id
int64
1
12.6k
class_label
stringclasses
634 values
wiki_id
stringlengths
2
7
wiki_url
stringlengths
32
160
wiki_title
stringlengths
1
102
wiki_full_text
stringlengths
62
295k
context_paragraph
stringlengths
5
17.4k
keyword_count
int64
0
21
keywords_used
stringlengths
14
77
3,472
Beach
121098
https://nl.wikipedia.org/wiki/Branding-%20of%20surfkano%C3%ABn
Branding- of surfkanoën
Brandingkanoën is een tak van de kanosport. Brandingkanoën wordt op zee gedaan, dicht bij de kust en in de branding, waar de golven omslaan, breken. Het doel van brandingkanoën is om op een golf mee te surfen naar de kant. Surfkanoën is hetzelfde als brandingkanoën, alleen wordt gebruikgemaakt van een ander soort kano. De kano die wordt gebruikt bij surfkanoën is langer en sneller dan de kano die bij brandingkanoën wordt gebruikt. Zo kan de kanoër voor de golf uit blijven surfen. Beginnende vaarders kunnen het best in Sit-on-top kajaks varen, waarbij je anders dan in een normale kajak op de boot zit. Bij omslaan is er geen risico dat je ondersteboven in de boot vast blijft zitten en is het mogelijk er eenvoudig weer op te klimmen. De sit-on-top kajak kan niet vollopen met water. Gevorderde kanoërs kunnen naast het surfen op een golf met een speciale freestylekajak ook nog allerlei trucs doen, zoals een blunt, helix en donkey flip. Kanovaren
Brandingkanoën is een tak van de kanosport. Brandingkanoën wordt op zee gedaan, dicht bij de kust en in de branding, waar de golven omslaan, breken. Het doel van brandingkanoën is om op een golf mee te surfen naar de kant. Surfkanoën is hetzelfde als brandingkanoën, alleen wordt gebruikgemaakt van een ander soort kano. De kano die wordt gebruikt bij surfkanoën is langer en sneller dan de kano die bij brandingkanoën wordt gebruikt. Zo kan de kanoër voor de golf uit blijven surfen.
1
strand, kust, recreatie
7,421
Ticket
2961778
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fifty%20Shades%20of%20Grey
Fifty Shades of Grey
Fifty Shades of Grey is een Amerikaanse erotische film uit 2015 geregisseerd door Sam Taylor-Johnson. Het verhaal is gebaseerd op de gelijknamige roman van E.L. James. De film ging wereldwijd in (voor)première op 11 februari, onder andere op het Internationaal filmfestival van Berlijn (Berlinale Special Gala). Verhaal Literatuurstudente Anastasia Steele interviewt de 27-jarige zakenman en multimiljonair Christian Grey voor het universiteitsblad. De ontmoeting met Grey verandert haar leven en ze beginnen een seksuele relatie. Grey is emotioneel beschadigd waardoor hij niet meer op een normale manier intimiteit kan beleven. Daarnaast is hij bang om op welk moment dan ook de controle los te laten. SM is voor hem een manier om zich zelf niet te veel bloot te hoeven geven en ook nog volledig in controle te blijven. Christian en Anastasia onderwerpen zich aan sadomasochistische rollenspellen. Rolverdeling |- | Jamie Dornan || Christian Grey |- | Dakota Johnson || Anastasia "Ana" Steele |- | Jennifer Ehle || Carla May Wilks |- | Max Martini || Jason Taylor |- | Eloise Mumford || Kate Kavanagh |- | Marcia Gay Harden || Dr. Grace Trevelyan Grey |- | Luke Grimes || Elliot Grey |- | Rita Ora || Mia Grey |- | Callum Keith Rennie || Ray Steele |- | Victor Rasuk || José Rodriguez |} Productie In begin 2012 werd aangekondigd dat de filmrechten van de Fifty Shades-trilogie werden vrijgegeven. In maart 2012 werden de filmrechten door Universal Pictures en Focus Features veiliggesteld. De auteur James werd betrokken bij de productie van het proces. De Entertainment Weekly vermeldde dat het budget van de film geschat werd op $ 40 miljoen dollar. De opnames waren van begin november 2013 en vonden grotendeels plaats in Vancouver. De laatste opnames waren eind februari 2014. De film was in eerste instantie gepland in de tweede helft van 2014, maar werd verschoven naar medio Valentijnsdag 2015. De eerste filmposters werden in januari 2014 vrijgegeven. De voorverkoop voor de film brak wereldwijd records met in totaal 2,75 miljoen kaarten. In Nederland kochten bijna 90.000 vrouwen een ticket voor de Ladies Night op 11 februari, in België kochten 20.000 vrouwen een ticket voor de Ladies Night en werden er in totaal 65.000 tickets verkocht in voorverkoop. De film brak ook een record in de Verenigde Staten met de hoogste omzetcijfers ooit in het weekend voorafgaand aan de feestdag President's Day. Muziek De originele filmmuziek werd gecomponeerd door Danny Elfman. Ook is in de film te horen de muziek van The Weeknd met "Earned It", Ellie Goulding met "Love Me Like You Do", Beyoncé met "Crazy in Love", Sia Furler met Salted Wound en Bo Saris met "She's on Fire". Republic Records bracht twee variatie soundtrackalbums uit met de muziek uit de film. Trivia De film bevat voor twintig minuten aan bedscènes. Dat is twintig procent van de film. De film werd verboden in India en Maleisië. Ten tijde van de première werd het plan bekendgemaakt om ook de twee vervolgboeken te gaan verfilmen. Externe links Film uit 2015 Amerikaanse film Erotische film Dramafilm Romantische film Film van Universal Studios Boekverfilming Bdsm
De voorverkoop voor de film brak wereldwijd records met in totaal 2,75 miljoen kaarten. In Nederland kochten bijna 90.000 vrouwen een ticket voor de Ladies Night op 11 februari, in België kochten 20.000 vrouwen een ticket voor de Ladies Night en werden er in totaal 65.000 tickets verkocht in voorverkoop. De film brak ook een record in de Verenigde Staten met de hoogste omzetcijfers ooit in het weekend voorafgaand aan de feestdag President's Day.
3
ticket, toegangsbewijs, vervoersbewijs
3,383
Trip
4736974
https://nl.wikipedia.org/wiki/Laura%20Boldrini
Laura Boldrini
Laura Boldrini (Macerata, 28 april 1961) is een Italiaans journalist, VN-functionaris, schrijfster en politica. Van 2013 tot 2018 was zij voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden in Italië. Van 1998 tot 2012 was zij woordvoerder van het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen voor Zuid-Europa (UNHCR, Regional Representation Southern Europe). Biografie Als oudste kind van een advocaat en een kunstdocente groeide Boldrini op in de buurt van Jesi (provincie Ancona). Hier bezocht zij de lagere school, samen met haar zus en drie jongere broers. Later verhuisde het gezin naar Jesi, waar Laura naar het gymnasium ging. In de zomer van 1981 besloot ze om voor drie maanden in Venezuela te gaan werken op een rijstplantage. Daarna maakte ze een reis door Midden-Amerika naar de Verenigde Staten en New York. Hier vatte zij het plan op om haar studiejaren te verdelen tussen zes maanden studeren en zes maanden reizen. Zo bezocht ze Zuidoost-Azië, Afrika, India en Tibet. Ze is afgestudeerd in de rechten aan de Sapienza-universiteit in Rome in 1985 met een scriptie over de persvrijheid. Ondertussen werkte ze van januari 1983 tot december 1986 voor het Italiaanse persbureau AISE. Sinds 2 december 1986 staat ze ingeschreven in het register van journalisten. Van februari 1987 tot augustus had ze diverse contracten bij de Rai en werkte zo bij de productieafdeling van verschillende radio- en tv-programma's. Ze is getrouwd en heeft een dochter. Carrière bij de VN en de UNHCR In 1989 kon Boldrini dankzij een concours voor Junior Professional Officer gaan werken voor de VN. Zo werkte ze vier jaar voor de FAO als persmedewerker. Ze hield zich vooral bezig met het maken van televisie- en radio-uitzendingen. Van 1993 tot 1998 werkte ze voor het Wereldvoedselprogramma als woordvoerder en persattaché voor Italië. In die jaren bezocht ze herhaaldelijk ex-Joegoslavië, de Kaukasus, Afghanistan, Tadzjikistan, Mozambique en Irak. Van 1998 tot 2012 was zij woordvoerder van de vertegenwoordiging voor Zuid-Europa van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) te Rome. Hier coördineerde ze de persactiviteiten van de organisatie op verschillende manieren: ze was verantwoordelijk voor het persbureau in Italië, ze was hoofdredacteur van het driemaandelijkse tijdschrift Rifugiati (vluchtelingen), nam deel aan openbare evenementen op het gebied van het recht op asiel, de migratiestromen over de Middellandse Zee en internationale noodsituaties, ze organiseerde conferenties en nam deel aan congressen aan universiteiten en onderzoeksinstituten. Ze bezocht heel wat crisissituaties: in Bosnië, Albanië, Kosovo, Pakistan, Afghanistan, Soedan, de Kaukasus, Angola, Zambia, Iran, Jordanië, Tanzania, Burundi, Rwanda, Sri Lanka, Syrië, Malawi en Jemen. Ze heeft talrijke onderscheidingen gekregen, waaronder de officiële medaille van de Nationale Commissie voor gelijkheid en gelijke kansen voor mannen en vrouwen (1999), Ridder in de orde van verdienste van de Italiaanse Republiek (2004), een onderscheiding als Consort van de president van Italië (2006) en voor haar werk als persattaché ontving zij een oeuvreprijs van de Italiaanse Orde van Journalisten (2009). Het rooms-katholieke weekblad Famiglia Cristiana noemde haar in het eerste nummer van 2010 “Italiaanse van 2009” vanwege haar “menselijkheid en evenwichtigheid in haar voortdurende inzet voor migranten, vluchtelingen en asielzoekers” en vanwege haar “waardigheid … en kracht in het veroordelen van … het terugsturen van immigranten op de Middellandse Zee, toen zich dat in de zomer van 2009 voordeed”. In 2011 kreeg zij de Premio Renato Benedetto Fabrizi, een prijs van de belangenvereniging van oud-partizanen uit de Tweede Wereldoorlog (ANPI). Parlementariër Bij de Kamerverkiezingen van 2013 was Boldrini kandidaat voor de Kamer van Afgevaardigden in de kiesdistricten Sicilië 1 en 2 en Marche als lijsttrekker van de links-liberale partij SEL. Zij was een van de 23 kandidaten die door de partijleider naar voren waren geschoven. In alle drie de kiesdistricten raakte zij verkozen en ze besloot te zetelen voor kiesdistrict Sicilië 2. Voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden Tot haar eigen verrassing werd Boldrini op 16 maart 2013 gekandideerd en verkozen als voorzitter van de Kamer, met 327 van de 618 stemmen. Na Nilde Iotti (1979-1992) en Irene Pivetti (1994-1996) is zij de derde vrouw die deze functie bekleedt. Op 22 juni 2013 nam zij als eerste Kamervoorzitter deel aan de landelijke Gay Pride in Palermo. In hetzelfde jaar hield zij op 2 augustus een herdenkingstoespraak in Bologna ter nagedachtenis aan de Bomaanslag van Bologna, toen dertig jaar geleden. Vanaf augustus 2013 uitte de Vijfsterrenbeweging forse kritiek op Boldrini vanwege haar handelwijze als Kamervoorzitter voorafgaande aan de indiening van het wetsontwerp tegen vrouwengeweld. M5S kwam opnieuw met kritiek voorafgaand aan de bespreking van het wetsontwerp tegen homofobie en eind januari 2014 weer toen er gedebatteerd werd over het wetsontwerp IMU-Bankitalia. Hier maakte Boldrini gebruik van een procedure, de zogenoemde 'guillotine', die weliswaar vermeld staat in het reglement van de Senaat, maar in de Kamer nog nooit is toegepast. Deze procedure biedt de mogelijkheid om het parlementaire debat over te slaan en direct tot stemming over te gaan, dit om te voorkomen dat het wetsontwerp zijn vervaldatum overschrijdt en niet meer behandeld kan worden. Direct na deze gebeurtenis plaatste Beppe Grillo op zijn Facebookpagina een satirische video met daarbij het commentaar 'Wat zou er gebeuren als je Mevrouw Boldrini in je auto zou aantreffen?' Deze post werd door veel mensen voorzien van seksistische commentaren, maar die werden door de partijleiding van M5S verwijderd met een verklaring dat men afstand nam van deze reacties. Boldrini en veel andere politici reageerden evenwel geschokt op deze commentaren. Boldrini heeft twee studiecommissies ingesteld, bestaande uit parlementariërs, experts en vertegenwoordigers van internationale instellingen: de Commissie Internet, die een verklaring heeft opgesteld omtrent de rechten en plichten op het internet, en de Commissie ‘Jo Cox’ die zich bezighoudt met het tegengaan van intolerantie, xenofobie, racisme en haatzaaien. Zij zorgde ervoor dat in de Handelingen ook de vrouwelijke vormen ministra en deputata ingevoerd werden. Voorheen werden altijd de mannelijke vormen ministro en deputato gebruikt, ook als het om vrouwen ging. Daarnaast stelde zij een partijoverstijgende studiegroep in met als doel de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen. Bovendien wijdde zij een zaal van het parlement aan belangrijke vrouwelijke politici uit het recente verleden. Zij heeft een gedragscode voor parlementariërs ingesteld en een reglement voor lobbyisten. De levenslange privileges die politici genieten, heeft zij afgeschaft voor ex-parlementariërs die voor zware misdrijven veroordeeld zijn. Ook heeft zij gezorgd voor het opheffen van de geheimhouding van de parlementaire handelingen. Na de verkiezingen van 4 maart 2018 werd zij opgevolgd door Roberto Fico van de Vijfsterrenbeweging. Bij deze verkiezingen werd zij verkozen als lid van de Kamer van Afgevaardigden voor de linkse partij Liberi e Uguali. Schrijfster In april 2010 publiceerde Boldrini het boek Tutti indietro (Iedereen naar achteren), waarin ze vertelt over haar ervaringen in humanitaire crises. Ze beschrijft de solidaire kant van Italië in mensen die hun leven wagen om bootvluchtelingen te redden en in mensen die zich inzetten voor de integratie van immigranten en vluchtelingen. De opbrengsten van het boek worden besteed aan studiebeurzen voor Afghaanse ama’s. Op 20 maart 2013 werd haar tweede boek gepubliceerd, Solo le montagne non si incontrano mai (Alleen de bergen ontmoeten elkaar nooit). Het is het verhaal van Murayo en haar twee vaders, het verhaal van een ernstig ziek Somalisch meisje dat in 1994 door een soldaat naar Italië wordt gebracht. Veertien jaar later herkent ze haar vader in een op Vermist lijkend televisieprogramma. Aangemoedigd door haar Siciliaanse familie neemt Murayo contact op met haar vader en ontmoet hem vervolgens met hulp van Laura Boldrini in Kenia. De opbrengst van het boek ging naar het vluchtelingenkamp Dadaab. In maart 2016 werd haar derde boek gepubliceerd: Lo sguardo lontano (Een wijde blik), waarin ze vertelt over haar eerste twee jaar in het parlement. Tot aan haar verkiezing tot Kamervoorzitter schreef ze in diverse tijdschriften en hield ze een blog bij op de websites van La Repubblica en The Huffington Post Italia. Externe link Officiële website Italiaans politicus Italiaans journalist Italiaans parlementsvoorzitter Wikipedia:Vertaalde artikelen uit het educatieprogramma
Als oudste kind van een advocaat en een kunstdocente groeide Boldrini op in de buurt van Jesi (provincie Ancona). Hier bezocht zij de lagere school, samen met haar zus en drie jongere broers. Later verhuisde het gezin naar Jesi, waar Laura naar het gymnasium ging. In de zomer van 1981 besloot ze om voor drie maanden in Venezuela te gaan werken op een rijstplantage. Daarna maakte ze een reis door Midden-Amerika naar de Verenigde Staten en New York. Hier vatte zij het plan op om haar studiejaren te verdelen tussen zes maanden studeren en zes maanden reizen. Zo bezocht ze Zuidoost-Azië, Afrika, India en Tibet. Ze is afgestudeerd in de rechten aan de Sapienza-universiteit in Rome in 1985 met een scriptie over de persvrijheid. Ondertussen werkte ze van januari 1983 tot december 1986 voor het Italiaanse persbureau AISE. Sinds 2 december 1986 staat ze ingeschreven in het register van journalisten. Van februari 1987 tot augustus had ze diverse contracten bij de Rai en werkte zo bij de productieafdeling van verschillende radio- en tv-programma's.
1
reis, reisroute, reisbestemming
5,024
Synagogue
1683784
https://nl.wikipedia.org/wiki/Synagoge%20%28Middelburg%29
Synagoge (Middelburg)
De synagoge van Middelburg bevindt zich tussen in het gebied tussen de Sint Janstraat en de Herenstraat. Het werd in 1705 gebouwd in de achtertuin van de woning van de joodse koopman Benjamin Levie. De ingang bevindt zich nu in de Herenstraat. Het is de eerste synagoge die buiten Amsterdam op Nederlandse bodem werd gebouwd. In 1863 kreeg het bestuur van de Joodse Gemeente Middelburg een Torarol aangeboden, die zij geaccepteerd hebben. Oorlogsjaren en later Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebruikt als opslagplaats voor in beslag genomen radio's. Tijdens de bevrijding van Walcheren in 1944 werd het gebouw door een Engelse granaat getroffen en zwaar beschadigd. Omdat er na de oorlog nauwelijks meer sprake was van een Joodse gemeenschap, werd de synagoge aan haar lot overgelaten. Het heeft daarom tot 1994 geduurd voordat de synagoge gerestaureerd werd en in november van dat jaar op plechtige wijze weer in gebruik genomen werd. De restauratie is gefinancierd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de Provincie Zeeland, de gemeente Middelburg en donateurs. Het interieur is modern en multifunctioneel zodat er niet alleen diensten kunnen worden gehouden, maar ook lezingen en huiskamerconcerten. In 2022 kon de gemeente voor het eerst na ruim driehonderd jaar een eigen thorarol laten schrijven in Jeruzalem. Daaraan is een jaar gewerkt door de sofeer met speciale inkt en een ganzeveer op perkament. Op 19 juni 2022 kwam de rol aan in Middelburg en werden de laatste woorden geschreven. Zie ook Joodse begraafplaatsen (Middelburg) Joodse begraafplaatsen (Vlissingen) Externe link Website Bouwwerk in Middelburg Middelburg
De synagoge van Middelburg bevindt zich tussen in het gebied tussen de Sint Janstraat en de Herenstraat. Het werd in 1705 gebouwd in de achtertuin van de woning van de joodse koopman Benjamin Levie. De ingang bevindt zich nu in de Herenstraat. Het is de eerste synagoge die buiten Amsterdam op Nederlandse bodem werd gebouwd.
2
synagoge, joodse gebedsplaats, joodse gemeenschap
926
NewsArticle
4611247
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuws%20van%20de%20fronten%2C%20verzetsblad%20Berkel%20en%20Rodenrijs
Nieuws van de fronten, verzetsblad Berkel en Rodenrijs
Het Nieuws van de fronten is een verzetsblad uit de Tweede Wereldoorlog, dat vanaf de nazomer van 1944 tot en met 12 mei 1945 in het Nederlandse Berkel en Rodenrijs (ZH) werd uitgegeven. Het blad met voornamelijk nieuwsberichten verscheen dagelijks en werd buiten Berkel en Rodenrijs ook verspreid in Oude Leede en Pijnacker. Het werd gestencild op de zolder van het ouderlijk huis van Aad en Maarten van Herk op de Zuidersingel in Berkel en Rodenrijs. Zij werden daarbij geassisteerd door Jaap en Jo de Kroes. De stencilmachine was eigendom van de Margrietschool uit Oude Leede, maar werd daar niet gebruikt. Nederlandse illegale pers in de Tweede Wereldoorlog Lansingerland
Het blad met voornamelijk nieuwsberichten verscheen dagelijks en werd buiten Berkel en Rodenrijs ook verspreid in Oude Leede en Pijnacker. Het werd gestencild op de zolder van het ouderlijk huis van Aad en Maarten van Herk op de Zuidersingel in Berkel en Rodenrijs. Zij werden daarbij geassisteerd door Jaap en Jo de Kroes. De stencilmachine was eigendom van de Margrietschool uit Oude Leede, maar werd daar niet gebruikt.
1
nieuwsartikel, nieuwsbericht, krantenartikel
3,019
DigitalDocument
5761868
https://nl.wikipedia.org/wiki/Security.txt
Security.txt
Security.txt is een digitaal bestand dat dient als een gestandaardiseerde manier om beveiligingsinformatie te verstrekken voor websites en online diensten. Het is vergelijkbaar met een briefje aan de voordeur van een huis, waarop mensen kunnen zien hoe ze contact kunnen opnemen met de eigenaar in geval van verdachte activiteiten. De standaard schrijft een tekstbestand voor met de naam "security.txt" op de well-known-locatie, qua syntaxis vergelijkbaar met robots.txt maar bedoeld om door machines en mensen te worden gelezen, voor diegenen die contact willen opnemen met de eigenaar van een website over beveiligingsproblemen. Security.txt-bestanden zijn overgenomen door Google, GitHub, LinkedIn en Facebook. Geschiedenis Security.txt werd voor het eerst voorgesteld door Ed Foudil, een beveiligingsonderzoeker, in 2017. Hij merkte op dat er geen gestandaardiseerde manier was voor websitebeheerders om informatie over hun beveiligingspraktijken te delen. Dit maakte het moeilijk voor beveiligingsonderzoekers om verantwoordelijke partijen te bereiken en beveiligingslekken te melden. Op dat moment omvatte het vier richtlijnen, "Contact", "Encryptie", "Openbaarmaking" en "Bevestiging". Foudil verwachtte op basis van feedback nog meer richtlijnen toe te voegen. Bovendien zei webbeveiligingsexpert Scott Helme dat hij positieve feedback van de beveiligingsgemeenschap had gezien, terwijl het gebruik onder de top 1 miljoen websites "zo laag was als verwacht op dit moment". Het voorstel van security.txt kreeg al snel steun vanuit de beveiligingsgemeenschap en ontwikkelde zich tot een open standaard. In 2019 werd het formeel aangenomen als door de Internet Engineering Task Force (IETF), een organisatie die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen en beheren van internetstandaarden. Bestandsformaat Security.txt-bestanden kunnen worden aangeboden onder de map /.well-known/ (i.e. /.well-known/security.txt) of de directory op het hoogste niveau (i.e. /security.txt) van een website. Het bestand moet worden aangeboden via HTTPS en in platte tekst. Inhoud Een typisch security.txt-bestand bevat verschillende secties met relevante informatie. Enkele van de meest voorkomende onderdelen zijn: Contact: Dit geeft het e-mailadres of andere contactgegevens van de persoon aan die verantwoordelijk is voor beveiligingskwesties. Expires: Dit veld moet worden gebruikt om de geldigheidsduur van het security.txt-bestand aan te geven. Het specificeert de datum waarop het bestand verloopt en mogelijk moet worden bijgewerkt. Preferred-Languages: Dit is een optioneel onderdeel waarin de voorkeurstaal of talen voor communicatie kunnen worden gespecificeerd. Overheid Sinds 25 mei 2023 is het verplicht voor de Nederlandse overheid om gebruik te maken van security.txt. security.txt moet worden toegepast op alle systemen die via HTTPS publiek benaderbaar zijn, zodat securitycontactinformatie duidelijk is. Dit is opgenomen in de 'Pas toe leg uit' standaarden. Bedrijfsleven In oktober 2022 deden het Digital Trust Center (DTC) en een groot aantal ambassadeurs een oproep aan bedrijven en IT-dienstverleners om security.txt te gebruiken. Sinds die oproep is het aantal Nederlandse domeinnamen dat voorzien is van een security.txt-bestand gegroeid naar ruim 88.000. Referenties Externe links securitytxt.org Voorbeeld van een security.txt-bestand Computerbeveiliging
Security.txt is een digitaal bestand dat dient als een gestandaardiseerde manier om beveiligingsinformatie te verstrekken voor websites en online diensten. Het is vergelijkbaar met een briefje aan de voordeur van een huis, waarop mensen kunnen zien hoe ze contact kunnen opnemen met de eigenaar in geval van verdachte activiteiten. De standaard schrijft een tekstbestand voor met de naam "security.txt" op de well-known-locatie, qua syntaxis vergelijkbaar met robots.txt maar bedoeld om door machines en mensen te worden gelezen, voor diegenen die contact willen opnemen met de eigenaar van een website over beveiligingsproblemen. Security.txt-bestanden zijn overgenomen door Google, GitHub, LinkedIn en Facebook.
1
digitaal document, elektronisch bestand, digitaal bestand
7,686
EndorsementRating
38617
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Fall%20%28band%29
The Fall (band)
The Fall was een rockband uit de Britse stad Manchester, opgericht door Mark E. Smith. De groep bestond sinds 1976 in wisselende bezetting, met als enige constante Smith zelf, en heeft tientallen albums uitgebracht. Met de dood van frontman Smith, op 24 januari 2018, kwam er ook een einde aan de band. Mede dankzij de voortdurende aanbevelingen van diskjockey John Peel groeide The Fall in de loop der jaren tot een icoon binnen de Britse popgeschiedenis. Karakteristiek voor de muziek van The Fall zijn een voorliefde voor repetitieve structuren, een ongepolijst geluid en de voordracht van Mark E Smith, die zijn teksten vaker declameerde dan zong. De teksten zijn bovendien niet gespeend van literaire pretenties, al gingen die vaak verloren in onverstaanbaarheid en het gebruik van woorden waarvan de meeste Engelsen allang waren vergeten dat ze bestaan. Het uitbundige alcohol- en amfetaminegebruik van Smith heeft ertoe geleid dat The Fall onder concertorganisatoren een slechte naam heeft opgebouwd. De vaak onhandelbare Smith stond erom bekend dat hij een optreden op elk willekeurig moment kon beëindigen. De overige bandleden werden door hem als ondergeschikten beschouwd. Om zijn muzikanten scherp te houden had Smith bovendien de gewoonte om gedurende het optreden ad-hocwijzigingen aan te brengen aan de instellingen van de gitaarversterkers en de onderdelen van het drumstel. Dit routineuze vermijden van routinegedrag resulteerde even vaak in een legendarisch optreden als in een mislukking. Ontwikkeling Hoewel The Fall altijd 'typische Fall-muziek' maakte, vallen er ruwweg vier periodes te onderscheiden in de manier waarop de ideeën van Mark E Smith muzikaal hun beslag kregen: Postpunk The Fall begon als een van de talloze punkbandjes die eind jaren zeventig in Engeland werden opgericht. Gaandeweg werd het geluid stugger, monotoner, grimmiger. Critici bespeurden overeenkomsten met het werk van Captain Beefheart en Frank Zappa. Verschillende Fall-leden zijn inderdaad bewonderaars van die twee. De ontwikkeling mondde uit in het album Hex Enduction Hour uit 1982: een ontoegankelijke, onheilszwangere plaat waarop precies een uur lang met intense overgave wordt gemusiceerd op diverse slecht gestemde gitaren. Door liefhebbers wordt het album als een van de beste Fall-elpees beschouwd. Popularisering bandstijl In 1983 trouwde Mark E Smith met de Amerikaanse gitariste Laura Salenger (Brix), die onmiddellijk tot de band toetrad. Door haar bijdrage werd het geluid van de band toegankelijker. Het vaak minutenlang herhalen van eenzelfde melodielijntje bleef echter een favoriete compositietechniek van The Fall en Mark E Smith bleef op zijn kenmerkende manier zingen. De singles Mr Pharmacist en Victoria schopten het in het Verenigd Koninkrijk tot hitparadenoteringen. Het ging in beide gevallen om coverversies van bestaande nummers. Choreograaf Michael Clark - in deze periode het troetelkind van de Britse danswereld - maakte voor zijn voorstellingen gebruik van muziek van The Fall. In 1988 trad The Fall samen met Clarks balletgezelschap op in I am kurious Oranj: een voorstelling die - waarschijnlijk om subsidietechnische redenen - gebaseerd was op de historische banden tussen Nederland en Engeland; 1988 was namelijk het William-and-Maryjaar. Madchester Met de term Madchester wordt de opleving van elektronische dansmuziek met bijbehorende raves in het Manchester van de late jaren tachtig bedoeld. The Fall was een van de weinige bands die de nieuwe dance-invloeden eenvoudig in haar muziek wist te incorporeren. Repetitieve structuren waren immers van meet af aan het handelsmerk van de groep. Het leverde een aantal albums op, waarvan vooral Code:Selfish (1992) in brede kring waardering vond. De elektronische invloeden kwamen bovendien op een goed moment omdat Brix op amoureus gebied Mark E Smith inmiddels had verruild voor violist Nigel Kennedy. The Fall moest haar twangy guitar missen tot 1995, toen Brix een korte comeback in The Fall maakte. Rock Vanaf het einde van de jaren negentig voerden de gitaren weer de boventoon in de muziek van The Fall en klonken ze stoerder dan ooit. De groep kwam echter vaker in het nieuws door incidenten die niets met muziek te maken hadden, maar alles met Smiths drugsproblemen. In een vermoedelijk daarmee samenhangende vlaag van verstandsverbijstering zette hij gitarist Craig Scanlon uit de band. Drummer Karl Burns en bassist Stephen Hanley werden vervolgens steeds vaker het mikpunt van Smiths woede. Tijdens een optreden in New York op 7 april 1998 kwamen de conflicten tot een ontlading. Burns en Hanley gingen op het podium hun voorman te lijf en Smith moest bebloed de aftocht blazen. Teruggekeerd in het hotel maakte hij in half ontklede toestand amok in de lobby, bedreigde hij zijn bandleden en sloeg hij zijn toenmalige vriendin, Fall-toetseniste Julia Nagle. Smith bracht vervolgens twee dagen door in een Amerikaanse politiecel en mocht daarna van een Amerikaanse rechter niet meer in Nagles buurt komen. Burns en Hanley, inmiddels ex-Fall-leden, waren al met het eerste beschikbare vliegtuig naar Engeland teruggekeerd. Smith ging verder met nieuwe muzikanten en volgens veel fans klonk de band binnen de kortste keren hechter dan ooit. De tijd van al-te-chaotische incidenten leek voorbij toen Smith in 2001 opnieuw trouwde, dit keer met de Griekse Eleni Poulou, die vanaf dat moment Eleanor Smith heette. Smiths levensgezellin werd ook lid van de band. In augustus 2004 nam de band voor de 24ste keer een sessie voor de John Peel Show op. Het zou de laatste blijken, want Peel overleed enkele maanden later. Smith mocht in het BBC-programma Newsnight commentaar geven op die gebeurtenis. Het interview werd opgenomen op de Newsnight-webpagina met 'grappige/bizarre momenten'. In april 2005 verschenen alle 24 Peelsessies van The Fall in een cd-box. In mei 2006 beleefde The Fall de zoveelste rigoureuze bezettingswijziging na het zogenaamde 'bananenincident'. Tijdens een tour in de VS liepen de conflicten tussen Smith en zijn band wederom zo hoog op dat drie bandleden serieuze plannen smeedden om halverwege de tour het vliegtuig naar huis te nemen. De zanger van het voorprogramma, de Amerikaanse band The Talk, was toen hij hier lucht van kreeg zo geagiteerd dat hij Smith tijdens het aansluitende optreden met een bananenschil bekogelde, met een opstootje op het podium als gevolg. De muzikanten vertrokken vervolgens daadwerkelijk naar Engeland en Smith wierf in sneltreinvaart enkele Amerikaanse muzikanten om de tour mee te vervolgen. Een maand later bevond hij zich alweer in de geluidstudio om met een nieuwe, grotendeels Amerikaanse, Fall aan een nieuwe lp te werken. Vanwege aanhoudende gezondheidsproblemen van Smith moest The Fall in 2017 verscheidene optredens afzeggen. Op 24 januari 2018 overleed hij, zestig jaar oud. Met zijn overlijden kwam er ook een einde aan The Fall. De overgebleven bandleden verklaarden dat de naam 'The Fall' onlosmakelijk met Smith verbonden was, en dat zij zouden gaan zoeken naar nieuwe wegen om muziek te maken, onder een nieuwe naam. Discografie Van The Fall zijn inmiddels ongeveer tachtig albums uitgebracht. Externe link Officiële website Fall, The Fall, The Fall, The Fall, The Fall, The
Mede dankzij de voortdurende aanbevelingen van diskjockey John Peel groeide The Fall in de loop der jaren tot een icoon binnen de Britse popgeschiedenis. Karakteristiek voor de muziek van The Fall zijn een voorliefde voor repetitieve structuren, een ongepolijst geluid en de voordracht van Mark E Smith, die zijn teksten vaker declameerde dan zong. De teksten zijn bovendien niet gespeend van literaire pretenties, al gingen die vaak verloren in onverstaanbaarheid en het gebruik van woorden waarvan de meeste Engelsen allang waren vergeten dat ze bestaan.
1
aanbeveling, positieve beoordeling, endorsement
10,781
Duration
404118
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ziano%20di%20Fiemme
Ziano di Fiemme
Ziano di Fiemme is een gemeente in de Italiaanse provincie Trente (regio Trentino-Zuid-Tirol) en telt 1613 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 35,8 km², de bevolkingsdichtheid is 45 inwoners per km². Demografie Ziano di Fiemme telt ongeveer 656 huishoudens. Het aantal inwoners steeg in de periode 1991-2001 met 14,6% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT. Geografie Ziano di Fiemme grenst aan de volgende gemeenten: Predazzo, Panchià, Canal San Bovo, Pieve Tesino. Geboren Renzo Zorzi (1946-2015), Formule 1-coureur Gemeente in Trente
Demografie Ziano di Fiemme telt ongeveer 656 huishoudens. Het aantal inwoners steeg in de periode 1991-2001 met 14,6% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT.
1
duur, tijdsduur, periode
6,143
VideoGallery
1432595
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlands%20Instituut%20voor%20Mediakunst
Nederlands Instituut voor Mediakunst
Het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk) was een instituut ter bevordering van de ontwikkeling, toepassing en distributie van mediakunst. Het instituut was gevestigd in een pand aan de Keizersgracht te Amsterdam. Geschiedenis Het NIMk is ontstaan uit een fusie tussen Time Based Arts en MonteVideo in 1994. MonteVideo werd in 1978 opgericht door Rene Coelho en was een internationaal succesvolle galerie gespecialiseerd in elektronische en videokunst. Werk van kunstenaars als Bill Viola, Gary Hill, Shelly Silver en Gabor Body werd er tentoongesteld. Door deze fusie kwamen er weer middelen beschikbaar van de Rijksoverheid, die in de loop van de jaren uitgebreid en omgezet werden in een structurele subsidie om de mediakunst en digitale kunst op drie kerngebieden te ondersteunen: presentatie, onderzoek en collectie. Het NIMk bood faciliteiten en een uitgebreide dienstverlening voor kunstenaars en kunstinstellingen. Daarnaast bood het NIMk ook residenties en educatieve programma's die voor alle activiteiten ontwikkeld werden. Van 1998 tot 2010 was Heiner Holtappels directeur. Presentatie Het instituut bood binnenshuis wisselende tentoonstellingen waarbij een gedeelte gewijd was aan de collectie en een gedeelte aan hedendaagse mediakunst. Ook werden er vaak presentaties, symposia, screenings, workshops en live performances georganiseerd. Daarnaast programmeerde het NIMk ook buitenshuis activiteiten, vaak in samenwerking met andere culturele organisaties. NIMk toonde naast opkomende ook internationaal bekende kunstenaars die in Nederland nog niet eerder uitvoerig getoond werden, zoals Marina Abramović, John Bock en Cory Arcangel. De tentoonstellingen vroegen aandacht voor de consequenties van technologische ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst, het kunstwerk en het artistieke proces. Sinds 1978 is wereldwijd een van de omvangrijkste collecties video- en mediakunst verzameld, waaraan voortdurend nieuwe werken werden toegevoegd. Naast de eigen collectie distribueerde het Instituut ook de videocollecties van Stichting De Appel te Amsterdam en het Lijnbaancentrum te Rotterdam. NIMk's distributiecollectie omvatte meer dan 2000 werken, variërend van de eerste experimenten tot recente producties van bekende (inter)nationale kunstenaars en opkomend talent. Daarnaast beheerde het NIMk een archief met ruim 1000 titels videodocumentatie en kunstwerken, uit ruim 30 jaar eigen activiteiten en projecten. Onderzoek en educatie Het NIMk ondersteunde onderzoek en ontwikkeling op het gebied van mediakunst, hierbij werd een interdisciplinaire en experimentele benadering toegepast. Het instituut bood daarnaast educatieve programma's aan voor diverse doelgroepen. NIMk was een pionier en expertisecentrum op het gebied van de conservering van mediakunst en kende een uitgebreide onderzoeksagenda en dienstverlening op dit gebied. Sluiting Per 31 december 2012 is het NIMk gestopt met zijn activiteiten, omdat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het instituut niet langer ondersteunde. Kennis en taken als distributie, collectie en conserveringwerkzaamheden zijn in een nieuwe vorm voortgezet door LIMA met Gaby Wijers als directeur. Externe links Nederlands Instituut voor Mediakunst Online catalogus Museum voor moderne kunst Voormalig museum in Amsterdam Culturele organisatie in Nederland Mediakunst Voormalige organisatie Kunstmuseum in Amsterdam
Sinds 1978 is wereldwijd een van de omvangrijkste collecties video- en mediakunst verzameld, waaraan voortdurend nieuwe werken werden toegevoegd. Naast de eigen collectie distribueerde het Instituut ook de videocollecties van Stichting De Appel te Amsterdam en het Lijnbaancentrum te Rotterdam. NIMk's distributiecollectie omvatte meer dan 2000 werken, variërend van de eerste experimenten tot recente producties van bekende (inter)nationale kunstenaars en opkomend talent. Daarnaast beheerde het NIMk een archief met ruim 1000 titels videodocumentatie en kunstwerken, uit ruim 30 jaar eigen activiteiten en projecten.
1
videocollectie, videoportaal, videoweergave
4,688
DeliveryEvent
5603776
https://nl.wikipedia.org/wiki/Grand%20Bazar%20de%20Lyon
Grand Bazar de Lyon
De Grand Bazar de Lyon is een voormalig warenhuis aan de rue de la République nummer 31 in de wijk Cordeliers van Lyon. Het gebouw waar het warenhuis gevestigd was, werd gesloopt in 2005. Geschiedenis In 1856 richtte Jean Dabonneau een winkel op onder de naam À la ville de Lyon, kort na het gereed komen van de Rue Impériale (nu: Rue de la République). De winkel opende zijn deuren in 1860 en bood kleding voor kinderen en volwassenen, stoffen en fournituren. In 1885 werd de winkel gekocht door Henri Perrot, destijds eigenaar van de naburige winkel en concurrent Aux Deux Passages. Op 8 november 1886 opende hij de Grand Bazar. De Raad van bestuur bestond onder meer uit Paul Kahn, die later directeur werd van Galeries Lafayette. Door de hele winkel heen was elektrische verlichting aangebracht en de kelders waren afgewerkt. Vanaf 1906 lanceerde de winkel thuisbezorging met de auto. Daarna werd het gebouw 4 meter verhoogd naar een ontwerp van de architecten Joseph Bissuel en Joseph Chantres. Na de Eerste Wereldoorlog werd de winkel verder uitgebreid. De grootte van de winkel drukte zwaar op de inkomsten van de onderneming en de eigenaar moest ingrijpende maatregelen nemen. Pas eind jaren 1930 kreeg de onderneming haar eerdere omvang terug. In de jaren 1950 fuseerde de Grand Bazar de Lyon zijn inkoop met die van de Prisunic-winkels (eigendom van de Printemps-groep). Het merk en het gebouw werden in 1997 gekocht door Monoprix. In 2004 besloot Monoprix om het gebouw te slopen. Bewoners verzetten zich tegen deze sloop, maar de stad Lyon bevestigde dat een renovatie van het pand om het op peil te brengen niet mogelijk was. De architect van monumentenzorg gaf daarnaast aan dat het gebouw in de loop der tijden dusdanig verbouwd was dat het geen architectonische waarde meer had. Het pand van de Grand Bazaar werd in 2005 afgebroken en het nieuwe glazen gebouw naar ontwerp van de architect Jean-Pierre Buffi werd in 2007 geopend. . Literatuur Externe links De archieven van de Grand Bazar de Lyon worden bewaard in de archieven van het departement Rhône en de metropool Lyon onder nummer 133 J. Bouwwerk in Lyon Frans warenhuis
Vanaf 1906 lanceerde de winkel thuisbezorging met de auto. Daarna werd het gebouw 4 meter verhoogd naar een ontwerp van de architecten Joseph Bissuel en Joseph Chantres.
1
bezorging, afleveringsproces, leveringsmethode
7,121
HomeAndConstructionBusiness
292098
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ballast%20Nedam
Ballast Nedam
Ballast Nedam is een Nederlands bouwbedrijf. In juli 2015 deed het Turkse bouwbedrijf Renaissance Construction een succesvol overnamebod op Ballast Nedam. Bedrijfsprofiel Ballast Nedam houdt zich bezig met activiteiten in meerdere fasen van het bouwproces. Het concern is voornamelijk actief op de Nederlandse markt. Ballast Nedam is de vijfde in omvang (2015) van de Nederlandse bouwconcerns, na BAM, Volker Wessels, Heijmans en TBI. Resultaten Over 2014 rapporteerde Ballast Nedam een groot negatief bedrijfsresultaat van € 65 miljoen. Vooral het segment Infrastructuur deed het slecht met een verlies van € 59 miljoen door de kostenoverschrijdingen op het project A15 Maasvlakte - Vaanplein, de A2 bij Maastricht en andere infrastructurele projecten. Verder waren er bijzondere resultaten zoals € 28 miljoen aan kosten voor herstructureringen en reorganisaties, € 11 miljoen aan afwaarderingen op grondposities, activa en goodwill en een boekwinst van € 76 miljoen op desinvesteringen. In 2018 rapporteerde het bedrijf voor het eerst sinds 2012 weer een bescheiden nettowinst. Bedrijfsgeschiedenis Ballast Mij Ballast Nedam begint in 1877 als de Amsterdamse Ballast Maatschappij. Het bedrijf speelde in op het tot stand komen van het Noordzeekanaal. Lege koopvaardijschepen die de zee opvoeren vanaf dit kanaal kregen duinzand als ballast mee wat de naam verklaart. Hierna ging het bedrijf zich ook toeleggen op het uitbaggeren van vaarwegen. In het begin van de 20e eeuw groeit het bedrijf uit onder leiding van de straten- en wegenbouwer Charles de Vilder uit Amsterdam en wordt het meer dan enkel een zandleveringsbedrijf en baggeraar hoewel dit ook door de invoering van geautomatiseerde zandwinningmogelijkheden altijd een kernactiviteit zal blijven. Beton en Tweede Wereldoorlog Sinds 1928 wordt er ook gewerkt met het dan vrij nieuwe materiaal beton in de bouw en civiele techniek. In 1932 is het bedrijf betrokken bij de aanleg van de Afsluitdijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog doet het bedrijf zaken met de Duitse bezetter. Hiervoor worden bunkers gebouwd en verdedigingslinies en vliegvelden aangelegd. Na de oorlog werd op verdenking van oorlogsmisdaden op 26 mei 1945 de toenmalige directeur van de ABM, Phons de Vilder gearresteerd. Tot persoonlijke vervolging zal het, ondanks heftige protesten in de pers en vanuit de publieke opinie niet komen. Wel wordt het bedrijf zelf aangeklaagd. Het Haags Bijzonder gerechtshof oordeelde dat hoewel het bedrijf vlak na de bezetting advies had ingewonnen bij hoge Nederlandse ambtenaren van het ministerie, dit geen vrijbrief vormde voor de meest ernstige vorm van collaboratie. Het sprak het oordeel uit dat het bedrijf schuldig was aan het werken voor de bezetter maar gaf ontslag van rechtsvervolging omdat ze het gegeven ambtelijke advies enkel hadden uitgevoerd. Het bedrijf en zijn toenmalige voorman De Vilder hebben hierdoor heel lang de bijnaam Bunkerbouwer gehouden. Na de oorlog is het bedrijf betrokken bij de bouw van de Velsertunnel in 1957. Nedam In 1899 begint aannemer H. F. Boersma in Rotterdam met de bouw van vooral landhuizen en villa's maar wordt landelijk bekend door de bouw van het Vredespaleis in 1913. Vier jaar later richt hij de N.V. Nederlandse Aannemingsmaatschappij op, in het kort "Nedam" genoemd. De bouwactiviteiten worden in 1921 uitgebreid naar het toenmalige Nederlands-Indië. Bekendheid verwerft het bedrijf verder door een aantal grote bouwprojecten zoals het Congresgebouw in Den Haag en het hoofdkantoor van de Nederlandse Handelsmaatschappij van architect Karel de Bazel aan de Vijzelstraat te Amsterdam. Fusies In 1969 fuseren Ballast en Nedam en ontstaat de Ballast Nedam Groep. De bagger- en bouwactiviteiten worden ook internationaal verder uitgebouwd en het bedrijf is betrokken bij diverse grote projecten zoals het aanleggen van de luchthaven in Koeweit. In Nederland wordt onder meer meegewerkt aan de Oosterscheldekering in 1986, de uitbreidingen van de luchthaven Schiphol en de bouw van het Amsterdamse stadhuis en operagebouw de Stopera in 1986. In 1974 wordt Grootel’s Bouwmaatschappij aangekocht en geïncorporeerd en in 1977 krijgt het bedrijf de naam Ballast Nedam B.V. British Aerospace In 1987 koopt British Aerospace alle aandelen Ballast Nedam voor 44 miljoen pond. Het bedrijf is nauw betrokken bij het Al Yamamah contract, een transactie van GBP 20 miljard tussen Engeland en Saudi-Arabië. British Aerospace levert veel militaire vliegtuigen en Ballast Nedam bouwt de noodzakelijke infrastructuur. In 1993 drogen de opdrachten op en British Aerospace biedt Ballast Nedam te koop aan. Boskalis toont interesse als koper. Drie weken nadat Boskalis het bod had ingetrokken wordt Ballast Nedam verkocht voor 500 miljoen gulden aan een consortium van ING Groep, met 49,99% van de aandelen, het Duitse bouwbedrijf Hochtief (48%) en het pensioenfonds van Ballast Nedam (2%). In mei 1994 verkoopt ING een deel van het aandelenpakket en daarmee keert Ballast Nedam terug op de effectenbeurs. Door diverse verdere aankopen in de jaren negentig breidt het bedrijf verder uit maar met weinig financieel succes. In 2002 is het in financiële problemen geraakte Ballast Nedam genoodzaakt zijn belang van een derde in het zeer winstgevende baggerbedrijf Ballast Ham Dredging te verkopen voor 210 miljoen euro. Met de opbrengst kan het nipt een lening van 54 miljoen euro aflossen. De winst op de verkoop van 60 tot 70 miljoen euro versterkt de solvabiliteit van het bedrijf. De internationale projectenmarkt wordt ook verlaten en de focus wordt hoofdzakelijk gericht op Nederland. In mei 2004 verkoopt Hochtief zijn hele aandelenbelang in Ballast Nedam aan De TCN Groep in Nieuwegein en Wedge International uit Amsterdam. Zij nemen elk een aandelenbelang van 24% in het bouwbedrijf. Wedge International is in handen van de Libanese zakenman Issam Fares. Fares was 20 jaar daarvoor enige tijd al eigenaar geweest van Ballast Nedam. Strategische heroriëntatie Door aanhoudend slechte marktomstandigheden en tegenvallende resultaten in 2013 gaat Ballast Nedam haar strategie richten op grote complexe projecten, waarvan de resultaten door de cyclus heen goed zijn. Regionale bouwbedrijven worden samengevoegd tot een geïntegreerd opererend bouwbedrijf en diverse bedrijven die niet langer passen in de strategie zullen worden verkocht. Door het recente omkoopschandaal gaat het ook de corporate governance verbeteren. Over 2013 verwacht het bedrijf een verlies van bijna € 30 miljoen, waarvan ongeveer de helft reorganisatiekosten en bijzondere afwaarderingen beslaan. De vermogenspositie dient versterkt te worden en Ballast Nedam komt met een claimemissie van € 30 miljoen en gaat nieuwe leningen uitgeven ter waarde van € 80 miljoen. In november 2014 verkoopt Ballast Nedam voor een onbekend bedrag de offshoredivisie aan baggerbedrijf Van Oord. Dit onderdeel levert diensten voor de aanleg van windmolenparken op zee. Van Oord neemt het hefvaartuig Svanen en ongeveer 50 man aan maritiem bouwpersoneel over. Op de verkoop realiseert Ballast Nedam een significante boekwinst. In mei 2015 besluit het bestuur de belangen in grote infraprojecten te gaan inperken, zo neemt het economisch belang in het project A15 Maasvlakte-Vaanplein af van 40% naar 10%. Verder wordt het vermogen versterkt. Een claimemissie van € 20 miljoen groot zal volgen die gegarandeerd is door Strukton en het bankensyndicaat. Verder zal achtergesteld vermogen ter beschikking worden gesteld en Ballast krijgt projectfinanciering ter waarde van € 265 miljoen. Bod van Renaissance Construction In juli 2015 brengt de Turkse bouwonderneming Renaissance Construction een bod uit op Ballast Nedam. Renaissance biedt € 30 miljoen en zal ook hetzelfde bedrag steken in Ballast Nedam om de financiële positie te verstevigen. De eerder aangekondigde claimemissie gaat hierdoor niet door. Ballast Nedam was al op zoek naar een koper sinds het begin van het jaar. Renaissance werd opgericht door Erman Ilicak en telt zo’n 25.000 werknemers. Het bedrijf is nu nog vooral actief in Rusland en Turkije en heeft de ambitie tot de grootste bouwconcerns van de wereld uit te groeien. Op 9 september verlaagt Renaissance het bod van 1,55 euro naar 30 eurocent per aandeel. In plaats van 30 miljoen euro, heeft het bod nu een waarde van 13,6 miljoen euro. Reden voor de verlaging van het bod zijn nieuwe financiële tegenvallers bij Ballast Nedam. Op 1 december 2015 heeft Renaissance 80% van de aandelen in handen. Op 26 februari 2016 wordt de beursnotering gestopt. Omkoopschandaal In december 2012 trof Ballast Nedam een schikking met het Openbaar Ministerie (OM). Het bouwbedrijf kocht strafvervolging wegens omkoping af door een boete van 5 miljoen euro te betalen. Verder moest het afzien van een vordering op de belastingdienst van 12,5 miljoen waarmee de totale kosten op 17,5 miljoen euro uitkwamen. Ballast Nedam werd verdacht van het betalen van steekpenningen aan buitenlandse tussenpersonen in Saoedi-Arabië in de periode 1996-2004. Het bedrijf heeft de kwestie in januari 2011 zelf aangekaart bij het OM. KPMG schikte in december 2013 voor 7 miljoen euro vanwege het verhullen van die buitenlandse betalingen. Op 25 april 2014 kwam naar buiten dat topman Theo Bruijninckx destijds werd afgeluisterd door Justitie, hoewel hij zelf geen verdachte was. Uiteindelijk werd 10 juli 2018 Martin W., ex bestuurder, veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 voorwaardelijk, en 100.000 euro boete. Er is onduidelijkheid ontstaan of dubieuze betalingen aan Suriname in de schikking van eind 2012 zijn meegenomen. Het bouwbedrijf betaalde vanaf 1997 in termijnen 34 miljoen gulden om twee bruggen, waaronder de Wijdenboschbrug, te mogen bouwen. Het geld zou onder meer overgemaakt zijn naar toenmalig president Jules Wijdenbosch en zijn toenmalig adviseur van staat Desi Bouterse – nu president van Suriname. Al in 1997, bij het gunnen van de opdracht, gingen er geruchten over omkoping door Ballast Nedam. Tegen enkele voormalige leidinggevenden van Ballast Nedam en tegen drie betrokken individuele ex-partners van KPMG loopt nog een onderzoek. Tegen de Ballast-leidinggevenden vanwege vermeende betrokkenheid bij omkoping, tegen de accountants vanwege de verdenking van het verhullen daarvan. Op Kamervragen die de SP stelde, weigerde minister Ivo Opstelten in februari 2014 de schikking met de accountants terug te draaien. Hij kon niet alle vragen behandelen vanwege het nog lopende strafrechtelijke onderzoek. Sponsoring In 2007 besloot Ballast Nedam een fotowedstrijd in het leven te roepen; de Bouw In Beeldprijs. De prijs wordt elk jaar uitgereikt aan een fotograaf die in de ogen van de jury de thema's onderdak, beschutting en bescherming voor dat jaar het beste heeft vertaald. Nederlands bouwbedrijf
Ballast Nedam is een Nederlands bouwbedrijf. In juli 2015 deed het Turkse bouwbedrijf Renaissance Construction een succesvol overnamebod op Ballast Nedam.
2
bouwbedrijf, aannemersbedrijf, constructiebedrijf
5,700
ImageGallery
991722
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rotem%20%28Dilsen-Stokkem%29
Rotem (Dilsen-Stokkem)
Rotem is een dorp binnen de Belgisch-Limburgse fusiegemeente Dilsen-Stokkem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1971. Etymologie De plaatsnaam 'Rotem' heeft een Frankische oorsprong. Het is opgebouwd uit twee bestanddelen: 'rode' (een gerooid bos) en 'heim' (woonplaats). Tot 1946 schreef men Rothem. Landschap De deelgemeente Rotem telt drie woonkernen: 'Oud-Rotem' (de Schiervellaan), 'de Haagstraat' en 'het Reselt'. Fysisch gezien is het een deels Maaslandse, deels Kempense deelgemeente. Ten slotte ligt het oostelijke gedeelte in de riviervlakte van de Maas, en klimt het westelijke gedeelte 40 m naar het Kempens Plateau. In de Maasvallei liggen talrijke oude Maasarmen. In Rotem zijn de Kogbeek en de vijver van het kasteel Ommerstein overblijfselen hiervan. Van de jaren 1950 tot de jaren 1990 is de alluviale zone grotendeels afgegraven in het kader van grindwinning. Zo ontstonden twee Maasplassen 'aan de Meerheuvel' (westen) en 'in de Bichterweerd' (oosten). Na de ontginning zijn ze ingericht als natuurgebied. Boven op de steilrand van het Kempens Plateau liggen de natuurgebieden 'de Schootsheide' (noorden) en 'het Driebankenbos' (zuiden). Hier vindt men uitgestrekte naaldbossen. Beide zones zijn opgenomen in het Nationaal Park Hoge Kempen. Geschiedenis In de Romeinse tijd komt bij Rotem de heirbaan Maastricht-Nijmegen voorbij. Tegenwoordig loopt hierover de 'Hoogbaan'. Oud-Rotem wordt gesticht na 500. Het ligt op de oevers van een voormalige rivierarm van de Maas ('Kogbeek'). Na 1820 zal het dorpscentrum zich landinwaarts verplaatsen, in de richting van de Rijksweg en de Hoogbaan. Omstreeks 800 maakt Rotem waarschijnlijk deel uit van het zgn. 'domein Kessenich-Eik'. Ten slotte is Rotem in 1202 – haar eerste schriftelijke vermelding – een parochie van Aldeneik. Rotem is tegen 1202 reeds in handen gekomen van de graaf van Loon. De graaf richt er een hooggerechtshof op: de correctionele schepenbank van Valderen/Vonderen. Gedurende het ancien régime is Rotem een zelfstandige heerlijkheid. De plaatselijke landsheer verblijft in het kasteel Ommerstein. Op Oranjes eerste invasie wordt het dorp geplunderd door de troepen van Willem van Oranje. In 1660 wordt het bovendien getroffen door een zware overstroming. Rotem is een Belgische gemeente geworden wanneer hieraan het gebied 'de Bichterweerd' toegevoegd wordt (24 Artikelen, 1839). De gemeente fuseert in 1970. Belangrijk voor de ontwikkeling van Rotem zijn de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (1826) en de spoorlijn Hasselt-Maaseik (1874). In het station Elen kon men op de trein stappen. Langs de spoorlijn wordt ook de Zinkfabriek van Rotem opgericht (1911). De industriële activiteit is stilgelegd in 1966. De installaties zijn gesloopt in 2006. In 1420 staat er reeds een windmolen in Rotem, op de hoek van de Hoogbaan en de Molenweg. In 1632 wordt ze herbouwd als standerdmolen. Ondanks een bescherming van 1945 is de windmolen gesloopt in de jaren 1960 en 1970. September 1944 Op 5 september verzamelde het Geheim Leger zijn manschappen in de bossen van Rotem. Het gure en natte weer deed het overgrote deel van de 1.500 man die opdaagden weer afdruipen. Het Duitse leger omsingelde op 10 september ongeveer 200 weerstanders. Sommigen verscholen zich in het bos terwijl anderen op de vlucht sloegen. Een veertigtal doden vielen er toen groepjes werden opgepakt en her en der neergeschoten. Ook onder de burgerbevolking vielen er slachtoffers als zij verzetsstrijders hadden geherbergd. De Kapel van de Weerstand (zie afbeeldingengalerij) houdt de herinnering aan die dagen levendig. Demografische ontwikkeling Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1961=volkstellingen Bezienswaardigheden Het kasteel Ommerstein heeft een classicistische middenbouw uit de 18e eeuw, die naderhand vergroot is. De toren is het oudste gedeelte. In het park groeit de dikste libanonceder van België De huidige kerk werd als Waterstaatskerk gebouwd van 1834-1836 in neoclassicistische stijl. De kerk werd van 1937-1939 ingrijpend vergroot onder architectuur van Gust Daniëls. Het nieuwe schip, voorzien van steunberen, werd dwars op het oude gebouwd, dat daardoor de functie van transept kreeg. Het koor en de toren van de Waterstaatskerk bleven bewaard, al doet dit koor niet meer als zodanig dienst. Enkele kapelletjes en wegkruisen De Zinkfabriek (Rotem) is grotendeels afgebroken. Op de terreinen hebben zich inmiddels nieuwe fabrieken gevestigd. De twee schoorstenen die van kilometers ver zichtbaar waren, zijn ook verdwenen Het Bergerven, een natuurgebied en onderdeel van het Nationaal Park Hoge Kempen Bekende inwoners Caro Houbreghts, sportjournalist Galerij Nabijgelegen kernen Externe link Inventaris Onroerend Erfgoed Dilsen-Stokkem Plaats in Limburg (België)
September 1944 Op 5 september verzamelde het Geheim Leger zijn manschappen in de bossen van Rotem. Het gure en natte weer deed het overgrote deel van de 1.500 man die opdaagden weer afdruipen. Het Duitse leger omsingelde op 10 september ongeveer 200 weerstanders. Sommigen verscholen zich in het bos terwijl anderen op de vlucht sloegen. Een veertigtal doden vielen er toen groepjes werden opgepakt en her en der neergeschoten. Ook onder de burgerbevolking vielen er slachtoffers als zij verzetsstrijders hadden geherbergd. De Kapel van de Weerstand (zie afbeeldingengalerij) houdt de herinnering aan die dagen levendig.
1
afbeeldingengalerij, fotogalerij, mediagalerij
12,067
GeoCircle
4614429
https://nl.wikipedia.org/wiki/Waw%20an%20Namus
Waw an Namus
Waw an Namus (ook wel Wau-en-Namus, Arabisch: - Oase van de Muggen) is een vulkaanveld en caldeira in de zuidelijke Fezzanregio van Libië. Het ligt dicht bij het geografisch middelpunt van de Sahara. Binnenin de caldeira zit een oase rijk aan gebladerte en drie kleine zoutwatermeren. Tot 10-20 kilometer rond de caldeira bevindt zich een vulkaanveld van zwarte basaltachtige tefra. Het grote zwarte veld rond de caldeira is gemakkelijk te zien vanuit de ruimte. Waw an Namus wordt geleidelijk aan een populaire toeristische attractie. Geografie van Libië
Waw an Namus (ook wel Wau-en-Namus, Arabisch: - Oase van de Muggen) is een vulkaanveld en caldeira in de zuidelijke Fezzanregio van Libië. Het ligt dicht bij het geografisch middelpunt van de Sahara.
1
cirkelregio, ronde geografische locatie, geografisch middelpunt
4,643
Code
2008762
https://nl.wikipedia.org/wiki/Call-by-name
Call-by-name
Call-by-name is een mechanisme in programmeertalen om parameters (en impliciet ook functies) mee te geven aan procedures. Als een variabele bij naam wordt meegegeven in de aanroep van een procedure dan wordt tijdens het uitvoeren van het programma het adres van die variabele gebruikt. Verandert de naam van de variabele tijdens de uitvoering, bijvoorbeeld omdat het een arrayelement betreft waarvan de index door de procedure zelf wordt aangepast, dan verandert ook het adres van de call-by-name parameter. Dat is ook het verschil met het call-by-reference mechanisme. Ook daar wordt het adres van de variabele meegegeven, maar dat wordt niet meer aangepast door de procedure. Call-by-name is onderdeel van de programmeertaal Algol-60 en wordt ook gebruikt in Burroughs Extended Algol en varianten daarvan zoals ESPOL en NEWP. In Algol-60 is de keuze voor parameters van procedures tussen call-by-value en call-by-name. Ook Simula ondersteunt ondersteunt call-by-name. Alhoewel call-by-name elegante programmeeroplossingen biedt zoals het Jensen device, blijkt het gebruik ervan niet direct uit de broncode van het programma. Commentaar in het programma zelf is essentieel. De declaraties zoals in de toelichting bij het Jensen device werken bovendien onduidelijkheden in de hand. De broncode bij het voorbeeld in Wikipedia suggereert in het geheel niet dat er een totaal wordt berekend van alle elementen in een vector. De nietsvermoedende waarnemer zou eerder tot de conclusie komen dat er sprake is van een omslachtige manier van vermenigvuldigen. Omdat call-by-name bepaalde subtiele bugs in de hand werkt en de implementatie van call-by-name relatief inefficient is, zijn er nog maar weinig programmeertalen die call-by-name ondersteunen. De syntactische correctheid is altijd toetsbaar door de compiler. Op het moment van de aanroep van de procedure is het type van de actuele parameter bekend en ook de afhankelijkheid naar andere parameters. Programmeerconcept
Alhoewel call-by-name elegante programmeeroplossingen biedt zoals het Jensen device, blijkt het gebruik ervan niet direct uit de broncode van het programma. Commentaar in het programma zelf is essentieel. De declaraties zoals in de toelichting bij het Jensen device werken bovendien onduidelijkheden in de hand. De broncode bij het voorbeeld in Wikipedia suggereert in het geheel niet dat er een totaal wordt berekend van alle elementen in een vector. De nietsvermoedende waarnemer zou eerder tot de conclusie komen dat er sprake is van een omslachtige manier van vermenigvuldigen. Omdat call-by-name bepaalde subtiele bugs in de hand werkt en de implementatie van call-by-name relatief inefficient is, zijn er nog maar weinig programmeertalen die call-by-name ondersteunen.
2
broncode, programmeercode, scripts
10,591
WinAction
1788488
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sjinkie%20Knegt
Sjinkie Knegt
Sjinkie Knegt (Bantega, 5 juli 1989) is een Nederlands shorttracker. Zijn beste afstanden zijn de 1000 meter, de 1500 meter en daarnaast is hij de afmaker van het aflossingsteam. Knegt staat bekend om zijn spectaculaire inhaalacties en het 'telescoopbeen' waarmee hij soms pas op de streep zijn concurrenten passeert. Zijn bijnaam is De Schicht uit Bantega. Sinds het EK Shorttrack in 2021, waarin Knegt voor het eerst na het oplopen van zware brandwonden internationaal eremetaal behaalde, wordt hij ook wel De Feniks út Fryslân genoemd. Op de Olympische Winterspelen van 2010 in Vancouver, Canada, maakte Knegt zijn olympische debuut. Op de Olympische Winterspelen van 2014 in Sotsji, Rusland, behaalde hij op de 1000 meter, als eerste Nederlander, een olympische shorttrackmedaille: brons. Verder behaalde hij op de Olympische Winterspelen van 2018 in Pyeongchang, Zuid-Korea, zilver op de 1500 meter Daarnaast werd hij op de wereldkampioenschappen shorttrack 2014 wereldkampioen met de aflossingsploeg en won hij op de wereldkampioenschappen shorttrack 2015 de individuele allround wereldtitel. Knegt is daarnaast drievoudig Europees kampioen allround. In 2012, 2015 en 2018. Biografie Knegt is vernoemd naar zijn oom Ching Ting (roepnaam Chinky of Sjinkie) die in 1982 op 18-jarige leeftijd om het leven kwam bij een brommerongeluk. Knegt werd rond 2000 als elfjarige ontdekt door Kosta Poltavets. In die eerste jaren sloot routinier Rintje Ritsma zo nu en dan bij het shorttrackgroepje aan voor andere trainingsmogelijkheden omdat krachttraining wegens rugklachten niet meer lukte. Hij debuteerde in januari 2009 bij het Europese kampioenschappen shorttrack 2009 in Turijn met zilver op de aflossing. Daarvoor was de shorttracker al enige tijd succesvol bij de junioren. 2010/2011 was Knegts eerste succesvolle seizoen. Tijdens de wereldbekerwedstrijd in Shanghai behaalde Sjinkie als eerste Nederlander een zilveren medaille bij een wereldbekerwedstrijd. Hij deed dat op de 1000 meter. Tijdens de Europese kampioenschappen shorttrack 2011 in Thialf, Heerenveen werd Knegt derde in het eindklassement (zilver 1500m, derde 3000m superfinale). Het Nederlandse herenteam (Daan Breeuwsma, Niels Kerstholt, Sjinkie Knegt en Freek van der Wart) won de Europese titel. Samen met het goud van de dames (Jorien ter Mors, Sanne van Kerkhof, Yara van Kerkhof en Annita van Doorn) het eerste goud voor Nederland in de historie van de EK. Bij de wereldbekerwedstrijden verraste de mannenploeg (Daan Breeuwsma, Niels Kerstholt, Sjinkie Knegt en Freek van der Wart) met een overwinning in Moskou (eerste keer voor Nederland). Daarnaast was er brons in Shanghai en een derde plaats in het wereldbekerklassement. Bij de wereldkampioenschappen in Sheffield eindigde het team als vijfde. In 2012 werd Knegt als eerste Nederlander Europees kampioen. In het jaar 2013 liet hij zich zien met zilver op de 1000 meter bij het wereldkampioenschap. Het olympische seizoen 2014 begon met een opmerkelijk akkefietje. Knegt werd in eerste instantie derde op de Europese kampioenschappen, maar na een schoppende beweging en het tonen van zijn beide middelvingers tijdens de aflossing, werd hij gediskwalificeerd voor de eindstand van het allroundtoernooi. Op de Olympische Winterspelen 2014 in Sotsji werd Knegt derde op de 1000 meter, zijn bronzen medaille betekende de eerste shorttrackmedaille in de Nederlandse geschiedenis. In de finale van de olympische relay ging het echter mis, dit werd door Knegt en zijn ploeggenoten een maand later rechtgezet door wel de wereldtitel op de relay bij de wereldkampioenschappen shorttrack 2014 in Montréal te winnen. In het wereldbekerseizoen 2014/2015 stond Knegt acht keer op het podium, maar geen enkele op het hoogste treetje. Wel werd hij op 26 januari in Dordrecht Europees kampioen 2015 en hij voegde daar op 15 maart in Moskou daar de individuele wereldtitel aan toe. In 2015 werd Knegt uitgeroepen tot Sportman van het jaar. Hij ontving de prijs uit handen van Reinier Paping. Op 12 februari 2016 kwam Knegt zwaar ten val in de laatste ronde tijdens de World Cup Finale in Dordrecht op het onderdeel relay. Op de Olympische Winterspelen van Olympische Winterspelen 2018 in Pyeongchang, Zuid-Korea behaalde Knegt een zilveren medaille op de 1500 meter. Hij kwam echter voor goud naar Zuid-Korea en uitte daarom zijn teleurstelling over de tweede plaats. Tegelijkertijd gaf hij aan dat hij nog drie kansen op een gouden medaille had. Bij de 5000 meter aflossing 1000 meter mannen en de 500 meter mannen werd hij echter gediskwalificeerd. Op 10 januari 2019 liep Knegt thuis bij het aansteken van de kachel ernstige brandwonden op aan zijn gezicht, borst, benen en voeten. Persoonlijke records Resultaten Olympische Winterspelen & Wereld-, Europese en Nederlandse kampioenschappen Wereldkampioenschappen shorttrack junioren Wereldbekermedailles 500 meter Salt Lake City, Verenigde Staten: 2014/2015 Seoel, Zuid-Korea: 2014/2015 Shanghai, China: 2015/2016 Dordrecht, Nederland: 2017/2018 Calgary, Canada: 2016/2017 Shanghai, China: 2016/2017 1000 meter Dordrecht, Nederland: 2017/2018 Shanghai, China: 2010/2011 Dordrecht, Nederland: 2011/2012 Shanghai, China: 2014/2015 Erzurum, Turkije: 2014/2015 Minsk, Wit-Rusland: 2016/2017 Almaty, Kazachstan: 2018/2019 Salt Lake City, Verenigde Staten: 2014/2015 Seoel, Zuid-Korea: 2014/2015 Dresden, Duitsland: 2014/2015 Eindklassement 1000 meter: 2014/2015 1500 meter Nagoya, Japan: 2015/2016 Salt Lake City, Verenigde Staten: 2016/2017 Calgary, Canada: 2016/2017 Dresden, Duitsland: 2016/2017 Salt Lake City, Verenigde Staten: 2018/2019 Montréal, Canada: 2015/2016 Toronto, Canada: 2015/2016 Shanghai, China: 2015/2016 Gangneung, Zuid-Korea: 2016/2017 Shanghai, China: 2017/2018 Nagoya, Japan: 2012/2013 Turijn, Italië: 2013/2014 Montréal, Canada: 2014/2015 Dresden, Duitsland: 2015/2016 Shanghai, China: 2016/2017 Boedapest, Hongarije: 2017/2018 Eindklassement 1500 meter: 2016/2017 Eindklassement 1500 meter: 2015/2016 Eindklassement 1500 meter: 2017/2018 5000 meter aflossing Moskou, Rusland: 2010/2011 Dordrecht, Nederland: 2011/2012 Seoel, Zuid-Korea: 2014/2015 Dresden, Duitsland: 2014/2015 Nagoya, Japan: 2015/2016 Minsk, Wit-Rusland: 2016/2017 Almaty, Kazachstan: 2018/2019 Nagoya, Japan: 2012/2013 Shanghai, China: 2012/2013 Sotsji, Rusland: 2012/2013 Dresden, Duitsland: 2012/2013 Shanghai, China: 2014/2015 Montréal, Canada: 2015/2016 Dordrecht, Nederland: 2015/2016 Salt Lake City, Verenigde Staten: 2016/2017 Calgary, Canada: 2016/2017 Shanghai, China: 2016/2017 Dresden, Duitsland: 2016/2017 Dordrecht, Nederland: 2017/2018 Seoel, Zuid-Korea: 2017/2018 Shanghai, China: 2010/2011 Turijn, Italië: 2013/2014 Erzurum, Turkije: 2014/2015 Eindklassement 5000 meter aflossing: 2014/2015 Eindklassement 5000 meter aflossing: 2016/2017 Eindklassement 5000 meter aflossing: 2012/2013 Eindklassement 5000 meter aflossing: 2015/2016 Eindklassement 5000 meter aflossing: 2010/2011 2000 meter gemengde aflossing Calgary, Canada: 2018/2019 Salt Lake City, Verenigde Staten: 2018/2019 Externe link "Officiële website Sjinkie Knegt" Maurits Hulzinga, groenewoldmedia.nl, 30 oktober 2013 Nederlands shorttracker Nederlands olympisch deelnemer
2010/2011 was Knegts eerste succesvolle seizoen. Tijdens de wereldbekerwedstrijd in Shanghai behaalde Sjinkie als eerste Nederlander een zilveren medaille bij een wereldbekerwedstrijd. Hij deed dat op de 1000 meter. Tijdens de Europese kampioenschappen shorttrack 2011 in Thialf, Heerenveen werd Knegt derde in het eindklassement (zilver 1500m, derde 3000m superfinale). Het Nederlandse herenteam (Daan Breeuwsma, Niels Kerstholt, Sjinkie Knegt en Freek van der Wart) won de Europese titel. Samen met het goud van de dames (Jorien ter Mors, Sanne van Kerkhof, Yara van Kerkhof en Annita van Doorn) het eerste goud voor Nederland in de historie van de EK. Bij de wereldbekerwedstrijden verraste de mannenploeg (Daan Breeuwsma, Niels Kerstholt, Sjinkie Knegt en Freek van der Wart) met een overwinning in Moskou (eerste keer voor Nederland). Daarnaast was er brons in Shanghai en een derde plaats in het wereldbekerklassement. Bij de wereldkampioenschappen in Sheffield eindigde het team als vijfde.
1
overwinning, competitie, winnaar
8,097
WebApplication
36186
https://nl.wikipedia.org/wiki/MediaWiki
MediaWiki
MediaWiki is een webapplicatie waarmee een website kan worden gemaakt volgens de wikitechniek. Deze vrije software wordt gebruikt voor Wikipedia en haar Wikimedia-zusterprojecten. MediaWiki werd ook wel Software Phase III genoemd. Magnus Manske was de oorspronkelijke auteur van de software die is geschreven in de programmeertaal PHP en die als onderliggende databaseserver MySQL, PostgreSQL of SQLite gebruikt. MediaWiki of mediawiki is ook de naam van de wiki over de webapplicatie zelf. Licentie en ontwikkeling MediaWiki is vrije software en opensourcesoftware en wordt vrijgegeven onder de GPL. De ontwikkeling van de MediaWiki-software en het onderhoud ervan wordt voor een groot deel uitgevoerd door vrijwilligers en door ontwikkelaars die in dienst zijn van de Wikimedia Foundation. MediaWiki is in aanschaf en gebruik gratis. Gebruik Enkele andere projecten buiten de Wikimedia Foundation die gebruikmaken van MediaWiki: Embedded Linux Oncyclopedia SourceWatch Wikia WikiLeaks Wikitravel Versies Technisch Extensies Er bestaan verschillende uitbreidingen, extensies, voor MediaWiki. Standaard worden de volgende uitbreidingen meegeleverd: ParserFunctions Vector WikiEditor Renameuser Gadgets Nuke CategoryTree Cite ImageMap Inputbox LocalisationUpdate SyntaxHighlight GeSHi Interwiki Title Blacklist SpamBlacklist Poem De geïnstalleerde extensies kunnen bekeken worden op de pagina Speciaal:Versie. Naamruimten MediaWiki maakt gebruik van 16 naamruimten en twee speciale naamruimten. Daarnaast kunnen er nog aangepaste naamruimten (custom namespaces) aangemaakt worden. Naamruimten kunnen vertaald worden naar een andere taal. Standaard naamruimten zijn: Hoofdnaamruimte of artikelnaamruimte (geen prefix) Gebruiker Project (bijvoorbeeld Wikipedia) Bestand MediaWiki Sjabloon Help Categorie Bij elke naamruimte hoort een bijhorende overlegnaamruimte. De twee speciale naamruimten zijn Speciaal en Media. Zie ook DokuWiki IpbWiki - integratie van Invision Power Board met MediaWiki Wikisoftware Externe links Projectpagina Lijst van Nederlandse sites die MediaWiki gebruiken MediaWiki in The Architecture of Open Source Applications; Volume 2, red. Amy Brown & Greg Wilson, Lijst van extensies (stabiel) Literatuur MediaWiki, uitg. O'Reilly (2008) , MediaWiki 1.1 Beginner's Guide, Install, manage, and customize our own MediaWiki-based site, uitg. PACKT Publishing (2010) Opensourcesoftware en vrije software Wikimedia Wikisoftware Software geschreven in PHP
MediaWiki is een webapplicatie waarmee een website kan worden gemaakt volgens de wikitechniek. Deze vrije software wordt gebruikt voor Wikipedia en haar Wikimedia-zusterprojecten. MediaWiki werd ook wel Software Phase III genoemd.
1
webapplicatie, online software, browserapplicatie
10,233
Hospital
485693
https://nl.wikipedia.org/wiki/Land%20van%20Hoboken
Land van Hoboken
Het Land van Hoboken in Rotterdam, was een landgoed dat vanaf de 19e eeuw tot 1924 eigendom was van de redersfamilie Van Hoboken. Het landgoed lag in de Coolsche polder tussen de Nieuwe Binnenweg, de Westersingel, de Westzeedijk en de Coolhaven en besloeg 56 ha. Aan de Westzeedijk verrees in 1851-1852 Villa Dijkzigt als woonhuis voor de familie Van Hoboken. Dit gebouw is tegenwoordig een Rijksmonument. In dit gebouw is het Natuurhistorisch Museum gevestigd. Villa Dijkzigt was – naast de eveneens door J.F. Metzelaar ontworpen boerderij op het landgoed – de enige bebouwing in het verder lege weidegebied. Toen het gebied in 1924 in handen kwam van de gemeente Rotterdam maakte stadsarchitect Witteveen een stedenbouwkundig plan voor het gebied met woningbouw ten noorden van de Rochussenstraat en kantoren, musea en een park ten zuiden van de Rochussenstraat. Hier verrezen tot 1940 onder meer het Museum Boijmans Van Beuningen, het Unilever-gebouw (tegenwoordig hoofdvestiging van de Hogeschool Rotterdam) en het Erasmiaans Gymnasium. Na de oorlog is in 1950 op het toen nog grotendeels lege gebied de tentoonstelling Rotterdam Ahoy' gehouden. Deze tentoonstelling vormde de basis voor het huidige Ahoy-complex op het Zuidplein. In 1960 kwam het eerste deel van het Dijkzigtziekenhuis gereed. Tegenwoordig wordt zo'n driekwart van het gebied in beslag genomen door het Erasmus MC, de voortzetting van het Dijkzigtziekenhuis. Met het gereedkomen van de Kunsthal in 1992 en het Nederlands Architectuurinstituut in 1993 werd de museumfunctie van het gebied versterkt. In 2021 werd door Perry Boomsluiter en Eelco Romeijn een documentaire gemaakt over het gebied. Hoboken Geschiedenis van Rotterdam
Na de oorlog is in 1950 op het toen nog grotendeels lege gebied de tentoonstelling Rotterdam Ahoy' gehouden. Deze tentoonstelling vormde de basis voor het huidige Ahoy-complex op het Zuidplein. In 1960 kwam het eerste deel van het Dijkzigtziekenhuis gereed. Tegenwoordig wordt zo'n driekwart van het gebied in beslag genomen door het Erasmus MC, de voortzetting van het Dijkzigtziekenhuis. Met het gereedkomen van de Kunsthal in 1992 en het Nederlands Architectuurinstituut in 1993 werd de museumfunctie van het gebied versterkt.
2
ziekenhuis, hospitaal, kliniek
7,934
RVPark
1400121
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tom%20Price%20%28plaats%29
Tom Price (plaats)
Tom Price is een plaats in de regio Pilbara in West-Australië. Het is de hoofdplaats van het bestuurlijk gebied Shire of Ashburton. Tom Price ligt 1.470 kilometer ten noordnoordoosten van Perth, 570 kilometer ten zuidoosten van Karratha en 277 kilometer ten westen van Newman. In 2006 telde Tom Price 2.721 inwoners, met een lage gemiddelde leeftijd van 29 jaar. In 2021 was het bevolkingsaantal gestegen tot 2.910 inwoners en de gemiddelde leeftijd tot 32 jaar. Het is de hoogstgelegen stad (town) in West-Australië, 747 meter boven zeeniveau. De stad is bekend als mijnwerkersstad. Ongeveer vijf kilometer buiten Tom Price bevindt zich een ijzerertsmijn van Rio Tinto Group. De stad is vernoemd naar Thomas Moore Price, voormalig vice president van het Amerikaanse staalbedrijf Kaiser Steel. Geschiedenis In 1861 was Francis Thomas Gregory de eerste ontdekkingsreiziger die de regio Pilbara verkende. Hij merkte de aanwezigheid van ijzererts reeds op. In 1952 liet Lang Hancock, een ijzermagnaat, luchtonderzoeken boven Tom Price uitvoeren en ontdekte de aanwezigheid van grote ijzerertsafzettingen. Hij kon met die resultaten niets aanvangen vermits er toen, sinds de Tweede Wereldoorlog, een verbod op de uitvoer van ijzer- en staalproducten van kracht was in Australië. In 1961 werd het verbod opgeheven. De geologen Bill Burns en Ian Whitcher landden op de berg Tom Price in 1962 en kwamen tot de conclusie dat de berg bijna volledig uit puur ijzererts bestond. In de jaren 1960 legde Hamersley Iron Pty Ltd een spoorweg aan tussen de mijn die ze er openden en de haven van Dampier, de latere Hamersley & Robe River Railway. Het dorp Tom Price werd ontwikkeld als dienstencentrum en woonzone voor de mijnwerkers. Toerisme Tom Price heeft een toeristisch bureau, een hotel, een motel, een caravanpark, een camping en verscheidene restaurants. Het toeristisch seizoen loopt van mei tot oktober. Van oktober tot april is het te warm en is er kans op cyclonen. Met de Hamersley Iron Mine Site Tours maakt men een excursie naar de ijzermijn. Vanop een uitkijkpunt overziet men de mijn met al haar enorme mijnbouwuitrustingen. Tweehonderd ton zware vrachtwagens vervoeren het erts naar de pletmachines. Het erts wordt vervolgens op treinen geladen die tot twee kilometer lang zijn en door drie locomotieven worden getrokken. Mount Nameless ligt op vier kilometer van het dorp en is 1.128 meter hoog. Men kan er naar boven wandelen of rijden. Mt Sheila Lookout ligt in het noorden van het dorp en biedt een uitzicht over de streek. Hamersley Gorge ligt 45 kilometer ten oosten van Mt Sheila. Men kan er zwemmen. Het Nationaal park Karijini ligt in het Hamersleygebergte ten oosten van Tom Price en biedt recreatieve wandelingen, picknickvoorzieningen, campings, watervallen, waterpoelen en prachtige twee miljoen jaar oude kloven. Voorzieningen Tom Price heeft door het ontbreken van andere voorzieningen veel sportvoorzieningen voor haar jonge bevolking. Er zijn voorzieningen voor motorcross, speedway en fietscross. Er is een olympisch zwembad en een goed uitgerust fitnesscentrum. Er zijn tennis-, squash-, netbal-, volleybal-, golf- en basketbalvelden en drie stadia voor voetbal, Australian football en softbal. Het dorp heeft verder een basis- en secundaire school, een bibliotheek, een postkantoor, een hospitaal, een supermarkt, een apotheker, een kapsalon en een anglicaanse en katholieke kerk. Transport Er is een busdienst vanaf de luchthaven van Paraburdoo die ongeveer 70 kilometer van Tom Price ligt. De luchthaven is eigendom van de Rio Tinto Group. Met de wagen is Tom Price bereikbaar via de Nanutarra Munjina Road (State Route 136) die de North West Coastal Highway verbindt met de Great Northern Highway. Vervolgens neemt men de Paraburdoo–Tom Price Road. Klimaat Tom Price kent een warm steppeklimaat, BSh volgens de klimaatclassificatie van Köppen. Er valt gemiddeld 382 mm neerslag per jaar. De gemiddelde temperatuur bedraagt 24,4 °C. Galerij Plaats in West-Australië
Toerisme Tom Price heeft een toeristisch bureau, een hotel, een motel, een caravanpark, een camping en verscheidene restaurants. Het toeristisch seizoen loopt van mei tot oktober. Van oktober tot april is het te warm en is er kans op cyclonen.
1
campingplaats, camperpark, caravanpark
6,092
BusinessAudience
286068
https://nl.wikipedia.org/wiki/Reed%20Business%20Information%20NL
Reed Business Information NL
Reed Business Information NL (van 2001 tot 2007 Reed Business Information en van 1997 tot 2001 Elsevier bedrijfsinformatie) is de Nederlandse tak van RELX Group op het gebied van informatie en analytics. Geschiedenis Reed Business Information is een voortzetting van verscheidene uitgeverijen, waarvan Bonaventura de belangrijkste is. Bonaventura was een dochter van Elsevier's Uitgeversmaatschappij, in 1880 opgericht door Jacobus George Robbers. Robbers noemde het bedrijf naar het Zuid-Nederlandse uitgeversgeslacht Elzevir, dat rond 1587 onder meer werk van Erasmus had uitgegeven. Elsevier begon in Rotterdam maar verhuisde in 1887 naar Amsterdam. Tot 1940 bleef Elsevier een kleine familie-uitgeverij, met niet meer dan 10 werknemers. Na de Tweede Wereldoorlog lanceerde de uitgeverij Elseviers Weekblad, een voortzetting van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, dat van 1890 tot 1940 verscheen, toen het door de Duitsers werd verboden. Elseviers Weekblad was onmiddellijk een succes, waarmee de uitgeverij veel geld verdiende. Dit werd aangewend om de activiteiten sterk uit te breiden. Zo wordt Elsevier's Uitgeversmaatschappij in 1976 voor 100% eigenaar van de Misset-bedrijven, genoemd naar Cornelis Misset die in 1873 een handelsdrukkerij in Doetinchem was begonnen. Al vanaf 1968 maakte Misset deel uit van NV Uitgeversmaatschappij Elsevier te Amsterdam en de International Publishing Corporation te Londen. In 1972 volgt een splitsing tussen drukkerij en uitgeverij. In 1989 maakt de grafische tak van Misset zich los van Elsevier en gaat een samenwerking aan met Henkes Senefelder (ook een oud-Elsevier bedrijf). De nieuwe naam van het bedrijf wordt Senefelder Misset. In 1997 werden de uitgeverijen Misset en Bonaventura, de dochter van Elsevier's Uitgeversmaatschappij, samengevoegd tot Elsevier bedrijfsinformatie. Beide uitgeverijen waren gespecialiseerd in professionele informatieverstrekking, vooral in de vorm van vaktijdschriften. Een jaar later werden de uitgeverijen Delwel en VUGA hieraan toegevoegd. Daarna is de naam veranderd in Reed Business Information. Per 1 januari 2019 is het agrarische portfolio van Reed Business Information door RELX verkocht aan een nieuw opgerichte onderneming genaamd Doorakkeren BV. Het betreft onder andere het weekblad Boerderij, Pluimveehouderij, Groente en Fruit en Trekker. De eigenaren kozen ervoor om de titels uit te brengen onder de naam Misset Uitgeverij. Reed Business Information is kort daarna samengegaan met zusterbedrijf Lexis Nexis Risk Solutions en onder die naam verder gegaan. Bedrijfsprofiel Reed Business Information is een onderdeel van RELX Group. RELX is een wereldwijde aanbieder van informatie en analytics voor professionals en zakelijke klanten en heeft 30.000 medewerkers, met vestigingen in Amerika, Europa, Azië en Australië. RELX Group kent vier divisies, te weten Scientific, Technical & Medical, Risk & Business Analytics, Legal en Exhibitions. Het hoofdkantoor is gevestigd in Londen. Externe link Reed Business Information RELX group Nederlandse uitgeverij
Bedrijfsprofiel Reed Business Information is een onderdeel van RELX Group. RELX is een wereldwijde aanbieder van informatie en analytics voor professionals en zakelijke klanten en heeft 30.000 medewerkers, met vestigingen in Amerika, Europa, Azië en Australië. RELX Group kent vier divisies, te weten Scientific, Technical & Medical, Risk & Business Analytics, Legal en Exhibitions. Het hoofdkantoor is gevestigd in Londen.
1
zakelijke doelgroep, bedrijfskenmerken, bedrijfsprofiel
5,141
AutoRepair
4445656
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrie%20Schrijnemakers
Gerrie Schrijnemakers
Gerrie Schrijnemakers (Heer, 13 augustus 1956) is een voormalig Nederlands voetballer van MVV en Fortuna Sittard. Gerrie Schrijnemakers voetbalt in zijn jeugd voor RKSV Heer uit zijn gelijknamige geboortedorp. In de zomer van 1973 stapt hij over naar MVV waar de linkervleugelverdediger in het seizoen 1974-1975 zijn debuut maakt in de eredivisie. Het seizoen erop (1975-1976) degradeert Schrijnemakers met de Maastrichtenaren naar de eerste divisie, van waaruit hij twee jaar later (1978) via de nacompetitie weer promotie bewerkstelligt. Schrijnemakers slaagt er in al die jaren bij MVV niet in een vaste basisplaats te veroveren. Tijdens het seizoen 1979-1980 stapt hij over naar Fortuna Sittard dat uitkomt in de eerste divisie. Hier verovert Schrijnemakers een vaste plek in het basisteam en in 1982 promoveert hij met Fortuna naar de eredivisie. Fortuna Sittard weet zich prima te handhaven op het hoogste niveau en bereikt in het seizoen 1983-1984 zelfs de finale van de KNVB beker tegen Feyenoord. Schrijnemakers moet de finale echter wegens blessureleed aan zich voorbij laten gaan. Een jaar later speelt Schrijnemakers wel mee met Fortuna in de kwartfinaleduels om de Europacup 2 tegen de latere winnaar Everton. In beide duels heeft Schrijnemakers een basisplaats. In de seizoenen hierna krijgt Schrijnemakers te kampen met hernieuwde blessureproblemen, waarna hij na afloop van het seizoen 1986-1987 een punt zet achter zijn professionele voetballoopbaan. Na zijn actieve voetbalcarrière neemt Schrijnemakers de autogarage van zijn vader over. Zie ook Lijst van spelers van MVV Lijst van spelers van Fortuna Sittard Nederlands voetballer
Na zijn actieve voetbalcarrière neemt Schrijnemakers de autogarage van zijn vader over.
1
autogarage, autoreparatie, voertuigonderhoud
5,067
UserInteraction
823271
https://nl.wikipedia.org/wiki/Medische%20informatiekunde
Medische informatiekunde
Medische informatiekunde (MI) is een interdisciplinair wetenschappelijk vakgebied dat zich bezighoudt met effectief gebruik van biomedische data, informatie en kennis ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, het oplossen van problemen en het nemen van beslissingen, met als doel het bevorderen van de gezondheidszorg. Het vakgebied ontstond uit de noodzaak om vragen omtrent informatieverwerking in de geneeskunde zo aan te pakken dat ze met informatiekundige methoden beantwoord kunnen worden. Studiedomeinen binnen medische informatiekunde Het interdisciplinaire karakter van medische informatiekunde komt tot uiting in het toepassen van theorieën en methoden uit meerdere gerelateerde domeinen, waaronder computerwetenschappen (hard- en software), bio-engineering, epidemiologie en statistiek, biomedische wetenschappen, klinische wetenschappen, managementwetenschappen en cognitieve beslissingswetenschappen. Als gevolg daarvan kent medische informatiekunde een scala aan studiedomeinen. (Bio)medische data Geneeskunde is een kennisintensief veld. Klinische data en observaties van de patiënt, en metadata over deze observaties staan centraal binnen de medische informatiekunde. Aktuele onderzoeksvraagstukken in dit domein hebben betrekking op de beste manier waarop medische data gestructureerd, verzameld en (her)gebruikt kunnen worden. Ook het creëren van mogelijkheden voor het direct zoeken en vinden van actueel medisch bewijs is een belangrijk topic binnen de medische informatiekunde. Het vergaren van medisch relevante informatie wordt onder meer ondersteund door het inrichten van digitale bibliotheken. (Bio)medische besliskunde en probabilistisch klinisch redeneren De aard van klinische data en klinische beslissingen is dat ze vaak onzeker zijn. Symptomen, bijvoorbeeld reacties op behandeling, zijn regelmatig atypisch en niet goed te voorspellen. Daarom is redeneren met onzekerheid en probabilistisch redeneren een belangrijk studiedomein binnen de medische informatiekunde. Cognitieve wetenschap Cognitieve wetenschap wordt door medisch informatiekundigen gebruikt om op een zinvolle manier het ontwerp, de ontwikkeling en de beoordeling van zorginformatiesystemen vorm te geven. Toegepast cognitief onderzoek in de medische informatiekunde richt zich met name op het gebruik van Elektronische Patiënten Dossier-systemen in relatie tot medische fouten en patiëntveiligheid. Dit gebeurt door: het verspreiden van basisonderzoeksbevindingen die kunnen bijdragen aan het ontwerp (bijvoorbeeld aandacht en geheugen, aspecten van zicht) het voorzien in een gestandaardiseerd woordenboek met terminologie over hoe individuen gezondheidsgegevens verwerken en daarover communiceren het presenteren van een analytisch kader voor het identificeren van problemen en het modelleren van bepaalde vormen van gebruikersinteractie het onderzoeken van de relatie tussen informatietechnologie, menselijke factoren en de veiligheid van de patiënt het zorgen voor omvangrijke en relevante arts accounts in het zorgsystem gebaseerd op de werkprocessen het opstellen van een algemene aanpak voor nieuwe ontwerpen en programma’s voor onderzoek in de informatica (bijvoorbeeld interventiestrategieën voor het ondersteunen van laaggeletterde bevolking bij het zoeken naar zorginformatie) Een voorbeeld is het ‘Human Factors’-onderzoek dat zich richt op verschillende dimensies van cognitieve capaciteit, met inbegrip van geheugen, aandacht en werkdruk. Daarnaast is er de ‘Human Computer Interaction’-analyse, gebaseerd op bepaalde cognitieve theorieën. Zo geeft de cognitieve wetenschap inzicht in de beginselen van gebruikersvriendelijkheid en leerbaarheid van een systeem, de bemiddelende rol van technologie in klinische prestaties, het proces van het medisch oordeel en besluitvorming, de opleiding van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en het ontwerp van een veiligere werkplek. Methoden die hiervoor worden gebruikt zijn de ‘Cognitive Walkthrough’, de Cognitieve Taak Analyse en het ‘Think Aloud Protocol’. Architectuur en strategie Het onderling afstemmen van de toe te passen informatietechnologieën en die vervolgens afstemmen met de organisatiedoelstellingen is een domein, dat van belang is voor zowel ziekenhuismanagement als informatiemanagement. Software engineering Een van de praktische toepassingen van de medische informatiekunde is het ontwerpen van software voor de medische praktijk. Deze toepassingen omvatten elektronische patiënten dossiers, patiëntenportalen, richtlijnbrowsers en applicaties voor het uitwisselen van informatie tussen zorgverleners. Standaarden In aanvulling op algemene standaarden in de informatietechnologie heeft de medische informatiekunde behoefte aan standaarden die specifiek zijn voor dat vakgebied. De oudste van deze specifieke standaarden hadden betrekking op het uitwisselen van laboratorium- en radiologiegegevens. Er heeft sindsdien veel ontwikkeling plaatsgevonden op het gebied van terminologiestandaarden, een voorbeeld daarvan is SNOMED CT. Standaarden voor het uitwisselen van gegevens uit het elektronisch patiënten dossier zoals HL7 FHIR zijn anno 2017 nog in ontwikkeling. Computationele taalkunde Computationele taalkunde (computational linguistics), ook wel aangeduid als natuurlijke taalverwerking (natural language processing), is een belangrijk domein dat het mogelijk maakt om de grote hoeveelheid tijd en moeite die het zorgverleners kost om medische gegevens gestructureerd vast te leggen, te reduceren. Natuurlijke taalverwerking kan ook worden toegepast bij het creëren en onderhouden van klinische kennis voor beslissingsondersteuning, zoals in het IBM Watson for Oncology project. Evaluatie van toepassingen Door de complexiteit van medische informatiesystemen en hun positie binnen eveneens complexe socio-technologische systemen is het belangrijk de informatiesystemen gestructureerd te evalueren. Daarmee neemt de kans toe op succesvolle implementaties die uiteindelijk de gezondheidszorg verbeteren. Evaluatie van zorginformatiesystemen geschiedt door empirisch onderzoek van de verzamelde informatie die relevant is voor het nemen van een beslissing omtrent dat informatiesysteem. Voorbeelden zijn evaluaties van behoeften, usability, ontwerp- en structuurvalidatie, en effecten. Toepassingen Medische informatiekunde kent, als functie van de medische vakgebieden waarin zij wordt toegepast, vier deelgebieden. Omdat de wetenschappelijke literatuur over medische informatiekunde voornamelijk in de Engelse taal wordt geschreven, worden ook de Engelse termen voor de deelgebieden vermeld. Bio-informatica (Bioinformatics), bij toepassingen gericht op moleculaire en cellulaire processen. Beeldvormende informatiekunde (Imaging Informatics), als het gaat om weefsels en organen. Klinische informatiekunde (Clinical Informatics), als het individuele patiënten betreft. Volksgezondheidsinformatiekunde (Public Health Informatics), wanneer sprake is van populaties en maatschappelijke vraagstukken. De laatste twee worden in de literatuur vaak aangeduid met de overkoepelende naam Health Informatics. Voor het hele vakgebied wordt naast de naam Medical Informatics ook wel de term Biomedical Informatics gebezigd. Bio-informatica Bio-informatica is het veld dat zich bezighoudt met de representatie en analyse van informatie over biologische systemen zoals eiwitten en genetische data. Een apart begrip is Translationele Bio-informatica waarvan gesproken wordt bij rechtstreekse toepassing van bioinformaticadata, -informatie en -kennis in de patiëntenzorg. Beeldvormende informatiekunde Medische beeldbewerking is het domein dat zich richt op het onderzoeken van inwendige delen in het lichaam. Het medisch specialisme dat medische beeldbewerking toepast, de Radiologie, heeft verscheidene specifieke informatiebehoeften. Enkele belangrijke applicaties op dit gebied zijn het Picture Archiving and Communication System (PACS) dat digitale beelden opslaat, automatische beeldherkenning en computer-aided diagnosis (CAD). Endoscopie vormt wel beelden, maar wordt meestal niet tot het beeldvormend onderzoek gerekend. Klinische informatiekunde Klinische beslissingsondersteunende systemen Klinische beslissingsondersteuning is de technologie die zorgverleners, patiënten en andere individuen kennis en persoonspecifieke informatie verschaft met als doel de gezondheid(szorg) te verbeteren met behulp van geïnformeerde beslissingen. Beslissingsondersteuning is "het geven van de juiste informatie, aan de juiste persoon, in de juiste vorm, via het juiste medium, op het juiste moment in de werkproces, om de gezondheid(szorg) te verbeteren". Beslissingsondersteuning omvat het geven van context-gevoelige verwijzingen naar richtlijnen en bestaand bewijs, herinneringen voor het geven van diagnostisch of behandeladvies, en dashboards die zorgverleners in staat stellen overzicht te houden van informatie. Belangrijke beslissingsondersteunende systemen van het eerste uur zijn het Leeds Abdominal Pain system (1972) voor het diagnosticeren van oorzaken van acute buikpijn; MYCIN (1976) voor het kiezen van de juiste antibiotica en HELP (1970's) waarmee waarschuwingen (alerts) en herinneringen (reminders) geïntegreerd werden in een elektronisch patiëntensysteem. De meeste systemen zijn regelgebaseerd (gebeurtenis-conditie-actieregels), maar er zijn ook systemen die ontologiegebaseerd redeneren, probabilistisch redeneren (zoals Bayesiaans redeneren, decision analysis, of neurale netwerken), datamining, en heuristische of expertsystemen. Elektronisch patiëntendossier Een elektronisch patiëntendossier is een computersysteem waarin patiëntgegevens elektronisch worden opgeslagen. De term EPD verwijst veelal naar het geheel aan software dat zorgt voor de informatievoorziening rondom patiënten. In het EPD kan een zorgverlener alle gegevens van een patiënt, die worden verzameld tijdens het zorgproces, registreren en terugvinden. Omdat de gegevens elektronisch zijn opgeslagen kunnen ook bevoegde collega-zorgverleners er gebruik van maken. Daarnaast kunnen de gestructureerde en gestandaardiseerde gegevens voor secundaire doelen worden gebruikt. Denk hierbij aan analyse van gegevens voor onderzoek en management, beslissingsondersteuning en het automatisch genereren van ontslagbrieven, klinische herinneringen en waarschuwingen. Patiëntgerichte systemen De trend naar meer patiëntgerichte zorg is terug te vinden in het medisch informatiekundig veld. Voorbeelden zijn zowel het ondersteunen van de coördinatie van patiëntgerichte zorg als gedeelde besluitvorming met behulp van informatiesystemen, en systemen bedoeld voor gebruik door patiënten (zie ook Health Informatics en persoonlijke gezondheidsdossiers). Patiëntbewakingssystemen Patiëntbewakingsmonitors observeren continu de fysiologische waarden van patiënten en geven een waarschuwingsalarm wanneer de metingen levensbedreigende waarden aannemen. Deze monitors komen veel voor in medische situaties waarin de fysiologische conditie van een patiënt snel kan veranderen, zoals op intensive care units (ICU's), neonatale intensive care units (NICU's), operatiekamers, spoedeisende hulp afdelingen en kraamkamers. Monitorsystemen worden ook patiëntgericht toegepast, bijvoorbeeld voor thuisgebruik zoals een Holtermonitor of bloed glucosemeter. Deze monitors helpen het medische team bij het detecteren van levensbedreigende veranderingen van de fysiologische status van een patiënt en bij besluitvorming daarover. Telemedicine Telemedicine, ook wel telehealth of e-health genoemd, is het over een afstand uitwisselen van medische informatie met behulp van communicatietechnologieën. Telemedicine kent verschillende toepassingen; voorbeelden zijn teleradiologie, tele-oogheelkunde, tele-GGZ, telecardiologie, telepulmonologie en teledermatologie. Teleconsultatie is een vorm van telemedicine waarbij een specialist om advies gevraagd wordt, bijvoorbeeld om in een live consult via internet, een beeldopname van de huid, een elektrocardiogram, spirogram, echografie of fundusfoto te beoordelen. Telemonitoring is een andere vorm, waarbij een patiënt op afstand gemonitord wordt en hij zijn eigen gezondheidswaarden meet. Elektrische implantaten Een elektrisch implantaat is uitgerust met een processor en kan gecodeerde berichten doorsturen naar een uitwendige uitlezer. Voorbeelden van elektrische implantaten zijn: het cochleair implantaat, bedoeld om de functie van het oor over te nemen als het middenoor beschadigd is de pacemaker, om het hartritme te reguleren de biosensor, om de bloedsuikerspiegel bij suikerziektepatiënten te monitoren de implanteerbare cardioverter-defibrillator, om een hevige elektrische schok aan het hart te geven in het geval van een levensbedreigende hartritmestoornis. Volksgezondheidsinformatiekunde Volksgezondheidsinformatiekunde is het deelgebied dat data, informatie en kennis gebruikt om beslissingen en processen binnen de volksgezondheid te ondersteunen. Deze processen kunnen betrekking hebben op het monitoren van ziekte, infectieziektebestrijding en preventie en screeningsprogramma’s binnen groepen mensen (populaties). Epidemiologie en registraties Een fundamentele wetenschap binnen de public health is de epidemiologie. "Epidemiologie is de weten­schappelijke discipline die het vóórkomen en de verspreiding van ziekten en gezondheidsindicatoren in humane populaties bestudeert, in relatie met de factoren die daarop van invloed zijn. Epidemiologisch onder­zoek draagt daarmee bij aan de ontwikkeling van de volksgezondheid en de klinische gezondheidszorg." Om informatie over deze populaties te verzamelen wordt gebruik gemaakt van registraties. Een registratie wordt gedefinieerd als: "Het systematisch vastleggen van een of meerdere kenmerken (bijvoorbeeld risicofactoren of ziekte) in een populatie door ondervraging of onderzoek bij een (steekproef uit een) omschreven populatie". De registraties binnen de gezondheidszorg worden vaak geïnitieerd door beroepsverenigingen, maar ook de overheid beheert enkele gezondheidsregisters. Voorbeelden van dergelijke registraties in België en Nederland zijn: bevolkingsregisters, kankerregistraties, en vaccinatie- /immunisatieregisters. Deze registraties worden veelal gekoppeld aan sociodemografische gegevens. Anonieme, geaggregeerde data zijn vaak opvraagbaar of openbaar beschikbaar in jaarrapporten. Health Informatics en persoonlijke gezondheidsdossiers Patiënten spelen in toenemende mate een actieve rol als het gaat om hun gezondheid. Daarom worden systemen die bedoeld zijn om door patiënten zelf te worden gebruikt steeds belangrijker. Verschijningsvormen van dergelijke systemen zijn beslishulpen, netwerken voor online communicatie met andere patiënten, software voor zelfmanagement bij specifieke aandoeningen, software en apparaten voor het monitoren en onderhouden van de gezondheidstoestand, en patiëntportalen die de patiënt toegang geven tot zijn eigen medische gegevens of communicatie met zorgverleners mogelijk maken. Toepassingen in onderwijs Medische informatiekunde vindt ook veelvuldig toepassing in het onderwijs. De applicaties worden dan specifiek ontwikkeld voor educatie van medische onderwerpen zoals in het Visible Human Project. Zulke toepassingen bevatten bijvoorbeeld beelden voor het leren van anatomie, fysiologie en radiologie, en voor het uitvoeren van simulaties. Geneeskundig specialisme Informatie Interdiscipline Medische informatica
Cognitieve wetenschap wordt door medisch informatiekundigen gebruikt om op een zinvolle manier het ontwerp, de ontwikkeling en de beoordeling van zorginformatiesystemen vorm te geven. Toegepast cognitief onderzoek in de medische informatiekunde richt zich met name op het gebruik van Elektronische Patiënten Dossier-systemen in relatie tot medische fouten en patiëntveiligheid. Dit gebeurt door: het verspreiden van basisonderzoeksbevindingen die kunnen bijdragen aan het ontwerp (bijvoorbeeld aandacht en geheugen, aspecten van zicht) het voorzien in een gestandaardiseerd woordenboek met terminologie over hoe individuen gezondheidsgegevens verwerken en daarover communiceren het presenteren van een analytisch kader voor het identificeren van problemen en het modelleren van bepaalde vormen van gebruikersinteractie het onderzoeken van de relatie tussen informatietechnologie, menselijke factoren en de veiligheid van de patiënt het zorgen voor omvangrijke en relevante arts accounts in het zorgsystem gebaseerd op de werkprocessen het opstellen van een algemene aanpak voor nieuwe ontwerpen en programma’s voor onderzoek in de informatica (bijvoorbeeld interventiestrategieën voor het ondersteunen van laaggeletterde bevolking bij het zoeken naar zorginformatie) Een voorbeeld is het ‘Human Factors’-onderzoek dat zich richt op verschillende dimensies van cognitieve capaciteit, met inbegrip van geheugen, aandacht en werkdruk. Daarnaast is er de ‘Human Computer Interaction’-analyse, gebaseerd op bepaalde cognitieve theorieën. Zo geeft de cognitieve wetenschap inzicht in de beginselen van gebruikersvriendelijkheid en leerbaarheid van een systeem, de bemiddelende rol van technologie in klinische prestaties, het proces van het medisch oordeel en besluitvorming, de opleiding van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en het ontwerp van een veiligere werkplek. Methoden die hiervoor worden gebruikt zijn de ‘Cognitive Walkthrough’, de Cognitieve Taak Analyse en het ‘Think Aloud Protocol’.
1
gebruikersinteractie, pagina-interactie, evenement-interactie
7,723
GenderType
272861
https://nl.wikipedia.org/wiki/Genderidentiteit
Genderidentiteit
Genderidentiteit (of psychologisch geslacht) is het gender waartoe iemand zichzelf rekent. Gender verwijst naar de eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die een maatschappij voor elk geslacht heeft bepaald. Op de meeste plaatsen is er een genderdichotomie: een tweedeling tussen mannelijk en vrouwelijk, zowel voor geslacht als genderidentiteit en genderexpressie. In sommige samenlevingen bestaat er een derde geslacht of zijn de categorieën losser. In maatschappijen met een genderdichotomie is genderidentiteit de mate waarin iemand zich man, vrouw, beide of geen van beide voelt. Voor de meeste mensen komt hun gender en genderidentiteit overeen met hun biologisch geslacht; dit wordt ook wel cisgender genoemd. Het is echter mogelijk dat iemand die geboren is met mannelijke geslachtsorganen zich toch vrouw voelt; dan kan er sprake zijn van genderdysforie of genderincongruentie. Dit is niet hetzelfde als gendernon-conformiteit, wat inhoudt dat iemand zich niet volgens de genderrol gedraagt die verwacht wordt door de maatschappij. Het is mogelijk voor transgender personen om met hormonen en/of een of meer geslachtsaanpassende operaties hun lichaam af te stemmen op hun genderidentiteit. Dit staat ook wel bekend als transseksualiteit, maar deze term wordt soms als gedateerd beschouwd. Niet elk transpersoon heeft de behoefte aan een medische transitie. Ook is het mogelijk dat iemand zich niet man of vrouw voelt, maar een genderidentiteit die daarbuiten valt. Dit wordt non-binair of genderdivers genoemd. Betekenis Gender staat voor de gedrags- en identiteitsaspecten van sekse, ter onderscheiding van lichamelijke en biologische aspecten. Het begrip gender wordt gebruikt in veel verschillende contexten en het is een politiek beladen begrip, waardoor de betekenis onstabiel is. Maar in de meest algemene definitie refereert gender aan de sociaalculturele aspecten van het man- of vrouw-zijn. Gender staat zo tegenover sekse, dat betrekking heeft op de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. Veelal wordt aangenomen dat Robert Stoller als eerste dat onderscheid tussen gender en sekse maakte, in zijn boek (1968) Sex and Gender: On the Development of Masculinity and Femininity. Gender en feminisme Binnen het feminisme neemt het onderscheid tussen sekse en gender een bijzondere plaats in. De feministische schrijfster die het onderscheid tussen sekse en gender heeft geïntroduceerd in het feministische denken was Ann Oakley, zij schreef de invloedrijke tekst Sex, Gender and Society in 1972. Oakley was de eerste die het concept van gender in verband bracht met een theorie over de ongelijkheid en de onderdrukking van vrouwen. Met hun onderscheid tussen sekse en gender vielen feministen een wereldwijd geaccepteerde theorie aan die stelt dat verschillen tussen mannen en vrouwen ‘natuurlijk’ zijn, dat ze komen door genitale en genetische verschillen en dus onmogelijk te veranderen zijn. Deze theorie over man/vrouwrollen (ontwikkeld door Parsons en Bales (1956)) was, voordat de tweede feministische golf opkwam, het dominante sociologische perspectief in studies naar de relaties tussen mannen en vrouwen. Parsons en Bales opperen dat er in een gezin in een kapitalistisch geïndustrialiseerde samenleving behoefte was aan rolspecialisatie; verschillende sociale functies vereisen verschillende persoonlijke karaktertrekken. De instrumentele rollen waren weggelegd voor mannen in de keiharde wereld van de economische competitie. Daarvoor moesten mannen agressief, meedogenloos en intellectueel zijn. Vrouwen hadden expressieve rollen, waarin ze moesten verzorgen. De rollen waren onderling niet uitwisselbaar. Deze theorie werd onderbouwd door de biologische kijk op de voortplantingsfunctie van vrouwen en hun hormonen, die van hen ‘natuurlijke’ zorgdragers maken. Sociobiologen stelden dat hun rol als ‘jagers’, hun mannelijke fysiek en hun hormonen mannen ‘van nature’ agressief en competitief maken. Deze theorie vormde de rechtvaardiging voor het type gezin dat in de jaren vijftig overheersend was in de Verenigde Staten, het traditionele broodwinner/huisvrouw-gezin. In het modernisme richtte het feminisme zich zoals gezegd vooral op de ongelijkheid tussen man en vrouw. ‘Verlichting’ was het centrale begrip voor de feministen in de moderne tijd. In het postmodernisme vond er een verschuiving plaats in de feministische analyse van gender. Steeds meer richtten feministen een kritische blik op hun eigen aannames, in plaats van op de genderongelijkheden in de wereld. Feministen werden meer zelfkritisch en reflecteerden op hun eigen procedures. In 1990 schreef Amerikaans filosofe en feministe Judith Butler het boek Gender Trouble. Hierin betoogt ze dat gender en identiteit niet vastliggen in het brein, maar als het ware worden 'geacteerd', wat gender performativity heet. Ons gender ligt volgens haar niet vast bij de geboorte; mensen krijgen van buitenaf (opvoeding, educatie, media) gewoontes aangereikt die als normaal worden beschouwd en bij hun gender zouden passen. Zij wennen zich deze gewoontes aan, en omdat zij ze blijven herhalen bevestigen ze telkens opnieuw dat ze bij een bepaald gender horen. Dus niet 'ik draag make-up omdat ik vrouw ben' maar 'ik ben vrouw omdat ik make-up draag'. Mannen- en vrouwenrollen Het gebruik van het begrip gender betekent een relativering van de verbinding tussen de biologische status (sekse) en identiteit (zelf-gevoel en uiting daarvan). De invulling van mannen- en vrouwenrollen is in allerlei culturen verschillend. De studies van Margaret Mead (1901-1978) hebben veel bijgedragen aan het inzicht hierin. In de loop van de geschiedenis hebben mannen- en vrouwenrollen een ontwikkeling doorgemaakt. Gender wordt ook gebruikt als sociologische term om seksegebonden maatschappelijke verschillen mee te kunnen analyseren. Studie en instituties Veel vrouweninstituten veranderden in de jaren negentig en begin van deze eeuw hun identiteit van vrouwenemancipatie-instituut naar genderinstituut of genderstudies. Voorbeelden van deze verandering zijn het Tijdschrift voor genderstudies en het Clara Wichmann Instituut; hoewel dit laatste instituut later in naam een instituut voor 'genderproblematiek' was, bleef het zich volgens de statuten tot de opheffing in 2004 exclusief bezighouden met de belangen van vrouwen. Sommige activiteiten van het instituut zijn na de opheffing overgenomen door de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann, later hernoemd naar Bureau Clara Wichmann. Dit bureau heeft in 2020 de statuten aangepast en houdt zich nu expliciet bezig met de belangen van vrouwen, transgender personen en non-binaire personen. Andere organisaties op dit gebied zijn de Vereniging voor Vrouwengeschiedenis (VVG) en het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE). Als tijdschriften kunnen genoemd worden DinaMiek, dat van 1984 t/m 1999 verscheen, en Historica, tijdschrift voor gendergeschiedenis, dat sinds 1978 uitkomt. Zie ook Gendergelijkheid Jogjakarta-beginselen Literatuur Bradley, H. (2007) Gender. Cambridge, Malden: Polity Press. Butler, Judith. (1990) Gender Trouble. Routledge: UK. Mac an Ghaill, M., Haywood, C. (2007) Gender, Culture and Society. Contemporary Femininities and Masculinities. New York: Palgrave Macmillan. Swaab, Dick. (2010) Wij zijn ons brein. Amsterdam: Atlas Contact. Gender Identiteit
Genderidentiteit (of psychologisch geslacht) is het gender waartoe iemand zichzelf rekent. Gender verwijst naar de eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die een maatschappij voor elk geslacht heeft bepaald. Op de meeste plaatsen is er een genderdichotomie: een tweedeling tussen mannelijk en vrouwelijk, zowel voor geslacht als genderidentiteit en genderexpressie. In sommige samenlevingen bestaat er een derde geslacht of zijn de categorieën losser.
1
rolpatronen, identiteitstypes, sociale categorieën
3,863
RoofingContractor
32822
https://nl.wikipedia.org/wiki/Grimbergen
Grimbergen
Grimbergen is een plaats en gemeente in de provincie Vlaams-Brabant in België. De gemeente, die de benaming "Parel van Brabant" deelt met de Nederlandse dorpen Oisterwijk en Heeze, telt ruim 39.000 inwoners. De gemeente wordt gerekend tot de streek Brabantse Kouters. Sint-Servaas is de patroonheilige van Grimbergen. Geschiedenis Romeinse Rijk In de tijd van de Romeinen lagen verschillende belangrijke wegen nabij het grondgebied van het huidige Grimbergen. In de 8e eeuw werd er een fort gebouwd op het strategische punt waar de weg de rivier de Zenne kruiste. De toenmalige landheer vestigde al snel zijn macht over een omvangrijk grondgebied in deze regio, dat zich uitstrekte tot de rivieren de Schelde, de Rupel en de Dender. Vroege middeleeuwen In de 12e eeuw heette de nederzetting Grentberghis, dat afstamt van het Oudnederlandse Grientbergen, wat "bergen van grof zand" betekende. Augustijner monniken hadden al een eeuw eerder geprobeerd om zich hier te vestigen onder het bewind van Godfried III van Neder-Lotharingen, maar het is pas in de vroege 12e eeuw dat hun nederzetting begon te bloeien. Op vraag van de Berthouts, heren van Mechelen en Grimbergen, bouwden de premonstratenzer monniken onder leiding van Norbert van Gennep hier hun abdij in 1128, en stichten ze ook een brouwerij. Daarnaast was Grimbergen het feodale stamgebied van de Berthouts. Het Land van Grimbergen was het oostelijk gebied van het landgraafschap Brabant en reikte tot de Schelde en de Rupel. Op vraag van de Berthouts werd rond 1126 de Abdij van Grimbergen gesticht. Hun ontvoogdingspolitiek ten opzichte van de dan nog zeer jonge graaf Godfried III van Leuven gaf de graven van Leuven echter aanleiding tot gewelddadige conflicten. In de Grimbergse Oorlogen (begonnen in 1139) en de Slag bij Ransbeek (1142) moesten de Berthouts uiteindelijk het onderspit delven. Nadat hun kasteel vernietigd werd door de hertog van Brabant en ze eerst een tijd moeten vluchten naar Ninove, onderwerpen de Berthouts zich uiteindelijk in 1159 aan hertog Godfried III van Leuven. Later worden ze trouwe vazallen van de hertogen van Brabant. Het wapenschild van Grimbergen dateert uit deze periode. Het landrecht van Grimbergen werd op schrift gesteld in 1275. Late middeleeuwen In het begin van de 14e eeuw, werd de helft van het grondgebied deel van het landgoed van het Huis van Nassau. Het is ook in deze periode dat de vroegste onderdelen van het Prinsenkasteel werden gebouwd. 16e eeuw Nadat ze de helft van het Grimbergs' grondgebied verworven had van haar echtgenoot, Willem IV van Oranje-Nassau, diende kroonprinses en prinses van Oranje Anna in 1752 deze landerijen af te staan aan Filips Frans van Glymes, die al de andere helft bezat. Deze edelman stond hoog aangeschreven bij het Spaanse hof in de tijd van de Spaanse Nederlanden. Zijn graf is nog steeds te bezoeken in de huidige Abdijkerk. Hierdoor werd het oorspronkelijke grondgebied verenigd in één prinsdom, al was het evenwel van korte duur. 17e eeuw Na de godsdienstoorlogen brak er met het doordachte beleid van Albrecht en Isabella (1598 - 1621) een rustige en voorspoedige periode aan in de Zuidelijke Nederlanden. Dit liet de Norbertijnengemeenschap en abt-bouwer Fernandez de Velasco toe een nieuwe kerk te bouwen in triomfantelijke en feestelijke barokstijl die tevens getuigt van de geest van het Concilie van Trente (1545-1563). In 1700 waren de werken dermate gevorderd dat de kerk kon worden ingewijd. 18e eeuw Aan het feodaal stelsel en de macht van de adel kwam een abrupt einde in 1794 nadat de effecten van de Franse Revolutie ook in de rest van het Franse rijk voelbaar werden. De gronden van de kanunniken werden geconfisqueerd in 1798 en de geestelijken verjaagd. In 1816 werd het klooster tot op de grond afgebroken. Alleen de pastorij, de boerderij en de oude ingangspoort bleven gespaard. Omdat de abdijkerk tevens dienstdeed als parochiekerk, bleef deze ook overeind. De abdij werd pas na de Belgische Revolutie van 1830 deels hersteld. 19e eeuw Grimbergen was tot in de tweede helft van de negentiende eeuw een echt landbouwdorp, maar daar kwam stilaan verandering in. Een eerste aanzet was de aanleg van de provincieweg rond 1830 tussen Vilvoorde en Aalst, die de eerste industriële bedrijven aantrok. Het traject liep door het abdijgoed. Er kwamen ook nieuwe bedrijven langs het kanaal Brussel-Willebroek. In 1887 kwam er een stoomtramverbinding tussen Grimbergen en Brussel. 20e eeuw In 1939 werd op vraag van kolonel Coppens een militair vliegveld aangelegd, dat door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog werd uitgebreid. Bij de vlucht van de Duitse bezetters in 1944 staken ze het Prinsenkasteel in brand. Vlak na de bevrijding van Grimbergen op 3 september 1944, kwamen er Britse, Nieuw-Zeelandse, Noorse en Poolse eenheden op het vliegveld. Zij ondersteunden de Slag om Arnhem (17-25 september 1944). In de jaren 1960 veranderde Grimbergen van een landbouwdorp in een residentiële gemeente. Bij de gemeentefusies van 1977 werd Grimbergen met de verstedelijkte gemeente Strombeek-Bever en de landelijke dorpen Beigem en Humbeek samengevoegd. Geografie Kernen De fusiegemeente telt naast Grimbergen zelf nog drie deelgemeenten, namelijk Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever. Daarnaast liggen er in de gemeente nog gehuchten en woonwijken zoals Bever, Borgt, Lint, Molenveld en Verbrande Brug. Deelgemeenten Hydrografie De Maalbeek is de belangrijkste beek in Grimbergen. Bezienswaardigheden In Grimbergen zijn zes dorpsgezichten en achtentwintig monumenten beschermd. Deelgemeente Beigem heeft echter geen enkel beschermd erfgoed. Veruit de belangrijkste bezienswaardigheid is de Sint-Servaasbasiliek of Abdijkerk van Grimbergen (1660–1725). Deze kerk, die naast parochiekerk tevens abdijkerk van het Norbertijnerklooster is, staat bekend als een van de mooiste voorbeelden van barokarchitectuur en barokdecoratie in België. Daarnaast zijn er nog een aantal belangwekkende bezienswaardigheden: de huizen rond het kerkplein (18e eeuw, heringericht in 1990): De Helm (hoek met Lagesteenweg), De Roos of In de Groenpoort (nr 5), De Kroon (nr. 6), De Stadskam (nr. 7), De Bot, De Zwaan en De Sleutel (hoek met de Hogesteenweg) kastelen met hun kasteelparken het Prinsenkasteel in het Prinsenbos met het Guldendal het kasteel d'Overschie (1904) met zijn kasteeldomein in de wijk Rijkenhoek het Lintkasteel, overblijfsel van een waterkasteel uit de 16e-17e eeuw het kasteel en de hoeve Groeneveld van ca. 1750 met het Kattemeuterbos restant van het domein van Borcht kapellen de Dreefkapel (1734, gedeeltelijk vernieuwd in 1934 door barones Joanna van Merode) de Polderkapel (1847) de Veldkantkapel (1872 of 1878) hoeven de Charleroihoeve (17e–18e eeuw) het Hof ter Biest, een gerekte hoeve met trapgevels uit de 17e eeuw hoeve den Diepen Boomgaard (voormalige vindplaats van zandsteen) Poddegemhoeve (een middeleeuws versterkte hofstee, met voormalige woontoren) Spiegelhof en Hof te(r) Weerde in de Weerdestraat d'Yveshoeve (gesloten 18e-eeuwse hoeve, thans feestzalencomplex) Sint-Niklaashoeve (18e eeuw) Potaardehoeve de Maalbeekvallei met vijf watermolens: de Sprietmolen, de 's Gravenmolen, de Liermolen, de Tommenmolen en de Oyenbrugmolen musea het Museum voor de Oudere Technieken (MOT) de Volkssterrenwacht Mira (sinds 1967) het abdijbiermuseum het vliegveld Grimbergen met twee betonnen vliegtuigloodsen uit 1947-1948 ontworpen door Alfred Hardy en een kalibreerschijf voor vliegtuigkompassen uit de Tweede Wereldoorlog de Senecaheuvel (de motte van Grimbergen) standbeelden Gedenksteen voor Dr. Frans Hemerijckx (1902-1969) Buste van Karel van de Woestijne, een werk van Wilfried Pas (in de Roostbaan, op de grens met Meise) Natuur en landschap Grimbergen ligt aan de Maalbeek en aan de Willebroekse Vaart. In het zuiden loopt de Tangebeek en daar tussenin bevindt zich een heuvelrug met het hoogste punt op 67 meter. Natuurgebieden het Beverbos (in Strombeek-Bever) het Domein van Borcht of Domein Ter Tommen het 's Gravenbos (in Humbeek) Hoge Holbroek het Kattemeuterbos Kattenbergen, een complex van holle wegen Kloosterpoort het Lintbos de Maalbeekvallei het Nekkerbos het Poddegembos het Populierendalbos dat aansluit aan het Tangebeekbos dat net ten zuiden van Grimbergen grotendeels op Vilvoords grondgebied gelegen is het Prinsenbos. Koesterburen De koesterburen van Grimbergen zijn de IJsvogel, de Matkop, de Veldleeuwerik, de Bosorchis, de Ringmus en de Gekraagde roodstaart. Demografische ontwikkeling Demografische evolutie deelgemeente voor de fusie Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1970=volkstellingen Demografische evolutie van de fusiegemeente Alle historische gegevens hebben betrekking op de huidige gemeente, inclusief deelgemeenten, zoals ontstaan na de fusie van 1 januari 1977. Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1981=volkstellingen; 1990 en later= inwonertal op 1 januari Cultuur Streekproducten Grimbergen staat bekend voor zijn abdijbier Grimbergen, dat door de firma Alken-Maes (sinds 2008 onderdeel van de Nederlandse brouwerij Heineken) gebrouwen wordt, maar waarvan het merk toegewezen werd aan de Deense brouwerij Carlsberg. Sinds 1997 is er in de abdij een abdijbiermuseum gevestigd. In 2019 werd, op initiatief van witheer Karel Stautemas, een microbrouwerij gebouwd op de plaats waar voor de Franse Revolutie bier gebrouwen werd. In 2021 verscheen het boek De vierde feniks en het interactief belevingscentrum van de microbrouwerij van Grimbergen opende in de zomer van 2022. Evenementen Sint-Servaasommegang en kermis: 13 mei (feestdag van Sint-Servaas) of de zondag erna (ontstaan in 1280) Jaarmarkt en kermis: eerste zondag van september Pater Feyen-dag: in september (sinds 1994) Kerststal in de abdijkerk, samen met een kerstmarkt: 25 december-2 januari Economie Grimbergen telt zeven bedrijvenzones. Caterpillar heeft sinds 1965 haar logistiek centrum voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika in Grimbergen gevestigd. Er werken 800 mensen. In bedrijvenzone 3 in Treft (Strombeek-Bever) heeft Procter & Gamble een belangrijk innovatiecentrum met meer dan 1100 werknemers. In Humbeek in bedrijvenzone 4 is de hoofdzetel gevestigd van de elektroketen Krëfel, die met 74 vestigingen in België marktleider is met een omzet (2010) van 375 miljoen euro. In 2010, toen een nieuw logistiek centrum geopend werd, werkten er op de site van Humbeek 378 mensen. Op de oostelijke oever van het Zeekanaal Brussel-Schelde in bedrijvenzone 5 produceert Weber Belgium (onderdeel van Saint-Gobain) mortels voor de bouw. Op de grens tussen Grimbergen en Vilvoorde, ten zuiden van de Darse baat Tessenderlo Group een fabriek uit voor de produktie van osseïne en gelatine (PB Leiner), waarvan de geschiedenis terug gaat tot 1890. Op de westelijke oever (bedrijvenzone 6) baat de bvba Desmedt Mark sinds 1989 een breekwerf uit, waar sloop- en bouwafval wordt gebroken en gezeefd. All Belgian Recycling (ABR) van de familie De Meuter heeft er een vestiging voor het sorteren en verwerken van bouwafval. Viabuild van de familie Verhaeren heeft er een asfaltcentrale. Vlak daarnaast baat BV Asphalt nv ook een asfaltcentrale uit. Suez baat er verschillende installaties uit voor het verwerken van allerlei soorten industrieel en huishoudelijk afval: Suez RR IWS Remediation (SITA remediation) slaat gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen op en verwerkt die. Zij exploiteren ook een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Suez Treatment & Recycling (Valomac, onderdeel van Suez) verwerkt bodemassen met een capaciteit van 220 kt/jaar. Suez PCB Decontamination ontmantelen PCB transformatoren en elektrische apparaten en behandelen de afvalstoffen. In het noordelijkste deel van bedrijvenzone 6 baat Indaver een site uit voor het composteren van groenafval (50 kt/jaar capaciteit) en voor overslagcapaciteti voor huishoudelijk restafval, huishoudelijk grof vuil en GFT. In bedrijvenzone 7 langs de Maalbeek bevinden zich de bedrijven Meuleman Bouwmaterialen en Constant Dakwerken. Sport Basketbalclub: BC Grimbergen Batmintonclub: Volano Schaakclub: Jeugdschaak België Tennisclubs: GTC Ter Wilgen, Koninklijke Tennisclub Strombeek-Bever De Singel Veldhockeyclub, Merode Hockey Grimbergen (sinds 2015), aan de Populierendallaan Voetbalploegen: KSC Grimbergen, Fenixx BeigHum, FC Strombeek 1932 en Veldkanteva's Volleybalclub: Grivok Watersportclub: Societé Royale Réunion Nautique de Vilvorde Zaalvoetbalclub: ZVV Groot-Grimbergen Zwemclub: SCSG (Swimming Club Strombeek Grimbergen) Mobiliteit Wegennet Verschillende gewestwegen doen de gemeente aan. Dit zijn: De N202, die de gemeente met Brussel en afrit 7 van de R0 verbindt. De N209, tussen afrit 6 van de R0 en Brussel. De N211, de weg tussen Melsbroek (Steenokkerzeel) en Opwijk. Deze werd in 1834 aangelegd, dwars door de abdijgoederen. De N211a, tussen de Veldkantstraat en de Westvaardijk. De N260, de Westvaardijk langs het Kanaal van Brussel naar de Rupel. De N276, parallelweg A12. De N277, parallelweg A12. Wandel- en fietsroutes Er zijn drie bewegwijzerde wandelpaden die de gemeente doorkruisen: de Prinsenwandeling (1,5 km), de Maalbeekwandeling (3 km) en de Humbeekwandeling (6,5 km). Verder is er nog de Kapellekesroute in Humbeek. Tevens lopen de GR12 (Amsterdam-Parijs) en de GR128 (Vlaanderenroute) door Grimbergen. De Vierdorpenroute is een fietsroute van 38,6 km lang, die de vier deelgemeenten (Grimbergen, Beigem, Humbeek en Strombeek-Bever) aandoet. Ook de Kanaalroute, de Fietslus Land van Grimbergen en het Hondefretterspad doorkruisen Grimbergen. Vliegveld Vliegveld Grimbergen Politiek Lijst van burgemeesters Schepencollege Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 werd Grimbergen bestuurd door een coalitie van CD&V en VLD, eerst onder leiding van Henri Maes, die in 2003 werd opgevolgd door Eddy Willems en in 2010 door Marleen Mertens. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 werd Grimbergen bestuurd door en coalitie van CD&V, Open Vld en Groen. Marleen Mertens bleef burgemeester ondanks het zware verlies van haar partij en haar laag aantal voorkeurstemmen. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 werd Grimbergen bestuurd door een coalitie van Vernieuwing, Open Vld en N-VA. Chris Selleslagh (Open Vld) werd burgemeester, ondanks het feit dat hij 2,9 maal minder voorkeurstemmen behaalde dan Bart Laeremans (Vernieuwing) en zijn partij twee zetels minder behaalde dan Vernieuwing. Via een constructieve motie van wantrouwen werd Laeremans in juni 2022 uiteindelijk wel burgemeester. In mei 2022 ontstond er immers onoverbrugbaar wantrouwen tussen de coalitiepartners, nadat Open Vld zonder voorafgaand overleg met Vernieuwing een poging had ondernomen om een wisselmeerderheid te vormen zonder de N-VA. Coalitiepartijen Vernieuwing en N-VA wisselden daarop Open Vld in voor CD&V. Ook onenigheid over de plannen voor een nieuwe ondergrondse parking (het Jumbo-project) en de plannen tot afbraak van de jongensschool naast het gemeentehuis, speelden een rol bij deze 'paleisrevolutie'. Gemeenteraad De gemeenteraad bestaat vanaf 2013 uit 33 leden (daarvoor uit 31 leden): 2001–2006: 12 CVP, 7 VLD, 4 Vlaams Blok, 4 UF, 3 Groen!, 1 sp.a. 2007–2012: 10 CD&V/N-VA, 7 Vlaams Belang, 6 VLD, 4 GROENPRO (= Groen/sp.a), 4 UF. 2013–2018: 8 CD&V, 6 VLD, 6 Vernieuwing, 5 N-VA, 3 UF, 3 Groen, 2 sp.a. 2019-2024: 8 Vernieuwing, 6 CD&V, 6 Groen, 6 Open Vld, 4 N-VA, 2 sp.a., 1 UF Resultaten gemeenteraadsverkiezingen sinds 1976 Bronnen: 1976-2000: Verkiezingsdatabase Binnenlandse Zaken // 2006-2012: https://www.nieuwsblad.be/regio/gemeente/1850_Grimbergen/index.aspx?categorie=456 De zetels van de gevormde meerderheden staan vetjes afgedrukt. De grootste partij staat in kleur. Zowel bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 als 2012 behaalde Bart Laeremans het grootste aantal voorkeurstemmen, ver boven de tweede scores van de uittredende burgemeesters (respectievelijk Eddy Willems en Marleen Mertens). Ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 leed de CD&V in 2012 een groot verlies aan stemmen (−36 %). De partij blijft wel nog de grootste partij in Grimbergen. In 2018 verloor ze die plaats en werd de derde grootste partij na Vernieuwing en Open VLD. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 waren maar liefst 4 lijsttrekkers kandidaat burgemeester: Bart Laeremans (Vernieuwing), Chris Selleslagh (Open Vld), Patrick Vertongen (CD&V) en Philip Roosen (Nieuw-Vlaamse Alliantie|N-VA). Zij kregen respectievelijk 3498, 1208, 1147 en 1023 voorkeurstemmen. Vernieuwing werd de grootste partij (+29 % ten opzichte van 2012). Ook Groen boekte fors winst (+52 % ten opzichte van 2012). CD&V verloor stemmen (−18 % ten opzichte van 2012) en leed daarmee haar vijfde verkiezingsnederlaag op rij sinds 1988. Onderwijs Grimbergen telt vier katholieke basisscholen: Het Prinsenhof in Grimbergen, De Ankering in Verbrande Brug, de Sint-Jozefsschool in Strombeek en De Cirkel in Humbeek en vijf overheidsscholen: De gemeentelijke scholen van Strombeek-Bever ('t Villegastje), Beigem ('t Mierken), Borgt (De Negensprong) en Humbeek (Mozaïek) Het Koninklijk Atheneum (secundair onderwijs) en de Regenboog gemeenschapsonderwijs) Bekende inwoners Daniël Bellemans (1640-1674), kanunnik en dichter Jan-Baptist Sophie (1692-1775), abt Daniel Jules Delestré (1881-1967), kanunnik en geschiedschrijver Gaston Geleyn (1892-1949), kunstschilder Frans Hemerijckx (1902-1969), arts Godfried Pieraerts (1908-1984), kanunnik en amateur-astronoom Jan Feyen (1920-1993), kanunnik, organist en beiaardier Senne Rouffaer (1925-2006), acteur Kamiel D'Hooghe (1929-2021), organist Vic Nees (1936-2013), componist Galerij Zustergemeente Saalfelden (Oostenrijk) Nabijgelegen kernen Meise, Beigem, Borgt, Strombeek-Bever Externe links www.grimbergen.be, website van de gemeente Inventaris Onroerend Erfgoed Plaats in Vlaams-Brabant Onroerend erfgoed in Grimbergen Beschermd dorpsgezicht in Vlaanderen
In bedrijvenzone 7 langs de Maalbeek bevinden zich de bedrijven Meuleman Bouwmaterialen en Constant Dakwerken.
1
dakdekker, dakwerken, dakrenovatie
5,250
DeliveryEvent
77725
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tafeltje-dek-je
Tafeltje-dek-je
Tafeltje-dek-je is een dienst waarbij mensen (bejaarden, gehandicapten of chronisch zieken) een maaltijd thuis bezorgd krijgen, ook wel extramurale maaltijdvoorziening genoemd. Deze maaltijd wordt warm geleverd, of koud zodat deze in de magnetron kan worden opgewarmd. De naam is afgeleid van het sprookje Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak van Grimm. Indien er sprake is van een koude maaltijd, onderscheiden we een aantal conserveringstechnieken: Een vriesverse maaltijd; de maaltijd wordt geconserveerd middels invriezen direct na bereiding (shockfreezing, de maaltijd wordt geforceerd ingevroren tot ca. -40 graden Celsius, daarna wordt de maaltijd opgeslagen tot -20 graden Celsius). Door deze techniek worden alle essentiële voedingswaarden zoals mineralen en vitaminen behouden, en is de maaltijd langdurig houdbaar in de vriezer (ca. twaalf maanden). Een koelverse maaltijd; de maaltijd wordt bereid, gepasteuriseerd of er wordt een andere conserveringsmethode toegepast en vervolgens teruggekoeld naar ca. 4 graden Celsius. De maaltijd is beperkt houdbaar in de koelkast (maximaal twaalf dagen) Een dagverse maaltijd; de maaltijd wordt bereid en zonder conserveringsmethode teruggekoeld tot 4 graden Celsius. De maaltijd dient op dezelfde dag te worden geconsumeerd. Indien er sprake is van een warme maaltijd is het van essentieel belang dat op het moment van bezorging de maaltijd de juiste temperatuur heeft. De richtlijnen hiervan liggen vast in de HACCP-regelgeving. In Duitsland wordt het begrip tafeltje-dek-je 'Essen auf Rädern' (eten op wielen) genoemd en in bijvoorbeeld Engeland 'Meals on Wheels'. Tafeltje-dek-je wordt veelal als dienst aangeboden door thuiszorgorganisaties, verzorgingshuizen en welzijnsorganisaties zoals Stichting Welzijn Ouderen, al dan niet uitgevoerd door een maaltijdenproducent/leverancier. Zorg in Nederland Voeding Uitdrukking in het Nederlands
Indien er sprake is van een warme maaltijd is het van essentieel belang dat op het moment van bezorging de maaltijd de juiste temperatuur heeft. De richtlijnen hiervan liggen vast in de HACCP-regelgeving.
1
bezorging, leveringsmethode, afleveringscode
8,520
Pharmacy
4347372
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20Sweert
Het Sweert
Het Sweert is een hoekhuis, gelegen aan Grote Markt 3 te Hasselt, op de hoek van de Kapelstraat. Dit is een van de meest bekende huizen van Hasselt, omdat het een zeer rijk vakwerkhuis is in Maaslandse stijl. Het is vernoemd naar een uithangbord, dat een zwaard toont in een gehandschoende vuist. Dit was het symbool van de apothekers. Het huis werd al vermeld in 1462, maar de huidige aanblik is hoofdzakelijk in 1659 tot stand gekomen, toen het huis ingrijpend werd verbouwd. Oorspronkelijk was het een herberg, maar in 1713 werd het een apotheek, en dat is het sindsdien gebleven. In 1923 werd de benedenverdieping gewijzigd. Van 1989-1991 werd het pand, dat in 1980 de monumentenstatus had verkregen, volledig gerestaureerd. Het huis heeft drie verdiepingen, waarvan de, iets uitkragende, bovenverdieping geheel, en de eerste verdieping gedeeltelijk in rijk vakwerk is uitgevoerd, waarbij andreaskruisen in de rechthoeken tussen stijlen en regels werden aangebracht. Onroerend erfgoed in Hasselt Beschermd monument in Vlaanderen Woning in Hasselt
Het huis werd al vermeld in 1462, maar de huidige aanblik is hoofdzakelijk in 1659 tot stand gekomen, toen het huis ingrijpend werd verbouwd. Oorspronkelijk was het een herberg, maar in 1713 werd het een apotheek, en dat is het sindsdien gebleven. In 1923 werd de benedenverdieping gewijzigd. Van 1989-1991 werd het pand, dat in 1980 de monumentenstatus had verkregen, volledig gerestaureerd.
1
apotheek, drogisterij, farmacie
5,427
NightClub
1358899
https://nl.wikipedia.org/wiki/Amstelstraat%20%28Amsterdam%29
Amstelstraat (Amsterdam)
De Amstelstraat is een straat in Amsterdam-Centrum tussen het Rembrandtplein en de over de rivier de Amstel gelegen Blauwbrug, nabij de Stopera aan het Waterlooplein. De straat is vernoemd naar de rivier. De 'Nieuwe Amstelstraat' ligt op de andere oever van de Amstel en verbindt het Waterlooplein met het Jonas Daniël Meijerplein. Evenals het aangrenzende Rembrandtplein is de Amstelstraat een uitgaansgebied. Er liggen onder meer cafés en restaurants en het Eden Hotel. Geschiedenis In de Amstelstraat waren sinds het eind van de 18e eeuw theaters gevestigd. De in 1790 gebouwde Hoogduitsche Schouwburg, later Het Grand Theatre des Variétés, bevond zich op nr. 21. Er traden regelmatig joodse gezelschappen op. Daarbij kwam in 1844 de Salon des Variétés van Nathan Judels en Israel Boas. Het in 1881 gebouwde en ten behoeve van het Amrogebouw afgebroken Centraal Theater was gevestigd op nr. 14-18, waar daarvoor café Roetemeijer, met vanaf 1877 een "Wintertuin", had gezeten. Boven het Centraal Theater opende ook in 1881 het Panopticum, een wassenbeeldenmuseum, waar Bijbelse figuren, beruchte moordenaars, koning Willem III en Scheveningse vissers werden tentoongesteld. Het door Franz Anton Nöggerath in 1892 geopende Flora Theater op nummer 24, werd na branden in 1902, 1929, en nogmaals in 1952, steeds weer herbouwd. Het werd in 1980 omgebouwd tot discotheek ‘Flora Palace’, in 1986 tot de discotheek ‘Be-Bop’ en in 1989 tot de roemruchte IT. Op nr. 30/32 huisde in het voormalige bankgebouw van Wertheim & Gomperts, een ontwerp van de architecten Pierre Cuypers en Cornelis Outshoorn, later nog een discotheek. De 'Soulkitchen' stond bekend om haar goede mix van funk, soul en discoklassiekers uit de jaren 60 en 70. De club beleefde haar hoogtepunt in de jaren 90 met DJ Jan Novica, maar sloot haar deuren in 2002. Op de hoek Amstelstraat/Rembrandtplein ligt het voormalige hoofdkantoor van de ABN AMRO. Na een periode van leegstand is het pand na een renovatie nu een verzamelplaats van hippe restaurants en dito bedrijven. Op de begane grond van het Eden Hotel, op de hoek met de Paardenstraat, bevond zich van 2006 t/m 2019 Brasserie Flo, een restaurant met klassieke Franse keuken dat door het Eden Hotel als een franchise van de Franse restaurantketen Groupe Flo werd geëxploiteerd. In de Amstelstraat en in enkele zijstraten, zoals de Paardenstraat, waren sinds de jaren vijftig een reeks van zaken gericht op homoseksuele bezoekers. In 1989 vestigde Manfred Langer in het voormalige 'Flora Theater' zijn discotheek iT; aanvankelijk een spraakmakende homodiscotheek, maar al gauw populair bij een breder publiek. Van 1985 t/m 2017 bevond zich op de hoek met de Paardenstraat Vivelavie, een café voor lesbische vrouwen. Naast de voormalige 'iT' is de formele achtertuin zichtbaar van het aan de Herengracht gelegen Museum Willet-Holthuysen. Tram Door de straat rijdt tramlijn 14. Van 1903-2018 reed ook tramlijn 9 door de straat. Tot 1985 werd alleen staduitwaarts door de Amstelstraat gereden. Stadinwaarts werd langs de Amstel gereden. Sinds 1985 wordt in beide richtingen door de Amstelstraat gereden. In de Amstelstraat ligt voor enige lengte het spoor in de vorm van een strengelspoor. Dit had te maken met ladende en lossende vrachtauto's bij het voormalige bankgebouw van ABN-AMRO. Daar had men bezwaar tegen dubbelspoor om die reden. Ook na vertrek van deze grootbank is dat zo gebleven. De kosten van zo'n anderhalf miljoen euro om er dubbelspoor van te maken wogen niet op tegen de vermoede tijdswinst. Trivia In 1976 en 1977 moest lijn 9 door werkzaamheden op de Amstel tijdelijk in beide richtingen door de Amstelstraat rijden. Hierbij was het onoverzichtelijke enkelspoor beveiligd, echter niet met lichtseinen, maar met een gesloten televisiecircuit. Dit gaf bij felle zon of slecht weer vaak problemen en kwamen er soms ongewenste ontmoetingen voor. Branden Op 29 augustus 1902 raakte in het Flora theater op nummer 24-28 een potje met was en terpetine oververhit. De daaropvolgende brand verwoestte het hele theater. De brandweer bluste de brand met 22 stralen. Het theater werd snel weer herbouwd, maar in de ijzige winter van 1929, in de nacht van 11 op 12 februari, brandde het Flora theater bij 15 graden vorst weer helemaal uit. De brandslangen vroren vast aan de straat, die veranderde in een ijsbaan. Tussen 1929 en 1952 bleef de ruïne een gapend gat in de Amstelstraat. Op 5 december 1970 kwamen 9 gastarbeiders om, toen op de eerste etage van het pand Amstelstraat 9-11, in Club 9-11, brand werd gesticht. Het armetierige gastarbeiderpension op de bovenste etages had geen vluchtwegen; de 40 bewoners zaten als ratten in de val. 18 pensiongasten konden door de brandweer met ladders en springzeilen worden gered. De daders van de brandstichting zijn nooit gevonden. Externe links Informatie over de Amstelstraat - redaktie.info 5 december 1970: Brand in pension Amstelstraat - zwaailichten.org Straat in Amsterdam-Centrum
Het door Franz Anton Nöggerath in 1892 geopende Flora Theater op nummer 24, werd na branden in 1902, 1929, en nogmaals in 1952, steeds weer herbouwd. Het werd in 1980 omgebouwd tot discotheek ‘Flora Palace’, in 1986 tot de discotheek ‘Be-Bop’ en in 1989 tot de roemruchte IT. Op nr. 30/32 huisde in het voormalige bankgebouw van Wertheim & Gomperts, een ontwerp van de architecten Pierre Cuypers en Cornelis Outshoorn, later nog een discotheek. De 'Soulkitchen' stond bekend om haar goede mix van funk, soul en discoklassiekers uit de jaren 60 en 70. De club beleefde haar hoogtepunt in de jaren 90 met DJ Jan Novica, maar sloot haar deuren in 2002.
3
nachtclub, discotheek, uitgaansgelegenheid
10,861
House
4404718
https://nl.wikipedia.org/wiki/Den%20Abeele
Den Abeele
Den Abeele of Abeele is een buurtschap en een veldnaam gelegen in de Lovenpolder in de gemeente Terneuzen in de Nederlandse provincie Zeeland. Het oorspronkelijke Den Abeele was een buurtschap bestaande uit een paar huizen, waar de Noordijk een hoek maakt met de Lovenweg ten zuidwesten van Paradijs en ten noordwesten van Hoek. Op de plek van de buurtschap staat nu alleen nog één ombost huis met een schuur, met de naam Den Abeele. Den Abeele is vernoemd naar een oude vaargeul die hier voor de indijking van de Lovenpolder lag. Soms worden de huidige buurtschappen Den Abeele en Paradijs als voormalige buurtschappen beschouwd wegens hun geringe bebouwing. Andere kaarten beschouwen Den Abeele als een veldnaam net iets ten zuidoosten van de oorspronkelijke buurtschap. De postcode van Den Abeele is 4542, de postcode van Hoek. Geografie van Terneuzen Buurtschap in Zeeland
Den Abeele of Abeele is een buurtschap en een veldnaam gelegen in de Lovenpolder in de gemeente Terneuzen in de Nederlandse provincie Zeeland. Het oorspronkelijke Den Abeele was een buurtschap bestaande uit een paar huizen, waar de Noordijk een hoek maakt met de Lovenweg ten zuidwesten van Paradijs en ten noordwesten van Hoek. Op de plek van de buurtschap staat nu alleen nog één ombost huis met een schuur, met de naam Den Abeele. Den Abeele is vernoemd naar een oude vaargeul die hier voor de indijking van de Lovenpolder lag.
1
huis, woning, woonhuis
10,835
GeneralContractor
4347650
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20Goedkoop%20%281781-1855%29
Jan Goedkoop (1781-1855)
Jan Goedkoop (7 december 1781 – 1 maart 1855) was een Nederlands ondernemer en oprichter van de Reederij Goedkoop, het latere sleepbootconcern. Biografie Goedkoop was afkomstig uit een familie van turfschippers, die in het oosten van Nederland turf lieten steken en dat met eigen schepen naar het westen verkochten. In 1797 vestigde Goedkoop zich in Amsterdam, waar hij ingeschreven stond als schipper. In de Franse tijd verdiende hij met vervoer tussen Amsterdam en Gent ruim 20.000 gulden, vergelijkbaar met een koopkracht anno 2013 van ongeveer 150.000 euro, een aanzienlijk bedrag voor die tijd. In 1807 registreerde hij de Firma Goedkoop. Dienstverlener Vanaf 1814 voer hij een dienst op Texel en tussen Nieuwediep (Den Helder) en Pampus, eerst met het kaagschip De Twee Gebroeders en vanaf 1819 met de nieuw gebouwde De Jonge Daniel. In 1826 startte Goedkoop een lichterdienst van Amsterdam naar Nieuwediep over het Noordhollandsch Kanaal. Daartoe bracht hij drie nieuwe schepen in de vaart, die voortgetrokken werden door de jaagdienst. Twee jaar later werd hem door de gemeentes Den Helder en Amsterdam vergunning verleend om deze dienst als beurtvaart uit te voeren. Daaraan waren diverse voordelen verbonden, zodat Goedkoop een belangrijk vervoerder werd op dit traject. Zeeschepen hadden in deze tijd geen ongehinderde toegang tot de haven van Amsterdam. Vanwege de diepgang moest een deel van de lading op binnenvaarders worden overgeladen. Dat gebeurde in Den Helder of op Pampus. Hieraan waren extra kosten verbonden en er was tijdverlies mee gemoeid. Daarnaast was er vaak sprake van verlies van lading door diefstal of beschadiging. Goedkoop bracht op die gebieden aanzienlijke verbeteringen aan en genoot derhalve de steun van de Amsterdamse Kamer van Koophandel. Aannemer Vanaf 1828 fungeerde Goedkoop tevens als aannemer van werken aan kanalen en havens en hetzelfde jaar wist hij een groot contract voor militaire transporten over water binnen te halen. De Belgische Revolutie en de daarmee gepaard gaande mobilisatie zorgden voor veel opdrachten. In 1832 verloor hij dit contract, maar hij haalde het in 1835 opnieuw binnen. In 1840 kwam de jaagdienst langs het Noordhollandsch kanaal in handen van Goedkoop, waardoor zijn beurtdienst op Den Helder aanmerkelijke voordelen kon bieden. Op 1 februari 1842 droeg hij zijn zaken over op zijn zoons Pieter en Daniel, die de firma voortzetten onder de naam Reederij Gebr. Goedkoop. Goedkoop overleed in 1855, waarbij hij een vermogen van 272.000 gulden naliet, vergelijkbaar met een koopkracht anno 2013 van ongeveer 5 miljoen euro. Zie ook Jan Goedkoop (1875-1952), achterkleinzoon en eveneens reder Externe link Website over historie van de latere Reederij Gebr. Goedkoop Nederlands ondernemer Nederlands persoon in de 19e eeuw
Aannemer Vanaf 1828 fungeerde Goedkoop tevens als aannemer van werken aan kanalen en havens en hetzelfde jaar wist hij een groot contract voor militaire transporten over water binnen te halen. De Belgische Revolutie en de daarmee gepaard gaande mobilisatie zorgden voor veel opdrachten. In 1832 verloor hij dit contract, maar hij haalde het in 1835 opnieuw binnen. In 1840 kwam de jaagdienst langs het Noordhollandsch kanaal in handen van Goedkoop, waardoor zijn beurtdienst op Den Helder aanmerkelijke voordelen kon bieden.
2
aannemer, hoofdaannemer, bouwbedrijf
3,041
Embassy
4374412
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jules%20Marchal
Jules Marchal
Jules Marchal (Hoepertingen, 5 september 1924 - aldaar, 21 juni 2003) was achtereenvolgens koloniaal ambtenaar, diplomaat en historicus. Loopbaan Marchal behaalde een doctoraat in de letteren en wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit Leuven. In de periode 1948-1960 was hij koloniaal ambtenaar in Belgisch Congo, onder meer districtscommissaris te Lisala. In die hoedanigheid heeft hij nog persoonlijk lijfstraffen toegediend met de chicotte. Na de onafhankelijkheid bleef hij in het land als technisch raadgever van Congo-Zaïre (1960-1967). Nadien was hij Belgisch ambassadeur in diverse Afrikaanse landen (Ghana, Liberia en Sierra Leone). In 1989 ging hij met pensioen. Midden jaren 70 las Marchal voor het eerst dat men in de Angelsaksische wereld aannam dat onder Leopold II de helft van de inheemse bevolking was omgekomen, bij benadering tien miljoen mensen. Hij ging archiefonderzoek doen om dit te ontkrachten, maar hij botste integendeel op waarheden over het schrikbewind die hem voorheen onbekend waren. Naar het einde van zijn carrière begon hij een constante stroom vuistdikke studies te publiceren over dit onderwerp. Aanvankelijk schreef hij in het Nederlands onder het pseudoniem A. M. Delathuy, naar zijn overgrootmoeder. Het hield stand tot voorbij zijn pensioen en liet hem toe om ongestoord te werken. Als ambtenaar op Buitenlandse Zaken had hij uitstekende toegang tot de koloniale archieven (hoewel ook hij pas na jarenlang aandringen toegang kreeg tot de documentatie van de Commissie-Janssens). Zijn boeken vonden slechts weerklank in beperkte kring, en naar het einde van zijn leven ging hij in het Frans publiceren onder eigen naam. Van het vierdelige werk dat hij had gepland over dwangarbeid in de periode 1910-1945, kon hij het laatste deel over de oorlogsinspanning echter niet meer afwerken. Jules Marchal overleed in 2003. Waardering Volgens de Amerikaan Adam Hochschild bood het werk van Marchal "veruit het beste academische overzicht, encyclopedisch in reikwijdte". Zijn succesvolle De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo was er in grote mate op gebaseerd. Andere historici erkennen de rijke documentatie van Marchal, maar stellen dat hij de koloniale geschiedenis reduceerde tot "een allegorie van gruwel en geweld, met de kolonisatoren als beulen en de Kongolezen als weerloze slachtoffers." Marchal van zijn kant vond het werk van de Belgische geschiedkundigen over de koloniale periode gezagsgetrouw en braaf. Netelige kwesties gingen ze uit de weg, zodat het veld braak lag voor een niet-academicus als hijzelf: "Alles wat ik schrijf is nieuw. Mijn boeken zijn gebaseerd op archieven die nooit door iemand zijn geconsulteerd, die nooit gebruikt zijn door andere historici." Dit was volgens Marchal de reden waarom Jan Vansina, benaderd door Hochschild met de vraag tot wie hij zich best kon richten, hem niet verwees naar klassieke autoriteiten als Jean Stengers of Jean-Luc Vellut, maar naar de buitenstaander uit Limburg. Vellut noemde het werk van Marchal dan weer "Grueulgeschichte [sic] in volle glorie" en stelde dat de onvermoeibare auteur ervan misdaad na misdaad opsomde maar nooit tot een verklaring kwam. Werk E. D. Morel tegen Leopold II en de Kongostaat, 1985 E.D. Morel contre Léopold II: l'histoire du Congo, 1900-1910, 2 delen, 1996 Jezuïeten in Kongo met zwaard en kruis, 1986 De Kongostaat van Leopold II: het verloren paradijs, 1876-1900, 1988 L'Etat libre du Congo: paradis perdu: l'histoire du Congo 1876-1900, 2 delen, 1996 De Geheime documentatie van de Onderzoekscommissie in de Kongostaat, 1988 Missie en staat in Oud-Kongo, 1880-1914. Witte paters, scheutisten en jezuïeten, 1992 Missie en Staat in Oud-Kongo, 1880-1914. Redemptoristen, trappisten, priesters van het H. Hart, paters van Mill Hill, 1994 Travail forcé pour le cuivre et pour l'or. L’Histoire du Congo 1910-1945, Tome 1, 1999 Forced labor in the gold and copper mines: A History of Congo under Belgian rule, 1910-1945, Popenguine, Senegal: Per Ankh, 2003 Travail forcé pour le rail. L'histoire du Congo 1910-1945, Tome 2 Travail forcé pour l'huile de palme de Lord Leverhulme. L’Histoire du Congo 1910-1945, Tome 3, 2002 Lord Leverhulme's Ghosts: Colonial Exploitation in the Congo'', London, Verso, 2008 Zie ook Daniël Vangroenweghe Roger Casement Edmund Dene Morel Externe link Interview door Syp Wynia (1994) Belgisch diplomaat Belgisch historicus Ambtenaar in Belgisch-Congo Afrikanist
Loopbaan Marchal behaalde een doctoraat in de letteren en wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit Leuven. In de periode 1948-1960 was hij koloniaal ambtenaar in Belgisch Congo, onder meer districtscommissaris te Lisala. In die hoedanigheid heeft hij nog persoonlijk lijfstraffen toegediend met de chicotte. Na de onafhankelijkheid bleef hij in het land als technisch raadgever van Congo-Zaïre (1960-1967). Nadien was hij Belgisch ambassadeur in diverse Afrikaanse landen (Ghana, Liberia en Sierra Leone). In 1989 ging hij met pensioen.
1
ambassade, diplomatieke missie, consulaire dienst
1,384
GiveAction
1551808
https://nl.wikipedia.org/wiki/Agape%20%28Grieks%20woord%29
Agape (Grieks woord)
Agape, Oudgrieks: , is een Grieks woord, dat in het Nederlands vaak met 'liefde' wordt vertaald. Dit wordt vaak gezien als een verarming van het woord in zijn volledige betekenis. Met a'ga·pe wordt een door beginselen geleide of beheerste liefde bedoeld. Ze kan al dan niet genegenheid en warme gevoelens inhouden. Deze liefde richt zich op de behoeften van de ander, zoekt wat het beste voor de ander is en laat de ander de vrije keus om die liefde te beantwoorden of niet. Gebruik in de Bijbel en daarbuiten Klassiek Grieks Het woord agape zelf werd door de Grieken niet vaak gebruikt: eros, de geslachtelijke liefde, en philia, vriendschap, komen veel meer voor. Agape werd in het Latijn vaak vertaald als caritas, wat men kan vertalen naar het Nederlands als dierbaarheid of naastenliefde. Toch heeft men enkele niet-Joodse inscripties gevonden met het woord. Vanaf Homerus, 800 v.Chr., vinden we echter wel de verwante woorden als agapaō, ik heb lief, en agapētos, geliefd. Septuaginta en Nieuwe Testament Het woord agape wordt in de Septuagint en ook bij de Joodse schrijver Philo van Alexandrië vaak gevonden en het komt in het Nieuwe Testament 110 keer voor. Het woord eros, dat de liefde tussen de seksen weergeeft, komt in de Bijbel alleen in de Griekse vertaling van het Oude Testament, in de Septuagint, voor, maar niet in het Nieuwe Testament. De pauselijke encycliek Deus Caritas Est geeft een christelijke visie op de (positieve) samenhang tussen eros en agape. Storge, zoiets als: genegenheid, komt alleen voor in het Nieuwe Testament in samengestelde woorden. In Romeinen 12:10 , philostorgoi, daar te vertalen met de koesterende liefde zoals van een moeder voor haar kind. Het tegengestelde astorgos komt ook voor, in 2 Timoteüs 3:3. Het betekent het ontbreken van deze natuurlijke liefde onderling. Het zelfstandige naamwoord agape is daarmee de meest voorkomende soort liefde in de Bijbel, en is de grondslag voor bijvoorbeeld 1 Korinthiërs, hoofdstuk. 13. De concordantie van Strong geeft de volgende betekenis aan: broederlijke liefde, genegenheid, het goedgezind zijn, liefde, welwillendheid. In Johannes 21:15-17 worden beide woorden, agape en philia, gebruikt. In de NBG-vertaling zijn ze respectievelijk vertaald als 'waarlijk liefhebben' en 'liefhebben'. In de NBV-vertaling werd gekozen voor 'liefhebben' en 'houden van'. De Herziene Statenvertaling heeft eveneens 'liefhebben' en 'houden van'. Agape kiest ervoor de ander te beschouwen zoals in 1 Korintiërs 13 gebeurt: altijd bereid het beste van de ander te denken, klaar om te vergeven, bereid het beste voor de ander te zoeken. Als dit volkomen ontbreekt is het christelijk leven zinloos. Een belangrijke eigenschap van agape, caritas, is dat ze niet gebaseerd is op de eigen behoeften. Het Nieuwe Testament leert dat de mens deze agape van God ontvangt, opdat we die zelf weer door geven. Liefde in soorten Er zijn meer soorten liefde te onderscheiden: Genegenheid, Grieks storge, zoals tussen ouders en kinderen. Het woord komt in de Bijbel niet voor, het onderwerp zelf wel. Vriendschap, Grieks philia. de Bijbel spreekt vaak van philadelphia, liefde als broeders en zusters onderling. De geslachtelijke liefde, eros. Hier kan onderscheid gemaakt worden tussen zuiver lichamelijke aantrekkingskracht, verliefdheid, en de liefde als in een huwelijk. Ook hier geldt dat het onderwerp zelf in de Bijbel voorkomt, maar het woord in het Nieuwe Testament niet en in de Septuagint maar zelden. Merkwaardig is dat in het boek Hooglied, waar je het woord eros zou verwachten, in de Griekse vertaling liefde agape wordt genoemd. Liefde als keus, agape, zoals hierboven beschreven. Christelijke ethiek Oudgrieks
Septuaginta en Nieuwe Testament Het woord agape wordt in de Septuagint en ook bij de Joodse schrijver Philo van Alexandrië vaak gevonden en het komt in het Nieuwe Testament 110 keer voor. Het woord eros, dat de liefde tussen de seksen weergeeft, komt in de Bijbel alleen in de Griekse vertaling van het Oude Testament, in de Septuagint, voor, maar niet in het Nieuwe Testament. De pauselijke encycliek Deus Caritas Est geeft een christelijke visie op de (positieve) samenhang tussen eros en agape. Storge, zoiets als: genegenheid, komt alleen voor in het Nieuwe Testament in samengestelde woorden. In Romeinen 12:10 , philostorgoi, daar te vertalen met de koesterende liefde zoals van een moeder voor haar kind. Het tegengestelde astorgos komt ook voor, in 2 Timoteüs 3:3. Het betekent het ontbreken van deze natuurlijke liefde onderling. Het zelfstandige naamwoord agape is daarmee de meest voorkomende soort liefde in de Bijbel, en is de grondslag voor bijvoorbeeld 1 Korinthiërs, hoofdstuk. 13. De concordantie van Strong geeft de volgende betekenis aan: broederlijke liefde, genegenheid, het goedgezind zijn, liefde, welwillendheid. In Johannes 21:15-17 worden beide woorden, agape en philia, gebruikt. In de NBG-vertaling zijn ze respectievelijk vertaald als 'waarlijk liefhebben' en 'liefhebben'. In de NBV-vertaling werd gekozen voor 'liefhebben' en 'houden van'. De Herziene Statenvertaling heeft eveneens 'liefhebben' en 'houden van'. Agape kiest ervoor de ander te beschouwen zoals in 1 Korintiërs 13 gebeurt: altijd bereid het beste van de ander te denken, klaar om te vergeven, bereid het beste voor de ander te zoeken. Als dit volkomen ontbreekt is het christelijk leven zinloos. Een belangrijke eigenschap van agape, caritas, is dat ze niet gebaseerd is op de eigen behoeften. Het Nieuwe Testament leert dat de mens deze agape van God ontvangt, opdat we die zelf weer door geven.
2
geven, eigendomsoverdracht, bestemming
10,497
SportsEvent
1075165
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europees%20kampioenschap%20hockey%20vrouwen%202009
Europees kampioenschap hockey vrouwen 2009
Het Europees kampioenschap hockey vrouwen (2009) voor A-landen vond plaats van zaterdag 22 augustus 2009 tot en met zaterdag 29 augustus 2009 in Amstelveen, Nederland. Het was de negende editie van dit internationale sportevenement. Het toernooi stond onder auspiciën van de Europese Hockey Federatie. Nederland werd Europees kampioen. De beste vier landen plaatsten zich voor het wereldkampioenschap 2010. Tegelijkertijd speelden de mannen op dezelfde locatie ook om de Europese titel. Geplaatste teams Groep A (gastland) Groep B Uitslagen voorronde Groep A Groep B Plaats 5 t/m 8 De nummers 3 en 4 van beide groepen spelen in een nieuwe groep om de plaatsen 5 t/m 8. Het resultaat tegen het andere team uit dezelfde voorrondegroep wordt meegenomen. De nummers 7 en 8 degraderen naar de B-groep. Groep C Plaats 1 t/m 4 De nummer 1 uit de ene groep speelt in de halve finale tegen de nummer twee uit de andere groep. De winnaars spelen de finale, de verliezers om de derde plaats. Halve finale Om de derde plaats Finale Eindrangschikking Uitleg kleuren: Goud, zilver en brons = Medaille + blijven in de A-groep Rood= Degraderen naar B-Groep Trivia Nederland is in de poulefase het enige team zonder tegendoelpunten. 10-0 is de grootste overwinning in de poulefase, Nederland won hier van Azerbeidzjan. Hockey in 2009 2009 vrouwen Hockey in Nederland Sportevenement in Amstelveen Hockey
Het Europees kampioenschap hockey vrouwen (2009) voor A-landen vond plaats van zaterdag 22 augustus 2009 tot en met zaterdag 29 augustus 2009 in Amstelveen, Nederland. Het was de negende editie van dit internationale sportevenement. Het toernooi stond onder auspiciën van de Europese Hockey Federatie. Nederland werd Europees kampioen. De beste vier landen plaatsten zich voor het wereldkampioenschap 2010.
1
sportevenement, sportwedstrijd, sporttoernooi
12,355
Store
988465
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoven
Hoven
Hoven (Denemarken), plaats in Denemarken. Hoven (Düren), plaats in de Duitse gemeente Düren. Hoven (parochie), een parochie van de Deense Volkskerk in de Deense gemeente Ringkøbing-Skjern Hoven (Rosmalen), wijk van Rosmalen. Hoven (South Dakota), een plaats in de Verenigde Staten Hoven (Zülpich), een plaats in de Duitse gemeente Zülpich De Hoven (Almere), wijk van Almere. De Hoven (Cuijk), buurtschap in Noord-Brabant. De Hoven (Deventer) (De Worp), wijk van Deventer aan de westzijde van de IJssel. De Hoven (Dordrecht), wijk van Dordrecht. De Hoven (Zoetermeer), wijk van Zoetermeer. De Hoven (Zutphen), dorp in de gemeente Zutphen aan de westzijde van de IJssel. Stopplaats Hoven, spoorweghalte nabij stadswijk van Zutphen. De Hoven (Zwolle), buurt van de wijk Stadshagen van Zwolle. Zie ook Achter de Hoven (doorverwijspagina). Op de Hoven, buurt in de gemeente Landgraaf. De Hoven Passage, winkelcentrum in Delft.
Zie ook Achter de Hoven (doorverwijspagina). Op de Hoven, buurt in de gemeente Landgraaf. De Hoven Passage, winkelcentrum in Delft.
1
winkel, detailhandel, zaak
249
Hostel
5352037
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mauritskade%2057%20%28Amsterdam%29
Mauritskade 57 (Amsterdam)
Mauritskade 57, Amsterdam is een gebouw met een adres aan de Mauritskade te Amsterdam, maar ligt in wezen tegen of in het Oosterpark. Het gebouw werd neergezet op het dan net geruimde gedeelte van de Oosterbegraafplaats dat dan nog wel van botten etc. geschoond moet worden. De nabijgelegen terreinen waren in erfpacht gegeven aan het Koloniaal Instituut onder de voorwaarde dat zij financieel zou bijdragen aan het Laboratorium van Gezondheidsleer van de gemeente Amsterdam. De bouw werd een gezamenlijke operatie omdat het KI er een afdeling tropische hygiëne wilde vestigen. Aan de architect Bernard Springer van de Dienst der Publieke Werken werd om een ontwerp gevraagd. Namens de Universiteit van Amsterdam vertrokken Rudolph Hendrik Saltet, dr. J.J. van Loghem, W.J. de Groot en Springer naar Hamburg, Berlijn, Parijs en Londen om de daar reeds gevestigde laboratoria te bekijken. Daarna verliep de oplevering traag. Pas in 1913 begon Amsterdam met het schoonmaken van de terreinen; in 1914 ging de paalfundering de grond in. Vervolgens wilde geen bouwbedrijf zich wagen aan dit werk tegen de opgegeven prijs. Omdat geld en materiaal schaars was tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een soberder ontwerp gemaakt. Vermoed wordt dat architect Jo van der Mey (ook van PW) zich er daarmee bemoeid heeft en ook Allard Remco Hulshoff als chef gebouwen aldaar. De invloeden zouden terug te vinden in de bouwstijl die niet (meer) past in/bij de klassieke stijl van Springer. Pas eind 1917 is het gebouw klaar. In de jaren twintig werd het gebouw te klein en werd er een verdieping op geplaatst. Ook het Zoölogisch Museum Amsterdam was er enige tijd gevestigd. De extra verdieping verdwijnt weer in begin 21e eeuw en werd vervangen door twee nieuwe bouwlagen. Het laboratorium etc. is dan vertrokken en maakt rond 2013 plaats voor het Generator Hostel, een budgethotel. Alhoewel het een monumentaal gebouw is, is het nog niet tot gemeentelijk monument dan wel rijksmonument verklaard. Bouwwerk in Amsterdam-Oost
De extra verdieping verdwijnt weer in begin 21e eeuw en werd vervangen door twee nieuwe bouwlagen. Het laboratorium etc. is dan vertrokken en maakt rond 2013 plaats voor het Generator Hostel, een budgethotel.
1
hostel, goedkope accommodatie, gedeelde slaapzalen
7,885
PaymentService
637089
https://nl.wikipedia.org/wiki/PSD
PSD
Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland Public safety diving, reddings-, bergings- en veiligheidsduiken Verschillende sociaaldemocratische partijen waaronder: Sociaaldemocratische Partij (Roemenië) Sociaaldemocratische Partij (Mexico) Partido Social Democrata (Portugal) Partido Social Democrático (Brazilië) PSD (PhotoShop); bestandsextensie van het beeldbewerkingsprogramma Adobe Photoshop Power spectral density Programmastructuur-diagram Payment Services Directive ofwel Richtlijn betalingsdiensten, Europese richtlijn voor betaaldiensten Post Series Depression
Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland Public safety diving, reddings-, bergings- en veiligheidsduiken Verschillende sociaaldemocratische partijen waaronder: Sociaaldemocratische Partij (Roemenië) Sociaaldemocratische Partij (Mexico) Partido Social Democrata (Portugal) Partido Social Democrático (Brazilië) PSD (PhotoShop); bestandsextensie van het beeldbewerkingsprogramma Adobe Photoshop Power spectral density Programmastructuur-diagram Payment Services Directive ofwel Richtlijn betalingsdiensten, Europese richtlijn voor betaaldiensten Post Series Depression
1
betalingsdienst, betalingsservice, geldtransferservice
10,800
EntryPoint
10057
https://nl.wikipedia.org/wiki/Boom%20%28datastructuur%29
Boom (datastructuur)
Een boom of boomstructuur is een datastructuur in de informatica die een bijzonder geval van een graaf is. Een boom bestaat uit een knoop(punt) of vertex die de stam (ook wel wortel) genoemd wordt en die het ingangspunt is voor de in de boom opgeslagen informatie. In deze wortelknoop zitten nul of meer pointers die naar andere knooppunten verwijzen. Ieder knooppunt behalve de wortel heeft precies een ouder en nul of meer kinderen. Verwijzingen gaan dus nooit tussen de kinderen onderling maar alleen van ouder naar kind; in een wat uitgebreidere versie eventueel ook van kind naar ouder (bidirectionele graaf). In een boom bestaan geen cirkelpaden en is er altijd precies 1 pad van de wortel naar een willekeurige knoop. Een knoop die zelf geen kinderen heeft noemt men een blad. Binaire boom Een binaire of dichotome boom is een boomstructuur waarbij iedere knoop maximaal twee kinderen heeft. Een complete binaire boom is een boomstructuur waarbij al zijn niveaus behalve eventueel de laatste volledig gevuld zijn en alle knopen op het laatste niveau aan de linkerzijde zijn. Iedere boom kan op vrij eenvoudige wijze in een binaire boom worden getransformeerd. Ook voor iedere graaf die geen niet-verbonden vertices heeft kan een boom worden gemaakt. Een geordende boom is een boomstructuur waarbij de kinderen een gedefinieerde volgorde hebben. Algoritmen Voor boomstructuren bestaat een groot aantal goed bekende algoritmen, bijvoorbeeld om iets in een geordende boom op te zoeken, om een nieuw element in een geordende boom aan te brengen of te verwijderen, of om een niet-geordende boom te sorteren (om te zetten in een geordende boom). Als een boom specifieke eigenschappen heeft, kunnen deze algoritmen vaak nog verfijnd (en dus meestal ook versneld) worden. Bomen kunnen gebruikt worden om allerlei problemen in de informatica voor te stellen. Zie ook AVL-boom B-boom Datastructuur Octree Quadtree Splayboom Zoekboom
Een boom of boomstructuur is een datastructuur in de informatica die een bijzonder geval van een graaf is. Een boom bestaat uit een knoop(punt) of vertex die de stam (ook wel wortel) genoemd wordt en die het ingangspunt is voor de in de boom opgeslagen informatie. In deze wortelknoop zitten nul of meer pointers die naar andere knooppunten verwijzen. Ieder knooppunt behalve de wortel heeft precies een ouder en nul of meer kinderen. Verwijzingen gaan dus nooit tussen de kinderen onderling maar alleen van ouder naar kind; in een wat uitgebreidere versie eventueel ook van kind naar ouder (bidirectionele graaf). In een boom bestaan geen cirkelpaden en is er altijd precies 1 pad van de wortel naar een willekeurige knoop. Een knoop die zelf geen kinderen heeft noemt men een blad.
1
ingangspunt, verbindingsknooppunt, toegangsknooppunt
12,311
RsvpResponseType
4426578
https://nl.wikipedia.org/wiki/Groningen%20Activiteiten%20Restrictie%20Schaal
Groningen Activiteiten Restrictie Schaal
De Groningen Activiteiten Restrictie Schaal (GARS) is een schaal om de mate van zelfredzaamheid van personen te meten. Er zijn in het algemeen twee activiteiten categorieën belangrijk voor het zelfstandig functioneren van personen in het dagelijkse leven. De verzorgende activiteiten en huishoudelijke activiteiten zijn van groot belang. Deze activiteiten worden ook wel aangeduid als “Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen” (ADL) en “Huishoudelijke Dagelijkse Levensverrichtingen” (HDL). Geschiedenis In het verleden werd zelfredzaamheid getest op twee losstaande schalen van de categorieën algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen (HDL). Er was nog geen schaal waarin rekening gehouden werd met ADL en HDL samen. Bovendien waren de resultaten van deze schalen beperkt tot twee mogelijkheden: 'iemand is niet zelfstandig in staat tot een bepaalde handeling' of 'iemand is wel zelfstandig in staat tot een bepaalde handeling'. Om zelfredzaamheid algemener en nauwkeuriger in kaart te brengen met de mogelijkheid tot meer dan twee antwoordcategorieën, heeft het Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken van de Rijksuniversiteit Groningen in 1987 de GARS ontwikkeld. Beschrijving van score Het GARS meetinstrument bestaat uit achttien items beoordeeld op basis van vier antwoordcategorieën die betrekking hebben op ADL en HDL. Voor ieder item wordt aan een respondent gevraagd in welke mate zij deze activiteiten zelfstandig kunnen uitvoeren. Zie figuur 1 voor de antwoordmogelijkheden. Dit meetinstrument kan zowel schriftelijk als mondeling worden afgenomen. De doelgroep is voornamelijk chronisch zieken. Met als doel: intervisie en/of evaluatie. Het meetinstrument kan binnen 5 à 10 minuten ingevuld worden. De somscores op alle achttien items tezamen (variërend van 18 tot 72) geven weer in welke mate de respondenten problemen ondervinden bij het verrichten van activiteiten op verzorgend en huishoudelijk gebied. Hieruit kan worden afgeleid dat personen met bijvoorbeeld dezelfde somscores ook met dezelfde items, en dus met dezelfde activiteiten, problemen ondervinden en dus even zelfredzaam op verzorgend en huishoudelijk gebied zijn. Het is ook mogelijk voor ADL en HDL afzonderlijk somscores te berekenen: voor ADL bedraagt de minimum somscore 11 en de maximum somscore 44, voor HDL respectievelijk 7 en 28. Afhankelijk van het doel van het onderzoek kunnen de resultaten op vier manieren worden geïnterpreteerd. Wanneer je kijkt naar de vier antwoordmogelijkheden in figuur 1, kan er bij het onderzoek ook een antwoordmogelijkheid weggelaten worden. Dit gaat als volgt: GARS: met vier variabelen als antwoordmogelijkheden. GARS-2: De eerste 3 variabelen (ja, geheel zelfstandig/ja, met een beetje moeite/ja, met veel moeite) worden samengenomen als ja, in staat om uit te voeren en de vierde variabele: Nee, niet in staat uit te voeren worden vergeleken. (zwart/wit, ja of nee) GARS-3: De tweede en derde variabelen worden samengenomen tot ja, met moeite in staat om uit te voeren. Waardoor er in totaal drie variabelen zijn om te vergelijken. GARS-4: De vierde variabele (nee, niet in staat om uit te voeren) wordt buiten beschouwing gelaten. Dit wordt gebruikt wanneer er weinig problemen verwacht worden in de mate van zelfstandig handelen. Kwaliteit van leven De GARS is ook een vragenlijst om het fysieke domein van kwaliteit van leven te meten. De mate waarin iemand in staat is goed voor zichzelf te zorgen heeft een grote invloed op hoe iemand zijn of haar kwaliteit van leven ervaart. In tegenstelling tot de drie andere meetinstrumenten van het fysiek domein, is de GARS het meest overkoepelende instrument die de mate van zelfzorg meet. Wanneer de GARS niet of onjuist wordt toegepast op iemand die hulp bij ADL en/of HDL nodig heeft, kan er te weinig of te veel zorg geleverd worden. Met als gevolg dat iemands algeheel welbevinden achteruit kan gaan. Verschil met andere meetinstrumenten De multidimensionale vermoeidheidsvragenlijst (MVI-20) meet specifieke activiteiten van het welbevinden, zoals vermoeidheid. De Sleep Quality Scale (SQS) is een meetinstrument om de kwaliteit van slaap te meten. Dit meetinstrument bestaat uit zes domeinen: de symptomen overdag, het herstel na de slaap, problemen met het initiëren en onderhouden van de slaap, moeite met wakker worden en de slaap tevredenheid. De McGill Pain Questionnaire (MPQ) is een vragenlijst om de verschillende kwaliteiten van persoonlijke ervaring van pijn te meten. De inhoud van de vragenlijst is verdeeld in drie klassen die de sensorische, affectieve en evaluatieve aspecten van pijn beschrijven. Deze worden gemeten met een 5-punts pijnintensiteitsschaal. Geneeskundig onderzoek
Om zelfredzaamheid algemener en nauwkeuriger in kaart te brengen met de mogelijkheid tot meer dan twee antwoordcategorieën, heeft het Noordelijk Centrum voor Gezondheidsvraagstukken van de Rijksuniversiteit Groningen in 1987 de GARS ontwikkeld.
1
antwoordcategorieën, responsopties, uitnodigingsstatus
12,322
Seat
1015199
https://nl.wikipedia.org/wiki/Saljoet%20%28bioscoop%29
Saljoet (bioscoop)
Saljoet (Russisch: Салют), volledige naam: gemeentelijk eenheidsbedrijf "speciale kinderbioscoop «Saljoet»", is een van de oudste bioscopen van de Russische stad Jekaterinenburg. Het staat in het Guinness Book of Records vermeld als de bioscoop waar de film Titanic het langst werd gedraaid. Geschiedenis Beginjaren De geschiedenis van de bioscoop begon op 13 oktober 1912 toen het elektronische filmhuis Choedozjestvenny ("artistiek") als vierde van Jekaterinenburg zijn deuren opende voor het publiek op de plaats van een oud variété in het Imsjenetski-huis aan de oelitsa Kolobovski (nu de oelitsa Tolmatsjova nr. 15), niet ver van haar kruising met de Glavny Prospekt (nu de oelitsa Karla Liebknechta). Naast het filmhuis bevond zich hotel Pale-rojal. Aan de afgeschuinde façade werden de filmposters opgehangen, op dezelfde plek waar ze nu nog worden opgehangen. Naast filmhuis Choedozjestvenny bevonden en bevinden zich nog twee filmhuizen; Kolizej ("Colosseum") en Sovkino ("Sovjetbioskoop"). Om deze reden wordt deze buurt in de volksmond ook wel het "theatrisch kruispunt" genoemd. Er was en is altijd een moordende concurrentie geweest in het centrum van Jekaterinenburg. Sovjetperiode Na de Russische Revolutie werd het filmhuis genationaliseerd en omgezet naar een speciale kinderbioscoop. Op 6 september 1930 werd de bioscoop ter ere van de 16e Internationale Dag van de Jeugd (afgekort MJoeD in het Russisch) hernoemd tot het Komsomoltheater XVI MJoeD, vaak kortweg 'MJoeD' genoemd. In 1935 kreeg het filmhuis de beschikking over geluidsapparatuur. In 1945, toen de Internationale Dag van de Jeugd voor het laatst werd gehouden, werd de naam veranderd naar het huidige Saljoet ("saluut"). In 1959 werd de bioscoop op basis van de resultaten van de heel-Russische publieke beschouwing van de cultureel-onderwijskundige instellingen uitgeroepen tot de beste bioscoop van de RSFSR. Het groeide uit tot een groot cultureel centrum, waar ook lezingen werden gegeven en tentoonstellingen en openbare acties plaatsvonden. In 1968 brandde het oude gebouw af en werd vervolgens verschillende malen verbouwd, tot het in 1979 zijn huidige vorm kreeg. Recente ontwikkelingen Begin jaren 90 kwam de bioscoop in private handen. In tegenstelling tot de meeste andere bioscopen in de stad, die wegens de grote landelijke daling van het bezoekersaantal ofwel de deuren moesten sluiten of moesten stoppen met de aankoop van nieuwe filmbanden, wist Saljoet zich te handhaven. Als eerste bioscoop in de stad begon Saljoet met de aankoop van Amerikaanse Klasse A-films (blockbusters). In 1998 kwam de Amerikaanse film Titanic in de Russische bioscopen. Volgens velen was dit de film die de Russische bezoekers terug naar de bioscopen haalde. In Jekaterinenburg bleek Saljoet echter de enige bioscoop die de film had aangekocht. Op 20 februari begon de film te draaien, in de eerste twee week met Russische ondertiteling, maar vervolgens met nasynchronisatie. De film bracht een stroom van bezoekers naar de bioscoop en er ontstonden wachtrijen, ondanks het feit dat de prijs van de kaartjes verschillende malen hoger was als voor andere films. Veel mensen bezochten de film meerdere malen, sommige grote fans zelfs 20 tot 30 keer. Door de opbrengsten van dit grote succes was de bioscoop al in het najaar van dat jaar in staat om het pand te verbouwen tot zijn huidige vorm. Het meerkanalige digitale geluidssysteem Dolby Digital werd geïnstalleerd en het scherm van de grootste zaal met 50% te vergroten tot 14 bij 7 meter, waarmee het gedurende lange tijd het grootste van de Oeral was. Op deze manier konden bezoekers sommige films zowel in hun oude als in hun nieuwe formaat zien. De film Titanic bleef een jaar en zeven maanden draaien in Saljoet, waarmee ze een absoluut wereldrecord vestigde. In 2001 was Saljoet de eerste bioscoop in Rusland die de film Moulin Rouge! kon laten zien; 3 week voor de première, daar de bioscoop persoonlijke toestemming had verkregen van regisseur Baz Luhrmann voor de exclusieve uitzending van de film. Met deze film had de bioscoop zowel de hoogste opbrengsten van Rusland als de langste uitzendperiode (een jaar). In 2002 werd Saljoet door de vereniging van filmmakers van Rusland uitgeroepen tot de beste regionale bioscoop. Huidige situatie Saljoet is nu een multiplex, daar ze de beschikking heeft over 4 modern uitgeruste zalen met ruim 800 zitplaatsen. Naast gewone films worden er regelmatig buitenlandse festivalfilms vertoond. Jaarlijks trekt de bioscoop enkele honderdduizenden bezoekers, waarvan een vijfde bestaat uit kinderen. Van 1986 tot 2006 werd de bioscoop geleid door Nikolaj Vladytsjkin. Externe link Website van Saljoet Bioscoop Bouwwerk in Jekaterinenburg Theaterzaal in Rusland
Huidige situatie Saljoet is nu een multiplex, daar ze de beschikking heeft over 4 modern uitgeruste zalen met ruim 800 zitplaatsen. Naast gewone films worden er regelmatig buitenlandse festivalfilms vertoond. Jaarlijks trekt de bioscoop enkele honderdduizenden bezoekers, waarvan een vijfde bestaat uit kinderen. Van 1986 tot 2006 werd de bioscoop geleid door Nikolaj Vladytsjkin.
1
stoel, zitplaats, gereserveerde zitplaats
12,335
SiteNavigationElement
1570549
https://nl.wikipedia.org/wiki/CE-HTML
CE-HTML
CE-HTML is een taal om gebruikersinterface pagina's te maken voor consumentenelektronica (CE) apparaten zoals televisies. Deze CE-HTML pagina's worden gebruikelijkerwijs op een server geplaatst en zijn gebaseerd op een zogenaamde "10-foot user interface". Dit is een gebruikersinterface welke geschikt is voor eenvoudige besturing op afstand door het toepassen van grote letters en bediening met een afstandsbediening. CE-HTML is een deelverzamelingstaal van gebruikelijke open internettalen en wordt ook wel XHTML-profiel genoemd. CE-HTML maakt deel uit van de CEA-2014-norm (ook wel Web4CE genoemd), gedefinieerd binnen de Consumer Electronics Association - een consortium van grote consumentenelektronica bedrijven. Eigenschappen CE-HTML bestaat uit de volgende internettalen: Ecmascript 262, 3e editie XHTML 1.0 transitional/strict CSS TV Profile 1.0 XMLHttpRequest object DOM level 2.0 (Core, Style, Events, HTML) een aantal specifieke uitbreidingen voor CE-apparaten. CE-HTML kan zowel in-huis via UPnP alsmede via het internet worden gebruikt. Een CE-HTML-capabel CE-apparaat heeft gewoonlijk een webbrowser aan boord die is aangepast voor de CE-HTML-standaard. CE-HTML heeft namelijk specifieke uitbreidingen voor deze apparaten aan boord zoals: Multi-tap of een andere CE-specifieke mogelijkheid om tekst in te voeren, door gebruik te maken van de CSS3 "input-format" tag. media(audio/video)afspeelmogelijkheden door het gebruik van een audio/videoscriptobject. bediening via de afstandsbediening ("spatial navigation") door gebruik te maken van de op-, neer-, links-, rechts- en OK-knop zogenaamde "client capability matching" om de eigenschappen van het CE-apparaat te koppelen aan de gebruikersinterface die de server aanbiedt. Zo kunnen bijvoorbeeld beeldschermgrootte en bedieningsmogelijkheden makkelijk worden uitgewisseld. gebruikersinterfaceprofielen voor gebruik op CE-apparaten zoals televisies. Dit zijn voorgedefinieerde profielen waarop een CE-apparaat zijn capaciteiten kan baseren. Ze leggen bijvoorbeeld vast welke lettertypen er worden ondersteund, welke schermgrootte het apparaat heeft en de bestandsformaten voor audio en video die worden ondersteund. notificaties die het apparaat de mogelijkheid geven naar berichten van een server te luisteren, en deze aan de gebruiker te tonen. een specifiek nieuw mime-type (identificatiestring) voor CE-HTML-pagina's: "application/ce-html+xml". Typische CE-HTML-code ziet er zo uit: <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD XHTML 1.0 Transitional//EN" "ce-html-1.0-transitional.dtd"> <html xmlns="http://www.w3.org/1999/xhtml"> <head> <title>CE-HTML</title> </head> <body onload="myvid.play(1);"> CE-HTML a/v object:<br /> <object type="video/mpeg" id="myvid" data="myvideo.mpeg" width="640" height="480"></object> </body> </html> Geschiedenis CE-HTML werd ontwikkeld binnen de R7WG9-werkgroep van de Consumer Electronics Association - bestaande uit een aantal grote consumentenelektronica-bedrijven - om een antwoord te verzinnen op het probleem van het tonen van HTML-(internet)pagina's op een apparaat dat niet de eigenschappen heeft van een personal computer. CE-apparaten hebben problemen met het tonen van normale internetpagina's doordat deze gebruikmaken van: kleine lettertypen en plaatjes, die slecht leesbaar zijn van een apparaat als bijvoorbeeld een televisie alleen muis- of toetsenbordnavigatie op een pagina; geen mogelijkheid om te navigeren met een afstandsbediening geen oplichtende elementen op een pagina waardoor een gebruiker niet ziet waar hij zich op de pagina bevindt zeer veel niet uitwisselbare (DOM level 0/legacy DOM) elementen geen standaardaudio- en -videomogelijkheden het gebruik van gesloten, niet uitwisselbare standaarden als bijvoorbeeld Adobe Flash Verder is het moeilijk om internetpagina's eenduidig voor CE-apparaten beschikbaar te maken doordat deze apparaten vaak verschillende eigenschappen hebben. Denk hierbij aan verschillende schermgroottes, afstandsbedieningen en audio/video-codecs. Gebruik CE-HTML wordt steeds meer toegepast in andere (open) standaarden, zoals die van het Open IPTV Forum en de Digital Living Network Alliance (vanaf versie 2). Philips heeft de eerste televisies die gebruikmaken van CE-HTML met de Net TV eigenschap in april 2009 gelanceerd. Internettelevisies worden ook gelanceerd door Samsung, Panasonic en Sony, alhoewel deze bedrijven hun apparaten op andere talen baseren. Verwijzingen Internet World wide web Open standaard
CE-HTML is een taal om gebruikersinterface pagina's te maken voor consumentenelektronica (CE) apparaten zoals televisies. Deze CE-HTML pagina's worden gebruikelijkerwijs op een server geplaatst en zijn gebaseerd op een zogenaamde "10-foot user interface". Dit is een gebruikersinterface welke geschikt is voor eenvoudige besturing op afstand door het toepassen van grote letters en bediening met een afstandsbediening. CE-HTML is een deelverzamelingstaal van gebruikelijke open internettalen en wordt ook wel XHTML-profiel genoemd.
2
menu-structuur, pagina-element, gebruikersinterface
1,356
ExhibitionEvent
682319
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerrit%20Uylenburgh
Gerrit Uylenburgh
Gerrit van Uylenburgh (ca. 1625-1679), ook Gerrit Uylenburgh, was een Nederlandse kunsthandelaar. Zijn bedrijf speelde een sleutelrol in de kunstwereld van de Gouden Eeuw. Hij was de oudste zoon van Hendrick van Uylenburgh, zakenpartner (en aangetrouwde familie) van Rembrandt, en nam het succesvolle bedrijf van zijn vader over. In 2006, het Rembrandtjaar, hield het Rembrandthuis een tentoonstelling over de kunsthandel van vader en zoon Uylenburgh. De tentoonstelling was ook te zien in de Dulwich Picture Gallery in Londen. Levensloop Midden jaren 1650 volgde hij zijn vader Hendrick van Uylenburgh op. Net als zijn vader nam hij jonge veelbelovende schilders in dienst, onder wie Hendrick Fromantiou en Gerard de Lairesse. Hij breidde het bedrijf internationaal uit en handelde naast Nederlandse kunst ook veel in Italiaanse meesters en klassieke beeldhouwwerken. De Engelse hofschilder Peter Lely trad op als zijn agent in Londen. In 1660 was hij betrokken bij het samenstellen van de Dutch Gift. Hij reisde met 24 Italiaanse schilderijen en acht klassieke beelden naar Londen. Onderweg naar Den Briel, waar het schip lag met de ambassadeurs, zou hij nog drie schilderijen bij Gerard Dou hebben opgepikt. Hij kwam in 1671 in opspraak toen hij dertien schilderijen aan Frederik Willem, de keurvorst van Brandenburg-Pruisen, wilde verkopen. De collectie werd afgekeurd als vervalsingen en teruggestuurd. Van Uylenburg organiseerde daarop een contra-expertise. In totaal vroeg hij 35 schilders om uitspraak te doen over de echtheid van de schilderijen, onder wie Jan Lievens, Melchior de Hondecoeter, Gerbrand van den Eeckhout, Willem Doudijns, Karel Dujardin en Johannes Vermeer. In 1672 liet hij een huis bouwen op de Keizersgracht (nu nr. 565) met verkoopruimte op een van de nog braak liggende percelen achter de Gouden Bocht. In 1675 raakte Van Uylenburgh in financiële problemen, mede door de oorlog met Frankrijk en dalende kunstprijzen vanwege een te groot aanbod op de kunstmarkt, en mogelijk ook omdat zijn reputatie schade had opgelopen door de Brandenburgse zaak. Zijn bedrijf ging failliet en de inboedel werd geveild. Nederlands kunsthandelaar Rembrandt van Rijn Persoon in de Nederlanden in de 17e eeuw
In 2006, het Rembrandtjaar, hield het Rembrandthuis een tentoonstelling over de kunsthandel van vader en zoon Uylenburgh. De tentoonstelling was ook te zien in de Dulwich Picture Gallery in Londen.
2
tentoonstelling, expositie, evenement
5,380
ListenAction
3097155
https://nl.wikipedia.org/wiki/City%20FM
City FM
City FM is een Nederlandse commerciële radiozender die alleen nog uitzendt via internet. Geschiedenis Editie West City FM begon via een van de kanalen van de SALTO Omroep Amsterdam en zond toen uitsluitend dancemuziek uit. Later ging City FM commercieel en werd het muziekaanbod verbreed. In 2001 werd de zender Sun FM overgenomen, waardoor City FM voortaan ook te horen was in de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Enige tijd later ging de zender zich specialiseren in pop- en rockmuziek. In 2003 veranderde men het muziekgenre in Classic Rock en heette het station voluit City FM Classic Rock. Op hetzelfde moment was de zender ook in heel Noord-Holland via de ether te beluisteren. Op 1 januari 2009 stopte Editie West met de etheruitzendingen. De frequenties gingen over naar Radio Decibel. De zender is tot op heden nog wel via internet te beluisteren. Editie Noord In 2004 nam men het noordelijke radiostation Rebecca Radio over, met frequenties in Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en het noorden van Flevoland. Hierbij veranderde het format per 15 augustus van dat jaar in Classic Rock. De locatie in Meppel werd gesloten. De zender zond nu uit in hetzelfde pand als City FM in het Zuid-Hollandse Rijswijk onder de naam Rebecca FM Classic Rock met hetzelfde format en vormgeving als City FM. Op 1 december 2006 werd dit station omgedoopt tot City FM Classic Rock. Vanaf begin 2007 draaide men naast Classic Rock ook moderne rockmuziek. Op 1 januari 2009 onderging editie noord een aantal wijzigingen. De slogan Classic Rock kwam te vervallen en de nieuwe slogan was Best Rock in Town. Het station richtte zich nu op rock muziek in de breedste zin van het woord. Op 10 april 2011 werd Editie Noord vervangen door Arrow Classic Rock Noord, dat op 1 maart 2013 weer is vervangen door Freez FM. Themakanalen De radiozender had sinds begin 2007 ook een aantal themakanalen, deze waren tot februari 2009 te beluisteren via de website. Zo waren er themakanalen voor modern rock, rockballads, nederrock en live rock. Nederlandse radiozender
Editie West City FM begon via een van de kanalen van de SALTO Omroep Amsterdam en zond toen uitsluitend dancemuziek uit. Later ging City FM commercieel en werd het muziekaanbod verbreed. In 2001 werd de zender Sun FM overgenomen, waardoor City FM voortaan ook te horen was in de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Enige tijd later ging de zender zich specialiseren in pop- en rockmuziek. In 2003 veranderde men het muziekgenre in Classic Rock en heette het station voluit City FM Classic Rock. Op hetzelfde moment was de zender ook in heel Noord-Holland via de ether te beluisteren.
1
luisteren, audiocontent, geluidsweergave
1,982
House
3829391
https://nl.wikipedia.org/wiki/Faas%20Eliaslaan%2031-33
Faas Eliaslaan 31-33
De dubbele villa Faas Eliaslaan 31-33 is een gemeentelijk monument in Baarn in de provincie Utrecht. Het huis staat op het terrein van het vroegere terrein landgoed Schoonoord. De villa's vormen met die op de Faas Eliaslaan 23-25, 27-29 en 35-37 een rij villa's die karakteristiek zijn voor het begin van de 20e eeuw. Beide woningen hebben een suite met een lange gang. Op de serres die over de hele breedte van de topgevels zijn gebouwd, is een balkon. De ingangen van de villa's bevinden zich tussen de serres in het iets terugwijkende middenstuk. Zie ook Lijst van gemeentelijke monumenten in Baarn Gemeentelijk monument in Baarn Villa in Baarn
De villa's vormen met die op de Faas Eliaslaan 23-25, 27-29 en 35-37 een rij villa's die karakteristiek zijn voor het begin van de 20e eeuw. Beide woningen hebben een suite met een lange gang. Op de serres die over de hele breedte van de topgevels zijn gebouwd, is een balkon. De ingangen van de villa's bevinden zich tussen de serres in het iets terugwijkende middenstuk.
2
huis, woning, gebouw
2,185
RiverBodyOfWater
1792706
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koema%20%28Noordelijke%20Kaukasus%29
Koema (Noordelijke Kaukasus)
De Koema (Russisch: Кума) is een rivier in het zuiden van Rusland. De rivier is 802 kilometer lang. De bron ligt in de deelrepubliek Karatsjaj-Tsjerkessië in de Grote Kaukasus, waarna ze in de noordoostelijke richting stroomt en verder naar het oosten door de Kaspische Laagte. Dan mondt de Koema uit in de Kaspische Zee, in de Kizljargolf nabij Dagestan en Kalmukkië. Door verschillende geografen en geologen wordt de rivier (samen met de Koema-Manytsjlaagte) als grens tussen Europa en Azië beschouwd. Zie ook Koemanen Rivier in Rusland (Europees deel) Stroomgebied van de Kaspische Zee Geografie van Karatsjaj-Tsjerkessië Geografie van Dagestan Geografie van Kalmukkië
De rivier is 802 kilometer lang. De bron ligt in de deelrepubliek Karatsjaj-Tsjerkessië in de Grote Kaukasus, waarna ze in de noordoostelijke richting stroomt en verder naar het oosten door de Kaspische Laagte. Dan mondt de Koema uit in de Kaspische Zee, in de Kizljargolf nabij Dagestan en Kalmukkië.
2
rivier, waterlichaam, stroom
552
UserLikes
1326828
https://nl.wikipedia.org/wiki/3voor12Radio
3voor12Radio
3voor12Radio is een radioprogramma van de Nederlandse omroep VPRO op de popzender NPO 3FM. Het is onderdeel van het multimediale platform 3voor12. Ontstaan Voorheen heette het programma 3VOOR12FM en werd het gepresenteerd door Dennis Weening. In het kader van de programmeringswijziging veranderde het programma ook enigszins van inhoud, met meer interactie met de luisteraar, met aansluiting bij de dagprogrammering van 3FM, maar nog steeds met veel alternatieve, nieuwe, oude en live pop- en rockmuziek. 3voor12Radio wordt vanaf 1 juni 2015 maandag- tot en met donderdagavond van 21.00 tot 00.00 uur uitgezonden. Hiervoor was de tijd van 22.00 tot 01.00 uur. Het programma werd aanvankelijk gepresenteerd door Eric Corton. Voorheen op donderdag was er 3VOOR12RADIO Live, uitgezonden vanuit Desmet Studio's Amsterdam, waarin er drie livebandjes optraden, voordien Club 3VOOR12 en daarvoor Club Lek (dat toen gepresenteerd werd door Jaap Boots). Op donderdag is er veel ruimte voor opnames van livemuziek. Op maandag tot en met donderdag was Sharid Uppelschoten in de uitzending aanwezig, met wie de actualiteit van de dag wordt doorgenomen aan de hand van een nieuwsstelling en -discussie met de luisteraars, onder de noemer Waan van de Nacht. Uppelschoten stopte op 2 februari 2011 met De Waan; sindsdien wordt dit programmaonderdeel door de dj zelf gedaan. Op 26 mei 2011 stopte Corton met 3voor12Radio omdat hij meer tijd voor zijn gezin wilde hebben. De laatste uitzending vond plaats in Desmet in Amsterdam, met veel collega-dj's en de bands Kensington, Drive Like Maria en Baskerville. Roosmarijn Reijmer nam het stokje van hem over en presenteerde het programma sinds 1 september 2011. Paul Rabbering en Michiel Veenstra waren de vaste vervangers van Roosmarijn. Op 16 oktober 2017 maakte Reijmer bekend dat ze per 8 december 2017 stopt bij NPO 3FM. Ze wordt tijdelijk vervangen door Michiel Veenstra en Wijnand Speelman. Later verving ook Jorien Renkema regelmatig. Vanaf 3 september 2018 was Eva Koreman de nieuwe vaste presentatrice van het programma. Vanaf 1 april 2020 is Sagid Carter de nieuwe presentatrice van 3voor12Radio, nadat bekend werd gemaakt dat Eva Koreman samen met Frank van der Lende de middagshow op NPO 3FM gaat verzorgen. Na het vertrek van Carter per september 2022 is Koreman opnieuw de vaste presentator van 3voor12 Radio. Het radioprogramma zou per 2023 verdwijnen, maar is uiteindelijk alsnog opgenomen in de programmering, wekelijks op vrijdagavond. 3voor12 Whitenoise Een ander 3FM-programma van de VPRO was het danceprogramma 3VOOR12 Whitenoise, in het weekeinde van middernacht tot 02.00 uur en gepresenteerd door de Britse techno-dj Dave Clarke, waarin hij nieuwe elektronische dansmuziek, maar soms ook punk/rock aan elkaar mixte. Het programma stopte in februari 2012. Vaste programmaonderdelen Enkele terugkerende onderdelen zijn of waren: Het Geluid Van. Wekelijkse serie gebaseerd op maatschappelijke en politieke actualiteit, waarbij iemand uit het nieuws zijn of haar plaat bij het nieuws geeft. 3voor12 Was Erbij. Concertverslag van die avond met bijbehorende verzoeknummer, gedaan door luisteraars. De 3na12 Drie verzoeknummers op een rij in de opening van het derde uur, om 3 na 12. Happy Ending Waarbij het einde van een plaat geraden moet worden. 312 Essentials van 3voor12 Lijst met 312 tracks die belangrijk zijn geweest voor de popmuziek. Iedere dag een toevoeging. Niet te Missen uur. Muziek die niet te missen is. Elke maandag tussen 23:00 en 00:00. De je-weet-nooit-wat-je-krijgt-request. Externe link Officiële website van 3voor12Radio Nederlands muziekprogramma op radio Radioprogramma van 3FM Radioprogramma van de VPRO Muziekprogramma op radio Verzoekprogramma Pop- en/of rockprogramma
Ontstaan Voorheen heette het programma 3VOOR12FM en werd het gepresenteerd door Dennis Weening. In het kader van de programmeringswijziging veranderde het programma ook enigszins van inhoud, met meer interactie met de luisteraar, met aansluiting bij de dagprogrammering van 3FM, maar nog steeds met veel alternatieve, nieuwe, oude en live pop- en rockmuziek.
1
gebruikersvoorkeuren, interactie, likes
2,982
Conversation
5416973
https://nl.wikipedia.org/wiki/Suriname%20Seafood%20Associatie
Suriname Seafood Associatie
De Suriname Seafood Associatie (SSA) is een overlegraad binnen de Surinaamse visserijsector. Er zijn vertegenwoordigers uit de Surinaamse vangst en verwerking van vis en garnalen in vertegenwoordigd. Een van de permanente leden in de overlegraad is een vertegenwoordiger van het Visserscollectief. De SSA fungeert als een gesprekspartner van de regering. Ze houdt kantoor in het pand van de SAIL NV aan de Cornelis Jongbawstraat in Paramaribo. Prahlad Sewdien was de voorzitter aan het begin van de 21e eeuw en ook in 2020 toen hij aantrad als minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij. Tussendoor, rond 2018, was Udo Karg voorzitter. Zie ook Visserij in Suriname Surinaamse organisatie Visserij in Suriname
De Suriname Seafood Associatie (SSA) is een overlegraad binnen de Surinaamse visserijsector. Er zijn vertegenwoordigers uit de Surinaamse vangst en verwerking van vis en garnalen in vertegenwoordigd. Een van de permanente leden in de overlegraad is een vertegenwoordiger van het Visserscollectief. De SSA fungeert als een gesprekspartner van de regering.
1
gesprek, communicatie, berichten
7,484
WriteAction
5491537
https://nl.wikipedia.org/wiki/Over%20Arthur%20van%20Schendel
Over Arthur van Schendel
Over Arthur van Schendel is een essay van A. Roland Holst (1888-1976) over de schrijver Arthur van Schendel (1874-1946) dat in 1974 voor het eerst werd uitgegeven. Geschiedenis In 1970 vroeg de Haarlemse bibliothecaris en drukker Cees van Dijk (1925-2019) aan Roland Holst of hij iets over Van Schendel wilde schrijven, schrijvers die elkaar gekend hadden. Roland Holst stemde toe en zond een tekst in. Hij had al eens eerder zoiets gedaan, namelijk Over den dichter Leopold. Hij begon het essay als volgt: "Wie Van Schendel niet kende, noch ooit een photo van hem onder ogen had, zou als hij aan kwam loopen terstond hebben gezien: daar komt een persoonlijkheid, niet iemand uit een reeks. Hij bestond op zichzelf". Vervolgens verhaalde hij de anekdote dat hij Van Schendel had verteld dat hij dacht dat de naam 'Tamalone' uit de twee zwerversverhalen niets anders kon betekenen dan I am alone, daar hij opmerkte dat in het Engels de I en de T op dezelfde manier worden geschreven; Van Schendel had daarop gegrijnsd en een knipoog gegeven. Daarna volgde kritiek: Roland Holst vond dat Van Schendel te veel, en ook te veel minder goeds had geschreven. De zwerververhalen durfde hij niet te herlezen, maar het ergste vond hij de afgang met De zindelijke wereld waarover hij opmerkte dat hij vermoedde dat het vanwege het gebrek aan kwaliteit daarom in de kritiek onbesproken was gebleven. Voorts vergeleek hij hem met Louis Couperus die toch ook veel, en veel minders had geschreven, maar dat die laatste in een roman als Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan toch de meerdere van Van Schendel was. Wel gaf hij toe dat hij dacht dat Van Schendel als mensch de meerdere moest zijn geweest, en meende dat Couperus dat wel met een glimlach zou hebben toegegeven. Toch had Van Schendel ook meesterwerken geschreven, als De waterman en Het fregatschip Johanna Maria. Hij besloot zijn essay met: "Ik kende de mensch Van Schendel en ik las en herlees 'De Waterman'. Wat kan ik beter wenschen?" Zo verscheen in 1974 het essay van Roland Holst, 100 jaar na de geboorte van Van Schendel. De uitgever-drukker gaf echter in 1986 een heruitgave uit die vergezeld ging van de (verkorte) briefwisseling Van Dijk-Roland Holst uit 1970. Daaruit bleek dat Van Dijk hem op bepaalde zaken had gewezen. Zo wees Van Dijk erop dat hij minstens zes kritieken kende over De zindelijke wereld en stelde enkele wijzigingen voor. Sommige wijzigingen nam Roland Holst over. Uitgaven De uitgave verscheen in 1974, blijkens het colofon, in een met de hand genummerde oplage van 88 exemplaren, met de hand gezet en gedrukt op papier van Barcham Green. Tegenover de titelpagina werd een portret van Van Schendel door Harry Prenen afgedrukt, met een das die rood gekleurd was; de uitgave zelf was ook in zwart en rood gedrukt. In 1975 deed Roland Holst het essay opnemen in zijn bundel In den verleden tijd. De door Van Dijk in 1970 voorgestelde wijzigingen waren hier echter niet in opgenomen, en het stuk was overgebracht in moderne spelling. In 1983 werd het opgenomen in het eerste deel van diens verzameld proza. In 1986 verscheen dus een herdruk van Van Dijk, met de briefwisseling en het commentaar over de uitgaven van 1974 en 1975. Van Dijk had in 1974 de door Roland Holst in oude spelling geschreven tekst afgedrukt, en niet de moderne. Hij verbaasde zich er ook over waarom Roland Holsts eigen voorgestelde wijzigingen in 1975 niet waren overgenomen. De tekst in de uitgave van 1986 is de oorspronkelijke, ongewijzigde van Roland Holst. Die uitgave verscheen op de wijze die Van Dijk toen hanteerde: met een elektrische typemachine, deze keer op papier van Zerkall en onder de titel Hij bestond op zichzelf. A Roland Holst over Arthur van Schendel; de oplage was 15 exemplaren. Essay Boek uit 1974 Nederlandstalige literatuur
Geschiedenis In 1970 vroeg de Haarlemse bibliothecaris en drukker Cees van Dijk (1925-2019) aan Roland Holst of hij iets over Van Schendel wilde schrijven, schrijvers die elkaar gekend hadden. Roland Holst stemde toe en zond een tekst in. Hij had al eens eerder zoiets gedaan, namelijk Over den dichter Leopold. Hij begon het essay als volgt: "Wie Van Schendel niet kende, noch ooit een photo van hem onder ogen had, zou als hij aan kwam loopen terstond hebben gezien: daar komt een persoonlijkheid, niet iemand uit een reeks. Hij bestond op zichzelf".
1
schrijven, auteur, tekstcreatie
9,954
WPAdBlock
4804556
https://nl.wikipedia.org/wiki/100Hoog
100Hoog
100Hoog is een woontoren in de Nederlandse stad Rotterdam. Het gebouw heeft een hoogte van 105,5 meter en telt 33 verdiepingen. De toren staat aan de Wijnhaven op de hoek van Wijnstraat en de Posthoornstraat in het centrum van Rotterdam, in het Maritiem District. De toren is ontworpen door Klunder Architecten en geopend in 2013. Het gebouw bevat 152 koopappartementen, een inpandige parkeergarage en tien commerciële ruimtes. Aannemer was de BAM. Zie ook Lijst van hoogste gebouwen van Rotterdam Flatgebouw in Rotterdam Wolkenkrabber in Rotterdam Bouwwerk in Rotterdam Centrum
100Hoog is een woontoren in de Nederlandse stad Rotterdam. Het gebouw heeft een hoogte van 105,5 meter en telt 33 verdiepingen. De toren staat aan de Wijnhaven op de hoek van Wijnstraat en de Posthoornstraat in het centrum van Rotterdam, in het Maritiem District. De toren is ontworpen door Klunder Architecten en geopend in 2013. Het gebouw bevat 152 koopappartementen, een inpandige parkeergarage en tien commerciële ruimtes. Aannemer was de BAM.
1
advertentiesectie, commerciële ruimte, promotiemodule
1,195
AudioObject
1079777
https://nl.wikipedia.org/wiki/Silent%20Shout%3A%20An%20Audio%20Visual%20Experience
Silent Shout: An Audio Visual Experience
Silent Shout: An Audio Visual Experience is een live-dvd van het Zweedse muziekduo The Knife. Geschiedenis De dvd werd opgenomen op 12 april 2006 van het concert de Trädgår'n in Göteborg, Zweden. Hij werd uitgebracht in Zweden op 10 november 2006 onder The Knife's eigen label, Rabid Records. De dvd bevat een 5.1 surroundsound-versie van het concert (met visuele effecten van Andreas Nilsson) en elf muziekvideo's. The Knife's korte film, When I Found the Knife staat ook op de dvd. Dvd-tracklist Concert "Pass This On" – 5:42 "The Captain" – 6:12 "We Share Our Mothers' Health" – 4:22 "You Make Me Like Charity" – 4:23 "Marble House" – 4:58 "Forest Families" – 4:17 "Kino" – 5:06 "Heartbeats" – 4:24 "Silent Shout" – 5:19 "From Off to On" – 5:35 Extra's Muziekvideo's: "N.Y. Hotel" "Heartbeats" "You Take My Breath Away" (versie 1) "Pass This On" "Handy-Man" "You Take My Breath Away" (versie 2) "Silent Shout" "Marble House" (originele Björn Renner-video) "We Share Our Mothers' Health" "Like a Pen" "Marble House" (niet-uitgebrachte Chris Hopewell-video) Korte film: When I Found the Knife (2004) Externe link Zweedse film Film uit 2006 Concertfilm
Silent Shout: An Audio Visual Experience is een live-dvd van het Zweedse muziekduo The Knife.
1
audio, geluidsbestand, mediabestand
1,937
FilmAction
2074014
https://nl.wikipedia.org/wiki/Leonard%20Retel%20Helmrich
Leonard Retel Helmrich
Leonard Retel Helmrich (Tilburg, 16 augustus 1959 – aldaar, 15 juli 2023) was een Nederlandse cineast. Met Stand van de maan en Stand van de Sterren heeft hij tweemaal de hoogste prijs ontvangen van IDFA (International Documentary Festival Amsterdam). Vanwege zijn verdiensten voor het Nederlandse en internationale filmklimaat is hij op 5 juni 2018 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Biografie Leonard Retel Helmrich werd geboren in Tilburg. In 1982 verhuisde hij naar Amsterdam en volgde daar een studie op het gebied van filmkunst. In 1986 studeerde hij af aan de Nederlandse Film en Televisie Academie in de richtingen regie, scenario en montage voor speelfilm. Hij debuteerde vervolgens in 1990 met de speelfilm Het Phoenix Mysterie. Zijn eerste documentaire Moving Objects 1991 won een prijs in San Francisco. Na het voltooien van Moving Objects ging Retel Helmrich naar Indonesië, het geboorteland van zijn ouders. Indonesië vormde het decor voor vele latere documentaires. Tijdens het filmen drong hij door tot de Indonesische politiek die tot 1998 beheerst werd door het regime van Soeharto en zijn familie. Retel Helmrich maakte een portret van Soeharto en zijn vrouw in hun Jakartaanse paleis. In 1995 werd hij tijdens het filmen van een demonstratie in Solo (Midden-Java) door de Indonesische politie gearresteerd op verdenking van spionage en subversieve activiteiten. Door adequaat optreden van zijn oudere broer Anton en tussenkomst van de Nederlandse Ambassade werd Retel Helmrich als persona non grata uitgezet. Helmrich mocht eind 1997 terugkomen en vervolgde zijn activiteiten in Indonesië. Tussen 1995 en 1997 verbleef Retel Helmrich onder andere in de Verenigde Staten (Kansas City, Missouri) en hield zich daar bezig met het verder ontwikkelen van zijn filmstijl Single Shot Cinema. Bij terugkomst in Indonesië bleek een groot deel van het eerder gemaakte materiaal te zijn vernietigd of onbruikbaar te zijn geworden. Retel Helmrich maakte een drieluik waarin hij twaalf jaar een gezin volgt dat tijdens politieke en religieuze conflicten in Indonesië probeert te overleven. Zo ontstond in 2001 Stand van de Zon, die in Noyon (Zwitserland) het filmfestival won en goede recensies kreeg van de pers. Stand van de maan werd in 2004 openingsfilm van IDFA (International Documentary Festival Amsterdam) en kreeg later ook de Joris Ivensprijs. De film ontving in 2005 ook de grote prijs voor documentaires op het Sundance Film Festival (USA). Verder kreeg Stand van de maan onderscheidingen in Chicago en Montreal. De laatste film van de drieluik is Stand van de Sterren uit 2010. Ook deze film werd de openingsfilm van IDFA en kreeg twee prijzen: een voor de hoofdprijs en een voor de beste Nederlandse documentaire. Deze film heeft ook een prijs gewonnen in de categorie World Cinema Documentary Sundance Film Festival in januari 2011. Leonard Retel Helmrich is de eerste cineast die tweemaal de hoogste onderscheiding heeft ontvangen van IDFA en de enige Nederlander die ooit de hoofdprijs heeft gewonnen bij het filmfestival van Sundance. Begin 2017 kreeg Retel Helmrich tijdens de bewerking van zijn documentaire The Long Season een acute hartstilstand waardoor hij met blijvende gezondheidsproblemen kampte. Retel Helmrich overleed op 63-jarige leeftijd. Filmografie 1986 De Drenkeling (eindexamenfilm Nederlandse Film- en Televisie Academie) 1988 Dag mijn klas, ik mis jullie allemaal (documentaire voor NOS televisie) 1990 Het Phoenix Mysterie (speelfilmdebuut met Luc Boyer, Liz Snoyink en Manouk van der Meulen in de hoofdrollen) 1991 Moving Objects (documentaire over beeldend theater) geproduceerd door Scarabeefilms B.V. 1994 Jemand auf der Treppe (eerste verslag in Single Shot Cinema van Orkater) geproduceerd door Scarabeefilms 1995 Art Non-Blok (documentaire over beeldende kunst in de derde wereld) 1996 Closed Circuit (Art Performance van het Kansas City Art Institute) 1999 Als een vloedlijn (documentaire over Feike Boschma, beeldend kunstenaar) geproduceerd door Scarabeefilms 2000 The body of Indonesia's conscience (documentaire voor Indonesische conferentie) 2001 De Stand van de Zon (Eye of the Day) geproduceerd door Scarabeefilms 2003 Vlucht uit de Hemel (documentaire voor VPRO televisie) geproduceerd door Scarabeefilms 2004 Stand van de Maan (Shape of the Moon) geproduceerd door Scarabeefilms 2006 Aladi (documentaire voor Surinaamse televisie i.s.m. Pim de la Parra) 2006 Promised Paradise (documentaire voor VPRO televisie) geproduceerd door Scarabeefilms 2006 Jadwiga’s laatste reis (documentaire voor NPS televisie) geproduceerd door Scarabeefilms 2006 In My Fathers Country (Director of Photography in documentaire voor Australische televisie) 2009 Contract Pensions: Djangan Loepah (documentaire van Hetty Naaijkens-Retel Helmrich, waarin Leonard Director of Photography was) geproduceerd door Scarabeefilms 2009 The Burning Season (Director of Photography in documentaire voor BBC en Australische televisie) 2009 Nuclear Underground in New Mexico USA (documentaire van Peter Galison en Rob Moss, waarin Leonard Director of Photography was) 2010 Stand van de Sterren geproduceerd door Scarabeefilms 2012 Raw Herring of Hollandse Nieuwe, een documentaire gemaakt voor de EO 2017 The Long Season geproduceerd door Pieter van Huijstee film & tv producties. Onderscheidingen 1992 Special Jury Award Best Artist-Profile of the International Golden Gate Film Festival of San Francisco" voor Moving Objects 1994 Nomination New Media Award Top Television München" voor Jemand auf der Treppe 2002 Stand van de Zon Audience Award Visions du Réel Nyon (Zwitserland) Award Prix SRG SSR Idée Suisse Grand Prix of the Jury Maremma Doc Festival Pal Mares Dutch Academy Award Gouden Beeld Best Documentary Audience Award 7th International Film Festival Split (Joegoslavië) 2003 Nomination Gouden Kalf voor Vlucht uit de Hemel 2004 Openingsfilm IDFA met Stand van de Maan Grand Joris Ivens Award IDFA Grand World Documentary Award Sundance Film Festival Best Cinematography Award International Documentary Film Festival Chicago Openingsfilm International Film Festival Bermuda Grand Jury Award Full Frame USA Kristallen Prijs Nederland Asja.biz Prize - Best Documentary Cinemabiente Environmental Film Festival Turijn Audience Award Rencontres Documentary Film Festival Montreal voor Stand van de Maan 2006 Grand Golden Dhow Best Documentary Award at the Zanzibar International Film Festival voor Promised Paradise 2010 Openingsfilm IDFA met Stand van de Sterren VPRO/IDFA Grand Jury Award for Best Feature Length Documentary Beste Nederlandse Documentaire 2011 Special jury Award World Documentary Sundance 2011 Grand jury Award Abu Dhabi filmfestival 2011 Grand jury Award Durban international filmfestival 2017 Grand jury Award Best Dutch Documentary in Amsterdam 2018 Benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw Externe links Leonard Retel Helmrich in tegenlicht Nederlands filmregisseur
In 1986 studeerde hij af aan de Nederlandse Film en Televisie Academie in de richtingen regie, scenario en montage voor speelfilm. Hij debuteerde vervolgens in 1990 met de speelfilm Het Phoenix Mysterie. Zijn eerste documentaire Moving Objects 1991 won een prijs in San Francisco. Na het voltooien van Moving Objects ging Retel Helmrich naar Indonesië, het geboorteland van zijn ouders. Indonesië vormde het decor voor vele latere documentaires. Tijdens het filmen drong hij door tot de Indonesische politiek die tot 1998 beheerst werd door het regime van Soeharto en zijn familie. Retel Helmrich maakte een portret van Soeharto en zijn vrouw in hun Jakartaanse paleis. In 1995 werd hij tijdens het filmen van een demonstratie in Solo (Midden-Java) door de Indonesische politie gearresteerd op verdenking van spionage en subversieve activiteiten. Door adequaat optreden van zijn oudere broer Anton en tussenkomst van de Nederlandse Ambassade werd Retel Helmrich als persona non grata uitgezet. Helmrich mocht eind 1997 terugkomen en vervolgde zijn activiteiten in Indonesië. Tussen 1995 en 1997 verbleef Retel Helmrich onder andere in de Verenigde Staten (Kansas City, Missouri) en hield zich daar bezig met het verder ontwikkelen van zijn filmstijl Single Shot Cinema.
2
filmen, filmopname, videoproductie
2,679
Physician
827923
https://nl.wikipedia.org/wiki/Anisocorie
Anisocorie
Anisocorie is een verschijnsel waarbij er een verschil is in grootte tussen de linker- en rechterpupil. Klachten De belangrijkste klachten bij anisocorie zijn problemen met het zien. Bij een verwijde pupil kan het nabijzien met één oog verminderd zijn. Bij een vernauwde pupil kan het donkerzien met één oog verminderd zijn. Bovendien kan de patiënt of zijn omgeving een verschil in pupilgrootte hebben opgemerkt zonder dat daarbij klachten zijn. Oorzaken Vernauwde pupil iritis: een ontsteking van het regenboogvlies van het oog gebruik van pilocarpine-oogdruppels morfinegebruik Argyll Robertson-pupil bij syfilis Syndroom van Horner: een neurologische aandoening fysiologisch: zonder onderliggend ziekteproces of uitwendige oorzaak; het betreft een uitsluitingsdiagnose die pas gesteld wordt wanneer andere oorzaken uitgesloten zijn. Verwijde pupil oogletsel met beschadiging van de pupilkringspier (musculus sphincter pupillae) pupilverwijdende oogdruppels met bijvoorbeeld atropine of adrenaline uitval van de derde craniale zenuw (nervus oculomotorius) Syndroom van Adie: een chronische neurologische aandoening Behandeling Na een eerste diagnose door de huisarts, vindt verdere diagnostiek en behandeling plaats door de oogarts. Trivia De Britse zanger David Bowie is waarschijnlijk de bekendste persoon die deze aandoening had; zijn linkerpupil was wijder dan de rechter, naar aanleiding van een vechtpartij. Ook voetballer en trainer Frank de Boer en presentator Martien Meiland hebben deze aandoening. Literatuurverwijzingen Stilma JS, Voorn ThB. Hoofdstuk 31 Neuro-oftalmologie. In: Oogheelkunde; Bohn Stafleu Van Loghum; Houten, 2002; p. 306-307 Oogaandoening
Behandeling Na een eerste diagnose door de huisarts, vindt verdere diagnostiek en behandeling plaats door de oogarts.
3
arts, huisarts, medisch organisatie
9,997
Apartment
480550
https://nl.wikipedia.org/wiki/Al%20Hoceima%20%28stad%29
Al Hoceima (stad)
Al Hoceima (Berbers: ⵍⵃⵓⵙⵉⵎⴰ Lḥusima) is een havenstad en badplaats van zo'n 120.000 inwoners aan het Rifgebergte, in het noorden van Marokko, gelegen aan een beschutte baai aan de Middellandse Zee. Drie rotsachtige eilandjes -Peñón de Alhucemas- liggen op 300 meter voor het strand en zijn nog steeds in Spaanse handen. De stad is hoofdplaats van de gelijknamige provincie Al Hoceima die hoort bij de regio Tanger-Tétouan-Al Hoceïma. Al Hoceima ligt in de stamgebieden van de Ait Waryaghar en Ibaqouyen. Veel Marokkanen uit Al Hoceima zijn uitgeweken naar Nederland, Frankrijk, Spanje, Duitsland en België. Deze buitenlandse culturele invloeden hebben ervoor gezorgd dat Al Hoceima een veelzijdige stad is op gebied van cultuur en taal. De voertaal die er wordt gesproken is het Riffijns-Berbers, de taal van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Marokko die na de Arabische invasie geïslamiseerd en gekoloniseerd werden. Geschiedenis Naam De oorspronkelijk naam van de stad was vernoemd naar de Spaanse generaal José Sanjurjo y Sacanell (1872-1936). Hij noemde de stad naar zichzelf, Villa Sanjurjo. Tijdens de Tweede Spaanse Republiek (1931-1939) werd de naam veranderd naar "Villa Alhucemas", nog later "Alhucemas", naar de Arabische benaming voor lavendel. De lokale bevolking noemde de stad "Villa", en dat is nog steeds de benaming. Sinds de Marokkaanse onafhankelijkheid in 1956 wordt de Franse schrijfwijze gehanteerd: Al Hoceima. Stichting Al Hoceima is als stad gesticht in 1925 door generaal José Sanjurjo y Sacanell (1872-1936), die daar tijdens de Rif-opstand (1920-1927) met zijn troepen geland was. Na 1926 groeide de stad nauwelijks. Het was toen een vissersdorpje van een paar straatjes achter het inmiddels beroemde strand Playa Quemado en werd grotendeels door Spanjaarden bewoond. De Spaanse invloeden uit deze tijd zijn nog terug te vinden in de sfeer, wijk- en straatnamen en het uiterlijk van Al Hoceima. Drie kilometer buiten de stad liggen de ruïnes van Al Mazamma, in de Middeleeuwen lange tijd een van de belangrijkere steden in dit gebied. Jaren 60 - 90 "Jaren van Lood" De jaren waarin wijlen Hassan II de koning van Marokko was werden ook wel de "Jaren van Lood" genoemd, aangezien er vele conflicten voorkwamen tijdens zijn heerschappij. Duizenden mensen werden om politieke redenen gevangengenomen, vermoord en sommigen verdwenen zonder enig spoor achter te laten. Vooral Al Hoceima kreeg het zwaar te verduren. Dit was reeds het geval vóór Hassan II koning werd. In opdracht van koning Mohammed V kreeg zijn zoon Hassan de leiding over het leger. Hassan II heeft het leger in de periode van 1956 tot en met 1959 gebruikt om de Riffijnen in Al Hoceima zwaar te onderdrukken. Vele mensen kwamen om het leven in deze periode. Officiële cijfers zijn er niet, maar er wordt geschat dat er duizenden doden zijn gevallen. Nadat Hassan II koning werd, ging hij, zoals zijn vader, verder met het verwaarlozen van het Rif-gebied. Tijdens zijn 38-jarige heerschappij stortte de economie van de streek en de stad compleet in, aangezien er niet geïnvesteerd werd. De Riffijnen werden gedwongen om in de drugshandel te gaan voor inkomsten. Een aanzienlijk deel van de inwoners trok als gastarbeider naar Europa om daar een nieuw leven op te bouwen, en moesten noodgedwongen hun vaderland in de steek laten. In 1984 waren er nogmaals protesten tegen de overheid in Al Hoceima. Ook deze protesten werden gewelddadig neergeslagen, vele mensen zijn toen omgekomen. Indeling Wijken en districten De wijken van Al Hoceima worden veelal aangeduid met het woord "barrio" wat "wijk" betekent in het Spaans. Een overzicht van de wijken: Demografie Groei Na de Marokkaanse onafhankelijkheid in 1956 begon de stad in hoog tempo te groeien. De stad zelf had in 2014 118.463 inwoners. De provincie Al Hoceima telde toen 395.644 inwoners (2004). In de jaren '60 en '70 waren velen van hen naar Europa vertrokken om als gastarbeider te gaan werken, omdat er geen werk te vinden was in de Rif. Van de Marokkanen in Nederland is een groot aantal afkomstig uit Al Hoceima en andere noordelijke steden zoals Nador. Door langdurige politieke wrijvingen en conflicten van de Riffijnen met de Marokkaanse koning Hassan II werden noordelijke steden als Al Hoceima en Nador bewust verwaarloosd. De infrastructuur, grotendeels aangelegd in de tijd van de Spaanse overheersing, was verwaarloosd en er waren nauwelijks buitenlandse bedrijven. Deze situatie bleef bestaan tot na het overlijden van Hassan II in 1999, toen hij door zijn zoon koning Mohammed VI werd opgevolgd. Economie Door de jarenlange verwaarlozing van de hogere overheid is Al Hoceima voor haar begroting nog steeds vooral afhankelijk van de stedelingen en van de geëmigreerde inwoners. De grootste inkomstenbron van Al Hoceima is de visserij. Dagelijks verlaten tientallen kleinere boten en grotere schepen de haven van Al Hoceima en gaan richting zee op zoek naar vis. De handel in edelkoralen vormt ook een belangrijke inkomstenbron voor de stad. Een nieuwe en groeiende inkomstenbron voor de stad is het toerisme. Verschillende hotelketens investeren en exploiteren een tiental hotels in het centrum van de stad. De mooie stranden en het Nationale Park van Al Hoceima trekken toeristen en vormen zo een groeiende inkomst voor de stad. Overige inkomsten zijn afkomstig van lokale bedrijven, waaronder vele houtbewerkingsbedrijven, restaurants, fastfoodketens, kledingwinkels en juweliers. Verder leveren de Nederlandse, Belgische, Duitse, Franse en Spaanse Marokkanen een belangrijke bron van inkomsten, vooral tijdens de zomerperiode, wanneer ze naar hun stad komen om vrienden en familie te bezoeken en hun vakantie door te brengen in het land van herkomst. Al Hoceima nu Onder koning Mohammed VI wordt meer aandacht geschonken aan Al Hoceima. Er zijn grote projecten gestart voor het realiseren van o.a. nieuwe ziekenhuizen, verbeteren van de infrastructuur, creëren van werkgelegheid en onderwijs. Een nieuwe autoweg, verlenging van de autoweg N16 langs de kust tussen Nador en Al Hoceima is al gerealiseerd. Koning Mohammed VI, bekend voor zijn zwak voor stranden en jet-ski's, heeft de badplaats meerdere malen -formeel en informeel- bezocht. Verder is er een koninklijk paleis gebouwd in de stad, in de buurt van het grote plein. Al Hoceima heeft een groot aantal houtbewerkingsbedrijfjes en de visserij en de horeca zijn er goed vertegenwoordigd. Tegenwoordig is ook de verwerking van edelkoralen tot sieraden een belangrijke inkomstenbron. Bipan, de grootste nationale industriële bakker, heeft een fabriek net buiten Al Hoceima. In Al Hoceima houdt men de gebruikelijke siësta, waardoor in de zomer de straten 's namiddags dunbevolkt zijn. Mensen zijn dan op het strand of blijven thuis. Na zonsondergang verzamelt men zich op het grote stadsplein en de straten eromheen voor de paséo (pantoffelparade), om te flaneren en te winkelen. De paséo is een van de vele Spaanse gewoonten in Al Hoceima. De streek rond Al Hoceima heeft regelmatig te maken gehad met aardbevingen. De laatste twee waren zware bevingen, in 1994 met 2 doden en 300 gewonden, en de aardbeving van 24 februari 2004. Die was het hevigst, met een kracht van 6,7 op de schaal van Richter, waarbij meer dan 600 mensen de dood vonden, naast bijna 1000 gewonden en ruim 15 000 daklozen, meest op het platteland rond de stad. Jaarlijks bezoeken toeristen en Marokkanen uit Nederland, België en Frankrijk het Quemado-strand (officieel 'Plage du Maroc'), de plaats waar een eeuw geleden Spaanse troepen aan land gingen en Al Hoceima werd gesticht. Bij het strand liggen de appartementen van het luxe Mohammed V-Hotel, een tennisbaan en een discotheek. Madinat Bades In 2014 is er begonnen aan een nieuw gebied ten westen van Al Hoceima, genaamd Madinat Bades. Het betreft een appartementencomplex, bestaande uit 160 appartementen, vlak boven de Corniche maritime de Sabadia, en beslaat 50 hectare. Er komen zowel villa's, appartementen en commerciële ruimtes. Het gebied krijgt een uitzicht over de corniche en de Baai van Al Hoceima. Toerisme Het toerisme in Al Hoceima bestaat nog steeds overwegend uit Marokkanen uit Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Spanje. De grootste groep zijn de Nederlandse Marokkanen. Het is ook niet ongewoon wanneer er tijdens de zomerperiode duizenden gele nummerplaten te zien zijn. Van 'echt' toerisme is marginaal sprake, aangezien de stad nog in ontwikkeling is na de jarenlange verwaarlozing door de Marokkaanse overheid. De stad kent tot nu toe een beperkt aantal 'attracties' voor toeristen, waaronder de stranden, dagelijkse concerten, paardrijden en het natuurrijke Nationaal Park van Al Hoceima. Verder kunnen toeristen de oude Spaanse huizen en kerk bezoeken die tijdens de Spaanse bezetting werden gebouwd. De overheid is bezig te investeren in toerisme. De groei van het aantal hotels is sterk toegenomen, verschillende villa's en appartementen zijn te huur voor een redelijk bedrag. Verkeer en vervoer Autoverkeer In Al Hoceima wordt flink gebouwd aan de infrastructuur. De stadswegen worden opgeknapt en verfraaid, en de infrastructuur met andere steden en dorpen in de regio wordt eveneens aangepakt. Tussen Al Hoceima en Nador is in 2007 langs de kustlijn een nieuwe autoweg (N16) gerealiseerd en de Marokkaanse regering heeft in 2008 plannen publiek gemaakt dat er een autoweg in dezelfde stijl gerealiseerd wordt tussen Al Hoceima en Tétouan. Dat zou betekenen dat alle grote steden in het noorden van Marokko door middel van nieuwe wegen met elkaar zijn verbonden en dat er een route ontstaat die zich langs de Middellandse Zeekust van Oujda via Al Hoceima tot Tanger uitstrekt. Scheepvaart Vanuit de haven van Al Hoceima verzorgt veerbootmaatschappij Trasmediterránea overtochten tussen Al Hoceima en de Spaanse havenstad Motril. Luchtvaart Al Hoceima beschikt over een eigen vliegveld, het Cherif Al Idrissi Airport, dat 360.000 passagiers per jaar afhandelt. Onderwijs Abdelmalek Essaâdi Universiteit - Campus van Al Hoceima, bevat: Faculteit Wetenschap en Technologie - FST Nationale School voor Toegepaste Wetenschappen - ENSA'H Multidisciplinaire faculteit - FPH (In opbouw) Nationale School voor Handel en Management - ENCG (In opbouw) Instituto Español Melchor de Jovellanos - Spaanse internationale school. Sport Chabab Rif Al Hoceima Al Hoceima is de thuisbasis van de voetbalclubs Chabab Rif Al Hoceima en Raja Al Hoceima met het Chipola/Mimoun al Arassi-Stadion, dat aan 12.000 bezoekers plaats biedt. In dit seizoen, 2019/20, speelt Chabab Rif Al Hoceima in GNF 1, de tweede divisie in Marokko. Op 27 april 2009 plaatste de voetballer Ibrahim Afellay, die de talentprijs won, namens de Johan Cruyff Foundation in samenwerking met Maroquistars het eerste en enige Cruyff Court van Marokko in Al Hoceima. Het veld heet het Ibrahim Afellay Veld. Partnersteden Almería (Spanje) Barcelona (Spanje) Brussel (België) Den Haag (Nederland) Meppel (Nederland) Parijs (Frankrijk) Sint-Niklaas (België) Geboren te Al Hoceima Chaib Massaoudi (9 februari 1962), acteur Hans Sahar (1974), schrijver Youssaf El Marnissi (2 februari 1976), autocoureur Tarik Elyounoussi (23 februari 1988), voetballer Mohamed Elyounoussi (4 augustus 1994), voetballer Hassan El Bachrioui, voetbalcoach Abid El Idrissi (30 mei 1988), voetballer Yassin Ayoub (6 maart 1994), voetballer Externe links NPS-tv serie De Toestand in Marokko (1997) Deel3: Al Hoceima - Youtube Al Hoceima (gearchiveerd) Al Hoceima (gearchiveerd) Stad in Marokko
Madinat Bades In 2014 is er begonnen aan een nieuw gebied ten westen van Al Hoceima, genaamd Madinat Bades. Het betreft een appartementencomplex, bestaande uit 160 appartementen, vlak boven de Corniche maritime de Sabadia, en beslaat 50 hectare. Er komen zowel villa's, appartementen en commerciële ruimtes. Het gebied krijgt een uitzicht over de corniche en de Baai van Al Hoceima.
3
appartement, flat, woning
5,912
ResumeAction
5561252
https://nl.wikipedia.org/wiki/OPNsense
OPNsense
OPNsense is opensource en op FreeBSD-gebaseerde firewall en routingsoftware die is ontwikkeld door het Nederlandse bedrijf Deciso. De distributie kan vrij worden gedownload en gebruikt voor commerciële doeleinden. Beschrijving OPNsense is een fork van pfSense, die op zijn beurt weer een afsplitsing is van m0n0wall. Typische toepassingen zijn voor stateful firewalls, routers, wireless access points, DHCP-servers, DNS-servers en VPN-eindpunten. OPNsense kan worden geïnstalleerd maar draait ook vanaf een live-cd. Met behulp van een webinterface kan OPNsense worden geconfigureerd en kunnen updates worden ingesteld zonder nauwkeurige kennis van het onderliggende FreeBSD-besturingssysteem. In tegenstelling tot vergelijkbare opensource firewallsoftware zoals IPFire en pfSense, biedt OPNsense tweefactorauthenticatie. Externe link Website van OPNsense Beveiligingssoftware Opensourcesoftware en vrije software
Beschrijving OPNsense is een fork van pfSense, die op zijn beurt weer een afsplitsing is van m0n0wall. Typische toepassingen zijn voor stateful firewalls, routers, wireless access points, DHCP-servers, DNS-servers en VPN-eindpunten.
1
hervatten, apparaat, toepassing
11,346
CookAction
31931
https://nl.wikipedia.org/wiki/Broeder%20%28gerecht%29
Broeder (gerecht)
Broeder is een broodachtig Nederlands gerecht. De belangrijkste ingrediënten zijn bloem, gist en rozijnen en het wordt geserveerd met stroop. Traditioneel wordt het gekookt in een broederzak en daarna in plakken gesneden. Bereidingswijzen Er bestaan verschillende manieren om een broeder te bereiden: Broederbeslag wordt in een broederzak gedaan, waarna men het in een pan water twee uren laat koken. De broeder wordt met een draadje in plakken gesneden en met een sausje van boter en stroop geserveerd. De plakken opbakken in roomboter gebeurt ook. Broeder kan als hoofdmaaltijd of als nagerecht gegeten worden. Er wordt een beslag gemaakt dat te rijzen wordt gezet. Vervolgens gaat het met de toevoegingen in een braadpan met hete olie, waarin het op een hoog vuur aan een zijde snel wordt bruingebakken. Op een laag vuur laat men het gerecht dan verder garen. Zodra de broeder gaar is gaat er nieuwe olie in de pan en wordt de andere kant bruin gebakken. Vervolgens het baksel in plakken snijden en serveren met warme stroop. Broeder wordt in een cakevorm gebakken. Varianten Jan-in-de-zak Een gerecht dat eveneens in een doek of zak gebonden in water of bouillon gegaard wordt is Jan-in-de-zak. Behalve de ingrediënten voor broeder worden er gebakken spekblokjes en eventueel wat gember door het beslag gemengd. Na anderhalf uur zachtjes garen wordt de koek uit de zak gehaald en in een warme ruimte te drogen gelegd. Jan-in-de-zak wordt verder niet gebakken. Het gerecht wordt tijdens het ancien régime als ontbijt gegeten. Potdik-in-de-tromme Een Gelderse variant van broeder is potdik-in-de-tromme. Na anderhalf uur garen wordt het gerecht na kort drogen in plakken gesneden en gegeten met gebraden verse worst en dunne kaneelsaus. Het wordt ook wel gegeten met bruine bonen en appel. In Overijssel heet dit gerecht pörk (In het Gelderse dialect betekent pörk klein kind of kleuter; ook iemand die te klein is voor zijn leeftijd wordt pörk genoemd). In Markelo wordt pörk wel gegeten met kerstmis. Varianten in Azië In Sri Lanka kent men een gerecht genaamd burudala, een bepaald soort cake. De Singalese naam burudala gaat terug op het Nederlandse woord broeder. Deze variant is ontstaan binnen de Burghergemeenschap, een etnisch gemengde bevolkingsgroep, met deels Europese voorouders, onder wie de Dutch Burghers. De Vereenigde Oostindische Compagnie had ruim een eeuw een belangrijke positie op het eiland. In de stad Manado in Indonesië bestaat een broedervariant genaamd kue of bolu brudel, die soms bestrooid wordt met kaas In het Zuid-Indiase Cochin kan men nog altijd bruder-brood kopen bij een plaatselijke bakker. In Cochin was tussen 1663 en 1795 een belangrijke Nederlandse handelsnederzetting gevestigd. Zie ook Poffert Jouster pof Nederlands gerecht Broodgerecht Nederlandse keuken
Bereidingswijzen Er bestaan verschillende manieren om een broeder te bereiden: Broederbeslag wordt in een broederzak gedaan, waarna men het in een pan water twee uren laat koken. De broeder wordt met een draadje in plakken gesneden en met een sausje van boter en stroop geserveerd. De plakken opbakken in roomboter gebeurt ook. Broeder kan als hoofdmaaltijd of als nagerecht gegeten worden. Er wordt een beslag gemaakt dat te rijzen wordt gezet. Vervolgens gaat het met de toevoegingen in een braadpan met hete olie, waarin het op een hoog vuur aan een zijde snel wordt bruingebakken. Op een laag vuur laat men het gerecht dan verder garen. Zodra de broeder gaar is gaat er nieuwe olie in de pan en wordt de andere kant bruin gebakken. Vervolgens het baksel in plakken snijden en serveren met warme stroop. Broeder wordt in een cakevorm gebakken.
1
koken, voedselbereiding, kookproces
3,343
Store
705090
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hinthamerstraat
Hinthamerstraat
De Hinthamerstraat is een van de oudste straten in de binnenstad van 's-Hertogenbosch. De straat loopt vanaf de Markt tot aan de Zuid-Willemsvaart, hierna loopt hij over in het Hinthamereinde, de weg naar Hintham. De uitspraak is Hintəmərstraat. In het Middeleeuwse 's-Hertogenbosch was het een van de drie grote uitvalswegen van de stad, samen met de Orthenstraat en de Vughterstraat. Vroeger heette het gedeelte tussen de Zuid-Willemsvaart en de Geerlingsebrug ook het Hinthamereinde. Dat de Hinthamerstraat een van de oudste straten van 's-Hertogenbosch is, kan men zien aan de oude bouwwerken die er te vinden zijn. Op de hoek met de Korte Waterstraat staat een deel van de noordelijke toren van de Leuvense Poort. Op de hoek met de Torenstraat, die uitkomt op de Parade, staat de Sint-Janskathedraal. Ook het voormalige Geefhuis en Oude Mannenhuis (thans de Openbare Bibliotheek) zijn gevestigd aan de Hinthamerstraat. Dit pand werd eeuwenlang gebruikt ter ondersteuning van de armen. Naast de huidige bibliotheek staat het Jeroen Boschhuis (nu cultureel centrum de Muzerije). Het Jeroen Boschhuis werd tussen 1828 tot 1929 gebruikt als Paleis van Justitie. Iets verderop in de straat staat het Zwanenbroedershuis. In dit pand is het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap gevestigd en zijn talloze kunstschatten te bezichtigen. Net over De Groote Stroom (dit is de oude hoofdstroom van de Binnendieze) bevindt zich de Sint-Jacobskerk die sinds 2007 dienstdoet als het Jheronimus Bosch Art Center. Dit museum is gevestigd aan een gedeelte van de straat, dat een andere naam heeft gekregen, het Jeroen Boschplein. Aan het begin van de bocht naar de Zuid-Willemsvaart staat het GGZ 's-Hertogenbosch Reinier van Arkel, dit is het oudste Algemeen psychiatrisch ziekenhuis van Nederland en werd op 26 november 1442 opgericht. Naast deze historische panden is de Hinthamerstraat bekend vanwege de winkels, kroegen en restaurants die er gevestigd zijn. Opvallend is verder dat veel panden een bordje hebben die hun oude huisnaam vermeldt. Externe link Bossche Encyclopedie: Hinthamerstraat Straat in 's-Hertogenbosch
Naast deze historische panden is de Hinthamerstraat bekend vanwege de winkels, kroegen en restaurants die er gevestigd zijn. Opvallend is verder dat veel panden een bordje hebben die hun oude huisnaam vermeldt.
1
winkel, detailhandel, verkooppunt
489
SpeakableSpecification
39884
https://nl.wikipedia.org/wiki/XPath
XPath
XPath (XML Path-taal of XML Path Language) is een querytaal voor het adresseren van onderdelen van XML-documenten. Het is een compacte taal die niet in XML-syntaxis is opgesteld. Oorspronkelijk gemotiveerd door de wens om een gemeenschappelijke syntaxis en model te ontwikkelen voor XPointer en XSL, is XPath snel door XML-ontwikkelaars geaccepteerd als een soort kleine querytaal. Met XPath kan men heel specifieke informatie opvragen uit XML-documenten, zoals de informatie in de bladeren van de boomstructuur, maar ook deelpaden kunnen worden bevraagd. De notatie van XPath is compact, en geschikt om uitgedrukt te worden in XML-attributen. Een typisch XPath-expressie is een Location Path, dat bestaat uit een string van elementen of attributen, gescheiden door forward slashes ("/"), wat veel weg heeft van een pad in een bestandssysteem. XPath ondersteunt ook ingebouwde functies, filters, toegang tot gebonden variabelen, en axis specifiers. Onder de functies die XPath ondersteunt, zijn stringfuncties, boolean functies en numerieke functies. Location Paths worden onderverdeeld in Steps of Stappen, waarvan ieder deze drie onderdelen heeft: Axis Specifier Node Test Predicaat Een zeer eenvoudig voorbeeld van een specifiek XPath is: /wikiarticle/title/kanarie Externe links XPath 1.0 standaard XPath tutorial XPath beginner tutorial W3C-standaard XML-gebaseerde standaard Querytaal
De notatie van XPath is compact, en geschikt om uitgedrukt te worden in XML-attributen. Een typisch XPath-expressie is een Location Path, dat bestaat uit een string van elementen of attributen, gescheiden door forward slashes ("/"), wat veel weg heeft van een pad in een bestandssysteem. XPath ondersteunt ook ingebouwde functies, filters, toegang tot gebonden variabelen, en axis specifiers.
3
spreekbare inhoud, xpath, css-selector
6,871
AccountingService
813677
https://nl.wikipedia.org/wiki/PricewaterhouseCoopers
PricewaterhouseCoopers
PricewaterhouseCoopers, afgekort PwC, is een internationaal assurance- en (belasting)advieskantoor, met hoofdzetel in New York. PwC Nederland behaalde het in het boekjaar 2021/2022 een netto-omzet van 937 miljoen euro met een bezetting van bijna 5500 medewerkers. In Nederland heeft PwC in totaal dertien vestigingen. Het Nederlandse hoofdkantoor staat in Amsterdam. PwC ontstond in 1998 door een fusie van Price Waterhouse en Coopers & Lybrand. De consultancytak werd in 2002 verkocht aan IBM. De advisory-afdeling werd echter opnieuw opgezet na de verkoop van de consultancytak. Tot en met 2010 stond het kantoor bekend als PriceWaterhouseCoopers. PwC wordt samen met KPMG, EY (Ernst & Young) en Deloitte tot de Big Four gerekend. De formele naam is PricewaterhouseCoopers, aangevuld met een toevoeging van de betreffende entiteit (land of activiteit), maar vanaf 2010 maakt het bedrijf in haar commerciële uitingen gebruik van de naam PwC. Het wereldwijde netwerk bestaat uit firma's in 152 landen met meer dan 328.000 mensen. Dienstverlening PwC biedt zakelijke dienstverlening op het gebied van accountancy, belastingen, human resources, auditing,crisismanagement, performance improvement en financiële services. Oorsprong De geschiedenis van PwC begint in 1849, toen Samuel Price een accountantskantoor startte in Londen. In 1865 ging hij een partnerschap aan met William Holyland en Edwin Waterhouse. Korte tijd later ging William Holyland zelfstandig verder. Vanaf 1874 stond het kantoor bekend als Price, Waterhouse & Co. In 1890 opende Price Waterhouse & Co een kantoor in New York en al snel volgden meerdere vestigingen in het Britse Rijk. Ook de geschiedenis van Coopers & Lybrand gaat terug tot de negentiende eeuw. In 1854 startte William Coopers zijn kantoor in Londen. Zeven jaar later sloten zijn drie broers zich bij hem aan; de naam van het kantoor werd dan ook Coopers Brothers. In 1898 begonnen de Amerikanen Robert H. Montgomery, William M. Lybrand, Adam A. Ross Jr. en zijn broer T. Edward Ross het accountantskantoor Lybrand, Ross Brothers and Montgomery. In 1957 werden deze twee bedrijven samengevoegd met de Canadese firma McDonald, Currie and Co. waardoor Coopers & Lybrand ontstond. In 1990 nam Coopers & Lybrand de Britse tak van Deloitte Haskins & Sells over, maar de meeste andere delen van Deloitte fuseerden met Touche Ross tot Deloitte Touche Tohmatsu. De Nederlandse 'voorouders' komen via Coopers & Lybrand; het middelgrote Dijker en Doornbos beëindigde in 1989 de samenwerking met haar internationale partner BDO (Binder, Dijker, Otte). In de Deloitte-telg Van Dien vonden zij een nieuwe fusiepartner en zo ook weer de aansluiting op de internationale markt. Fusieproduct Deloitte Dijker van Dien maakte zich in 1990 los van Deloitte en werd Coopers & Lybrand, Dijker van Dien. Affaires rondom PricewaterhouseCoopers In 2005 werd door onderzoeker Pieter Lakeman, van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI), tegen PwC een tuchtklacht ingediend, inzake hun rol in de zogenaamde Chipshol-affaire. PwC had volgens SOBI ten onrechte het jaarverslag over 2004 van luchthaven Schiphol goedgekeurd. Volgens SOBI gaf het jaarverslag onvoldoende duidelijkheid over het financiële risico waaraan Schiphol blootstond, vanwege eerder onrechtmatig gedrag van Schiphol jegens Chipshol. De accountantskamer (de tuchtrechter op het gebied van de accountancy) verklaarde de klacht van SOBI ongegrond, omdat er volgens haar geen rechtsregel is die stelt dat lopende schadeclaims in (de toelichting van) de jaarrekening vermeld moeten worden. Het was de eerste uitspraak van de tuchtkamer over verslaglegging van lopende juridische procedures. Op 12 december 2013 werd bekend dat de jaarrekening van 2007 van Econcern, die door PwC was goedgekeurd, misleidend was. De curatoren dienden derhalve een tuchtklacht in tegen accountant PwC. Op 25 april 2014 verwierp de accountantskamer het beroep op verjaring, waarachter de accountants Feico van der Ploeg en Peter Tieleman zich in eerste aanleg hadden verscholen. Op 18 augustus werd de zaak inhoudelijk behandeld, waarna op 13 oktober 2014 de twee aangeklaagde accountants voor 1 maand werden geschorst. Op 4 februari 2016 betaalde PwC 25 miljoen aan de curatoren, als schikking. De veroordeelde Maapron directeuren, Klaas P. en Cees G., behaalden een overwinning op twee forensische accountants van PwC. In hoger beroep gaf het College van Beroep voor het bedrijfsleven de twee PwC accountants in maart 2015 een waarschuwing en een berisping. Het forensisch onderzoek was volgens het College op hoofdpunten niet onafhankelijk. Voor een persoonsgericht onderzoek naar de voormalige CEO van Linx Telecom, heeft PwC-accountant Bernard Prins een berisping gekregen van datzelfde College. De rechters stelden vast dat Prins, zonder adequate verificatie, is meegegaan in de wens van zijn opdrachtgever om tegen de voormalige CEO ten strijde te trekken. In april 2021 kwam naar buiten dat het OM onderzoek doet naar vermeende corruptie en valsheid in geschrifte bij dochterondernemingen van SHV. Onderzocht wordt in deze de strafrechtelijke positie van de accountant PwC. Externe links PwC Nederland PwC België PwC Global Britse multinational Nederlands accountantskantoor Accountantskantoor Adviesbureau Economie in Londen
Britse multinational Nederlands accountantskantoor Accountantskantoor Adviesbureau Economie in Londen
2
accountantskantoor, boekhoudservice, financiële administratie
10,688
CancelAction
1553873
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lowlands%202009
Lowlands 2009
Lowlands 2009 (voluit: A Campingflight to Lowlands Paradise) is een Nederlands muziek- en cultuurfestival dat op 21, 22 en 23 augustus 2009 heeft plaatsgevonden in Biddinghuizen. Het was de 17e editie van het Lowlandsfestival. Het heeft daar sinds 1993 plaatsgevonden, daarvoor werd het festival al tweemaal georganiseerd in de Jaarbeurs te Utrecht. Het festival was op 1 mei 2009 uitverkocht. Nog niet eerder in de geschiedenis van het festival waren zo vroeg in het jaar alle 55.000 kaarten verkocht. Artiesten Afzeggingen Fall Out Boy maakte op 17 mei bekend te gaan toeren met Blink 182, waardoor ze hun optreden op Lowlands 2009 af moesten zeggen. The Parlor Mob heeft afgezegd. Externe links Officiële Lowlands site Lowlands
Afzeggingen Fall Out Boy maakte op 17 mei bekend te gaan toeren met Blink 182, waardoor ze hun optreden op Lowlands 2009 af moesten zeggen. The Parlor Mob heeft afgezegd.
1
annulering, afzegging, intrekking
947
ParcelDelivery
5470219
https://nl.wikipedia.org/wiki/Quadient
Quadient
Quadient (voorheen Neopost) is een Frans bedrijf en wereldleider in oplossingen voor post- en pakjesverwerking, verzenddiensten en digitale communicatie. Quadient is genoteerd op de Euronext-aandelenbeurs in Parijs en het hoofdkantoor is gevestigd in Bagneux. Beschrijving De geschiedenis van Neopost gaat terug tot 1924. Met producten en diensten die in 90 landen vermarkt worden en vestigingen in 29 landen, is Quadient nummer 1 in Europa en nummer 2 in de wereld op het gebied van postkameroplossingen om zowel fysieke als digitale poststromen te optimaliseren. Quadient heeft 5900 medewerkers wereldwijd, waarvan 1200 verkoopmedewerkers en 500 R&D medewerkers. Voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling beschikt Quadient over verschillende gespecialiseerde onderzoeks- en ontwikkelingscentra in Frankrijk, Nederland, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Quadient beschikt over drie productiecentra: Le Lude (Frankrijk) voor high-end mailing systemen, Drachten (Nederland) voor mid-range vouw vulmachines en het geautomatiseerde inpaksysteem CVP-500, en Loughton (Verenigd Koninkrijk) voor het high-end segment van de vouw-vulsystemen. Drachten 'Quadient Technologies BV' in Drachten is voortgekomen uit HaDeWe en binnen de Quadient-groep het 'centre of competence' voor de ontwikkeling en de productie van producten zoals de Folder/Inserter (vouwen van documenten en deze automatisch in enveloppen stoppen) en verpakkingsmachines voor het creëren van dozen op maat en het automatisch verpakken van goederen met variabele afmetingen. Franse multinational Posterijen
Quadient (voorheen Neopost) is een Frans bedrijf en wereldleider in oplossingen voor post- en pakjesverwerking, verzenddiensten en digitale communicatie. Quadient is genoteerd op de Euronext-aandelenbeurs in Parijs en het hoofdkantoor is gevestigd in Bagneux.
1
pakketbezorging, postbezorging, verzenddienst
2,112
PerformingGroup
562745
https://nl.wikipedia.org/wiki/Muziekvereniging%20Bellegem
Muziekvereniging Bellegem
Muziekvereniging Bellegem is ontstaan uit de Koninklijke Harmonie Sint-Leonardszonen te Bellegem een deelgemeente van de stad Kortrijk. Geschiedenis De St.-Leonardszonen is ontstaan in het jaar 1881 als fanfare. Ze werd tijdens de jaren 20 omgevormd tot harmonieorkest. De vereniging is ontstaan in het kielzog van de toenmalige schoolstrijd in België, waarbij heel wat katholieke organisaties, waaronder talloze muziekverenigingen, ontstonden. Toenmalig voorzitter was Dhr. Jules Sobry. Huidig dirigent van de vereniging is Kevin Casteleyn (sinds 2016), en het voorzitterschap staat momenteel op naam van Claude Lauwers. In 1990 werd jeugdharmonie Fantasia opgericht onder het voorzitterschap van Marcel Lauwers. In 1999 ontstond ook het debutanten-ensemble "de Fantasietjes". Sinds het jaar 1994 speelt de harmonie in de eerste afdeling. Dirigenten 1882-1907 Dhr. H. De Block 1907-???? Henri Claerhout ???? - 1927 Jules Vanneste 1927-1927 Joseph Vandemaele 1928-1974 Gérard Favere 1974-1991 Dirk Vandecaveye 1991-1995 Johnny Cneut 1995-1997 Chris Denys 1997-2013 Herbert Matton 2013-2016 Thari Verloove 2016- Kevin Casteleyn Externe link Officiële website Zie ook Lijst van Belgische harmonieorkesten Bellegem, Muziekvereniging Cultuur in Kortrijk
Geschiedenis De St.-Leonardszonen is ontstaan in het jaar 1881 als fanfare. Ze werd tijdens de jaren 20 omgevormd tot harmonieorkest. De vereniging is ontstaan in het kielzog van de toenmalige schoolstrijd in België, waarbij heel wat katholieke organisaties, waaronder talloze muziekverenigingen, ontstonden. Toenmalig voorzitter was Dhr. Jules Sobry. Huidig dirigent van de vereniging is Kevin Casteleyn (sinds 2016), en het voorzitterschap staat momenteel op naam van Claude Lauwers.
1
muziekgroep, orkest, circus
3,135
LeaveAction
2260490
https://nl.wikipedia.org/wiki/Felix%20Hendrik%20Bloemgarten
Felix Hendrik Bloemgarten
Felix Hendrik Bloemgarten (Heerlen, 23 mei 1920 - nabij Dreux, 26 juli 1944) was een Nederlandse student die tijdens de Tweede Wereldoorlog actief was als Engelandvaarder en verzetsstrijder. Levensloop Bloemgarten studeerde in Delft toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Nadat de Joodse studenten niet langer aan de universiteit welkom waren was hij actief in het Delfts verzet. Hij was woonachtig op Boothstraat 10 te Utrecht (stad). In 1941 besloot hij Nederland te verlaten. Via Cuba bereikte hij de Verenigde Staten, waarna hij zich in Canada aanmeldde bij de geallieerde strijdkrachten. Hij kreeg een opleiding navigator-bombardeur. Na zijn opleiding werd hij in Engeland ingedeeld bij het Dutch 320 B Squadron. Bij zijn 23ste vlucht boven vijandelijk gebied werd hij op 26 juli 1944 bij Dreux neergeschoten. Hij werd door de Duitsers begraven. Externe link Felix Hendrik Bloemgarten in Joods Monument Engelandvaarder Nederlands militair in de Tweede Wereldoorlog Nederlands verzetsstrijder omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog
In 1941 besloot hij Nederland te verlaten. Via Cuba bereikte hij de Verenigde Staten, waarna hij zich in Canada aanmeldde bij de geallieerde strijdkrachten.
1
verlaten, groep, evenement
870
LikeAction
669753
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Bourne%20Ultimatum
The Bourne Ultimatum
The Bourne Ultimatum is een Amerikaanse actiefilm, die in 2007 in première ging en dat jaar drie Oscars won, die voor beste geluidsmixing, geluidsbewerking en montage. De film is de derde in de Bourne-reeks. De reeks is gebaseerd op de gelijknamige boekenserie van Robert Ludlum, hoewel de plot van de tweede en derde film weinig gelijkenissen vertoont met de boeken. De hoofdrol is weggelegd voor Matt Damon als Jason Bourne. Net als deel twee, The Bourne Supremacy, is de film door Paul Greengrass geregisseerd, met het scenario van Tony Gilroy. Universal Pictures bracht de film in de Verenigde Staten uit op 3 augustus 2007. België was op 12 september aan de beurt, Nederland een dag later. Jon Powell componeerde opnieuw de muziek voor dit deel. Het album van de soundtrack werd uitgebracht op 31 juli 2007 en bevat tevens een nieuwe versie van het nummer Extreme Ways van Moby. The Bourne Ultimatum is het derde deel uit de Bourne-reeks, na The Bourne Identity en The Bourne Supremacy. De film gaat verder na de autoachtervolging in het tweede deel, waarna Bourne verder op zoek gaat naar zijn echte identiteit en hij medewerking krijgt uit onverwachte hoek. In 2012 verscheen er een vierde deel in de Bourne-filmreeks, The Bourne Legacy, maar dan met Jeremy Renner in de hoofdrol. Verhaal De film begint meteen na de autoachtervolging in Moskou vlak voor het einde van The Bourne Supremacy, met een gewonde Jason Bourne die de politie van Moskou probeert te ontwijken. Achternagezeten door de politie breekt hij in bij een kliniek om zijn wonden te behandelen. De politie valt het gebouw binnen maar Bourne weet te ontsnappen. Zes weken later reist Bourne naar Parijs om Maries broer Martin te vertellen over haar dood. Onderweg leest hij in een artikel in The Guardian waarin journalist Simon Ross hem omschrijft als een CIA-agent. Bourne besluit Ross uit te nodigen op Station Waterloo in Londen. Ross blijkt echter zonder het te weten onder toezicht te staan van de CIA omdat hij in een telefoongesprek met zijn hoofdredacteur het woord "Blackbriar" noemde, waardoor de CIA gewaarschuwd wordt. Ross rijdt na een telefoontje van Bourne naar Waterloo Station, terwijl hij achtervolgd wordt door de CIA, die denkt dat ze nu de bron van Ross' informatie over Blackbriar kan achterhalen. Bourne merkt de aanwezigheid van de agenten in het station echter op. Hij stopt ongemerkt een prepaid mobiele telefoon in Ross' jaszak waarmee Bourne hem laat weten hoe hij de agenten kan ontwijken. CIA-beambte Noah Vosen, die hoofd was van de topgeheime Operatie Blackbriar (een vervolgproject van Treadstone dat al behandeld werd aan het einde van The Bourne Identity), geeft aan Paz, een "asset" - net als Bourne een door de CIA opgeleide huurmoordenaar, de opdracht om Ross en zijn bron te doden. Vossens team merkt de aanwezigheid van Bourne op een beveiligingscamera. Vossen vermoedt dat hij de bron van Ross is. Bourne raadt Ross aan zich te verbergen omdat ze hem waarschijnlijk willen vermoorden, maar in een paniekaanval rent Ross weg en wordt hij door Paz met een scherpschuttersgeweer doodgeschoten. In de chaos die daarop volgt steelt Bourne Ross' aantekeningen die waarschijnlijk meer over zijn achtergrond kunnen vertellen. Uit de aantekeningen blijkt dat Ross' zijn informatie over Blackbriar en Bourne kreeg van Neal Daniels, de chef van CIA Madrid. Plaatsvervangend directeur Pamela Landy wordt gevraagd om mee te helpen met het vangen van Bourne. Met Landy's hulp komen Vosen en zijn team te weten dat Daniels Ross' bron was. Ze besluiten een team te sturen naar Daniels' kantoor, maar Bourne is daar al eerder, waar hij het CIA-team aanvalt terwijl ze het kantoor binnenvallen. Terwijl Bourne de aanval op de CIA-agenten afrondt komt Nicky Parsons het kantoor binnenlopen. Nicky vertelt hem dat Daniels is gevlucht naar de Marokkaanse stad Tanger. Samen ontsnappen de twee uit het kantoor. Bourne belt de Spaanse politie, die verhindert dat de CIA-agenten achter Bourne aan kunnen gaan. In Tanger blijkt dat de CIA de moordenaar Desh Bouksani gestuurd heeft om Daniels, die informatie over Bourne en de topgeheime Operatie Blackbriar heeft, uit te schakelen. Nicky gebruikt haar officiële account om Desh een bericht te sturen waarin staat dat ze elkaar moeten ontmoeten voor een nieuwe telefoon. Dit geeft Bourne de gelegenheid Desh te volgen naar Daniels. Wanneer Vosen zich realiseert dat Nicky samenwerkt met Bourne geeft hij de opdracht Nicky en Bourne te vermoorden nadat hij Daniels heeft gedood. Landy is overstuur vanwege de beslissing van Vosen om CIA-personeel te doden, en verlaat daarom de operatie. Bourne volgt Desh, maar hij kan niet verhinderen dat Daniels sterft door een bom van Desh die afgaat. Desh gaat vervolgens op pad om Nicky te vermoorden. Bourne was zeer vlakbij aanwezig bij de bomexplosie, en om te voorkomen dat ze hem als dader aanzien rent hij door de straten van Tanger om aan de politie te ontkomen, maar om ondertussen ook Nicky te vinden. Na een gevecht tussen Bourne en Desh komt Desh om het leven. Bourne neemt Daniels' documenten mee en reist vervolgens samen met Nicky naar New York. Daar belt Bourne Landy terwijl hij haar observeert vanaf een gebouw aan de overkant. Daar wordt het einde van The Bourne Supremacy herhaald: Landy vertelt Bourne dat zijn echte naam David Webb is en dat hij geboren is op "4/15/71", een code voor het adres van het Treadstonegebouw aan de 415 East 71st Street. Bourne stuurt een sms naar Landy om een ontmoeting te regelen. Vosen onderschept het sms'je echter en volgt Landy als ze op weg gaat. Bournes ontmoeting blijkt later een afleidingsmanoeuvre te zijn geweest, Bourne kreeg namelijk nu de kans om Vosens kantoor binnen te gaan. Vosen komt pas achter het afleidingsmanoeuvre wanneer Bourne hem belt en zegt dat hij zich in zijn kantoor bevindt. Met Vosens opgenomen stem opent Bourne vervolgens de kluis in Vosens kantoor en steelt de geheime Blackbriar-documenten. Vosen geeft de CIA-agenten de opdracht terug te gaan naar zijn kantoor om daar Bourne te pakken. Bourne weet echter te ontsnappen en belandt in een autoachtervolging met CIA-agenten en Paz. De weg waar ze racen wordt een ravage, en Paz is zwaargewond. Bourne kiest ervoor hem toch niet te doden wanneer hij daar de kans voor krijgt. Bourne ontmoet na de autoachtervolging Landy bij het Treadstonegebouw om haar de documenten die hij stal uit Vosens kantoor te geven. Dan gaan de twee naar binnen. Bourne achterhaalt met de hulp van Dr. Albert Hirsch met succes zijn ware identiteit doordat hij zich nu allerlei dingen kan herinneren. Bourne herinnert zich als David Webb, een man die vrijwillig besloot mee te doen aan het Treadstoneproject. Bourne zegt Hirsch dat hij niets meer met Treadstone of de CIA te maken wil hebben en hij loopt weg. Vosen komt erachter dat de geboortedatum die Landy aan Bourne gaf in werkelijkheid een code is. Vosen rijdt naar het Treadstonegebouw om Landy daar te onderscheppen, maar Landy is net op tijd klaar met het faxen van de documenten uit Vosens kamer, die voor hem zeer belastend zullen zijn tijdens een rechtszaak. Ondertussen staat Paz op het punt om Bourne neer te schieten op het dak van hetzelfde gebouw. Bourne vraagt aan Paz of hij weet waarom hij de opdracht kreeg hem te vermoorden. Paz doet zijn wapen omlaag, maar achter hem komt Vosen schietend op Bourne aflopen. Bourne springt van het dak af en komt terecht in de East River. Een paar dagen later bekijkt Nicky het nieuws, waarin wordt gezegd dat Operatie Blackbriar is ontmanteld, Hirsch en Vosen gearresteerd zijn en CIA-directeur Ezra Kramer wordt ondervraagd door de Senaat over zijn betrokkenheid bij deze operatie. Over David Webb, oftewel Jason Bourne, wordt gezegd dat hij in de East River sprong maar zijn lichaam niet is gevonden, waarna Nicky glimlacht. De film gaat over op Bourne bewegingsloze lichaam in het water. Dan begint hij ineens te bewegen en zwemt hij in het donker naar de oppervlakte. Rolverdeling |- align=left |align=left|||align=left|Jason Bourne|| |- align=left |align=left|||align=left|Noah Vosen||CIA-medewerker |- align=left |align=left|||align=left|Pamela Landy||Onderdirecteur van de CIA |- align=left |align=left|||align=left|Nicky Parsons||Voormalig Treadstone-contact van Bourne |- align=left |align=left|||align=left|Simon Ross||Britse journalist |- align=left |align=left|||align=left|Dr. Albert Hirsch||Bedenker van Operation Treadstone |- align=left |align=left|||align=left|Ezra Kramer||Directeur van de CIA |- align=left |align=left|||align=left|Paz||Moet Ross en Bourne vermoorden |- align=left |align=left|||align=left|Desh||Moet Daniels en Nicky vermoorden |- align=left |} Achtergrond Productie Er werd opgenomen in Marokko, Spanje, Engeland, Frankrijk, Duitsland (in plaats van Rusland) en de Verenigde Staten. Muziek De filmmuziek werd gecomponeerd door John Powell. De originele soundtrack werd op 31 juli 2007 vrijgegeven door Decca Records en bevat onder meer het nummer "Extreme Ways" van Moby in een nieuwe versie. Ontvangst The Bourne Ultimatum bracht 69,3 miljoen dollar op in het weekend dat de film in première ging, een zeer hoog bedrag. Op 19 september 2007 had de film al wereldwijd bijna 342 miljoen dollar opgebracht, meer dan de voorgaande films. The Bourne Ultimatum staat daarmee momenteel op nummer 10 in de lijst van meest succesvolle films van 2007. The Bourne Ultimatum werd zeer goed ontvangen. Op Rotten Tomatoes staat de film op een waardering van 93%, hoger dan de voorgaande films. Mick LaSalle van de San Francisco Chronicle noemde de film "Een doordachte, superieure actiefilm". Maitland McDonagh van TVGuide.com noemde de film "Een vlugge thriller die nooit fysieke logica opoffert voor een grote vuurbal of een één-op-één-gevecht met een gevechtsvliegtuig", waarmee McDonagh refereert aan het slot van Die Hard 4.0. Wisselend was men over het camerawerk. Paul Greengrass werkt vaak met handheldcamera's in zijn films, waardoor een onrustig beeld kan ontstaan. Tevens gebruikt Greengrass vaak een snelle montage, de gehele film bevat circa 3200 shots, wat neerkomt op circa twee seconden per shot. Richard Corliss van TIME-magazine vroeg zich in zijn positieve recensie af waarom bij conversaties in de film de scènes nu op z'n Parkinsons gefilmd worden. Corliss merkte op dat het camerawerk de kijker afleidt van de inhoud van de scène. Volgens filmkenner John Frankenheimer wordt er op deze manier gefilmd om de kijker juist meer in de film te betrekken, dus alsof jezelf in de film staat en Jason Bourne op zijn tocht volgt. Trivia Een van de persoonsbestanden die Bourne uit de kluis van Vosen haalde bevat een foto van Richard Chamberlain, de acteur die Jason Bourne in de miniserie The Bourne Identity uit 1988 speelde. Omdat het niet mogelijk was Waterloo Station te sluiten voor de opnamen, is meerdere malen te zien dat voorbijgangers in de camera kijken of ernaar wijzen. Film uit 2007 Amerikaanse film Actiefilm Spionagefilm Film van Universal Studios Film naar een werk van Robert Ludlum
Ontvangst The Bourne Ultimatum bracht 69,3 miljoen dollar op in het weekend dat de film in première ging, een zeer hoog bedrag. Op 19 september 2007 had de film al wereldwijd bijna 342 miljoen dollar opgebracht, meer dan de voorgaande films. The Bourne Ultimatum staat daarmee momenteel op nummer 10 in de lijst van meest succesvolle films van 2007. The Bourne Ultimatum werd zeer goed ontvangen. Op Rotten Tomatoes staat de film op een waardering van 93%, hoger dan de voorgaande films. Mick LaSalle van de San Francisco Chronicle noemde de film "Een doordachte, superieure actiefilm". Maitland McDonagh van TVGuide.com noemde de film "Een vlugge thriller die nooit fysieke logica opoffert voor een grote vuurbal of een één-op-één-gevecht met een gevechtsvliegtuig", waarmee McDonagh refereert aan het slot van Die Hard 4.0. Wisselend was men over het camerawerk. Paul Greengrass werkt vaak met handheldcamera's in zijn films, waardoor een onrustig beeld kan ontstaan. Tevens gebruikt Greengrass vaak een snelle montage, de gehele film bevat circa 3200 shots, wat neerkomt op circa twee seconden per shot. Richard Corliss van TIME-magazine vroeg zich in zijn positieve recensie af waarom bij conversaties in de film de scènes nu op z'n Parkinsons gefilmd worden. Corliss merkte op dat het camerawerk de kijker afleidt van de inhoud van de scène. Volgens filmkenner John Frankenheimer wordt er op deze manier gefilmd om de kijker juist meer in de film te betrekken, dus alsof jezelf in de film staat en Jason Bourne op zijn tocht volgt.
1
like, waardering, positieve sentimenten
223
GardenStore
470321
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tuincentrum
Tuincentrum
Een tuincentrum is een winkel gespecialiseerd in de verkoop van tuinartikelen. Vaak zijn deze winkelcentra deels in broeikassen gevestigd en hebben ze ook een buitengedeelte. In tuincentra worden bomen, planten (zowel tuinplanten als kamerplanten) en bloemen verkocht. Maar ook veel andere artikelen zoals zaden, tuingereedschap, tuinaarde en potgrond, bestrijdingsmiddelen, meststoffen, bestratingsartikelen zoals stenen, hout voor schuttingen en kunstwerken (uit beton of kunststof gegoten). Ook zijn er vazen, bloempotten, kaarsen en accessoires om een huis aan te kleden te vinden. Tuincentra richten shows in voor de verkoop van sfeerartikelen rond Kerstmis en Pasen. In de lente en zomer richten tuincentra zich op de verkoop van tuinmeubels en barbecueartikelen. Zij verkopen soms vijverartikelen en vissen, vogelvoer en vuurwerk. De omzetten van tuincentra zijn de afgelopen decennia flink gestegen door de verbreding van het assortiment. De laatste jaren wordt een deel van het assortiment echter ook verkocht door bouwmarkten, waaronder tuinartikelen zoals gereedschappen en planten. In Nederland zijn diverse ketens van tuincentra met vestigingen in verschillende plaatsen, zoals Intratuin, Tuincentrum Overvecht, GroenRijk, DekaTuin en Tuinland. Via online tuincentra kunnen artikelen thuis geleverd worden. Tuin Winkeltype
Een tuincentrum is een winkel gespecialiseerd in de verkoop van tuinartikelen.
2
tuinwinkel, tuincentrum, tuinartikelen
1,242
Campground
261772
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gaasperplas%20%28metrostation%29
Gaasperplas (metrostation)
Gaasperplas is een station van de Amsterdamse metro in het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost. Het bovengrondse metrostation opende op 14 oktober 1977 en maakt deel uit van Gaasperplaslijn 53, waarvan het station het zuidelijke eindpunt vormt. Gaasperplas is het rustigste metrostation van lijn 53 met een reizigersaantal van slechts 3000 per dag. Even voorbij het metrostation ligt een opstelterrein met vier sporen. Dit opstelterrein werd, in verband met de komst van het nieuwe M5-materieel, tussen 2013 en 2016 gefaseerd uitgebreid en vernieuwd. Aan de noordwestzijde werd de metrobaan van 1982 tot en met 2020 gekruist door het viaduct van de A9. Sinds eind 2020 kruist de metrobaan de Gaasperdammertunnel en is het viaduct over de metrosporen in de Gaasperdammerweg verdwenen. Ten oosten van het station bevindt zich een busstation waar stadslijn 47, 49 en nachtlijn N85 (alle drie van het GVB) halteren. Van maandag t/m vrijdag in de vroege ochtend vertrekken drie spitslijnen van Connexxion vanaf dit station (één rit per lijn) maar bieden geen aansluiting op de metro. Zijn naam dankt het station aan de gelijknamige Gaasperplas, de nabijgelegen recreatieplas. Direct ten oosten van het station bevindt zich de toegang tot het rondom deze plas aangelegde Gaasperpark. Dit park was in 1982 de locatie van de Floriade. Het voormalige Planetarium naast de entree van het park is tegenwoordig in gebruik als kantoorgebouw annex congrescentrum. Ten oosten van het busstation staat een hotel. De Gaasper Camping, een van de drie stadscampings in Amsterdam en nog een ander hotel liggen op loopafstand. Aan de zuidzijde bij de ingang van het park bevindt zich een kleine horecagelegenheid. Aan de westzijde van het station ligt de buurt Nellestein, een onderdeel van de wijk Gaasperdam. Op het perron en in de stationshal van Gaasperplas staan enkele gekleurde sculpturen van baksteen in de vorm van tassen, koffers en andere bagagestukken. Dit kunstwerk is in 1978 vervaardigd door Antoine Mes. Bouwwerk in Amsterdam-Zuidoost Station van de Metrolijn 53 (Amsterdam)
Zijn naam dankt het station aan de gelijknamige Gaasperplas, de nabijgelegen recreatieplas. Direct ten oosten van het station bevindt zich de toegang tot het rondom deze plas aangelegde Gaasperpark. Dit park was in 1982 de locatie van de Floriade. Het voormalige Planetarium naast de entree van het park is tegenwoordig in gebruik als kantoorgebouw annex congrescentrum. Ten oosten van het busstation staat een hotel. De Gaasper Camping, een van de drie stadscampings in Amsterdam en nog een ander hotel liggen op loopafstand. Aan de zuidzijde bij de ingang van het park bevindt zich een kleine horecagelegenheid. Aan de westzijde van het station ligt de buurt Nellestein, een onderdeel van de wijk Gaasperdam.
2
camping, kampeerterrein, campingplaats
9,712
MusicStore
3805799
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bassic%20Groove
Bassic Groove
Bassic Groove was het eerste Nederlandse tijdschrift dat zich voornamelijk richtte op de housecultuur, maar ook aandacht besteedde aan andere lifestyle-zaken zoals mode. Het blad was een uitgave van de speciaal hiervoor opgerichte Stichting Promotie Danscultuur. Het begin en eerste uitgaven Omdat er in de tijd van de enorm groeiende populariteit van house- en technomuziek geen tijdschrift over deze stromingen was en traditionele media overwegend negatief over Houseparty’s en deze muziek berichtten, vond een aantal mensen dat het tijd was om een eigen tijdschrift op te richten. Het eerste nummer zag het licht in april 1992 en werd uitgegeven door oprichters Frank van den Bold, de broers Arnoud en Bart Veilbrief en Raymond Vis. Vis verliet het team vrijwel direct erna, maar er kwamen ook meteen een aantal vaste redacteuren bij, zoals Nico Baars en René Passet. Daarna groeide het redactieteam gestaag. Ook bekende journalisten als Mick Boskamp leverden later maandelijks een bijdrage aan het blad. De redactie was gevestigd in Den Haag. Eerst in de Joan Maetsuyckerstraat, later aan het Westeinde, waar BG het pand deelde met Hotmix, de platenzaak van Ferenc van der Sluys (I-F). Na een periode in het Haagse Statenkwartier Vertrok de redactie eind jaren ‘90 naar Amsterdam. Crowdfunding Uniek aan het tijdschrift was ook dat het vanaf november 1991 door een vorm van crowdfunding werd gerealiseerd. Bij gebrek aan startkapitaal werd via flyers aan bezoekers van housefeesten gevraagd om vast een abonnement te nemen op het blad. Dit lukte, wat een goede graadmeter was voor de vraag naar een dergelijk blad. Met het geld dat hiermee werd opgehaald konden de eerste tijdschriften mede betaald worden. Bassic Groove behoorde samen met het Duitse Groove-Magazin (geen verband) tot de eerste tijdschriften in zijn soort. De eerste jaargang verscheen in zwart-wit; vanaf het tweede jaar luxer en in kleur. Vanaf november 1994 werd de naam afgekort naar BG. Inhoud De inhoud van het blad bestond vanaf het begin uit interviews en recensies van muziek en feesten. Deze ‘party reports‘ waren in een tijd zonder internet de enige manier om iets terug te zien van een feest en werden al gauw heel populair. Later verbreedde de inhoud zich ook naar meer mode en lifestyle-onderwerpen. Dit werd versterkt door de komst van Erwin Unger, die samen met Van den Bold de leiding neemt in 1995. BG richtte zich hierbij vooral op de kleinere feesten, niet op de toen zeer populaire gabber. BG richtte zich meer op de toen nog onbekende stromingen als Techno, IDM, Drum 'n Bass en Ambient. Ook werd er geschreven over drugs en de bijbehorende repressie waarmee de dance scene in die jaren te kampen had in binnen- en buitenland. Bijzondere uitgaven Er kwamen in de loop der jaren ook een aantal bijzondere uitgaven van de persen. Zo werden er meermaals oplages tot honderdduizend stuks gedrukt, voor een BG feest in de Rotterdamse Energiehal en voor een landelijk verspreide Safe Sex issue gericht op jongeren. Andere uitgaven belichtten soms ook controversiële onderwerpen zoals sex, drugs en geweld in films en muziek. Toen in een van deze uitgaven een modereportage met een geënsceneerd bloedbad werd afgedrukt leidde dit ook in de progressieve dance scene tot een rel en een aantal opzeggingen, onder andere van DJ Eddy de Clerq. Groei en ondergang Het tijdschrift werd in de jaren ‘90 zeer succesvol en haalde oplages van 10.000 tot 15.000 stuks. BG kwam zelfs even voor in de top 100 van de bestverkopende Nederlandse tijdschriften. In 1997 fuseerde het met een concurrerend dance-tijdschrift: Update Magazine. Dit kon niet voorkomen dat het succes vanaf 2000 snel taande. Met name doordat de advertentie-inkomsten sterk terugliepen en BG onvoldoende online activiteiten ondernam ging het blad in 2003 failliet. Externe link Archief van Bassic Groove Nederlands tijdschrift House (muziekstijl)
Omdat er in de tijd van de enorm groeiende populariteit van house- en technomuziek geen tijdschrift over deze stromingen was en traditionele media overwegend negatief over Houseparty’s en deze muziek berichtten, vond een aantal mensen dat het tijd was om een eigen tijdschrift op te richten. Het eerste nummer zag het licht in april 1992 en werd uitgegeven door oprichters Frank van den Bold, de broers Arnoud en Bart Veilbrief en Raymond Vis. Vis verliet het team vrijwel direct erna, maar er kwamen ook meteen een aantal vaste redacteuren bij, zoals Nico Baars en René Passet. Daarna groeide het redactieteam gestaag. Ook bekende journalisten als Mick Boskamp leverden later maandelijks een bijdrage aan het blad. De redactie was gevestigd in Den Haag. Eerst in de Joan Maetsuyckerstraat, later aan het Westeinde, waar BG het pand deelde met Hotmix, de platenzaak van Ferenc van der Sluys (I-F). Na een periode in het Haagse Statenkwartier Vertrok de redactie eind jaren ‘90 naar Amsterdam.
1
muziekwinkel, platenzaak, cd-winkel
5,318
GeoShape
1265922
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20valleien%20op%20Mars
Lijst van valleien op Mars
Valles (enkelvoud vallis) op Mars lijken op valleien op Aarde, maar sommige valles zijn mogelijk eerder canyon of chasmata - zie de Lijst van Chasmata op Mars. In de onderstaande tabel betekent N Noord, S Zuid, E Oost en W West. N is Noorderbreedte, O Oosterlengte. Aan de coördinaten zijn links naar foto's van Google Mars toegevoegd: hoogtekaart en visuele en infrarood beelden. Klik binnen Google Mars op de pijlen om onder meer te vergroten/verkleinen. Referenties http://planetarynames.wr.usgs.gov http://www.roving-mouse.com/planetary/Mars/Atlas/features/by-type/vallis.html Zie ook Lijst van oppervlaktekenmerken op Mars Lijst van bergen op Mars Lijst van kraters op Mars Lijst van catenae op Mars Lijst van vlaktes op Mars Mars, Valleien Lijst
Valles (enkelvoud vallis) op Mars lijken op valleien op Aarde, maar sommige valles zijn mogelijk eerder canyon of chasmata - zie de Lijst van Chasmata op Mars. In de onderstaande tabel betekent N Noord, S Zuid, E Oost en W West. N is Noorderbreedte, O Oosterlengte. Aan de coördinaten zijn links naar foto's van Google Mars toegevoegd: hoogtekaart en visuele en infrarood beelden. Klik binnen Google Mars op de pijlen om onder meer te vergroten/verkleinen.
1
geografische vorm, plaatsvorm, coördinaten
731
DateTime
38105
https://nl.wikipedia.org/wiki/ISO
ISO
Internationale Organisatie voor Standaardisatie De standaarden die door bovengenoemde organisatie uitgebracht zijn; zie Lijst van ISO-standaarden Filmgevoeligheid (ISO/ASA), norm voor de hoeveelheid licht nodig om de zwakste impressie op een fotografische film te laten ontstaan ISO 639, norm voor namen van talen ISO 3166-1, onderdeel van norm voor landcodes ISO 3166-2, onderdeel van norm voor landcodes ISO 3166-3, onderdeel van norm voor landcodes ISO 4217, norm met drielettercodes voor valuta ISO 8601, internationale norm voor datum- en tijdnotering ISO (bestandsindeling), een exacte niet op cd of dvd opgeslagen kopie van een cd of dvd International Socialist Organization, een Amerikaanse revolutionair-socialistische organisatie Interstedelijk Studenten Overleg Interdepartementaal Steun Overleg, een overlegorgaan van alle Nederlandse ministeries dat de standpuntbepaling en beleidsuitvoering ten aanzien van staatssteun coördineert Instituut voor Scheikundig Onderzoek, een voormalig Belgisch onderzoeksinstituut ISO (satelliet), een ruimtetelescoop voor infrarood licht I.S.O., een experimenteel muziektrio uit Japan een voorvoegsel dat 'gelijkwaardig' betekent; zie bijvoorbeeld: Iso (scheikunde) Iso (geslacht), een geslacht van straalvinnige vissen Iso (bedrijf), een Italiaans historisch merk van verschillende voertuigen
Internationale Organisatie voor Standaardisatie De standaarden die door bovengenoemde organisatie uitgebracht zijn; zie Lijst van ISO-standaarden Filmgevoeligheid (ISO/ASA), norm voor de hoeveelheid licht nodig om de zwakste impressie op een fotografische film te laten ontstaan ISO 639, norm voor namen van talen ISO 3166-1, onderdeel van norm voor landcodes ISO 3166-2, onderdeel van norm voor landcodes ISO 3166-3, onderdeel van norm voor landcodes ISO 4217, norm met drielettercodes voor valuta ISO 8601, internationale norm voor datum- en tijdnotering ISO (bestandsindeling), een exacte niet op cd of dvd opgeslagen kopie van een cd of dvd International Socialist Organization, een Amerikaanse revolutionair-socialistische organisatie Interstedelijk Studenten Overleg Interdepartementaal Steun Overleg, een overlegorgaan van alle Nederlandse ministeries dat de standpuntbepaling en beleidsuitvoering ten aanzien van staatssteun coördineert Instituut voor Scheikundig Onderzoek, een voormalig Belgisch onderzoeksinstituut ISO (satelliet), een ruimtetelescoop voor infrarood licht I.S.O., een experimenteel muziektrio uit Japan
1
datumtijd, ISO 8601, tijdstempel
1,690
TradeAction
5783441
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sean%20Singletary
Sean Singletary
Sean Michael-Eli Singletary (Philadelphia, 6 september 1985) is een Amerikaans voormalig basketballer. Carrière Singletary speelde van 2004 tot 2008 collegebasketbal voor de Virginia Cavaliers. In 2007 stelde hij zich voor een eerste keer kandidaat maar trok zich later terug. In 2008 stelde hij zich kandidaat voor de NBA draft waarin hij als 42e werd gekozen in de tweede ronde door de Sacramento Kings. Hij speelde voor Sacramento in de NBA Summer League. Hij werd samen met Metta World Peace en Patrick Ewing Jr. in augustus 2008 geruild naar de Houston Rockets voor Donté Greene, Bobby Jackson en een draftpick. Een paar dagen later werd hij opnieuw geruild, ditmaal naar de Phoenix Suns voor D.J. Strawberry. Hij speelde bij de Suns tot in december 2008 toen hij opnieuw geruild werd, samen met Raja Bell en Boris Diaw naar de Charlotte Bobcats voor Jared Dudley en Jason Richardson. Hij speelde de rest van het seizoen voor Charlotte en werd in maart en april 2009 even uitgeleend aan Sioux Falls Skyforce. In de zomer van 2009 speelde hij in de NBA Summer League voor Detroit Pistons. In september tekende hij bij de Philadelphia 76ers maar in oktober werd zijn contract alweer ontbonden. Hij tekende daarna bij de Spaanse eersteklasser Saski Baskonia waar hij een seizoen speelde tot in april 2010. In de zomer van 2010 speelde hij in de NBA Summer League voor de Orlando Magic. Voor het seizoen 2011/12 tekende hij bij het Belgische Belfius Mons-Hainaut. In november 2012 werd hij als 24e gekozen in de tweede ronde van de NBA D-League draft door de Texas Legends. Hij speelde bij de Legends tot in april 2013, waarna hij na een blessure ging spelen voor BC Oostende in de Belgische competitie. Hij keerde in november 2013 terug naar de Texas Legends, waar hij speelde tot in januari 2014. In januari werd hij geruild naar de Erie BayHawks, in een ruil waarbij ook de Maine Red Claws en Tulsa 66ers betrokken waren. Daarnaast werden ook nog de rechten van Fab Melo, Tyler Brown, Daniel Orton en Mustafa Shakur geruild tussen de teams. In maart 2013 werd na nog een blessure zijn contract verbroken. Na een seizoen zonder club stopte hij in 2014 als profbasketballer. Erelijst Nummer 44 teruggetrokken door de Virginia Cavaliers Belgisch landskampioen: 2013 Statistieken Regulier seizoen Amerikaans basketballer
Carrière Singletary speelde van 2004 tot 2008 collegebasketbal voor de Virginia Cavaliers. In 2007 stelde hij zich voor een eerste keer kandidaat maar trok zich later terug. In 2008 stelde hij zich kandidaat voor de NBA draft waarin hij als 42e werd gekozen in de tweede ronde door de Sacramento Kings. Hij speelde voor Sacramento in de NBA Summer League. Hij werd samen met Metta World Peace en Patrick Ewing Jr. in augustus 2008 geruild naar de Houston Rockets voor Donté Greene, Bobby Jackson en een draftpick. Een paar dagen later werd hij opnieuw geruild, ditmaal naar de Phoenix Suns voor D.J. Strawberry. Hij speelde bij de Suns tot in december 2008 toen hij opnieuw geruild werd, samen met Raja Bell en Boris Diaw naar de Charlotte Bobcats voor Jared Dudley en Jason Richardson. Hij speelde de rest van het seizoen voor Charlotte en werd in maart en april 2009 even uitgeleend aan Sioux Falls Skyforce.
3
handel, ruil, betaling
183
ElectronicsStore
1257151
https://nl.wikipedia.org/wiki/BCC%20%28winkel%29
BCC (winkel)
BCC, oorspronkelijk Bakker Cash & Carry, was een Nederlandse winkelketen die consumentenelektronica verkocht. Ze werden op 22 september 2023 failliet verklaard. Geschiedenis In 1945 opende Herman Bakker een elektronicawinkel in Amsterdam-West. Samen met zijn zoons Carel en Coos werd in 1962 een tweede filiaal geopend in Amsterdam-Osdorp aan het Tussen Meer; dit filiaal viel onder de keten Radio West. Vanaf 1969 zetten Carel en Coos Bakker het bedrijf voort onder de naam BCC. In oktober 2009 nam BCC het Amsterdamse Polectro over, en de twee polectro-vestigingen werden omgevormd tot BCC-vestigingen. Het filiaal in Stadshart Amstelveen, dat op 2,7 kilometer afstand van het hoofdfiliaal van Polectro ligt werd door deze overname opgeheven. In oktober 2014 telde BCC 57 winkels in Nederland en wordt een belangrijk deel van de omzet online gerealiseerd. Per 1 februari 2015 nam BCC achttien winkels over van HiM Retail, de eigenaar van de winkelformules De Harense Smid, Mikro-Electro en It's. De deal houdt verder in dat HiM Retail circa tien winkels gaat sluiten, omdat zij te veel zouden concurreren met de BCC-winkels. BCC neemt circa 150 medewerkers over. Na de overname telt BCC 69 winkels. Op 14 september 2023 maakte eigenaar Mirage Retail Group bekend dat het geen toekomst ziet in het verliesgevende bedrijf en uitstel van betaling heeft aangevraagd. Een week later werd het faillissement aangevraagd. Eigenaar De aandeelhouders van BCC verkochten in 1997 hun BCC-aandelen aan het beursgenoteerde Engelse retailconcern KingFisher. Dit concern bestond vooral uit zogeheten Superstore-ketens in Europa op het gebied van elektronica en doe-het-zelf. BCC had op dat moment 23 filialen in de Randstad. In juli 2003 werden de elektronica-winkels onderdeel van KESA, wat staat voor Kingfisher Electronica SA.. KESA wijzigde zijn naam in 2012 in Darty Groep. De Darty Groep, waarvan op dat moment ook het Franse Darty en het Belgische Vanden Borre deel uitmaakten, was beursgenoteerd in het Verenigd Koninkrijk. De Franse keten van boeken- en multimediawinkels Fnac nam begin 2016 Darty over. Fnac beoogde met de overname marktleider te worden in de handel van elektronica, boekenmateriaal en huishoudtoestellen in Frankrijk. De Darty Groep realiseerde in 2015 een omzet van 3,5 miljard euro. De omzet van Fnac bedroeg 3,9 miljard euro in 2014. Eind 2020 werd BCC overgenomen door het retailconcern Mirage Retail Group voor een 'symbolisch bedrag'. Hierbij werd ook de wens uitgesproken de keukenmarkt te betreden. Nederlandse winkelketen
Geschiedenis In 1945 opende Herman Bakker een elektronicawinkel in Amsterdam-West. Samen met zijn zoons Carel en Coos werd in 1962 een tweede filiaal geopend in Amsterdam-Osdorp aan het Tussen Meer; dit filiaal viel onder de keten Radio West. Vanaf 1969 zetten Carel en Coos Bakker het bedrijf voort onder de naam BCC.
1
elektronicawinkel, elektronicazaak, elektronica verkoop
8,675
ToyStore
5761220
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eric%20Idema
Eric Idema
Derk Roelof (Eric) Idema (Nieuw-Weerdinge, 31 januari 1975) is een Nederlandse ondernemer. Idema is oprichter en eigenaar van EQOM Group, een consortium van grote erotiekbedrijven, waaronder EasyToys en Christine le Duc. Jeugd en opleiding Idema werd geboren in het Drentse Nieuw-Weerdinge. Zijn ouders hadden een fietsenzaak en een speelgoedwinkel. Idema studeerde aan de landbouwschool in Winsum en aansluitend aan de middelbare landbouwschool in Groningen. Als bijbaan werkte hij op het Groningse platteland en in de kassen. Na het behalen van zijn diploma ging hij werken in de landbouwlogistiek bij Landjuweel. Na enkele jaren maakte hij de overstap naar het internationaal goederenvervoer van de Noordelijke Vervoerders Organisatie waar hij werkte als planner. In 1998 werd Idema aangenomen als facilitair medewerker bij internetbedrijf Wish in Noord-Brabant. Idema ontving zijn eerste laptop en leerde van zijn IT-collega’s hoe je websites moest bouwen en programmeren. Oprichting EDC In 2000 stapte Idema over naar de zaak van zijn schoonvader in Delfzijl en deed ondertussen onderzoek naar de mogelijkheden van een eigen website. Enkele collega’s bij Wish runden hun eigen erotiekwebsites naast hun vaste baan. Dat vond Idema een interessante business met een slim verdienmodel. In 2004 startte hij officieel voor zichzelf, vanaf zijn zolderkamer. Hij richtte verschillende erotiekwebsites op die hij zelf bouwde en waarvoor hij zelf de marketing deed, waaronder Erodiscount.nl. Hij huurde webcams en kocht videocontent in en zette er vervolgens een betaalmuur tussen. Twee jaar later nam Idema een programmeur in dienst en ging hij ook erotische producten verkopen. De daaropvolgende jaren bouwde hij het bedrijf verder uit. Op 21 februari 2007 werd online erotiekwinkel EDC opgericht en zag merknaam EasyToys het levenslicht. ‘Easy’, omdat het doel van Idema was dat seksspeeltjes op een eenvoudige en laagdrempelige manier konden worden besteld. Na verschillende uitbreidingen en verhuizingen, vestigde Idema het hoofdkantoor in 2016 in Veendam. Overnames en fusies In 2019 nam EDC het Duitse erotiekconcern Beate Uhse over. Vanaf dat moment was EDC marktleider in Europa. Sinds 2020 staat Idema aan het hoofd van EQOM Group, voortgekomen uit het samengegaan van EDC en groothandelaar Eropartner Distribution. EQOM realiseerde de overnames van Christine le Duc, het Noorse Kondomeriet en het Duitse Amorelie. Het bedrijf is actief in Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika, Azië, Afrika en Australië. Awards en onderscheidingen Veendammer Ondernemer 2015 FD Gazelle 2016 FD Gazelle 2018 FD Gazelle 2020 FD Gazelle 2022 (Goud) Shopping Awards Publiekprijs 2022 ( Goud) Beste Inhaker The Best Social Awards 2022 Privéleven Idema is getrouwd en heeft een dochter. Nederlands ondernemer
Jeugd en opleiding Idema werd geboren in het Drentse Nieuw-Weerdinge. Zijn ouders hadden een fietsenzaak en een speelgoedwinkel. Idema studeerde aan de landbouwschool in Winsum en aansluitend aan de middelbare landbouwschool in Groningen. Als bijbaan werkte hij op het Groningse platteland en in de kassen.
1
speelgoedwinkel, speelgoedzaak, speelgoedhandel
10,299
MedicalOrganization
1041500
https://nl.wikipedia.org/wiki/Refaja%20Ziekenhuis%20%28Stadskanaal%29
Refaja Ziekenhuis (Stadskanaal)
Het Refaja Ziekenhuis Stadskanaal is een streekziekenhuis in de plaats Stadskanaal. De naam Refaja is afgeleid van het Hebreeuws en betekent: de Heer geneest. De eerste steen werd gelegd op 21 oktober 1966. Drijvende kracht om het ziekenhuis in Stadskanaal te realiseren was de ondernemer Grietinus Zwartsenberg. De officiële opening vond plaats op op 21 november 1968 door de directeur-generaal voor de volksgezondheid P. Siderius. Eerder dat jaar was het ziekenhuis al feitelijk in gebruik genomen. Sinds 1 januari 2015 maakt het Refaja Ziekenhuis, samen met het Scheper Ziekenhuis in Emmen en het Bethesdaziekenhuis in Hoogeveen, deel uit van de Treant Zorggroep. Organisatie Het ziekenhuis kende zes verpleegafdelingen, een intensivecareafdeling en een polikliniek. Daarnaast heeft het ziekenhuis vijf operatiekamers (uitgezonderd behandelkamers kaakchirurgie) en een verkoeverkamer. De Dokters Dienst Groningen heeft een huisartsenpost in het ziekenhuis. Sinds 13 september 2018 zijn de afdelingen klinische verloskunde en klinische kindergeneeskunde gesloten. Treant Zorggroep gaat de kindzorg concentreren in het Scheper Ziekenhuis in Emmen. Sinds 6 januari 2020 is het ziekenhuis een zogenaamd weekziekenhuis voor de zogenaamde planbare zorg. Tijdens werkdagen kunnen er poliklinische afspraken gemaakt worden, vinden er geplande operaties plaats. Ook is er ruimte voor dagbehandelingen en diverse onderzoeken. Het ziekenhuis beschikt over een basisspoedpost voor niet-levensbedreigende situaties. Cijfers en feiten Het verzorgingsgebied bestaat uit circa 80.000 personen. Stadskanaal Ziekenhuis in Groningen (provincie)
Het Refaja Ziekenhuis Stadskanaal is een streekziekenhuis in de plaats Stadskanaal. De naam Refaja is afgeleid van het Hebreeuws en betekent: de Heer geneest. De eerste steen werd gelegd op 21 oktober 1966. Drijvende kracht om het ziekenhuis in Stadskanaal te realiseren was de ondernemer Grietinus Zwartsenberg. De officiële opening vond plaats op op 21 november 1968 door de directeur-generaal voor de volksgezondheid P. Siderius. Eerder dat jaar was het ziekenhuis al feitelijk in gebruik genomen. Sinds 1 januari 2015 maakt het Refaja Ziekenhuis, samen met het Scheper Ziekenhuis in Emmen en het Bethesdaziekenhuis in Hoogeveen, deel uit van de Treant Zorggroep.
7
ziekenhuis, kliniek, medische instelling
2,091
OrganizationRole
15447
https://nl.wikipedia.org/wiki/Commissaris%20van%20de%20Koning
Commissaris van de Koning
De commissaris van de Koning (CvdK of CdK) is in Nederland de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten van de provincies, en is als zodanig ook vaak het 'gezicht' van het bestuur van de provincie. De commissaris hoeft het echter niet met het beleid van de provincie eens te zijn. Ook vertegenwoordigt de commissaris de regering binnen de provincie. De Grondwet spreekt formeel van commissaris van de Koning, maar wanneer het ambt van de Koning door een vrouw wordt vervuld, wordt gesproken van commissaris van de Koningin. De wijze van benoeming en de bevoegdheden van de CvdK zijn vastgelegd in Hoofdstuk IV van de huidige Provinciewet. De commissaris van de Koning in de Nederlandse provincie Limburg, wordt traditiegetrouw officieus aangeduid met gouverneur, in navolging van hoe dat gebruikelijk was ten tijde van het hertogdom Limburg (1839-1866). Het provinciehuis van Nederlands Limburg in Maastricht wordt bijgevolg aangeduid met Gouvernement. Commissaris van de Koning De commissaris van de Koning wordt benoemd door de regering voor een periode van zes jaar. Alleen de regering kan de commissaris binnen deze periode ontslaan. Tot midden jaren 1980 was het gebruikelijk te spreken over 'commissaris des Konings' dan wel 'commissaris der Koningin' (CdK). Onder het koningschap van koningin Beatrix is het gangbaarder geworden om deze door de regering benoemde ambtenaar aan te duiden met 'commissaris van de Koningin'; sinds de troonswisseling op 30 april 2013 zijn de commissarissen 'commissaris van de Koning' net als de benaming in de Grondwet. Ten tijde van de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog werd de functionaris aangeduid als 'commissaris der provincie'. Commissarissen per provincie Bron: Overzicht commissarissen van de Koning per februari 2022 (Rijksoverheid) Provinciaal gouverneur Tot 1850 werd de titel provinciaal gouverneur gebruikt. In Limburg wordt de commissaris van de Koning officieus nog steeds aangeduid als gouverneur. Het provinciehuis in Maastricht wordt bijgevolg nog steeds aangeduid met Gouvernement. In België staat een gouverneur aan het hoofd van een provincie. Commissaris der provincie Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werden bijna alle commissarissen van de Koningin ontslagen door de Duitse bezettende macht van Nederland. De functienaam onderging daarbij een verandering en werd "commissaris der Provincie". NSB'ers namen de plaatsen in van de ontslagen commissarissen. Rampen Met de inwerkingtreding van de Wet op de veiligheidsregio's per 1 oktober 2010 is de taak van de commissaris van de Koning en de rol van de provincie bij rampen en de voorbereiding daarop teruggedrongen ten gunste van de voorzitter van de veiligheidsregio. Zie ook Gouverneur Ambtelijke titulatuur
Commissaris der provincie Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werden bijna alle commissarissen van de Koningin ontslagen door de Duitse bezettende macht van Nederland. De functienaam onderging daarbij een verandering en werd "commissaris der Provincie". NSB'ers namen de plaatsen in van de ontslagen commissarissen.
1
organisatiepositie, rol binnen organisatie, functienaam
2,016
LegalService
2282001
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stibbe
Stibbe
Stibbe N.V. is een advocatenkantoor dat gevestigd is in de Benelux en zich richt op de internationale commerciële praktijk. Het kantoor heeft hoofdvestigingen in Amsterdam, Brussel en Luxemburg. Geschiedenis De Nederlandse tak van het kantoor werd opgericht in 1911 door D.W. Stibbe. In dezelfde periode stichtte Henri Simont senior het Belgische kantoor. Terwijl Stibbe Nederland zijn activiteiten verder bleef uitbreiden door een kantoor te openen in New York, besloten beide kantoren in 1991 te fuseren onder de naam Stibbe & Simont. Stibbe & Simont ging in 1993 samen met het Parijse kantoor Monahan & Duhot als Stibbe Simont Monahan Duhot. In 1994 opende deze combinatie een kantoor in Londen. In 2001 werd gekozen voor de kortere naam Stibbe. Stibbe opende in 2010 een kantoor in Luxemburg. De Amsterdamse vestiging herbergt zo'n 190 advocaten, notarissen en fiscalisten, waarvan 38 partners. In 2016 verhuisde het Amsterdamse kantoor van de zogenaamde Stibbe-torens naar het huidige gebouw aan het zuideinde van de Beethovenstraat, ontworpen door Jo Coenen Architects & Urbanists. Beide gebouwen liggen aan de Amsterdamse Zuidas. De Brusselse vestiging herbergt 150 advocaten, waarvan 30 partners. De Luxemburgse vestiging telt 5 partners en 33 advocaten. Stibbe heeft daarnaast een kantoor in London. Het Brusselse kantoor won in 2014 de Chambers Europe Award for Excellence for Belgium en in 2015 de Belgian Law Firm of the Year Award uitgereikt door IFLR1000. In Nederland won Stibbe zowel in 2015 als 2016 de Chambers Client Service Award. In 2018 wonnen zowel het Nederlandse als het Belgische kantoor de Chambers Law Firm of the Year Award. Kantoren Amsterdam (1911) Brussel (1966) Londen (1994) Luxemburg (2010) Externe link Officiële website Belgisch advocatenkantoor Bedrijf met zetel in Brussel Nederlands advocatenkantoor
Belgisch advocatenkantoor Bedrijf met zetel in Brussel Nederlands advocatenkantoor
2
juridische diensten, advocatenkantoor, rechtsbijstand
1,468
MenuSection
2275957
https://nl.wikipedia.org/wiki/Walt%20Disney%20World%20Dolphin
Walt Disney World Dolphin
Walt Disney World Dolphin is een hotel op het Walt Disney World terrein, maar is geen eigendom van de Walt Disney World Corporation. Het hotel is eigendom van de Tishman Hotel Corporation. Eetgelegenheden Cabana Bar and Beach Club - Zwembadbar The Fountain - IJS Picabu - Modern Amerikaans restaurant Splash Terrace - Zwembarbar Todd English's BlueZoo - Visrestaurant Shula - Modern restaurant met zowel vlees als visgerechten Foto's World Dolphin
Eetgelegenheden Cabana Bar and Beach Club - Zwembadbar The Fountain - IJS Picabu - Modern Amerikaans restaurant Splash Terrace - Zwembarbar Todd English's BlueZoo - Visrestaurant Shula - Modern restaurant met zowel vlees als visgerechten
1
menusectie, gerechten, menukaart
781
ExerciseAction
950962
https://nl.wikipedia.org/wiki/625%20TV%20Producties
625 TV Producties
625 TV Producties is een Nederlandse televisieproductiemaatschappij opgericht in 1993 door Peter Adrichem en Jeroen van Baaren. Bekende producties Countdown De leukste thuisvideo's De Smaakpolitie Inpakken en Wegdromen Ongelofelijk maar Waar Over de Balk There's No Business Like Showbusiness Van Rommelzolder tot Droomhuis De vrienden van Amstel LIVE Ultimate Fitness Challenge Externe link Officiële website Nederlands televisiebedrijf
Bekende producties Countdown De leukste thuisvideo's De Smaakpolitie Inpakken en Wegdromen Ongelofelijk maar Waar Over de Balk There's No Business Like Showbusiness Van Rommelzolder tot Droomhuis De vrienden van Amstel LIVE Ultimate Fitness Challenge
1
beweging, fitness, gezondheid
7,677
ElectronicsStore
151933
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ingolstadt
Ingolstadt
Ingolstadt is een kreisfreie Stadt in de Duitse deelstaat Beieren. De stad telt inwoners (), waarmee het de 6e grootste stad is in de deelstaat Beieren. De rivier de Donau loopt door de stad heen. De stad is gelegen tussen Donaukilometer 2.452,7 en 2.466,9. Het hoofdkantoor van het automerk Audi is gevestigd in Ingolstadt. Ook de hoofdkantoren van de elektronicawinkels Media Markt en Saturn zijn hier gevestigd. Tussen Neurenberg en Ingolstadt rijdt een 300 km/u snelle trein. Deze lijn werd geopend op 28 mei 2006. In 1631 stierf Johan t'Serclaes, graaf van Tilly, in deze stad, hij raakte hier zwaargewond in een gevecht tegen het leger van Gustaaf II Adolf van Zweden. De van oorsprong Nederlandse veroordeelde oorlogsmisdadiger en oud-SS'er Klaas Carel Faber woonde tot aan zijn dood op 24 mei 2012 in Ingolstadt. Bestuurlijke indeling Sport FC Ingolstadt 04 is de professionele voetbalclub van Ingolstadt en speelt in het Audi-Sportpark. De club speelde in de seizoenen 2015/2016 en 2016/2017 op het hoogste Duitse niveau van de Bundesliga. Bekende inwoners van Ingolstadt Geboren Joseph Berchtold (1897-1962), politicus Friedrich Bergmann (1883-1941), generaal bij de Wehrmacht Horst Seehofer (1949), politicus Ricarda Bauernfeind, (2000), wielrenster Overleden Johan t'Serclaes van Tilly (1559-1623), huurlingengeneraal Klaas Carel Faber (1922-2012), Nederlands SS'er en oorlogsmisdadiger Externe links Website van de gemeente Ingolstadt Ingolstadt Tourismus
Het hoofdkantoor van het automerk Audi is gevestigd in Ingolstadt. Ook de hoofdkantoren van de elektronicawinkels Media Markt en Saturn zijn hier gevestigd.
1
elektronicawinkel, elektronicazaak, elektronicashop
5,927
Notary
2322009
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eilard%20Jacobus%20Attema
Eilard Jacobus Attema
Eilard Jacobus Attema (Sneek, 23 december 1818 - Drachten, 8 februari 1886) was een Friese notaris en liberaal politicus. Na zijn opleiding tot notaris was hij werkzaam in enige notariskantoren, tot hij in 1848 notaris werd in Drachten. Hij was de zoon van een officier van justitie. Tot zijn aanstelling als notaris te Drachten was hij kort gemeenteraadslid in Smallingerland, de gemeente waar Drachten onder valt, en in 1875 werd hij voor het kiesdistrict Heerenveen lid van de Provinciale Staten van Friesland. In 1884 mengde Attema zich in een strijd om de Kamerzetels - niet alleen met kandidaten van antirevolutionairen huize, maar ook van andere liberale stromingen. Voor de twee zetels die beschikbaar waren in kiesdistrict Dokkum, waren er vier liberale kandidaten, waaronder het zittende Kamerlid Van Welderen Rengers - dat zich terugtrok uiteindelijk. Attema profileerde zich door onder meer te pleiten voor de afschaffing van de census, een belasting op kapitaal, voor de vrijhandel en voor bezuinigingen. Uiteindelijk werd hij bij de eerste stemming gekozen met 1197 stemmen. Veel heeft hij niet gebruik kunnen maken van zijn verkregen positie. Tijdens zijn Kamerlidmaatschap heeft hij vijfmaal gesproken, waarvan driemaal als rapporteur, eenmaal ter verdediging van de belangen van de notarisopleiding en eenmaal over de bestrijding van longziekten bij Fries vee. Daarnaast was hij voorzitter van de Commissie voor de verzoekschriften. Vanaf 13 maart 1885 woonde hij echter al geen vergadering meer bij van de Kamer wegens ziekte, en op 1 augustus nam hij ontslag uit de Kamer, Provinciale Staten en als voorzitter van de Grote Veenpolder in Opsterland en Smallingerland. Tweede Kamerlid
Na zijn opleiding tot notaris was hij werkzaam in enige notariskantoren, tot hij in 1848 notaris werd in Drachten. Hij was de zoon van een officier van justitie. Tot zijn aanstelling als notaris te Drachten was hij kort gemeenteraadslid in Smallingerland, de gemeente waar Drachten onder valt, en in 1875 werd hij voor het kiesdistrict Heerenveen lid van de Provinciale Staten van Friesland.
4
notaris, notariële diensten, juridische akten
7,824
Mosque
5770223
https://nl.wikipedia.org/wiki/Elfath%20Moskee%20%28Tegelen%29
Elfath Moskee (Tegelen)
De Elfath Moskee is een moskee in de wijk Leemhorst, Tegelen in de Limburgse gemeente Venlo. De moskee vestigde zich aanvankelijk in 1989 aan de Spoorstraat. In 2015 verhuisde de moskee naar een voormalig schoolgebouw aan De Breuken. Behalve gebedsdiensten biedt de moskee ook lessen aan in de klaslokalen, en beschikt men over een gymzaal. Tevens vinden er regelmatig lezingen plaats over de islamitische godsdienst. Externe links website van de moskee Moskee in Venlo
De Elfath Moskee is een moskee in de wijk Leemhorst, Tegelen in de Limburgse gemeente Venlo.
2
moskee, islamitisch gebedshuis, gebedsruimte
7,702
Festival
858291
https://nl.wikipedia.org/wiki/Venlo
Venlo
Geografie: Venlo (gemeente), een gemeente in de Nederlandse provincie Limburg Venlo (stad), de hoofdplaats van deze gemeente Venlo (North Dakota), een plaats in de Amerikaanse staat North Dakota Venloslenk, geografische tektonische vallei in Nederlands Limburg Venlo (naam) Personen: Jan van Venlo, Venlose klokkengieter Gebouwen: Stad Venlo, voormalige boerderij en herberg in Venlose bantuin Station Venlo, spoorwegstation Station Venlo Oostsingel, voormalig spoorwegstation Geschiedenis: Beleg van Venlo, overzicht van belegeringen van Venlo (25 lemmata) Traktaat van Venlo, verdrag na de Gelderse Oorlogen Venlo-incident, incident in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog Verraad van Venlo, gebeurtenis in de Tachtigjarige oorlog Organisaties: Omroep Venlo, de lokale omroep met tv- en radiozender RKSV Venlo, voormalige amateur-voetbalclub Sportclub Venlo '54, voormalige voetbalclub Venlo On Ice, winterevenement in Venlo Venlo Zwingt, festival in Venlo Venloop, atletiek-stichting en evenement in Venlo Venlosche Boys, amateur-voetbalclub VVV-Venlo, een voetbalclub uit de Nederlandse gemeente Venlo Bedrijven: Fresh Park Venlo, bedrijventerrein in Venlo Venlo (plantage), voormalige koffieplantage in Suriname Nieuwe Venlosche Courant, voormalig Venloos nieuwsblad TrafficPort Venlo, vliegveld van Venlo Venlo Greenpark, bedrijventerrein in Venlo Venlo Sanitair, Nederlands producent op het gebied van sanitair Venlo Trade Port, bedrijventerrein in Venlo Venlonia, voormalig Nederlands gitaarmerk uit Venlo Venlosche Courant, voormalig Venloos nieuwsblad Venloosch Weekblad, voormalig Venloos nieuwsblad Overig: Bende van Venlo, voormalige criminele organisatie in Venlo Venlona, mannenkoor uit Venlo Venloos, het dialect van Venlo Venloosch Alt, biersoort met een oorsprong in Nederlands Limburg Vlag van Venlo, de gemeentevlag Wapen van Venlo, stadswapen van Venlo
Organisaties: Omroep Venlo, de lokale omroep met tv- en radiozender RKSV Venlo, voormalige amateur-voetbalclub Sportclub Venlo '54, voormalige voetbalclub Venlo On Ice, winterevenement in Venlo Venlo Zwingt, festival in Venlo Venloop, atletiek-stichting en evenement in Venlo Venlosche Boys, amateur-voetbalclub VVV-Venlo, een voetbalclub uit de Nederlandse gemeente Venlo
1
festival, muziekfestival, kunstfestival
8,624
SoftwareApplication
2157149
https://nl.wikipedia.org/wiki/MP4Box
MP4Box
MP4Box is een MP4-converter voor Windows. Het programma kan MPEG-4-video, DivX, XviD, 3ivx, H.264, audiostreams en ondertitels importeren in de .mp4-container. Het eindresultaat is een MP4-stream. MP4Box kan ook streams afzonderen uit een .mp4 (bijvoorbeeld enkel het geluid). MP4Box is een programma zonder grafische gebruikersomgeving: het werkt volledig in de terminal. Er zijn wel grafische gebruikersomgevingen beschikbaar, zoals 'YAMB' of 'my MP4box GUI'. Externe links Projectpagina MP4Box op videohelp.com Videobewerkingssoftware
MP4Box is een MP4-converter voor Windows. Het programma kan MPEG-4-video, DivX, XviD, 3ivx, H.264, audiostreams en ondertitels importeren in de .mp4-container. Het eindresultaat is een MP4-stream. MP4Box kan ook streams afzonderen uit een .mp4 (bijvoorbeeld enkel het geluid). MP4Box is een programma zonder grafische gebruikersomgeving: het werkt volledig in de terminal. Er zijn wel grafische gebruikersomgevingen beschikbaar, zoals 'YAMB' of 'my MP4box GUI'.
2
softwareapplicatie, programma, applicatie
7,334
ReservationStatusType
1481896
https://nl.wikipedia.org/wiki/Learning%20management%20system
Learning management system
Een learning management system (LMS) is een computerprogramma. Omschrijving Het LMS-programma vormt een platform dat ondersteuning biedt bij het selecteren, volgen en geven van opleidingen. Een LMS kan gebruikt worden binnen een bedrijf om bij te houden welke werknemers welke scholing hebben gevolgd, volgen, of zullen volgen. Resultaten van de scholing kunnen worden gekoppeld aan bijvoorbeeld functiebeoordelingen. Werknemers kunnen via een LMS soms ook opleidingen kiezen en contracteren. Hierbij niet te verwarren met een elektronische leeromgeving (ook wel Course Management System genoemd). Daar waar een LMS de organisatie van het totale opleidingsaanbod ondersteunt, ondersteunen ELO's de organisatie van het leren binnen een opleiding. Soorten Er zijn vele soorten van Learning Management Systemen en de functionaliteit en de toepassing verschilt sterk per systeem. Zo worden de zeer uitgebreide commerciële systemen vooral gebruikt binnen grote bedrijven en multinationals. De afgelopen jaren zijn ook opensourcesystemen zoals Moodle, Dokeos of Chamilo populair, vooral bij universiteiten. Ook deze systemen zijn zeer uitgebreid en de keuze voor een opensource- of niet-opensourcesysteem ligt vaak in de overweging of men technische ondersteuning en ontwikkeling intern kan bieden. Plaats in de organisatie Een LMS wordt vaak ingezet als ondersteunend systeem van bedrijfsopleidingen, door de afdeling "Personeel en Organisatie" of humanresourcemanagement. Indien gekoppeld aan een systeem voor personeelsadministratie kan het gebruikmaken van de gegevens van medewerkers. Voordeel voor het management is dat het een overzicht geeft van het opleidingsniveau en de kosten van scholing en daarnaast een hulpmiddel is bij het inplannen van de middelen voor het volgen en geven van opleidingen. Ook kan een LMS soms uitgebreide rapportages opleveren, bijvoorbeeld over benutting van het opleidingsbudget van een organisatie of het verloop van opleidingstrajecten en certificering van medewerkers. Binnen een universiteit kunnen de opleidingen voor de studenten in verschillende studierichtingen nauwkeurig worden gedefinieerd en gevolgd. Door studiekeuze en resultaten van studenten nauwgezet te volgen kan de universiteit haar onderwijspolitiek beïnvloeden en aanpassen. Koppeling met andere systemen Het LMS kan eventueel gekoppeld worden aan andere systemen, zoals een personeelsadministratie of een boekhoudprogramma. Het LMS kan een relatie hebben met een Learning content management system, die het beheer van de leerstof in een organisatie ondersteunt. Soms is het beheer van content in het LMS zelf ingebouwd. Binnen een uitgebreid LMS kunnen zowel digitale leermiddelen, zoals Web based trainingen en Virtual Classroom sessies, als klassikale opleidingen worden aangeboden. Bij de eerste regelt het wie toegang heeft tot welke trainingen, voor de tweede organiseert zij de beschikbaarheid van cursusplaatsen en noodzakelijke middelen zoals lokalen en docenten. Voor beiden ondersteunt zij het boekingsproces, het verkrijgen van toestemming en het eventuele in rekening brengen van de trainingen bij de medewerker of bij de onderneming. Een voordeel van een LMS is de omschakeling van een transactiegeoriënteerde opleidingsorganisatie naar een aanbodgerichte opleidingsorganisatie. In de eerste vorm leidt elke aanvraag voor een opleiding tot een administratieve afhandeling. In de aanbodgerichte opleidingsorganisatie wordt de hoeveelheid administratieve handelingen bepaald door de grootte van het aanbod van opleidingen en worden de aanvragen of inschrijvingen automatisch afgehandeld. Educatieve software
Binnen een uitgebreid LMS kunnen zowel digitale leermiddelen, zoals Web based trainingen en Virtual Classroom sessies, als klassikale opleidingen worden aangeboden. Bij de eerste regelt het wie toegang heeft tot welke trainingen, voor de tweede organiseert zij de beschikbaarheid van cursusplaatsen en noodzakelijke middelen zoals lokalen en docenten. Voor beiden ondersteunt zij het boekingsproces, het verkrijgen van toestemming en het eventuele in rekening brengen van de trainingen bij de medewerker of bij de onderneming.
1
boekingsproces, reserveringsfase, reserveringscategorie
11,544
Menu
290008
https://nl.wikipedia.org/wiki/Degenkrabben
Degenkrabben
Degenkrabben (Limulidae) zijn een familie van geleedpotige dieren uit de orde van de zwaardstaarten (Xiphosura). Ze vormen een groep van primitieve ongewervelden die ondanks hun naam nauwer verwant zijn aan de spinnen dan aan de kreeftachtigen. Degenkrabben hebben een kenmerkende lichaamsbouw; het lichaam is rond en plat en draagt een opvallende lange stekel aan de achterzijde. Aan deze beweeglijke stekel is de Nederlandstalige naam te danken. Het lichaam bestaat uit een kopborststuk dat beschermd wordt door een chitineuze plaat en een verhard achterlijf. Het voor- en achterlijf zijn met elkaar verbonden door een scharnier, zodat het lichaam enigszins ingeklapt kan worden.De bruine tot bruingrijze bovenzijde is bol en glad en heeft geen opvallende uitsteeksels. Aan de onderzijde echter zijn vooraan zes paar gelede, schaardragende poten aanwezig evenals zes paar tot kieuwen omgevormde rudimentaire poten aan de achterzijde. De maximale lichaamslengte bedraagt ongeveer zestig centimeter, inclusief staartstekel. De mannetjes blijven aanzienlijk kleiner dan de vrouwtjes. Degenkrabben zijn uitgesproken zeebewoners, en hoewel ze zich op het land zeer onhandig voortbewegen, wordt hun manier van zwemmen als zeer elegant omschreven. Tijdens het lopen op het strand worden de drie paar looppoten gebruikt om het lichaam van de bodem te tillen. Het laatste potenpaar draagt vergrote lamellen en wordt gebruikt als een soort skistokken om het lichaam vooruit te duwen. De dieren worden gezien als levende fossielen; ze lijken sterk op hun voorouders die in het laat-Paleozoïcum leefden. Soorten uit het geslacht Palaeolimulus zijn bekend uit het Carboon tot het Perm, en leefden meer dan 250 miljoen jaar geleden. Deze lang uitgestorven vormen lijken echter al sterk op de moderne vertegenwoordigers. Degenkrabben hebben vijf grote massa-extincties overleefd, maar veel van de moderne soorten staan ernstig onder druk door verschillende menselijke activiteiten. Over het overgrote deel van de uitgestorven degenkrabben is weinig tot vrijwel niets bekend. Dit artikel gaat daarom uitsluitend over de moderne soorten, tenzij anders vermeld. Naamgeving en indeling De wetenschappelijke naam van de groep, Limulidae, werd voor het eerst voorgesteld door William Elford Leach in 1819. De naam is afgeleid van de geslachtsnaam Limulus, die afkomstig is uit het Latijn en vrij vertaald 'een beetje scheef' betekent. De wetenschappelijke naam van de klasse Merostomata betekent vrij vertaald 'dijbeenmondigen' en is afgeleid van de Griekse woorden μηρός (meros, dij(been)) en στόμα (stoma, mond). Deze naam slaat op de manier waarop het voedsel wordt verkleind, namelijk door het met de dijen te vermorzelen. De naam van de orde Xiphosura is afgeleid van het Griekse woord xiphos en betekent 'zwaard'. In de literatuur worden verschillende Nederlandstalige namen gebruikt voor de familie Limulidae, zoals zwaardstaartigen, zwaardstaarten of pijlstaartkreeften. Ook de diverse soorten degenkrabben staan bekend onder soms verwarrende namen die verwijzen naar kreeftachtigen. De Indonesische soort Tachypleus gigas bijvoorbeeld wordt wel molukkenkreeft genoemd. De Atlantische degenkrab wordt soms aangeduid met pijlstaartkreeft of koningskrab. Met deze laatste naam wordt veelal de soort Paralithodes camtschaticus aangeduid, die wél tot de krabben behoort. Ook in andere talen worden vaak namen gebruikt die aan kreeftachtigen refereren, zoals de Engelse benamingen 'horseshoe crab' en 'kingcrab'. In de Duitse taal worden de namen 'Pfeilschwanzkrebse', 'Hufeisenkrebse' en 'Königskrabben' gebruikt. Degenkrabben vertonen wel enige uiterlijke gelijkenissen met kreeftachtigen, zoals de vele poten die meestal scharen dragen. Ook het sterk vergrote en verharde pantser doet eerder denken aan een kreeftachtige dan aan een spinachtige. Indeling Degenkrabben behoren tot de stam van de geleedpotige dieren (Arthropoda). Verder behoren zij tot de onderstam van de gifkaakdragers (Chelicerata), waartoe ook alle spinachtigen worden gerekend. De gifkaakdragers onderscheiden zich van de andere geleedpotigen doordat het voorste potenpaar niet is omgevormd tot antennes. Ze zijn veranderd in kleine tangachtige structuren die dienen om prooien vast te houden terwijl ze worden opgenomen door de monddelen. Deze pootachtige monddelen worden de chelicera genoemd en hieraan is de wetenschappelijke naam Chelicerata te danken. De moderne soorten maar ook het overgrote deel van de uitgestorven leden van de familie Limulidae lijken allemaal sterk op de vroegste vertegenwoordigers van de spinachtigen. Degenkrabben behoren tot de klasse Merostomata, dit is een kleine groep van in het water levende spinachtigen. De meeste andere spinachtigen zijn tegenwoordig op het land te vinden. Degenkrabben zijn naast de zeespinnen de enige moderne gifkaakdragers die de zee nooit hebben verlaten. Er zijn weliswaar enkele spinnen die onder water kunnen leven evenals in het water levende watermijten, maar deze zijn ontstaan uit landbewoners die zijn teruggekeerd naar het (zoete) water. Sommige wetenschappers vermoeden dat de degenkrabben geheel buiten de groep van spinachtigen moeten worden geplaatst. Volgens nieuwere inzichten moeten de degenkrabben in een recentelijk omschreven groep worden gezet; de Planaterga. Merostomata wordt in deze indeling gezien als een synoniem van Xiphosura. De zwaarddragers worden in deze indeling niet als een monophyletische groep gezien.Er zijn echter ook biologen die de dieren sterk verwant achten aan de ricinuleïden (Ricinulei) die juist wel als spinachtigen worden gezien. Evolutie De vroegste vertegenwoordigers van de degenkrabben leken enigszins op zeeschorpioenen (orde Eurypterida), die al sinds het Cambrium bekend zijn. Deze dieren leken enigszins op degenkrabben, zoals de uitgestorven Eurypterus die meer dan twee meter lang kon worden. Zeeschorpioenen hadden eveneens een lange 'staart' (telson) maar waren te onderscheiden door de aangepaste zwempoten. De oudst bekende leden van de Xiphosurida, in feite de voorouders van de degenkrabben, ontstonden in het Paleozoïcum, ongeveer 540 tot 250 miljoen jaar geleden. Ze kwamen samen met de trilobieten voor, die aan het einde van het Perm uitstierven. Naast de trilobieten verdween 95 procent van alle zeedieren. Gedurende het Mesozoïcum ontstonden de voorlopers van de huidige vormen van de degenkrabben, waarschijnlijk in de Europese zeeën. Aan het einde van het Mesozoïcum vond een massa-extinctie plaats waarbij niet alleen de dinosauriërs uitstierven, maar ook grofweg de helft van alle ongewervelden die in zee leefden. Degenkrabben hebben waarschijnlijk kunnen overleven door op plaatsen te verblijven waar in al die tijd niet veel is veranderd, zogenaamde refugia. De eerste degenkrabben die de karakteristieke afgeplatte kieuwpoten bezaten werden tot de onderorde Synziphosurina gerekend. Ze ontstonden vanaf het boven-Siluur tot het Devoon. Deze soorten hadden nog geen samengestelde ogen en ze waren met een lichaamslengte tot vijf centimeter veel kleiner dan de moderne soorten. Bekende geslachten uit deze periode behoorden tot de geslachten Bunodes en Pseudoniscus. Bij de meer recente soorten werd het aantal lichaamssegmenten geleidelijk aan kleiner en de segmenten werden minder beweeglijk. Met name het aantal achterlijfssegmenten werd kleiner en de verschillende delen vergroeiden uiteindelijk met elkaar. Voorbeelden van dergelijke vertegenwoordigers zijn Euproops uit het Carboon en Palaeolimulus die bekend is uit het Carboon tot het Perm. In het onder-Devoon ontstond de onderorde Limulina, waartoe de moderne vertegenwoordigers behoren. De enige andere onderorde van de zwaardstaarten, Bellinurina, is al lange tijd uitgestorven. De recentelijk (2008) ontdekte soort Lunataspis aurora, die uitstierf in het Ordovicium, is nog niet bij een van deze twee groepen geplaatst. De leden van de uitgestorven orde Aglaspidida werden eveneens lange tijd tot de gifkaakragers gerekend, maar bleken later meer verwant aan de trilobieten. De moderne soorten Er zijn nog vier soorten: drie in Zuidoost-Azië en een in Noord-Amerika. De soorten zijn in de onderstaande tabel weergegeven, met hun naam, lichaamsbreedte, verspreidingsgebied en beschermingsstatus. Uiterlijke kenmerken Degenkrabben zijn door hun grootte en kenmerkende lichaamsbouw in één oogopslag van alle andere geleedpotigen te onderscheiden. De verschillende soorten zijn alleen al te herkennen aan hun lichaamsgrootte. Wat betreft lichaamsbouw lijken ze enigszins op de kopschildkreeftjes uit de orde Notostraca. Deze laatsten blijven met een lichaamslengte tot ongeveer tien centimeter echter aanzienlijk kleiner. De Atlantische degenkrab is een van de langste soorten en kan een totale lichaamslengte bereiken van ongeveer zestig centimeter. Het lichaam bestaat uit twee delen die de tagmata worden genoemd. Het voorste deel is het grootst en staat bekend als het kopborststuk maar ook benamingen als cephalothorax of prosoma worden wel gebruikt. Het kleinere achterste deel wordt het achterlijf genoemd, maar staat ook wel bekend als opisthosoma of abdomen. Zowel het kopborststuk als het achterlijf worden aan de bovenzijde beschermd door brede, stevige schilden die bestaan uit chitine en niet verkalkt zijn. De schilden vormen samen een bijna cirkelvormig geheel en door de lange, 'steel'-achtige staartstekel lijkt de lichaamsvorm enigszins op een koekenpan. Tussen het kopborststuk en het achterlijf is een scharnier aanwezig, en ook de staartstekel is beweeglijk ten opzichte van het achterlijf. Door de platte, afgeronde lichaamsvorm biedt het lichaam minder weerstand tegen de golven in de zee. Ook kan het dier zich door het schoffelachtige lijf makkelijker ingraven in het zand. Kopborststuk De lichaamsgrootte wordt bij degenkrabben uitgedrukt in de breedte van het prosoma op het breedte deel. Vrouwtjes van Tachypleus tridentatus worden het grootst en bereiken een prosomabreedte van gemiddeld 27,8 centimeter. Bij de Atlantische degenkrab is dit 21,4 cm en bij de molukkenkreeft 21 cm. Carcinoscorpius rotundicauda blijft met gemiddeld 13,4 cm het kleinst van de moderne soorten.Er is echter een grote overlap binnen de verschillende soorten en bovendien blijven de mannetjes ongeveer een vijfde kleiner. Een vrouwtje van de Atlantische degenkrab bijvoorbeeld kan een prosomabreedte bereiken van 24,3 tot 35,1 centimeter terwijl dit bij een mannetje varieert tussen 13,7 en 21,3 cm. Het kopborststuk wordt aan de bovenzijde beschermd door een stevig, plat en enigszins hoefijzervormig pantser; het carapax. Het carapax of rugschild is convex en heeft een bruine tot grijze of olijfgroene kleur. De bovenzijde van het pantser heeft een bolle vorm en de buikzijde is juist hol. Met name bij de mannetjes heeft de buikzijde een meer holle vorm om de paring met een vrouwtje te vergemakkelijken. Poten De onderzijde van het kopborststuk draagt zes paar gelede aanhangsels, die de chilaria worden genoemd. De aanhangsels bestaan uit een paar cheliceren, een paar pedipalpen en vier paar looppoten, net als bij spinnen het geval is. De vorm en functie van de aanhangsels verschilt echter van die van de spinachtigen. Het voorste paar aanhangsels is het kleinst, deze tangachtige grijporgaantjes dienen om voedsel naar de mondopening te brengen. Ze dragen kleine schaartjes aan het uiteinde en worden de cheliceren genoemd. Het zijn de enige lichaamsaanhangsels die voor de mond zijn gelegen. De cheliceren zijn zeer gevoelig en hebben drie tot vier miljoen tastzintuigjes aan de buitenzijde. Ze bestaan uit een basis die de coxa of heup wordt genoemd, en verder uit een groot, onbeweeglijk deel van de schaar met aan het uiteinde een beweegbare 'vinger'. Achter de cheliceren is een paar pedipalpen gelegen, deze lijken op de looppoten maar hebben verschillende functies. Ze kunnen worden gebruikt om het lichaam te ankeren of dienen bij de voortplanting. Bij een aantal soorten zijn ze sterk aangepast bij de mannetjes om een vrouwtje vast te grijpen bij het paringsritueel. Het eerste deel van de schaar van de pedipalp is hierbij verkort en het tweede deel heeft een haakachtig uiteinde dat precies onder het schild van een vrouwtje past. Achter de pedipalpen zijn vier paar looppoten gelegen waarvan de voorste drie paar voorzien zijn van schaartjes. De looppoten hebben altijd een coxa of heup als eerste segment, gevolgd door een dijbeenring (trochanter), een dij (femur), een knie (patella), een scheen (tibia) en een voet (tarsus). De looppoten dragen aan de basis van de coxa stekelachtige structuren die in kam-achtige rijen zijn gelegen. Deze zogenaamde gnathobases (kauwpoten) dienen om prooien te vermalen, de stekels zijn zo geplaatst dat het voedsel maar een kant op kan en dat is richting de mondopening. Het zesde, achterste potenpaar wordt aangeduid met 'duwpoten', ze dienen om het lichaam voort te duwen bij het lopen of graven. De duwpoten hebben geen gnathocoxa maar bezitten een stekelachtige structuur tussen de coxa en de trochanter die de coxale stekel wordt genoemd. De duwpoten zijn voorzien van spatel-achtige, platte uitsteeksels aan de uiteinden die uit elkaar worden gehouden tijdens het lopen om het contactoppervlak met de ondergrond te vergroten. Aan de basis van de coxa van de duwpoot is aan de buitenzijde een flapachtig uitsteeksel aanwezig dat het flabellum wordt genoemd. Lange tijd werd gedacht dat het orgaan werd gebruikt om de kieuwpoten te reinigen, maar hier is het te kort voor. Het flabellum is voorzien van gevoelig weefsel dat zeer veel zintuigcellen bevat. Het dient om de ingaande waterstroom van de kieuwen te 'proeven'. Het flabellum is wat betreft functie, lichaamspositie en gevoeligheid vergelijkbaar met het pectines van schorpioenen. Aan de binnenzijde van de duwpoten is een verhard deel van de bovenzijde van de coxa aanwezig welke in een eveneens verhard deel van het kopborststuk kan worden gescharnierd. Dit deel van de duwpoot wordt gebruikt als kraakorgaan om harde voedseldelen te kraken en wordt de mandibel of kaak genoemd. Achterlijf Het achterlijf bestaat uit negen segmenten die grotendeels met elkaar vergroeid zijn, aan de onderzijde zijn zeven paar aanhangsels gelegen. Het achterlijf is middels een scharnier verbonden met het kopborststuk zodat het lichaam enigszins ingeklapt kan worden. Een dergelijk scharnierend lichaamsdeel is uniek voor de spinachtigen, maar wordt wel meer gevonden bij de kreeftachtigen. De zijkanten van het scharnier hebben een richel met een ojief-achtige vorm. Aan de bovenzijde van het achterlijf zijn, aan weerszijden van het midden, twee rijen van zes putjes aanwezig. Dit zijn de aanhechtingsplaatsen voor de spieren van de achterlijfsaanhangsels of kieuwpoten, die aan de onderzijde gelegen zijn. Bij de meeste soorten zijn alle putjes langwerpig van vorm, alleen bij de Atlantische degenkrab is het voorste paar putjes driehoekig van vorm. De bovenzijde van het achterlijf wordt beschermd door een verhard schild dat uit vergroeide segmenten bestaat. Aan de linker- en rechterzijde van de achterkant van het schild is een grote onbeweeglijke doonachtige stekel aanwezig. Ook in het midden van de achterrand van het achterlijf zijn stekels aanwezig aan weerszijden van het telson maar deze zijn kleiner. Tussen de stekel aan de buitenzijde en die in het midden is aan iedere kant een rij van zes lange, doornachtige structuren gelegen; de abdominale stekels. Deze stekels zijn individueel beweegbaar en vormen de overblijfselen van rudimentaire poten. Het eerste paar aanhangsels wordt gevormd door twee kleine, plaat-achtige structuren die slechts uit een enkel segment bestaan en niet beweeglijk zijn. Deze zogenaamde chilariae (enkelvoud chilerium) dienen om de mondopening af te dekken en deze te beschermen als de opening niet wordt gebruikt. Het tweede paar aanhangsels aan het achterlijf is vergroeid tot een zogenaamde genitaaldekplaat, ook wel operculum of kieuwdeksel. Het dient als een deksel die de kieuwen beschermd. De genitaaldekplaat bestaat uit verschillende kleinere platen die verschillen bij de vier moderne soorten. Bij de Atlantische degenkrab zijn aan de achterzijde van het operculum twee kleine flapjes aanwezig, die bij de andere soorten ontbreken. Aan de voorrand van de plaat zijn de geslachtsopeningen of gonoporiën aanwezig. Achter het operculum zijn vijf paar omgevormde looppoten gelegen die geëvolueerd zijn tot bladvormige kieuwpoten of kieuwbladen. De kieuwpoten zijn horizontaal afgeplat en worden wel boekkieuwen genoemd; ze lijken op de boeklongen van echte spinnen. Iedere kieuwpoot draagt ongeveer 150 flapachtige structuren die lijken op de bladzijden uit een boek. Het water wordt onder de abdominale stekels in de kieuwpoten gezogen en verlaat het lichaam weer aan weerszijden van de basis van het telson. De kieuwpoten zijn bedekt met vele kleine en platte haarachtige structuurtjes, die setae worden genoemd. Op de kieuwpoten zijn wratachtige uitstulpingen aanwezig die voorzien zijn van aangepaste setae met een trompetachtig uiteinde. De zintuiglijke haartjes dienen om het uitgeademde water als het ware te 'proeven'. De kieuwen dienen om zuurstof op te nemen uit het water, ze zijn hiertoe bedekt met een dun membraanachtig weefsel dat zuurstof wel doorlaat maar water buiten houdt. Voorafgaand aan een vervelling wordt water via de kieuwen in het lichaam gebracht zodat het lijf op kan zwellen en de oude huid wordt afgeworpen. Telson Alle degenkrabben hebben aan het uiteinde van het achterlijf een lang, degenvormig aanhangsel dat de staartstekel of telson wordt genoemd. De staartstekel is erg dik en wordt bijna twee keer zo lang als het lichaam zodat het orgaan duidelijk opvalt. Het telson ziet er vervaarlijk uit maar kan niet worden gebruikt als steekwapen. Ook bevat de stekel geen gifapparaat zoals abusievelijk wel eens wordt gedacht. Het telson is beweeglijk en wordt gebruikt als hefboom om het lichaam om te draaien als een degenkrab op de rug terecht komt door de golfslag in de getijdenzone. Als het dier op het strand op zijn rug terecht komt heeft het veel meer moeite met zich op de buik te draaien. De doorsnede van het telson is meestal driehoekig, behalve bij Carcinoscorpius rotundicauda die een ronde doorsnede van de staartstekel heeft. De soortaanduiding rotundicauda verwijst hiernaar en betekent vrij vertaald 'ronde staart'. Inwendige anatomie Degenkrabben hebben in vergelijking met andere geleedpotigen een afwijkende inwendige bouw omdat het lichaam in twee delen is verdeeld, gescheiden door een scharnier. In het voorste deel, het kopborststuk, zijn de belangrijkste organen gelegen. Het achterlijf herbergt voornamelijk spieren die dienen om de kieuwpoten aan te sturen. Het zenuwstelsel bestaat uit een centraal deel en vele vertakte zenuwbanen. De spijsvertering wijkt af van die van andere gifkaakdragers doordat het in staat is om vast voedsel op te nemen. Organen De organen van de degenkrab bevinden zich vrijwel geheel in het kopborststuk aan de voorzijde. Het achterlijf bevat voornamelijk spierweefsel dat de kieuwen en de staartstekel aan de achterzijde aanstuurt. Het hart is relatief groot en bestaat uit een lange buis. Het hart is in het midden van het lichaam gelegen en strekt zich uit van de spiermaag aan de voorzijde tot bijna aan de staartstekel of telson aan de achterzijde. Het bloed komt het hart binnen via acht paar openingen in de wand van het hart. De achterste vijf paar staan in verbinding met aderen die het zuurstofrijke bloed dat vanaf de kieuwen komt het hart in brengen. Het bloed wordt vervolgens door het hart naar de verschillende lichaamsdelen gepompt om het zuurstof over het lichaam te verdelen. Het bloed komt uiteindelijk in twee aderen terecht die aan de zijkanten van het lichaam zijn gelegen. Vervolgens wordt het bloed naar de kieuwen gevoerd en naar het hart teruggebracht waarna de cyclus opnieuw begint. De hartslag van een degenkrab is gemiddeld ongeveer 32 slagen per minuut. Het bloed van degenkrabben bevat twee soorten bloedcellen; het overgrote deel bestaat uit granulocyten en een klein deel wordt gevormd door cyanocyten. Deze laatsten geven het bloed in geoxideerde toestand een staalblauwe kleur door de aanwezigheid van het koperhoudende eiwit hemocyanine. De granolucyten zorgen voor het klonteren van het bloed en zijn zeer gevoelig voor bepaalde verbindingen. Een voorbeeld is het gif van bepaalde bacteriën, zogenaamde endotoxinen. Zodra het bloed in aanraking komt met dergelijke giffen treedt een extreme stolling op. Dit is de reden dat het bloed van degenkrabben door de mens wordt gebruikt in de medische industrie, zie ook het kopje bloedvloeistof. Zenuwstelsel Het zenuwstelsel van degenkrabben is goed ontwikkeld en bestaat uit een centraal gelegen deel dat verbonden is met vele vertakte zenuwen die door het gehele lichaam lopen. Het zenuwstelsel stuurt de verschillende spieren aan en verwerkt en interpreteert de signalen van de verschillende zintuigen. Degenkrabben hebben een grote hoeveelheid tastzintuiglijke structuren aan de bovenzijde van het pantser, zogenaamde mechanoreceptoren. Deze hebben de vorm van een ronde verzinking in het pantser met in het midden een pin-vormige structuur. Deze pin staat in verbinding met het zenuwstelsel en geeft een signaal af als het wordt bewogen als gevolg van een drukverandering. Door het grote aantal van deze orgaantjes is een degenkrab goed in staat om met de bepantserde huid zijn omgeving af te tasten. Op het prosoma zijn ongeveer 60.000 van dergelijke pin-orgaantjes gelegen en aan het achterlijf en op de lichaamsuitsteeksels zo'n 40.000. Daarnaast beschikt een degenkrab over vele zogenaamde chemoreceptoren, vooral aan de lichaamsuitsteeksels zoals poten en kieuwen. Deze zintuigjes kunnen zowel op het oppervlak gelegen zijn als een kuiltje vormen in de bovenste laag van de huid. Ze dienen om chemische verbindingen te detecteren om zo de chemische samenstelling van de leefomgeving te 'proeven'. Ieder zintuiglijk orgaantje staat in verbinding met drie tot vijftien zenuwcellen en het totale aantal kan oplopen tot ongeveer zeven miljoen. De meeste zenuwcellen zijn aan de scharen van de cheliceren gelegen, dit aantal wordt geschat op ongeveer 3,5 tot vier miljoen. Daarnaast bezitten de pootbases (gnathobases) die de prooien malen en naar de mond brengen ongeveer een miljoen zenuwcellen, evenals de uitsteeksels aan de duwpoten (flabellum, zie onder poten). Aan het oppervlak van de kieuwen zijn ten slotte ongeveer een miljoen zintuigcellen gelegen. Visuele zintuigen Het gezichtsvermogen van degenkrabben bestaat uit verschillende structuren, zie ook de afbeelding rechts. De belangrijkste visuele organen zijn de zogenaamde samengestelde ogen of facetogen (L), welke aan weerszijden aan de bovenkant van de kop gepositioneerd zijn. De ogen staan relatief ver van elkaar af en aangezien ze aan de zijkant zitten worden ze ook wel de lateraalogen genoemd. Deze ogen zijn halvemaanvormig en bestaan uit een complex van vele tientallen kleine lensoogjes of ommatidiën. Degenkrabben zijn de enige gifkaakdragers die dergelijke samengestelde ogen hebben. Bij insecten zijn dergelijke ogen heel normaal maar bij de spinachtigen zijn juist enkelvoudige puntogen de standaard. Aangezien de samengestelde ogen aan de bovenzijde zijn gepositioneerd, worden ze niet gebruikt om voedsel op te sporen maar om soortgenoten te herkennen. Naast de samengestelde ogen zijn verschillende enkelvoudige ogen aanwezig op de carapax. Dergelijke ogen worden ook wel ocelli genoemd. Achter de facetogen is aan iedere zijde vaak een enkelvoudig puntoogje aanwezig welke het rudimentaire lateraaloog (R) wordt genoemd. Ook aan de voorzijde van de kop zijn enkelvoudige oogjes gelegen, twee aan de zijkanten (de mediaanogen, M) en een enkel exemplaar in het midden vlak achter de mediaanogen, deze wordt het endoparietaaloog (E) genoemd. Aan de buikzijde van het kopborststuk zijn eveneens twee puntoogjes gepositioneerd; de ventraalogen (V). De degenkrab gebruikt deze ogen voornamelijk om zich te oriënteren tijdens het zwemmen. Alle enkelvoudige oogjes zijn relatief klein en onopvallend in vergelijking met de veel grotere facetogen. De puntoogjes dienen niet om scherpe beelden te vormen, zoals de samengestelde ogen, maar om licht waar te nemen zodat het dag- en nachtritme kan worden bepaald. Een derde manier van optische waarneming zijn lichtgevoelige cellen (T) aan de bovenzijde en flanken van het telson of staart. Deze cellen bevatten geen lenzen zoals de samengestelde ogen of puntoogjes maar zijn wel in staat om het verschil tussen een lichte en een donkere omgeving vast te stellen. Ze spelen een rol bij de biologische klok van het dier. Degenkrabben zijn door hun relatief complexe visuele zintuigen in staat om ultraviolet licht waar te nemen. Ook herkennen ze de dag- en nachtcycli van de zon, een gebied aan de achterzijde van de hersenen van de degenkrabben fungeert als een biologische klok. Dit stelt ze in staat om 's nachts gesynchroniseerd eieren af te zetten op het strand. Spijsvertering Het spijsverteringsstelsel is onder het hart gelegen en loopt van de voorzijde van het kopborststuk naar de basis van het telson. Het maagdarmstelsel van degenkrabben wijkt af van alle andere gifkaakdragers zoals spinnen en schorpioenen, deze kunnen alleen vloeibaar voedsel verteren. Andere gifkaakdragers moeten dus eerst verteringssappen in de prooi injecteren en de vloeibare inhoud van de prooi wordt vervolgens naar binnen gezogen. Degenkrabben zijn de enige vertegenwoordigers van de gifkaakdragers die ook vaste voedseldeeltjes aankunnen. Het voedsel wordt eerst door de cheliceren - een tot tangetjes omgebouwd potenpaar aan de voorzijde- naar de mondopening gevoerd. De mondopening is naar het midden van de onderzijde van het kopborststuk verplaatst. De basis van de loopoten is omgebouwd tot kauworgaan; alle looppoten hebben aan de binnenste segmenten, dus aan de lichaamszijde, stekelachtige structuren die dienen om het voedsel te vermalen. Deze pootdelen vormen als het ware het gebit van de degenkrab en vermorzelen het voedsel voordat het in de mondopening terechtkomt.De mondopening is aan de onderzijde van het kopborststuk gelegen en is omgeven door de basis van de cheliceren en vijf paar poten. De mond zelf is trechtervormig en heeft een sleufachtige opening. De mond is gelegen tussen het derde en vierde potenpaar aan de onderzijde van het lichaam. De mondopening wordt aan de voorzijde beschermd door een overhangende structuur die het labrum wordt genoemd. Grotere harde stukken zoals schelpdelen en steentjes worden via de mondopening weer uitgebraakt. Kleinere fragmenten en zandkorrels worden wel opgenomen in het spijsverteringsstelsel. Het voedsel wordt via de slokdarm vaar de voormaag of proventriculus gebracht. Deze bestaat uit een krop die behoorlijk uit kan zetten en vervolgens een spiermaag waarin het voedsel tot een papje wordt vermalen. Het voedsel komt vervolgens in de darm terecht waar het verteringsproces plaatsvindt. Na de vertering worden de vaste afvalstoffen via de endeldarm of rectum en de spleetvormige anus afgescheiden, deze is net onder de basis van het telson gepositioneerd. Degenkrabben hebben nier-achtige excretieorganen om zich van vloeibare afvalstoffen te ontdoen. Deze bestaan uit vier gepaarde zak-achtige klieren die de coxaalklieren worden genoemd. Ieder paar mondt uit in een opening die onder het vijfde paar achterlijfsuitsteeksels gelegen is. Voortplanting en ontwikkeling Degenkrabben kennen een uitwendige bevruchting. De vrouwtjes graven een kuil in het zand waarin de eitjes worden afgezet. Vervolgens worden deze bevrucht door het mannetje die er simpel weg zijn zaadzetten overheen spuit. Paring De dieren komen in de vroege zomer aan land om zich voort te planten, het voortplantingsseizoen loopt van het voorjaar tot het begin van de herfst. Het overgrote deel van de eieren wordt afgezet gedurende nieuwe maan of volle maan in combinatie met hoogtij. Degenkrabben bewegen zich zeer onhandig voort op het land. Ze zijn dan erg kwetsbaar voor aanvallen van gespecialiseerde vijanden. De dieren komen echter in enorme aantallen op het land, zodat het overgrote deel zich ongestoord op de voortplanting kan richten. De mannetjes verschijnen eerst bij de ondiepe kustdelen voor de stranden, ze wachten de vrouwtjes hier op. De vrouwtjes scheiden feromonen af, dit zijn chemische verbindingen die mannetjes aantrekken en ook gebruikt worden door heel andere dieren zoals vlinders. De mannetjes zijn echter veel gevoeliger voor visuele prikkels dan voor chemosensorische stimuli. Dit bleek uit een onderzoek waarbij zwarte en grijze modellen van vrouwtjes in zee werden geplaatst en meestal de zwarte vrouwtjes werden opgemerkt. In een andere proef werden de ogen van de mannetjes afgeplakt en zij konden toen de vrouwtjes in het geheel niet meer vinden. Aangezien de mannetjes veel talrijker zijn dan de vrouwtjes is de kans klein dat een vrouwtje onopgemerkt blijft. Als een koppeltje elkaar gevonden heeft gaan vervolgens de vrouwtjes voorop, de mannetjes haken zich aan het vrouwtje vast met de gespecialiseerde pedipalpen. Soms komen 'treintjes' voor waarbij zich meerdere mannetjes achter elkaar aanhaken of een vrouwtje letterlijk omringd of zelfs bedolven wordt door de vele mannetjes. Zij graaft vlak onder de hoogwatergrens een kuiltje van ongeveer vijftien centimeter diep waarin de eieren worden afgezet. Het aantal eieren per legsel kan bij de Atlantische degenkrab oplopen tot 4000 en het totale aantal eieren per seizoen tot 90.000. Ei Nadat de eieren zijn gedeponeerd worden ze bevrucht door een of meerdere mannetjes en begraaft het vrouwtje ze in het zand. De eieren worden bij voorkeur begraven op het strand op een positie die iets onder hoogtij ligt maar boven laagtij zodat de eieren zich continu in de brandingszone bevinden. Hierdoor worden ze vrijwel continu voorzien van zuurstofrijk water. De eieren hebben een groene kleur en een een diameter van ongeveer drie millimeter. Ze worden door een kleefstof in strengen bijeen gehouden, enigszins vergelijkbaar met kikkerdril. Zodra het ei is afgezet is de buitenzijde van het embryonale vlies ongeveer vijftien uur lang kleverig om zaadcellen aan het oppervlak te binden. Vaak is het aan het eind van deze periode volledig bedekt met sperma door de grote aantallen mannetjes die op de ei-afzet afkomen. Als het ei bevrucht is vinden de eerste dagen celdelingen plaats, na enkele dagen scheurt de buitenzijde van het ei open en komt het embryo tevoorschijn, dat zich in een vliesje van ongeveer drie millimeter doorsnede bevindt. Na vier dagen tot een week verschijnen de eerste tekenen van lichaamssegmenten. De vrucht ondergaat verschillende embryonale vervellingen waarbij eerst de poten zichtbaar worden en enige tijd later de kieuwpoten. Het embryo begint hierna steeds meer op een degenkrab te lijken, als de embryonale ontwikkeling is voltooid komt het ei uit en komt de larve tevoorschijn. De precieze ontwikkelingsduur van de eieren verschilt; eieren die hogerop het strand worden afgezet profiteren van een hogere temperatuur en ontwikkelen zich sneller dan eieren die dichter bij de waterlijn zijn gedeponeerd. Larve Vier tot dertig dagen nadat de eerste ontwikkeling van het embryo is gestart, komen de eieren uit en verschijnen de larven. De larve heeft al een klein achterlijfsstekeltje of telson aan de achterzijde die echter nog niet beweeglijk is, de totale lichaamslengte is ongeveer 1 millimeter. Aan het achterlijf zijn pas vier kieuwsegmenten aanwezig in plaats van de uiteindelijke zes. De larven zwemmen ongeveer zes dagen en zetten zich dan af op de bodem. Ongeveer tien tot twintig dagen nadat ze het ei hebben verlaten vindt de eerste niet-embryonale vervelling plaats. Tot die tijd eten de larven niet maar teren op hun dooiervoorraad. Alleen het tweede paar van de achterlijfsaanhangsels draagt kieuwen en deze zijn ook nog sterk onderontwikkeld. Het spijsverteringsstelsel is eveneens rudimentair, de larve haalt zijn voedingsstoffen uit de dooiervoorraad. De larven van degenkrabben hebben in dit stadium een lichaamsvorm die sterk doet denken aan trilobieten. Dit ontwikkelingsstadium wordt wel Euproops-stadium genoemd, naar een voorouder van de degenkrabben uit het Carboon (Euproops) die een met dit larvestadium vergelijkbare lichaamsbouw bezat als volwassen dier. Een opvolgend stadium, waarbij de staartstekel al iets groter is maar de lichaamssegmentering vervaagt, kent een vergelijkbare etymologie. Dit stadium wordt Prestwichia-stadium genoemd naar een andere verwant uit het Carboon: Prestwichia. Net als andere geleedpotige dieren moeten degenkrabben regelmatig vervellen om te kunnen groeien. Voorafgaand aan een vervelling wordt reeds een nieuwe huid gevormd die echter nog dun is en niet uitgehard. Vlak voor een vervelling graaft de degenkrab zich in in het zand, omdat het dier erg kwetsbaar is voor vijanden tijdens het vervangen van de huid. Tijdens de vervelling scheurt de bovenrand van de voorzijde van de carapax open, waarna de degenkrab letterlijk uit zijn oude huid loopt. Het lichaamsvolume kan bij een vervelling met wel een kwart toenemen. De larve vervelt in een tijdsbestek van drie jaar meer dan tien keer voor het dier volwassen wordt. De jonge degenkrabben brengen de eerste anderhalf jaar door in de ondiepe wateren vlak bij het strand en moeten veel vervellen om steeds iets groter te worden. Van in gevangenschap gehouden degenkrabben is bekend dat de ontwikkeling veel langzamer verloopt in vergelijking met in het wild opgroeiende dieren. Na ongeveer een jaar heeft de jonge degenkrab een carapaxbreedte bereikt van ongeveer een centimeter. Als een degenkrab negen tot twaalf jaar oud is, is het dier volwassen en is de vervellingsfrequentie teruggebracht tot slechts eenmaal per jaar. Heel oude dieren vervellen helemaal niet meer en zijn hieraan makkelijk te herkennen door de aangroei op het pantser van schelpdieren en andere organismen. Verspreiding en habitat Degenkrabben kwamen in het verleden over de gehele wereld voor. De meeste fossielen zijn gevonden op het Noordelijk halfrond en dan voornamelijk in Europa. De soort Tachypleus gadeai, die tot het moderne geslacht Tachypleus behoort, kwam tot in het Tertiair voor in delen van Spanje. Tachypleus decheni werd gevonden in Duitsland, deze soort leefde in het Eoceen. In Nederland werd voor het eerst een fossiel exemplaar aangetroffen in 2007 in Winterswijk. De degenkrab werd gevonden in de Onder-Muschelkalk en stamt uit het Anisien, ongeveer 250 miljoen jaar geleden. Het gevonden exemplaar was vrij klein en wordt tot het geslacht Limulitella gerekend. De moderne soorten komen echter alleen voor langs de Ameri­kaanse oostkust en in delen van oostelijk Azië. Zie voor de exacte verspreidingsgebieden per soort de tabel bovenaan. Habitat Omdat degenkrabben in verschillende delen van de wereld voorkomen, worden ze in uiteenlopende habitats gevonden. Daar komt nog bij dat de habitat van de jonge dieren sterk verschilt van de leefomgeving van de volwassen exemplaren zodat de dieren in sterk uiteenlopende gebieden kunnen worden aangetroffen. De volwassen degenkrabben leven in water dieper water langs de kust, maar hebben stranden nodig om zich voort te planten. De juveniele dieren echter leven in ondiepe wateren in estuaria. De jonge dieren hebben rustige getijdenzones en zeegraskolonies nodig om zich in te verschuilen voor vijanden en om te zoeken naar voedsel. Zowel ondiepe getijdenzones direct langs de kust als ondieptes in wat diepere wateren zijn geschikt. De juvenielen zijn zoutminnend, ze worden hoogst zelden in wateren met een saliniteit van minder dan 5 promille aangetroffen. Als de dieren groter worden, en zich hierdoor beter kunnen handhaven in stromend water, migreren ze naar wat diepere wateren maar ze gaan nooit ver uit de kust. Pas als ze volwassen worden kunnen ze wat verder langs de kust worden aangetroffen. De habitat van de volwassen dieren bestaat uit de kustwateren van delen van Azië en Atlantisch Noord-Amerika. Degenkrabben kunnen worden aangetroffen tot op een diepte van meer dan 200 meter onder het wateroppervlak. De meeste dieren echter komen waarschijnlijk zelden onder de dertig meter onder het wateroppervlak. In het voortplantingsseizoen begeven de dieren zich naar kuststreken zoals ondiepe baaien, in de wintermaanden worden diepere wateren opgezocht. Van de Atlantische degenkrab is bekend dat op het continentaal plat wordt overwinterd. In de voortplantingstijd migreren de degenkrabben naar ondiepe wateren met zanderige stranden. Ze stellen hoge eisen aan de voortplantingsstranden, zo mag de golfslag niet te sterk zijn omdat anders de eieren wegspoelen. Daarnaast worden er eisen gesteld aan de korrelgrootte van het zand of slib, de eieren moeten voorzien kunnen worden van zuurstof door voldoende poriën in het substraat. Vaak worden afzetlocaties gekozen die beschermd worden door zandbanken, die de golven breken en waar voedsel niet wegspoelt maar juist kan bezinken. Ecologie Degenkrabben komen voor in ondiepe delen van de zee nabij de kust en leven op zanderige tot slibachtige bodems waar ze zich gemakkelijk kunnen ingraven in de bodem. Alle soorten zijn 's nachts actief en verschuilen zich overdag in het zand. Ze komen pas 's nachts tevoorschijn om te jagen. Bij het zwemmen beweegt de degenkrab zich op de rug waarbij met de looppoten gesynchroniseerd wordt geroeid en de kieuwpoten als een enkele roeispaan worden gebruikt door deze regelmatig heen- en weer te bewegen. Degenkrabben houden tijdens het zwemmen een hoek van dertig graden aan ten opzichte van de waterspiegel. Tijdens het foerageren in het zand worden de poten gebruikt om zich in te graven, ook wordt het scharnierende lijf in- en uitgeklapt om extra kracht te zetten bij het ingraven. Voedsel Degenkrabben zijn overwegend carnivoor maar soms wordt ook wel plantaardig voedsel opgenomen zoals zeewier. Op het menu staan echter voornamelijk kleine ongewervelde weekdieren zoals wormen en kleine tweekleppigen met een niet te dikke schaal, zoals mosselen. Deze vinden ze door de zeebodem om te woelen met de poten. Degenkrabben kunnen grote schade aanrichten aan mosselbanken langs de kust van Noord-Amerika doordat ze grote hoeveelheden van de schelpdieren opeten. Ze worden hierdoor gedood door schelpenvissers die hun oogst willen beschermen. Ook de strandgaper (Mya arenaria) is een bekende prooi. De meeste spinachtigen, zoals de echte spinnen en de schorpioenen, zijn landbewonend en verteren het voedsel buiten het lichaam door verteringssappen in de prooi te spuiten en deze vervolgens weer op te zuigen. De degenkrabben echter moeten het voedsel eerst in het lichaam brengen voor de vertering begint omdat het voedsel anders met het zeewater wordt vermengd. Natuurlijke vijanden Degenkrabben hebben vele vijanden, die op te splitsen zijn in predatoren van de eieren, die van de jongere degenkrabben en ten slotte die van de grotere volwassen exemplaren. Deze laatste groep is het kleinst aangezien de volwassen degenkrabben erg groot zijn en een stevig pantser hebben. Voorbeelden van dieren die de uitgegroeide degenkrabben buitmaken zijn de luipaardhaai (Triakis semifasciata). Exemplaren van de Atlantische degenkrab worden gegeten door de zeldzame onechte karetschildpad. De schildpad eet vooral de kieuwen van de degenkrab. Vermoed wordt dat de degenkrab op lange termijn een onmisbare voedselbron is van de schildpad in delen van de Atlantische kust van Noord-Amerika. De eieren en jonge larven worden door vrijwel alle opportunistische carnivore dieren gegeten die in de natuurlijke verspreidingsgebieden voorkomen. Voorbeelden zijn garnalen zoals Crangon septemspinosa, verschillende soorten vlokreeften (Amphipoda), inktvissen en krabben zoals de strandkrab (Carcinus maenas). In de Amerikaanse baai Delaware Bay alleen al is van elf verschillende zeevogels bekend dat ze zich tegoed doen aan de eieren van degenkrabben. De vogels versterken zo hun vetreserves op de trekroute van hun Zuid-Amerikaanse overwinteringsgebieden naar de Noordpool waar ze zich voortplanten. Hoewel de vogels enorme aantallen eieren opeten zijn ze alleen in staat om reeds door de wind en zeestroming verloren gegane nesten waar te nemen. Het effect van deze natuurlijke predatie is hierdoor waarschijnlijk niet van grote invloed op de degenkrabben. Van de eieren die alleen al in de Delaware Bay aan de noordoostkust van de Verenigde Staten worden afgezet wordt geschat dat jaarlijks ongeveer 500 ton wordt opgegeten door zeevogels. Ook de pas uit het ei gekropen larven worden hevig gepredeerd door voornamelijk vissen en vogels. De kleinere degenkrabben hebben nog geen groot lichaamsvolume en het pantser is nog niet zo dik en hard. Ze worden gegeten door een breed scala aan dieren zoals verschillende vissen en vogels, dergelijke vijanden eten vaak ook de heel jonge larven en de eieren van de degenkrabben. Commensalen Op het pantser van met name de oudere degenkrabben zijn verschillende andere dieren te vinden, die niet noodzakelijkerwijs schade toebrengen. De meeste soorten liften slechts mee met de degenkrab om van een ongunstig milieu naar een betere leefomgeving te geraken. Voorbeelden van dergelijke organismen zijn verschillende soorten slakken, spookkreeftjes, schelpdieren zoals mosselen en oesters of sponzen. Dergelijke afzettingen hebben wel een negatieve invloed op het zwemvermogen van een degenkrab. Na iedere vervelling echter blijven deze organismen op de afgeworpen huid achter en is het nieuwe pantser weer glad en vrij van aangroeisels. Andere dieren verschuilen zich slechts tijdelijk onder het pantser of in de afgeworpen vervellingshuid voor vijanden, voorbeelden zijn krabben en garnalen. Andere dieren zetten hun eieren af op het harde pantser, zoals eerder genoemde slakken en een degenkrab kan soms grotendeels bedekt zijn met slakkeneieren. Sommige platwormen plaatsen hun eieren tussen de kieuwplaten van de degenkrab, waar ze niet alleen beschermd zijn maar ook continu worden voorzien van zuurstof. Op de kieuwpoten worden soms platwormen aangetroffen die waarschijnlijk geen parasieten zijn maar als commensaal moeten worden beschouwd. Dergelijke dieren leven niet ten koste van, maar samen met de degenkrab en richten weinig schade aan. Voorbeelden van dergelijke platwormen zijn Bdelloura candida en in mindere mate Syncoelidium pellucidum. Bedreigingen door de mens Degenkrabben worden op verschillende manieren bedreigd door de mens. Voor alle vier de soorten speelt hierbij de vervuiling van de kustwateren waarin de dieren leven een rol. Ook het aanpassen van de natuurlijke habitat heeft een negatieve invloed, zoals het bebouwen van kuststroken voor de visserij of het toerisme. In sommige gebieden worden degenkrabben massaal doodgeslagen door de inheemse bevolking als de dieren aan land komen. Plaatselijk bijgeloof zorgt ervoor dat de dieren door hun opvallende stekel als giftig worden beschouwd, net als de gelijkende stekelroggen. Van de in Azië levende degenkrabben is bekend dat als een broedplaats van een soort eenmaal verdwenen is, het zeer lang kan duren eer deze weer wordt herbevolkt. In Japan zijn delen van het leefgebied sterk aangetast of verdwenen. In China wordt de soort beschouwd als bedreigd door overbevissing. De degenkrab is populair als voedsel, voor het winnen van het bloed van de dieren en voor het winnen van chitine, dat uit het pantser wordt gewonnen. In Vietnam slonken de populaties tussen 1990 en 2007 met vijftig procent in zowel het aantal individuen als de totale grootte van het areaal. Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan alle soorten een beschermingsstatus toegewezen. De Atlantische degenkrab wordt gezien als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU) en de soort Tachypleus tridentatus als 'bedreigd' (Endangered of EN). De overige twee soorten worden beschouwd als 'onzeker' (Data Deficient of DD). Chitine Een bijproduct van de vangst van de degenkrabben voor hun bloed is het pantser van de dieren, dat vrijwel volledig uit chitine bestaat. Chitine wordt eveneens gebruikt in de medische industrie voor het maken van verbanden en hechtdraad om wonden te behandelen. De dieren worden hiertoe niet alleen op industriële schaal gevangen, maar ook door vrouwen en kinderen in kuststreken die zo een centje bij verdienen. Het gevolg is dat de degenkrabben op een zeer grote schaal worden gevangen en uit de natuur verdwijnen. In China is geen enkele restrictie op het vangen van de dieren, bovendien stimuleert de regering de inzet van grootschalige en meer mechanische vormen van commerciële visvangst, zoals de inzet van trawlers. Hoewel deze niet direct worden ingezet voor de vangst van degenkrabben, worden zij als commercieel interessante bijvangst gezien. Voedselbron Degenkrabben worden in Aziatische landen veel gegeten en worden gezien als delicatesse. In China worden degenkrabben ook op grote schaal gevangen voor het vlees, dat gebruikt wordt voor menselijke consumptie. Ook in landen als Vietnam, Taiwan en Hongkong is er vraag naar degenkrabbenvlees, maar in mindere mate. In de Filipijnen, Indonesië en Maleisië is vooral vraag naar eierdragende vrouwtjes. Omdat hierdoor vooral vrouwtjes worden weggevangen leidt dit tot een overschot aan mannetjes in de voortplantingstijd. Degenkrabben kunnen worden gekookt of gegrild. Degenkrabben werden vroeger in enorme hoeveelheden gevangen en vermalen tot kippenvoer voor de pluimveehouderij. Tegenwoordig worden degenkrabben in Noord-Amerika vooral gevangen en gebruikt als aas bij de commerciële vangst van grote eetbare zeeslakken uit het geslacht Busycon en de paling. In Mexico wordt de degenkrab ook wel gebruikt als aas om inktvissen zoals de Europese achtarm en de soort Octopus maya te vangen. Degenkrabben zijn in het verleden niet alleen als voedsel verwerkt voor mensen en dieren maar werden ook op grote schaal verwerkt tot stikstofrijke meststof voor planten. In de Verenigde Staten werden van de jaren 1850 en 1920 werden jaarlijks ongeveer 1,5 tot twee miljoen degenkrabben gevangen en gebruikt als meststof voor de landbouw. In de jaren 50 stagneerde deze aantallen. Bloedvloeistof Degenkrabben hebben een opvallende blauwe kleur bloedvloeistof waarin bloedcellen genaamd amoebocyten voorkomen. Deze beschermen tegen virale infecties, schimmels en bacteriën, amoebocyten bevatten eiwitten die heftig reageren op de aanwezigheid van bepaalde uitscheidingsstoffen van gramnegatieve bacteriën zoals Escherichia coli. Deze stoffen worden endotoxinen (of Lipide A) genoemd, ze zijn erg gevaarlijk als ze in de menselijke bloedbaan terecht komen omdat ze pyrogeen zijn: ze kunnen koorts veroorzaken. Omdat de bloedcellen van degenkrabben sterk coaguleren op endotoxinen, worden zij gebruikt om deze gifstoffen op te sporen. Zo kan men in allerlei preparaten de aanwezigheid van dit endotoxine aantonen.Het bloed van degenkrabben wordt voor deze doeleinden gebruikt in de medische industrie, bijvoorbeeld om te testen of bepaalde medische hulpmiddelen vrij zijn van endotoxinen. Voorbeelden zijn injectienaalden, implantaten en pacemakers. Voor de ontdekking van deze eigenschappen van het degenkrabbenbloed werden konijnen als proefdieren gebruikt voor het testen van lichaamsvreemde objecten in het menselijk lichaam. In de jaren 60 werd een test ontwikkeld door de Amerikanen Frederik Bang en Jack Levin waarbij het bloed van de Atlantische degenkrab werd gebruikt, de Limulus amebocyte lysaat-test of LAL-test. Later werd in Azië een vergelijkbare test ontwikkeld gebaseerd op het bloed van de daar voorkomende Tachypleus tridentatus, de TAL-test. In Azië wordt Tachypleus tridentatus gevangen voor het aftappen van het bloed voor medicinale doeleinden, het extract wat uit het bloed wordt gewonnen wordt TAL genoemd. In Azië worden de degenkrabben meestal niet deels afgetapt en vervolgens weer uitgezet, zoals in Noord-Amerika het geval is, maar is het de praktijk om de dieren helemaal leeg te laten bloeden met de dood als gevolg. De handel in het bloed van de degenkrab vertegenwoordigde een waarde van ongeveer 230 miljoen US$ in 2013 en de waarde in 2021 wordt geschat op ongeveer 385 miljoen US$. Het bloed levert tussen de 9000 en 16.000 dollar per liter op. Omdat in China grote delen van de kustwateren commercieel gezien zijn leeggevist, wordt uitgekeken naar de wateren rond Vietnam, Maleisië en Indonesië.In de Verenigde Staten worden de dieren gevangen, 'gemolken' in een laboratorium en vervolgens weer levend teruggezet. Bij dit onderzoek, waarbij meestal een grote hoeveelheid bloed wordt afgetapt, sterft ongeveer vijftien procent van de krabben in het lab zelf. Over de langetermijneffecten is weinig bekend. Mogelijk ligt het sterftecijfer nog veel hoger. Om de degenkrabben voor verdere achteruitgang te behoeden, probeert de farmaceutische sector het krabbenbloed nu synthetisch te reproduceren. De huidige methode vormt tegenwoordig nog steeds de standaard voor het testen van medische instrumenten op een besmetting met bacteriën. Recentelijk wordt het bloed van de degenkrab ook gebruikt om infecties van bepaalde schimmels op te sporen. Om aan het bloed te komen worden de degenkrabben gevangen in hun natuurlijke leefgebied waarna het bloed in laboratoria wordt afgetapt. De dieren worden hierbij geselecteerd op conditie, beschadigde dieren zijn ongeschikt. De dieren worden in rekken geplaatst en er wordt een steriele naald in het zachte weefsel van het scharnier tussen het kopborststuk en het achterlijf gebracht. Een deel van de degenkrabben overleeft het afnemen van het bloed niet. De overlevende dieren worden na het 'melken' ten slotte weer in de natuur worden uitgezet waarbij ze worden gemerkt zodat ze niet binnen korte tijd wederom worden geselecteerd voor het afnemen van bloed. Tegenwoordig wordt gezocht naar methoden om het uit de natuur gehaalde bloed na te bootsen door een synthetische variant om de degenkrabben te ontzien. Hierbij wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van recombinant DNA. Externe links - Animal Diversity Web – Ecological Research & Development Group - The Horseshoe Crab - Website Bronvermelding Levend fossiel
Voedsel Degenkrabben zijn overwegend carnivoor maar soms wordt ook wel plantaardig voedsel opgenomen zoals zeewier. Op het menu staan echter voornamelijk kleine ongewervelde weekdieren zoals wormen en kleine tweekleppigen met een niet te dikke schaal, zoals mosselen. Deze vinden ze door de zeebodem om te woelen met de poten. Degenkrabben kunnen grote schade aanrichten aan mosselbanken langs de kust van Noord-Amerika doordat ze grote hoeveelheden van de schelpdieren opeten. Ze worden hierdoor gedood door schelpenvissers die hun oogst willen beschermen. Ook de strandgaper (Mya arenaria) is een bekende prooi.
1
menu, menukaart, eetkaart
11,661
Quantity
1945844
https://nl.wikipedia.org/wiki/Louis%20Paulhan
Louis Paulhan
Louis Isidore Auguste Marie Paulhan (Pézenas, 19 juli 1883 – Saint-Jean-de-Luz, 10 februari 1963) was een Franse luchtvaartpionier. Biografie Tijdens zijn adolescentie was Paulhan een gepassioneerd bouwer van modelvliegtuigen. In die tijd stond de luchtvaart nog in de kinderschoenen en de vliegtuigen waren van hout en papier. Terwijl hij in Parijs zijn dienstplicht vervulde als ballonvaarder, deed Paulhan in 1908 mee aan een door kolonel Charles Renard georganiseerde wedstrijd voor het bouwen van modelvliegtuigen. Paulhan won de eerste prijs: van zijn model zou een vliegtuig op ware grootte worden gebouwd. Omdat het een bijzonder ingewikkeld ontwerp was kreeg hij in plaats daarvan een Voisin, echter zonder motor, waar Paulhan, dankzij hulp van vrienden, zelf een motor aan toevoegde. Met het toestel leerde hij vliegen en haalde hij het tiende vliegbrevet van Frankrijk, kort na pioniers als Blériot, Farman en Latham. In 1909 vestigde Paulhan zich in de villa Gypaete te Sartrouville. Op 15 juli 1909 nam hij deel aan de eerste luchtvaartmeeting ter wereld op het vliegveld van La Brayelle bij Douai, waar hij een hoogterecord van 150 meter vestigde. Met verschillende vliegtuigen vestigde Paulhan door heel Frankrijk diverse records. Zo hield hij korte tijd een afstandsrecord en een duurrecord nadat hij in 2 uur en 43 minuten 131 kilometer had afgelegd. Na een team te hebben geformeerd waarvan onder andere Didier Masson deel uitmaakte, nam het aantal meetings en wedstrijden waaraan Paulhan deelnam flink toe, waarbij hij naar Engeland reisde en vervolgens naar de Verenigde Staten. In januari 1910 was Paulhan de ster van de Aiviation Meet te Los Angeles, de eerste Amerikaanse luchtvaartshow. Paulhan reisde ernaartoe met twee Blériot XI eendekkers, en twee Farman III tweedekkers. Tijdens de show die van 10 tot 20 januari werd gehouden, verbeterde hij het wereldhoogterecord dat hij op 1209 meter bracht, en het duurrecord dat hij op 1 uur en 49 minuten bracht. Hij ontmoette er William Boeing die hij echter een luchtdoop onthield omdat, vergeleken met de notabelen van Californië, Boeing hem onbelangrijk leek. Ook in Salt Lake City en New Orleans gaf Paulhan demonstraties en hij voerde de eerste vlucht in Texas uit. Intussen hadden de gebroeders Wright echter een rechtszaak aangespannen omdat ze vonden dat de rolroeren van de toestellen van Paulhan en Curtiss een inbreuk maakten op hun patenten. Op 17 februari 1910 werd Paulhan veroordeeld tot het betalen van 25 duizend dollar per betaalde demonstratie. Paulhan brak zijn Amerikaanse tournee af en gaf in New York gratis demonstraties. In maart 1910 werd overeengekomen dat Paulhan een borg van zesduizend dollar per week moest betalen tot de definitieve uitspraak. Op 28 april won Paulhan een race van Londen naar Manchester, die was uitgeschreven door de Daily Mail. Met een Farman vliegtuig legde Paulhan de 298 kilometer af in circa 12 uur, waarvan 4 uur en 28 minuten zuivere vliegtijd. Terug in Frankrijk werkte Paulhan mee aan het ontwikkelen van Le Canard ("De Eend") van Henri Fabre, een watervliegtuig op drijvers. Vervolgens bouwde hij watervliegtuigen onder licentie van Curtiss. In februari 1912 begon Paulhan een vliegschool in Villefranche-sur-Mer. In mei van dat jaar was hij in Arcachon op uitnodiging van burgemeester James Veyrier Montagnières die met Pauhans aanwezigheid de verkiezingen wat wilde verlevendigen. De plaatselijke fotograaf Léo Neveu maakte vanuit het vliegtuig van Paulhan de eerste luchtfoto's van de rede van Arcachon. Paulhan ging verder met het ontwikkelen van tweedekkers en driedekkers, maar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd hij gemobiliseerd met de rang van luitenant. Tijdens de oorlog was hij jachtvlieger. Hij vloog boven Servië waar hij in luchtduels twee overwinningen behaalde, en testpiloot was voor fabrikanten die hun militaire vliegtuigen wilden optimaliseren. Na de oorlog stortte hij zich op het ontwikkelen van metalen watervliegtuigen, tot op 10 mei 1937 zijn enige zoon René dodelijk verongelukte aan de stuurknuppel van een prototype van een jachtvliegtuig. Paulhan ging met pensioen in Saint-Jean-de-Luz, waar hij op 79-jarige leeftijd overleed. Hij werd begraven in zijn geboorteplaats. Eerbewijzen In 1910 werd Paulhan het Legioen van Eer toegekend. In Sartrouville is na zijn dood een herdenkingsplaquette aangebracht in de gevel van de villa waar hij van 1909 tot 1912 woonde. Ook is er een middelbare school naar hem genoemd, het College Louis Paulhan. Frans luchtvaartpionier
In 1909 vestigde Paulhan zich in de villa Gypaete te Sartrouville. Op 15 juli 1909 nam hij deel aan de eerste luchtvaartmeeting ter wereld op het vliegveld van La Brayelle bij Douai, waar hij een hoogterecord van 150 meter vestigde. Met verschillende vliegtuigen vestigde Paulhan door heel Frankrijk diverse records. Zo hield hij korte tijd een afstandsrecord en een duurrecord nadat hij in 2 uur en 43 minuten 131 kilometer had afgelegd. Na een team te hebben geformeerd waarvan onder andere Didier Masson deel uitmaakte, nam het aantal meetings en wedstrijden waaraan Paulhan deelnam flink toe, waarbij hij naar Engeland reisde en vervolgens naar de Verenigde Staten. In januari 1910 was Paulhan de ster van de Aiviation Meet te Los Angeles, de eerste Amerikaanse luchtvaartshow. Paulhan reisde ernaartoe met twee Blériot XI eendekkers, en twee Farman III tweedekkers. Tijdens de show die van 10 tot 20 januari werd gehouden, verbeterde hij het wereldhoogterecord dat hij op 1209 meter bracht, en het duurrecord dat hij op 1 uur en 49 minuten bracht. Hij ontmoette er William Boeing die hij echter een luchtdoop onthield omdat, vergeleken met de notabelen van Californië, Boeing hem onbelangrijk leek. Ook in Salt Lake City en New Orleans gaf Paulhan demonstraties en hij voerde de eerste vlucht in Texas uit.
3
afstand, massa, tijd
1,322
DiscoverAction
1371098
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gar%C3%B0ar
Garðar
Garðar was de 'hoofdstad' van de Noordse nederzettingen op Groenland. Op dezelfde locatie ligt nu de nederzetting Igaliku. In Igaliku zijn nog vele ruïnes van het oude Garðar te zien. De voornaamste ruïne is die van de voormalige kathedraal, een zandstenen kruiskerk gebouwd in de 12e eeuw. De afmetingen van de kathedraal bedragen 27x16 meter. Naast de kathedraal bevinden zich de ruïnes van de stallen (voor 60 koeien) en van diverse andere gebouwen. Na de dood van de laatste bisschop in 1378 raakte de kathedraal snel in verval, mede door de sterke klimaatverslechtering, waardoor het houden van koeien, paarden, varkens en schapen in Groenland onmogelijk werd. Bisschoppen Volgens de sagas werd het idee voor een eigen Groenlandse bisschop geopperd door de rijke boer Sokki Þórisson uit Brattahlíð. Hij kreeg uiteindelijk toestemming van de Noorse koning en de eerste bisschop van Groenland, Arnaldur, werd gewijd door de aartsbisschop van Lund in 1124. Hij arriveerde in Groenland in 1126. In hetzelfde jaar werd begonnen met de bouw van de kathedraal, gewijd aan Sint Nikolaas, de patroonheilige van de zeevaart. Het bisdom Garðar viel onder het aartsbisdom Lund van 1126-1152. In 1152 werden de bisdommen van Groenland, IJsland, Man, de Orkneyeilanden- en de Faeröer-eilanden ondergeschikt aan het nieuwe aartsbisdom Nidaros (het huidige Trondheim). Bisschop Arnaldur keerde in 1150 naar Noorwegen terug en werd benoemd tot bisschop van Hamar in 1152. Zijn opvolger van Jón Knútur, die van 1153-1186 bisschop was. De derde bisschop was Jón Árnason (bijgenaamd Smyrill), die in 1189 werd benoemd. Hij ging als pelgrim naar Rome in de jaren 1202-1203 en bracht een bezoek aan de paus. Hij overleed in Garðar in 1209 en werd begraven in de kathedraal, waarschijnlijk in de kapel aan de noordkant. De volgende bisschop, Þór Helgi, kwam in 1212 in Groenland aan aan en stierf in 1230. In 1234 werd zijn opvolger benoemd, Nikulás, maar het duurde tot 1239 voor hij daadwerkelijk in Groenland aankwam. Hij stierf in 1242. In hetzelfde jaar werd Ólafur benoemd, maar pas 5 jaar later kwam hij in Groenland aan. Hij was bisschop tot 1280, maar van 1264-1280 verbleef hij in het buitenland, dus hij heeft maar een korte tijd daadwerkelijk als bisschop gefungeerd. Zijn opvolger was Þór Bokki, die van 1289-1309 in Garðar verbleef, hij keerde terug naar Noorwegen. Zes jaar later, in 1315 werd Árni benoemd als bisschop. Hij was bisschop tot zijn dood in 1347. Inmiddels was door de klimaatverslechtering de communicatie met Groenland steeds moeilijker geworden. In 1343 werd een nieuwe bisschop benoemd, Jón Skalli, maar toen bleek dat bisschop Árni nog leefde werd de benoeming ongedaan gemaakt en hij reisde nooit naar Groenland. Na de dood van bisschop Árni in 1347 duurde het een tijd voor er een nieuwe bisschop arriveerde. Dit was vooral te danken aan de inmiddels slechte communicatie tussen Groenland enerzijds en IJsland/Noorwegen anderzijds. In 1368 kwam bisschop Álfur in Groenland aan. Hij overleed in Garðar als laatste (katholieke) bisschop van Groenland in 1378. Bron , Grønlands forhistorie, Gyldendal, Kopenhagen, 2005. Geschiedenis van Groenland Kerkruïne Archeologische plaats in Groenland Noordse kolonisatie van Noord-Amerika
In Igaliku zijn nog vele ruïnes van het oude Garðar te zien. De voornaamste ruïne is die van de voormalige kathedraal, een zandstenen kruiskerk gebouwd in de 12e eeuw. De afmetingen van de kathedraal bedragen 27x16 meter. Naast de kathedraal bevinden zich de ruïnes van de stallen (voor 60 koeien) en van diverse andere gebouwen.
1
ontdekken, vinden, actie
5,254
DepartAction
3841714
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20bandiet%20der%20Albaanse%20bergen
De bandiet der Albaanse bergen
De bandiet der Albaanse bergen is een roman van Karl May uit 1888 die twee verhalen bevat: De bandiet der Albaanse bergen (Duits: Der Schut) en De wraak van de prediker (Duits: Im Sudan). De meest recente Nederlandse vertaling is van G.A.J. Emonds uit 1963. Het is het zesde deel dat zich afspeelt in het Turkse Rijk en naadloos aansluit op deel 5. Na afloop van het verhaal in de Albaanse bergen, verplaatst het verhaal zich in deel 2 naar Koerdistan. Verhalen Verhaal 1: De bandiet der Albaanse bergen Het kwartet van Kara Ben Nemsi, Hadji Halef Omar, Oskar en Omar zit nog steeds een groep van 5 mannen achterna die bestaat uit: Manach el Barsja de voormalige voortvluchtige belastingontvanger van Uskub. Baroed El Amasat, die ontsnapt is uit de gevangenis van Edirne. De gebroeders Sandar en Bybar Aladsjy, de beruchte rovers uit deze bergstreek, bekend van hun prachtige gevlekte paarden. De kleermaker Soef. Het eigenlijk doel is de leider van de bende De Zjoet, Kara Adsjem van de Karanirwan han te ontmaskeren en via hem in contact te komen met Hamd el Amasat, de Armeniër die de vader van Omar, Sadek, heeft gedood en de ondergang van de familie Galingré nastreeft. Een eerste treffen is bij de Duivelsrots die de doorgang door het Duivelsravijn bewaakt. Een lokale gids, Dsjemal, leidt het kwartet op hun reis door het Duivelsravijn maar Kara Ben Nemsi heeft zijn verraderlijke plannen afgeluisterd en weet dat hij hen wil laten ombrengen in het ravijn. Samen met Hadji Halef Omar sluipt hij langs een beekje naar de top van de Duivelsrots en ze weten de vijf bandieten die op hen wachten uit te schakelen en ook de verraderlijke Joenak, die zich bij het vijftal heeft gevoegd. In de verwarring van de listige overval wordt Manach El Barsja onbedoeld door Baroed El Amasat naar beneden geduwd en hij valt beneden in het ravijn te pletter. Een aantal uren later ontsnapt Osko aan zijn vrienden en zoekt de gebonden Baroed El Amasat op. Hij maakt hem los en stort hem in een tweegevecht van de rots, waarna hij zwaargewond naast Manach El Barsja neerkomt. De nagesnelde Kara Ben Nemsi wilde met zijn geweer tussenbeide komen maar kon niets uitrichten in het tweegevecht. Bij het passeren van de zwaargewonde man geeft Osko hem een genadeschot. Het viertal besluit de gebonden vijanden op de Duivelsrots achter te laten, zodat hun handlangers ze kunnen bevrijden. Zelf rijdt het viertal door op hun tocht naar Roegova waar de Zjoet, de bendeleider, een han exploiteert en waar ze ook Hamd El Amasat hopen te treffen. Onderweg ontmaskeren ze een handlanger van de Zjoet, Sjarka de kolenbrander. Die verbergt zelf gevangenen van de Zjoet, die gegijzeld worden voor losgeld. Het viertal weet daar een oude bekende te bevrijden, Lord Lindsay, die door de Zjoet gevangen was genomen en losgeld zou moeten betalen. Ze sluiten de kolenhandelaar en zijn knechten in hun eigen gevangenis op en ze laten de tolk van de Engelsman Hoti achter als bewaker. Ze nemen van de kolenhandelaar geroofd geld en bezittingen mee evenals de aldaar gestalde gevlekte paarden van deAladsjy’s. Kara Ben Nemsi geeft ze aan Oskar en Omar die daar erg blij mee zijn. Hadji Halef Omar kan maar moeilijk zijn afgunst verbergen en krijgt tot zijn grote vreugde het paard Rih als afscheidsgeschenk toegezegd. Een volgend gevecht met de Aladsjy broers en hun handlangers loopt maar nauwelijks goed af, omdat Sir David zijn geleende paard niet in bedwang kan houden. Na het gevecht worden de twee broers Aladsjy zwaargewond achter gelaten en kan de tocht naar Roegova worden voortgezet. Daar wordt de Zjoet vrij gemakkelijk ontmaskerd en zijn twee gijzelaars, de Skipetaar Stoijko Vites, wiens zoon Ljoebinko inmiddels al is omgebracht, en de koopman Henri Galingré uit Skoetari, de vader van de eerder omgekomen Paul, worden bevrijd. Toch weet Kara Nirwan, alias de Zjoet, te ontsnappen met achterlating van al de geroofde bezittingen. Dan is de neef van Stoijko, Ranko, al met versterkingen aangekomen. Stoijko gaat met zijn nieuwe manschappen wraak nemen op de kolenbrander Sjarka, die zijn zoon Ljoebinko heeft vermoord. Neef Ranko blijft echter bij het gezelschap van Kara Ben Nemsi, om de Zjoet mee te achtervolgen. De Zjoet komt op zijn vlucht in contact met Hamd El Amasat die zich onder valse naam heeft binnengedrongen in het bedrijf van Henri Galingré. Hij begeleidt diens vrouw en dochter en schoonzoon met al hun bezittingen om ze aan de Zjoet uit te leveren. Nu de vaste verblijfplaats aan de Zjoet is ontvallen, besluiten ze de familie Galingré in een rotskloof te storten en er met hun bezit van door te gaan. Net op tijd weet in een spannende achtervolging Kara Ben Nemsi deze plannen te verijdelen. De Zjoet stort zelf in een achtervolgingsrace op zijn paard dood in een rotskloof, waarbij het Rih maar ternauwernood lukt over dezelfde kloof te springen. Hamd El Amasat wordt gevangengenomen en lijkt in een tweegevecht met Omar Ben Sadek te worden gedood. Omar steekt hem slechts de ogen uit en laat hem verder leven. Henri Galingré rekent ten slotte gul af met het reisgezelschap. Een klein aandenken voor Kara Ben Nemsi, een groot geschenk voor Osko en aanzienlijke sommen geld voor de beide Omars. Via een gecharterd schip van Lord Lindsay, vaart het gezelschap van Antivari naar Jaffa in Palestina zonder Osko en Henri Galingré. Ze bezoeken Jeruzalem en nemen aldaar afscheid. De beide Omars gaan met Rih naar de stam van de Haddedihn, de twee Europeanen keren terug naar Europa. Verhaal 2: De wraak van de prediker Een maand na terugkomst in Duitsland ontvangt Kara Ben Nemsi een brief van Hadji Halef Omar met het verzoek om hem spoedig weer eens te komen opzoeken. Pas 3 jaar later heeft hij daar tijd voor gevonden en na een verblijf van verscheidene weken bij de Haddedihns, vertrekken ze samen naar het Koerdische gebied aan de Turks-Perzische grens. Ze raken verzeild in de smerige herberg van het plaatsje Khoi en laten de dronken waard Ali tevergeefs de 109e soera opzeggen om zijn dronkenschap te bewijzen. Hij faalt voor de test. Ook raakt hij een bedrag van ruim 10.000 Turkse piasters aan belastinginkomsten kwijt aan een bezoeker. Een Bebbeh-Koerd, prediker Sali Ben Aqil, die zich uitgeeft voor een Egyptenaar, pleegt een vergeefse aanslag op Kara Ben Nemsi, die hem ontmaskert en vergeeft. Hij laat als neef van sjeik Gasal Gaboga zijn bloedwraak vallen. Een gestichte brand in het dorp zet de gebeurtenissen vervolgens in een stroomversnelling. Leider Sjir Samoerek van de Kelhoer-Koerden steelt in de algehele verwarring de paarden, waaronder Rih, die weer werd bereden door Kara Ben Nemsi. Hij is ook in het bezit van zijn twee aartsvijanden, Sali Ben Aqil en zijn zoon, die hij met honing besmeerd aan een berenmoeder en haar drie jongen wil voeren. Kara Ben Nemsi en Hadji Halef Omar weten, slechts gewapend met hun mes, de beren te doden en de twee Bebbeh-Koereden te redden. Nadat ze de paarden hebben teruggestolen en Sjir Samoerek hebben gegijzeld, wordt er tussen de drie partijen een eeuwige vrede getekend. Het kruis, geklemd aan de dode moederbeer op de plaats van een historische verwoeste kapel, doet het christendom en de islam tijdelijk samensmelten. Bloedwraak wijkt voor eenmaal voor onderlinge vergeving en zelfs de dronken waard krijgt zijn geld terug. Na dit avontuur neemt Kara Ben Nemsi voor enige jaren afscheid van zijn Hadji Halef Omar. Avonturenroman Werk van Karl May 19e-eeuwse roman
Verhaal 2: De wraak van de prediker Een maand na terugkomst in Duitsland ontvangt Kara Ben Nemsi een brief van Hadji Halef Omar met het verzoek om hem spoedig weer eens te komen opzoeken. Pas 3 jaar later heeft hij daar tijd voor gevonden en na een verblijf van verscheidene weken bij de Haddedihns, vertrekken ze samen naar het Koerdische gebied aan de Turks-Perzische grens.
1
vertrek, locatie, bestemming
588
APIReference
276890
https://nl.wikipedia.org/wiki/Javadoc
Javadoc
Javadoc is een documentatiegenerator uit de Java Development Kit (JDK), waarmee HTML-pagina's met API-documentatie worden gemaakt. API documentatie wordt gebruikt om een programma te beschrijven, het geeft aan in welke packages en klassen een Java programma is ingedeeld, welke variabelen en methoden er zijn, en wat ze precies doen in het programma. Javadoc is de industriestandaard voor het documenteren van Java programma's, en de meeste Integrated Development Environments (IDE) zullen automatisch javadoc documentatie genereren. Programmeurs kunnen met bepaalde commentaartekens en Javadoc-elementen onderdelen uitgebreider beschrijven en extra verwijzingen laten genereren door javadoc: Een voorbeeld van het gebruik: /** * Geeft de naam van de persoon * @author John Doe * @param id Identificatienummer van persoon * @return Naam van de gevonden persoon * @since 01-01-2000 * @version 1.0 * @exception PersonNotFoundException Wanneer er geen persoon met de gegeven identifier kan worden gevonden */ String getName(int id) throws PersonNotFoundException { ... } Externe links javadoc - The Java API Documentation Generator Javadoc tool website Java (programmeertaal) Documentatiegenerator
Javadoc is een documentatiegenerator uit de Java Development Kit (JDK), waarmee HTML-pagina's met API-documentatie worden gemaakt. API documentatie wordt gebruikt om een programma te beschrijven, het geeft aan in welke packages en klassen een Java programma is ingedeeld, welke variabelen en methoden er zijn, en wat ze precies doen in het programma.
1
API-documentatie, programmeerinterface, technische referentie
5,439
OrderAction
322515
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rock%20Against%20Communism
Rock Against Communism
Rock Against Communism (afgekort: R.A.C.) is een nationalistisch of neonazistisch muziekgenre. De R.A.C.-scene startte in de jaren tachtig van de 20e eeuw in de skinheadscene als antwoord op een reeks concerten onder de naam Rock Against Racism, onder invloed van Ian Stuart Donaldson, de zanger van Skrewdriver en de oprichter van Blood & Honour. De naam van het genre is soms misleidend aangezien het niet altijd zuiver gericht is tegen het communisme, maar vaak apartheid, racisme, fascisme en soms seksisme en homofobie promoot. Op (quasi-)religieus vlak zijn de voorchristelijke Germaanse en Noordse religies fundamentele elementen die deel uitmaken van bepaalde liederen. Bovendien is de muziek ook wel opmerkelijk antikapitalistisch. In het Duits wordt voor R.A.C. vaak de verwante term Rechtsrock gebruikt. R.A.C. komt niet uitsluitend voor in Europa, Australië en Noord-Amerika, maar in quasi alle landen waar blanke gemeenschappen of minderheden zijn. In Zuid-Amerika (onder andere Brazilië en Argentinië) en Afrika (onder andere Zuid-Afrika) komt R.A.C. voor. Ook zijn er in Aziatische landen (onder andere Japan) R.A.C. bands te vinden. Betekenis Het doel van Rock Against Communism is om een georganiseerde vereniging en platenmaatschappij te creëren om extreemrechtse muziek mee te veropenlijken en om alle white power-, nationalistische en neonazistische bands onder een centraal orgaan te brengen. Dit is later uitgevoerd door Blood & Honour. R.A.C. brengt vooral nazi-punkrock en nationaalsocialistische black metal uit, gecombineerd met (ondergrondse) concerten. Een bekende band die is aangesloten is de Duitse hatecoreband Landser. De naam Rock Against Communism wordt ook gebruikt om een rechts georiënteerd punk-, rock- of metalgenre te beschrijven. Nazistisch is niet altijd de juiste benaming om R.A.C.-bands te omschrijven. Zo distantieerde bijvoorbeeld de Nederlandse band Brigade M zich openlijk van het nationaalsocialistische gedachtegoed en ook de Nederlandse band Standrecht had niets te maken met het nazisme. Andere bands, zoals Landser, Skrewdriver en Race War dwepen openlijk met het nazisme. Ook de teksten zijn niet steeds even expliciet. Onderverdeling naar genre Rock Against Communism kan vaak nog worden onderverdeeld in subgenres. Vaak zijn deze subgenres een rechtse variant van bestaande muziekgenres: Hatecore Nationaalsocialistische black metal (NSBM) Oi! (meestal niet R.A.C.) Juridisch en tactisch De vraag naar deze muziek is gering en werken van R.A.C.-bands treft men daarom zelden aan in de gewone handelszaken. R.A.C. is echter niet verboden, en het maken van R.A.C. is evenmin strafbaar. Revisionistische, negationistische en racistische teksten zijn wettelijk verboden. Antikapitalistische, anticommunistische en nationalistische teksten echter niet. Indien men een R.A.C.-band ontdekt, wordt deze meestal wel nauwlettend in de gaten gehouden door de staatsveiligheid. Om tactische redenen worden er verschillende compilatie-cd's uitgebracht met een aangepast repertoire. Zo heeft de Amerikaanse band Prussian Blue voor de Europese markt een aangepaste cd uitgebracht om wettelijk in orde te zijn. Ook Skrewdriver heeft aangepaste compilaties voor de Duitse markt. Door de internetveiling van R.A.C.-cd's is het echter ook mogelijk om de originele (vaak verboden) cd's te bestellen in een land waar dit wel legaal is. Grote distributeurs van R.A.C. zoals Micetrap waarschuwen bezoekers en potentiële kopers op hun website wel voor het feit dat hun producten in verschillende landen illegaal zijn. Bekende uitvoerenden Blitzkrieg (Duitsland) Brigade M (Nederland) Bully Boys (Verenigde Staten) Day of the Sword (Verenigde Staten) Die Lunikoff Verschwörung (Duitsland) Division Germania (Duitsland) Gigi Und Die braunen Stadtmusikanten (Duitsland) Gordost (Bulgarije) Kraftschlag (Duitsland) Landser (Duitsland) Macht und Ehre (Duitsland) March or Die (Verenigd Koninkrijk) Mistreat (Finland) No Remorse (Verenigd Koninkrijk) Race War (Duitsland) RaHoWa (Canada) Razors Edge (Verenigd Koninkrijk) Redneck 28 (Verenigd Koninkrijk) Section 88 (Verenigd Koninkrijk) Skrewdriver (Verenigd Koninkrijk) Sniper (Finland) Standrecht (Nederland) Stimmen der Freiheit (Duitsland) Sturmwehr (Duitsland) English Rose (Verenigd Koninkrijk) Arrow Cross (Hongarije) Soldiers Of Freedom (Duitsland) Übermensch (Duitsland) Rechts-radicalisme Metalgenre Punkgenre
Om tactische redenen worden er verschillende compilatie-cd's uitgebracht met een aangepast repertoire. Zo heeft de Amerikaanse band Prussian Blue voor de Europese markt een aangepaste cd uitgebracht om wettelijk in orde te zijn. Ook Skrewdriver heeft aangepaste compilaties voor de Duitse markt. Door de internetveiling van R.A.C.-cd's is het echter ook mogelijk om de originele (vaak verboden) cd's te bestellen in een land waar dit wel legaal is. Grote distributeurs van R.A.C. zoals Micetrap waarschuwen bezoekers en potentiële kopers op hun website wel voor het feit dat hun producten in verschillende landen illegaal zijn.
1
bestellen, orderen, leveringsmethode
8,433
MediaGallery
34084
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20Scheepvaartmuseum
Het Scheepvaartmuseum
Het Scheepvaartmuseum (voorheen Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam) is een Nederlands museum aan het Kattenburgerplein 1 in Amsterdam over de scheepvaart en de maritieme geschiedenis. Het is gevestigd in het gebouw van het voormalige 's Lands Zeemagazijn en bevat de op een na grootste maritieme collectie ter wereld. Het is gespecialiseerd in de maritieme geschiedenis van Nederland. Geschiedenis De Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum is op 10 mei 1916 opgericht en is eigenares van een van de meest vooraanstaande maritieme collecties ter wereld, een rechtstreeks gevolg van het succes van de Eerste Nederlandse Tentoonstelling op Scheepvaartgebied in 1913. De ongeveer 300.000 objecten zijn afkomstig van rederijen, verzamelaars en liefhebbers uit de maritieme en marinewereld. Koningin Wilhelmina opende het museum op 22 november 1922 in een als tijdelijke locatie bedoeld gebouw op de hoek Cornelis Schuytstraat / De Lairessestraat in Amsterdam-Zuid, later tot 2018 veilinghuis Christie's. De oorspronkelijke functie is nog te zien aan de golfmotieven in de bakstenen gevel van architect Lacroix. Sinds 1973 is het museum gevestigd in 's Lands Zeemagazijn aan het Oosterdok bij het IJ in Amsterdam. Kroonprinses Beatrix heropende het museum in april van dat jaar op de nieuwe locatie. Tijdens een grote renovatie tussen 2007 en 2011 was het museum voor het publiek gesloten. In die periode is onder andere de binnenplaats overdekt met een glazen overkapping. Het ontwerp van het renovatieplan is van de architect Liesbeth van der Pol. Het depot van het museum uit 2001, het Behouden Huis, op het naastgelegen Marine Etablissement Amsterdam is eveneens door haar ontworpen. Na de ingrijpende verbouwing is het museum sinds oktober 2011 weer open. Ook de replica van de Oost-Indiëvaarder Amsterdam ligt sindsdien weer aan de steiger bij Het Scheepvaartmuseum. Het Zeemagazijn Het monumentale gebouw dateert uit 1656 en werd ontworpen door Daniël Stalpaert als pakhuis van de Admiraliteit van Amsterdam. In het pakhuis werden kanonnen, zeilen, vlaggen en scheepsuitrusting voor de oorlogsvloot opgeslagen. In de tongewelven onder de binnenplaats werd zo'n 40.000 liter regenwater opgevangen voor de drinkwatervoorziening van de schepen. Het Zeemagazijn was gebouwd op 2300 palen, maar desondanks ging het gebouw verzakken. Steunberen en extra risalieten moesten verdere verzakking of zelfs instorting voorkomen. In 1791 brandde het gebouw af, op de stenen muren na. De zwartgeblakerde bakstenen gevels verdwenen onder een pleisterlaag die blokken zandsteen moesten voorstellen. In 1795 viel Napoleon Bonaparte het land binnen en werd de Bataafse Republiek gesticht. De vijf Admiraliteiten werden opgeheven en vervangen door een nationale marine. Het Zeemagazijn werd een pakhuis voor de marine. Dit bleef zo tot begin jaren zeventig van de 20e eeuw. De collectie De collectie bevat onder andere schilderijen, scheepsmodellen, wapens en wereldkaarten. De schilderijen tonen onder andere Nederlandse zeeofficieren, zoals Michiel de Ruyter en indrukwekkende historische zeeslagen. De collectie kaarten bevat exemplaren van Willem en Joan Blaeu. De schepen Aan de steiger bij het museum liggen twee schepen afgemeerd: het authentieke stoomschip Christiaan Brunings (in 1900 gebouwd als ijsbreker en directieschip van Rijkswaterstaat) en een replica uit 1990 van het VOC-schip Amsterdam. In 1985 werd begonnen met de bouw van het VOC-schip op basis van recente opgravingen bij het wrak van het originele schip dat dateert uit 1749. De replica is een onderdeel van het museum, met onder andere enkele ingerichte ruimtes om zo een beeld te geven van het werk en leven op het schip. Tot de renovatie in 2007 was in Het Scheepvaartmuseum ook de koningssloep te zien. Dit is een galei uit 1816 waarmee de Nederlandse koninklijke familie zich bij bijzondere gelegenheden liet vervoeren. De toenmalige koningin Juliana der Nederlanden en prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld hebben het schip nog gebruikt bij hun zilveren huwelijk in 1962. Na een afwezigheid van acht jaar is de koningssloep sinds 15 oktober 2015 weer te zien in een speciaal gebouwd schiphuis aan de kade van Het Scheepvaartmuseum. Nationaal Aftelmoment Van 2014 t/m 2016 vond op oudejaarsavond het Nationaal Aftelmoment plaats bij het Scheepvaartmuseum. Op de wand van het museum werd rond 23:45 uur een klok geprojecteerd die aftelde tot middernacht, waarna een vuurwerkshow begon. De klok werd rechtstreeks uitgezonden op de Nederlandse televisie. Onderscheidingen 2022 - Winnaar VriendenLoterij Museumprijs Fotogalerij Externe links Het Scheepvaartmuseum Het Scheepvaartmuseum Amsterdam in 10 Beelden (Persian Dutch Network) Video: spectaculaire 3D-projectie bij opening Scheepvaartmuseum (NRC) Het Scheepvaartmuseum op Erfgoed van de Week, www.amsterdam.nl Foto's van het Scheepvaartmuseum in de Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam Bouwwerk in Amsterdam-Centrum
Fotogalerij
1
fotogalerij, mediapresentatie, multimediacollectie
1,033
Room
2030127
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kathedraal%20van%20Ko%C5%A1ice
Kathedraal van Košice
De Sint-Elisabethkathedraal in Košice (in het Slowaaks: Dóm svätej Alžbety) is de hoofdkerk van het aartsbisdom Košice. Ze bevindt zich midden in de Hlavná ulica (Hoofdstraat). De kerk werd gebouwd in gotische stijl ter herinnering aan de heilige Elisabeth van Hongarije en is - met een oppervlakte van 1200 m² en een capaciteit van 5000 personen - de grootste kerk van Slowakije. Ze is tevens de meest oostelijk gelegen gotische kathedraal in Europa. De constructie van dit gebedshuis had een zekere invloed op gebouwen in naburige steden, zoals Prešov, Bardejov, Sabinov en Rožňava, maar ook op de architectuur van sommige kerken in Polen en Transsylvanië (Sibiu, Brașov, Cluj). De kathedraal bestaat uit een hoogkoor (waar het hoofdaltaar staat), een sacristie aan de noordkant, een voorportaal aan de zuidkant, en twee zijbeuken. De indeling van het interieur is uniek. Vier ondergeschikte beuken kruisen in hun centrum de middenbeuk die dezelfde hoogte en breedte heeft. Hierdoor ontstaat in het midden van de kathedraal een grote centrale ruimte. Buiten bemerkt men drie frontons, alle met dezelfde afmetingen. Ze zijn rijkelijk versierd met middeleeuws Centraal-Europees beeldhouwwerk. De bouw van de kerk was gespreid over meer dan 100 jaren: vanaf ongeveer 1380 tot 1490. Sedertdien onderging ze verscheidene renovaties: de belangrijkste vond plaats vanaf 1877 tot 1896 waarbij de originele gotische stijl hersteld werd. Het complex dat benevens de kathedraal, ook de Sint-Michielskapel en de Urbanustoren omvat, werd in 1970 geproclameerd als nationaal cultureel monument. Ligging De kerk is gelegen in het oosten van Košice, in het oude stadscentrum (Slowaaks: Staré mesto) en bevindt zich op het kruispunt van de straten Hlavná, Alžbetiná en Mlynská. Ze heeft een lengte van 60 meter en een breedte van 36 meter. De noordelijke toren heeft een hoogte van 59 meter. De lengte van de middenbeuk is 24 meter, en de kruisbeuken hebben alle een lengte van 12 meter. Geschiedenis De vorige kerk De oudste kerk in Košice werd ongetwijfeld gebouwd omstreeks het midden van de 11e eeuw. Ze was opgetrokken in de romaanse stijl, en gelegen op de plaats van de huidige Sint-Elisabethkerk maar was gewijd aan de heilige Michaël. Ze werd in 1230, in het eerste schriftelijk document aangaande de stad, vermeld als parochiekerk. Na de vestiging van Duitse kolonies in Košice, in de jaren 1240, toen de heilige Elisabeth patrones van de stad werd, veranderde de kerk van beschermheilige. De overgang van het bouwwerk naar de gotische stijl gebeurde onder leiding van Villard de Honnecourt en duurde de ganse tweede helft van de 13e eeuw. Er werd een koorsluiting en gotische gewelven gebouwd, maar de kerk behield nochtans haar romaanse toren. Uit de geschriften van paus Martinus IV in 1283 blijkt dat de kerk in dat jaar reeds aan Sint-Elisabeth was opgedragen. De funderingen van deze romaans-gotische kerk werden blootgelegd tijdens de grote renovatiewerken van de jaren 1882-1884. Het priesterkoor, dat gericht was naar het oosten, omvatte destijds 11,5 bij 10,25 meter en de middenbeuk 27,8 bij 14 meter. Het geheel was 520 m² groot. Deze parochiekerk liep ingevolge een brand schade op in 1380, maar werd hersteld en behield haar functie tot de bouw van de huidige constructie. Thans zijn nog enkele romaanse objecten zichtbaar, zoals een beeld dat een leeuw voorstelt, de doopvont, en enkele grafstenen. Eerste bouwfase vanaf het einde der 14e eeuw, tot 1420 De brand van de oude Sint-Elisabethkerk omstreeks 1380 was de aanleiding voor de bouw van een nieuwe kerk. Het toenmalige weelderige gebouw weerspiegelde de middeleeuwse voorspoed van de stad Košice. De handel en de ambachten beleefden immers (na de toekenning van privileges aan de stad, door de monarchen van het huis Anjou-Sicilië) bloeiende dagen. De rijke burgerij financierde de bouw van een gotische kathedraal met de hulp van keizer Sigismund van het Heilige Roomse Rijk. Deze laatste besteedde er de helft van een invoerheffingen aan, die de handelaars verschuldigd waren bij hun aankomst in het koninkrijk Hongarije. De bouw werd eveneens ondersteund door de Romeinse Curie. Zo gaf paus Bonifatius IX in 1402 een bul uit, met betrekking tot aflaten ten voordele van de pelgrims die een bijdrage offerden voor de bouw van de kathedraal van Košice. Deze werkwijze gold ook voor bezoekers van de Venetiaanse San-Marcobasiliek en voor de Portiuncula in Assisië. De eerste bouwfase duurde tot 1420. Gedurende deze etappe werd de kerk opgericht volgens het plan van een basiliek met vijf beuken. Het optrekken van de muren ving aan omheen het oorspronkelijke gebouw van de Sint-Elisabethkerk. Vooreerst werden in de zijbeuken het zuidelijk deel van de koornissen gebouwd. Vervolgens construeerde men de zuidelijke muur, het zuidelijk portaal, en de oostelijke muur waarin twee torenverdiepingen hun plaats kregen. Een atelier - afdoende uitgerust met de nodige middelen - produceerde ter plaatse stukken in de Silezisch gotische stijl. De kunstenaars van dat atelier werkten op het einde van de 14e eeuw ook voor de bouw van de naburige Franciskanenkerk, in de noordelijke wijk van Košice. Ter zake bestaat er een geschreven vermelding van 1411 van een zekere meestergast Nicolas evenals een geschrift van een zekere Sigismund die in 1420 beiden in dienst waren van architect Pierre de Buda. Tweede bouwfase van 1420 tot 1440 Na 1420 bracht een nieuw atelier een belangrijke verandering in het bouwontwerp. De indeling van de basiliek in vijf laatgotische beuken was inmiddels in de tijdsgeest voorbijgestreefd. Een behoefte aan hoge gewelven, licht en ruimte, leidde tot het verlaten van het originele plan en tot een vermenging van de zijbeuken, hetgeen resulteerde in een kathedraal met drie beuken. Daarbij had het transept dezelfde hoogte als de middenbeuk. Dit transept werd op een ongewone manier geïntegreerd in het middelpunt van de middenbeuk, waardoor in het centrale deel van de kerk een brede ruimte ontstond. De plaatsing van beeldhouwwerken aan het hoofd- en aan de zijportalen, evenals de decoratie, was voorzien in de tweede bouwfase. Deze verfraaiing was geïnspireerd door kunstwerken in Praag en Krakau, die tot het hogere niveau van de gotische beeldhouwkunst behoorden. De invloed van meester Petr Parlér die voordien - tijdens de tweede helft van de 14de eeuw - gewerkt had aan de Sint-Guidokathedraal in Praag, was duidelijke zichtbaar aan de vorm van de koninklijke bidkapel en de bijhorende wenteltrap. In die tijd werkte men ook verder aan: de noordelijke buitenmuur van de veelhoekige koorsluiting in de noordelijke kruisbeuk, en aan de toren met acht verdiepingen, genaamd Sigismundtoren. Op het einde van deze tweede fase was de kerk gereed voor de bouw van gewelven en bijgevolg werd het tijd om de oude kerk te ontmantelen. De parochiekerk werd dan tijdelijk ondergebracht in een vlakbij gelegen kapelletje, dat destijds als Sint-Michielskerkje bekend stond, en waarvan de bouw reeds voltooid was omstreeks het einde van 1400. Derde bouwfase van 1440 tot 1462 Na de sloop van de oude Sint-Elisabethkerk werd het stervormig gewelf van het nieuwe gebouw voltooid. De steunpunten tussen de traveeën werden afzonderlijk gebouwd, zonder deze traveeën te kruisen. In deze fase werd ook de sacristie gebouwd evenals het hoogkoor. De Sigismundtoren werd in dezelfde periode afgewerkt en in 1453 werden op de vijfde verdieping de stadswapens gebeeldhouwd, volgens een pas door koning Ladislas I van Bohemië bepaalde indeling. Het jaartal 1462, gegraveerd boven het portaal van de hoofdingang, duidde het einde der torenwerken aan. Vierde bouwfase: van 1462 tot 1490 Nadat de Sigismundtoren was afgewerkt, verschoof de aandacht naar de zuidelijke toren, die de naam kreeg van de toenmalige koning, weldoener en gulle schenker: Matthias Corvinus. Doordat er voor deze werken andere leidinggevenden waren, werd de Matthias Corvinustoren geconstrueerd met meer versieringen en met een meer verticale structuur dan de Sigismundtoren. Gelijktijdig geraakte het zuidelijk portaal en zijn fronton voltooid. Op dit portaal vindt men thans nog verscheidene aanduidingen met betrekking tot de omvang van de giften geschonken door Matthias Corvinus. Vanaf ongeveer 1464 tot 1490 werkte een bouwmeester in vast dienstverband op de werf. Volgens historische bronnen was zijn naam: Stephanus Lapicidus, ook Maister Steffen Staimecz Werkmaister zu Khassaw genoemd. Hij was vermoedelijk van Duitse afkomst, was een beschermeling van koning Matthias Corvinus en leidde in de stad een atelier met eigen werklui. Door zijn goede reputatie had hij in 1464-1465 - benevens zijn werk in Košice - eveneens de bouwopdracht voor een nieuwe Sint-Egidiuskerk in Bardejov. In de kathedraal bouwde Stephanus Lapicidus de zijkapellen die niet op de originele plans voorkwamen, maar wel gewenst waren en gefinancierd werden door welgestelde families. De volgende elementen werden geconstrueerd : in 1475, met de geldelijke hulp van senator Auguste Cromer: de kapel van het Heilig Kruis; in 1477, met een gift van de familie Satmáry: de kapel van de Heilige Maagd Maria; naar het einde van de 15de eeuw: de Sint-Jozefskapel aan de noordelijke muur. Deze kapel is thans verdwenen. Het stenen tabernakel was een creatie van Stephanus Lapicidus, en naar alle waarschijnlijkheid was dat ook het geval voor het reliëf van Sint-Elisabeth tegen de muur van de sacristie. De regeerperiode van Matthias Corvinus strekte zich uit van 1458 tot 1490 en stemde ongeveer overeen met de vierde bouwfase. Ze werd gekenmerkt door belangrijke kunstontwikkelingen met een rijk gotisch meubilair als resultaat. Daarvan kon in de loop der jaren slechts een klein gedeelte bewaard worden. Desondanks kan men heden ten dage nog steeds het hoofdretabel van Sint-Elisabeth bewonderen. Het werd van 1474 tot 1477 verwezenlijkt door vier of vijf anonieme auteurs. Laatste bouwfase: 1491-1508 Na het overlijden van koning Matthias (†1490) kende Hongarije een successieoorlog tijdens dewelke de Poolse regent Jan I Albrecht in 1491 in Košice zetelde. Als gevolg daarvan onderging Košice voor het eerst in de geschiedenis een bombardement, waarbij de kathedraal hard geraakt werd. Het herstel werd toevertrouwd aan Nikolaus Krompholz uit Nysa, bijgestaan door architect Václav uit Praag. Volgens de inscripties op de westelijke gevelkroonlijst duurden hun werkzaamheden van 1496 tot 1498. Vanaf 1496 tot 1497 herstelden ze aan de Sigismundtoren het dak en de frontons. Bovendien werd er een uurwerk aangebracht. Onder hun leiding werd in 1508 ook de pastorij afgewerkt. Dit jaartal markeert het einde van de bouw der kathedraal. Deze evolutie wordt bevestigd in een rol perkament waarop het jaar en de naam van architect Krompholz voorkomen. Het document in kwestie werd 400 jaar na de feiten, in een steunpijler van de pastorij, tijdens restauratiewerken in 1908 aangetroffen. Reformatie en contrareformatie In 1556 brak in Košice een brand uit, die aan de kathedraal vernielingen toebracht. De herstellingswerken werden tot een goed einde gebracht door architect Stanislav uit Krakau, de meester-timmermannen Juraj en Gabriël, evenals steenhouwer Matej. Vanaf 1556 kwam de kathedraal echter in de handen van de protestanten. Zij bezetten de tempel tot 1604: het jaar waarin de aartsbisschop van Eger de kerk met geweld terug in het bezit nam. Deze geestelijke vocht tegen het oprukken van het Turkse leger dat sedert 1597 Košice had ingenomen en ook de stad Eger (zetel van het aartsbisdom) bezette. Maar de machtige edelman István Bocskai (Cluj-Napoca 1557 - Košice 1606) schonk de kathedraal aan de calvinisten, die ze slechts in 1671, op bevel van keizer Leopold I, aan het kapittel van Eger teruggaven. Vrij spoedig werden noodzakelijke herstellingen uitgevoerd en de kapittelschat werd naar de kerk overgebracht. Doch tijdens de opstand van Imre Thököly in de jaren 1682 tot 1685, viel het gebedshuis weer in handen van de protestanten. Op de Sigismundtoren werd het katholieke kruis vervangen door een vergulde haan. In 1685 kwamen de katholieken definitief terug in het bezit van de kerk. Het kapittel van Eger werd gemachtigd om inwoners van Košice streng te straffen, indien ze zich hadden schuldig gemaakt aan plundering van monstransen, kelken of kerkelijke waardevoorwerpen. Barokperiode In 1706, tijdens de belegering van de stad door de troepen van Frans II Rákóczi (Borsi 1676 - Rodosto 1735) liep het gebouw opnieuw schade op, hoofdzakelijk aan de zuid- en de westkant. Nadat Rákóczi de stad had veroverd, liet hij de kerk ter beschikking van de katholieken. Gedurende de 18de eeuw onderhield en herstelde men regelmatig. Verscheidene delen van de tempel werden van meubelen voorzien. In de tweede helft van de 18de eeuw bezat de kerk 14 retabels, tegenover 10 heden ten dage. Na de brand van 1775 werd de galerij van de Sigismundtoren verfraaid met een koepel in rococo-stijl. Op 10 augustus 1804 werd het rooms-katholieke bisdom van Košice gecreëerd: de parochiekerk bekwam de titel van kathedraal. Restauratie 1858-1863 Na eeuwen van godsdienstoorlogen en een chronisch gebrek aan onderhoud, was bij de aanvang van de 19de eeuw een renovatie noodzakelijk. Daarenboven trof in 1834 een aardbeving de stad en in 1845 liep ingevolge een overstroming een massa water tot aan de kathedraal, waardoor de tegelvloer op sommige plaatsen sterk beschadigd werd. Onder impuls van de neogotische beweging, en met de afwerking van de Dom van Keulen in diezelfde periode als voorbeeld, namen twee invloedrijke personen het initiatief voor een volledige renovatie: Ignác Fábry, van 15 mei 1852 tot 26 juni 1867 bisschop van het bisdom Košice, architect Imre Henszlmann (Košice 1813 - Boedapest 1888), stichter van Kunstwetenschappen en monumentenherstel van Hongarije. In 1857 werd de Maatschappij van de Sint-Elisabethkerk gesticht. Haar leden leverden bijdragen voor het herstel van de kathedraal, hetgeen verwezenlijkt werd tussen 1856 en 1863. De Keizerlijke commissie en de koninklijke centrale voor de bescherming en renovatie van monumenten hield toezicht onder de leiding van architect Henszlmann in hoogsteigen persoon. De uitvoering van de werken berustte bij de architecten Károly Gerster en László Frey. Gedurende bisschop Fabry’s renovatie verving men enkele standbeelden aan de portalen. Op het dak kwam keramiek in de plaats van gewone dakpannen. Men plaatste nieuwe glas-in-loodramen, herstelde het zuidelijk voorportaal en bracht romantische muurschilderingen aan. Daartegenover stond dat geen enkele verbetering werd aangebracht aan de essentiële structuren van de kathedraal die destijds reeds niet meer gezond waren. Sommige pilaren waren schuin verzakt doordat de laag kiezelzand waarop de basis rustte, door water geïnfiltreerd was. Met de breuken in de gewelven en in de bogen was bij de renovatie weinig rekening gehouden: zij werden eenvoudig verborgen onder een verflaag of versterkt met houtwerk. In 1875, als gevolg van een storm, deden deze nalatigheden zich voelen: de kathedraal had de staat van gevorderde bouwvalligheid bereikt en de gewelven stonden op inzakken. Grote renovatie 1877-1896 De toenmalige bisschop, Janos Perger, had de Hongaarse regering ingelicht, aangaande de rampzalige toestand van de kathedraal. Dientengevolge was in 1872 een Tijdelijke Hongaarse Commissie voor monumenten in het leven geroepen, met aan het hoofd de in Košice geboren architect: Imre Henszlmann. Deze besliste dat de renovatie van de kathedraal een absolute prioriteit had, en met regeringshulp werden (op staatskosten) van 1877 tot 1896 werken uitgevoerd. Het project werd geleid door Imre Steindl, die hoogleraar middeleeuwse architectuur was, aan de Koninklijke Technische Jozefuniversiteit van Boedapest. Op basis van de breuken in de gewelven verklaarde hij dat de onderlinge opstelling van de pilaren in het schip en in de beuken, de oorzaak was van de gebrekkige stabiliteit van het gebouw. Hij bestudeerde de kathedraal volgens uiterst strenge bouwkundige principes. Het gebouw was ontworpen voor vijf beuken, maar in de plaats daarvan er waren er slechts drie verwezenlijkt. Imre Steindl realiseerde de vijf beuken en voegde in de zijbeuken een rij pilaren toe. De vorm van de middeleeuwse stergewelven in de middenbeuk en in de zijbeuken werd aangepast. Het oude priesterkoor werd afgebroken; in de plaats liet Steindl een uitgebreide replica bouwen met een groter aantal pijlers. Steindls tussenkomst had ook betrekking op het exterieur: restauratie van de gevels, de frontons, steunberen, waterspuwers en dakgoten. Hij vernieuwde op ingrijpend wijze de versiering van de portalen en veranderde het dak van de Matthiastoren. Aan de noordzijde liet hij de Sint-Jozefskapel (in laatgotische stijl) slopen, aangezien ze afbreuk deed aan de stilistische zuiverheid, maar aan de viering voegde hij een kleine toren toe. Op de originele plannen van Steindl dienden alle niet-gotische delen vervangen te worden door neogotische elementen. Hij ontwierp voor de Sigismundtoren (ter vervanging van de rococo-koepel) een achtkantige pyramidale klokkentoren, rijkelijk voorzien van stenen versieringen. Hij wilde eveneens de Matthiastoren afwerken in de stijl die bij de Duitse neogotische kathedralen gebruikelijk was. Deze bedoelingen werden echter verworpen, enerzijds omdat de commissie wenste dat zo weinig mogelijk oude stenen zouden vervangen worden door nieuwe, en anderzijds omdat voor de integrale ombouw van de torens naar de gotische stijl de financiële middelen niet beschikbaar waren. Deze realiteit had eveneens tot gevolg dat men genoopt was goedkope bouwmaterialen te gebruiken. Voor de vervanging van de steunberen aan de koorsluiting gebruikte men in 1878-1882 zandsteen uit de steengroeve van Spišské Vlachy, die goedkoop was maar van slechte kwaliteit. Deze steensoort ontbond reeds na korte tijd, met als gevolg dat de waterspuwers van het koor moesten verwijderd worden vermits ze op de voorbijgangers van de hoofdstraat Hlavná dreigden te vallen. Voor de herstellingen vanaf 1882, gebruikte men zandsteen van goede kwaliteit, afkomstig van Králiky in de regio Banská Bystrica. De werkleider in de periode van 1877 tot 1880 was Jozef Weber die ook de werken leidde aan de Sint-Egidiuskerk in Bardejov. Vanaf 1880 tot 1896 had de Weense architect Friedrich Wilhelm Fröde de leiding en de Oostenrijkse architect Friedrich von Schmidt voerde het toezicht op de werf uit. Deze laatste renoveerde in deze neogotische periode gelijktijdig de Sint-Stephansdom in Wenen en het kasteel van Karlštejn in Bohemen. Toen architect Imre Steindl - die een leerling was van Friedrich von Schmidt - anno 1885 in Boedapest begon te werken aan de bouw van het parlement, liet hij zich vervangen door zijn rechterarm: Otto Sztehló. Deze architect paste voor de voor de bouwstijl van de Matthiastoren en voor zijn renovatie, een bewarende werkwijze toe, in tegenstelling tot zijn voorganger. Van een wederopbouw in neogotische stijl werden dus de Sigismundtoren en de Matthiastoren gespaard, met uitzondering evenwel van het dak van deze laatste, de binnenkant van de buitenmuren, de middeleeuwse portalen en de beeldhouwwerken, zowel binnen als buiten het koor. De wijding van de gerenoveerde kathedraal gebeurde in 1886, in aanwezigheid van de aartsbisschop van Eger: József Samassa. Dit viel samen met de feestelijkheden ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van het koninkrijk Hongarije. Vanaf die gebeurtenis werden talrijke neogotische meubelen (retabels, beeldhouwwerk, schilderijen) door de Hongaarse clerus geschonken, en in het bijzonder door de bisschop van Košice: mecenas Zsigmond Bubics. In 1906 bouwde men een nieuwe crypte onder de noordelijke dwarsbeuk, naar het ontwerp van architect Frigyes Schulek. Ze was bestemd om het stoffelijk overschot van prins Frans II Rákóczi en zijn medestanders in onder te brengen. Deze nationale helden waren overleden tijdens hun ballingschap in het Ottomaanse Rijk. Renovatie van 1978 tot heden In 1970 werd het geheel van de Sint-Elisabethkathedraal en haar onmiddellijke omgeving gedecreteerd als nationaal cultureel monument. Daarmee werd een nieuwe belangstelling opgewekt voor het gebouw dat niet meer in de allerbeste staat verkeerde, in weerwil van de betrekkelijk recente restauratie van de jaren 1877-1896. De voornaamste reden voor de achteruitgang was de slechte kwaliteit van de zandsteen, in het verleden gebruikt voor de vervanging van het beeldhouwwerk in de open lucht. Alle architecturale sculpturen (kroonlijsten, waterspuwers en pinakels) waren hetzij beschadigd door het regenwater, hetzij gedemonteerd. De staat van verwaarlozing van de versieringen aan het noordelijk portaal was algemeen bekend. De renovatiewerken begonnen in september 1978 met het ontwerpen van gedetailleerde architecturale plans. Na een korte onderbreking werd het werk opnieuw aangevangen in 1984. In tussentijd ondernamen de plaatselijke autoriteiten een diepgaande renovatie van het historisch centrum van Košice dat in 1983 de titel stedelijk erfgoedreservaat had gekregen. Dit reservaat is het grootste in Slowakije. Een bijkomende factor was het verbod van autoverkeer in de hoofdstraat «Hlavná ulica» gevolgd door het opheffen van het tramverkeer in 1986. Er werd beslist dat de kathedraal zou bewaard worden in de vorm die ze had na de grote renovatie van de 19de eeuw. De werken vingen aan met het herstel van de dakbekleding van de middenbeuk en de zijbeuken, waarbij men de keramische tegels verving en het kleurenmotief van het einde der 19e eeuw handhaafde. Vervolgens renoveerde men de vieringtoren: om deze te vervolledigen had men 264 tinnen sierstukken nodig. In 1989 werden de herstellingskosten geraamd op een kwart miljard Tsjecho-Slowaakse kroon (€ 8.298.500 volgens de omzettingskoers op 1 januari 2009). In de periode van 1985 tot 1992 vernieuwde men de zwaarst beschadigde delen van het koor en de sacristie. De uitvoering van het werk werd toegekend aan de onderneming Pracownie Konserwacji Zabytków uit Krakau. Het was noodzakelijk nieuwe kroonlijsten, waterspuwers en pinakels te ontwikkelen in overeenstemming met de beschikbare documentatie in de stadsarchieven. Op dezelfde wijze werden de trappen van de torentjes aan het koor vernieuwd. De waterspuwers werden vervaardigd in overeenstemming met de originele middeleeuwse in de musea bewaarde modellen. Men restaureerde eveneens het interieur van het priesterkoor en de crypte van Frans II Rákóczi. In de jaren 1992-1995 was de renovatie gericht op de reiniging en het behoud van de zuidelijke gevel. Aan de Sigismundtoren werkte men van 1995 tot 1997: hier verving men het koperen dak in rococo-stijl. De originele sierelementen in verguld tin, daterende van 1775, werden gereinigd en indien nodig vervangen. Anno 2008 beëindigde men de renovatie van de crypte van Frans II Rákóczi en in 2009 het noordelijk portaal. In 2011 voerde men werken uit, aan de noordelijke gevel. De Matthiastoren zou deel uitmaken van de volgende stap. Interieur Retabels Retabel van Sint-Elisabeth In de kathedraal zijn tien retabels opgesteld. Het belangrijkste, gemaakt tussen 1474 en 1477, is gewijd aan Sint-Elisabeth en is versierd met een drieluik waarin 48 gotische schilderingen en beeldjes (in drie scènes) zijn ondergebracht. Zijn afmetingen zijn: hoogte: 12,60 m breedte met open luiken: 8,10 m hoogte van het beeld van de maagd: 206 cm hoogte van de trog: 440 cm breedte van de trog: 410 cm diepte: 70 cm. De bijzonderheid van het retabel bestaat uit de twee paren luiken. Elk luik draagt op de voorkant zes gotische schilderijtjes. In totaal zijn 48 schilderijtjes verdeeld over drie thema’s. De gewone opening van de luiken toont scenes uit het leven van Elisabeth. Tijdens de vastenperiode voorafgaand aan Pasen wordt het eerste paar luiken gesloten en toont men 24 taferelen uit de Paastijd. De 12 laatste scènes vertonen in de adventperiode een schouwspel uit het leven van de Maagd Maria. Dit triptiek is het enige in Europa bewaard gebleven originele exemplaar met drie cycli op twee luiken. Op artistiek vlak hebben de scènes uit het leven van Sint-Elisabeth de grootste waarde. Ze werden in het decennium 1470 door een onbekende auteur vervaardigd. Zeven schilderijtjes van de twaalf stellen elementen voor uit het leven van Sint-Elisabeth, drie schilderijtjes illustreren scènes uit legenden aangaande Elisabeths leven, en twee scènes tonen haar liefdadige activiteiten. In het midden van het retabel, in de trog, bevinden zich drie standbeeldjes. Het eerste links stelt Maria voor met een boek in de hand. In het midden de maagd met het kind, en ten slotte Elisabeth van Hongarije met een lepel in de hand. Retabel van de Blijde Boodschap Dit retabel werd gerealiseerd in 1516 op vraag van een rijke koopman uit Košice: Michal Günthert. Het centrale motief dat de Maagd Maria voorstelt die haar nicht Elisabet ontmoet, is ondergebracht in de kist. Het retabel is uitgerust met twee luiken. In open stand worden de volgende scènes afgebeeld: de begroeting door de engelen de geboorte van Christus de aanbidding door de drie wijzen de vlucht naar Egypte. In gesloten stand ziet men een voorstelling van de heiligen: Catharina van Alexandrië Johannes de Doper Barbara de Grote martelares Sint-Jan Evangelist. Het voetstuk van het retabel is beschilderd met motieven van de lijdensweg, de Maagd Maria, Sint-Jan Evangelist, Sint-Michaël en Margaretha van Antiochië. Deze laatsten waren de patroonheiligen van de weldoenersfamilie Günthert. In tegenstelling tot het hoofdretabel, is het siertorentje van het Retabel van de Blijde Boodschap in laatgotische stijl vervaardigd. Het is gedecoreerd met: een geheel van drie beelden die de drie huwelijken van Sint-Anna voorstellen; een voorstelling van de apostelen; de Maagd Maria. Retabel van Sint-Antonius van Padua Het bijzondere van dit retabel is het feit dat het samengesteld werd uit twee retabels in laat-gotische stijl, die dateerden van de eerste helft van de 15de eeuw. Beide stukken werden gered uit de grote brand die in 1556 de stad trof. De ouderdom van het schilderwerk op de luiken overtreft die van alle andere hier aanwezige retabels. Op de twee kanten ziet men een voorstelling van 16 heiligen. Het geheel werd in 1860 versierd met een afbeelding van Sint-Antonius van Padua, gemaakt door schilder František Klimkovic uit Košice. Retabel van de Heilige Familie Dit neogotische retabel werd vervaardigd op vraag van bisschop Zsigmond Bubics van Košice teneinde er een laatgotisch schilderij van de Heilige Familie in onder te brengen. Dit merkwaardige schilderij uit 1516 is afkomstig van Tirol en verbeeldt Sint-Anna en de Boom van Jesse. Het schilderij werd besteld door de familie van apotheker Bertalan Czottman. Deze laatste, zijn echtgenote, hun wapenschild evenals de wapenschilden van Košice, komen alle voor op het schilderij. Achter het stadswapen ziet men een mortel: het symbool van de apothekers. Retabel van Sint-Anna Dit meubel is gemaakt in neogotische stijl ter ere van Sint-Anna. Het werd in 1896 voor de kathedraal aangekocht ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van het koninkrijk Hongarije, en ook om het einde van de restauratiewerken te vieren. Het was een gift van de toenmalige bisschop Zsigmond Bubics. Retabel van de drie wijzen Dit was een gift van bisschop Zsigmond Bubics. Het dateert van 1896 en werd aangekocht in Parijs. Retabel van Sint-Jozef Het retabel van Sint-Jozef is een gift van de bisschop van de stad Vác in Hongarije: Konstantin Schuster. Deze geestelijke schonk het in 1896 aan de kathedraal. Het werd gemaakt door Lajos Lantay, een beeldhouwer uit Pest. Sommige delen ervan werden aangekocht in Brussel. Retabel van Stefanus I de Heilige Dit retabel, opgedragen aan Stefanus I van Hongarije, Vorst der Magyaren, was een gift van kanunnik Ferenc Pagács. Het werd gesneden uit hout door Ferdinand Stufflesser. Retabel van de drie martelaren van Košice De martelaren van Košice (Marko Krizin, Stephan Pongrácz en Melchior Grodziecki) werden heilig verklaard in 1905. Het hen opgedragen retabel werd door Ludovít Tihany in Banská Bystrica gemaakt in het jaar 1923. De relieken van de martelaren worden bewaard in een kleine kast aan de voet van dit retabel. Retabel van het Heilig Kruis Het retabel van het Heilig Kruis is het jongste in de reeks en werd het meest recent in de kerk opgesteld. Het werd in 1931 in Košice vervaardigd door Vojtech Buchner bij wijze van herinnering aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Twee metalen panelen aangebracht nabij het retabel, vermelden de namen van de personen die financieel bijdroegen voor de vervaardiging van het stuk. Elders ondergebrachte retabels Het retabel van het Laatste Avondmaal: dit triptiek van het einde van de 15de eeuw is verwijderd en ondergebracht in het Museum van Oost-Slowakije. Het retabel van Sint-Johannes-de-Doper: dit neogotische retabel werd in 1516 vervaardigd voor een schilderij dat op beide kanten beschilderd was. Het maakte deel uit van het meubilair van de kathedraal tot 1944. Na zijn renovatie in de jaren 1965-1970 bleef het in het Museum van Oost-Slowakije. De ene zijde van het schilderij toont het doopsel van Christus in de Jordaan. Op de andere zijde is de martelaar Sint-Jan afgebeeld. Het betreft een schilderij van zeer hoge kwaliteit met stijlinvloed van de Nederlandse renaissance. Priesterkoor Het priesterkoor werd gerealiseerd gedurende de derde bouwfase tussen 1440 en 1462. Hier werd het kenteken van keizer Sigismund I op twee plaatsen aangebracht nabij het gewelf: links een tweekoppige adelaar en rechts een adelaar met een Luxemburgse kop. Tijdens de grote renovatie van de 19de eeuw werd het interieur niet gewijzigd. Achter het hoofdaltaar, op de spitsbogen en op het draagtafeltje, zijn de originele kleuren en de polychromie hersteld. Op het tafeltje ziet men niet-gotische beeldjes, die op het einde van de 19de eeuw gemaakt zijn door beeldhouwer Ján Marschalko. Zij verbeelden Catharina van Alexandrië, evenals Barbara van Nicomedië, Gregorius, bisschop Ignác Fábry (Sátoraljaújhely 28 juli 1792 - Košice 26 juni 1867) van het bisdom Košice, Dominicus Guzmán, Franciscus van Assisi, Stefanus I van Hongarije, Laurentius van Rome, Augustinus van Hippo, Ambrosius van Milaan, Benedictus van Nursia, en Ignatius van Loyola. De actuele glas-in-loodramen zijn het werk van het atelier van Karl Geyling in Wenen. Ze dateren van 1960 en stellen het wapenschild en de beeltenis voor, van enkele bisschoppen van Csanád: Sándor Dessewff, József Repasz, János Volný, Bartalan Merse, Edvárd Károly Medvek, István Lessk en Ferenc Pagácsa. Oksaal Op het oksaal bevindt zich het orgel dat ter gelegenheid van de grote renovatie der 19de eeuw, volledig heropgebouwd werd. Het huidige oksaal is een weinig langer en omvat meer pilaren dan het originele waarvan het een replica is. Op de zuilen zijn vier gepolychromeerde gotische beelden zichtbaar: ze stellen de Hongaarse koningen Karel I Robert, Lodewijk I, Keizer Sigismund en Matthias Corvinus voor. Via trappen in de zuidelijke toren verschaft men zich toegang tot het nieuwe orgel, dat het werk is van Meester Angster der Vijf Kerken. Het materiaal van het originele orgel werd na demontage gebruikt als tweedehandsmateriaal. Graaf Johann Nepomuk Wilczek (1837-1922), een Oostenrijkse verzamelaar van middeleeuwse kunst, spoorde het op en kocht het. Nadien integreerde hij het in zijn gerenoveerd romantisch Kasteel van Kreuzenstein bij Wenen. Dit verklaart waarom een deel van dit kasteel de naam Gang van Košice draagt. Sacramentshuis Het sacramentshuis voor de bewaring van de hosties bevindt zich nabij de noordelijke pilaar van de triomfboog en is vervaardigd uit bewerkte steen. Het is verfraaid met een ingewikkeld geheel van zuilen, richels, friezen en bogen. Op de eerste verdieping van dit tabernakel bevindt zich een opening met een deurtje waarin de hosties bewaard worden. Het is het oeuvre van de beeldhouwer en architect Stephanus Lapicidus die het maakte omstreeks 1477. Het metalen deurtje, daterende uit het midden van de 15de eeuw, is versierd met miniaturen van wapenschilden van enkele landen en edellieden. Een groep zeer kleine beeldjes, vervaardigd uit gips, de beeltenis voorstellende van profeten en knielende engelen, vervangt sedert het einde van de 19de eeuw de oudste verdwenen stukken. Retabel van het overlijden der Maagd Maria Dit retabel van gotische oorsprong is sedert 1943 niet meer in de kathedraal aanwezig. Alleen het predella bleef bewaard. Kapellen Kapel van de Blijde Boodschap aan Maria De kapel van de Blijde Boodschap aan Maria bevindt zich in de ruimte tussen de Matthiastoren en de inkomhal van het zuidelijk portaal. Ze werd in 1477 gebouwd door Stephanus Lapicidus. Zijn portret zou gegraveerd zijn op de kraagsteen van de kruising der spitsbogen van het gewelf. Lapicidus houdt er in zijn handen een rol papier. In de kapel ziet men het retabel van de Heilige Familie. Om die reden wordt de kapel ook vermeld als Kapel van de Heilige Familie. Ze werd besteld door de ouders van de toekomstige primaat van Hongarije: György Satmáry. En daarom is de kapel ook met een derde naam begiftigd: de Kapel Satmáry. Onder deze kapel werd bij de aanvang van de 19de eeuw een crypte gebouwd, waar enkele bisschoppen van Košice rusten: Ignác Fábry, Ján Perger, Zsigmond Bubics, Augustín Fischer-Colbrie en Jozef Čársky. Hun grafsteen werd tegen de buitenmuur aangebracht. Kapel van het Heilig Kruis De tweede kapel van de kathedraal is gewijd aan het Heilig Kruis en werd gebouwd in 1475. Augustin Cromer, de burgemeester van de stad, was de schenker. Derhalve heeft deze kapel ook de bijnaam: kapel Cromer. Thans wordt ze door het kapittel van Košice als sacristie gebruikt en om die reden is ze voor het publiek gesloten. Koninklijke tribune De koninklijke tribune dateert van de tweede bouwfase en maakt deel uit van de koninklijke bidvertrekken waarvan het ontwerp geïnspireerd is op de kathedraal van Praag en gerealiseerd werd door de ateliers van Peter Parler. De tribune werd gemaakt op de zuidelijke vleugel van het transept, op de eerste verdieping. De reling werd gesneden uit hout in de vorm van een ingewikkeld opengewerkt rooster. Op de muren onder de tribune kan men een opschrift lezen: een opmerkelijke getuigenis uit de tijd dat Jan Jiskra (±1400-1469) kapitein van Košice was. De tekst dateert van 1441 en verkondigt de trouw van de inwoners van Košice aan hun vroegtijdig en te jong gestorven koning Ladislaus Posthumus (1440-1457): Verbonden wenteltrappen Deze dubbele trappen uit het eerste kwartaal van de 15de eeuw, naar de koninklijke tribune leidend, zijn een bijkomende getuigenis van de invloed der Praagse gebouwenontwerpers in Košice. In de Sint-Vituskathedraal van Praag werden vergelijkbare wenteltrappen ook in de zuidelijke transeptarm gebouwd. In Košice zijn de trappen gevormd door twee wentelende trapdelen die elkaar kruisen op vijf gemeenschappelijke treden. Het westelijk trapdeel is verlengd en leidt naar de zolder van de kathedraal. De trappen missen - in weerwil van het feit dat ze handwerk zijn - toch zeer duidelijk gebruikscomfort en zijn zeer eng. Dit laat vermoeden dat ze in de eerste plaats een verfraaiende functie hadden. De dubbele verbonden wenteltrappen in de kathedraal van Košice zijn de oudste nog bestaande in Europa. Korte tijd na hun constructie waren ze een bron van inspiratie voor gelijkaardige ontwerpen voor religieuze gebouwen in Transsylvanië, in de steden Cluj-Napoca en Sighisoara. Trappen naar het model van Košice, werden in de jaren 1499-1500 gebouwd in de Oostenrijkse stad Graz, in de residentie van de keizer. Calvarieberg De gebeeldhouwde calvarieberg uit 1460 is een van de oudste stukken uit het gebouw. Het bestaat uit een kruis met een lengte van 4,34 meter waarop een Christusfiguur van 3,12 meter gekruisigd is. Rechts ervan ziet men een standbeeld van de Maagd Maria van 2,73 meter en links een beeld van Sint-Jan-Evangelist van 2,50 meter. Oorspronkelijk was het geheel geplaatst in de triomfboog van de middenbeuk; het werd in 1936 verplaatst naar de koninklijke tribune. Dit uit hout gesneden geheel valt op door zijn sterke uitdrukking van gevoelens eigen aan deze periode van de christelijke cultuur. Fresco’s Gotische fresco’s In 1892, tijdens de grote renovatie, werden enkele fresco’s hersteld die tijdens de reformatie overdekt waren. Daarvan bevinden er zich drie in de zuidelijke apsis: de Heiland in een mandorla voor het Laatste Oordeel (een zittende Christus-figuur met een zwaard, met onder hem de Maagd Maria en Sint-Petrus), de twaalf apostelen, de Verrijzenis van Christus (met de linkerhand zegenend en in de rechterhand een vlag). In de noordelijke apsis, nabij de ingang van de sacristie, bevinden zich andere fresco’s die de kruisafneming voorstellen (daterende van het midden der 15de eeuw). Rechts ziet men de geseling van Christus en de doornenkroon, Christus voor Pontius Pilatus en de kruisiging. Verheerlijking van het leven van Frans II Rákóczi De Verheerlijking van het leven van Frans II Rákóczi is een monumentale muurschildering op de muur van de noordelijke ingang. Ze werd gemaakt in 1914-1916 door Andor Dudics. Dit fresco dat het leven van Frans II Rákóczi roemt, werd verwezenlijkt in drie delen. De schildering tussen het noordelijk fronton en de kroonlijst stelt de rouwstoet doorheen de stad voor. De centrale schildering vereert het leven van de prins, zijn geboorte, zijn opsluiting in het kasteel van Šariš, zijn leidersrol in de opstand, zijn verbanning en dood in Turkije. Het derde deel, in de halve cirkel boven de deuren van het noordelijk portaal, stelt de sarcofaag van de prins voor. Middeleeuws schrift (fragment) Rechts, in de noordelijke zijbeuk van het apsis, nabij het retabel van Sint-Stefanus, ziet men een gotische inscriptie die gedeeltelijk leesbaar is. Men neemt aan dat deze inscripties feiten uit de regeerperiode van de koningen Sigismund en Albrecht II, tussen 1387 en 1439, in herinnering brengen. Crypte van Frans II Rákóczi Bij de noordelijke kathedraalmuur werd in 1906 een crypte gebouwd, bestemd voor het bewaren van het stoffelijk overschot van prins Frans II Rákóczi en zijn gezellen. De crypte en vier sarcofagen werden getekend door Frigyes Schulek, een Hongaarse professor aan de Koninklijke Technische Universiteit van Boedapest. Rondom de prins rusten zijn moeder Ilona Zrínyi en zijn oudste zoon József (1700-1738). In de sarcofaag gelegen aan de zuidkant ten opzichte van de prins, bevindt zich het stoffelijke overschot van generaal Antal Esterházy. De sarcofaag aan de noordkant herbergt het lichaam van Miklós Sibrik en in de vierde sarcofaag, aan de andere kant van de crypte, rusten graaf Miklós Bercsényi en diens tweede echtgenote: Krisztina Csáky. Koortribune Het kleine balkon tegen de noordelijke muur van de middenbeuk maakt deel uit van de oorspronkelijke voorzieningen van het gebouw. Men vermoedt dat het in de middeleeuwen tijdens de vieringen diende voor zangers en acteurs van allerhande zinnebeeldige voorstellingen. De toegang bestaat uit een kleine opening in de apsis van de noordelijke zijbeuk. Vandaar leidt een wenteltrap in de binnenkant van een zuil naar de zolder en naar dit balkon. Preekstoel Een der meest geslaagde toevoegsels van de renovatie der kathedraal is de uit steen gehouwen preekstoel met houten klankbord. De trapleuning en de reling zijn versierd met beelden van de apostelen en de kerkvaders. Deze preekstoel is het oeuvre van W. Aubram en R. Argent. Meubilair Altaar Het jongste element is het altaar van de hoogkoor. Het is gehouwen uit een zandstenen zuil uit één stuk, in de vorm van twee verenigde armen in een ovaal. Dit altaar rust op een voetstuk dat de contouren heeft van een hart. Het geheel werd in 1994 vervaardigd door Michal en Tomáš Baník. Doopvont De romaans-gotische doopvont uit de 14de eeuw is het oudste object dat in de kathedraal bewaard wordt. Het is afkomstig van de oude kerk die de huidige voorafging. De voet is verfraaid met driehoeken en de kuip is versierd met reliëfs die dieren voorstellen: leeuwen, griffioenen en adelaars. Op de rand is een onleesbare Latijnse tekst gegraveerd en het deksel dateert van 1914. De smarten van de Maagd Maria Het houten beeld, omstreeks het jaar 1500 gemaakt, heeft een hoogte van 112 centimeter. Het bevindt zich op een laat-gotische zuil waarvan het kapiteel de inscripties “Y” en “A” draagt. Het beeld is overdekt met een luifel die achteraf aan de muur werd bevestigd. De houten figuur met haar sterke gevoelsuitdrukking getuigt van een hoog niveau laat-gotische beeldhouwkunst in Košice. Lantaarn van koning Matthias De zogenoemde kleine gotische stenen toren onder een pinakel werd gebouwd op het einde der 15de eeuw. In de toren bevindt zich een nis voor een lantaarn, geplaatst op een stenen zuil. De frontons van het torentje zijn versierd met het wapenschild van Košice, de familie Hunyady, de koningen van Hongarije, Bohemen en Dalmatië, en andere niet-geïdentificeerde schilden. Aanvankelijk verlichtte deze lantaarn de ruimte voor het zuidelijk portaal in de richting van het naburige kerkhof. Hij bleef in gebruik tot het begin van de 20ste eeuw, waarna hij vervangen werd door een gasverlichting. Anno 1940 werd de lantaarn verplaatst naar zijn huidige locatie, nabij de muur van de Matthiastoren. Reliëf van de heilige Elisabeth Het reliëf van Sint-Elisabeth verschijnt tussen het meubilair van de kerk, omstreeks dezelfde tijd als de sacristie. Het maakt deel uit van het oeuvre van Stephanus Lapicidus en is samengesteld uit drie delen die schijnbaar niet bij elkaar passen. Het reliëf stelt de patrones van de kathedraal voor en is in tegenstelling tot de zeshoekige luifel zeer bescheiden versierd. Op de overkapping daarentegen, komen gebeeldhouwde taferelen voor uit het Oude Testament. De top van de luifel in de vorm van een pinakel eindigt in een pelikaan rustend in zijn nest. Deze vogel symboliseert het Heilig Bloed. Het derde deel van dit reliëf bestaat uit de draagsteen waarop eveneens een pelikaan gegraveerd is. In de 19de eeuw werd het reliëf vervolledigd met een onder de draagsteen geplaatst Latijns tekstveld: “S. Elisabeth ora pro nobis”. Barok meubilair Grafschrift van de familie Reiner Het barok grafschrift van de familie van burgemeester Melchior Reiner, uit het begin van de 17de eeuw, is een van de weinige in de kathedraal bewaarde niet-gotische stukken. Tussen de wapenschilden van twee families ziet men een afbeelding van de "Geseling van Christus". Erboven ziet men een beeld van Jezus aan het kruis en op de barokke frontons ziet men aan weerszijden twee engelen en in het midden Christus die de aarde ondersteunt. Mandorla van de Maagd Een ander voorwerp in barokstijl dat men heden ten dage in de kathedraal aantreft, is de Mandorla van de Maagd. Het stuk dateert van de eerste helft der 18de eeuw en is opgehangen onder de triomfboog. In het midden van de mandorla ziet men - zowel op de voorzijde als op de keerzijde - een sculptuur van de Maagd met het Kind. Beeld van Sint-Florianus Sint-Florianus was de patroon van de brandweerlui en beschermde tegen brand. De stad Košice liet voor hem een standbeeld oprichten in 1748. Dit werd vooreerst ondergebracht in de Sint-Michielskapel, vervolgens tot 1940 tegen een muur van de Urbanustoren, vanwaar het verplaatst werd naar zijn huidige plek, in de hal van het zuidelijk portaal. Zitbanken Sommige barokke banken zijn afkomstig uit de 18de eeuw. Andere zijn van een meer recente datum en werden vervaardigd in de 19de eeuw. Schilderijen De graflegging van Christus Een schilderij, opgehangen aan de noordelijke muur, herinnert aan de graflegging van Christus. Ze werd in het begin van de 19de eeuw gemaakt. Sint-Jan Nepomucenus Een barok schilderij dat Sint-Jan Nepomucenus voorstelt, bevindt zich links van het oksaal, achter de lantaarn van koning Matthias. Het dateert van 1735 en de volgende Latijnse inscriptie is erop vermeld: «HAC.SVB.ICONE.IN.PRAGENSI.SEPVLCRO.COLITVR.SANCTVS.IOANNES.NEPOMVCENVS» (“Op dit doek komt Sint-Jan Nepomucenus voor, in een graftombe in Praag”). Exterieur Noordelijk portaal Gedurende de tijd dat er niet gewerkt werd aan de noordelijke muur, was er een bijzondere activiteit aan het noordelijk portaal. Dit werd - in tegenstelling tot de middeleeuwse gebruiken - uitbundig versierd. Zijn verfraaiingen waren de weelderigste van de drie kerkportalen. Dit had te maken met de oriëntering naar de door het publiek veelvuldig gebruikte plekken: de marktplaats en het stadhuis. Het portaal had de bijnaam: «gouden ingang» (Slowaaks: Zlatá brána) doordat het tijdens de middeleeuwen verguld was. Het noordelijk portaal is uitgerust met twee deuren. Daarboven bevindt zich een boog waarin een reliëf is aangebracht dat het Laatste Oordeel verbeeldt. Dit reliëf bestaat uit twee delen. Op het laag opgesteld deel ziet men een aardse voorstelling van een menigte die zich richt, hetzij naar de poorten van het paradijs waar een engel hen hartelijk onthaalt, hetzij naar de hel, voorgesteld door een leeuwenmuil waarnaar de duivel de veroordeelden sleept met een ketting rondom hun hals. In de muil van de leeuw ligt ook een kerkelijke hoogwaardigheidsbekleder. Het hoger opgestelde deel van het reliëf toont wat zich in de hemel afspeelt: een Christusfiguur op de troon, met aan zijn voeten het heelal: de Zon, de Maan en de sterren, omringd door de Maagd Maria, Sint-Jan-Evangelist, en twee engelen die in hun handen de martelinstrumenten tonen: het kruis en spijkers. Een paar engelen met trompetten verkondigt het einde der tijden. De overige figuren stellen de twaalf apostelen voor. Rondom het reliëf van het Laatste Oordeel zijn op drie niveaus vijf omkaderde en met pinakels verfraaide reliëfs aangebracht. Daarvan hebben er twee betrekking op momenten uit het leven van Sint-Elisabeth, als ze de armen verzorgt, wast en voedt. De twee volgende stellen taferelen voor, van de Calvarie: in het midden: Christus aan het kruis en de Boom des Levens; links: de berouwvolle ziel wordt onthaald door een engel; rechts: de duivel neemt de ziel van de verdoemde mee naar de hel. Onder het tafereel van de kruisiging: links: de wenende vrouwen bij de Maagd Maria aan de voet van het kruis; rechts: Sint-Jan-Evangelist omringd door de Romeinen. Tijdens de grote renovatie van de kathedraal werden in de nissen aan beide zijden van het noordelijk portaal neogotische beelden geplaatst: Sint-Emmerik van Hongarije, Stefanus I van Hongarije, Elisabeth van Thüringen, Ladislaus I van Hongarije en Hendrik II van het Heilige Roomse Rijk. De nissen zijn origineel en men weet niet welke beelden er aanvankelijk stonden. Andere neogotische beelden verfraaien de noordelijke voorgevel: onder meer de Hongaarse koningen Lodewijk I, Karel I Robert en zijn vrouw Elisabeth Piast. Westelijk portaal Volgens de geldende gebruiken komt in de Rooms-Katholieke Kerk de kerkganger binnen door het westelijk portaal. Alhoewel men in Košice via de drie portalen toegang heeft tot de kerk, wordt de westelijke ingang hier minder gebruikt en is hij het minst versierd. De twee zijingangen zijn niet voorzien van ornamenten. Boven de centrale deur treft men twee reliëfs aan. Het ene, vlak boven de deur, toont in de tuin van Getsemane een wenende en biddende Christusfiguur, die rechts in de hoek naar boven kijkt. Links van Christus ziet men de apostelen Petrus, Jakobus (zoon van Alfeüs) en Johannes die Hem vergezellen. Rechts komt een door Judas geleide groep soldaten. Het tweede reliëf toont een tafereel van de Moeder van Smarten: de Maagd Maria draagt hier het lichaam van Christus, omringd door Maria Magdalena en Maria Cleophas. Op dit tweede reliëf komen engelen voor, die de sluier van Veronica met de gelaatsafdruk van Christus dragen. In de nissen van de centrale deur waren op het einde van de 19de eeuw twee neogotische beelden geplaatst. Daarvan is er slechts één bewaard gebleven: met name een voorstelling van Johannes de Doper. Zuidelijk portaal Het zuidelijk portaal verschilt van de andere door zijn ligging in een hal onder de koninklijke tribune. Het omvat twee deuren. Erboven zijn geen reliëfs aangebracht, maar er is wel een relatief eenvoudig fronton. Het portaal geeft de indruk minder belangrijk te zijn en werd aanvankelijk vooral gebruik voor toegang tot de kathedraal vanaf het kerkhof aan de Sint-Michielskapel. Een interessant element in het ontwerp van het portaal, is de boog van het gewelf, versierd met bladeren gemaakt door steenkappers uit Košice. Hierbij diende het oeuvre van Peter Parler uit Praag als voorbeeld. De overkapping van de beelden in het centrum van het portaal, wordt gevormd door een voorstelling van raven tijdens hun vlucht. Waarschijnlijk was aanvankelijk onder deze overkapping een Christus-beeld geplaatst. Thans bevindt zich er een beeld van de Onbevlekte Maagd, gemaakt op het einde van de 19de eeuw door beeldhouwer Ján Marschalko. De andere neogotische beelden in dit portaal zijn: Constantijn de Grote, Elisabeth van Thüringen, Adalbert van Praag, de apostel Andreas (patroon van het aartsbisdom Košice), Gerard Sagredo, de heilige Coloman, Franciscus Xaverius en bisschop Théodore. Deze beelden maken geen deel uit van de symboliek van het portaal, maar stellen de patroons voor, van de personen die financieel bijdroegen voor de grote renovatie van de 19de eeuw. Onder de stenen balustrade bevinden zich vijf portretten die het aangezicht van de vijf restaurateurs voorstellen. Het gelaat in het midden is dat van Imre Steindl; de anderen zijn: Friedrich Wilhelm Fröde, Imre Seiden, Ludwig Steinhaus en Otto Sztehló. Sigismundtoren De noordelijke toren werd gebouwd tijdens de tweede bouwfase in de loop van de jaren 1420-1440, onder de heerschappij van Keizer Sigismund en kapitein Jan Jiskra. In die tijd bereikten de muren de hoogte van de kroonlijst aan het dak. Uit het feit dat het wapenschild van Košice uit het jaar 1462 boven een klein portaal aan de westelijke gevel afgebeeld staat, leidt men af dat het werk in 1462 (tijdens de derde bouwfase) voltooid was. De toren is gebouwd aan de hand van een vierkant plan, waarbij een wenteltrap aan de buitenkant naar boven leidt, tot de plaats waar de achthoekige en buisvormige spits begint. De weinig versierde toren heeft tussen de verdiepingen kroonlijsten die verfraaid zijn met meetkundige figuren. Tussen de vierde en de vijfde verdieping is de sierband vervolledigd met rozetten die elk een eigen vorm hebben. De Sigismundtoren werd tijdens het beleg van Košice, tussen 1490 en 1491 zwaar beschadigd door de troepen van Jan I Albrecht van Polen. De schade werd hersteld gedurende de jaren 1494-1497 door architect Nikolaus Krompholz uit Nysa, onder toezicht van Václav uit Praag. Van deze herstellingswerken werd gebruik gemaakt om een torenuurwerk te plaatsen. Na de brand van 1775 werd de toren lichtjes verhoogd met een zesde verdieping en werd een koepeldak in rococo-stijl toegevoegd. De koepel is thans bedekt met een laagje koper en met elementen in wit ijzer waarop een laagje goud is aangebracht. De toren is 59,7 meter hoog en de beklimming vergt 160 treden. Op de eerste verdieping bevindt zich het mechanisme van de uurwerken, op de tweede een constructie voor de stabiliteit van de klokken, en op de derde verdieping twee in 1926 gebouwde klokken. De klokken van vóór 1926 werden tijdens de Eerste Wereldoorlog gesmolten en gebruikt voor militaire doeleinden. De nieuwe klokken werden gegoten dankzij de geldinzamelingen van Alexander Buchner. Op de klok “Heilig Hart” (1530 kilogram) zijn de namen aangebracht van de soldaten die sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Sint-Andriesklok, genoemd naar de patroon van het kapittel van Košice, weegt 450 kilogram. Het paar wordt vervolledigd met een klokje van 40 kilogram. Op de vierde verdieping bevindt zich een deel van de tijdschakelaar uit de 19de eeuw, en ook een takelsysteem dat gebruikt werd tijdens de grote renovatie. In de toren is er tevens een kamer die tot in de jaren 1970 gebruikt werd voor de wachtdienst van de brandweer. Matthiastoren Met de bouw van de Matthiastoren (zuidtoren) werd aanvang gemaakt tijdens de tweede bouwfase, in de jaren 1420-1440, gevolgd door een onderbreking. Nadat de noordtoren voltooid was vatten de werken voor de zuidtoren in 1462 opnieuw aan. De bouw werd tot 1477 geleid door architect en beeldhouwer Stephanus Lapicidus. Deze gaf de Matthiastoren op een vierkante basis een meer massieve constructie dan de noordelijke evenknie, en bracht ook meer versieringen aan. Toch slaagde hij er niet in, de toren de hoogte te geven die aanvankelijk voorzien was. Het bouwwerk werd beperkt tot de hoogte van de kroonlijst der middenbeuk en is thans bedekt met een plaatstalen dak. Men gaat binnen in de toren via de westelijke kant van het oksaal. Het interessante aan deze toren is het doolhof bestaande uit gangetjes verbonden met de cirkelvormige trap, en waarvan men het doel niet kent. De rijkelijke versiering met buitenstenen wordt vervolledigd met standbeelden die enkele getrouwen van koning Matthias Corvinus voorstellen. Ze zijn bij de aanvang van de 20ste eeuw geplaatst in hoekige nissen en zijn het werk van beeldhouwer Ferenc Mikuli uit Boedapest. Men ziet onder meer portretten van Étienne Zapolya, Sébastien Rozgoni en János Vitéz. Opmerkelijke elementen van de gevels Zonnewijzer Tegen de zuidelijke gevel van het gebouw, boven de hoogste venster van de kapel “De openbaring aan de Maagd Maria”, is een half-cirkelvormige zonnewijzer uit 1477 aangebracht. Het uur (van 6 uur 's ochtends tot 6 uur 's avonds) wordt met Arabische cijfers in gotisch schrift aangeduid. Vanwege gedeeltelijke slijtage werd deze zonnewijzer in 1886 gerenoveerd. Waterspuwers De regenafvoer van het dak gebeurt door waterspuwers op het niveau van de indrukwekkende kroonlijst, ter hoogte van de basis van het dak der middenbeuk. De huidige diervormige waterspuwers zijn een erfenis van de grote renovatie van de 19de eeuw. Het zijn gerenoveerde replieken van de originelen, ofwel vervangstukken daterende van 1985 en 1991. Een aantal originele waterspuwers wordt bewaard in de collecties van de volgende inrichtingen: Oost-Slowaaks Museum in Košice; Museum van Zemplín in Michalovce; kasteel van Kreuzenstein in Neder-Oostenrijk. Benevens hun functie van afwatering, hadden de waterspuwers tot doel angst in te boezemen. De gebruikte elementen waren motieven uit de dierenwereld zoals leeuwenpoten en ravenkoppen, maar ook monsters zoals draken en weerwolven. Er is één uitzondering: deze die geplaatst werd aan de zuidelijke gevel van de Matthiastoren. Daar wordt een dronken vrouw voorgesteld met een glas in de ene hand terwijl de andere hand een fles verbergt. Gedenkteken voor Frans II Rákóczi In 1906 werden de lichaamsresten van Frans II Rákóczi en zijn medestanders van Turkije overgebracht naar Košice en daar in de kathedraal bijgezet. Kort voor de Conferentie van Wenen en voor de aanhechting van Košice aan Hongarije -met regent Miklós Horthy als waarnemend staatshoofd- werd op 24 juli 1938 dit gedenkteken ingehuldigd. Het was een herinnering ter ere van de leiders van de opstand die duurde van 1703 tot 1711. Het monument bestaat uit een bronzen plaat met daarop de beeltenis van Frans II Rákóczi, en op de muur een grafschrift in Latijn. Het geheel werd ontworpen door Béla Sipos en Vojtech Löffler (1906-1990) en in brons gegoten door Béla Buchner. Het monument werd beschadigd in januari 1945 en nadien ondergebracht in een museum. Vervolgens werd het, in 1967, gerenoveerd. De vertaling van het grafschrift luidt als volgt: «In de crypte van deze antieke kathedraal, rust in de Heer, het gebeente van: prins Frans II Rákóczi, zijn moeder Ilona Zrínyi, zijn zoon József, en drie trouwe medestanders.» «Deze beenderen, door rampspoed aan de nakomelingen gegeven, werden tweehonderd jaar na de ballingschap door de dankbare afstammelingen vroom uit het oord van verbanning weggevoerd en voor hun rust godsdienstig begraven in deze heilige plaats, op 29 oktober 1906.» «Sta hierbij stil, bezoekers, de eer van deze helden is groot en hun gedachtenis is glorierijk. Dit monument werd opgetrokken door het bestuur en de bevolking van deze stad in het genadevolle jaar 1938.» Uitstraling van het gebouw Prinselijke schenkingen De kathedraal van Sint-Elisabeth, opgetrokken vanaf de 14de eeuw, domineert de stad Košice. Met haar oppervlakte van 1200 vierkante meter is ze de grootste kerk van Slowakije. In de middeleeuwen en in de tijd van de renaissance was ze bovendien het grootste religieuze gebouw van het koninkrijk Hongarije. Haar constructie was een erezaak en een symbool van welstand voor de burgerij van de stad, de rijke kooplui en kunstenaars. De nood aan een goed voorkomend en ongewoon rijk religieus gebouw in de grootste stad van Opper-Hongarije werd door de Hongaarse koningen erkend en gesteund. Koning Sigismund I onder wiens regering de oprichting van de kerk aanving, besteedde er de helft aan, van de kerkelijke inkomsten der zielemissen in Košice. Daarenboven verschafte hij de stad verscheidene voordelen die onrechtstreeks de financiering van de bouwwerf ten goede kwamen. De meestergasten die er werkten, werden omwille van hun vakmanschap ook uitgenodigd voor bouwactiviteiten op werf van Sigismunds paleis in Visegrád. Vanaf 1468 en gedurende een periode van vijf jaar, werden de voor de stad bedoelde nieuwjaarsgiften, gebruikt voor de bouw van de kerk. Bij het verstrijken van die termijn, verlengde de koning zijn beslissing gedurende tien jaar. Daarenboven gebruikte hij in 1476 de opbrengsten van de zoutbelasting ten voordele van de kerk. In de eeuwen die volgden, hing het onderhoud van de kathedraal af van de prinsen. De grote brand in Košice in 1556 veroorzaakte zware schade aan de kerk en haar toren. Dientengevolge stelde Keizer Ferdinand I de stad vrij van de overdracht van de belastingsinkomsten gedurende een periode van acht jaren. Dit liet toe, de stad te herstellen in haar “pracht van voorheen”. In 1675 kwam Keizer Leopold I persoonlijk tussen bij de gemeenteraad om herstellingswerken aan de kathedraal te bedingen. Hij verklaarde dat er in Hongarije geen gelijke was. In de 19de eeuw, ten tijde van de renovatie door bisschop Ignác Fábry (1792-1867), bezocht het keizerlijk echtpaar Frans Jozef I en Elisabeth de stad Košice. Na hun bezoek in 1857 schonken beiden een bijdrage voor de werken: de keizer gaf 5000 Oostenrijks-Hongaarse gulden, de keizerin 600. Bij die gelegenheid liet de stad een herinneringsplaat aanbrengen die thans aan de noordelijke muur hangt. De Latijnse tekst op de plaat betekent het volgende: «Hunne Hoogheid Frans Jozef, keizer en apostolische koning, bij Hun bezoek aan het land in 1852 en 1857, kwamen met een goddelijk hulp voor deze kerk en haar renovatie. Samen met Hare Hoogheid keizerin Elisabeth, droegen Zij godsdienstig, mild en vrijgevend bij.» Košice, stad van bedevaarders Aanvankelijk was de kerk niet gebouwd als kathedraal, alhoewel ze in haar opzet de bisschopskerk van Eger (Hongarije) overtrof. Met de regelmaat van de klok moedigde De Romeinse Curie de bespoediging van de bouwwerken aan. Paus Bonifatius IX publiceerde in 1402 een bul van aflaat. Deze onderrichting, die het oudste bewaarde schriftelijk document aangaande de kathedraal is, bevorderde Košice en zijn kerk tot «pelgrimsoord waarin het glorierijke bloed van Onze Heer Jezus Christus sinds mensenheugenis miraculeus aanwezig is, waar wonderen gebeuren en waar een groot aantal ongelovigen van Gods genade, uit Bulgarije en Hongarije binnenkomen en zich wenden tot het ware geloof». Het doel van deze bul was de zonden te vergeven van degene die een bedevaart naar de tempel van Košice ondernam, en die financieel participeerde in de afwerking ervan. De pelgrims moesten dezelfde absolutie krijgen, als in de Basiliek van San Marco (Venetië) of in de Portiuncula van Assisi. Košice en zijn kathedraal kunnen dus vergeleken worden met de andere bedevaartsoorden van die tijd: Rome, Aken, Kolín, Mainz, Santiago de Compostella of Oradea. Met betrekking tot de relieken van het Heilig Bloed is er schijnbaar geen enkele bron beschikbaar. In de pastorij van de parochie werd nochtans een barok schilderij uit de 17de eeuw bewaard, dat het maken van relieken in Košice voorstelt, onder de vorm van het gieten van geconsacreerde wijn. Men verkeert thans in de mening dat de bedevaarttraditie eindigde ten tijde van de godsdienstoorlogen en de reformatie. Gotisch kunstcentrum De kathedraal van Sint-Elisabeth is een kunstwerk dat het regionaal belang overstijgt. Haar artistieke waarde had voornamelijk invloed op de laatmiddeleeuwse kunst in Opper-Hongarije. De goede werking van de bouwwerf vereiste een degelijke organisatie van ambachtslieden, architecten, schilders en andere kunstenaars. In de werkplaatsen van de werf ontmoetten meestergasten afkomstig uit verscheidene Europese steden elkaar, zo onder meer: uit Wroclaw in Silezië, Praag in Bohemen en Krakau in Klein-Polen. Ze verrijkten het gebouw met talrijke architecturale details zoals de portalen en hun gebeeldhouwde versiering die de belangrijkste bijdragen van de kathedraal aan de kunst van de 15de eeuw vertegenwoordigen. Rondom de tempel van Košice werd ten tijde van de laatgotiek een brede artistieke gemeenschap gecreëerd die gespecialiseerd was in bouwactiviteiten, in Midden-Europese gotische stijl, met invloeden van de opkomende renaissance. De werf zelf vereiste de constructie van twee bijkomende nevenliggende gebouwen die nodig waren om de stad voor de duur van de werken (honderd jaar) te laten beschikken over een in gebruik zijnde kerk. Om die reden maken de Sint-Michielskapel en de Urbanustoren deel uit van de kathedraal en hebben ze een reële artistieke waarde. De meestergasten van de kunstenaarsgemeenschap van Košice werkten ook in andere steden van Hongarije (Boeda, Diósgyor en Bardejov) waar men ze aantrof, zowel op werven voor religieuze werken als voor burgerlijke. De kerken van Prešov, Sabinov, Rožňava en Moldava nad Bodvou werden gebouwd naar het model van Košice. De koninklijke tribune werd het model voor gelijkaardige projecten in de Sint-Jacobskerk in Levoca en de Sint-Egidiuskerk in Bardejov. De impact van de ambachtslui uit Košice deed zich ook voelen in andere kerken in Polen, Hongarije, Roemenië, en in de regio Transsylvanië, bijvoorbeeld in Brașov, Cluj-Napoca en Sibiu. Met dezelfde geestdrift als voor de bouw van de kerk, ondernam de gemeenteraad van Košice de verwezenlijking van het retabel van Sint-Elisabeth. In zijn soort heeft dit retabel met 48 schilderingen, de grootste beschilderde oppervlakte in Europa. Het stond model voor andere retabels in de regio, bijvoorbeeld voor het retabel van Sint-Elisabeth in Bardejov. De beeldjes van het hoofdretabel hebben veel gelijkenis met de werken van de kunstkring uit Zwaben en ook met het oeuvre van Niclas Gerhaert van Leyden uit Konstanz (Baden, Duitsland). De stijl van het retabel werd door Ján Weiss overgenomen, toen hij het hoofdretabel voor de cokathedraal van Prešov maakte. Romantische mythe van de gotische tempel De Sint-Elisabethkathedraal, het voornaamste bouwwerk van de schitterende Hongaarse gotische stijl, werd in de 19de eeuw een interessant en sterk tot de verbeelding sprekend object voor intellectuelen. De algemene bewondering voor en de studie van de kathedraal begon in 1846 met de inwoner van Košice, Imre Henszlmann (1813-1888), door de publicatie van een monografie over de middeleeuwse kerken in de stad. Het boek: Kassa városának ó-német stylu templomairól (De kerken van Košice in oude Duitse stijl) had tot gevolg dat Henszlmann begiftigd werd met de titel van Grondlegger van kunstwetenschappen en monumentenrenovatie in Hongarije. Vanaf 1872 oefende hij de functie uit, van secretaris der Voorlopige Hongaarse commissie voor monumenten, die van 1877 tot 1896 de restauratie en renovatie van de kathedraal als voornaamste activiteit had. Op de werf werd toezicht gehouden door de Oostenrijkse architect Friedrich von Schmidt (1825-1891). Deze werkte - gelijktijdig met de restauratie in Košice - gedurende 15 jaar aan de voltooiing van de kathedraal in Keulen. Bovendien leidde hij de restauratie van de Sint-Stefansdom in Wenen. Zijn leerling, Imre Steindl was de gangmaker voor veranderingen in een puristische geest. Voordat hij zich wijdde aan de St. Elizabeth-kathedraal, restaureerde hij het Hunedoara-kasteel in Transsylvanië en was hij de ontwerper van neo-renaissancegebouwen in Boedapest (Nieuw Stadhuis, Paleis van de Kamer van Koophandel en Industrie). Onder zijn leiding werden in het huidige Slowakije, in Bardejov en Spišská Nová Ves, gebouwen gerenoveerd. Zijn belangrijkste werk blijft nochtans het neogotische parlement in Boedapest. Van 1880 tot 1896 was Friedrich Wilhelm Fröde uit Wenen de werkleider. In de dagelijkse pers en in gespecialiseerde literatuur beschreef hij regelmatig de vordering van de werken. Na de voltooiing werd de kathedraal een schoolvoorbeeld voor monumentenrenovatie in Hongarije. Ze werd voorgesteld als maatstaf voor de Hongaarse stijl in de middeleeuwen. Veel aandacht werd in 1906 besteed aan de bouw van een nieuwe crypte, bestemd om het stoffelijk overschot van de Hongaarse prins Frans II Rákóczi te onthalen. Ze werd verwezenlijkt door architect Frigyes Schulek (1841-1919) uit Boedapest die naam had gemaakt door de renovatie van de neogotische Matthiaskerk en het Vissersbastion, beide te Boedapest. In Slowakije werkte deze architect aan het stadshuis van Levoca en aan de wederopbouw van de franciskanenkerk van Bratislava. Bovendien gaf hij in 1903, aan de toren van de cokathedraal van Prešov (Sint-Nicolaaskerk), haar neogotisch karakter terug. De waarde van de kathedraal in Košice en haar eigen aard te midden van de andere gebouwen in de stad, werd weerspiegeld in de ontwikkeling van een historische plaatselijke neogotische stijl. De studie van de architectuur van deze kathedraal had invloed op de plaatselijke architecten en op hun verwezenlijkingen. Vitézov dom in de Hlavná-straat was het eerste stadspaleis met een neogotische gevel in Hongarije. In 1860 volgde het Makranského nájomný dom in de Rooseveltová-straat. Voor de bouw van het Jakabovpaleis gebruikte men een deel van de oude waterspuwers van de kathedraal. Ze werden geïntegreerd in de gevel van dit gebouw. Andere elementen werden gebruikt voor verfraaiing van grafmonumenten, of soms voor versiering van private tuinen. Legenden verbonden aan de kathedraal Mettertijd ontstond een aantal legenden met betrekking tot de kathedraal. Het merendeel vindt zijn oorsprong in de middeleeuwen. De totstandkoming van een zo ingewikkelde bouwwerf, uitgespreid over meer dan een eeuw, gaf aanleiding tot het ontstaan van de legende van de holle steen: dit zou een steen zijn, op een onbekende plek door de bouwvakkers geplaatst, op een zodanige wijze dat indien men de steen zou wegnemen, het volledige gebouw zou instorten. Een andere legende heeft betrekking op één der waterspuwers van de Matthiastoren. De betrokken gargouille is - in tegenstelling tot de andere - niet diervormig, maar stelt een vrouw voor, met uitstulpende ogen, in de ene hand een drinkglas houdend, en in de andere een fles. Men beweert dat de meestergast van de Matthiastoren op deze wijze zijn aan de fles verslaafde vrouw voorstelt. Vermits zij hem tot schande was, liet hij haar eeuwig regenwater van de toren uitspuwen. Er bestaat ook een legende over de lantaarn van koning Matthias, die een bovennatuurlijke macht zou hebben: elke persoon, beschuldigd van diefstal, die in het licht van de lantaarn zou komen, werd vrijgesproken. De Matthiastoren zou niet tot de voorziene hoogte opgetrokken zijn, wegens de val van een der werklieden, hetgeen beschouwd werd als een ongunstig voorteken. In verband met de traditionele viering van het Heilig Bloed in Košice, bestaat er eveneens een legende. Deze ontstond toen op een zondag, een onoplettende priester struikelde en daarbij de kelk met geconsacreerde wijn op de vloer stootte. Terstond vormde zich daar een tekening van de passie van Christus. Sommige gelovigen zouden het gekerm van Christus gehoord hebben. De kathedraal in de kunst en de literatuur De oudste vedutas van Košice, op het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw, tonen de kathedraal als het belangrijkste gebouw van de stad. De kathedraal werd ook beschreven in de roman Reisverslag van Daniël Speer (1636-1707), in het begin van de tweede helft van de 17de eeuw. De Duitse schilder Jakob Alt (1789-1872) maakte in 1839 de omgeving van de kathedraal aanschouwelijk op twee aquarellen: De kathedraal van Košice Het plein voor de kathedraal van Košice. Hij toonde met veel architecturale details het leven en de sfeer rondom de kerk. Een getrouwe voorstelling van de kathedraal in haar toestand vóór de grote reconstructie, vindt men in de gravure van de Neurenbergse illustrator Ludwig Rohbock, gepubliceerd in zijn werk Ungarn und Siebenburgen in Malerischen Original-Ansichten (Darmstadt 1856-1863). De plaatselijke vertegenwoordiger van de romantiek, František Klimkovic, schilderde in 1886 het doek Hlavná-straat in Košice met een zicht op de kathedraal, gezien vanaf het zuiden. De uit Košice afkomstige Hongaarse schrijver Sándor Márai (1900-1989), verduidelijkte in een autobiografie zijn achting voor de kathedraal. In zijn werk drukte hij de disproportie uit, tussen de tempel en de andere gebouwen van de stad, toen hij schreef: «Deze kathedralen werden gebouwd met zoveel overtuiging en nederigheid, ze willen niet onderwerpen maar tot uiting brengen, en niet overheersen maar leiden ...» (Tocht doorheen Košice - 1941). Verder werden nog gepubliceerd : Eugen Krón: Cours de la maison N°7 de la rue Orlej (1942), Elemír Halász-Hradil: Avond voor de kathedraal van Košice (1943), Janko Alexy (1894-1970): Kathedraal van Košice (1942), Ludovít Feld (1904-1991): Zicht op de kathedraal van Košice vanaf het zuiden (1970). De kathedraal in het aartsbisdom Košice van heden Het bouwwerk is thans de hoofdkerk van het aartsbisdom Košice en is de parochiekerk van de Sint-Elisabeth-parochie. Jaarlijks worden er drie christelijke feesten gevierd: Witte Donderdag, Sint-Andries (de patroon van het aartsbisdom), de Heilige Martelaren van Košice: Marko Krizin (1589-1619), Stephan Pongrácz (1582-1619) en Melchior Grodziecki (1584-1619): allen gefolterd en vermoord op 7 september 1619. Een bijzondere viering wordt eveneens gehouden op 17 november. Dit de overlijdensdag van Sint-Elisabeth: de patrones van de parochie, wier relieken in de kerk bewaard worden. Op de gewone weekdagen worden drie missen in het Slowaaks gecelebreerd en op zondag zeven missen, waarvan één in het Latijn en één in het Hongaars. De jaarlijkse kerstviering wordt er door de Slowaakse openbare televisieomroep regelmatig uitgezonden. De kathedraal is tevens de plek waar twee opmerkelijke concerten plaatsvinden: het Filharmonisch Staatsorkest van Košice, en het Internationaal Orgelfestival Ivan Sokol (in september). De kerk is voor het publiek toegankelijk. Mits betaling van entreegeld is bezoek van de Sigismundtoren mogelijk, met bezichtiging van de: klokken en het torenuurwerk, crypte van Frans II Rákóczi, koninklijke tribune, verbonden wenteltrappen en de nabijgelegen Sint-Michielskapel. Een onderzoek bij de plaatselijke bevolking werd georganiseerd door de Toeristische Informatiedienst. Dit had tot doel de zeven wonderen van Košice te bepalen, met als resultaat dat de kathedraal op de eerste plaats uit de bus kwam en haar patrones een jaar later, bij een gelijkaardige bevraging, gekozen werd als de grootste telg van Košice aller tijden. Zie ook Sint-Michielskerk (Košice) Martelaren van Košice Kerkgebouw in Košice Kosice
Op de vierde verdieping bevindt zich een deel van de tijdschakelaar uit de 19de eeuw, en ook een takelsysteem dat gebruikt werd tijdens de grote renovatie. In de toren is er tevens een kamer die tot in de jaren 1970 gebruikt werd voor de wachtdienst van de brandweer.
1
kamer, binnenruimte, accommodatie
8,569
RealEstateAgent
1115523
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20Kamminga
Jan Kamminga
Jan Kamminga (Groningen, 3 januari 1947) is een Nederlands werkgeversbestuurder en voormalig politicus namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD). Jan Kamminga is een ondernemer die in (openbare) bestuursfuncties is terechtgekomen. Op 1 mei 1967 begon hij in het makelaarskantoor van de familie, dat op 1 januari 1997 werd verkocht. In 1971 werd hij voorzitter van het Makelaars Computercentrum van de Nederlandse Bond van Makelaars, de voorloper van Funda (tot 1980) en hoofdbestuurslid van die bond. In 1974 begon zijn politieke loopbaan. Hij werd in Groningen lid van de Gemeenteraad tot 1980. Voorjaar 1976 lid van het Hoofdbestuur van de VVD, in het najaar ook voorzitter van de VVD provincie Groningen.In augustus 1979 ondervoorzitter van de landelijke VVD, in voorjaar 1980 een jaar waarnemend partijvoorzitter. Tot november 1986 was hij voorzitter. Gedurende vier jaar vicevoorzitter van de ELD, de Europese Liberaal Democraten. In 1982 kreeg hij de gouden eremedaille van het Europees Parlement. In februari 1987 werd hij voorzitter van de Commerciële Club Groningen. Hij is oprichter en erevoorzitter van de jongerenclub JCC. Nevenfuncties In september 1987 werd Jan Kamminga voorzitter van het Koninklijk Nederlands Ondernemers Verbond KNOV, tot 2014, toen door een fusie de Koninklijke MKB Nederland ontstond. Daarvan werd hij de eerste voorzitter tot medio 1996. Daarna is hij benoemd tot erelid. Kamminga was ook vier jaar (1994-1999) voorzitter van UEAPME, de Europese Organisatie voor het MKB. Gedurende 5 jaar was hij lid van het dagelijks bestuur van de Sociaal Economische Raad (SER). Voor zijn Europese verdiensten werd hij drager van het Oostenrijkse Silberne Groskreuz mit dem Stern. Van 1986 tot 1998 liep het voorzitterschap van de Zeehondencrèche in Pieterburen. Van 1990 tot 1994 was hij voorzitter het Integraal Structuur Plan voor het Noorden, met als opdracht de versterking van het MKB. Van 1984 tot 1990 voorzitter RvC Ingenieursbureau Het Noorden (IHN). Van 1987 tot 2002 was hij commissaris van de NMB Bank, NMB/Postbank en ING Groep. Op 1 januari 1997 begon een periode van 8 jaar als Commissaris van de Koningin in Gelderland . In die tijd was hij 5 jaar voorzitter van de Nationale Hoorstichting en 6 jaar voorzitter van Unicef in Nederland. Op zijn initiatief is het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel opgericht. Mede daardoor werd hij benoemd tot Officier in de orde van Oranje Nassau. Op 1 januari 2005 werd Jan Kamminga voorzitter van FME-CWM, de brancheorganisatie in de technologische industrie, lid van het dagelijks bestuur van VNO/NCW, voorzitter milieucommissie VNO en had hij diverse gerelateerde nevenfuncties. Opspraak In 2008 raakte Kamminga in opspraak vanwege zijn rol in een fraudezaak uit 2001. Kamminga zette de gedeputeerde Wim Scheerder onder druk om af te treden, omdat toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Klaas de Vries gedreigd zou hebben met persoonlijk ingrijpen. Kamminga bleef dit ook in verschillende rechtszaken volhouden. In november 2008 concludeerde de rechtbank in Utrecht dat deze bewering onwaar was. De Provinciale Staten in Gelderland namen daarop een motie van treurnis aan. Vanaf 2012 Sinds 2012 vervult hij diverse functies, zoals voorzitter van Vastgoed Belang, de particuliere beleggers in vastgoed, voorzitter van de NVMP, verwijdering metalektro producten, lid Reviewcommissie Hoger Onderwijs, voorzitter Maatschappelijke Stuurgroep Aardbevingsproblematiek Groningen, voorzitter RvC Dierenpark Emmen/ Wildlands en voorzitter RvC Century Autogroep Groningen/Drenthe. Onderscheiding Officier in de Orde van Oranje-Nassau Commissaris van de Koning Nederlands partijvoorzitter Nederlands werkgeversbestuurder VVD-politicus
Jan Kamminga is een ondernemer die in (openbare) bestuursfuncties is terechtgekomen. Op 1 mei 1967 begon hij in het makelaarskantoor van de familie, dat op 1 januari 1997 werd verkocht. In 1971 werd hij voorzitter van het Makelaars Computercentrum van de Nederlandse Bond van Makelaars, de voorloper van Funda (tot 1980) en hoofdbestuurslid van die bond.
3
makelaar, vastgoedmakelaar, onroerendgoedmakelaar
2,231
SubwayStation
78389
https://nl.wikipedia.org/wiki/Metro%20%28Nederland%29
Metro (Nederland)
Metro was een online gratis krant. Van 1999 tot 2020 werd de krant op doordeweekse dagen ook uitgebracht op tabloidformaat door Mediahuis Nederland. Metro werd gratis verspreid via onder andere NS-stations, metrostations, in trams en bussen, postkantoren, stadsdeelkantoren, bibliotheken, Q-Park parkeergarages, universiteiten en scholen. Op de top lag de oplage op 510.000 exemplaren. Met een dagelijks gemiddeld bereik van 1.100.000 lezers was dit het tweede grootste landelijke dagblad. Metro wordt internationaal uitgegeven in 71 edities, 19 landen en 18 talen in Europa, Noord- en Zuid-Amerika en Azië. De Nederlandse editie was sinds 2012 geen eigendom meer van Metro International A.S. Op 16 april 2020 werd bekendgemaakt dat er geen nieuwe exemplaren als krant zullen verschijnen. Wel blijft de website bestaan. De enige inkomsten die Metro vergaart zijn advertentie-inkomsten. Om de kosten te drukken werd in het begin veelal gebruikgemaakt van kopij van het ANP en andere persbureaus. De redactie, die in Amsterdam is gevestigd, kon hierdoor in het begin vrij klein blijven, maar werd later mondjesmaat uitgebreid. Dat resulteert erin dat de inhoud van Metro voor zo'n 70 procent uit eigen nieuwsgaring bestond. Elk jaar werd de krant in de zomer vernieuwd met als gevolg dat deze rond augustus vier weken niet werd uitgegeven. Geschiedenis De Nederlandse editie ontstond toen de in Nederland wonende Duitse journalist Falk Madeja en de Nederlandse ondernemer Bart Lubbers elkaar ontmoetten. Madeja had in Stockholm de gratis krant van Metro gezien en wilde in Nederland ook zo'n krant. Lubbers haalde de Nederlandse ondernemer Tiago Jurgens erbij. Het drietal maakte een businessplan, met als bijzonderheid dat hun editie niet via metrostations zou worden verspreid, zoals in Stockholm, maar via treinstations van de NS. Het Zweedse Metro stond juist op het punt hun concept in het buitenland te proberen en wilde wel met Madeja, Lubbers en Jurgens in zee, op voorwaarde dat zij een overeenkomst met de NS zouden weten af te sluiten. Het drietal kreeg een aandeel van 50% in het nieuwe bedrijf. Later werd dit teruggebracht tot 10% per persoon, en in 2005 werden de drie oprichters na een flinke juridische strijd door het moederconcern uitgekocht voor een onbekend gebleven bedrag. De Nederlandse editie van Metro kwam voor het eerst uit op 21 juni 1999. Diezelfde dag verscheen ook Sp!ts, eveneens een gratis dagblad. Sp!ts werd uitgegeven door Basismedia, een onderdeel van de Telegraaf Media Groep, en was bedoeld als defensieve maatregel tegen Metro dat binnen enkele maanden wel weer verdwenen zou zijn, zo werd bij het Telegraafconcern verondersteld. Geheel tegen de verwachtingen in bleek voor beide kranten een markt te bestaan. De Nederlandse editie van Metro was voor Metro Internationaal een van de best renderende dochterondernemingen. In september 2003 kwam Metro ook met een zaterdagse editie, met meer achtergrondartikelen dan de doordeweekse editie. In augustus 2005 stopte Metro met de zaterdagse editie, onder andere vanwege de geringe interesse van adverteerders. Op 4 oktober 2004 kwam voor het eerst een aparte editie voor Rotterdam uit; op 15 april 2005 kreeg ook Amsterdam een eigen editie. Jelle Leenes was de eerste hoofdredacteur en werd in 2002 opgevolgd door Jan Dijkgraaf. Hij werd per 1 april 2006 hoofdredacteur van Managementteam en werd bij Metro opgevolgd door Rutger Huizenga, die vanaf de start van Metro in Nederland bij de krant betrokken was. Na een kort uitstapje bij Nieuwe Revu keerde Huizenga bij Metro terug. In 2008 werd hij vervangen door Robert van Brandwijk, oud adjunct-hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad. In 2017 werd Van Brandwijk opgevolgd door Arjan Paans, tot mei 2018. Op 16 april 2020 werd bekendgemaakt dat de metro zou stoppen als krant en zou verder gaan als onlineplatform. Dit vanwege het sterk afnemende aantal reizigers tijdens de coronacrisis en papierbesparing. De laatste papieren editie kwam uit op 20 maart 2020. Column Theo van Gogh Tot aan zijn dood op 2 november 2004 had Theo van Gogh een wekelijkse column in Metro. Zijn scherpe teksten over de islam riepen controverses op en regelmatig werden Van Gogh en ook de redactie van Metro bedreigd. Hoofdredacteur Dijkgraaf beklaagde zich er later over dat de politie de bedreigingen aan het adres van Metro niet serieus had onderzocht. Uit respect voor Van Gogh werd na zijn gewelddadige dood de ruimte van zijn column een jaar lang leeg gelaten. Hierna nam columniste Ebru Umar de plek over. Overname Per 12 september 2012 is de Nederlandse editie van Metro in handen van de Telegraaf Media Groep. Deze was ook al eigenaar van Sp!ts, waardoor beide gratis kranten in handen waren gekomen van dezelfde eigenaar. Oplage Gemiddeld verspreide oplage van de Metro tussen 2001 en 2017 Cijfers volgens HOI, Instituut voor Media Auditing Zie ook Metro (België) NieuwNieuws Externe link Officiële website Gratis krant Nederlandse krant Mediahuis
Metro was een online gratis krant. Van 1999 tot 2020 werd de krant op doordeweekse dagen ook uitgebracht op tabloidformaat door Mediahuis Nederland. Metro werd gratis verspreid via onder andere NS-stations, metrostations, in trams en bussen, postkantoren, stadsdeelkantoren, bibliotheken, Q-Park parkeergarages, universiteiten en scholen. Op de top lag de oplage op 510.000 exemplaren. Met een dagelijks gemiddeld bereik van 1.100.000 lezers was dit het tweede grootste landelijke dagblad.
1
metrostation, ondergrondse, openbaar vervoer
2,192
ScholarlyArticle
3401073
https://nl.wikipedia.org/wiki/Omiodes%20capillalis
Omiodes capillalis
Omiodes capillalis is een vlinder uit de familie van de Grasmotten (Crambidae). De soort is voor het eerst wetenschappelijk beschreven als Lonchodes capillalis door Achille Guenée in een publicatie uit 1854. De soort komt voor in Suriname en Frans-Guyana. capillalis Dier uit het Neotropisch gebied
Omiodes capillalis is een vlinder uit de familie van de Grasmotten (Crambidae). De soort is voor het eerst wetenschappelijk beschreven als Lonchodes capillalis door Achille Guenée in een publicatie uit 1854.
1
wetenschappelijk artikel, academisch artikel, publicatie
6,943
BuddhistTemple
2160666
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wat%20Bowonniwet
Wat Bowonniwet
Wat Bowonniwet Vihara Rajavaravihara (Thai: วัด บวร นิเวศ วิหาร ราชวรวิหาร) is een belangrijke boeddhistische tempel (wat) in Phra Nakhon, Bangkok, Thailand. De tempel is het centrum van de Dhammayuttika Nikaya-school van het Thaise Theravada-boeddhisme en was een belangrijke tempel de Chakri-dynastie. Het is een onderdeel van schrijn Phra Phutthachinasi (พระพุทธ ชิน สีห์), die werd gevormd in 1357. Prins Bhikkhu Mongkut kwam bij de tempel aan in 1836 en werd de eerste abt. Hij werd koning onder de naam Rama IV. Zijn achterkleinkind, koning Bhumibol Adulyadej, werd gewijd aan het Grand Palace (Wat Phra Kaew) en verbleef hier voor een korte periode nadat hij koning werd. Bhumibols leermeester, Somdet Phra Yanasangworn, werd uiteindelijk abt van de tempel, en later de Opperste Patriarch van het Thaise boeddhisme. Verbannen dictator Thanom Kittikachorn keerde terug naar Thailand als een monnik die begon bij Wat Bowonniwet, wat leidde tot grote openbare demonstraties en bloedig optreden in 1976. Bhumibol Adulyadejs zoon, prins Vajiralongkorn, werd gewijd en bracht een korte periode door bij deze tempel, evenals verschillende zonen van de prins zelf later deden. Externe link Officiële website Boeddhistische tempel in Bangkok
Wat Bowonniwet Vihara Rajavaravihara (Thai: วัด บวร นิเวศ วิหาร ราชวรวิหาร) is een belangrijke boeddhistische tempel (wat) in Phra Nakhon, Bangkok, Thailand.
1
boeddhistische tempel, boeddhistisch heiligdom, boeddhistische gebedsplaats
12,351
StadiumOrArena
1406906
https://nl.wikipedia.org/wiki/Azadistadion
Azadistadion
Het Azadistadion (Perzisch:ورزشگاه آزادی), voor 1979 bekend als Aryamehrstadion, is het nationale stadion van Iran. Het stadion bevindt zich in het westen van de hoofdstad Teheran. Het is het grootste stadion van het land en heeft een capaciteit van 100.000 toeschouwers. Het is gebouwd voor de Aziatische Spelen van 1974. Het is onderdeel van het grotere Azadi sportcomplex en rondom het stadion liggen onder andere een roeibaan, trainingsvelden, een zwembad en een indoor stadion. Twee voetbalteams uit Teheran hebben hun thuisbasis in dit complex: Persepolis FC en Esteghlal FC. Bouwwerk in Teheran Sportaccommodatie in Iran
Het stadion bevindt zich in het westen van de hoofdstad Teheran. Het is het grootste stadion van het land en heeft een capaciteit van 100.000 toeschouwers. Het is gebouwd voor de Aziatische Spelen van 1974. Het is onderdeel van het grotere Azadi sportcomplex en rondom het stadion liggen onder andere een roeibaan, trainingsvelden, een zwembad en een indoor stadion. Twee voetbalteams uit Teheran hebben hun thuisbasis in dit complex: Persepolis FC en Esteghlal FC.
4
stadion, arena, sportlocatie
10,022
BarOrPub
404695
https://nl.wikipedia.org/wiki/Woold
Woold
Woold, ook wel Het Woold of 't Woold, is een buurtschap in de gemeente Winterswijk, in de Nederlandse provincie Gelderland. Het Woold kende op inwoners, verdeeld over ruim 24 km². Het postadres wordt geschreven als Winterswijk-Woold. Pas laat in de 20ste eeuw kregen de wegen en straten van het Woold en de andere Winterswijkse buurtschappen namen. Daarvoor had Woold de letter K met daarbij een huisnummer. Woold ligt ten zuidoosten van Winterswijk, in een bosrijk gebied tegen de grens met Duitsland. Door de buurtschap loopt de weg die direct van Winterswijk naar de stad Bocholt in Duitsland leidt. In het Woold is er geen echte ruilverkaveling geweest, waardoor de boeren nog veel kleinere percelen hebben. Ook zijn hierdoor restanten van landweren en de Ruitenburgerschans, een ringwal bewaard gebleven. Naast bos en landbouw kent het Woold ook een veengebied: het Wooldse Veen. De buurtschap kent een sterk verenigingsleven, belangrijke voorzieningen zijn er ook te vinden zoals een basisschool, twee café-restaurants en een camping. Ook staat er de Berenschot, een watermolen uit 1652. In de Tweede Wereldoorlog In het najaar van 1939 meldden bewoners van Woold dat ze meerdere vliegtuigen gezien hadden in de lucht die zich nogal verdacht gedroegen. Het politieonderzoek dat volgde leverde niets op maar het waren meer dan waarschijnlijk verkenningstoestellen van de Luftwaffe, die na hun verkenning weer waren teruggekeerd naar hun basis. Ze hadden waarschijnlijk ook de tankvallen en het grenswachtbataljon in het naast gelegen buurtschap Kotten verkend. Op 30 maart 1945 heeft in hier de Tankslag in het Woold plaatsgevonden tijdens de bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland. Zie ook Lijst van rijksmonumenten in Woold Lijst van gemeentelijke monumenten in Woold Externe link Woold-info Geografie van Winterswijk Buurtschap in Gelderland
De buurtschap kent een sterk verenigingsleven, belangrijke voorzieningen zijn er ook te vinden zoals een basisschool, twee café-restaurants en een camping. Ook staat er de Berenschot, een watermolen uit 1652.
1
café, drankgelegenheid, uitgaansplek
4,823
Locksmith
5307402
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jonker%20%28bedrijf%29
Jonker (bedrijf)
Jonker was een smederij en machinefabriek gevestigd te Amsterdam, en heeft met voorlopers bestaan van 1755 tot 1983. Beginperiode Midden 18e eeuw vestigde de smid en slotenmaker Lucas Jonker uit Vriezenveen in Amsterdam waar hij ingeschreven wordt in het smidsgilde. Zoon Hendrik krijgt in 1806 een vestigingsvergunning als smid. Hij wordt in 1821 opgevolgd door een zoon die een scheepssmederij heeft waar vuurhaarden en scheepskombuizen worden vervaardigd. Rond 1830 ontstaat de firma Hk. Jonker en Zn. die in 1834 de ankersmederij op de Wittenburgergracht verwerft. Hun scheeps- en ankersmederij groeit uit tot een machinefabriek mede door het aangaan van een compagnonschap met Johann Heinrich Willem Berges, in 1861, onder de firma Berges en Jonker. In 1868 gaan de Jonkers verder met een plaatsgenoot, Hendrik Everhard Suyver, voormalig ketelmakersbaas bij De Atlas. Ook deze combinatie houdt niet heel lang stand: in 1877 scheiden de wegen: Suyver gaat zelfstandig verder, de Jonkers gaan verder onder de oude naam Hk. Jonker en Zn. onder welke naam het bedrijf lang bekend blijft. Groei Tot circa 1860 is scheepssmeedwerk de hoofdzaak, in de jaren 1860 wordt het productieprogramma verbreed met onder meer brandkasten en droog- en verwarmingstoestellen. Een bijzondere specialiteit van het bedrijf betreft apparatuur voor de grafische nijverheid: lithografische persen, boekbindersgereedschappen als vouw-, verguld- en papiersnijmachines, naast pletpersen. Met Suyver komt ook de vervaardiging van stoomketels en stoommachines op gang. De stoomtechniek is een volgende specialiteit die het bedrijf in de verdere loop van zijn bestaan blijft houden. Verder staat er een wisselend programma op de rol met onder meer stoomheimachines en speculaasvormmachines en is Jonker betrokken bij de inrichting van diverse fabrieken in de regio. In 1889 werken er 81 arbeiders, in 1897 125. Het bedrijf blijft bij de tijd: in 1893 wordt de inrichting voorzien van een elektrische licht- en krachtinstallatie d.m.v. Lavalturbine. De firma is ook betrokken bij de verdere exploitatie van Lavalturbines. In 1902 volgt de omzetting in een Naamloze vennootschap. 20e eeuw De nieuwe generatie Jonker zetten de zaken begin 20e eeuw energiek voort. In 1910 verrijst een nieuwe ketelmakerij naar een ontwerp van architect Van Arkel. Deze omvat ook de eigen elektriciteitscentrale die ook het bedrijfspand aan de overzijde, aan de Grote Bickersstraat van stroom voorziet. In 1912 komt het tot een grondruil met de gemeente Amsterdam waardoor men het huurterrein aan het Westerdok in eigendom verwerft. In het interbellum is het bedrijf, evenals veel andere metaalbedrijven, conjunctuurgevoelig. Een verbreding van het productieassortiment met onder meer melkpompen, excenterpersen en cacaobonenspillen naast de oudere specialiteiten als pletwalsen en speculaasmachines verbreedt het draagvlak. De constante factor blijft de stoomtechniek en op het gebied van de ketelbouw is Jonker toonaangevend in Nederland, met diverse octrooien als de Jonker-C.W. Ketel, inclusief vliegasvanger, vliegasterugvoerinrichting en stoomdroger naar eigen octrooi, in samenwerking met prof. Ter Linden. Met Ter Linden werkt men verder samen aan stofvangers en olie- en waterafscheiders. In 1941 levert men de 1700ste stoomketel. Laatste decennia Jonker blijft lang een familiebedrijf, maar uiteindelijk komt ook een 'buitenstaander' in de directie. Ondertussen kampt men op de aloude bedrijfslocatie in hartje Amsterdam met ruimteproblemen en toegankelijkheid. In 1964 wordt een terrein te Stavoren voor een filiaal aangekocht maar voordat dit goed en wel klaar is volgt in 1966 een fusie met branchegenoot DuCroo. Deze zit aan de Westhaven, ruim in het jasje maar kampt met personeelsgebrek. Jonker produceert met succes apparatuur voor de (petro)chemische industrie, DuCroo kwakkelt. Met de verhuizing van Jonker komt een einde aan ruim 150 jaar ijzerbedrijvigheid op Bickerseiland. De 100 personeelsleden van Jonker in Amsterdam kunnen zo aan de slag bij DuCroo, de 59 personeelsleden in Stavoren zijn bij de fusie onderdeel van de overeenkomst. De oude opstallen brengen f 1,5 miljoen in het laatje. Maar heel goed gaat het dan al niet met beide bedrijven. De nieuwe combinatie Jonker du Croo, sinds 1968 onderdeel van Hollandia Kloos, wordt in 1983 gesloten, in 1984 volgt faillissement. De sluiting betekent ontslag voor alle 189 werknemers. Wetenswaardigheden De fabriek was bekend door het houten beeld van een reus dat ruim een eeuw boven de ingang is gesteld. De oorsprong van dit beeld ligt veel verder terug in de tijd. In 1951 is deze 'Reus van het Bickerseiland' zodanig aangetast door de tand des tijd dat de fabriekstimmerman D. Rijnsdorp een replica maakt. Na wat omzwerven kwam het beeld in 2011 terug naar Amsterdam om een plaats te krijgen op de Touwslagerstraat. Het bij het brede publiek meest bekende product is ongetwijfeld de 19 meter hoge baggertoren voor de zoektocht naar de schat van de Lutine die in 1934 wordt geleverd. Het voormalige fabrieksgebouw op de Grote Brickersstraat 2-4 is sind 2018 omgevormd tot een woningblok. Ervoor ligt het Hendrik Jonkerplein. Voormalig Nederlands bedrijf Economie in Amsterdam Machinefabriek Geschiedenis van Amsterdam
Beginperiode Midden 18e eeuw vestigde de smid en slotenmaker Lucas Jonker uit Vriezenveen in Amsterdam waar hij ingeschreven wordt in het smidsgilde. Zoon Hendrik krijgt in 1806 een vestigingsvergunning als smid. Hij wordt in 1821 opgevolgd door een zoon die een scheepssmederij heeft waar vuurhaarden en scheepskombuizen worden vervaardigd. Rond 1830 ontstaat de firma Hk. Jonker en Zn. die in 1834 de ankersmederij op de Wittenburgergracht verwerft. Hun scheeps- en ankersmederij groeit uit tot een machinefabriek mede door het aangaan van een compagnonschap met Johann Heinrich Willem Berges, in 1861, onder de firma Berges en Jonker. In 1868 gaan de Jonkers verder met een plaatsgenoot, Hendrik Everhard Suyver, voormalig ketelmakersbaas bij De Atlas. Ook deze combinatie houdt niet heel lang stand: in 1877 scheiden de wegen: Suyver gaat zelfstandig verder, de Jonkers gaan verder onder de oude naam Hk. Jonker en Zn. onder welke naam het bedrijf lang bekend blijft.
1
slotenmaker, slotenservice, sleutelmaker
6,037
FollowAction
2289442
https://nl.wikipedia.org/wiki/Luxemburgisme
Luxemburgisme
Luxemburgisme (ook geschreven als Luxembourgisme) is een specifieke revolutionaire theorie binnen het marxisme, gebaseerd op de geschriften van Rosa Luxemburg. Volgens M. K. Dziewanowski werd de term oorspronkelijk bedacht door bolsjewistische leiders die de afwijkingen van Luxemburgs volgelingen van traditioneel leninisme veroordeelden, maar het werd sinds dan geadopteerd door haar volgers zelf. Luxemburgisme is een libertarisch socialistische interpretatie van marxisme dat, terwijl het de Russische Revolutie steunde, zoals Rosa Luxemburg deed, het eens is met haar kritiek op de politiek van Lenin en Trotski; ze zag niet hun concept van "democratisch centralisme" als democratie. Socialisme Communisme Marxisme
Luxemburgisme (ook geschreven als Luxembourgisme) is een specifieke revolutionaire theorie binnen het marxisme, gebaseerd op de geschriften van Rosa Luxemburg. Volgens M. K. Dziewanowski werd de term oorspronkelijk bedacht door bolsjewistische leiders die de afwijkingen van Luxemburgs volgelingen van traditioneel leninisme veroordeelden, maar het werd sinds dan geadopteerd door haar volgers zelf.
1
volgen, connectie, updates
9,904
TextDigitalDocument
2284311
https://nl.wikipedia.org/wiki/Openbox
Openbox
Openbox is een lichtgewicht en vrije windowmanager voor Unix-achtige besturingssystemen waaronder Linux, BSD en Solaris. OpenBox, dat geschreven werd in de programmeertaal C, wordt ontwikkeld door Dana Jansens. Openbox wordt vrijgegeven onder de GPL, waardoor het vrije software en opensourcesoftware is. De laatste versie is 3.6.1 en kwam uit op 1 juli 2015. Openbox is oorspronkelijk een fork van Blackbox, een windowmanager geschreven in C++. Vanaf versie 3.0 maakt Openbox geen gebruik meer van Blackbox-code en werd Openbox volledig herschreven in C. Gebruik Openbox kan in combinatie met de desktopomgevingen LXDE, GNOME en KDE gebruikt worden. Het kan echter ook apart gebruikt worden. Dit wordt onder meer gedaan in ArchBang. Configuratie De configuratie van Openbox gebeurt aan de hand van tekstbestanden, die zich in ~/.config/openbox bevinden. Deze tekstbestanden zijn menu.xml en rc.xml. Ze kunnen bewerkt worden met elke teksteditor, maar ook met ObConf, een GUI voor deze tekstbestanden. Openbox ondersteunt thema's en aangepaste pictogrammencollecties. Thema's voor Openbox krijgen de bestandsextensie obt. Zie ook Fluxbox Externe links Projectpagina Changelog Opensourcesoftware en vrije software Software geschreven in C Windowmanager
De configuratie van Openbox gebeurt aan de hand van tekstbestanden, die zich in ~/.config/openbox bevinden. Deze tekstbestanden zijn menu.xml en rc.xml. Ze kunnen bewerkt worden met elke teksteditor, maar ook met ObConf, een GUI voor deze tekstbestanden. Openbox ondersteunt thema's en aangepaste pictogrammencollecties. Thema's voor Openbox krijgen de bestandsextensie obt.
3
tekstbestand, digitaal document, tekstdocument
5,381
LiteraryEvent
19872
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kinderboekenweek
Kinderboekenweek
De Kinderboekenweek is sinds 1955 een jaarlijks terugkerende campagne ter promotie van het kinderboek geschreven in de Nederlandse taal. De jaarlijkse periode, met een duur van tien dagen, wordt georganiseerd door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB). Aan iedere Kinderboekenweek wordt een bepaald thema toegewezen. Tijdens de Kinderboekenweek vinden diverse activiteiten plaats. Zo geven participerende boekwinkels bij besteding van een bepaald bedrag aan kinderboeken (sinds 2018 € 12,50, vanaf 2023 € 13,50) het Kinderboekenweekgeschenk. Tevens is het Prentenboek van de Kinderboekenweek te koop, wordt er een lied uitgebracht door Kinderen voor Kinderen en wordt een gedicht aangewezen als officieel gedicht van de Kinderboekenweek. Verder worden er prijzen uitgereikt, waaronder de Gouden en Zilveren Griffels, en worden er onder andere lespakketten en lijsten met thematitels samengesteld voor in het onderwijs. De week wordt doorgaans afgetrapt met het Kinderboekenbal. Geschiedenis De Kinderboekenweek is een afgeleide van de eerder opgezette Boekenweek. In 1930 werd de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB), later Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, opgericht door boekverkopers en uitgevers als onderdeel van de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB). In datzelfde jaar organiseerde CPNB de 'Dag van het Boek' om de verkoop van boeken te stimuleren. Twee jaar later, in 1932, werd de Dag van het Boek veranderd in de Boekenweek. Nadat in 1954 voor het eerst een verkiezing plaatsvond voor het 'Kinderboek van het Jaar' (gewonnen door An Rutgers van der Loeff met haar boek Lawines Razen), werd deze verkiezing een jaar later door CPNB veranderd in de eerste Kinderboekenweek. Tijdens deze eerste editie in 1955 kreeg men bij de aanschaf van een kinderboek een geschenk cadeau: een poster van een lezende clown. In latere jaren volgden diverse soorten geschenken (waaronder een spel en een poppenkast); pas vanaf 1962 ontstond het gebruik om ieder jaar een kinderboek als Kinderboekenweekgeschenk te geven. Keesje Kruimel van Hans Dijkhuis was het eerste kinderboek dat volgens deze traditie werd geschonken. In 1965 ontstond het gebruik om de Kinderboekenweek een jaarlijks thema te geven. Het thema van dat jaar was 'Kind en de dierenwereld'. De jaarlijkse uitreiking van de prijs voor het Kinderboek van het Jaar werd in 1971 vervangen door de Gouden Griffel en Zilveren Griffel. Deze tijdens de Kinderboekenweek door CPNB uitgereikte prijzen behoren tot de belangrijkste literatuurprijzen voor de Nederlandstalige jeugdliteratuur. Later zijn daar nog meer prijzen bijgekomen, waaronder de Vlag en Wimpel (sinds 2022 de Bronzen Griffel) en de Gouden en Zilveren Penselen (vanaf 1973). De Gouden en Zilveren Zoen (tussen 2010 en 2018 de Gouden Lijst), zijn vanaf 2019 opgegaan in de Griffels als een aparte categorie. Vanaf 1983 verschijnt er tijdens de Kinderboekenweek ook een speciaal op kleuters gericht Prentenboek van de Kinderboekenweek. Het eerste prentenboek was Vertel me een verhaaltje door Per en Gisela Ekholm. Sinds 2012 wordt er door Kinderen voor Kinderen ieder jaar een lied gemaakt dat bij het thema van de Kinderboekenweek van dat jaar past. De eerste single met de titel Hallo Wereld werd uitgebracht voor het goede doel My Book Buddy. Vanaf 2020 wordt een dichter gevraagd een gedicht voor de Kinderboekenweek te schrijven. Het eerste gedicht Alles op zijn tijd werd geschreven door Hans Kuyper. In 2020 kon het Kinderboekenbal niet doorgaan vanwege coronamaatregelen. In 2021 kreeg het Kinderboekenbal een alternatieve variant in de Gouden Kinderboekenborrel. In 2022 werd het Kinderboekenweekgeschenk (Waanzinnige boomhutverhalen) voor het eerst geschreven door twee buitenlandse auteurs; Andy Griffiths en Terry Denton uit Australië. Organisatie De Kinderboekenweek wordt georganiseerd door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB). Deze stichting zonder winstoogmerk is het marketingcommunicatie- en pr-bureau van de boekensector. Inkomsten, - die onder andere worden aangewend voor de organisatie van de Kinderboekenweek - komen voort uit bijdragen van de convenantpartners Vereniging van Openbare Bibliotheken, de Groep Algemene Uitgevers en de Koninklijke Boekverkopersbond, evenals campagneopbrengsten en bijdragen van sponsoren. DPG Media en Kinderen voor Kinderen zijn vaste partners in de organisatie van de Kinderboekenweek. Verder wordt samengewerkt met vertegenwoordigers uit de bibliotheekwereld, het onderwijs, schrijvers, boekverkopers, uitgevers, culturele instellingen en sponsoren. Activiteiten De Kinderboekenweek beleeft een officiële start op woensdagochtend (de eerste dag van de campagne) op een school in het land (vanaf 2019). De auteur, de illustrator en de dichter van de Kinderboekenweek evenals de winnaars van de Kinderjury worden in het zonnetje gezet. Kinderen voor Kinderen, sinds 2012 partner van de Kinderboekenweek, verzorgt een optreden. Behalve boekhandels besteden bibliotheken extra aandacht aan lezen en organiseren vaak diverse activiteiten voor kinderen rond de Kinderboekenweek. Tijdens de Kinderboekenweek treden veel schrijvers en illustratoren op in boekhandels, bibliotheken en scholen. Deze optredens worden geregeld door de Schrijverscentrale. Naast de vaste onderdelen vinden er doorgaans speciale activiteiten, evenementen of optredens plaats door het hele land, zoals de mede door sponsor NS georganiseerde kinderboekenruil op verschillende stations in Nederland. Vaste onderdelen van de Kinderboekenweek zijn: Jaarthema Sinds 1962 heeft iedere Kinderboekenweek een eigen thema. Was dit van 1962 tot 1964 nog de titel van het Kinderboekenweek-boek, in 1965 werd er een echt thema (Kind en de dierenwereld) gekozen. De meeste activiteiten, publicaties en producties worden tijdens de campagne aan dit thema gekoppeld. Vaak wordt het thema aangeduid met een motto. Het jaarthema van de Kinderboekenweek is sinds 2012 ook de titel van het Kinderen voor Kinderen-album dat vaak in of rond de Kinderboekenweek uitkomt. Kinderboekenweekgeschenk en prentenboek Bij besteding vanaf een bepaald minimumbedrag in de boekhandel aan kinderboeken wordt het Kinderboekenweekgeschenk - een vooraf aangewezen kinderboek - weggegeven. Een aangewezen prentenboek, met als voornaamste doelgroep kleuters, is tegen gereduceerd tarief te koop. Lied en gedicht Kinderkoor Kinderen voor Kinderen produceert een lied dat past bij het thema van het betreffende jaar. Ook wordt een gedicht aangewezen als 'het' gedicht van de Kinderboekenweek. Prijsuitreiking De Gouden, Zilveren en Bronzen Griffels (beste kinderboeken binnen vijf categorieën van het voorgaande jaar) en de Gouden en Zilveren Penselen (beste prentenboeken van het voorgaande jaar) worden uitgereikt. Vanaf 2004 is dit doorgaans tijdens het Kinderboekenbal. Het Kinderboekenbal De Kinderboekenweek wordt geopend met het Kinderboekenbal, een feestelijke bijeenkomst voor boekhandelaren, uitgevers, journalisten, schrijvers en illustratoren. Lespakket en thematitels Op basisscholen wordt er veel aandacht aan de Kinderboekenweek besteed. Ieder jaar maakt de CPNB het officiële lespakket voor het basisonderwijs, met daarin ook bijdragen van educatieve uitgevers. Scholen bestellen dit pakket in het voorjaar bij de boekhandel evenals de twintig boeken (thematitels, voorheen kerntitels) die dat jaar centraal staan en die de basis vormen van de lessen. Verder bevat het lespakket onder andere online dans- en zanginstructies van Kinderen voor Kinderen. In het pakket bevindt zich ook de voorleesgids, met daarin boekentips voor ouders, verzorgers en leerkrachten van jongere kinderen, en de Kinderboekenweekkrant, met boekentips en -weetjes voor kinderen, ouders en leerkrachten. Deze laatste twee publicaties zijn ook op andere locaties, zoals boekhandels, verkrijgbaar. Edities Kinderboekenweken vanaf 2004 Kinderboekenweken vóór 2004 2003: "Diep in het bos... Van Ko de boswachter tot Roodkapje en Robin Hood" 2002: "Ay ay kapitein!" - Boeken over boten 2001: "Woensdagmiddag" - Lees over je hobby 2000: "Driftkikkers, feestvarkens en andere boekenhelden" 1999: "Van @penstaartje tot apenkooi" - verhalen over school 1998: "Van rijm tot rap" - versjes, liedjes, gedichten 1997: "De Tijdmachine" - terug naar toen 1996: "Heksenketel" 1995: "Beestenbende" 1994: "In het holst van de nacht" 1993: "Vriendjes, maatjes, kameraadjes" 1992: "Land in ziiicht!" 1991: "Huizen in boeken" 1990: "Boeken horen bij je" 1989: "Kijk verder dan je neus lang is - Over uitvindingen en ontdekkingen" 1988: "Duizend dingen achter deuren - Kinderen, boeken en musea" 1987: "Die van hiernaast en van de overkant - Kinderen en boeken in Europa" 1986: "Boeven" 1985: "Dieren" 1984: "Als ik later groot ben" 1983: "Spelen met woorden" 1982: "Reizen" 1981: "Je eigen tijd" 1980: "Leesgoed. Bloemlezing uit Nederlandse Kinderboeken. Voor kinderen tot 12 jaar". maart 1980: als "Boek van de Maand", verhalen en versjes uit de periode 1945-1980, met prenten van Nederlandse tekenaars, ISBN 90 70066 26 2 1980: "Alle spiegels toverspiegels?" 1979: "Je weet niet wat je ziet" 1978: "Stad en land" 1977: "Wat je droomt ben je zelf" 1976: "Je eigen taal" 1975: "De wereld om je heen" 1974: "Héé, neem een boek mee" 1973: "Lekker letters vreten" 1972: "De hele wereld in een boek" 1971: "Stap door de Boekenpoort" 1970: "Kind en natuur" 1969: "Kind en theater" 1968: "Lezen en doen" 1967: "Kinderen in andere landen" 1966: "Kind en fantasie" 1965: "Kind en de dierenwereld" 1964: "De blauwe boekanier" (titel van boek) 1963: "Viermaal J en Janus" (titel van boek) 1962: "Keesje Kruimel" (titel van boek) Trivia In Delft is er de Boekenbende, een gratis kinderboekenfestival. Tot 2016 vond er in Den Haag rond de Kinderboekweek de jaarlijkse Kinderboekenmarkt in oktober plaats. In Haaren worden sinds jaar en dag activiteiten georganiseerd in Kasteel Nemerlaer door kasteelvrouwe en (kinderboeken)schrijfster Carole Vos onder de noemer Oktober Kinderboekenmaand. (Niet te verwarren met de christelijke Kinderboekenmaand.) Zie ook Prijs van de Jonge Jury Prijs van de Nederlandse Kinderjury Jeugdboekenmaand Kinderboekhandel Kinderboekenmuseum Externe link Officiële website Kinderboekenweek Evenement in Nederland Kinderevenement
Trivia In Delft is er de Boekenbende, een gratis kinderboekenfestival. Tot 2016 vond er in Den Haag rond de Kinderboekweek de jaarlijkse Kinderboekenmarkt in oktober plaats. In Haaren worden sinds jaar en dag activiteiten georganiseerd in Kasteel Nemerlaer door kasteelvrouwe en (kinderboeken)schrijfster Carole Vos onder de noemer Oktober Kinderboekenmaand. (Niet te verwarren met de christelijke Kinderboekenmaand.)
1
literair evenement, boekenfestival, schrijversbijeenkomst
10,793
EmployerAggregateRating
71292
https://nl.wikipedia.org/wiki/Personeelsbeleid
Personeelsbeleid
Personeelsbeleid is een onderdeel van het organisatiebeleid, namelijk het deel dat direct betrekking heeft op het personeel. Personeelsbeleid is het geheel van maatregelen gericht op arbeid dat helpt de organisatiedoelstellingen te verwezenlijken. Andere gebruikte termen voor personeelsbeleid zijn personeelsmanagement en humanresource(s)management, hoewel de laatste eigenlijk een totaal ander concept is. Ook wordt wel de term personeel- en organisatiebeleid gebruikt. Geschiedenis In de loop der eeuwen heeft personeelsbeleid zich steeds ontwikkeld. Personeelsbeleid wordt met name bepaald door de concrete omstandigheden en vraagstukken waarmee arbeidsorganisaties in een bepaalde periode geconfronteerd worden. De ontwikkeling van personeelsbeleid volgt de politieke, technologische, maatschappelijke en economische ontwikkelingen. In (onder andere) Nederland en België kan de volgende opeenvolging van theorieën en ideeën herkend worden: paternalisme (ca. 1865, pre-industriële revolutie). Deze tijd kenmerkt zich door: de mens is een onmondig wezen dat beschermd dient te worden; weinig oog voor sociale aspecten; werknemer krijgt geen eigen verantwoordelijkheden; werkgever waakt over zijn werknemer door middel van woningbouw, sociale- en geneeskundige zorg; werknemer is eigendom van de werkgever; wisselende arbeidsomstandigheden en willekeur wegens het ontbreken van duidelijke criteria. wetenschappelijke bedrijfsvoering (ca. 1910, Bijvoorbeeld: Ford). Deze tijd kenmerkt zich door: ver doorgevoerde taaksplitsing; scheiding van uitvoerende en beheersmatige werkzaamheden; wetenschappelijk berekende werkmethodes; veel controle van bovenaf; werknemer wordt gezien als verlengstuk van de machine; hard werken, maar minder willekeur door de komst van de (machine)bureaucratie. human relations (ca. 1945). Deze tijd kenmerkt zich door: men ontdekte het belang van de sociale relaties tussen mensen; geef de werknemer aandacht; erkenning van informele relaties en groepen; mensen werken niet alleen maar voor geld. revisionisme (ca. 1950). Er wordt evenwicht gezocht tussen de humanrelationsstroming en de wetenschappelijke-bedrijfsvoeringsmethode. Deze tijd kenmerkt zich door: aandacht voor alternatieve vormen van arbeidsindeling/ werkstructurering; scheiding tussen denken en doen vervalt; alles wat met personeel te maken heeft komt bij personeelszaken terecht; meer aandacht voor medezeggenschap; het besef dat personeelsbeleid belangrijk is. institutionalisme (ca. 1970). Deze tijd kenmerkt zich door: economische groei; bedrijven worden instituten (multinationals); maatschappelijke verantwoording; sterke medezeggenschap; hippies (afzetten tegen de wereld). contigentiefase (ca. 1980). Deze tijd kenmerkt zich door: economische crisis; flexibiliteit: snel inspelen op veranderingen (tijdelijk dienstverband + flexwerkers). humanresourcesmanagement (vanaf de jaren 90). Deze tijd kenmerkt zich door: personeelsbeleid terug naar de lijn (managers/teamleiders). In velerlei opzichten lopen de ontwikkelingen in Nederland en België achter op eerder geïndustrialiseerde landen zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Dat betekent dat sommige ideeën die daar werden geboren, met enige vertraging in Nederland en België invoering vonden. Vóór circa 1870 is er eigenlijk geen sprake van personeelsbeleid. In de periode vóór 1870 vond arbeid in Nederland en België voornamelijk plaats in kleinschalige productiebedrijven of thuis. Deze arbeid was voornamelijk ambachtelijk van aard. Kenmerken van deze arbeidsrelatie waren: De werknemer kent een grote mate van autonomie in zijn werk; De werknemer kan zelf zijn werkmethoden bepalen; De werknemer beheerst het productieproces in zijn totaliteit; De relatie werkgever-werknemer heeft een meester-gezelkarakter: De meester neemt de volledige verantwoordelijkheid voor zijn ondergeschikte; De gezel onderschikt zich volledig; De relatie wordt beheerst door traditionele normen, zonder dat deze van buitenaf afgedwongen worden. Aandachtsgebieden Aandachtsgebieden van personeelsbeleid zijn onder andere: Instroom van personeel (werving en selectie) Uitstroom van personeel (ontslag) Functiemanagement (functiebeschrijvingen, functiewaardering) Ontwikkeling van personeel (o.a. functioneringsgesprekken, personeelsbeoordeling, opleidingen, competentiemanagement) Kaderontwikkeling Beloningsbeleid en arbeidsvoorwaardenbeleid Arbeidsomstandigheden Verzuimbegeleiding en gezondheidsbeleid Zie ook Personeelsinformatiesysteem Externe links Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling www.output.nl Output, Vereniging voor (academisch geschoolde) humanresourcesprofessionals Humanresourcemanagement
Functiemanagement (functiebeschrijvingen, functiewaardering) Ontwikkeling van personeel (o.a. functioneringsgesprekken, personeelsbeoordeling, opleidingen, competentiemanagement) Kaderontwikkeling Beloningsbeleid en arbeidsvoorwaardenbeleid Arbeidsomstandigheden Verzuimbegeleiding en gezondheidsbeleid
1
arbeidsrelatiescore, werkcultuurwaardering, personeelsbeoordeling
11,835
WorkersUnion
5250386
https://nl.wikipedia.org/wiki/Associazioni%20Cristiane%20Lavoratori%20Italiani
Associazioni Cristiane Lavoratori Italiani
De Associazioni Cristiane Lavoratori Italiani (ACLI) is een Italiaanse christelijke werknemersorganisatie. (APS). Historiek De organisatie werd opgericht in 1944 op initiatief van Achille Grandi, die tevens de eerste voorzitter was. De ACLI was vanaf 1947 in samenwerking met het Algemeen Christelijk Werknemersverbond (ACW) ook actief in België naar aanleiding van de Italiaanse arbeidsmigratie. Uit deze samenwerking ontstonden vijf 'patronati' die de Italiaanse migranten bijstonden met administratieve en sociale zaken. Later richtte de organisatie verschillende locale 'circoli' op, waaronder in La Louvière, Waterschei-Zwartberg, Houthalen, Zolder, Koersel, Beverlo (allen 1954), Maasmechelen (1958) en Winterslag (1959). Vanaf 1947 gaf de organisatie tevens het ledenblad Sole d'Italia uit. Structuur Bestuur Externe link Officiële website Katholieke vereniging in Italië Christendemocratie in Italië Non-profitorganisatie
De Associazioni Cristiane Lavoratori Italiani (ACLI) is een Italiaanse christelijke werknemersorganisatie. (APS).
1
vakbond, werknemersorganisatie, arbeidsunie
4,733
FMRadioChannel
3611699
https://nl.wikipedia.org/wiki/TV%20Enschede%20FM
TV Enschede FM
TV Enschede FM (Merknaam van de Stichting Omroep Enschede) is een Nederlandse lokale omroep in de gemeente Enschede. De omroep startte op 1 januari 2008 als opvolger van de Stichting Lokale Omroep Enschede in 2007. De merknaam TV Enschede FM is een samentrekking van het televisiekanaal TV Enschede en het radiokanaal Enschede FM. De omroep is zowel in 2011 als in 2012 door de OLON uitgeroepen tot Beste Lokale omroep van Nederland. De omroep werkt naast eigen samen met verschillende andere lokale omroepen in Twente onder het samenwerkingsverband RMC Twente. TV Enschede TV Enschede FM zendt de gehele week uit via het televisiekanaal TV Enschede. Elke avond om 18.00 wordt de kijker op de hoogte gebracht van het laatste nieuws uit Enschede via het TV Enschede Nieuws. Televisieprogramma's van TV Enschede zijn het politieke programma 053 (gepresenteerde compilatie van de afgelopen radio-uitzending op maandag), en het ondernemersprogramma Durf! (live vanuit Hogeschool Saxion en het ROC van Twente). Verder gebruikt de omroep zijn televisiekanaal voornamelijk voor het uitzenden van meerdelige televisieseries over actualiteiten in de regio van Enschede. Enschede FM Naast een televisiekanaal beheert de omroep ook de radiozender Enschede FM. Hierop maakt de omroep radio-uitzendingen die te ontvangen zijn via de ether, kabel en internet. De uitzendingen worden verzorgd vanuit 2 moderne radiostudio's in het pand op het Roombeek in Enschede. Eigen programmering Eigen programma's van de omroep, die specifiek voor en door Enschede FM zelf zijn geproduceerd, worden uitgezonden in het gehele weekend en doordeweeks tussen 6 uur 's avonds tot middernacht. Deze uitzendingen zijn alleen te volgen op de eigen ether-, kabel- en internetkanalen van de omroep. Programmering RMC Twente Op Enschede FM wordt doordeweeks in het tijdslot van 12 uur 's nachts tot 6 uur 's avonds de gezamenlijke programmering van het RMC-Twente (Regionaal Mediacentrum Twente) uitgezonden. De uitzendingen die worden gemaakt vanuit de studio's in Enschede zijn vervolgens te horen op alle lokale omroepen in Twente die aangesloten zijn bij het RMC Twente. Via een automatisch uitzendsysteem wordt vervolgens elke omroep nog apart voorzien van zijn eigen lokale nieuws, vormgeving en overige items, die per omroep allemaal op elkaar afgestemd zijn. Bekende gezichten en stemmen In de loop van de jaren heeft de omroep (inclusief zijn voorganger) verscheidende – inmiddels landelijk bekende – gezichten en stemmen een plek geboden in zijn programmering, die later door zijn gestroomd naar een landelijke of regionale omroep: Thomas van Vliet (presentator NPO Radio 1) Thijs Maalderink (dj NPO Radio 2) Elger van der Wel (techjournalist NOS) Jurre Bosman (zendermanager NPO Radio 2 en NPO Radio 5) Martijn Biemans (radiopresentator Radio 538, voorheen Kink FM) Marisa Heutink (WNL/NPO Radio 2, RTV Oost) Marcel Spijkerman (RTV Oost) Inga Tjapkes (RTV Oost) Voorgaande lijst is vooralsnog incompleet. Externe link Officiële website Referenties Enschede Media in Overijssel Cultuur in Enschede
TV Enschede FM (Merknaam van de Stichting Omroep Enschede) is een Nederlandse lokale omroep in de gemeente Enschede. De omroep startte op 1 januari 2008 als opvolger van de Stichting Lokale Omroep Enschede in 2007. De merknaam TV Enschede FM is een samentrekking van het televisiekanaal TV Enschede en het radiokanaal Enschede FM.
1
FM-radio, FM-zender, radiokanaal