id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
1,440
LegalService
5419809
https://nl.wikipedia.org/wiki/Houthoff
Houthoff
Houthoff Coöperatief U.A., is een advocatenkantoor in Amsterdam. Het kantoor heeft naast advocaten, ook notarissen en fiscalisten in dienst. Het hoofdkantoor van Houthoff staat op de Amsterdamse Zuidas. Geschiedenis Houthoff is opgericht in 1970 in Amsterdam door het samenvoegen van drie bestaande kantoren. Met twaalf compagnons en drie stagiaires ontstond destijds het grootste kantoor van Nederland. Als locatie werd gekozen voor het Museumplein. Het kantoor is vernoemd naar mr. Henri Louis Houthoff (1910-1997), een van de advocaten van de drie kantoren. Hij woonde met zijn echtgenote op de buitenplaats Trompenburgh in ’s-Graveland, waar geschillen tussen de compagnons werden uitgesproken. In de jaren nul van de 21ste eeuw fuseerde Houthoff met het advocatenkantoor Buruma Maris en veranderde zijn naam in Houthoff Buruma. In oktober 2017 werd Buruma uit de naam geschrapt met het argument 'dat de lange naam door de internationale clientèle en in andere talen lastig is uit te spreken'. In 2021 raakte Houthoff in opspraak nadat bleek dat ze veel zaken hadden gedaan voor de Russische staat en andere aan Kremlin-gelieerde partijen zoals de Sberbank en Gazprom. Bij insiders staat het kantoor dan ook bekend als 'het Kremlin aan de Zuidas'. Heden Anno 2020 werken bij bij het kantoor circa 300 advocaten, notarissen en belastingadviseurs. Zie ook Officiële website Nederlands advocatenkantoor
Houthoff Coöperatief U.A., is een advocatenkantoor in Amsterdam. Het kantoor heeft naast advocaten, ook notarissen en fiscalisten in dienst. Het hoofdkantoor van Houthoff staat op de Amsterdamse Zuidas.
1
juridische diensten, advocatenkantoor, rechtshulp
11,065
ReserveAction
4345797
https://nl.wikipedia.org/wiki/Escaperoom
Escaperoom
Een escaperoom (ook wel escape challenge, escape game, exit game, ontsnappingsspel of ontsnapkamer, soms aangetroffen met de in het Nederlands onjuiste schrijfwijze escape room) is een interactief spel op een fysieke locatie waarbij een groep mensen samen puzzels, raadsels en uitdagingen ontdekken en proberen op te lossen binnen een bepaalde tijd (meestal een uur) om zo uit de kamer te kunnen ontsnappen. Het is een misvatting dat men bij escaperooms altijd wordt opgesloten in een kamer. Veel escaperooms hebben een thema uit het horror-, detective- of misdaadgenre. Er zijn escaperooms in onder andere een bus, een auto, een onderzeeër, een kluis, een bank, een gevangenis en een boerderij. Geschiedenis Het idee is gebaseerd op dat van escape games, een genre computerspellen dat als een subgenre van het adventure-genre kan worden beschouwd. De eerst bekende escaperoom is die van SCRAP in Japan in 2008. Vanaf de jaren 2010 sloeg het over naar Europa en de rest van de wereld. In Boedapest (Hongarije) zijn meer dan 80 escaperooms in dezelfde stad gevestigd. Inmiddels is Nederland onbetwist het land met de meeste escaperooms per inwoner. Nederland en België In 2013 opende de eerste escaperoom in Nederland, namelijk Het laboratorium van Escaperoom Bunschoten. De tweede was The Dentist van DarkPark Delft. In 2014 en 2015 kwamen er vele tientallen in België en Nederland bij, waardoor er gesproken werd van een hype of rage. De vele escaperooms die openden leidden tot gespecialiseerde reviewwebsites. Medio 2015 is er een aangepaste vorm van een escaperoom in Nederland geopend naar een spelconcept uit Zweden, genaamd "Prison Island". Dit is een combinatie van Fort Boyard en een escaperoom aldus de bedenkers van het concept. Op dat moment (medio 2015) waren daarvan wereldwijd acht locaties. De eerste Nederlandse locatie werd in 2015 in Winterswijk gerealiseerd. Op 17 december van datzelfde jaar opende in DeFabrique in Utrecht de tweede escaperoom naar het "Prison Island"-concept in Nederland. In april 2022 opende de derde escaperoom naar het "Prison Island"-concept in Fun Village in Rotterdam. Een andere variant is de VR-escaperoom. Hierbij krijgt men een VR-bril op waarin beelden te zien zijn van een escaperoom. Hierbij kunnen verschillende thema's gekozen worden. Ook hierbij is het de bedoeling de missie binnen een uur te voltooien door allerlei puzzels en raadsels op te lossen. Andere mensen zien de beelden van de escaperoom op een scherm naast de speler en kunnen zo meehelpen om de puzzels en raadsels op te lossen. Eind 2015 werd in Nederland de eerste "Escape Room" van het jaar-verkiezing georganiseerd. Bij deze jaarlijkse verkiezing wordt een top 10 samengesteld op basis van de meeste positieve recensies. Vervolgens kan men stemmen op hun favoriete escaperoom. De winnaar mag zich vervolgens een jaar lang 'Beste Escape Room van Nederland' noemen. Inmiddels bestaat dit niet meer maar vanaf 2017 worden door escapetalk.nl de Publieksfavorieten van de BeNeLux bekend gemaakt. Dit gebeurt niet op basis van een stemronde, maar wordt berekend uit alle reviews van het afgelopen jaar op het platform. De escaperooms die voldoen aan de minimale score en het minimale aantal reviews mogen zich een jaar lang Publieksfavoriet noemen. Ook in de zorg wordt het concept ingezet om interdisciplinaire samenwerkingsvaardigheden te trainen en om thema's die binnen een zorginstelling leven te oefenen. De escaperoom van het Spaarne Gasthuis won de Planetree Innovatie Award 2017. Het is zelfs mogelijk om de eigen huiskamer te veranderen in een escaperoom. Hiervoor zijn speciale pakketten te huur bij evenementenbedrijven. Deze hebben verschillende thema's en bevatten allerlei attributen die in de huiskamer kunnen worden geplaatst. De werking hiervan is hetzelfde als bij een echte escaperoom. Escape Tours Een outdoor-variant op de escaperoom is de Escape Tour die in een aantal steden in Nederland, België en een aantal andere landen kan worden gelopen. Dit is een interactieve stadswandeling die via internet kan worden geboekt. De deelnemers vertrekken vanaf een vaste startlocatie en dienen via een speciale app op de telefoon allerlei puzzels en raadsels op te lossen om zo aanwijzingen te verzamelen om binnen 2 uur de "geheime uitgang" te vinden en uit de stad te kunnen "ontsnappen". Voor deze app ontvangen ze bij de boeking de benodigde inloggegevens. Elke Escape Tour heeft een geschiedkundig thema dat te maken heeft met de stad waar de tour wordt gelopen. Media en populaire cultuur In de aflevering van De Wereld Draait Door van 8 september 2014 werd een demonstratie gegeven van een escaperoom. In de uitzending van 18 januari 2015 van het populaire televisieprogramma Boer zoekt Vrouw werd een escaperoom bezocht. In de aflevering "The Intimacy Acceleration" van de komische televisieserie The Big Bang Theory, bezoeken vier personages een escaperoom; doordat de personages erg intelligent zijn hebben ze binnen een paar minuten alle puzzels opgelost. 15 september 2015 werd een aflevering van Goede tijden, slechte tijden uitgezonden waar enkele van de personages in een escaperoom werden opgesloten. in 2017 en vanaf 2019 wordt op NPO 3 het programma The Big Escape uitgezonden, waarbij BN-ers uit speciaal voor de tv opgezette escaperooms moeten proberen te ontsnappen. Op 4 januari 2019 verscheen de bioscoopfilm "Escape Room" waarin zes personen voor een prijs van $ 10.000,- moeten proberen te ontsnappen uit een levensgevaarlijke escaperoom. Verder organiseren de Nederlandse en Belgische Qmusic sinds 2019 jaarlijks de "Q Escape Room". De dj's Mattie, Marieke en Domien werden op 8 april 2019 opgesloten in een escaperoom waarbij ze drie ultrakorte muziekfragmenten kregen, waarvan ze de artiest en de titel moesten zien te raden om te kunnen ontsnappen. Hiervoor moesten ze met behulp van luisteraars allerlei puzzels en raadsels oplossen. Hieruit kwamen aanwijzingen die moesten leiden naar de juiste oplossing. Ondertussen maakten ze tussen 6:00 uur en 0:00 uur live-radio vanuit de escaperoom, waarbij ze tweemaal per dag de gelegenheid kregen om drie titels en artiesten in te voeren. Na drie dagen wisten ze de muzikale code te kraken en uit de escaperoom te ontsnappen. Sinds 2020 vindt de actie in Nederland plaats in de maand december(vanaf 15 december) en in België in april. In 2020 ontsnapten Mattie, Marieke, Domien en Kai na eveneens drie dagen uit de Escape Room. In 2020 deden de Vlaamse dj's Sam De Bruyn, Inge de Vogelaere, Dorothee Dauwe, Wim Oosterlinck en Maarten Vancoillie hetzelfde voor de Vlaamse zender QMusic. Zij werden op 13 januari 2020 opgesloten in de escaperoom. Zij ontsnapten na vijf dagen uit de escape room. In 2021 ontsnapten in Vlaanderen Maarten, Vincent, Dorothee en Matthias na drie dagen uit de Q Escape Room. Dit was aanzienlijk sneller dan de Nederlandse Dj's Mattie, Marieke, Domien en Bram. Zij ontsnapten in dat jaar pas na zes dagen uit de Q Escape Room. In 2022 ontsnapten de Nederlandse dj's Mattie, Domien, Kai en Bram eveneens na zes dagen uit de Q Escape Room. Toepassing Escaperooms dienen niet uitsluitend ter vermaak. Ze kunnen ook worden gebruikt bij een assessment van sollicitanten of cursisten. Veiligheid In januari 2019 werd in Polen een grootschalig onderzoek naar de escaperooms gestart, nadat vijf tienermeisjes bij een brand in een escaperoom in Koszalin ingesloten waren geraakt en waren omgekomen. Een groot deel van de onderzochte ruimtes bleek niet aan de veiligheidsnormen te voldoen. Logische puzzel Toeristische attractie
Escape Tours Een outdoor-variant op de escaperoom is de Escape Tour die in een aantal steden in Nederland, België en een aantal andere landen kan worden gelopen. Dit is een interactieve stadswandeling die via internet kan worden geboekt. De deelnemers vertrekken vanaf een vaste startlocatie en dienen via een speciale app op de telefoon allerlei puzzels en raadsels op te lossen om zo aanwijzingen te verzamelen om binnen 2 uur de "geheime uitgang" te vinden en uit de stad te kunnen "ontsnappen". Voor deze app ontvangen ze bij de boeking de benodigde inloggegevens. Elke Escape Tour heeft een geschiedkundig thema dat te maken heeft met de stad waar de tour wordt gelopen.
1
reservering, boeking, afspraak
3,631
Game
519513
https://nl.wikipedia.org/wiki/Youji%20Kuramoto
Youji Kuramoto
Youji Kuramoto is een personage uit de film Battle Royale. Hij werd gespeeld door acteur Osamu Ohnishi. Voor Battle Royale Hij is een derdeklasser van de fictieve Shiroiwa Junior High School. Hij was aan het daten met Yoshimi Yahagi en na een tijdje kregen ze een relatie met elkaar en gingen ook met elkaar naar bed. Battle Royale Er zijn twee heel verschillende verhalen tussen het boek en de film: Boek In het boek kreeg hij een dolk en wachtte op Yoshimi. Hij wilde eerst het spel volgen en probeerde haar te vermoorden. Zijn liefde voor haar was sterker en deed het uiteindelijk niet. Meteen daarna viel Mitsuko Souma en hakte met haar sikkel in zijn hoofd. Daarna vermoordde ze ook Yoshimi. Film In de film kreeg hij een touw en hij en Yoshimi pleegden zelfmoord door zichzelf op te hangen. Later werd Mitsuko hiervan beschuldigt. Het spel was op dat moment pas net begonnen, maar hij was alsnog al de twaalfde die stierf. Kuramoto, Youji
Er zijn twee heel verschillende verhalen tussen het boek en de film: Boek In het boek kreeg hij een dolk en wachtte op Yoshimi. Hij wilde eerst het spel volgen en probeerde haar te vermoorden. Zijn liefde voor haar was sterker en deed het uiteindelijk niet. Meteen daarna viel Mitsuko Souma en hakte met haar sikkel in zijn hoofd. Daarna vermoordde ze ook Yoshimi.
1
spel, rollenspel, recreatie
9,742
ParentAudience
203986
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gilmore%20Girls
Gilmore Girls
Gilmore Girls is een Amerikaanse dramaserie. In de VS werd de serie oorspronkelijk uitgezonden door zender The WB, later door zender The CW. In Nederland werd Gilmore Girls uitgezonden op Net5 en wordt deze herhaald door Fox. In België werd Gilmore Girls uitgezonden door Fox met herhalingen van de eerste afleveringen op VIJF. Er zijn zeven seizoenen gemaakt en de serie trok gemiddeld tussen de 400.000 en 500.000 kijkers op Net5. Hiermee was het indertijd het best bekeken programma van Net5, samen met de andere hitseries Grey's Anatomy, Charmed en Desperate Housewives. Ook in de VS had de serie goede kijkcijfers en een vaste groep fan die steeds toenam. In het fictieve Stars Hollow in Connecticut woont Lorelai Victoria Gilmore (Lauren Graham), de opstandige en eigenwijze dochter van twee rijke republikeinen. Op haar zestiende kreeg ze dochter Rory (officiële naam Lorelai Leigh Gilmore, gespeeld door Alexis Bledel). De serie draait om de hechte en moderne relatie die de twee met elkaar hebben. De eerste aflevering werd uitgezonden op 5 oktober 2000. Na seizoen 7 besloot The CW niet verder te gaan met de serie. De laatste aflevering werd in de Verenigde Staten op 15 mei 2007 uitgezonden. In Nederland op 21 augustus 2007. In 2016 maakte Netflix van de serie een eenmalige miniserie, die in november 2016 op Netflix kwam te staan. Verhaal Lorelai Victoria Gilmore, vernoemd naar de moeder van haar vader, groeide op in Hartford. Haar ouders, Richard (Edward Hermann) en Emily (Kelly Bishop), behoren tot de hogere klasse. Lorelais leven was al helemaal voor haar uitgestippeld, maar ze bleek een eigenwijze vrouw te zijn die helemaal niets moest hebben van de formele en ingehouden wereld van de rijkelui. Al op haar zestiende raakt Lorelai zwanger van haar nauwelijks oudere vriendje Christopher Hayden (David Sutcliffe), ook een vrije geest uit een rijke familie. Terwijl hun ouders onderhandelen over een huwelijk, kijken Christopher en Lorelai vanaf de zijlijn toe. Lorelai krijgt een dochter, die ze naar zichzelf vernoemt (Lorelai Leigh), met de roepnaam Rory. Omdat Lorelai niet wil dat het kind de ambities van Christopher in de weg staat, besluit Lorelai haar dochter alleen op te voeden. Wanneer Rory één jaar oud is, is de relatie met haar ouders zo slecht, dat Lorelai, ongetrouwd en ongeschoold, wegloopt van huis. Ze vindt kost en inwoning als kamermeisje in een herberg, "The Independence Inn". De herberg staat in een klein plaatsje genaamd Stars Hollow (inwonertal: 9973). Hier groeit Rory op tussen markante individuen als Miss Patty (een dansinstructrice met sterallures), Kirk (een hopeloze man die nog bij zijn moeder woont), Babette (hun oude buurvrouw die vier keer hertrouwd is) en Mrs. Kim (de strenge, Zevendedagadventistische Koreaanse moeder van haar beste vriendin Lane). In het dorp woont ook Luke Danes, de eigenaar van cafetaria "Luke's Diner", waar Lorelais koffieverslaving hoogtij viert. De serie start in het zestiende levensjaar van de intelligente Rory, het jaar waarin ze wordt toegelaten tot Chilton, een van de meest prestigieuze scholen aan de oostkust. Dit is een zogenoemde 'private school', waar je alleen wordt toegelaten als je slim genoeg bent. Chilton staat bekend als vooropleiding voor onder andere de prestigieuze universiteit Harvard, waarvan Rory dan al weet dat ze er wil gaan studeren. Lorelai ziet dat Rory misschien kan doen en bereiken wat haarzelf nooit gelukt is en wil de ambities van haar slimme dochter graag ondersteunen. Ze krijgt echter het geld voor deze dure opleiding niet bij elkaar. Hoewel ze met haar ouders, Richard en Emily Gilmore, al die jaren nauwelijks of geen contact heeft gehad, ziet ze uiteindelijk geen andere mogelijkheid. Vernederd wendt ze zich tot haar rijke ouders. Emily en Richard hebben de vroege jeugd van Rory vrijwel volledig gemist. Wanneer Lorelai bij ze aanklopt voor de lening is Richard bereid het geld te schenken, maar de trotse en zelfstandige Lorelai dringt aan op een lening. Emily ziet dan haar kans om het contact te herstellen: ze wil het geld lenen op voorwaarde dat Lorelai en Rory elke vrijdagavond komen dineren. Dit is het begin van de legendarische 'friday night dinners' en de basis van de serie. Sookie St. James (Melissa McCarthy) en Michel Gerard (Yanic Truesdale) zijn Lorelais collega's en beste vrienden. Sookie is chef-kok en Michel baliemedewerker in 'The Independence Inn'. Met Lorelai als manager van de herberg is het drie paar handen op één buik. Het is altijd al een droom van met name Sookie en Lorelai geweest om een eigen Inn te runnen. In het jaar dat Rory haar voortgezet onderwijs afrondt, wordt die droom werkelijkheid: ze kopen "The Dragonfly Inn". Lorelai zal toch nog een opleiding afronden wanneer ze, weliswaar niet aan een universiteit, maar aan een hogeschool, haar diploma voor een opleiding Economie haalt. Rory wordt na Chilton ingeloot voor meerdere universiteiten maar kiest uiteindelijk niet voor Harvard. Ze gaat journalistiek studeren aan Yale, waar haar grootvader ook studeerde. Ze kan geen staatslening krijgen, waardoor Rory ditmaal zelf besluit haar grootouders te vragen om een nieuwe lening studiegeld. De verplichte 'friday night dinners', waar Lorelai van af dacht te zijn, blijven als enige voorwaarde van Richard en (met name) Emily, nu toch in stand. Tijdens haar studie krijgt Rory een relatie met Logan Huntzberger, een jongen uit een nog aristocratischere familie dan de Gilmores. Nadat ze bij een familiediner bij de Huntzbergers heel slecht is behandeld door de familie, biedt Logans vader haar, om het goed te maken, een stageplek bij de Stamford Gazette aan. Na een tijdje vertelt hij haar dat 'ze het niet heeft om een journalist te worden'. Rory verliest haar vertrouwen in zichzelf, is helemaal van slag en steelt in een dronken bui samen met Logan een boot. Ze wordt gearresteerd en Lorelai moet haar van het politiebureau halen. Ondanks pogingen van Richard en Emily met een goede advocaat wordt ze veroordeeld tot een taakstraf (vele uren bermen schoonprikken) en stopt met Yale. In de tijd dat Rory Yale verlaten heeft en bij haar grootouders woont, heeft ze bijna geen contact meer met Lorelai. Hierdoor mist Rory het nieuws over de verloving van Lorelai en Luke, en is de relatie tussen moeder en dochter erg slecht op haar 21e verjaardag. Na het gesprek met Jess, een voormalig vriendje, besluit ze weer contact op te nemen met Lorelai en verhuist ze weer van haar grootouders naar haar moeder. Later keert ze terug naar Yale, geïnspireerd door Jess, die inmiddels zijn eigen novelle geschreven en gepubliceerd heeft. Ze heeft het studeren weer goed te pakken en weet een baan bij de Stamford Gazette te bemachtigen. Doordat Luke wordt geconfronteerd met een eigen tienerdochter waar hij niets van afwist, houdt hij zijn huwelijk met Lorelai af waardoor Lorelai na een tijd en na een ultimatum te hebben gesteld de verloving verbreekt en troost zoekt bij Christopher. In de laatste afleveringen hernieuwt Lorelai de relatie met Rory's vader Christopher en trouwt ze zelfs met hem in Parijs. Christopher heeft echter moeite met settelen in het kleine Stars Hollow. Christopher begint het leven van Lorelai te proberen te veranderen waardoor een komende breuk al merkbaar is. Nadat Luke voor voogdij van zijn dochter aan Lorelai vraagt een brief te schrijven en Christopher, die hier niets van afwist, per abuis de brief leest, verlaat deze Lorelai. Vlak voor het afstuderen van Rory krijgt Logan een baan aangeboden aan de westkust en vraagt Rory ten huwelijk. Rory vindt het nog te vroeg en wil nog wachten. Logan wil niet wachten en de twee breken de relatie af. Direct na haar afstuderen krijgt Rory een baan aangeboden om voor langere en onbepaalde tijd met een journalistteam op toer te gaan en ze moet al binnen 3 dagen weg. Luke regelt op de dag voor het vertrek van Rory een afscheidsfeest waarbij heel Stars Hollow en Richard en Emily aanwezig zijn. Bang om het contact met Lorelai weer te verliezen probeert Emily haar weer een lening aan te smeren voor haar Inn. Lorelai belooft echter weer naar de friday night dinner’s te komen. Zodra Lorelai hoort dat Luke het feest heeft geregeld zoekt ze hem op en voor Luke's Diner volgt een diepe omarming en een innige kus. De volgende ochtend moet Rory op reis, maar niet voordat Lorelai en Rory bij Luke langs zijn geweest voor de beste koffie in Stars Hollow. Personages Lorelai Gilmore De hippe, intelligente, ietwat vreemde en wereldwijze alleenstaande moeder van Rory Gilmore. Lorelai probeert Rory zo veel mogelijk te helpen met liefdesadvies en lijkt zelf eindelijk de ware te hebben gevonden in Rory's vader, Christopher. Haar prioriteit in het leven is Rory, met wie ze samen een 'no boys allowed' kliekje begon. De mannen in Lorelais leven verschillen allen van elkaar. Christopher Hayden (David Sutcliffe) is de vader van Rory. De relatie tussen hem en Lorelai is er een van ups en downs. Nadat Christopher aankondigde dat zijn vriendin Sherry zwanger was breekt Lorelai (voor de eerste keer) met hem. Lorelai is verloofd geweest met Max Medina (Scott Cohen), een docent van Rory. Ze breekt met hem na een gesprek met Christopher. Jason Stiles is de volgende, een zakenpartner van Lorelais vader. Hun relatie verliep goed maar Lorelai wil niet dat haar ouders het te weten komen. Nadat Jason Lorelais vader aanklaagt, verbreekt ze hun relatie. In de laatste seizoenen heeft Lorelai een relatie met Luke (Scott Patterson), van Luke's Diner. Tot Luke erachter komt dat hij een dochter heeft en zijn huwelijk met Lorelai blijft uitstellen. Ze vindt troost bij Christopher, die alleenstaande vader is nadat Sherry is weggelopen naar Parijs. Hij is tevens miljonair door de erfenis van een oudoom. Plotseling trouwen Christopher en Lorelai, maar het huwelijk loopt al na een paar afleveringen vast. Lorelai heeft nog steeds gevoelens voor Luke en daar is Christopher jaloers op. In de allerlaatste aflevering komen Luke en Lorelai weer samen. Rory Gilmore Rory is vijftien in de allereerste aflevering en voelt zich thuis in Stars Hollow. Haar beste vriendin, op haar moeder na, is Lane Kim (Keiko Agena). Op Chilton en later op Yale raakt Rory na verloop van tijd bevriend met Paris Geller (Liza Weil), een niet-sociale, uiterst kristische en drukke jonge vrouw. Rory is intelligent en studeert in de laatste seizoenen journalistiek aan de universiteit van Yale. Ze is extreem gemotiveerd en meestal de beste in wat ze doet. Door de seizoenen heen zie je hoe Rory verandert en hoe haar eerste relatie met Dean (Jared Padalecki) ontstaat. Later breekt ze met Dean voor Jess (Milo Ventimiglia), die haar uiteindelijk verlaat. Als Rory eenmaal op Yale zit, ontmoet ze Logan Huntzberger (Matt Czuchry), de zoon van vrienden van haar grootouders, met wie ze eerst een losse en later een vaste relatie krijgt. Luke Danes Luke is de cynische eigenaar van Luke's Diner. Hij is introvert en moeilijk te peilen. Hij heeft een gecompliceerde verhouding met Lorelai, die uiteindelijk uitmondt in een verloving. Ze hebben echter steeds ruzie. Als hij erachter komt dat hij een dochter, April, deelt met een oude vlam, Anna Nardini genaamd, blijft hij de bruiloft met Lorelai uitstellen. Uiteindelijk verbreekt Lorelai de relatie. Sookie St. James Naast Rory de beste vriendin en bovendien zakenpartner van Lorelai. Sookie is de kok in de Dragon Fly. Ze is een vrolijke, soms wat kinderlijke vrouw. Sookie is getrouwd met Jackson Belleville en heeft drie kinderen. Lane Kim Lane is de beste vriendin van Rory. Haar moeder komt uit Korea en voedt haar streng op. Lane heeft moeite met die opvoeding en verbergt in de eerste seizoenen haar echte leven voor haar moeder. Uiteindelijk komt ze er achter, waarna Lane met haar breekt. Lane is een muziekfanaat, ze speelt drums in een band. Met een van de bandleden, Zack, is ze getrouwd. Ze is nu ook zwanger van Zack, die daar erg nuchter op reageert. Lane vindt het echter wat minder leuk. Ze bevalt van twee jongetjes genaamd Kwan en Steve. Richard & Emily Gilmore De ouders van Lorelai. Ze behoren tot de oude rijken van Amerika. Ze betalen Rory's schoolgeld en ze zijn gek op haar. Als Richard besluit met pensioen te gaan, wordt Emily gek van zijn constante aanwezigheid in het huis. Uiteindelijk leven ze gescheiden in hetzelfde huis, Emily in het huis en Richard in de poolhouse. Later komt alles weer goed omdat ze door hebben dat ze toch alle redenen hebben om bij elkaar te zijn en toch echt wel van elkaar houden. Ze gaan zelfs opnieuw trouwen. Door een hartinfarct van Richards kant wordt de relatie nog eens gesterkt; Vooral Emily maakt Lorelai voortdurend het leven zuur. Overige personages Stars Hollow zit vol met ietwat gestoorde provinciaaltjes, zoals de dorpsidioot Kirk Gleason (Sean Gunn), de lokale theaterdocente Miss Patty (Liz Torres), de vrouwelijke automonteur Gypsy (Rose Abdoo), de burgemeester Taylor Doose (Michael Winters) en Lorelais buurvrouw Babette Dell (Sally Struthers). Rolverdeling Hoofdpersonages Terugkerende personages Productie De eerste 6 seizoenen van de serie zijn bedacht en geproduceerd door Amy Sherman-Palladino. Van het zevende seizoen is David S. Rosenthal de producent. De serie staat bekend om de manier waarop humor wordt verwerkt in het drama, dit komt vooral door het hoge tempo waarop de meeste personages communiceren. Het script heeft vaak meer dan 70 bladzijden (vooral omdat Lorelai en Rory vaak lange en snelle gesprekken hebben) terwijl er normaal maar 50 bladzijden in een script te vinden zijn. Zie ook Our Little Corner of the World: Music from Gilmore Girls Amerikaanse televisieserie Programma van The WB Programma van The CW
Lorelai Victoria Gilmore, vernoemd naar de moeder van haar vader, groeide op in Hartford. Haar ouders, Richard (Edward Hermann) en Emily (Kelly Bishop), behoren tot de hogere klasse. Lorelais leven was al helemaal voor haar uitgestippeld, maar ze bleek een eigenwijze vrouw te zijn die helemaal niets moest hebben van de formele en ingehouden wereld van de rijkelui. Al op haar zestiende raakt Lorelai zwanger van haar nauwelijks oudere vriendje Christopher Hayden (David Sutcliffe), ook een vrije geest uit een rijke familie. Terwijl hun ouders onderhandelen over een huwelijk, kijken Christopher en Lorelai vanaf de zijlijn toe. Lorelai krijgt een dochter, die ze naar zichzelf vernoemt (Lorelai Leigh), met de roepnaam Rory. Omdat Lorelai niet wil dat het kind de ambities van Christopher in de weg staat, besluit Lorelai haar dochter alleen op te voeden.
2
ouders, ouderpubliek, ouderschap
5,634
VideoObject
4369717
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chief%20Keef
Chief Keef
Keith Farrelle Cozart (Chicago, 15 augustus 1995), beter bekend als Chief Keef, is een Amerikaans rapper en muziekproducent uit Chicago, Illinois. Keef vergaarde bekendheid tijdens zijn justitieel huisarrest, toen zijn muziekvideo's met lof door de lokale bevolking werden ontvangen. Zijn toenemende bekendheid zorgde voor een oorlog tussen platenlabels. Keef koos voor Interscope Records, maar na een ruzie vertrok hij en tekende hij bij 1017 Brick Squad Records. Keef werd ook de bestuursvoorzitter van zijn eigen label; Glory Boyz Entertainment, wat nu Glo Gang is. Zijn debuutalbum Finally Rich werd op 18 december 2012 uitgebracht. Vanaf het moment dat hij bekendheid begon te vergaren, begonnen ook zijn juridische problemen. Die problemen zorgden er samen met zijn populariteit binnen het drillgenre voor dat hij een gangster-imago opbouwde. Hij werd hierop ook vergeleken met vroegere gangstarappers, zoals 50 Cent. Hoewel hij eind 2014 zijn contract met Interscope verbrak, bleef hij – via Glo Gang – in eigen beheer mixtapes uitbrengen. Bang 3 zou Keef's tweede studioalbum moeten worden, maar het nummer "Nobody" met Kanye West groeide uit tot het gelijknamige album Nobody, wat in december 2014 werd uitgegeven. Bang 3 stond na een relatief lange periode van uitstellen gepland voor uitgave op 18 augustus 2015, maar kwam enkele weken eerder uit, op 1 augustus. Jeugd Cozart werd op 15 augustus 1995 in Chicago, Illinois geboren en groeide op in de buurt Englewood in het zuiden van de stad. Hij begon op vrij jonge leeftijd met rappen, door met zijn moeder's karaoke-apparaat en lege cassettebandjes muziek op te nemen. Keef ging van de highschool af op 15-jarige leeftijd. Muzikale carrière Opkomst, Finally Rich en daaropvolgende mixtapes (2011–2013) In 2011 vergaarde Keef lokale bekendheid door zijn mixtapes The Glory Road en Bang. Tijdens zijn justitieel huisarrest voor verboden wapenbezit, plaatste hij verscheidene muziekvideo's op YouTube. De video's stonden op de voorgrond van het drillgenre, een subgenre van hiphop uit Chicago. Zijn bekendheid groeide in een korte periode tussen Bang en Back from the Dead, met muziekvideo's als "Bang", "3Hunna" en "I Don't Like". Toen er aan het einde van zijn huisarrest een filmpje op WorldStarHiphop verscheen, waarin een tiener hysterisch reageerde op de 'vrijlating' van Keef, groeide zijn populariteit nog meer. Aan de start van zijn carrière, was "I Don't Like" al een succes in het zuiden van zijn thuisstad Chicago, omdat het het perfecte nummer voor de inwoners van Chicago zou zijn. Het nummer trok ook de aandacht van mede-Chicagoaan Kanye West. West maakte een remix van het nummer met Pusha T, Jadakiss en Big Sean. David Drake schreef in 2012 dat Keef "plotseling uit de duisternis opdook." Keef zat midden in een oorlog tussen labels in de zomer van 2012, zo ook CTE World – het platenlabel van Young Jeezy. Tijdens een relatief rustig jaar qua muziekpublicaties van Keef in 2013, tekende hij bij Interscope Records, met als extra deal: zijn eigen sublabel Glory Boyz Entertainment (GBE). De deal was US$6.000.000 waard voor drie albums en een extra US$440.000 om GBE op te zetten. Als het debuutalbum van Keef voor december 2013 nog geen 250.000 kopieën had verkocht, had Interscope het recht om het contract te ontbinden. Keef's debuutalbum Finally Rich werd op 18 december 2012 onder Interscope en GBE uitgebracht. Op het album kwamen gastoptredens voor van 50 Cent, Wiz Khalifa, Young Jeezy, Rick Ross en GBE-lid Lil Reese. Op 8 mei 2013 maakte Gucci Mane bekend dat Chief Keef bij zijn 1017 Brick Squad Records getekend was. Keef had een gastbijdrage in het nummer "Hold My Liquor" van het album Yeezus van Kanye West. Op zijn achttiende verjaardag – 15 augustus 2013 – bracht Keef zijn mixtape Bang, Pt. 2 uit. Op 12 oktober datzelfde jaar, bracht hij Almighty So uit. Almighty So kreeg net als Bang, Pt. 2 veel negatieve reacties. Na zijn gevangenisstraf van oktober 2013, begon hij aan zijn tweede studioalbum en zijn biografie. Bang 3, Nobody en The Cozart (2014–heden) In 2014 begon Chief Keef met het produceren van zijn eigen muziek. In januari 2014 kondigde Keef zijn nieuwe mixtape Bang 3 aan. In februari 2014 bracht Keef de cover van Back from the Dead 2 – het vervolg op Back from the Dead – naar buiten. Later die maand liet Keef weten dat hij Bang 4 als een extended play voor Bang 3 uit zou brengen als voorproefje. De dag daarop liet Fredo Santana weten dat Chief Keef en hij een samenwerkingsalbum uit zouden brengen. In maart bracht Keef de eerste officiële single voor Bang 3 uit: "Fuck Rehab" met zijn neef en labelvriend Mario "Blood Money" "Big Glo" Hess, wat Hess' laatste verschijning op een nummer was voor zijn dood op 9 april 2014. Op 14 maart bracht Keef de muziekvideo voor "Fuck Rehab" uit. Hoewel Interscope directeur Larry Jackson Bang 3 voor 10 juni 2014 aankondigde, kwam het album niet uit. Het contract met Keef werd in oktober door Interscope verbroken, maar liet weten dat alle onuitgebrachte projecten van Keef alsnog zouden uitkomen. Young Chop, een van Keef's vaste producenten, verafschuwde de manier waarop Chief Keef door Interscope was behandeld. Bang 3 stond later gepland voor kerst 2014, maar de uitgave van het album werd weer niet verwezenlijkt. Mansion Musick en Thot Breakers, twee mixtapes, respectievelijk gepland voor 28 november 2014 en 14 februari 2015, kwamen ook nooit uit. Keef slaagde er samen met Gucci Mane echter wel in om een mixtape, Big Gucci Sosa, uit te brengen, net als Back from the Dead 2. Cozart experimenteerde op Back from the Dead 2 met het produceren van zijn eigen nummers: zestien van de twintig nummers waren door Keef zelf geproduceerd. In november 2014 kondigde Cozart Nobody aan, een Glo Gang-album, met vocale ondersteuning van Kanye West en Tadoe. Het album zou op 2 december uit moeten komen, maar kwam op 16 december. Het album kreeg een score van zeven uit tien van Meaghan Garvey van Pitchfork Media. Op 18 februari 2015 bracht Keef Sorry 4 the Weight uit. Enkel Andy Milonakis en Benji Glo gaven vocale ondersteuning. Op 24 april kondigde Keef aan dat zijn nieuwe album The Cozart snel zou komen. Marvin Carr, beter bekend als Capo (een vriend en getekend bij Glo Gang), werd op 12 juli 2015 in Chicago vermoord. Nadat de schutters Capo hadden vermoord, reden zij tijdens hun vlucht de 13-maanden oude Dillan Harris dood. Na de dood van Capo kondigde Keef een benefietconcert aan voor Capo en de nabestaanden van Dillan. Vanwege uitstaande dwangbevelen in Illinois zou Keef het benefietconcert bijwonen via een hologram, opgenomen in Beverly Hills. Het benefietconcert werd echter op last van de burgemeester van Chicago door de politie stilgelegd en ontruimt. Keef heeft ook de stichting Stop the Violence Now Foundation opgericht: een poging om het aanhoudende geweld in Chicago een halt toe te roepen. Keef vindt dat burgemeester Rahm Emanuel zich niet met muziek moet bemoeien en Keith Cozart stelt zich daarom verkiesbaar als burgemeester van Chicago. Glo Gang Als onderdeel van zijn contract met Interscope Records, werd Keef's sublabel Glory Boyz Entertainment (GBE) opgericht. Keef en zijn manager, Rovan Manuel bezaten beide 40% van de aandelen. Keef's neef en rapper Fredo Santana, Keef's oom Alonzo Carter en Anthony H. Dade bezaten de resterende 20% van de aandelen. Verscheidene kennissen van Keef tekenden bij het label, zoals Fredo Santana, Lil Reese en producent Young Chop. Op 3 januari 2014, maakte Keef bekend dat GBE niet meer bestond en dat hij een nieuw platenlabel had opgericht: Glo Gang. Voor zijn dood, onthulde Big Glo, dat Glo Gang bestond uit Keef, Tray Savage, Quapo, Ballout, Capo, Tadoe, Justo en hemzelf. Personalia Op zijn zestiende kreeg Keef een dochter: Kayden Kash Cozart, bijnaam Kay Kay. Keef moest alimentatie aan de moeder van Kayden betalen. In november 2013 werd bekend dat Keef een kind – toen 10-maanden oud – had bij Erica Early. Ook aan haar moest hij alimentatie betalen. In september 2014 werd Keef's derde kind, Krüe Karter Cozart, geboren. Tadoe en Fredo Santana, twee neven van Keef, stonden onder contract bij Glory Boyz Entertainment. Keef's stiefbroer werd op 2 januari 2013 in het zuiden van Chicago vermoord. Mario Hess, beter bekend als Big Glo of Blood Money, een andere neef van Keef, werd op 9 april 2014 in Englewood doodgeschoten. Hess stond pas twee weken onder contract bij Interscope Records. Nadat Keef uit zijn woning in Highland Park was gezet, verhuisde hij naar Los Angeles. Discografie Studioalbums Finally Rich (2012) Bang 3 (2015) Aangekondigd The Cozart (2015, TBR) Blood Thicker Than Water (met Fredo Santana) (2015, TBR) GLOTF (met Lil Durk) (2015, TBR) Digitale albums Nobody (met 12 Hunna) (2014) Nobody 2 (met 12 Hunna) (2015) Mixtapes UFOverload (2009) The Glory Road (met DJ Kenn) (2011) Bang (2011) Back from the Dead (met Young Chop) (2012) Bang, Pt. 2 (2013) Almighty So (2013) Big Gucci Sosa (met Gucci Mane) (2014) Back from the Dead 2 (2014) Sorry 4 the Weight (2015) Almighty DP (met DP Beats) (2015) Almighty DP 2 (met DP Beats) (2015) Finally Rollin 2 (2015) Camp Glotiggy (met Zaytoven) (2016) Two Zero One Seven (2017) Singles "I Don't Like" (met Lil Reese) (2012; Finally Rich) "Love Sosa" (2012; Finally Rich) "Hate Bein' Sober" (met 50 Cent en Wiz Khalifa) (2012; Finally Rich) "Fuck Rehab" (met Blood Money) (2014; Bang 3) "Ain't Missing You" (met Jenn Em) (2015; Bang 3) "Bouncin" (2015; Bang 3) Amerikaans muziekproducent Amerikaans rapper
Opkomst, Finally Rich en daaropvolgende mixtapes (2011–2013) In 2011 vergaarde Keef lokale bekendheid door zijn mixtapes The Glory Road en Bang. Tijdens zijn justitieel huisarrest voor verboden wapenbezit, plaatste hij verscheidene muziekvideo's op YouTube. De video's stonden op de voorgrond van het drillgenre, een subgenre van hiphop uit Chicago. Zijn bekendheid groeide in een korte periode tussen Bang en Back from the Dead, met muziekvideo's als "Bang", "3Hunna" en "I Don't Like". Toen er aan het einde van zijn huisarrest een filmpje op WorldStarHiphop verscheen, waarin een tiener hysterisch reageerde op de 'vrijlating' van Keef, groeide zijn populariteit nog meer.
3
video, videobestand, mediabestand
10,105
Cooperative
415738
https://nl.wikipedia.org/wiki/Avebe
Avebe
Coöperatie Koninklijke Avebe U.A., kortweg Royal Avebe, is een wereldwijd opererende onderneming die producten levert op basis van aardappelzetmeel en aardappeleiwit, voor toepassingen in voeding, diervoeding, papier, bouw, textiel en kleefstoffen. Het hoofdkantoor van het concern is gevestigd in Veendam. Avebe is anno 2023 de grootste producent van plantaardige eiwitten in Nederland. De boeren hebben via de ledenraad de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid binnen het bedrijf. Bij de coöperatie Avebe zijn ruim 2200 boeren aangesloten, opgedeeld in zes districten (twee in Duitsland en vier in Nederland). Geschiedenis De naam Avebe is de afkorting van Aardappelmeel Verkoop Bureau, met als telegramadres de afkorting AVEBE. De coöperatie werd opgericht in 1919 als een verkoopcentrale tussen elf Groningse en Drentse boerencoöperatieve aardappelmeelfabrieken om goede verkoopprijzen te bewerkstelligen voor naturel zetmeel. In 1921 traden nog vier coöperatieve fabrieken toe tot de verkoopcentrale. Avebe begon al snel met inkoopcentralisatie, organiseerde kwaliteits- en procesverbetering en een uniforme boekhouding tussen de fabrieken. De boerencoöperaties verdrongen de private zetmeelbedrijven naar de productie van zetmeelderivaten. In 1948 werd de naam Avebe gewijzigd in Coöperatieve Verkoop- en Productievereniging van aardappelmeel en derivaten Avebe B.A. en in 1956 werden de eerste derivaten (afgeleide producten van aardappelzetmeel) geproduceerd. De geschiedenis van Avebe is sterk verbonden met de Groninger Veenkoloniën. In 1963 nam Avebe de in 1870 opgerichte aardappelmeel- en derivatenfabriek Duintjer Wilkens Meihuizen & Co over en werd aldus een grote speler op de markt van zetmeelderivaten. In 1971 werd Avebe organisatorisch gemoderniseerd tot een primaire coöperatie om zo de financiering te verbeteren. In 1974 werd een groot investerings- en reorganisatieplan opgesteld om het afvalwater- en eiwitprobleem van aardappelzetmeelfabrieken aan te pakken. Tot begin 1980 bepaalde dit sterk het beleid van Avebe. Er werden acht fabrieken gesloten en in vier fabrieken werd geïnvesteerd. Na het faillissement in 1978 van Koninklijke Scholten-Honig (KSH) werd een deel van het Scholten-concern overgenomen. Dit zetmeelbedrijf was in 1841 opgericht door Willem Albert Scholten en is wel aangeduid als Nederlands eerste multinational, hoewel daarvoor ook de veel oudere VOC genoemd wordt. De Nederlandse aardappelzetmeelfabrieken Foxhol en de Krim en lijmfabriek van Scholten werden onderdeel van Avebe, samen met enkele buitenlandse locaties in Malmö, Corbeil, Haussimont en Milaan. Na investeringen vanaf de jaren negentig in verbreding van het bedrijf in bioplastics, tarwe en tapioca reorganiseerde Avebe zijn activiteiten vanaf 2006 wederom rond de aardappelzetmeelteelt in Europa. 1994 - Avebe sluit de zetmeelderivatenfabriek in Corbeil, verkoopt kant-en-klaarlijmen aan Ceca en stopt met investeren in het opstarten van Chamtor, de fabriek voor tarweglucose en inuline te Bazancourt. 1995 - Avebe wordt volledig eigenaar van Glucona, een joint venture opgericht in 1978 tussen Akzo en Avebe, producent van gluconzuur en derivaten. Koopt Duitse zetmeelfabriek Prignitz Stärke in Dallmin van Amylum. Koopt de tarwezetmeelfabriek Latenstein in Nijmegen van Meneba. 2001 - Avebe verkoopt Scholten lijmen aan Paramelt. 2003 - Avebe verkoopt Glucona aan de dochteronderneming Purac van CSM. Management buy-out van de bioplasticfabriek. Verkoop van de fabriek die zetmeeladditieven maakt als vulstof voor medicijnen. De koper is DFE Pharma, een dochter van FrieslandCampina. 2005 - De fabriek in Foxhol voor de productie van Brinta wordt verkocht aan Heinz en verplaatst naar Nijmegen. Start met de vermarkting van het amylopectine-aardappelzetmeel, onder de naam Eliane. 2006 - Avebe verkoopt zijn belangen in Thailand, Indonesië, China en Zuid-Amerika. 2007 - Avebe sluit de tarwezetmeelfabriek in Nijmegen. Verkoopt aardappelzetmeelfabriek Haussimont in Frankrijk aan AdventAgri. Start een samenwerking met National Starch Food Innovation voor de verdere vermarkting en ontwikkeling van aardappelzetmeeltoepassingen en -derivaten buiten Europa. Start een alliantie met DSM Food Specialties voor het ontwikkelen van een nieuwe enzymatisch zetmeel modificatietechnologie (Etenia). Investeert in een nieuwe raffinagetechniek voor het maken van natief aardappeleiwit onder de naam Solanic. 2015 - National Starch is in 2010 overgenomen door Ingredion. Avebe beëindigt de samenwerking die in 2007 aangegaan was met National Starch 2018 - Avebe opent een innovatiecentrum op het Zernikecomplex in Groningen. 2020 - Avebe ontvangt het predicaat Koninklijk. Hoofdkantoor Het hoofdkantoor van Royal Avebe is sinds eind 2011 opnieuw gevestigd in Veendam. Het bedrijf had in 2005 het hoofdkantoor verkocht en daarmee de historisch locatie Veendam verlaten en zich gevestigd op de productielocatie in Foxhol. In 2011 ging het bedrijf op zoek naar een nieuwe locatie, maar uiteindelijk koos men voor de huur van het oude hoofdkantoor. Activiteiten Avebe heeft in totaal zes productielocaties, waarvan drie in Nederland. Twee locaties bevinden zich in de provincie Groningen; in Foxhol en in Ter Apelkanaal. De derde locatie is de aardappelmeelfabriek te Gasselternijveen in de provincie Drenthe. Verder zijn er twee in Duitsland, in Dallmin in de gemeente Karstädt en Lüchow, en nog een productielocatie in Zweden te Malmö. De omzet wordt voor ongeveer de helft gerealiseerd in landen van de Europese Unie en de andere helft in de rest van de wereld. Naar producten komt de hoogste omzetbijdrage van deriviaten, gevolgd door zetmeel en eiwitten. De derivaten zijn met 60% van de omzet veruit het meest belangrijk. De belangrijkste afnemer is de levensmiddelenindustrie, met ruim 60% van de totale afzet, gevolgd door de industrie, zoals in de bouw en bij het maken van papier en lijm, en iets minder dan 10% gaat naar de diervoedingfabrikanten. Resultaten Avebe heeft een gebroken boekjaar dat per 31 juli afloopt. Het jaar 2022 heeft betrekking op de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 juli 2022. De prestatieprijs is de opbrengstwaarde per ton aardappelen, in de berekening wordt rekening gehouden met een standaard zetmeelpercentage van 19 procent. De prestatieprijs bestaat uit drie delen: de vergoeding voor de aardappelen waarbij rekening wordt gehouden met het zetmeelgehalte, het moment van leveren en de kwaliteit. de kosten van verlading en transport. het financiële resultaat van de coöperatie. Op basis van deze drie componenten was de prestatieprijs in 2022 € 98,56/ton. Voormalige Nederlandse locaties van Avebe fabrieken Vroegere locaties van aardappelzetmeelfabrieken zijn: Tonden Foxhol 1841 – 1999 (tot 1978 KSH) Onder Ons De Krim (Overijssel) 1906 – 1993 (1967/1974 – 1978 KSH) DWM (Duintjer, Wilkens, Meihuizen) Veendam 1870 – 1982 (vanaf 1963 Avebe) Ter Apel en Omstreken Ter Apel 1916 – 1981 Hollandia Nieuw-Buinen 1898 – 1981 Alteveer Alteveer (Stadskanaal) 1909 – 1981 Oranje (Drenthe) 1913 – 1980 Excelsior Veenoord 1909 – 1980 Pekela en Omstreken Nieuwe Pekela 1900 – 1980 De Twee Provinciën Stadskanaal 1914 – 1979 De Toekomst Nieuwe Compagnie 1900 – 1969 Woudbloem Scharmer 1904 – 1968 Westerwolde Veelerveen 1913 – 1964 De Centrale Coevorden 1908 – 1963 Van Linge Veendam 1869 – 1962 (vanaf 1963 Avebe) Wildervank en Omstreken Eexterveenschekanaal 1903 – 1954 De Baanbreker Lutten 1900 – 1953 Eersteling Borgercompagnie 1898 – 1935 Nederlands bedrijf Aardappelmeelfabriek
Geschiedenis De naam Avebe is de afkorting van Aardappelmeel Verkoop Bureau, met als telegramadres de afkorting AVEBE. De coöperatie werd opgericht in 1919 als een verkoopcentrale tussen elf Groningse en Drentse boerencoöperatieve aardappelmeelfabrieken om goede verkoopprijzen te bewerkstelligen voor naturel zetmeel. In 1921 traden nog vier coöperatieve fabrieken toe tot de verkoopcentrale. Avebe begon al snel met inkoopcentralisatie, organiseerde kwaliteits- en procesverbetering en een uniforme boekhouding tussen de fabrieken. De boerencoöperaties verdrongen de private zetmeelbedrijven naar de productie van zetmeelderivaten.
4
coöperatie, samenwerkingsverband, coöperatieve vereniging
10,440
ReplaceAction
3833241
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuurtoren%20Westerheversand
Vuurtoren Westerheversand
De vuurtoren Westerheversand is een vuurtoren bij Westerhever in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. De vuurtoren staat aan de westkust van de deelstaat op het noordelijke deel van het schiereiland Eiderstedt en kijkt uit over de Noordzee. Geschiedenis De toren werd gebouwd in 1906 op Westerheversand ongeveer 1000 meter van de zeedijk op een vier meter hoge heuvel met paalfundering (127 dikke lange eiken palen) en betonnen voet. De toren werd gemonteerd met 608 aan elkaar geschroefde zware gietijzeren platen van in totaal 130 ton, op een bakstenen basis. De ijzeren platen kwamen van de Isselburger Hütte in Münsterland. Binnen in de toren zijn er negen verdiepingen. Aan beide zijden van de toren werden vuurtorenwachtershuizen gebouwd. Het baken werd op 26 mei 1908 in gebruik genomen. De lichtbron was tot 1974 een booglamp, die de nodige 70 volt gelijkstroom door een van de twee dieselgeneratoren aangedreven met back-up-accu's gevoed werd. De levensduur van een koolstofstaaf bedroeg ongeveer negen uur, dan moest deze worden vervangen. In 1951 werden de aggregaten aangesloten op het openbare elektriciteitsnet. In 1975 werd de booglamp vervangen door een moderne 2000 watt xenonlamp met een lichtintensiteit van 183.000 candela. Na decennia van dienst door de vuurtorenwachters werkt de vuurtoren nu automatisch gecontroleerd vanuit Tönning. De twee voormalige wachtershuizen herbergen nu een natuurbeschermingscentrum van het Nationalpark Schleswig-Holsteinisches Wattenmeer. Sinds 2001 kan de toren bezocht worden. Opbouw en licht Het is een ronde toren die licht naar boven toeloopt op een basis en twee balkons bovenin. De torenromp heeft drie rode banen met ertussen twee witte en staat op een witte basis. De vuurtoren staat op een heuvel. Het vuur bevindt zich op 41 meter hoogte en de toren is zelf 40 meter hoog. De reikwijdte van het licht is ongeveer 21 nautische mijlen (ongeveer 39 km). De indirecte zichtbaarheid van het licht is meer dan 55 kilometer en kan op een helder dag gezien worden op Helgoland. Westerheversand Noordzee Bouwwerk in Sleeswijk-Holstein
Het baken werd op 26 mei 1908 in gebruik genomen. De lichtbron was tot 1974 een booglamp, die de nodige 70 volt gelijkstroom door een van de twee dieselgeneratoren aangedreven met back-up-accu's gevoed werd. De levensduur van een koolstofstaaf bedroeg ongeveer negen uur, dan moest deze worden vervangen. In 1951 werden de aggregaten aangesloten op het openbare elektriciteitsnet. In 1975 werd de booglamp vervangen door een moderne 2000 watt xenonlamp met een lichtintensiteit van 183.000 candela.
2
vervanging, vervangen, wijziging
6,216
OrderItem
46943
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beurtbalkje
Beurtbalkje
Een beurtbalkje is een balkje voor het scheiden van koopartikelen op een kassaband in bijvoorbeeld een supermarkt. Het woord 'beurtbalkje' is bedacht in 1996. Gebruik en vorm van het balkje Het voorwerp kan de vorm hebben van een wiskundige balk (met afgeronde randen) maar vaak zijn er in de lengterichting slechts drie zijvlakken. Op deze vlakken staat vaak de naam van de winkel of andere reclame. Soms wordt er extra reclamemateriaal van bijvoorbeeld karton aan vastgemaakt. Beurtbalkjes liggen gewoonlijk klaar in een richel langs de kassaband, de lopende band waarop klanten hun aan te kopen artikelen leggen bij de kassa van de winkel. Vaak staan er meerdere klanten op hun beurt te wachten bij de kassa, ze kunnen dan zelf een beurtbalkje pakken om de boodschappen per klant uit elkaar te houden. Woord In september 1996 kwam in het maandblad Onze Taal de volgende vraag aan de orde: "Hoe noem je het balkje dat je bij de kassa van de supermarkt tussen je eigen boodschappen en die van de volgende klant legt?" Daar bleek nog geen gangbare term voor te bestaan; de lezers werden opgeroepen suggesties in te sturen. In januari 1997 werden de inzendingen behandeld. Meer dan eens werden de termen beurtbalkje, divider, kassabalkje, klantenbalkje, klantenwig en stopper genoemd; de Taaladviesdienst verkoos het allitererende woord beurtbalkje, dat was ingezonden door vier mensen. Het nieuwe woord vond niet snel algemeen ingang en er bleven dan ook verschillende termen in gebruik, zoals klantenstopper, kassabanddivider en voklabalkje (van volgende klant). In september 2002 begon de Actiegroep Over de Balk een campagne ter promotie van het gebruik van het woord 'beurtbalkje'. Het doel van de actiegroep was de term 'beurtbalkje' in het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal (de Dikke Van Dale) te krijgen, waarmee de term min of meer 'officieel' ingeburgerd zou zijn. De verspreiding van de term kwam in een stroomversnelling toen TV Gelderland besloot het beurtbalkje meer bekendheid te geven en zelfs een kartonnen beurtbalkje liet maken, met het woord prominent daarop vermeld, ter verspreiding in supermarkten. Sinds oktober 2005 is het woord beurtbalkje daadwerkelijk opgenomen in het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal. Tevens heeft de "Prisma Spellinggids" van uitgeverij Het Spectrum het woord opgenomen. Soortgelijke discussies, prijsvragen en lobbyacties over het 'juiste' woord voor dit voorwerp zijn er in verschillende andere Noord-Europese landen geweest. In Duitsland vroeg de Gesellschaft für deutsche Sprache om voorstellen en presenteerde uiteindelijk de winnaar: Warentrenner. Externe link Beurtbalkje als onderwerp in column "ik" in NRC Handelsblad, 20 april 2007, gearchiveerd op 27 april 2007 Supermarkt Neologisme
Een beurtbalkje is een balkje voor het scheiden van koopartikelen op een kassaband in bijvoorbeeld een supermarkt. Het woord 'beurtbalkje' is bedacht in 1996.
1
koopartikel, leveringslijn, aankoopitem
7,632
DanceGroup
4810820
https://nl.wikipedia.org/wiki/Christine%20De%20Smedt
Christine De Smedt
Christine De Smedt (1963) is een Belgische danseres en choreografe. Haar artistiek werk situeert zich op de grens tussen dans/performance, choreografie, artistieke coördinatie en artistieke projecten van diverse aard. Opleiding Na het beëindigen van haar studies in criminologie raakte Christine De Smedt geïnteresseerd in dans en performance en begon ze verschillende technieken voor bewegingsonderzoek te bestuderen. Samenwerking met les ballets C de la B Christine De Smedt was van 1991 tot 2012 lid van les ballets C de la B, het Gentse dansgezelschap dat werd opgericht door Alain Platel en dat ook lange tijd de thuisbasis was van o.a. Hans Van den Broeck, Sidi Larbi Cherkaoui en Koen Augustijnen. Ze danste er in Mussen (Alain Platel, 1991) en was assistent-regisseur bij How to approach a dog (Hans Van den Broeck, 1992). Van 2003 tot 2005 was ze artistiek coördinator van les ballets C de la B. In 2010 initieerde ze de eerste Summer Intensive, een residentie in studio 3 bij les ballets C de la B Samenwerking met Meg Stuart / Damaged Goods In 1992 maakte Christine De Smedt deel uit van het interdisciplinaire SKITE project (laboratoire de nouvelles formes chorégraphiques) in Parijs, waar haar eerste artistieke ontmoeting met Meg Stuart plaatsvond. Ze heeft tussen 1995 en 1999 ook samengewerkt met de Amerikaanse choreografe Meg Stuart en haar gezelschap Damaged Goods. Ze danste in 1996 in de heropvoering van Stuarts debuutchoreografie Disfigure Study, en assisteerde de choreografe als coach bij die heropvoering. Verder werkte ze als danseres mee aan No One Is Watching (Meg Stuart / Damaged Goods, 1995) en Splayed Mind Out (Meg Stuart / Damaged Goods en Gary Hill, 1997). Samen met Meg Stuart en choreograaf / danser David Hernandez initieerde ze het multidisciplinair improvisatieproject Crash Landing (1996-1999). Eigen werk als choreografe In de periode dat Christine De Smedt lid was van les ballets C de la B begon ze haar eigen werk te maken. Haar debuut was de danssolo La force fait l’union fait la force. Een van haar bekendste projecten uit die periode is 9x9 (2000), een grootschalig choreografisch project dat werd gerealiseerd in 15 verschillende steden in Europa en Canada. Het uitgangspunt voor het project, waarin de choreografe aan de slag ging met deelnemers van uiteenlopende achtergronden zoals bejaarden, jongeren en fotografen, was de menselijke massa. Een andere bekende productie van Christine De Smedt is Untitled 4 (2012), waarin ze op basis van interviews vier portretten schets van de choreografen en dansers Alain Platel, Jonathan Burrows, Eszter Salamon en Xavier Le Roy en waarin ze tegelijkertijd steeds meer de geportretteerde personen zelf wordt. Voor het festival Dansand! II in Oostende creëerde ze samen met Mette Edvardsen in 2010 de massachoreografie The Long Piece. Samen met Eszter Salamon maakte het duet dance#2 (2012), en met Myriam Van Imschoot PickUpVoices (2008), dat historisch onderzoek vermengde met performance. In 2022 creëerde Christine De Smedt samen met Liza Baliasnaja en Theo Livesey de voorstelling The Third Room, over microagressies in de openbare ruimte. Andere samenwerkingen als danseres Als danseres werkte ze ook mee aan o.a. Gerhard Richter, une pièce pour le théâtre (Mårten Spångberg, 2017), Oidipous, my foot (Jan Ritsema, 2011), Artificial Nature Project (Mette Ingvartsen, 2012), Project (Xavier Le Roy, 2003), Low Pieces (Xavier Le Roy, 2011), Temporary Title (Xavier Le Roy, 2015), nvsbl (Eszter Salamon, 2006) en dance#1/Driftworks (Eszter Salamon, 2008). Ze werkte verder mee aan de video-installatie Dead Reckoning (2008) van Philipp Gehmacher en Vladimir Miller. Onderzoeksprojecten Met Eszter Salamon ontwikkelde Christine De Smedt in 2009 Transformers, een onderzoeksproject voor een groepschoreografie met behulp van workshops en kunstenaarsverblijven in Brussel, Madrid, PAF-St. Erme, Mexico stad, Wenen, Tokio en Stockholm. In mei 2014 werkte ze mee aan Spatial Confessions (On the question of instituting the public), een vierdaags programma van Bojana Cvejic in Tate Modern dat door middel van choreografische experimenten het publieke onderzocht in tentoonstellingsplekken voor hedendaagse kunst. Samenwerking met P.A.R.T.S. Christine De Smedt was pedagogisch coördinator van de Training Cycle 2013-2016 aan P.A.R.T.S., de internationale school voor hedendaagse dans in Brussel. Producties Eigen werk: Weibliche Bewegungsfigur 094210 (Christine De Smedt en Damien Deceuninck, 1989) La force fait l’union fait la force (Christine De Smedt, 1993) Crash Landing (Christine De Smedt, David Hernandez en Meg Stuart / Damaged Goods, 1996-1999) Escape Velocity (Christine De Smedt in samenwerking met Els Opsomer, Germaine Kruip en Vincent Malstaf, 1998) Untitled 4 (Christine De Smedt, 2010) 9 x 9 (Christine De Smedt, 2010) The Long Piece (Christine De Smedt en Mette Edvardsen, 2010) dance#2 (Christine De Smedt en Eszter Salamon, 2016) The Third Room (Christine De Smedt, Liza Baliasnaja en Theo Livesey, 2022) Met anderen: Mussen (Alain Platel / les ballets C de la B, 1991) How to approach a dog (Hans Van den Broeck / les ballets C de la B, 1992) Disfigure Study (Meg Stuart / Damaged Goods, heropvoering in 1996) No One Is Watching (Meg Stuart / Damaged Goods, 1995) Splayed Mind Out (Meg Stuart / Damaged Goods en Gary Hill, 1997) Schreibstück - Version Christine De Smedt, Gent (BE) (Thomas Lehmen, 2002-2004) Project (Xavier Le Roy, 2003) nvsbl (Eszter Salamon, 2006) dance#1/Driftworks (Eszter Salamon, 2008) The Mirror Points (Gary Hill, 2009) Oidipous, my foot (Jan Ritsema, 2011) Low Pieces (Xavier Le Roy, 2011) The Artificial Nature Project (Mette Ingvartsen, 2012) Temporary Title (Xavier Le Roy, 2015) Gerhard Richter, une pièce pour le théâtre (Mårten Spångberg, 2017) Videografie La force fait l’union fait la force (Johan Grimonprez, 1994, 3min) Belgisch choreograaf
Samenwerking met les ballets C de la B Christine De Smedt was van 1991 tot 2012 lid van les ballets C de la B, het Gentse dansgezelschap dat werd opgericht door Alain Platel en dat ook lange tijd de thuisbasis was van o.a. Hans Van den Broeck, Sidi Larbi Cherkaoui en Koen Augustijnen. Ze danste er in Mussen (Alain Platel, 1991) en was assistent-regisseur bij How to approach a dog (Hans Van den Broeck, 1992). Van 2003 tot 2005 was ze artistiek coördinator van les ballets C de la B. In 2010 initieerde ze de eerste Summer Intensive, een residentie in studio 3 bij les ballets C de la B
1
dansgroep, dansgezelschap, dansensemble
8,266
DefinedRegion
5797662
https://nl.wikipedia.org/wiki/Landbouwstatistiek%20in%20Nederland
Landbouwstatistiek in Nederland
De landbouwstatistiek in Nederland betreft de door de Nederlandse overheid verzamelde gegevens ten behoeve van het landbouwbeleid. Belangrijke onderdelen daarvan zijn de de ontwerpen voor een bodemkaart van Nederland en indeling in landbouwgebieden. De Nederlandse landbouwstatistiek ontstond in de Franse tijd, toen de overheid grootschalige enquêtes naar de economische situatie in de verschillende gemeenten of mairies hield. Door de invoering van het kadaster in 1832 ontstond inzicht in de economische waarde van verschillende landbouwgronden. Vooral in de vooruitstrevende landbouwprovincie Groningen werden geslaagde pogingen gedaan systematisch informatie te verzamelen en dit in kaarten vast te leggen. De jonge arts Gozewinus Acker Stratingh (1804-1876) publiceerde in 1837 als eerste een geologische kaart van een hele province. Later was hij actief in de Commissie voor de Statistieke Beschrijving der Provincie Groningen. Winand Staring Richtinggevend voor de indeling van Nederland in landbouwgebieden was het werk van de landbouwkundige, geoloog en bodemkundige Winand Carel Hugo Staring (1808–1877). In 1844 publiceerde hij de eerste geologische kaart van Nederland. Als secretaris van de hoofdcommissie Geologisch Onderzoek van Nederland was hij verantwoordelijk voor de officiële geologische kaart van Nederland, die vanaf 1857 werd gepubliceerd. Daarnaast schreef hij een standaardwerk over de bodem in Nederland. De provinciegewijze opzet van de landbouwstatistiek die tot dan toe gebruikelijk was, voldeed halverwege de 19e eeuw niet langer. Staring ontwierp een nieuwe opzet en presentatie van de verzamelde gegevens. Hij maakte onderscheid tussen verschillende bedrijfsvormen of productiesystemen, die hij als landbouwstelsel kenschetste. Een landbouwstelsel was volgens Staring "eene bepaalde gewoonte, waarnaar de boerderijen ingericht, het land bebouwd en het vee aangehouden worden", kortom "de wijze waarop de landbouw gedreven wordt". De door hem voorgestelde indeling werd toegepast in de overheidsstatistieken, die gepubliceerd werden onder de titel Staat van den Landbouw in het Koninkrijk der Nederlanden. Voor Nederland ging Staring uit van de negen landbouwstelsels en een aantal specialistische teelten, waarbij hij onderscheid maakte naar bodemtypen (klei, zand veen) en bedrijfstakken (akkerbouw, veeteelt, tuinbouw). Voor de verschillende onderscheidingen in het veelteeltbedrijf had hij weinig aandacht. Landbouwstelsels Staring onderscheidde de volgende landbouwstelsels: Staatsenquêtes Tussen 1880 en 1910 werd een aantal staatsenquêtes naar de toestand van de landbouw, de boerenstand en de landarbeiders gehouden, die een schat aan informatie bevatten. Landbouwgebieden in 1912 Omdat de oude indeling van Staring achterhaald was en onvoldoende verfijningen bevatte, werd in 1910 een nieuwe indeling ontworpen om het verzamelde materiaal te kunnen rangschikken. Dit resulteerde in een indeling in 83 afzonderlijke landbouwgebieden, die werden gerangschikt in zes groepen, afhankelijk van bodemtype, marktoriëntatie, hoogteligging, innerlijke samenhang en welvaartsniveau. De veenweide- en kleiweidegebieden werden als één groep behandeld, terwijl de lössbodems van Zuid-Limburg tot de rivierkleigebieden werden gerekend. Een handvol gebieden (hieronder gemarkeerd met een asterisk) paste niet helemaal in deze groepsindeling. Zo hadden de boerderijen op de noordelijke zandgronden en in Zuidwest-Brabant relatief veel grasland, terwijl ze in andere streken veenkoloniale kenmerken hadden. De boerderijen van het Oud-Oldambt hadden behalve zeeklei- ook zand- en veengronden. De indeling geeft een uitstekend overzicht van de Nederlandse landbouw in de 19e eeuw, zoals beschreven door de historicus Jan Luiten van Zanden. De indeling van 1910/12 bleef vrijwel ongewijzigd in gebruik tot 1991 Toenemende overheidsbemoeienis De overheidsbemoeienis met de landbouw nam tijdens in de crisisjaren en vooral tijdens de Wederopbouw sterk toe. Om de voedselvoorziening te garanderen, diende de landbouw gemoderniseerd te worden. De Rijksoverheid ging daarom belangrijke rol spelen in het landbouwbeleid, waarvoor veel gegevens dienden te worden verzameld. De door de overheid gestimuleerde landbouwvoorlichting richtte zich direct op de bedrijfsvoering en de bedrijfsstijlen van afzonderlijke boerenbedrijven, die vaak regionaal bepaald waren. De socioloog Evert Willem Hofstee (1909-1987), hoogleraar aan de Landbouwhogeschool Wageningen, maakte studie van dergelijke bedrijfsstijlen, waarbij opnieuw het Groningse materiaal een belangrijke rol speelde. Bij de totstandkoming van de Europese Unie speelden het landbouwbeleid en de landbouwprijspolitiek opnieuw een grote rol. Schaalvergroting werd ondersteund door Ruilverkavelingen, waarbij veel kleine bedrijven werden opgeheven. Daardoor veranderde ook het kaartbeeld. De indeling van 1910/12 werd in de jaren vijftig als te grof ervaren, waarom een aantal gebieden in 1957 werd gesplitst en deze streken een nieuwe naam kregen. Vooral de afstemming tussen de gegevens die werden verzameld door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was een lastige zaak. In 1962 werd een nieuwe indeling op basis van bedrijfstypen ingevoerd, die was gebaseerd op de arbeidsbehoefte van de afzonderlijke bedrijven, uitgedrukt in man-uren per jaar. Dankzij moderne technieken van informatieverwerking, kon dit alles steeds verder in detail worden uitgerekend, In 1980 werden de bestaande landbouwgebieden ondergebracht in 14 nieuwe hoofdgroepen, die vrijwel naadloos aansloten bij de oorspronkelijke indeling uit 1912. Voor de zeekleigebieden werd een onderscheid gemaakt tussen een noordelijke en zuidwestelijke hoofdgroep, terwijl de niewue IJsselmeerpolders samen met de Hollandse meerlanden in een afzonderlijke hoofdgroep werden ondergebracht. Daarnaast werd een onderscheid gemaakt tussen de noordelijke, centrale en de westelijke weidegebied, alsmede het noordelijke, oostelijke, centrale en zuidelijke zandgebied. Zuid-Limburg werd voortaan als lössgebied gekenschetst. Vergelijking van de gegevens uit 1910, 1950 en 1986 laat zien dat vooral het aandeel van grasland en tuinbouw in deze periode sterk is toegenomen. Was de rundveehouderij aan het begin van dit tijdvak vooral op de veen- en kleigronden van kustprovincies geconcentreerd, vanaf het midden van de 20e eeuw groeide deze bedrijfstak ook in het oosten en zuiden van Nederland sterk ten koste van de akkerbouw. De tuinbouw concentreert zich vooral op het westen van het land. Ook de schaal van de landbouwbedrijven is sterk toegenomen. Aanvankelijk overheersten in het oosten en zuiden van Nederland vooral kleine bedrijven, in tegenstelling tot de kustprovincies. Met name in het duinengebied, West-Friesland, het oostelijke rivierengebied, op de Veluwe en in het Zuid-Limburg nam het aantal kleinere bedrijven met intensieve teelten tot 1950 juist toe. Daarna trad overal een sterke schaalvergroting in. Landbouwgebieden in 1991 De Adviescommissie Landbouwstatistieken heeft in 1991 een indeling in 66 landbouwgebieden en 14 hoofdgroepen vastgesteld. Dit omdat de bestaande indeling onoverzichtelijk en niet meer bij de tijd was. Bodemtypen spelen daarin een minder belangrijke rol dan in de oudere indelingen, waarin de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem nog voorop stond. De nieuwe indeling is opgebouwd uit gemeenten met (zoveel mogelijk) gelijksoortige typen van landbouwbedrijven. In de nieuwe indeling werden de oude weidegebieden grotendeels samengevoegd met de zandgebieden, die sinds het midden van de 20e eeuw zijn overgeschakeld naar veeteelt. De zeekleipolders van het Oldambt werden voortaan bij de Veenkoloniën en de Drentse akkerbouwstreken geteld. In de hoofdgroep Westelijk Holland vinden we zowel veenweidestreken als zeekleipolders en tuinbouwgebieden. Voor het Waterland en de Noord-Hollandse droogmakerijen werd een afzonderlijke hoofdgroep gecreëerd, net als voor de zandgronden van Zuidwest-Brabant. Zie ook Landschappen van Nederland Externe links Het agrarisch grondgebruik in 1910, 1950 en 1986: Verhouding bouwland, grasland en tuinbouw (Atlas van Nederland, deel 10: Landbouw, Den Haag 1989) Gemiddelde oppervlakte van land- en tuinbouwbedrijven in 1910, 1950 en 1986 (Atlas van Nederland, deel 10: Landbouw, Den Haag 1989) Landbouwgebied (Geheugen van Drenthe) Landbouwstelsels (Geheugen van Drenthe) Gemma Venhuizen, De oudste bodemkaart van Nederland, NRC 13 maart 2020 Literatuur Gozewinus Acker Stratingh en J.A. Smit van der Vegt, Beschrijving van de kaart van de provincie Groningen, Groningen 1839 Gozewinus Acker Stratingh, Aloude staat en geschiedenis des vaderlands, 2 delen, Groningen 1847 (deel 1, deel 2) Het grondgebruik in Nederland, gevolgd door eene beschrijving der landbouwgebieden, Den Haag 1912 (= Verslagen en Mededeelingen van de Directie van den Landbouw, 1912 no. 3) Landbouw-Economisch Instituut, De landbouwgebieden in Nederland (nieuwe indeling), Den Haag 1957 Reinder Reinders: De atlas van Acker Stratingh. Kartering van de Groninger bodem, wierden en waterstaat (1825-1839), Eelde 2019 Winand C.H. Staring, Proef eener geologische kaart van de Nederlanden, 1844 (ook hier) Winand C.H. Staring, De bodem van Nederland. De zamenstelling en het ontstaan der gronden in Nederland ten behoeve van het algemeen beschreven, 2 delen, 1856-1860 (deel 1, deel 2), 2e dr. Zwolle 1878 Winand C.H. Staring, Geologische kaart van Nederland, schaal van 1:200.000, 1858-1869, 2e dr. 1888-1889 Winand C.H. Staring, Natuurkunde en volksvlijt van Nederland, strekkende ter verklaring der kaarten voor aardkunde, landbouw, nijverheid, weerkennis en waterstaat, Amsterdam 1870 J.G. Veldink, W.C.H. Staring (1808-1877). Geoloog en landbouwkundige, Wageningen 1970 Jan Luiten van Zanden, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de negentiende eeuw, 1800-1914, Wageningen 1985 Bodemtype Geologie van Nederland Geografie van Nederland Landbouw in Nederland Ruimtelijke ordening Historische geografie Lijsten van Nederland
De door de overheid gestimuleerde landbouwvoorlichting richtte zich direct op de bedrijfsvoering en de bedrijfsstijlen van afzonderlijke boerenbedrijven, die vaak regionaal bepaald waren. De socioloog Evert Willem Hofstee (1909-1987), hoogleraar aan de Landbouwhogeschool Wageningen, maakte studie van dergelijke bedrijfsstijlen, waarbij opnieuw het Groningse materiaal een belangrijke rol speelde.
1
regio, postcodegebied, geografisch gebied
10,073
CheckoutPage
1843011
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beatport
Beatport
Beatport is een Amerikaanse website die tegen betaling dance-muziek aanbiedt, in de vorm van digitale downloads. De dienst wordt aangeboden door Beatport LLC. Het hoofdkantoor bevindt zich in Denver. Het is overgenomen door het dance-evenementenbedrijf SFX. Met deze uitbreiding gaan ze ook de concurrentie aan met Spotify en Deezer door het aanbieden van een breed muziekassortiment. De website bood haar eerste muziek aan in januari 2004. Muziek kan gedownload worden als MP3, MP4 en als WAV. Ieder nummer kan kosteloos beluisterd worden. Alle downloads zijn vrij van DRM. Van de downloadopbrengsten komt 40 procent op rekening van Beatport, de rest gaat naar de betreffende labels. Daarnaast is er ook BeatportPRO, bedoeld voor dj's en producers. Geschiedenis 2004-2009: Oprichting De eerste versie van de webwinkel van Beatport, Beatport 1.0, werd uitgebracht op 7 januari 2004 en bestond uit 79 platenlabels voor elektronische muziek in de catalogus. Een half jaar later begon Beatport bekendheid te krijgen na enkele samenwerkingen met bekende DJ's en partnerschappen met het technologiebedrijf Native Instruments. In januari 2005 werd een herziene Beatport 2.0 uitgebracht, met een catalogus van meer dan 100.000 tracks geleverd door 2.700 ondertekende labels. Beatport werd ook toegankelijk gemaakt via een verkleinde GUI ingebed in DJ-software: Traktor DJ Studio van Native Instruments. Op 7 augustus 2006 bracht Beatport Beatport 3.0 Fully Loaded uit, de derde versie van de oorspronkelijke winkel, met verbeteringen aan de navigatie, aangepaste inhoudabonnementen via My Beatport en nieuwe betalingsopties. 2007-2008: Beatport Player In februari 2007 lanceerde Beatport de Beatport Player, een webwidget voor virale marketing om relevante inhoud per artiest, label, genre en hitlijst af te spelen. De speler is gebouwd met behulp van Adobe Flash en HTML en biedt gebruikers de mogelijkheid om aangepaste, dynamische afspeellijsten te maken van previews van liedjes uit de catalogus van Beatport, die kunnen worden opgenomen in bijna elke HTML-website. In augustus 2007 lanceerde Beatport een op de gemeenschap gerichte muzieksite, Beatportal, waarvan de missie is "...muziekliefhebbers te voorzien van actuele informatie over de wereld van elektronische muziek". Voortbordurend op het idee van de community-georiënteerde site, introduceerde Beatport op 18 maart 2008 de Beatport Music Awards. Elk jaar kunnen Beatport-gebruikers stemmen op de beste elektronische muziekartiesten in een poging om de vooruitgang van deze artiesten door de jaren heen te traceren of te bepalen welke de grootste groeiende fanbase heeft. De BMA's zijn onderverdeeld in 19 categorieën, waaronder Best Artist categorieën uit elk genre, Best Remix, en Best Single. De genomineerden voor de BMA's zijn uitsluitend gebaseerd op de verkoop per eenheid op Beatport. 2009-2012: The New Beatport De derde versie van de online winkel, genaamd "The New Beatport", werd uitgebracht op 21 januari 2009. Meerdere functies werden toegevoegd aan de site, waaronder embedded artwork in gekochte muziek, een nieuw gebruikersvoorkeur systeem genaamd "My Beatport", sneltoetsen en sitewide meertalige ondersteuning. Als een nieuwere versie van de winkel, integreerde het het gebruik van een Adobe Flex 3 webapplicatie geleverd door RealEyes Media. Op 14 juli 2011 lanceerde Beatport hun HTML5 website met nieuwe functies, ontwerpen en een nieuw platform. De jaaromzet van Beatport voor 2012 was naar verluidt rond de 15-18 miljoen dollar, met een verlies van 2 miljoen dollar. 2013-2015: SFX, pivot naar originele content In februari 2013 werd Beatport overgenomen door Robert F.X. Sillerman's SFX Entertainment, een conglomeraat dat zich richt op EDM-eigendommen zoals festivals en promotors. Daarnaast kondigde Beatport aan dat het zou gaan samenwerken met de muziekherkenningsdienst Shazam om zijn catalogus te indexeren. In december 2013 ontsloeg het bedrijf 20 werknemers in het kantoor in Denver en zes in San Francisco, waardoor de technische infrastructuur van de site naar verluidt werd ondersteund door slechts een skeletploeg. Onder SFX-eigendom begon Beatport zich te herpositioneren in de richting van de algemene elektronische dansmuziekcultuur. Op 6 januari 2014 kondigde Clear Channel Media and Entertainment (nu bekend als iHeartMedia) aan dat het, als onderdeel van een breder marketingpartnerschap met SFX, een Beatport top 20 countdown show zou syndiceren naar zijn major-market hedendaagse hitradiostations begin later in het jaar. Clear Channel personeel, waaronder John Sykes, geloofde dat de deal (met name de Beatport countdown show) zou helpen om een hoger niveau van nationale blootstelling aan huidige en opkomende EDM-artiesten te bieden. In december 2014 vernieuwde Beatport haar website om zich uitgebreid te richten op mainstream fans van elektronische muziek, door het toevoegen van originele content (zoals nieuwsartikelen), evenals live streaming shows en festival coverage. Daarnaast lanceerde Beatport een gratis muziekstreamingdienst, waarmee gebruikers full-length nummers uit Beatport's bibliotheek konden streamen, evenals gecureerde afspeellijsten en charts. Beatport CEO Greg Consiglio en uitvoerend creatief directeur Clark Warner legden uit dat slechts 300.000 van de 50 miljoen unieke gebruikers van de site daadwerkelijk muziek hadden gekocht van de dienst, en dat de meerderheid van de gebruikers in plaats daarvan de Beatport-winkel met in de tijd beperkte samples van tracks gebruikten om muziek te ontdekken. In maart 2015 lanceerde de site een mobiele app, met de streamingdienst, en een "Beatport Shows"-functie die opkomende evenementen markeert en geïntegreerde toegang biedt tot ticketaankopen. De streamingdienst wordt gesubsidieerd door de winkel van Beatport, die werd ge-rebrand als Beatport Pro (in overeenstemming met de desktopclientsoftware van de dienst) en voornamelijk gericht bleef op professionals. Sinds 2016: SFX reorganisatie, LiveStyle Beatport leed over 2015 een verlies van 5,5 miljoen dollar. In maart 2016 kondigde het bedrijf, als onderdeel van het faillissement van SFX, aan dat het van plan was Beatport en het digitale bedrijf Fame House te veilen (de laatste werd uiteindelijk verkocht aan Universal Music Group) om zich meer te richten op haar live-evenementenactiviteiten. Op 10 mei 2016 kondigde Beatport aan dat de veiling van het bedrijf was opgeschort, en dat het in plaats daarvan zijn activiteiten zou terugschroeven om zich alleen te richten op zijn muziekverkoopactiviteiten- wat resulteerde in de stopzetting van Beatport's streaming-, live- en originele contentactiviteiten. Het bedrijf kondigde ook ontslagen aan terwijl het een herstructurering onderging, met maar liefst 49 werknemers die het personeelsbestand verlieten. In september 2016 riep het Italiaanse platenlabel Art & Music Recording op tot een onderzoek naar beschuldigingen dat derde partijen de downloadaantallen van verschillende van haar nummers kunstmatig hadden opgeblazen ("juicing") op Beatport, waardoor Beatport de nummers verwijderde op grond van beleid dat labels verbiedt om aankopen te doen van tracks om hun hitparade te verhogen. In december 2016 kwam SFX onder nieuw leiderschap uit het faillissement, en werd omgedoopt tot LiveStyle. De CEO van het bedrijf, Randy Phillips (voorheen van AEG Live) verklaarde dat Beatport weer winstgevend was geworden. In oktober 2017 werd Robb McDaniels aangekondigd als CEO van Beatport. In mei 2019 kondigde Beatport twee nieuwe abonnementsdiensten aan, toegesneden op professionele DJ's: Beatport Link is een streamingdienst waarmee muziek uit de bibliotheek van het platform rechtstreeks kan worden gestreamd in ondersteunde dj-software. Pioneer DJ diende als lanceringspartner en bood integratie aan via zijn nieuw ontwikkelde mobiele app WeDJ, en kondigde aan dat Rekordbox Link later in het jaar zou ondersteunen. Beatport kondigde ook Beatport Cloud aan, met volledige weergave van tracks, een beheerinterface en onbeperkte herdownloads van gekochte nummers. 2019: Beatsource In februari 2019 kondigde Beatport een joint venture aan met digitale muziek platenpoolbedrijf DJcity, waarmee Beatsource werd gevormd, een digitaal muziek retail platform gericht op open-format DJ's. Rond die tijd had Beatport 450.000 actieve DJ-klanten en 35 miljoen unieke bezoekers per jaar. In augustus 2019 trad producer en DJ A-Trak toe tot de raad van beheerders als adviseur. Externe links Beatport Beatportal Online muziekdienst
De eerste versie van de webwinkel van Beatport, Beatport 1.0, werd uitgebracht op 7 januari 2004 en bestond uit 79 platenlabels voor elektronische muziek in de catalogus. Een half jaar later begon Beatport bekendheid te krijgen na enkele samenwerkingen met bekende DJ's en partnerschappen met het technologiebedrijf Native Instruments. In januari 2005 werd een herziene Beatport 2.0 uitgebracht, met een catalogus van meer dan 100.000 tracks geleverd door 2.700 ondertekende labels. Beatport werd ook toegankelijk gemaakt via een verkleinde GUI ingebed in DJ-software: Traktor DJ Studio van Native Instruments. Op 7 augustus 2006 bracht Beatport Beatport 3.0 Fully Loaded uit, de derde versie van de oorspronkelijke winkel, met verbeteringen aan de navigatie, aangepaste inhoudabonnementen via My Beatport en nieuwe betalingsopties.
1
besteloverzicht, betalingsopties, aankoopfinalisatie
5,421
MusicReleaseFormatType
67209
https://nl.wikipedia.org/wiki/Super%20audio%20compact%20disc
Super audio compact disc
De super audio compact disc (sacd) is een muziekformaat voor de digitale opslag van geluid, ontwikkeld door Philips en Sony. Het moest de opvolger worden van de compact disc, maar is nooit zo succesvol geworden. De eerste sacd-speler werd in 1999 geïntroduceerd. Het formaat was het meest populair in de periode van 2000 tot en met 2005. Geschiedenis Het super audio cd-formaat werd geïntroduceerd in 1999, en Sony introduceerde gelijktijdig de SCD-1-speler met een prijskaartje rond de $5000. De speler weegt meer dan 26 kg en speelt alleen tweekanaals-sacd's en Red Book-cd's af. Grote fabrikanten zoals Onkyo, Denon, Marantz, Pioneer en Yamaha gingen eveneens sacd-spelers produceren. Sony en Bose hebben diverse auto-geluidssystemen met sacd-afspeelmogelijkheid gemaakt en diverse merken boden rond 2005 blu-ray-spelers met sacd-afspeelmogelijkheid. Philips en Crest ontwikkelden in 2002 de eerste productielijn voor sacd in de Verenigde Staten, met een capaciteit van 3 miljoen schijven per jaar. De eerste twee generaties van Sony's PlayStation 3 (PS3) spelconsole kunnen sacd's lezen. Vanaf de derde generatie is deze mogelijkheid geschrapt. Het formaat moest de cd gaan opvolgen en bood zes kanalen voor surround sound of ruimtelijk geluid. Daarnaast is het formaat achterwaarts compatibel. Dit betekent dat consumenten de sacd's konden afspelen op hun surroundsystemen in de huiskamer, maar dezelfde schijf ook als cd in de auto of op een mobiele muziekspeler konden draaien. Publicaties In oktober 2009 hadden de platenlabels inmiddels ruim 6000 sacd-titels gepubliceerd, waarvan iets meer dan de helft klassieke muziek was. Jazz en populaire muziek kwamen op een tweede plek, en geremasterde muziek op een derde positie. Veel populaire artiesten hebben enkele nieuwe albums uitgegeven als sacd. De verkoopcijfers van Stings Sacred Love uit 2003 steeg tot nummer 1 op de sacd-ranglijsten in vier Europese landen in juni 2004. Veel van de sacd-schijven die uitgegeven werden van 2000 tot 2005 zijn alleen nog verkrijgbaar op de tweedehands-markt. In 2009 kwamen grote platenmaatschappijen niet meer regelmatig met nieuwe uitgaven in sacd-formaat. In 2013 werden nieuwe sacd's, vooral remasters van jazz, blues en klassieke muziek, nog in Japan in zeer kleine oplage voor de nichemarkt geproduceerd. Einde Sacd haalde niet dezelfde lijn van groei als de compact disc begin jaren 80, en werd uiteindelijk niet geaccepteerd door de consumentenmarkt. Als argumenten werden het lage aanbod van populaire artiesten genoemd, de onverschilligheid van de consument, en het gemak van mobiele muziekspelers, ten nadele van audio in hoge kwaliteit. Ook de opkomende groei van muziekdistributie via breedbandinternet speelde een grote rol. Een andere factor was de formaatoorlog tussen Toshiba's dvd-audio, waarin de platenlabels een kant kozen. Hierdoor moesten consumenten een voorkeursformaat kiezen, en dit leidde ertoe dat beide formaten geen voet aan de grond kregen. Ten slotte lanceerde Apple in 2001 de iPod, een draagbare muziek- en mediaspeler die mateloos populair werd en waar vooral mp3's op werden afgespeeld. Apple maakte het met iTunes eenvoudig om online muziek aan te schaffen en op de iPod te zetten. Sacd heeft geen grote impact gehad en was vooral bekend bij de audiofiele gemeenschap. Maar onder die groep gaf slechts 3% aan dat het sacd-formaat in 2007 nog levendig was. 61% van de ondervraagden gaven aan dat sacd en dvd-audio eind jaren nul het einde van zijn levensduur had bereikt, en dat fysieke muziekdragers zullen worden vervangen door digitale distributie via het internet. Technologie De sacd heeft dezelfde vorm en grootte als de cd, maar verschilt in afspeelmethodes, audiokwaliteit en opslaggeheugen. De gegevens worden op discs van 4,7 GB geschreven, hetzelfde type schijf dat voor dvd-video wordt gebruikt. De wijze waarop de audiosignalen bij sacd worden gecodeerd noemt men Direct Stream Digital (DSD), een 1 bits-audioformaat met een bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz. Cd's zijn daarentegen gebaseerd op de PCM-techniek, met een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz en 16 bit-resolutie. Afspelen als cd heeft een theoretisch hoogste frequentie van 22 kHz en een dynamisch bereik van 96 dB (16 bits, 6dB per bit). Bij sacd ligt deze frequentie theoretisch boven de 100 kHz (praktisch bij 50 kHz) met een dynamisch bereik van 120 dB (20 bits). De sacd leent zich in het bijzonder voor meerkanaals- of surround-sound-opnamen (5.1) van zeer hoge kwaliteit (state-of-the art), en bevat afzonderlijke signalen per geluidskanaal, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Dolby Digital waarbij er één signaal is waarin alle geluidskanalen samengevoegd zijn. Super audio cd's die in Europa zijn uitgebracht zijn meestal hybride. Dit betekent dat ze op een normale cd-speler in stereo kunnen worden afgespeeld, en in een sacd-speler met de hogere geluidskwaliteit. Binnen de sacd-standaard zijn er drie typen: De enkellaags-sacd, met alleen het DSD-signaal, met plaats voor 4,7 GB aan gegevens, De dubbellaags-sacd, die meer gegevens kan opslaan (ongeveer 8,5 GB), De hybride enkellaags-sacd. Deze combineert een sacd-laag van 4,7 GB met een laag van een gewone audio-cd (PCM). De hybride sacd kan daardoor ook afgespeeld worden op gewone cd-spelers. Een sacd-opname in stereo heeft een ongecomprimeerde doorvoersnelheid van 5,6 Mbit/s, 4 keer de snelheid van een Red Book-cd. Lezen van een schijf De laser van een sacd-speler stelt zich scherp op een andere afspeellaag. De golflengte van de laser voor de sacd-laag is anders dan die voor de cd-laag, namelijk 650nm en 780nm (AlGaAs-laser). Om de ruimte en bandbreedte (2,8 Mbit/s per kanaal) van DSD te beperken wordt een verliesloze compressietechniek gebruikt genaamd direct stream transfer (DST). DST is standaard voor meerkanaals muziek en optioneel voor stereo. Er wordt gecomprimeerd met een factor 2 à 3, wat resulteert in een disc die ongeveer 80 minuten van zowel stereogeluid als 5.1-surround sound kan bevatten. Kopieerbeveiliging Op een sacd zitten diverse beveiligingstechnieken op fysiek niveau, die het moeilijk maken om de digitale inhoud te kopiëren. De content kan gekopieerd worden zonder de sacd-kwaliteit via de analoge poort of het 'rippen' van de conventionele 700 MB laag op hybride schijven. Zie ook Dvd-audio Optische schijf Philips Sony Corporation
De super audio compact disc (sacd) is een muziekformaat voor de digitale opslag van geluid, ontwikkeld door Philips en Sony. Het moest de opvolger worden van de compact disc, maar is nooit zo succesvol geworden. De eerste sacd-speler werd in 1999 geïntroduceerd. Het formaat was het meest populair in de periode van 2000 tot en met 2005.
1
muziekformaat, opnameformaat, mediadrager
720
CreditCard
5625376
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mir%20%28betalingssysteem%29
Mir (betalingssysteem)
Mir (Russisch: "Мир" letterlijk "wereld" of "vrede") is een Russisch betalingssysteem. Het systeem wordt uitgebaat door de Russische naamloze vennootschap NSPK, een volledige dochter van de Centrale Bank van de Russische Federatie. Met betaalkaarten van banken die op het systeem zijn aangesloten, kunnen hun klanten onder meer deelnemen aan giraal betalingsverkeer en gebruik maken van geldautomaten. Het systeem vormt daarmee een tegenhanger van Westerse betaalsystemen zoals Visa en Mastercard. Oorsprong Er werden al in de jaren 1990, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, pogingen gedaan om een nationaal betalingssysteem in Rusland in te voeren. De belangrijkste reden dat deze eerste pogingen mislukten was de weigering van de centrale bank om het systeem te financieren. Het duurde nog tot 2014 voordat de Russische staat besloot een eigen betalingssysteem in te voeren als alternatief voor bestaande buitenlandse systemen, als reactie op Amerikaanse sancties na de annexatie van de krim in 2014. De Russische president Poetin de ondertekende op 5 mei 2014 de wet waarmee een nationaal betalingssysteem ingevoerd werd. De eerste kredietkaarten van het Mir-systeem werden in 2015 uitgegeven. Verloop Buiten Rusland werd de Mir in een beperkt aantal landen als betalingsstysteem geaccepteerd, waaronder Wit-Rusland en Kazachstan. Sinds december 2017 kunnen klanten van het systeem contactloos betalen met Samsung Pay. In februari 2020 waren er zo'n 73 miljoen kaarten uitgegeven. Vanaf juli 2021 worden de pensioenen en sociale uitkeringen van het Pensioenfonds van de Russische Federatie alleen uitbetaald via het Mir-systeem. Ongeveer de helft van de Russische bevolking heeft een Mir kaart. Het betalingssysteem is verder populair bij Russische toeristen in het buitenland. Als een direct gevolg van de Russische invasie in Oekraïne hebben diverse westerse landen Mir onderdeel gemaakt van het sanctiepakket. Deze sancties werden bijna direct aangekondigd en in maart maakten Apple en Google al bekend betalingen via Mir niet meer de faciliteren. Op 20 september 2022 maakten Armenië, Kazachstan en Vietnam bekend betalingen via Mir niet langer te accepteren. Op 28 september volgde Oezbekistan. Omstreeks dezelfde tijd zijn de Turkse banken ook gestopt met het ondersteunen van Mir. Twee private Turkse banken hadden al eerder aangegeven met Mir te stoppen en daar kwamen nu ook drie staatsbanken bij. Externe link MIR op de website van NSPK AG Betalingssysteem
Mir (Russisch: "Мир" letterlijk "wereld" of "vrede") is een Russisch betalingssysteem. Het systeem wordt uitgebaat door de Russische naamloze vennootschap NSPK, een volledige dochter van de Centrale Bank van de Russische Federatie. Met betaalkaarten van banken die op het systeem zijn aangesloten, kunnen hun klanten onder meer deelnemen aan giraal betalingsverkeer en gebruik maken van geldautomaten. Het systeem vormt daarmee een tegenhanger van Westerse betaalsystemen zoals Visa en Mastercard.
1
creditcard, betaalkaart, kredietkaart
2,168
RejectAction
102563
https://nl.wikipedia.org/wiki/Halle-Vilvoorde%20Komitee
Halle-Vilvoorde Komitee
Het Halle-Vilvoorde Komitee of Haviko is een Vlaamsgezinde vereniging die de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het daarmee overeenkomende gerechtelijk arrondissement Brussel beoogt. Haviko werd eind 1992, in de nadagen van het Sint-Michielsakkoord, door enkele plaatselijke verenigingen opgericht toen bleek dat de beloofde splitsing er niet kwam. Naast de splitsing van BHV wil de vereniging ook een verbetering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, waarin Halle-Vilvoorde grotendeels als stedelijk gebied ingeschreven staat, en verzet ze zich tegen het GEN. Verder willen ze meer bevoegdheden voor Vlaanderen in het algemeen. De beweging kreeg steun van het Arbitragehof toen die besliste dat de kieshervorming ten laatste in 2007 voltooid moest worden, wat de splitsing zou kunnen betekenen. Het Komitee steunt ook de burgemeesters uit Halle-Vilvoorde die weigeren verkiezingen te organiseren zolang de splitsing geen feit is. Zij roept in dat verband eveneens de bevolking op om niet te zetelen in een stem- of telbureau. Leden Komitee der Randgemeenten Sterrebeek 2000 Vlaams Komitee Druivenstreek Davidsfonds Taal Aktie Komitee Marnixring Vlaamse Volksbeweging Vlaams Nationaal Jeugdverbond Zie ook Werkgroep B-H-V Externe links Officiële website Platformtekst Haviko Organisatie binnen de Vlaamse Beweging Politiek in Vlaams-Brabant
Het Komitee steunt ook de burgemeesters uit Halle-Vilvoorde die weigeren verkiezingen te organiseren zolang de splitsing geen feit is. Zij roept in dat verband eveneens de bevolking op om niet te zetelen in een stem- of telbureau.
1
weigeren, afwijzen, rejectie
8,116
ActionStatusType
344580
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sigmaplan
Sigmaplan
Het Sigmaplan is een project van de Vlaamse overheid dat het risico op overstromingen rond de Schelde en haar zijrivieren moet verkleinen. Het kan worden beschouwd als de Vlaamse evenknie van het Nederlandse Ruimte voor de rivier. In 2030 worden de laatste plannen van het Sigmaplan afgewerkt en zou de Schelde en haar zijrivieren klimaatbestendig zijn tot het jaar 2100. Behalve watersnood voorkomen wil het Sigmaplan ook typische riviernatuur in ere herstellen. In totaal neemt het Sigmaplan zowat 260 kilometer rivierenland onder handen. Het Sigmaplan werd in 1977 gelanceerd door de overheid. De rechtstreekse aanleiding was de overstroming van (onder meer) Ruisbroek het jaar voordien. Na een dijkbreuk liep toen niet alleen dat Antwerpse dorp volledig onder water, maar ook grote gebieden in de rest van Vlaanderen. De dijkbreuk werd veroorzaakt door een stormvloed: een hevige noordwesterstorm op de Noordzee in combinatie met springtij. De Schelde en haar zijrivieren staan voor een groot deel onder invloed van de getijden van de Noordzee. Het oorspronkelijke Sigmaplan omvatte drie ingrepen om stormtij op te vangen: het verhogen van de dijken langs de Schelde, Durme, Nete, Zenne en Rupel tot op Sigmahoogte; het aanleggen van dertien gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG's); de bouw van een stormvloedkering op de Schelde ter hoogte van Oosterweel. De dijkwerken en de overstromingsgebieden zijn grotendeels achter de rug. De bouw van de stormvloedkering werd geschrapt, omdat de kosten ervan niet zouden opwegen tegen de baten. Door nieuwe wetenschappelijke inzichten en de klimaatverandering werd het Sigmaplan geactualiseerd. De nadruk kwam nog meer te liggen op ruimte voor de rivier. Dat gebeurt met speciaal ingerichte gecontroleerde overstromingsgebieden. Het Sigmaplan streeft niet meer alleen naar verhoogde veiligheid, maar maakt ook werk van de Europese natuurdoelen door bijkomende natuurgebieden in te richten. Vaak bevinden die zich binnen de gecontroleerde overstromingsgebieden. De Vlaamse rivieren behouden dus in de mate van het mogelijke hun verschillende functies: natuurontwikkeling, recreatie, economische levensader en scheepvaart. Beheer, organisatie en budget Het Sigmaplan wordt uitgevoerd door De Vlaamse Waterweg, in nauw overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos en andere betrokken partijen. Het budget van de Vlaamse Waterweg voor het Sigmaplan wordt jaarlijks goedgekeurd door de Vlaamse regering. Was bij de start in 2004 hiervoor nog 50 miljoen euro per jaar voorzien, dan zou dit budget in 2019 sterk teruggelopen zijn. Vier pijlers Het geactualiseerde Sigmaplan bevat vier pijlers: veiligheid, natuur, recreatie en economie. Veiligheid De Lage Landen hebben een lange geschiedenis van wateroverlast. In Vlaanderen was de oorzaak vaak de invloed van de getijden van de Noordzee op de Schelde en haar zijrivieren. Dat kan bij stormvloed leiden tot extreem hoge waterstanden en overstromingen. Om rampzalige overstromingen zoals die van 1953 en 1976 te voorkomen, lanceerde de overheid in 1977 het Sigmaplan. Dat bestond uit drie maatregelen: stevigere en hogere dijken voor het volledige bekken van de Zeeschelde, gecontroleerde overstromingsgebieden om uitzonderlijk hoge waterstanden op te vangen bij stormvloed en een stormvloedkering in Oosterweel, vlak bij Antwerpen. Intussen staat de wetenschap heel wat verder dan destijds. Zo wordt nu algemeen aanvaard dat de opwarming van de aarde zal leiden tot meer extreme weersomstandigheden en de zeespiegel in de toekomst zal stijgen. Daarom werd het Sigmaplan in 2005 geactualiseerd of bijgestuurd volgens de huidige wetenschappelijke inzichten. De dijkverhogingen en gecontroleerde overstromingsgebieden bleven deel uitmaken van het plan, maar Vlaanderen zag toch af van een stormvloedkering, in tegenstelling tot Nederland. Die zou bijzonder duur geweest zijn en een veel grotere faalkans hebben dan gecontroleerde overstromingsgebieden. Een falende kering kan desastreuze gevolgen hebben voor achterliggende woonkernen. De bouwstenen van het geactualiseerde Sigmaplan zijn: Dijkwerken: het Sigmaplan beschermt kwetsbare gebieden door lokaal dijken te verstevigen en te verhogen tot op Sigmahoogte. Dat is de uiteindelijke hoogte die de dijken volgens het plan zouden moeten hebben om ons te beschermen tegen bij noodweer: +11 meter TAW op de Zeeschelde tussen de Nederlandse grens en Oosterweel, +8.35 meter TAW op de Zeeschelde tussen Oosterweel en Temse en +8 meter TAW op de Zeeschelde tussen Temse en Gentbrugge en op de andere rivieren. De dijken worden telkens zo goed mogelijk ingepast in het omliggende landschap. Bovendien worden de dijken vaak deels opgetrokken met grond die in het projectgebied zelf of een nabijgelegen Sigmaproject werd afgegraven. Gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG’s): De Schelde en haar zijrivieren krijgen opnieuw meer ruimte dankzij de gecontroleerde overstromingsgebie-den (GOG’s) van het Sigmaplan. Zo’n GOG kan bij noodweer veilig onder water stromen, waardoor het waterpeil van de rivier daalt en bewoonde gebieden niet bedreigd worden. Alleen bij een stormvloed – één of twee keer per jaar dus – stromen GOG’s onder water. De wind stuwt een vloedgolf dan de Schelde binnen en doet het waterpeil stijgen. Door de dijken op nauwkeurig uitgekozen locaties te verlagen kan de Schelde veilig het GOG binnenstromen. Het GOG zelf is omgeven door een hogere en stevige ringdijk. Zo zijn omliggende woongebieden beschermd tegen watersnood. Na een overstroming kan het opgevangen water uit het GOG terugvloeien naar de rivieren via uitwateringssluizen. Een andere manier om de rivier meer ruimte te geven, is ontpoldering. Daarbij wordt landinwaarts een nieuwe dijk opgetrokken. Via bressen in de oude dijk stroomt het getij vrijuit (ongereduceerd dus) het ontpolderde gebied binnen. Ontpolderingen milderen de kracht van een stroom. Zo wordt de druk op de dijken stroomopwaarts kleiner, net als het risico op overstromingen. Natuur De meeste overstromingsgebieden van het Sigmaplan zullen alleen onder water stromen bij extreme weersomstandigheden. De rest van de tijd ontwikkelt er zich zeldzaam geworden natuur. Zo draagt het Sigmaplan bij tot de Europese natuurdoelen voor Vlaanderen. Samen hebben de Europese lidstaten bepaald dat ze hun waardevolle leefgebieden beter willen beheren, om de typisch Europese dieren en planten te beschermen en in stand te houden. Samen vormen deze gebieden het Natura 2000-netwerk (Schelde en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent). Sommige gebieden worden elke dag blootgesteld aan eb en vloed door slimme sluizen in de rivierdijken. In zulke GOG’s met gereduceerd getij (of GGG’s) ontstaat unieke getijdennatuur in de vorm van slikken en schorren. Die vormen zich ook in ontpolderde gebieden, waar bressen in de Scheldedijk ervoor zorgen dat het ontpolderde gebied vrijuit onder invloed staat van de getijden. Andere overstromingsgebieden krijgen een invulling als drasland. In die drassige zones staat het grondwaterpeil zeer hoog, wat het geschikt maakt voor bijvoorbeeld rietmoerassen, natte graslanden of elzenbroekbossen. Deze typische riviernatuur herbergt een grote variatie aan dieren en planten. Er zijn ook Sigmagebieden die een natuurlijke invulling krijgen als ‘zuiver’ drasland. Die zuivere draslanden hebben geen functie als overstromingsgebied. Wel doen ze dienst als een spons die het overtollige regenwater vasthoudt en vertraagd afvoert naar de rivier. Voor het natuurluik van het Sigmaplan is het Agentschap voor Natuur en Bos verantwoordelijk. Recreatie Van de unieke natuur in en rond de projectgebieden van het Sigmaplan profiteren niet alleen allerlei planten en dieren. Ook de mens kan er met uiteenlopende recreatievormen zijn hart aan ophalen. Veel van de Sigmagebieden worden ideale plekken om te wandelen, fietsen, vissen of varen. Voor de natuurkenners- en liefhebbers komen er vogelkijkhutten, uitkijkpunten en knuppelpaden. De jeugd kan dan weer terecht in verschillende speelbossen, om de natuur te ontdekken op een ontspannende manier. Zo staat er in het Sigmaproject Cluster Kalkense Meersen een interactieve infokeet, die scholen of groepen kunnen bezoeken. Kinderen leren er op een ontspannende manier bij over het Sigmaplan, de dieren en planten uit hun omgeving en de lokaal opgegraven archeologische vondsten. Aan de Dijlemonding in Mechelen en Willebroek blijft de Grote Vijver zelfs grotendeels voorbehouden voor watersport. De Mechelse Waterski Klub kan er ook na de werken van het Sigmaplan nog terecht en krijgt zelfs een nieuwe infrastructuur. In de Polders van Kruibeke wordt het Sigmaplan dan weer gekoppeld aan cultuur. Kunstenaar Koen Vanmechelen ontwierp voor het gebied zijn 34ste ‘CosmoGolem’, een 6 meter hoge houten reus. Ook in Mumbai (India) en Arusha (Tanzania) staan al CosmoGolems. Ze staan symbool voor de universele kinderrechten, tolerantie en diversiteit. Een klas van elke Kruibeekse school woonde de inwijding van de reus bij. Economie De Schelde is de levensader van de Antwerpse en Vlaamse economie. De rivier vormt een belangrijke Europese scheepvaartroute, waarlangs tonnen goederen worden vervoerd. Duizenden mensen zijn tewerkgesteld bij bedrijven in de havens en op de oevers van de Schelde. Het Sigmaplan probeert het rivierenland dan ook te ontwikkelen zonder dat het moet inboeten aan economische slagkracht. Het Sigmaplan bevat ook een ‘flankerend landbouwbeleid’. Bij sommige projecten moeten landbouwers namelijk grond afstaan om de veiligheid van een gebied te verhogen. Om getroffen landbouwers te begeleiden en te compenseren werkten landbouwexperts en de Vlaamse Regering flankerende maatregelen uit. Zo willen ze landbouwbedrijven langs de Schelde leefbaar houden. Landbouwers die grond moeten afstaan, kunnen die bijvoorbeeld omruilen voor een grond buiten het projectgebied. Daarvoor werd een grondenbank opgericht. Een andere mogelijkheid is dat de landbouwer helpt bij het omvormingsbeheer van de landbouwgronden. Via een goed uitgestippeld beheer worden de gronden daarbij gefaseerd omgevormd tot drasland. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de deelgebieden Kalkense Meersen en Paardeweide van het Sigmaproject Cluster Kalkense Meersen. Lokale landbouwers helpen daar bij het aangepaste hooibeheer en beschikken er over speciale toegangswegen voor hun landbouwvoertuigen. Stand van zaken In 2030 moet het Sigmaplan volledig uitgevoerd zijn. Om de vijf jaar worden nieuwe projecten opgestart. Terwijl de ene reeks volop in uitvoering is, wordt de andere voorbereid. Momenteel is dat het geval voor de Sigmaprojecten die van de Vlaamse Regering ten laatste in 2010 en 2015 moesten worden opgestart. Sommige daarvan zijn zelfs al voltooid. De Polders van Kruibeke vormden het laatste GOG van het oorspronkelijke Sigmaplan dat nog in gebruik moet worden genomen. Het is meteen het grootste overstromingsgebied van Vlaanderen. Behalve bescherming tegen overstromingen biedt het GOG ook extra kansen voor natuur. In een deel van de polders worden elzenbroekbossen en de kreken in ere hersteld met de steun van het Europese LIFE+-programma. 2010-projecten Alle Sigmaprojecten die in 2010 moesten starten, bevinden zich in de uitvoeringsfase. Het gaat om: Hedwige-Prosperproject: in dit grensoverschrijdende project zou Vlaanderen de Prosperpolder (Beveren) ontpolderen en Nederland de Hedwigepolder (Hulst). Naar verwachting zouden de werken op het Vlaamse grondgebied tegen midden 2015 klaar zijn. In Nederland werd het inrichtingsplan voor de Hedwigepolder feller gecontesteerd, maar in november 2014 besliste de Nederlandse Raad van State dat de bezwaren tegen de ontpoldering ongegrond waren. De geplande werken kunnen dus worden uitgevoerd. Doelpolder Noord en Midden: net als de Prosperpolder ligt de Doelpolder op het grondgebied van de gemeente Beveren. Het project zou normaal pas van start gaan in 2025, maar wordt al eerder ingericht. Het gaat de verdere ontwikkeling van het Antwerpse havengebied op de linkeroever van de Schelde vooraf. Zo wordt voorkomen dat de havenontwikkeling negatieve effecten heeft op de natuur. In juni 2014 werd het onteigeningsplan goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Cluster Kalkense Meersen: de Cluster Kalkense Meersen omvat verschillende deelgebieden in de gemeenten Berlare, Laarne, Wetteren en Wichelen. Enkele deelgebieden zijn al volledig ingericht. Zo werd het overstromingsgebied Bergenmeersen al in 2013 in gebruik genomen. Ook Paardeweide trad in de zomer van 2014 in werking, eind 2015 volgen wellicht ook Wijmeers 1 en 2. Vlassenbroek: in Dendermonde bevindt zich het projectgebied Vlassenbroek. Het bestaat uit een noordelijk en zuidelijk deel, waar respectievelijk getijdennatuur en drasland komen te liggen. De werken zijn er momenteel nog lopende. Wal-Zwijn: in Wal-Zwijn (Hamme) komt er een gecontroleerd overstromingsgebied met een drasland. Eerder werd er al een zandstock aangelegd om de ringdijk van dit gebied te bouwen. De aanbesteding van de werken in de deelgebieden Groot Schoor en Grote Wal – Kleine Wal – Zwijn is in 2015 voorzien. Dijlemonding: in twee deelgebieden (Zennegat en Grote Vijver) van de Cluster Dijlemonding (Mechelen en Willebroek) zijn de werken al begonnen. In Heindonk wordt ten vroegste in 2016 een nieuwe ringdijk aangelegd. Durmevallei: dit project heeft deelgebieden in de gemeenten Hamme, Lokeren, Temse, Waasmunster en Zele. De aanleg van de ringdijk in het GOG-GGG De Bunt wordt in 2014 aanbesteed en zal drie tot vijf jaar duren. De werken voor de ringdijk in de ontpoldering Klein Broek wordt pas in 2015 aanbesteed. In de ontpoldering Groot Broek gaan de werken wellicht pas van start nadat De Bunt en Klein Broek voltooid zijn. Vervolgens worden Weymeerbroek, Bulbierbroek, Hof ten Rijen en Hagemeersen ingericht als drasland. 2015-projecten Vallei van de Grote Nete: dit projectgebied ligt versnipperd over de gemeenten Herenthout, Heist-op-den-Berg, Hulshout, Herselt, Westerlo, Geel, Laakdal en Nijlen. Wellicht kunnen de werken er starten in 2015. Cluster Nete en Kleine Nete: gebieden in Duffel, Lier, Grobbendonk, Nijlen en Zandhoven behoren tot de Cluster Nete en Kleine Nete. In de zomer van 2014 werden de inrichtingsplannen voorgesteld aan de plaatselijke bevolking. Daarna werd de voorbereiding van formele procedures zoals de MER en het GRUP aangevat. Cluster Bovendijle: de deelgebieden van dit Sigmaproject bevinden zich in Bonheiden en Haacht. In een deel ervan blijft de landbouwfunctie behouden. In 2011 maakten de omwonenden kennis met het inrichtingsplan. Sindsdien werden de formele procedures doorlopen. Momenteel worden de werken voorbereid. Scheldemeander Gent-Wetteren: dit Sigmaproject omvat twee deelprojecten: de overstromingsgebieden Bastenakkers-Ham en de Zeeschelde tussen Gentbrugge en Melle. De inrichtingsplannen werden in het voorjaar van 2012 voorgesteld aan de bevolking. Sindsdien werd ook voor dit project het MER en het GRUP uitgewerkt. Cluster Bornem: alle deelgebieden van dit Sigmaproject liggen in de gemeente Bornem. In oktober 2014 kon het grote publiek kennismaken met het inrichtingsplan om Klein-Brabant veiliger en natuurlijker te maken. Schouselbroek: Het projectgebied Schouselbroek in Temse krijgt in de loop van 2015 een concreet inrichtingsplan. Dorent: in het Sigmaproject Dorent, gelegen in Zemst en Vilvoorde, worden de soortenrijke graslanden met de zeldzame grote pimpernel hersteld. Begin 2015 verwachten we het afgewerkte inrichtingsplan en kan het terreinwerk worden voorbereid. Demervallei: het deel van de Demervallei dat door het Sigmaplan onder handen wordt genomen, strekt zich uit van Diest tot Rotselaar. Ook rond het inrichtingsplan voor dit project werden infomarkten georganiseerd in maart en april 2013. De formele procedures van het MER en de Maatschappelijke kosten-batenanalyse zijn hier nog aan de gang. Andere nieuwe of hernomen projecten voor de periode 2015-2019 zijn: Antwerpse Scheldekaaien Cluster Kalkense Meersen Dijkwerken Dijlemonding Durmevallei Hedwige-Prosperproject Lippenbroek Ontpoldering Lillo Polders van Kruibeke Vlassenbroek Wal-Zwijn Dijkwerken Een groot deel van de geplande dijkverhogingen werd al afgewerkt. Een recent voorbeeld zijn de dijken van Fort Sint-Philips tot Noordkasteel langs de Rechterscheldeoever, waar 4,4 kilometer dijk werd opgetrokken. Intussen zijn ook de werken aan de Antwerpse Scheldekaaien hervat. Eerst worden de historische kaaimuren verstevigd. Daarna worden de Scheldekaaien volledig heraangelegd, zodat ook Antwerpen beschermd is tegen stormvloed. Op Linkerscheldeoever worden van 2014 tot 2015 nog dijkwerken uitgevoerd in Blokkersdijk, vlak bij het Sint-Annabos. Op Rechterscheldeoever worden dijkwerken voorbereid in Wetteren, Kwatrecht, Dendermonde en Schoonaarde. Ook tussen Fort Sint-Filips en de Potpolder van Lillo komt een lange, hoge dijk. Sinterklaasstorm 2013 De eerste grote test voor de werken van het Sigmaplan was de Sinterklaasstorm van 5 en 6 december 2013. Tijdens die storm, die zich in heel Europa deed voelen, stond het water in Oostende het hoogste sinds de watersnood van 1953. Twaalf Sigmagebieden die toen al klaar waren traden in werking en bewezen hun nut. Het ging onder meer om het Tielrodebroek in Hamme, Paardeweide en Bergenmeersen in Wichelen en Berlare en Polder van Lier in Lier. Ook de Antwerpse Scheldekaaien in Antwerpen liepen ’s ochtends vroeg onder water. Er werd een waterpeil van 7,23 TAW gemeten, 1,49 meter hoger dan het normale waterpeil. De poorten van de waterkeringsmuur werden gesloten, waardoor de binnenstad van wateroverlast gespaard bleef. Die waterkeringsmuur werd gebouwd voor het oorspronkelijke Sigmaplan. De betonnen muur is 5,5 kilometer lang en 1,35 meter hoog, maar voldoet vanwege de klimaatverandering, en de daaraan gekoppelde zeespiegelstijging, niet meer als bescherming tegen wateroverlast voor Antwerpen. Om klimaatbestendig te zijn, moet hij 90 centimeter hoger worden. Externe links Sigmaplan, Nieuws http://www.sigmaplan.be/nl/projectgebieden/polders-van-kruibeke (via https://web.archive.org/web/20140526040616/http://www.gogkbr.be/) Sigmaplan, de Watersnoodramp van 1953 Waterbouwkunde Klimaatverandering
Alle Sigmaprojecten die in 2010 moesten starten, bevinden zich in de uitvoeringsfase. Het gaat om:
1
actie-statuscode, uitvoeringsfase, processtatus
10,270
JoinAction
5533996
https://nl.wikipedia.org/wiki/Web%20Slingers%3A%20A%20Spider-Man%20Adventure
Web Slingers: A Spider-Man Adventure
Web Slingers: A Spider-Man Adventure en Spider-Man W.E.B. Adventure is een interactieve darkride in het Amerikaanse attractiepark Disney California Adventure Park en het Franse attractiepark Walt Disney Studios Park. In beide parken staat de attractie in het themagebied Avengers Campus. Rit De attractie staat in het teken van de superheld Spider-Man. Het verhaal achter de darkride is dat bezoekers deelnemen aan de Worldwide Engineering Brigade (WEB) en Spider-Man te hulp schieten om zogenaamde Spider-Bots uit te schakelen. Dit gebeurt vanuit voertuigen die een parcours volgen en om hun eigen as in de rondte kunnen draaien. Tijdens de rit passeren bezoekers schermen waarop 3D-animatiebeelden getoond worden. Bezoekers moeten met hun handen op doelwitten schieten. In de voertuigen bevinden zich sensoren die de handbewegingen van de inzittende bepalen en zo kunnen berekenen waar iemand op richt. Vergeleken met de 'klassieke' interactieve darkride worden er dus geen laserpistolen gebruikt. Deze techniek is eerder toegepast in de Legolandattractie LEGO NINJAGO The Ride. Voordat bezoekers de daadwerkelijk rit in de voertuigen maken, krijgt men eerst een voorshow te zien. De hoofdrol hierin wordt gespeeld door Tom Holland. Locaties Disney California Adventure Park De attractie opende in juni 2021 in het themagebied Avengers Campus onder de naam Web Slingers: A Spider-Man Adventure. De attractie verving het voormalige themagebied A Bug's Land. De voorshow en voice-overs gedurende de rit zijn volledig in het Engels. Walt Disney Studios Park De attractie in het Walt Disney Studios Park opende 20 juli 2022 voor bezoekers en verving daarmee de voormalige attractie Armageddon - Les Effets Speciaux. In de dagen ervoor was de attractie al geopend voor personeel, genodigden en media. Aanvankelijk stond de opening van de versie in Frankrijk gepland voor 2021, maar deze is een jaar uitgesteld in verband met de coronapandemie. De darkride is vrijwel identiek aan de versie in Disney California Adventure Park en gaat door het leven onder de naam Spider-Man W.E.B. Adventure. In de voorshow wordt alleen Frans gesproken. Dit wordt ondertitelt in het Engels. Darkride in de Verenigde Staten Disney-attractie Interactieve darkride Attractie in Disney California Adventure Park Attractie in Walt Disney Studios Park Spider-Man
Rit De attractie staat in het teken van de superheld Spider-Man. Het verhaal achter de darkride is dat bezoekers deelnemen aan de Worldwide Engineering Brigade (WEB) en Spider-Man te hulp schieten om zogenaamde Spider-Bots uit te schakelen. Dit gebeurt vanuit voertuigen die een parcours volgen en om hun eigen as in de rondte kunnen draaien. Tijdens de rit passeren bezoekers schermen waarop 3D-animatiebeelden getoond worden. Bezoekers moeten met hun handen op doelwitten schieten. In de voertuigen bevinden zich sensoren die de handbewegingen van de inzittende bepalen en zo kunnen berekenen waar iemand op richt. Vergeleken met de 'klassieke' interactieve darkride worden er dus geen laserpistolen gebruikt. Deze techniek is eerder toegepast in de Legolandattractie LEGO NINJAGO The Ride. Voordat bezoekers de daadwerkelijk rit in de voertuigen maken, krijgt men eerst een voorshow te zien. De hoofdrol hierin wordt gespeeld door Tom Holland.
1
deelnemen, lid worden, aansluiten
4,916
Pond
5753689
https://nl.wikipedia.org/wiki/L%27apr%C3%A8s-midi%20d%27un%20faune
L'après-midi d'un faune
L'aprés-midi d'un faune is een artistiek kunstwerk staande in een vijver van het Beatrixpark te Amsterdam-Zuid. Kunstenares Ellen Beerthuis-Roos kreeg via de gemeentelijke commissie, waarin haar docent Piet Esser zitting had, het verzoek een beeld te scheppen voor het Beatrixpark. Beerthuis-Roos was in 1955 afgestudeerd onder Esser en kreeg dat verzoek een aantal jaren later. Het zou haar eerste opdracht zijn (geweest). Beerthuis-Roos haalde inspiratie uit de Prélude à l'après-midi d'un faune, de compositie van Claude Debussy, en toog aan het werk. Ze had zelf al aangegeven dat ze een beeld annex fontein wilde maken, geschikt om in de eendenvijver te plaatsen. Van steen naar klein en brons ontwierp ze twee vrouwenfiguren, leunend en zitten tegen een boom. Een faun begeleidt de vrouwen op het kunstmatige eiland in de vijver. Het beeld leverde vanwege de figuratieve beeltenis (men wilde destijds liever abstracte beelden) inhoud een flinke discussie over de prijs op. Maar Beerthuis-Roos mocht verder werken en in 1962 kon het beeld geplaatst worden. Net als bij de latere Speelplastiek van Bart van de Weijer moesten er aanvullende maatregelen getroffen worden om het beeld niet te laten verzinken in de zompige ondergrond van het park. Alhoewel er door de Dienst der Publieke Werken een enorm project ingeschat was, bleek de uitvoering stukken eenvoudiger. In plaats van de vijver leeg te pompen, kon volstaan worden met granieten grondplaten als funderingsplaten. Waar geen rekening mee gehouden was, was dat het beeld een prima verblijf- en rustplaats werd voor vogels. Hun uitwerpselen zorgden er regelmatig voor dat de fontein verstopt raakte, die dan weer ontstopt moest worden. Daarom staat er al jarenlang een aparte fontein in dezelfde vijver. Beeld in Amsterdam-Zuid
Kunstenares Ellen Beerthuis-Roos kreeg via de gemeentelijke commissie, waarin haar docent Piet Esser zitting had, het verzoek een beeld te scheppen voor het Beatrixpark. Beerthuis-Roos was in 1955 afgestudeerd onder Esser en kreeg dat verzoek een aantal jaren later. Het zou haar eerste opdracht zijn (geweest). Beerthuis-Roos haalde inspiratie uit de Prélude à l'après-midi d'un faune, de compositie van Claude Debussy, en toog aan het werk. Ze had zelf al aangegeven dat ze een beeld annex fontein wilde maken, geschikt om in de eendenvijver te plaatsen. Van steen naar klein en brons ontwierp ze twee vrouwenfiguren, leunend en zitten tegen een boom. Een faun begeleidt de vrouwen op het kunstmatige eiland in de vijver. Het beeld leverde vanwege de figuratieve beeltenis (men wilde destijds liever abstracte beelden) inhoud een flinke discussie over de prijs op. Maar Beerthuis-Roos mocht verder werken en in 1962 kon het beeld geplaatst worden. Net als bij de latere Speelplastiek van Bart van de Weijer moesten er aanvullende maatregelen getroffen worden om het beeld niet te laten verzinken in de zompige ondergrond van het park. Alhoewel er door de Dienst der Publieke Werken een enorm project ingeschat was, bleek de uitvoering stukken eenvoudiger. In plaats van de vijver leeg te pompen, kon volstaan worden met granieten grondplaten als funderingsplaten.
4
vijver, waterlichaam, plas
2,491
Event
891
https://nl.wikipedia.org/wiki/Keulen%20%28stad%29
Keulen (stad)
Keulen (Duits: Köln, Ripuarisch: Kölle) is een stadsdistrict (kreisfreie Stadt) en metropool in Duitsland, in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, gelegen aan de Rijn, ten noorden van Bonn en ten zuiden van Neuss en Düsseldorf. Keulen is met inwoners (), de op drie na grootste stad van Duitsland en de grootste van Noordrijn-Westfalen. Op had van de inwoners een niet-Duits staatsburgerschap ( niet-Duitsers) en hadden inwoners het Nederlandse staatsburgerschap. In de agglomeratie wonen ongeveer 2,5 miljoen mensen. Keulen is de hoofdstad van het Regierungsbezirk Keulen en de officieuze hoofdstad van het Rijnland. De kreisfreie Stadt heeft een oppervlakte van km². De geschiedenis van de stad gaat meer dan 2000 jaar terug. Keulen speelde vanaf de middeleeuwen een belangrijke rol in kerk en politiek. Vroeger was het onderdeel van keurvorstendom Keur-Keulen. De stad is beroemd om zijn rijke geschiedenis, het culturele en architecturale erfgoed en een aantal grote en internationale evenementen, zoals het carnaval en de handelsbeurzen. Keulen beschikt tevens over een universiteit, een van de oudste van Europa, en over een luchthaven, die het deelt met Bonn. Geschiedenis Het huidige Keulen is door mensen bewoond sinds de oude steentijd, vooral op het Rheinau-Eiland en in de huidige wijken Lindenthal en Woeringen. Ook Kelten hebben aan de Keulse linker Rijnoever geleefd. Tot enkele decennia voor Christus leefden in het gebied dat tegenwoordig Keulen is de Eburonen. Nadat Julius Caesar hen had verslagen, kregen de Ubiërs toestemming zich hier te vestigen. Zij stichtten in 38 v.Chr. een nederzetting op een eilandje in de Rijn Oppidum Ubiorum. De Romeinen vestigden hier tevens het hoofdbestuur en de gouverneurszetel van de provincia Germania Inferior. Ook was hier het hoofdkwartier van de Romeinse Rijnvloot. De nederzetting groeide uit tot een flinke stad. Ter ere van keizer Nero's in Keulen geboren moeder Agrippina, de latere echtgenote van keizer Claudius werd de stad omgedoopt tot Colonia Claudia Ara Agrippinensium (CCAA) en werd ze ommuurd. Gedurende de Grote Volksverhuizing werd de stad bezet door de Franken die er ook een van hun belangrijkste bestuurscentra vestigden. Door alle invasies en onrust van de 4de tot en met 6e eeuw liep de bevolking wel flink terug, maar Keulen bleef nog steeds een van de grootste steden ten noorden van de Alpen. Al in de vroege Middeleeuwen begon de stad weer te groeien omdat de ligging op het kruispunt van grote handelswegen en de Rijn belangrijk bleef. Ook de bisschop van Keulen bleef steeds een belangrijke figuur op het politieke toneel van de Middeleeuwen en domineerde ook lange tijd het zuidelijke grensgebied van het huidige Nederland. Vanaf ongeveer 953 behield de bisschop van Keulen slechts het wereldlijk gezag over een smalle strook van 150 km lang aan de linkeroever van de Rijn. Toch was dit voldoende om tot de voornaamste hoogwaardigheidsbekleders van het Heilige Roomse Rijk te horen, met name als keurvorst van het zogenaamde Keur-Keulen. In de slag bij Woeringen in 1288 vocht het contingent van de Keulse burgers aan de kant van de hertog van Brabant, de vijand van de bisschop. Dankzij de nederlaag van de bisschop kon de stad zich van diens heerschappij bevrijden en in feite een onafhankelijke stadstaat worden midden in de rest van het keurvorstendom, dat onder het gezag van de bisschop bleef. Die bisschop zou voortaan zijn zetel hebben te Bonn. Rond 1367 was Keulen met 40.000 inwoners de grootste stad van het Rijk. In 1475 bevestigde keizer Frederik III officieel de status van Keulen als vrije rijksstad, en dat zou ze ruim drie eeuwen blijven. Tijdens de reformatie bleven zowel de stad als het omliggende bisdom katholiek. Na de Vrede van Westfalen nam, naast de Beierse, ook de Franse invloed in Keulen toe. Bij de vrede van Lunéville kwam Keulen met de hele linker-Rijnoever bij de Franse Republiek. Bij het Congres van Wenen na de val van Napoleon werd Keulen Pruisisch, maar het Franse recht bleef gelden. In de nieuwe tijd verminderde de invloed van Keulen buiten het Rijnland maar bleef de stad toch verreweg economisch, cultureel en staatsrechtelijk de belangrijkste stad tot aan de Industriële revolutie. Het centrum van Keulen werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd. Nadat de verwoestingen van de oorlog hersteld waren, groeide de stad weer snel uit tot zijn aloude positie van een van de belangrijkste steden van Duitsland. Geografie Topografie Keulen ligt in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, op ongeveer 85 kilometer van de grens met Nederland. Het is met ruim 1 miljoen inwoners weliswaar de grootste stad in zijn deelstaat, maar niet de hoofdstad, dat is namelijk Düsseldorf. Keulen ligt aan de Rijn, die een belangrijke functie vervult voor de stad en heeft bijgedragen aan de groei. De stad heeft een belangrijke binnenhaven aan de Rijn. Keulen strekt zich uit over een oppervlak van 405,15 km², waarvan 230,25 km² links van de Rijn en 174,87 km² rechts van de Rijn. Daarmee is het in oppervlakte de op vier na grootste stad van Duitsland. Het hoogste punt ligt op 118,04 meter in het natuurgebied Königsfrost, terwijl het laagste punt in de Worringer Bruch (een oude Rijnarm) met een hoogte van 37,5 meter boven zeeniveau duidelijk onder het Keulse Rijnpeil ligt. Geologie Keulen ligt grotendeels in de lagere rivierterrassen van de Rijn, die als brede trappen vanuit de rivier oplopen. De ondergrond is voor het grotendeels in het Tertiair en gedeeltelijk in het Kwartair ontstaan en bestaat uit verschillende lagen riviersediment. Een uitzondering vormt het uiterste oosten van de stad, dat reeds aan de voet van het Rijnlands leisteenplateau ligt. Door de grote oppervlakte die Keulen bestrijkt zijn er verschillen in de bodemgesteldheid en microklimaten aanwezig. Dankzij de Rijn en lössgebieden in het oosten is de bodem in het gebied over het algemeen erg vruchtbaar. Er liggen heide- en bosgebieden in het oosten van het stadsgebied, waar het Bergisches Land begint. Stadtbezirken en -teilen De stad Keulen heeft 86 stadsdelen verdeeld over 9 stadsdistricten (Duits: Stadtbezirke): Klimaat Demografie Keulen is de op drie na grootste stad in Duitsland in inwonertal na Berlijn, Hamburg en München. Officieel had Keulen 1.027.504 inwoners op 31 december 2010. In 2011 vond een nieuwe volkstelling (Zensus 2011) plaats. Eind 2015 was het aantal inwoners gestegen tot 1.060.582. Keulen is echter ook het centrum van een stedelijk gebied - met daarin onder andere de aangrenzende steden Bonn, Hürth, Leverkusen en Bergisch Gladbach - met meer dan 2 miljoen inwoners. De gemiddelde leeftijd in Keulen is 42 jaar, en met 51% zijn de vrouwen licht in de meerderheid. Een kwart van de Keulse inwoners is tussen de 18 en 35 jaar, terwijl 18% 65 jaar of ouder is. In 2010 waren van alle inwoners 40% ook werkelijk in Keulen geboren. In 2010 zagen 9682 nieuwe Keulenaren het levenslicht, waarbij de populairste namen "Maximilian" en "Marie" waren. In hetzelfde jaar stierven er 9033 mensen. De gemiddelde leeftijd op moment van overlijden was 76,5 jaar. Van de bevolking is 33% naar Keulen gemigreerd en 17% niet van Duitse afkomst. Deze laatste groep is samengesteld uit 181 verschillende nationaliteiten. De grootste allochtone groep wordt gevormd door Turken (5,94%); van deze groep is een derde oorspronkelijk in Keulen geboren. Verder is 5,56% afkomstig uit een land dat behoort tot de Europese Unie. Ontwikkeling van het inwonertal In de eerste eeuw na Christus werd Colonia Claudia Ara Agrippinensium al door circa 30.000 mensen bewoond. Onder meer door plunderingen en bezettingen door Franken en andere Germaanse volkeren liep het inwonertal daarna terug naar ongeveer 15.000, om in de hoge middeleeuwen opnieuw de grens van 30.000 inwoners te bereiken en door te groeien naar 40.000 inwoners. Toen de industrialisatie in de negentiende eeuw inzette, kreeg Keulen, dat tot dan toe maar gestaag was gegroeid, te maken met een grote bevolkingsgroei. Had de stad in 1807 nog 40.000 inwoners, in 1852 werd al de mijlpaal van 100.000 inwoners bereikt, waarmee Keulen de vijfde Großstadt in Duitsland werd. Ook daarna groeide Keulen verder uit, mede door annexaties van omliggende plaatsen als Worringen en Kalk. In 1937 bereikte de stad een voorlopig hoogtepunt van ruim 772.000. Door de Tweede Wereldoorlog kromp de stad naar het niveau uit het begin van de twintigste eeuw: in 1945 waren er nog 'slechts' 453.000 inwoners. Na de oorlog groeide de stad weer verder: in 1959 was het inwonertal uit 1939 alweer overschreden en in de jaren 70 bereikte Keulen zelfs de status van miljoenenstad: als gevolg van het bijvoegen van Köln-Gesetzes werd op 1 januari 1975 het aantal van 1 miljoen inwoners bereikt. Onder meer doordat Keulen de stad Wesseling in 1976 weer af moest staan daalde het inwonertal weer onder de grens. Na enkele schommelingen heeft het inwonertal omstreeks 2010 opnieuw het miljoen overschreden. Prognoses geven aan dat de groei van het aantal inwoners gematigd is. Tot 2035 voorspelt men ook een stabiele inwonersontwikkeling, waarbij de prognose op 1.029.700 uitkomt. ¹ aantallen afkomstig uit een volkstelling Religie Historisch kan Keulen als een rooms-katholieke stad worden aangemerkt. Het aartsbisdom Keulen bestaat reeds sinds 313. In het moderne Keulen worden echter, naast het katholicisme, ook vele andere religies beleden. Gegevens uit 2009 laten zien dat van de Keulse bevolking circa 39,1% katholiek is, 16,9% protestant en 44% belijdt een andere religie/ wereldbeschouwing of is niet-religieus. Onder deze andere religies zijn de islam, het jodendom, orthodox christenen, hindoeïsme en boeddhisme in Keulen vertegenwoordigd. In 2005 vonden de XXe rooms-katholieke Wereldjongerendagen plaats in Keulen. In datzelfde jaar bezocht ook paus Benedictus de stad om daarbij tevens als eerste paus een synagoge in Duitsland te betreden. Christendom Sinds het jaar 313 is Keulen een bisdom, volgens de legende was de eerste bisschop de heilige Maternus. De voormalige Romeinse hoofdtempel van Keulen werd als eerste kerkgebouw gebruikt waarvan nog archeologische resten onder de huidige dom getuigen. De eerste dom van Keulen dateert uit 870. In 1164 kwamen door de Derde Kruistocht de lichamen van de drie koningen of de drie wijzen uit het oosten in Keulen terecht. Om de Relikwieën van de Drie Koningen een waardig huis te bieden werd in 1248 met de bouw van de “nieuwe” dom van Keulen begonnen. Tegenwoordig staan er in Keulen nog bijna honderd katholieke kerken, waarvan twaalf romaans en vier gotisch. Het Aartsbisdom Keulen is nog steeds het rijkste bisdom ter wereld. Dit komt vooral door de in Duitsland verplichte Kirchensteuer die iedere officieel ingeschreven katholiek moet betalen aan zijn bisdom. Keulen is thuishaven voor de heiligen Caspar, Melchior, Balthasar, Maternus, Severinus van Keulen, Ursula, Bruno van Keulen, Kunibert van Keulen, Albertus Magnus en Heribert van Keulen (Deutz). Ook het protestantisme is in Keulen vertegenwoordigd. In 1525 werd Adolf Clarenbach als ketter verbrand. En toch waren er in 1580 veel protestantse gemeenten. Naast Duitstalige waren er ook Nederlandstalige en Franstalige gemeenten. Deze waren aan de rechter Rijnoever te vinden (vooral in de wijk Mülheim), terwijl de linker Rijnoever (de eigenlijke kant van Keulen) katholiek bleef. Pas in 1794, na de Franse bezetting, werden de protestanten in Keulen echt een belangrijk onderdeel van de Keulse stadscultuur. Sinds de val van het communisme in Oost-Europa in 1989 zijn steeds meer Russische en andere Oost-Europese immigranten naar Duitsland gekomen. Daarom heeft de orthodoxe kerk ruim 15 jaar geleden de romaanse kerk St. Pantaleon overgenomen. De orthodoxen hebben een bijzondere band met St. Pantaleon. Omdat Pantaleon een Griekse heilige is; omdat deze in 860 gebouwde kerk op wens van de Byzantijnse prinses en latere keizerin Theophanu, echtgenote van Keizer Otto II van het Heilige Roomse Rijk, in 980 prachtig uitgebreid werd, en omdat Theophanu sinds haar dood in 991 te Nijmegen op haar eigen wens in een sarcofaag in St. Pantaleon rust. In Keulen zijn verder gevestigd de Oudkatholieke Kerk, de Apostolische Gemeinschaft, het Apostelamt Jesu Christi, de Armeens-Apostolische Kerk, de Anglicaanse Kerk, de baptisten, de Ethiopisch-orthodoxe Kerk, de Evangelisch methodistische kerk, de Evangelisch-Lutherse Kerk, de Finse protestanten, de Vrije Evangelische Gemeente, het Leger des Heils, de Herrnhütter Broedersgemeente, de Hongaarse Gereformeerde Kerk, de Japanse evangelische gemeente, Jehova's getuigen, de Nieuw-Apostolische Kerk met 9 stadsgemeenten, de Nederlands Gereformeerde Kerk, de Oekraïens-orthodoxe Kerk, en velen anderen. Jodendom Sinds 321 is de Joodse gemeenschap Keulen de oudste “ten noorden der Alpen”. In 1056 wordt voor de eerste keer schriftelijk een Joodse wijk in Keulen geconstateerd. In 1183 wees de toenmalige aartsbisschop de Keulse Joden een eigen gebied toe rond het huidige raadhuis waar zij in vrede konden leven. Dit gebied was uitsluitend voor Joden bedoeld en kon door poorten worden gesloten. In feite was dit dus het eerste getto. De mikwe uit deze tijd is nog steeds te zien onder een glazen piramide voor het Rathaus van Keulen. Echt "in vrede leven" konden Joden echter gedurende de hele middeleeuwen eigenlijk nauwelijks. Zo kregen zij de schuld van de pestepidemie van 1349 en werden daarom velen vermoord. In 1933 waren er 18.000 Joden in Keulen, maar deze werden in de nazitijd grotendeels verdreven. De synagogen in de Glockengasse, Roonstraße, Mülheimer Freiheit en in Deutz werden tijdens de Kristallnacht 1938 in brand gestoken. Later werden rond 8000 Joden vermoord. Tegenwoordig heeft de Joodse gemeenschap in Keulen weer meer dan 5000 leden. Zij heeft een basisschool, een aparte kleuterschool, een bibliotheek, een sportvereniging, meerdere koosjere restaurants, een jeugdcentrum, een bejaardentehuis en een representatieve synagoge op de historische locatie Roonstraße. Islam Ca. 12% van de huidige bevolking van Keulen is moslim. Dit komt vooral door Turkse immigranten (ca. 85.000) sinds de jaren 60 van de 20e eeuw. De belangrijkste Turks-islamitische organisaties van Duitsland zijn bijna allemaal in Keulen gevestigd. Er zijn tegenwoordig 45 moskeeën in Keulen, daarvan in de wijk Ehrenfeld een van de grootste in Duitsland. Op het ogenblik wordt er gewerkt aan de bouw van een moskee met twee 55 meter hoge minaretten op dezelfde plaats. Van 1996-2000 heeft een zelfbenoemde "Kalief van Keulen" internationale krantenkoppen gehaald. Deze "kalief", Metin Kaplan, werd ook wel de Khomeini van Keulen genoemd. In 2001 werd de "kalifaatstaat Keulen" verboden. Kaplan is inmiddels aan Turkije uitgeleverd en daar tot levenslang veroordeeld. Dialect Veel Keulenaren spreken het plaatselijke dialect Kölsch, afgeleid van het Ripuarisch. Het Kölsch klinkt in Vlaamse en Nederlandse oren als een combinatie van Duits en Limburgs. Er bestaan woordenboeken Duits-Kölsch en Kölsch-Duits. In het Kölsch-Duits woordenboek staat geen letter "G”, omdat de Duitse "G"-klank in het Kölsch niet bestaat. Die wordt namelijk een "J", "R" of "CH". Politiek en bestuur Gemeenteraad Hieronder is de zetelverdeling in de gemeenteraad van Keulen sinds 1946 weergegeven: Burgemeester De huidige burgemeester van Keulen is Henriette Reker. Reker is partijloos en oefent het ambt sinds 15 december 2015 uit. Stadswapen Het stadswapen van Keulen bestaat al enkele eeuwen, hoewel het wel enkele keren is veranderd. De kleuren rood en wit verwijzen naar het Hanzeverbond. Keulen was een belangrijke Hanzestad en de rood-witte Hanzevlag ligt dan ook voor een deel aan de basis van het stadswapen van Keulen. De drie kronen verwijzen naar de wijzen uit het oosten oftewel de Drie Koningen. De relikwieën van deze drie koningen werden in de twaalfde eeuw aan de stad geschonken door Frederik I. De elf zwarte druppels (ook geïnterpreteerd als vlammen of tranen) sieren het wapen al sinds de 16e eeuw. Ze verwijzen naar Ursula van Keulen, die volgens een legende met een groep van elfduizend maagdelijke metgezellen op de terugreis was van een bedevaart naar Rome, toen de groep in handen viel van de Hunnen en werd vermoord. Op een wapenschild staat vaak ook een tweekoppige adelaar afgebeeld met het stadswapen in zijn midden. Met zijn poten houdt de adelaar tevens een scepter en een zwaard vast. Deze variatie werd in de 19e eeuw ingevoerd door de Pruisen, die na het terugtrekken van de Franse bezetting de macht over Keulen overnamen. Stedenbanden Keulen heeft jumelages met de volgende steden: Economie De belangrijkste economische sectoren van Keulen zijn de levensmiddelenindustrie, de auto-industrie waaronder Ford met een zeer groot complex in Niehl, de chemische industrie en de media. De tertiaire sector is eveneens van economisch belang voor de stad, met onder andere administratieve diensten, beurzen, verzekeringsmaatschappijen, banken en hoofdkantoren van enkele grote industriële bedrijven. Ten slotte is toerisme een bron van inkomsten en werk. Jaarbeurzen De jaarbeurs van Keulen Koelnmesse is gevestigd aan de rechter Rijnoever in Deutz en is een van de belangrijkste Europese plaatsen voor jaar- en tweejaarlijkse beurzen. De belangrijkste beurzen zijn: Anuga (Allgemeine Nahrungs- und Genussmittel-Ausstellung), tweejaarlijkse internationale handelsbeurs voor levensmiddelen Art Cologne, de oudste jaarbeurs ter wereld voor kunst, internationaal. Gamescom, jaarlijkse promobeurs voor de computergame industrie. Internationale Fahrrad- und Automobil-Ausstellung, een jaarlijkse fiets- en auto handelsbeurs Photokina, tweejaarlijkse handelsbeurs voor fotografie en film Media Keulen is met 30.000 - 40.000 medewerkers een van de belangrijkste mediaplaatsen van Duitsland. De Westdeutscher Rundfunk - een openbare omroep in de regio West-Duitsland met verschillende regionale en nationale stations - heeft zijn zetel in Keulen en verschaft aan ongeveer 3500 mensen werk. Ook de radiozender Deutschlandfunk, het enige nationale radiostation van Duitsland, is gevestigd in Keulen en tot 2003 gold dat ook voor Deutsche Welle, een internationaal station dat Duitstalige en anderstalige informatieve tv-programma's voor alle werelddelen (niet binnen Duitsland) uitzendt. Laatstgenoemde is echter verhuisd naar Bonn. Naast deze grote omroepen wordt Keulen ook zelf vertegenwoordigd door de lokale zender Radio Köln. Ook op televisie heeft Keulen een eigen zender, Center.TV. Een grote groep zenders van de RTL Group - RTL, Super RTL, VOX en n-tv - hebben hun gezamenlijk hoofdkwartier in Keulen. Er zijn film- en televisiestudio's gevestigd van de WDR, RTL, Coloneum (MMC-filmstudio's), EMG Duitsland (film- en televisiestudio's Hürth) en CBC (Cologne Broadcasting-studio's). Ook wat gedrukte media betreft is Keulen een belangrijke stad. In en rond Keulen verschijnen meerdere kranten en tijdschriften. De grote uitgever M. DuMont Schauberg geeft er zowel de Kölner Stadt-Anzeiger als de Kölnische Rundschau uit, die samen een bereik hebben dat buiten Keulen doorloopt tot ver in de Eifel. Van diezelfde uitgever verschijnt ook het boulevardblad Express, die eveneens een groot verspreidingsgebied heeft en tot in Düsseldorf verschijnt. De landelijke tabloid Bild-Zeitung heeft een lokale editie, en de Kölner Stadt-Anzeiger heeft ook een tabloid: de Direkt-Zeitung. Alle dagelijkse gratis kranten zijn failliet gegaan nadat de grote kranten een eigen lokale gratis krant uitgegeven hebben met het doel om te voorkomen dat gratis kranten zich door zouden zetten. Binnen een maand nadat de gratis kranten gestopt waren, zijn de commerciële kranten onmiddellijk gestopt gratis kranten uit te geven. Verder verschijnen in Keulen de wetenschappelijke tijdschriften Capital en Impulse. Van lokale betekenis zijn de maandbladen StadtRevue en Kölner. De boekenuitgever Taschen werd opgericht in Keulen. Met daarnaast ook de ondernemingen Kiepenheuer & Witsch en DuMont beschikt Keulen over een aantal belangrijke literaire uitgeverijen. Cultuur Bezienswaardigheden Het centrum van Keulen werd bijna volledig verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog, hierdoor is de huidige bebouwing grotendeels modern. In de wederopbouw werd de stijl van de jaren 50 gevolgd, waarbij wel de oude indeling, het stratenplan en de straatnamen onveranderd bleven. Als gevolg hiervan wordt het uiterlijk van de stad in het heden gekenmerkt door de eenvoudige en bescheiden stijl van de naoorlogse bebouwing, met hiertussen gebouwen van voor de oorlog die vanwege hun historische belang zijn gerestaureerd. Het bekendste gebouw, de Dom van Keulen, werd tijdens de oorlog weliswaar veertien keer geraakt tijdens luchtaanvallen met als gevolg enkele flinke gaten in het middenschip en de torens, maar kwam, vooral in vergelijking met de rest van de omringende bebouwing, relatief ongeschonden de oorlog door. De Dom van Keulen (Kölner Dom) is het bekendste bouwwerk van Keulen en een officieus symbool van de stad. De Dom van Keulen is een gotische kerk. De bouw begon in 1248 en werd pas voltooid in 1880. Sinds 1996 staat het bouwwerk op de Werelderfgoedlijst. In de kerk worden onder andere de Relikwieën van de Drie Koningen bewaard: de heiligen Caspar, Melchior en Balthasar. De twaalf grote romaanse basilieken: St. Severin, St. Maria Lyskirchen, Basilika St. Andreas, St. Aposteln, St. Gereon, St. Ursula, St. Pantaleon, Heilige Maria in het Capitool (Sankt Maria im Kapitol), Groß St. Martin, St. Georg, St. Kunibert en Sint-Ceciliakerk. Deze 12 kerken zijn gebouwd in middeleeuwse sacrale stijl. Een aantal van de kerken dateert zelfs uit de Romeinse tijd, zoals de Sint-Gereonkerk, die oorspronkelijk een kapel was op een Romeins kerkhof. Met uitzondering van de Sint-Maria Lyskerk zijn al deze kerken zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog waarbij soms alleen nog maar de buitenmuren overbleven; de wederopbouw werd pas voltooid in 1985. Daarnaast is er de Sint-Johannes de Doperkerk die stamt uit de middeleeuwen. De Rijn. Naast de vele bruggen kan men de rivier oversteken met de Rheinseilbahn, een kabelbaan die beide oevers met elkaar verbindt ter hoogte van de Zoobrücke. Verder zijn er rondvaarten over de Rijn. De Altstadt is het centrum van de binnenstad, gelegen ten westen van de Rijn bestaande uit een noordelijk en een zuidelijk deel. Hier liggen onder andere de Alter Markt en de Heumarkt. Het Rathaus, het stadhuis van Keulen. Het werd gesticht in 1135, de voorkant, de "Spaanse bouw", werd in 1569 opgericht. De toren werd in de oorlog net als de rest van Keulen zwaar beschadigd en brandde bijna volledig uit. Praetorium, ondergrondse Romeinse tempelruïne onder het Rathaus. Ingang "Kleine Budengasse" De oude stadsmuur. De stadsmuur is al lang geleden voor een groot deel gesloopt, maar er staan hier en daar nog stukken overeind. De overblijfselen zijn het beste te zien bij de oude stadspoort Ulrepforte en tussen de Hansaring en de Christophstraße. Glockengasse 4711 is het adres waar vroeger de bekende eau de cologne werd geproduceerd. Er is op dit adres een winkel gevestigd waar men allerlei parfums kan kopen. In het huis waar de parfum is uitgevonden, het Farina-Haus, zit een museum. De wijken Belgisches Viertel en "Neu-Ehrenfeld" (tussen Subbelrath en Nußbaumerstraße) zijn beide gebouwd in jugendstil-/gründerzeit-stijl Bruggen over de Rijn Stroomafwaarts, van zuid naar noord: Rodenkirchener Brücke, Autobahnbrücke Rodenkirchen, lengte 567m, hangbrug van de buitenwijk Keulen-Rodenkirchen naar Keulen-Poll. Voor de snelweg A4, ook voor voetgangers en fietsers. Gebouwd 1938, vernield 1945, herbouwd 1952. Südbrücke, lengte 368m, drievoudige boogbrug van Keulen-Bayenthal naar Keulen-Porz. Voor het spoorverkeer, ook voor voetgangers en fietsers. Gebouwd 1910, vernield 1945, herbouwd 1946-1950. Severinsbrücke, lengte 691m, tuibrug van het zuidelijke centrum naar Keulen-Poll.voor auto's, tram/metro, fietsers en voetgangers. Gebouwd 1958/1959 Deutzer Brücke, lengte 437m, van het centrum naar Köln-Deutz. Nu voor auto's tram/metro, fietsers en voetgangers. Romeinse boogbrug gebouwd circa 310, in de middeleeuwen als pontbrug, hangbrug gebouwd 1935, ingestort 1945, nieuwbouw als liggerbrug 1947/1948 Hohenzollernbrücke, lengte 409m, drievoudige boogbrug van de Dom naar Köln-Deutz. Voor spoorverkeer, ook voor fietsers en voetgangers. Gebouwd 1859, vernieuwd 1907-1911, beschadigd 1945, herbouwd 1945-1959. Zoobrücke, lengte 597m, liggerbrug van de dierentuin naar Keulen-Kalk. Voor de snelweg, ook voor fietsers en voetgangers. Gebouwd 1962-1966 Mülheimer Brücke, lengte 708m, hangbrug van Keulen-Riehl naar Keulen-Mülheim. Voor auto's, tram/metro, fietsers en voetgangers. Gebouwd 1927-1929, vernield 1944, herbouwd 1949-1951 Leverkusener Brücke, lengte 687m, hangbrug van Keulen-Merkenich naar Leverkusen. Voor de snelweg A1, ook voor fietsers en voetgangers. Gebouwd 1961-1965 Musea en andere attracties Keulen heeft een groot aantal musea en recreatiegelegenheden. Van de grotere musea kunnen genoemd worden: Wallraf-Richartz-Museum, een museum met schilderijen, beeldende kunst en design van de Middeleeuwen tot impressionisme. Museum Ludwig, een museum met een kunstcollectie uit de 20e eeuw en het heden. Römisch-Germanisches Museum, een in 1974 opgericht museum met artefacten uit de Prehistorie, Romeinse tijd en de Middeleeuwen, met name veel archeologische vondsten uit Romeins Keulen. Kölnisches Stadtmuseum, een museum over de geschiedenis van Keulen vanaf de middeleeuwen, gevestigd in het Zeughaus. Domschatkamer, een museum van kerkelijke kunst bij de dom (voornamelijk middeleeuws, barok en 19e-eeuws). Kolumba (voorheen: Diözesanmuseum), een museum van kerkelijke kunst van de oudheid tot hedendaags. Museum Schnütgen, een museum van religieuze kunst in de Sint-Ceciliakerk. Museum für Angewandte Kunst, een museum van toegepaste kunst en design. Daarnaast zijn er vele kleinere musea. Zo is er het Duftmuseum in het Farina-Haus tegenover het stadhuis. Dit museum is gewijd aan geuren en parfum, en is gevestigd in het huis waar de eau de cologne haar wortels heeft. Het EL-DE-Haus is het voormalige hoofdkwartier van de Gestapo in Keulen. In dit gebouw waar gevangenen werden ondervraagd, gemarteld en geëxecuteerd, is nu een museum over nazi-Duitsland gevestigd. Keulen beschikt tevens over tal van andere recreatiemogelijkheden. De Kölner Zoo is een grote dierentuin, vooral bekend om zijn primaten en zijn grote olifantenterrein. Naast de Zoo bevindt zich het Aquarium Köln. Men vindt er onder andere een Rifaquarium, het Rheinpanorama (vissen uit de Rijn) en krokodillen. Achter de Zoo en het Aquarium is de gratis toegankelijke botanische tuin Flora Köln met twee grote tropenhuizen te vinden. In de nabije omgeving van Keulen ligt het attractiepark Phantasialand. Theater Keulen heeft een traditie op het gebied van theater. Er zijn veel diverse theaters, grote theaters en kleine familietheaters, kindertheaters, muziektheaters, poppentheaters en zelfs theaters waar in het Kölsch opgetreden wordt. Het grootste theater van Keulen is het gerenommeerde Schauspiel Köln. Andere theaters zijn: Halle Kalk Schlosserei Hänneschen, poppentheater in het Kölsch Theater am Dom, boulevardtheater Senftöpfchen-Theater, Cabaret en kleinkunst Volkstheater Millowitsch, echt volkstheater in het Kölsch Theater am Sachsenring, spel, (Duitse) taal, kleinkunst en cabaret Theater der Keller, avant-garde, maar ook kleine hedendaagse interpretaties van klassiekers Theater im Bauturm, literair hedendaags Comedia Colonia, kinderen, jongeren en kleinkunst Scala Theater Köln, soms oer-Keuls en vaak plat Artheater, muziektheater en modern toneel Casamax, af en toe artistiek Daarnaast zijn er kleinere theaters: het Arkadas Theater, Atelier Theater, Cassiopeia-Bühne, Eifelturm, Freies Werkstatt Theater, Horizont Theater, Inteata, I Pagliacci Theater, Kabarett Theater Klingelpütz, Lapislazuli Puppentheater, Monteure, MusikTheater Werkschutz, N.N. Theater - Neue Volksbühne Köln, Ömmes und Oimel, Orangerie - Theater im Volksgarten, Piccolo-Theater, Studio-Bühne, Theater im Hof, Theater Michoels (eerste joodse theater van Duitsland), Theater Pusteblume, Theater Tiefrot en het Theaterpädagogisches Zentrum. Muziek Keulen herbergt een groot aantal symfonie- en kamerorkesten. Het Gürzenichorkest is een groot orkest dat in 1857 werd opgericht en in 1888 eigendom is van de stad. De naam verwijst naar een gelijknamige concertzaal. Bekende leiders waren Conradin Kreutzer, Hermann Abendroth, Günter Wand, Marek Janowski en James Conlon. Tegenwoordig staat het orkest onder leiding van Markus Stenz. Het tweede grote orkest is het WDR Sinfonieorchester, dat in 1947 werd opgericht. Naast de genoemde twee grote symfonieorkesten zijn er ook meerdere kamerorkesten, zoals Capella Colonienseis, Collegium Aureum (1964), Concerto Köln (1985) en Musica Antiqua Köln (1973). De WDR Big Band Köln is een internationaal gewaardeerde jazz-bigband. Bijna twintig professionele koren zijn aangesloten aan de "Arbeitskreis Kölner Chöre", zoals het Philharmonische Chor Köln, Kartäuserkantorei Köln, Kölner Kammerchor, Bach-Verein Köln, Kölner Domchor, Kölner Männer-Gesang-Verein. Daarnaast is een aantal bekende bands afkomstig uit Keulen. Zo was de avantgardistische rockband Can in de jaren 60/70 van de twintigste eeuw een bekende groep. De band is opgebouwd rond de basgitarist en geluidstechnicus Holger Czukay en de zanger Damo Suzuki. Ook nadien zijn er diverse grote en kleinere bands ontstaan, waaronder een groot aantal Kölschtalige. Een daarvan is de sociaalkritische rockband BAP, rond de zanger en songwriter Wolfgang Niedecken. Ook buiten Duitsland werd hun song "Kristallnaach" in de jaren 80 een hit. Ook Bläck Fööss zingt in het dialect en is een band met wortels als The Beatles-coverband, later als muzikale en succesvolle carnavalsband. En verder in verschillende genres bezig. Een andere succesvolle carnavalsband - die wederom in het Kölsch zingt - is De Höhner, de "nummer 2" in de stad na de Bläck Föös. Zij maken al decennia de clubliedjes van 1. FC Köln. Van beide bands werden songs in het Nederlands vertaald. Ten slotte zijn er de Kölschtalige bands Brings en Zeltinger Band en de a capella-groep Wise Guys. Evenementen Carnaval - van donderdag tot Aswoensdag, 40 dagen voor Pasen. Begin is elk jaar 11-11 in het jaar ervoor, grootschalig op de Alter Markt en in het historisch centrum buiten en binnen. Vanaf 11 november start de "binnencarnaval", en in de bovengenoemde week 40 dagen voor Pasen dan weer "op alle straten" van de stad. Bijzonder is hier donderdag (de eerste dag), Weiberfastnacht. Traditioneel is dit de dag van de vrouwen, in die het alle vrouwen "toegestaan" is om mannen met een schaar de stropdassen af te knippen. Hoogtepunten zijn zaterdag, zondag en vooral maandag "Rosenmontag" met de grote optocht. Op dinsdagavond om middernacht (of soms ook iets eerder) wordt het carnaval beëindigd met de rituele verbranding van een stroman onder groot lawaai. De "Nubbel", een stroman, is de personificatie van het carnaval en de zonde. Door hem te verbranden en erna 40 dagen te gaan vasten zijn de katholieke Keulenaren hen carnavalsuitbarstingen "vergeven". Kerstmarkten - in de eerste weken van december vinden traditioneel de kerstmarkten plaats in Keulen. Enkele van bekendste zijn de markten Am Dom -aan de zuidzijde van de Dom-, Alter Markt en Heumarkt -in het historisch stadscentrum, naast het Rathaus-, Neumarkt en Rudolfplatz - een kleinere kerstmarkt voor de oude stadspoort, Christmas Avenue - speciaal gericht op homoseksuelen. MusikTriennale Köln - grootschalig internationaal driejaarlijks klassiek muziekfestival. Orgelfeierstunden - internationale orgelconcerten in de Dom - elk jaar van juni t/m september, iedere dinsdag, 20 uur. c/o pop (Cologne On Pop) - festival voor elektronische popmuziek - 15 t/m 17 augustus. Summerjam - grootste Europese reggaefestival tijdens het eerste weekeinde van juli op het Fühlinger See-Insel Internationales Köln Comedy Festival - in oktober plaatsvindend, twee weken durend komedie- en cabaretevenement in verschillende grote en kleine theaters in de stad. Christopher Street Day (CSD), de grootste homo-optocht ("Gay Pride") van Europa. Kölner Lichter - jaarlijks groot vuurwerk op de Rijn. Alle toeschouwers wordt verzocht om een kaars of fakkel mee te nemen, zodat op beide Rijnoevers en op alle 8 Rijnbruggen dus ook honderdduizenden lichten schemeren. Sport In de begindagen van het Duitse voetbal waren er vele clubs in Keulen, die echter niet opgewassen waren tegen andere clubs uit de buurt. In februari 1948 ontstonden de twee grootste clubs uit de stad na een fusie tussen Kölner BC 01 en SpVgg Sülz 07 tot 1. FC Köln en Victoria 1911 met twee kleinere clubs tot SC Fortuna Köln. In 1957 kwam er nog een derde club bij, SC Viktoria Köln na een fusie tussen Rapid Köln en SC Preussen Dellbrück. Van de drie grootste clubs werd 1. FC veruit de succesvolste. Keulen beschikt met het RheinEnergieStadion over een groot stadion dat plaats biedt aan ongeveer 50.000 mensen. Het stadion is de thuisarena van 1. FC Köln en was ook de thuishaven van de inmiddels opgeheven de American football-club Cologne Centurions. Bovendien werd in juni 2006 een vijftal wedstrijden gespeeld voor het WK voetbal 2006 in het RheinEnergieStadion. Eerder werd er al in Keulen gespeeld voor het EK voetbal van 1988. Naast 1. FC Köln komen de ijshockeyploeg Kölner Haie, de handbalploeg VfL Gummersbach en het basketbalteam Köln 99ers eveneens uit op het hoogste nationale niveau. Deze twee ploegen spelen hun thuiswedstrijden in het andere grote stadion van Keulen: de Lanxess Arena (voorheen Kölnarena), de grootste evenementenhal van Duitsland met 20.000 plaatsen. De Lanxess Arena wordt gebruikt voor concerten, maar er worden ook veel sportevenementen gehouden. Naast de functie als thuisbasis voor de eerder genoemde sportploegen, was de Lanxess Arena al eens gastheer van het WK IJshockey in 2001, 2010 en 2017. Keulen was ook speelstad bij het WK ijshockey van 1955. Geen Duitse stad was vaker gastheer van dat toernooi. De Lanxess Arena werd ook gebruikt voor het WK Handbal in 2006. Ten slotte heeft Keulen nog een aantal sportevenementen, zoals de marathon van Keulen en de Ronde van Keulen, een eendaagse wielerwedstrijd en een van de oudste wielerwedstrijden in Duitsland. Bier Kölsch is naast een dialect ook de naam van het speciale Keulse bier. Kölsch is van hoge gisting en is als enige biersoort door de EU beschermd: Het mag alleen maar Kölsch heten als het in Keulen (of omgeving) gebrouwen is. Dit is dezelfde wettelijke bescherming als bijvoorbeeld voor Champagne of Cognac. Kölsch-bier is bovengistend, licht van smaak, heeft een gouden kleur en bevat 4,8% alcohol. Het wordt gebrouwen volgens het Reinheitsgebot van 1516, maar de Keulse brouwtraditie gaat terug tot het jaar 873. Bier van hoge gisting heeft een hogere omgevingstemperatuur (15-20 °C) nodig dan bier van lage gisting, bijvoorbeeld pils. Dit maakt het tijdens het brouwproces kwetsbaarder voor verontreinigingen door andere bacteriën. Vermoedelijk heeft de traditie van hoge gisting ermee te maken dat in de middeleeuwen nog geen koeltechnieken bestonden. Kölsch in zijn huidige vorm wordt pas sinds ruim 100 jaar gebrouwen, hiervoor brouwde men in Keulen vooral Wieß (Kölsch voor wit/weiß), een witbier van hoge gisting dat je in principe als ongefiltreerd Kölsch kunt omschrijven. Pas in en na de Tweede Wereldoorlog werd Kölsch zo populair als het nu in Keulen is. Dat kwam vermoedelijk door logistieke problemen maar vooral omdat men onderscheid zocht van het Duitse pils. Er bestaan zo'n 32 merken Kölsch. De meest bekende zijn "Reissdorf"-, "Früh"- en "Gaffel"-Kölsch. Verkeer en vervoer Keulen is al sinds de Romeinse tijd een belangrijk knooppunt voor alle soorten van verkeer. Autoverkeer Sinds de Romeinse tijd al leiden een aantal grote wegen de stad uit: De Aachener Straße naar Aken, de Venloer Straße naar Venlo, de Neußer Straße naar Neuss (en Xanten), de Deutzer Freiheit en Kalker Hauptstraße naar het toenmalige Germanië, de Frankfurter Straße naar het zuidelijke toenmalige Germanië en het later ontstane Frankfurt am Main, de Bonner Straße naar Bonn (en via de Alpen verder naar Rome), de Luxemburger Straße naar Trier (bij Luxemburg) en meer. Deze wegen zijn een belangrijke rol blijven spelen in het huidige wegennet. Verder is er een snelwegnet (Autobahn): De Autobahnring Keulen behoort tot de drukste wegen van Duitsland. De volgende wegen hebben een aansluiting op of maken deel uit van die ring: A1 Oostzee – Saarbrücken (-Frankrijk) (E22, E31, E37, E47) A3 (Oostenrijk -) Passau – Oberhausen/Zevenaar (Nederlandse A12) (E34, E35, E41, E42, E45, E56) A4 (Krakau in Polen, Poolse A4 -) Dresden – Heerlen (Nederlandse A76) en verder naar Brussel (E40) A57 Keulen Centrum – Nijmegen/Goch parallel langs de Rijn en doorgaand als Nederlandse A77 (E31) A59 Duisburg – Bad Honnef (verder als Rheinuferstraße B42) A555 Keulen – Bonn, was in 1932 de eerste Autobahn van Duitsland. A559 Keulen Zuid (rechter Rijnoever) – Dreieck Köln-Heumar (aansluiting A59) luchthaven Keulen (CGN) Spoorverkeer Keulen heeft drie internationale treinstations: Köln Hauptbahnhof aan de linker Rijnoever naast de dom. Met 1230 treinen per dag en 250.000 reizigers per dag is Köln Hbf een van de grootste stations van Duitsland en een van de belangrijkste stations van Europa. Er gaan directe internationale treinen naar allerlei bestemmingen in West- en Centraal-Europa. Köln Hbf heeft twee metrostations, "Dom/Hbf" en "Breslauer Platz/Hbf", die worden verzorgd door het tram-, metro- en busbedrijf KVB, en een internationaal busstation. Het station heeft een eigen concert- en evenementenhal "Alter Wartesaal", de oude wachthal. Station Köln Messe/Deutz aan de rechter Rijnoever, naast de jaarbeurs “KoelnMesse”. Dit station heeft een metrostation ("Bf. Deutz/Messe"), een Stadtbahn-station en meerdere bushaltes. Köln/Bonn Flughafen – Airport Cologne. Dit ondergrondse luchthavenstation heeft een geïntegreerd S-Bahn-station. Naast deze 3 grote stations zijn er nog 8 andere treinstations in het stadsgebied, 29 S-Bahn-stations, 52 metrostations en bijna 200 tram- en sneltramhaltes. De metro van Keulen is in feite één geheel met het 285 km lange sneltramnetwerk, de Stadtbahn van Keulen. Het geheel wordt geëxploiteerd door het stedelijk verkeersbedrijf Kölner Verkehrs-Betriebe, dat ook de ruim 50 buslijnen verzorgt. Er gelden dezelfde tarieven en strippenkaarten voor tram, stoptrein, S-Bahn, bus en metro in de regio Keulen. Keulen heeft twee grote goederenstations aan beide oevers van de Rijn: Eifeltor (links) en Gremberg (rechts). Kölner Verkehrs-Betriebe heeft ook een vrachtafdeling: HGK (Häfen und Güterverkehr Köln). Deze beschikt over 264 km eigen spoornet en vervoert jaarlijks ruim 12 miljoen ton vracht internationaal, onder andere naar de Haven van Rotterdam, zowel via de klassieke route Mönchengladbach-Viersen-Venlo-Eindhoven-Tilburg-Breda-Dordrecht alsook via de nieuwe Betuweroute in het midden van Nederland. Fietsverkeer Keulen beschikt over een net van fietspaden en fietsroutes. Luchtvaart De intercontinentale luchthaven Flughafen Köln-Bonn (CGN) vervoert jaarlijks 10 miljoen passagiers en ruim 700.000 ton vracht (2007). Er is een ondergronds internationaal treinstation met een geïntegreerd S-Bahn-station naar het centrum van Keulen. Op de luchthaven van Keulen is ook de Duitse ruimtevaartorganisatie DLR gevestigd, onderdeel van de Europese ESA. Alhoewel het DLR gevestigd is op de luchthaven van Keulen houdt het zich vooral bezig met de theoretische taken van de ruimtevaart, berekening van vluchtroutes en training van astronauten. Vanuit Keulen heeft nog nooit een vlucht naar het heelal plaatsgevonden. Er zijn slechts tests en bezoeken geweest zoals in 1983 een landing van het spaceshuttle-prototype Enterprise op de rug van een NASA-Boeing 747. De luchthaven van Keulen is tevens een van de 19 niet-Amerikaanse "officiële noodlandingsplaatsen" van de NASA. Scheepvaart Keulen is met 10,4 miljoen ton vracht per jaar de op een na grootste binnenhavenstad van Duitsland. Alleen in Duisburg wordt meer vracht vervoerd over de Rijn. Het grootste deel van het waterverkeer van en via Keulen verloopt via Nederland naar de Noordzee. Ook stroomopwaarts is er druk verkeer naar de Duitse industriegebieden Mannheim/Ludwigshafen, naar Frankrijk, en naar Zwitserland (vooral Bazel). Onderwijs Gezien het aantal inwoners van ca. 1 miljoen en de belangstelling in Duitsland en in Europa zit er in Keulen een groot aantal scholen, hogescholen en andere educatieve inrichtingen: Basis- en middelbare scholen Er zijn 271 basisscholen in Keulen en in de nabijgelegen buitenwijken die net buiten de stadsgrenzen vallen. De meeste zijn openbare basisscholen, maar er zijn ook katholieke, protestantse, joodse en islamitische basisscholen in Keulen. Op middelbaar niveau zijn er 23 "Hauptschulen", 18 "Realschulen", 14 "Gymnasia" en 8 "Gesamtschulen" Berufsbildende Schulen Berufsbildende Schulen zijn vergelijkbaar met de Nederlandse mbo's. Keulen beschikt over 19 openbare en 9 commerciële beroepsscholen. Universiteiten en hogescholen Er zijn ongeveer 15 hogescholen in Keulen. De grootste is de Albertus Magnus Universität Köln, met 43.000 studenten. Opgericht in 1388 is de Universiteit van Keulen een van de oudste universiteiten van Europa. Onder de bekende (oud-) docenten zijn de Nobelprijswinnaars Kurt Alder en Peter Grünberg. Daarnaast heeft de president van Griekenland Károlos Papúlias hier gestudeerd. Een andere grote hogeschool is de Fachhochschule Köln. Deze hogeschool is vergelijkbaar met een technische universiteit en telt circa 16.000 studenten. Daarnaast is er de Deutsche Sporthochschule Köln, de sportacademie van Duitsland. Voetbaltrainers die een Bundesligateam willen coachen in Keulen dienen een diploma halen. Onder andere Rinus Michels en Guus Hiddink zijn aan deze academie geschoold. De Hochschule für Musik Köln is dan weer met ca. 1000 studenten het grootste conservatorium van Europa. Tot de (oud-)studenten en -docenten behoren Walter Braunfels, Engelbert Humperdinck, Karlheinz Stockhausen, Jiggs Whigham, Bernd Alois Zimmermann, Mauricio Kagel, Paul van Zelm, András Adorján, Vinko Globokar, Hans Werner Henze en Eberhard Werdin. Ten slotte zijn er nog de Kunsthochschule für Medien - de enige Duitse audio-visuele academie -, de Katholische Fachhochschule NRW - een pedagogische academie - en de Fachhochschule für öffentliche Verwaltung, die hogere ambtenaren opleidt. Bekende inwoners van Keulen Geboren Julia Agrippina minor (15-59), Romeinse keizerin, moeder van Nero Bruno van Keulen (ca. 1032-1101), heilige, stichter van de orde der kartuizers Heinrich Sudermann (1520-1591), eerste syndicus der Hanze Joost van den Vondel (1587-1679), Nederlands dichter en toneelschrijver Anna Maria van Schurman (1607-1678), humanistisch geleerde en eerste vrouwelijke universiteitsstudent Johan Heinrich Neuman (1819-1898), Nederlands kunstschilder, lithogaaf Jacques Offenbach (1819-1880), componist (o.a. "Can-can" en "Barcarolle") Friedrich Wilhelm Mengelberg (1837-1919), beeldhouwer Max Bruch (1838-1920), componist (o.a. de operette "Scherz, List und Rache" naar tekst van Goethe) Wilhelm Leibl (1844-1900), kunstschilder Carl Bosch (1874-1940), scheikundige, ingenieur en Nobelprijswinnaar (1931) Konrad Adenauer (1876-1967), politicus, burgemeester van Keulen en eerste bondskanselier van de Bondsrepubliek Duitsland (1949-1963) Guus van Dongen (1878-1946), Nederlands schilderes Rudolf Amelunxen (1888-1969), politicus Willy Richartz (1900-1972), componist en dirigent Johanna Sprenkels (1901-1979), Nederlands beeldhouwer Titus Leeser (1903-1996), Nederlands beeldhouwer Willy Millowitsch (1909-1999), toneelspeler, acteur, theaterdirecteur en toneelschrijver Werner Wolf Glaser (1910-2006), Zweeds componist, dirigent, kunsthistoricus en psycholoog Freya von Moltke (1911-2010), verzetsstrijdster, juriste en schrijfster Jozef Kindel (1912-1948), medewerker Sicherheitsdienst in Groningen Albert Richter (1912-1940), baanwielrenner Heinrich Böll (1917-1985), schrijver en Nobelprijswinnaar (1972) Werner Klemperer (1920-2000), acteur Hans Albert (1921-2023), filosoof Bernhard Droog (1921-2009), Nederlands acteur Christa von Schnitzler (1922–2003), beeldhouwster Ruth Prawer Jhabvala (1927-2013), schrijfster en scenariste Hans Schäfer (1927-2017), voetballer Wolfgang Graf Berghe von Trips (1928-1961), Formule 1-coureur Karl Josef Becker (1928-2015), theoloog en kardinaal Amitai Etzioni (= Werner Falk) (1929-2023), Duits-Israëlisch-Amerikaans socioloog Rolf Kühn (1929-2022), jazzklarinettist, componist en orkestleider Martin Lauer (1937-2019), atleet en schlagerzanger Otto Pfister (1937), voetballer en trainer Christa Päffgen (1938-1988), bekend als Nico, model, zangeres en songwriter van The Velvet Underground en "Warhol Superstar" Karl-Heinz Kunde (1938-2018), wielrenner Rolf Wolfshohl (1938), wielrenner Jack White (1940), voetballer en muziekproducer (echte naam Horst Nussbaum) Wilfried Peffgen (1942-2021), baanwielrenner Udo Kier (1944), filmacteur Wolfgang Niedecken (1951), muzikant en kunstenaar. Bandleader van BAP (o.a. "Kristallnaach") Jürgen Rüttgers (1951), politicus Rolf Steitz, alias Juan Bastós (1952), zanger, songwriter en producer Rainer Maria Woelki (1956), kardinaal Markus Stockhausen (1957) trompettist en componist, zoon van de Keulse componist Karlheinz Stockhausen Dirk Bach (1961-2012), acteur Wolfgang Voigt (1961), elektronica-muzikant Alexander Mronz (1965), tennisser Alexander Lambsdorff (1966), politicus Marietta Slomka (1969), verslaggeefster en tv-presentatrice Rudi Istenič (1971), Sloveens voetballer Peter Kremeier (1971), danceproducer Florian Henckel von Donnersmarck (1973), filmregisseur en scenarioschrijver Angela Gossow (1974), journaliste, liedjesschrijfster en deathmetalzangeres Philipp Crone (1977), hockeyer Alexander Voigt (1978), voetballer Jan-Marco Montag (1983), hockeyer Daniel Baier (1984), voetballer Thomas Kessler (1986), voetballer Jens Hegeler (1988), voetballer Ron-Robert Zieler (1989), voetballer Marco Höger (1989), voetballer Christian Clemens (1991), voetballer Leena Günther (1991), atlete Mark Uth (1991), voetballer Elias Kachunga (1992), voetballer Kim Petras (1992), tienerzangeres en de jongste transseksueel Timo Horn (1993), voetballer Niklas Lomb (1993), voetballer Jonas Meffert (1994), voetballer Nils Politt (1994), wielrenner Nazım Sangaré (1994), Turks voetballer Marcel Hartel (1996), voetballer Leon Guwara (1996), voetballer Salih Özcan (1998), voetballer Can Bozdoğan (2001), voetballer Overleden Plectrudis (voor 660-725), kerkstichtster en niet verklaarde heilige Andreas Kappes (1965-2018), wielrenner Woonachtig Florian Hempel (1990), darter Christopher Lutz (1971), schaker Zie ook Dom van Keulen Geschiedenis van Keulen Externe links Website van de gemeente Keulen Officiële site voor bezoekers - koelntourismus.de Köln StadtPanoramen - Panoramafoto's van Keulen LiveCam WDR - Dom van Keulen NUTS-3-regio
Evenementen Carnaval - van donderdag tot Aswoensdag, 40 dagen voor Pasen. Begin is elk jaar 11-11 in het jaar ervoor, grootschalig op de Alter Markt en in het historisch centrum buiten en binnen. Vanaf 11 november start de "binnencarnaval", en in de bovengenoemde week 40 dagen voor Pasen dan weer "op alle straten" van de stad. Bijzonder is hier donderdag (de eerste dag), Weiberfastnacht. Traditioneel is dit de dag van de vrouwen, in die het alle vrouwen "toegestaan" is om mannen met een schaar de stropdassen af te knippen. Hoogtepunten zijn zaterdag, zondag en vooral maandag "Rosenmontag" met de grote optocht. Op dinsdagavond om middernacht (of soms ook iets eerder) wordt het carnaval beëindigd met de rituele verbranding van een stroman onder groot lawaai. De "Nubbel", een stroman, is de personificatie van het carnaval en de zonde. Door hem te verbranden en erna 40 dagen te gaan vasten zijn de katholieke Keulenaren hen carnavalsuitbarstingen "vergeven". Kerstmarkten - in de eerste weken van december vinden traditioneel de kerstmarkten plaats in Keulen. Enkele van bekendste zijn de markten Am Dom -aan de zuidzijde van de Dom-, Alter Markt en Heumarkt -in het historisch stadscentrum, naast het Rathaus-, Neumarkt en Rudolfplatz - een kleinere kerstmarkt voor de oude stadspoort, Christmas Avenue - speciaal gericht op homoseksuelen. MusikTriennale Köln - grootschalig internationaal driejaarlijks klassiek muziekfestival. Orgelfeierstunden - internationale orgelconcerten in de Dom - elk jaar van juni t/m september, iedere dinsdag, 20 uur. c/o pop (Cologne On Pop) - festival voor elektronische popmuziek - 15 t/m 17 augustus. Summerjam - grootste Europese reggaefestival tijdens het eerste weekeinde van juli op het Fühlinger See-Insel Internationales Köln Comedy Festival - in oktober plaatsvindend, twee weken durend komedie- en cabaretevenement in verschillende grote en kleine theaters in de stad. Christopher Street Day (CSD), de grootste homo-optocht ("Gay Pride") van Europa. Kölner Lichter - jaarlijks groot vuurwerk op de Rijn. Alle toeschouwers wordt verzocht om een kaars of fakkel mee te nemen, zodat op beide Rijnoevers en op alle 8 Rijnbruggen dus ook honderdduizenden lichten schemeren.
7
evenement, concert, festival
11,393
Distillery
4808073
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilhelm%20Richters
Wilhelm Richters
Wilhelm Richters (Rotterdam, 28 juni 1879 – Den Haag, 17 november 1942) was een Nederlandse wijnhandelaar, slijter en distillateur. Hij was de grondlegger en naamgever van een omvangrijke slijterijketen, waarvan de meeste vestigingen zich in Den Haag en omstreken bevonden. Levensloop In augustus 1901 kocht de uit Rotterdam afkomstige Wilhelm Richters een wijnhandel en slijterij in Den Haag. Dit bedrijf, gevestigd op de hoek van de Oude Molstraat en de Papestraat, werd overgenomen van de erven Johan Jacob Comerell (1819-1896). Aan deze wijnhandel en slijterij was sinds 1892 ook een eigen distilleerderij verbonden. Deze distilleerderij, genaamd De Gekroonde Reigerkop, bevond zich even verderop in de Oude Molstraat. Wilhelm Richters had al enkele jaren een slijterij in Rotterdam bestierd maar ervaring met jenever- en likeurstoken had hij niet. Het voordeel van zo’n eigen distilleerderij was dat Richters als slijter niet volkomen afhankelijk was van grote jenever- en likeurproducenten als Lucas Bols en Wijnand Fockink. Anderzijds bracht zo’n eigen distilleerderij ook allerlei risico’s en kosten met zich mee die gewone slijters niet hadden. Al na enkele jaren moet Richters hebben ingezien dat de exploitatie van de distilleerderij pas echt lonend was bij veel hogere productievolumes. Vanaf ongeveer 1910 begon Richters andere slijterijen op te kopen teneinde deze als filialen aan zijn bedrijf te verbinden. Deze filialen werden bevoorraad met jenever, likeuren, advocaat en limonadesiropen uit eigen distilleerderij en met wijnen en gedistilleerde dranken die door Wilhelm Richters centraal werden ingekocht. Voor de opslag en botteling van wijnen kocht Richters in 1922 nog een pand in de Oude Molstraat. Toen Richters in 1942 na een kort ziekbed overleed, bestond zijn keten uit 25 slijterijen. Daarmee was het op dat moment een van de grootste slijterijketens in Nederland, in omvang waarschijnlijk vergelijkbaar met Ferwerda & Tieman’s Wijnhandel en Kasper Hiddink’s Wijnhandel. Waar beide laatstgenoemde bedrijven echter vanuit Amsterdam waren uitgewaaierd over grote delen van Nederland, had Wilhelm Richters zijn geografische spreiding juist beperkt gehouden. Buiten Den Haag bezat Richters alleen enkele filialen in Amsterdam en Rotterdam. Privéleven Wilhelm Richters was in 1902 gehuwd met Hendrika Jacoba (Rika) van der Hart (1878-1950). Samen kregen zij zes zonen en één dochter. Wilhelm Richters was in de jaren dertig zeer actief in de Gereformeerde Kerk van Scheveningen. Als penningmeester van de zogenaamde commissie van beheer was hij verantwoordelijk voor de fondsenwerving ten behoeve van de te bouwen Pniëlkerk. Een apocrief verhaal wil dat deze in 1938 gereedgekomen kerk in de Tesselsestraat oorspronkelijk ontworpen was als torenloze kerk maar dat Wilhelm Richters dat eigenlijk geen gezicht vond. Uit eigen middelen zou hij daarom het koperen torenspitsje hebben bekostigd dat op het dak van de kerk werd geplaatst. Wilhelm Richters had een groot zakelijk netwerk. Met verschillende van zijn zakelijke relaties, waaronder de politicus Koos de Wilde, was hij echter ook privé goed bevriend. Aan de inrichting van zijn slijterijen werd door Richters zeer veel aandacht besteed. Een erg vooruitstrevende smaak had hij echter niet. Ook voor de kunstkalender, die hij jaarlijks liet drukken voor al zijn trouwe slijterijklanten, koos Richters altijd een goedburgerlijk schilderij uit waar werkelijk niemand aanstoot aan kon nemen. Overigens liet Wilhelm Richters zichzelf en zijn vrouw rond 1925 portretteren door zijn schilderende neef Marius Richters uit Rotterdam. Teloorgang slijterijketen Na Wilhelm Richters’ dood werd het bedrijf voortgezet door vijf van zijn zonen. Het wijnpakhuis en de wijnbottelarij werden in 1948 gemoderniseerd en uitgebreid. In de jaren vijftig en zestig werden nog enkele filialen aan de slijterijketen toegevoegd. Eind jaren zestig kwam het bedrijf in problemen. Enerzijds bleek een steeds groter deel van de Nederlandse wijnverkoop zich te verplaatsen van het slijterij- naar het supermarktkanaal. Anderzijds stond de gedistilleerdafzet zwaar onder druk door de komst van discountslijterijen. Nadat twee van hun jongere broers zich reeds uit het bedrijf hadden teruggetrokken en een derde broer plotseling was overleden, besloten de twee resterende heren Richters het bedrijf te verkopen (1975). De 32 slijterijen werden overgedaan aan het Britse drankenconcern Allied Breweries Ltd., dat de helft van deze filialen voortzette onder de formulenaam Wijnmart. De panden waarin de distilleerderij en het wijnpakhuis waren gevestigd werden in 1976 verkocht aan de gemeente Den Haag. Bedrijfshistorisch erfgoed Het Nationaal Likeur & Frisdrankenmuseum Isidorus Jonkers (Hilvarenbeek) wijdde van 11 november 2008 t/m 29 maart 2009 een expositie aan Wilhelm Richters en zijn bedrijf. Ter gelegenheid van de tentoonstelling Rondom Richters verscheen ook een gelijknamig boekje. Verreweg de meeste tentoongestelde voorwerpen waren afkomstig van een kleinzoon van Richters en werden na afloop van de expositie aan het Likeur & Fris Museum geschonken. Na de sluiting van het Likeur & Museum (oktober 2015) zijn deze objecten overgedragen aan het Nationaal Jenevermuseum (Schiedam). De voormalige bedrijfspanden Oude Molstraat 13 (slijterij), Oude Molstraat 20 (distilleerderij) en Oude Molstraat 32 (wijnpakhuis en bottelarij) houden de herinnering aan Wilhelm Richters eveneens in leven. Gevelopschriften, ramen en tal van interieurdetails getuigen nog van het roemruchte slijterij- en distilleerderijverleden. Literatuur H.P. van den Aardweg (red.), Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld : Nederlanders en hun werk (Amsterdam : Van Holkema & Warendorf, 1938) Peter Zwaal, Rondom Richters : een gereformeerde Haagse grootslijter en distillateur (Hilvarenbeek : Nationaal Likeur- en Frisdrankenmuseum Isidorus Jonkers, 2009) Nederlands ondernemer Economie in Den Haag
Levensloop In augustus 1901 kocht de uit Rotterdam afkomstige Wilhelm Richters een wijnhandel en slijterij in Den Haag. Dit bedrijf, gevestigd op de hoek van de Oude Molstraat en de Papestraat, werd overgenomen van de erven Johan Jacob Comerell (1819-1896). Aan deze wijnhandel en slijterij was sinds 1892 ook een eigen distilleerderij verbonden. Deze distilleerderij, genaamd De Gekroonde Reigerkop, bevond zich even verderop in de Oude Molstraat. Wilhelm Richters had al enkele jaren een slijterij in Rotterdam bestierd maar ervaring met jenever- en likeurstoken had hij niet. Het voordeel van zo’n eigen distilleerderij was dat Richters als slijter niet volkomen afhankelijk was van grote jenever- en likeurproducenten als Lucas Bols en Wijnand Fockink. Anderzijds bracht zo’n eigen distilleerderij ook allerlei risico’s en kosten met zich mee die gewone slijters niet hadden. Al na enkele jaren moet Richters hebben ingezien dat de exploitatie van de distilleerderij pas echt lonend was bij veel hogere productievolumes. Vanaf ongeveer 1910 begon Richters andere slijterijen op te kopen teneinde deze als filialen aan zijn bedrijf te verbinden. Deze filialen werden bevoorraad met jenever, likeuren, advocaat en limonadesiropen uit eigen distilleerderij en met wijnen en gedistilleerde dranken die door Wilhelm Richters centraal werden ingekocht. Voor de opslag en botteling van wijnen kocht Richters in 1922 nog een pand in de Oude Molstraat. Toen Richters in 1942 na een kort ziekbed overleed, bestond zijn keten uit 25 slijterijen. Daarmee was het op dat moment een van de grootste slijterijketens in Nederland, in omvang waarschijnlijk vergelijkbaar met Ferwerda & Tieman’s Wijnhandel en Kasper Hiddink’s Wijnhandel. Waar beide laatstgenoemde bedrijven echter vanuit Amsterdam waren uitgewaaierd over grote delen van Nederland, had Wilhelm Richters zijn geografische spreiding juist beperkt gehouden. Buiten Den Haag bezat Richters alleen enkele filialen in Amsterdam en Rotterdam.
6
distilleerderij, stokerij, drankproducent
2,493
ExerciseGym
1549444
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dudley%20Boyz
Dudley Boyz
De Dudley Boyz is een professionele worsteltag-team dat voornamelijk bestaat uit de twee professionele worstelaars Mark LoMonaco en Devon Hughes, die worstelen onder de ringnamen Buh Buh Ray/Bubba Ray Dudley en D-Von Dudley. Geschiedenis De Dudley Boyz waren bij Extreme Championship Wrestling (ECW) actief van 1996 tot 1999 en bij de World Wrestling Federation/Entertainment (WWF/E) van 1999 tot 2005, waar ze in 2015 weer zijn teruggekeerd. Na hun vertrek bij de WWE, gingen LoMonaco en Hughes aan de slag bij de Total Nonstop Action Wrestling als Brother Ray en Brother Devon waarbij hun tag-teamnaam hernoemd werd tot Team 3D, dat verwees naar hun finisher 'Dudley Death Drop'. LoMonaco en Hughes mochten hun oude ringnamen en hun oude tag-team naam niet meer gebruiken omdat de WWE rechten had op hun namen. In TNA, worstelt LoMonaco als Bully Ray terwijl Hughes worstelt als Devon. LoMonaco en Hughes wonnen als team 23 keer het 'World Tag Team Championship'. Ze zijn het enige team dat alle beschikbare tag-teamtitels won, zoals het WWE, World, ECW, WCW, NWA, TNA en IWGP Tag Team Championship. LoMonaco en Hughes maken gebruik van tafels in hun wedstrijden. Op 21 mei 2007 openden LoMonaco en Hughes de 'Team 3D Academy of Professional Wrestling and Sports Entertainment' in de X-Cel Fitness Gym in Kissimmee, Florida. Op 24 augustus 2015 maakten de Dudley Boz hun WWE comeback tijdens RAW. In het worstelen Finishers 3D - Dudley Death Drop / Deadly Death Drop (combinatie van Flapjack (Devon) & Cutter (Ray)) 3D II – Dudley Death Drop II / Deadly Death Drop II (combinatie van Belly to back suplex (Ray) & Neckbreaker (Devon)) Signature moves Aided superbomb Double chokeslam Double flapjack Dudleyville Device / Deadly Device (Diving clothesline (Devon) / Electric chair drop (Ray) combinatie) Sidewalk slam (Ray) / Inverted leg drop bulldog (Devon) combinatie Whassup? Managers Joel Gertner Sign Guy Dudley 'The Duchess of Dudleyville' Stacy Keibler 'The Boss' Spike Dudley Paul Heyman Cousin Steve Johnny Rodz Johnny Devine Bijnaam "Those Damn Dudleys" (WWF) Opkomstnummers Extreme Championship Wrestling Highway to Hell van AC/DC C.R.E.A.M. van Wu-Tang Clan World Wrestling Federation/Entertainment "Ollie Stalefish" van Kent Buchanan (13 september 1999 - 22 maart 2001) "We're Comin' Down" van Jim Johnston (1 april 2001 - 11 maart 2002) "Turn The Tables" van Saliva (14 maart 2002 - 17 november 2002) "Bombshell" van Powerman 5000 (18 november 2002 - 12 juni 2005) Total Nonstop Action Wrestling "Watch Out, Watch Out" van Dale Oliver (1 oktober 2005 - 11 november 2010) Prestaties All Japan Pro Wrestling AJPW World's Strongest Tag Team League (2005) Cauliflower Alley Club Other honorees (1997) Extreme Championship Wrestling ECW World Tag Team Championship (8 keer) Hustle Hustle Super Tag Team Championship (1 keer) New Japan Pro Wrestling IWGP Tag Team Championship (2 keer) Pro Wrestling Illustrated PWI Match of the Year (2000) vs. Edge & Christian en de Hardy Boyz in een Triangle Ladder match op WrestleMania 2000 PWI Match of the Year (2001) vs. Edge & Christian en de Hardy Boyz in een Tables, Ladders and Chairs match op WrestleMania X-Seven PWI Tag Team of the Year (2001, 2009) PWI Tag Team of the Decade (2000–2009) Total Nonstop Action Wrestling NWA World Tag Team Championship (1 keer) TNA Television Championship (2 keer, huidig) - Devon TNA World Heavyweight Championship (1 keer, huidig) - Bully Ray TNA World Tag Team Championship (2 keer) TNA Tag Team of the Year (2005) World Wrestling Federation / World Wrestling Entertainment WCW World Tag Team Championship (1 keer) WWE Tag Team Championship (1 keer) WWF/E World Tag Team Championship (8 keer) WWF/E Hardcore Championship (11 keer) - Bubba Ray Dudley Externe links Profiel op Online World of Wrestling Profiel op Cagematch WWE Alumni profiel Extreme Championship Wrestling worstelteam WWE-worstelteam Impact Wrestling-worstelteam
LoMonaco en Hughes maken gebruik van tafels in hun wedstrijden. Op 21 mei 2007 openden LoMonaco en Hughes de 'Team 3D Academy of Professional Wrestling and Sports Entertainment' in de X-Cel Fitness Gym in Kissimmee, Florida.
1
sportschool, fitnesscentrum, gym
3,269
RVPark
4608952
https://nl.wikipedia.org/wiki/EuroParcs
EuroParcs
EuroParcs is een Nederlands bedrijf uit Apeldoorn dat zich specialiseert in het ontwikkelen en beheren van vakantieparken. Geschiedenis De in Otterlo opgegroeide Wim Vos begon rond 1980 met vakantieonderkomens. Aanvankelijk lag daarbij de nadruk op aluminium stacaravans. In de jaren 1980 exploiteerde hij een tiental stacaravanparken. Na 2000 kocht hij een aantal vakantieparken; Ruighenrode in Lochem, Brunssheim te Brunssum, Hommelheide bij Susteren, Villapark De Rijp, Recreatie- & Watersportcentrum De Biesbosch nabij Dordrecht, Reestervallei te IJhorst, Resort Poort van Amsterdam, Resort Poort van Zeeland en De Hooghe Bijsschel te Nunspeet. In 2005 kwam de zoon van de oprichter, Wim Vos jr., in de directie en in 2009 trad ook de tweede zoon, Wouter Vos, toe. Beiden dragen sinds 2016 de volledige verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering. EuroParcs kocht in 2015 grond op Bonaire. Hier worden onder de naam Resort Bonaire 114 appartementen verhuurd. Sinds 2016 worden alle parken geëxploiteerd onder het label EuroParcs. In datzelfde jaar was er controverse naar aanleiding van een reportage van het televisieprogramma Radar die de verkoopmethoden van vakantiewoningen onder het licht hield. In 2018 had het bedrijf een dispuut met de gemeente Dronten over werken zonder vergunning op camping Riviera Beach. Investeerder Waterland Private Equity Investments nam in 2019 een meerderheidsbelang in EuroParcs. De gebroeders Vos wilden meer vakantiehuizen kunnen aanbieden en concurrenten in binnen- en buitenland overnemen. In 2020 nam het bedrijf concurrent Droomparken over. De naam Droomparken bleef nog bestaan, ook op de shirts van voetbalclub Feyenoord waar het bedrijf hoofdsponsor was ten tijde van de overname. EuroParcs zou het sponsorcontract per het seizoen 2021/22 overnemen en daardoor op de shirts vermeld worden. In 2021 opende het bedrijf een kantoor in Keulen met het oog op de Duitstalige markt. Onderzoeken In 2022 dreigde de gemeente Kaatsheuvel met de sluiting van EuroParcs Resort in Kaatsheuvel na screening door Bureau Bibob. Er zou sprake zijn van ernstig gevaar voor het plegen van strafbare feiten. De gemeente sloot het park nog niet maar gaf EuroParcs een jaar de tijd om 'het beschaamde vertrouwen te herstellen'. Ook op andere plaatsen kreeg het bedrijf dat jaar met onderzoek door gemeente, banken en justitie naar haar handel en wandel te maken. Organisatie Bestuur Weldadigheid De EuroParcs Charity Foundation is een stichting die is opgericht om mindervaliden en gezinnen met ernstig zieke kinderen een vakantie te bieden. Men kan gratis in speciaal daarvoor beschikbaar gestelde onderkomens van EuroParcs komen logeren. De stichting opereert onafhankelijk, maar EuroParcs is wel de belangrijkste sponsor. Het bestuur wordt gevormd door drie leden van de familie Vos. Nederlands recreatiebedrijf Vakantiepark
Geschiedenis De in Otterlo opgegroeide Wim Vos begon rond 1980 met vakantieonderkomens. Aanvankelijk lag daarbij de nadruk op aluminium stacaravans. In de jaren 1980 exploiteerde hij een tiental stacaravanparken. Na 2000 kocht hij een aantal vakantieparken; Ruighenrode in Lochem, Brunssheim te Brunssum, Hommelheide bij Susteren, Villapark De Rijp, Recreatie- & Watersportcentrum De Biesbosch nabij Dordrecht, Reestervallei te IJhorst, Resort Poort van Amsterdam, Resort Poort van Zeeland en De Hooghe Bijsschel te Nunspeet.
1
campingplaats, camperpark, caravanpark
1,404
House
2308378
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkelanden%20%28Hilversum%29
Kerkelanden (Hilversum)
Kerkelanden is een woonwijk in Hilversum-Zuidwest met ongeveer 5700 inwoners. De wijk dankt zijn naam aan de Grote Kerk in Naarden, waartoe het behoorde en die in 1481 afbrandde. De bouw van de wijk is begonnen in 1966 in de uitbreidingsfase van de gemeente die deze wijk en de Hilversumse Meent opleverde. In het begin van de bouw kon men verspreid over het gebied nog illegale woninkjes vinden in de vorm van hutten en caravans en liepen er nog weleens paarden door de hofjes, tot groot plezier van de kinderen. Het grootste deel van de woningen in de wijk is gebouwd in de periode 1967 tot en met 1975; eind jaren tachtig vond er nog een uitbreiding plaats aan de westzijde (Nieuwenhoek). Kerkelanden bestaat grotendeels uit hofjes met eengezinswoningen; daarnaast staan er vooral aan de entree van de wijk veel hoogbouwflats met tot veertien woonlagen. De wijk bezit een winkelcentrum (geopend in 1972), een sporthal (in 2003 afgebrand en in 2007 op een andere plaats opnieuw opgebouwd) en een aantal vijvers met in een daarvan een beeld van een Sirene (halfgodin). In Kerkelanden wonen 3.838 inwoners per km², terwijl dat in de rest van Hilversum 1.867 inwoners per km² is. Wijk in Hilversum
De bouw van de wijk is begonnen in 1966 in de uitbreidingsfase van de gemeente die deze wijk en de Hilversumse Meent opleverde. In het begin van de bouw kon men verspreid over het gebied nog illegale woninkjes vinden in de vorm van hutten en caravans en liepen er nog weleens paarden door de hofjes, tot groot plezier van de kinderen. Het grootste deel van de woningen in de wijk is gebouwd in de periode 1967 tot en met 1975; eind jaren tachtig vond er nog een uitbreiding plaats aan de westzijde (Nieuwenhoek).
1
huis, woning, woonhuis
12,152
MedicalOrganization
5182150
https://nl.wikipedia.org/wiki/Calamiteitenhospitaal
Calamiteitenhospitaal
Het calamiteitenhospitaal is een stand-by ziekenhuis dat indien nodig binnen 30 minuten operationeel kan zijn voor opvang van grotere aantallen patiënten in geval van calamiteiten. Het calamiteitenhospitaal is een samenwerking tussen het Ministerie van Defensie via het Centraal Militair Hospitaal, het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum en het UMC Utrecht. Het hospitaal is bij de nieuwbouw van het CMH binnen het UMC Utrecht gebouwd om adequate zorg te leveren aan groepen (meer dan 5 personen). Het calamiteitenhospitaal is inzetbaar: in oorlogssituaties, oorlogsdreiging, crises of conflictbeheersing waarbij grote aantallen militaire slachtoffers moeten worden opgevangen; bij ongevallen in het buitenland waarbij Nederlanders betrokken zijn die gerepatrieerd dienen te worden; wanneer er sprake is van specifieke situaties, zoals aanslagen of grote ongevallen waar de reguliere ziekenhuiscapaciteit niet groot genoeg zou zijn; situaties waarbij de Nederlandse overheid hulp aanbiedt in de medische opvang van buitenlandse slachtoffers van ongevallen in het buitenland; opname van een beperkt aantal patiënten nodig is met een bijzondere infectieziekte, waaronder ebola. Het calamiteitenhospitaal biedt plaats aan 100 bedden (uit te breiden tot maximaal 300 bedden) 50 medium care plaatsen 12 intensive-care plaatsen 4 isolatieboxen 3 operatiekamers Röntgenkamer Het ziekenhuis heeft een eigen ventilatiesysteem. Ziekenhuis in Nederland
Het calamiteitenhospitaal is een stand-by ziekenhuis dat indien nodig binnen 30 minuten operationeel kan zijn voor opvang van grotere aantallen patiënten in geval van calamiteiten.
1
ziekenhuis, kliniek, medische instelling
9,918
TradeAction
514119
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cariben%20%28volk%29
Cariben (volk)
De Cariben (ook wel Eilandcariben) is de benaming voor de oorspronkelijke bewoners van de Kleine Antillen. Naar hen is ook de hele regio en de Caribische Zee genoemd; zij noemden zichzelf echter Kalinago (mannelijk) en Kallipuna (vrouwelijk). Zij spraken Kalhíphona, een Arawaktaal, hoewel de mannen óf een Caribische taal spraken óf pidgin. In de zuidelijke Cariben leefden zij met de Galibi, die echter in afzonderlijke dorpen leefden. De Galibi zijn, zo wordt aangenomen, de Cariben van het vasteland. In het verleden bewoonden de Cariben een groot deel van de oostelijke Antillen; in 2020-2022 zijn er op de eilanden Dominica, Saint Vincent, Trinidad en Tobago nog Cariben over en verder leven de verwante Karaïben in Venezuela, Guyana, Suriname, Frans Guyana en Brazilië . Geschiedenis De Cariben zijn, waarschijnlijk vanuit de Orinocoregenwouden in Venezuela, naar de Caribische eilanden getrokken. De eeuw vóór de aankomst van Christoffel Columbus hebben zij zich gevestigd op de Kleine Antillen, waar de Igneri woonden. Volgens de legende zouden de Cariben alle Igneri-mannen hebben gedood en opgegeten en namen ze de Igneri-vrouwen tot hun eigen vrouwen. Antropologen zijn verdeeld over deze kwestie: sommigen zien het als waarheidsgetrouw, andere zien het als een mythe. De eilandbewoners deden ook aan ruilhandel met de oostelijke Taíno, afkomstig van de Maagdeneilanden en Puerto Rico. Het goud dat Columbus vond bij de Taíno zou van oorsprong van de Cariben afkomstig zijn. De Cariben waren goede scheepslui en scheepsbouwers, en bovendien bedreven in de oorlogskunst. Tijdens de grote kolonisatiedrift werden de meeste Cariben echter verjaagd en gedood door de Europeanen. Sommige Cariben echter slaagden erin hun eilanden te behouden, waaronder de eilanden Dominica, Saint Vincent, Saint Lucia en mogelijk ook Trinidad. De Zwarte Cariben (Garifuna) van Saint Vincent vermengden zich met Marrons. Zij werden in 1795 gedeporteerd naar Roatán, bij Honduras, waar hun nakomelingen vandaag de dag nog steeds leven. De Britten zagen de "Gele Cariben" als minder gevaarlijk en stonden hen toe om op St. Vincent te blijven. Het verzet van de Cariben zorgde ervoor dat Dominica moeilijk veroverd werd door Europeanen en de gemeenschappen een autonomie behielden tot ver in de 19e eeuw. Het aantal Cariben in Dominica bedraagt heden ten dage rond 3000; er zijn ook nog enkele honderden Cariben in Trinidad. In 1903 werd het Kalinago-territorium opgericht in Dominica als reservaat. Kannibalisme De Europeanen die in de 15e eeuw aankwamen bij de Caribische eilanden, merkten bij het daar wonende volk (Cariben) veel agressie en een voorliefde voor oorlog. Men meende ten onrechte van buitenaf dat hun cultuur tamelijk patriarchaal was. Vrouwen hielden zich bezig met het huishouden en met het boerenbedrijf, en leefden in de 17e eeuw zelfs in afzonderlijke huizen. Vrouwen hadden echter wel veel macht en inspraak. Kannibalisme werd opgemerkt tijdens oorlogsrituelen; het woord 'kannibaal' heeft zijn origine in het Spaanse caníbal. Dat woord stamt echter weer van het Caribische woord karibna (mens, persoon), aldus Christoffel Columbus. Of het vermeende kannibalisme ook daadwerkelijk plaatsvond is echter niet duidelijk. In 1503 vaardigde Isabella I van Castilië namelijk een wet uit volgens welke alleen kannibalen als slaven mochten worden buitgemaakt. Daardoor noemden Europeanen de inheemse volkeren al snel kannibalen. Gezien het ethisch denken van de Cariben over de mens heeft kannibalisme niet bestaan. Het lijkt waarschijnlijker dat de Cariben zoals andere volkeren van Midden-Amerika mensenoffers brachten. Zie ook Inheemse Surinamers Precolumbiaans Zuid-Amerika Indiaans volk in Trinidad en Tobago Indiaans volk in Dominica Indiaans volk in Saint Vincent en de Grenadines
De eilandbewoners deden ook aan ruilhandel met de oostelijke Taíno, afkomstig van de Maagdeneilanden en Puerto Rico. Het goud dat Columbus vond bij de Taíno zou van oorsprong van de Cariben afkomstig zijn. De Cariben waren goede scheepslui en scheepsbouwers, en bovendien bedreven in de oorlogskunst.
2
handel, ruil, transactie
7,761
IgnoreAction
18303
https://nl.wikipedia.org/wiki/Michael%20Schumacher
Michael Schumacher
Michael Schumacher (Hürth-Hermülheim, 3 januari 1969) is een voormalig Duits autocoureur die van 1991 tot en met 2006 en van 2010 tot en met 2012 actief was in de Formule 1. Hij werd zeven keer wereldkampioen en heeft vele records op zijn naam staan. Op 29 december 2013 liep Schumacher bij een skiongeluk ernstig hersenletsel op. Carrière 1984-1991: Vroege carrière Schumacher begon zijn carrière in het karten. Zijn vader beheerde het kartcircuit in Kerpen-Manheim en zorgde voor Michaels eerste kart. Schumacher bleek een getalenteerd coureur en tussen 1984 en 1987 won hij verschillende Duitse en Europese kartwedstrijden. Hij werd de eerste kampioen van het Formel König-kampioenschap in 1988. Via onder meer de Formule 3 en sportwagenraces als lid van het Mercedes-Benz-Junior Team maakte hij een snelle opmars in de autosport. Jordan 1991: Debuut in de Formule 1 Eddie Jordan zocht in 1991 een vervanger voor een van zijn rijders, Bertrand Gachot, die wegens het gebruik van pepperspray de gevangenis in moest. Hij liet Schumacher op Silverstone testen, waar de Duitser een goede indruk maakte. Schumacher mocht debuteren tijdens de Grote Prijs van België op het circuit van Spa-Francorchamps, en hij viel meteen op door een zevende kwalificatietijd te realiseren. Hij kwam in de race echter niet verder dan enkele honderden meters door een kapotte koppeling. Benetton 1991-1993: Talent in opkomst Schumacher werd opgemerkt door Flavio Briatore en Tom Walkinshaw van Benetton. Zij kaapten hem na zijn eerste race weg bij Jordan. Schumacher debuteerde bij het Benetton-team naast drievoudig wereldkampioen Nelson Piquet. In zijn eerste Grand Prix voor het team kwalificeerde en eindigde hij direct voor Piquet. Met één vijfde en twee zesde plaatsen eindigde Schumacher als veertiende in zijn eerste seizoen, waarin hij zes races reed. In 1992 bevestigde Schumacher zijn talent met acht podiumplaatsen. In België pakte hij in zijn 18e Formule 1 race zijn eerste Grand Prix-overwinning en was daarmee de eerste Duitser die een race wist te winnen na Jochen Mass in 1975. In zijn eerste volledige seizoen 'stuntte' Schumacher door het jaar te eindigen op een derde plaats algemeen, voor zijn idool Ayrton Senna. 1993 was een moeilijk seizoen voor Schumacher. Alain Prost was oppermachtig in zijn Williams en Schumacher eindigde in 1993 als vierde, achter Prost, Senna en toekomstig rivaal Damon Hill, met één overwinning. In Portugal wist hij Alain Prost achter zich te houden en pakte daardoor zijn tweede zege in zijn carrière. 1994: Eerste titel In 1994 leek de grote krachtmeting tussen Senna en Schumacher te gaan plaatsvinden. De eerste twee races werden gewonnen door Schumacher, terwijl Senna uitviel. Dan volgde het weekend in Imola, waarin Senna en Roland Ratzenberger dodelijk verongelukten. Schumacher won vervolgens voor de derde keer op rij. Van de volgende vier wedstrijden won hij er nog drie, maar dan leek het tij te keren. Na het negeren van een zwarte vlag, op aanwijzing van zijn team, op Silverstone werd Schumacher gediskwalificeerd, waardoor zes punten verloren gingen. Na een nulresultaat (kapotte motor) in "zijn" thuisrace en de winst in Hongarije, werd Schumacher na de Grand Prix Formule 1 van België wederom gediskwalificeerd wegens een te ver afgesleten bodemplaat en geschorst voor twee wedstrijden (Italië en Portugal). Damon Hill, na de dood van Senna de eerste rijder van Williams, kon ongehinderd zijn achterstand goedmaken en was bij aanvang van de laatste race in Australië Schumacher tot op één punt genaderd. In de race dwong Hill Schumacher tot een zeldzame fout, maar doordat Schumacher bij het ingaan van de bocht spreekwoordelijk "de deur dichtgooide" kwamen beide auto's met elkaar in aanraking. Schumacher viel direct uit de race, terwijl Hill nog de pit wist te bereiken. In de pit bleek echter dat de auto van Hill zodanig beschadigd was dat doorrijden onverantwoord was. Het uitvallen van Hill leverde Schumacher het wereldkampioenschap van 1994 op. Na afloop droeg Schumacher zijn titel op aan zijn idool Ayrton Senna. 1995: Tweede titel In 1995 nam de strijd tussen Hill en Schumacher op de baan toe. In tegenstelling tot Australië 1994, was het dit jaar Hill die zichzelf en Schumacher op Silverstone en Monza uitschakelde. Hill kon echter dit jaar geen serieuze vuist maken: Schumacher was met negen overwinningen superieur. Hij haalde in Aida het wereldkampioenschap voor de tweede keer binnen. In augustus tekende Schumacher voor drie seizoenen bij het Italiaanse Ferrari. Ferrari 1996: Nieuwe uitdaging In 1996 stapte Schumacher samen met technisch directeur Ross Brawn en ontwerper Rory Byrne over naar de Italiaanse renstal Ferrari. De afgelopen jaren voor het Italiaanse team waren gekenmerkt door betrouwbaarheidsproblemen en matige resultaten. Ferrari hoopte met Schumacher de resultaten om te kunnen buigen naar een uiteindelijke wereldtitel. De verwachtingen waren, ook door Schumacher zelf, laag gespannen. Williams-Renault domineerde met Damon Hill en Jacques Villeneuve het seizoen 1996. Schumacher behaalde vier polepositions en drie overwinningen. De eerste zege kwam er in de regen te Barcelona, waar hij zijn concurrenten op grote achterstand reed. Ook op Spa en Monza behaalde hij zeges. Het eindresultaat was een derde plaats in het kampioenschap terwijl zijn voormalig rivaal Damon Hill dat jaar de titel naar zich toe wist te trekken. 1997: Vergooide kans In tegenstelling tot de algemene verwachtingen deed Schumacher in 1997 volop mee voor de titel. Ferrari had, vergeleken met de Williams van concurrent Villeneuve, niet de beste auto van het veld. Desondanks wist Schumacher goede resultaten te behalen. Net als in 1994 werd het kampioenschap in de laatste race beslist. Schumacher begon de race met een voorsprong van 3 punten. Net als Hill drie jaar eerder, kon Villeneuve het tempo van Schumacher goed volgen. Toen Villeneuve zijn inhaalactie pleegde, stuurde Schumacher naar rechts in de hoop Villeneuve te elimineren. Hij belandde echter zelf in de grindbak. Villeneuve eindigde als derde en werd kampioen. Na afloop werd Schumacher naar aanleiding hiervan uit de eindstand geschrapt door de FIA. 1998: Opnieuw net niet McLaren presteerde in 1998 superieur met David Coulthard en Mika Häkkinen aan het stuur. Halverwege het seizoen had Häkkinen al een grote voorsprong, maar Schumacher en Ferrari gaven niet op. Na enkele gewonnen wedstrijden hadden zij de spanning in het kampioenschap teruggebracht en het kwam weer aan op de laatste wedstrijd op Suzuka. De poleposition was voor Schumacher, maar hij liet zijn motor afslaan op de grid en moest achteraan starten. Hierbij was zijn kans al zo goed als verkeken. Hij vocht zich terug naar een derde plaats, maar een klapband maakte een einde aan zijn wedstrijd en Häkkinen, die de race won, werd kampioen. 1999: Kort seizoen Het seizoen van 1999 leek dezelfde kant op te gaan als dat van het vorige jaar: een gevecht tussen Schumacher en Häkkinen. Hoewel Häkkinen wat in het voordeel leek te zijn, was het begin van het seizoen spannend. Een zwaar ongeluk op Silverstone maakte een einde aan de aspiraties van Schumacher: hij brak een been op meerdere plaatsen. Schumacher werd vervangen door de Fin Mika Salo. Pas tijdens de voorlaatste race maakte de Duitser zijn comeback. In die race liet hij teamgenoot Eddie Irvine, die nog kans maakte op de titel, winnen. De volgende en laatste race sloot hij af als tweede achter Häkkinen, die zijn tweede titel pakte. 2000: Geduld loont Schumacher en Ferrari startten het seizoen 2000 superieur: ze wonnen de eerste drie wedstrijden. Halverwege het seizoen viel de Duitser vier keer uit in vijf wedstrijden, waardoor de spanning in het titelgevecht terugkwam. In Japan viel de beslissing in een onderlinge strijd tussen Schumacher en Häkkinen, en uiteindelijk trok Schumacher aan het langste eind. Zijn derde wereldtitel was een feit. Voor Ferrari betekende dit dat voor het eerst sinds 1979 weer een coureur van het team kampioen werd. 2001-2004: Dominantie Met uitzondering van seizoen 2003, waarin de nieuwe McLaren-coureur Kimi Räikkönen het ook goed deed (twee punten minder dan Schumacher), won Schumacher de seizoenen 2001 tot en met 2004 met meer dan 120 punten. Hij behaalde in deze vier jaren 39 overwinningen. De jaren 2001-2004 worden ook wel aangeduid als het tijdperk van Schumacher. Om de Duitser te stoppen werd in 2003 zelfs een nieuw puntensysteem ingevoerd, nadat hij in 2002 een nieuw record vestigde door als vroegste ooit (in een seizoen) wereldkampioen te worden in Frankrijk. In 2003 was er lange tijd spanning, tot de regenrace op Indianapolis, waarin Schumacher Juan Pablo Montoya en Räikkönen van zich af hield en een gat sloeg dat beslissend bleek in de laatste race van 2003. Een situatie die drie jaar later omgekeerd zou zijn (zie 2006). 2005-2006: Strijd met nieuwe generatie Aan het monopolie van Schumacher kwam in seizoen 2005 een einde. Eén overwinning werd behaald op Indianapolis, waaraan wegens perikelen rond bandenfabrikant Michelin alleen de drie Bridgestone-teams meededen. Hij werd derde in het kampioenschap en Fernando Alonso werd kampioen. Tussen hem en Schumacher zou het volgende seizoen een felle strijd losbarsten. In 2006 deed Ferrari betere zaken. Schumacher leek de voornaamste concurrent van titelverdediger Alonso. In het begin liep hij een achterstand op, maar halverwege het seizoen maakte hij een inhaalslag. Na de Grand Prix van Italië, die op 10 september 2006 op het circuit van Monza werd verreden en werd afgesloten met winst van Schumacher, werd direct na afloop van de Grand Prix bekendgemaakt dat de Duitser na 2006 zou stoppen met racen. In de plaats van Schumacher ging Kimi Räikkönen bij Ferrari rijden, naast Felipe Massa. Schumacher bleef actief bij Ferrari. In het kampioenschap naderde hij intussen Alonso steeds meer: na de Grand Prix van China stond hij aan de leiding van de WK-tussenstand, samen met Alonso (maar met één overwinning meer). In de daaropvolgende Grand Prix, die van Japan, leek Schumacher op weg naar zijn achtste wereldtitel, totdat zijn motor het begaf toen hij aan de leiding reed. Alonso ging aan de haal met de winst in Japan en had tien punten voorsprong op de Duitser. Deze moest dan ook sowieso de laatste wedstrijd in Brazilië winnen om nog kans te maken op een nieuwe titel. Schumacher reed een van zijn beste Formule 1-races in Brazilië, maar sloot zijn eerste carrière (zie 2010) uiteindelijk af met een vierde plaats nadat hij een inhaalrace had moeten rijden door een lekke band. Hierdoor was het Alonso die zijn tweede wereldkampioenschap binnenhaalde en zodoende zou het voor Schumacher bij zeven wereldtitels blijven. 2009: Toch niet invallen voor Massa Eind juli 2009 kondigde Schumacher zijn kortstondige rentree in de Formule 1 aan. Hij zou bij Ferrari de vervanger worden van Massa, die tijdens de kwalificatie van de Grote Prijs van Hongarije zwaargewond was geraakt en dat seizoen waarschijnlijk niet meer in actie zou komen. Op 11 augustus 2009 maakte Schumacher op zijn eigen website echter bekend dat zijn rentree niet door kon gaan. Hij had namelijk eerder dat jaar een motorongeluk gehad, waardoor hij een nekblessure opliep. Zijn nek bleek nog niet in staat te zijn om de grote krachten die een Formule 1-auto uitoefent aan te kunnen. Een latere comeback van Schumacher werd evenwel niet uitgesloten. Mercedes 2010: Terugkeer naar de grid Op 23 december 2009 werd bekendgemaakt dat Schumacher in 2010 zijn comeback zou maken. Op 14 maart 2010 keerde Schumacher, rijdend voor Mercedes GP met startnummer 3, terug op de grid. Schumacher was bij aanvang van het seizoen 2010 met zijn 41 jaar de oudste coureur. In het seizoen 2010 eindigde Schumacher met 72 behaalde punten op de negende plaats in het rijderskampioenschap. 2011: Opnieuw geen topauto Ook in 2011 kon Mercedes GP totaal geen vuist maken tegen teams als Ferrari, Red Bull Racing en McLaren. In 2011 eindigde Schumacher op de 8e plaats met 76 punten. 2012: Laatste seizoen In 2012 behaalde Schumacher zijn eerste podiumplaats sinds zijn comeback: een derde plaats tijdens de Grand Prix Formule 1 van Europa 2012 op het circuit van Valencia. Doordat hij een verlenging van zijn contract voor 2013 bij Mercedes had afgeslagen, ging Mercedes op zoek naar een vervanger. Dat werd Lewis Hamilton. Op 4 oktober maakte Schumacher op Suzuka bekend dat hij aan het einde van dit seizoen zijn carrière in de Formule 1 definitief zou beëindigen. Op 25 november 2012 reed hij zijn laatste Grand Prix in de Formule 1, de Grand Prix Formule 1 van Brazilië 2012. Ongeval Op 29 december 2013 raakte Schumacher bij een skiongeluk in Méribel in de Franse Alpen levensgevaarlijk gewond. Tijdens het skiën viel hij met zijn hoofd op een steen. Hij werd met spoed naar het plaatselijke ziekenhuis in Moûtiers gebracht, maar werd voor gespecialiseerde zorg naar Grenoble gevlogen. Het ziekenhuis in Grenoble gaf aan dat Schumacher een schedeltrauma had opgelopen en in een kunstmatig coma werd gehouden. Op 16 juni 2014 werd door zijn manager bekendgemaakt dat Schumacher niet langer in een coma verkeerde en het ziekenhuis in Grenoble had verlaten. Hij werd overgebracht naar een ziekenhuis in Lausanne, dat hij op 9 september 2014 verliet om naar zijn Zwitserse huis terug te keren om daar verder te revalideren. Sindsdien deed de familie geen mededelingen over zijn gezondheidstoestand, maar op 19 september 2016 maakte een advocaat van de familie bekend dat Schumacher niet kan lopen, noch zelfstandig kan staan. Meer details werden niet gegeven. Op 11 september 2019 onderging Schumacher in Parijs een medische behandeling (stamceltransplantatie). Controverse Er bestaat controverse over verschillende manoeuvres van Schumacher en over tactieken van zijn teams: In 1994 kreeg Schumacher een zwarte vlag (de zwarte vlag is een teken aan de coureur dat hij de wedstrijd moet beëindigen), voor het negeren van een stop-en-go penalty. De stop-en-go kreeg hij voor inhalen tijdens de opwarmronde. De coureur negeerde de zwarte vlag in opdracht van zijn team en voerde de stop-en-go later in de race uit. Het negeren van de zwarte vlag leverde hem een schorsing van twee wedstrijden op. Later in 1994 maakte een botsing in Adelaide een einde aan de titelstrijd tussen Damon Hill en Schumacher. Beide coureurs moesten opgeven. Schumacher behaalde zijn eerste titel. In 1997 botste hij in de beslissende race om het kampioenschap met zijn concurrent Jacques Villeneuve. Schumacher moest echter zelf opgeven, terwijl Villeneuve zich tot wereldkampioen kroonde. De FIA oordeelde dat Schumacher met opzet handelde en ontnam hem zijn vicewereldtitel. Gedurende Schumachers jaren bij Ferrari was er verschillende keren ophef over zogenaamde teamorders binnen het team, waarbij de ene coureur werd opgedragen de andere voor te laten. Hoewel teamorders destijds gewoon toegestaan waren, waren deze maatregelen niet populair. Toch liet Rubens Barrichello zich in 2002 in de Grote Prijs van Oostenrijk 100 meter voor de eindstreep inhalen door teamgenoot Michael Schumacher. Later in 2002 vertraagde de Duitser als wederdienst net voor de finish van de GP van de Verenigde Staten, zodat Barrichello die race van hem cadeau kreeg. In 2006 tijdens de kwalificatie voor de GP van Monaco, waarbij Schumacher de beste tijd had staan, parkeerde hij, met nog enkele seconden te gaan, zijn auto in de krappe voorlaatste bocht, zodat niemand anders zijn tijd nog kon verbeteren. Volgens Schumacher kon hij na een rijdersfout geen kant meer uit, maar de FIA ontnam hem zijn poleposition en plaatste hem achteraan op de startgrid. Formule 1-carrière Volgens de FIA was hij lange tijd (sinds 2002, toen hij het aantal wereldkampioenschappen van Juan Manuel Fangio evenaarde, maar meer gewonnen races op zijn naam had staan) "statistisch de grootste coureur die de sport ooit gezien heeft", die "titel" raakte hij kwijt in 2020 toen Lewis Hamilton hem voorbij streefde. Hamilton behaalde toen, net als Schumacher, zijn 7de wereldtitel, maar had meer Grand Prix overwinningen geboekt, en meer pole-positions veroverd. * Schumacher werd in 1997 geschrapt uit de WK-stand wegens een verkeerde actie op Jacques Villeneuve in de laatste race van het seizoen. Hij behield wel alle punten en overwinningen van dat seizoen. Totale Formule 1-resultaten 1991 – 1999 † In 1997 werd Schumacher gediskwalificeerd na een ongeluk in de Grand Prix van Europa, waar hij titelconcurrent Jacques Villeneuve van de baan probeerde te rijden. Villeneuve won het kampioenschap, en Schumacher zou met het aantal punten dat hij had behaald tweede geworden zijn. 2000 – 2006 en 2010 – 2012 Records Meeste malen wereldkampioen: 7 (1994-1995, 2000-2004, geëvenaard door Lewis Hamilton 2008, 2014-2015, 2017-2020) Meeste kampioenschappen achter elkaar: 5 (2000-2004) Kampioen met meeste races te gaan: 6 (2002) Grootste verschil met nummer 2 (voor de nieuwe puntentelling van 2010): 67 punten (2002, ten opzichte van de tweede: Rubens Barrichello) Meeste snelste ronden: 77 Meeste snelste ronden in één seizoen: 10 (2004, geëvenaard door Kimi Räikkönen in 2005 en 2008) Meeste overwinningen met hetzelfde team: 72 (Scuderia Ferrari) Meeste overwinningen op dezelfde Grand Prix: 8 (Frankrijk, geëvenaard door Lewis Hamilton, Hongarije) Meeste overwinningen op verschillende Grand Prix': 22 Meeste overwinningen in één seizoen zonder kampioenschap: 7 (in 2016 verbeterd door Lewis Hamilton met 10) Meeste seizoenen achtereenvolgend met minstens 1 overwinning: 15, geëvenaard door Lewis Hamilton in 2021. Meeste seizoenen met ten minste één start: 19 (1991-2006, 2010-2012) (2023 verbeterd door Fernando Alonso "2001, 2003-2018, 2021-2023") Meeste podiumplaatsen: 155 Meeste podiumplaatsen in één seizoen: 17 in 2002 (verbeterd door Max Verstappen in 2021: 18 podiums) Meeste podiumplaatsen achtereenvolgend: 19 (VS 2001 - Japan 2002) Meeste top 2-finishes achtereenvolgend: 15 (Brazilië 2002 - Japan 2002) Meeste tweede plaatsen: 43 Meeste podiumplaatsen met hetzelfde team: 114 (Scuderia Ferrari) Meeste races met hetzelfde team: 181 (Scuderia Ferrari) Meeste races ten minste 1 ronde geleid: 142 (record verbeterd door Lewis Hamilton) Meeste ronden aan de leiding: 5.114 Meeste kilometers aan de leiding: 24.144 (tot seizoen 2012) Meeste polepositions met hetzelfde team: 58 (Scuderia Ferrari) Meeste dubbels (poleposition en winst): 40 Meeste hattricks (poleposition, snelste ronde en winst): 22 Meeste hattricks in een seizoen: 5 (2004) Meeste starts van eerste startrij: 115 Meeste races gefinisht in punten: 192 Langste tijd bij hetzelfde team: 11 jaar (1996-2006) Langste tijd regerend wereldkampioen Formule 1 (8 oktober 2000 - 25 september 2005): 1.813 dagen Langste tijd tussen eerste en laatste start: 7.519 dagen (tot en met GP Maleisië 2012) (2022 verbeterd door Fernando Alonso) Teamgenoten 1991: 7UP Jordan - Andrea de Cesaris (één Grand Prix) 1991: Camel Benetton Ford - Nelson Piquet 1992: Camel Benetton Ford - Martin Brundle 1993: Camel Benetton Ford - Riccardo Patrese 1994: Mild Seven Benetton Ford - JJ Lehto, Jos Verstappen, Johnny Herbert 1995: Mild Seven Benetton Renault - Johnny Herbert 1996-1999: Scuderia Ferrari Marlboro F1 - Eddie Irvine 2000-2005: Scuderia Ferrari Marlboro F1 - Rubens Barrichello 2006: Scuderia Ferrari Marlboro F1 - Felipe Massa 2010-2012: Mercedes GP Petronas F1 Team - Nico Rosberg Trivia In 1997 bracht DJ Visage de single Formula uit, die in heel West-Europa een hit werd. Hij stond wekenlang op 1. Het lied is een soort eerbetoon aan Schumacher. Schumacher speelt in de Disney-Pixarfilm Cars (2006) een kleine rol als een Ferrari. In november 2006 werd hij benoemd tot ereburger van Maranello, de thuishaven van Ferrari. In 2008 was Schumacher te zien in de film Asterix en de Olympische Spelen. Hij komt met een Ferrari-rode teamkleur als Schumix uit in de wagenrennen voor Germanië. Schumacher kreeg op 22 juli 2007 een bocht op het circuit van de Nürburgring naar hem vernoemd: de 'Michael-Schumacher-S'. Het was de eerste bocht op de Nürburgring vernoemd naar een F1-rijder. De naam werd onthuld door Schumacher, samen met Bernie Ecclestone. Op 21 juni 2009 ontmaskerde hij zichzelf als The Stig in het populaire autoprogramma Top Gear. Aan het einde van het programma werd deze onthulling alweer in twijfel getrokken. Volgens een officiële bron zat Schumacher die bewuste aflevering achter het stuur van de geteste Ferrari FXX. Het blijft een raadsel wie de overige keren de witte helm op had. Schumachers zoon Mick Schumacher was eveneens F1 coureur en is nu F1 reserve coureur. Zijn jongere broer Ralf Schumacher was eveneens F1 coureur. Externe link Referenties Wereldkampioen Formule 1 Duits autocoureur
Controverse Er bestaat controverse over verschillende manoeuvres van Schumacher en over tactieken van zijn teams: In 1994 kreeg Schumacher een zwarte vlag (de zwarte vlag is een teken aan de coureur dat hij de wedstrijd moet beëindigen), voor het negeren van een stop-en-go penalty. De stop-en-go kreeg hij voor inhalen tijdens de opwarmronde. De coureur negeerde de zwarte vlag in opdracht van zijn team en voerde de stop-en-go later in de race uit. Het negeren van de zwarte vlag leverde hem een schorsing van twee wedstrijden op. Later in 1994 maakte een botsing in Adelaide een einde aan de titelstrijd tussen Damon Hill en Schumacher. Beide coureurs moesten opgeven. Schumacher behaalde zijn eerste titel. In 1997 botste hij in de beslissende race om het kampioenschap met zijn concurrent Jacques Villeneuve. Schumacher moest echter zelf opgeven, terwijl Villeneuve zich tot wereldkampioen kroonde. De FIA oordeelde dat Schumacher met opzet handelde en ontnam hem zijn vicewereldtitel. Gedurende Schumachers jaren bij Ferrari was er verschillende keren ophef over zogenaamde teamorders binnen het team, waarbij de ene coureur werd opgedragen de andere voor te laten. Hoewel teamorders destijds gewoon toegestaan waren, waren deze maatregelen niet populair. Toch liet Rubens Barrichello zich in 2002 in de Grote Prijs van Oostenrijk 100 meter voor de eindstreep inhalen door teamgenoot Michael Schumacher. Later in 2002 vertraagde de Duitser als wederdienst net voor de finish van de GP van de Verenigde Staten, zodat Barrichello die race van hem cadeau kreeg. In 2006 tijdens de kwalificatie voor de GP van Monaco, waarbij Schumacher de beste tijd had staan, parkeerde hij, met nog enkele seconden te gaan, zijn auto in de krappe voorlaatste bocht, zodat niemand anders zijn tijd nog kon verbeteren. Volgens Schumacher kon hij na een rijdersfout geen kant meer uit, maar de FIA ontnam hem zijn poleposition en plaatste hem achteraan op de startgrid.
2
negeren, negeeractie, object negeren
5,571
SpreadsheetDigitalDocument
1873078
https://nl.wikipedia.org/wiki/Microsoft%20Office%202004%20voor%20Mac
Microsoft Office 2004 voor Mac
Microsoft Office 2004 voor Mac is de op twee na recentste versie van Microsoft Office ontwikkeld door Microsoft voor de Apple Macintosh-computer. De software was oorspronkelijk geschreven voor PowerPC-Macs. Macs met Intel CPU's zullen gebruik moeten maken van Rosetta om het programma te laten werken. Omdat in de nieuwste versie van Mac OS X (Mac OS X Lion) Rosetta niet meer aanwezig is, werkt Office 2004 niet meer in deze versie. Microsoft Office 2004 is op 15 januari 2008 opgevolgd door Microsoft Office 2008, dat is geschreven om alleen te werken op Intel Macs. Office 2008 voor Mac is op zijn beurt weer opgevolgd door Microsoft Office 2011 voor Mac. De ondersteuning voor Microsoft Office 2004 duurt tot 10 januari 2012. Edities Microsoft Office voor Mac 2004 is beschikbaar in drie edities: Standard, Professional en Student and Teacher. Alle 3 de edities bevatten Word, Excel, PowerPoint en Entourage. De Professional-versie bevat Microsoft Virtual PC. De Student and Teacher editie kan niet worden geüpgraded als er een nieuwere versie van Microsoft Office beschikbaar wordt gesteld. Dat wil zeggen dat er een heel nieuwe versie moet worden aangeschaft. Programma's Hieronder staan de programma's kort beschreven die het pakket bevat. Zie de hoofdartikelen voor een uitgebreide beschrijving. Word 2004 Microsoft Office Word is een tekstverwerker, waarmee het mogelijk is om een tekst te typen en op te maken. Het gebruikt standaard het bestandsformaat .doc om documenten te bewerken en op te slaan. Men kan bij Microsoft een speciaal hulpprogramma downloaden om bestanden in het nieuwe, XML-gebaseerde bestandsformaat van Microsoft Office Word 2008 voor Mac (.docx) te kunnen openen, bewerken en bewaren. Excel 2004 Microsoft Office Excel is een spreadsheetprogramma. Het gebruikt standaard het bestandsformaat .xls om documenten te bewerken en op te slaan. Men kan bij Microsoft een speciaal hulpprogramma downloaden om bestanden in het nieuwe, XML-gebaseerde bestandsformaat van Microsoft Office Excel 2008 voor Mac (.xlsx) te kunnen openen, bewerken en bewaren. PowerPoint 2004 Microsoft Office PowerPoint is een presentatieprogramma, dat kan worden gebruikt om Slideshows met tekst, graphics, video's e.d te creëren. Standaard wordt de bestandsextensie .pps gebruikt om presentaties te bewerken en op te slaan. Men kan bij Microsoft een speciaal hulpprogramma downloaden om bestanden in het nieuwe, XML-gebaseerde bestandsformaat van Microsoft Office PowerPoint 2008 voor Mac (.ppsx) te kunnen openen, bewerken en bewaren. Entourage 2004 Microsoft Office Entourage is de Mac-variant van het e-mail-programma Microsoft Office Outlook. Behalve e-mail bevat het ook: een kalender, adresboek, takenlijst en een notitieblok. 2004 Mac MacOS-software
Microsoft Office Excel is een spreadsheetprogramma. Het gebruikt standaard het bestandsformaat .xls om documenten te bewerken en op te slaan. Men kan bij Microsoft een speciaal hulpprogramma downloaden om bestanden in het nieuwe, XML-gebaseerde bestandsformaat van Microsoft Office Excel 2008 voor Mac (.xlsx) te kunnen openen, bewerken en bewaren.
1
spreadsheet, werkblad, digitale documentatie
7,266
PerformanceRole
5133271
https://nl.wikipedia.org/wiki/All%20You%20Need%20Is%20Love%20%28film%29
All You Need Is Love (film)
All You Need Is Love is een Nederlandse romantische komedie uit 2018 gebaseerd op het gelijknamige televisieprogramma All You Need Is Love van Robert ten Brink. De regie van de film is in handen van Will Koopman. De film ging onder toeziend oog van de Nederlandse pers op 26 november 2018 in première in het theater DeLaMar. Verhaal Maarten is de presentator van het populaire televisieprogramma All You Need Is Love maar verdwijnt op de vooravond van de welbekende kerstspecial. Zonder dat iemand op de hoogte is vertrekt hij met het vliegtuig en vertrekt naar de Schotse hooglanden. In Nederland komt de kerstspecial steeds dichterbij en producer Olav en zijn assistent Japie zoeken wanhopig naar een nieuwe presentator, terwijl de rest van Nederland zich voorbereidt op de kerstavond en de redactie hoopvol brieven schrijven. Lukt het hen om zonder de presentator, bekend als Dr. Love, gebroken harten te lijmen en alle geliefden te herenigen? Rolverdeling Hieronder een geselecteerd overzicht met acteurs die te zien zijn in de film. Trivia Actrice Gigi Ravelli die gestopt was met acteren en de anonimiteit had opgezocht keerde in deze film na vier jaar terug als actrice. Robert ten Brink, de presentator van het gelijknamige televisieprogramma was in een cameo te zien. Externe link Nederlandse film Film uit 2018 Romantische komedie
Rolverdeling Hieronder een geselecteerd overzicht met acteurs die te zien zijn in de film.
2
rol, personage, acteur
493
SportsClub
601928
https://nl.wikipedia.org/wiki/VV%20Schoten
VV Schoten
VV Schoten is een Nederlandse amateurvoetbalclub opgericht te Schoten, Haarlem op 4 februari 1910. Thuisbasis van de club is het in 2000 betrokken “Sportpark Vergierdeweg” aan de Vergierdeweg, 500 meter verderop gelegen van de voormalige thuishaven Van Der Aart Sportpark. Het zondag standaardelftal speelt in het seizoen 2020/21 in de Tweede klasse van het KNVB-district West-II. Het grootste succes behaalde de club in het seizoen 1920/21 toen op 29 mei 1921 de KNVB beker werd gewonnen door RFC met 2-1 te verslaan. Competitieresultaten zondag 1914–2020 | | | | | |} Schoten Sportvereniging in Haarlem Haarlem-Noord
Schoten Sportvereniging in Haarlem Haarlem-Noord
1
sportclub, sportvereniging, sportorganisatie
1,038
School
5439495
https://nl.wikipedia.org/wiki/Radoeil
Radoeil
Radoeil of Raduil (Bulgaars: Радуил) is een dorp in het westen van Bulgarije. Het dorp is gelegen in de gemeente Samokov in de oblast Sofia. Ligging Het dorp Radoeil ligt in een bergachtig gebied, 50 km ten zuidoosten van Sofia, 117 km van Plovdiv, 9 km van de badplaats Borovets, 22 km van Samokov en 16 km van Kostenets. Bevolking Het dorp telde in december 2019 936 inwoners, een daling vergeleken met het maximum van 1.903 in 1946. Desalniettemin is het een van de grotere dorpen in de regio en het op een na grootste dorp in de gemeente Samokov: alleen Govedartsi is groter. De bevolking van het dorp Radoeil is vrij homogeen. Van de 1115 inwoners reageerden er 1105 op de optionele volkstelling van 2011. Van deze 1105 respondenten identificeerden 1100 personen zichzelf als etnische Bulgaren (99,5%), gevolgd door 5 ondefinieerbare respondenten (0,5%). In 2011 werden er 100 inwoners tot de leeftijd van 15 jaar geregistreerd (9%), terwijl er 284 65-plussers werden geteld (25,5%). De gemiddelde leeftijd van de permanente bevolking in het dorp is circa 48 jaar. Voorzieningen In het dorp is een watervoorziening en een riolering aangelegd. De meeste straten en trottoirs zijn van asfalt en verhard. Sinds 1885 is er een basisschool in het dorp aanwezig. Afbeeldingen Plaats in de oblast Sofia Samokov
Voorzieningen In het dorp is een watervoorziening en een riolering aangelegd. De meeste straten en trottoirs zijn van asfalt en verhard. Sinds 1885 is er een basisschool in het dorp aanwezig.
1
school, onderwijsinstelling, educatieorganisatie
4,812
LegalService
4438610
https://nl.wikipedia.org/wiki/FIRST%20Rotterdam
FIRST Rotterdam
FIRST Rotterdam is een 128 meter hoog kantoorgebouw in de Nederlandse stad Rotterdam. Het was in 2016 het op zeven na hoogste gebouw van de stad. De toren is gesitueerd aan het Weena in de Rotterdamse binnenstad tegenover het Groot Handelsgebouw. Het gebouw telt 31 bovengrondse en twee ondergrondse verdiepingen. Het bruto-vloeroppervlak van het kantoorgebouw bedraagt 47.000 m² exclusief de parkeergarage. Geschiedenis Het complex werd ontwikkeld door FIRST Rotterdam CV, een samenwerkingsverband van Maarsen Groep en MAB Development. Zij schakelden in 2009 de firma de Architekten Cie. in. Branimir Medić en Pero Puljiz waren de projectarchitecten. FIRST Rotterdam was de eerste fase van de herontwikkeling van het kantorencomplex Weenapoint en omvat bijna de helft van de vloeroppervlakte van de herontwikkeling, die naast kantoren ook appartementen bevat. Voorafgaand aan de bouw hadden NautaDutilh en Robeco huurcontracten getekend, maar bij de aanvang van de bouw was voor een deel van het gebouw nog geen huurder gevonden. In september 2012 werd begonnen met de sloop van een uit 1955 stammend kantoorgebouw met drie verdiepingen om plaats te maken voor FIRST Rotterdam. Het bakstenen kunstwerk Wall Relief no. 1 van Henry Moore maakte deel uit van dit kantoorgebouw en werd tijdelijk verplaatst naar het binnenterrein van het Weenapoint. Op 16 januari 2015 werd het kunstwerk onderdeel van FIRST Rotterdam. De bouw begon in december 2012 met een ceremonie, waarbij wethouder Hamit Karakus aanwezig was. De bouw werd uitgevoerd door Bouwcombinatie FIRST bestaande uit de bedrijven Boele & Van Eesteren en Wessels Zeist. Beide bedrijven zijn in handen zijn van Koninklijke Volker Wessels Stevin. Voor het maken van de fundering werd een bouwkuip gemaakt, die bestond uit damwanden en stempelramen. Daarmee was in november 2012 begonnen. Bij het plaatsen van de damwanden moest rekening worden gehouden met het naastgelegen monumentale koepelgebouw. Na het plaatsen van de damwanden werd de kelder van het voormalige kantoorgebouw gesloopt en daarna werd daar de parkeergarage gebouwd. In februari 2014 was de fundering gereed. Tijdens de bouw werd per drie dagen één nieuwe verdieping aan het gebouw toegevoegd. Op 8 juli 2015 werd het hoogste punt van FIRST Rotterdam bereikt. Aan het eind van datzelfde jaar werd het gebouw opgeleverd. De bouw was begroot op ongeveer €80 miljoen. Architectuur Exterieur FIRST Rotterdam bestaat uit een plintgebouw, dat FIRST XL wordt genoemd, met een hoogte van 35 meter met op het oostelijke deel daarvan de toren, die FIRST Tower wordt genoemd. De toren heeft een verschoven H-plattegrond. Het gebouw wordt voornamelijk ondersteund door zijn kern en een dragende sandwichgevel. De kern, de vloeren en de gevel bestaan alle drie uit geprefabriceerd beton, waardoor de bouw relatief snel verliep. De kern en de gevel worden met elkaar verbonden door middel van een wand, die twee verdiepingen hoog is, op de 19e en 20e verdieping, een zogenaamde outriggerconsctructie. De kern huisvest onder andere de liftschachten en het trappenhuis. De dragende gevel is bekleed met natuursteen, composietbeton en glas. De langgerekte vensters van de gevel liggen verdiept tussen natuurstenen ribben. Het ontwerp van de gevel is geïnspireerd op het Groothandelsgebouw, dat aan de andere kant van de straat ligt. Helemaal onderaan de gevel bevindt zich het kunstwerk Wall Relief no. 1, dat uit 16.000 klinkers bestaat. Dit kunstwerk is zichtbaar vanaf het plein voor het Station Rotterdam Centraal. De twee onderste verdiepingen lopen aan de zuidkant schuin naar binnen toe, zodat het monumentale koepelgebouw van het voormalige Bouwcentrum niet gesloopt hoefde te worden. Het gebouw rust op ruim 750 vibrocombinatiepalen met daarbovenop funderingsbalken. Deze funderingspalen bevinden zich in een zandgrond. Interieur Onder in de wolkenkrabber bevindt zich de ondergrondse parkeergarage van twee verdiepingen. De garage telt 185 parkeerplaatsen en heeft een oppervlakte van 7.400 m². Daarbovenop staat het plintgebouw, dat acht verdiepingen telt. Dit plintgebouw wordt gekenmerkt door een atrium, dat net zo hoog is als het plintgebouw, en enkele grote ramen met daarachter vides. De onderste twee verdiepingen worden gekenmerkt door grote ramen en bevatten lobby's en publieke ruimtes, zoals een restaurant en een kunstgalerie. In totaal wordt 800 m² in het gebouw in beslag genomen door commerciële ruimtes, waarvan de helft horeca. Ook bevindt zich op de begane grond aan de oostkant van het gebouw een serre, die FIRST Rotterdam met het naastgelegen kantoorgebouw verbindt. Deze serre wordt eveneens gebruikt als windscherm en als entree van het binnenhof van het complex, dat over een tuin beschikt. De verdiepingen in het plintgebouw hebben een verhuurbare oppervlakte van 2.300 m². De verdiepingen in de toren hebben een verhuurbare oppervlakte van tussen de 950 en 1.100 m². De eerste verdiepingen werden verhuurd aan Robeco (16.000 m²), dat op de acht onderste kantoorverdiepingen zijn hoofdkantoor heeft, en advocatenkantoor NautaDutilh (10.000 m²), dat de bovenste verdiepingen huurt. NautaDutilh had al voor de nieuwbouw een kantoor op deze locatie. Bij gereedkomen in 2016 was nog geen huurder gevonden voor de verdiepingen tien tot en met achttien, samen een vloeroppervlakte van 9.000 m². Uiteindelijk vestigde Rabobank Rotterdam zich in 2019 op de verdiepingen 12 tot en met 16. Op de overige verdiepingen werden (delen) van vloeren verhuurd aan diverse organisaties. De bovenste verdiepingen zijn in gebruik als ontvangstruimtes, vergaderzalen, een restaurant en een bar. De horecagelegenheden beschikken over dakterrassen. Duurzaamheid FIRST Rotterdam ontving wegens zijn duurzaamheid een "Excellent-certificaat" van BREEAM-NL. De belangrijkste duurzame installaties omvatten ongeveer 200 zonnepanelen, die zich op het dak van het gebouw bevinden, en een ondergrondse koude-warmteopslag, die het gehele gebouw verwarmt en koelt. De warmte-koudeopslag is gerealiseerd door Eneco. Warmte en koude worden gehaald uit twee warme en twee koude ondergrondse bronnen, waarvan de diepste zich tussen de 225 en 230 meter onder het maaiveld bevindt. De warmte en koude wordt verplaatst door middel van een warmtepomp, die gesitueerd is in de ondergrondse parkeergarage. Voor het geval dat verwarming verkoeling uitvallen is de kantoortoren ook aangesloten op het stadsnetwerk, dat zijn warmte krijgt van een centrale die afval verwerkt. Andere factoren waardoor het gebouw het keurmerk ontving waren onder andere het grijswatercircuit, dat regenwater gebruikt voor de spoeling van toiletten, zijn groene dak en zijn ligging dicht bij het station, waardoor het gebouw goed bereikbaar is met het openbaar vervoer. Zie ook Lijst van hoogste gebouwen van Rotterdam Kantoorgebouw in Rotterdam Wolkenkrabber in Rotterdam De Architekten Cie. Bouwwerk in Rotterdam Centrum
De verdiepingen in het plintgebouw hebben een verhuurbare oppervlakte van 2.300 m². De verdiepingen in de toren hebben een verhuurbare oppervlakte van tussen de 950 en 1.100 m². De eerste verdiepingen werden verhuurd aan Robeco (16.000 m²), dat op de acht onderste kantoorverdiepingen zijn hoofdkantoor heeft, en advocatenkantoor NautaDutilh (10.000 m²), dat de bovenste verdiepingen huurt. NautaDutilh had al voor de nieuwbouw een kantoor op deze locatie. Bij gereedkomen in 2016 was nog geen huurder gevonden voor de verdiepingen tien tot en met achttien, samen een vloeroppervlakte van 9.000 m². Uiteindelijk vestigde Rabobank Rotterdam zich in 2019 op de verdiepingen 12 tot en met 16. Op de overige verdiepingen werden (delen) van vloeren verhuurd aan diverse organisaties. De bovenste verdiepingen zijn in gebruik als ontvangstruimtes, vergaderzalen, een restaurant en een bar. De horecagelegenheden beschikken over dakterrassen.
1
juridische diensten, advocatenkantoor, rechtsbijstand
9,708
MusicPlaylist
640858
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kink%201111
Kink 1111
De Kink 1111 is een eenmalige lijst met liedjes aller tijden van radiostation Kink FM. Omdat Kink FM 11 jaar bestond kon men stemmen op de beste liedjes aller tijden. Hier werd uiteindelijk een lijst met 1111 songs van gemaakt. Kink FM zond deze top 1111 uit van 1 oktober 2006 tot en met 8 oktober 2006. De lijst werd overdag gedraaid. De Kink 1111 is een alternatieve muzieklijst. Klassiekers als Bohemian Rhapsody en Hotel California ontbreken. Er staan opvallend veel nummers van de laatste jaren in de lijst. Men mocht op nummers stemmen die 1 jaar of ouder waren. Top 10 De top 10 van de Kink 1111, uitgezonden op 8 oktober 2006. Externe links De Kink 1111 Homepage Kink FM Hitlijst
De Kink 1111 is een alternatieve muzieklijst. Klassiekers als Bohemian Rhapsody en Hotel California ontbreken. Er staan opvallend veel nummers van de laatste jaren in de lijst. Men mocht op nummers stemmen die 1 jaar of ouder waren.
1
afspeellijst, muzieklijst, muziekcollectie
11,369
DatedMoneySpecification
1307063
https://nl.wikipedia.org/wiki/Icesave
Icesave
Icesave was de handelsnaam waaronder de op een na grootste bank van IJsland, Landsbanki Íslands, sinds mei 2008 op de Nederlandse markt actief was met het aantrekken van spaargeld via online spaarrekeningen. Onder dezelfde naam was de bank al langer actief op de Britse markt. Icesave beloofde spaarders 5% rente op hun spaargeld (en later 5,25%), terwijl in Nederland de gemiddelde rente op dat moment rond de 4% lag. Op 6 oktober 2008 werd duidelijk dat Icesave zijn verplichtingen niet kon nakomen. Dat betekende het einde van deze internetbank en het begin van een omvangrijke affaire. Het omvallen van Icesave maakte deel uit van de IJslandse bankencrisis. Icesave in Nederland In mei 2008 meldde Landsbanki bij De Nederlandsche Bank (DNB) dat het een internetspaarbank in Nederland ging opzetten: Icesave. Op grond van Europese regels kan DNB de bankvergunning niet weigeren; DNB mocht en mag wel aanvullende eisen stellen. DNB stelde als aanvullende eis dat Icesave in het eerste jaar maximaal 500 miljoen euro uit Nederland aan mocht trekken. Al een maand later, in juni 2008, bleek dat Icesave veel meer dan 500 miljoen euro had aangetrokken. DNB wilde daar een eind aan maken en stuurde toezichthouders naar Reykjavik om over de schending van de afspraken te praten. Het gesprek leverde niets op, waarna Nout Wellink, de president van DNB, zich met de zaak bemoeide. Er volgde overleg op directieniveau tussen de Nederlandse en de IJslandse autoriteiten, maar ook dat leidde tot niets. De daarop volgende maanden probeerde DNB een strategie uit te stippelen. Terwijl DNB daarmee nog bezig was, stuurde Icesave op 23 september een brief naar DNB. In de brief meldde Icesave dat ze zich niet gebonden voelde aan de afspraken uit mei van dat jaar, en intussen openden vele Nederlanders een spaarrekening bij Icesave. Onder die spaarders waren ook veel gemeenten en provincies. Begin oktober 2008 hadden in Nederland ongeveer 108.000 spaarders een rekening bij Icesave; volgens Icesave hadden zij bij elkaar ruim € 1,6 miljard ingelegd. In Groot-Brittannië waren ongeveer 300.000 Icesave-spaarders. Zij hadden ongeveer £ 4,5 miljard ingelegd. DNB wilde weer overleggen, maar voordat het overleg gestalte kon krijgen werd de bank genationaliseerd door IJsland en werden alle activiteiten stilgelegd: De IJslandse bank Landsbanki, waar Icesave onderdeel van was, was in solvabiliteitsproblemen geraakt. DNB zei: 'We zijn ingehaald door de kredietcrisis.' Op 6 oktober 2008 werd Landsbanki genationaliseerd door de IJslandse overheid Op 7 oktober 2008 werden alle activiteiten van Icesave Nederland, Icesave Groot-Brittannië en Landsbanki stilgelegd; opname van geld was niet meer mogelijk. Ook werden de websites van Icesave uit de lucht gehaald en vervangen door een informatiescherm waarop staat vermeld dat nadere informatie zal worden verspreid via de website van DNB. Op 8 oktober 2008 maakte Landsbanki zelf bekend aan Icesavespaarders dat het zijn verplichtingen niet kon nakomen. Icesave verwees de Nederlandse klanten naar de IJslandse en Nederlandse depositogarantiestelsels. Op verzoek van DNB werd door Icesave de rente tot en met 12 oktober 2008 op de spaarrekeningen bijgeschreven. Rekeninghouders kunnen dit saldo gebruiken voor een aanvraag tot vergoeding bij DNB. Achtergrond van de problemen In de voorgaande jaren was de IJslandse financiële sector zeer sterk gegroeid. Medio 2008 was de omvang van de IJslandse financiële sector een veelvoud van het IJslandse bruto nationaal product. De omvang van het balanstotaal van de IJslandse banken was gestegen van bijna tweemaal het IJslandse bbp in 2003 tot tien keer het IJslandse bbp in juni 2008. Het merendeel van deze groei was echter gefinancierd met leningen, afkomstig van buitenlandse investeerders, voor een belangrijk deel opgenomen in andere valuta dan de IJslandse kroon. De uitzettingen hadden echter voor een relevant deel plaatsgevonden in IJsland zelf, onder meer in de vorm van hypotheken. Hierdoor hadden IJslandse banken niet alleen een valutarisico, maar ook een herfinancieringsrisico. Naarmate 2008 vorderde, hadden IJslandse banken steeds meer moeite om vervallende leningen te herfinancieren. Dit bracht Landsbanki ertoe om particulier spaargeld te gaan aantrekken op de Nederlandse (en Britse) markt. Het algehele wegvallen van het vertrouwen op de markt voor interbancaire deposito's in september 2008, een centraal moment in de kredietcrisis, leidde ertoe dat Landsbanki zijn verplichtingen niet meer kon nakomen. Op 6 oktober 2008 werd Landsbanki genationaliseerd, hetgeen de problemen echter niet verhielp: de IJslandse overheid was niet bij machte de bank te saneren. Depositogarantiestelsel Landsbanki viel voor de eerste € 20.887 onder het IJslandse depositogarantiestelsel. Landsbanki nam bovendien aanvullend deel aan het Nederlandse depositogarantiestelsel, dat het verschil vergoedt tussen wat het Nederlandse stelsel zou vergoeden als het volledig van toepassing zou zijn, en wat het IJslandse depositogarantiestelsel behoort te vergoeden. Het Nederlandse stelsel vergoedde voorheen tot € 20.000 spaargeld 100% en tot € 40.000 spaargeld 90%. Sinds 7 oktober 2008 geldt een maximumbedrag van € 100.000. Nadat het onzeker bleek of IJsland aan de genoemde garantieverplichtingen kon en wilde voldoen heeft de Nederlandse overheid zich hiervoor tegenover de spaarders garant gesteld. De Nederlandsche Bank zal bovendien de volledige afwikkeling van de aanvragen verzorgen, waardoor de spaarders niet zelf de claim in IJsland hoeven in te dienen. Op 13 oktober liet DNB het depositogarantiestelsel in werking treden. Een kleine 100.000 aanvragers hebben een aanvraag bij DNB ingediend. Op 11 december 2008 is DNB gestart met het uitbetalen van de gedupeerde spaarders. Nog wel gedupeerd zijn degenen die meer dan € 100.000 op hun rekening hadden. Bovendien geldt het depositogarantiestelsel alleen voor particulieren en kleine ondernemers. Echter bleken ook veel gemeenten en provincies voor miljoenen euro's in IJsland te hebben gespaard, deze tegoeden worden niet vergoed vanuit het depositogarantiestelsel. Minister Wouter Bos van Financiën ziet in deze zaak het antwoord op de schuldvraag van de problemen liggen bij de IJslandse toezichthouder. DNB bleek afspraken te hebben gemaakt over het maximum spaargeld dat Landsbanki in Nederland mocht binnenhalen, € 500 miljoen. Landsbanki heeft zich niet aan deze afspraak gehouden, begin oktober was er reeds € 1,6 miljard ingelegd. Ook bekijkt de minister of de informatie van de IJslandse toezichthouder wel compleet en correct was. Terugvordering spaartegoeden Namens enkele duizenden Icesave-klanten heeft het Nationaal Incasso Bureau (NIB) geprobeerd beslag te laten leggen op hun tegoeden bij Icesave Nederland. De Consumentenbond had aangekondigd een kort geding tegen de bank starten om de spaarders toegang te geven tot hun spaartegoeden. Omdat IceSave woensdagmiddag 8 oktober 2008 heeft bekendgemaakt niet meer aan zijn verplichtingen als spaarbank te kunnen voldoen is het kort geding van de Consumentenbond van de baan. De beslaglegging door het NIB was om dezelfde redenen niet meer zinvol. Op 9 oktober werd duidelijk dat de Nederlandse Minister van Financiën Wouter Bos IJsland dreigt met een rechtszaak, als het land niet aan zijn verplichtingen voldoet en als blijkt dat de IJslandse autoriteiten in het verleden verkeerde informatie hebben verstrekt over de kredietwaardigheid van Icesave. Icesave heeft sinds een halfjaar een vergunning van De Nederlandsche Bank, Bos laat onderzoeken op grond van welke informatie over de kredietwaardigheid van Icesave deze vergunning is verstrekt. De minister weigert uit diplomatiek-tactische overwegingen vooralsnog de Nederlandse Staat garant te laten staan voor de eerste € 20.887 van Nederlandse Icesave-spaarders, dat behoort tot de verplichtingen van IJsland, maar hij vindt wel dat de Nederlandse spaarders niet maandenlang in onzekerheid mogen zitten over hun geld. Tijdens een persconferentie op de avond van 9 oktober 2008 zei Wouter Bos dat de Nederlandse Icesave-spaarder linksom of rechtsom zijn geld zou terugkrijgen. De Nederlandse staat garandeert dat ook de € 20.887 van IJsland uitgekeerd zal worden en de spaarders zullen hun geld tot een maximum van € 100.000 terugzien. Nout Wellink van De Nederlandsche Bank voegde eraan toe dat uiterlijk 22 oktober alle spaarders van Icesave een vorderingsformulier toegezonden zullen krijgen. Hij beloofde het geld terug te geven aan de spaarders bij de IJslandse bank. Op 11 oktober heeft de IJslandse staat toegezegd de verplichtingen op basis van haar garantiestelsel na te komen; de Nederlandse staat zal dit geld voorschieten. Op 17 november 2008 werd bekend dat de IJslandse, Britse en Nederlandse regeringen een akkoord bereikt hadden over terugbetaling van tegoeden bij Icesave. In augustus 2009 bleek in het IJslandse parlement geen meerderheid te bestaan voor de goedkeuring van deze akkoorden. Het IMF en andere kredietverstrekkers stelden zich op het standpunt dat toegezegde leningen eerst na het definitief worden van de akkoorden zouden worden uitbetaald. Op 31 december 2009 nam het IJslandse parlement de desbetreffende wet, die voorzag in overheidsgaranties ter waarde van $ 5,5 miljard, alsnog aan. Na protesten van de IJslandse bevolking weigerde de president de wet te tekenen, waarna de premier een referendum aankondigde. Onderhandelingen tussen de regeringen van IJsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk omtrent wijziging van de leningsvoorwaarden, in februari 2010, leidden niet tot resultaat. Op 6 maart 2010 wees de IJslandse bevolking in een referendum de wet omtrent de terugbetaling van de aan IJsland verstrekte leningen met een overweldigende meerderheid af: slechts 1,5% stemde ervoor. Op 9 december 2010 werd een akkoord bekendgemaakt tussen IJsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Afgesproken werd dat een bedrag van € 1,3 miljard door IJsland betaald wordt aan Nederland. Op 16 februari 2011 ging het IJslandse parlement akkoord met deze nieuwe overeenkomst tussen IJsland en het Verenigd Koninkrijk en Nederland over terugbetaling van de voorgeschoten € 3,8 miljard: de rente werd verlaagd van 5,5% tot 3,0%; de terugbetaling zou starten in 2016 en uiterlijk in 2046 klaar zijn. Op 20 februari 2011 weigerde de IJslandse president Grimsson wederom het wetsvoorstel te ondertekenen. Op 9 april 2011 verwierp de IJslandse bevolking in een referendum ook dit akkoord. In januari 2013 heeft het hof van justitie van de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA) IJsland gelijk gegeven dat het weigerde Nederlandse en Britse rekeninghouders van Icesave te compenseren. Tegen de uitspraak is geen beroep mogelijk. Volgens het hof waren de gevolgen van de kredietcrisis voor IJsland dermate zwaar, dat het land van compensatie af kon zien. De uitspraak is een tegenslag voor Nederland, maar de Nederlandse overheid heeft inmiddels ongeveer de helft, dat is € 734 miljoen, van dat geld teruggekregen uit de failliete boedel van Landsbanki. IJsland liet direct na de uitspraak weten dat het verwacht dat de gedupeerden de komende jaren wel volledig zullen worden gecompenseerd uit de boedel van Landsbanki. Volgens de regering van IJsland vertegenwoordigen de bezittingen van Landsbanki een waarde van zo'n € 8,8 miljard en zijn de schulden maar € 7,6 miljard. Terugbetaling vorderingen op Icesave De bewindvoerders van Landsbanki zeiden in november 2011 te verwachten dat na de verkoop van Iceland Foods, voor 67% eigendom van Landsbanki, een eerste betaling aan de crediteuren gedaan zou kunnen worden van 432 miljard kronur, omgerekend ongeveer € 2,8 miljard. Bijna 6 jaar later verkocht DNB de nog openstaande vorderingen op de moeder van Icesave, Landsbanki, via Deutsche Bank aan beleggers met een winst van € 6 miljoen. Met deze verkoop is de € 1,636 miljard die is uitbetaald onder het depositogarantiestelsel aan Icesavespaarders volledig terugbetaald. DNB procedeert door over rentebetalingen over de schuld van circa 100 miljoen euro. Op 20 oktober 2014 werd bekend dat ook de lokale overheden hun schuld met rente hadden terugbetaald gekregen, door hun vorderingen commercieel te verkopen. Vijf december 2014 werd bekend dat ook de spaarders met meer dan € 100.000 inleg, snel hun tegoed volledig zouden terugontvangen. In september 2015 werd met een schikking van ruim € 48 miljoen het dossier Icesave na zeven jaar definitief afgesloten. Nederland ontvangt verder nog ongeveer € 12 miljoen die op een rekening in IJsland waren geblokkeerd. De totale hoofdsom van de voorgeschoten bedragen, in totaal € 1428 miljoen, is terugbetaald aan Nederland. Externe links Informatiebulletin nr. 1 voor Icesave spaarders Bewindvoerders Landsbanki NL, 18 november 2008 DLA Piper Insolventies: Landsbanki Islands HF Veel gestelde vragen over Icesave De Nederlandsche Bank Gehele tekst uitspraak EFTA rechtbank over Icesave IJslandse bank
In de voorgaande jaren was de IJslandse financiële sector zeer sterk gegroeid. Medio 2008 was de omvang van de IJslandse financiële sector een veelvoud van het IJslandse bruto nationaal product. De omvang van het balanstotaal van de IJslandse banken was gestegen van bijna tweemaal het IJslandse bbp in 2003 tot tien keer het IJslandse bbp in juni 2008. Het merendeel van deze groei was echter gefinancierd met leningen, afkomstig van buitenlandse investeerders, voor een belangrijk deel opgenomen in andere valuta dan de IJslandse kroon. De uitzettingen hadden echter voor een relevant deel plaatsgevonden in IJsland zelf, onder meer in de vorm van hypotheken. Hierdoor hadden IJslandse banken niet alleen een valutarisico, maar ook een herfinancieringsrisico. Naarmate 2008 vorderde, hadden IJslandse banken steeds meer moeite om vervallende leningen te herfinancieren. Dit bracht Landsbanki ertoe om particulier spaargeld te gaan aantrekken op de Nederlandse (en Britse) markt. Het algehele wegvallen van het vertrouwen op de markt voor interbancaire deposito's in september 2008, een centraal moment in de kredietcrisis, leidde ertoe dat Landsbanki zijn verplichtingen niet meer kon nakomen. Op 6 oktober 2008 werd Landsbanki genationaliseerd, hetgeen de problemen echter niet verhielp: de IJslandse overheid was niet bij machte de bank te saneren.
2
salarisperiode, geldwaarde, valuta
9,607
HighSchool
939707
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Laurenscollege
Sint-Laurenscollege
Het Laurens Lyceum, voorheen het Sint-Laurenscollege (SLC) te Rotterdam-Hillegersberg en is een R.K. scholengemeenschap voor havo, atheneum en gymnasium, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. Geschiedenis Oorspronkelijk was de school begonnen als dependance van het meisjeslyceum "Maria Virgo" aan de Breitnerstraat in Rotterdam. In 1966 werd deze vestiging zelfstandig. In 1992 werd de nieuwbouw aan het Voorhout betrokken en in 1996 vond er een uitbreiding plaats. Identiteit De school is een open katholieke school die verwacht dat alle ouders en leerlingen de grondslag van de school onderschrijven en respecteren. Leerlingen met een andere religieuze of niet-religieuze achtergrond zijn welkom. Op het Laurens Lyceum is LEF (levensbeschouwing, ethiek en filosofie) een verplicht vak. De school staat in nauw verband met het bisdom Rotterdam en de diaken. Kenmerk Voor een verantwoorde keuze tussen havo en vwo heeft het Laurens Lyceum een tweejarige brugklas. De school werkt met het Flexrooster. Dit onderwijskundige model geeft leerlingen autonomie en verantwoordelijkheid in het maken van keuzes. Uitbreiding Het Laurens Lyceum maakt middels een toezegging vanuit de gemeente Rotterdam aanspraak op een nieuwe aanbouw. Deze nieuwbouw zal voor 2025 gerealiseerd zijn. Bekende oud-leerlingen Kirsten van Dissel - actrice en televisiepresentatrice Martijn Sanders - oud-directeur Concertgebouw Wibi Soerjadi - concertpianist Hanna Verboom - actrice en televisiepresentatrice Raemon Sluiter - tennisser Wilfried de Jong - televisiepresentator Ron Steens - hockeyer Tim Steens - hockeyer Arno Visser - politicus en bestuurder Harald Bergmann - politicus en burgemeester Externe links Website Sint-Laurenscollege Kunstwerk van Jelis van Dolderen in de aula Jubileumconcert SLC 2007 Gemeentelijke aanmoedigingsprijs Rotterdams onderwijsbeleid voor het SLC 2007 Webcolumn wethouder Geluk over prijs Leerlingen SLC en schakelklas Nieuw-Zuid samen op stap Christelijk onderwijs in Rotterdam Katholieke school in Nederland School in het voortgezet onderwijs in Nederland School in Lansingerland School in Rotterdam
Christelijk onderwijs in Rotterdam Katholieke school in Nederland School in het voortgezet onderwijs in Nederland School in Lansingerland School in Rotterdam
1
middelbare school, voortgezet onderwijs, secundaire school
11,637
Pond
571894
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leenderbos%2C%20Groote%20Heide%20%26%20De%20Plateaux
Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux
Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux is een Natura 2000-gebied (classificatie:Hogere zandgronden, nummer 136) in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het gebied ligt verdeeld in de gemeenten Bergeijk, Cranendonck, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre en heeft een totale oppervlakte van 4356 ha. Het natuurgebied ligt op een aaneengesloten zandrug tussen Eindhoven en het Belgische Achel. Het bestaat uit naaldbossen en heidevelden en wordt doorsneden door enkele beekdalen. Het is onderdeel van het Kempische landschap dat gekenmerkt wordt door hoogteverschillen die tijdens de laatste ijstijd zijn ontstaan door dekzandafzettingen. Het gebied bestaat uit de deelgebieden Leenderbos, Groote Heide, de Malpie en de Plateaux. Het sluit bovendien aan bij natuurgebieden in België. Het grensoverschrijdend geheel wordt ook aangeduid als: Natuurgrenspark De Groote Heide met Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux en Belgische natuurgebieden als Hageven en Beverbeekse Heide. Ligging en omgeving Globaal gezien ligt de bedoelde zandrug en bosgordel tussen de Dommel in het westen en de Kleine Dommel in het oosten. Het gebied wordt aan de westkant begrensd door het dal van de Tongelreep, aan de oostkant door het dal van de Strijper Aa en de landbouwgronden rond Leende en Heeze. Zuidelijk van Valkenswaard, waar de Tongelreep en de Dommel op korte afstand van elkaar lopen, gaan de natuurgebieden van de Groote Heide en omgeving naar het westen over in het bos- en heidereservaat de Malpie en het beekdalreservaat de Malpiebeemden. Het gebied ligt voor het grootste deel in de gemeente Heeze-Leende, verder in de gemeenten Eindhoven, Waalre en Valkenswaard. Van de middeleeuwen tot ongeveer 1900 was er sprake van een groot heideveld, slechts doorsneden door enkele zandpaden en de weg van Leende naar Valkenswaard. De heide strekte zich ononderbroken uit over een kleine twintig kilometer lengte van noord naar zuid tussen Eindhoven en het Belgische Achel. Het is nog steeds vrij gebruikelijk is om het gehele gebied aan te duiden als de "Grote Heide". De Stratumse heide en daarbij aansluitende Groote Heide heetten toen ze nog eigendom waren van de familie Philips tezamen "Leenderheide" hoewel ze niet direct in de buurt van Leende lagen. De naamgeving in dit gebied geeft dan ook nogal eens aanleiding tot verwarring. Bossen In het Leenderbos heeft veel naaldhoutaanplant plaatsgevonden tussen 1932 en 1941, veelal in het kader van werkverschaffingsprojecten voor werklozen. In het bos zijn enkele gebouwtjes uit deze periode bewaard gebleven. Men plantte niet alleen grove den ten behoeve van de mijnhoutproductie, maar vooral ook kwalitatief betere en meer productieve houtsoorten als de Douglasspar. Ook in de bosgebieden noordwestelijk van Heeze zijn wel betere houtsoorten geplant. Elders in de Groote Heide en omgeving zijn bijna uitsluitend bossen met grove den aangelegd. De naaldhoutbossen maken tegenwoordig overal geleidelijk plaats voor loofhout, bij die omvorming ligt op veruit de meeste plaatsen de nadruk op behoud en herstel van natuurwaarden. Heidevelden Op drie plaatsen in het beschreven gebied zijn uitgestrekte heidevelden bewaard gebleven: De Groote Heide bij Geldrop, de Heide aan het Diepmeerven en de heiden in Baronie Cranendonck, middelgrote heidegebieden zoals de Spinsterberg, de Stratumse heide en de Hasselsvennen. Verder komen er veel restanten in de vorm van kleine heidegebiedjes voor. In het Leenderbos werden bij een aantal vennen bewust het aangrenzend heidegebied gespaard voor het landschappelijk effect. Het betreft Galberg (8 ha), Laagveld (22 ha), Dorven (10 ha) en Hasselsvennen (43 ha). Het Klein Hasselsven (5 ha) is een voorbeeld van een pingoruïne. Sinds omstreeks 2006 wordt een plan uitgevoerd waarbij men deze heidevelden vergroot en zo veel mogelijk onderling verbindt. De heidevelden in het Leenderbos worden begraasd door een kudde van 300 Kempense heideschapen. Valkerij De wijde omgeving van Valkenswaard was in vroeger tijden werkterrein voor talrijke valkeniers, die afkomstig waren uit Leenderstrijp en Valkenswaard. Het landgoed Valkenhorst en de plaats Valkenswaard danken er hun naam aan. Er lagen vangstplaatsen bij de Klotvennen en de Hasselsvennen. Restanten van de laatste vangstplaats zijn nog zichtbaar in de vorm van een ronde verhoging op de heide. Op de Groote Heide nabij de abdij van Achel is een tobhut of vangsthut nagebouwd waar uitleg over het werken met afgerichte roofvogels wordt gegeven. Goed afgerichte valken brachten enorme prijzen op zodat de valkerij een niet onaanzienlijke bron van inkomsten vormde. Beekdalen Globaal gezien ligt de beschreven zandrug tussen de dalen van de Dommel in het westen en de Kleine Dommel in het oosten. De grotenddeels rechtgetrokken Tongelreep loopt bij Valkenswaard westelijk langs het Leenderbos en bij Waalre door een landbouwenclave tussen de gemeentebossen van Aalst-Waalre, de Valkenhorst en Heezerhoeve. In het westen van het Leenderbos en Valkenhorst werden, in het dal van de Tongelreep, visvijvers aangelegd op initiatief van sigarenfabrikanten uit Valkenswaard Later werden die uitgebaat door onder andere de Heidemij. Bij het Groot Huisven ontspringt het kleine stroompje de Beekloop. Een ca 100 ha groot gebied langs de Tongelreep werd in cultuur gebracht door de monniken van de Achelse Kluis. Nadat dezen hun landbouwactiviteiten staakten kwam het in bezit van Staatsbosbeheer, dat een natuurherstelproject uitvoerde inclusief een hermeandering van de Tongelreep. Dit project werd in 1995 afgerond. Versnippering en eigendommen Sinds 1900 is dit gebied geleidelijk bebost en deels ontgonnen tot landbouwgebied en visvijvers in het dal van de Tongelreep. In omvang bleven de ontginning echter vrij beperkt en er bleven aanzienlijke oppervlakten heide gespaard. Ook ontstond een goed samenhangend bosgebied. Toch raakte het gebied in de tweede helft van de 20e eeuw ernstig versnipperd door de aanleg van de snelwegen A2 en A67, thans ook wel bekend als E25 en E34. De A2 wordt op twee plaatsen door fietspaden overbrugd, en de A67 wordt op één plaats door een fietspad overbrugd (en nog één net buiten het gebied). Sinds 2007 bestaan plannen om over de A2 en over de weg van Leende naar Valkenswaard zijn ecoducten aan te leggen. In 2013 is een start gemaakt met de bouw van deze ecoducten. Brabants Landschap Noordelijk van het Leenderbos is het grootste deel in bezit van het Brabants Landschap dat de volgende landgoederen bezit: Valkenhorst: De Valkenhorst is inclusief Heezerhoeve, de Spinsterberg en een deel van de Valkenswaardse Visvijvers 798 ha groot. Het ligt noordelijk van de weg Leende-Valkenswaard en westelijk van de A2. Groote Heide Dit 332 ha grote gebied ligt ten zuiden van de A67 en ten oosten van de A2. Er liggen uitgestrekt heidevelden en enig bos. Stratumse Heide Dit is een ca 110 ha groot heidegebied dat op een enkel mooi stuk na met vliegdennen is dichtgegroeid. Gemeenten en particulieren De Gemeentebossen van Heeze-Leende beslaan in totaal zo'n 250 ha. Deze omvatten naast bos ook uitgestrekte heidegebieden waaronder de vennen en heiden van het Diepmeerven (130 ha) en de imposante stuifduinen met vliegdennen bij Heezerenbosch. Verder naar het oosten sluiten die gebieden aan bij de goeddeels particuliere bossen en landbouwgebieden in het 600 ha grote waterwingebied van Brabant Water, dat zich uitstrekt van de omgeving van het Diepmeerven tot vlak bij Geldrop. Dit bos bestaat deels uit betere houtsoorten. Het is qua natuur en voor de recreant bijzonder boeiend door de afwisseling van bossen met een aantal vennetjes verschillende natte weilandgebieden, zoals de Oeffels en het voormalige Groot Huisven. Deze gebieden strekken zich uit tot aan de 'Meelakkers' vlak bij Geldrop. Nu is dat een bosgebied, maar rond 100 jaar geleden lag hier een gehucht dat verlaten werd en teruggegeven aan de natuur. De uitgestrekte gemeentebossen van Waalre bij Aalst en de even uitgestrekte particuliere bossen in deze gemeente (onder andere van de familie Philips) bestaan bijna geheel uit grovedennenbos, gedeeltelijk op oud stuifzand. Met name zuidelijk van Aalst liggen diverse schilderachtige vennetjes met veenpluis en waterlelies, naast buurtjes met voorname villa's, zoals Treeswijk en Waltrilo. Aansluitend aan de gemeentebossen van Waalre ligt in de gemeente Valkenswaard een groot golfterrein. Op dit terrein komen verschillende (grotendeels met vliegdennen dichtgegroeide) heidevelden voor en een aantal vennen. Aan de oostrand meandert de Tongelreep. Aan de rand van de bebouwde kom van Valkenswaard, aan de Merendreef ligt het Grote Meer. Ondanks de verharde, promenade-achtige inrichting van de zuidelijke oever heeft dit vrij grote, schilderachtige ven veel bijzondere natuurwaarden weten te behouden. Ook in het Belgische gebied ten zuiden van de Achelse Kluis zijn uitgestrekte natuurgebieden te vinden, zoals Beverbeekse Heide, Binnenheide, Haarterheide en Lange Els. Deze liggen op het grondgebied van Achel. Boswachterij Leende Het bezit van het Staatsbosbeheer beperkt zich tot de Boswachterij Leende en de Baronie Cranendonk, samen wel veruit het grootste natuurgebied op de zandrug van de voormalige Groote Heide. Veruit het grootste en belangrijkste natuurgebied in deze zandrug betreft het Leenderbos. De "Boswachterij Leende" had in 1996 een oppervlakte van 2309 ha, maar daartoe rekende men ook de heiden en overige natuurgebieden bij de Achelse kluis en Soerendonk, ook bekend als Baronie Cranendonk. Rond 1900 kocht Staatsbosbeheer het gedeelte ten zuiden van de weg Leende-Valkenswaard. Het Leenderbos is een van de eerste bossen die bewust zodanig aangelegd werden dat het tevens een aantrekkelijk recreatiegebied zou worden. Daarom werd een aantal vennen met hun naaste omgeving van de bebossing uitgezonderd. In het zuiden bleef zelfs een uitgestrekt heide gespaard, maar dat was niet zozeer opzet maar eerder een gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Het bos wordt gekenmerkt door een netwerk van gebogen singels en oude verbindingswegen. Er lopen heel wat wandel-, ruiter- en fietsroutes doorheen. De Kluizerweg, die van noord naar zuid door het bos loopt, is een smalle asfaltweg die ooit voor auto's is bedoeld, maar vanwege het streven naar een stiltegebied nu teruggebracht is tot een rustige fietsroute. Baronie Cranendonck Baronie Cranendonck maakt deel uit van Boswachterij Leende, maar heeft een geheel eigen en nogal complex karakter. Het gebied is al met al zo'n 600 ha groot. Het omvatte niet de 'eigenlijke' boswachterij, maar wel de Groote heide en een keten van natuurgebieden ten noorden en westen van Soerendonk en Gastel met diverse moerassen, broekbossen en verschillende heidevelden. Zie:Baronie Cranendonck Recreatieve voorzieningen Door heel het gebied loopt een vrij dicht net van 'doorgaande' fietspaden, die tevens voor de recreatie zeer geschikt zijn. Een zeer bekend knooppunt van fietsroutes ligt bij de zogenaamde Hut van Mie Pils. Hier is een café met terras en een startpunt van diverse uitgezetten wandelroutes. Een bijzondere recreatieve fietsroute is aangelegd over het tracé van het voormalige spoorlijntje van Geldrop naar Valkenswaard. Aan een fietsroute naar de Achelse Kluis is een vangsthut voor valken nagebouwd. De oude stuifzandgebieden Molenheide (bij Leende) en Heezerenbosch (bij Heeze) hebben een functie als recreatiegebied met rondwandelingen en picknickweiden. In beide gebieden vindt men nog enkele 'kampjes' of 'bergjes', dat zijn in het voormalige stuifzand gelegen voormalige (aardappel)akkertjes die door eikenwallen worden omzoomd. Volgens een overlevering heeft bij de Molenheide, in de buurt van het huidige viaduct onder de A2, de legendarische 'Biblibonseberg' gelegen. In het noorden van het Leenderbos ligt een natuurkampeerterrein. Langs de weg van het Leenderbos naar Soerendonk ligt een vogelplas (het Soeriks Goor) met een vogelkijkhut. Voor de toeristen werd een uitkijktorentje gebouwd een kilometer noordelijk van de Achelse Kluis, waar de Tongelreep zijn oude loop terugkreeg. Bescherming De gebieden Leenderbos, Groote Heide en delen van de gemeentebossen van Heeze (omgeving Diepmeerven) zijn samen met de Malpie en de Malpiebeemden aangewezen als Natura 2000-gebied. Externe link Natura 2000 Gebiedendatabase Natura 2000 in Nederland Bos in Noord-Brabant Heeze-Leende Heide in Nederland Natuurgebied in Noord-Brabant Geografie van Valkenswaard Waalre Boven-Dommeldal
In het westen van het Leenderbos en Valkenhorst werden, in het dal van de Tongelreep, visvijvers aangelegd op initiatief van sigarenfabrikanten uit Valkenswaard Later werden die uitgebaat door onder andere de Heidemij.
1
vijver, waterpartij, tuinvijver
11,975
DanceGroup
4329015
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosas%20%28dans%29
Rosas (dans)
Rosas is een Belgische dansgroep opgericht in 1983 door Anne Teresa De Keersmaeker. De drie andere stichtende leden waren Fumiyo Ikeda, Michèle Anne De Mey en Adriana Borriello. Rosas bracht sinds die oprichting onder leiding van De Keersmaeker voorstellingen als Rosas danst Rosas, Stella, Elena's Aria, Mikrokosmos, Verkommenes Ufer / Medeamaterial / Landschaft mit Argonauten (dat op 4 april 1987 in wereldpremière ging op het Springdance festival in Utrecht), Ottone, Ottone, Achterland, Toccata, Kinok et Amor constante, mas alla de la muerte, Erwartung, The Song, En attendant, Cesena, Vortex Temporum en Golden Hours (As you like it). Initieel opereerde het gezelschap vanuit het Brusselse Kaaitheater, sinds 1992 en op uitnodiging van Bernard Foccroulle werd het gezelschap resident in de Brusselse Muntschouwburg. Recente producties "The Song" kreeg zijn wereldpremière op 24 juni 2009 in het Théâtre de la Ville te Parijs. "En atendant" werd een eerste maal gebracht op 9 juli 2010 in de Église des Célestins voor het Festival van Avignon. "Cesena" het jaar nadien werd ook in Avignon een eerste maal gebracht voor het festivalpubliek op 16 juli 2011 "Vortex Temporum" ging in première op de Ruhrtriennale op 3 oktober 2013 "Golden Hours (As you like it)" kreeg zijn wereldpremière op 23 januari 2015 in het Brusselse Kaaitheater Erkenning De productie Rain, oorspronkelijk uit 2001, werd in 2003 genomineerd voor de Laurence Olivier Award for Best New Dance Production van The Society of London Theatre. Het Berlijnse tijdschrift Ballet-Tanz organiseert een jaarlijkse internationale verkiezing voor onder meer het beste dansgezelschap van het jaar. In augustus 2008 koos een internationale jury van een veertigtal critici voor 2008 voor Rosas. Film- en videowerk Répétitions (Marie André, 1985, 43 min) Hoppla! (Wolfgang Kolb, 1989, 52min) Monoloog van Fumiyo Ikeda op het einde van Ottone, Ottone (Walter Verdin, Anne Teresa De Keersmaeker en Jean-Luc Ducourt, 1989, 6min23sec) Ottone, Ottone (deel 1 en 2) (Walter Verdin en Anne Teresa De Keersmaeker, 1991, deel 1: 52min en deel 2: 50min) Rosa (Peter Greenaway, 1992, 16min) Mozartmateriaal (Jurgen Persijn en Ana Torfs, 1993, 52min) Achterland (Anne Teresa De Keersmaeker en Herman Van Eyken, 1994, 84min) Tippeke (Thierry De Mey, 1996, 18min) Rosas danst Rosas (Thierry De Mey, 1997, 57min) Fase (Thierry De Mey, 2002, 58min) Rain (Olivia Rochette en Gerard-Jan Claes, 2012, 83min) Belgisch dansgezelschap Cultuur in Brussel Muntschouwburg
Rosas is een Belgische dansgroep opgericht in 1983 door Anne Teresa De Keersmaeker. De drie andere stichtende leden waren Fumiyo Ikeda, Michèle Anne De Mey en Adriana Borriello.
1
dansgroep, dansgezelschap, dansensemble
9,835
Room
2519428
https://nl.wikipedia.org/wiki/Carmoklooster
Carmoklooster
Het Carmoklooster (Portugees: Convento da Ordem do Carmo) is een historisch gebouw in Lissabon, Portugal. Het gebouw is een voormalig klooster met bijbehorende kerk, gelegen in de wijk Chiado. Beide gebouwen raakten zwaar beschadigd tijdens de Aardbeving in Lissabon in 1755. De ruïnes van de gotische kerk zijn vandaag de dag het grootste nog bestaande bewijs van de aardbeving. Het gebouw is tegenwoordig een archeologisch museum en hoofdkwartier van de Guarda Republicana. Geschiedenis Het Carmoklooster werd in 1389 gesticht door de Portugese ridder Nuno Alvares Pereira voor de Karmelieten. Pareira had in 1385 het Portugese leger geleid in de Slag bij Aljubarrota. De eerste inwoners van het klooster waren Karmelieten uit Moura, die in 1392 hun intrede in het klooster namen. In 1404 doneerde Álvares Pereira zijn rijkdom aan het klooster en in 1423 werd hij er zelf monnik. Op 1 november 1755 werden het klooster en de kerk grotendeels verwoest tijdens de aardbeving in Lissabon. De bibliotheek ging met zijn 5000 boeken geheel ten onder. De restanten van het klooster werden heringericht als militair kwartier. De kerk werd nooit geheel herbouwd en werd in 1864 gedoneerd aan de Associatie voor Portugese Archeologen, die er een museum van maakten. Tijdens de Anjerrevolutie diende het klooster als laatste bolwerk van president Marcello Caetano en de soldaten die hem trouw waren. Architectuur Het klooster en de kerk werden gebouwd tussen 1389 en 1423 in de doorsnee gotische stijl zoals die destijds gebruikelijk was voor Bedelorden. Er zijn ook duidelijk invloeden van het Batalhaklooster, welke rond dezelfde tijd werd gebouwd. De vloer van de kerk heeft de vorm van een Latijns kruis. De voorgevel had een portaal met verschillende archivolten en kapitelen gedecoreerd met plant- en antropomorfische motieven. Het roosvenster is deels verwoest. Het interieur van de kerk heeft een schip met drie zijbeuken en een apsis. Het stenen dak van het schip stortte bij de aardbeving in en is nooit herbouwd. Museum Het schip en de apsis van de kerk zijn tegenwoordig een klein museum met voorwerpen uit alle periodes van de geschiedenis van Portugal. Het schip bevat een reeks tombes, fonteinen, ramen en andere architectonische relikwieën uit verschillende plaatsen en in verschillende bouwstijlen. De oude apsiskapellen worden ook gebruikt als expositiekamers. In een ervan liggen prehistorische objecten opgegraven bij een fortificatie nabij Azambuja (3500–1500 voor Christus). De gotische tombes zijn onder andere van Fernão Sanches, een bastaardzoon van koning Dionysius van Portugal, en Ferdinand I van Portugal. Externe link Website Associação dos Arqueólogos Portugueses/Museu Arqueológico do Carmo Klooster in Portugal Karmelieten Bouwwerk in Lissabon Religie in Lissabon
De oude apsiskapellen worden ook gebruikt als expositiekamers. In een ervan liggen prehistorische objecten opgegraven bij een fortificatie nabij Azambuja (3500–1500 voor Christus).
1
kamer, ruimte, hotelkamer
7,822
MonetaryAmount
4259661
https://nl.wikipedia.org/wiki/Transitievergoeding
Transitievergoeding
Een transitievergoeding is in het Nederlands recht een met de Wet werk en zekerheid ingevoerde financiële compensatie die de werkgever betaalt aan de werknemer bij ontslag. In bepaalde gevallen wordt deze ontslagvergoeding aangeduid met de term gouden handdruk. Doel De transitievergoeding heeft tot doel de werknemer te compenseren voor ontslag en de transitie naar een nieuwe baan te vergemakkelijken. De transitievergoeding is in de regel verschuldigd bij ontslag of het niet voortzetten van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op initiatief van de werkgever. Compensatieregeling transitievergoeding Met de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) kunnen werkgevers in Nederland vanaf 1 april 2020 gebruik maken van de compensatieregeling transitievergoeding langdurige arbeidsongeschiktheid (kortweg: compensatieregeling transitievergoeding of CRTV). Het is een regeling uit de WAB die het voor werkgevers mogelijk maakt als na beëindiging van de arbeidsovereenkomst in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer een (transitie)vergoeding is betaald, bij het UWV een verzoek in te dienen voor compensatie. Dit kan ook met terugwerkende kracht bij dienstverbanden die zijn geëindigd vanaf 1 juli 2015. Op 1 april 2020 is de regeling in werking getreden. Initiatief Bij de transitievergoeding ligt het initiatief tot het ontslag of het niet voortzetten van een arbeidsovereenkomst meestal bij de werkgever. Als beide partijen met wederzijds goedvinden de arbeidsovereenkomst beëindigen, worden de onderlinge afspraken in een overeenkomst vastgelegd. Deze overeenkomst wordt aangeduid als een vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst. Hoogte Er is opgenomen dat de transitievergoeding per jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd een derde bruto maandsalaris bedraagt en dat de berekening van de hoogte van de transitievergoeding over overige delen van het dienstverband naar rato zal plaatsvinden. De maximum transitievergoeding in 2023 is € 89.000 of een heel jaarsalaris indien het inkomen hoger was dan € 89.000. Rekenvoorbeeld De hoogte van de transitievergoeding kan aan de hand van het volgende voorbeeld berekend worden. Een werknemer met een bruto maandsalaris van €3.000 van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd na 15 jaar dienstverband heeft recht op een transitievergoeding. Over de gehele duur van het dienstverband wordt een transitievergoeding betaald van 1/3 maandsalaris per dienstjaar. De totale verschuldigde transitievergoeding is: 15 × (1/3 x 3.000) = €15.000. Berekening naar rato Bij de berekening van de transitievergoeding is de eerste stap om deze te berekenen over de hele dienstjaren. Voor de resterende duur van de arbeidsovereenkomst en voor arbeidsovereenkomsten die korter dan een jaar duren, wordt de transitievergoeding naar rato berekend. Daarvoor kan de volgende formule worden gehanteerd: Transitievergoeding = (bruto salaris/bruto maandsalaris) × (1/3 bruto maandsalaris / 12) Aftrekposten Kosten van bijvoorbeeld outplacement of scholing kunnen worden afgetrokken van de transitievergoeding, evenals kosten die de werkgever heeft, omdat een langere opzegtermijn wordt gehanteerd en de werknemer gedurende deze periode is vrijgesteld van werk. Deze kosten moeten zijn gemaakt met het oog op het ontslag en in overleg met de werknemer. Heeft de werkgever tijdens de arbeidsovereenkomst kosten gemaakt om de inzetbaarheid van de werknemer buiten de organisatie te bevorderen? Dan kunnen ook deze kosten in overleg met de werknemer in mindering worden gebracht. Voor het in mindering kunnen brengen van kosten op de transitievergoeding gelden de volgende voorwaarden: De werkgever heeft de kosten gespecificeerd en de werknemer hierover geïnformeerd. De werknemer stemt vooraf schriftelijk in met het in mindering brengen van de kosten op de transitievergoeding. De kosten zijn gemaakt door de werkgever zelf. De kosten zijn gemaakt ten behoeve van de werknemer. Loonkosten mogen niet in mindering worden gebracht. Dit is anders als de werknemer en de werkgever een langere opzegtermijn afspreken en de werknemer in deze periode is vrijgesteld van werk. De kosten staan in een redelijke verhouding tot het doel waarvoor de zijn gemaakt. De kosten komen in mindering op dat deel van de transitievergoeding dat is opgebouwd in de periode waarin de kosten zijn gemaakt of hierna. De kosten kunnen niet elders door de werkgever worden gedeclareerd. De kosten kunnen niet op de werknemer worden verhaald via bijvoorbeeld een studiekostenbeding. Externe links Ontslagprocedure Werknemer op Rechtspraak.nl Ontslagprocedure Werkgever op Rechtspraak.nl Arbeidsrecht Rechtspraak in Nederland Juridische terminologie
Berekening naar rato Bij de berekening van de transitievergoeding is de eerste stap om deze te berekenen over de hele dienstjaren. Voor de resterende duur van de arbeidsovereenkomst en voor arbeidsovereenkomsten die korter dan een jaar duren, wordt de transitievergoeding naar rato berekend. Daarvoor kan de volgende formule worden gehanteerd: Transitievergoeding = (bruto salaris/bruto maandsalaris) × (1/3 bruto maandsalaris / 12)
3
geldbedrag, valuta, salaris
1,934
FMRadioChannel
867825
https://nl.wikipedia.org/wiki/TenneT-toren
TenneT-toren
De TenneT-toren of KEMA-toren is een straalverbindingstoren in de Gelderse provinciehoofdstad Arnhem. Het bouwwerk op Arnhems Buiten meet inclusief mast in totaal 149 meter. Na de sloop van de 155 meter hoge schoorsteen van de Elektriciteitscentrale Gelderland in Nijmegen op 5 maart 2022, werd de TenneT-toren het hoogste gebouw in de provincie Gelderland. De toren is in 1969 door het samenwerkingsverband van nutsbedrijven SEP (in 2000 opgevolgd door netbeheerder TenneT) gebouwd voor communicatie tussen onderstations in het hoogspanningsnet. Tegenwoordig functioneert het bouwwerk als doorgiftestation van digitale radio- en televisiesignalen. De toren doet dienst als zendmast van onder andere Radio 538 en tot het voorjaar van 2009 van Arrow Classic Rock. Ook worden er via deze toren mobiele diensten aangeboden van KPN. Sinds juni 2011 ook voor Vodafone en sinds maart 2017 ook voor T-Mobile.. Deze FM-zenders zenden er uit: 87,8 MHz 100% NL 88,9 MHz Omroep Gelderland 89,6 MHz RADIONL 90,5 MHz Sublime 90,9 MHz Slam! 92,1 MHz NPO Radio 4 92,9 MHz NPO Radio 2 96,5 MHz NPO 3FM 97,7 MHz Radio Veronica 98,6 MHz NPO Radio 1 99,9 MHz BNR Nieuwsradio 100,9 MHz Q-Music 101,5 MHz Sky Radio 102,4 MHz Radio 538 104,1 MHz Radio 10 De bijnaam KEMA-toren is te danken aan het feit dat de toren is gebouwd op het bedrijventerrein waar de KEMA gevestigd is in het westen van Arnhem. Bouwwerk in Arnhem Toren in Gelderland Radio- en televisietoren in Nederland Transformatorstation Straalverbindingstoren
Deze FM-zenders zenden er uit: 87,8 MHz 100% NL 88,9 MHz Omroep Gelderland 89,6 MHz RADIONL 90,5 MHz Sublime 90,9 MHz Slam! 92,1 MHz NPO Radio 4 92,9 MHz NPO Radio 2 96,5 MHz NPO 3FM 97,7 MHz Radio Veronica 98,6 MHz NPO Radio 1 99,9 MHz BNR Nieuwsradio 100,9 MHz Q-Music 101,5 MHz Sky Radio 102,4 MHz Radio 538 104,1 MHz Radio 10
1
FM-radio, FM-zender, FM-kanaal
832
HowToDirection
512523
https://nl.wikipedia.org/wiki/Microbiologische%20veiligheidswerkkast
Microbiologische veiligheidswerkkast
Een microbiologische veiligheidswerkkast is bedoeld om het risico voor de gebruiker te beperken bij handelingen met gevaarlijke of potentieel gevaarlijke micro-organismen. Dit type kast beschermt de gebruiker niet tegen alle mogelijk gevaren. Sommige typen veiligheidswerkkast beschermen ook het in de kast gebruikte materiaal tegen omgevingsinvloeden. E.e.a. is genormeerd in de NEN-EN 12469. Gevaren zoals benoemd in de EN 12469 Er dient rekening gehouden te worden met de volgende risico's: Vrijkomen van micro-organismen tijdens gebruik, bijvoorbeeld door de opening aan de voorzijde, de uitblaas, kanalen of het de kast. Vrijkomen van micro-organismen gedurende demontage of onderhoud bij bijvoorbeeld het vervangen van het filter als gevolg van onvoldoende sterilisatie. Vrijkomen van micro-organismen bij het verwijdern van besmet material na 'product- or cross contamination" Classificatie Deze norm kent drie classificaties voor de veiligheidswerkkasten Klasse I Een veiligheidswerkkast met een opening aan de voorzijde. De constructie is zodanig dat de gebruiker is beschermd door middel van een inwaartsgerichte luchtbeweging en filtering van de afgezogen lucht. Klasse II Een veiligheidswerkkast met een opening aan de voorzijde. De constructie is zodanig dat de gebruiker is beschermd en het risico op "product and cross contamination" laag is, door middel van een voor de toepassing geschikte interne gefilterde luchtbeweging en filtering van de afgezogen lucht. Een typische manier om dit te bereiken is door middel van een unidirectionele omlaag gerichte laminaire luchtstroming in de kast en een luchtgordijn in de opening aan de voorzijde. De meeste voorkomende uitvoering heeft twee filters, een downflow filter en een uitblaas (exhaust) filter, maar de meeste fabrikanten hebben voor specifieke toepassingen ook een driefilter variant. In de Europese standaard wordt deze variant niet benoemd, maar veelal wordt voor deze uitvoering verwezen naar de Duitse DIN 12980 ("Safety Cabinets for handling cytostatic subtances"). Naast de in Europa veel voorkomende 2-filter en 3-filter varianten met recirculatie kent men vanuit de Amerikaanse standaard NSF 49 ook nog een andere onderverdeling voor dit type die vaak aanvullend gebruikt wordt. Alhoewel dus geen onderdeel van de Europese richtlijnen zijn deze toch wel relevant om de kennen: De EN 12469 maakt geen onderscheid tussen deze twee, maar vaak wordt door leveranciers verwezen naar de Amerikaanse standaard (NSF/ANSI 49) Type A1/A2; Minimaal 0,38m/s of 0.51 m/sintrede, HEPA downflow filter (recirculerend) en HEPA exhaust Type B1; Minimaal 0.51 m/s intrede, HEPA downflow filter (recirculerend) en uitblaas naar buiten het gebouw via een HEPA filter en afzuigkanaal Type B2; Minimaal 0.51 m/s intrede, HEPA downflow filter (niet-recirculerend) en uitblaas naar buiten het gebouw via een HEPA filter en afzuigkanaal Klasse III Een veiligheidswerkkast waarbij de werkomgeving volledig is afgesloten en de laborant van de werkplek is gescheiden door een fysieke barrière (bijvoorbeeld Glove Box). De afgevoerde lucht wordt gefilterd. Meer informatie specifiek voor isolatoren is onder andere te vinden in de EN 12741 Oplevering en periodieke controle Overeenkomstig de NEN-EN 12469 dient een microbiologische werkbank voorzien te zijn van een type test voor ieder type werkbank. Selectie van de gewenste werkbank vindt onder andere plaats op basis van onder andere veiligheid en prestaties zoals vastgelegd in het type testrapport. In de EN 12469 zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot controles bij ingebruikname (installation testing) en periodieke keuring (routine maintenance testing). Ingebruikname (installation testing) Vaststellen dat de geleverde microbiologische werkbank overeenkomt met de gewenste en gecertificeerde zuurkast, dat de ingestelde luchtbehandeling overeenstemt met de specificaties en dat de omgevingsfactoren geen nadelige invloed hebben op het functioneren van de microbiologische werkbank met behulp van de testen en/of controles zoals vastgelegd in standaard waaronder tenminste: voldoet aan de specificaties van de fabrikant controle op volume volgens bijlage G en H Flowvisualisatie Filters; aerosol challenge method (bijlage D) Optioneel; retentie test (bijv. KI Discus test) Periodieke keuring (routine maintenance testing) voldoet aan de specificaties van de fabrikant controle op volume volgens bijlage G en H Flowvisualisatie Filters; aerosol challenge method (bijlage D) Zie ook Zuurkast Laboratoriuminstrument
Een microbiologische veiligheidswerkkast is bedoeld om het risico voor de gebruiker te beperken bij handelingen met gevaarlijke of potentieel gevaarlijke micro-organismen. Dit type kast beschermt de gebruiker niet tegen alle mogelijk gevaren. Sommige typen veiligheidswerkkast beschermen ook het in de kast gebruikte materiaal tegen omgevingsinvloeden. E.e.a. is genormeerd in de NEN-EN 12469.
1
instructie, handeling, stappenplan
12,396
TravelAction
568283
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Beilen
Station Beilen
Station Beilen (afkorting Bl) is een spoorwegstation in Beilen aan de spoorlijn Groningen – Meppel. Het station werd geopend op 1 mei 1870, gesloten op 15 mei 1938, en op 1 juni 1940 station weer geopend. In 1970 is het huidige stationsgebouw gebouwd door de architect Cees Douma. Het was de eerste van zeventien stations in dit standaardtype stationsgebouw. Dit type kreeg dan ook de naam standaardtype Beilen. Tussen 10 mei 2003 en april 2008 is in het stationsgebouw Beilen De Ster Videotheek geopend, als herbestemming, maar ook ter bevordering van de sociale controle op het station. Deze is echter nu permanent gesloten. In de plaats daarvoor is Kapsalon Eefje het pand ingetrokken. Vanaf juli 2009 is het gebouw in gebruik door Van de Nadort juristen. Voorzieningen Direct bij het station zijn plaatsen om onbewaakt fietsen te stallen. Fietsen kunnen hier ook in een kluis worden gezet voor extra beveiliging. OV-fietsen zijn ook beschikbaar om te huren bij het station. De fietsenstalling is circa 9x85 meter in grootte. Voor auto's is er een gratis parkeerplaats die ook gelegen is naast het station. Er is één ticketmachine aanwezig op het station. Kaartjes uit deze automaat bevatten een €1 toeslag. Ook kan er ingecheckt worden met een OV-chipkaart via de OV-chipkaart palen aanwezig op het station. Overige voorzieningen zijn: AED, geleidelijnen, hellingbaan, wachtruimtes en een watertappunt Treinen Op station Beilen stoppen de volgende treinseries: Treinen vertrekken normaliter om het halve uur per bestemming maar dit kan afwijken. Aanvullend vervoer Op het station kan per 15 december 2019 overgestapt worden op de volgende buslijnen: Lijn 22: Assen - Hooghalen - Beilen - Westerbork - Orvelte - Wezup - Zweeloo (- Noord Sleen - Emmen) Lijn 28: Beilen - Holthe - Wijster - Spier - Lhee - Dwingeloo - Dieverbrug - Uffelte - Havelte - Meppel Lijn 520: Beilen - Hijken - Hoogersmilde Ook is er een taxistandplaats aanwezig. Externe links Beilen Bouwwerk in Midden-Drenthe Bouwwerk van Cees Douma
Aanvullend vervoer Op het station kan per 15 december 2019 overgestapt worden op de volgende buslijnen: Lijn 22: Assen - Hooghalen - Beilen - Westerbork - Orvelte - Wezup - Zweeloo (- Noord Sleen - Emmen) Lijn 28: Beilen - Holthe - Wijster - Spier - Lhee - Dwingeloo - Dieverbrug - Uffelte - Havelte - Meppel Lijn 520: Beilen - Hijken - Hoogersmilde
1
reizen, vervoer, reisactie
3,936
TouristInformationCenter
278036
https://nl.wikipedia.org/wiki/Drimmelen%20%28plaats%29
Drimmelen (plaats)
Drimmelen is een dorp in de gemeente Drimmelen in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Op telde het inwoners. Het ligt in het noorden van de gemeente aan de rivier de Amer. Drimmelen ligt tussen Made en Geertruidenberg. Dichtstbijzijnde grote stad is Breda. Het dorp heeft aan de rivier een watersportcentrum en een jachthaven. Toponymie Er wordt wel beweerd dat de naam Drimmelen afkomstig zou zijn van drie mijlen: de afstand tot Geertruidenberg. Een mogelijke naamsverklaring zou het Keltische drumlin kunnen zijn, dat verhoging betekent: een rivierduin of donk. Geschiedenis Het voormalige dorp Drimmelen werd tijdens de Sint-Elisabethsvloed van 1421 van de kaart geveegd. Veel verder landinwaarts ontstond toen Oud-Drimmelen. Toen in 1645 de Emiliapolder ten noorden van Oud-Drimmelen tot stand kwam ontstond Nieuw-Drimmelen aan een spuisluis bij de Amer. Oud- en Nieuw-Drimmelen hoorden bij elkaar. De (hervormde) kerk en de begraafplaats bleven lang in Oud-Drimmelen gevestigd. In 1730 werd een groot deel van Oud-Drimmelen door brand verwoest. Het zwaartepunt van de bewoning verplaatste zich naar Nieuw-Drimmelen, wat geleidelijk aan Drimmelen ging heten. Tot 1792 werd de kerk van Oud-Drimmelen nog gebruikt, maar in hetzelfde jaar kwam in Nieuw-Drimmelen een kerk gereed, waarop de kerk van Oud-Drimmelen in 1793 voor sloop werd verkocht. De begraafplaats is daar echter nog aanwezig, evenals de fundamenten van het kerkje. Naast Hervormden ontstonden er ook Gereformeerden. Dezen hielden van 1898 tot 1909 hun godsdienstoefeningen in een woning aan de Dorpsstraat, vervolgens in een kleine ruimte achter een woning aan de Weitjes, om in 1935 een kerkje te betrekken aan Batterijstraat 16. Dit kerkje werd in 1996 verlaten en is nu een woonhuis. Bestuurlijk behoorde Drimmelen tot 1795 bij het Baljuwschap Zuid-Holland. Het was een ambachtsheerlijkheid. De Fransen voegden Drimmelen met Made samen tot de gemeente Made en Drimmelen. Deze werd in 1997 samengevoegd met enkele andere gemeenten en ging Made heten om later de naam Drimmelen aan te nemen. Bezienswaardigheden De Hervormde kerk van Drimmelen aan de Herengracht 28 is een zaalkerk uit 1792. Boven de ingang bevindt zich een gedenksteen met het stichtingsjaartal en de naam van de stichteres, Maria van Doorn, Vrouwe van Drimmelen. Het interieur bevat enkele 18e-eeuwse koperen lezenaars en een doopbekkenhouder. De Herengracht, een klein straatje loodrecht op het haventje, kent een lintbebouwing van 18e- en 19e-eeuwse huizen. Aan de Herengracht 2-4, 9, 13 en 24 laat-18e-eeuwse dwarse huizen. Aan de Herengracht 20-22 en 36-38 vindt men 18e-eeuwse tweebeukige diepe panden. Dorpsschool uit 1846, aan Dorpsstraat 14 Aan Weitjes 9-11 bevindt zich een kortgevelboerderij die tevens als leerlooierij dienst heeft gedaan, uit 1726. De looierij is uit 1880. Aan Weitjes 13 vindt men eveneens een 18e-eeuwse kortgevelboerderij. Monumenten Een deel van Drimmelen is een beschermd dorpsgezicht. Verder zijn er in het dorp verschillende rijksmonumenten, zie de lijst van rijksmonumenten in Drimmelen (plaats). Musea Het Biesbosch MuseumEiland. Natuur en landschap Drimmelen ligt aan de Amer, die het van Nationaal Park De Biesbosch scheidt. De Biesbosch behoort voor een aanzienlijk deel tot de gemeente Drimmelen. Drimmelen is voor velen de toegangspoort tot de Biesbosch. Er is een haventje en een jachthaven en bovendien kan men bootjes huren om de Amer over te steken en de Biesbosch in te trekken. Het Biesbosch Bezoekerscentrum Drimmelen van Staatsbosbeheer ligt nabij de haven aan de Amer. Hier is veel informatie beschikbaar over het leven in de Biesbosch. Ook aan de Drimmelense kant van de Amer ligt een natuurgebied: De Worp. Dit ligt onmiddellijk ten westen van het dorp. De omgeving van Drimmelen bestaat uit kleipolders. De Brede Vaart, met als zijtak de Kerkvaart, mondt bij Drimmelen in de Amer uit. Evenementen Herengrachtconcert, iedere twee jaar, op de laatste zaterdag van augustus. Vlaggetjesdag, in juni Verenigingen kanovereniging de Biesboschbevers Drimmelense RoeiRegatta Stichting Herengrachtconcert Hart voor Drimmelen Amer Klanken St de Rietaak Oranje comité Sport en Hobbyclub 'Drimmelen' Voorzieningen OBS ’t Klaverblad Verkeer en vervoer Drimmelen is bereikbaar via de A59. Openbaar vervoer Busdienst verzorgd door Arriva via: lijn 224: Oosterhout - Made - Drimmelen (buurtbus) Nabijgelegen kernen Geertruidenberg, Lage Zwaluwe, Hooge Zwaluwe, Made Externe links Drimmelen Drimmelen in beeld Drimmelen Plaats in Noord-Brabant Ambachtsheerlijkheid in de Nederlanden
Natuur en landschap Drimmelen ligt aan de Amer, die het van Nationaal Park De Biesbosch scheidt. De Biesbosch behoort voor een aanzienlijk deel tot de gemeente Drimmelen. Drimmelen is voor velen de toegangspoort tot de Biesbosch. Er is een haventje en een jachthaven en bovendien kan men bootjes huren om de Amer over te steken en de Biesbosch in te trekken. Het Biesbosch Bezoekerscentrum Drimmelen van Staatsbosbeheer ligt nabij de haven aan de Amer. Hier is veel informatie beschikbaar over het leven in de Biesbosch.
1
toeristeninformatiecentrum, bezoekerscentrum, toerismeinformatie
911
MovingCompany
1302753
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20organisaties%20met%20het%20predicaat%20Koninklijk%20in%20Nederland
Lijst van organisaties met het predicaat Koninklijk in Nederland
Deze lijst geeft een overzicht van instellingen en bedrijven in Nederland die het predicaat Koninklijk mogen of hebben mogen voeren. De lijst is niet volledig. Legenda: Organisaties met de aanduiding (†) bestaan niet meer, of niet meer onder die naam. Organisaties met de aanduiding (‡) voerden in het verleden het predicaat Koninklijk, maar zijn dat (bijvoorbeeld ten gevolge van fusies of overnames) kwijtgeraakt. Vermeldingen met de aanduiding (R) bestaan niet meer als zelfstandige organisatie, maar het predicaat en de naam worden nog steeds gevoerd. A Koninklijke A-ware Food Group Koninklijk Toonkunstkoor "Aalsmeer" Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (KNBA)/(NBA) Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVAR), voorheen Nederlandse Vereniging van Reinigingsdirecteuren (NVRD) Koninklijke Ahold NV (†) Koninklijke Ahold Delhaize NV Koninklijke Ahrend NV (Ahrend) Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Koninklijke Nederlandse Alpen Vereniging (KNAV) Koninklijke Amsterdamsche Zwemclub 1870 (Kon. AZ), 1870 Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB (ANWB) Koninklijke Fanfare Accelerando, Sint-Annaland Royal Apollo Group, 2022 Koninklijke Fanfare Apollo Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (KVAN), 1991 Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) Koninklijke Auping bv Koninklijke Auris Groep Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC) Koninklijke Asscher Diamant Maatschappij (KADM), 1980 Koninklijke Arnhemsche Eau de Cologne-fabriek (†) Koninklijke Avebe U.A. Koninklijke Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst (KVVAK), 2018 B Koninklijke BAM Groep nv (BAM) Koninklijke Bammens BV Royal Barenbrug Groep Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB) Koninklijke BDU Holding BV Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK), Den Haag Koninklijke Begeer (KB) Royal Begemann Group (RBG) Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Beroepsbeoefenaren in de bibliotheek-, informatie- en kennissector (NVB) Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) Koninklijke Beuk BV (Beuk) Koninklijke Bibliotheek (Nederland) (KB) Koninklijke Bijenkorf Beheer (KBB) (†) Koninklijke Nederlandse Biljartbond (KNBB) Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde Blijdorp Koninklijk Instituut tot Onderwijs voor Slechtzienden en Blinden te Huizen, thans Koninklijke Visio, 1958 Koninklijke BLN-Schuttevaer Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), opgericht 1860 Royal Bodewes (RB) Koninklijke Van den Boer Groep (KVdBG) Koninklijke Distilleerderijen Erven Lucas Bols NV(‡) (thans Lucas Bols) Koninklijke Boon Edam International B.V. (BoonEdam) Koninklijke Boom uitgevers (Boom) Koninklijke Nederlandse Bosbouw Vereniging (KNBV) Koninklijke Boskalis Westminster NV (Boskalis) Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen (KVBC) Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging (KNBV) Koninklijke Branchevereniging voor architectenbureaus (BNA) Koninklijke Zangvereniging Breda's Mannenkoor, Breda Koninklijke Brill NV (Brill) Royal Brinkman (RB) Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek (Bronbeek of KTOMM Bronbeek) Koninklijke Fabriek van Gebrande Suiker R. Buisman BV, Buisman, Zwartsluis, 1951 Koninklijke Bunge B.V. Koninklijke Burger Groep B.V. (RBG) Koninklijke Burgers' Zoo (KBZ), 2013 C Koninklijke Ten Cate nv of Royal Ten Cate (TenCate) Koninklijk Theater Carré Koninklijke Harmonie "Cecilia" Princenhage, Breda Koninklijke Harmonie St. Cecilia, Gilze Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging Amsterdam (KCOV Amsterdam) Koninklijke Chroomlederfabriek De Amstel, Waalwijk (†), opgegaan in Koninklijke Lederfabrieken Oisterwijk (KLO) (†) Koninklijk Concertgebouw (Concertgebouw) Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) Koninklijke Nederlandsche Handboogschutterij "Concordia", Amsterdam Koninklijke Harmonie Concordia, Panningen Coöperatie Koninklijke Cosun U.A., Breda Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB) Koninklijke Nederlandse Kennelclub "Cynophilia" (KNK Cynophilia) D Koninklijke Damstra Installatietechniek, Driezum Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB) Koninklijke Coöperatie Rundveeverbetering Delta (CR Delta) Koninklijke Sjouke Dijkstra B.V. Koninklijke Maatschappij voor Natuurkunde Diligentiâ (Diligentiâ), 1953 Discendo Discimus (DD), Koninklijk 's-Gravenhaags Schaakgenootschap Discendo Discimus Koninklijke Doeksen, voorheen Rederij Doeksen, 2008 Koninklijke Dordrechtse Roei- en Zeilvereeniging (KDRZV) Douwe Egberts (DE) (‡) Koninklijke DSM NV (DSM) Koninklijke Duyvis (Duyvis) (R) Koninklijke Nederlandse Vereniging van Dansleraren (KNVD) Koninklijke Dekker E Koninklijke Harmonie Eendracht maakt Macht, Wessem Koninklijke Harmonie Eendracht maakt Macht, Kruiningen Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht Koninklijke Eduard van Leer (KEVL), Amsterdam Koninklijke Nederlandse Vereniging Eerste Hulp Bij Ongelukken Koninklijke Eijkelkamp Earth Sampling Group Koninklijke Eijsbouts Klokkengieterij en Fabriek van Torenuurwerken b.v. Asten Koninklijk Eise Eisinga Planetarium Koninklijke ERU Kaasfabriek B.V. (ERU), Woerden Koninklijke Euroma B.V., Wapenveld Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging Excelsior, Amsterdam Koninklijk Mannenkoor La Bonne Espérance, Eindhoven F Royal Fassin, 2010 Feadship Royal Dutch Shipyards (Feadship) Koninklijke Nederlandse Bond van Filatelisten-Verenigingen (KNBF) Koninklijke Coöperatieve Bloemenveiling Royal FloraHolland Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden, 2009 Koninklijke FrieslandCampina, 2004 Koninklijke Friesland Foods (Royal Friesland Foods), † 2004 Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) G Koninklijke Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland (KVGN), 1973 Koninklijke Gazelle, 1992 Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds (KNGF), 1953 Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap (KNGMG), 1952 Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde(KNGGW), 1883 Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (KNGF) Goedewaagen’s Koninklijke Hollandse Pijpen- en Aardewerkfabrieken (†), 1982 Koninklijke Van Gorcum & Comp. B.V., Assen, 1950 Koninklijke Grolsch/Royal Grolsch, 1995 Verhuisbedrijf Koninklijke De Gruijter & Co, Zoeterwoude, 1920 Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU), 1919 H Koninklijke Haagse Cricket & Voetbal Vereeniging (Kon. HC&VV) Koninklijke Haagsche Golf & Country Club (KHG&CC), 1993 Koninklijke Haagse Harmonie Royal Hakvoort Shipyards Koninklijke Harmonie van Thorn Koninklijke Harmoniekapel Delft, 1959 Royal HaskoningDHV (HaskoningDHV) Koninklijke Heijmans Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij (KNHM), 1963 Koninklijke HFC (Haarlemsche Football Club), 1959 Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap (KNHG) Koninklijke Nederlandse Hockeybond (KNHB) Royal Hoitsema Labels, 1953 Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN) Koninklijke Hondenbescherming Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken (Hoogovens of KNHS) (†) Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereeniging de Hoop (KARZV De Hoop) Koninklijke Horeca Nederland (KHN) Royal Huisman (Huisman) Royal Houdijk, 1922 Koninklijke Groninger Roeivereniging De Hunze (KGR De Hunze) Koninklijke Harmonie St. Cecilia 1836, Vaals Koninklijk Mannenkoor Cecilia 1837, Vaals Koninklijke Harmonie 's-Hertogenbosch 1894, 's-Hertogenbosch Koninklijke Hoppenbrouwers Techniek 1918, Udenhout Koninklijke HZPC 1898, Joure I Koninklijke Imtech NV (Imtech) (†) Koninklijke IHC (IHC) Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIvI) Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) of Tropeninstituut Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) Koninklijk Nederlands Instituut Rome (KNIR), Rome Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) J Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), 1949 Koninklijke Joh. Enschedé Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso Drukkerij Em. de Jong B.V., Baarle-Nassau Koninklijke Jongeneel (Jongeneel) Koninklijke Jumbo (spellen) Koninklijke Jumbo Food Groep, 2021, (supermarkten) K Koninklijke Nederlandsche Maatschappij van Kaas- en Roomboterfabrieken (†) Koninklijke Nederlandse Kaatsbond (KNKB) Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersbond (ANKO) Koninklijke Nederlandsche Katoenspinnerij (KNKS) † Hengelo, 1863-1974 bv Koninklijke Van Kempen & Begeer Koninklijke Kentalis (Kentalis) Koninklijke Kerckhaert Hoefijzerfabriek Koninklijke Lederfabriek Gebroeders Keunen, † Eindhoven, 1828-1979 Koninklijke Lucifersfabrieken Mennen & Keunen, † Eindhoven, 1870-1979 Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koffie en Thee (KNVKT) Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Koude (KNVvK) Koninklijke KPN NV (KPN) Royal Dutch Kusters Engineering Koninklijke De Kuyper (De Kuyper), 1995 Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) Koopmans Koninklijke Meelfabrieken (KKM) Koninklijke Kusters Engineering BV (KKE) L Koninklijke Landbouwkundige Vereniging (KLV) Koninklijk Genootschap voor Landbouwwetenschap (KGVL) Koninklijke Landmacht (KL) Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) Koninklijke Verenigde Leder (KVL), Oisterwijk) (†), (1932) Koninklijke Lederfabrieken Oisterwijk (KLO) (†), 1932 Royal Leerdam Crystal Koninklijke Lemkes Groep bv, Bleiswijk Royal van Lent, Feadship, Kaageiland Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (KNBLO-NL) Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap (LGOG) Koninklijke Rotterdamsche Lloyd (KRL) (†) Koninklijke Luchtmacht (KLu) Koninklijke Luchtvaart Maatschappij, ook KLM Royal Dutch Airlines (KLM) Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) M Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas (KR&ZV De Maas) Koninklijke Marechaussee (KMar) Koninklijke Marine (KM) Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KVMO), 1983 Koninklijke Zangvereniging Mastreechter Staar Koninklijk Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix (‡), Leiden, 1935 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) Koninklijke Militaire Academie (KMA), Breda Koninklijke Militaire School (KMS), Ermelo, voorheen Weert Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) Koninklijke Kweekerij Moerheim N.V. (‡), opgericht 1888, Dedemsvaart Koninklijke Mosa of Royal Mosa (Mosa) Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege (R), thans Koninklijke PIT Pro Rege Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV) Koninklijke Nederlandse Munt (KNM), 1999 Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde (KNGMP), 1899 Koninklijke Nederlandse Federatie van Muziekverenigingen (KNFM) Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) Koninklijk Fanfare Maasoever (1956), Kessel Koninklijke Moorman Karton BV (2012), Weesp N Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) (†) Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) Koninklijke Studenten Roeivereniging Njord (KSRV Njord) Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij (KNZHRM) (†) Koninklijk Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) Koninklijk Nederlands Elektrotechnisch Comité (NEC) Koninklijke Nederlandsche Stoomkoffiebranderijen H.E. Van IJsendijk Jr. Koninklijke Nedschroef Holding B.V. Koninklijke Niestern-Sander B.V. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, (KNB), 1968 Koninklijke Industrieële Maatschappij v/h Noury & Van der Lande †, Deventer Koninklijke Harmonie Nut en Vermaak, Zundert O Koninklijke Harmonie Oefening en Uitspanning, Beek en Donk Koninklijke Harmonie "Oefening en Uitspanning" Goirle Koninklijke Rederijkerskamer Ons Genoegen Koninklijke Van Oord Koninklijke Oosterberg BV Koninklijke Oosterhof-Holman Beheer B.V. Koninklijke Zwanenberg Organon †, Oss, 1956 Koninklijk Schiedams Mannenkoor Orpheus Koninklijke Otolift Koninklijke Oude Harmonie van Eijsden Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG) Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB), 1949 Koninklijke Ouwehand P Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) (†) Koninklijke Peijnenburg B.V., Geldrop Koninklijke Peitsman Fournituren B.V., Rotterdam Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië † (KNMEP), opgegaan in Royal Dutch Shell Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij (Koninklijke Olie) † (KNPM), opgegaan in Royal Dutch Shell Koninklijke Nederlandse Pharmaceutische Studenten Vereniging (K.N.P.S.V.) Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) Koninklijke Harmonie Phileutonia, Eindhoven Koninklijke Philips N.V. (Philips) Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV) Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV), 1912 Stichting Koninklijke PIT Pro Rege (waarin PIT staat voor Protestants Interkerkelijk Thuisfront), Apeldoorn Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging (KNPV) N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland Koninklijk Polytechnisch Bureau Nederland Arnhem (Koninklijke PBNA), 1952 Koninklijke PostNL Koninklijke Porceleyne Fles (Royal Delft) Koninklijke Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel Pro Patria B.V. Textielfabrieken H. van Puijenbroek, Goirle Q Koninklijke Quantore 1920-2020 R Koninklijke Nederlandse Bond tot het Redden van Drenkelingen (KNBRD) Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereniging (KDR&ZV) Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) Koninklijke Nederlandse Redersvereniging (1905-1992) (†), 1955 Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging De Maas (KR&Z De Maas), 1901 Koninklijke Roei en Zeil Vereniging Het Spaarne (KR&ZV Het Spaarne) Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB) Koninklijke Zangvereeniging Rotte's Mannenkoor, Rotterdam, 1898 Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE), 1995 Koninklijke Rotterdamse Post Harmonie (KRPH), 1952 Koninklijke Rotra (Rotra) Koninklijke De Ruijter (De Ruijter) Koninklijke Rosendaalsche Kapel (KRK) Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), 1992 Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserveofficieren (KVNRO) Koninklijke Rijnja (Rijnja) S Koninklijke Saan (Saan), 1997 Koninklijke Harmonie Sainte Cécile Eijsden, 1880 Koninklijke Nederlandse Schaakbond (KNSB) Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) Koninklijke Stoomschoenenfabriek A.H. van Schijndel Waalwijk (†), 1909 Koninklijke Maatschappij De Schelde (KMS) (†) Koninklijke Schelde Groep BV (KSG) Koninklijke Scholten Foxhol NV (†) Koninklijke Scholten-Honig (KSH) (†) Koninklijke Schouwburg, Den Haag Koninklijke Nederlandse Schietsport Associatie (KNSA) Royal Schiphol Group Koninklijke Schutterij "St. Antonius", Nieuw-Dijk Royal Dutch Shell plc, 1890, (‡), thans Shell plc Koninklijke Zaaizaadbedrijven Gebroeders Sluis of Royal Sluis (†), 1967 Koninklijke Smilde of Royal Smilde, Heerenveen Royal SMIT Transformers Nijmegen, 2013 Koninklijke Stoomweverij, Nijverdal †, opgegaan in Koninklijke Ten Cate Royal Swinkels Family Brewers, voorheen Bavaria, Lieshout, 2019 Koninklijke Harmonie Sophia's Vereeniging Koninklijke Sphinx B.V., Maastricht (†) Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek Gouda B.V., Waddinxveen (‡) Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM) (†) Koninklijke Nederlandsche Studenten Roeibond (KNSRB) Koninklijke Studenten Schietvereeniging (K.S.S.), 1888 Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer Royal Swets & Zeitlinger (Swets) Koninklijke Schmidt Zeevis Rotterdam T Royal Talens, 1949, voorheen Koninklijke Fabrieken Talens & Zoon Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT), 2014 Koninklijk Theater Tuschinski, 2021 Koninklijke Ten Cate NV (KNTC), 1958, voorheen Koninklijke textielfabrieken Nijverdal-ten Cate Koninklijke Terberg Group B.V., 2019 Koninklijke Kweekerij Terra Nova W. Keessen jr. & Zonen C.V., thans Royal Terra Nova Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO), 2007 Koninklijke Nederlandse Textiel Unie (KNTU) † Hengelo, 1962-1973 Koninklijke Theodorus Niemeyer BV, 1969 Koninklijke Drukkerij G J Thieme b.v. (‡), thans ThiemeMeulenhoff Koninklijke Orkestvereniging Thomas A Kempis, Zwolle Koninklijke Tichelaar Makkum, 1960 Koninklijke Rederijkerskamer 'Tollens', Hoogezand, 1956 Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging (KNTV) † Koninklijke Vereniging "Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger" U Koninklijke Utermöhlen NV Koninklijke Deventer Cricket en Football Club Utile Dulci Koninklijke Utrechtse Fabriek van Zilverwerken Koninklijke Utrechtsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel (K.U.S.V.t.V.O.i.d.W.), 1938 V Koninklijke Vaassen Flexible Packaging. Koninklijke Van Gorcum Koninklijke Van Oord Royal Van Rees Group B.V., 2019 Vendex KBB (†), Vendex Koninklijke Bijenkorf Beheer, predicaat vervallen in 2005 Koninklijke Verkade N.V., 1950 Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) Koninklijke Visio Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) Koninklijke Vopak Koninklijke Adriaan Volker Groep (‡) Koninklijke Volker Stevin (KVS) (‡) Koninklijke VolkerWessels N.V. Royal Vriesco Koninklijke De Vries Scheepsbouw, 2006 Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) W Koninklijke Wagenborg Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN) Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN) Koninklijke Watersportvereniging De Kaag (1917), 1965 Koninklijke Watersport Vereniging Frisia (KWV Frisia) Koninklijke Watersport Vereeniging Loosdrecht (KWVL) Koninklijke Watersportvereniging Sneek (KWS) Koninklijke Wegener Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW), 2002 Royal Wessanen Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) Koninklijke Van Wijhe BV, Zwolle, 2016 Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (KVNW), 1999 Koninklijk Wiskundig Genootschap (KWG), 2003 Koninklijke Woudenberg, Ameide Y Koninklijke Nederlandsche Yacht Club (KNYC) (†) Z Koninklijk Zeemanscollege De Groninger Eendracht (1830-1982) (†) Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (KZGW of Zeeuws Genootschap) Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging (KNZ&RV), 1852 Zeil-, Roei- en MotorsportVereeniging "De Kaag" (ZRMV), 1917 (†) Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo (KZVO) Koninklijk Zeister Harmonie Muziekgezelschap (KZHM), 1907 Koninklijke Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen (KZHMRS) (†) Koninklijk Zutphens Mannenkoor Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB), 1933 Zie ook Lijst van organisaties met het predicaat Koninklijk in België Lijst van hofleveranciers Externe link Rijksoverheid: Lijst met Predicaat Koninklijk. Koninklijk Nederland Organisaties
G Koninklijke Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland (KVGN), 1973 Koninklijke Gazelle, 1992 Koninklijk Nederlands Geleidehonden Fonds (KNGF), 1953 Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap (KNGMG), 1952 Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde(KNGGW), 1883 Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (KNGF) Goedewaagen’s Koninklijke Hollandse Pijpen- en Aardewerkfabrieken (†), 1982 Koninklijke Van Gorcum & Comp. B.V., Assen, 1950 Koninklijke Grolsch/Royal Grolsch, 1995 Verhuisbedrijf Koninklijke De Gruijter & Co, Zoeterwoude, 1920 Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU), 1919
1
verhuisbedrijf, verhuisservice, verhuisdiensten
10,372
PaymentService
1977057
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoomit
Zoomit
Zoomit is een systeem om facturen in elektronisch formaat te kunnen raadplegen in diverse mobiele en internetbankingapplicaties. Met Zoomit kunnen facturen worden beheerd en betaald in diverse mobiele en internetbankingapplicaties. Het werd in 2009 ingevoerd om de papieren facturen en loonbrieven per post te vervangen. De factuur en een vooraf ingevuld overschrijvingsformulier staan klaar in internet-banking. Goedgekeurde facturen zijn in enkele kliks betaald, zonder dat de gebruiker nog moet overtypen. Het wordt voornamelijk gebruikt om facturen en loonbrieven naar particulieren te sturen. Zoomit is een gezamenlijk initiatief van de Belgische banken. Het gebruik van Zoomit is gratis. Zoomit is ontwikkeld door Isabel NV. Werkwijze Zodra men een verzender aanvaard heeft in de internetbankingtoepassing van de bank waarbij men is aangesloten, krijgt men een automatische melding (e-mail, maar ook gewoon zichtbaar in de mobiele of internetbankingtoepassing) als er facturen te betalen zijn, of als er een loonbrief is. Aangesloten banken Bij Zoomit zijn de volgende banken aangesloten: AXA, Belfius, BNP Paribas Fortis, CBC, Crelan, Deutsche Bank, Fintro, Hello Bank, ING, KBC, Keytrade, Record Bank, CPH. Aangesloten dienstenleveranciers Actel, ADMB Verzekeringen, Advia, AG, Allianz, ARAG, AUDI, Avero, AXA, Proximus, BNP Paribas, CARDIF, Das, DATS 24, Belfius Autolease, Belfius lease, Direct Lease, DKV, Electrabel, Ethias, Federale, Generali, ING Lease, Integan, Jent Autolease, Ardenne Prevoyante, Lampiris, Landelijke kinderopvang, Luminus, Manpower, Mercator, Mobistar, Nateus, P&V, Protect, Securex, Securitas, Sita, Truvo, Vivium, Vlan, VOO, Kluwer Aangesloten loonbriefbetalingsdiensten Accent, ADMB, Attentia, CEPA, Daoust, Easypaypost, Groep S, HDP, Partena, SD Worx, Securex , Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Zie ook Doccle, een systeem om alle administratie centraal te beheren POM, een mobiele app om facturen van eender welke leverancier te betalen en te beheren Externe link Officiële website Betalingssysteem
Aangesloten loonbriefbetalingsdiensten Accent, ADMB, Attentia, CEPA, Daoust, Easypaypost, Groep S, HDP, Partena, SD Worx, Securex , Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
1
betalingsdienst, betalingsservice, geldtransferservice
1,423
Integer
1567250
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geheel%20element
Geheel element
In de commutatieve algebra wordt een element van een commutatieve ring met eenheid geheel genoemd ten opzichte van een deelring (met eenheid) als dat element een nulpunt is van een monische polynoom met coëfficiënten in de deelring. De eigenschap 'geheel' generaliseert enerzijds algebraïsche gehele getallen, en anderzijds een algebraïsche uitbreiding van een commutatief lichaam. Definitie Een element van een commutatieve ring met eenheidselement heet geheel of integraal over de deelring (met eenheid) van als er een polynoom is met coëfficiënten in en de coëfficiënt van de hoogste macht van gelijk aan 1, waarvan een nulpunt is, dus Voorbeelden De algebraïsche gehele getallen zijn precies de complexe getallen die geheel zijn over de ring der gehele getallen. Als en lichamen zijn, vormen de gehele elementen de algebraïsche sluiting van in . Equivalente definities De volgende eigenschappen van een element van zijn gelijkwaardig met de eis dat een nulpunt is van een monische polynoom met coëfficiënten in : De ring is een eindig voortgebracht -moduul; de ring is een deel van een deelring van die een eindig voortgebracht -moduul vormt; er bestaat een getrouw -moduul dat, opgevat als -moduul, eindig voortgebracht is. Gehele afsluiting De gehele afsluiting van in is de verzameling elementen van die geheel zijn over . Men kan aantonen dat dit een deelring is van . De ring heet geheel gesloten in als hij gelijk is aan zijn gehele afsluiting in . De ring heet geheel gesloten over als al zijn elementen geheel zijn over . Als een integriteitsgebied is, dan heeft hij een breukenlichaam . Een integriteitsgebied heet geheel gesloten (zonder meer) als het geheel gesloten is in zijn breukenlichaam. Voorbeeld De gehele getallen zijn geheel gesloten (een breuk is pas nulpunt van een monische polynoom als ze gelijk is aan een geheel getal). Algemener is ieder hoofdideaaldomein geheel gesloten. De algebraïsche gehele getallen zijn geheel gesloten (dat wil zeggen, geheel gesloten in hun quotiëntenlichaam, het lichaam der algebraïsche getallen). Referenties en , "Introduction to Commutative Algebra" (Inleiding tot de commutatieve algebra), Westview Press 1969, ISBN 0-201-40751-5. Commutatieve algebra
Voorbeeld De gehele getallen zijn geheel gesloten (een breuk is pas nulpunt van een monische polynoom als ze gelijk is aan een geheel getal).
1
geheel getal, integer, gehele nummer
7,643
DeactivateAction
11397
https://nl.wikipedia.org/wiki/Erasable%20programmable%20read-only%20memory
Erasable programmable read-only memory
Een erasable programmable read-only memory (EPROM), ofwel wisbaar, programmeerbaar, alleen-lezen geheugen, is een geïntegreerde schakeling. Het is een PROM die voorzien is van een venstertje waardoor de gegevens, door middel van uv-licht, gewist kunnen worden. Zie ook ROM. Terwijl de meeste geïntegreerde schakelingen als geheel in een stuk plastic wordt gegoten, bestaat de behuizing van een EPROM uit twee op elkaar gelijmde keramische plaatjes. In het bovenste plaatje bevindt zich het venster van kwartsglas dat uv-licht doorlaat. Gewoon glas laat hoofdzakelijk zichtbaar licht door. Programmeren Het beschrijven ('programmeren') van een EPROM gaat op dezelfde manier als bij een PROM: door met een EPROM-programmer een hogere spanning op een van de pinnen te zetten. De informatie, 1 byte, wordt via de data en adresbus op de eprom gezet waarna een puls op de VPP (programmeerpen) de data definitief vastlegt. De spanning van de programmeerpuls was bij de eerste EPROM's in de jaren 70 25 volt, later zakte men naar 21 volt en moderne CMOS-types worden met 12,5 volt geprogrammeerd. Het programmeren wordt in de volksmond ook wel branden genoemd. Wissen Wissen geschiedt door de chip enkele minuten aan ultravioletlicht bloot te stellen. Het wissen is op lange termijn schadelijk voor een EPROM, na 10 tot 20 keer is een EPROM niet meer bruikbaar. Het is dan ook belangrijk dat men de EPROM niet te lang aan ultraviolet licht blootstelt en een goede EPROM-wisser zal na enkele minuten vanzelf uitschakelen. Wat de juiste duur is, is moeilijk vast te stellen en natuurlijk ook afhankelijk van de sterkte van het licht. Automatisch stoppen Het ligt voor de hand een EPROM tijdens het wissen uit te lezen. Is de EPROM leeg, dan schakelt de wisser uit. Hierdoor spaart men de EPROM en bovendien is men sneller klaar. In de praktijk werkt dit echter niet. Een EPROM die onder elektrische spanning staat, kan namelijk niet gewist worden. Er wordt vaak beweerd dat een EPROM die in de zon ligt hierdoor wordt gewist. Dit is slechts mogelijk in landen tegen/rond de evenaar waar het uv-deel van het zonlicht zeer sterk is en de wistijd bedraagt dan nog meerdere maanden. Ter voorkoming van ongewenst wissen hoort het venster van een EPROM met een metaalfoliesticker te worden afgedekt. Apparatuur Wissen Een EPROM-wisser bestaat uit een lichtdicht kastje met daarin een uv-lamp met de een golflengte die rond de 290 nm ligt. Een goede wisser werkt alleen als het deksel gesloten is, zodat de straling geen schade aan het menselijk oog kan toebrengen. Bovendien heeft de wisser een tijdschakelaar zodat hij na een paar minuten uitschakelt. Programmer EPROM programmers zijn in de regel voorzien van een zogenaamde ZIF-socket. Dit is een speciale snelwisselvoet die echter zeer stofgevoelig is en na gebruik dient te worden afgedekt. De bediening van een EPROM-programmer gaat in de regel via een computer, voorheen via de parallelle poort en tegenwoordig via de USB-poort. Er bestaan/bestonden ook standalone programmers, deze zijn echter zeer onhandig in het gebruik en daardoor nauwelijks nog in gebruik. Een standalone-programmer kan evengoed de data van een EPROM uitlezen of verifiëren. Ook kan de programmer vaak extra handelingen verrichten zoals herkennen van componenten (TTL en CMOS logics), testen van componenten (denk hierbij aan RAM-geheugens) en bij elektrisch wisbare componenten kan de programmer deze ook wissen. Toepassing Fabrikanten die een groot aantal identieke apparaten produceren voorzien deze in de regel van een niet wisbare ROM of PROM, echter, in de gevallen waar de mogelijkheid bestaat dat er later nog softwareupdates zullen uitkomen wordt er gekozen voor de iets duurdere opnieuw programmeerbare EPROM. Meestal plakt de fabrikant een etiket over het venstertje met daarop de vermelding van de softwareversie/revisie en bovendien beschermt het etiket de chip tegen wissen. Het grote voordeel van de EPROM blijkt vooral bij softwareontwikkeling. Door steeds de gegevens te wissen kan de chip opnieuw worden gebruikt voor de volgende test, terwijl een PROM na gebruik weggegooid zou moeten worden. Een EPROM is robuust. In tegenstelling tot een harddisk is een EPROM niet gevoelig voor schokken en stoten en kan dus goed als datadrager voor bijvoorbeeld wasmachines of flipperkasten worden gebruikt. Net als alle elektronische componenten dienen bij het hanteren van een standalone ESD maatregelen genomen te worden, zoals het gebruik van een polsband. Net als de meeste andere elektronische componenten kan een eprom niet tegen verkeerde plaatsing in zijn voetje, het is dus zaak attent te blijven en goed te kijken naar de positie (uitsparing op EPROM en voet/aanduiding op de print) In plaats van de EPROM wordt sinds 1995 steeds vaker een EEPROM gebruikt, die enkele honderden keren herprogrammeerbaar zijn. Sinds 2000 wordt het flashgeheugen gebruikt dit kan enkele duizenden keren worden herprogrammeerd en worden ook ingezet als opslagmedia voor fototoestellen, mp3-spelers, smartphones en aanverwante consumentenelektronica. Zo rond het jaar 2011 is daar nog het NAND-geheugen bij gekomen. Ook dit is een niet-vluchtig geheugen en wordt toegepast in voornamelijk solid state drives (SSD). Een NAND-geheugen kan vele miljoenen keren worden geprogrammeerd voor het uiteindelijk defect raakt. Trivia Een oude grap van programmeurs is even met een EPROM bij het oor te schudden om te weten of hij leeg is. Ook geldt het als een oude grap om een beginner in de EPROM te laten kijken tijdens het programmeren om te kijken of deze de "vonken" van het "branden" ziet. Zie ook Electrically erasable programmable read-only memory (EEPROM) Computergeheugen Geïntegreerde schakeling
Het wissen is op lange termijn schadelijk voor een EPROM, na 10 tot 20 keer is een EPROM niet meer bruikbaar. Het is dan ook belangrijk dat men de EPROM niet te lang aan ultraviolet licht blootstelt en een goede EPROM-wisser zal na enkele minuten vanzelf uitschakelen. Wat de juiste duur is, is moeilijk vast te stellen en natuurlijk ook afhankelijk van de sterkte van het licht.
1
deactiveren, uitschakelen, stopzetten
4,840
MonetaryAmount
1050100
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bruto
Bruto
Bruto is de gemeten hoeveelheid (gewicht, grootte) van iets zonder de aftrek van dat wat niet nuttig is. het brutogewicht: inclusief de verpakking het bruto-oppervlak: inclusief dat wat niet kan worden benut (bij gebouwen: de muren, bij bouwgrond: de opstallen) het brutoloon: inclusief belasting en premies (brutoloon wordt ook wel vuil loon genoemd) een brutoprijs: inclusief btw en andere toeslagen Netto is dezelfde gemeten hoeveelheid met de aftrek van dat wat niet nuttig is of niet meer nuttig is. Tarra is het verschil tussen bruto en netto. Brutering Brutering is het bepalen van de bruto hoeveelheid uit de netto hoeveelheid, vooral bij geldbedragen zoals lonen en uitkeringen. Soms heeft het bruteringsprobleem meer dan één oplossing. Bij bijvoorbeeld een belastingtarief van 40%, met afronding naar boven op hele euro's, hoort bij € 8 netto zowel € 12 als € 13 bruto. Bij de Nederlandse loonheffing doet zich iets soortgelijks voor, maar dan vooral door de indeling in loonklassen van € 4,50 per maand. Zo kan het bruteren van € 2000 zowel € 2910,25 als € 2912,16 opleveren (groene maandtabel 2012, met algemene loonheffingskorting, jonger dan 65 jaar). Handel
Brutering Brutering is het bepalen van de bruto hoeveelheid uit de netto hoeveelheid, vooral bij geldbedragen zoals lonen en uitkeringen. Soms heeft het bruteringsprobleem meer dan één oplossing. Bij bijvoorbeeld een belastingtarief van 40%, met afronding naar boven op hele euro's, hoort bij € 8 netto zowel € 12 als € 13 bruto. Bij de Nederlandse loonheffing doet zich iets soortgelijks voor, maar dan vooral door de indeling in loonklassen van € 4,50 per maand. Zo kan het bruteren van € 2000 zowel € 2910,25 als € 2912,16 opleveren (groene maandtabel 2012, met algemene loonheffingskorting, jonger dan 65 jaar).
1
geldbedrag, valuta, geldwaarde
7,537
Beach
2292939
https://nl.wikipedia.org/wiki/Little%20Bay%20%28Sint%20Maarten%29
Little Bay (Sint Maarten)
Little Bay (Nederlands: Kleine Baai) is een dorp in Sint Maarten. Het ligt in het zuiden van het land net ten westen van Philipsburg. Bij Little Bay ligt ook het het zoutmeer van de Kleine Baai dat met een halve kilometer veel kleiner is dan het zoutmeer van de Grote Baai. Op een schiereiland tussen de beide baaien ligt het historische Fort Amsterdam uit 1631. Bij het fort ligt het Little Bay Beach, een klein strandje met rustig water dat geschikt is voor snorkelen. In Little Bay bevindt zich Fort Hill, een 217 meter hoge heuvel waarop zich de ruine van Fort Willem I zich bevindt. Galerij Plaats in Sint Maarten
Op een schiereiland tussen de beide baaien ligt het historische Fort Amsterdam uit 1631. Bij het fort ligt het Little Bay Beach, een klein strandje met rustig water dat geschikt is voor snorkelen.
1
strand, kust, badplaats
10,180
Event
381514
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Warande%20%28Turnhout%29
De Warande (Turnhout)
De Warande is een provinciaal cultuurhuis in de stad Turnhout en was een van de eerste culturele centra in Vlaanderen. Het omvat onder andere een schouwburg, een theater- en concertzaal ('de Kuub'), een fuifzaal (Futur) en verschillende kleinere project- en podiumruimtes. De Warande biedt tevens onderdak aan de openbare bibliotheek van Turnhout en culturele projecten. De naam Warande verwijst naar een besloten jachtterrein van het kasteel van de hertogen van Brabant, dat in de middeleeuwen als jachtslot werd gebruikt. Geschiedenis In 1962 werden de architecten Vanhout, Wauters en Schoeters aangesteld voor het ontwerp van een cultureel centrum. Vijf jaar later werd gestart met de bouw en op 28 oktober 1972 werd de Warande geopend. Het cultureel centrum De Warande werd zo een van de eerste culturele centra in Vlaanderen. Dat toenmalig minister van cultuur Frans Van Mechelen afkomstig was uit Turnhout, was daarin waarschijnlijk een belangrijke factor. Eind jaren negentig werd beslist om het bestaande gebouw uit te breiden met, onder andere, een tweede podiumzaal naar een ontwerp van architectenbureau Macken & Macken. In september 2005 worden de nieuwe zalen voor het publiek geopend met opvoeringen, tentoonstellingen en projecten. In 2010 werd gestart met verbouwings- en uitbreidingswerken aan het oorspronkelijke gebouw met het oog op 2012, het jaar waarin Turnhout cultuurstad van Vlaanderen was. Er werd onder meer in een nieuwe exporuimte en een ondergrondse fuifzaal voor jongeren voorzien. Het nieuwe plan werd ontworpen door architect Lieven Achtergael. Projecten Behalve theater-, muziek-, dans-, comedy-, literaire voorstellingen en tentoonstellingen, is de Warande de vaste stek van volgende projecten: Ar-Tur: centrum voor architectuur, stedelijkheid en landschap in de Kempen Dinamo: vormingsaanbod voor volwassenen Kaaiman: acteeropleiding voor jongeren MOOOV: jaarlijks filmfestival in verschillende steden Kunstinzicht: kunsteducatieve projecten voor en met het onderwijs Stormopkomst: multidisciplinair kunstenfestival voor kinderen en volwassenen Stripgids: uitgever van het gelijknamige tijdschrift en organisator tweejaarlijks stripfestival Externe link warande.be Concertzaal in Vlaanderen Cultuurcentrum in Vlaanderen Turnhout Bouwwerk in Turnhout Cultuur in Antwerpen (provincie)
Ar-Tur: centrum voor architectuur, stedelijkheid en landschap in de Kempen Dinamo: vormingsaanbod voor volwassenen Kaaiman: acteeropleiding voor jongeren MOOOV: jaarlijks filmfestival in verschillende steden Kunstinzicht: kunsteducatieve projecten voor en met het onderwijs Stormopkomst: multidisciplinair kunstenfestival voor kinderen en volwassenen Stripgids: uitgever van het gelijknamige tijdschrift en organisator tweejaarlijks stripfestival
3
evenement, concert, festival
8,165
BikeStore
983642
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20Tooropstraat
Jan Tooropstraat
De Jan Tooropstraat is een straat in Amsterdam Nieuw-West. De straat ligt in de wijk Overtoomse Veld en loopt van de Johan Jongkindstraat naar de Jan van Galenstraat. Geschiedenis De Jan Tooropstraat kreeg zijn naam in 1956. De straat is vernoemd naar de schilder en tekenaar Jan Toorop (1858-1928). Er is ook een Jan Tooropstraat in een aantal andere plaatsen in Nederland, waaronder Almelo, Eindhoven en Nijmegen. Sinds 1989 rijdt tramlijn 13 vanaf de Jan Evertsenstraat via deze straat naar de Jan van Galenstraat. Op 15 maart 2016 werd de fietsenmaker Temel Kobye zwaargewond aangetroffen in zijn fietsenwinkel aan de Jan Tooropstraat. Hij had meerdere messteken in zijn borst. Dader Irfan E. werd voor dit misdrijf veroordeeld tot 20 jaar celstraf. In hoger beroep werd dit 21 jaar. Sinds de 21e eeuw maakt de straat een vernieuwingsslag door. Verschillende oude gebouwen maken plaats voor nieuwbouw, terwijl andere gebouwen gerestaureerd worden. Gebouwen De Jan Tooropstraat is een belangrijke straat voor de buurt. In deze straat zijn onder andere OLVG-locatie West (het voormalige Sint Lucas Andreas Ziekenhuis), Garage West van het GVB-busbedrijf, Hogeschool iPabo gevestigd. Op de hoek met de Postjesweg staat de Herdenkingskerk (anno 2023 bekend als de Baptist House). In een plantsoen aan de straat staat het beeld Erotica van Erwin de Vries. Aan het zuidelijk begin van de straat aan de Johan Jongkindstraat stond lange tijd een gebouw van de GGD Amsterdam. Dat werd gesloopt en in 2019 en 2020 werd er gebouwd aan complex De Nieuwe Meester. Straat in Amsterdam Nieuw-West
Op 15 maart 2016 werd de fietsenmaker Temel Kobye zwaargewond aangetroffen in zijn fietsenwinkel aan de Jan Tooropstraat. Hij had meerdere messteken in zijn borst. Dader Irfan E. werd voor dit misdrijf veroordeeld tot 20 jaar celstraf. In hoger beroep werd dit 21 jaar.
1
fietsenwinkel, fietsenzaak, rijwielhandel
4,814
LendAction
17623
https://nl.wikipedia.org/wiki/Winkeltijdenwet
Winkeltijdenwet
De Winkeltijdenwet is een Nederlandse wet, die bepaalt wanneer en hoelang winkels open mogen zijn. Deze wet bepaalt dat winkels alleen tussen 6 uur 's ochtends en 10 uur 's avonds open mogen zijn en niet op zon- en christelijke feestdagen. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van het verbod open te zijn op zon- en christelijke feestdagen. In de meeste gemeenten zijn de winkels minimaal eenmaal per maand op zondag open (de zogeheten koopzondag). In een toenemend aantal gemeenten mogen alle winkels elke zondag open zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval in alle grote steden, de G10 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Arnhem, Tilburg, Groningen, Almere, Breda en Nijmegen.) Ook in steeds meer middelgrote en kleinere gemeentes is er een openstellingsmogelijkheid op elke zondag. De Winkeltijdenwet werd in 1996 aangenomen en verving toen de Winkelsluitingswet 1976. Tot in 2013 waren er beperkingen aan de mogelijkheid voor de gemeenteraad om vrijstelling te verlenen van het verbod open te zijn op zon- en christelijke feestdagen. Dit veranderde met het Voorstel van wet van de leden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen, resulterend in de Wet van 11 juni 2013 tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen. Totstandkoming Het onderstaande is mede bedoeld als voorbeeld van de totstandkoming van een Nederlandse wet. De eerste schreden naar een landelijk winkeltijdenbeleid worden ruim een eeuw geleden gezet. Na aanvankelijke beperking, wordt in 1996 een duidelijke koerswijziging ingezet. 1904: De regering vraagt de Staatscommissie voor de Middenstand om advies over de wenselijkheid van een wettelijke regeling voor winkelsluiting in Nederland. Voordat die wet uiteindelijk tot stand komt (in 1930) neemt een aantal gemeenten het heft alvast in hand door zelf een winkelsluitingsverordening vast te stellen. 1930: De eerste wettelijke regeling voor winkelsluiting in Nederland ontstaat. Deze wet staat openstelling toe op werkdagen van 05.00 tot 20.00 uur en op zaterdag tot 22.00 uur. Winkels zijn op zondag gesloten, al wordt die verplichte zondagssluiting in 1934 alweer gedeeltelijk tenietgedaan: de mogelijkheid tot zondagsopening ontstaat. 1951: De winkelopening wordt beperkt. Vastgesteld wordt dat winkels open mogen zijn van 05.00 tot 18.00 uur op maandag tot en met zaterdag. Er komt opnieuw een verplichte sluiting op zondag. 1976: De Winkelsluitingswet wordt aangenomen. Winkels mogen alleen open zijn binnen de volgende uren: maandag t/m vrijdag van 5.00 tot 18.00 uur, zaterdag van 5.00 tot 17.00 uur, en op een door de gemeente vastgestelde dag van de week (donderdag of vrijdag) van 18.00 tot 21.00 uur (koopavond). Binnen deze uren mag een winkel 52 uur per week open zijn. (Bijvoorbeeld: als de winkel open gaat om 9.00 uur dan zou maandag t/m vrijdag 9.00 tot 18.00, zaterdag 9.00 tot 17.00 uur en de koopavond 56 uur zijn, dus 4 uur hiervan zou de winkel gesloten moeten zijn. Dit wordt bijvoorbeeld opgelost door maandag pas om 13.00 uur open te gaan, of door een sluiting tussen de middag.) Deze uren moeten op een gestandaardiseerd, door de gemeente gewaarmerkt overzicht staan dat van buiten leesbaar is. Dit vergemakkelijkt de controle, en is ook handig voor de klant. Voor onder meer benzinestations wordt een uitzondering gemaakt. 1984: De koopzondag wordt geïntroduceerd. Op maximaal vier zondagen per jaar mogen de winkels open. 1993: De winkeltijden doordeweeks worden opgerekt van 18.00 tot 18.30 uur. Het maximumaantal koopzondagen wordt uitgebreid van vier naar acht. 1996: Het kabinet concludeert dat de Winkelsluitingswet niet past bij de tijdgeest en vereenvoudigd moet worden. "Centraal wat moet, decentraal wat kan", luidt het motto in de nieuwe Winkeltijdenwet. Gemeenten krijgen meer autonomie om zelf te bepalen wanneer winkels open mogen. Ook wordt het maximum van 55 openingsuren per week losgelaten. Winkels mogen doordeweeks open van 06.30 tot 22.00 uur. Het maximumaantal koopzondagen gaat naar twaalf. Initiatief Het voorstel voor de Winkeltijdenwet komt voort uit afspraken die bij de formatie van het eerste 'paarse' kabinet, dat augustus 1994 aantreedt, worden gemaakt. In het Regeerakkoord van het eerste kabinet Kok wordt afgesproken meer aan marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit te doen. Er zijn te veel regels, er moet meer overgelaten worden aan het krachtenspel van vraag en aanbod op de economische markt en er moeten betere wetten gemaakt worden. Een interdepartementale werkgroep, bestaande uit ambtenaren van de bij het onderwerp betrokken ministeries, onderzoekt op welke wijze de Winkelsluitingswet kan worden verruimd. De werkgroep adviseert de Ministeriële Commissie Marktwerking om de winkeltijden een zaak van vrije keuze en marktwerking te maken. Een dergelijke liberalisering, het meer overlaten aan betrokken partijen, past volgens de werkgroep bij de sociaal-economische en sociaal-culturele veranderingen in de samenleving. Er is meer behoefte ontstaan aan differentiatie en flexibiliteit in winkelopeningstijden. Bepaalde soorten winkels, zoals levensmiddelenzaken, kunnen andere openingstijden aanhouden dan andere winkelbedrijven en de openingsuren hoeven ook niet in het gehele land op alle dagen hetzelfde te zijn. Bovendien zijn er positieve economische effecten te verwachten volgens de werkgroep. Op 19 december 1994 schrijft de minister van Economische Zaken een brief aan de Tweede Kamer. In de brief kondigt de minister aan dat hij een wetsvoorstel over de winkelsluitingstijden wil indienen. Hij heeft over dit voornemen advies gevraagd aan de Sociaal-Economische Raad (SER), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Emancipatieraad. Ontwerp Op 28 juni 1995 komt een aantal officiële documenten rond de Winkelsluitingswet bij de Tweede Kamer aan, met dossiernummer 24226. In de koninklijke boodschap (ondernummer 1, dus Kamerstuk 24226-1) beveelt de Koningin het wetsontwerp in de aandacht van de Tweede Kamer aan. Vanzelfsprekend is het voorstel van wet bij de stukken (nr. 2), met de titel Vaststelling van ruimere regels met betrekking tot de openingstijden van winkels (Winkeltijdenwet), waarbij Winkeltijdenwet de citeertitel is, wat in het laatste artikel bevestigd wordt. In de zogeheten considerans, de inleidende paragraaf van de wet, geeft de minister de beweegreden aan waarom hij het betreffende voorstel indient. Voorgeschreven is dat bij indiening van een wetsontwerp de minister een memorie van toelichting (nr. 3) schrijft en dat de Raad van State advies uitbrengt, waarop de minister in hetzelfde document (nr. B) met een 'nader rapport' reageert. Naar aanleiding van het advies zijn het wetsvoorstel en de memorie van toelichting gewijzigd, nr. 2 en 3 zijn de nieuwe versies, hoe de oude versies waren volgt uit nr. A, dat in detail de verschillen aangeeft. In de memorie van toelichting geeft de minister een overzicht van de geschiedenis van de Winkelsluitingswet. De laatste wijziging dateert van 1976, waarin de tijd dat een winkel open mag zijn tot maximaal 52 uur wordt beperkt. Voor het laatst in 1951 zijn de toegestane openingstijden omschreven: van 5 uur 's ochtends tot 6 uur 's avonds op maandag tot en met zaterdag en een verplichting tot sluiting op zondag. In de memorie wordt uitvoerig ingegaan op de gevolgen van mogelijke wijzigingen voor de diverse soorten winkels, detailhandel enzovoorts en wordt ook een overzicht van de regeling in andere lidstaten van de Europese Unie gegeven. Het wetsvoorstel komt in het kort op het volgende neer: aan het aantal openingsuren is geen maximum verbonden de winkels mogen vanaf 6.00 uur tot maximaal 22.00 open zijn (maandag tot en met zaterdag) op zondag zijn de winkels in beginsel gesloten, maar gemeenten mogen jaarlijks zon- en feestdagen aanwijzen waarop de winkels geopend mogen zijn. Advies van de Raad van State Het Advies van de Raad van State bevat op tien punten opmerkingen en voorstellen tot wijziging van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting. Zo vindt de Raad van State dat aan de elementen van omzetverlies en werkdruk in de toelichting uitvoeriger aandacht moet worden gegeven. De Raad is van mening dat het kabinet vooral het oordeel van de ondernemers over het wetsvoorstel en het standpunt van de SER moet laten meewegen. Ten aanzien van de zondagopenstelling wijst de Raad het kabinet erop dat de bij wet gegarandeerde zondagsrust waarschijnlijk niet gehandhaafd kan worden. Bij het publiek constateert de Raad een grote behoefte aan zondagsopenstelling en tussen gemeenten zal waarschijnlijk concurrentie ontstaan ten aanzien van de koopzondagen. In het nader rapport, een reactie op het Advies dat in hetzelfde document is opgenomen, geeft de minister zijn commentaar op het advies. In algemene zin schrijft hij dat hij rekening houdt met de kritiek van de Raad van State en dat hij daarop uitgebreider is ingegaan in de memorie van toelichting. Behandeling in de Tweede Kamer Wetsontwerpen worden in eerste instantie door een Kamercommissie behandeld. De commissie brengt een verslag uit, waar de regering op reageert in de vorm van een Nota naar aanleiding van het verslag. Eventueel kunnen hierop een Nader verslag en een nota naar aanleiding van het nader verslag volgen. Het verslag van de behandeling wetsontwerp van de Winkeltijdenwet in de vaste commissie voor Economische Zaken (nr. 4) wordt op 2 oktober vastgesteld. Op 23 oktober stuurt de minister naar aanleiding van de behandeling door de vaste Kamercommissie een "nota naar aanleiding van het verslag" (nr. 5) en een nota van wijziging (nr. 6). In die nota wordt, tegemoetkomend aan opmerkingen van de commissie, de bevoegdheid van burgemeesters en wethouders geregeld om vrijstellingen te verlenen. Er worden zeven amendementen ingediend (nrs. 7 - 13), waarvan 10 en 11 gewijzigde versies zijn van 7 en 8. Op 23 en 30 november 1995 vindt de behandeling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer plaats (Handelingen II 1995/96, blz. 2301–2336, 2567–2591, 2606–2627, 2643–2644). De regeringspartijen, PvdA, VVD en D66, steunen in grote lijnen het wetsvoorstel en daarmee lijkt in eerste instantie het wetsvoorstel op meer dan voldoende steun in de Tweede Kamer te kunnen rekenen. Toch gaan de oppositiepartijen een stevig debat met het kabinet aan. De kritiek van de oppositie, waar met name het CDA, de SGP, het RPF en de SP zich in weren, heeft onder andere betrekking op de uitgangspunten van de wet. Zij vindt dat de regering zich te veel door de consument laat leiden en te weinig door het belang van de winkelier. Ook ziet de oppositie ongewenste maatschappelijke gevolgen bij invoering van de wet, er gaat een olievlekwerking vanuit richting vierentwintiguurseconomie. Een zeer omstreden punt is de mogelijkheid tot zondagopenstelling. De meeste partijen kunnen wel leven met de uitbreiding van de avondopenstelling. Alleen het precieze tijdstip is punt van discussie. De christelijke partijen nemen het standpunt van de SER over en pleiten voor een sluiting om 20.00 uur. Het kabinet houdt echter vast aan 22.00 uur, met name op aandringen van de VVD, die eigenlijk voorstander is van een latere sluitingstijd, namelijk 24.00 uur. In zijn memorie van antwoord houdt de minister voet bij stuk; hij vindt de argumenten van de oppositie niet opwegen tegen de voordelen van de wet. Ten aanzien van de zondagsopenstelling laat hij een regeling over aan de Tweede Kamer. Daarover ontwikkelt zich een fel politiek debat. De oppositiepartijen en vooral de christelijke partijen eisen onverkorte handhaving van de zondagsrust, zoals die in de Zondagswet is vastgelegd. De regeringspartijen zijn verdeeld over dit punt. D66, wiens minister Hans Wijers het wetsvoorstel indient, steunt het sterkst het voorstel om de beslissing over opening op zondag aan de gemeentebesturen over te laten. De VVD denkt er lange tijd over een amendement in te dienen waarbij de beslissing over de opening op zondag geheel aan de ondernemers wordt overgelaten. Na uitvoerige beraadslagingen formuleert de PvdA een amendement waarin het aantal koopzondagen dat een gemeente mag instellen aan een maximum van 12 wordt verbonden. De PvdA dreigt, wanneer dit amendement zou worden verworpen, tegen het wetsvoorstel te stemmen. Het amendement van stuk nr. 13 wordt ingetrokken. Bij de stemming op 5 december (Handelingen II 1995/96, blz. 2643–2644), is er eerst een artikelsgewijze stemming (de in het Tweede Kamerreglement voorgeschreven stemming over elk artikel afzonderlijk), waarbij er per artikel eerst over de bijbehorende amendementen wordt gestemd: dat van stuk nr. 10 I betreft wijziging van 22 naar 20 uur, en wordt verworpen; dat van stuk nr. 9 van de SGP betreft het onmogelijk maken van openstelling van winkels op zondag, en wordt ook verworpen; dat van stuk nr. 11 I betreft het afzien van verruiming van openstelling van winkels op zondag, en wordt ook verworpen; dat van stuk nr. 12 van Marjet van Zuijlen (PvdA) beperkt het aantal zondagen dat winkels geopend mogen zijn tot twaalf per jaar, en wordt aangenomen. Alle artikelen (na wijziging door het aangenomen amendement) worden aangenomen, en uiteindelijk wordt het gehele wetsvoorstel door een grote meerderheid van de Tweede Kamer aangenomen. Vervolgens wordt er over drie moties gestemd, er worden er twee aangenomen. Ook wordt er nog een stemverklaring achteraf gedaan (Handelingen II 1995/96, blz. 2646–2647). Behandeling in de Eerste Kamer Onmiddellijk na de stemming in de Tweede Kamer wordt het gewijzigde wetsvoorstel op 5 december 1995 naar de Eerste Kamer gestuurd (Kamerstukken I 1995/96, 24226, nr. 141). Ook in de Eerste Kamer vindt eerst behandeling in de vaste commissie voor economische zaken plaats, resulterend in Voorlopig verslag, waarop de minister weer reageert met een Memorie van antwoord, waarna er een Verslag volgt, en een Nota naar aanleiding van het verslag (nrs. 141a, 141b, 141c, 141d). Op 19 maart 1996 vindt behandeling in de Eerste Kamer plaats (Handelingen I 1995/96, blz. 1276 - 1301). De wisseling van argumenten tussen regeringspartijen en oppositiepartijen is in grote lijnen dezelfde als in de Tweede Kamer. Het precieze tijdstip van sluiting en het al dan niet handhaven van de zondagsrust zijn de meest heikele punten. In tegenstelling tot de Tweede Kamer kan de Eerste Kamer geen moties of amendementen indienen en zij stemmen ook niet per artikel over het wetsontwerp. Zij moet het wetsvoorstel in zijn geheel aannemen of verwerpen. Na uitvoerige beraadslagingen wordt het wetsvoorstel zonder stemming aangenomen. De voorzitter formuleert het als volgt. 'De aanwezige leden van het CDA, de SGP, de RPF en de SP wordt conform artikel 121 van het reglement van orde aantekening verleend, dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel te hebben kunnen verenigen.' Bekrachtiging Volgens de Grondwet wordt een voorstel wet, zodra het door de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) is aangenomen 'en door de Koning is bekrachtigd' (art. 87, lid 1). De koninklijke bekrachtiging vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de betrokken minister, die het aangenomen voorstel meeondertekent ofwel contrasigneert. De Winkeltijdenwet wordt op 21 maart 1996 bekrachtigd door de handtekeningen van Koningin Beatrix en van de verantwoordelijke minister Hans Wijers van Economische Zaken. Publicatie in het Staatsblad Het ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor de plaatsing van een wet in het Staatsblad. De Winkeltijdenwet wordt in het Staatsblad nummer 182, gedateerd 28 maart 1996, gepubliceerd, met de titel Wet van 21 maart 1996, houdende vaststelling van ruimere regels met betrekking tot de openingstijden van winkels (Winkeltijdenwet). Het voorlaatste artikel luidt Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Het Besluit van 27 maart 1996 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (Stb. 208) bepaalt dat de wet per 1 juni 1996 in werking treedt. Wijziging per 1 januari 2011 2007/2008: CDA, PvdA en ChristenUnie stellen in hun coalitieakkoord dat het "oneigenlijke gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet ter verruiming van het aantal koopzondagen" moet worden tegengegaan. Volgens de SGP en SP gaan de plannen van het kabinet echter niet ver genoeg. Zij dienen daarom een initiatiefwet in: Voorstel van wet van de leden Van der Vlies en Gesthuizen tot verduidelijking van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet (Kamerstukdossier 30914). Volgens dit initiatiefvoorstel moet de minister van Economische Zaken goedkeuring geven aan gemeentelijke verordeningen op basis van de toerismebepaling. De regering dient het volgende concurrerende wetsvoorstel in: Wijziging van de Winkeltijdenwet met het oog op inkadering van de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente (Kamerstukdossier 31728). Dit wetsvoorstel is aangenomen en treedt per 1 januari 2011 in werking. Vrijstellingenbesluit Het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet kent een aantal situaties waarin aanvullende openingstijden zijn toegestaan. Hieronder vallen bijvoorbeeld: Zorginstellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen en apotheken) Verkooppunten voor reizigers (OV, luchthavens, tankstations): Op spoorwegstations gelden de beperkingen niet. Op andere als zodanig aangewezen knooppunten van openbaar vervoer geldt wel de beperking 6.00 - 22.00 uur, maar niet de beperking met betrekking tot zon- en feestdagen. Benzinestations, wegrestaurants en winkels langs snelwegen Winkels die hoofdzakelijk kranten en tijdschriften verkopen Externe links Tekst van de Winkeltijdenwet op wetten.nl Tijdlijn Winkeltijdenwet van het Reformatorisch Dagblad Nederlandse formele wet Nederlandse wet op het gebied van het bestuursrecht
De Winkeltijdenwet werd in 1996 aangenomen en verving toen de Winkelsluitingswet 1976. Tot in 2013 waren er beperkingen aan de mogelijkheid voor de gemeenteraad om vrijstelling te verlenen van het verbod open te zijn op zon- en christelijke feestdagen. Dit veranderde met het Voorstel van wet van de leden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen, resulterend in de Wet van 11 juni 2013 tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen.
3
lenen, uitlenen, teruggeven
10,918
MarryAction
231694
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jaap%20van%20Praag%20%28sportbestuurder%29
Jaap van Praag (sportbestuurder)
Jacob (Jaap) van Praag (Amsterdam, 10 juli 1910 – aldaar, 7 augustus 1987) was een Nederlands sportbestuurder. Jaap van Praag begon met werken in de muziekinstrumentenzaak van zijn vader in Amsterdam. In tegenstelling tot zijn vader zag hij veel mogelijkheden in de grammofoonplaten en begon een eigen zaak aan het Spui, genaamd His Master's Voice. In de Tweede Wereldoorlog zag hij zich als jood genoodzaakt onder te duiken. Eerst bij de oom van Ajax-speler Wim Schoevaart, en later tweeënhalf jaar boven een fotozaak aan de Overtoom. Doordat de winkeleigenaar niet wist dat hij daar was, mocht hij slechts bewegingsloos op een stoel zitten. Zijn toenmalige vrouw was niet joods en hoefde niet onder te duiken, zij verliet hem voor een ander tijdens deze periode. De ouders van Jaap van Praag en zijn zus keerden niet terug uit vernietigingskamp Auschwitz. Na de oorlog bleef hij actief als zakenman in de muziekwereld. Ook was hij actief bij de televisie. In 1962 presenteerde hij voor de VARA het programma Onbekend Talent. Het was een van de eerste programma's die jong talent een kans gaven op de televisie. Ajax Jaap van Praag werd in 1964 voorzitter van Ajax, en met hem brak een gouden tijd aan. De club was het seizoen daarvoor ternauwernood ontsnapt aan degradatie. Van Praag koos ervoor de voormalige Ajax aanvaller Rinus Michels aan te trekken als coach en professionaliseerde de club met de hulp van onder meer investeerder Maup Caransa en de gebroeders Van der Meijden. Deze broers Van der Meijden hadden in de oorlog gecollaboreerd met de nazi's en staan bekend als de "bunkerbouwers". Jaap van Praag was legendarisch en gaf toe nooit moeite te hebben met liegen als het in het belang van zijn club was. Beroemd in dit verband is ook de uitlating van Johan Cruijff over Jaap van Praag "Ik heb hem nog nooit op een waarheid kunnen betrappen". Onder Van Praag won Ajax van 1971 tot en met 1973 drie maal op rij de Europacup I. Jaap van Praag werd bij Ajax opgevolgd door Ton Harmsen. In 1987 kwam Jaap van Praag op 77-jarige leeftijd bij een verkeersongeval om het leven. Cees van Cuilenborg, de toenmalige hoofdredacteur van Voetbal International, beschreef in zijn in memoriam het leven van Jaap van Praag als een leven met een lach. Familie Jaap van Praag had vier kinderen uit twee huwelijken. Zijn eerste huwelijk bleef kinderloos. Uit zijn tweede huwelijk kreeg hij dochter Peggy en zoon Michael. Michael van Praag werd later evenals zijn vader voorzitter van Ajax in een succesvolle periode; hij vervulde deze functie veertien jaar lang (van 1989-2003). Uit het derde huwelijk van Jaap van Praag kwamen twee dochters voort, Pamela en presentatrice Beryl van Praag. Zijn jongere broer is Max van Praag, die bekend werd als zanger. De nieuwslezeres Marga van Praag en presentator Chiel van Praag zijn diens kinderen en Jaap van Praag is dus hun oom. Naamsverwarring Jaap van Praag wordt wel verward met zijn naamgenoot Jaap van Praag, humanist en politicus. Beide waren ongeveer even oud (geboren 1910 en 1911), geboren in Amsterdam en overleefden de oorlog door onder te duiken. Daarnaast hebben beiden een rol gespeeld bij de VARA. Zie ook Lijst van voorzitters van AFC Ajax Nederlands Holocaustoverlevende Nederlands televisiepresentator Nederlands voetbalbestuurder Voorzitter van AFC Ajax
Familie Jaap van Praag had vier kinderen uit twee huwelijken. Zijn eerste huwelijk bleef kinderloos. Uit zijn tweede huwelijk kreeg hij dochter Peggy en zoon Michael. Michael van Praag werd later evenals zijn vader voorzitter van Ajax in een succesvolle periode; hij vervulde deze functie veertien jaar lang (van 1989-2003). Uit het derde huwelijk van Jaap van Praag kwamen twee dochters voort, Pamela en presentatrice Beryl van Praag.
4
huwelijk, trouwen, echtverbintenis
11,766
TennisComplex
1746775
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ring%20Pass%20Delft
Ring Pass Delft
Ring Pass Delft is een hockey- en tennisclub uit Delft. Het is een van de vijf hockeyclubs in de gemeente en tevens de grootste sportclub van Delft. De vereniging werd in 1940 opgericht als hockeyclub. In 1978 kwam daar als tweede sport tennis bij. Sinds 1990 heeft de club de beschikking over een eigen sportpark. Geschiedenis In oktober 1940 werd een hockeyvereniging opgericht door twaalf jonge mannen. Het enige dat zij gemeen hadden, was dat ze vrijgezel waren en dus werd als naam Bachelor Hockeyclub gekozen. De club groeide uit tot drie elftallen maar eind 1944 vielen als gevolg van de oorlog alle activiteiten stil. Een Delftse Dames Hockey Club (DDHC) is nooit officieel opgericht, maar zo'n vijftig dames speelden in die tijd op hetzelfde veld als de mannen aan het Laantje van Vollering. Bachelor en DDHC groeiden naar elkaar toe en in 1947 was de nieuwe club een feit. Tijdens de oprichtingsvergadering werd de naam vastgesteld als Ring Pass; de volledige naam werd Delftse Hockey Club Ring Pass. De naam verwijst naar de ring van standaardformaat waar een goedgekeurde hockeystick doorheen moet passen. Bij de oprichting had de vereniging 70 leden. Een paar jaar later waren dat er 170, mede door de instroom van jongens bij de junioren vanuit het net opgerichte St. Stanislascollege. De paters begeleidden de SSC-juniorenelftallen zelf en ook de geestelijk adviseur van de club was een jezuïet. Verhuizing in 1955 In 1955 volgde de verhuizing naar een volledig hockeycomplex, samen met Hudito en DSHC (de studenten) aan de Van der Dussenweg. Er was een eigen clubhuis met kleedkamers en drie grasvelden. Dit bleef tot 1990 het home. Clubtradities deden toen hun intrede, zoals de Saturnustoernooien die startten in 1959. Mini's kwamen er in 1968 en er was sprake van een tennisafdeling in oprichting. Die laatste doorbraak ging samen met de verhuisdiscussie. Uiteindelijk vertrok Hudito naar Delft-Zuid en de studenten naar de TU-wijk. Ring Pass groeide naar vijf velden, breidde het clubhuis uit en huurde twee (mateco)tennisbanen van de Delftse Tennis Bond (DTB), die de resterende grond in een tenniscomplex omzette. In 1978 kwam daar tennis als tweede sport bij en veranderde de naam in DHTC Ring Pass. De tennisafdeling groeide uit tot een bloeiende tak van de vereniging, eerst als alternatief voor de ouders van jeugdleden, later als een zelfstandige tak van Ring Pass met eigen tradities. Inmiddels waren er de jeugdkampen (1978), zaalhockey en de aanloop naar kunstgras. Verhuizing in 1990 Omdat de gemeenten Delft en Schipluiden het stuk grond van Ring Pass wilden verwerven, verhuisde de club over korte afstand en werd gesubsidieerd een nieuw eigen complex aangelegd. In 1990 werd dit geopend: drie velden, waarvan twee kunstgras en één gewoon gras. Na een jaar kon ook het derde veld van kunstgras voorzien worden. Tevens kreeg het complex vier kunstgrastennisbanen en een riant clubhuis. Inmiddels ligt de club in een stadspark omringd door woningbouw. Het clubhuis werd in 2010 uitgebouwd (mede voor kinderopvang en huiswerkbegeleiding) en een extra veld werd in gebruik genomen bij het St. Stanislascollege er vlakbij. Veld 1 werd in de zomer van 2013 vervangen door een WK-waterveld en veld 3 is thans een semiwaterveld. Op 3 mei 2014 organiseerde Ring Pass Delft voor het eerst in zijn geschiedenis een officiële hockeyinterland tussen het Nederlands herenteam en Engeland. Meer dan 2000 bezoekers waren getuige van de wedstrijd. (Oud-)hockeyinternationals van Ring Pass Ron Steens Thijs van Dam Externe link Officiële website Hockeyclub in Zuid-Holland Sportvereniging in Delft
Die laatste doorbraak ging samen met de verhuisdiscussie. Uiteindelijk vertrok Hudito naar Delft-Zuid en de studenten naar de TU-wijk. Ring Pass groeide naar vijf velden, breidde het clubhuis uit en huurde twee (mateco)tennisbanen van de Delftse Tennis Bond (DTB), die de resterende grond in een tenniscomplex omzette.
1
tenniscomplex, tenniscentrum, tennisaccommodatie
8,645
SuspendAction
2058158
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Gilles-Guainville
Station Gilles-Guainville
Station Gilles-Guainville is een voormalig spoorwegstation in de Franse gemeente Guainville. Het station ligt aan de Spoorlijn Mantes-la-Jolie - Cherbourg. Sedert 2012 stoppen er geen treinen meer. Gilles-Guainville Guainville
Station Gilles-Guainville is een voormalig spoorwegstation in de Franse gemeente Guainville. Het station ligt aan de Spoorlijn Mantes-la-Jolie - Cherbourg. Sedert 2012 stoppen er geen treinen meer.
1
pauzeren, onderbreken, stoppen
6,753
SiteNavigationElement
2809659
https://nl.wikipedia.org/wiki/Interparliamentary%20EU%20Information%20Exchange
Interparliamentary EU Information Exchange
Interparliamentary EU Information Exchange (IPEX) is een digitaal platform voor de uitwisseling van informatie tussen nationale parlementen en het Europees Parlement en parlementen onderling over Europese voorstellen voor wet- en regelgeving, zoals vermeld in de bepalingen in het Verdrag van Lissabon. De rol van nationale parlementen wordt expliciet vermeld in het Protocol betreffende de rol van Nationale parlementen in de Europese Unie en in het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Geschiedenis en rol IPEX is het resultaat van een aanbeveling gedaan door de Voorzitters van de parlementen van de lidstaten van de Europese Unie (Voorzittersconferentie) in Rome in het jaar 2000. Conform de Richtlijnen voor interparlementaire samenwerking, overeengekomen in Den Haag in 2004, vond de officiële lancering van de website IPEX plaats in juni 2006 tijdens de Voorzittersconferentie in Kopenhagen. De website IPEX een van de grootste pilaren in de interparlementaire communicatie over Europese wet- en regelgeving en ondersteunt hiermee het werk van de Voorzittersconferentie, de bijeenkomsten van commissies voor Europese Zaken van de parlementen van de Europese Unie (COSAC), de bijeenkomsten van vakcommissies van de nationale parlementen en het Europees Parlement, de interparlementaire bijeenkomsten en de nationale vertegenwoordigingen van de nationale parlementen en in Brussel. Het doel van IPEX is de mogelijkheden creëren zodat de parlementen van de Europese Unie nauwer samenwerken en hun aanpak van Europese zaken coördineren, terwijl deze interparlementaire samenwerking over Europese zaken tegelijkertijd toegankelijk wordt gemaakt voor de Europese burgers. In deze context biedt de website IPEX een meertalige navigatiestructuur aan. De basisdocumenten zoals richtlijnen en protocollen alsmede de standpunten van parlementen van de Europese Unie ten aanzien van Europese wet- en regelgeving worden de bezoeker aangeboden in het Engels, Frans en andere EU-talen. Conform de IPEX-richtlijnen wordt IPEX gecontroleerd door de Raad van Bestuur. Ieder jaar wordt een nieuwe Raad van Bestuur benoemd door de Griffiers van de nationale parlementen en het Europees Parlement uit naam van de respectievelijke Voorzitters. Het dagelijkse bestuur ligt bij de Central Support, de permanente IPEX-informatiespecialist en een netwerk van nationale IPEX-correspondenten. IPEX kan bijdragen ontvangen van alle nationale parlementen van de lidstaten van de Europese Unie, de Nationale Parlementen van de kandidaat-lidstaten en van het Europees Parlement. Om de interparlementaire samenwerking te bevorderen is IPEX toegankelijk voor de COSAC en het European Centre for Parliamentary Research & Documentation (ECPRD). Functionaliteiten IPEX biedt de volgende mogelijkheden: Een overzicht van de stand van zaken in het debat in de nationale parlementen en het Europees Parlement met betrekking tot voorstellen voor Europese wetgeving afkomstig van de Europese instellingen, in het bijzonder de Europese Commissie Uitwisseling van informatie over wetgevingsvoorstellen tussen de nationale parlementen en het Europees Parlement, met bijzondere aandacht voor het subsidiariteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel Uitwisseling van informatie over raadplegingen van de Europese Commissie in het kader van de 'Informele Politieke Dialoog'(voorheen bekend als het 'Barroso Initiatief') Kalender met interparlementaire bijeenkomsten in het kader van interparlementaire samenwerking Links naar nationale parlementen en naar het Europees Parlement net als naar andere websites over interparlementaire samenwerking in het kader van de EU die bijvoorbeeld informatie bieden over interinstitutionele procedures in Europese aangelegenheden. Referenties Verdrag van Lissabon: een meer democratische en transparantere EU Verdrag van Lissabon: Protocol betreffende de rol van Nationale parlementen in de Europese Unie Verdrag van Lissabon: Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid IPEX-guidelines Externe links IPEX Conference of Parliamentary Committees for Union Affairs of Parliaments of the European Union , officiële homepage COSAC in het Engels The European Centre for Parliamentary Research and Documentation , ECPRD - officiële homepage in het Engels Europees Parlement Internationale betrekkingen van de Europese Unie Informatiesysteem
Het doel van IPEX is de mogelijkheden creëren zodat de parlementen van de Europese Unie nauwer samenwerken en hun aanpak van Europese zaken coördineren, terwijl deze interparlementaire samenwerking over Europese zaken tegelijkertijd toegankelijk wordt gemaakt voor de Europese burgers. In deze context biedt de website IPEX een meertalige navigatiestructuur aan. De basisdocumenten zoals richtlijnen en protocollen alsmede de standpunten van parlementen van de Europese Unie ten aanzien van Europese wet- en regelgeving worden de bezoeker aangeboden in het Engels, Frans en andere EU-talen.
1
menu-element, pagina-indeling, navigatiestructuur
2,604
MobileApplication
2883431
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mobiele%20app
Mobiele app
Een mobiele applicatie of kortweg app (uitspraak: [æp] of [ɛp]) is een computerprogramma ontworpen om te draaien op een smartphone, smartwatch, tablet of een ander mobiel apparaat. Met behulp van apps is het mogelijk eenvoudig extra functies aan een mobiel apparaat toe te voegen, zodat deze kunnen worden uitgebreid tot multifunctionele communicatieapparatuur. Meestal zijn door de fabrikant of provider al enkele apps op het apparaat geïnstalleerd. Andere apps zijn verkrijgbaar bij de appstore, een virtuele winkel waar software al dan niet tegen betaling gedownload kan worden. Deze appstores verschenen vanaf 2008 en worden doorgaans beheerd door de ontwikkelaar van het mobiele besturingssysteem. Er zijn gratis en betaalde apps, en soms is dezelfde app in zowel een gratis versie als een betaalversie verkrijgbaar. De gratis versie laat dan bijvoorbeeld reclame zien of de betaalversie biedt meer mogelijkheden. Soms is de app zelf gratis maar moet voor uitbreidingen betaald worden (zogenoemde in-appaankopen). Bij een betaalpakket van een bank is vaak het gebruik van de bijbehorende app inbegrepen. Toepassing Voor het wereldwijde web zijn er webbrowser-apps. Verder zijn er apps over sport, amusement, weer en nieuws, voor contacten, bellen, berichten, sociale media, e-mail, koken, lifestyle, internetbankieren, plattegronden, routenavigatie, dienstregelingen van openbaar vervoer, calculator-apps, agenda met attenderingsfunctie, klok/wekker, foto- en filmcamera, audiorecorder, weergave-apps voor het bekijken en/of beluisteren van diverse soorten opgeslagen bestanden in diverse formaten (afbeelding, video- en audiobestand, pdf-bestand, tekstbestand), het bewerken van een tekstbestand, bestandsbeheer, spelletjes en het bedrijfsleven. Voor toegang tot beveiligde data op een desktop of laptop is soms een authenticatie-app op een mobiel apparaat nodig voor bijvoorbeeld het bevestigen van inloggen en het wijzigen van instellingen (multifactorauthenticatie). Bij internetbankieren kan dit verder nog nodig zijn bij onder meer transacties en het wijzigen van betalingslimieten of bij de overheid om officiële documenten te bekijken of te ondertekenen. Onderscheiden kunnen worden apps waarvoor men steeds online moet zijn, en apps waarbij dat alleen voor updates nodig is. Bij bijvoorbeeld een app met plattegronden kunnen die al of niet op het mobiele apparaat staan. Bij een vaak wisselende dienstregeling is het nodig online te zijn. Bedrijven kunnen bepaalde diensten via een app beschikbaar stellen. Een app kan dan worden ingezet om de bestaande dienstverlening van een bedrijf te ondersteunen, maar ook om een merk te versterken. Bepaalde apps bieden de mogelijkheid om snel te reageren op een artikel, foto of een filmpje. Apps zijn dan ook geschikt om in te zetten als crowdsource-instrument. Daarnaast kan een app worden ingezet als middel om de bedrijfsvoering efficiënter te maken. Met een smartphone of tablet (met internettoegang) is het mogelijk om onderweg e-mails te beantwoorden, de agenda bij te houden of documenten in te kijken. Ook kunnen apps op maat worden ontwikkeld voor specifieke bedrijfsvoeringstoepassingen. Verder is het mogelijk om via een app een ander apparaat, zoals een drone, te besturen. De smartphone of tablet fungeert dan als een afstandsbediening. In de app kunnen dan beelden van bijvoorbeeld de in een drone ingebouwde camera worden getoond, zodat de bestuurder kan zien waar de drone zich bevindt. Soorten Er kan onderscheid worden gemaakt tussen drie soorten apps: Webapp Een webapp is een mobiele versie van een website, waarbij alleen de belangrijkste onderdelen worden getoond. Deze website wordt speciaal vormgegeven voor de grootte van het scherm. Daarbij wordt gebruikgemaakt van HTML, JavaScript en besturingssysteemafhankelijke functionaliteit. Native app Deze app wordt (deels) op de telefoon zelf geïnstalleerd. Native applicaties kunnen worden gedownload uit de appstore. Deze onlinewinkel (ook wel distributieplatform genoemd) is bereikbaar via een app op het apparaat zelf en vaak ook via een website op een desktop of laptop. Sommige apps kunnen dan ook eerst naar de desktop of laptop worden gedownload en vervolgens via een USB-kabel op het apparaat worden geïnstalleerd. Elk mobiel besturingssysteem heeft een eigen winkel, zoals App Store (Apple), Google Play (Android), Windows Phone Store en BlackBerry App World. Apps voor het ene besturingssysteem kunnen niet zomaar op een ander systeem geïnstalleerd worden. Dit betekent dat per besturingssysteem een app ontwikkeld moet worden. Platforms (iOS, Android, Windows etc.) zien graag native apps in hun stores, de kosten voor het ontwikkelen van meerdere apps zijn echter relatief hoog. Na de installatie kan de app geopend worden via een pictogram op het 'dashboard' van het scherm. Vaste grafische elementen, zoals beeldmateriaal en navigatiestructuur, zijn al op de telefoon geïnstalleerd. Dit bevordert de laadtijd. Bovendien hoeft deze app niet rekening te houden met verschillende webbrowsers, webstandaarden en apparaatsoorten. Ook kunnen native applicaties gebruikmaken van alle functionaliteiten van het apparaat, zoals gps, camera, gyroscoop, NFC, touchscreen, audio en het bestandssysteem. Daarnaast is er geen internetverbinding nodig (behalve voor updates). Hybride app Hybride apps zijn applicaties die gebouwd worden met webtechnologie (HTML, JavaScript) en met een native wrapper (omhulsel) verpakt worden. De basiscode is hetzelfde voor verschillende platformen, enkel de wrapper verschilt om deze compatibel te maken met het gewenste platform. Kosten appontwikkeling Er valt onderscheid te maken tussen twee soorten appontwikkeling. Optie 1: een appbuildersoftware gebruiken. Hiermee kan de gebruiker zonder kennis van code een app ontwikkelen tegen lage kosten. Optie 2: de app kan worden ontwikkeld door een appontwikkelaar. Appbuilder Er zijn tools op de markt waarbij personen zonder enige programmeerkennis een app kunnen ontwikkelen. Zo kunnen ondernemers of studenten goed uit de voeten met een programma waarmee zij verschillende templates kunnen maken. Vaak gaat dit door middel van een drag-and-dropsysteem. Een andere mogelijkheid die voorkomt, is dat er van een bestaande website een app wordt gemaakt. Deze tools veranderen als het ware de pagina’s in schermen voor een app. De kosten die gepaard gaan met een appbuilder, gaan vaak om abonnementskosten. Het nadeel aan een appbuilder is dat in veel gevallen de broncode in eigendom blijft van de aanbieder. Appontwikkelaar Bij een appontwikkelaar lopen de prijzen vaak erg uiteen. Dit heeft te maken met features, aantal schermen, design en platformen. Zo kost een native app een stuk meer dan een crossplatformapp.
Een mobiele applicatie of kortweg app (uitspraak: [æp] of [ɛp]) is een computerprogramma ontworpen om te draaien op een smartphone, smartwatch, tablet of een ander mobiel apparaat. Met behulp van apps is het mogelijk eenvoudig extra functies aan een mobiel apparaat toe te voegen, zodat deze kunnen worden uitgebreid tot multifunctionele communicatieapparatuur.
1
mobiele app, mobiele software, telefoonapplicatie
10,578
WPHeader
1601561
https://nl.wikipedia.org/wiki/Textile
Textile
Textile is een lichtgewicht opmaaktaal die oorspronkelijk ontwikkeld is door Dean Allen en wordt omschreven als "menselijke webtekstgenerator". Textile converteert tekstinvoer naar valide, gestructureerde XHTML en voegt karakter-entiteitreferenties toe voor apostrofs, enkele en dubbele aanhalingstekens, beletseltekens, afbreektekens en gedachtestreepjes. Textile is oorspronkelijk geschreven in PHP, maar is inmiddels ook vertaald naar andere programmeertalen, inclusief Perl, Python, Ruby, ASP, Java en C#. Textile wordt gedistribueerd onder een BSD-licentie en wordt meegeleverd met (of is beschikbaar als plug-in voor) meerdere contentmanagementsystemen. Versie 2.0 beta is in 2004 uitgebracht als onderdeel van het contentmanagementsysteem Textpattern. Versie 2.0 is uitgebracht in 2006. Versie 2.2 is uitgebracht in 2010. Textile-syntaxisvoorbeelden Dit is een beperkt overzicht van Textiles syntaxis. Zie de volledige referentie voor een lijst van alle beschikbare opties in Textile 2. Benadrukte tekst: _benadrukt_ (cursief gedrukt) *sterk benadrukt* (vet gedrukt) Lijsten: * Een regel in een ongeordende lijst * Een tweede regel in een ongeordende lijst ** Tweede niveau ** Tweede niveau, tweede regel *** Derde niveau # Een regel in een geordende lijst # Een tweede regel in een geordende lijst ## Tweede niveau Tabellen (aan het begin van iedere rij dient een verticale streep (|) te staan): |_. Header |_. Header |_. Header | | Cel 1 | Cel 2 | Cel 3 | | Cel 1 | Cel 2 | Cel 3 | Code: @code@ Headings: (Er dient een witregel te zijn na iedere heading) h1(#id). Een eerste niveau HTML heading h2. Een tweede niveau HTML heading h3. Een derde niveau HTML heading h4. Een vierde niveau HTML heading h5. Een vijfde niveau HTML heading h6. Een zesde niveau HTML heading Blockquote: bq. Deze tekst wordt ingesloten in een HTML blockquote element. Links: "link tekst":linkurl "(classnaam)link tekst(title tooltip)":linkurl Afbeeldingen: !afbeeldingsurl! !afbeeldingsurl!:linkurl (afbeelding met hyperlink) Zie ook Textpattern, een contentmanagementsysteem, eveneens ontwikkeld door Dean Allen, dat gebruikmaakt van Textile. Externe links Textile Homepage, voorbeelden van de nieuwste implementatie in PHP. hobix.com Textile Reference, een op voorbeelden gebaseerde Textile-referentie. Text::Textile, een implementatie van Textile in Perl. PyTextile, een implementatie van Textile in Python. RedCloth, een implementatie van Textile in Ruby. Textile UDF, een implementatie van Textile in ColdFusion. Textile4j, een implementatie van Textile in Java. Xilize, een opensource-interpretatie van Textile voor het genereren van documenten en websites met een willekeurige teksteditor (plug-in voor jEdit beschikbaar). Textile.NET, een implementatie van Textile in C#/.NET. octalforty Brushie Text, een implementatie van Textile in C#/.NET. Textile Markup with MediaWiki, een manier om Textile te gebruiken op MediaWiki-sites zoals Wikipedia. Opmaaktaal
|_. Header |_. Header |_. Header | | Cel 1 | Cel 2 | Cel 3 | | Cel 1 | Cel 2 | Cel 3 |
3
koptekst, paginakop, header
4,582
Bakery
505521
https://nl.wikipedia.org/wiki/Petite-For%C3%AAt
Petite-Forêt
Petite-Forêt is een gemeente in het Franse Noorderdepartement (regio Hauts-de-France). De gemeente telt 5047 inwoners (2004) en maakt deel uit van het arrondissement Valenciennes. Geografie De oppervlakte van Petite-Forêt bedraagt 4,6 km², de bevolkingsdichtheid is 1097,2 inwoners per km². Geschiedenis De stad Valenciennes was in de 16de eeuw een bloeiende handelsstad. De ideeën van de Reformatie kregen hier enig gehoor, wat leidde tot verwoestingen in de dorpen in de omgeving. Er werden jezuïeten naar Valenciennes gestuurd. Een jezuïet die lesgaf aan het college van Valenciennes vond het vreemd dat in de omgeving nergens de Heilige Maagd werd vereerd en zijn leerlingen besloten in de nabijgelegen bossen in 1625 een heiligdom op te trekken. In een holle eik werd een beeldje van Maria geplaatst in een bos dat men het "Petite Forêt de Raismes" noemde. Het beeld werd vereerd als Notre-Dame-de-Bonne-Espérance. Er werd een altaar geplaatst, en de plek groeide uit tot een klein lokaal bedevaartsoord. De populariteit van de plaats bereikte ook de eigenaar van het bos, de prins van Arenberg, die er vanaf 1626 een eerste kerkje liet optrekken. Enkele jaren later werd hier ook een klooster opgetrokken, waar in 1633 de Karmelieten hun intrek in namen. De eerste kerk werd vergroot in 1637 en 1685. In 1680 werd hier ook een verpleegpost gebouwd. In 1735 kwam er een brouwerij en bakkerij. Op de 18de-eeuwse Cassinikaart is de plaats als Bonne Esperance aangeduid. De kerk werd vernield tijdens de Franse Revolutie en de kerkelijke gronden, zo'n 128 hectare groot, werden verkocht. Het ontstane gehuchtje werd op het eind van het ancien régime een gemeente met de naam Petite-Forêt-de-Raismes. In 1865 werd de naam verkort tot Petite-Forêt. In 1897 werd een nieuwe kerk opgetrokken. Bezienswaardigheden De Kerk Sainte-Marie-Madeleine Demografie Onderstaande figuur toont het verloop van het inwonertal (bron: INSEE-tellingen). Verkeer en vervoer Door de gemeente loopt de autosnelweg A23, die er een op- en afrit heeft. Externe links Gemeente in het Noorderdepartement
Enkele jaren later werd hier ook een klooster opgetrokken, waar in 1633 de Karmelieten hun intrek in namen. De eerste kerk werd vergroot in 1637 en 1685. In 1680 werd hier ook een verpleegpost gebouwd. In 1735 kwam er een brouwerij en bakkerij. Op de 18de-eeuwse Cassinikaart is de plaats als Bonne Esperance aangeduid. De kerk werd vernield tijdens de Franse Revolutie en de kerkelijke gronden, zo'n 128 hectare groot, werden verkocht.
1
bakkerij, brood, gebak
12,171
MovieTheater
309679
https://nl.wikipedia.org/wiki/Astoria
Astoria
Astoria (Amsterdam), een monumentaal Jugendstilgebouw in Amsterdam Astoria (bioscoop), een voormalige bioscoop in Amsterdam-Noord Astoria (Milaan), een Italiaans historisch motorfietsmerk Astoria (Neurenberg), een Duits historisch motorfietsmerk Astoria (Illinois), een plaats in de Verenigde Staten Astoria (New York), een wijk in de stad New York Astoria (Oregon), een plaats in de Verenigde Staten Astoria (South Dakota), een plaats in de Verenigde Staten Astoria (winkelcentrum), een winkelcentrum in Istanboel Zie ook Hotel Astoria (doorverwijspagina)
Astoria (Amsterdam), een monumentaal Jugendstilgebouw in Amsterdam Astoria (bioscoop), een voormalige bioscoop in Amsterdam-Noord Astoria (Milaan), een Italiaans historisch motorfietsmerk Astoria (Neurenberg), een Duits historisch motorfietsmerk Astoria (Illinois), een plaats in de Verenigde Staten Astoria (New York), een wijk in de stad New York Astoria (Oregon), een plaats in de Verenigde Staten Astoria (South Dakota), een plaats in de Verenigde Staten Astoria (winkelcentrum), een winkelcentrum in Istanboel
2
bioscoop, filmtheater, cinemazaal
11,992
DeliveryMethod
5781725
https://nl.wikipedia.org/wiki/Raben%20Group
Raben Group
Raben Group is een Nederlandse logistieke bedrijvengroep. Geschiedenis Het eerste bedrijf van de Raben Group werd in 1931 opgericht door Jan W. Raben in Meddo/Winterswijk, Nederland. Na de val van het IJzeren Gordijn begon Raben haar expansie in Oost-Europa, eerst met een vestiging in Polen, daarna in Oekraïne en de Baltische staten. In 2008 volgden bedrijfsovernames in Tsjechië en Hongarije en de oprichting van vestigingen in Roemenië en Bulgarije. Na de aankoop van de systeemtransportdivisie van de failliete Birkart Globistics Group volgden verdere overnames van expeditiebedrijven in Duitsland. In Italië vergrootte Raben haar aandelen in het lokale SITTAM en is sinds 2019 meerderheidsaandeelhouder. Anno 2023 is Raben Group actief in 15 landen in Europa: Nederland, Polen, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Griekenland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Oekraïne, Litouwen, Letland en Estland. Het landelijke transportnetwerk heeft een totale opslagruimte van 1.600.000 m² en ongeveer 13.500 transportmiddelen. Raben heeft 10.000 mensen in dienst op meer dan 160 locaties. Winterswijk Nederlands goederenvervoerbedrijf
Anno 2023 is Raben Group actief in 15 landen in Europa: Nederland, Polen, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Griekenland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Oekraïne, Litouwen, Letland en Estland. Het landelijke transportnetwerk heeft een totale opslagruimte van 1.600.000 m² en ongeveer 13.500 transportmiddelen. Raben heeft 10.000 mensen in dienst op meer dan 160 locaties.
1
bezorgdienst, transportmiddel, fulfilmentmethode
828
HotelRoom
4947609
https://nl.wikipedia.org/wiki/Doug%20Sahm
Doug Sahm
Doug Sahm (San Antonio, 6 november 1941 – Taos, 18 november 1999) was een Amerikaanse country-, blues- en rockmuzikant. Jeugd Doug Sahm begon zijn carrière als wonderkind van de countrymuziek. Al op 6-jarige leeftijd trad hij op in lokale radioshows. In december 1952 stond de 11-jarige Sahm op het podium met Hank Williams sr., slechts enkele weken voor diens dood. Op 13-jarige leeftijd maakte hij als Little Doug Sahm zijn eerste plaatopname (A Real American Joe) en speelde hij al gitaar, steelgitaar, mandoline en viool. Er werd verteld, dat Sahm al toen een regelmatig optreden kreeg aangeboden in de Grand Ole Opry, echter zijn moeder had duidelijk gemaakt, dat hij eerst zijn school moest afmaken. Vanaf 1957 formeerde Sahm diverse bands als The Markays, The Spirits, The Knights en The Pharaohs, speelde in de clubs van San Antonio en nam voor enkele lokale labels singles op, waaronder Crazy Daisy (1959), Can't Believe You Wanna Leave (1959) en Sapphire (1961) voor het label Harlem. Verdere carrière Op aanraden van producent Huey Meaux richtte Sahm in 1964 het Sir Douglas Quintet op, dat met She's About a Mover en The Rains Came de eerste hits had. Na de verhuizing naar de hippie-metropool San Francisco volgden bij het label Mercury Records met Mendocino (1969), Dynamite Woman (1969) en Nuevo Laredo (1970) verdere hits. Onder het pseudoniem Wayne Douglas publiceerde Sahm in 1970 de in Nashville opgenomen countrysingle Be Real. In 1973 nam producent Jerry Wexler Sahm onder contract voor Atlantic Records, echter zonder zijn Quintet. Het daar met de gastmuzikanten David 'Fathead' Newman, Dr. John, Bob Dylan, David Bromberg en Flaco Jiménez opgenomen album Doug Sahm And Band telde als mijlpaal voor de tex-mex. Met Texas Tornado volgde onder de bandnaam Sir Douglas Band een tweede album voor Atlantic Records, daarna publiceerde Sahm bij verschillende labels platen met diverse stilistische zwaartepunten. Het rockende Groover's Paradise (1974) met Stu Cook en Doug Clifford van Creedence Clearwater Revival, het country-album Texas Rock For Country Rollers (1975), een vernieuwde samenwerking met producent Huey Meaux en de bluesplaat Hell Of a Spell (1980), een tribute aan zijn voorbeeld Guitar Slim. Tijdens de jaren 1980 hervormde Sahm zijn Sir Douglas Quintet voor publicaties bij het Zweedse label Sonet Records, nam doorlopend solomateriaal op en formeerde de rockabilly-formatie The Texas Mavericks en met Amos Garrett en Gene Taylor en The Formerly Brothers. In 1989 formeerde Sahm met Freddy Fender, Flaco Jiménez en Augie Meyers de tex-mexsupergroep Texas Tornados op, waarmee hij tot 1999 vier studio-albums, een live-plaat en een Best-Of-samenstelling publiceerde. Daartussen kwam het in 1994 tot een hernieuwde reünie met het Sir Douglas Quintet. Ook in 1994 werd Sahms album The Last Real Texas Blues Band, een vernieuwde hommage aan de Texas blues van ene T-Bone Walker, genomineerd voor een Grammy Award. In 2000, een jaar na het overlijden van Sahm, verscheen zijn laatste album The Return Of Wayne Douglas, dat stilistisch een terugkeer naar zijn country- en western swing-wortels was. Privéleven en overlijden Doug Sahm overleed op 18 november 1999 op 58-jarige leeftijd tijdens een verblijf in Taos, New Mexico in zijn hotelkamer aan de gevolgen van een hartinfarct. Doug Sahms zoons zijn eveneens werkzaam in de muziekbusiness. Shawn, die al tijdens de jaren 1980 als gitarist speelde bij het Sir Douglas Quintet, treedt met zijn band Tex-Mex Experience stilistisch in de voetsporen van zijn vader en publiceerde de solo-cd Shawn Sahm (2002). Shandon Sahm, de jongere broer, was als drummer lid van de rockband Meat Puppets en publiceerde het soloalbum Good Thoughts Are Better Than Laxatives (2002). Discografie Albums 1973: Doug Sahm & Band (Atlantic Records) 1973: Texas Tornado (Atlantic Records) als Sir Douglas Band 1974: Groover’s Paradise (Warner Bros. Records) 1975: Texas Rock For Country Rollers (MCA Records) als Sir Doug & the Texas Tornados 1980: Hell Of A Spell (Takoma) 1987: Juke Box Music (Antone's) 1987: Who Are These Masked Men? (New Rose) als Texas Mavericks 1988: Live (Bear Tracks) 1989: The Return Of The Formerly Brothers (Rykodisc) 1991: The Doug Sahm/Amos Garrett/Gene Taylor Band Live In Japan (New Rose) 1994: The Last Real Texas Blues Band (Antone's) 1998: S.D.Q. ’98 (Watermelon) 2000: The Return Of Wayne Douglas (Tornado/Evangeline) 2007: Live From Austin TX (New West) live-opname uit 1975 Compilaties 1990: The Best Of Doug Sahm and The Sir Douglas Quintet (Polygram/Mercury Records) 1994: The Best of The Atlantic Sessions (Sequel) 2000: San Antonio Rock: The Harlem Recordings 1957–1961 (Norton) Opnamen door andere artiesten 1973: Wake Of The Flood door The Grateful Dead (Grateful Dead Records) Sahm speelt Bajo Sexto (Mexicaanse 12-string gitaar) 1976: The Troublemaker door Willie Nelson (Columbia Records) Sahm speelt Fiddle, zingt backgroundzang 1977: Rick Danko door Rick Danko van The Band (Arista Records) Sahm speelt leadgitaar bij 2 stukken, 2 foto's van Sahm op de binnencover 1979: Live From The Old Soap Creek Saloon door Freda & The Firedogs (Big Wheel Records) Sahm zingt op 1 stuk 1982: Redneck In A Rock 'n' Roll Bar door Red Jenkins (Shannon Records, Zweden) duet met Doug Sahm 1998: Los Super Seven door Los Super Seven (RCA Records, BMG) Sahm zingt op 1 stuk 2001: Texas Rain door Townes Van Zandt (Tomato) Sahm speelt 12-string gitaar + Duettgesang auf 1 Stück 2002: Songs of Sahm door the Bottle Rockets, (Bloodshot Records) 2009: Keep Your Soul: A Tribute to Doug Sahm -Various Artists (Vanguard Records) Amerikaans zanger
Privéleven en overlijden Doug Sahm overleed op 18 november 1999 op 58-jarige leeftijd tijdens een verblijf in Taos, New Mexico in zijn hotelkamer aan de gevolgen van een hartinfarct.
1
hotelkamer, accommodatie, voorzieningen
11,774
TieAction
805978
https://nl.wikipedia.org/wiki/Engels%20voetbalkampioenschap%201929/30
Engels voetbalkampioenschap 1929/30
1929/30 was het 38ste seizoen in de Engelse voetbalcompetitie. Sheffield Wednesday werd voor de tweede keer op rij landskampioen. Prijzen First Division Uitslagen Groen : Thuisteam heeft gewonnen Blauw : Gelijkspel Rood : Uitteam heeft gewonnen Second Division Third Division North Third Division South Engels voetbalseizoen Competitievoetbal 1929/30
Groen : Thuisteam heeft gewonnen Blauw : Gelijkspel Rood : Uitteam heeft gewonnen
1
gelijkspel, remise, onbeslist
7,061
EmployeeRole
4095072
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rob%20van%20Houten
Rob van Houten
Robert Nico (Rob) van Houten (Amsterdam, 17 juni 1939) is een Nederlands acteur, mimespeler en beeldend kunstenaar. Hij begon in de tweede helft jaren zestig met een mimeopleiding en klassiek ballet, waarna hij ging acteren bij het "Jeugdtheater Carrousel". Ook bedacht hij samen met Dimitri Frenkel Frank het satirische VARA televisieprogramma De Nonsens en Treurnietshow, dat echter geen succes werd. Het meest bekend bij het publiek werd hij in de jaren 1978-1986 in de series van de VPRO van Wim T. Schippers met de rol van Boy Bensdorp in Het is weer zo laat! en de daarop volgende series. In We zijn weer thuis in 1993 speelde hij de rol van Bert Stompelman. Naast deze series verleende hij ook zijn medewerking aan Sesamstraat en speelde hij gastrollen in televisieseries als Zeg 'ns Aaa en in In voor en tegenspoed en in het satirische programma Verona. In de jaren 10 trad hij op als mimespeler op scholen voor het middelbaar onderwijs. Ook was zijn stem regelmatig te horen op de radio en televisie in reclamespotjes. Nederlands acteur
Het meest bekend bij het publiek werd hij in de jaren 1978-1986 in de series van de VPRO van Wim T. Schippers met de rol van Boy Bensdorp in Het is weer zo laat! en de daarop volgende series. In We zijn weer thuis in 1993 speelde hij de rol van Bert Stompelman. Naast deze series verleende hij ook zijn medewerking aan Sesamstraat en speelde hij gastrollen in televisieseries als Zeg 'ns Aaa en in In voor en tegenspoed en in het satirische programma Verona.
3
werknemer, functie, rol
10,198
Florist
5588909
https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes%20Palmer%20Hartmann
Johannes Palmer Hartmann
Johannes Palmer Hartmann (Kopenhagen 18 januari 1870 - Gent 18 maart 1948) was een bloemist die vooral bekendheid verwierf met zijn bloemisterij in het Belgische Sint-Amandsberg. Na zijn studies in Kopenhagen vertrok Hartmann op studiereis door Europa, waarna hij uiteindelijk in Sint-Amandsberg een bloemisterij begon. De bloemist bouwde het grootste tuinbouwbedrijf van Gent uit en viel meermaals in de prijzen op de Gentse Floraliën. Vandaag is zijn villa met wintertuin nog altijd te bezichtigen aan het Henri Van Cleemputteplein in Sint-Amandsberg. Jeugd in Denemarken Johannes Hartmann werd geboren in een Deense componistenfamilie. Hij was de zoon van de componist Emil Hartmann (1836-1898) en de kleinzoon van de componist Johan Peter Emilius Hartmann (1805-1900). Als jongere bracht Johannes zijn vakanties door bij zijn zus Bodil Hartmann (1867-1959) in het kasteel Fuglsang op het eiland Lolland. Ze was net zoals de rest van de familie heel muzikaal aangelegd en organiseerde veel huisconcerten en feesten. Johannes, die zich al als kind met passie interesseerde voor de natuur, trok graag op met de tuinmannen die de uitgestrekte tuin met de gazons, bomen en struiken onderhielden, alsook de bloemen in de serres. Hij ging dan ook naar de tuinbouwhogeschool (Landbohöjskolen) in Kopenhagen, waar hij in 1894 zijn diploma behaalde. Europees avontuur Nadat Johannes op 24-jarige leeftijd afstudeerde van de Landbohöjskolen, vertrok hij op studiereis doorheen het Europese vasteland en Engeland. Daar bestudeerde hij de grote bloemisterijen en plantentuinen. Hij bezocht steden zoals Berlijn, Parijs, Sint-Petersburg en Londen, maar was vooral geïnspireerd door wat hij in Gent zag. De stad was op dat moment namelijk internationaal befaamd op vlak van het kweken van bloemen en planten. Johannes ging dan ook aan het werk bij bloemist Karel Petrick, die een bedrijf had in de Antwerpsesteenweg in Sint-Amandsberg. De uitbouw van een leven in Sint-Amandsberg In het bedrijf van Karel Petrick ondervond Hartmann dat de aardappelgrond in Sint-Amandsberg ideaal was om azalea’s te kweken. Hij kocht een klein huisje met aanpalend aardappelveld van 5000 vierkante meter aan het toenmalige Prins Albertplein (later het Henri Van Cleemputteplein) en startte er in januari 1897 een bescheiden tuinbouwbedrijf met zes kleine serres. "Etablissement d’Horticulture J.-P. Hartmann" was geboren. In 1898 trouwde hij met zijn nicht Ellen Hartmann. Het paar woonde eerst aan de Coupure en de Lousbergkaai, maar Ellen en Johannes verhuisden in 1908 naar de villa die werd opgetrokken bij de bloemisterij. In 1918 overleed Ellen. Ze werd begraven op het Campo Santo, maar werd later overgebracht naar Denemarken. Hartmann werd in het interbellum een van de voornaamste deelnemers op de vijfjaarlijkse Gentse floraliën. In de floraliën van 1923, 1928, 1933 en 1938 werd hij telkens met een 50-tal prijzen onderscheiden. Zo won hij in 1923 en 1938 ook de ereprijs van Hare Majesteit Koningin Elisabeth. In 1933 won hij de wisselbeker van de tentoonstelling die hem in 1938 blijvend werd toegekend. Door zijn bekendheid en verdienste kreeg Hartmann verschillende erefuncties. Zo werd hij in 1923 tot Consul van Denemarken benoemd te Gent. Ook was hij gedurende meerdere jaren voorzitter van de Liga van Belgische Tuinbouw-Exporteurs. Verder was Hartmann vertegenwoordiger van Dansk Samvirke in Gent: een organisatie die culturele band tussen België en Denemarken wilde bevorderen. In 1924 trouwde hij een tweede keer met Sigyn Kemp, afkomstig uit een oude Deense familie. Met haar zou Hartmann vijf kinderen krijgen. Hartmanns impact op Sint-Amandsberg valt niet te overzien. Zo liet hij in 1927 aan de Port Arthurlaan een Deens Zeemanshuis bouwen dat dienst deed als luthers-protestantse kerk. WOII en het einde van Hartmanns leven De glorie van het tuinbouwbedrijf van Johannes Hartmann kwam tot een halt ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Hartmann kreeg voedselpakketten van het Deense Rode Kruis omdat hij met zijn plantenbedrijf niet voor de Duitse bezetter kon werken. In een groot deel van de serres werden tomaten gekweekt in plaats van planten en bloemen. Op de velden buiten werden hier en daar aardappelen geteeld. Hartmann toonde ook zijn hart aan de inwoners van Sint-Amandsberg. De bewoners in de buurt konden bij bombardementen schuilen in de kelders onder de villa van Hartmann. Hoewel de Tweede Wereldoorlog en vooral de naoorlogse periode een moeilijke tijd werd voor Belgische tuinbouwers, loodste Johannes zijn bedrijf door de crisis. Sinds 1945 assisteerde Johannes' oudste zoon Oluf zijn vader ook in de bloemisterij. Johannes Palmer Hartmann overleed op 28 maart 1948 thuis na een korte ziekte. De kist werd rondgedragen in de wintertuin en er werd een kerkdienst gehouden in het Zeemanshuis aan de Port Arthurlaan. Daarna werd hij via Antwerpen per schip naar Kopenhagen gebracht, waar hij werd bijgezet in de familiekelder. Hierna leidde Oluf zijn bedrijf tot 1974. Belgisch botanicus Deens botanicus
Johannes Palmer Hartmann (Kopenhagen 18 januari 1870 - Gent 18 maart 1948) was een bloemist die vooral bekendheid verwierf met zijn bloemisterij in het Belgische Sint-Amandsberg. Na zijn studies in Kopenhagen vertrok Hartmann op studiereis door Europa, waarna hij uiteindelijk in Sint-Amandsberg een bloemisterij begon. De bloemist bouwde het grootste tuinbouwbedrijf van Gent uit en viel meermaals in de prijzen op de Gentse Floraliën. Vandaag is zijn villa met wintertuin nog altijd te bezichtigen aan het Henri Van Cleemputteplein in Sint-Amandsberg.
4
bloemist, bloemenwinkel, bloemenzaak
5,366
ItemPage
1754103
https://nl.wikipedia.org/wiki/Magic%20Mouse
Magic Mouse
De Magic Mouse is een draadloze computermuis ontwikkeld door het computerbedrijf Apple Inc. Het is de luxere uitvoering van de Mighty Mouse. Het verschil met de Mighty Mouse is het ontbreken van een scrollwieltje. De Magic Mouse wordt standaard geleverd bij elke iMac. De Magic Mouse werkt volledig via touch-technologie (grotendeels dezelfde als bij de iPod touch, iPhone en iPad). De muis werkt enkel met Apples eigen besturingssysteem OS X en biedt dus geen ondersteuning voor Windows-computers, tenzij Windows wordt geïnstalleerd via Boot Camp. Op de Mac werkt de Magic Mouse vanaf Mac OS X 10.5 Leopard en nieuwer. De muis is draadloos en werkt via bluetooth. De muis werd in oktober 2009 geïntroduceerd. Magic Mouse 2 Op 13 oktober 2015 bracht Apple de tweede generatie Magic Mouse uit. Het opladen gebeurt via een Lightning aansluiting aan de onderkant. Voor een Magic Mouse 2 is OS X 10.11 vereist. Zie ook Magic Trackpad Externe link Productpagina bij Apple Apple-hardware
Externe link Productpagina bij Apple
1
productpagina, hotelpagina, itempagina
9,760
PetStore
1792381
https://nl.wikipedia.org/wiki/Louis%20Delhaize%20Group
Louis Delhaize Group
De Louis Delhaize Group is een Belgische retailgroep, historisch actief in België, Luxemburg, Groot-Brittannië, de Antillen en Guyana en voorheen in Frankrijk, Roemenië en Hongarije. De keten is eigenaar van supermarkten, dierenwinkels, tuincentra en reisbureaus. Het bedrijf werd in 1870 opgericht door Louis Delhaize. Geschiedenis Delhaize gaat terug op de gebroeders Delhaize, die in 1867 een winkel uitbaatten in Ransart (omgeving Charleroi). Bij de familiezaak sloten zich meerdere broers Delhaize aan. In 1870 ging Louis Delhaize zijn eigen weg, dit werden de winkels van Louis Delhaize. De familiezaak bleef gekend onder de naam Delhaize. In 2023 werden de Roemeense en Franse winkels verkocht aan de Carrefour-groep. Hetzelfde jaar werden ook 57 Belgische winkels van Match en Smatch verkocht, aan Colruyt. Structuur Cora (hypermarkt) Match (supermarkt) Smatch (small Match) Louis Delhaize (buurtwinkel) Delitraiteur Dod France Profi (hard-discounter) Albinuţa (supermarkt) Ecomax (hard-discounter) Truffaut (tuincentrum) Houra.fr (online winkel) Animalis (dierenwinkel) Cora Voyages (reisbureau) Belgische multinational Belgische supermarktketen Bedrijf met zetel in Wallonië Economie in Charleroi
De keten is eigenaar van supermarkten, dierenwinkels, tuincentra en reisbureaus. Het bedrijf werd in 1870 opgericht door Louis Delhaize.
1
dierenwinkel, huisdierwinkel, dierenzaak
10,473
SelfStorage
758041
https://nl.wikipedia.org/wiki/Las%20Palmas%20%28gebouw%29
Las Palmas (gebouw)
Las Palmas is een voormalig werkplaatsengebouw in Rotterdam (Wilhelminapier) van de rederij Holland Amerika (Holland-Amerika Lijn), gebouwd tussen 1951 en 1953 naar een ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau Van den Broek en Bakema (1910-1985). Ontstaan Tijdens het bombardement van Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog werd ook een groot deel van de Wilhelminakade getroffen. Na de oorlog gaf de rederij Holland Amerika opdracht voor nieuwbouw van haar panden. Een aankomsthal en loodsen waren het resultaat. Het laatste van deze wederopbouwpanden van de rederij was het werkplaatsengebouw. Dit gebouw, bekend als Las Palmas, werd in 1953 in gebruik genomen. Naast werkplaatsen voor vervaardiging van scheepsonderdelen huisvestte het gebouw ook opslagplaatsen. Te koop Het hoofdkantoor van de Holland-Amerika Lijn verhuisde in 1977 naar Seattle aan de Amerikaanse westkust. De rederij organiseerde na de opkomst van het massavervoer per straalvliegtuig vooral cruises met Amerikaanse passagiers, daarom was Amerika een betere vestigingsplek. In 1984 stond het oude hoofdkantoor, tegenwoordig bekend als Hotel New York, aan de Wilhelminakade te koop. Veel andere panden van de Holland Amerika Lijn zijn aanvankelijk door de gemeente Rotterdam aangekocht. Las Palmas is jarenlang als opslagruimte gebruikt. Renovatie Vanaf 2001 - tijdens Rotterdam 2001, Culturele hoofdstad van Europa - werden delen van Las Palmas in gebruik genomen als tentoonstellingsruimte. Een jaar later opende Club Las Palmas de deuren voor feesten met internationaal en nationaal bekende deejays. In 2005 sloot de club vanwege een grootschalige renovatie en verbouwing van het gebouw onder directie van Benthem Crouwel Architecten. In 2007 vond de heropening plaats door Koningin Beatrix. Sinds 2007 is onder meer het Nederlands Fotomuseum er gevestigd, net als het visrestaurant van de chef-kok Herman den Blijker. De voormalige tentoonstellings- en clubruimte doet onder de naam LP2 dienst als multifunctionele evenementenlocatie. Eigenaar het van pand is het in Antwerpen gevestigde Buysse & Partners Smart Assets. Externe link https://web.archive.org/web/20170710090619/http://www.inlaspalmas.nl/ Gemeentelijk monument in Rotterdam Feijenoord Bouwwerk in Rotterdam-Zuid
Te koop Het hoofdkantoor van de Holland-Amerika Lijn verhuisde in 1977 naar Seattle aan de Amerikaanse westkust. De rederij organiseerde na de opkomst van het massavervoer per straalvliegtuig vooral cruises met Amerikaanse passagiers, daarom was Amerika een betere vestigingsplek. In 1984 stond het oude hoofdkantoor, tegenwoordig bekend als Hotel New York, aan de Wilhelminakade te koop. Veel andere panden van de Holland Amerika Lijn zijn aanvankelijk door de gemeente Rotterdam aangekocht. Las Palmas is jarenlang als opslagruimte gebruikt.
1
zelfopslag, opslagruimte, opslagfaciliteit
1,968
HVACBusiness
230960
https://nl.wikipedia.org/wiki/United%20Technologies%20Corporation
United Technologies Corporation
United Technologies Corporation (UTC) was een Amerikaans conglomeraat. Het hoofdkwartier is gevestigd in Hartford (Connecticut). Op 3 april 2020 is UTC gefuseerd met Raytheon en de combinatie gaat verder als Raytheon Technologies Corporation. Activiteiten UTC heeft twee belangrijke activiteiten. Het is een grote producent van vliegtuigmotoren en andere vliegtuigonderdelen voor civiel en militair gebruik en fabriceert liften en airconditioners. Beide activiteiten hebben ongeveer een gelijk aandeel in de totale omzet van het concern. UTC is wereldwijd actief, maar de Verenigde Staten is met een omzetaandeel van 40% de belangrijkste markt. Het bedrijf telt meer dan 240.000 werknemers. Onderdelen en werkmaatschappijen UTC Propulsion and Aerospace Systems: Pratt & Whitney (P&W) produceerde in 1925 zijn eerste vliegtuigmotor en is nu uitgegroeid tot een van de grootste motorenbouwer ter wereld. P&W richt zich vooral op motoren voor de grote vliegtuigen en ongeveer een kwart van deze toestellen vliegt met P&W motoren. Hier werken bijna 40.000 mensen. UTC Aerospace Systems is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en productie van allerlei producten en systemen voor vliegtuigen met uitzondering van motoren. De twee belangrijkste onderdelen van dit onderdeel zijn Hamilton Sundstrand voor propellors en controleapparatuur voor de industrie en Goodrich. UTC Climate, Controls & Security: deze divisie produceert technische systemen voor gebouwen als verwarming, ventilatie, airconditioning en vriesapparatuur en beveiliging. De belangrijkste merknaam is Carrier. Bij de divisie werken zo’n 55.000 mensen. Otis is een van de grootste fabrikant van verticale transportsystemen. Het telde in 2017 iets meer dan 68.000 medewerkers. Het bedrijf heeft ook een onderzoekscentrum voor alle werkmaatschappijen: het United Technologies Research Centre (UTRC). Opsplitsing Eind november 2018 besloot het bedrijf te splitsen in drie onafhankelijke onderdelen, mede onder druk van enkele aandeelhouders. De luchtvaartactiviteiten, dat zijn Pratt & Whitney en Collins Aerospace Systems, worden gebundeld. De twee hadden in 2017 een gecombineerde jaaromzet van US$ 39 miljard en dit wordt de grootste speler in de markt met GE Aviation op de tweede plaats. Op 9 juni 2019 werd de fusie van UTC's luchtvaartactiviteiten met Raytheon aangekondigd en ze gaan verder onder de naam Raytheon Technologies. Het samengaan heeft als voordelen kostenbesparing, meer slagkracht met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling en de twee bedrijven vullen elkaar goed aan met hun activiteiten. In oktober 2019 stemden de aandeelhouders in met de fusie. De oud aandeelhouders van UTC krijgen dan 57% van de nieuwe combinatie in handen en die van Raytheon de resterende 43%. Raytheon Technologies zal een omzet behalen van US$ 74 miljard op jaarbasis. Eind maart 2020 hadden de twee alle noodzakelijke toestemmingen binnen en op 3 april werd de fusie afgerond. De andere twee activiteiten zijn naar de beurs gebracht. Op 3 april 2020 kreeg Carrier Global, het voormalige UTC Climate, Controls & Security, een eigen notering aan de aandelenbeurs (ticker symbol: CARR). Met 53.000 medewerkers realiseerde het in 2019 een omzet van US$ 18,6 miljard in 160 landen. Op dezelfde dag werd ook Otis Worldwide Corporation (ticker symbol: OTIS) genoteerd aan de New York Stock Exchange. Dit bedrijf heeft een omzet van circa US$ 12 miljard. Geschiedenis In 1927 richtte William Edward Boeing een luchtvaartmaatschappij op: Boeing Air Transport. Deze verwierf een contract voor het vervoer van post tussen San Francisco en Chicago. In 1929 besloten Boeing en Pratt & Whitney te gaan fuseren en gingen ze verder onder de nieuwe naam United Aircraft and Transporation Corporation (UATC). De samenwerking was van korte duur; in 1934 werd de fusie ongedaan gemaakt. UATC splitste in drie delen: de luchtvaartmaatschappij United Airlines, United Aircraft, het latere United Technologies Corporation en Boeing, de vliegtuigbouwer. In 1934 werd Sikorsky Aircraft Corporation overgenomen. Het bedrijf was in 1923 opgericht door de Russisch-Amerikaanse ingenieur Igor Sikorsky. In 1974 werd Harry Gray benoemd tot CEO. Hij stond een beleid voor van diversificatie en de naam werd in 1975 gewijzigd van United Aircraft naar United Technology Corporation. In 1976 werd Otis Elevator Company overgenomen en United Technologies is dan ook daadwerkelijk actief geworden buiten de vliegtuigindustrie. Een paar jaar later volgde de acquisitie van Carrier Corporation, een fabrikant van airconditioners. In 2011 deed UTC een succesvol bod ter waarde van US$ 16,5 miljard op alle aandelen van Goodrich Corporation. Goodrich is een belangrijke producent van landingsgestellen en andere onderdelen voor vliegtuigen en is opgegaan in de UTC divisie Aerospace Systems. Goodrich had een jaaromzet van zo’n US$ 7 miljard. Het was de grootste transactie van UTC na de overname van Sundstrand Corporation in 1999. Deze laatste transactie had een waarde van US$4 miljard. In september 2017 maakte UTX de overname bekend van producent van vliegtuigonderdelen Rockwell Collins. UTX is bereid de aandeelhouders US$ 23 miljard te betalen in aandelen en contanten, dit is US$ 140 per aandeel. Rockwell Collins zich onder andere bezighoudt met cockpitapparatuur. UTX verwacht na de overname beter te kunnen concurreren en ook fors op de kosten te besparen door efficiënt samen te werken. Rockwell Collins telt 30.000 medewerkers en behaalde in 2016 en jaaromzet van ruim 5 miljard dollar. De transactie werd in november 2018 afgerond. De combinatie gaat verder onder de naam Collins Aerospace Systems. Verkochte bedrijven Zoals vele conglomeraten, was UTC in veel sectoren vertegenwoordigd. Enkele verkochte bedrijven zijn: Inmont verf en harsen, dit bedrijf is verkocht aan BASF Mostek semi-conductor - van 1980 tot 1981 Lockheed Martin nam in november 2015 Sikorsky Aircraft Corporation over. Sikorsky is wereldmarktleider in de fabricage van helikopters voor civiel en militair gebruik en realiseerde in 2014 een omzet van US$ 7,5 miljard en telde zo’n 15.300 werknemers. In maart 2015 meldde UTC Sikorsky te willen afstoten. De belangrijkste klant is het Amerikaanse leger die meer dan de helft van de totale omzet vertegenwoordigd. Lockheed Martin, de grootste defensiespecialist van de Verenigde Staten, betaalde US$ 9 miljard voor Sikorsky. Amerikaans bedrijf Economie van Connecticut
Onderdelen en werkmaatschappijen UTC Propulsion and Aerospace Systems: Pratt & Whitney (P&W) produceerde in 1925 zijn eerste vliegtuigmotor en is nu uitgegroeid tot een van de grootste motorenbouwer ter wereld. P&W richt zich vooral op motoren voor de grote vliegtuigen en ongeveer een kwart van deze toestellen vliegt met P&W motoren. Hier werken bijna 40.000 mensen. UTC Aerospace Systems is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en productie van allerlei producten en systemen voor vliegtuigen met uitzondering van motoren. De twee belangrijkste onderdelen van dit onderdeel zijn Hamilton Sundstrand voor propellors en controleapparatuur voor de industrie en Goodrich. UTC Climate, Controls & Security: deze divisie produceert technische systemen voor gebouwen als verwarming, ventilatie, airconditioning en vriesapparatuur en beveiliging. De belangrijkste merknaam is Carrier. Bij de divisie werken zo’n 55.000 mensen. Otis is een van de grootste fabrikant van verticale transportsystemen. Het telde in 2017 iets meer dan 68.000 medewerkers. Het bedrijf heeft ook een onderzoekscentrum voor alle werkmaatschappijen: het United Technologies Research Centre (UTRC).
3
verwarming, ventilatie, airconditioning
7,199
MonetaryAmountDistribution
1553986
https://nl.wikipedia.org/wiki/Flitskapitaal
Flitskapitaal
Flitskapitaal betreft grote bedragen die gebruikt worden voor kort lopende transacties (van enkele minuten tot enkele dagen). In het begin van de 21e eeuw betreft ongeveer 98% van alle financiële transacties flitskapitaal. Slechts 2% van alle financiële transacties zijn ten behoeve van de ‘echte’ economie – de economie van niet-financiële producten en diensten. Dit zijn grote geldbedragen die dagelijks over de wereld heen en weer gaan, vooral in de vorm van aandelen en valuta. Dit zijn grote bedragen die gebruikt worden om kort lopende transacties mee uit te voeren. Het geld zoekt voortdurend zijn weg naar de plekken waar het meeste rendement gehaald kan worden. Deze speculatieve handel heeft tot doel winst te maken uit de veranderingen in de waarde van de munteenheden zelf. Krediet Beurshandel Valuta
Dit zijn grote geldbedragen die dagelijks over de wereld heen en weer gaan, vooral in de vorm van aandelen en valuta. Dit zijn grote bedragen die gebruikt worden om kort lopende transacties mee uit te voeren.
1
statistische verdeling, geldbedragen, percentielen
2,435
DanceEvent
5647682
https://nl.wikipedia.org/wiki/Johan%20Meijering
Johan Meijering
Johan Lourens Meijering (Kampen, 19 maart 1947) is een Nederlandse schrijver, publicist, oud-politieagent, oud-maatschappelijk werker en sociaal wetenschapper. Hij is bekend geworden van zijn intensieve campagnes tegen consumentenvuurwerk, valse kunst en verspilling van gemeenschapsgelden bij de bouw van het Forum Groningen. Ook ageerde Meijering veelvuldig tegen de Nederlandse deelname aan de oorlog in Afghanistan, culminerend in de publicatie: ‘Mijn opinie over het dossier Afghanistan’ uit 2021. Meijering zat regelmatig aan tafel bij nationale en regionale praatprogramma’s op radio en televisie, om zijn licht te laten schijnen over de genoemde onderwerpen. Meijering startte verschillende initiatieven op het terrein van cultuur, woon- en leefmilieu en was initiatiefnemer van een aantal projecten en stichtingen. Van jongs af aan deed Meijering vrijwilligerswerk en bekleedde vele bestuursfuncties, onbezoldigd. Meijering was een voorloper op weg naar een rookvrije samenleving. Zijn creatie: de rookvrije ‘Kijkbungalow Minerva’ was een landelijke primeur op woongebied. Het was tevens expositieruimte met exposities van diverse kunstenaars waaronder Arie Zuidersma. Zijn eveneens rookvrije multiculturele centrum ‘La Pasión, Salon de Tango y Cultura’ trok wekelijks circa 600 bezoekers en kreeg veel bekendheid. Samen met Carla Durville stelde hij het boek ‘Dromen en geheimen. De andere wereld van Arie Zuidersma’ samen, dat in oktober 2011 werd gepubliceerd. Biografie Jeugd en opleiding De ouders van Meijering, Dina van Gelder en Willem Meijering, huwden op 12 juni 1945 in Groningen. Vader Willem werkte als zetter in de drukkerij van de firma Gebroeders Hoitsema. Het leven van Willem Meijering werd getekend door een aantal gebeurtenissen: na een traumatische jeugd volgde tijdens de Tweede Wereldoorlog een onderduikperiode in Drenthe. Dat was ook het moment waarop hij voor het eerst in contact kwam met de verzetsgroep van Johannes Post. Moeder Dina verrichtte tijdens de oorlogsjaren koeriersdiensten voor het verzet. Voor beide ouders waren de oorlogsjaren en de tijd daarvoor taboe als gespreksonderwerp in het gezin en zij hebben hun geheimen meegenomen in het graf. Uit het huwelijk ontsproten uiteindelijk drie kinderen. Johan Meijering werd geboren in Kampen en groeide daar ook op. Het gezin gehoorde tot de Nederlands Hervormde Kerk. Na het behalen van zijn ULO-opleiding in Rotterdam en Leeuwarden volgden twee jaar studie voor onderwijzer aan de kweekschool in Leeuwarden, de politie-opleidingsschool in Lochem (O), de opleidingen Kinderbescherming A en B en Creatieve Handvaardigheid A en B in Leeuwarden en de middelbare beroepsopleiding Sociale Dienstverlening in Leeuwarden en Zwolle. Meijering koos vervolgens voor een studie aan de Sociale Academie Twente in Hengelo en studeerde later Sociale Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar studeerde Meijering in 1980 af met als specialisatie ‘organisatieontwikkeling’. Huwelijk en kinderen Meijering was zeven jaar getrouwd en kreeg met zijn echtgenote drie kinderen. Hij scheidde in 1976 en heeft sinds 2007 opnieuw een relatie. Maatschappelijke carrière Meijering begon zijn maatschappelijke carrière als (hoofd)agent van de gemeentepolitie in Leeuwarden, werkte nadien als maatschappelijk werker bij de gemeente Den Ham (O), gaf in opdracht van de provincie Friesland als coördinator van het InSa-project, een afkorting van Inventarisatie Samenwerkingsverbanden, leiding aan een onderzoeksteam. Dit betrof een grootschalig onderzoek naar samenwerking tussen de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Aan dit onderzoek werkten mee huisartsen, wijkverpleegkundigen en maatschappelijk werkers. De bedoeling van dit onderzoek was om – afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek – nieuw beleid te ontwikkelen. Daarna werkte hij als beleidsmedewerker Samenlevingsopbouw bij de gemeente Leeuwarden. Door een dienstongeval werd zijn maatschappelijke carrière vroegtijdig beëindigd en vervolgde hij zijn loopbaan in vrijwilligersfuncties. Maatschappelijke missies Meijering noemt zichzelf pacifist, schrijver, pionier, kunstliefhebber, activist en kritische creatieve onafhankelijke denker. Centraal in zijn levenswerk staat zijn strijd tegen alle soorten van onrecht en alle vormen en bedreigingen van geweld, waar ook ter wereld. Zijn slogan: ‘Als iets mij raakt, dan kom ik in actie’ In de periode 2003 tot en met 2020 heeft Meijering met drie maatschappelijke missies initiatieven genomen om verbeteringen te realiseren in de Nederlandse maatschappij en geprobeerd een aanzet te geven tot een maatschappelijk debat: Valse kunst In de periode van 2003 tot en met 2020 streed Meijering met steun van een aantal sympathisanten tegen de productie en de handel in valse kunst en de ‘verloedering in de Nederlandse kunstwereld’, in het bijzonder die van kunstkring De Ploeg (Groningen). Jarenlang deed Meijering diepgaand onderzoek en constateerde dat er vanaf het begin van de jaren negentig van de 20e eeuw honderden valse Ploegwerken in omloop waren. Met succes voerde hij een civiele rechtszaak tegen valse kunst. Door het gerechtshof Leeuwarden werden in 2016 twee ‘Ploegschilderijen’ vals verklaard. De schilderijen had Meijering als authentiek met garantie van echtheid gekocht. Na de ontmaskering van de bekende Nederlandse kunstvervalser Han van Meegeren in 1947, was dit het eerste vonnis in de Nederlandse rechtspraak waar schilderijen vals werden verklaard. Het fenomeen ‘valse kunst’ werd op de kaart gezet en krijgt inmiddels nationale en internationale aandacht in de media. Dit resulteerde onder meer in een terugkerend internationaal congres in Den Haag. Meijering gaf tien publicaties uit over dit onderwerp. Consumentenvuurwerk In de periode 2007 tot en met 2021 begon Meijering naar aanleiding van een persoonlijke ervaring met vuurwerkgeweld het initiatief om vuurwerk voor consumenten te verbieden en/of passende alternatieven te vinden. Meijering verdiepte zich in dit jaarlijks terugkerende fenomeen en constateerde dat er elk jaar honderden slachtoffers vallen, waaronder zelfs dodelijke. Hij publiceerde in 2008 twee boeken: 'Vuurwerk. Dagboek van een ruststoker' en 'Explosief Vuurwerk. Feiten liegen niet'. Ook publiceerde hij in 2008 een ‘Politiek Vuurwerkpamflet.' Samen met mede-sympathisanten Paul Steverink en schrijver Johan van Wijk, richtte hij in 2008 de Stichting Staakt het Vuren op met als doel bewustwording te bewerkstelligen en mensen wakker te schudden. Sinds de oprichting heeft deze stichting de gevolgen van het afsteken van consumentenvuurwerk meerdere malen in kaart gebracht, aan de kaak gesteld en in dit kader ruim vijf jaar lang actie gevoerd. Op 10 december 2008 organiseerde de stichting Staakt Het Vuren het eerste Vuurwerksymposium in Nederland onder de titel: 'Staakt Het Vuren! Waarom één miljard verknallen!'. Tijdens dit symposium werden onder meer voordrachten gehouden door: Clemens Mensink van het Vlaams Instituut Technologisch Onderzoek (VITO), Benn Bergmann – econoom, Bert van der Pol – oogarts, een verpleegkundige van de Spoedeisende Hulp, de heer Gerrit Wagenvoort van de vuurwerkbranche, mevrouw Evelien Arler-Marijn namens de winkeliers en Meijering zelf. Voorafgaand aan het symposium op 8 december overhandigde Meijering beide vuurwerkboeken aan Tjeerd de Faber, in zijn rol als toenmalig voorzitter van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. De stichting ‘Staakt Het Vuren’ kreeg met haar acties veel media-aandacht in binnen- en buitenland. Geleidelijk aan ontstond er een landelijk debat en werd een kentering zichtbaar. Zo inspireerde de stichting onder andere het Burgerinitiatief Meer Plezier met Minder Vuurwerk in 2009 en hield de voorzitter Paul Steverink een krachtig pleidooi tijdens een hoorzitting/rondetafelgesprek met de Tweede Kamer in 2012. Na een vijftal jaren actief werken aan bewustwordingsprocessen werd het doel bereikt: het stimuleren van een maatschappelijk debat. Op 31 december 2013 werd om die reden de stichting opgeheven. In december 2020 verscheen Meijerings derde vuurwerkboek ‘Consumentenvuurwerk. Van volksvermaak tot overheidsverbod’. Veel van Meijerings aanbevelingen uit het ‘Politiek Vuurwerkpamflet’ maken inmiddels onderdeel uit van de besluiten van tientallen gemeenten. Forum Groningen Op 18 augustus 2023 is er door onder meer RTV Noord en de NOS nieuws gepubliceerd dat nieuw licht werpt op de totstandkoming van het Forum Groningen. Uit de berichtgeving blijkt dat het hele bouwproject aan een zijden draadje was komen te hangen, nadat de NAM weigerde de meerkosten te betalen van het aardbevingsbestendig maken van het gebouw. Het gaswinningsbedrijf verzette zich maandenlang met hand en tand, waardoor het weinig scheelde of de stad Groningen zou geen Forum hebben gehad en bovendien voor tientallen miljoenen euro's het schip in zijn gegaan. Meijering hoopt al jaren dat de gemeenteraad van Groningen een onderzoek instelt naar dit project. Zo’n evaluatie heeft tot op heden echter niet plaatsgevonden. Meijering vindt dit onbegrijpelijk, zeker in een tijd waarin transparantie bij overheidsbesluiten steeds nadrukkelijker door de overheid zelf als speerpunt van beleid wordt gekozen. In 2016 publiceerde Meijering tijdens een door de gemeente Groningen opgelegde bouwstop van het Groninger Forum het boek ‘Groninger Forum, een bodemloze put’. Daarin ziet hij opmerkelijke overeenkomsten van grote overheidsprojecten in Groningen en andere delen van Nederland, zoals: het omstreden karakter van sommige projecten; de vaak te rooskleurige prognoses van bezoekersaantallen, rendement of impact op de samenleving na realisatie; aanzienlijke budgetoverschrijdingen. Meijering diende in het najaar van 2015 een alternatief plan in bij de gemeente Groningen voor de bouwlocatie van Forum Groningen. Met enkele sympathisanten startte hij in het najaar van 2015 een flyeractie en verspreidde in korte tijd 10.000 flyers in de stad Groningen met daarop zijn alternatieve plan 'Nieuw Groninger Forum'. Meijering stelde de vraag centraal of er tijdens het ontwikkelingsproces door het toenmalige gemeentebestuur van Groningen zorgvuldig was gehandeld. Ook pleitte hij in deze fase voor een referendum over de wenselijkheid van dit project. Was er überhaupt behoefte aan dit gebouw? En zo ja, waaruit blijkt dat dan? Er werden vele miljoenen geïnvesteerd in een gebouw, waarvan de precieze functie op voorhand niet vaststond. In de presentatie van de plannen voor het Groninger Forum in 2004, zouden het Groninger Scheepvaartmuseum en een historische collectie van het Groninger Museum een prominente plek krijgen. Een klein congrescentrum maakte onderdeel uit van de plannen en regionaal historisch centrum De Groninger Archieven werd eveneens betrokken bij het Forum. Het is altijd de bedoeling geweest dat de Groningse cultuur en geschiedenis een grote rol zouden krijgen in het Forum. Uiteindelijk werd het accent verlegd bij de definitieve invulling van het gebouw. Meijering vraagt zich af waarom de beoogde participanten uit de beginfase van het Forum uiteindelijk niet in het gebouw werden ondergebracht. Waarom werd een groot, beeldbepalend en in de ogen van Meijering buitengewoon risicovol project gerealiseerd in de historische binnenstad van Groningen? Mede bekostigd door de Groningse belastingbetaler. Ook al zijn er mogelijk fouten gemaakt, het is belangrijk dat er lering uit getrokken wordt voor toekomstige grootschalige projecten. In het in 2021 gepubliceerde boek 'Uitgesproken' poneert Meijering enkele stellingen over Forum Groningen, zoals: ‘Elk project dient tussentijds en aan het einde te worden geëvalueerd door onafhankelijke deskundigen. De rapportage met conclusies en aanbevelingen van de tussen- en eindevaluatie dient openbaar te worden gemaakt. En dienen als verplichte kost bij elk nieuw project’. Naar de mening van Meijering blijven vele vragen tot op heden onbeantwoord in dit dossier. Het diepgravende onderzoek van RTV Noord en de NOS is te ondersteunen door zelf te speuren in de 2.600 documenten die opgevraagd zijn van de Shell Papers. Politieke carrière In december 2001 werd Meijering als eigenaar van het multiculturele centrum ‘La Pasión’ in Groningen benaderd door het bestuur van de pas opgerichte Stadspartij Groningen en betrokken bij de oprichtingsfase. Het bestuur van deze partij verwachtte bij de verkiezingen voor de gemeenteraad 2002-2006 veel zetels en stelde hem een wethouderschap Cultuur in het vooruitzicht. Na een korte bedenktijd besloot Meijering zich verkiesbaar te stellen als kandidaat voor de gemeenteraad van Groningen voor de nieuwe Stadspartij. De partij behaalde twee zetels bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2002, waarna Meijering besloot zich terug te trekken. Cultureel-maatschappelijke initiatieven Kuifje ’64, Leeuwarden In 1964 was Meijering oprichter, voorzitter, programmamaker en van 1964 t/m 1967 presentator van dans- en instuifvereniging Kuifje ’64 (K 64) in Leeuwarden. Ook zette hij zogenaamde ‘Sokkenbals’ op poten. De vereniging had als doel om van de Leeuwarder weekenden een feest te maken door het organiseren van dansavonden, soms in combinatie met eetfestijnen en cabaretvoorstellingen. Er werd een gestencild verenigingsblad uitgegeven onder de titel Kuifje ’64, met daarin bijdragen over muziek, gedichten, programma’s en ingezonden artikelen van bezoekers. In de hoogtijdagen groeide de vereniging tot ongeveer 2000 dansliefhebbers. Bekende namen stonden er op het programma, waaronder tien optredens van Cuby & the Blizzards (met Herman Brood), Rob Hoeke rhythm and bluesband en de Belgische zanger Ferre Grignard. Beatfestival Daarnaast was Meijering initiatiefnemer, organisator en presentator van een eerste (benefiet) beatfestival in Leeuwarden op woensdagavond 28 april 1966 in de Beurs, wat een hoogtepunt vormde in het bestaan van Kuifje ’64. Dertien bands deden mee en traden op voor 700 betalende bezoekers. 'The Mistery Five' uit Leeuwarden werd door een jury als winnaar uitgeroepen en ontving een beker die door het Leeuwarder Weekblad beschikbaar was gesteld voor het beste orkest. De jury bestond o.a. uit persfotograaf Sjoerd Andringa en platenhandelaar Poort, beiden uit Leeuwarden. 'Voor de jeugd, door de jeugd' was het motto van dit festival. De gehele opbrengst van deze avond, een bedrag van 700 gulden, werd afgedragen aan het jeugdmuziekkorps van 'Soli Deo Gloria' uit Leeuwarden, bestemd voor een nieuw instrumentarium. Oprichting IPA, district Fryslân Tijdens zijn loopbaan bij de gemeentepolitie Leeuwarden, nam Meijering samen met zijn collega IJ.D. van der Schaaf, op 18 maart 1972 het initiatief tot oprichting van een Friese afdeling van de IPA (International Police Association). Tot dan toe was Friesland de enige provincie in Nederland zonder een IPA-vertegenwoordiging. Van 1972-1974 was Meijering contactsecretaris. Onder het motto Servo per Amikeco (Dienen door Vriendschap) tracht de vereniging wereldwijd haar doel te bereiken. Dit initiatief leidde tot een vruchtbare ontwikkeling van de organisatie. Ruim twee jaar na de oprichting kreeg het jonge district Fryslân in 1974 een eigen IPA-onderkomen, Huize Vijversburg in Tytsjerk, onder de rook van Leeuwarden. In maart 2012 vierde het IPA-district Fryslân zijn 40-jarig jubileum in het Politie Museum Friesland in Drachten. Door een reorganisatie binnen IPA-Nederland, werden de districten Fryslân, Drenthe en Groningen op 1 januari 2020 samengevoegd tot het district Noord-Nederland. Daarmee kwam een einde aan een succesvolle zelfstandige periode van bijna 48 jaar. Kijkbungalow Minerva, Groningen In de periode 1991 t/m 1994 was Meijering initiatiefnemer en mede-eigenaar van ‘Kijkbungalow Minerva’ in Hoogkerk. Een gratis toegankelijk en onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum, annex expositieruimte. De oorspronkelijke standaardwoning, werd stijlvol verbouwd en ingericht tot een voor die tijd niet alledaags huis. Het project werd op 27 september 1991 officieel geopend door Jan Kamminga. Mond-tot-mondreclame zorgde voor veel aandacht en ook vanuit de media was er veel belangstelling. In de rookvrije ‘Kijkbungalow Minerva’ waren bezoekers van harte welkom. Een gratis rondleiding duurde gemiddeld tweeënhalf uur. Zowel het wonen in als het bezichtigen van de Kijkbungalow kreeg een extra dimensie door de steeds wisselende exposities van binnen- en buitenlandse beeldend kunstenaars. Vele bekende kunstenaars hebben er geëxposeerd. Ook bezochten vele prominenten uit de politiek, artiesten- en kunstwereld de ‘Kijkbungalow’. De eerste Nederlandse Kijkbungalow was een landelijke primeur op het gebied van wonen en trok in een periode van drieënhalf jaar ruim 13.000 bezoekers. In 2016 publiceerde Meijering het boek 'Kijkbungalow Minerva. Een inspirerende kijk op wonen en kunst'. Kunstmanifestatie ‘De Groninger Ploeg’ In 1993 nam Meijering het initiatief tot de oprichting van een Kunstcommissie in de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk. Op 25 september 1993 organiseerde hij in samenwerking met vier buurtbewoners ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van zijn ‘Kijkbungalow Minerva’ een bijzondere expositie van 97 schilderijen van overleden schilders van kunstkring De Ploeg (Groningen). Deze waardevolle schilderijen werden door vele particulieren voor een dag uitgeleend. Zo werd de Jan van der Zeestraat gedurende één middag getransformeerd tot een museumstraat met een huis-aan-huisexpositie in 27 deelnemende woningen. De dag stond naast kunst, ook in het teken van muziek, dans en straattheater. Ongeveer 2.000 bezoekers bezochten deze eenmalige expositie. De Kunstcommissie kreeg vervolgens een permanent karakter en werd voortgezet onder de naam ‘Kunstcommissie Hoogkerk’. De commissie bleek te voldoen aan een behoefte. Zo werden onder auspiciën van de Kunstcommissie vele kunstobjecten in Hoogkerk gerealiseerd. In september 2018 vierde de commissie haar 25-jarig lustrum. In april 2020 beëindigde de Kunstcommissie Hoogkerk haar werkzaamheden. Kunstwinkel Kunst & Kunst In 1993 was Meijering initiatiefnemer en medeorganisator van een kunstwinkel van beeldend kunstenaars ‘Kunst & Kunst’ aan de Grote Markt in Groningen. Op donderdagavond 16 december 1993 opende hij de eerste tentoonstelling met een expositie van elf beeldend kunstenaars uit de provincie Groningen. Er zouden nog vele succesvolle wisselexposities volgen. De eerste Nederlandse Kunstwinkel was geboren, een supermarktidee met voortdurend wisselende exposanten. De Kunstwinkel was zeven dagen per week geopend. De exposerende kunstenaars waren zelf bij toerbeurt aanwezig en verkochten hun werk rechtstreeks aan belangstellenden. Kunsthuis De Permanente De activiteiten van de Kunstwinkel werden 27 april 1994 ondergebracht in stichting ‘Kunsthuis De Permanente’. Naast oprichter, was Meijering van 1994 tot 1995 tevens voorzitter van deze stichting. Op 8 september 1994 werd ‘Kunsthuis De Permanente’ officieel geopend door de heer K.W. Swaak, wethouder Cultuur van de gemeente Groningen. Het pand aan de Grote Markt werd na enige tijd te klein, reden waarom de stichting verhuisde naar een huurpand aan de Kreupelstraat in het centrum van Groningen. Niet alle kunstenaars besloten daarbij aan te sluiten. In goed overleg verhuisde een deel naar een pand in de Folkingestraat in Groningen, waar de activiteiten onder eigen vlag werden voortgezet. Na een ruim elfjarig bestaan sloot het Kunsthuis 1 januari 2006 de deuren aan de Kreupelstraat. Er was een gemeentelijke subsidie toegekend voor een periode van vijf jaar als werkgelegenheidsproject, met een betaalde coördinator. Zonder een structurele subsidie van de gemeente bleek het echter niet mogelijk de expositieruimte open te houden. ‘De Permanente’ is blijven bestaan als trajectorganisatie voor kunstenaars en werd ondergebracht bij het Kunstencentrum aan de Walstraat in Groningen. La Pasión. Salon de Tango y Cultura In 1999 was Meijering initiatiefnemer en medeoprichter van Stichting ‘La Pasión, Salon de Tango y Cultura’ (‘La Pasión’). ‘La Pasión’ (1999-2003) was een centrum voor Argentijnse tango en multiculturele activiteiten, gevestigd in de Nieuwe Boteringestraat in Groningen. Het door Meijering gekochte pand werd in ruim vijf maanden ingrijpend verbouwd tot een sfeervolle ruimte. Stichting ‘La Pasión’ opende op 17 september 1999 voor het eerst haar deuren. In drie aangrenzende panden, eveneens in zijn bezit, wilde Meijering zelfstandig opererende organisaties ontwikkelen onder de overkoepelende naam ‘Passie’. Culturele organisaties, die op non-profitbasis en laagdrempelig een breed scala aan gevarieerde, wisselende en betaalbare activiteiten aan zouden bieden. La Pasión groeide in korte tijd uit tot een dynamisch en kleinschalig centrum voor jong en oud. In september 2015 publiceerde Meijering het boek ‘La Pasión. Salon de Tango y Cultura. Een bron van inspiratie’. Met een twintigtal vrijwilligers werd er hard gewerkt om dit centrum in stand te houden. Gedurende ruim tweeënhalf jaar functioneerde La Pasión zeven dagen per week met uiteenlopende programma’s. Op 17 maart 2001 werden opnames gemaakt voor de in productie genomen tango-CD: 'La Pasión del Tango'. Veel prominenten uit binnen- en buitenland traden er op. Enkele hoogtepunten waren het optreden en de workshops van het danspaar Ricardo y Nicole uit Argentinië, de literaire salon met Simon Vinkenoog, de vertelavonden van Willem de Ridder, het optreden van de componist Mike Rowland uit Engeland en het concert van Ustad Zamir Khan en zijn groep uit India. De financiering van het centrum bleek echter problematisch. Op 1 juli 2002 gingen de deuren definitief dicht en op 31 oktober 2002 werd de stichting formeel opgeheven. Japanse centrum Do In 1999 was Meijering ook initiatiefnemer, en met Fransina Ganzeveld, medeoprichter van de stichting Do, centrum voor Japanse cultuur. De naam voor stichting Do is afgeleid van een originele Japanse kalligrafie genaamd Do, dat betekent ‘de weg’ of ‘huis van.’ De bouw en ontwikkeling van de ruimte voor stichting Do liep in eerste instantie synchroon met de verbouwing van tangosalon La Pasión. Bij de opening van tangosalon La Pasión op 19 september 1999 was de ruimte op de eerste etage, voor de stichting Do, na een ingrijpende verbouwing en uitbreiding, casco gereed. Door het bestuur, bestaande uit vier bestuursleden, werden contacten gelegd met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Er werden een aantal praktijkopdrachten verstrekt die door studenten van deze opleidingen werden uitgevoerd. Onder andere het grafische gedeelte, een textiel opdracht en de website. Het plan was om in het centrum Japans gerelateerde activiteiten aan te gaan bieden zoals Ikebana lessen en workshops door Fransina Ganzeveld, Sumi-e door Kalpa Maclachlan, het houden van theeceremonies en het organiseren van lezingen over kunst en cultuur. Er werden contacten gelegd met aan Japan gerelateerde organisaties, o.a. met het Centrum voor Japankunde. Deze werd door de Rijksuniversiteit Groningen in 2000 opgericht, toen in Nederland en Japan veel aandacht werd besteed aan het 400-jarig bestaan van de relaties tussen beide landen. Er werd een Torii gekocht en deze werd geplaatst op de halfronde patio van het centrum. Op 17 september 1999, na de officiële opening van tangosalon ‘La Pasión’ konden belangstellenden voor een sneak-preview naar de eerste etage om de ruimte voor stichting Do te bekijken. In 2002 bleek dat het project wegens het ontbreken van voldoende financiële middelen niet langer haalbaar was. Subsidieaanvragen voor het Multicultureel centrum ‘Passie’, waar de stichting Do een onderdeel van was, bij de gemeente Groningen werden niet gehonoreerd. Op 1 juli 2002 werd de stichting Do officieel ontbonden. Stad-safari Groningen In 2001 was Meijering initiatiefnemer, medeorganisator en sponsor van de eerste Groninger stad-safari. Ter gelegenheid van de viering van het tweejarig bestaan van zijn centrum La Pasión benaderde Meijering zijn goede bekende Willem de Ridder (1939-2022), journalist, vrijdenker, meesterverteller en safari-bedenker. Een stad-safari leidt de deelnemers via een koptelefoontje over een van tevoren uitgezette route door de stad langs bijzondere plekken, gebouwen en situaties. De Ridder had al eerder stad-safari’s georganiseerd in Nederland (Utrecht) en ook in Duitsland en Denemarken. Om drie uur klonk op OOG-Radio de stem van De Ridder, die de luisteraars verzocht om naar de Martinitoren te komen. Het liefst met een draagbare radio. De deelnemers droegen allen een rode roos, die door Meijering was uitgedeeld, en een radio. De opdrachten en de verhalen werden live uitgezonden op OOG-Radio, de uitzending was van tevoren opgenomen. Een uur lang slingerde een lint van ruim 100 deelnemers door de binnenstad van Groningen, met een bont uitgedoste De Ridder als gids voorop, vergezeld van Meijering. De stad-safari werd gehouden zes dagen na de aanslag op de Twin Towers in New York en kreeg van Meijering als boodschap ‘Vrede’ mee. De tocht droeg daardoor het karakter van een vredesmanifestatie. Fietsers stapten af, voetgangers bleven staan en keken met open mond naar het bijzondere gezelschap, dat al luisterend naar hun radio’s simultaan allerlei opdrachten uitvoerde. In het verleden maakte De Ridder al spraakmakende radioprogramma’s, waarin bijvoorbeeld dertigduizend auto’s via de VPRO-radio op een griezeltocht werden gestuurd. Hij overleed op 29 december 2022. La Nueva Pasión In de periode 2004-2006 stelde Meijering zijn geheel verbouwde woonhuis ‘La Nueva Pasión’ aan de Nieuwe Boteringestraat 70 in Groningen incidenteel gratis beschikbaar voor kleinschalige culturele activiteiten. Het pand uit 1880 bestond uit een voor- en achterhuis en een diepe stadstuin. Eén van de vorige bewoners heeft geschiedenis gemaakt: dhr. P.R. Bos, bekend geworden van de gelijknamige ‘Bosatlas’. Tussen beide woonhuizen bevond zich een open binnenplaats. Tijdens een ingrijpende verbouwing werden beide panden met elkaar verbonden, evenals beide royale kelderruimten. Aansluitend aan deze ruimte liet Meijering een verdiepte tuin aanleggen met vloer en zijwanden van beton en creëerde zo een buitentheater waar incidenteel voorstellingen konden worden georganiseerd. Meijering gaf dit nieuwe project de naam ‘La Nueva Pasión’ (De Nieuwe Passie), als een vervolg op ‘La Pasión. Salon de Tango Y Cultura’. Op 14 mei 2004 werd het woonhuis ingewijd door zijn kleinzoon Christiaan-Carlos. Een gedenksteen in de hal van het pand herinnert hier nog aan. La Nueva Pasión opende met twee avondvoorstellingen die werden bijgewoond door bijna 400 genodigden. Er traden tientallen artiesten op. In de periode 2004-2006 vonden er uiteenlopende multiculturele activiteiten plaats. Los Lunáticos In 2000 richtte Meijering ‘Los Lunáticos’ (2000-2005) op (vrij vertaald: de maangekken). Een klein dans-, muziek- en theatergezelschap, bestaande uit twee dansers Argentijnse tango, in 2003 aangevuld met gitarist Hans Kromme. Samen met zijn Finse danspartner Marjatta Ranta-Iso – performanceartiest, beeldend kunstenaar en zangeres – gaf Meijering vele benefiet-optredens Argentijnse tango in Nederland en Duitsland. Zij brachten een mix van tango, improvisatie, vrije expressie en drama. Met vijf andere dansparen gaven zij een dansvoorstelling op 7 november 2001 op het Waagplein voor het prinselijk paar Willem Alexander en Máxima bij hun bezoek aan Groningen. De NOS en RTV Noord zonden dit bezoek rechtstreeks uit op de televisie. In datzelfde jaar vond hun theaterdebuut plaats in MartiniPlaza in Groningen met drie voorstellingen. Op uitnodiging gaven zij twee bijzondere optredens met het voltallige Noord Nederlands Orkest op 14 en 15 maart 2002 in Groningen en Drachten, in respectievelijk de theaters De Oosterpoort en De Lawei. In een latere fase (2003) werd het duo uitgebreid met gitarist Hans Kromme en een tweede tanguera, de van oorsprong Marokkaanse Fatiha Balghiti. In september 2023 publiceerde Meijering het boek 'Los Lunáticos. Van milonga tot theater'. Tango in the Dark Als act bedacht door Meijering, ontwikkelde 'Tango in the Dark' zich tot een succesvolle dans- en theaterperformance. Tijdens deze intieme act in het donker zijn beide dansers zelf de bron van licht. De act is binnen en buiten Europa uitgevoerd, tot in China, en inspireerde andere tangodansers wereldwijd, die de performance oppikten en navolgden. Nostalgía Van 2005-2015 gaf Meijering met zijn nieuwe (dans)partner Carla Durville benefiet dans- en theatervoorstellingen en workshops in binnen- en buitenland. Regelmatig en afwisselend in combinatie met het door hem in 2005 opgerichte dans-, muziek- en theatergezelschap ‘Nostalgía’ (2005-2008). Dit gezelschap bestond aanvankelijk uit vijf personen: Carla Durville en Johan Meijering (Argentijnse tango), Faiz Shamilevitsj Guseinov (viool) en Rauf Faizovitsj Guseinov (viool en tenor), Sjoukje Kooistra (sopraan). De dansperformance ‘Tango in the Dark’ werd in deze periode verder ontwikkeld en binnen en buiten Europa opgevoerd. Hoogtepunten waren succesvolle optredens op 7 november 2005 in de MartiniPlaza te Groningen, diverse optredens in Egypte van 5 t/m 12 januari 2006, met onder meer een tv-uitzending op Channel 5, in Bad Zwischenahn (Duitsland) op 21 juli 2006 en op 22 juli 2006 in Oldenburg (Duitsland). In 2007 werd ‘Nostalgía’ uitgebreid van vijf naar zeven artiesten. De nieuwe samenstelling was: Carla Durville en Johan Meijering (Argentijnse tango), Faiz Shamilevitsj Guseinov (viool) en Rauf Faizovitsj Guseinov (viool en tenor), Thomas Mook (zanger, pionist, entertainer), Natalja Yakovleva (sopraan) en Anastasia Goldberg (concert-pianiste). In de zomer van 2007 verzorgde ‘Nostalgía’ op uitnodiging in China een aantal succesvolle benefietoptredens in grote (buiten)theaters in de hoofdstad Lanzhou van de gelijknamige provincie. ‘Nostalgía’ kreeg veel aandacht in de Chinese media en werd door het provinciaal bestuur van Lanzhou uitgenodigd voor het maken van een promotiefilm voor deze provincie om in te zenden als bijdrage voor de Olympische Zomerspelen in 2008 in China. Door ziekte van twee leden van de groep kon dit op het laatste moment geen doorgang vinden. Tangofestival Op initiatief van Meijering startte op 18 september 2015 het allereerste tangofestival in Groningen, onder de titel ‘La Pasión’. Op vier verschillende locaties werden uiteenlopende activiteiten georganiseerd. Eén van de locaties was kunst- en cultuurhuis VRIJDAG in de St. Jansstraat in Groningen. Het was Meijerings doel om de Groninger tangocultuur jaarlijks drie dagen lang in de schijnwerpers te zetten en elk derde weekend van september te laten terugkeren. Het festival werd gecombineerd met een reünie van Meijerings tangosalon ‘La Pasión, salon de tango y cultura’, die in 2002 haar deuren sloot. Tijdens het festival presenteerde Meijering het door hem geschreven tangoboek 'Argentijnse tango van Groningen tot Maastricht' en 'La Pasión. Salon de Tango y Cultura’. Het festival werd uitstekend bezocht en bleek te voldoen aan een behoefte. Vanaf 2016 is de organisatie van het tangofestival overgenomen door 'Stichting Tango Argentino Groningen' (STAG), die sindsdien iedere twee jaar het tangofestival organiseert onder de nieuwe naam ‘Tangofestival Groningen’. Overig Cultureel erfgoed Op 25 november 2014 zijn de diverse culturele activiteiten van Meijering in de periode 1964 tot en met 2020 door het Regionaal Historisch Centrum De Groninger Archieven erkend als cultureel erfgoed. De archieven in de periode Leeuwarden van Kuifje ’64 (K 64) en International Police Association (I.P.A.) en in de periode Groningen: Kijkbungalow Minerva, Kunst & Kunst, Kunsthuis De Permanente, stichting La Pasión, stichting Do, Altink Affaire II (kunstvervalsingszaak De Groninger Ploeg), La Nueva Pasión, stichting ‘Staakt het Vuren’ en ‘Forum Groningen’ zijn door Meijering aan dit historisch centrum geschonken. De archieven van al deze projecten zullen worden overgedragen en ondergebracht bij de Groninger Archieven in het ‘Archief Johan Meijering’. Ook het archief van de ouders van Johan Meijering, Willem Meijering (Zuidlaren, 23 februari 1919 Doetinchem, 13 juni 2004) en Dina Meijering-van Gelder (Beilen 17 september 1921 Roosendaal 1 juni 1998) zijn door hun erfgenamen in 2020 geschonken aan de Groninger Archieven en zullen volgens de collectiebeheerder particuliere archieven op 7 mei 2020 eveneens worden opgenomen in het ‘Archief Johan Meijering’. Johan Meijering Stichting Op 9 november 2017 is in Groningen de ‘Johan Meijering Stichting’ opgericht om het cultureel erfgoed van Johan Meijering te beheren. Het levenswerk van Johan Meijering beslaat een tijdsbestek vanaf 1964 en bestaat uit acht uiteenlopende projecten op cultureel en maatschappelijk gebied. De Stichting tracht haar doel te verwezenlijken onder meer door ‘het uitgeven van artikelen en nieuwsberichten over de ideeën, visies en overtuigingen van Johan Meijering’. Op 31 december 2021 werd de stichting opgeheven door het bestuur, omdat deze haar doel had bereikt. Schenkingen In de periode 2005 tot en met 2021 schonk Meijering zijn kunstcollectie bestaande uit 143 schilderijen aan diverse goede doelen. Bibliografie Vuurwerk, Dagboek van een ruststoker, 2008, Explosief vuurwerk, Feiten liegen niet, 2008, Dromen en geheimen, De andere wereld van Arie Zuidersma (met , 2011, La Pasión, Salon de Tango y Cultura, 2015, Argentijnse Tango, Van Groningen tot Maastricht, 2015, Kijkbungalow Minerva, Een inspirerende kijk op wonen en kunst, 2016, Groninger Forum, Een bodemloze put, 2016, Consumentenvuurwerk, Van volksvermaak tot overheidsverbod, 2020, Uitgesproken, 2021, International Police Association (IPA), District Fryslân, Oprichting Onafhankelijke Secretarie Ambtenaren (O.S.A.), 1984, KUNST & Kunst, De eerste Nederlandse kunstwinkel, Stichting Kunsthuis ‘De Permanente’, Altink-affaire I, Vervalsingen schilderijen Groninger Ploeg, Perspublicaties, Altink-affaire II, Vervalsingen schilderijen Groninger Ploeg, Perspublicaties, Altink-affaire II, Onderzoek t.b.v. ‘Het Reitdiep’ en ‘Heuvellandschap’, Altink-affaire II, 18 jaar juridische kunststrijd, Altink-affaire II, Initiatieven, publicaties, correspondentie en voordrachten, Altink-affaire II, Kunstvervalsingen in Europa, Stichting De Ploeg 100 jaar, 1918–2018, Forum Groningen, Van uitzicht tot inzicht, 2015–2020, Drie Ploegschilderijen, Literatuurstudie, Stellingen, Aanbevelingen, Nederlands schrijver
In 1964 was Meijering oprichter, voorzitter, programmamaker en van 1964 t/m 1967 presentator van dans- en instuifvereniging Kuifje ’64 (K 64) in Leeuwarden. Ook zette hij zogenaamde ‘Sokkenbals’ op poten. De vereniging had als doel om van de Leeuwarder weekenden een feest te maken door het organiseren van dansavonden, soms in combinatie met eetfestijnen en cabaretvoorstellingen. Er werd een gestencild verenigingsblad uitgegeven onder de titel Kuifje ’64, met daarin bijdragen over muziek, gedichten, programma’s en ingezonden artikelen van bezoekers. In de hoogtijdagen groeide de vereniging tot ongeveer 2000 dansliefhebbers. Bekende namen stonden er op het programma, waaronder tien optredens van Cuby & the Blizzards (met Herman Brood), Rob Hoeke rhythm and bluesband en de Belgische zanger Ferre Grignard.
1
dansfeest, dansavond, sociale dans
5,871
ExerciseGym
464480
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sport%20in%20Dordrecht
Sport in Dordrecht
Dit artikel geeft een overzicht van sport(clubs) in Dordrecht. Clubs naar sport Aikido Aikido Dordrecht Atletiek Fortius Badminton Badmintonvereniging Selecta Badminton Club Dordrecht Dordtse Badminton Club Space Shuttle Basketbal D.B.V. Rowic 3on3 streetball Basketball Unites Biljart R.C.D. Bowling Bowling Vereniging Dordrecht Cricket Dordrechtse Cricket Club Fietsen Fietsclub De Mol Golf Golfclub De Merwelanden Gymnastiek K.D.O. O.K.K. Sparta de Sportbond DVO St. Paul C.G.V Turinghia Handbal Handbalvereniging M.O.K. Hockey Dordrechtse Mixed Hockey Club Honk- en softbal The Hawks IJshockey Dordrecht Lions Kano- en kajakvaren Dordtse kano- en kajakvereniging Dajaks Klimmen & Bergsport Klimcentrum Mountain Network Dordrecht Korfbal DeetosSnel CKV Oranje Wit KC Dordrecht Movado Sporting Delta Verenigingen die in een fusie zijn opgegaan: Deetos gaat nu verder onder de naam DeetosSnel Snel gaat nu verder onder de naam DeetosSnel O.D.O gaat nu verder onder de naam Movado Blauw-Wit' 51 gaat nu verder onder de naam Movado De Zwervers gaat nu verder onder de naam Movado D.K.V. gaat nu verder onder de naam Sporting Delta T.O.V. gaat nu verder onder de naam Sporting Delta Quick gaat nu verder onder de naam Sporting Delta Regenboog gaat nu verder onder de naam K.C. Dordrecht Merwic gaat nu verder onder de naam K.C. Dordrecht Motoball Motoball Combinatie Dordrecht (Motoball Combinatie is voortgekomen uit een fusie van 2005 tussen Kon. MTCD "1932" met plaatsgenoot MB '81 ) Onderwatersport Onderwater Sport Club Dordrecht: sportduiken, onderwaterhockey en freediving Paardrijden Vereniging Dordrechtse Manege (Vereniging Dordrechtse Manege is voortgekomen uit het bedrijf Dordrechtse Manege dat sinds de 17e eeuw in verschillende vormen een manegebedrijf is geweest) Hippisch Centrum Dordrecht Roeien De Koninklijke Dordrechtse Roei- en zeilvereniging Rugby Dordtsche Rugby Club Schaatsen IJsclub De Winterkoning Skiën Skiclub Dordrecht Tennis Amstelwijck CC Dash'35 DLTC Movado Oranje Wit RCD TCD, Tennis Club Dubbeldam LTC Thialf Triathlon T.V.D. Vecht- en verdedigingssport Omegasport Sportschool Muilwijk Budo Instituut Weeland Budokai Dordrecht Aikido Dordrecht Retzef Isreali Krav Maga & MMA Voetbal Er zijn en waren in Dordrecht veel voetbalclubs actief, een aantal namen is inmiddels van het toneel verdwenen vanwege fusie of opheffing. A.S.W. ging op in fusieclub Reeland. Omdat het voetbalveld in de Windhondenpolder tijdens de vorstperiode onder water werd gezet, werd de afkorting uitgelegd als 'Altijd Stilstaand Water' D.F.C. (Dordrechtse Football Club) is op 16 augustus 1883 opgericht en daarmee de op vier na oudste voetbalvereniging van Nederland. Minstens even bekend is voetbalvereniging Emma. Het roemruchte Emma is een aantal jaren geleden opgegaan in sc Reeland, maar is vooral bekend omdat daar destijds de gebroeders Van der Gijp hun carrière begonnen, de voorhoede van Emma bestond op een gegeven moment zelfs geheel uit spelers met de naam 'Van der Gijp' namelijk 4 broers en een neef. Sinds 2007 is de naam SC Reeland weer verandert in SC Emma. Nu herbergt de club naast voetbal ook andere sporten, zoals Rugby. E.B.O.H. is ook een begrip in Dordrecht. Deze club werd op 27 november 1921 opgericht onder de naam O.V.D., Onder Vrienden Dordt, 3 jaar later werd de huidige naam verzonnen: Eendracht Brengt Ons Hoger. Spottend wordt E.B.O.H. ook wel Elf Boeren Op Hol genoemd. D.B.C. (Dordtse Bakkers Club) D.M.C. (De Merwe Club) opgericht 24 februari 1908 onder de naam Concordia DS80 Dordrecht, speelde aan de Bankastraat D.T.F.C., Dordrechtse Turkse Footbal Club, speelde ongeveer van 1980 tot 1984 Dordtse Politie Sportvereniging v.v. Dubbeldam is 7 juni 1913 opgericht in het toenmalige dorp Dubbeldam. Fluks is 3 januari 1915 opgericht onder de naam ADO (Alles Door Oefening), zie fusieclub Amstelwijck Gelukvogels is in 1917 opgericht, zie fusieclub G.S.C. Hakadoer (Joodse voetbal- en korfbalclub) opgericht 20 juni 1932 Hercules (cricket- en voetbalclub uit de Nieuwstraat) v.v. Lips Merweboys is in 1917 opgericht, zie fusieclub Stadspolders Merwestad Merwede, zie fusieclub Amstelwijck Merwesteijn, zie fusieclub O.M.C. Nosvri O.D.S. (Oefening Doet Slagen), heette in de volksmond: Onze Dordtse Schoffies. Een aantal jaren heeft O.D.S. deel uitgemaakt van SC Reeland, maar toen sc Emma uit deze combinatie stapte, ging ook O.D.S. weer op eigen benen verder. Om vervolgens alsnog te fuseren met G.S.C. Oranje Wit is in 1925 opgericht, een zaterdagvereniging op protestants-christelijke grondslag O.S.S. (Oefening Staalt Spieren), zie fusieclub O.M.C. P.T.T., in 1984 van naam veranderd in G.S.V.'84 (Gezelligheid Staat Voorop), zie fusieclub Stadspolders R.C.D. (Rooms Katholieke sport vereniging Racing Club Dordrecht) opgericht in 1930 R.I.O.S. S.S.W. s.c. Stadspolders, zie fusieclub G.S.C. v.v. Surant (Surinaams/ Antilliaans) v.v. Wieldrecht is in juli 1947 opgericht Fusieclubs Sportclub Stadspolders was de eerste fusieclub in Dordrecht, op 1 juli 1991 fuseerden zondagclub Merweboys en zaterdagclub G.S.V.'84. In 2001 ontstond hieruit G.S.C. (Gelukvogels Stadpolders Combinatie) door de fusie van sportclub Stadspolders met Gelukvogels. Sportclub Amstelwijck was sinds juli 2003 de fusieclub van dvv Fluks en vv Merwede. De club werd opgeheven op 1 juli 2016. S.c. O.M.C. is de fusieclub van O.S.S. en Merwesteijn en nam in het seizoen 2001-2002 voor het eerst onder deze naam deel aan de competitie. Per 2018 ging deze club verder als de amateurtak van FC Dordrecht. Sportclub Emma is de fusieclub van Emma, A.S.W. en O.D.S. Per 31 december 2007 is O.D.S. teruggetreden uit de fusie en was enige tijd zelfstandig actief onder de naam d.v.v. O.D.S. tot het op zijn beurt weer fuseerde met G.S.C. tot G.S.C./O.D.S. G.S.C./O.D.S. (Gelukvogels Stadspolders Combinatie/ Oefening Doet Slagen) Betaald voetbal FC Dordrecht speelt sinds seizoen 2015-2016 in de Eerste Divisie. Volleybal Alfa/Next Volley dordrecht Volleybalvereniging Astrea Waterpolo MNC Dordrecht Wedstrijdzwemmen MNC Dordrecht Windsurfen Surfvereniging Windkracht Zeilen Roei- en zeilvereniging KDR & ZV Bekende Dordtse sporters Rosina Hodde(1983) atletiek, 100 m horden (kampioen van Nederland 2004 en 2005), 4x100 m estafette team, Olympische Spelen 2004 Athene Kees Mijnders (1912-2002) voetballer voor D.F.C. en zevenvoudig internationaal, Cor van der Gijp (1931) voetballer voor Emma en Feyenoord en veertienvoudig internationaal, Jan Jiskoot (1940) zwemmer, Elt Drenth (1949) zwemmer, René van der Gijp (1961) voetballer, Juul Ellerman (1965) voetballer, Wieke Hoogzaad (1970) triatlete, Louis Laros (1973) voetballer Youssef El-Akchaoui (1981) voetballer onder contract bij N.E.C. Evander Sno (1987) voetballer onder contract bij Ajax Peter Smit (1961-2005) Kyokushinkai Karateka, Thaiboksen, kickboksen, meervoudig wereld- en europees kampioen Sportparken en sporthallen Sporthal De Dijk Sporthal Sterrenburg Stichting Overdekte Sportaccommodatie Dordrecht (tennishal Schenkeldijk) Sporthal Wielwijk (inmiddels afgebroken) Sportpark Stadspolders (G.S.C., Oranje-Wit & Motoball Combinatie Dordrecht) Sportpark Amstelwijck Sportpark De Schenkeldijk Sportpark De Corridor (o.a. O.M.C.) Sportpark Krommedijk (R.C.D., D.F.C., FC Dordrecht & The Hawks)
Gymnastiek K.D.O. O.K.K. Sparta de Sportbond DVO St. Paul C.G.V Turinghia
1
sportschool, fitnesscentrum, gym
8,100
WebSite
1129155
https://nl.wikipedia.org/wiki/Museum%20van%20de%20Kanselarij%20der%20Nederlandse%20Orden
Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden
Het Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden is een Nederlands museum van de Kanselier der Nederlandse Orden. Het museum maakt onderdeel uit van het Nationaal Museum Paleis Het Loo in Apeldoorn en heeft een eigen conservator. Collectie Tot de collectie van het museum behoren Nederlandse en buitenlandse orde-, onderscheidings- en herinneringstekens, eresabels, uniformen van verschillende ridderorden en kostuums, schilderijen en voorwerpen die betrekking hebben op decoraties of gedecoreerden. Het Museum van de Kanselarij is behulpzaam bij het onderzoek naar decoraties die langer dan 50 jaar geleden verleend zijn en hun dragers. Tot de taken van het Museum van de Kanselarij behoort ook de identificatie van portretten aan de hand van de onderscheidingstekens van de geportretteerden. Het museum beschikt sinds de jaren'50 over een klein budget maar het kan een beroep doen op externe fondsen wanneer een bijzonder object kan worden verworven. Door een goede samenwerking met het Koninklijk Huisarchief kan men ook de vele bijzondere stukken in deze verzameling geregeld tentoonstellen. De conservator van het museum is dr. G.P. Sanders. Tot 1990 was mevrouw J.P.A.E. van Zelm van Eldik - Kuneman conservatrice. Zij was de echtgenote van J.A. van Zelm van Eldik, die een grote rol speelde bij de stichting van het museum. Geschiedenis Het museum werd op 14 september 1954 in 's-Gravenhage geopend. De eerste Kanselier van de Militaire Willems-Orde, generaal jhr. Jan Willem Janssens, pleitte in 1818 bij koning Willem I schriftelijk voor het aanwijzen van een passende behuizing van de kanselarij, zodat er een collectie borstbeelden, portretten en herinneringen kon worden opgebouwd die het "Militair Eergevoel" zouden opwekken. Dat miste de kanselier in Nederland. De kanselarij van een Nederlandse ridderorde was in die dagen bij de kanseliers of een ambtenaar thuis ondergebracht. Pas in 1831, na de Tiendaagse Veldtocht en de heldhaftige verdediging van de Citadel van Antwerpen, stelde de koning een commissie in waarvan hij Janssens voorzitter maakte. Luitenant-generaal Dominique Jacques de Eerens, de minister van Oorlog, steunde het voorstel maar stelde dat beraad over de vraag of een "tempel der eer" ook voor "alle soort van verdiensten" open zou moeten staan nodig was. De commissie die daarop moest onderzoeken hoe "op een eenvoudige, met de geaardheid en de zeden van het Nederlandsche volk overéénkomstige wyze, eene inrigting tot stand kon worden gebragt, welke meer byzonder tot het vereeuwigen van roemryke daden zal kunnen strekken", gaf geen advies. De koning benoemde Janssens tot voorzitter en viceadmiraal Buyskes, generaal-majoor graaf van Reede en twee ambtenaren van Binnenlandse Zaken, mr. Van Ewijck en mr. J.C. de Jonge tot leden. Omdat de voorzitter en de twee ambtelijke leden het oneens waren over het toelaten van eerbetoon aan wetenschappers, kunstenaars en andere burgers in een eretempel kon men niet tot een eensluidend advies komen. De koning besloot daarom in 1832 niets te doen. Er werd geen geld ter beschikking gesteld voor een verzameling, kostbare oude onderscheidingstekens werden na teruggave omgesmolten of weggegooid en onderscheidingen die op veilingen opdoken verdwenen in buitenlandse verzamelingen. In België en Frankrijk was wél belangstelling voor ordetekenen zodat veel eretekens van de Orde van de Unie en de Orde van de Reünie in buitenlandse verzamelingen belandden. De Kanselier van de Nederlandse Ridderorden, generaal Drijber, had op eigen initiatief een verzameling medailles en diploma's, maar geen ridderorden, bijeengebracht. Deze verzamelstukken en een grote verzameling oude gouden en zilveren eretekens bevonden zich in 1940 in de kluis van de kanselarij toen Nederland door Duitsland bezet werd. Men zag af van een al langer voorbereide opruiming om zo te voorkomen dat het edelmetaal dat door omsmelting ter beschikking zou komen in de handen van de Duitsers zou vallen. Met toestemming van het ministerie van Binnenlandse Zaken werden de kruisen en sterren nu voor het eerst onderzocht en op jaar en herkomst gesorteerd. De jaarletters en meestertekens lieten zien dat het soms om unieke stukken uit de eerste jaren van het koninkrijk ging. Met steun van minister Beel en inzameling onder de leden van de ridderorden werd op 14 september 1954 een museum op de bovenverdieping van de kanselarij aan de Javastraat in 's-Gravenhage geopend. Omdat museaal en conserverend werk niet bij de in de wet genoemde taken van de kanselarij behoren, waren de kanseliers Koot en Schaper voorstanders van het strikt scheiden van museum en kanselarij. Bij het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur was wel steun voor het behoud van het museum. Toen de kanselarij in 1978 verhuisde bleef de collectie, verweesd en beperkt toegankelijk, achter in de Javastraat. Pas toen duidelijk werd dat er in het Paleis Het Loo veel ongebruikte ruimte zou zijn kreeg het museum weer perspectief. In 1983 werd het museum formeel losgemaakt van de kanselarij en overgebracht naar Apeldoorn. Het museum werd in de westvleugel ondergebracht en verhuisde in 2000 naar de kleinere maar beter geschikte vertrekken in de Oostvleugel. Pronkstukken Een grote verzameling kruisen van de Militaire Willems-Orde Een omvangrijke verzameling ordetekenen, portretten en andere voorwerpen met betrekking tot de Koninklijke Orde van de Unie en de voorlopers De versierselen van de Orde van de Kousenband van koningin Wilhelmina Een verzameling met goud geborduurde uniformen van hovelingen Uniformen van de ridderlijke orden zoals de Duitse Orde en de Orde van Malta Een zeldzame keten van de Orde van de Heilige Michaël Een keten van de Orde van de Heilige Geest Een deelcollectie van twee elkaar spiegelende verzamelingen onderscheidingen van minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns en zijn chauffeur; bij ieder staatsbezoek kreeg Luns een grootkruis en de chauffeur de laagste van de beschikbare onderscheidingen De onderscheidingen van het Legioen van Eer uit alle perioden sinds de stichting. Deze kruisen weerspiegelen de Franse geschiedenis. Schilderijen, waaronder een portret door Karel van Veen De Dickin-medaille van de hond Ricky Publicaties J.P.A.E. van Zelm van Eldik-Kuneman en J.A. van Zelm, Het Loo. Collectie Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden, Apeldoorn 1988. G.P. Sanders, ‘Het Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden. De opening van de nieuwe presentatie’. In: De Beeldenaar 25 (2001), pp. 51–58. G.P. Sanders, Ridderorden en onderscheidingen in Paleis Het Loo. De internationale collectie van het Museum van de kanselarij der Nederlandse Orden, Apeldoorn 2008. Externe link Officiële website Voetnoten Museum in Apeldoorn Kroondomein Het Loo
Externe link Officiële website
1
website, webpagina, webdomein
6,992
Continent
5609991
https://nl.wikipedia.org/wiki/Monforte-retabel
Monforte-retabel
Het Monforte-retabel of Monforte-altaarstuk is een triptiek van Hugo van der Goes uit circa 1470, waarvan alleen het incomplete middendeel bewaard is gebleven. Het is niet gesigneerd, maar het wordt op basis van de stijl unaniem aan hem toegeschreven. Voorstelling en symboliek Het bewaard gebleven middenpaneel stelt de aanbidding door de wijzen (die in de middeleeuwen in koningen veranderden) voor uit het evangelie volgens Matteüs. Centraal zit Maria met het Christuskind met naast haar Jozef. De drie koningen vertegenwoordigen zowel de drie levensfasen als de drie continenten die in de middeleeuwen bekend waren. Links op de achtergrond heeft Van der Goes de aankomst van het gevolg van de wijzen afgebeeld. De aanbidding vindt plaats bij de ruïne van een kasteel dat waarschijnlijk (evenals op het Portinari-altaar) het paleis van David voorstelt. Achter de wijzen bevinden zich toeschouwers die de indruk wekken portretten te zijn. Elisabeth Dhanens zag in de tweede figuur van rechts een zelfportret van Van der Goes. Op de voorgrond trekken het stilleven met het geschenk van de oude koning en de rots met bloemen de aandacht. Achter Jozef groeien irissen. Zowel de akeleien als de irissen verwijzen naar de smarten van Maria. In tegenstelling tot het Portinari-altaar, waar de bloemen in vazen staan, vormen ze hier onderdeel van het landschap en valt de symbolische betekenis daardoor minder op. Op de zijpanelen, waarvan de voorstellingen bekend zijn dankzij navolgers, waren de geboorte en de besnijdenis van Christus afgebeeld. Stijl Hoewel Friedländer het aanvankelijk met enige aarzeling na het Portinari-altaar plaatste, wordt het Monforte-retabel algemeen beschouwd als een relatief vroeg werk. Het altaarstuk behoort tot een periode waarin Van der Goes sterk onder invloed stond van het werk van Jan van Eyck. De detaillering, de lichtval, de schaduwwerking op de grond en de monumentaliteit van de figuren herinneren aan het Lam Gods. De staande koning rechts is door diverse kunsthistorici in verband gebracht met het Adam-paneel. Daarentegen wijst hij met zijn kleurgebruik, subtiele clair-obscur en gevoel voor drama al vooruit naar de barok. Panofsky noemt het – "vanuit puur coloristisch gezichtspunt" – begrijpelijk dat het schilderij ten tijde van de herontdekking te boek stond als een Rubens. Herkomst Er zijn geen documenten over het ontstaan of de opdrachtgever van het altaarstuk bewaard gebleven. Een hypothese is dat het werd besteld door de persoon die als de oude koning centraal in aanbidding is geportretteerd. Elisabeth Dhanens legde een verband met de Madonna met kanselier Rolin van Jan van Eyck, waarop de compositie deels zou zijn gebaseerd. Ze veronderstelde dat de oude koning een opvolger van kanselier Rolin voorstelt, mogelijk Willem Hugonet, die in 1471 kanselier werd, de hoogste vertegenwoordiger van de hertog van Bourgondië. Het retabel was dan wellicht bestemd voor een kapel in het oude schepenhuis van Mechelen, waar de Grote Raad bijeenkwam. Andere kunsthistorici noemen het een aantrekkelijke hypothese die echter niet bewezen kan worden. Op een onbekend moment zijn de twee zijpanelen verloren gegaan en bovendien is het smalle uitstekende deel boven het middenpaneel grotendeels afgezaagd. Van de engelen die hierop waren afgebeeld, zijn nog fragmenten van hun gewaden zichtbaar. De gotische lijst is origineel, inclusief de scharnieren waaraan de zijpanelen bevestigd waren. Ondanks de afwezigheid van het werk in 15e-eeuwse documenten, moet de voorstelling in zijn tijd algemeen bekend zijn geweest, want tot in de zestiende eeuw werd het – meestal in spiegelbeeld – nagevolgd door schilders als Geertgen tot Sint Jans, Gerard David, Jan Gossaert en diverse onbekende meesters, zoals de Meester van Frankfurt. In de loop van de zestiende eeuw moet het naar Spanje zijn overgebracht waarna het eeuwenlang uit het zicht raakte. Eind negentiende eeuw werd het herontdekt in het jezuïetencollege in Monforte de Lemos in Galicië en ten slotte rond 1910 herkend als een werk van Hugo van der Goes. In 1913 werd het aangekocht door het Kaiser Friedrich-museum in Berlijn. Het verhuisde later naar de Gemäldegalerie. Literatuur (1980, heruitgave uit 1988): Early Dutch Painting. Painting in the Northern Netherlands in the Fifteenth Century (vertaald uit het Frans), Montreux fine art publications, Lausanne (2002): De Vlaamse Primitieven. De meesterwerken, Mercatorfonds, Antwerpen / Amsterdam University Press (1998): Hugo van der Goes, Mercatorfonds, Antwerpen (1916, heruitgave uit 1986): Von van Eyck bis Bruegel, S. Fischer Verlag, Frankfurt am Main (2006): De schilderkunst der Lage Landen. Deel 1. De middeleeuwen en de zestiende eeuw, Amsterdam University Press (2008): Vroege Hollanders. Schilderkunst van de late Middeleeuwen, Museum Boijmans-van Beuningen, Rotterdam (2000): Nederlandse kunst 1400-1600, Waanders, Zwolle / Rijksmuseum, Amsterdam (1953, heruitgave uit 1971): Early Netherlandish Painting, Harper & Row Publishers (Icon Editions), New York (1991): De melancholie van de kunstenaar. Hugo van der Goes en de oudnederlandse schilderkunst, Sdu uitgeverij, 's-Gravenhage (1995): Om iets te weten van de oude meesters, Sun, Nijmegen / Open Universiteit, Heerlen Externe links Die Anbetung der Könige / Monforte-Altar (website Gemäldegalerie, Berlijn) Rapport dendrochronologisch onderzoek (RKD): eikenhout; waarschijnlijk na 1466 Werk van Hugo van der Goes Schilderij in Berlijn
Voorstelling en symboliek Het bewaard gebleven middenpaneel stelt de aanbidding door de wijzen (die in de middeleeuwen in koningen veranderden) voor uit het evangelie volgens Matteüs. Centraal zit Maria met het Christuskind met naast haar Jozef. De drie koningen vertegenwoordigen zowel de drie levensfasen als de drie continenten die in de middeleeuwen bekend waren. Links op de achtergrond heeft Van der Goes de aankomst van het gevolg van de wijzen afgebeeld.
1
continent, werelddeel, landmassa
2,893
AssignAction
52432
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul%20van%20Buitenen
Paul van Buitenen
Paul van Buitenen (Breda, 28 mei 1957) is een Nederlands klokkenluider en onderzoeker naar misstanden bij de overheid. Hij is oud-Europarlementariër. Daarvoor was hij werkzaam als ambtenaar bij de Europese Commissie. Als klokkenluider speelde hij in 1999 een belangrijke rol bij de val van de Europese Commissie. Hij keerde zich openlijk tegen frauduleus gedrag door sommige leden, met name de Française Édith Cresson, van de toenmalige Europese Commissie-Santer, die in 1999 indirect door de onthullingen van Van Buitenen over belangenverstrengeling, in haar geheel moest aftreden. Van Buitenen werd op non-actief gesteld en overgeplaatst naar een 'ongevaarlijke' functie. Hij schreef een boek over deze zaak, getiteld Strijd voor Europa. Later richtte hij de partij Europa Transparant op. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement op 10 juni 2004 haalde deze twee zetels. Levensloop Ambtenaar Voor de schorsing Van Buitenen was eerst werkzaam bij DG 22, het directoraat-generaal dat zich bezighoudt met het uitvoeren van programma's voor onder meer beroepsopleidingen. Op 1 januari 1998 was hij op eigen verzoek overgeplaatst naar DG 20, de financiële-controledienst in de andere directoraten-generaal. Als controleambtenaar had hij met hulp van collega's allerlei bewijsmateriaal verzameld, met name over het Leonardo da Vinci-programma en ook de ECHO-zaak, gedeeltelijk gebaseerd op anonieme getuigenissen. Het materiaal wees op directe of indirecte belangenverstrengeling bij de toewijzing van Da Vinci-budgetten aan privéfirma's die delen van het programma op contractbasis mochten uitvoeren; ook was er aantoonbaar sprake van onregelmatigheden bij de besteding van de budgetten. Hij rapporteerde zijn bevindingen aan de UCLAF, de antifraudedienst van de Europese Commissie, maar vond dat deze dienst veel te weinig met zijn rapport deed. Wel startte zijn eigen dienst, DG 20, een onderzoek bij zijn oude dienst, DG 22. Het evaluatierapport bevestigde Van Buitenen in zijn gelijk. Men concentreerde zich bij verder onderzoek echter slechts op een van de gewraakte Da Vinci-projecten; de dienst werd verder niet doorgelicht. Van Buitenen kreeg te horen dat hij geen controleopdrachten meer mocht uitvoeren en collega's niet meer mocht bevragen. Hij schreef een nota over de gang van zaken bij dit onderzoek en de betrokken diensten, kabinetten en commissies en dreigde met openbaarmaking bij het Europees Parlement (EP). Dit rapport stuurde hij naar al zijn superieuren, inclusief de directeur van UCLAF Knudsen. Op 17 juli 1998 kwam het onderzoeksrapport van DG 20 uit, waarin de bevindingen van Van Buitenen werden bevestigd. Op 1 september was er nog niets merkbaars mee gedaan. Van Buitenen dreigde opnieuw schriftelijk met openbaarmaking bij het EP. Op 28 oktober herhaalde hij zijn dreigement en kreeg hij van zijn directeur-generaal een verbod om naar het EP te gaan. Ook mocht hij niet naar de Europese Rekenkamer toe stappen. Een anonieme brief was een paar dagen daarvoor naar alle parlementsleden gegaan, volgens Van Buitenen zonder zijn medeweten. Op 9 december 1998, vlak voordat het Europees Parlement een beslissing zou nemen over de aanbesteding van het vervolg van een van de projecten (het Leonardo-BAT-programma) waar Van Buitenen fraude had geconstateerd, zag hij het als zijn plicht de leden van het Parlement in te lichten voordat de stemming over de zaak zou plaatsvinden. Hij stuurde 75 exemplaren van een lijvig en goed gedocumenteerd rapport naar de voorzitter van de Groene fractie, met het verzoek deze door te geven aan de Begrotingscontrolecommissie van het Parlement. Het dossier had betrekking op de volgens Van Buitenen incompetente manier waarop de Europese Commissie fraude bij verschillende aanbestedingsdossiers behandelde en over onregelmatigheden binnen de Commissie. In het dossier kwam met name Europees commissaris Édith Cresson er slecht vanaf. Schorsing Deze daad van Van Buitenen werd door zijn superieuren hoog opgenomen. Hij werd afgesloten van het computersysteem en kreeg de hoogste sanctie die mogelijk was: schorsing. Beschuldiging: hij had door zijn uitlatingen het aanzien van zijn ambt geschaad en het beroepsgeheim geschonden. Zijn salaris werd gehalveerd. Er werd een tuchtrechtelijk onderzoek naar zijn handel en wandel ingesteld. Aanvankelijk resulteerde het rapport van de klokkenluider slechts in wat commotie in het Parlement en de weigering de Commissie van Onderwijs kwijting te verlenen over 1996. De Commissie beloofde verbetering van de fraudeaanpak. Zij stelden begin december voor de UCLAF te vervangen door het OLAF, die onafhankelijker zou moeten kunnen opereren. Pas na 4 januari 1999, toen Van Buitenen met het verhaal van zijn schorsing en halvering van zijn salaris naar buiten trad, sprong de pers massaal op de zaak. De commissarissen Cresson en Marín werden aangepakt. Vanuit het Parlement kwam de roep om aftreden van de twee commissarissen. Er werd een motie van wantrouwen ingediend en er gingen stemmen op om een afzettingsprocedure te starten. De Commissie beschuldigde Van Buitenen van het verspreiden van leugens en van incompetentie en stelde dat deze gevallen van fraude al in onderzoek waren, zelfs gedeeltelijk strafrechtelijk. Op 15 maart 1999 kwam een Comité van Wijzen met een eerste rapport naar het Parlement, waarin zij Van Buitenens rapport bevestigden, alsmede de noodzaak van de rapportage aan het Parlement. De avond dat het rapport van het Comité openbaar gemaakt werd, trad de voltallige Europese Commissie af. In wezen gebeurde dit vanwege een dodelijk zinnetje dat op het laatste moment werd toegevoegd: "Het is bijna onmogelijk geworden om nog iemand te vinden met enig gevoel voor verantwoordelijkheid". In de zomer van 2008 werd bekend dat het bewuste zinnetje waar de Commissie over struikelde uit de pen kwam van het Franse lid van het Comité van Wijzen, Pierre Lelong. Na het beëindigen van zijn schorsing werd Van Buitenen van de financiële-controledienst overgeplaatst naar de Gebouwendienst. De tuchtprocedure werd niet afgelast en ook in zijn nieuwe werk ondervond hij allerlei beperkingen. Gevolgen Van Buitenen bleef ook na de crisis de vinger aan de pols houden wat betreft mogelijke misstanden en vooral de aanpak daarvan. Hij verzamelde met veel hulp van collega's materiaal voor een tweede dossier, met nieuwe zaken, dat hij op 31 augustus 2001 ter hand stelde aan de directeur van het OLAF en de directeur van DG Administratie en Personeel. Op voorspraak van een aantal Europarlementariërs mocht hij voor die klus twee maanden betaald verlof opnemen. In 2002 en later in 2004 heeft het Europees Parlement een klokkenluidersregeling aangenomen (ontworpen door vicevoorzitter van de Commissie Neil Kinnock). Daarin werd uiteindelijk geregeld dat een klokkenluider zijn dossier mag doorspelen aan de voorzitter van een van de Europese instellingen. Tijdens een vraaggesprek in het programma Buitenhof op 13 juni 2004, vertelde Van Buitenen dat hij als gevolg van zijn klokkenluiderschap een paria was geworden, en dat zijn computer was doorzocht. Ook voor zijn gezin was de emotionele belasting fors geweest. Hij zou geen klokkenluider zijn geworden, verklaarde hij, als hij van tevoren had geweten wat de gevolgen zouden zijn. Politieke carrière Europa Transparant Op 8 april 2004 kondigde Paul van Buitenen de oprichting aan van een nieuwe politieke partij, Europa Transparant. Deze partij richt zich op de strijd voor openheid en transparantie en tegen fraude, corruptie en vriendjespolitiek. Van Buitenen wilde daarmee onder meer misstanden binnen Europese overheidsinstellingen beter kunnen bestrijden. Bij de Nederlandse verkiezingen voor het Europees Parlement op 10 juni haalde Van Buitenen tot ieders verrassing vanuit het niets twee zetels, na een campagne die niet meer dan vierduizend euro had gekost. Samen met zijn nummer twee, de publiciste Els de Groen, die over corruptieschandalen in Oost-Europa schreef, sloot hij zich aan bij de fractie Groenen/VEA. In april 2005 viel de groep Europa Transparant echter alweer uiteen door een ruzie tussen Van Buitenen en De Groen over de te varen koers. Sindsdien opereerden de twee gescheiden van elkaar binnen de Groenen/VEA-fractie. Uit overzichten van zittingen van het Europese Parlement bleek Van Buitenen het Nederlandse parlementslid te zijn dat het minst aanwezig was bij plenaire vergaderingen. Deze status behaalde hij zowel over het seizoen 2005-2006 als over 2007-2008. In de laatstgenoemde zittingsperiode bezocht hij slechts 16 van de 39 plenaire vergaderingen. Op 16 februari 2009, na een commissievergadering, maakte Van Buitenen tegenover het televisieprogramma KRO Reporter (uitgezonden 22 februari) bekend dat hij zich niet kandidaat zou stellen voor de Europese verkiezingen van 4 juni dat jaar. Hij gaf als reden op dat zijn strijd tegen corruptie bij de Europese instituties gestreden was en hij niet had kunnen bereiken wat hij had gewild. Platform voor Transparantie Ter bevordering van transparantie besloten Paul van Buitenen (Europa Transparant), Hans-Peter Martin en Ashley Mote tot een samenwerkingsverband onder de naam Platform for Transparency (PfT) (2005). Gesprekken met ChristenUnie In het voorjaar van 2007 begon Van Buitenen, mede gevoed door de debacles binnen Europa Transparant, verkennende gesprekken met afgevaardigden van de ChristenUnie. In december 2007 vroeg hij het lidmaatschap van die partij aan. Hij had echter al vóór de oprichting van Europa Transparant gesprekken over kandidaatschap voor de ChristenUnie gevoerd, alsmede voor de Socialistische Partij. Op 30 januari 2008 - per 1 januari was ET al formeel opgeheven - maakte Van Buitenen bekend dat hij zich wilde voegen bij de ChristenUnie, omdat hij naar eigen zeggen niet datgene heeft kunnen bereiken waarvoor hij was gekozen. In mei 2008 werd echter duidelijk dat hij van die overstap afzag. Onderzoeker Vuurwerkramp Enschede Van Buitenen trad in 2010 toe tot de in dat jaar opgerichte stichting Expertgroep Klokkenluiders. In die hoedanigheid deed hij onder meer onderzoek naar de strafrechtelijke vervolging en het handelen van de overheid tijdens en na de vuurwerkramp in Enschede. In juni 2019 kwam Van Buitenen met een rapport over de vuurwerkramp in Enschede, waarin hij aangeeft dat onschuldige mensen ten onrechte veroordeeld zijn, zodat de overheid zelf buiten schot bleef. De belangrijkste conclusie van het onderzoeksrapport is dat er mensen ten onrechte zijn veroordeeld voor het overtreden van de omgevingsvergunning, alsof er meer vuurwerk lag opgeslagen dan de vergunning toestond terwijl dat niet zo was. Christelijk geloof Van origine was Paul van Buitenen rooms-katholiek maar dat zei hem niet veel. Op latere leeftijd ging hij echter bewust tot het christelijk geloof over en sloot hij, na eerst een tijd bij een anglicaanse kerk te hebben gezeten, zich bij een evangelische kerk aan, zo gaf hij aan in een kranteninterview uit 2005. Ook zei Van Buitenen hierin: "Het is zeker niet zo dat ik achter elke hoek een engel van God vermoed. En ik haal al helemaal niet het idee in mijn hoofd dat ik door God ben gestuurd om fraude te bestrijden." Bibliografie Strijd voor Europa (1999) In de loopgraven van Brussel (2004) Zie ook Europees bureau voor fraudebestrijding Ambtenaar van de Europese Unie Nederlands ambtenaar Nederlands Europarlementariër Nederlands klokkenluider Nederland Transparant
Voor de schorsing Van Buitenen was eerst werkzaam bij DG 22, het directoraat-generaal dat zich bezighoudt met het uitvoeren van programma's voor onder meer beroepsopleidingen. Op 1 januari 1998 was hij op eigen verzoek overgeplaatst naar DG 20, de financiële-controledienst in de andere directoraten-generaal. Als controleambtenaar had hij met hulp van collega's allerlei bewijsmateriaal verzameld, met name over het Leonardo da Vinci-programma en ook de ECHO-zaak, gedeeltelijk gebaseerd op anonieme getuigenissen. Het materiaal wees op directe of indirecte belangenverstrengeling bij de toewijzing van Da Vinci-budgetten aan privéfirma's die delen van het programma op contractbasis mochten uitvoeren; ook was er aantoonbaar sprake van onregelmatigheden bij de besteding van de budgetten.
1
toewijzing, taakverdeling, actieallocatie
12,425
Volcano
1187758
https://nl.wikipedia.org/wiki/Alnej-Tsjasjakondzja
Alnej-Tsjasjakondzja
Alnej-Tsjasjakondzja (Russisch: Алней-Чашаконджа) is een vulkanisch massief in het noordelijk deel van het Russische schiereiland Kamtsjatka. Het massief is opgebouwd uit twee voornamelijk Pleistocene andesiete vulkanen: de noordelijke Alnej (2598 meter) en zuidelijke Tsjasjakondzja (2526 meter), die zich bevinden op een oudere schildvulkaan uit het Plioceen. Ongeveer 2600 jaar geleden barsten twee sintelkegels uit op de flanken van beide vulkanen, waarbij lavastromen ontstonden, waarvan een tot 9 kilometer de oostelijke helling afdaalde. De beide vulkanen zijn bedekt met een gletsjerkap. Alnej is de meest actieve vulkaan en barstte voor het laatst uit rond 1600. Vulkaan in Kamtsjatka Stratovulkaan Tweeduizender
Alnej-Tsjasjakondzja (Russisch: Алней-Чашаконджа) is een vulkanisch massief in het noordelijk deel van het Russische schiereiland Kamtsjatka. Het massief is opgebouwd uit twee voornamelijk Pleistocene andesiete vulkanen: de noordelijke Alnej (2598 meter) en zuidelijke Tsjasjakondzja (2526 meter), die zich bevinden op een oudere schildvulkaan uit het Plioceen. Ongeveer 2600 jaar geleden barsten twee sintelkegels uit op de flanken van beide vulkanen, waarbij lavastromen ontstonden, waarvan een tot 9 kilometer de oostelijke helling afdaalde. De beide vulkanen zijn bedekt met een gletsjerkap. Alnej is de meest actieve vulkaan en barstte voor het laatst uit rond 1600.
3
vulkaan, stratovulkaan, schildvulkaan
3,023
DiscoverAction
103218
https://nl.wikipedia.org/wiki/William%20Ramsay
William Ramsay
William Ramsay (Glasgow, 2 oktober 1852 – High Wycombe, 23 juli 1916) was een Schots scheikundige. In 1904 won hij de Nobelprijs voor Scheikunde voor zijn ontdekking van edelgassen in lucht. Biografie Ramsay was de zoon en enig kind van William Ramsay en Catharine Robertson. Hij was een neef van de Schotse geoloog Sir Andrew Ramsay. Hij studeerde scheikunde te Glasgow en later ook te Heidelberg, bij Robert Bunsen, en te Tübingen, bij Wilhelm Rudolph Fittig. Onder Fittig promoveerde hij in 1872 op het proefschrift "Investigations in the Toluic and Nitrotoluic Acids". Hij keerde terug naar Glasgow als assistent van Thomas Anderson aan het Anderson's Instituut. Hier hield hij zich primair bezig met de organische chemie, met name mengsels relateerd aan kinine en cinchonine. Hij was achtereenvolgens professor te Bristol (1880-1887) en bij University College London (1887-1913). In 1876 ontwikkelde hij de scheikundige synthese van pyridine uit waterstofcyanide en acetyleen. Samen met Rayleigh ontdekte Ramsay in 1894 het element argon, dat zich tussen chloor en kalium bevindt in de tabel van Mendelejev. Tussen 1895 en 1898, samen met Morris William Travers, ontdekte hij helium, neon, krypton en xenon. Hij ontdekte daarmee een nieuwe groep van elementen. Deze groep werd bekend als de "nul" groep, vanwege de nul valentie van deze elementen. Deze nulgroep wordt ook wel de groep van de edelgassen genoemd, omdat alle elementen hiervan steeds gasvormig zijn en omdat ze niet of uiterst moeilijk verbindingen vormen met andere elementen. Op basis van de eigenschappen van helium, argon, krypton en xenon deed Ramsay voorspellingen over het toen nog onontdekte radon. In 1900 werd dit radioactieve edelgas ontdekt door Duitse natuurkundige Friedrich Ernst Dorn. Samen met Robert Whytlaw-Gray (1877-1958) wist Ramsay het gas te isoleren en zelfs een kleine hoeveelheid ervan vloeibaar te maken. Samenwerkend met Frederick Soddy ontdekte Ramsay in 1903 dat cleviet, een uraniumerts, een gas uitzendt met een spectrum dat identiek is aan wat in de zon door Norman Lockyer was waargenomen. Ofwel, bij het radioactieve verval van radium ontstaat helium, een ontdekking die de basis legde van de daarop volgende ontwikkeling van de kernfysica. In 1904 kreeg hij de Nobelprijs voor Scheikunde, terwijl medeontdekker Lord Rayleigh datzelfde jaar de Nobelprijs voor Natuurkunde kreeg. In 1895 ontving hij de Davy-medaille en in 1907 de Matteucci Medal. In 1902 werd hij geridderd; hij mocht zich laten aanspreken als sir. Werken Elementary Systematic Chemistry (1891) The Gases of the Atmosphere, the History of their Discovery (1896) Modern Chemistry (1900, 2 delen) Introduction to the Study of Physical Chemistry (1904) Elements and Electrons (1913) Schots scheikundige Brits hoogleraar Winnaar van de Nobelprijs voor Scheikunde 19e-eeuws scheikundige
Op basis van de eigenschappen van helium, argon, krypton en xenon deed Ramsay voorspellingen over het toen nog onontdekte radon. In 1900 werd dit radioactieve edelgas ontdekt door Duitse natuurkundige Friedrich Ernst Dorn. Samen met Robert Whytlaw-Gray (1877-1958) wist Ramsay het gas te isoleren en zelfs een kleine hoeveelheid ervan vloeibaar te maken. Samenwerkend met Frederick Soddy ontdekte Ramsay in 1903 dat cleviet, een uraniumerts, een gas uitzendt met een spectrum dat identiek is aan wat in de zon door Norman Lockyer was waargenomen. Ofwel, bij het radioactieve verval van radium ontstaat helium, een ontdekking die de basis legde van de daarop volgende ontwikkeling van de kernfysica.
2
ontdekken, vinden, actie
11,139
TaxiService
1839431
https://nl.wikipedia.org/wiki/A.R.M.
A.R.M.
A.R.M. (Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij) was een groot transportbedrijf dat was gevestigd te Amsterdam. Het exploiteerde taxidiensten, aanvankelijk met paardentractie, later met elektrotaxi's en weer later met benzineauto's. Het bedrijf verzorgde ook vrachtvervoer, verhuurde auto's en had een garagebedrijf. Men deed ook enige tijd aan carrosseriebouw. Uiteindelijk ontwikkelde het zich tot autoleasebedrijf. Geschiedenis Voorgeschiedenis met paarden Een voorloper van de ARM was de Amsterdamsche Omnibus Maatschappij (AOM). Deze werd in 1872 opgericht door boekhandelaar en uitgever Schadd. Hiermee werd ingespeeld op de toenmalige snelle groei van de stad. Reeds bestond, sedert de jaren 40 van de 19e eeuw, de paardenbus. Van 1875 tot 1884 werd deze geleidelijk vervangen door de paardentram. in Nederland was dit het eerste dergelijke systeem, maar in Londen, bestond het al 10 jaar langer. Het paardenbestand van de AOM nam toe van 27 paarden in 1872 tot 433 paarden in 1882 en 433 paarden in 1900, toen het bedrijf aan de gemeente Amsterdam werd overgedragen. Dit werd het Gemeentevervoerbedrijf. Een ander vervoerbedrijf was de maatschappij Amsterdams Goederenvervoer (AGV). Dit bedrijf werd in februari 1883 opgericht, verzorgde bestellingen, waaronder tot 1906 ook de postbestellingen, en het verhuurde paardenomnibusjes met koetsier aan hotels. In 1900 bezat men 300 paarden, en in 1908 zelfs 400 paarden. Paardentractie In 1880 werd de Amsterdamsche Rijtuigvereeniging I. de Groot en Cie (ARV) opgericht door de koopman Isaac de Groot. Doel was het verhuren van paarden en rijtuigen. Het was een paardentaxibedrijf dat startte met 60 paarden en 40 rijtuigen. Die stonden op bepaalde standplaatsen opgesteld. Het bedrijf groeide snel, waarbij ook stallen van particulieren werden opgekocht. Tevens werd een stuk grond aangekocht om daarop een stal voor 250 paarden en een rijtuigenremise te bouwen. Een aantal kleine vervoersbedrijven besloot hierop te gaan samenwerken en deze richtten de concurrerende Rijtuig Maatschappij (RM) op. Door tal van oorzaken, waaronder een deskundiger bedrijfsvoering bij de RM, raakte de ARV in financiële moeilijkheden en werd overgenomen door de RM. De ARV telde toen 200 paarden en 200 rijtuigen. Aldus ontstond de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij (ARM). Ondertussen werden opnieuw concurrerende maatschappijen op deze groeiende markt opgericht, zoals de Amsterdamsche Pakket Expeditie Onderneming in 1884 en de Amsterdamsche Centraal-Tram-Omnibus Onderneming (1890), alsmede de Amsterdamsche Tram-Omnibus Maatschappij (ATOM) in 1888. De ATOM ging in 1891 failliet. De ARM daarentegen groeide geleidelijk uit het dal en bezat omstreeks 1900 reeds 250 medewerkers, 300 paarden, 354 rijtuigen en 12 stallen. Ondertussen was het Gemeentevervoer reeds begonnen het tramnet te elektrificeren, een proces dat in 1906 werd afgerond. Nadat de eerste moeilijkheden van dit systeem waren overwonnen, begon ARM de concurrentie te voelen. De ARM had in 1911 nog de beschikking over een grote werkplaats, die onder meer een zadelmakerij en een smederij omvatte. De laatste diende onder meer om koetsen te repareren. Elektrische taxi's In 1908 begon men bij de ARM plannen te ontwikkelen om automobielen aan te schaffen. Het betrof in eerste instantie elektrische taxi's, zoals die reeds in een aantal Duitse steden reden. De fabrikant van loodaccu's, AFA, speelde hierin een belangrijke rol. Aldus werd in 1908 de NV Amsterdamsche Taxameter-Automobielen Maatschappij (ATAX) opgericht, waar de ARM nauw mee samenwerkte en in 1909 verschenen de elektrische taxi's van deze maatschappij. Deze werden als volgt aangeprezen: Het vervoermiddel rijdt geruischloos, zonder schokken, is gerieflijk ingericht en kan bijna plotseling tot stilstand worden gebracht. Niettemin gebeurden er veel ongelukken. De onervaren chauffeurs, gerekruteerd uit de koetsiers, moesten namelijk een voertuig gaan besturen dat ze niet geheel beheersten. Daarnaast waren werkweken van 82 uur geen uitzondering. Ook nu weer diende de concurrentie zich aan, in de vorm van de Industriële Maatschappij Trompenburg en de Taxi-Auto-Maatschappij (TAM). Deze ondernemingen vroegen al in 1909 een vergunning aan. De ATAX breidde zich uit tot 33 elektrotaxi's in 1911. Ook het aantal particuliere auto's breidde zich snel uit. TAM en later ook andere maatschappijen exploiteerden benzinetaxi's. De ARM breidde uit naar andere plaatsen. Zo werd in 1911 de Haarlemse stalhouderij A. Voorting overgenomen en ging men deze exploiteren als Eerste Haarlemsche Rijtuig-Maatschappij. De aan Spyker gelieerde Autovervoer Maatschappij Trompenburg werd in 1912 overgenomen en ging verder als Auto Exploitatie Maatschappij (AEM). Hiermee introduceerde de ARM voor het eerst de benzineauto. Voorlopig werd echter nog ingezet op de elektrotaxi. Ook het paardenbedrijf bloeide nog. In 1912 begon men ook met het garagebedrijf. Er werden elektrische bestelwagens geleverd, die in de garage werden onderhouden en opgeladen. In 1915 was de ARM al de vertegenwoordiger van een aantal Amerikaanse, Engelse en Duitse automerken. In 1916 werden de ATAX en de AEM geheel overgenomen. Het contract met de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen voor het goederenvervoer, dat in 1891 was ingegaan, kwam in 1919 tot een einde. Het werd toen gegund aan Van Gend & Loos. In 1919 had men, na het ontslag van 72 hierbij betrokken mensen, nog 667 man in dienst. Overgang naar benzinetaxi's In 1919 werd de TAM overgenomen, inclusief de 60 benzinetaxi's. Hiervan bleven er in eerste instantie 28 rijden. In hetzelfde jaar besloot de ARM-directie om in Haarlem onze stationnerende elektrische automobielen geleidelijk te vervangen door benzineauto's. Twee jaar later was de elektrotaxi in Haarlem verdwenen. Tussen 1924 en 1926 vond de totale omschakeling bij de ARM plaats: de elektrotaxi verdween en er waren toen 100 benzinetaxi's. De reden voor de snelle omschakeling lag in het feit dat de bedrijfskosten voor een benzinetaxi waren gedaald tot onder die van een elektrotaxi. Toch bleef het paardenbedrijf nog lang belangrijk. In 1919 werd nog 58% van de winst hierdoor behaald, tegen 17% door elektrotaxi's, 11,5% door benzinetaxi's en 13,3% door het garagebedrijf. De ARM was importeur van tal van automerken, waaronder Minerva en . Men besloot in 1929 in de hoofdvestiging in Amsterdam eigen vrachtwagens te maken met geïmporteerde Chapuis-Dornier-motoren. Dit werd slechts korte tijd gedaan, waarna men zich op de import van M.A.N.-vrachtwagens richtte. Men bouwde ook bussen voor onder andere de HTM. In 1922 nam de ARM deel in Verweij en Lugard's Automobiel Maatschappij (VLAM) en kreeg zo toegang tot de markt in Nederlands-Indië. Vanaf 1924 werd het garagebedrijf steeds belangrijker. Personen- en vrachtautoverhuur, de verkoop van auto's en het reparatiewerk namen toe. Het belang van de paardentractie nam evenzeer af. In 1924 waren er nog 300 paarden, 156 koetsen en 60 rouwkoetsen, alsmede 293 karren. Het aantal aapjeskoetsiers was gedaald tot 18 op een personeelsbestand van 700. De meeste koetsen werden verhuurd of voor het transportbedrijf ingezet. In 1926 werd nog 10% van de winst door het paardenbedrijf gegenereerd. Zo ontwikkelde de ARM zich tot een taxi-, garage- en autoverhuurbedrijf. Het was gevestigd in gebouw Plancius aan de Plantage Kerklaan, dat in 1913 door de TAM was gekocht. Het taxibedrijf schakelde tijdens de Tweede Wereldoorlog wegens gebrek aan materiaal en brandstof tijdelijk weer om op paardentractie. Gebouw Plancius werd een tijd benut als paardenstal. In 1970 verliet de ARM het gebouw, dat later in 1999 werd geopend als Verzetsmuseum Amsterdam. Autoverhuur Na de oorlog was de ARM vooral actief in het autoverhuurbedrijf en ging daartoe in 1956 een joint venture-overeenkomst aan met het Amerikaanse autoverhuurbedrijf Avis. Omstreeks 1970 werden daar autolease-activiteiten aan toegevoegd. In 1972 werd A.R.M. middels de daartoe opgerichte Subaru Nederland BV importeur van Subaru. Uiteindelijk kwam het bedrijf via de handelsmaatschappij Borsumij Wehry in handen van Hagemeyer, die het samenvoegde met de restanten van R.S. Stokvis tot ARM-Stokvis. Dit bedrijf werd in 2000 overgenomen door de importeur van luxe-auto's Kroymans, die het integreerde in zijn in 2001 opgerichte Kroymans Corporation. Deze ging failliet in 2009, maar kon een doorstart maken. De ARM werd in 2010 samengevoegd met het in 1986 opgerichte autoleasebedrijf J&T Autolease. Straat De A.R.M. beheerde terreinen tussen de Overtoom en het Vondelpark; na het verlaten van die terreinen werden gebouwen gesloopt en opnieuw bebouwd; de straatnaam Rijtuigenhof uit 1982 verwijst naar de oorspronkelijke bestemming. Bronnen Gijs Mom (red.): Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden. Kluwer, 1996. . Overzicht van Nederlandse vrachtwagenmerken DeAutogids.nl over A.R.M. Voormalig Nederlands bedrijf Nederlands vrachtwagenmerk Paard en wagen Elektrische auto Personenvervoer
A.R.M. (Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij) was een groot transportbedrijf dat was gevestigd te Amsterdam. Het exploiteerde taxidiensten, aanvankelijk met paardentractie, later met elektrotaxi's en weer later met benzineauto's. Het bedrijf verzorgde ook vrachtvervoer, verhuurde auto's en had een garagebedrijf. Men deed ook enige tijd aan carrosseriebouw. Uiteindelijk ontwikkelde het zich tot autoleasebedrijf.
1
taxidienst, taxibedrijf, taxivervoer
12,383
TieAction
1215761
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eredivisie%202008/09%20%28mannenvoetbal%29
Eredivisie 2008/09 (mannenvoetbal)
Het seizoen 2008-2009 van de Eredivisie was het 120e seizoen van de hoogste Nederlandse voetbalcompetitie sinds de invoering van het landskampioenschap voetbal. Aan de competitie namen achttien clubs deel. De deelnemerslijst verschilde op twee plaatsen van het seizoen daarvoor: FC Volendam promoveerde uit de Eerste divisie door op doelsaldo kampioen te worden. ADO Den Haag promoveerde uit dezelfde divisie na in de finale van de play-offs te hebben gewonnen van RKC Waalwijk. AZ wist de competitie te winnen, waarmee het zich rechtstreeks plaatste voor Champions League. FC Twente ging als nummer 2 in het seizoen 2009/2010 deelnemen aan de voorronden van de Champions League. Nummers 3 en 4, Ajax en PSV plaatsten zich voor de vierde en derde ronde van Europa League. Heerenveen won de KNVB-beker dit seizoen en plaatste zich daarom ook voor de vierde ronde van de Europa League. De nummers 6 t/m 9 plaatsten zich voor de play-offs om de laatste plaats in de tweede ronde van de Europa League. FC Volendam degradeerde dit seizoen naar de eerste divisie. De nummers 16 (Roda JC) en 17 (De Graafschap) speelden play-offwedstrijden tegen eerstedivisionisten om handhaving in de Eredivisie af te dwingen. Dit lukte Roda JC wel (winst tegen SC Cambuur Leeuwarden), maar De Graafschap niet. Daarvoor in de plaats speelde RKC Waalwijk in het seizoen 2009/10 in de Eredivisie. Teams De volgende teams speelden in de Eredivisie tijdens het seizoen 2008/09. Uitslagen Groen : Thuisteam heeft gewonnen Blauw : Gelijkspel Rood : Uitteam heeft gewonnen Ranglijst Eindstand Legenda Eindstand thuiswedstrijden na reguliere competitie Eindstand uitwedstrijden na reguliere competitie Stand 1e seizoenshelft Stand 2e seizoenshelft Verhoudingen punten Verhoudingen doelpunten voor Verhoudingen doelpunten tegen Positieverloop per club Play-offs Via play-offs speelden de vier beste ploegen die zich nog niet voor Europees voetbal wisten te plaatsen, FC Groningen, Feyenoord, NAC Breda en FC Utrecht, om een ticket in de Europa League, dat NAC Breda uiteindelijk wist te bemachtigen na het winnen van de play-off finale tegen FC Groningen (1-1 en 0-2). De nummers 16 en 17 probeerden zich te handhaven in de eredivisie door middel van play-offs met acht teams uit de eerste divisie. Hierin was RKC Waalwijk na drie wedstrijden te sterk voor De Graafschap, terwijl Roda JC zich ternauwernood kon handhaven ten koste van SC Cambuur Leeuwarden, dat in de beslissingswedstrijd na penalty's verloor. Officiële eindstand Statistieken Toeschouwers Naar de 306 wedstrijden in de reguliere competitie kwamen totaal 6.067.288 mensen kijken, een gemiddeld toeschouwersaantal van 19.827 per wedstrijd. Dit seizoen is tot dusver het best bezochte seizoen in de geschiedenis van de eredivisie. Aantal goals per speelronde Topscorers |} Assists Gele kaarten Meeste speelminuten Bijgaand een overzicht van de spelers (allen keepers) die in het seizoen 2008/09 in alle 34 competitieduels in actie kwamen voor hun club, van de eerste tot en met de laatste minuut. Programma Eredivisie in de media Zowel samenvattingen op tv als liveverslagen op de radio worden uitgezonden door de NOS. De liveverslagen op televisie worden door de clubs zelf geëxploiteerd en zijn via verschillende kanalen (tegen betaling) te ontvangen. Het landelijke digitale televisiekanaal Eredivisie Live zendt alle wedstrijden live uit. Trivia 5 van de 18 ploegen begonnen het seizoen met dezelfde trainer als een jaar eerder. Alleen AZ (Louis van Gaal), FC Groningen (Ron Jans), N.E.C. (Mario Been), Roda JC (Raymond Atteveld) en FC Utrecht (Willem van Hanegem) behielden hun coach. Na vijf speelronden was Raymond Atteveld van Roda JC de eerste trainer in de Eredivisie die op non-actief werd gezet. Roda JC behaalde uit de eerste vijf wedstrijden slechts 2 punten. Andere trainers in de eredivisie die daarna vertrokken waren Willem van Hanegem (FC Utrecht), Hans Westerhof (Vitesse), Gertjan Verbeek (Feyenoord), Huub Stevens (PSV), Andries Jonker (Willem II), Henk van Stee (De Graafschap), André Wetzel (ADO Den Haag) en Marco van Basten (AFC Ajax) Zie ook Lijst van buitenlandse voetballers in Nederland 2008/09 Transfers Eredivisie 2008/09 Records Eredivisie seizoen 2008/09 Eredivisie (mannenvoetbal) Competitievoetbal 2008/09 Nederlands voetbalseizoen 2008/09
Groen : Thuisteam heeft gewonnen Blauw : Gelijkspel Rood : Uitteam heeft gewonnen
1
gelijkspel, remise, draw
3,008
DeactivateAction
5370418
https://nl.wikipedia.org/wiki/First%20Air-vlucht%206560
First Air-vlucht 6560
First Air-vlucht 6560 was een binnenlandse chartervlucht in Canada van First Air vanuit Yellowknife, Northwest Territories naar Resolute, Nunavut. De vlucht die op 20 augustus 2011 werd uitgevoerd met een Boeing 737-200 stortte neer bij de landing. Van de vijftien mensen aan boord kwamen er twaalf om het leven en raakten de overige drie ernstig gewond. Het toestel vloog in de wolken en raakte een heuvel nabij Resolute Bay Airport. Uit het daaropvolgende onderzoek bleek dat een late start van de afdaling, het onbedoeld gedeeltelijk uitschakelen van de automatische piloot tijdens de eindnadering, een afwijking in het kompassysteem van het vliegtuig en een slechte communicatie tussen de cockpitbemanning ertoe leidden dat het vliegtuig aanzienlijk van de koers van het eindnaderingspad afdwaalde. Geschiedenis van de vlucht Vlucht 6560 was op 20 augustus om 09:40 CDT vertrokken van Yellowknife Airport voor een vlucht naar Resolute Bay Airport met 11 passagiers, vier bemanningsleden en vracht. Gezagvoerder Blair Rutherford werd aangewezen als gezagvoerder die voor het segment vloog, en co-piloot David Hare als co-piloot die niet vloog. De vlucht zou worden uitgevoerd in overeenstemming met de regels voor instrumentvliegen. Rapporten die kort na het opstijgen werden ontvangen, wezen op verslechterd weer bij Resolute, maar de bemanning was het erover eens dat de vlucht niet mocht worden uitgesteld. Na een rustige vlucht en eerste afdaling maakte het vliegtuig om 11:38 de laatste bocht om in lijn te komen met landingsbaan 35 van Resolute Airport, en de bemanning was naar verluidt 19 kilometer verwijderd. Bij het afdalen in de wolken, in plaats van het localizersignaal langs het spoor van de baan te volgen, vestigde het vliegtuig zich echter op een spoor dat ongeveer evenwijdig en ten oosten van de middenlijn van de baan was. Om 11:41, toen de bemanning een doorstart maakte, kwam vlucht 6560 in botsing met het terrein voor de landingsbaan, ongeveer 1,9 km naar het oosten en brak in drie stukken. Vliegtuig Het betrokken vliegtuig was een combi (of gecombineerde passagiersvracht) Boeing 737-210C met registratie C-GNWN. Het toestel was vervaardigd in 1975 met serienummer 21067/414. C-GNWN was uitgerust met een grindkit om operaties mogelijk te maken vanaf onverharde landingsbanen, zoals die op Resolute Bay Airport. Tijdens het onderzoek werden geen noemenswaardige problemen met de onderhoudsgegevens van het vliegtuig geconstateerd. Onderzoek Het ongeval werd onderzocht door de Transportation Safety Board of Canada (TSB). In januari 2012 heeft de TSB een onderzoeksupdate uitgegeven waarin het ongeval werd geclassificeerd als een gecontroleerde vlucht naar het terrein. Het verklaarde dat de doorstartmanoeuvre twee seconden voor de botsing was begonnen. Op dat moment had de bemanning de checklist voor de landing voltooid, de kleppen waren op 40, het vliegtuig vloog met 291 km/h en het landingsgestel was uitgeklapt en vergrendeld. Beide motoren waren in bedrijf en produceerden stroom. Het vliegtuig had een instrumentlandingsysteem-benadering (ILS) gevolgd vanwege slecht zicht. Uit onderzoek na een crash bleek dat het ILS-systeem van de luchthaven normaal functioneerde en twintig minuten na de crash van vlucht 6560 met succes werd gebruikt door een ander vliegtuig. In maart 2014 heeft de TSB het definitieve ongevallenrapport uitgebracht. Het bleek dat de beslissing van de bemanning om de afdaling vanaf de kruishoogte te beginnen te laat genomen was. Dit was het gevolg van een aanzienlijk verhoogde werklast die de prestaties en het vermogen van de bemanning om alle parameters goed te volgen negatief beïnvloedde. De nadering verliep volledig op de automatische piloot, die correct was ingesteld om het lokalisatiesignaal op te vangen en langs de hartlijn van de landingsbaan te volgen (VOR/LOC-vastlegmodus). Een onbedoelde beweging van de stuurkolom door de gezagvoerder tijdens de bocht naar het eindnaderingsspoor zorgde er echter voor dat de stuurautomaat uit de VOR / LOC-modus kwam en terugkeerde naar het handhaven van de huidige koers, waardoor het vliegtuig naar rechts rolde (oost) van de hartlijn van de baan. De afwijking werd correct weergegeven op de ingebouwde localizer-indicator. Om onduidelijke redenen was het kompassysteem echter tijdens de eerste afdaling onjuist ingesteld, zodat het een koers weergaf die 8° links van de werkelijke koers lag. Verder had de piloot het kompas niet opnieuw gekalibreerd na de eerste afdaling, 15 minuten voor de crash, hoewel regelmatige herkalibratie zo dicht bij de magnetische noordpool nodig is; de magnetische invloed verhoogde de initiële miskalibratie verder tot 17°, waardoor de gezagvoerder de verkeerde indruk kreeg dat het vliegtuig de hartlijn van de baan herwon. In feite vloog het vliegtuig ongeveer parallel aan de landingsbaan en een wind uit het zuidwesten duwde het zelfs nog verder naar het oosten. Door de aanzienlijk hogere werkdruk merkte geen van de piloten de gedeeltelijke uitschakeling van de automatische piloot op. De co-piloot wist dat het vliegtuig rechts van koers was en op weg was naar de heuvel ten oosten van de luchthaven. Hij probeerde de gezagvoerder 18 keer te waarschuwen met behulp van verschillende variaties in frasering, maar slaagde er niet in een manier te vinden om de urgentie van de situatie over te brengen en de gezagvoerder van koers te laten veranderen. Nadat het waarschuwingssysteem voor grondnabijheid een waarschuwing voor 'zinksnelheid' had gegeven, gaf de gezagvoerder uiteindelijk het bevel een doorstart te maken, maar er was onvoldoende afstand tot het terrein om de botsing te voorkomen. De TSB benadrukte hoe de nadering volgens First Air's eigen standaardprocedures duidelijk onstabiel was en in een vroeg stadium had moeten worden afgebroken. Het bestuur benadrukte de risico's van onstabiele benaderingen die worden voortgezet voor een landing, en riep luchtvaartmaatschappijen en autoriteiten op om de standaard operationele procedures en best practices voor het beheer van de werklast van de bemanning af te dwingen, om de bemanningen te helpen de werklast te beheren en effectief te communiceren om betere beslissingen te nemen. In de populaire cultuur De crash van First Air Flight 6560 werd behandeld in "Death in the Arctic", een aflevering van seizoen 14 (2015) van de internationaal gesyndiceerde Canadese tv-documentairereeks Mayday, ook wel Air Crash Investigation. Luchtvaartincident of vliegramp in Canada Luchtvaartincident of vliegramp in 2011
First Air-vlucht 6560 was een binnenlandse chartervlucht in Canada van First Air vanuit Yellowknife, Northwest Territories naar Resolute, Nunavut. De vlucht die op 20 augustus 2011 werd uitgevoerd met een Boeing 737-200 stortte neer bij de landing. Van de vijftien mensen aan boord kwamen er twaalf om het leven en raakten de overige drie ernstig gewond. Het toestel vloog in de wolken en raakte een heuvel nabij Resolute Bay Airport. Uit het daaropvolgende onderzoek bleek dat een late start van de afdaling, het onbedoeld gedeeltelijk uitschakelen van de automatische piloot tijdens de eindnadering, een afwijking in het kompassysteem van het vliegtuig en een slechte communicatie tussen de cockpitbemanning ertoe leidden dat het vliegtuig aanzienlijk van de koers van het eindnaderingspad afdwaalde.
1
deactiveren, uitschakelen, apparaat
11,597
OrderItem
4352534
https://nl.wikipedia.org/wiki/Multi-level%20marketing
Multi-level marketing
Multi-level marketing (MLM) of netwerkmarketing is een bedrijfsmodel waar zelfstandige verkopers inkomsten verwerven door directe verkoop van producten en door werven van nieuwe verkopers. MLM maakt gebruik van persoonlijke relaties tussen verkoper en klant. MLM wordt vaak bekritiseerd onder andere door vergelijking met een piramidespel. Het is, mits aan voorwaarden wordt voldaan, legaal in Nederland en de Verenigde Staten. De Europese Commissie definieert MLM als volgt: De verkoper mag: producten kopen tegen gereduceerde prijs voor doorverkoop of eigen gebruik producten doorverkopen aan zowel eindklanten als andere verkopers wederverkopers werven die op hun beurt ook weer onafhankelijke andere verkopers mogen werven De verkoper is niet afhankelijk van verkopers boven hem. Hij ontvangt afhankelijk van het marketingplan van het moederbedrijf (de MLM-onderneming) een bonus gebaseerd op de eigen directe verkoop en de verkoop door verkopers die onder hem vallen. Werkwijze De MLM-verkoper is een zelfstandig ondernemer en dus niet in dienst van de MLM-onderneming. Hij kan zijn bedrijf in deeltijd of voltijds uitoefenen. Winst ontstaat door verkoop van producten aan klanten, vaak mensen uit het persoonlijke relatienetwerk, en door bonus uit werven van nieuwe verkopers. Verkopers worden soms ook 'business owners', 'wederverkopers', 'consultants' of 'distributeurs' genoemd. Werving van verkopers voor een MLM-onderneming vindt plaats via internet of via persoonlijk contact met iemand die al verkoper is. De verkoper is 'sponsor' van de verkopers die hij zelf geworven heeft. Hij heeft belang bij goed presteren van zijn verkopers omdat dit extra bonus oplevert. Soms kan dit door bijvoorbeeld een deel van de bonus of inkoopkorting door te geven aan de gesponsorde verkoper. Een verkoper kan meerdere verkopers onder zich hebben. Die kunnen op hun beurt ook weer verkopers onder zich hebben. Op deze wijze ontstaat een organisatiestructuur met de vorm van een piramide met de eerste verkoper aan de top. De term 'upline' wordt gebruikt voor iedereen die boven in de verkooppiramide staat (de sponsors). De term 'downline' staat voor alle verkopers die onder een sponsor vallen en waar men eventueel bonus of commissie voor kan krijgen. Commissieregelingen kunnen gecompliceerd zijn. Ze kunnen bonussen geven voor zowel werving van verkopers als de verkopen van deze verkopers. Het MLM-moederbedrijf heeft geen eigen verkopers in dienst maar verzorgt vaak wel cursussen en opleidingen tegen geen of een beperkte bijdrage. Hier leert men hoe de producten het beste kunnen worden verkocht. Bijeenkomsten hebben als belangrijkste functie of doel de verkopers scherp gemotiveerd te houden door onder andere succesverhalen en het uitreiken van prijzen en bonussen op basis van de gegenereerde inkomsten. Vaak wordt bij het behalen van bepaalde verkoopniveaus een status aan de verkoper toegekend zoals 'senior consultant', 'supervisor' of 'millionair team'. Geschiedenis Nutrilite was in Verenigde Staten al in de jaren 30 een van de eerste bedrijven die gebruik maakte van MLM. Het Amerikaanse bedrijf Amway maakt sinds 1959 gebruik van MLM. De firma Tupperware, een van de eerste bedrijven die in de jaren 60 via de 'Tupperware-parties' direct marketing in Nederland introduceerde, wordt vaak als MLM-bedrijf genoemd maar is dat gezien haar structuur niet. De aangesloten zelfstandige consulenten zijn in maximaal twee 'levels' opgedeeld. Een echte piramidestructuur ontbreekt. In de jaren zestig ontstonden ook de eerste organisaties voor belangenbehartiging van netwerkmarketing in onder andere België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italie. De World Federation of Direct Selling Associations (WFDSA) geeft cijfers over de groei van direct sales wereldwijd en in Europa. Omdat 80% tot 90% van de direct sales MLM gerelateerd is zegt dit ook veel over de groei van MLM: de totale omzet voor direct sales was tussen 2012 en 2013 wereldwijd met 8,1% gegroeid tot bijna 170 miljard euro. In België ging het in 2013 om 140 miljoen euro met 18.100 onafhankelijke verkopers (5% groei), in Nederland om een omzet van 111 miljoen euro met 53.057 onafhankelijke verkopers (8,6% groei). In Europa ontstond in 1991 de FEDSA (Federation of European Direct Selling Associations). Zij behartigde de belangen van netwerkmarketingorganisaties. In 2011 veranderde de organisatie haar naam naar SELDIA (The European Direct Selling Association). In 2015 worden 28 landelijke DSA's (Direct Seller Associations) en 16 zakelijke ondernemingen zoals Amway vertegenwoordigd. Wetgeving Een van de belangrijkste risico's van MLM is dat het zich ontwikkelt tot piramidespel. Deze zorg komt in wetgeving wereldwijd naar boven. In de Verenigde Staten kwam de discussie over vermeende illegaliteit van MLM-bedrijven al eerder op gang. In 1979 leidde dit onder andere tot de uitspraak van de Federal Trade Commission (FTC) dat de werkwijze van Amway geen piramidekarakter had. Het belangrijkste argument hiervoor was het accepteren van zekere regels om te voorkomen dat het een piramidespel zou worden, met name dat 70% van het inventaris doorverkocht moest zijn voordat een nieuwe order kon worden geplaatst, en dat deelnemers elke maand minstens tien klanten (buiten Amway dus) moesten hebben, en verder dat Amway een terugkoopplicht had voor deelnemers die eruit wilden. De pretentie was dat het grootste deel van de inkomsten ontstond door daadwerkelijke verkoop van producten, en zo werd de illegaliteit van het piramidespel althans voorwaardelijk omzeild. In de praktijk werden dergelijke voorwaarden alleen in naam gehonoreerd, en deelnemers verklaarden dat zij die regels volgden. Illegale prijsbeïnvloeding en misleiding wat betreft de mogelijke inkomsten werden wel bewezen. Deze en andere ervaringen waren later ook basis voor de regelgeving in Europa. De opkomst van multi-level marketing in Europa leidde in 1999 tot aanbevelingen van de Europese Commissie om wetgeving in alle landen van de Europese Unie gelijk te trekken. Hierbij werd ook rekening gehouden met de bestaande wetgeving op het gebied van kansspelen en piramidespelen. Essentieel is echter dat bij multi-level marketing het grootste deel van de winst tot stand komt door verkoop van producten voor een reële prijs en niet door werving van nieuwe wederverkopers. Het gevaar van een piramidespel blijft dus op de achtergrond aanwezig. De bestaande wetgevingen hielden ook te weinig of geen rekening met het feit dat een persoon tegelijk koper en verkoper kon zijn van een product. Dit gaf, gecombineerd met de vaak geringe ervaring van veel MLM-verkopers en het risico van een piramidespel, reden tot zorg. De commissie deed diverse aanbevelingen waar nationale regelgeving aan zou moeten voldoen waaronder: iedere beloning dient terug te voeren zijn op concrete verkoop van producten dus niet op basis van rekruteren of eerste inleg van deelnemers om mee te mogen doen. verplichte terugkoopregeling door het MLM-bedrijf als deelnemers willen stoppen. Maximaal 10% aftrek van administratiekosten. de startinleg die beginnende deelnemers betalen, mag geen winst opleveren. Ze mag maximaal kostendekkend zijn voor onder andere trainingen en waarde van het startpakket. voorraadvorming bij deelnemers zonder daadwerkelijke verkoop moet worden tegengegaan. Bijvoorbeeld door een regel waarbij inkoop pas mogelijk is als 70% van de voorraad verkocht is of, beter, inkoop pas nadat een eindklant een bestelling heeft gedaan. ook als een deelnemer verkopers onder zich heeft, moet het grootste deel van zijn inkomsten bestaan uit directe verkopen die hij zelf doet. In Nederland wordt MLM gebaseerd op de Europese regelgeving door de wetgever niet per definitie als piramidespel gezien. Het Hof van beroep te Brussel verwierp op 2 december 2013 de veroordeling in 2011 van het MLM-bedrijf Herbalife wegens piramideverkoop. Naar aanleiding van Kamervragen in Nederland in 2013 gaf de minister wederom aan dat multi-level marketing is toegestaan als aan de juiste voorwaarden wordt voldaan: met name winst uit verkoop van producten en geen piramidespel. In 2016 kwam de Amerikaanse FTC na een rechtszaak met Herbalife overeen om een totaalbedrag van 200 miljoen dollar terug te betalen aan benadeelde consumenten. Beloofde inkomsten konden door Herbalife niet waar worden gemaakt. Het belangrijkste deel van de inkomsten bestond uit bonus voor werving, niet daadwerkelijke verkopen. Tegelijk werden verdere richtlijnen gegeven waar ook andere MLM bedrijven in de toekomst rekening mee moesten houden. In het vervolg moest minimaal 80% van de inkomsten uit verkoop bestaan. Dit zal 7 jaar lang worden gecontroleerd door een speciaal aan te stellen Compliance officer. Het bedrijf achter IM Academy is in België veroordeeld op basis van de Europese Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. In Nederland zijn in 2023 Kamervragen gesteld en beantwoord over het feit dat IM Academy in Nederland nog wel actief is met dezelfde praktijken. De beslisnota bij het antwoord op de Kamervragen vermeldt dat er recent nieuwe voorstellen zijn gepubliceerd door de Europese Commissie voor onder meer aanscherpingen van de regels rond reclame-uitingen van finfluencers en provisies, en dat het raadzaam is de onderhandeiingen hierover af te wachten alvorens nadere nationale regelgeving te overwegen of te verkennen. Islamitisch perspectief Er bestaan afhankelijk van land of moefti fatwa's die deelname aan en organisatie van MLM toestaan maar ook die het verbieden. Een 'halal'-verklaring voor een bedrijf door een sharia-adviseur zou mogelijke twijfels voor eventuele deelnemers of kopers weg kunnen nemen. Kritiek Een groot aantal Nederlandse en buitenlandse websites komt met soms stevige kritiek op MLM. Hieronder staan de meest gehoorde punten van kritiek. Piramidespel MLM heeft een risico dat het zich tot een piramidespel ontwikkelt. Dit is het geval als het werven van nieuwe verkopers meer oplevert dan de eigenlijke verkoop van producten of als producten vooral binnen de piramide verkocht worden. In dat geval zullen de laatst geworven verkopers in de piramide per definitie verlies draaien. Dat is in Europa en de Verenigde Staten wettelijk verboden. Inkomsten Inkomsten uit MLM zouden lang niet zo hoog zijn als wordt beweerd: onder andere het programma kassa van de VARA concludeerde op basis van onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen dat verkopers bij MLM-bedrijven over het algemeen verlies maken. Het gemiddelde inkomen zou tussen de 2 en 184 euro per maand liggen, het inkomen van de topverdieners meegerekend. MLM-bedrijven zijn terughoudend met exacte cijfers. Ook blijkt een groot aantal 'verkopers' voornamelijk voor eigen gebruik in te kopen. Een onderzoek in Duitsland in 2012 onder de tien grootste MLM-ondernemingen wees uit dat het gemiddeld maandelijks inkomen per verkoper tussen de 2 en 168 euro uitkwam. Dit was op basis van de totale omzet en aantal verkopers per MLM-onderneming, kosten en bonussen maar exclusief sociale lasten. Een van de grotere MLM-organisaties geeft op haar website een indruk van de inkomenspiramide: 82,7% van de leden in Nederland had in 2013 vrijwel geen inkomen uit verkoop behalve goedkopere producten voor eigen gebruik en een kleine winst uit verkoop. De overige leden die werk maakten van een actief klantbestand en opleiden van nieuwe eigen verkopers haalde het grootste deel een bonus van maximaal 100 euro per maand. Enkele tientallen zouden ervan kunnen leven. Van de genoemde bonussen moeten overigens ook nog bedrijfskosten, sociale lasten en dergelijke worden betaald. Winst uit verkoop naast de bonus was voor al deze leden samen in 2012 gemiddeld 120 euro. Voor de niet actieve leden valt de winst dus veel lager uit, voor actieve leden hoger. Sektarisch MLM zou kenmerken van een sekte hebben: MLM-ondernemingen spelen sterk in op behoeften van mensen om in een hechte gemeenschap zinvol werk te verrichten. De MLM-onderneming zou haar verkopers een kans bieden in een oneerlijke zakenwereld. Uiteindelijk wordt echter het zakelijk risico op de verkoper afgewenteld. De 'familieband' die aanvankelijk tussen de leden leek te bestaan blijkt weinig waard. Ethiek MLM zou op oneerlijke wijze misbruik maken van verkopers. Slechts enkelen winnen, maar de meesten verliezen. Dit is het gevolg van de piramidestructuur van MLM-bedrijven. De toenemende discussie rond MLM en directe verkoop leidden er in september 2014 toe dat het bedrijf Avon opstapte bij de Amerikaanse Direct Selling Association (DSA) waarvan alle grote Amerikaanse directsellers lid zijn. Reden was Avons kritiek dat de ethische standaarden van de DSA niet hoog genoeg zouden zijn. Hierdoor zouden MLM-bedrijven met minder goede bedoelingen toetreden met negatieve uitstraling tot gevolg. Een jaar eerder had Tupperware met eenzelfde argumentatie al afscheid genomen van direct sales met verwijzing naar piramideconstructies bij malafide MLM-bedrijven. Vergelijking met andere bedrijfsmodellen Netwerkmarketing Het grootste deel van de wetenschappelijke, overheids, MLM-kritische en commerciële publicaties stelt dat MLM gelijk is aan netwerkmarketing. Er zijn echter enkele auteurs die een verschillende definitie hanteren: netwerkmarketing en direct selling gaan over een systeem van distributie. Multi-level marketing richt zich primair op het compensatieplan waardoor de nadruk ligt op het werven van verkopers in de "downline". Direct marketing Direct marketing gaat uit van een directe en persoonlijke benadering van klanten. Bij multi-level marketing komt daar werving van nieuwe verkopers bij. Franchising Bij franchise ondernemen is de investering en de professionaliteit van de ondernemer vaak vele malen groter dan bij MLM. Ook wordt voor de verkoop minder vertrouwd op het privénetwerk van de ondernemer. In tegenstelling tot bij MLM mogen franchisenemers juist geen andere franchisenemers werven. Colportage, deur-aan-deurverkoop Het verschil met colportage of deur-aan-deurverkoop is dat daar slechts een enkel niveau van verkoper naar klant bestaat (single-level marketing). Er worden geen andere verkopers geworven. Bij colportage kent de verkoper de klant over het algemeen niet. Winkel Bedrijfsvorm Detailhandel
De commissie deed diverse aanbevelingen waar nationale regelgeving aan zou moeten voldoen waaronder: iedere beloning dient terug te voeren zijn op concrete verkoop van producten dus niet op basis van rekruteren of eerste inleg van deelnemers om mee te mogen doen. verplichte terugkoopregeling door het MLM-bedrijf als deelnemers willen stoppen. Maximaal 10% aftrek van administratiekosten. de startinleg die beginnende deelnemers betalen, mag geen winst opleveren. Ze mag maximaal kostendekkend zijn voor onder andere trainingen en waarde van het startpakket. voorraadvorming bij deelnemers zonder daadwerkelijke verkoop moet worden tegengegaan. Bijvoorbeeld door een regel waarbij inkoop pas mogelijk is als 70% van de voorraad verkocht is of, beter, inkoop pas nadat een eindklant een bestelling heeft gedaan. ook als een deelnemer verkopers onder zich heeft, moet het grootste deel van zijn inkomsten bestaan uit directe verkopen die hij zelf doet.
1
regelitem, koopregel, artikelregel
8,303
EmployeeRole
5556906
https://nl.wikipedia.org/wiki/Augusta%20Chiwy
Augusta Chiwy
Augusta Marie Chiwy (Mubavu, 6 juni 1921 – Brussel, 23 augustus 2015) was een Belgisch verpleegkundige, die in de Tweede Wereldoorlog tijdens de Slag om Bastenaken in 1944 als vrijwilliger medische hulp verleende. Samen met de Amerikaanse arts John Prior en de Belgische verpleegkundige Renée Lemaire (De Engel van Bastenaken) behandelde zij gewonde soldaten tijdens de Slag om de Ardennen. Biografie Chiwy was de dochter van een Congolese vrouw en de Belgische veearts Chiwy uit Bastenaken en groeide op in Belgisch-Congo. Op haar negende verhuisde zij naar België, waar ze werd opgevoed door haar vader en diens zuster Caroline. Op haar negentiende ging zij in Leuven de opleiding tot verpleegkundige volgen. In december 1944 reisde Chiwy tijdens haar verlof naar Bastenaken om thuis kerst te vieren. Diezelfde dag begonnen de Nazi’s de Slag om Bastenaken. Chiwy hielp aanvankelijk bij het evacueren van de stad en het opvangen van burgers die in Bastenaken bleven en een schuilplaats zochten. Prior had inmiddels veel van zijn medisch personeel verloren. Hij had Chiwy aan het werk gezien en besloot haar te vragen hem te komen assisteren. Aanvankelijk werkten zij, met minimale, primitieve middelen, in de stad. Later gingen ze regelmatig met twee hospiks mee het zwaar onder vuur liggende slagveld op, om gewonden op te halen. Deze zware taak was dubbel riskant voor de kleine Chiwy, aangezien zij zou worden gefusilleerd wegens hulp aan de vijand — de Geallieerden — mocht ze gevangen genomen worden. Op kerstavond werd hun noodhospitaal getroffen door een bom, waarbij veel patiënten als ook Renée Lemaire omkwamen. Lichtgewond zetten Prior en Chiwy hun werk elders in de stad voort tot de Amerikaanse troepen de Slag om de Ardennen hadden gewonnen en Prior met zijn bataljon verder moest trekken. Na de oorlog leed Chiwy lange tijd aan een posttraumatische stressstoornis. In 1959 huwde zij een Belgisch militair, met wie ze twee kinderen kreeg. Nadien pakte zij haar loopbaan als verpleegkundige weer op in een kliniek waar mensen met een aandoening aan hun ruggengraat werden behandeld. Haar rol in de oorlog is pas bekend geraakt nadat de Britse historicus Martin King haar wist op te sporen en interviewde voor zijn boek Voices of the Bulge (Stemmen van de Slag om de Ardennen). In het boek Band of Brothers van Stephen Ambrose wordt zijdelings aan Chiwy gerefereerd. En in de gelijknamige televisieserie komt een verpleegster uit Belgisch-Congo voor: Anna. De historische documentaire Searching for Augusta: The Forgotten Angel of Bastogne van Martin King en regisseur Mike Edwards kreeg in 2015 een Emmy Award. Eerbetoon Als erkenning voor haar werk is Augusta Chiwy op 24 juni 2011 de titel ridder in de Kroonorde van België verleend; de eretekens werden haar uitgereikt door minister van Defensie Pieter De Crem. Op 12 december 2011 ontving zij de Amerikaanse Civilian Award for Humanitarian Service uit handen van de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in België Howard Gutman. Haar woonplaats Bastenaken benoemde Chiwy op 21 maart 2014 tot ereburger. Na haar overlijden op 23 augustus 2015 werd zij met militaire eer begraven. Belgisch verpleegkundige Belgisch persoon in de Tweede Wereldoorlog
Biografie Chiwy was de dochter van een Congolese vrouw en de Belgische veearts Chiwy uit Bastenaken en groeide op in Belgisch-Congo. Op haar negende verhuisde zij naar België, waar ze werd opgevoed door haar vader en diens zuster Caroline. Op haar negentiende ging zij in Leuven de opleiding tot verpleegkundige volgen.
1
werknemer, functie, rol
7,277
Place
574486
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Riel
Station Riel
Station Riel is een voormalig station, gebouwd in 1867 door de Société Anonyme des chemins de fer du Nord de la Belgique en gelegen bij de Nederlandse plaats Riel. Het gebouw had zinken daken. Het was een van de stations van het Bels Lijntje, de spoorlijn die Turnhout in België met Tilburg in Nederland verbond. Op Nederlands grondgebied is deze spoorlijn geheel opgebroken en zijn bijna alle gebouwen gesloopt. Riel
Station Riel is een voormalig station, gebouwd in 1867 door de Société Anonyme des chemins de fer du Nord de la Belgique en gelegen bij de Nederlandse plaats Riel.
1
plaats, locatie, adres
2,047
MobilePhoneStore
2795578
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Yao
Station Yao
Station Yao (八尾駅, Yao-eki) is een spoorwegstation in de Japanse stad Yao. Het wordt aangedaan door de Yamatoji-lijn. Het station heeft twee sporen, gelegen aan twee zijperrons. Treindienst JR West Geschiedenis Het station werd geopend in 1889. Overig openbaar vervoer Er bevindt zich een busstation nabij het station. Er vertrekken bussen van Kintetsu. Stationsomgeving Hoewel het station dezelfde naam draagt als de stad, ligt het buiten het stadscentrum, waardoor het niet het belangrijkste station van de stad Yao is. Nagase-rivier Shibakawa-schrijn Hōkaku-tempel Zenryō-tempel Shōnen-tempel Daiseishōgun-tempel Gourmet City (supermarkt) Don Quichote (voordeelwinkel) Midori Denka (elektronicawinkel) SoftBank (mobiele telefoonwinkel) Kōnan (bouwmarkt) Saizeriya (restaurantketen) McDonald's FamilyMart Yao
Stationsomgeving Hoewel het station dezelfde naam draagt als de stad, ligt het buiten het stadscentrum, waardoor het niet het belangrijkste station van de stad Yao is. Nagase-rivier Shibakawa-schrijn Hōkaku-tempel Zenryō-tempel Shōnen-tempel Daiseishōgun-tempel Gourmet City (supermarkt) Don Quichote (voordeelwinkel) Midori Denka (elektronicawinkel) SoftBank (mobiele telefoonwinkel) Kōnan (bouwmarkt) Saizeriya (restaurantketen) McDonald's FamilyMart
1
mobiele telefoonwinkel, telefoonaccessoires, smartphonewinkel
3,110
HowToSupply
101666
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse%20Jeugdbond%20voor%20Natuurstudie
Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie
De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) is een landelijke jeugdvereniging voor en door jongeren van 11 tot en met 25 jaar. De NJN houdt zich vooral bezig met veldbiologie, natuurbescherming en natuurbeheer. Daarnaast kent de bond een eigen cultuur en een voorliefde voor bepaalde ontspanningsactiviteiten, zoals volksdansen. Alle activiteiten, zoals excursies, kampen en de uitgave van determinatiewerken, worden door de leden zelf georganiseerd. Geschiedenis De NJN werd in 1920 opgericht als samenwerkingsverband tussen de actieve natuurhistorische schoolverenigingen in Groningen, Zwolle, Amsterdam en Den Haag. De oorspronkelijke doelstelling was om jongeren met een interesse voor natuurstudie bij elkaar te brengen. De eerste voorzitter (van 1920 tot 1922) was Feiko Koster uit Amsterdam. De leeftijdsgrenzen werden vastgesteld op 12 tot 23 jaar. Dat wil zeggen dat het lidmaatschap eindigt aan het einde van het jaar waarin een lid de maximumleeftijd heeft bereikt. Oud-leden worden oude sok genoemd. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had de vereniging 2000 leden. Mede door het in politiek en religieus opzicht neutrale karakter werd de NJN tijdens de oorlogsjaren niet verboden (in tegenstelling tot andere jeugdbonden) en kon het ledenaantal groeien tot 3700. Daarna zakte het aantal leden drastisch, mede door de afsplitsing van de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden (CJN) in 1946. Na een periode van bloei in de jaren vijftig waarin nieuwe werkgroepen werden opgericht en het natuurhistorisch peil steeg, bleef het ledenaantal in de jaren zestig vrij constant op 1700, ondanks de in de maatschappij toenemende belangstelling voor de natuur en grotere zorg voor het milieu. In 1961 ontstond de Katholieke Jeugdorganisatie voor Natuurstudie (KJN, die later met de CJN fuseerde tot wat tegenwoordig de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie is) waardoor katholieke jongeren een eigen organisatie kregen. Vanaf rond 1970 is het ledenaantal verder teruggelopen, eind jaren tachtig tot minder dan 1000 leden. In 1993 is de bovenste leeftijdsgrens, mede vanwege deze terugloop, verhoogd naar 25 jaar. Sinds het begin van de 21e eeuw is het ledenaantal vrij stabiel rond de 550 leden. In 2016 is er een vijf jaar durende pilot gestart waarin de naam onofficieel werd veranderd in "Nederlandse Jeugdbond voor Natuur", om te kijken naar het effect van deze naamswijziging. In 2019 werd de pilot gestopt. De naam werd niet veranderd, maar wel is op het congres van 2019 besloten om in de publiciteit vooral de afkorting NJN te gebruiken. Organisatie De NJN wordt landelijk bestuurd door een hoofdbestuur dat per kalenderjaar op het jaarlijkse congres tussen kerst en oudjaar democratisch wordt aangesteld door de Algemene Vergadering. Het hoofdbestuur houdt zich vooral bezig met de landelijk lopende zaken zoals de zomerkampen, landelijke publiciteit, financiën en de strategische planning. Hierbij wordt het hoofdbestuur ondersteund door commissies en assistenten; samen vormen zij de zogeheten "bondstop". Het verenigingsblad is sinds 1926 de Amoeba. Werkgroepen De werkgroepen van de NJN besteden aandacht aan een bepaald onderwerp. Dit zijn de Zoogdierenwerkgroep (ZWG), de Strandwerkgroep (SWG), de Insectenwerkgroep (IWG), de Plantensociologische Werkgroep (Sjoc), de Vogelwerkgroep (VWG) en de Fossielenwerkgroep (FWG). Voorheen was er ook de Geologische Werkgroep (GWG). Ook is er een Natuurfotowerkgroep, een Wolkenwerkgroep en een werkgroep over waterbeestjes. De werkgroepen organiseren zelf kampen en excursies, en geven invulling aan de gespecialiseerde zomerkampen. Uitgeverij De NJN heeft in samenwerking met de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie (JNM) een uitgeverij, de Stichting Jeugdbondsuitgeverij (JBU). Dit is een niet-commerciële organisatie die zich ten doel stelt om deze twee jeugdbonden te voorzien van determinatiewerken. Activiteiten De NJN doet vooral aan veldbiologie maar ook aan natuurbescherming en natuurbeheer. Als er ergens gebouwd gaat worden, kan de NJN daar inventariseren of er beschermde soorten zijn. Ook helpt de NJN altijd mee bij de natuurwerkdag. Er is een aantal vaste activiteiten, zoals de zomerkampen, de kust- en kordagen, en het congres. In 2005 vierde de NJN zijn 85-jarig bestaan. Er werd een weekend feestgevierd, met een symposium over de Waddenzee. Door heel Nederland zijn in het weekend excursies, meestal met een specifiek thema. De meeste excursies worden door de afdelingen en werkgroepen van de NJN geregeld. Sommige excursies worden landelijk aangekondigd. In de vakanties en sommige weekenden worden kampen georganiseerd. De meeste kampen worden door de verschillende districten georganiseerd, maar er worden ook landelijk kampen georganiseerd, zoals de zomerkampen. Een specifiek onderdeel van de natuur staat vaak centraal, zoals vogels, insecten, plantjes of zoogdieren. Zo'n kamp wordt dan mede georganiseerd door de werkgroep van het desbetreffende thema. Van de zomerkampen zijn de meeste in Nederland, maar elk jaar zijn er ook een paar in het buitenland. Elk kamp heeft een eigen kampcommissie (KC), die een aantal zaken tijdens het kamp regelt. De kampcommissie bestaat doorgaans uit een voorzitter (VZ), een penningmeester ('ping') die het geld beheert, een foerageteam ('four') die zorgt voor de coördinatie van de inkoop en bereiding van het eten, een 'knuppel' die verantwoordelijk is voor het materiaal (gaspitten en primussen, tenten e.d.), en een natuurteam (NT) die voor elke dag een excursielijst samenstelt door excursieleiders te regelen. Piepkampen zijn speciaal voor kinderen van 11 tot 13 jaar oud, bedoeld als introductie in de NJN. Op piepkampen heeft de kampcommissie een meer leidende functie, en vaak worden oude sokken gevraagd om mee te gaan ter ondersteuning van de kampcommissie. NJN-taal en -cultuur Binnen de NJN bestaat een typisch eigen subcultuur, met van oudsher veel nadruk op eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast zijn of waren er enkele speciale ontspanningsvormen, zoals volksdansen. Ook is er een eigen vocabulaire, dat aan ontwikkeling onderhevig is. Sommige termen worden simpelweg afgekort, zoals zoka voor zomerkamp, paka voor paaskamp, en ping voor penningmeester. Verder zijn (of waren) er veel eigen namen voor onder meer planten, dieren, personen/functies en artikelen, in gebruik. Planten en dieren: platgeslagen sinterklaasmutsjesmos (gewoon kantmos) duinpest (grijs kronkelsteeltje of cactusmos) heilhitlergras (schaduwgras; zo genoemd vanwege de stand van het bovenste stengelblad; voor de Tweede Wereldoorlog ook wel houzeegras genoemd) PSP of PSP-mos (groot laddermos; speelse afkorting van de botanische naam Pseudoscleropodium purum, met hint naar de toenmalige politieke partij Pacifistisch Socialistische Partij) Bollus blancus ("wetenschappelijke" vertaling voor gladde witbol) pyjamabroekengras (gestreepte witbol; vanwege de roze gestreepte bladscheden) boskip (fazant) homozweefje of Syritta met de dikke dijen (menuetzweefvlieg) Eten en kampeerbenodigdheden: engelenkots (sandwichspread, althans vroeger altijd bereid met resten van de voorafgaande avondmaaltijd) wagensmeer (appelstroop) technicolor of gemalen damesondergoed (vruchtenhagel) bekklem (dubbele boterham met royaal appelstroop of pindakaas, denk aan zelf gesneden, dikke boterhammen) gammel (grote pan waarin wordt gekookt) primus (primusbrander, petroleum kookpit) max (petromax, petroleumlamp met gloeikous) luizeveren of luizepoten (lucifers) sleggen (de sleg gebruiken om lege blikken te comprimeren, of om de houten haringen van de grote tenten in de grond te slaan) gewi (slaaptenten ontworpen en vernoemd naar Gert-Jan en Wim) campura (tent om eten op te slaan, voorheen een grote tent om in te slapen) convo (grote legertent om bij regen in te kunnen gaan zitten) convo of convocatie (boekje met alle informatie over een kamp, ouder: mededeling met het excursieprogramma) tijger (buitentoilet, ofwel een gegraven kuil met zitplank erboven, 'op' kamp, afgeleid van tijgerval) tijgerfilm (wc-papier) slingertijger (diarree) Muziek, dans, ontspanning: hupsen (volksdansen) jankhout (blokfluit) pitheuvel (een groep NJN'ers die op de grond liggen te chillen en elkaars buik als hoofdkussen gebruiken) beerput (persoonlijk aantekenboekje waarin teksten van liederen worden genoteerd, waarin kampgenoten een bericht achter kunnen laten of waarin handtekeningen van kampgenoten verzameld kunnen worden) e-bp (internet-beerput op de NJN-site) dropdoos (de dropbox) Personen en functies: kluns (iemand die net lid is geworden) pieper (een lid of aspirant-lid met de leeftijd van 11 of 12 jaar) oude sok of ouwe sok (voormalig lid) vuile sok (voormalig lid dat de vereniging heeft verlaten voor het bereiken van de bovenste leeftijdsgrens) knuppel (degene die tijdens een kamp het materiaal verzorgt; afgeleid van de eerste materiaalcommissaris die Knup heette) four (kok; van: foeragemeester) sec (secretaris) ping (penningmeester) lzf (afkorting van 'lid zonder functie'; manusje-van-alles binnen een bestuur of commissie) klefjeslijst (lijst met koppels in de NJN) belegen klefjes (vaste koppels) bejaardenseks (koppel van ouwe sokken) interbondse klefjes (koppel tussen NJN-lid en JNM-lid) bospik (opzichter/boswachter) asfalthijger (ligfietser/racefietser) Overig: Blik! (wordt geschreeuwd als waarschuwing voor een naderende auto wanneer in een groep gefietst wordt) Blik frontaal! (auto komt van voren) Blik anaal dubbel! (twee auto's komen van achteren) Wie z'n gat verbrandt moet op z'n hurken zitten (spreekwoord; als je wat stoms hebt gedaan, moet je creatief met de gevolgen omgaan) Bekende oud-leden Zie ook Beeraak Externe link Officiële website Biologische organisatie Nederlandse vereniging Natuurbeschermingsorganisatie Nederlandse jongerenorganisatie
Eten en kampeerbenodigdheden: engelenkots (sandwichspread, althans vroeger altijd bereid met resten van de voorafgaande avondmaaltijd) wagensmeer (appelstroop) technicolor of gemalen damesondergoed (vruchtenhagel) bekklem (dubbele boterham met royaal appelstroop of pindakaas, denk aan zelf gesneden, dikke boterhammen) gammel (grote pan waarin wordt gekookt) primus (primusbrander, petroleum kookpit) max (petromax, petroleumlamp met gloeikous) luizeveren of luizepoten (lucifers) sleggen (de sleg gebruiken om lege blikken te comprimeren, of om de houten haringen van de grote tenten in de grond te slaan) gewi (slaaptenten ontworpen en vernoemd naar Gert-Jan en Wim) campura (tent om eten op te slaan, voorheen een grote tent om in te slapen) convo (grote legertent om bij regen in te kunnen gaan zitten) convo of convocatie (boekje met alle informatie over een kamp, ouder: mededeling met het excursieprogramma) tijger (buitentoilet, ofwel een gegraven kuil met zitplank erboven, 'op' kamp, afgeleid van tijgerval) tijgerfilm (wc-papier) slingertijger (diarree)
1
benodigdheden, verbruiksartikelen, instructiematerialen
4,609
BuddhistTemple
1689394
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chung%20Tiantempel
Chung Tiantempel
Chung Tiantempel is een Chan-boeddhistische tempel aan de Underwood Road 1034 in Priestdale in de Australische staat Queensland. De tempel maakt deel uit van de Fo Guang Shan boeddhistische kloosterorde. De bouw van de tempel begon in januari 1991 en werd geopend in juni 1993. De Chung Tiantempel werd door meester Hsing Yun gesticht. Hij is ook de stichter van Fo Guang Shan. Externe links Officiële website Boeddhistische tempel in Australië Bouwwerk in Queensland
Chung Tiantempel is een Chan-boeddhistische tempel aan de Underwood Road 1034 in Priestdale in de Australische staat Queensland. De tempel maakt deel uit van de Fo Guang Shan boeddhistische kloosterorde. De bouw van de tempel begon in januari 1991 en werd geopend in juni 1993.
1
boeddhistische tempel, boeddhisme, gebedshuis
5,039
Text
50748
https://nl.wikipedia.org/wiki/Motet
Motet
Een motet is een benaming die in de westerse muziek wordt gebruikt voor bepaalde composities die in het algemeen door zangers worden uitgevoerd. Het woord stamt uit het Latijn en zou zoveel betekenen als mondelinge uiting. Andere bronnen zoeken de oorsprong in het eveneens Latijnse werkwoord movere (bewegen) waarbij het de onderlinge beweging van de verschillende stemgroepen van het koor uitdrukt, of in het Franse petit mot (klein woordje). Het motet als compositievorm verschilt nogal per periode, de term "motet" werd voor het eerst gebruikt in de middeleeuwen. In de renaissance, maar ook in latere tijden zijn er nog altijd motetten geschreven, waaronder in de Barok door Johann Sebastian Bach en in de Romantiek door Felix Mendelssohn. Het motet in de middeleeuwen Het motet in de middeleeuwen was een polyfone muzikale vorm, die met name in de Nederlanden en Frankrijk vanaf 1220 à 1230 zeer snel opgang maakte. Het middeleeuwse motet bestond uit een clausula met een tekst, die het memoriseren van de melodie zou hebben vereenvoudigd. Grofweg zijn er twee vormen te onderscheiden: In het duplum staat een Latijnse tekst die een commentaar bevat op het gegeven van de tekst waarvan de discantpartij een deel was. Zo bevatten bijvoorbeeld de vroegste motetten op de clausula's van het in saeculum teksten over de verrijzenis. In het duplum staat een profane Franse tekst. Deze latere ontwikkeling voltrok zich in feite binnen één generatie, en betekende de secularisatie van het motet. Het overgrote deel van de motetten van de Ars Antiqua bevat Franse, profane teksten. Johannes van Luik schreef over deze motetten, dat zij alleen door intellectuelen en studenten te genieten waren. De verstaanbaarheid van de tekst(en) werd namelijk als niet werkelijk van belang beschouwd. Elke toegevoegde stem werd als een onafhankelijke compositie beschouwd, en zo komt men één en hetzelfde werk in verschillende handschriften soms wel in vier gedaanten tegen: als clausula als tweestemmig motet (muziek identiek aan de clausula) als driestemmig motet (alleen triplum nieuw) als drie- of vierstemmig motet (muziek identiek aan bovenstaande versie, maar met allemaal andere teksten) Het motet in de renaissance In de renaissance ontwikkelde het motet zich tot een vorm die in weinig nog op het middeleeuwse motet leek. De stemmen zongen niet langer verschillende teksten tegelijk. Ook het gebruik van profane teksten verdween grotendeels, zodat het motet tijdens de renaissance een voornamelijk religieus genre werd. Het renaissancemotet is een polyfone muziekcompositie over een Latijnse tekst, die doorgaans een religieuze inhoud heeft. De tekst is vaak een psalm of andere Bijbeltekst. In motetten uit de vroege renaissance werden soms nog Gregoriaanse gezangen verwerkt als cantus firmus. Latere motetten zijn meestal vrij gecomponeerd, waarbij iedere tekstregel van nieuwe muziek wordt voorzien, zodat de muziek een episodisch karakter krijgt. Veel motetten bestaan uit twee delen, soms aan elkaar verbonden door het gebruik van hetzelfde melodisch materiaal. Klassieke muziek Middeleeuwse muziek Compositie naar soort
Grofweg zijn er twee vormen te onderscheiden: In het duplum staat een Latijnse tekst die een commentaar bevat op het gegeven van de tekst waarvan de discantpartij een deel was. Zo bevatten bijvoorbeeld de vroegste motetten op de clausula's van het in saeculum teksten over de verrijzenis. In het duplum staat een profane Franse tekst. Deze latere ontwikkeling voltrok zich in feite binnen één generatie, en betekende de secularisatie van het motet. Het overgrote deel van de motetten van de Ars Antiqua bevat Franse, profane teksten.
5
tekst, datatype, tekstgegevens
4,947
RadioSeries
1425791
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldnet
Wereldnet
Wereldnet was tussen 1997 en 2012 een radioprogramma van de VPRO en Radio Nederland Wereldomroep. Het programma is uitgezonden op Radio 5, Radio 747AM, Radio 1 en de Wereldomroep. Van 25 augustus 2008 tot 2013 was het een programma-onderdeel van Villa VPRO op Radio 1. In het programma belt de presentator in Hilversum met Nederlandse correspondenten die wonen en werken in landen over de hele wereld. Enkele correspondenten waren Sandra Roelofs, Dick Passchier en Ad Nijkamp. Onderwerpen waren zowel politiek als het dagelijks leven in het betreffende land. Externe link Weblog van het programmaonderdeel Wereldnet Website van het voormalig radioprogramma Wereldnet Wereldnet bij Beeld en Geluid-wiki Programma van de VPRO Radioprogramma van Radio 1 (Nederland) Radioprogramma van 747 AM Radioprogramma van Radio 5 Actualiteitenrubriek op radio Radio-interviewprogramma Radioprogramma van Radio Nederland Wereldomroep
Programma van de VPRO Radioprogramma van Radio 1 (Nederland) Radioprogramma van 747 AM Radioprogramma van Radio 5 Actualiteitenrubriek op radio Radio-interviewprogramma Radioprogramma van Radio Nederland Wereldomroep
4
radioreeks, radioprogramma, radioserie
2,199
Seat
679146
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stadsschouwburg%20Groningen
Stadsschouwburg Groningen
De Stadsschouwburg aan de Turfsingel 86 in de stad Groningen is het belangrijkste theater van de Nederlandse provincie Groningen. Artiesten uit binnen- en buitenland voelen zich er thuis, mede omdat het publiek zo dicht op het podium zit. Het gebouw is sinds 1994 een rijksmonument. Geschiedenis Voorgeschiedenis en opening in 1883 In 1868 presenteerden de architecten Hugo Pieter Vogel en Frits van Gendt in het tijdschrift De Opmerker tekeningen voor een ontwerp van een nieuwe Stadsschouwburg in de stad Groningen. In dat jaar kreeg Van Gendt, in dienst getreden bij Domeinen, de vaste directie over het slopen en transformeren van alle grote vestingen die werden opgeheven, waaronder Maastricht, Zutphen en Groningen. In 1874 publiceerden Van Gendt en Vogel opnieuw in De Opmerker over het Groningse schouwburgontwerp. Het ontwerp was gebaseerd op een eerder ontwerp van deze heren voor een schouwburg in Arnhem uit 1863. Net als de meeste negentiende-eeuwse voorbeelden betrof het een theater van het logetype, met parterre en hoefijzervormig op het toneel georiënteerde balkons met loges. De toneelopening werd benadrukt door een rijk gedecoreerde omlijsting en werd geflankeerd door in die omlijsting opgenomen loges met kleine balkons. De Stadsschouwburg werd, om te hoge kosten te besparen, bijna volledig traditioneel gebouwd, met gebruik van baksteen en hout en slechts zeer beperkt gebruik van ‘moderne’ materialen zoals gietijzer, staal en beton. Ook op brandwerendheid werd flink bezuinigd, ondanks talrijke branden in theaters in Europa vlak voor de bouw in Groningen. Gedurende de hele voorbereiding van de bouw was er gekrakeel over te hoge kosten en werd er flink bezuinigd op het ontwerp. Onder meer zag men af van een verhoogde toneeltoren, de aanleg van elektriciteit en andere moderne voorzieningen. Verder ontbraken veel noodzakelijke dienst- en opslagruimtes. Na de voltooiing van de schouwburg moest het gebouw dan ook al gauw allerlei aanpassingen en uitbreidingen ondergaan om het bruikbaar te maken en houden. Op 8 oktober 1883 kon het gebouw feestelijk in gebruik worden genomen. De Stadsschouwburg veroverde snel een vaste plek in het culturele uitgaansleven van Groningen. Uitbreidingen en verbeteringen In de loop der tijd vonden er voortdurend uitbreidingen en ‘verbeteringen’ plaats in de Stadsschouwburg. In 1888-1889 werden er decorbergingen bijgebouwd (het latere Kruithuis). In 1891 werd er verwarming en ventilatie aangelegd. In 1905 werden er kantoren bijgebouwd. Tussen 1924 en 1928 werd er veel onderhoud gepleegd aan het interieur: vooral het schilderwerk, het behang van de foyer en de stoffering werden aangepakt. Daarna volgde de crisis en de bezetting door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Meteen na de oorlog ontstond er discussie over een mogelijk nieuw theater en concertgebouw aan de Grote Markt. Die nieuwbouw kwam er echter niet vanwege de belangen van Monumentenzorg en de hoge bouwkosten. Tussen 1950 en 1956 werd het voorhuis van de Stadsschouwburg stapsgewijs gemoderniseerd en uitgebreid met een nieuwe entree, kassa en vide, nieuwe meubels, de bouw van kantoren, een nieuw stoelenplan voor de theaterzaal inclusief bouwkundige aanpassingen en vele andere aanpassingen. In de jaren 1970 leek het bijna gedaan met het monumentale gebouw. Het werd afgekeurd en in 1976 gesloten, waarna sloop dreigde. Velen wilden een nieuwe, grotere Stadsschouwburg, maar daar was politiek geen draagvlak voor. Tijdens de sluiting is er door lekkages veel schade ontstaan aan het casco. Uitgerekend in deze tijd kreeg Groningen voor het eerst een professioneel toneelgezelschap: vanaf 1981 De Voorziening, in 1991 voortgezet als het Noord Nederlands Toneel. Verbouwing en heropening jaren '80 Na jarenlange strijd keerde het tij en werd door het architectenbureau Duintjer Istha Kramer Van Willigen (tevens ontwerpers van De Oosterpoort) een ambitieus renovatieplan ontwikkeld dat begin jaren 1980 tot uitvoer werd gebracht. Er waren veel protesten uit de buurt, maar vooral dankzij wethouder Ypke Gietema kon met de verbouwing worden begonnen. Het project omvatte onder meer de vergroting en modernisering van het toneelhuis, een algehele renovatie van het interieur en het toevoegen van nieuwe publieksruimtes, zoals de serres en extra trappenhuizen. De renovatie had ook een restauratief karakter: de voorbouw werd in oude staat teruggebracht, waarbij allerlei verdwenen ornamenten en onderdelen werden gereconstrueerd. In het interieur werden vele historische onderdelen ingepast en hersteld, maar er werden ook rigoureuze keuzes gemaakt voor het verwijderen van een belangrijk deel van het 19e-eeuwse decoratieve programma in de grote zaal, het vergroten van de toneelopening en het wijzigen van de infrastructuur rondom de balkons. Waar mogelijk werden de rondgangen zoveel mogelijk bij de zaal betrokken. Uit historische bronnen blijkt dat het interieur van de theaterzaal een voortdurende zorg is geweest. Het stoelen / bankenplan is verschillende keren aangepast of zelfs geheel vernieuwd. Waren de ingrepen tot aan 1980 vooral cosmetisch van aard, bij de renovatie van 1982-1984 werden ook flinke bouwkundige en infrastructurele aanpassingen gedaan. Het toneelhuis werd bijna volledig afgebroken en opnieuw opgebouwd, met een nieuwe hijsinstallatie. Dat was een eis vanuit het Ministerie van CRM. Sinds 1974 was de voormalige decoropslagplaats al ingericht als een eenvoudig vestzaktheater: het Kruithuis. Het Kruithuis werd in 1983 uitgebreid met trappenhuizen en een decorlift. De hele buitengevel werd geschilderd. De oorspronkelijke plafondschilderingen in de theaterzaal waren onherstelbaar beschadigd. Kunstenares Irene Verbeek kreeg in 1983 opdracht nieuwe plafondschilderingen te maken, zowel in de theaterzaal als in de entreehal. De Stadsschouwburg werd in april 1984 weer in gebruik genomen en op 16 mei 1984 officieel heropend. De huidige Stadsschouwburg In 2015 en 2016 is de Stadsschouwburg opnieuw gerenoveerd. Onder andere de buitengevel, daken, dakgoten, kozijnen en ornamenten zijn gerenoveerd en opnieuw geschilderd. De theaterzaal is bouwkundig veranderd om het stoelenplan te verbeteren en de theaterstoelen zijn vervangen. De grote foyer is monumentaal heringericht en het theatercafé is uitgebreid en opnieuw ingericht. Daarmee lijkt het behoud van de Stadsschouwburg weer voor jaren gegarandeerd. Organisatie In 1878 werd in Groningen de Vereeniging Toneelgebouw opgericht die zich ten doel stelde een theater te bouwen op de vrijgekomen grond van het voormalige Arsenaal van de voormalige vestingterreinen van de gemeente Groningen. De gemeente was goed vertegenwoordigd in het bestuur. In 1916 werd de gemeente eigenaar van de Stadsschouwburg. De nieuwe Vereniging tot Exploitatie van den Stadsschouwburg krijgt het gebouw in bruikleen en zorgt voor programmering en beheer. In 1985 worden De Oosterpoort, de Stadsschouwburg en de Martinihal ondergebracht in de nieuwe gemeentelijke Dienst Kunst & Cultuur. Vanaf 2002 vormen De Oosterpoort & de Stadsschouwburg een werkmaatschappij binnen de gemeente. Sinds 2016 is de Stadsschouwburg eigendom van het Groninger Monumenten Fonds. De exploitatie en het beheer zijn in beheer van de gemeente Groningen. Sinds maart 2019 heet de organisatie achter De Oosterpoort & de Stadsschouwburg SPOT Groningen. Programmering Vanaf de beginjaren heeft Groningen de beste artiesten willen presenteren aan haar publiek. In 1897 speelde de wereldberoemde Franse actrice Sarah Bernhardt ‘La Dame aux Camélias’ van Alexandre Dumas voor een overvolle theaterzaal. Ook de Nederlandse toneelfamilie Bouwmeester reisde regelmatig naar Groningen. Ook sinds de heropening in 1984 programmeert de Stadsschouwburg ambitieus, met de laatste jaren vooral toneel, (inter)nationale dans, opera en cabaretvoorstellingen. Literatuur Externe link Officiële website SPOT Groningen/Stadsschouwburg Bouwwerk in Groningen (stad) Rijksmonument in Groningen (stad) Cultuur in Groningen (stad) Theaterzaal in Groningen (stad)
De huidige Stadsschouwburg In 2015 en 2016 is de Stadsschouwburg opnieuw gerenoveerd. Onder andere de buitengevel, daken, dakgoten, kozijnen en ornamenten zijn gerenoveerd en opnieuw geschilderd. De theaterzaal is bouwkundig veranderd om het stoelenplan te verbeteren en de theaterstoelen zijn vervangen. De grote foyer is monumentaal heringericht en het theatercafé is uitgebreid en opnieuw ingericht. Daarmee lijkt het behoud van de Stadsschouwburg weer voor jaren gegarandeerd.
2
stoel, zitplaats, gereserveerde zitplaats
10,035
BookFormatType
1717712
https://nl.wikipedia.org/wiki/UnDutchables
UnDutchables
The UnDutchables is een term die oorspronkelijk is bedacht door auteur Colin White (Verenigd Koninkrijk) die, samen met auteur Laurie Boucke (Verenigde Staten), het gelijknamige boek schreef. De officiële titel betreft The UnDutchables: an observation of the Netherlands, its culture and its inhabitants. De titel is een woordspeling op The Untouchables, naar het gelijknamige boek van Eliot Ness en Oscar Frayley uit 1957 en de tv-serie die van 1959 tot 1963 werd uitgezonden in de Verenigde Staten. The UnDutchables werd voor het eerst gepubliceerd in 1989 door White-Boucke Publishing en is met name populair in de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk. In 1990 kwam de eerste Nederlandstalige editie uit, vertaald door Justus van Oel en gepubliceerd door Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam. Deze Nederlandse editie genaamd The UnDutchables: Leven in Holland werd een bestseller. Latere edities zijn vertaald door Paul Heijman. Het boek is tevens vertaald in het traditioneel Chinees (荷蘭不唬爛). Auteurs Op het moment van eerste druk hadden beide auteurs in totaal 22 jaar in Nederland doorgebracht. Colin White woonde en werkte zeven jaar in Nederland. Laurie Boucke woonde en werkte er vijftien jaar. Kenmerken White en Boucke onderwerpen in hun boek Nederland en de Nederlanders aan een humoristisch doch kritisch onderzoek. The UnDutchables laat de lezer uitgebreid kennismaken met het dagelijks leven in Nederland. Met onderwerpen variërend van koffie en toiletten tot treinreizen en het opvoeden van kinderen worden dan ook nagenoeg alle bekende en minder bekende karaktertrekken, gewoontes en eigenaardigheden behandeld die Nederland en de Nederlandse bevolking eigen zijn. Om een actuele insteek te kunnen blijven waarborgen ondergaat the UnDutchables eens in de drie à vier jaar een update. Geschiedenis In 1987, aan het einde van haar lange verblijf in Nederland, besloot Laurie Boucke een diepgaand en humoristisch boek over Nederland te schrijven. Er waren destijds nauwelijks boeken in dit genre te vinden. Gedurende haar laatste maanden in Nederland maakte Boucke een begin met de opbouw en tekst van het boek en werd later vergezeld door Colin White, wiens nieuwsgierigheid was gewekt door de opkomst van desktoppublishing. De eerste uitgave van UnDutchables verscheen in tijdschriftformaat (28 bij 21,5 cm) en bestond uit 80 pagina’s. De latere edities van 1991, 1993, 2001, 2006, 2013 en 2017 zijn allen verschenen in standaard boekformaat. De meest recente versie bestaat uit 21 hoofdstukken verdeeld over 296 bladzijden. Overige In 2004 verkreeg White-Boucke Publishing een handelsmerkregistratie op de naam UnDutchables voor een lijn van UnDutchables merchandise, waaronder een verjaardagskalender. Externe links http://www.undutchables.com http://www.white-boucke.com http://www.youtube.com/watch?v=2RXXSETbp34 http://www.youtube.com/watch?v=1my9MWSNiqQ http://en.wikipedia.org/wiki/UnDutchables Non-fictieboek Cultuur in Nederland
Geschiedenis In 1987, aan het einde van haar lange verblijf in Nederland, besloot Laurie Boucke een diepgaand en humoristisch boek over Nederland te schrijven. Er waren destijds nauwelijks boeken in dit genre te vinden. Gedurende haar laatste maanden in Nederland maakte Boucke een begin met de opbouw en tekst van het boek en werd later vergezeld door Colin White, wiens nieuwsgierigheid was gewekt door de opkomst van desktoppublishing. De eerste uitgave van UnDutchables verscheen in tijdschriftformaat (28 bij 21,5 cm) en bestond uit 80 pagina’s. De latere edities van 1991, 1993, 2001, 2006, 2013 en 2017 zijn allen verschenen in standaard boekformaat. De meest recente versie bestaat uit 21 hoofdstukken verdeeld over 296 bladzijden.
1
boekformaat, publicatieformaat, boektype
10,566
Vehicle
2527430
https://nl.wikipedia.org/wiki/Haagse%20Avenio
Haagse Avenio
De Haagse Avenio is een serie van 70 vierdelige tweerichtingtrams van fabrikant Siemens Mobility voor vervoermaatschappij HTM voor haar tramnet in Den Haag. De aanschafkosten bedroegen rond de € 144 miljoen. Een eerste exemplaar (5003) van de Avenio werd op 5 juli 2014 bij de Haagse Grote Kerk gepresenteerd aan koning Willem-Alexander. Deze trams vervangen sinds 2015 een deel van de oudere GTL-trams in de hofstad. De HTM heeft bij de bestelling een optie genomen op nog eens 20 stadstrams van dit type en op 24 augustus 2017 nog eens 10. Eind 2019 waren alle exemplaren geleverd. Redenen voor aanschaf Hoewel de GTL-trams nog dagelijks rijden worden voor de aanschaf drie hoofdredenen gegeven: De GTL-trams zijn uit de vroege jaren tachtig resp. negentig. Sommige onderdelen (draaistellen en elektromotoren) stammen zelfs uit de jaren zestig en zeventig. De oudste exemplaren zijn aan het einde van hun levensduur en het is steeds lastiger onderdelen te krijgen. In de jaren 2004-2013 heeft de HTM hiervoor gebruikte materialen gekocht van de tram van Marseille en de Brusselse tram. Vanaf 2020 moet het openbaar vervoer in Nederland integraal toegankelijk zijn. Daarvoor moeten lagevloertrams ingezet worden. De capaciteit van enkele lijnen zit aan haar grens. Er zijn grotere voertuigen nodig om meer reizigers te kunnen vervoeren. Technische beschrijving Deze trams zijn van het type Avenio, een verdere ontwikkeling van de Combino Plus. Het concept komt overeen met dat van de niet meer leverbare AEG-lagevloertram. Net als bij de Combino zorgt dit voor een lagevloeraandeel van 100%. Dit is onder meer mogelijk doordat er geen vaste assen worden toegepast. Het verschil is dat de Combino wel zwevende wagenbakken heeft en de Avenio niet. Bij de Avenio hebben alle bakken wielen. Volgens de fabrikant zou dit minder slijtage leveren aan rails en wielbanden. Met een lengte van 35,0 m zijn ze bijna 2 meter korter dan de RegioCitadis, maar wel de langste stadstrams in Nederland. Van de 16 wielen kunnen er 12 aangedreven worden. De deuren in de B- en C-bak bevinden zich niet tegenover elkaar maar elk aan één kant, terwijl de voor- en achterdeur in de A- en D-bak zich alleen aan de rechterzijde bevinden. Reizigersdienst De trams zijn uitgevoerd in de kleuren rood en donkergrijs van R-net. Vanaf 2022 worden de donkergrijze gedeeltes van de trams vervangen door een witte tint. Dit verbetert de zichtbaarheid. Op de lijnen waar de trams rijden zal de halte-inrichting aangepast worden aan die stijl. Omdat de Avenio's 20 cm breder zijn dan de GTL-trams worden halteperrons, bovenleidingmasten en rails aangepast. De trajecten waarop ze rijden zijn aangepast. De trajecten van de lijnen 6, 12 en 16, die door relatief smalle straten rijden, zullen vooralsnog niet worden aangepast en blijven bereden door de laatste serie GTL's. De overige trajecten zijn geleidelijk aangepast. Lijn 16 wordt echter aangepast in 2022. Op 2 november 2015 is de Avenio voor het eerst gaan rijden voor passagiers op lijn 2. Daarna volgde op 7 maart 2016 lijn 11, op 2 mei 2016 lijn 17, op 22 augustus 2016 lijn 9, op 3 april 2017 lijn 15 en op 20 juni 2022 lijn 16. Daarmee is het oorspronkelijke plan om na lijn 2 de drukke lijn 1 van Avenio's te voorzien verlaten, omdat de noodzakelijke aanpassingen op dit traject, met name de Scheveningseweg, op zich liet wachten. Oorzaak voor deze vertraging was een voortdurend verschil van mening aangaande de bestaande bomenrijen die moesten worden gekapt om ruimte te maken. In 2018, tot 2020, is het traject van lijn 1 tussen de Alexanderstraat en het einde van de Scheveningseweg (hoek Duinstraat) geheel geschikt gemaakt voor bredere trams. Aanpassen van het railnet Door de hogere massa van de Avenio's gelden op diverse plaatsen snelheidsbeperkingen om ontsporingen te voorkomen, vooral in bogen en op trajecten waar het onderhoud de laatste jaren te wensen heeft overgelaten. Naast de aanschafkosten voor de nieuwe trams zijn grote kosten gemaakt om de infrastructuur geschikt te maken. De route van lijn 2 had al voor de levering van de nieuwe trams geschikte infrastructuur, omdat lijn 2 al reed met de Haagse RegioCitadis en deze qua vloerbreedte vergelijkbaar is met de Avenio trams. Wel moesten enkele haltes en installaties hiervoor aangepast worden. De route van RandstadRail 3 en 4, het traject tussen Loosduinen / De Uithof en Brouwersgracht en lijn 6 in Leidschendam worden gebruikt bij calamiteiten op lijn 2. De route van lijn 9 werd op het trajectgedeelte Scheveningen – Centraal Station bijna geheel opnieuw ingericht met nieuwe tramhaltes, nieuwe bedding, nieuwe sporen en bovenleiding. De Bosbrug werd vernieuwd om de zwaardere trams te kunnen dragen. Om een keergelegenheid te verkrijgen werd een kopspoor (tailtrack genoemd) bij Madurodam aangelegd. Tussen station Hollands Spoor en het eindpunt Vrederust kwamen nieuwe haltes, gedeeltelijk nieuwe rails (Melis Stokelaan), gedeeltelijk nieuwe bovenleiding en een kopspoor bij de Wouwermanstraat. In de binnenstad is de Spuibrug bij de Bierkade geheel vervangen en is de route over het Spui ontdaan van kleine slingerbewegingen. De route van lijn 11 werd geheel aangepast voor de nieuwe trams: nieuwe en langere haltes, een verzwaring en aanpassing van de kademuren langs de Conradkade oostelijk van de Laan van Meerdervoort. Tevens werden de muren langs de Parallelweg bij de halte Jacob Catsstraat vernieuwd, die ook aan lijn 9 ten goede komt. Het gehele traject van lijn 15, die tijdens de aanleg tussen 2000 en 2002 al gedeeltelijk op niveau van R-Net was gebracht, kreeg nieuwe haltes. De sporen op de Lange Vijverberg werden geheel vervangen. Ook de krappe route over de Rijswijkseweg en de Haagweg in Rijswijk werd opnieuw aangelegd. Om de doorstroming van de tram – en het overige verkeer – over de Hoornbrug te verbeteren, zou deze enkele meters worden verhoogd. Dit plan gaat echter niet door. De route van lijn 17 is sinds de aanleg begon in 1997 al gedeeltelijk op niveau van R-Net en heeft nieuwe haltes gekregen. De krappe route in het Laakkwartier (Gouverneurlaan - Oudemansstraat) is verbeterd. De haltes Leeghwaterplein, Oudemansstraat en Lorentzplein zijn in 2015 op niveau van R-Net gebracht. De in-/uitrukroute van Remise Zichtenburg naar Wateringen v.v. via de route van lijn 16 zijn alleen de haltes vernieuwd. De overige infrastructuur voldoet al aan de voorwaarden voor de Avenio trams. Verbouwingen die alle lijnen ten goede komen zijn de aanleg van lange middenperrons in de Rijnstraat bij het Centraal Station en op het Stationsplein voor het Hollands Spoor. Deze zogenoemde "tophaltes" moeten grote stromen reizigers comfortabel kunnen opvangen. Op de Kalvermarkt, het Hobbemaplein, Leyweg en bij het Kurhaus zijn ook dergelijke haltes. Remise Zichtenburg is de vaste remise van de Avenio trams. Deze werd hiervoor verbouwd, het project werd in 2013 en 2014 uitgevoerd. In 2015 werd besloten een extra openluchtstallingslocatie naast de remise Zichtenburg te bouwen. Daar kunnen bijna 40 Avenio-trams buiten en beveiligd gestald worden. Hierdoor ontstaat er meer stallingscapaciteit bij remise Zichtenburg. In het december 2016 is het opstelterrein in gebruik genomen onder de naam Meppelwerf. In 2022 is de route van lijn 16 aangepast en werd deze lijn in de exploitatie gekoppeld aan lijn 15. Sommige stadslijnen zoals 6, 12 en 16 zijn echter (deels) te smal om aangepast te worden naar de bredere Avenio trams. Hierdoor was HTM genoodzaakt om nog een nieuwe tram te bestellen om de GTL-trams volledig te kunnen vervangen. In 2022 heeft HTM hiervoor met Stadler een contract afgesloten voor de levering van 56 (met 44 extra trams als optie) nieuwe TINA type trams. Interieurfoto's Externe links Dossier Avenio Technische specificaties en foto's Haagse versie Informatiefolder van Siemens [dode link] Tophaltes Trammaterieel Haagse tram Tram van Siemens Mobility
Redenen voor aanschaf Hoewel de GTL-trams nog dagelijks rijden worden voor de aanschaf drie hoofdredenen gegeven: De GTL-trams zijn uit de vroege jaren tachtig resp. negentig. Sommige onderdelen (draaistellen en elektromotoren) stammen zelfs uit de jaren zestig en zeventig. De oudste exemplaren zijn aan het einde van hun levensduur en het is steeds lastiger onderdelen te krijgen. In de jaren 2004-2013 heeft de HTM hiervoor gebruikte materialen gekocht van de tram van Marseille en de Brusselse tram. Vanaf 2020 moet het openbaar vervoer in Nederland integraal toegankelijk zijn. Daarvoor moeten lagevloertrams ingezet worden. De capaciteit van enkele lijnen zit aan haar grens. Er zijn grotere voertuigen nodig om meer reizigers te kunnen vervoeren.
1
voertuig, transportmiddel, vervoersmiddel
46
Bakery
3243728
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ter%20Groene%20Poorte
Ter Groene Poorte
De school Ter Groene Poorte in Sint-Michiels (Brugge) is een Belgisch opleidingsinstituut voor voedingsgerichte studies. De school biedt opleidingen voor onder andere bakkerijen, slagerijen, grootkeukens en restaurants. Geschiedenis Op 1 september 1963 ging de bakkerijschool van start onder de naam "Technisch Instituut voor Brood- en Banketbakkerij Brugge" (IBA) met 22 leerlingen. Een jaar later startte de opleiding met een internaat. In 1968 kwam er een opleiding voor hotel (restaurant en keuken) en slagerij. In 1967 werd de naam gewijzigd tot "Instituut voor Voeding". In 1981 startte Ter Groene Poorte met het geven van hoger secundair onderwijs. In 1991 werd de naam gewijzigd in de huidige: "Ter Groene Poorte". De school is bekend vanwege enkele oud-leerlingen, vooral in het restaurantwezen, die (soms al op jonge leeftijd) een Michelinster behaalden. Enkele oud-leerlingen, zoals Sergio Herman en Gert De Mangeleer behaalden op jonge leeftijd zelfs de hoogste Michelinonderscheiding, namelijk drie sterren. In 2015 kreeg de school een nieuw gebouw met de naam 'Huis van de gastronomie', grotendeels gefinancierd door de Vlaamse overheid. Sinds 2021 is er een nieuwe bakkerijschool geopend in een volledig gerenoveerd gebouw. De school exploiteert op de opleidingslocatie diverse instructierestaurants, een bakkerij met eigen winkel en een slagerij met eigen winkel waar de leerlingen praktijkervaring opdoen. In de meeste van deze faciliteiten kunnen ook reguliere klanten terecht. Bekende oud-leerlingen Wout Bru - chef met ooit twee Michelinsterren Roger van Damme - chef van Het Gebaar (restaurant)*, Antwerpen Gert De Mangeleer - kok, voormalig chef van Hertog Jan (restaurant)***, Zedelgem Sergio Herman - kok, voormalig chef van Oud Sluis***, Sluis Dominique Persoone - chocolatier Externe links Officiële webstek Webstek Oudleerlingenbond afdeling hotel Webstek Oudleerlingenbond afdeling bakkerij https://www.ivvob.be School in Brugge Hotelschool
Geschiedenis Op 1 september 1963 ging de bakkerijschool van start onder de naam "Technisch Instituut voor Brood- en Banketbakkerij Brugge" (IBA) met 22 leerlingen. Een jaar later startte de opleiding met een internaat. In 1968 kwam er een opleiding voor hotel (restaurant en keuken) en slagerij. In 1967 werd de naam gewijzigd tot "Instituut voor Voeding".
3
bakkerij, brood, gebak
1,050
ServiceChannel
1777972
https://nl.wikipedia.org/wiki/Politiezone%20Brakel
Politiezone Brakel
De Belgische politiezone Brakel (zonenummer 5426) is ontstaan bij de politiehervorming en omvat de 4 gemeenten Brakel, Horebeke, Maarkedal en Zwalm. Deze politiezone wordt ook politiezone Brakel-Horebeke-Maarkedal-Zwalm genoemd. Ze wordt sinds 2017 geleid korpschef Tom Broekaert. Het algemeen contactpunt is het zonecommissariaat in Brakel. Verder zijn er nog de lokale wijkcommissariaten te Horebeke, Maarkedal en Zwalm. De politiezone heeft sinds 17 mei 2017 een vernieuwde website. Brakel Brakel (België) Horebeke Maarkedal Zwalm
Het algemeen contactpunt is het zonecommissariaat in Brakel. Verder zijn er nog de lokale wijkcommissariaten te Horebeke, Maarkedal en Zwalm. De politiezone heeft sinds 17 mei 2017 een vernieuwde website.
1
servicekanaal, toegangsdienst, contactpunt
3,079
GeoCircle
1020695
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mooresville%20%28Missouri%29
Mooresville (Missouri)
Mooresville is een plaats (village) in de Amerikaanse staat Missouri, en valt bestuurlijk gezien onder Livingston County. Demografie Bij de volkstelling in 2000 werd het aantal inwoners vastgesteld op 89. In 2006 is het aantal inwoners door het United States Census Bureau geschat op 86, een daling van 3 (-3,4%). Geografie Volgens het United States Census Bureau beslaat de plaats een oppervlakte van 0,5 km², geheel bestaande uit land. Plaatsen in de nabije omgeving De onderstaande figuur toont nabijgelegen plaatsen in een straal van 16 km rond Mooresville. Externe link Plaats in Missouri
Plaatsen in de nabije omgeving De onderstaande figuur toont nabijgelegen plaatsen in een straal van 16 km rond Mooresville.
1
cirkel, geografisch gebied, straal
7,910
PostalCodeRangeSpecification
1358643
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oosterparkstraat
Oosterparkstraat
De Eerste Oosterparkstraat, Tweede Oosterparkstraat en Derde Oosterparkstraat zijn straten in Amsterdam-Oost. Ze liggen alle drie ten zuiden en zuidwesten van het Oosterpark. Ligging De drie straten lopen evenwijdig aan elkaar van zuidwestelijke naar noordoostelijke richting. Ze liggen in het postcodegebied 1092; alleen het eerste deel van de Eerste Oosterparkstraat ligt in 1091. De Eerste Oosterparkstraat is de kortste van de drie en ligt op de plaats van het vroegere Oetgenspad. Deze begint aan de Weesperzijde, kruist dan de Wibautstraat en loopt tot aan het Oosterpark. Aan het einde van de straat bevindt zich het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. De Tweede Oosterparkstraat begint bij de Wibautstraat kruist de Beukenweg, en eindigt bij de Linnaeusstraat. Hij volgt daarbij de gehele lengte van het nabijgelegen Oosterpark. De Derde Oosterparkstraat begint bij de Vrolikstraat, kruist eveneens de Beukenweg en eindigt ook bij de Linnaeusstraat, tegen het voormalige Burgerziekenhuis. Karakter De Eerste Oosterparkstraat is vanaf de Wibautstraat tot het ziekenhuis een winkelstraat met daarboven woningen. De Tweede en Derde Oosterparkstraat hebben voornamelijk een woonfunctie. Deze twee straten kruisen een aantal pleinen, het Iepenplein, het Beukenplein, het Eikenplein en het Kastanjeplein. De Oosterparkbuurt stond geruime tijd bekend als probleembuurt. In de jaren tachtig is een groot aantal verouderde en te kleine woningen in de drie straten gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De buurt is nu in opkomst en pakt overlast en andere problemen goed aan. In het nieuws In mei 2008 kwam de Eerste Oosterparkstraat in het nieuws doordat een groep krakers een aantal panden in de straat, nabij de Wibautstraat, bezet hielden en hierbij extreme overlast veroorzaakten. Burgemeester Cohen liet de woningen acuut ontruimen, iets wat zelden voorkomt. Dit ging er hardhandig aan toe. De krakers gooiden daarop uit protest de ramen van de ambtswoning van de burgemeester in, die daarop extra beveiliging voor de deur liet plaatsen. Deze kraakpanden zijn later in 2008 gesloopt. Straat in Amsterdam-Oost
Ligging De drie straten lopen evenwijdig aan elkaar van zuidwestelijke naar noordoostelijke richting. Ze liggen in het postcodegebied 1092; alleen het eerste deel van de Eerste Oosterparkstraat ligt in 1091.
1
postcodebereik, postcodegebied, postcoderange
11,335
ComputerLanguage
73229
https://nl.wikipedia.org/wiki/DIV
DIV
de programmeertaal DIV Games Studio <div> in HTML; zie Lijst van HTML-elementen het getal 504 in Romeinse tekens Documentaire Informatie Voorziening Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen, een afdeling van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer in België De Div, een Nederlandse newwaveband Dev (mythologie)
de programmeertaal DIV Games Studio <div> in HTML; zie Lijst van HTML-elementen het getal 504 in Romeinse tekens Documentaire Informatie Voorziening Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen, een afdeling van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer in België De Div, een Nederlandse newwaveband Dev (mythologie)
1
programmeertaal, computertaal, coderingsysteem
7,354
ScreeningEvent
5189322
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerk-%20en%20bioscooplokaal%20%28Zierikzee%29
Kerk- en bioscooplokaal (Zierikzee)
Het Kerk- en bioscooplokaal is een voormalig evangelisatielokaal, kerkgebouw en bioscoopgebouw aan de Lange Nobelstraat 34 te Zierikzee. Locatie Het pand ligt in een voormalige, landschappelijk aangelegde buitentuin achter de vroegere tuinmans- en huurwoningen met tuitgevel aan de Lange Nobelstraat 36-40. Dit tuincomplex grensde in de negentiende eeuw aan de Gasthuisboomgaard (thans parkeerterrein met groenstrook) en aan de siertuinen bij etablissement 'De Hollandsche Tuin' en leerlooierij Buyze op de hoek van de Lange Nobelstraat en het Jannewekken (tegenwoordig respectievelijk huisnummers 28 en 46). Gebouw In 1898 verwierf de achtentwintigjarige voormalige heilsoldaat Arie Weltevreden uit Brielle de buitentuin aan de Lange Nobelstraat te Zierikzee. Dit bijzondere, stadse 'mini-buiten' was door achtereenvolgende eigenaren gelieerd aan de zeventiende-eeuwse buitenplaats Rustenburg in het aan de stad grenzende groene gebied van de ambachtsheerlijkheid Noordgouwe. Weltevreden werd te Zierikzee evangelist en vroeg vertoner van films. Hij bouwde daartoe (hij was ook aannemerszoon) in de buitentuin achter het rijtje woningen met tuitgevel aan de Lange Nobelstraat een 'lokaal'. De tuinmuur gebruikte hij als fundament voor de westelijke gevel en hij plaatste hier een galerij. Aan de oostzijde, de kant van de tuin, kwamen ramen en een glasdeur. Door de voorgaande tuinbezitters was een opmerkelijke overkapping aangebracht boven het klinkerpad van de brede steeg die naar het tuinhuis leidde, bevestigd tussen de zijgevels van het toenmalige pakhuis Lange Nobelstraat A749 (thans huisnummer 30) en het zuidelijke pand van het rijtje tuitgevels, aan de straatzijde afgesloten door een houten poort. Om de zichtbaarheid van de ingang van het lokaal vanaf de straat mogelijk te maken, had Weltevreden het zuidelijke huis van het rijtje laten slopen en het klinkerpad naar het midden van de aldus ontstane voortuin laten verleggen alsook een breed ijzeren toegangshek laten plaatsen. Langs het erf van het door de afbraakactie ontstane 'nieuwe' hoekhuis werd een scheidingsmuur gemetseld. Gebruikers Evangelist en filmvertoner, 1899-1902 Het lokaal werd op donderdag 19 oktober 1899 plechtig in gebruik genomen voor de evangelisatie-bijeenkomsten van Weltevreden. Van meet af aan zal het gebouw ook voor filmvertoningen zijn bedoeld. Bij de 'lichtbeelden' over de in Zuid-Afrika woedende oorlog (later bekend als de Tweede Boerenoorlog, 1899-1902) zouden door zijn echtgenote Alida Gerharda Weltevreden-Nijveld (1873-1937) 'Transvaalse liederen' worden gezongen. Van haar 'heldere sopraanstem', op grammofoonplaat vastgelegd, werd door de Zierikzeesche Nieuwsbode van 11 april 1901 gewag gemaakt in verband met de door Weltevreden voor de afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Arnhem gehouden 'bioscoop en gramophoon'-voorstelling 'ten bate o.a. der zondagscholen op het eiland Schouwen'. Weltevreden heeft het door hem bebouwde tuincomplex maar kort gebruikt. Lokaal en tuinhuis werden in 1906 door de liberaal-protestantse jonkvrouwe Johanna Elisabeth Schuurbeque Boeye gekocht, die het vervolgens verhuurde. Nederlandsche Evangelisch-Protestantsche Vereeniging, 1907-1911 Na de aankoop nam de uit het Nederlandse Réveil voortgekomen Vereeniging van Evangelisatie het lokaal in gebruik. Ook door de volgende bewoners werd het luxe tuinhuis als woonhuis gebruikt. Deze waren de zestigjarige evangelist Cornelis Taanman, geboren in Zaandam, met echtgenote Johanna Gijsberta Kagenaar en twee nog thuiswonende dochters. Taanmans evangelisch-protestantse werkgeefster gebruikte het lokaal voor het houden van zondagschool ofwel 'kinderkerk'. Kinderen van allerlei gezindten en ook van buitenkerkelijke ouders bezochten het lokaal, zodat soms wel honderd kinderen bijeen waren. Dankzij de adellijke eigenares had het lokaal een orgel verworven, dat door de dochters Taanman werd bespeeld. Tijdens het kerstfeest stond er de toentertijd nog niet ingeburgerde kerstboom. Verder hield Taanman in het gebouw stichtelijke samenkomsten voor volwassenen. Aan het werk van de vereniging kwam een eind door het vertrek van de inmiddels pensioengerechtigde evangelist Taanman in 1911. De godsdienstige bestemming van het lokaal bleef echter bestaan. Oud-Gereformeerde Gemeente Zierikzee, 1918-1935 In 1918 verkreeg de Zierikzeese Oud-Gereformeerde Gemeente het kerklokaal. Het aangrenzende tuinpaviljoen werd ingrijpend vergroot en gemoderniseerd. Dit werd onder meer gerealiseerd door verhoging van de tussenverdieping en het aanbrengen van een droogzolder met mansardedak ten koste van het sierlijke halve tentdak aan de oostzijde. Aan het buitentuinverleden van het veranderde gebouw herinnert nog de marmeren vloer en houten plafondlijst van de gang, evenals het gedeelte van de hoge koepelkamer met erkervormige achtergevel uit de tijd van het tentdak met een resterende 'fenêtre-à-terre' (dubbele glazen tuindeur). Verzekeraar en beeldend kunstenares, 1936-heden Lokaal en huis waren vanaf tweede helft jaren dertig in het bezit van Hermanus Uyl, kantoorbediende en later directeur van de Zeeuwsche Brandwaarborg Maatschappij van 1824. Hij was de echtgenoot van Cornelia Weltevreden, die in 1900 als dochter van de eerste gebruiker in het voormalige tuinhuis ter wereld was gekomen. In Uyls tijd diende het lokaal als kantoorgebouw. In de jaren zeventig heeft de huidige eigenares, kunstenares Do van Rijn, het als galerie gebruikt. Conservering en sloop Begin 2017 werd het gebouw door een Zierikzees bouwbedrijf voorlopig geconserveerd door middel van verwijdering van het vermolmde boeiboord en de dakgoot aan de westkant evenals ondersteuning van de kap van binnenuit. Voorjaar 2023 werden (in de omgeving met rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten) door een ander Zierikzees bedrijf de sloopwerkzaamheden nauwgezet uitgevoerd. Kerkgebouw in Schouwen-Duiveland Protestants kerkgebouw in Nederland
Het lokaal werd op donderdag 19 oktober 1899 plechtig in gebruik genomen voor de evangelisatie-bijeenkomsten van Weltevreden. Van meet af aan zal het gebouw ook voor filmvertoningen zijn bedoeld. Bij de 'lichtbeelden' over de in Zuid-Afrika woedende oorlog (later bekend als de Tweede Boerenoorlog, 1899-1902) zouden door zijn echtgenote Alida Gerharda Weltevreden-Nijveld (1873-1937) 'Transvaalse liederen' worden gezongen. Van haar 'heldere sopraanstem', op grammofoonplaat vastgelegd, werd door de Zierikzeesche Nieuwsbode van 11 april 1901 gewag gemaakt in verband met de door Weltevreden voor de afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Arnhem gehouden 'bioscoop en gramophoon'-voorstelling 'ten bate o.a. der zondagscholen op het eiland Schouwen'.
1
filmvertoning, bioscoopvoorstelling, screening
7,507
AmusementPark
5671455
https://nl.wikipedia.org/wiki/Klein%20Duimpje%20%28Efteling%29
Klein Duimpje (Efteling)
Klein Duimpje is een sprookje in het Nederlandse attractiepark de Efteling. Het sprookje opende in 1998. Klein Duimpje bevindt zich langs Repelsteeltje die samen gelijktijdig werden toegevoegd aan het sprookjesbos. Klein Duimpje en de Reus wordt uitgebeeld en zo benoemd in het sprookjesbos. Het sprookje is naar ontwerp en ingesproken door Ton van de Ven. Trivia Het mutsje van Klein Duimpje is pas toegevoegd in 2004. In 2006 vond een grote renovatie plaats aan de reus. In 2022 vond een renovatie plaats aan de reus en de omgeving errond. Het sprookjesboek, dat een korte samenvatting van het sprookje geeft, werd in 2000 bij het sprookje geplaatst en vernieuwd in 2013. Attractie in de Efteling
Klein Duimpje is een sprookje in het Nederlandse attractiepark de Efteling. Het sprookje opende in 1998. Klein Duimpje bevindt zich langs Repelsteeltje die samen gelijktijdig werden toegevoegd aan het sprookjesbos. Klein Duimpje en de Reus wordt uitgebeeld en zo benoemd in het sprookjesbos.
1
pretpark, attractiepark, themapark
87
Car
218751
https://nl.wikipedia.org/wiki/Citro%C3%ABn%20XM
Citroën XM
De Citroën XM is een ruime personenauto geproduceerd door Citroën vanaf 1989. De XM was de opvolger van de Citroën CX. De XM is in 1990 verkozen tot Europese auto van het jaar. De carrosserie werd getekend door Marc Deschamps van Bertone. Vooral de voorzijde gaf de auto een futuristisch aanzicht, door de spitse neus met smalle koplampen en kleine grille. Het dak leek optisch te 'zweven' doordat het gedragen werd door elf ramen, met uiterst smalle raamstijlen. De XM was als eerste Citroën uitgerust met het nieuwe hydractieve veersysteem, dat deze wagen uiterst comfortabel en veilig maakte. Voor het eerst werd de hydropneumatische vering die kenmerkend was voor Citroën ondersteund door een computer. De XM werd geleverd met vier- en zescilinder motoren. In de begintijd waren dat viercilinder 2,0 l benzinemotoren en 2,1 l dieselmotoren, beide leverbaar met turbo. In latere jaren kwam een 2,5 liter (turbo-)dieselversie beschikbaar. De zescilinder-versie was een 3,0 l V6 benzinemotor. De auto werd echter te snel in productie genomen, zoals ook het geval was met de Peugeot 605, waardoor de XM vooral vóór 1992 nogal storingsgevoelig was. In 1994 kreeg de XM een bescheiden facelift. Aan de buitenzijde werd het logo groter en centraal in de grille geplaatst, in lijn met de andere modellen die Citroën op dat moment produceerde. Verder werden de voor- en achterbumper licht gewijzigd, alsook de ruitenwissers vooraan en de richtingaanwijzers op de flanken. De spiegels wijzigden van vorm en werden voortaan meegespoten in de carrosseriekleur. De spoiler achteraan werd minder massief. Aan de achterzijde van de break wijzigde niets. Het interieur onderging ingrijpendere veranderingen: de scherpe lijnen werden meer afgerond, waarbij Citroën het dashboard van de populaire Xantia als inspiratiebron hanteerde. Het stuurwiel kwam nu met een ingebouwde airbag. Ondanks het vooruitstrevende concept en het feit dat hij werd gekozen tot auto van het jaar, heeft de XM nooit het gehoopte commerciële succes bereikt. Er is inmiddels een schare liefhebbers van deze auto ontstaan, verenigd in diverse clubs. Technische gegevens Gewicht van 1267 kg tot 1655 kg voor respectievelijk de basis benzine berline tot de break met V6 motor. Geleverde motoren Benzine motoren Diesel motoren Literatuur Citroën XM - Van Overwinning op de Weg tot Gehavend Vlaggeschip door Thijs van der Zanden (uitgeverij Citrovisie). ISBN 9789082814736 Externe links Citroën XM Club Nederland Technische details (Engelse site) XM Planet, alles over de klassieker in wording XM Hogere middenklasse
De Citroën XM is een ruime personenauto geproduceerd door Citroën vanaf 1989. De XM was de opvolger van de Citroën CX. De XM is in 1990 verkozen tot Europese auto van het jaar. De carrosserie werd getekend door Marc Deschamps van Bertone. Vooral de voorzijde gaf de auto een futuristisch aanzicht, door de spitse neus met smalle koplampen en kleine grille. Het dak leek optisch te 'zweven' doordat het gedragen werd door elf ramen, met uiterst smalle raamstijlen.
3
auto, motorvoertuig, personenwagen
11,519
LendAction
131358
https://nl.wikipedia.org/wiki/Schindler%27s%20List
Schindler's List
Schindler’s List is een Amerikaanse speelfilm van Steven Spielberg uit 1993, gebaseerd op Schindler's Ark, een historische fictie-roman uit 1982 van Thomas Keneally. De film won meerdere Oscars in 1994, waaronder die voor 'beste film', en staat in de top 10 aller tijden van IMDb. De film is bijna volledig zwart-wit opgenomen, met alleen een scène in kleur aan het begin en aan het eind en een aantal rode kleurdetails in het midden van de film. Zowel het boek als de film is gebaseerd op de rol die de Duitse zakenman Oskar Schindler speelde in de Tweede Wereldoorlog. Deze industrieel redde het leven van 1100 Joden uit Polen en Tsjechoslowakije van de Holocaust, door ze op een lijst te zetten van werknemers in zijn emailfabriek die om die reden beschermd dienden te worden. De film besteedt met name veel aandacht aan het moment dat Schindler begon met het aanstellen van Joden in zijn fabriek. Schindler deed dit aanvankelijk omdat het goedkope werkkrachten waren. Hij werd vervolgens geconfronteerd met de onmenselijke behandeling die Joden in de bezette gebieden ondergingen. Verhaal In september 1939 begint de vervolging van de Poolse Joden. De film toont de verplichte verhuizing van Joden uit de omgeving van Krakau naar het Getto van Krakau. Oskar Schindler, tot dusver een onsuccesvolle zakenman, gaat naar Krakau om te zien of hij daar goedkope arbeiderskrachten kan halen. Hij maakt zich populair bij de Duitsers, en met hun steun weet Schindler een potten- en pannenfabriek te bemachtigen. Via de Joodse man Itzhak Stern komt Schindler in contact met een aantal Joodse zakenmensen, die bereid zijn hem geld te lenen in ruil voor wat potten en pannen; zelf hebben de Joden in het getto waar ze door de nazi's in zijn gestopt niets meer aan geld. Stern grijpt zijn aanstelling als bedrijfsleider in Schindlers fabriek aan om van een aantal Joden hun leven te redden, in eerste instantie buiten Schindlers weten om. Aanvankelijk doet Schindler niets als hij te weten komt dat de Joden massaal gedeporteerd worden naar het werkkamp Płaszów, dat onder leiding staat van de sadistische SS'er Amon Göth. Hij raakt echter vreselijk aangegrepen als hij lijkverbrandingen in het getto ziet. Dan realiseert Schindler zich dat hij in de positie verkeert om van vele Joden het leven te redden. Hij koopt honderden Joden vrij en laat ze in zijn fabriek werken om hen te beschermen. Hij koopt ook Helen Hirsch vrij, die door Göth werd gebruikt als seksslavin. Om de fabriek draaiende te houden verzint Schindler meerdere listen; zo laat hij producten van elders doorgaan als afkomstig uit zijn eigen fabriek. Een groep vrouwen die naar Auschwitz is getransporteerd, wordt door Schindler opnieuw opgekocht, waardoor de vrouwen op het nippertje aan de dood ontsnappen. Als Duitsland op 8 mei 1945 capituleert, spreekt Schindler zijn arbeiders nog eenmaal toe en zegt tegen hen dat ze vrij zijn. Zelf moet hij zich uit de voeten maken aangezien hij vervolgd zal worden. De geredde Joden ondertekenen gezamenlijk een verklaring voor de geallieerden dat Schindler te goeder trouw heeft gehandeld. De film eindigt met een scène waarin zowel acteurs als echte Joden die dankzij Schindler overleefden stenen komen leggen op het graf van Schindler in Israël. Rolverdeling |- |||Oskar Schindler |- |||Itzhak Stern |- |||Amon Göth |- |||Emilie Schindler |- |||Poldek Pfefferberg |- |||Dolek Horowitz |- |||Helen Hirsch |- |||Victoria Klonowska |- |||Julian Scherner |- |||Albert Hujar |- |||Josef Mengele |- |||Leo John |} Achtergrond Muziek De filmmuziek werd gecomponeerd door John Williams. Williams verwerkte hierin vele stilistisch kenmerkende elementen uit de Joodse (Jiddische) muziek, zoals te horen is in het hoofdthema van de filmmuziek; opvallend zijn bijvoorbeeld het veelvuldig gebruik van mineur, de dalende kwint, specifieke versieringen, en de instrumentatie (met bijvoorbeeld melancholische klarinetkleuren). De violist die een groot deel van de muziek voor zijn rekening nam is Itzhak Perlman. Deze muziek is ook op een soundtrackalbum uitgebracht door MCA Records. Helemaal aan het eind van de film is Jeruzalem van goud (Jeroesjalajieem sjel zahav) te horen, een lied uit 1967 dat is geschreven door Naomi Shemer. Ontvangst en reacties De film leidde tot verontwaardiging onder sommige overlevenden van de Holocaust. Zij meenden dat het niet mogelijk was om dit thema te verfilmen zonder onrecht te doen aan de werkelijkheid. Een verfilming zou per definitie de werkelijkheid bagatelliseren, zo werd betoogd, omdat een film zou pretenderen dat de gruwelijke gebeurtenissen nagespeeld kunnen worden. Bovendien zouden sommige scènes, zoals de verhouding tussen Göth en zijn Joodse bediende Helen Hirsch, in werkelijkheid niet hebben plaatsgevonden. Andere critici meenden dat Spielberg te zeer geprobeerd heeft om Schindler neer te zetten als een held wiens leven de filmbezoeker moest dienen als voorbeeld. Om diezelfde reden zou Spielberg niet zijn ingegaan op Schindlers levenswandel na de oorlog. De film werd verboden in verscheidene islamitische landen. Sommige landen zeiden problemen te hebben met de hoeveelheid naakt en geweld, maar Maleisië stelde uitdrukkelijk de film als 'zionistische propaganda' te beschouwen. In een interview noemde Spielberg het verbod schandelijk en geworteld in antisemitisme. Prijzen Schindler's List won zeven Oscars en staat hoog in veel filmtoplijsten. Trivia Ralph Fiennes kwam 13 kilogram aan voor zijn rol. Steven Spielberg zou aanvankelijk de film Cape Fear gaan maken, en Martin Scorsese zou Schindler's List regisseren (al in de jaren 80, was de bedoeling). Ze besloten te ruilen van film. Spielberg werkte tegelijkertijd aan Jurassic Park. Via een satellietverbinding regelde hij vanuit Polen dingen voor die film, terwijl hij ondertussen Schindler's List regisseerde. Omdat Spielberg geen toestemming had om in Auschwitz zelf te filmen, werden sommige scènes gefilmd op een daarvoor speciaal geconstrueerde set. De man die bloemen op de stenen van het graf plaatst, aan het einde van de film, is niet Spielberg maar hoofdrolspeler Liam Neeson. Spielberg heeft geen geld overgehouden aan deze film. Schindler's List is de duurste zwart-witfilm ooit gemaakt, met een budget van 25 miljoen dollar. Het overtrof daarmee The Longest Day (ook een film over WOII), dat tot dan toe gedurende ruim dertig jaar de duurste zwart-witfilm was. Harrison Ford kreeg de rol van Oskar Schindler aangeboden, maar hij weigerde omdat hij dacht dat sommigen een dergelijke rol totaal niet bij hem zouden vinden passen. Ford speelde namelijk al in veel lichtere films als Indiana Jones en Star Wars. Ook Alan Thicke, Bruno Ganz en Stellan Skarsgård werden gezien als mogelijke speler voor de rol van Schindler. Kevin Costner en Mel Gibson boden zich ook aan om te spelen in de film. Spielberg besloot hun aanbod af te slaan, omdat hij meende dat zulke bekende gezichten het publiek zouden afleiden van het verhaal. Na 72 dagen was de film opgenomen, vier dagen voor op schema. Zie ook Survivors of the Holocaust Boekverfilming Dramafilm Amerikaanse film Film uit 1993 Film van Steven Spielberg Geschiedenis van Krakau Film in het National Film Registry Zwart-witfilm Film over de Holocaust
In september 1939 begint de vervolging van de Poolse Joden. De film toont de verplichte verhuizing van Joden uit de omgeving van Krakau naar het Getto van Krakau. Oskar Schindler, tot dusver een onsuccesvolle zakenman, gaat naar Krakau om te zien of hij daar goedkope arbeiderskrachten kan halen. Hij maakt zich populair bij de Duitsers, en met hun steun weet Schindler een potten- en pannenfabriek te bemachtigen. Via de Joodse man Itzhak Stern komt Schindler in contact met een aantal Joodse zakenmensen, die bereid zijn hem geld te lenen in ruil voor wat potten en pannen; zelf hebben de Joden in het getto waar ze door de nazi's in zijn gestopt niets meer aan geld. Stern grijpt zijn aanstelling als bedrijfsleider in Schindlers fabriek aan om van een aantal Joden hun leven te redden, in eerste instantie buiten Schindlers weten om.
1
lenen, uitlenen, uitleenactie
2,291
WPHeader
10341
https://nl.wikipedia.org/wiki/E-mail
E-mail
E-mail is digitaal, elektronisch postverkeer. Zowel het individuele bericht als het onderliggende systeem kunnen met e-mail worden bedoeld. Als synoniemen worden gebruikt: mail, e-post, e-brief, elektronische post en elektronische brief. Hoewel de e-mail primair tekst bevat, ontstonden al snel mogelijkheden om andere data mee te sturen die daartoe als letters in een afzonderlijk tekstblok gecodeerd werden. Sinds 1982 wordt hiervoor doorgaans de MIME-standaard gebruikt. De andere data wordt "bijlage" of in het Engels "attachment" genoemd. Geschiedenis Voorgangers van e-mail zijn de brief, het telegram, de telex, de telefax en binnen Nederland het op Datanet gebaseerde Memocom 400 dat echter nooit succesvol werd. In de context van e-mail wordt de veel tragere brievenpost wel snail mail, Engels voor slakkenpost, genoemd. De eerste e-mail over een computernetwerk werd in 1971 door Ray Tomlinson verzonden. In 1982 werd het protocol RFC 822 gepubliceerd dat ook beschrijft hoe bijlages meegstuurd kunnen worden. Rond 1995 werd het populair bij het grote publiek toen het internet meer algemeen toegankelijk werd. E-mail kan echter ook met andere technieken dan het internet verstuurd worden. Etymologie De Engelse term mail is afgeleid van het woord voor reistas (1205), verwant met Oudfrans male (beurs), < Frankisch *malha, Indo-Europees *molko- "huis, tas". Via de brieventas heeft het begrip zich ontwikkeld tot de drager van de poststukken (1654) en uiteindelijk tot het bericht zelf. De Oxford dictionary legt het e-voorvoegsel als volgt uit: "Het gebruik van elektronische dataverzending, vooral via internet". Schrijfwijze Internationaal is email de meest gebruikte versie. De officiële Nederlandse spelling is e-mail, dus met streepje, omdat het een samenstelling is met een letter en als homograaf verward zou kunnen worden met de emaillen beschermlaag. Techniek Technisch wordt e-mail beschreven in RFC 561 en RFC 861 In hoofdzaak zijn twee typen functies benodigd: de zogenaamde MUA (mail user agent), het softwareprogramma dat de gebruiker van de e-mail ziet en gebruikt om e-mail te lezen en schrijven; de zogenaamde MTA (mail transfer agent), het softwareprogramma dat de e-mail van de MUA aanneemt en verder verstuurt naar een volgende MTA of naar een MUA. De MTA is vergelijkbaar met de postbode en de keten van postkantoren in het traditionele briefverkeer. Routering en infrastructuur Over het algemeen wordt een e-mail niet direct naar de ontvanger gestuurd, maar verloopt de verzending via een of meer tussenschakels. Elke e-mail wordt door de MUA voorzien van een header ('koptekst') die van de door de gebruiker geschreven tekst gescheiden is met twee regelovergangen. In deze header staan onder meer de gegevens die de MTA nodig heeft bij het doorsturen van de e-mail. Een e-mail kan - afhankelijk van de adressering - naar meerdere adressen doorgestuurd worden. Als de geadresseerde en alle tussenstations online zijn, kan een e-mail in seconden op de plaats van bestemming zijn. Het protocol garandeert dit echter niet. Wat wel door het protocol gegarandeerd wordt, is dat de e-mail door de MTA na een instelbare tijd als "onbestelbaar" wordt teruggestuurd naar de afzender. Traditioneel zal de MTA ingesteld zijn om na enkele uren ter informatie een waarschuwing aan de afzender te sturen; na vijf dagen geeft de MTA het op en stuurt de e-mail retour. Bounce Het terugsturen van de e-mail lukt om uiteenlopende reden niet altijd. Dan is er sprake van een zogenaamde "bounce" (ping-pong). De MTA probeert zo'n situatie te herkennen en geeft dan alle pogingen voor deze e-mail op. Ontvangstbevestiging Sommige MUA's bieden aan om een ontvangstbevestiging te vragen bij de ontvanger. Daar dit niet in het oorspronkelijke e-mailprotocol was opgenomen, is er geen garantie dat dat werkt. Dat is dan mede afhankelijk van de MUA die de ontvanger gebruikt. Voor de MTA is een ontvangstbevestiging een onafhankelijke e-mail die op zijn beurt al dan niet succesvol ergens moet worden afgeleverd. Internet Voor het doorsturen van e-mail wordt gebruikgemaakt van een aantal andere internetdiensten, met name DNS. Een e-mailgebruiker gebruikt een bepaald e-mailaccount, bijvoorbeeld bij een Internet Service Provider (ISP) of een andere aanbieder van e-maildiensten zoals Gmail, Yahoo!, Hotmail of Windows Live Mail. Aan een e-mailaccount is een e-mailadres gekoppeld, dat nodig is om e-mail te kunnen ontvangen. Dit adres is opgebouwd uit een aantal delen: een gebruikersnaam, het @-teken, server- of ISP-naam, en het topleveldomein, bijvoorbeeld .nl. Voorbeeld: jan.jansen@provider.nl Hier is: "jan.jansen" de gebruikersnaam "provider.nl" de domeinnaam met slechts twee niveaus, met ".nl" de topleveldomein-aanduiding en als tweede niveau "provider" (kan de ISP-naam zijn) Meestal is niet alleen de domeinnaam, maar het hele e-mailadres hoofdletterongevoelig, zodat bijvoorbeeld Jan.Jansen@provider.nl hetzelfde e-mailadres representeert. SMTP Het Simple Mail Transfer Protocol is de de-facto-standaard voor het verzenden van e-mail via het internet. UUCP Vooral in de begintijd van het e-mailverkeer en voordat het internet als zodanig algemeen toegankelijk was, werd e-mail veelal met het UUCP (Unix to Unix Copy)-protocol verstuurd. De adressering ziet er daarbij anders uit: een reeks van adressen van tussenstations, gescheiden door uitroeptekens. Doordat alle tussenstations in het adres zijn opgenomen, is er geen centrale database zoals DNS nodig om de e-mail door te sturen. Websites als MUA (Mail User Agent) Een andere manier om e-mail te versturen is via een website. Daarbij wordt aan de gebruiker bijvoorbeeld een formulier gepresenteerd. Bedrijven maken graag van deze mogelijkheid gebruik om de inhoud van de e-mail (deels) te standaardiseren door bijvoorbeeld keuzelijsten aan te bieden met productgroepen of de gebruiker te verplichten bepaalde adresgegevens te versturen. Het bedrijf hoeft daarbij zijn e-mailadres niet te publiceren en ontvangt daardoor minder spam. Nadelen De gebruiker is minder vrij in het schrijven van de e-mail, de interface biedt gewoonlijk minder functies dan het eigen bekende e-mailprogramma en doorgaans is het niet mogelijk om bijlages te versturen langs deze weg. Soms moeten bepaalde gegevens verplicht ingevuld worden die op geldigheid gecontroleerd worden. Bijvoorbeeld een Amerikaans telefoonnummer. Kan de verzender dat niet opgeven, dan kan hij geen bericht verzenden. De lengte van het bericht wordt vaak beperkt, bijvoorbeeld tot 1000 tekens. Hiermee wil het bedrijf de werkdruk op het personeel verhinderen. De verzender kan daardoor soms niet zeggen wat hij zeggen wil, of hij gaat afkortingen gebruiken die de leesbaarheid niet ten goede komen. Brievenbus voor e-mail E-mail kan, net als gewone brievenpost, onderweg in een brievenbus belanden. Deze brievenbus kan door een MUA direct worden gelezen of via een post office protocol of Internet Message Access Protocol. De functie en werking van deze systemen is in de betreffende artikelen beschreven. Misbruik In de bijlage kunnen virussen en andere schadelijke software verstuurd worden. Als de MUA deze zonder meer uitvoert, is dat voor de ontvanger een probleem. Ongeveer 55% van het totale e-mailverkeer is spam. Ooit was dit meer dan 90%. Dit is niet alleen een ergernis voor de ontvanger. Het is tevens een last voor de verbindingscapaciteit en voor de verwerkingscapaciteit van computers en gebruikers. Net als bij brievenpost is er geen garantie dat het afzenderadres correct is. Omdat e-mail goedkoop en laagdrempelig is, is het een geliefd instrument geworden voor oplichters. Door dit hiaat kan iedereen een e-mail versturen met een vals afzenderadres. Hierdoor krijgen internetgebruikers e-mails in hun postvak die zich voordoen als belangrijke berichten en de gebruiker oproepen actie te ondernemen waardoor ze persoonlijke gegevens zouden meedelen via een nagemaakte website, zoals een wachtwoord of een pincode. Deze vorm van misbruik wordt phishing genoemd. Verder kan e-mail als lokaas dienen voor een oplichtingstruc, bijvoorbeeld Nigeriaanse oplichting of een kettingbrief. Een andere vorm van misbruik is het aan een grote groep doorsturen van informatie met het doel een persoon of bedrijf te schande te zetten (naming and shaming). Nevenwerking van e-mailverkeer De laagdrempeligheid van het schrijven van een e-mail heeft invloed op de onderlinge communicatie en brengt ook gevaren met zich mee. Onderzoek van Motivaction, uitgevoerd in opdracht van Douwe Egberts, wees uit dat e-mailverkeer op de werkplek persoonlijk contact tussen collega's onder druk zet en zorgt voor een minder prettige werksfeer. De helft van de collega's e-mailt of belt elkaar terwijl men net zo makkelijk even langs kan lopen. Vanwege dit spontane contactverlies face to face, verbood het ICT-bedrijf Atos het dikwijls onnodige e-mailen zo veel mogelijk onder zijn personeel. Een ander nadeel van (zakelijke) e-mail is dat fouten en onzorgvuldigheden sneller kunnen voorkomen, omdat het medium laagdrempeliger is en omdat men makkelijker met meerdere personen tegelijkertijd kan communiceren. Bij het schrijven van een brief is er een zekere bedenktijd, vanwege de vereiste handelingen van schrijven, in een envelop stoppen, posten en frankeren. Nederland Juridische waardering Op 24 maart 2009 werd door de rechtbank Zwolle, in een bestuursrechtelijke zaak tegen het UWV met betrekking tot een weigering van een WW-uitkering na een vrijwillig overeengekomen beëindiging van een arbeidsovereenkomst, uitgesproken dat, gelet op de ontwikkelingen in de moderne communicatie, ook correspondentie per of vastlegging in e-mail in beginsel kan worden aangemerkt als schriftelijk. Om een overeenkomst te sluiten tussen twee partijen moet één partij een aanbod doen dat door de andere wordt geaccepteerd. De wijze waarop is in principe vrij. Het kan dus ook per e-mail, en geldt dan als koop op afstand. Ook als de overeenkomst schriftelijk moet worden gesloten, kan dat volgens het Burgerlijk Wetboek onder voorwaarden per e-mail (BW Boek 6, artikel 227a): 1. Indien uit de wet voortvloeit dat een overeenkomst slechts in schriftelijke vorm geldig of onaantastbaar tot stand komt, is aan deze eis tevens voldaan indien de overeenkomst langs elektronische weg is tot stand gekomen en a. raadpleegbaar door partijen is; b. de authenticiteit van de overeenkomst in voldoende mate gewaarborgd is; c. het moment van totstandkoming van de overeenkomst met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld; en d. de identiteit van de partijen met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. Als een overeenkomst via e-mail is gesloten, kan die overeenkomst ook weer via e-mail worden ontbonden. (BW Boek 6, artikel 267) Voor het vaststellen van de authenticiteit kan de elektronische handtekening uitkomst bieden. In 2014 werd door de Europese Unie de eIDAS-verordening aangenomen die in 2016 in werking trad, en waardoor elektronische aangetekende zendingen een juridisch kader kregen. Andere vormen van digitaal berichtenverkeer Er zijn ook vormen van digitaal berichtenverkeer die niet onder het begrip e-mail vallen, zoals sms, mms, en instant messaging, bijvoorbeeld WhatsApp. Ook kan een webpagina (naast webmail, die onder het begrip e-mail valt) ook anderszins de mogelijkheid bieden digitale informatie te versturen, door tekst in een of meer invulvakken te plaatsen en/of een bestand te uploaden, en/of opties aan te vinken of anderszins te selecteren. Externe link Schriftelijke communicatie
Elke e-mail wordt door de MUA voorzien van een header ('koptekst') die van de door de gebruiker geschreven tekst gescheiden is met twee regelovergangen. In deze header staan onder meer de gegevens die de MTA nodig heeft bij het doorsturen van de e-mail. Een e-mail kan - afhankelijk van de adressering - naar meerdere adressen doorgestuurd worden.
1
paginaheader, koptekst, webpagina-element
6,019
OfferItemCondition
2200068
https://nl.wikipedia.org/wiki/Begraafplaats%20van%20Laken
Begraafplaats van Laken
De begraafplaats van Laken of het kerkhof van Laken is een begraafplaats in de Belgische plaats Laken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De begraafplaats ligt naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk en is de oudste Brusselse begraafplaats die nog in gebruik is. Het is de laatste resterende Brusselse begraafplaats die als middeleeuws kerkhof rond een kerk ontstaan is. Op de begraafplaats is nog het koor van de oude kerk bewaard. Geschiedenis De begraafplaats groeide in het voorheen landelijke dorpje Laken rond de middeleeuwse Onze-Lieve-Vrouwekerk. Laken groeide sterk in de loop van de 19e eeuw toen de adel en de burgerij hier het mooie landschap kwam opzoeken en ook het Belgisch vorstenhuis vestigde zich hier. Waar de plaats in 1831 nog 1.806 inwoners kende, waren er dit in 1880 al bijna 18.000. Het oudste deel van het kerkhof bevindt zich rond het koor van de oude kerk. In de loop van de 19e en 20e eeuw werd het meermaals uitgebreid in zuidelijke en oostelijke richting. Een eerste uitbreiding kwam er in 1832, toen de oppervlakte werd verdubbeld tot zo'n 1,3 ha. De begraafplaats kende verder succes toen koningin Louise-Marie hier in 1850 werd begraven en de begraafplaats werd verder uitgebreid tot 2,46 ha. Vele vooraanstaanden werden hier begraven, vooral uit katholieke milieus, terwijl de begraafplaats van Brussel vooral een vrijzinnig karakter had. De kerk was tegen 1850 al deels buiten gebruik, waarna men startte met de bouw van een nieuwe Onze-Lieve-Vrouwekerk ten zuidoosten van het kerkhof. Deze nieuwe kerk werd in 1872 ingewijd. Door de sterke groei raakte het kerkhof halverwege de jaren 1870 al verzadigd. Als oplossing nam schepen Emile Bockstael het initiatief voor het inrichten van grafgalerijen. Deze bestonden uit een netwerk van ondergrondse gangen met nissen voor de graven, gekoppeld aan bovengrondse monumenten. Een eerste galerij van 31 m werd in 1878 in gebruik genomen. Dat jaar werden meteen nog zes nieuwe galerijen gebouwd en pas rond 1890 werd het eerste gangenstelsel afgesloten. In 1904 werd de oude gotische kerk grotendeels afgebroken. De grafgalerijen werden vergroot in 1919 en 1928. Op de begraafplaats rusten een 125-tal Belgische militairen, gesneuveld in beide wereldoorlogen. De begraafplaats bevat veel belangrijke funeraire architectuur. Hier bevindt zich onder meer een beeld van De Denker van Rodin. De grafgalerijen waren anno 2011 echter in zeer slechte staat. Wegens instortingsgevaar waren ze meestal niet meer toegankelijk voor het grote publiek. Na een renovatie die onder meer de waterinsijpeling en het hieruit voortvloeiende betonrot aanpakten, gingen de galerijen op 21 juni 2017 terug open voor bezichtiging. Bescherming De begraafplaats werd in 1999 als landschap beschermd. In 1994 werd het mausoleum van Ferdinand Nicolay geklasseerd als monument. Charles Auguste Fraikin heeft de overleden filantroop afgebeeld in de houding van Michelangelo's pensieroso (graf van Lorenzo II de' Medici in de San Lorenzo te Firenze). De grafgalerijen werden in 1997 beschermd, net als veertien afzonderlijke grafmonumenten: het grafmonument van Alphonse Balat, van Emile Bockstael, van André graaf Coghen (een ligbeeld van Willem Geefs in een grafkapel toegeschreven aan Jean-Pierre Cluysenaar), van Georges de Ro, van Joseph Léon Dillen (met De Denker van Rodin), het familiegrafmonument van Ghémar, het grafmonument van Maria Malibran, het familiegrafmonument van Ferdinand Moselli, het grafmonument van Marie Pleyel, het familiegrafmonument van Joseph Poelaert, het familiegrafmonument van Salu, het familiegrafmonument van Suys, het grafmonument van André van Hasselt en het familiegrafmonument van Vaxelaire. Bekende personen hier begraven Jan Baes (1848-1914), architect Alphonse Balat (1818-1895), architect Augustin Daniel Belliard (1769-1832), generaal Jean-Valentin Bender (1801-1873), componist en dirigent Edouard De Biefve (1808-1882), schilder Emile Bockstael (1838-1920), burgemeester van Laken Ignace Brice (1795-1866), schilder Jozef Cardijn (1882-1967), kardinaal en oprichter van de KAJ Auguste d'Anethan (1829-1906), secretaris van Leopold II Jules Joseph d'Anethan (1803-1888), politicus Charles Auguste de Bériot (1802-1870), violist Louis De Curte (1817-1891), architect Pieter de Decker (1812-1891), politicus Michel de Ghelderode (1898-1962), schrijver François-Philippe de Haussy (1789-1869), politicus en eerste gouverneur van de Nationale Bank Léon Delacroix (1867-1929), politicus Adolphe Delhaize (1840-1899), oprichter van warenhuisketen Delhaize Willem De Mol (1846-1874), componist Frédéric de Reiffenberg (1793-1890), historicus, professor, conservator van de Koninklijke Bibliotheek van België Marguerite De Riemaecker-Legot (1913-1977), politicus en eerste vrouwelijke minister in België Goswin de Stassart (1780-1854), politicus Paul Devaux (1801-1880), politicus Paul De Vigne (1843-1901), beeldhouwer Léon de Witte de Haelen (1857-1933), generaal André-Napoléon Fontainas (1807-1863), burgemeester van Brussel Louis Ghémar (1819-1873), lithograaf en fotograaf Iwan Gilkin (1858-1924), dichter Henri Guillaume (1812-1877), militair en minister van Oorlog Gustave Hansotte (1827-1886), provinciaal architect Charles-Joseph Herry (1805-1879), burgemeester van Laken Victor Jamaer (1825-1902), stadsarchitect Camille Jenatzy (1868-1913), ingenieur en de eerste die sneller reed dan 100 km/u met een wagen baron André Jolly (1799-1883), militair en lid van het Voorlopig Bewind Fernand Khnopff (1858-1921), schilder La Malibran (1808-1836), zangeres Xavier Mellery (1845-1921), schilder Arthur Meyer (1852-1940), buitenechtelijke zoon van Leopold I François-Joseph Navez (1787-1869), schilder Charles Niellon (1795-1871), generaal tijdens de Belgische Revolutie Edmond Picard (1836-1924), jurist Marie Pleyel (1811-1875), pianist Joseph Poelaert (1817-1879), architect Marie Popelin (1846-1913), eerste vrouwelijke doctor in België Jean-François Portaels (1818-1895), schilder Gustave Rolin-Jaequemyns (1835-1902), diplomaat en politicus Nicolas Rouppe (1769-1838), burgemeester van Brussel Louis Seutin (1793-1862), medicus en een van de oprichters van de Université libre de Bruxelles Léon Suys (1823-1887), architect Tieleman Franciscus Suys (1783-1861), architect André van Hasselt (1806-1874), dichter Jules Van Praet (1806-1887), staatsman Philippe Vandermaelen (1795-1869), cartograaf en geograaf Guillaume Hippolyte Van Volxem (1791-1868), minister van Justitie en burgemeester van Laken van 1838 tot 1841 François-Jean Wyns de Raucour (1779-1857), burgemeester van Brussel Laken Bouwwerk in Brussel (stad) Laken (België)
De grafgalerijen waren anno 2011 echter in zeer slechte staat. Wegens instortingsgevaar waren ze meestal niet meer toegankelijk voor het grote publiek. Na een renovatie die onder meer de waterinsijpeling en het hieruit voortvloeiende betonrot aanpakten, gingen de galerijen op 21 juni 2017 terug open voor bezichtiging.
1
artikelconditie, staat, productconditie