id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
2,240
TakeAction
1824300
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arrest%20Keereweer/Sogelease
Arrest Keereweer/Sogelease
Het arrest Keereweer/Sogelease (HR 19 mei 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1735, NJ 1996/119) is een belangrijk arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op de grenzen van het fiduciaverbod. Een overeenkomst van sale-and-leaseback is doorgaans niet in strijd met het fiduciaverbod. Het wordt binnen de rechtswetenschap beschouwd als een standaardarrest. Casus Het fiduciaverbod van artikel 3:84 lid 3 BW verbiedt eigendomsoverdracht tot zekerheid, dat wil zeggen overdracht ten titel van verhaal ertoe strekkende dat de verkrijger in zijn verhaalsbelangen wordt beschermd en derhalve een sterkere positie inneemt ten opzichte van andere, 'gewone' schuldeisers. Met name de figuur van de "sale-and-leaseback" doet denken aan de verboden overdracht tot zekerheid. Sale-and-leaseback houdt in dat de lessee de betreffende goederen verkoopt en overdraagt aan de leasemaatschappij, die dezelfde goederen vervolgens terugleast aan de lessee. Tussen partijen was overeengekomen dat Sogelease de aankoop van drukpersen c.a. door Drukkerij "De Zaaiers" zou financieren. De drukkerij heeft de drukpersen (eerst) van de leverancier in eigendom gekregen om deze vervolgens aan Sogelease over te dragen tegen (indirecte) betaling van de koopsom (f 1,6 miljoen) aan de leverancier. Aldus is in 1991 een (financiële) lease-overeenkomst tot stand gekomen middels de figuur van sale-and-leaseback. De drukkerij is begin 1993 failliet verklaard, waarbij Mr. Keereweer als curator is aangesteld. Hij meent dat de overeenkomst door het fiduciaverbod wordt getroffen, zodat het fiduciair eigendom van de drukpersen met ingang van 1 januari 1992 van rechtswege is omgezet in stil pandrecht, krachtens artikel 86 lid 1 van de Overgangswet NBW. De curator vordert een verklaring voor recht, dat Sogelease op de datum van het faillissement geen eigenaar was van de drukpersen maar "slechts" een bezitloos pandrecht had. Rechtsvraag Is een verkoop-overeenkomst in combinatie met een financiële leaseback van dezelfde goederen (sale-and-leaseback) in strijd met het fiduciaverbod van artikel 3:84 lid 3 BW? (Nee.) Procesgang De vordering van de curator is door de rechtbank afgewezen. Het cassatieberoep is verworpen. Hoge Raad De Hoge Raad oordeelt dat een leaseovereenkomst middels sale-and-leaseback niet valt onder het fiduciaverbod van art. 3:84 lid 3 BW, mits sprake is van een 'werkelijke overdracht', in die zin dat het goed zonder beperkingen op de verkrijger overgaat en deze hem meer verschaft dan slechts een recht op een goed dat hem in zijn belang als schuldeiser beschermt. In casu was aan dit vereiste voldaan omdat de eigendom wel degelijk bij de leasemaatschappij was komen te liggen en de lessee slechts een verbintenisrechtelijke aanspraak op (het gebruik van) de goederen had. De Hoge Raad overwoog: Relevantie Het arrest maakt duidelijk dat een overeenkomst van sale-and-leaseback doorgaans niet in strijd is met artikel 3:84 lid 3 BW. Zie ook (1929) Brouwerij-arrest Bos/Heineken Externe link Online publicatie arrest op rechtspraak.nl Keereweer/Sogelease
Casus Het fiduciaverbod van artikel 3:84 lid 3 BW verbiedt eigendomsoverdracht tot zekerheid, dat wil zeggen overdracht ten titel van verhaal ertoe strekkende dat de verkrijger in zijn verhaalsbelangen wordt beschermd en derhalve een sterkere positie inneemt ten opzichte van andere, 'gewone' schuldeisers. Met name de figuur van de "sale-and-leaseback" doet denken aan de verboden overdracht tot zekerheid. Sale-and-leaseback houdt in dat de lessee de betreffende goederen verkoopt en overdraagt aan de leasemaatschappij, die dezelfde goederen vervolgens terugleast aan de lessee.
1
eigendomsovername, objectoverdracht, eigendomsoverdracht
3,171
MotorcycleRepair
3973974
https://nl.wikipedia.org/wiki/John%20Cooper%20%28coureur%29
John Cooper (coureur)
John Herbert Cooper (Derby, 1938) is een voormalig Brits motorcoureur. John Cooper racete met motorfietsen in de jaren zestig en -zeventig. Zijn beste seizoen in het wereldkampioenschap wegrace was 1967, toen hij zevende werd in de 500cc-klasse. Hij finishte acht keer op het podium van de North West 200 in Noord-Ierland, waarvan twee keer als winnaar van de 500cc-race. Ook won hij vijf keer de Race of the Year op Mallory Park. Op Mallory Park is een deel van het circuit dat eerst Lake Esses heette hernoemd naar John Cooper, de "John Cooper Esses". Racecarrière John "Mooneyes" Cooper begon deel te nemen aan motorsportwedstrijden in 1954. Hij reed toen met een 200 cc James zonder achtervering in trialwedstrijden. Later kocht hij een James baanracer met plunjervering en een Triumph Tiger Cub-motor. Een van zijn tegenstanders was Percy Tait, die ook een Triumph Tiger Cub gebruikte. Hij had een goede relatie met de motorfietsdealer Wraggs, die als sponsor optrad. In 1960 gebruikte hij een BSA Gold Star van Wraggs voor de 500cc-klasse en later een Norton Manx-frame met een 350 cc BSA Gold Star motor. In 1961 kocht Wraggs twee Nortons voor hem, voor de 350- en de 500cc-klasse. Deze beide machines nam Cooper in 1964 over, maar hij verkocht ze in 1966 weer om over te schakelen op Seeley-motorfietsen. Die hadden een Matchless G50 motor die goedkoper te onderhouden was dan de Nortons. Cooper was een goede monteur en werkte het liefst zelf aan zijn machines, maar het tunen van de motoren liet hij over aan Francis Beart. Toen hij later met tweetaktmotoren reed, werden die verzorgd door Ron Herring. In 1964 startte hij voor het eerst in de Isle of Man TT. In de 350 cc Junior TT viel hij uit, maar in de 500 cc Senior TT werd hij negende. In de Ulster Grand Prix viel hij weer uit, waardoor hij in het WK puntloos bleef. In de Lightweight 250 cc TT viel hij uit met een 250 cc Yamaha. In 1965 viel hij in drie klassen van de Isle of Man TT uit (in de Lightweight 250 cc TT nu met een Greeves), maar hij scoorde toch WK-punten. In de 350cc-klasse werd hij zesde in de TT van Assen en vijfde in de Ulster Grand Prix en in de 500cc-klasse werd hij vierde in Assen. In de North West 200 werd hij tweede in de 350cc-race en hij won voor het eerst de Race of the Year in Mallory Park. In 1966 startte hij niet op het eiland Man, maar hij reed wel een bijna volledig WK-seizoen in de 500cc-klasse. Hij startte in zes GP's, maar scoorde alleen punten in Assen, waar hij vierde werd. In vier wedstrijden viel hij uit en in de Grand Prix van Tsjecho-Slowakije werd hij zevende. In 1967 kwam hij voor het eerst in de top tien van de 500cc-klasse. Hij werd met de Norton vierde in de Senior TT, derde in Tsjecho-Slowakije en zesde in Ulster en sloot het seizoen af als zevende. In de Junior TT werd hij negende en in de Lightweight 250 cc TT met een Kawasaki A1 Samurai 250 vijfentwintigste. In 1968 won hij zijn tweede North West 200, volgens de uitslagenlijst met een Matchless, maar waarschijnlijk met een Seeley met een Matchless G50-motor. In de Senior TT viel hij met een dergelijke machine uit, maar dankzij goede prestaties in de TT van Assen, de Grand Prix van België en de Grand Prix van de DDR werd hij toch achtste in het wereldkampioenschap. In de Lightweight 250 cc TT werd hij met een Yamaha TD 1 C achtste en in de Junior TT met een Seeley vijfde. In 1969 racete Cooper niet veel. Op tweede Pinksterdag raakte hij geblesseerd op Cadwell Park. De blessures waren zo erg dat hij zijn machines verkocht aan Paul Smart, Alberto Pagani en Steve Jolly. In 1970 kreeg hij zijn enige fabrieksracer ooit. In de Production 750 TT werd hem een door Honda geprepareerde Honda CB 750 Four ter beschikking gesteld. Cooper werd er slechts negende mee. In de Junior TT viel hij uit met een Yamsel, een Yamaha TD 2 motor in een Seeley frame. In de Lightweight 250 cc TT viel hij ook uit, met een Padgett Yamaha. In de North West 200 werd hij met de Yamsel tweede in de 350cc-klasse en met een Seeley tweede in de 500cc-klasse. In 1970 won John Cooper de Mallory Park Race of the Year, en eind november werd hij door de lezers van het blad Motor Cycle News uitgeroepen tot motorsportman van het jaar. Hij eindigde daarmee voor Phil Read. Rodney Gould, nota bene wereldkampioen 250 cc werd derde, terwijl Giacomo Agostini (wereldkampioen 350- én 500 cc) slechts zevende werd. In 1971 kwam hij in de WK-standen noch in de Isle of Man TT voor, maar hij was heel succesvol in de North West 200. In de 250cc-race werd hij met een Yamaha tweede, in de 350cc-race werd hij met een Yamsel tweede en hij won de 500cc-race met een Seeley. In 1972 kon de North West 200 niet doorgaan door de onrust in Noord-Ierland die volgde op Bloody Sunday. De FIM had echter de 750 cc klasse in het leven geroepen. Die was gebaseerd op de 200-mijlsrace van Daytona en stond open voor van standaardmachines afgeleide motorfietsen van 251- tot 750 cc. Triumph en BSA, die samen tot in de BSA-Group waren samengesmolten, zetten hun driecilinders Triumph T150 Trident en BSA Rocket 3 als racer in. In dat jaar versloeg John Cooper tot twee keer toe wereldkampioen Giacomo Agostini, die echter met een zware MV Agusta 750 S met cardanaandrijving reed. John Cooper reed in dat jaar zowel op de BSA als op de Triumph en hij won ook het Motor Cycle News Super Bike Championship. Cooper startte ook in de Junior TT, waar hij met een Yamaha uitviel. Zijn MCN Super Bike Championship bewoog Norton om John Cooper samen met Peter Williams en Dave Croxford op te nemen in het team van 1973, maar Cooper reed in de 750cc-klasse van de North West 200 met een BSA, waarmee hij derde werd. Persoonlijk leven John Cooper was automonteur en na zijn dienstplicht in 1958 ging hij als manager in de herenkledingzaak van zijn vader in Derby werken. In 1965 richtte hij zijn eigen garagebedrijf op. Hij ging met pensioen in de tweede helft van de jaren nul. Toch waren er na die tijd nog twee bedrijven die zijn naam droegen: een auto- en motorfietswerkplaats in Derby en een handelaar in motorfietsbanden. Trivia John Cooper's bijnaam was "Mooneyes". Aanvankelijk had hij zijn valhelm voorzien van zijn initialen "J.C.", gevolgd door een tekening van Japie Krekel uit de Disneyfilm Pinokkio, die in het Engels "Jiminy Cricket" (J.C.) heet. Deze helm werd door de organisatoren geweigerd, waarna hij hem rood schilderde en voorzag van twee grote ogen (Mooneyes), die in de jaren zestig populair waren onder motorrijders. Gedurende zijn carrière zouden deze Mooneyes zijn handelsmerk worden. Ze werden jaren later ook gebruikt door Shinya Nakano. Het helmenmerk "Davida", gespecialiseerd in klassieke pothelmen, bood in 2014 nog een "John Cooper Replica" helm, rood en voorzien van Mooneyes, aan. In internationale races in Engeland was Derek Minter een rivaal van John Cooper. Minter stond bekend als "King of Brands", Cooper als "Master of Mallory". Brits motorcoureur Trialrijder
Persoonlijk leven John Cooper was automonteur en na zijn dienstplicht in 1958 ging hij als manager in de herenkledingzaak van zijn vader in Derby werken. In 1965 richtte hij zijn eigen garagebedrijf op. Hij ging met pensioen in de tweede helft van de jaren nul. Toch waren er na die tijd nog twee bedrijven die zijn naam droegen: een auto- en motorfietswerkplaats in Derby en een handelaar in motorfietsbanden.
1
motorfietsreparatie, motorfietswerkplaats, motoronderhoud
9,939
UserPlays
699327
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20spelers%20van%20RBC
Lijst van spelers van RBC
Dit is een lijst van voetballers die minimaal één officiële wedstrijd hebben gespeeld in het eerste elftal van de Nederlandse voormalig profclub RBC of RBC Roosendaal. A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z RBC RBC
null
0
spelers, gebruikersinteractie, gebruikersactiviteiten
1,743
ActionAccessSpecification
1119786
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rotsklimmen
Rotsklimmen
Rotsklimmen is een sport op rotsen met klimmende bewegingen. Het in dit artikel bedoelde rotsklimmen wordt meestal gedaan als sport of recreatie, soms als beroepsactiviteit. Een beroepsactiviteit is bij rotsklimmen bijvoorbeeld het aanbrengen van beschermingsnetten op de rotsen die gelegen zijn langs de wegen. Het recreatief of als sport rotsen beklimmen heet klimsport. Een conflictsituatie met de natuurbescherming kan ontstaan, als rotsen worden beklommen, waar zich nesten van arenden, uilen en andere beschermde roofvogels bevinden. Daarom moet vóór het beginnen van een tocht worden geïnformeerd naar de aanwezigheid van deze dieren en naar op grond daarvan geldende klimverboden. De meeste rotsen in België vallen onder het beheer van klimclubs en privéinstellingen zoals outdoororganisaties. Daar deze rotsen aan hoge prijzen worden gehuurd, onderhouden en uitgerust worden, is de toegang logischerwijs voorbehouden aan de leden en degenen die voldoen aan de door deze organisatie opgelegde toegangsvoorwaarden. In Frankrijk zijn de meeste klimrotsmassieven daarentegen vrij toegankelijk. Buitenlanders mogen in België op de klimrotsmassieven indien zij in orde zijn met een UIAA-lidmaatschap. Voor Nederlanders bestaat in België een speciale regeling. Men moet bij het rotsklimmen eveneens rekening houden met de burgerlijke verantwoordelijkheid en zijn persoonlijke ongevallen verzekering, klimongevallen worden in vele gevallen slechts gedekt door een speciale klimverzekering. Dit brengt mede dat een lidmaatschap bij een klim- en bergsportvereniging noodzakelijk is. Er bestaan initiatiedagen bij alle organisaties die het rotsklimmen voor één of twee dagen mogelijk maken. Outdoororganisaties hebben een eigen regeling, ook is het rotsklimmen hier beperkt tot het zogenoemd top-rope klimmen. In Duitsland is de toegankelijkheid van deelstaat tot deelstaat verschillend geregeld. In Beieren zijn de mogelijkheden voor de sport ruimer dan in bijvoorbeeld Noordrijn-Westfalen. Een overkoepelende organisatie, Interessengemeinschaft Klettern of IG Klettern, coördineert een en ander, en houdt rekening met enerzijds de belangen van de beoefenaars van het rotsklimmen (Duits: Klettern), en anderzijds die van natuurbeschermers en -beheerders. Een gezien de ligging voor Nederlanders interessant rotsklimgebied is de bergrug Ith in het Leinebergland, nabij Hamelen en Hildesheim. Externe links Overzicht van alle klimrotsmassieven in België www.ig-klettern.de/index.php/ueber-uns/regionale-ig-klettern.html Website IG Klettern met links naar de mogelijkheden van rotsklimmen per regio in Duitsland Klimsport
De meeste rotsen in België vallen onder het beheer van klimclubs en privéinstellingen zoals outdoororganisaties. Daar deze rotsen aan hoge prijzen worden gehuurd, onderhouden en uitgerust worden, is de toegang logischerwijs voorbehouden aan de leden en degenen die voldoen aan de door deze organisatie opgelegde toegangsvoorwaarden.
1
actievereisten, toegangsvoorwaarden, acceptatievoorwaarden
5,714
MonetaryAmountDistribution
558317
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kies%20de%20Kluis
Kies de Kluis
Kies de Kluis was een televisiequiz van de Nederlandse omroep TROS, gepresenteerd door Marc Klein Essink. Het spel werd gespeeld door twee teams van twee kandidaten. Ronde 1 De eerste ronde bestaat uit tien vragen met twee mogelijke antwoorden. Eentje ziet het team wel, de andere niet. Aan de kandidaten te raden of ze meteen voor het zichtbare antwoord kiezen, of voor het onbekende Er wordt gelijk verteld of het antwoord goed is of niet. Bij een goed antwoord, mag het team naar de kluizenwand om geld te verdienen. Bij een fout antwoord, gaan de beurt en het tot dan verdiende geld over naar het andere team. Het team dat na de tiende vraag de beurt heeft, gaat naar de finale. Kluizenwand: Er zijn twintig kluisjes. In achttien kluisjes zitten geldbedragen tussen de 100 en de 50.000 euro. In de laatste twee zit een "bom". Pakt het team een bom, dan verliezen ze ogenblikkelijk de beurt én het tot dan toe verdiende speelgeld. Het team mag twee kluizen kiezen. De eerst gekozen kluis wordt opengemaakt. Dan moet het team beslissen of ze het geld nemen of niet. Als ze het niet nemen, nemen ze het risico dat de tweede kluis minder geld of een bom bevat. Na het pakken van het geld, wordt ronde 1 vervolgd. Was het de laatste vraag, dan speelt het team dat de beurt heeft de finale. Finale Er zijn vijf kluizen. Aan het begin zitten ze nog in de grond. Het finaleteam krijgt vijf vragen die op dezelfde manier moeten worden beantwoord als in ronde 1. Daarna worden de antwoorden een voor een gecontroleerd. Eerst komen de goede antwoorden terug, daarna de eventuele foute. Ze moeten bij elk antwoord opnieuw beslissen of ze denken dat het antwoord echt goed is. Gaan ze ervoor en klopt het ook, dan zakt er een lege kluis weg. Is het fout, dan is de finale over. Bij twijfel mag er altijd worden gestopt. Dan mag er gekozen worden uit de kluizen die nog over zijn. Er is ten minste één goed antwoord nodig om de kluizen omhoog te krijgen. Hebben ze niks goed, dan winnen ze dus niks. Het moment van de waarheid Wanneer de kandidaten zijn gestopt, zijn er afhankelijk van het aantal juiste antwoorden nog een bepaald aantal kluizen over. Uit die kluizen moet gekozen worden. Als het de juiste kluis is, is de finale gewonnen en krijgt het team het geld dat in ronde 1 is gewonnen. Dat kan meer dan 100.000 euro zijn. Het hoogst gewonnen bedrag was € 164.750. Niet meer op TV De eerste uitzending was in het voorjaar van 2006, het tweede en tevens laatste seizoen werd in het najaar van 2006 uitgezonden. Televisieprogramma van de TROS Quiz
Er zijn twintig kluisjes. In achttien kluisjes zitten geldbedragen tussen de 100 en de 50.000 euro. In de laatste twee zit een "bom". Pakt het team een bom, dan verliezen ze ogenblikkelijk de beurt én het tot dan toe verdiende speelgeld.
1
statistische verdeling, geldbedragen, percentielen
7,751
HousePainter
81271
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Hef
De Hef
De Hef is de populaire benaming van de Koningshavenbrug, een sinds 24 september 1993 voor het treinverkeer buiten gebruik gestelde spoorweghefbrug over de Koningshaven in de Nederlandse stad Rotterdam. De brug vormde deel van de spoorlijn Breda - Rotterdam. Geschiedenis De Koningshaven scheidt het Noordereiland van de wijk Feijenoord. De brugdelen van de Koningshavenbrug aan de wederzijdse oevers stammen uit 1878. Het middengedeelte was oorspronkelijk een draaibrug. Dit was echter een forse hindernis voor de scheepvaart. In de smalle doorvaart voeren meerdere schepen zich vast, in 1918 voer het Duitse schip Kandelfels tegen de pijler. Dit laatste ongeval gaf de doorslag voor de aanleg van een hefbrug ter vervanging van de draaibrug. De brug is ontworpen door ingenieur Pieter Joosting en opengesteld op 31 oktober 1927. Deze brug was de eerste van haar soort in West-Europa. Joris Ivens maakte in 1928 een avant-gardistische film over de Hef met als titel De Brug. Onder meer door deze film werd Ivens internationaal bekend. Arij de Boode en Pieter van Oudheusden schreven De Hef, biografie van een spoorbrug (1985, met een woord vooraf door Joris Ivens). Op 14 januari 1933 dook Lou Vlasblom van ongeveer 67 meter hoogte de hefbrug, en werd hiervoor gehuldigd in het Grand Theatre. Twee weken later sprong Jan Tabbernee vanaf een punt zes meter hoger dan dat van Vlasblom. Tabbernee kwam verkeerd terecht en overleefde de duik niet. Op 10 mei 1978 is de hefbrug aangevaren door de Nedlloyd Bahrein tijdens sleep vanaf de scheepswerf Van der Giessen-de Noord, waar het schip gebouwd was, naar Wilton-Fijenoord. Gedurende 14 dagen was het spoorwegverkeer gestremd. Herbestemming Na de ingebruikname op 24 september 1993 van de Willemsspoortunnel voor het treinverkeer tussen Centraal Station en station Zuid kon men zich richten op de sloop van het overbodig geworden tracé. Dat bestond uit de twee Maasbruggen: de Hef en de Willemsspoorbrug (de andere Maasbrug in het verlengde van de Hef) en het Luchtspoor. Na brede protesten van Rotterdammers werd afgezien van de sloop van de Hef. Deze brug is nu Rijksmonument, een monument ter herinnering aan de plek waar ooit de treinen het centrum van Rotterdam verlieten. De rest van het spoortracé is wel gesloopt. De zuidelijke toren van de hefbrug dient sinds de plaatsing van een nestkast als broedgelegenheid voor slechtvalken. Plannen In 2013 stond de brug centraal in het project De Hef Experience, dat de culturele, architectonische en stedenbouwkundige waarde van de brug onder de aandacht wilde brengen. Tegen de plannen van De Hef Experience werd echter geprotesteerd door een deel van de bevolking van het Noordereiland, waaronder de vereniging Handen af van De Hef. In oktober 2014 hebben ontwerpbureau KCAP en ingenieursbureau Movares onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om een nieuwe tramlijn over de Hef te laten rijden. De geplande derde oeververbinding tussen het Noordereiland en Rotterdam-Zuid - om de route van de Willemsbrug naar de Rosestraat rechtdoor te trekken - zou dan zonder trambaan kunnen. Renovatie en tweede tijdelijke verwijdering van het middendeel Op zondag 23 november 2014 werd het middengedeelte van de brug - het val - tijdelijk verwijderd voor groot onderhoud. Het 55 meter lange en 9 meter brede brugdeel werd uitgehesen met behulp van speciale bokken en vervoerd naar de Merwehaven. In 2016 is het val hier opgeknapt. De contragewichten in de torens werden gefixeerd in de hoogste stand. Alle staalkabels zijn verwijderd. De renovatie duurde tot begin 2017 en werd betaald door de gemeente Rotterdam. De rest van de brug, bestaande uit twee aanbruggen en twee heftorens werd gestraald en opnieuw geconserveerd. Tevens werden diverse staalreparaties uitgevoerd waarbij onder andere onderdelen opnieuw met klinknagels zijn bevestigd. De combinatie Hegeman Bouw Chemie en VDS Staal- en Machinebouw zijn hoofdaannemer van deze opdracht. Van Ginkel Groep heeft de Hef in zijn geheel (circa 28.000 m²) gestraald en schildersbedrijf N. van der Ham heeft de gehele constructie geschilderd in het originele NS116 mosgroen. Op 7 februari 2017 werd het val weer teruggeplaatst. De Hef was hiermee weer compleet. Op de werf van Oceanco in Alblasserdam worden luxe jachten afgebouwd. De meeste kunnen na voltooiing zonder belemmeringen naar zee varen, maar voor het jacht van Jeff Bezos, Y721, zou het middendeel van De Hef gedemonteerd moeten worden. Naar aanleiding van berichten dat dit in 2022 zou gebeuren en na kritiek op dit plan stelde burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam in februari 2022 dat er nog geen vergunning voor was aangevraagd. Na protesten van Rotterdammers en de aankondiging dat het superjacht bij het passeren met rotte eieren zou worden bekogeld, werd eind juni 2022 bekendgemaakt dat het plan tot demontage was afgevoerd. Afbeeldingen Hef, De Hef Hef, De Hef, De Bouwwerk in Rotterdam-Zuid
De rest van de brug, bestaande uit twee aanbruggen en twee heftorens werd gestraald en opnieuw geconserveerd. Tevens werden diverse staalreparaties uitgevoerd waarbij onder andere onderdelen opnieuw met klinknagels zijn bevestigd. De combinatie Hegeman Bouw Chemie en VDS Staal- en Machinebouw zijn hoofdaannemer van deze opdracht. Van Ginkel Groep heeft de Hef in zijn geheel (circa 28.000 m²) gestraald en schildersbedrijf N. van der Ham heeft de gehele constructie geschilderd in het originele NS116 mosgroen.
1
schildersbedrijf, huisschilder, schilderdiensten
902
MotorcycleDealer
4028250
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bertus%20van%20Hamersveld
Bertus van Hamersveld
Bertus van Hamersveld (Bussum, 1 februari 1896 - Hilversum, 7 april 1975) was een Nederlands motorcoureur. Zijn volledige naam was Albertus Petrus van Hamersveld. Carrière In 1920 reed Bertus van Hamersveld met zijn privé-Harley-Davidson zijn eerste echte race op de drafbaan Duindigt in Wassenaar. Die eerste race won hij ondanks het feit dat het een compleet opgebouwde toermotorfiets was, met verlichting en claxon. De tweede race kon hij niet rijden omdat hij in het rennerskwartier was aangereden door een andere deelnemer, waardoor zijn motorfiets beschadigd was. Hoewel er nog maar weinig wedstrijden waren, die bovendien allemaal op draf- en wielerbanen gehouden werden, won Van Hamersveld ook in de volgende jaren een aantal wedstrijden. In 1923 won hij samen met zijn verloofde Marie Bruinink de zijspanrace tijdens de jubileumwedstrijden van de KNAC. In 1924 maakte Bertus van Hamersveld deel uit van een team dat deelnam aan races op de AVUSring in Berlijn. Hij had nu wel een echte racemotor, een Harley-Davidson met vier kleppen per cilinder, en daarmee won hij de wedstrijd. Hij won later in het jaar ook nog een wedstrijd in Rüsselsheim. De races in Duitsland werden op verharde banen gereden, waar de zware Harley-Davidson beter te hanteren was dan op de gras- en zandbanen in Nederland. Vanaf 1925 trok Bertus van Hamersveld steeds vaker naar Duitsland om op de verharde circuits te kunnen racen. In Nederland waren door de slechte toestand van de banen slechts drie inschrijvers in de zware klasse, maar in Duitsland racete Van Hamersveld op de Solitudering bij Stuttgart. Daar had hij al de nodige problemen en valpartijen in de trainingen gehad toen hij in de race aan de leiding liggend weer viel. Hij raakte gewond aan zijn hoofd en handen, maar met Pinksteren reed hij weer op de Opelbaan in Rüsselsheim. De Nederlanders deden het daar goed: Van Hamersveld won met zijn Harley, Cees van der Velden werd met een Indian tweede en Karel Baar met een Harley derde. Om toch op de grasbanen te kunnen rijden schafte hij zich een 500 cc Norton aan. De "Halve Harley" Op 11 juli 1925 vond de eerste echte wegwedstrijd in Nederland plaats op het Circuit van Drenthe. Daar zaten nog hele stukken zand- en grindweg in en Bertus van Hamersveld schreef zich in voor de zwaarste (500 cc) klasse. Hier verscheen hij met zijn Harley-Davidson, waar de voorste cilinder en drijfstang van verwijderd was om op 500 cc te komen. Van Hamersveld had dit overigens niet zelf gedaan: de machine was door de fabriek kant en klaar afgeleverd. Van Hamersveld had de eerste Nederlandse TT bijna gewonnen, maar in de laatste ronde brak een klepveer waardoor Piet van Wijngaarden hem met zijn Norton kon passeren. In 1926 besloot de KNMV om aan de tweede TT in Assen het Nederlands kampioenschap te koppelen. Bertus zou met een watergekoelde 350 cc Gillet en een 500 cc New Hudson rijden. Die laatste machine was opgevoerd door tuner/coureur Bert le Vack. De 350 cc race won hij bijna, tot een gebroken benzineleiding een einde aan zijn race maakte. De beloofde New Hudson was niet verschenen. In 1927 werd de TT van Assen internationaal en Bertus van Hamersveld leidde met een Norton de 500 cc race vóór Stanley Woods, die al twee keer de beroemde TT van Man gewonnen had. Bertus moest echter een achterwiel wisselen en eindigde uiteindelijk als vierde. Hij was wel de eerste nationale rijder omdat John Moos, die derde was, als "internationaal" had ingeschreven. Van Hamersveld viel uit in de Grand Prix van België en kwam daarna niet meer aan de start omdat hij het te druk had met de zaak die hij samen met zijn vader bestierde. In 1928 bleef pech hem achtervolgen, maar hij won wel een baanrace in Alkmaar met een Rudge. Voor de TT van Assen werd hij opgenomen in het team van Gillet voor de 500 cc klasse. Hij werd echter aangereden door Piet van Wijngaarden waardoor hij uitviel. In 1929 namen de gebroeders Van Hamersveld, die al een motorzaak in Bussum hadden, ook de zaak van J.H.P. Jansen in Amsterdam over. Ze waren al agent voor Harley-Davidson, maar nu kwamen de merken Matchless, Douglas, Ascot-Pullin en Rudge erbij. De nieuwe Rudge Ulster modellen waren erg snel en Van Hamersveld kon er weer een aantal wedstrijden mee winnen. In de TT van Assen kreeg hij weer een Gillet, maar dit keer viel hij uit door een lekke band. In België ging de motor van de Gillet stuk, maar Bertus van Hamersveld won wel de Van Vlijmenrit waarbij hij de Gouden Kelk won. In 1929 reed hij ook veel wedstrijden op de baan en in het terrein. De Deutscher Motorsport Verband nodigde vier Nederlandse grasbaanracers uit. In Hannover wonnen Jan Rijk, Rinus van den Berg, Cees van der Velden en Bertus van Hamersveld alle wedstrijden en Van Hamersveld reed de snelste ronde van de dag. Bij de zesdaagse in München hoorde Van Hamersveld bij het Nederlandse A-team, maar weer kreeg hij pech. Door een lekke band kreeg hij vier strafpunten waardoor hij de gouden medaille miste. Hoewel Bertus van Hamersveld als pechvogel te boek stond won hij in de tweede helft van de jaren twintig 35 van de 50 wedstrijden waaraan hij deelnam. In 1930 reed hij weer geweldig, maar pech bleef hem achtervolgen. Gillet had voor de TT van Assen een machine voor Van Hamersveld geprepareerd, maar die gaf zoveel problemen dat hij weer uitviel, en dat gebeurde ook in de Grand Prix van Europa in Spa-Francorchamps. In 1931 ging het met de Rudge machines goed op de grasbanen, maar op de circuits bleef hij pech hebben. De fabrikanten hadden wel door dat Van Hamersveld een toprijder was, en dit keer kreeg hij de snelle NSU SS 500 aangeboden. Hij moest eerst in de Duitse Grand Prix steun verlenen aan de fabrieksrijders Rüttchen en Neheis, maar hij viel in die race. In Assen was hij weliswaar snel, maar daar brak zijn ketting. In de Grand Prix van België kon hij met een 350 cc New Imperial de Britse toprijder Jimmie Guthrie volgen, maar daar viel hij uit door een kapotte zuiger. Hij werd captain van het zesdaagseteam, ondanks stemmen die hem uit het team wilden houden vanwege zijn reputatie als pechvogel. Het team met Van Hamersveld, Dick Eysink en Gerard "Bud" Bakker Schut won de Zilveren Vaas. Bertus van Hamersveld kreeg hiervoor de "Motorrijwielbeker" van de KNMV. In 1932 stapte Van Hamersveld over op machines van Eysink die met Rudge-Python motoren waren uitgerust. Hij gebruikte ze zowel voor grasbaan- als wegraces. In de TT van Assen wilde de machine van Van Hamersveld na de pitstop niet meer starten en toen hij eindelijk weer op weg was liep de motor vast. In België viel hij uit met een natte ontstekingsmagneet. In de zesdaagse was Van Hamersveld weer captain, maar terwijl zeven Nederlanders een gouden medaille wonnen, was Bertus van Hamersveld een van de twee uitvallers. In 1933 kreeg Bertus van Hamersveld een uitnodiging om deel te nemen aan de TT van Man. De machines van Rudge waren toen al enkele jaren niet meer zo oppermachtig als ze geweest waren, maar Dick Eysink schreef Van Hamersveld in met de Eysink-Rudge. Bertus van Hamersveld liet zijn grasbaanseizoen verder voor wat het was en reisde twee keer naar het eiland Man om de 60 kilometer lange Mountain Course te verkennen. Tijdens de officiële trainingen viel hij echter waarbij hij zijn enkel blesseerde. Hij kon daardoor niet starten. Hans Davids kreeg zijn machine, maar viel net als Bud Bakker Schut uit. Omdat hij in dit seizoen niet voldoende grasbaanresultaten had werd hij door de KNMV gedegradeerd naar de juniorenklasse, waarna hij besloot zijn grasbaancarrière te beëindigen. De Auto-Cycle Union nodigde Bertus van Hamersveld opnieuw uit voor de TT van 1934. Nu verliepen de trainingen goed, maar tijdens de Senior TT reed Van Hamersveld in de Mountain Box tegen een ijzeren hek. Hij was ongedeerd, maar zijn machine was te zeer beschadigd om door te rijden. In de TT van Assen werd Van Hamersveld achtste achter zijn teamgenoot Bakker Schut. In België viel Bertus van Hamersveld weer uit en dat gebeurde ook in de zesdaagse in Duitsland. Nederlands kampioen In 1935 startte Van Hamersveld in de TT van Assen met een New Imperial 500 cc tweecilinder. In de training draaide hij de motor echter stuk. Er stond echter nog een 250 cc New Imperial klaar, die ook in de Lightweight TT op Man gereden had. Bertus reed zes ronden lang op de derde plaats, maar na de pitstop wilde de machine niet meer aanslaan. Uiteindelijk kreeg men de machine aan de praat en hij vocht zich weer terug naar de derde plaats. Als snelste Nederlander was hij daardoor Nederlands kampioen 250 cc. In België probeerde hij het opnieuw met de 500 cc New Imperial, maar hij viel bij het inhalen van een langzame deelnemer en brak zijn voet. In 1936 zette de firma Stokvis een team met Ariel-motorfietsen op. Men wilde uitkomen in de Harz- en Dumonceaurit en de zesdaagse, met Bertus van Hamersveld, Jaap Fijma en Jacques Ickx (de vader van Jacky Ickx). Bertus reed de TT van Assen met een 500 cc Velocette, maar hij viel in Assen. Dit keer drongen zijn collega's aan op zijn deelname in het zesdaagse-team. Het team was met zijn standaard Ariel Red Hunters kansloos tegen de Britten, maar ze haalden geen strafpunten en daarom moest de strijd om de Zilveren Vaas beslist worden in een snelheidsproef. Die was op het lijf van Van Hamersveld geschreven. Met zijn standaard Ariel haalde hij zelfs Ernst Henne met zijn compressor-BMW in. In 1937 viel Bertus opnieuw uit in de TT van Assen, dit keer met een 250 cc OK-JAP die hij geleend had van de Britse coureur Eric Fernihough, want hij had in dit jaar zelf geen racemotoren. De zesdaagse vond plaats in Donington en het Nederlandse team had daarvoor BMW's ter beschikking gekregen. Vijf teams bleven zonder strafpunten, waardoor het weer op een snelheidsproef aan kwam. Het Nederlandse team zette alles op de betrouwbaarheid van de BMW's en daarom besloot men zo hard te rijden dat de concurrenten hun machines stuk zouden draaien. Dat lukte en Nederland won voor de tweede keer de Zilveren Vaas. Daarom kreeg Bertus van Hamersveld voor de Grand Prix van België een compressor-BMW RS 500 om mee te trainen. Toen dat goed verliep nam men hem voor de TT van Assen op in het fabrieksteam, samen met "Sjorsch" Meier en "Wiggerl" Kraus. Toen Kraus op de dag van de race ziek bleek te zijn was de opdracht voor Van Hamersveld duidelijk: Het voor Gilera-coureur Dorino Serafini zo moeilijk mogelijk maken om Meier te volgen. Van Hamersveld maakte het Serafini inderdaad moeilijk: hij werd zo opgejaagd dat hij viel. Meier won de TT, Van Hamersveld werd tweede en meteen ook Nederlands 500 cc kampioen. Een extra succes was een gouden medaille in de zesdaagse. Na de successen in 1937 ging het in 1938 weer mis. Tijdens de Dumonceau Bekerrit op het circuit van Siebenbrunnen in Luxemburg viel hij waarbij hij zijn been brak. Hij kon wel als teammanager mee met het zesdaagse-team van 1939, maar de Tweede Wereldoorlog maakte voorlopig een einde aan alle races en zesdaagsen. Einde carrière Na de oorlog was het moeilijk om nog wedstrijden te organiseren. Er was gebrek aan alles, met name rubber voor banden en behoorlijk klopvaste benzine. In 1946 werd er op Duindigt weer een baanwedstrijd georganiseerd. Bertus van Hamersveld was intussen 50 jaar oud en veel van zijn leeftijdsgenoten, die inmiddels sportcommissaris of official waren geworden, namen deel aan een veteranenrace. Ook Bertus van Hamersveld, die de race won. Toch vond hij zichzelf geen "veteraan". Toen de eerste Norton M30 en M40's van overzee kwamen waren die voor Bertus van Hamersveld. Bertus schreef ermee in voor de 350- en de 500 cc klasse in een race in Maasbracht en reed goed mee bij de internationalen. Op 8 juni 1947 trainde hij op het oude circuit in Zandvoort. Het regende en zijn uitlaat raakte een trottoirband. Zijn been raakte bekneld en moest worden geamputeerd. Bertus van Hamersveld moest zijn racecarrière beëindigen en trad nu ook zelf regelmatig op als official. In Assen, vlakbij het TT circuit, is er een rotonde naar hem vernoemd. Privéleven Na de lagere school ging Bertus van Hamersveld als knecht werken in de Adrian-garage in Den Haag. Daar werden behalve auto's ook motorfietsen gerepareerd en Bertus werd al snel monteur. Tijdens de mobilisatie in 1915 werd hij aanvankelijk als monteur bij de motordienst in Delft geplaatst, maar al snel werd hij korporaal-werktuigkundige bij de Vliegdienst in Soesterberg. Nadat hij enkele grasbaanraces had bezocht ging hij op de Vliegbasis Soesterberg samen met de vliegeniers Geysendorffer en Bakkenes zelf wedstrijdjes houden met militaire FN's en Harley-Davidsons. Op 12 november 1924 trouwde Bertus van Hamersveld met Marie Bruinink. Als motorhandelaar was hij betrokken bij de oprichting van de Bond van Motorhandelaren, die zich later aansloot bij de BOVAG. Hij werd ook bestuurslid van de BOVAG en na het overlijden van Jaap Fijma nam hij diens taken over bij de jaarlijkse bijeenkomst van oudere KNMV-ers. Overlijden Hoewel hij al 79 was overleed hij volkomen onverwacht op 7 april 1975 in zijn woonplaats Hilversum. Trivia Demonstratierit Begin 1929 vroeg men Bertus van Hamersveld om een aantal ronden op de sintelbaan op Woudenstein (Rotterdam) te rijden als test voor dirttrackwedstrijden. Een verkeersinspecteur kwam kijken of het veilig was, maar Bertus was iets te enthousiast en sloeg over de kop. De inspecteur verleende dus geen toestemming en pas in 1934 werd er op Woudenstein met motorfietsen gereden. De Blauwe Prins In december 1930 organiseerde de Nederlandse importeur van New Imperial een duurtest waarbij met een B10 ("Blue Prince") van 350 cc een afstand van 10.000 km moest worden afgelegd. "De Blauwe Prins" werd tijdens die rit afwisselend bestuurd door de motorcoureurs Bertus van Hamersveld, Piet van Dinter en Geert Timmer. Zij reden elkaar aflossend steeds ongeveer 250 km in zes uur, waarna ze twaalf uur rust hadden. Het parcours liep grofweg van Bussum (start en finish was bij Café De Roozeboom aan de Brinklaan) via Harderwijk, Zutphen en Arnhem weer terug naar Bussum. De rit was in die dagen een nationaal evenement waar alle kranten dagelijks over berichtten terwijl honderden mensen langs de route stonden. De rit werd gereden onder buitengewoon barre omstandigheden met sneeuw en ijzel, maar omdat de machine ook na 10.000 km gewoon bleef lopen besloot men om maar door te rijden. Kort voor de kerst werd de 25.000 km bereikt en reden de drie coureurs nog één ererondje op drie New Imperials van het model "Blue Prince" Hamersveld, Bertus van
In 1929 namen de gebroeders Van Hamersveld, die al een motorzaak in Bussum hadden, ook de zaak van J.H.P. Jansen in Amsterdam over. Ze waren al agent voor Harley-Davidson, maar nu kwamen de merken Matchless, Douglas, Ascot-Pullin en Rudge erbij. De nieuwe Rudge Ulster modellen waren erg snel en Van Hamersveld kon er weer een aantal wedstrijden mee winnen. In de TT van Assen kreeg hij weer een Gillet, maar dit keer viel hij uit door een lekke band. In België ging de motor van de Gillet stuk, maar Bertus van Hamersveld won wel de Van Vlijmenrit waarbij hij de Gouden Kelk won.
1
motorzaak, motorfietswinkel, motorhandelaar
11,642
PrependAction
1922509
https://nl.wikipedia.org/wiki/Propagatie%20%28scheikunde%29
Propagatie (scheikunde)
Propagatie is een proces waarbij in een chemische reactie na elke cyclus een bepaald reactief intermediair wordt geregenereerd. Andere stappen in een dergelijke chemische reactie zijn initiatie en terminatie. Voorbeelden Bij de reactie van methaan en chloor volgens een radicaalmechanisme ontstaat het chlooratoom Cl• steeds opnieuw na twee stappen, (zie ook radicalaire halogenering): Bij kettingpolymerisaties ontstaan in opeenvolgende stappen soortgelijke reactieve tussenproducten, die in elke stap met een extra monomeereenheid zijn verlengd: R-[H2C-CH2]_n{\bull} + H2C=CH2 -> R-[H2C-CH2]_{n{+}1}\bull Organische reactie Reactiemechanisme
Propagatie is een proces waarbij in een chemische reactie na elke cyclus een bepaald reactief intermediair wordt geregenereerd. Andere stappen in een dergelijke chemische reactie zijn initiatie en terminatie.
1
voorvoegsel, aanvangsactie, initiatie
2,188
Room
3242513
https://nl.wikipedia.org/wiki/Grote%20Gracht%20%28Maastricht%29
Grote Gracht (Maastricht)
De Grote Gracht (Maastrichts: Groete Grach) is een straat in het centrum van Maastricht. De licht hellende straat werd in de 14e eeuw aangelegd op de gedempte singelgracht. De Grote Gracht vormt de scheiding tussen de centrumbuurten Binnenstad en Statenkwartier. Het is een gemengde winkelstraat, waaraan een groot aantal monumentale huizen en enkele kloosters, stadspaleizen en scholencomplexen liggen. Geschiedenis De naam van de Grote Gracht wijst op de oorspronkelijke functie: zowel de Grote als de Kleine Gracht werden aangelegd op de gedempte singelgracht, behorende bij de eerste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht. Waarschijnlijk was dit een droge gracht, aangezien de Grote Gracht enkele meters stijgt vanaf de Hochterpoort of Gevangenpoort (op de Markt) naar de Tweebergenpoort (de westelijke stadspoort). De circa 1230 gebouwde stadsmuur bleek een eeuw later al te krap. Vanaf het midden van de 14e eeuw werd de tweede middeleeuwse stadsmuur gebouwd, waardoor de oppervlakte van de ommuurde stad verviervoudigde. De eerste muur bleef grotendeels gehandhaafd als reserve-verdedigingswerk en is achter de huizen aan de zuidkant van de Grote Gracht nog deels bewaard gebleven, bijvoorbeeld aan de Preekherengang. De gracht werd waarschijnlijk al in de 14e eeuw gedempt en bebouwd. Bij een bombardement door de Fransen tijdens het Beleg van 1748 werd de bebouwing aan de Grote Gracht zwaar getroffen. In de jaren daarna verrezen er enkele luxueuze stadswoningen, zoals de panden Grote Gracht 56, 74 en 82 (het Huis Soiron). Al eerder was op het terrein van het vroegere refugiehuis van de abdij van Munsterbilzen het stadspaleisje van de militaire gouverneur van Maastricht, de graaf van Tilly tot stand gekomen. Deze Hof van Tilly werd later bestemd als logeeradres van de commissarissen-deciseurs, de afgevaardigden van de prins-bisschop van Luik, die elke twee jaar toezicht kwamen houden op het bestuur in het tweeherige Maastricht. Later was er onder meer de assemblée primaire en de Rijkskweekschool gevestigd. Thans is het gebouw, zoals meerdere gebouwen aan de Grote Gracht, in gebruik bij de Universiteit Maastricht. Van 1896 tot 1902 reed een gemeentelijk gastram over de Grote Gracht. Wegens slechte prestaties werd deze in 1903 vervangen door een paardentram. De Maastrichtsche Tram verzorgde tot 1914 het openbaar vervoer tussen het Wycker stationsgebied en de Boschstraat, via Vrijthof en Markt. Vanaf 1918 nam Stadsbus Maastricht die taak over. De Grote Gracht is traditioneel een straat met gemengde activiteiten: winkels, horeca, scholen, kleinschalige bedrijven en woonhuizen. In recente jaren is er vrij veel leegstand van winkelpanden ontstaan. Doordat de straat buiten het kernwinkelcentrum en het voetgangersgebied van Maastricht ligt, en tevens per auto moeilijk te bereiken is, blijft een deel van het winkelpubliek weg en zijn veel winkels verdwenen. Enkele bekende, verdwenen zaken uit het verleden zijn: Mabro (broodwinkel), Drielsma (slager), De Hollandsche Comestibles Zaak (levensmiddelen), Kamm (wijnen), Sportex (sportzaak), De Poppenkliniek, Hassink (reisartikelen), Syen (leesbibliotheek, kantoorboekhandel), Thijs (meubels), Dedo (verf), Welf (schoenen), Maessen (schoenen), Moskowitz (stoffen), café In de Drei Keuninge en biljartcentrum Jacobs. Door sommigen wordt ook de aanwezigheid van enkele seksshops en coffeeshops ervaren als een achteruitgang van de straat. Omstreeks 2010 is een deel van de straat (tussen Markt en Helmstraat) autoluw gemaakt. Een verdere herinrichting is er op gericht om het langzaam verkeer te bevorderen. Een gemeentelijk plan voor de 'aanloopstraten' naar het centrum moet de Grote Gracht weer aantrekkelijk maken voor winkelvestigingen. Het project 'Wonen boven Winkels' tracht de leegstaande etages boven winkels geschikt te maken voor bewoning (bijvoorbeeld door studenten). Het lokale initiatief 'Kunstkwartier 6211' zoekt tijdelijke, kunstzinnige invullingen voor leegstaande winkelpanden. Bezienswaardigheden De Grote Gracht ligt binnen het beschermd stadsgezicht van Maastricht. De straat telt 52 rijksmonumenten, waarmee ze op de zevende plaats staat van monumentrijke straten en pleinen in Maastricht. Poorthuizen, stadspaleizen De benaming 'poort' heeft in Maastricht betrekking op een adellijke stadswoning. Aan de Grote Gracht lagen diverse poorthuizen, in de 17e eeuw onder andere de Poort van Weseth en de Poort van Thisius. In de 18e eeuw kwamen er enkele hôtels particuliers bij. Het Wijnhuis Thiessen werd in 1740 gebouwd door de wijnhandelaar Wilhelmus Thyssen. Delen van een ouder huis zijn nog in de achterbouw bewaard gebleven. De gevel is vrij strak uitgevoerd in baksteen met hardstenen raamomlijstingen en geblokte hoeklisenen. Slechts de begane grond is uitbundiger versierd. In de omlijsting van de koetspoort en de hardstenen panelen onder de ramen zijn rocaillemotieven in de stijl van de Luikse Régence verwerkt. Onder het huis en het erf bevinden zich meerdere wijnkelders. Het huis De Hertog van Cumberland, voorheen de Poort van Thisius, werd in 1785 verworven door de broers Andries en Willem Soiron, beiden kanunnik van het kapittel van Sint-Servaas. Hun broer Mathias Soiron bouwde er een nieuw stadspaleis, dat thans bekendstaat als het Huis Soiron. Het huis heeft een neoclassicistische gevel met hardstenen pilasters en een fronton. In het midden van de gevel bevindt zich een koetspoort met daarboven een balkon. Het smeedijzeren balkonhekwerk is met geometrische ornamenten versierd. Het interieur is zeer rijk met gestucte plafonds, wanden en schoorsteenmantels, wellicht uitgevoerd door Petrus Nicolaas Gagini. De Hof van Tilly, in 1714 gebouwd voor Claude-Frédéric t'Serclaes van Tilly, is een complex bouwwerk dat in de loop van verschillende eeuwen tot stand is gekomen. Het poortgebouw heeft naar voren gebogen vleugelstukken, bekroond met vazen. Het fronton is versierd met een cartouche waarin het stichtingsjaar 1714 is vermeld. In hetzelfde jaar werd op de binnenplaats een fontein aangelegd, waarvan het reliëf met De schaking van Amphitrite door Poseidon nog intact is. Van het oorspronkelijke herenhuis resteert alleen het middendeel. De zijvleugels werden eind 19e eeuw vervangen door schoollokalen (zie hieronder). Monumentale woonhuizen Ook elders in de straat bevinden zich goed bewaarde 17e en 18e-eeuwse herenhuizen met gevels in Lodewijk XV- of Lodewijk XVI-stijl. Zo heeft het imposante hoekhuis Helmstraat-Grote Gracht 29 (In den Koele Mey) een hardstenen deuromlijsting met rocailles in Lodewijk XV-stijl. De panden Grote Gracht 56 en 60 hebben statige lijstgevels van Naamse steen in Lodewijk XVI-stijl. Een enkel huis is gebouwd in de traditionelere stijl van de Maaslandse renaissance. Een voorbeeld hiervan is het huis 't Liewke, Grote Gracht 62. De voluutgevel van dit huis wordt bekroond door een liggend leeuwtje. Sommige huizen bezitten gevelstenen (nrs. 1-b, 20, 21, 30, 37 en 42). Kloosters en scholen In 1850 vestigden de zusters Ursulinen van Tildonk zich te Maastricht aan de Jodenstraat. Toen die locatie te klein werd, kochten ze in 1863 aan de Grote Gracht het Huis Bonhomme (nr. 64). Achter dit pand, langs de Capucijnenstraat, verrees in de volgende jaren de neogotische Ursulinenkapel (van architect Johannes Kayser), een klooster en een reeks scholen. Ook aan de Grote Gracht bouwden de zusters scholen. Het schoolgebouw op nr. 76, later Jeanne d'Arclyceum geheten, werd in 1922 ontworpen door de architecten Marres en Sandhövel, met een expressionistische baksteenfaçade. Het trappenhuis is versierd met tegels en glas-in-loodramen in art-decostijl. De naastgelegen aanbouw (nr. 76a) is een ontwerp van Alphons Boosten uit 1938 en heeft een gevel die met lichtgele kalksteenplaten is bekleed. Tussen het poortgebouw van de Hof van Tilly en het hoofdgebouw, ontwierp rijksarchitect Jacobus van Lokhorst in 1880 twee vleugels voor de Rijkskweekschool. De baksteengevels aan de binnenplaats hebben rondboogvensters, waarvan de segmentbogen versierd zijn met vlechtwerkmotieven. Vijf jaar later verrees in de tuin een turnzaal, uitgevoerd in pseudo-vakwerk. Het interieur heeft nog de oorspronkelijke plafondbetimmering met houten spantconstructie. Trivia In vroeger tijden stond op de Markt, links voor het stadhuis een schandpaal, waar veroordeelden (voor lichte vergrijpen) de spot van hun stadgenoten moesten ondergaan. De uitdrukking "de Groete Grach oploere" (de Grote Gracht opkijken) was dan ook geen prettig vooruitzicht. Van 1896 tot 1914 reed er een tram over de Grote Gracht, aanvankelijk een gastram, maar door aanhoudende problemen werd deze in 1902 vervangen door een ouderwetse paardentram. De leeuw op de gevel van het huis 't Liewke is minder oud dan men zou denken. Hij is waarschijnlijk omstreeks 1960 daar geplaatst. Wellicht is toen ook het in het pand gevestigde café, dat voorheen eenvoudigweg Bierhal heette, zo genoemd. De Grote Gracht en de Brusselsestraat werden door wethouder Theo Bovens in april 2000 bestempeld als de "Via Marihuana", omdat het aantal daar gevestigde coffeeshops en smartshops in tien jaar tijd was gestegen van twee naar 22. De recente geschiedenis van het pand Grote Gracht 56 is problematisch te noemen, hoewel niet illustratief voor de hele straat. Het pand was een aantal jaren geleden onderwerp van een zwartgeld-witwasaffaire, toen de eigenaren van een naastgelegen coffeeshop het pand met niet-betaald belastinggeld in handen probeerden te krijgen. Toen dit niet lukte werd het monumentale pand verkocht aan een hotelketen, die er in 2011 een hotel met 24 kamers wilde openen. Helaas ging de aannemer failliet en werd de bouw stilgelegd. Vervolgens is het pand overgenomen door een vastgoedonderneming die er een hotel in vestigde met 25 kamers. Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Maastricht/Grote Gracht Straat in Maastricht-Centrum Voormalige gracht in Maastricht 1e Maastrichter stadsmuur Binnenstad (Maastricht) Statenkwartier (Maastricht)
Trivia In vroeger tijden stond op de Markt, links voor het stadhuis een schandpaal, waar veroordeelden (voor lichte vergrijpen) de spot van hun stadgenoten moesten ondergaan. De uitdrukking "de Groete Grach oploere" (de Grote Gracht opkijken) was dan ook geen prettig vooruitzicht. Van 1896 tot 1914 reed er een tram over de Grote Gracht, aanvankelijk een gastram, maar door aanhoudende problemen werd deze in 1902 vervangen door een ouderwetse paardentram. De leeuw op de gevel van het huis 't Liewke is minder oud dan men zou denken. Hij is waarschijnlijk omstreeks 1960 daar geplaatst. Wellicht is toen ook het in het pand gevestigde café, dat voorheen eenvoudigweg Bierhal heette, zo genoemd. De Grote Gracht en de Brusselsestraat werden door wethouder Theo Bovens in april 2000 bestempeld als de "Via Marihuana", omdat het aantal daar gevestigde coffeeshops en smartshops in tien jaar tijd was gestegen van twee naar 22. De recente geschiedenis van het pand Grote Gracht 56 is problematisch te noemen, hoewel niet illustratief voor de hele straat. Het pand was een aantal jaren geleden onderwerp van een zwartgeld-witwasaffaire, toen de eigenaren van een naastgelegen coffeeshop het pand met niet-betaald belastinggeld in handen probeerden te krijgen. Toen dit niet lukte werd het monumentale pand verkocht aan een hotelketen, die er in 2011 een hotel met 24 kamers wilde openen. Helaas ging de aannemer failliet en werd de bouw stilgelegd. Vervolgens is het pand overgenomen door een vastgoedonderneming die er een hotel in vestigde met 25 kamers.
2
kamer, ruimte, accommodatie
10,315
MoveAction
5603320
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis%20van%20Westkapelle
Geschiedenis van Westkapelle
De Geschiedenis van Westkapelle beslaat de geschiedenis van de huidige plaats Westkapelle, in de gemeente Veere op het voormalig eiland Walcheren in de Nederlandse provincie Zeeland. De hier beschreven geschiedenis beslaat de gehele periode dat de plaats waar nu Westkapelle ligt, bewoont is geweest; van de Romeinse tijd tot de tegenwoordige tijd. Romeinse tijd In 1514 is er aan het strand van Westkapelle een altaarsteen gevonden gewijd aan de Romeins-Bataafse god Hercules Magusanus. Of deze afkomstig was uit een tempel die ooit in het gebied rond Westkapelle heeft gestaan, of uit een Romeinse vloot die hier in de buurt gelegen heeft is niet duidelijk. Wel duidt de vondst van deze steen, samen met de vondsten van een tempel gewijd aan Nehalennia op het strand van Domburg in 1647 op nadrukkelijke Romeinse aanwezigheid in dit deel van Zeeland. De altaarsteen zelf werd bij zijn vondst in 1514, door admiraal Filips van Bourgondië-Blaton in veiligheid gesteld, en werd in een kolom van de plaatselijke Sint-Willibrorduskerk gemetseld. Na het afbranden van deze kerk in 1831, werd de steen in 1834 door de toenmalige ambachtsheer Hendrik Jacob van Doorn van Westcapelle overgedragen aan het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Tegenwoordig is de altaarsteen ondergebracht in de collectie van het Zeeuws Museum. Vikingen Westkapelle is mogelijk gesticht in de tijd van de Vikingen. Aan de zuidkant van Westkapelle bevond zich in deze tijd een kreek die een ideale landingsplaats voor schepen zou zijn geweest. Het is aangetoond dat deze kreek bestaan heeft. Het is ook bekend dat er 'Noormannen' op Walcheren waren in deze tijd. Zo werd Walcheren voor 837 al geregeerd door een Deense graaf, Hemming Halfdansson. Deze werd gedood in een aanval van andere Noormannen in 837. De vikingleiders die deze aanval uitvoerden, Harald de Jongere en Rorik van Dorestad, kregen in 841 Walcheren in leen van Rooms Keizer Lotharius I. Harald bleef hierop tot zeker 855 in Walcheren en maakte het zijn uitvalbasis voor plunderingen verder in het binnenland. Een andere mogelijkheid is dat 9e-eeuwse Nooren naar Walcheren gevlucht zijn, na de Slag om Hafrsfjord in 872. Concreet bewijs voor een vikingnederzetting op de plaats waar nu Westkapelle is, is er niet. Wellicht hadden vikingen zich gevestigd in de al bestaande plaats Walacria of Walichrum, een verdronken stad iets ten noorden van Domburg. Desondanks worden de verbanden tussen vikingen en Westkapelle regelmatig gelegd.. Willibrordus Westkapelle is het oudste bedevaartsoord van Walcheren, omdat hier volgens de overlevering Willibrordus geland is en begonnen met zijn verkondiging van het Christendom op het Europese vasteland. Of Willibrord ook echt in Westkapelle of zelfs al op Walcheren is geweest is echter onderwerp van discussie. De oudste bron voor handen; Alcuin zijn Vita Sancti Willibrordi (ca. 786) noemt duidelijk de plaats Walichrum waar Willibord in 695 een heiligdom van een ter plaatse oudere religie kapotsloeg. Hierop werd hij aangevallen door een bewaker van dit heiligdom, maar op miraculeuze wijze bleef Willibrord ongedeerd. Volgens een latere abt; Thiofrid (Ca. 1104), raakte Willibrord in dit verhaal echter wel gewond. Een met Willibrords bloed besmeurd deel van het stukgeslagen heiligdom zou in de voormalige Willibrordkerk van Westkapelle zijn terechtgekomen, waar het in de voet van het altaar verwerkt werd. Een veel later werk, Mattheus Smallegange´s Nieuwe Cronyk van Zeeland (1696) plaatst dit verhaal zelfs helemaal in Westkapelle en wijst Westkapelle ook aan als eerste landingsplaats van Willibrord in de Nederlanden. Hij geeft hiervoor Beda's Historia ecclesiastica gentis Anglorum en Melis Stoke's Hollandse Rijmkroniek als bronnen. Deze bronnen zouden later echter in twijfel worden getrokken. Tot aan de hervorming was Westkapelle wel het centrum van de Willibrordverering op Walcheren. Relieken van Willibrord (stukjes bot), geschonken door de Abdij van Echternach, werden vanaf de 11e eeuw naast de bebloede altaarsteen vereerd. Opkomst en Welvaart Aanvankelijk werd gedacht dat de eerste kerk van Westkapelle gesticht is vanuit een moederkerk uit het in zee verdronken Walacria, samen met een kerk in Oostkapelle. Tegenwoordig wordt echter aangenomen dat deze twee kerken tussen de jaren 1000 en 1050 gesticht werden door de Sint-Maartensparochie te Middelburg. Het eerste concrete bewijs van de Westkappelse Willibrordkerk (en ook van Westkapelle zelf) komt van Thiofrids Vita Sancti Willibrordi waarin vermeld wordt dat Walchenaren samenkomen in de basilica que Westcapelle appellatur voor een slag met de Vlaamse graaf Robrecht de Fries. Dit moet tussen 1071 en 1093 geweest zijn. Hoogstwaarschijnlijk hing dit samen met de Willibrordverering die in deze kerk. Een in 1945 gevonden 11e-eeuwse aardewerken pot bevestigd bewoning in het gebied waar nu Westkapelle is. In 1162 wordt de kerk van Westkapelle nog genoemd in een pauselijke oorkonde voor de premonstratenzer Abdij van Middelburg. Later, gedurende de 13e eeuw, werd de Westkappelse Willibrordkerk de moederkerk van de kerken van West-Domburg, Hugenkerke(Meliskerke), Sint Jacobskerke(Werendijke), Sint Janskerke, Sint Nicolaaskerke(Boudewijnskerke) en Zoutelande. In 1168 wordt Westkapelle al genoemd als een geringe plaats. Waarna het in mei 1223 blijkbaar zo in aanzien gegroeid moet zijn dat graaf Floris IV van Holland en burggraaf van Zeeland Dirk II van Voorne, het dezelfde stadsrechten gaf als die Middelburg al in 1217 had gekregen. De late 13e eeuw moeten gouden tijden voor Westkapelle zijn geweest. In 1276 werden de stadsrechten door graaf Floris V namelijk uitgebreid met een handelsprivilege voor kooplieden uit de IJsselsteden. En in hetzelfde jaar, 1276, mocht Westkapelle zelfs meevergaderen met Middelburg, Zierikzee, Dordrecht en Haarlem in wat later een 'dagvaart' werd genoemd, overleg tussen de belangrijkste steden van Holland en Zeeland en de Grafelijke raad. Wel zou dit slechts bij een keer blijven. De stad leefde hoofdzakelijk van de visvangst (haring) en was een belangrijke koopstad die begin 13e-eeuw al handelde op Frankrijk, Engeland en Schotland. Zo zette het zich neer als voorpost voor het achterland. In de 13e/14e eeuw zouden kooplieden uit Antwerpen in Westkapelle gevestigd zijn, en komen tussen 1280 en 1300 Westkappelse schippers voor in Engelse havenrekeningen. Op 4 juli 1253 vond op het strand de Slag bij Westkapelle plaats tussen de graafschappen van Holland en Vlaanderen in hun strijd om Zeeland Bewestenschelde. Het Hollandse leger verschool zich samen met een aangesloten groep Westkappelaars in de duinen. Toen het Vlaamse leger aan het ontschepen was vielen ze de nietsvermoedende vijand, onder de wapenkreet "Sint Willibrord", aan. De totaal verraste Vlamingen waren door de ontstane verwarring simpel te verslaan. Als dank aan de heilige Willibrord, werd er op 4 juli een jaarlijkse processie door Walcheren in het leven geroepen, wat waarschijnlijk een voorloper van de jaarlijkse kermis was. In 1327 en 1355 werden de stadsrechten van 1223 bevestigd door respectievelijk graaf Willem III van Holland en graaf Willem V van Holland. En in 1340 zelfs uitgebreid met het recht voor de Poorters om hun goederen tolvrij door Holland en Zeeland te varen. In 1361 schonk graaf Albrecht van Beieren een vrije jaarmarkt aan de stad Westkapelle, wat met de processie van 4 juli samen zou smelten tot de traditie die tegenwoordig de jaarlijkse kermis is. Verval en start dijkwerkzaamheden Na een hoogtepunt van welvaart begin 14e eeuw, begon de ligging aan de zee langzaam maar zeker zijn tol te eisen. Na eerdere stormvloeden in 1334 en 1362 was in 1370 de landingsplaats al zo gevaarlijk om aan te doen, dat er een vuurbaken moest worden opgericht. Na nieuwe stormvloeden in 1374 en 1375 overspoelde het eiland Schoneveld en was de beschutte landingsplek helemaal verwenen. In 1398 zou het vuurbaken al zijn ingestort, en nog vele malen moeten worden heropgebouwd. Toen vervolgens in 1404 de eerst Sint-Elisabethsvloed de duinen teisterde, richtte deze zo een geweldige schade aan dat er enkele regeringsleden uit Middelburg kwamen om de schade op te nemen. Binnen 20 jaar werden de pas aangebrachte versterkingen echter alweer teniet gedaan door de tweede en de derde Sint-Elisabethsvloed. Van de duinen was weinig overgebleven, en de bestuurders van Westkapelle drongen herhaaldelijk aan op herstelmiddelen voor "een cleen dijckxken", waarna in 1432 wederom afgevaardigden uit Middelburg kwamen om de schade op te nemen. In deze periode is men begonnen met de aanleg van de Westkapelse Zeedijk. Omstreeks 1460 is ook begonnen met de aanleg van paalhoofden. Halverwege de 15e-eeuw was Westkapelle haar handel grotendeels kwijtgeraakt aan beter tegen de zee beschutte steden zoals Vlissingen en Veere. Toen in 1444 Vlissingen van graaf Filips de Goede het voorrecht kreeg op alle haringhandel tussen Westkapelle en Welzinge, betekende dit het doodsvonnis voor de haringhandel in Westkapelle. Mede door de sterk afgenomen welvaart werd in 1453 de stad (samen met Vlissingen en Domburg) door graaf Filips de Goede verkocht aan Hendrik van Borssele, heer van Veere. Dit betekende het einde van Westkapelle als grafelijke stad en het begin van de hoge heerlijkheid Westkapelle. Door het verliezen van de status als grafelijke stad (alsmede de algemene achteruitgang van de stad), zou Westkapelle ook geen zitting krijgen in de Staten van Zeeland, reden waarom het een smalstad zou worden genoemd. Desondanks werden in 1477 de stedelijke rechten vernieuwd en bevestigd door gravin Maria van Bourgondië, daar de oude brieven door "die soute lucht van der zee (...) al gheheel vergaen was". Aan het eind van de toch al desastreuze 15e-eeuw, werd Westkapelle tot overmaat van ramp in 1491 geplunderd en verbrand door troepen uit Sluis in hun opstand tegen de aartshertog. Ondanks de achteruitgang in welvaart, was de handel met Vlissingen in 1507 nog zo groot, dat er een handelsovereenkomst werd opgesteld door de Vrouwe van Westkapelle Anna van Borselen en de Heer van Vlissingen, Adolf van Bourgondië. Nadat al in 1432 was vastgesteld dat de Willibrordkerk naar een andere plaats moest verhuizen, werden op 4 september 1458 op last van de "heeren, dien 't land van Walcheren bevolen is", de kerk en enkele omliggende huizen afgebroken. Dit aangezien de zee nagenoeg aan de kerkpoorten stond. Aan de oostkant van Westkapelle, eigenlijk zelfs erbuiten, zo ver mogelijk van de zee, werden vervolgens in 1458 de eerste stenen gelegd voor de in 1470 voltooide Sint-Willibrorduskerk. Inmiddels was er sinds 1483 al sprake van een binnendijk achter de duinen. Na grote schade door een dijkdoorbraak in 1509 tijdens de Cosmas- en Damianusvloed, en schade door de Sint-Felixvloed van 1530, en in 1532 door de Allerheiligenvloed, werden de dijkwerkzaamheden serieuzer opgepakt. Zo kwam er in 1539 een lid van de keizerlijke raad om zich te informeren en op 14 juli 1540 bezocht keizer Karel V hoogstpersoonlijk Westkapelle om de aanleg van het eerste staketwerk aan de dijk bij te wonen. Ook kwam er in 1540 en 1541 wekelijks een stadsschepen van Middelburg naar Westkapelle om de vordering van de dijkwerkzaamheden te controleren. De dijklengte bedroeg toen ruim twee kilometer. Toch moest er na een storm in 1559 weer schade gerepareerd worden en werd na de Allerheiligenvloed van 1570 de dijk naar het zuiden verlengt. Het grootste gevaar voor Westkapelle kwam nu echter door oorlog, in 1572 heeft Westkapelle veel geleden door de religieuze twisten in het licht van de Nederlandse Opstand. Een week nadat Vlissingen door de watergeuzen werd veroverd koos men (net als Vlissingen en Veere) de kant van de Prins. Spaanse troepen die nog tot 1574 in Middelburg gelegerd waren, voerden een vergeldingsactie uit waarbij de Sint-Willibrorduskerk vernield werd. De katholieke geestelijkheid was inmiddels naar Middelburg gevlucht. Ook werden in 1572 de laatste visserijschepen die nog bij Westkapelle aangemeerd lagen door Spaanse soldaten vernield. De kerk werd in 1580 hersteld, maar aanmerkelijk verkleind. Van de koren werden de daken en het houtwerk gesloopt, de muren bleven staan. Met de vrijgekomen leien werden de hallen en het dwarsschip gerepareerd. Nadat Westkapelle in 1582 bij de classis van Middelburg werd opgenomen kwam in 1583 de eerste predikant. In de 17e-eeuw leek er een voorzichtig herstel op te treden in Westkapelle. Zo kan uit stadsrekeningen worden afgelezen, dat de accijns op wijn en bier de stad een voor die tijd aanzienlijk bedrag opleverden. Met de opgedane winsten kon namelijk in 1637 het stadhuis hersteld en vernieuwd worden. De Prinsen van Oranje waren sinds de opstand eigenaar van Westkapelle en bleven dat, tot Willem II van Oranje het in 1648 samen met Domburg verkocht aan de stad Middelburg. Nadat in mei 1648 een delegatie uit Middelburg, bestaande uit Apolonius Veth, Hendrick Thibaut en Adriaan Veth, was ingehuldigd, bezocht in augustus de Prins van Oranje Westkapelle. In 1674 werd de heerlijkheid Woitkensdorp (Koudorp) aan de stad toegevoegd en breidde Westkapelle zich uit in noordelijke richting. Vervolgens werd Westkapelle in 1678 door Middelburg aan Martinus Veth verkocht voor 80.000 gulden. Ondertussen bleef de dijk ook de aandacht trekken. Na stormen in 1631 en 1642 werden de buitendijk en de inlaagdijk samengevoegd tot één grotere dijk. Zo ontstond een flauwe helling, waar minder snel schade aan ontstond. De Westkappelse mannen hadden zich inmiddels omgeschoold van vissers en touwslagers tot dijkwerkers. Zij werden dus langzaam voor een inkomen afhankelijk van herstelwerkzaamheden aan de dijk. De stormvloed van 1682 zorgde in ieder geval voor genoeg werk, een dijkdoorbraak aan de zuidkant van de dijk zorgde voor veel schade, 5 volle getijden zeewater stroomde door een 75 meter breed gat het land binnen. Het zou de laatste keer zijn dat de dijk door natuurgeweld zou doorbreken. Na de paalwormepidemie van 1730 werd het houten staketwerk vervangen door een steenglooiing. Op een kaart van J. Massol uit 1760, is te zien dat de dijk destijds al uitgegroeid was tot een lengte van 2600 meter, met 27 paalhoofden. Ambachtsheren, revolutie en Franse tijd De nieuwe heer van Westkapelle, Martinus Veth, bemoeide zich veel nadrukkelijker met het lokale bestuur dan de vorige heren. Na al een aanzienlijk gedeelte in bezit te hebben, wist hij in 1679 een meerderheid te verkrijgen in de ambachtsheerlijkheid Westkapelle-Buiten. Hij mocht zich vanaf nu dus ambachtsheer noemen van zowel Westkapelle-stad als Westkapelle-buiten. Rond 1679 legde Veth naast het stadhuis een buitenplaats aan. Op 27 juli 1688 mocht Veth hier stadhouder, prins, en latere koning van Engeland, Willem III van Oranje ontvangen voor een middagmaal. De toegang tot de buitenplaats bestond uit een poort met sierhek en aan beide zijden grote pilaren waarop beelden stonden, direct oostelijk van het stadhuis aan de tegenwoordige Zuidstraat. Het huis van de tuinman van het hof is een van de enige vooroorlogse gebouwen van Westkapelle die nog min of meer in dezelfde staat verkeren, tegenwoordig is dit Zuidstraat 92, 94 en 96. Naast het hof liet Veth ook een school bouwen en de kerktoren reparen. Martinus Veth overleed in 1711. Ten tijde van zijn zoon en opvolger Martinus Johan Veth was het hof uitgegroeid tot een groot complex van siertuinen, moestuinen en bossen. Martinus Johan Veth overleed in 1755 en liet de heerlijkheid Westkapelle na aan zijn toen nog minderjarige neefje Martinus Johan Veth van de Perre. Deze heer regeerde ten tijde van de opkomst van patriottische idealen van vrijheid en democratie, en zou meer offers moeten brengen om zijn bewind te rechtvaardigen. Zo werden in 1768 een pomp voor het stadhuis geplaatst, in 1773 een nieuwe weg naar de kerk aangelegd en een stenen korenmolen op de dijk gebouwd en in 1783 het stadhuis van een arduinstenen neo-klassieke gevel naar ontwerp van Coenraad Kayser voorzien. In 1774 werd een nieuwe psalmberijming ingevoerd, wat niet door alle kerkgangers in gewaardeerd werd. Veel kerkgangers bleven de oude berijming zingen, met een kakofonie tot gevolg. Na enkele jaren van verordeningen en waarschuwingen van het stadsbestuur bleef er nog een dwarsligger over, I.L. Burggraaf, een uit Friesland afkomstige timmerman. Deze werd hierop in juli 1777 verbannen uit Westkapelle. Dit zorgde echter voor verdere escalatie, en in oktober werd de verbanning onder druk van het volk ongedaan gemaakt. Terwijl Burggraaf feestelijk door Westkapelle werd gereden, vonden de Staten van Zeeland dat er opgetreden moest worden. In november werd een detachement van meer dan honderd manschappen naar Westkapelle gezonden. Drie personen werden aangehouden en meneer Burggraaf werd opnieuw verbannen en zijn bezittingen verkocht. Sowieso was het eind van de 18e-eeuw een gespannen tijd in Westkapelle. Zo werd er in 1793 al een garnizoen infanterie in Westkapelle geplaatst en kwam daar een jaar later nog een brigade ruiterij bij. Nadat begin februari 1795 Middelburg, door Franse troepen voor de Bataafse Republiek was veroverd, werd op 9 maart ook in Westkapelle de vrijheid uitgeroepen. Een nieuw bestuur werd ingesteld en de ambachtsheer werd eenzijdig van zijn functie ontheven. Eind 1798 verkoopt heer Veth van de Perre zijn buitenplaats, het huis werd gesloopt en de tuinen en bossen veranderen in bouw- en weiland. De tuinmanswoning werd in 1799 aangewezen tot woning van generaal Osten. Inmiddels was er sinds 1796 ook een kamp met 2 á 3000 Franse soldaten in Westkapelle gekomen, wat tot hun vertrek met de Vrede van Amiens in 1802 voor veel overlast zorgde. Vele Westkappelse huizen werden voor de soldaten gevorderd en er verscheen een groot militair kamp. Vanaf 1803 zouden er echter wederom Franse troepen in Westkapelle gelegerd worden. In 1810 zou koning Lodewijk met keizer Napoleon de dijk hebben bezocht. Vooral tussen 1810 en 1814 had Westkapelle het zwaar te verduren onder de 'Franse benden', die na de Engelse invasie massaal naar Walcheren waren gekomen. Het stadhuis, de kerk en de dijk hadden allemaal schade opgelopen, velen waren gesneuveld in Napoleons oorlogen en menig Westkappelaar zou nog lang afkeer hebben tegen alles wat met Frankrijk te maken had. Armoede in de 19e-eeuw Nadat de Fransen in 1814 waren verdwenen kwamen de oude instellingen en verhoudingen niet terug. De voorheen hoge heerlijkheid en smalstad Westkapelle werd de gemeente Westkapelle-Binnen, de ambachtsheerlijkheden Westkapelle-Buiten en Poppekerke werden de gemeente Westkapelle-Buiten en Sirpoppekerke. Deze in 1811 gevormde gemeentes werden in 1816 alweer samengevoegd tot één de gemeente Westkapelle. Walcheren lag al geïsoleerd van de rest van Nederland, en Westkapelle lag weer geïsoleerd binnen Walcheren. Westkapelle was in tegenstelling tot de rest van Walcheren geen agrarische dorpsgemeenschap: in 1815 verdiende meer dan driekwart van de werkende mannen de kost met het onderhoud van de inmiddels 3200 meter lange dijk en daarom voor een inkomen afhankelijk van stormschade. Zeker vanaf 1840 was het dijkwerk echter flink afgenomen, de oude glooiing was vervangen voor een veel minder onderhoudsintensieve stenen glooiing. Desondanks was de bevolking in 1840 wel nagenoeg verdubbeld. Vooral in jaren zonder zware stormen werd er veel armoede geleden. Vanaf de 16e-eeuw hadden de dijkwerkers al een gesloten gemeenschap gevormd. Ze verenigden zich in zogenaamde 'benden', met elk een gekozen 'bendebaas'. Deze 'bendebazen' onderhandelden met het dijkbestuur over de werkcontracten. Elke jongeling die intrad, werd een bende aangewezen, en moest de rest van zijn loopbaan in deze bende blijven. Niemand werd toegelaten die niet in rechte lijn van een andere dijkwerker afstamde. Zo bleef Westkapelle eeuwen lang een zeer gesloten gemeenschap. Benden hadden een eigen verzekering, ieder kreeg hetzelfde loon en bendeleden hielden zich afzijdig van kerkelijke en staatkundige geschillen. Enkel en alleen in geval van uiterste nood, bij dreiging van doorbraak, konden anderen aan de dijk werken, en dan alleen als daggelders. Met name in de 19e-eeuw ontstond menig conflict tussen de dijkwerkers en het polderbestuur, vooral als het polderbestuur de macht van de benden probeerde te breken. Het polderbestuur bestond uit de Commies van het noordwestelijk deel van de Polder Walcheren, eerst 'De Vijf Ambachten' geheten, vanaf de 2e helft van de 19-eeuw de 'Noordwatering'. Het polderbestuur had zijn hoofdkantoor in het Polderhuis onderaan de dijk. Zo kwam het bestuur in 1846 met het plan om het aantal dijkwerkers te beperken, waarvan er destijds ongeveer 400 waren. Een oproer was het gevolg, en de regeling werd ingetrokken. Vooral onder de Commies Messer waren er ongeregeldheden. Zo kwam het in 1854 tot een conflict, over het uit te keren loon voor het kramwerk. En weer in 1864, toen over het toelaten van zonen van dijkwerkers. In 1871 stopte Messer als commies, maar spanningen bleven er. Tot overmaat van ramp, brandde in de nacht van 14 op 15 maart 1831 de Sint-Willibrorduskerk af. De kerktoren had sinds 1817 een door de Nederlandse staat geplaatst kustlicht. Een olielekkage bij het torenlicht werd de kerk fataal. Door de aanwezige olievaten was blussen zinloos. Van de kerk was op een aantal muren na niets meer over. De toren stond nog, en werd geheel opnieuw, brandveiliger, ingericht. De volgende avond scheen het kustlicht alweer. De kerkdiensten moesten voor 3 jaren noodgedwongen in een pakhuis plaatsvinden, tot in 1834 met hulp van ambachtsheer Hendrik Jacob van Doorn van Westcapelle de nieuwe kerk in gebruik kon worden genomen. In 1843 zou Van Doorn ook nog een orgel schenken aan deze nieuwe kerk. Zeker in de tweede helft van de 19e-eeuw werd er in Westkapelle veel armoe geleden. Sinds de dijk versterkt was met Doornikse en Vilvoordse stenen, en zeker later met basalt, bood de dijk weinig werk meer. Als er dan een zware storm over trok, sprak men over de "Wasschappelsen Engel", omdat dit schade aan de dijk betekende en dus werk, en dus brood op de plank. Een voorbeeld van zo'n engel waren de stormen van december 1862 en januari 1863. De steenglooiing was over een lengte van 400 meter nagenoeg geheel weggeslagen. Bij het herstelwerk werd ook een spoorlijn aangelegd, hiermee kon goedkoper de benodigde grond naar de dijk worden vervoerd. In 1870 had de dijk dan ook al een lengte van 3800 meter. Desondanks kon men niet op enkele stormen teren. Consequentie van de armoede was dat velen hun heil elders zochten. Zo emigreerden van 1840 tot 1914 meer dan 500 Westkappelaars naar de Verenigde Staten. Velen kwamen, al dan niet met een omweg, in de (latere) staat Wisconsin terecht, in de omgeving van de stad Sheboygan. Op initiatief van het polderbestuur vertrokken er ook enkele dijkwerkersgezinnen naar de Veenkolonie bij Borger in Drenthe. Later vonden veel (ex-)dijkwerkers hun werk bij scheepswerf De Schelde in Vlissingen. Een uniek initiatief in de strijd tegen de armoede, was de oprichting van het 'Fonds tot Heil van Jongelingen' in 1825 door drie jonge Westkappelaars. Het was een soort coöperatie avant la lettre. De contributie bedroeg 10 cent per week. Uiteindelijk werd een vaars gekocht die uitgeleend werd aan een dijkwerkersgezin. In de loop van de tijd kwamen zo 30 dijkwerkers in bezit van een rund. Ook werd er brandstof 'geïmporteerd' en uiteindelijk zelfs een linnenweverij opgericht en in 1852 molen De Noorman gebouwd. Het fonds is in 1878 ontbonden, maar heeft grote invloed gehad op Westkapelle. De linnenweverij van het fonds was echter niet winstgevend en werd daarom in 1838 al opgeheven. Door initiatieven voor een katoenweverij, besloot het gemeentebestuur van Westkapelle in 1839 tot de bouw van een calicotfabriek op kosten van de NHM en op aangeven van Servaas Tak, vertegenwoordiger van de gebroeders Salomonson. Uiteindelijk kon vanaf maart 1840 begonnen worden met de bouw tussen de dijk en de Koestraat. In de loop van 1841 ging de productie van start. Tot het begin van de jaren vijftig draaide de fabriek op volle toeren, en werkte er bijn 150 mensen in de fabriek. Vanaf 1856 was er echter enkel nog achteruitgang. Met veel moeite van de gemeente bleef de weverij nog draaien tot 1870. Hoewel bijna uitsluitend jonge ongehuwde meisjes in de weverij hadden gewerkt, was het verlies van de weverij toch wederom een klap voor de toch al economisch penibele toestand in Westkapelle. In 1871 werd al een groot deel van de weverij gesloopt, maar het in 1880 tot woonhuizen omgebouwde noordelijke gedeelte bleef nog tot de dijkverzwaring van 1985 bewoond. Tegenwoordig ligt de locatie onder de dijk en herinnert slechts de 'Weverijstraat' nog aan de calicotweverij. In 1902 kwam het weer tot een incident tussen de dijkwerkers en het polderbestuur. Van hogeraf was bepaald dat de bejaarde dijkwerkers ontslagen moesten worden. Er werd hierop door de dijkwerkers gestaakt en de aversie tegen het plan was zo groot en de gemoederen liepen zo hoog op dat de ramen van het polderhuis van Commies Bolier werden ingegooid en beschoten met een jachtgeweer. De dader was bij iedereen behalve de autoriteiten bekend. Naar aanleiding van dit incident werd er een detachement marechausees in Westkapelle gestationeerd. Bij de bouw van het Zuiderhoofd in 1906 kwam het weer tot een staking. Het polderbestuur gaf niet toe aan het vermeende alleenrecht van de Westkappelse benden om aan de dijk te werken. Na enige tijd moesten de dijkwerkers de staking opgeven. Dit brak de macht van de 'benden'; de oproerkraaiers mochten niet meer aan de dijk werken, de overige dijkwerkers moesten allen een nadelige arbeidsovereenkomst tekenen en arbeiders van andere dorpen moest toegelaten worden tot het dijkwerk. Op maandag 16 november 1914 werd Westkapelle ruw opgeschrik door de Eerste Wereldoorlog. Een demontageploeg van de Koninklijke Marine was in deze tijd voortdurend in de weer om aangespoelde mijnen onschadelijk te maken. 's Morgens waren al twee mijnen op het zuiderstrand onschadelijk gemaakt, maar 's middags op de glooiing ging het mis. De mijn ontplofte en veroorzaakte een catastrofe. Zeven mariniers en twee Westkappelaars kwamen om het leven. De slachtoffers werden op 19 november onder militaire eer begraven. Tweede Wereldoorlog Al voordat de oorlog uitbrak was de dreiging in Westkapelle voelbaar. In april 1939 werd er in het teken van voormobilisatie, door de strategische ligging aan de Scheldemond, een garnizoen in Westkapelle geplaatst. Achter de vuurtoren was al eerder een batterij voor kustartillerie gebouwd met een bezetting van 100 man. Veel Westkappelse dienstplichtigen maakten deel uit van het garnizoen Westkapelle. In de meidagen van 1940 hebben er geen gevechtshandelingen in Westkapelle plaatsgevonden. Wel werden er vele vluchtelingen uit het gebombardeerde Middelburg en Vlissingen opgevangen. Na de Zeeuwse capitulatie van 17 mei, wapperde er een witte vlag aan de vlaggenmast op de vuurtoren. De eerste Duitsers arriveerden op 18 mei, en bezetten alle militaire posten. Vanaf augustus had Westkapelle een bezetting van zo'n 500 Duitse militairen. In 1941 kreeg burgemeester de Casembroot zijn ontslag, twee NSB-burgemeesters zouden volgen. Omstreeks Dolle Dinsdag, 5 september 1944, zou NSB-burgemeester P.I. van Aartssen Westkapelle ontvluchten. Vanaf 1942 werden er een honderdtal arbeiders van het Organisation Todt in Westkapelle ingekwartiert. Deze zouden Westkapelle ombouwen tot volwaardig deel van de Atlantikwall en dus Festung Walcheren; vele bunkers, mijnenvelden, tankvallen en kustbatterijen werden aangelegd. In oktober 1944 brak de oorlog pas echt los voor Westkapelle. Op 3 oktober 1944 werd de zeedijk aan de zuidkant van het dorp door Britse bommenwerpers verwoest (deze gebeurtenis heet in Westkapelle nog altijd simpelweg 't Bombardement), met de bedoeling Walcheren onder water te zetten om zo het eiland makkelijker van de Duitse bezetter te kunnen bevrijden. De zuidkust van de Westerschelde was al in geallieerde handen en een bevrijd Walcheren (en Zuid Beveland) zou een vrije doorgang over de Westerschelde naar de vrij onbeschadigd veroverde Antwerpse haven creëren. Een dag van te voren, op 2 oktober, werd de bevolking door middel van pamfletten en via Radio Oranje gewaarschuwd en geadviseerd Walcheren te verlaten. Deze praktisch onmogelijke opdracht kon echter door nagenoeg niemand worden opgevolgd. Op 3 oktober, in de middag, verschenen er 243 Lancster bommenwerpers van de R.A.F. boven Westkapelle. Van 1 uur tot half vijf, vielen er honderden 6 tons bommen naar beneden. Het westelijke deel van het dorp was verwoest, en de dijk was over 130 meter doorbroken en de Noordzee had vrij spel. Behalve de dijkmolen, werd ook molen De Roos verwoest. In laatstgenoemde molen dachten 47 mensen een veilige schuilplaats te hebben gevonden, het werd echter een massagraf. Door een bominslag werd de toegang versperd, en werd het onmogelijk om voor het binnenstromende zeewater te vluchten. 44 van de 47 personen stierf er de verdrinkingsdood. In totaal kwmen er bij dit bombardement 152 inwoners van Westkapelle om het leven. Het dijkgat, en de verwoesting van Westkapelle werd nog vergroot door extra bombardementen op 17 en 29 oktober. In totaal is tachtig procent van de huizen verwoest. Na een granatenregen vanaf zee op de militaire doelen in het dorp, landden de geallieerde troepen op 1 november 1944, rond 11 uur 's ochtends, met landingsvaartuigen ten noorden en zuiden van het ontstane dijkgat. De tot dan toe nog ongeschonden kerk werd alsnog door een scheepsgranaat getroffen en volledig verwoest. Rond 7 uur 's avonds konden de geallieerden doorstoten naar Domburg en Oostkapelle. Ten tijde van de landing bevonden zich nog drie gezinnen in het dorp, de rest van de overlevenden was geëvacueerd naar de omringende dorpen. Vele slachtoffers zijn in een massagraf in Oostkapelle begraven. In totaal waren 184 Westkappelaars omgekomen tijdens de bevrijding. Op 8 november was Walcheren officieel bevrijd, eind november zou het eerste konvooi in de haven van Antwerpen aankomen. Vanaf 26 februari 1945 werd het puinruimen door dienst Wederopbouw opgepakt, inmiddels was de bevolking ook weer toegenomen en kwam de detailhandel ook weer opgang. Tijdens haar tour door bevrijd Nederland, deed Koningin Wilhelmina op 15 maart per amfibievoertuig Westkapelle aan. Hier begon de bevolking spontaan het Wilhelmus te zingen, wat voor de koningin een zeer aangrijpende gebeurtenis zou blijken. Vanaf 28 mei kon men met een HAM 203 grondzuiger in anderhalve maand de noordelijke geul dichtspuiten. De zuidelijke geul was lastiger, met een steenaanvoer van 3000 ton per week en na drie pontons in het gat te laten zinken lukte het uiteindelijk. Op 12 oktober 1945, meer dan een jaar na het bombardement, was het gehele gat gedicht. Met zand, klei en steen werd vervolgens een nieuwe dijk afgeleverd, ook werden er vier 'Phoenix' caissons voor de dijk geplaatst. Nadat het puim was geruimd, de bomkraters gedicht, en nutsvoorzieningen waren aangelegd, kwam vanaf 1947 de heropbouw van Westkapelle zelf op gang. Sommigen hadden al een onderkomen gevonden in verlaten Duitse bunkers, anderen hadden nadat het dijkgat gedicht was, huisvesting gevonden in de gebouwde noodwoningen. In oktober 1946 waren al 1900 inwoners teruggekeerd. De laatste noodwoningen konden pas in 1963 worden ingeruild voor een normaal huis. In 1952 wordt, na zeven jaar van een noodkerk gebruik te hebben gemaakt, de nieuwe Moriakerk aan de markt geopend. Vervolgens wordt in 1954 het nieuwe stadhuis op de markt officieel geopend, als symbool van een herrezen Westkapelle. Aan de markt verscheen ook een verenigingsgebouw dat tot op heden de naam "Westkapelle Herrijst" draagt. Een nog altijd zichtbaar overblijfsel van de Tweede Wereldoorlog is de Westkappelse Kreek die ontstaan is door het bombardement. Door het zoute kwelwater, onder de dijk door, is het water brak in plaats van zoet. Achter de vuurtoren "Hoge licht" liggen sinds 1947, in een halve cirkel, de graven van vele oorlogsslachtoffers. Als herinnering aan de oorlog, maar zeker ook aan de bevrijding, staat er een M4A4 Shermantank op de dijk als deel van het landingsmonument, net ten noorden van badstrand 't Gat. Op de nieuwe dijk is het Inundatiemonument Westkapelle geplaatst. Net ten zuiden van het badstrand staat nog een landingsmonument ter nagedachtenis aan de geallieerde bevrijders. Ambonezenkamp Een impactvolle naoorlogse gebeurtenis voor Westkapelle is het Molukkerkamp op het Noordervroon. In 1951 werden Molukse KNIL-soldaten naar Nederland gehaald, uit hun functie gezet en massaal in kampen geplaatst. In Westkapelle werden deze soldaten met hun familie in oude barakken geplaatst, die oorspronkelijk voor tijdelijke arbeiders bij het dijkherstel waren gebouwd. In het kamp in Westkapelle zaten veel leden van de Moluks-nationalistische PNMS partij. Vanaf de invoering van de zogenaamde zelfverzorgingsregel in 1955 ontstond er een gespannen situatie. Onder de erbarmelijke omstandigheden waar in geleefd werd, moest men nu ook zelf voor voedsel zorgen. Tegelijkertijd met onlusten in Middelburg, vonden op 4 augustus 1956 in Westkapelle diefstallen plaats bij vier winkeliers. Met de boodschap dat de rekening naar de overheid gestuurd mocht worden. Hierop werd de Harde Bijstand opgeroepen en werd een avondklok ingesteld. Toen vervolgens twee Molukkers het kamp uit wilden fietsen, ging het mis. Ze reden tegen politiemensen aan, een schermutseling volgde, en een wachtmeester schoot 'op de benen van' een van de op het lawaai afgekomen Molukkers. Volgens de autoriteiten was er niks ernstigs gebeurd, terwijl de getroffen Molukker Lewerisse door een kogel blind aan zijn linkeroog was geworden. Ook was er een hoger aantal gewonden dan dat er volgens de autoriteiten kogels waren afgevuurd. In totaal vielen er minstens negen gewonden. Hierop werden 28 mannen opgepakt en kregen allemaal 4 maanden cel. Dankzij giften van dorpsbewoners die het kamp werden binnengesmokkeld, kregen de vrouwen en kinderen toch nog voldoende te eten. Na de terugkeer van de mannen was er een prikkeldraadversperring rond het kamp aangebracht en werd heel het complex 's avonds hel verlicht door een nieuw gebouwde lichtinstallatie. Niet veel later werden door burgemeester Tydeman enkele mensen overgeplaatst, van wie hij 'problemen' verwachtte. In maart 1957 ging een groot deel van de Molukkers alsnog akkoord met de overheidseisen. In 1961 verlieten de laatste mensen het kamp. In 2010 werd het voormalige kamp, dat tot dan toe dienst gedaan had als opslagloods, gesloopt. In 2011 werd er een monument voor de Molukse geschiedenis te Westkapelle onthuld bovenop de dijk, ter hoogte van waar het kamp gestaan heeft. Op het beeld staat te tekst 'Perdjalan kami membuat kerinduan ke Asai kami' geschreven. (Onze reis doet ons verlangen naar huis') Tegenwoordig Door de herstelwerkzaamheden na de oorlog hield de vernieuwde dijk het in 1953 vol bij de watersnood. Toch werd deze zwaar beschadigd. Ook kwam het tot de hoogste waterstand sinds het begin van de metingen in 1862; 4.35 meter boven NAP. Door de watersnood en de daaropvolgende Deltawet moest de dijk wederom offers van Westkapelle vragen. Van 1986 tot 1988 werd de dijk op deltahoogte gebracht. 29 huizen moesten hiervoor worden afgebroken om de dijk tot een hoogte van 12 meter, een breedte van 130-160 meter en een lengte van 4 kilometer te brengen. De dijk ligt na deze werken ongeveer 300 meter landinwaards vergeleken met de oorspronkelijke duinenrij. Tot en met 31 december 1996 was Westkapelle een zelfstandige gemeente. Sindsdien is het onderdeel van de Gemeente Veere. Naar aanleiding van het einde van de zelfstandige gemeente Westkapelle, werd de Stichting Cultuurbehoud Westkapelle (SCW) opgericht om de cultuur en folklore van Westkapelle blijvend vast te leggen en in stand te houden en de historie van Westkapelle te bestuderen, vast te leggen en bekendheid geven. In 2004 is het voormalige polderhuis in gebruik genomen als Dijk- en Oorlogsmuseum, die nagenoeg dezelfde doelstelling als de SCW heeft. Ten noorden van Westkapelle is de landbouwgrond tussen 2006 en 2009 omgevormd tot natuurgebied 'Het Noordervroon', wat vooral een rustplaats is voor overtrekkende vogels. In de 21e eeuw moet Westkapelle het, net als omliggende dorpen vooral van het toerisme hebben. Sinds de jaren '60 is het toerisme enorm gegroeid. Toch is het toerisme er minder overheersend dan in buurdorpen Domburg en Zoutelande. Aan de zuidkant van het dorp, het gebied dat voor de oorlog het 'Zuidervroon' heette, ligt nu de Westkappelse kreek. Rondom de kreek is na de oorlog het 'Wilhelminabos' aangeplant, met fietsroutes via Zoutelande tot aan Vlissingen. Direct ten zuiden van de kreek en het bos ligt sinds de jaren '60 recreatiegebied 'Joossesweg', met vele vakantiebungalows en campings. Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Westkapelle Lijst van burgemeesters van Westkapelle Lijst van heren van Westkapelle Woitkensdorp Stranding van de Doris
Nadat al in 1432 was vastgesteld dat de Willibrordkerk naar een andere plaats moest verhuizen, werden op 4 september 1458 op last van de "heeren, dien 't land van Walcheren bevolen is", de kerk en enkele omliggende huizen afgebroken. Dit aangezien de zee nagenoeg aan de kerkpoorten stond. Aan de oostkant van Westkapelle, eigenlijk zelfs erbuiten, zo ver mogelijk van de zee, werden vervolgens in 1458 de eerste stenen gelegd voor de in 1470 voltooide Sint-Willibrorduskerk.
1
verhuizen, verplaatsing, relocatie
11,327
Code
1341740
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tyrian
Tyrian
Tyrian is een computerspel uit 1995, ontwikkeld door Eclipse Productions en uitgegeven door Epic MegaGames. In 1999 werd een uitgebreide versie uitgebracht, genaamd Tyrian 2000, en sinds 2004 is het spel als freeware verkrijgbaar. De graphics zijn in april 2007 vrijgegeven onder een open licentie. Tyrian is geprogrammeerd door Jason Emery, getekend door Daniel Cook en de muziek werd gecomponeerd door Alexander Brandon en Andreas Molnar. Spelonderdelen Het spel Tyrian is een shoot 'em up waar de speler de rol van een ruimteschip aanneemt dat andere, door de computer bestuurde ruimteschepen vernietigt. Het schip van de speler heeft verschillende wapens die in het spel kunnen worden opgepikt als power-ups bij het vernietigen van vijanden. Het spel heeft zowel een verhaallijn-modus als een arcade-modus, en kan bovendien met één of twee spelers op dezelfde computer gespeeld worden. In de verhaallijn speelt de speler Trent Hawkins, die in het jaar 20.031 naar nieuwe leefplaneten zoekt die geschikt zijn voor Terravorming, en terechtkomt op de planeet Tyrian. Na het verraad door de corporatie waar Trent voor werkt, moet hij zich een baan vechten naar de planeet Savara en uiteindelijk de hoofdmacht van de corporatie vernietigen. Audio De muziek van Tyrian is gecomponeerd door Alexander Brandon en Andreas Molnar in het LDS-formaat. Tyrian 2000 bevatte 25 cd-audiotracks van hoge kwaliteit. Deze missen in de freewareversie vanwege de downloadgrootte. OpenTyrian In februari 2007 werd de Pascal-broncode van Tyrian vrijgegeven aan een kleine groep programmeurs om het spel om te schrijven naar C, genaamd OpenTyrian, wat vrijgegeven wordt onder de GPL. De oorspronkelijke broncode wordt niet vrijgegeven. Na deze bekendmaking kondigde Daniel Cook in april 2007 aan dat hij al zijn grafische werk onder een open licentie vrij zou geven. Ontvangst Tyrian werd over het algemeen goed ontvangen, met een 87% score in PC Gamer (één procent minder dan nodig voor een Editors Choice Award) en 4 van de 5 sterren in Next Generation Magazine. Computer Gaming World nomineerde Tyrian als "Actiespel van het jaar". De oorspronkelijke ontwikkelaars beschouwden de ontvangst van Tyrian als hoger dan hun verwachtingen. Referenties Externe links OpenTyrian Computerspel uit 1995 Computerspel van Epic Games Shoot 'em up DOS-spel
OpenTyrian In februari 2007 werd de Pascal-broncode van Tyrian vrijgegeven aan een kleine groep programmeurs om het spel om te schrijven naar C, genaamd OpenTyrian, wat vrijgegeven wordt onder de GPL. De oorspronkelijke broncode wordt niet vrijgegeven. Na deze bekendmaking kondigde Daniel Cook in april 2007 aan dat hij al zijn grafische werk onder een open licentie vrij zou geven.
2
broncode, script, programmeercode
5,857
ReservationStatusType
18195
https://nl.wikipedia.org/wiki/Collectief%20Vraagafhankelijk%20Vervoer
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer, afgekort: CVV, is in Nederland vervoer van deur tot deur op afroep met een deeltaxi. Reizigers moeten minimaal een uur van tevoren bellen om opgehaald te worden. Bij deze reservering moet doorgaans een vertrek- en bestemmingsadres worden opgegeven. Dit kan bestaan uit plaats, huisnummer en postcode of straatnaam. Sinds begin februari 2011 is het in de gehele provincie Gelderland mogelijk om in plaats daarvan een bushalte te gebruiken. Dit is met name zinvol voor mensen die naar een voor hen onbekende plek willen reizen. Meestal geldt een onzekerheidsmarge van 10 tot 15 minuten rond het afgesproken tijdstip van ophalen. Eventueel wordt de rit gecombineerd met een rit van andere reizigers. CVV wordt veel toegepast in plattelandsgebieden, met een beperkt OV-aanbod. Meestal wordt het CVV gecombineerd met vervoer van Wmo-reizigers. Elke gemeente of regio heeft een eigen benaming (Regiotaxi, OV-taxi, etc) met eigen reserveringsnummers, regels en tarieven. Het vervoer wordt veelal uitbesteed aan de regionale taxibedrijven. In oktober 2003 waren er 39 verschillende CVV-concepten in gebruik die 256 van de toen 489 gemeenten bedienden. Vanaf de toepassing van Europese aanbestedingen zijn telkens meer gemeenten echter over gegaan tot het gezamenlijk aanbesteden van collectieve vervoerssystemen. Een voorbeeld hiervan is Limburg waar in 2006 het van origine Franse bedrijf Veolia Transport het complete reguliere openbaar busvervoer, het complete collectieve (taxi) vervoer en een deel van het openbare treinvervoer heeft bemachtigd. Bij CVV zijn de nationale vervoerbewijzen niet geldig. De tarieven zijn meestal wel gebaseerd op de strippenkaart: de reiziger betaalt aan de taxi-chauffeur een vast bedrag per OV-zone tussen de 1 en 1,50 euro binnen het CVV-gebied en ongeveer het drievoudige voor elke zone buiten dat gebied. Net als bij de strippenkaart, moeten reizigers een extra zone als basistarief betalen. Voor Wmo-geïndiceerden is het CVV-tarief lager: 0,45 euro, net iets minder dan de prijs van een gewone strippenkaartstrip. De subsidie voor het CVV wordt op dezelfde wijze berekend als bij het stads- en streekvervoer met exact dezelfde suppletiefactor. Vlaanderen In Vlaanderen is er het 'mindermobielenvervoer' door vrijwilligers van de Mindermobielencentrale. Zie ook Stads- en streekvervoer Treintaxi Openbaar vervoer in Nederland
Reizigers moeten minimaal een uur van tevoren bellen om opgehaald te worden. Bij deze reservering moet doorgaans een vertrek- en bestemmingsadres worden opgegeven. Dit kan bestaan uit plaats, huisnummer en postcode of straatnaam. Sinds begin februari 2011 is het in de gehele provincie Gelderland mogelijk om in plaats daarvan een bushalte te gebruiken. Dit is met name zinvol voor mensen die naar een voor hen onbekende plek willen reizen. Meestal geldt een onzekerheidsmarge van 10 tot 15 minuten rond het afgesproken tijdstip van ophalen. Eventueel wordt de rit gecombineerd met een rit van andere reizigers. CVV wordt veel toegepast in plattelandsgebieden, met een beperkt OV-aanbod. Meestal wordt het CVV gecombineerd met vervoer van Wmo-reizigers. Elke gemeente of regio heeft een eigen benaming (Regiotaxi, OV-taxi, etc) met eigen reserveringsnummers, regels en tarieven. Het vervoer wordt veelal uitbesteed aan de regionale taxibedrijven.
2
reserveringsstatus, statuswaarden, reservering
1,021
ReserveAction
24978
https://nl.wikipedia.org/wiki/HTM%20Personenvervoer
HTM Personenvervoer
HTM Personenvervoer NV, aangeduid als HTM, is een Nederlandse vervoersmaatschappij en gevestigd in Den Haag, die het openbaar vervoer met tram en bus exploiteert in de regio Haaglanden. Sinds 2006 exploiteert HTM een lightrailverbinding onder de naam RandstadRail naar Zoetermeer. Van 9 december 2012 tot 15 december 2019 nam HTMbuzz, een dochteronderneming van de HTM, de exploitatie van de bus voor zijn rekening. Het eerste bedrijf met de naam HTM werd opgericht als de N.V. Haagsche Tramweg-Maatschappij (H.T.M.) op 17 mei 1887. Op 1 januari 1927 werd dit bedrijf overgenomen door de N.V. Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij (officieel G.B.H.T.M., maar in het gewone gebruik H.T.M.). Het bestond onder die naam tot 11 juni 2002, toen het bedrijf de huidige naam HTM Personenvervoer N.V. kreeg. Sinds 7 december 2016 zijn de aandelen van HTM weer in handen van de gemeente Den Haag en heeft MRDH een aandeel met bijzondere rechten. HTM verricht haar vervoerdiensten op concessiebasis in de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Zoetermeer. Deze gemeenten maken deel uit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), die sinds 1 januari 2015 als opdrachtgever fungeert voor al het openbaar vervoer in de Rotterdamse en Haagse regio’s. Geschiedenis Periode 1864 - 1926: Beginjaren Op 21 maart 1864 richten een aantal kapitaalkrachtige Engelsen The Dutch Tramway Company (DTC) op. Binnen vijf maanden werd een enkelsporige lijn op de Scheveningscheweg aangelegd met een remise en paardenstal op het Badhuisplein. Het was de eerste tramlijn in de Benelux. . Er waren tien paardentrams waarbij passagiers ook op het dak konden zitten. Het vervoer naar Scheveningen beperkte zich tot de zomermaanden en was duur. Dit leidde ertoe dat DTC in 1866 failliet werd verklaard. In 1867 staken vijf Haagse heren hun kapitaal in een nieuwe onderneming: de NV Haagsche Tramway-Maatschappij (HTyM). Ook deze maatschappij had geen succes, ondanks het terugbrengen van de dienst naar zeven ritten per dag. De maatschappij werd verkocht aan aan het Belgische Société Anonyme des Tramways de La Haye (TH). Zij kregen een concessie om meerdere lijnen te exploiteren en zo ontstond een tramverbinding met de binnenstad van Den Haag met twee stations: Hollandsche Spoor en Rijnspoor (later Staatsspoor, tegenwoordig Den Haag Centraal). De stad groeide vanaf 1880 steeds sneller en de tramlijnen werden succesvol uitgebreid en geëxploiteerd. Op 17 mei 1887 werd met Nederlands kapitaal de NV Haagsche Tramweg-Maatschappij (HTM) opgericht. Deze onderneming nam alle rechten en plichten over van haar voorganger Société Anonyme des Tramways de La Haye (TH) en verklaarde dat zij zonder voorbehoud de voorwaarden aanvaardde van de concessie tot aanleg en exploitatie van tramwegen binnen Den Haag en omgeving. De concessie liep tot 1 januari 1927. Het tramnetwerk van de TH bestond uit een paardentramnet met zes paardentramlijnen. Na de overname begon de jonge HTM direct met een grote modernisering. Een van de eerste acties van HTM was de omzetting van de paardentramlijn naar Delft in een stoomtramlijn. Deze lijn werd geopend op 31 juli 1887. Door de grotere snelheid was de stoomtram, met name op de langere trajecten, een grote concurrent van de paardentram. De HTM experimenteerde ook met elektrische tractie. Vanaf 2 augustus 1890 werd een van de paardentramlijnen naar Scheveningen gedurende de zomerperiode geëxploiteerd met een accutram, waarbij de stroomvoorziening plaatsvond door middel van in de voertuigen geplaatste accubatterijen. Daarmee had Den Haag opnieuw een primeur in de Benelux. De accutrams hadden een eerste en tweede klasse en deze trams haalden een maximum snelheid van 20 km per uur. Hiermee waren ze een stuk sneller dan de paardentram. Wel maakten ze "een hels kabaal", hadden deze trams veel last van storingen en de accu's waren zwaar en lastig te hanteren. Daarom ontwikkelde HTM plannen om te komen tot elektrificatie van het gehele net door middel van bovenleiding en diende in 1895 een verzoek hiertoe in bij de gemeenten. De onderhandelingen met de gemeente sleepten zich jarenlang voort en pas in 1903 werd overeenstemming bereikt. Het door HTM ingediende plan, het zogeheten Tramplan 1904, werd in maart 1904 door de gemeenteraad goedgekeurd. Op basis daarvan verleende de gemeente aan HTM een concessie om elektrische tramlijnen te gaan exploiteren tot en met 31 december 1926. In de voorwaarden van de concessie stond dat de gemeente het minimaal aantal ritten per dag bepaalde en dat zij de infrastructuur voor haar rekening zou nemen. HTM zorgde voor personeel en materieel. HTM betaalde huur aan de gemeente voor het gebruik van de sporen, bovenleiding, drie remises en een werkplaats. Op 6 augustus 1904 maakte de accutram plaats voor de beugeltram. Alleen die dag waren er vier tractie-vormen op straat te zien: paard, stoom, accu en bovenleiding. De eerste beugeltram kreeg lijnnummer 9 en reed op de lijn van Plein - Wittebrug - Kurhaus. De nieuwe tram was direct een succes en andere lijnen volgden spoedig daarna. Ook deze lijnen kregen allemaal een lijnnummer en er werden een aantal nieuwe lijnen ingesteld. Eind 1926 exploiteerde HTM 16 tramlijnen met ruim 200 voertuigen. Periode 1927 - 1940: Gemengd Bedrijf HTM Omdat de stad Den Haag in omvang bleef toenemen, stelde de gemeenteraad in 1926 een plan vast voor verdere uitbreiding van de lijnen, het Tramplan 1927. Op 31 december 1926 liep de concessie uit 1904 ten einde en op 1 januari 1927 werd de exploitatie van het openbaar vervoer per tram in Den Haag overgedragen aan een nieuw opgericht bedrijf, N.V. Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij (GBHTM), die de algemeen ingeburgerde afkorting HTM bleef gebruiken. De particuliere NV Haagsche Tramweg-Maatschappij hield hiermee op te bestaan en werd vervolgens gewijzigd in N.V. Haagsche Buurtspoorwegen, een "papieren" maatschappij; de naam was dus nooit op voertuigen te zien. Wel was zij tot 1956 deels beursgenoteerd. De HBS deed dienst als een soort reserve; de gemeente bracht er geld in voor eventuele exploitatietekorten van de HTM. De nieuwe onderneming GBHTM werd een gemengd (publiek-privaat) bedrijf dat voor 33% eigenaar was van de N.V. Haagsche Buurtspoorwegen (de voormalige NV Haagsche Tramweg-Maatschappij) en voor 66% van de gemeente. Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming was verdeeld over zes aandelen: vier in handen van de gemeente Den Haag en twee in het bezit van de N.V. Haagsche Buurtspoorwegen (HBS). Door deze combinatie van gemeentelijk en particulier bezit noemde de HTM zich voortaan "Gemengd Bedrijf" en plaatste de letters GB voor HTM (GBHTM). Later kreeg de gemeente Den Haag vrijwel alle aandelen HBS in handen, maar een rechtstreeks gemeentevervoerbedrijf is de HTM nooit geweest. Pas na 2007 is de HBS ontbonden. Het nieuwe bedrijf ging ambitieus van start met het Tramplan 1927 : een visie op het openbaar vervoer in Den Haag. Dit tramplan werd in de jaren daarna gedeeltelijk uitgevoerd. De economische crisis van de jaren dertig van de twintigste eeuw zorgde ervoor dat sommige plannen nooit gerealiseerd zijn. De nieuwe lijnen 11, 20 en 21 werden wel in dienst gesteld. Het Tramplan voorzag verder in de verlenging van een aantal lijnen (2, 4, 17), de aanleg van de lijnen 16 en 19 en de overname van de NZH-lijn Scheveningen – Station Staatsspoor (en op termijn Voorburg) als lijn 18. Er werden grote orders geplaatst voor nieuw materieel: 30 motorwagens van de serie 801-830 en 50 aanhangwagens van de serie 751-780 en 901-920. Er zijn verschillende trams van deze series in museumcollecties bewaard gebleven, o.a. te zien in het Haags Openbaar Vervoer Museum. De scherp dalende vervoerscijfers vanaf 1930 door de om zich heen grijpende internationale crisis gooiden de ambitieuze plannen van HTM om. Investeringen moesten worden uitgesteld en alle uitbreidingsplannen werden opgeschort. HTM besloot de motorwagens uit de beginjaren van de elektrische tram te moderniseren door ze om te bouwen. De verbouwing van motorwagens bleek bijna net zo duur als nieuwbouw en werd na 81 exemplaren stopgezet. Op verschillende lijnen werd eenmansbediening ingesteld en verdwenen de aanhangwagens. Vele medewerkers werden ontslagen en lonen werden meerdere keren verlaagd. Dit leidde tot een stroom klachten aan het hoofdkantoor. Klein lichtpuntje was de verlenging van lijn 3 tot de Kwartellaan (1931), van de intercommunale lijn I³ tot Voorburg Station (1934) en van lijn 20 naar Meer en Bosch (1936). Vanaf 1937 stegen de vervoerscijfers weer enigszins en werd weer personeel aangenomen. In 1939 werd het 75-jarig jubileum van de tram op sobere wijze gevierd met een extra dag verlof voor het personeel (ruim 1800 man). Door de algehele mobilisatie vanaf 29 augustus 1939 steeg het gebruik van het openbaar vervoer. De opleving was van korte duur door de steeds toenemende internationale spanning en de daarmee gepaard gaande onzekerheid. Periode 1940 - 1945: Tweede Wereldoorlog Op 10 mei 1940 komt Den Haag in de vuurlinie van de Duitse aanvallers te liggen. Op 1 mei 1940 werd lijn 2 nog voor honderden meters over de Sportlaan verlengd en zelfs op 23 november 1940 volgde een verlenging van lijn 5 naar de Appelstraat (bij de Walnootstraat). Maar de Duitse invasie heeft grote gevolgen voor het Haagse tramnet. Vooral het tramverkeer op de buitenlijnen naar Leiden en Delft werd onderbroken door de aanval op de vliegvelden Ypenburg en Valkenburg. Bijna van de een op de andere dag was busvervoer onmogelijk omdat de bezetter de distributie van onder meer brandstof sterk beperkte. Een klap voor de exploitatie was het feit dat de Duitsers bepaalden dat militair personeel gratis moest worden vervoerd. Hiervan werd bijzonder enthousiast gebruik gemaakt, zodat HTM zich gedwongen zag veel extra materieel en personeel in te zetten. Er werd bepaald dat pas om 7.00 uur ’s morgens de eerste rit mocht gaan rijden en dat alle trams om 20.30 uur ’s avonds in de remise moesten zijn. Verduisteringsmaatregelen werden getroffen, waardoor trams met minder verlichting gingen rijden. Om 's avonds toch iets te kunnen zien, werden bumpers en koppelingen van de trams wit geschilderd. Op kruisingen werd stapvoets gereden om vonkvorming van de stroomafnemers op de bovenleiding zo veel mogelijk tegen te gaan. In 1941 steeg het aantal vervoerde passagiers met 22% en in 1942 met 54%. In 1943 vervoerde de HTM 138 miljoen passagiers. De grote drukte leidde tot "tramtrossen": passagiers die aan de buitenkant van de tram hingen. Den Haag lag midden in de verdedigingslinie en dit had grote gevolgen voor de stad. Door de aanleg van een stelsel van bunkers met kanonnen (de Atlantikwall) werden op last van de bezetter grote delen van de gloednieuwe Vogelwijk, Statenkwartier en Scheveningen gesloopt. Het tramnetwerk met de lijnen naar die wijken moest grondig op de schop. Vele lijnen werden gesplitst of omgelegd en binnen de vesting Scheveningen (het Sperrgebiet) werd een geïsoleerde tramlijn geëxploiteerd. Binnen deze vesting reed uitsluitend militair vervoer, dat dus gratis geschiedde. Omdat steeds meer mannen in Duitsland werden tewerkgesteld of onderdoken, kampte HTM met een groot personeelstekort. Dit tekort werd opgevangen door vrouwen, die vanaf 5 april 1943 als conductrices aan de slag gingen. Trams, bovenleiding en rails werden niet meer onderhouden en er trad grote slijtage op. Alles wat kon rijden, werd op de baan gebracht en puilde uit van passagiers. Steeds krapper werd de beschikbaarheid van stroom, zodat vanaf oktober 1944 nog slechts twee uur per dag werden gereden: van 7.30 tot 9.30 uur. Vanaf 17 november 1944 bleven de trams permanent in de remise en reden niet meer. De Duitsers vorderden rond de honderd voertuigen en transporteerde die naar Bonn, Bremen, Dortmund, Duisburg en Düsseldorf om daar in te zetten bij de platgebombardeerde Duitse trambedrijven. Door creativiteit en voorwendsels slaagde HTM erin het slechtste en oudste materieel als eerste te deporteren, maar ook de pas verbouwde bijwagens uit de serie 550-570 werden gevorderd. Op 5 mei 1945 capituleerde de Duitse bezetter en lieten een vervallen, versleten en deels verwoeste stad achter. Zeventien personeelsleden van HTM hadden door oorlogsgeweld het leven verloren. En plaquette in het hoofdkantoor van HTM houdt de herinnering aan hen levend. Periode 1945 - 1999 Na de Tweede Wereldoorlog bouwde HTM het tramnet zeer snel weer op. Na de oorlog nam de bevolking van de stad flink toe. Geëvacueerde inwoners keerden terug en voor de grote nieuwe wijken die in het zuidwesten ontstaan, bouwt HTM aan een uitgebreid busnet. Naarmate er meer vervoermiddelen beschikbaar kwamen (fiets, auto) nam het aantal tram- en busgebruikers af. De omzet daalde en ook de staking van personeel in augustus 1948 werd opgelost met een loonsverhoging. Op 1 november van dat jaar kreeg elke HTM-er er structureel f 1,- per week bij, die door de regering eerst als tijdelijke toeslag voor werkenden werd geoormerkt. Om uit de rode cijfers te komen stelde HTM een tariefsverhoging voor, maar deze werd niet goedgekeurd. Na vijf jaar soebatten mocht HTM deze uiteindelijk doorvoeren op 1 januari 1950. De verhoging was gemiddeld 25%. Vanaf de jaren 1950 was er een jaarlijkse daling van het aantal passagiers en stegen de loonkosten met grote sprongen. In 1969 sprong de rijksoverheid voor het eerst bij en volgde structureel de Rijksbijdrage voor het openbaar vervoer. In 1981 werd van 7 tot en met 27 mei gestaakt. Het motto was ‘Ons recht is 6 + 6%’. De inzet ging om opeenvolgende loonoffers, die het kabinet met Bestek'81 wilde doorvoeren. In 1991 hadden HTM en vervoerder Westnederland plannen om te fuseren, maar zover is het nooit gekomen. In 1998 werd het beheer van het Nederlandse stads- en streekvervoer van de rijksoverheid naar de provincies en plusregio's gedecentraliseerd. Periode 2000 - nu: 21e eeuw Op 11 juni 2002 werd de naam van 'N.V. Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij' gewijzigd in 'HTM Personenvervoer N.V.' Onder deze naam wordt sindsdien het openbaar vervoer in Den Haag en de regio geëxploiteerd. Door de invoering van de Wet personenvervoer 2000 op 1 januari 2001 is marktwerking geïntroduceerd. Het openbaar vervoer in Nederland wordt sindsdien per regio of per verbinding na een bepaalde periode opnieuw aanbesteed. De winnende vervoersmaatschappij krijgt het exclusieve, maar tijdelijke recht op het verrichten van het openbaar vervoer binnen een regio. In de vier grote steden Amsterdam (GVB), Den Haag (HTM), Rotterdam (RET), Utrecht (GVU, onderdeel van Connexxion) werd het openbaar vervoer echter niet openbaar aanbesteed. Deze vergunningen werden onderhands aan bovenstaande bedrijven gegund. De opdrachtgever bepaalt bij deze onderhandse aanbesteding van tevoren welke vervoerder de concessie zal krijgen. Meestal is dit de vervoerder die reeds het vervoer in deze concessie uitvoert. Men beroept zich dan op de jarenlange ervaring die de vervoerder in deze concessie heeft opgebouwd, ook in een tijd waarin het openbaar vervoer nog niet werd aanbesteed. Het stadsbusvervoer werd tot 31 december 2011 ook onderhands aan HTM gegund. Bij de daaropvolgende aanbestedingsronde in 2012 werd het busvervoer gegund aan de combinatie van HTM met Qbuzz. HTM richtte hiervoor dochteronderneming HTMbuzz op. Met dochterbedrijf HTM Specials verzorgt HTM besloten busvervoer met taxi’s, taxibusjes en touringcars maatwerk voor groepsvervoer, onder meer van mensen met een beperking, scholieren en werknemers. Ook het vervoer met elektrische bussen op de luchthaven Schiphol, zowel op de platforms als tussen de hoofdterminal en de parkeerplaats P3 (lang parkeren), wordt door HTM Specials uitgevoerd. In september 2012 werd bekend dat Nederlandse Spoorwegen (NS) 49% van de aandelen in HTM wilde overnemen. Het initiatief kwam van HTM en werd positief ontvangen door de (dan) enige aandeelhouder in HTM, de gemeente Den Haag. De Tweede Kamer was minder positief, VVD-Kamerlid Aukje de Vries vond bijvoorbeeld dat "een staatsbedrijf niet verder moet stappen in een markt waar is afgesproken dat de markt haar werk moet doen." Op 5 april 2013 stemde de Haagse gemeenteraad definitief in met het voorstel, waarbij NS 45 miljoen euro neerlegt voor de aandelen. Doordat op 15 oktober 2013 de NS 49% van de aandelen in HTM overnam en 100% aandeelhouder was in Qbuzz kwamen de aandelen van HTMbuzz weer voor 100% in handen van HTM. De NS bleef door deze verschuiving van de aandelen voor bijna de helft mede-eigenaar van HTMbuzz, via HTM. Op 6 juli 2016 werd bekendgemaakt dat NS de aandelen van zowel Qbuzz als HTM zou afstoten. Daarom kocht gemeente Den Haag de aandelen van HTM terug van NS. NS mocht geen dochterbedrijven meer hebben in Nederland, maar kondigde wel aan met gemeente Den Haag en HTM te blijven samenwerken aan beter OV. Sinds 7 december 2016 zijn de aandelen van HTM weer in handen van de gemeente Den Haag en heeft MRDH een aandeel met bijzondere rechten. Op deze datum verkreeg HTM ook de railconcessie voor het openbaar vervoer in de Haagse regio voor de periode van 2016 tot 2026. Dit werd later verlengd tot 2031. Op 17 mei 2017 heeft de Metropoolregio Rotterdam Den Haag bekendgemaakt de inbesteding van het busvervoer in de Haagse regio aan HTM te geven. Op 8 december 2019 ging de busconcessie officieel in en geldt voor de periode van 2019 - 2034. Materieel Tram De tramvloot van de HTM bestaat uit de speciaal voor HTM ontwikkelde GTL (type Gelede Tram Lang van BN), trams voor RandstadRail (RegioCitadis van Alstom) en stadstrams met de huisstijl R-net (type Avenio van Siemens). Bus De busvloot van de HTM bestaat uit een volledig laagvloerig bussenpark. Bij HTM rijden aardgasbussen van MAN (type Lion's City (CNG)) en elektrische bussen van VDL (type Citea SLF-120 E). Speciaal vervoer HTM had voor speciaal vervoer nog 33 voertuigen. Deze bussen reden bij dochter HTM Specials. HTM Specials reed tot 2020 o.a. op Schiphol op het Platform en tussen de vertrekhallen en de parking P3 en P4. HTM heeft besloten om zich te richten op haar kerntaken, namelijk het verzorgen van het openbaar vervoer per tram en stadsbus in de regio Haaglanden. In 2020 en 2021 zijn alle voertuigen van HTM Specials van de hand gedaan. In mei 2019 introduceerde HTM de HTM Fiets als aanvulling op haar openbaar vervoer. Er zijn 200 fietsen beschikbaar in Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer. Sinds februari 2023 is HTM gestopt met het aanbieden van de HTM Fiets in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk, HTM Fiets wordt wel voortgezet in Zoetermeer waar een pilot loopt tot en met september 2023. Materieeloverzicht Trams 61 stadstrams, type GTL8 71 lightrailtrams voor RandstadRail, type RegioCitadis 70 lagevloertrams, type Avenio Bussen 129 stadsbussen (waarvan 12 stadsbussen als extra en 2 lesbussen) op aardgas, type MAN Lion's City (CNG) 8 elektrische stadsbussen, type VDL Citea SLF-120 Electric De restauranttram (GTL8 3035) is sinds 11 mei 2014 ingezet als rijdend restaurant en niet langer in het bezit van HTM. De vier pekeltrams (GTL8 3009, 3011, 3024 en 3044) rijden sinds november 2013 bij winterse omstandigheden en bij instructieritten. Organisatie HTM exploiteert 10 tramlijnen, 3 lijnen van RandstadRail, 9 stadsbus- en 6 nachtbuslijnen. HTM verricht haar vervoerdiensten op concessiebasis in de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Zoetermeer. Servicepunten HTM heeft drie servicepunten voor reizigers: Station Den Haag Centraal Station Den Haag HS Zoetermeer Centrum-West Kantoren HTM heeft verschillende kantoren voor medewerkers: Locatie Centraal Station Locatie Hollands Spoor Locatie Meppelweg Locatie De Werf Locatie Maanweg Locatie Telexstraat Locatie Zinkwerf (Vakschool Uitvoering en Vakschool Techniek) Locatie Rijnstraat Het hoofdkantoor is gevestigd op de 3e en 4e etage van kantorencomplex Stichthage in het station Den Haag Centraal. Remises, opstelterreinen en werkplaatsen (tram) HTM heeft de volgende remises, opstelterreinen en een werkplaats: Remises Scheveningen: Is aangesloten via de Harstenhoekstraat op het tramnet, nabij tramhalte Kurhaus. In gebruik voor de rood/beige tram, type GTL. Lijsterbesstraat: Is rechtstreeks aangesloten op RandstadRail 3 en tramlijn 12, tussen de haltes Azaleaplein en Goudenregenstraat. In gebruik voor de rood/beige tram, type GTL. Zichtenburg: Is rechtstreeks aangesloten op RandstadRail 4 en verbonden met het eindpunt van tramlijn 2 via een in/uitrijsporen op de De Werf en de Margaretha van Hennebergweg. In gebruik voor RegioCitadis van RandstadRail en de Avenio van de stadstram. Opstelterreinen Meppelwerf: Opstelterrein is verbonden met het eindpunt, halte Kraayensteinlaan van tramlijn 2 via een in/uitrijsporen op de De Werf en de Margaretha van Hennebergweg. In gebruik voor RegioCitadis van RandstadRail en de Avenio van de stadstram. Daar kunnen maximaal 36 trams gestald worden. Leidschendam: Opstelterrein is gelegen naast de werkplaats van NS voor treinen. Er is een spooraansluiting op RandstadRail en het hoofdrailnet van NS. In gebruik voor de type RegioCitadis van RandstadRail. De Twee Wilgen: Opstelterrein is gelegen tussen de Van Tuyllpark en Lansingerland-Zoetermeer in Zoetermeer, langs RandstadRail 4. In gebruik voor de RegioCitadis van RandstadRail. Daar kunnen maximaal 17 trams gestald worden. Werkplaats De Werf: Werkplaats rechtstreeks aangesloten op RandstadRail 4 en verbonden met het eindpunt, halte Kraayensteinlaan van tramlijn 2 via een in/uitrijsporen op de De Werf en de Margaretha van Hennebergweg. Hier vindt het onderhoud van de trams plaats. Verder is er de niet meer voor exploitatie van HTM in gebruik zijnde remise Frans Halsstraat, die wordt gebruikt door de museumtrams van het Haags Openbaar Vervoer Museum die historische ritten maken op het Haags tramnet. Deze remise wordt gebruikt door HTM voor materieelpresentaties of andere representatieve doeleinden, zoals conferenties. De remises Maaldrift in Wassenaar en 's-Gravenmade in Rijswijk, die voor de buitenlijnen dienden, zijn gesloopt. Garage en werkplaatsen (bus) HTM heeft de volgende garage en werkplaats: Telexstraat/Radarstraat: Garage en werkplaats ligt met de ingang op de hoek van de Telexstraat en de Radarstraat waarbij aansluiting is op de Fruitweg, nabij tramhalte Dynamostraat. Hier vindt het onderhoud van de bussen plaats. Jaarcijfers Aantal reizigers in duizenden per jaar (2013 en 2014 per dag), bedragen in miljoenen en euro. Uitbreidingen en samenvoegingen op het lijnennet De eerste grote aanpassingen die HTM doorvoerde waren die van 1930. Als gevolg van een grote stijging van de werkloosheid door de internationale crisis en de daarmee gepaard gaande scherpe daling van het aantal vervoerde passagiers, voerde HTM eenmansbediening in op enkele zwakke tramlijnen, werden de frequenties verlaagd en werd de verbouwing van motorwagens stopgezet. Op verschillende lijnen verdwenen de aanhangwagens. Vele medewerkers werden ontslagen en lonen werden meerdere keren verlaagd. Er volgden vele frequentieverlagingen, waarbij vooral de uiteinden van de Haagse dubbellijnen (6/13, 5/20 en 1/21) werden getroffen. Dit leidde tot een stroom klachten aan het hoofdkantoor. Pas in 1937 konden enkele maatregelen worden opgeheven en kwamen er weer meer passagiers. Na de Tweede Wereldoorlog werd het tramnet in grote lijnen weer opgebouwd tot de vooroorlogse situatie. Enkele opgeheven trajecten, zoals van lijn 2 over de Sportlaan, van lijn 4 door het Bezuidenhout en van lijn 10 naar Duindorp keerden niet terug. Het traject van lijn 3 naar de Vogelwijk keerde wel terug (in 1955). Door de bouw van nieuwe wijken waren er ook enkele uitbreidingen. Zo ging tramlijn 4 naar Moerwijk rijden. Ook werd een groot busnet opgebouwd dat vooral de zuidwestelijke uitbreidingswijken Vrederust, Berestein en Morgenstond ging bedienen. Deze groeiperiode duurde tot rond 1960. Voor het eerst werd fors in de exploitatie gesneden tussen 1958 en 1963. Tramlijn 4 werd in 1959 op het zuidelijke traject vervangen door lijn 16 en 17 en het noordelijk traject naar Marlot werd omgezet in een buslijn met hetzelfde nummer. De tramlijnen 1 (Prins Mauritslaan – Station Staatsspoor) en 15 (Zuiderparklaan – Station Staatsspoor) werden in april/mei 1958 opgeheven. De tramlijnen 2 (Kerkplein – Meer en Bos) en 5 (Prinsessegracht – Appelstraat) volgden in 1963. In deze gevallen ging het om dubbellijnen met gering vervoer op de eindtrajecten. De buslijnen die deze vier tramlijnen opvolgden werden al na enkele jaren opgeheven. Ook de interlokale tramlijn naar Wassenaar en Leiden werd in 1961 opgeheven. De exploitatie werd aan busbedrijf NZHVM overgedaan. Lijn 6 werd in datzelfde jaar verlengd naar Mariahoeve en in 1965 over korte afstand naar Leyenburg. In 1969 werd de nota OV 1969 gepresenteerd, met daar in het semi-metro plan. Er zou weinig van terechtkomen. De tweede forse ingreep geschiedde door de uitvoering van het Plan Lehner. Buslijnen die in het centrum eindigden werden aan elkaar gekoppeld, zodat doorgaande (diametrale) verbindingen zonder overstappen ontstonden, met als bijkomend voordeel een besparing op exploitatiekosten doordat eindpuntrusttijden van het personeel konden worden ingekrompen en minder bussen nodig waren. Tevens werd het lijnennet gerationaliseerd door de tramlijnen 3 en 7 te combineren tot één lijn 3 en door lijn 10 te combineren met de interlokale tramlijn naar Voorburg. Daarbij verdwenen de trajecten door onder meer de Boekhorststraat en de Groot-Hertginnenlaan. Een groot gedeelte van de drukbevolkte Schilderswijk verloor door deze maatregelen het openbaar vervoer, temeer daar lijn 12 een snellere route kreeg om de wijk heen. Tramlijn 14 werd buslijn. Mede onder druk van de oliecrisis en de lering die daaruit werd getrokken, kwam het stedelijk openbaar vervoer in de jaren 1970 weer in de belangstelling. Er volgden in hoog tempo uitbreidingen van het tramnet: in 1971 lijn 6 naar Leidschendam enerzijds en Berestein anderzijds en in 1974 lijn 9 naar Vrederust. Ook in de gemeenteraad kwam een kentering in de ideeën hoe een binnenstad hoorde te functioneren. De auto werd enigszins in de ban gedaan door betaald parkeren in te stellen en autovrije straten in te richten. Nieuwe wijken rond Loosduinen kregen vanaf 1974 eerst buslijnen en later tramlijnen: de nieuwe lijn 2 en doortrekking van lijn 3. Deze laatste lijn onderging ook een verlenging op Voorburgs grondgebied. In de jaren vanaf 1990 werden steeds vaker milieuargumenten aangevoerd om uitbreiding van het openbaar vervoer te promoten. De grootstedelijke uitbreiding met Vinex-wijken zorgde voor een groei in de exploitatie met de instelling van nieuwe tramlijnen: 15 (naar Nootdorp via Ypenburg), 17 (via Rijswijk Plaspoelpolder en Steenvoorde naar Wateringse Veld) en het doortrekken van lijn 16 naar dezelfde wijk via een andere route. Tevens werd een tramlijn 19 gebouwd tussen Leidschendam en Delft. Binnenstedelijk werd met de ingebruikname van de Haagse tramtunnel (Souterrain) en de ombouw van tramlijn 3 en gedeeltelijk 6 tot RandstadRail-lijnen 3 en 4 een forse exploitatie-uitbreiding bereikt. Ook werd buslijn 26 (Binckhorst – Station Hollands Spoor – Kijkduin) steeds belangrijker. De binnenstedelijke buslijn 25, eens de drukste buslijn van Den Haag, werd voor de uitbreiding van de railexploitatie ingekort. Met ingang van 19 mei 2019 is RandstadRail 4 uitgebreid naar station Lansingerland-Zoetermeer. 2003 en verder Door middel van efficiencyverbeteringen en het herschikken van het lijnennet werden in 2003 maatregelen doorgevoerd om met hogere tarieven, meer kaartcontrole en de kaasschaafmethode bezuinigingen te realiseren. Tramlijn 8 werd richting Scheveningen vervangen door tramlijn 1 en tramlijn 10 werd een spitslijn. Om het Zeeheldenkwartier te compenseren door het wegvallen van tramlijn 3 werd lijn 17 daardoorheen gevoerd. Tramlijn 12 werd ingekort tot Station Hollands Spoor waarbij het lijngedeelte HS – CS door lijn 17 werd overgenomen. Bij de buslijnen werd de route van lijn 13 en 14 versoberd. Buslijn 5 werd opgeheven en gedeeltelijk door 22 vervangen. Door het steeds afnemende passagiersvervoer naar Clingendael werd buslijn 18 in 2010 ingekort tot het Centraal Station en werd het genoemde lijngedeelte overgenomen door een lijn 28 met een lagere frequentie. Dit werd in 2012 ongedaan gemaakt, maar in 2018 werd buslijn 18 opgeheven. Grotendeels van deze buslijn werd overgenomen door buslijn 22 en 29 behalve in Clingendael. Daar werd het busvervoer opgeheven. Van 12 oktober 2020 t/m 10 januari 2021 werd op aandringen van de gemeente Den Haag lijn 30 op proef ingesteld tussen Den Haag Centraal en Duinzigt via Clingendael, omdat lijn 18 daar verdwenen was. Deze lijn reed gecombineerd met lijn 20, dus een slag (heen en terug) 20 en daarna een slag 30. Het bleef bij deze proef. Sinds 1 januari 2023 rijdt tussen het centrum van Den Haag en Benoordenhout de Haagse Hopper. Deze rijdt als een 8-persoonsbus waarvoor er van te voren gereserveerd kan worden en rijdt niet volgens een vaste route maar wel met vaste halten. Hierdoor wordt de wijk Clingendael weer voorzien van beperkt busvervoer. In 2010 heeft het kabinet bekendgemaakt dat er gekort wordt op de inkomsten van het Stadsgewest Haaglanden. Dat betekent dat het Stadsgewest minder geld ontvangt via de Brede Doel Uitkering (BDU) en het Rijk heeft een besparing ingeboekt in verband met de verplichte aanbesteding van het stadsvervoer, de zogenaamde aanbestedingskorting. De omvang van de aanbestedingskorting op het stadsvervoer wordt gerekend op een bedrag van € 14 mln. per jaar met ingang van 2013 en € 28 mln. per jaar met ingang van 2015. Daarnaast wordt de eerder door het Rijk toegezegde reële groei van de BDU met 1,1% per jaar niet geëffectueerd en wordt een generieke korting op de BDU toegepast van 5% per jaar. Dit leidt tot een korting op het budget van € 4 mln. in 2011 oplopend tot € 24 mln. in 2020. Voor 2012 bedraagt de korting op de BDU € 7 mln. Ten slotte wordt ook de loon-prijsindex van 2010 niet doorberekend. Dit leidt tot een korting van € 3 mln. per jaar op het budget. Anno 2011 werkt de kaasschaafmethode niet meer voldoende en moeten door de grote korting op de BDU meer bezuinigingen worden doorgevoerd. De door het Rijk opgelegde bezuinigingen betekende het schrappen van 10% van het openbaar vervoer in Haaglanden. Bij HTM werden per medio december 2011 de volgende bezuinigingenmaatregelen genomen: Tramlijn 2 krijgt een lagere frequentie met grotere voertuigen, type RegioCitadis van RandstadRail; RandstadRail 3 en 4 krijgen een lagere frequentie; Spitstramlijnen 8/8K worden opgeheven en er wordt een 9/9K-combinatie in het leven roepen met verminderde basisfrequenties; Tramlijn 10 wordt opgeheven tussen Hollands Spoor en Station Voorburg; Tramlijn 11 krijgt overdag een lagere frequentie; Buslijn 20 wordt opgeheven; Buslijn 22 wordt naar Duindorp geleid in plaats van 23 inclusief een frequentieverlaging. Alle buslijnen krijgen na 20.00 uur een halfuurdienst in plaats van een kwartierdienst. Vanaf 2015 beschikt de HTM over 60 nieuwe tweerichtingtrams (type Avenio). Deze serie moderne stadstrams werd in de Siemens fabriek in Wenen gemaakt. De basiskleur is asgrijs, de voorkant is rood en langs de bovenrand loopt een rode streep. Op 5 juli 2014 werd het eerste exemplaar aan koning Willem-Alexander gepresenteerd tijdens de viering van 150 jaar tram. Vanaf 2 november 2015 werd de eerste Avenio tram ingezet op lijn 2. Vanwege de toename van het aantal reizigers besloot de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) dat HTM tien extra stadstrams van het type Avenio nodig heeft. HTM bestelde deze tien extra trams bij Siemens die in 2019 geleverd werden. Lijnennet 2023 Tramlijnen HTM rijdt met 3 type trams: de GTL, de RegioCitadis en de Avenio op 10 tramlijnen door Den Haag, Delft, Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voorburg en Wateringen. Zie ook: Haagse tram voor een overzicht van de tramlijnen. Lightrail HTM rijdt met RegioCitadis op 3 lijnen van RandstadRail tussen Den Haag, Voorburg, Leidschendam en Zoetermeer. Zie ook: RandstadRail voor een overzicht van de sneltramlijnen. Buslijnen HTM rijdt met 2 type bussen: MAN Lion's City CNG (A21) en VDL Citea SLF-120 E op 9 buslijnen door Den Haag, Rijswijk en Voorburg. Zie ook: Haagse bus voor een overzicht van de buslijnen. Nachtnet HTM rijdt met MAN Lion's City CNG (A21) onder de naam HTM Nachtbus op 6 nachtbuslijnen (N1 t/m N6) door Den Haag, Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voorburg, Voorschoten, Wassenaar en Zoetermeer. Sinds het begin van de uitbraak van het coronavirus in 2020 rijden de nachtbuslijnen niet, Verlopig rijden deze ook niet, datum van wanneer ze weer gaan rijden is niet bekend. Zie ook: Haagse bus voor een overzicht van de buslijnen van de nachtbuslijnen. Andere activiteiten Busvervoer op Schiphol HTM Specials onderhoudt buiten de regio Haaglanden besloten busvervoer op de luchthaven Schiphol, ten behoeve van luchtreizigers tussen de parkeerplaatsen en de terminals en als ondersteuning van de platformdiensten. Dit contract liep in 2020 af, waarna het vervoer werd overgedragen aan Arriva Touring. Tramrestaurant de Hoftrammm In samenwerking met ondernemer Bobby van Galen is GTL-tram 3035 aangepast als tramrestaurant de Hoftrammm. In deze tram kan men een tafel reserveren om tijdens een rondrit op het Haagse tramnet een bijzonder diner te nuttigen. Deze tram wordt ook verhuurd aan gezelschappen. Stadsvervoer Dordrecht HTM nam in 2001 Stadsvervoer Dordrecht (SVD) over. In januari 2007 werd het vervoer in Dordrecht na aanbesteding opgedragen aan Arriva, wat het einde van SVD betekende. SVN Samen met Novio heeft HTM in 2003 Stadsvervoer Nederland (SVN) opgericht om de landelijke markt te betreden, maar HTM heeft eind 2004 alle aandelen verkocht. SVN werd toen eigendom van Novio en VolkerWessels en werd op 1 januari 2007 overgenomen door Connexxion. Novio In augustus 2005 was de gemeente Nijmegen voornemens Novio te verkopen aan HTM. Deze koop is tegengehouden door minister Karla Peijs. Groene trambanen In Den Haag is het eerste traject groene trambaan aangelegd, met gras tussen de rails. Dit bevond zich voor het Vredespaleis in Den Haag. Tot 1973 gebruikte GBHTM steenslag tussen de rails. Den Haag is de eerste stad waar gras is toegepast. Het enige nadeel is dat na lange droogte de vonken van de wielen het gras weleens doen branden. Zie ook Haagse tram Haagse bus Haags Openbaar Vervoer Museum (incl: Haags Bus Museum) Stads- en streekvervoer in Zuid-Holland Externe links Website van HTM Personenvervoer Over HTM Personenvervoer Werken bij HTM Personenvervoer Nederlands openbaarvervoerbedrijf Openbaar vervoer in Leidschendam-Voorburg Openbaar vervoer in Rijswijk Openbaar vervoer in Zoetermeer
In samenwerking met ondernemer Bobby van Galen is GTL-tram 3035 aangepast als tramrestaurant de Hoftrammm. In deze tram kan men een tafel reserveren om tijdens een rondrit op het Haagse tramnet een bijzonder diner te nuttigen. Deze tram wordt ook verhuurd aan gezelschappen.
1
reserveren, boeking, tijdslot
1,109
TouristInformationCenter
1737728
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arti%20Legi
Arti Legi
Arti Legi is een gebouw gelegen aan de Markt van de Nederlandse stad Gouda, dat huisvesting bood aan de stadstekenschool (Arti) en het kantongerecht (Legi). Geschiedenis Het gebouw dateert uit 1855 en is ontworpen door de architect Willem Cornelis van Goor. Op deze plaats stond de Grote School, de voorloper van de Latijnse school. In de 15 en 16e eeuw werd hier, onder verantwoordelijkheid van het stadsbestuur, onderwijs gegeven. Desiderius Erasmus bezocht van 1473 tot 1478, vanaf zijn vierde jaar, deze school. In 1573 verhuisde de school naar de vrijgekomen gebouwen van het Cellenbroedersconvent aan de Groeneweg. Het gebouw aan de Markt kreeg daarna aanvankelijk de bestemming van artilleriemagazijn. Vanaf 1611 werd het gebouw omgevormd tot een boterhuis, waar naast boter ook hennep, kaas en manden werden verhandeld. In 1855 werden in het nieuwe gebouw op de benedenverdieping het kantongerecht en op de bovenverdieping de stadstekenschool gevestigd. In 1874 werd ook de voorloper van het Goudse Museum, het Museum van Oudheden, in dit pand ondergebracht. Voor de tekenzaal werd een nieuw gebouw neergezet achter Arti Legi en grenzend aan het water van de Zeugstraat. In dit gebouw werd ook de stadsmuziekzaal ondergebracht. In de loop van de 20e eeuw verlieten de oorspronkelijke gebruikers het pand. Hun plek werd ingenomen door onder andere het plaatselijke VVV-kantoor, dat in 2010 verhuisde naar de Lange Tiendeweg, en een politiepost. Het gebouw werd in 2011 gekocht door Louwrens en Gerda Dijkstra en in 2012 gerestaureerd. Het gebouw had vanaf die tijd weer een culturele functie. Zo werd er in 2014 het werk van Jan van der Kooi geëxposeerd; onder andere Prinses Beatrix bezocht deze tentoonstelling. In 2022 werd het gebouw gekocht door de gemeente Gouda. In Arti Legi komen het Kenniscentrum Bodemdaling en Campus Gouda. Door deze nieuwe bestemming, behoudt het Rijksmonument haar maatschappelijke functie. Rijksmonument in Gouda
In 1855 werden in het nieuwe gebouw op de benedenverdieping het kantongerecht en op de bovenverdieping de stadstekenschool gevestigd. In 1874 werd ook de voorloper van het Goudse Museum, het Museum van Oudheden, in dit pand ondergebracht. Voor de tekenzaal werd een nieuw gebouw neergezet achter Arti Legi en grenzend aan het water van de Zeugstraat. In dit gebouw werd ook de stadsmuziekzaal ondergebracht. In de loop van de 20e eeuw verlieten de oorspronkelijke gebruikers het pand. Hun plek werd ingenomen door onder andere het plaatselijke VVV-kantoor, dat in 2010 verhuisde naar de Lange Tiendeweg, en een politiepost.
1
toeristeninformatiecentrum, toeristenbureau, VVV-kantoor
311
MediaObject
5578435
https://nl.wikipedia.org/wiki/Easy%20on%20Me
Easy on Me
"Easy on Me" is een nummer van de Engelse zangeres Adele, dat uitgebracht werd als eerste single van haar vierde studioalbum, 30 (2021). De single werd uitgebracht op 15 oktober 2021 via Columbia Records, waarmee het de eerste release van Adele in bijna vijf jaar was. "Easy on Me" is geproduceerd door de Amerikaanse platenproducent Greg Kurstin, die het nummer ook samen met Adele schreef. De tekst van het lied, waarin thema's als nostalgie, spijt en vergeving tot uitdrukking komen, vertegenwoordigen Adele's pleidooi aan haar zoon, waarin ze haar worsteling met haar ontbonden huwelijk beschrijft en hem verzoekt vriendelijker te zijn. Muziekcritici beoordeelden het nummer positief, met lof voor de aangrijpende teksten en emotionele zang, hoewel sommigen van mening waren dat het niet overeenkwam met de hoogten van haar vorige singles. Videoclip De bijbehorende videoclip voor "Easy on Me" werd gefilmd op 15-16 september 2021 in Quebec en werd geregisseerd door de Canadese filmmaker Xavier Dolan, die eerder met Adele had gewerkt aan de videoclip voor haar single "Hello" uit 2015. Het filmen vond plaats op de Chemin Jordan en het Domaine Dumont Chapelle Ste-Agnès in Sutton, een stad in het zuidwesten van Quebec. Adele gebruikte opnieuw hetzelfde huis dat gebruikt werd voor de clip van "Hello". De videoclip start in het zwart-wit en verschuift halverwege naar kleur, naarmate de beat van het nummer prominenter wordt. Adele verlaat het huis en rijdt weg in een met meubels gevulde aanhangwagen, langs een bord "Verkocht" dat bij het pand is geplaatst. Talloze pagina's met bladmuziek vliegen uit de achterruiten van de auto en verspreiden zich over de Canadese weg. Commerciële prestaties Bij de release brak "Easy on Me" het record aller tijden voor het meest gestreamde nummer in één dag op Spotify met 24 miljoen wereldwijde streams, evenals het record voor het meest gestreamde nummer in een enkele week met 84,3 miljoen streams. Het brak bovendien twee Amazon Music-records, de meeste first-day-streams wereldwijd en de meeste first-day Alexa-verzoeken voor elk nummer in de geschiedenis van het platform. In het Verenigd Koninkrijk brak het het record voor het meest gestreamde nummer op een dag, met meer dan 3,2 miljoen verdiende streams. In de Verenigde Staten brak "Easy on Me" het record voor het meest afgespeelde nummer in de Amerikaanse radiogeschiedenis. Awards en nominaties Hitlijsten Ultratop 50 Vlaanderen NPO Radio 2 Top 2000 Nummer van Adele Single uit 2021
Videoclip De bijbehorende videoclip voor "Easy on Me" werd gefilmd op 15-16 september 2021 in Quebec en werd geregisseerd door de Canadese filmmaker Xavier Dolan, die eerder met Adele had gewerkt aan de videoclip voor haar single "Hello" uit 2015. Het filmen vond plaats op de Chemin Jordan en het Domaine Dumont Chapelle Ste-Agnès in Sutton, een stad in het zuidwesten van Quebec. Adele gebruikte opnieuw hetzelfde huis dat gebruikt werd voor de clip van "Hello". De videoclip start in het zwart-wit en verschuift halverwege naar kleur, naarmate de beat van het nummer prominenter wordt. Adele verlaat het huis en rijdt weg in een met meubels gevulde aanhangwagen, langs een bord "Verkocht" dat bij het pand is geplaatst. Talloze pagina's met bladmuziek vliegen uit de achterruiten van de auto en verspreiden zich over de Canadese weg.
4
mediaobject, afbeelding, video
8,376
HowToDirection
2501688
https://nl.wikipedia.org/wiki/Veiligheidswet%20BES
Veiligheidswet BES
De Veiligheidswet BES heeft betrekking op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die bestuurlijk als openbaar lichaam sinds 10 oktober 2010 een bijzondere gemeente binnen het Koninkrijk der Nederlanden vormen. Deze wet is in werking getreden op 10 oktober 2010 en bevat bepalingen over de politie, de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing in Caribisch Nederland Politie en brandweer Hoofdstuk 2 bevat nadere bepalingen over de politie (het Korps Politie Caribisch Nederland) en de Koninklijke Marechaussee. Het hoofdstuk geeft een verdere invulling aan de kaders die de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba schept. Hoofdstuk 3 stelt het Brandweerkorps Caribisch Nederland in en bevat nadere bepalingen. Brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing Hoofdstuk 4 regelt de brandweerzorg, de rampenbestrijding en crisisbeheersing en sluit op veel punten aan bij de Europees-Nederlandse Wet veiligheidsregio's. Het bestuurscollege is verantwoordelijk voor de brandweerzorg en de organisatie van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening. De eilandsraad dient een brandbeveiligingsverordening vast te stellen en het bestuurscollege kan een bedrijf of inrichting verplichten om een bedrijfsbrandweer in te stellen. Voorbereiding Voor de voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing wordt er door het bestuurscollege minimaal eenmaal in de vier jaar een beleidsplan en een rampen- en crisisplan vastgesteld. Het beleidsplan is mede gebaseerd op een door het bestuurscollege vastgestelde risicoprofiel. Voor bepaalde categorieën bedrijven kan de gezaghebber worden verplicht om een rampenbestrijdingsplan vast te stellen. De Rijksvertegenwoordiger dient er op toe te zien dat de door de bestuurscolleges en gezaghebbers vastgestelde plannen actueel zijn en aan de wettelijke eisen voldoen. Als dat niet het geval is, kan hij in het uiterste geval de plannen zelf vaststellen of wijzigen. De Rijksvertegenwoordiger stelt minimaal eenmaal in de vier jaar een coördinatieplan op voor rampen en crises van boveneilandelijke betekenis en voor de afstemming met andere (omliggende) landen voor de bestrijding en beheersing van rampen en crises. De eilandsecretaris vervult de rol van 'eilandelijk rampencoördinator' en is belast met coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die het openbaar lichaam treft met het oog op een ramp of crisis en adviseert het bevoegd gezag over risico's van rampen en crises. Taken en bevoegdheden tijdens een ramp of crisis De gezaghebber heeft het opperbevel in het geval van een ramp of in het het geval van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Hij is ook verantwoordelijk dat o.a. burgers worden geïnformeerd over de oorsprong, omvang en gevolgen van de (dreigende) ramp en hij dient er voor te zorgen dat hulpverleners worden geïnformeerd over de gezondheidsrisico's die zij lopen en de voorzorgsmaatregelen die getroffen zijn of worden. Als de gezaghebber bijstand nodig heeft voor de bestrijding of beheersing van een brand, ramp of crisis dan wendt hij zich tot de Rijksvertegenwoordiger. Deze kan de andere gezaghebbers, de minister van Binnenlandse Zaken en/of de minister van Defensie (als het gaat om de inzet van het leger) inschakelen voor hulp. De Rijksvertegenwoordiger kan in het geval van een ramp of crisis van boveneilandelijke betekenis of in het het geval van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan aanwijzingen geven aan de gezaghebber over het te voeren beleid. Samenwerking, financiering en toezicht In hoofdstuk 5 is bepaald dat de drie bestuurscolleges en de minister van Binnenlandse Zaken in de hoedanigheid van korpsbeheerder van politie en brandweer een convenant sluiten, waarin o.a. de samenwerking op het gebied van informatievoorziening en -uitwisseling, het multidisciplinair oefenen en de operationele prestaties van het brandweerkorps en de politie worden geregeld. Het convenant regelt ook de gemeenschappelijke meldkamer die op Bonaire is gevestigd voor politie, brandweer, ambulance en geneeskundige hulpverlening. In hoofdstuk 6 wordt de financiering van de Veiligheidswet BES geregeld. De openbare lichamen krijgen een bijzondere uitkering zoals bedoeld in de FinBES. Dit wordt nader uitgewerkt in de AMvB 'Kostenbesluit Veiligheidswet BES'. In hoofdstuk 7 wordt het toezicht geregeld door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. De hoofdstukken 8 en 9 bevatten sanctie-, overgangs-, en invoeringsbepalingen. Externe link Wettekst op wetten.overheid.nl Nederlandse formele wet inzake BES Nederlandse wet op het gebied van het openbare-orderecht Rampenbestrijding in Nederland
Als de gezaghebber bijstand nodig heeft voor de bestrijding of beheersing van een brand, ramp of crisis dan wendt hij zich tot de Rijksvertegenwoordiger. Deze kan de andere gezaghebbers, de minister van Binnenlandse Zaken en/of de minister van Defensie (als het gaat om de inzet van het leger) inschakelen voor hulp. De Rijksvertegenwoordiger kan in het geval van een ramp of crisis van boveneilandelijke betekenis of in het het geval van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan aanwijzingen geven aan de gezaghebber over het te voeren beleid.
1
actie, aanwijzing, instructieblok
5,069
UserPageVisits
125293
https://nl.wikipedia.org/wiki/Berichtenverkeer
Berichtenverkeer
Berichtenverkeer is een vorm van communicatie waarbij een intermediair een bericht overbrengt van een verzender naar een ontvanger. Berichtenverkeer is van groot praktisch nut. Het stelt de deelnemers aan het berichtenverkeer in staat hun acties te coördineren en hun zeggingskracht te vergroten buiten het bereik van directe communicatie. Voor het bestuur van een land of een bedrijf is berichtenverkeer essentieel. Bij het voeren van oorlog geeft een goed berichtenverkeer groot strategisch voordeel. Er heeft altijd opdruk bestaan om de snelheid en betrouwbaarheid van het berichtenverkeer te vergroten. Geschiedenis Mondeling berichtenverkeer Mondeling berichtenverkeer is ons zeer vertrouwd. We vragen iemand een bericht over te brengen. Bijvoorbeeld: "Wil je de groeten doen aan Piet?" of: "Wil je mama vragen of ze even komt helpen?" Mondeling berichtenverkeer bestaat al zolang mensen over taal beschikken. Maar hoe vanzelfsprekend het ook is, het stelt ons in staat complexe taken tot een goed einde te brengen. Bij mondeling berichtenverkeer wordt de intermediair boodschapper genoemd. Schriftelijk berichtenverkeer De uitvinding van het schrift maakte het mogelijk schriftelijke berichten te versturen. Hierdoor kon een bericht meer informatie bevatten die onvervormd overkwam. En je kon het bericht in een enveloppe doen zodat de intermediair er geen kennis van kon nemen. Bij schriftelijk berichtenverkeer wordt de (menselijke) intermediair koerier (van courir = rennen) genoemd. Een bijzondere intermediair is de postduif. Postduiven keren altijd weer naar hun woonplaats terug. In het berichtenverkeer wordt hiervan gebruikgemaakt door de duif een bericht mee te geven dat voor zijn woonplaats bestemd is. Van de grote historische keizerrijken Egypte, Assyrië en China is bekend dat de heersers met koeriers berichten over lieten brengen. Estafette Je kunt goed getrainde hardlopers als koeriers inzetten maar zelfs de beste hardloper wordt na verloop van tijd moe. Om berichten toch snel over grote afstanden te kunnen verplaatsen ontwikkelde men het principe van de estafette. Hierbij wordt het door het bericht af te leggen traject verdeeld in verschillende deeltrajecten. Ieder deeltraject wordt door een andere hardloper afgelegd waarbij hij aan het einde van het deeltraject het bericht aan de volgende hardloper overdraagt. Als praktische oplossing voor het berichtenverkeer heeft de estafette haar nut verloren maar zij leeft voort als vorm van atletiek. Postensysteem Een verdere verfijning van het estafetteprincipe is het postensysteem. Een post is een rustplaats. Met paarden worden berichten overgebracht van de ene post naar de andere. Van de Romeinen is bekend dat zij een goed georganiseerd postensysteem opzetten. Zij gebruikten lichte rijtuigen en snelle paarden om de berichten over te brengen. De dienst was natuurlijk in de eerste plaats voor het bestuur van het Romeinse Rijk bedoeld, maar ook particulieren konden op deze manier berichten versturen. Dit was zo succesvol dat de betekenis van het woord post is gaan verschuiven. Men ging er het postensysteem en na verloop van tijd ook de met dat systeem verstuurde berichten mee aanduiden. Met het aldus ontstane postensysteem werden niet alleen berichten vervoerd maar ook kleine pakketjes en reizigers. De voor het postensysteem gebruikte rijtuigen worden postkoets genoemd, zij zijn de oudste vorm van openbaar vervoer. In Nederland was Van Gend en Loos een belangrijke exploitant van postkoetsen. Telegrafie In de 19e eeuw ontwikkelde zich het berichtenverkeer door de telegrafie. Onder Napoleon werd de optische telegraaf uitgevonden. Die stelde de keizer in staat om in een etmaal bevelen te versturen naar alle uithoeken van zijn rijk. In het midden van de eeuw kwam de elektrische telegraaf tot stand, die het nodig maakte om de berichten te "vertalen" in een speciaal schrift: de Morsecode. In enkele decennia nam de telegraaf het hele zakelijke berichtenverkeer over. Het telegraafgebouw was daarbij een onmisbare intermediair. Na de uitvinding van de telex was dat niet meer het geval. De radiotelegrafie maakte een draadloos berichtenverkeer mogelijk, bijvoorbeeld op zee. Elektronisch berichtenverkeer Het elektronisch uitwisselen van informatie kan geautomatiseerd (zoals een enterprise service bus) of met gebruikersinteractie (zoals een e-mail). Telecommunicatie Communicatiemiddel Verkeer en vervoer
Elektronisch berichtenverkeer Het elektronisch uitwisselen van informatie kan geautomatiseerd (zoals een enterprise service bus) of met gebruikersinteractie (zoals een e-mail).
1
gebruikersinteractie, paginaweergaven, gebruikersactiviteit
2,347
AutoWash
382132
https://nl.wikipedia.org/wiki/BOVAG
BOVAG
BOVAG (BOnd Van Automobielhandelaren en Garagehouders) werd op 6 mei 1930 in Utrecht opgericht. Het is een Nederlandse brancheorganisatie van personenauto- en truckdealers, onafhankelijke (universele) auto-, schadeherstel (auto, ruit)-, tweewieler-, caravan & camper-, aanhangwagen-, motorenrevisie-,autoverhuur- en autowas- en autopoetsbedrijven, verkeersopleidingen en tankstations. BOVAG heeft per 2020 circa 8500 leden en dat aantal groeit licht. In de genoemde branches wordt jaarlijks ca. 45 miljard euro omgezet en zo'n 17 miljard aan belastingen (accijnzen, BPM) geïnd en afgedragen. Vereniging BOVAG is een brancheorganisatie, gevestigd in Bunnik, die dient als belangenorganisatie, platform en nieuws-, voorlichtings- en informatiecentrum. Daarnaast is BOVAG een werkgeversorganisatie en houdt zich bezig met arbeidsvoorwaardenbeleid, arbeidsomstandigheden, onderwijs en collectieve regelingen ten behoeve van arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen en pensioenen. BOVAG is een vereniging met een ledenraad als hoogste toezichthoudende orgaan. De ledenraad bestaat uit 39 leden, waarmee alle afdelingen vertegenwoordigd zijn. BOVAG wordt bestuurd door een verenigingsbestuur bestaande uit zeven leden. Dit bestuur is een one-tier board met vijf gekozen bestuursleden (non-executives) en twee executive bestuursleden, die tevens de directie van de werkorganisatie vormen. BOVAG heeft 13 afdelingen, overeenkomstig de dertien sectoren die BOVAG verenigt. Elke afdeling heeft een eigen bestuur, ALV en eigen congressen en bijeenkomsten. Geschiedenis BOVAG is in 1930 opgericht in Café Noord-Brabant aan het Vredenburg in Utrecht. BOVAG heeft kantoor gehouden in Den Haag en Rijswijk, waarna het 30 jaar geleden is verhuisd naar Bunnik. In 1949 heeft BOVAG Stichting VAM opgericht, het latere Innovam. Innovam is het opleidingsinstituut voor het motorvoertuig-, tweewieler- en aanverwant bedrijf en is gevestigd in Nieuwegein. Sinds 1963 heeft BOVAG in Bovemij een eigen verzekeringsmaatschappij. De aandelen van Bovemij N.V. zijn voor 83 procent in handen van BOVAG; de overige 17 procent is in handen van leden van BOVAG. Sinds 2008 heeft BOVAG een pechhulpverleningsdienst voor auto's. Daarmee is het een concurrent van de ANWB Wegenwacht en Route Mobiel. In de Nederlandse rechtspraak is herhaaldelijk geprocedeerd over de geldigheid van exoneratiebedingen in de algemene voorwaarden die worden gehanteerd door bij BOVAG aangesloten ondernemers. De uitspraken die uiteindelijk door de Hoge Raad in die geschillen werden gedaan staan bekend als de BOVAG-arresten. Activiteiten De eerste en meest bekende activiteit van BOVAG is de introductie van een garantiekeurmerk in de jaren '70, ondersteund met reclamespots (Beun de Haas, gespeeld door Maarten Spanjer) op radio en TV, waarmee de bond in de jaren '80 en '90 grote bekendheid verwierf bij consumenten en potentiële leden. Bovemij werd op 18 september 1963 door de leden van BOVAG opgericht als haar verzekeringsmaatschappij (BOvag VErzekeringsMaatschappIJ). Door aankoop en start van verschillende bedrijven is het niet alleen maar een verzekeringsmaatschappij, maar helpt het haar klanten ook met financieringen om een eigen leasevloot op te kunnen starten, met rechtshulp en (sinds de verwerving van RDC) met diverse data-oplossingen. Voor de leden brengt BOVAG jaarlijks diverse onderzoeken uit, zoals branchemonitors, visies op de ontwikkeling van de deelsectoren en scenario-onderzoeken waarbij retailinnovaties en technologische ontwikkelingen centraal staan. Daarnaast heeft BOVAG producten en diensten beschikbaar ter ondersteuning van de leden. In 2013 heeft BOVAG een grondig visie- en verandertraject ondergaan om toekomstbestendig te worden en nieuwe toegevoegde waarde voor de leden te bieden. Belangrijkste verandering die de bond daarbij heeft ondergaan is het verleggen van de focus naar het primaire proces van de aangesloten leden. BOVAG maakt sindsdien studie naar de veranderende consument en de veranderende marktomstandigheden in elke aangesloten sector. Op basis van deze studies heeft BOVAG programma's ontwikkeld om leden te informeren over de veranderende omstandigheden en te inspireren tot innovatie om relevant te blijven voor de consument. Meest tastbare uitvloeisel daarvan is de oprichting van een eigen occasionwebsite voor BOVAG-bedrijven met uitsluitend auto's voorzien van BOVAG Garantie. In 2020 zijn daar ook motorfietsen, e-bikes en campers aan toegevoegd. Externe links Officiële website Ledensite ViaBOVAG Beun de Haas spots Nederlandse verkeers- en vervoersorganisatie Platform Nederlandse brancheorganisatie Economie in Bunnik
BOVAG (BOnd Van Automobielhandelaren en Garagehouders) werd op 6 mei 1930 in Utrecht opgericht. Het is een Nederlandse brancheorganisatie van personenauto- en truckdealers, onafhankelijke (universele) auto-, schadeherstel (auto, ruit)-, tweewieler-, caravan & camper-, aanhangwagen-, motorenrevisie-,autoverhuur- en autowas- en autopoetsbedrijven, verkeersopleidingen en tankstations. BOVAG heeft per 2020 circa 8500 leden en dat aantal groeit licht. In de genoemde branches wordt jaarlijks ca. 45 miljard euro omgezet en zo'n 17 miljard aan belastingen (accijnzen, BPM) geïnd en afgedragen.
1
autowas, autowasbedrijf, carwash
2,118
PhotographAction
5924
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ed%20van%20der%20Elsken
Ed van der Elsken
Eduard (Ed) van der Elsken (Amsterdam, 10 maart 1925 – Edam, 28 december 1990) was een Nederlandse fotograaf en cineast. Jeugd Hij groeide op in Betondorp waar zijn vader meubelmaker was. Parijse periode Van 1950 tot 1954 woonde en werkte hij in Parijs waar hij zijn eerste vrouw, de Hongaarse fotografe Ata Kandó, ontmoette. In 1956 kwam zijn eerste fotoboek uit: Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés, waarin hij jonge bohemiens in de Franse hoofdstad fotografeerde, onder wie Vali Myers. Dit boek betekende zijn doorbraak en hierna zouden nog een twintigtal fotoboeken volgen. Wereldreizen Van der Elsken maakte van 1959 tot 1960 met zijn toenmalige echtgenote Gerda van der Veen een wereldreis, en vestigde zich in 1971 in Edam. Van daaruit bleef hij reizen, onder meer naar Japan. Van der Elsken was vooral geboeid door mensen in allerlei culturen en omstandigheden. Veel van zijn werk kan als sociale fotografie gekenmerkt worden. Hij werkte mee aan het internationale fotoboek The Family of Man. In 1977 gaf hij het fotoboek Eye love you uit, waarin hij mensen van hun kleurrijke kant liet zien. Films Van der Elsken was ook als cineast actief. Hij maakte zijn eerste film in 1960. In 1963 maakte hij Welkom in het leven, lieve kleine, een van de eerste films die met een kleine schoudercamera werden opgenomen, met synchroon geluid. In de film brak Van der Elsken met de traditie dat een filmer 'onzichtbaar' achter de camera stond. Zijn manier van filmen, met de man achter de camera als participant, was van grote invloed op de televisiemakers Hans Keller, Frans Bromet en Roelof Kiers. In 1971 kreeg hij voor De verliefde camera de Staatsprijs voor de Filmkunst. Verdere personalia In 1988 hoorde Van der Elsken dat hij prostaatkanker had. Hij begon meteen aan Bye, een film over de periode tot aan zijn dood. Van der Elsken overleed op 65-jarige leeftijd in zijn woonplaats Edam. Van der Elsken had een aantal relaties die hem inspireerden bij zijn werk. In Parijs eerst met de uit Australië afkomstige danseres Vali Myers, die hem inspireerde tot zijn eerste fotoboek. Daarna ontmoette hij in 1950 de Hongaarse collega-fotograaf Ata Kandó en haar drie kinderen met wie hij trouwde in 1954, maar dat huwelijk hield geen stand: in 1955 werd de scheiding uitgesproken. Terug in Nederland trouwde hij in 1957 met de fotograaf Gerda van der Veen (overleden 9 juli 2006 op 71-jarige leeftijd), de dochter van beeldhouwer Gerrit-Jan van der Veen, maar ook dit huwelijk eindigde in een scheiding, in 1971. Met haar kreeg hij twee kinderen, een dochter (Tinelou, 1961) en een zoon (Daan Dorus, 1963). De laatste achttien jaar van zijn leven, vanaf 1972, woonde hij samen in Edam met Anneke Hilhorst. Hij kreeg met haar een zoon (John) en trouwde met haar in 1984. Beknopte bibliografie Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés (1956) Bagara (1958) Jazz (1959) Dans Theater (1960) de Jong & van Dam NV 1912-1962 (1962) Sweet life (1966) Wereldreis in foto's vier delen (1967-1968) Eye love you (1977) Zomaar een sloot ergens bij Edam (1977) Hallo! (1978) Amsterdam! Oude foto's 1947-1970 (1979) Avonturen op het land (1980) Parijs! Foto's 1950-1954 (1981) Amsterdam? (1984) Are you famous? (1985) San-jeruman-de-pure no kol (1986) Jong Nederland 'Adorabele rotzakken''' (1987)Japan 1959-1960 (1987)De ontdekking van Japan (1988)Natlab (1989)Once upon a time (1991)Apples Slapples (1992)Hit & Run. Ed van der Elsken fotografeert het Philips Natlab (2014) FilmografieHanden (1960)Karel Appel, componist (1961)Dylaby (1962)Lieverdjes (1963)Welkom in het leven, lieve kleine (1963)Fietsen (1965)Hee poppelepee (1967)Het Waterlooplein verdwijnt (1967)De verliefde camera (1971)Death in the Port Jackson Hotel (1972)Avonturen op het land (1980)Daan Doris (1981)Een fotograaf filmt Amsterdam (1982)Bye'' (1990) Werk in openbare collecties (selectie) Rijksmuseum Amsterdam Externe links www.edvanderelsken.nl Het Nederlands Fotomuseum beheert het (negatieven)archief en het auteursrecht van Ed van der Elsken Artikel Kunstbus Nederlands cameraman Nederlands fotograaf
Films Van der Elsken was ook als cineast actief. Hij maakte zijn eerste film in 1960. In 1963 maakte hij Welkom in het leven, lieve kleine, een van de eerste films die met een kleine schoudercamera werden opgenomen, met synchroon geluid. In de film brak Van der Elsken met de traditie dat een filmer 'onzichtbaar' achter de camera stond. Zijn manier van filmen, met de man achter de camera als participant, was van grote invloed op de televisiemakers Hans Keller, Frans Bromet en Roelof Kiers. In 1971 kreeg hij voor De verliefde camera de Staatsprijs voor de Filmkunst.
4
fotografie, foto maken, camera
11,976
DataCatalog
1218482
https://nl.wikipedia.org/wiki/TIMSS
TIMSS
TIMSS staat voor "Trends in International Mathematics and Science Study". Sinds 1995 wordt wereldwijd elke vier jaar de kennis van leerlingen in de exacte vakken gemeten met een internationale TIMSS-toets voor het basisonderwijs en/of het voortgezet onderwijs. De dataverzameling van het eerste TIMSS-onderzoek vond plaats aan het einde van het schooljaar 1994/1995 en richtte zich op drie groepen leerlingen. Voor Nederland waren dit groep 5 en 6 van het basisonderwijs, leerjaar 1 en 2 van het voortgezet onderwijs en het laatste jaar van het voortgezet onderwijs. De twee vervolgstudies, TIMSS-1999 en TIMSS-2003, hadden betrekking op groep 6 van het basisonderwijs en/of het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Doel TIMSS geeft landen de mogelijkheid in kaart te brengen hoe goed hun leerlingen in de exacte vakken presteren in vergelijking tot andere landen. Maar het onderzoek biedt meer dan alleen een internationale ranglijst. TIMSS verzamelt ook informatie over waarom leerlingen in het ene land beter presteren dan in een ander land. Met schriftelijke vragenlijsten voor leerlingen, leraren en schoolleiders wordt informatie verzameld over de onderwijscontext. Doordat TIMSS elke vier jaar herhaald wordt, geeft het ook een beeld van ontwikkelingen in leerprestaties en in het onderwijs door de jaren heen. TIMSS-projecten Vanaf 2006 lopen er twee TIMSS-projecten: TIMSS-2007 en TIMSS-Advanced 2008. Aan TIMSS-2007 doen meer dan 60 landen mee. In Nederland zijn voor TIMSS-2007 in het voorjaar van 2007 zo'n 4000 leerlingen in groep 6 van het basisonderwijs getoetst op hun rekenkennis en hun kennis van natuuronderwijs. De onderzoeksresultaten zijn eind 2008 bekend geworden. TIMSS-Advanced is een internationale wis- en natuurkundetoets voor eindexamenleerlingen die wiskunde en natuurkunde op pre-universitair niveau volgen. Hieraan doen 10 landen mee. In het voorjaar van 2008 hebben zo'n 4300 Nederlandse eindexamenleerlingen in het VWO die Wiskunde B2 of Natuurkunde 2 volgen ( profiel Natuur en techniek), de internationale TIMSS-toets gemaakt. De resultaten van dit onderzoek zijn eind 2009 gepubliceerd. Uitvoering TIMSS wordt gecoördineerd door het TIMSS & PIRLS International Study Center te Boston onder leiding van het International Association for the Evaluation of Educational Achievement (IEA). TIMSS wordt in Nederland uitgevoerd in opdracht van de Programma Raad voor het Onderwijs Onderzoek (PROO) van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het Nederlandse aandeel van TIMSS wordt sinds 1995 uitgevoerd door de Faculteit Gedragswetenschappen van de Universiteit Twente. Zie ook PISA-test PIRLS-test Externe links Het Nederlandse rapport is te vinden op http://doc.utwente.nl/60205/. De internationale rapporten zijn te vinden op http://timss.bc.edu. Nederlandse TIMSS-website Internationale TIMSS-website International Association for the Evaluation of Educational Achievement (IEA) Onderwijskunde Onderzoek Basisonderwijs Middelbaar onderwijs
TIMSS staat voor "Trends in International Mathematics and Science Study". Sinds 1995 wordt wereldwijd elke vier jaar de kennis van leerlingen in de exacte vakken gemeten met een internationale TIMSS-toets voor het basisonderwijs en/of het voortgezet onderwijs. De dataverzameling van het eerste TIMSS-onderzoek vond plaats aan het einde van het schooljaar 1994/1995 en richtte zich op drie groepen leerlingen. Voor Nederland waren dit groep 5 en 6 van het basisonderwijs, leerjaar 1 en 2 van het voortgezet onderwijs en het laatste jaar van het voortgezet onderwijs. De twee vervolgstudies, TIMSS-1999 en TIMSS-2003, hadden betrekking op groep 6 van het basisonderwijs en/of het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs.
1
gegevensregister, informatierepertorium, dataverzameling
1,321
DisagreeAction
2817480
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques%20Kloes
Jacques Kloes
Jacques Kloes (Heemskerk, 5 maart 1948 – Wijk aan Zee, 2 april 2015) was een Nederlands zanger. Als zoon van een cafébaas kwam hij via de jukebox in aanraking met de muziek. Hij speelde bij Rocking Friends, Black Ventures en Baby Rockers, totdat in 1968 in Zaandam de band Take Five werd opgericht. In 1970 werd de naam veranderd in Dizzy Man's Band. Aanvankelijk speelde die band muziek die door de blazerssectie overeenkwam met de stijl van Chicago en Blood, Sweat & Tears. Mede door het rauwe geluid van Kloes. Nadat de eerste single, Tell Me It's Allright, flopte, besloot de band een gemakkelijker in het gehoor liggend repertoire te kiezen. Heel geraffineerd werd Creedence Clearwater Revival's Down On The Corner omgetoverd tot Tickatoo. Op 11 juli 1970 kwam het binnen in de op 40 en de Hilversum 3 Top 30, waarmee een doorbraak een feit werd. Kloes zou uiteindelijk 17 hitnoteringen met de Dizzy Man’s Band op zijn naam zetten, waarvan de bekendste hits The Show, The Opera, Rio en Matter of Facts zijn. Mony the phoney is een minder bekend lied van hen. Toen enkele groepsleden een progressiever geluid wilden, ontstonden er diverse meningsverschillen. Dit had tot gevolg dat Kloes in 1978 uit de band stapte om een solocarrière te beginnen. Door zijn vertrek was het min of meer afgelopen met de Dizzy Man's Band. In 1979 had hij met Patricia Paay een hit met You Make It Alright. De single werd uitgeroepen tot beste Nederlandse productie van 1979. In 1980 maakte hij nog de singles Don't Break My Heart en Geronimo's Cadillac, echter zonder succes. In 1992 stond hij nog twee keer in de hitlijsten met de bescheiden hits Once Or Twice en een Nederlandstalig nummer Fantastische vrouw. Daarna stopte hij met muziek en begon een kroeg. In 1996 verving Kloes de zanger Marcel Wessel bij het duo The Showbusters. Samen met Johan Bouquet vormde hij The Showbusters en zij traden op met enkele oud-collega's van Dizzy Man's Band. Een week voor zijn dood trad hij nog op. Op 30 maart 2015 stond hij nog een journalist van het AD te woord. In de ochtend van 2 april 2015 vond de politie Kloes dood naast zijn bed. Kloes werd 67 jaar oud en werd begraven op begraafplaats Duinrust in Beverwijk. Nederlands zanger
Toen enkele groepsleden een progressiever geluid wilden, ontstonden er diverse meningsverschillen. Dit had tot gevolg dat Kloes in 1978 uit de band stapte om een solocarrière te beginnen. Door zijn vertrek was het min of meer afgelopen met de Dizzy Man's Band.
1
meningsverschil, onenigheid, tegenspraak
8,127
AllocateAction
1964068
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Halve%20Wereld
De Halve Wereld
De Halve Wereld is een complex van woningcorporatie Ymere met 118 sociale-huurappartementen en enkele bedrijfsruimtes op de begane grond, dat tussen 1983 en 1985 is gebouwd bovenop metrostation Waterlooplein in Amsterdam. Het is ontworpen door de bekende Amsterdamse architect Sytze Visser. Verder waren de architecten Hein van Meer en Mino Bonin ook aanwezig bij de bouw. Het gaat om drie gebouwen: de Citadel aan de noordkant, en de Slinger en het Torentje, gelegen rondom het A.S. Onderwijzerhof aan de zuidkant van de Nieuwe Amstelstraat, achter het Joods Historisch Museum. Het is een voorbeeld van bewonerszelfbeheer, waarvoor in de jaren zeventig en tachtig veel werd gepleit. Dit pleidooi was een reactie op het gebrek aan eigen verantwoordelijkheid die huurders werd gegeven bij het beheer van hun sociale huurwoning van de woningbouwvereniging of het gemeentelijk woningbedrijf. Voorstanders van bewonerszelfbeheer waren in de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw veelal van linkse signatuur. Bij aanhangers van de kraakbeweging sprak het idee van bewonerszelfbeheer ook erg aan. Zelfbeheer bewoners Experiment in jaren '80 De Halve Wereld werd in 1985 opgezet als een experiment in bewonerszelfbeheer en is een van de weinige die vijfentwintig jaar later nog steeds functioneert. Veelal werden vormen van bewonerszelfbeheer toegepast als legalisering van een kraakactie of bij verbouwing van bedrijfspanden tot woonruimten. Er zijn geen andere voorbeelden in Nederland bekend van nieuwbouwcomplexen die speciaal werden ontworpen om hier vanaf het begin bewonerszelfbeheer toe te passen. Woningbedrijf op afstand De beoogde bewoners wisten begin jaren tachtig met steun van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) de gemeente over de streep te trekken om de bewoners de ruimte te geven die zij vroegen en het Gemeentelijk Woningbedrijf Amsterdam als beheerder en verhuurder op afstand te houden. Vereniging is verhuurder De bewonersvereniging, met democratisch gekozen bewoners in het bestuur, treedt sindsdien op als verhuurder richting de bewoners. Dit houdt in dat de vereniging zelf de huur int bij bewoners, regelingen treft bij betalingsachterstanden, de toewijzing regelt van vrijkomende woningen, de administratie verzorgt en verantwoordelijk is voor het onderhoud, zowel aan de binnenruimten als aan de buitenkant. Dit leidt tot een bijzondere moeder-dochterconstructie met de woningcorporatie die tegenwoordig eigenaar is van het pand, Ymere. Deze laat de bewonersvereniging de taken verrichten die normaal door de eigenaar/ verhuurder worden gedaan, exclusief het groot onderhoud aan het casco. Ruimtes voor zelfbeheer Met de wensen van de toekomstige bewoners werd bij het ontwerp van het complex verregaand rekening gehouden. Zo is in het complex een aparte ontmoetingsruimte voor algemeen gebruik door de bewoners en bestuurs- en vergaderruimtes voor de bewonersvereniging. Geschiedenis Actiegroep Nieuwmarkt De Halve Wereld heeft zijn bestaan te danken aan de Aktiegroep Nieuwmarkt. Op 2 september 1975 bezette deze groep het kantoor van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) aan de Keizersgracht. Dat gebeurde op de dag dat deze beroepsvereniging, die van de gemeente het eerste recht van koop had gekregen op de grond aan de Nieuwe Amstelstraat, van plan was contracten te tekenen met de Westland-Utrecht Projectontwikkelingsmaatschappij (WUPO) voor de bouw van een groot multifunctioneel complex dat op deze plek was bedacht. Hiermee dwarsboomden de actievoerders de ondertekening. Bovenop metrostation Waterlooplein waren destijds geen woningen gepland, maar winkels, horeca, een museum voor architectuur en een nieuw hoofdkantoor voor de BNA. Tegen de aanleg van de metro bestond minder verzet dan tegen het feit dat na de aanleg geen betaalbare woningen terugkwamen boven op het metrotracé. Vooral bedrijvigheid zoals kantoren en brede wegen door de binnenstad waren bedacht vanuit het destijds bij progressieve gemeentebestuurders en stedenbouwkundigen populaire concept van cityvorming. Invloed Het maatschappelijk protest, aangevoerd door de Aktiegroep Nieuwmarkt, dat zelfs leidde tot de Nieuwmarktrellen, beïnvloedde de heersende opvattingen en de besluitvorming in de gemeenteraad sterk. De algemene ledenvergadering van de BNA besloot in 1977 definitief af te zien van de plannen, en gaf het eerste recht op grondaankoop terug aan de gemeente. De gemeenteraad en het college van B&W kwamen, na veel politieke onrust en soms tumultueus verlopen raadsvergaderingen, geleidelijk aan tot nieuwe inzichten. Het nieuwe college van B&W dat in het voorjaar van 1978 aantrad, met Jan Schaefer als wethouder voor woningzaken en stadsvernieuwing, liet de plannen voor cityvorming met brede wegen, multifunctionele complexen en kantoren varen ten gunste van sociale woningbouw langs de oude bestaande stratenpatronen. Na de aanleg van de Oostlijn, beloofde dit gemeentebestuur veel sociale-huurwoningen terug te zullen bouwen. Dankzij het maatschappelijk protest bouwde de gemeente Amsterdam langs de oude bestaande rooilijnen circa 1000 nieuwe sociale-huurwoningen boven het metrotracé tussen Centraal Station en Waterlooplein, vooral in de Nieuwmarktbuurt. Toezeggingen Voor de braakliggende bouwlocatie bovenop metrostation Waterlooplein wist de Bewonersgroep Waterlooplein/ Nieuwe Herengracht begin jaren tachtig toezeggingen te krijgen voor een woningcomplex met betaalbare woningen en een verregaande vorm van bewonerszelfbeheer. Dit leidde tot gedwongen terughoudendheid voor het Woningbedrijf Centrum/ Oost. De bereidheid om mee te werken was echter groot bij het Woningbedrijf Centrum/ Oost, omdat de dienst te maken had met groeiende leegstands- en onderhoudsproblemen, waarvoor inventieve oplossingen nodig bleken. Fundering Het ontwerp zorgde voor een bouwtechnische innovatie, omdat er amper ervaring was met bouwen boven op een metrostation. De metrolijn maakte het onmogelijk het gebouw op palen te bouwen, wat in Amsterdam een gebruikelijke en noodzakelijke wijze van funderen is. Daarom heeft het woningbouwcomplex een unieke fundering, wat het ten tijde van de bouw bijzonder kostbaar maakte, gemeten per m²: een groot deel van het complex rust op enorme betonnen leggers die op enige afstand van de metrobuis zijn onderheid. Zo wordt de metrobuis overkluisd. Grote rubberen matten tussen de leggers en het complex dempen trillingen van de rijdende metrotreinen. Bewoners De Halve Wereld kenmerkt zich door een menging van bewoners: studenten, senioren, gezinnen, kunstenaars, artiesten en woongroepen. De naam voor het complex is bedacht door bewoners zelf, en ontleend aan de bekende Nederlandse uitdrukking: de brutalen hebben de halve wereld. Dakrenovatie In 2010 zijn de daken van De Halve Wereld gerenoveerd. Sindsdien heeft het complex een vegetatiedak. Dit is gebeurd mede op verzoek van de bewoners die meer groen in hun woonomgeving willen dan de openbare ruimte toelaat. Bij de oplevering in augustus 2010 was dit het grootste groen dak van Amsterdam met circa 450 m² CO2-absorberende Olivijn-mineralen en circa 1300 m² mossen en sedum. Externe links Bewonersvereniging De Halve Wereld De Halve Wereld heeft het grootste groendak in Amsterdam YouTube-video Groen dak op de Halve Wereld Woning in Amsterdam Bouwwerk in Amsterdam-Centrum
Vereniging is verhuurder De bewonersvereniging, met democratisch gekozen bewoners in het bestuur, treedt sindsdien op als verhuurder richting de bewoners. Dit houdt in dat de vereniging zelf de huur int bij bewoners, regelingen treft bij betalingsachterstanden, de toewijzing regelt van vrijkomende woningen, de administratie verzorgt en verantwoordelijk is voor het onderhoud, zowel aan de binnenruimten als aan de buitenkant. Dit leidt tot een bijzondere moeder-dochterconstructie met de woningcorporatie die tegenwoordig eigenaar is van het pand, Ymere. Deze laat de bewonersvereniging de taken verrichten die normaal door de eigenaar/ verhuurder worden gedaan, exclusief het groot onderhoud aan het casco.
1
toewijzing, middelenbeheer, taakorganisatie
1,681
Thing
1290288
https://nl.wikipedia.org/wiki/Compositie%20X
Compositie X
Compositie X is een schilderij van de Nederlandse schilder Theo van Doesburg in het Centre Pompidou in Parijs. Het werk Het werk draagt rechtsonder Van Doesburgs monogram met aan weerszijden daarvan het jaartal 1918. Het is het eindpunt van een abstraheringsproces. Welk motief eraan ten grondslag ligt is echter onduidelijk. In 'lijst 1' komt het voor als Compositie X 1917 (stilleven met vrouw). Van het werk zijn twee voorstudies bewaard gebleven, één in het Stedelijk Museum Amsterdam (gedateerd 1917) en één in het Centre Pompidou in Parijs (gedateerd 1918). In geen van beide is echter een vrouwenfiguur te herkennen; wel een interieur of een stilleven. Herkomst Van Doesburg gaf het werk omstreeks 1921 aan zijn tweede vrouw Lena Milius. In 1926 of later kwam het in bezit van Van Doesburgs derde vrouw Nelly van Doesburg. Later bevond het zich in verschillende privéverzamelingen in Bazel, waaronder die van Oskar Müller. In 2001 werd het aangekocht door het Centre Pompidou ter herinnering aan de voorzitter van de Stichting Vrienden van het Centre Pompidou, Sylvie Boissonas (1912-1999). De voorstudie in het Centre Pompidou is afkomstig uit het bezit van Max en Lotte Burchartz. Tentoonstellingen Compositie X maakte deel uit van de volgende tentoonstellingen: Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), 4 december 1920-?, Kronprinzenpalais, Berlijn (als Komposition 10, 1917). Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), januari 1921 (?), Leipzig (als Komposition 10, 1917). Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), 1921, Kestner Gesellschaft, Hannover (als Komposition 10, 1917). Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), 1921, Hamburger Hansa Werkstätten, Hamburg (als Komposition 10, 1917). De Branding. 10 jaar, 19 december 1925-1 januari 1926, Stedelijk Museum, Amsterdam (als 1917). De Branding. 10 jaar, 17-31 januari 1926, Oude Postkantoor, Rotterdam (als 1917). ‘1940’. Deuxième exposition Rétrospective Van Doesburg, 15 januari-1 februari 1932, Porte de Versailles Parc des Expositions, Parijs. Theo van Doesburg (?), 2-31 mei 1936, Stedelijk Museum, Amsterdam (als Compositie in grauw, 1918). Liniens Sammenslutning. Efter-expressionisme, abstrakt kunst, neoplasticisme, surrealisme (?), 1-13 september 1937, Den frie Udstilling's Bygning, Kopenhagen (vermoedelijk; als Toile composition en gris, 1918). Basler Privatbesitz, 4 juli-29 september 1957, Kunsthalle, Bazel. 31 Gestalter einer totalen visuellen Synthese. Neue Richtungen in der plastisch-kinetisch integrierten Sichtbarkeit, 14 juli-27 september 1962, Galerie d'Art Moderne, Bazel. L'art en Europe autour de 1918, 8 mei-15 september 1968, À l'ancienne Douane, Straatsburg (als Composition, 1918). Theo van Doesburg, 13 december 1968-26 januari 1969, Van Abbemuseum, Eindhoven. Theo van Doesburg, 17 februari-23 maart 1969, Gemeentemuseum Den Haag. Theo van Doesburg 1883-1931, 18 april-1 juni 1969, Kunsthalle Neurenberg, Marientor (als Komposition X, 1918). Konstruktive Kunst, 9 augustus-7 september 1969, Kunsthalle Bazel (als Komposition X, 1918). Van Doesburg and the International Avant-Garde, 20 oktober 2009-3 januari 2010, Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden (als Composition X, 1918). Van Doesburg and the International Avant-Garde, 4 februari-16 mei 2010, Tate Modern, Londen (idem). Zie ook Lijst van werken van Theo van Doesburg Exposities van Theo van Doesburg Compositie 10 Schilderij in Parijs
Tentoonstellingen Compositie X maakte deel uit van de volgende tentoonstellingen: Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), 4 december 1920-?, Kronprinzenpalais, Berlijn (als Komposition 10, 1917). Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), januari 1921 (?), Leipzig (als Komposition 10, 1917). Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), 1921, Kestner Gesellschaft, Hannover (als Komposition 10, 1917). Junge Niederländische Kunst (1. Ausländische Austauch-Ausstellung), 1921, Hamburger Hansa Werkstätten, Hamburg (als Komposition 10, 1917). De Branding. 10 jaar, 19 december 1925-1 januari 1926, Stedelijk Museum, Amsterdam (als 1917). De Branding. 10 jaar, 17-31 januari 1926, Oude Postkantoor, Rotterdam (als 1917). ‘1940’. Deuxième exposition Rétrospective Van Doesburg, 15 januari-1 februari 1932, Porte de Versailles Parc des Expositions, Parijs. Theo van Doesburg (?), 2-31 mei 1936, Stedelijk Museum, Amsterdam (als Compositie in grauw, 1918). Liniens Sammenslutning. Efter-expressionisme, abstrakt kunst, neoplasticisme, surrealisme (?), 1-13 september 1937, Den frie Udstilling's Bygning, Kopenhagen (vermoedelijk; als Toile composition en gris, 1918). Basler Privatbesitz, 4 juli-29 september 1957, Kunsthalle, Bazel. 31 Gestalter einer totalen visuellen Synthese. Neue Richtungen in der plastisch-kinetisch integrierten Sichtbarkeit, 14 juli-27 september 1962, Galerie d'Art Moderne, Bazel. L'art en Europe autour de 1918, 8 mei-15 september 1968, À l'ancienne Douane, Straatsburg (als Composition, 1918). Theo van Doesburg, 13 december 1968-26 januari 1969, Van Abbemuseum, Eindhoven. Theo van Doesburg, 17 februari-23 maart 1969, Gemeentemuseum Den Haag. Theo van Doesburg 1883-1931, 18 april-1 juni 1969, Kunsthalle Neurenberg, Marientor (als Komposition X, 1918). Konstruktive Kunst, 9 augustus-7 september 1969, Kunsthalle Bazel (als Komposition X, 1918). Van Doesburg and the International Avant-Garde, 20 oktober 2009-3 januari 2010, Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden (als Composition X, 1918). Van Doesburg and the International Avant-Garde, 4 februari-16 mei 2010, Tate Modern, Londen (idem).
2
ding, object, item
11,014
PoliticalParty
4741335
https://nl.wikipedia.org/wiki/Welzijn%20Koggenland
Welzijn Koggenland
Welzijn Koggenland was een lokale partij in de gemeente Koggenland. De partij werd opgericht in 2014 en kwam bij de gemeenteraadsverkiezingen van dat jaar met twee vertegenwoordigers in de gemeenteraad. De partij ging een coalitie aan met het Christen-Democratisch Appèl en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 behaalde de partij opnieuw twee zetels. Met VVD en CDA vormde Welzijn Koggenland opnieuw een coalitie. Oprichter Corrie van Leijen-Spaansen was 27 jaar achtereen politiek actief in Koggenland. Eerst bij de partij Gemeentebelangen en daarna voor Welzijn Koggenland. Ze verliet in 2020 de politiek. Twee jaar daarna werd Welzijn Koggenland opgeheven. Nederlandse lokale politieke partij Geschiedenis van Koggenland
Nederlandse lokale politieke partij Geschiedenis van Koggenland
1
politieke partij, politieke beweging, partijorganisatie
8,023
TVEpisode
229827
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ugo%20Prinsen
Ugo Prinsen
Hugo Vanderveken (Antwerpen, 1 juni 1938 – Bonheiden, 11 februari 2004), beter bekend onder zijn artiestennaam Ugo Prinsen, was een Belgisch acteur. Hij veranderde zijn naam omdat hij vaak verward werd met Bob Van Der Veken. Hij is de vader van Thomas Vanderveken en Samuel Vanderveken. Hij was erg geëngageerd en toerde rond in Vlaanderen met enkele monologen over het leven als mentaal gehandicapte en over het leven met aids. Daarnaast was hij ook te horen in het Radio 2-programma 't Koekoeksnest. Bij het grote publiek was hij vooral bekend als de koster uit De Paradijsvogels. Hij stierf aan longvlieskanker. Filmografie |- align="center" |1964||align="left"|Kapitein Zeppos||align="left"|Pet||mini-televisieserie |- align="center" |1965||align="left"|Robert en Bertrand|||||televisiefilm |- align="center" |1966||align="left"|Axel Nort||align="left"|Francis||televisieserie |- align="center" |1967||align="left"|Eindelijk vakantie||align="left"|Charley||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|Kaviaar of Spaghetti||align="left"|Nicola Czibor||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|De gebroeders Karamazov||align="left"|Aljosja Karamazov||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|De drie musketiers||align="left"|Knecht van d'Artagnan||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|Storm Over Firenze||align="left"|Pescia||televisiefilm |- align="center" |1969||align="left"|Moeder Courage en haar kinderen||align="left"|Gruyère||televisiefilm |- align="center" |1969||align="left"|De dood van een mens||align="left"|Kristus||televisiefilm |- align="center" |1969||align="left"|Othello||align="left"|Ludovico / Senator en edelman||televisiefilm |- align="center" |1970||align="left"|Zomernachtsdroom||align="left"|Wandelaar||televisiefilm |- align="center" |1973||align="left"|De Kat||align="left"|Vincent||televisieserie |- align="center" |1974||align="left"|Baas Gansendonck||align="left"|Daantje||televisiefilm |- align="center" |1975||align="left"|Het spel van de vijf vroede en van de vijf dwaze maagden||align="left"|Bruidegom||televisiefilm |- align="center" |1976||align="left"|De Danstent||align="left"|Berzager||televisiefilm |- align="center" |1977||align="left"|Lanceloet van Denemarken||align="left"|Ridder||televisiefilm |- align="center" |1977||align="left"|Wierook en tranen||align="left"|Fietser||televisiefilm |- align="center" |1978||align="left"|De dag dat het kampioenschap van België verreden werd||align="left"|Miel||televisiefilm |- align="center" |1978||align="left"|De Collega's||align="left"|Directeur Ghijsels||televisieserie |- align="center" |1978||align="left"|De Kerselaar||align="left"|Pastoor||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|Tabula rasa||align="left"|Maliepaard||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|De Verrijzenis van Ons Heer||align="left"|Andreas||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|Everard 't Serclaes||align="left"|Chirurgijn||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|De Paradijsvogels||align="left"|Koster||televisieserie |- align="center" |1981||align="left"|De Piramide|||||televisiefilm |- align="center" |1981||align="left"|Lucien en Martine||align="left"|Handelsreiziger||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Ekster||align="left"|Adams||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Cello en contrabas||align="left"|Directeur konservatorium||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Het nieuwe tehuis|||||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|De man van twaalf miljoen|||||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Het koperen schip||align="left"|Lods||televisiefilm |- align="center" |1983||align="left"|Merlina||align="left"|Schoenmaker||televisie-episode |- align="center" |1983||align="left"|Willem van Oranje|||||mini-televisieserie |- align="center" |1983||align="left"|Leer om leer||align="left"|Toni||televisiefilm |- align="center" |1983||align="left"|Daar is een mens verdronken|||||televisiefilm |- align="center" |1983||align="left"|Geschiedenis mijner jeugd||align="left"|Theodoor van Rijswijck||televisieserie |- align="center" |1984||align="left"|Levenslang|||||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|Het leven een bries|||||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|Klinkaart||align="left"|Bediende||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|De burgemeester van Veurne||align="left"|Postumus||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|Tantes|||||televisiefilm |- align="center" |1985||align="left"|Cantate||align="left"|Burgemeester||televisiefilm |- align="center" |1985||align="left"|Hard Labeur||align="left"|Kerkbaljuw||televisieserie |- align="center" |1985||align="left"|De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop||align="left"|Jan Kweddel||televisiefilm |- align="center" |1986||align="left"|Het Pleintje||align="left"|Gentil Bers||televisieserie |- align="center" |1986||align="left"|Adriaen Brouwer|||||mini-televisieserie |- align="center" |1987||align="left"|De Dwaling||align="left"|Bob Maerevoet||mini-televisieserie |- align="center" |1987||align="left"|Het ultieme kerstverhaal||align="left"|Walraevens||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|Langs de kade||align="left"|Pierre Prevost||televisie-episode De kajuutdief |- align="center" |1988||align="left"|Hoogtevrees||align="left"|Inspecteur||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|De zoete smaak van goudlikeur||align="left"|Slijter||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|Het Begeren||align="left"|Mankepoot||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|Tot nut van 't algemeen||align="left"|Hubert||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|'t Bolleken||align="left"|Dokter Vandermuyt||televisiefilm |- align="center" |1989||align="left"|Oei Jacques|||||televisieserie |- align="center" |1989||align="left"|Boerenpsalm||align="left"|Franelle|| |- align="center" |1989||align="left"|Het Landhuis||align="left"|Professor||televisiefilm |- align="center" |1990||align="left"|Alfa Papa Tango||align="left"|François||televisieserie |- align="center" |1991||align="left"|Moordterras||align="left"|Stiefvader||televisiefilm |- align="center" |1991||align="left"|De Bossen van Vlaanderen||align="left"|Baron de Halleux||televisieserie |- align="center" |1992||align="left"|Het glas van roem en dood|||||televisiefilm |- align="center" |1992||align="left"|Made in Vlaanderen: Willems & Co||||| |- align="center" |1998||align="left"|Hof van Assisen||align="left"|Rik Cammaert||televisie-episode Inbraak verzekerd |- align="center" |2000||align="left"|Thuis||align="left"|Dr. Vandeputte||televisieserie |- align="center" |2001||align="left"|Stille Waters||align="left"|Procureur Hervé Nieland||televisieserie |- align="center" |2002||align="left"|Recht op Recht||align="left"|Henri Penne||televisie-episode Lijk in de kast |- align="center" |2004||align="left"|Witse||align="left"|Emiel Paulus||televisie-episode Meubelland Paulus |} Vlaams acteur Pseudoniem
|- align="center" |1964||align="left"|Kapitein Zeppos||align="left"|Pet||mini-televisieserie |- align="center" |1965||align="left"|Robert en Bertrand|||||televisiefilm |- align="center" |1966||align="left"|Axel Nort||align="left"|Francis||televisieserie |- align="center" |1967||align="left"|Eindelijk vakantie||align="left"|Charley||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|Kaviaar of Spaghetti||align="left"|Nicola Czibor||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|De gebroeders Karamazov||align="left"|Aljosja Karamazov||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|De drie musketiers||align="left"|Knecht van d'Artagnan||televisiefilm |- align="center" |1968||align="left"|Storm Over Firenze||align="left"|Pescia||televisiefilm |- align="center" |1969||align="left"|Moeder Courage en haar kinderen||align="left"|Gruyère||televisiefilm |- align="center" |1969||align="left"|De dood van een mens||align="left"|Kristus||televisiefilm |- align="center" |1969||align="left"|Othello||align="left"|Ludovico / Senator en edelman||televisiefilm |- align="center" |1970||align="left"|Zomernachtsdroom||align="left"|Wandelaar||televisiefilm |- align="center" |1973||align="left"|De Kat||align="left"|Vincent||televisieserie |- align="center" |1974||align="left"|Baas Gansendonck||align="left"|Daantje||televisiefilm |- align="center" |1975||align="left"|Het spel van de vijf vroede en van de vijf dwaze maagden||align="left"|Bruidegom||televisiefilm |- align="center" |1976||align="left"|De Danstent||align="left"|Berzager||televisiefilm |- align="center" |1977||align="left"|Lanceloet van Denemarken||align="left"|Ridder||televisiefilm |- align="center" |1977||align="left"|Wierook en tranen||align="left"|Fietser||televisiefilm |- align="center" |1978||align="left"|De dag dat het kampioenschap van België verreden werd||align="left"|Miel||televisiefilm |- align="center" |1978||align="left"|De Collega's||align="left"|Directeur Ghijsels||televisieserie |- align="center" |1978||align="left"|De Kerselaar||align="left"|Pastoor||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|Tabula rasa||align="left"|Maliepaard||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|De Verrijzenis van Ons Heer||align="left"|Andreas||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|Everard 't Serclaes||align="left"|Chirurgijn||televisiefilm |- align="center" |1979||align="left"|De Paradijsvogels||align="left"|Koster||televisieserie |- align="center" |1981||align="left"|De Piramide|||||televisiefilm |- align="center" |1981||align="left"|Lucien en Martine||align="left"|Handelsreiziger||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Ekster||align="left"|Adams||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Cello en contrabas||align="left"|Directeur konservatorium||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Het nieuwe tehuis|||||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|De man van twaalf miljoen|||||televisiefilm |- align="center" |1982||align="left"|Het koperen schip||align="left"|Lods||televisiefilm |- align="center" |1983||align="left"|Merlina||align="left"|Schoenmaker||televisie-episode |- align="center" |1983||align="left"|Willem van Oranje|||||mini-televisieserie |- align="center" |1983||align="left"|Leer om leer||align="left"|Toni||televisiefilm |- align="center" |1983||align="left"|Daar is een mens verdronken|||||televisiefilm |- align="center" |1983||align="left"|Geschiedenis mijner jeugd||align="left"|Theodoor van Rijswijck||televisieserie |- align="center" |1984||align="left"|Levenslang|||||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|Het leven een bries|||||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|Klinkaart||align="left"|Bediende||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|De burgemeester van Veurne||align="left"|Postumus||televisiefilm |- align="center" |1984||align="left"|Tantes|||||televisiefilm |- align="center" |1985||align="left"|Cantate||align="left"|Burgemeester||televisiefilm |- align="center" |1985||align="left"|Hard Labeur||align="left"|Kerkbaljuw||televisieserie |- align="center" |1985||align="left"|De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop||align="left"|Jan Kweddel||televisiefilm |- align="center" |1986||align="left"|Het Pleintje||align="left"|Gentil Bers||televisieserie |- align="center" |1986||align="left"|Adriaen Brouwer|||||mini-televisieserie |- align="center" |1987||align="left"|De Dwaling||align="left"|Bob Maerevoet||mini-televisieserie |- align="center" |1987||align="left"|Het ultieme kerstverhaal||align="left"|Walraevens||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|Langs de kade||align="left"|Pierre Prevost||televisie-episode De kajuutdief |- align="center" |1988||align="left"|Hoogtevrees||align="left"|Inspecteur||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|De zoete smaak van goudlikeur||align="left"|Slijter||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|Het Begeren||align="left"|Mankepoot||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|Tot nut van 't algemeen||align="left"|Hubert||televisiefilm |- align="center" |1988||align="left"|'t Bolleken||align="left"|Dokter Vandermuyt||televisiefilm |- align="center" |1989||align="left"|Oei Jacques|||||televisieserie |- align="center" |1989||align="left"|Boerenpsalm||align="left"|Franelle|| |- align="center" |1989||align="left"|Het Landhuis||align="left"|Professor||televisiefilm |- align="center" |1990||align="left"|Alfa Papa Tango||align="left"|François||televisieserie |- align="center" |1991||align="left"|Moordterras||align="left"|Stiefvader||televisiefilm |- align="center" |1991||align="left"|De Bossen van Vlaanderen||align="left"|Baron de Halleux||televisieserie |- align="center" |1992||align="left"|Het glas van roem en dood|||||televisiefilm |- align="center" |1992||align="left"|Made in Vlaanderen: Willems & Co||||| |- align="center" |1998||align="left"|Hof van Assisen||align="left"|Rik Cammaert||televisie-episode Inbraak verzekerd |- align="center" |2000||align="left"|Thuis||align="left"|Dr. Vandeputte||televisieserie |- align="center" |2001||align="left"|Stille Waters||align="left"|Procureur Hervé Nieland||televisieserie |- align="center" |2002||align="left"|Recht op Recht||align="left"|Henri Penne||televisie-episode Lijk in de kast |- align="center" |2004||align="left"|Witse||align="left"|Emiel Paulus||televisie-episode Meubelland Paulus |}
5
tv-aflevering, televisie-episode, tv-serie aflevering
12,230
PerformingGroup
22717
https://nl.wikipedia.org/wiki/Henk%20Westbroek
Henk Westbroek
Hendrik Otto (Henk) Westbroek (Zuilen, 27 februari 1952) is een Nederlands socioloog, zanger, liedjesschrijver, muziekproducent, radio- en televisiepresentator, horecaondernemer en politicus. Hij was tevens enkele jaren vicevoorzitter in het bestuur van Buma/Stemra. Biografie Westbroek werd geboren in Zuilen en volgde de hbs, studeerde in 1976 af in de algemene sociologie en werkte in de jaren 1970 als socioloog bij het Nederlands Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek (NISSO). Hij werd in 1977 lid van de in dat jaar opgerichte Nederlandse filmkeuring voor jeugdigen en trad in 1978 in dienst bij de Universiteitsbibliotheek van Utrecht. Hij was daar samensteller van bibliografieën van de Nederlandse sociologie en politicologie. In 1980 werd hij aangesteld bij het NISSO om in kaart te brengen welke andere relatievormen dan het wettelijk huwelijk in Nederland voorkwamen. In 1982 trad Westbroek als radiopresentator in dienst bij de VARA. In de loop van twintig jaar presenteerde hij op Hilversum 3 en vanaf 3 december 1985 op vanaf dan Radio 3 onder andere VARA's Popkrant, Vara's Vuurwerk, een wekelijks uurtje hardrock en heavy metal, soms samen met zijn 'baas' Marcel van Dam op de Vara-dinsdag op Hilversum 3 (later Radio 3). Ook de Vuurwerk top 100, een jaarlijkse lijst, vergelijkbaar met de Top 100 aller tijden, maar dan kleinschaliger en met alleen hardrock en metal. Ook heeft Westbroek ruim tien jaar lang op werkdagen op Radio 3 het lunchprogramma Denk aan Henk gepresenteerd. Daarnaast droeg hij de muzikale eindverantwoordelijkheid voor Kinderen voor Kinderen deel 11 tot en met deel 19. Muziekcarrière Als zanger had hij in de jaren 1980 hits met In 't leven, Gijzelaar, België, Eenvoud, Alles geprobeerd, Nooduitgang en Vriendschap met de band Het Goede Doel. In september 1982 verscheen de lp België van Het Goede Doel. De hit In 't leven werd geboycot door de NCRV, omdat het betaalde liefde zou verheerlijken. De hit Gijzelaar door de TROS, omdat het ex-gegijzelden geestelijk zou beschadigen. Hou van mij werd terughoudend ontvangen, omdat het lied over incest zou gaan. Vriendschap en België werden probleemloos een succes. Samen met de andere zanger van Het Goede Doel, Henk Temming, vormde hij in het najaar van 1982 een gelegenheidsproject Henk en Henk met als wapenfeit de hitsingle Sinterklaas, wie kent hem niet, die tevens werd opgenomen op de flexidisc die als goedkope geluidsdrager ter promotie van de plaat België bij aankoop gratis werd meegeleverd. In 1993 - nadat het begrip Zwarte Piet racistisch gevonden werd - namen Henk en Henk een regenboogversie van deze evergreen op. In 2014 brachten ze de single Sinterklaas wil met pensioen uit. In 1987 schreef Westbroek samen met Temming Toveren voor Herman van Veen. Na meningsverschillen met Temming stopte Westbroek in 1991 met Het Goede Doel en startte een solocarrière met hits als Waar ze loopt te wandelen, Loods me door de storm en Zelfs je naam is mooi. Ook schreef hij liedjes voor Kinderen voor Kinderen. En onder meer, met Eric van Tijn en Jochem Fluitsma, het nummer Vrede voor Ruth Jacott, de Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival 1993. In 2001 kwam Het Goede Doel bij elkaar voor een reünie en na 2008 trad de band weer regelmatig op. Op 2 juni 2014 verscheen onder de naam Martin Groenewold & De Kopgroep de cd-single en download Alleen maar winnaars. Hierop zingen ook Henk Westbroek, Henk Temming en Peter Groot Kormelink mee. De opbrengst van Alleen maar winnaars ging volledig naar de stichting KiKa en Fiets voor een Huis. In 2020 verscheen Laatste Plaat, een album dat werd gefinancierd door een fan. Het album verscheen alleen op vinyl (als langspeelplaat) en online op streamingplatforms. Voor het album werkte Westbroek samen met een keur van componisten, waaronder René Meister (tevens arrangeur en producer), Pieter Perquin en Daniël Lohues. Daarnaast schreef Westbroek, samen met Erwin Angad-Gaur, in 2020, een nieuw Sinterklaas-nummer getiteld Sinterklaas is een echte held. Westbroek zingt als gastzanger mee op de single, die uitgebracht werd door Banketpiet en Zangpiet Geraldo ft. Henk Westbroek. In 2022 verscheen de ep P.S. met vier nieuwe liedjes - een postscriptum bij het 2020 album Laatste Plaat. Radio- en televisiewerk Westbroek presenteerde vanaf maandag 5 oktober 1992 tot en met donderdag 28 augustus 2003 van maandag tot en met donderdag tussen 12:00 en 14:00 uur namens de VARA op het vernieuwde en horizontaal geprogrammeerde Radio 3 het lunch radioprogramma Denk aan Henk, vanaf januari 1994 Radio 3FM. Medio 1994 werd hij mede-eigenaar van het café Stairway to Heaven. Sinds 2002 is Westbroek programmamaker bij Regio TV Utrecht de regionale zender van Utrecht, waarvoor hij onder andere het programma Westbroek! presenteert, en trok hij door het land met een theaterprogramma. Eind 2003 richtte Westbroek Sprekersplatform op. Het betreft een organisatie die bemiddelt in (bekende) sprekers, dagvoorzitters, discussieleiders en presentatoren voor zakelijke bijeenkomsten en congressen. Sinds augustus 2004 werkte hij als dj bij de commerciële radiozender Yorin FM, en presenteerde daar het programma met als naam Denk als Henk. Zijn contract met Yorin FM liep eind maart 2006 af en werd door SBS broadcasting, dat Yorin FM destijds kocht van RTL group, niet verlengd. Sinds 2010 presenteert Westbroek van maandag tot en met woensdag het radioprogramma De muziek van Henk Westbroek en in de woensdagochtend het programma de Henkcyclopedie op NPO Fun X. In 2009 nam Westbroek deel aan het programma De beste zangers van Nederland. In 2010 nam Westbroek deel aan het tweede seizoen van het EO programma De Mattheus Masterclass waarin niet-klassiek geschoolde artiesten een deel van Bachs Matthäuspassion uitvoeren in de St. Vituskerk in Hilversum. In het ochtend radioprogramma JENSEN! bij Radio Veronica had hij een vaste column. Vanaf 22 oktober 2010 was Westbroek samen met Erwin Peters de vaste vervanger van Robert Jensen en Jan Paparazzi en sinds 4 februari 2011 van Patrick Kicken. In 2018 nam Westbroek deel aan het RTL 5-programma De slechtste chauffeur van Nederland VIPS. In 2019 was hij te zien als een van de 100-koppige jury in het RTL-televisieprogramma All Together Now. In maart 2022 was Westboek te zien in het programma De slechtste chauffeur van Nederland: Het theorie examen. Westbroek schrijft verder columns voor de krant De Oud-Utrechter, het Sena Performers Magazine en de opiniewebsite Nieuws030. In 2007 en 2008 schreef hij een column voor het dagblad De Pers. Eind 2017 publiceerde Henk Westbroek zijn levensverhaal, dat op papier is gezet door journalist Martin Groenewold. Politieke activiteiten Voor de gemeenteraadsverkiezingen in 1998 was hij lijsttrekker voor Leefbaar Utrecht. De partij haalde negen zetels en kwam daarmee als de grote winnaar uit de bus. In dat jaar was hij ook lijstduwer van De Groenen. In 1999 was Westbroek een van de oprichters van de landelijke politieke partij Leefbaar Nederland. Hij sprak zich uit als republikein. Toen hij, ondanks eerder gemaakte afspraken, politieke uitspraken deed in zijn programma Denk aan Henk en hij aankondigde zich actief te zullen inzetten voor de campagne van Leefbaar Nederland, stelde de VARA hem tot na de verkiezingen van 15 mei 2002 op non-actief. Naar aanleiding van het veranderde politieke klimaat waarin politici steeds vaker worden bedreigd, staakte Westbroek op 3 juni 2002 zijn politieke loopbaan. Zelf werd hij ook bedreigd, met name op 7 mei 2002. Voor het niet-bindende burgemeestersreferendum voor de gemeente Utrecht op 10 oktober 2007 stelde Westbroek zich kandidaat. In 2013 solliciteerde Westbroek opnieuw naar de functie. Filmografie Alfred J. Kwak (televisieserie) - Wiedewiedewagen de zaagvis (afl. 15, 1990, stem) De schippers van de Kameleon (2003) - IJsjesverkoper Horizonica (video, 2006) - Peter Rombouts Discografie Albums |- align=center |align=left|Voorjaar||1992||30-05-1992||55||7|| |- align=center |align=left|Vrij||1994||-|||||| |- align=center |align=left|Westbroek||1998||25-04-1998||27||44|| |- align=center |align=left|De hemel||1999||-|||||| |- align=center |align=left|Evenbeeld||2002||-|||||| |- align=center |align=left|henkwestbroek.nl||2004||17-04-2004||64||4|| |- align=center |align=left|Laatste Plaat||2020||-|||||| |- align=center |align=left|P.S.||2022||-|||||| |} Singles |- align=center |align=left|Waar ze loopt te wandelen||1992||16-5-1992||34||3|| nr. 29 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Zou er iets tegen te doen zijn||1992||18-7-1992||tip8||-|| nr. 41 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Eindelijk vrij||1994||-||-||-|| nr. 39 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Stukken liever / Iedereen||1994||12-11-1994||tip18||-|| |- align=center |align=left|Loods me door de storm||1998||28-2-1998||tip2||-|| nr. 52 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Zelfs je naam is mooi||1998||25-7-1998||6||33|| nr. 7 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|De laatste en de eerste||1999||13-3-1999||tip7||-||met Nancenr. 53 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|De hemel||1999||-||-||-|| nr. 100 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Ik heb geen zin om op te staan||2002||-||-||-|| met Skiknr. 92 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Evenbeeld||2002||-||-||-|| nr. 91 in de Single Top 100 |- align=center |align=left|Ik Ben Jellow||2006||-||-||-|| Single op de CD Brul van Dierenpark Amersfoort |- align=center |align=left|Los In Het Dinobos||2006||-||-||-|| Single op de CD Brul van Dierenpark Amersfoort |- align=center |align=left|Alleen maar winnaars||2014||23-05-2014||-||-|| met Martin Groenewold & De Kopgroep |- align=center |align=left|Zolang ik jou heb||2014||05-07-2014||tip8||-|| met Sam Feldt & De Hofnar |- align=center |align=left|Blauwe ogen||2017||04-01-2017||-||-|| |- align=center |align=left|Er bestaat geen god||2017||06-02-2017||-||-|| |} Radio 2 Top 2000 Trivia In 2006 kreeg Westbroek een veroordeling voor het houden van een Griekse landschildpad (een beschermde diersoort) zonder het hebben van een vergunning. Hij hield vol dat hij de schildpad als erfstuk kreeg en dat het al in het bezit van de familie was voordat de regeling van kracht ging. De zaak kwam aan het rollen nadat hij de schildpad als vermist had opgegeven en de politie een exemplaar vond. Deze bleek volgens Westbroek echter niet zijn schildpad te zijn. In 1996 nam hij een single op met het Venlose noisetrio Gore, onder de naam Gore + Henk. Op 25 februari 2009 wijzigde Westbroek op het laatste moment zijn vlucht vanuit Turkije naar Nederland. Later die ochtend crashte zijn geplande vlucht, Turkish Airlines-vlucht 1951, nabij Schiphol. In oktober 2009 zong Henk Westbroek mee met het "Noord Geldersch Metaal" met medewerking van "Goddess Of Desire" in een parodie op het Goede Doel-nummer Sinterklaas, wie kent hem niet getiteld Satanklaas, je kent hem wel. Westbroek wordt regelmatig geïmiteerd door voormalig 3FM-collega's Gerard Ekdom en Rob Stenders In 2018 kondigde de redactie van de Dikke Van Dale aan dat de uitdrukking 'Een eigen huis, een plek onder de zon' op zal worden genomen in het Nederlandse woordenboek. De zinsnede is afkomstig uit het door Westbroek geschreven lied 'Alles kan een mens gelukkig maken' waarmee René Froger in 1989 een hit scoorde. Externe links Officiële website Henk Westbroek & Consorten 'Mijn tante was mijn moeder' Trouw, 5 februari 2000 Caféhouder Gemeenteraadslid van Utrecht Leefbaar Nederland Nederlands muziekproducent Nederlands radiopresentator Nederlands zanger Nederlands televisiepresentator Nederlands programmamaker
Als zanger had hij in de jaren 1980 hits met In 't leven, Gijzelaar, België, Eenvoud, Alles geprobeerd, Nooduitgang en Vriendschap met de band Het Goede Doel.
1
band, orkest, circus
801
GameServer
5207400
https://nl.wikipedia.org/wiki/Factorio
Factorio
Factorio is een openwereld computerspel van Wube Software waarin de speler is gecrasht op een op aliens na onbewoonde planeet. Het spel is met behulp van crowdfunding ontwikkeld, en was sinds 2014 als early access beschikbaar. Op 14 augustus 2020, na 8,5 jaar ontwikkeling, werd de versie 1.0 vrijgegeven. Doel van het spel Het doel van de speler is om een raket te maken om deze planeet te verlaten. Om dit doel te bereiken moet de speler genoeg grondstoffen die in de wereld aanwezig zijn, verkrijgen en verwerken. Dit gebeurt in een fabriekssetting waarbij de speler machines bouwt en onderhoudt. Het spel kan zowel single- als multiplayer worden gespeeld. Spelelementen De speler begint met het handmatig mijnen en smelten van grondstoffen en het maken van machines als lopende banden, ovens en vervolgens stoomturbines om stroom te genereren. Hierna kan de speler onderzoek doen, om zo meer items, machines en mogelijkheden te ontgrendelen. Automatisering is een belangrijke onderliggende doelstelling: op den duur kan de speler bijvoorbeeld vliegende robots ontgrendelen die alle machines (via een blauwdruk) volledig automatisch kunnen plaatsen en/of repareren. Gevechten De speler is echter niet alleen op de planeet. Naast het verwerken van materialen moet de speler ook rekening houden met aliens, ook wel Biters genoemd. Die proberen machines kapot te maken en de speler te doden. Deze monsters worden agressiever, sterker en komen vaker voor naarmate de graad van vervuiling hoger wordt. De speler kan vuurwapens, automatische geschuttorens, tanks en andere wapens maken om deze monsters te verslaan. Modificaties In Factorio kan de speler het spel aanpassen met zogenaamde mods. Dit zijn door gebruikers gemaakte toevoegingen aan de computercode van het spel. De ontwikkelaars van Factorio moedigen dit aan door middel van een website waar alle mods gehost kunnen worden. Op deze manier kunnen spelers gemakkelijk via het menu mods vinden en installeren. Mods worden geschreven in de relatief simpele programmeertaal Lua. Multiplayer In de modus voor meerdere spelers (multiplayer) kan via een LAN-netwerk of via internet tegen of samen met één of meerdere spelers worden gespeeld. Factorio ondersteunt zowel dedicated servers als door spelers gehoste servers. Standaard krijgen spelers op dezelfde server gelijke technologieën toebedeeld, tenzij de server host meerdere teams instelt. De harde limiet voor het maximum aantal spelers op één server is vastgesteld op het theoretische aantal 65.535. Spelers kunnen via multiplayer servers blauwdrukken voor fabrieken en machines delen. Ontvangst Reeds tijdens de fase van early-access (tussen 2014 en 2020) waren de meeste recensies van Factorio positief. Invloedrijke media als Rock, Paper, Shotgun, EuroGamer en Windows Central schrijven lovend over het spel. In de zomer van 2017 waren er 1 miljoen exemplaren verkocht. Een jaar later, in de zomer van 2018, stond de teller op 1,5 miljoen. En met kerst 2019 maakte Wube bekend dat de teller inmiddels de 2 miljoen is gepasseerd Ook bij spelers lijkt het spel in de smaak te vallen. Op het softwareplatform Steam is van de ruim 38.000 reviews 98% positief over het spel. Hiermee is het spel het op een na best gewaardeerde spel op Steam, na Portal 2. Externe link Officiële website Referenties Computerspel uit 2020 Openwereldspel Linux-spel macOS-spel Windows-spel
Multiplayer In de modus voor meerdere spelers (multiplayer) kan via een LAN-netwerk of via internet tegen of samen met één of meerdere spelers worden gespeeld. Factorio ondersteunt zowel dedicated servers als door spelers gehoste servers. Standaard krijgen spelers op dezelfde server gelijke technologieën toebedeeld, tenzij de server host meerdere teams instelt. De harde limiet voor het maximum aantal spelers op één server is vastgesteld op het theoretische aantal 65.535. Spelers kunnen via multiplayer servers blauwdrukken voor fabrieken en machines delen.
1
game server, multiplayer server, spelserver
11,935
CityHall
207835
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dani%C3%ABl%20Stalpaert
Daniël Stalpaert
Daniël Stalpaert (Amsterdam, 1615 – aldaar, 3 december 1676) was een Nederlandse architect. Werk Stalpaert werd in 1648 benoemd tot stadsbouwmeester van Amsterdam, nadat hij een tijdlang als schilder had gewerkt. In die hoedanigheid voltooide hij het stadhuis op de Dam, naar ontwerp van Jacob van Campen. Stalpaert heeft de grote stadsuitleg van 1663 uitgevoerd. De sobere Leidsepoort is door hem ontworpen. Gebouwen ontworpen door Daniël Stalpaert zijn onder andere 's Lands Zeemagazijn (het huidige Scheepvaartmuseum, 1656) en verscheidene kerken die nu (in 2022) nog bestaan: de Nederlands Hervormde kerk van 's-Graveland (1658), de Oudshoornse Kerk in Alphen aan den Rijn (1665) in opdracht van ambachtsheer Cornelis de Vlaming en de Amstelkerk (1668-1670). Hij werkte mee aan het ontwerp van de Oosterkerk van de hand van Adriaan Dortsman (1669/71). Ook het verloren gegane Oost-Indisch Zeemagazijn, een groot pakhuis met werf van de Vereenigde Oostindische Companie (VOC), gebouwd in 1665, heeft hij ontworpen. Het lag op het kunstmatige eiland Oostenburg, totdat het instortte op 14 april 1822 na verzakking. Zie ook Lijst van Nederlandse architecten Hollands classicisme Nederlands architect Persoon in de Nederlanden in de 17e eeuw
Werk Stalpaert werd in 1648 benoemd tot stadsbouwmeester van Amsterdam, nadat hij een tijdlang als schilder had gewerkt. In die hoedanigheid voltooide hij het stadhuis op de Dam, naar ontwerp van Jacob van Campen. Stalpaert heeft de grote stadsuitleg van 1663 uitgevoerd. De sobere Leidsepoort is door hem ontworpen.
1
stadhuis, gemeentehuis, stadskantoor
1,556
PostalCodeRangeSpecification
17955
https://nl.wikipedia.org/wiki/Postcode
Postcode
Een postcode is een korte reeks tekens, vaak tussen de vier en negen cijfers (soms ook letters) lang, die in een postadres wordt opgenomen om het automatisch sorteren van de post (met optische tekenherkenning, OCR) gemakkelijker te maken. Elk land dat postcodes kent, hanteert een andere grammatica — een andere manier om de tekens te combineren. Niet alle landen kennen postcodes. Zo zijn ze afwezig in verschillende Afrikaanse, Oceanische en Zuid-Amerikaanse landen. Postnummers in België In 1969 werden de postnummers in België ingevoerd. Belgische postcodes bestaan uitsluitend uit getallen van vier cijfers, van 1000 tot en met 9992. Hierdoor is de term postnummer gekend als synoniem voor de postcode. De nummerreeksen zijn regionaal geordend. Deze regio's benaderen grofweg de provincies. De onderverdeling is als volgt: Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1000-1299 Provincie Waals-Brabant: 1300-1499 Provincie Vlaams-Brabant: 1500-1999, 3000-3499 Provincie Antwerpen: 2000-2999 Provincie Limburg: 3500-3999 Provincie Luik: 4000-4999 Provincie Namen: 5000-5999 Provincie Henegouwen: 6000-6599,7000-7999 Provincie Luxemburg: 6600-6999 Provincie West-Vlaanderen: 8000-8999 Provincie Oost-Vlaanderen: 9000-9999 Postcodes in België zijn samengesteld op basis van: sorteersector (eerste twee cijfers) postkantoren (derde cijfer) uitgiftekantoren (vierde cijfer) In een aantal gevallen zal een sorteersector samenvallen met een arrondissement, maar dat is zeker niet altijd zo. Deurne heeft bijvoorbeeld postcode 2100 maar is onderdeel van het arrondissement Antwerpen. En Herentals heeft 2200 als postcode, maar is onderdeel van het arrondissement Turnhout. Dat een aantal hoofdsteden van arrondissementen een postcode van de vorm xx00 hebben is dan ook toeval. Grote steden hebben meerdere postnummers voor hun deelgemeenten; soms is zelfs een postnummer gereserveerd voor één bedrijf of organisatie die veel post ontvangt. Zie hieronder. Postcodes in Nederland In 1977 is de postcode in Nederland ingevoerd. Nederlandse postcodes zijn heel specifiek: terwijl in andere landen een heel dorp een enkele postcode kan hebben, beslaat een Nederlandse postcode een gering aantal adressen. Een Nederlandse code bestaat uit vier cijfers en twee letters. De eerste 2 cijfers geven de regio aan, de laatste 2 cijfers de wijk. De twee letters geven de buurt en straat aan. De lettercombinaties SA, SD en SS worden niet gebruikt. De letters F, I, O, Q, U en Y werden tot 2005 niet gebruikt. Met een wijziging in het beleid zijn deze letters wel toegestaan in nieuwe postcodes. In de regel hebben maximaal circa 25 adressen dezelfde postcode. Veel straten hebben dan ook meer dan een postcode. Samen met het huisnummer vormt de Nederlandse postcode een unieke code voor elk adres; deze unieke code wordt ook voor andere doelen dan alleen de post gebruikt. Soms kan een enkele postcode meerdere straten beslaan, echter kunnen de bijbehorende huisnummers dan niet dubbel voorkomen. In sommige steden wordt voor de bewegwijzering een wijknummering gebruikt die overeenkomt met de laatste een of twee cijfers van de postcode. In Nederland zijn bestanden te verkrijgen waarbij de postcode wordt gekoppeld aan de coördinaten in het Rijksdriehoeksstelsel. Hiermee kunnen weer allerhande gegevens gekoppeld worden met behulp van geografische informatiesystemen, bijvoorbeeld het aantal bewoners per oppervlakte. Het numerieke gedeelte van de Nederlandse postcode kan een getal van 1000 tot en met 9999 zijn. In 2010 was het aantal verschillende numerieke waarden 4900. Zie ook de min of meer volledige Nederlandse postcodelijst. In 1978 werd een postcodeboek gratis onder alle Nederlandse adressen verspreid. In de jaren daarna verscheen nog geregeld een aanvulling op het postcodeboek voor nieuwe straten. Tegenwoordig kan men postcodes op het internet opzoeken. Andere toepassingen De postcode wordt niet alleen gebruikt om het sorteren van post te vergemakkelijken. De eerste automaten voor treinkaartjes hadden een numeriek toetsenbord waarop het nummer van het bestemmingsstation moest worden ingevoerd. Dit nummer kwam ongeveer overeen met de postcode. Men hoopte dat het daardoor voor de reiziger gemakkelijk was het nummer te onthouden. Latere automaten hebben een aanraakscherm waarop de eerste letters van de naam van het station kunnen worden ingevoerd. Moet men op een website of telefoondienst aangeven waar men ongeveer woont, dan wordt vaak de postcode gevraagd. Nadat de bezoeker de postcode (alleen cijfers of cijfers en letters) heeft opgegeven, krijgt hij informatie. Voorbeelden van uit postcode herleide gegevens dichtstbijzijnde filiaal frequentie van een zender Veel mensen markeren hun eigendommen met de postcode en het huisnummer, zodat ze bij verlies of diefstal terugbezorgd kunnen worden. Vooral bij fietsen is deze wijze van markeren populair - veel handelaren bieden bij aankoop aan de postcode in de zadelbuis te graveren. Postcodes in Ierland Bij de invoering van postcodes in Ierland in de jaren negentig was de OCR-techniek al zo vergevorderd, dat postcodes niet meer nodig waren. De software was inmiddels in staat om het volledige adres te lezen. Desondanks zijn in Ierland postcodes ingevoerd, omdat ze nuttig zijn voor andere organisaties dan de posterijen. Vanaf begin 2015 krijgen de 2,2 miljoen huishoudens in Ierland een uniek nummer van zeven karakters, de zogenoemde Eircode, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt door de Ierse Belastingdienst. Bijzondere postcodes België De NAVO heeft nummer 1110, de VRT en de RTBF in Brussel hebben respectievelijk de postcode 1043 en 1044 voor zichzelf. Brieven naar Sinterklaas mogen verstuurd worden met postcode 0612. De Europese Commissie (1049), het Europees Parlement (1047) en de Europese Raad (1048) hebben elk een eigen postcode. De NAVO-legerbasis SHAPE heeft de eigen postcode 7010. Ook een aantal Belgische politieke instellingen hebben een eigen postcode; de Kamer van volksvertegenwoordigers (1008) de Senaat (1009), het Vlaams Parlement (1011), Parlement van de Franstalige Gemeenschap (1012). Nederland De postcode met het laagste nummer van Nederland is 1000 AA - de postcode van een blok postbussen in het hoofdpostkantoor van Amsterdam. De eerste postcode die een straat aangeeft is 1011 AB. Dat is de De Ruijterkade nummers 105 tot en met 124 in Amsterdam, ten noorden van het Centraal Station. De postcode met het hoogste nummer van Nederland is 9999 XL, van de Akkemaweg in Stitswerd. Daarna komen nog de postcodes 9999 XX, 9999 ZA en 9999 ZZ, van respectievelijk de Knolweg 1001, 1003 en 1002 in Stitswerd. Die huisnummers komen echter aan die weg niet voor. Een postcode waarvan het laatste cijfer een 0 is, is bijna altijd van een postbus. Uitzonderingen hierop zijn 1060 voor Osdorp, 7610 in Almelo en 7910 in Nieuweroord. Het omgekeerde gaat niet op: De postcode van een postbus kan elk eindcijfer hebben. Bibliografie Antoon van der Pijll, 2016: Het wonderbaarlijke verhaal van de postcode / Hoe de postcode in Nederland 40 jaar werd Zie ook Postcodes in Nederland Postnummers in België Postcodereeksen Externe links PostNL Postcodezoeker BPost Postcodezoeker 1
Het numerieke gedeelte van de Nederlandse postcode kan een getal van 1000 tot en met 9999 zijn. In 2010 was het aantal verschillende numerieke waarden 4900. Zie ook de min of meer volledige Nederlandse postcodelijst. In 1978 werd een postcodeboek gratis onder alle Nederlandse adressen verspreid. In de jaren daarna verscheen nog geregeld een aanvulling op het postcodeboek voor nieuwe straten. Tegenwoordig kan men postcodes op het internet opzoeken.
1
postcodebereik, postcodelijst, postcoderange
2,418
Continent
77032
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis%20van%20Antarctica
Geschiedenis van Antarctica
De menselijke geschiedenis van Antarctica is de kortste van alle continenten, aangezien Antarctica voor zover bekend pas sinds 1820 door mensen werd ontdekt en bereikt. Vroegste geschiedenis Sinds het uiteenvallen van Gondwana is Antarctica langzaam naar het zuiden geschoven. Sinds het Plioceen is het met ijs bedekt. Toen het bewijs van een ronde aarde was geleverd, ging men ervan uit dat in het zuiden een enorm continent moest liggen om het zuiden beneden te houden. Men noemde dit het Onbekende Zuidland, of Terra Australis. Naarmate er meer van de wereld bekend werd, kromp dit continent steeds verder in op wereldkaarten – in het begin ging men er nog van uit dat Vuurland en Nieuw-Guinea er deel van uitmaakten. Het definitieve bewijs dat zo'n reuzecontinent niet bestond, werd geleverd door James Cook, die tussen 1772 en 1775 drie keer ten zuiden van de poolcirkel voer. Het continent Antarctica kreeg hij echter nooit in zicht. Antarctica op oude kaarten Wie als eerste het vasteland van Antarctica heeft gezien is niet duidelijk. Op de Piri Reis-kaart uit 1513 wordt onder de westkust van Afrika en de oostkust van Zuid-Amerika de noordkust van een continent weergegeven waarvan de kustlijn opmerkelijke gelijkenis vertoont met de profielschets van het subglaciale landschap die de Zweeds-Britse Antarctica-expeditie in 1949 met seismische apparatuur maakte. Ook op een aantal andere kaarten, zoals een wereldkaart uit 1531 van Oronteus Finaeus, wordt op behoorlijk correcte wijze de kustlijn van Antarctica weergegeven, een kustlijn die al duizenden jaren onder het ijs verborgen is. Mercator nam in 1569 de kaart van Finaeus over in zijn Atlas. Tevens tekende hij Antarctica op verschillende kaarten die hij zelf dat jaar maakte. Dit was aanleiding voor een aantal controversiële theorieën over een verloren beschaving die mogelijk de kustlijn van Antarctica in kaart heeft gebracht in een periode dat een deel ervan vrij van ijs was. Deze hypothese wordt uitvoerig besproken in het boek Maps of the Ancient Sea Kings van Charles Hapgood. Volgens Hapgood zijn in enkele gevallen de kenmerken bij Mercator nog beter te herkennen dan op de kaart van Finaeus, wat volgens hem aannemelijk maakt dat Mercator andere oude kaarten tot zijn beschikking had dan Oronteus Finaeus. Recente bevindingen tonen aan dat Koningin Maud Land en de op de Piri Reiskaart aangegeven gebieden langdurig ijsvrij zijn geweest in een periode die ongeveer zesduizend jaar geleden eindigde. Maar mogelijk is het continent op deze kaarten gebaseerd op de mythe van een Terra Australis in plaats van op het echte Antarctica. 19e eeuw Eind januari 1820 hebben drie verschillende expedities binnen zeer korte tijd Antarctica bereikt: de Rus Fabian von Bellingshausen, de Brit Edward Bransfield en de Amerikaan Nathaniel Palmer. De Engelsman James Clark Ross ging vervolgens op zoek naar de (geografische) geomagnetische zuidpool. Deze bereikte hij niet, maar hij stuitte wel op het ijsgebied, dat naar hem Ross-ijsplateau is genoemd, evenals het eiland Ross. Ook de Fransman Jules Dumont d'Urville en de Belg Adrien de Gerlache slaagden hier niet in, hoewel ze wel een groot deel van de kustlijn in kaart wisten te brengen. Het poolschip van de Gerlache, de Belgica, raakte ingevroren zodat zijn expeditie werd gedwongen te overwinteren in Antarctica. Race naar de pool In 1903 werd door Argentinië op de Zuidelijke Orkneyeilanden de Orcadasbasis gevestigd, de eerste permanent bewoonde nederzetting. In het jaar 1902 deden Robert Falcon Scott en Ernest Shackleton een poging de geografische zuidpool te bereiken, waarbij ze tot 82°17′ ZB kwamen. In 1907 probeerde Shackleton het opnieuw. Het slaagde wederom niet – hij kwam tot 88°23' ZB – maar zijn expeditie bereikte wel de geomagnetische zuidpool en bovendien bereikte hij als eerste het Antarctisch Plateau. Vier jaar later vertrokken expedities van Scott en de Noor Roald Amundsen ongeveer tegelijkertijd met als doel de pool te bereiken. Amundsen was eerder en op 14 december 1911 stond er voor het eerst een mens op de pool. Scott bereikte de pool ongeveer een maand later (dus in januari 1912), waar hij ontdekte dat Amundsen hem voor was geweest. Scott en zijn metgezellen overleefden echter de terugtocht niet. In 1914 probeerde Shackleton het continent over te steken, maar deze poging mislukte. In 1929 slaagde Richard Evelyn Byrd daar wel in met een vliegtuig. Als eerste vrouw zette Caroline Mikkelsen in 1935 voet op Antarctica. Verdrag inzake Antarctica Na de Tweede Wereldoorlog waren er verschillende landen die Antarctica claimden, vooral Argentinië en Chili. Het Verenigd Koninkrijk maakte deze kwestie aanhangig voor het Internationaal Gerechtshof op 4 mei 1955. Tijdens het Internationaal Geofysisch jaar (1957-1958) onder leiding van de Belg Marcel Nicolet werden tal van expedities naar de zuidpool gezonden. In 1956 bouwden de Amerikanen het Zuidpoolstation Amundsen-Scott, precies op de zuidpool. Amundsen-Scott is sindsdien permanent bewoond en is daarmee uiteraard de zuidelijkste bewoonde plaats op aarde. In 1957 bouwden de Belgen de Koning Boudewijnbasis. In 1959 werd het Antarctisch Verdrag getekend, waarin de grootmachten afspraken af te zien van militarisering of economische ontwikkeling van Antarctica. In dit verdrag werd tevens afgesproken dat Antarctica neutraal grondgebied zou zijn en het niet door landen geclaimd mag worden, maar een aantal landen hielden zich daar niet aan. Vooral Argentinië, Chili en het Verenigd Koninkrijk hebben af en toe onenigheid, omdat ze overlappende sectoren opeisen. Deze landen gebruiken verschillende tactieken om hun claims te rechtvaardigen. Zo werd in 1978 in de Argentijnse sector voor het eerst een kind, Emilio Marcos de Palma, geboren. In 1979 stortte een Nieuw-Zeelands vliegtuig neer op Mount Erebus, waarbij alle 257 inzittenden om het leven kwamen. Lijst van Zuidpoolstations en Zuidpoolexpedities Stations 2007-2009 : Prinses Elisabethbasis (B) Expedities 1997-1998 : Dixie Dansercoer (B) en Alain Hubert (B) steken volledig autonoom en te voet Antarctica over, in 99 dagen 3924 km. Externe link Expedities Ivanov, L. General Geography and History of Livingston Island. In: Bulgarian Antarctic Research: A Synthesis. Eds. C. Pimpirev and N. Chipev. Sofia: St. Kliment Ohridski University Press, 2015. pp. 17-28.
De menselijke geschiedenis van Antarctica is de kortste van alle continenten, aangezien Antarctica voor zover bekend pas sinds 1820 door mensen werd ontdekt en bereikt.
1
continenten, werelddeel, landvorm
2,080
NutritionInformation
5218541
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nutri-Score
Nutri-Score
Nutri-Score is een voedselkeuzelogo voor levensmiddelen, op de voorkant van de verpakking. Het doel van het logo is om consumenten gezondere keuzes te laten maken bij hun aankopen binnen een productgroep. Nutri-Score is een stoplicht-systeem met vijf niveaus, waarbij A (donkergroen) de te verkiezen keuze is en E (rood) de te vermijden keuze, met daartussen B (lichtgroen), C (geel) en D (oranje). In België is het logo officieel ingevoerd (2019); in Nederland wordt het in beperkte mate ook gebruikt. Geschiedenis Nutri-Score is ontwikkeld door Serge Hercberg van het Institut national de la santé et de la recherche médicale (INSERM). In 2014 is het eerste rapport voor de Franse overheid gepubliceerd. Verschillende aspecten van Nutri-Score zijn wetenschappelijk onderzocht. Inmiddels zijn er een 30-tal ondersteunende internationale wetenschappelijke artikelen over Nutri-Score. Echter, recentere onderzoeken die zijn uitgevoerd door wetenschappers die niet zijn gelieerd aan de ontwikkelaars van Nutri-Score laten geen positieve, maar neutrale effecten zien van Nutri-Score. Ondanks dat keuzelogo's als Nutri-Score hun toepassing hebben in de supermarkt zijn de effecten van keuzelogo's op consumentengedrag in de supermarkt niet eenduidig. Nutri-Score is het enige keuzelogo waarvan er geen wetenschappelijke publicaties bekend zijn waarin naar het effect in de supermarkt is gekeken. Nutri-Score is een uitbreiding van het verkeerslichtsysteem, dat in het Verenigd Koninkrijk gebruikt wordt. Het Engelse stoplicht-systeem kijkt alleen naar de negatieve aspecten van een levensmiddel. Hercberg heeft dit uitgebreid met de positieve aspecten, zoals eiwitten, vezels, fruit, groenten, noten en peulvruchten. In de loop der tijd is de rekenmethode aangepast om de gezondheidseffecten van specifieke ingrediënten beter tot uitdrukking te brengen (suiker, calcium, eiwitten en verzadigde vetten). Op 12 februari 2021 maakten zeven Europese landen bekend de doorvoering van de Nutri-Score in hun landen te gaan faciliteren. Daartoe hadden ze een stuurgroep en een wetenschappelijk comité in het leven geroepen. Het gaat om de Benelux-landen, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Spanje. Methode De Nutri-Score van een voedingsmiddel wordt bepaald door de voedingswaarden die op het etiket vermeld zijn in de voedingswaardedeclaratie. De ruwe score wordt berekend door middel van punten. De ruwe score loopt van -15 tot +40. Deze score wordt vervolgens vertaald in 5 niveaus, van A (te verkiezen) tot E (te vermijden). Veel koolhydraten, suikers, verzadigde vetten en zout kunnen de score verhogen. Veel fruit, groente, peulvruchten, noten, vezels en eiwitten kunnen de score verlagen. Voor de berekening van het percentage groente en fruit worden aardappelen, zoete aardappelen, taro, cassave en tapioca niet meegeteld. Specifieke berekeningen: Vanwege het positieve effect op de gezondheid van calcium en eiwitten is de rekenmethode voor kaas aangepast. Om het gebruik van plantaardige vetten te bevorderen ten opzichte van dierlijke vetten, wordt er gekeken naar de verhouding verzadigde vetten ten opzichte van alle vetten. Om rekening te houden met het negatieve effect van suiker, wordt de score voor frisdranken anders berekend. Als de Nutri-Score niet op een product vermeld staat, kan de consument de score zelf berekenen (industrie onafhankelijk). De rekenmethode is relatief eenvoudig en wordt uitgevoerd op basis van de informatie op het etiket van een product. Open Food Facts kan ook gebruikt worden voor de berekening (deze database bevatte 4850 Nederlandstalige producten op 1 juni 2019). Adoptie Nederland Nederlandse voedingswetenschappers hebben in 2019 bezwaar gemaakt tegen de invoering van de Nutri-Score in Nederland. De wetenschappers pleiten voor een aanpassing van de rekenmethode voor het vaststellen van de Nutri-Score. Ze geven aan dat er verschillende rekenmethodes voor verschillende productgroepen toegepast moeten worden. Hiermee kan de Nutri-Score meer in lijn worden gebracht met de Schijf van Vijf en voedingsvoorlichting. Naar aanleiding van de bezwaren van de wetenschappers heeft toenmalig staatssecretaris van VWS Paul Blokhuis een voorwaardelijk besluit genomen om de Nutri-Score pas in te voeren als die meer in lijn is met de voedingsrichtlijnen. De controverse in Nederland rondom de Nutri-Score heeft niet alleen een wetenschappelijke achtergrond. Voedselfabrikanten en supermarkten hebben de Nutri-Score inmiddels op een deel van hun producten al ingevoerd, terwijl in Nederland over de invoering ervan nog geen definitief besluit is genomen. Het keuzelogo mag pas gebruikt worden na officiële notificatie bij de Europese Commissie. De verwachting is dat dit in het tweede kwartaal van 2022 plaats zal gaan vinden. Albert Heijn heeft aangekondigd de Nutri-Score van levensmiddelen op haar website vanaf de zomer 2019 te vermelden. Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel ondersteunt de introductie van Nutri-Score. De voedselfabrikant HAK zet vanaf 1 september 2019 Nutri-Score al op haar producten. De Consumentenbond pleit voor de invoering van Nutri-Score en heeft zich bij een Europees burgerinitiatief voor de Europese invoering van Nutri-Score aangesloten. De Nederlandse overheid heeft in principe gekozen voor de Nutri-Score. Voorwaarde voor invoering in Nederland dat de aansluiting op de Nederlandse voedingsrichtlijnen (de Richtlijnen goede voeding en de Schijf van Vijf) voldoende moet zijn. Er werden aanpassingen gedaan. Het wordt vanaf 2024 het officiële voedselkeuzelogo van de overheid. België In België is op 1 maart 2019 de Nutri-Score officieel ingevoerd (op vrijwillige basis). De supermarktketens Delhaize, Colruyt en Carrefour gebruiken het of gaan het gebruiken. Ook een producent als Danone ondersteunt Nutri-Score in België. Elders In Frankrijk is de Nutri-Score in 2016 op vrijwillige basis ingevoerd . In Duitsland voeren fabrikanten Nutri-Score in op vrijwillige basis (zoals Iglo). Ook in Spanje wil men Nutri-Score invoeren. Italië is tegen gebruik van de Nutri-Score en stelde samen met zes andere landen (Tsjechië, Cyprus, Griekenland, Letland, Roemenië en Hongarije) een document op waarin kritiek wordt geuit op het logo, zoals dat het misleidend zou zijn voor consumenten. Kanttekeningen Nutri-Score is geen absolute beoordeling van de gezondheid van een product. Zo heeft olijfolie een Nutri-Score D, gezien het enorme vetpercentage, maar wordt gezien als een gezond product als deel van het dagelijks menu. Nutri-Score is alleen bedoeld voor het vergelijken van producten binnen een productgroep. Vergelijkingen tussen bijvoorbeeld Coca Cola Zero en olijfolie hebben dan ook geen betekenis. Desondanks heeft dit Spanje doen besluiten dat producten met 1 ingrediënt geen Nutri-Score nodig hebben. Nutri-Score houdt geen rekening met de portiegrootte. Nutri-Score houdt geen rekening met additieven en residuen van pesticiden. De gebruiker dient hiervoor de labels te bekijken. Nutri-Score houdt geen rekening met de aanwezigheid van allergenen. De gebruiker dient hiervoor de labels te bekijken. Nutri-Score beoordeelt individuele voedselproducten en houdt geen rekening met een gebalanceerd menu, zoals aanbevolen in De schijf van vijf. Merkbeleid Symbool Dieet
Methode De Nutri-Score van een voedingsmiddel wordt bepaald door de voedingswaarden die op het etiket vermeld zijn in de voedingswaardedeclaratie. De ruwe score wordt berekend door middel van punten. De ruwe score loopt van -15 tot +40. Deze score wordt vervolgens vertaald in 5 niveaus, van A (te verkiezen) tot E (te vermijden).
1
voedingsinformatie, voedingswaarden, receptnutritie
7,724
GeneralContractor
4263433
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hollandsche%20Beton%20Maatschappij
Hollandsche Beton Maatschappij
De Hollandsche Beton Maatschappij N.V. (HBM) was een bedrijf dat zich richtte op het uitvoeren van werken in gewapend beton. Dit bedrijf was gevestigd in Den Haag en Amsterdam, later in Rijswijk, en heeft zelfstandig bestaan van 1902-1968, toen het met de Hollandse Constructie Groep fuseerde tot de Hollandsche Beton Groep (HBG). De Hollandse Constructie Groep was in 1967 ontstaan door de fusie van onder meer de Hollandsche Constructie Werkplaatsen en de Nederlandsche Electrolasch Maatschappij. Na de fusie werd HBM een werkmaatschappij van de Hollandsche Beton Groep en omgevormd tot een bv. Hollandsche Maatschappij tot het maken van Werken in Gewapend Beton Het bedrijf werd in 1902 opgericht door Alphonse C.Ch.G. van Hemert ('s-Hertogenbosch, 30 januari 1857 - Den Haag, 24 oktober 1926). Deze was civielingenieur en docent aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. Het bedrijf was gevestigd aan de Groot Hertoginnelaan in Den Haag en heette aanvankelijk: Hollandsche Maatschappij tot het maken van Werken in Gewapend Beton, later ook afgekort tot Hollandsche Maatschappij voor Gewapend Beton of zelfs: Hollandsche Beton. Dit was niet de oudste maatschappij in Nederland op dit gebied, want ook de Amsterdamsche Fabriek van Cementijzerwerken, opgericht in 1891, was op dit terrein actief. Omstreeks 1928 veranderde de naam in Hollandsche Beton Maatschappij. Uit de beginjaren dateerde de bouw van de Hofpleinlijn te Rotterdam, waarvoor Van Hemert het viaduct ontwierp, dat uiteindelijk door diens maatschappij werd gebouwd. Ook een kade in het Chileense Valparaíso, waarbij caissonbouw werd toegepast, trok omstreeks 1904 de aandacht. In 1911 nam de firma deel aan een consortium dat de havenwerken in Soerabaja ging uitvoeren. In 1912 werd de Vereeniging van Aannemers van Betonijzerwerken in Nederland, kortweg Betonijzerbond, te Utrecht opgericht, waarvan ook de Hollandsche Maatschappij deel ging uitmaken. In 1914 werd het hoofdkantoor van de Levensverzekering Maatschappij Dordrecht, met een casco van gewapend beton, afgeleverd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog echter, was er een tekort aan de grondstoffen voor gewapend beton, te weten ijzer en cement. Voor ijzer en staal werd een rijksdistributiesysteem ingesteld, waardoor grote werken achterwege moesten blijven. Na de oorlog volgden weer nieuwe opdrachten, zoals het nieuwe postkantoor in Rotterdam (1923), welke voorzien werd van een grootse betonhal met paraboolvormig gewelf. In 1923 ging HBM, en diens zustermaatschappij de Hollandsche Aanneming Maatschappij, zich tevens bezighouden met een nieuwe bedrijfstak, en wel de bouw van beton- en bitumineuze wegen. In 1927 werd aan het bedrijf de bouw gegund van de uitbreiding van de Philipsfabrieken te Eindhoven, voor onder meer een fabriek van artikelen op radio gebied. Deze staat tegenwoordig bekend als de Hoge rug op Strijp S. Verdere activiteiten betroffen de Zuiderzeewerken en de bouw van sluizen te IJmuiden. Hollandsche Beton Maatschappij Ook in 1929 zou er sprake zijn van communistisch gewroet, ja zelfs communistisch gevaar, op het conto van enkele HBM-werknemers bij de bouw van de Hoge Rug, waardoor een staking zou zijn ontstaan. Ondertussen werden volop spoorwegen aangelegd en havens gebouwd in het toenmalige Nederlandsch-Indië. In 1930 werd begonnen met de bouw van een elektriciteitscentrale te Rotterdam. Ook werd aan de grootste sluis ter wereld te IJmuiden gewerkt en begon men aan kademuren voor de Merwehaven te Rotterdam en in 1931 het nieuwe hoofdkantoor van Unilever, eveneens te Rotterdam. In 1931 volgde de aanbesteding voor de aanleg van het Julianakanaal. Hierna volgden de opdrachten voor tal van bruggen en dergelijke. In 1939 werd de aanleg van de spuisluis te IJmuiden aan HBM gegund, alsmede de bouw van een zeer grote scheepshelling voor de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam. Vooral ook in Indonesië vonden veel werkzaamheden plaats. Na de invasie door de nazi-troepen en het bombardement op Rotterdam, was de HBM vanaf 1941 betrokken bij de wederopbouw van deze stad. Het bedrijf was verder een zogenoemde bunkerbouwer voor de Duitse bezetter. In 1947 werd ook, samen met enkele andere betonmaatschappijen, begonnen met het opruimen van de vernielde Rotterdamse haveninstallaties en de bouw van nieuwe. In 1950 werd begonnen met de bouw van een nieuwe fabriek voor de ENCI te Maastricht. Van belang is ook de opheffing van de Indonesische vestiging van HBM in 1958, mede vanwege de nationalisatie van de bedrijven aldaar. Men bleef echter nog actief in het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea. In 1960 werd meegewerkt aan de bouw van de Van Brienenoordbrug te Rotterdam. Bovendien werd vanuit de NBM de dochter Nederlandsche Overzee Baggermaatschappij. In 1963 fuseerde NBM met woningbouwer Intervam te Den Haag. In opdracht van de Exploitatie Maatschappij Scheveningen zou de nieuwe combinatie 1500 woningen te Scheveningen gaan bouwen. In 1965 werd het betonwerk van de spuisluizen in de Haringvlietdam opgeleverd en in 1966 was er sprake van een Australische miljoenenorder. In 1966 werd begonnen met de bouw van een zeer groot droogdok voor de Rotterdamse werf Wilton-Fijenoord terwijl vanaf 1967 ook opdrachten voor booreilanden binnenkwamen. In 1968 werd het hoofdkantoor verplaatst van Den Haag naar Rijswijk. Omstreeks dit jaar werden ook een aantal regeringsgebouwen in Den Haag met behulp van het jackblocksysteem gebouwd, waarbij de verdiepingen langs kolommen omhooggevijzeld werden en men dus met de bovenste verdieping begon. Deze bouwmethode, in die tijd veelgeprezen, leidde later tot kritiek en werd niet lang toegepast. Omstreeks deze tijd gingen er geruchten omtrent een op handen zijnde fusie. Deze werden bewaarheid en in hetzelfde jaar nog fuseerde HBM met de Hollandsche Constructie Groep tot de Hollandsche Beton Groep (HBG), die daarmee de grootste bouwonderneming van Nederland werd. Zie ook Geschiedenis van gewapend beton Nederlands bouwbedrijf Beton
In 1912 werd de Vereeniging van Aannemers van Betonijzerwerken in Nederland, kortweg Betonijzerbond, te Utrecht opgericht, waarvan ook de Hollandsche Maatschappij deel ging uitmaken. In 1914 werd het hoofdkantoor van de Levensverzekering Maatschappij Dordrecht, met een casco van gewapend beton, afgeleverd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog echter, was er een tekort aan de grondstoffen voor gewapend beton, te weten ijzer en cement. Voor ijzer en staal werd een rijksdistributiesysteem ingesteld, waardoor grote werken achterwege moesten blijven. Na de oorlog volgden weer nieuwe opdrachten, zoals het nieuwe postkantoor in Rotterdam (1923), welke voorzien werd van een grootse betonhal met paraboolvormig gewelf.
1
aannemer, hoofdaannemer, bouwbedrijf
4,779
HowToItem
306154
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hak
Hak
Hak (schoeisel), deel van schoeisel Hiel, lichaamsdeel aan de voet Hak (hout), gereedschap voor houtbewerking Hak (grondbewerking), gereedschap voor grondbewerking Hak (schip), deel van een schip Hak (merk), Nederlands verwerker van groente en fruit Hak Milieutechniek, voormalig Nederlands bedrijf in bodemsaneringstechnieken Huisaansluitkast, deel van de elektriciteitsvoorziening van een woning Zie ook Hakken
Hak (schoeisel), deel van schoeisel Hiel, lichaamsdeel aan de voet Hak (hout), gereedschap voor houtbewerking Hak (grondbewerking), gereedschap voor grondbewerking Hak (schip), deel van een schip Hak (merk), Nederlands verwerker van groente en fruit Hak Milieutechniek, voormalig Nederlands bedrijf in bodemsaneringstechnieken Huisaansluitkast, deel van de elektriciteitsvoorziening van een woning
2
gereedschap, benodigdheden, instructies
91
CheckAction
5509227
https://nl.wikipedia.org/wiki/Proefbank%20voor%20Vuurwapens
Proefbank voor Vuurwapens
De Proefbank voor Vuurwapens (Frans: Banc des Preuves) is een Belgische openbare instelling, een autonome instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid (categorie C). Ze werd opgericht met de ordonnantie van 10 mei 1672, uitgevaardigd door prins-bisscho Maximiliaan Hendrik van Beieren, met als doel: "het welzijn van de handel en de veiligheid van de gebruikers (van vuurwapens)". De belangrijkste taak van de instelling is de controle op de individuele vuurwapenproef, die wapens test die in België geproduceerd of ingevoerd worden. Goedgekeurde wapens krijgen een specifieke stempel. De rol van de proefbank werd nog uitgebreid met de Belgische wapenwetten van 1991, 2006 en 2018. In die laatste wet worden de opdrachten van de Proefbank opgesomd: het keuren en het certificeren van vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en patronen, volgens de voorwaarden bepaald door de Koning; de opspoorbaarheid, de identificatie en de categorisatie van de in België gefabriceerde of ingevoerde vuurwapens overeenkomstig de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens; de homologatie van alarmwapens overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 november 1996 tot indeling van sommige alarmwapens bij de categorie vergunningsplichtige vuurwapens; het neutraliseren, het ombouwen en het vernietigen van de vuurwapens overeenkomstig ze wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens; het toezicht op vuurwapens, onderdelen van vuurwapens en alarmwapens binnen het kader van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten; het attesteren van de technische kenmerken van vuurwapens; de kennisontwikkeling, het deelnemen aan nationale en internationale werkgroepen en de technische ondersteuning van overheden in het kader van de opdrachten vermeld in dit lid. Belgische overheidsinstantie Luik (stad)
De belangrijkste taak van de instelling is de controle op de individuele vuurwapenproef, die wapens test die in België geproduceerd of ingevoerd worden. Goedgekeurde wapens krijgen een specifieke stempel.
1
inspectie, onderzoek, controle
390
PhotographAction
1633670
https://nl.wikipedia.org/wiki/Afrika%20%28computerspel%29
Afrika (computerspel)
Afrika is een computerspel exclusief voor de PlayStation 3 ontwikkeld door Rhino Studios. Het spel werd voor het eerst getoond bij E3 2006 in een promotievideo. Gameplay en verhaal De speler speelt de rol van een fotojournalist in Afrika die is ingehuurd om foto's van verschillende dieren te nemen. De gameplay is missie-gedreven; spelers ontvangen e-mails in het basiskamp die hen instrueren over welke dieren ze moeten fotograferen. Spelers kunnen vervolgens te voet, met een jeep of luchtballon reizen naar de gebieden waar gevraagde dieren gevonden zijn om te fotograferen. De camera wordt bestuurd met de Sixaxis. Afhankelijk van de kwaliteit van de genomen foto zal de speler geld verdienen. Dit geld kan gebruikt worden om nieuwe voorraden te kopen zoals een verbeterde camera. Aanvullend op de eigenlijke gameplay zijn unlockables, zoals echte foto's van de dieren die kunnen worden aangetroffen, die ook verzameld en opgeslagen worden in de "Animal Library". De soundtrack voor het spel werd gecomponeerd door Wataru Hokoyama. De muziek werd bekroond met de 'Best Original Score Video Game' van The Hollywood Music Awards 2008. Movie Music UK publiceerde als enige een recensie van de soundtrack en gaf deze 4,5 punten op een maximum van 5. "Hokoyama heeft een sterke indruk achtergelaten met de prachtige muziek die hij heeft gecomponeerd. Dit is een soundtrack die je niet voorbij kan laten gaan", aldus de recensent. Ontvangst Het spel kreeg over het algemeen middelmatige recensies, met een gemiddelde score van 63 op Metacritic. Trivia Het spel is opgenomen in het boek 1001 Video Games You Must Play Before You Die van Tony Mott. Computerspel uit 2008 Simulatiespel PlayStation 3-spel
Gameplay en verhaal De speler speelt de rol van een fotojournalist in Afrika die is ingehuurd om foto's van verschillende dieren te nemen. De gameplay is missie-gedreven; spelers ontvangen e-mails in het basiskamp die hen instrueren over welke dieren ze moeten fotograferen. Spelers kunnen vervolgens te voet, met een jeep of luchtballon reizen naar de gebieden waar gevraagde dieren gevonden zijn om te fotograferen. De camera wordt bestuurd met de Sixaxis. Afhankelijk van de kwaliteit van de genomen foto zal de speler geld verdienen. Dit geld kan gebruikt worden om nieuwe voorraden te kopen zoals een verbeterde camera.
2
fotografie, camera, beeld vastleggen
352
Number
826488
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldkampioenschap%20voetbal%202010%20%28kwalificatie%20AFC%29
Wereldkampioenschap voetbal 2010 (kwalificatie AFC)
Namens de Aziatische bond AFC deden 43 landen mee aan de kwalificatie om vier en mogelijk vijf beschikbare plaatsen in de eindronde van het wereldkampioenschap voetbal 2010. Om te bepalen waar het vijfde ticket naar toe ging werd een intercontinentale play-off gespeeld tussen een Aziatisch land en een land uit Oceanië. Nieuw-Zeeland zou uiteindelijk ten koste van Bahrein naar het wereldkampioenschap gaan. Opzet Eerder was gepland dat in de laatste kwalificatieronde negen Aziatische teams zouden zitten en het beste land uit de Oceanische zone. Deze zouden worden verdeeld in 2 groepen van vijf waarbij de nummers 1 en 2 zich zouden plaatsen voor de eindronde en de nummers drie een beslissingswedstrijd zouden spelen om het vijfde ticket. Uiteindelijk is hiervan afgezien. De opzet van het kwalificatietoernooi was vervolgens als volgt. Eerste ronde: van 43 naar 24 landen (8–28 oktober 2007) Tweede ronde: van 24 naar 20 landen (9–18 november 2007) Derde ronde: van 20 naar 10 landen (februari–juni 2008) Vierde ronde: van 10 naar 4 landen die zich kwalificeren en 2 die doorgaan naar de play-off Play-off: van 2 naar 1 land Beslissingswedstrijd tegen winnaar Oceanische zone Gekwalificeerde landen Alle bij de AFC aangesloten landen deden mee aan de kwalificatie, op drie na: , en de . Australië probeerde zich nu voor het eerst via de AFC te plaatsen voor de eindronde. Eerder nam het aan de kwalificatie deel via de OFC. Plaatsingslijst Afhankelijk van de positie op de plaatsingslijst waren landen vrijgesteld van de eerste en/of tweede ronde. De ranglijst werd vastgesteld op basis van de resultaten tijdens de kwalificatie voor het wereldkampioenschap 2006. De teams 1–5 van de plaatsingslijst plaatsten zich direct voor de derde ronde De teams 6–24 van de plaatsingslijst speelden in de eerste ronde tegen een team dat op die lijst op de positie 25–43 staat. Van de teams die doorgingen na de eerste ronde, speelden de acht teams met de laagste plaats op de plaatsingslijst tegen elkaar. De overige landen gingen direct naar de derde ronde. Eerste ronde De loting voor de eerste ronde had plaats op 6 augustus 2007 op het hoofdkantoor van de AFC in Bukit Jalil, Maleisië. Teams uit de pot A werden willekeurig gekoppeld uit een team uit pot B. Na de loting trokken Guam en Bhutan zich terug. Hun tegenstanders, respectievelijk Indonesië en Koeweit, gingen door naar de volgende ronde. Wedstrijden Irak won met 7–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Oezbekistan won met 11–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Thailand won met 13–2 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Qatar won met 6–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. China won met 11–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Bhutan trok zich terug, daardoor plaatste Koeweit zich voor de derde ronde. Na twee wedstrijden stond het gelijk (2–2) en moesten er strafschoppen genomen worden. Jordanië won dat met 6–5 en plaatst zich daarmee voor de derde ronde. Verenigde Arabische Emiraten won met 6–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Bahrein won met 4–1 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Hongkong won met 11–3 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Syrië won met 5–1 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Jemen won met 3–2 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Tadzjikistan won met 6–1 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Noord-Korea won 9–2 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Oman won met 4–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Singapore won 7–0 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Libanon won met 6–3 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de derde ronde van dit kwalificatietoernooi. Turkmenistan won met 5–1 over twee wedstrijden en plaatst zich voor de tweede ronde van dit kwalificatietoernooi. Guam trok zich terug waardoor Indonesië zich plaatst voor de tweede ronde. Tweede ronde Van de 19 teams die na de eerste ronde doorgaan, gingen de 11 teams die het hoogst staan op de ranglijst direct door naar de derde ronde. De 8 teams die het laagst stonden speelden tegen elkaar in de tweede ronde waarbij de winnaar doorging naar de derde ronde. Ook de loting voor deze wedstrijden had plaats op 6 augustus 2007. De nummer 17 van de ranglijst werd geloot tegen de nummer 14, de nummer 16 tegen 12, 19 tegen 15 en 18 tegen 13. Wedstrijden Turkmenistan won met 3–0 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor de derde ronde. Syrië won 11–1 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor de derde ronde. Singapore won met 3–1 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor de derde ronde. Thailand won met 2–1 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor de derde ronde. Derde ronde Bij de loting op 25 november 2007 in Durban, Zuid-Afrika werden de 20 teams in 5 groepen van 4 landen geloot. Voorafgaand aan de loting werden de landen naar sterkte ingedeeld in 4 potten van elk 5 teams. Die indeling was conform de eerder genoemde plaatsingslijst. De nummers 1 en 2 van elke groep gingen door naar de vierde ronde. Potindeling Uit elke pot werd elk land in een andere groep geloot. Landen die in dezelfde pot waren ingedeeld konden dus niet tegen elkaar spelen. Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Vierde ronde In de vierde ronde werden de 10 landen, op 27 juni 2008, geloot in twee groepen van 5 teams. De teams speelden twee keer tegen elkaar, uit en thuis. De nummers 1 en 2 plaatsten zich voor de eindronde. De nummers 3 gingen door naar de play-off. Loting Bij de loting werden de landen ingedeeld naar sterkte, overeenkomstig met de ranglijst die bij de loting voor de eerste ronde was gebruikt. Daarbij werd de uitzondering gemaakt voor de landen 1 t/m 5 die allen deelnamen aan het wereldkampioenschap voetbal 2006. Deze landen werden gerangschikt op basis van de prestaties bij dat kampioenschap. 1. Australië (haalde de achtste finale) 2. Zuid-Korea (haalde 4 punten) 3. Iran (haalde 1 punt, doelsaldo –4) 4. Japan (haalde 1 punt, doelsaldo –5 (2-7) 4. Saoedi-Arabië (haalde 1 punt, doelsaldo –5 (2-7) Er werden vier potten gemaakt, de potten 1, 2 en 3 bestonden uit twee teams, pot 4 uit vier teams. Uit de potten 1, 2 en 3 werd 1 land geloot en uit pot 4 twee landen. Omdat Japan en Saoedi-Arabië de 4e plaats deelden, werd er eerst geloot welk van beide landen in pot 2 zou komen en welke in pot 3. Groep A Groep B Play-off De teams die in de vierde ronde op de derde plaats eindigden speelden tegen elkaar in een uit en thuiswedstrijd op 5 en 9 september 2009. Bahrein kwalificeert zich voor de intercontinentale play-off. Intercontinentale play-off De winnaar van deze ontmoeting speelde tegen het beste land uit de Oceanische zone. Dat was Nieuw-Zeeland geworden. De winnaar van deze ontmoeting op 10 oktober en 14 november 2009 (thuis- en uitwedstrijd) plaatste zich voor de eindronde. Nieuw-Zeeland wint over twee wedstrijden met 1–0 en kwalificeert zich voor het hoofdtoernooi. Externe links Opzet kwalificatie en de plaatsing Artikel First steps to preliminary phase op website FIFA Details en uitslagen op www.fifa.com Wereldkampioenschap voetbal 2010 kwalificatie Wereldkampioenschap voetbal kwalificatie AFC Voetbal in 2007 Voetbal in 2008 Voetbal in 2009
Tweede ronde Van de 19 teams die na de eerste ronde doorgaan, gingen de 11 teams die het hoogst staan op de ranglijst direct door naar de derde ronde. De 8 teams die het laagst stonden speelden tegen elkaar in de tweede ronde waarbij de winnaar doorging naar de derde ronde. Ook de loting voor deze wedstrijden had plaats op 6 augustus 2007. De nummer 17 van de ranglijst werd geloot tegen de nummer 14, de nummer 16 tegen 12, 19 tegen 15 en 18 tegen 13.
3
getal, nummer, cijfer
11,073
Review
5661869
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dochter%20van%20de%20diepzee
Dochter van de diepzee
Daughter of the Deep (Nederlandse titel Dochter van de diepzee) is een fantasy-avonturenroman voor de jeugd van de Amerikaanse schrijver Rick Riordan met illustraties van Lavanya Naidu. Het boek werd op 5 oktober 2021 voor het eerst gepubliceerd door de Amerikaanse uitgever Disney-Hyperion en werd een New York Times-bestseller. In tegenstelling tot Riordans eerdere boeken die over mythologie gingen, is Dochter van de diepzee een retrofuturistische sciencefiction-roman die zich afspeelt in de wereld van Jules Vernes boeken Twintigduizend mijlen onder zee en Het geheimzinnige eiland. In het boek komen machines, gereedschappen en instellingen voor die eerder zijn beschreven in Vernes boeken, en personages die afstammelingen zijn van Vernes personages. Het combineert oude en toekomstige technologieën en versmelt elementen van steampunk en kunstmatige intelligentie. Het boek heeft als hoofdthema's de rivaliteit tussen broers en zussen en het herstel en vernieuwing van verloren gegane technologieën. Nemo's onderzeeër De Nautilus – nu onder de controle van zijn nakomelingen – wordt bijvoorbeeld beschreven als vorm van kunstmatige intelligentie en is in staat om via hoge snelheid met supercavitatie te reizen. Het boek volgt Ana Dakkar, een leerlinge aan de fictieve Harding-Pencroft Academie, die in het verhaal vijftien jaar wordt. Ze hoort dat haar klas aan het einde van haar eerste jaar een uiterst geheime weekendproef op zee zal doen. Verhaal Ana Dakkar, de hoofdpersoon en verteller van de roman, is een leerlinge aan de Harding-Pencroft Academie, een fictieve vijfjarige kostschool voor mariene wetenschappen, gelegen op een afgelegen klif aan de kust van Zuid-Californië. Het boek begint net voor het einde van Ana's eerste jaar aan de Harding-Pencroft Academie. Ze gaat zwemmen in de buurt van de campus, samen met haar oudere broer Dev, een 17-jarige vierdejaars. Dev heeft haar de parelketting van hun moeder gegeven als een vroeg cadeau voor haar aankomende vijftiende verjaardag. Ana en de negentien andere eersteklassers in Harding-Pencroft gaan dan naar de haven van de nabijgelegen fictieve stad San Alejandro voor hun eindejaarsproeven aan boord van het schooljacht De Varuna (genoemd naar Varuna, de hindoegod van de zee). Deze proeven zullen hun toekomst op de school bepalen en worden begeleid door Theodosius Hewett, hun bejaarde leraar Theoretische Oceanologie. Kort nadat ze de campus hebben verlaten, zien Ana en haar klasgenoten echter dat een onderzeeër torpedo's afvuurt op de voet van de klif waarop hun school staat, waarna de gebouwen in de oceaan storten. Nadat Hewett drones lanceert om de ravage te onderzoeken, gebiedt hij de eerstejaars terug naar de bus te gaan. Vervolgens stuurt hij ze naar De Varuna de zee op. Hij vertelt hen dat de aanslag het werk is van een rivaliserende school, Land Instituut, en dat het voor hun eigen veiligheid beter is als de wereld denkt dat ze dood zijn. Hij geeft een van de jongens, Gemini Twain, opdracht om op te treden als Ana's lijfwacht. Hewett en de studenten moeten dan vechten tegen een commando-aanval op zee door hogerejaars van het Land Instituut die Ana proberen te ontvoeren; de ontvoering wordt verijdeld met de hulp van een vriendelijke tuimelaar genaamd Socrates, die haar potentiële ontvoerder, Caleb South, uit het water slaat. Tijdens zijn ondervraging geeft Caleb trots toe dat hij en zijn klasgenoten Harding-Pencroft hebben vernietigd en zegt dat ze de erfenis van een bandiet en zelfzuchtig hamsterende technologie beschermden die de wereld enorm ten goede zou kunnen komen. Hewett legt Ana en haar klasgenoten uit dat Jules Vernes romans Twintigduizend mijlen onder zee en Het geheimzinnige eiland eigenlijk enigszins gefictionaliseerde verslagen zijn van echte gebeurtenissen, gebaseerd op interviews die Verne hield met echte mensen die bij deze gebeurtenissen betrokken waren, en dat Ana afstamt van kapitein Nemo (prins Dakkar van Bundelind). Hewett vertelt hen dat Nemo een genie was die technologie ontwikkelde die zijn tijd ver vooruit was en dat de Harding-Pencroft Academie en Land Instituut sindsdien strijden om deze technologie, en hun rivaliteit is nu uitgebroken in daadwerkelijke oorlogvoering. In Nemo's onderzeeër De Nautilus voerde hij een guerrillaoorlog tegen de koloniale machten van de vroegere 18e eeuw, op zoek naar hun vernietiging als wraak voor de moord op zijn vrouw en oudste zoon door de Britten na zijn deelname aan de Indiase opstand van 1857 tegen de Britse overheersing. Nadat Pierre Aronnax, Ned Land en Aronnax' bediende Conseil aan kapitein Nemo waren ontsnapt, richtten ze Land Instituut op in een poging de wereldorde van Nemo te redden door zijn uitvindingen en technologie te verwerven of te dupliceren. Cyrus Harding en Bonaventure Pencroft, wiens ontmoeting met Nemo werd beschreven in Het geheimzinnige eiland, vertelden hun verhaal aan Verne in een poging het imago van Nemo te veranderen en zijn nalatenschap te beschermen, en richtten de Harding-Pencroft Academie op in overeenstemming met Nemo's laatste wens – dat zijn uitvindingen niet worden misbruikt voor hebzucht en macht door de regeringen en bedrijven van de wereld of door Land Instituut. De eerstejaarsproeven waren bedoeld om de eersteklassers kennis te laten maken met Nemo's technologie, maar Hewett vindt dat hij ze onder de gegeven omstandigheden nu alles moet vertellen. Ana's vriend en klasgenoot Ester Harding, een wees die de vierde achterkleindochter van Cyrus Harding is, had de informatie maanden eerder gekregen, maar was tot geheimhouding verplicht door de raad van toezicht van de Harding-Pencroft Academie, op straffe van onterving. Lang voor de ontwikkeling van de moderne genetische wetenschap had kapitein Nemo geleerd hoe hij zijn grootste uitvindingen biometrisch kon koppelen aan zijn eigen DNA, zodat ze alleen door hemzelf of zijn directe afstammelingen zouden kunnen worden uitgevoerd, wat betekent dat alleen Ana, de vierde kleindochter en (naar men aanneemt) de laatst overgebleven directe afstammeling, mogen ze nu bedienen. Buiten het medeweten van de studenten, lijdt Hewett aan vergevorderde alvleesklierkanker en wordt hij op de ochtend van hun tweede dag op zee in coma aangetroffen in zijn hut. Ana neemt het bevel over De Varuna en gebruikt een van Nemo's uitvindingen om hun bestemming te bepalen, een afgelegen, onbekend atol in de Stille Oceaan genaamd Fort Lincoln, waar Cyrus Harding, Bonaventure Pencroft en hun metgezellen waren gestrand en waar kapitein Nemo stierf aan boord van De Nautilus. Onderweg leren ze uit gegevens die zijn gehaald uit de drones die Hewett lanceerde na de vernietiging van de school dat Dev een waarschuwing had uitgezonden via zijn omroepsysteem om te evacueren. Om Fort Lincoln te naderen, dat zwaar wordt verdedigd en verborgen voor detectie door een verhulapparaat, moeten ze een code ontcijferen die door het personeel van Fort Lincoln naar hen is verzonden en een vergelijkbaar gecodeerd bericht terugsturen. Bij hun aankomst op Fort Lincoln worden ze begroet door de verzorgers van het eiland: een echtpaar genaamd Luca Barsanti (die afstamt van de Italiaanse uitvinder Eugenio Barsanti) en zijn vrouw Ophelia Artemesia, en Jupiter, een orang-oetan die heeft leren koken door te kijken naar The Great British Bake Off (en best goed, ontdekken de studenten). Hewett wordt behandeld met de medische technologie van kapitein Nemo. Luca en Ophelia laten de studenten kennismaken met De Nautilus, die, afgezien van wat relatief kleine interne waterschade, bijna intact is, na ongeveer 150 jaar sluimerend op de bodem van een nabijgelegen lagune te hebben gezeten nadat kapitein Nemo stierf in de commandostoel. Ana ontdekt dat De Nautilus een exemplaar van kunstmatige intelligentie is dat zo geavanceerd is dat het een bewustzijn heeft, en dat Ana's ouders, die stierven kort voordat ze naar de achtste klas ging, De Nautilus ontdekten en werden geëlektrocuteerd in een overhaaste poging om aan boord te gaan. Ana gaat met succes aan boord van De Nautilus zonder incidenten door zichzelf voor te stellen en om toestemming te vragen om aan boord te komen, sprekend in haar en Kapitein Nemo's voorouderlijke taal van Bundeli. Ze wekt vervolgens de geavanceerde functies van het schip door een pijporgel te bespelen dat kapitein Nemo op de brug had geïnstalleerd. De verkenning van De Nautilus door Ana en haar klasgenoten wordt echter plotseling onderbroken door de ontdekking dat de senioren van Land Instituut die hun school hebben aangevallen, hen zijn gevolgd naar Fort Lincoln in hun onderzeeër De Aronnax, en er ontstaat een gevecht. Tijdens het gevecht ontdekken Ana en de anderen tot hun afgrijzen dat haar broer Dev een verrader is geworden en samenwerkt met Land Instituut, en het bevel voert over De Aronnax, van waaruit hij de waarschuwing had uitgezonden om te evacueren nadat de verdediging van de Harding-Pencroft-Academie was gehackt en neergehaald. Ana ontdekt dat Dev een volgapparaat heeft verstopt in de ketting die hij haar heeft gegeven en vernietigt deze onmiddellijk, waarna ze de geavanceerde voortstuwingssystemen van De Nautilus gebruikt om te vluchten. Twee uur later bevinden ze zich in de westelijke Stille Oceaan, ongeveer 400 mijl ten oosten van Davao City, Filipijnen, in de buurt van de Palau Trench ten westen van Koror City, Palau. Daar, terwijl ze reparaties uitvoeren aan De Nautilus, ontmoeten ze een gigantische octopus die de bemanning Romeo noemt; Ana raakt bevriend met hem met de hulp van een keytaar en kunstmatige intelligentie van De Nautilus. Ze haasten zich terug naar Lincoln Island, waar een gevecht met De Aronnax onmiddellijk volgt. De strijd eindigt met De Aronnax in stukken gebroken door de gigantische octopus en zijn bemanning die uit de oceaan is geplukt en opgesloten in geïmproviseerde gevangeniscellen, en een vechtpartij tussen Ana en Dev die eindigt met haar hem bewusteloos slaan door hem met rubberen kogels te schieten. De roman eindigt met de eersteklassers van Harding-Pencroft, Luca en Ophelia, en een herstellende Hewett die zweert de school te herbouwen. Ana neemt Dev, die werd klaargestoomd om de faciliteit over te nemen maar nu praktisch alles heeft verbeurd, mee naar de laatste rustplaats van hun ouders in de lagune bij De Nautilus. Karakters Dolfijnen, Haaien, Cephalopoden en Orka's zijn de afdelingen van Harding-Pencroft. Dolfijnen Ana Dakkar Virgil Esparza Jack Wu Lee-Ann Best Halimah Nasser Haaien Gemini Twain Dev Dakkar Dru Cardenas Cooper Donne Kiya Jensen Eloise McManus Cephalopoden Tia Romero Nelinha da Silva Kay Ramsay Robbie Barr Meadow Newman Orka's Franklin Couch Ester Harding Brigid Salter Linzi Huang Rhys Morrow Overige Theodosius Hewett Caleb South Kapitein Nemo/prins Dakkar (genoemd) Fort Lincoln Jupiter Luca Barsanti Opelia Ontvangst Daughter of the Deep is een bestseller van de The New York Times en IndieBound. In 2021 ontving het boek de Goodreads Choice Award for Middle Grade & Children's books. Het boek kreeg een sterrenrecensie van Kirkus Reviews en een gemengde recensie van School Library Journal. Vertalingen Het boek werd onder de titel Dochter van de diepzee in het Nederlands uitgegeven door uitgeverij Van Goor. De vertaling was van Marce Noordenbos. Verfilming Volgens Riordan was Daughter of the Deep zo geschreven dat het verfilmd kon worden. Begin april 2022 liet Riordan weten dat de filmrechten waren verkocht. Trivia De Harding-Pencroft Academie wordt vaak aangeduid als HP en Land Instituut als LI. Roman uit 2021 Amerikaanse jeugdliteratuur Engelse jeugdliteratuur
Ontvangst Daughter of the Deep is een bestseller van de The New York Times en IndieBound. In 2021 ontving het boek de Goodreads Choice Award for Middle Grade & Children's books. Het boek kreeg een sterrenrecensie van Kirkus Reviews en een gemengde recensie van School Library Journal.
3
recensie, beoordeling, review
7,562
BroadcastService
208540
https://nl.wikipedia.org/wiki/RTL%207%20%28Nederland%29
RTL 7 (Nederland)
RTL 7 (Radio Télévision Luxembourg 7) is een Nederlandstalige Luxemburgse commerciële televisiezender die per 12 augustus 2005 de televisiezender Yorin heeft vervangen. RTL 7 werd de mannenzender van RTL Nederland. Hierdoor verhuisden onder meer RTL Z en vele sportuitzendingen van RTL 5 naar RTL 7. De zender zendt, in tegenstelling tot Yorin, net als RTL 4 en RTL 5 via de Luxemburgse zendmachtiging uit. Dankzij de Luxemburgse status van RTL 7 kan het daardoor bepaalde Nederlandse regelgeving (bijvoorbeeld met betrekking tot reclame en sponsoring) ontwijken. Dit mede dankzij het gebrek aan toezicht, sanctieprocedures en een toezichthouder, aangezien Luxemburg die niet kent. Zo kan RTL 7 zich makkelijk aan de Europese mediawettelijke regels onttrekken, terwijl in Nederland vergunde zenders wel gecontroleerd worden (door het Commissariaat voor de Media) en boetes ontvangen indien zij (Europese) mediawettelijke regels overtreden. Het allereerste programma was een blik op het komende wintertelevisieseizoen. De door jaren heen heeft de zender zich als sportzender geprofileerd, met programma's als Voetbal Inside, RTL 7 Darts en de UEFA Europa League. Vanaf de zomer van 2021 zal de zender de wedstrijden in de UEFA Champions League uitzenden. De Europa League daarentegen gaat van RTL 7 naar SBS6. In de lente van 2021 werd bekend dat de zender de uitzendrechten van de PDC zou verliezen aan de streamingdienst van NENT Group Viaplay. Hierdoor verloor het een van de gezichtsbepalende onderdelen van de programmering. Geschiedenis Het kanaal startte in september 1995 als Veronica. Toen Veronica in 2000 besloot zijn aandelen in de Holland Media Groep (tegenwoordig RTL Nederland) te verkopen, werd afgesproken dat de HMG de naam Veronica nog ruim een jaar lang mocht gebruiken op radio en televisie. Daarom moest men op zoek naar een nieuwe naam. Eerst werd besloten de naam Me te gebruiken, maar dat was juridisch onmogelijk want kledingketen WE spande succesvol een kort geding aan. Uiteindelijk werd de naam Yorin. Op 2 april 2001 werd eerst de radiozender en later de televisiezender omgedoopt. Na 12 augustus 2005 bleef de radiozender nog enige tijd de naam Yorin FM voeren. Op 4 januari 2006 werd de radiozender verkocht aan SBS Broadcasting, en op 18 april 2006 veranderde de radiozender in de naam Caz!. Op 6 september 2010 veranderde RTL 7 de vormgeving met gele en zwarte schuine strepen. In 2011 won het RTL 7-programma Voetbal International de Gouden Televizier-Ring. Beeldmerk Presentatoren Programma's Bezwaar RNN7, een regionale commerciële televisiezender die uitzendt in Zuid-Holland-Zuid en het Rijnmondgebied, daagde RTL Nederland voor de rechter als er niet voor een andere naam wordt gekozen. RTL Nederland maakt zich echter geen zorgen, omdat de RTL-merken al in 1996 zijn gedeponeerd; ruim voordat RNN7 begon. "Daarnaast is een nummer niet te claimen", zegt een woordvoerder van RTL Nederland. Maar op de website van RNN7 is te lezen dat niet alleen de 7, maar ook de kleur van het logo en de klank overeenkomen. Daar komt bij dat RNN7 op 3 mei 2005 in een persconferentie haar landelijke plannen heeft aangekondigd en zich daarmee tussen RTL en SBS wil positioneren. De rechtbank te Amsterdam heeft 5 augustus 2005 in een kort geding het gebruik van RTL 7 toegestaan.
Na 12 augustus 2005 bleef de radiozender nog enige tijd de naam Yorin FM voeren. Op 4 januari 2006 werd de radiozender verkocht aan SBS Broadcasting, en op 18 april 2006 veranderde de radiozender in de naam Caz!.
1
omroepdienst, uitzender, broadcast
169
Distance
895267
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europese%20weg%2063
Europese weg 63
/ |} |} De Europese weg 63 of E63 is een Europese weg die loopt van Sodankylä in Finland naar Turku in Finland. Algemeen De Europese weg 63 is een Klasse A Noord-Zuid-verbindingsweg en verbindt het Finse Sodankylä met het Finse Turku en komt hiermee op een afstand van ongeveer 1110 kilometer. De route is door de UNECE als volgt vastgelegd: Sodankylä - Kemijärvi - Kuusamo - Kajaani - Kuopio - Jyväskylä - Tampere - Turku. 063 Weg in Finland
Algemeen De Europese weg 63 is een Klasse A Noord-Zuid-verbindingsweg en verbindt het Finse Sodankylä met het Finse Turku en komt hiermee op een afstand van ongeveer 1110 kilometer. De route is door de UNECE als volgt vastgelegd: Sodankylä - Kemijärvi - Kuusamo - Kajaani - Kuopio - Jyväskylä - Tampere - Turku.
1
afstand, lengtemaat, meeteenheid
128
CourseInstance
4411988
https://nl.wikipedia.org/wiki/Volksuniversiteit%20Amsterdam
Volksuniversiteit Amsterdam
Volksuniversiteit Amsterdam is een cursuscentrum voor volwassenen in Amsterdam en de oudste volksuniversiteit van Nederland. Het aanbod bestaat uit online en offline cursussen, workshops, lezingen, rondleidingen en excursies op het gebied van taal, creativiteit, kunst en cultuur. Voor niet-Nederlandstaligen zijn er cursussen Nederlands als Tweede Taal. Volksuniversiteit Amsterdam heeft diverse cursuslocaties in Amsterdam. Sinds 2016 werkt Volksuniversiteit Amsterdam samen met de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Het secretariaat is gevestigd in de OBA aan het Javaplein in Amsterdam. Volksuniversiteit Amsterdam biedt ook niet-docenten de mogelijkheid cursussen en workshops te organiseren via het begin 2021 gelanceerde cursus-platform. Volksuniversiteit Amsterdam is een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI) en werkt zonder winstoogmerk. Achtergrond De eerste volksuniversiteiten werden aan het begin van de twintigste eeuw opgericht. Door de industrialisatie was een grote arbeidersklasse ontstaan die op economisch en maatschappelijk vlak sterk achterbleef. De initiatiefnemers van de volksuniversiteiten wilden met kennisoverdracht de arbeiders omvormen (‘verheffen’) tot volwaardige burgers. Door de jaren heen zijn de doelstellingen van de volksuniversiteiten veranderd. Er zijn tegenwoordig 70 volksuniversiteiten in Nederland, waarvan 30 zijn aangesloten bij Cultuurconnectie (voorheen de Bond van Nederlandse Volksuniversiteiten, BNVU). Geschiedenis Volksuniversiteit Amsterdam werd opgericht in 1913. De oprichters lieten zich inspireren door verschillende initiatieven die langs culturele weg de maatschappelijke achterstand van de arbeidsklasse probeerde te verkleinen. Al sinds 1784 kende Nederland de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen en rond 1900 waren er ongeveer 20 zogenaamde Toynbee-verenigingen die naar Engels voorbeeld volwassenenonderwijs aanboden aan de laagste sociale klassen. Daarnaast was er het voorbeeld van de Freie Hochschule in Duitsland. Veel van dergelijke initiatieven kwamen voort uit de gegoede klasse en moesten het doen zonder overheidssteun. Initiatiefnemers van Volksuniversiteit Amsterdam waren accountant Hartog Uijekruijer en metaalfabrikant Jos Ptasznik. Zij zochten contact met enkele maatschappelijk betrokken Amsterdamse hoogleraren, waaronder de econoom David van Embden en de pedagoog Philip Kohnstamm. De sociaal-geograaf Sebald Rudolf Steinmetz zou uitgroeien tot de grote aanjager en werd in 1913 de eerste voorzitter van de Vereniging Volksuniversiteit Amsterdam. Bekende namen die zich later verbonden aan Volksuniversiteit Amsterdam waren de schaker Max Euwe en de politicus Floor Wibaut. Volksuniversiteit Amsterdam had bij haar oprichting een neutrale signatuur in het inmiddels verzuilde Nederland. In de begintijd gingen veel cursussen over hygiëne, opvoeding, armoede en alcoholisme, vanuit de gedachte dat kennis het gedrag zou veranderen. De opzet was vaak vooruitstrevend. Al in 1914 gaf Jan Gunning, later bekend als pedagoog, een cursus opvoeden voor zowel moeders als vaders. De cursus seksuele voorlichting Hygiëne voor de vrouw was populair vanwege de openhartige toon. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leidde de Volksuniversiteit Amsterdam net als veel soortgenoten een min of meer slapend bestaan. In de jaren ‘50 daalde het aantal cursisten dramatisch. Veel volksuniversiteiten zagen hiervoor een schuldige: de televisie. De Engelse cursus Walter and Connie van de nieuwe educatieve omroep Teleac zorgde paradoxaal genoeg voor een hernieuwde belangstelling voor de cursussen van de volksuniversiteiten. De volksuniversiteiten waren ook populair bij mensen die zich voorbereidden op emigratie naar de Verenigde Staten, Canada of Australië. In de jaren ‘60 zochten de volksuniversiteiten actief naar een nieuwe aanpak, die beter inspeelde op de behoeftes van een werkende klasse met meer geld en meer vrije tijd. Er kwamen cursussen die aansloten bij de tweede feministische golf en - onder meer met talenpractica - bij de opkomst van nieuwe media. Vanaf nu ging het om toepasbare kennis. Ook kwam er ruimte voor creatieve ontplooiing, met onder meer schilder- en fotografiecursussen. Het oude verheffingsideaal verdween voorgoed naar de achtergrond. Sinds de jaren ‘90 staat bij de volksuniversiteiten het ‘ervaringsleren’ centraal. Het didactische ideaal is dat leren zelf ontdekken is. Cursussen zijn zo opgezet dat ze aansluiten bij het dagelijks leven van de cursist. Het aanbod van de Volksuniversiteit Amsterdam bestaat momenteel uit ongeveer 700 verschillende cursussen, workshops, lezingen, rondleidingen en excursies. Trivia Volksuniversiteit is een Nederlandse naamgeving. In Vlaanderen komt deze benaming voor eenzelfde opzet weinig voor, men kent er vooral het begrip Volkshogeschool onder het motto éducation permanente, niet te verwarren met het begrip volkshogeschool in Nederland. Internationaal is het bekend als People's University of Folk University zoals in Engeland. In Scandinavië bestaat de Folkuniversitetet sinds 1942 en sinds 1959 de Ljudska Univerza Kocevje in Slovenië, dat betrekking heeft op volwasseneneducatie en opbouwwerk uit ideologische (christelijke) motieven. Fotogalerij Externe link Officiële website Volwassenenonderwijs School in Amsterdam
Volksuniversiteit Amsterdam heeft diverse cursuslocaties in Amsterdam. Sinds 2016 werkt Volksuniversiteit Amsterdam samen met de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Het secretariaat is gevestigd in de OBA aan het Javaplein in Amsterdam.
1
cursusaanbod, studiemethode, cursuslocatie
10,115
CreditCard
4007402
https://nl.wikipedia.org/wiki/Online%20gokken
Online gokken
Online gokken is het spelen van kansspelen om geld op het internet. Met een computer, tablet of smartphone kan een speler via internet websites bezoeken die verschillende spelen aanbieden. Soms is het downloaden van speciale software vereist voordat men casinospellen kan spelen op de computer of laptop. Vaker dan niet is het downloaden van software niet meer mogelijk maar wordt het complete online casino aangeboden in HTML5. Diverse online casino's bieden daarnaast een app aan. Op de site maakt de speler een account aan. Soms kan er gratis gespeeld worden, maar vaak kan het pas na het inzetten van geld. Op de persoonlijke rekening plaatst de speler een som die hij gebruikt om in te zetten bij de spelen. Dit kan via betalingssystemen zoals iDEAL, creditcard, PayPal, of klassieke overschrijving. Veel sites bieden bij het maken van een account een gratis startbedrag aan, al dan niet gekoppeld aan een eerste storting. Wil de speler stoppen, kan hij de rekening innen. Soorten online gokken Er zijn verschillende soorten online gokken: online casino - voor het spelen van roulette, klassieke tafelspelen of gokautomaat online bingohal - voor het spelen van bingo online sportsbook, bookmaker of wedkantoor - weddenschappen afsluiten op de uitkomst van bijvoorbeeld een sportwedstrijd online lotto, bijvoorbeeld aangeboden door de Nationale Loterij van België anders - poker, skill games, rummy Soms vindt inleg en uitbetaling plaats in een cryptovaluta. Daarbij wordt soms ook van de blockchain gebruik gemaakt om het gokken bewijsbaar eerlijk (provably fair) te maken. Bovendien kan een prijs al uitbetaald worden voordat de inleg door de nodes bevestigd is, door deze in één transactie met twee inputs te betalen, waarbij één input verwijst naar de ontvangen inleg. Dan wordt, als de inleg niet geaccepteerd wordt door de nodes, de hele transactie niet geaccepteerd. Het betalen met cryptovaluta bij online gokken is in diverse landen verboden, waaronder in België en in Nederland. Gereguleerde online casino's mogen die mogelijkheid dan niet aanbieden op straffe van een boete of het intrekken van de vergunning door de lokale toezichthouder. Regulering en wetgeving België De kansspelwetgeving in België bepaalt dat het aanbieden van kansspelen, zowel fysiek in speelhallen en casino's als online, onderworpen is aan het vooraf verkrijgen van een licentieverstrekt door de Belgische Kansspelcommissie. Zonder vergunning verkeren zij in de illegaliteit en stellen zij zich bloot aan strafrechtelijkevervolging en straffen. Om een kansspelwebsite licentie te krijgen moet de website aan een heel aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de eigenaar van de website een partnership aangaan met een fysiek casino of speelhal in België. Het gaat hier om de casino's van Spa, Chaudfontaine, Namen (samen met Pokerstars), Dinant (samen met Partouche), Brussel, Knokke, Blankenberge (samen met Unibet), Middelkerke en Oostende (samen met bwin). Verder moeten ook de webservers waarmee de spelers verbinden in België staan. Verder moet het domein van de website de .be tld hebben. Om een vergunning te bekomen moet een dossier worden ingediend en aan diverse voorwaarden voldaan worden: maatregelen ter bescherming van sociaal zwakkere groepen, inzake klachtenbehandeling en beperkingen voor de reclamecampagnes. Het toegangsverbod dat de kansspelcommissie kan opleggen aan problematische spelers geldt ook online. Om dit te realiseren moet wie op een vergunde website wil gokken zich eerst registreren, bijvoorbeeld via een eID-reader. Er zijn 9 zogenaamde A-plusvergunningen uitgegeven door de Belgische kansspelcommissie, die het mogelijk maken om casino of poker via het internet aan te bieden: PokerStars (A+20635) Unibet (A+8109) Bwin (A+8085) Betway (A+20000) Casino 777 (A+8104) Ladbrokes (A+65721) Star Casino (A+8112) Napoleon Games (A+8110) Golden Palace (A+424838) Deze aanbieders hebben een samenwerking met een van de echte casino's in België een officiële licentie verkregen voor het aanbieden van online kansspellen. Zij betalen federale tax over de inkomsten uit de kansspelen en dragen zorg voor de bescherming van (mogelijk) verslaafde spelers. Gokken op een niet-gereglementeerde website is strafbaar. Niet gereglementeerde sites worden op een zwarte lijst geplaatst en worden door de Belgische internetproviders onbereikbaar gemaakt. Het gokken op deze websites is illegaal. Spelers die zich op zulke websites wagen, stellen zich mogelijk bloot aan vervolging. Als het parket beslist om niet te vervolgen, of wanneer het parket binnen de 6 maanden niets heeft ondernomen, kan de Kansspelcommissie zelf administratieve boetes opleggen, zowel voor organisatoren als voor spelers. Voor spelers gaan die van 26 euro tot 25 000 euro, voor organisatoren kunnen de boetes oplopen tot 100 000 euro. Behalve 9 zogenaamde A-plusvergunningen zijn er ook 180 zogenaamde B-plusvergunningen voor online speelautomatenhallen beschikbaar. Deze speelautomatenhallen moeten aan strengere voorwaarden voldoen dan online casino's met een A-plusvergunning. Zo mag het gemiddeld maximaal uurverlies slechts 25 euro zijn, mogen ze geen online slot machines aanbieden en mag de maximaal uit te keren prijs 500 euro bedrag. De Belgische overheid wil het aantal speelautomatenhallen terugbrengen van 180 naar 150. Zoals alle online casino’s en online speelhallen, moeten ook goksites met sportweddenschappen beschikken over de nodige licentie van de Belgische Kansspelcommissie. Aanbieders van sportweddenschappen op het internet moeten beschikken over een FA+ licentie. Kan men in België legaal gokken op het internet? Ja, in België kan men legaal gokken op het internet. Men moet echter wel goed nakijken of de site beschikt over een licentie van de Belgische Kansspelcommissie. Gaat men toch online gokken op een illegale goksite, dan riskeert men als speler een boete tot €25.000. Nederland Tot 1 oktober 2021 was online gokken in Nederland illegaal. De enige uitzondering daarop was het wedden op sport via de website en app van de TOTO (onderdeel van de Nederlandse Loterij) en het wedden op paardenraces via de website van ZEturf (voorheen Runnerz). Sinds 1 april 2021 kunnen online gokbedrijven zich aanmelden om in aanmerking te komen voor een vergunning. Door een speciale provisie konden aanvankelijk niet alle sites die online gokken aanbieden, hun vergunningsaanvraag indienen. Massaal hebben de wereldwijde gokbedrijven zich aangemeld voor een vergunning omdat de Nederlandse markt als veelbelovend werd gezien. De in 2012 opgerichte Nederlandse Kansspelautoriteit (Ksa) neemt sindsdien vergunningsaanvragen in behandeling. Goksites die een vergunning willen bemachtigen, moeten voldoen aan de voorbehouden zoals opgenomen in de Wet Kansspelen op afstand. De aanbieder moeten bijvoorbeeld openheid bieden over speelgedrag van de spelers, kansspelbelasting afdragen, een bijdrage afstaan aan het kansspelverslavingsfonds, en aangesloten zijn op zelfuitsluitingsregister Cruks. Op 29 september 2021 maakte de KSA de eerste tien bedrijven bekend die een licentie hadden gekregen. Op 2 oktober 2021 gingen de eerste legale online casino's live in Nederland nadat een probleem met zelfuitsluitingsregister Cruks op 1 oktober nog de livegang voorkwam. Sindsdien is het aantal sites waar je legaal kan online gokken in Nederland gegroeid naar 20. Grote gokbedrijven als bet365 en Unibet hebben inmiddels een vergunning in Nederland bemachtigd, maar diverse andere internationaal opererende bedrijven zijn nog niet actief. Zo zijn PokerStars, Oranje Casino, Polder Casino, bwin, en William Hill nog zonder vergunning en zodoende niet beschikbaar voor Nederlandse spelers. Kansspel Gokken
Op de site maakt de speler een account aan. Soms kan er gratis gespeeld worden, maar vaak kan het pas na het inzetten van geld. Op de persoonlijke rekening plaatst de speler een som die hij gebruikt om in te zetten bij de spelen. Dit kan via betalingssystemen zoals iDEAL, creditcard, PayPal, of klassieke overschrijving. Veel sites bieden bij het maken van een account een gratis startbedrag aan, al dan niet gekoppeld aan een eerste storting. Wil de speler stoppen, kan hij de rekening innen.
1
creditcard, betaalkaart, kredietkaart
7,202
MotorcycleDealer
274496
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20termen%20onder%20motorrijders%20J-K-L
Lijst van termen onder motorrijders J-K-L
Deze lijst bevat termen die onder motorrijders worden gebruikt en beginnen met de letter J, K of L. Soms zijn dit bestaande woorden die in de "motortaal" een andere betekenis krijgen. Zie voor andere begrippen en lijsten onderaan de pagina. J Jacky Maximum Bijnaam van de Franse crosser Jacky Vimond, gekregen van de Franse pers nadat hij in 1983 tot het uiterste moest gaan om na een ernstige ziekte, zonder training en met een slechte conditie toch twee WK-punten te halen in Best. Ook wel kortweg “Maximum”. Omdat hij in 1986 in een geheel roze outfit reed werd hij ook wel Pink Panther genoemd. Jammer, the Bijnaam van de Amerikaanse crosser Jimmy Weinert. Jampot Slecht werkende achterdemper die gelijkenis vertoonde met een jampot, en vanaf 1951 op de AMC-merken Norton, AJS & Matchless de candlestick-demper verving. De demper kreeg zijn naam in de uitgave van "The Motorcycle Magazine" van september 1951. "The Jampot" is tevens naam van het clubblad van de AJS/Matchless Owners Club. Janken Met hoge snelheid rijden of de motor veel toeren laten maken. Japanese bike bashing Dit is een vrijwel uitgestorven bezigheid op Harley-Davidson-motortreffens. Het bestaat uit het met de voorhamer bewerken van een Japanse motorfiets. Zie ook Silly games. Jappenkamp Kampeerplaats tijdens een Harley-treffen voor gasten die dit treffen "vervuilen" met een Japanse namaak-Harley. Jarretel Tandriem of Belt-aandrijving. De bijnaam bestond ook al voor de aandrijving van de DAF Variomatic, die met twee riemen werkte. Jay Bird Bijnaam van AMA-coureur Jay Springsteen, die ook The Springer genoemd werd. Jockey shift Schakelpook die direct op de versnellingsbakhevel is gelast. Dit was vroeger nodig omdat de handschakeling bij omgebouwde (gechopte) Harleys door de achteroverliggende houding bijna niet meer bereikbaar was. Jointie Bijnaam van de kettingrokende Duitse wegracecoureur Reinhold Roth. Jo-Jo-la-moto Bijnaam van de Franse coureur/duivelskunstenaar Georges Monneret, die meestal voor het merk Koehler-Escoffier uitkwam en liefst 202 nationale titels op zijn naam schreef en bovendien 10 keer wereldkampioen in verschillende klassen werd. Juanba Afkorting/bijnaam van Juan Borja (wegracecoureur). Jub Bijnaam voor de Eysink Jubileum 125 uit 1936, waarvan o.a. de TT-motor van Dick Renooy (winnaar in 1948) was afgeleid. De Jubileum was zo genoemd omdat de Eysink fabriek in dat jaar 50 jaar bestond. Juice brakes Hydraulisch remsysteem. Juice frame Zo noemde men vroeger een frame met hydraulische achterdempers. Juice In het Verenigd Koninkrijk brandstof en in de Verenigde Staten hydraulische vloeistof. Jumbo run Jaarlijkse zijspanrit met gehandicapte kinderen, die in verschillende landen wordt georganiseerd. Genoemd naar de mascotte van de rit: het olifantje Jumbo. De Nederlandse Jumbo run wordt sinds 1964 georganiseerd door de stichting Jumbo-Run Nederland. De verkeersbegeleiding is in handen van het Korps Landelijke Politie Diensten uit Driebergen en ze worden bijgestaan door de verkeersregelaars van de MC Keizer Karel in Nijmegen. Jumping Jack zie Den Briet. Junk wagon zie Dresser. Just for kicks competition Wedstrijd tijdens de Daytona Beach Bike Week. De deelnemers moeten binnen één minuut hun Harley-Davidson zo vaak mogelijk starten (met de kickstarter, uiteraard). Omdat er verschil is tussen de modellen wordt er "gestart" in de klassen Shovelhead, Sportster, Knucklehead, Panhead en Flathead. De Blockheads (Evolution modellen) hebben geen kickstarter meer. K Kachelpijp Bijnaam van de Nimbus uit 1925, die een lange, ronde brandstoftank had die deel uitmaakte van het frame. Kakstoel Bijnaam voor een custom. Kameel Motor met slechte wegligging. Ook wel dweil genoemd. Kannibaal, de Bijnaam van de Belgische motorcrosser Harry Everts. Kannibaliseren Het gebruiken van onderdelen van een motor die niet rijklaar is. Dit wordt soms door de eigenaar toegepast, soms door dealers die het niet al te nauw nemen met de motoren van hun klanten. Kapperstoel(Rijdende) Toermotorfiets met groot kofferset. Bijv Honda Goldwing, BMW K1600GT, Harley-Davidson FLHTKSE CVO Electra Glide Ultra Limited e.d. Karakterfiets Motorfiets met een eigen geluid, uiterlijk of motorkarakter. Het begrip "karakterfiets" wordt ook vaak gebruikt om bepaalde minpunten van een motorfiets te vergoelijken, waardoor het weleens geassocieerd wordt met problemen. Karakterfietsen waren in het verleden vooral Europese (Britse en Italiaanse) motorfietsen, die meer nukken vertoonden dan hun Japanse tegenhangers. Kat, de Afkorting/bijnaam van de Japanse wegracecoureur en popzanger Takazumi Katayama, die lang in Nederland woonde en hier ook een motorzaak had. Kawa Afkorting voor Kawasaki. Kazu Afkorting/bijnaam van de wegracecoureur Kazuto Sakata. Keep them leaking (Hou ze lekkend). (Zelf-)spottende verwijzing van eigenaren van oude Engelse motoren, welke bekendstaan om de eeuwige plas olie die er onder ligt. Naar de naam van de vereniging Keep them rolling, die oude legervoertuigen rijdend houdt. Kelk Trechter op de carburateur, in plaats van het luchtfilter. Deze trechter geeft bijna geen weerstand aan de lucht, waardoor het vermogen toeneemt. Het ontbreken van het luchtfilter veroorzaakt wel sneller motorschade. Ook wel velocity stacks genoemd. Kentucky Kid, the Bijnaam van wegracecoureur Nicky Hayden. Kerkorgel Motorfiets met veel uitlaatpijpen. Vooral na de komst van de viercilinder Honda's waren in de accessoirehandel 2 in 4 uitlaten te koop, zodat de indruk werd gewekt dat een tweecilinder motor veel meer cilinders had. Het ultieme kerkorgel was de Benelli 750 Sei zescilinder uit 1973. Kerstboom Kerstboom heeft meerdere betekenissen: (1) Motorfiets vol nutteloze lampjes. (2) As van de versnellingsbak. Omdat de tandwielen van groot naar klein gerangschikt zijn, doen ze aan een spar denken. (3) Startlichtinstallatie bij dragrace, waarbij van veel kleuren lichten gebruik wordt gemaakt om pre-stage, stage en de start aan te geven. Kettingfiets Motorfiets met kettingaandrijving als secundaire transmissie. Kettingzaag Spotnaam voor tweetaktmotoren, bij voorkeur gebezigd door viertaktrijders met een cardanfiets. Naar het geluid en de kettingaandrijving. Kettle Britse bijnaam voor de Suzuki GT 750 (watergekoelde tweetakt). Zie ook fluitketel, waterbak, waterbuffel en waterorgel. KGB-blok Opgevoerd blok van een Ural of Dnepr. Kick indicator Kijkglaasje op het kleppendeksel van een motorfiets om te zien wanneer de zuiger net door de compressie heen is. Dan kan men de motor aantrappen zonder terugslag. Officieel Piston Position Indicator (zuigerpositie indicator). Een van de eerste motorfietsen met een dergelijk glaasje, de 250cc-OK Supreme uit 1932 kreeg er de bijnaam The lighthouse (de vuurtoren) door. Kick Tien Minuten Spotnaam voor het Oostenrijkse merk KTM, waarvan de viertakt enduromodellen soms wat moeilijk te starten waren. Kickback Terugslag van de kickstarter. Kan uiterst pijnlijk zijn. Kicken Kickstarten. Kid, the Bijnaam van de Belgische motorcrosser Eric Geboers en de wegracecoureur John Kocinski. Kikkers Jongerengroep die in de eerste helft van de jaren zestig in Den Haag ontstond. Hun tegenhangers waren de Plu, die al sinds begin jaren vijftig bestonden. De naam Kikkers stamt naar hun eigen zeggen van hun outfit: een groene parka en broek met wijde pijpen. De Plu danken hun naam aan hun trefpunt, cafetaria de Gouden Paraplu. Zij droegen het liefst blauwe jacks en puntlaarzen. Er waren nog meer verschillen: de Kikkers reden op Puch-bromfietsen met hoog stuur en zweefzadel en luisterden naar muziek van The Kinks en The Who, terwijl de Plu Puchs met laag stuur en duozadel bereden en naar “Indo-rock” van The Crazy Rockers, The Javelins en René & the Alligators luisterden. Af en toe kwam het tot vechtpartijen tussen de beide groepen. Rond 1966 verdwenen de beide groepen geleidelijk, maar naar aanleiding van een radioprogramma werd in 1996 alsnog de vrede getekend en in 1997 was er zelfs een gezamenlijke reünie in aanwezigheid van de burgemeester van Den Haag. King & queen-zadel Tweepersoonszadel, uiterst luxe en licht getrapt, waardoor de duopassagier (de queen) iets hoger zat. King Blitsverkiezing Verkiezing van de mooiste motorfiets, meestal tijdens een show of beurs. King Carl zie Foggy. King Karl Bijnaam van wegracecoureur Karl Muggeridge. King Kenny Bijnaam van Kenny Roberts senior (wegracecoureur). King of Carlsbad Bijnaam van de Nederlandse crosser Gerrit Wolsink, die de GP van Carlsbad won in 1974, 1975, 1976, 1977 en 1979. King of the highway Bijnaam voor de Kawasaki Z 1 900 (1972). Ook wel kortweg the king genoemd. King size Leren tassen van Harley-Davidson (ca. 1940-1960). King, the zie King of the highway. Kipje Bijnaam van de Achterhoekse coureur Jarno Boesveld. Zie ook RAPS. Klaffi Afkorting/bijnaam van zijspancoureur Klaus Klaffenböck. Klapstoel Spotnaam voor customs. Ook wel: Slow motion, Gynaecologenstoel, Herafstapper. Klaverjakkeren Zo hard en plat mogelijk steeds weer over een klaverblad rijden. Kleine prins, de Bijnaam van de Franse wegracecoureur en stuntman Stéphane Chambon. Klokkenwinkel De tellers op een motorfiets. Klotenstoter Bijnaam voor de Zündapp KS 100, vanwege de bullige, hoge tank. Knallen Heel hard rijden. Kneeler Kneeler heeft twee betekenissen (1) Wegracezijspan met zeer lage bouw waardoor de bestuurder in knielende houding moest zitten. (2) Bakkenist bij grasbaan zijspanraces. Hij zit geknield in het zijspan en wordt daarom kneeler genoemd. Kneubi Afkorting/bijnaam van Bruno Kneubühler (wegracecoureur). Kneuren Hard rijden. Knijpen Het vermogen van een motorfiets terugschroeven. Dit wordt om verschillende redenen gedaan: ter voorkoming van overbelasting van de motor, om de machine aan te passen aan normale benzine, om verzekeringstechnische redenen en om de machine geschikt te maken voor een klein rijbewijs. Knikkerbak Spotnaam voor tweetaktmotoren, naar het geluid. Knucklehead Dit is de bijnaam voor de Harley-Davidson kopkleppers vanaf het Model E (1936). De cilinderkoppen zaten vast met grote moeren, die aan de knokkels van een vuist deden denken. Motorblokken van Harley-Davidson-motorfietsen krijgen allemaal een eigen bijnaam, zo is er de Alloy Head, de Blockhead, de Flathead, de Ironhead, de Panhead en de Shovelhead. Koeienkop Bijnaam voor de (Lucas) koplamp van de BSA A 7 en A 10. Koeienoog Bijnaam voor de typisch gevormde richtingaanwijzers op oude BMW's die op het uiteinde van het stuur waren bevestigd. Koekblik Auto. Koekblikker, ook wel: Blikker Automobilist. Koffierijder Motorrijder die meer op een terras zit dan dat hij/zij rijdt. Koning zelfbouw Vroeger werd tijdens de Motorrai de koning zelfbouw verkiezing gehouden, waarin de bouwer van de mooiste bitza gekozen werd. Kontje Polyester achterstuk van het zadel. Soms behuizing voor het achterlicht. Kork, Korky Bijnaam van Hugh Neville Ballington (wegracecoureur). Kort rijden De motorfiets in elkaar rijden. Kracht-ei Eivormig motorblok, ontwikkeld door Giovanni Benelli, dat door Benelli en Motobi zowel in twee- als in viertakt uitvoering werd gebouwd. Kruipolie in het motorblok De laatste van de groep zijn. KRJR (Kay-Ar-Jay-Ar) Afkorting/bijnaam van Kenny Roberts junior (wegracecoureur, zoon van King Kenny). Kruisdroger Spotnaam voor een custom, naar de zithouding. Kruisraket Sportmotor. Kruisstuk Kruisvormig verbindingsstuk tussen twee of meer uitlaten. Kruiwagenwiel Bijnaam voor een voorwielophanging die bij FN gedurende de oorlogsjaren ontwikkeld werd. Kwalijkzakie Spotnaam voor Kawasaki. Kwartliter 250cc-motor. L Lamporen De steunen waarmee de koplamp aan de voorvork bevestigd is. Lange kar chopper. Lazy Boy Een Lazy Boy is een sprong bij Freestyle motocross waarbij de rijder in de lucht achterover leunt, zijn voeten naar voren steekt en zijn handen naar achteren. Hij ligt dus languit op de motor. Lead Wing Letterlijk: Loodvleugel. Spotnaam voor de (zeer zwaar gebouwde) Honda GoldWing. Zie ook Bankstel op wielen, halve auto, Scania, en touringcar. Lean Back Bars Lean back bars is een sterk gebogen stuur van een motorfiets waardoor een achteroverliggende zithouding wordt verkregen. Dit type stuur wordt soms toegepast op choppers. Leunstoel Spotnaam voor een custom en/of chopper. Liberator Bijnaam voor de Harley-Davidson WLA en WLC 45 legermotoren, die door de bevrijders (liberators) in de Tweede Wereldoorlog werden bereden. Ligfiets Spotnaam voor een custom en/of chopper. Lighthouse Bijnaam van de OK Supreme 250 uit 1932, afgeleid van het kijkglas op het huis van de nokkenasaandrijving. Zie ook Kick indicator Limey bike Amerikaanse uitdrukking voor een Engelse motorfiets. Engelsen werden Limeys genoemd omdat Engelse matrozen vroeger lime juice (limoensap) moesten drinken tegen scheurbuik. Little Daytona Bijnaam voor de wegraces in Ontario, die kleiner van opzet zijn dan de “echte” Daytona race. Little Devil Bijnaam van de wegracecoureur Tetsuya Harada. Little Ennio zie Ennio. Little Giant, the Bijnaam van de Emblem 532cc-V-twin uit 1917. Little king Zoeklichtje dat vroeger weleens op het stuur werd gemonteerd. Little Oil Bath (klein oliebad) bijnaam voor de Sunbeam 350cc-eencilinder uit 1912. Net als bij de fietsen die door dit bedrijf gemaakt werden liep de ketting in een gesloten kettingkast. Lock tite Zware lederen Harley-Davidson-tassen, die voorzien zijn van een slot. Niet te verwarren met Loctite, dat is een merk borglijm. Loud is out Tegenhanger van loud pipes save lives, gebezigd door de tegenstanders van Blèrpijpen Loud pipes save lives Motivatie voor het rijden met asociaal luide uitlaatpijpen. Populaire kreet in de bikers-scene. Toch is de kreet niet modern: In 1913 stelde het bestuur van de Nederlandse Motorrijders Vereniging zich nog op het standpunt dat een open knalpot nuttig was om voetgangers te waarschuwen voor een naderende motorfiets. Zie ook loud is out. Lucky, Lucky Lucchinelli Bijnaam van Marco Lucchinelli (wegracecoureur). Lumberjack (Houthakker) Bijnaam van de Amerikaanse crosser Rick Burgett. Zie ook Motorfiets van A tot Z Motorfietstaal Motorfietslijsten
Kat, de Afkorting/bijnaam van de Japanse wegracecoureur en popzanger Takazumi Katayama, die lang in Nederland woonde en hier ook een motorzaak had.
1
motorzaak, motorhandelaar, motorfietswinkel
1,673
TelevisionChannel
1599536
https://nl.wikipedia.org/wiki/Man%20v.%20Food
Man v. Food
Man v. Food is een Amerikaans eetprogramma. De eerste uitzending werd op 3 december 2008 uitgezonden op het commerciële televisiekanaal Travel Channel. Het programma wordt gepresenteerd door acteur en eetfanaat Adam Richman. In elke aflevering worden 2 restaurants bezocht voordat op het einde van de aflevering een eetwedstrijd wordt gehouden. Presentator De presentator van het programma is Adam Richman. Hij is opgegroeid in Brooklyn, New York in de Verenigde Staten. Hij heeft voordat hij aan dit programma begon een aantal kleine rollen in televisieseries gespeeld. Om tijdens de opnames van het programma gezond te blijven sport hij twee keer per dag. Voordat hij aan een eetwedstrijd begint, eet hij het liefst een dag van tevoren niet meer en probeert hij zo veel mogelijk vocht tot zich te nemen. Hierdoor denkt hij de kans te vergroten dat hij de wedstrijd ook daadwerkelijk kan winnen. Programma In Man v. Food, reist Adam Richman door de Verenigde Staten langs verschillende grote steden waarin hij restaurants bezoekt die bekendstaan om de grote hoeveelheden eten die de gasten voorgeschoteld krijgen. Hij neemt in elke aflevering een kijkje in de keuken om te zien hoe de kok zijn lekkernijen maakt. Daarbij gaat het voornamelijk om speciale gerechten of bijzondere regionale gerechten. De restaurants die hij bezoekt zijn over het algemeen bekroond met een of meer prijzen in hun bedrijfssegment. Elke aflevering eindigt met een eetwedstrijd. Hierbij gaat het vaak om het opeten van grote hoeveelheden voedsel of drank binnen een gestelde tijdslimiet. Als Adam dit haalt, komt zijn foto bij sommige restaurants op een 'wall of fame'. Hij heeft onder andere een biefstuk van een dikke 2 kg. opgegeten en een hamburger van bijna 6 kg. Externe link Man v. Food officiële website Documentaire Amerikaans televisieprogramma
Man v. Food is een Amerikaans eetprogramma. De eerste uitzending werd op 3 december 2008 uitgezonden op het commerciële televisiekanaal Travel Channel. Het programma wordt gepresenteerd door acteur en eetfanaat Adam Richman. In elke aflevering worden 2 restaurants bezocht voordat op het einde van de aflevering een eetwedstrijd wordt gehouden.
1
televisiekanaal, kabeltelevisie, satelliettelevisie
2,668
PerformAction
246570
https://nl.wikipedia.org/wiki/Quidam
Quidam
Quidam is een show van Cirque du Soleil die toert sinds april 1996. De show is een creatie van en werd geregisseerd door Franco Dragone. De show Quidam gaat over een jong meisje, genaamd Zoe. De hele show speelt zich af in haar gedachten en geeft een kijk in de fantasiewereld van een klein meisje. Quidam bestaat uit verscheiden optredens, waaronder balanceren, rhönrad, clowns, trapeze, diabolo's, acrobatiek, zang en dans. De naam Quidam is Latijn voor "een zeker iemand/iets" en refereert aan de persoon zonder hoofd die een rol in de show speelt. Quidam is tevens de belichaming van zowel iedereen, de anonieme massa, als niemand. Externe links Officiële website Officiële videoclip van de show (Windows Media) Cirque du Soleil
Quidam bestaat uit verscheiden optredens, waaronder balanceren, rhönrad, clowns, trapeze, diabolo's, acrobatiek, zang en dans.
1
podiumkunsten, optreden, uitvoering
3,182
MusicAlbumProductionType
1416086
https://nl.wikipedia.org/wiki/Genesis%20Live
Genesis Live
Genesis Live is het eerste livealbum van de Engelse band Genesis. Het album werd in juli 1973 uitgegeven. Geschiedenis Genesis was in 1973 druk met de opnames voor het studioalbum Selling England by the Pound, en op initiatief van Charisma Records werd een livealbum samengesteld, te koop voor een budgetprijs. Dit album moest de tijdspanne overbruggen die nodig was voor de opnames van dat album. Het resultaat is tot op de dag van vandaag een geliefd album bij de fans, omdat het voor lange tijd het enige officieel uitgegeven livealbum is met zang van Peter Gabriel. De nummers werden opgenomen in Leicester (De Montfort Hall) op 25 februari 1973, behalve het nummer Return of the giant hogweed, dat een dag eerder in Manchester (Free Trade Hall) werd opgenomen. De concerten vonden plaats in het kader van de promotie van het album Foxtrot. De opnamen waren in eerste instantie bedoeld voor een radio-uitzending in het Amerikaanse programma King Biscuit Flower Hour, maar dat ging niet door. De gehele show in Leicester is nog wel, inclusief de verhaaltjes tussendoor verteld door Gabriel, vastgelegd op een proefexemplaar voor een elpee, maar wat daar verder mee gebeurd is, is vooralsnog onbekend. De geperste tracks waren Watcher of the skies, The musical box, Get 'em out by Friday, Supper's ready, The return of the giant hogweed en The knife. Juist wat later gezien werd als het magnum opus van de band uit de Gabrielperiode Supper's ready kwam niet op het uiteindelijke album terecht. Het is daarom des te eigenaardiger dat de hoes nu net de band laat zien tijdens de uitvoering van die suite; Gabriel draagt zijn Magog-masker. Een andere live-opname van Supper's ready tijdens diezelfde toer verscheen in 1998 op Genesis archive 1967-75. Op de achterkant van de hoes was een verhaal afgedrukt. Het gaat over een vrouw die zich ontkleedt in de Londense metro, die langzaam in het niets oplost. Filmregisseur William Friedkin had belangstelling voor dat verhaal en probeerde met Gabriel een project daartoe op te starten tijdens de opnamen van het Genesis-album The Lamb Lies Down on Broadway. Tijdens de onderhandelingen werd het Gabriel duidelijk dat Friedkin meer uit was op eigen succes en brak de onderhandelingen af. Echter die onderhandelingen hadden de verhoudingen binnen Genesis geen goed gedaan en Gabriel verliet na de toer behorende bij dat album de band. Het album is voorts opgedragen aan de roadmanager Richard Macphail, zanger van Genesis’ voorganger Anon, die in 1973 vertrok. Het album haalde in 1973 in het Verenigd Koninkrijk een top-10-plaats in de albumlijsten. Pas een jaar later werd het uitgegeven in de Verenigde Staten, waar het niet verder kwam dan plaats 105. Tracks Alle teksten en muziek van Banks/Collins/Gabriel/Hackett/Rutherford, tenzij anders aangegeven. Bezetting Peter Gabriel : zang, fluit, bass drum, tamboerijn Steve Hackett : leadgitaar Tony Banks : hammondorgel, mellotron, Hohner-pianet, 12-snarige gitaar, achtergrondzang Mike Rutherford : basgitaar, baspedalen, 12-snarige gitaar, achtergrondzang Phil Collins : drums, achtergrondzang Bij de heruitgave in 1994 werd per abuis de naam van Phil Collins vervangen door John Mayhew, die de band ten tijde van de opnamen al verlaten had. Live Muziekalbum uit 1973 Livealbum Muziekalbum uitgegeven door Charisma Records
Geschiedenis Genesis was in 1973 druk met de opnames voor het studioalbum Selling England by the Pound, en op initiatief van Charisma Records werd een livealbum samengesteld, te koop voor een budgetprijs. Dit album moest de tijdspanne overbruggen die nodig was voor de opnames van dat album. Het resultaat is tot op de dag van vandaag een geliefd album bij de fans, omdat het voor lange tijd het enige officieel uitgegeven livealbum is met zang van Peter Gabriel.
3
soundtrack, livealbum, studioalbum
12,257
ProductModel
1700840
https://nl.wikipedia.org/wiki/Atmel%20AVR
Atmel AVR
De AVR is een 8 bit-RISC-microcontroller (µC) ontwikkeld door Atmel in 1996. De AVR was een van de eerste microcontroller-families die standaard gebruik maakte van on-chip-flashgeheugen voor programmaopslag in plaats van een noodzakelijke externe PROM, EPROM of EEPROM. Apparaatoverzicht De AVR is een modified Harvard-architectuurapparaat waarbij het programma en de data worden benaderd via aparte fysieke geheugensystemen. Families AVR's worden algemeen ingedeeld in vier groepen: tinyAVR — de ATtiny-serie 0,5–16 kB programmageheugen 6–32-pinbehuizing Gelimiteerde peripheral set megaAVR — de ATmega-serie 4–512 kB programmageheugen 28–100-pinbehuizing Uitgebreide instructieset (vermenigvuldiginstructies en instructies voor het gebruik van grotere programmageheugens) Uitgebreide peripheral set XMEGA — de ATxmega-serie 16–384 kB programmageheugen 44–64–100-pinbehuizing (A4, A3, A1) Uitgebreide prestatie-eigenschappen, zoals DMA, "Event System" en cryptografie-ondersteuning Zeer uitgebreide peripheral set met DAC's Applicatiespecifieke AVR megaAVR's met speciale mogelijkheden die niet voorkomen bij andere leden van de AVR-familie, zoals lcd-controllers, USB-controllers, geavanceerde PWM, CAN enz. 32-bit-AVR's Input en output De elektrische, elektronische en functionele eigenschappen van de verbindingen van de Atmel AVR met de buitenwereld zijn multifunctioneel. Het grote probleem bij elektrische schakelingen is de fysieke ruimte die nodig is voor de pinnen, connectoren en bedrading. Door de verregaande verkleining van de schakelingen bij integratie op een chip, kan daar intern in het IC een functionaliteit worden aangebracht die ten dienste staat om de externe verbindingen optimaal in te stellen. Dit vereist voor de programmeur inzicht in de vele mogelijkheden waaruit een keuze moet worden gemaakt voor het doel waarvoor de processor wordt gebruikt. Bij het opstarten moeten eerst de juiste input en output registers geïnitialiseerd worden. Zo kunnen de aansluitpennen qua elektrische eigenschappen ingesteld worden op bijvoorbeeld op hoge en lage impedantie (tri-state) of op open drain met "trekweerstand". Bij de oscillator kan vaak gekozen worden voor een interne oscillator of met een externe oscillator, met digitale ingang of met condensator of met kristal. De elektronische eigenschappen kunnen ingesteld worden op ingang of op uitgang. Bij de ingang kan gekozen worden voor digitale of analoge ingangen. In het geval van analoge ingangen een comparator of A-D-converter. Functioneel worden allerlei combinaties via interne multiplexing zowel analoog als digitaal mogelijk gemaakt: bijvoorbeeld UART of I2C of 1-wire of PWM enz. Architectuur Data RAM Flash, EEPROM, en SRAM zijn allemaal geïntegreerd in één chip, waardoor de noodzaak voor extern geheugen verdwijnt. Sommige apparaten hebben een externe bus voor extra datageheugen. Programmageheugen (flash) Programma-instructies worden opgeslagen in niet-vluchtig geheugen. Hoewel het 8 bits-MCU's zijn, gebruikt elke instructie een of twee 16-bitswoorden. De grootte van het programmageheugen wordt meestal aangeduid in de naam van het apparaat (de ATmega64-lijn heeft bijvoorbeeld 64 kB flashgeheugen. Er is geen mogelijkheid voor extern programmageheugen; alle code uitgevoerd door de AVR-kern moet in het on-chip flashgeheugen zitten. Intern datageheugen De data-adresruimte bestaat uit het registerbestand, I/O-registers en SRAM. Interne registers De AVR's hebben 32 single-byteregisters en zijn geclassificeerd als 8 bits-RISC-apparaten. In de meeste varianten van de AVR-architectuur worden de werkregisters gemapt in de eerste 32 geheugenadressen (0x0000-0x001F) gevolgd door de 64 I/O-registers (0x0020-0x005F). Het daadwerkelijke SRAM begint na deze registers (adres 0x0060). (De I/O-registerruimte kan groter zijn bij sommige uitgebreidere apparaten waarbij dus een deel van het SRAM-gedeelte wordt gebruikt.) Hoewel het registerbestand en de I/O-registers apart kunnen worden aangesproken met speciale opcodes, kunnen ze ook worden aangesproken en gemanipuleerd alsof ze in het SRAM zitten). EEPROM Bijna alle AVR-microcontrollers hebben intern "Electrically Erasable Programmable Read Only Memory" (EEPROM) voor semi-permanente dataopslag. Net als het flashgeheugen behoudt het EEPROM zijn data als de spanning wegvalt. In de meeste varianten van de AVR-architectuur wordt het interne EEPROM-geheugen niet gemapt in de adresseerbare geheugenruimte van de MCU. Het kan alleen worden aangesproken met speciale pointerregisters en lees-/schrijfinstructies. Hierdoor is het EEPROM-geheugen een stuk langzamer dan het interne SRAM. Doordat het aantal schrijfbewerkingen van EEPROM-geheugen beperkt is – Atmel specificeert 100 000 schrijfbewerkingen in zijn datasheets – zou een goed ontworpen EEPROM-schrijfroutine moeten controleren of de data afwijkt van de gewenste data alvorens deze wordt geschreven. Programma-uitvoering Atmels AVR's hebben een tweestaps, enkel niveau pijplijn-ontwerp. Dit houdt in dat de volgende machine-instructie wordt opgehaald als de huidige wordt uitgevoerd. De meeste instructies duren slechts één of twee cycli, wat de AVR's relatief snel maakt onder de 8 bits-microcontrollers. De AVR-familie van processors werd ontworpen met de efficiënte uitvoering van gecompileerde C-code in gedachte en heeft diverse ingebouwde pointers voor de taak. Instructieset De AVR-instructieset is meer orthogonaal dan de meeste 8 bits-microcontrollers, met name de PIC-microcontrollers waarmee AVR concurreert. Hij is echter niet compleet regulier: Pointerregisters X, Y, en Z hebben adresseringsmogelijkheden die van elkaar afwijken. Registerlocaties R0 tot R15 hebben andere addresseringsmogelijkheden dan registerlocaties R16 tot R31. I/O-poorten 0 tot 31 hebben andere adresseringsmogelijkheden dan I/O-poorten 32 tot 63. CLR beïnvloedt flags, waar SER dat niet doet, hoewel het de exact omgekeerde instructies zijn. CLR zet alle bits op nul terwijl SER alle bits op één zet. Verder beïnvloeden sommige chipspecifieke verschillen de codegeneratie. Codepointers bestaan uit twee bytes op chips met 128 kB of minder flashgeheugen, maar drie bytes op de grotere chips; niet alle chips hebben hardwarevermenigvuldigers; chips met meer dan 8 kB flashgeheugen hebben branch- en call-instructies met langere ranges etc. De grotendeels reguliere instructieset maakt het programmeren met C- (of zelf Ada-)compilers vrij eenvoudig. GCC heeft al enige tijd AVR-ondersteuning die veel gebruikt wordt. Atmel vroeg zelfs om input van grote compilerontwikkelaars voor kleine microcontrollers, om te bepalen welke instructieset het nuttigste is voor een compiler. Snelheid De AVR-lijn ondersteunt snelheden van 0-20 MHz, waarbij sommige apparaten tot 32 MHz reiken. Werking op lager vermogen vereist meestal een gereduceerde kloksnelheid. Alle recente (Tiny en Mega, niet de 90S) AVR's hebben een on-chip oscillator, waardoor er geen externe klok of resonantiecircuit meer nodig is. Sommige AVR's hebben ook een systeemklokdeler, die de klok kan delen met tot 256. Deze prescaler kan worden geherconfigureerd tijdens run-time, wat een geoptimaliseerde kloksnelheid toestaat. Aangezien alle operaties op registers R0-R31 een enkele cyclus gebruiken, kan de AVR tot 1 MIPS (miljoen instructies per seconde) per MHz halen. Laden en opslaan van en naar het geheugen duurt 2 cycli, branching duurt 3 cycli. Branching in de laatste "3 byte-pc"-onderdelen zoals de ATmega2560 zijn 1 cyclus langzamer. Ontwikkeling AVR's worden veel gebruikt doordat er gratis en goedkope ontwikkelhulpmiddelen beschikbaar zijn, inclusief redelijk geprijsde ontwikkelborden en gratis ontwikkelsoftware. De AVR's worden verkocht onder verschillende namen die dezelfde basiskern, maar verschillende peripherals en geheugencombinaties hebben. Compatibiliteit tussen chips van elke familie is vrij goed, hoewel I/O-controllermogelijkheden variëren. Mogelijkheden AVR's bieden een grote reeks mogelijkheden: Multifunctie, bidirectionele algemeen bruikbare I/O-poorten met configureerbare pull-upweerstanden. Meerdere interne oscillatoren, inclusief RC-oscillator zonder externe onderdelen Intern, zelf programmeerbaar instructiegeheugen tot 256 KB. In-systeem programmeerbaar met seriële/parallelle laagspanningsinterfaces of JTAG Optionele Boot Code Sectie met onafhankelijke Lock Bits voor beveiliging Ondersteuning voor on-chip debugging (OCD) met JTAG of debugWIRE op de meeste apparaten De JTAG-signalen (TMS, TDI, TDO en TCK) zijn gemultiplext op GPIO's. Deze pinnen kunnen worden geconfigureerd voor JTAG of GPIO, afhankelijk van de instelling van de fusebit, die met ISP of HVSP kan worden geprogrammeerd. Standaard staat JTAG aan. debugWIRE gebruikt de /RESET-pin als bi-directioneel communicatiekanaal om het on-chip debugcircuit aan te spreken. Het is aanwezig op apparaten met een laag aantal pinnen, aangezien het maar één pin gebruikt. Interne Data EEPROM tot 4 kB Interne SRAM tot 8 kB (32 kB bij XMega) Externe 64 kB little endian dataruimte op bepaalde modellen, zoals de Mega8515 en Mega162 De externe dataruimte is over de interne dataruimte gelegd, zodat de volledige 64kB-adresruimte niet voorkomt op de externe bus. Een adres hoger dan 0x0100 zal intern RAM aanspreken, niet de externe bus. In bepaalde leden van de XMEGA-serie is de externe dataruimte verbeterd voor ondersteuning van zowel SRAM als SDRAM. Tevens zijn de data-adresseringsmodes uitgebreid om directe aanspreking tot 16MB aan datageheugen toe te staan. AVR's hebben doorgaans geen ondersteuning voor uitvoering van code vanaf extern geheugen. Sommige ASSP's (Applicatie Specifieke Standaard Product) ondersteunen dit wel. 8-bits en 16-bits timers PWMoutput Input capture Analoge comparator 10 of 12 bits-A/D-convertors, met multiplex tot 16 kanalen 12 bit-D/A-convertors Verschillende seriële interfaces, zoals I²C Synchrone/Asynchrone Seriële Peripherals (UART/USART) (gebruikt met RS-232, RS-485 en meer) Serial Peripheral Interface Bus (SPI) Universal Serial Interface (USI) Brownoutdetectie Watchdogtimer (WDT) Meerdere slaapstanden voor energiebesparing Licht- en motorbediening (PWM) CAN-controllerondersteuning USB-controllerondersteuning Volledige Full-speed (12 Mbit/s) hardware & Hub controller met embedded AVR gratis beschikbare Low-speed (1,5 Mbit/s) (HID) Ethernetcontrollerondersteuning Lcd-controllerondersteuning Laag-voltageapparaten werken vanaf 1,8 V picoPower-apparaten DMA-controllers en "Event System" peripheral communicatie Snelle cryptografie ondersteuning voor AES en DES Ontwikkelhulpmiddelen en evaluatiekits De officiële Atmel AVR-ontwikkelhulpmiddelen en -evaluatiekits bestaan uit een aantal starterskits en debughulpmiddelen met ondersteuning voor de meeste AVR-apparaten: STK600 Starter Kit De STK600-starterskit en -ontwikkelsysteem is een update van de STK500. De STK600 gebruikt een basisbord, een signaalroutingbord en een targetbord. Het basisbord is hetzelfde als de STK500 en heeft een spanningsbron, een clock, in-systeem programmeren, RS-232-poorten en -connectoren voor de GPIO-signalen van het doelapparaat. Het targetbord heeft ZIF-sockets voor DIP-, QFN- of QFP-behuizingen, afhankelijk van het bord. Het signaalroutingbord zit tussen het basisbord en het targetbord, en verbindt de signalen aan de juiste pinnen op het targetbord. Er zijn veel verschillende routingborden die gebruikt kunnen worden met een enkel targetbord, afhankelijk van het apparaat in de ZIF-socket. De STK600 wordt verbonden met de pc via een USB-aansluiting, waardoor beide RS-232-poorten beschikbaar zijn voor de microcontroller. STK500 Starter Kit De STK500-starterskit en -ontwikkelsysteem heeft een ISP en een HVP (High Voltage Programming) voor alle AVR-apparaten, ofwel direct of via een uitbreidingsbord. Het bord bevat DIP-sockets voor alle beschikbare AVR's in DIP-behuizingen. Er zijn verschillende uitbreidingsmodules beschikbaar voor de STK500: STK501 - Voegt ondersteuning toe voor microcontrollers in 64 pins-TQFP-behuizingen STK502 - Voegt ondersteuning toe voor lcd-AVR's in 64 pins-TQFP-behuizingen STK503 - Voegt ondersteuning toe voor microcontrollers in 100 pins-TQFP-behuizingen STK504 - Voegt ondersteuning toe voor lcd-AVR's in 100 pins-TQFP-behuizingen STK505 - Voegt ondersteuning toe voor 14 en 20 pins-AVR's STK520 - Voegt ondersteuning toe voor 14 en 20 pins-microcontrollers van de AT90PWM-familie STK524 - Voegt ondersteuning toe voor de ATmega32M1/C1-32 pins-CAN/LIN/Motor Control-familie STK525 - Voegt ondersteuning toe voor de AT90USB-microcontrollers in 64 pin-TQFP-behuizingen STLK526 - Voegt ondersteuning toe voor de AT90USB-microcontrollers in 32 pins-TQFP-behuizingen AVR ISP en AVR ISP mkII De AVR ISP en AVR ISP mkII zijn goedkope hulpmiddelen om AVR's te programmeren via ICSP De AVR ISP wordt verbonden met de pc via een seriële poort en haalt zijn spanning uit het doelsysteem. De AVR ISP staat gebruik van beide "standaard" ICSP-pinouts toe, de 10 pins- of de 6 pins-connector. De AVR ISP wordt niet meer geproduceerd en is vervangen door de AVR ISP mkII. De AVR ISP mkII wordt verbonden met de pc via een USB-aansluiting en haalt zijn spanning van de USB-poort. Leds die zichtbaar zijn door de doorzichtige behuizing geven de status van spanning van het doelsysteem aan. AVR Dragon De Dragon is een goedkoop hulpmiddel dan wordt verbonden met de pc via een USB-aansluiting. De Dragon kan alle AVR's programmeren via JTAG, HVP of ICSP. De Dragon biedt ook ondersteuning voor het debuggen van AVR's met minder dan 32 kB aan programmageheugen, via JTAG of debugWIRE. De Dragon heeft een klein prototypegebied waar een 8, 28 of 40 pins-AVR kan worden aangesloten. JTAGICE mkI en mkII Het Joint Test Action Group, In Circuit Emulator (JTAGICE) debug hulpmiddel biedt ondersteuning voor on-chip debugging (OCD) van AVR's met een JTAG-interface. De originele JTAGICE mkI gebruikt een RS-232-interface als verbinding met de pc. De JTAGICE mkI wordt niet meer geproduceerd en is vervangen door de JTAGICE mkII. Het JTAGICE mkII debug hulpmiddel ondersteunt on-chip debugging (OCD) van AVR's met de JTAG, PDI of debugWIRE-interface. De debugWIRE-interface gebruikt slecht één pin (de Resetpin), waardoor debuggen mogelijk is voor applicaties met een microcontroller met weinig pinnen. De JTAGICE mkII wordt verbonden met de pc via een USB-aansluiting, maar er is een alternatieve aansluiting via een seriële poort, die een losse voeding nodig heeft. Naast JTAG ondersteunt de mkII programmeren via ISP (via de 6 of 10 pins-adapters). Zowel de USB- als de seriële variant gebruikt een versie van het STK500-protocol. Butterfly Demo Bord Het zeer populaire AVR Butterfly-demonstratiebord is een zelfvoorzienende computer met batterijvoeding die draait op de Atmel AVR ATmega169V-microcontroller. Het was gebouwd om te pronken met de AVR-familie, in het bijzonder de nieuwe ingebouwde lcd-interface. Het bord bevat een lcd-scherm, een joystick, een speaker, een seriële poort, realtime clock (RTC), flash-geheugenchip en zowel temperatuur- als spanningssensoren. Eerdere versie van de AVR Butterfly bevatten ook een CdS-fotoweerstand; deze is niet meer aanwezig op borden geproduceerd na juni 2006 om aan de RoHS-norm te voldoen. Het kleine bord heeft een shirt-pin aan de achterkant zodat het als naamplaatje kan worden gedragen. De AVR Butterfly komt met vooraf geladen software om de mogelijkheden van de microcontroller te demonstreren. De fabrieksfirmware kan je naam laten scrollen, de sensorwaarden weergeven en de tijd weergeven. De AVR Butterfly demonstreert lcd-aansturing door een 14 segments-, 6 alpha-numeriek karakterdisplay aan te sturen. De lcd-interface gebruikt echter wel veel van de I/O-pinnen. De ATmega169 CPU van de Buttferly kan snelheden tot 8 MHz aan, maar is door de fabrieksfirmware ingesteld op 2 MHz om de batterijduur te verlengen. Een vooraf geïnstalleerd bootloaderprogramma geeft de mogelijkheid het bord te herprogrammeren via een standaard seriële RS-232-aansluiting met nieuwe programma's die gebruikers kunnen schrijven met het gratis Atmel IDE-hulpmiddel. AT90USBKey Dit kleine bord, ongeveer de helft van een creditcard, is iets duurder dan de AVR Butterfly. Het bevat een AT90USB1287-microcontroller met USB-On-The-Go (OTG), 16 MB DataFlash, leds, een kleine joystick en een temperatuursensor. Via de bijgeleverde software kan het bord zich gedragen als een USB-opslagapparaat, een USB-joystick en meer. Om als USB-host te werken is een batterij nodig, maar als USB-randapparaat gebruikt het alleen de spanning van de USB-poort. Alleen de JTAG-aansluiting gebruikt de normale 2,54mm-pinafstand. Alle andere AVR I/O-poorten gebruiken compactere 1,27mm-headers. Doordat de AT90USBKey 128 kB aan flashgeheugen heeft kan een AVR Dragon hem alleen programmeren en niet debuggen. Een JTAGICE kan hem zowel programmeren als debuggen. De processor kan ook worden geprogrammeerd via USB vanaf een Windows- of Linux-host, met USB "Device Firmware Update"-protocollen. LUFA is een gratis USB-protocolstack voor de USBKey gemaakt door derden (MIT license). Raven Wireless Kit De RAVEN-kit ondersteunt draadloze ontwikkeling met Atmels IEEE 802.15.4-chipsets voor ZigBee en andere draadloze stacks. Het stelt één paar draadloze Buttefly-kaarten voor plus een draadloze USBKey en kost ongeveer hetzelfde als deze samen (onder $100). Alle borden ondersteunen ontwikkeling via JTAG. De kit bevat twee AVR Ravenborden, beide met een 2,4GHz-transceiver met ondersteuning voor IEEE 802.15.4 (en een ZigBee-stack met gratis licentie). De radio's worden aangestuurd met ATmega1284p-processoren, die ondersteund worden door een aangepast gesegmenteerd lcd-display aangestuurd door een ATmega3290p-processor. Raven-peripherals lijken op de Butterfly; piëzospeaker, DataFlash (groter), externe EEPROM, sensoren, 32kHz-kristal voor RTC etc. Deze zijn bedoeld voor het ontwerpen van op afstand aanstuurbare sensormodules, het aansturen van relais of wat maar nodig is. De USB-stick gebruikt een AT90USB1287 voor verbindingen met een USB-host en de draadloze 2,4GHz-verbindingen. Ze zijn bedoeld voor het uitlezen en aansturen van draadloze modules, gebruikmakend van spanning van de host in plaats van batterijen. Programmers door derden Er zijn een groot aantal programmeer- en debughulpmiddelen beschikbaar van derden. Deze apparaten gebruiken verschillende interfaces, waaronder RS-232, parallelle poort en USB. AVR Freaks heeft een uitgebreide lijst. Gebruik AVR's worden gebruikt in verschillende automotive toepassingen zoals beveiliging, veiligheid en entertainment systemen. Atmel heeft een publicatie gelanceerd genaamd "Atmel Automotive Compilation", om nieuwe ontwikkelaars te helpen met automotive toepassingen. Het Arduino computerplatform is gebaseerd op een ATmega328-microcontroller (ATmega168 of ATmega8 in oudere versies). De ATmega1280, met meer pinnen en geheugen beschikbaar, is ook gebruikt om het Arduino Megaplatform te ontwikkelen. Arduino borden kunnen worden gebruikt met zijn eigen taal en IDE, of met meer conventionele programmeeromgevingen (C/ASM/etc.) zoals de standaard AVR-platformen. Arduino borden kunnen op vele manieren geprogrammeerd worden. Dit gebeurt via een speciaal software programma. USB-gebaseerde AVR's zijn gebruikt in de Microsoft Xbox hand-controllers. De link tussen de controllers en de Xbox is USB. Verschillende bedrijven produceren AVR-gebaseerde microcontroller borden, bedoeld voor gebruik door hobbyisten, robotbouwers, experimenteurs en kleine systeemontwikkelaars. System Semiconductor, Inc. produceert de M3000 Motor en Motion Control, waarin een Atmel AVR-kern en een Advanced Motion Controller zijn opgenomen. Nieuwe 32 bits-AVR's In 2006 bracht Atmel-microcontrollers uit gebaseerd op een nieuwe, 32-bits AVR32-architectuur. Deze bevatten SIMD- en DSP-instructies, samen met andere audio- en videoverwerkingsmogelijkheden. Deze 32 bitsfamilie van apparaten is bedoeld om te concurreren met de op ARM gebaseerde processoren. De instructieset lijkt op andere RISC-kernen, maar is niet compatibel met de originele AVR of een van de ARM-kernen. Lego heeft firmwarebroncodebestanden uitgebracht voor de 32 bits-AVR's om te helpen in de ontwikkeling van de opensourcealternatieven van zijn populaire robotica-NXT-besturingssysteem. Externe links AVR Homepage bij Microchip AVR Freaks community Arduino community Computerprocessor Microcontroller
Doordat het aantal schrijfbewerkingen van EEPROM-geheugen beperkt is – Atmel specificeert 100 000 schrijfbewerkingen in zijn datasheets – zou een goed ontworpen EEPROM-schrijfroutine moeten controleren of de data afwijkt van de gewenste data alvorens deze wordt geschreven.
1
productmodel, specificatieblad, datasheet
12,138
ListenAction
2221032
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkgebouw%20De%20Levende%20Steen
Kerkgebouw De Levende Steen
Het kerkgebouw (door de gemeente de Dome genoemd) van Levende Steen Ministries is een kerk in de Nederlandse plaats Spijkenisse. De gemeente was eerder gevestigd in Hoogvliet. Op 22 juni 2011 werd de eerste paal van het nieuwe kerkgebouw geslagen. Het gebouw heeft in totaal meer dan 2500 zitplaatsen, verdeeld over verschillende zalen. De grootste zaal heeft 2011 zitplaatsen waarmee het qua zitplaatsen een van de grootste kerken van Nederland is. Het gebouw is op 28 maart 2013 officieel geopend. De kerkelijke gemeente (ook wel Levende Steen Ministries genoemd) is een pinkstergemeente. Apostel Edgar Holder is samen met zijn vrouw Irma Holder voorganger (pastor) van de gemeente. De gemeente verzorgt wekelijkse televisie-uitzendingen op SBS6 en de diensten zijn ook te volgen via livestream en Facebook en terug te luisteren via het Spotify-kanaal van Levende Steen Ministries. Zie ook Lijst van grootste Nederlandse kerkgebouwen naar zitplaatsen Bouwwerk in Spijkenisse Kerkgebouw in Nissewaard Lokale pinkster- of evangeliegemeente Protestants kerkgebouw in Nederland
De kerkelijke gemeente (ook wel Levende Steen Ministries genoemd) is een pinkstergemeente. Apostel Edgar Holder is samen met zijn vrouw Irma Holder voorganger (pastor) van de gemeente. De gemeente verzorgt wekelijkse televisie-uitzendingen op SBS6 en de diensten zijn ook te volgen via livestream en Facebook en terug te luisteren via het Spotify-kanaal van Levende Steen Ministries.
1
luisteren, audio, geluidscontent
10,104
CookAction
627175
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mlinci
Mlinci
Mlinci zijn grote vellen gebakken deeg die vooral in Kroatië worden gegeten. Het wordt gemaakt van bloem met water of ei. Het deeg wordt vervolgens in de oven gebakken en daaruit ontstaan harde vellen. Om ze te eten moeten ze eerst worden overgoten met kokend water. Het wordt vaak gegeten in combinatie met gebraden kip, waarvan de jus en de vetten met de mlinci worden vermengd. Graanproduct Cultuur in Kroatië
Mlinci zijn grote vellen gebakken deeg die vooral in Kroatië worden gegeten. Het wordt gemaakt van bloem met water of ei. Het deeg wordt vervolgens in de oven gebakken en daaruit ontstaan harde vellen. Om ze te eten moeten ze eerst worden overgoten met kokend water. Het wordt vaak gegeten in combinatie met gebraden kip, waarvan de jus en de vetten met de mlinci worden vermengd.
1
koken, voedselbereiding, recepten
10,179
Episode
3863328
https://nl.wikipedia.org/wiki/One%20More%20for%20the%20Road
One More for the Road
Televisie/Film One More for the Road (Hitchcock), een aflevering van Alfred Hitchcock Presents One More for the Road (All Saints, 3), een aflevering van All Saints, seizoen 3 One More for the Road (All Saints, 9), een aflevering van All Saints, seizoen 9 One More for the Road (The Bill), een aflevering van The Bill One More for the Road (Cheers), een aflevering van Cheers One More for the Road (ER), een aflevering van ER One More for the Road (Gunsmoke), een aflevering van Gunsmoke One More for the Road (Hey Dad..!), een aflevering van Hey Dad..! One More for the Road (Major Dad), een aflevering van Major Dad One More for the Road (Man About the House), een aflevering van Man About the House One More for the Road (Party of Five), een aflevering van Party of Five One More for the Road (Roseanne), een aflevering van Roseanne One More for the Road (Yu-Gi-Oh!), een aflevering van Yu-Gi-Oh! One More for the Road (2003), een Engelse film uit 2003 One More for the Road (2009), een Franse film uit 2009 Muziek One More for the Road (Bob Dylan), een lied van Bob Dylan One More for the Road (House of Pain), een lied van House of Pain One More for the Road (Judas Priest), een lied van Judas Priest One More for the Road (The Kinks), een album van The Kinks One More for the Road (Ronnie Lane), een album van Ronnie Lane One More for the Road (Willie Nelson), een aflevering van Willie Nelson en Leon Russell Anders One More for the Road (Stephen King), een kort verhaal van Stephen King''
Televisie/Film One More for the Road (Hitchcock), een aflevering van Alfred Hitchcock Presents One More for the Road (All Saints, 3), een aflevering van All Saints, seizoen 3 One More for the Road (All Saints, 9), een aflevering van All Saints, seizoen 9 One More for the Road (The Bill), een aflevering van The Bill One More for the Road (Cheers), een aflevering van Cheers One More for the Road (ER), een aflevering van ER One More for the Road (Gunsmoke), een aflevering van Gunsmoke One More for the Road (Hey Dad..!), een aflevering van Hey Dad..! One More for the Road (Major Dad), een aflevering van Major Dad One More for the Road (Man About the House), een aflevering van Man About the House One More for the Road (Party of Five), een aflevering van Party of Five One More for the Road (Roseanne), een aflevering van Roseanne One More for the Road (Yu-Gi-Oh!), een aflevering van Yu-Gi-Oh! One More for the Road (2003), een Engelse film uit 2003 One More for the Road (2009), een Franse film uit 2009
13
aflevering, tv-aflevering, radioshow
3,001
DataFeed
1090943
https://nl.wikipedia.org/wiki/Digital%20academic%20repository
Digital academic repository
Een Digital Academic Repository (digitale academische bewaarplaats) is een digitaal archief van wetenschappelijke publicaties. Het bestaat uit opslagruimte om digitale en gedigitaliseerde informatie op een zo duurzaam mogelijke manier op te slaan (server) en software om deze bestanden toegankelijk te maken (database). Dergelijke archieven zijn door alle Nederlandse universiteiten en door een aantal onderzoeksinstituten aangelegd. Andere namen die voor hetzelfde fenomeen worden gebruikt zijn: Institutional Repository of Institutioneel Repositorium. Geschiedenis Voor het internettijdperk publiceerden onderzoekers hun resultaten alleen op congressen en in wetenschappelijke tijdschriften. De snelle toename van online beschikbare informatie en de nieuwe mogelijkheden van digitale opslag en dienstverlening hebben de roep doen ontstaan om onderzoeksresultaten sneller beschikbaar te maken. Nieuwe digitale dienstverlening betekent onder andere: artikelen op je eigen pc te raadplegen, attenderingsdiensten, automatisch oogsten ("harvesten") van artikelen die aan bepaalde onderwerpscriteria voldoen, printing-on-demand. Daarnaast nam de wetenschappelijke productie enorm toe en werden wetenschappelijke tijdschriften zo duur dat de meeste onderzoeksinstellingen de abonnementen van de tijdschriften niet meer konden of wilden betalen ("serials crisis"). De rare situatie bestond dat de producenten van een bepaald product, genaamd wetenschap, dit product zelf niet meer konden betalen. Er ontstond een nieuw initiatief dat Open Archives Initiative (OAI) heet en een mondiale beweging die 'Open Access' genoemd wordt. Wanneer alle onderzoeksinstellingen hun onderzoeksresultaten op een gestandaardiseerde manier zouden opslaan, voorzien van metadata die ook aan een internationale standaard voldoen, dan konden ze gratis beschikbaar worden gesteld aan alle geïnteresseerden, waar ook ter wereld. Deze beweging heeft tot veel elan geleid, tot standaardiseringsinitiatieven, software als "link resolvers" en ook tot de stichting van Institutionele Repositoria die inmiddels bij de meeste onderzoeksinstellingen actief worden gevuld, beheerd en toegankelijk gemaakt. Opslag, beheer en dienstverlening van institutionele repositoria is in handen gelegd van de universiteitsbibliotheken. Ze maken sinds enkele jaren deel uit van het universitaire programma's om de klassieke bibliotheek uit te breiden met een digitale bibliotheek. In Nederland zijn de initiatieven om tot institutionele repositoria te komen gebundeld in het projectenprogramma DARE (Digital Academic Repositories). DARE is sinds 2003 een gezamenlijk initiatief van de Nederlandse universiteiten, de Koninklijke Bibliotheek, de KNAW en NWO. Het programma, dat werd gecoördineerd door de Stichting SURF, duurde tot 2007. DAREnet, waarin toegang werd gegeven tot de repositories in Nederland is, is in 2007 opgenomen in de portal NARCIS. Deze portal wordt onderhouden en ontwikkeld door afdeling Onderzoek Informatie van de KNAW. De harvester software van NARCIS leest alle rechtenvrij beschikbare decentrale bestanden met de bijbehorende metadata in, in haar eigen centrale bestand. Op die manier komen de gecombineerde gegevens van al deze instituten beschikbaar via één zoekinterface op één website. Dat betekent dat wetenschappers en geïnteresseerden van over de hele wereld toegang hebben tot een groot deel van de resultaten van Nederlands wetenschappelijk onderzoek. Nederland is daarmee wereldwijd voorloper op het gebied van open access voor wetenschappelijke publicaties. Doelstellingen Doel repositorium De voornaamste doelen van een institutioneel repositorium zijn: gestandaardiseerde opslag van content; beheer en dienstverlening vereenvoudigen en uitbreiden; mondiale zichtbaarheid van de onderzoeksresultaten van de instelling zonder belemmeringen; het creëren van Open Access door zelfarchivering; De meestgebruikte softwareplatforms zijn Eprints, DSpace en Bepress. Doel van DARE Het doel van het DARE programma was het verlenen van (gratis) toegang tot de nationale wetenschappelijke onderzoekspublicaties. Om dit te bereiken worden binnen de universiteiten en deelnemende onderzoeksinstituten wetenschappelijke publicaties full-text (meestal als pdf) lokaal opgeslagen en door middel van het toekennen van metadata ontsloten. Nadat de deelnemende instellingen tot 2007 vooral aandacht besteedden aan het opzetten van de technische infrastructuur, richt het programma zich meer op het gebruik van de opgeslagen informatie en de communicatie met en tussen wetenschappers. Dit wordt uitgedragen onder het motto SURFSHARE. NARCIS De wetenschapsportal NARCIS biedt toegang tot wetenschappelijke informatie waaronder (open access) publicaties afkomstig uit de repositories van alle Nederlandse universiteiten, KNAW, NWO en diverse wetenschappelijke instellingen, datasets van een aantal data-archieven, alsmede beschrijvingen van onderzoeksprojecten, onderzoekers en onderzoeksinstituten. NARCIS wordt Data Archiving and Networked Services (DANS) in samenwerking met bovenstaande instellingen ontwikkeld. DRIVER De Europese versie van DARE is het netwerk van repositories DRIVER (Digital Repository Infrastructure Vision for European Research). DRIVER geeft toegang tot ruim 2,500,000 wetenschappelijke Open Access publicaties van ongeveer 250 repositories uit 33 landen. Zie ook Digitale bibliotheek Open Access HBO-kennisbank Externe links Databases/Portals NARCIS (Toegang tot o.a. de Nederlandse wetenschappelijke, Open Access publicaties) HBO-Kennisbank (toegang tot publicaties vanuit HBO instellingen) DRIVER Open Access Repositories (OpenDOAR) Web Ranking Repositoria Registry of Open Access Repositories (ROAR). Over IR en Open Access OpenAccess.nl Open Access Archivangelism (door Stevan Harnad) Openarchives.eu - Europees overzicht OAI-PMH IR Registry of Open Access Repository Material Archiving Policies (ROARMAP) SHERPA (Ondersteuning Open Access) Externe links software DSpace (open source IR software) EPrints (open source IR software) Bibliotheekwezen Wetenschappelijke literatuur Open_science
NARCIS De wetenschapsportal NARCIS biedt toegang tot wetenschappelijke informatie waaronder (open access) publicaties afkomstig uit de repositories van alle Nederlandse universiteiten, KNAW, NWO en diverse wetenschappelijke instellingen, datasets van een aantal data-archieven, alsmede beschrijvingen van onderzoeksprojecten, onderzoekers en onderzoeksinstituten. NARCIS wordt Data Archiving and Networked Services (DANS) in samenwerking met bovenstaande instellingen ontwikkeld.
1
gegevensfeed, dataset, gestructureerde informatie
6,115
FollowAction
2223599
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale%20controletheorie
Sociale controletheorie
De controle- of bindingstheorie probeert in tegenstelling tot andere theorieën niet te verklaren waarom deviant gedrag plaatsvindt, maar juist waardoor het voorkomen wordt. Dit heeft volgens Hirschi te maken met de binding met de maatschappij waarbij hij vier bindingsmechanismes onderscheidt: hechting (attachment), affectief handelen, sterke sociale betrekkingen bevorderen conformisme; betrokkenheid (involvement), gedragsmatig handelen, hoe meer tijd wordt besteed aan conformistische activiteiten, hoe minder er overblijft voor deviant gedrag; gebondenheid (commitment), cognitief handelen, hoe meer verbonden aan de samenleving, hoe meer er te verliezen is; waarden en normen (beliefs), evaluatief handelen, hoe meer waarde wordt gehecht aan morele normen, hoe meer waarde men hecht aan conformisme. Beter dan de eerdere theorieën kan deze verklaren waarom tijdens de adolescentie afwijkend gedrag toeneemt, zelfs als de omstandigheden zoals sociale ongelijkheid gelijk blijven. Het gaat wel uit van een ander mensbeeld. Volgens Sampson en Laub is het niet de binding die mensen weerhoudt van deviant gedrag, maar sociale controle en het besef van wat de sancties kunnen zijn die volgen op dit gedrag. Literatuur (2010): De samenleving. Kennismaking met de sociologie, Pearson Education. Criminologie
Volgens Sampson en Laub is het niet de binding die mensen weerhoudt van deviant gedrag, maar sociale controle en het besef van wat de sancties kunnen zijn die volgen op dit gedrag.
2
volgen, connectie, updates
734
DaySpa
3732398
https://nl.wikipedia.org/wiki/Badhuis%20%28Gouda%29
Badhuis (Gouda)
Het badhuis in de Nederlandse stad Gouda is een gemeentelijk monumentaal pand, gelegen aan de Lange Groenendaal. Beschrijving In 1919 besloot de gemeenteraad van Gouda een openbaar badhuis te stichten. Als locatie werd een leegstaand schoolgebouw in de Lange Groenendaal aangewezen. Het gebouw werd ingrijpend verbouwd naar een plan van de architect P.J. Jansen. Hij gaf het gebouw vorm in een expressionistische stijl naar analogie van de Amsterdamse School. De ingang bevindt zich in de voorgevel aan de Groenendaal. Links daarvan zijn hoog in de gevelwand zes kleine vensters aangebracht. Onder het laatste venster bevindt zich nog een deur. De gevelwand is voor het overige van baksteen inclusief de decoratieve elementen. Niet zichtbaar vanaf de straat is het achterliggende achtzijdige badgebouw. Dit gedeelte van het gebouw heeft op midden op het dak een verhoogde lichtkoepel. Het "Volks- en Schoolbad" werd in november 1921 geopend door de toenmalige burgemeester van Gouda U.M. Mijs. De bevolking van Gouda kon tegen betaling gebruikmaken van bad- en douchevoorzieningen in het gebouw. Voor de schoolkinderen was er een ovale bassin waarin kinderen in groepsverband konden spelen en na afloop douchen. In de tijd dat bad- en douchevoorzieningen nog een schaars goed waren werd er veel gebruikgemaakt van het badhuis. Meer dan een halve eeuw heeft deze voorziening in Gouda bestaan. Alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebruikt door de Luchtbeschermingsdienst als ontsmettingsruimte en na de Tweede Wereldoorlog werden er gedurende enige tijd wapens in het gebouw opgeslagen. Vanaf 1 oktober 1945 werd het gebouw weer als badhuis in gebruik genomen. In 1973 werd besloten om het badhuis te sluiten. Daarna verpauperde het gebouw langzamerhand. In 2008 kenterde het tij weer. In dat jaar begon er een discussie over de mogelijke herbestemming van het badhuis. Het gebouw werd geheel gerestaureerd en biedt sinds 2012 onderdak aan Spa Gouda, een wellnesscentrum. Het gebouw is aangewezen als een gemeentelijk monument. Badhuis Gemeentelijk monument in Gouda
In 2008 kenterde het tij weer. In dat jaar begon er een discussie over de mogelijke herbestemming van het badhuis. Het gebouw werd geheel gerestaureerd en biedt sinds 2012 onderdak aan Spa Gouda, een wellnesscentrum.
1
wellnesscentrum, dagspa, schoonheidsbehandelingen
4,872
OceanBodyOfWater
1374976
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dossier%20Stemkwadrater
Dossier Stemkwadrater
Dossier Stemkwadrater is het eerste lange stripverhaal van Agent 327, getekend door Martin Lodewijk, dat voor het eerst is verschenen in stripweekblad Pep in 1968 (nr. 23 t/m 43). Het is tevens het eerste album dat uitgegeven werd, in 1970 door De Geïllustreerde Pers in de "PEP stripotheek"-reeks. Het album is in 1979 opnieuw uitgegeven door Oberon, als vierde deel van de Oberon/Eppo-reeks, en het is het 3e deel van de nieuwe (op tekst bijgewerkte en opnieuw ingekleurde) reeks die in de jaren 2000 werd uitgegeven door Uitgeverij M en Uitgeverij L. Het verhaal is exemplarisch voor Lodewijks werkwijze: schijnbaar onafhankelijke gebeurtenissen/verhaallijnen komen bij elkaar. Daarnaast bevat het album duidelijke stijlkenmerken van de 327 dossiers: er zijn flink wat verwijzingen naar actualiteiten uit 1968. Verhaal Het verhaal start met drie ogenschijnlijk onafhankelijke gebeurtenissen: Ergens ter wereld, in een ondergronds laboratorium, is de geleerde Dr. Maybe bezig met zijn nieuwe plannen om de wereld te veroveren. Met hulp van de geniale professor Von Vonvonderstein heeft Dr. Maybe een televiscoop gebouwd: een satelliet met een enorme verrekijker waarmee de kwaadaardige geleerde live alles op aarde tot op de kleinste details kan zien: "Van nu af aan is er geen plaats meer veilig voor mijn alziend televisie-oog". Aan de Franse Rivièra probeert Agent 327 van zijn vakantie te genieten. Ogenschijnlijk zonder duidelijk aanleiding wordt een aanslag gepleegd op IJzerbroot, die zich ternauwernood in veiligheid weet te brengen. Gelijktijdig aan 327's verblijf in Zuid-Frankrijk vindt de ontvoering plaats van de beroemde, veel te hard zingende, operazangeres Maria Brallas (parodie op Maria Callas). Als in de buurt van Hawaï door onverklaarbare oorzaak alle ruiten stuk springen van het passagiersschip de Nieuw Rijnstatendam, is dat voor de Nederlandse Geheime dienst een reden om Agent 327 op onderzoek uit te sturen. IJzerbroot moet daartoe van zijn vakantie aan de Rivièra afbreken. Na in Nederland te zijn gebriefd door de Chef, gaat 327 met het vliegtuig op weg naar Hawaï. Onderweg nemen twee handlangers van Dr. Maybe IJzerbroot in gijzeling. Hoewel hij zichzelf prima weet te ontdoen van zijn belagers werkt 327 zichzelf onhandig het vliegtuig uit en belandt 4000 meter lager in de oceaan. Gelukkig zeilt daar net Franciscus Tietjerksteradeel, met zijn zeilboot de Tipsy Mot bezig aan een one-man-zeiltocht rond de wereld, die IJzerbroot redt. Nadat hij goed en wel aan boord is, overkomt de zeilboot hetzelfde als de Nieuw Rijnstatendam: alle ruiten springen stuk. IJzerbroot en Tietjerksteradeel besluiten daarom samen uit te zoeken wat hiervan de oorzaak is. Een vreemd vraagtekenachtig vulkaaneiland midden in de oceaan trekt hun aandacht. Bij aankomst op het eiland worden beide mannen onmiddellijk gevangengenomen door bewakers van het eiland en voorgeleid aan Dr. Maybe, die verantwoordelijk is voor het springende glas. De geleerde leidt de gevangenen rond in zijn ondergrondse laboratorium en toont vol trots zijn twee geheime wapens om de wereld te veroveren: de televiscoop en de stemkwadrater. De stemkwadrater is een op een laser lijkend apparaat dat gerichte geluidsbundels maakt die zo sterk zijn dat alles in de bundel kapottrilt. Voor een optimaal verpulverend effect maakt Dr. Maybe gebruik van de stem van Maria Brallas die hij heeft laten ontvoeren. Nu komt 327 in actie: IJzerbroot veroorzaakt chaos en weet de stemkwadrater in handen te krijgen. Samen met Brallas en Tietjerksteradeel zijn ze nu Dr. Maybe de baas, vernielen ze de televiscoop en banen ze zich onder leiding van Brallas zingend met de stemkwadrater een weg door de rotsen naar buiten. De trillingen van de stemkwadrater wekken de vulkaan weer tot leven zodat het gehele laboratorium van Dr. Maybe verdwijnt in de lava. De Chinese geleerde weet nog net in een onderzeeboot te ontsnappen. Na een tijd op het naburige eiland te hebben overleefd worden de drie gered door het Nederlandse vliegdekschip de Karel Portier. Uit dankbaarheid voor haar redding geeft Maria Brallas op het schip een recital voor de Nederlandse Marine, wat helaas leidt tot het zinken van de Karel Portier. Trivia In dit verhaal komt het Nederlandse vliegdekschip de Karel Portier voor het eerst ter sprake. Vermoedelijk is dit een verwijzing naar het vliegdekschip Hr. Ms. Karel Doorman dat in 1968 uit de vaart werd genomen. De Nieuw Rijnstatendam is een verwijzing naar een van de vele Statendams van de Holland-Amerika Lijn. Voor het eerst tekent Martin Lodewijk zichzelf in de strip: als wasbordspeler van de Endatteme jugband. De band speelt de in de serie telkens terugkomende nummers My beedle-um-bum, on my beedle-um, it's the best beedle-um that's made in Tennessee en Denk toch altijd met liefd'aan je moeder. De strip bevat enkele verwijzingen naar de film You Only Live Twice. Zo gebruikt 327 een hefschroef die "Kleine Nelly" heet, net als de autogiro die James Bond in de film gebruikt. Dr. Maybe's geheime basis in een uitgeholde vulkaan doet veel denken aan de basis van Blofeld. Zie ook Lijst van albums van Agent 327 Stripverhaal van Agent 327
Als in de buurt van Hawaï door onverklaarbare oorzaak alle ruiten stuk springen van het passagiersschip de Nieuw Rijnstatendam, is dat voor de Nederlandse Geheime dienst een reden om Agent 327 op onderzoek uit te sturen. IJzerbroot moet daartoe van zijn vakantie aan de Rivièra afbreken. Na in Nederland te zijn gebriefd door de Chef, gaat 327 met het vliegtuig op weg naar Hawaï. Onderweg nemen twee handlangers van Dr. Maybe IJzerbroot in gijzeling. Hoewel hij zichzelf prima weet te ontdoen van zijn belagers werkt 327 zichzelf onhandig het vliegtuig uit en belandt 4000 meter lager in de oceaan. Gelukkig zeilt daar net Franciscus Tietjerksteradeel, met zijn zeilboot de Tipsy Mot bezig aan een one-man-zeiltocht rond de wereld, die IJzerbroot redt. Nadat hij goed en wel aan boord is, overkomt de zeilboot hetzelfde als de Nieuw Rijnstatendam: alle ruiten springen stuk. IJzerbroot en Tietjerksteradeel besluiten daarom samen uit te zoeken wat hiervan de oorzaak is. Een vreemd vraagtekenachtig vulkaaneiland midden in de oceaan trekt hun aandacht. Bij aankomst op het eiland worden beide mannen onmiddellijk gevangengenomen door bewakers van het eiland en voorgeleid aan Dr. Maybe, die verantwoordelijk is voor het springende glas.
2
oceaan, zee, waterlichaam
8,540
PriceSpecification
1044548
https://nl.wikipedia.org/wiki/Glash%C3%BCtte%20%28Saksen%29
Glashütte (Saksen)
Glashütte is een gemeente in de Duitse deelstaat Saksen, en maakt deel uit van het district Sächsische Schweiz-Osterzgebirge. Glashütte telt inwoners. Plaatsen in de gemeente Glashütte Bärenhecke (36) Börnchen (136) Cunnersdorf (435) Dittersdorf (411) Glashütte zelf (1.715) Hausdorf (373) Hermsdorf am Wilisch (132) Hirschbach (443) Johnsbach (387) Luchau (264) Neudörfel (45) Niederfrauendorf (173) Oberfrauendorf (401) Reinhardtsgrimma (734) Rückenhain (23) Schlottwitz (1.059, incl. Oberschlottwitz) Tussen haakjes het aantal inwoners volgens de website van de gemeente (peildatum 31 december 2020). Infrastructuur Glashütte beschikt over een klein spoorwegstation aan de Müglitztalbahn (Altenberg- Heidenau). Voor het overige is de openbaar vervoergebruiker op streekbussen aangewezen, waarvan de meeste alleen op werkdagen in de spitsuren rijden. Grote verkeerswegen ontbreken. Autoverkeer moet vanaf de Bundesstraße 170 (noord-zuidverbinding ten westen van Glashütte) en de Autobahn A 17 (noord-zuidverbinding ten oosten van Glashütte) meer dan 15 km over bochtige bergwegen rijden om de stad te bereiken. Economie Het stadje is befaamd door de fabricage van, vaak exclusieve, horloges, zie ook het gemeentewapen. Sinds februari 2022 is de herkomstaanduiding Glashütte wettelijk beschermd. Alleen instrumenten, vervaardigd in Glashütte en in de plaatsen Lauenstein en Bärenstein, beide gemeente Altenberg, mogen met deze herkomstaanduiding worden verhandeld. Een uitzondering geldt voor enkele stappen in het productieproces, die in de stad Dresden mogen plaatsvinden. Horloges van de volgende merken worden te Glashütte gemaakt: Glashütte Original, een onderdeel van Swatch Group; productie van luxe horloges A. Lange & Söhne, een onderdeel van het Zwitserse concern Richemont; productie van luxe horloges Union Glashütte, een onderdeel van Swatch Group; productie van luxe horloges Mühle, na een faillissement in 2008 heropgericht; productie van stalen horloges in het midden-prijssegment en speciale horloges voor gebruik op zee. Nomos, productie van een lijn exclusieve horloges Bruno Söhnle, beperkte productie van horloges in de prijsklasse 300-1000 euro Tutima, in de Tweede Wereldoorlog onder de naam UROFA actief als fabrikant van horloges voor piloten van de Luftwaffe (Fliegerchronographe); sedert 2013 worden, o.a. voor NAVO-luchtmachtpiloten weer speciale horloges gemaakt. Deze kunnen bediend worden terwijl men handschoenen draagt. Wempe Chronometerwerke, een chique juwelier uit Hamburg, die in diverse grote wereldsteden winkels heeft, produceert te Glashütte ook horloges onder eigen merknaam. Het bedrijf bezit er ook een laboratorium voor het, in samenwerking met de Duitse overheid, ijken van chronometers en soortgelijke precisie-instrumenten. De gemeente bezit verder midden- en kleinbedrijf van hoofdzakelijk slechts plaatselijke of regionale betekenis. Vanwege de ligging in het Ertsgebergte, met wandel- en wintersportmogelijkheden, is er ook enig toerisme. Geschiedenis Glashütte is genoemd naar een glasmakerij uit de 15e eeuw. In 1490 werd in de omgeving van het dorp zilvererts ontdekt. In 1506 verleende hertog Joris met de Baard de plaats Glashütte stadsrechten, en de status van bergstad. De opbrengsten van de mijnen vielen echter erg tegen. In het midden van de 19e eeuw werd de mijnbouw definitief beëindigd. In 1845 vestigde de meester-horlogemaker Ferdinand Adolph Lange zich te Glashütte; hij had van de regering van het Koninkrijk Saksen een fors aanloopkrediet ontvangen. In 1875 kwam de horlogemakersindustrie echt van de grond. Er werd ook een vakschool in het stadje gevestigd. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin Glashütte nog in mei 1945 door geallieerde bombardementen gedeeltelijk verwoest was, bracht de regering van de DDR de productie van kwaliteitshorloges in een genationaliseerd bedrijf, VEB GUB, onder. Na de Wende, in 1990, herleefde de bedrijfstak als vóór de oorlog. Glashütte bezit sinds 1953 een 28 m hoge en 184 m lange stuwdam, die uitsluitend voor de regulering van hoogwater gebruikt wordt. Bij het Hoogwater in Centraal-Europa 2002, op 12 augustus 2002, brak deze dam door. In Glashütte vielen geen doden, maar was er wel grote materiële schade. In 2006 was de herbouw van de dam voltooid. Bezienswaardigheden Klokken- en horlogemuseum: Deutsches Uhrenmuseum Glashütte Evangelisch-lutherse Sint-Wolfgangkerk, laatgotisch, voltooid in 1535, met in het interieur een interessant altaarstuk uit 1612 en een plafondschildering, die de Hemelvaart van Jezus voorstelt. Ook de kansel (17e-eeuws) en het kerkorgel (oorspronkelijk uit 1797) zijn bezienswaardig. Partnergemeentes Er bestaan jumelages met: Schramberg, een klokkenmakersstadje in het Zwarte Woud Chrzastowice, een dorp met ongeveer 7.000 inwoners, 12 km ten oosten van Opole, Polen Geboren Hans-Peter Kaul (1943-2014), diplomaat en rechter Externe links Website van de gemeente Glashütte www.uhrenmuseum-glashuette.com Website Horlogemuseum Glashütte
Horloges van de volgende merken worden te Glashütte gemaakt: Glashütte Original, een onderdeel van Swatch Group; productie van luxe horloges A. Lange & Söhne, een onderdeel van het Zwitserse concern Richemont; productie van luxe horloges Union Glashütte, een onderdeel van Swatch Group; productie van luxe horloges Mühle, na een faillissement in 2008 heropgericht; productie van stalen horloges in het midden-prijssegment en speciale horloges voor gebruik op zee. Nomos, productie van een lijn exclusieve horloges Bruno Söhnle, beperkte productie van horloges in de prijsklasse 300-1000 euro Tutima, in de Tweede Wereldoorlog onder de naam UROFA actief als fabrikant van horloges voor piloten van de Luftwaffe (Fliegerchronographe); sedert 2013 worden, o.a. voor NAVO-luchtmachtpiloten weer speciale horloges gemaakt. Deze kunnen bediend worden terwijl men handschoenen draagt. Wempe Chronometerwerke, een chique juwelier uit Hamburg, die in diverse grote wereldsteden winkels heeft, produceert te Glashütte ook horloges onder eigen merknaam. Het bedrijf bezit er ook een laboratorium voor het, in samenwerking met de Duitse overheid, ijken van chronometers en soortgelijke precisie-instrumenten.
1
prijspecificatie, prijsklasse, prijsbereik
148
DaySpa
95015
https://nl.wikipedia.org/wiki/Valkenburg%20%28Limburg%29
Valkenburg (Limburg)
Valkenburg (Limburgs: Valkeberg of Vallekeberg) is een stad in de Nederlandse gemeente Valkenburg aan de Geul, gelegen in het Zuid-Limburgse Heuvelland. Valkenburg is de grootste kern en naamgever van deze gemeente. Valkenburg heeft een sterk toeristisch karakter. De historische stadskern met zijn vele horecagelegenheden, het omliggende heuvelland en een groot aantal toeristische attracties vormen de belangrijkste publiekstrekkers. Geografie Fysische geografie Valkenburg ligt in een dal dat gevormd is door het riviertje de Geul. Diverse steile hellingen leiden aan de noordzijde van het stadje naar het Centraal Plateau en aan de zuidzijde naar het Plateau van Margraten. Bekende hellingen (onder andere in verband met wielrennen) zijn de Cauberg, de Sibbergrubbe en de Emmaberg. Een deel van de hellingen is bebost. De bodem bestaat uit löss of Limburgse klei. In de ondergrond bevinden zich dikke lagen Limburgse mergel, soms afgewisseld met vuursteen, die beide soms aan de oppervlakte komen. Beide soorten natuursteen worden sinds mensenheugenis gewonnen en hebben hun sporen in het landschap nagelaten (zie vuursteenmijnen van Valkenburg en Limburgse mergelgroeven). Stedelijk weefsel Het stadscentrum van Valkenburg bestaat uit twee delen: de historische kern en het winkelgebied. De middeleeuwse kern van Valkenburg is klein. Het omvat een min of meer driehoekig gebied, aan de noordzijde begrensd door de zuidelijke tak van de Geul. Hierbinnen bevinden zich de parochiekerk (H.H. Nicolaas en Barbarakerk), de hoofdstraat (Grotestraat) en een beperkt aantal kleinere straatjes. Een groot deel van de bebouwing is van lokale mergelsteen, wat geleid heeft tot de zelfgekozen titel "Valkenburg Mergelstad". Het huidige winkelcentrum van Valkenburg bevindt zich ten noorden van de historische kern rondom het Theodoor Dorrenplein. Valkenburg kent verschillende pleinen, alle buiten het historische centrum gelegen. Van west naar oost: Grendelplein, Theodoor Dorrenplein, Walramplein en Berkelplein. De belangrijkste naoorlogse uitbreidingswijken bevinden zich ten noordwesten van het centrum (Broekhem en Stoepert) en ten zuidoosten daarvan (Neerhem). Nabijgelegen kernen De plaats Valkenburg omvat ook de ooit als aparte kerkdorpen of buurtschappen beschouwde woonwijken Sint-Pieter, Plenkert, Neerhem, Stoepert en Broekhem, terwijl ook de iets verder weg gelegen buurtschappen Emmaberg en Heek soms tot Valkenburg gerekend worden. Rondom de stad liggen de dorpen Broekhem, Houthem, Berg, Arensgenhout, Hulsberg, Schimmert, Sibbe, Oud-Valkenburg en Schin op Geul, en de buurtschappen Strabeek, Geulhem, Emmaberg, Heek en Vilt. Geschiedenis Prehistorie en Romeinse tijd Al vele duizenden jaren voor de christelijke jaartelling was er sprake van menselijke bewoning in de Geulvallei. Het complex van prehistorische vuursteenmijnen aan de Plenkertstraat was al omstreeks 3300 voor Chr. in bedrijf, evenals de iets recentere vuursteenmijnen in het Biebosch. Talrijke gevonden gebruiksvoorwerpen en diverse fundamenten van bouwwerken zijn het bewijs van een vrij intensieve bewoning in de Romeinse tijd. Ten noorden van Valkenburg, uitkijkend over het Geuldal lagen enkele villae rusticae: de Romeinse villa Valkenburg-Vogelenzang, de Romeinse villa Valkenburg-Bosstraat en de Romeinse villa Valkenburg-Heihof. De laat-Romeinse wachtpost op de Goudsberg kondigde het einde van de Romeinse en het begin van de Frankische tijd aan. Middeleeuwen Het eerste deel van de naam Valkenburg (in het Frans Fauquemont) verwijst waarschijnlijk naar de middeleeuwse valkerij, de jacht met valken, die in de middeleeuwen populair was bij de adel. Het toponiem burg was oorspronkelijk het Middelnederlandse woord voor vesting, maar heeft daarnaast ook de betekenis van burcht of kasteel en van stad. De eerste schriftelijke vermelding van de naam Valkenburg dateert van 1041. In dat jaar schonk de Duitse koning Hendrik III een aantal dorpen aan zijn nicht Ermgard (of Irmengard). De oorkonde draagt de datum 15 februari 1041 en de naam Falchenberch is duidelijk leesbaar. Waarschijnlijk was het Gosewijn I van Valkenburg, die op de Heunsberg het eerste Kasteel Valkenburg bouwde en van daaruit de stad en het Land van Valkenburg bestuurde. Geleidelijk groeide aan de voet van de Heunsberg een nederzetting, die echter in alle opzichten afhankelijk was van de hooggelegen burcht. De heren van Valkenburg bezaten onder meer het patronaatsrecht van de kerk van Valkenburg en zorgden voor het onderhoud van de verdedigingswerken. Belegeringen en veroveringen kenmerken de geschiedenis van Valkenburg. Zo werd in 1327 tijdens een belegering door hertog Jan III van Brabant de Geul afgedamd en het stadje onder water gezet. Leden van het huis Heinsberg-Valkenburg speelden een belangrijke rol in de West-Europese geschiedenis. Twee leden van de familie bekleedden de belangrijke post van aartsbisschop en keurvorst van Keulen: Filips I van Heinsberg en Engelbert II van Valkenburg. Gosewijn III was een belangrijk bondgenoot en krijgsheer in dienst van keizer Frederik I Barbarossa bij diens Italië-campagnes, Walram de Rosse geldt als een van de helden van de Slag bij Woeringen en Walrams zuster Beatrix van Valkenburg, getrouwd met Richard van Cornwall, bracht het zelfs tot Rooms-Duits koningin. In 1352 stierf de Valkenburgse dynastie uit. Toch bleef het Land van Valkenburg min of meer zelfstandig onder Brabants toezicht als een van de drie Landen van Overmaas. In latere jaren waren de drossaards namens de hertogen van Brabant verantwoordelijk voor onder andere de inning van belastinggelden en de instandhouding van het kasteel en de stadsmuren. De drossaard Dirk van Pallandt zorgde er in 1465 voor dat het beleg door de Luikenaren kon worden afgeslagen. Van de Tachtigjarige Oorlog tot de XIXe eeuw Tijdens de Tachtigjarige Oorlog vonden diverse belegeringen van het Geulstadje plaats, waarvan de bloedigste in 1636 aan circa 50 burgers het leven kostte. In 1644 werd in Valkenburg het simultaneum ingevoerd, wat inhield dat de parochiekerk vanaf dat moment gedeeld moest worden door rooms-katholieken en protestanten. Bij de Vrede van Münster van 1648 werd er geen overeenstemming bereikt over het Land van Valkenburg. Pas in 1661 sloten de Republiek der Verenigde Nederlanden en Spanje het Partagetraktaat, waarin de Landen van Overmaas werden verdeeld in een Staatse partage en een Spaanse partage. Terwijl het kasteel en de stad Valkenburg Staats werden, bleven de naburige dorpen Sibbe, Oud-Valkenburg, Strucht, Schin op Geul en het Kasteel Oost onder Spaans bestuur. De Geul vormde aan de noordkant van het stadje de grens tussen de twee partages. Op het zogenaamde Geuleiland, direct buiten de Geulpoort, verrees in 1661 het nog bestaande Spaans Leenhof. In 1785 sloten de Staten-Generaal en de Oostenrijkse Habsburgers het Verdrag van Fontainebleau, waarbij de eerdergenoemde dorpen Staats werden. Het kasteel van Valkenburg werd in het rampjaar 1672 verwoest door terugtrekkende Hollandse troepen, die wilden voorkomen dat de oprukkende Fransen er gebruik van konden maken. Slechts twee stadspoorten (de Berkelpoort en de Grendelpoort) en een deel van de stadswallen overleefden de vernietiging. De machtige hoogteburcht was nog slechts een ruïne. Valkenburg was vanaf dat moment niet langer vestingstad, maar behield in bestuurlijk opzicht een zeker belang. Behalve het eerder genoemde Spaans Leenhof, zetelde in het landhuis in de Grotestraat de Staatse rechtbank, waar in de 18e eeuw onder andere strafprocessen werden gevoerd tegen (vermeende) leden van de bende der Bokkenrijders die daarna opgehangen werden op de galg op de Emmaberg. Een plaquette aan de muur van het streekmuseum, dat op de plaats van het landhuis staat, herinnert aan deze duistere periode. Stichtingen van Duitse kloosters Tijdens de Kulturkampf van 1872 tot 1879, die Otto von Bismarck voornamelijk in Pruisen voerde tegen de Katholieke Kerk werden er in en rond Valkenburg enkele Duitse kloosters gesticht: Het Klooster Ravensbosch. In 1885 bouwden Duitse paters Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria dit klooster bij Arensgenhout met priesteropleiding. Als onderdeel van de Kulturkampf werd in 1872 in het koninkrijk Pruisen de jezuïetenwet aangenomen. Daardoor moesten in de Pruisische Rijnprovincie de vestigingen in Keulen, Essen, Bonn-Kreuzberg, Bonn-Stad, Aken, Koblenz en Maria Laach worden gesloten. Zij kwamen in 1873 naar Zuid-Limburg en vestigden in Valkenburg het Collegium Maximum. Eerste steen gelegd op 1. Mai 1893. Het werd opleidingscentrum voor de Duitstalige Jezuïeten met een huisbibliotheek met 100.000 banden. Daarnaast hadden zij een vakbibliotheek in hun eigen woonvleugels. In 1942 vestigde de bezetter de Reichsschule der SS in het gebouw. De kleine kloostergemeenschap Franciscanessen van St. Jozef kwamen in 1877 naar Valkenburg en openden in 1883 het Instituut St. Jozef. In de volksmond werd het ‘Klooster op St. Pieter’ genoemd, afgeleid van de gelijknamige buurtschap. Sinds 1967 onder de naam 'Kloosterkerk' in gebruik door de Hervormde Gemeente. Toerisme Rond het midden van de negentiende eeuw ontwikkelde zich een nieuwe bron van inkomsten in het tot dan toe voornamelijk agrarisch georiënteerde stadje: het toerisme. De opening van de spoorlijn Aken - Maastricht in 1853 met het station Valkenburg (het oudste nog in gebruik zijnde stationsgebouw van Nederland) was een belangrijke stap op weg naar ontsluiting van het tot dan toe betrekkelijk geïsoleerde gebied. Om de aanvankelijk voornamelijk welgestelde toeristen van informatie en vermaak te voorzien, werd in 1885 in Valkenburg de eerste VVV van Nederland opgericht. Tevens zou in Valkenburg in 1901 het eerste dodelijke slachtoffer van een auto-ongeluk zijn gevallen. 1940-1945 Aanvankelijk leek de oorlog in Valkenburg wel mee te vallen. Dat veranderde toen de Duitsers ook hier Joden gingen deporteren. De joodse gemeente Valkenburg telde 19 gezinnen met 64 leden. Van de Joodse inwoners werden er 42 vermoord. Een ongeveer even groot aantal Joden heeft in Valkenburg de oorlog overleefd, onderduikers van elders meegeteld. Voor de huizen van waar mensen zijn gedeporteerd liggen zoals op zoveel plaatsen struikelstenen. De kans voor Joden om te overleven was volgens Herman Rens in Limburg groter dan in de rest van Nederland. Dat lag voornamelijk aan de agrarische gebieden in Noord-Limburg westelijk van de Maas en aan het district Heerlen van de L.O., waartoe ook Valkenburg behoorde. Hij stelt, dat die overlevingskans vooral op twee oorzaken terug te voeren was: de aanwezigheid van een kleine besloten groep, die elkaar precies kende en de aanwezigheid van initiatiefnemers. Dat was ook in Valkenburg het geval, toen Giel Berix uit Heerlen de Valkenburger Pierre Schunck voor het verzet kon winnen, want die was al actief in de Katholieke Actie, die veel verzetsmensen heeft opgeleverd. Behalve de Joodse onderduikers waren er ook jonge mannen die niet wilden gaan werken in Duitsland, uit Valkenburg zelf (die vaak met behulp van familie konden onderduiken), maar ook van elders. De plaatselijke afdeling van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) had met een bijzondere situatie te maken. De onderduikers werden niet alleen bij boeren ondergebracht, maar ook in hotels. Die waren voor een groot deel door het Duitse leger gevorderd. En juist daardoor waren de onderduikers er veilig. Maar het werden er steeds meer, de bevriende ambtenaren op het distributiekantoor konden het niet meer bijbenen. Een overval op het distributiekantoor in Valkenburg bleek onvermijdelijk. Daarbij werd een enorme hoeveelheid ditributiepapieren buitgemaakt, waarmee ook de rest van Zuid-Limburg kon worden voorzien. Kort voor de bevrijding, op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) werden Sjeng Coenen en Joep Francotte, leden van de Knokploeg Zuid-Limburg, gearresteerd en op de Cauberg doodgeschoten. Zij hadden kort daarvoor nog deelgenomen aan de bevrijding van 80 gevangenen uit het Huis van Bewaring in Maastricht. Op de plek waar zij werden gefusilleerd staat een gedenksteen voor Coenen en Francotte. Daarachter werd het herdenkingsmonument van het Limburgs verzet opgericht. In 1958 werd er een zeshoekige kapel gebouwd met op de wanden de namen van de Limburgse verzetsmensen die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Bij deze kapel, het Provinciaal Verzetsmonument, vindt jaarlijks op 4 mei een dodenherdenking plaats. Tot 2005 was er bovendien begin september een aparte herdenking van de Limburgse verzetsmensen bij deze kapel, maar daarvan zijn er nu niet meer genoeg. Bij de bevrijding door de Amerikanen in september 1944 werden in Valkenburg grote verwoestingen aangericht, waarbij onder andere alle Geulbruggen en enkele hotels werden opgeblazen. De Geul was enkele dagen frontlijn, terwijl een groot deel van de bevolking in de uitgestrekte gangenstelsels van de mergelgrotten schuilde Na de oorlog Tot ver in de 20e eeuw behoorden de direct buiten de stadsmuur gelegen huizen tot andere gemeenten en parochies. Zo behoorde het gebied buiten de Grendelpoort tot de parochie en gemeente Berg en Terblijt. De wijk Neerhem buiten de Berkelpoort behoorde tot 1948 tot de gemeente Oud-Valkenburg. In de periode na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde het toerisme in Valkenburg zich voorspoedig, wat in de jaren 1970 tot ongewenste uitwassen van massatoerisme leidde, vooral door grote groepen jongeren in de zomermaanden. De daarop volgende verminderde populariteit van Valkenburg als toeristenbestemming (mede door de opkomst van vakantielanden als Spanje en Griekenland) leidde tot een heroriëntering, onder andere het inzetten op hoogwaardige vormen van toerisme (congrestoerisme, medisch toerisme, kuuroord, erfgoedtoerisme), spreiding van het aantal bezoekers ("Valkenburg Kerststad") en het aanspreken van andere doelgroepen (ouderen, welgestelden). Op 14 en 15 juli 2021 overstroomden delen van Valkenburg doordat na hevige regenval de Geul buiten haar oevers trad. Daarbij raakten de bruggen over de Geul instabiel en werd de brug over de Geul in de Emmalaan door de kracht van het water weggeslagen. Honderden inwoners werden geëvacueerd, waaronder de bewoners van enkele verpleeg- en verzorgingshuizen, waarbij militairen assistentie verleenden. Met name het centrum van de stad werd zwaar getroffen. 700 woningen werden tijdelijk onbewoonbaar. In totaal werden 2300 huishoudens, 270 horecaondernemingen en 180 winkels getroffen door het hoge water. De schade werd geschat op ongeveer 400 miljoen euro, waarvan de helft inkomstenderving betrof. Bezienswaardigheden Erfgoed Een deel van het centrum van Valkenburg geniet bescherming als rijksbeschermd gezicht Valkenburg. Binnen dit gebied, maar ook buiten het centrum, liggen een groot aantal rijksmonumenten. De meeste oudere gebouwen zijn opgetrokken uit lokaal gedolven mergelsteen. Verdedigingsbouwwerken In het centrum van Valkenburg liggen een aantal bouwwerken die van strategisch belang waren voor de hoofdstad van het Land van Valkenburg, onder andere de ruïne van het Kasteel Valkenburg (de enige hoogteburcht in Nederland), het Kasteel Den Halder (oorspronkelijk een middeleeuwse vestingtoren, later verbouwd tot kasteelachtig huis), een deel van de middeleeuwse stadsmuur (in het Den Halderpark), de twee stadspoorten Berkelpoort en Grendelpoort. Deze laatste poort is in 2014 gerestaureerd en deels herbouwd, terwijl in hetzelfde jaar ook de reconstructie van de verdwenen Geulpoort is begonnen. Religieuze bouwwerken De rooms-katholieke H.H. Nicolaas en Barbarakerk is een gotische kerk met een romaanse toren, die eind 19e eeuw door Pierre Cuypers aanzienlijk werd vergroot. Naast de kerk staat de Nicolaas-perroen, het Heilig Hartbeeld en de Mariakapel. De kerk wordt ook wel "oude kerk" genoemd, ter onderscheiding van de "nieuwe kerk", de kerk van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand uit 1961. In de wijk Broekhem staat de Sint-Jozefkerk, een ontwerp van Alphons Boosten uit 1931. Aan de Plenkertstraat staat het voormalige Hervormde kerkje van Valkenburg, dat thans dienstdoet als restaurant. De protestantse gemeente van Valkenburg kerkt nu in de Kloosterkerk, de kapel van het reeds genoemde voormalige Franciscanessenklooster. Dit klooster, evenals dat van de Paters H.H. Harten (ofwel "paters van de Cauberg", voorheen het Ursulinenklooster) en het voormalig Jezuïetenklooster zijn monumentale gebouwen, die getuigen van het rijke roomse leven in het Geulstadje en waarvoor andere bestemmingen gezocht zijn. Het Sint-Jozefklooster is een in 1984 gebouwd klooster voor de Franciscanessen van de Heilige Jozef, die voordien op Sint Pieter en in het voormalig Jezuïetenklooster hadden gewoond. Andere kloosters zijn de Priorij Regina Pacis en het voormalig Redemptoristenklooster. Het voormalig Klooster Ravensbosch ligt enkele kilometers ten noorden van de kom, nabij Arensgenhout. Bijzonder is de Begraafplaats Cauberg, terrasvormig aangelegd op de steile helling van de Cauberg, met onder andere voor Nederland unieke galerijgraven. Een viertal grafmonumenten bezitten de status van rijksmonument. Andere religieuze monumenten in Valkenburg zijn de Lourdesgrot op de Cauberg, de Romeinse Katakomben en de kluis op de Schaelsberg. Ontwerpen van Cuypers De bekende architect Pierre Cuypers woonde van 1894 tot 1898 aan de Neerhem in Valkenburg. Al voor die tijd, maar ook erna, verbleef hij regelmatig in het Geulstadje en werkte hij mee aan de realisering van een aantal projecten, die belangrijk waren voor de ontwikkeling van Valkenburg als toeristisch centrum. Zijn ontwerp voor een nieuw raadhuis en zijn plannen voor de restauratie en gedeeltelijke heropbouw van de kasteelruïne werden niet uitgevoerd. Het door Cuypers ontworpen neogotische monument aan de voet van de Cauberg werd in 1954 bij een fataal busongeluk verwoest. Wel gerealiseerd en bewaard gebleven zijn: Kuurhotel Huis ter Geul, thans Parkhotel Valkenburg (ca. 1890-92); Uitbreiding van de H.H. Nicolaas en Barbarakerk (1891); Neogotische Grafkapel Habets op de begraafplaats Cauberg (1892) Restauratie en gedeeltelijke herbouw van Kasteel Schaloen in Oud-Valkenburg (1894); Romeinse Katakomben (1908-10); Openluchttheater Valkenburg (1915). Overig erfgoed Andere monumentale gebouwen in de binnenstad zijn het Spaans Leenhof (een 17e-eeuws gerechtsgebouw), de Oude of Banmolen, de Franse Molen en het voormalige raadhuis (thans Museum Valkenburg). Buiten het centrum bevinden zich enkele voorname kastelen, kasteelboerderijen, villa's en buitenverblijven, waaronder Kasteel Oost (14e-19e eeuw) met fraaie tuinen, Villa Alpha en Villa Rozenheuvel aan de Plenkertstraat, Villa Leeuwenhorst aan de Nieuweweg, Villa Jacoba aan de Kloosterweg, en de villa's Beukenhof, Geerlinkshof, Sole Mio en Bella Vista in Broekhem. Ook bevindt zich in Valkenburg de kolossale Dikke Kei. Parken en natuurgebieden Wandelen en andere vormen van natuurbeleving behoren al sinds het midden van de 19e eeuw tot de pijlers van het toerisme in Valkenburg. Het Den Halderpark, het Odapark, Park Dersaborg en Kasteelpark Oost zijn kleinschalige stadsparken met gazons, boomgroepen, bloemperken, kunstwerken en rustbanken. Het Geulpark, het Rotspark, het Kuurpark en Polferbos zijn veel meer natuurparken, die uitnodigen tot stevige wandelingen. In de directe omgeving van Valkenburg bevinden zich verder diverse bossen en andere natuurgebieden, waaronder het Geuldal, de Cauberg, de Heunsberg, het Sint-Jansbosch, het Biebosch, het Schaelsbergerbos en het Ravensbosch. Een van oudsher populaire wandeling voert vanaf het centrum van Valkenburg langs de Geul, de Sint-Jansbron en kasteel Oost naar de Drie Beeldjes, een 18e-eeuwse calvariegroep. Economie Detailhandel Valkenburg was vanouds een regionaal koopcentrum, dat evenwel sterk in betekenis heeft ingeboet. Vooral het toenemend gebruik van de auto leidde vanaf de jaren 1960 tot concurrentie van nabije koopcentra als Maastricht en Heerlen, en van winkelcentra langs autosnelwegen zoals Makado Beek en Maasmechelen Village. Toch vervult de detailhandel in Valkenburg nog een belangrijke streekfunctie. In de Doctor Erensstraat vindt op maandag de wekelijkse warenmarkt plaats. Echte winkelstraten zijn de Lindenlaan, de Passage, de Louis van der Maesenstraat en de Doctor Erensstraat. Van 2013 tot 2016 werd een deel van de winkels aan de twee laatstgenoemde straten gesloopt en vervangen door het nieuwe winkelcentrum Aan de Kei met een grote parkeergarage. Toerisme Voor de lokale economie is het toerisme van allesoverheersend belang. De totale hotelcapaciteit in de gemeente Valkenburg aan de Geul bedraagt in 2015 ca. 4370 bedden; dit aantal is echter al vele jaren dalende. Ook het aantal campings is gedaald (in 2013 nog 9); het aantal recreatiewoningen daarentegen is sinds 2000 sterk gestegen (ca. 630). In 2012 werden 1.136.969 overnachtingen geboekt in hotels, pensions, B&B's, vakantieappartementen, recreatiebungalows en kampeerterreinen in de gemeente. Het aantal dagjesmensen, met name in de zomermaanden en rondom kerstmis, bedraagt een veelvoud daarvan. De belangrijkste toeristische trekpleisters zijn de natuur rondom Valkenburg, het beschermde stadsgezicht van het historische stadje, een groot aantal kastelen, enkele watermolens en diverse typisch Limburgse carréboerderijen, en verder een reeks toeristische attracties en evenementen. Het belangrijkste evenement qua aantal bezoekers is Kerststad Valkenburg, de verzamelnaam voor een aantal activiteiten in de maand december, waaronder meerdere kerstmarkten in mergelgrotten (zoals de Kerstmarkt Gemeentegrot) en een wekelijkse christmas parade. In 2014 trok dit evenement, dat door de Amerikaanse televisiezender CNN geplaatst werd op een lijst met "twaalf beste bestemmingen om de Kerst door te brengen", meer dan een miljoen bezoekers. Voornaamste attracties De bekendste attracties in Valkenburg zijn: Gemeentegrot, Fluweelengrot, Romeinse Katakomben, Steenkolenmijn Valkenburg, MergelRijk, De Grottentocht en andere mergelgrotten Museum Valkenburg Wilhelminatoren en Kabelbaan Valkenburg Rotspark en Openluchttheater Valkenburg Kuurpark, Thermae 2000 en Holland Casino Pretpark De Valkenier Sprookjesbos Valkenburg Amstel Gold Race Xperience Sport, recreatie en natuurbeleving Sport In Valkenburg zijn een groot aantal sportverenigingen actief. Het belangrijkste sportcomplex (met o.a. voetbalvelden van VV Walram en tennisbanen) is Sportpark Oost, vlak bij Kasteel Oost. De Polfermolen is een multifunctioneel centrum waarin onder andere een overdekt zwembad, een sporthal en fitnessruimten zijn ondergebracht. Wielrennen Valkenburg is zowel nationaal als internationaal bekend als locatie van wielerevenementen. Zo is er vijf keer het WK wielrennen op de weg verreden (in 1938, 1948, 1979, 1998, 2012) en zijn er twee keer etappes van de Ronde van Frankrijk aangekomen (in 1992 en in 2006). Op het nationale vlak is de plaats herhaaldelijk het toneel van landskampioenschappen en aankomsten in meerdaagse koersen. De Cauberg is een belangrijke klim in de Amstel Gold Race Nederlands enige wielerklassieker. Sinds 2013 ligt de finish niet langer op de top van deze heuvel, maar een kleine twee kilometer verderop in het dorp Vilt. In 2012 werd de Hill of Fame onthuld op de Cauberg, bestaande uit stalen tegels waarmee de wereldkampioenen wielrennen worden geëerd. Deze dienen ter vervanging van de paaltjes met plaquettes die eerder in het Kuurpark werden geplaatst. Bekende inwoners Geboren in Valkenburg Wien Cobbenhagen (1950-2015), beeldhouwer en medailleur Sjef Diederen (1932-2012), zanger en liedjesschrijver Els Diederen (1946), dichteres, schrijfster Guus Smeets (1948-2020), zanger en liedjesschrijver Theodoor Dorren (1857-1937), samensteller van Valkenburgs woordenboek (1917) Martin Eurlings (1946), politicus, burgemeester van Valkenburg aan de Geul Camiel Eurlings (1973), minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Balkenende IV Jan van Hout (1908-1945), wielrenner Marjon Lambriks (1949), operettezangeres Marc Lotz (1973), wielrenner Raymond Meijs (1968), wielrenner Christiaan Alfons Prevoo (1855-1929), architect en stedenbouwkundige Charles Quaedvlieg (1823-1874), kunstschilder Gerlach Royen (1880-1955), taalkundige Woonachtig (geweest) in Valkenburg Hans Coumans (1965-1976), kunstschilder Pierre Cuypers (1827-1921), architect, ontwerper Jan Hanlo (1912-1969), dichter en schrijver Erie Klant (1912-1990), dompteur, dierentuinbeheerder Lei Molin (1927-1990), kunstschilder Rob Ruijgh (1986), wielrenner Pierre Schunck (1906-1993), verzetsstrijder en zakenman Erich Wasmann s.j. (1859-1931), pater, entomoloog Trivia Het album De jolige joffer uit de Suske en Wiske-reeks speelt zich af op verschillende locaties in en rondom Valkenburg. De autobiografische boeken van Irmgard Smits (Nederlands jongste schrijfster) spelen zich af in Valkenburg. Zie ook Lijst van heren en drossaards van Valkenburg Lijst van burgemeesters van Valkenburg Externe link Officiële website van de gemeente Plaats in Limburg (Nederland) Geografie van Valkenburg aan de Geul Voormalige gemeente in Limburg (Nederland)
Na de oorlog Tot ver in de 20e eeuw behoorden de direct buiten de stadsmuur gelegen huizen tot andere gemeenten en parochies. Zo behoorde het gebied buiten de Grendelpoort tot de parochie en gemeente Berg en Terblijt. De wijk Neerhem buiten de Berkelpoort behoorde tot 1948 tot de gemeente Oud-Valkenburg. In de periode na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde het toerisme in Valkenburg zich voorspoedig, wat in de jaren 1970 tot ongewenste uitwassen van massatoerisme leidde, vooral door grote groepen jongeren in de zomermaanden. De daarop volgende verminderde populariteit van Valkenburg als toeristenbestemming (mede door de opkomst van vakantielanden als Spanje en Griekenland) leidde tot een heroriëntering, onder andere het inzetten op hoogwaardige vormen van toerisme (congrestoerisme, medisch toerisme, kuuroord, erfgoedtoerisme), spreiding van het aantal bezoekers ("Valkenburg Kerststad") en het aanspreken van andere doelgroepen (ouderen, welgestelden).
1
kuuroord, wellnesscentrum, dagspa
2,548
HowToTip
2701274
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mirjam%20van%20der%20Vegt
Mirjam van der Vegt
Mirjam van der Vegt (1977) is een Nederlandse journalist. Ze is werkzaam als schrijver, spreker en (stilte)trainer. Carrière Voormalig journalist Mirjam van der Vegt is auteur en stiltetrainer. Zij geeft trainingen en retraites rondom rust. Van haar boeken rondom stilte werden al meer dan 70.000 exemplaren verkocht. Haar boek De kracht van rust werd in 2021 verkozen tot Beste Spirituele Boek. Ook zag in 2021 haar eerste boek Koester je hart het levenslicht in Amerika, onder de titel Stilte - The Dutch Art of Quietude. Vanuit de Kairos Academy geeft zij trainingen specifiek voor rust op de werkvloer. Na een hbo-opleiding Journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede werkte Mirjam van der Vegt bij de actualiteitenprogramma's Twee Vandaag en Netwerk. Daarna schreef ze achtergrondartikelen voor het programmablad Visie en werkte ze aan verschillende projecten, zoals een documentaire over homoseksualiteit, een lessenpakket over zelfdoding en een e-cursus rondom stilte. Vanuit ervaringsdeskundigheid rondom een burnout begon haar fascinatie met stilte. Persoonlijk Mirjam van der Vegt is getrouwd en zij heeft samen met haar man twee dochters. Momenteel is zij woonachtig in Houten. Bibliografie Stiltelijn – non-fictie Leren van bomen – 50 meditaties, 2022 Eeuwenoude stilte hier en nu, 2021 De kracht van rust, 2020 (Beste Spirituele Boek 2021) Stilte, The Dutch Art of Quietude, 2021 Koester je hart - 40 stiltetips voor je leven, 2012 Stille Momenten, notitieboek, 2012 Stil mijn ziel, cd, 2013 Stiltedagboek met 365 bijbelmeditaties, 2013 Stilteagenda, 2014-2015, 2017-2018 Herademen met de Psalmen - 40 stiltemeditaties, 2015 Adem de dag, 365 momenten van verstilling en bezieling – inclusief de Ademreeks, 2016 Durf te leven - vrij bewegen in een angstige wereld, 2014 Stil, 2014 (glossy) Romans Schaduwvlucht, 2009 De laatste patiënt, 2011 De zomer van de vreemdeling, 2012 (novelle) Het naaiatelier, 2016 (novelle) Non-fictie, documentaires Uit de schaduw, 2004 (documentaire en boek over homoseksualiteit in christelijke kring Zelfdoding, 2011 (lespakket over zelfmoord) Op zoek naar God in de stilte (e-cursus), 2013 Externe links Homepage auteur Nederlands schrijver
Stiltelijn – non-fictie Leren van bomen – 50 meditaties, 2022 Eeuwenoude stilte hier en nu, 2021 De kracht van rust, 2020 (Beste Spirituele Boek 2021) Stilte, The Dutch Art of Quietude, 2021 Koester je hart - 40 stiltetips voor je leven, 2012 Stille Momenten, notitieboek, 2012 Stil mijn ziel, cd, 2013 Stiltedagboek met 365 bijbelmeditaties, 2013 Stilteagenda, 2014-2015, 2017-2018 Herademen met de Psalmen - 40 stiltemeditaties, 2015 Adem de dag, 365 momenten van verstilling en bezieling – inclusief de Ademreeks, 2016 Durf te leven - vrij bewegen in een angstige wereld, 2014 Stil, 2014 (glossy)
1
tips, instructies, technieken
10,684
CafeOrCoffeeShop
5770252
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maher%20Al%20Sabbagh
Maher Al Sabbagh
Maher Al Sabbagh (ca.1964) is een Syrische filmmaker en kok, die de Mediterrane en Arabische keuken kookt. Levensloop Al Sabbagh groeide op in Damascus. Daar leerde hij naar eigen zeggen vanaf zijn zevende van zijn grootmoeder het traditionele koken. Ze reisden samen naar Iran, de Sinaï, Libanon, Jordanië en Palestina om daar oude recepten te proeven. Op zijn twintigste emigreerde hij naar Sicilië, omdat hij toen meende dat de belangrijkste keuken van Europa zich daar bevond. In Italië deed hij ook een opleiding tot cineast. Al Sabbagh is uiteindelijk via Damascus, Isfahan, Beiroet, Caïro, Rome, Sicilië, en Milaan in 1992 in Rotterdam aangekomen, waar hij aan de slag ging in Café De Unie aan de Mauritsweg en zijn klanten introduceerde in de wereldkeuken. Hij heeft ook gewerkt in restaurant Lux aan de 's Gravendijkwal, waar hij de Siciliaanse keuken introduceerde. In 2012 begon hij als chef-kok in het Maastrichtse kunsthuis Marres de Marres Kitchen. Daar heeft hij omstreeks 2018-2019 het stokje overgedragen aan Farid, een Afghaan die toen achttien jaar Al Sabbagh in de keuken geassisteerd had. Thans is Al Sabbagh chef-kok en mede-eigenaar van het eetgelegenheid De Zijderoute Culinair, aan de Oostplein in Rotterdam. Familie Al Sabbagh heeft twee zonen, Mautaz (ca.1993) en Jeroen (ca. 2007). Filmografie Kok Syrisch persoon 2000: Nero su Bianco 2007: The Arabian dream 2008: Smells like Arabian spirit 2013: Here is always somewhere else Externe link Regisseur
Al Sabbagh is uiteindelijk via Damascus, Isfahan, Beiroet, Caïro, Rome, Sicilië, en Milaan in 1992 in Rotterdam aangekomen, waar hij aan de slag ging in Café De Unie aan de Mauritsweg en zijn klanten introduceerde in de wereldkeuken. Hij heeft ook gewerkt in restaurant Lux aan de 's Gravendijkwal, waar hij de Siciliaanse keuken introduceerde.
1
café, koffiebar, koffiezaak
5,353
IndividualProduct
584539
https://nl.wikipedia.org/wiki/Klauwplaat
Klauwplaat
Een klauwplaat is het onderdeel van een draaibank waarin het te bewerken stuk metaal wordt vastgeklemd. De klauwplaat is bevestigd op de hoofdas, die via een tandwielkast door een elektromotor wordt aangedreven. Een klauwplaat heeft drie of vier bekken ofwel klauwen, die per stuk of tegelijk aangespannen kunnen worden. In het laatste geval spreekt men van een zelfcentrerende klauwplaat. De klauwen kunnen ook andersom op de plaat bevestigd worden om zodoende hol materiaal van binnenuit te kunnen opspannen. Drieklauw De drieklauw is meestal uitgevoerd als zelfcenterende klauwplaat. Dit heeft als voordeel dat het werkstuk met één beweging van de sleutel vastgezet kan worden. Een voorwaarde is wel dat het materiaal rond, driehoekig of zeshoekig van doorsnede is. De klauwplaat zelf bestaat uit een grote ronde cilinder en drie klauwen die door het aandraaien van de sleutel in de richting van het midden bewegen. De werking is enigszins te vergelijken met de boorkop van een boormachine, waaraan drie klauwen zitten die met een sleutel open en dicht gedraaid kunnen worden. In de praktijk blijkt vaak dat de zelfcentrerende eigenschap niet perfect werkt: bij het opnieuw inspannen van een werkstuk kan de centrering een kleine afwijking vertonen. Er zijn echter ook klauwplaten beschikbaar die d.m.v. extra stelschroeven na gecentreerd kunnen worden. Vierklauw Er bestaan zowel zelfcentrerende als onafhankelijke vierklauwen. De zelfcentrerende vierklauw werkt hetzelfde als een (zelfcentrerende) drieklauw. Met een zelfcentrerende vierklauw kan naast rond en zeskantig ook vierkant materiaal gespannen worden. Verder kan met een vierklauw ook strip worden gespannen, door twee tegenover elkaar liggende bekken te verwijderen. Met een niet zelfcentrerende vierklauw kan ook materiaal van afwijkende vormen worden vastgeklemd, indien gewenst ook excentrisch. Elk van de bekken kan afzonderlijk aangespannen of losgenomen worden en eventueel ook andersom geplaatst worden om een werkstuk met grillige vorm te kunnen inspannen. Hierdoor bestaat ook de mogelijkheid om een werkstuk zeer nauwkeurig gecentreerd in te spannen, met behulp van bijvoorbeeld een meetklok of puppitaster. Zachte drieklauw Een zachte drieklauw heeft als kenmerk dat de bekken van relatief zacht (en dus gemakkelijk te bewerken) staal zijn gemaakt. Een zachte drieklauw kan op de draaibank bewerkt worden met een standaardbeitel ("uitdraaien"). Hierdoor krijgen de bekken de ideale maat en kan een werkstuk slingervrij opgespannen worden. De zachte drieklauw dient "onder spanning" te worden uitgedraaid, door een uitdraairing in te spannen tijdens het uitdraaien van de bekken. Als er (meestal door slijtage) imperfecties zijn op het spindel binnen de klauwplaat, zullen niet alle afmetingen werkstukken perfect slingervrij draaien. Bekken Voor een zelfcentrerende drieklauw en vierklauw zijn er binnen- en buitenbekken beschikbaar. De klauwplaat is genummerd en de bekken dienen van hetzelfde (unieke) serienummer te zijn voorzien. Dit garandeert een nagenoeg slingervrij systeem. Het systeem kan wel werken met bekken met afwijkend serienummer, maar de slingering kan dan aanzienlijk zijn. Verder is elke bek genummerd 1-2-3-(4). Op de klauwplaat staan deze nummers ook vermeld. Bij het monteren van de bekken moet dit op de juiste plaats in de klauwplaat gebeuren. Zowel de volgorde alsmede de positie is van essentieel belang voor de goed werkend systeem. Men begint met bek 1 te monteren, en daarna oplopend de volgende bekken. Vierklauwen worden ook op houtdraaibanken gebruikt, maar hebben zeer verschillende bekken vergeleken met de bekken die in de metaaltechniek gebruikt worden. Bekken voor hout houden rekening met het vervormen van hout en vormen elk een kwartcirkel, zodat ze op een veel grotere oppervlakte aangrijpen. Werktuig Metaaltechniek
Bekken Voor een zelfcentrerende drieklauw en vierklauw zijn er binnen- en buitenbekken beschikbaar. De klauwplaat is genummerd en de bekken dienen van hetzelfde (unieke) serienummer te zijn voorzien. Dit garandeert een nagenoeg slingervrij systeem. Het systeem kan wel werken met bekken met afwijkend serienummer, maar de slingering kan dan aanzienlijk zijn. Verder is elke bek genummerd 1-2-3-(4). Op de klauwplaat staan deze nummers ook vermeld. Bij het monteren van de bekken moet dit op de juiste plaats in de klauwplaat gebeuren. Zowel de volgorde alsmede de positie is van essentieel belang voor de goed werkend systeem. Men begint met bek 1 te monteren, en daarna oplopend de volgende bekken.
2
individueel product, serienummer, productidentificatie
4,889
ParkingFacility
522409
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bundesautobahn%2045
Bundesautobahn 45
(B3) |} |} De Bundesautobahn 45 (kort BAB 45, A45 of 45), ook wel Sauerlandlinie genoemd, is een Duitse autosnelweg die de A2 bij Dortmund (Kreuz Dortmund-Nordwest) verbindt met de A3 (Seligenstädter Dreieck) bij Aschaffenburg. Belangrijke plaatsen langs deze route zijn: Dortmund, Hagen, Olpe, Siegen, Dillenburg, Wetzlar, Gießen en Hanau. Wegens het verloop van het, door de topografie aangepaste, tracé over het heuvelige landschap van het Sieger- en Sauerland en de daarmee verbonden noodzakelijkheid voor het bouwen van vele kunstwerken, wordt de weg ook wel Königin der Autobahnen (koningin van de autosnelwegen) genoemd. Over een lengte van 257 kilometer zijn er 73 bruggen, dat gemiddeld gezien betekent dat de afstand tussen twee bruggen ongeveer 3,5 kilometer is. Onder deze bruggen is de Talbrücke Sichter tussen Lüdenscheid en Meinerzhagen op een hoogte van 530 meter Normalnull de hoogstgelegen en de Siegertalbrücke bij Siegen-Eisersfeld met 1.050 meter niet alleen de langste, maar ook met 106 meter boven het dal de hoogste van de A45. De totale A45 is onderdeel van de Europese weg 41 (E41). Daarnaast lift tussen Kreuz Olpe-Süd en Wetzlar-Ost de Europese weg 40 (E40) een stukje met de A45 mee. Deze snelweg is een van de alternatieven voor de A3 tussen het Ruhrgebied en Frankfurt am Main. Verloop De snelweg begint bij Kreuz Dortmund-Nordwest, waar het van de A2 afbuigt en in zuidelijke richting voert. Oorspronkelijk zou dit drietaksknooppunt tot een volledig viertaksknooppunt omgebouwd worden en de A45 tot voorbij Olfen verlengd worden. Deze nieuwbouwplannen werden in de jaren 80 echter geschrapt. De eerste circa 25 kilometer tot Westhofener Kreuz vormt de snelweg het westelijke deel van de snelwegring van Dortmund, met Dortmund aan de oostkant en de Ruhrgebiedsteden Castrop-Rauxel en Witten aan de westkant van de weg. In deze omgeving kruist de A45 de door het Ruhrgebied lopende snelwegen A42, A40 en A44 evenals de snelwegenachtige B54. Al in het zuidelijke stadsgebied van Dortmund wordt het landschap heuveliger, waardoor hier enige dalbruggen gebouwd moesten worden. Zuidelijk van het knooppunt met de A1 bij Schwerte-Westhofen, waar de ring van Dortmund verlaten wordt, gaat de A45 over twee lange bruggen over de rivieren Ruhr en Lenne, waarna de snelweg de stad Hagen met het gelijknamige knooppunt bereikt, die een verbinding vormt met de A46 naar Iserlohn. Zuidelijk van Hagen begint de beklimming het Sauerland in, herkenbaar aan de aanzienlijke hoogteverschillen evenals het toenemen van het aantal dalbruggen. De stad Lüdenscheid ligt westelijk van de snelweg en wordt met drie aansluitingen met de snelweg verbonden. Zuidelijk van de stad, tussen de aansluitingen Lüdenscheid-Süd (15) en Meinerzhagen (16) bereikt de snelweg met 532,6 meter boven NN het hoogste punt. Deze ligt rond de 1,2 kilometer noordnoordwestelijk van de berg Rothenstein (600 meter NN) en ongeveer 190 meter noordelijk de Talbrücke Sichter. Het rond de 36 kilometer lange trajectdeel tussen Hagen en Meinerzhagen heeft een hoogteverschil van in totaal 426 meter, het volgende deel tot Olpe een verschil van 180 meter. Zuidelijk van de stad gelegen Kreuz Olpe-Süd kruist het westelijke deel van de A4 (Aken - Krombach), die tot 2006 ongeveer honderd meter verder oostelijk eindigde, de snelweg. In oostelijke richting gaat de weg tegenwoordig over in de Hüttentalstraße naar Kreuztal. Daarna volgt het Siegerland om Siegen, de grootste stad en regionaal centrum in Zuid-Westfalen. In het stadsgebied bevindt zich met de Siegtalbrücke de langste en hoogste brug in de A45 evenals de een na hoogste in Noordrijn-Westfalen. De aansluiting Siegen (21) heeft daarbij over een lengte van 3 kilometer een hoogteverschil van 100 meter. Op deze afdaling kwam het in het verleden vaak tot zware vrachtwagenongevallen. Het eindigt bij de drukke B62, waar zich tegenover de aansluiting een steile bergwand bevindt. Achter Siegen beginnen weer nieuwe beklimmingen respectievelijk afdalingen. Hier is over een lengte van 16 kilometer een hoogteverschil van 180 meter en het hoogte punt bevindt zich op 504,55 meter NN. Het punt bevindt zich bij de berg Kalteiche kort na de grens met Hessen en is onderdeel van de waterscheiding tussen de rivieren Lahn en Sieg. In de middenberm wordt middels een bord hierop gewezen. De volgende 24 kilometer naar Herborn heeft een hoogteverschil van 300 meter. Hier veranderen de topografisch omstandigheden zodat de snelweg dichter bij de dorpen aangelegd kon worden. Zo bevinden de steden Haiger en Dillenburg zich dichter bij de snelweg dan dorpen van vergelijkbare grootte op het Noordrijn-Westfaalse deel, waar door het ontbreken van dalen in noord-zuidrichting en de dichtere bebouwing van de enige beschikbare dalen noodzakelijk was om de snelweg over de bergtoppen van het Sauer- en Siegerland heen te bouwen. Tussen Haiger en Wetzlar volgt de snelweg het Dilldal. Het bij Aßlar gelegen Wetzlarer Kreuz is, hoewel extreem weinig verkeer kent, het enige knooppunt in Duitsland dat als een volledig sterknooppunt (met een iets afwijkende vorm) gebouwd is. De rede hiervoor is dat bij de bouw in de jaren 80 nog rekening werd gehouden met de geplande verlenging van de A48 naar de A3 bij Koblenz. Nadat dit plan geschrapt was werd de snelweg in A480 omgenummerd. Het tegenwoordig maar 4 kilometer lang traject heeft al voorbereidingen voor een verbreding naar 2x3 rijstroken (bredere middenberm en ruimte op de viaducten). Bij de aansluiting Wetzlar-Ost (30) wordt de Lahn overbrugd en aansluitend de snelwegachtige B9 (Wetzlar - Gießen), die vroeger het nummer A480 had, gekruist. Bij het Gießener Südkreuz sluit de A485 aan, die tegenwoordig in eerste lijn als toevoerweg naar Gießen en de snelwegachtige B3 naar Marburg of in zuidelijke richting naar Butzbach dient. Het is een onderdeel van de voormalig geplande zuidelijke verlenging van de A49 tot aan Darmstadt. Ongeveer 9 kilometer verder volgt het Gambacher Kreuz met de A5, wat voorheen het eindpunt van de A45 was. Bij de bouw van de A45 in deze omgeving in de jaren 60 was alleen nog de lange, twee rijstroken tellende verbinding in zuidelijke richting (Frankfurt am Main) berijdbaar, echter de voorbereidingen voor een verlenging van de A45 waren al getroffen. Bij de opening van deze verlenging in 1978 werd er echter geen verbinding vanuit Dortmund richting het noorden en vice versa uitgevoerd. Als gevolg hiervan moet tot op de dag van vandaag het vanuit het westen komende verkeer voor deze relatie de A485 en A480 via het Reiskirchener Dreieck gebruiken, om in de richting van Kassel te kunnen rijden. Deze verbinding dient ook als vervanging voor de niet uitgevoerde onderbreking van de A4 tussen Krombach en het Kirchheimer Dreieck. De verlenging van de snelweg tot Hanau wordt door het doorkruiste landschap ook wel Wetteraulinie genoemd en kent ook een bijzonderheid. Kort nadat de verbindingsbogen van de A5 richting Frankfurt am Main afbuigen, heeft de snelweg, voor Duitse begrippen, een zeer brede middenberm. Dit is niet voor de topografie noodzakelijk, omdat de snelweg in tegenstelling tot het deel ten noordwesten van Wetzlar door een nagenoeg vlak landschap loopt, maar een overblijfsel uit de tijd dat de snelweg vanaf het huidige eindpunt tot aan Stuttgart verlengd zou worden. Het gaat hier om een voorbereiding voor 2x3 rijstroken, waarbij het dan mogelijk is om de extra rijstrook aan de linkerzijde aan te leggen. Bij Langenselbolder Dreieck buigt de A66 naar Fulda af en beide snelwegen gaan gezamenlijk over een tracé met 2x4 rijstroken verder tot Hanauer Kreuz, waar de A66 naar Frankfurt am Main evenals de B43a naar Darmstadt afbuigt. Achter het knooppunt gaat de snelweg door de Bulau, waarin ook de grens met Beieren ligt. Ongeveer 12 kilometer van de snelweg bij Alzenau ligt in de Vrijstaat. Bij de Mainbrug Mainflingen wisselt de deelstaat weer naar Hessen en de A45 eindigt bij Seligenstädter Dreieck, die al bouwvoorbereidingen heeft voor de ondertussen geschrapte plannen voor de verlenging door het Odenwald naar Stuttgart om tot volledig knooppunt omgebouwd te worden, op de A3. Geschiedenis Eerste plannen De eerste plannen, die een snelweg tussen het oostelijke Ruhrgebied en het Rijn-Maingebied voorzagen, werden al voor de Tweede Wereldoorlog uitgewerkt. Het zou de industriegebieden van het Sauerland, Siegerland en in het Lahn-Dillgebied met het Ruhrgebied verbinden. Ook onder de heerschappij van de nationaalsocialisten nagestreefde Reichsautobahnnetwerk bevatte vanaf 1940 onder wegnummer 55 een dergelijke verbinding, die van Dortmund naar Gießen zou lopen. Door de Tweede Wereldoorlog werd het plan niet meer gerealiseerd. Pas midden jaren 50 kon op het gebied van de Bondsrepubliek de nieuwbouw van snelwegen worden opgepakt. Ten eerste moest de oorlogsschade worden hersteld, aansluitend werden de trajecten waar de bouw al was begonnen, maar door de oorlog was stilgelegd, afgemaakt. Snel kwamen door het toenemende verkeer het grotendeels nog voorloorlogse noord-zuidtraject Kamen - Oberhausen - Keulen - Frankfurt am Main en het eerste na de oorlog gereed zijnde Ruhrtangent Kamen - Leverkusen tegen de capaciteitsgrenzen aan. Een tweede noord-zuidverbinding tussen het Ruhrgebied en het Rijn-Maingebied werd noodzakelijk. Uitvoering De plannen voor deze verbinding werd in 1957 onder de toenmalige verkeersminister Hans-Christoph Seebohm door vijf nieuwbouwafdelingen (vier in Noordrijn-Westfalen, één in Hessen) opgenomen. Vervolgens werd onderzocht of de nieuwe weg als snelweg of als autoweg gerealiseerd zou worden. In kader van de plannen werden talrijke varianten over het tracé doorgespeeld en weer verworpen. Dat de weinige noord-zuidrichting verlopende dalen in het Sauer- en Siegerland geen plek meer voor een snelweg boden, besloot men de snelweg van Hagen over een lange beklimming tot Lüdenscheid op de hoogtes van het Sauerland te leiden en aansluitend langs bergkammen tot aan Siegen. Achter Siegen zou dan een nieuwe beklimming naar de Kalteiche en aansluitend een afdaling in het Haigerbach- en Dilldal volgen. Langs de oostelijke helling zou het de stad Wetzlar bereiken en eindigen op de snelweg Hamburg - Frankfurt - Bazel (HaFraBa). In zekere zin een 'afvalproduct' van de eerste plannen onder het gebruik van dalen is de Hütteltalstraße bij Siegen, die over een lang traject een variant is van het gebruik van het Hüttendal. Deze snelweg was de eerste na de oorlog gerealiseerde weg, die niet op geplande of al begonnen Reichsautobahnproject in het nazitijdperk gebaseerd is, maar een volledig nieuwe planning te gronde lag. Hiervoor gebruikte men nieuwe inzichten in de wegen- en snelwegennieuwbouw, die in 1955 in bouwvoorschriften voor Bondssnelwegen, profielontwerp (Bauanweisung für Bundesautobahnen, Querschnittsgestaltung; BBA-Q) vastgelegd werd. Terwijl de Reichsautobahnen een standaard dwarsprofiel van 24 meter hadden, die in 1939 door de invoering van vluchtstroken naar 28,50 meter verbreed werd, werd het standaardprofiel voor nieuwe snelwegen naar 31 meter gebracht (RQ 31). Tevens waren ook discussies betreffende een standaardprofiel met 2x3 rijstroken aangezet, maar door de hoge meerkosten besloot men hier tegen. Eveneens vermeed men vanaf nu lange rechtstanden in het tracé, omdat deze op automobilisten een eentonig en slaapverwekkend effect zou hebben (in Nederland ook bekend als polderblindheid). Hierdoor kreeg het nieuwe tracé een vloeiender verloop. Ook de grond- en brugbouw hadden ondertussen grote voortgang geboekt. Nieuwe grote machines maakte het mogelijk een economischer werkwijze voor het verzetten van grote grondmassa's, waardoor het tracéverloop onafhankelijker van eventuele hindernissen aangelegd kon worden. Bovendien werd door nieuwe technieken bij de bruggenbouw het besluit vergemakkelijkt, om dalen met langere dalbruggen te kruizen en niet op een lager punt de oversteek te maken, waardoor extra beklimmingen en afdalingen met bijbehorende ongevalspunten vermeden werd. Door de talrijke bruggen heeft het nieuwe tracé in totaal veel minder beklimmingen en afdalingen. In het wegenplan voor de bouw van federale wegen in de periode 1971 tot 1985 was het totale traject van Dortmund via Gießen en Aschaffenburg naar Stuttgart onder het interne nummer "Autobahn 13" opgenomen. Dit traject werd met de invoering van de nieuwe snelwegnummering op 1 januari 1975 als A45 genummerd, inclusief de noordelijke verlenging Olfen - Dortmund. Dortmund - Gambacher Kreuz Het trajectdeel Dortmund - Hagen - Siegen - Wetzlar - Gambach begint in het stadsdeel Ickern van Castrop-Rauxel, nabij de noordoostelijke stadsgrens van Dortmund, op de snelweg Ruhrgebied - Hannover - Berlijn (tegenwoordig A2). Vervolgens loopt de snelweg op het stadsgebied van Dortmund westelijk en zuidelijk om het centrum van de stad, alvorens het bij Westhofener Kreuz met de Ruhrtangente (tegenwoordig A1) verbonden wordt. Toen waren al vele wegen in het gebied verbreed naar 2x2 rijstroken, waardoor ongelijkvloerse aansluitingen noodzakelijk waren. Tot Hagen wordt het Ruhr- en Lennedal met twee lange dalbruggen gekruist, alvorens met een maximale stijging van 4% de snelweg van 100 meter NN in het Lennedal tot 410 meter NN bij Lüdenscheid klimt en aansluitend het hoogste punt van de snelweg op 532,6 meter NN wordt bereikt. De steden Olpe en Siegen worden westelijk gepasseerd en het Siegdal met een 102 meter hoge brug gekruist. Daarna voert de snelweg over de Kalteiche op 504 meter NN en aansluitend het Dilldal in, waarbij het dal in totaal driemaal gekruist wordt. Hier wijkt het huidige tracé voor een betere ontsluiting van het industriegebied en economisch centrum in het Lahn-Dill-Kreis af van de vroegere planning in de nazitijd. Na Wetzlar wordt het Lahndal gekruist en wordt Gießen zuidelijk gepasseerd, voordat op 205 meter NN hoogte gelegen Gambacher Kreuz met de snelweg Hamburg - Frankfurt - Bazel (tegenwoordig A5) het eerste deel van de snelweg eindigt. Met de bouw van het trajectdeel werd begin jaren 60 begonnen. Het eerste trajectdeel kon al in 1963 geopend worden, waarbij het gaat om het 4 kilometer lange gedeelte tussen Westhofener Kreuz en aansluiting Dortmund-Süd. Na 10 jaar bouwtijd en 1,5 miljard Duitse mark bouwkosten werd op 26 oktober 1971 het laatste trajectdeel tussen Lüdenscheid en Freudenberg vrijgegeven. De officiële opening van de Sauerlandlinie vond plaats met de toenmalige verkeersminister Georg Leber en Bondskanselier Willy Brandt op verzorgingsplaats Sauerland bij Lüdenscheid onder de naam Bundesautobahn 13. De noordelijke verlenging van aansluiting Dortmund-Süd tot het eindpunt bij Kreuz Dortmund-Nordwest werd in twee etappes geopend: 1972 tot Kreuz Dortmund-West (toenmalige B1, nu A40) en in 1974 tot het huidige eindpunt bij Kreuz Dortmund-Nordwest (huidige A2). Twee in oost-westrichting verlopende snelwegen zouden de A45 kruizen. De snelweg Keulen - Olpe - Bad Hersfeld - Dresden, in de jaren 70 als A4 tussen Keulen en Olpe gerealiseerd, werd zuidelijk van Olpe met een klaverbladknooppunt aangesloten waar jarenlang de A4 eindigde, tot 2006 de onderbreking tot Krombach en de verlenging als de Hüttentalstraße geopend werd. Noordelijk van Wetzlar ontstond een knooppunt met de toenmalig geplande snelweg Koblenz - Gießen - Hattenbacher Dreieck, die later onder het nummer A48 gepland werd. Van de A48 werd alleen twee korte stukjes bij Wetzlar en Gießen gerealiseerd, die tegenwoordig het nummer A480 dragen. Bijzonder is het knooppunt met de A480 dat door de topografie van het landschap niet als gewoonlijk als klaverblad is aanlegt, maar als tot op heden Duitslands enige sterknooppunt. Een probleem, dat ook op het Ruhrtangente speelde (Kamen - Leverkusen), waren de klimstroken op de beklimmingen die speciaal voor vrachtverkeer voorbehouden waren. Zo moesten ook lege vrachtwagens, hoewel deze regelmatig een hogere snelheid bereikten dan sommige auto's, moesten van deze stroken gebruikmaken. In weekenden, wanneer meer autoverkeer rondrijdt, bleven deze stroken door het vrachtverbod ongebruikt. Verkeersborden die het gebruik door auto's ook mogelijk maakte hielpen onvoldoende. Daardoor heeft men besloten op deze beklimmingen de klimstroken op te heffen en de snelweg hier lokaal naar drie rijstroken te verbreden. Ook vele rijstrookwisselingen vermeed men. Wanneer diverse beklimmingen kort achterelkaar bevonden, werd de derde rijstrook ook daartussen aangelegd. Van de aansluiting Dortmund-Hafen tot zuidelijk van Lüdenscheid is de rijrichting naar het zuiden over 40 kilometer volledig voorzien van drie rijstroken. Toen de derde rijstrook werd opgeleverd was dit gedeelte het langste trajectdeel met drie rijstroken in het Duitse snelwegennet. In totaal is een derde van het noordelijke trajectdeel met een extra rijstrook per richting uitgerust. Ondanks een breder tracé kregen ook de gedeeltes met drie rijstroken een vluchtstrook. Alleen bij dalbruggen werd geen vluchtstrook aangelegd, omdat dit anders zou betekenen dat hoge kosten gemaakt moesten worden om de bruggen te verbreden. Door het gereedkomen van het traject reduceerde de afstand van Dortmund naar Frankfurt van 250 kilometer (via Keulen) naar 213 kilometer. De trajectdelen zijn als volgt vrijgegeven: Gambacher Kreuz - Aschaffenburg Het vervolg van het traject van Gießen tot de snelweg Keulen - Frankfurt - Würzburg - Neurenberg bij Aschaffenburg was al in 1962 als netwerkuitbreiding in de plannen opgenomen. In kader van een tussen 1963 en 1965 uitgevoerde verkeersonderzoek werden in totaal zeven verschillende varianten voor het tracéverloop onderzocht. Men koos in 1967 voor het tracé "Planungsfall 6", waarin de locatie van de Mainkruising en het knooppunt met de snelweg Frankfurt - Neurenberg vastlag. Nadat in 1968 de planningsdocumenten bij de Hessische en Beierse autoriteiten voorgelegd werden, werd het tracé voor het 72 kilometer lange trajectdeel in 1972 definitief vastgelegd. In totaal ligt 12 kilometer van het traject op Beiers grondgebied. Bij de bouw van het noordelijke deel was bij het knooppunt bij Gießen met de snelweg Hamburg - Frankfurt - Bazel (tegenwoordig Gambacher Kreuz) al rekening gehouden met een verlenging naar het oosten. Alleen was toen een tweestrookse verbinding richting Frankfurt in gebruik, voordat noordoostelijk van de aansluiting richting het zuiden een knooppuntbouwwerk in vorm van een onvolledig klaverblad gebouwd werd. De verbindingsboog van noorden naar het westen en vice versa werd afgezien ten gunste van de geplande snelweg Koblenz - Gießen - Hattenbacher Dreieck. Het uiteindelijk doel bij het tracéverloop was op een zo groot mogelijke afstand van dorpen te blijven en tegelijkertijd rekening te houden met economische gebieden zoals de bruinkoolwinning bij Wölfersheim en landbouwgrond. Het tracé volgt hier daardoor oostelijk van Münzenberg een heuvelrug tussen de afgravingen van de dagbouwmijn. Aansluitend wordt een groot bosgebied doorkruist en vervolgens het Nidda-, daarna het Nidderdal bereikt, voordat de westelijke uitloper van de Vogelsberg doorkruist werd en het Kinzigdal bij Langenselbold bereikt werd. Voor het vervolg van Hanau naar Aschaffenburg was oorspronkelijk een tracé oostelijk van Niederrodenbach gepland, echter werd door een betere verknoping met de toenmalig geplande snelwegen Frankfurt - Hanau - Fulda (nu A66) en Dieburg - Hanau (nu B45 en B43a, toen A683) het tracé dichterbij Hanau gelegd en een knooppunt westelijk van deze plaats gebouwd. Het tracé op het Beierse grondgebied legde men tussen beide woongebieden langs de Main om Karlstein en langs de helling van de Spessart om Alzenau, voordat de rivier overbrugt wordt en 4 kilometer na de Mainbrug de snelweg bij het Seligenstädter Dreieck weer op Hessisch grondgebied eindigt. Het knooppunt werd als volledig klaverblad gebouwd om een latere verlenging naar het zuiden richting Stuttgart mogelijk te maken. Noordoostelijk van Hanau werd in kader van de bouw van de snelweg Frankfurt - Hanau - Fulda meteen twee knooppunten gebouwd, waardoor een drie kilometer lang gezamenlijk tracé ontstaat. Een andere verkeersvoering was door diverse oorzaken bij de tracéplanning niet mogelijk geweest. Globaal gezien werd het traject op dit trajectdeel meer aan het landschap aangepast, waardoor het maximale hellingspercentage lager dan 4% is. In tegenstelling tot het noordelijke deel koos men bij de bouw voor een dwarsprofiel van 37,50 meter breed, waarbij de middenberm een breedte van 12,50 meter heeft. Daardoor kan in de middenberm per richting een extra rijstrook worden aangelegd, zonder dat aansluitingen en kunstwerken aangepast moeten worden. Dat de snelweg echter niet na de A3 verlengd werd en ook na veertig jaar na het vrijgeven in verhouding weinig verkeer kent, is het de vraag of deze verbreding ooit nog gaat plaatsvinden. De bouwvoorschriften stonden toe dat door de grote breedte van de (groene) middenberm afgezien kon worden van de gebruikelijke geleiderails. Na meerdere zware ongevallen, waarbij voertuigen op de verkeerde rijbaan terechtkwamen, werden ook hier overal geleiderails toegepast. Het traject werd tussen 1976 en 1978 in etappes geopend. De openingen van de trajectdelen waren als volgt: Zuidelijke verlenging (Odenwald-Neckar-Alb-Autobahn) In de jaren 60 en 70 was gepland, de snelweg die als "Odenwald-Neckar-Alb-Autobahn" (ONAA) bekend stond, zuidelijk vanaf de A3 via Schaafheim, omgeving Groß-Umstadt, Sandbach (Breudberg) (B426), Rimhorn, Vielbrunn, Boxbrunn im Odenwald bij Michelstadt (B47), Würzberg, Hesselbach (Hesseneck), Schloßau (Mudau), Mudau-Reisenbach, Waldbrunn (Odenwald), Reichenbuch bij Mosbach (B37), Asbach (Obrigheim) (B292), Helmstadt-Bargen, Untergimpern, Kirchardt (knooppunt met A6), Massenbachhausen, Schwaigern (B293), Nordheim (Württemberg) bij Lauffen, Talheim (B27), Neckarwestheim, Mundelsheim (knooppunt met A81), Steinheim an der Murr, Rielingshausen, Kirchberg an der Murr, Burgstetten, Waldrems bij Backnang (B14), Berglen, Winterbach (knooppunt met A87), Lichtenwald, Reichenbach an der Fils (knooppunt met A80) en Kirchheim unter Teck (B297) tot de A8 bij Holzmaden te verlengen. Dit al ver ontwikkeld plan werd echter in 1979 door de Baden-Württembergse deelstaatregering op ecologische gronden officieel geschrapt. Het traject werd na de tweede wijziging van wegenplan voor de bouw van federale wegen in de periode 1971 tot 1985 van 25 augustus 1980 niet meer opgenomen. Alhoewel was op het toenmalige geplande tracé van de A45 de nieuwbouw van Bundesstraße tussen de A6 en A81 (twee rijstroken, prioriteitsniveau II), tussen A81 en B14 bij Backnang (vier rijstroken, prioriteitsniveau I) evenals tussen Backnang en de A8 bij Kirchheim unter Teck (twee rijstroken, prioriteitsniveau II) gepland. Van Seligenstädter Dreieck zou de A45 nog naar de A680/B28 Darmstadt - Aschaffenburg verlengd worden. Bij de derde wijziging van het wegenplan op 21 april 1986 werden ook deze plannen geschrapt. Noordelijke verlenging Al in het eerste wegenplan voor bouw van federale wegen in de periode 1971 tot 1985 was een vierstrookse, snelwegachtige verlenging van de snelweg Gießen - Dortmund noordelijk van het knooppunt Kreuz Dortmund-Nordwest als B235n via Waltrop en Datteln tot aan de omgeving van Olfen met een verbinding aan de oude B235 voorzien. Tussen Olfen, Dülmen, Coesfeld, Ahaus en Gronau zou een tweestrookse nieuwbouw van de B474n aansluiten. Met de hernummering van het snelwegennet op 1 januari 1975 was de verlenging van de A45 tot in de omgeving van Olfen gepland. Noordelijk van Olfen was de bouw van een snelweg niet voorgenomen. In de tweede wijziging van het wegenplan voor de periode 1971 tot 1985, vastgesteld op 25 augustus 1980, was de verlenging van de A45 geschrapt. In plaats daarvan zou tussen Kreuz Dortmund-Nordwest en Dülmen nieuwbouw van de B474n volgen (prioriteitsniveau I), waarbij de randweg Waltrop vier rijstroken zou krijgen. De derde wijziging van het wegenplan van 21 april 1986 voorzag het zuidelijke traject Dülmen - Olfen alleen nog met een lage prioriteit. Het trajectdeel Olfen - Kreuz Dortmund-Nordwest had een hoge prioriteit gekregen, maar dan als een tweestrookse nieuwe Bundesstraße. Bij randweg Dülmen ging het al om een lopend project. In het Bundesverkehrswegeplan 2003 waren de volgende trajectdelen van de A45 als B474 voorzien: randweg Waltrop (8,4 km, vier stroken, hoge prioriteit); randweg Datteln (3,3 km, twee stroken, hoge prioriteit). Tegen het tracébesluit van de randweg Datteln was in beroep gegaan tot de hoge bestuursrechter in Münster, die de bezwaren op 18 januari 2013 afwees. Tegen het afwijzen van de bezwaren ging de Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland (BUND e. V.) in beroep bij de federale bestuursrechter in Leipzig, die op januari 2014 het besluit nietig verklaarde en deze teruglegde bij de hoge bestuursrechter in Münster. In het Bundesverkehrswegeplan 2003 waren daarnaast de randweg Dülmen (B474, 2 bouwdelen, in totaal 11 km, twee rijstroken, hoge prioriteit) en de randweg Olfen (B474, 6 km, twee rijstroken, lage prioriteit) opgenomen, die echter op dat moment geen onderdeel waren van de originele A45-plannen. Bijzonderheden Volledige afsluiting bij Dortmund in januari 2012 Op 17 januari 2012 werd tussen de aansluiting Dortmund-Süd en Kreuz Dortmund/Witten ter hoogte van de parkeerplaats "Flöz Mausegatt" en "Johannes Erbstollen" een zinkgat in de middenberm ontdekt. Er werden tot wel drie scheuren ontdekt die deels maar drie meter onder het aardoppervlak bevonden en deels tot 20 meter diep waren. In een drie-ploegendienst werden in totaal 80 holtes met 800 ton cementmix opgevuld. Automatische strooi-installaties Het trajectdeel tussen Hagen en Meinerzhagen is door de klimatologische omstandigheden in de winter door ijs en sneeuw evenals het gehele jaar door nevel bijzonder gevoelig voor file en ongelukken. Sinds de jaren 80 bevindt zich op deze beklimming bij de dalbruggen tussen Hagen en Lüdenscheid-Nord een automatische strooi-installatie evenals een verkeerswaarschuwingssysteem tussen Lüdenscheid-Süd en Drolshagen. Ook tussen de aansluitingen Wilnsdorf en Haiger/Burbach is er een automatische strooi-installatie, omdat hier de weg een hoogte van 500 meter boven zeeniveau moet overbruggen. Naamswijziging Kreuz Olpe-Süd De stad Siegen heeft het verlangen om het knooppunt Kreuz Olpe-Süd (A4) in Siegen-Nord te hernoemen. De reden hiervoor is dat na de verlenging van de A4 en de aansluiting op de stadssnelweg Siegen ("Hüttentalstraße") het regionale centrum Siegen vanaf het noorden direct aangesloten is. Het Bondsverkeersministerie had echter op 1 februari 2005 het verzoek van de stad Siegen afgewezen. Uitbreiding van de parkeerplaatsen langs de A45 Door een tekort aan 20.000 parkeerplaatsen in heel Duitsland wil de wegbeheerder Straßen.NRW (Noordrijn-Westfalen) de parkeerplaatsen Schwiendahl en Brenscheid in Lüdenscheid evenals twee verdere parkeerplaatsen buiten het stadsgebied van Lüdenscheid uitbreiden. De capaciteit van de verzorgingsplaats Schwiendahl zal van 8 tegenwoordig naar 20 parkeerplaatsen voor vrachtwagens worden uitgebreid. Ook de hier direct tegenover liggende verzorgingsplaats Brenscheid zal van 14 naar 26 vrachtwagenparkeerplaatsen worden uitgebreid. De groenstroken op de parkeerplaatsen moeten hier grotendeels voor wijken. Bovendien zal langs de toerit naar de snelweg vrachtwagenparkeerplaatsen ontstaan. Hierbij moet ook een bypass aan de buitenkant komen. De voorzitter van de plannings- en milieucommissie van de stad Lüdenscheid beschouwt de geplande uitbreidingen van de parkeerplaats als zinvol, omdat door het toenemende verkeer het steeds drukker wordt op de snelweg. Bewegwijzering van de dalbruggen De meeste dalbruggen op het Noordrijn-Westfaalse gedeelte van de A45 beschikken over een informatiebord, die oorspronkelijk een blauwe kleur hadden en informatie over de naam van de brug evenals de hoogte boven zeeniveau gaven. Rond het jaar 2013 werden deze borden verwijderd. Waarom dit is gedaan is nooit bekend geworden. De oorspronkelijk in blauw uitgevoerde tegenhangers in Hessen werden daarentegen een paar jaar geleden vernieuwd. Slechte staat bruggen Van 1999 tot 2002 werd de Dilltalbrücke Haiger wegens de slechte staat volledig door nieuwbouw vervangen. Sinds begin 2009 zijn er vervangingswerkzaamheden van de Talbrücke Windelbach evenals de renovatie van de Ambachtalbrücke. Nog kort voor de bouwstart moest wegens vorstschade in de Windelbachtalbrücke de A45 richting Wetzlar kortdurend afgesloten worden. In het verloop van de A45 tussen Gießener Südkreuz en de deelstaatgrens met Noordrijn-Westfalen zijn meerdere bruggen in slechte staat. Daardoor gold sinds 12 januari 2009 op tien andere bruggen voor vrachtwagens een maximumsnelheid van 60 km/h in beide richtingen. Op de Talbrücke Windelbach was de maximumsnelheid voor vrachtwagens zelfs gereduceerd naar een voor snelwegen ongebruikelijke 40 km/h, om de schuif- en remkrachten op de brug te verhinderen. Zwaartransporten en gevaarlijke stoffen evenals voertuigen zwaarder dan 44 ton totaalgewicht mochten niet meer van dit gedeelte gebruikmaken. Sinds november 2010 is de eerste bouwfase, de bovenbouw richting Gießen en de verkeersomleiding naar dit bruggedeelte afgerond. Het project werd in december 2012 met de vrijgave voor het verkeer afgerond. Elf bruggen moeten in de komende jaren gerenoveerd worden. De renovatie zorgt voor een levensduurverlenging van 10 jaar, waarna de bruggen volledig vervangen moeten worden. In maart 2010 werd de aanbesteding voor het opstellen van het sloopconcept en de planning voor de vervangende nieuwbouw van 16 kunstwerken tussen Gambacher Kreuz en de deelstaatgrens Hessen/Noordrijn-Westfalen uitgeschreven. De nieuw te bouwen bruggen krijgen een dwarsprofiel die geschikt is voor 3 rijstroken per richting. Ook op het Noordrijn-Westfaalse gedeelte van de A45 zijn vele bruggen door diverse onderzoeken en berekeningen verder versterkt of deels ook compleet vervangen. Daarbij zal ook hier het gehele gedeelte tussen Dortmund en Hessen naar drie rijstroken per richting uitgebreid worden. Een spectaculair project is daarbij de al meerdere jaren lopende vervanging van de Lennetalbrücke. De Mainbrücke Mainflingen moet eveneens in de komende jaren door nieuwbouw vervangen worden. Protesten tegen de nieuwbouw van de Sechsheldener Talbrücke Sinds 1968 overspant de zesstrookse Talbrücke Sechshelden de A45 het dorp Sechshelden. Doordat de brug onder de huidige verkeersstromen niet meer kan dragen, moet deze vervangen worden. Tegen de nieuwbouw op dezelfde locatie had zich in 2010 het burgerinitiatief "MuT" ("Menschen unter der Talbrücke") gevormd. Het burgerinitiatief strijdt voor een zelf uitgewerkte tunneloplossing en bevindt zich in gesprek met de politiek uit Haiger, Wiesbaden en Berlijn. Door de hoge meerkosten van een tunnel heeft de Bond gekozen voor nieuwbouw op dezelfde locatie. Trajectdeel in Beieren Terwijl ongeveer 12 kilometer van de snelweg op Beiers grondgebied (Unterfranken, Landkreis Aschaffenburg) loopt, bevindt zich op het gehele traject geen aankondiging, zoals gebruikelijk langs Duitse snelwegen, dat men in Beieren rijdt. Alleen aan de anders vormgegeven blauwe bewegwijzering herkent men de wissel van deelstaat, omdat de deelstaat Hessen niet de voor Duitse snelwegen opgestelde richtlijn RWBA 2000 voor bewegwijzering volgt. Een bord dat men zich van deelstaat wisselt is er alleen in het Seligenstädter Dreieck op de verbinding van de A45 naar de A3 richting Würzburg. Zender Mainflingen Kort voor het einde van de snelweg bij Seligenstädter Dreieck bevindt zich direct ten westen van de snelweg een zenderinstallatie, welke de tijdseinzender DCF77 bevat. Externe links Gedetailleerde beschrijving van het routeverloop van de A45 www.autobahn-online.de - Geschiedenis van de A45 www.autobahn-online.de - Geschiedenis van de geplande Odenwald-Neckar-Alb-Autobahn Film van STRABAG over de bouw van de Sauerlandlinie in 1971 Projectwebsite verbreding en renovatie bruggen in Noordrijn-Westfalen - Straßen.NRW Projectwebsite verbreding en renovatie bruggen in Hessen - Hessen Mobil 045 Weg in Beieren Weg in Hessen Weg in Noordrijn-Westfalen
Uitbreiding van de parkeerplaatsen langs de A45 Door een tekort aan 20.000 parkeerplaatsen in heel Duitsland wil de wegbeheerder Straßen.NRW (Noordrijn-Westfalen) de parkeerplaatsen Schwiendahl en Brenscheid in Lüdenscheid evenals twee verdere parkeerplaatsen buiten het stadsgebied van Lüdenscheid uitbreiden. De capaciteit van de verzorgingsplaats Schwiendahl zal van 8 tegenwoordig naar 20 parkeerplaatsen voor vrachtwagens worden uitgebreid. Ook de hier direct tegenover liggende verzorgingsplaats Brenscheid zal van 14 naar 26 vrachtwagenparkeerplaatsen worden uitgebreid. De groenstroken op de parkeerplaatsen moeten hier grotendeels voor wijken. Bovendien zal langs de toerit naar de snelweg vrachtwagenparkeerplaatsen ontstaan. Hierbij moet ook een bypass aan de buitenkant komen. De voorzitter van de plannings- en milieucommissie van de stad Lüdenscheid beschouwt de geplande uitbreidingen van de parkeerplaats als zinvol, omdat door het toenemende verkeer het steeds drukker wordt op de snelweg.
9
parkeerplaats, parkeergarage, parkeerfaciliteit
11,287
BreadcrumbList
4112521
https://nl.wikipedia.org/wiki/OsmAnd
OsmAnd
OsmAnd is een Android- en iOS-app waarmee kaarten met wereldwijd een grote dekking bekeken kunnen worden. Osm staat voor OpenStreetMap en And voor Automotive Navigation Data. De app werd uitgebracht als vrije software. Het kaartmateriaal kan naar keuze worden gedownload en dan offline bekeken worden, of online benaderd worden. Het maakt gebruik van de kaartgegevens op OpenStreetMap voor de primaire weergave. De ontwikkeling van dit project gebeurt op GitHub en het wordt uitgegeven onder de GPLv3-licentie. De applicatie wordt aangeboden in een kosteloze en een betaalde versie, waarvan de opbrengst wordt gebruikt door de ontwikkelaar om de applicatie verder te ontwikkelen. Op de betaalde versie is er geen limiet wat betreft het afhalen van offline kaartgegevens en daarnaast krijgt de gebruiker toegang tot de Wikipedia-POI's en hun beschrijving vanuit de app. Functies Met OsmAnd kan de gebruiker kaarten consulteren of navigeren, op basis van de vrije en wereldwijd beschikbare OpenStreetMap-data. Alle kaartgegevens kunnen opgeslagen worden op de telefoon of de tablet, zodat het ook beschikbaar is zonder actieve internetverbinding. Als het toestel over gps-functionaliteit beschikt, kan OsmAnd gebruikt worden voor live routering met visuele en gesproken ondersteuning, voor auto-, fiets- en wandelnavigatie. De meeste onlinemogelijkheden zijn ook offline beschikbaar. Navigatie Stemondersteuning waarschuwt wanneer men moet afslaan (met opgenomen en gesynthetiseerde stemmen) Optioneel rijvakondersteuning, weergave van straatnamen en schatting van aankomsttijd Ondersteuning voor tussenliggende bestemmingen Automatische herberekening van de route Zoek naar bestemmingen op adres, per type (restaurant, hotel, tankstation, museum) of op basis van geografische coördinaten Kaartweergave Toont de huidige positie en oriëntatie op de kaart Optioneel kan de kaart de bewegingsrichting van de gebruiker of het kompas volgen Favoriete bestemmingen kunnen worden opgeslagen Toont POI's (points of interest) Kan online kaarttegels weergeven Kan luchtfoto's van Bing weergeven Er kunnen verschillende transparante lagen overheen de kaart worden gelegd. Bijvoorbeeld GPX-sporen of bijkomende kaarten met instelbare transparantie, zoals bushaltes, wandel- en fietsknooppunten en -routes Plaatsnamen kunnen naar wens in het Engels, lokaal of fonetisch worden weergegeven Kaartgegevens Wereldwijd kaartmateriaal van OpenStreetMap, per land of deelgebied Wikipedia-POI's (niet in de gratis versie) Extra kaartmateriaal afhalen rechtstreeks vanuit de app (downloadlimiet van 10 kaartbestanden in de gratis versie) Kaartmateriaal wordt 1-2 keer per maand bijgewerkt Kaartformaat wordt in compact vectorformaat opgeslagen Keuze tussen volledige kaarten of enkel het wegennetwerk (voorbeeld: heel Japan is 700 MB, of 200 MB voor enkel het wegennetwerk) Ook online of gecachte kaarttegels kunnen worden gebruikt Veiligheid Optie om automatisch worden omgeschakeld van dag- naar nachtmodus Optie om aan te geven welke snelheidsbeperking geldt en of de bestuurder deze overschrijdt Optie om afhankelijk van de snelheid het zoomniveau in te stellen Delen van locatie met andere OsmAND-gebruikers Fietsers en voetgangers De kaarten bevatten ook kleinere voet- en fietswegen Specifieke routing- en display-modi voor fietsers en voetgangers Optie om wandelingen te registreren als lokaal GPX-kruimelspoor of online Optie om snelheid en hoogte weer te geven Toont hoogtelijnen en kan bergflanken schaduw geven (m.b.v. extra plug-in) Openbaar vervoer Optie om de bus- en tramhaltes te tonen, inclusief welke lijnen er langs rijden Feedback versturen naar OpenStreetMap Rapporteer fouten en onvolledigheden in het beschikbare kaartmateriaal Stuur GPX-kruimelsporen rechtstreeks door naar OSM vanuit de app Voeg POI's rechtstreeks toe aan de OSM-kaartgegevens (kan worden uitgesteld tot het apparaat weer verbinding heeft met het internet) Optioneel kan het opnemen van het kruimelspoor doorgaan als het apparaat in slaapmodus staat De broncode van OsmAnd is vrij beschikbaar en wordt actief ontwikkeld. Offline gebruik In tegenstelling tot vele applicaties rond het gebruik van OSM-data, vertrekt OsmAnd vanuit de doelstelling onafhankelijk te zijn van een internetverbinding. Daartoe worden regelmatig bestanden met daarin vectorgegevens voor vele regio's in de wereld gegenereerd, die de gebruiker voor vertrek kan downloaden. Externe links Beschrijving van OsmAnd op OpenStreetMap.org Beschrijving van OsmAnd op OpenStreetMap.org Navigatiesoftware Opensourcesoftware en vrije software Geografisch informatiesysteem Software geschreven in C++ Software geschreven in Java Software voor Android Software voor iOS
Fietsers en voetgangers De kaarten bevatten ook kleinere voet- en fietswegen Specifieke routing- en display-modi voor fietsers en voetgangers Optie om wandelingen te registreren als lokaal GPX-kruimelspoor of online Optie om snelheid en hoogte weer te geven Toont hoogtelijnen en kan bergflanken schaduw geven (m.b.v. extra plug-in)
1
kruimelspoor, webpagina-keten, navigatievolgorde
992
QAPage
5711642
https://nl.wikipedia.org/wiki/Menselijk%20meubilair
Menselijk meubilair
Menselijk meubilair is meubilair waarin het lichaam van een persoon wordt gebruikt als dienblad, voetenbankje, stoel, tafel, kast of ander meubel. In sommige gevallen wordt in plaats daarvan een sculptuur van een menselijk lichaam gebruikt. Voorbeelden van menselijke meubels zijn verschenen in de moderne kunst. Fornifilie is de praktijk van het maken van menselijk meubilair in fetisjfotografie en bondage. Kunst Een model dat als menselijk meubilair wordt gebruikt, kan naakt of halfnaakt zijn om de erotische of esthetische aantrekkingskracht te vergroten. Een klassiek voorbeeld van de weergave van menselijk meubilair als kunst is de set van drie sculpturen Hatstand, Table and Chair, gemaakt in 1969 door de Britse popartiest Allen Jones, die halfnaakte blanke vrouwen in de rol van meubels laten zien. Het kunstwerk van Allen Jones was het onderwerp van een feministisch protest toen het in 2012 bij Sotheby's werd geveild. De Noorse kunstenaar Bjarne Melgaard creëerde een sculptuur genaamd Chair die dezelfde vorm heeft als de Allen Jones-stoel, maar een zwarte vrouw afbeeldt. In 2014 veroorzaakte kunstverzamelaar Dasha Zhukova, de partner van de Russische miljardair Roman Abramovitsj, controverse door op een foto te verschijnen terwijl zij op Melgaards stoel zat. Zhukova verontschuldigde zich voor de foto en zei dat ze "racisme volkomen verafschuwt en haar excuses wil aanbieden aan iedereen die beledigd is door deze afbeelding". De Japanse fetisjkunstenaar Namio Harukawa beeldde voluptueuze vrouwen af, die mannen domineerden en gebruikten als menselijk meubilair. De term fornifilie is bedacht door bondagekunstenaar Jeff Gord die zich specialiseerde in het subgenre en de website "House of Gord" over dit onderwerp ontworp. Fornifilie als een vorm van onderdanigheid houdt meestal in dat de proefpersoon stevig vastgebonden is en naar verwachting gedurende een langere periode onbeweeglijk zal blijven. Gord zei dat de maximale periode die hij gebruikte afhing van de gebruikte bondagetechnieken, maar over het algemeen niet langer was dan twee uur. Gord waarschuwde ook dat de gevaren die inherent zijn aan fornofilie inhouden dat het alleen door experts mag worden uitgevoerd. Gord gebruikte gags in sommige van zijn creaties. Een gag is een mondknevel die als primair doel heeft seksuele objectivering of erotische vernedering. Goede veiligheid vereist frequente controles van het welzijn van de onderdanige. In fictie De film A Clockwork Orange uit 1971 bevat een scène van een bende die in de Korova Milk Bar zit, die is ingericht met tafels in de vorm van naakte vrouwen. In aflevering 7 van de Netflix-serie Squid Game uit 2021, worden de anonieme VIP's die zijn uitgenodigd om naar de bloedsport te kijken, omringd door menselijke meubels, die uitgebreide bodypaint dragen. Zie ook Facesitting Nyotaimori, de gewoonte om voedsel te consumeren dat op het lichaam van een naakte vrouw is geplaatst Seksueel fetisjisme Referenties Externe links House of Gord's forniphilia FAQ-pagina Decorative Girls - Foto's van menselijke meubels Forniphilia (Human Furniture) - Britse fotograaf en kunstenaar Alva Bernadine Parafilie Beeld Bdsm Seksueel fetisjisme
Externe links House of Gord's forniphilia FAQ-pagina Decorative Girls - Foto's van menselijke meubels Forniphilia (Human Furniture) - Britse fotograaf en kunstenaar Alva Bernadine
1
vraag-en-antwoordpagina, FAQ-pagina, Q&A-pagina
8,581
ReserveAction
361561
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cambio
Cambio
Cambio is een autodeelbedrijf actief in België en Duitsland. Cambio is Spaans voor uitwisseling. Het werd in 2000 opgericht in Duitsland, en is intussen ook actief in België. Naast de doelgroep van particulieren, wordt Cambio ook gebruikt in de bedrijfswereld: 40% van alle reserveringen zijn voor beroepsverplaatsingen. Cambio had in 2017 in Duitsland en België samen 93.600 gebruikers en een vloot van ongeveer 2.625 auto's. Geschiedenis Cambio ontstond in 2000 door het samengaan van drie stedelijke initiatieven voor deelauto’s in Aken, Bremen en Keulen, die reeds in de vroege jaren 1990-1999 waren opgericht onder de naam “Stadt(teil)Auto”. De overkoepelende onderneming, thans gevestigd in Bremen (Duitsland), verleent franchise-licenties aan plaatselijke Cambio’s in Duitsland en België. België Cambio België is actief in Wallonië (sinds 2002), Brussel (sinds 2003) en Vlaanderen (Gent, sinds 2004) in samenwerking met onder andere de MIVB, De Lijn, TEC en de Vlaamse Automobilistenbond VAB. Eind 2009 stapte ook de NMBS-holding mee in het project. Belgisch netwerk Cambio opende haar eerste Belgische standplaats in Namen, in mei 2002. In 2003 volgde Brussel, en in 2004 Vlaanderen. Momenteel (januari 2023) zijn 64.000 gebruikers aangesloten. Cambio heeft zelf medewerkers in dienst, maar doet voor het callcenter en het onderhoud van de wagens een beroep op diverse partnerorganisaties. Het Cambio-netwerk in België omvat: 80 steden en -gemeenten (januari 2023) 913 ophaalpunten (januari 2023) +2000 wagens (januari 2023) +64.000 gebruikers (januari 2023) Tarieven Cambio hanteert een gecombineerd tarief met meerdere niveaus. Wie zich wil inschrijven, betaalt een eenmalige instapkost, die varieert naargelang de gekozen gebruiksformule. Die bepaalt ook een ofwel lage maandelijkse bijdrage met hogere kilometerkost, of een hogere bijdrage met zuiniger gebruikskosten. Daarnaast wordt per gebruiksuur een bijdrage aangerekend. Een autoverzekering, tankkaart en onderhoud is inbegrepen bij het abonnement. Externe link Officiële website Autodeelbedrijf
Cambio is Spaans voor uitwisseling. Het werd in 2000 opgericht in Duitsland, en is intussen ook actief in België. Naast de doelgroep van particulieren, wordt Cambio ook gebruikt in de bedrijfswereld: 40% van alle reserveringen zijn voor beroepsverplaatsingen.
1
reservering, boeking, afspraak
2,223
SportsTeam
2086615
https://nl.wikipedia.org/wiki/MSV%20Eisleben
MSV Eisleben
MSV Eisleben is een Duitse voetbalclub uit Eisleben, Saksen-Anhalt. Geschiedenis De club werd in 1950 opgericht als SG Deutsche Volkspolizei Eisleben. Na de oprichting van de SV Dynamo als centrale sportorganisatie voor de politie werd de naam in 1953 gewijzigd in SG Dynamo Eisleben. Datzelfde jaar werd de club nog kampioen van de Bezirksliga Halle en promoveerde zo naar de DDR-Liga. Na een degradatie in 1956 keerde de club terug in 1958 en werd nu een vaste waarde in de Oost-Duitse tweede klasse. Na de Duitse hereniging fuseerde de club met BSG Mansfeldkombinat Eisleben tot het huidige MSV Eisleben. Externe link Officiële website Eisleben, MSV Sportvereniging in Saksen-Anhalt Eisleben
Geschiedenis De club werd in 1950 opgericht als SG Deutsche Volkspolizei Eisleben. Na de oprichting van de SV Dynamo als centrale sportorganisatie voor de politie werd de naam in 1953 gewijzigd in SG Dynamo Eisleben. Datzelfde jaar werd de club nog kampioen van de Bezirksliga Halle en promoveerde zo naar de DDR-Liga. Na een degradatie in 1956 keerde de club terug in 1958 en werd nu een vaste waarde in de Oost-Duitse tweede klasse.
1
sportteam, sportorganisatie, speler
7,581
CatholicChurch
5144795
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Jan-de%20Doperkapel
Sint-Jan-de Doperkapel
De Sint-Jan-de Doperkapel is de hoofdkapel, feitelijk een kerkje, van de tot de Luikse gemeente Burg-Reuland behorende plaats Lengeler. Vanouds behoorde Lengeler tot de parochie van Dürler. Wanneer er een kapel gesticht werd is niet bekend, maar in 1728 werd er voor het eerst schriftelijk melding van het bestaan van deze kapel gemaakt. De huidige kapel werd gebouwd in 1934-1936 en is een ontwerp van Schultzen. Het is een kerkgebouw in breuksteen met een rechts ingebouwde toren die afgedekt wordt met een zadeldak. Het koor is smaller dan het schip en heeft een halfronde apsis. De stijl vertoont neoromaanse kenmerken. Jan-de-Doperkapel Bouwwerk in Burg-Reuland Jan-de-Doperkapel
Vanouds behoorde Lengeler tot de parochie van Dürler. Wanneer er een kapel gesticht werd is niet bekend, maar in 1728 werd er voor het eerst schriftelijk melding van het bestaan van deze kapel gemaakt.
1
katholieke kerk, parochie, kathedraal
2,087
OpeningHoursSpecification
1190195
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bibliotheek%20Vlissingen
Bibliotheek Vlissingen
Bibliotheek Vlissingen was tot september 2017 de gemeentelijke openbare bibliotheek van Vlissingen. In 2017 heeft de gemeente Vlissingen door de slechte financiële situatie besloten om de bibliotheektaak af te stoten en zijn zowel de hoofdvestiging als de filialen gesloten. Op 11 september 2017 is binnen bioscoop en theater CCXL een nieuwe, veel bescheidener bibliotheek geopend. Geschiedenis Oprichting en doel Bibliotheek Vlissingen werd opgericht in 1912 met het doel de geestelijke ontwikkeling van de bevolking van Vlissingen te bevorderen. Notabelen namen dit initiatief, omdat men steeds meer vrije tijd kreeg door een verkorting van de werktijden van soms veertien uur naar uiteindelijk maximaal acht uur per dag. De bibliotheek begon aan het Bellamypark met een zeer bescheiden collectie boeken. Doordat de rijksoverheid na regelgeving in 1927 ging bijdragen aan de bekostiging van bibliotheken, kreeg de dienstverlening een zekere vorm. In de oorlogsjaren van 1941 tot 1946 was Annie M.G. Schmidt directrice van de bibliotheek. Ondanks de inzet van haar en haar voorgangster kon er geen jeugdbibliotheek aan de diensten voor volwassenen toegevoegd worden. Pas met de komst van directeur N.L. Buitinga in 1963 werd de bibliotheek geprofessionaliseerd. Dit kon vooral omdat het Rijk vanaf 1979 grote sommen structurele subsidie aan bibliotheekwerk verstrekte. Gebouw Omdat de collectie en de dienstverlening zich in de loop der jaren uitbreidde, is de bibliotheek een aantal keren verhuisd. Van oktober 1999 tot september 2017 was de bibliotheek een onderdeel van het multifunctionele informatiecentrum ’t Spui, in het hart van de Vlissingse binnenstad. Dit is een opmerkelijk gebouw; een complex waarin vijf deels monumentale panden zijn opgenomen, waaromheen een nieuwe structuur is gebouwd met basisbouwmaterialen als hout, ruw stucwerk, betonvlechtwerk en stalen trappen. Organisatie en werkzaamheden Gemeente Vlissingen De bibliotheek was tot september 2017 een onderdeel van de gemeente Vlissingen en viel onder het cluster 'Publiekszaken'. De beleidsmatige verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de organisatie lag bij delegatiebesluit bij de Bibliotheekcommissie Vlissingen. De bibliotheek exploiteerde naast de centrale bibliotheek – 't Spui – en een filiaal in Oost-Souburg, een aantal mediatheken op basisscholen en twee kleine servicepunten in zorgcentrum Ter Reede en in het Majoraat in de wijk Paauwenburg. Ook het filiaal in Oost-Souburg en de twee servicepunten zijn in 2017 gesloten. In Ter Reede wordt sinds 2017 een uitleenpunt gerund door vrijwilligers en bewoners. Producten en diensten Bibliotheek Vlissingen bood naast het uitlenen van boeken verschillende diensten aan, voor leden en niet-leden, zoals: Boek-aan-huis-dienst Logeerkoffertje Internetcafé Weblog Boekstart Boek je Boek Schoolmediatheken Het initiatief tot het openen van de schoolfilialen waarin de bibliotheek gevestigd was werd genomen om op deze manier het taalonderwijs de leesbevordering en het aanleren van informatievaardigheden te kunnen ondersteunen. Deze mediatheken werden in stand gehouden door bibliotheekmedewerkers die actief waren binnen de schoolmediatheek. Zij werden ondersteund door kinderen van de school die zelf als ‘bibliothecaris’ actief zijn binnen de mediatheek onder andere door het innemen en rechtzetten van boeken. Na de sluiting van de Bibliotheek Vlissingen in 2017 beheren scholen de schoolmediatheken zelf. Boek je Boek In het najaar van 2012 startte Bibliotheek Vlissingen met een pilotproject 'Boek je Boek'. Deze service bood leden de mogelijkheid om hun boeken op te halen en in te leveren bij een afhaalpunt in Vlissingen. Deze afhaalpunten waren zeer centraal gelegen (onder andere supermarkten en een tankstation) en hebben zeer ruime openingstijden. Leden waren hierdoor niet meer afhankelijk van de openingstijden van de bibliotheek zelf omdat boeken uitzoeken en reserveren via online catalogus mogelijk is. Mede door de zeer ruime openstelling van de nieuwe bibliotheek in CCXL is deze dienst sinds september 2017 niet meer beschikbaar. Informatie- en adviesdiensten Naast het uitlenen van boeken ontwikkelen basisbibliotheken steeds nieuwe vormen van dienstverlening. Uitleencijfers lopen terug en nieuwe vormen van cultuurbeleving en informatieverwerving ontstaan. Het wordt steeds belangrijker om kennis actueel te houden en te vernieuwen. Bibliotheek Vlissingen speelde hierop in door naast het uitlenen van boeken, de educatie/ en informatiefunctie voorop te stellen. Bibliotheek Vlissingen speelde op dit terrein een vooraanstaande rol met haar dienstverlening voor scholen, het CJG/WMO-loket Porthos en de gemeente Vlissingen. Bibliotheek Vlissingen stelde zichzelf ten doel Vlissingers te informeren op het gebied van onder andere gezondheid, loopbaan, de regio, cultuur en literatuur. Zij gaf antwoord in schriftelijke, mondelinge en digitale vorm. Een voorbeeld van digitale informatievoorziening zijn themadossiers die door de bibliotheek vervaardigd werden. Deze digitale bronnen werden ontwikkeld door bibliotheekmedewerkers en bevatten links naar relevante websites, boeken artikelen en filmpjes. De themadossiers waren gratis te downloaden via de website van de bibliotheek en omvatten een veelheid aan onderwerpen. Van lokale onderwerpen tot aan maatschappelijke kwesties. Door de sluiting van de bibliotheek is ook de website vervallen, maar de Themadossiers zijn nog wel beschikbaar. Medische Bibliotheek Van 1994 tot 2015 exploiteerde Bibliotheek Vlissingen in het Ziekenhuis Walcheren een medische bibliotheek, bestemd voor medisch specialisten, co- en arts-assistenten, verpleegkundigen, paramedici, niet-medisch personeel. De medische bibliotheek had als doel de ziekenhuismedewerkers te stimuleren optimaal gebruik te maken van informatie bij het uitoefenen van hun beroep en/of studie. Gebruikers konden er een uitgebreide collectie boeken en tijdschriften en diverse specialistische online databanken en andere elektronische bronnen raadplegen. Wiki Loves Bieb In 2010 is door de Bibliotheek Vlissingen via het pilotproject WikiLovesBieb in samenwerking met Wikimedia Nederland aangetoond dat openbare bibliotheken een rol kunnen spelen in het bevorderen van het gebruik van Wikipedia. Door middel van mediawijsheidslessen op scholen, verzorgd door mediadeskundigen in dienst van de bibliotheek, werden scholieren en studenten wegwijs gemaakt in de wijze van werken met Wikipedia. Daarnaast zijn via workshops Wikipedia-medewerkers getraind om erfgoedinstellingen te helpen kennis en informatie over hun collectie via Wikipedia breed beschikbaar te stellen. Bezuinigingen Bezuinigingen van de gemeente Vlissingen dwongen de Bibliotheek Vlissingen in 2011 tot creatieve oplossingen om voortzetting van diensten te kunnen garanderen. Het plan om de hoofdvestiging te sluiten ten gunste van het verspreiden van de diensten door de stad en in te zetten op ontwikkeling van digitalisering stuitte op verzet. Deze plannen werden teruggedraaid wat leidde tot afstoten van taken, diensten en een deel van het personeel. In 2015 bleek de financiële prioriteiten van de gemeente Vlissingen zo gekozen te zijn dat het in stand houden van een solide openbare bibliotheek niet meer mogelijk was. ZB| Bibliotheek Vlissingen De gemeente Vlissingen trok zich om te bezuinigen in 2017 terug uit het stedelijke bibliotheekwerk. De ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland en bioscoop CCXL hebben vervolgens een deel van deze maatschappelijke voorziening op zich genomen. Voor de werkzaamheden is een deel van het personeel van de voormalige bibliotheek in dienst genomen en bij de inrichting is gebruik gemaakt van een deel van het interieur van de gesloten hoofdvestiging. Van de oorspronkelijk collectie van 60.000 titels is teruggebracht tot ruim 20.000. Collecties voor basisschooljeugd zijn ondergebracht op de scholen. Onderwijsspecialisten van de bibliotheek richten zich op het terugdringen van taalachterstanden bij leerlingen. Naast de geautomatiseerde boekuitleen en -inname worden in ZB| Bibliotheek Vlissingen bibliotheek diensten aangeboden als het Taalhuisloket, Klik&Tik, Digidesk en de VoorleesExpress. De openingstijden zijn zodanig zodat ook bezoekers van de bioscoop, theater en Cinecafé gebruik kunnen maken van de diensten buiten 'kantooruren'. Bibliotheekmedewerkers zijn beschikbaar voor hulp en advies tijdens zogenaamde 'service-uren'. Sinds 2020 is er een Toeristisch Informatiepunt ondergebracht in de bibliotheek. Bibliotheekmedewerkers voorzien toeristen van een stadsplattegrond en geven informatie. Toeristen kunnen gebruikmaken van wifi en de computers van het internetcafé. Vestiging in Souburg In Oost-Souburg werd eind 2017 in samenwerking met WVOZorg een uitleenpunt voor 1250 boeken voor volwassenen gerealiseerd in Zorgcentrum De Zoute Viever. In 2022 was daar nog sprake van een 'huisbibliotheek'. Externe link Homepage ZB Bibliotheek Vlissingen Vlissingen Cultuur in Vlissingen
Boek je Boek In het najaar van 2012 startte Bibliotheek Vlissingen met een pilotproject 'Boek je Boek'. Deze service bood leden de mogelijkheid om hun boeken op te halen en in te leveren bij een afhaalpunt in Vlissingen. Deze afhaalpunten waren zeer centraal gelegen (onder andere supermarkten en een tankstation) en hebben zeer ruime openingstijden. Leden waren hierdoor niet meer afhankelijk van de openingstijden van de bibliotheek zelf omdat boeken uitzoeken en reserveren via online catalogus mogelijk is. Mede door de zeer ruime openstelling van de nieuwe bibliotheek in CCXL is deze dienst sinds september 2017 niet meer beschikbaar.
2
openingstijden, openingstijden-specificatie, urenoverzicht
1,326
Distillery
530358
https://nl.wikipedia.org/wiki/Highland%20Park%20Single%20Malt
Highland Park Single Malt
Highland Park Single Malt is een Schotse single malt whisky, gedistilleerd en gebotteld in de gelijknamige distilleerderij in Kirkwall (Orkney-eilanden). Highland Park is de meest noordelijk gelegen distilleerderij van Schotland, en werd opgericht in 1798. De naam refereert niet zo zeer aan The Highlands (Schotse Hooglanden), als wel aan het feit dat de distilleerderij werd gebouwd op een hoger gelegen gebied. Highland Park is een van de weinige distilleerderijen die eigen gerst gebruiken, en turf dat in de regio wordt gestoken, in Hobbister Moor. In 1984 was Highland park de enige whisky die 100% scoorde bij het proefteam van The Scotsman, een landelijke krant uit Schotland. Whiskykenner Michael Jackson noemde Highland Park: de beste all-rounder in de wereld van malt whisky. De whisky van Highland Park wordt geleverd in 12, 15, 18, 25 en 30 jaar gerijpte varianten. Daarnaast is er een speciale botteling Cappella, die alleen in de distilleerderij zelf beschikbaar is. Highland Park wordt ook gebruikt in de blend The Famous Grouse. De rijping gebeurt in eiken vaten uit Spanje waarin sherry werd gerijpt. Externe link Website van Highland Park Island single malt whisky Orkney-eilanden
Highland Park Single Malt is een Schotse single malt whisky, gedistilleerd en gebotteld in de gelijknamige distilleerderij in Kirkwall (Orkney-eilanden). Highland Park is de meest noordelijk gelegen distilleerderij van Schotland, en werd opgericht in 1798. De naam refereert niet zo zeer aan The Highlands (Schotse Hooglanden), als wel aan het feit dat de distilleerderij werd gebouwd op een hoger gelegen gebied.
3
distilleerderij, stokerij, alcoholproductie
5,777
EventStatusType
101613
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse%20Rode%20Lijst%20%28korstmossen%29
Nederlandse Rode Lijst (korstmossen)
De Rode Lijst korstmossen was voorheen opgenomen in het besluit Rode Lijst korstmossen en nu in het besluit Rode Lijsten. De Rode Lijsten worden regelmatig, bijvoorbeeld eens in de tien jaar, bijgewerkt. Minister Cees Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op 4 november 2004 de toenmalige Rode Lijsten voor bedreigde dier- en plantensoorten vastgesteld. Deze Rode Lijst voor korstmossen bevat 323 soorten. Ze is gebaseerd op een basisrapport dat werd opgesteld door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep, die gegevens bijhoudt over het voorkomen van korstmossen in Nederland. De Rode Lijst korstmossen is aangepast op het punt van de opgenomen variëteiten. Volgens de criteria worden alleen soorten en hun ondersoorten beoordeeld; nog kleinere verschillen binnen een soort (beschreven als variëteiten) worden niet beschouwd. Daarom zijn variëteiten niet meer genoemd en zijn de twee variëteiten van Cladonia squamosa samengenomen. Micarea osloensis is van de Rode Lijst afgevoerd en Rinodina conradii is verplaatst van de categorie 'gevoelig' naar de categorie 'bedreigd'. Op de Rode Lijsten staan, naast de bedreigde soorten, beschermingsmaatregelen om deze soorten weer in aantal te laten toenemen. Doordat overheden en terreinbeherende organisaties bij hun beleid en beheer rekening houden met de Rode Lijsten wordt gehoopt dat van de nu bedreigde organismen er over tien jaar een aantal niet meer bedreigd zullen zijn en dus van de Rode Lijst afgevoerd kunnen worden. Op 15 oktober 2015 werd de nieuwe Rode Lijst Korstmossen uit het Basisrapport 2011 vastgesteld door toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma. De lijst omvat 311 soorten (dit is 46% van de 683 soorten die zich in Nederland regelmatig voortplanten). De bescherming is van kracht sinds 1 januari 2016. Status Er worden voor Nederland acht statuscategorieën onderscheiden: uitgestorven op wereldschaal in het wild uitgestorven op wereldschaal verdwenen uit Nederland in het wild verdwenen uit Nederland ernstig bedreigd bedreigd kwetsbaar gevoelig De soorten op de Rode Lijst van 2015 Korstmos Rode lijsten van soorten Rode Rode
Status Er worden voor Nederland acht statuscategorieën onderscheiden: uitgestorven op wereldschaal in het wild uitgestorven op wereldschaal verdwenen uit Nederland in het wild verdwenen uit Nederland ernstig bedreigd bedreigd kwetsbaar gevoelig
1
evenementstatus, statuscategorie, statusenumeratie
2,870
ActionStatusType
10431
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chemische%20kinetiek
Chemische kinetiek
De chemische kinetiek of kinetica is een onderwerp van de fysische chemie, waarin men zich bezighoudt met de beschrijving van de snelheid waarmee een chemische reactie voortgang heeft. Het is een belangrijk fenomeen binnen chemische reacties (reactiesnelheid) en in tijdsafhankelijke processen binnen de thermodynamica. De reactiesnelheid hangt af van een groot aantal factoren, waaronder: de concentratie (of activiteit) van de reactanten; de temperatuur; de druk; de ionsterkte; de verdelingsgraad; de aanwezigheid van een katalysator; de aanwezigheid van straling, bijvoorbeeld fotokatalyse, fotochemie; de vraag hoe ver de reactie uit evenwicht is. De onderliggende vraag is daarbij op moleculair niveau welke reactiemechanismen beschikbaar zijn. Zeker niet alle chemische reacties zijn goed beschreven wat hun kinetiek betreft, hoewel er natuurlijk reacties zijn waarvan een goed begrip van de kinetiek erg wenselijk is, bijvoorbeeld als zij de basis voor een productieproces zijn. De best beschreven en begrepen reacties zijn homogene reacties van relatief verdunde systemen, bijvoorbeeld reacties in de gasfase of in verdunde oplossingen. Daarnaast zijn er ook heterogene reacties, bijvoorbeeld reacties die aan een oppervlak plaatsvinden. In dat geval speelt ook het beschikbare oppervlak (bijvoorbeeld het specifieke oppervlak van de drager van de katalysator) een grote rol. Reactiesnelheid definitie Vaak kan de reactiesnelheid gemeten worden door de concentratie van een van de reagentia of een van de producten te volgen. Dit volgt uit de stoichiometrie van een chemische reactie, bijvoorbeeld van reagentia R en S die producten P en Q vormen: In het homogene verdunde geval kunnen we de reactiesnelheid op een bepaald moment, Rt, op vier gelijkwaardige manieren definiëren: De reactiesnelheid wordt steeds gedefinieerd als de verandering van de concentratie van een stof gedurende een bepaalde tijd. Dit levert de gemiddelde reactiesnelheid op. Als de tijd steeds korter genomen wordt, bijna nul, dan vind je de reactiesnelheid op een bepaald moment. Een snelheid is altijd positief. Omdat de verandering van de concentratie van een reactant negatief is, wordt in de formule voor de reactiesnelheid bij de reactanten een minteken geplaatst ("min maal min is plus"). Om te zorgen dat voor dezelfde reactie, los van de vraag welk product of welke reactant je gebruikt om de snelheid te meten, steeds dezelfde waarde gevonden wordt, leveren de veranderingen in de concentraties niet direct reactiesnelheid, maar wordt er eerst door de coëfficiënten van de reactievergelijking gedeeld. Bij de vorming van water uit waterstof en zuurstof zal de vermindering van het aantal mol waterstof twee keer zo groot zijn als de verandering van de concentratie zuurstof. De gegeven reactievergelijking suggereert dat er r deeltjes van stof R en s deeltjes van stof S op elkaar botsen en een overgangscomplex vormen. Dat overgangscomplex valt vervolgens uiteen in p deeltjes van stof P en q deeltjes van stof Q. De kans dat zoiets in werkelijkheid gebeurt is niet zo groot als het om grotere waarden van r, s, p en q gaat. Fysisch chemici gaan in de praktijk uit van twee gevallen die interessant zijn voor bestudering. In het eerste geval reageren twee deeltjes met elkaar en vormt zich een evenwicht met het product: waarbij r = s = p = 1 en q = 0. Het tweede geval betreft een dissociatie waarbij een molecuul in twee delen uit elkaar valt: Reacties met een reactiemechanisme dat ingewikkelder is, worden in een aantal opeenvolgende stappen opgedeeld zoals in het geval van de Michaelis-Mentenkinetiek. Reactiesnelheid meten Er zijn verschillende manieren om Rt te meten, bijvoorbeeld: fotometrisch, door de absorptie van een bepaalde golflengte te volgen van licht dat door een van de stoffen geabsorbeerd wordt; conductometrisch, door de geleidbaarheid van een oplossing te volgen; door een kleuromslag te vertragen door een kleine hoeveelheid van een andere stof toe te voegen die eerst weg moet reageren; door de warmteontwikkeling van de reactie te volgen; (in inhomogene gevallen) gravimetrisch door de gewichtstoename of -afname te volgen. In het algemeen kan iedere fysische grootheid gemeten worden zo lang er maar een bekend (bij voorkeur lineair) verband is met de hoeveelheid van een van de aan de reactie deelnemende componenten. Snelheidwetten en reactieorde In eenvoudige gevallen is er een simpel verband tussen de reactiesnelheid en de concentraties van de reagentia. Voorbeeld Bij de vorming van zilverchloride, AgCl, uit zilverionen en chloride-ionen volgens de reactie: Ag+(aq) + Cl−(aq) → AgCl(s) wordt de reactiesnelheid bepaald door drie factoren: De kans dat een zilverion een chloride-ion tegenkomt. Zijn er twee keer zoveel chloride-ionen per liter, dan is voor één zilverion de kans twee keer zo groot geworden om een chloride-ion 'tegen te komen' en dus te reageren. De kans dat er een zilverchloridemolecule gevormd wordt is dus evenredig met de chlorideconcentratie: R ~ [Cl−] Omgekeerd geldt ook dat als de concentratie zilverionen bijvoorbeeld drie keer zo groot is, de kans dat een chloride-ion een zilverion 'tegenkomt' de kans op de vorming van zilverchloride met een factor 3 stijgt, dus R ~ [Ag+] Als laatste geldt dat de ionen elkaar op de goede manier moeten raken om een reactie te geven. De reactiesnelheid is afhankelijk van de kans dat dat gebeurt. Samenvattend betekent het dat de reactiesnelheid voor de vorming van zilverchloride geschreven kan worden als: R = k · [Ag+] · [Cl−] In de praktijk meten fysisch chemici de reactiesnelheid van een van de twee componenten die aan de reactie deelneemt terwijl de concentratie van de andere component veel groter genomen wordt. Dat heeft als voordeel dat de concentratie van de component waarvan de concentratie gemeten wordt, varieert en de concentratie van de andere component praktisch gelijk blijft. De reactie gedraagt zich dan als een zogenaamde pseudo-eerste-ordeproces zodat de reactiesnelheid gegeven wordt door: R = kpe · [Cl−] waarin: kpe = k · [Ag+] In de praktijk is de waarde van de snelheidsconstante k een reactie zoals in dit voorbeeld beschreven wordt groot. De reactiesnelheid is daarom zeer hoog en erg moeilijk te meten. De reactiesnelheidsconstante kpe moet daarom zo klein mogelijk gemaakt worden om de reactie te vertragen. Dat kan door de concentratie zilverionen zo laag mogelijk te kiezen. De concentratie chloride-ionen moet echter een orde van grootte lager zijn. Het wordt in dat geval lastig om de snel dalende concentratie chloride-ionen nog te kunnen meten over een tijdsdomein dat slechts een fractie van een seconde bedraagt. Algemene regels Algemener kan bovenstaand voorbeeld geschreven worden als: Dit leidt dan tot een simpele snelheidswet, bijvoorbeeld: Rt = k · [R]ρ Rt = k · [R]ρ[S]σ De constante k heet de snelheidconstante van de reactie. De exponenten ρ en σ zijn in de simpelste gevallen eenvoudige gehele getallen, die dan de orde van de reactie genoemd worden. Bijvoorbeeld als ρ en σ beide 1 zijn, is de onderste reactie in zijn geheel een tweedeordereactie. Deze reactie is dan eerste orde in R en ook eerste orde in S. De exponenten hoeven niet gelijk te zijn aan de stoichiometrische coëfficiënten p en r. In het algemeen kunnen er in de uitdrukking voor Rt meerde termen met elk hun eigen exponent voorkomen, soms ook met meerdere termen in de teller en in de noemer van een breuk. In dat geval spreekt men van een complexe snelheidswet. Integratie van snelheidswetten Omdat Rt de wiskundige vorm van een afgeleide van een concentratie naar de tijd heeft, is een snelheidswet een differentiaalvergelijking. In eenvoudige gevallen valt deze vergelijking op te lossen door middel van integratie. Voor het geval van een reactie die eerste orde in alleen R is, leidt dat tot een exponentieel verloop van de concentratie die gekenmerkt wordt door een halveringstijd zoals die ook uit het radioactief verval bekend is. Gebruik van initiële snelheden Voor snelheidswetten van grotere complexiteit is het beter de wet in zijn differentiële vorm te gebruiken en een studie te maken van de initiële snelheid, dat wil zeggen: de snelheid zoals die is op het moment dat de reagentia gemengd worden. Wanneer men de beginconcentratie varieert in een serie experimenten kan de differentiële wet als zodanig op de beginsnelheid toegepast worden. Invloed van temperatuur De waarde van de snelheidsconstante is gewoonlijk sterk afhankelijk van de temperatuur. Deze afhankelijkheid kan vaak goed beschreven worden met de vergelijking van Arrhenius: Hier is A de pre-exponentiële factor en Ea de activeringsenergie. De geldigheid van de Arrheniuswet houdt in dat de snelheid van een reactie meestal exponentieel toeneemt met de temperatuur. Dit is de achterliggende reden voor het feit dat systemen die een exotherme reactie kunnen ondergaan vaak een vlampunt of een ontstekingstemperatuur hebben. Immers, als de reactie eenmaal op gang is, zorgt de ontwikkelde warmte voor een versnelling van de reactie die weer meer hitte produceert, enzovoort. Het belang van katalysatoren ligt daarin dat zij een verandering in het reactiemechanisme teweegbrengen waardoor een pad ontstaat met een lagere activeringsenergie. Thermodynamica
De chemische kinetiek of kinetica is een onderwerp van de fysische chemie, waarin men zich bezighoudt met de beschrijving van de snelheid waarmee een chemische reactie voortgang heeft. Het is een belangrijk fenomeen binnen chemische reacties (reactiesnelheid) en in tijdsafhankelijke processen binnen de thermodynamica.
1
actie status, status type, actie voortgang
10,274
Language
1063386
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20taalfamilies
Lijst van taalfamilies
Dit is een lijst van taalfamilies en -groepen. De indeling van talen is onderwerp van voortdurend debat, dus niet alle vermelde taalfamilies zijn onomstreden. Rechts van de taalfamilies zijn de grotere taalfamilies vermeld waar zij deel van uitmaken. Deze lijst is niet compleet, voel je vrij om er taalfamilies aan toe te voegen. Voor afzonderlijke talen, zie Lijst van talen van de wereld. A Abchazisch-Adygese taalfamilie - hoofdfamilie Abchazisch-Abazijnse groep → Abchazisch-Adygese taalfamilie Aegeïsche taalgroep - hoofdgroep, hypothetisch Afro-Aziatische taalfamilie - hoofdfamilie Algische talen - hoofdfamilie Algonkische talen → Algische talen Altaïsche talen - hoofdfamilie, omstreden Amerindische talen - hypothetisch Anatolische talen → Indo-Europese talen Andes-Equatoriale talen - hoofdfamilie Arawaktalen - hoofdfamilie Atayalische talen → Austronesische talen Athabaskische talen → Athabaskisch-Eyaktalen → Na-Denétalen Atlantische Congotalen → Niger-Congotalen Austrische talen - hypothetisch Austroaziatische talen - hoofdfamilie Austronesische talen - hoofdfamilie B Bali-Sasaktalen → Malayo-Polynesische talen → Austronesische talen Balkanromaanse talen → Romaanse talen → Italische talen → Indo-Europese talen Baltische talen → Balto-Slavische talen → Indo-Europese talen Balto-Slavische talen → Indo-Europese talen Bantoetalen → Niger-Congotalen Baritotalen → Malayo-Polynesische talen → Austronesische talen Benue-Congotalen → Niger-Congotalen Berbertalen → Afro-Aziatische taalfamilie Bodische talen → Tibeto-Birmaanse talen → Sino-Tibetaanse talen Brythonische talen → Eiland-Keltische talen → Keltische talen → Indo-Europese talen Bununtalen → Austronesische talen C Caribische talen - hoofdfamilie Centraal-Luzon-talen → Filipijnse talen → Malayo-Polynesische talen → Austronesische talen Centraal-Oostelijke talen → Malayo-Polynesische talen → Austronesische talen Centrale Oost-Formosaanse talen → Formosaanse talen → Austronesische talen Chibchatalen - hoofdfamilie Chinese talen → Sino-Tibetaanse talen Circassische groep → Abchazo-Adygese taalfamilie D Dené-Kaukasische talen - hypothetisch Dravidische talen - hoofdfamilie E Eiland-Keltische talen → Keltische talen → Indo-Europese talen Eskimo-Aleoetische talen - hoofdfamilie Euraziatische talen - hypothetisch F Filipijnse talen → Malayo-Polynesische talen → Austronesische talen Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Fins-Permische talen → Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Fins-Samische talen → Fins-Wolgaïsche talen → Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Fins-Wolgaïsche talen → Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Formosaanse talen → Austronesische talen G Gallo-Romaanse talen → West-Romaanse talen → Italo-Westelijke talen → Romaanse talen → Italische talen → Indo-Europese talen Gbe-talen → Kwa-talen → Volta-Nigertalen → Atlantische Congotalen → Niger-Congotalen Geelvinkbaaitalen - hypothetisch Germaanse talen → Indo-Europese talen Goidelische talen → Eiland-Keltische talen → Keltische talen → Indo-Europese talen Gunwinyguan-talen H Hmong-Mientalen Hokantaalfamilie - hypothetisch I Ibero-Romaanse talen → West-Romaanse talen → Italo-Westelijke talen → Romaanse talen → Italische talen → Indo-Europese talen Indo-Arische talen → Indo-Iraanse talen → Indo-Europese talen Indo-Europese talen - hoofdfamilie Indo-Iraanse talen → Indo-Europese talen Indo-Pacifische talen - hypothetisch Iraanse talen → Indo-Iraanse talen → Indo-Europese talen Irokese talen - hoofdfamilie Italische talen → Indo-Europese talen Italo-Westelijke talen → Romaanse talen → Italische talen → Indo-Europese talen J Joekagierse talen → wsch. Oeraalse talen K Kam-Taitalen → Tai-Kadaitalen Kartvelische talen - zie Zuid-Kaukasische talen Kaukasische talen - geografische familie bestaande uit Abchazo-Adygese taalfamilie, Nach-Dagestaanse talen en Zuid-Kaukasische talen Keltische talen → Indo-Europese talen Khoisantalen - hoofdfamilie Koesjitische talen → Afro-Aziatische taalfamilie M Macro-Pama-Nyungaanse talen - hypothetisch Malayo-Polynesische talen → Austronesische talen Mayatalen - hoofdfamilie Miao-Yaotalen → wsch. Sino-Tibetaanse talen Mixe-Zoquetalen - hoofdfamilie Mongoolse talen - hoofdfamilie, evt. Altaïsche talen N Nach-Dagestaanse talen - hoofdfamilie Na-Denétalen - hoofdfamilie Ngunitalen → Bantoetalen → Niger-Congotalen Niger-Kordofaniaanse talen → Kordofaniaanse talen → Niger-Congotalen Nilo-Saharaanse talen - hoofdfamilie Noordelijke Oost-Formosaanse talen → Formosaanse talen → Austronesische talen Noord-Germaanse talen → Germaanse talen → Indo-Europese talen Noord-Kaukasische talen - hypothetisch Noord-Slavische talen - aanduiding voor Oost-Slavische talen en West-Slavische talen samen; ook wel gebruikt voor een groep kunsttalen Noordwest-Kaukasische taalfamilie - zie Abchazo-Adygese taalfamilie Nostratische talen - hypothetisch O Ob-Oegrische talen → Oegrische talen → Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Occitano-romaans → Gallo-Romaanse talen → Romaanse talen → Indo-Europese talen Oegrische talen → Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Oeraalse talen - hoofdfamilie Oeral-Altaïsche talen - hypothetisch Oost-Formosaanse talen → Austronesische talen Oost-Germaanse talen → Germaanse talen → Indo-Europese talen Oost-Slavische talen → Slavische talen → Balto-Slavische talen → Indo-Europese talen Oostzeefinse talen → Fins-Samische talen → Fins-Wolgaïsche talen → Fins-Oegrische talen → Oeraalse talen Otomanguetalen - hoofdfamilie P Paiwanische talen → Formosaanse talen → Austronesische talen Pama-Nyungaanse talen - hoofdfamilie Dyirbalaanse talen → Pama-Nyungaanse talen Penutische talen - hypothetisch R Romaanse talen → Italische talen → Indo-Europese talen S Salishtalen - hoofdfamilie Samojeedse talen → Oeraalse talen Semitische talen → Afro-Aziatische taalfamilie Sino-Tibetaanse talen - hoofdfamilie Siouan-Catawbantalen - hoofdfamilie Slavische talen → Balto-Slavische talen → Indo-Europese talen T Tai-Kadaitalen - hoofdfamilie Tai-talen → Tai-Kadaitalen Tankische talen → Pama-Nyungaanse talen Tibetaanse talen → Tibeto-Birmaanse talen → Sino-Tibetaanse talen Tochaarse talen → Indo-Europese talen Toengoezische talen - hoofdfamilie, evt. Altaïsche talen Totonaakse talen - hoofdfamilie Tsjoektsjo-Kamtsjadaalse talen - hoofdfamilie Tsouïsche talen → Austronesische talen Tupitalen - hoofdfamilie Turkse talen - hoofdfamilie, evt. Altaïsche talen Tyrreense talen - hoofdfamilie U Uto-Azteekse talen - hoofdfamilie V Vasteland-Keltische talen → Keltische talen → Indo-Europese talen Volta-Nigertalen → Atlantische Congotalen → Niger-Congotalen W West-Germaanse talen → Germaanse talen → Indo-Europese talen West-Romaanse talen → Italo-Westelijke talen → Romaanse talen → Italische talen → Indo-Europese talen West-Slavische talen → Slavische talen → Balto-Slavische talen → Indo-Europese talen Y Yuma-Cochimítalen - hoofdfamilie Yolŋu Matha - Pama-Nyungaanse talen Z Zuid-Kaukasische talen - hoofdfamilie Zuidwest-talen → Formosaanse talen → Austronesische talen Zuid-Slavische talen → Slavische talen → Balto-Slavische talen → Indo-Europese talen
Dit is een lijst van taalfamilies en -groepen. De indeling van talen is onderwerp van voortdurend debat, dus niet alle vermelde taalfamilies zijn onomstreden. Rechts van de taalfamilies zijn de grotere taalfamilies vermeld waar zij deel van uitmaken. Deze lijst is niet compleet, voel je vrij om er taalfamilies aan toe te voegen.
5
taal, natuurlijke taal, formele taalcode
7,472
WarrantyScope
5128335
https://nl.wikipedia.org/wiki/AgustaWestland
AgustaWestland
AgustaWestland was een ontwerp- en productiebedrijf voor helikopters. Het is tegenwoordig een volledige dochteronderneming van Leonardo S.p.A. (voorheen Finmeccanica), en bekend onder de naam Leonardo Helicopters. AgustaWestland werd in juli 2000 opgericht door het samengaan van Agusta, in handen van Finmeccanica, en Westland Helicopters van GKN. Beide bedrijven kregen elk een aandelenbelang van 50%. Finmeccanica verwierf het belang van GKN in AgustaWestland in 2004. Geschiedenis De samenwerking tussen Agusta en Westland dateert uit 1981, toen de twee bedrijven de joint venture European Helicopter Industries oprichtten met als doel een nieuwe middelgrote helikopter, de EH101, te ontwikkelen. In maart 1999 kondigden Finmeccanica en GKN hun voornemen aan om hun helikopterdochterbedrijven samen te voegen. In juli 2000 volgden de definitieve voorwaarden voor de fusie, waaronder een 50:50 eigendomsstructuur en de betaling van aanvullende vergoedingen aan GKN om een ongelijkheid in winstniveaus tussen Agusta en Westland te compenseren. In januari 2002 kondigde AgustaWestland aan dat het 950 banen in het Verenigd Koninkrijk zou schrappen en zijn bedrijf in Weston-super-Mare, dat klantenondersteuningswerk zou uitvoeren, zou sluiten, aangezien de activiteiten geconcentreerd waren op de hoofdlocatie in Yeovil. Op 26 mei 2004 bevestigde GKN dat het had ingestemd om zijn belang in AgustaWestland aan Finmeccanica te verkopen voor £ 1,06 miljard. De verkoop werd in oktober 2004 door de Britse regering goedgekeurd. AgustaWestland kreeg in 2005 een contract, tegen Amerikaanse fabrikant Sikorsky Aircraft, voor de bouw van de nieuwe presidentiële helikopter Marine One, maar dit programma werd in 2009 geannuleerd. In november 2005 werd aangekondigd dat AgustaWestland had ingestemd om het 25% aandeel van Bell Helicopter in het AB139 medium tandemrotorprogramma te verwerven en om zijn aandeel voor de BA609 civiele tiltrotor te vergroten van 25 tot 40%. In juni 2008 kwamen AgustaWestland en de in Rusland gevestigde helikopterfabrikant Russian Helicopters overeen om een nieuw samengesteld bedrijf te vormen om AW139-helikopters in Rusland te produceren. Begin 2010 nam AgustaWestland PZL-Świdnik over, een Poolse helikopterfabrikant. In september 2012 kondigden AgustaWestland en Northrop Grumman de overeenkomst aan waarbij de bedrijven gezamenlijk zullen bieden op contracten voor de bouw van de nieuwe gevechtshelikopter van de Amerikaanse luchtmacht en de nieuwe Marine One presidentiële helikopter. Producten Externe link Website Leonardo Wapenfabrikant Brits vliegtuigbouwer Italiaans vliegtuigbouwer
In januari 2002 kondigde AgustaWestland aan dat het 950 banen in het Verenigd Koninkrijk zou schrappen en zijn bedrijf in Weston-super-Mare, dat klantenondersteuningswerk zou uitvoeren, zou sluiten, aangezien de activiteiten geconcentreerd waren op de hoofdlocatie in Yeovil.
1
dekkingsovereenkomst, herstelservice, klantenondersteuning
8,099
WebPageElement
82171
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilcoxontoets
Wilcoxontoets
De wilcoxontoets voor twee steekproeven is een verdelingsvrije (statistische) toets om na te gaan of twee verdelingen ten opzichte van elkaar verschoven zijn. De toets is genoemd naar de Amerikaanse scheikundige Frank Wilcoxon en equivalent aan de mann-whitneytoets. Voorbeeld Een landmeter heeft een nieuwe theodoliet gekregen omdat de oude aan vervanging toe is. Het instrument is van hetzelfde merk en van dezelfde uitvoering als het oude. Om na te gaan of de nul-instellingen van de instrumenten gelijk zijn, meet hij met beide instrumenten een aantal keren dezelfde hoogte. Hij doet 10 metingen X met het oude instrument en 12 metingen Y met het nieuwe. We kunnen ervan uitgaan dat de verdelingen van X en van Y op een verschuiving na aan elkaar gelijk zijn. De nulhypothese is dat de nul-instellingen dezelfde zijn, dus dat de verdelingen exact aan elkaar gelijk zijn, zonder verschuiving. Als alternatieve hypothese nemen we voor de eenvoud een eenzijdige, namelijk dat het nieuwe instrument systematisch te hoog meet. Met het oude instrument meet hij achtereenvolgens: {| class="wikitable" |- | Instrument X: || 3,0163 || 3,0147 || 3,0175 || 3,0150 || 3,0123 || 3,0169 || 3,0143 || 3,0122 || 3,0154 || 3,0164 |} Met het nieuwe instrument meet hij: {| class="wikitable" |- | Instrument Y: || 3,0148 || 3,0146 || 3,0162 || 3,0155 || 3,0153 || 3,0190 || 3,0187 || 3,0167 || 3,0152 || 3,0178 || 3,0177 || 3,0158 |} De uitkomsten rangschikken we naar grootte: {| class="wikitable" style="text-align:center;" |- ! Rangnummer: || 1 || 2 || 3 || 4 || 5 || 6 || 7 || 8 || 9 || 10 || 11 || 12 |- | align="left"|Instrument: || X || X || X || Y || X || Y || X || Y || Y || X || Y || Y |- | align="left"|Meetwaarde: || 3,0122 || 3,0123 || 3,0143 || 3,0146 || 3,0147 || 3,0148 || 3,0150 || 3,0152 || 3,0153 || 3,0154 || 3,0155 || 3,0158 |} Vervolg tabel: {| class="wikitable" style="text-align:center;" |- ! 13 || 14 || 15 || 16 || 17 || 18 || 19 || 20 || 21 || 22 |- | Y || X || X || Y || X || X || Y || Y || Y || Y |- | 3,0162 || 3,0163 || 3,0164 || 3,0167 || 3,0169 || 3,0175 || 3,0177 || 3,0178 || 3,0187 || 3,0190 |} Vervolgens zetten we de instrumentaanduidingen uit de tabel op een rij: X X X Y X Y X Y Y X Y Y Y X X Y X X Y Y Y Y Onder de nulhypothese is voor elke plaats in de rij de kans op een X dezelfde, maar onder de alternatieve hypothese zullen aan het begin van de rij met grotere kans X'en te vinden zijn en aan het eind van de rij Y'en. In het extreme geval dat de metingen als volgt waren: X X X X X X X X X X Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y is het duidelijk: het nieuwe instrument geeft systematisch hogere waarden dan het oude. Als we vinden: Y X Y X Y X Y X Y X Y X Y X Y X Y X Y X Y X is dit weliswaar een heel bijzondere uitkomst, maar er is geen reden om het nieuwe instrument te wantrouwen. Wat moeten we concluderen uit de gevonden uitkomst? Op het eerste gezicht lijken de X'en meer naar links en de Y'en meer naar rechts te liggen. Dus bewijs tegen de nulhypothese. Maar is dit resultaat significant? Om dat na te gaan berekent de toetsingsgrootheid het totaal van de rangnummers van de X'en in de rij. In ons geval dus: Het zal duidelijk zijn dat hoe kleiner W is hoe meer reden er is om de nulhypothese te verwerpen. Maar is onze uitkomst te klein? Met kansrekening kan de verdeling van onder de nulhypothese bepaald worden, gebruikmakend van het feit dat, als de nulhypothese waar is, alle mogelijke rangschikkingen van de X'en en Y'en even waarschijnlijk zijn. We hoeven deze berekening niet steeds zelf uit te voeren, daarvoor zijn er tabellen. Definitie De twee toevalsvariabelen en zijn onderling onafhankelijk en continu verdeeld met verdelingsfuncties respectievelijk die op een verschuiving na aan elkaar gelijk zijn. Er geldt dus: . Van en zijn aselecte steekproeven en gegeven. De toetsingsgrootheid van de wilcoxontoets voor het toetsen van de nulhypothese bestaat uit de som van de rangnummers van een van de steekproeven, zeg , in het totaal van de waarnemingen: . Daarin is dus het rangnummer van in de geordende rij van beide steekproeven. Afhankelijk van de alternatieve hypothese wordt de nulhypothese verworpen voor te kleine, te grote of te kleine en te grote waarden van . Exacte verdeling Voor steekproeven met omvang en , kan de exacte verdeling van de toetsingsgrootheid onder de nulhypothese met behulp van combinatoriek gemakkelijk bepaald worden. Voor grotere steekpoeven neemt echter de hoeveelheid rekenwerk flink toe. De verdeling kan ook bepaald worden met de onderstaande recursieve formule. De formule ontstaat door conditionering op de voorwaarde dat de laatste waarde in de volgorde een X ("...X") of een Y ("...Y") is. Normale benadering Voor grotere waarden van en kan een normale benadering toegepast worden. De verwachtingswaarde en de variantie van onder de nulhypothese worden gegeven door: Mann-whitneytoets De mann-whitneytoets berekent om de volgorde van de X'en en Y'en te vergelijken een andere grootheid , die echter omgerekend kan worden in de wilcoxontoetsingsgrootheid. Statistische toets
De uitkomsten rangschikken we naar grootte: {| class="wikitable" style="text-align:center;" |- ! Rangnummer: || 1 || 2 || 3 || 4 || 5 || 6 || 7 || 8 || 9 || 10 || 11 || 12 |- | align="left"|Instrument: || X || X || X || Y || X || Y || X || Y || Y || X || Y || Y |- | align="left"|Meetwaarde: || 3,0122 || 3,0123 || 3,0143 || 3,0146 || 3,0147 || 3,0148 || 3,0150 || 3,0152 || 3,0153 || 3,0154 || 3,0155 || 3,0158 |} Vervolg tabel: {| class="wikitable" style="text-align:center;" |- ! 13 || 14 || 15 || 16 || 17 || 18 || 19 || 20 || 21 || 22 |- | Y || X || X || Y || X || X || Y || Y || Y || Y |- | 3,0162 || 3,0163 || 3,0164 || 3,0167 || 3,0169 || 3,0175 || 3,0177 || 3,0178 || 3,0187 || 3,0190 |}
1
tabel, afbeelding, webpagina-element
2,062
MusicAlbum
2295349
https://nl.wikipedia.org/wiki/15%20jaar%20hits
15 jaar hits
15 Jaar hits is het verzamelalbum van de Volendamse zanger Jan Smit. Het bestaat uit 2 cd's en 1 dvd. Als voorloper op het album wordt op 30 september 2011 de single Hou je dan nog steeds van mij uitgebracht. Tracklist Cd 1 Cd 2 Dvd Hitnoteringen Nederlandse Album Top 100 Vlaamse Ultratop 200 Albums Muziekalbum van Jan Smit Muziekalbum uit 2011
Muziekalbum van Jan Smit Muziekalbum uit 2011
2
muziekalbum, muziektracks, muziekcollectie
10,638
AutoRental
2069807
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Hamburg-Altona
Station Hamburg-Altona
Station Hamburg-Altona (Bahnhof Hamburg-Altona, tot 1938 Altona Hauptbahnhof; spreektaal Altonaer Bahnhof) is een spoorwegstation in de wijk Altona van de Duitse stad Hamburg, in de gelijknamige stadstaat. Voor het langeafstandsverkeer (ICE/IC) en regionaalverkeer (RE/RB) is het een kopstation met 8 sporen. Het deel voor de S-Bahn daarentegen ligt ondergronds, met nog eens 4 sporen en is een doorgaande lijn. Met dagelijks 100.000 reizigers hoort het station tot de 21 stations in de hoogte Duitse stationscategorie 1 van de DB Station&Service. In kader van het project Neue Mitte Altona zal het langeafstands- en regionaalverkeer in het jaar 2023 gebruik maken van een nieuw station ter hoogte van het S-Bahnstation Diebsteich. Alleen het S-Bahnstation Altona zal blijven bestaan. Historische achtergrond In december 1840 werd op initiatief van ondernemers uit Altona en Kiel de Altona-Kieler Eisenbahn-Gesellschaft opgericht, onder leiding van de Deense koning waarbij het dagelijkse bestuur door de rijksambtenaren van het Hertogdom Holstein werd uitgevoerd. De aandeelhouders van de onderneming beloofde een verbinding tussen de Noord- en Oostzee waardoor er beter afzetmogelijkheden waren voor hun goederen, en vervolgde met hun doel ook de spoorlijn van Altona naar Kiel te bouwen en te onderhouden. Deze spoorlijn werd in 1844 gehuldigd onder de naam "König Christian VIII. Ostseebahn" en was de eerste spoorlijn onder de naam van de Deense Hoogheid. Als zuidelijke eindpunt was gekozen voor Altona nabij de Elbehaven en was al vroeg van grote betekenis. Na de Duitse Oorlog ontstond in 1867 uit beide voormalige hertogdommen Sleeswijk en Holstein de Pruisische provincie Sleeswijk-Holstein. In 1883 begonnen de onderhandelingen over de aankoop van de Altona-Kieler Eisenbahn door het Koninkrijk Pruisen, dat sinds 1 maart 1884 het beheer en bedrijfsvoering door de Koninklijke spoorwegdirectie Altona overnam, welke was gezeteld in een tijdelijk gebouw in de stad Altona. Voor de prijs van 70,65 miljoen Mark werd de Preußische Staatseisenbahnen op 1 januari 1887 (of 1 juli 1887) eigenaar van de AKE. De nv (AG) werd ontbonden. Hierdoor werd het station van Altona in 1887 "Pruisisch". Vervolgens nam de Preußische Staatseisenbahnen alle spoorweginfrastructuur over. Het station werd eindpunt van alle treinen uit de provincie Sleeswijk-Holstein, ook die een route hadden over het niet Pruisische Hamburg, wat van economisch en strategisch belang was. Eerste station uit 1844 Het eerste station van de stad Altona werd in 1844 direct boven de steile helling naar de Elbe, de "Altonaer Balkons", aan de westzijde van de stad gebouwd. Bij de bevolking was het wegens het verkeerslawaai snel ongeliefd, zodat de toenmalige burgemeester van Altona, Caspar Behn, parallel aan het station de Bahnhofsstraße (tegenwoordig Max-Brauer-Allee) liet aanleggen. De gebouwen aan de straat diende als 'geluidsscherm' waardoor het geluid in de stad afnam. In 1866 werd het station eindpunt de Verbindingslijn naar het aangrenzende westelijke gelegen Hamburg. Sinds1867 begon ook de Altona-Blankeneser Eisenbahn in het station. Eén spoor aan de oostzijde van het station sloot in 1845 aan op de Altonaer Hafenbahn, welke liep naar de visafslag van Altona. De goederenwagons konden alleen getrokken worden speciale locomotieven door de steile helling van de haven naar het station. Sinds 1876 reden deze locomotieven door de zogenaamde Schellfischtunnel. Sinds jaren 80 van de negentiende eeuw nam het treinverkeer toe en was uitbreiding van het station nodig. Ondertussen was de bebouwing in Altona en Ottensen sterk toegenomen wat de verbouwplannen verhinderde. Daarom besloot men, het station ongeveer 500 meter verder noordelijk te leggen, op het punt waar de drie spoorlijnen bij elkaar komen. Op het vrijgekomen spoorwegterrein tussen het oude en het nieuwe station ontstond een park met aan de zijkanten diverse hoofdstraten, in het midden de Platz der Republik. Aan beide zijde werden in de loop van de tijd diverse belangrijke gebouwen geplaatst (Königl. Preußische Eisenbahndirektion, Hotel Kaiserhof, Altonaer Museum, Stuhlmannbrunnen) waardoor er een nieuwe hoofdas ontstond. In het zuiden staat het oude stationsgebouw in klassieke stijl. Het kreeg een nieuwe noordelijke vleugel en de gemeenteraad nam haar intrek in het gebouw, het verhuisde van het oude raadhuis aan de Nobistor naar de Neue Altonaer Rathaus. Het gebouw wordt tegenwoordig gebruikt door de deelraad van Altona. Tweede station uit 1898 Na de overwegingen om het station te verplaatsen, zou het hoger te komen liggen, maar men had goede ervaringen met het door Hermann Eggert ontworpen Frankfurt (Main) Hauptbahnhof uit 1888 waardoor het station op straatniveau kwam te liggen. Om het treinverkeer zo min mogelijk te hinderen tijdens de bouw, werd parallel aan de sporen gebouwd en in meerdere fases. Tussen 1893 en 1898 kwam het gereed. In kader van de verbouwing van het station werd de Verbindingslijn in het bereik van het Goederenstation Altona aan de toenmalige Rainweg, nu Harkortstraße, verhoogd. Deze viaduct blijft ook na de hertracering van de Verbindingsbaan enkelsporig en is dag vandaag de dag nog. Verder werd de Schellfischtunnel tot het nieuwe station verlengd. De nu Pruisische Altonaer Hauptbahnhof werd op 30 januari 1898 geopend. De oorspronkelijke vierdelige stationshal had een lengte van 160 meter en een breedte van 82 meter. Tussen 1905 en 1907 werd in het westen nog een vijfde hal gebouwd voor het voorstadsspoor. Samen overspannen ze 11 sporen, waarvan de drie westelijke voor de voorstads- en S-Bahnverkeer gereserveerd waren. Het stationsgebouw bestond uit bakstenen in neo-romaanse stijl, met het Altonase stadswapen en de torens was het een herkenningspunt in Altona. Het kopstation kon zelfstandig onderhoud uitvoeren, wat in de tijd van stoomlocomotieven nodig was. Omdat er in Hamburg alleen een klein onderhoudscentrum was bij het Berliner Bahnhof, was er niet genoeg ruimte voor alle locomotieven. De treinen uit het zuiden reden via de uitgebreide dubbelsporige verbindingslijn door naar Altona. Op de lijn naar het noorden, die van de verbindingslijn bij de Rainweg aftakte, en niet naar Altona reed, reden tot de elektrificering in de jaren 60 alleen goederentreinen. Over de middelste sporen werd in 1913 een elektromechanische brugseinhuis gebouwd. In 1943 stortte het door de oorlog in en werd niet meer herbouwd. Toen de Pruisische stad Altona in 1938 door de Groß-Hamburg-Gesetz bij Hamburg werd gevoegd, werd de stationsnaam veranderd van Altona Hauptbahnhof naar Bahnhof Hamburg-Altona. In de Tweede Wereldoorlog werd het station zwaar beschadigd, deze werd in de jaren 50 in vereenvoudigde vorm herbouwd. In 1965 werden de sporen van het station geëlektrificeerd. De op 1 april 1979 in gebruik genomen Citytunnel Hamburg naar Hamburg Hbf werd gebouwd onder het westelijke deel van het stationsgebouw en er werd een nieuw stationsplein aangelegd als ook een nieuwe viersporig tunnelstation. Door de tunnelbouw kon het stationsgebouw niet tegen de trilling waardoor het in 1974, ondanks de vele protesten, werd gesloopt. Derde station uit 1979 Het tweede stationsgebouw werd vervangen door een twee verdiepingen tellende gebouw, gemaakt uit grijze prefab betondelen. In het zuidoosten verdubbeld de hoogte naar vier etages, in het kubusvormige gebouw zit een filiaal van Galeria Kaufhof. Het interieur van het stationsgebouw werd in de drie decennia meerdere keren verbouwd, om het in aanzicht vriendelijker te maken. De vier langeafstandsperronsporen kregen eenvoudig platte daken. Bij de drie regionale perronsporen ligt een helling richting het tunnelstation. Seinhuis uit 1995 Bij station Altona werd tussen 11 en 13 maart 1995 een 62,6 miljoen D-Mark kostende elektronisch seinhuis (Elektronisches Stellwerk (ESTW)) in het netwerk van de Deutsche Bahn in gebruik genomen. Het ESTW verving acht andere seinhuizen. Het heeft twee werkafdelingen: een treindienstleiding voor het station, en een treindienstleiding voor het goederenstation van een kilometer verderop; hierdoor verdwenen 49 arbeidsplaatsen. Rond de tijd van de ingebruikname stuurt het ESTW voor het treinverkeer 160 wissels, rond de 250 spoorwegseinen en 215 treindetectielussen. Door softwarefouten waren er in het begin aanzienlijke problemen, twaalf uur na de ingebruikname schakelde de dienstleiding voor het eerst zelfstandig. Na drie dagen van zoeken werd de oplossing gevonden: twee foutieve bits zorgde voor een bufferoverloop, wat het systeem uitschakelde. Doordat de oude seinhuizen al waren ontmanteld, kon de situatie voor de ingebruikname niet meer worden ingesteld. Bij de dienstregelingswissel van 27 naar 28 mei 1995 werd een nooddienstregeling ingesteld. Vervolgens verplichte de ESTW-herstellers Siemens en Alcatel, testcentra te bouwen, om het nieuwe elektronische seinhuizen voor ingebruikname te onderwerpen aan de stresstest waarbij het maximale van het systeem gevraagd wordt. Tevens worden hier toekomstige treindienstleiders geschoold. Gerenoveerde stationsgebouw uit 2005 Nadat Kaufhof het pand aan het begin van de eenentwintigste eeuw verlaten had, werd het complex in het voorjaar van 2006 omvangrijk verbouwd. De eerste en tweede etage van het voormalige Kaufhof is nu een Media Markt, in de kelder bevindt zich nu een Lidl-filiaal en andere winkels voor reisbenodigdheden, bakkerijen en overige Take-Aways. Op de begaande grond bevindt zich een Reisezentrum van de Deutsche Bahn (OV-Servicewinkel), een autoverhuurder, een Rossmann filiaal en andere winkels zoals diverse horeca. Aan de achterzijde van het gebouw ten westen van de sporen bevindt zich een parkeergarage, tegenover de sporen aan de oostzijde het 5 verdiepingen, 133 kamers tellende InterCityHotel Hamburg-Altona. Verbindingen Spoorlijnen naar het westen: Altona-Blankeneser Eisenbahn vanaf 1867 in de richting van Blankenese, in 1883 verlengd naar Wedel, tegenwoordig onderdeel van de S-Bahnlijnen S1 en S11; naar het noorden: Altona-Kieler Eisenbahn vanaf 1884 in de richting van Elmshorn - Neumünster - Kiel, later verder naar Flensburg - Scandinavië evenals in Elmshorn afbuigende lijn naar Itzehoe - Husum - Westerland; naar het oosten: Hamburg-Altonaer Verbindungsbahn vanaf 1866 in de richting van Hamburg Hbf, met aansluiting op de spoorlijnen naar Berlijn en Lübeck later ook naar Scandinavië, Hannover - Zuid-Duitsland en Bremen - Ruhrgebied. naar het zuiden: richting de Elbeoever de Altonaer Hafenbahn (1845-1992) naar de Visafslag van Altona via de Schellfischtunnel, alleen voor goederentreinen. Langeafstandstreinen Directe verbindingen bestaan met de steden ten noorden van Hamburg, in de andere richting rijden de treinen via de stations Dammtor en Hauptbahnhof, naar het zuiden ook nog Harburg. {|class="wikitable" style="font-size:90%;" ! Serie ! colspan="6" | Route ! Frequentie |- | align="center" | | colspan="6" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf) – Düsseldorf – Duisburg – Keulen | 1x per dag |- | align="center" | | colspan="6" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf) – Hannover – Frankfurt (Main) – Darmstadt | 1x per dag |- | align="center" rowspan="2" | | Kiel – Neumünster – | rowspan="2" colspan="4" | Hamburg (Dammtor – Hbf) – Hannover – Göttingen – Kassel-Wilhelmshöhe – Frankfurt (Main) – | Mannheim – Karlsruhe – Baden-Baden – Freiburg – Bazel (Bad Bf – SBB) – Zürich – Chur | rowspan="2" | 1x per 2 uur Altona – CH, enkele treinen naar Kiel of Wiesbaden |- | Hamburg-Altona – | Frankfurt (Main) Flugh. Fernbf – Mainz – Wiesbaden |- | align="center" rowspan="3" | | Kiel – Neumünster – | rowspan="2" | Hamburg (Dammtor – Hbf) – | rowspan="3" colspan="4" | Hannover – Kassel-Wilhelmshöhe – Frankfurt (Main) (Hbf – Flugh. Fernbf) – Mannheim – Stuttgart | rowspan="3" | 1x per 2 uur, enkele treinen van/naar Kiel of Oldenburg |- | Hamburg-Altona – |- | colspan="2" | Oldenburg – Bremen – |- | align="center" rowspan="3" | | Hamburg (Altona – Dammtor) – | rowspan="2" | Hamburg (Hbf – Harburg) – | rowspan="3" colspan="4" | Hannover – Göttingen – Kassel-Wilhelmshöhe – Fulda – Würzburg – Nürnberg – Ingolstadt – München (– Garmisch-Partenkirchen) | rowspan="3" | 1x per uur Altona - München. 1x per twee uur één treinstel naar Oldenburg. 1x per dag naar Lübeck of Garmisch-Partenkirchen |- | Lübeck – |- | colspan="2" | Oldenburg – Bremen – |- | align="center" rowspan="3" | | colspan="2" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf) – Berlin-Spandau – | rowspan="3" | Berlijn (Hbf – Südkreuz) – Lutherstadt Wittenberg – Leipzig – Nürnberg – | Ingolstadt – | rowspan="3" | München – | München Ost – Rosenheim – Kufstein – Innsbruck | rowspan="3" | 1x per uur Altona - München, enkele treinen per dag naar Warnemünde/Binz/Innsbruck, tussenstops wisselt per trein. |- | Warnemünde – Rostock – Neustrelitz – | rowspan="2" | Berlin Gesundbrunnen – | rowspan="2" | Augsburg – | rowspan="2" | Garmisch-Partenkirchen – Innsbruck |- | Binz – Stralsund – Prenzlau – |- | align="center" | | colspan="6" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf – Harburg) – Hannover – Kassel-Wilhelmshöhe – Fulda – Würzburg – Nürnberg – Regensburg – Passau – Wels – Linz – St. Pölten – Wenen (Meidling – Hbf) | Enkele treinen per dag |- | align="center" rowspan="2" | 26.1 | colspan="3" | Ostseebad Binz – Stralsund – Rostock – Schwerin – | rowspan="2" colspan="3" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf – Harburg) – Lüneburg – Uelzen – Celle – Hannover – Göttingen – Kassel-Wilhelmshöhe – Gießen – Frankfurt (Main) – Darmstadt – Heidelberg – Karlsruhe | rowspan="2" | 1x per twee uur, enkele treinen vanaf Ostseebad Binz (stopt niet in Altona en Dammtor) of Westerland |- | colspan="3" | Westerland (Sylt) – Heide – Itzehoe – |- | align="center" rowspan="2" | 26.2 | rowspan="2" colspan="3" | (Altona – Dammtor – Hbf – Harburg) – Lüneburg – Uelzen – Celle – Hannover – Göttingen – Kassel-Wilhelmshöhe – Würzburg – Ansbach – Augsburg – | colspan="3" | Kempten (Allgäu) – Immenstadt – Oberstdorf | rowspan="2" | Enkele treinen per dag, trein wordt gesplitst in Augsburg |- | colspan="3" | München Ost – Rosenheim – Freilassing – Berchtesgaden |- | align="center" | | colspan="6" | Budapest-Keleti – Szob – Nové Zámky – Bratislava – Kúty – Břeclav – Brno – Praag – Ústí nad Labem – Dresden (Hbf – Neustadt) – Berlijn (Südkreuz – Hbf – Spandau) – Wittenberge – Ludwigslust – Hamburg (Hbf – Dammtor – Altona) – Itzehoe – Heide – Niebüll – Westerland (Sylt) | 1x per twee uur, enkele treinen naar Westerland, met een rijtuig naar Dagebüll |- | align="center" rowspan="3" | | Hamburg-Altona – | rowspan="2" | Hamburg Dammtor – | rowspan="3" colspan="3" | Hamburg (Hbf – Harburg) – Bremen – Osnabrück – Münster – Dortmund – Essen – Duisburg – Düsseldorf – Keulen – Bonn – Koblenz – Mainz – Mannheim – | Heidelberg – Stuttgart | 1x per twee uur, 1x per dag vanaf Binz/Westerland |- | Westerland – Heide – Itzehoe – | rowspan="2" | Karlsruhe – Baden-Baden – Freiburg – Bazel (Bad Bf – SBB) – Zürich – Sargans – Chur | rowspan="2" | 1x per dag, Hamburg-Chur |- | colspan="2" | Ostseebad Binz – Stralsund – Rostock – Schwerin – |- | align="center" | FLX20 | colspan="6" | Hamburg (Altona – Hbf – Harburg) – Osnabrück – Münster – Gelsenkirchen – Essen – Duisburg – Düsseldorf – Keulen | 4x per dag |- | align="center" | CNL Komet | colspan="6" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf – Harburg) – Hannover – Göttingen – Karlsruhe – Baden-Baden – Offenburg – Freiburg – Bazel (Bad Bf – SBB) – Baden – Zürich | 1x per dag |- | align="center" | CNL Pyxis| colspan="6" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf – Harburg) – Hannover – Augsburg – München (Hbf – Ost) | 1x per dag |- | align="center" | EN Hans Albers| colspan="6" | Hamburg (Altona – Dammtor – Hbf – Harburg) – Hannover – Göttingen – Würzburg – Nürnberg – Passau – Wels – Linz – Amstetten – St. Pölten – Wenen (Meidling – Hbf) | 1x per dag |} De langeafstands- en regionale treinen worden aan vier eilandperrons (spoor 5-12) afgewikkeld. Alle sporen kunnen vanaf alle richtingen bereikt worden, alleen rijden doorgaans ICE-treinen in de richting van het zuiden, die beginnen in Altona, van een hoger spoornummer (spoor 9-12). De ICE-treinen komend uit het zuiden, die eindigen in Altona, gebruiken de middelste spoornummers (spoor 7-10). Bij storingen of andere incidenten kan er natuurlijk worden afgeweken van deze regel. Tot in de jaren 90 was de spoornummering van de langeafstandstreinen in strijd met de spoornummering van het S-Bahnstation. Voor de bouw van de S-Bahntunnel waren er 3 S-Bahn sporen, maar toen het tunnelstation met vier sporen werd geopend waren er twee sporen met het nummer 4. Na vele jaren werden de spoornummers van het langeafstandsstation omgenummerd en was nummer 4 alleen voor de S-Bahn. Autotreinen Het station Altona is een van de zeven autotreinterminals van DB Fernverkehr in Duitsland. Vanaf hier vertrokken autoslaaptreinen naar Lörrach, München, Villach, Wenen, Alessandria, Bozen en Narbonne. Tegenwoordig rijden er alleen treinen in het seizoen naar Lörrach en München. Uniek is dat het autolaadperron gecombineerd is met een reizigersstation, deze vindt plaats op een apart deel van het station. Wanneer een autotrein naar het spoor wordt gerangeerd en geladen wordt, wordt de stroom van de bovenleiding gehaald. Hierdoor kunnen autobestuurders niet per ongeluk in aanraking komen met elektriciteit die dan op de bovenleiding zou staan. De auto's rijden via een oostelijke stationsingang en via een speciale oprijplaten. Een deel van de weg naar de laadperrons wordt tijdens het laden van een trein voor overig verkeer afgesloten. Na het laden van de auto's kunnen de passagiers instappen in de reizigerswagons, kan de bovenleiding weer worden ingeschakeld en de trein vertrekken. Regionale treinen De volgende regionale treinen doen station Hamburg-Altona aan: S-Bahn Voor de S-Bahn van Hamburg bestaat er sinds 1979 een aparte tunnelstation met vier perronsporen ten zuidwesten van het treinstation. Noordelijk daarvan komen de sporen naast die van de langeafstandstreinen via een helling in het daglicht, daarachter volgen omvangrijke opstelsporen evenals een diverse fly-overs en dive-unders voor de spoorlijnen naar Blankenese, Elbgaustraße en Dammtor. Zuidelijk van het station ligt een enkelsporig keerspoor, tussen de sporen van de City-S-Bahn onder de Hamburgse binnenstad naar het Hauptbahnhof.Westelijke perrons' - stadinwaarts richting Hauptbahnhof: spoor 1: lijn S1 via Jungfernstieg naar Poppenbütten en de luchthaven, lijn S2 via Jungfernstieg naar Bergedorf en lijn S3 via Jungfernstieg naar Neugraben, Buxtehude en Stade; spoor 2: lijn S11 en S31 via Dammtor.Oostelijke perrons' - staduitwaarts: spoor 3: lijn S11 richting Blankenese en lijn S31 eindigt hier; spoor 4: lijn S1 via Blankenese naar Wedel, lijn S2 eindigt hier, lijn S3 via Elbgaustraße naar Pinneberg. In beide richtingen is er tussen de treinen van S1 en S31 een cross-platform-overstap. Goederenstation Altona Direct ten noorden van het reizigersstation sluit het Goederenstation Altona aan. Het had een oppervlakte van 100.000 m², zeven laadperrons en nog eens zes te bereiken vanaf de straat en talrijke rangeersporen uitgebreid met de sporen van het reizigersstation. Hierbij kwamen de sporen van het ongeveer een kilometer verderop gelegen havenstation van de Altonaer Hafenbahn. Het goederenstation werd in 1996 gesloten. Bahnbetriebswerk Altona Het Bahnbetriebswerk Altona (spoorwegdepot/onderhoudscentrum) begon in 1895 als depot voor het goederenverkeer van de Preußisch-Hessischen Eisenbahngemeinschaft, ontwikkelde zich in de tijd van de Reichs- en Bundesbahn tot een belangrijke stoomlocomotiefloods en behandelde tot het einde van zijn levensduur vele steltreinstoomlocomotieven. In 1982 overnam het Bahnbetriebswerk Hamburg-Eidelstedt zijn functie. Historische metroplanningen In het algemene plan voor een sneltreinnetwerk uit 1935 was er een twee verdieping tellende metrostation als overstapstation onder station Altona gepland. Het zou een halte krijgen voor de lijn tussen Freihafen en Lurup (binnenstadtangent) en een lijn tussen Neumühlen en Freihafen (Alsterhalbring). Tot in het oorlogsjaar 1942 werd een viersporige metrostation met eilandperrons gepland. Bij de bouw van het tunnelstation van de S-Bahn werd eronder een haaks lopende halte voor de metro van Hamburg voorbereid. Onder het S-Bahnstation ligt een betonplaat, een zogenaamde hulptunnel. Daaronder kan later een station worden gebouwd, zonder het S-Bahnverkeer bij de bouw te hinderen. Ook werd er in het S-Bahnstation toekomstige ingangen gemaakt naar de metro: deze is gepland bij de muur tussen de trap naar de westelijke perron en onder de zuidelijke trap (tegenover het controlehuisje). Andere voorbereidingen voor een tunnel zijn er niet gemaakt, alleen een betonplaat onder de autosnelweg A7 in Bahrenfeld. Deze voorbereidingen waren voor de toenmalige lijn U4 tussen Lurup en Winterhude gepland. Actuele plannen Opheffen of verplaatsen De netwerkuitbreidingen tussen 1950 en 1965 voor de S-Bahn van Hamburg het elektrificeren van de verbindingslijn ten westen van station Holstenstraße naar het noorden afbuigende lijn van de AKN Eisenbahn in 1962 ontlastte het station van veel regionaal treinverkeer. Na de elektrificering van de spoorlijn naar Kiel in het jaar 1995 werden de treinen uit de richting Neumünster/Kiel geleid via Hamburg Dammtor naar het Hauptbahnhof. Doordat station Altona een kopstation is, spelen er een aantal problemen. Het laden van de autoslaaptreinen wordt via een deel van het kopstation afgewikkeld, waardoor voor de overige reizigers deze toegang wordt afgesloten. Ongeveer de helft van de regionale treinen uit Sleeswijk-Holstein eindigt in Altona omdat de lijn naar het Hauptbahnhof tegen zijn capaciteit zat. Hierdoor moeten reizigers overstappen in Altona op de S-Bahn om toch op het Hauptbahnhof te komen. Door de verschuiving van goederentreinen naar het goederenomleidingslijn, die in 2005 is uitgebreid, kunnen meer regionale treinen naar het Hauptbahnhof rijden. Hierdoor verloor station Altona en het stadscentrum van Altona een deel van zijn reizigers en dus klandizie. Sinds de midden jaren 90 waren er overwegingen en ruwe planningen, om het gehele station circa 1,5 kilometer naar het noorden te verplaatsen, direct aan de noord-zuidlijn ter hoogte van de halte Diebsteich als doorgangsstation. Deze had voor de binnenstadse verkeer als voordeel, dat tussen de Stresemannstraße en de Julius-Leber-Straße een betere oost-west straatverbinding aangelegd kan worden. "Mitte Altona" Het Ministerie van Stadsontwikkeling en Milieu van Hamburg (Behörde für Stadtentwicklung und Umwelt (BSU)) gaf in augustus 2009 het bericht dan met begon met voorbereidende onderzoeken, in februari 2010 werd de eerste voorstudie gepubliceerd door de BSU met ontwerpen voor de herontwikkeling van het spoorgebied.Altona Info: Bahnhofsgelände Altona: Erste Studie vorgestellt geraadpleegd op 30 december 2015 De BSU schrijft (vrij vertaald): "De Deutsche Bahn AG plant, het regionaal- en langeafstandsstation Altona naar het noorden ter hoogte van het huidige S-Bahnstation Diebsteich te verleggen" en gaf eind mei/begin juni 2010 een informatiebrochure uit voor de burgers, die onder de belanghebbende en geïnteresseerde nogal controversieel ontvangen werd. Op november 2010 werd bekendgemaakt, dat het ontwerp van architect André Poitiers de aanbesteding van het masterplan voor de bebouwing van het terrein gewonnen had. Dit plan bestaat onder andere uit 2000 woningen en parken voor. Een circa 13 hectare grote deel van het terrein tussen de actuele langeafstandssporen en de Harkortstraße wordt onafhankelijk ontwikkeld in afwachting van het besluit over de verplaatsing van het station. In april 2011 kocht de firma ECE Projektmanagement, het grote commerciële vastgoed en onderhield, 60.000 m² van het terrein van de Holsten-Brauerie: in dit plangebied voor het nieuwe stadsdeel "Mitte Altona" zal ECE als eerste woningen bouwen.Hamburger Abendblatt: Altona: Shopping-Riese kauft 60.000 Quadtratmeter 8 april 2011, geraadpleegd op 30 december 2015 Begin september 2013 deelde de Deutsche Bahn mee, begin 2014 over de verplaatsing te beslissen. Het spoorbedrijf rechtvaardigde deze onzekerheid, omdat uit bodemonderzoek was gebleken dat de grond sterk vervuild was. Daarmee kon het oorspronkelijke plan, een doorgangstation bij Diebsteich gefinancierd met grondverkopen, niet meer doorgaan en moest er een nieuw financieringsmodel worden gemaakt. Door het nabijgelegen onderhoudscentrum Eidelstedt moeten er treinen eindigen in het nieuwe Altona. In een eerste bouwfase voor de Neue Mitte Altona zal in ieder geval 1600 woningen worden gebouwd. Op 1 juli 2014 maakte de Deutsche Bahn bekend, het langeafstands- en regionaalstation in 2023 te verleggen naar het huidige S-Bahnstation Diebsteig. Voorzien is een achtsporig station met zes langeafstands- en regionale sporen en twee S-Bahnsporen met een nieuw stationsgebouw. Daarmee zal de spoorweginfrastructuur vernieuwd en Hamburg Hauptbahnhof ontlast worden. Volgens het plan zullen de werkzaamheden eind 2015 beginnen. De stad Hamburg heeft het terrein van het station op 30 juni 2015 gekocht voor een bedrag van €38,8 miljoen en laat de Deutsche Bahn tot de verplaatsing van het station er gebruik van maken. Op het meer dan 13 hectare groot gebied zal verdeeld worden in twee ontwikkelingsgebieden waarin het Altona Mitte'' wordt gerealiseerd en 1900 woningen gebouwd. De geraamde kosten is niet gecommuniceerd; vroegere schattingen gingen uit van rond de €300 miljoen voor het verleggen van het station. Voor de planvorming is €13 miljoen voorzien. Externe links DBAutozug.de Beelden uit het station Informatie over station Hamburg-Altona op bahnhof.de met plattegrond (PDF, 495 kB) Sporenplan Hamburg-Altona (PDF, 243 kB) stand 1 januari 2016 Historische beelden van station Altona op Altona.info.de Altona
Nadat Kaufhof het pand aan het begin van de eenentwintigste eeuw verlaten had, werd het complex in het voorjaar van 2006 omvangrijk verbouwd. De eerste en tweede etage van het voormalige Kaufhof is nu een Media Markt, in de kelder bevindt zich nu een Lidl-filiaal en andere winkels voor reisbenodigdheden, bakkerijen en overige Take-Aways. Op de begaande grond bevindt zich een Reisezentrum van de Deutsche Bahn (OV-Servicewinkel), een autoverhuurder, een Rossmann filiaal en andere winkels zoals diverse horeca.
1
autoverhuur, huurauto, autoverhuurbedrijf
8,391
InsuranceAgency
4378643
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tim%20Scott%20%28politicus%29
Tim Scott (politicus)
Timothy Eugene (Tim) Scott (North Charleston, South Carolina, 19 september 1965) is een Amerikaanse politicus van de Republikeinse Partij. Hij werd in 2013 senator voor South Carolina. Daarvoor was hij van 2011 tot 2013 afgevaardigde voor het 1e district van South Carolina. Voorafgaand aan zijn verkiezing tot de Senaat werd Scott gekozen als lid van het Huis van Afgevaardigden van de Verenigde Staten voor het 1e congresdistrict van South Carolina, waar hij diende van 2011 tot 2013. Daarvoor diende hij één termijn in de South Carolina General Assembly van 2009 tot 2011, en was hij lid van de raad van Charleston County van 1995 tot 2009. Voordat hij de politiek inging, werkte Scott in de financiële dienstverlening. Scott is een van de 11 Afro-Amerikanen die hebben gediend in de Amerikaanse Senaat, en de eerste die heeft gediend in beide kamers van het Congres. Hij is de zevende Afro-Amerikaan die in de Senaat is gekozen en de vierde van de Republikeinse Partij. Hij is de eerste Afro-Amerikaanse senator uit South Carolina, de eerste Afro-Amerikaanse senator die is gekozen uit het zuiden van de Verenigde Staten sinds 1881 (vier jaar na het einde van de Reconstructie), en de eerste Afro-Amerikaanse Republikein die sinds het vertrek van Edward Brooke in 1979 in de Senaat dient. Op 12 april 2023 richtte Scott een verkennend comité op om deel te nemen aan de voorverkiezing van de Republikeinse Partij voor de presidentsverkiezingen van 2024. Hij diende op 19 mei de benodigde papieren in bij de Federal Election Commission om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap en verklaarde officieel zijn kandidatuur op 22 mei. Presidentscampagne 2024 In laat 2022 werd gemeld dat verschillende Amerikaanse senatoren, zoals John Barrasso, John Cornyn en Joni Ernst, Scott hadden aangemoedigd om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap van de Verenigde Staten in de verkiezingen van 2024. In februari 2023 werd gemeld dat Scott zich voorbereidde op een presidentscampagne. Hij kondigde een "listentour" aan die zou beginnen met een evenement ter gelegenheid van Black History Month in Charleston, South Carolina, en vervolgens organiseerde hij evenementen en hield toespraken in Iowa, de eerste staat die zal stemmen in de Republikeinse voorverkiezingen van 2024. Andere aangekondigde en vermoedelijke Republikeinse kandidaten organiseerden ook evenementen in Iowa tegelijkertijd met Scott. Op 12 april 2023 richtte Scott een verkennend comité op om mogelijk deel te nemen aan de presidentsverkiezingen. Op 19 mei registreerde hij zich bij de Federal Election Commission om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Op 22 mei kondigde hij officieel zijn kandidatuur aan in North Charleston, South Carolina. Amerikakenner Raymond Mens vertelde bij het tv-programma vandaag inside op 24 mei 2023 over de kandidatuur van Scott in de race om het presidentschap. Mens gaf aan zeer te spreken te zijn over het positieve verhaal van Tim Scott, hetgeen de American dream zou uitstralen. Standpunten Belasting en uitgaven Scott gelooft dat de federale uitgaven en belastingen moeten worden verlaagd, waarbij respectievelijk een gebalanceerde begrotingswijziging en de FairTax worden geïmplementeerd. Gezondheidszorg Scott is van mening dat de Affordable Care Act moet worden ingetrokken. Hij heeft gezegd dat de gezondheidszorg in de Verenigde Staten tot de beste ter wereld behoort en dat mensen van over de hele wereld naar Amerikaanse medische scholen komen. Hij ondersteunt een alternatief voor de ACA dat de voordelen behoudt en tegelijkertijd de kosten beheerst door hervorming van het medische aansprakelijkheidssysteem door beperking van niet-economische schade en door hervorming van Medicare. Scott heeft in januari 2019 mede-gesponsord om de Health Insurance Tax twee jaar uit te stellen. Economische ontwikkeling Scott ondersteunt infrastructuurontwikkeling en openbare werken voor zijn district. Hij is tegen beperkingen op diepzee-olieboringen. Hij heeft het opportunity zone-ontwerp voorgesteld in de Tax Cuts and Jobs Act van 2017. Sociale kwesties Scott omschrijft zichzelf als pro-life. Hij ondersteunt onderzoek naar volwassen en navelstrengbloedstamcellen, maar is tegen door belastingbetalers gefinancierd onderzoek naar embryonale stamcellen en het creëren van menselijke embryo's voor experimenten. Hij is tegen euthanasie en het homohuwelijk. Scott is ook tegen instructie over genderidentiteit op scholen. In 2022 en 2023 hebben hij en Senator Rick Scott (geen familie) samen het PROTECT Kids Act mede-gesponsord, dat de federale financiering aan instellingen zou beperken die voorkeursvoornaamwoorden en gender-neutrale badkamers en kleedkamers toestaan, evenals die kinderen seksuele geaardheid verbergen voor hun ouders, onder andere maatregelen. Scott is een uitgesproken tegenstander van abortus en ondersteunt de anti-abortusbeweging in de Verenigde Staten. In een interview in 2023 zei hij dat hij een federale abortuswet zou ondertekenen die abortus verbiedt na 20 weken zwangerschap als hij tot president zou worden gekozen. Immigratie Scott ondersteunt federale wetgeving die vergelijkbaar is met Arizona SB 1070. Hij is voorstander van het versterken van de straffen voor werkgevers die bewust illegale immigranten in dienst nemen. Hij promoot ook culturele assimilatie door Engels de officiële taal in de overheid te maken en nieuwe immigranten Engels te laten leren. Hij is tegen een weg naar burgerschap voor mensen zonder documenten. Arbeid Scott heeft een wetsvoorstel ingediend dat voedselbonnen zou weigeren aan gezinnen waarvan het inkomen is gedaald tot het punt van in aanmerking komen omdat een gezinslid deelneemt aan een arbeidsstaking. Buitenlands beleid Scott pleitte voor voortgezette militaire aanwezigheid in Afghanistan en geloofde dat een vroegtijdige terugtrekking al-Qaeda ten goede zou komen. Hij beschouwt Iran als het gevaarlijkste land ter wereld en vindt dat de VS pro-democratische groepen daar moeten ondersteunen. Scott was tegen de militaire interventie in Libië in 2011. China In november 2017 was Scott een van de negen medevoorzitters van een wetsvoorstel dat de mogelijkheid van de federale overheid zou vergroten om buitenlandse aankopen van Amerikaanse bedrijven te voorkomen door het Committee on Foreign Investment in the United States (CFIUS) te versterken. Dit zou het CFIUS in staat stellen om ook kleinere investeringen te beoordelen en mogelijk af te wijzen op basis van nationale veiligheidsfactoren, waaronder of informatie over Amerikanen zou worden blootgesteld bij transacties of dat een deal fraude zou vergemakkelijken. Handel In januari 2018 was Scott een van de 36 Republikeinse senatoren die een brief ondertekenden waarin ze pleitten voor het behoud van het Noord-Amerikaanse Vrijhandelsakkoord (NAFTA) door het te moderniseren voor de 21e eeuw. Bodycams Voor de politie Na de schietpartij op Walter Scott (geen familie), drong Scott er bij de Senaat op aan om hoorzittingen te houden over bodycams voor de politie. Milieu In 2017 ondertekende Scott een brief aan president Donald Trump waarin hij opriep om de Verenigde Staten terug te trekken uit het Parijsakkoord. Rechterlijke benoemingen Scott ontmoet rechter Brett Kavanaugh in juli 2018 Scott steunde de benoeming van Ryan Bounds tot het 9e Amerikaanse Hof van Beroep niet, waarmee hij effectief de benoeming beëindigde. Zijn beslissing was gebaseerd op wat hij de "bevooroordeelde uitspraken die Bounds maakte als student aan Stanford in de jaren 90" noemde. Marco Rubio sloot zich kort daarna bij hem aan in het verzet tegen de benoeming, wat Mitch McConnell ertoe bracht de benoeming in te trekken. Scott met rechter Amy Coney Barrett in september 2020 In november 2018 ging Scott tegen zijn partij in door zich te verzetten tegen de benoeming van Thomas A. Farr voor een federale rechtersfunctie. Farr werd beschuldigd van het onderdrukken van Afro-Amerikaanse kiezers. Scott verwees naar Farr's betrokkenheid bij de verkiezingscampagnes van Jesse Helms in 1984 en 1990, die gericht waren op het onderdrukken van zwarte kiezers, en een memo uit 1991 van het ministerie van Justitie onder de regering van George H. W. Bush. In de memo stond dat "Farr de belangrijkste coördinator was van het 'ballot security'-programma van 1984 dat werd uitgevoerd door de NCGOP en het Helms for Senate Committee in 1984. Hij coördineerde verschillende 'ballot security'-activiteiten in 1984, waaronder het versturen van ansichtkaarten naar kiezers in overwegend zwarte districten, die bedoeld waren om als basis te dienen om kiezers op verkiezingsdag aan te vechten." Scott legde verder uit dat de Republikeinse Partij "niet erg goed is in het vermijden van de voor de hand liggende obstakels op het gebied van ras in Amerika." De Wall Street Journal bekritiseerde Scott in een redactioneel commentaar en betoogde dat de Democraten Farr's nederlaag zouden zien als een "rechtvaardiging van hun meest oneerlijke en opruiende raciale tactieken." In een brief aan de Wall Street Journal zei Scott dat de publicatie probeerde "zorgen" over de benoeming van Farr af te leiden. President Trump en verhouding tot ras In 2017 reageerde Scott op de "Unite the Right"-bijeenkomst in Charlottesville door te erkennen dat "racisme echt is. Het leeft." Op de vraag om commentaar te geven op de uitspraak van Trump dat er aan beide zijden "goede mensen" waren bij de bijeenkomst en dat er "schuld aan beide kanten" was voor het daaropvolgende geweld, zei Scott dat hoewel Trump aanvankelijk "haat, bigotterij en racisme" had "afgewezen" in zijn "sterke" opmerkingen op de maandag daarna, zijn opmerkingen op dinsdag "de sterke opmerkingen begonnen uit te wissen. Wat we willen zien van onze president is duidelijkheid en moreel gezag. En dat morele gezag wordt aangetast wanneer dinsdag gebeurt. Daar bestaat geen twijfel over [...] Ik ga het onverdedigbare niet verdedigen." Trump nodigde Scott uit voor een ontmoeting op woensdag, waarna Scott zei dat Trump "zeer ontvankelijk was voor luisteren. Dat is een sleutel tot begrip", en dat hij "duidelijk had nagedacht over wat hij had gezegd, over zijn bedoelingen en de percepties van die opmerkingen", die "niet precies waren wat hij bedoelde". Scott riep Trump op om zijn tweets te verwijderen waarin hij demonstranten tegen de moord op George Floyd aanviel. Scott zei: "Dat zijn geen constructieve tweets, zonder enige twijfel. Ik ben dankbaar dat we het gesprek kunnen voeren. ... We hebben het gehad over het feit dat er een constructieve manier is om een dialoog te voeren met een natie op een vergelijkbare manier als na Charlottesville. De president zal luisteren, als je hem betrekt bij de feiten van de kwestie." Scott pleitte er ook voor dat Trump zijn retweet van aanhangers die "white power" scandeerden, zou verwijderen, wat hij al snel deed. Persoonlijk Scott is ongehuwd. Vroeg in zijn publieke leven (op 30-jarige leeftijd) gaf hij toe nog een maagd te zijn en moedigde hij premaritale onthouding aan. Tijdens de voorverkiezingen van de Republikeinse Partij in 2024 weigerde hij commentaar te geven op dit onderwerp toen hij werd gevraagd. Hij bezit een verzekeringsagentschap en is partner bij Pathway Real Estate Group, LLC. Scott is een evangelische protestant en lid van Seacoast Church, een grote evangelische kerk in Charleston. Scott staat bekend om het dragen van excentrieke sokken. Op zijn website verkoopt hij tevens zijn eigen sokken. Amerikaans senator Lid van het Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten) Tea Party-beweging Republikein (Verenigde Staten)
Persoonlijk Scott is ongehuwd. Vroeg in zijn publieke leven (op 30-jarige leeftijd) gaf hij toe nog een maagd te zijn en moedigde hij premaritale onthouding aan. Tijdens de voorverkiezingen van de Republikeinse Partij in 2024 weigerde hij commentaar te geven op dit onderwerp toen hij werd gevraagd. Hij bezit een verzekeringsagentschap en is partner bij Pathway Real Estate Group, LLC. Scott is een evangelische protestant en lid van Seacoast Church, een grote evangelische kerk in Charleston.
1
verzekeringskantoor, verzekeringsagentschap, verzekeringsmakelaar
741
DeliveryTimeSettings
5399879
https://nl.wikipedia.org/wiki/Shipping%20Service%20Provider
Shipping Service Provider
Met een Shipping Service Provider (SSP) beschrijft men bedrijven die zich bezighouden met de technische aansluiting van logistieke dienstverleners. Onder logistieke dienstverleners vallen onder andere DHL, DPD, GLS, UPS, postbedrijven zoals PostNL, bpost, Chronopost, Correos, Deutsche Post, expresdiensten zoals DHL Express, FedEx, maar ook bezorging op dezelfde dag van koeriers zoals Budbee en Trunkrs. Recentelijke publicaties noemen een Shipping Service Provider ook wel verzendsoftware of logistieke software. Dienstverlening Net als bij de Payment Service Provider (PSP) biedt ook de Shipping Service Provider (SSP) een dienst aan om het verkoopproces van e-commerce te optimaliseren. In plaats van het integreren van iedere logistieke dienstverlener afzonderlijk, hoeven webwinkeliers slechts op één SSP terug te vallen om verzendlabels rechtstreeks vanuit hun webwinkel of ERP-systeem aan te maken. Er bestaan Shipping Service Providers die ook verzend logica in de webshop aanbieden, zodat webwinkeliers bezorgmogelijkheden zoals pick-up points en click & collect niet per vervoerder hoeven te integreren. Hierdoor wordt de link met één logistieke dienstverlener verbroken en kan er gebruik worden gemaakt van verschillende verzendpartijen. Bovendien biedt de SSP overkoepelende verzendinformatie. Deze uniforme interface wordt bijvoorbeeld beschikbaar gesteld in een Software-as-a-Service platform. Daarnaast ontneemt een SSP-klanten ook van de contractuele verplichtingen met een specifieke logistiek dienstverlener, waardoor webwinkels producten laagdrempelig kunnen verzenden. Verder bieden SSP's meestal extra functies zoals een retourportaal of tracking die te personaliseren is, welke door webwinkels worden ingezet als marketingtools. Aanbieders Er zijn wereldwijd een tal van leveranciers. Door de complexiteit van de interfaces die door de logistiek dienstverleners worden gebruikt, zijn de diensten van Shipping Service Providers echter vaak beperkt tot een bepaalde regio (Nederland, Europa of zelfs in individuele landen). Logistiek bedrijf E-commercebedrijf
Hierdoor wordt de link met één logistieke dienstverlener verbroken en kan er gebruik worden gemaakt van verschillende verzendpartijen. Bovendien biedt de SSP overkoepelende verzendinformatie. Deze uniforme interface wordt bijvoorbeeld beschikbaar gesteld in een Software-as-a-Service platform.
1
bezorgtijd, levertijdinstellingen, verzendinformatie
11,448
GardenStore
1259691
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brico%20%28winkel%29
Brico (winkel)
Brico is een Belgische bouwmarkt. De winkel richt zich hoofdzakelijk op doe-het-zelfartikelen, maar verkoopt ook tuinartikelen. De winkelketen heeft ruim 145 vestigingen over heel het land, waarvan meer dan de helft (95 winkels) via franchising wordt uitgebaat. De eerste winkel opende in 1973 in Schoten. De naam is afgeleid van bricoler, het Franse woord voor knutselen. In de jaren 80 bracht de keten ook twee eigen merken op de markt, namelijk Stop en Bricobi. Deze merken zijn intussen verder geëvolueerd naar Central Park en Sencys. Brico was onderdeel van de GIB Group, die het in 2002 verkocht aan het Nederlandse Vendex (intussen Maxeda). De vroegere vestigingen van Briko Depôt en Leroy Merlin, zijn intussen ook deel geworden van de Brico NV en omgevormd tot BricoPlanit. Deze winkels richten zich hoofdzakelijk op grote doe-het-zelf en decoratieprojecten. Sinds 2006 zijn er ook enkele BricoCity winkels opgericht. Deze zijn gelegen in het centrum van enkele grote steden (Antwerpen, Brussel, Gent, Luik, Leuven,...) en zijn gericht op de kleinere projecten. Sponsoring Eind jaren 90 was de keten met het merk Bricobi cosponsor van de Mapei-wielerploeg. Ook sponsorde Brico het televisieprogramma 'Baksteen in de maag' op VIER Webshop In 2006 startte Brico zijn eigen webwinkel. Daarop wordt een assortiment aangeboden voor verkoop online en levering aan huis. Externe links Website Brico Website BricoPlanit Brico op maxeda.com Belgische bouwmarkt Maxeda Bedrijf met zetel in Brussel
Brico is een Belgische bouwmarkt. De winkel richt zich hoofdzakelijk op doe-het-zelfartikelen, maar verkoopt ook tuinartikelen. De winkelketen heeft ruim 145 vestigingen over heel het land, waarvan meer dan de helft (95 winkels) via franchising wordt uitgebaat.
1
tuinwinkel, tuincentrum, tuinartikelen
2,991
CreativeWork
1921509
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20beelden%20in%20Steenwijkerland
Lijst van beelden in Steenwijkerland
Dit is een (onvolledige) chronologische lijst van beelden in Steenwijkerland. Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte van de Nederlandse gemeente Steenwijkerland, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken. Voor een volledig overzicht van de beschikbare afbeeldingen zie: Beelden in Steenwijkerland op Wikimedia Commons. Steenwijkerland Steenwijkerland
Dit is een (onvolledige) chronologische lijst van beelden in Steenwijkerland. Onder een beeld wordt hier verstaan elk driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte van de Nederlandse gemeente Steenwijkerland, waarbij beeld wordt gebruikt als verzamelbegrip voor sculpturen, standbeelden, installaties, gedenktekens en overige beeldhouwwerken.
1
creatief werk, kunstwerk, mediaobject
6,172
WarrantyPromise
5724599
https://nl.wikipedia.org/wiki/Samsonite
Samsonite
Samsonite International SA is een Amerikaanse fabrikant en retailer van bagage, met producten variërend van grote koffers tot kleine toilettassen en aktetassen. Het bedrijf werd opgericht in Denver, Colorado, Verenigde Staten. Het hoofdkantoor is gevestigd in Luxemburg en het is beursgenoteerd aan de Hong Kong Stock Exchange. Geschiedenis Het bedrijf werd op 10 maart 1910 in Denver, Colorado, opgericht door de in Black Hawk, Colorado geboren bagageverkoper Jesse Shwayder (1882–1970) als de Shwayder Trunk Manufacturing Company. Shwayder, een religieus man, noemde een van zijn eerste koffers Samson, naar de bijbelse sterke man, en begon het handelsmerk Samsonite in 1941 te gebruiken voor zijn taps toelopende koffer van gevulkaniseerde vezel, geïntroduceerd in 1939. In 1965, nadat de Samsonite-koffer het best verkochte product werd, veranderde het bedrijf zijn naam in SAMSONITE. Jarenlang maakte de dochteronderneming SAMSONITE Furniture Co. klapstoelen en kaarttafels in Murfreesboro, Tennessee. De familie Shwayder verkocht het bedrijf in 1973 aan Beatrice Foods. In 1974 bracht het bedrijf de eerste koffer op wieltjes van het merk uit. Samsonite opereerde relatief onafhankelijk binnen Beatrice tot 1986, toen het bedrijf werd verkocht aan Kohlberg Kravis Roberts (KKR). Vervolgens onderging het bedrijf in de jaren tachtig en in de jaren negentig meerdere eigendomswisselingen. Eerst werd Samsonite afgesplitst van KKR als onderdeel van E-II, dat onder controle kwam van American Brands. E-II ging failliet en werd omgedoopt tot Astrum International. In 1993 kocht Astrum American Tourister-bagage als aanvulling op Samsonite. In 1995 splitste Astrum zich en kreeg een onafhankelijk Samsonite (nu inclusief American Tourister) opnieuw zijn hoofdkantoor in Denver. De fabriek in Denver, waar op het hoogtepunt 4.000 mensen werkten, sloot in mei 2001. Het hoofdkantoor van Samsonite verhuisde van Denver naar Mansfield, Massachusetts, na een eigendomsoverdracht in mei 2005. Samsonite verhuisde met ingang van 1 september 2005 haar Amerikaanse marketing- en verkoopkantoren van 91 Main Street in Warren, Rhode Island, naar Mansfield, Massachusetts. In 2005 werd het bedrijf overgenomen door Marcello Bottoli, voormalig CEO van Louis Vuitton, om hen uit een lange inzinking te halen. Bottoli verliet het bedrijf in 2009. In juli 2007 nam financiële investeerder CVC Capital Partners Samsonite over voor $ 1,7 miljard. CVC Capital Partners Ltd. werd de vijfde eigenaar van Samsonite in 21 jaar tijd. Op 2 september 2009 diende Samsonite Company Store LLC (US Retail Division), formeel bekend als Samsonite Company Stores Inc, het faillissement van Chapter 11 in. Het was van plan om tot 50% van zijn winkels te sluiten en het merk "Black Label" in de Verenigde Staten stop te zetten. In juni 2011 haalde Samsonite US$ 1,25 miljard op bij een beursintroductie in Hongkong. In augustus 2012 betaalde Samsonite 35 miljoen dollar in contanten om het high-end bagagemerk Hartmann, dat werd opgericht in 1877, te kopen. In juni 2014 stemde Samsonite ermee in om het technische outdoorrugzakmerk Gregory Mountain Products van Black Diamond, Inc. te kopen voor US$85 miljoen in contanten. In maart 2016 stemde Samsonite ermee in om luxe bagagemaker Tumi te kopen voor $1,8 miljard in zijn grootste overname ooit. In april 2017 stemde Samsonite ermee in om eBags over te nemen voor $ 105 miljoen in contanten. eBags genereerde in 2016 een omzet van $ 158,5 miljoen, een stijging van 23,5% ten opzichte van $ 128,3 miljoen in 2015. Toetreding tot de speelgoedmarkt Vanaf 1961 produceerde en distribueerde Samsonite Lego-bouwspeelgoed voor de Noord-Amerikaanse markt onder licentie van het Deense moederbedrijf. Een licentiegeschil maakte in 1972 een einde aan de regeling in de VS, maar Samsonite bleef tot 1986 de distributeur in Canada. Albert H. Reckler, toenmalig hoofd Militaire en exportverkoop voor de bagagedivisie, bracht Samsonite op het idee om Lego in de VS te produceren en te verkopen. Hij en Stan A. Clamage speelden een belangrijke rol bij het vestigen van het merk Lego in de Verenigde Staten. Dit was onderdeel van een algemene uitbreiding van het bedrijf naar speelgoedproductie in de jaren zestig, die in de jaren zeventig werd stopgezet. Productie Veertig procent van alle koffers van Samsonite wordt vervaardigd in de fabriek in Nashik, India. Samsonite produceert ook koffers in China. Samsonite heeft twee assemblagefabrieken in Hongarije. Samsonite werd beoordeeld met een onvoldoende door de Better Business Organization, voornamelijk vanwege slechte klantenservice. Concurrenten Delsey Red Oxx Manufacturing VIP industries Externe links Officiële website Bedrijf genoteerd aan de Hong Kong Stock Exchange Amerikaans bedrijf Speelgoedfabrikant Bagage Wikipedia:Pagina's met vertalingen die niet zijn nagekeken
Samsonite werd beoordeeld met een onvoldoende door de Better Business Organization, voornamelijk vanwege slechte klantenservice.
1
klantenservice, defectdekking, kosteloze reparatie
3,348
SuspendAction
248277
https://nl.wikipedia.org/wiki/Alarm
Alarm
Alarm (apparaat), een waarschuwing bij onverwacht gevaar en een apparaat dat zo'n waarschuwing geeft; Wekker, in vertalingen uit het Engels: een waarschuwing op een vooraf ingesteld tijdstip en een apparaat dat zo'n waarschuwing geeft; The Alarm, een popgroep uit Wales; Alarm (politieke partij), een voormalige Nederlandse politieke partij; Alarm (verzetskrant, Peize), een Nederlandse verzetskrant. Het woord alarm komt van het Frans: à l'arme, dus: te wapen!
Alarm (apparaat), een waarschuwing bij onverwacht gevaar en een apparaat dat zo'n waarschuwing geeft; Wekker, in vertalingen uit het Engels: een waarschuwing op een vooraf ingesteld tijdstip en een apparaat dat zo'n waarschuwing geeft; The Alarm, een popgroep uit Wales; Alarm (politieke partij), een voormalige Nederlandse politieke partij; Alarm (verzetskrant, Peize), een Nederlandse verzetskrant.
3
pauzeren, onderbreken, apparaat
4,176
FAQPage
25004
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Linux%20Documentation%20Project
The Linux Documentation Project
The Linux Documentation Project (TLDP) begon als een manier van en voor Linux-hackers en "gewone" gebruikers om informatie met elkaar te delen. The Linux Documentation Project begon in 1992 als FTP-server, maar al snel, in 1993, kwam het ook op internet (het werd gehost door MetaLab). Men vermoedt dat dit de allereerste website in verband met Linux was. In 2004 bevat TLDP al vele honderden documenten in de vorm van man-pages, (mini-)HOWTO's, FAQ's, guides en artikels van Linuxgazette en LinuxFocus. Sommige van deze documenten zijn nauwelijks een bladzijde lang andere zijn zo groot als een boek. De grootsten zijn dan ook meestal in boekvorm verkrijgbaar bij de uitgeverij O'Reilly. Externe link The Linux Documentation Project Linux
In 2004 bevat TLDP al vele honderden documenten in de vorm van man-pages, (mini-)HOWTO's, FAQ's, guides en artikels van Linuxgazette en LinuxFocus. Sommige van deze documenten zijn nauwelijks een bladzijde lang andere zijn zo groot als een boek. De grootsten zijn dan ook meestal in boekvorm verkrijgbaar bij de uitgeverij O'Reilly.
1
FAQ, veelgestelde vragen, webpagina
10,072
CheckOutAction
222020
https://nl.wikipedia.org/wiki/Metro/sneltramlijn%2051
Metro/sneltramlijn 51
De stations De Boelelaan/VU tot en met Oranjebaan hadden zowel een hoog metro- als een laag tramperron. |} Metro/sneltramlijn 51, ook wel bekend als de Amstelveenlijn, was van 1990 tot 2019 een 19 kilometer lange combinatie van een metro- en sneltramlijn van de Amsterdamse metro op de route Centraal Station – Weesperplein – Station Zuid – Amstelveen Westwijk. Het gebruikte materieel was dan ook geschikt voor beide exploitatievormen. Geschiedenis In 1975 werd na intrekking van het metrobesluit uit 1968 er uiteindelijk afgezien van de aanleg van de Noord-Zuid metrolijn die naar Amstelveen zou lopen. Nadat de gemeenteraad van Amstelveen in 1979 een plan voor de verlenging van tramlijn 5 naar Amstelveen had afgewezen (men wilde alleen een metro en anders de bus handhaven) kwam er in 1984 een compromis met een plan voor een dubbele railverbinding te weten een tunneltram via de metro Oostlijn en de Spaklerweg en een gewone tramlijn via de Leidsestraat samen over de Buitenveldertselaan en Beneluxbaan naar het winkelcentrum Amstelveen (stadstramlijn) en Amstelveen-Zuid (sneltram). In reactie daarop ontwikkelde Centraal Nederland, die vreesde zijn beste lijn kwijt te raken aan het GVB en daarbij te moeten inkrimpen, het baanbus-project als alternatief. Hierbij zou in een deel van Amstelveen een speciale betonnen busbaan gebouwd moeten worden. De baanbus zou volgens CN veel minder kosten dan de sneltram en toch meer vervoeropbrengst geven. Het baanbus-project werd samen met de gemeente Amstelveen ontwikkeld en ook de Nederlandse busbouwers, die de concurrentie van de sneltram vreesden, namen deel aan het project en financierden deels de presentatie van de plannen. Ook de Amstelveense bevolking was tevreden met de bus en zag niets in de sneltram. Amsterdam wilde echter het grote aantal bussen in de binnenstad verminderen en was daarom met het plan voor de dubbelrail gekomen. Er werd een groot aantal hoorzittingen gehouden, waarbij de tegenstanders prominent aanwezig waren, samen met de directie van CN en een afvaardiging van de busbouwers. Het baanbusplan ging uiteindelijk niet door, omdat de gemeenteraad van Amstelveen met zeventien tegen zestien stemmen voor de sneltram koos. Aanleg De voorbereidende werkzaamheden begonnen in 1988 en in 1989 en het eerste halfjaar van 1990 vond de aanleg zelf plaats waarbij een groot aantal kunstwerken noodzakelijk was. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling het gehele traject van de Spaklerweg naar Amstelveen uit te voeren met bovenleiding. Later besloot men echter het traject tussen Spaklerweg en Station Zuid te voorzien van een derde rail om zo de lijn te kunnen versterken met metrostellen tijdens tentoonstellingen in de RAI waarbij ook een smaller perron noodzakelijk was. Hierdoor was wel een zwaarder dijklichaam noodzakelijk en dus hogere kosten waar tegenover stond dat er dan minder kosten voor onderhoud zouden zijn. Opening De aanvankelijk gedachte openingsdatum van mei of oktober 1990 werd niet gehaald. Na proefritten in november 1990 werd de lijn op 30 november 1990 officieel geopend, de normale dienst ging echter, na een open dag met gratis ritten op 1 december, pas op 2 december van start waarbij onder meer de drukke bus 67 werd vervangen. Kort te voren waren bij het proefbedrijf 2 sneltrams op elkaar gebotst met grote schade als gevolg, waardoor men de beschikking had over maar 11 rijtuigen. Door dit materieelgebrek en kinderziekten kon aanvankelijk slechts een beperkte kwartierdienst worden gereden en moesten bussen de helpende hand bieden. Tijdelijke inkorting Op 14 februari 1991 in de loop van de middag kwam de lijn als gevolg van zware sneeuwval, waardoor de toch al storingsgevoelige beweegbare klaptreden het helemaal begaven en omschakeling van derde rail naar bovenleiding onmogelijk werd, geheel stil te liggen. Na overleg met Centraal Nederland werd als noodmaatregel de lijn tijdelijk ingekort tot het traject Centraal Station – Station Zuid, waardoor er niet meer hoefde te worden omgeschakeld. Het resterende traject naar Amstelveen werd gereden door een tijdelijke bus 51P, gezamenlijk geëxploiteerd door GVB en CN. Herindienststelling werd daarna telkens uitgesteld door de genoemde problemen, kinderziekten, technische problemen en materieeltekort. Deze inkorting duurde uiteindelijk bijna 7 maanden. In september 1991 keerde de sneltram onder druk van de gemeente Amstelveen terug in Buitenveldert en Amstelveen, de eerste maand op proef waarbij het vervoer gratis was en de busdienst nog bleef rijden. Door materieelgebrek moesten in de spits echter regelmatig losse metrostellen bijspringen die echter niet naar Buitenveldert en Amstelveen konden rijden en zo daar een gat in de dienstregeling veroorzaakten. Plannen voor verbouwing tot metro Twee decennia na de totstandkoming van de Amstelveenlijn begonnen studies over de toekomst van deze lijn. Na een kwart eeuw kwam vervanging van infrastructuur en materieel aan de orde. Zou de lijn zijn huidige karakter behouden of verandert dit? Sinds de start van de planning en aanleg van de metro-Noord/Zuidlijn werd met de mogelijkheid rekening gehouden deze naar Amstelveen te verlengen. In februari 2012 werd bekend dat er definitief geen metro naar Amstelveen komt. Er komt een 'hoogwaardige' tramverbinding ter vervanging van de sneltramverbinding. Hieronder een overzicht van de planontwikkeling. Verbouwing Amstelveenlijn tot volwaardige metro In de Metronetstudie van 2007 werd de mogelijkheid onderzocht om de huidige Amstelveenlijn te verbouwen tot volwaardige metrolijn. Door de uitvoering als sneltram was de dienstregeling van deze lijn storingsgevoelig en onbetrouwbaar. Daarnaast zou de (toen) gewenste aansluiting op de Noord/Zuidlijn een hybride dienstregeling op deze nieuwe metrolijn vereisen. Nog een reden was dat grote delen van de infrastructuur van de sneltramlijn rond het jaar 2020 aan vervanging toe zouden zijn, ook wanneer men de exploitatie van de lijn als sneltram zou voortzetten. Er werden verschillende varianten bekeken: het volledig verbouwen van de lijn tot volwaardige metro tot het huidige eindpunt Westwijk; of een verbouwing van de lijn tot aan station Amstelveen Centrum, waarbij het stuk tussen Amstelveen Centrum en Westwijk als pendelsneltram in gebruik zou blijven. Projectbureau Amstelveenlijn In februari 2010 werd het Projectbureau Amstelveenlijn opgericht. Het doel van dit projectbureau was het voorbereiden van de verbouwing van het sneltramgedeelte van de Amstelveenlijn tot een volwaardige metrolijn. Een politiek besluit hiertoe zou uiterlijk in 2012 genomen moeten worden. Door diverse procedures parallel te laten verlopen hoopte men dat het mogelijk was om eind 2017 de vernieuwde Amstelveenlijn gelijktijdig met de Noord/Zuidlijn in gebruik te nemen, zodat er direct een doorgaande metrolijn Noord – Amstelveen Westwijk zou ontstaan. Hiervoor was al het lijnnummer 58 gereserveerd. Men ging uit van een volledige verbouwing van de lijn. Het aantal stopplaatsen zou bijna gehalveerd moeten worden door samenvoeging en opheffing van haltes. Vanaf Station Zuid zou de lijn in een nieuw te bouwen tunnel onder de Buitenveldertselaan langs de Vrije Universiteit moeten lopen met een nieuw ondergronds station Buitenveldert ter hoogte van de De Boelelaan. Daarna had men de keuze voor verlenging van deze tunnel tot een punt ten zuiden van de Van Nijenrodeweg, of de bouw van een viaduct. In Amstelveen bleef de lijn grotendeels op maaiveld liggen. De kruisingen met het overige verkeer in deze stad zouden moeten worden vervangen door onderdoorgangen voor de metro of voor het overige verkeer, afhankelijk van de situatie. In Amstelveen-Zuid waren er nog twee mogelijkheden: handhaving van het bestaande bochtige tracé door de woonwijk Middenhoven, en verlegging van de lijn tussen de haltes Marne en Sacharovlaan via het ruimer opgezette zuidelijke deel van de Beneluxbaan, zoals ook in het oorspronkelijke plan van 1968 was voorgesteld. In het laatste geval zou de te verlaten sneltrambaan inclusief de onderdoorgang onder de Bovenkerkerweg verbouwd kunnen worden tot een vrije busbaan. De kosten voor deze verbouwing werden, afhankelijk van de gekozen varianten, geschat op een bedrag tussen de € 400 en € 500 miljoen. Inmiddels werd duidelijk dat de kans dat dit plan ook echt doorgang zou vinden aanzienlijk was verminderd wegens deze hoge kosten. Vanaf het voorjaar van 2011 werden er ook andere varianten voor modernisering van de Amstelveenlijn onderzocht, die niet langer uitgingen van een volledige verbouwing tot metrolijn. Op 9 september 2011 werd bekendgemaakt dat het Projectbureau Amstelveenlijn door wethouder Eric Wiebes was opgeheven. Zuidas snijdt Amstelveenlijn af Op 9 februari 2012 hebben de gemeente Amsterdam, Provincie Noord-Holland en het Rijk een akkoord gesloten waardoor de Ringweg A10 bij Station Zuid ondergronds wordt gelegd. De kosten bedragen zeker 1,4 miljard euro. Tevens worden de metroperrons op station Zuid 'omgeklapt' van de oostzijde naar de westzijde, waardoor de aansluiting van de Amstelveenlijn onmogelijk wordt. Dit betekent tevens het einde van de Amstelveenboog, de verbindingstunnel van Station Zuid naar de Buitenveldertselaan, waarmee de verlenging van de Noord/Zuidlijn richting Amstelveen van de baan is. Nieuwe metrolijn 51 Na de inkorting van de te vernieuwen Amstelveenlijn tot Station Zuid vanaf 3 maart 2019, is de route van metrolijn 51 gewijzigd. De nieuwe metrolijn rijdt tussen station Amsterdam Centraal, Station Zuid en Isolatorweg, tevens het eindpunt van metrolijn 50. De metroverbinding tussen het Amstelstation en Station Zuid blijft zo tevens behouden. Verbouwing van de Amstelveenlijn (2019-2020) 300 miljoen voor 'hoogwaardige' Amstelveenlijn Op 9 februari 2012 hebben de Stadsregio Amsterdam, de gemeente Amsterdam, Amstelveen en stadsdeel Zuid besloten 225 miljoen euro te investeren in een vernieuwde, 'hoogwaardige' tramverbinding tussen Amsterdam-Zuid en Amstelveen. De bedoeling van dit besluit is dat de Amstelveenlijn betrouwbaarder, sneller en comfortabeler wordt. Amstelveen en de zuidelijk daarvan gelegen gemeenten krijgen daarmee een goede verbinding met de Zuidas, de trein en de Noord/Zuidlijn. Ook het Rijk zal minimaal 75 miljoen euro bijdragen aan het project. De tram moet berekend zijn op een groeiend aantal reizigers. Belangrijk aandachtspunt in het ontwerp is het verbeteren van de verkeersveiligheid en de doorstroming op belangrijke kruisingen. Kenmerken Er blijven twee tramlijnen tussen Amsterdam en Amstelveen: Tramlijn 5: Van Hallstraat (Westergasfabriek) – Station Amsterdam Zuid – Stadshart Amstelveen Tramlijn 25: Station Amsterdam Zuid – Amstelveen Westwijk, in 2024 verlenging gepland naar Uithoorn Centrum Ter vervanging van het materieel kwamen op beide lijnen lagevloertrams van het type 15G met een breedte van 2,40 m en een lengte van 30 meter met een capaciteit van circa 250 passagiers. Trams op de lijn Amstelveen Westwijk – Amsterdam Zuid kunnen gekoppeld worden tot een lengte van 60 meter. De oude hoge perrons zijn in 2019-2020 verlaagd voor lagevloertrams. Om de reistijd te verkorten, de betrouwbaarheid te verbeteren en de veiligheid op kruisingen te verhogen zijn diverse maatregelen genomen. Tussen Station Zuid en Westwijk zijn de haltes De Boelelaan/VU, Amstelveen Centrum, Marne, Gondel en Spinnerij vervallen. De halte A.J. Ernststraat is samengevoegd met De Boelelaan/VU. Ter compensatie van het verdwijnen van halte Marne is halte Sportlaan 150 meter in zuidelijke richting verplaatst. De kruisingen van de Beneluxbaan met de Rembrandtweg (halte Kronenburg), Zonnestein en Sportlaan zijn ongelijkvloers gemaakt. Daarbij zijn de Beneluxbaan en het tramtracé verlaagd om een onderdoorgang met de kruisende straat mogelijk te maken. Ten behoeve van afbuigend verkeer heeft de Beneluxbaan nieuwe op- en afritten aan weerszijden van deze kruisingen gekregen. Voor de nieuwe lagevloertrams is in de Legmeerpolder, ten zuiden van halte Westwijk, een opstelterrein aangelegd. Een toekomstige verlenging naar Uithoorn was in de eerste instantie onderwerp van onderzoek, maar in 2016 werd hier toe besloten. Aan de zuidzijde van station Amsterdam Zuid wordt een nieuwe HOV-halte gebouwd. Deze komt te liggen boven op de tunnel van de ondergronds te brengen zuidelijke rijbaan van de Ringweg A10. Lijn 5 buigt van hier af via de Beethovenstraat naar de huidige route. De haltes Parnassusweg en Strawinskylaan komen dan te vervallen als gevolg van deze routewijziging. Omdat de aanleg van het Zuidasdok vele jaren vertraagd is, wordt voorlopig de bestaande route gevolgd via de halte Parnassusweg naar de Strawinskylaan aan de noordkant van Station Zuid (eindhalte Amsteltram). Lijn 5 zou volgens de plannen blijven doorrijden naar het Centraal Station van Amsterdam, maar kreeg bij de opening van de Noord/Zuidlijn op 22 juli 2018 alsnog een ander eindpunt: Westergasfabriek (Van Hallstraat). Het definitieve besluit tot verbouwing vond eind 2015 plaats en werd in februari 2016 door de verkeerswethouders van Amsterdam en Amstelveen ondertekend. Op 20 maart 2017 werd de verbouwing definitief gegund aan de aannemerscombinatie VITAL. De verbouwing De verbouwing startte in het voorjaar van 2019, vanaf 3 maart 2019 is lijn 51 tussen station Zuid en Amstelveen Westwijk gedurende de werkzaamheden vervangen door buslijn 55. Uitgangspunt was dat de verbinding van Amstelveen Stadshart naar Amstelstation en Leidseplein de hele periode van de bouw van het Zuidasdok en verbouwing in Buitenveldert en Amstelveen in bedrijf blijft totdat de nieuwe lijn gereed is. Tramlijn 5 is gewoon blijven rijden tussen station Zuid en Stadshart Amstelveen. Door de toegenomen drukte op lijn 5 werd er met ingang 27 mei 2019 een spitsdienst tramlijn 6 ingesteld op het drukste traject tussen station Zuid en Stadshart Amstelveen. In enkele weekeinden in maart, april en juni en zes weken in de zomer van 2019 (14 juli t/m 26 augustus) kon lijn 5 hier niet rijden wegens spoorwerkzaamheden. Ook in 2020 kon lijn 5 enkele weekenden niet rijden voorbij Station Zuid. Deze werd gedurende de werkzaamheden vervangen door buslijn 45. In de perioden dat lijn 5 niet kon rijden werden de nieuwe laaggelegen sporen bij Kronenburg en Zonnestein aangesloten en werden de hooggelegen perrons van de vroegere lijn 51 vervangen door laaggelegen perrons voor de nieuwe lijn 25. De vernieuwde tramlijn naar Amstelveen is op 13 december 2020 in gebruik worden genomen. Uithoornlijn De voormalige lijn 51 wordt vanaf het zuidelijke eindpunt Amstelveen Westwijk verder doorgetrokken naar Uithoorn, volgens het tracé van de voormalige Haarlemmermeerspoorlijnen gebruikt. In 2024 moet deze verlenging met 3 stations open gaan. Materieel Het materieel is tussen 1990 en 1994 gebouwd bij BN te Brugge (Zie sneltrammaterieel serie S1 en S2). Vanaf 1994 kon men over 25 sneltramstellen beschikken, waardoor voortaan met gekoppelde stellen kon worden gereden. Sinds de verlenging naar Westwijk in 2004 deden de treinstellen serie S3 ook vaker op deze lijn dienst, waardoor er maximaal 29 stellen voor lijn 51 beschikbaar waren. Route De lijn begon op het Centraal Station en volgde eerst het tunneltraject van de Oostlijn waarvan ook de metrolijnen 53 en 54 gebruikmaken. Vanaf station Spaklerweg begon het eigen traject, gedeeltelijk op de middenberm van de Ringweg Zuid. Voorbij station Station Zuid boog de lijn af richting Amstelveen. Het gedeelte Overamstel – Station Zuid werd sinds 1997 gedeeld met metrolijn 50. Aanvankelijk eindigde de lijn op de halte Poortwachter, maar op 22 januari 2001 werd symbolisch het eerste stukje spoor van een uitbreiding gelegd. Vanaf september 2004 werd de lijn met drie haltes verlengd naar Westwijk. Hierbij is gedeeltelijk gebruikgemaakt van de spoordijk van een gedeelte van de oude Haarlemmermeerspoorlijnen tussen Bovenkerk en Uithoorn. Ook werden hier in tegenstelling tot de rest van het traject een aantal AHOB's geplaatst. Op 7 januari 2019 werd de halte Kronenburg opgeheven en reed de sneltram hier door. Combinatie met metro Het traject van het Centraal Station naar Station Zuid is in feite een metrolijn. De kruisingen zijn ongelijkvloers en de voeding wordt afgenomen via een derde rail. Op Station Zuid werden de pantografen uitgeklapt, en werd overgeschakeld op voeding vanuit de bovenleiding. Het metrotraject heeft een spanning van 750 V, het traject tussen Station Zuid en Amstelveen Westwijk 600 V, zoals de rest van het tramnet. Tussen Station Zuid en Amstelveen is het omgrenzingsprofiel kleiner: de metrolijn is geschikt voor materieel met een breedte van 3,00 meter, de sneltramlijn voor een breedte van 2,65 meter. Om dit verschil te overbruggen worden op het metrotraject treeplanken gebruikt, bij het vertrek vanaf Station Zuid richting Amstelveen werden deze treeplanken ingeklapt. Als gevolg van het kleinere profiel en de noodzakelijke pantografen, kon het (overige) Amsterdamse metromaterieel op het traject slechts rijden tot Station Zuid. Vier treinstellen van de serie S3, die ook op lijn 50 worden ingezet en even breed zijn als de sneltrams van lijn 51, beschikken over pantografen en konden ook op de Amstelveenlijn rijden. Omgekeerd kan het sneltrammaterieel van lijn 51 in principe op alle metrolijnen worden ingezet. Combinatie met stadstram Naast lijn 51 maakt ook tramlijn 5 tussen Station Zuid en de halte Oranjebaan in Amstelveen gebruik van deze route. Omdat op lijn 5 (lagevloer)stadstrams rijden, hadden de haltes langs dit gedeelte zowel een hoog (sneltram) als een laag (stadstram) perron. De samenloop van metro/sneltram en gewone tram schiep ook een bijzondere situatie voor het gebruik van de OV-chipkaart. Voor de stadstram moet men in het voertuig in- en uitchecken, terwijl men voor de sneltram de OV-chippalen op de halte moest gebruiken. Lijn 51E Van oktober 1991 tot en met het voorjaar 1994 bestond er in de ochtendspits in de winterdienst een lijn 51E die tussen 8.00 en 9.00 uur reed ter ontlasting van lijn 51 tussen het Weesperplein en Station Zuid (alleen in deze richting) waarbij met 2 losse metrostellen vlak voor de helft van de normale dienstwagens van lijn 51 werd vertrokken. Na de levering van de vervolgserie sneltrams kon op lijn 51 gekoppeld worden gereden waardoor lijn 51E kon vervallen. Dienstuitvoering (tot 3 maart 2019) Literatuur Sneltram Amstelveen: Een dubbel-rail voor de toekomst. GVB; 1985 De Amstelveenlijn, door Chris Vonk. NVBS/Op de Rails; augustus 1988, pagina 242. Externe links Amstelveenlijn Zuidasdok metrolijn 51 Amsterdamse tram Sneltram Amsterdam 51 Geschiedenis van Amstelveen
De samenloop van metro/sneltram en gewone tram schiep ook een bijzondere situatie voor het gebruik van de OV-chipkaart. Voor de stadstram moet men in het voertuig in- en uitchecken, terwijl men voor de sneltram de OV-chippalen op de halte moest gebruiken.
1
uitchecken, vertrekbevestiging, reserveringsafmelding
11,033
PublicationIssue
2986300
https://nl.wikipedia.org/wiki/Small
Small
Small is een internationaal, aan collegiale toetsing onderworpen wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van de natuurkunde. Het wordt uitgegeven door Wiley-VCH en verschijnt tweewekelijks Het eerste nummer verscheen in 2005. Nanotechnologisch tijdschrift
Small is een internationaal, aan collegiale toetsing onderworpen wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van de natuurkunde. Het wordt uitgegeven door Wiley-VCH en verschijnt tweewekelijks Het eerste nummer verscheen in 2005.
1
tijdschriftuitgave, nummer, editie
9,944
VideoGallery
2135818
https://nl.wikipedia.org/wiki/Khan%20Academy
Khan Academy
Khan Academy is een non-profitorganisatie gecreëerd door Salman Khan die een innovatief leerplatform vrij ter beschikking stelt op het internet. De website beschikt over een gratis onlineverzameling van meer dan 8000 lesfragmenten die met video bijeen zijn gebracht op YouTube. De website bevat ook aanvullende oefeningen en materialen voor docenten. De videolessen behandelen tot nog toe wiskunde, geschiedenis, financiën, fysica, chemie, biologie, astronomie en economie als onderwijzende vakken. Achtergrond Salman Khan is een Bengalese Amerikaan uit New Orleans in de Amerikaanse staat Louisiana. Zijn vader is afkomstig van het Bengaalse Barisal en zijn moeder werd geboren in het Indiase Calcutta. Khan behaalde drie diploma's van het Massachusetts Institute of Technology, met name een Bachelor of Science in de wiskunde, een Bachelor of Science in de elektrotechniek en computerwetenschappen, en een Master of Science in tevens elektrotechniek en computerwetenschappen. Daarnaast beschikt hij ook over een MBA van Harvard Business School. Eind 2004 startte Khan met het geven van bijlessen wiskunde aan zijn nichtje Nadia met behulp van het online Droedelkladblok van Yahoo!. Op het moment dat andere familieleden en vrienden naar zijn lesmateriaal vroegen, besloot hij dat het handiger zou zijn om het te plaatsen op YouTube. Van daar uit ontdekten een toenemend aantal mensen de filmpjes en ontving Khan van overal verklaringen van mensen die heel lovend waren over wat hij op YouTube had gezet. Deze initiële en onverwachte impact zette Khan ertoe aan om in 2009 zijn baan in de financiële sector bij een hedgefonds te verlaten. Op die manier kon hij zich voltijds inzetten op de Khan Academy. Bill Gates zei in dat verband ooit: "Ik zou zeggen dat we ongeveer 160 IQ-punten opgeschoven zijn van de hedgefondscategorie naar het veel-mensen-onderwijzen-op-een-hefboom-wijze-categorie. Het was een mooie dag toen zijn vrouw hem zijn ontslag liet nemen." Vanaf december 2009 worden Khan's YouTube-lessen elke dag meer dan 35000 keer bekeken. Elk filmpje duurt ongeveer tien minuten en de schetsen worden gemaakt met SmoothDraw. Deze worden opgenomen en geproduceerd met gebruik van videotoepassingen van Camtasia Studio. Khan wilde vermijden een format te gebruiken waarbij een persoon aan een bord moest gaan staan. In de plaats koos hij ervoor om de inhoud op zodanige wijze uit te dragen zodat het lijkt alsof er iemand naast je zit die de oefening uitwerkt op een blad papier: "Als je naar iemand kijkt die een oefening oplost terwijl die luidop nadenkt, denk ik dat dat waardevoller en minder bedreigend is voor mensen."</blockquote> Offline versies van de filmpjes werden verdeeld door non-profitgroeperingen in rurale gebieden in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. Hoewel het huidige materiaal van Khan Academy zich toespitst op wiskunde en fysica tot onder het niveau van het hoger onderwijs, meent Khan dat zijn doelstelling op lange termijn gericht is op het ter beschikking stellen van "tienduizenden video's over zo goed als elk onderwerp" en om "'s werelds eerste kosteloze en virtuele school met wereldklasse" op poten te zetten. Khan Academy beschikt tevens over een oefeningensysteem op hun website dat oefeningen voorschotelt aan leerlingen op basis van niveau van bekwaamheid en prestaties. Khan is ervan overtuigd dat zijn academie de mogelijkheid kan bieden om de traditionele klasruimte grondig te onderzoeken door gebruik te maken van software om evaluatiemethoden te ontwikkelen, taken te verbeteren, de struikelblokken van bepaalde leerlingen op te merken, en goed presterende leerlingen aan te moedigen om klasgenoten bij te staan. De laagdrempelige technologie en conversationele stijl van de lessen (Khans gezicht komt nooit in beeld, enkel zijn onopgesmukte stapsgewijze droedels en diagrammen verschijnen op een elektronisch bord) zijn meer dan slechts een zoveelste voorbeeld van virale media die voor een verwaarloosbare prijs verspreid worden. Khan Academy heeft de kiemen van een virtuele school in zich: een educatieve transformatie die minder belang hecht aan klasruimten, scholen en de administratieve infrastructuur en aan onderwijzers zelfs een kwaliteitslabel toe-eigent. Khan Academy is een non-profitorganisatie met de 501(c)(3) status, voornamelijk gefinancierd door donaties van filantropische organisaties. Op het IRS-formulier 990 rapporteerde de organisatie $31 miljoen aan inkomsten in 2018 en $28 miljoen in 2019, inclusief $839.000 aan vergoedingen voor Khan als CEO in 2019. In 2010 doneerde Google $2 miljoen voor het creëren van nieuwe cursussen en het vertalen van inhoud naar andere talen, als onderdeel van hun Project 10^100-programma. In 2013 maakte Carlos Slim van de Luis Alcazar Foundation in Mexico een donatie voor het creëren van Spaanse versies van video's. De Bill & Melinda Gates Foundation heeft $1,5 miljoen gedoneerd aan Khan Academy. Op 11 januari 2021 doneerde Elon Musk $5 miljoen via zijn Musk-stichting. Diensten en visie Belangrijke onderdelen: Videobibliotheek (meer dan 2150 video's over allerlei onderwerpen Geautomatiseerde oefeningen met continue evaluering (November 2012: 380 modules, inclusief challenges, voornamelijk over wiskunde) Lesgeven onder gelijken (peer-to-peer) op basis van objectieve gegevens verzameld door het systeem De video's van Khan Academy beschikken over een vergunning van Creative Commons (Attribution-NonCommercial-ShareALike 3.0 License) Partnerorganisaties uit de non-profitsector zijn de inhoud ook buiten YouTube toegankelijk aan het maken. Het Lewis Center for Educational Research, dat banden heeft met NASA, is de inhoud aan het verspreiden in community colleges en charterscholen in de Verenigde Staten. World Possible is offline momentopnamen aan het verzamelen van de inhoud om het te verspreiden in ontwikkelende plattelandsgebieden met beperkte of geen toegang tot het internet. Khan heeft tevens laten doorschemeren dat hij de academie wil laten erkennen als een charterschool: Dit zou het DNA kunnen zijn voor een fysieke school waar studenten 20 percent van hun dag besteden aan het bekijken van video's en oefeningen maken op eigen snelheid, en gedurende de rest van de dag robots bouwen of taferelen gaan schilderen of muziek componeren of wat dan ook. Erkenning Salman Khan is verschenen in San Francisco Chronicle op de Public Broadcasting Service (PBS), National Public Radio, CNN. In 2009 ontving de Khan Academy de Microsoft Tech Award voor onderwijs. In 2010 bracht Bill Gates zijn steun uit aan het leerprogramma op het Aspen Ideas Festival, en noemde het "ongelooflijk" en zei dat hij het voor zijn kinderen gebruikte." In 2010 stelde Googles Project 10100 2 miljoen Amerikaanse dollar ter beschikking voor de ondersteuning van de ontwikkeling van meer vakken en educatieve onderwerpen, voor de vertaling van de inhoud, en voor de aanwerving van bijkomende personeelsleden. In 2011 gaf Salman Khan een presentatie op de TED-conferentie waarbij het publiek herhaaldelijk blijk gaf van verbijstering en waardering Zie ook Vrije leermiddelen OpenCourseWare Massive open online course Externe links Officiële website in het Engels Officiële website in het Nederlands Stichting Khan Academy Nederland Video-opslagdienst Leermiddel
Diensten en visie Belangrijke onderdelen: Videobibliotheek (meer dan 2150 video's over allerlei onderwerpen Geautomatiseerde oefeningen met continue evaluering (November 2012: 380 modules, inclusief challenges, voornamelijk over wiskunde) Lesgeven onder gelijken (peer-to-peer) op basis van objectieve gegevens verzameld door het systeem De video's van Khan Academy beschikken over een vergunning van Creative Commons (Attribution-NonCommercial-ShareALike 3.0 License)
1
videocollectie, filmarchief, videobibliotheek
9,606
HealthClub
109411
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijk%20Instituut%20voor%20de%20Marine
Koninklijk Instituut voor de Marine
Het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) is het opleidingsinstituut voor toekomstige officieren van de Nederlandse Koninklijke Marine (vloot en mariniers) te Den Helder. Vanaf 2005 maakt het KIM deel uit van de Nederlandse Defensie Academie. De wapenspreuk van het KIM luidt "sumus et fore speramus", Latijn voor "wij zijn en hopen te worden". Het adagium is "Kennis is macht, karakter is meer" (de eerste letters van de woorden vormen samen tweemaal het woord KIM). Algemeen De campus van het Koninklijk Instituut voor de Marine is gevestigd in Den Helder. Studenten aan het KIM (adelborsten) worden aangesproken met hun aanspreektitel: jonker (door manschappen en onderofficieren) of adelborst (door officieren). Als de Adelborsten het eerste deel van hun opleiding hebben afgerond worden zij bevorderd tot de rang van luitenant ter zee der derde klasse voor vlootpersoneel en tweede luitenant voor de mariniers. Op het KIM worden mensen opgeleid die aan het eind van de middelbare school een keus hebben gemaakt voor werken en leren bij de Marine; het KIM beschouwde men wel als universiteit voor de marine. Met de invoering van de Bachelor-Masterstructuur kunnen middelbare scholieren na behalen van hun vwo-diploma een volledige wetenschappelijke opleiding volgen. De is sinds studiejaar 2011-2012 officieel geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), waardoor het KIM een universitaire Bachelor mag uitgeven voor de bacheloropleidingen. Tevens volgen aspirant-officieren die al in het bezit zijn van een HBO- of WO-diploma een kortere opleiding op het KIM. Geschiedenis Gouden Eeuw De Koninklijke marine werd opgericht in 1815. Lang voor die tijd was er al in 1488 door Maximiliaan van Oostenrijk een admiraal aangesteld als toezichthouder op havens en wateren en bevelvoerder voor de strijd ter zee. In 1588 riepen de gewesten die zich aangesloten hadden in de Unie van Utrecht de Republiek der Verenigde Nederlanden uit en datzelfde jaar stelden zij Prins Maurits aan als admiraal-generaal van de vloot. De organisatie en uitrusting van de vloot werd daarna ter hand genomen door vijf Admiraliteiten, die hun oorsprong danken aan de Instructie voor de Admiraliteiten, vastgelegd door de Staten-Generaal op 13 augustus 1597. De opleiding tot marine-officier vond in die tijd uitsluitend plaats aan boord van de schepen. Pas in 1785 werd de Kweekschool voor de Zeevaart opgericht, het eerste volwaardige opleidingsinstituut en de voorloper van het KIM. Franse tijd Tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806) werden de vijf admiraliteiten samengevoegd tot één Comité tot de zaken der marine. Ook de opleiding zelf werd verbeterd. In 1803 werd een instituut opgericht dat negen jaar zou bestaan. Koninkrijk der Nederlanden Na de vorming van het Koninkrijk der Nederlanden werd op 10 januari 1816 een Marine-Instituut voor de opleiding tot officier opgericht. Nadat het instituut in Delft was opgericht, werd het twaalf jaar later naar Medemblik verplaatst. Bij deze verhuizing voerde de marine een groot aantal verbeteringen in. Het internaatsysteem werd ingevoerd, en het instituut gold voortaan als enige officiersopleiding. De opleidingen aan boord waren hiermee afgelopen. Op 28 augustus 1829 werd in de grote kerk van Medemblik de opening van het instituut gevierd. Sindsdien geldt deze dag als officiële oprichtingsdatum voor het KIM. Vanaf 1854 is het KIM gevestigd in Den Helder, waarbij Pierre Marie Brutel de la Rivière de eerste leidinggevende werd. De legende luidt dat de vlaggenmast voor het KIM de mast is uit Jan van Speijks Kanonneerboot nº 2. Korps Adelborsten Het Korps Adelborsten is de organisatie voor en door de adelborsten van het Koninklijk Instituut voor de Marine. Het Korps Adelborsten is ingedeeld volgens de bataljonstructuur. Aan het hoofd van het Korps Adelborsten staat een democratisch gekozen Senaat. Het vaandel van het Korps Adelborsten, uitgereikt door Koningin Wilhelmina in 1904, is het oudste vaandel binnen de krijgsmacht. Als 'korpsvlag' bestaat het al veel langer. Het Korps Adelborsten kent vele oude tradities en gebruiken, waaronder het jaarlijkse Assaut, een meerdaags galafeest waarvoor het hoofdgebouw wordt voorzien van een decor, en het adelborstenlied. Rangen Een student aan het KIM doorloopt meerdere militaire opleidingsrangen. Hier een overzicht van de verschillende rangen aan het KIM: Uniform Adelborsten dragen tijdens de normale werktijden hun uniform op het KIM. Het uniform van een adelborst wijkt af van het reguliere marinepersoneel. Zo zijn de rangen die de adelborst op het uniform draagt niet goud omgeven met een zwarte rand, maar goud omgeven met een rode rand. Ook zijn de padjes op de revers, die aangeven bij welk dienstvak de adelborst hoort, niet op een zwarte maar een rode ondergrond geborduurd. Ook is er een aantal unieke onderscheidingen die een adelborst kan verdienen. De adelborst mag deze onderscheiding alleen dragen gedurende zijn adelborstperiode. Tevens hebben adelborsten een ander baadje (gala-uniform), met een kenmerkende rechtopstaande rode rand. Opleiding Voordat een adelborst aan het KIM begint moet deze kiezen uit een van de dienstvakken: zeedienst, technische dienst, logistieke dienst of mariniers. Naast deze 4 dienstvakken zijn er ook specialistische dienstvakken voor medisch en ander specialistisch personeel en is er een opleiding tot vlieger bij de marine. Het KIM kent drie verschillende initiële officiersopleidingen: De militair-wetenschappelijke opleiding De korte officiersopleiding De specialistenopleiding De militair-wetenschappelijke opleiding Om aan deze opleiding te kunnen beginnen is een vwo-diploma vereist. De opleidingen bestaan uit de combinatie van maritiem-militair onderwijs en vaktechnisch onderwijs. Het wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven aan de naastgelegen Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW). Afhankelijk van het gekozen dienstvak kan een adelborst een richting kiezen. De FMW biedt de volgende richtingen aan: Militaire Systemen en Technologie (MS&T) Militaire Bedrijfswetenschappen (MBW) Krijgswetenschappen (KW) Begin 2012 zijn alle drie de opleidingen officieel geaccrediteerd door de NVAO als officiële WO-bacheloropleidingen. Campus De campus van het KIM bevindt zich in Den Helder. Het complex is militair terrein en daarom niet openbaar toegankelijk. Het KIM is al sinds 1854 op deze plaats gesitueerd. De campus van het KIM grenst aan het Willemsoordcomplex, de voormalige marinewerf. De adelborsten studeren en leven op de campus. Gedurende de week is het voor de adelborsten verplicht op de campus te verblijven; in het weekeinde hebben zij verlof. Op het terrein zijn verscheidene faciliteiten aanwezig. Sport Op de campus van het KIM zijn moderne sportfaciliteiten aanwezig. Ook hebben de adelborsten toegang tot sportfaciliteiten in beheer van andere onderdelen van de marine. Ook worden er in sommige gevallen faciliteiten gehuurd om de mogelijkheid te verschaffen om bepaalde sporten te beoefenen. Sportfaciliteiten op eigen terrein: Multifunctionele sporthal (o.a. zaalhockey,zaalvoetbal & klimwanden) Sportschool Schermbanen Fitness Dojo Tennisbanen Zeilboten Roeiboten Sloeproeiboten Sport Faciliteiten Elders in Den Helder: Zwembad Atletiekbaan Rugbyveld Hockeyveld Voetbalveld Schietbaan Studie Op de campus bevinden zich ook alle faciliteiten die bij een reguliere universiteit aanwezig zijn. Er zijn op het terrein twee gebouwen volledig gericht op de opleiding, te weten het Klooster en Enys House. In deze gebouwen zetelt ook de staf die de opleiding faciliteert. Deze staf bestaat uit een mix van burger- en militair personeel. Ook zijn er faciliteiten aanwezig die specifiek zijn voor het opleiden tot marineofficier. Studiefaciliteiten KIM: Universitaire bibliotheek Leeszaal Computerzalen Brugsimulatoren Collegezalen Ontspanning Aangezien het leven van een adelborst zich voor een groot gedeelte afspeelt op de campus van het KIM, is er de mogelijkheid gecreëerd om daar te ontspannen. Zo hebben de Adelborsten de beschikking over: Adelborstenbar Tv ruimtes Grote gemeenschappelijke ruimte, bekend als "het zaaltje" Poolruimte Sociëteit "Panta Rhei" - zie Adelborsten Roei- en Zeilvereniging Het 'Walhalla', verblijf van de jongstejaars adelborsten Alumni Karel Doorman, opkomst 1906, schout-bij-nacht, bekend van de Slag in de Javazee (1942) Iman Jacob van den Bosch, opkomst 1909, verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog Jan van Dulm, commandant Hr.Ms. O 21 (1940), ridder MWO Charles Douw van der Krap, opkomst 1925, ex colditz krijgsgevangene, ridder MWO Jan Willem Hees, opkomst 1931, acteur (Flodder) Piet de Jong, opkomst 1931, onderzeebootcommandant en minister-president van Nederland (1967-1971) Frederik Kruimink, viceadmiraal, ex Colditz krijgsgevangene 2e wereldoorlog, ontsnapt uit Kamp Stanislau Hans Larive, opkomst 1935, ontsnapt uit colditz, commandant Motortorpedobootdienst, ridder MWO Pieter de Geus, opkomst 1946, minister van defensie in het Kabinet-Van Agt I Frans Kordes, opkomst 1946, president van de Algemene Rekenkamer (1984-1991) Harry Borghouts, opkomst 1961, Commissaris van de Koningin in Noord-Holland (2002-2009) Frank van Kappen, opkomst 1961, Eerste Kamerlid voor de VVD Koos Schouwenaar, opkomst 1965, burgemeester en Eerste Kamerlid voor de VVD Koning Willem-Alexander, opkomst 1985, Koning der Nederlanden Prins Maurits, opkomst 1987 Wassila Hachchi, opkomst 2003, Tweede Kamerlid voor D66 Externe link Officiële website NLDA Nederlandse Defensie Academie Nederlandse marine Hoger onderwijs in Nederland Militaire academie Den Helder Rijksmonument in Den Helder
Sportfaciliteiten op eigen terrein: Multifunctionele sporthal (o.a. zaalhockey,zaalvoetbal & klimwanden) Sportschool Schermbanen Fitness Dojo Tennisbanen Zeilboten Roeiboten Sloeproeiboten Sport Faciliteiten Elders in Den Helder: Zwembad Atletiekbaan Rugbyveld Hockeyveld Voetbalveld Schietbaan
1
sportschool, fitnesscentrum, gezondheidsclub
8,264
DeactivateAction
4410148
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeeslag%20bij%20de%20Noordkaap
Zeeslag bij de Noordkaap
De Zeeslag bij de Noordkaap was een zeeslag in de Tweede Wereldoorlog op 26 december 1943, waarbij de Britse Royal Navy een aanval van de Duitse Kriegsmarine op een konvooi vrachtschepen van het Verenigd Koninkrijk naar de Sovjet-Unie afsloeg nabij de Noordkaap en daarbij de Scharnhorst tot zinken bracht in het duister en de koude van de poolnacht. Operatie Ostfront Met Operation Ostfront probeerde de Duitse Kriegsmarine om Moermansk-konvooien met goederen voor de Sovjet-Unie te onderscheppen. Eind december 1943 was konvooi JW-55B op weg naar de Sovjet-Unie en konvooi RA-55A was op de terugweg naar Groot-Brittannië. De begeleiding viel onder verantwoordelijkheid van de Home Fleet onder bevel van Admiraal Bruce Fraser. Fraser wilde de Scharnhorst uitschakelen en gebruikte konvooi JW-55B als lokaas. Het vorig konvooi JW-55A was veilig aangekomen te Moermansk onder begeleiding van de kruisers HMS Belfast, HMS Norfolk en HMS Sheffield. Konvooi RA-55A was op terugweg naar het Verenigd Koninkrijk met 22 vrachtschepen met daarbij een begeleiding van twee torpedojagers en vier andere oorlogsschepen en op een afstand zes torpedojagers van de Home Fleet onder leiding van HMS Milne. Konvooi JW-55B vertrok van Loch Ewe op 20 december. Konvooi JW-55B bestond uit 19 vrachtschepen met als commodore Rear-Admiral Maitland Boucher. Twee torpedojagers en drie andere oorlogsschepen voeren mee met het konvooi en acht torpedojagers van de Home Fleet onder leiding van HMS Onslow begeleidden op een afstand. U-boten In de nacht van 16 op 17 december meldden de U-boten U-638, U-387 en U-354 dat ze begeleidende oorlogsschepen hadden gezien. Tijdens bespreking in het hoofdkwartier op 19 en 20 december gaf Adolf Hitler grootadmiraal Karl Dönitz toestemming om het konvooi aan te vallen met de Scharnhorst voor zover dat kans op succes bood. Op 25 december om 9h01 zag U-601 van groep Eisenbart het konvooi. Torpedojager HMS Whitehall merkte de U-boot op de sonar en gooide dieptebommen. Verkenningsvliegtuigen Op 22 december om 10h45 ontdekte een Duits vliegtuig Junkers Ju 88 het konvooi JW 55B. Tot 23 december zagen zes Focke-Wulf Fw 200, drie Ju 88 en twee Blohm & Voss BV 138 het konvooi. Op 23 december voer konvooi JW-55B traag oostwaarts langs de Noorse kust. De Britten schoten meermaals met luchtafweergeschut op de verkenningsvliegtuigen. Op 25 december om 10h08 zagen drie BV 138 het konvooi en ze werden met luchtafweer beschoten. De Scharnhorst vaart uit Op 25 december liep kapitein Fritz Hintze vanuit Alta in Noorwegen uit op de Scharnhorst met de torpedojagers Z-29, Z-30, Z-33, Z-34, Z-38 onder bevel van Konteradmiral Erich Bey. Om 14h33 seinde Gruppe Nord/Flotte code "Ostfront 25. September, 17h00". Om 15h00 besliste Admiraal Dönitz dat inzet van de Scharnhorst zinvol was. Om 19h01 liet admiraal Erich Bey het anker lichten. Om 19h25 gaf Dönitz per radio het bevel uit te varen. De Scharnhorst verliet zijn basis in Altafjord op de avond van 25 december om het konvooi te vernietigen. Er stak een sterke zuidwestenwind op. Op torpedojager Z 38 vielen er gewonden door de storm. Door het zware weer kon Admiraal Bey het konvooi niet vinden. Hij gaf zijn torpedojagers opdracht om zich te verspreiden om een groter gebied af te zoeken. De Duke of York vaart uit Om 03h19 kreeg admiraal Fraser op HMS Duke of York bericht dat de Scharnhorst uitgevaren was. De Britten hadden het radioverkeer opgevangen en gedecodeerd en een Britse spion in Noorwegen had de Scharnhorst zien uitvaren. Fraser beval om 04h01 dat het terugkerende konvooi RA-55A verder naar het noorden moest varen en dat de vier begeleidende torpedojagers naar konvooi JW-55 B moesten komen. Hij beval konvooi JW-55B om drie uur terug te varen. Hij beval Force 1 om op volle snelheid naar het konvooi te komen. Fraser stak vanuit de Baai van Kola in zee met slagschip HMS Duke of York, kruiser HMS Jamaica en torpedojagers HMS Savage, HMS Scorpion, HMS Saumarez en HMS Success. Burnett voer naar het westen uit Moermansk en Fraser kwam traag aan uit het westen. Admiraal Fraser gaf het terugkerend leeg konvooi RA-55A bevel om meer naar het noorden te varen en gaf konvooi JW-55B bevel om rechtsomkeer te maken. Hij gaf vier torpedojagers van konvooi RA-55A bevel om naar hem toe te varen: HMS Matchless, HMS Musketeer, HMS Opportune en HMS Virago. Eerste aanval Om 8h34 merkte HMS Norfolk de Scharnhorst op de radar. Om 9h21 zag HMS Sheffield de Scharnhorst, die zonder zijn begeleidende torpedojagers tegenover de vloot van Burnett lag. Van 9h24 tot 9h29 schoten HMS Sheffield en HMS Norfolk lichtgranaten af. HMS Norfolk opende het vuur tot 9h40 en de Scharnhorst zwenkte naar het westen en schoot terug met geschuttoren “Dora”. De Scharnhorst miste, maar de Britten raakten twee keer en vernietigden de radar van de Scharnhorst, waardoor hij zich niet kon oriënteren in de sneeuwstorm. Zonder radar moesten de Duitse kanonniers richten op de lichtflitsen van de Britse kanonnen. Twee Britse kruisers vuurden granaten met een nieuw explosief zonder lichtflits. Enkel HMS Norfolk vuurde granaten met lichtflitsen. Om 9h46 zond Bey een radiobericht aan Admiraal Karl Dönitz over het gevecht. Bey gooide het roer om en koerste tegen 30 knopen op volle kracht naar het zuiden. Omdat Burnetts schepen te traag waren om te achtervolgen, keerde Burnett terug naar het konvooi. Tweede aanval Toen Bey zijn achtervolgers had afgeschud, wendde hij om 9h55 naar het noordoosten om de Britten langs achter aan te vallen. Om 10h00 zag een Duits verkenningsvliegtuig de vloot van Fraser. Om 10h50 kwamen de torpedojagers HMS Musketeer, HMS Matchless, HMS Opportune en HMS Virago van konvooi RA-55 A bij Burnett aan. Om 11h25 zette Burnett koers naar het noordoosten om het konvooi te beschutten. Om 12h05 zag HMS Belfast de Scharnhorst op de radar op 27,9 km afstand. Om 12h23 zag HMS Sheffield de Scharnhorst op 10,1 km. Burnett stuurde noordoost voor aan aanval. Om 12h24 werden weer schoten gewisseld. Om 12h27 kreeg HMS Norfolk een treffer in geschuttoren "C", die uitviel. Een granaat die niet ontplofte vernielde de radar. HMS Sheffield kreeg een treffer met lichte schade. Bey keerde daarna naar bakboord en gaf de torpedojagers bevel om het konvooi aan te vallen op de positie om 10h00 doorgegeven door U-277. De positie was niet recent en de torpedojagers vonden het konvooi niet. Om 13h42 gaf de admiraal de Duitse torpedojagers het bevel om de zoektocht naar het konvooi te staken en om 14h00 gaf Bey de torpedojagers bevel om terug te keren naar de haven. Om 15h00 maakte de bemanning van de Scharnhorst gebruik van de gevechtspauze om het middagmaal te nuttigen. De Belfast volgt de Scharnhorst De Scharnhorst voer uren in zuidelijke richting. Burnett achtervolgde, maar HMS Sheffield en HMS Norfolk ondervonden motorproblemen en waren te traag. Enkel HMS Belfast was snel genoeg en volgde de Scharnhorst met zijn radar. Omdat de radar van de Scharnhorst uitgeschakeld was, wist de Scharnhorst niet dat hij gevolgd werd. HMS Belfast seinde per radio de positie van de Scharnhorst door. Om 16h15 was het slagschip HMS Duke of York met vier begeleidende torpedojagers nabij. Om 16h17 kreeg HMS Duke of York de Scharnhorst op zijn type 284 radar op 41,6 km afstand. Om 16h32 bedroeg de afstand 27,2 km. Om 16h42 merkte de Scharnhorst de vijand en zwenkte iets naar het zuidwesten. Derde aanval Om 16h47 schoot HMS Belfast lichtgranaten af om de Scharnhorst te verlichten. Om 16h48 schoot HMS Duke of York vanaf 11,9 km afstand met alle tien 356 mm kanonnen uit de twee vierlingtorens en de tweelingtoren. Daarop volgde HMS Jamaica. HMS Duke of York trof de geschuttorens “Anton” en “Bruno” en de vliegtuighangar. Bey liet geschuttoren “Bruno” herstellen en keerde naar het noorden. De kruisers HMS Norfolk en HMS Belfast schoten op de Scharnhorst. Bey wendde naar het oosten en vluchtte op volle kracht. De Scharnhorst vergrootte de afstand tot de Britse schepen. Twee 275 mm granaten van de Scharnhorst raakten de radiomast van HMS Duke of York, die zo zonder radio en zonder vuurgeleidingsradar zat. Luitenant H. R. K. Bates RNVR klom in de mast om de draden te herstellen. Om 18h20 schoot HMS Duke of York een granaat door het pantser in de stoomketel 1 van de Scharnhorst, waardoor diens snelheid terugviel tot 8 knopen. Bey liet de stoomketel meteen herstellen en om 18h30 kon de Scharnhorst weer 26 knopen varen. De Scharnhorst draaide naar het noorden en zwenkte nadien naar het oosten Force 1 volgde vanuit het noorden en Force 2 vanuit het zuiden. HMS Sheffield maakte water en bleef achter. Een treffer in de munitiekamer schakelde toren “Anton” uit. Iets later kwam er rook uit toren "Bruno” HMS Duke of York had zelf enkele treffers gekregen en stopte om 18h24 met vuren toen de afstand 20 km bedroeg. Om 18h25 zond Bey het radiobericht aan de Duitse marineleiding Torpedo's Om 18h40 kwamen de torpedojagers HMS Savage en HMS Saumarez aan 30 knopen op 9,1 km afstand aan bakboord. Om 18h50 wendde de Scharnhorst naar stuurboord om de torpedojagers HMS Savage en HMS Saumarez aan te vallen. Aan stuurboord kwamen de torpedojagers HNoMS Stord op 1,6 km en HMS Scorpion op 1,9 km en ze lanceerden elk acht torpedo's. Na de slag stuurde Admiraal Fraser bericht aan de admiraliteit: In een interview met The Evening News op 5 februari 1944 zei de bevelhebber van HMS Duke of York, kapitein Guy Russell: De Scharnhorst ging zigzag varen om torpedo's te ontwijken, maar HMS Savage en HMS Saumarez raakten drie keer aan bakboord. De Scharnhorst raakte HMS Saumarez verschillende keren met zijn secundair geschut en er vielen elf doden en elf gewonden. De Scharnhorst gooide het roer om naar het zuiden, zodat maar één torpedo van HMS Scorpion trof. Om 18h50 lanceerde HMS Savage van 3,2 km 8 torpedo's, waarvan er 3 troffen. HMS Saumarez lanceerde van 1,5 km 4 torpedo's waarvan één raak. De Scharnhorst beschoot HMS Saumarez, waardoor zijn vuurgeleidingsradar uitviel en zijn snelheid terugviel tot 6 knopen. De Scharnhorst haalde na de torpedo's nog 20 knopen. Om 19h01 opende HMS Duke of York het vuur vanaf 9,7 km en trof 10 keer in 28 min. Om 19h11 haalde de Scharnhorst nog 6 knopen, woedde er brand en was de zware munitie op. De Scharnhorst weerde zich met zijn secundaire bewapening en Admiraal Fraser beval aanvallen met torpedo's. Om 19h15 kwam HMS Belfast nabij uit het noorden en vuurde. HMS Jamaica en HMS Belfast lanceerden hun torpedo's. Om 19h30 lanceerde HMS Belfast drie torpedo's en HMS Jamaica zes. Drie ervan troffen doel. Om 19h31 lanceerden HMS Opportune van 2 km afstand 8 en de HMS Virago van 2,6 km 7 torpedo's aan stuurboord waarvan 5 doel raakten. Langs bakboord lanceerde HMS Musketeer van 9 km afstand 4 torpedo's waarvan 2 raak. HMS Matchless kon geen torpedo's lanceren door een defect. Toen lanceerden de torpedojagers HMS Opportune, HMS Virago, HMS Musketeer en HMS Matchless 19 torpedo's. Door de rake torpedo's was de Scharnhorst''' stilgevallen. HMS Duke of York en HMS Jamaica konden nabij komen en vuren. De bemanning van de Scharnhorst trok de zwemvesten aan en maakte zich klaar om in het ijskoude water te gaan. Om 19h45 maakte de Scharnhorst langzaam slagzij naar stuurboord, kapseisde en zonk op 72°16' noorderbreedte, 28°41' oosterlengte. Om 19h48 kwam HMS Belfast nabij voor een nieuwe aanval met torpedo's, maar de Scharnhorst was al gezonken. Tot 20h40 zochten HMS Belfast, HMS Norfolk en de torpedojagers naar overlevenden. HMS Scorpion zag admiraal Bey in het water en wierp hem een reddingslijn toe, maar hij ging onder voor hij aan boord gehesen kon worden. Gevolg De Scharnhorst was geraakt door 13 granaten van 356 mm en 14 torpedo's. De vijf Duitse torpedojagers liepen op 27 december binnen in de Altafjord en gingen om 7h00 voor anker in de Kåfjord. Op 29 december liep konvooi JW-55B zonder verliezen Moermansk in. Op 31 december keerde het als konvooi RA-55B terug en kwam op 8 januari 1944 aan in Loch Ewe. Van de 1968 bemanningsleden kon HMS Scorpion er dertig en HMS Matchless er zes opvissen uit het ijskoude water. Admiraal Bey en kapitein Hintze werden nog gezien in het water, maar hun lichamen werden ondanks een zoekactie niet gevonden. Fraser keerde terug naar Moermansk en seinde naar de admiraliteit: en kreeg antwoord In de avond van 26 december zei Admiraal Fraser tot zijn officieren aan boord van HMS Duke of York: De Scharnhorst had elk van de Britse schepen behalve HMS Duke of York kunnen verslaan, maar was in het slechte weer verlamd door de uitval van de radar. 31 van de 52 radargeleide salvo's van HMS Duke of York waren raak. De bevelhebber van de Kriegsmarine'' grootadmiraal Karl Dönitz merkte op: Noordkaap Slag Noordkaap
De begeleiding viel onder verantwoordelijkheid van de Home Fleet onder bevel van Admiraal Bruce Fraser. Fraser wilde de Scharnhorst uitschakelen en gebruikte konvooi JW-55B als lokaas.
1
uitschakelen, deactiveren, stoppen
8,008
SportsOrganization
66706
https://nl.wikipedia.org/wiki/Handbal
Handbal
Handbal is een sport tussen twee ploegen van elk zeven spelers. De winnaar is het team dat de meeste doelpunten maakt door de bal in het doel van de tegenstander te werpen. De kern van het spel, dat zowel door heren als door dames kan worden beoefend, wordt gevormd door twee belangrijke regels: de bal mag niet met het onderbeen en de voet worden gespeeld en een speler mag met de bal in de hand maar drie passen doen, dan moet hij hem op de grond stuiten of afspelen. Het vrij jonge zaalhandbal heeft het oudere veldhandbal thans flink naar de achtergrond gedrongen. Een andere variant is beachhandbal. Geschiedenis Een handballer, die springt om de bal in de lucht te vangen, hem met de vlakke hand op de grond stuit of bij het werpen een schijnbeweging maakt, werd al bij de oude Grieken beschreven. En in het door balspelen bezeten Frankrijk van de middeleeuwen kende men het handbalspel ook, evenals in Engeland. Handbal, zoals het nu wordt gespeeld, is nog een betrekkelijke jonge telg aan de boom van sportieve balspelen. Maar de populariteit die het in enkele tientallen jaren in de hele wereld verwierf, is ongekend. Handbal komt waarschijnlijk uit Duitsland. Het was de Duitser Max Heiser die handbal voor het eerst spelregels gaf. De Berlijnse gymnastiekleraar veranderde de afmetingen van het veld, de grootte van de doelen en hij maakte een doelgebied van 4 meter. In 1917 werden deze spelregels vastgelegd door de Berlijnse Turnraad onder de officiële naam: ’Bestimmungen für die Abhaltung des Handballspieles für die Damenabteilungen des Berliner Turnrathes’. Handbal was dus in eerste instantie alleen voor meisjes en onderdeel van de Berlijnse Turnraad. Aan het begin van 20ste eeuw wilde men de sporttak gymnastiek verbreden door ook balspelen aan het scenario toe te voegen. Aangezien voetbal een mannensport was en tennis alleen voor de elite, was handbal uitermate geschikt voor de meisjes. Later voegden de heren zich ook toe. Veldhandbal In 1920 gaf de Duitse sportleraar Carl Schelenz het veldhandbal een definitief wedstrijdkarakter door o.a. het dribbelen en lichaamscontact toe te staan. Door de nieuwe afmetingen van het spel (een voetbalveld) werd o.a. het invoeren van een buitenspelregel noodzakelijk. Ook de omvang van de bal verkleinde, wat een positieve invloed had op de baltechniek en de tactische ontwikkeling van het spel. Het veldhandbal werd gespeeld met elf spelers. De Berlijnse Hochschule verzorgde in 1928 tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam een succesvolle demonstratie (met een bal die 10 centimeter groter was dan de huidige "heren"-bal). Om de vaart in het spel te houden hebben de spelregels van het veldhandbal in de loop der jaren herhaaldelijk veranderingen ondergaan, die zich in de eerste plaats richten tegen de voortdurende opeenhoping van spelers voor de doelen. Zaalhandbal Terwijl het moderne veldhandbal dus in Duitsland is ontstaan, begon het zaalhandbal ongeveer twintig jaar later vanuit de Scandinavische landen aan zijn opmars. Daar had de Deen Holger Nielsen omstreeks de eeuwwisseling een soortgelijk werpspel tussen twee teams van zeven spelers ontwikkeld, dat aanvankelijk in de open lucht op een klein veld, maar later in de zaal werd beoefend. Hier kon het spel zonder invloeden van het weer en het terrein naar technische verfijning en tactische vervolmaking groeien. Tegenwoordig heeft het spectaculaire zaalhandbal het eens dominerende veldhandbal internationaal de loef afgestoken. In 1936 stond handbal op het programma van de Olympische Spelen. Na 1936 werd handbal weer van het olympische programma geschrapt. In 1972 keerde het handbaltoernooi terug op het programma van de Olympische Zomerspelen. Teams Zaalhandbal wordt gespeeld door twee ploegen die ieder zeven spelers op het veld hebben, van wie één de keeper is. Er mogen zich zeven spelers als reserve op de wisselbank bevinden. Een team wordt aangestuurd door een coach. Eventueel kan een team meerdere officials op de bank hebben, waaronder een manager, fysiotherapeut of keeperstrainer. De kleding van de ploegen (shirt en korte broek en sokken) moet uniform zijn, de keepers dienen duidelijk van de veldspelers te onderscheiden zijn. De keepers dragen bijna altijd een lange broek. Bij officiële wedstrijden dragen alle spelers een rugnummer. De spelers hebben meestal een vaste positie in het veld. Dit kan zijn op de linker- of rechterhoek, linker- of rechter opbouw, middenopbouw, midvoor / cirkel / stoor. De keeper heeft altijd een vaste positie in het doel in de cirkel en zal deze enkel verlaten om de bal opnieuw in het spel te kunnen brengen, een uitbraak van de tegenstander te verijdelen of om gewisseld te worden. De veldspelers en de doelman/vrouw mogen onbeperkt gewisseld worden. Het wisselen gebeurt op de wissellijn binnen een gebied van 4,5 meter vanaf de middellijn op de eigen speelhelft. De nieuw in te brengen speler mag echter pas het veld betreden zodra de speler die wordt gewisseld het speelvlak volledig heeft verlaten. Gebeurt dit niet correct, dan volgt een tijdstraf. Speelveld Het rechthoekige speelveld is 40 meter lang en 20 meter breed, het wordt door een middenlijn verdeeld in twee speelhelften. Aan beide zijden in het midden van de achterlijn bevinden zich de doelen met daarvoor het doelgebied. Het doelgebied, dat aan de achterzijde begrensd wordt door de doellijn en achterlijn, wordt gevormd door twee kwartcirkels met een radius van zes meter, uitgezet vanuit de binnenste achterste hoek van de doelpalen, met een verbindingslijn op zes meter afstand en parallel aan de doellijn. Drie meter daarvoor en evenwijdig aan de voorste begrenzing van het doelgebied bevindt zich de vrije worplijn, dit is een regelmatig onderbroken lijn die zich op negen meter afstand van het doel bevindt. Tussen het doelgebied en de vrije worplijn ligt op zeven meter afstand van de doellijn de één meter lange strafworplijn. Verder is er nog in het doelgebied de 15 cm lange 4-meterlijn, deze is alleen bij een strafworp van belang. De wissellijn maakt deel uit van de zijlijn en loopt voor beide teams vanaf de middenlijn tot aan een punt op 4,5 m vanaf de middenlijn. Deze punten zijn aangegeven door 15 cm lange lijnen. Voor alle lijnen geldt, dat ze behoren bij het vlak dat ze begrenzen. Voor de middenlijn betekent dit dat deze tot beide speelhelften behoort. De doellijnen tussen de doelpalen zijn 8 cm breed, alle andere lijnen zijn 5 cm breed. Het doel heeft een opening van drie meter breed en twee meter hoog, en bestaat uit twee palen en een dwarslat die vierkant zijn en een dikte hebben van 8 cm. De doelen moeten vast verankerd zijn aan de grond of aan de muur. Het doel is tweekleurig, doorgaans rood en wit, soms blauw-wit of zwart-wit. Aan het doel bevindt zich een net dat een diepte heeft van 70 tot 100 cm. De bal De internationale regels schrijven drie formaten van de bal voor: IHF-grootte 3: omtrek 58–60 cm, gewicht 425-475 gram, voor mannen en voor jongens van 16 jaar en ouder. Op de bal wordt hars (ook col genoemd) gedaan. IHF-grootte 2: omtrek 54–56 cm, gewicht 325-375 gram, voor vrouwen, meisjes van 14 jaar en ouder en jongens van 12 tot 16 jaar IHF-grootte 1: omtrek 50–52 cm, gewicht 290-330 gram, voor meisjes van 8 tot 14 jaar en voor jongens van 8 tot 12 jaar. Voor nog jongere kinderen worden nog kleinere en lichtere ballen gebruikt, maar er zijn geen internationale regels voor. Spelregels Na de loting (toss) door de scheidsrechter vangt het spel aan met de beginworp vanaf het midden van het speelveld, waarbij alle spelers op hun eigen helft moeten staan, op een afstand van drie meter van de middellijn. De bal mag met handen, armen, hoofd, romp, dijbenen en knieën willekeurig in elke richting geworpen, geslagen, gestoten, gestompt, gestopt en gevangen worden. De bal mag niet met het onderbeen en de voet worden gespeeld. Het is ook niet toegestaan met de bal in de hand meer dan drie passen te doen. De speler moet hem minstens één keer op de grond stuiteren, alvorens hij nog eens drie passen mag doen. Daarna moet hij/zij hem definitief afgeven. Wanneer de speler de bal met beide handen vangt, mag deze hem niet langer dan drie seconden vasthouden of meer dan één keer op de grond stuiten. Met één hand mag men de bal zo vaak als men wil op de grond stuiten (tippen), zowel tijdens het lopen als op de plaats. Om in het bezit van de bal te komen, is het geoorloofd de tegenstander deze uit de handen te tikken (niet van achter) en hem met het lichaam te blokkeren. Het is echter niet toegestaan de tegenstander met armen, handen en benen te blokkeren, vast te pakken, tegen hem aan te lopen of hem de bal uit de handen te slaan. De doelman mag zijn doel op alle manieren verdedigen, maar zodra hij het doelgebied verlaat, gelden voor hem dezelfde regels als voor de veldspelers. Doelpogingen mogen vanaf iedere plaats op het veld plaatsvinden maar men mag de lijn van het doelgebied niet overschrijden of aanraken, wel mag men bij de doelpogingen in het doelgebied springen of vallen, daarbij dient men ervoor te zorgen dat de bal de hand verlaten heeft voordat men neerkomt op de grond. Men spreekt van een doelpunt als de bal de doellijn helemaal is gepasseerd. Ook wanneer een speler in eigen doel schiet, levert dit een punt op voor de tegenpartij. Na elk geldig doelpunt stellen de spelers zich op zoals bij de beginworp, die dan wordt genomen door de partij waartegen het doelpunt is gemaakt. Gaat de bal via de zijlijn uit, dan moet er vanaf de plaats waar deze de lijn heeft gepasseerd een inworp worden genomen. Dit gebeurt door de partij, waarvan de spelers de bal niet het laatst hebben aangeraakt. Als de bal over de achterlijn uitgaat en voor het laatst aangeraakt is door een veldspeler van het verdedigende team, dan geeft de scheidsrechter aan de aanvallende partij een hoekworp. De speler moet deze nemen aan de betreffende kant van het doel, op de plaats waar de zijlijn en de achterlijn samenkomen. Speelt daarentegen een speler van de aanvallende of de doelman van de verdedigende partij de bal over de achterlijn of over het doel, dan geeft de scheidsrechter een uitworp. Deze moet vanuit het doelgebied worden genomen door de doelman. Wordt er bij een overtreding een vrije worp gegeven dan dient deze worp te worden genomen op de plaats waar de overtreding is begaan, doch ten minste 9 meter van het doel. Overtredingen die worden bestraft met een 7-meter worp dienen vanaf de strafworplijn als een directe worp op het doel te worden uitgevoerd. Hierbij mogen zich tussen het doelgebied en de vrijeworp-lijn geen spelers bevinden, ook mag de doelman de 4-meter markering niet overschrijden totdat de bal de hand van de werper verlaten heeft. Een scheidsrechterworp wordt gegeven, wanneer speler van beide teams gelijktijdig een overtreding hebben begaan of wanneer de scheidsrechter het spel om neutrale redenen heeft onderbroken. Als een aanval te lang duurt doordat men niet door de verdediging kan komen of door passief spel om tijd te winnen, wordt door de scheidsrechter het signaal voor tijdspel gegeven. Dit gebeurt door het omhoogsteken van de hand. Hierna heeft men zes passes om een doelpoging te wagen. Lichaamscontact is toegestaan bij het verdedigen, alle verdedigende acties moeten frontaal worden uitgevoerd. In alle andere gevallen volgt er een straf. Deze straf kan variëren van een vrije worp tot en met een diskwalificatie (direct rode kaart). Straffen Handbal kent de volgende straffen: Vrije worp 7-meterworp (strafworp) Waarschuwing (gele kaart) - bij 'n volgende overtreding van dezelfde of zwaardere aard volgt een 2 minuten tijdstraf 2 minuten tijdstraf, bij 3 keer 2 minuten tijdstraf volgt een rode kaart Diskwalificatie (rode kaart) Blauwe kaart: wordt getoond bij een zware overtreding waarbij de scheidsrechter een rapportage stuurt naar de bond. Ook moet je een boete betalen aan het Nederlands Handbal Verbond (NHV). Een blauwe kaart wordt altijd voorafgegaan door een rode kaart. Bij een overtreding krijgt een speler een waarschuwing of een tijdstraf. Bij zeer ernstige (grof onsportief) overtredingen kan er een directe rode kaart worden getoond; dit zijn overtredingen zoals het opzettelijk achterover trekken aan de schotarm of het duwen in de rug van een tegenstander. M.a.w. zware overtredingen opzettelijk gericht op lichaam, er zal dan ook een blauwe kaart worden getoond. Na rapportage beslist de bond welke sancties er worden opgelegd voor desbetreffende speler. Begaat een speler in de laatste 30 seconden van de wedstrijd een overtreding wat normaal geel of 2min. tijdstraf is, dan volgt sowieso een rode kaart en direct een strafworp. Dit om een (gelijk opgaande) wedstrijd tot de laatste seconde sportief en spannend te houden. Bij een rode (met/zonder) blauwe kaart moet de speler aan wie deze kaart getoond is, het speelveld/zaal direct verlaten, mag wel plaats nemen op de tribune en niet meer deelnemen aan het spel. Na 2 minuten mag er een andere speler die positie weer overnemen. Speeltijden Een senioren- en A-jeugd-wedstrijd duurt 2 × 30 minuten met een pauze van 10 of 15 minuten. Een B-jeugd- en C-jeugd wedstrijd duurt 2 x 25 minuten. De D- en de E-jeugd spelen 2 × 20 minuten en een F-jeugd-wedstrijd duurt 2 × 15 minuten. De recreanten spelen 2 × 25 minuten. Afzonderlijke continentale en landelijke bonden hebben het recht om afwijkende tijden voor de pauzes te hanteren. Een pauze mag echter nooit meer dan 15 minuten duren. Met name op regionaal niveau zijn pauzes vaak korter. Dit om op de kosten van de zaalhuur te besparen. Verlengingen Bij wedstrijden die na de reguliere speeltijd gelijk zijn geëindigd en waarbij een beslissing moet vallen, gewoonlijk in een knock out-systeem, wordt een verlenging gespeeld van 2 x 5 minuten met een pauze van 1 minuut. Is de stand na het spelen van deze verlenging nog altijd gelijk, dan wordt na een pauze van 5 minuten een tweede verlenging gespeeld van nogmaals 2 x 5 minuten met wederom een pauze van 1 minuut. Wanneer er, na twee verlengingen, nog altijd geen winnaar is, dan wordt de winnaar overeenkomstig de bepalingen in het geldende wedstrijdreglement bepaald. Dit betreft gewoonlijk het nemen van 7-meter worpen. 7-meter worpen Alleen spelers die na de tweede verlenging niet (tijdelijk) zijn uitgesloten of gediskwalificeerd mogen deelnemen aan de 7-meter worpen. Elke ploeg wijst vijf spelers aan die per ploeg om en om een 7-meter nemen. De ploegen hoeven vooraf de volgorde van de spelers niet vast te leggen. Doelverdedigers mogen onbeperkt gewisseld worden en zij mogen ook een 7-meter nemen. Via een toss wordt bepaald welke ploeg met de 7-meters begint. Wanneer de reeks van vijf 7-meters per ploeg nog steeds geen beslissing heeft gebracht, dan worden er opnieuw vijf spelers aangewezen. Dit mogen (deels) dezelfde spelers zijn als in de eerste reeks. De ploeg die in de eerste reeks als tweede heeft geworpen, vangt de reeks nu aan. Dit proces van het aanwijzen van 5 spelers per ploeg wordt net zolang herhaald, waarbij de beginnende ploeg steeds opnieuw wisselt, totdat er een beslissing is gevallen. Het verschil tussen de eerste en alle vervolgreeksen is dat de eerste reeks altijd volledig wordt voltooid en een vervolgreeks meteen wordt afgebroken zodra er een doelpuntenverschil is wanneer beide ploegen evenveel 7-meters hebben genomen. De ploeg die dan een keer meer heeft gescoord is de winnaar. Techniek Handbal is een uiterst beweeglijke en veelzijdige wedstrijdsport, waarvoor een groot uithoudings- en reactievermogen, sprong-, werp- en sprintkracht en wendbaarheid zijn vereist. De speltechniek omvat de inzet van alle tactische mogelijkheden, verwarrende aanvalscombinaties en fantasierijke dekkingssystemen. Een geoefende handballer dient telkens aanspeelbaar te zijn, dus vrij te lopen en de tegenstander af te schudden. Wat de balbehandeling betreft, bij handbal komt het aan op een feilloze vang- en werptechniek. Men moet de bal voor en achter het lichaam kunnen vangen, boven het hoofd en tijdens de sprong, op heup- en kniehoogte. Ook dient men een bal met één hand te kunnen vangen en een rollende of stilliggende bal snel van de grond kunnen oppikken. Ook de doelman moet het stoppen van de bal met de voeten tot in de puntjes beheersen. Er zijn verschillende manieren, al naargelang de situatie om een bal te werpen: de strekworp vanaf elke hoogte, de heupzwaaiworp, de achterwaartse worp (hier bij is de rug naar het doel gekeerd), de valworp (een tijdens een opzettelijke val zij- of voorwaarts geworpen bal), het sprongschot, de slingerworp enz. Het samenspel in een team moet nauwkeurig en snel zijn. Veel foute passes kunnen de zege kosten, want bij zaalhandbal worden veel doelpunten gemaakt. Door verschillende tactieken toe te passen tracht men de verdediging van de opponent uiteen te 'rijten' om zo tot scoren te kunnen komen. Men kan met verschillende soorten worpen trachten een doelpunt te maken: met een sprongworp springt men in de lucht om de bal over het verdedigende blok te werpen, ook kan men vanuit de loop en vanuit stand werpen, dit kan zowel boven- als onderhands. Sprongworpen kunnen enkel bovenhands worden uitgevoerd. Bij zaalhandbal heeft iedere speler zowel aanvallende als verdedigende taken, naargelang het team al of niet balbezit heeft. De spelers zijn dus voortdurend in actie. Een speler kan de speciale opdracht krijgen gaten te maken in de verdedigingsgordel van de tegenpartij, waardoor zijn medespelers de kans krijgen een afstandschot te lossen. In de verdedigingstactiek onderscheidt men de mandekking (iedere speler moet één tegenstander bewaken) en de ruimtedekking (iedere speler is verantwoordelijk voor één gedeelte van het veld). Zodra de tegenpartij balbezit heeft, vormen de spelers van het verdedigende team een gesloten cirkel rond het doelgebied. Het is daarom zaak een bal snel naar voren te spelen, zodat de tegenpartij nauwelijks tijd heeft de verdediging te organiseren. Het komt dikwijls voor dat teams een aanval/verdediging wissel toepassen, waarbij na een gespeelde aanval een of meerdere aanvallende spelers heel snel wisselen met spelers die betere verdedigende kwaliteiten bezitten. Als er weer een aanval volgt, wordt er weer omgekeerd gewisseld. Het nadeel van een aanval/verdediging wissel is dat een team meer tijd nodig heeft om de verdediging te organiseren en dat in aanvallend opzicht, de aanval kort wordt opgehouden door de uit te voeren wissel(s). Handbal in Nederland Het handbal in Nederland wordt vertegenwoordigd door het Nederlands Handbal Verbond (NHV). Dit verbond maakt de poule-indelingen en wedstrijdprogramma's van de landelijke competities. Ook selecteert het de nationale selecties. Anno 2016 telde het Nederlands Handbal Verbond 49.378 leden, verspreid over 374 verenigingen. Van de 49.378 leden zijn 35.099 vrouw (71%) en 14.279 man (29%). In Nederland is handbal dus vooral een vrouwensport. Anno 2016 was het NHV de 20e grootste sportbond van Nederland. Geschiedenis In 1926 werd het veldhandbal geïmporteerd vanuit Duitsland door enkele gymleraren uit Groningen. Aangezien de gymleraren geen spelregelboek hadden meegenomen werden aanvankelijk de voetbalregels gehanteerd. Turnkring Groningen van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Bond (K.N.G.V.) pikte de handbalsport op. In 1931 werd door het K.N.G.V. overgegaan tot het instellen van zogenoemde speldagen, waaraan alle handbalploegen uit alle turnkringen konden deelnemen. In 1932 installeerde het K.N.G.V. een aparte commissie voor het veldhandbal, de zogenoemde bondsspelcommissie (bestaande uit de sporten handbal, grensbal, slingerbal en vuistbal), die al spoedig competities instelde, met als hoogtepunt de nationale spelkampioenschappen in Gouda. Voor de eerste competitie hadden zich 40 dames-elftallen en 55 heren-elftallen ingeschreven. In 1933 ging de bondsspelcommissie over tot het toelaten van de zogenoemde spelverenigingen, dat wil zeggen verenigingen, die geen specifieke gymnastiekverenigingen zijn. In die tijd ontstonden er specifieke handbalverenigingen, terwijl er ook atletiekverenigingen 's winters gingen handballen. In 1934 was het aantal ingeschreven handballers en handbalsters bij de bondsspelcommissie reeds gestegen tot ongeveer 3.500. Het jaar 1935 bracht de eerste interland wedstrijden, in mei tegen Duitsland in Den Haag en in augustus volgde de tournee van het Nederlandse elftal naar Oostenrijk en Hongarije. In maart 1936 verzelfstandigde het handbal zich in in de Bonds Handbal Commissie, nog steeds onder de vlag van het K.N.G.V. Er werd bovendien een aparte technische commissie gevormd en een hoofdklasse ingesteld. Naast het Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Bond vertegenwoordigde ook de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (K.N.A.U.) het handbal. De K.N.A.U. was tot november 1935 lid van de Internationale Amateur Handbal Federatie (I.A.H.F.). In november 1935 werd de Nederlandsche Handbal Bond (N.H.B.) opgericht. De oprichting heeft te Amsterdam plaats gehad. Onmiddellijk na de oprichting heeft de K.N.A.U. haar lidmaatschap van Internationale Amateur Handbal Federatie, alsmede de rechten tot het organiseren van internationale wedstrijden overgedragen aan de Nederlandsche Handbal Bond. Er ontstond een lastige situatie omtrent de internationale rechten. De Nederlandsche Handbal Bond had weinig tot geen leden, terwijl de Bonds Handbal Commissie van het K.N.G.V. qua ledenaantallen en elftallen tot grote bloei was gekomen. De Nederlandsche Handbal Bond was alleen bereid haar internationale rechten over te dragen, mits de handbalcommissie geheel zelfstandig, dus los van het K.N.G.V. zou komen te staan. Het K.N.G.V. was hier niet toe bereid. Na bemiddeling van het Nederlands Olympisch Comité, was het K.N.G.V. bereid de bondhandbalverordening in dier voege te wijzigingen, dat de bepalingen, dat principiële voorstellen door de handballers alleen gedaan morgen worden met toestemming van het dagelijks bestuur van het K.N.G.V. en dat besluiten van de Bondshandbalcommissie onderworpen zijn aan het vetorecht van het K.N.G.V.-bestuur, zullen worden geschrapt. De N.H.B. was hiermee bereid haar internationale rechten over te dragen aan het K.N.G.V. en het K.N.G.V. toe te laten als lid van de internationale handbalfederatie. Op 1 januari 1942 kwam handbal op eigen benen te staan door de oprichting van het Nederlands Handbal Verbond (N.H.V). De Bonds Handbal Commissie van het K.N.G.V. werd geliquideerd. Hiermee viel het handbal in Nederland nog steeds niet organisatorisch onder één koepel. De katholieke sporters in Nederland, bedreven hun sporten namelijk onder de landelijke koepel van de Nederlandse Katholieke Sportfederatie (N.K.S.), waar handbal rechtstreeks onder ressorteerde. In 1948 werd er in Limburg de Rooms Katholieke Limburgse Handbal Bond (rk L.H.B.) opgericht als onderdeel van de Rooms Katholieke Nederlandse Handbalbond (r.k. N.H.B.) onder de koepel van de N.K.S in 1949. De katholieke koepel fuseerde in 1957 met het Nederlands Handbal Verbond. Zaalhandbal wordt in Nederland sinds 1947 gespeeld. Sinds 1970 wordt op het veld 7-handbal gespeeld. Competitie In Nederland wordt er voornamelijk in de zaal gespeeld. Er wordt gespeeld in de landelijke competitie die bestaat uit een eredivisie voor mannen en een eredivisie voor vrouwen, hieronder zit de Eerste Divisie, daaronder de Tweede Divisie A (regio noord) en B (regio zuid) en daaronder de Hoofdklassen A (regio noord), B (regio oost), C (regio zuid) en D (regio west). Hiernaast wordt er competitie in de afdelingen gespeeld waarin de eerste klasse de hoogste is en van waaruit men kan promoveren naar de landelijke Hoofdklasse. Hierna volgen de tweede, derde, vierde en vijfde klasse. In de lagere klassen is er ook een buitencompetitie op verharde velden. Internationale successen Internationaal gezien, voornamelijk aan de vrouwenkant, zit het Nederlandse handbal enorm in de lift mede dankzij de recente successen van de Nederlandse nationale damesploeg die furore maakte door op het wereldkampioenschap van 2015 in Denemarken, voor het eerst in de geschiedenis, de finale om de mondiale titel te halen en daar op de tweede plaats te eindigen na een 23-31 verlies tegen wereldkampioen Noorwegen. In 2016 werd het tweede grote succes geboekt door deelname aan de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro af te dwingen. In een olympisch kwalificatietoernooi in het Franse Metz werden respectievelijk Tunesië, Japan en gastland Frankrijk verslagen waardoor, opnieuw voor het eerst in de geschiedenis, deelgenomen mocht worden aan de Olympische Spelen. Hier werd de vierde plaats behaald na een ontluisterende 26-36 nederlaag in de 'kleine' finale om het brons tegen wederom Noorwegen. Het goud was voor Rusland dat met 19-22 zegevierde over Frankrijk. Enkele maanden later, op het Europees kampioenschap van 2016 in Zweden, werd het derde succes in een jaar tijd geboekt. Opnieuw bereikte Nederland, wederom voor het eerst in de geschiedenis, de finale, waarin na een zinderende wedstrijd andermaal gebogen moest worden voor wereld- en Europees kampioen Noorwegen. Ditmaal met het kleinst mogelijke verschil: 29-30 Op het wereldkampioenschap van 2017 in Duitsland behaalde het Nederlands vrouwenteam de derde plek door in de troostfinale Zweden te verslaan met 24-21. Op het Europees kampioenschap van 2018 in Frankrijk belandde het Nederlandse vrouwenteam wederom op het podium met een derde plek. In de troostfinale werd Roemenië verslagen met 24-20. In deze wedstrijd was Nederland vooral in verdedigend opzicht ijzersterk. Roemenië wist slechts 33% van de aanvallen succesvol af te ronden. Op het wereldkampioenschap van 2019 in Japan behaalde het Nederlandse vrouwenteam haar grootste succes uit de geschiedenis door wereldkampioen te worden. In een bloedstollende finale werd Spanje verslagen met 30-29. Een bloedstollende ontknoping volgde. Iets meer dan een halve minuut voor het einde verloor Nederland de bal en mocht Spanje de tijd uitspelen en op jacht gaan naar de winnende treffer. Het was Tess Wester die Nederland redde met een geweldige save, waarna Hernandez rood kreeg vanwege het hinderen van Wester bij het uitgooien. Daarop kreeg Nederland aan de andere kant, met nog zes seconden op de klok, een strafworp. Die kans benutte Lois Abbingh koelbloedig. In de halve finale had Nederland, olympisch kampioen Rusland reeds verslagen met 33-32, in een ware thriller. Handbal in België In België wordt vrijwel alleen in de zaal gespeeld. Er is een eredivisie voor mannen en voor vrouwen. Hieronder zitten de nationale en daaronder komen de ligaklasse en de regioklasse. In de jeugdklasse wordt er provinciaal afdeling gespeeld. Handbal mondiaal Vooral in Europa is handbal een populaire sport. Met name in de Scandinavische landen en in de voormalige Sovjet-republieken. Er bestaan verschillende bonden die de rechten van handballers vertegenwoordigen; de Europese handbalfederatie is de EHF. Bij de mannen is de Duitse competitie de sterkste ter wereld, bij de dames is dit de Deense competitie. Dit blijkt ook op de grote mondiale toernooien, de wereldkampioenschappen en de Olympische Spelen. De Europese landen zijn vaak de dominerende landen, vooral bij de mannen. Het enige niet-Europese land dat bij de mannen nog enigszins van zich laat spreken is Zuid-Korea en heel sporadisch Tunesië. De laatste jaren lijkt het erop dat Argentinië zich ook meer en meer laat zien. Bij de vrouwen is het continentale verschil inmiddels al wat kleiner. Ook de dames van Zuid-Korea winnen regelmatig van een Europees land alsmede Angola. Het Braziliaanse damesteam laat nog het meest van zich spreken en heeft in 2013 tijdens het wereldkampioenschap in Servië als het eerste Zuid-Amerikaanse land ooit, de titel opgeëist door in de finale het gastland te verslaan. Toeschouwersrecord Het huidige wereldwijde toeschouwersrecord voor een handbalwedstrijd is gevestigd op 6 september 2014 tijdens een wedstrijd tussen HSV Hamburg en Rhein-Neckar Löwen. De wedstrijd trok 44.189 toeschouwers naar de Commerzbank Arena in Frankfurt. Het vorige record stond op 36.651 toeschouwers, gevestigd tijdens de finale van de Deense beker van 2011 in het Parkenstadion in Kopenhagen. Internationale toernooien Handbal op de Olympische Spelen Wereldkampioenschap handbal mannen Wereldkampioenschap handbal vrouwen Europees kampioenschap handbal mannen Europees kampioenschap handbal vrouwen Externe links Internationale Handbal Federatie Website van de Europese Handbal Federatie Nederlands Handbal Verbond Vlaamse Handbal Vereniging Handbal Inside
Handbal in Nederland Het handbal in Nederland wordt vertegenwoordigd door het Nederlands Handbal Verbond (NHV). Dit verbond maakt de poule-indelingen en wedstrijdprogramma's van de landelijke competities. Ook selecteert het de nationale selecties. Anno 2016 telde het Nederlands Handbal Verbond 49.378 leden, verspreid over 374 verenigingen. Van de 49.378 leden zijn 35.099 vrouw (71%) en 14.279 man (29%). In Nederland is handbal dus vooral een vrouwensport. Anno 2016 was het NHV de 20e grootste sportbond van Nederland.
1
sportorganisatie, sportteam, sportbond
12,548
OrderStatus
749516
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bestelling
Bestelling
Bestellen is het geven van een opdracht om een goed of dienst te leveren. Een bestelling maakt vaak deel uit van het koopproces na het opstellen van een koopovereenkomst. Bij post- en pakketbezorging betekent bestellen het verzorgen van de levering. Juridisch wordt het bestellen gezien als een rechtshandeling met eigendomsoverdracht als rechtsgevolg. Bedrijfsproces
Bestellen is het geven van een opdracht om een goed of dienst te leveren. Een bestelling maakt vaak deel uit van het koopproces na het opstellen van een koopovereenkomst. Bij post- en pakketbezorging betekent bestellen het verzorgen van de levering. Juridisch wordt het bestellen gezien als een rechtshandeling met eigendomsoverdracht als rechtsgevolg.
1
verkoopfase, transactiestatus, koopproces
10,951
MusicGroup
1885107
https://nl.wikipedia.org/wiki/Souvenir%20%28Het%20Goede%20Doel%29
Souvenir (Het Goede Doel)
Souvenir is een album van de Nederlandse muziekgroep Het Goede Doel. De band was op dit album uitgedund tot Henk Temming, Henk Westbroek en Sander van Herk. Na dit album werd het stil rond de band, Henk en Henk hadden meningsverschillen en ook de nederpop kwam in een dip. Pas in 2008 zou er nieuw werk komen, de meningsverschillen waren aan de kant gezet. Ondertussen was het verzamelalbum Geef de mensen wat ze willen en anderen verschenen. Souvenir is opgenomen in de Stu-stu-studio te Utrecht, de privéstudio van Temming. Ook de mix vond daar grotendeels plaats, op Met open ogen en Uit vrije wil na; zij werden gemixt in de Wisseloord Studio's in Hilversum. Van het album werden drie singles gehaald, die maar matig populair werden, zeker in vergelijking tot hun eerdere successen en Alles kan een mens gelukkig maken, gezongen door René Froger. Musici Henk Temming, Henk Westbroek – zang Sander van Herk, Henk Temming, Henk Westbroek – alle instrumenten behalve Teye Wijnterp – flamencogitaar (1), Stephan Wienjus – basgitaar (2), (3),(5);(8); Miss Terrell- Franstalige rap (3), Marjolijn Spijkers- zang (3),(8); Gerbrand Westveen – saxofoon (4), Julia Harris- zang (8). Composities Het lied Bobby gaat over wat er toch allemaal goed had kunnen komen als Bobbie, Kuifje, Rataplan of Lucky Luke hadden kunnen helpen in misdaadsituaties. Het lied "De Idioot" was reeds eerder verschenen op het album " 'n elpee voor het ANC " uit 1987. Een verzamelalbum met nieuw werk van diverse artiesten om geld op te halen voor het Afrikaans Nationaal Congres. Hitnotering Muziekalbum uit 1989 Muziekalbum van Het Goede Doel Muziekalbum uitgegeven door Polydor
Souvenir is een album van de Nederlandse muziekgroep Het Goede Doel. De band was op dit album uitgedund tot Henk Temming, Henk Westbroek en Sander van Herk. Na dit album werd het stil rond de band, Henk en Henk hadden meningsverschillen en ook de nederpop kwam in een dip. Pas in 2008 zou er nieuw werk komen, de meningsverschillen waren aan de kant gezet. Ondertussen was het verzamelalbum Geef de mensen wat ze willen en anderen verschenen.
3
muziekgroep, band, orkest
3,403
Volcano
1167663
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tolbatsjik%20%28vulkaan%29
Tolbatsjik (vulkaan)
De Tolbatsjik (Russisch: Толбачик) is een complexe vulkaan op het Russische schiereiland Kamtsjatka, in het zuidwestelijke deel van het vulkaancomplex rond de vulkaan Kljoetsjevskaja Sopka. Het complex bestaat uit twee vulkanen; de hogere (3682 meter) Ploski Tolbatsjik ("platte Tolbatsjik") en de lagere (3140 meter) Ostry Tolbatsjik ("steile Tolbatsjik"), die, zoals de namen al aangeven, respectievelijk bestaan uit een vlakke afgeplatte schildvulkaan en een piekvormige stratovulkaan. Rond de beide vulkanen bevinden zich meer dan 120 adventiefkegels. De complexe vulkaan bestaat uit basalt en andesiet. Aan de top bevindt zich een krater met een diameter van 2 kilometer. Uitbarstingsgeschiedenis De vulkaan ontstond ongeveer 6500 jaar geleden (eind Pleistoceen) door een lavauitbarsting. De uitbarstingsgeschiedenis gaat duizenden jaren terug, maar wordt pas sinds de komst van de Russen in de 18e eeuw bijgehouden. Uitbarstingen vonden sindsdien plaats in 1740, 1769, van 1788 tot 1790, 1793, 1904, 1931, van 1939 tot 1941, 1954, van 1975 tot 1976 en in 2013. De meest opzienbarende uitbarsting vond plaats in 1975 (de "Grote fissuuruitbarsting van de Tolbatsjik"), die voorafgegaan werd door een aardbevingenzwerm, waarmee Russische wetenschappers van het instituut voor vulkanologie succesvol konden voorspellen dat er een uitbarsting zou plaatsvinden. Door deze uitbarsting werden verschillende nieuwe sintelkegels en ingestorte calderas gevormd. Naar hoeveelheid lava die werd uitgestoten, vormde het de grootste basaltuitbarsting in de bekende geschiedenis van Kamtsjatka. Vulkaan in Kamtsjatka Stratovulkaan Schildvulkaan Drieduizender
De Tolbatsjik (Russisch: Толбачик) is een complexe vulkaan op het Russische schiereiland Kamtsjatka, in het zuidwestelijke deel van het vulkaancomplex rond de vulkaan Kljoetsjevskaja Sopka. Het complex bestaat uit twee vulkanen; de hogere (3682 meter) Ploski Tolbatsjik ("platte Tolbatsjik") en de lagere (3140 meter) Ostry Tolbatsjik ("steile Tolbatsjik"), die, zoals de namen al aangeven, respectievelijk bestaan uit een vlakke afgeplatte schildvulkaan en een piekvormige stratovulkaan. Rond de beide vulkanen bevinden zich meer dan 120 adventiefkegels. De complexe vulkaan bestaat uit basalt en andesiet. Aan de top bevindt zich een krater met een diameter van 2 kilometer.
7
vulkaan, vulkanisme, stratovulkaan
5,434
OfferShippingDetails
3019551
https://nl.wikipedia.org/wiki/VanMoof
VanMoof
VanMoof was van 2009 tot 2023 een Amsterdams bedrijf dat fietsen en elektrische fietsen ontwierp en bouwde. Deze stonden bekend om hun minimalistische ontwerp. Het bedrijf richtte zich vooral op de internationale markt en leverde in 25 landen. Geschiedenis VanMoof was een Amsterdams bedrijf dat in 2009 werd opgericht door de broers Taco en Ties Carlier. De broers hadden een duidelijke visie voor VanMoof: ze wilden stadsfietsen opnieuw uitvinden en een alternatief bieden voor de auto in stedelijke omgevingen. Het bedrijf had de eerste jaren veel succes. Ondanks de relatief hoge aanschafprijzen viel het ontwerp van de fietsen in de smaak en ze werden al snel als trendy beschouwd. Na enkele jaren concentreerde VanMoof zich geheel op e-bikes. Problemen In de periode na 2020 ondervond VanMoof verschillende uitdagingen. Er waren meldingen van productie- en leveringsproblemen, met name met betrekking tot het model VanMoof S3. Klanten meldden ook lange levertijden en problemen met de beschikbaarheid van onderdelen voor reparaties. Alle onderdelen van de fietsen maakten deel uit van het eigen ontwerp. Daardoor konden reparaties niet door "gewone" fietsenmakers worden verricht, maar alleen door "certified workshops" of "hubs" van VanMoof zelf. Dat wachttijden hierdoor opliepen terwijl reparaties relatief vaak nodig waren, droeg bij aan een toenemende ontevredenheid bij de klanten. In 2021 leed het bedrijf een verlies van €70 miljoen bij een omzet van ruim €90 miljoen. Er was kritiek op de manier waarop VanMoof met klanten en personeel communiceerde over de problemen van het bedrijf. Beweerd werd dat VanMoof fietsen verkocht voordat ze volledig ontwikkeld en/of geproduceerd waren. VanMoof haalde ook geld op via crowdfunding, maar er waren problemen met het nakomen van rentebetalingen aan investeerders. Dit leidde tot verdere financiële druk op het bedrijf. Faillissement Op 12 juli 2023 sloot VanMoof al zijn Europese winkels en vroeg uitstel van betaling aan. Het bedrijfsmodel en het productieproces werden beschouwd als oorzaken van het debacle. Het faillissement van de Nederlandse tak werd door de Rechtbank Amsterdam uitgesproken op 18 juli 2023. De curatoren gingen op zoek naar mogelijkheden voor een doorstart, in de eerste plaats om reparaties en onderdelenvoorziening weer op gang te brengen. Ontwerp Zowel de lampen als het slot, de gsm-technologie, bluetooth en een display zijn geïntegreerd. De herenfietsen hebben een frame met een kenmerkende doorlopende oversized bovenbuis met daarin het voor- en achterlicht verwerkt. Het bedrijf kreeg in 2011 voor het ontwerp van de Düsenjäger een Red Dot Design award. In 2020 won het dezelfde prijs met het ontwerp van de modellen S3 en X3. Externe link Website VanMoof Nederlands fietsmerk
Problemen In de periode na 2020 ondervond VanMoof verschillende uitdagingen. Er waren meldingen van productie- en leveringsproblemen, met name met betrekking tot het model VanMoof S3. Klanten meldden ook lange levertijden en problemen met de beschikbaarheid van onderdelen voor reparaties. Alle onderdelen van de fietsen maakten deel uit van het eigen ontwerp. Daardoor konden reparaties niet door "gewone" fietsenmakers worden verricht, maar alleen door "certified workshops" of "hubs" van VanMoof zelf. Dat wachttijden hierdoor opliepen terwijl reparaties relatief vaak nodig waren, droeg bij aan een toenemende ontevredenheid bij de klanten.
1
verzenddetails, verzendkosten, levertijd
2,529
HairSalon
5773604
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jay%20Sebring
Jay Sebring
Thomas John Kummer (Birmingham, Alabama, 10 oktober 1933 – Los Angeles, Californië, 9 augustus 1969), beter bekend als Jay Sebring, was een Amerikaans haarstylist. Carrière Hij had zijn eigen bedrijf Sebring International en had een kapsalon in Los Angeles en later ook in San Francisco. Hij was invloedrijk omdat hij de techniek om het haar eerst te wassen, met een schaar te knippen in plaats van een tondeuse en haardrogers te gebruiken populair maakte in de Verenigde Staten. Mensen die zich vaak door Sebring lieten knippen, waren onder meer Frank Sinatra, Steve McQueen, Sammy Davis jr., Paul Newman en Bobby Darin. Ook verzorgde hij, op verzoek van Kirk Douglas, de kapsels op de set van de film Spartacus. Het kapsel van The Doors zanger Jim Morrison werd door Sebring ontworpen. Daarnaast heeft hij geholpen de carrière van Bruce Lee op de kaart te zetten, door hem te introduceren aan producent Bill Dozier. Ook had Sebring een cameo in de tv serie Batman. Overlijden Sebring was goed bevriend met actrice Sharon Tate (tevens zijn ex-vriendin) en haar man regisseur Roman Polanski. Sebring bezocht regelmatig het huis van Tate, zo ook toen op de nacht van 8 op 9 augustus 1969 volgelingen van Charles Manson binnendrongen. Sebring werd samen met Tate, schrijver Wojciech Frykowski, diens vriendin Abigail Folger en een omstander, Steven Parent, vermoord. Amerikaans ondernemer Amerikaans misdaadslachtoffer Vermoord persoon
Carrière Hij had zijn eigen bedrijf Sebring International en had een kapsalon in Los Angeles en later ook in San Francisco. Hij was invloedrijk omdat hij de techniek om het haar eerst te wassen, met een schaar te knippen in plaats van een tondeuse en haardrogers te gebruiken populair maakte in de Verenigde Staten. Mensen die zich vaak door Sebring lieten knippen, waren onder meer Frank Sinatra, Steve McQueen, Sammy Davis jr., Paul Newman en Bobby Darin. Ook verzorgde hij, op verzoek van Kirk Douglas, de kapsels op de set van de film Spartacus. Het kapsel van The Doors zanger Jim Morrison werd door Sebring ontworpen.
1
kapsalon, haarverzorging, haarstyling
7,551
BookmarkAction
636998
https://nl.wikipedia.org/wiki/Camino%20%28webbrowser%29
Camino (webbrowser)
Camino is een vrije webbrowser voor Mac OS X. De browser wordt ontwikkeld door het Camino Project, een gemeenschapsorganisatie. Camino is gebaseerd op de layout-engine Gecko van Mozilla Firefox. Verder maakt Camino gebruik van de Cocoa-API. Camino is vrijgegeven onder de MPL waardoor Camino tot opensourcesoftware gerekend wordt. De meest recente versie is 2.1.2 en verscheen op 14 maart 2012. Deze versie is geschikt voor Mac OS X 10.4 en hoger en dit voor zowel Intel- (x86) als PowerPC-processors. Geschiedenis Mike Pinkerton gaf technische leiding aan het Caminoproject sinds Dave Hyatt halverwege 2002 overgestapte naar het Safari-team bij Apple. Het Camino-project werd op 30 mei 2013 stopgezet. De ontwikkelaars halen onder meer de steeds verslechterde beveiliging en de weinige updates aan als reden voor het stopzetten. Hierdoor zou Camino niet meekunnen met de moderne webstandaarden. Functies Camino heeft volgende functies: Bladwijzers Browsen met tabbladen Phishing- en malwaredetectie Automatisch aanvullen van adressen getypt in de adresbalk Reclame- en Flash-filter Zie ook Lijst van webbrowsers Externe links Projectpagina Wiki Opensourcesoftware en vrije software Software geschreven in Objective-C Webbrowser MacOS-software
Functies Camino heeft volgende functies: Bladwijzers Browsen met tabbladen Phishing- en malwaredetectie Automatisch aanvullen van adressen getypt in de adresbalk Reclame- en Flash-filter
1
bladwijzer, markering, tagging
12,499
EmployerAggregateRating
3557798
https://nl.wikipedia.org/wiki/Datalek
Datalek
Een datalek wordt gedefinieerd als het opzettelijk of onopzettelijk vrijgeven van beveiligde informatie aan een onvertrouwd publiek. Risico's Vrijgekomen persoonsgegevens kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden door privébedrijven voor zogenaamde ‘direct marketing’, zonder dat de personen in kwestie daarvoor hun toestemming hebben gegeven. Het kan ook zo zijn dat er bij dergelijke datalekken informatie wordt verspreid over betaalwijzen of betaalmiddelen, wat dan terug een risico inhoudt voor frauduleuze bankverrichtingen. Verder kunnen de gegevens ook bekeken worden via zoekmachines, wat op zich dan kan leiden tot identiteitsfraude. Dergelijke gegevens kunnen eventueel ook gebruikt worden om spam te versturen. Datalekken kunnen ook een positieve en negatieve uitwerking hebben op de bedrijfsreputatie van de betrokken organisatie. Bekende datalekken Belgische Defensie Begin 2013 kwam in de reguliere media aan het licht dat een telefoonboek van het HR-departement van het Belgisch leger gelekt werd. Dit was volgens het ministerie van Defensie te wijten aan een ‘technische fout’. Net zoals bij het datalek van de NMBS diende de site hiervoor niet gehackt te worden. NMBS In december 2012 kwam uit dat bij NMBS Europe een datalek werd veroorzaakt door een menselijke fout. Het bestand met gegevens was al sinds mei 2012 beschikbaar op het internet. Een werknemer wou namelijk een bestand leegmaken waarin de gegevens stonden. Daarvoor dienden de gegevens even op een onveilige server te staan, waar ze per ongeluk dan ook bleven staan. Dit document bevatte gegevens van zo’n 700.000 klanten van NMBS Europa en was via de zoekmachine Google terug te vinden. Het aspect privacy speelt hierin een duidelijke rol. Bij bijvoorbeeld het datalek van de NMBS werden klantengegevens beschikbaar op de website van de NMBS-afdeling die instaat voor het internationaal reizigersvervoer. Daarbij werden twee artikels vanuit de privacywet overtreden. Iedereen die een database aanlegt, moet zich namelijk wettelijk gezien verzekeren van een bijpassend beveiligingsniveau, waarbij dan rekening wordt gehouden met onder andere de technologische mogelijkheden en de kosten van de beveiliging. Die beveiliging moet ook in verhouding staan tot de aard van de gegevens en de mogelijke risico's. Daarnaast heeft de spoorwegmaatschappij ook het artikel overtreden dat gaat over de eerlijke en rechtmatige verwerking van persoonlijke gegevens. Op beide overtredingen staan geldboetes. Sony Sony gaf in 2011 toe dat computerpiraten gegevens van meer dan 77 miljoen klanten op het PlayStation Network gestolen hadden. Het ging hierbij om gebruikersgegevens, meer bepaald wachtwoorden en geboortedata. Bovendien kon niet uitgesloten worden dat ook kredietkaartgegevens gestolen zouden zijn. Achter deze actie zou Anonymous schuilgaan. Zij verklaarden Sony de oorlog omdat het bedrijf rechtszaken aanspande tegen hackers die de beveiliging van de spelconsole PlayStation 3 kraakten. Bescherming België Gezien het voor (Belgische) bedrijven belangrijk is zich te houden aan de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, dienen zij zich dan ook voldoende te beschermen. Dit kan enerzijds door technische en anderzijds door organisatorische maatregelen, zodat onbevoegden dan geen toegang weten te vinden tot beschermde gegevens. Concreet gaat het hierbij om toegangscontrolesystemen, firewalls, gegevensversleuteling en segmentering van de databanken. Daarbovenop kunnen bedrijven ook werk maken van een eenduidig privacybeleid, waardoor gebruikers weten welke gegevens er verwerkt worden en met welk doel. Bij het personeel is het daarbij dan belangrijk te hameren op het belang van vertrouwelijkheid. Meldplicht Nederland In Nederland valt onrechtmatige verwerking of het verlies van gegevens ook onder een datalek. De wet meldplicht datalekken is op 26 mei 2015 door de Eerste Kamer aangenomen. De verplichting tot het melden van datalekken door verantwoordelijken en bewerkers aan de Autoriteit Persoonsgegevens wordt geregeld doordat per 1 januari 2016 aanvullende bepalingen opgenomen zijn in o.a. de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Telecommunicatiewet. Zie ook Algemene verordening gegevensbescherming Externe link Wijzigingswet Nederlandse Wet bescherming persoonsgegevens, enz. (meldplicht datalekken en uitbreiding bestuurlijke boetebevoegdheid Cbp) Informatiebeveiliging
Datalekken kunnen ook een positieve en negatieve uitwerking hebben op de bedrijfsreputatie van de betrokken organisatie.
1
werknemersfeedback, arbeidswaardering, bedrijfsreputatie
12,317
Sculpture
5122095
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aden%20%28beeld%29
Aden (beeld)
Aden (2018) is een standbeeld in de Nederlandse stad Groningen. Het beeld werd gemaakt door Herman Lamers en staat op het terrein van het UMCG Protonentherapiecentrum. Door 450 glasplaten van 10 mm te stapelen en te verlijmen is een transparant beeld van een jongetje ontstaan. Het kunstwerk weegt ongeveer 15.000 kilogram. Voorstelling Het blootsvoetse jongetje dat zich als reus voordoet, is een stoer en kwetsbaar tegelijk en vormt een contrast met het gesloten gebouw van het protonentherapiecentrum. De plek van het kunstwerk is gekozen, omdat het kunstwerk is gebaseerd op een 3D-scan en symboliseert de mens die bergen verzet in technische en medische ontwikkeling. Daarmee symboliseert het ook de totstandkoming van protonentherapie als nieuwe bestralingsbehandeling in Nederland. Galerij Zie ook Lijst van beelden in Groningen-Oude wijken Universitair Medisch Centrum Groningen Beeld in Groningen (stad)
Aden (2018) is een standbeeld in de Nederlandse stad Groningen.
1
beeldhouwwerk, sculptuur, standbeeld
2,534
HinduTemple
5550165
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ramappatempel
Ramappatempel
De Ramappatempel of Kakatiya Rudreshwara is een 13e eeuwse hindoeïstische tempel in het Indiase gehucht Palampet in de staat Telangana in Zuid-India. De tempel ligt zo'n 50 km in vogelvlucht ten noordoosten van de stad Warangal, de dichtstbijgelegen grote Indiase stad en zo'n kleine tweehonderd kilometer ten noordoosten van de metropool Haiderabad. De grote bloeiperiode van de regio lag in de 13e en 14e eeuw onder de heersers van de Kakatiyadynastie, feodaal aan de Rashtrakutadynastie. Een inscriptie in de tempel dateert uit het jaar 1213 (het aangenomen startjaar van de vier decennia vergende bouwwerken) en zegt dat het complex werd gebouwd door een Kakatiya-generaal Recharla Rudra, tijdens de periode van de Kakatiya-heerser Ganapati Deva. De tempel is gewijd aan de Hindoeïstische Shiva. De tempel is een Shivalayam, waar Lord Ramalingeswara wordt aanbeden. Marco Polo noemde de tempel tijdens zijn bezoek aan het Kakatiya-rijk naar verluidt "de helderste ster in het sterrenstelsel van tempels". De Ramappatempel bevindt zich majestueus op een stervormig platform. De hal voor het heiligdom heeft tal van gebeeldhouwde pilaren die zijn gepositioneerd om een effect te creëren dat licht en ruimte combineert. De tempel is vernoemd naar de beeldhouwer Ramappa, die het bouwde, en is misschien wel de enige tempel in Zuid-India die is vernoemd naar een vakman die het heeft gebouwd. De hoofdstructuur bevindt zich in een roodachtige zandsteen, met aan de buitenkant kolommen in zwarte basalt, rijk aan ijzer, magnesium en silica. In de kolommen zijn mythische dieren of vrouwelijke dansers of muzikanten vormgegeven, het zijn "de meesterwerken van kakatiyakunst, opmerkelijk voor hun delicate snijwerk, sensuele houdingen en langwerpige lichamen en hoofden". Het gebouw beschikt ook over versierde balken en pilaren van gesneden graniet en doleriet met een kenmerkende en piramidale Vimana (horizontaal getrapte toren) gemaakt van lichtgewicht poreuze bakstenen, zogenaamde 'zwevende bakstenen', die het gewicht van de dakconstructies verminderden. De sculpturen van de tempel van hoge artistieke kwaliteit illustreren regionale dansgebruiken en kakatiyacultuur. Gelegen aan de voet van een bebost gebied en te midden van landbouwvelden, dicht bij de oevers van de Ramappa Cheruvu, een door Kakatiya gebouwd waterreservoir, volgde de keuze van de setting voor het gebouw de ideologie en praktijk dat tempels moeten worden gebouwd om een integraal onderdeel te vormen van een natuurlijke omgeving, inclusief heuvels , bossen, bronnen, beken, meren, stroomgebieden en landbouwgronden. Bij de tempel wordt de Mahashivaratri gevierd. Kakatiya Rudreshwara werd in 2021 tijdens de 44e sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed erkend als werelderfgoed en dit cultureel erfgoed werd daarbij toegevoegd aan de UNESCO werelderfgoedlijst. Galerij Bouwwerk in Telangana Werelderfgoed in India Hindoeïstische tempel in India
De Ramappatempel of Kakatiya Rudreshwara is een 13e eeuwse hindoeïstische tempel in het Indiase gehucht Palampet in de staat Telangana in Zuid-India. De tempel ligt zo'n 50 km in vogelvlucht ten noordoosten van de stad Warangal, de dichtstbijgelegen grote Indiase stad en zo'n kleine tweehonderd kilometer ten noordoosten van de metropool Haiderabad. De grote bloeiperiode van de regio lag in de 13e en 14e eeuw onder de heersers van de Kakatiyadynastie, feodaal aan de Rashtrakutadynastie. Een inscriptie in de tempel dateert uit het jaar 1213 (het aangenomen startjaar van de vier decennia vergende bouwwerken) en zegt dat het complex werd gebouwd door een Kakatiya-generaal Recharla Rudra, tijdens de periode van de Kakatiya-heerser Ganapati Deva. De tempel is gewijd aan de Hindoeïstische Shiva.
1
hindoeïstische tempel, hindoe tempel, religieuze plaats
11,353
CreateAction
5782827
https://nl.wikipedia.org/wiki/Brandaris%20%28schip%2C%201923%29
Brandaris (schip, 1923)
De Brandaris is een voormalige reddingboot van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Het schip is genoemd naar de vuurtoren Brandaris van Terschelling. Het gerestaureerde reddingschip ligt in de haven van Terschelling. Nadat de eerste Brandaris in 1921 was vergaan, kreeg Terschelling in 1923 een nieuwe reddingboot. Het was de eerste dubbelschroefs motorreddingboot ter wereld. In 37 jaar redde de Brandaris 2 meer dan 500 schipbreukelingen, vaak onder zware omstandigheden. Haar eerste grote actie was in 1926 toen het Poolse stoomschip Wisla in nood raakte op de Jacobsruggen. De Brandaris kwam het schip tot tweemaal toe te hulp, maar kon niet voorkomen dat twee bemanningsleden van het Poolse schip verdronken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog oorlog voer de ‘Brandaris’ gewoon door, ondanks de aanwezigheid van zeemijnen. Het voer in de oorlogsjaren net als alle andere reddingboten onder de vlag van het Rode Kruis en had de status van particulier hospitaalschip. In 1949 lukt het om in een zware storm alle 26 bemanningsleden van het doormidden gebroken Poolse schip Katowice te redden. Het schip met een dure lading ongelooide huiden aan boord ging verloren. De Katowice en een van de aangespoelde reddingsboten bleken vol met gesmokkelde sigaretten te zitten. 1960 In 1960 werd de Brandaris vervangen door de zelf richtende motorreddingboot Carlot. De Brandaris deed nog enkele maanden dienst op Oostmahorn en vijf jaar daarna op reddingstation Scheveningen. In 1966 werd het door een particulier tot motorjacht verbouwd. Het schip voer onder meer op de Middellandse Zee, maar meerde af en toe aan in de haven van Terschelling. Stichting Motorreddingboot Terschelling In 2011 werd het schip aangekocht door de Stichting Motorreddingboot Terschelling. In eerste instantie was het de bedoeling dat de Brandaris II aan wal zou komen te staan, later werd gekozen om het weer zeewaardig te maken. Ook kreeg de Stichting twee weinig gebruikte identieke Kromhoutmotoren aangeboden. Nadat het onderwaterschip was geconserveerd werd het schip in mei 2013 de haven van Terschelling binnengesleept. Daar werd elektra aangelegd en kreeg de kajuit een nieuwe vloer. Vervolgens werd de Brandaris naar Zaandam gebracht waar de twee Kromhoutmotoren werden geplaatst. Tevens kwam er een nieuwe betimmering en kreeg het schip een complete navigatie-outfit. Sindsdien wordt de Brandaris gebruikt voor verschillende excursies en als speciale vergaderlocatie. Bij teveel ijsgang wordt de Brandaris ingezet de weg vrij te maken voor de latere reddingboot. Literatuur Jan Heuff - Bravo Terschellingers! Reddingboot ‘Brandaris’ en het eilander Reddingwezen ISBN 9789491276552) Schip gebouwd in Nederland Schip op naam Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Reddingboot op naam
Stichting Motorreddingboot Terschelling In 2011 werd het schip aangekocht door de Stichting Motorreddingboot Terschelling. In eerste instantie was het de bedoeling dat de Brandaris II aan wal zou komen te staan, later werd gekozen om het weer zeewaardig te maken. Ook kreeg de Stichting twee weinig gebruikte identieke Kromhoutmotoren aangeboden. Nadat het onderwaterschip was geconserveerd werd het schip in mei 2013 de haven van Terschelling binnengesleept. Daar werd elektra aangelegd en kreeg de kajuit een nieuwe vloer. Vervolgens werd de Brandaris naar Zaandam gebracht waar de twee Kromhoutmotoren werden geplaatst. Tevens kwam er een nieuwe betimmering en kreeg het schip een complete navigatie-outfit. Sindsdien wordt de Brandaris gebruikt voor verschillende excursies en als speciale vergaderlocatie. Bij teveel ijsgang wordt de Brandaris ingezet de weg vrij te maken voor de latere reddingboot.
2
maken, creëren, produceren
9,649
JoinAction
1103171
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europa%20Cup%20%28korfbal%29
Europa Cup (korfbal)
De Europa Cup is een jaarlijks terugkerend korfbaltoernooi, georganiseerd door de International Korfball Federation, waaraan de beste clubteams uit verschillende Europese landen deelnemen. Het toernooi werd voor de eerste keer gehouden in 1967 in Londen. Tot en met 1986 werd de Europa Cup gespeeld op het veld. In 1985 en 1986 werd er ook een toernooi gespeeld in de zaal. Vanaf 1987 wordt de Europa Cup alleen in het zaalkorfbal gespeeld. Voor Nederland en België nemen de landskampioenen zaalkorfbal van het voorafgaande seizoen deel aan de Europa Cup. In 1998 deed geen enkele Nederlandse club mee aan het toernooi: PKC wilde als christelijke club niet meedoen omdat de finale op zondag werd gespeeld. Veld Titels per club Zaal = de EuropaCup 2021 en 2022 vonden geen doorgang vanwege COVID-19 = vanaf 2023 is de EuropaCup vervangen door de Champions League Titels per club Externe links
De Europa Cup is een jaarlijks terugkerend korfbaltoernooi, georganiseerd door de International Korfball Federation, waaraan de beste clubteams uit verschillende Europese landen deelnemen. Het toernooi werd voor de eerste keer gehouden in 1967 in Londen. Tot en met 1986 werd de Europa Cup gespeeld op het veld. In 1985 en 1986 werd er ook een toernooi gespeeld in de zaal. Vanaf 1987 wordt de Europa Cup alleen in het zaalkorfbal gespeeld. Voor Nederland en België nemen de landskampioenen zaalkorfbal van het voorafgaande seizoen deel aan de Europa Cup. In 1998 deed geen enkele Nederlandse club mee aan het toernooi: PKC wilde als christelijke club niet meedoen omdat de finale op zondag werd gespeeld.
1
deelnemen, lid worden, aansluiten
2,179
Restaurant
233678
https://nl.wikipedia.org/wiki/Warande%20%28park%20in%20Helmond%29
Warande (park in Helmond)
De Warande is een voormalig natuurgebied en jachtterrein in het westen van Helmond dat tegenwoordig een openbaar wandel- en recreatiepark is. Deel hiervan uitmakend is het dierenpark ten zuidoosten van de Warande – het voormalige Jan Visser Park – dat grotendeels gevestigd is op een terrein waarop eerder het landhuis Peapark stond. Tegenwoordig vormen beide terreinen een eenheid en aan de rand van het huidige park liggen nog steeds resten van het landhuis, in de vorm van grote betonblokken. Peapark was de woning van de textielfabrikant Piet de Wit en zijn gezin en heeft hier ongeveer tien jaar gestaan. Geschiedenis De Warande was oorspronkelijk een warande: een gesloten jachtterrein dat toebehoorde aan de Heer van Helmond. De laatste heer van Helmond was Carel Frederik Wesselman. Hij en zijn nazaten bleven op het kasteel wonen toen de heerlijke rechten omstreeks het einde van de 18e eeuw werden afgeschaft en ontwikkelden zich onder meer tot ondernemers. De huidige vorm van De Warande dateert van 1757 en is aangelegd op initiatief van Maximiliaan van Arberg. Een eikendreef voerde van De Warande naar het kasteel van Helmond en een deel van deze laan is er nog steeds. De oudste aanplant die tegenwoordig nog te vinden is stamt uit 1834, veel van de oudste bomen zijn van iets jongere datum, ongeveer 1850, en natuurlijk zijn er ook later veel bomen aangeplant. In 1815 kreeg de familie Wesselman toestemming om op hun buitengebied een familiegraf in te richten. Zo is het grafeiland tot stand gekomen, waarop telgen van de families Wesselman en Carp begraven liggen. De Rhododendronpartijen op het Grafeiland en daarbuiten zijn ontworpen door de bekende parkarchitect Leonard Springer. In 1914 werd de Villa Peapark gebouwd ten zuidoosten van De Warande, in opdracht van textielfabrikant Piet de Wit. Zijn te grootse bedrijfsvoering weerspiegelde zich ook in deze villa met grote tuin. Kortom, Toen hij in 1926 failliet ging, bleek de villa met omliggende grond jarenlang onverkoopbaar, totdat een lid van de rivaliserende familie Van Thiel het geheel voor een zacht prijsje kocht om het in eerste instantie te gebruiken als werkverschaffingsproject voor zijn arbeiders die door een brand werkeloos geworden waren. Deze sloopten de villa in 1928 grotendeels handmatig, maar de genie moest er aan te pas komen om de zware funderingen op te blazen. De Gemeente Helmond kocht De Warande en Peapark in 1929. In 1691 gaf de heer van Helmond toestemming aan een zekere Joost Willem om als kluizenaar op De Warande te leven. Iets dergelijks kwam in die tijd wel vaker voor. Na verloop van tijd kwamen er particulieren in de kluis te wonen, die deze woning verbouwden en uitbreidden. Van 1934 tot 1951 werd de kluis verhuurd onder voorwaarde dat er een café-restaurant in zou worden geëxploiteerd. In 1935 werd dan ook een theeschenkerij met kinderspeeltuin geopend onder de naam De Kluis. In 1937 kwam er een hertenparkje bij. Sinds de tweede helft van de 20e eeuw liep de zaak niet goed en in 1961 werd De Kluis afgebroken om plaats te maken voor Restaurant De Hoefslag, dat later omgedoopt is in De Warande. In 1980 werd de bostuin, de voormalige gemeentelijke kwekerij, aan De Warande toegevoegd. Hier zijn een aantal opmerkelijke bomen te vinden. In 1995 schonk Carnavalsvereniging de Keiebijters een groot aantal bijzondere eikensoorten. Het bos wordt nu ook wel het keiebijtersbos genoemd. Locatie Het park wordt omgeven door drie grote wegen: de Aarle-Rixtelseweg, de Jan van Brabantlaan en de President Rooseveltlaan, ook wel de Goudkust van Helmond genoemd, omdat hier vanouds de fabrikanten woonden. De omliggende wijk draagt tegenwoordig de naam 'Warande' en is vernoemd naar het park. Park Het hertenkamp bestaat uit een grote weide met tal van diersoorten, waarvan de Kafferbuffels de opmerkelijkste zijn. In deze weide liggen de brokstukken van Peapark, waar nu de klimgeiten gebruik van maken. Daarnaast is er een grote vijver met fontein en een modern muziekpodium waar in de zomer gratis concerten worden gegeven, met name van harmonieorkesten, koren en dergelijke. Hier vindt men ook de beeld- en poëzieroute die in 2000 tot stand kwam en waar fraaie bronzen beelden en bijzondere gedichten samengaan. De deuvenvilla, een grote houten duiventil in de vorm van de romp van een standerdmolen, kwam in 2008 gereed. Natuur De Warande ligt aan de oostzijde van het dal van de Goorloop. Mede daardoor is een deel van het gebied enigszins moerassig. Andere gedeelten zijn droger. De Warande is een landgoed met een afwisselend hoog opgaand eikenbos en een flora die zeldzaam is in dit gebied. Men vindt er onder andere Muskuskruid, Heksenkruid en Boskortsteel. Er zijn eikenlanen en hier en daar vindt men er ook beukenbestanden. Dit is in het bijzonder het geval op de Beukenberg, een heuvel van enkele meters hoog. Hoewel de meeste beuken van omstreeks 1850 verloren zijn gegaan zijn er nog enkele imposante exemplaren te vinden. Bostuin De Bostuin is in 1980 bij het landgoed gevoegd. Enkele zeldzame bomen die tot de voormalige gemeentelijke kwekerij behoorden zijn er te vinden, zoals enkele Metasequoia's en een Vaantjesboom. Sedert 1995 is er ook een verzameling Eiken geplant. Recreatie Op de plaats van de voormalige theeschenkerij is sinds de jaren zestig een restaurant. Daarnaast is er een paviljoen waar men drank en versnaperingen kan krijgen. Hier vindt men ook een midgetgolfbaan en een speeltuintje. Grafeiland Midden in het landgoed De Warande ligt het familiegraf van de families Wesselman en Carp op een door een gracht omringd eilandje. Er bevindt zich daar een grafkelder en daaromheen zijn een aantal zerken te vinden. Toen de gemeente dit alles in 1929 aankocht, nam ze de zorgplicht voor de graven over. In 2003 werd het eiland gerestaureerd. De gracht werd toen uitgediept en het eiland was toen niet langer meer toegankelijk voor het publiek, zodat de rust er niet meer verstoord zou worden. Een opvallende boom op het eiland is een oude treurbeuk. Het grafeiland is een gemeentelijk monument. Literatuur Maria van de Looverbosch, Grote & kleine geschiedenissen rond bomen in Helmond & omgeving(Helmond 2012) Natuurgebied in Noord-Brabant Landgoed in Noord-Brabant
In 1691 gaf de heer van Helmond toestemming aan een zekere Joost Willem om als kluizenaar op De Warande te leven. Iets dergelijks kwam in die tijd wel vaker voor. Na verloop van tijd kwamen er particulieren in de kluis te wonen, die deze woning verbouwden en uitbreidden. Van 1934 tot 1951 werd de kluis verhuurd onder voorwaarde dat er een café-restaurant in zou worden geëxploiteerd. In 1935 werd dan ook een theeschenkerij met kinderspeeltuin geopend onder de naam De Kluis. In 1937 kwam er een hertenparkje bij. Sinds de tweede helft van de 20e eeuw liep de zaak niet goed en in 1961 werd De Kluis afgebroken om plaats te maken voor Restaurant De Hoefslag, dat later omgedoopt is in De Warande.
2
restaurant, eetgelegenheid, horeca
3,155
MediaGallery
51570
https://nl.wikipedia.org/wiki/Flippo
Flippo
Flippo is de benaming voor een schijfje van kunststof of karton dat als premium gratis bij de chips van Smiths zat. Op de flippo's werden stripfiguren en personages uit de Looney Tunes-tekenfilms afgebeeld. In België en Nederland werd de flippo voor het eerst geïntroduceerd in 1995, waarna er een ware rage ontstond. Vooral bij kinderen van de basisschoolleeftijd was de flippo om te verzamelen en onderling te ruilen erg populair. Ook werden met de flippo verschillende spelletjes gespeeld; deze werden zowel door de fabrikant als de kinderen zelf verzonnen en meestal was het doel hiervan het winnen van andermans flippo's. Geschiedenis Het is heel goed mogelijk dat de bedenkers van de flippo geïnspireerd zijn door een spel genaamd Menko, dat gedurende de Edoperiode (1603-1867) heel populair was in Japan. Zowel de objecten die werden gebruikt bij Menko als het spel zelf vertonen veel overeenkomsten met de flipporage. Er zijn twee soorten Menko's in Japan: Kaku (vierkant) en Maru (rond). De flippo is gebaseerd op de Maru Menko (ronde kaart). Oorspronkelijk komt het gehele idee van schijfjes met plaatjes sparen uit Hawaï, waar kinderen de kartonnetjes uit de doppen van melkflessen op elkaar legden en hier een steen op gooiden om zo alle met de afbeelding naar boven gevallen schijfjes te winnen. Vervolgens is dit door een Amerikaan uit Californië in 1988 geïntroduceerd in de Verenigde Staten onder de naam "Pog". Op deze kartonnen schijfjes stond het Pog-mannetje afgebeeld. De populariteit van de Pogs werd opgemerkt en het concept van de flippo, verstopt in zakjes chips werd voor het eerst op de markt gebracht in Mexico onder naam "tazo" met daarop figuren van de Looney Tunes. Ze werden vernoemd naar het populairste personage: Tasmanian Devil, ook bekend als "Taz". Deze tazo's werden door Sabritas bij de chips gestopt. Na het succes in Mexico werd het concept naar verschillende landen geëxporteerd. Het woord flippo was enkel voor de Belgische en Nederlandse markt bestemd; daarbuiten worden de voorwerpen met andere namen aangeduid. Zo worden flippo's in Spanje tazos, en in Oostenrijk "kelly caps"' genoemd. Het woord "flippo" is bedacht door het Nederlandse naamgevingsbureau Globrands Naming & Strategy. De flippo zelf werd in 1995 op de Belgische en Nederlandse markt uitgebracht en was te vinden in zakken zoutjes en chips. Hij werd bedacht door Hans Zandvliet, die multimiljonair werd. Naast de flippo werden door Smiths ook verschillende verzamelmappen uitgegeven. Voor deze mappen waren ook aanvullingen verkrijgbaar; dit betrof voornamelijk nieuwe voorbeeld-/verzamelbladen. Na ruim twee jaar kwam er echter in 1997 een einde aan de flipporage. Het zou zo'n vier jaar duren voordat de flippo een comeback zou maken met de Pokémon-flippo's. Hiervoor werden enkele Pokémon Flippo Update-filmpjes gemaakt. Heel wat andere bedrijven brachten op het hoogtepunt van de flipporage flippoklonen uit, sommigen in plastic, anderen in karton. Een van de bekendste tegenhangers waren Croky's Topshots, met afbeeldingen van voetballers, en Jamins Jam Caps, die voornamelijk waren afgebeeld met figuren van De Smurfen, Garfield en personages van de Hanna-Barbera-cartoonstudio, zoals Top Cat en Yogi Bear. Belgische flipporeeks Nederlandse flipporeeks De flippo's zijn in te delen in verschillende series. Deze series behoren zelf meestal tot twee verschillende categorieën: namelijk met afbeeldingen van Looney Tunes en met afbeeldingen van Chester Cheetah. Er zijn tevens twee series met afbeeldingen van beide. De series en de bijbehorende nummers zijn te vinden in de volgende tabellen. Looney Tunes Chester Cheetah Beide Externe link spakatak.com Tazos Guide Speelgoed Verzamelen Rage Looney Tunes Reclameattribuut
Nederlandse flipporeeks De flippo's zijn in te delen in verschillende series. Deze series behoren zelf meestal tot twee verschillende categorieën: namelijk met afbeeldingen van Looney Tunes en met afbeeldingen van Chester Cheetah. Er zijn tevens twee series met afbeeldingen van beide. De series en de bijbehorende nummers zijn te vinden in de volgende tabellen.
3
mediagalerij, multimedia, afbeeldingen
1
AMRadioChannel
2100380
https://nl.wikipedia.org/wiki/CHMB
CHMB
CHMB is een Canadees radiostation in Vancouver, Brits-Columbia uitzend. Dit station zendt voornamelijk programma's uit in Chinese talen. CHMB wordt beheerd door de eigenaar Mainstream Broadcasting Corporation. Mainstream begon broadcasting in 1973 onder de naam "Overseas Chinese Voice" (OCV). In 1993 werd OCV bij het multiculturele AM-radiostation CHMB AM 1320 toegevoegd. Van maandag tot vrijdag zendt het station uit in Standaardmandarijn en Standaardkantonees. In het weekend wordt er in de talen Vietnamees, Oekraïens, Braziliaans Portugees, Deens, Filipijns, Grieks, IJslands, Japans, Noors, Zweeds en Tamil uitgezonden. Canadese radiozender
CHMB wordt beheerd door de eigenaar Mainstream Broadcasting Corporation. Mainstream begon broadcasting in 1973 onder de naam "Overseas Chinese Voice" (OCV). In 1993 werd OCV bij het multiculturele AM-radiostation CHMB AM 1320 toegevoegd.
1
AM-radio, radiokanaal, AM-frequentie