coronavirus. Het is de Nederlandse variant van een door de landelijke overheid ingesteld officieel certificaat. De Nederlandse overheid gebruikt het bewijs om in bepaalde perioden gedurende de coronapandemie toegang te geven tot bepaalde evenementen of activiteiten in Nederland. Het coronatoegangsbewijs is een vooralsnog tijdelijke maatregel die door de rijksoverheid als een belangrijk onderdeel wordt gezien om het aantal besmettingen tijdens de coronapandemie beperkter te houden. De vorm van dit bewijs is verschillend. Zo is er de CoronaCheck-app voor smartphones, die een QR-code genereert die door een ander apparaat met de Corona Check Scanner app gecontroleerd wordt. De QR-code en de controle zijn datum- en tijdafhankelijk. Er kan echter ook een daarvoor bestemde QR-code op papier worden getoond. De controle daarvan is niet datum- en tijdafhankelijk. Als een groen vinkje verschijnt kan toegang worden verleend. Een coronatoegangsbewijs is alleen geldig samen met een officieel identiteitsbewijs. Bij volledig gevaccineerde personen blijft een groen vinkje verschijnen, ook als ze alsnog positief getest zijn. Begin november 2021 werd bijna vijftig procent van de positieve testen afgenomen bij volledig gevaccineerde personen. Zij kunnen dan anderen alsnog besmetten. Het bewijs werd voor het eerst in de zomer van 2021 ingevoerd, maar werd op meer plekken verplicht vanaf 25 september 2021. Vanaf 6 november 2021 werd de verplichtstelling uitgebreid. Sinds eind februari 2022 is in Nederland een coronatoegangsbewijs niet meer nodig. Geldigheid Er zijn drie manieren waarop een coronatoegangsbewijs geldig is: Iemand is volledig gevaccineerd tegen SARS-CoV-2, de veroorzaker van de ziekte COVID-19 (corona). In de praktijk betekent dit dat iemand 14 dagen na de laatste prik volledig is beschermd of na 28 dagen bij het Janssenvaccin. Iemand is hersteld van een bewezen coronavirus-infectie en heeft een positieve coronatest van minimaal 11 en maximaal 365 dagen geleden (Nederlands herstelbewijs) of 180 dagen geleden (Internationaal herstelbewijs). Iemand is uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de activiteit negatief getest op het coronavirus. Voor niet-Nederlanders met een Europees coronacertificaat (DCC) gelden dezelfde regels. Zij kunnen hun eigen app of papieren QR-code gebruiken. Procedure Na vaccinatie, na herstel van een besmetting (mits gemeld bij de GGD) of na een negatieve test kan een persoon de CoronaCheck-app (na installatie op een smartphone) in werking stellen met behulp van de eigen DigiD. Bij de ingang van het evenement of de activiteit kan de persoon de app opstarten. Een QR-code verschijnt dan op het scherm. Deze wordt uitgelezen met een andere app, de CoronaCheck Scanner. Als de persoon voldoet aan de voorwaarden van geldigheid verschijnt op de scanner een groen scherm, met enkele gegevens van de persoon, zoals diens initialen en geboortemaand. Met behulp van een identiteitsbewijs kan dan gecontroleerd worden of de gegevens overeenkomen met de persoon zelf. Als dit allemaal in orde blijkt, krijgt de persoon toegang. Het is met de CoronaCheck-app niet mogelijk de "internationale" QR Code te scannen van Nederlanders. De internationale QR Code van andere inwoners van de EU is wel te scannen. Geschiedenis In de zomer van 2021 voerde de Europese Unie een digitaal Europees COVID-certifcaat in: het EU Digital COVID Certificate (EUDCC of DCC). Dit is een papieren of digitaal bewijs in de vorm van een QR-code dat bewijst dat iemand is gevaccineerd tegen, hersteld is van of negatief is getest op COVID-19. In Nederland werd dit certificaat vanaf 1 juli 2021 ondersteund, maar vooral voor het makkelijk kunnen reizen tussen EU-lidstaten. Op 26 juni 2021 mochten festivals en clubs weer open na 15 maanden gesloten te zijn, mits bezoekers een QR-code konden tonen in een app of op papier. Door een plotselinge stijging in het aantal besmettingen werd dit echter snel weer teruggedraaid. Op 13 augustus 2021 kondigde het demissionair kabinet aan dat het de intentie had om op 20 september de corona-maatregelen te versoepelen, en om dan ook weer om toegangsbewijzen te gaan vragen bij evenementen en activiteiten. Op 12 september werd bekend dat het kabinet het aantal plekken waar een toegangsbewijs moest worden getoond wilde uitbreiden naar horeca, bioscopen en theaters. Een dag later werd duidelijk dat een meerderheid in de Tweede Kamer dat plan ook steunde. Op 14 september werd vervolgens de verruiming aangekondigd van de plekken waar het toegangsbewijs moet worden getoond. Dat gebeurde tijdens een persconferentie met demissionair minister-president Mark Rutte en Hugo de Jonge. Rutte benadrukte dat het toegangsbewijs een tijdelijk karakter zou moeten hebben: het was volgens hem "niet onze ambitie dat het woord 'coronatoegangsbewijs' ook een eigen pagina op Wikipedia gaat krijgen". Rond 1 november zou er een besluit worden genomen over het al dan niet langer inzetten van het toegangsbewijs. Het gebruik van het toegangsbewijs was een voorwaarde volgens het Outbreak Management Team (OMT) om de 1,5 meter afstand los te kunnen laten in Nederland. Vanaf 8 februari 2022 kreeg het toegangsbewijs een beperkte geldigheid; in overeenstemming met Europese regels was uiterlijk 270 dagen na vaccinatie met de basisserie een herhaalprik nodig. Vanaf 25 februari 2022 wordt het coronatoegangsbewijs niet meer gebruikt. Op 29 april 2022 kondigde het kabinet aan het toegangsbewijs uit de tijdelijke wet te halen. Per 1 juni zou het toegangsbewijs dan niet meer ingezet kunnen worden. Beperkte effectiviteit Uit het onderzoek van de TU Delft in samenwerking met het Erasmus MC en UMC Utrecht blijkt dat de effectiviteit van het Coronatoegangsbewijs beperkt is. In een optimaal scenario voor januari 2022 blijft de reductie van het reproductiegetal onder zowel 2G (gevaccineerd of genezen) als 3G (gevaccineerd, genezen of getest) beperkt tot slechts 9,8% en 5,4% respectievelijk. In dit optimale scenario is bovendien uitgegaan dat het CTB overal behalve op school, thuis en werk wordt ingevoerd en dat het CTB het gedrag van ongevaccineerden in grote mate zal beïnvloeden. In de praktijk is dit echter niet het geval, en zal de effectiviteit nog lager uitvallen dan in dit optimale scenario. Verzet en kritiek Rondom de invoering, en de aanloop daarnaartoe, was er verdeeldheid over de invoering van het bewijs. Een onderzoek van actualiteitenprogramma EenVandaag onder bijna 13.000 mensen liet zien dat bijna driekwart (73%) van volledig gevaccineerde respondenten vóór een bewijs zou zijn. Bij ongevaccineerde respondenten was die steun juist bijna niet aanwezig (3%). Een online petitie tegen het bewijs werd binnen een week ruim een kwart miljoen keer ondertekend. Ook was er kritiek van belangenorganisaties en overheden op de haalbaarheid van de plannen. Koninklijke Horeca Nederland betoogde dat de horeca het al moeilijk had, en dat door het toegangsbewijs de sector het nog moeilijker zou krijgen. Burgemeester Halsema van Amsterdam zei tijdens een raadsvergadering op 15 september dat er alleen "bij excessen" handhaving zou plaatsvinden. De GGD melde na aankondiging van de plannen voor het toegangsbewijs bijna een verdubbeling van het aantal afspraken voor vaccinaties. Op 16 september keurde een meerderheid van de Tweede Kamer de invoering goed. Bij een hoofdelijke stemming stemden 70 Kamerleden voor en 58 tegen. Wel werd er een uitzondering toegevoegd waardoor het bewijs niet hoeft te worden getoond op terrassen in de buitenlucht. In Utrecht ontstond spanning rond het veganistische restaurant Waku Waku, dat aankondigde geen controles uit te gaan voeren, en daarom op last van burgemeester Dijksma werd gesloten.Klanten van het restaurant en / of tegenstanders van de coronapas verzamelden zich enkele avonden voor de deur, zodat ook naburige eettenten geen klanten konden ontvangen. Daarop werden de demonstranten verwezen naar een andere plek. In Amsterdam was de maandelijkse demonstratie tegen het coronabeleid op 3 oktober 2021 gewijd aan de coronapas. Zo'n 25.000 demonstranten liepen vreedzaam door de binnenstad. Tezelfdertijd ontspon zich op Facebook een relletje rond de Achterhoekse zanger Bennie Jolink, die voorstelde om de weigeraars van de coronaprik voortaan de afkorting AAW'er (voor Asociale Achterlijke Wappie) mee te geven. Prompt werd op zijn standbeeld in Hummelo tape over de mond geplakt. Bezwaar tegen 3G en 2G Al gauw na de invoering van het 3G-beleid ontstond er discussie over de schijnveiligheid van dit beleid. Het bleek namelijk dat ook gevaccineerden het virus wel bij zich droegen (onderzoeksuitkomsten over in welke mate wisselen sterk, maar bevestigen dit allemaal). De app beschermt daardoor niet de ongevaccineerden die zich wel laten testen voor toegang en het kan tevens tot ziekte leiden bij gevaccineerden door de afnemende vaccineffectiviteit. Marcel Levi liet zich hier ook kritisch over uit en waarschuwde voor problemen die kunnen ontstaan door zowel 3G als 2G (alleen gevaccineerd of genezen). Petitie 'Onverdeeld open' In februari 2022 haalde een petitie voor de afschaffing van het coronatoegangsbewijs in korte tijd meer dan 850.000 handtekeningen. De petitie 'Onverdeeld open' was een initiatief van oud-minister Mona Keijzer, immunologe Jona Walk en hoogleraar Ronald Meester. De initiatiefnemers stelden dat 'een samenleving waarin groepen alleen deel mogen nemen met een pas niet wenselijk is. Dit zware middel schendt grondrechten en is slechts zeer beperkt effectief'. Onder de ondertekenaars waren vijftig lokale bestuurders en leden van ChristenUnie en CDA. Juridische verwikkelingen De invoering van het coronatoegangsbewijs leidde tot een aantal juridische vragen en rechtszaken. Op bestuurlijk niveau bestond verschil van mening over de vraag hoe handhaving moest plaatsvinden. Op 22 september 2021 maakten het kabinet en het Veiligheidsberaad afspraken over de naleving van de toegangsmaatregelen voor de horeca: De primaire verantwoordelijkheid zou berusten bij de bezoekers en de ondernemers. De lokale driehoek zou zich primair concentreren op de in haar ogen meest riskante locaties. Bij herhaalde of opzettelijke niet-naleving van de controleplicht door de ondernemer zou tot daadwerkelijk ingrijpen over worden gegaan. Dit kon de vorm aannemen van een waarschuwing, een last onder dwangsom of sluiting. Het kabinet stelde € 45 miljoen beschikbaar aan de gemeenten voor de inzet van beveiligers. Bij bezoek van uitsluitend een terras was geen coronatoegangsbewijs vereist, bij het bezoeken van het bij dat terras behorende toilet echter wel. Een aantal horecaondernemingen kondigde aan niet te zullen meewerken aan het controleren van coronatoegangsbewijzen. Een Utrechts restaurant werd op deze grond door de gemeente gesloten. Dit leidde tot een rechtszaak, die op 30 september door de ondernemer werd verloren. In een kort geding over maatregelen voor ongeplaceerde binnen-evenementen wees de voorzieningenrechter op 1 oktober 2021 de vorderingen van een aantal ondernemingen in de evenementenbranche af: de maatregelen werden niet opgeheven. In een ander kort geding oordeelde de voorzieningenrechter op 6 oktober 2021 dat de regeling met betrekking tot het coronatoegangsbewijs geen wettelijke grondslag ontbeerde en niet in strijd was met het discriminatieverbod. Het Gerechtshof Den Haag bevestigde bij arrest van 15 februari 2022 de uitspraak van de Voorzieningenrechter. Medio oktober 2021 bleek uit een onderzoek in opdracht van de NOS dat bij een derde van de onderzochte horecabezoeken de coronacheck niet plaatsvond. Het aantal aan horecagelegenheden gegeven waarschuwingen was beperkt; het gebruik van polsbandjes werd als positief ervaren. Handhaving en fraude De identiteit van de houder van het coronatoegangsbewijs moet vastgesteld worden aan de hand van een officieel identiteitsbewijs. Een alternatieve controle, bijvoorbeeld door naar de eerste initiaal van de voornamen en/of van de achternaam of geboortedag te vragen voldoet niet. Immers, als je ze kent (en die er op een papieren bewijs gewoon naast geprint zijn) kunnen ook anderen met de QR-code binnenkomen. Dit soort onjuiste controles kwam van juni 2021 tot november 2021 regelmatig voor. Daardoor ontstond ook een handel in screenshots van papieren bewijzen en bijbehorende voorletters en verjaardagen. Het ministerie heeft begin november 2021 wijzigingen in de CoronaCheck Scanner doorgevoerd die duidelijker moeten maken dat die controle écht moet plaatsvinden. COVID-19 Medisch document Coronacrisis in Nederland
Medio oktober 2021 bleek uit een onderzoek in opdracht van de NOS dat bij een derde van de onderzochte horecabezoeken de coronacheck niet plaatsvond. Het aantal aan horecagelegenheden gegeven waarschuwingen was beperkt; het gebruik van polsbandjes werd als positief ervaren.
1
eetgelegenheidsplanning, dinerafspraak, horecabezoek
8,687
UnRegisterAction
3776555
https://nl.wikipedia.org/wiki/Artjom%20Dzjoeba
Artjom Dzjoeba
Artjom Sergejevitsj Dzjoeba (Russisch: Артём Сергеевич Дзюба) (Moskou, 22 augustus 1988) is een Russisch voetballer die doorgaans als aanvaller speelt. Hij verruilde medio 2022 FK Zenit Sint-Petersburg voor Adana Demirspor. Dzjoeba debuteerde in 2011 in het Russisch voetbalelftal. Clubcarrière Dzjoeba komt uit de jeugdopleiding van Spartak Moskou. Hij debuteerde in 2006 in het bekertoernooi tegen FK Oeral. Hij viel vijf minuten voor tijd in voor Roman Pavljoetsjenko. Hij maakte zijn debuut in de Premjer-Liga tegen FK Satoern. In 2007 maakte Dzjoeba zijn eerste competitiedoelpunt tegen Tom Tomsk. In 2009 en 2010 werd hij uitgeleend aan Tom Tomsk, waar hij dertien doelpunten maakte in 34 competitiewedstrijden. In de seizoenen 2013/14 en 2014/15 verhuurde Spartak Moskou hem tweemaal aan FK Rostov; in het eerstgenoemde seizoen maakte Dzjoeba in 28 competitieduels 17 doelpunten. Dzjoeba maakte in juli 2015 transfervrij de overstap naar Zenit Sint-Petersburg, waarvoor hij op 19 juli 2015 tegen Dinamo Moskou zijn eerste wedstrijd speelde. Dzjoeba maakte in zijn eerste seizoen bij Zenit vijftien doelpunten in dertig competitiewedstrijden. Clubstatistieken Interlandcarrière Dzjoeba debuteerde op 11 november 2011 voor Rusland in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Griekenland. Hij behoorde tot de voorselectie voor het Europees kampioenschap voetbal 2012 in Polen en Oekraïne, maar werd niet geselecteerd voor het eindtoernooi. In het seizoen 2014/15 was Dzyuba een vaste waarde in het Russisch voetbalelftal; hij speelde zes interlands en maakte tweemaal een doelpunt. Op 8 september 2015 maakte hij vier doelpunten in de EK-kwalificatiewedstrijd in en tegen Liechtenstein, die met een eindstand van 0–7 de grootste overwinning in de historie van het nationaal elftal van Rusland werd. Naast Dzjoeba waren ook Aleksandr Kokorin, Fjodor Smolov en Alan Dzagojev trefzeker. Op 21 mei 2016 werd Dzjoeba opgenomen in de Russische selectie voor het Europees kampioenschap voetbal 2016 in Frankrijk. Daar werd de selectie onder leiding van bondscoach Leonid Sloetski in de groepsfase uitgeschakeld na een gelijkspel tegen Engeland (1–1) en nederlagen tegen Slowakije (1–2) en Wales (0–3). Vanwege een knieblessure moest hij zich begin juni bij bondscoach Stanislav Tsjertsjesov afmelden voor het toernooi om de FIFA Confederations Cup 2017 in eigen land. Dzjoeba werd in mei 2018 door bondscoach Tsjertsjesov opgenomen in de definitieve selectie van Rusland voor het wereldkampioenschap in eigen land. In maart 2022 vroeg Dzjoeba aan bondscoach Valeri Karpin om hem niet op te roepen voor een stage met het nationaal team wegens de Russische invasie van Oekraïne, waar hij veel familie heeft wonen. Bijgewerkt op 12 juli 2018. Russisch voetballer
Op 21 mei 2016 werd Dzjoeba opgenomen in de Russische selectie voor het Europees kampioenschap voetbal 2016 in Frankrijk. Daar werd de selectie onder leiding van bondscoach Leonid Sloetski in de groepsfase uitgeschakeld na een gelijkspel tegen Engeland (1–1) en nederlagen tegen Slowakije (1–2) en Wales (0–3). Vanwege een knieblessure moest hij zich begin juni bij bondscoach Stanislav Tsjertsjesov afmelden voor het toernooi om de FIFA Confederations Cup 2017 in eigen land.
1
uitschrijven, afmelden, deregistreren
4,990
SellAction
861945
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stone%20Island%20%28kledingmerk%29
Stone Island (kledingmerk)
Stone Island is een Italiaans kledingmerk, dat onder meer spijkerbroeken met een stonewashed-effect ontwierp. Het beeldmerk van Stone Island bevindt zich op de linkerarm en wordt ook wel 'the patch' genoemd. Het merk werd in 1982 opgericht door de Italiaanse ontwerper Massimo Osti, die het naar zijn boot vernoemde. Aanvankelijk was het onderdeel van het merk C.P. Company. Sinds 1983 opereert het merk onafhankelijk. Massimo Osti heeft na zijn dood een archief achter gelaten waar Ma.strum 2008 uit is ontstaan. In december 2020 werd de overname aangekondigd door het Italiaanse kledingmerk Moncler. Moncler is bereid €1,1 miljard te betalen, waarvan een deel in aandelen. Moncler koopt 50% van de aandelen van eigenaar en bestuursvoorzitter Carlo Rivetti, 20% van een aantal familieleden en de resterende 30% wordt gekocht van de Singaporese staatsinvesteerder Temasek. Stone Island heeft 24 eigen winkels, maar driekwart van de omzet wordt behaald met verkopen via partijen. De transactie werd afgerond en vanaf 1 april 2020 maakt Stone Island deel uit van Moncler. Moncler heeft flink uitgebreid en per eind 2022 waren er 72 vestigingen van Stone Island. Externe link Officiële website Kledingmerk
In december 2020 werd de overname aangekondigd door het Italiaanse kledingmerk Moncler. Moncler is bereid €1,1 miljard te betalen, waarvan een deel in aandelen. Moncler koopt 50% van de aandelen van eigenaar en bestuursvoorzitter Carlo Rivetti, 20% van een aantal familieleden en de resterende 30% wordt gekocht van de Singaporese staatsinvesteerder Temasek. Stone Island heeft 24 eigen winkels, maar driekwart van de omzet wordt behaald met verkopen via partijen. De transactie werd afgerond en vanaf 1 april 2020 maakt Stone Island deel uit van Moncler. Moncler heeft flink uitgebreid en per eind 2022 waren er 72 vestigingen van Stone Island.
2
verkopen, verkoopactie, transactie
11,900
Brewery
5078690
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij%20Bavaria
Brouwerij Bavaria
Brouwerij Bavaria is een Nederlandse brouwerij, gelegen in Lieshout. Het is een van de zes brouwerijen van de firma Swinkels Family Brewers. Geschiedenis Brouwerij Bavaria is gebouwd in 1925 door de broers Frans, Piet en Jan Swinkels. Zij behoorden tot de familie Swinkels die reeds vijf generaties eigenaar was van brouwerij De Kerkdijk in Lieshout. Deze brouwerij had tot dan toe voornamelijk voor lokaal gebruik geproduceerd. Door de aanleg van het Wilhelminakanaal in 1923 verkreeg het bedrijf extra aan- en afvoerwegen en daarmee groeimogelijkheden. In 1924 richtten de broers de Firma Gebroeders Swinkels op en kochten een perceel van 16 are 60 centiare (1660 m²), dat grensde aan brouwerij De Kerkdijk. Op dat terrein werd een bakstenen gebouw van drie verdiepingen opgetrokken met een volume van ongeveer 2600 m³. De bouwopdracht werd voor f 25.157 gegund aan een plaatselijke aannemer. De belangrijkste apparatuur, zoals de brouwketel en de koeltechnische installaties, werden uit Duitsland geïmporteerd. De apparatuur inclusief installatie kostte ruim f 35.000. De capaciteit was 10.000 hectoliter per jaar. De gebroeders Swinkels stapten in de nieuwe brouwerij over op ondergistend of pilsener bier. Dit ondanks dat het in die tijd gebruikelijker was om hooggistend bier te brouwen. Om te markeren dat het om een geheel nieuwe brouwerij ging die een nieuw soort bier produceerde, kozen de eigenaren voor een nieuwe naam: Brouwerij Bavaria. Dat was een verwijzing naar het 'Beiersch bier', zoals het pilsener bier toen vaak werd genoemd. Na enkele jaren werd brouwerij De Kerkdijk afgebroken en werden extra lagerkelders gebouwd, waarmee de capaciteit verdubbelde naar 20.000 hectoliter. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was de brouwcapaciteit opgevoerd tot circa 30.000 hectoliter per jaar. Na een periode van stilstand werd de groei in 1947 hervat en in twee decennia verdubbelde de capaciteit van de brouwerij, tot ruim 60.000 hectoliter per jaar. Was de groei in voorgaande jaren gerealiseerd door geleidelijk aanpassingen door te voeren, daarin kwam verandering in 1968. De zesde generatie Swinkels nam langzamerhand de leiding over en koos voor een agressievere strategie. Naast het bestaande terrein kocht de firma drie hectare grond, waarop een nieuw brouwhuis en een gist- en lagerhuis werden opgetrokken. Alle technische installaties op het gebied van elektriciteit, stoom en waterfiltering werden samengebracht in een centraal gelegen energiehuis. Tot slot werd de bottelarij ondergebracht in een gebouw van 75.000 m³. De totale kosten van de uitbreiding bedroegen bijna 11 miljoen gulden. Daarmee werd de capaciteit uitgebreid tot 600.000 hectoliter per jaar. In de decennia daarna bleef het bedrijf groeien en in 1981 overschreed de brouwerij het productievolume van 1 miljoen hectoliter bier per jaar. Huidige situatie Door de uitbreidingen die plaatvonden in de eerste jaren van de 21e eeuw heeft de brouwerij een capaciteit gekregen van ruim 5 miljoen hectoliter per jaar. Het Bavaria-bedrijventerrein is inmiddels enkele tientallen hectare groot en herbergt naast de brouwerij ook het hoofdkantoor van Swinkels Family Brewers, productiefaciliteiten voor frisdrank en de in 1940 opgerichte en sterk uitgebreide mouterij. Sinds begin jaren 1990 beschikt Brouwerij Bavaria over een eigen natuurlijke mineraalwaterbron. Dit in combinatie met de eigen mouterij maakt dat vrijwel de gehele productieketen in eigen beheer is. Producten Brouwerij Bavaria produceert verschillende biersoorten, variërend van alcoholvrij bier tot bier met 10,5% alcohol. De eigen merken van Swinkels Family Brewers die in Lieshout gebrouwen worden zijn: Bavaria Swinckels 8.6 Claro Kroon De brouwerij produceert ook huismerken, onder andere: Dors, gebrouwen voor Jumbo Keizerskroon, gebrouwen voor Sligro Food Group Schultenbräu, gebrouwen voor Aldi Kordaat, gebrouwen voor Lidl Externe link Brouwerij Bavaria Bavaria Economie in Laarbeek
Brouwerij Bavaria is een Nederlandse brouwerij, gelegen in Lieshout. Het is een van de zes brouwerijen van de firma Swinkels Family Brewers.
3
brouwerij, bierbrouwerij, bierfabriek
7,445
UserCheckins
1809403
https://nl.wikipedia.org/wiki/Studentenreisproduct
Studentenreisproduct
Het studentenreisproduct (vroeger een speciale kaart, en dan ook OV-studentenkaart geheten; door studenten onderling soms simpelweg 'OV' genoemd) is een abonnement voor hen die een opleiding volgen aan het mbo, het hbo of het wetenschappelijk onderwijs in Nederland. Het is naar keuze een week- of weekendabonnement en dient sinds 2010 op een persoonlijke OV-chipkaart te worden geladen. Vroeger was het een geplastificeerde papieren kaart. Het wordt door de Dienst Uitvoering Onderwijs toegekend als onderdeel van de prestatiebeurs. Het studentenreisproduct is in de leenfase een lening. Als de student binnen 10 jaar zijn diploma haalt wordt het studentenreisproduct alsnog een gift, anders moet de waarde terugbetaald worden. Deze waarde is vastgesteld op € 104,42 per maand (2022), niet te verwarren met de boete bij te laat stopzetten (deze is ongeveer het dubbele). De ov-vergoeding bij tijdelijk verblijf in het buitenland is ongeveer gelijk aan de genoemde waarde. Een studentenreisrecht is een recht op een studentenreisproduct. Het onderscheid is van belang bij gebruik van het studentenreisproduct als er geen studentenreisrecht meer is, wat tot boetes leidt. Regisseur Studenten Reisrecht (RSR) is de rechtspersoon die de digitale administratie van dit reisproduct voert. Trans Link Systems is de producent van OV-chipkaarten die tevens producten klaarzet op de ophaalautomaten. Geschiedenis Invoering De OV-studentenkaart is ingevoerd in 1991 en was bedoeld als vervanging van de toenmalige, door de vele administratieve mutaties onwerkbaar geworden, individuele reiskostenvergoedingen. De vaststellingen en uitbetalingen van de studiebeurzen dreigden eind jaren tachtig in het honderd te lopen en dit kostte minister Deetman van Onderwijs destijds bijna de kop. Pim Fortuyn werd per 1989 door de bestuurders Roel in 't Veld, Carry Hunter en Hans Portheine aangenomen om het uiterst gecompliceerde project van de ontwikkeling en introductie van de OV-studentenkaart te leiden, hetgeen hij succesvol deed. Een ander veelgehoord argument voor de kaart is dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) met de OV-studentenkaart minder geld kwijt zou zijn, omdat meer studenten bij hun ouders bleven wonen en bovendien de reiskostenvergoeding uit de studiebeurs werd geschrapt. De basisbeurs van iedere student werd met 60 gulden (€27,23) in de maand gekort. Dit gold voor alle studenten, of ze nu wel of niet gebruik maakten van het openbaar vervoer. Een ander doel van de kaart was de bezettingsgraad van het openbaar vervoer te verhogen. Dit argument was echter al snel achterhaald omdat de reizigersmarkt voor de NS in 1989 alweer aantrok. De spoorwegen besloten dwars te liggen bij het project dat door Fortuyn werd geleid, hetgeen leidde tot een aanvaring tussen Fortuyn en toenmalig NS-directeur Ploeger. Bovendien zouden de studenten door deze laagdrempelige kennismaking met het openbaar vervoer na hun studieperiode meer gebruikmaken van het openbaar vervoer. Wijzigingen In de loop der tijd zijn de regels rond de kaart regelmatig gewijzigd. Bij de invoering van de kaart in 1991 was de kaart de hele week geldig en beschikbaar voor iedereen boven de 18 jaar die onderwijs volgde (zowel studenten als scholieren). Vanaf 1994 moest de student kiezen tussen een weekkaart (doordeweeks gratis reizen, in het weekend met korting) of een weekendkaart (in het weekend gratis reizen, doordeweeks met korting na de ochtendspits). In 1996, tegelijk met de invoering van de prestatiebeurs, werd besloten om de kaart alleen nog uit te geven aan studenten van 18 jaar en ouder. Middelbare scholieren vielen voortaan buiten de boot. Studenten met een leeftijd onder de 18 deden dat, vanwege de kinderbijslag die per kwartaal wordt overgemaakt, overigens sowieso al voor de eerste maand van hun studie. In 1999 werd door de toenmalige minister Loek Hermans voorgesteld dat de studentenkaart maar helemáál afgeschaft zou moeten worden. Na luid protest is dit niet doorgegaan. Per 1 september 2000 ging de kaart onder de prestatiebeurs vallen. Voor studenten die voor 1 september 1999 aan hun studie waren begonnen, bleef de kaart een gift, ongeacht of de studenten hun studie wel of niet afmaakten en of ze dat binnen een bepaalde tijd deden. Voor de nieuwe generatie studenten gold dat de kaart pas werd omgezet in een gift als de student binnen 10 jaar een diploma haalde. Zo niet, dan moest alles worden terugbetaald. In 2003 klonken er wederom geluiden uit de politiek dat ze misschien wel in zijn geheel van de kaart af wilden. Datzelfde jaar werd echter, onder druk van onder meer de Landelijke Studentenvakbond, de mogelijkheden van zowel de weekkaart als de weekendkaart uitgebreid voor de reistijd op vrijdag. Studenten met een weekendkaart mochten voortaan op vrijdagmiddag al vanaf 12:00 uur reizen in plaats van 19:00 uur. Studenten met een weekkaart mochten op vrijdag voortaan reizen tot zaterdagochtend 4:00 uur in plaats van tot 19:00 uur vrijdagavond. Vroeger konden mbo-scholieren pas vanaf 18 jaar een studentenreisproduct krijgen. Deze leeftijdsgrens is op 1 januari 2017 afgeschaft. OV-chipkaart De eerste Studenten OV Chipkaarten werden begin 2009 verstrekt aan studenten die met de Rotterdamse metro reisden, omdat de OV-chipkaart vanaf 29 januari 2009 verplicht werd gesteld op de metroverbinding. De kaarten waren bedoeld om de poortjes op de metrostations te kunnen openen en nog niet als vervoerbewijs. De OV-studentenkaart en de Studenten OV-chipkaart vormden samen het Studentenreisbewijs. Per 1 januari 2010 is de geplastificeerde zichtkaart vervangen door de Studenten OV-chipkaart. Een groot deel van de studenten beschikte echter nog niet over een opgeladen OV-chipkaart. Daarom werd er enige tijd een coulance-regeling getroffen bij alle vervoerbedrijven. De papieren OV-Studentenkaart van 2009 zou geldig blijven tot 1 februari 2010, maar dit werd later verlengd tot 16 maart 2010. Enkele studenten kregen als overbrugging een tijdelijke OV-chipkaart die niet op naam stond. Aan het begin van het studiejaar 2010-2011 bleken 17.500 nieuwe studenten een ondeugdelijke kaart te hebben ontvangen, waarmee bij sommige vervoerbedrijven niet kon worden ingecheckt. Staatssecretaris van Onderwijs Marja van Bijsterveldt maakte op 10 september 2010 bekend dat zij afspraken met de vervoerbedrijven had gemaakt over een restitutieregeling voor studenten met een defecte chipkaart. Gedupeerde studenten konden hun reiskosten declareren bij een internetloket. Sinds juli 2011 wordt er geen aparte Studenten OV-chipkaart meer uitgegeven. Studenten moeten nu zelf zorgen voor een persoonlijke OV-chipkaart waarop het studentenreisrecht geladen kan worden. Geldigheid Vervoermiddelen Het abonnement is binnen de Nederlandse landsgrenzen geldig in: de trein, alleen tweede klas; in de Intercity direct is tussen Schiphol en Rotterdam een toeslag verschuldigd; het stads- en streekvervoer (inclusief RandstadRail en buslijnen waar een hoger kilometertarief geldt, zoals de Qliner); openbaar vervoer te water (fiets- en voetveer Vlissingen-Breskens en Waterbus Rotterdam-Drechtsteden). In- en uitchecken Een OV-chipkaart dient aan het beginpunt te worden ingecheckt bij de juiste kaartlezer. Wanneer niet ingecheckt is het reisproduct ongeldig. Vervoerders hebben echter afgesproken met de minister om geen boete uit te delen aan een reiziger die per ongeluk een keer op een dag waarop hij de hele dag vrij reizen heeft niet heeft ingecheckt. Uitchecken is noodzakelijk, omdat anders de kaart na een aantal onvoltooide transacties geblokkeerd wordt. Een blokkade kan alleen hersteld worden bij een servicepunt van de betreffende vervoerder of men dient een nieuwe OV-chipkaart aan te schaffen. Er zijn voor dit abonnement wel enkele uitzonderingen waarbij niet in- en uitgecheckt hoeft te worden: ICE indien van of naar het buitenland wordt gereisd. Voor het deel buiten Nederland dient een eenmalige chipkaart of een e-ticket te worden gekocht. Kortingen (vrij reizen in Nederland of 40% korting in Nederland) kunnen bij aanschaf van het kaartje worden aangegeven. Sommige buurtbussen en versterkingsbussen. In al deze gevallen geldt een gedoogbeleid, de OV-chipkaart dient als zichtkaart en kan wel gecontroleerd worden op geldigheid van het abonnement. Weekabonnement Dit abonnement biedt vrij reizen, behalve in onderstaande kortingperiodes: weekend (zaterdag 04.00 uur tot maandag 04.00 uur); zomerperiode (ieder jaar van 16 juli 04.00 uur tot 16 augustus 04.00 uur); feestdagen (van 04.00 uur tot 04.00 uur de volgende dag) exclusief Goede Vrijdag. Weekendabonnement vrij reizen van vrijdag 12.00 uur tot maandag 04.00 uur; vrij reizen op feestdagen van 04.00 uur tot 04.00 uur de volgende dag, ook op Goede Vrijdag; vrij reizen vanaf 12.00 uur op de dag voor Goede Vrijdag en Hemelvaartsdag; korting op maandag vanaf 04.00 uur, op dinsdag tot en met donderdag vanaf 09.00 uur en op vrijdag van 09.00 tot 12.00 uur. Feestdagen Officiële feestdagen in Nederland zijn: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, paaszondag, paasmaandag, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag, tweede kerstdag. Op Goede Vrijdag kan men sinds 2010 ook vrij reizen met een weekabonnement, omdat sommige stages en studies op die dag gewoon doorgaan. Reizen in de kortingperiode 40% korting op treinreizen en 34% in het stads- en streekvervoer (korting wordt verrekend bij het uitchecken). In de trein kan een student tijdens de daluren maximaal drie medereizigers met 40% korting laten reizen (samenreiskorting). 10 euro instaptarief in de trein. 4 euro instaptarief in het stads- en streekvervoer. Het instaptarief is een borg die bij het uitchecken wordt verrekend met de daadwerkelijke ritprijs. Minimale saldo om te kunnen inchecken is 4 euro minder dan het instaptarief, omdat het saldo maximaal 4 euro negatief kan staan. Overgang eerste klas Met dit abonnement is het ook mogelijk om eerste klas te reizen. Hiervoor kan een Toeslag 2-1 voor een dag of een weekenddag gekocht worden bij de automaat. Buitenland Dit abonnement is alleen geldig in Nederland, maar het is wel mogelijk om bij verblijf in het buitenland (bijvoorbeeld stage) het abonnement te laten blokkeren en in plaats daarvan een maandelijkse reiskostenvergoeding te krijgen. Het is wel mogelijk om zonder bijkomende kosten te reizen naar enkele Duitse stations, namelijk: Weener en Leer (Ostfriesl), de Duitse stations van de Wiederline Groningen - Leer (Ostfriesland) (Arriva); Herzogenrath, Aachen West en Aachen Hauptbahnhof, de Duitse stations van de Drielandentrein (Arriva). Gronau (Noordrijn-Westfalen) Deze stations worden door de vervoerder als Nederlandse tariefpunten beschouwd, waardoor alle Nederlandse abonnementen geldig zijn. Op deze buitenlandse stations zijn OV-chipkaartlezers beschikbaar. Ook is dit abonnement geldig bij een aantal grensoverschrijdende buslijnen, inclusief het treinvervangende vervoer naar Leer (Ostfriesland). Tijdelijk abonnement Sinds 1 januari 2014 kunnen studenten met een geldig studentenreisproduct die niet kunnen reizen omdat hun OV-chipkaart bijvoorbeeld verloren, gestolen of defect is, binnen een uur verder reizen met een 'tijdelijk studentenreisproduct'. Hiervoor is wel een andere anonieme of persoonlijke OV-chipkaart noodzakelijk. Dit product is zeven dagen geldig vanaf het moment dat het klaarstaat bij de ophaalautomaten. Voorheen betaalden studenten zelf de reiskosten in de eerste negen werkdagen waarin ze wachtten op een vervangende kaart. Uitgestudeerd aanbod Het uitgestudeerd aanbod is een aanbieding voor afgestudeerden van de Nederlandse Spoorwegen die mede mogelijk gemaakt wordt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het is bedacht door de LSVb. De kaart werd in het begin ook wel Camielkaart genoemd, een verwijzing naar Camiel Eurlings, de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat. Voor het actieplan groei op het spoor<ref>[http://www.verkeerenwaterstaat.nl/Images/20079322%20bijlage%202_tcm195-206896.pdf Actieplan 'Groei op het spoor]</ref> reserveerde het ministerie van Verkeer en Waterstaat 200 miljoen euro, waarvan € 15 miljoen was bestemd voor de kortingskaart voor pas afgestudeerden. Het aanbod bestond aanvankelijk uit een jaar lang gratis een Voordeelurenabonnement en twee papieren dagkaarten. De dagkaarten zijn per 5 oktober 2012 geschrapt. Sinds 1 januari 2013 krijgt men 50 euro korting op een NS-jaarabonnement naar keuze. Dal Voordeel'', de opvolger van het Voordeelurenabonnement, kost 50 euro per jaar en kan men dus gratis verkrijgen. Het aanbod is eenmalig en tot drie maanden na beëindiging van het studentenreisproduct aan te vragen. Wanneer men na de aanvraag toch weer besluit een studie te volgen, dan kan het abonnement niet stopgezet worden en/of voor de tweede maal aangevraagd worden. Het aanbod is niet inwisselbaar voor geld. Trivia De pakketdienst Ritzen Koeriers (vernoemd naar de toenmalige minister Jo Ritzen) maakte gebruik van de OV-studentenkaart om per trein pakketjes rond te brengen. Oprichters van dit bedrijf waren prins Bernhard jr., Menno de Jong en Paul Mol. Externe links Informatiesite over het studentenreisproduct Studeren Vervoerbewijs in Nederland
Reizen in de kortingperiode 40% korting op treinreizen en 34% in het stads- en streekvervoer (korting wordt verrekend bij het uitchecken). In de trein kan een student tijdens de daluren maximaal drie medereizigers met 40% korting laten reizen (samenreiskorting). 10 euro instaptarief in de trein. 4 euro instaptarief in het stads- en streekvervoer. Het instaptarief is een borg die bij het uitchecken wordt verrekend met de daadwerkelijke ritprijs. Minimale saldo om te kunnen inchecken is 4 euro minder dan het instaptarief, omdat het saldo maximaal 4 euro negatief kan staan.
1
inchecken, gebruikersinteractie, locatiebezoek
10,313
MotorcycleRepair
2102005
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zuidbroek%20%28Apeldoorn%29
Zuidbroek (Apeldoorn)
Zuidbroek is een nieuwbouwwijk van de Nederlandse stad Apeldoorn, die deel uitmaakt van Apeldoorn Noordoost. Geschiedenis In 1256 is er sprake van de hofstede Sprenkelaar. Deze lag in het gebied tussen waar nu de Nocturnestraat is en de huidige tennishal Sprenkelaar. Het gebied rondom behoorde tot de goederen van het kapittel van Sint Marie in Utrecht. De hofstede zelf is in 1629 door brand verwoest. Na 1348 is er voor het eerst sprake van een waterschapsbestel, zeer waarschijnlijk door de Kartuizer monniken uit het klooster Monnikhuizen bij Arnhem. Deze waren zeer actief in het gebied in en rondom Zuidbroek. Uit dezelfde periode stamt ook de vlakbij gelegen Wenumse Molen. Verschillende authentieke boerderijen getuigen ervan dat hier eeuwenlang mensen hebben gewoond. Een omgracht complex werd in 1992 opgegraven. Men vermoedt dat het een uithof was van de kartuizers die de ontginningen in dit gebied hebben geleid. Ligging Zuidbroek ligt in het noordoosten van Apeldoorn, tussen de wijk Zevenhuizen, het Bedrijvenpark Apeldoorn-Noord en de A50. De wijk is opgezet voor ca. 3100 huizen en bestaat uit drie deelgebieden: Het Mozaïek, Het Rooster en De Wellen. De in het gebied liggende voormalige vuilnisstortplaats De Vellert is gesaneerd en omgevormd tot een heuvelachtig park. Zo'n duizend huizen zijn inmiddels gerealiseerd. Verdere bouw is als gevolg van de kredietcrisis sterk teruggelopen. In 2021 is de bouw in Zuidbroek weer langzaam op gang gekomen, en anno 2023 zijn ze volop aan het bouwen in Zuidbroek, en vliegen de woningen uit de grond. Facaliteiten Zuidbroek mocht ten tijde van de bouw maar één supermarkt hebben, dit om de klandizie bij het nader gelegen winkelcentrum Anklaar niet in de weg te zitten. Ook zit hier al jaren een cafetaria, een tandartspraktijk, dokterspraktijk en fysiotherapie praktijk. Voor de kinderen in de relatief veilige, maar steeds duurder wordende wijk Zuidbroek zijn er voldoende speelmogelijkheden, en is de hele wijk ingericht als 30 kilometer zone. Ook is er bij het "centrum" van Zuidbroek een sportschool waar onder andere karate gegeven word. Verder zit er aan de rand van Zuidbroek een Tennis vereniging, al hoort die weer bij de naastgelegen wijk Zevenhuizen. Scholen Zuidbroek is een jonge wijk met veel (jonge) gezinnen, en daarom heeft Zuidbroek buiten een grote school voor kinderen met een beperking ook een aantal basisscholen Industrie Zuidbroek heeft een industrieterrein aan de wijk vast zitten, hier zitten in het eerste stuk veel auto garages, vooral merk dealers, tuincentra, en andere bedrijven. Verderop is er ook ruimte voor één van de grootste horeca groothandels welke vanuit hier grote delen van Nederland bevoorraad. Ook vind je hier een grote en mooie motorzaak Veiligheid en criminaliteit Zuidbroek is vanaf de start van de wijk altijd een veilige wijk geweest. in 2021 merkte ook Zuidbroek dat er invloed van buitenaf kwam waardoor ook de bewoners van Zuidbroek opgeschrikt werden door auto inbraken, diefstallen en inbraken en zelfs meerdere schietpartijen. Over het algemeen heeft 70 % van de woningen cameratoezicht. Dit schijnt wel aanzienlijk te helpen in combinatie met een buurt whatsapp alert groep. Woningen Zuidbroek bestaat uit sociale huurwoningen, vrije sector huurwoningen, en koopwoningen. Deze staan kris kras door elke straat door elkaar. Deze keuze is bewust gemaakt zodat er geen onderscheid kan ontstaan tussen huurders en kopers, en wilden juist dat de "oude wijkbuurtjes" weer terug komen waarin mensen elkaar nog helpen, en op elkaar letten. In sommige buurten is dit tot heden gelukt, het merendeel helaas niet. De huurwoningen van vrije sector gaan tot en met ruim € 6000.00 per maand, en daar waar een tussenwoning in 2012 nog € 225.000 V.O.N. waard was, is hij heden 2023 € 449.000 waard. Milieu Zuidbroek is gebouwd met het oog op de toekomst. Dit uit zich daar alle woningen geen gasaansluiting hebben, allen warmte krijgen van één leverancier. Dit is afgesproken voor een periode van 30 jaar met de gemeente Apeldoorn (gemeente). De woningen worden allemaal verwarmd door de warmte die gewonnen word bij de waterzuiveringsmaatschappij een paar kilometer verderop. Daar deze tot heden 2023 gekoppeld is aan de huidige gasprijs betaal je relatief veel aan warmte en stroom in Zuidbroek. Alle woningen zijn duurzaam gebouwd, vele hebben natuurlijke afwateringssystemen waarbij al het regenwater in bakken onder de grond in de tuin opgeslagen worden, en zo de tuin gevoed word. Met de huidige klimaat wijzigingen staan vele tuinen tegenwoordig bij een regenbui blank. Alle woningen zijn vanaf het begin volledig geïsoleerd, en allen voorzien van driedubbel geïsoleerd glas in combinatie met kunststof kozijnen. Afvalinzameling gaat gescheiden door de hele wijk, en openbare bakken staan onder de grond, alsmede die van appartementenbewoners. Openbaar vervoer Zuidbroek is met het openbaar vervoer te bereiken met lijnen 2 en 8. Externe links Wijkraad Zevenhuizen-Zuidbroek Wijk in Apeldoorn
Industrie Zuidbroek heeft een industrieterrein aan de wijk vast zitten, hier zitten in het eerste stuk veel auto garages, vooral merk dealers, tuincentra, en andere bedrijven. Verderop is er ook ruimte voor één van de grootste horeca groothandels welke vanuit hier grote delen van Nederland bevoorraad. Ook vind je hier een grote en mooie motorzaak
1
motorfietsreparatie, motorzaak, motorwerkplaats
12,382
Ticket
5729464
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20S%C3%B6dert%C3%A4lje%20Zuid
Station Södertälje Zuid
Södertälje Zuid (Zweeds: Södertälje syd) is een kruisingsstation in de gemeente Södertälje dat bestaat uit twee gescheiden perrongroepen, een boven voor langeafstandstreinen en een beneden voor de pendeltåg. Het wordt als een station aan het publiek gepresenteerd, maar heeft twee stationscodes, Söö (Södertälje övre) voor boven en Söu (Södertälje undre) voor beneden. Geschiedenis Södertälje ligt in een heuvelachtig gebied en wordt doorsneden door een druk bevaren breed kanaal. Deze omstandigheden maakte de aanleg van een spoorlijn door de stad een moeilijk karwei, desondanks is Södertälje uitgegroeid tot een van de drukste spoorwegknooppunten in Zweden. De ontwerpers besloten om de spoorlijn niet door het stadscentrum te leggen waarop een invloedrijk persoon zou hebben gezegd: "De stad kan naar het spoor toe groeien!". Dit betekende onder andere dat er voor Mariekälla, het gebied ten zuiden van Järnatullen, snel een gedetailleerd plan lag voor met name woningbouw. De stations in Södertälje werden tegelijk met de westelijke hoofdlijn in 1860 geopend. Aanvankelijk werd Södertelge öfre (Södertälje hoog) "Södertelge" genoemd, wat voor verwarring zorgde omdat het station op dat moment ver buiten de stad lag, terwijl het station in de stad Södertälge nedre (Södertälje laag) heette. De verwarring werd beëindigd door de toevoeging öfre aan de stationsnaam, waarna het soms als Öfre Telge werd aangeduid. In 1862 was de westelijke hoofdlijn geheel berijdbaar tot Göteborg via Katrineholm. In 1885 werden de namen van de stations opnieuw veranderd, waarbij Södertelge öfre werd omgedoopt in Saltskog en Södertelge nedre in Södertälje centraal. In 1895 werd de spoorlijn door het noorden van Sörmland (Norra Södermanlands Järnväg, NrSlJ) geopend, wat betekende dat Södertälje ook een spoorverbinding had met Eskilstuna. In oktober 1921 werd station Södertälje södra geopend ter vervanging van Saltskog toen de spoorlijn een nieuw dubbelsporig traject door de stad kreeg. Södertelge öfre/Saltskog werd in 1947 gesloopt. In 1995 werden het voorstadsverkeer en het langeafstandverkeer gescheiden toen de Igelstabrug, die met een hoogte van 37 meter een doorvaart met staande mast toelaat, over het Södertäljekanaal werd geopend. Aan de oostkant van het kanaal sluit deze aan op de Grödingebanan die, ten zuiden van de sporen uit 1860, werd aangelegd voor het langeafstandsverkeer. Aan de westkant van het kanaal sluit de brug aan op het nieuw gebouwde station Södertälje Zuid, dat sindsdien al het langeafstandsverkeer voor Södertälje afhandelt. De oude hoofdlijn kreeg ter hoogte van het nieuwe station ook perrons, die net als de oude hoofdlijn, worden bediend door de pendeltåg (forensentreinen). Tegelijk met de opening van Södertälje Zuid kregen de twee andere treinstations van de stad weer nieuwe namen; "Södertälje södra" werd "Södertälje Hamn" en het centraal station werd "Södertälje centrum". In 1916 werd het station van Igelsta in het district Östertälje ook "Östertälje" genoemd. De vele stations, naamsveranderingen en spoorverleggingen werden beschreven in het artikel "Södertälje en de spoorlijn" in het tijdschrift Klar spår nr 1/2003. Knooppunt Ten westen van het station loopt de Grödingebanan nog ongeveer 3 kilometer naar het zuiden om ten noorden van Järna, de splitsing van de spoorlijnen naar respectievelijk Göteborg (westelijke hoofdlijn) en Malmö (zuidelijke hoofdlijn), weer aan te sluiten op de oude hoofdlijn. Daarnaast is er zowel van de bovenste als de onderste sporen een aansluiting op de Svealandsbanan naar Eskilstuna. Zodoende is Södertälje een spoorwegknooppunt van de Svealandsbanan, van/naar Strängnäs en Eskilstuna, de Västra stambanan (westelijke hoofdlijn), van/naar Göteborg via Katrineholm en Hallsberg, de Södra stambanan (zuidelijke hoofdlijn) van/naar Malmö via Vagnhärad en Nyköping, de nieuwe Västra stambanan (Grödingebanan) en de oude route vanuit Stockholm. De langeafstandstreinen van de Grödingebanan naar Katrineholm en Nyköping rijden over gemeenschappelijke sporen tot Järna, waar ook de oude hoofdlijn is aangesloten. De verbinding met de Svealandsbanan wordt alleen gebruikt door sommige goederentreinen, maar in 1994 bestond het plan voor sneltreinen via de route Eskilstuna-Södertälje Hamn-Tumba-Älvsjö-Stockholm. Ligging en inrichting Het station ligt tegen de helling op de westoever van het Södertäljekanaal op 37,6 kilometer ten zuidwesten van Stockholm C.. Het stationsgebouw ligt onder de brug en naast de sporen van de oude hoofdlijn en is met liften en roltrappen verbonden met de perrons. De bovenste sporen liggen op 37 meter boven zeeniveau die van de forensentreinen op 14 meter. Het station heeft een IATA-code, namelijk XEZ, zodat kaartjes geboekt kunnen worden via het luchtvaart boekingssysteem, bijvoorbeeld in samenhang met vluchten naar Arlanda. Het station is, ondanks de enigszins perifere ligging, het hoofdstation van de stad voor langeafstandstreinen, d.w.z. de facto centraal station. Södertälje zuid ligt naast de snelweg E4/E20 en is vanaf de afslag in Pershagen (afrit 142, knooppunt Södertälje syd) bereikbaar. Reizigersverkeer Boven Het bovenste deel, formeel Södertälje syd övre, ligt op het westelijke deel van de Igelstabrug en kent twee eilandperrons en vier sporen. Treinen van Mälartåg, SJ AB, MTR Express en Snälltåget stoppen op het station. De vele spoorwegen die door Södertälje lopen, alsmede de ligging in de buurt van Stockholm, betekenen dat de reizigers zonder overstappen naar de drie grote steden van Zweden Stockholm, Göteborg en Malmö, alsmede Oslo en Kopenhagen kunnen reizen. Beneden Het onderste deel, formeel Södertälje syd under, is een station van het voorstadsnetwerk van Stockholm op 3,2 km van Södertälje centrum en 23 m lager dan de perrons van de langeafstandsdiensten. Het station heeft twee sporen en twee zijperrons met ingang vanaf de zuidkant van de perrons, die via een verbindingsgang is verbonden met de stationshal. Het station wordt bediend door de pendeldienst tussen Gnesta en Södertälje. Het aantal reizigers op een gemiddelde doordeweekse dag in de winter wordt geschat op ongeveer 200 (2015). Busstation Verschillende stadsbussen verbinden het station met de industriegebieden van Scania in de buitenhaven, Pershagen en het centrum van Södertälje. Streekbussen (Sörmlandstrafiken) onderhouden diensten naar Trosa en Vagnhärad. Langeafstandsbussen (bijvoorbeeld Flixbus) naar veel Zweedse resorts stoppen bij het busstation van Södertälje syd. Dat geldt ook voor luchthavenbussen naar Stockholm Skavsta Airport in Nyköping. Södertälje Zuid Verkeer en vervoer in Stockholm Bouwwerk in Stockholms län
Ligging en inrichting Het station ligt tegen de helling op de westoever van het Södertäljekanaal op 37,6 kilometer ten zuidwesten van Stockholm C.. Het stationsgebouw ligt onder de brug en naast de sporen van de oude hoofdlijn en is met liften en roltrappen verbonden met de perrons. De bovenste sporen liggen op 37 meter boven zeeniveau die van de forensentreinen op 14 meter. Het station heeft een IATA-code, namelijk XEZ, zodat kaartjes geboekt kunnen worden via het luchtvaart boekingssysteem, bijvoorbeeld in samenhang met vluchten naar Arlanda. Het station is, ondanks de enigszins perifere ligging, het hoofdstation van de stad voor langeafstandstreinen, d.w.z. de facto centraal station. Södertälje zuid ligt naast de snelweg E4/E20 en is vanaf de afslag in Pershagen (afrit 142, knooppunt Södertälje syd) bereikbaar.
1
ticket, toegangsbewijs, kaartje
10,132
DefinedRegion
4925338
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maasvallei%20Limburg
Maasvallei Limburg
Maasvallei Limburg is vanaf 10 januari 2018 een beschermde oorsprongsbenaming voor wijn geproduceerd in een afgebakend gebied aan weerszijden van de Maas in Belgisch Limburg en Nederlands Limburg. De bescherming van deze appellatie werd op 12 mei 2016 aangevraagd en de Europese Commissie heeft het besluit tot bescherming genomen op 20 december 2017 en een dag later gepubliceerd. Het was de eerste maal dat een beschermde oorsprongsbenaming werd verleend voor een grensoverschrijdende wijnstreek. Wijnbouwgebied Het gebied "Maasvallei Limburg" maakt deel uit van de alluviale vlakte van de grindige Maas. De ondergrond bestaat uit een 5 à 15 m dikke grindlaag, met daarboven een dikke leemlaag. Het afgebakende gebied omvat de volgende gemeenten: in Belgisch Limburg: Kinrooi, Maaseik, Dilsen-Stokkem, Maasmechelen en Lanaken; in Nederlands Limburg: Stein, Sittard-Geleen, Echt-Susteren, Maasgouw, Roermond, en Leudal. De wijngaarden mogen niet meer dan ongeveer 1,5 km van de Maas verwijderd liggen. De eerste professionele wijngoederen die de appellatie "Maasvallei Limburg" mogen gebruiken zijn wijndomein Aldeneyck in Aldeneik (Maaseik) en wijngoed Thorn in Thorn. Druiven De toegestane druivenrassen zijn: voor witte wijn: auxerrois, chardonnay, gewürztraminer, pinot blanc, pinot gris en riesling; voor rode wijn: acolon, dornfelder en pinot noir. Externe link "Europa beschermt wijn uit Maasvallei Limburg." (27 november 2017) Wijnstreek in België Wijnstreek in Nederland
Maasvallei Limburg is vanaf 10 januari 2018 een beschermde oorsprongsbenaming voor wijn geproduceerd in een afgebakend gebied aan weerszijden van de Maas in Belgisch Limburg en Nederlands Limburg. De bescherming van deze appellatie werd op 12 mei 2016 aangevraagd en de Europese Commissie heeft het besluit tot bescherming genomen op 20 december 2017 en een dag later gepubliceerd.
1
gebiedsindeling, geografische zone, afgebakend gebied
2,414
ConfirmAction
85536
https://nl.wikipedia.org/wiki/Partij%20voor%20de%20Vrijheid
Partij voor de Vrijheid
De Partij voor de Vrijheid (afgekort: PVV) is een Nederlandse politieke partij en heeft een nationalistische signatuur. De PVV werd in 2005 onder de naam Vereniging Groep Wilders opgericht door Geert Wilders, een parlementslid dat zich het jaar daarvoor had afgescheiden van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) en sindsdien als eenmansfractie onder de naam Groep Wilders opereerde. Wilders is fractievoorzitter in de Tweede Kamer, partijleider én partijvoorzitter. Tevens is hij het enige lid van de PVV. Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 kwam de PVV voor het eerst in de Tweede Kamer. Sinds 2011 is de partij vertegenwoordigd in de Provinciale Staten en in de Eerste Kamer. Van 2009 tot 2019 en van 2020 tot 2022 was de PVV vertegenwoordigd in het Europees Parlement. Historie 2004-2006: Voorgeschiedenis en oprichting Op 3 september 2004 stapte VVD-lid Geert Wilders als gevolg van onenigheid over de mogelijke toetreding van Turkije tot de Europese Unie uit zijn partij. Hij behield zijn zetel op persoonlijke titel en vormde vanaf dat moment een eenmansfractie, die hij de Groep Wilders noemde. Wilders richtte op 24 november 2004 de "Stichting Groep Wilders" (thans: "Stichting Vrienden van de PVV") op, met als doel het uitdragen van standpunten en aantrekken van financiën. In de periode 2004-2006 bestond de Groep Wilders uit het Kamerlid Wilders en zijn beleidsmedewerker Martin Bosma. Na de verkiezingen van 2006 ging de partij onder de naam "Partij voor de Vrijheid" door. De "Vereniging Groep Wilders" liet op 22 februari 2006 bij de Kiesraad de Partij voor de Vrijheid (PVV) registreren. Tot de Tweede Kamerverkiezingen 2006 werd de partij voor de herkenbaarheid aangeduid als "Groep Wilders - Partij voor de Vrijheid". 2006-2008: Voor het eerst in de Tweede Kamer In maart 2006 werd het verkiezingsprogramma van de PVV bekendgemaakt, getiteld Klare wijn. In het programma stond onder meer dat de belastingen fors omlaag moesten, dat buitenlandse imams een spreekverbod zouden moeten krijgen en dat artikel 1 van de Nederlandse Grondwet kon worden vervangen door een artikel over "de dominantie van de joods-christelijke en humanistische traditie en cultuur". Het programma stelde: Zo lang niet duidelijk is dat de Nederlandse moslimgemeenschap de orde en spelregels van de Nederlandse rechtsstaat van harte accepteert, ontbreekt het fundament van vertrouwen dat noodzakelijk is om grondwettelijke rechten en vrijheden in dezelfde mate toe te kennen als aan andere groepen in Nederland. Als belangrijkste doel noemde hij dat "Nederlanders weer trots moesten worden op hun cultuur". Ook kondigde hij aan dat zijn partij organisatorisch een andere opzet zou hebben dan de traditionele politieke partijen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 behaalde de PVV 9 zetels. De partij scoorde vooral in delen van Limburg aanzienlijk meer stemmen dan in de rest van Nederland. Op sommige plekken behaalde ze hier rond de 17% van de stemmen. Wilders benadrukte dat het niet op een "herhaling van de LPF" zou uitlopen, daarmee doelend op de deceptie gevolgd door een kabinetscrisis na het aanvankelijke succes van de Lijst Pim Fortuyn bij de verkiezingen in 2002. In januari 2007 ging het gerucht dat enkele aanhangers van de PVV via als extreemrechts beschouwde websites als Polinco om steun zouden hebben gevraagd in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen. Wilders ontkende dat dit waar was, maar erkende tegelijk dat zijn partij enkele tientallen steunverklaringen uit extreemrechtse hoek had ontvangen. Hij distantieerde zich van deze steunbetuigingen. Bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2007 deed de PVV niet mee, omdat er nog geen tijd zou zijn geweest om lijsten met kandidaten samen te stellen. In 2007 kwam de Tweede Kamerfractie van de PVV tweemaal in actie tegen de dubbele nationaliteit voor bewindslieden. Als voornaamste argument hiervoor voerde de PVV aan dat mensen met twee nationaliteiten zich zouden moeten houden aan de wetgevingen van twee verschillende landen, die niet op alle punten met elkaar overeenkomen. Aanleiding was de (aanstaande) beëdiging tot staatssecretaris van Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb (die naast de Nederlandse de Turkse respectievelijk Marokkaanse nationaliteit bezitten). De PVV diende een motie in tegen het van oorsprong Marokkaanse PvdA-Kamerlid Khadija Arib vanwege haar lidmaatschap van een adviescommissie voor de Raad van de Mensenrechten in Marokko. De PVV vond dat zij moest kiezen tussen haar Kamerlidmaatschap en haar advieswerk voor de Raad. De PVV vond in geen van deze moties steun bij andere partijen. Op 5 december 2007 noemde de PVV in een Tweede Kamermotie de Nederlandse Antillen een grotendeels corrupt boevennest en pleitte ervoor deze autonome onderdelen van het Koninkrijk der Nederlanden aan de hoogste bieder te verkopen. Alle overige partijen distantieerden zich van dit voorstel. Antilliaanse parlementariërs gaven te kennen geen Nederlandse delegatie van de Tweede Kamer te ontvangen, als daar een PVV-lid bij aanwezig zou zijn. In maart 2008 kwam Wilders' islamkritische film Fitna uit. 2009: Europese Parlementsverkiezingen, oppositie Aan de Europese Parlementsverkiezingen van 2009 nam de PVV wel deel. Op 5 april 2009 werd de kandidatenlijst voor de Europese Parlementsverkiezingen 2009 van de partij bekendgemaakt. Barry Madlener was de lijsttrekker. Geert Wilders fungeerde als lijstduwer, maar mocht hij door middel van voorkeurstemmen toch gekozen worden, zou hij naar eigen zeggen geen zitting nemen in het Europese Parlement. Bij de verkiezingen behaalde de PVV 4 zetels, waarmee de PVV de op een na grootste Nederlandse partij werd. Wilders werd inderdaad met voorkeurstemmen gekozen, maar kondigde meteen aan zijn zetel niet te zullen innemen. In het parlement behoort de partij tot de niet-ingeschrevenen. Op 9 oktober 2009 maakte staatssecretaris Ank Bijleveld bekend dat de extra Nederlandse zetel in het Europees Parlement (onder het verdrag van Lissabon) naar de PVV zou gaan. Hiermee kwam de PVV op vijf zetels. Op 16 mei 2009 vroeg de PVV aan toenmalig premier Balkenende actief mee te werken aan de opheffing van de staat België, onder meer door het sturen van een aparte ambassadeur naar het Vlaamse gewest. Directe aanleiding hiertoe was een onderzoek waaruit zou moeten blijken dat het imago van België in de wereld zeer slecht is. Wilders en Bosma pleitten voor een Nederlandse ambassadeur in Vlaanderen in plaats van in België. De PVV liet NYFER een onderzoek verrichten naar de kosten van niet-westerse immigratie. De resultaten zag Wilders als een bevestiging van de noodzaak van de door de PVV gewenste immigratiebeperking. In september 2009 stelde Wilders het heffen van een belasting op het dragen van hoofddoekjes voor, die hij aanduidde als de "kopvoddentaks". In april 2011 diende de Noord-Hollandse fractie van de PVV een motie in om voortaan geen provincieambtenaren meer in dienst te nemen als zij hoofddoekjes droegen, als afgezwakte versie van een eerder aangekondigde motie voor een hoofddoekjesverbod dat voor het hele Noord-Hollandse provinciehuis zou gelden. De motie werd echter verworpen. Op 10 oktober 2009 verklaarde Wilders dat hij bereid was tot een gesprek met FNV-leider Agnes Jongerius om te bezien of zij samen zich konden verzetten tegen de kabinetsplannen met betrekking tot de AOW-plannen. Dit aanbod werd echter door de FNV afgewezen. 2010-2012: Gedoogpartij in kabinet De partij deed bij de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen 2010 alleen in Den Haag en Almere mee. In Almere werd de PVV met negen zetels de grootste partij, in Den Haag de tweede met acht zetels. Ondanks deze lokale winsten trad de PVV niet toe tot de colleges. Tijdens deze Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni won de PVV toch nog vrij onverwacht 24 zetels en werd hiermee de derde partij van Nederland. Eind september 2010 sloten het CDA en de VVD naast een regeerakkoord ook een zogeheten gedoogakkoord met de PVV. Daarin stond alles waar de drie partijen het over eens waren geworden. Daarnaast werd gezamenlijk afgesproken dat de PVV de regeringscoalitie niet mocht laten vallen op de punten die in het regeerakkoord werden vermeld. Wilders had ervoor gezorgd dat er delen uit het verkiezingsprogramma van de Dansk Folkeparti in dit gedoogakkoord waren overgenomen. Tijdens de regeringsverklaring ontstond er een meningsverschil binnen de gedoogcoalitie VVD/CDA/PVV door het dubbele Zweeds-Nederlandse paspoort van CDA-staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner. De PVV wilde per motie dat Veldhuijzen dit Zweedse paspoort opgaf, waarvoor ze geen steun van andere partijen kreeg. Bij de Provinciale Statenverkiezingen op 2 maart 2011 deed de PVV in alle twaalf provincies mee en werd in Limburg de grootste partij. Na twee maanden onderhandelingen werd duidelijk dat de PVV in de Gedeputeerde Staten van Limburg zou plaatsnemen. Op 4 mei 2011 werden de onderhandelingen tussen PVV, CDA en VVD succesvol afgerond. De PVV leverde aldaar twee gedeputeerden, Antoine Janssen en Theo Krebber. In april 2011 werd door aanhangers van de PVV de 'Vereniging voor de PVV' (VvPVV) opgericht, die zich wilde inzetten voor democratisering van de PVV. Binnen een half jaar werd deze vereniging alweer opgeheven wegens gebrek aan belangstelling. Ook Hero Brinkman had kritiek op het gebrek aan democratisering binnen de PVV. Met Machiel de Graaf als lijsttrekker haalde de PVV bij de Eerste Kamerverkiezingen van 23 mei 2011 10 zetels. In juni 2011 pleitte de PVV bij monde van Joram van Klaveren bij de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Piet Hein Donner, voor een wetswijziging om ook de kleinkinderen van immigranten nog als allochtonen te beschouwen. Dit voorstel zou er dan voor moeten zorgen dat eventuele problemen veroorzaakt door derdegeneratieallochtonen niet voor rekening van de autochtone bevolking komen. Het CDA liet echter meteen weten hier niets in te zien. In november 2011 liet de PVV onderzoeken of het voor Nederland voordelig was de euro weer in te ruilen voor de gulden. Hoewel de meeste partijen geen bezwaar maakten tegen een dergelijk onderzoek, beschouwden premier Rutte, en de minister van Financiën Jan Kees de Jager de terugkeer naar de gulden als een slecht plan. In maart 2012 kwam de PVV naar buiten met een onderzoek verricht door Lombard Street Research, bekend als het "guldenrapport", dat de noodzaak van de herinvoering van de gulden moest aantonen. In september 2012 kwam KRO Reporter naar buiten met het nieuws dat de PVV het Europees Parlement de kosten voor dit onderzoek zou hebben laten betalen, terwijl dit volgens de Europese subsidieregels niet had gemogen. In januari 2012 stelde de PVV Kamervragen naar aanleiding van het feit dat koningin Beatrix tijdens een staatsbezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten een hoofddoek had gedragen. Wilders sprak van een "trieste wanvertoning" en de PVV noemde de hoofddoek "een symbool van islamisering, onderdrukking en vrouwendiscriminatie". De Rijksvoorlichtingsdienst antwoordde hierop dat de koningin enkel de plaatselijke gewoontes respecteerde. Op 8 februari 2012 introduceerde de PVV-Kamerlid Ino van den Besselaar, een Meldpunt Midden- en Oost-Europeanen (ook bekend geworden als: 'Polen-meldpunt'), waar mensen baanverlies of andere problemen door de arbeidsimmigratie van Midden- en Oost Europeanen konden melden. Hierop kwamen enkele tienduizenden klachten binnen, waarvan de meeste gingen over dronkenschap, lawaai en parkeeroverlast. Ook werd veel geklaagd over een baan- en woningverlies door toestroom van de arbeidsmigranten. Een klein deel van de klachten ging over crimineel gedrag, zoals inbraak of vandalisme. Het Europees Parlement nam op 15 maart 2012 een resolutie aan die het PVV-meldpunt en de website in krachtige bewoordingen veroordeelde en de premier van Nederland opriep zich daarvan te distantiëren. Ook enkele Oost-Europese regeringsleiders en ambassadeurs, onder wie de Poolse, keurden het meldpunt af. Wilders noemde deze verontwaardiging "selectief" en voerde als argument aan dat soortgelijke reacties ontbraken toen PvdA-wethouder Marnix Norder eerder sprak over 'een tsunami van Oost-Europese arbeidsmigranten'. Toen de PVV in december 2012 de resultaten bekendmaakte, verklaarde de Poolse ambassade hieraan geen waarde te hechten. Op 20 maart 2012 stapte Brinkman uit de PVV, uit onvrede over de koers die binnen de partij gevaren werd. Hierdoor raakte het minderheidskabinet CDA/VVD zijn meerderheid in de Tweede Kamer kwijt. Twee dagen later traden in navolging van Brinkman ook drie leden van de Noord-Hollandse PVV-statenfractie terug. Naar aanleiding van enkele uitspraken van Brinkman dat de PVV geld kreeg van lobbykantoren in de VS vroeg minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies korte tijd later om meer duidelijkheid omtrent de financiering van de PVV. Op 20 april 2012 viel het provinciale college in Limburg toen het CDA zijn vertrouwen in de samenwerking opzegde. Het CDA vond dat de twee PVV-fractieleden Janssen en Krebber de koningin en de Turkse president Abdullah Gül geschoffeerd en beledigd hadden en daarmee het coalitieakkoord schonden, door eerst te zeggen dat ze niet bij een lunch met Gül wilden zijn om later onder druk van gedachten te veranderen. De PVV-fractie hekelde het feit dat de Turkse president de hand geschud werd. Sinds november 2010 waren op regionaal niveau al diverse fractieleden van de PVV voortijdig opgestapt nadat zaken uit hun verleden aan het licht waren gekomen, onder wie James Sharpe. Ook Daniël van der Stoep was na een alcohol-schandaal inmiddels afgetreden als Europarlementariër namens de PVV. Op 21 april 2012 stapte de PVV uit het overleg met het CDA en de VVD over nieuwe miljardenbezuinigingen. De PVV was hierdoor niet langer gedoogpartner. Dit had een demissionair kabinet per 23 april 2012 tot gevolg. In mei 2012 wees de Tweede Kamer een voorstel van de PVV af om steun aan het ESM uit te stellen tot na de verkiezingen later dat jaar. Hierop spande PVV-leider Geert Wilders een kort geding aan tegen de Nederlandse staat, dat hij echter verloor. Op 6 juli 2012 verliet Jhim van Bemmel de PVV-fractie. Na de presentatie van het nieuwe verkiezingsprogramma in juli 2012 stapten ook Marcial Hernandez en Wim Kortenoeven uit de partij. Zij vonden dat er geen democratie binnen de partij was en dat Wilders geen rekening hield met de wensen van anderen. In augustus 2012 opende de PVV - naar aanleiding van een uitzending van Terzake - wederom een meldpunt, ditmaal voor het melden van klachten over te hoge salarissen van Europese politici en ambtenaren. 2012-2017: Opnieuw in de oppositie Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 in september behaalde de PVV 15 zetels en belandde in de oppositie. Wilders verklaarde zich "keihard" te zullen gaan verzetten tegen het "vreselijke beleid" van kabinet-Rutte II. Na de gewelddadige dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen in Almere in december 2012, die overleed doordat hij na afloop van een wedstrijd was mishandeld door zes jonge voetballers en een van hun vaders die voornamelijk van Marokkaanse en Antilliaanse afkomst waren, stelde de PVV dat er in Nederland geen sprake was van een voetbalprobleem maar van een Marokkanenprobleem. De Nederlandse politiek en media verkeren volgens Wilders "in een totale staat van ontkenning". Wilders noemde het geweld bovendien "puur racisme" omdat volgens hem "slachtoffers zelden of nooit Marokkanen of islamieten [zijn]". Enkele maanden later begon de PVV een Kamerdebat over het "Marokkanenprobleem", maar kreeg hierin weinig bijval van andere partijen. Enkele Kamerleden spraken openlijk hun afkeer uit over de naamgeving van het debat. In oktober 2013 stapte Louis Bontes uit onvrede over de interne werkwijze uit het fractiebestuur van de PVV. Later in diezelfde maand werd hij helemaal uit de fractie gezet en ging hij verder als eenmansfractie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 bleef de PVV de grootste partij in Almere. In Den Haag werd de partij door D66 van de eerste plaats verdrongen. Tijdens de uitslagenavond van deze verkiezingen hield Wilders in een café een toespraak, waarbij hij onder meer aan het publiek vroeg of ze meer of minder Marokkanen wilden. Toen er 'minder' werd gescandeerd, verklaarde Wilders dat te zullen gaan regelen.. Deze uitspraak veroorzaakte landelijk en internationaal veel ophef, waarna zowel Roland van Vliet als Joram van Klaveren uit de Tweedekamerfractie stapten. Ook diverse PVV-fractieleden in gemeenten en Provinciale staten en de Europarlementariër Laurence Stassen verlieten naar aanleiding van Wilders' uitspraken de partij. Naar aanleiding van dit incident deden landelijk ruim 5.000 personen aangifte tegen hem. In het KRO-programma Eén op Eén van 3 april 2014 kondigde Fleur Agema aan op haar beurt aangifte te zullen doen tegen PvdA-leider Diederik Samsom en PvdA-partijvoorzitter Hans Spekman, omdat die zich eveneens kwetsend over Marokkanen zouden hebben uitgelaten. Na de minder Marokkanen-uitspraak in maart 2014 kreeg de partij te maken met boycot van de PvdA. Die partij stemde tegen alle 327 ingediende PVV-moties. De VVD en SP waren in diezelfde periode nooit medeondertekenaar geweest van PVV-moties. Op provinciaal en gemeentelijk niveau deed de PVV ook niet mee in collegevorming, zoals in 2011 in Limburg. Op 6 oktober 2015 opende de PVV op het internet opnieuw een meldpunt voor het aangeven van overlast, nu in verband met de grote stroom vluchtelingen waarvan een deel ook in Nederland wordt opgevangen. De PVV is als enige Nederlandse politieke partij fel gekant tegen enige opvang van deze vluchtelingen. In de verschillende politieke peilingen was de PVV in 2015 en 2016 vaak de grootste partij. In februari 2016 behaalde ze in de peilingen meer dan 30 zetels. De PVV ging tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2017 van 15 naar 20 zetels. 2018-heden: verkiezingsnederlagen en gedeputeerden In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 2018 wist de PVV de winst van Kamerzetels niet te verzilveren naar gemeenteraadszetels, onder meer door een moeizame kandidatenselectie. In dertig gemeenten werden één of meer zetels gehaald. Ook bij de Provinciale Statenverkiezingen 2019 leed de PVV een gevoelige nederlaag door van 66 naar 40 Statenzetels te gaan, waarbij het Forum voor Democratie met een aanzienlijk deel van het PVV-electoraat aan de haal ging. In Limburg bleef de schade enigszins beperkt met 7 zetels en een gedeputeerde, lijsttrekker Robert Housmans. Bij de Europese Parlementsverkiezingen 2019 kreeg de PVV een nieuwe tegenvaller: volgens een voorlopige uitslag bleef er van de vier zetels geen één over. Een dag later waren de verkiezingen voor de nieuwe Eerste Kamer. Hier ging de PVV van negen naar vijf zetels. De Statenleden René Dercksen en Elly Broere in Utrecht stemden uit protest tegen de landelijke leiding van de PVV op Forum voor Democratie. Na de Brexit keerde de PVV alsnog terug in het Europees Parlement. Op 16 juni 2023 presenteerden de BoerBurgerBeweging, VVD, ChristenUnie, SGP en de PVV het provinciaal akkoord en werd Chris Jansen beoogd gedeputeerde. Op 30 juni werd hij geïnstalleerd. Organisatie Partijorganisatie De Vereniging Groep Wilders, die onder de naam Partij voor de Vrijheid aan de verkiezingen heeft meegedaan, is een vereniging met een besloten karakter. De vereniging voldoet aan de wettelijke eis dat deze twee oprichters moet hebben en minimaal één lid. De oprichters zijn Geert Wilders en de Stichting Groep Wilders, het lid is wederom Geert Wilders. Sympathisanten kunnen zich aanmelden als donateur en vrijwilliger, maar nooit als lid. Het programma van de partij wordt dus niet ter goedkeuring aan leden voorgelegd. De PVV ziet deze partijorganisatiestructuur zelf als democratisch, omdat burgers de keuze hebben om, gegeven deze structuur, al dan niet op de PVV te stemmen. Als gevolg van deze structuur zijn ook de financiën van de partij niet openbaar; bekend is wel dat het Amerikaanse David Horowitz Freedom Center in de periode 2015-2017 de grootste donateur van de partij was. Omdat de PVV minder dan 1000 leden heeft komt ze niet in aanmerking voor subsidies. Reacties Bart Jan Spruyt - die in de eerste jaren nadat Wilders uit de VVD was gestapt zelf zeer nauw met Wilders samenwerkte - en andere critici van het bestuursbeleid van de PVV zien dit beleid als autocratisch optreden van Wilders, die "geen concurrenten wil". Ook in de achtste Monitor Racisme & Extremisme van de Anne Frank Stichting wordt gesteld dat "de partij er geen interne democratie op nahoudt en de leiding dus neerkomt op een eigentijdse vorm van autoritair leidersbeginsel". Martin Bosma, Tweede Kamerlid namens de PVV, acht de traditionele ledenstructuur negentiende-eeuws en achterhaald; het ledenbestand van een politieke partij is niet representatief voor de achterban van een partij en volgens Bosma houden binnen een partij de 'gestaalde kaders' werkelijke inspraak van leden tegen. Standpunten Richting De politieke richting van de PVV wordt verschillend geduid, maar meestal als rechts-populistisch aangeduid. De PVV zelf noemde, bij de eerste Tweede Kamerverkiezingen waar zij aan meedeed, "nieuw realisme" als haar ideologie en ziet dit als 'een nieuw en sterker liberalisme, met meer aandacht voor cultuur, traditie en moraal'. De partij wordt geregeld in verband gebracht met rechts-extremisme en racisme, maar distantieert zich hiervan nadrukkelijk. Desondanks hebben media gemeld dat enkele medewerkers van de PVV in het verleden nauwe banden hadden met rechts-extremistische partijen. Ook werkte de PVV nauw samen met partijen als Alternative für Deutschland, Vlaams Belang en het Front National. Het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden beschouwt de PVV als "populistisch, met zowel conservatieve, liberale, rechtse als linkse standpunten". In de overige academische literatuur loopt de manier waarop de PVV wordt geduid uiteen van 'nieuw extreemrechts', 'rechts-populistisch', 'rechts', 'halfslachtig liberaal', 'conservatief-liberaal', 'nationaal-liberaal', '(gematigd) nationalistisch', 'populistisch', 'nationaal-populistisch', 'fascistisch' of juist niet fascistisch, tot 'emancipator van de lageropgeleiden'. In 2009 noemde de IVA Beleidsonderzoek en Advies, in een studie uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken, de PVV 'nieuw rechts radicaal'. De politicoloog André Krouwel van de Vrije Universiteit heeft voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2006, 2010 en 2012 de verschillende partijen op tweedimensionale wijze gepositioneerd: op basis van een sociaaleconomische as ("links/rechts" genaamd) en een meer culturele as ("progressief/conservatief"). De PVV werd in 2006 als rechts en conservatief gekenmerkt maar schoof in 2010 op naar een middenpositie op de sociaaleconomische as door een combinatie van (uiterst) rechtse en linkse standpunten. Ook in 2012 werd de PVV op een middenpositie op de links/rechts-as gepositioneerd. Media in Nederland duiden de PVV meestal als rechts of rechts-populistisch aan. Door bekende media buiten Nederland wordt de PVV geregeld geduid als zeer rechts, extreemrechts en/of populistisch en/of anti-islamitisch. Standpunten De PVV bekritiseert met name de islam, de multiculturele samenleving en de Europese Unie. De PVV stelt dat er zich een islamisering voordoet die de vrijheid in Nederland beperkt en daarnaast allerlei andere aspecten van de samenleving (zorg, onderwijs, de economie) kwalitatief ondermijnt. De partij beschouwt de islam als zodanig niet als een godsdienst, maar vooral als een totalitaire ideologie. Voorts stelt de PVV in haar verkiezingsprogramma dat er sprake is van een strijd met de "linkse elite", die een alliantie zou hebben gesloten met de islam. Sinds augustus 2007 pleit Wilders voor een verbod op de Koran. De PVV is van mening dat artikel 1 van de Grondwet, waarin staat dat iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk behandeld moet worden, moet worden vervangen door een artikel waarin de joods-christelijk-humanistische cultuur als de dominante wordt verankerd. Ook heeft de PVV zich uitgesproken ten gunste van het zogeheten Groot-Nederland, de eenwording van Nederland en Vlaanderen. Op 7 september 2017 spraken Wilders en VB-partijleider Tom Van Grieken over samenwerking. Daarbij won Wilders advies in over lokale verkiezingen. De PVV is verder van mening dat Eurolanden die niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen zonder meer uit de eurozone moeten treden. Daarnaast vindt de partij dat, als het Europese migratiebeleid niet wordt aangescherpt, Nederland net als Denemarken een opt-outregeling op dit gebied zou moeten krijgen en dat de EU zo terughoudend mogelijk zou moeten zijn over de toetreding van nieuwe lidstaten. De PVV is van mening dat Nederland het best uit de eurozone zou kunnen stappen, zodat de gulden kan worden heringevoerd. Een alternatief is volgens de partij dat Nederland samen met andere Noord-/West-Europese landen een nieuwe munteenheid zou kunnen beginnen, de "neuro". Programma 2012-2017 "Hún Brussel, óns Nederland!" Het belangrijkste punt uit het PVV-verkiezingsprogramma 'Hun Brussel, ons Nederland' (2012-2017) is dat Nederland de EU moet verlaten (de zogenaamde Nexit). Volgens de PVV zou Nederland, net als Noorwegen en Zwitserland, goedkoper uit zijn buiten de EU en weer 'baas in eigen huis' worden. Het PVV-programma keert zich bovendien tegen het steeds grotere aandeel van allochtonen in de samenleving, omdat dit zou leiden tot "steeds meer hoofddoekjes, steeds meer islam, steeds meer criminaliteit en verpaupering". Door het EU-lidmaatschap wordt Nederland volgens de PVV verhinderd om hier zelf maatregelen tegen te nemen. In haar partijprogramma 2010-2015 waarschuwt de partij verder voor een "islamisering van de Nederlandse samenleving", die zou leiden tot "sjaria-fatalisme, jihadterrorisme en haat tegen homo's en Joden". Andere belangrijke punten in het verkiezingsprogramma zijn: Naast de EU verlaten, om lid te worden van de Europese Vrijhandelsassociatie, moet Nederland ook de euro verlaten en weer de gulden invoeren. Zo lang Nederland lid is van de EU moet het zich verzetten tegen de komst van het ESM; Belastingen moeten verlaagd worden door te snijden in de overheid, kernenergie blijft; De verzorgingsstaat moet volledig behouden worden en verder worden afgeschermd tegen buitenlanders, immigranten hebben pas na tien jaar en na verwerving Nederlanderschap recht op een uitkering, werkloze immigranten worden uitgezet; Meer directe democratie door een bindend referendum, een gekozen Hoge Raad en een gekozen minister-president, meer (internet)privacy, Nederlanders met een dubbele nationaliteit verliezen het actief en passief kiesrecht, "overheidspropaganda voor klimaathysterie" moet gestopt worden, de Eerste Kamer wordt afgeschaft, de Tweede Kamer teruggebracht tot honderd leden, de Koning gaat uit de regering, een vijfde minder ambtenaren; Hoge minimumstraffen, afschaffen TBS en taakstraffen, meer agenten op straat, immigranten die een misdrijf plegen worden uitgezet, criminele Nederlanders met een dubbele nationaliteit worden gedenaturaliseerd en uitgezet, criminele Antillianen teruggestuurd naar de Antillen; Immigratiestop voor mensen uit islamitische landen, immigranten die niet assimileren worden uitgezet, naturalisatie is niet meer mogelijk als de oude nationaliteit niet verloren wordt, bouwstop op moskeeën, moskeeën in de bebouwde kom worden gesloten, sluiting islamitische scholen, invoering minarettenverbod, hoofddoekjesverbod bij de overheid, de Staten-Generaal en gesubsidieerde organisaties, invoeren hoofddoekjesbelasting, gemeenten mogen niet langer hun eigen immigratiebeleid voeren, de Koran moet verboden worden, een maximum van duizend asielzoekers, een wettelijk verbod op een generaal pardon, geen dubbele nationaliteit meer; Kleinere zorginstellingen, meer zorgmedewerkers, minder regels en managers in de zorg, geen verhoging eigen risico; Herinvoering van de ambachtsschool, kleinere scholen en fusiestop, handhaving van de huidige studiefinanciering, einde aan kunstsubsidies, dierenrechten in de Grondwet, handhaving van de dierenpolitie, bio-industrie is onwenselijk maar het bestrijden ervan is een taak van de consument; Nederlands belang voorop in buitenlands beleid, Antillen worden onafhankelijk, steun aan christelijke minderheden in Turkije en Egypte, steun aan positie van het Afrikaans, afschaffing van de ontwikkelingshulp behalve noodhulp, geen JSF, Turkije uit de NAVO, steun aan bouw joodse nederzettingen op de Westbank, Jordanië is de Palestijnse staat en daarom is er geen onafhankelijk Palestina nodig; Geen kilometerheffing of forenzentaks, verlaging benzineaccijns, maximumsnelheid op alle snelwegen naar 140 km/u, stoppen met 'groene' subsidies en belastingkortingen en meer geld naar wegenbouw. Programma 2017-2021: "Nederland weer van ons!" In het korte verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017, "Nederland weer van ons!", door Wilders aangeduid als "het A4'tje", werd vooral het anti-islamstandpunt verder aangescherpt. Alle moskeeën en islamitische scholen moeten nu worden gesloten. Verder moeten "radicale moslims" preventief worden opgesloten. De PVV is voorstander van een Nexit. Volksvertegenwoordiging Tweede Kamer Eerste Kamer Europees Parlement Provincies De PVV nam op 2 maart 2011 voor het eerst deel aan de Provinciale Statenverkiezingen. Sindsdien is de partij steeds in alle provincies vertegenwoordigd geweest. Wel leed de PVV in 2019 een gevoelige nederlaag, waarbij het Forum voor Democratie met een aanzienlijk deel van het PVV-electoraat aan de haal ging. Gemeenten De PVV deed in 2010 voor het eerst mee met de gemeenteraadsverkiezingen, in Almere en Den Haag. In Almere werd zij de grootste partij en in Den Haag de tweede. In 2014 werd weer de tweede plaats gehaald in Den Haag (met een verlies van één zetel), en won zij opnieuw, met een groter verschil ten opzichte van de op een na grootste partij, in Almere de verkiezingen. Collegeonderhandelingen strandden in zowel 2010 als 2014, en de PVV zat daarom in de oppositie in beide gemeenten. De PVV wilde bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 in 60 gemeenten meedoen. De kandidaatstelling verliep echter moeizaam waardoor de partij uiteindelijk besloot in 30 gemeenten deel te nemen. De partij behaalde uiteindelijk in alle 30 gemeenten één of meerdere raadszetels, waardoor het totale aantal raadszetels groeide naar 76. Publicaties 2005 - Kies voor Vrijheid, Geert Wilders een korte autobiografie die de nadruk legt op zijn leven vanaf zijn tienpuntenplan 2007 - De Immigratieramp van Nederland, Sietse Fritsma uitg. Politiek research reeks, 2010 - De schijn-élite van de valse munters, Martin Bosma uitg. Prometheus, 2015 - Minderheid in eigen land - Hoe progressieve strijd ontaardt in genocide en ANC-apartheid, Martin Bosma uitg. Bibliotheca Africana Formicae, 2015 - Verzilveren - excellente zorg voor minder geld, Fleur Agema uitg. Van Praag, Externe links Officiële website van de Partij voor de Vrijheid PVV op DNPP.nl Geert Wilders
De PVV liet NYFER een onderzoek verrichten naar de kosten van niet-westerse immigratie. De resultaten zag Wilders als een bevestiging van de noodzaak van de door de PVV gewenste immigratiebeperking.
1
bevestiging, bevestigingsactie, aankondiging
5,729
PublicationEvent
1929041
https://nl.wikipedia.org/wiki/Go%20Back%20to%20the%20Zoo
Go Back to the Zoo
Go Back to the Zoo of GBTTZ was een Nederlandse poprockband, die actief was tussen 2008 en 2016. Biografie De band werd in Nijmegen opgericht door de twee broers Teun (gitaar) en Cas Hieltjes (zang), en drummer Bram Kniest. Nadat zij naar Amsterdam verhuisden, ontmoetten zij bassist Lars Kroon in een rij voor een concert van de Amerikaanse band The Strokes. De gebroeders Hieltjes speelden voorheen al in de band The Pax, die in 2008 uit elkaar ging. In 2008 bracht de groep in eigen beheer een gelijknamige ep uit. Deze plaat werd geproduceerd door Torre Florim, de zanger van de eveneens in Nijmegen opgerichte band De Staat. Eind 2008 speelde de band op het Incubate festival in Tilburg. Na een optreden in het televisieprogramma De Wereld Draait Door en het gebruik van het nummer Beam me up voor een reclame van Nike, tekende de groep in 2009 een platencontract bij Universal. Later bracht Go Back to the Zoo de singles Electric en Beam me up uit. Beide singles werden verkozen tot 'single van de week' door 3VOOR12. Op 4 juni 2010 werd een derde single uitgebracht, genaamd Hey DJ. Met Electric en Hey DJ behaalde Go Back to the Zoo tweemaal een 3FM Megahit. Het debuutalbum van de band, genaamd Benny Blisto, verscheen op 13 augustus 2010. Het behaalde de derde plaats in de Nederlandse Album Top 100 en bleef in die lijst meer dan een jaar genoteerd staan. Het album werd bekroond met een gouden plaat. Op 20 en 22 augustus 2010 speelde de band op Lowlands. De eerste keer traden ze op het Alpha-podium op als begeleidingsband van Dio, The Opposites en Flinke Namen. Op zondag gaf Go Back to the Zoo een eigen optreden in de India-tent. Het bestverkochte album op deze editie van Lowlands was Benny Blisto. Vanaf september 2010 fungeerde Go Back to the Zoo als huisband gedurende het zesde seizoen van het televisieprogramma De Wereld Draait Door. Iedere laatste vrijdag van de maand verzorgde de band de muziek in de zogeheten media-uitzending.. Op maandag 13 juni 2011 stond Go Back To The Zoo op het hoofdpodium van Pinkpop 2011. In oktober 2011 was de band genomineerd als "Best Dutch Act" bij de Dutch MTV Awards. Het nummer Beam me up is tevens de Californication Nederland-track. Op 6 april 2012 bracht Go Back to the Zoo hun tweede album uit, Shake a wave. Het album werd geproduceerd door JB Meijers en Dennis van Leeuwen en is onder andere tot stand gekomen in Berlijn en Frankrijk. De verschijning van Shake a wave ging gepaard met een clubtournee door heel Nederland. De Volkskrant noemde het een 'lekkere rock-'n-rollplaat'. Op 12 april 2012 won de band tijdens de 3FM Awards twee prijzen. Ze kaapten zowel de prijs voor 'Beste Band' als de prijs voor 'Beste Artiest Rock' weg. In februari 2014 verscheen het derde album: Zoo. Op 4 januari 2016 kondigden de bandleden op hun Facebook aan dat ze gingen stoppen met Go Back to the Zoo. Ze gingen verder onder de bandnaam St. Tropez. Discografie Albums |- |align="left"|Benny Blisto||13-08-2010||21-08-2010||3||55|| Goud |- |align="left"|Shake a Wave||06-04-2012||14-04-2012||4||13|| |- |align="left"|Zoo ||14-02-2014||22-02-2014||2||4|| |} Singles |- |align="left"|Electric||19-04-2010||30-01-2010||34||3|| Nr. 15 in de Single Top 100 |- |align="left"|Hey DJ||04-06-2010||12-06-2010||tip2||-|| Nr. 67 in de Single Top 100 |- |align="left"|Beam Me Up||27-09-2011||-|||||| Nr. 82 in de Single Top 100 |- |align="left"|What If||2012||14-01-2012||tip10||-|| Nr. 79 in de Single Top 100 |- |align="left"|Charlene||2013||20-07-2013||tip3||-|| Nr. 96 in de Single Top 100 |} Nederlandse rockband Nederlandse band
Op 20 en 22 augustus 2010 speelde de band op Lowlands. De eerste keer traden ze op het Alpha-podium op als begeleidingsband van Dio, The Opposites en Flinke Namen. Op zondag gaf Go Back to the Zoo een eigen optreden in de India-tent. Het bestverkochte album op deze editie van Lowlands was Benny Blisto. Vanaf september 2010 fungeerde Go Back to the Zoo als huisband gedurende het zesde seizoen van het televisieprogramma De Wereld Draait Door. Iedere laatste vrijdag van de maand verzorgde de band de muziek in de zogeheten media-uitzending.. Op maandag 13 juni 2011 stond Go Back To The Zoo op het hoofdpodium van Pinkpop 2011. In oktober 2011 was de band genomineerd als "Best Dutch Act" bij de Dutch MTV Awards.
1
publicatie-evenement, creatieve-werken, media-uitzending
7,972
SaleEvent
5735676
https://nl.wikipedia.org/wiki/Engelhorn%20GmbH%20%26%20Co.%20KGaA
Engelhorn GmbH & Co. KGaA
Engelhorn GmbH & Co. KGaA, (eigen schrijfwijze: engelhorn) voorheen Engelhorn & Sturm, is een bedrijf dat in 1890 werd opgericht door de meesterkleermaker Adam Sturm en de koopman Georg Engelhorn in Mannheim als een winkel voor heren- en jongenskleding. Geschiedenis Vroege periode Om 3 januari 1890 openden Georg Engelhorn en Adam Sturm hun eerste winkel met confectiekleding voor heren en jongens in blok O 5 aan de Planken in Mannheim. In 1902 kochten Engelhorn en Sturm wegens plaatsgebrek het gehele O 5-blok, waarop anno 2023 nog steeds het hoofdgebouw staat. Bijzonder in die tijd waren de extra grote etalages verlicht met elektrische koolstoflampen. In 1904 stierf mede-oprichter Adam Sturm zonder erfgenamen. Na de Eerste Wereldoorlog namen de zonen Rudolf en Georg junior Engelhorn de leiding van de winkel over. In 1921 kwam werd een sportafdeling toegevoegd en kort daarna een lingerieafdeling. De afdeling bovenkleding voor dames werd geopend in 1939. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het pand volledig verwoest. De verkoop ging in de kelder door totdat het pand herbouwd was. In 1950 hield Engelhorn & Sturm voor het eerst een uitverkoop, die op grote belangstelling van klanten kon rekenen. In 1968 trad de derde generatie toe tot het bedrijf. Georg Engelhorns juniors zonen Richard (1938-2019) en Hans (1935-) en Rudolf Engelhorns zoon Peter (1936-2005) de leiding over. Periode 1980-2000 In de jaren 1980 verrees het Engelhorn Sporthaus (1981) in de directe omgeving van het hoofdgebouw in het blok O 6, en aan de andere zijde in het blok O 4 het Engelhorn Strumphaus (1984) en Engelhorn Dessous & Wäsche (1988). In 1987 opende Engelhorn & Sturm de Stadtgarten, een belevenis-w arenhuis van 5000 m² aan het blok N 5 met 40 merkenwinkels en waarvan Engelhorn & Sturm meer dan de helft zelf gebruikte. In 1995 werd het concept verlaten en verhuisde het Sporthaus naar het verbouwde gebouw van de voormalige Dachgarten. In de vrijgekomen ruimte in het blok O 6 werd het zogenaamde Trendhaus voor jeans en vrijetijdsmode voor jongeren ondergebracht. In de jaren 1990 werden shop-in-the-shop geïntegreerd in het hoofdgebouw, waaronder Polo Ralph Lauren en Bogner. Later werden hier shop-in-the-shops van Jil Sander, Hugo Boss, Ermenegildo Zegna, Burberry, Strenesse aan toegevoegd. In het souterrain is een kinderafdeling gemaakt. In 1998 is het Sporthaus met een zevende verdieping vergroot. In de jaren 1990 werd de bedrijfsnaam ingekort tot Engelhorn . Periode vanaf 2000 In 2001 opende Engelhorn het logistieke centrum in de wijk Neckarau . In 2002 werd in Viernheim het eerste sportwinkelfiliaal buiten Mannheim geopend. In 2003 trad de vierde generatie toe tot het bedrijf met Fabian Engelhorn (1975-), de zoon van Richard Engelhorn) en Andreas Hilgenstock (1961-), de kleinzoon van Rudolf Engelhorn. In de jaren die volgden werd de sportwinkel gemoderniseerd en in 2005 uitgebreid tot een oppervlakte van 9.500 m². Eind 2006 werd op de 5e en 6e verdieping van het hoofdgebouw visrestaurant Le Corange geopend. In hetzelfde jaar werd de eigen online shop geopend. In 2012 opende Engelhorn een filiaal op de luchthaven van Frankfurt. In 2012 trad Simon Engelhorn (1984-), de zoon van Hans Engelhorn, als vierde generatie ondernemers, toe tot de leiding van het bedrijf. In 2013-2014 heeft Engelhorn twee verdiepingen aan het hoofdgebouw toegevoegd. Daarnaast opende in 2013 het gourmetrestaurant OPUS V in het hoofdgebouw onder leiding van chef-kok Tristan Brandt en in 2014 het restaurant Dachgarten. In 2014 werd OPUS V bekroond met een ster in de Michelingids. In 2015 vierde Engelhorn zijn 125-jarig bestaan met een fotokunstcampagne. In de winter van 2016 werd het restaurant OPUS V bekroond met zijn tweede Michelinster. In november 2017 maakte Michelin bekend dar de twee sterren van restaurant OPUS V behouden blijven en tegelijkertijd ontving Restaurant Le Corange in het hoofdgebouw onder chef-kok Dominik Markowitz zijn eerste ster. Sinds de 12 november 2016 behoort de wijnwinkel Coq au vin, gelegen tussen het Engelhorn Strumpfhaus en Engelhorn Dessous in het blok O4, tot de Engelhorn-bedrijvengroep. Begin maart 2017 opende Engelhorn in samenwerking met de fabrikant van elektrische auto's Tesla het Engelhorn e-Mobility Center op de begane grond van het hoofdgebouw. Naast drie verschillende Tesla-modellen werden in dit winkelgedeelte ook zo'n 20 e-bikes van verschillende fabrikanten gepresenteerd. De samenwerking eindigde met de opening van het Tesla Center Mannheim in Mannheim-Friedrichsfeld. Eveneens in maart 2017 is het Engelhorn trendhouse na een renovatie heropend onder de naam Engelhorn the box. Filialen Engelhorn Mode im Quadrat (verwijzend naar het stratenpatroon in het centrum van Mannheim (vlaggenschipfiliaal), Mannheim Engelhorn Sport, sportwinkel, Mannheim Engelhorn Dessous & Wäsche, lingerie en nachtmode, Mannheim Engelhorn Strumpfhaus, kousenwinkel, Mannheim Tommy Hilfiger-winkel, Mannheim Boss Store, Mannheim Engelhorn active town, vrijetijdskleding en sportmode, Viernheim (Rhein-Neckar-Zemtrum) Brax Store, Viernheim (Rhein-Neckar-Zentrum) Engelhorn.com, webshop logistiek centrum Engelhorn met tijdelijke outletverkoop, Mannheim Externe link Officiële website Duitse winkelketen Duits warenhuis Restaurant met Michelinster
Na de Eerste Wereldoorlog namen de zonen Rudolf en Georg junior Engelhorn de leiding van de winkel over. In 1921 kwam werd een sportafdeling toegevoegd en kort daarna een lingerieafdeling. De afdeling bovenkleding voor dames werd geopend in 1939. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het pand volledig verwoest. De verkoop ging in de kelder door totdat het pand herbouwd was. In 1950 hield Engelhorn & Sturm voor het eerst een uitverkoop, die op grote belangstelling van klanten kon rekenen.
1
uitverkoop, kortingsactie, verkoop evenement
11,500
InteractionCounter
632790
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arriva%20Personenvervoer%20Nederland
Arriva Personenvervoer Nederland
Arriva Personenvervoer Nederland (kortweg: Arriva) is een Nederlandse vervoersmaatschappij, met haar hoofdvestiging in Heerenveen. Arriva was een dochteronderneming van de Britse vervoersorganisatie Arriva plc. In maart 2010 werden de aandelen van Arriva plc voor 100% overgenomen door DB Regio. Op 19 oktober 2023 werd bekend gemaakt dat Deutsche Bahn een overeenkomst had gesloten met I Squared Capital over de verkoop van Arriva Group, waaronder ook de Nederlandse tak valt. Algemeen Arriva Nederland verzorgt stads- en streekvervoer per bus in verschillende regio's in het land en exploiteert een aantal regionale treinverbindingen. Samen met Koninklijke Doeksen voer het bedrijf tussen 1 januari 2010 en december 2021 de Waterbus in Zuid-Holland, onder de naam Aquabus. Geschiedenis Tot begin jaren 90 waren de meeste openbaarvervoerbedrijven in Nederland in overheidshanden, doorgaans in de vorm van NV-constructies waarbij de aandelen indirect in bezit waren van de overheid, bijvoorbeeld via de NS als moedermaatschappij. De overheid wilde het openbaar vervoer in Nederland anders gaan structureren. Om te beginnen werd in 1989 een legio aan vervoerondernemingen die actief waren in het streekvervoer samengevoegd in één holding, het Verenigd Streekvervoer Nederland, later VSN-groep. In de jaren erna vonden verschillende fusies plaats tussen de "kleine" vervoerbedrijven. De eerste ervaring met liberalisering van het openbaar vervoer in Nederland werd opgedaan in Zuid-Limburg. Eind 1994 kreeg het Amerikaanse Vancom een vierjarige vergunning, beginnend in mei 1995, voor een zestal lijnen rondom Maastricht in het Heuvelland. Deze lijnen werden eerder gereden door staatsbedrijf VSL, later Hermes. Op 17 december 1997 kocht Vancom het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Groningen. De gehele Nederlandse tak van Vancom werd enkele weken later overgedragen aan het Britse Arriva. Arriva bracht het stadsvervoer in Groningen onder bij dochteronderneming N.V. Arriva Groningen. Juridisch gezien was dit een zelfstandige eenheid, wat onder meer tot uiting kwam in het feit dat de buschauffeurs onder een andere cao vielen. Het busvervoer in Zuid-Limburg werd op 26 april 2002 verkocht aan Limex (Limburg Express/Connex), een streekvervoerder die per 10 december 2006 is opgegaan in Veolia Transport Limburg. De verantwoordelijkheid voor het openbaar vervoer per bus, tram en metro is per 1 januari 1998 gedecentraliseerd van het rijk naar zogenaamde vervoerautoriteiten, dit kunnen provincies of plusregio's zijn. Datzelfde jaar werd de VSN-groep opgesplitst in twee delen, VSN-1 en VSN-2. De reden voor die opdeling was de nieuw in te voeren Wet personenvervoer 2000, waarmee marktwerking definitief in het Nederlandse openbaar vervoer werd geïntroduceerd. De verantwoordelijke autoriteit verdeelt het grondgebied en/of de bestaande lijnen in zogenaamde concessies. Om de meest geschikte vervoerder te vinden, organiseert de concessieverlener een openbare aanbesteding. Vervoerbedrijven die meer dan 50% marktaandeel bezitten mogen zich niet meer inschrijven op een aanbesteding. In 1996 hadden de VSN-dochters een gezamenlijk marktaandeel van 98%. De bedrijven die werden ingedeeld bij VSN-1 waren Midnet, Oostnet, ZWN en NZH. Deze vervoerbedrijven gingen op 10 mei 1999 verder onder de nieuwe naam Connexxion. Het bus- en treinvervoer in de Achterhoek, waar eerder Oostnet reed, ging over naar een andere nieuwe busmaatschappij, Syntus. De overige bedrijven (BBA, Hanze Groep (waaronder GADO), Hermes en VEONN) werden ingedeeld in de VSN-2-groep en waren bestemd voor de verkoop. Op 30 september 1998 werden de Hanze Groep en VEONN verkocht aan Arriva. Arriva kreeg hierdoor een groot gedeelte van het openbaar vervoer in provincies Groningen, Drenthe en Friesland in handen en in delen van Overijssel en Flevoland (Noordoostpolder). Pas in mei 1999 was de naam ook daadwerkelijk op de bussen te zien. In Friesland waren VSN (VEONN) en NS Reizigers net in onderhandeling over een samenwerkingsverband onder de naam NoordNed voor al het openbaar vervoer in Friesland. Dit betroffen de treindiensten op de Noordelijke Nevenlijnen en al het busvervoer in de provincie. De oprichting van NoordNed zou eigenlijk al op 24 mei 1998 plaatsvinden, maar wegens omstandigheden werd de start een jaar uitgesteld. In deze periode nam Arriva de VEONN over en werd deze een partner in NoordNed. Uiteindelijk ging NoordNed op 30 mei 1999 van start. In het zuidoosten van Friesland en op de Friese Waddeneilanden ging Arriva zelf rijden. De stadsdienst Leeuwarden werd in eerste instantie bij NoordNed ingedeeld, maar ging later toch verder onder Arriva. De treinen voor NoordNed werden geleased van de NS en de bussen van Arriva. Tijdlijn Hieronder een tijdlijn van de rechtsvoorgangers van Arriva vanaf 1990 en opvolgers tot 2003. De meeste genoemde vervoerbedrijven zijn in de jaren ervoor ook ontstaan uit fusies. Zo ontstond de FRAM in 1971 uit de NOF en de NTM. In de overgangsperiode naar Arriva waren de GADO en VEONN al wel door Arriva overgenomen, maar was de naam nog niet op de bussen te zien. In december 2003 verkocht de NS zijn aandeel in NoordNed aan Arriva. Het bedrijf was nu overbodig geworden en werd uiteindelijk op 1 januari 2006 opgeheven. De bussen werden overgespoten in de huisstijl van Arriva. Het busvervoer in Zuid-Limburg werd in 2002 verkocht aan Limex. Inmiddels is het vervoergebied door de openbare aanbestedingen fors veranderd. Het rijgebied is grotendeels verplaatst van het noorden naar het midden en zuiden van het land. Busvervoer Arriva verzorgt al het stads- en streekbusvervoer in de provincie Friesland, met uitzondering van enkele Qbuzz lijnen richting de provincie Groningen. Verder zijn Arriva-bussen te vinden op de stadsdienst Lelystad, in de Achterhoek, in Rivierenland, in Oost- en West-Brabant, in Limburg en in Zuid-Holland Noord. Sinds 11 december 2016 rijden alle bussen in de provincie Noord-Brabant onder de merknaam Bravo (Brabant vervoert ons). Noord-Nederland De stadsdienst Leeuwarden werd na de invoering van de Wet personenvervoer 2000 als eerste openbaar aanbesteed. Op 27 juni 2001 werd bekend dat Arriva de concessie behield tot zeker 1 januari 2007. Bij de nieuwe aanbesteding schreef Arriva niet in omdat de concessie wegens diverse oorzaken onrendabel bleek te zijn voor het bedrijf. De stadsdienst ging over naar Connexxion. De concessie Zuidoost-Fryslân werd in 2002 aanbesteed en gewonnen door Arriva. Bij de nieuwe aanbesteding in 2008 schreef Arriva niet in. De concessie werd aan nieuwkomer Qbuzz gegund. Het busvervoer op Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog werd in 2002 in losse concessies aanbesteed. Arriva verloor hier alleen het busvervoer op Vlieland aan TCR Vlieland. In 2008 won de combinatie Arriva/TCR (joint venture) de concessies Vlieland en Terschelling. Arriva bleef op Terschelling rijden en TCR Vlieland op Vlieland. Ook het vervoer op de andere Friese Waddeneilanden wist Arriva te behouden. Op Ameland reed Arriva sinds maart 2010 met 4 ex-Groninger (P+R citybus) MAN Lion's City aardgasbussen. Deze bussen zijn inmiddels overgegaan naar de stadsdienst van Leeuwarden. De lijnen in Zuidwest-Drenthe (Meppel/Hoogeveen e.o.) werden per september 2002 overgenomen door MTI. Deze concessie werd door het faillissement van MTI per 1 mei 2004 aan BBA overgedragen. Op 11 mei 2004 zou deze concessie weer overgedragen worden aan Arriva, omdat deze vervoerder voor de concessie wilde betalen. Op 18 mei 2004 werd echter bekend dat BBA de concessiehouder bleef. Een jaar later werd dit concessiegebied samen de stadsdienst Zwolle en de VEONN/Arriva regio Noordoost-Overijssel aanbesteed. Deze concessie met de ingangsdatum 4 september 2005 werd gewonnen door Connexxion. Op diezelfde datum werd ook IJsselmond (Overijssels deel/Noordoostpolder) overgenomen door Connexxion. Daarnaast werden in 2004 de buslijnen in Zuidoost-Drenthe (gemeenten Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn) overgenomen door Connexxion. In 2004 werd de Concessie Groningen-Drenthe (Groningen stad + provincie & Noord- en Midden-Drenthe) opnieuw aan Arriva gegund. Bij de nieuwe aanbesteding in 2009 werd de concessie samengevoegd met de kleinere concessies Zuidoost-Drenthe en Zuidwest-Drenthe. Op de concessie schreef behalve Arriva, ook Connexxion en Qbuzz in. Uiteindelijk bleek Qbuzz de beste prijs-/kwaliteitsverhouding te bieden. Het voormalige NoordNed gebied exclusief trein (Noord- en Zuidwest-Fryslân) werd pas in 2006 voor het eerst aanbesteed en verloren aan Connexxion. Met het verlies van deze concessies verdween Arriva een aantal jaar grotendeels uit het noorden van Nederland. Op 20 maart 2012 werd bekendgemaakt dat Arriva de concessie Noord- en Zuidwest-Fryslân en Schiermonnikoog had gewonnen. De concessie is ingegaan op 9 december 2012 en heeft een looptijd van 8 jaar met de mogelijkheid van 2 jaar verlenging. De concessie omvat niet alleen het streekbusvervoer ten westen van de spoorlijn Leeuwarden-Zwolle en ten noorden van de spoorlijn Leeuwarden – Groningen, maar ook de stadsdienst Leeuwarden en de Qliners tussen Leeuwarden en Alkmaar en tussen Groningen en Emmeloord. Het busvervoer op Schiermonnikoog werd al door Arriva geëxploiteerd, net zoals de Qliner tussen Groningen en Lelystad. Met de winst van deze concessie ging Arriva met 174 nieuwe bussen rijden. Deze zijn sinds maart 2013 allemaal in dienst. Op de stadsdienst Leeuwarden rijden alle 20 bussen op aardgas. De provincie Friesland en de vervoerder experimenteren tijdens de verlenging ook met verduurzaming. Zo zijn er in de zomer van 2018 zes elektrische bussen bijgekomen. Wie naar het Ommelander Ziekenhuis Groningen in Scheemda gaat, kon tussen augustus 2018 en december 2019 gebruik maken van het zelfrijdende busje van het merk Navya Arma tussen de hoofdingang en de dichtstbijzijnde bushalte Molenstraat. Aan deze proef nam onder andere Arriva als vervoerder deel. Midden- en Zuid-Nederland Arriva verdween door het eerdere verlies van bijna al het Noordelijke busvervoer niet uit Nederland, want het bedrijf veroverde de afgelopen jaren terrein op het voormalige VSN-1 gebied. Om te beginnen won Arriva op 20 maart 2002 de concessie Rivierenland ten koste van Hermes. Bij de latere aanbesteding werd de concessie samengevoegd met het vervoer in de Achterhoek. Op 22 december 2009 werd bekend dat Arriva de concessie had gewonnen. Deze gecombineerde concessie bevat tevens de spoorlijnen Apeldoorn-Zutphen en Tiel-Arnhem. De busconcessie is ingegaan op 12 december 2010, de treinconcessie gaat in per 10 december 2012 en loopt tot eind 2020 met de mogelijkheid voor 5 jaar verlenging. Het bus- en treinvervoer in de Achterhoek werd sinds mei 1999 uitgevoerd door Syntus en was daardoor een vertrouwd gezicht. Reizigers waren niet erg blij met de komst van Arriva. Op 7 augustus 2002 werd nog een grote concessie gewonnen waar Arriva eerder niet reed, namelijk de Zuid-Hollandse concessie Drechtsteden-Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (DAV-gebied). De overgang van Connexxion naar Arriva verliep niet vlekkeloos, Arriva moest een aantal maanden overbruggen met veelal stokoude bussen van her en der die vooral in de wintermaanden voor problemen zorgden. Bij de nieuwe aanbesteding in 2006 werd de concessie uitgebreid met het stadsvervoer in Dordrecht (voorheen verzorgt door Stadsvervoer Dordrecht) en de treindienst van NS op de MerwedeLingelijn tussen Dordrecht en Geldermalsen. De concessie werd gewonnen door Arriva en liep van 1 januari 2007 t/m 9 december 2018. Per 11 december 2005 nam Arriva de concessie Waterland over van Connexxion. In dit gebied werden ook bussen van de TCR ingezet. Deze bussen waren wel in de huisstijl van Arriva gespoten. De concessie ging na afloop op 11 december 2011 over naar een nieuwe vervoerder in Nederland, EBS Public Transportation BV. Het leek erop dat Arriva vanaf 1 januari 2006 ook in delen van Noord-Brabant mocht gaan rijden, maar de aanbesteding moest van de rechter overgedaan worden vanwege fouten tijdens het verlenen van de concessies. Op 28 juni 2006 werd bekendgemaakt dat deze concessies naar Connexxion en Hermes zouden gaan. In oktober 2006 maakte Connexxion bekend deze concessie wegens een fout in de offerte toch niet uit te willen gaan voeren. De provincie Noord-Brabant ging hier niet direct mee akkoord, omdat de fout bij Connexxion zou liggen. Uiteindelijk werd besloten de concessie te verlenen aan de na Connexxion laagste bieders, de concessie Oost-Brabant en de concessie Meierij ging over naar Arriva en lopen beide eind 2014 af. De overige concessies bleven in handen van de zittende vervoerder, BBA, die doorging onder de naam Veolia Transport. Arriva bestelde voor deze concessies 44 nieuwe Berkhof Ambassador voor de streekdiensten, 34 nieuwe Mercedes-Benz Citaro-bussen voor de stadsdienst in 's-Hertogenbosch en 6 nieuwe Berkhof Procity-bussen voor de stadsdiensten van Oss en 's-Hertogenbosch. Totdat deze bussen ingestroomd waren, zette Arriva ouder materieel in, dat in het noorden was vrijgekomen en oude bussen ingekocht bij andere vervoerders. In februari 2007 werden bij een keuring 21 van 22 gekeurde bussen van Arriva in Noord-Brabant afgekeurd. Arriva liet hierop alle bussen herkeuren en zette tijdelijk gehuurd materieel in van onder andere BBA, Hermes en Novio. Op 16 juli 2007 stroomden de eerste nieuwe bussen in om de oude tijdelijke bussen te vervangen. Eind september waren alle nieuwe Ambassador-bussen ingestroomd en stroomden tevens de eerste Citaro-bussen in. De provincie Zuid-Holland heeft op 10 juli 2007 de concessie Hoeksche Waard/Goeree-Overflakkee gegund aan Arriva ten koste van Connexxion. De concessie start op 1 januari 2008 en duurde tot en met 12 december 2015. Arriva bestelde 84 nieuwe VDL Berkhof Ambassador en een onbekend aantal nieuwe Mercedes-Benz Citaro-bussen. Ook plaatste Arriva een order van 10 nieuwe VDL Procity-bussen bij VDL, deze werd intussen geannuleerd om door een ander type bus te worden vervangen, namelijk de Mercedes Sprinter. Dit materieel (inclusief Mercedes-Benz Citaro Geleed) worden niet door Arriva personeel gereden, maar door TCR (Taxi Centrale Renesse). Voornamelijk de schoollijnen en lijn 161 van Oud-Beijerland – Heinenoord – Zuid-Beijerland worden door TCR gereden. Deze bussen waren wel in de huisstijl van Arriva gespoten. Op 27 mei 2009 leverde Arriva bij de Stadsregio Rotterdam een offerte in voor de concessie Voorne-Putten & Rozenburg. Drie weken later werd deze concessie aan Connexxion gegund. In 2011 won Arriva Wadden BV, een dochteronderneming van Arriva, de aanbesteding van de Stadsdienst Lelystad ten koste van Connexxion. Arriva introduceerde een nieuwe lijnennet. De lijnletters werden vervangen door lijnnummers. Het eerste jaar reed Arriva met oude Wright Commander-bussen afkomstig van de stadsdienst Dordrecht, een jaar later stroomden nieuwe bussen in (Irisbus Crossway). Deze concessie loopt tot eind 2021. In 2012 won Arriva de concessie Zuid-Holland Noord van Connexxion. De concessie is op 9 december 2012 ingegaan en loopt over een periode van 8 jaar met een optie van 2 jaar verlenging. In deze regio rijdt Arriva met 204 nieuwe en 24 van Connexxion overgenomen bussen. Op de Arriva buslijnen 90 (regio Katwijk, Noordwijk en Wassenaar), 194 en 196 (Krimpenerwaard) mag met ingang van 9 december 2012 gedurende de daluren en tijdens de schoolvakanties een fiets gratis meegenomen worden. In elke bus is ruimte voor maximum vier fietsen. Op 23 oktober 2013 werd bekend dat Arriva zich had ingeschreven in de concessies Oost-Brabant, een samenvoeging van de huidige concessies Oost-Brabant, Midden-Brabant en de Meierij en in de concessie West-Brabant, een samenvoeging van de huidige concessies Brabantliner en West-Brabant. 17 december 2013 werd bekend dat Arriva de concessie Oost-Brabant had gewonnen. Hiermee blijft Arriva rijden in de huidige concessie en neemt tegelijkertijd een deel van Noord-Brabant over van Veolia Transport. Voor de nieuwe concessie gaat Arriva gebruikmaken van 200 bussen, waarvan 80 bussen zal bestaan uit de huidige vloot in de concessie Oost-Brabant. De 120 nieuwe bussen zullen worden voorzien van airco, wifi en Euro 6 motoren. Daarnaast zal er één zero-emissie bus worden aangeschaft. In samenwerking met de provincie Gelderland en OVnetwerk start Arriva in de regio Achterhoek een primeur in met een bus {fabrikant Hess} met aanhanger. De bus met aanhanger reed in de periode van 16 t/m 26 maart 2015 tussen Doetinchem en Groenlo op lijn 74. De bus met aanhanger heeft plek voor ongeveer 180 passagiers. In december 2016 nam Arriva de exploitatie over van Veolia Transport Nederland van het Limburgse regionale treinvervoer en streekbusvervoer (inclusief het voormalige Stadsbus Maastricht). Sinds 2019 rijden in Limburg 95 elektrische bussen, waarvan er circa 55 overdag bijgeladen moeten worden. Daarvoor zijn op diverse plekken laadpalen geplaatst. Arriva heeft zich als doel gesteld tegen 2025-2026 in Limburg volledig elektrisch te rijden. Aggloliner / Qliner De VSN-groep startte op 6 november 1994 de snelbusformule Interliner in samenwerking met de NS. Arriva bedacht in januari 2000 het alternatief Aggloliner voor de lijnen in een straal van ongeveer 20 kilometer rond de stad Groningen. De lijnen in Friesland en Drenthe (onder andere Leeuwarden – Alkmaar, Drachten – Groningen, Lelystad – Groningen, Groningen – Emmen) bleven vooralsnog onder de naam Interliner rijden. Nadat duidelijk was geworden dat de NS de samenwerking met de provincie op het gebied van de Interliner niet voort zou zetten, werd in 2002 het concept Qliner bedacht. Alle Interliners en ook de Aggloliners van Arriva in het noorden werden Qliners. Ook de snelbussen in Zuid-Holland die Arriva per 1 januari 2003 ging exploiteren werden Qliners. In de eerste jaren was Arriva de enige vervoerder die de naam Qliner hanteerde. Later heeft Arriva de naam Qliner overgedragen aan de OV-autoriteiten, waar de naam ook door andere vervoerders gebruikt kan worden. In eerste instantie hanteerde Arriva een groen/blauwe huisstijl voor de Qliner. Later kwam er een gezamenlijke donkerblauwe huisstijl om de herkenbaarheid te verhogen. Het logo van de vervoerders mag nog wel op de bussen geplakt worden. Arriva exploiteerde tot 30 juni 2005 gezamenlijk met Connexxion de Interliner/Qliner-verbinding tussen Groningen, Heerenveen, Joure en Lelystad. Daarna ging lijn 315 in zijn geheel over naar Connexxion. Sinds 3 juli 2011 is de Qliner-verbinding weer in handen Arriva. De lijnconcessie liep tot 9 december 2012, waarna het gedeelte Groningen – Emmeloord geïntegreerd is geïntegreerd in de concessie Noord- en Zuidwest-Fryslân en Schiermonnikoog. Die concessie zal eveneens uitgevoerd worden door Arriva. De huidige lijnconcessie duurde slechts anderhalf jaar omdat met de komst van de Hanzelijn de volledige lijn overbodig werd. Het andere gedeelte (Lelystad - Emmeloord) wordt vanaf eind 2013 bij de concessie IJsselmond gevoegd. Tot eind 2013 zal Arriva ook het gedeelte Emmeloord - Lelystad blijven rijden onder een ander lijnnummer. Arriva reed in deze concessie tot 1 januari 2012 met ex-Connexxion-bussen uit de regio Amstelland-Meerlanden (Volvo 8700). Sinds januari 2012 rijdt Arriva alleen nog met Mercedes-Benz Integro-bussen en vanaf 9 december 2012 ook met nieuwe Mercedes-Benz Intouro en Volvo 8900-bussen. Sinds die datum exploiteert Arriva de Qliner tussen Alkmaar en Leeuwarden en de Qliners in Zuid-Holland Noord. Ook rijdt Arriva vanaf deze datum opnieuw de Qliners in Noord- en Zuidwest-Fryslân. Sinds 11 december 2016 heeft Arriva de Qliner verbindingen in Zuidoost-Fryslân van Qbuzz overgenomen. De Volvo 8900-bussen worden uitsluitend in Zuid-Holland Noord en in Fryslân ingezet. Arriva Touring exploiteerde van 13 december 2009 tot en met 14 december 2019 een aantal snelle Qliners in Groningen en Drenthe voor de HOV-concessie Groningen-Drenthe. Dit zijn Qliners tussen Groningen – Emmen (lijn 305, opgeheven) en tussen Groningen en Drachten (lijnen 304 en 314). Tot 8 januari 2012 reed men ook de inmiddels opgeheven lijn 327 tussen Emmen en Hoogeveen. In de concessie DAV reed Arriva tot en met 8 december 2018 ook een drietal Qliners, namelijk lijn 387 Gorinchem - Utrecht, 388 Jaarbeurs Utrecht - Dordrecht en lijn 389 Utrecht - Papendrecht (deze lijn is inmiddels opgeheven). Lijnen 387 en 388 worden sinds 9 december 2018 gereden door Qbuzz, die de lijnen hebben omgezet tot snelBuzz. In de concessie Zuid-Holland Noord rijdt Arriva negen Qliners, zeven naar Den Haag en twee naar Schiphol. Arriva Touring Naast openbaar vervoer verhuurt "Arriva Touring" bussen voor bijvoorbeeld groepsreizen, pendeldiensten of treinvervangend vervoer. Deze afdeling is gevestigd in Groningen en beschikt over diverse touringcars en (ex)-lijndienstbussen. Intercity-busverbindingen Sinds maandag 23 juni 2014 is er een IC Bus-verbinding tussen Düsseldorf, Eindhoven en Antwerpen. Deutsche Bahn (moederbedrijf van Arriva) rijdt, in samenwerking met Arriva Touring, een aantal keren per dag tussen deze steden. De bus stopt bij het Hauptbahnhof en de luchthaven van Düsseldorf en verder bij het station van Eindhoven en Antwerpen-Centraal. Met ingang van vrijdag 19 december 2014 gaat de IC Bus van Düsseldorf via Eindhoven naar Antwerpen v.v. tweemaal per week doorrijden naar London Victoria station. De overtocht over het Kanaal gaat per veerboot vanaf Calais naar Dover of omgekeerd. Het betreft een pilot tot 31 januari 2015. Met ingang van 21 mei 2015 gaat de IC Bus-verbinding driemaal per week doorrijden naar London Victoria station. Sinds maandag 22 september 2014 is er een IC Bus-verbinding tussen Düsseldorf, Roermond en Brussel. Deutsche Bahn rijdt, in samenwerking met Arriva Touring, een aantal keren per dag tussen deze steden. Prijzen voor beide verbindingen staan vermeld op diverse websites, bijvoorbeeld via DB en/of NS International. Treinvervoer De treinen op de Noordelijke Nevenlijnen rijden sinds 11 december 2005 t/m 12 december 2020 onder de vlag van Arriva. Tussen 30 mei 1999 en 11 december 2005 reed dochteronderneming NoordNed deze treindiensten. Sinds december 2010 rijden in de avond en op zondag meer sneltreinen tussen Groningen en Leeuwarden. Op het traject tussen Groningen en Zuidhorn rijden in de ochtendspits drie extra treinen. Tussen Groningen en Roodeschool rijdt nu elk halfuur een trein. Sinds 1 mei 2011 is er een verbinding tussen Groningen en Veendam. Op 18 juli 2012 maakte de Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen bekend dat reizigers na de zomer niet geconfronteerd worden met overvolle treinen in de regio. In 2011 liep de situatie in Groningen zo uit de hand dat machinisten reizigers op perrons moesten laten staan. De provincie rekent erop dat het vervoerbedrijf indien nodig extra treinen inzet. Met het bedrijf is afgesproken dat het direct bussen kan inzetten als dat nodig is. Van 10 december 2006 t/m 9 december 2018 verzorgde Arriva het treinvervoer op de MerwedeLingelijn. Deze spoorverbinding in Zuid-Holland loopt door tot in Gelderland en behoorde bij de busconcessie DAV. Arriva heeft per 9 december 2012 het reizigersvervoer op de spoorlijn Zwolle – Emmen van de Nederlandse Spoorwegen overgenomen. Op dezelfde datum zijn de lijnen Tiel-Arnhem, Arnhem-Winterswijk en Winterswijk-Zutphen overgenomen van Syntus en de lijn Zutphen - Apeldoorn van de Nederlandse Spoorwegen. Al deze verbindingen (op Zwolle - Emmen na) vallen onder de concessie Achterhoek-Rivierenland. Sinds 9 december 2012 rijdt Arriva meer treinen tussen Groningen en Leer. Van maandag tot en met zaterdag wordt dit traject eenmaal per uur bediend. Op zondag wordt dit traject eenmaal per twee uur bediend. Dit geldt ook voor Bad Nieuweschans. De lijn Groningen – Leer heet sindsdien "Wiederline". Deze naam is op vrijdag 16 november 2012 in de Oude Remise te Bad Nieuweschans bekendgemaakt. De treinen maken in Nederland gebruik van de infrastructuur van ProRail. Op het traject Nieuweschans-Leer wordt het spoornet onderhouden door DB Netze. Op 20 juni 2013 werd in een persbericht gemeld dat The Hague Trains Holding B.V. en Vervoerbedrijf Arriva de aanbestedingsprocedure van de gemeente Den Haag en Brussels Airport voor een permanente verbinding onder de naam Lage Landenlijn hebben gewonnen. Deze trein moet vanaf december 2015 Den Haag met Brussel-Zuid verbinden en stopt onderweg te Delft, Rotterdam Centraal, Dordrecht, Roosendaal, Antwerpen-Centraal, Mechelen, Brussels Airport-Zaventem en Brussel-Centraal. Voor de trein zou geen reserveringsplicht gaan gelden. Arriva heeft geen wet- en regelgeving overtreden bij de opleiding van machinisten. Dat meldt staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu in de beantwoording van Kamervragen die waren gesteld door de PvdA. “Voor machinisten die ingehuurd worden gelden dezelfde eisen als voor machinisten die in dienst zijn bij een vervoerder en er zijn geen signalen bekend dat ingehuurde machinisten relatief meer STS-passages zouden veroorzaken dan machinisten die in dienst zijn van een vervoerder”, schrijft Dijksma op 27 oktober 2016 in de beantwoording van de Kamervragen. Sinds begin 2018 zijn er diverse stakingen geweest. Vanaf december 2022 onderhoudt Arriva een wekelijkse nachtdienst tussen Maastricht en Schiphol Airport en vanaf januari 2023 tussen Groningen en Schiphol Airport. Overzicht treindiensten De letters RE staat voor Regionale Express, waar een sneltrein mee bedoeld wordt. RS betekent Regionale Sprinter, oftewel stoptrein. In het dienstregelingjaar 2023 heeft Arriva de volgende treinseries gesorteerd per concessie: Concessie Noordelijke Nevenlijnen in Groningen en Friesland Concessie Vechtdallijnen in Overijssel Voor wat betreft het gebruik van de OV-chipkaart gaat het er om dat dit een onderdeel van Blauwnet is. De vervoerder is Arriva. Beide namen staan op de treinstellen vermeld Concessie Achterhoek Rivierenland in Gelderland Concessie Limburg Nachttreinen Arriva Materieel Voor de concessies maakt Arriva gebruik van ruim 1500 bussen en 150 treinstellen. Het meeste onderhoud en beheer hiervan heeft Arriva in eigen handen. In de beginperiode van Arriva werd er vooral rondgereden met materieel dat overgenomen werd van de voorgaande vervoerders. Bij de bussen waren dit vooral oude hogevloersbussen. Pas in 1999 begon Arriva voor het eerst geleidelijk aan nieuw materieel te bestellen. In de loop der tijd werd bij aanvang van iedere nieuwe concessie vrijwel al het materieel vernieuwd, waardoor het materieel van voor 1999 allemaal inmiddels afgevoerd, verkocht of geëxporteerd is. Vervoerbewijzen en tarieven De OV-chipkaart is te gebruiken in alle bussen en treinen van Arriva, mits de kaart is voorzien van voldoende saldo en/of een geschikt reisproduct. Het sterabonnement is op 1 januari 2013 afgeschaft en daarvoor in de plaats zijn verschillende regionale abonnementen gekomen, die als reisproduct op een OV-chipkaart kunnen worden geladen. Ook zijn er in bepaalde regio's nog papieren ritkaarten verkrijgbaar in de bus. Voor de bus zie ook Arriva Dal Vrij. Trein Het instaptarief (borg) bedraagt € 10,00. Er kan ook gereisd worden met de eenmalige chipkaart. De Arriva Store stopte per 1 juli 2014 met de verkoop van papieren binnenlandse treinkaarten. De NS-abonnementen Weekend Vrij, Dal Vrij, Dal Voordeel, Altijd Voordeel, Altijd Vrij, Kids Vrij en het oude Voordeelurenabonnement zijn ook geldig in de Arriva treinen. Bij de Arriva trein in- en uitchecken op hetzelfde station (als het inchecken een vergissing was, of als men verandert van gedachten) is kosteloos. Het fietsvervoer is op de MerwedeLingelijn gratis. Het fietsvervoer is op de Noordelijke Nevenlijnen niet gratis, een Arriva "Fiets Mee Dag" kaartje kost €3,50 per fiets per dag. Daarnaast is in de Arriva kaartautomaat de landelijke dagkaart fiets van €6,10 per fiets per dag. Arriva Kortingkaart Sinds 1 augustus 2006 is er een kortingkaart voor reizen op de Noordelijke Nevenlijnen (sinds 2012 als product op de OV-chipkaart). Het kan op dezelfde OV-chipkaart geladen worden als bijvoorbeeld het NS-Voordeelurenabonnement, niet in combinatie met kinderkorting. Op de MerwedeLingelijn bleef de zichtkaart tot en met 31 december 2012 in gebruik. De kortingkaart kost €20.- per jaar en geeft in de voordeeluren (dezelfde uren als het Voordeelurenabonnement) 40% korting op het reissaldo van de OV-chipkaart of in het geval van de zichtkaart 40% korting op het gedrukte kaartje. Samenreiskorting is niet mogelijk. Reizigers met een Arriva kortingskaart hebben een opstaptarief van € 6,00. Groningen – Leer Op de grensoverschrijdende treinverbinding Groningen – Leer is de OV-chipkaart te gebruiken. Er staan in- en uitcheckpalen en een kaartautomaat op de Duitse stations in Weener en Leer (Ostfriesland) van de Noordelijke Nevenlijnen. NS-abonnementen zijn daar ook geldig. Internationale vervoerbewijzen zijn ook geldig op dit traject, maar kunnen alleen gekocht worden bij NS (kaartautomaat, loket, website) of de Duitse spoorwegen, niet bij Arriva. Verder kan een enkele reis/dagretour bij de Arriva Store gekocht worden of een E-ticket via de website van Arriva. Verder reizen dan station Leer kan met de Deutsche Bahn (geen OV-chipkaart). In de maand december 2013 en tussen 14 april t/m 11 mei 2014 was en is sinds 12 juni 2015 de zelfprintdagkaart Niedersachsenticket plus Groningen ook geldig vanaf Hoofdstation Groningen en alle treinstations aan het Wiederline-traject tot en met Leer. Touch&Travel Arriva kondigde op 7 november 2013 het nieuwe systeem Touch&Travel aan. Het is potentieel een systeem van enkelvoudig in- en uitchecken bij een reis met verschillende vervoerders en verschillende vervoermiddelen, zoals trein, metro, tram en bus, en dan niet met een OV-chipkaart, maar met een smartphone met Native app, en betaling achteraf via automatische incasso, en een transactieoverzicht op internet. De smartphone is niet voorzien van een RFID-chip, waarbij men in- en uitcheckt bij simpele palen, maar dat is niet nodig, want men moet een code intoetsen die het station of de halte identificeert of door middel van Google Maps de betreffende halte op het station of de halte aangeven. Communicatie met de centrale gebeurt niet via de paal maar via de smartphone. In 2010 introduceerde Deutsche Bahn het systeem voor langeafstandstrajecten in Duitsland. Vergelijk de plannen voor enkelvoudig in- en uitchecken op het spoor. De test wordt gedaan met een beperkte groep testpersonen die door middel van het Touch&Travel-systeem kunnen reizen met de Noordelijke Nevenlijnen en enkele buslijnen van Arriva in de provincie Friesland. Een groep geselecteerde reizigers kon bij Arriva Personenvervoer Nederland tussen november 2013 en januari 2014 gebruikmaken van smartphones als geldig vervoerbewijs. Projecten Groningen – Leer / Veendam In de provincie Groningen werkt Arriva samen met de provincie, ProRail en de gemeente Veendam om de spoorlijn Zuidbroek – Veendam weer voor personenvervoer open te stellen. Na een intentieverklaring op 30 augustus 2007 is op 14 maart 2008 overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen over de her-ingebruikname van de spoorlijn vanaf de zomer van 2010. Dit werd echter niet gehaald. Op 1 mei 2011 is weer een personentrein tussen Groningen en Veendam gaan rijden. Door het ontbreken van een NS-kaartautomaat bij station Veendam konden daar aanvankelijk geen plaatsbewijzen worden gekocht. Er rijden sindsdien twee treinen per uur tussen Groningen en Veendam. Naast de halfuursdienst Groningen – Veendam blijft ook de halfuursdienst Groningen – Winschoten en een uurdienst naar Bad Nieuweschans en Leer bestaan. Dit betekent tussen Groningen en Zuidbroek een kwartierdienst. In de toekomst wil men onderscheid maken door inzet van twee stoptreinen en twee sneltreinen. De sneltreinen zullen in Hoogezand-Sappemeer alleen stoppen op het nieuwe station Hoogezand Centrum, nabij het 'stadshart' ter hoogte van de Kerkstraat. De huidige stations Hoogezand-Sappemeer en Sappemeer Oost zullen vervangen worden door het nieuwe station Sappemeer ter hoogte van de Klinker. Er zijn plannen om in een later stadium de treindienst door te trekken naar Stadskanaal. Omdat het bestaande spoor via Wildervank en Bareveld in gebruik is als museumlijn, in eigendom van de STAR en niet van ProRail, worden hiervoor ook alternatieve tracés onderzocht, zoals via Nieuwe Pekela. De trein van Groningen naar Stadskanaal kan vanaf 2017 rijden. Dat zei directeur Anne Hettinga van vervoerder Arriva in 2013. Mogelijk komt pas na 2020 meer duidelijkheid, wanneer de nieuwe concessie ingaat. Groningen – Drachten – Heerenveen Op 30 oktober 2007 maakte Arriva plannen bekend voor de bouw van een spoorlijn tussen Groningen en Heerenveen. Arriva gaat ervan uit dat de aanleg van die lijn tussen de 600 en 800 miljoen euro gaat kosten. Een groot deel daarvan zou kunnen komen uit het bedrag van ongeveer 2,1 miljard dat het Noorden als compensatie krijgt voor het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. Arriva zei bereid te zijn ook zelf te willen investeren in de aanleg. Inmiddels zijn de plannen van de baan. Stoomtrein In opdracht van gemeente Súdwest-Fryslân en de provincie Friesland maakte ZKA Consultants & Planners in 2012 een studie naar de mogelijkheden een toeristische stoomtrein tussen Sneek en Stavoren te laten rijden. Arriva bekeek of dit binnen de dienstregeling past. Naam en huisstijl De huisstijl op de bussen van Arriva bestaat, mits de concessiehouder geen regionale huisstijl voorschrijft, uit een groene aquamarijne-basis met een beige gekleurde halve cirkel op het voorste deel van de bus, geschetst door een witte streep. Een dunne gele streep loopt rondom het onderste deel van de bus. Deze kleurstelling wordt ook in andere landen door Arriva gebruikt. Deze kleurstelling wordt tegenwoordig alleen nog gebruikt op de bussen in de concessie Achterhoek-Rivierenland (met regionale toevoegingen) en op de streekbussen in de concessies DAV (Drechtsteden, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden). De treinen van Arriva in Nederland hebben een rood/witte kleurstelling, behalve op de Vechtdallijnen, daar hebben ze een blauwe/witte regionale huisstijl. De bussen en de treinen van Arriva in Limburg met een donkerblauwe huisstijl met de Limburgse leeuw in het voorste deel van de zijkant van de bussen en de treinen. Sinds eind 2017 wordt de naam Arriva in het logo in kleine letters geschreven. De huidige slogan is Goede Reis. Directeuren mei 1998 - juni 2000: Kees Arends (Voormalige directeur Vancom) juni 2000 - maart 2001: Peter van Wageningen (oud-buschauffeur) maart 2001 - september 2006: Rob van den Hoek september 2006 - heden: Anne Hettinga Zie ook Arriva activiteiten buiten Nederland Externe links Officiële website van Arriva Officiële website van Arriva Touring Touringcarbedrijf
Arriva kondigde op 7 november 2013 het nieuwe systeem Touch&Travel aan. Het is potentieel een systeem van enkelvoudig in- en uitchecken bij een reis met verschillende vervoerders en verschillende vervoermiddelen, zoals trein, metro, tram en bus, en dan niet met een OV-chipkaart, maar met een smartphone met Native app, en betaling achteraf via automatische incasso, en een transactieoverzicht op internet. De smartphone is niet voorzien van een RFID-chip, waarbij men in- en uitcheckt bij simpele palen, maar dat is niet nodig, want men moet een code intoetsen die het station of de halte identificeert of door middel van Google Maps de betreffende halte op het station of de halte aangeven. Communicatie met de centrale gebeurt niet via de paal maar via de smartphone. In 2010 introduceerde Deutsche Bahn het systeem voor langeafstandstrajecten in Duitsland. Vergelijk de plannen voor enkelvoudig in- en uitchecken op het spoor.
1
gebruikersactiviteit, interactieanalyse, actieoverzicht
10,282
ListItem
1213813
https://nl.wikipedia.org/wiki/IT-outsourcing
IT-outsourcing
IT-outsourcing is een vorm van outsourcing waarbij IT-activiteiten van een bedrijf worden uitbesteed aan een ander bedrijf. Voordelen van IT-outsourcing IT-outsourcing heeft een aantal voordelen die voor bedrijven de redenen vormen om hieraan te beginnen. Ten eerste levert het schaalvoordelen op omdat het bedrijf dat ingehuurd wordt specialist is op dit gebied. Zij kunnen voor meerdere bedrijven tegelijkertijd werken. Omdat projecten een hoog risico hebben is outsourcing een manier om riscospreiding toe te passen doordat nu meerdere bedrijven de risico's delen. Ook hoeven er minder kapitaalinvesteringen te worden gedaan. Het bedrijf kan zich richten op de kerncompetenties en heeft meer flexibiliteit. Omdat IT snel veroudert is het van belang om hier snel van af te kunnen als de activiteiten overbodig worden. Risico's van IT-outsourcing Veel bedrijven verkijken zich op de financiële voordelen van outsourcing (Rottman, Lacity 2006). Er zijn echter ook grote risico's waar rekening mee gehouden moet worden. Voor bedrijven waar IT een belangrijke manier is om concurrentievoordeel mee te behalen, is het risico groot dat men deze belangrijke kennis kwijt raakt aan de andere partij. Deze kan hier vervolgens misbruik van maken. Een tweede reden voor het mislukken van veel projecten op het gebied van IT-outsourcing zijn conflicterende doelstellingen tussen de betrokken bedrijven. Duidelijke afspraken en het onderhouden van een goede relatie met de partner zijn essentieel om dit te voorkomen en het project te laten slagen. Stappenplan voor de benadering van IT-outsourcing Om IT-outsourcing goed te laten verlopen moeten de volgende stappen worden doorlopen: De ontwerpfase, hierin wordt men bewust van de problemen, knelpunten en specifieke omstandigheden van het bedrijf. Het meest belangrijk is om goed te doordenken hoe IT-Outsourcing de strategie kan versterken en de risico's af te dekken. Wanneer het ontwerp af is, wordt bepaald met wie en hoe de outsourcing kan plaatsvinden. Vervolgens moeten er operationele beslissingen worden genomen en het proces permanent gemanaged worden. In de laatste fase wordt het proces heroverwogen en analyseert men de resultaten. Noten IT-management
Stappenplan voor de benadering van IT-outsourcing Om IT-outsourcing goed te laten verlopen moeten de volgende stappen worden doorlopen: De ontwerpfase, hierin wordt men bewust van de problemen, knelpunten en specifieke omstandigheden van het bedrijf. Het meest belangrijk is om goed te doordenken hoe IT-Outsourcing de strategie kan versterken en de risico's af te dekken. Wanneer het ontwerp af is, wordt bepaald met wie en hoe de outsourcing kan plaatsvinden. Vervolgens moeten er operationele beslissingen worden genomen en het proces permanent gemanaged worden. In de laatste fase wordt het proces heroverwogen en analyseert men de resultaten.
1
checklistitem, stappenplan, lijstitem
559
VideoGallery
91000
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Janskathedraal%20%28%27s-Hertogenbosch%29
Sint-Janskathedraal ('s-Hertogenbosch)
De Kathedrale Basiliek van Sint Jan Evangelist,<ref>Monumentenregister, Monumentnummer: 21879. Bij Torenstraat 6 5211 KK te s-Hertogenbosch.] Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Geraadpleegd op 17 februari 2016.</ref> gewoonlijk aangeduid als de Sint-Janskathedraal, in de binnenstad van 's-Hertogenbosch wordt veelal beschouwd als het hoogtepunt van de Brabantse gotiek. Het bijzonder harmonieuze interieur is het resultaat van de eenheid van stijl die de gehele bouwperiode van eind veertiende tot begin zestiende eeuw bleef gehandhaafd. De buitenkant levert met zijn gulle ornamenten, zoals de dubbele luchtbogen met de 96 luchtboogfiguren en de reliëfs boven de ramen, een treffend beeld op van de versieringsdrift van de late gotiek. De Sint-Jan is 'een bouwwerk dat volstrekt uniek is in de Nederlandse kerkelijke architectuur.' De Sint-Jan staat op de hoek van de Parade en de Torenstraat, waaraan zich de hoofdingang bevindt, en imponeert door zijn omvang en rijkdom aan beeldhouwwerk. Oorspronkelijk als parochiekerk gebouwd, werd de Sint-Jan in 1366 tot kapittelkerk en in 1559 tot kathedraal van het nieuwe bisdom 's-Hertogenbosch verheven. Op 22 juni 1929 werd de Sint-Jan de eretitel basiliek verleend. Het gebouw heeft de vorm van een kruiskerk, meer specifiek een kruisbasiliek. In de Sint-Jan bevinden zich onder meer een rijk versierd, 350 kilo zwaar koperen doopvont uit 1492, een driedelig altaarretabel uit het begin van de zestiende eeuw met uit hout gesneden taferelen uit het Lijden van Christus, dat met zes aan weerszijden beschilderde panelen gesloten kan worden, een preekstoel uit het midden van diezelfde eeuw met uit hout gesneden taferelen. De bijna twintig meter hoge orgelkast dateert uit het begin van de zeventiende eeuw en geldt als 'een kunstwerk van koninklijke allure, dat wel gerekend wordt tot de mooiste orgelfronten ter wereld.' Het renaissance-orgel zelf is, met behoud van veel onderdelen, in 1784 omgebouwd tot een volwaardig achttiende-eeuws instrument. De kerk behoort tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en geldt als zogenaamd kanjermonument, een kwalificatie die sinds het jaar 2000 bij de rijksoverheid in gebruik is bij de verdeling van ten behoeve van restauraties geoormerkte financiële middelen. Geschiedenis Op de plek waar nu de Sint-Jan staat, stond eerst een romaanse kerk. De bouw hiervan startte vermoedelijk in 1220 en duurde tot 1340. Rond 1370, mogelijk na de verheffing tot kapittelkerk, begon men deze kerk echter geleidelijk aan te vervangen door een nieuwe kerk in gotische stijl. Het koor was waarschijnlijk rond 1415 voltooid, het transept rond 1470, waarna ten slotte het schip tot stand kwam. Van 1480 tot 1496 is de weelderige H. Sacramentskapel ten noorden van het koor toegevoegd. Deze kapel was in gebruik bij het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1505 is de romaanse kerk, uitgezonderd delen van de romaanse toren, afgebroken. Als laatste verrees een hoge kruisingtoren. De gotische Sint-Jan kwam gereed omstreeks 1530. Deze gotische Sint-Jan is als het ware over haar voorganger heen gebouwd. Er zijn nog steeds delen van de romaanse kerk bewaard gebleven. Oorspronkelijk zou ook de oude toren tegen de vlakte gaan, maar vanwege geldgebrek is dit niet gebeurd. De nieuwe toren van de Sint-Jan was gepland aan de overkant van de straat. Toen hiervan werd afgezien moest men improviseren om de kerk aan te passen. Dit is duidelijk te zien aan de gewelven in de zijschepen: op de plek waar deze aan horen te sluiten op respectievelijk de Mariakapel en de Doopkapel kloppen de gewelven niet meer: bogen houden halverwege op, gewelfaanzettingen zijn niet voltooid, etc. Aan de buitenkant is het ook duidelijk zichtbaar, doordat de 19e-eeuwse meest westelijke vensters smaller zijn dan de rest van de ramen. Opvallend aan de Sint-Jan is vooral de ongewoon rijke versiering met beeldhouwwerk aan de buitenkant. Figuraal beeldhouwwerk is te vinden in de wimbergen boven de vensters van het koor, in het zuidportaal en op de luchtbogen van het schip, die met talloze schrijlings gezeten figuurtjes bevolkt zijn. Binnen en buiten zijn er in totaal zo'n 600 beelden. Koor en schip worden geschraagd door een dubbele rij luchtbogen, iets wat in Nederland verder niet voorkomt. Het interieur is weids door de vijf beuken van het schip, maar de hoogte is een beetje gedrongen vergeleken met grote gotische kathedralen: het middenschip is bijna 28 meter hoog. De bouwstijl van de Sint-Jan heeft in de omgeving van 's-Hertogenbosch bijna geen invloed gehad, maar de kerk is wel verwant aan een aantal grote stadskerken in het oude hertogdom Brabant. De kerken van onder andere Antwerpen, Mechelen, Leuven en Diest zijn wel in een verwante stijl gebouwd. Vandaar dat men spreekt van Brabantse gotiek. Op 22 augustus 1566 bereikte de Beeldenstorm 's-Hertogenbosch en ook de Sint-Jan ontkwam niet aan deze storm. Bij de ravage die in de kerk werd aangericht door de calvinisten werd doelbewust de orgels, preekstoel en een altaar heel gelaten zodat de kerk eventueel dienst kon doen als godshuis voor de protestanten. In oktober vond er een tweede Beeldenstorm in de stad en de kathedraal plaats waarbij de overgebleven beelden werden vernield. In mei 1567 werd de katholieke eredienst hersteld en wijdde bisschop Franciscus Sonnius de altaren van de Sint-Jan opnieuw in. Na de val van de vesting 's-Hertogenbosch werd op woensdag 19 september 1629 triomfantelijk de eerste hervormde dienst in de Sint-Jan gehouden. Frederik Hendrik van Oranje en zijn gemalin Amalia van Solms waren hierbij aanwezig. Andere hoge gasten waren de Koning van de Bohemen en de Prins van Denemarken. De Sint-Jan werd door de protestanten in bezit genomen, net als de andere katholieke kerken in de stad. De katholieke eredienst werd verboden. In de stad waren wel katholieke schuilkerken, die tegen betaling van steekpenningen werden gedoogd. Keizer Napoleon Bonaparte was in mei 1810 in 's-Hertogenbosch. Hij ontving hier een delegatie van Bossche katholieken. Hem werd duidelijk gemaakt, dat de overgrote meerderheid van de bevolking katholiek was. Hij gaf hierop resoluut de kerk terug aan de katholieken en zei: "Vous aurez la grande église et un évêque aussi" (U zult de grote kerk hebben en ook een bisschop). Het bisdom 's-Hertogenbosch werd heropgericht. In het najaar van 1810 is de teruggave aan de katholieken door Napoleon in de Tuilerieën bevestigd. Brand In 1584 ontstond door blikseminslag een brand die de hoge houten kruisingtoren, majestueuzer dan de huidige toren, vernielde en ook delen van het dak tot aan het orgel. Vanwege geldgebrek kon er geen nieuwe toren komen, maar is er een soort koepel gebouwd. In 1830 ontstond opnieuw brand, deze keer in de westertoren. Het herstel was in 1842 klaar. Een nieuwe bekroning kreeg de toren in 1876 (73 meter hoog). De geleding waar de klokken hangen is veertiende-eeuws, er zijn zowel luidklokken als een beiaard. Restauraties Van 1858 tot 1985 is de kathedraal vrijwel onafgebroken in restauratie geweest. Aanvankelijk gebeurde dat op een nogal dubieuze manier, waarbij vele vrijheden genomen en slechte steensoorten toegepast werden, terwijl het interieur getooid werd met allerlei neogotische elementen. Hoewel de kathedraal in de 19e eeuw al grotendeels de huidige vorm had, zijn er toch een aantal belangrijke verschillen te herkennen, bijvoorbeeld in de vorm van de toren en koepel. De meest recente restauratie dateert van 1999 tot begin 2011, toen grote delen van het gebouw weer in de steigers stonden om met name tufstenen en kalkstenen onderdelen te vervangen waar deze sterk verweerd waren. Het betrof hier voornamelijk (delen van) ornamenten, waterspuwers, pinakels, profiellijsten en balustrades. Hiervoor zijn verschillende soorten natuursteen gebruikt, voornamelijk Weiberner tuf, Portlandsteen en Bentheimer zandsteen. Ook zijn veel beelden en engelen vervangen door kopieën in Portlandsteen en zandsteen. Het noorderportaal werd geheel gedemonteerd, omdat de krammen en doken (borgpennen) van smeedijzer waren gaan roesten. Omdat ijzer uitzet bij roesten en tot vele malen haar omvang kan bereiken, drukt dit de omringende zandsteen kapot. De reden dat dit bij de zandstenen portalen meer gevolgen heeft gehad dan elders is onder andere omdat zandsteen poreuzer is, waardoor vocht er dieper indringt, en omdat het gebruikte ijzer van de 19e eeuw veel zuiverder is dan het middeleeuwse ijzer, dat meer koolstofresten bevat. De doken werden vervangen door roestvast staal en beschadigde natuursteen is vervangen door kopieën in dezelfde steensoort, Bentheimer zandsteen type Gildehaus. De Sint-Jan is een zogenaamd Kanjermonument dat extra financiële steun van de Nederlandse overheid krijgt. Bezienswaardigheden in het interieur en exterieur De Beeldenstorm uit 1566 en de overgang in hervormde handen uit 1629 hadden als resultaat dat veel onderdelen verdwenen zijn, waaronder alle vroegere altaren (37 in het begin van de vijftiende eeuw oplopend tot 52 een eeuw later), veel beelden en andere kunstwerken. Een groot verlies voor de kerk betekende ook de verkoop in 1866 van het marmeren doksaal uit 1611 dat nu te zien is in het Victoria and Albert Museum in Londen. Deze omstreden verkoop was de aanleiding tot het tot stand komen van de monumentenzorg. Toch is er nog een aantal bijzondere inventarisstukken bewaard gebleven. Het beeld van Zoete Moeder uit de dertiende eeuw Op grond van de stijve vorm en frontale houding wordt vermoed dat het eikenhouten Mariabeeld tussen 1270 en 1310 is gemaakt. Het is ongeveer een meter hoog en stelt Maria voor met Christus op de linkerarm. De gewoonte om beelden aan te kleden dateert uit de vijftiende eeuw en resulteerde in het wegsnijden van het oorspronkelijk bijgesneden gewaad. Wel is de overgebleven beschildering nog origineel, een groen kleed over een rode tuniek voor Maria, met sporen van rozetten, zonnen en adelaars, en rode manchetten bij het kind. Het gebrek aan sierlijkheid is vermoedelijk de oorzaak van de aanvankelijk geringe waardering, omdat de Franse gotiek vanaf einde veertiende eeuw een slanker en sierlijker Mariavoorstelling in de mode bracht. Koorbanken met snijwerk uit de vijftiende eeuw Halverwege de vijftiende eeuw, niet lang na het koor zelf, werden de banken die de noord- en zuidkant van het hoogkoor beslaan, gemaakt. Hoewel de makers onbekend zijn, geven stijlverschillen in het laatgotische snijwerk aanleiding voor de datering circa 1430 tot 1460. Dit snijwerk werd van 1877 tot 1881 gerestaureerd door beeldhouwer Hendrik van der Geld, die in stijl ook nieuwgesneden stukken toevoegde. Wel zijn de misericordes verdwenen, die vaak een bijzonder onderdeel van dergelijk gestoelte waren. Tussen 1567 en 1570, kort nadat de Sint Jan tot kathedraal was aangewezen, werd een gedeelte van de banken verwijderd om een bisschopszetel te plaatsen. Het houtsnijwerk van de bovenste banken aan de noordzijde verbeeldt Het Laatste Oordeel, met bovenaan Christus die geflankeerd wordt door Maria en Johannes de Doper, die genade voor de mensheid proberen af te smeken. Onder een afbeelding van Christus is de Opstanding der Doden aan het einde der tijden te zien. Koperen doopvont uit 1492 door meester Aert van Tricht uit Maastricht De doopvont is 'een meesterwerk van laat-gotische siersmeedkunst'. In oktober 1492 geleverd door de Maastrichtse kopergieter Aert van Tricht, is de doopvont gesigneerd met een afbeelding van de stedemaagd van Maastricht in de voet gegraveerd. In haar linkerhand houdt zij een schild met het Maastrichtse stadswapen en in de rechterhand een banderol met een - in de loop der jaren weggesleten - tekst. De doopvont is een ruime kuip op een korte brede stijl die overgaat in een voet met zes figuren in middeleeuwse kledij die de kuip lijken te dragen. Deze figuren zijn blind, kreupel of anderszins gebrekkig en verwijzen naar het vijfde hoofdstuk van het Evangelie volgens Johannes waarin een menigte zieken bij het bad Bethesda op genezing wacht, namelijk door als eerste het water te betreden nadat een engel het in beweging bracht. Het deksel heeft een hoge, opengewerkte bekroning. De figuren kunnen dus worden gezien als 'een symbolische verwijzing naar dat deel van de mensheid dat nog wacht op de verlossing door de Goddelijke genade.' Deksel Op het deksel bevindt zich een gezond ogende figuur, omringd door de attributen van de vier evangelisten: adelaar, engel, leeuw en rund, die aangeven dat hij net als 'iedereen die het doopsel ontvangt, zijn genezing heeft te danken aan het Goddelijk woord.' Christelijke symbolen zijn ook in de rest van het deksel te vinden, waarbij de Doop van Christus in de Jordaan de kernvoorstelling is die verwijst naar de aanvang van ieders leven als christen met het doopsel. Hoger op het deksel staan drie beschermheiligen, Sint Jan de Evangelist, Maria, en Sint Lambertus: de eerste twee waren de patroonheiligen van de kerk van Den Bosch en de derde was patroon van het bisdom Luik, waaronder Den Bosch viel in de tijd dat de doopvont gemaakt werd. Boven deze drie is God zelf afgebeeld met tiara en een wereldbol om te tonen dat hij over de mensheid heerst. Als bekroning van dit geheel is er een pelikaan die zijn jongen voedt met eigen bloed: 'symbool voor de christelijke heilsboodschap, dat Christus zijn leven offerde voor de redding van de mensheid.' Al deze voorstellingen zijn van koper en om het zware deksel op te kunnen tillen is het met een draagstang verbonden met een ijzeren, weelderig versierde hefkraan uit dezelfde tijd als de doopvont zelf, maar waarschijnlijk gemaakt door een Bossche smid. Het Lijdensaltaar, een retabel van houtsnijwerk met geschilderde panelen, circa 1500 Uit de eerste decennia van de zestiende eeuw stamt het retabel, dat het Lijdensverhaal als hoofdthema heeft: Kruisdraging, Kruisdood en de Bewening zijn in de drie kasten te zien. De linkerkast toont de door soldaten en beulen omringde Christus die zijn kruis torst, tegelijk getroost door Veronica die zijn bloed en zweet met haar doek weghaalt. De middenkast toont de gekruisigde Christus met de traditionele elementen, geflankeerd door twee moordenaars en soldaten te paard, waarvan een hem een van azijn verzadigde spons aanbiedt en de ander zijn zijde met een lans belaagt. Daaronder, te midden de mensenmassa, wordt Maria ondersteund door Johannes en enkele medelijdende vrouwen. In de rechterkast, te midden van treurende vrouwenfiguren, weent Maria na de kruisafname over het stoffelijk overschot van haar zoon, daarbij gadegeslagen door Johannes, Nikodemus en Jozef van Arimathea. Achter Maria knielt Maria Magdalena, aan haar voeten een vat balsemolie. Onder deze kasten is in zes kleinere taferelen het verhaal van de geboorte en jeugd van Christus te zien, links twee scènes van vóór de geboorte, de Annunciatie waarbij een engel Maria over haar aanstaande moederschap inlichtte, en de Visitatie, Maria's bezoek aan haar nicht Elisabet die ook zwanger was. De twee middelste taferelen betreffen de stal in Bethlehem met de geboorte en de aanbidding der wijzen. De twee rechter taferelen, ten slotte, stellen de Vlucht naar Egypte en de Heilige Familie voor. Geschilderde panelen Het retabel is voorzien van zes panelen die aan weerszijden beschilderd zijn. In geopende toestand tonen deze panelen taferelen uit het Lijdensverhaal, met links de intocht in Jeruzalem en de gevangenneming van Christus, boven het Gebed in de Hof van Olijven en de Kruisafneming, en rechts de Opstanding en de Hemelvaart. In gesloten toestand toont het altaar taferelen uit het openbare leven van Jezus, waaronder de Bekoring in de Woestijn, de Bruiloft te Kana en de Opwekking van Lazarus. De makers van het altaarstuk zijn onbekend; wel wijzen merktekens uit dat het in een Antwerps atelier moet zijn vervaardigd. Preekstoel uit de zestiende eeuw in renaissancestijl Wanneer de preekstoel werd geïnstalleerd, is slechts bij benadering bekend: in een testament uit 1541 is een bedrag gereserveerd 'tot behoeff van eenen nyeuwen predickstoel' en de stoel zelf wordt genoemd in ooggetuigeverslagen van de beeldenstorm uit augustus 1566. Dat kan alleen het onderste gedeelte betreffen, want de kuip, het klankbord met het baldakijn erboven zijn na de beeldenstorm door een andere, niet geïdentificeerde kunstenaar gemaakt. De preekstoel beantwoordt aan de kunstzinnige uitgangspunten van de renaissance en beeldt dus een geïdealiseerde werkelijkheid af. Zes korinthische zuiltjes torsen de kuip en tussen de parallelzuiltjes op de hoeken zijn 'prachtig gesneden reliëfs' aangebracht, met niet alleen redes uit het Nieuwe Testament, waaronder de Bergrede en Paulus op de Areopaag te Athene, maar ook de geloofsverkondigingen van Petrus, Andreus en Johannes de Doper. De renaissancistische periode verraadt zich in de friezen erboven en eronder, die ter versiering onmiskenbaar wereldse taferelen laten zien, zoals een rij kinderen, naakte mannen in gevecht en bacchanten in optocht. De voorkeur voor klassieken is ook aan andere onderdelen van de kuip af te lezen, waar mythologische figuren zijn verwerkt als saters en griffioenen. Ook verraden sommige taferelen van de preekstoel de aandacht voor perspectief die in de renaissance opkwam. Ook het verbindingsstuk tussen kuip en baldakijn is een gesneden paneel en daarop is te zien hoe Sint Jan de Evangelist, de kerkpatroon, in kokende olie gefolterd wordt, omringd door beulen die het vuur gaande houden. Ook aanwezig is de opdrachtgever voor de foltering, keizer Titus Flavius Domitianus, die met zijn gezelschap het beulswerk gadeslaat. Ter bekroning is er een zes meter hoge, 'overdadig versierde troonhuif', waarbij opnieuw de geloofsverkondiging het centrale thema vormt. Weergegeven zijn enkele oudtestamentische profeten, opnieuw Johannes de Doper, de vier evangelisten en enkele apostelen, en kerkvaders. De orgelkast uit ca. 1620 Nadat in 1617 een nieuw oxaal was voltooid, begon François Symons, een schrijnwerker uit Leiden, met het maken van de koorgalerij die onder de orgelkast moest komen. Toen hij enkele maanden later klaar was, kon nog niet aan de orgelkast zelf begonnen worden, omdat de afmetingen van het pijpwerk nog niet bekend waren. Nadat een bouwer daarvoor was gevonden, kon Symons de orgelkast gaan maken. De uit Tyrol afkomstige kunstenaar Georg Schysler nam de versiering met 'prachtig houtsnijwerk en vele beelden' op zich. Het duo leverde een bijna twintig meter hoge orgelkast af 'van koninklijke allure, dat wel gerekend wordt tot de mooiste orgelfronten ter wereld.' Slechts twee jaar hadden ze nodig om 'dit hoogtepunt in de houtsnijkunst van de Nederlandse renaissance' te voltooien. Niet alleen draagt de uitbundige decoratie de muziek uit via tal van figuren met bazuin, dwarsfluit, doedelzak, draailier, kromhoorn en vedel, ook zijn er vele klassieke motieven, waaronder kariatiden, saters en hermen. De klok boven in de kast is verbonden met het uurwerk in de toren en dat geldt ook voor de trommel eronder, die elk uur een ronde maakt en de vergankelijkheid symboliseert met zijn afbeelding van de dodendans. Het grote orgel uit 1622 In 1622 leverde de Keulse orgelbouwer Floris II Hocque het orgel af, maar de afronding van zijn opdracht liep vertraging op omdat het niet helemaal aan de muzikale verwachtingen beantwoordde. Uiteindelijk maakte zijn meesterknecht Hans Goltfuss het werk af, maar na het Beleg van 's-Hertogenbosch van 1629 was de kerk gereformeerd geworden en werd het katholieke ontwerp afgekeurd. De bekende orgelbouwers vader en zoon Van Hagerbeer namen de aanpassingen op zich. In de daaropvolgende anderhalve eeuw ging het instrument ondanks reparaties gestaag achteruit, tot in 1784 een uitvoerige restauratie werd uitgevoerd door de uit Nijmegen afkomstige orgelmaker A.F. Heyneman. Hoewel hij het pijpwerk gedeeltelijk behield, resulteerde zijn werk toch in een 'volledig' nieuw instrument, door de vergroting van de omvang van het klavier en uitbreiding van de registers (waarvan enkele van klankkleur verschoten) veranderde het orgel van een laat-renaissance instrument in een '"modern" achttiende-eeuws orgel dat behalve als begeleidingsinstrument ook als concerterend solo-orgel kon fungeren.' Glas-in-loodramen De ramen in het schip zijn voorstellingen van de zeven sacramenten, en van enkele kerkvaders. Deze, alsmede de ramen in de kooromgang en het zuidertransept zijn naar ontwerp van Lambert Hezenmans, uitgevoerd door de Belgische glazenier Jean-Baptiste Capronnier (eind 19e eeuw). Het raam bij het noordertransept is ontworpen Marius de Leeuw in 1966. Het stelt het visioen voor wat Johannes de Evangelist beschrijft in de Apocalyps de zevenkoppige draak (links), en rechts de Vrouw, gekroond, tronend op de maansikkel. Het raam in de doopkapel (Doop in de Jordaan), en het raam in de Mariakapel (Adam en Eva) zijn van Pieter Wiegersma (1953). Het raam in het hoofdportaal is van glazenier Marc Mulders. Het is een voorstelling 'Het laatste oordeel' (2007). Als een detail in het raam is daarin de terroristische aanslag 9/11 2001 op de Twin Towers verwerkt. Overigen Verloving van Maria en Joseph, Toegeschreven aan Theodoor van Thulden (1606-1676). Voorspraak van Christus en Maria bij God de Vader, 1615, toegeschreven aan Abraham Bloemaert De bewening van Christus door de engelen, toegeschreven aan Thomas Willeboirts Bosschaert Grafmonument voor bisschop Ghisbertus Masius (†1641), toegeschreven aan Hans van Mildert Twee biechtstoelen Diversen kapellen zoals de Sacramentskapel en Mariakapel. Aan de kooromgang bevinden zich tien straalkapellen.. Dit zijn onder andere de Vincentiuskapel, Heilig Hartkapel, Annakapel, Jozefkapel, Aloysiuskapel en de Gedachteniskapel. 96 luchtboogfiguren (oorspronkelijk 15e-eeuws) Hertogen van Brabant op de luchtboogstoelen rond het koor Wimbergreliëfs met onder andere de erwtenman (niet te verwarren met het beeld van de erwteneter op de Sint-Jan). De erwtenman trapt een pot met erwten om. Het origineel dateert uit de 14e eeuw, maar dat is inmiddels verdwenen en vervangen. Het beeld is een (ludieke) waarschuwing van een restaurator of beeldhouwer tegen - en een afkeuring van - hoogmoed in het algemeen. Aan het beeld is een sage gehecht, die voor het eerst in de 18e-eeuw is opgetekend. In dit verhaal kwam de bouwmeester van de Sint-Jan thuis van zijn werk. Zijn vrouw had groene erwten voor hem gekookt en ze op de stenen vloer neergezet om af te koelen. Toen de bouwmeester de pot zag riep hij verontwaardigd: 'Is dit nu de spijs voor eenen man, die daags een braspenning winnen kan?' Bij de laatste restauratie is op een lege console een beeld van een engel toegevoegd, met een modern tintje: de engel draagt een broek en is via een mobiele telefoon in gesprek. Deze engel is het laatste werk van beeldhouwer Ton Mooy voor deze kathedraal, die de mobiele telefoon voorzag van slechts één toets, voor een directe verbinding met God. Een anoniem echtpaar opende een telefoonlijn voor het beeld waarop mensen een persoonlijk verhaal aan de engel kwijt kunnen, maar ook het kerkbestuur van de Sint-Jan gaf de engel een telefoonnummer, 0900-7468526. Via dit laatstgenoemde nummer krijgt de luisteraar informatie over de kathedraal. Een getordeerd baldakijn met gedraaide spits en pinakel boven een heiligenbeeld, bij de ingang van de sacramentskapel. Enkele afmetingen De grootste lengte bedraagt 115 meter. De lengte van het dwarsschip bedraagt 62 meter. De gewelfhoogte in het middenschip bedraagt 29 meter. De hoogte van het koepelgewelf bedraagt 41 meter. De daknok van het schip ligt 39 meter boven de grond. De westtoren is 73 meter hoog. De vieringkoepel is 63 meter hoog. Kerststal In december en januari is er een kerststal in de Sint-Janskathedraal. Deze is bekend vanwege zijn jaarlijks veranderende thema, de bijna levensgrote kerstfiguren maar vooral ook door de grote aantallen opgezette dieren afkomstig uit een bijzonder grote eigen collectie. Zie ook De 96 luchtboogfiguren op de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch Museum De Bouwloods Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch Orgel van de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch Schola Cantorum (Sint-Janskathedraal) Literatuur Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te ‘s-Hertogenbosch, 2016, ISBN 9789462580114 Adriaanse, W.J.J., et al., 125 Heiligenbeelden in de St. Janskathedraal te 's-Hertogenbosch. 's-Hertogenbosch: Commissie Zomertentoonstelling Sint Jan, 1984. Oudheusden, Jan van, De Sint Jan van 's-Hertogenbosch. Zwolle: Waanders, 1985. Peeters, C.J.A.C., De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch''. Staatsuitgeverij, Den Haag/Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 1985 [https://www.dbnl.org/tekst/peet048sint01_01/ Externe links Officiële website Beschrijving in't monumentenportaal van s'Hertogenbosch (gebaseerd op de dissertatie van R. Glaudemans) De parochie De kerststal Video Sint-Janskathedraal 150 Foto's dezer kerk Foto- en videogalerij Jan Rijksmonument in 's-Hertogenbosch Jan Jan Hertogenbosch Jan Bouwwerk in Brabantse gotiek
Foto- en videogalerij
1
videogalerij, videopagina, mediagalerij
11,991
DeliveryEvent
5356273
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maatregelen%20tijdens%20de%20coronacrisis%20in%20Belgi%C3%AB
Maatregelen tijdens de coronacrisis in België
In het kader van de bestrijding van de coronacrisis in België, werden door de federale regeringen een aantal maatregelen genomen. Door de verschillende gewestregeringen werden nog een aantal bijkomende maatregelen getroffen. Centraal in de maatregelen stond het concept "bubbel", een vaste groep van een klein aantal mensen. Sociale contacten waren enkel mogelijk binnen die bubbel. Federale regeringsmaatregelen Adviesorganen De federale maatregelen werden eerst besproken in een overlegstructuur, bestaande uit medische adviesgroepen (Risk Assessment Group & Risk Management Group), de economische overheden (Economic Risk Management Group), en de Groep Experts Exit Strategie (GEES). Deze laatste werd eind augustus opgeheven, en vervangen door permanent overleg binnen de evaluatiecel Celeval, die op zijn beurt eind november 2020 op non-actief werd gezet. De adviezen zouden voortaan door de Risk Assessment Group (RAG) voorgelegd worden aan COVID-19-commissaris Pedro Facon. Celeval was verlamd geraakt door de meningsverschillen tussen verdedigers van beperkte reglementering zoals gezondheidseconoom Lieven Annemans en verdedigers van strenge reglementering zoals de virologen Erika Vlieghe en Marc Van Ranst. Medio december 2020 bleek dat een nieuwe adviesgroep van 24 medische experten het Overlegcomité zou gaan bijstaan, als vierde entiteit na GEES, Celeval en RAG. De adviesgroep – officieel "Expertencomité Beheersstrategie" – heet GEMS, een acroniem voor "Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19", en staat opnieuw onder leiding van professor Erika Vlieghe. De adviezen van de expertengroep werden gepubliceerd, nadat de politieke besluitvorming had plaatsgevonden. Het coronacommissariaat onder leiding van Pedro Facon werd op 8 april 2022 opgeheven. Wettelijk kader Wetgeving civiele veiligheid (maart 2020-september 2021) De bijzondere regeringsmaatregelen overeengekomen binnen de Nationale Veiligheidsraad, en vanaf 6 oktober 2020 binnen het Overlegcomité, werden doorgevoerd via ministeriële besluiten uitgevaardigd door minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Pieter De Crem, op 1 oktober 2020 opgevolgd door Annelies Verlinden. Deze laatste gaf in een persbericht van april 2021 toe dat hierbij vaak de tijd tekortschoot om een advies te vragen aan de Raad van State (afdeling Wetgeving), zelfs onder de dringende procedure. Bij de aanvang van de coronacrisis was het eerste belangrijke ministerieel besluit dat van 18 maart 2020, al gauw vervangen door dat van 23 maart 2020. Dat laatste kende belangrijke wijzigingen op 17 april en vooral op 30 april 2020. Verdere versoepelingen volgden op 8 mei, op 15 mei, op 25 mei, op 5 juni, en op 30 juni 2020, met wijzigingen op 10 juli, op 24 juli, op 28 juli, 22 augustus, 25 september en 8 oktober. Een nieuw besluit volgde op 18 oktober, en werd gewijzigd op 23 oktober. Een volgend besluit dateert van 28 oktober, gewijzigd door de besluiten van 1 en 28 november, van 19, 20 en 21 december 2020, van 12, 14 en 26 januari 2021, van 6 februari, van 6 en 20 maart, van 24 april en van 7 mei 2021. In een addendum werd op 2 juni 2021 het advies van de Raad van State gevraagd over een herziening van het besluit van 28 oktober 2020. Op 4 juni werd het besluit van 28 oktober 2020 nogmaals, en uitgebreid, gewijzigd, evenals op 23 juni, op 27 juli, op 25 augustus en op 27 september 2021. Het Nationaal Crisiscentrum stelde richtlijnen op over de toepassing van de ministeriële besluiten. Deze richtlijnen, die herhaaldelijk werden herzien in steeds meer detail, gaven voornamelijk verdere invulling aan het samenscholingsverbod en het verbod op niet-essentiële verplaatsingen. Er kwam kritiek van politiediensten, die de maatregelen te weinig precies vonden om correct te handhaven. Grondrechtenspecialisten klaagden dan weer aan dat richtlijnen zonder juridische waarde restrictievere regels instelden dan de ministeriële besluiten zelf, bijvoorbeeld op het vlak van fysieke activiteit. Enkel de tekst van de ministeriële besluiten zelf zou als basis mogen dienen voor beboeting. Anders dan in veel landen zijn de coronamaatregelen in België niet gebaseerd op een noodtoestand, aangezien de Grondwet geen opschorting van rechten toestaat. Grondslag voor het inperken van de bewegingsvrijheid is de wetgeving rond civiele veiligheid. Betwistingen Experts voerden aan dat de wet van 2007 oneigenlijk wordt toegepast, aangezien deze alleen bedoeld is voor zeer kortstondige noodsituaties. Zij vrezen daarom voor het ondergraven van de rechtsstaat. Drie restauranthouders vorderden daarop de schorsing van het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 (sluiting horeca en avondklok), maar die werd door de Raad van State in twee afzonderlijke arresten van 30 oktober verworpen. Pandemiewet (oktober 2021-maart 2022) Zodra de pandemiewet op 4 oktober 2021 in werking was getreden, werden de regeringsmaatregelen neergelegd in koninklijke besluiten. Het eerste Besluit van 28 oktober 2021 hield de afkondiging in van een epidemische noodsituatie tot 28 januari 2022. Aangezien het Besluit werd bekrachtigd in het Parlement, kon de regering met specifieke koninklijke besluiten maatregelen uitvaardigen. Dat gebeurde voor de eerste maal met een Koninklijk Besluit, eveneens van 28 oktober 2021. gewijzigd door het Besluit van 19 november, van 27 november, van 4 december van 23 december, van 29 december 2021, en van 27 januari 2022. Met dit Besluit, bij wet bekrachtigd, werd ook de epidemische noodsituatie verlengd. Op die basis werd het Besluit van 28 oktober 2021 opnieuw gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 17 februari 2022. en van 5 maart 2022. Uiteindelijk werd de epidemische noodsituatie, met onmiddellijke ingang, afgeschaft met de wet van 11 maart 2022. 2020 6 maart 2020 Op 6 maart 2020 gaf de FOD Buitenlandse Zaken negatief reisadvies voor schoolreizen naar Italië, na een annulatiebesluit van de Italiaanse regering. 10 maart 2020 De eerste Nationale Veiligheidsraad komt samen op 10 maart 2020. Afstand houden is de rode draad in het verslag. Dit werd er beslist: In bedrijven waar het kan, wordt thuiswerk aanbevolen. Scholen krijgen de suggestie om schoolfeesten en meerdaagse schoolreizen te annuleren. Er wordt aanbevolen om evenementen van meer dan duizend personen te verbieden. De regionale en lokale overheden krijgen de bevoegdheid om deze maatregel effectief te nemen. 12 maart 2020 Op 12 maart besloot de Belgische federale regering dat vanaf 13 maart om middernacht tot en met 3 april de volgende maatregelen van kracht zouden zijn: Cafés, restaurants en discotheken blijven gesloten. Afhaalrestaurants (waaronder frituren) mogen openblijven. Maaltijden mogen niet ter plaatse verbruikt worden. Afhalen en thuisbezorging van maaltijden en drive-in zijn toegestaan. Hotels blijven open, maar hun restaurants en ontbijtzalen worden gesloten. Alle winkels die essentiële diensten leveren zoals voedingszaken (inclusief supermarkten), dierenvoedingswinkels en apotheken blijven open zoals gewoonlijk, ook in het weekend. Andere handelszaken blijven open tijdens de week, maar moeten in het weekend sluiten. Markten mogen plaatsvinden, mits enkele aangepaste richtlijnen tijdens de weekdagen. Tijdens het weekend zullen er enkel kramen toegelaten worden met voedingsmiddelen. Onderwijs: in het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs worden de lessen geschorst vanaf 16 maart tot en met 3 april. Opvang moet voorzien worden voor leerlingen tot 14 jaar waarvoor anders geen opvang of enkel opvang door de grootouders mogelijk is. Voor hogescholen en universiteiten moet massaal ingezet worden op afstandsonderwijs. Crèches blijven open. Alle evenementen worden afgelast. Dit houdt in dat sportieve en culturele manifestaties niet toegelaten zijn. Pretparken en musea worden gesloten. De regionale en lokale overheden (deelstaatregeringen, provinciegouverneurs en burgemeesters) hebben de bevoegdheid om strengere maatregelen uit te vaardigen. 17 maart 2020 Op 17 maart werd besloten tot een zogenaamde lockdown light ingaand op 18 maart 's middags. Er werd aangekondigd dat tot minstens 5 april alle niet-essentiële winkels dichtgaan. Supermarkten, voedingswarenwinkels, drogisterijen en apotheken blijven wel open. Mensen mogen nog wel naar buiten om te wandelen, joggen of fietsen. Dat wordt zelfs aangeraden. Thuiswerken wordt de norm in België, volgens premier Sophie Wilmès. Alle niet-essentiële verplaatsingen verboden, evenals niet-essentiële reizen naar het buitenland. 20 maart 2020 Op 20 maart besloot de regering om de grenzen grotendeels te sluiten. Al het niet-essentiële grensverkeer werd verboden. Dit om het grenstoerisme tegen te gaan, waarbij Belgen massaal richting Nederland gingen omdat daar horeca en winkels nog open waren en Nederlanders naar België kwamen om te tanken, naar de supermarkt te gaan of te wandelen. In de praktijk kwamen er ook geen grenscontroles in en rondom de Belgische enclave Baarle-Hertog. Bij de grens met Duitsland ging het om dezelfde problematiek, waarbij aan weerszijden van de grenzen verschillende maatregelen werden genomen. Al deze maatregelen werden op 27 maart verlengd tot en met minstens 19 april, met de mogelijkheid om deze nog zeker tot en met 3 mei te verlengen. 15 april 2020 Op 15 april besloot de Nationale Veiligheidsraad: de geldende inperkingsmaatregelen te verlengen tot en met 3 mei doe-het-zelfwinkels en tuincentra mogen opnieuw openen vanaf 18 april, mits de veiligheidsafstanden die ook gelden in de supermarkten bewoners van rust- en verzorgingstehuizen of centra voor personen met een beperking, en mensen die geïsoleerd leven en zich niet kunnen verplaatsen, mogen bezoek krijgen van een vaste, vooraf aangeduide persoon, op voorwaarde dat die persoon 2 weken vrij is van symptomen. Na protest vanuit de sector van woon-zorgcentra ging de versoepeling in de praktijk niet door. 24 april 2020 Op 24 april 2020 besloot de Nationale Veiligheidsraad tot een uitbreiding van de capaciteit inzake "testing en tracing", en tot een "exitstrategie", een geleidelijke versoepeling van de maatregelen, met behoud nochtans van de algemene regels inzake hygiëne en afstand (1,5 meter): fase 1-a, vanaf 4 mei: fysieke activiteit en contactloze sporten in open lucht zijn toegestaan met maximaal twee personen, naast de mensen die onder hetzelfde dak wonen bedrijven, intern en onderling kunnen opnieuw aan de slag, mits veiligheidsnormen (afstand, mondmaskers, spreiding) stoffenwinkels mogen openen (om mondmaskers te helpen maken) fase 1-b, vanaf 11 mei: alle winkels mogen openen, ongeacht sector of grootte, maar wel mits strenge veiligheidsnormen (aantal klanten, afstand, contact) fase 2, vanaf 18 mei komt er mogelijk een versoepeling voor: contactberoepen (kappers en dergelijke) musea ploegsporten scholen (proefopening vanaf 15 mei), gespreid en mits voorwaarden bepaalde sociale activiteiten met meer personen daguitstappen fase 3, vanaf ten vroegste 8 juni wordt overwogen: horeca, te beginnen met de restaurants zomeractiviteiten zoals buitenlandse reizen, kampen van jeugdbewegingen (beslissing eind mei), stages, toeristische attracties, kleinere openluchtevenementen (massa-evenementen blijven verboden tot 31 augustus). 6 mei 2020 Op 6 mei bevestigde de Nationale Veiligheidsraad fase 1b vanaf 11 mei, en besliste bovendien: vanaf zondag 10 mei mag elk gezin thuis (maar liefst in tuin of op terras) maximaal vier personen - altijd dezelfde – ontvangen, mits de gebruikelijke veiligheidsvoorwaarden op 11 mei worden de winkels heropend, evenals individuele marktkramen (mits lokale toelating), dit alles onder strikte voorwaarden (alleen winkelen, tenzij met kind of hulpbehoevende, 1 klant per 10m², maximaal 30 minuten, afstand houden...) de verdere fases worden voorbereid, maar tot zolang blijven eerdere verboden van kracht. 13 mei 2020 Op 13 mei bevestigde de Nationale Veiligheidsraad om vanaf 18 mei fase 2 van het afbouwplan op te starten, maar een volgende stap zal tot 8 juni moeten wachten. geleidelijke heropstart in het basis- en secundair onderwijs, onder strikte organisatorische voorwaarden; kleuterscholen blijven gesloten, het hoger onderwijs heeft het einde van het academiejaar al georganiseerd samen met de gemeenschapsoverheden; musea en culturele bezienswaardigheden kunnen weer open, mits voorwaarden (online tickets, beperking van aantallen); contactberoepen kunnen aan de slag, onder bepaalde voorwaarden (mondmaskers, afstand, op afspraak); markten mogen opnieuw (maximaal 50 kramen, circulatieplan, afstand, mondmasker voor de marktkramers); trekpleisters in de natuur, zoals dierenparken, mogen open, mits voorwaarden (online tickets, circulatieplan, aantal bezoekers, geen cafetaria's, attracties of speeltuinen); sporttrainingen in de buitenlucht en in clubverband mogen worden hervat (veiligheidsafstand, coach aanwezig, maximum 20 personen); huwelijken en begrafenissen kunnen, mei maximum 30 personen (afstand, geen receptie nadien). 22 mei 2020 Op 22 mei werden de maatregelen rond jeugdactiviteiten versoepeld: vanaf 27 mei mogen een aantal speeltuinen weer open, mits voorwaarden vanaf 1 juli kunnen zomerkampen en jeugdactiviteiten opstarten (max. 50 personen). 3 juni 2020 Op 3 juni keurde de Nationale Veiligheidsraad het afbouwplan vanaf 8 juni goed. Van dan af werd vrijheid de regel, en wat niet mag de uitzondering. Activiteiten blijven verboden wanneer ze een te nauw contact tussen mensen of massabijeenkomsten met zich meebrengen, of wanneer nog geen protocollen (specifieke regels) voor die sector bestaan. De Veiligheidsraad bevestigt de eerdere, algemene regels inzake afstand, hygiëne, risicopatiënten, beperking van sociale contacten, en voorkeur voor buitencontact en telewerken. Meer bepaald gelden volgende regels: in situaties waar men de veiligheidsafstand niet kan respecteren (bv. openbaar vervoer) moet een mondmasker gedragen worden; men kan nu wekelijks met 10 verschillende, en wisselende, personen nauwer contact hebben, bovenop de gezinsleden (= uitgebreide persoonlijke bubbel); georganiseerde sport- en cultuuractiviteiten onder begeleiding, beperkt tot 20 personen (50 personen vanaf 1 juli), mits de veiligheidsafstand wordt gerespecteerd; horeca, sport en cultuur gaan opnieuw van start, volgens protocollen die bepaald worden door de bevoegde minister: voor de horeca gelden voorwaarden (1,50 m tussen de tafels; maximaal 10 personen per tafel; klanten moeten aan eigen tafel blijven zitten; obers moeten een masker dragen; opening tot één uur 's morgens) cultuursector (inclusief bioscoop): activiteiten zonder publiek vanaf 8 juni, vanaf 1 juli met maximaal 200 zittende aanwezigen, mits veiligheidsregels, en mondmasker aanbevolen; sportactiviteiten: contactloze sportactiviteiten worden hervat, indoor en outdoor, amateur of professioneel, competitie en training; sportzalen en fitnessruimtes mogen ook heropenen, mits veiligheidsvoorwaarden (hygiëne, afstand, geen kleedkamers en douches); zwembaden, sauna's en wellnesscentra blijven nog gesloten; erediensten met maximum 100 personen (200 vanaf 1 juli) kunnen worden hervat, mits veiligheidsvoorschriften, en zonder fysiek contact; reizen en toerisme: vanaf 8 juni mogelijk binnen België, vanaf 15 juni binnen de Europese Unie (plus Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Liechtenstein, IJsland en Noorwegen); alle overige georganiseerde activiteiten worden hervat, tenzij de herstart in een andere fase wordt gepland; zoals: speelhallen (bv. casino’s), banket- en receptiezalen (max. 50 personen) vanaf 1 juli, nachtclubs pas eind augustus. conferenties, pretparken en binnenspeeltuinen vanaf 1 juli; kermissen en dorpsfeesten vanaf 1 augustus, maar grote massa-evenementen blijven verboden tot en met 31 augustus. De protocollen worden tegen 1 juli opnieuw geëvalueerd. Fases 4 en 5 van de afbouwstrategie starten in juli en augustus, als de epidemiologische situatie het toelaat. 24 juni 2020 Op 24 juni besloot de Nationale Veiligheidsraad om vanaf 1 juli over te gaan tot fase 4 van de afbouw. Mits toepassing van de algemene regels en de specifieke protocollen wordt de heropening toegestaan van: zwembaden en wellnesscentra; pretparken en binnenspeeltuinen; theaters en bioscopen; casino's en speelzalen; congres- en feestzalen met een limiet van 50 personen. De sociale bubbel wordt vergroot van 10 naar 15 verschillende mensen per week, naast het gezin. Verder blijven nachtclubs gesloten, en massa-evenementen verboden. Voor kleinere evenementen wordt een online-instrument (matrix) uitgewerkt om de lokale overheden te helpen bij het verlenen van vergunningen. Er geldt een capaciteitslimiet van 200 mensen binnen, en 400 mensen buiten (augustus: 400 binnen, 800 buiten). Het maximum aantal deelnemers buiten is ook van toepassing voor demonstraties. Tegelijk worden vanaf 1 juli enkele maatregelen versoepeld: winkelen kan met mensen uit de contactbubbel en zonder tijdslimiet, en geen beperking meer op het aantal marktkramen. 9 juli 2020 Op 9 juli 2020 werd besloten het dragen van mondmaskers te verplichten in winkels, bibliotheken, bioscopen, theaters, musea, concert- en conferentiezalen en gebedshuizen. De beslissing werd genomen in het Overlegcomité van de regeringen, en zou daags nadien bekrachtigd worden op een elektronische Nationale Veiligheidsraad. Anderzijds publiceerde de federale overheid via de website van Buitenlandse Zaken een lijst van landen volgens een kleurcode: groen: reizen is mogelijk oranje: mogelijk mits quarantaine, een test of andere voorwaarden rood: nu niet mogelijk of niet toegelaten. Code oranje zorgde echter voor verwarring, omdat de formule “verhoogde waakzaamheid” nu eens wel, dan weer geen quarantaine inhield. Bovendien wisselde de toekenning van codes verschillende malen. Zo stond Zweden op 28 juni en 8 juli met code groen, op 12 en op 15 juli om 8.36 u. (GMT) met code rood, maar om 14.52 u. (GMT) met code oranje. 23 juli 2020 Op 23 juli besliste de Nationale Veiligheidsraad om fase 5 van het afbouwplan (voorzien voor 1 augustus) niet te activeren. Alle vroegere beperkingen blijven dus ongewijzigd. Wat de beurzen betreft, daar is een hervatting van de activiteiten voorzien voor 1 september, onder strikte voorwaarden en afhankelijk van de evolutie van de epidemie. Voorts zijn volgende maatregelen genomen, met ingang van zaterdag 25 juli: De mondmaskerplicht wordt uitgebreid tot alle markten, rommelmarkten en kermissen, in winkelstraten en op alle drukke plaatsen (privé of openbaar) zoals bepaald door de plaatselijke autoriteiten, in alle openbare gebouwen voor de delen die toegankelijk zijn voor het publiek, en in horecazaken, behalve als mensen aan tafel zitten. De sluitingstijd van de nachtwinkels wordt vervroegd naar 22 uur. Klanten van de horeca zal worden gevraagd een e-mailadres of een telefoonnummer achter te laten; deze informatie zal na 14 dagen worden vernietigd en kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan de bestrijding van het virus. Lokale autoriteiten kunnen aanvullende voorzorgsmaatregelen overwegen, tot zelfs de afkondiging van een lokale lockdown in overleg met de gewesten en de gouverneurs, en binnen het kader van het ministerieel besluit. De zogenoemde "bubbel van 15" wordt niet verlaagd, maar moet absoluut worden nageleefd, en iedereen moet een lijst kunnen opmaken van alle nauwe contacten tijdens de voorbije week. 27 juli 2020 Op 27 juli trok de Nationale Veiligheidsraad een aantal eerdere versoepelingen weer in voor een termijn van minstens 4 weken, en dit na de onheilspellende besmettingscijfers van de afgelopen week: de sociale bubbel wordt vanaf 29 juli beperkt, van 15 wisselende contacten per persoon tot 5 dezelfde personen per gezin (plus kinderen tot 12 jaar) familie- of vriendenbijeenkomsten, recepties en banketten beperkt tot 10 personen (plus kinderen tot 12 jaar) evenementen die onder toezicht en volgens protocollen plaatsvinden, kunnen toegestaan worden door de burgemeesters, maar in elk geval met een maximum van 100 personen binnen en 200 personen buiten, met mondmaskerplicht eerdere beperkingen in winkels (alléén winkelen, maximum 30 minuten behalve op afspraak), worden weer van kracht op een aantal plaatsen worden contactgegevens opgevraagd. Voorts wordt telewerk opnieuw sterk aanbevolen, worden de gratis treintickets uitgesteld tot september, en zal de contactopsporing worden versterkt. De Nationale Veiligheidsraad dringt erop aan dat de lokale overheden krachtige maatregelen nemen als de epidemiologische situatie op hun grondgebied verslechtert. Zij zullen epidemiologische gegevens ontvangen van de regionale autoriteiten en zij hebben de ruimte om in te grijpen als de situatie dat vereist. 20 augustus 2020 Op 20 augustus besloot de Nationale Veiligheidsraad dat alle leerlingen vanaf 1 september weer naar school kunnen gaan op basis van de "code geel" (een situatie waarin het virus nog steeds actief is, maar wel onder controle is): normale schoolweek van 5 dagen, mits mondmaskerplicht vanaf 12 jaar en het opschorten van bepaalde buitenschoolse activiteiten in het secundair onderwijs. In gemeenten met besmettingspieken kunnen de ministers van Onderwijs overstappen op kleurcode oranje (verminderd aantal schooldagen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs). Over het hoger onderwijs wordt later beslist. Voorts geldt voor de maand september: de sociale bubbel blijft beperkt tot 5 personen, of 10 voor contacten waarbij de veiligheidsafstand wordt gerespecteerd; aan de experts van Celeval is gevraagd om advies over de langetermijnstrategie inzake sociale contacten; rouwmaaltijden ("koffietafel") na een uitvaart kunnen plaatsvinden met maximaal 50 personen; vanaf 24 augustus kan men met z'n tweeën winkelen, en dit zonder tijdslimiet; publieke evenementen kunnen voortaan met maximum 200 mensen indoor en 400 mensen outdoor – behoudens uitzonderingen – mits mondmaskerplicht en naleving protocollen; ongehuwde partners uit verschillende landen kunnen naar elkaar toe reizen, mits dezelfde test- en quarantaineregels als de anderen. Voorts herinnert de Veiligheidsraad eraan dat sinds 1 augustus alle personen die terugkeren na een verblijf in het buitenland van meer dan 48 uur, het Passenger Locator Formulier moeten invullen. Bovendien: wie terugkeert uit een rode zone moet zich laten testen en in quarantaine blijven, zelfs als hij/zij geen symptomen vertoont; wie terugkeert uit een oranje zone, wordt hetzelfde gevraagd, maar op vrijwillige basis, vooral als die persoon risicovolle contacten heeft gehad; iedereen wordt gevraagd om actief deel te nemen aan de contact tracing. 23 september 2020 De beslissingen op de Nationale Veiligheidsraad van 23 september 2020 werden algemeen als “versoepelingen” beschouwd: alle sociale contacten kunnen, mits afstand houden of mondmasker, en met hooguit 10 personen op dezelfde plaats op hetzelfde moment (kinderen niet inbegrepen) nauwere contacten kunnen met hooguit 5 personen (buiten het gezin, per maand) bij evenementen die professioneel worden georganiseerd gelden geen beperkingen voor het aantal genodigden, mits horecaregels en protocollen. In de horeca blijft de limiet van 10 personen per tafel dansgelegenheid is er in dit stadium nog steeds niet de algemene mondmaskerplicht buitenshuis vervalt vanaf 1 oktober, behalve op drukbezochte plaatsen (bepaald door de lokale autoriteiten), op het openbaar vervoer, en in winkels of bioscopen en ongeacht het aantal mensen. de beperkingen op het winkelen (aantal personen en tijd) worden opgeheven inzake testing wordt de capaciteit opgevoerd, en organisatorische en administratieve stroomlijning doorgevoerd voor de tracing wordt op 30 september de mobiele app Coronalert gelanceerd de quarantaineregels worden verkort (7 dagen) en vereenvoudigd, evenals de regels voor wie terugkeert uit vakantie voor koppels met een verschillende nationaliteit en/of verblijfsland (“love is not tourism”) wordt de bewijslast verzacht. Voorts bevestigt de Veiligheidsraad de permanente voorschriften (“zes gouden regels”), en de aanbeveling tot thuiswerk. Aan het adviesorgaan Celeval wordt gevraagd de protocollen inzake publieke evenementen aan te passen, en de voorgestelde epidemiologische barometer klaar te maken voor toepassing in oktober. Critici betreurden de versoepelingen in het licht van de stijgende besmettingscijfers. De Vlaamse rectoren riepen de studenten zelfs op zich niet te laten verleiden door de versoepelingen, en een strikter contactregime aan te houden. 6 oktober 2020 Binnen de nieuwe Regering-De Croo nam op 6 oktober het Overlegcomité het coronabeleid over van de Nationale Veiligheidsraad. Meteen werden de maatregelen verstrengd, onder meer: nauwe contacten worden beperkt tot maximum 3 per maand privé-bijeenkomsten thuis of buiten: maximum 4 personen, ook per tafel in cafés en cantines sluitingsuur cafés: 23.00 uur extra inspanningen inzake sensibilisering en handhaving telewerk sterk aanbevolen, meerdere dagen per week. Deze maatregelen vormen de ‘nationale sokkel’, waarop de provinciegouverneurs strengere maatregelen kunnen uitvaardigen. Daarnaast werd Pedro FACON, directeur-generaal bij Volksgezondheid aangeduid als COVID-19 commissaris. 16 oktober 2020 Het Overlegcomité van 16 oktober sprak van een "zorgwekkende epidemiologische toestand" (alarmniveau 4 – zeer hoge alertheid – op de COVID-19-barometer), met verhoogde druk op de eerstelijnszorg, met name de huisartsengeneeskunde, en op de ziekenhuizen, waar de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg in het gedrang komt. Om erger te vermijden, besloot het Overlegcomité om vanaf 19 oktober de maatregelen van 6 oktober nog te verstrengen, en onder meer: nauwe contacten worden beperkt tot maximum 1 persoon cafés en restaurants worden gesloten voor vier weken, met een evaluatie na twee weken; afhalen van maaltijden blijft mogelijk tot 22.00 uur een nachtklok van 24 u. tot 5 u. 30 oktober 2020 Om de toenemende druk op de ziekenhuizen te verlichten en de besmettingscurve zo snel en radicaal mogelijk om te buigen, werden strengere maatregelen besloten op het Overlegcomité van 30 oktober, en onder meer: gebedshuizen blijven open, maar zonder eredienst buitenlandse reizen worden sterk afgeraden, maar de grenzen worden niet gesloten conform Europese afspraken sluiting van vakantieparken, campings en dierenparken sluiting van niet-essentiële winkels (wel afhaal en thuisbezorging) sluiting van niet-medische contactberoepen (kappers, schoonheidssalons …) verlenging van de herfstvakantie met één week tot 15 november, en minstens 50% afstandsonderwijs voor leerlingen van de 2e en 3e graad. De maatregelen gelden tot 13 december, met een evaluatie voor de winkels op 1 december. 27 november 2020 Naar aanleiding van de aangekondigde evaluatie voor de winkels op 1 december besloot het Overlegcomité van 27 november 2020 onder meer: heropening van winkels vanaf 1 december 2020, onder strikte voorwaarden (hygiëne, individueel bezoek, hooguit 30 minuten, een persoon per 10m2) heropening van musea en zwembaden, volgens protocol van hun sector beperking sociale contacten blijft tijdens de kerstperiode avondklok tussen middernacht en 5.00 uur blijft van kracht, net als het geldende samenscholingsverbod algemeen verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk scherpere controle op reizen (Passenger Locator Form, quarantaine). Alle bovenstaande maatregelen gelden tot 15 januari 2021, met een evaluatie begin januari. De maatregelen zouden dan verlopen volgens een van twee fases: een neergaande fase met striktere maatregelen, en een beheersfase waarin protocollen per sector van kracht zijn. 18 december 2020 Het Overlegcomité zag op 18 december 2020 geen mogelijkheid tot versoepeling, maar besloot tot een strengere controle op de naleving van de bestaande regels. 30 december 2020 Die dag deelde premier Alexander De Croo mee dat het Overlegcomité strengere regels oplegt voor wie terugkeert uit een rode zone. Wie langer dan 48 uur in een rode zone was, moet voortaan verplicht in quarantaine. Op dag 1 en dag 7 moet er een coronatest afgelegd. Als de uitslag van die tweede test negatief is, mag de quarantaine beëindigd worden. 31 december 2020 De overheid besloot die dag om vanaf 1 tot 3 januari 2021 de Hoge Venen af te sluiten voor toeristisch autoverkeer tussen 8 uur en 17 uur. Ook gingen alle parkings rondom het natuurgebied dicht, samen met de drie belangrijkste toegangswegen. Mobilhomes worden geweerd langs de kant van de weg. 2021 8 januari 2021 De overheid besliste als enige versoepeling dat rijscholen en -examencentra weer open mochten. De maatregelen rond reizen werden verlengd en er kwamen verscherpte controles op de maatregelen. 26 januari 2021 Op 22 januari 2021 besloot het Overlegcomité om niet-essentiële reizen naar het buitenland te verbieden vanaf 27 januari. De uitzonderingen werden nauw omschreven, en wie daarvan wil genieten, moet een verklaring op eer kunnen voorleggen, met bewijsstukken. De termijn voor quarantaine- en isolatie wordt verhoogd van 7 naar 10 dagen. En een heropening van de contactberoepen zou ten vroegste op 13 februari kunnen, op voorwaarde dat de epidemiologische situatie verder gunstig evolueert. 5 en 26 februari 2021 Onder strikte voorwaarden mogen kappers vanaf 13 februari opnieuw aan de slag gaan, andere niet-medische contactberoepen moeten wachten tot 1 maart. Vanaf 8 februari mogen vakantieparken en campings weer open, nadat de Raad van State de sluiting ervan discriminerend vond ten opzichte van andere logies. Vanaf 13 februari mogen ook de tuinen van dierenparken weer open, en mogen makelaars met hun klanten opnieuw woningen bezichtigen. Voorts werden de genomen maatregelen – dus ook de reisbeperkingen – verlengd tot 1 april. Op het Overlegcomité van 26 februari werden mogelijke versoepelingen voorlopig afgewezen, en uitgesteld tot 5 maart. 5 en 19 maart 2021 Er komen voorzichtige versoepelingen vanaf 8 maart, vooral voor buitenactiviteiten, omdat daar het risico op besmetting kleiner is: vanaf 8 maart buiten met 10 personen, meer vrijheid voor jongerenactiviteiten buiten, heropening ijsverkopers, privésauna's en kappers aan huis; vanaf 15 maart opnieuw schooluitstappen en iets meer contactonderwijs; vanaf april verdere versoepelingen voor buitenactiviteiten, en vanaf mei ook voor binnen, als de situatie het toelaat. Op het vervroegd samengeroepen Overlegcomité van 19 maart werd echter beslist de versoepelingen die aangekondigd waren voor 1 april uit te stellen. 24 maart 2021: naar code geel Experts pleitten voor verdere maatregelen door de zorgwekkende coronacijfers. Het Overlegcomité besliste over bijkomende coronamaatregelen. Volgende beperkingen werden vanaf zaterdag 27 maart van toepassing: Niet-medische contactberoepen moeten opnieuw de deuren sluiten. Niet-essentiële winkels mogen enkel klanten op afspraak ontvangen. De buitenbubbel wordt teruggebracht naar 4 personen. 14 april 2021 Het Overlegcomité besloot tot geleidelijke versoepelingen, die echter gekoppeld werden aan een gunstige evolutie van de coronacijfers: vanaf 19 april herstart het onderwijs, deels op afstand, en wordt het reisverbod opgeheven, weliswaar met test- en ­quarantaineplicht bij terugkeer uit een rode zone; vanaf 26 april kunnen buitenontmoetingen met tien in plaats van vier personen, heropenen de niet-medische contactberoepen zoals ­kappers, en vervalt de afspraakplicht in winkels; na 26 april worden enkele testevenementen georganiseerd, en wordt een kalender opgesteld voor de ­cultuur- en evenementensector; vanaf 8 mei, en mits het bereiken van de geplande vaccinatiegraad bij 65-plussers en een terugval van het aantal zieken op intensieve zorg, zouden de pretparken en de terrassen van horecazaken weer open gaan, en wordt de avondklok vervangen door een samenscholings­verbod; buitenevenementen kunnen met maximum 50 deelnemers; verdere versoepelingen volgen in juni, mits de gezondheidssituatie dit toelaat. Een ministerieel ontwerpbesluit met deze maatregelen werd voorgelegd aan de Raad van State, uiteindelijk op 25 april gepubliceerd, en op 7 mei aangevuld. 11 mei 2021 Op 11 mei werden op het Overlegcomité de belangrijkste regelingen afgesproken voor een zomerplan met de nodige versoepelingen, steeds onder voorbehoud van gunstige cijfers inzake ziekenhuisbedden en vaccinaties: Stap 1 vanaf 9 juni 2021 ieder gezin kan 4 personen binnen ontvangen telewerk blijft verplicht, met de mogelijkheid tot 1 terugkeermoment per week; de horeca heropent binnen tussen 8.00 uur en 22.00 uur, tot 4 personen per tafel en onderlinge afstand; cultuur- en sportevenementen kunnen doorgaan, met maximum 200 personen binnen, of 75% van de zaalcapaciteit, mits mondmasker en veilige afstand; buiten tot 400 personen; ook kermissen, markten en dergelijke zijn opnieuw mogelijk niet-professionele sporten tot 50 personen binnen en 100 personen buiten (met uitzondering voor contactsporten); jeugdactiviteiten en verenigingsleven, tot 50 personen, zonder overnachting; feesten en recepties tot 50 personen binnen, verder volgens de regels van de horeca; erediensten, huwelijken en begrafenissen tot 100 personen binnen en 200 personen buiten; bioscopen en allerhande recreatiecentra, fitness, sauna's en dergelijke heropenen, mits specifieke regelingen; huis-aan-huisverkoop is opnieuw toegelaten, net als de activiteiten van sekswerkers; manifestaties en betogingen tot 100 personen, met vooraf overeengekomen parcours. Stap 2 vanaf 1 juli, stap 3 vanaf 30 juli 2021 en stap 4 vanaf 1 september 2021: verdere geleidelijke versoepelingen worden in het vooruitzicht gesteld, steeds onder voorbehoud van gunstige cijfers inzake ziekenhuisbedden en vaccinaties. De concrete bepalingen worden later gepubliceerd. Het Overlegcomité benadrukt tot slot de toevoeging aan de basisregels van een goede ventilatie. 4 juni 2021 Op 4 juni werden de regels voor de versoepelingen vanaf 9 juni gepreciseerd en deels uitgebreid, en regels bepaald voor de zomerreizen van 2021: "Vrij en veilig reizen" zal binnen de Europese Unie vanaf 1 juli 2021 kunnen op basis van het Europees digitaal coronacertificaat. Reizen buiten de Europese Unie blijven sterk afgeraden. De regels bij terugkeer verschillen naargelang de kleurcode van de betrokken landen. Het locatieformulier ("Passenger Location Form") blijft behouden, en wie zich nog niet kon laten vaccineren, kan twee PCR-tests terugbetaald krijgen. De openingsuren in de horeca worden vanaf 9 juni uitgebreid, van 5u 's ochtends tot 23.30 uur. Evenementen: een dertigtal testevenementen kan deze zomer doorgaan, en grootschaligere evenementen, tot 75.000 bezoekers, vanaf 13 augustus, mits de nodige testen. 18 juni 2021 Op 18 juni stelde het Overlegcomité vast dat de ziekenhuisopnames waren gedaald tot minder dan 75 per dag, het aantal ziekenhuisbedden voor coronapatiënten minder dan 1.000 bedroeg, en de positiviteitsratio tot onder de 4% was gedaald. Bijgevolg werd beslist om op 27 juni de volgende stap van het Zomerplan te activeren: sociale contacten kunnen tot 8 geïnviteerde personen binnen, voor toeristische logies vervallen de beperkingen, mits geldende protocollen gerespecteerd worden; winkelen: kan met meerdere personen, mits mondmasker horeca: kan nu tot 8 personen; het sluitingsuur wordt verlaat naar 1 uur 's nachts; voor banketten en recepties gelden er geen maxima meer; voor het overige gelden de regels van de horeca; erediensten: tot 200 personen binnen en 400 personen buiten; bij gebruik van CERM of CIRM, gelden bepalingen evenementensector; markten, kermissen en dergelijke: boven de 5.000 bezoekers met eenrichtingsverkeersplan; mondmaskerplicht in juli en augustus; evenementen: binnen tot 2.000 (testevenementen: 4.000, buiten 2.500/5.000) aanwezigen, mits ze een Covid Safe Ticket hebben; het nachtelijk samenscholingsverbod vervalt, en de beperkingen op betogingen vallen weg, mits het respecteren van de mondmaskerplicht en de verplichting tot veilige afstand; verder enkele verduidelijkingen inzake (sport)activiteiten. 19 juli 2021 Het Overlegcomité van 19 juli kondigde geen verdere versoepelingen aan, en bevestigde eerder genomen maatregelen. Voorts onder meer: bij terugkeer uit Europese hoogrisicozones wordt een PCR-test vereist op dagen 1 en 7, met quarantaineplicht indien positief; de controles op het invullen van het Passenger Locator Form en het bezit van een digitaal coronacertificaat worden aangescherpt; organisatoren van jeugdkampen wordt met aandrang algemene pre-testing gevraagd; het Covid Safe Ticket kan het mondmasker vervangen vanaf 13 augustus, voor evenementen met meer dan 1.500 personen; zorgverleners worden verder gesensibiliseerd om zich te laten vaccineren. 20 augustus 2021 Vanwege de hoge vaccinatiegraad kon het Overlegcomité van 20 augustus algemene versoepelingen van het Zomerplan in het vooruitzicht stellen. Meer bepaald, vanaf 1 september: in de horeca vervallen de beperkingen (sluitingsuur, zitplaatsen, bediening); in de persoonlijke sfeer, bij familiebijeenkomsten, in het verenigingsleven, en bij evenementen tot 200 personen (400 buiten) vallen de beperkingen op het aantal genodigden weg; bij grotere evenementen geldt het Covid Safe Ticket; de algemene aanbeveling voor telewerk wordt opgeheven; vanaf 1 oktober kunnen ook de discotheken weer open (mits aangepast protocol). Anderzijds: voor het zorgpersoneel wordt de vaccinatieplicht ingevoerd; de mondmaskerplicht blijft in de horeca (rondwandelen), tijdens erediensten, op het openbaar vervoer en op drukke plaatsen; omdat de situatie in Brussel minder rooskleurig is, worden de versoepelingen daar nog uitgesteld. Het COVID-19 Commissariaat en het Nationaal Crisiscentrum bereiden een rapport voor om het einde van de federale fase voor te bereiden. 17 september 2021 Het Overlegcomité van 17 september koos voor een gedifferentieerde versoepeling van de maatregelen vanaf 1 oktober. Federaal blijft de mondmaskerplicht enkel behouden in het openbaar vervoer, de zorginstellingen, bij contactberoepen, en evenementen met meer dan 500 personen binnen. De gewesten kunnen echter strengere verplichtingen opleggen indien de epidemiologische situatie dit vereist. In de praktijk verdwijnt de mondmaskerplicht in de horeca en de winkels in Vlaanderen, maar blijft hij grotendeels behouden in Brussel en Wallonië. Voorts geldt vanaf oktober: Discotheken, dancings en nachtclubs kunnen opnieuw openen, mits Covid Safe Ticket en aangepaste ventilatie. Het Covid Safe Ticket kan door de gewesten bij decreet of ordonnantie verplicht worden als toegangsbewijs, en kan door organisatoren van grote evenementen gebruikt worden als alternatief voor de verplichtingen inzake CIRM/CERM. De controle op het verplichte Passenger Locator Form (PLF) voor alle terugkerende of aankomende reizigers blijft behouden. In het Brussels gewest worden bijkomende maatregelen getroffen om de pandemie verder in te dijken. Die omvatten onder meer een scherpere controle op inkomende reizigers, het behoud van het telewerk en het uitbreiden van de vaccinatiemogelijkheden. 26 oktober 2021 Het Overlegcomité van 26 oktober koos voor een uitbreiding van de mondmaskerplicht, het Covid Safe Ticket en telewerk om de toegenomen viruscirculatie af te remmen. Meer bepaald, vanaf 29 oktober: Mondmaskerplicht: winkels en winkelcentra; zorginstellingen; publiek toegankelijke ruimtes van bedrijven, overheidsgebouwen, gerechtsgebouwen; inrichtingen voor culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve activiteiten, waaronder schouwburgen, concertzalen, cinema’s, musea, indoor pret- en themaparken, indoor fitnesscentra en sportcentra; bibliotheken, spelotheken en mediatheken; erediensten. Voor publieke evenementen stelt de federale regering het gebruik in van het Covid Safe Ticket voor evenementen vanaf 200 personen binnen en 400 personen buiten. Bij gebruik van het Covid Safe Ticket vervalt de mondmaskerplicht. Telewerk wordt sterk aanbevolen bij voor alle personeelsleden van ondernemingen, verenigingen en dienstverleners. De maatregelen steunen op de “epidemische noodsituatie” die de regering uitriep op basis van de sedert 4 oktober geldende pandemiewet. 17 november 2021 Het Overlegcomité kwam wegens de snel stijgende cijfers vervroegd bijeen op 17 november. Om een totale overbelasting van het gezondheidssysteem te vermijden en het onderwijs en de economie zo normaal mogelijk te laten functioneren, besloot het Overlegcomité: een brede mondmaskerplicht, vanaf 10 jaar, in besloten ruimtes, onder meer alle collectief vervoer, alle contactberoepen, zorginstellingen, horeca, fitnesscentra, evenementen, winkels, en alle publiek toegankelijke ruimtes; voor het onderwijs beslissen de gemeenschappen over een mondmaskerplicht voor kinderen jonger dan 12; naast het Covid Safe Ticket wordt ook het mondmasker verplicht voor alle bijeenkomsten (vanaf 50 personen binnen, 100 personen buiten), horeca, zalen voor podiumkunst of culturele activiteiten, indoor circus, cinema's, musea en (indoor) pret- en themaparken; in discotheken en dancings vervalt de mondmaskerplicht mits Covid Safe Ticket plus zelftest ter plaatse; verplicht telewerk met de mogelijkheid tot het organiseren van terugkeermomenten (1 keer per week per persoon tot en met 12 december, nadien 2 keer per week); veralgemeende extra vaccinatie vanaf 12 jaar, mogelijk vanaf 5 jaar. De maatregelen gelden vanaf 20 november en tot 28 januari 2022. Het Overlegcomité dringt ook aan op een strikte naleving van de maatregelen. Het bepleit bij de gewesten een snelle veralgemening van CO2-meters in alle (klas)lokalen, en herhaalt de algemene voorzorgsmaatregelen. 26 november 2021 Nauwelijks 9 dagen na de vorige vergadering komt het Overlegcomité opnieuw vervroegd bijeen op 26 november. Dat bleek nodig na de snel verslechterende toestand, met overbelasting van het zorgsysteem, uitval van zorgpersoneel en uitstel van patiëntenzorg tot gevolg. Maatregelen: de booster-vaccinatie wordt versneld uitgerold, tot en met de 5- tot 11-jarigen; private bijeenkomsten binnen worden verboden, behalve huwelijksfeesten en begrafenissen (mits horecaregels); voor bijeenkomsten in privéwoningen raadt het Comité zelftesten aan; bij gebruik van professionele catering gelden de horeca-regels; in de horeca wordt het aantal personen per tafel beperkt tot 6 (tenzij grote gezinnen), met sluiting om 23 uur, ook voor de nachtwinkels; discotheken en dancings worden gesloten; publieke evenementen binnen mogen enkel zittend verlopen, met Covid Safe Ticket plus mondmasker; handelsbeurzen mogen doorgaan, mits mondmasker; evenementen buiten: mits afstandsregel (1,5 meter); sportwedstrijden binnen: enkel zonder publiek; onderwijs en jeugd: de bevoegde (gewestelijke) ministers nemen maatregelen op basis van de algemene maatregelen; telewerk: de bestaande maatregelen worden verlengd tot 19 december, daarna maximaal twee terugkeerdagen; handhaving: het Comité vraagt politie- en inspectiediensten, en burgemeesters om streng op te treden tegen overtredingen van de maatregelen. Het Overlegcomité herhaalt de bekende voorschriften zoals beperking van contacten, zelftesten en ventilatie. De genomen maatregelen gaan onmiddellijk in, behalve voor professioneel georganiseerde evenementen, die ingaan op 29 november. De maatregelen van dit "winterpakket" zullen tegen 15 december geëvalueerd worden op een volgende vergadering. 3 december 2021 Slechts 7 dagen later was er alweer een Overlegcomité, met bijkomende maatregelen. Zo werd de leeftijd voor mondmaskerplicht verlaagd tot 6 jaar, zijn binnenactiviteiten beperkt en werd een reeks onderwijsmaatregelen genomen (onder meer inzake ventilatie, quarantaine vanaf 2 besmettingen, en vervroeging kerstvakantie). De maatregelen gingen op 4 december in, en worden op 20 december opnieuw geëvalueerd. De kort op elkaar volgende wissels van maatregelen veroorzaakten echter heel wat ongenoegen. 22 december 2021 Het Overlegcomité formuleert en herhaalt een hele reeks aanbevelingen en vaststellingen. Er is beslist om met ingang van zondag 26 december de regels van 3 december te behouden, zonder versoepelingen. Alle massa-evenementen binnen worden verboden, inclusief culturele en andere voorstellingen, bioscopen en congressen. Blijven gespaard: bibliotheken, musea, bepaalde jeugdactiviteiten en wellnesscentra. De sportieve sector blijft geopend, inclusief fitness en zwembaden, maar zonder publiek. Voor evenementen buiten gelden strengere regels. Winkelen kan nog met maximaal twee personen. Het Overlegcomité vraagt de Taskforce Vaccinatie om zo snel mogelijk en op vrijwillige basis te beginnen met de vaccinatie van kinderen van 5 tot 11 jaar. Critici betreurden de volgens hen onevenwichtige besluiten, waarbij men de cultuursector sluit, terwijl de horeca zo goed als ongemoeid wordt gelaten: "Glühwein heeft gewonnen van cultuur", aldus viroloog Marc Van Ranst. Op 28 december 2021 schorste de Raad van State echter de besluiten van het Overlegcomité voor wat de cultuursector betrof, wegens "disproportioneel" en "niet steunend op adequate motieven". Daardoor vervielen de maatregelen, in afwachting van een uitspraak ten gronde. 29 december 2021 Als gevolg van de schorsing van de maatregelen voor de cultuursector, op 28 december uitgesproken door de Raad van State, besloot het Overlegcomité op een elektronische vergadering om de voorwaarden voor de culturele sector (en bij uitbreiding ook voor bioscopen en de evenementensector) te herstellen tot die van 3 december: enkel zitplaatsen, met mondmasker, gebruik van CST vanaf 50 bezoekers, een maximum 200 bezoekers. 2022 6 januari 2022 Het Overlegcomité besprak de situatie, en besloot het pakket lopende maatregelen aan te houden. 21 januari 2022: coronabarometer Op de agenda stond de goedkeuring van de coronabarometer, die op 28 januari ingaat met code rood. Met de “barometer” wordt de beleidsvoorbereiding en communicatie ondersteund, met meer voorspelbaarheid en transparantie tot gevolg. Er komen drie fases, waarbij naast het aantal bedden ook rekening zal gehouden worden met de trend: code geel: de epidemiologische situatie en druk op de ziekenhuizen is onder controle (nieuwe hospitalisaties/dag: minder dan 65, minder dan 300 bedden op intensieve zorg); code oranje: toenemende druk op het zorgsysteem, er moet ingegrepen worden om de trend opnieuw te keren (nieuwe hospitalisaties/dag: 65-149, 300-500 bedden op intensieve zorg); code rood: hoog risico op overbelasting van het gezondheidszorgsysteem (nieuwe hospitalisaties/dag: meer dan 150, meer dan 500 bedden op intensieve zorg); De barometer betreft publieksevenementen, horeca en vrijetijdsactiviteiten (met onderscheid binnen/buiten en dynamisch/niet-dynamisch), maar niet het onderwijs en sociale contacten. Voorts preciseert het Overlegcomité de daarbij geldende regels. Daarnaast is vanaf 1 maart de boosterprik (3e prik) vereist voor het Covid Safe Ticket. Het Overlegcomité kondigt verder de verlenging van de epidemiologische noodsituatie tot 28 april 2022 aan en nodigt de parlementen uit het debat te voeren over het Covid Safe Ticket en een eventuele vaccinatieverplichting. 11 februari: versoepelingen Vanaf 18 februari 2022 schakelt de coronabarometer terug van code rood naar code oranje. Dat houdt een aantal versoepelingen in: het sluitingsuur in de horeca verdwijnt, het nachtleven wordt heropend, en publieke evenementen binnen en buiten zijn opnieuw toegelaten, mits enkele beperkingen. Telewerk blijft aanbevolen, maar niet verplicht. De mondmaskerplicht, voor zover nog geldig, verdwijnt helemaal voor kinderen tot 12 jaar. Reisregels worden versoepeld. Het Covid Safe ticket (CST) blijft wel nog behouden. 4 maart 2022: naar code geel Vanaf 7 maart ging de coronabarometer naar code geel terugschakelen. Dat omvat onder meer volgende versoepelingen: geen Covid Safe Ticket meer in de horeca en op evenementen mondmasker blijft aanbevolen bij drukte, maar enkel nog verplicht op openbaar vervoer en in de zorgsector reisbeperkingen worden versoepeld: geen Passenger Locator Form (PLF) meer binnen de EU, geen test- en quarantaineverplichtingen meer mits COVID-certificaat (vaccinatie, test of herstel). Ook de epidemische noodsituatie en de federale fase van het nationaal noodplan worden na twee jaar afgeblazen. 20 mei Verdere versoepelingen op dit overlegcomité: de mondmaskerplicht op het openbaar vervoer verdwijnt vanaf 23 mei, en geldt dan nog enkel in ziekenhuizen, artsenpraktijken en apotheken. De coronabarometer wordt gedesactiveerd. De meeste reisbeperkingen, en met name het Passenger Locator Form, worden ingetrokken, behalve voor hoogrisicolanden. 2023 Op 22 maart 2023 werd beslist dat er geen mondmaskerplicht meer geldt in de zorgsector, al kan elke instelling hier zelf over beslissen. In geval van een hoge circulatie van diverse virussen en voor kwetsbare patiënten wordt het wel nog aanbevolen. Vanaf 27 april 2023 is zeven dagen isolatie bij een positieve coronatest zonder symptomen niet meer noodzakelijk. Bij respiratoire klachten wordt wel aangeraden thuis te blijven zolang de symptomen aanhouden. Het advies blijft extra hygiënemaatregelen te treffen en contact met andere en zeker kwetsbare personen te vermijden. Zorginstellingen bepalen zelf of nog tot isolatie wordt overgegaan. Vlaamse regeringsmaatregelen Vanaf 13 maart 2020 (tot 19 april 2020) werd door de Vlaamse regering de volgende maatregelen genomen: de Vlaamse lokale dienstencentra en de regionale dienstencentra alsook alle instellingen en diensten die gelijkaardige instellingen uitoefenen worden gesloten; de toegang tot de Vlaamse woon-zorgcentra wordt beperkt tot: de bewoners, het personeel en de vrijwilligers. Er wordt dus géén bezoek meer toegelaten tot de gebouwen van een woon-zorgcentrum; de toegang tot de dagbestedingsactiviteiten van een psychiatrisch verzorgingstehuis, beschut wonen, revalidatieziekenhuizen wordt beperkt tot de: zorggebruikers, personeel en vrijwilligers van het psychiatrisch verzorgingstehuis; Met ingang vanaf 13 maart 2020 worden ook diverse wijzigingen aangebracht aan de regelgeving inzake mobiliteit. Zo wordt er onder andere voorzien dat: het terugkommoment in het kader van de rijopleiding (rijbewijs categorie B) met 2 maanden wordt verlengd (te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen); de toelating tot het praktisch examen (rijbewijs categorie B) met 4 maanden wordt verlengd (te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen); er géén retributiebijslag moet worden betaald door de kandidaat waarvan de afspraak voor het afleggen van het praktisch rijexamen valt in de periode van de noodmaatregelen; de examencentra geven de kandidaat voor het rijexamen voorrang bij het maken van een nieuwe afspraak voor het afleggen van het praktisch rijexamen; de geldigheidsduur van het bewijs van vakbekwaamheid (rijbewijs categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E) die vervallen gedurende de periode van noodmaatregelen, met 4 maanden worden verlengd (te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de noodmaatregelen); de keuringsactiviteiten in de keuringsstation worden beperkt. Vanaf 14 maart 2020 (tot 19 april 2020) werd door de Vlaamse regering de volgende maatregelen genomen: de Vlaamse centra voor dagverzorging worden gesloten; de Vlaamse infrastructuren van het centrum voor dagopvang worden gesloten. Vanaf 14 maart 2020 (tot op de datum dat de Nationale Veiligheidsraad heeft beslist om de noodmaatregelen op te heffen) werd door de Vlaamse regering de volgende maatregelen genomen: vervoersbewijzen kunnen door een reiziger van De Lijn niet meer met cash geld betaald worden. Vanaf 18 maart 2020 wordt, ingevolge een beperktere beschikbaarheid van chauffeurs, de termijn van 2 dagen waarbinnen rauwe koemelk moet worden opgehaald verlengd tot 3 kalenderdagen. Vanaf 20 maart 2020 wordt de uitbraak van het coronavirus en de sociaal-economische gevolgen vastgesteld als een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid. Deze civiele noodsituatie wordt vastgesteld tot en met 17 juli 2020. Ingevolge de vaststelling van dergelijke civiele noodsituatie door de Vlaamse Regering kan er onder bepaalde voorwaarden worden afgeweken van de vereiste van omgevingsvergunning of omgevingsmelding. Verder kan de Vlaamse Regering, in geval van dergelijke civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, overgaan tot opschorting, stuiting of verlenging van bepaalde proceduretermijnen of bepaalde procedurele of administratieve verplichtingen in Vlaamse decreten en uitvoeringsbesluiten tijdelijk aanpassen. De volgende proceduretermijnen of bepaalde procedurele of administratieve verplichtingen werden tijdelijk aangepast, ingevolge de civiele noodsituatie, in verband met : energie (niet overgaan tot plaatsen/activeren/uitschakelen van budgetmeters en niet kunnen overgaan tot afsluiting van elektriciteit of aardgas); water (niet overgaan tot afsluiten / begrenzen van debiet van waterlevering, behoudens in geval van onmiddellijke bedreiging van volksgezondheid); toeristische logies en de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen"; de omgevingsvergunning; de sportschutterslicenties; de Vlaamse materialen- en bodemwetgeving; de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege; de ruimtelijke planning, complexe projecten, plan-milieueffectrapportage en leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten; de private en sociale huurmarkt; de beleidsvelden jeugd en media; de milieuhygiëne; de binnenvaart; de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Vanaf 3 april 2020 voorziet de Vlaamse Regering in een subsidiëring voor tijdelijke managementondersteuning voor residentiële voorzieningen die worden geconfronteerd met een COVID 19 uitbraak. Vanaf 8 april 2020 (tot en met 30 september 2020) kan door Vlaamse land- en tuinbouwers, die worden geconfronteerd met liquiditeitsproblemen ten gevolge van de uitbraak van COVID 19 een steunaanvraag worden ingediend. Het Vlaams Gewest voorziet eveneens in een vergoeding voor verbruik van elektriciteit, verwarming en water gedurende de eerste maand van vergoede tijdelijke werkloosheid ingevolge de coronacrisis. Deze vergoeding bedraagt: 202,68 euro (95,05 euro voor verwarming, 76,86 euro voor elektriciteit en 30,77 euro voor water). Op 30 december 2020 werden drie Vlaams-Brabantse zorgcentra gevaccineerd. Wouter Beke, Vlaams minister van Welzijn, meldde op 4 januari 2021 dat alle inwoners van de Vlaamse woonzorgcentra en hun personeel hun eerste inenting krijgen voor het einde van de maand januari 2021. Tegen 10 januari zullen de bewoners en personeel van 42 Vlaamse woonzorgcentra ingeënt zijn, in totaal 6.610 mensen. Op 8 januari zorgde de Vlaamse regering voor een regeling waardoor lokale besturen de quarantaineverplichtingen kan handhaven. Op 15 januari 2021 geraakte bekend dat Vlaanderen de opbouw van 94 vaccinatiecentra zal starten. De locaties waren bekend en vanaf 1 maart start men daar het vaccineren van mensen ouder dan 65. Brusselse Regeringsmaatregelen Vanaf 13 maart 2020 werd het (initieel tot en met 31 maart 2020) verboden om op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om : deel te nemen aan een evenement / bijeenkomt van meer dan 1000 personen op een gesloten plaats die toegankelijk is voor het publiek; bezoeken te brengen aan: rusthuizen, verzorgingsinstellingen (behoudens specifieke situaties zoals: noodsituatie, palliatieve verzorging overlijden, ...); schoolreizen in het buitenland te laten doorgaan door scholen die gevestigd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vanaf 17 maart 2020 (en tot en met 3 mei 2020) zijn materiële uithuiszettingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verboden. Vanaf 19 maart 2020 wordt de periode waarin de elektriciteits- of gasvoorziening (winterperiode 2019-2020) niet kan worden afgesloten verlengd tot en met 30 april 2020. Middels een ordonnantie van 19 maart 2020 worden bijzondere machten toegekend aan de Brusselse Hoofdstedelijk Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 (eerste golf). In totaliteit werd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 46 bijzondere machtenbesluiten genomen gedurende deze eerste periode van de gezondheidscrisis. Het geheel van deze 46 bijzondere machtenbesluiten werd bekrachtigd door de ordonnantie van 4 december 2020. De door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering genomen beslissingen in het kader van de toegekende bijzondere machten betreffen: verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering worden vanaf 16 maart 2020 gedurende de duur van 1 maand opgeschort (deze termijn van opschorting kan nog met 2 maanden worden verlengd op besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering) bepaalde ondernemingen (met minder dan 50 voltijdse equivalenten, die een specifieke activiteit uitoefenen en een vestigingseenheid / economische activiteit hebben in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) kunnen vanaf 9 april 2020 (tot en met 1 juni 2020) steun verkrijgen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, specifiek de toekenning van een eenmalige forfaitaire premie van 4.000 euro. Op 26 september 2020 werden op crisisoverleg tussen de negentien burgemeesters, de zes Brusselse politiezones, en ministetr-president Rudi Vervoort strengere maatregelen afgesproken, nadat was gebleken dat de besmettingscijfers ruim boven de WHO-drempel waren uitgestegen. De maatregelen zouden op 28 september ingaan, en drie weken duren: cafés sluiten om 23 uur in plaats van om 1 uur samenscholingsverbod voor meer dan 10 personen, tussen 23 uur ’s avonds en 6 uur ’s ochtends verbod om te eten op de markten mondmaskerplicht op plaatsen, aangeduid door de burgemeesters, maar wel de verplichting steeds een mondmasker bij zich te hebben. Op 7 oktober besloot de provinciale crisiscel tot strengere maatregelen, onder meer een maandlange sluiting van cafés, sportcantines en feestzalen. Middels een ordonnantie van 23 november 2020 werden bijzondere machten toegekend aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het kader van de tweede golf van de gezondheidscrisis COVID-19. Extra maatregelen in provincie Antwerpen Als gevolg van de verslechterde situatie in Antwerpen, nam provinciegouverneur Cathy Berx drastische maatregelen voor de provincie Antwerpen, met als opvallendste maatregel een avondklok (23.30 u. - 6 u.), ingesteld vanaf 29 juli 2020, voor de duur van vier weken. De basis voor deze maatregel was de Provinciewet en voor de correctionele strafbaarstelling de Blanketwet. Op 12 augustus kondigde gouverneur Berx een versoepeling aan, met onmiddellijke ingang en tot 26 augustus: de avondklok wordt opgeschoven, tussen 1.30 en 5 u. 's morgens ("nachtklok"), de horeca mag open tot 1 uur, en evenementen kunnen opnieuw, mits strenge protocollen. Lokale maatregelen In de eerste “federale” fase van de crisis, van 13 maart tot 25 juli 2020, moesten plaatselijke besturen zich beperken tot het uitvoeren en concretiseren van de federale maatregelen. ‘Ze mochten daar niet van afwijken, hun taak was implementeren.’ Maar eind juli kregen de burgemeesters wettelijk meer mogelijkheden om lokaal eigen, aanvullende coronamaatregelen te treffen. Eind augustus stond de teller op 758 nieuwe politiereglementen en 347 nieuwe burgemeestersbesluiten. Officiële aanbevelingen Via de media, en een specifieke website, info-coronavirus.be, publiceerde de federale regering in maart 2020 volgende aanbevelingen aan het publiek: Tips om jezelf en je familie te beschermen Blijf thuis, zeker als je ziek bent. Was vaak je handen. Gebruik elke keer een nieuw papieren zakdoekje en gooi het weg in een gesloten vuilnisbak. Geen zakdoek? Hoest of nies in de binnenkant van je elleboog. Geef het virus niet door aan anderen Geef geen hand, kus of knuffel. Let extra op bij mensen die gevoelig zijn voor het virus: mensen ouder dan 65 jaar, mensen met diabetes of problemen met hart, longen of nieren, mensen die gevoelig zijn voor infecties. Laat kinderen niet in contact komen met oude mensen. Kinderen worden niet heel ziek van het coronavirus, maar ze kunnen het wel makkelijk doorgeven. Hou minstens 1,5 meter afstand als je buiten bent. Ontvangst bij de bevolking Bij een corona-enquête van de Universiteit Antwerpen bleek begin december 2020 dat een groot deel van de 35-plussers bereid is zich aan de strikte corona­regels te houden. Bijna 74 procent van de 36- tot 65-jarigen gaf tijdens de bevraging aan de regels te zullen volgen. Bij 66-plussers, de groep voor wie COVID-19 het gevaarlijkst is, bleek de motivatie nog groter te zijn. Van hen zegt 85 procent dat ze het bij één knuffelcontact zullen houden. Een klein percentage, vooral oudere mensen, viert Kerstmis alleen. Jongeren blijven problemen hebben met de maatregelen. Zij zullen meer buiten het gezin vieren. Juridische kritiek Wettelijke basis Volgens sommige rechtsgeleerden schenden de ministeriële coronabesluiten de grondwet (Gw.) en is een coronawet geboden. Volgens artikel 33 Gw. gaan alle machten namelijk uit van de natie. In samenlezing met de artikelen 105 en 108 Gw., voert de koning de wet uit zonder dat hij zijn bevoegdheid kan delegeren aan een minister. Ook wordt een gebrek aan democratisch toezicht op ministeriële besluiten gehekeld: daar waar bijzonderemachtenbesluiten binnen een bepaalde periode moeten worden bekrachtigd door het parlement, is dit niet het geval voor ministeriële besluiten. De adviespraktijk van de Raad van State, afdeling wetgeving aanvaardt niettemin dergelijke delegatie indien het gaat om "objectieve redenen die een dringend optreden van de uitvoerende macht vereisen". Bovendien dienen inperkingen op fundamentele rechten en vrijheden steeds een wettelijke basis te hebben die voldoende specifiek is, waarbij er de vraag werd gesteld wat die wettelijke basis precies is. De huidige rechtsgronden, met name artikel 4 van de Wet van 31 december 1963 op de civiele bescherming, artikel 181, 182 en 187 Wet 15 juni 2007 op de civiele veiligheid en artikel 11 en 42 van de Wet op het politieambt van 5 augustus 1992, zouden niet gepast zijn als grondslag voor deze ministeriële besluiten aangezien deze wetsbepalingen korte acute situaties beogen en geen langdurige pandemie. In dat kader startte de Liga voor Mensenrechten een procedure in kortgeding wegens het ontbreken van een wettelijke basis voor de coronamaatregelen. Om een antwoord te bieden op de kritiek, keurde het kernkabinet op 26 februari 2021 een ontwerp van de pandemiewet goed. Volgens experten was dit eerste ontwerp niet grondwetsconform. Een politierechter in Charleroi oordeelde op 21 september 2020 de lockdown-maatregelen van de regering ongrondwettelijk. Een vergelijkbaar vonnis dateert van januari 2021 in Brussel. Op 31 maart 2021 oordeelde de Brusselse rechter in kort geding dat de wet op de civiele veiligheid niet volstaat als wettelijke basis en gaf de Belgische regering een periode van 30 dagen om deze toestand te regularisering door een nieuwe wettelijke basis aan te nemen en indien dergelijke wettelijke basis ontbreekt na deze termijn, loopt een dwangboete van 5.000 euro per dag. Het Brusselse hof van beroep was op 7 juni 2021 echter van oordeel dat de wettelijke basis tot nu toe volstond, en schortte de boetes op, in afwachting van een uitspraak door het Grondwettelijk Hof, dat in een arrest van 22 september 2022 de coronamaatregelen grosso modo niet ongrondwettelijk oordeelde, behalve dat rechters bij overtredingen op die wet geen rekening kunnen houden met verzachtende omstandigheden. Op 15 juli 2021 keurde de Kamer het definitieve ontwerp van pandemiewet goed, meerderheid tegen oppositie. Op 6 september 2023 oordeelde het Hof van Cassatie dat de coronapandemie moet worden beschouwd als een calamiteit of een nadelige situatie die kan leiden tot een situatie die mensen bedreigt. Volgens het Hof rechtvaardigt artikel 182, 1ste lid Wet Civiele Bescherming, het nemen van coronamaatregelen en volstond het dus als wettelijke basis. Bevoegdheidsverdeling Een ander punt van kritiek luidt dat de bevoegdheidsverdelende regels niet worden nageleefd. Zo zou de federale wetgever op het domein treden van de gemeenschappen en gewesten. Een voorbeeld hiervan is koninklijk besluit nr. 44 tot oprichting van een databank bij Sciensano en contacttracing. Deze onregelmatigheid werd opgelost aan de hand van een samenwerkingsakkoord tussen de federale staat, de gemeenschappen en gewesten. Privacy Persoonsgegevens Bij het uitrollen van de vaccinatiecampagne werden op grote schaal persoonsgegevens verwerkt. De Gegevensbeschermingsautoriteit drong in dat verband meermaals aan op bijsturing van de regelgeving. Toen de vaccinatieselectie, na de senioren, werd uitgebreid naar risicopatiënten, stelde de verwerking van de medische gegevens van deze groep echter bijkomende problemen van gegevensbescherming. Cameratoezicht In Antwerpen werd het cameratoezicht in de Joodse wijk, aangekondigd als bescherming tegen aanslagen, gebruikt om inbreuken op de COVID-19-maatregelen vast te stellen. Hierbij rezen juridische, dan wel ethische problemen. Externe links info-coronavirus.be Overzicht van alle wettelijke maatregelen tegen Covid-19 (gearchiveerd op 15 oktober 2020)
Cafés, restaurants en discotheken blijven gesloten. Afhaalrestaurants (waaronder frituren) mogen openblijven. Maaltijden mogen niet ter plaatse verbruikt worden. Afhalen en thuisbezorging van maaltijden en drive-in zijn toegestaan. Hotels blijven open, maar hun restaurants en ontbijtzalen worden gesloten. Alle winkels die essentiële diensten leveren zoals voedingszaken (inclusief supermarkten), dierenvoedingswinkels en apotheken blijven open zoals gewoonlijk, ook in het weekend. Andere handelszaken blijven open tijdens de week, maar moeten in het weekend sluiten. Markten mogen plaatsvinden, mits enkele aangepaste richtlijnen tijdens de weekdagen. Tijdens het weekend zullen er enkel kramen toegelaten worden met voedingsmiddelen. Onderwijs: in het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs worden de lessen geschorst vanaf 16 maart tot en met 3 april. Opvang moet voorzien worden voor leerlingen tot 14 jaar waarvoor anders geen opvang of enkel opvang door de grootouders mogelijk is. Voor hogescholen en universiteiten moet massaal ingezet worden op afstandsonderwijs. Crèches blijven open. Alle evenementen worden afgelast. Dit houdt in dat sportieve en culturele manifestaties niet toegelaten zijn. Pretparken en musea worden gesloten.
1
bezorging, leveringsmoment, afleveringsgebeurtenis
465
School
5569
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyperion
Hyperion
Hyperion (achtbaan), een grote achtbaan in het Poolse attractiepark Energylandia Hyperion (boom), de hoogste boom ter wereld Hyperion Canto's, een vierdelige sciencefictionroman van Dan Simmons Hyperion (Haas), een compositie van Georg Friedrich Haas Hyperion (Hölderlin), een roman van Friedrich Hölderlin Hyperion (gedicht), een gedicht van John Keats Hyperion (geslacht), een geslacht van loopkevers Hyperion (gitarist), een gitarist in de band Agathodaimon Hyperion Lyceum, een school in Amsterdam Hyperion (maan), een maan van Saturnus Hyperion (Marvel), een personage van Marvel Comics Hyperion (mythologie), een figuur uit de Griekse mythologie Hyperion Pictures, een Amerikaanse filmproductiebedrijf Hyperion (platenlabel), een klassieke muzieklabel Hyperion (softwarebedrijf), een softwarebedrijf Hyperion (stripalbum), een Belgisch stripalbum Hyperion (uitgeverij), een uitgeverij in handen van The Walt Disney Company
Hyperion (achtbaan), een grote achtbaan in het Poolse attractiepark Energylandia Hyperion (boom), de hoogste boom ter wereld Hyperion Canto's, een vierdelige sciencefictionroman van Dan Simmons Hyperion (Haas), een compositie van Georg Friedrich Haas Hyperion (Hölderlin), een roman van Friedrich Hölderlin Hyperion (gedicht), een gedicht van John Keats Hyperion (geslacht), een geslacht van loopkevers Hyperion (gitarist), een gitarist in de band Agathodaimon Hyperion Lyceum, een school in Amsterdam Hyperion (maan), een maan van Saturnus Hyperion (Marvel), een personage van Marvel Comics Hyperion (mythologie), een figuur uit de Griekse mythologie Hyperion Pictures, een Amerikaanse filmproductiebedrijf Hyperion (platenlabel), een klassieke muzieklabel Hyperion (softwarebedrijf), een softwarebedrijf Hyperion (stripalbum), een Belgisch stripalbum Hyperion (uitgeverij), een uitgeverij in handen van The Walt Disney Company
1
school, onderwijsinstelling, educatie
1,239
BuyAction
1244881
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20deer%20stealers
The deer stealers
The deer stealers is een kort verhaal, geschreven door Geoffrey Vickers. Het verhaal speelt zich af in de 19e eeuw in het bos en in het stadje Shaston. Het gaat over de handel in hertenvlees, wat een zeer geliefd product zou zijn. Zo geliefd, dat er illegal in verhandeld werd. De plek waar het zich afspeelt is grondgebied van de forester, een soort boswachter. Hij heeft alleen het recht om herten af te schieten en te verkopen. Als iemand deze regel overtrad, werd men opgehangen. Het verhaal begint in de vertelperspectief. Het verhaal Het begint met Hugh die paddenstoelen wilde plukken in het bos. Maar tijdens zijn tocht kwam hij een oude vreemde man tegen, wiens gezicht bedekt was met bijen. Hugh hielp de arme man, door zijn mandje, die dan als bijenkorf moest voorstellen, onder zijn gezicht te plaatsen. Wanneer de bijen van de oude man af waren, stelde hij zich voor. Zijn naam was Pat en woonde op Dead Man's Bottom. Een plaats waar wilden, dieven en verbannelingen leefden. Na deze eerste ontmoeting volgden er al spoedig meer. Hugh leerde veel van Pat over het bos en hoe hij moest vechten. Ook leerde hij van hem wat hij doen moest als hij eens door bloedhonden werd achtervolgd. Hugh moest dan rennen richting het moeras Wainfleet Bottom. De band tussen de twee werd opeens een lange tijd onderbroken, wanneer Pat jaagt op een hert, wat verboden was. Gedurende deze tijd hielp Hugh zijn vader mee, die houthakker was. Toen Hugh 16 werd, ging hij voor de eerste keer samen met Perron (een vriend van zijn vader), met een houtkar naar het stadje Shaston. Aangekomen in de stad, brak opeens het wiel waardoor de lading hout van de kar afviel. Perron, die hulp ging halen, gaf Hugh de opdracht om de kar te bewaken. Ook Pat was bij deze gebeurtenis aanwezig, alleen had hij zichzelf vermomd. In deze lading hout zat forest mutton ( hertenvlees) verstopt. Een uur later kwam Perron weer terug met een nieuwe kar. Nadat de handel was afgedaan, gingen ze naar het huis van Perron. Daar kreeg hij een baan aangeboden bij een houtmolen te Blandford. Hugh vertrok in de avond weer terug naar huis, met de boodschap dat zijn vader geen hertenvlees in het hout moest verstoppen. Tijdens zijn tocht moest hij opletten, dat hij niet gevangen werd genomen door de foresters, houders van het bos. Maar wanneer Hugh langs het huis van de forerster voorbij kwam, werd hij echter toch gevangengenomen en werd hij in het huis ondervraagd. Hugh zegt echter niks en gebruikte alle geweld om weer vrij te komen en te vluchten. Nadat hij buiten was, werd hij al gauw achter nagezeten door bloedhonden, met het advies van Pat in zijn achterhoofd, rende hij naar Wainfleet Bottom. Aldaar viel hij onverwachts in het ravijn, in Dead Man's Bottom. Hier kwam Hugh Pat weer tegen, die hem verder hielp op weg naar huis. Ondertussen vertelt hij aan Hugh dat zijn vader, dankzij de handel, eigenlijk een rijk man was. Wanneer hij weer thuis was, moest hij van zijn vader de baan van Perron aannemen. Kort verhaal Engelse literatuur (Verenigd Koninkrijk)
Het verhaal speelt zich af in de 19e eeuw in het bos en in het stadje Shaston. Het gaat over de handel in hertenvlees, wat een zeer geliefd product zou zijn. Zo geliefd, dat er illegal in verhandeld werd. De plek waar het zich afspeelt is grondgebied van de forester, een soort boswachter. Hij heeft alleen het recht om herten af te schieten en te verkopen. Als iemand deze regel overtrad, werd men opgehangen.
3
kopen, aankoop, handel
10,277
LegislativeBuilding
2090138
https://nl.wikipedia.org/wiki/Parlementsgebouw%20%28Wenen%29
Parlementsgebouw (Wenen)
Het Parlementsgebouw (Duits: Parlamentsgebäude) in Wenen is een gebouw aan de Ringstraße, waarin beide kamers van het Oostenrijkse parlement hun zetel hebben. Het neoclassicistische gebouw is gebouwd in de periode 1874-1884 en diende oorspronkelijk als gebouw van de Reichsrat, het parlement van het Oostenrijkse deel van Oostenrijk-Hongarije. Architect Theophil von Hansen liet zich inspireren door het Atheense Zappeion. Men koos voor een gebouw in Griekse stijl, omdat men Griekenland als de bakermat van de democratie beschouwde. Voor het gebouw, bij de oprit, staat een grote fontein met een beeld van Pallas Athena. Bouwwerk in Wenen Neoclassicistisch bouwwerk Parlement van Oostenrijk Parlements- of congresgebouw
Het Parlementsgebouw (Duits: Parlamentsgebäude) in Wenen is een gebouw aan de Ringstraße, waarin beide kamers van het Oostenrijkse parlement hun zetel hebben.
1
parlementsgebouw, regeringsgebouw, staatskapitaal
11,005
PhotographAction
4604607
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gon%20Buurman
Gon Buurman
Gonda Aukje (Gon) Buurman (Apeldoorn, 12 augustus 1939 – 28 juli 2023) was een Nederlands fotografe die onder andere belangrijk is geweest voor het vastleggen van de tweede feministische golf in Nederland. Zij maakte foto's van vele aspecten van deze beweging, bijvoorbeeld van de homodemonstratie in 1979 en van vrouwencafé Saarein. Buurman publiceerde daarnaast diverse boeken waarin liefde en verlangen van bijzondere mensen op intieme wijze zijn afgebeeld. Loopbaan Buurman groeide op in een christelijk milieu in Epe en Leeuwarden. Na het behalen van haar MULO-diploma verhuisde ze in 1959 naar Den Haag. Ze werkte aldaar op een christelijk kantoor, waar zij – zoals destijds gebruikelijk was – stopte toen zij in 1963 trouwde. Na elf jaar huwelijk scheidde zij van haar man, met wie zij in 1965 en 1967 twee zoons had gekregen. In de jaren 70 werd Buurman lid van de Haagse feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij. Zij werd verliefd op een vrouw en verhuisde naar Amsterdam waar ze woonde in de vrouwencommune Brood en Rozen. Tijdens een vakantie in Frankrijk kwam Buurman in aanraking met fotografie. Toen ze na haar vakantie terugkwam in Amsterdam kocht ze een Russische Camera, een Zenit. Die waren niet zo duur. Haar loopbaan begon met het fotograferen van haar directe omgeving en heel veel op straat. Ze zat in de redactie van de Vrouwenkrant en maakte de omslagen. In 1983 kreeg ze haar eerste grote opdracht van de AVRO. Ze moest mensen fotograferen die bijna 65 waren, voor de leader van het televisieprogramma Pensioen in Zicht. Ze leerde al doende. In 1987 publiceerde zij haar eerste fotoboek: Poseuses Portraits of Women teksten Pamela Pattynama. In 1991 brak zij door met Aan hartstocht geen gebrek, een fotoboek, teksten Karin Spaink, over het erotische leven van mensen met een handicap. Haar volgende boek, Over liefde, teksten Marjo van Soest, verscheen in 1995. In 1994 en '95 maakte Buurman de foto's voor de vuurwerkcampagne van SIRE. In opdracht van de Anne Frank Stichting, het Nationaal Comité 4 en 5 mei, en ICODO maakte zij in 2000 het boek De stilte die spreekt, herdenken in diversiteit, een boek met portretten van en interviews met personen over wat herdenken voor hen persoonlijk betekent. Een groot deel van de collectie van Gon Buurman is in 2007 ondergebracht bij het IIAV, het huidige Atria. In 2014 heeft Buurman het homo-specifieke deel van haar werk geschonken aan IHLIA LGBT Heritage Gon Buurman woonde in de Jordaan in Amsterdam en is op 28 juli 2023 op 83-jarige leeftijd overleden. Erkenning Op 25 april 1992 ontving Buurman twee prijzen van Stichting Zilveren Camera, een stichting die ten doel heeft de kwaliteit van de fotojournalistiek in Nederland te verhogen. Zij was de eerste vrouwelijke fotograaf die ooit twee prijzen mocht ontvangen. In de categorie 'Sociaal' won zij de eerste prijs met een foto over aids. In de categorie 'Portretten' won zij de tweede prijs met een serie foto's die zij in 1991 had gepubliceerd in haar fotoboek Aan hartstocht geen gebrek. Voor Aan hartstocht geen gebrek ontvingen Buurman en Spaink in 1993 eveneens de NVSH-(Mary Zeldenrust)-persprijs Voor de SIRE vuurwerkcampagnes in 1993/1994 en 1994/1995 kreeg ze in 1995 een Oorkonde uitgereikt. Tentoonstellingen Onder Vrouwen - exposeerde met andere vrouwelijke fotografen in Galerie Amazone te Amsterdam met het boek Onder Vrouwen (1983) vertegenwoordigde Nederland op FACE KOPENHAGEN (1995), de expositie reisde na afloop door Scandinavië (1996) Solo-exposities in het stadhuis van Den Haag, Nijmegen en in het Amsterdams Historisch Museum (1996) Beroepen en portretten van vrouwen - Solo-expositie in het Historisch Museum Haarlem (1998) The life of women - solo-expositie in de Melkweg 2006 tegelijk met de verschijning van het gelijknamige boek, tekst Anja Meulenbelt De intieme blik: een keuze uit het oeuvre van fotograaf Gon Buurman (16 feb - 28 apr 2017 IHLIA LGBT Heritage & Atria) Publicaties (selectie) Buurman, Gon en Pamela Pattynama. Poseuses Portraits of Women. Amsterdam: Uitgeverij An Dekker/Schorer, 1987. Buurman, Gon en Spaink, Karin. Aan Hartstocht Geen Gebrek: Handicap en Lichaamsbeleving. Amsterdam: Uitgeverij Ploegsma B.V., 1991. Buurman, Gon en Marjo van Soest. Over liefde. Amsterdam: Uitgeverij De Brink, cop. 1995. Buurman, Gon en Sanders, Stephan. Uit Verlangen: portretten van lesbische vrouwen en homomannen. Amsterdam: Uitgeverij Van Gennep B.V., 1996. Buurman, Gon en Karen Polak & Judith Schuyf . Een stilte die spreekt. Herdenken in diversiteit. Amsterdam: Anne Frank Stichting, 2000. Buurman, Gon en Anja Meulenbelt. The Life of Women. Rotterdam: Veenman Publishers, 2007. Buurman, Gon en Dineke Stam. De intieme blik : een keuze uit het oeuvre van fotograaf Gon Buurman ; The intimate glance : a selection from the photographic oeuvre of Gon Buurman. Amsterdam: IHLIA, 2017 Externe links Vrouwen Nu voor later : foto's van Gon Buurman De intieme blik Avro's Pensioen in Zicht Nederlands feminist Nederlands fotograaf Homoseksualiteit Subcultuur
Buurman groeide op in een christelijk milieu in Epe en Leeuwarden. Na het behalen van haar MULO-diploma verhuisde ze in 1959 naar Den Haag. Ze werkte aldaar op een christelijk kantoor, waar zij – zoals destijds gebruikelijk was – stopte toen zij in 1963 trouwde. Na elf jaar huwelijk scheidde zij van haar man, met wie zij in 1965 en 1967 twee zoons had gekregen. In de jaren 70 werd Buurman lid van de Haagse feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij. Zij werd verliefd op een vrouw en verhuisde naar Amsterdam waar ze woonde in de vrouwencommune Brood en Rozen. Tijdens een vakantie in Frankrijk kwam Buurman in aanraking met fotografie. Toen ze na haar vakantie terugkwam in Amsterdam kocht ze een Russische Camera, een Zenit. Die waren niet zo duur. Haar loopbaan begon met het fotograferen van haar directe omgeving en heel veel op straat. Ze zat in de redactie van de Vrouwenkrant en maakte de omslagen. In 1983 kreeg ze haar eerste grote opdracht van de AVRO. Ze moest mensen fotograferen die bijna 65 waren, voor de leader van het televisieprogramma Pensioen in Zicht. Ze leerde al doende. In 1987 publiceerde zij haar eerste fotoboek: Poseuses Portraits of Women teksten Pamela Pattynama. In 1991 brak zij door met Aan hartstocht geen gebrek, een fotoboek, teksten Karin Spaink, over het erotische leven van mensen met een handicap. Haar volgende boek, Over liefde, teksten Marjo van Soest, verscheen in 1995. In 1994 en '95 maakte Buurman de foto's voor de vuurwerkcampagne van SIRE. In opdracht van de Anne Frank Stichting, het Nationaal Comité 4 en 5 mei, en ICODO maakte zij in 2000 het boek De stilte die spreekt, herdenken in diversiteit, een boek met portretten van en interviews met personen over wat herdenken voor hen persoonlijk betekent. Een groot deel van de collectie van Gon Buurman is in 2007 ondergebracht bij het IIAV, het huidige Atria. In 2014 heeft Buurman het homo-specifieke deel van haar werk geschonken aan IHLIA LGBT Heritage
2
fotograferen, foto maken, beeld vastleggen
7,757
HowToSupply
341812
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kaartenmaken
Kaartenmaken
Kaartenmaken is een hobby die bestaat uit het maken van wenskaarten. 3D kaarten Bij 3D kaarten wordt een afbeelding in laagjes op elkaar geplakt door middel van foamblokjes of 3D kit. Per kaart worden er ongeveer drie à vier afbeeldingen gebruikt en per laag blijft er steeds minder van de afbeelding over waardoor er diepte ontstaat in de tekening; dit noemen ze driedimensionaal. Bij het maken van 3D kaarten wordt vaak gebruikgemaakt van verschillende soorten papier of karton. Ook worden kaarten vaak verluchtigt met stickers met een tekst als 'Sterkte', 'Beterschap' etc. Gereedschap dat bij het kaartenmaken bijna onmisbaar is, is als eerste een fijnknippend hobbyschaartje. Ook is een fijn hobbymesje handig bij het uitsnijden van fijne plaatjes. Borduren Om kaarten te borduren zijn veel patroontjes beschikbaar, onder andere op internet. Embossing Embossing betekent letterlijk: reliëf aanbrengen. Dit reliëf dat door middel van mallen / sjablonen of stencils wordt aangebracht op de kaart, kan worden ingekleurd met aquarelpotloden of speciale embossing-chalks. Benodigdheden: Een lichtbak Een embossingpen (verkrijgbaar in diverse diktes) Een embossingssjabloon of mal / stencil Een waxinelichtje Een enkele kaart of dubbele kaart Aquarelpotloden of vetkrijt Werkwijze Na het uitkiezen van een sjabloon (een enkele of dubbele kaart) wordt de achterkant van de kaart bewerkt met wax (van een waxinelichtje) zodat de embossingpen makkelijker over het papier glijdt. Hierna wordt het sjabloon/malletje/stencil op de verlichte lichtbak gelegd. Hierop wordt de kaart met de achterzijde boven op de lichtbak geplaatst en wordt met de embossingpen de lijnen van de mal gevolgd. Hierdoor wordt het reliëf naar buiten gedrukt. Na afloop wordt de kaart omgedraaid en is het reliëfresultaat te zien. Dit kan daarna worden ingekleurd met aquarelpotlood of vetkrijt. Hierna kan de kaart verder worden afgewerkt. Recreatie
Embossing Embossing betekent letterlijk: reliëf aanbrengen. Dit reliëf dat door middel van mallen / sjablonen of stencils wordt aangebracht op de kaart, kan worden ingekleurd met aquarelpotloden of speciale embossing-chalks. Benodigdheden: Een lichtbak Een embossingpen (verkrijgbaar in diverse diktes) Een embossingssjabloon of mal / stencil Een waxinelichtje Een enkele kaart of dubbele kaart Aquarelpotloden of vetkrijt
1
benodigdheden, materialen, verbruiksartikelen
1,620
Sculpture
1691620
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20beelden%20in%20Tholen
Lijst van beelden in Tholen
Dit is een (onvolledige) chronologische lijst van beelden in Tholen. Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte van de Nederlandse gemeente Tholen, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken. Anna Jacobapolder Poortvliet Scherpenisse Sint-Annaland Sint-Maartensdijk Sint Philipsland Stavenisse Tholen Zie ook Lijst van oorlogsmonumenten in Tholen Tholen
Dit is een (onvolledige) chronologische lijst van beelden in Tholen. Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte van de Nederlandse gemeente Tholen, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken.
2
beeldhouwwerk, sculptuur, kunstwerk
5,014
SpreadsheetDigitalDocument
916996
https://nl.wikipedia.org/wiki/Numbers
Numbers
Numbers (software), een spreadsheetprogramma dat deel uitmaakt van het iWork softwarepakket van Apple Numb3rs, een Amerikaanse televisieserie
Numbers (software), een spreadsheetprogramma dat deel uitmaakt van het iWork softwarepakket van Apple Numb3rs, een Amerikaanse televisieserie
1
spreadsheet, werkblad, rekenblad
435
ReceiveAction
3830330
https://nl.wikipedia.org/wiki/Colruyt
Colruyt
Colruyt is een Belgische supermarktketen met de hoofdzetel in Halle. De keten wil zich van de concurrentie onderscheiden door zijn no-nonsenseaanpak en door de laagste prijzen te garanderen. De winkelketen richt zich vooral tot gezinnen met kinderen. De naam is afkomstig van de oprichter van het familiebedrijf: Franz Colruyt. Het bedrijf is in 1965 in Brussel opgericht onder de naam Discount. In 1976 vond de naamswijziging naar de huidige naam plaats. Colruyt maakt deel uit van Colruyt Group, een Belgische multinational die actief is in groothandel en uit de supermarkten gegroeid is. Geschiedenis 1928 Bakkerszoon Franz Colruyt begint in Lembeek een groothandel in koloniale waren (koffie, kruiden enz.). Aanvankelijk levert Franz Colruyt aan kruideniers in de streek rond Halle. Daarna breidt hij uit naar Brussel en omstreken. 1950 Oprichting van de Etn. Franz Colruyt nv, groothandelaar in voedingswaren. 1953 Oprichting van Boni. De winkelformule levert aan aangesloten zelfstandige kruideniers. Trouwe winkeliers hadden een Boni-uithangbord. 1958 Samen met zijn broers neemt Jo Colruyt, de zoon van Franz Colruyt, de leiding over van het bedrijf. Colruyt levert dan al voedingsproducten aan meer dan 800 zelfstandige winkeliers. 1962 Colruyt neemt de zelfbedieningszaak Verloo in Elsene over. Twee jaar later opent Discount Verloo op Universiteitslaan; pas in 1976 zou deze en andere supermarkten van het bedrijf de naam "Colruyt" dragen. Door de concurrentie van grotere en 'chique' supermarkten in de buurt, beslist Jo Colruyt de bekende merken bij Discount Verloo 10 procent goedkoper te verkopen: het begin van de laagsteprijzenpolitiek. 1964 Door de komst van de eerste supermarkten wordt het leveren aan de kleinere Boni-winkels te duur. Colruyt begint te experimenteren met nieuwe, modernere winkelformules zoals Cash&Carry of kortweg 'Cash', een zelfbedieningsformule voor zelfstandigen. 1976 Ook concurrenten gebruiken de term ‘discount’. Alle Discount-winkels, de twee groothandels 'Cash' en de tussenformule 'Cash Discount' krijgen allemaal de naam Colruyt. 1977 De nv Colruyt trekt naar de beurs. 1984 Opening van het vleesverwerkende bedrijf Vlevico (Vlees Viande Colruyt). 1987 De introductie van full scanning aan de kassa. Colruyt werkt niet langer met ponskaarten die de klanten samen met het product uit de rekken moesten nemen. Aan de kassa worden streepjescodes gelezen. 1994 Jo Colruyt overlijdt. Zijn zoon Jef Colruyt volgt hem op. 1996 De eerste Colruyt-winkel in Frankrijk opent zijn deuren. 1998 Colruyt start met de leveringsservice Collivery. 2000 de afhaalservice Collect&Go wordt opgericht. Klanten reserveren hun boodschappen online en kunnen die de volgende dag afhalen in het afhaalpunt van hun keuze. 2006 Colruyt sluit zich aan bij Coopernic, een aankoopgroepering met o.a. E.Leclerc en Rewe. 2008 Colruyt opent een eerste winkel in het Groothertogdom Luxemburg. 2012 Colruyt opent in Wépion (bij Namen) zijn eerste lage-energiewinkel. 2013 Colruyt opent in Halle zijn eerste vierdegeneratiewinkel. 2013 Colruyt bundelt meer dan 50 huismerken (Belsy, Galaxi, Eldorado ...) onder één merk: Boni Selection. 2013 Colruyt stapt uit de internationale aankoopgroepering Coopernic, en sticht samen met Conad (Italië), Coop Group (Zwitserland) en REWE Group (Duitsland) en eveneens Système U (die uit AMS stapte) CORE op, met de hoofdzetel te Brussel. 2020 Colruyt sluit zijn online afhaalservice Collishop. 2021 Colruyt opent eerste 24/7 stadssupermarkt zonder personeel te Gent. Deze nieuwe "keten" krijgt de naam OKay Direct. Winkels Aantal winkels: 239 in België (09/02/2022), 3 in het Groothertogdom Luxemburg (09/09/2014) en 88 (2021) in Frankrijk. Colruyt-winkels zijn sober en eenvoudig ingericht zonder decoratie of franjes en er wordt ook geen muziek gespeeld. De verlichting en de verwarming worden volgens Colruyt zo efficiënt mogelijk afgesteld om de kosten maximaal te beperken. Melkproducten, fruit, groenten en charcuterie staan samen in een grote gekoelde ruimte: de versmarkt. De diepvriesproducten liggen in gesloten diepvrieskoffers. Het kassasysteem verschilt met dat van andere winkels. Er is geen rolband: de medewerkers zetten zelf de producten van de ene kar in de andere. De winkelkarretjes hebben doorgaans geen muntslot. Een aantal winkels in Frankrijk is minder prijsbewust en traditioneler ingericht. Ponskaart Colruyt startte in 1965 als eerste winkel met computers aan de kassa en ponskaarten in de rekken. Kassamedewerkers verwerkten de ponskaarten die de klanten verzamelden tijdens het winkelen. De ponskaart had voor- en nadelen. Het gebruik van de ponskaart was nuttig voor de bevoorrading van de winkels en het stockbeheer. Aan de kassa konden de ponskaarten echter voor vertraging zorgen aangezien klanten soms een kaart vergaten te nemen of de verkeerde ponskaart hadden meegenomen. Voor sommige klanten betekende de ponskaart een drempel om bij Colruyt te winkelen. In 1987 stapte Colruyt als eerste distributiebedrijf in België over op ‘full scanning’: streepjescodes op verpakkingen worden optisch gescand met handscanners aan de kassa. De barcode vervangt de ponskaart, die voor een belangrijk deel bijgedragen heeft aan de beeldvorming van de supermarktketen bij het publiek. En aan de kassa wordt geen enkele prijs nog manueel ingevoerd. Dat vermindert de kans op fouten. Sinds 2012 gebruikt Colruyt een nieuw type barcodelezer. Prijsbeleid en slagzin Laagste Prijzen Op elke Colruyt-winkel prijkt de slagzin 'Laagste Prijzen'. De winkelketen beweert altijd de laagste prijs te kunnen garanderen, zowel voor elke productcategorie als voor een gemiddelde winkelkar met verschillende soorten producten. Colruyt volgt hiervoor systematisch de prijzen van andere winkels in de buurt op en past waar nodig zijn prijzen aan. Dagelijks noteren medewerkers van het Colruyt-prijzensecretariaat duizenden prijzen, speciale aanbiedingen en promoties van de concurrentie. In zijn jaarlijkse prijzenstudie van 2012 stelde consumentenorganisatie Test-Aankoop vast dat Colruyt de goedkoopste supermarkt is. Dit zowel voor A-merken als voor discountproducten (van het merk Everyday) en bioproducten (zoals Bio-time). Collect&Go Collect&Go is sinds 2000 de afhaalservice van Colruyt. Klanten reserveren hun boodschappen online met hun computer of smartphone. Ze halen de volgende dag hun bestelling af in een van de 200 (anno 2019) Collect&Go-punten naar keuze, verbonden aan een Colruyt-winkel. Klanten kunnen kiezen uit het hele assortiment voeding en een selectie van non-food-artikelen. In juni 2011 lanceerde Colruyt als eerste supermarktketen een smartphone app waarmee klanten hun boodschappenlijstje opsturen en hun producten bestellen. In 2013 werden al ongeveer 10 % van de Collect&Go-reservaties via een smartphone opgestart. Colruyt kreeg in 2013 van het financieel-economische tijdschrift Trends de Digitale Gazelle-award voor zijn Collect&Go-afhaalservice. Colruyt Frankrijk Colruyt zette in 1996 zijn eerste stappen in Frankrijk. De winkelketen nam er de aandelen over van de Franse distributiegroep Ripotot. Later werd Ripotot omgedoopt tot Codifrance: Colruyt Distributie Frankrijk. Codifrance telt in 2013 een zestigtal Colruyt-winkels in voornamelijk het oosten en noordoosten van Frankrijk. Het Franse Colruyt-concept is gebaseerd op de Belgische formule, al verschilt de markt in Frankrijk sterk met die in België. Daarom profileert Colruyt zich er met de aanpak ‘Prix-Qualité’. De winkelformule claimt al sinds 2009 de laagste prijs voor alle grote merken en voor vergelijkbare producten. De filialen in Frankrijk zijn geen grote supermarkten, maar buurtwinkels met verse en streekproducten, een wijn- en kaasaanbod en een traditionele beenhouwerij. Nieuwe winkels hebben ook een artisanale bakkerij. In de Franse Colruyt-winkels werken ze met de "Colruyt Plus"-klantenkaart. Bio-Planet Bio-Planet is een keten van biosupermarkten en een webwinkel die deel uitmaakt van Colruyt Group. Het assortiment bestaat uit biologische en ecologische producten. In 2001 ging in Kortrijk de allereerste Bio-Planet open. Begin 2007 werd de eerste buitenlandse Bio-Planet-vestiging geopend, in Eindhoven (Nederland). In 2008 sloot dit filiaal de deuren. Begin 2014 ging in Nijvel de allereerste Bio-Planet-winkel van Wallonië open. Externe links Officiële website Officiële website Frankrijk Officiële website Luxemburg Colruyt Group
Geschiedenis 1928 Bakkerszoon Franz Colruyt begint in Lembeek een groothandel in koloniale waren (koffie, kruiden enz.). Aanvankelijk levert Franz Colruyt aan kruideniers in de streek rond Halle. Daarna breidt hij uit naar Brussel en omstreken. 1950 Oprichting van de Etn. Franz Colruyt nv, groothandelaar in voedingswaren. 1953 Oprichting van Boni. De winkelformule levert aan aangesloten zelfstandige kruideniers. Trouwe winkeliers hadden een Boni-uithangbord. 1958 Samen met zijn broers neemt Jo Colruyt, de zoon van Franz Colruyt, de leiding over van het bedrijf. Colruyt levert dan al voedingsproducten aan meer dan 800 zelfstandige winkeliers. 1962 Colruyt neemt de zelfbedieningszaak Verloo in Elsene over. Twee jaar later opent Discount Verloo op Universiteitslaan; pas in 1976 zou deze en andere supermarkten van het bedrijf de naam "Colruyt" dragen. Door de concurrentie van grotere en 'chique' supermarkten in de buurt, beslist Jo Colruyt de bekende merken bij Discount Verloo 10 procent goedkoper te verkopen: het begin van de laagsteprijzenpolitiek. 1964 Door de komst van de eerste supermarkten wordt het leveren aan de kleinere Boni-winkels te duur. Colruyt begint te experimenteren met nieuwe, modernere winkelformules zoals Cash&Carry of kortweg 'Cash', een zelfbedieningsformule voor zelfstandigen. 1976 Ook concurrenten gebruiken de term ‘discount’. Alle Discount-winkels, de twee groothandels 'Cash' en de tussenformule 'Cash Discount' krijgen allemaal de naam Colruyt. 1977 De nv Colruyt trekt naar de beurs. 1984 Opening van het vleesverwerkende bedrijf Vlevico (Vlees Viande Colruyt). 1987 De introductie van full scanning aan de kassa. Colruyt werkt niet langer met ponskaarten die de klanten samen met het product uit de rekken moesten nemen. Aan de kassa worden streepjescodes gelezen. 1994 Jo Colruyt overlijdt. Zijn zoon Jef Colruyt volgt hem op. 1996 De eerste Colruyt-winkel in Frankrijk opent zijn deuren. 1998 Colruyt start met de leveringsservice Collivery. 2000 de afhaalservice Collect&Go wordt opgericht. Klanten reserveren hun boodschappen online en kunnen die de volgende dag afhalen in het afhaalpunt van hun keuze. 2006 Colruyt sluit zich aan bij Coopernic, een aankoopgroepering met o.a. E.Leclerc en Rewe. 2008 Colruyt opent een eerste winkel in het Groothertogdom Luxemburg. 2012 Colruyt opent in Wépion (bij Namen) zijn eerste lage-energiewinkel. 2013 Colruyt opent in Halle zijn eerste vierdegeneratiewinkel. 2013 Colruyt bundelt meer dan 50 huismerken (Belsy, Galaxi, Eldorado ...) onder één merk: Boni Selection. 2013 Colruyt stapt uit de internationale aankoopgroepering Coopernic, en sticht samen met Conad (Italië), Coop Group (Zwitserland) en REWE Group (Duitsland) en eveneens Système U (die uit AMS stapte) CORE op, met de hoofdzetel te Brussel. 2020 Colruyt sluit zijn online afhaalservice Collishop. 2021 Colruyt opent eerste 24/7 stadssupermarkt zonder personeel te Gent. Deze nieuwe "keten" krijgt de naam OKay Direct.
1
ontvangstactie, levering, bezorging
7,535
BarOrPub
1867724
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bram%20Charit%C3%A9
Bram Charité
Abraham (Bram) Charité (Den Haag, 25 augustus 1917 – aldaar, 26 februari 1991) was een Nederlands gewichtheffer. Hij nam tweemaal deel aan de Olympische Spelen en won hierbij in totaal een bronzen medaille. Bij de start van zijn loopbaan in 1935 woog Charité 63 kg en kwam hij uit in de lichtgewichtklasse. Toen na de Tweede Wereldoorlog zijn carrière pas goed op gang kwam, woog hij meer dan 100 kg en kwam hij uit in de zwaargewichtklasse. De gewichtstoename was naar verluidt te danken aan een dieet van haringen, melk en biefstukken. Charité werd in totaal zes keer Nederlands kampioen. Zijn grootste succes behaalde hij op de Olympische Spelen van 1948 in Londen. Achter de Amerikanen John Davis en Norbert Schemansky werd hij derde door 127,5 kg te drukken, 125 kg te trekken en 160 kg te stoten. Aangezien in 1948 het Europees kampioenschap door de Olympische competitie werd beslist, was dit resultaat tevens goed voor een Europese gouden medaille. Op alle drie de onderdelen verbeterde Charité het Nederlands record. Hij kwam ook uit op de Olympische Zomerspelen 1952 in Helsinki. Na het eerste onderdeel stond hij tiende in het tussenklassement. Omdat hij last had van een verstopte neus, trok hij zich vervolgens terug. Naast zijn sportloopbaan was Charité een handelaar in lompen. Later was hij eigenaar van een café, had hij een hengelsportzaak en nog later een dierenwinkel. Eind jaren vijftig startte hij een sportschool en richtte hij binnen deze sportschool de gewichthefvereniging Robot op. Verschillende van zijn pupillen wisten nationaal kampioen te worden. Charité was in de jaren zestig als krachttrainer actief bij profvoetbalclub ADO. Nederlands gewichtheffer Nederlands olympisch deelnemer
Naast zijn sportloopbaan was Charité een handelaar in lompen. Later was hij eigenaar van een café, had hij een hengelsportzaak en nog later een dierenwinkel. Eind jaren vijftig startte hij een sportschool en richtte hij binnen deze sportschool de gewichthefvereniging Robot op. Verschillende van zijn pupillen wisten nationaal kampioen te worden. Charité was in de jaren zestig als krachttrainer actief bij profvoetbalclub ADO.
1
bar, kroeg, café
11,977
DataDownload
5053451
https://nl.wikipedia.org/wiki/CIOT
CIOT
Het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) is een overheidsorganisatie binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken (zoals providers van internet en telefonie) zijn wettelijk verplicht om elke 24 uur een actueel databestand aan te leveren aan het CIOT met daarin o.a. NAW-gegevens behorende bij telefoonnummers, IP-adressen en e-mailadressen. Het CIOT maakt deze bestanden doorzoekbaar voor (Bijzondere) Opsporings-, Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, zoals onder andere de politie, de FIOD, het Openbaar Ministerie, de AIVD en de MIVD. Het doorzoeken gebeurt automatisch, waardoor de diensten 24 uur per dag toegang hebben tot de gegevens. Er is geen menselijke tussenkomst vanuit het CIOT. Volgens de wet mag de database uitsluitend bevraagd worden in verband met een onderzoek, zoals een politieonderzoek. Hieronder valt ook het raadplegen van gegevens in verband met hulpverlening in noodsituaties, bijvoorbeeld als iemand die onwel wordt het alarmnummer 112 belt, maar niet meer kan vertellen wie hij is of waar hij woont. Uit de jaarverslagen van 2017 t/m 2020 van CIOT blijkt dat de database jaarlijks 2,0–2,4 miljoen keer werd geraadpleegd door alle instanties tezamen. De jaarverslagen geven een specificatie van het aantal informatieverzoeken per instantie en, los daarvan, de rechtsgrondslag van deze opvragingen. Het is niet inzichtelijk voor providers hoe vaak hun eigen klantenbestand bevraagd wordt binnen het CIOT-systeem. Minder dan één op duizend aanvragen komt van 112. Wettelijke grondslag Het CIOT is een onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en valt onder Justitiële Informatiedienst van het Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving. Het is in 1999 opgericht. De wet is in januari 2000 gepubliceerd als het Besluit verstrekking gegevens telecommunicatie. Artikel 4 lid 2 benoemt de gegevens die in de database terecht komen. De Minister van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het CIOT. Jaarlijks stelt de minister een rapport op waarin het aantal bevragingen wordt vermeld. Ook wordt jaarlijks een rapport opgesteld over de audit naar de goede uitvoering van de wet, zowel door openbare telecommunicatienetwerken, het informatiepunt en de opsporingsinstanties die toegang hebben. Opvragingen van informatie uit de CIOT-database gebeurt volgens de volgende rechtsgrondslagen: TW 11.10: "hulpverlening in noodsituaties of de bestrijding van het misbruik van een alarmnummer" (lid 6) met maximum bewaartermijnen tot zes maanden afhankelijk van de situatie (lid 7). Wvggz 13:3a: vaststelling van de verblijfplaats van de betrokkene "die zich aan de uitvoering van de verplichte zorg heeft onttrokken" "[indien] het ernstige vermoeden bestaat dat [diegene] in levensgevaar verkeert of een misdrijf als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, zal plegen met ernstig nadeel voor hemzelf of een ander tot gevolg", door de officier van justitie na machtiging door de rechter-commissaris. WvS 126n: een vordering door de officier van justitie in het belang van het onderzoek in geval van "verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid" (bijvoorbeeld "een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld"). WvS 126na: een vordering door een opsporingsambtenaar zonder gespecificeerd doel in het geval van verdenking van een niet-gespecificeerd misdrijf. WvS 126u: als onderdeel van het voor maximaal drie maanden stelselmatig volgen van een persoon of stelselmatig diens aanwezigheid of gedrag waarnemen, "[indien] uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden voortvloeit dat in georganiseerd verband misdrijven als omschreven in artikel 67, eerste lid, worden beraamd of gepleegd die gezien hun aard of de samenhang met andere misdrijven die in dat georganiseerd verband worden beraamd of gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren". De vordering wordt gedaan door de officier van justitie. WvS 126ua: vergelijkbaar met 126u, maar gedaan door een opsporingsambtenaar. Hierbij is geen maximumduur aangegeven. WvS 126zh: een vordering door de officier van justitie in het belang van het onderzoek "[in] geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf". De opgevraagde gegevens mogen maximaal een periode van drie maanden beslaan. WvS 126zi: vergelijkbaar met 126zh, maar gedaan door een opsporingsambtenaar. Hierbij is geen maximumperiode aangegeven. WvS 126ii: vergelijkbaar met 126zh, maar ter voorbereiding van dat onderzoek. Hierbij is geen maximumperiode aangegeven. De grondslag uit de wet verplichte geestelijke gezondheidszorg werd in 2020 voor het eerst en éénmaal gebruikt; in het daarop volgende jaarverslag werd deze grondslag 19 keer gebruikt. Geen nieuwere gegevens zijn bekend per september 2022. In 2018 waren artikelen 126n en 126na uit het Wetboek van Strafvordering de grondslag voor 99,7% van alle aanvragen. Een verdere 4891 aanvragen werden gedaan op basis van de overige grondslagen in het WvS. Werking van het systeem Zoals de wet stelt in artikel 6, moet de "doorgeleiding van gevraagde gegevens [anoniem geschieden]." In de praktijk wordt dit geïmplementeerd doordat de data van verschillende providers op verschillende, beveiligde omgevingen staat. Bij het ontvangen van een zoekopdracht, wordt door een server van het CIOT de zoekopdracht geanonimiseerd en daarna verspreid naar alle omgevingen om te controleren of de gegevens daar aanwezig zijn. Het antwoord gaat terug naar de centrale server, die de bevraging verspreidde, die het terug stuurt naar de aanvrager. Waarom het niet de client van de aanvrager is die de bevraging anonimiseert maar een server van het CIOT, en welke anonimiseringsmethode precies wordt gebruikt, is niet bekend. Technisch gezien is het twijfelachtig of het werkelijk anoniem gemaakt wordt, of dat er in de werkelijkheid pseudonimisering toegepast wordt (bijvoorbeeld door een hashfunctie), aangezien werkelijke anonimisering het onmogelijk zou maken om de bijbehorende persoonsgegevens te vinden. In 2018 bleek dat in 2016 er meerdere onregelmatigheden waren in de wijze waarop de politie met het CIOT omging. Zo werd de autorisatie voor de toegang tot het systeem pas achteraf gegeven aan de politie-ambtenaren die er gebruik van hadden gemaakt. Voorts waren er diverse onduidelijkheden in de toepasselijke regelgeving, onder meer over hoe lang de data bewaard mogen worden. Verstrekte gegevens Welke gegevens in het (aan het CIOT) verstrekte bestand moeten staan, hangt af van het type organisatie. Sinds september 2004 wordt het volgende verstrekt: Door telecommunicatieaanbieders Naam, adres, postcode, woonplaats De telecommunicatiedienst die de gebruiker afneemt (vast, mobiel, abonnement, prepaid, etc.) Telefoonnummer(s) van de gebruiker Naam van de telecommunicatieaanbieder Door internetaanbieders Naam, adres, postcode, woonplaats De internetdienst die de gebruiker afneemt (inbellen, kabel, ADSL, e-mail, account, etc.) Identificatienummers van randapparaten van de gebruiker, IP-adressen, e-mailadres(sen) van de gebruiker, gebruikersnaam of inlognaam Naam van de internetaanbieder Externe link Website van CIOT Overheidsinstantie
Het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) is een overheidsorganisatie binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken (zoals providers van internet en telefonie) zijn wettelijk verplicht om elke 24 uur een actueel databestand aan te leveren aan het CIOT met daarin o.a. NAW-gegevens behorende bij telefoonnummers, IP-adressen en e-mailadressen. Het CIOT maakt deze bestanden doorzoekbaar voor (Bijzondere) Opsporings-, Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, zoals onder andere de politie, de FIOD, het Openbaar Ministerie, de AIVD en de MIVD. Het doorzoeken gebeurt automatisch, waardoor de diensten 24 uur per dag toegang hebben tot de gegevens. Er is geen menselijke tussenkomst vanuit het CIOT.
1
dataset, gegevensdownload, databestand
2,610
MotorcycleDealer
1707340
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20de%20Bloois
Jan de Bloois
Jan de Bloois (Maasland, 23 oktober 1916 – Nederlangbroek, 30 december 1944) was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Jan de Bloois werd in de nacht van 7 op 8 mei 1944, in opdracht van het Bureau Inlichtingen (BI), in de omgeving van Rijsbergen, boven Noord-Brabant geparachuteerd. Hij werkte in de functie van radiotelegrafist voor de Zendgroep BI-Radiodienst. Hij verleende steun aan de Groep Albrecht. Op 30 december 1944 werd hij in Nederlangbroek door de Sicherheitsdienst (SD) doodgeschoten. Voor de oorlog Aan het begin van de bezetting zat Jan de Bloois in het Westland in het Nederlands verzet. Hij maakte deel uit van de Landelijke Knokploegen (LKP). De reis naar Engeland Via Schrader, een chef van de voedselvoorzieningsdienst in Den Haag zag hij kans om uit te wijken naar Engeland. Op de beurtvaartschuit Nooit Volmaakt van de befaamd geworden schipper Kees Koole werd hij in september 1943 vanuit Schipluiden de Noordzee opgebracht. In volle zee werd hij door een Engels oorlogsschip opgepikt. Jan de Bloois had uit het Westland voor Koningin Wilhelmina trossen druiven meegenomen. De overtocht verliep zo voorspoedig, dat de druiven nog in uitstekende staat verkeerden toen Hare Majesteit dit unieke geschenk in Londen in ontvangst nam. Na zijn aankomst in Londen werd hij opgeleid tot agent bij het Bureau Inlichtingen (BI). Het BI werkte nauw samen met de Engelse Secret Intelligence Service (SIS). Na zijn opleiding tot radiotelegrafist was hij gereed om boven bezet gebied te worden geparachuteerd. Door de radiozender Radio Oranje werd de komst van de agent met een slagzin aangekondigd. De aankondiging luidde; "De krankzinnige mier in het po-kastje brengt de stand op negentien". De slagzin moest voor de medewerkers van de Raad van Verzet (RVV), die in bezet Nederland naar de BBC luisterden, de heldere mededeling inhouden dat een volgende agent van het BI een bijzondere boodschap had over te brengen. De Duitsers van de dienst in Scheveningen konden er in ieder geval geen touw aan vastknopen. Terug naar Nederland Jan de Bloois werd in de nacht van 7 op 8 mei 1944 ten zuiden van Breda, in de omgeving van Rijsbergen, geparachuteerd. De Bloois kwam veilig op het pinpoint neer. Hij had vier radiosets en evenveel zendplannen voor de Zendgroep BI-Radiodienst meegenomen. Bij de landing werden de radiosets onherstelbaar beschadigd De opdracht Jan de Bloois maakte deel uit van de Zendgroep BI-Radiodienst. Hij had de opdracht om als radiotelegrafist en codist het radiocontact te verzorgen tussen de RVV en het BI en de Nederlandse regering in Londen. Indien nodig diende hij als radiotelegrafist in te vallen bij de Spionagegroep Albrecht.Voor alle zekerheid waren aan De Bloois ook microfoto's met daarop de zogenaamde "Negentien punten van Gerbrandy" meegegeven. "De Negentien punten van Gerbrandy" was een document waarin de richtlijnen stonden beschreven, die minister president Gerbrandy en zijn ministers hadden samengesteld om de samenwerking tussen de diverse verzetsorganisaties te optimaliseren. Na zijn aanhouding had agent Andries Ausems (1904-1955) op 2 maart 1944 uit veiligheidsoverwegingen de eerste versie van deze microfoto’s moeten verbranden. De Bloois had opdracht om een tweede versie van het document bij Andries Ausems af te leveren. Plaats van tewerkstelling Het eerste aanloopadres dat Jan de Bloois na zijn landing bezocht was bij de "Spartanen" in Princenhage. Het aanloopadres was de rijwiel- en motorfietsenhandel van Rinus van Nunen. Het bedrijf was herkenbaar aan een uithangbord dat aan de voorpui hing. Het was een reclamebord van het merk "Sparta". Zowel de schuilnaam van de contactpersoon als het wachtwoord om bij de familie binnen te kunnen komen was "Spartanen". De Bloois werd op het onderduikadres door de agenten Sjef Adriaansen (1919-1944) en Jacques van Loon (1919) in Princenhage opgevangen. Omdat zijn eigen radioset bij de landing onherstelbaar was beschadigd kreeg hij van Sjef Adriaansen een nieuwe radiozendontvanger. Met de aankomst van Jan de Bloois was de Zendgroep BI-Radiodienst compleet. Daarna werd het aanloopadres van de "Spartanen" in Princenhage niet meer gebruikt. Onder de leiding van Jan Faber (1917-2001) bouwden de agenten Adriaansen, Van Loon, Leus en De Bloois, in samenwerking met lokale marconisten van de Radiodienst van de Raad van Verzet een hechte zendgroep op. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte hij gebruik van de codenaam; Gijs, Krankzinnige Mier, Piet de Springer en Jan van Dorp. Tijdens zijn contacten in het veld gebruikte hij de schuilnaam J.H. Zuiderhout. Eind oktober 1944 verplaatste De Bloois zijn werkterrein naar Langbroek. In Langbroek nam hij het onderduikadres van de agent Herman Leus (1917-1945) over. Van hem kreeg hij ook een radiozendontvanger. Vanaf dat moment verzorgde hij van daaruit ten behoeve van de RVV onder meer de binnenlandse berichtgeving naar het BI in Eindhoven. Op 30 december 1944 kwam Jan de Bloois door een samenloop van omstandigheden in Duitse handen terecht. In Nederlangbroek had De Bloois op de een na laatste dag van het jaar 1944 een afspraak met de plaatselijke kapper. De afspraak was om vier uur in de middag. Toen hij in de kapsalon zat deed de SD een inval. Ze waren op zoek naar materiaal van het hoofd van de plaatselijke Knokploegen (KP). Het materiaal zat verstopt in een woonhuis naast de kapsalon. De Bloois ging ervan uit dat de SD het op hem gemunt had. Hij sloeg op de vlucht. Hij kon de kapsalon veilig via de achterkant van het pand verlaten. Helaas ging hij niet te voet verder. Hij haalde zijn fiets op, die hij aan de straatzijde voor de kapsalon had neergezet. Hij probeerde op de fiets te ontkomen. Tijdens zijn vlucht opende de SD het vuur op hem. De schoten waren op zijn benen gericht. Hij kwam ten val. Tijdens zijn val werd hij door een geweerkogel dodelijk getroffen. Eerbetoon Op de Nederlands Hervormde begraafplaats te Langbroek werd in 1948 een gedenkteken van Johan van Zweden voor hem opgericht. Onderscheidingen Bronzen Leeuw (KB nr.11 van 30 november 1948). Bronzen Kruis (KB nr 9 van 9 maart 1944) Verzetsherdenkingskruis Externe link Oorlogsmonument Engelandvaarder Nederlands verzetsstrijder omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog
Plaats van tewerkstelling Het eerste aanloopadres dat Jan de Bloois na zijn landing bezocht was bij de "Spartanen" in Princenhage. Het aanloopadres was de rijwiel- en motorfietsenhandel van Rinus van Nunen. Het bedrijf was herkenbaar aan een uithangbord dat aan de voorpui hing. Het was een reclamebord van het merk "Sparta". Zowel de schuilnaam van de contactpersoon als het wachtwoord om bij de familie binnen te kunnen komen was "Spartanen". De Bloois werd op het onderduikadres door de agenten Sjef Adriaansen (1919-1944) en Jacques van Loon (1919) in Princenhage opgevangen. Omdat zijn eigen radioset bij de landing onherstelbaar was beschadigd kreeg hij van Sjef Adriaansen een nieuwe radiozendontvanger. Met de aankomst van Jan de Bloois was de Zendgroep BI-Radiodienst compleet. Daarna werd het aanloopadres van de "Spartanen" in Princenhage niet meer gebruikt. Onder de leiding van Jan Faber (1917-2001) bouwden de agenten Adriaansen, Van Loon, Leus en De Bloois, in samenwerking met lokale marconisten van de Radiodienst van de Raad van Verzet een hechte zendgroep op. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte hij gebruik van de codenaam; Gijs, Krankzinnige Mier, Piet de Springer en Jan van Dorp. Tijdens zijn contacten in het veld gebruikte hij de schuilnaam J.H. Zuiderhout.
1
motorzaak, motorfietsenhandel, motorfietsenwinkel
1,158
WorkersUnion
3781975
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hendrik%20Delport
Hendrik Delport
Hendrik Pieter Delport (Tienen, 16 oktober 1900 - 22 april 1981) was een Belgisch senator. Levensloop Delport was een zoon van Hendrik Delport en Hubertine Lamberts. Hij trouwde in Tienen in 1925 en het echtpaar kreeg vijf kinderen. Na de moderne humaniora behaalde hij het diploma van burgerlijk elektromechanisch ingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij werd ingenieur bij Bell Telephone Antwerpen (1923-1925), elektro-ingenieur (1925) en hoofdelektro-ingenieur (1945) bij de RTT. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het Verzet. Hij speelde een actieve rol in de christelijke vakbond ACV: voorzitter van de christelijke vakbond PTT Tienen (1930), bestuurslid ACV Tienen (1930), voorzitter ACW Tienen (1945). Langs daar kwam hij ook in de CVP terecht: lid van het hoofdbestuur CVP arrondissement Leuven, voorzitter van de CVP-afdeling van Tienen. In 1946 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid van Tienen en bleef dit tot in 1958. Hetzelfde jaar werd hij verkozen tot CVP-senator voor het arrondissement Leuven en bekleedde dit mandaat tot aan de pensioenleeftijd in 1965. Literatuur Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972. Belgisch senator Belgisch verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog CVP-politicus
Hij speelde een actieve rol in de christelijke vakbond ACV: voorzitter van de christelijke vakbond PTT Tienen (1930), bestuurslid ACV Tienen (1930), voorzitter ACW Tienen (1945).
2
vakbond, werknemersorganisatie, collectieve onderhandeling
231
GiveAction
5303436
https://nl.wikipedia.org/wiki/Villa%20Mari%C3%ABnhof
Villa Mariënhof
Villa Mariënhof is een monumentale villa met tuin gelegen langs de Bredaseweg in de Noord-Brabantse stad Tilburg. Het door Johan Wilhelm Hanrath ontworpen huis werd gebouwd tussen 1916 en 1918 als woonhuis voor de familie van een lokale fabriekseigenaar. Staatsbosbeheer erfde de villa in 1986 en gebruikte het achtereenvolgens als regiokantoor en als residentieel verhuurobject. Het huis, de tuin en een theehuisje zijn drie losse rijksmonumenten. Geschiedenis Villa Mariënhof werd tussen 1916 en 1918 gebouwd naar een ontwerp van architect Johan Wilhelm Hanrath. De opdrachtgever was Jos Janssen, de eigenaar van de Tilburgse textielververij "De Regenboog" langs de Bredaseweg. Het huis staat aan de noordkant van de Bredaseweg, waar in de jaren 30 lintbebouwing van villa's met grote tuinen ontstond. Villa Mariënhof werd gerenoveerd, nadat de bouwvergunning was goedgekeurd in 1939. Tijdens deze verbouwing werd de veranda dichtgemaakt om zo een serre te creëren en er werd een terras aangelegd tegen die serre aan. In 1951 werd aan de oostkant van het kavel een betonnen garage bijgebouwd met plaats voor één auto. Charles Janssen, de zoon van Jos, liet Villa Mariënhof in 1986 na aan natuurbeheerder Staatsbosbeheer met als verzoek het huis voor minstens 25 jaar te conserveren. Daaropvolgend gebruikte de organisatie het pand als regiokantoor en eind jaren 80 vond een renovatie plaats waarbij onder andere een brandtrap werd toegevoegd. In 1997 begon Staatsbosbeheer Villa Mariënhof te verhuren als woonhuis. Vijf jaar later werden de villa, de tuin en het theehuis benoemd tot rijksmonument. Volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is het gebouw van cultuurhistorisch belang, omdat het een voorbeeld is van de landhuizen die aan de toegangswegen naar industriesteden werden gebouwd. Ook is de villa belangrijk binnen de oeuvres van de architecten Hanrath en Springer en bevinden zowel het interieur als het exterieur zich in een nog goede staat. In 2012 werd het dak van de villa vervangen. Staatsbosbeheer probeerde de villa in 2015 te verkopen voor een prijs van €950.000 aan bij voorkeur een particulier. De verkoop betrof alleen het huis en niet de grond, die Staatsbosbeheer in erfpacht zou houden. Later kwam dit laatste te vervallen en werd de vraagprijs naar €1,85 miljoen verhoogd voordat deze in 2019 weer naar €1,6 miljoen werd verlaagd. Omdat het huis nog niet verkocht was, besloot Staatsbosbeheer de voorkeur voor een particuliere koper te laten vervallen. Voor uitbreidingen of een niet-residentiële functie bleef het echter wel noodzakelijk om het bestemmingsplan te laten veranderen. Architectuur Hoofdgebouw Villa Mariënhof is ontworpen door de Hilversumse architect Johan Wilhelm Hanrath in de traditionalistische en rationalistische stijlen. Het telt twee verdiepingen buiten de kelder en de zolderverdieping. Het schilddak heeft twee schoorstenen en wordt bedekt met rode dakpannen. Het metselwerk heeft een Vlaams verband. De voorgevel bestaat uit drie traveeën en is symmetrisch. In het midden bevindt zich een portiek met een boog als bovenkant en een eikenhouten voordeur. Deze deur wordt geflankeerd door twee glas-in-loodramen met voorstellingen uit de textielindustrie. Een derde raam boven de deur toont de ark van Noach en daarnaast de data "1890 - 2 december - 1940" en de handtekening van glazenier Pieter Wiegersma. Ook is in het portiek de zandstenen eerste steen, waarop "Gedenksteen is gelegd door Joseph en Charles Janssen, Januari 1917" staat. Beide zijden van de voorgevel hebben een erker met een trapeziumvormige plattegrond, die doorloopt tot het dak. De meeste ramen beschikken over een kruiskozijn en sommige hebben luiken. De voorzijde van het dak telt drie dakkapellen. De oostelijke zijgevel heeft een serre, die eerder een veranda was. Deze wordt ondersteund door steunberen en de ramen hebben een geronde bovenkant. Bovenop de serre bevindt zich een balkon met een gemetselde balustrade. Een tweede ingang met een tweetredig trapje en een luifel zit naast de serre. De andere zijgevel is symmetrisch en heeft een terras met balustrades aan twee kanten. In het midden van de achterkant zit de achterdeur – weer met twee traptreden. Boven die deur bevindt zich een houten balkon. De achtergevel heeft net als de voorgevel drie dakkapellen. Achter de voordeur bevindt zich een vestibule, die versierd is met lambriseringen van groen marmer. Daarachter light de centrale hal, die is verbonden met onder andere de woonkamer en de salon met lambriseringen van teak. Het toilet en zijn doorgang zijn versierd met groene geglazuurde tegels. De achterdeur zit in een andere doorgang, waarin ook de deur naar de keuken zit. De keuken beschikt over een oproepsysteem, waarmee de andere kamers bereikt kunnen worden. De vloeren van de keuken en bijkeuken hebben een schaakbordpatroon en beide kamers hebben lambriseringen van witgeglazuurde tegels met daarop afbeeldingen. Een van de open haarden heeft soortgelijke tegels. Een driedelige trap, die gemaakt is van het hout van de grove den, leidt van de centrale hal naar de eerste verdieping. Die verdieping en die daarboven bevatten slaap- en badkamers. Tuin en theehuis De tuin met veel bos heeft een oppervlakte van 18.000 m² is ontworpen door landschapsarchitect Leonard Springer, die ook verantwoordelijk was voor het Tilburgse Leijpark. De Engelse tuin werd aangelegd in 1919 en nam destijds 25.000 m² in beslag. Er lopen twee gekromde oprijlanen doorheen met elk een witte houten poort – ondersteund door gemetselde pilaren – bij de weg. Tussen de oprijlanen ligt een grasveld, waar eerder een zonnewijzer was. Ook bevindt zich een grasveld direct achter het huis omringd door treurbeuken, zilverlinden en eiken. Ook loopt door de tuin een kronkelpad met daaromheen struiken. Toen de villa net was gebouwd waren er zichtassen richting akkerlanden in het zuiden en het bos in het westen. Rond het jaar 1970 werd ongeveer 15% van de tuin verkocht voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk. Hierdoor verdwenen een groentetuin, een boomgaard en een tuinmanswoning. Ook werd de opzet van de paden gewijzigd. Waar de groentetuin en boomgaard waren werden moerascipressen, douglassparren en lariksen geplant. In 1980 werd de tennisbaan weggehaald en ook daar werden bomen geplant. In de voortuin – dicht bij de weg – staat een theehuis, dat eveneens door Hanrath is ontworpen. De bouwvergunning werd in 1917 afgegeven. Het gebouwtje heeft een achthoekige plattegrond, gepotdekselde muren en een rieten schilddak. Voorin bevindt zich een veranda met rode tegels, een houten balustrade en vier steunkolommen. De veranda herbergde bij voltooiing ook de ingang van het theehuis, die bestond uit schuifdeuren met daarin en daarnaast ramen. Galerij Trivia In 2020/2021 was Villa Mariënhof een van de filmlocaties van de Nederlandse oorlogsdramaserie De stamhouder. Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Tilburg (plaats) Rijksmonument in Tilburg Mariënhof Woning in Tilburg
In de voortuin – dicht bij de weg – staat een theehuis, dat eveneens door Hanrath is ontworpen. De bouwvergunning werd in 1917 afgegeven. Het gebouwtje heeft een achthoekige plattegrond, gepotdekselde muren en een rieten schilddak. Voorin bevindt zich een veranda met rode tegels, een houten balustrade en vier steunkolommen. De veranda herbergde bij voltooiing ook de ingang van het theehuis, die bestond uit schuifdeuren met daarin en daarnaast ramen.
1
eigendomsoverdracht, schenken, geven
5,221
CookAction
410563
https://nl.wikipedia.org/wiki/Huzarensalade
Huzarensalade
Een huzarensalade is een salade met aardappel, vlees en augurk. De salade werd al in de negentiende eeuw bereid; een krantenartikel uit 1844 en een kookboek uit 1867 maken er melding van. De salade wordt genuttigd als voorgerecht, als middagmaal, of als onderdeel van een lopend buffet. In de 20ste eeuw werd het gerecht tevens beschouwd als traditionele versnapering op oudejaarsavond. Ingrediënten Een huzarensalade bevat doorgaans de volgende ingrediënten: aardappel, vlees, groente en augurk. Ze wordt aangemaakt met bijvoorbeeld Franse dressing (vinaigrette) en geserveerd met wat garnituur, een beetje mayonaise en soms toast. In sommige varianten worden de ingrediënten niet te klein gesneden en niet geprakt, zodat ze herkenbaar blijven, in andere varianten wordt een deel van de ingrediënten gemalen en met mayonaise vermengd. Kant-en-klaar verkrijgbare huzarensalades hebben vaak het karakter van een smeerbare pasta. De precieze samenstelling van de salade staat niet vast. De ingrediënten kunnen variëren al naargelang de huzarensalade wordt gemaakt als variatie op de haringsalade of de Russische salade, of welke kliekjes er toevallig in de koelkast liggen. De huzarensalade leent zich namelijk ook goed voor restverwerking. Een van de oudste vermeldingen van de huzarensalade stamt uit het boek “een Drentsch Gemeente-Assessor op reis naar Amsterdam” uit 1845. Waar de salade precies uit bestond, staat niet vermeld, maar wel dat de hoofdpersoon in het verhaal het gerecht met cayennepeper en vergezeld van een karbonade geserveerd kreeg. Het Wannée kookboek uit 1910, een Nederlands standaardkookboek, gebruikt voor huzarensalade koud vlees, zure appelen, eieren, gekookte aardappelen, rode biet, een slasoort (gewone sla, veldsla of krulandijvie), zilveruitjes en augurk. Voor de dressing worden slaolie en azijn, of mayonaise gebruikt, en peper en zout. De samenstelling en de bereiding is gelijk aan die van haringsalade, waarbij vlees de haring vervangt. De in 1934 gegeven beschrijving van huzarensalade in een ander Nederlands standaardkookboek, Het nieuwe Haagse kookboek, is vergelijkbaar; sla en eieren ontbreken echter, en aan de dressing kan eventueel nog mosterd worden toegevoegd. Daarnaast vermeldt dit boek ook een “lichte huzarensalade”, zonder biet en met kalfsvlees. Andere recepten en kookboeken uit de 20ste eeuw noemen varianten met bijvoorbeeld koude prinsessebonen of ui, en voegen mosterd of gehakte peterselie aan de dressing toe. Van de Belgische kok Jeroen Meus stamt een huzarensaladerecept met eenvoudig en goedkoop soepvlees Overigens is de benaming huzarensalade in België volstrekt ongebruikelijk. Oorsprong van de naam De oorsprong van de naam huzarensalade is niet goed bekend. Het meest aannemelijk is dat de naam de Nederlandse verbastering is van het Franse ‘salade à la hussarde’. Er zijn vele Franse 'à-la-hussarde'-gerechten, zoals sauce à la hussarde, carpe à la hussarde, truites à la hussarde, potage à la hussarde, poulets à la hussarde en boeuf à la hussarde. Het is hoogst twijfelachtig of de salade iets te maken heeft met huzaren, de van oorsprong Hongaarse ruiters die in de 17e en 18e eeuw in de Keizerlijke Oostenrijkse legers ten strijde trokken tegen de Turken. Via Napoleon raakte dit legeronderdeel bekend in Nederland, en na diens vertrek werd in 1814 ook een Nederlands regiment huzaren opgericht. Een van de verhalen over de oorsprong van de naam is dat Hongaarse ruiters onderweg vooraf bereid voedsel meenamen, wat later als “huzarensalade” bekend zou worden. Tegen deze uitleg pleit dat de oorlogen tussen Oostenrijk en het Ottomaanse Rijk weinig aandacht kregen in Nederlandse kranten: het lijkt daardoor niet echt aannemelijk dat een Nederlands gerecht zou worden genoemd naar de toen nog relatief onbekende huzaren. Het recept heeft ook nergens anders ter wereld deze naam. Vergelijkbaar Huzarensalade vertoont overeenkomsten met Russische salade, een salade gebaseerd op aardappelen, vlees of vis, groenten en mayonaise die in Rusland bekend staat onder de naam salat Olivjé. Deze salade werd rond 1860 in Rusland geïntroduceerd door de Russische chef-kok Lucien Olivier (1839–1883). Of Olivier zich liet inspireren door bestaande Franse, Russische of wellicht zelfs Scandinavische landen is niet gedocumenteerd. De huzarensalade was in Nederland in de jaren 1840 al bekend, dus mogelijk hebben beide salades een zelfde voorouder. Salade Aardappelgerecht Nederlandse keuken
Het Wannée kookboek uit 1910, een Nederlands standaardkookboek, gebruikt voor huzarensalade koud vlees, zure appelen, eieren, gekookte aardappelen, rode biet, een slasoort (gewone sla, veldsla of krulandijvie), zilveruitjes en augurk. Voor de dressing worden slaolie en azijn, of mayonaise gebruikt, en peper en zout. De samenstelling en de bereiding is gelijk aan die van haringsalade, waarbij vlees de haring vervangt. De in 1934 gegeven beschrijving van huzarensalade in een ander Nederlands standaardkookboek, Het nieuwe Haagse kookboek, is vergelijkbaar; sla en eieren ontbreken echter, en aan de dressing kan eventueel nog mosterd worden toegevoegd. Daarnaast vermeldt dit boek ook een “lichte huzarensalade”, zonder biet en met kalfsvlees. Andere recepten en kookboeken uit de 20ste eeuw noemen varianten met bijvoorbeeld koude prinsessebonen of ui, en voegen mosterd of gehakte peterselie aan de dressing toe.
1
koken, voedselbereiding, recept
2,404
ClothingStore
2283228
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ambachtshuis%20Venlo
Ambachtshuis Venlo
Het voormalige Ambachtshuis is een monumentaal pand in de binnenstad van de Nederlandse plaats Venlo. Het pand is in 1876 gebouwd in neoclassicistische stijl. De voorgevel is gepleisterd, met het uiterlijk van imitatite-natuursteen. Op de eerste etage zijn de ramen aan de buitenzijde voorzien van imitatie-pilaren en kapitelen. Verder is de gevel symmetrisch van indeling. In 1985 besloot de gemeente het pand aan te merken als gemeentelijk monument. Momenteel is er een kledingwinkel in het pand gevestigd. Externe link omschrijving pand op de gemeentelijke monumentenwebsite Zie ook Lijst van gemeentelijke monumenten in Venlo (gemeente) Gemeentelijk monument in Venlo
In 1985 besloot de gemeente het pand aan te merken als gemeentelijk monument. Momenteel is er een kledingwinkel in het pand gevestigd.
1
kledingwinkel, modezaak, kledingzaak
1,337
ElectronicsStore
1357541
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Harense%20Smid
De Harense Smid
De Harense Smid was een Nederlandse winkelketen die consumentenelektronica verkocht. Geschiedenis Oprichter Jan van Schaijik werd in 1827 dorpssmid in het Brabantse Haren (bij Oss). Tot 1960 bleef de kernactiviteit het beslaan van paarden en het repareren van landbouwwerktuigen. De zaak begon te groeien en het aanbod werd steeds groter met onder meer gashaarden, gasfornuizen en fietsen. In de loop van de tijd werd het assortiment flink uitgebreid met witgoed apparaten, elektrisch huishoudelijk en later kwamen daar televisies en audio-apparatuur bij. Overnamen In 1995 werden 26 van de 31 winkels van de failliete elektronicaketen Van Dijk Groep in Doetinchem overgenomen. In 2000 nam de keten De Grote Een in Hengelo over. In 2004 werden 22 filialen van de keten Megapool en hun merknaam na een faillissement overgenomen. Deze winkels werden heropend als Harense Smid winkels. In 2006 was de Harense Smid genoodzaakt een reorganisatie door te voeren, waardoor er filialen moesten sluiten. In 2009 werden zeven filialen van Mikro Electro overgenomen. Daarmee werd ook het complete personeel van die filialen, 45 werknemers, overgenomen door de Harense Smid. In maart 2009 werd de website Megapool.nl nieuw leven in geblazen. Op 14 juni 2011 werd de keten Leo van Schaijik Osnabrugge met filialen in Arnhem, Cuijk, Nijmegen, Tiel en Venray overgenomen. Sluiting filialen en faillissement In 2006, twee jaar na de overname van 22 winkels van Megapool, moest de Harense Smid vijftien winkels sluiten wegens tegenvallende resultaten. De meeste winkels die gesloten werden, waren voormalige winkels van Megapool. De reden voor sluiting zou de verslechtering van de markt en toenemende concurrentie zijn geweest. Naast ontslagen in de winkels werd ook op het hoofdkantoor en in distributiecentra personeel ontslagen. In februari 2013 sloot de Harense Smid alle filialen boven de grote rivieren in Nederland. Oorzaak hiervan was onder meer de financiële crisis en de concurrentie van webwinkels. Het ging om de filialen in Heerenveen, Leeuwarden, Drachten, Groningen Paddepoel, Groningen Centrum, Delfzijl, Assen, Hoogeveen, Emmen, Emmeloord, Bussum, Ede en Zutphen. De sluiting van de winkels kreeg veel media-aandacht, mede vanwege het volgens de vakbonden niet deugende sociaal plan. Er bleven nog 33 winkels over. Op 1 juli 2013 werd De Harense Smid failliet verklaard en alle circa 450 medewerkers werden ontslagen, behalve de winkel te Veen, daar deze winkel als zelfstandige werkte binnen de formule. Veel medewerkers uit de winkels boven de grote rivieren ontvingen door het faillissement niet de afgesproken ontslagvergoeding. De Harense Smid zou een schuld hebben gehad van 10 tot 12 miljoen euro. Op 1 juli 2013 bleven alle winkels dicht, behalve de winkel te Veen, maar er werd gekeken naar de mogelijkheden voor een doorstart. In de nacht van 1 op 2 juli 2013 bereikte Mikro-Electro, eigenaar van onder andere de winkelformules It's en Mikro-Electro (26 winkels), samen met de voormalige aandeelhouder van de Harense Smid een overeenstemming met de curator. De curator voerde al anderhalve week voor het faillissement het bewind om te zorgen voor een snelle overname en doorstart. Doorstart met 25 winkels Vanaf 2 juli 2013 konden 25 winkels in Nederland weer open vanuit de nieuwe organisatie. Dit waren de winkels in Arnhem, Beneden-Leeuwen, Best, Cuijk, 's-Hertogenbosch, Dongen, Eindhoven, Goirle, Haren, Heerlen, Nijmegen, Nuenen, Rijen, Rosmalen, Schijndel, Sittard, Tiel, Tilburg (Boulevard), Tilburg (Piushaven), Uden, Venray, Waalwijk, Weert en Woensel. 300 medewerkers konden tegen verslechterde arbeidsvoorwaarden weer aan de slag. Overname door BCC Op 18 november 2014 werd bekend dat elektronicaketen BCC per 1 februari 2015 achttien winkels zou overnemen van HiM Retail, de eigenaar van de winkelformules De Harense Smid, Mikro-Electro en It's. De deal hield verder in dat HiM Retail circa tien winkels moest sluiten, omdat zij te veel zouden concurreren met de BCC-winkels. BCC nam circa 150 medewerkers over. Ook de website Megapool en Elektrokoopjes werden aan BCC verkocht. Circa elf winkels wilde BCC niet overnemen, omdat ze te klein waren of op de verkeerde locatie lagen. Zeven winkels gingen verder als Euronics. De zelfstandige winkel te Veen maakte de overstap naar de formule van Electro World onder de naam Electro World Veen. HiM Retail verkocht haar servicedienst aan De Smid Reparatie, een bedrijf van oud-eigenaar Mark van Schaijik. 50 tot 150 mensen verloren hun baan. Belgische filialen Als gevolg van het faillissement werden de winkels gevestigd te Turnhout, Lommel en Geel gesloten. In het filiaal in Turnhout werd in augustus 2013 een Expert-elektronicazaak gehuisvest. Hofleverancier Op 15 oktober 2003 verleende koningin Beatrix aan de Harense Smid te Haren het recht tot het voeren van het koninklijk wapen met de toevoeging 'Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier'. De Harense Smid mocht zich als enige in de elektrobranche hofleverancier noemen. Elsevier Retail Jaarprijs In 2007 werd bij de Elsevier Retail Jaarprijs de Harense Smid verkozen tot winkelketen met de beste service in de categorie elektronica. Externe link Officiële website Hofleverancier Voormalig Nederlands bedrijf Nederlandse winkelketen Organisatie in Oss
Belgische filialen Als gevolg van het faillissement werden de winkels gevestigd te Turnhout, Lommel en Geel gesloten. In het filiaal in Turnhout werd in augustus 2013 een Expert-elektronicazaak gehuisvest.
1
elektronicawinkel, elektronicazaak, elektronicastore
5,593
TelevisionChannel
1703754
https://nl.wikipedia.org/wiki/RTL%20Lounge
RTL Lounge
RTL Lounge is een op Nederland gerichte digitale televisiezender van RTL Nederland die sinds 2 oktober 2009 te zien is via Ziggo, KPN en UPC en sinds 3 december 2013 ook via Canal Digitaal. Net als de rest van de Nederlandse RTL-familie is RTL Lounge een Luxemburgse zender die zich niet aan de Nederlandse mediawet hoeft te houden. Aangezien Luxemburg geen echte toezichthouder kent, wordt op de zender ook geen toezicht gehouden. Doelgroep RTL Lounge richt zich op jonge vrouwen en zendt 24 uur per dag nationale en internationale programma's uit. Vanaf begin 2019 staat Soaps en series onder het logo. Daarnaast zijn er diverse series aan het uitzendschema toegevoegd, zoals Kees & Co (1997-2006) en SamSam. Ook wordt Goede tijden, slechte tijden vanaf het begin uitgezonden. Radio Op 29 oktober 2009 is RTL Nederland Holding BV gestart met een radioversie van RTL Lounge onder de naam RTL Lounge Radio. RTL Lounge Radio is omstreeks 10 maart 2017 opgehouden te bestaan; de stream is vervangen door Sky Radio Smooth Hits. RTL Deutschland is op 17 augustus 2022 gestart met RTL+ Musik, een audiostreamingaanbod als onderdeel van de streamingdienst RTL+ (equivalent Videoland) waarbij ook de non-stop themazender RTL+ Lounge gelanceerd is (zonder reclame, zonder jingles). Nederlandse televisiezender Luxemburgse televisiezender
Nederlandse televisiezender Luxemburgse televisiezender
2
televisiezender, kabeltelevisie, satelliettelevisie
339
MusicEvent
406662
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pinkpop%201982
Pinkpop 1982
Pinkpop 1982 werd gehouden op maandag 31 mei 1982 op het Sportpark Burgemeester Damen in Geleen. Het was de dertiende van zeventien edities van het Nederlands muziekfestival Pinkpop in Geleen, waar ook de eerste editie plaatsvond. Er waren 30.000 bezoekers. Optredens Doe Maar Au Pairs Kid Creole and the Coconuts Saga Y&T Mink DeVille ZZ Top Zie ook Pinkpop Lijst van Pinkpop-optredens Jan Smeets Externe links Officiële website Pinkpop Pinkpop Muziek in 1982
Pinkpop 1982 werd gehouden op maandag 31 mei 1982 op het Sportpark Burgemeester Damen in Geleen. Het was de dertiende van zeventien edities van het Nederlands muziekfestival Pinkpop in Geleen, waar ook de eerste editie plaatsvond. Er waren 30.000 bezoekers.
1
muziekevenement, concert, muziekfestival
1,339
EmailMessage
63761
https://nl.wikipedia.org/wiki/Microsoft%20Outlook
Microsoft Outlook
Microsoft Outlook (voorheen Microsoft Office Outlook en Outlook) is een programma dat onderdeel is van het pakket Microsoft Office voor Windows. Het is een personal information manager en e-mailclient, en kan daarmee tot de groupware gerekend worden. Tot en met versie 2002 werd het programma "Outlook" genoemd, vanaf versie 2003 werd het "Microsoft Office Outlook" om duidelijker te maken dat het een onderdeel was van Microsoft Office. Vanaf versie 2010 wordt de huidige naam, Microsoft Outlook, gehanteerd. Mogelijkheden De belangrijkste functionaliteit bestaat uit het in onderlinge samenhang beheren van de volgende gegevens: e-mailberichten. Deze kunnen worden gecreëerd, verzonden, ontvangen en gearchiveerd. contactpersonen (naam, adres, e-mail, telefoonnummer etc.) afspraken in een elektronische agenda taken of acties (to do list) losse aantekeningen (notes) In een organisatie kan Outlook worden gebruikt om deze gegevens te delen en met elkaar samen te werken met behulp van Microsoft Exchange Server. Zo kan bijvoorbeeld een centrale adressenlijst en distributielijst voor de verspreiding van e-mail worden bijgehouden, alsook het plannen van gezamenlijke meetings. Versies Microsoft Outlook is in verschillende versies uitgekomen: Outlook 97 Outlook 98 Outlook 2000 (Outlook 9) Outlook 2002 (Outlook 10/XP) Office Outlook 2003 (Outlook 11) Office Outlook 2007 (Outlook 12) Outlook 2010 (Outlook 14) Outlook 2013 (Outlook 15) - 1 februari 2013 Outlook 2016 (Outlook 16) - 7 oktober 2015 Invoegtoepassingen Outlook-invoegtoepassingen (add-ins) zijn kleine, handige programma's voor Microsoft Outlook. Het hoofddoel van de add-ins is om nieuwe functionele mogelijkheden toe te voegen aan Microsoft Outlook en sommige operaties te automatiseren. Outlook-add-ins kunnen ontwikkeld worden in Microsoft Visual Studio of third-party-tools zoals Add-in Express. Outlook-add-ins worden niet ondersteund in Outlook Web App. Vanaf Outlook 97 zijn Exchange Client Extensions ondersteund in Outlook. Outlook 2000 en ouder ondersteunen specifiek COM-componenten genaamd Outlook AddIns. De exact geondersteunde kenmerken (zoals .NET-componenten) voor latere generaties worden uitgebreid met elke release. Hotmail Connector Microsoft Outlook Hotmail Connector (afgekort Hotmail Connector, voorheen Microsoft Office Outlook Connector) was een gratis add-in voor Microsoft Outlook 2003, 2007 en 2010 die gebruikers in staat stelde om toegang te krijgen tot Hotmail accounts via Microsoft Outlook. Het gebruikt DeltaSync, een gepatenteerd communicatieprotocol van Microsoft. Deze add-in is stopgezet, hoewel Microsoft Outlook 2013 support biedt voor het verlenen van toegang tot Hotmail en Outlook.com via het protocol Exchange ActiveSync (EAS). Social Connector Outlook Social Connector was een gratis add-in voor Microsoft Outlook 2009 en 2007 van Microsoft die integratie van sociale netwerken zoals Facebook, Linkedin en Windows Live Messenger in Microsoft Outlook mogelijk maakt. Het werd voor het eerst geïntroduceerd op 18 november 2009. Sinds Office 2010 is het een integraal onderdeel van Outlook. CardDAV en CalDAV Connector Aangezien Microsoft Outlook geen ondersteuning biedt voor CalDAV- en CardDAV-protocol, hebben verschillende externe softwareleveranciers add-ins voor Outlook ontwikkeld die gebruikers in staat stellen te synchroniseren met CalDAV- en CardDAV-servers. Trivia Voor de thuismarkt stelde Microsoft gratis het programma Outlook Express beschikbaar voor Windows XP. Outlook Express was in feite een ander programma dat weinig met Outlook overeenkomt, ook al bracht de naamgelijkenis gebruikers in verwarring. In Windows Vista werd de opvolger van Outlook Express meegeleverd: Windows Mail. Bij Windows 7 is er geen e-mailprogramma meegeleverd. Wel is er het programma Windows Live Mail (als onderdeel van het Windows Live-pakket) dat men gratis van de website van Microsoft kan downloaden. Bij Windows 8 wordt de app 'E-mail' meegeleverd. Bij Windows 10 wordt de app 'Mail' meegeleverd. Tot en met Microsoft Office 2008 for Mac bevatte de Mac OS X-editie de e-mailclient Entourage in plaats van Outlook. Vanaf Microsoft Office 2011 for Mac is Outlook wel beschikbaar. E-mailclient Personal information manager Outlook Software geschreven in C++
Mogelijkheden De belangrijkste functionaliteit bestaat uit het in onderlinge samenhang beheren van de volgende gegevens: e-mailberichten. Deze kunnen worden gecreëerd, verzonden, ontvangen en gearchiveerd. contactpersonen (naam, adres, e-mail, telefoonnummer etc.) afspraken in een elektronische agenda taken of acties (to do list) losse aantekeningen (notes)
1
e-mailbericht, e-mailcommunicatie, e-mailtekst
7,804
LodgingReservation
2810726
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Luchtballon
De Luchtballon
De Luchtballon was een Nederlandse stichting die in een eigen accommodatie te Calfven vakanties organiseerde voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar met luchtweg- en huidaandoeningen zoals astma, voedselallergie en eczeem. De stichting beoogde door middel van het therapeutische karakter van de vakanties de zelfredzaamheid van de deelnemers te vergroten en lotgenotencontact te stimuleren. Daarnaast stelde ze haar accommodatie open voor andere doelgroepen die er gebruik van wilden maken. De Luchtballon werd jaarlijks bezocht door ca. 12.500 kinderen uit Nederland en België. Voor oudere deelnemers werden ook vakanties georganiseerd in Davos (Zwitserland). Geschiedenis De Luchtballon werd opgericht in 1984, ze vond haar oorsprong in het Astmafonds,tegenwoordigLongfonds, dat op verschillende plaatsen in Nederland kleine kampen organiseerde voor kinderen met astma. Nadat het Longfonds hiermee stopte nam een groep vrijwilligers het initiatief over en ging als zelfstandige organisatie verder. De doelgroep was toen kinderen met astma van 5 t/m 15 jaar. 4 groepen indeling per leeftijdscategorie: "de konijnen", "groko's (grote konijnen), "hobbits" en de "mammoeten". Hier kwam later ook nog de groep "Dino's" bij. De eerste kampen vonden plaats op het weiland bij een boer in het Mastbos tegenover het medische centrum "de Klokkenberg" in Breda. Na enkele jaren werd het kamp verplaatst naar de grasveld terreinen achter de locatie van "de Klokkenberg". De kampen stonden bekend om hun laagdrempeligheid, herkenbaarheid en therapeutische karakter. Zo werden er voorlichting gegeven over medicijnen, therapeutische oefeningen gedaan en sport & spel. De Luchtballon heeft meerdere keren mee gedaan aan het Guinnes book of world records met onder andere het maken van de langste tekening. De naam "de Luchtballon" kwam van het idee dat iemand met Astma geen/weinig lucht had en je dat kon vergelijken met iemand met normale longen een Luchtballon op moest blazen. Zo ook dat het verblijven op een kamp zo een kind wat spreekwoordelijke "lucht" gaf. Het terrein Omdat de locaties voor de activiteiten van De Luchtballon een aantal keer door de verhuurder waren opgezegd en de stichting daardoor telkens een nieuwe locatie moest zoeken, koos zij voor een eigen terrein met accommodatie. In 2001 werd dit gevonden in de buurtschap Calfven bij Ossendrecht in de gemeente Woensdrecht. Vanuit deze locatie kon de continuïteit van de kampen beter worden gewaarborgd. De accommodatie was gevestigd op een bosrijk terrein van ruim 7,5 hectare. Het was een voormalig legercomplex dat werd verbouwd tot een vakantie- en groepsaccommodatie. Op het terrein waren naast logeervoorzieningen ook recreatieve voorzieningen zoals sportvelden, een zwembad, speeltoestellen en een openluchttheater. Organisatie De stichting had vier betaalde krachten in dienst, tien vrijwilligers in het bestuur en raad van toezicht en meerdere vrijwilligers die de vakanties mogelijk maakten. De Luchtballon was voor de realisatie van het project afhankelijk van de inbreng van geld, goederen en of mankracht door bedrijven, particulieren, fondsen en donateurs, en ze was erkend als goed doel. In 2014 hield de stichting op te bestaan. Externe link Website van De Luchtballon in het Internet Archive Voormalige Nederlandse stichting Woensdrecht
De accommodatie was gevestigd op een bosrijk terrein van ruim 7,5 hectare. Het was een voormalig legercomplex dat werd verbouwd tot een vakantie- en groepsaccommodatie. Op het terrein waren naast logeervoorzieningen ook recreatieve voorzieningen zoals sportvelden, een zwembad, speeltoestellen en een openluchttheater.
1
overnachtingsplanning, logeervoorziening, slaapgelegenheidsreservering
7,752
HowTo
1055215
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem%20Hojel
Willem Hojel
Willem Christoph Hojel (Soerakarta (Nederlands-Indië), 4 juni 1831 - Den Helder, 10 februari 1886) was een internationaal befaamde Nederlands artilleriedeskundige. Hij was Kolonel der Artillerie en adjudant des Konings in buitengewone dienst. Persoonlijk leven Willem Christoph Hojel wordt in 1831 geboren in Soerakarta als telg van een militair geslacht. Zijn vader Willem A. Hojel is majoor der artillerie in het Nederlandsch-Oost-indisch Leger en wordt in 1828 onderscheiden met de Militaire Willems-Orde voor zijn aandeel in de Celebes-expeditie (1825) en zijn broer, Johannes Hendrik, verwerft de Militaire Willems-Orde op Borneo. Het gezin Hojel reist de vader twee jaar vooruit en Willem Christoph komt al op zijn zesde naar Nederland. In 1863 huwt hij Anne jkvr. Bloys van Treslong (1839-1911). Ze krijgen twee kinderen, Willem August (1864-1929) en Jacoba Marie (1867-1942). Carrière Van 1848 tot en met 1852 wordt hij opgeleid aan de toen nog jonge Koninklijke Militaire Academie, waar hij later kort instructeur zal worden en van 1869 tot 1877 zelfs Hoofd Artilleriewetenschappen. Hij legt in die hoedanigheid de basis voor het moderne militaire onderwijs. Om zijn ideeën een breder podium te verschaffen verwerft Hojel in 1874 het mede-eigendom van het toonaangevende tijdschrift De Militaire Spectator (nu het oudste nog verschijnende periodiek in Nederland) en wordt redacteur van dit blad. In 1866 wordt Hojel vanwege zijn artilleriekennis als lid opgenomen in de Commissie van Proefneming, die in dat jaar wordt opgericht om de minister te adviseren over aan te schaffen materieel en daarnaast fungeert als onafhankelijke keuringsinstantie. Hojel maakt diverse buitenlandse handelsmissies, bekwaamt zich verder en volgt in 1877 Ernst Reuther op als voorzitter. Van 1881 tot de dood van prins Alexander in 1884 is Hojel diens adjudant. Deze erebaan geeft hem, zeker omdat de ziekelijke en nerveuze Alexander aan het einde van zijn leven nauwelijks meer in de openbaarheid treedt, de gelegenheid zich verder te verdiepen en een aantal boeken te schrijven. Na Alexanders dood neemt Hojel opnieuw dienst bij de Artillerie, eerst als commandant van het derde, en daarna tot zijn plotse overlijden in 1886 van het in 1880 gevormde vierde regiment Vestingartillerie, belast met de binnenwater- en kustverdediging. Rangen Hojel sluit zijn opleiding af met de in zijn laatste jaar behaalde rang van Tweede luitenant en wordt geplaatst bij het tweede regiment Vestingartillerie in Naarden. Daar wordt hij al in 1854 bevorderd tot Eerste Luitenant. Exact tien jaar later, in 1864 volgt de kapiteinsrang na de benoeming tot prinselijk adjudant. Zijn eindrang is kolonel. Hojel ontvangt diverse binnen- en buitenlandse onderscheidingen. Enige werken Naast bijdragen in de al genoemde De Militaire Spectator onder andere: Handleiding tot de algemeene artillerie-wetenschap, voor de cadetten van alle wapenen in vier kloeke delen (1879-1881) Leven en de Werken van den Generaal-Majoor Dr. J.P. Delprat (met anderen) (1882) Handleiding tot de kennis der artillerie (met onder anderen August Seyffardt en Thomas Stieltjes)(uitgave in verschillende, steeds herziene delen in diverse jaren) Hojelkazerne In 1934 werd de Utrechtse Vestingartilleriekazerne omgedoopt tot Hojelkazerne. De kazerne stond van 1888 tot de sloop in het kader van stadsvernieuwing in 1990 aan de Croeselaan, op de hoek van wat nu de Graadt van Roggenweg is. Naar de kazerne is vervolgens een bedrijfsverzamelgebouw, het Hojel City Center vernoemd. Hojel, Willem
Enige werken Naast bijdragen in de al genoemde De Militaire Spectator onder andere: Handleiding tot de algemeene artillerie-wetenschap, voor de cadetten van alle wapenen in vier kloeke delen (1879-1881) Leven en de Werken van den Generaal-Majoor Dr. J.P. Delprat (met anderen) (1882) Handleiding tot de kennis der artillerie (met onder anderen August Seyffardt en Thomas Stieltjes)(uitgave in verschillende, steeds herziene delen in diverse jaren)
2
handleiding, stappenplan, instructies
7,493
Action
102935
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lonsdale%20%28kleding%29
Lonsdale (kleding)
Lonsdale is een kledingmerk, dat oorspronkelijk bedoeld was voor boksers. Ontstaan Lonsdale dankt zijn naam aan Hugh Cecil Lowther, vijfde graaf van Lonsdale. Lord Lonsdale organiseerde in 1909 het professionele boksen in Engeland en was de president van de National Sporting Club of Britain. Elke bokser die kampioen werd en zijn kampioenschap drie keer verdedigde kreeg de Lonsdale-gordel. Bernard Hart, een ex-bokser, ging in de jaren zestig naar de erven van Lord Lonsdale toe en vroeg toestemming voor het gebruik van zijn naam voor bokskleding. Hij kreeg die toestemming en Bernard Hart begon met het maken van kleding speciaal voor boksers. In 1979 kocht Paul Weller van de band The Jam wat Lonsdale-T-shirts en zorgde zo voor een goed imago voor Lonsdale, waardoor ook niet-boksers de kleding begonnen te dragen. Vanaf de jaren tachtig en negentig werd Lonsdale vooral populair onder punks en zowel linkse als rechtse skinheads. Na de eeuwwisseling werd het merk ook populair onder Nederlandse gabbers. Lonsdale-kleding is door veel beroemde boksers gedragen, bijvoorbeeld Muhammad Ali, Henry Cooper, Mike Tyson en Lennox Lewis. De keten heeft tien winkels in verschillende delen van Nederland. Ook in Italië is Lonsdale een zeer populair merk. Extreem imago Het merk wordt in Nederland, tegen wil en dank, in verband gebracht met neo-nazisme, omdat dit merk zich door sommige neonazi's als een soort 'huismerk' is toegeëigend: onder een halfopen jas blijven van de naam slechts de letters NSDA zichtbaar, wat aan de NSDAP doet denken. Een gedeelte van de Lonsdaledragers ontkennen echter bepaalde sympathieën te hebben en verklaren het merk alleen te dragen omdat zij het mooi vinden. Lonsdale zelf is niet blij met dit imago en probeerde dit dan ook te veranderen, door bijvoorbeeld het uitbrengen van een T-shirt met de tekst "Lonsdale loves all colours" en het steunen van anti-racismedemonstraties. In Nederland maakten in januari 2005 twee Groningse disco's bekend bezoekers die kleding van het merk Lonsdale of Karl Kani dragen, de toegang tot de disco te willen ontzeggen. Koninklijke Horeca Nederland had geen bezwaar tegen het verbod, omdat er niet op huidskleur, ras of geloof gediscrimineerd wordt, maar op kleding. De betreffende discotheken deden een vooraankondiging van het in te voeren verbod. Hier gingen de media uitgebreid op in. Deze actie had grote tumult vanuit de samenleving tot gevolg. Naar aanleiding hiervan is het verbod in allerijl teruggedraaid. Half april 2005 maakte kledingketen London Mode bekend dat het stopt met de verkoop van Lonsdale in Nederland, vanwege de associatie met extremisten. Directeur Paul Compagne van London Mode reageerde boos op de politiek en de media: "Wij willen niet stoppen met de verkoop van Lonsdale, want het is geen racistisch merk. Maar als zelfs een minister de term 'Lonsdalers' als aanduiding voor extremistische jongeren gaat gebruiken, is er geen houden meer aan." Uit een rapport uit 2005 dat is opgesteld door de AIVD bleek dat het merk Lonsdale onterecht wordt betiteld als extreemrechts. Volgens de AIVD is het overgrote deel van de 'Lonsdalejongeren' namelijk niet rechts-extremistisch en is er zeker geen sprake van een landelijke organisatie van jongeren. Ook worden zij niet massaal en systematisch gerekruteerd door groepen. Volgens de AIVD zijn de problemen met de Lonsdalejongeren in de media uitvergroot. Uit het rapport blijkt dat slechts een klein percentage (5%) van de gabbers een racistische ideologie aanhangt. Wel zijn frustraties over de multiculturele samenleving volgens de AIVD 'breed gedragen gevoelens' binnen de gabbercultuur. In een vervolgonderzoek uit 2006 concludeert de AIVD dat het verschijnsel Lonsdalejongeren in toenemende mate tot openbare orde-problemen leidt en daarmee in een mogelijke bedreiging van de democratische rechtsorde zal uitmonden. Anno 2016 is het verschijnsel Lonsdalejongeren vrijwel geheel verdwenen uit het Nederlandse straatbeeld. Het merk werd onder meer als populairste merk verkozen door Madonna. Naamsgebruik In 2005 werd een Nederlands merk gelanceerd dat duidelijk inspeelde op het rechts-extremistische imago van Lonsdale. Zowel de naam als de vorm van het logo doen zeer sterk denken aan Lonsdale. Het woord NLonsdeel staat hier voor Nederland ons deel. Literatuur A.Ph.van Dijk, E.J.A. Bervoets en R. BroersTrots op Nederland : achtergronden, kenmerken en aanpak van het Lonsdaleverschijnsel in Venray, Zoetermeer en Aalsmeer, uitg. Elsevier Overheid, Den Haag (2007); Politieacademie onderzoeksreeks, in opdracht van: Politieacademie Apeldoorn. Externe links Officiële website London Mode stopt met de verkoop van Lonsdale in Nederland, op nu.nl "Lonsdale-jongeren” in Nederland — Feiten en fictie van een vermeende rechts-extremistische subcultuur AIVD: Lonsdale-jongeren groeiende bedreiging openbare orde Kledingmerk
In Nederland maakten in januari 2005 twee Groningse disco's bekend bezoekers die kleding van het merk Lonsdale of Karl Kani dragen, de toegang tot de disco te willen ontzeggen. Koninklijke Horeca Nederland had geen bezwaar tegen het verbod, omdat er niet op huidskleur, ras of geloof gediscrimineerd wordt, maar op kleding. De betreffende discotheken deden een vooraankondiging van het in te voeren verbod. Hier gingen de media uitgebreid op in. Deze actie had grote tumult vanuit de samenleving tot gevolg. Naar aanleiding hiervan is het verbod in allerijl teruggedraaid.
1
actie, handeling, gebeurtenis
597
AddAction
4922731
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ton%20Bijkerk
Ton Bijkerk
Anthony Theodoor (Ton) Bijkerk (Bandoeng, 19 februari 1931 – Groningen, 7 december 2017) was een Nederlands sporthistoricus, zwemmer en Nieuw-Guineaveteraan. Zwemmen en waterpolo Geboren in Nederlands-Indië begon Bijkerk in 1941 met zwemmen bij zwemvereniging Mangarai in Batavia. Na de Japanse bezetting in 1942 zat hij drieënhalf jaar in een Jappenkamp. In mei 1946 ging hij met zijn familie met de m.s. Boissevain naar Nederland. Bijkerk werd lid van H.V.G.B (Heerlijk Verkwikkend Gezond Baden Haarlem) waar hij zowel aan zwemmen als aan waterpolo deed. In 1949 en 1950 eindigde hij als tweede op de 100 meter rugslag op de Nederlandse kampioenschappen en werd hij opgenomen in de nationale selectie. Met het waterpoloteam speelde hij in de hoofdklasse. Bijkerk ging naar het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) en werd lid van de militaire zwemvereniging De Zwaardvis. In 1951 werd Bijkerk militair kampioen op de rugslag. Hij stond ook mede aan de basis van de militaire kampioenschappen waterpolo. Maatschappelijke carrière Bijkerk was twaalf jaar officier bij de Koninklijke Marine en diende als luitenant ter zee 1e klasse in Nederlands-Nieuw-Guinea. Van 1966 tot zijn pensionering per 1 maart 1990 was hij als ambtenaar werkzaam voor de gemeente Leeuwarden als directeur van de dienst sport en recreatie. Bij zijn afscheid werd Bijkerk gedecoreerd als Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Olympisch historicus In 1960 kocht Bijkerk het Duitse boek 60 Jahre Olympische Spiele van Ferenc Mező, waarin hij las dat aan de Olympische Zomerspelen van 1900 al Nederlanders deelnamen. Dit was onbekend bij het Nederlandsch Olympisch Comité. Hij was in eerste instantie met name geïnteresseerd in de militaire deelnemers, maar bracht uiteindelijk in 2012 alle ruim 2700 Nederlandse olympische deelnemers in kaart. Zijn boek Olympisch Oranje, dat meerdere herdrukken en toevoegingen kreeg, werd een standaardwerk op dit gebied. Bijkerk stelde onder meer de ware identiteit vast van de sportschutter die in 1900 met het Nederlands team een bronzen medaille won op het onderdeel militair pistool: niet Gerardus van Haan of Gerardus van Loon, zoals in tal van publicaties stond, maar Dirk Boest Gips. Ook kwam hij erachter dat de door de Verenigde Staten 'geclaimde' atleet Sijtse Jansma, die in 1920 de zilveren medaille won bij het touwtrekken, in werkelijkheid een Nederlander was. Verder achterhaalde hij in 2008 de achtergrondgegevens van bokser Arij Smit, die in 1924 deelnam. De bijbehorende database werd ter beschikking gesteld aan NOC*NSF. Bijkerk was daarnaast een verzamelaar van olympische memorabilia. Zijn collectie stond aan de basis van het Nederlands Sportmuseum Olympion in Lelystad, dat na enkele jaren ter ziele ging. Ongeveer 3500 olympische boeken deed Bijkerk in 2016 over aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en een deel van zijn collectie ging naar het Qatar Olympic & Sports Museum (QOSM). Hij had twintig olympische fakkels en mocht in 2004 ook een etappe met een fakkel lopen. In 1991 was Bijkerk mede-oprichter van de International Society of Olympic Historians (ISOH), waarvan hij tot in 2016 secretaris-generaal was. In 2001 kreeg hij voor zijn verdiensten de Olympic Order in zilver. In 2011 kreeg hij de Erepenning van NOC*NSF. Persoonlijk Bijkerk, vader van twee dochters en een zoon, was woonachtig in Fochteloo en sinds 2004 weduwnaar. Vlak voor de Olympische Zomerspelen 2016 in Rio de Janeiro raakte Bijkerk plotseling bijna blind en werd hij aldaar in het ziekenhuis opgenomen. Hierna moest hij zijn werkzaamheden staken en deed hij zijn collectie over. Zijn gezondheid verslechterde en op 7 december 2017 overleed hij op 86-jarige leeftijd. Sporthistoricus Nederlands schrijver Nederlands zwemmer Persoon in een Jappenkamp Nederlands marineofficier Persoon in Nederlands-Nieuw-Guinea
Bijkerk was daarnaast een verzamelaar van olympische memorabilia. Zijn collectie stond aan de basis van het Nederlands Sportmuseum Olympion in Lelystad, dat na enkele jaren ter ziele ging. Ongeveer 3500 olympische boeken deed Bijkerk in 2016 over aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en een deel van zijn collectie ging naar het Qatar Olympic & Sports Museum (QOSM). Hij had twintig olympische fakkels en mocht in 2004 ook een etappe met een fakkel lopen.
2
toevoegen, collectie, bewerken
11,203
WatchAction
671216
https://nl.wikipedia.org/wiki/TV%20Belgiek
TV Belgiek
TV Belgiek was een politieke, satirische televisieserie over de Belgische politiek en het koningshuis. De reeks speelde in op de actualiteit, zo waren de thema's dan ook nooit ouder dan 1 week. De afleveringen duurden 2 à 3 minuten en waren wekelijks te bekijken op de website van TV Belgiek en als uitsmijteritem op TV Brussel, 's zaterdags op Eén. Op YouTube zijn de afleveringen nog altijd te vinden. TV Belgiek maakte zijn debuut in juni 2006 op het internet. In maart 2007 nam RTL-TVI de reeks over voor een dagelijkse uitzending in aanloop naar de federale verkiezingen in 2007. De humor in de reeks deed het de das om: het bespotten van de politieke crisis als gevolg van de uitslag van de verkiezingen in 2010, zoals eerder in 2006 gebeurde in de aanloop naar de verkiezingen in 2007, werd al spoedig door de kijkers als spotten met het noodlot ervaren. De stemmen bij de animaties werden verzorgd door o.a. Dirk Denoyelle, Julien Vrebos (Nederlands), André Lamy en Angélique Leleux (Frans), en de scripts werden geschreven door Dimitri Oosterlynck, Marcel Sel en Jean Bart. Externe link TV Belgiek, gearchiveerd door de Wayback Machine Belgische komedieserie Politiek in België Belgische animatieserie Webvideo Satirisch televisieprogramma
TV Belgiek was een politieke, satirische televisieserie over de Belgische politiek en het koningshuis. De reeks speelde in op de actualiteit, zo waren de thema's dan ook nooit ouder dan 1 week. De afleveringen duurden 2 à 3 minuten en waren wekelijks te bekijken op de website van TV Belgiek en als uitsmijteritem op TV Brussel, 's zaterdags op Eén. Op YouTube zijn de afleveringen nog altijd te vinden.
1
kijken, video, film
9,943
Vehicle
83521
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tractor
Tractor
Een tractor of trekker is een voertuig dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor gebruik in de landbouw ter vervanging van het paard, maar dat tegenwoordig ook voor andere doeleinden wordt gebruikt. Het woord tractor (afgeleid van het Latijnse trahere, dat "trekken" betekent) is een algemene omschrijving voor een voertuig dat een passief voorwerp dat geen eigen aandrijving heeft, kan trekken, duwen of slepen. In de geïndustrialiseerde wereld heeft de tractor de rol van trekdieren in het boerenbedrijf en elders vrijwel volledig overgenomen. In Nederland zegt men voornamelijk 'trekker', in België is 'tractor' meer gangbaar. Geschiedenis Voor 1889 waren (stoom)tractoren eigenlijk locomotieven die dorsmachines konden verplaatsen en ploegen konden trekken. Ze kwamen op dat moment alleen nog in Amerika voor. Het probleem met de machines was dat ze log en zwaar waren. Daarnaast was het moeilijk om ze te manoeuvreren. Ze waren dus totaal niet geschikt voor de kleine veldjes in Nederland en België. Aan het eind van de negentiende eeuw kwamen de eerste tractoren met een verbrandingsmotor op de markt; in Europa doorgaans met een dieselmotor en in Noord-Amerika ook veel met een benzinemotor, waarvan vele ook geschikt zijn om op kerosine te rijden. Kerosine heeft een veel hogere ontstekingstemperatuur dan benzine, waardoor deze soort tractoren, als de motor koud is, alleen maar gestart worden op benzine. Men mag pas op petroleum overschakelen als de motor op temperatuur is. Wil men de tractor uitzetten, dan moet weer vroegtijdig overgeschakeld worden op benzine, om later weer te kunnen starten met een koude motor. In 1892 werd de eerste tractor met een benzinemotor (16pk) die vooruit en achteruit kon rijden, ontwikkeld door John Froehlich, een smid uit Iowa. Nadat hij zijn uitvinding had laten zien, startte hij samen met een aantal zakenlieden uit Waterloo het bedrijf Waterloo Gasoline Traction Engine Company. Hun poging om de tractor te verkopen faalde: er werden er slechts twee verkocht, die kort daarna weer teruggebracht werden. Het bedrijf ging daarom tijdelijk over op het bouwen en verkopen van stationaire motoren. In 1902-1903 kwam de Engelse tractor 'Ivel', ontwikkeld door Dan Albone, op de markt. De Ivel was een lichtgewicht tractor (1500kg) op drie wielen met een verbrandingsmoter (20pk bij 850 omwentelingen per minuut), en kostte 300 pond. Groot-Brittannië zal daarna nog lange tijd voorloper zijn in de ontwikkeling van de tractor. Het zou de allereerste tractor worden die op een Belgische ploegarbeid verrichtte . Ook in Duitsland waren er in het begin van de 20ste eeuw ontwikkelingen rondom tractoren. Gedurende de Eerste Wereldoorlog kwam de Europese tractorproductie volledig stil te liggen. De meeste fabrieken gingen over op oorlogsproductie. Aangezien Amerika tot 1917 uit de oorlog bleef, gingen de ontwikkelingen daar wel gewoon verder. In 1907 kwam de eerste Fordson wieltractor, geproduceerd door Ford, met een 20pk motor op de markt. Het grootste voordeel van deze tractor was het gewicht van slechts 1220kg . Hoewel in Amerika en Groot-Brittannië de tractor na de Eerste Wereldoorlog steeds populairder werd, bleven de verkopen in Nederland en België achter. De bedrijven hier waren relatief klein, waardoor de tractor een duur alternatief was voor paardenkracht. Daarnaast was de arbeid in Nederland en België minder schaars en duur dan in Amerika en Groot-Brittannië. Wel ontstond er een eigen alternatief voor de tractor: de zogenaamde 'autotrekker'. Dit was eigenlijk een omgebouwde tweedehandsauto die wagens kon trekken en gebruikt werd bij het ploegen en eggen. Ze werden gebouwd in garages, smederijen en andere ambachtelijke bedrijfjes. De prijs van zo'n autotrekker was 70% lager dan een lichte petroleumtrekker . In de jaren twintig en dertig werd de tractor enorm verbeterd dankzij de ontwikkeling van de aftakas (1921), de luchtband (1932) en de driepuntsophanging (1933). Het gebruik nam dan ook snel toe, de tractor was nu immers geschikt voor stationaire aandrijving, veldwerk en transport . Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd in de fabrieken in Europa weer overgeschakeld op oorlogsproductie. Ook werden in Nederland en België veel tractoren door de bezetter in beslag genomen. De oorlog zorgde in Amerika en Groot-Brittannië juist voor een snelle toename van het aantal tractoren, ondanks dat ook daar een gedeelte van de fabrieken overging op oorlogsproductie. De mobilisatie van de mannen leidde echter tot een gebrek aan arbeidskrachten op de boerderij, waardoor mechanisatie noodzakelijk was . Als gevolg van de schaarste op de arbeidsmarkt na de Tweede Wereldoorlog namen de lonen snel toe. Daarnaast bleef de prijs van tractoren redelijk stabiel door een groeiende productiecapaciteit van de industrie. Hierdoor was het steeds economischer om een tractor aan te schaffen. Na 1945 is er dan ook een stormachtige groei zichtbaar in het aantal tractoren in Nederland . Vanaf dat moment is de tractor niet meer weg te denken van de Nederlandse boerderij. Constructietechniek Wielen Over het algemeen zijn de achterwielen groter dan de voorwielen (niet bij alle trekkers, bijvoorbeeld bij knikwielbesturing niet). Hierdoor kan een trekker zich beter voortbewegen over het veld. Door gebruik te maken van twee paar achterwielen (dubbellucht) kan de wieldruk verminderd worden. Hierdoor krijgt de trekker weliswaar minder grip, maar zakt hij minder snel in de grond. Tegenwoordig wordt meer gebruikgemaakt van extra brede banden, tot zelfs een meter breed, om de druk te verminderen. Meer druk betekent diepere sporen en schade aan de grondstructuur of het gewas, wat zo veel mogelijk wordt vermeden. De banden hebben ook een tap, zodat ze beter grip hebben op de grondlaag. Een alternatief om de druk te verlagen is het gebruik van rupsbanden. Aankoppeling Achter een tractor kan een wagen of landbouwwerktuig worden gekoppeld. De koppeling behoort zich lager dan de achteras te bevinden. Men bevestigt de wagen ook niet rechtt de tractor, zodat er minder risico is op verdichting van de bodem. Bevindt de koppeling zich hoger, dan bestaat het gevaar dat de tractor achteroverslaat als de wagen blijft vastzitten, bijvoorbeeld achter een boomwortel. Veel boeren nemen echter dat risico en kiezen een hogere koppeling, omdat er dan krachtiger getrokken kan worden. Ophanging en aftakas Achter de tractor kunnen allerlei landbouwwerktuigen worden gekoppeld, waarmee geploegd, gezaaid, bemest en geoogst kan worden. Sinds de jaren zestig wordt hiervoor standaard een driepuntsophanging gebruikt, een uitvinding van Harry Ferguson, die hydraulisch in hoogte kan worden versteld. Werktuigen kunnen tevens door de motor van de tractor worden aangedreven, door ze te koppelen aan de aftakas aan de voor- of achterzijde. Ook bestaat de mogelijkheid om werktuigen hydraulisch te activeren. Bij oudere tractoren wordt de aandrijving van de aftakas door middel van de enkelvoudige koppeling gelijktijdig met de aandrijving op de wielen ingeschakeld. Tegenwoordig hebben tractoren een doordraaiende aftakas. Dat wil zeggen dat als men de dubbele koppeling laat opkomen, eerst de aftakas wordt aangedreven. De wielen worden pas aangedreven zodra de koppeling wat verder opkomt. Het voordeel is dat het door de aftakas aangedreven werktuig al op toeren is voordat de tractor in beweging komt en dat de machine blijft doordraaien bij stoppen of van versnelling veranderen. De aftakas heeft tegenwoordig instelbare overbrengingsverhoudingen met de motor. Bij het optimale vermogen van de motor (vaak rond een motortoerental van 1800 toeren) draait de aftakas dan 540, 750 of 1000 toeren per minuut. Bij oude(re) trekkers is het toerental niet schakelbaar en is soms een tweede aftakas (of omschakelbare aftakas) beschikbaar, om twee verschillende toerentallen mogelijk te maken. De meeste trekkers, zowel oude als nieuwe, hebben de mogelijkheid dat de aftakas niet in werking treedt als de koppeling wordt losgelaten. Het inwerkingstellen van de aftakas gebeurt dan onafhankelijk van de koppeling door middel van een hendel, draaiknop of drukknop in de cabine van de trekker door middel van elektrische sturing. Versnellingsbak Veel tractoren hebben meerdere versnellingen om zo veel mogelijk kracht te kunnen produceren en toch met een op het werktuig aangepaste snelheid te kunnen rijden. Zodoende kan een tractor met een hoog toerental zeer langzaam rijden en voldoende koppel hebben om een machine aan te drijven. Op de weg kan een trekker wel zo'n 50 à 60 kilometer per uur rijden. Naast handgeschakelde transmissies komen ook (semi)automatische transmissies voor, al dan niet traploos. Er bestaan ook zogenaamde "PowerShift"-transmissies, de naam kan bij elk merk verschillen. Bij de Massey Ferguson noemt men dit de Dyna. Daarbij kan men de versnellingsbak aanpassen via de computer van de tractor. Men kan dan van een semiautomatische naar een volledig automatische transmissie schakelen. Daar wordt geen koppelingspedaal meer toegepast. Alleen het gas- en het rempedaal. Met dergelijke systemen kunnen bijvoorbeeld twee verschillende snelheden ingesteld worden om daar snel tussen te schakelen. Hierdoor kan men op het eind van de akker snel keren en dan weer met de gewenste snelheid/kracht de werkzaamheden voortzetten. Ook kan, om brandstof te besparen, instellen of voor lanwerk de kracht (toerental) het belangrijkste is, of de snelheid voor transport. Geavanceerde systemen kunnen nog meer tegelijk aansturen zoals de hefinrichting(en), hydraulische systemen en aftakas(sen) en in combinatie met GPS is een trekker zelfs volledig zelfrijdend/sturend te maken. De aandrijving van de trekker is bij oude trekkers alleen op de achterwielen. Tegenwoordig is vierwielaandrijving ook mogelijk, waarbij de voorwielen een fractie sneller draaien dan de achterwielen. Hierbij is ook mogelijk om het (sper-) differentieel te blokkeren, per as, of op beide assen tegelijk. Knikbesturing en vierwielbesturing Naast de gewone besturing met stuurbekrachtiging zijn er ook tractoren met knikbesturing, die vooral in de bosbouw en wegenbouw worden gebruikt. Bij knikbesturing kan de tractor in het midden knikken (draaien), waardoor er zeer korte bochten genomen kunnen worden. Enkele merken kniktractoren zijn BCS, New Holland en Pasquali. Ook vierwielbesturing is mogelijk. Dit zijn machines met vier even grote wielen die alle aangedreven worden. Ook hierdoor krijgt men een kleinere draaicirkel. Voorbeelden hiervan zijn JCB Fasttrac, MB-trac van Mercedes en de werktuigendrager van Fendt. Tegenwoordig hebben de meeste merken deze techniek toegepast bij een of meer modellen. Diversen Moderne tractoren zijn voorzien van een rolbeugel of veiligheidscabine, die de inzittende(n) beschermt wanneer de tractor kantelt (dit is een wettelijke verplichting). Bepaalde technieken komen gewoon overeen met een auto. Zo heeft een trekker een koppelings-, een rem- en een gaspedaal. Veel trekkers hebben echter een rem die uit twee delen bestaat, waardoor het mogelijk is een afzonderlijk wiel te remmen voor het maken van korte bochten of een slippend wiel af te remmen. Ook heeft een trekker een inschakelbaar differentieelslot (sperdifferentieel), om te zorgen dat de twee (of vier) wielen met gelijke snelheid moeten gaan draaien. Bij een ingeschakeld differentieelslot wordt de bestuurbaarheid negatief beïnvloed, daar de trekker bij voldoende grip rechtuit wil rijden. Om dit probleem op te lossen bestaat er nu ook een gelimiteerd slipdifferentieel. Soorten tractoren Kniktrekker Portaaltrekker Smalspoortrekker Systeemtrekker Transporttrekker Werktuigendrager Voorschriften in Nederland Een persoon mag vanaf 16-jarige leeftijd met een tractor werkzaamheden dan wel arbeid verrichten, mits deze persoon in het bezit is van een T-rijbewijs. Een trekker mag dus niet zonder rijbewijs bestuurd worden. Dit is met ingang van 1 juli 2015 ingevoerd. Wie in het bezit is van een B-rijbewijs, mag het T-rijbewijs erbij laten zetten, mits dit voor de invoering van het T-rijbewijs behaald is. Kenteken In bijna alle landen wordt een tractor als motorvoertuig beschouwd en zo geregistreerd. In Nederland wordt een tractor echter nog niet geregistreerd en heeft hij dan ook meestal geen kenteken. Op 19 mei 2020 ging de Eerste Kamer akkoord met de kentekenplicht voor trekkers en landbouwvoertuigen. Deze wetgeving kent een aantal uitzonderingen op de kentekenplaatplicht voor landbouwvoertuigen. Bijvoorbeeld voor voertuigen die het erf nooit verlaten en voor fruitpluktreintjes of smalspoortrekkers tot 1,30 meter breedte. Getrokken werktuigen moeten voorzien zijn van een witte kentekenplaat met het kenteken van het trekkend voertuig. Kan de aanhanger in combinatie met het voertuig harder dan 25 km/u, dan is een eigen plaat nodig. Iemand die zijn bedrijf gedeeltelijk in het buitenland uitoefent, bijvoorbeeld een boer die grond in Duitsland of België heeft, kan daarvoor in Nederland nu nog een kenteken aanvragen. Dit bevat dan de letters GV (grensverkeer). Voor andere doeleinden wordt nog geen kenteken verstrekt. Rijbewijs Met ingang van 1 juli 2015 is in Nederland voor het rijden met een tractor over de openbare weg een rijbewijs-T vereist. Dit is een officieel rijbewijs dat behaald kan worden bij het CBR en dat het trekkercertificaat vervangt. In België is dit het G-rijbewijs en dit kan behaald worden vanaf 16-jarige leeftijd. Als alternatief voor mensen die vaak al tractor reden maar geen certificaat vakbekwaamheid nodig hadden, mogen mensen die al in bezit waren van een rijbewijs-B, bij de volgende verlenging rijbewijs-T laten bijschrijven (regeling tot 1-jul-2025), en tot die tijd op hun oude rijbewijs een tractor besturen. Zie ook Lijst van tractormerken Literatuur Yves Segers, Femke Paulussen en Frank Woestenborghs, Tractor. Een geschiedenis, 2018. Externe link Technische gegevens voor landbouwtrekkers – AgriSpec Landbouwwerktuig
Kenteken In bijna alle landen wordt een tractor als motorvoertuig beschouwd en zo geregistreerd. In Nederland wordt een tractor echter nog niet geregistreerd en heeft hij dan ook meestal geen kenteken. Op 19 mei 2020 ging de Eerste Kamer akkoord met de kentekenplicht voor trekkers en landbouwvoertuigen. Deze wetgeving kent een aantal uitzonderingen op de kentekenplaatplicht voor landbouwvoertuigen. Bijvoorbeeld voor voertuigen die het erf nooit verlaten en voor fruitpluktreintjes of smalspoortrekkers tot 1,30 meter breedte. Getrokken werktuigen moeten voorzien zijn van een witte kentekenplaat met het kenteken van het trekkend voertuig. Kan de aanhanger in combinatie met het voertuig harder dan 25 km/u, dan is een eigen plaat nodig.
12
voertuig, transportmiddel, voertuig
5,374
LegislativeBuilding
43283
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rijksdaggebouw
Rijksdaggebouw
Het Rijksdaggebouw (Duits: Reichstagsgebäude), is het Duitse parlementsgebouw in de hoofdstad Berlijn aan het Plein van de Republiek (Platz der Republik). Het huidige gebouw dateert van 1894. Tot 1933 zetelde hier de Rijksdag, een voorganger van het huidige parlement, de Bondsdag. Het gebouw heeft vanaf het begin van de 20e eeuw de teloorgang meegemaakt van respectievelijk het Duitse keizerrijk, de Weimarrepubliek en het 'Derde Rijk'. De naam van het gebouw wordt ook wel afgekort tot Rijksdag (Duits: Reichstag). Bouw Het gebouw is in een eclectische stijl ontworpen door de Frankfurter architect Paul Wallot. Voorheen stond op dezelfde locatie het Raczyńskipaleis, dat in 1884 werd gesloopt om plaats te maken voor de nieuwbouw van de Rijksdag. De bouw begon in 1884 en werd in 1894 voltooid. De tekst Dem Deutschen Volke ("Voor het Duitse volk") op de voorgevel werd door keizer Wilhelm II aanvankelijk afgewezen en kon pas in 1916 alsnog worden aangebracht. De bronzen letters zijn ontworpen door Peter Behrens. Brand en herbouw Het gebouw is in de Rijksdagbrand van 1933 zwaar beschadigd geraakt. Deze brand was (hoogstwaarschijnlijk) aangestoken. De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe werd als dader opgepakt, vervolgd en geëxecuteerd, maar er wordt nog steeds betwist of hij de brand heeft gesticht, en als dit wel zo was, of hij hierbij is geholpen. Hoe dan ook, deze brand kwam Hitler bijzonder goed uit: in reactie op de brand werd door hem de noodtoestand uitgeroepen, waarna de nazipartij van Hitler de macht kon overnemen. Na de brand volgden enige herstelwerkzaamheden en werden er de eerstvolgende jaren propagandafilms vertoond. De machteloze Rijksdag vergaderde voortaan in de zogenaamde "Kroll Oper". In de loop van de oorlog werd de kraamafdeling van de nabijgelegen Charité naar de Rijksdag verplaatst, met als resultaat de geboorte van enkele honderden Berlijners in de Rijksdag. Zodoende vermeldt tot op heden menig Berlijnse geboorteakte als geboorteplaats "Berlin - Reichstagsgebäude". De Georgische sergeant Meliton Kantaria liet op 2 mei 1945 de Sovjet-Russische vlag wapperen op de Reichstag als symbool voor de overwinning op het naziregime. Er is zwaar om het gebouw gevochten, aangezien beide strijdende partijen er een symbool van de macht over Duitsland in zagen. De veel vertoonde foto's en filmbeelden van de bestorming door Russische troepen en het hijsen van de rode Sovjetvlag zijn enige dagen later in scène gezet, maar geven een impressie. Koude Oorlog Tijdens de Koude Oorlog werd het zwaar beschadigde gebouw - dat nu in West-Berlijn ligt, vlak tegen de Berlijnse Muur - opnieuw gerestaureerd en gemoderniseerd. Het stond echter niet langer model voor één Duitsland, maar symboliseerde meer een verdeeld land met een verdeelde hoofdstad. Vanuit de veronderstelling dat de Duitse tweedeling nog decennia zou duren, werd in 1971 besloten het gebouw niet meer te gebruiken voor politieke doeleinden en kreeg het de functie van Duits Historisch Instituut toebedeeld. Na de hereniging Toen in oktober 1990 Oost- en West-Duitsland herenigd werden, vergrootte dit de ambitie om de Reichstag opnieuw te gebruiken als onderdak voor het parlement. Na een jaar slaagde men in deze opzet en sinds 1999, na een jarenlange periode van verbouwingen, werd het parlement van het herenigde Duitsland definitief van Bonn naar Berlijn overgebracht. Voorafgaand aan de grote verbouwing die vooral vanaf 1995 plaats vond, werd het gebouw in dat zelfde jaar volledig ingepakt door de kunstenaar Christo. Aan het gebouw vonden ingrijpende architectonische aanpassingen plaats, ontworpen door architect Norman Foster, met de constructie van een transparante koepel op het midden van het dak. Vanaf het dak van het gebouw kan men door deze koepel de vloer van de hoofdetage en daarmee ook het vergaderende parlement zien. De transparantie ervan vormt als het ware een metafoor voor de werking van de democratie. Een deel van de Russische graffiti en kogelgaten uit 1945 is achter plexiglas geconserveerd. De combinatie van oude en nieuwe architectuur wordt gezien als een voorbeeld van post-modernisme in de architectuur. Voor de westingang van het gebouw wappert de Vlag van de Eenheid, een grote versie van de vlag van Duitsland. In het gebouw vinden niet alleen vergaderingen plaats van de Bondsdag, maar ook herdenkingen zoals jaarlijks van de Kristallnacht. Bouwwerk in Berlijn Parlements- of congresgebouw Mitte (district van Berlijn)
Het Rijksdaggebouw (Duits: Reichstagsgebäude), is het Duitse parlementsgebouw in de hoofdstad Berlijn aan het Plein van de Republiek (Platz der Republik). Het huidige gebouw dateert van 1894. Tot 1933 zetelde hier de Rijksdag, een voorganger van het huidige parlement, de Bondsdag. Het gebouw heeft vanaf het begin van de 20e eeuw de teloorgang meegemaakt van respectievelijk het Duitse keizerrijk, de Weimarrepubliek en het 'Derde Rijk'. De naam van het gebouw wordt ook wel afgekort tot Rijksdag (Duits: Reichstag).
1
wetgevingsgebouw, parlementsgebouw, staatskapitaal
387
PetStore
5200260
https://nl.wikipedia.org/wiki/Avonturia
Avonturia
Avonturia is een indoor complex in Den Haag gerelateerd aan dieren. In het complex zijn een grote dierenwinkel en een kleine dierentuin te vinden alsmede een dierenkliniek en een restaurant. De dierentuin is ontstaan toen de winkel met aanvullende activiteiten (organisatie van kinderfeesten) begon. Inmiddels heeft de dierentuin een dierentuinvergunning. Externe link Avonturia Dierentuin in Nederland Recreatie in Den Haag
Avonturia is een indoor complex in Den Haag gerelateerd aan dieren. In het complex zijn een grote dierenwinkel en een kleine dierentuin te vinden alsmede een dierenkliniek en een restaurant. De dierentuin is ontstaan toen de winkel met aanvullende activiteiten (organisatie van kinderfeesten) begon. Inmiddels heeft de dierentuin een dierentuinvergunning.
1
dierenwinkel, huisdierenshop, dierenzaak
6,212
LocationFeatureSpecification
293837
https://nl.wikipedia.org/wiki/Meetro
Meetro
Meetro was een instant messenger voor Windows met locatiegebonden diensten (LBS) en multi-netwerkfunctionaliteit. Meetro verscheen op 1 mei 2007 en was compatibel met AOL Instant Messenger, Yahoo! Messenger, MSN Messenger en ICQ. Meetro hielp om mensen met gelijkaardige interesses in de buurt te ontmoeten, terwijl het meerdere instant messaging protocols bundelde in een programma. Meetro's moederbedrijf was Meetroduction, LLC, gevestigd in Palo Alto in de Amerikaanse staat Californië. Meetro was dan andere chatprogramma's omdat gebruikers locatieparameters konden ingeven om andere gebruikers in de buurt te vinden. De locatievinder ondersteunde de meeste plaatsen in Europa en de VS en werd verder uitgebreid naar andere plaatsen. Gebruikers die hun locatie niet konden bepalen, konden lengte- en breedtecoördinaten ingeven om te zien hoe ver of nabij andere gebruikers op dat moment waren. Meetro werkte door het scannen van nabije MAC-adressen van wireless access points in de buurt. Meetro contacteerde vervolgens de centrale databank en vergelijkte het MAC-adres met een lijst van bekende adressen en hun geografische locatie. Als Meetro eenmaal een algemeen beeld had van de locatie van de gebruiker, vergeleek het deze locatie met andere personen in de buurt en toonde het een overzicht van wie er zich op een afstand van 500m, 1km, 2km, ... bevond. Externe link Wired Magazine artikel over Meetro (gearchiveerd) Instant messenger
Meetro was dan andere chatprogramma's omdat gebruikers locatieparameters konden ingeven om andere gebruikers in de buurt te vinden. De locatievinder ondersteunde de meeste plaatsen in Europa en de VS en werd verder uitgebreid naar andere plaatsen. Gebruikers die hun locatie niet konden bepalen, konden lengte- en breedtecoördinaten ingeven om te zien hoe ver of nabij andere gebruikers op dat moment waren.
1
voorzieningseigenschap, locatieparameter, accommodatieaspect
5,828
BreadcrumbList
52017
https://nl.wikipedia.org/wiki/Webdesign
Webdesign
Webdesign is het ontwerpen van websites op het internet, in het bijzonder van hun grafische vormgeving en gebruikerservaring. Het vereist een goede beheersing van de esthetische en functionele aspecten van websites en van de technische middelen waarmee een website kan worden gerealiseerd. Het is een deelgebied van webdevelopment. Vergeleken met het grafisch ontwerp van traditioneel drukwerk is webdesign een breder terrein, omdat websites een interactief medium zijn: de interactie van gebruikers met een website is typisch veel ingewikkelder dan met traditioneel drukwerk, waar hooguit in gebladerd kan worden. Ook bestaat drukwerk uit statische tekst, afbeeldingen en andere visuele elementen, terwijl websites ook andersoortige elementen kunnen bevatten zoals animaties, video en audio, knoppen, formulieren en andere middelen voor gebruikersinvoer. Veel websites zijn in feite gebruikersinterfaces van applicaties, en de technische middelen hebben zich zozeer ontwikkeld dat vrijwel willekeurige applicaties te realiseren zijn, zoals spellen, interactief bankieren, applicaties om audio of video af te spelen, op te nemen en te bewerken, enzovoorts. Webdesign is dan in feite user interface design met inachtneming van de specifieke technische mogelijkheden en eisen van het web. Richtlijnen op het gebied van webdesign zijn onder meer de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) van het World Wide Web Consortium en https://digitoegankelijk.nl/ van de Nederlandse overheid. Doel hiervan is een goede toegankelijkheid van websites voor alle gebruikers, inclusief gebruikers met lichamelijke beperkingen. Websites die voldoen aan de standaarden voor goed webdesign kunnen een waarmerk aanvragen bij Stichting Drempelvrij. Technische aspecten Structuur In tegenstelling tot de traditionele structuur van boeken, met een inhoudsopgave, verschillende indexen, een hoofdstukindeling en dergelijke, worden websites over het algemeen minder lineair vormgegeven. Daarbij wordt gebruikgemaakt van diverse menu's, zoekfuncties en soms ook inlogfuncties om delen van de inhoud af te schermen van het grote publiek. Een manier om oriëntatiemogelijkheden in een website te bieden is de zogenaamde broodkruimelnavigatie, waarbij het door de gebruiker gekozen pad in de boomstructuur van de website op elke pagina is aangegeven. Opmaak De inhoudelijke samenhang van de boodschap van een website, wordt met computercommando's in de tekst aangegeven. Doorgaans worden hiervoor HTML-codes opgeven. Daarnaast kan gebruikgemaakt worden van een stylesheet. Daarin worden aanwijzingen vastgelegd over de gewenste weergaven van bepaalde HTML-elementen zoals lettertypes, kleuren en achtergrondafbeeldingen, evenals de positionering van en spatiëring tussen elementen op de site. Door meerdere webpagina's aan eenzelfde stylesheet te koppelen, is het eenvoudiger om de hele site in een uniforme opmaak te presenteren. De uiteindelijke weergave is echter voor de designer niet volledig in de hand te houden, omdat verschillende lezers verschillende apparaten zullen gebruiken om zijn websites te raadplegen. Dynamische en interactieve webpagina's Naast statische opmaakelementen kunnen er ook dynamische elementen worden toegevoegd zoals mouseovers, webvideo's en dergelijke, maar ook afzonderlijke interactieve onderdelen, bijvoorbeeld een landkaart waarvan elk onderdeel afzonderlijk aanklikbaar is. Voor het toevoegen van dynamische en interactieve elementen bestaan allerlei technieken: JavaScript, Dynamic HTML, Adobe Flash. Deze sites leveren vaak echter problemen op voor mensen met tekstbrowsers als Lynx en voor bijvoorbeeld blinden die surfen met een spraakbrowser of brailleleesregel, omdat er geen alternatieve inhoud wordt aangeboden. Weergave Websites zien er niet op iedere computer en in iedere browser identiek uit. HTML wordt door elke computer/browser afzonderlijk geïnterpreteerd en weergegeven. Een webdesigner dient daarom rekening te houden met deze pluriforme weergave, en zal derhalve streven naar een crossbrowser opmaak om dit zo veel mogelijk in de hand te houden. De resolutie is de grootte van het scherm, gemeten in pixels. De resolutie kan per gebruiker variëren. Een grote resolutie biedt vooral meer ruimte in de breedte, de lengte is over het algemeen minder van belang omdat dat wordt opgevangen door scrollen. Een ontwerp dat niet uitgaat van vaste beeldschermafmetingen noemt men wel liquid design, de inhoud "vloeit" hier als het ware in de beschikbare ruimte. De kleurendiepte geeft aan hoeveel kleuren het scherm kan weergeven. In het verleden was 256 kleuren gangbaar en moest daar rekening mee worden gehouden. In die tijd zijn de webkleuren ontstaan. Tegenwoordig zijn hoge kleurendiepten echter normaal. De kleurweergave kan verschillen per scherm. Op sommige computers is een programma geïnstalleerd dat gammacorrectie uitvoert, waardoor kleuren worden aangepast. Het maakt ook verschil of er een CRT- of tft-beeldscherm wordt gebruikt. De soort webbrowser is ook van belang. Browsers hebben ieder een eigen interpretatie van de code van een webpagina. Door het W3C zijn standaarden ontwikkeld over hoe de code moet worden geïnterpreteerd. De browsers houden zich daar nog niet altijd volledig aan, vooral Internet Explorer is voor ontwikkelaars vaak een zorgenkind. Afgezien van zulke technische weergave elementen, verwachten ook (kleuren)blinde, slechtziende of dove gebruikers dat een website ook voor hen raadpleegbaar is. De invloed van webdesign op de vindbaarheid Het webdesign van een website heeft invloed op de vindbaarheid van een website. Om de vindbaarheid in zoekmachines als Google en Bing te vergroten, kan er tijdens het ontwikkelen van een webdesign rekening worden gehouden met een aantal structuurelementen voor een webdesign. Zo is het belangrijk om bij een webdesign rekening te houden met de plaatsing van een H1 en H2 titel. Ook het toevoegen van een kruimelpad vergroot de vindbaarheid, omdat zoekmachines de sitestructuur op deze wijze beter begrijpen. Het vindbaar maken van een website in de zoekmachines wordt ook wel SEO of Zoekmachine Optimalisatie genoemd. Werkwijze De creatie van een website gaat in verschillende stappen. Elke stap kan meestal worden uitgevoerd door een andere, op het betreffende gebied gespecialiseerde persoon. Vaak wordt er bij het maken van een nieuwe website, nadat duidelijk is wat de gewenste doelstellingen zijn, eerst een schematische opzet gemaakt, een zogenaamd wireframe, over hoe de ontsluiting dient te gaan functioneren en welke elementen opgenomen dienen te worden. Op basis van dit wireframe wordt vervolgens een grafische opzet van de gehele webpagina gemaakt, die kan worden gepresenteerd in de vorm van een bijvoorbeeld een enkel JPEG-bestand, vergezeld van een aantal afzonderlijke plaatjes die gebruikt gaan worden als losse grafische elementen, of als volledig klikbaar model dat een goede indruk geeft van de uiteindelijke weergave. De tekstuele inhoud krijgt wel een plaats, maar het opstellen van de teksten is een losstaand proces. Vaak wordt Lorem ipsum gebruikt om de ruimte bedoeld voor teksten, tijdelijk te vullen. De grafische opzet wordt vervolgens omgezet in HTML, basen genaamd, waarin de bijgeleverde grafische elementen worden gebruikt. Ook op dit moment is de tekstuele inhoud nog bijzaak. Als tekst wordt vaak het Lorem ipsum gebruikt. Op dit moment kan worden getest hoe de code eruitziet in verschillende omstandigheden. Ten slotte wordt de interactiviteit toegevoegd en worden de uiteindelijke teksten in de verschillende pagina's van de website geplaatst. Het is mogelijk dat het om een dynamische website gaat, waar de inhoud met behulp van een CMS aangepast kan worden. De codering van dit server-sidegedeelte valt echter niet onder webdesign, maar wordt overgelaten aan de webontwikkelaar. De interactiviteit en uiteindelijke afwerking op de webpagina zelf kan verder verfijnd worden door een zogenaamde fronteer. Toegankelijkheid Met de opkomst van smartphones, PDA's en andere (persoonlijke) apparaten die toegang hebben tot het internet, veranderen ook de eisen die gesteld worden aan een website. Het lijkt niet eenvoudig om bij het ontwerp en de bouw zicht te houden op de uiteenlopende vormen van gebruik die inmiddels mogelijk zijn. Met behulp van de webstandaarden die onder meer door het W3C zijn ontwikkeld, kan er toch voor worden gezorgd dat een site onder al die gebruikersomstandigheden bruikbaar is. Zo is HTML bedoeld om de inhoud van een webpagina van structuur te voorzien, CSS om de (grafische) stijl vast te leggen en de combinatie ECMAScript/DOM om interactiviteit aan een pagina toe te voegen. Een voordeel is dat al die componenten los van elkaar kunnen worden ontwikkeld en beheerd. Sterker nog: als zaken als inhoud, stijl en/of scripting worden gemengd, zal dat onmiddellijk een negatieve invloed hebben op de bruikbaarheid van een webpagina voor andere toepassingen dan een pc-met-beeldscherm-en-Internet-Explorer. Omdat het gebruik van andere browsers, besturingssystemen en webapparaten gestaag toeneemt, wordt het voor webdesigners steeds belangrijker om rekening te houden met dergelijke vormen van gebruik. Zie ook Adobe Flash ASP Grafische vormgeving JavaScript HTML PHP XML Webdesigner Webdevelopment Richtlijnen op het gebied van webdesign zijn vastgelegd in het w3c, WCAG en webrichtlijnen.nl. Accessibillity en usabillity zijn hierin uitgangspunten. Websites die voldoen aan de standaarden voor goed webdesign, kunnen een waarmerk aanvragen bij Stichting Drempelvrij. Externe links Toegankelijkheidsrichtlijnen van het W3C The Web Standards Project
In tegenstelling tot de traditionele structuur van boeken, met een inhoudsopgave, verschillende indexen, een hoofdstukindeling en dergelijke, worden websites over het algemeen minder lineair vormgegeven. Daarbij wordt gebruikgemaakt van diverse menu's, zoekfuncties en soms ook inlogfuncties om delen van de inhoud af te schermen van het grote publiek. Een manier om oriëntatiemogelijkheden in een website te bieden is de zogenaamde broodkruimelnavigatie, waarbij het door de gebruiker gekozen pad in de boomstructuur van de website op elke pagina is aangegeven.
1
broodkruimelnavigatie, navigatiepad, websitehiërarchie
12,473
AggregateOffer
5177465
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leaving%20Neverland
Leaving Neverland
Leaving Neverland is een met een Emmy Award bekroonde tweedelige documentaire uit 2019 van de Britse cineast Dan Reed. Hierin komt het verhaal van Wade Robson en James Safechuck naar voren die, naar eigen zeggen, als kind jarenlang door de wereldberoemde popartiest Michael Jackson seksueel zouden zijn misbruikt, onder meer op zijn landgoed Neverland Ranch. In Leaving Neverland vertellen de twee mannen hun verhalen afzonderlijk van elkaar. Ook hun families komen aan het woord. Ze lieten zich jarenlang verblinden door de aandacht, glamour en fantasiewereld van hun idool, vertellen ze in de film. Volgens hen was er structureel sprake van ’grooming’, het mogelijk maken van seksueel contact door de seksuele drempels en remmingen van het kind te verlagen en jarenlang pedofiel seksueel misbruik door Michael Jackson. Robson vertelt ook dat hij een keer samen met Jordan Chandler op Neverland was, en dat Jackson zich toen op een gegeven moment terugtrok met Chandler op een manier zoals Jackson dat vaak met hem had gedaan, waardoor hij vermoedt dat Chandler ook seksueel is misbruikt. De documentaire, gemaakt voor Channel 4 in het Verenigd Koninkrijk en HBO in de Verenigde Staten en die in totaal vier uur duurt, ging op 25 januari 2019 op het Sundance Film Festival in Utah, Verenigde Staten in première, en is sinds begin maart 2019 onder meer op eerder genoemde zenders voor een groot publiek beschikbaar. De VPRO verzorgde in Nederland de uitzending en plaatste op zijn website een interview met regisseur Dan Reed. Tevens verwees de VPRO bij de uitzending kijkers naar de MIND Korrelatie-stichting voor slachtoffers van seksueel misbruik, die bellers in grote aantallen ontving na de uitzending. Hulpinstanties als Slachtofferhulp, de Kindertelefoon en Centrum Seksueel Geweld zagen na de VPRO-uitzending een forse toename in het aantal vragen en meldingen over misbruik. In Nederland werd de uitzending gepresenteerd door Janine Abbring. Tegelijkertijd werd de documentaire in België uitgezonden op Canvas. De Amerikaanse uitzending werd gevolgd door "Oprah Winfrey Presents: After Neverland" (opgenomen op 2 maart 2019), waarin Robson, Safechuck en Reed werden geïnterviewd door Oprah Winfrey voor een publiek van misbruikslachtoffers en hun families. Beoordelingscijfers Op Rotten Tomatoes kreeg Leaving Neverland kort na de eerste verschijning een score van 98% op basis van 89 beoordelingen, met een gemiddelde score van 7,86 / 10. De consensus-tekst daar luidde: "Cruciaal en zorgvuldig, Leaving Neverland biedt een diepgaande empathische kijk in het gecompliceerde leven na seksueel kindermisbruik, zoals ervaren door de volwassenen die het misbruik overleefden". Op Metacritic, kreeg de film al snel een gewogen gemiddelde score (op basis van 21 recensies) van 85 van de 100, wat gekenmerkt wordt als "universele toejuiching". Op Internet Movie Database kreeg Leaving Neverland na enkele weken, ondanks een dalende populariteit, een gewogen score van een 7,1 gebaseerd op alle 15.481 stemmen; onder de top 1000 IMDb-stemmers was de gemiddelde score een 6,0. Op basis van kijkcijfers van onderzoeksbureau Nielsen is Leaving Neverland in de Verenigde Staten de op de twee na best bekeken documentaire première die HBO het afgelopen decennium heeft uitgezonden. Slechts twee HBO-docu-premières werden beter bekeken, te weten Going Clear: Scientology And The Prison Of Belief (in 2015) en Bright Lights: Starring Carrie Fisher and Debbie Reynolds (in 2016). Reacties Robson en Safechuck kregen na de première op het Sundance Film Festival een minutenlang applaus. Bekende personen zoals Oprah Winfrey, Louis Theroux, Sia, Rose McGowan, Molly Ringwald, Amanda Palmer, Ellen DeGeneres en de rabbijn Shmuley Boteach steunen de film en geloven de getuigenis van de twee mannen. Aan de andere kant hebben sterren als Aaron Carter, T.I., Juice WRLD, Jason DeRulo, Kanye West, Questlove, India.Arie (naast minder bekende mensen die de popster destijds professioneel omringden) allemaal uitspraken gedaan op sociale media, of in de pers, die Jackson leken te verdedigen. Drake heeft zich niet uitgesproken maar heeft wel de beslissing genomen om zijn nummer "Do not Matter To Me", waarbij de stem van Michael Jackson te horen is, uit zijn tournee te laten vallen. Will.i.am heeft het draaien van Jacksons muziek verdedigd door een vergelijking te maken met de Holocaust in zijn pleidooi. Zangeres en filmactrice Barbra Streisand gelooft de beweringen van Robson en Safechuck, maar probeerde de ernst ervan (op volgens sommigen tactloze wijze) te nuanceren door te stellen dat Robson en Safechuck destijds graag het gezelschap van Jackson bleven opzoeken. Bovendien lag de (vermeende) schuld volgens haar dan niet alleen bij Jackson, maar ook bij de ouders. Er is een Facebook-pagina voor 'Supporters of Wade Robson and other victims of MJ' in het leven geroepen, die kort na lancering bijna 26.000 volgers had. Een voormalig groot bewonderaar van Michael Jackson, die zijn eigen naam veranderd had naar John Michael Jackson, wilde niet langer met de artiest geassocieerd worden en zijn naam weer veranderen na een crowdfund-actie voor de benodigde kosten. Het Franse modehuis Louis Vuitton heeft alle kleding met een Michael Jackson-thema uit de herenzomercollectie teruggetrokken. "Stark Raving Dad", een aflevering van The Simpsons met een gastrol voor Jackson als Leon Kompowsky, werd uit de circulatie genomen. Katelyn Ohashi, Amerikaans turnster, verwijderde Jacksons muziek en kenmerkende bewegingen uit haar vloerroutine tijdens de 2019 PAC-12 Championships. De Amerikaanse koffieketen Starbucks laat op de achtergrond geen muziek meer horen van Michael Jackson en ook Albert Heijn gaf aan zich te beraden op het verwijderen van Jackson-nummers uit de (achtergrond)muziek-afspeellijsten in haar vestigingen. Uit het National Football Museum in Manchester en uit een winkelcentrum in Denemarken werden van Jackson respectievelijk een standbeeld en een wassen beeld verwijderd. Tevens besloot McDonalds het iconische, tien meter hoge standbeeld van Michael Jackson, uiteindelijk zonder aankondiging, bij de vestiging in Best te verwijderen, wat weer leidde tot protesten van fans bij het hoofdkantoor van McDonalds en poppodium Paradiso in Amsterdam. Het beeld en de relikwieën werden gedoneerd aan de Nederlandse Michael Jackson Fanclub Het Children’s Museum of Indianapolis heeft selectief voorwerpen van Michael Jackson verwijderd uit haar collectie, aangezien zij Jackson nog wel toont in een replica van de kamer van de Amerikaanse jongen Ryan White, in overleg met de nabestaanden van Ryan. Steeds meer musea, waaronder Madame Tussauds, kwamen voor een expositie-dilemma te staan door de controverse rond de HBO-documentaire. Ondanks de controverse gaf Rein Wolfs, de Nederlandse directeur van de Bundeskunsthalle in Bonn, akkoord voor een ongewijzigde expositie, genaamd Michael Jackson: On the Wall, aangezien Jackson ontegenzeggelijk deel zou uitmaken van de moderne cultuurgeschiedenis die hij niet wenst te censureren. Na het zien van de film waarschuwde hij ook voor te snelle veroordelingen, ook al ervoer hij naar eigen zeggen Leaving Neverland als schokkend en vond de aantijgingen het waard om serieus te onderzoeken. Bij de expositie in de Bundeskunsthalle werd een verklaring geplaatst waarin het museum meldde de inhoud van Leaving Neverland te kennen en als schokkend te hebben ervaren. Daarnaast werden er op zaal speciale museummedewerkers aangesteld om met het publiek in gesprek te gaan over Jacksons (vermeende) daden en organiseerde het museum een uitgebreid randprogramma met debatten over items als machtsmisbruik en #MeToo. Ook Madam Tussauds besloot na uitgebreid beraad dat het wassen beeld van Michael Jackson blijft staan omdat hij een grote impact zou hebben gehad op de populaire cultuur en hun bezoekers beelden daarvan verwachten te zien. Eveneens blijven Jacksons vermeldingen in de Rock & Roll Hall of Fame, zowel als lid van Jackson 5 als soloartiest, behouden omdat hij, ondanks de controverse en het mediacircus in de jaren na zijn overlijden, een geliefde (en veel gemiste) muzikale figuur zou zijn gebleven. Na de lancering van Leaving Neverland rapporteerden media aanvankelijk niet alleen dat radiozenders in de VS Michael Jacksons muziek minder vaak draaiden, maar ook dat het aantal downloads en streams van zijn muziek zou zijn gedaald. Updates van Nielsen Music rapporteerden echter kort daarna dat de streams evenals gecombineerde verkoop van liedjes en albums, zowel van zijn werk met Jackson 5 als soloartiest, juist significant waren gestegen na Leaving Neverland. Radiostations bleken evenwel nog steeds substantieel minder Jackson te draaien. In Vlaanderen besloot de VRT Jacksons muziek nog steeds te draaien, maar wel steeds te verwijzen naar de controverse. Uit Nederlands onderzoek dat onafhankelijk onderzoeksbureau GfK in opdracht van radiozender NPO 3FM kort na het uitkomen van documentaire heeft uitgevoerd blijkt dat Leaving Neverland bij het leeuwendeel van de Nederlanders geen enkel effect zou hebben gehad op hun beleving van Jacksons muziek. Bijna 7 op de 10 Nederlanders zou van mening zijn dat zijn muziek nog gedraaid mag worden op radio, slechts 1 op de 10 vond van niet. Bij 4 op de 10 van de Nederlanders werd ook geen effect gemeten op hun beeld van Jackson als persoon, hoewel bij 2 op de 10 er wel sprake zou zijn van een negatief effect. Voor 1 op de 10 zou Leaving Neverland zelfs een positief effect gehad, omdat ze zijn muziek nog meer zouden zijn gaan waarderen. De familie Jackson constateerde eerder dat dat de nasleep van Leaving Neverland met name door de media veroorzaakt zou zijn. In een uitgebreide verklaring liet de familie weten dat vanuit hun oogpunt het daadwerkelijke effect van de documentaire op het publiek en hun gedrag niet zo beduidend zou zijn als de media berichtten. Op Twitter schreef WikiLeaks dat zij niet kon bevestigen of de onderwerpen die in de beruchte documentaire aan de orde kwamen, waarheidsgetrouw waren, maar stelt wel dat men met de juiste filmtechnieken elk publiek elk standpunt kan laten geloven. In een volgende tweet publiceerde WikiLeaks een verwijzing naar het langdurige (meer dan 10 jaar) en kostbare (naar verluidt enkele miljoenen kostende) FBI-onderzoek, dat werd uitgevoerd naar Jackson van 1992 tot 2005. Er was toen geen enkel bewijs tegen de muzikant gevonden en in 2005 sprak de rechtbank Jackson van alle 14 aanklachten vrij. De Britse media waakhond Ofcom ontving meer dan 200 klachten waarin werd gesteld dat de film claims van seksueel misbruik tegen de overleden zanger als feit presenteerde ondanks dat deze claims niet in de rechtbank zijn bevestigd. Ofcom stelde dat de beschuldigingen in evenwicht waren met verwijzingen naar de familie van de zanger, die de beschuldigingen ontkende, en kijkers niet wezenlijk zouden worden misleid. Naar Ofcoms mening werden de beschuldigingen aan het adres van Jackson heel duidelijk gepresenteerd als persoonlijke getuigenissen en duidelijk gemaakt dat de familie Jackson de beschuldigingen afkeurde. Diana Ross deed een oproep om Jackson met rust te laten onder verwijzing naar een van haar hitsingles: 'Stop, in the name of love'. De familie van Michael Jackson heeft middels een eigen 30 minuten durende documentaire genaamd Neverland Firsthand: Investigating the Michael Jackson Documentary gereageerd op Leaving Neverland. In deze mini-documentaire onder begeleiding van celebrity-interviewer Liam McEwan en enkel gepubliceerd op YouTube komen niet alleen Jacksons nicht Brandi Jackson (dochter van Jackie Jackson), die onder andere stelt gedurende het vermeende misbruik met Wade Robson een relatie te hebben gehad, en Jacksons neef Taj Jackson aan het woord, maar ook Jacksons assistent-technicus en technical director Brad Sundberg, met wie Jackson dagelijks zou hebben samengewerkt, alsmede de privédetective Scott Ross en de (onderzoeks)journalist Charles Thomson. De makers van Neverland Firsthand plaatsten nadrukkelijk de toelichting erbij dat hun documentaire niet bedoeld is om slachtoffers van seksueel misbruik neer te halen. In de mini-docu worden diverse inconsistenties in de Leaving Neverland belicht evenals onjuistheden die zouden bestaan in de media-berichtgeving over Jackson. Tevens wordt als bewijsstuk schriftelijke correspondentie van 12 december 2016 tussen Wade Robson en zijn advocaat Finaldi getoond; uit de betreffende stukken zou Robsons motivatie blijken om een misbruikverhaal te gebruiken om sympathie op te wekken ten faveure van zijn rechtszaak tegen de erven Jackson ter grootte van meer dan een miljard dollar. Kritiek Sinds het uitkomen is er wereldwijd ook kritiek op Leaving Neverland, waardoor deze door diverse media als controversieel bestempeld is. Gedetailleerde kanttekeningen van Mike Smallcombe (schrijver van de biografie Making Michael - Inside the Career of Michael Jackson) betreffen inconsistenties in de getuigenissen (van met name Safeshuck) op basis van informatie uit eerdere processen tegen Jackson en de recentere rechtszaken van Robson en Safeshuck tegen Jacksons nalatenschap. Dan Reed moest naar aanleiding Smallcombes kritiek erkennen dat meerdere kernelementen in de getuigenissen van Robson en Safechuck onmogelijk gebeurd konden zijn op de aangegeven momenten (respectievelijk vanwege een getuigenverklaring in de rechtbank over een familiereis naar de Grand Canyon en een bouwkundig rapport gecombineerd met een professionele luchtfoto van Getty Images). De binnen enkele weken gevonden mankementen volgens Smallcombe zouden de kwaliteit van het naar eigen zeggen 18 maanden durende en grondige factcheck-onderzoek van Reed en zijn team ondergraven, desalniettemin bleef Reed de beide mannen verdedigen en de aangetoonde inconsistenties afdoen als slechts vergissingen. De aangetoonde hiaten in de documentaire tijdlijn en de opmerkingen van Reed na Smallcombes kanttekeningen blijken niet alleen chronologisch maar ook voor het narratief van de documentaire relevant; kort gezegd zou in de documentaire meerdere malen gesteld zijn dat er geen misbruik was ná 1992. De reden daarvoor was dat Safechuck zou zijn gaan puberen, waardoor Jackson geen interesse meer in hem zou hebben gehad. Het verlaten van hun jeugdige leeftijd van jongens was volgens de documentaire de voornaamste reden waarom Jackson steeds van kind zou wisselen. Na de correcties van Smallcombe stelt Dan Reed echter dat er ook in 1994 nog misbruik zou hebben plaatsgevonden. Safechuck zou dan echter 16 of 17 jaar oud zijn geweest, ruim in de puberteit en nagenoeg volwassen. Volgens Christine Mussche (advocate gespecialiseerd in kindermisbruik), die in het artikel 'Twijfels over 'Leaving Neverland''' aangeeft geen uitspraak te willen doen over de (on)schuld van Jackson, zouden vergissingen in verklaringen van slachtoffers echter vaker voorkomen aangezien slachtoffers doorgaans wel gebeurtenissen zich vlijmscherp zouden kunnen herinneren maar het randgebeuren, zoals datums en locaties en andere omstandigheden, minder. Smallcombe redeneerde eerder zelf dat zijn eigen bevindingen geenszins categorisch uitsluiten dat Jackson de mannen heeft misbruikt, maar stelt zich ook de vraag dat als er aantoonbaar onderdelen verzonnen zijn welke andere gedeeltes dat mogelijk ook zijn. John Ziegler (Amerikaanse en als conservatief betitelde radioprogramma-maker, documentaire- en filmschrijver/regisseur, journalist) zette op zijn beurt tevens vraagtekens bij de geloofwaardigheid van Robson en uitte scherpe kritiek op de integriteit van Dan Reed als documentairemaker. Volgens hem zijn er meerdere hiaten in de geloofwaardigheid van de moeders van Robson en Safeschuck; onder andere zou onthuld zijn dat Wade Robsons moeder, Joy Robson (zelfs nadat haar zoon in de Today Show in 2013 was geweest om aan te kondigen dat hij was misbruikt) niet alleen deel bleef uitmaken van een Michael Jackson-fangroep op Facebook, maar ook dat ze na de uitzending van de Today Show verschillende pro-Jackson-posts positief had gewaardeerd. Binnen enkele uren nadat iemand getweet had over deze ontdekking verdwenen de betreffende 'likes' plotseling. Ziegler leek evenwel in staat om een schermafdruk van de Facebook-likes op te leveren als bewijs. Stephanie Safechuck, de moeder van James Safechuck, beschrijft in detail hoe zij het nieuws over Jacksons dood vierde omdat hij dan geen kinderen meer zou kunnen misbruiken. Aangezien James Safechuck echter talloze malen heeft gezegd dat hij pas besefte dat hij werd misbruikt toen hij Robson in de Today-show zag (vier jaar na de dood van Jackson) en er nooit iemand over had verteld, zou het volgens Ziegler onmogelijk zijn dat zijn moeder dit verhaal niet verzonnen heeft. Tevens wijst Ziegler er op dat Robson gedurende de zitting in zijn rechtszaak verklaarde dat hijzelf zich pas tijdens de therapie in mei 2012 realiseerde dat hij was misbruikt; er is echter een interview met Robson uit juli 2012 op YouTube waarin hij nog steeds zeer lovend spreekt over Jackson. Ziegler stelt dat, hoewel hij niet kan uitsluiten dat de aantijgingen van Robson en Safeshuck correct zijn, het format en acceptatie van Leaving Neverland als documentaire(stijl) ernstige implicaties met zich meebrengt voor ieder rijk of beroemd persoon. De voormalige advocaat van Jackson, Mark Geragos, die hem tijdens zijn rechtszaak inzake vermeend kindermisbruik in 2005 vertegenwoordigde, nam ook de geloofwaardigheid van de documentaire onder de loep; in Leaving Neverland is er een clip van Geragos die op een persconferentie in 2003 sprak, na de arrestatie van Jackson, en in het beeldmateriaal lijkt Geragos te laten zien dat de aanklagers van Jackson 'geld zoeken'. Op Twitter zei Geragos echter dat de persconferentie feitelijk Jacksons rechtszaak betrof tegen een privé-jetfirma, die schuldig bevonden werd aan het heimelijk filmen van hem en Jackson tijdens een vlucht naar Santa Barbara; Dan Reed en Channel 4 ontkennen dat er sprake is van gebruik van beeldmateriaal in een verkeerde context. Fans wijzen tevens op de sterke overeenkomsten tussen de getuigenissen evenals expliciete omschrijvingen van seksuele handelingen in Leaving Neverland en de specifieke details uit het fictie-werk van Victor M. Gutierrez getiteld Michael Jackson Was My Lover (waarbij een soortgelijk relaas als in Leaving Neverland werd geportretteerd en lezers eveneens de geloofwaardigheid van het boek onderschreven); de onderhavige (waargebeurde) kwestie is dat Gutierrez een bekend pro-pedofilie-lid zou zijn van de North American Man/Boy Love Association (NAMBLA), de actiegroep die seksuele omgang tussen volwassenen en minderjarigen probeert te normaliseren. Gutierrez zou op een NAMBLA-conferentie geconstateerd hebben dat de aanwezigen Jackson zagen als "een van hen" en hoopten dat Gutierrez' aantijgingen richting Jackson, als Amerikaans megaster, zouden leiden tot hun "sociale acceptatie". Vast staat echter dat Jackson Gutierrez aanklaagde voor laster wegens (een niet aan het boek gerelateerde kwestie over) een beweerdelijke en compromitterende video van Jackson met een minderjarige, die Gutierrez stelde te hebben gezien; Jackson won de rechtszaak en Gutierrez vluchtte uit het land om te voorkomen dat hij Jackson een schadevergoeding van 2.7 miljoen dollar zou moeten betalen. Specifieke details inzake overeenkomsten met het boek (met uitzondering van de overeenkomstige expliciete) komen ook aan bod in de (counter-)documentaire van de familie Jackson Neverland Firsthand: Investigating the Michael Jackson Documentary, waarin volgens het blad Vogue compleet nieuwe details aan het licht komen. Het woord 'documentaire' wordt in artikelen over Leaving Neverland vaak tussen aanhalingstekens geschreven, omdat geen wederhoor is toegepast, en de maker ook zelf in de film geen commentaar levert. Deze kritiek kan deels gepareerd worden door Leaving Neverland te categoriseren als creatieve auteursdocumentaire. Dit type documentaire legt juist de nadruk op de subjectieve visie (van de filmmaker) en onderscheidt zich van de journalistieke documentaire waarbij waarheidsvinding centraal staat conform journalistiek ethische richtlijnen. De vrijheid van de documentaire als kunstvorm biedt volgens sommigen de mogelijkheid een 'creatievere' of experimentele, minder neutrale filmstijl te hanteren dan de meer op bewijsbare feiten gebaseerde reportage. Het verschil met een journalistieke documentaire (waarbij dus in ieder geval wederhoor is toegepast) wordt echter tegengesproken door de film-maker zelf die stelt:"De meeste argumenten die de Jackson-fangemeenschap te berde bracht, zijn niet geldig. Ze zijn gebaseerd op valse informatie. Persoonlijk, hoe voel ik me erover? Ik voel me geweldig als mijn werk onder de loep wordt genomen. Ik ben trots op mijn reputatie voor goede journalistiek en complexe verhalen en grote details, maar ik wijk nooit af van de hoogste journalistieke normen. Ik voel me behoorlijk content."Er is bewust niet voor wederhoor gekozen, zegt de regisseur in een interview met het Belgische weekblad Humo. Daar geeft hij ook aan dat sommige (volgens hem vermoedelijke) slachtoffers verstokte Michael Jackson-fans zouden zijn en dat laatste meer dan duidelijk hebben gemaakt op sociale media, waardoor het geen enkele zin zou hebben hen om een interview te vragen. Reed en HBO weigerden tevens beelden en vermelding te verwijderen van Brett Barnes, een vroegere vriend van de popster. Barnes' advocaten stellen dat Leaving Neverland de valse indruk achterlaat dat hun client als kind seksueel misbruikt zou zijn door Jackson en eisten dat de naam en gelijkenis van Barnes uit de film zouden worden verwijderd, aangezien hun cliënt niet was geraadpleegd en niet instemde met het gebruik ervan. Charles Thomson (de Britse meermaals gelauwerde onderzoeksjournalist, Jackson-expert en criticus van de beheerders van Jacksons nalatenschap c.q. the Michael Jackson Estate) betitelt niet alleen de Barnes-kwestie als een journalistieke gruweldaad, maar koppelt tevens Leaving Neverland nadrukkelijk aan nepnieuws; tot eenzelfde slotsom komt Nico van den Berg (Nederlandse filmjournalist en bestuurslid sectie Internet van de Nederlandse Vereniging van Journalisten) in zijn HP-artikel genaamd "Sentiment overheerst de feiten in Leaving Neverland". Van den Berg stelt tevens dat Amerikaanse filmcritici voorzichtig zouden reageren op de documentaire en ook benadrukken dat er geen bewijzen zijn, hoewel ze de film heel serieus zouden nemen. Dat zou een gedragskentering in de media zijn volgens hem aangezien op het hoogtepunt van #MeToo er ook gevallen in de pers zouden zijn gekomen die niet altijd goed waren nagetrokken. Inmiddels zouden media daar een stuk bewuster van zijn geworden. Ook Aran Bade (entertainmentdeskundige) kaartte het eerdergenoemde (gebrek aan) hoor en wederwoord aan, maar ook dat in Leaving Neverland volgens hem op geen enkele manier kritisch naar de beschuldigingen zou zijn gekeken en dat de documentaire zodanig opgebouwd zou zijn "dat je als kijker al snel geneigd zou zijn het allemaal te geloven". Wetenschappelijk onderzoek inzake misbruik-kwesties biedt eveneens geen richting voor de geloofwaardigheid van Robson en Safechuck; enerzijds is gebleken dat volwassenen nauwkeurig kunnen verklaren over misbruik dat ze als kind hebben meegemaakt, anderzijds is echter ook aangetoond dat op het oog geloofwaardig lijkende verklaringen onwaar kunnen zijn. In het geval van Robson en Safechuck zou de ontstaansgeschiedenis van hun verklaringen tevens voor meer vragen zorgen. Dat veel mensen Robson en Safechuck geloofwaardig vinden overkomen, kan volgens sommige mensen verklaard worden omdat ze al jaren aan het procederen zijn tegen de erven Jackson en hun bedrijven (om hoge schadevergoedingen ter grootte van 1,5 miljard dollar), en daarbij hun hele verhaal al meermalen gedetailleerd uiteengezet hebben. Evenwel stellen anderen, zoals de Britse journalist Piers Morgan, dat het financiële motief van Robson en Safechuck in het kader van de door hen aangespannen rechtszaken hun geloofwaardigheid mogelijk juist ernstig ondermijnt. In een Frans tv-panel, waaraan Dan Reed deelnam met Oliver Cachin (journalist), Hector Barjot (fan) en Hélène Romano (psychologe), worden gelijksoortige kanttekeningen gemaakt maar ook de journalistieke en psychologische logica kritisch bevraagd. Over de hele wereld hebben fans van Jackson fel geprotesteerd tegen de documentaire, onder meer in België, China, Nederland en Spanje.Ophef om documentaire ‘Leaving Neverland’ over misbruik door Michael Jackson. Gearchiveerd op 29 december 2019. De IMDb-pagina van de documentaire werd zelfs tijdelijk vernield. Een punt van kritiek is onder meer waarom de twee mannen pas tien jaar na het overlijden van Jackson met de beschuldigingen komen, terwijl ze nooit iets hebben gezegd toen Jackson nog in leven was. Dit punt wordt echter onderuitgehaald door experts op het gebied van misbruik; slachtoffers kunnen vele jaren na het betreffende misbruik zich realiseren dat zij misbruikt zijn. De geboorte van een eigen kind kan dit besef op gang brengen (dit zou ook het geval zijn bij Robson en Safechuck). Een ander punt van kritiek is dat het oneerlijk is dat Jackson zichzelf dit keer niet meer kan verdedigen. Deze gedachtegang loopt volgens anderen mank omdat slachtoffers zonder bewijs geen enkele mogelijkheid zouden hebben om alsnog gehoord te worden en daarmee in hun recht van vrijheid van meningsuiting beknot zouden worden. Hierbij dient de publieksteneur in het #MeToo-tijdperk waarin de documentaire gelanceerd is meegenomen te worden in de ontvangst van Leaving Neverland; hierdoor zou echter eveneens de kritiek op de beweging van toepassing zijn, met name inzake disbalans (tussen de veilige omgeving die de beweging heeft gecreëerd voor vermeende slachtoffers om openlijk hun verhaal te doen enerzijds en onschuldpresumptie, een basisprincipe in het strafrecht, anderzijds). De erven Jackson hebben felle kritiek op de film (die ze een hit piece noemen) en op Home Box Office (HBO). Ze beweren dat de verklaringen van de twee mannen op elkaar afgestemd zijn, gezien het feit dat beide mannen al jarenlang met dezelfde advocaat processen voeren. Bovendien zou HBO zich niet houden aan het contract voor de uitzendrechten van een registratie van het concert op 1 oktober 1992 in Boekarest, op de Dangerous World Tour, waarin HBO zich blijvend verplicht zou hebben Jackson niet in diskrediet te brengen (non-disparagement clause).https://www.rtlboulevard.nl/entertainment/showbizz/artikel/4892776/hbo-beroep-om-leaving-neverland-uitspraak. Gearchiveerd op 23 december 2019. De erven Jackson hebben daarom de rechtbank verzocht om HBO te dwingen deel te nemen aan de contractueel geregelde arbitrage, en wel een openbare. Het gaat volgens de erven Jackson om een schade van meer dan honderd miljoen dollar die HBO zou kunnen veroorzaken. HBO zendt de film echter tot nu toe als gepland uit, 'zodat de kijkers zelf kunnen oordelen'.https://www.mjvibe.com/message-from-the-estate-of-michael-jackson-to-his-fans Ook in veel andere landen, waaronder Nederland en België, is of wordt de film uitgezonden. In Rusland heeft echter de staatszender Channel One, ondanks het aankopen van de uitzendrechten, de documentaire geschrapt uit hun tv-uitzendplanning en in plaats daarvan slechts voor een korte tijd online beschikbaar gesteld. In Frankrijk, waar aantasting van de nagedachtenis van een overledene strafbaar is, hebben drie Jackson-fanclubs Wade en Safechuck voor dit vergrijp voor de rechtbank van Orléans gedaagd. Voorts kaart Joseph Vogel (een Amerikaanse auteur, geleerde en populaire cultuurcriticus) de Amerikaanse intersectionele context aan van Leaving Neverland op de website van Forbes in de hoedanigheid van een zogenoemde Forbes Contributor. "Het is verleidelijk voor de media om Jackson te verbinden met een groter cultureel verhaal over seksueel wangedrag. R. Kelly werd terecht door een documentaire neergehaald en vele andere spraakmakende figuren zijn de afgelopen jaren ontmaskerd, dus de logica is dan dat Michael Jackson ook schuldig moet zijn. Maar dat is een gevaarlijke sprong - in het bijzonder met de Amerikaanse geschiedenis van het ten onrechte profileren, tot doelwit stellen en veroordelen van zwarte mannen - waardoor rechtvaardige mensen er derhalve verstandig aan zouden doen om zorgvuldiger te overwegen alvorens de artiest te veroordelen". Vogels kritiek kan samengevat worden dat als waarheidsvinding niet prevaleert (geen wederhoor) en de gangbare juridische weg doodlopend lijkt (Michael Jackson leeft niet meer), de documentaire Leaving Neverland'' in de context van de Amerikaanse historie gecategoriseerd kan worden als trial by media. Amerikaanse film Documentairefilm Film uit 2019
Na de lancering van Leaving Neverland rapporteerden media aanvankelijk niet alleen dat radiozenders in de VS Michael Jacksons muziek minder vaak draaiden, maar ook dat het aantal downloads en streams van zijn muziek zou zijn gedaald. Updates van Nielsen Music rapporteerden echter kort daarna dat de streams evenals gecombineerde verkoop van liedjes en albums, zowel van zijn werk met Jackson 5 als soloartiest, juist significant waren gestegen na Leaving Neverland. Radiostations bleken evenwel nog steeds substantieel minder Jackson te draaien. In Vlaanderen besloot de VRT Jacksons muziek nog steeds te draaien, maar wel steeds te verwijzen naar de controverse.
1
bundelaanbiedingen, gecombineerde verkoop, meerdere opties
2,949
Casino
2985752
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wiesbaden%20Casino
Wiesbaden Casino
Het Wiesbaden Casino is een goketablissement te Wiesbaden. Het gebouw bevindt zich in het Kurhaus dat was ontworpen door architect Friedrich von Thiersch in neoklassieke stijl. Externe link Officiële website van het casino Casino Casino
Casino Casino
2
casino, gokhal, speelhal
2,043
MenuSection
126197
https://nl.wikipedia.org/wiki/Menu%20%28computerprogramma%29
Menu (computerprogramma)
Een menu in een computerprogramma is een lijst van mogelijkheden die normaal gesproken niet direct zichtbaar is. Het is een onderdeel van de grafische gebruikersomgeving. De uitvoering van menu's kan lichtelijk verschillen tussen diverse besturingssystemen, maar over het algemeen zijn ze vergelijkbaar in functie en omgang. Onder Microsoft Windows en X Window heeft een venster bovenaan een titelbalk met direct daaronder de menubalk. Bij het Apple Mac OS-systeem bevindt de menubalk zich altijd helemaal bovenaan het scherm, waarbij de beschikbare menu-opties altijd het actieve programma vertegenwoordigen. Vanaf de menubalk kunnen menu's geopend worden. Soms kan een selectie in het menu een submenu openen. Het RISC OS-systeem is afwijkend, in de zin dat er geen menubalk bestaat zoals bij vooraf genoemde systemen. Met behulp van de Menu-muisknop kan de RISC OS-gebruiker een contextueel menu openen, dus de inhoud van het menu is afhankelijk van waar het menu geopend wordt. Bovenaan dit menu bevindt zich de titelbalk, waarmee tevens het menu versleept kan worden. Net als met andere systemen, kan een RISC OS-menu ook sub-menu's bevatten. Echter waar andere systemen een menu altijd sluiten na een keuze, kan een RISC OS-menu geopend blijven door de Adjust-muisknop te gebruiken. Dit stelt de gebruiker in staat om meerdere menu opties achtereenvolgens te kiezen, voordat het menu zich sluit. Over het algemeen geldt het volgende: Een menuonderdeel dat op dat moment niet geldig is, wordt in grijs weergegeven. Sneltoetsen voor bepaalde acties worden bij het menuonderdeel erbij geschreven. Wanneer een menukeuze een venster met instellingen zal openen, wordt de tekst van het menuonderdeel gevolgd door drie puntjes. Bij een menuonderdeel wat een submenu zal openen, staat aan de rechterkant een pijltje. Het kiezen van een programma gebeurt onder Windows vaak met een knop linksonder in het scherm, die het startmenu opent; onder X Window kan dit soms ook, maar het hangt af van welke windowmanager gebruikt wordt. Veel besturingssystemen bevatten ook een vorm van taakbalk op het bureaublad. Met behulp van deze balk kan de gebruiker ook menu's openen om instructies aan programma's te geven. Grafische gebruikersomgeving
Over het algemeen geldt het volgende: Een menuonderdeel dat op dat moment niet geldig is, wordt in grijs weergegeven. Sneltoetsen voor bepaalde acties worden bij het menuonderdeel erbij geschreven. Wanneer een menukeuze een venster met instellingen zal openen, wordt de tekst van het menuonderdeel gevolgd door drie puntjes. Bij een menuonderdeel wat een submenu zal openen, staat aan de rechterkant een pijltje.
4
menuonderdeel, menucategorie, menusectie
11,784
TrainStation
541057
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Zoetermeer%20Oost
Station Zoetermeer Oost
Station Zoetermeer Oost is een spoorwegstation in het Zuid-Hollandse Zoetermeer aan de spoorlijn Den Haag - Gouda - Utrecht. Kenmerken De spoorlijn met het station bevindt zich tussen de autosnelweg A12 aan de noordzijde en de Zuidweg aan de zuidzijde. Ten noorden van de A12 ligt de oude dorpskern van Zoetermeer, aan de Eerste Stationsstraat. Het station heeft een eilandperron bereikbaar via twee overpaden met AOB (gescheiden van de overweg met AHOB iets verderop) en ook via een naastgelegen voetgangerstunnel. Via de overpaden komt men bij een parkeerplaats en een weg waarop voetgangers en fietsers niet toegestaan zijn. Deze overpaden zijn dus alleen voor degenen die per auto naar het station komen. Aan het oostelijke uiteinde van het perron is er ook nog een voetgangersbrug over het zuidelijke spoor naar de Zuidweg. Het is een station met poortjes. Geschiedenis Het eerste station van Zoetermeer werd geopend op 1 mei 1870 onder de naam Zoetermeer-Zegwaard. Dit station werd gesloten op 15 mei 1938. Op 15 mei 1965 werd op dezelfde locatie het huidige station geopend onder de naam Zoetermeer. In 1973 werd een stuk naar het westen het nieuwe station Zoetermeer geopend, dichter bij het nieuwe stadscentrum. De naam van het oude station werd veranderd in Zoetermeer Oost. De loketten zijn vervangen door de automaten. In 2008 werd het inmiddels verpauperde stationsgebouw, waarvoor geen huurder was, vervangen door een verwarmde abri. Deze werd later weer verwijderd. Oostelijk van Zoetermeer is op 9 december 2018 station Lansingerland-Zoetermeer geopend. Omdat een stop extra in eerste instantie niet viel in te passen in de dienstregeling op de spoorlijn Gouda - Den Haag, werd geopperd station Zoetermeer Oost na realisatie hiervan te sluiten. Uit later onafhankelijk onderzoek bleek dat een extra stop technisch wel mogelijk is als er ook een extra intercitystop wordt ingelast op het traject Den Haag - Gouda. Ook deze variant is uiteindelijk niet gekozen; op 16 juni 2014 besloot de minister van Infrastructuur en Milieu dat station Lansingerland-Zoetermeer gerealiseerd kon gaan worden zonder aanpassingen in de dienstregeling van de intercity's. Treinen Het station wordt in de dienstregeling 2023 door de volgende treinseries bediend: Buslijnen De volgende buslijnen van HTM en RET stoppen op station Zoetermeer Oost: Zoetermeer Oost Openbaar vervoer in Zoetermeer Bouwwerk in Zoetermeer
Station Zoetermeer Oost is een spoorwegstation in het Zuid-Hollandse Zoetermeer aan de spoorlijn Den Haag - Gouda - Utrecht.
1
treinstation, spoorwegstation, NS-station
11,160
TradeAction
138387
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bevak
Bevak
Een bevak is een type van collectieve investeringsvennootschap in België. Bevak staat voor Beleggingsvennootschap met vast kapitaal. Een verwant type is de bevek (beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal). In tegenstelling tot een bevek kan een bevak haar kapitaal enkel via een formele kapitaalverhoging optrekken. Toch kunnen deelbewijzen van de bevak verhandeld worden op de beurs en een hogere of lagere koers aannemen dan de werkelijke waarde. Zo staan vastgoedbevaks vaak 5% tot 10% duurder dan hun werkelijke waarde. Dat men bereid is die prijs te betalen, heeft onder andere te maken met het dividend (zie verder). Bevaks worden op de beurs (Euronext Brussel) genoteerd. Een bijzonder type bevak is de vastgoedbevak of gereglementeerde vastgoedvennootschap (gvv), die enkel mag investeren in vastgoed (bedrijfsruimten, kantoorruimten, woningen...). Zo een bevak moet minimaal 80 % van de huurinkomsten (na aftrek van kosten) uitkeren als dividend. De belangrijkste vastgoedbevak zijn (anno 2023) Cofinimmo, VGP, Warehouses De Pauw en Aedifica, deel van de BEL20-index. In het Frans wordt een bevak een sicafi genoemd: société d'investissement à capital fixe. Vaak gaat het dan om Luxemburgse bevaks. Zie ook Bevek Privak Sicav Sicafi Vastgoed Vermogenstitel
Een verwant type is de bevek (beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal). In tegenstelling tot een bevek kan een bevak haar kapitaal enkel via een formele kapitaalverhoging optrekken. Toch kunnen deelbewijzen van de bevak verhandeld worden op de beurs en een hogere of lagere koers aannemen dan de werkelijke waarde. Zo staan vastgoedbevaks vaak 5% tot 10% duurder dan hun werkelijke waarde. Dat men bereid is die prijs te betalen, heeft onder andere te maken met het dividend (zie verder).
1
handel, ruil, transactie
11,311
Casino
45785
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ministerie%20van%20Financi%C3%ABn%20%28Nederland%29
Ministerie van Financiën (Nederland)
Het ministerie van Financiën is in Nederland het ministerie dat zich bezighoudt met de financiën van het land: de begroting, de belastingen en de staatskas. Sinds 10 januari 2022 is Sigrid Kaag (D66) de minister van Financiën. De staatssecretarissen zijn Marnix van Rij (CDA) en Aukje de Vries (VVD). De secretaris-generaal is Bas van den Dungen. Taken Het ministerie van Financiën is verantwoordelijk voor de inkomsten en uitgaven van het Rijk. Het ziet erop toe dat het geld van de Nederlandse overheid doelmatig wordt besteed. Tevens is het ministerie van Financiën verantwoordelijk voor het binnenlands financieel-economisch beleid, dat wil zeggen de grote lijnen van de inkomsten en uitgaven van bedrijven en burgers. Het ministerie houdt verder toezicht op het functioneren van de financiële markten, de financiële instellingen en het betalingsverkeer. Ten slotte is het ministerie verantwoordelijk voor de afstemming van het financieel-economisch beleid op Europees en mondiaal niveau. Organisatie Organisatorisch is de taakverdeling per 20 juli 2022 volgt: directoraat-generaal Belastingdienst: uitvoering van de belastingheffing directoraat-generaal Douane: houdt (onder meer) toezicht op het EU-grensoverschrijdende goederenverkeer en heft en int invoerrechten en belastingen directoraat-generaal Fiscale Zaken: fiscale wetgeving directoraat-generaal Rijksbegroting: rijksbegroting directoraat-generaal Toeslagen: financiële bijdrage levensvoorzieningen Generale Thesaurie: financieel-economisch beleid, waaronder het Agentschap van de Generale Thesaurie; aan het hoofd staat de thesaurier-generaal het cluster van de secretaris-generaal (SG-cluster): ondersteunt de directoraten-generaal. Het bestaat uit zes ministeriebreed opererende directies en uit de rijksbrede onderelen Auditdienst Rijk en Domeinen Roerende Zaken (DRZ). Bij het ministerie van Financiën te Den Haag werken circa 1400 mensen. Er is daarnaast ook een aantal decentrale onderdelen, zoals: De 30.000 medewerkers van de Belastingdienst die in regiokantoren in het hele land werken. De Douane. De FIOD (valt onder de Belastingdienst). DRZ (beheert de roerende zaken van de Rijksoverheid). De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het financieel-economisch beleid en de begrotingstaken. Een (of meerdere) staatssecretaris(sen) is/zijn verantwoordelijk voor het fiscale beleid en voor de Belastingdienst, het muntwezen en de DRZ. Huisvesting Het ministerie van Financiën is gevestigd aan het Korte Voorhout 7 te Den Haag, in een opvallend gebouw dat het in Nederland bekendste voorbeeld is van het representatief bouwen in ruw beton, op een wijze die enigszins verwant is aan het brutalisme. Het complex werd gebouwd in de jaren 70 op een open plek waar het Paleis van Justitie door het bombardement op het Bezuidenhout was verwoest. De nieuwbouw uit de jaren 70 van de 20e eeuw was een ontwerp van Rijksbouwmeester Jo Vegter en diens assistent Mart Bolten. Van 2006-2008 is dit pand in opdracht van de Rijksgebouwendienst ingrijpend gerenoveerd via een publiek-private constructie. Het ministerie zat tijdens de renovatie in het Prinsenhof in de wijk Bezuidenhout. Op 1 november 2008 trok de eerste afdeling weer in het vernieuwde gebouw. Het huidige gebouw heeft een meer open karakter gekregen. De buitenkant heeft veel glas, waardoor ook de wintertuin op de hoek en een kleinere tuin op de bovenste verdieping te zien zijn. De binnentuin op de begane grond is tijdens kantooruren opengesteld en wordt de Platanenhof genoemd. De garages zijn gedeeltelijk vervangen door vergaderzalen, maar zij zijn ook rondom uitgebreid, zodat geen parkeerplaatsen verloren zijn gegaan. Bezoekers van de Koninklijke Schouwburg kunnen van een deel van deze garage gebruikmaken. Een aantal plaatsen wordt aan omwonenden verhuurd. Voormalig Paleis van Justitie Het vroegere paleis van Prins Frederik (de broer van Koning Willem II) was een ontwerp van de Rijksbouwmeester der Landsgebouwen te Brussel, Charles Vander Straeten, en zijn Haagse assistent Adriaan Noordendorp. De Staat kocht het paleis en de bijbehorende grond in 1900 ten behoeve van de huisvesting van het Paleis van Justitie; erachter werd een Huis van Bewaring opgetrokken naar ontwerp van de Hoofdingenieur-Architect der Gevangenissen en Gerechtsgebouwen, Willem Metzelaar. Justitie had tot het bombardement van 1945 huisnummer 11. Geschiedenis Het ministerie van Financiën is een van de oudste ministeries (samen met Buitenlandse/Binnenlandse Zaken, Justitie en Defensie). Het bestaat sinds 1798 (een schatkistbewaarder bestaat al sinds 1588), toen de regering het Uitvoerend Bewind heette in de Bataafse Republiek. Het ontstaan van het ministerie van Financiën viel samen met het van kracht worden van de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk in 1798. Deze Staatsregeling wordt wel beschouwd als de eerste Grondwet van Nederland. Door de Staatsregeling verdween de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en ontstond een eenheidsstaat. In de Staatsregeling werden ook enkele Agenten (ministers) ingesteld, waaronder een Agent van Financiën. Onder leiding van de eerste Agent van Financiën, Alexander Gogel, werd het eerste nationale belastingstelsel ontworpen, dat in 1806 werd ingevoerd. Met deze belastingwet wilde Gogel de belastingdruk in de verschillende provincies gelijk maken. Ook kwam er een centraal geleid ambtelijk apparaat om de belastingen te innen. De verschillende wisselingen van het staatsbestel, zoals de inlijving van Nederland bij Frankrijk door Napoleon in 1810, tastten de continuïteit van een instituut voor het beheer van de staatsfinanciën niet aan. De Prins van Oranje die na de nederlaag van Napoleon naar Nederland terugkeerde, stelde op 1 januari 1814 ook een departement in voor de nationale financiën, "gelet op de dringende noodzakelijkheid, om aan het bestuur der financtien te geven een’ geregelden vorm, en, om uit het oogpunt der financtiële eenheid, alle administratiën te concentreren en te brengen onder eene algemeene beheering en surveillance, ten einde den ophef der belastingen te verzekeren, daar door ’s lands kas te stijven en alle desorders, en fraudes te weren". De minister van Financiën kreeg steeds meer een toezichthoudende rol op de uitgaven van de andere ministeries. In 1906 bood de minister van Financiën op Prinsjesdag een "Nota betreffende den toestand van 's Lands financiën" aan de Staten-Generaal aan. Deze nota is de geschiedenis ingegaan als de eerste Miljoenennota. In 1927 komt de eerste Comptabiliteitswet in Nederland tot stand, die de minister van Financiën een toezichthoudende rol op de begrotingen van alle ministeries toeschreef. In 1959 kwam de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) tot stand, die burgers onder meer de mogelijkheid gaf om tegen een belastingaanslag bezwaar of beroep aan te tekenen. Aandeelhouder Aandelen in het beheer van het ministerie Het ministerie van Financiën is voor het overgrote deel van de staatsdeelnemingen de aandeelhouder namens de Nederlandse staat. Het ministerie is (mede-)eigenaar van de volgende bedrijven: ABN AMRO Group (circa 56%) De Nederlandsche Bank (100%) Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (50%) FMO (51%) Nederlandse Waterschapsbank (NWB) (17,2%) Nederlandse Spoorwegen (NS) (100%) Havenbedrijf Rotterdam (29,2%) Luchthaven Schiphol (69,7%) KLM (5,9%) Air France-KLM (14%) Nederlandse Gasunie (100%) Volksbank (100%) Tennet (100%) Ultra Centrifuge Nederland (100%) Centrale Organisatie voor Radio-actief Afval (COVRA) (100%) Thales Nederland (1%) SRH (100%) Holland Casino (100%) Nederlandse Loterij (99%) RFS Holdings (1,25%) Overige staatsdeelnemingen Overige staatsdeelnemingen, deze worden dus niet beheerd door het ministerie van Financiën. Energie Beheer Nederland B.V. (100%) | Beheer door: ministerie van Economische Zaken N.V. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (50,0%) | Beheer door: Min. EZ N.V. Industriebank LIOF (94,4%) | Beheer door: Min. EZ N.V. Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (67,4%) | Beheer door: Min. EZ Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (57,6%) | Beheer door: Min. EZ GasTerra B.V. (10,0%) | Beheer door: Min. EZ Grondexploitatiemaatschappij Meerstad B.V. (10,0%) | Beheer door: Min. EZ NS Railinfratrust B.V. (100%) | Beheer door: Min. IenM Nederlandse Participatie maatschappij voor de Nederlandse Antillen (nvt%) | Beheer door: NIBC Overgenomen belangen van de Nederlandse Antillen Deze aandelen belangen zijn tijdelijk overgenomen door de Nederlandse Staat. De correcte invulling moet nog plaatsvinden. Netherlands Antilles Air Traffic Control NV (7,95%) | Beheer door: Min. IenM Saba Bank Resources NV (7,95%) | Beheer door: Min. EZ Windward Islands Airways International NV (7,95%) | Beheer door Min. IenM Trivia De Bethlehemkliniek voor kraamvrouwen stond van 1923 tot 1965 aan de Prinsessegracht 8, daar waar nu een deel van het ministerie staat. Binnen, in de gang van het ministerie, hangen een foto en een herinneringsplaat. Zie ook Lijst van Nederlandse ministers van Financiën Lijst van Nederlandse staatssecretarissen van Financiën Externe links Ministerie van Financiën financien Economie van Nederland
ABN AMRO Group (circa 56%) De Nederlandsche Bank (100%) Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (50%) FMO (51%) Nederlandse Waterschapsbank (NWB) (17,2%) Nederlandse Spoorwegen (NS) (100%) Havenbedrijf Rotterdam (29,2%) Luchthaven Schiphol (69,7%) KLM (5,9%) Air France-KLM (14%) Nederlandse Gasunie (100%) Volksbank (100%) Tennet (100%) Ultra Centrifuge Nederland (100%) Centrale Organisatie voor Radio-actief Afval (COVRA) (100%) Thales Nederland (1%) SRH (100%) Holland Casino (100%) Nederlandse Loterij (99%) RFS Holdings (1,25%)
1
casino, gokhal, speelhal
9,826
Restaurant
5144206
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oonivoo
Oonivoo
OONIVOO is een restaurant in de Nederlandse plaats Uden. Sinds 1 januari 2016 is dit restaurant, toen nog onder de naam 't Raadhuis, in het bezit van vinoloog Marco van Bergen. Na een verbouwing werd het restaurant onder de nieuwe naam OONIVOO op 9 augustus 2017 geopend door de Udense burgemeester Hellegers. Op 17 december 2018, bij de uitreiking van de Michelinsterren voor 2019, ontving OONIVOO een Michelinster. De Michelinster werd binnengehaald onder leiding van chef-kok Thijs Berkers. Toen die eind mei 2021 de overstap naar het klaslokaal verkoos, werd hij opgevolgd door de voormalige sous-chef Jasper Kox. Op 30 mei 2022 raakten ze hun ster kwijt. Op 6 september 2023 werd bekendgemaakt dat het restaurant per 1 januari 2024 de deuren zal sluiten. Zie ook Lijst van Nederlandse restaurants met een Michelinster Externe links Website OONIVOO Referenties Restaurant in Noord-Brabant Restaurant met Michelinster Uden
OONIVOO is een restaurant in de Nederlandse plaats Uden. Sinds 1 januari 2016 is dit restaurant, toen nog onder de naam 't Raadhuis, in het bezit van vinoloog Marco van Bergen. Na een verbouwing werd het restaurant onder de nieuwe naam OONIVOO op 9 augustus 2017 geopend door de Udense burgemeester Hellegers.
3
restaurant, eetgelegenheid, diner
10,423
RadioChannel
1431858
https://nl.wikipedia.org/wiki/Omroep%20Amersfoort
Omroep Amersfoort
Omroep Amersfoort was een lokale omroep in de Nederlandse gemeente Amersfoort. Omroep Amersfoort verzorgde een eigen televisiezender, radiostation, teletekst en internetsite. De zender zond informatie over Amersfoort en de regio Amersfoort (Leusden en Soest) uit. Dit deden ze door middel van tekst-tv en dagelijkse reportages. Tot januari 2007 zonden zij ook een gedeelte van uit van de kerkdiensten van het Amersfoort Christelijk Centrum. In oktober dat jaar was zij begonnen met het uitzenden archiefmateriaal in verband met het 750-jarige bestaan van de stad Amersfoort in 2009 in het programma Uitgelicht. Omroep Amersfoort is sinds 7 april 2011 18:00 uit de lucht vanwege financiële problemen. De omroep zat al vaker in de schulden. Het geduld van de schuldeisers was nu echt op en de gemeente maakte op 6 april 2011 bekend de subsidie van 160.000 euro per jaar te halveren naar 80.000 euro. Daarmee kon de omroep geen uitzendingen meer maken. Het bestuur van de omroep besloot daarom de uitzendingen te staken. Daarmee verdwenen de website, en de twee radiozenders Bingo FM en Regio FM. Mediagroep EVA heeft sindsdien de zendtijd op de televisie van Amersfoort en Leusden overgekomen. EVA maakt voor zowel voor televisie als radio diverse programma's. Amersfoort Media in Utrecht (provincie)
Omroep Amersfoort is sinds 7 april 2011 18:00 uit de lucht vanwege financiële problemen. De omroep zat al vaker in de schulden. Het geduld van de schuldeisers was nu echt op en de gemeente maakte op 6 april 2011 bekend de subsidie van 160.000 euro per jaar te halveren naar 80.000 euro. Daarmee kon de omroep geen uitzendingen meer maken. Het bestuur van de omroep besloot daarom de uitzendingen te staken. Daarmee verdwenen de website, en de twee radiozenders Bingo FM en Regio FM.
1
radiozender, radiokanaal, FM-zender
7,026
DeliveryChargeSpecification
595305
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vastrecht
Vastrecht
Vastrecht zijn de vaste leveringskosten die gebruikers van stroom, gas en water betalen voor het gebruik van de benodigde apparatuur en de administratieve kosten. Deze vaste leveringskosten staan los van het verbruik. Voor het gebruik van nachtstroom gold in het verleden een hoger tarief, maar dit is bij de meeste leveranciers niet langer het geval. De hoogte van de vaste leveringskosten verschilt per leverancier. De term vastrecht is verouderd. Tegenwoordig wordt gesproken van vaste leveringskosten. Naast de vaste leveringskosten zijn er ook variabele leveringskosten. Deze zijn wél afhankelijk van het verbruik. Vastrecht zijn ook leges die in civiele zaken kunnen worden geheven voor verrichtingen van de griffier van een rechtbank. Energie
Vastrecht zijn de vaste leveringskosten die gebruikers van stroom, gas en water betalen voor het gebruik van de benodigde apparatuur en de administratieve kosten. Deze vaste leveringskosten staan los van het verbruik. Voor het gebruik van nachtstroom gold in het verleden een hoger tarief, maar dit is bij de meeste leveranciers niet langer het geval. De hoogte van de vaste leveringskosten verschilt per leverancier. De term vastrecht is verouderd. Tegenwoordig wordt gesproken van vaste leveringskosten.
4
bezorgkosten, leveringskosten, verzendkosten
5,978
GenderType
5414174
https://nl.wikipedia.org/wiki/Carmen%20Tione%20Rupe
Carmen Tione Rupe
Carmen Tione Rupe, vaak eenvoudigweg bekend als Carmen, is een Nieuw-Zeelandse madam. Zij werd geboren als Trevor Rupe, en was onder meer een Nieuw-Zeeland-Australische dragqueen, bordeelhouder, en hiv/aids-activist. Carmen Rupe was de eerste iconische dragqueen van Nieuw-Zeeland. Rupe werd geboren in 1936 in Taumarunui op het centrale Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Ze verhuisde naar de stedelijke centra van Auckland en Wellington. Na drag-optredens gedaan te hebben tijdens de verplichte militaire training en periodes te hebben gewerkt als verpleegkundige en ober, verhuisde Carmen eind jaren vijftig naar Kings Cross in Sydney. Ze beschreef hoe de Australische politie haar behandelde: ik werd ongeveer tien keer opgesloten in de Australische gevangenis Long Bay. Maar het heeft mij een sterker persoon gemaakt. Een arrestatie in Nieuw-Zeeland leverde geen veroordeling op, omdat dragging daar niet illegaal was, in tegenstelling tot in Australië. In 1967 keerde zij terug naar Nieuw-Zeeland. In de jaren zeventig werd ze bekend om de seksueel tolerante locaties die ze in Wellington had opgericht. Met de naam van de zigeuner flamencodanseres Carmen Amaya , werd Carmen de eerste Māori drag-artiest in Australië en leefde vanaf die tijd als vrouw. Politiek In Wellington exploiteerde Carmen Carmen's International Coffee Lounge en de stripteaseclub The Balcony. In de laatste gelegenheid werden onder andere striptease shows en drag voorstellingen gegeven. Ondanks het feit dat de Nieuw-Zeelandse wet homoseksuele handelingen strafbaar stelde, betwistte Carmen de openlijke discriminatie van en vooroordelen jegens mensen in de homo- en transgender gemeenschappen. Ze was niet bang om met de pers te praten en werd door de Nieuw-Zeelandse premier Robert Muldoon opgeroepen om voor de Privileges Committee te verschijnen omdat zij suggereerde dat sommige Nieuw-Zeelandse parlementsleden homoseksueel of biseksueel waren. In 1977 streed Carmen voor het burgemeesterschap van Wellington, met de steun van de plaatselijke zakenman Sir Bob Jones en een platform voor homohuwelijken en gelegaliseerde bordelen. Beide laatstgenoemde onderwerpen behoren binnen Nieuw-Zeeland niet tot de taken van de gemeente. Michael Fowler won de herverkiezing als burgemeester met bijna 41% van de stemmen; Carmen behaalde ruim 4% van de stemmen. Nieuw-Zeelands bordeelhouder Aidsactivist Nederlands dragartiest
Politiek In Wellington exploiteerde Carmen Carmen's International Coffee Lounge en de stripteaseclub The Balcony. In de laatste gelegenheid werden onder andere striptease shows en drag voorstellingen gegeven. Ondanks het feit dat de Nieuw-Zeelandse wet homoseksuele handelingen strafbaar stelde, betwistte Carmen de openlijke discriminatie van en vooroordelen jegens mensen in de homo- en transgender gemeenschappen. Ze was niet bang om met de pers te praten en werd door de Nieuw-Zeelandse premier Robert Muldoon opgeroepen om voor de Privileges Committee te verschijnen omdat zij suggereerde dat sommige Nieuw-Zeelandse parlementsleden homoseksueel of biseksueel waren.
1
gender, geslachtsidentiteit, geslachtstypen
8,553
QualitativeValue
5396463
https://nl.wikipedia.org/wiki/Misbruik%20van%20machtspositie%20%28Europese%20Unie%29
Misbruik van machtspositie (Europese Unie)
In het Europees Unierecht is er sprake van misbruik van machtspositie of misbruik van dominante positie wanneer een onderneming haar machtspositie gebruikt om de concurrentie uit te schakelen. Artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verbiedt misbruik van machtspositie. Een machtspositie op zich is wel toegelaten. Zodat er sprake is van misbruik van machtspositie, moet er voldaan worden aan drie voorwaarden: het moet gaan over een onderneming met een machtspositie die deze machtspositie misbruikt. Volgens de rechtspraak is het op zich niet onwettig voor een onderneming om een machtspositie in te nemen, en een onderneming kan concurreren op grond van haar verdiensten op de markt waarmee zij een machtspositie bekleedt. Zij draagt evenwel een bijzondere verantwoordelijkheid in die zin dat zij door haar gedrag een daadwerkelijke en onvervalste mededinging op de betrokken markt(en) niet mag ondermijnen. Het verbod op misbruik van een machtspositie is een essentieel bestanddeel van het mededingingsbeleid en de daadwerkelijke handhaving ervan bevordert een betere werking van de markten, wat in het voordeel is van bedrijven en consumenten. Ondernemingen die zich schuldig maken aan misbruik van machtspositie, kunnen beboet worden door de Europese Commissie. Deze boetes lopen op tot 10% van de wereldwijde omzet. Artikel 102 VWEU Artikel 102 VWEU luidt: Onverenigbaar met de interne markt en verboden, voorzover de handel tussen lidstaten daardoor ongunstig kan worden beïnvloed, is het, dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op de interne markt of op een wezenlijk deel daarvan. Dit misbruik kan met name bestaan in: a. het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of verkoopprijzen of van andere onbillijke contractuele voorwaarden; b. het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikkeling ten nadele van de verbruikers; c. het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging; d. het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld van het aanvaarden door de handelspartners van bijkomende prestaties, welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten. Onderneming Ondernemingen Het begrip 'onderneming' wordt autonoom geïnterpreteerd door het Hof van Justitie. In het Europees mededingingsrecht is sprake van een onderneming wanneer een entiteit een economische activiteit uitoefent. Hierbij is het niet van belang of de entiteit rechtspersoonlijkheid heeft of niet. Entiteit In de context van artikel 101 VWEU moeten er meerdere van elkaar zelfstandige ondernemingen zijn. Wanneer een moedervennootschap samen met haar dochtervennootschap een economische eenheid vormt waarbinnen de dochter over geen enkele zelfstandigheid beschikt om haar eigen marktgedrag te bepalen, is artikel 101 VWEU niet van toepassing omdat niet is voldaan aan de vereiste van een pluraliteit van ondernemingen. In zo'n geval geldt intragroepsimmuniteit. Zelfstandigen worden gezien als een aparte entiteit en dus als een aparte onderneming. Schijnzelfstandigen worden geherkwalificeerd naar werknemers en maken geen aparte entiteit uit. Om te beoordelen of een werknemer schijnzelfstandige is, moet men kijken naar of die persoon onder leiding van zijn werkgever handelt, of hij de vrijheid heeft om zijn tijdschema en de plaats en inhoud van het werk te kiezen en of hij zelf geen commerciële of financiële risico's draagt. Vakverenigingsactiviteiten (bijvoorbeeld het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst) worden vrijgesteld. Economische activiteit In principe wordt elke activiteit gezien als een economische activiteit en zijn er geen uitgesloten sectoren. Sommige activiteiten zijn echter nooit economisch aangezien ze zo nauw verbonden zijn met de uitoefening van overheidsgezag. Luchtverkeerscontrole, controle op vervuiling in de haven, de uitvoering van Europese richtlijnen en een openbaar onderwijsstelsel dat volledig of hoofdzakelijk uit overheidsmiddelen wordt gefinancierd worden niet beschouwd als economische activiteiten. Socialezekerheidsinstellingen voeren slechts economische activiteiten uit in zoverre ze niet concurreren met andere instellingen. Machtspositie Een machtspositie wordt omschreven als "een economische machtspositie van een onderneming, die deze in staat stelt de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging in de relevante markt te verhinderen doordat zij sterk genoeg is om zich in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, afnemers en uiteindelijk de consumenten te gedragen". Een machtspositie hebben is niet verboden. Het kan immers zijn dat de onderneming een machtspositie heeft verworven omdat ze zeer verdienstelijk is en haar diensten kwalitatiever zijn dan die van concurrenten. Enkel het misbruik van een machtspositie is verboden. Marktmacht op zich wordt niet geviseerd. Men moet kijken naar de relevante markt, en dit onafhankelijk van concurrenten, afnemers of consumenten. Machtsposities zijn objectieve gegevens, wat inhoudt dat de reden waarom men dominant is, irrelevant is. Collectieve machtspositie Een collectieve machtspositie doet zich voor wanneer twee of meer juridisch onafhankelijke ondernemingen zich als één dominant geheel presenteren op de markt. Tussen deze ondernemingen bestaan structurele banden (zij vallen bijvoorbeeld onder dezelfde groepsvrijstellingsverordening en bevinden zich daarom in een objectief gelijkaardige situatie). Het Hof van Justitie voegt de volgende criteria toe: de markt moet transparant zijn de stilzwijgende coördinatie is duurzaam, wat een stimulans inhoudt voor deelnemers om niet af te wijken van het gedrag de voorzienbare reactie van de huidige en toekomstige concurrenten en consumenten brengen de verwachte resultaten niet in gevaar. In Piau legde de FIFA een reglement op voor voetbalmakelaars waardoor enkel nog natuurlijke personen makelaar konden worden, kandidaat-makelaars een ingangsexamen en een interview moesten afleggen en een borg moesten stellen van minstens 180.000 euro. FIFA is een vereniging van ondernemingen en federaties, die op hun beurt voetbalclubs verenigen. Niettemin geniet FIFA van een collectieve machtspositie volgens het Gerecht aangezien er structurele banden bestaan tussen de clubs die zich als één geheel gaan gedragen, wat uitsluitingseffecten heeft ten aanzien van makelaars. Dit alles ondanks het feit dat FIFA slechts één onderneming is. Het Gerecht rechtvaardigt dit door te stellen dat FIFA de emanatie is van nationale verenigingen en clubs. Marktafbakening De onderneming moet een machtspositie hebben op de relevante markt waarop ze actief is. Om te bepalen of de onderneming een machtspositie heeft op die markt, moet men de markt afbakenen op basis van de productmarkt enerzijds en de geografische markt anderzijds. De Bekendmaking van de Commissie inzake marktafbakening is hiervoor belangrijk. Uit de beslissingspraktijk van de Commissie blijkt dat de Commissie de markt vaak eng zal definiëren. Dit heeft tot gevolg dat de betrokken onderneming sneller een machtspositie zal hebben op de relevante markt. Revelante productmarkt De relevante productmarkt wordt afgebakend op basis van de substitueerbaarheid van de betrokken goederen. Deze substitueerbaarheid wordt gemeten door: productkenmerken: zo oordeelde het Hof van Justitie dat bananen bijzondere eigenschappen hebben (smaak, uiterlijk, smaak en zachtheid) en er aldus een aparte productmarkt bestaat voor bananen, wat inhoudt dat bananen zich voldoende onderscheiden van andere verse vruchten en daardoor niet kunnen worden vervangen; de prijs: hier wordt de SSNIP-test toegepast. Is er echter geen prijs (bijvoorbeeld diensten als Facebook, YouTube e.d.), dan past men de Small but Significant Non-transitory Decrease in Quality-test toe. Platformeconomie Bij platformen (bv. YouTube, Facebook, Airbnb enz.) wordt een onderscheid gemaakt tussen advertentieplatformen en transactieplatformen. In het geval van advertentieplatformen bestaan er twee relevante markten: de markt van de adverteerders; de markt van de gebruiker. In het geval van de transactieplatformen bestaat er slechts één markt, m.n. die van de dienstverlening van de verkoper. In de zaak Google Search ontwaarde de Commissie twee platformen: die van zoekdiensten enerzijds en die van online zoekadvertenties anderzijds. In Google & Double Click werd wél gekeken naar de online advertentiemarkt. Relevante geografische markt De relevante geografische markt is het grootste mogelijke gebied waarbinnen de voorwaarden voor de mededinging voldoende homogeen zijn om het in zijn geheel te beschouwen. In principe betreft dit de hele Europese Economische Ruimte, tenzij er factoren zijn die hieraan afbreuk doen (zoals transportkosten, wet- en regelgeving die een verhandeling onmogelijk maken, culturele barrières ...). Relevant is ook de substitutieketen (chain of substitution): hoever zou de consument bijvoorbeeld rijden om hetzelfde product te kopen bij een andere onderneming? Marktmacht Het marktaandeel is een belangrijke indicatie om bewijs te kunnen vormen voor een machtspositie. Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie kunnen zeer grote marktaandelen (50 % of meer) op zich voldoende bewijs vormen voor het bestaan van een machtspositie. Heeft men een marktaandeel van meer dan 40 % gedurende een bepaalde tijd, dan geldt dit als een indicatie van een machtspositie. Een marktaandeel van meer dan 50 % creëert een vermoeden van machtspositie. Zodra men een marktaandeel van meer dan 90 % heeft, is men superdominant. Marktaandelen zijn evenwel veel minder relevant voor zeer veranderlijke markten en voor recente sectoren in volle expansie met vluchtige grote marktaandelen. Andere factoren die kunnen wijzen op marktmacht zijn exclusieve toegang tot technologie, verticale integratie, een gepriviligeerde toegang tot grondstoffen enz. Men mag volgens het Hof van Justitie echter nooit dominantie vaststellen uit misbruik: men mag m.a.w. niet stellen dat men enkel op basis van het misbruik automatisch dominant is. Netwerkeffecten Om de dominante positie van een onderneming die een platform aanbiedt te bepalen, moet gekeken worden naar de netwerkeffecten van de dienst. Netwerkeffecten houden in dat de waarde van de dienst of het goed afhankelijk is van het aantal gebruikers. Positieve netwerkeffecten houden in dat er een recht evenredig verband bestaat tussen het aantal gebruikers van een dienst en de populariteit ervan. Negatieve netwerkeffecten houden in dat eer een omgekeerd evenredig verband bestaat tussen het aantal gebruikers en de aantrekkelijkheid van de dienst omdat de dienst minder exclusief wordt. Directe netwerkeffecten wijzen op een stijging van de waarde van de dienst als het aantal gebruikers toeneemt. Indirecte netwerkeffecten houden in dat de waarde die de gebruikers aan de ene kant hechten aan de dienst, afhangt van de waarde die de gebruikers aan de andere kant eraan hechten. Cisco t. Commissie In Cisco t. Commissie oordeelde het Gerecht dat een groot marktaandeel weinig relevant is op een zeer dynamische markt. Het Hof stelde bovendien dat Skype een gratis dienst is en een prijsverhoging als gevolg onmogelijk wordt. Er zouden evenmin technische of economische belemmeringen bestaan voor de overschakeling naar een soortgelijke dienst van een concurrent en ook de overstapskosten zijn laag. Het Gerecht wijst eveneens op het fenomeen van multi-homing, waarbij een consument meerdere soortgelijke diensten gebruikt. Misbruik Kenmerken Artikel 102 VWEU houdt geen verbod in op machtsposities maar enkel op het misbruik ervan. Omwille van hun grote invloed hebben ondernemingen met een machtspositie een bijzondere verantwoordelijkheid om zich te onthouden van bepaalde gedragingen die zonder de machtspositie geen misbruik zouden uitmaken. Misbruik is per se illegaal, d.w.z. dat misbruik in elke omstandigheid verboden is, ook al heeft het misbruik een positief effect op het consumentenwelzijn (bijvoorbeeld lagere prijzen). Hoffman-La Roche t. Commissie is een cruciale zaak aangezien het Hof daarin oordeelde dat de term "misbruik" niet verder moet worden gespecifieerd om te kunnen leiden tot een boete van de Commissie en er dus met vage begrippen mag worden gewerkt. Een soortgelijke beslissing werd genomen in Deutsche Telekom AG t. Commissie, waarin het Hof stelde dat de onderneming moet concurreren op basis van haar verdiensten. Misbruik van machtspositie bestaat uit twee componenten: een objectief element: de intentie om de mededinging te beperken is dus irrelevant; het moet gaan om een artificieel voordeel: het voordeel zou niet kunnen worden verkregen onder normale marktomstandigheden zonder het misbruik. Een daadwerkelijke mededinging wordt gekenmerkt doordat de onderneming concurreert op basis van haar verdiensten, zoals lagere prijzen, een betere kwaliteit of een ruimer aanbod aan nieuwe of betere goederen en diensten. Misbruik wordt gekenmerkt doordat men niet concurreert op basis van de eigen verdiensten, zoals door middel van roofprijzen. Soorten misbruik Artikel 102, tweede lid VWEU geeft een aantal voorbeelden van misbruik. De woorden "met name" wijzen erop dat dit geen exhaustieve opsomming is. Misbruik wordt ingedeeld in uitbuiting en uitsluiting. De Commissie heeft richtsnoeren bekendgemaakt met de voornaamste soorten misbruik. Het gaat om: exclusieve afname; voorwaardelijke kortingen; koppelverkoop en bundeling; roofprijzen; excessieve prijzen; weigering tot levering en margin squeeze (wurgprijzen). Het afleggen van misleidende verklaringen, of breder, het verstrekken van foutieve informatie, is een voorbeeld van misbruik. Uitsluiting Uitsluiting vindt plaats wanneer een dominante onderneming concurrenten ervan weerhoudt om op een winstgevende manier een markt te betreden of om op die markt te blijven. Er is dus ook een indirect effect op consumenten. Het gedrag zal ofwel concurreren met de downstream-markt en erop gericht zijn om de markt af te schermen in het voordeel van de dominante onderneming, ofwel de mededinging verstoren op de upstream-markt tussen de dominante onderneming en concurrenten door exclusieve aankoopverplichtingen in te voeren. Productiebeperking Artikel 102(b) VWEU beschouwt "het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikkeling ten nadele van de verbruikers" als misbruik. Een voorbeeld kan worden gevonden in Porto di Genova waar een haven weigerde om te investeren in technologie. Hierdoor werd het aantal ladingen dat de haven aankon, beperkt, ten nadele van sommige gebruikers. Essential facilities-doctrine Men spreekt van een essential facility wanneer een bepaald product zodanig essentieel is, maar waarvan het nagenoeg onmogelijk is om een tweede van te maken. Wanneer aan een onderneming die een innovatief product wil maken de toegang tot een essential facility wordt ontzegd door een andere dominante onderneming, maakt deze laatste zich schuldig aan misbruik. Wordt de toegang geweigerd voor een niet-innovatief product, dan is er in principe geen sprake van misbruik. In een zaak tegen Microsoft heeft het Hof evenwel afgeweken van dit principe en oordeelde het dat de verzoeker wel degelijk toegang moest krijgen tot broncode van Windows, niettegenstaande het geen innovatief product betrof. Roofprijzen Roofprijzen betreft een praktijk die erin bestaat om de prijs te laten dalen tot onder de kosten zodat de kleinere concurrenten hun kosten niet kunnen dekken en gedwongen worden de markt te verlaten. Indien de prijs lager is dan de gemiddelde variabele kost, is er in ieder geval sprake van misbruik. Ligt de prijs hoger dan de gemiddelde variabele kost, maar lager dan de totale kost, dan is er sprake van misbruik indien er de intentie was om concurrenten uit de markt te sluiten. In France Telecom kreeg een aanbieder van breedbandinternet een boete van € 10.35 miljoen voor het aanbieden van diensten aan prijzen die lager lagen dan de productiekosten. Een dienst gratis aanbieden houdt evenwel niet in dat er sprake is van roofprijzen. Het kan immers zijn dat een dienst wel gratis (free), doch niet kosteloos (free of charge) wordt aangeboden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de gratis dienst Google Maps, waarbij de gebruikers o.a. kunnen "betalen" met data om een kaart te implementeren op hun website. Margin Squeeze Margin squeeze (ook prijssqueeze of wurgprijzen genoemd) doet zich voor wanneer een dominante, verticaal geïntegreerde onderneming een tussenproduct verkoopt aan een onderneming waarmee zij zelf via haar verticaal geïntegreerd bedrijfsonderdeel concurreert op de eindmarkt en wordt gedetecteerd door de AEC-test (as efficient competitor). Hierbij gaat men uit van een hypothetische concurrent die even efficiënt is als de dominante onderneming. Indien deze concurrent wel zou overleven op de markt, dan is het gedrag niet te kwalificeren als margin squeeze en vice versa. Prijsdiscriminatie Volumekortingen, dit zijn kortingen in functie van het gekocht aantal producten, worden geacht rechtmatig te zijn. Over het geoorloofd karakter van exclusiviteitskortingen, kortingen die worden gegeven aan de afnemer indien die zich ertoe verbindt slechts af te nemen bij één bepaalde verkoper, bestaat onzekerheid. In Intel t. Commissie oordeelde het Hof van Justitie dat indien een onderneming redelijk overtuigende argumenten aanbrengt, de Commissie deze moet onderzoeken en niet zomaar mag wegwuiven. Zodat getrouwheidskortingen worden aangemerkt als rechtmatig, moeten ze een zware effectentest doorstaan waarbij gekeken wordt naar de effecten van de korting op de markt. Koppelverkoop en bundeling Koppelverkoop betreft doorgaans situaties waarbij afnemers die een product kopen (het koppelende product), ook een ander product van de producent moeten afnemen (het gekoppelde product). Koppelverkoop kan op technische of op contractuele basis gebeuren. Zodat er sprake is van koppelverkoop, moeten vier voorwaarden worden vervuld: de onderneming heeft een machtspositie op de koppelende markt; de gekoppelde producten zijn verschillende producten; consumenten krijgen niet de kans om het ene product zonder het andere te kopen; de concurrentie op de gekoppelde markt is belemmerd. Bundeling is ofwel: Zuiver: twee producten worden samen gekocht en ze apart kopen is onmogelijk. Deze vorm is verboden. Gemengd (ook wel multi-productkorting genoemd: de producten kunnen apart worden gekocht, maar er wordt korting gegeven indien ze samen worden gekocht. Uitbuiting Deze soort doet zich voor wanneer een dominante onderneming haar positie gebruikt om consumenten uit te buiten zonder hen te verliezen als klant aan de hand van praktijken als prijsstijgingen en productiebeperkingen. Uitbuiting kan worden beschreven als elk gedrag dat de klanten van een dominante onderneming rechtstreeks schade berokkent. Zonder toetredingsbarrières is het waarschijnlijker dat de markt zich herstelt door mededinging omdat monopoliewinsten nieuwe spelers aantrekken. De Commissie zal ingrijpen indien het gedrag rechtstreeks schade berokkent aan consumenten (bijvoorbeeld in het geval van excessieve prijzen). Oneerlijke handelsvoorwaarden Hierbij gaat het om het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke contractvoorwaarden. Een onderneming die beschikt over een feitelijk monopolie van auteursrecht, misbruikt haar machtspositie wanneer zij de globale afstand van alle auteursrechten eist, zonder daarbij een onderscheid tussen bepaalde categorieën te maken. Het verkopen van tickets door een Franse onderneming op een wijze die oneerlijk is ten aanzien van niet-Franse klanten, maakt eveneens misbruik uit. Niet-prijsgerelateerd misbruik Niet-prijsgerelateerd misbruik is ook verboden, hoewel het veel moeilijker is om het te categoriseren. In United Brands werd United Brands beboet voor contractclausules met distributeurs die parallelimport voorkwamen door de export van ongerijpte bananen te verbieden. Er bestond m.a.w. een onredelijke clausule die hun klanten belette om bananen te exporteren als ze groen waren, waardoor het moeilijk werd om überhaupt te exporteren. Verweer Een onderneming die zich schuldig maakt aan misbruik van machtspositie, kan zich in principe beroepen op een objectieve noodzaak of rechtvaardiging waarbij er geen minder stringente manier bestaat om het vooropgestelde doel te bereiken. De onderneming zou zich eveneens kunnen beroepen op een efficiëntieverweer. Dit wordt slechts uitzonderlijk aangenomen. Procedure Vooronderzoek In de fase van het vooronderzoek krijgt de Commissie lucht van een mogelijke inbreuk op het mededingingsrecht, vaak ten gevolge van een formele of informele klacht of door clementie. Een informele klacht houdt in dat de identiteit van de klachtlegger enkel bekend is voor de Commissie zonder dat de Commissie verplicht is om de klacht te onderzoeken. De Commissie kan de klacht seponeren en zelfs doen alsof de klacht niet bestaat. Een andere mogelijkheid bestaat erin dat de Commissie een met het mededingsrecht strijdige praktijk ontwaart door een sectoronderzoek of per toeval. Het gros van de zaken komt echter boven water door clementie waarbij bijvoorbeeld een deelnemer aan een kartel klikt. In het vooronderzoek gaat de Commissie dus na welke zaken prioritair zijn en of ze de zaak wel neemt. Deze fase duurt ongeveer zes maanden lang. Onderzoeksfase Tijdens de onderzoeksfase onderzoekt de Commissie of er sprake is van een inbreuk op het mededingingsrecht. Deze fase duurt ongeveer twee à drie jaar. De Commissie kan de betrokken onderneming(en) om inlichtingen verzoeken en verklaringen opnemen. Daarnaast beschikt de Commissie over allerlei inspectiebevoegheden. Zo kan ze huiszoekingen doen bij de ondernemingen, hun boeken inkijken, lokalen verzegelen enz. De Commissie kan eveneens huiszoekingen verrichten bij directeuren, bestuurders en andere personeelsleden, hun gsm's en laptops inkijken e.d. Het geven van onjuiste of misleidende inlichtingen, zegelverbreking en het niet geven van een volledige inzage in de boeken of lokalen kan worden beboet met een bedrag gelijk aan 1 % van de totale omzet. De Commissie kan ook dwangsommen opleggen. De Commissie moet evenwel steeds het voorwerp en het doel van de inspectie nauwkeurig bepalen en mag dit mandaat niet te buiten gaan. Daadwerkelijke procedure In de daadwerkelijke procedure zendt de Commissie haar punten van bezwaar naar de onderneming(en). Daarin vermeldt de Commissie welke inbreuken ze heeft vastgesteld. De punten van bezwaar bakenen het geding af en de Commissie mag deze grenzen niet te buiten gaan. De punten van bezwaar zijn ook relevant omdat ze de onderneming(en) toegang verschaffen tot het dossier. De betrokken onderneming(en) krijgen vervolgens twee maanden om hierop te reageren. Deze periode wordt gevolgd door een zitting, geleid door een hearing officer, een onpartijdige Commissiefunctionaris. Beschikking Na het einde van de procedure neemt de Commissie een beschikking. Daarin staat het bedrag van de boete, de inbreuken die de Commissie heeft vastgesteld en de onderliggende argumentatie om tot het besluit te komen. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerecht en vervolgens eventueel bij het Hof van Justitie. Sancties Ondernemingen die een inbreuk plegen op artikel 101 en 102 VWEU, kunnen beboet worden door de Europese Commissie op basis van artikel 23 van de Verordening nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag. In diezelfde verordening staat eveneens de procedure beschreven, alsook de vergaande bevoegdheden van de Commissie (inspectiebevoegdheden van de lokalen, het opnemen van verklaringen enz.) De boetes die worden opgelegd in het mededingingsrecht zijn de hoogste uit het hele Unierecht. De Commissie kan eveneens dwangsommen opleggen op basis van artikel 24 van de verordening. De Commissie heeft in 2006 richtsnoeren uitgevaardigd. Deze richtsnoeren vervangen die van 1998 en geven een verdere uitwerking aan boetes die worden opgelegd wegens een miskenning van artikel 101-102 VWEU. Het basisbedrag wordt gevormd door het percentage van de waarde van de betrokken verkopen. Het percentage dat op de betrokken verkopen van de onderneming wordt toegepast, kan tot 30% bedragen, afhankelijk van de ernst van de inbreuk, die op zijn beurt afhankelijk is van een aantal factoren, zoals de aard van de inbreuk, de geografische reikwijdte en de vraag of de inbreuk is geïmplementeerd. Voor kartels bedraagt het relevante percentage doorgaans tussen 15 en 20%. Dit basisbedrag wordt vermenigvuldigd met de duur van het gedrag (het aantal jaren en maanden). Dit basisbedrag wordt verhoogd of verlaagd naargelang het gaat om verzwarende (bv. kopstuk, recidive of belemmering van het onderzoek) of verzachtende (bijvoorbeeld beperkte rol) omstandigheden. Het maximumbedrag van de boete bedraagt 10 % van de omzet per inbreuk. Een eventuele verdere verlaging kan worden bekomen in geval van: clementie: 100 % voor de eerste, tot 50 % voor de tweede, 20 tot 30 % voor de derde en tot 20 % voor de daarnakomenden een schikking: 10 % een onvermogen te betalen. Soms legt de Commissie met opzet een lage boete op in de hoop dat de beboete onderneming niet in beroep gaat en de Commissie zo een precedent creëert. Bekende zaken Microsoft Windows Media Player (2007): boete van € 497 miljoen wegens de koppelverkoop van Windows Media Player en abusievelijke licentiepraktijken met een dwangsom van € 860 miljoen omdat Microsoft gedurende 6 maanden haar misbruik niet staakte Intel (2009): boete van € 1,06 miljard voor het geven van kortingen aan producenten van pc's en laptops op voorwaarde dat zij de meeste processors kochten van Intel zelf, waardoor AMD competitief werd benadeeld Microsoft Internet Explorer (2013): boete van € 561 miljoen voor de koppelverkoop van Internet Explorer via Windows door Microsoft. Google Shopping (2017): boete van € 2,42 miljard voor het misbruiken van Google Search door de eigen prijsvergelijkingsdienst Google Shopping te bevoordelen en hoger te plaatsen in de zoekresultaten dan die van concurrenten Google Android (2018): boete van € 4,34 miljard wegens de verplichting aan producenten van smartphones die op Android draaien om Google Search en Chrome te installeren als voorwaarde om Play Store te mogen gebruiken, wegens betalingen aan producenten en gsm-operatoren om enkel Google Search te installeren op hun smartphones en wegens het verbod aan producenten om gsm's te verkopen met een gemodificeerde Androidversie die niet op voorhand werd goedgekeurd door Google. Dit is de hoogste boete die de Commissie tot dusver heeft opgelegd. Google AdSense (2019): boete van € 1,49 miljard voor restrictieve clausules in overeenkomsten met websites die Googles concurrentie verbood om hun advertenties te plaatsen op diezelfde websites Zie ook Misbruik van machtspositie (België), het op basis van artikel IV.2 Wetboek van Economisch Recht verboden misbruik van machtspositie op de Belgische markt. Misbruik van economische machtspositie: het op basis van artikel 24, eerste lid Mededingingswet verboden misbruik van machtspositie op de Nederlandse markt. Restrictieve overeenkomsten (Europese Unie) Restrictieve mededingingspraktijken (Europese Unie) Restrictieve marktpraktijken (Europese Unie) Mededingingsrecht Recht van de Europese Unie
Revelante productmarkt De relevante productmarkt wordt afgebakend op basis van de substitueerbaarheid van de betrokken goederen. Deze substitueerbaarheid wordt gemeten door: productkenmerken: zo oordeelde het Hof van Justitie dat bananen bijzondere eigenschappen hebben (smaak, uiterlijk, smaak en zachtheid) en er aldus een aparte productmarkt bestaat voor bananen, wat inhoudt dat bananen zich voldoende onderscheiden van andere verse vruchten en daardoor niet kunnen worden vervangen; de prijs: hier wordt de SSNIP-test toegepast.
1
kwalitatieve waarde, productkenmerk, eigenschappenlijst
11,684
Researcher
5079535
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ren%C3%A9e%20Kool%20%28criminoloog%29
Renée Kool (criminoloog)
Renée Sharon Barbara (Renée) Kool (1958) is een Nederlands criminoloog en schrijfster over juridische onderwerpen. Zij werkt als Universitair Hoofddocent bij het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast is zij redactielid van het Tijdschrift voor Herstelrecht, docent juridische opleidingen en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Utrecht. Zij werkt op het gebied van de zedelijkheidswetgeving en discriminatie, Biografie Kool studeerde rechten aan de Universiteit Tilburg. Van 1986 tot 1999 werkte zij als universitair docent bij de Erasmus Universiteit. In 1999 promoveerde ze op het proefschrift met als titel: De strafwaardigheid van seksueel misbruik. In hetzelfde jaar werd ze aangesteld als universitair hoofddocent/onderzoeker aan het Willem Pompe Instituut. Haar werkgebied daar zijn aan het aansprakelijkheidsrecht gelieerde thema's. Publicaties (selectie) Selectie van publicaties De strafrechtelijke aanpak van meisjesbesnijdenis in een rechtsvergelijkende context (2016) Open access. Kool, R.S.B.; Wahedi, S. Tijdschrift voor religie, recht en beleid, 2016(3), 36. ISSN 1879-7784. Civiel schadeverhaal via het strafproces : Een verkenning van de rechtspraktijk en regelgeving betreffende de voeging benadeelde partij (2016) . Kool, R.S.B.; Backers, P.W.; Emaus, J.M.; Kristen, F.G.H.; Pluimer, O.S.; van Uhm, D.P.; van Gelder, Emma. Ucall-reeks. Boom Juridische Uitgevers European Models of Citizenship and the Fight against Female Genital Mutilation (2015). Kool, R.S.B.; Wahedi, Sohail, In Development and the Politics of Human Rights, 205. CRC Press Schadeverhaal na een strafbaar feit via de kantonrechter : Een verkennend dossieronderzoek (2014) Open access. Kool, Renée; Heblij, Marnix; van Uhm, Daan; Orvini, L.; Loeve, C.R.R.; Giesen, Ivo Strafbare discriminatie (2007) Open access . Brants, C.H.; Kool, R.S.B.; Ringnalda, A. Vrouwelijke genitale verminking in juridisch perspectief. Achtergrond studie (2005) Open access. Kool, R.S.B.; Beijer, A.; Drumpt, C.F.; Eelman, J.M.; Knoops, G.G.J. Evaluatie implementatie schriftelijke slachtofferverklaring (2006) Open access. Kool, R.S.B.; Passier, R.C.; Beijer, A. De menselijke maat (2004) Open access. In Discretie in het strafrecht, 211. Boom Juridische Uitgevers Vrijheid, blijheid? Over het dilemma van de strafbare seksualiteit (2003) Open access. Tijdschrift voor Criminologie, 4, 338. ISSN 0165-182X. De Wet Terwee, Evaluatie van Juridische knelpunten (2001) Open access. Kool, R.S.B.; Moerings, L.M., Verkrachting en legaliteit (1999) Open access. In Strafrecht en Moraal. Gouda Quint Nederlands criminoloog
Biografie Kool studeerde rechten aan de Universiteit Tilburg. Van 1986 tot 1999 werkte zij als universitair docent bij de Erasmus Universiteit. In 1999 promoveerde ze op het proefschrift met als titel: De strafwaardigheid van seksueel misbruik. In hetzelfde jaar werd ze aangesteld als universitair hoofddocent/onderzoeker aan het Willem Pompe Instituut. Haar werkgebied daar zijn aan het aansprakelijkheidsrecht gelieerde thema's.
1
onderzoeker, wetenschapper, academisch onderzoeker
8,241
Country
4738350
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolga-Tataren
Wolga-Tataren
De Wolga-Tataren (Tataars: Идел-Урал татарлары) zijn een Turks volk van het Wolga-Oeralgebied in Rusland. Ze vormen 53% van de bevolking van Tatarije en zijn de grootste minderheid van Rusland. De naam Tataren werd door de Russen gebruikt om Mongolen zowel als Turken onder Mongoolse heerschappij aan te duiden, met name degene onder de Gouden Horde. Later werd het een benaming voor alle Turks- dan wel Mongoolstalige volkeren. Tegenwoordig wordt ze gebruikt voor de meeste Turkstalige moslims van Rusland, Oekraïne, Polen en Litouwen, waar naast de Wolga-Tataren ook de Krim-Tataren, Lipka-Tataren, Astrachan-Tataren, Nogai en Siberische Tataren onder vallen. Hoewel de Russen in de 18e en 19e eeuw de benaming "Tataren" voor alle Turkstalige moslims binnen het Keizerrijk Rusland gebruikten, identificeerden dezen zich niet zelf als zodanig. Nog tot het einde van de 19e eeuw zagen de Wolga-Tataren zich in de eerste plaats als "moslims". Pas tijdens de Sovjetperiode zette de benaming zich algemeen door. Geschiedenis Onder druk van de Chazaren trok een deel van de Bulgaren aan het begin van de 8e eeuw uit het Groot-Bulgaarse Rijk in het huidige Zuid-Rusland naar de Midden-Wolga en stichtten daar Wolga-Bulgarije. Vanaf de 10e eeuw trokken verschillende Turkse volkeren, zoals de Kiptsjaken, van Zuid-Siberië naar Europa. Bij de Mongoolse invasie van Roes in 1236–1237 kwamen zij onder de heerschappij van de Gouden Horde. De Wolga-Tataren worden beschouwd als de nakomelingen van zowel de Wolga-Bulgaren als de Kiptsjaken van de Gouden Horde. Na het uiteenvallen van de Gouden Horde ontstonden meerdere kanaten, zoals Kazan, Astrachan, Sibir en Krim-kanaat. Na de val van Kazan in 1552 werden de Wolga-Tataren onderdanen van Rusland. Russische verovering van het kanaat Kazan De troonsbestijging van Ivan de Verschrikkelijke in 1547 betekende het begin van het einde voor het kanaat Kazan. Geïnspireerd door een militante orthodoxe ideologie veroverde tsaar Ivan in oktober 1552 Kazan. Dankzij hun hoge ontwikkeling hebben de Tataren een grote invloed gehad op de Russische maatschappij en geschiedenis. Veel Russische adellijke families zijn van (deels) Tataarse origine, de sociale en militaire opzet van Moskovië is beïnvloed door instituties van de Tataren en veel Russische gebruiken hebben een Tataarse oorsprong. Sinds de verovering van Kazan vonden pogingen tot russificatie en kerstening van de – islamitische – Wolga-Tataren plaats. Vrijwel meteen na de verovering van Kazan gingen er missionarissen in Kazan aan het werk en dat zou tot de Russische Revolutie doorgaan. De methodes van de missionarissen varieerden voortdurend. Aanvankelijk hield men er een milde aanpak op na, rijke Wolga-Tataren werden bijvoorbeeld aan huis bezocht en de armeren werden naar kloosters gestuurd om gedoopt te worden. Deze aanpak had weinig resultaat en al snel (1556) probeerde men de Tataren te dwingen zich te bekeren. Dit resulteerde in het ontstaan van de oudste groep Christelijke Tataren, de ‘starokresjtsjennye’. Dit, samen met de groeiende stroom Russische kolonisten, zorgde voor grote onvrede onder de Tataren en in 1556 kwam het tot een opstand. Deze werd neergeslagen, en de Tataren die nog steeds weigerden Christelijk te worden, moesten voortaan buiten de stadsmuren gaan wonen. De bovenstaande visie op de kerstening van de Wolga-Tataren wordt voornamelijk door islamitische Tataren aangehangen. De huidige christelijke Tataren (de Krjasjen, ongeveer 10% van de totale Tataarse bevolking) stellen dat de oudste groep van christelijke Wolga-Bulgaren nooit islamitisch zou zijn geweest, maar al sinds het begin van het tweede millennium via Griekse missionarissen tot het christendom bekeerd was. Later gingen de Wolga-Bulgaren op in het Tataarse volk, maar een deel daarvan bleef hun christelijk geloof aanhangen. Al snel keerden echter vele binnen de stadsmuren wonende Tataren weer terug naar hun oude geloof, en de activiteiten van de missionarissen hadden vrijwel geen resultaat. Tijdens de Tijd der Troebelen in het begin van de 17e eeuw staakte de missionarissen hun activiteiten. In plaats daarvan werd geprobeerd door middel van economische pressiemiddelen de Tataren tot bekering over te halen. Ook dit bleek weinig effect te hebben en de onvrede onder de Tataren werd duidelijk in 1669-1670, toen ze meededen aan de grote opstand van Stepan Razin. Een effect dat het Russische beleid ten aanzien van de Wolga-Tataren wel had, is dat velen migreerden naar de steppen van Kazachstan en Centraal-Azië. Peter de Grote Peter de Grote vernieuwde het beleid ten opzichte van de Tataren. Hij stelde een theologische academie in in Kazan, in de hoop dat door onderwijs de Tataren zich misschien zouden bekeren. In 1713 vaardigde hij een decreet uit, waarin hij stelde dat de moslims in de regio’s van Kazan en Azov zes maanden hadden om zich te bekeren, en dat anders hun bezittingen geconfisqueerd zouden worden. Naar schatting 40.000 Tataren bekeerden zich tot het christendom, maar opnieuw bleek dit slechts nominaal te zijn; de meesten bleven in het geheim islamitisch. De 18e en 19e eeuw: mislukte russificatiepogingen Onder de tsarina’s Anna Ivanovna en Elizaveta Petrovna verhardde het beleid jegens de Tataren zich. In 1740 bepaalde een oekaze dat er geen moskeeën meer gebouwd mochten worden en dat alle bestaande moskeeën vernietigd moesten worden. Er werden veel moskeeën vernield, maar in 1744 werd de Tataren alweer toegestaan om een aantal nieuwe gebedshuizen te bouwen, waarschijnlijk uit angst voor een gewelddadige opstand. Behalve de vernietiging van moskeeën werden kerken gebouwd midden in islamitische buurten, werden Tataarse kinderen ontvoerd om onderwezen te worden op missionarisscholen en werden hoge belastingen opgelegd aan moslims. Ook het beleid van christelijk onderwijs werd geïntensiveerd. Catherina II liet de Tataren wat meer vrij. Ze stond ze toe te handelen en ondernemingen te beginnen. Moslims gingen een belangrijke rol spelen in de handel met de nieuwe gebieden in Siberië en Centraal-Azië. Ze bekleedden er vaak hoge posities als commerciële of politieke vertegenwoordigers, leraren of ambtenaren. In 1773 vaardigde de Heilige Synode het decreet van tolerantie van alle religies uit. Catharina stelde ook in 1782 het zogenaamde muftiaat in, een raad die de autoriteit kreeg over alle puur religieuze zaken aangaande moslims. Er volgde een tijd van relatief vreedzame co-existentie. Onder Nicolaas I was de Verlichting voorbij en begon het missionarissenwerk weer. Er kwamen financiële tegemoetkomingen voor Tataren die zich bekeerden. Onderwijs werd, meer dan ooit, gezien als het belangrijkste middel om de Tataren te russificeren. Vele Christelijke geschriften werden in het Tataars vertaald om het onderwijs makkelijker te maken. Daarnaast werden in de 19e eeuw ook veel islamitische boeken in het huidige Tatarije gedrukt, van waaruit ze door Centraal-Azië werden verspreid. Kazan ontwikkelde zich in die tijd tot het belangrijkste islamitische educatieve centrum van het Russische Rijk. Dit beleid bleek (opnieuw) weinig vruchten af te werpen, sterker nog, veel Tataarse families die in de 18e eeuw Christenen waren geworden, werden weer Moslims. Een mogelijke reden hiervoor is, naast onvrede met de Russische pressie, het verhoogde bewustzijn van de eigen identiteit onder de Tataren, vooral bevorderd door de muftiat. De kerstening van de Tataren moet echter niet worden gezien als een synoniem van russificatie: veel christelijke Tataren bleven zich immers Tataars beschouwen en behielden het Tataars als moedertaal. Het ontstaan van de Tataarse nationale beweging Het belangrijkste middel van de Russen om de Tataren te trachten te bekeren, bleef onderwijs. Vooral professor Nikolaj Ilminski was hiervan een groot voorstander en hij zette eind 19e eeuw veel scholen en instituten voor o.a. lerarenopleidingen op. Zijn beleid kreeg kritiek van zowel de Tataren als de Russen. De Tataren waren bang voor russificatie, de Russen vonden zijn beleid juist te soft en vreesden dat Ilminski's aandacht voor de Tataarse taal nationalisme en separatisme onder de Tataren in de hand zou werken. Het voornaamste effect van de scholen van Ilminski was niet de bekering van de Tataren (in dat opzicht was er wederom weinig succes), maar het ontstaan van een breed intellectueel debat onder de relatief grote bourgeoisie in Kazan en omgeving. Deze verhitte discussie ging aanvankelijk over de scholen van Ilminski, maar spitste zich later toe op de meer algemene vraag over de positie van de islam in de moderne, snel veranderende wereld. In deze periode kwam de term Tartarije (in het Nederlands het latere Tatarije) in zwang om het woongebied van de Wolga-Tataren in een groot gebied rond Kazan te beschrijven. Het ontstaan van een intellectuele elite in Tartarije is een proces dat zich gedurende de hele 19e eeuw heeft voltrokken. In Kazan was al begin 19e eeuw door Alexander I een universiteit gesticht, een van de oudste in Rusland, maar vooral aan het eind van de 19e eeuw begon het intellectuele debat goed op gang te komen. Naast de scholen van Ilminski was dat te danken aan het feit dat steeds meer Tataren naar de universiteiten van grote steden als Moskou en Sint-Petersburg gingen, en zo veel meer dan voorheen in contact kwamen met de Russische maatschappij. Nationalisme vierde hoogtij en Tartarije raakte begin 20e eeuw betrokken bij de Groot-Turkse beweging. Op het eind van de 19e eeuw en in het begin van de 20e eeuw was er onder de Wolga-Tataren sprake van, wat je zou kunnen noemen, het ontwaken van een nationale identiteit. Er werd er veel gepubliceerd, zowel in de vorm van literatuur als tijdschriften en er was veel politieke activiteit, in het teken van het streven naar meer autonomie voor Tartarije. Men ging steeds meer waarde hechten aan het belang van goed onderwijs en een progressieve godsdienstbeleving. Dit alles valt natuurlijk niet los te zien van de nationalistische en modernistische bewegingen die vooral in Europa in de 19e en begin 20e eeuw opkwamen. Het ontbrak echter aan geschikte politieke leiders om de Tataarse nationale beweging echt groot te maken. In 1917, ten tijde van de februarirevolutie, verkeerde men in Tartarije, net als in heel Rusland, aanvankelijk in euforie. De val van de monarchie werd met gejuich ontvangen en het door de Eerste Wereldoorlog uitgeputte Rusland kreeg weer wat hoop op een betere toekomst. De geschillen tussen de verschillende volken binnen het Russische Rijk leken triviaal te zijn geworden. Tatarije binnen de Sovjet-Unie Tijdens de Russische Revolutie moedigde Lenin aanvankelijk godsdienstvrijheid en het ontwikkelen van een nationale identiteit onder de Tataren aan. Dit resulteerde eind 1917 in het uitroepen van de Idil-Oeralstaat, grofweg gelegen waar nu Tatarije en Basjkirostan liggen. Lenin en Stalin bleken hier niet van gediend en grepen in, door de staat te ontbinden en de deelnemers aan het bestuur ervan te arresteren. In de jaren twintig werden alle leden van de regering van Tatarije en het grootste gedeelte van de intelligentsia gedeporteerd of vermoord. Tot aan de dood van Stalin werden er af en toe zulke ‘zuiveringen’ uitgevoerd. Pogingen tot russificatie gingen door. In 1929 werd het Arabische schrift van de Tataren vervangen door het Latijnse en in 1939 door het Cyrillische alfabet. Dat verliep vrij soepel, aangezien de meeste Tataren in die tijd analfabeet waren en het Arabische schrift niet kenden. In 1944 werden de Krim-Tataren naar Centraal-Azië (met name Oezbekistan) gedeporteerd door het centrale sovjetbewind. Dat had echter geen gevolgen voor de Tataren van Tatarije. Ondanks de enigszins misleidende overeenkomst in naam, zijn het verschillende volkeren. De Tataren in Tatarije werden door het centrale bewind niet als collaborateurs beschouwd en werden zodoende niet in hun rechten beperkt. De periode vanaf het eind van de Tweede Wereldoorlog tot op heden wordt gekarakteriseerd door een groeiend bewustzijn onder Tataren van hun eigen identiteit als volk. Deze revaluatie komt vooral voort uit het bewustzijn van een lange geschiedenis en een gevoel van authenticiteit. De russificatie van Tatarije ging door tot aan het einde van Brezjnevs bewind. Dit proces was echter lang niet eenduidig. Er werden ook veel Tataarse boeken gedrukt in die tijd en alle schoolgaande kinderen in Tatarije waren verplicht het Tataars als vreemde taal te leren, ongeacht hun etnische afkomst (Tataarse kinderen konden er vrijwillig voor kiezen het Tataars op een hoger niveau te volgen). In de praktijk waren die lessen vooral declaratief, kinderen woonden ze wel bij, maar leerden het Tataars nauwelijks. Hoewel er in Tatarije ongeveer evenveel Russen als Tataren wonen, was de lokale voorzitter van de communistische partij altijd een etnische Tataar sinds de jaren 50. In de jaren tachtig ontstond onder de Tataren, evenals onder andere etnische minderheden in de (voormalige) Sovjet-Unie, een sterke nationalistische stroming en een herwaardering van de eigen cultuur. Zo werd in 1990 in Kazan een Tataars theater geopend. Aan het einde van de jaren 80 begon Tatarije meer soevereiniteit te eisen en op 30 augustus 1990 riep het parlement van Tatarije de soevereiniteit uit. Vervolgens werd dat in 1991 bekrachtigd door middel van een referendum over soevereiniteit, die werd gewonnen door voorstanders van de soevereiniteit met 61,4% van de stemmen. Toen in 1993 in Rusland een referendum over de grondwet werd gehouden, nam Tatarije daar geen deel aan. Ook signeerden de leiders van Tatarije het Federaal Verdrag niet, wat wel werd gesigneerd door alle andere regio's van Rusland. Tegenwoordig Tegenwoordig is Tatarije een autonome republiek binnen de Russische Federatie, met ongeveer 3.700.000 inwoners van wie de helft etnische Tataren. Veel Tataren wonen ook buiten Tatarije. Het aantal Tataren bedraagt circa 6,5 miljoen, van wie 1,7 miljoen wonen in Tatarije en de overigen langs de Wolga, in Basjkirostan, Oedmoertië, Oezbekistan en Moskou (ca. 800 000, dat is bijna 10% van de totale bevolking). Wel moet worden opgemerkt dat de meeste Tataren op de Krim Krim-Tataren zijn en daarmee een ander volk dan de Wolga-Tataren. Economisch is Tatarije (vooral op industrieel gebied) een van de welvarendste gebieden van Rusland. Voor veel Tataren speelde en speelt de vraag hoe ze met hun identiteit om moeten gaan, eerst binnen de Sovjet-Unie en nu de binnen de Russische Federatie. Een van de kwesties is de identiteit van de christelijke Tataren. Veel christelijke Tataren beschouwen zich als een apart volk, de "krjasjeny", hetgeen op tegenstand stuit van de Tataarstanse regering. Daarnaast vinden sommige nationalistische islamitische Tataren dat de christenen zich tot de islam moeten bekeren om volwaardig Tataars te worden, wat door de christenen niet aanvaard kan worden, ook niet door degenen die zich "Tataars" beschouwen, en niet "krjasjen". De christenen maken ongeveer 10% van de Tataarse bevolking uit. De Tataren leven binnen Rusland in twee culturen, de oude islamitische cultuur van Tatarije en de Russische cultuur. Verreweg de meeste mensen omarmen allebei die culturen en er zijn opvallend weinig radicalen. De invloed van de islam op de Tataarse maatschappij is vrij klein en sowieso sterk verschillend van dat in de meeste andere islamitische landen. De houding ten opzichte van de homoseksualiteit is vrij negatief, maar is te vergelijken met die in Rusland en andere Oost-Europese landen en niet met die in islamitische landen. Homoseksuele Tataren worden niet verstoten (bijvoorbeeld, de beroemde balletdanser Rudolf Noerejev, de lesbische zangeres Zemfira en de lesbische regisseur Renata Litvinova) en blijven als deel van het Tataarse volk worden beschouwd. Wegens de door de herinneringen aan de Gouden Horde nog steeds negatieve lading van het begrip Tataren in Rusland, is er een tendens bij sommige Wolga-Tataren om de afstamming van de Bulgaren te benadrukken, het zogenaamde Bulgarisme. Subgroepen Kazan-Tataren De Kazan-Tataren (Qazan Tatarları) vormen de grootste groep van Wolga-Tateren en de meerderheid van de bevolking van Tatarije. Ze zijn van oudsher aan de oostelijke oever van de Wolga woonachtig. Misjaren De Misjaren (Mişärlär) spreken een dialect van het Wolga-Tataars. Ze stammen af van de Kiptsjaken, die zich aan de Midden-Oka met de Boertas en Mesjtsjera vermengden, en vormen rond een derde van de Wolga-Tataarse bevolking. De Mişär wonen in de oblasten Tsjeljabinsk, Oeljanovsk, Penza, Rjazan en Nizjni Novgorod, Tatarije, Basjkortostan en Mordovië. Kasimov-Tataren De Kasimov-Tataren (Qasıym Tatarları) bewonen de stad Kasimov (Qasím) in de Oblast Rjazan. Dit was het centrum van het Kanaat Qasim. Tegenwoordig wonen er 1.100 Kasimov-Tataren in Kasimov, plus een onbekend aantal elders. Karino-Tataren De Karino-Tataren of Noqrat wonen in Oedmoertië en de Oblast Kirov. Hun aantal bedroeg in 1920 rond 15.000. Perm-Tataren De Perm-Tataren zijn een subgroep van Kazan-Tataren die in de Kraj Perm wonen. Hun aantal bedroeg in 2002 rond 130.000. Krjasjen Sinds de verovering van Kazan in 1552 vond een politiek van kerstening van de islamitische Tataren plaats. Hiermee ontstond het volk der Krjasjen. Volgens sommige geleerden zouden zij afstammen van de Soevari, die op hun beurt afstamden van de Sabiren, een volk dat van de 5e tot begin 8e eeuw de zuidwestelijke Kaspische Laagte bewoonde en daar gekerstend zou zijn. Deze Soevari gingen op in de islamitische Wolga-Tataren en de orthodoxe Tsjoevasjen. De Krjasjen leven verspreid over het Wolga-Oeralgebied. Als gevolg van de afname van de godsdienstigheid tijdens de Sovjet-periode worden ze tegenwoordig in sterke mate geassimileerd door de Tsjoevasjen en de Wolga-Tataren. Sommige Kiptsjak-stammen werden ten tijde van de Gouden Horde in de 13e en 14e eeuw tot het christelijke Nestorianisme bekeerd. Sommige gebeden uit de Codex Cumanicus lijken sterk op de latere Krjasjen-gebeden, maar een duidelijk verband is niet aangetoond. Nagajbaken De Nagajbaken zijn net als de Krjasjen Russisch-orthodox. Het grootste deel van de Nagajbaken woont in de districten Nagajbakski en Tsjebarkoelski van de oblast Tsjeljabinsk. Bij de volkstelling van 2002, toen hun etniciteit voor het eerst werd geregistreerd, werden 9.600 Nagajbaken geteld, waarvan 9.087 in de oblast Tsjeljabinsk. Teptjaren De Teptjaren leven in het noordelijke Oeralvoorgebergte en vormen een deel van de Tataren van Basjkortostan. Cultureel en taalkundig staan ze dicht bij de Basjkieren. Tatarije Turks volk Volk in Europa Volk in Rusland
In de jaren tachtig ontstond onder de Tataren, evenals onder andere etnische minderheden in de (voormalige) Sovjet-Unie, een sterke nationalistische stroming en een herwaardering van de eigen cultuur. Zo werd in 1990 in Kazan een Tataars theater geopend. Aan het einde van de jaren 80 begon Tatarije meer soevereiniteit te eisen en op 30 augustus 1990 riep het parlement van Tatarije de soevereiniteit uit. Vervolgens werd dat in 1991 bekrachtigd door middel van een referendum over soevereiniteit, die werd gewonnen door voorstanders van de soevereiniteit met 61,4% van de stemmen. Toen in 1993 in Rusland een referendum over de grondwet werd gehouden, nam Tatarije daar geen deel aan. Ook signeerden de leiders van Tatarije het Federaal Verdrag niet, wat wel werd gesigneerd door alle andere regio's van Rusland.
4
regering, soevereiniteit, jurisdictie
9,958
WarrantyPromise
6008
https://nl.wikipedia.org/wiki/IKEA
IKEA
IKEA is een concern van Zweedse oorsprong, met vestigingen over de hele wereld. Het bedrijf richt zich op het aanbieden van meubelen en woonartikelen die, meestal door de koper zelf, in elkaar gezet moeten worden. Het concept bestaat uit het aanbieden in een keten van zelfbedieningswarenhuizen van artikelen die qua prijs behoren tot het lagere marktsegment. Nadat er maatschappelijke kritiek kwam, stelde IKEA aan haar leveranciers uit lagelonenlanden meer eisen op sociaal gebied. De firma wil bijvoorbeeld geen producten meer in haar assortiment die mede tot stand komen door kinderarbeid. Ze stelt met haar leveranciers plannen op om op gebied van het welzijn van de werknemers, en aangaande de belasting van het milieu, stapsgewijs tot verbetering te komen. Er zijn 456 vestigingen in 54 landen (29 juli 2021). Alle vestigingen zijn franchises, IKEA Delft is hierop een uitzondering, deze is eigendom van Inter IKEA Systems. Geschiedenis Het bedrijf is in 1943 opgericht door de Zweed Ingvar Kamprad. Hij was op dat moment 17 jaar oud, en had wat geld gespaard door kleinschalige verkoop van producten aan boeren in de buurt. Hij begon een bedrijfje met geld dat hij als eindexamencadeau kreeg van zijn vader. Als naam koos hij IKEA, een samenstelling van zijn initialen (I.K.) en de eerste letters van Elmtaryd en Agunnaryd, respectievelijk de boerderij en het dorp waar hij opgroeide. Aanvankelijk verkocht Kamprad allerlei goederen tegen een lage prijs. Het bedrijf groeide, en in 1947 begon IKEA meubels te verkopen, die in de buurt van Agunnaryd werden gemaakt. In 1951 schakelde het bedrijf geheel op meubelverkoop over. Ook verscheen toen de eerste catalogus. In 1953 werd de eerste toonzaal geopend in de plaats Älmhult in het zuiden van Zweden, en een paar jaar later werd besloten om de klanten zelf hun meubels in elkaar te laten zetten. In 1973 werd in Zürich de eerste vestiging buiten Scandinavië geopend. Het grootste filiaal is sinds 2021 het filiaal in Manilla. Oprichter Kamprad is 27 januari 2018 op 91-jarige leeftijd overleden. Hij stond al niet meer aan het hoofd van het bedrijf, maar had nog wel een raadgevende functie binnen de Stichting INGKA Foundation. Nederland Op 30 november 1978 ging in Sliedrecht het eerste IKEA-woonwarenhuis van Nederland open. In 1982 werd in Amsterdam aan de Stadhouderskade nabij de Albert Cuyp een zogenaamde cataloguswinkel geopend. Men kon er alleen kleine artikelen kopen, grotere artikelen konden worden afgehaald bij het magazijn aan de Cruquiusweg. Daarna volgde een nieuwe 'echte' vestiging in Duiven. In 1985 kon IKEA van Amsterdam verhuizen naar het nieuwe bedrijventerrein Bullewijk in Amsterdam-Zuidoost. In 1992 openden de vestigingen in Delft en in Son, bij Eindhoven. Na 1994 kwamen Heerlen (1994), Utrecht (1996) en Groningen (1997, voorafgegaan door de vestiging van een cataloguswinkel). Na de eeuwwisseling werd de vestiging in Barendrecht (2001) geopend. In datzelfde jaar werd in Oosterhout een distributiecentrum geopend, dat samen met het centrum in Genk alle vestigingen in Nederland en België bevoorraadt. In 2002 volgde Hengelo, terwijl de vestiging in Amsterdam een verbouwing onderging. In 2003 kwam vestiging Breda erbij en werd ook de vestiging in Utrecht verbouwd. In februari 2005 werd een vestiging in Haarlem geopend. In Groningen was na Sliedrecht tot nu toe het kleinste filiaal gevestigd. In de zomer van 2005 opende hier een nieuwe winkel, de op een na grootste van het land. Naast de winkel bevindt zich onder de Groningse vestiging het landelijke klantenservicecentrum, Customer Support Center, met de telefonische informatielijn, de landelijke klachtenafhandeling, webcare en nog enkele andere ondersteunende serviceafdelingen. Tussen 2006 en 2008 werd het Delftse filiaal omgebouwd tot het 'IKEA Concept Center', waar franchisenemers worden opgeleid. Op 30 juni 2006 sloot de vestiging in Sliedrecht. De vestiging was, met 14.600 m², te klein geworden om het volledige winkelconcept uit te kunnen dragen. Op 23 augustus 2006 werd de nieuwe vestiging in Amersfoort geopend met het grootste IKEA-restaurant van Nederland. In Zwolle zou in 2009 worden begonnen met bouwen, maar door diverse juridische procedures werd dat pas voorjaar 2014. Op 18 februari 2015 werd deze vestiging geopend. In 2010 breidde IKEA Barendrecht uit en werd meer dan 10 000 vierkante meter groter. Het bedrijf is ook van zins zich in Zaandam te vestigen; in maart 2013 tekende het daartoe een intentieovereenkomst. Deze plannen zijn later afgeketst. België In 1984 opende IKEA zijn eerste vestigingen in België in Zaventem en Ternat. Daarna volgden Hognoul (1985, bij Luik), Wilrijk (1985, bij Antwerpen), Arlon-Sterpenich (2005, deze vestiging bedient vooral het Groothertogdom Luxemburg), Anderlecht (Brussel) (2005), Gent (2008), Hasselt (3 februari 2016), Bergen (10 februari 2016) . De vestiging van Zaventem verhuisde in 2002 naar een nieuw gebouw op het industrieterrein, op enkele honderden meters van de vorige vestiging. In deze vestiging vindt men ook het Service Office en Customer Service Centre van IKEA BE. De opening van IKEA Gent viel samen met de sluiting van de vestiging in Ternat. In 2011 breidden Hognoul en Anderlecht hun vestiging uit, en ging de vestiging in Wilrijk naar een nieuw gebouw, dat net naast het oude gebouw werd gebouwd. Daarvoor moest een deel van het oude gebouw gesloopt worden. In Genk heeft IKEA een distributiecentrum. Concept In elke winkel van het concern staat, vaak bij zowel de personeels- en de klanteningang, het uitgangspunt van het bedrijf groot op een muur geschreven: Het aanbieden van een zo breed mogelijk assortiment functionele woonartikelen van een goede vormgeving, tegen zulke lage prijzen dat zo veel mogelijk mensen in staat zijn deze artikelen te kopen. Een onderdeel van het IKEA-concept is mechanische verkoop, dit houdt in dat er meestal geen verkoper is om een klant aan een gewenst artikel te helpen. Op het prijskaartje dat aan een te bezichtigen artikel hangt kan een klant zien waar hij het artikel op kan halen, een bepaalde afdeling, het zelfbedieningsmagazijn of een verkoopbalie. Soms wordt een artikel na afrekenen klaargezet bij een afhaalbalie of extern magazijn. Vestigingen Het eerste filiaal werd in 1958 in de Zweedse plaats Älmhult geopend. De eerste showroom was toen al vijf jaar op diezelfde locatie open. In 1963 opende IKEA in Noorwegen en in 1969 in Denemarken. In 1973 werd in Zürich de eerste niet-Scandinavische vestiging geopend. Duitsland en Japan volgden een jaar later. Daarna deed IKEA in een rap tempo zijn intrede in Hongkong, Australië, Canada, Oostenrijk, Singapore en Nederland. Tegenwoordig bevinden de meeste filialen zich in Duitsland (46 winkels), gevolgd door de Verenigde Staten met 38 winkels. Anno april 2016 heeft IKEA 328 winkels verspreid over 28 landen. De vijf grootste filialen, qua winkeloppervlak bevinden zich in: Gwangmyeong, Gyeonggi, Zuid-Korea: 59.000 m² Stockholm Kungens Kurva, Zweden: 55.200 m² Shanghai Baoshan, China: 55.032 m² Shanghai Pudong Beicai, China: 49.400 m² Wuxi, China: 49.117 m² De vestiging in Delft is het internationale opleidingscentrum voor franchisenemers. Deze vestiging is eigendom van Inter IKEA Systems B.V. en niet van IKEA Nederland BV. Daarom verschilt deze op een aantal punten van de andere Nederlandse vestigingen. De vestiging in Delft is tussen 2006 en 2008 vergroot en verbouwd. Het pand heet nu het IKEA Concept Center en de winkel heeft de naam The IKEA Store, voluit The IKEA Store in the IKEA Concept Center (voorheen Pilot Store). Het opleidingscentrum heet The College, voluit The College in the IKEA Concept Center. Wereld Nederland Hieronder een overzicht van de Nederlandse IKEA-vestigingen: IKEA-catalogus De IKEA-catalogus verscheen in 2006 in een wereldwijde oplage van 175 miljoen stuks. In 2011 bedroeg dit 198 miljoen exemplaren. De catalogus werd verspreid in 34 landen, in 61 edities en was beschikbaar in 29 talen. Er waren kleine regionale verschillen, zo zijn de catalogi van islamitische landen niet voorzien van barmeubels. In Nederland werden 6,1 miljoen catalogi verspreid. Sinds 2019 is de catalogus in Nederland online te bekijken, en worden er geen nieuwe catalogi naar huisadressen gestuurd met het oog op duurzaamheid. Bedrijfsstructuur Juridisch staan bij het wereldwijde IKEA twee Nederlandse besloten vennootschappen en een Nederlandse stichting centraal. Inter IKEA Systems B.V. uit Delft bezit het IKEA-concept en -handelsmerk. Deze B.V. is een deel van het bedrijf Inter IKEA Holding S.A., geregistreerd in Luxemburg, dat op zijn beurt deel uitmaakt van Inter IKEA Holding N.V. geregistreerd op Curaçao. Wie de eigenaars zijn achter deze holdings is niet openbaar, maar aangenomen wordt dat de familie Kamprad een belangrijke rol speelt. Grootste franchisenemer van het eerder genoemde Inter IKEA Systems B.V. is INGKA Holding B.V. uit Leiden, eigenaar van 378 vestigingen in 32 landen (juli 2021). Inter IKEA Group en Ingka Group hebben een gedeelde geschiedenis maar zijn twee verschillende groepen van bedrijven met een eigen organisatiestructuur en verschillende eigenaren. Eigenaar van INGKA Holding B.V. is de Stichting INGKA Foundation, in Amsterdam. Kritiek In november 2009 werd IKEA, samen met Abercrombie & Fitch, Gymboree, Hanes, Kohl's, LL Bean, Pier 1, Propper International en Walmart, toegevoegd aan de 2010 Sweatshop Hall of Shame door de arbeidersbeweging International Labour Rights Forum. In 2011 kreeg IKEA en zijn Swedwood-afdeling kritiek te verduren voor hun behandeling van arbeiders in een fabriek in Danville, Virginia. In 2012 werd IKEA in Frankrijk door het onafhankelijk weekblad Le Canard enchaîné ervan beschuldigd zijn werknemers en klanten te bespioneren door op illegale wijze politiearchieven te gebruiken. IKEA zou dit doen om antiglobalisten en mogelijk ecoterroristen te vinden. In oktober 2012 kreeg IKEA kritiek omdat het vrouwen uit de afbeeldingen in de catalogus voor Saoedi-Arabië had weggeretoucheerd. Op 29 mei 2012 verscheen er een artikel op de site van One World waarin Ikea werd beschuldigd van het kappen van bossen in het Russische Karelië; "De Zweedse milieuorganisatie Protect the Forest documenteerde hoe Ikea via Swedwood in het noordwesten van Karelië bossen vernielt die twee- tot zeshonderd jaar oud zijn." Zomer 2014 werd vastgesteld dat IKEA onder het regime van Nicolae Ceaușescu gelden had betaald aan een bedrijf dat, via de geheime politie, het beleid van deze dictator ondersteunde. Trivia IKEA is een aantal keren slachtoffer van bedreigingen geweest. Eind 2002 werden alle tien filialen van de Zweedse winkelketen in Nederland ontruimd na bommeldingen en de vondst van verdachte pakketjes. Het bleek toen te gaan om Poolse afpersers. Op 12 maart 2009 werd de winkelketen bedreigd met terreuraanslagen. Op 30 mei 2011 vonden bij enkele filialen, Son (NL), Gent (BE) en Lille (FR), bomexplosies plaats of werden verdachte pakketjes gevonden. Een van de uitbreidingspakketten van het computerspel De Sims 2 bevat virtuele kopieën van IKEA-meubels. Een IKEA-schaal diende als inspiratiebron voor het nieuwe depot van museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam dat op 5 november 2021 werd geopend. Externe links Officiële website van IKEA Nederland Officiële website van IKEA België
In 2002 volgde Hengelo, terwijl de vestiging in Amsterdam een verbouwing onderging. In 2003 kwam vestiging Breda erbij en werd ook de vestiging in Utrecht verbouwd. In februari 2005 werd een vestiging in Haarlem geopend. In Groningen was na Sliedrecht tot nu toe het kleinste filiaal gevestigd. In de zomer van 2005 opende hier een nieuwe winkel, de op een na grootste van het land. Naast de winkel bevindt zich onder de Groningse vestiging het landelijke klantenservicecentrum, Customer Support Center, met de telefonische informatielijn, de landelijke klachtenafhandeling, webcare en nog enkele andere ondersteunende serviceafdelingen.
1
klantenservice, productdekking, defectgarantie
11,360
DanceEvent
19502
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse%20volksdans
Nederlandse volksdans
Nederlandse volksdansen zijn de in meer of mindere mate traditionele dansen zoals die vroeger (voor de tijd van de radio) in Nederland door het volk uitgevoerd werden. Tegenwoordig worden er nog steeds volksdansen bijgemaakt. Het betreft dan nieuwe dansen (patronen) die gebruikmaken van de stijl van de authentieke dansen, op oude of nieuw gecomponeerde volksmuziek. Nederlandse volksdans wordt door velen geassocieerd met klompendansen. Wie weleens op klompen heeft proberen te dansen weet dat dat in de praktijk bijzonder veel beperkingen voor soepel bewegen met zich meebrengt. Men danste soms wel op klompen, maar meestal danste men op schoenen. In de oostelijke provincies werden de oude dansen, zoals ze wel genoemd werden, nog tot ver in de twintigste eeuw gedanst. Bekende dansen waren de Driekusman, de Hoksebarger of wat modernere dansen als de Veleta, de Kruispolka en de Spaanse Wals. Die dansen werden begeleid door een speelman die dansen meenam uit het aangrenzende Duitsland (Westfalen, Nedersaksen). Speellieden speelden meestal viool, maar na 1900 meestal trekzak of weer later accordeon. In de vissershavens langs de Noordzeekust en de voormalige Zuiderzee, bijvoorbeeld in Friesland, danste men dansen als de Skotse Trije, Skotse Fjouwer, Horlepiep, Hakke Toone, of Gort met Stroop, dansen die sterk beïnvloed waren door dansen uit Schotland en Engeland. Nederlandse volksdansgroepen zijn ruwweg in drie categorieën onder te brengen: De folkloristen verenigd in Federatie van Folkloristische Groepen in Nederland, houden strikt vast aan de dansen, muziek en kleding van voor ca. 1910, waarbij zo goed mogelijk alle details van de folklore zoals die rond 1910 gehandhaafd blijven. Zij beperken zich tevens tot streekgebonden dansen en kostuums. Een tiental groepen probeert enerzijds zo authentiek mogelijk alleen dansen uit geheel Nederland te brengen, anderzijds ook de kostuums van geheel Nederland te presenteren. De belangen van deze groepen worden behartigd door de Stichting Platform Nederlandse Folklore. De overige groepen dansen naast traditionele Nederlandse volksdansen vooral internationale dansen. Sommige groepen zijn gespecialiseerd en dansen alleen dansen uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika of Engeland. Weer andere groepen hebben een meer internationaal (waaronder ook Nederlands) repertoire waarbij vooral de Balkanlanden (in ruime zin) in trek zijn (Bulgarije, Armenië, voormalig Joegoslavië). De internationale dansgroepen, of groepen voor werelddans, waren in de zeventiger jaren zeer populair bij jongeren. Een nieuwe ontwikkeling in Nederland sinds het laatste decennium van de 20e eeuw is de uit Vlaanderen overgewaaide balfolk; hier gaat het niet zozeer om dansgroepen, als wel om open dansavonden met eenvoudig aan te leren dansen uit Noordwest-Europa. Vooralsnog worden hier vrijwel geen specifiek Nederlandse volksdansen gedanst. Lijst van dansen Rondedansen De Baanopsteker (De boanopstekker) De Blaauwe boer. Een nieuwe dans van Elsche Korf (1988), op de melodie uit boerenlietjes en contradansen. De Almelose kermis / De kermisdans Polka's Onze broeder Lazarusen Lot is dood: Polka saluwee: Een kempense polka. De Slaapmuts Hakke Toone: Een hakkenpolka. Uit Oude Nederlandsche Volksdansen, bundel 2, geschreven door A. Sanson-Catz en A. de Koe. Kruispolka Hofpolka / Zevensprong: De naam 'hofpolka' vinden we terug in het handschrift van Andries Kiers en is als dans beschreven door Jan Kloetstra. Schotsen De Schotse drie (Skotse trije): Was oorspronkelijk een driemansdans. Over zijn ontstaan is men het niet eens.In Friesland werd hij rond 1900 verdrongen door de Fryske Skots. De Schotse vier (Skotse fjouwer) of Rieldans. De Zeeuwse Schots: Verwant met de Skotse Trye, sterk verwant met de Deense Tre Mands Reel. De uitzwaaipas is vermoedelijk een vereenvoudigde rielpas De Gardevil: een schots uit de kempen. Boerenschots: B. Veurman en D. Bax geven in ‘Liederen en dansen uit West-Friesland’ (1944) drie melodieën en een beschrijving van de Boerenschots. Volgens Marco Bos en Kees Notenboom in ‘Dansen uit Noord-Holland’ is dit een typisch Westfriese dans. Hakkenschots: Volgens Aenne Goldschmidt verschijnt de ‘Hackschottisch’ in de eerste helft van de 19e eeuw als afwijking en verdere ontwikkeling van de ‘Schottisch’. Line Tiggers-Hoven vermeldt de dans als 'Boemelschots (Moeder Wies)' , Willemien Brom-Struick vermeldt de dans eveneens als 'Boemelschots' Keperenschots: Een nieuw gemaakt schots door Hans Keuper. Dubbele Vier: Een dans afkomstig uit West-Friesland die sterk lijkt op de Friese 'Skotse Trije' en waarbij ook een vergelijkbare melodie wordt gespeeld. Leeuwarderschots (Ljouwerter Skots), een dans gemaakt door Cor Hogendijk ter gelegenheid van de ‘Skotse dei’ (=Schotse dag) op 17 november 1984. De muziek (schots) is afkomstig uit het handschrift van Andries Kiers (1864). Mazurka's Jan Pierewit Molenmazurka: Een oogstfeestdans uit de kempen. Ouwe mazurka Nije mazurka Voorjaarsmazurka Henriks mazurka Mazurka Schagen, Mazurka Terschelling, Mazurka van Wijdenes Menuets Hoksebarger: Een boerenmenuet. Oorspronkelijk een elitaire hofdans, overgegaan in een boerse volksdans. Van oorsprong een menuet met wandelpassen en sierlijke begroetingen. De dans is waarschijnlijk vanuit Duitsland naar Oost Nederland gekomen. Menuet van Tongeren. Kontradansen Gort met stroop Overijsselse kontradans Blauw garen en koperdraad: een nieuw verzonnen dans van Marita Kruijswijk op de melodie uit boerenlietjes en contradansen. De Matelot of Madlot Quadrille / Kadril Lansiers kadril Keppelse Quadrille / boeren quadrille Kempense Kadril De Dreeierd/ De Draaierd: Een quadrille genoemd naar de draaifiguur die in de dans voorkomt. De Dreeierd is waarschijnlijk ooit aangeleerd door dhr. H.J. de Rooy, †1939 (Hendrik-Jan Eume, dansleider afkomstig uit Gorssel). Gelderse Boerendans: Een quadrille, waarschijnlijk uit de Napoleontische tijd. Peerdensprong of Carré Horlepiep (Hornpipe) De Boerenplof De Hollandsche horlepiep Utrechtse horlepiep Wals IJswals Klepperwals Spaanse wals: Muziek: 'Valse-Basque' van Wittman. Choreograaf onbekend. De dans is waarschijnlijk ontstaan tussen 1905 en 1910. De dans lijkt heel erg op de ‘Academie-wals’ van J. Koopman uit Rotterdam. Beukenwals: Dans van Elly Olderaan (2002). Muziek: Wals (no. 20) uit het handschrift van Jacob Pieters Beukema, schoolonderwijzer te Leens (1782-1859), Donauwals: Een groot deel van de muziek is terug te vinden als 'Accordeonbetovering', een stemmingswals met muziek van Henk Langerak en een tekst van Dico van de Meer (1945). Ook bekend als: Berkelwals, Dinkelwals, Reggewals, Schipbeekwals, Slingewals etc. Donnawals: De ‘Prima Donna Wals’ is een reconstructie van Jan Kloetstra op de muziek ‘Prime Donne Wals’ uit het handschrift van Andries Kiers. Rozenwals: Een oude figuurwals, soms met een afwijkend aantal maten: 28 in plaats van de gebruikelijke (4X8=) 32 maten. Diverse dansen: Achttoer: De dans komt oorspronkelijk uit Noorwegen en heet daar ‘Åttetur’ of ‘Åttetur frå Asker’. In 1954 verscheen de dans in het boekje ’25 Scandinavische volksdansen’ verzameld door dansleider /muzikant Jo Christe. Via de Rotterdamse dansleidster Nel Stolk en mevrouw C. Olieslag-Derksen (tante Stien) is de dans in een aangepaste vorm naar Oost-Nederland gekomen. Höfsche Karmse, De Vleegerd. Luksie over die Hei Jan smid / Jan smed / De smid Mieke Stout Deindans Boerencarré/ Mie Katoen: een Noord-Brabantse dans. De Driekusman / Trek maar aan het touwtje Riepe, riepe, garste: Een werfdans. Malbroek Wilhelmusdans Het Molentje Het afklappertje: Een dans uit Terschelling op de melodie van 'Boer wat zeg je van mijn kippen?'. Draaiende wieken: Een dans voor acht paren waarbij in de loop van de dans een binnen- en buitenring wordt gevormd en aan het eind gezamenlijk een stervorm: de draaiende wieken. Dansen met attributen: (Met name uit Vlaanderen) Stokkendansen Steltendansen Bezemdansen Voorbeelden Riepe garste Riepe garste (rijpe gerst) is een oogstdans uit Oost-Nederland. De dans is op zichzelf vrij simpel. Eerst is er een klapfiguur, daarna dansen de paren. Het bijbehorende liedje is als volgt: Riepe, riepe garste, zult wiele goan meien, kotte kotte stöppelkes, zult wiej loaten stoan, Jonge, jonge maekes, zult wiele goan vriejen, Olde, olde knorrepötte, zult wiej loaten stoan.
Een nieuwe ontwikkeling in Nederland sinds het laatste decennium van de 20e eeuw is de uit Vlaanderen overgewaaide balfolk; hier gaat het niet zozeer om dansgroepen, als wel om open dansavonden met eenvoudig aan te leren dansen uit Noordwest-Europa. Vooralsnog worden hier vrijwel geen specifiek Nederlandse volksdansen gedanst.
1
dansfeest, dansavond, sociale dans
7,242
Order
329321
https://nl.wikipedia.org/wiki/Worldspan
Worldspan
Worldspan GDS is een realtime globaal distributiesysteem ontworpen voor luchtvaartreserveringen (lijnvluchten). De kernactiviteit is het distribueren van producten aangeleverd door zogenaamde vendors. De meeste transacties vinden plaats op het gebied van airlinereserveringen, gevolgd door hotelboekingen en autohuur. Ook treinen, cruises en tours kunnen via het systeem worden geboekt. Sinds augustus 2007 is Worldspan onderdeel van het bedrijf Travelport, dat ook eigenaar is van Galileo en een meerderheidsaandeel heeft in het internetreisportaal Orbitz. Als CRS (computerreserveringssysteem) valt Worldspan onder de Europese CRS Code of Conduct (1989). Netwerk Worldspan werkt samen met Expedia, Priceline en Pegasus. Tevens zijn er internetportalen en computerreserveringssystemen van derden op aangesloten. Daarnaast is het verbonden met Atpco, een computersysteem waarin de laatste prijsinformatie van de meeste luchtvaartmaatschappijen is opgeslagen. Leveranciers van vluchtgegevens zijn onder andere de leden van de allianties Skyteam, Oneworld Alliance en Star Alliance. Worldspan is lid van OTA, SITA Sc en IATA en klant van SITA Inc. Uitgebreid Software Het datacenter is gehuisvest in Atlanta, VS. De reisbureaus kunnen met het realtime CRS Worldspan GO prijzen en beschikbaarheid van de vluchten in de Worldspandatabase opvragen, hiermee reclame maken en deze bij opdracht reserveren. Privacy en transparantie In globale distributiesystemen, zoals Amadeus, Galileo, Worldspan of Sabre, resulteert codesharing tot dezelfde vlucht met verschillende vluchtnummers. Alle reserveringen die wereldwijd gemaakt worden met Worldspan, worden opgeslagen in de VS, de gegevens die hierbij opgeslagen worden zijn derhalve, door het gebruik van Capps en Capps II, onder controle van de CIA en FBI. Privacy-organisaties maken zich zorgen om deze ontwikkeling omdat niet duidelijk is welke gegevens er gebruikt worden. Geschiedenis Worldspan is opgericht in 1990 door Trans World Airlines, Delta Air Lines en Northwest Airlines. American Airlines verkreeg het aandeel van Trans World Airlines toen het die maatschappij overnam. De huidige eigenaar is Worldspan Technologies Inc; de aandelen zijn overgenomen in 2003 door Citigroup Venture Capital met gebruik van clausules. Amerikaans softwarebedrijf Luchtvaart Consortium Bedrijfssoftware Bedrijf genoteerd aan de New York Stock Exchange Economie van Georgia Atlanta
Worldspan GDS is een realtime globaal distributiesysteem ontworpen voor luchtvaartreserveringen (lijnvluchten). De kernactiviteit is het distribueren van producten aangeleverd door zogenaamde vendors. De meeste transacties vinden plaats op het gebied van airlinereserveringen, gevolgd door hotelboekingen en autohuur. Ook treinen, cruises en tours kunnen via het systeem worden geboekt.
1
bestelling, orderbevestiging, transactie
10,806
EventVenue
4034620
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stadsschouwburg%20Leuven
Stadsschouwburg Leuven
De Stadsschouwburg van Leuven is een concert- en theaterzaal gelegen aan de Bondgenotenlaan 21 en werd opgetrokken in 1867 ter vervanging van de zaal Frascati, die door de aanleg van de voorgenoemde laan werd gesloopt. Het Gebouw Stadsarchitect Edward Lavergne werd in 1863 belast met de bouw van een nieuwe concertzaal ter vervanging van de bekende "Frascati"-zaal van de familie Cordemans. Hij koos voor een monumentale vormgeving met een classicistisch eclecticisme; dit in een rechthoekig, quasi vrijstaand gebouw met een uitgebouwde middenpartij op de rooilijn. Hij voorzag een foyer en een zaal met een capaciteit van rond de 1000 plaatsen, deze allemaal rijkelijk gedecoreerd. Een traditionele publieksruimte: met beneden een orkestbak, parket, parterre, balkons en ereloges. Beeldhouwer Gérard Vander Linden stond in voor het sculpturale decor. De bouw werd aangevat in 1864 en de plechtige opening vond plaats op 3 september 1867. Geschiedenis Met de oorlogsbrand van 1914 werd het gebouw, op de buiten- en zaalmuren na, bijna volledig verwoest. De heropbouw gebeurde in 2 fasen: een ruwbouw die architect Alban Chambon in 1931 afsloot, waarna in datzelfde jaar een wedstrijd werd uitgeschreven voor de inrichting en de decoratie van het gebouw. De laureaat van deze wedstrijd werd de architect Jules Van den Hende. Van den Hende deed in 1934 beroep op een aantal bekende kunstenaars voor de decoratie: beeldhouwer Geo Verbanck ontwierp vijf koperen bas-reliëfs boven de deuren van de inkomhal. Maurice Langaskens schilderde twee grote en vier kleinere olieverftaferelen in de foyer. Constant Montald realiseerde de beschildering van het doek (diam. 9,25m) van de grote koepel die twaalf zwevende figuren voorstelt alsook de fries (11,5m lang en 2,25m hoog) boven het toneel. Deze fries is een tweedelige voorstelling met enerzijds Apollo en de Muzen en anderzijds Orpheus die Eurydice beweent. In maart 1938 opende de nieuwe stadsschouwburg plechtig, en kon het qua infrastructuur en technische installaties tot een van de modernste van het land gerekend worden. Tijdens bombardementen in 1944-45 liep het gebouw opnieuw schade op, dit werd door architect Louis Mispelter in 1952 weer hersteld. In de periode 1994-1996 volgden nog enkele vernieuwingen, opfrissingen en restauratiewerken door het Ontwerpburo V.D.F in opdracht van de stad Leuven. De zaalcapaciteit bedroeg toen om en bij de 750 zitplaatsen. Op 9 november 1994 ontving het gebouw door een ministerieel besluit de status van beschermd monument. De recentste buitenrenovatie gebeurde in 2013 waarbij het dak en de zijgevels een flinke opknapbeurt kregen. In de loop van het jaar 2015 werden de stoelen vervangen en werd de totale zaalcapaciteit teruggebracht naar 625 plaatsen. Het cultuurcentrum 30CC is momenteel verantwoordelijk voor de programmatie in de zaal. Beschermingen 4.02/24062/176.1 OB001057 Trivia Gevel- en sluitstenen vermelden de jaartallen 1914 en 1918, uiteraard verwijzend naar de oorlogsschade. Het Leuvense orkest Frascati Symphonic nam haar naam aan als eerbetoon aan de verloren gegane zaal. Bouwwerk in Leuven
Het Gebouw Stadsarchitect Edward Lavergne werd in 1863 belast met de bouw van een nieuwe concertzaal ter vervanging van de bekende "Frascati"-zaal van de familie Cordemans.
1
evenementlocatie, evenementenhal, concertzaal
4,745
FoodEstablishment
240129
https://nl.wikipedia.org/wiki/Terras%20%28horeca%29
Terras (horeca)
Een terras is een gedeelte van een horecagelegenheid waar men in de open lucht kan zitten. Een terras wordt voornamelijk gebruikt bij mooi weer. Men kan er van het weer genieten, maar ze zijn ook geliefd omdat men daar naar voorbijgangers kan kijken. Er zijn overdekte terrassen, soms met straalkachels om ook met koeler weer buiten te kunnen zitten. Meestal zijn er tafels en stoelen. Soms zijn er picknicktafels (rechthoekige tafels met eraan vast, aan de lange kanten, banken zonder rugleuning), soms alleen stoelen of banken. Vaak zijn er parasols, al of niet door de klanten zelf in en uit te klappen (bij grote parasols kan dit meestal niet). Bij regen, gecombineerd met warm weer, doen parasols ook weleens dienst als paraplu. Soms haalt het personeel ze echter weg, of klapt ze in, om ze niet nat te laten worden. Een terras kan zich bevinden op grond die tot het horecabedrijf behoort, of in de openbare ruimte, bijvoorbeeld vóór een café. In het laatste geval kan het zijn dat de ondernemer hiervoor precario moet betalen. Een terrasje pakken (het zitten op een terras) is vanwege de bijbehorende omstandigheden voor veel mensen een gezellig tijdverdrijf. Onder "terrashopping" wordt een alternatieve kroegentocht verstaan, waarbij men van terras naar terras gaat. Een alternatief voor terrasbezoek is het zitten op een openbaar bankje. Consumpties mag en moet men dan zelf meenemen (picknick). Alcoholische drank mag soms niet op een openbaar bankje, maar wel op een terras als de uitbater de juiste vergunning heeft. Voor de horecaondernemer kan het terras een belangrijke uitbreiding van het bedrijf zijn. Bovendien kan het horecaterras gebruikt worden voor marketingdoeleinden. Het terras kan in die zin een uithangbord vormen voor het bedrijf. De ondernemer kan zijn terras van elementen voorzien die hem van de concurrentie onderscheiden en waarmee hij extra klanten kan aantrekken. Belangrijke ondersteunende elementen hierin zijn, naast de parasols en windschermen met bedrijfsreclame, bijvoorbeeld herkenbare terraskussens, tafelkleden in een herkenbare uitvoering of aangename dekens voor koudere dagen. In het geval dat een rookverbod van kracht is kan de onderneming haar gasten toestaan om op het buitenterras te roken. Horeca
Een terras kan zich bevinden op grond die tot het horecabedrijf behoort, of in de openbare ruimte, bijvoorbeeld vóór een café. In het laatste geval kan het zijn dat de ondernemer hiervoor precario moet betalen.
1
restaurant, eetgelegenheid, horecabedrijf
7,617
CookAction
5163142
https://nl.wikipedia.org/wiki/Macaroni%20met%20kaas
Macaroni met kaas
Macaroni met kaas, vooral bekend onder de Engelstalige afkorting mac and cheese, is een met name in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk voorkomend pastagerecht. Het wordt bereid door macaroni te mengen met een kaassaus en vervolgens meestal met geraspte kaas in de oven te gratineren. Voor de exacte samenstelling van het gerecht, de saus en de te gebruiken kaassoorten bestaan vele recepten en varianten. Het gerecht is een vast bestanddeel van de dagelijkse Amerikaanse keuken en behoort tot het standaardaanbod van veel diners. Ook is macaroni met kaas geliefd als bijgerecht bij de barbecue. Als kant-en-klaarmaaltijd wordt het sinds 1937 op de markt gebracht door Kraft Foods onder de naam Kraft Dinner (in de VS later hernoemd tot Kraft Macaroni & Cheese). Dit is nog altijd een van de populairste Amerikaanse kant-en-klaargerechten. Thomas Jefferson, van 1784 tot 1789 Amerikaans gezant in Parijs, liet zijn chef-kok James Heming het Italiaanse recept regelmatig bereiden, en nam bij zijn terugkeer naar de Verenigde Staten in 1790 een Napolitaanse pastamachine mee. Een met Jeffersons ganzenveer geschreven recept is in zijn nalatenschap bewaard gebleven, maar hierin ontbreekt het ingrediënt kaas. Maar in Hemings receptenverzameling is het authentieke recept teruggevonden. In Zwitserland bestaat een aanverwant gerecht genaamd älplermagronen. Amerikaanse keuken Britse keuken Gerecht met pasta Kaasgerecht
Macaroni met kaas, vooral bekend onder de Engelstalige afkorting mac and cheese, is een met name in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk voorkomend pastagerecht. Het wordt bereid door macaroni te mengen met een kaassaus en vervolgens meestal met geraspte kaas in de oven te gratineren. Voor de exacte samenstelling van het gerecht, de saus en de te gebruiken kaassoorten bestaan vele recepten en varianten.
1
koken, voedselbereiding, recepten
10,687
Canal
5666976
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bergzijpke
Bergzijpke
Het Bergzijpke is een beek in Nederlands Zuid-Limburg in de gemeente Meerssen. De beek ligt bij Geulle op de rechteroever van de Maas en heeft een lengte van ongeveer 300 meter. Op ongeveer 50 meter zuidelijker ontspringt aan de andere zijde van de weg de Armsterbeek, op ongeveer 300 meter naar het zuidoosten ontspringt de Hussebeek en op ongeveer 300 meter naar het noordwesten ontspringt de Hemelbeek. Ligging De beek ligt op de westelijke helling van het Centraal Plateau in de overgang naar het Maasdal. De bron van de beek ligt in het Bunderbos op de helling bij de Slingerberg ten noordwesten van Hussenberg en ten noordoosten van Broekhoven. Na enkele meters gaat de beek onder de spoorlijn Maastricht - Venlo door en stroomt zij in noordwestelijke richting om onder de Kanaalweg achter het Julianakanaal uit de monden in de Hussebeek. De Hussebeek mondt bij Kasteel Elsloo uit in de Hemelbeek die op haar beurt in de Maas uitmondt. Geologie De Bergzijpke ontspringt ten noorden van de Geullebreuk en ten zuiden van de Schin op Geulbreuk op een hoogte van ongeveer 60 meter boven NAP. Op deze hoogte dagzoomt klei uit het Laagpakket van Boom dat in de bodem een ondoorlatende laag vormt, waardoor het grondwater op deze hoogte uitstroomt. Beek in Limburg (Nederland) Geografie van Meerssen Stroomgebied van de Maas
Ligging De beek ligt op de westelijke helling van het Centraal Plateau in de overgang naar het Maasdal. De bron van de beek ligt in het Bunderbos op de helling bij de Slingerberg ten noordwesten van Hussenberg en ten noordoosten van Broekhoven. Na enkele meters gaat de beek onder de spoorlijn Maastricht - Venlo door en stroomt zij in noordwestelijke richting om onder de Kanaalweg achter het Julianakanaal uit de monden in de Hussebeek. De Hussebeek mondt bij Kasteel Elsloo uit in de Hemelbeek die op haar beurt in de Maas uitmondt.
2
kanaal, waterweg, scheepvaartkanaal
9,524
DisagreeAction
2108541
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul%20Graham
Paul Graham
Paul Graham (1964) is een programmeur, durfkapitalist en essayist . Carrière Hij is bekend van zijn werk met Lisp, als medeoprichter van Viaweb (wat later Yahoo! Store werd), en als medeoprichter van de Y Combinator, een durfkapitaalverstrekker voor startende ondernemingen. Hij is de auteur van On Lisp (1993), ANSI Common Lisp (1995), en Hackers & Painters (2004). In 2008 werd hij opgenomen in de jaarlijkse lijst van de 25 meest invloedrijke mensen op het web van BusinessWeek. Graham heeft in 1988 een MBA gehaald in Cornell, en in 1990 een Ph.D. in de Toegepaste Wetenschappen (gespecialiseerd in computerwetenschappen) in Harvard. Hij studeerde schilderkunst aan de Rhode Island School of Design en de Accademia di Belle Arti in Florence. In 1995 richtten Graham en Robert Morris samen Viaweb op, de eerste Application Service Provider (ASP). Met Viaweb's software, oorspronkelijk meestal geschreven in Common Lisp, konden gebruikers zelf hun webwinkels maken. In de zomer van 1998 werd Viaweb verkocht aan Yahoo voor 455.000 aandelen van Yahoo, ter waarde van 49,6 miljoen dollar. Het product veranderde zijn naam in Yahoo! Store. In 2005, na een lezing op de Harvard Computer Society die later werd gepubliceerd als "Hoe start ik een bedrijfje op", richtte Graham – samen met Trevor Blackwell, Jessica Livingston en Robert Morris – Y Combinator op, een incubator om opstartende bedrijven te financieren, met name van jongere, meer technisch-georiënteerde oprichters. In 2008 trouwde hij met Livingston. Essays Sinds het begin van zijn publieke loopbaan heeft Graham essays geschreven voor zijn eigen website. Ze variëren van "Hoe de middelmaat verslaan", dat Lisp vergelijkt met andere programmeertalen en het woord Blub introduceerde, tot "Waarom Nerds niet populair zijn", dat het typische leven beschrijft van een nerd op de middelbare school. Een verzameling van zijn essays is gepubliceerd als Hackers & Painters ( ISBN 0-596-00662-4 ) bij O'Reilly. Hiërarchie van onenigheid In 2008 schreef Graham een essay, genaamd How to Disagree, over de hiërarchie van onenigheid. Hij onderkende hierin zeven niveaus waarop een discussie gevoerd kan worden, waarbij het hoogste niveau een debat op het hoofdargument wordt gevoerd. Daalt men verder af, dan gaat men bijvoorbeeld iemands deskundigheid in twijfel trekken en helemaal op het onderste niveau wordt er alleen nog maar gescholden. Hij deelde deze niveaus in als in een piramide omdat de meest zuivere discussies minder vaak gevoerd worden en de minst zuivere het vaakst. Naarmate men zich aanleert om de hogere debatvormen toe te passen wordt men minder gemeen en dus gelukkiger. The Blub paradox In The Bulb paradox beschrijft Graham de moeilijkheid om verschillende programmeertalen met elkaar te vergelijken en daarbij verder te kijken dan turingvolledigheid. Hij doet dit aan de hand van een denkbeeldige taal genaamd Blub. Externe links Website van Paul Graham How to Disagree - paulgraham.com Brits softwareontwikkelaar
Hiërarchie van onenigheid
1
meningsverschil, onenigheid, tegenspraak
10,438
RentAction
2022448
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stadgenoot
Stadgenoot
Stadgenoot is een van de zes grote Amsterdamse woningcorporaties. De organisatie is in 2008 ontstaan uit een fusie. Omvang Stadgenoot bezat anno 2017 bijna 25.000 sociale huurwoningen, ruim 5000 wooneenheden voor speciale groepen en ruim 1500 vrijesectorhuurwoningen. De wooneenheden zijn bedoeld voor ouderen en bijzondere groepen: vrouwenopvang, begeleid wonen voor jongeren en opvang voor verstandelijk gehandicapten en dak- en thuislozen. Het eigen vermogen bedroeg anno 2017 2.416 miljoen euro, het bedrijfsresultaat 81 miljoen euro en het aantal medewerkers 357. Geschiedenis Stadgenoot is in 2008 ontstaan uit een fusie tussen de Algemene Woningbouw Vereniging (opgericht in 1910) en Het Oosten (een rooms-katholieke woningbouwvereniging opgericht in 1911). Het ontstaan van beide corporaties is onlosmakelijk verbonden aan de situatie op de Amsterdamse woningmarkt begin twintigste eeuw. Toen was er een groot tekort aan goede en betaalbare woningen. De gemeente verklaarde duizenden krotten als onbewoonbaar. De fusie tussen AWV en Het Oosten paste bij het ontstaan van grotere corporaties aan het begin van de 21e eeuw. De schaalvergroting werd noodzakelijk geacht vanwege het uitdijende takenpakket: meer verantwoordelijkheid voor het beheer van de publieke ruimte, het huisvesten van zorg- en maatschappelijke instellingen, de bouw van middeldure huur- en koopwoningen en de exploitatie van commercieel vastgoed. De missie werd: "met passie werken aan kwaliteit voor iedereen, in een stad om van te houden". De fusie in 2008 kwam echter op een ongunstig moment. Door economische tegenspoed lag de verkoop van koopwoningen voor lange tijd stil. Bovendien raakte een aantal collega-corporaties in opspraak wegens gebrek aan integriteit en mislukte commerciële avonturen. De overheid maakte vervolgens met de Woningwet van 2015 een einde aan de brede taakopvatting. De focus kwam weer te liggen op het huisvesten van mensen die het op de vrije markt niet redden. Bovendien kregen de corporaties een verhuurderheffing opgelegd. Voor Stadgenoot betekende dit onder meer dat de organisatie kleiner werd en dat niet meer bij de corporatie passende gebouwen en grondposities werden afgestoten. Situatie na 2016 Stadgenoot stelde zich in 2016 als doel om betaalbare sociale huurwoningen te bieden aan hen die daar door hun inkomen op zijn aangewezen, ook aan jonge stedelingen die tijdelijk zijn aangewezen op een sociale huurwoning. Daarnaast nam de organisatie afscheid van de structuur met een tweehoofdige leiding. Bestuurder Frank Bijdendijk, die het mogelijk maakte dat woningen werden verkocht om nieuwe woningen te kunnen bouwen en huurders veel invloed gaf op de indeling van hun huizen, werd al in 2011 opgevolgd door Marien de Langen. De andere bestuurder van het eerste uur, Gerard Anderiesen, die het idee lanceerde om starters op de woningmarkt tijdelijke contracten aan te bieden, nam in 2016 afscheid. Anno 2017 vormt De Langen het bestuur. Het hoofdkantoor van Stadgenoot is gevestigd in twee rijksmonumenten, het voormalig Rijksmagazijn voor Geneesmiddelen en het naastgelegen Rijksgoederenmagazijn aan de Sarphatistraat te Amsterdam. Woningen Externe links Officiële website Stadgenoot Officiële website AFWC Noten Nederlandse woningcorporatie Economie in Amsterdam
De fusie in 2008 kwam echter op een ongunstig moment. Door economische tegenspoed lag de verkoop van koopwoningen voor lange tijd stil. Bovendien raakte een aantal collega-corporaties in opspraak wegens gebrek aan integriteit en mislukte commerciële avonturen. De overheid maakte vervolgens met de Woningwet van 2015 een einde aan de brede taakopvatting. De focus kwam weer te liggen op het huisvesten van mensen die het op de vrije markt niet redden. Bovendien kregen de corporaties een verhuurderheffing opgelegd. Voor Stadgenoot betekende dit onder meer dat de organisatie kleiner werd en dat niet meer bij de corporatie passende gebouwen en grondposities werden afgestoten.
1
huuractie, verhuur, huurcontract
9,959
WarrantyScope
4047809
https://nl.wikipedia.org/wiki/Twitch
Twitch
Twitch is een Amerikaanse livestreamingservice voor video's die zich richt op livestreaming van videogames, inclusief uitzendingen van esport-wedstrijden, naast het aanbieden van muziekuitzendingen, creatieve inhoud en "in real life" streams. Twitch wordt beheerd door Twitch Interactive, een dochteronderneming van Amazon.com, Inc. Het werd in juni 2011 geïntroduceerd als een spin-off van het algemene streamingplatform Justin.tv. Inhoud op de site kan zowel live als via video-on-demand worden bekeken. De games die worden getoond op Twitch's startpagina worden weergegeven op basis van de voorkeur van het publiek en omvatten genres zoals real-time strategiespellen, vechtspellen, racegames en first-person shooters. De populariteit van Twitch overschaduwde die van zijn tegenhanger van algemeen belang. In oktober 2013 had de website 45 miljoen unieke kijkers, en in februari 2014 werd het beschouwd als de op drie na grootste bron van piekinternetverkeer in de Verenigde Staten. Tegelijkertijd werd het moederbedrijf van Justin.tv omgedoopt tot Twitch Interactive om de verschuiving in focus weer te geven – Justin.tv werd in augustus 2014 gesloten. Die maand werd de dienst overgenomen door Amazon voor 970 miljoen, wat later leidde tot de introductie van synergieën met de abonnementsdienst Amazon Prime van het bedrijf. Twitch verwierf Curse LLC in 2016, een exploitant van online videogamegemeenschappen en introduceerde middelen om games te kopen via links op streams, samen met een programma waarmee streamers commissies kunnen ontvangen over de verkoop van games die ze spelen. In 2015 had Twitch meer dan 100 miljoen kijkers per maand. In 2017 bleef Twitch de leidende live streaming-videoservice voor videogames in de VS en had het een voordeel ten opzichte van YouTube Gaming, dat zijn zelfstandige app in mei 2019 stopte. Vanaf februari 2020, had het maandelijks 3 miljoen omroepen en 15 miljoen dagelijkse actieve gebruikers, met gemiddeld 1,4 miljoen gelijktijdige gebruikers. Vanaf 2018 had Twitch had meer dan 27.000 partnerkanalen. Geschiedenis Oprichting en initiële groei (2007-2013) Toen Justin.tv in 2007 werd gelanceerd door Justin Kan en Emmett Shear, was de site onderverdeeld in verschillende inhoudscategorieën. De gamecategorie groeide bijzonder snel en werd de meest populaire inhoud op de site. In juni 2011 besloot het bedrijf de game-inhoud af te spelen als TwitchTV, geïnspireerd door de term twitch-gameplay. Het werd officieel gelanceerd in een openbare bèta op 6 juni 2011. Sindsdien heeft Twitch meer dan 35 miljoen unieke bezoekers per maand getrokken. Twitch had in juni 2013 ongeveer 80 werknemers, wat in december 2013 was gestegen tot 100. Het hoofdkantoor van het bedrijf was gevestigd in het financiële district van San Francisco. Twitch werd ondersteund door aanzienlijke investeringen van risicokapitaal, met in 2012 (bovenop de die oorspronkelijk was opgehaald voor Justin.tv), en in 2013. Investeerders tijdens fondsenwerving waren onder meer Draper Associates, Bessemer Venture Partners en Thrive Capital. Naast de instroom van durfkapitaal, werd in 2013 aangenomen dat het bedrijf winstgevend was geworden. Vooral sinds de sluiting van zijn directe concurrent Own3d.tv begin 2013, is Twitch met een ruime marge de populairste e-sports-streamingdienst geworden, waardoor sommigen concludeerden dat de website een "bijna-monopolie op de markt" heeft. Concurrerende videoservices, zoals YouTube en Dailymotion, begonnen de bekendheid van hun gaming-inhoud te vergroten om te kunnen concurreren, maar hebben tot nu toe een veel kleinere impact gehad. Halverwege 2013 waren er maandelijks meer dan 43 miljoen kijkers op Twitch, waarbij de gemiddelde kijker anderhalf uur per dag kijkt. In februari 2014 was Twitch de op drie na grootste bron van internetverkeer tijdens piekmomenten in de Verenigde Staten, achter Netflix, Google en Apple. Twitch was goed voor 1,8% van het totale Amerikaanse internetverkeer tijdens piekperiodes. Eind 2013 had Twitch, met name vanwege het toenemende aantal kijkers, problemen met vertraging en lage framesnelheden in Europa. Twitch heeft vervolgens nieuwe servers in de regio toegevoegd. Ook om deze problemen aan te pakken, implementeerde Twitch een nieuw videosysteem dat efficiënter bleek te zijn dan het vorige systeem. Aanvankelijk werd het nieuwe videosysteem bekritiseerd door gebruikers omdat het een aanzienlijke streamvertraging veroorzaakte, waardoor de interactie tussen zender en kijker werd verstoord. Twitch-medewerkers zeiden dat de toegenomen vertraging waarschijnlijk tijdelijk was en op dat moment een acceptabele afweging was voor de afname van buffering. Groei, speculatie over YouTube-acquisitie (2014) Op 10 februari 2014 werd het moederbedrijf van Twitch (Justin.tv, Inc.) omgedoopt tot Twitch Interactive, een weerspiegeling van de toegenomen bekendheid van de dienst boven Justin.tv als de belangrijkste activiteit van het bedrijf. Diezelfde maand ging een stream die bekend staat als Twitch Plays Pokémon, een crowdsourced poging om Pokémon Red te spelen met behulp van een systeem dat chatopdrachten vertaalt naar spelbesturing, viraal. Op 17 februari bereikte het kanaal in totaal meer dan 6,5 miljoen weergaven en gemiddeld gelijktijdige kijkers tussen de 60 en 70 duizend kijkers met ten minste 10% deelname. Vice-president marketing Matthew DiPietro prees de stream als "nog een voorbeeld van hoe videogames een platform voor entertainment en creativiteit zijn geworden dat VEEL verder gaat dan de oorspronkelijke bedoeling van de maker van het spel. Door een videogame, live video en een participatieve ervaring samen te voegen, heeft de omroep een entertainmenthybride gecreëerd die op maat is gemaakt voor de Twitch-community. Dit is een prachtige proof of concept waar we in de toekomst meer van hopen te zien." Vanaf de editie van 2014 werd Twitch het officiële livestreamingplatform van de Electronic Entertainment Expo. Op 18 mei 2014 meldde Variety voor het eerst dat Google een voorlopige deal had bereikt om Twitch via zijn YouTube- dochteronderneming over te nemen voor ongeveer . Op 5 augustus 2014 stopte de oorspronkelijke Justin.tv-site plotseling met werken, daarbij verwijzend naar de noodzaak om de middelen volledig op Twitch te richten. Op 6 augustus 2014 introduceerde Twitch een bijgewerkt archiefsysteem, met multi-platform toegang tot hoogtepunten van eerdere uitzendingen per kanaal, video van hogere kwaliteit, meer serverback-ups en een nieuwe Video Manager-interface voor het beheren van eerdere uitzendingen en het samenstellen van "hoogtepunten" van uitzendingen die ook kunnen worden geëxporteerd naar YouTube. Vanwege technologische beperkingen en resourcevereisten bevatte het nieuwe systeem verschillende regressies; de mogelijkheid om volledige uitzendingen voor onbepaalde tijd te archiveren ("save forever") is verwijderd, wat betekent dat ze maximaal 14 dagen kunnen worden bewaard, of 60 voor partners en Turbo-abonnees. Hoewel gecompileerde hoogtepunten voor onbepaalde tijd kunnen worden gearchiveerd, waren ze beperkt tot twee uur. Daarnaast introduceerde Twitch een copyright-vingerafdruksysteem dat audio in gearchiveerde clips dempt als het een auteursrechtelijk beschermd nummer in de stream detecteert. Dochteronderneming van Amazon (2014-heden) Op 25 augustus 2014 verwierf Amazon Twitch Interactive voor in contanten. Bronnen meldden dat de geruchtendeal met Google was mislukt en Amazon in staat stelde het bod uit te brengen, waarbij Forbes meldde dat Google zich had teruggetrokken uit de deal vanwege mogelijke antitrustkwesties eromheen en het bestaande eigendom van YouTube. De overname werd op 25 september 2014 afgerond. Take-Two Interactive, dat op het moment van de overname een belang van 2% bezat, verdiende een meevaller van $ 22 miljoen. Onder Amazon ging Shear verder als chief executive officer van Twitch Interactive, met Sara Clemens toegevoegd aan het executive team als chief operating officer in januari 2018. Shear prees het Amazon Web Services- platform als een "aantrekkelijk" aspect van de deal, en dat Amazon "relaties had opgebouwd met de grote spelers in de media", die in het voordeel van de service konden worden gebruikt, met name op het gebied van contentlicenties. De aankoop van Twitch markeerde de derde recente op videogaming gerichte acquisitie door Amazon, dat eerder de ontwikkelaars Reflexive Entertainment en Double Helix Games had overgenomen. Op 9 december 2014 kondigde Twitch aan dat het GoodGame Agency had overgenomen, een organisatie die eigenaar is van de esports- teams Evil Geniuses en Alliance. In maart 2015 heeft Twitch alle gebruikerswachtwoorden opnieuw ingesteld en alle verbindingen met externe Twitter- en YouTube-accounts uitgeschakeld nadat de dienst had gemeld dat iemand "ongeoorloofde toegang" had gekregen tot de gebruikersinformatie van sommige Twitch-gebruikers. In juni 2016 voegde Twitch een nieuwe functie toe die bekend staat als "Cheering", een speciale vorm van emoticon die wordt gekocht als een microtransactie met behulp van een in-site valuta die bekend staat als "Bits". Bits worden gekocht met Amazon Payments en gejuich fungeert als donatie aan het kanaal. Gebruikers verdienen ook badges binnen een kanaal op basis van hoeveel ze hebben gejuicht. Op 16 augustus 2016 nam Twitch Curse LLC over, een exploitant van online videogamegemeenschappen en op gaming gerichte VoIP-software. In december 2016 werd GoodGame Agency door Amazon afgestoten aan hun respectievelijke leden vanwege belangenverstrengeling. Op 30 september 2016 kondigde Twitch Twitch Prime aan, een service die premiumfuncties biedt die exclusief zijn voor gebruikers met een actief Amazon Prime- abonnement. Dit omvatte reclamevrije streaming, maandelijkse aanbiedingen van gratis add-on-inhoud ("Game Loot") en gamekortingen. Games die bij de buitbeloningen van het spel werden geleverd, waren Apex Legends, Legends of Runeterra, FIFA Ultimate Team, Teamfight Tactics, Mobile Legends: Bang Bang, Doom Eternal en meer. In december 2016 kondigde Twitch een semi-automatische tool voor chatmoderatie aan, dat natuurlijke taalverwerking en machine learning gebruikt om mogelijk ongewenste inhoud opzij te zetten voor menselijke beoordeling. In februari 2017 kondigde Twitch de Twitch Game Store aan, een digitaal distributieplatform dat digitale aankopen van games binnen de browse-interface van de site zou blootleggen. Bij het streamen van games die beschikbaar zijn in de winkel, kunnen partnerkanalen een verwijzingslink weergeven om de game te kopen en een commissie van 5% ontvangen. Gebruikers ontvingen ook een "Twitch Crate" bij elke aankoop, inclusief Bits en een verzameling willekeurige chat-emotes. In augustus 2017 kondigde Twitch aan dat het video-indexeringsplatform ClipMine had overgenomen. Op 20 augustus 2018 kondigde Twitch aan dat het niet langer advertentievrije toegang tot de volledige service zal bieden aan Amazon Prime-abonnees, waarbij voor dit voorrecht het afzonderlijke "Twitch Turbo"-abonnement of een individueel kanaalabonnement vereist is. Dit privilege is beëindigd voor nieuwe klanten met ingang van 14 september 2018 en voor bestaande klanten in oktober 2018. In oktober 2018 kondigde Twitch Amazon Blacksmith aan, een nieuwe extensie waarmee omroepen weergaven van producten die aan hun streams zijn gekoppeld, kunnen configureren met Amazon-gelieerde links. Op 27 november 2018 stopte Twitch met de Game Store-service, daarbij verwijzend naar het feit dat het niet zoveel extra inkomsten genereerde voor partners als ze hadden gehoopt, en nieuwe inkomstenmogelijkheden zoals Amazon Blacksmith. Gebruikers behouden toegang tot hun gekochte games. Twitch verwierf in september 2019 de Internet Games Database (IGDb), een door gebruikers aangestuurde website die qua functionaliteit vergelijkbaar is met Internet Movie Database (IMDb) om details van videogames te catalogiseren. Twitch is van plan de databaseservice te gebruiken om zijn eigen interne zoekfuncties te verbeteren en gebruikers te helpen games te vinden waarin ze geïnteresseerd zijn. Op 26 september 2019 onthulde Twitch een nieuw logo en een bijgewerkt site-ontwerp. Het ontwerp gaat vergezeld van een nieuwe advertentiecampagne, "Je bent al een van ons", die de communityleden van het platform zal promoten. Twitch begon in december 2019 met het ondertekenen van exclusiviteitsovereenkomsten met spraakmakende streamers Twitch introduceerde in mei 2020 een veiligheidsadviesraad, bestaande uit streamers, academici en denktanks, met als doel richtlijnen te ontwikkelen voor moderatie, de balans tussen werk en privéleven en het beschermen van de belangen van gemarginaliseerde gemeenschappen voor het platform. De aankondiging leidde tot controverse en CEO Emmett Shear verduidelijkte later dat de rol van de raad puur adviserend was. In augustus 2020 werd Twitch Prime omgedoopt tot Prime Gaming, waardoor het nauwer werd afgestemd op de Amazon Prime-servicefamilie. In mei 2021 kondigde Twitch aan dat het meer dan 350 nieuwe tags zou introduceren om streams te categoriseren, waaronder fijnere tags voor genderidentiteit, seksuele identiteit en handicaps, evenals tags voor andere soorten thema's (zoals virtuele streamers). De handicap- en LGBT-georiënteerde tags zijn ontwikkeld in overleg met de liefdadigheidsinstellingen voor videogames AbleGamers en SpecialEffect, en de LGBT-organisaties GLAAD en The Trevor Project. Op 6 oktober 2021 lekte een anonieme hacker naar verluidt "het geheel" van Twitch, inclusief de broncode van de Twitch-client en API's, en details van de uitbetalingen aan bijna 2,4 miljoen streamers sinds augustus 2019. De gebruiker plaatste een torrent-link van 128 GB op 4chan en zei dat het lek, dat de broncode van bijna 6.000 interne Git- repositories bevat, ook "deel één" is van een grotere release. Het lek bevatte ook details over plannen voor een digitale winkel onder de codenaam "Vapor", bedoeld als concurrent van Steam, samen met details over de betaling die streamers ontvangen voor hun werk op Twitch. Twitch bevestigde dat ze een datalek hadden opgelopen dat ze toeschreven aan een verkeerde configuratie van de server die werd gebruikt door een "kwaadwillende derde partij". Hoewel Twitch geen indicatie vond van inloggegevens of creditcardgegevens die bij de inbreuk waren buitgemaakt, heeft het bedrijf uit voorzorg alle streamsleutels gereset. Op 23 augustus 2022 kondigde Twitch aan dat het zijn exclusiviteitsovereenkomst niet langer zou handhaven, waardoor Twitch-streamers kunnen livestreamen op andere streamingplatforms. In de aankondiging werd opgemerkt dat simulcasting op Twitch en andere "Twitch-achtige" streamingplatforms nog steeds verboden was; er werd echter een uitzondering op de simulcasting-beperking toegepast op streamingplatforms in korte vorm, zoals Instagram en TikTok. Ondanks de specifieke vermelding van beperkingen op simulcasting, merkten voormalige Twitch-medewerkers op dat Twitch de beperking waarschijnlijk niet zou handhaven, aangezien dit erg moeilijk zou zijn, en ze hadden het al enkele maanden voorafgaand aan de aankondiging niet gehandhaafd. Na de aankondiging begonnen veel spraakmakende streamers die werden beperkt door exclusiviteit, zoals Ninja en Pokimane, op andere platforms te streamen. Op 21 september 2022 kondigde Twitch aan dat het de abonnementsinkomsten van grote streamers zou verlagen. Hoewel de meeste streamers 50% van de inkomsten uit abonnementen halen, hebben sommige grotere streamers premium abonnementsvoorwaarden, waardoor ze 70% van de abonnementsinkomsten krijgen. De nieuwe wijziging, die op 1 juni 2023 ingaat, zou betekenen dat premium streamers 70% van de eerste $ 100.000 verdiend met abonnementen zouden houden, waarna hun korting zou worden verlaagd tot 50%. De aankondiging kwam nadat Twitch een populair verzoek aan alle streamers had afgewezen om 70% abonnementsinkomsten te hebben, wat volgens velen dezelfde inkomsten zijn die YouTube al biedt. Twitch-president Dan Clancy rechtvaardigde de wijziging in een verklaring op Twitch's blog, waarin hij verklaarde dat het was gedaan om de bedrijfskosten van Twitch te dekken, waarbij hij opmerkte dat de premieverdeling van 70% meer dan een jaar eerder niet meer werd aangeboden aan nieuwe streamers, en wees op alternatieve streamer-inkomstenbronnen die zou niet worden beïnvloed door de verlagingen van de abonnementsinkomsten, zoals Prime Subs of advertentieonderbrekingen. Hoewel Clancy beweerde dat 90% van de streamers niet zou worden beïnvloed door de inkomstenvermindering, kreeg de wijziging kritiek van veel streamers, die het als schadelijk beschouwden voor de veiligheid van streamingcarrières en gunstiger voor Twitch en zijn adverteerders dan hun gebruikers met verschillende streamers die twijfel uitten over Clancy's beweringen over de hoge bedrijfskosten van Twitch, en merkten op dat Twitch al alternatieve inkomstenbronnen heeft die het verminderen van streamer-inkomsten onnodig maken. De aankondiging leidde ertoe dat sommige streamers overwogen Twitch te verlaten of boycots te organiseren. Het hoofd van concurrent YouTube Gaming, Ryan Wyatt, merkte op "de maker zou een onevenredig bedrag moeten krijgen - dit zou niet eens ter discussie moeten staan". YouTube Gaming biedt een 70/30 verdeling. In maart 2023 werd Clancy CEO van Twitch, nadat de vorige CEO en Justin.tv mede-oprichter Emmett Shear had aangekondigd dat hij na 16 jaar bij het bedrijf zou aftreden. Zowel Shear als Clancy zijn beschreven als "meer productgericht dan makergericht". Op 20 maart kondigde Clancy aan dat Twitch 400 werknemers zou ontslaan, als onderdeel van Amazon-brede ontslagen die 9000 werknemers in het hele bedrijf zouden treffen. Content Twitch is ontworpen als een platform voor content, waaronder esports- toernooien, persoonlijke streams van individuele spelers en gaming-gerelateerde talkshows. Een aantal zenders doet aan live speedrunning. De Twitch-startpagina geeft momenteel games weer op basis van kijkers. Vanaf juni 2018 waren enkele van de meest populaire games die op Twitch worden gestreamd zijn Fortnite, League of Legends, Dota 2, PlayerUnknown's Battlegrounds, Hearthstone, Overwatch en Counter-Strike: Global Offensive met in totaal meer dan 356 miljoen uur weergaven. Twitch heeft ook uitbreidingen gemaakt naar niet-gamingcontent; zoals in juli 2013 streamde de site een uitvoering van 'Fester's Feast' van San Diego Comic-Con, en op 30 juli 2014 zond elektronische dansmuziekact Steve Aoki een liveoptreden uit vanuit een nachtclub op Ibiza. In januari 2015 introduceerde Twitch een officiële categorie voor muziekstreams, zoals radioshows en muziekproductieactiviteiten, en in maart 2015 kondigde Twitch aan dat het de nieuwe officiële livestreamingpartner zou worden van het Ultra Music Festival, een festival voor elektronische muziek in Miami. Op 28 oktober 2015 lanceerde Twitch een tweede niet-gamingcategorie, "Creatief", die bedoeld is voor streams waarin de creatie van artistieke en creatieve werken wordt getoond. Om de lancering te promoten, streamde de dienst ook een achtdaagse marathon van Bob Ross The Joy of Painting . In juli 2016 lanceerde Twitch "Sociaal eten" als bèta; het is geïnspireerd door het Koreaanse fenomeen mukbang en Koreaanse spelers die zich met deze oefening bezighielden als pauzes op hun gamestreams. In maart 2017 heeft Twitch een categorie "IRL" toegevoegd, die is ontworpen voor inhoud binnen de Twitch-richtlijnen die niet binnen een van de andere vastgestelde categorieën op de site valt (zoals lifelogs). GeekWire meldde dat "hoewel gameplay nog steeds de overgrote meerderheid uitmaakt van de inhoud die via Twitch wordt uitgezonden, de categorie 'Just Chatting' een verzamelnaam die alles omvat van openhartige gesprekken tot reality-programmering de eerste plaats innam met een comfortabele marge in het algemeen in december 2019. Hoewel de categorie de afgelopen maanden in opkomst is, was dit de eerste keer dat het daadwerkelijk de nummer 1 behaalde voor een gevolgde periode op het platform". In 2020 beschreef Thrillist Twitch als "praatradio voor extreem online ". Michael Espinosa, voor Business Insider in 2021, benadrukte dat "Twitch de ruimte voor live content domineert, met vorig jaar 17 miljard uur bekeken (volgens StreamElements), vergeleken met de 10 miljard uur van YouTube Gaming Live (volgens het bedrijf). Maar de overgrote meerderheid van de game-inhoud wordt nog steeds on-demand geconsumeerd, waar YouTube de duidelijke leider is met meer dan 100 miljard uur bekeken vorig jaar". Als leermiddel Twitch wordt vaak gebruikt voor tutorials over videogames; door de aard van Twitch kunnen grote aantallen leerlingen in realtime met elkaar en de instructeur communiceren. Twitch wordt ook gebruikt voor het leren van softwareontwikkeling, met gebruikersgemeenschappen die programmeerprojecten streamen en hun werk bespreken. Goede doelen Omroepen op Twitch organiseren vaak streams die reclame maken en geld inzamelen voor een goed doel. In 2013 heeft de website evenementen georganiseerd die in totaal meer aan donaties opleverden voor goede doelen, zoals Extra Life 2013. Sinds 2017 heeft Twitch meer dan $ 75 miljoen aan donaties opgehaald voor goede doelen. Het grootste liefdadigheidsevenement van Twitch is Zevent, een Frans project van Adrien Nougaret en Alexandre Dachary, met meer dan 10 miljoen dollar ingezameld voor Action Contre la Faim in oktober 2021. Esports ESL-toernooien worden sinds 2009 uitgezonden op Justin.tv en later op Twitch.tv. Het platform is ook al heel lang een uitzender van de Evolution Championship Series. Twitch is sinds 2012 de officiële uitzender van het League of Legends Wereldkampioenschap, evenals andere League of Legends-toernooien georganiseerd door Riot Games. Het belangrijkste toernooi van Dota 2, The International, wordt sinds 2013 live gestreamd op Twitch Het platform zendt Rocket League- toernooien uit die sinds 2016 door Psyonix worden georganiseerd De ELeague zendt sinds 2016 ook evenementen uit op Twitch Twitch en Blizzard Entertainment tekenden in juni 2017 een tweejarige overeenkomst om van Twitch de exclusieve streaming-zender te maken van geselecteerde Blizzard esports-kampioenschappen, waarbij kijkers onder Twitch Prime speciale beloningen verdienen in verschillende Blizzard-games. Twitch bereikte in 2018 ook een deal om de streamingpartner van de Overwatch League te worden, waarbij de site ook een "All-Access Pass" aanbiedt met exclusieve content, emotes en in-game items voor Overwatch. Blizzard stapte in 2020 over naar rivaliserend platform YouTube Fortnite Battle Royale competitions have aired on Twitch since its launch in 2017, including the E3 2018 Fortnite Pro-Am and the 2019 Fortnite World Cup. De NBA 2K League wordt sinds de start in 2018 live gestreamd op Twitch. Terwijl de COVID-19-pandemie motorsportcompetities over de hele wereld stopzette, lanceerden verschillende series simracecompetities met echte professionele coureurs. Sommige series hadden officiële uitzendingen op Twitch, zoals Formula One en IMSA. Veel coureurs hadden ook hun persoonlijke livestreams op Twitch, net als verschillende eNASCAR iRacing Pro Invitational Series- en INDYCAR iRacing Challenge- coureurs. Professionele sporten In december 2017 kondigde de National Basketball Association aan dat het vanaf 15 december NBA G League- wedstrijden op Twitch zou streamen; de uitzendingen bevatten ook interactieve statistische overlays, evenals extra streams van de games met commentaar van Twitch-persoonlijkheden. In april 2018 werd aangekondigd dat Twitch elf National Football League Thursday Night Football- wedstrijden van 2018 tot 2021 in simultane uitzending met Fox zou uitvoeren, als onderdeel van de hernieuwde streamingovereenkomst van de competitie met Amazon Prime Video. Tijdens het seizoen 2017 waren deze streams exclusief voor Amazon Prime-abonnees. Als onderdeel van de uitzendingen zou Twitch ook alternatieve uitzendingen aanbieden, waaronder uitzendingen gehost door Twitch-persoonlijkheden, en NFL Next Live - een interactieve uitzending gehost door Andrew Hawkins en Cari Champion. Nu Thursday Night Football voor het NFL-seizoen 2022 exclusief naar Amazon Prime Video verhuist, zal Twitch simulcasts van alle games blijven uitzenden, terwijl de site ook alternatieve uitzendingen zal uitzenden (zoals een met Dude Perfect). In januari 2019 kondigde de professionele worstelpromotie Impact Wrestling aan dat het zijn wekelijkse show Impact! op Twitch, gelijktijdig uitgezonden met de televisie die wordt uitgezonden op het Amerikaanse kabelnetwerk Pursuit Channel (mede-eigendom van Anthem Sports & Entertainment, het moederbedrijf van de promotie). Op 5 september 2019 kondigde de Premier Hockey Federation een driejarige overeenkomst voor uitzendrechten aan met Twitch, voor alle wedstrijden en competitie-evenementen. De deal bevatte ook een overeenkomst met de Premier Hockey Federation Players 'Association voor het delen van inkomsten met spelers, en was de eerste keer dat de NWHL ooit een rechtenvergoeding ontving. De National Women's Soccer League kondigde in maart 2020 een driejarige overeenkomst aan voor Twitch om 24 wedstrijden per seizoen te streamen in de Verenigde Staten en Canada, samen te werken aan originele content en te dienen als rechthebbende voor alle wedstrijden buiten de Verenigde Staten en Canada. . Op 20 juni 2020, als uitbreiding van Prime Video's lokale rechten op de competitie, een plan om alle resterende wedstrijden van het seizoen 2019-2020 uit te zenden (voor de hervatting van het spel vanwege de COVID-19-pandemie en wedstrijden die worden gespeeld achter gesloten deuren), en een plan om een aantal van deze wedstrijden gratis uit te zenden, werd aangekondigd dat Twitch een pakket van vier Premier League- voetbalwedstrijden in het Verenigd Koninkrijk zou streamen. Op 16 juli 2020 kondigde de Amerikaanse radio-omroep Entercom een samenwerking aan om videosimulcasts van programma's van enkele van hun belangrijkste sportpraatstations op Twitch-kanalen te streamen. Op 22 juli 2020 lanceerde Twitch officieel een sportcategorie, waarin voornamelijk content wordt gestreamd door sportcompetities en teams op het platform. Het voetbaltoernooi Copa América 2021 werd in Spanje uitgezonden op Twitch, in samenwerking met het mediabedrijf Kosmos van Gerard Piqué en streamer Ibai Llanos . Streamers en kijkers Streamers Streamer Ninja behoorde tot de toppersoonlijkheden van Twitch, met meer dan 14 miljoen volgers. In augustus 2019 kondigde Ninja echter aan dat hij exclusief zou verhuizen naar een concurrent van Microsoft, Mixer. Nadat Ninja was vertrokken, waren de drie beste streamers in oktober 2019 op basis van het aantal volgers Tfue (7,01 miljoen volgers), Shroud (6,45 miljoen volgers) en TSM Myth (5,1 miljoen volgers). Twitch begon in december 2019 exclusiviteitsovereenkomsten te sluiten met spraakmakende streamers, te beginnen met DrLupo, TimTheTatman en Lirik, die op dat moment in totaal 10,36 miljoen volgers hadden. Dr. DisRespect tekende in maart 2020 een meerjarige overeenkomst In mei 2020 tekende Twitch populaire streamers Summit1g, dakotaz en JoshOG voor meerjarige exclusieve deals. Op 26 juni 2020 werd Dr DisRespect om onverklaarbare redenen verbannen van Twitch en werd zijn kanaal van de site verwijderd. Na de stopzetting van Mixer eind juli 2020, tekenden zowel Ninja als Shroud (die ook waren overgelopen naar de service) opnieuw exclusief bij Twitch. Vanaf augustus 2022 zijn er acht streamers die meer dan 100.000 gelijktijdige abonnees hebben bereikt. Deze streamers zijn Ninja, Shroud, Ranboo, Ludwig, Casimito, Ironmouse, Gaules and Ibai. In april 2021 meldde Business Insider dat "Ahgren de afgelopen 31 dagen non-stop heeft gestreamd in een poging het record van 269.154 abonnees van gamepersoonlijkheid Tyler 'Ninja' Blevins te breken. Tegen het einde van de stream van een maand , had Ahgren meer dan 282.000 abonnees op zijn kanaal. "Op een gegeven moment tijdens zijn slaap had zijn kanaal de meeste gelijktijdige kijkers van alle kanalen op het platform". Bij analyse van het datalek van oktober 2021 meldden meerdere nieuwsuitzendingen dat de drie best verdienende makers van Twitch-content Critical Role ($9,626,712), xQc ($8,454,427), en Summit1g ($5,847,541) zijn. In augustus 2021 verliet DrLupo Twitch voor een exclusiviteitsovereenkomst met YouTube; TimTheTatman volgde in september 2021, evenals Ludwig Ahgren in november 2021. Nathan Grayson, van The Washington Post, merkte op dat toen streamers in 2019 naar Mixer verhuisden, Twitch snel meerdere streamers op slot deed in exclusiviteitsdeals; streamers die naar Mixer verhuisden, zagen echter dat hun publiek "een duidelijke inkrimping" onderging. Het toonde aan dat veel kijkers binnen het Twitch-ecosysteem, wanneer hun favoriete grote streamers worden onthouden, gewoon andere Twitch-streamers zullen vinden om hun plaats in te nemen. Nu onderhandelt Twitch vanuit vertrouwen. Dat stelt het in staat om eerdere deals die zijn gesloten toen streamers meer invloed hadden opnieuw te evalueren". Grayson meldde dat lagere aanbiedingen van Twitch in combinatie met Twitch's hogere streaminguurvereiste ("YouTube's contracten beginnen bij 100 uur streamingtijd per maand, terwijl Twitch's beginnen bij 200") de exclusiviteitsdeals van YouTube "verleidelijk" hebben gemaakt voor sommige Twitch-streamers. Grayson schreef dat "Ryan Wyatt, hoofd van YouTube Gaming, zei dat het een grote prioriteit voor hem is om streamers een betere balans tussen werk en privéleven te bieden"; DrLupo haalde de balans tussen werk en privé aan als onderdeel van zijn beslissing om Twitch te verlaten. Kijkers Begin 2010 werd gemeld dat de typische Twitch-kijker mannelijk is en tussen de 18 en 34 jaar oud is, hoewel de site ook pogingen heeft ondernomen om andere demografische categorieën na te streven, waaronder vrouwen. In 2015 had Twitch meer dan 100 miljoen kijkers per maand. In 2017 bleef Twitch de toonaangevende live streaming videodienst voor videogames in de VS. GeekWire meldde dat "terwijl het totale aandeel van Twitch op de streamingmarkt in de loop van het jaar gestaag is afgenomen, van 67,1 procent in december 2018 tot 61 procent aan het einde van 2019, betekent de gestage groei van de totale markt dat de algehele hoeveelheid bekeken inhoud op de dienst heeft niets anders gedaan dan toenemen". Het tijdschriftartikel World of Streaming. Motivatie en bevrediging op Twitch rapporteerde de resultaten van een Twitch-gebruikersenquête in 2017. Bij het rangschikken van gebruikersmotivaties voor het gebruik van Twitch, waren gebruikers gemotiveerd (in aflopende volgorde) om naar Twitch te kijken: "om vermaakt te worden", "gamingevenementen te volgen" en om "een alternatief voor televisie te hebben". Motivaties geclassificeerd als "socialisatie" en "informatie" scoorden lager dan motivaties geclassificeerd als "entertainment". Vanaf februari 2020 had het maandelijks 3 miljoen streams en 15 miljoen dagelijkse actieve gebruikers, met gemiddeld 1,4 miljoen gelijktijdige gebruikers. Statista, een bedrijf dat gespecialiseerd is in markt- en consumentengegevens, meldde dat "vanaf mei 2020 gebruikers van tieners en twintigers goed waren voor meer dan driekwart van Twitch's actieve app-gebruikersaccounts in de Verenigde Staten. Volgens recente gegevensgebruikers van 20 jaar tot 29 jaar, goed voor 40,6 procent van het gebruikersbestand van de videostreaming-app op het Android-platform". Ze meldden ook dat de "verdeling van Twitch-gebruikers in de Verenigde Staten vanaf het tweede kwartaal van 2021" 75% mannelijk en 25% vrouwelijk was. Met Twitch kan iedereen een live-uitzending bekijken en hoeven kijkers niet in te loggen. Gebruikers hebben ook de mogelijkheid om streamers te volgen en zich erop te abonneren (ook wel subben genoemd). Volgen is een gratis optie, vergelijkbaar met andere platforms zoals Instagram en Twitter, waar de gebruiker zijn gevolgde streamers op de voorpagina van Twitch ziet wanneer hij is aangemeld en meldingen van specifieke uitzendingen kan ontvangen. Abonneren is een manier voor gebruikers om streamers financieel te ondersteunen in ruil voor exclusieve voordelen die worden bepaald door de individuele streamer. Gebruikers die hun Twitch-account aan hun Amazon Prime-account koppelen, krijgen toegang tot Prime Gaming, inclusief één gratis Twitch-abonnement per maand dat de gebruiker kan toewijzen aan de streamer van zijn keuze. Uit de eerder genoemde academische enquête van 2017 bleek dat 31,5% van de gebruikers "geld aan Twitch besteedde"; van die gebruikers "doneerde 22,6% aan een streamer", 31,6% abonneerde zich op een streamer en 45,8% "deed beide". De meerderheid van deze gebruikers verklaarde dat de "belangrijkste motivatie is om een streamer financieel te ondersteunen". De Servicevoorwaarden van Twitch staan niet toe dat mensen onder de 13 jaar gebruik maken van haar diensten. Bovendien mogen mensen die ten minste 13 jaar oud zijn, maar onder de meerderjarigheid in hun rechtsgebied (18 jaar in de meeste rechtsgebieden) de services alleen gebruiken onder toezicht of toestemming van een ouder of andere wettelijke voogd die ermee instemt zich aan de voorwaarden te houden. Partner- en affiliatieprogramma's In juli 2011 lanceerde Twitch zijn partnerprogramma, dat in augustus 2015 meer dan 11.000 leden bereikte. Vergelijkbaar met het partnerprogramma van andere videosites zoals YouTube, stelt het partnerprogramma populaire producenten van inhoud in staat om te delen in de advertentie-inkomsten die worden gegenereerd door hun streams. Bovendien kunnen Twitch-gebruikers zich abonneren op kanalen van partnerstreamers voor $ 4,99 per maand, waarmee de gebruiker vaak toegang krijgt tot unieke emoticons, livechatrechten en andere verschillende voordelen. Twitch behoudt $ 2,49 van elk kanaalabonnement van $ 4,99, en de resterende $ 2,50 gaat rechtstreeks naar de gelieerde streamer. Hoewel er uitzonderingen werden gemaakt, eiste Twitch eerder dat potentiële partners een "gemiddeld gelijktijdig aantal kijkers van 500+" hebben, evenals een consistent streamingschema van ten minste drie dagen per week. Sinds de lancering van de functie 'Prestaties' is er echter een duidelijker 'Path to Partnership' met traceerbare doelen voor gelijktijdig aantal kijkers, duur en frequentie van streams. In april 2017 lanceerde Twitch zijn "Affiliate-programma" waarmee kleinere kanalen ook inkomsten kunnen genereren, en kondigde ook aan dat het kanalen toegang zou geven tot abonnementsniveaus met meerdere prijzen. De deelnemers aan dit programma krijgen enkele, maar niet alle, voordelen van de Twitch-partners. Streamers kunnen profiteren van het juichen met Bits die rechtstreeks bij Twitch kunnen worden gekocht. Affiliates hebben ook toegang tot de Twitch Subscriptions-functie, met dezelfde functionaliteit waartoe Partners toegang hebben, met een maximum van vijf abonnee-emotes. In september 2019 kondigde de dienst aan dat Affiliates nu een deel van de advertentie-inkomsten zouden ontvangen. Adverteren op de site is verzorgd door een aantal partners. In 2011 had Twitch een exclusieve deal met Future US . Op 17 april 2012 kondigde Twitch een deal aan om CBS Interactive de rechten te geven om exclusief advertenties, promoties en sponsoring voor de gemeenschap te verkopen. Op 5 juni 2013 kondigde Twitch de oprichting aan van de Twitch Media Group, een nieuw intern advertentieverkoopteam dat de rol van CBS Interactive bij het verkopen van advertenties heeft overgenomen. Voor gebruikers die geen advertentievrije toegang hebben tot een kanaal of Twitch Turbo, worden preroll-advertenties en midroll-reclameblokken die handmatig worden geactiveerd door de streamer, weergegeven op streams. In september 2020 kondigde Twitch aan dat het geautomatiseerde midroll-advertenties op streams zou testen, die niet door de streamer kunnen worden gecontroleerd. Twitch in Nederland In Nederland was er veel controverse rondom het platform, omdat kijkers ook konden doneren en volgens het televisieprogramma Kassa was dit te gemakkelijk voor kinderen. Externe link Officiële website Computerspellenwebsite Streamingdienst Amazon.com
Met Twitch kan iedereen een live-uitzending bekijken en hoeven kijkers niet in te loggen. Gebruikers hebben ook de mogelijkheid om streamers te volgen en zich erop te abonneren (ook wel subben genoemd). Volgen is een gratis optie, vergelijkbaar met andere platforms zoals Instagram en Twitter, waar de gebruiker zijn gevolgde streamers op de voorpagina van Twitch ziet wanneer hij is aangemeld en meldingen van specifieke uitzendingen kan ontvangen. Abonneren is een manier voor gebruikers om streamers financieel te ondersteunen in ruil voor exclusieve voordelen die worden bepaald door de individuele streamer. Gebruikers die hun Twitch-account aan hun Amazon Prime-account koppelen, krijgen toegang tot Prime Gaming, inclusief één gratis Twitch-abonnement per maand dat de gebruiker kan toewijzen aan de streamer van zijn keuze. Uit de eerder genoemde academische enquête van 2017 bleek dat 31,5% van de gebruikers "geld aan Twitch besteedde"; van die gebruikers "doneerde 22,6% aan een streamer", 31,6% abonneerde zich op een streamer en 45,8% "deed beide". De meerderheid van deze gebruikers verklaarde dat de "belangrijkste motivatie is om een streamer financieel te ondersteunen". De Servicevoorwaarden van Twitch staan niet toe dat mensen onder de 13 jaar gebruik maken van haar diensten. Bovendien mogen mensen die ten minste 13 jaar oud zijn, maar onder de meerderjarigheid in hun rechtsgebied (18 jaar in de meeste rechtsgebieden) de services alleen gebruiken onder toezicht of toestemming van een ouder of andere wettelijke voogd die ermee instemt zich aan de voorwaarden te houden.
1
servicevoorwaarden, klantenservicebereik, defectgarantie
12,441
WinAction
182076
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fenerbah%C3%A7e%20SK
Fenerbahçe SK
Fenerbahçe Spor Kulübü (of Fenerbahçe) is een sportclub opgericht in 1907 te Fenerbahçe, een wijk in de stad Istanboel. De clubkleuren zijn geel en marineblauw. De thuisbasis van de voetbalclub is het Şükrü Saracoğlustadion. Sinds de oprichting is de club actief geweest in 35 verschillende sporttakken. Fenerbahçe profileert zich in Europa met name met zijn voetbalploeg. De club wordt gezien als een van de grootste en populairste clubs van Turkije. Fenerbahçe SK heeft negen actieve sporttakken: basketbal, volleybal, roeien, boksen, zeilen, atletiek, zwemmen en tafeltennis. De voetbalploeg is actief in de hoogste Turkse voetbaldivisie. De heren- en damesbasketbalploeg en de heren- en damesvolleybalploeg sporten ook in de hoogste Turkse divisies. De hoogste positie van de voetbalploeg op de IFFHS wereldranglijst is de 15e plek. De club heeft een aantal rivalen in Turkije zoals Trabzonspor en Beşiktaş. De grootste rivaal is stadsgenoot Galatasaray. In het seizoen 2010/11 was de club verwikkeld in een omkoopschandaal. Als gevolg daarvan werd de club door de Turkse voetbalbond onder meer uit de UEFA Champions League teruggetrokken. In 2013 werd Fenerbahçe door de UEFA voor twee jaar uitgesloten van deelname aan Europees voetbal. Geschiedenis 1899–1907 Vroege geschiedenis Hoewel Fenerbahçe werd opgericht in 1907, gaan de wortels van de club terug naar 1899. Toen behoorde Turkije tot het Ottomaanse Rijk. In dit gebied heerste de Sultan: een absolute leider die alle Turken verbood om sportverenigingen op te richten. Dit zou nationalisme aanwakkeren en daarmee op termijn zijn positie ondermijnen. In het Ottomaanse Rijk was voetbal alleen voorbehouden aan buitenlanders. De Engelsen en de Grieken voetbalden aan het einde van de negentiende eeuw nagenoeg elk weekend met en tegen elkaar. Turkse jongeren uit Kadıköy (een district van de provincie Istanboel) waren het zat om alleen maar te mogen toekijken wanneer Engelsen, Grieken en Armenen in hún district aan het voetballen waren, waardoor ze koste wat kost deze sport ook wilden beoefenen. In 1899 besloot een kleine groep mannen uit Kadıköy de regels van de Sultan aan hun laars te lappen en een voetbalclub op te richten. Om niet op te vallen, gaven zij hun club de Engelse naam Black Stockings FC. De autoriteiten bemerkten het bedrog en stuurden de mannen uiteen. De groep hield vol en in 1902 werd een nieuwe poging gewaagd onder de naam Kadıköy Futbol Kulübü. Ook deze club was geen lang leven beschoren: Kadıköy FK werd verboden. Tussen 1902 en 1907 werden in Istanboel steeds meer buitenlandse én de eerste Turkse voetbalclub opgericht. In 1905 werd Galatasaray SK de eerste Turkse voetbalvereniging. In diezelfde periode werden competities georganiseerd die gespeeld werden in Papazın Çayırı (de plaats van het huidige Şükrü Saracoğlustadion), recht voor de ogen van de van voetbal verstoken Kadıköy-jongeren. 1907–1923 Officiële oprichting van Fenerbahçe In mei 1907 volgde er weer een poging die ditmaal wel slaagde. In het diepste geheim werd in een kelder te Beşbıyık Sokak 3 Fenerbahçe opgericht. Geïnspireerd door de kamillebloemen die prachtig rond de vuurtoren van Fenerbahçe (een wijk in Kadıköy) bloeiden in de lente, werden de kleuren wit en geel als clubkleuren gekozen. Diezelfde vuurtoren was destijds ook te zien in het logo van de club. De oprichters van Fenerbahçe (fener = vuurtoren, bahçe = tuin) luisterden naar de namen Ziya Songülen, Ayetullah Bey en Enver Necip Okaner. Ruim een jaar werd gezwegen over het bestaan van de club tot in 1908 het voetbal voor alle Turken toegankelijk werd. In 1909 schreef Fenerbahçe zich in voor de Istanboel-voetbalcompetitie. Echter, door het vertrek van enkele sleutelfiguren bij Fenerbahçe, kreeg de club het in 1909/10 gelijk al moeilijk. Van de vijf gespeelde wedstrijden verloor de club er vier en speelde er één gelijk. De 22-jarige Ayetullah Bey moest in zijn eentje ervoor zorgen dat de club zowel financieel als sportief beter ging presteren. Andere voetbalclubs (Üsküdar en Pazaryolu) stelden een fusie voor aan de leiding van Fenerbahçe. Indien er een fusie zou plaatsvinden, zou de clubnaam van Fenerbahçe veranderd moeten worden. Fenerbahçe accepteerde dit aanbod niet. Uiteindelijk werden de clubkleuren veranderd in geel en blauw en werd er een nieuw logo gemaakt. Het tij zou uiteindelijk keren met de komst van Elkatipzade Mustafa van stadgenoot Kuşdili Kulübü naar Fenerbahçe. Mustafa begreep dat het zeer belangrijk was om een goede jeugdopleiding te hebben om zo de toekomst van de club te verzekeren. Hiermee werd Fenerbahçe de eerste Turkse voetbalclub dat investeerde in de jeugd. Met de komst van enkele andere spelers was Fenerbahçe klaar voor het seizoen 1911/12, waarin het uiteindelijk voor het eerst in de historie kampioen werd (zonder een wedstrijd te verliezen). Een andere grote prestatie werd geleverd in het seizoen 1913/14. Tot dan toe hadden Galatasaray en Fenerbahçe zeven maal tegen elkaar gespeeld. Niet alleen won Fenerbahçe geen van deze wedstrijden, de club had tot dan toe zelfs geen doelpunt gescoord tegen hun aartsrivaal. Fenerbahçe won de achtste wedstrijd met 4-2 en werd dat seizoen wederom kampioen. Hasan Kamil Sporel kreeg een medaille, omdat hij de eerste Fenerbahçe-speler werd die tegen Galatasaray wist te scoren. Rond deze tijd verhuisde de club naar een houten huis te Kuşdili. Fenerbahçe veranderde de jaren hierna van voetbalclub naar sportclub. De takken cricket, tennis, jacht en roeien werden opgericht. Deze sporten beoefende men meestal rondom het clubhuis. Niet veel later begon men dankzij Elkatipzade Mustafa ook te doen aan scouting en hockey. Eerste Wereldoorlog Met het begin van de Eerste Wereldoorlog werden oude vrienden de nieuwe vijand. De Engelse voetbalteams trokken zich terug uit de Istanboel-voetbalcompetitie. In dezelfde tijd (het seizoen 1914/15) ontstonden er ongeregeldheden tussen de Turkse voetbalteams, wat ertoe leidde dat er twee voetbalcompetities werden opgericht. Uiteindelijk werd Fenerbahçe kampioen van de ene competitie en Galatasaray van de andere. Fenerbahçe won de wedstrijd die moest beslissen welke club de beste van Istanboel was met 3-1. Slechte tijden braken echter weer aan. Altınordu Idman Yurdu werd onder leiding van enkele mannen van de overheid opgericht. De club gebruikte zijn politieke en financiële macht en nam zeven spelers over van Fenerbahçe. Echter, dankzij de in de geschiedenis verrichte werkzaamheden van Elkatipzade Mustafa en zijn jeugdspelers, kon Fenerbahçe zich weer ongeschonden uit deze moeilijke tijden redden. De eerste wedstrijd van het jonge Fenerbahçe was op 17 november 1916 tegen Anadolu. Burhan Felek, voorzitter en aanvoerder van Anadolu, verliet woedend het veld toen hij de jeugdige spelers van Fenerbahçe het veld op zag komen. Felek voelde zich beledigd, maar het onervaren team van Fenerbahçe won de wedstrijd met 7-0. Fenerbahçe had in het tweede artikel van de statuten staan, dat de club de jeugd van Turkije wilde voorbereiden op militaire operaties om het land te verdedigen indien nodig. Tijdens de Slag om Gallipoli en de Turkse onafhankelijkheidsoorlog heeft Fenerbahçe dan ook vele sporters verloren. Op 3 mei 1918 kreeg Fenerbahçe bijzonder bezoek: Mustafa Kemal Atatürk bezocht het Kuşdili clubhuis van Fenerbahçe. Tot op heden is de exacte datum van oprichting van Fenerbahçe onbekend. De club viert echter de oprichting op 3 mei, en ziet de oprichtingsdatum als 3 mei 1907, omdat Atatürk op 3 mei Fenerbahçe bezocht. Tijden van bezetting In 1918, na de Eerste Wereldoorlog, was Istanboel bezet door Britse en Franse troepen. Van 1918 tot 1923 speelde Fenerbahçe 50 wedstrijden tegen de bezetters, hiervan won de club 41 wedstrijden, speelde het 4 keer gelijk en verloor er slechts 5. Fenerbahçe leek onverslaanbaar, waardoor de Britse en Franse teams fuseerden om een beter team te vormen. Maar ook dit leek niets uit te maken. In donkere, sombere tijden van oorlog, waren de overwinningen van Fenerbahçe een enorme morele steun voor de Turkse soldaten en burgers, waardoor Fenerbahçe zichtbaar een steeds populairdere club werd. In 1922/23 werd duidelijk dat niet alleen buitenlandse teams niet gemakkelijk konden winnen van Fenerbahçe, maar dat ook Turkse teams hier veel moeite mee hadden. Fenerbahçe werd dat seizoen namelijk zonder ook maar één tegendoelpunt kampioen. Een van de gewonnen wedstrijden van Fenerbahçe tegen de bezetters was zeer speciaal. Generaal Charles Harrington, daagde de Turkse clubs uit tot een wedstrijd voor hij Istanboel zou verlaten. Zijn team, een samenstelling van de beste Britse voetballers destijds in Istanboel en vier professionele voetballers overgebracht uit Engeland, moest voetballen voor een één meter hoge zilveren beker, het Engelse team werd de Coldstream Guards genoemd. De tegenstander, een Turks team, mocht, wat betreft Harrington, ook een samenstelling zijn van de beste voetballers van Istanboel. Fenerbahçe nam de uitdaging aan, maar had er geen behoefte aan spelers van andere teams op te roepen, ondanks dat ze destijds twee geblesseerde voetballers hadden. Fenerbahçe wilde de klus klaren met de eigen voetballers. De wedstrijd werd gehouden op 29 juni 1923 in het Taksim Stadion. Het stadion was gevuld met duizenden toeschouwers. De eerste grote kans was voor Zeki Riza van Fenerbahçe. Daarna ging het echter steeds slechter en kwamen de Engelsen in de 30e minuut op een 0-1-voorsprong. Fenerbahçe begon aan de tweede helft met en een man minder. De verwachting was dat het team van Generaal Harrington deze wedstrijd zou winnen op Fenerbahçe. Toch was het de Turkse club die de wedstrijd na doelpunten van Zeki Riza (60e en 74e minuut) met 2-1 won. Na de wedstrijd werden de spelers van Fenerbahçe op handen en schouders gedragen door toeschouwers. Ismet Paşa, die op dat moment in Lausanne verbleef voor de Vrede van Lausanne, was verheugd toen hij het goede nieuws kreeg. Hij verstuurde een telegram om de geel-blauwen de feliciteren. De beker werd uiteindelijk overhandigd door Harrington. Opmerkelijk is dat de elf spelers allemaal uit het jeugdteam afkomstig waren. Na de stichting van de republiek Turkije op 29 oktober 1923 waren de successen van Fenerbahçe tegen de bezetters niet vergeten. Naast het feit dat er steeds meer clubs met geel en blauw als clubkleuren werden opgericht, werden ook steeds meer clubs opgericht met Fener Gençlik (Jeugd Fener) als onderdeel van de clubnaam. Tot die tijd hadden twee grote sportverenigingen uit Istanboel nog geen wedstrijd tegen elkaar gevoetbald; het Europese Beşiktaş JK en het Aziatische Fenerbahçe voetbalden destijds in andere competities. Er werd besloten een vriendschappelijk duel te organiseren op 28 november 1924. Fenerbahçe won de wedstrijd, die met 18 man eindigde, met 4-0. 1927–1947 Kuşdili-brand Alles leek goed te gaan met de club, tot er op 5 juni 1932 iets verschrikkelijks gebeurde. Het houten clubhuis in Kuşdili, met nagenoeg alle materiële en emotionele historie, brandde ’s nachts af. Alles en iedereen die met Fenerbahçe te maken had was in diepe rouw. Elf dagen na de brand moest Fenerbahçe aantreden tegen een gemengd voetbalelftal uit Thessaloniki. De Turkse club was genoodzaakt alle benodigde materieel voor de wedstrijd te huren. Tijdens de warming-up voor de wedstrijd kwamen enkele spelers van aartsvijand en eeuwige vriend Galatasaray langs, trokken een Fenerbahçe-shirt aan en zeiden: "We zijn hier om jullie pijn te delen." Fenerbahçe voetbalde tegen hun Griekse tegenstander met vier Galatasaray-spelers. Fenerbahçe kwam er later dankzij een actie van de media en een door Fenerbahçe opgezette loterij weer bovenop. In de jaren hierna ging het zelfs zo goed, dat de club op 27 mei 1933 een stadion kocht ter waarde van 9000 Turkse lira. Hiermee werd Fenerbahçe de eerste Turkse voetbalclub die een eigen stadion bezat. Het stadion werd op 1 juni 1934 geopend met in het stadion een Atatürk-buste. In 1936 werd voor het eerst een competitie opgericht voor clubs uit andere steden. Voor die tijd waren er wel wedstrijden tussen de kampioen van de ene stad tegen de kampioen van de andere, maar nu konden clubs uit Istanboel, İzmir en Ankara voor het eerst in competitieverband gewoon tegen elkaar voetballen. De eerste kampioen van de Nationale Liga (Milli Küme) werd Fenerbahçe. Op zaterdag 9 september 1939 om 21.00 uur werd er in Istanboel voor het eerst in de historie van het Turkse voetbal een avondwedstrijd gespeeld. In het Taksim Stadion trad Fenerbahçe aan tegen Beyoğluspor. Het speelveld werd verlicht met ontelbare gloeilampen, die het zicht van het publiek niet veel verbeterden. De bal werd meerdere malen tijdens de wedstrijd wit gekalkt, zodat deze beter zichtbaar werd. Vele mensen op de tribunes konden de zes doelpunten van de ontmoeting niet eens zien. De komische wedstrijd eindigde in een 4-2-overwinning voor Fenerbahçe, en er werd besloten om voor een lange tijd geen avondwedstrijden meer te spelen. Politiek en voetbal In deze tijden was de politiek erg verbonden met sport. Zo won Fenerbahçe in 1939 het Schild van Istanboel, gemaakt door de CHP (een politieke partij). Verder werden sporters ook automatisch tot leden van de CHP benoemd. Dat ook de buitenlandse politiek verstrengeld was geraakt met sport, werd onder andere ook duidelijk met de Olympische Zomerspelen 1936 te Berlijn. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wilde Engeland Turkije te vriend houden. Om Turken Engeland-sympathisanten te maken kwam in december 1941 een Engels legerteam met meerdere professionele voetballers naar Ankara en Istanboel om te voetballen tegen Fenerbahçe. De eerste wedstrijd in Ankara eindigde in 2-2. In de tweede wedstrijd in Istanboel floot de Engelse scheidsrechter tijdens de wedstrijd voor een strafschop in het voordeel van de Engelsen. Aanvoerder en keeper van Fenerbahçe, Cihat Arman, hield deze penalty tegen, waarna de scheidsrechter de wedstrijd stopte om Arman te feliciteren met zijn prachtige redding. Cihat Arman was verder ook verantwoordelijk voor de bijnaam van Fenerbahçe: Sarı Kanaryalar (Gele Kanaries). De keeper had namelijk altijd een geel voetbalshirt aan waardoor hij op een gegeven moment 'Gele Kanarie' genoemd zou worden door de toeschouwers. Nadat de keeper was gestopt met voetbal, zouden de toeschouwers de spelers van Fenerbahçe Gele Kanaries blijven noemen. Een andere propagandawedstrijd werd op 31 mei 1942 gespeeld tegen de nazi-Duitse club SK Admira Wien. De club uit Wenen, die later met 3-2 van Beşiktaş en 3-0 van Galatasaray zou winnen, verloor met 2-1 van Fenerbahçe. Aangezien de voorzitter van Fenerbahçe, Şükrü Saracoğlu, destijds ook premier van Turkije was, had Fenerbahçe een aparte verantwoordelijkheid en status als het tegen buitenlandse teams moest voetballen. Saracoğlu was overigens een gerespecteerde en geliefde man. Wanneer Fenerbahçe in Ankara moest voetballen, basketballen of een andere sport moest beoefenen, bezochten de spelers altijd de voorzitter (die vanwege zijn werk vaak in Ankara te vinden was). Op 22 juli 1998 werd het stadion dat dankzij Saracoğlu in 1933 werd gekocht vernoemd naar de oud-voorzitter. Het stadion heet sindsdien het Şükrü Saracoğlu Stadion. 1947–1967 Andere sporten Na de Tweede Wereldoorlog had, net zoals heel Turkije, ook Fenerbahçe het financieel moeilijk. Desondanks werden nieuwe sporttakken opgericht en werden successen behaald met bestaande takken. Zo behaalde Ruhi Sarıalp, destijds een atleet van Fenerbahçe, een bronzen medaille tijdens de Olympische Zomerspelen van 1948. Tot 1948 had een Turkse atleet nog nooit een medaille weten te behalen tijdens de Olympische Spelen bij het onderdeel atletiek. In 1944 richtte Fenerbahçe zijn eerste officiële (heren)basketbalteam op. Vele sporters van Galatasaray gingen basketballen bij Fenerbahçe. Het eerste succes werd tien jaar later, op 27 maart 1954, behaald. Op die dag won Fenerbahçe, na 15 nederlagen, met 71–61 van aartsrivaal Galatasaray. Datzelfde jaar won Fenerbahçe de strijd om de Turkse Beker, en drie jaar later, in 1957, werd de club voor het eerst in de historie landskampioen basketbal. Zowel Fenerbahçe als Galatasaray richtten rond 1947 een nieuwe sporttak op: rugby. De eerste wedstrijd tussen de twee teams eindigde in een kleine overwinning van Fenerbahçe. Op 18 mei 1947 werd de tweede en gelijk ook de laatste rugby-wedstrijd gespeeld tussen de twee teams. Fenerbahçe won de wedstrijd met 12–0 en Galatasaray besloot voorlopig niet meer te rugbyen. Evita Peron Cup Nog een andere historische wedstrijd was de wedstrijd tegen het Argentijnse Club Athletico Lanus om de Evita Peron Cup. Een aantal Turkse ploegen gaan in op deze uitdaging. Nadat Beşiktaş is verslagen is het de beurt aan Galatasaray, ook zij worden echter van het veld geveegd met 5-1. Op 27 januari 1952 won Fenerbahçe met 3-2 van de Argentijnse ploeg. Na deze overwinning zijn de banden tussen Turkije en Argentinië altijd goed gebleven. Dit heeft geresulteerd in een vriendschapsband tussen de supporters van Fenerbahçe en CA Boca Juniors. Lefter en Can Op 30 maart 1947 kwam de Hongaar Ignace Molnar aan het roer te staan van het voetbalteam. In het seizoen 1947/48 werd Fenerbahçe onder leiding van Molnar kampioen van de Istanboel-voetbalcompetitie zonder ook maar één keer te verliezen. Een van de spelers dat seizoen was Lefter Küçükandonyadis. Hij kwam over van Taksimspor en voetbalde bij Fenerbahçe in ruil voor medicijnen voor zijn zieke vader. Lefter groeide bij zijn geliefde Fenerbahçe uit tot een van de beste Turkse spelers ooit. Op een gegeven moment ontstond de slagzin Ver Leftere, yaz deftere (letterlijk: geef aan Lefter, schrijf in het schrift). Dit kwam erop neer dat wanneer je de bal aan Lefter gaf, je gelijk maar een doelpunt voor Fenerbahçe erbij moest rekenen. De legendarische speler stond bekend om zijn inzicht, techniek en vele doelpunten. Toen Lefter in 1951 naar AC Fiorentina vertrok, was hij de eerste Turkse speler die naar het buitenland vertrok om te voetballen bij een buitenlandse club. Rond deze tijd werd voetbalclub Adalet opgericht. De club was in handen van een groot textielbedrijf. Adalet probeerde spelers van andere grotere clubs binnen te lokken door middel van veel geld en werk binnen het bedrijf. Fenerbahçe kon hier niet tegenop en verloor hierdoor vijf voetballers aan Adalet. Na het vertrek van die vijf voetballers, Lefter en het stoppen van enkele anderen (waaronder Cihat Arman), kreeg Fenerbahçe het weer moeilijk. De club bestond weer uit vele jonge voetballers. Deze jonge voetballers, die zich De Kleine Duivels noemden, wonnen met 1–0 van Adalet en werden in het seizoen 1952/53 opnieuw kampioen zonder te verliezen (in de Istanboel Professionele Competitie). Met basketballer/voetballer Can Bartu, die soms zelfs op dezelfde dag moest basketballen en voetballen voor Fenerbahçe, en zijn grote idool Lefter, die terug was gekomen uit Europa, begon Fenerbahçe sterk aan de Türkiye Birinci Ligi (= Süper Lig). De competitie bestond uit twee groepen, een rode groep (waar Galatasaray als eerste eindigde) en een witte groep (waar Fenerbahçe als eerste eindigde). In de finale van de competitie kwamen de twee giganten uit Istanboel twee keer tegenover elkaar te staan. De eerste wedstrijd won Galatasaray met 1-0 dankzij een hard schot, dat voor een gat in het net zorgde. De tweede wedstrijd won Fenerbahçe met 4-0, waardoor de club zich de eerste kampioen van de Türkiye Birinci Ligi mocht noemen. In 1959 stond Fenerbahçe een andere uitdaging te wachten. De Turkse club moest voor de Europacup I aantreden tegen de Hongaarse kampioen Csepel SC. De wedstrijd in Istanboel eindigde dankzij Can Bartu in een 1-1 gelijkspel. De Hongaarse trainer van Fenerbahçe, Ignace Molnar, zorgde ervoor dat de club uit met 2–3 won, waardoor Fenerbahçe de eerste Turkse club werd die in Europa een ronde verder kwam. 1967–1990 Naamsbekendheid In 1968 moest Fenerbahçe in de Europacup I aantreden tegen de Engelse kampioen Manchester City FC. Twee jaar hiervoor was Engeland nog wereldkampioen voetbal geworden. Manchester City was, vooral in de eerste wedstrijd die gespeeld zou worden in Manchester, zwaar favoriet. Iedereen (ook in Turkije) ging ervan uit dat Fenerbahçe met grote cijfers zou verliezen. Dankzij keeper Yavuz Şimşek, die in die wedstrijd uitstekend keepte, bleef het 0–0. Op 2 oktober 1968 volgde de return in Istanboel. Manchester City begon goed aan de wedstrijd en kwam na 11 minuten, dankzij een slechte terugspeelbal van centrale verdediger Ercan Aktuna, op een 0–1 voorsprong. De minuten hierna begon Fenerbahçe steeds aanvallender te spelen en dankzij Abdullah in de 46e minuut werd het 1–1. Ercan Aktuna was met dit doelpunt in de zevende hemel; zijn fout was ongedaan gemaakt. Het publiek ging nog meer achter hun club staan en Fenerbahçe won de wedstrijd met 2–1 na een doelpunt van Ogün Altıparmak in de 76e minuut. Turkije sliep die nacht niet: Fenerbahçe had de landskampioen van de wereldkampioen uitgeschakeld. In 1972 had de club had een overeenkomst weten te bereiken met tweevoudig wereldkampioen Valdir Pereira, ook wel bekend als Didi, om aan te treden als coach. Onder leiding van de Braziliaan won Fenerbahçe in drie jaar tijd maar liefst acht prijzen (o.a. tweemaal het landskampioenschap en eenmaal de Turkse voetbalbeker). Voordat Didi naar Istanboel kwam, kon Fenerbahçe al langere tijd niet van Galatasaray winnen. In de eerste wedstrijd van Fenerbahçe onder leiding van Didi tegen Galatasaray, gaf de Braziliaan geen tactische aanwijzingen. Hij vertelde de spelers dat de wedstrijd tegen Galatasaray een gewone wedstrijd zoals alle andere was. Hij vertelde ze dat ze vrijuit moesten denken en spelen. Er was niets bijzonders aan deze wedstrijd. In de tijd van Didi, Cemil Turan en Osman Arpacıoğlu speelde Fenerbahçe 18 keer tegen Galatasaray. Van die wedstrijden won Fenerbahçe er 10, speelden de twee clubs 6 keer gelijk en won Galatasaray slechts 2 wedstrijden. Fenerbahçe was in die drie seizoenen met Didi zeer succesvol en zeer populair. Milliyet (een Turkse krant) deed onderzoek naar de populariteit van Turkse clubs. Uit het onderzoek bleek dat 60,56% van de onderzoekspopulatie Fenerbahçe verkoos. Dieptepunt en hoogtepunt In 1980 werd de Duitse trainer van Eintracht Frankfurt, Friedel Rausch, naar Fenerbahçe gehaald. Desondanks was het seizoen 1980/81 een dramatisch slecht seizoen voor Fenerbahçe. De club was en is nog nooit zo dicht bij degradatie geweest. Dat seizoen zouden de nummers 14, 15 en 16 degraderen naar TFF 1. Lig. Fenerbahçe werd tiende, maar had hetzelfde aantal punten als de nummer 14 Çaykur Rizespor. Omdat Fenerbahçe een beter doelsaldo had, degradeerde de club uiteindelijk niet. Tussen 1985 en 1988 ging het niet veel beter met de Gele Kanaries. De club werd tweemaal vijfde en eenmaal achtste. In die drie seizoenen wisselde de club maar liefst zes keer van trainer. Het was tijd voor verandering. Nieuwe spelers zoals Rıdvan Dilmen en Aykut Kocaman werden gehaald. De keeper van het nationale elftal van Duitsland, Harald Schumacher, werd overgehaald te keepen voor Fenerbahçe. De Duitser, die zowel tijdens de finale van het Wereldkampioenschap voetbal in 1982 als in die van 1986 het doel van West-Duitsland had beschermd, was tot dan toe verreweg de meest bekende buitenlandse speler die naar Turkije kwam om te voetballen voor een Turkse club. Met zo’n elftal leek succes gegarandeerd te zijn. In 1988/89 vestigde de club records die tot op heden nog steeds niet zijn gebroken. Zo scoorde Fenerbahçe destijds 103 doelpunten in de Süper Lig (2,86 doelpunt per wedstrijd), nog nooit had een ploeg uit Turkije in de Süper Lig zo'n gemiddelde behaald. Van de 36 wedstrijden won Fenerbahçe er 29, speelde de club 6 keer gelijk en verloor het slechts één keer. Van de 108 haalbare punten, haalde Fenerbahçe er 93 (86,11%). Ook dit is een record. Het doelsaldo dat seizoen was 76 (103 voor - 27 tegen). Ook daar vestigden de geel-blauwen een record mee. Topscorer van Fenerbahçe dat seizoen was Aykut Kocaman met 29 doelpunten. Geen enkele andere speler van Fenerbahçe werd met zo'n hoog aantal doelpunten topscorer van de Süper Lig. Rıdvan Dilmen gaf datzelfde seizoen 41 assists en scoorde zelf 19 doelpunten. Een ander hoogtepunt in het seizoen 1988/89 was op 3 mei 1989 de wedstrijd tegen Galatasaray voor de Turkse voetbalbeker. De wedstrijd werd gespeeld in het Ali Sami Yenstadion. Galatasaray kwam in de eerste helft dankzij drie doelpunten van Tanju Çolak – die later in zijn carrière voor Fenerbahçe zou spelen – op een 3–0 voorsprong. Na de rust won Fenerbahçe de wedstrijd dankzij doelpunten van Aykut Kocaman en Hasan Vezir (3x) met 4–3. 1990–2007 Jaren 90 Nederlander Guus Hiddink werd in een seizoen vol pech de nieuwe trainer van de club (1990/91). Schumacher kreeg geelzucht, Dilmen werd meerdere malen geopereerd en andere sleutelfiguren van de club raakten geblesseerd. Fenerbahçe verloor haar eerste thuiswedstrijd met 1–6 van Aydınspor. Dit was en is een record; Fenerbahçe heeft in de Süper Lig tot op heden nog steeds niet met zes tegendoelpunten verloren. De club eindigde uiteindelijk op de vijfde plaats met een doelsaldo van 0. Met de basketbaltak ging het datzelfde seizoen stukken beter: Fenerbahçe werd in 1991 voor het eerst sinds jaren weer landskampioen. De jaren 90 waren geen succesvolle tijden voor Fenerbahçe. Slechts één keer werd de ploeg kampioen van Turkije (in 1995/96). Verder werd er slechts één finale van de Turkse Beker gespeeld door Fenerbahçe, die ze uiteindelijk verloren van aartsrivaal Galatasaray. In de jaren 90 had Fenerbahçe 3 topscorers in de gelederen. In 1991/92 werd Aykut Kocaman met 25 doelpunten topscorer, in 1992/93 werd Tanju Çolak topscorer met 27 doelpunten, in 1993/94 werd Bülent Uygun met 22 goals de beste schutter en tot slot werd Aykut Kocaman in 1994/95 opnieuw topscorer van Turkije met 27 doelpunten. Ondanks dat het sportief slechter ging met Fenerbahçe dan de decennia ervoor, ging de club het economisch beter doen. Dit kwam vooral door de rijke voorzitters Ali Şen en Aziz Yıldırım. Steeds meer Europees bekende spelers en trainers kwamen naar Istanboel om hun brood te verdienen bij Fenerbahçe. Enkele voorbeelden van zulke trainers zijn de huidige bondscoach van Duitsland Joachim Löw, en trainer van wereldkampioen Brazilië in 1994 Carlos Alberto Parreira. Ook steeds meer bekende spelers kwamen voetballen bij de club uit Istanboel: Jay-Jay Okocha (vertrok naar Paris Saint-Germain), Elvir Baljić (vertrok naar Real Madrid CF), Emil Kostadinov (kwam over van FC Bayern München), Jes Høgh (vertrok naar Chelsea FC). De 21ste eeuw in In 1998 werd Aziz Yıldırım met één stem verschil verkozen tot voorzitter van de sportclub. Yıldırım had vele langetermijnplannen. Hij ging in sportief slechtere tijden niet voor succes voor één seizoen, maar later succes voor meerdere seizoenen. Het Fenerbahçe Stadion, waarvan de naam dat jaar werd veranderd in Şükrü Saracoğlu Stadion, was een van de eerste stappen van Yıldırım. Het stadion had destijds een capaciteit van 28.000 plaatsen. Na verbouwingen werd dit in 2001 42.000 plaatsen en later werd het 52.500 plaatsen. Het stadion werd als eerste onder handen genomen, omdat het een grote inkomstenbron was en een nog grotere inkomstenbron zou worden voor Fenerbahçe. Aziz Yıldırım wilde dat het stadion een plek zou worden waar men met het hele gezin zou kunnen komen, zichzelf kunnen vermaken en waar men zich thuis kon voelen. Voetbal moest een show worden. Na 5 jaar, in het seizoen 2000/01, werd Fenerbahçe weer landskampioen voetbal. Het succes werd behaald met sterren zoals Kennet Andersson, Milan Rapaić, Elvir Baljić, Ogün Temizkanoğlu, Rüştü Reçber en Abdullah Ercan. Trainer van Fenerbahçe dat seizoen was de Turk Mustafa Denizli. Voor het eerst in de historie werd Fenerbahçe kampioen in de Süper Lig met een Turkse trainer. Het team won dat seizoen alle thuiswedstrijden. De thuiswedstrijd van Fenerbahçe tegen Gaziantepspor (dat destijds meedeed voor het kampioenschap) dat seizoen was legendarisch. De eerste helft eindigde in een 0-3-voorsprong van Gaziantepspor. In een tijdsbestek van negentien minuten kwam Fenerbahçe in de tweede helft langszij met doelpunten van Haim Revivo, Uche Okechukwu en Milan Rapaić (2x). De wedstrijd eindigde in een 4-3-overwinning voor de ploeg uit Istanboel. Het seizoen 2002/03 verliep desastreus voor Fenerbahçe. De club eindigde op de zesde plaats in de Süper Lig. Wel werd een historische 6-0-overwinning geboekt op Galatasaray. Na dit seizoen vonden er serieuze veranderingen plaats binnen de club. Aziz Yıldırım vond dat het tijd werd voor een stabiel team; dit betekende een coach die langer moest blijven dan zes maanden, en een aankoopbeleid gericht op de toekomst. In 2003/04 werd de Duitser Christoph Daum de nieuwe trainer van Fenerbahçe. Daarnaast werden vele nieuwe Turkse spelers gekocht die op dat moment of al voor het nationale elftal van Turkije speelden, ofwel Jong Turkije-spelers waren. Ook in dat jaar werd de Nederlander Pierre van Hooijdonk aangetrokken. Ondanks (of juist door) de vele veranderingen begon het nieuwe seizoen niet goed: gelijk in de eerste competitiewedstrijd werd thuis met maar liefst 0-3 verloren van Istanbulspor. Men ging de winterstop in met een achterstand van 11 punten op de nummer 1 Beşiktaş (Fenerbahçe had wel één wedstrijd minder gespeeld). De tweede seizoenshelft verliep echter voortreffelijk voor Fenerbahçe en de club werd zelfs kampioen van Turkije met 4 punten verschil op de nummer 2 Trabzonspor. Pierre van Hooijdonk werd tweede in de topscorerslijst. Fenerbahçe begon het seizoen 2004/05 als de gedoodverfde favoriet voor het kampioenschap. De verwachtingen kwamen uit en Fenerbahçe werd weer kampioen, deze keer met 3 punten verschil op nummer 2 Trabzonspor. Dit kampioenschap werd dubbel gevierd omdat men kampioen werd in het jubileumjaar (honderdjarig bestaan) van aartsrivaal Galatasaray. Het seizoen 2005/06 werd een seizoen om snel te vergeten voor Fenerbahçe. De torenhoge favoriet verspeelde in de laatste wedstrijd het kampioenschap, waarin men alleen maar hoefde te winnen van degradatiekandidaat Denizlispor. Fenerbahçe speelde met 1-1 gelijk, waardoor Galatasaray kampioen werd. Dit terwijl Fenerbahçe in de competitie zowel uit als thuis won van de aartsrivaal, en daarnaast Galatasaray ook had uitgeschakeld in de Turkse Beker. Christoph Daum kondigde in de zomer van 2006 zijn afscheid aan. De Duitser gaf in een emotionele persconferentie aan dat hij een zware heupoperatie moest ondergaan en dat hij daarom even geen club meer kon trainen. Na het Wereldkampioenschap voetbal 2006 werd de trainer van Japan, Zico, de nieuwe trainer van Fenerbahçe. De Braziliaan moest Fenerbahçe leiden in hun honderdjarig bestaan. De verwachtingen waren dan ook zeer hoog. Aan het begin van het seizoen, net voor het sluiten van de transfermarkt, kocht Fenerbahçe Mateja Kežman, Deivid de Souza en Braziliaans international Edu Dracena. De Uruguayaan Diego Lugano werd al eerder die zomer aangetrokken. Fenerbahçe werd uiteindelijk na een tumultueus seizoen kampioen van Turkije, zonder ook maar één keer te verliezen van aartsrivalen Beşiktaş en Galatasaray. De jaren 10 van de 21ste eeuw, omkoopschandaal In seizoen 2010/11 werd de club weer kampioen van Turkije, maar vlak na het behalen van de titel kwam de club in opspraak. De politie arresteerde voorzitter Yıldırım op beschuldiging van manipulatie en omkoping van voetbalwedstrijden tijdens het seizoen 2010/11. Na een verhoor werd de voorzitter in hechtenis genomen. Doordat de Turkse voetbalbond, vanwege het lopende onderzoek, beperkte inzage kreeg in de stukken van justitie, besloot ze Fenerbahçe (nog) niet te straffen met een degradatie. Eind augustus stelde de UEFA de Turkse bond een ultimatum: Fenerbahçe terug trekken uit de Champions League of een lange schorsing riskeren van Turkije en Turkse teams aan internationale wedstrijden. Een dag later voldeed de bond aan dit verzoek. Fenerbahçe tekende zonder succes bezwaar aan. Uit protest verzocht de club aan de Turkse voetbalbond om te degraderen maar die gaf daar eind augustus geen gehoor aan. Begin september 2011 ging de club tevergeefs in beroep bij het Hof van Arbitrage voor Sport (CAS). Ook de CAS stelde Fenerbahce in het ongelijk. Voorzitter Aziz Yildirim werd hierna in Turkije tevens in hoger beroep schuldig bevonden. Op 3 juni 2018 werd Ali Koç verkozen als voorzitter. Ali Koç versloeg Aziz Yildirim. In 2023 wist Fenerbahçe voor het eerst een prijs te winnen sinds de landstitel in 2014. Er werd met 2-0 gewonnen van Istanbul Başakşehir in de finale van de Turkse beker. Algemene informatie Clublogo Achter het clublogo van Fenerbahçe zit een verhaal. Het logo is ontworpen door oud-speler Topuz Hikmet en bestaat uit vijf kleuren, die allemaal een betekenis hebben. Het witte gedeelte, met daarin ook de naam van de club (Fenerbahçe Spor Kulübü 1907), staat voor puurheid en openhartigheid. Het rode gedeelte staat voor clubliefde. Beide kleuren verwijzen ook naar de Turkse vlag. Het gele gedeelte staat voor bewondering en tegelijkertijd ook voor de jaloezie van de rivalen. Het blauwe gedeelte symboliseert adeldom. Het eikenblad in het midden van het logo staat voor de opkomst en krachten van Fenerbahçe. De groene kleur van het blad symboliseert de onaantastbaarheid van de successen. Mustafa Kemal Atatürk Fenerbahçe had en heeft fans in alle geledingen van de Turkse bevolking. Volgens de overlevering was Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van het huidige Turkije, een hartstochtelijke fan van de Gele Kanaries. De reden dat Atatürk sympathie had voor Fenerbahçe was omdat de club in de onafhankelijkheidsoorlog wapens en soldaten smokkelden voor het Turkse leger. Fenerbahçe is daarom de enige club in Turkije die toestemming had om een borstbeeld van Atatürk in het stadion te hebben. Er bestaat zelfs een drieledig bewijs om Atatürks clubvoorkeur aan te tonen. Op 10 augustus 1928 zou hij, na een 3-3 gelijkspel tegen Galatasaray SK in de Gazi Cup, met twee Fenerbahçe-fans en drie Galasaray-fans om zich heen gezegd hebben: "Het is hier drie om drie verdeeld, want ik ben ook een Fenerbahçe-fan." Op 5 juni 1932 zou het tweede bewijs geleverd zijn. Nadat Feners houten clubgebouw in Kuşdili was afgebrand, kwam de eerste donatie voor de wederopbouw van Atatürk. Ook heeft Atatürk tijdens een bezoek aan de club het volgende in het ereboek geschreven: "I was informed of Fenerbahçe Club’s admirable activities and had made it a duty of mine to visit and congratulate the club. That visit has fallen on this day and I hereby record my tribute and congratulations." May 3, 1918 signed by Army commander Mustafa Kemal Stadion Şükrü Saracoğlu Stadion Fenerbahçe speelt haar thuiswedstrijden in het Şükrü Saracoğlustadion. Het stadion werd opgeleverd in 1908, maar is sindsdien al talloze keren verbouwd en uitgebreid. De laatste grote verbouwing vond plaats in 2005. Het Şükrü Saracoğlustadion onderscheidt zich van de meeste Turkse voetbalstadions, omdat het geen sintelbaan heeft. Hierdoor zitten de supporters zeer dicht op het veld, wat zorgt voor een bijzonder imponerende sfeer. Onlangs is de renovatie van de Fenerium-tribune voltooid. In dit gedeelte van het stadion kunnen 11.000 VIP-gasten van de wedstrijden genieten. De Skyboxen zijn luxueus ingericht met onder meer een televisie, internetverbinding en eetgelegenheden. De totale capaciteit van het Şükrü Saracoğlustadion bedraagt 52.500 zitplaatsen. Het stadion is een van de twee stadions uit Turkije met 5 UEFA sterren. In 2009 was het stadion decor van de UEFA Cup-finale. Overigens is het Şükrü Saracoğlustadion vernoemd naar de zesde premier van Turkije Mehmet Şükrü Saracoğlu. De politicus was ook zestien jaar lang, tussen 1934 en 1950, voorzitter van Fenerbahçe. Het stadion is op 22 juli 1998 genoemd naar de in 1953 overleden. Voor 1998 heette het stadion Fenerbahçe Stadı. Fenerbahçe Museum Binnen het Şükrü Saracoğlu Stadion van Fenerbahçe bevindt zich een museum: Fenerbahçe Spor Kulübü Müzesi. Hiermee is Fenerbahçe de eerste voetbalclub uit Turkije met een eigen officieel museum. In de tijd van de renovaties van het stadion besloot voorzitter Aziz Yıldırım, dat er ook een museum moest komen in het stadion. Een museum, toegankelijk voor iedereen met een Fenerbahçe-hart. Na circa één jaar eraan gewerkt te hebben, werd het museum geopend op 19 oktober 2005. In het museum kan men onder andere de eerste gewonnen trofee bezichtigen. Op 5 juni 1910 won Fenerbahçe met 3-1 van de Griekse club Strugglers, waardoor de Turkse club hun eerste beker in ontvangst mocht nemen. Ook de bekers van de andere sporttakken staan in dit museum. Enkele records In 1959 wist Fenerbahçe als eerste Turkse voetbalclub een ronde verder te komen in Europa. In 1968 won Fenerbahçe als eerste Turkse voetbalclub een officiële internationale beker: de Balkan Cup. In de finale werd met 3-1 gewonnen van AEK Athene. In 1968 wist Fenerbahçe als eerste Turkse voetbalclub een Engelse club uit te schakelen in een Europese competitie. Manchester City FC verloor met 2-1. In 1985 wist Fenerbahçe als eerste Turkse voetbalclub weer een ronde verder te komen in de Europa Cup I na 9 jaar. Girondins de Bordeaux werd toen uitgeschakeld. In 1996 versloeg Fenerbahçe Manchester United FC met 0-1 in de groepsfase van de UEFA Champions League. De Engelsen incasseerden hiermee hun eerste Europese thuisnederlaag in 40 jaar. De beslissing viel 13 minuten voor tijd door een doelpunt van Elvir Bolić. De voetbaltak van Fenerbahçe heeft in totaal 92 officiële bekers gewonnen. Hiermee heeft de club de meeste titels van alle Turkse voetbalclubs. Met de onofficiële bekers meegeteld heeft Fenerbahçe eveneens de meeste cups: 138. Ook met alle sporttakken meegeteld heeft Fenerbahçe de meeste bekers gewonnen in Turkije. Fenerbahçe is de eerste kampioen van de Süper Lig. Sinds de oprichting van de Turkse voetbalbond in 1923 is Fenerbahçe het vaakst kampioen geworden in de door TFF georganiseerde kampioenschappen. (27 titels) In 1923 werd Fenerbahçe kampioen zonder ook maar één tegendoelpunt. In het seizoen 1969/70 kreeg de club in de Süper Lig slechts zes doelpunten tegen. Dit is een record in de Süper Lig. In het seizoen 1988/89 scoorde Fenerbahçe 103 doelpunten in de competitie, die dat seizoen 36 wedstrijden telde. Dit is nog steeds een Turks record. Het kampioenschap van 1988/89 werd behaald met 93 punten en een doelsaldo van 76 positief, beide nog steeds een Turks record. Op 16 mei 1992 eindigde de wedstrijd Fenerbahçe - Gaziantepspor in 8-4. Hiermee vestigden beide clubs een nieuw record in de Süper Lig: nog nooit werd in één wedstrijd zo vaak gescoord. In de groepsfase van de UEFA Champions League 2007-08 behaalde Fenerbahçe 11 punten: meer dan enige andere Turkse club in één seizoen. In de groepsfase van de UEFA Europa League 2009-10 behaalde Fenerbahçe 15 punten: dit is de beste prestatie van een Turkse club in de groepsfase van deze competitie. Sinds 18 maart 2008 staat Fenerbahçe SK als recordhouder in het Guinness Book of Records: tussen 1 januari en 31 december 2007 (het honderdjarig bestaan) won Fenerbahçe met de negen actieve sporttakken 1134 prijzen. Nog nooit behaalde een club zoveel prijzen binnen één jaar. In het seizoen 2004/05 sloot Fenerbahçe de eerste seizoenshelft af met 40 punten. Het oude record stond met 39 punten op naam van Beşiktaş. Fenerbahçe won als eerste club al zijn thuiswedstrijden in één seizoen, er werd 17 keer gewonnen. (2000-2001) Fenerbahçe heeft de meeste internationals geleverd aan het Turks voetbalelftal, ook liet de club de meeste voetballers naar Europa vertrekken. Fenerbahçe wist op 18 maart 2011 tegen Galatasaray voor de tiende keer op rij te winnen in de competitie en verbeterde hiermee haar eigen record van acht keer op rij in het seizoen 2009/2010 en het oude record van zeven op rij in het seizoen 1964/1965. Het lukte Fener dit seizoen vanaf speelronde 17 t/m 34 alle wedstrijden ongeslagen te blijven. 17 keer winst, en 1 keer 0-0. Het dames basketbalteam van Fenerbahçe speelde als eerste Turkse basketbalclub in de finale van de FIBA EuroCup Women. Het dames volleybalteam Fenerbahçe Acıbadem won op 21 december 2010 als eerste Turkse volleybalclub de wereldbeker voor clubteams, dit is tevens de eerste keer dat een Turkse sportclub een wereldbeker wist te winnen in een Olympische teamsport. Vanaf de oprichting van de Süper Lig tot nu scoorde Fenerbahçe de meeste doelpunten, behaalde het de meeste punten en won de club de meeste wedstrijden. Fenerbahçe heeft het langst op nummer 1 gestaan van alle Turkse voetbalclubs in de Süper Lig. Op 22 november 2010 scoorde Alex de Souza de 3000ste treffer van Fenerbahçe in de Süper Lig, dit is een record in de Süper Lig. In 2007 ontving Fenerbahçe als eerste en enige Turkse voetbalclub een officiële uitnodiging van de G-14. De Grote Drie Met Üç Büyükler (Turks voor 'De Grote Drie') worden in Turkije de drie grootste clubs uit Istanbul bedoeld. Het gaat hierbij om Beşiktaş JK, Galatasaray SK en Fenerbahçe. Aanvankelijk (van 1959 tot 1978) werd het Turkse voetbal gedomineerd door De Grote Drie. Jaren achter elkaar werden Fenerbahçe, Galatasaray en Besiktas JK kampioen van Turkije. Geen enkele andere ploeg leek er wat aan te kunnen doen tot in 1978 Trabzonspor kampioen werd. De ploeg uit Trabzon werd hierna tot 1985 steeds eerste of tweede. De laatste jaren spreekt men echter weer van De Grote Drie omdat het alweer ruim 24 jaar geleden is dat Trabzonspor kampioen van de Süper Lig werd. Fenerbahçe en Galatasaray hebben momenteel de meeste kampioenschappen achter hun naam staan. Galatasaray is recordhouder door 22 keer kampioen te worden, Fenerbahçe werd 18 maal kampioen, Beşiktaş 11 maal en Trabzonspor eindigde 6 maal op de eerste plaats. Omdat Fenerbahçe en Galatasaray wat meer kampioenschappen hebben behaald dan Beşiktaş, zijn de derby's tussen deze twee clubs net wat specialer. De relatie tussen de twee clubs wordt beschreven als Ezeli Rakip, Ebedi Dost (Eeuwige Tegenstander, Vriend voor Altijd) en Zıt Kardeşler (Tegengestelde Broeders). Fenerbahçe (18) en Galatasaray (19) werden het vaakst kampioen van Turkije. In onderlinge resultaten heeft Fenerbahçe vaker gewonnen van Galatasaray dan andersom. Ook heeft de geel-blauwe club vaker gescoord tegen de aartsrivaal. Sinds de oprichting van Fenerbahçe hebben de twee clubs (op 24 oktober 2010) 366 keer tegen elkaar gevoetbald. Fenerbahçe won 139 keer, Galatasaray won 116 keer, en 111 keer werd gelijk gespeeld. In de Süper Lig hebben de twee clubs 106 wedstrijden gespeeld. Ook hier heeft Fenerbahçe meer wedstrijden gewonnen dan verloren: 43 keer gewonnen, 29 keer verloren en 33 keer gelijk gespeeld. Hierbij heeft Fenerbahçe 136 keer gescoord en Galatasaray 102 keer. Alle wedstrijden meegerekend, heeft de Fener 512 keer gescoord, waarop Cim Bom 463 keer een antwoord heeft gegeven. Iemand wordt pas echt een Fenerbahçe-speler genoemd, als deze speler tegen de aartsrivaal Galatasaray heeft gescoord. Ook zal de 6-0-overwinning tegen Galatasaray op 6 november 2002 nooit vergeten worden. Tussen Fenerbahçe en Beşiktaş zijn er in totaal 327 wedstrijden gespeeld, Fenerbahçe won 122 maal en Beşiktaş 120 keer, 85 keer werd er gelijk gespeeld. Fenerbahçe scoorde totaal 442 doelpunten en Beşiktaş 413. Ook als men alleen de Lig wedstrijden meetelt heeft Fenerbahçe het meest gewonnen namelijk 38 wedstrijden en Besiktas 35 wedstrijden, 34 keer werd er gelijk gespeeld. Beşiktaş scoorde in de Lig wedstrijden in totaal 115 maal en Fenerbahçe 107 maal. Enkele statistieken van De Grote Drie en Trabzonspor zijn: In de Süper Lig werd Fenerbahçe 18 maal de club met de meeste overwinningen in één seizoen. (Galatasaray 20 keer, Beşiktaş 13 keer, Trabzonspor 6 keer) In de Süper Lig werd Fenerbahçe 23 maal de minst verliezende club in één seizoen. (Galatasaray 17, Beşiktaş 11 keer, Trabzonspor 7 keer) In de Süper Lig werd Fenerbahçe 22 maal de meest scorende club in één seizoen. (Galatasaray 16 keer, Beşiktaş 6 keer, Trabzonspor 4 keer) In de Süper Lig had Fenerbahçe 14 maal de minst gepasseerde verdediging in één seizoen. (Beşiktaş 13 keer, Galatasaray 12 keer, Trabzonspor 11) Fenerbahçe is met 34 keer de club die het meest eerste of tweede is geworden in de Süper Lig. (Galatasaray 27 keer, Beşiktaş 23 keer, Trabzonspor 13 keer) Fenerbahçe is de enige club die het landskampioenschap (tweemaal zelfs) op de laatste wedstrijd van de competitie heeft verloren (2006 en 2010). Het meest toevallige is dat dit beide gebeurd is met Cristoph Daum als trainer. * De finalewedstrijden van 1959 zijn hierbij opgenomen in de statistieken, en van het seizoen 1962/63 is alleen rekening gehouden met de uiteindelijke classificatie in de Play-Off-groep. Fenerbahçe SK in Europa Fenerbahçe SK speelt sinds 1959 in diverse Europese competities. Hieronder staan de competities en in welke seizoenen de club deelnam: Champions League (15x) 1996/97, 2001/02, 2002/03, 2004/05, 2005/06, 2006/07, 2007/08, 2008/09, 2010/11, 2012/13, 2013/14, 2015/16, 2016/17, 2018/19, 2022/23 Europacup I (12x) 1959/60, 1961/62, 1964/65, 1965/66, 1968/69, 1970/71, 1974/75, 1975/76, 1978/79, 1983/84, 1985/86, 1989/90 Europa League (9x) 2009/10, 2010/11, 2012/13, 2015/16, 2016/17, 2017/18, 2018/19, 2021/22, 2022/23 Europa Conference League (2x) 2021/22, 2023/24 Europacup II (2x) 1963/64, 1979/80 UEFA Cup (17x) 1971/72, 1972/73, 1973/74, 1976/77, 1977/78, 1980/81, 1984/85, 1990/91, 1992/93, 1994/95, 1995/96, 1997/98, 1998/99, 1999/00, 2002/03, 2004/05, 2006/07 Topscorers Meest opgesteld Bekende spelers Turken Serhat Akın Fatih Akyel Cihat Arman Deniz Barış Serkan Balcı Can Bartu Emre Belözoğlu Ali Bilgin Uğur Boral Erol Bulut Yasin Çakmak Oğuz Çetin Kâzım Kâzım Emre Aşık Rıdvan Dilmen Mustafa Doğan Abdullah Ercan Gökhan Gönül Gürhan Gürsoy Murat Hacıoğlu Aykut Kocaman Lefter Selçuk Şahin Tuncay Şanlı Servet Çetin Kemalettin Şentürk Semih Şentürk Yusuf Şimşek Mehmet Topuz Önder Turacı Tümer Metin Ümit Özat Rüştü Reçber Zeki Rıza Sporel Ogün Temizkanoğlu Cemil Turan Bülent Uygun Sergen Yalçın Mehmet Yozgatlı Selçuk Yula Argentijnen Ariel Ortega Bosniërs Elvir Baljić Elvir Bolić Demir Hotić Brazilianen Gérson Caçapa Fábio Luciano Marco Aurélio Roberto Carlos Mert Nobre André Santos Alex de Souza Deivid de Souza Edu Dracena Washington Matheus Paraná Bulgaren Emil Kostadinov Stanimir Stoilov Chilenen Claudio Maldonado Denen Jes Høgh Simon Kjær Henrik Nielsen Brian Steen Nielsen Frank Pingel Duitsers Harald Schumacher Robert Enke Andreas Wagenhaus Fransen Nicolas Anelka Mathieu Valbuena Ghanezen Stephen Appiah Samuel Johnson Yaw Preko Guinees Souleymane Oulare Iraniërs Hossein Sadaghiani Israëliërs Haim Revivo Kroaten Milan Rapaić Stjepan Tomas Marokkanen Aatif Chahechouhe Nabil Dirar Nederlanders Pierre van Hooijdonk Dirk Kuijt Vincent Janssen Jeremain Lens Robin van Persie Gregory van der Wiel Nigerianen Emmanuel Emenike Uche Okechukwu Augustine Okocha Joseph Yobo Oekraïners Serhij Rebrov Polen Czesław Jakołcewicz Piotr Soczyński Portugezen Bruno Alves Raul Meireles Nani Dimas Teixeira Roemenen Sabin Ilie Ilie Datcu Ion Nunweiller Viorel Moldovan Mircea Sasu Russen Vladimir Bestsjastnych Roman Neustädter Senegalezen Abdoulaye Ba Issiar Dia Mamadou Niang Slovenen Džoni Novak Slowaken Miroslav Stoch Martin Škrtel Spanjaarden Daniel Güiza Josico Verdú Serviërs Radomir Antić Mateja Kežman Miloš Krasić Lazar Marković Zoran Mirković Miroslav Stević Dušan Tadić Uruguayanen Diego Lugano Zuid-Afrikanen John Moshoeu Zweden Kennet Andersson Zwitsers Murat Yakin Reto Ziegler Andere sporttakken Basketbal De een na grootste tak van Fenerbahçe is hun basketbalteam. Voorheen was het herenteam succesvol te noemen (in 11 jaar tijd werd men 7 keer kampioen van Istanbul), maar sinds de oprichting van de Türkiye Basketbol Ligi is men slechts twee keer kampioen van Turkije geworden. Met het damesteam gaat het stukken beter: sinds 1999 zijn de basketbalsters vijf maal kampioen geworden. In zomer 2006 fuseerde de basketbaltak van Fenerbahçe met Ülkerspor. Sindsdien heet het basketbalteam Fenerbahçe Ülker. Ülkerspor werd in 1995, 1998, 2001 en 2006 kampioen van de hoogste Turkse basketbaldivisie. Alle spelers van Ülkerspor die daar nog een lopend contract hadden, werden spelers van Fenerbahçe Ülker. Het herenteam van Fenerbahçe... werd kampioen van Turkije in: 1991, 2007, 2008, 2010 won de Turkse Beker in: 1967, 2010 won de Turkse Federatie Cup in: 1954, 1958, 1959, 1960, 1961 won de Turkse Super Cup in: 1990, 1991, 1994 werd kampioen van Istanbul in: 1955, 1956, 1957, 1963, 1964, 1965, 1966 Het damesteam van Fenerbahçe... werd kampioen van Turkije in: 1999, 2002, 2004, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010 won de Turkse Beker in: 1999, 2000, 2001, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 won de Turkse Super Cup in: 1999, 2000, 2001, 2004, 2005 werd verliezend FIBA Eurocup finalist in: 2005 Volleybal Een andere populaire tak van Fenerbahçe is de volleybalbranche. Hier zijn de vrouwen succesvoller dan de mannen. Het vrouwenteam is tien keer kampioen van Turkije geworden, terwijl het mannenteam twee keer kampioen van Turkije werd. Supportersverenigingen Genç Fenerbahçeliler (GFB) werd in 1998 opgericht, maar de wortels gaan terug naar de jaren 80 toen Fenerbahçe ook al bekendstond om zijn fanatieke supporters. Fenerbahçe heeft verder supportersverenigingen over de hele wereld. Zie ook Lijst van spelers van Fenerbahçe Lijst van basketballers van Fenerbahçe sC Fenerbahçe Externe links Officiële website Fenerbahçe Ülker Turkse omnisportvereniging
Met Üç Büyükler (Turks voor 'De Grote Drie') worden in Turkije de drie grootste clubs uit Istanbul bedoeld. Het gaat hierbij om Beşiktaş JK, Galatasaray SK en Fenerbahçe. Aanvankelijk (van 1959 tot 1978) werd het Turkse voetbal gedomineerd door De Grote Drie. Jaren achter elkaar werden Fenerbahçe, Galatasaray en Besiktas JK kampioen van Turkije. Geen enkele andere ploeg leek er wat aan te kunnen doen tot in 1978 Trabzonspor kampioen werd. De ploeg uit Trabzon werd hierna tot 1985 steeds eerste of tweede. De laatste jaren spreekt men echter weer van De Grote Drie omdat het alweer ruim 24 jaar geleden is dat Trabzonspor kampioen van de Süper Lig werd. Fenerbahçe en Galatasaray hebben momenteel de meeste kampioenschappen achter hun naam staan. Galatasaray is recordhouder door 22 keer kampioen te worden, Fenerbahçe werd 18 maal kampioen, Beşiktaş 11 maal en Trabzonspor eindigde 6 maal op de eerste plaats.
6
overwinning, zege, kampioen
11,506
ItemList
5379807
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20Vlaamse%20ministers%20van%20Onroerend%20Erfgoed
Lijst van Vlaamse ministers van Onroerend Erfgoed
Dit is een lijst van ministers van Onroerend Erfgoed in de Vlaamse regering. Lijst Tijdlijn Zie ook Lijst van Brusselse ministers van Monumenten en Landschappen Lijst van Waalse ministers van Erfgoed Lijst van ministers van Monumentenbescherming van de Duitstalige Gemeenschap Onroerend Erfgoed Onroerend erfgoed in Vlaanderen
Zie ook Lijst van Brusselse ministers van Monumenten en Landschappen Lijst van Waalse ministers van Erfgoed Lijst van ministers van Monumentenbescherming van de Duitstalige Gemeenschap
3
lijst, ranglijst, overzicht
3,062
FindAction
5426896
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vincent%20Karremans
Vincent Karremans
Vincent Pieter Geert Karremans ('s-Gravenhage, 12 november 1986) is een Nederlandse ondernemer, bestuurder en VVD-politicus. Sinds 2 september 2021 is hij wethouder van Rotterdam. Carrière Karremans ging van 1999 tot 2005 naar het gymnasium op het Rijnlands Lyceum Wassenaar. Hij studeerde van 2005 tot 2012 Financial Economics (cum laude) en van 2005 tot 2013 Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In zijn studietijd richtte hij met anderen het bedrijf Magnet.me op, dat werkzoekenden en bedrijven met elkaar in contact brengt. In 2017 deed hij mee aan het televisieprogramma What's the right thing to do? van de omroep HUMAN. Politiek Karremans was tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 lijsttrekker voor de VVD in Rotterdam. Onder zijn leiding behaalde de partij 5 zetels (10,68%) en werd daarmee de tweede partij van de stad, achter Leefbaar Rotterdam (11 zetels, 20,50%). Hoewel zijn partij met twee wethouders toetrad tot het college van b&w nam Karremans plaats in de gemeenteraad. Als fractievoorzitter werd hij verkozen tot Beste Politicus van Rotterdam in 2018. In juli 2021 werd Karremans voorgedragen als opvolger van wethouder en locoburgemeester Bert Wijbenga (Handhaving, buitenruimte, integratie en samenleven) die per september 2021 burgemeester zou worden van Vlaardingen. Door het aannemen van deze functie moest hij zijn werkzaamheden voor Magnet.me neerleggen. Op 2 september van dat jaar werd hij benoemd tot wethouder. In oktober 2021 werd Karremans opnieuw voorgedragen tot lijsttrekker van de VVD voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 in Rotterdam. Op 30 maart 2022 werd hij opnieuw beëdigd als gemeenteraadslid in Rotterdam. Op 16 juni van dat jaar werd hij opnieuw beëdigd als wethouder van Rotterdam en heeft hij in zijn portefeuille Handhaving, Buitenruimte en Mobiliteit. Zijn plek in de gemeenteraad werd door een ander ingevuld. Robert Simons nam zijn plek in als locoburgemeester. VVD-politicus Gemeenteraadslid van Rotterdam Wethouder van Rotterdam
Carrière Karremans ging van 1999 tot 2005 naar het gymnasium op het Rijnlands Lyceum Wassenaar. Hij studeerde van 2005 tot 2012 Financial Economics (cum laude) en van 2005 tot 2013 Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In zijn studietijd richtte hij met anderen het bedrijf Magnet.me op, dat werkzoekenden en bedrijven met elkaar in contact brengt. In 2017 deed hij mee aan het televisieprogramma What's the right thing to do? van de omroep HUMAN.
1
vinden, zoeken, object
362
OrderAction
114606
https://nl.wikipedia.org/wiki/BMI%20%28motorfiets%29
BMI (motorfiets)
BMI was vlak voor de Tweede Wereldoorlog een Nederlands merk van clip-on motoren. BMI stond voor: Bilthovense Metaal Industrie (1934-1937). Het was een kleine Nederlandse fabriek van ingenieur Herman Beyerman, die fietsen met een 78 cc clip-on motortjes fabriceerde. Beyerman werkte als ingenieur bij Stork en kreeg daar toestemming om dit motortje te ontwikkelen. Toen het prototype klaar was zag zijn werkgever er echter geen brood in, waarna Beyerman ontslag nam en de productie zelf ter hand nam. In zijn ontslagcontract stond echter wel dat hij Stork voor elk verkocht blokje fl. 2,= schuldig was. In 1934 richtte Beyerman de Bilthovense Metaal Industrie op, in een voormalige koekfabriek aan de Rembrandtlaan. De constructiekosten van het blokje moesten binnen de perken blijven. Daarom bestonden carter, cilinder en cilinderkop uit één stuk gietijzer. Het was een kop/zijklepmotor, waarvan de inlaatklep als snuffelklep was uitgevoerd. Boring en slag bedroegen 45 x 50 mm, waardoor de cilinderinhoud op 80 cc kwam. Het blokje kon ca. 2.000 toeren draaien. Er was een total loss smeersysteem toegepast: elke 10 kilometer moest de bestuurder de oliepomp uittrekken om wat olie in het blokje te spuiten. De blokjes werden los verkocht via rijwielhandelaren. Op een fiets gemonteerd was een topsnelheid van ca. 40 km/h haalbaar, terwijl het verbruik slechts 1:70 bedroeg. Al snel bleek dat het blokje niet alleen als hulpmotor voor fietsen te gebruiken was: het werd toegepast als aandrijving voor invalidenvoertuigjes, voor werkkarretjes bij de Nederlandse Spoorwegen en als buitenboordmotor. Een scharensliep ontdekte dat het vliegwiel geschikt was voor de aandrijving van een slijpsteen die op de bovenste stang van het fietsframe bevestigd was. Het blokje woog twaalf kilo en werd verkocht voor 95 gulden. Wie niet zelf wilde sleutelen kon door 60 gulden méér te betalen een complete gemotoriseerde fiets bestellen. Dan bouwde BMI het blokje in een Burgers-ENR fietsframe of een frame van de firma Senders, die ook aan de Rembrandtlaan in Bilthoven gevestigd was. Een commercieel succes werd de BMI motor echter niet. Feitelijk was het motortje bij zijn introductie al verouderd, terwijl bijvoorbeeld een 98 cc DKW Onder-de-zestiger slechts 60 gulden méér kostte. In 1936 werd het bedrijf verkocht aan een handelsonderneming, die echter in 1937 de stekker eruit trok. Beyerman had nog wel geprobeerd een complete motorfiets voor de onder-de-zestiger klasse te produceren, maar het bleef bij een prototype. De verkoopslogan van BMI was Bouw zelf een Motor In. Nederlands historisch motorfietsmerk Inbouwmotormerk
De constructiekosten van het blokje moesten binnen de perken blijven. Daarom bestonden carter, cilinder en cilinderkop uit één stuk gietijzer. Het was een kop/zijklepmotor, waarvan de inlaatklep als snuffelklep was uitgevoerd. Boring en slag bedroegen 45 x 50 mm, waardoor de cilinderinhoud op 80 cc kwam. Het blokje kon ca. 2.000 toeren draaien. Er was een total loss smeersysteem toegepast: elke 10 kilometer moest de bestuurder de oliepomp uittrekken om wat olie in het blokje te spuiten. De blokjes werden los verkocht via rijwielhandelaren. Op een fiets gemonteerd was een topsnelheid van ca. 40 km/h haalbaar, terwijl het verbruik slechts 1:70 bedroeg. Al snel bleek dat het blokje niet alleen als hulpmotor voor fietsen te gebruiken was: het werd toegepast als aandrijving voor invalidenvoertuigjes, voor werkkarretjes bij de Nederlandse Spoorwegen en als buitenboordmotor. Een scharensliep ontdekte dat het vliegwiel geschikt was voor de aandrijving van een slijpsteen die op de bovenste stang van het fietsframe bevestigd was. Het blokje woog twaalf kilo en werd verkocht voor 95 gulden. Wie niet zelf wilde sleutelen kon door 60 gulden méér te betalen een complete gemotoriseerde fiets bestellen. Dan bouwde BMI het blokje in een Burgers-ENR fietsframe of een frame van de firma Senders, die ook aan de Rembrandtlaan in Bilthoven gevestigd was.
1
bestellen, orderen, leveringsmethode
10,305
MiddleSchool
668140
https://nl.wikipedia.org/wiki/Piter%20Jelles%20%28scholengemeenschap%29
Piter Jelles (scholengemeenschap)
Piter Jelles is een openbare scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs met tien scholen in de provincie Friesland. Naast Leeuwarden zijn er ook scholen van Piter Jelles in Kollum en Dokkum. Scholen Scholen in Leeuwarden Leeuwarder Lyceum De Brêge De Dyk Stedelijk Gymnasium Montessori High School Ynsicht ISK !mpulse Scholen buiten Leeuwarden !mpulse - Kollum Dalton - Dokkum Openbare school in Nederland School in het voortgezet onderwijs in Nederland School in Noardeast-Fryslân School in Leeuwarden School in Friesland School in Waadhoeke
Piter Jelles is een openbare scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs met tien scholen in de provincie Friesland.
1
middelbare school, voortgezet onderwijs, junior high
9,876
SpreadsheetDigitalDocument
64656
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europees%20Computer%20Rijbewijs
Europees Computer Rijbewijs
Het Europees Computer Rijbewijs, (Engelse term: The European Computer Driving Licence (ECDL) of The International Computer Driving Licence (ICDL)) is een diploma voor de basiscomputervaardigheden. Dit rijbewijs is min of meer vergelijkbaar met een autorijbewijs, maar dan voor computers. ECDL/ICDL wordt uitgegeven door de in Dublin (Ierland) gevestigde ECDL Foundation, een non-profitinstelling. ECDL is de naam die in Europa gebruikt wordt, terwijl de naam ICDL gebruikt wordt in de rest van de wereld. De leergang omvat een aantal examens op verschillende niveaus voor essentiële onderdelen van informatietechnologie, zoals besturingssystemen, kantoortoepassingen zoals tekstverwerkers, spreadsheets, databases, internet en e-mail. De missie van de organisatie is om bij de bevolking in de gehele wereld het niveau te verhogen van vaardigheid in het gebruiken van personal computers en veelgebruikte computertoepassingen en ook van de kennis over informatietechnologie. De bedoeling is om ECDL/ICDL verder te ontwikkelen, te verbreiden en te promoten als een wereldwijd erkend ICT-certificeringprogramma dat mensen voorbereidt op participatie in de informatiemaatschappij. ECDL Foundation streeft naar samenwerking met professionele ICT-organisaties wereldwijd, die op hun beurt ECDL in hun regio kunnen aanbieden. ECDL is begonnen in 1996. In januari 2012 hadden al meer dan 12 miljoen mensen uit 146 landen aan het programma deelgenomen. ECDL/ICDL is inmiddels beschikbaar in 48 talen. Het standaard ECDL-examen is bedoeld voor iedereen die regelmatig een computer gebruikt. Het toetst voornamelijk praktische vaardigheden. Beschikbaar lesmateriaal van verscheidene uitgevers wordt officieel goedgekeurd voor het kan worden verkocht, wat wil zeggen dat ECDL heeft vastgesteld dat alle onderwerpen die in de examens voorkomen in het lesmateriaal worden behandeld. Er is een groot en groeiend aantal versies van het examen, aangepast aan de softwareproducten die door grote groepen kandidaten wordt gebruikt, zodat bijna iedereen het examen kan afleggen in een vertrouwde softwareomgeving. Op dit moment is het lesmateriaal en het officiële examen in Nederland en België gericht op MS Office, MS Windows en Internet Explorer. Deze eenzijdigheid is onderwerp van kritiek op ECDL. Het is echter een rechtstreeks gevolg van het feit dat het aantal gebruikers van andere besturingssystemen (bijvoorbeeld Linux) en kantoortoepassingen (OpenOffice.org, Corel Suite), dat behoefte heeft aan ECDL, buitengewoon klein is. De web-gebaseerde examens zijn op basis en Advanced niveau. ECDL Advanced is zoals de naam al zegt, ECDL voor gevorderden. Er zijn 8 modules: o.a. Tekstverwerking, Spreadsheets, Databases, Presentaties en Digi-veiligheid. Daarnaast is er een typeexamen en is door ECDL Nederland een typenorm vastgesteld. Naast de examens zijn er ook diagnoses beschikbaar. De diagnoses meten de mate van vaardig zijn. De examens bewijzen. Als 4 modules zijn gehaald dan krijgen kandidaten een officieel internationaal certificaat en kunnen bewijzen digi-vaardig te zijn. Externe links ECDL Nederland ECDL België ECDL Foundation Diploma Schoolvak Computer
ECDL/ICDL wordt uitgegeven door de in Dublin (Ierland) gevestigde ECDL Foundation, een non-profitinstelling. ECDL is de naam die in Europa gebruikt wordt, terwijl de naam ICDL gebruikt wordt in de rest van de wereld. De leergang omvat een aantal examens op verschillende niveaus voor essentiële onderdelen van informatietechnologie, zoals besturingssystemen, kantoortoepassingen zoals tekstverwerkers, spreadsheets, databases, internet en e-mail.
1
spreadsheet, werkblad, Excel-bestand
7,247
OrganizationRole
12976
https://nl.wikipedia.org/wiki/Raad%20van%20bestuur
Raad van bestuur
De raad van bestuur (RvB, maar nu bestuursorgaan) is het hoogste leidinggevende orgaan van een op winst gerichte organisatie (bijvoorbeeld een besloten vennootschap of een naamloze vennootschap) of van een non-profitorganisatie (bijvoorbeeld een museum, een bibliotheek of een vereniging zonder winstoogmerk). Een raad van bestuur is belast met de strategische leiding van de onderneming en wordt voorgezeten door een bestuursvoorzitter. One- of two-tier Board In Nederland legt de raad van bestuur verantwoording af aan een raad van commissarissen (RvC), een raad van toezicht of een algemene vergadering van aandeelhouders. Deze splitsing van functies in twee organen wordt in het jargon een two-tier Board genoemd. In het rechtssystemen van het Angelsaksisch model is de Board of Directors één orgaan waarin de leiding van de rechtspersoon in handen is van uitvoerende bestuurders, Executive Directors, en het toezicht op de leiding door niet uitvoerende bestuurders, Non-Executive Directors, verenigd zijn. De Board of Directors wordt in het jargon daarom een one-tier Board genoemd. Nederland In Nederland is per 1 januari 2013 de Wet bestuur en toezicht van kracht geworden. Deze wet maakt het voor Nederlandse vennootschappen mogelijk het monistische bestuursmodel van de one-tier Board te introduceren als een alternatief voor het dualistische bestuursmodel van de two-tier Board. Dit nieuwe regime bracht overigens geen fundamentele wijzigingen teweeg. Elke bestuurder blijft verantwoordelijk voor de taakvervulling door het hele bestuur en is in principe voor het geheel aansprakelijk in geval van onbehoorlijk bestuur. De wet gaat ervan uit dat de statuten de taakverdeling over uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders regelt. Hierbij geldt wel dat bepaalde taken die onder het huidige regime al exclusief toekomen aan de RvC – zoals het toezicht op en de vaststelling van de bezoldiging van (uitvoerende) bestuurders – in geval van een one-tier board niet aan de uitvoerende bestuurders kunnen worden toebedeeld. De benoeming van uitvoerende bestuurders en niet uitvoerende bestuurders geschiedt door de algemene vergadering van aandeelhouders, tenzij op de vennootschap het volledige structuurregime van toepassing is. België In België werd de vermelding 'raad van bestuur' tot 2018 gebruikt. Met het (Europees) harmoniseren van de wetboeken voor ondernemingen, organisaties, stichtingen en aanverwante structuren werd tevens de benaming aangepast naar bestuursorgaan. Verantwoordelijkheden Het bestuursorgaan heeft de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de organisatie. Het kan daarop door zowel de aandeelhouders als de commissarissen (niet-uitvoerend directeur, onafhankelijk bestuurder) worden aangesproken. Daarnaast zal de bestuursorgaan, wanneer de onderneming negatief in het nieuws komt, de volle kritiek krijgen en eventueel zijn positie moeten verlaten. De leden van het bestuursorgaan kunnen in een aantal gevallen zelfs (privé) aansprakelijk worden gesteld, wanneer zij zich bijvoorbeeld aan wanbeleid schuldig maken of de organisatie door hun schuld failliet of anderszins te gronde gaat. Externe link Overzicht van raden van bestuur van belangrijke Nederlandse en aan de Nederlandse beurs genoteerde bedrijven Bestuursorgaan
Nederland In Nederland is per 1 januari 2013 de Wet bestuur en toezicht van kracht geworden. Deze wet maakt het voor Nederlandse vennootschappen mogelijk het monistische bestuursmodel van de one-tier Board te introduceren als een alternatief voor het dualistische bestuursmodel van de two-tier Board. Dit nieuwe regime bracht overigens geen fundamentele wijzigingen teweeg. Elke bestuurder blijft verantwoordelijk voor de taakvervulling door het hele bestuur en is in principe voor het geheel aansprakelijk in geval van onbehoorlijk bestuur.
1
rolomschrijving, taakvervulling, organisatorische verantwoordelijkheid
1,976
HomeAndConstructionBusiness
1562697
https://nl.wikipedia.org/wiki/Watertoren%20%28Leerdam%201929%29
Watertoren (Leerdam 1929)
De derde watertoren in de Nederlandse stad Leerdam is ontworpen door bouwbedrijf Visser & Smit en is gebouwd in 1929. Deze toren heeft een hoogte van 50,25 meter en een waterreservoir van 500 m³. Sinds mei 2009 is hij niet meer in gebruik. Begin 2012 werd de watertoren in opdracht van eigenaar Oasen middels een beperkte inschrijving verkocht door erfgoedmakelaar De Landerije. In het plan zou de toren gesloopt worden om huizenbouw mogelijk te maken. Dit riep bezwaren op bij onder andere de gemeente Leerdam. De gemeente weigerde een vergunning voor de woningbouw af te geven waardoor de sloop van de toren zinloos werd. De gemeenteraad nam tevens een motie aan om de watertoren tot monument te verklaren. De aankoop werd toebedeeld aan een tweede koper die, na uitgebreid overleg met omwonenden, de toren in 2018 herontwikkelde tot enkele kantoren en twee luxe appartementen. Foto's Zie ook Watertoren (Leerdam 1900) gebouwd in 1900, voor 1930 gesloopt Watertoren (Leerdam 1912) gebouwd in 1912, gesloopt in 1930 Leerdam 1929 Bouwwerk in Leerdam
De derde watertoren in de Nederlandse stad Leerdam is ontworpen door bouwbedrijf Visser & Smit en is gebouwd in 1929. Deze toren heeft een hoogte van 50,25 meter en een waterreservoir van 500 m³. Sinds mei 2009 is hij niet meer in gebruik.
1
bouwbedrijf, woningbouw, constructiebedrijf
1,077
StructuredValue
4819425
https://nl.wikipedia.org/wiki/Intergemeentelijke%20samenwerking
Intergemeentelijke samenwerking
Intergemeentelijke samenwerking is een generieke term voor het gemeenschappelijk leveren van publieke diensten door meerdere gemeenten. De samenwerkende gemeentes zijn meestal (maar niet altijd) buurgemeenten. Men kan spreken over intergemeentelijke samenwerking wanneer twee of meer gemeenten samenwerken om een publieke dienst te leveren. Omdat gemeentelijke fusies soms falen vanwege politieke tegenstand, kan intergemeentelijke samenwerking een manier zijn om publieke diensten effectief en efficiënt te houden zonder te hoeven fuseren. Echter kan intergemeentelijke samenwerking vaak falen wanneer coördinatieproblemen tussen gemeenten in sturing en regulering niet kunnen worden opgelost. Voor- en nadelen Voordelen Intergemeentelijke samenwerking wordt gebruikt om efficiëntie en effectiviteit in publieke dienstverlening te vergroten. Het gezamenlijk financieren en voeren van deze diensten kan de kosten verlagen en schaaleconomie toestaan, wat in kleinere gemeenten erg belangrijk is. Samenwerking kan ook kapitaalinjecties toestaan die anders onbetaalbaar zouden zijn. Een groot voordeel in Europa is dat de Europese Unie prikkels geeft voor gemeentelijke partnerships. Nadelen De belangrijkste barrière voor intergemeentelijke samenwerking is een gebrek aan vertrouwen of coördinatie tussen de partners. Als deze niet kunnen worden overbrugd, zal intergemeentelijke samenwerking vaak falen. Politici en burgers kunnen (terecht) bang zijn om controle over de dienst te verliezen. Naast het gebrek aan vertrouwen, kan de vaak complexe structuur van intergemeentelijke samenwerking een barrière zijn. Burgers kunnen ook vrezen dat samenwerking een stap is richting een gemeentelijke fusie. Geschiedenis Samenwerking tussen gemeenten is een vrij nieuw fenomeen. Een historisch voorbeeld ervan waren de Hanzesteden, geïnstitutionaliseerd door Noord-Europese gemeenten, die van de dertiende tot de zeventiende eeuw in stand bleven. Na de Industriële Revolutie, toen steden explosieve bevolkingsgroei doormaakten en de eisen aan publieke diensten werden aangesterkt, werd intergemeentelijke samenwerking steeds meer populair. Hoewel samenwerking oorspronkelijk vrijwillig was, werd het vanaf het begin van de twintigste eeuw steeds meer in de wet vastgelegd. Vlaanderen In Vlaanderen bepaalt het Decreet Lokaal Bestuur (dat vanaf 2019 het decreet intergemeentelijke samenwerking van 2001 vervangt) de volgende vormen van intergemeentelijke samenwerking: Interlokale vereniging (IV): zonder rechtspersoonlijkheid De projectvereniging (PV): maximaal zes jaar, maar verlengbaar De dienstverlenende vereniging (DV): voor een welbepaalde duurtijd, maximaal 18 jaar De opdrachthoudende vereniging (OV) De opdrachthoudende vereniging met private deelname (OVP) Op 1 februari 2023 werden de 15 bestuursregio’s vastgelegd. Zie ook Intercommunale Arrondissement Wet gemeenschappelijke regelingen Regional service board
Voor- en nadelen Voordelen Intergemeentelijke samenwerking wordt gebruikt om efficiëntie en effectiviteit in publieke dienstverlening te vergroten. Het gezamenlijk financieren en voeren van deze diensten kan de kosten verlagen en schaaleconomie toestaan, wat in kleinere gemeenten erg belangrijk is. Samenwerking kan ook kapitaalinjecties toestaan die anders onbetaalbaar zouden zijn. Een groot voordeel in Europa is dat de Europese Unie prikkels geeft voor gemeentelijke partnerships. Nadelen De belangrijkste barrière voor intergemeentelijke samenwerking is een gebrek aan vertrouwen of coördinatie tussen de partners. Als deze niet kunnen worden overbrugd, zal intergemeentelijke samenwerking vaak falen. Politici en burgers kunnen (terecht) bang zijn om controle over de dienst te verliezen. Naast het gebrek aan vertrouwen, kan de vaak complexe structuur van intergemeentelijke samenwerking een barrière zijn. Burgers kunnen ook vrezen dat samenwerking een stap is richting een gemeentelijke fusie.
1
gestructureerde waarde, complexe structuur, eigenschapswaarde
10,093
ComputerLanguage
5711761
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maclisp
Maclisp
Maclisp (soms ook geschreven als MACLISP, MacLisp of MacLISP) is een dialect van de programmeertaal Lisp dat in 1966 ontwikkeld werd aan het MIT als onderdeel van Project MAC. Er waren implementaties voor de PDP-6, PDP-10 en voor het Multics-besturingssysteem. Maclisp was de basis voor vele andere Lisp-dialecten, zoals ZetaLisp en S-1 Lisp. De resulterende taalvarianten waren echter niet compatibel met elkaar, daarom werd in 1981 een gemeenschappelijke specificatie voor een opvolger van Maclisp en zijn varianten opgesteld. Het resultaat van dit werk is het Lisp-dialect Common Lisp, waarvan de ANSI-standaard in 1994 werd gepubliceerd. Een aantal bekende programma's werden oorspronkelijk in Maclisp geschreven, waaronder het computeralgebrasysteem Macsyma, een implementatie van de Emacs-editor genaamd Multics Emacs en het taalanalyseprogramma SHRDLU. Maclisp is genoemd naar Project MAC en heeft niets te maken met de Macintosh (Mac)-computer van Apple, die tientallen jaren later ontwikkeld werd. De verschillende Lisp-systemen voor de Macintosh hebben geen bijzondere gelijkenis met Maclisp. Externe link Functionele programmeertaal
Maclisp (soms ook geschreven als MACLISP, MacLisp of MacLISP) is een dialect van de programmeertaal Lisp dat in 1966 ontwikkeld werd aan het MIT als onderdeel van Project MAC. Er waren implementaties voor de PDP-6, PDP-10 en voor het Multics-besturingssysteem.
1
programmeertaal, computertaal, codetaal
1,192
AssignAction
1705312
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zendgroep%20BI-Radiodienst
Zendgroep BI-Radiodienst
De Zendgroep BI-Radiodienst was een zendgroep die door agenten van het Bureau Inlichtingen (BI) in bezet Nederland was opgericht. Typering De agenten die van de zendgroep deel uitmaakten waren organisators en radiotelegrafisten. De organisators hadden de taak om het Nederlands verzet te coördineren en een basis te leggen voor de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten waarin in een later stadium van de oorlog de verzetsorganisaties; de Ordedienst (OD), de Raad van Verzet (RVV) en de Landelijke Knokploegen (LKP) zouden worden geïntegreerd. De radiotelegrafisten verzorgden het radiocontact tussen de RVV en het BI en de Nederlandse regering in Londen. De zendgroep werd ondersteund door marconisten van de Radiodienst van de Raad van Verzet. In de periode van 11 januari tot en met 8 mei 1944 werden door het BI zeven agenten ten behoeve van de Zendgroep BI-Radiodienst boven bezet Nederland geparachuteerd. De agenten hielden zich voornamelijk bezig met het verzamelen van militaire en economische inlichtingen. Inlichtingen die door de inlichtingendienst van de RVV werden aangeleverd. De Zendgroep was operationeel van januari tot en met december 1944. Van de zeven agenten werden er vijf door de Sicherheitsdienst (SD) gearresteerd en kwamen er vijf om het leven. De voorgeschiedenis Naarmate de illegale organisaties in omvang toenamen nam het aantal onderduikers ook evenredig toe. In de praktijk betekende dit dat er fondsen en middelen nodig waren om deze onderduikers te kunnen onderhouden. Er waren diverse hulporganisaties die zich het lot van de onderduikers hadden aangetrokken. Zo waren er de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en het Nationaal Steun Fonds (NSF). Door diverse agenten van de Zendgroep Barbara zoals; Garrelt van Borssum Buisman (1915-1991), Willem Jan Hubertus Schreinemachers (1910-1987) en Otto Martin Wiedemann (1915-2000), was al menig keer bij de regering om financiering van de hulporganisaties gevraagd. Met Jan Marginus Somer het hoofd van het BI in Londen was hier uitvoerig over gesproken. Somer had op zijn beurt de Nederlandse regering in Londen geïnformeerd. Om meerdere redenen had er tot 1943 door de Nederlandse regering in Londen nog steeds geen financiële steun aan of financiering van de hulporganisaties plaatsgevonden. De complicatie was dat de beide hulporganisaties over de taakverdeling en de prioriteit van de verdeling van de fondsen van mening verschilden. Daarnaast beschikte de Nederlandse regering in Londen over onvoldoende middelen. Door de bemiddeling van Theo Tromp werden de verschillen van mening tussen de hulporganisaties tot overeenstemming gebracht. Dit resultaat werd door de agent Wim Schreinemachers eind 1943 telegrafisch aan het BI in Londen doorgegeven. "Fiat Libertas" De agent Martin Wiedemann die in het noorden en het westen van bezet Nederland zijn werkterrein had, verzorgde voor "Fiat Libertas" het radiocontact met het BI en de Nederlandse regering in Londen. Wiedemann had al eens namens de regering tienduizend gulden aan een vertegenwoordiger van deze passeurslijn overgedragen. Maar het was een druppel op een gloeiende plaat gebleken. De organisatie "Fiat Libertas" onderhield nauwe betrekkingen met de LO en de RVV. Aangezien "Fiat Libertas" aan Wiedemann ook belangrijke militaire inlichtingen kon verstrekken, zocht hij naar Nederlandse marconisten om die als lokale telegrafisten voor de Zendgroep Barbara in te kunnen schakelen. Aldus kwam hij in Hilversum bij de Radiodienst van de actieve verzetsleider Jan Thijssen terecht. Thijssen leverde de marconisten. Thijssen was een van de oprichters van de RVV. Als tegenprestatie voor de ondersteuning van de Zendgroep Barbara kreeg de RVV door de bemiddeling van Martin Wiedemann een direct radiocontact met Londen. Thijssen zag kans om via de radiozender de Nederlandse regering in Londen te informeren over de April-meistakingen van 1943. In november 1943 vatte in Londen aldus de mening post dat de RVV kennelijk een belangrijke organisatie was. Om die reden namen de minister van Oorlog Otto Cornelis Adriaan van Lidth de Jeude en de leiding van het BI het besluit om de banden met de RVV nauw te gaan aanhalen. Andreas Wilhelmus Maria Ausems (1904-1955) Toen aan het einde van 1943 diverse keren door de agenten van de Zendgroep Barbara en de RVV telegrafisch om hulp aan de Nederlandse regering in Londen was gevraagd en de reacties waren uitgebleven besloot de RVV om in september 1943 een boodschapper naar Londen te sturen. Jan Thijssen, die op dat moment nog voor de radiodienst van de OD werkzaam was, besloot zijn vriend Andreas Wilhelmus Maria Ausems naar Engeland te sturen en aan hem "Het Verslag Ervaringen Hoofd Radiodienst" mee te geven. In het verslag stonden de doelstellingen beschreven die Thijssen met zijn Radiodienst en de RVV nastreefde. Andries Ausems bereikte via een escaperoute Madrid. In Madrid kwam hij in contact met Jan Marginus Somer van het BI. Via de bemiddeling van Somer bereikte Ausems Londen en was hij in staat om bij het BI en de Nederlandse regering in Londen de boodschap van Jan Thijssen over te brengen. Na gesprekken met Ausems nam de leiding van het BI het besluit om een groep agenten ter omvang van de Zendgroep Barbara, in januari 1944 en de daaropvolgende maanden, voor de nodige steun van de RVV en de daarbij behorende radiodienst, boven bezet Nederland te parachuteren. Minister president Pieter Sjoerds Gerbrandy vond dat de activiteiten van de illegale organisaties in Nederland dienden te worden gecoördineerd. Voor dat doel stelde hij met zijn ministers richtlijnen op. De richtlijnen waren bestemd voor het besturen van de organisaties. De richtlijnen zouden bekend worden als de "Negentien punten van Gerbrandy". De gewenste coördinatie kwam door de bemiddeling van de agenten van het BI in de loop van 1944 tot stand. Hieruit zouden de in september 1944 de Binnenlandse Strijdkrachten ontstaan. De agenten ten behoeve van de Zendgroep BI-Radiodienst De agenten die door het BI, ten behoeve van de Zendgroep BI-Radiodienst, boven bezet Nederland, werden geparachuteerd waren; Harm Steen en Sjef Adriaansen (10/11-01-1944); Andries Ausems en Jacques van Loon ( 29/2-1/3-1944); Jan Faber en Herman Leus (10/11-04-1944); Jan de Bloois (7/8-05-1944); De organisator en de leider van de zendgroep was de agent Harm Steen. Na zijn arrestatie op 2 maart 1944 werd de leiding bij de zendgroep tijdelijk overgenomen door Andries Ausems. Vanaf 11 april 1944 werd Jan Faber de leider. De agenten werden ondersteund door marconisten van de Radiodienst van de Raad van Verzet. Harm Steen (1916-1944) en Sjef Adriaansen (1919-1944) Harm Steen (1916-1944) werd in de nacht van 10 op 11 januari 1944 samen met de agent Josephus Adriaansen (1919-1944), in de omgeving van Breda, boven Noord-Brabant geparachuteerd. Harm Steen was de organisator en de leider van de Zendgroep BI-Radiodienst. Hij werkte in de functie van verbindingsofficier samen met de RVV en de daarmee samenwerkende verzetsorganisaties. Ten behoeve van het NSF had hij een speciale opdracht uit Londen meegekregen. In de functie van radiotelegrafist verzorgde hij het radiocontact tussen de RVV en het BI en de Nederlandse regering in Londen. Tijdens zijn contact met het NSF gebruikte hij de schuilnamen; Hein van Tilburg en Sedburgh. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte hij gebruik van de codenaam; Kees, Witte Beeren en Paultje. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnamen; H.J.Broekhuizen, Lange Harm en De Luit. Zijn radiozender werd uitgepeild. Op 2 maart 1944 werd hij door de SD gearresteerd. Op 5 september 1944 werd Harm Steen op de Fusilladeplaats in het Kamp Vught gefusilleerd. Sjef Adriaansen (1919-1944) was als radiotelegrafist aan Harm Steen toegevoegd. Hij zorgde voor de opvang van de agenten die ten behoeve van de Zendgroep BI-Radiodienst boven bezet gebied werden geparachuteerd. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte Adriaansen gebruik van de codenaam; Leonards, Willem Bogers en Witte Beeren. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnamen; J. Bastiaanse. Zijn radiozender werd uitgepeild. Hij werd op 14 juli 1944 gearresteerd. Op 5 september 1944 werd hij op de Fusilladeplaats in Kamp Vught gefusilleerd. Opdracht Harm Steen was de organisator en de leider van de zendgroep. Aan Steen was door de Nederlandse regering in Londen een bedrag van tien miljoen gulden in de vorm van een regeringsvolmacht meegegeven. De regeringsvolmacht was bestemd voor mr. Walraven van Hall. Van Hall was in bezet Nederland de intermediair en bindende factor tussen de hulporganisaties. Hij zou de kredietfinanciering verdelen over het NSF en de LO en de daarmee samenwerkende hulpdiensten. Daarnaast had Harm Steen in een gordel honderd dertigduizend gulden uit Londen meegekregen. Een bedrag van honderdduizend gulden was bestemd voor de RVV. De resterende dertigduizend gulden waren bestemd als kosten van levensonderhoud voor de agenten van de zendgroep. Plaats van tewerkstelling Het eerste aanloopadres dat Harm Steen en Sjef Adriaansen na hun landing bezochten was bij de “Spartanen” in Princenhage. Het aanloopadres was de rijwiel- en motorfietsenhandel van Rinus van Nunen. Het bedrijf was herkenbaar aan een uithangbord dat aan de voorpui hing. Het was een reclamebord van het merk “Sparta”. Zowel de schuilnaam van de contactpersoon als het wachtwoord om bij de familie binnen te kunnen komen was; de “Spartanen”. De tocht naar Princenhage was niet zonder risico. De brief met de kredietfinanciering van tien miljoen gulden en de gordel met daarin honderd dertigduizend gulden kon bij aanhouding tot verdenking van een bankroof leiden. Na aankomst bij de “Spartanen” in Princenhage reisde Harm Steen gelijk door naar Zaandam. In Zaandam woonde Hein Optenvelde de contactpersoon van de RVV. Vanuit Zaandam bezocht hij Walraven van Hall, in Amsterdam, de contactpersoon en intermediair tussen de verschillende hulporganisaties. Sjef Adriaansen bleef in Princenhage achter. In de molen van de molenaar Frans van der Reijt richtte Adriaansen een seinpost in. Vanuit de molen in Princenhage verzorgde hij het radiocontact tussen de RVV en het BI en de Nederlandse regering in Londen. Vanuit zijn onderduikadres bereidde hij de opvang van de agenten van de Zendgroep BI-Radiodienst voor. Toen de tijd rijp was, bracht Adriaansen de radiozendontvanger van Harm Steen naar Zaandam. Tevens werd aan Steen een zendplan en een code overhandigd waarmee Optenvelde en Steen ten behoeve van de RVV berichten naar het BI en de Nederlandse regering in Londen konden doorseinen. In de werkplaats van het radiotechnisch bedrijf van Optenvelde werd een seinpost ingericht. Optenvelde zette lokale marconisten van de radiodienst in om de zendgroep uit te bouwen. In Princenhage was de molenaar Van der Reijt Adriaansen op alle mogelijke manieren behulpzaam. In de eerste week van februari 1944 ontving Adriaansen van het BI in Londen het bericht dat bijna de gehele Zendgroep Barbara was opgerold. Alleen de agent Jan Hendrik Diesfeldt was nog over. Adriaansen dook bij de molenaar onder. Uit veiligheidsoverwegingen nam Adriaansen het besluit om zo weinig mogelijk vanuit de molen en het huis van de "Spartanen" te seinen. Hij verplaatste zijn seinpost naar een schoolgebouw in Princenhage. Daarna verplaatsten hij zich in Noord-Brabant van seinpost naar seinpost. In het voorjaar en in de zomer van 1944 richtte hij in totaal zeventien seinposten in. Sjef Adriaansen was voornamelijk werkzaam in het gebied tussen Breda, Bergen op Zoom en Rotterdam. Andreas Wilhelmus Maria Ausems (1904-1955) en Jacobus Eugène van Loon ( 1919) Andreas Wilhelmus Maria Ausems (1904-1955), werd in de nacht van 29 februari op 1 maart 1944 samen met de radiotelegrafist Jacobus Eugène van Loon (1919), in de omgeving van Rijsbergen, boven Noord-Brabant geparachuteerd. Andries Ausems was als boodschapper door Jan Thijssen met een speciale opdracht naar de Nederlandse regering in Londen gestuurd. Hij moest "Het Verslag Ervaringen Hoofd Radiodienst" bij de Nederlandse regering in Londen afgeven en toelichten. In het verslag stonden de doelstellingen beschreven die Jan Thijssen met de RVV en zijn Radiodienst nastreefde. Na zijn opleiding tot agent bij het BI werd Ausems door minister president Pieter Sjoerds Gerbrandy als regeringsvertegenwoordiger met volmachten terug naar bezet Nederland gezonden. Ausems moest de "negentien punten van Gerbrandy" bij de leiders van het Nederlands verzet afgegeven en toelichten. In deze "negentien punten" was beschreven hoe het verzet in bezet Nederland diende te worden gecoördineerd en samengebundeld. De "negentien punten van Gerbrandy" waren de basis voor de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten waarin in een later stadium van de oorlog de verzetsorganisaties; de OD, de RVV en de LKP werden geïntegreerd. Daarnaast had Ausems samen met zijn radiotelegrafist Jacques van Loon de opdracht om het radiocontact te verzorgen tussen de Raad van Verzet en het BI en de Nederlandse regering in Londen. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte Ausems gebruik van de codenaam; Karel, Arnold, Andries en Ouwe Taaie. Tijdens zijn contacten in “het veld” gebruikte hij de schuilnamen; Anton Gerard Everts. Jacques van Loon (1919), was als radiotelegrafist aan Ausems toegevoegd. Na zijn landing werkte hij nauw samen met de agent Sjef Adriaansen. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte hij gebruik van de codenaam; Adam, Kees Kors. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnamen; G. van den Broeke of C. van den Brocke. De opdracht van Jacques van Loon werd op 26 oktober 1944 beëindigd. Plaats van tewerkstelling De parachutering van Andries Ausems en Jacques van Loon verliep niet helemaal succesvol. Van Loon kwam op het erf naast een boerderij aan de grond. Zijn parachute waaide over het dak en de parachute bleef aan de dakpannen vastzitten. Met moeite kon hij zich van het dak losmaken. Ausems kwam een paar honderd meter verder in een weiland terecht. Hij bleef een tijd lang versuft op de grond liggen. Nadat hij tot zijn positieven was gekomen kon hij verder. Nadat de beide agenten in Princenhage door Sjef Adriaansen bij het onderduikadres van de "Spartanen" was opgevangen begonnen ze aan hun opdracht. Ausems reisde direct door naar zijn onderduikadres in Goirle. De volgende dag, op 2 maart 1944, vertrok Ausems in de namiddag naar Zaandam. Diezelfde middag deed de SD een inval in het radiotechnisch bedrijf van Optenvelde. Harm Steen en Hein Optenvelde werden door de SD gearresteerd en verhoord. Steen had ongeveer zes weken op het onderduikadres bij Optenvelde doorgebracht. Zijn radiozender was uitgepeild. Andries Ausems bereikte aan het einde van de middag het radiotechnisch bedrijf van Optenvelde. Hij stapte door de half openstaande deur de gang binnen en hij keek in de loop van een Duits dienstpistool. Hij werd door een rechercheur van de SD de kamer binnengeleid. Steen zat aan een stoel vastgebonden en zijn radiozender stond aan zijn voeten. Ausems en Steen deden of ze elkaar niet kenden. Ausems werd door de rechercheurs van de SD gefouilleerd. Zijn koffer werd doorzocht. Hij werd verhoord. Ausems haalde zijn pijp tevoorschijn. Tijdens het verhoor begon hij deze met zijn lucifers aan te steken, hetgeen mislukte. In het luciferdoosje zaten uitgeholde lucifers met daarin de microfoto’s van een document met daarop de afgebeelde "negentien punten van Gerbrandy". Door gebrek aan bewijs werd Ausems in vrijheid gesteld. Eenmaal thuis werden de microfoto’s die door Ausems onder de leiders van de daarvoor in aanmerking komende illegale groeperingen diende te worden verspreid door Ausems verbrand. Ausems dook onder bij zijn broer in Goirle. Van daaruit fietste hij naar Princenhage om contact te houden met de agenten in Princenhage. Door de arrestatie van Steen leek het hem verstandig om op 4 maart 1944 Adriaansen en Van Loon onder zijn bevel te stellen. Via Adriaansen verzond Ausems op 4 maart 1944 een telegram naar Londen met de mededeling dat hij bijna door de SD was gearresteerd. Ausems had enige weken zijn handen vol aan de organisatie en de beveiliging van de zendgroep. In Princenhage was de molenaar Van der Reijt Sjef Adriaansen en Jacques van Loon op alle mogelijke manieren behulpzaam. Adriaansen en Van Loon werkten nauw met elkaar samen. Ze verzorgden het radiocontact tussen de RVV en het BI en de Nederlandse regering in Londen. Vanuit hun onderduikadres troffen ze voorbereidingen om de agenten op te vangen die door het BI ten behoeve van de Zendgroep BI-Radiodienst boven bezet gebied werden geparachuteerd. Hun werkterrein strekte zich uit in een gebied tussen Breda, Bergen op Zoom en Rotterdam. Als ze in de gelegenheid waren zochten ze contact met de RVV en de daarmee samenwerkende verzetsorganisaties. Ze verzamelden economische en militaire inlichtingen en ze seinden deze inlichtingen door naar het BI in Londen. In Zaandam had Ausems van de leden van de verzetsgroep van Optenvelde het verwijt gekregen dat de arrestatie van Steen en Optenvelde door zijn toedoen was veroorzaakt. Door de slechte berichten die uit Zaandam bij Adriaansen en Van Loon in Princenhage binnenkwamen kon Ausems niet voorkomen dat mede als gevolg van zijn zwijgzaamheid en de sporadische bezoeken aan Princenhage er tussen Ausems en zijn agenten een sfeer van wantrouwen ontstond. Om het werkklimaat enigszins te verbeteren nam Ausems het besluit om Van Loon over te plaatsen naar een onderduik- en seinadres in Bakel. Het was in het huis van een arts waarmee Ausems bevriend was. In Bakel seinde Van Loon de berichten die hij van Ausems ontving door naar het BI in Londen. In de kleine dorpsgemeente in Bakel wist bijna iedereen naar korte tijd dat de “vreemde snuiter” iets illegaals tegen de Duitsers deed. De directeur van de plaatselijke melkfabriek waarschuwde Van Loon dat hij vanuit Eindhoven zou zijn uitgepeild.Uit veiligheidsoverwegingen keerde Van Loon terug naar Breda. Hij nam zijn intrek bij de plaatselijke kruidenier.Van Loon ging een nieuwe samenwerking aan met Adriaansen. Aangezien Ausems zich niet meer bij de agenten liet zien zorgde Adriaansen voor de aanvoer van de berichten. Hij nam voor dat doel contact op met andere agenten die ook voor het BI werkten. Om zichzelf niet in gevaar te brengen veranderden ze steeds van seinadres. Jan Faber (1917 – 2001) en Herman Leus (1917 – 1945) In de nacht van 10 op 11 april 1944 werd het volgende koppel agenten ten behoeve van de Zendgroep BI-Radiodienst in de omgeving van Tiel, boven Gelderland geparachuteerd. Het waren de agenten Jan Faber (1917-2001) en Herman Leus (1917-1945). Jan Faber was bestemd om de leiding bij de zendgroep over te nemen. Faber ging het werk van Harm Steen voortzetten. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte Faber gebruik van de codenaam; Frank en Frans Meier. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnaam; J.H. van der Vaart. Plaats van tewerkstelling Faber en Leus gingen na enige dagen in Noord-Brabant aan het werk. Jan Faber volgde Harm Steen op als contactpersoon tussen het BI en de RVV en de daarmee samenwerkende illegale organisaties. Door het wegvallen van de Zendgroep Barbara moest Faber haast maken met het oprichten van de nieuwe zendgroep. De Radiodienst van de Raad van Verzet leverde de lokale marconisten. Het zat Jan Faber niet mee om zijn contactpersoon van de RVV in Amsterdam te vinden. Toen Faber in Amsterdam aankwam bleek zijn contactpersoon als gevolg van een razzia te zijn ondergedoken. Faber kon hem niet op het spoor komen. Het duurde tot medio juni 1944 voor Faber het contact met de leiding van de RVV had gelegd. Faber zorgde voor de verspreiding van de "negentien punten van Gerbrandy". Herman Leus was zijn radiotelegrafist. Hij werkte nauw samen met Adriaansen en Van Loon. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte Leus gebruik van de codenaam; Gerard, Jacob en Weerink. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnamen; Jan Willem Wiemers. Jan de Bloois (1916 – 1944) Om de radiotelegrafisten van de zendgroep te ondersteunen werd de agent Jan de Bloois (1916-1944) in de nacht van 7 op 8 mei 1944, in de omgeving van Rijsbergen, boven Noord-Brabant geparachuteerd. De Bloois had de opdracht om de Zendgroep BI-Radiodienst te versterken en te completeren. In het geval het nodig was diende hij eveneens steun te verlenen aan de Spionagegroep Albrecht. Tijdens de radiocontacten met het BI maakte De Bloois gebruik van de codenaam; Gijs, Krankzinnige Mier, Piet de Springer en Jan van Dorp. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnamen; J.H. Zuiderhout. Plaats van tewerkstelling Na zijn landing op 8 mei 1944 werd Jan de Bloois door Sjef Adriaansen en Jacques van Loon in Princenhage op het onderduikadres bij de "Spartanen" opgevangen. De Bloois had vier radio-sets en de bijbehorende zendplannen uit Londen meegekregen. Helaas waren de radio-sets bij de landing onherstelbaar beschadigd. Met de komst van Jan de Bloois was de Zendgroep BI-Radiodienst compleet. Vanaf dat moment werd het aanloopadres bij de "Spartanen" in Princenhage niet meer gebruikt. Adriaansen, Van Loon, Leus en De Bloois hebben met zijn vieren onder de leiding van Jan Faber een even hechte groep kunnen vormen als de Zendgroep Barbara dat onder Garrelt van Borssum Buisman had gedaan. Een golf van arrestaties De radiozender van Sjef Adriaansen werd op 14 juli 1944 in Hoeve uitgepeild. Bij zijn arrestatie verzette Adriaansen zich. Hij probeerde zelfmoord te plegen. Hij schoot zich in zijn kaak. Adriaansen werd op 5 september 1944 op de Fusilladeplaats in Kamp Vught gefusilleerd. Na de arrestatie van Adriaansen volgde in Princenhage een inval in de molen van de molenaar Frans van der Reijt. Ook bij de “Spartanen” viel de SD binnen. Van der Reijt probeerde te vluchten. Op de vlucht werd hij door de SD in zijn been geschoten. Na zijn arrestatie werd hij naar Sachsenhausen afgevoerd. Op 6 januari 1945 kwam hij in het concentratiekamp te overlijden. De "Spartanen" zagen kans om te vluchten. Van Loon bevond zich op zijn onderduikadres bij de plaatselijke kruidenier. Toen hij van de arrestaties hoorde dook hij bij kennissen in Bergen op Zoom onder. Na de arrestatie van Adriaansen verlegde Herman Leus zijn werkterrein via Bergen op Zoom, Langbroek naar Ermelo. Hij werd op 17 december 1944 in Ermelo gearresteerd. Op 8 maart 1945 werd hij bij Woeste Hoeve (gemeente Apeldoorn) gefusilleerd in de represaillegolf voor de aanslag op Hanns Rauter aldaar. Jan de Bloois verlegde zijn werkterrein via Bergen op Zoom naar Langbroek en Nederlangbroek. Bij een huiszoeking in Nederlangbroek, op 30 december 1944, sloeg Jan de Bloois op de vlucht. Hij werd door de SD op de vlucht neergeschoten. Jan Faber verlegde vervolgens zijn werkterrein naar Noord en Zuid-Holland en de provincie Utrecht. De Radio-Inlichtingendienst Door de aankomst van Jan Faber en Jan de Bloois, in april en mei 1944, kreeg Andreas Wilhelmus Maria Ausems zijn handen vrij. Vanaf dat moment groeide hij uit tot een van de belangrijkste medewerkers van Jan Thijssen. Na de parachutering van de agent Ben Buunk (1917-1945), in de nacht van 5 op 6 juli 1944, ging hij nauw met Ben Buunk samenwerken. Ausems en Buunk hielden zich voornamelijk bezig met de opbouw van de Radio-inlichtingendienst van de RVV. De inlichtingendienst kreeg pas vaste vorm toen Eduard H.M. Hoogeweegen de RVV-Rotterdam tot een brigade formeerde. Aan de staf van de brigade werd een inlichtingendienst verbonden. Deze inlichtingendienst werd tot eind september 1944 bijgestaan door Ausems en Buunk. De Radiodienst Rotterdam ontwikkelde zich tot een zeer belangrijke zendafdeling. Ausems en Buunk werkten in de Biesbosch, Dussen, ’t Gooi, Rotterdam in de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Toen Ben Buunk opdracht kreeg om zich in Overijssel, in Vroomshoop, te vestigen ging Ausems voor het Operatiecentrum van de RVV werken. Ausems werd de verbindingsofficier van de RVV en hij werd de vertrouweling en rechterhand van Jan Thijssen. Buunk werd op 10 februari 1945, in Vroomshoop, door de SD gearresteerd. Op 4 april 1945 werd hij in Hattem gefusilleerd. Bronnen Lou de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog". dr.Jan Marginus Somer, "Zij sprongen in de nacht", De Nederlandse Inlichtingendienst te Londen in de jaren 1943 –1945, Uitgeverij van Gorcum & Comp. N.V. (G.A. Hak & drs. H.J. Prakke), Assen – MCML, mei 1950. Frank Visser, "De Bezetter Bespied", De Nederlandse Geheime Inlichtingendienst in de Tweede Wereldoorlog, Uitgeverij Thieme – Zutphen, oktober 1983. Externe links http://www.nisa-intelligence.nl/PDF-bestanden/KluitersDAGversie2.pdf Nederlandse verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog
Door diverse agenten van de Zendgroep Barbara zoals; Garrelt van Borssum Buisman (1915-1991), Willem Jan Hubertus Schreinemachers (1910-1987) en Otto Martin Wiedemann (1915-2000), was al menig keer bij de regering om financiering van de hulporganisaties gevraagd. Met Jan Marginus Somer het hoofd van het BI in Londen was hier uitvoerig over gesproken. Somer had op zijn beurt de Nederlandse regering in Londen geïnformeerd. Om meerdere redenen had er tot 1943 door de Nederlandse regering in Londen nog steeds geen financiële steun aan of financiering van de hulporganisaties plaatsgevonden. De complicatie was dat de beide hulporganisaties over de taakverdeling en de prioriteit van de verdeling van de fondsen van mening verschilden. Daarnaast beschikte de Nederlandse regering in Londen over onvoldoende middelen. Door de bemiddeling van Theo Tromp werden de verschillen van mening tussen de hulporganisaties tot overeenstemming gebracht. Dit resultaat werd door de agent Wim Schreinemachers eind 1943 telegrafisch aan het BI in Londen doorgegeven.
1
toewijzing, taakverdeling, actieallocatie
8,707
ViewAction
657088
https://nl.wikipedia.org/wiki/In%20Holland%20staat%20een%20huis%20%28televisieprogramma%29
In Holland staat een huis (televisieprogramma)
In Holland staat een huis is een Nederlands televisieprogramma. Van 1998 tot 2006 werd het programma uitgezonden op RTL 4 en gepresenteerd door Martijn Krabbé. Het programma wordt geproduceerd door Endemol. In 2022 zou het programma worden uitgezonden door SBS6, maar dit is vooralsnog niet van de grond gekomen. Opzet Twee goede buren verbouwen elkaars huis, met een budget van 2500 euro. Dit moet in twee dagen gebeuren, met hulp van een team van medewerkers. Met de hulp van twee stylisten wordt bepaald hoe het huis er uit komt te zien. Tijdens de bouw mogen de buren elkaars huizen niet zien. Na afloop gaan de buren weer terug naar hun eigen huis, en bekijken ze het resultaat. Soms valt het resultaat erg tegen. In 2004 moest producent Endemol een heel huis in de oude staat terugbrengen, nadat het hele huis paars was geverfd. Het programma trekt veel kijkers, en daarom werd enkele jaren na de start van het programma de variant In Holland ligt een tuin geïntroduceerd. Bronnen Nederlands televisieprogramma Programma van RTL 4 Woonprogramma Programma van SBS6
Opzet Twee goede buren verbouwen elkaars huis, met een budget van 2500 euro. Dit moet in twee dagen gebeuren, met hulp van een team van medewerkers. Met de hulp van twee stylisten wordt bepaald hoe het huis er uit komt te zien. Tijdens de bouw mogen de buren elkaars huizen niet zien. Na afloop gaan de buren weer terug naar hun eigen huis, en bekijken ze het resultaat. Soms valt het resultaat erg tegen. In 2004 moest producent Endemol een heel huis in de oude staat terugbrengen, nadat het hele huis paars was geverfd.
2
kijken, bekijken, visuele inhoud
4,603
Brewery
2999662
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brouwerij%20Sint-Bernardus
Brouwerij Sint-Bernardus
Brouwerij Sint-Bernardus is een Belgische brouwerij in het West-Vlaamse Watou. Geschiedenis De brouwerij werd in 1946 opgericht door Evarist Deconinck die sinds de jaren dertig de kaasmakerij in Watou van de paters Trappisten van de Abdij op de Katsberg (Noord-Frankrijk) overgenomen had. Hij had een contract afgesloten met de paters Trappisten van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren, die besloten hadden hun bier niet meer zelf verder te commercialiseren. De Poolse meesterbrouwer van de Abdij van Westvleteren stapte mee over naar de nieuwe brouwerij waar voortaan het bier Sint-Sixtus gebrouwen werd. In de abdij werd enkel nog kleinschalig gebrouwen voor eigen gebruik. In 1959 besliste Deconinck om de productie van kaas te stoppen en zich volledig toe te leggen op het brouwen. Begin jaren zestig stapte zijn schoonzoon Guy Claus in de brouwerij en in 1962 werd de licentie voor het brouwen van het trappistenbier voor 30 jaar verlengd. In 1992 werd deze overeenkomst stopgezet omdat de Trappistenbrouwerijen beslist hadden dat enkel bieren gebrouwen binnen de muren van de abdij het Authentic Trappist Product label kregen. De bieren werden door de brouwerij volgens de originele recepten verder gebrouwen onder de naam St. Bernardus. De drie bestaande (pater 6, prior 8 en abt 12) werden uitgebreid met St. Bernardus Tripel. Omdat Guy Claus de pensioengerechtigde leeftijd naderde werd een geschikte opvolger gezocht en gevonden in Hans Depypere. Er werden nieuwe bieren aan het gamma toegevoegd, Watou Tripel, St. Bernardus witbier en Grottenbier (de laatste twee ontwikkeld in samenwerking met Pierre Celis). In 2023 werden een nieuwe productiehal met een bottelarij, een labo, extra stapelruimte en een belevingscentrum geopend. Bieren St. Bernardus abdijbieren Watou Tripel Grottenbier Zie ook Belgische biercultuur Lijst van Belgische bieren Lijst van Belgische brouwerijen Lijst van Belgische bierfirma's Externe link Website brouwerij Sint-B Watou
Geschiedenis De brouwerij werd in 1946 opgericht door Evarist Deconinck die sinds de jaren dertig de kaasmakerij in Watou van de paters Trappisten van de Abdij op de Katsberg (Noord-Frankrijk) overgenomen had. Hij had een contract afgesloten met de paters Trappisten van de Sint-Sixtusabdij van Westvleteren, die besloten hadden hun bier niet meer zelf verder te commercialiseren. De Poolse meesterbrouwer van de Abdij van Westvleteren stapte mee over naar de nieuwe brouwerij waar voortaan het bier Sint-Sixtus gebrouwen werd. In de abdij werd enkel nog kleinschalig gebrouwen voor eigen gebruik. In 1959 besliste Deconinck om de productie van kaas te stoppen en zich volledig toe te leggen op het brouwen. Begin jaren zestig stapte zijn schoonzoon Guy Claus in de brouwerij en in 1962 werd de licentie voor het brouwen van het trappistenbier voor 30 jaar verlengd. In 1992 werd deze overeenkomst stopgezet omdat de Trappistenbrouwerijen beslist hadden dat enkel bieren gebrouwen binnen de muren van de abdij het Authentic Trappist Product label kregen. De bieren werden door de brouwerij volgens de originele recepten verder gebrouwen onder de naam St. Bernardus. De drie bestaande (pater 6, prior 8 en abt 12) werden uitgebreid met St. Bernardus Tripel. Omdat Guy Claus de pensioengerechtigde leeftijd naderde werd een geschikte opvolger gezocht en gevonden in Hans Depypere. Er werden nieuwe bieren aan het gamma toegevoegd, Watou Tripel, St. Bernardus witbier en Grottenbier (de laatste twee ontwikkeld in samenwerking met Pierre Celis). In 2023 werden een nieuwe productiehal met een bottelarij, een labo, extra stapelruimte en een belevingscentrum geopend.
5
brouwerij, bierproductie, bierbrouwerij
10,070
CheckAction
2672616
https://nl.wikipedia.org/wiki/Emanuel%20van%20Cro%C3%BF
Emanuel van Croÿ
Emanuel van Croÿ, voluit Anne Emmanuel Ferdinand François, prins van Solre, 7de hertog van Croÿ (Condé-sur-l'Escaut, 23 juni 1718 - Parijs, 30 augustus 1784), was een Frans edelman uit het huis Croÿ en militair bevelhebber in de achttiende eeuw. Biografie Hij was de enige zoon van Filips Alexander Emanuel van Croÿ (1676-1723), prins van Solre, en van Maria Margaretha (1681-1768), gravin van Millendonk. Hij was een telg van de tak Solre van het huis Croÿ, waarvan de leden prins van het Heilige Roomse Rijk waren. Door de annexaties onder Lodewijk XIV was deze familietak Frans geworden. Op achttienjarige leeftijd begon hij zijn militaire carrière bij het korps van de musketiers van de koning en maakte promotie tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog. In 1753 kocht hij de baronie Blaton en hield zich bezig met steenkoolwinning. Na de aanslag van Robert François Damiens in 1757 werd hij belast met het onderzoek van diens antecedenten in Artesië. Hij werd luitenant-generaal in 1759 en nam in 1760-1761 deel aan de veldtochten in Duitsland in het kader van de Zevenjarige Oorlog. In 1767/68 erfde hij de titel hertog van Croÿ en werd hij de zevende van deze naam, na het uitsterven van de tak Croÿ-Rœulx. De titel werd bevestigd door koning Lodewijk XV. Emanuel van Croÿ droeg het lint van de Orde van de Heilige Geest en was ridder in de Orde van de Heilige Lodewijk. In 1783 werd hij Maarschalk van Frankrijk. Huwelijk en kinderen Emanuel trouwde in 1741 met Angélique Adélaide d'Harcourt (1719-1744), dochter van maarschalk François d'Harcourt (1689-1750). Zij kregen twee kinderen: Adélaïde (1741-1822), trouwde met Joseph de Croÿ (1744-1839), hertog van Havré, de laatste mannelijke vertegenwoordiger van de familietak Croÿ-Havré. Anne Emmanuel van Croÿ (1743-1803), militair en lid van de Franse Staten-Generaal van 1789. Publicaties Mémoires de ma vie, handschrift. David BENOIST, Emmanuel de Croÿ (1718-1784) "Mémoires de ma vie" (carnets 32, 33 & 34, 21 juli 1747 tot 17 mei 1748), kritische uitgave, masterscriptie, Parijs, Sorbonne, 1997. Elisabeth HERGETH, Erinnerungen meines Lebens: Eine Reise durch den Westen des Heiligen Römischen Reiches, Duitse vertaling, Münster, Agenda-Verlag, 1999, ISBN 3-89688-037-3. * Hans PLESCHINSKI, Nie war es herrlicher zu leben. Das geheime Tagebuch des Herzogs von Croÿ, 1718–1784, München,Verlag C. H. Beck, 2011, ISBN 978-3-406-62170-3. Mémoires sur le passage par le Nord, 1782. In de literatuur Emanuel van Croÿ is het hoofdpersonage van een historische roman van Marion Sigaut over de affaire-Damiens: Mourir à l'ombre des Lumières, l'énigme Damiens (2010). De schrijfster heeft hiervoor geput uit zijn memoires, dagboeken en het officiële onderzoeksverslag dat hij aan het Parlement van Parijs bezorgde. Literatuur Emile LEONARD, L'armée et ses problèmes au XVIIIe siècle, Parijs, Plon, 1958. Georges MARTIN, Histoire et généalogie de la Maison de Croÿ, La Ricamarie, 1980. Emanuel Maarschalk van Frankrijk Adel in de Nederlanden in de 18e eeuw 18e-eeuws militair
In 1753 kocht hij de baronie Blaton en hield zich bezig met steenkoolwinning. Na de aanslag van Robert François Damiens in 1757 werd hij belast met het onderzoek van diens antecedenten in Artesië.
1
inspectie, controle, onderzoek
426
RadioClip
5673541
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20Steeman%20%28radiopresentator%29
Jan Steeman (radiopresentator)
Jan Steeman (Weesp, 21 september 1945 – Hilversum, 30 juli 2022) was een Nederlands radiopresentator, programmamaker en mentor voor de AVRO en AVROTROS op Hilversum 3, Radio 3FM en NPO Radio 5. Hij werd geboren in Weesp, maar groeide op in Heemstede. Steeman begon in 1961 als leerling van het Triniteitslyceum (examen 1964) bij de door hem zelf in het leven geroepen ziekenomroep van het Ziekenhuis Johannes de Deo. De muziek werd daarvoor gedraaid door welke verpleger/verpleegster maar een platenspeler kon bedienen en leerlingen van genoemde onderwijsinstelling. Zo draaide Joop van Zijl er ook wel plaatjes, maar dan in de jaren vijftig. Steeman was in 1964 nog student filosofie, maar had al een programma Platendiagnose op zijn naam staan. De studio werd langzaam uitgebreid tot omroep Parade (Patiënten Radio Deo). In 1969 was Steeman in dienst bij de Algemene Haarlemse Ziekenomroep. Hij kwam in 1971 bij de AVRO op Hilversum 3 als vakantie invaller. Het meest bekend werd hij als samensteller van de Arbeidsvitaminen waarvan hij tussen 1985 en 1992 samensteller was. Het was lange tijd het best beluisterde radioprogramma van 3FM. Toen het programma per september 2010 van NPO 3FM naar NPO Radio 5 verhuisde, nam Steeman de presentatie over tot 2017. In juli 2015 werd de radioshow uitgeroepen tot best gewaardeerde publieke radioprogramma. Daarnaast presenteerde hij Het Steenen Tijdperk. Ook was hij producer van talloze andere AVRO-radioprogramma's zoals Vol gas met Karel van de Graaf. Ook was hij de mentor van de latere radio dj's zoals Wim Rigter, Hans Schiffers, Giel Beelen en Gerard Ekdom. Op 30 juli 2022 overleed Steeman na een kort ziekbed in zijn woonplaats Hilversum. Nederlands radio-dj Nederlands programmamaker
Hij kwam in 1971 bij de AVRO op Hilversum 3 als vakantie invaller. Het meest bekend werd hij als samensteller van de Arbeidsvitaminen waarvan hij tussen 1985 en 1992 samensteller was. Het was lange tijd het best beluisterde radioprogramma van 3FM. Toen het programma per september 2010 van NPO 3FM naar NPO Radio 5 verhuisde, nam Steeman de presentatie over tot 2017. In juli 2015 werd de radioshow uitgeroepen tot best gewaardeerde publieke radioprogramma. Daarnaast presenteerde hij Het Steenen Tijdperk. Ook was hij producer van talloze andere AVRO-radioprogramma's zoals Vol gas met Karel van de Graaf. Ook was hij de mentor van de latere radio dj's zoals Wim Rigter, Hans Schiffers, Giel Beelen en Gerard Ekdom.
3
radioprogramma, radiosegment, radioclip
12,051
Flight
2092698
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegveld%20Principe
Vliegveld Principe
Vliegveld Principe, op het eiland Principe is het belangrijkste vliegveld op het op een na grootste eiland van de republiek Sao Tomé en Principe. Het vliegveld heeft één landingsbaan, die ongeveer 1320 meter lang is, deze ligt op 180 meter boven zeeniveau. De tijdzone is UTC+0, in de zomer is het daar dan twee uur eerder, in de winter is het daar één uur eerder dan in Nederland en België. De luchtvaartmaatschappij Africa's Connection STP voert lijnvluchten uit van en naar Luchthaven São Tomé Internationaal. Externe link Vliegveld Principe Vliegveld.org Principe Principe
De luchtvaartmaatschappij Africa's Connection STP voert lijnvluchten uit van en naar Luchthaven São Tomé Internationaal.
2
vlucht, lijnvlucht, vliegtuigvlucht