id
int64 1
12.6k
| class_label
stringclasses 634
values | wiki_id
stringlengths 2
7
| wiki_url
stringlengths 32
160
| wiki_title
stringlengths 1
102
| wiki_full_text
stringlengths 62
295k
| context_paragraph
stringlengths 5
17.4k
⌀ | keyword_count
int64 0
21
| keywords_used
stringlengths 14
77
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
10,593 |
WorkersUnion
|
4576531
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Philippe%20Martinez
|
Philippe Martinez
|
Philippe Martinez (1 april 1961) is een Franse vakbondsman en sinds 2015 secretaris-generaal van de CGT.
Levensloop
Hij werd geboren in een banlieue van Parijs. In 1982 ging hij als monteur aan de slag bij Renault Boulogne-Billancourt.. Aldaar werd hij actief binnen de FTM-CGT, de centrale van de metaalarbeiders. In 2008 werd hij verkozen tot algemeen secretaris van deze vakbondscentrale.
In 2015 werd hij met 93,4% van de stemmen verkozen tot secretaris-generaal van de CGT. Hij speelde een belangrijke rol in het Franse protest tegen de hervormingen van de arbeidswetgeving door Manuel Valls.
Frans vakbondsbestuurder
Frans socialist
|
Philippe Martinez (1 april 1961) is een Franse vakbondsman en sinds 2015 secretaris-generaal van de CGT.
| 1 |
vakbond, werknemersorganisatie, arbeidsunie
|
11,932 |
ChooseAction
|
14905
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wouter%20Bos
|
Wouter Bos
|
Wouter Jacob Bos (Vlaardingen, 14 juli 1963) is een Nederlands voormalig politicus en bestuurder. Hij was minister van Financiën en vicepremier in het kabinet-Balkenende IV. Voorts was hij van 2002 tot 2010 politiek leider van de Partij van de Arbeid (PvdA).
Jeugd en maatschappelijke carrière
Wouter Bos groeide op in Odijk, in een protestants-christelijk, politiek geëngageerd gezin. Zijn vader, Jone Bos, was ambassadeur in Ethiopië en Soedan en zendeling in Nederlands-Indië geweest en was in 1964 medeoprichter van de interkerkelijke ontwikkelingsorganisatie ICCO.
Wouter Bos rondde in 1980, kort voor zijn zeventiende verjaardag, het gymnasium af op het Christelijk Lyceum Zeist. Vervolgens vertrok hij voor een jaar naar Engeland, waar hij als vrijwilliger werkzaam was bij de oecumenisch-christelijke jongerenorganisatie YMCA. In 1981 ging hij aan de Vrije Universiteit Amsterdam economie en politicologie studeren. In datzelfde jaar sloot hij zich aan bij de PvdA.
Nadat hij in 1988 cum laude zijn doctoraalexamen in beide studies had gehaald, begon hij een carrière bij Shell. Naar eigen zeggen deed hij dit omdat hij wilde weten wat hij 'in zijn mars had' en omdat hij vond dat 'links Nederland' het bedrijfsleven niet moest overlaten aan 'rechts Nederland'. In diverse advies- en managementfuncties was hij binnen deze grote oliemaatschappij werkzaam, in achtereenvolgens Pernis, Rotterdam, Boekarest, Hongkong en Londen.
Politieke carrière
Kamerlid en staatssecretaris (1998-2002)
Bos werkte tot maart 1998 bij Shell. Hij liep vervolgens stage bij het Kamerlid Rick van der Ploeg en stelde zich kandidaat voor de Tweede Kamerverkiezingen. Met Van der Ploeg en staatssecretaris van Financiën Willem Vermeend voerde Bos campagne. Onder de naam Polderboys werden onder meer colleges op universiteiten gegeven.
Op 19 mei 1998 werd Bos Tweede Kamerlid voor de PvdA. Hij werd woordvoerder belastingen voor zijn fractie en hield zich tevens bezig met economische zaken. Op 24 maart 2000 volgde hij Vermeend op als staatssecretaris van Financiën onder minister Gerrit Zalm in Paars II. In deze functie liet hij onder andere onderzoek doen naar de mogelijke voordelen van een vlaktaks, onder andere omdat die 'minder verstoringen op de arbeidsmarkt en de kapitaalmarkt' zou geven. Ook maakte hij een koppeling tussen de vlaktaks en het basisinkomen. Na de Tweede Kamerverkiezingen 2002, waarbij de PvdA terugviel van 45 naar 23 zetels, keerde Bos terug als Kamerlid. Voor zijn fractie werd hij de woordvoerder voor volksgezondheid en inkomensbeleid.
Direct na de verkiezingen van mei 2002 maakte Bos al zijn ambitie openbaar om de nieuwe fractievoorzitter te worden. In eerste instantie werd echter de meer ervaren politica Jeltje van Nieuwenhoven aangewezen om als waarnemend fractievoorzitter de teruggetreden Ad Melkert op te volgen. Toen het Kabinet-Balkenende I in het najaar van 2002 viel, mochten de leden van de PvdA de lijsttrekker kiezen in een intern referendum en stelde Bos zich beschikbaar. Op 12 november 2002 werd hij met ruime meerderheid gekozen tot lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen 2003, wat hem ook meteen partijleider maakte.
Bos' opmerking dat hij na de verkiezingen geen premier wilde worden maar Tweede Kamerlid wilde blijven, kwam hem op veel kritiek te staan omdat politieke tegenstanders vonden dat hij daarmee zijn verantwoordelijkheid zou ontlopen. Als kandidaat-premier droeg Bos Job Cohen, burgemeester van Amsterdam, voor. Mede door zijn charisma slaagde Bos erin de PvdA een nieuw gezicht te geven en bij de verkiezingen maakte de PvdA het forse verlies van een jaar eerder vrijwel geheel goed. Formatiegesprekken met het CDA van Jan Peter Balkenende mislukten echter waardoor de PvdA met fractievoorzitter Bos in de oppositiebanken kon plaatsnemen.
Fractievoorzitter (2003-2007)
Na de installatie van het kabinet-Balkenende II werd Wouter Bos oppositieleider. Zo liep hij in oktober 2004 vooraan tijdens de grote demonstratie op het Museumplein tegen het kabinet Balkenende. De PvdA werd in de peilingen al snel de grootste partij van Nederland.
Op 10 december 2005 kondigde Bos tijdens een PvdA-congres aan dat hij na de eerstvolgende verkiezingen beschikbaar is als premier van Nederland, mocht de PvdA in die positie komen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 boekte de PvdA in vrijwel elke gemeente winst. Hoewel dit lokale verkiezingen waren, werd de winst grotendeels aan Bos toegeschreven. In landelijke politieke peilingen schommelde de partij op dat moment al rond de 60 zetels, terwijl het CDA op dat moment tussen de 25 en 30 zetels stond. Toch was er zowel binnen als buiten de PvdA ook kritiek op het leiderschap van de politicus. Bos zou doorgaans weinig standpunten innemen en vaak geneigd zijn alle opties open te laten.
Op 28 april 2006 probeerde Bos zijn politieke visie uiteen te zetten tijdens een betoog op een conferentie over het thema vergrijzing. Hij omarmde hierbij het Scandinavische model als basis voor de toekomst van de Nederlandse verzorgingsstaat. Bos stelde dat het overheidsgeld doelmatiger gebruikt moest worden en pleitte voor meer geld naar onderwijs, onderzoek en innovatie, kinderopvang als basisvoorziening, het goedkoper maken van laagproductieve arbeid en versoepeling van het ontslagrecht. De studiefinanciering, de hypotheekrenteaftrek en de financiering van de AOW werden door hem ter discussie gesteld, omdat deze systemen uitgaan van een perverse solidariteit; armen die rijken subsidiëren.
Met name de stellingnames dat rijkere gepensioneerden moeten meebetalen aan de AOW en dat pensioenpremies voor de hoge inkomens niet meer aftrekbaar zijn van de belasting leidde tot forse kritiek, onder meer van oud-partijprominent Marcel van Dam. In de peilingen zakte de PvdA naar een niveau van ongeveer 45 zetels en Bos werd een schietschijf voor politici van andere partijen. In het verkiezingsprogramma dat in september 2006 verscheen, werden de plannen rond de fiscalisering van de AOW in een sterk afgezwakte vorm opgenomen.
In april 2006 verlangde Bos meer discipline van de Tweede Kamer-fractie. PvdA-politici moesten eerst overleggen met de afdeling voorlichting, voordat ze een interview mochten geven. Zo wilde Bos waarborgen dat de door de PvdA 'gewenste boodschap' werd uitgedragen. Deze strakke handelwijze werd Bos door een aantal fractiegenoten niet in dank afgenomen; het werd 'doorgeschoten paternalisme' genoemd.
Tweede Kamerverkiezingen 2006
Op 11 juli 2006 werd Bos door het bestuur van zijn partij aangewezen als lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen 2006. Dit zou via een ledenraadpleging worden bepaald, maar Bos was de enige die zich kandidaat had gesteld.
De gewijzigde standpunten van Wouter Bos over de AOW en later over onder meer de Armeense Genocide (in september werd kandidaat-Kamerlid Erdinç Saçan van de kandidatenlijst verwijderd omdat hij vond dat er geen sprake was van genocide, in november verklaarde Bos in een interview met Turkse media zelf dat er in juridische zin geen sprake was van genocide), maakten Bos' positie in de campagne aanvankelijk moeilijk. Met name de CDA-leiders Jan Peter Balkenende en Maxime Verhagen beschuldigden Bos ervan continu oneerlijk te zijn. Een opmerking van Bos op de website van de PvdA dat hij na de verkiezingen het liefste een coalitie van PvdA, VVD en GroenLinks zou zien, werd een dag later door Bos als 'grapje' afgedaan. De verkiezingen eindigden voor de PvdA teleurstellend: na een half jaar eerder nog op 60 zetels in de peilingen te hebben gestaan, haalde de PvdA in november slechts 33 zetels: een verlies van 9 ten opzichte van de verkiezingen drie jaar eerder.
Ondanks de verkiezingsnederlaag werd Bos daags na de verkiezingen door de nieuwe PvdA-fractie unaniem herkozen tot fractievoorzitter. Samen met Jacques Tichelaar schoof hij aan bij de kabinetsformatie onder leiding van CDA-prominent Herman Wijffels, die moest leiden tot een kabinet van de PvdA met het CDA en de ChristenUnie.
Op maandag 19 en 26 maart 2007 zond de VPRO in het programma Tegenlicht de tweedelige documentaire 'De Wouter Tapes' uit. Daarin wordt aan de hand van gesproken dagboeken die Bos insprak tussen november 2005 en februari 2007 en filmbeelden achter de schermen tijdens de verkiezingscampagne een indringend portret geschetst van de persoon Wouter Bos.
Minister (2007-2010)
Hoewel hij eerder had gezegd niet onder Jan Peter Balkenende in een kabinet te willen plaatsnemen, werd Bos op 22 februari 2007 toch beëdigd als minister van Financiën en vicepremier in het kabinet-Balkenende IV. Bos was de enige PvdA'er in het kabinet met regeringservaring en als vicepremier dacht hij beter leiding te kunnen geven aan het PvdA-smaldeel onder de bewindspersonen. In de formatie wist Bos voor elkaar te krijgen dat de voorgestelde liberalisering van huren werd teruggedraaid. Er kwam een pardonregeling voor asielzoekers en er zou worden geïnvesteerd in onderwijs en achterstandswijken. Het ontslagrecht zou niet worden versoepeld. Daarentegen hield het CDA een parlementair onderzoek naar de Nederlandse steun aan de invasie van Irak tegen, iets waar de PvdA zich eerder juist voor had uitgesproken. Ook werd onder andere afgesproken dat er geen aanpassing zou komen van de hypotheekrenteaftrek.
Samen met staatssecretaris van Financiën Jan Kees de Jager bracht Bos in 2008 een wet tot stand inzake belastingheffing bij excessieve beloningsbestanddelen. Als minister van Financiën kreeg hij in 2008 volop te maken met de Kredietcrisis. Nadat de Nederlandse overheid in september 2008 eerst een minderheidsaandeel van vier miljard in de in crisis verkerende bank Fortis had genomen, werd enkele dagen later duidelijk dat het Nederlandse deel van het bedrijf (bank- en verzekeringstak) werd overgenomen voor 16,8 miljard. Bos verklaarde dat de Nederlandse Staat alleen de "gezonde delen" van Fortis over had genomen, en dat deze delen vanaf dat moment "gevrijwaard zijn van besmetting." Met het geld dat de Nederlandse Staat voor de overname aan België betaalde konden de minder gezonde delen worden gesaneerd. Na overleg in Europees verband besloot Bos op 7 oktober de garantie voor particuliere rekeningen bij banken tijdelijk te verhogen naar 100.000 euro. Samen met Nout Wellink van De Nederlandsche Bank presenteerde hij een plan waarbij financiële ondernemingen aanspraak konden maken op kapitaal, om de balans te versterken. Nadat de ING Groep van deze regeling gebruik maakte, droeg Bos namens de staat twee vertegenwoordigers voor in de Raad van commissarissen van de ING: Lodewijk de Waal en Peter Elverding. In november 2008 stelde Bos zijn voorganger op Financiën Gerrit Zalm aan als nieuwe topman van Fortis.
Zijn door velen gewaardeerde rol in de kredietcrisis had tot gevolg dat Bos in december 2008 door de redactie van weekblad Elsevier werd uitverkozen tot Nederlander van het Jaar. Daarna werd hij zowel door de parlementaire pers, door de Kamerleden en in een opinieonderzoek uitgeroepen tot politicus van het jaar 2008.
Als politiek leider van de PvdA en vicepremier zegde Bos na overleg met fractievoorzitter Mariëtte Hamer en partijvoorzitter Lilianne Ploumen op 13 november 2008 het vertrouwen op in PvdA-minister voor Wonen, Wijken en Integratie Ella Vogelaar, die daarop besloot af te treden.
In de eerste maanden van 2010 moest Bos als partijleider en vicepremier voorzichtig manoeuvreren met het dossier-Uruzgan. Er lag immers de motie van de Tweede Kamer uit 2009 om de missie aldaar te stoppen per eind 2010, terwijl het CDA en de ChristenUnie openlijk verklaarden alle opties te willen bekijken, waaronder het eventueel aanhouden van enige vorm van militaire aanwezigheid in Uruzgan. De PvdA was het hier niet mee eens en wees op de belofte die het kabinet in 2007 had gedaan aan de Tweede Kamer om eind 2010 alle militairen uit Uruzgan terug te trekken. Daarom heeft Bos uiteindelijk een ultimatum gesteld aan de premier. Daarop is het conflict over Uruzgan in het kabinet openlijk geworden, wat heeft geleid tot een spoeddebat in de Tweede Kamer op donderdag 18 februari. Bos zei in de Tweede Kamer dat wat hem betreft het verzoek van de NAVO afgewezen moest worden, Balkenende wilde hier niet op ingaan omdat het onderwerp in het kabinet nog niet tot besluitvorming had geleid, en noemde dit prematuur. Na een lang laatste kabinetsberaad dat begon op vrijdagochtend, viel de zaterdag erop vroeg in de ochtend het kabinet-Balkenende IV.
Bos-belasting
Bos leek zijn naam te mogen geven aan de zogenaamde Bos-belasting. Het plan werkte als volgt: eenieder die na 1945 is geboren, gaat, wanneer hij naast zijn AOW een pensioen heeft van 18.000 euro of meer, meebetalen aan de AOW. Die meebetaling zou voorzichtig beginnen in 2011 met 52 euro per jaar, maar werd in de loop van 20 jaar meer, tot 950 euro per jaar in 2030. De nieuwe naam is de houdbaarheidsbijdrage.
Bij het schijventarief voor de IB wordt onderscheid gemaakt tussen belastingplichtigen die zijn geboren vóór 1946 (voor hen geldt de maatregel niet) en belastingplichtigen die zijn geboren na 1945. De maatregel behelst voor laatstgenoemden met ingang van 2011 dat de bovengrens van de tweede schijf maar voor 75% geïndexeerd wordt, zodat vergeleken met volledige indexatie de tweede schijf verkort wordt en de derde schijf verlengd. De houdbaarheidsbijdrage gaat enigszins in de richting van fiscalisering van de AOW. In 2011 is de effectieve houdbaarheidsbijdrage slechts maximaal 9 euro op jaarbasis ((24,05% - 15,20%) x (€ 33.485 - € 33.436) = € 8,75). In 2012 is de maximale bijdrage (24,05% - 15,20%) x (€ 34.055 - € 33.863) = € 33,60 op jaarbasis voor inkomens vanaf € 34.055. Inkomens onder de € 33.863 merken dit jaar nog niets.
Terugtrekking als politiek leider
Op 12 maart 2010 maakte Wouter Bos in een persconferentie bekend dat hij de landelijke politiek vaarwel zegt. Hij wil meer tijd besteden aan zijn gezin en zal daarom niet terugkeren in de Tweede Kamer.
Op deze persconferentie vertelde Bos dat hij Job Cohen zag als zijn opvolger. Naar eigen zeggen had hij al sinds 2007 met Cohen gesprekken hierover gevoerd. Cohen gaf diezelfde middag een persconferentie over zijn kandidatuur als lijsttrekker van de Partij van de Arbeid. Op het partijcongres van 25 april 2010 nam Bos afscheid als politiek leider van de partij.
Informateur
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 werd Bos aangezocht om als informateur samen met VVD-minister Henk Kamp de vorming van een nieuw kabinet voor te bereiden. Op 20 september 2012 werden zij door de Tweede Kamer benoemd, de volgende dag overhandigde waarnemend Kamervoorzitter Martin Bosma hun de formatieopdracht en gingen zij aan het werk.
Verdere maatschappelijke carrière
Op 1 oktober 2010 werd Wouter Bos partner bij KPMG. Hij was verantwoordelijk voor de adviespraktijk voor de publieke sector en de gezondheidszorg. Tevens was hij als adviseur betrokken bij de adviespraktijk voor de financiële sector. Sinds eind augustus 2012 is Bos ook betrokken als adviseur voor de secundaire sector .
Van 19 augustus 2013 tot 1 oktober 2018 was hij voorzitter van de raad van bestuur van het VU Medisch Centrum in Amsterdam. Per 1 oktober 2018 is Bos voorzitter van Invest-NL. In oktober 2021 werd hij verkozen tot voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie. In 2022 vertrekt hij bij Invest-NL om in mei 2022 bestuursvoorzitter te worden van zorgverzekeraar Menzis.
Persoonlijk leven
Bos trouwde op 21 december 2002 met journalist Barbara Bos (haar geboortenaam luidt eveneens 'Bos'). De ceremoniemeester bij het huwelijk was de CDA'er Joop Wijn, op dat moment staatssecretaris van Economische Zaken en goede vriend van Bos. Bos en zijn vrouw hebben twee dochters en een zoon (resp. 2004, 2006, 2009).
Bos is lid van de raad van toezicht van de Toneelgroep Amsterdam en ook zit hij in zijn vrije tijd in het bestuur van de Giovanni van Bronckhorst-Foundation.
Ook is hij bestuurslid van de BOSK (tevens voorzitter) en van "Weet Wat Je Besteedt".
Rechercheur en acteur Arnoud Bos is een jongere broer van Bos.
Trivia
In de film Kapitein Rob en het geheim van professor Lupardi speelde Wouter Bos de rol van minister-president. In dit fictieve kabinet-Bos zaten verder Hedy d'Ancona, John Leerdam, Noraly Beyer, Thijs Reuten, Cees Vis, Harry Kramer en Joachim Wolff.
Bibliografie
2006 - Dit land kan zoveel beter (autobiografie en politieke toekomstvisie)
2006 - Wat Wouter Wil (verkiezingsboek, gepresenteerd op 1 november 2006)
Externe links
Nederlands minister van Financiën
Nederlands staatssecretaris
Nederlands zorgbestuurder
PvdA-politicus (Nederland)
Tweede Kamerlid
|
Op 10 december 2005 kondigde Bos tijdens een PvdA-congres aan dat hij na de eerstvolgende verkiezingen beschikbaar is als premier van Nederland, mocht de PvdA in die positie komen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 boekte de PvdA in vrijwel elke gemeente winst. Hoewel dit lokale verkiezingen waren, werd de winst grotendeels aan Bos toegeschreven. In landelijke politieke peilingen schommelde de partij op dat moment al rond de 60 zetels, terwijl het CDA op dat moment tussen de 25 en 30 zetels stond. Toch was er zowel binnen als buiten de PvdA ook kritiek op het leiderschap van de politicus. Bos zou doorgaans weinig standpunten innemen en vaak geneigd zijn alle opties open te laten.
| 1 |
keuze, voorkeur, opties
|
1,090 |
Taxi
|
1832865
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fatima%20Elatik
|
Fatima Elatik
|
Fatima Elatik (Amsterdam, 6 juni 1973) is een Nederlands politica en bestuurder. Ze is lid van de Partij van de Arbeid.
Elatik was van 1 januari 2009 tot 4 oktober 2010 stadsdeelvoorzitter in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg, dat in die periode fuseerde tot stadsdeel Oost.
Elatik trad op 4 oktober 2010 af na verschillende financiële schandalen waarbij zij als stadsdeelvoorzitter betrokken was.
Op 23 november 2010 werd ze echter herbenoemd en bleef vervolgens aan tot 2014.
Levensloop
Elatik is geboren en getogen in Amsterdam. Haar vader vertrok in de jaren zestig naar Europa om te werken, eerst in Frankrijk en later in Nederland. In 1971 kwam ook de moeder met hun twee zoons naar Nederland. Fatima is geboren in Amsterdam-Oost, vlak bij de Dappermarkt. Daarna verhuisde de familie naar de Rivierenbuurt, waar Fatima in gezinsverband is opgegroeid. Haar broers zijn zes en twaalf jaar ouder. Na de middelbare school rondde Elatik de hbo-lerarenopleiding biologie af in 1996. Zij studeerde een jaar onderwijskunde.
Na haar studie werkte Elatik als projectmedewerker Grotestedenbeleid in Rotterdam (1996-1998), als beleidsadviseur bij het kabinet van burgemeester Schelto Patijn van Amsterdam (1997-1998) en als beleidsmedewerker allochtone jeugdcriminaliteit bij het Ministerie van Justitie in Den Haag (1998-2001).
In de zomer van 2000 nam Elatik deel aan het VARA-programma Het zwarte schaap. Ze uitte hierbij kritiek op de wijze waarop Theo van Gogh discussies over islam en integratie aanzwengelde.
In 2001 steunde Elatik de afgelasting van de opera Aïsja en de vrouwen van Medina door het Onafhankelijk Toneel, omdat ze vond dat de vrijheid van meningsuiting te ver was doorgeschoten. In columns reageerde Theo van Gogh hier zeer kritisch op, en liet hij zich laatdunkend uit over Elatik. Op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen in 2002 plaatste Van Gogh een advertentie op de voorpagina van Het Parool met de tekst 'Waarom zou een toneelstuk niet verboden mogen worden? Stem Fatima Elatik, stem PVDA!'.
Politieke carrière
Inmiddels was ze in 1998 aangetreden als raadslid voor de PvdA in de gemeenteraad van Amsterdam. In 2002 werd ze stadsdeelwethouder Onderwijs, Jeugdbeleid, Sport, Vrouwen-empowerment en het Grotestedenbeleid in stadsdeel Zeeburg. Vanaf januari 2009 was ze daar stadsdeelvoorzitter met de portefeuille openbare orde en veiligheid, onderwijs, jeugd en sport.
Elatik was lijsttrekker van de Partij van de Arbeid voor de stadsdeelraadsverkiezingen van 3 maart 2010 voor het stadsdeel Oost. Dit nieuwe stadsdeel ontstond uit de fusie van de stadsdelen Zeeburg en Oost-Watergraafsmeer.
Aftreden en herbenoeming
Toen bleek dat Elatik in een relaas over een ernstig financieel debacle bij muziekcentrum MuzyQ de ernst van de feiten had verdoezeld, trok de fractie van de PvdA zich terug uit de coalitie. Elatik trad af als voorzitter van het stadsdeel. Het debacle draaide om muziekcentrum MuzyQ, dat niet aan de verplichtingen kon voldoen, waardoor de bank de garantie in één keer kon opeisen. Hierop besloot de deelraad om het pand aan te kopen. Dit besluit was genomen voor Elatik bij de zaak betrokken werd. In de Volkskrant zei ze: "Daar had ik niets mee te maken, het was gebeurd voor mijn tijd, in het raadsonderzoek wordt mijn naam niet één keer genoemd. Ik heb alleen samen met mijn collega's de shit opgeruimd."
Naast deze kwestie speelde ook mee dat het bestuur van het stadsdeel een dure boot huurde tijdens Sail, waarbij Elatik bekende de raad niet goed te hebben ingelicht.
Door het uitblijven van haar ontslagbrief bleef Elatik op de loonlijst staan terwijl ze feitelijk niet meer werkzaam was voor het stadsdeel.
Twee maanden later, op 23 november 2010, werd Elatik herbenoemd als stadsdeelvoorzitter. Zij bleef aan tot 2014. Door de oppositie werd zij bij deze herbenoeming bekritiseerd omdat zij een taxirit naar Nijmegen zou hebben gedeclareerd, terwijl ze ook de beschikking had over een dienstauto. De taxirit was geregeld door de stadsdeel-organisatie, omdat de gebruikelijke chauffeurs van het stadsdeel niet beschikbaar waren, en de factuur werd door het taxibedrijf direct naar de organisatie gestuurd, zoals bevestigd door de stadsdeelwoordvoerder.
Politie Amsterdam
Van 2015-2017 werkte Elatik voor de Politie Amsterdam, waar ze het programma ‘Politie van iedereen’ opzette als programmadirecteur diversiteit. Dit programma krijgt inmiddels landelijk opvolging.
In 2017 berichtten de media dat Elatik er voor zou hebben gepleit om bij de politie het dragen van een hoofddoek toe te staan. Deze berichten leidden tot ophef. Zelf vertelde ze dat de politie in Amsterdam onderzocht of vrouwelijke agenten een hoofddoekje zouden kunnen dragen, net zoals in landen als Canada en Engeland, maar dat zij geen bemoeienis had met dat onderzoek. Dit werd op 13 februari 2018 bevestigd door hoofdcommissaris Aalbersberg.
Binnen de politieorganisatie waren veel medewerkers verontwaardigd over de hoogte van de vergoeding die zij kreeg voor haar werk als zzp'er. De vergoeding bedroeg 125 euro bruto per uur exclusief btw, voor 20 uur per week, dus zo'n 12.000 euro per maand.
Media-suggestie fraude
In 2017 werd Saadia a.-T., programmamanager van het team radicalisering en polarisatie van de gemeente Amsterdam, op non-actief gesteld en later ontslagen in afwachting van een onderzoek naar fraude. Zij zou opdrachten vanuit de gemeente hebben gegund aan iemand met wie ze een relatie had. Dit kwam in het nieuws met de vermelding dat Saadia a.-T. in het netwerk van Elatik zat, waarin verschillende Nederlanders van Marokkaanse komaf zouden worden bevoordeeld. Er werd hierdoor gesuggereerd dat 'octopus' Elatik er iets mee te maken had. In juli 2020 werd Saadia a.-T. door de Rechtbank vrijgesproken van de beschuldiging van fraude.
Nevenfuncties
Elatik is bestuurslid van theaterproject The Female Factory.
Elatik en rabbijn Lody van de Kamp zijn de initiatiefnemers van Salaam-Shalom Amsterdam!, een joods-islamitisch platform dat zich inzet voor het verminderen van maatschappelijke spanningen in de stad, in de vorm van een onafhankelijke ongesubsidieerde vriendenkring van vrijwilligers. Het platform is van start gegaan op 24 juni 2014.
Elatik is bestuurslid van stichting Giving Back, die scholieren met een allochtone achtergrond ondersteunt bij hun studie en carrière in het bedrijfsleven.
Externe links
Officiële website (gearchiveerd)
Elatiks profiel op LinkedIn
Wethouder van Amsterdam
PvdA-politicus (Nederland)
|
Twee maanden later, op 23 november 2010, werd Elatik herbenoemd als stadsdeelvoorzitter. Zij bleef aan tot 2014. Door de oppositie werd zij bij deze herbenoeming bekritiseerd omdat zij een taxirit naar Nijmegen zou hebben gedeclareerd, terwijl ze ook de beschikking had over een dienstauto. De taxirit was geregeld door de stadsdeel-organisatie, omdat de gebruikelijke chauffeurs van het stadsdeel niet beschikbaar waren, en de factuur werd door het taxibedrijf direct naar de organisatie gestuurd, zoals bevestigd door de stadsdeelwoordvoerder.
| 3 |
taxi, taxidienst, personenvervoer
|
203 |
ExhibitionEvent
|
1307165
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/KattenKabinet
|
KattenKabinet
|
Het KattenKabinet is een kunstmuseum in Amsterdam geheel gewijd aan katten. De collectie omvat schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken en andere kunstwerken van katten, waaronder werk van Picasso, Rembrandt, Toulouse-Lautrec, Corneille, Sal Meijer, Théophile Steinlen en Jože Ciuha. Het museum organiseert tijdelijke tentoonstellingen.
Het museum bevindt zich op de bel-etage van het grachtenpand aan Herengracht 497, in de Gouden Bocht. Het pand en het naastgelegen huis aan Herengracht 499 werden gebouwd in 1667 voor de broers Willem en Adriaen van Loon.
Door loting kreeg Willem nummer 497 toegewezen. Later woonde Jan Calkoen er als burgemeester van Amsterdam. Toen Engelbert van Berckel, pensionaris van Amsterdam, hier woonde werd hij bezocht door de Amerikaanse ambassadeur en latere president John Adams.
In 1985 werd het pand gerestaureerd en in 1990 werd de bel-etage ingericht als het KattenKabinet door Bob Meijer, ter nagedachtenis aan zijn rode kater John Pierpont Morgan.
Het museum heeft vijf stijlkamers en een stijltuin met tuinhuis die doorloopt tot aan de Reguliersdwarsstraat.
Afbeeldingen
Externe links
Website van het KattenKabinet
Kunstmuseum in Amsterdam
Kat
Bouwwerk in Amsterdam-Centrum
|
Het KattenKabinet is een kunstmuseum in Amsterdam geheel gewijd aan katten. De collectie omvat schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken en andere kunstwerken van katten, waaronder werk van Picasso, Rembrandt, Toulouse-Lautrec, Corneille, Sal Meijer, Théophile Steinlen en Jože Ciuha. Het museum organiseert tijdelijke tentoonstellingen.
| 1 |
tentoonstelling, expositie, beurs
|
5,015 |
StadiumOrArena
|
349447
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/AFAS%20Stadion
|
AFAS Stadion
|
Het AFAS Stadion is een Nederlands voetbalstadion in Alkmaar. Het is het stadion waar de Nederlandse voetbalclub AZ zijn thuiswedstrijden speelt. Het stadion heeft een capaciteit van 19.478 toeschouwers.
Geschiedenis
Het AFAS Stadion werd in augustus 2006 geopend als opvolger van de Alkmaarderhout. Bij de opening had het stadion een capaciteit van 17.023 toeschouwers. De openingswedstrijd was een vriendschappelijke wedstrijd tussen de thuisploeg en het Engelse Arsenal. AZ verloor de wedstrijd met 3–0. Gilberto Silva scoorde het eerste doelpunt in het nieuwe stadion.
Toen de keuze voor de naam van het stadion bekend werd gemaakt aan het einde van 2005 waren vele AZ-supporters teleurgesteld in de naamkeuze DSB-stadion. Men had de hoop uitgesproken het stadion "Victorie stadion" te noemen, een naam met veel historie in Alkmaar. Gedurende wedstrijden in de Champions League, waar AZ in 2009 aan deelnam, mocht het stadion niet zijn eigen naam voeren omdat de UEFA namen met een commerciële achtergrond verbiedt als stadionnaam. Tijdens deze wedstrijden droeg het stadion de naam Dirk Scheringa Stadion. Na het faillissement van DSB werd de naam veranderd in het AZ-stadion. Op 4 november 2009 verdwenen de letters DSB definitief van het stadion. In 2010 werd het AFAS Stadion, naar de nieuwe hoofdsponsor AFAS Software.
Er is binnen de club lang gediscussieerd of het nieuwe stadion gewoon of kunstgras moest hebben. Uiteindelijk is besloten tot een mengsel van normaal gras en kunstgras, GrassMaster, met de mogelijkheid er later nog kunstgras in te leggen. Er wordt ook gebruikgemaakt van het SGL Concept, om het gras het gehele jaar door te laten groeien.
In de beginjaren waren er plannen om het stadion uit te breiden tot 40.000 zitplaatsen en daarbij 60.000 m² aan kantoren te ontwikkelen. Hier werd voorlopig van afgezien. Het oorspronkelijke plan werd aangepast en hierin was er slechts sprake van een uitbreiding naar 30.000 zitplaatsen. Er zou daarin nog wel ruimte zijn voor verdere groei naar 40.000 zitplaatsen in de toekomst. Het plan was goedgekeurd door de gemeente Alkmaar. Wel werd er de voorwaarde gesteld dat het parkeerprobleem opgelost wordt. Hiervoor zou AZ openbaar vervoer in het leven roepen. Door het faillissement van DSB bleek dit financieel niet haalbaar en besloot men tot aanleg van een nieuw jeugdcomplex, een al bestaand plan dat voor AZ een hogere prioriteit had.
Aanvankelijk zou AZ het stadion tot 1 augustus 2036 huren van eigenaar Stadion Alkmaar Beheer B.V., voor 2,6 miljoen euro per jaar. Deze B.V. had het stadion op 15 juni 2010 voor 15 miljoen euro overgenomen van DSB-stadion B.V., een onderdeel van de failliete boedel van DSB Beheer B.V. Op 12 april 2017 kocht AZ het stadion van Stadion Alkmaar Beheer B.V.
In november 2018 werd bekend dat AZ de haalbaarheid toetst van plannen om het stadion met maximaal 4.000 plaatsen uit te breiden tot circa 21.000 plaatsen. Dit zou gerealiseerd moeten worden door de tribunes door te trekken richting het veld en de hoeken te dichten. In fase 1 zouden de Van der Ben en Victorie tribune doorgetrokken worden en in fase 2 zouden de Molenaar en Alkmaarder Hout tribune doorgetrokken worden naar het veld. Omdat de gracht bij dit plan gedicht zal worden, moet er een omloop achter de tribunes op de eerste etage worden gerealiseerd. Deze plannen werden echter vooruitgeschoven omdat in 2019 een deel van het stadiondak instortte. Algemeen directeur Robert Eenhoorn meldde in een interview in 2021 dat tribunes doortrekken tot het veld "een volgende stap is die AZ ooit wilt zetten".
Sluiting
Op 10 augustus 2019 stortte het stadiondak boven de Molenaartribune gedeeltelijk in. Dit gebeurde bij harde tot stormachtige wind met een windkracht 8 Bft, dus bij weersomstandigheden die niet uitzonderlijk zijn. Doordat het stadion op dat moment leeg was, vielen er geen slachtoffers. Na nader onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid werd gevreesd dat door falende lasverbindingen ook andere delen van het stadion zouden instorten, waarna het stadion gedeeltelijk voor onbepaalde tijd gesloten werd. AZ kon hierdoor langere tijd niet in eigen stadion spelen. ADO Den Haag schoot meteen te hulp en stelde het Cars Jeans Stadion beschikbaar, zodat AZ hier tot eind 2019 al zijn thuiswedstrijden kon spelen, met uitzondering van de play-off-wedstrijd in de Europa League tegen Royal Antwerp FC. Voor die wedstrijd week AZ uit naar de Grolsch Veste in Enschede In de tussentijd werd het gehele dak verwijderd om het stadion weer speelklaar te maken. Vier maanden na het instorten van het dak, op 10 december 2019, werd bekend dat het stadion weer is vrijgegeven. De eerste wedstrijd die weer in het AFAS stadion werd gespeeld was AZ – Ajax op 15 december 2019.
Renovatie
In mei 2020 maakte AZ het ontwerp van het nieuwe dak bekend. Het dak is ontworpen door dezelfde architect, ZJA, die het oorspronkelijke stadion heeft ontworpen. Het nieuwe dak ziet er totaal anders uit dan het originele dak. Dit komt omdat er snel gebouwd moest worden en omdat tijdens de bouw het stadion toegankelijk moest blijven voor supporters. De korte zijdes en de Molenaar tribune zijn voorzien van een zogeheten hijskraan constructie waarbij de dakconstructie losstaat van de tribune. Op deze manier konden supporters wedstrijden blijven bezoeken tijdens de bouwwerkzaamheden. Het nieuwe dak is in plaats van golvend, over de hele lengte recht. Hierdoor moesten de korte zijdes omhoog doorgetrokken worden zodat deze tribune delen net zo hoog werden als het midden van de Molenaar tribune. Dit leverde 6 extra rijen op bij de korte zijdes. Door de extra rijen nam de capaciteit van het stadion toe tot 19.478 plaatsen.
Omdat een hijskraan constructie niet mogelijk is bij de hoofdtribune, vanwege het hoofdgebouw dat hieraan vast zit, wordt het nieuwe dak boven de hoofdtribune gedragen door een enorm spant. Deze heeft een overspanning van 170 meter, is 600.000 kilo zwaar en komt op het hoogste punt 40 meter boven het veld uit. Het spant is opgebouwd voor het hoofdgebouw op de plek waar voorheen het verwarmde trainingsveld lag. Sinds het voorjaar van 2019 beschikt AZ echter over een verwarmde indoorhal op het AFAS Trainingscomplex in Wijdewormer waardoor het trainingsveld voor het stadion overbodig werd. Na de bouwwerkzaamheden is deze ruimte gebruikt om extra parkeerplaatsen te realiseren.
Het nieuwe dak is aan alle zijden van het veld 4 meter langer. Hierdoor zitten supporters comfortabeler met regenachtig weer en is er een mogelijkheid om in de toekomst de tribunes verder door te bouwen richting het veld. Het vorige stadion stond bekend als 'een van koudste stadions van Nederland'. Het vernieuwde stadion is comfortabeler omdat de wind meer uit het stadion is gehaald.
De iconische lichtmasten zijn vervangen door duurzame ledverlichting in de dakrand. Ook zijn er nieuwe zonnepanelen op het dak geïnstalleerd. Daarnaast zijn in de zomer van 2020 de stoelen op de sfeervakken W en X1, waar de Ben-Side zich bevindt, vervangen door safe standing plaatsen. Verder is het uitvak anders ingedeeld. Sinds 2021 bestaat het uitvak permanent uit vak K en L en heeft het vak ongeveer 1.000 permanente zitplaatsen. Hierdoor hoeft het uitvak niet meer te worden omgebouwd voor Europese wedstrijden en voldoet het aan de 5% norm van de UEFA. Ook is in de zomer van 2021 het veld vernieuwd. Er is net als bij de opening van het stadion in 2006 gekozen voor een hybride Grassmaster-constructie.
Met de bouw van het nieuwe dak en verbeteringen rondom het stadion is 27,5 miljoen euro gemoeid. De bouwwerkzaamheden zijn op 1 juni 2020 begonnen en het stadion werd officieel heropend tijdens AZ - PSV op 11 september 2021, iets meer dan 2 jaar na het instorten van het dak.
Stadionfeiten
Externe link
Officiële AZ-website
Voetbalstadion in Nederland
AZ
AZ vrouwenvoetbal
Sportaccommodatie in Alkmaar
|
Toen de keuze voor de naam van het stadion bekend werd gemaakt aan het einde van 2005 waren vele AZ-supporters teleurgesteld in de naamkeuze DSB-stadion. Men had de hoop uitgesproken het stadion "Victorie stadion" te noemen, een naam met veel historie in Alkmaar. Gedurende wedstrijden in de Champions League, waar AZ in 2009 aan deelnam, mocht het stadion niet zijn eigen naam voeren omdat de UEFA namen met een commerciële achtergrond verbiedt als stadionnaam. Tijdens deze wedstrijden droeg het stadion de naam Dirk Scheringa Stadion. Na het faillissement van DSB werd de naam veranderd in het AZ-stadion. Op 4 november 2009 verdwenen de letters DSB definitief van het stadion. In 2010 werd het AFAS Stadion, naar de nieuwe hoofdsponsor AFAS Software.
| 11 |
stadion, arena, sportlocatie
|
297 |
ListenAction
|
536205
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques%20Plafond
|
Jacques Plafond
|
Jacques Plafond is een personage van Wim T. Schippers. Plafond was de presentator van het radioprogramma Ronflonflon dat tussen oktober 1984 en januari 1991 op woensdag, aanvankelijk van 15.00 tot 16.00 uur maar vanaf december 1985 tussen 17.00 en 18.00 uur, werd uitgezonden op Hilversum 3, vanaf 1 december 1985 Radio 3. Plafond was tevens een personage in verschillende televisieseries van Schippers, onder andere de van het radioprogramma afgeleide negendelige televisieserie Plafond over de vloer uit 1986.
Overigens gebruikte Schippers de naam Jacques Plafond als pseudoniem al vanaf 1973 voor zijn werkzaamheden als componist-tekstschrijver voor liedjes en muzikale composities op zijn eigen platenlabel Darkanivap Records. Onder deze naam bracht hij in dat jaar, naast nummers voor onder andere Gerrit Dekzeil en Sjef van Oekel, onder dit pseudoniem de single Le Credo du Paysan (met op de B-kant Assez de Barratinage) uit. Ook het in 1974 door Patty (ps. Marion Biesthorst) op Polydor (label 2001 531) vertolkte Lazy Baby en het in 1984 als flexidisc voor het blad Skoop (Scoopdisque 003 B.) met het door Fay Lovesky als Marilyn 'Fay' Monroe vertolkte Hello, Here Ben Ik (Dan) verschenen onder dit pseudoniem.
De naam Jacques Plafond werd door Schippers voor de derde keer gebruikt in 1978 toen hem voor een auditie gevraagd werd een pseudoniem in te vullen. Aanvankelijk dacht hij aan de naam "Billy Masters" (vertaling van Wim Schippers) maar dat pseudoniem was al door iemand gebruikt.
Ronflonflon
Jacques Plafond praatte in het radioprogramma Ronflonflon steevast door alle platen heen, schroomde er niet voor een plaat af te kondigen met de opmerking dat hij het een "kutplaat" vond, liet zijn gasten aan de telefoon het liefst niet uitpraten en sprak iedereen aan met "joe" om het probleem te omzeilen of mensen met jou of u moesten worden aangesproken. Het programma Ronflonflon was in het algemeen een gezellige chaos, en ook tijdens liveopnamen die soms in het land werden opgenomen, vlogen de singles door de zaal.
Hij bedankte zijn luisteraars nooit voor het luisteren aan het eind van de uitzending, maar vond dat de luisteraars hem maar moesten bedanken voor het maken van weer een Ronflonflon-uitzending. Ook was hij niet erg vleiend over zijn collega-dj's. Zo noemde hij Lex Harding 'Lex Haring' en in aflevering 60 vond hij dat hij niet zo een dikke kop had als Frits Spits. De file-informatie werd beëindigd nadat de aankondiging hiervan na een tergend lang durend inleidings-jingle ook nog eens werd aangevuld met een onzinnig vraaggesprekje met de ANWB-medewerker, die er daarna definitief voor dit programma de brui aan gaf.
Memorabel is ook het weken van tevoren aangekondigde Grote Gerard Reve Interview. Op de dag van het interview zelf had hij Reve aan de telefoon en zijn eerste (en zo bleek: enige) vraag aan de volksschrijver was: "Gelooft joe nu werkelijk in God?", waarop Reve de hoorn op de haak smeet.
Zijn stropdas hing altijd links over zijn schouder over zijn rug (voor de kijkers rechts).
Televisieseries
Van Oekel's Discohoek
In de twaalfde en tevens laatste aflevering van Van Oekel's Discohoek in 1975 (met zijn assistent Ir. Evert van der Pik (Jaap Bar) als boekhouder) kwam het figuur Jacques Plafond voor het eerst voor als zanger, nog met lang haar tot op de schouders, een snor en baard en staand op blokhakken. Ook Jan Vos was in deze aflevering te zien.
De Lachende Scheerkwast
In 1981 was er bij de VPRO de televisieserie De Lachende Scheerkwast. In deze serie kwam het figuur Jacques Plafond weer voor. Hij was tevens de schrijver van de serie wat overduidelijk bleek. Daar de VPRO niet geheel tevreden was kwam er na zes afleveringen een voorlopig einde aan.
Om toch de verhaallijn te kunnen voortzetten ging de serie voor vijf afleveringen op de radio door. Dit gebeurde als hoorspel vanuit de Mazzo, live in het radioprogramma Mia's andere wereld. In het radioarchief op de VPRO-website is nog een aflevering te beluisteren.
Gé Braadslee (Mimi Kok), die getrouwd was met Sjef van Oekel, repeteerde hun nummer in haar flat met Jantje Vos (Clous van Mechelen) op de vleugel. Ook Boy Bensdorp kwam af en toe langswippen. Voorts kwamen ook Elsje de Wit en de oma van Boy Bensdorp al in de serie voor. Voorts speelden mee Cor Galis als Cornelis Redel en Hetty Blok als Mia Zeef. Ook was er sprake van het theater 't Kuttje, in Appelscha (of dat ook al met 2 t's was is niet duidelijk, maar wel waarschijnlijk.) In principe was dit programma een voorloper van Ronflonflon.
Wim T. Schippers kon na deze vijf radioprogramma's toch weer zes nieuwe tv-afleveringen van De Lachende Scheerkwast maken.
Opzoek naar Yolanda
In de tv-serie Opzoek naar Yolanda uit 1984, die gelijktijdig werd uitgezonden met de eerste Ronflonflon-uitzendingen, kwamen de personages uit De Lachende Scheerkwast ook voor.
Omroeper
Voor één avond was Jacques Plafond ook omroeper op de zondagavond bij de VPRO: deze omroep had als enige geen omroepers en in het kader van kunstenaars die een avond tussen de programma's hun audiovisuele werk konden laten zien (o.a. Jaap Drupsteen) was ook Wim T. Schippers als kunstenaar uitgenodigd. Naast het als Jacques Plafond 'normaal' aankondigen van de programma's nam ook op een moment Henk J. Pal plaats naast hem met een minuten durend lachsalvo waarbij Jacques zwijgzaam toekeek. Hij beëindigde de avond, slechts enkele minuten na middernacht, met "Goedemorgen kijkers", wat men toen na nachtuitzendingen op de televisie gewoon was te doen, maar nooit zo vroeg.
Trivia
In 1980 bracht Wim T. Schippers onder de naam Jacques Plafond en his Plafonnières de elpee Hark! uit. Deze verscheen in het kader van zijn openingsvoorstelling van het Holland Festival, onder het label CBS. Hark! is een Zappaiaans aandoend rockalbum zonder gitaren. Jacques Plafond noemde deze elpee in een van zijn Ronflonflon-uitzendingen "...de schier onvindbare LP HARK!" (er was namelijk ruzie over de distributie ontstaan, waardoor de meeste van de lp's nooit de platenzaak haalden).
Externe link
VPRO-weblog waar alle afleveringen terug te beluisteren zijn
Personage uit radioprogramma
Typetje
Wikipedia:Artikel mist referentie sinds januari 2012
Ronflonflon
Nederlands omroeper
Wim T. Schippers
|
Hij bedankte zijn luisteraars nooit voor het luisteren aan het eind van de uitzending, maar vond dat de luisteraars hem maar moesten bedanken voor het maken van weer een Ronflonflon-uitzending. Ook was hij niet erg vleiend over zijn collega-dj's. Zo noemde hij Lex Harding 'Lex Haring' en in aflevering 60 vond hij dat hij niet zo een dikke kop had als Frits Spits. De file-informatie werd beëindigd nadat de aankondiging hiervan na een tergend lang durend inleidings-jingle ook nog eens werd aangevuld met een onzinnig vraaggesprekje met de ANWB-medewerker, die er daarna definitief voor dit programma de brui aan gaf.
| 1 |
luisteren, audio, geluidsinhoud
|
6,914 |
BankAccount
|
94628
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/ING%20Groep
|
ING Groep
|
ING Groep N.V. is een wereldwijd opererende financiële instelling van Nederlandse oorsprong. ING is in 1991 ontstaan uit een fusie tussen Nationale-Nederlanden en de NMB Postbank Groep. De nieuwe naam Internationale Nederlanden Groep werd al snel ingekort tot I-N-G, waarna de onderneming besloot om haar statutaire naam te veranderen in ING Groep N.V.
De (certificaten van) aandelen van ING Groep zijn genoteerd aan de beurzen van Amsterdam, Brussel, en de New York Stock Exchange.
In oktober 2009 werd bekendgemaakt dat de verzekeringstak weer wordt afgesplitst van ING Groep. Op 1 maart 2014 zijn de verzekeringsactiviteiten gebundeld in NN Group. In april 2016 verkocht ING Groep de laatste aandelen in NN Group en was daarna uitsluitend actief met bankactiviteiten.
Geschiedenis
De wortels van ING, liggen bij diverse verzekeringsmaatschappijen en de betaaldiensten die geboden werden door de Nederlandse overheid.
In 1845 werd de "Assurantie-Maatschappij tegen Brandschade, De Nederlanden van 1845", opgericht. Dit was een verzekeringsmaatschappij die snel groeide en als eerste Nederlandse bedrijf opereerde buiten de Nederlandse grenzen. In 1900 had deze maatschappij 139 agentschappen over de hele wereld. Dit is het fundament van de toekomstige ING.
In 1863 werd de "Nationale Levensverzekering Bank" in Rotterdam opgericht.
In 1963, 100 jaar na de oprichting van de "Nationale Levensverzekering Bank", fuseerde deze met "De Nederlanden van 1845". Zo ontstond de verzekeringsmaatschappij Nationale-Nederlanden (NN). In de jaren zeventig en tachtig breidde deze maatschappij haar activiteiten wereldwijd uit.
In 1881 richtte de overheid de Rijkspostspaarbank op. Dit had als doel arbeiders te enthousiasmeren om te gaan sparen. Veertig jaar later in 1918 werd er van start gegaan met girale betaaldiensten via de postkantoren (giroboekje). Deze diensten richtten zich voornamelijk op families en het midden- en kleinbedrijf (mkb), die hun inkomsten en uitgaven via de postkantoren wilden regelen.
In 1986 werd de "Rijkspostspaarbank" en de "Postcheque- en Girodienst" (PCGD) geprivatiseerd en zo ontstond de Postbank met meer dan 7,5 miljoen particuliere klanten.
In 1927 werd door de reorganisatie van diverse Nederlandse banken de "Nederlandsche Middenstands Bank" (NMB) opgericht. In de jaren zestig ging de NMB zich steeds meer richten op de particuliere markt en breidde haar werkzaamheden internationaal uit.
In 1989 fuseerde de Postbank met de NMB tot de NMB Postbank Groep, die een van de vijf grootste Nederlandse banken van zijn tijd werd.
In 1991 werd de ING-Groep opgericht door het samengaan van de NMB Postbank Groep en de Nationale-Nederlanden. De ING-Groep groeide snel. De eerste grote acquisitie vond plaats in 1995, toen ING de Britse Barings Bank overnam. Hierdoor kreeg ING van het ene op het andere moment wereldwijd naamsbekendheid. In 1997 werd de positie van ING in de Benelux verstevigd met de acquisitie van de Belgische bank Bank Brussel Lambert. In datzelfde jaar volgde de acquisitie van de Amerikaanse verzekeraar Equitable of Iowa en de Amerikaanse zakenbank Furman Selz. In 1999 nam ING BHF-Bank over, een Duitse handelsbank gevestigd te Frankfurt. Furman Selz en BHF zijn inmiddels overigens weer verkocht.
In 1997 besloot ING om haar kennis van Direct Banking te exporteren, in plaats van het bouwen of kopen van branchenetwerken. Op basis van de ervaring met de Postbank is een internetbank, ING Direct, opgezet die binnen korte tijd in meerdere landen gelanceerd is. Startend met alleen een spaarrekening met hoge rente worden later meerdere bank- en verzekeringsproducten geïntroduceerd. Het was een succesvol en snelgroeiend onderdeel. ING Direct is nu onder meer actief in Canada, Australië, Oostenrijk, Italië, de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Duitsland (ING-DiBa) en draagt nu al ruimschoots bij aan de winst van de groep.
In 2000 werd ING de grootste internationale verzekeraar van Latijns-Amerika en de op een na grootste internationale verzekeraar in de regio Azië/Stille Oceaan door de aankoop van ReliaStar en Aetna Financial Services. Door deze acquisities verdubbelden de activiteiten van ING in de Verenigde Staten. In 2001 verwierf ING een meerderheidsbelang in de Poolse Bank Śląski. Ook kocht ING in hetzelfde jaar het resterende belang in de Mexicaanse verzekeringsmaatschappij Seguros Comercial América.
Op 19 juni 2007 maakte ING bekend de Turkse Oyak-Bank over te nemen, om zo succesvol voet aan de grond te krijgen in de Oriënt, voor een bedrag van € 2 miljard. Oyak Bank, opgericht in 1984, behoort met een marktaandeel van circa 3% tot de tien grootste banken in Turkije. De bank heeft in totaal 360 filialen, met 1,2 miljoen actieve particuliere klanten en 10.000 mkb-klanten. De Turkse bank behaalde in 2006 een winst voor belastingen van 165 miljoen Turkse lira (YTL) (€ 94,6 miljoen). Het totale vermogen bedroeg YTL 11,8 miljard (€ 6,77 miljard) bij een boekwaarde van YTL 998 miljoen (€ 572 miljoen).
In 2008 daalde, als gevolg van de kredietcrisis op de financiële markten, de beurskoers sterk. Met name door rapporten over vermeende kapitaaltekorten daalde de koers van het aandeel op vrijdag 17 oktober 2008 meer dan 27%. In het daaropvolgende weekend kreeg ING van de Nederlandse overheid een kapitaalinjectie van € 10 miljard. De overheid ontvangt hiervoor een miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
Door de kredietcrisis leed ING in het derde kwartaal van 2008 een verlies van € 478 miljoen, haar eerste kwartaalverlies ooit.
In 2009 zijn de Postbank en de ING Bank samengevoegd tot ING. In ditzelfde jaar wordt een nieuwe strategische richting gelanceerd, waarbij alle niet-kernactiviteiten worden verkocht of gedesinvesteerd. ING startte het proces om de bank- en verzekeringstakken te splitsen met als uiteindelijke doel een grote Europese particuliere bank te worden.
In april 2016 verkocht ING de laatste aandelen in NN Group en daarmee is het weer uitsluitend een bank.
Sinds de grootste schikking ooit in Nederland door Vimpelcom in 2016, ligt ook haar huisbankier ING onder vuur van het Openbaar Ministerie. Naar aanleiding van onder andere de Vimpelcom-zaak werd in 2018 bekend dat ING een schikking van 775 miljoen euro heeft getroffen met het Openbaar Ministerie. Volgens het OM is de bank nalatig geweest bij het voorkomen van witwaspraktijken. Tussen 2010 en 2016 hebben klanten hun rekening bij ING misbruikt voor het witwassen van honderden miljoenen euro's.
In februari 2018 kocht ING voor 350 miljoen het fintech bedrijf Payvision opgericht door Rudolf Booker.
Kapitaalinjectie door de overheid
ING kan volgens de oorspronkelijke voorwaarden de kernkapitaaleffecten geheel of gedeeltelijk terugkopen voor € 15 per stuk; in 2009 is er echter voor het terugkopen van de eerste helft van de kernkapitaaleffecten een lagere prijs overeengekomen, die afhankelijk is van de beurskoers van ING, en maximaal € 11,382 per stuk bedraagt. Ook kan ING na drie jaar of later de kernkapitaaleffecten geheel of gedeeltelijk een-op-een omzetten in gewone aandelen, maar dan heeft de overheid het recht in plaats daarvan € 10 per stuk te ontvangen.
De Nederlandsche Bank rangschikt deze waardepapieren onder Tier 1-kapitaal. De Nederlandse staat heeft dezelfde rangorde als houders van gewone aandelen, maar de verwatering voor bestaande aandeelhouders is beperkt. Op de handelsdag na de bekendmaking van de kapitaalinjectie steeg het aandeel 29,24%.
Afbetaling kapitaalinjectie
In december 2009 betaalde ING Groep de helft van de staatssteun terug (€ 5 miljard, plus rente, plus overeengekomen vergoeding voor vervroegde aflossing). Het geschil tussen enerzijds ING en de Nederlandse regering en anderzijds de Europese Commissie omtrent het deels onthouden van goedkeuring werd aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voorgelegd.
In mei 2011 betaalde ING Groep in een tweede schijf nog eens € 2 miljard terug, alsook een premie van 50%. De totale betaling kwam dus uit op € 3 miljard. Zo vloeide ondertussen al € 8 miljard terug naar de overheid. De bank liet ook weten uiterlijk in mei 2012 de resterende € 3 miljard van de staatslening te willen aflossen.
Op 26 november 2012 betaalde ING Groep € 1,125 miljard terug en op 6 november 2013 werd opnieuw € 1,125 miljard overgemaakt aan de staat. Op 25 maart 2014 werd bekendgemaakt dat ING een voorlaatste schijf van € 1,225 miljard zal terugbetalen; € 100 miljoen meer dan gepland. De bank liet ook weten dat de laatste betaling van € 1,025 miljard uiterlijk in mei 2015 plaatsvindt.
Begin 2011 ontstond maatschappelijke discussie over het voornemen van ING om haar topman opnieuw een hoge bonus toe te kennen. Dit werd door velen des te meer ongepast gevonden, omdat ING op dat moment nog van staatssteun afhankelijk was. In reactie hierop nam de Tweede Kamer een motie aan om alle bonussen bij banken die staatssteun krijgen met terugwerkende kracht volledig weg te belasten. De minister van Financiën kondigde een wettelijk verbod aan op bonussen voor bestuurders van banken die staatssteun krijgen.
Garanties ten aanzien van Alt-A hypotheken
Op 26 januari 2009 maakten ING Groep en het Nederlandse ministerie van Financiën bekend dat de Nederlandse staat een 80%-garantie zou verstrekken met betrekking tot de waarde van een pakket van € 27,7 miljard aan Amerikaanse Alt-A hypotheken in de portefeuilles van dochterondernemingen ING Direct en ING Insurance Americas. De regeling kreeg de naam Illiquid Assets Back-up Facility (IABF). ING verbond zich onder meer om voor € 25 miljard aan leningen aan Nederlandse cliënten te verstrekken. CEO Michel Tilmant nam ontslag; het ontslag van 7000 medewerkers werd aangekondigd. De Financial Times beschouwde het als een slimme zet van de Nederlandse autoriteiten, maar vroeg zich wel af of er geen verkapte € 5 miljard staatssteun in het plan zit. In september 2009 bleek dat de Europese Commissie de transactie als (verboden) staatssteun beschouwde daar ING volgens de Commissie niet genoeg betaalde voor deze garantie.
In september 2010 was door aflossingen en herfinanciering de omvang van de portefeuille teruggelopen van € 30,9 miljard tot € 23,8 miljard; de gemiddelde kwaliteit was echter wel gedaald. Tot dan toe had de Staat er een winst van € 461 miljoen op gemaakt, die echter gereserveerd werd voor het opvangen van verwachte toekomstige verliezen.
Op 1 november 2013 bereikten ING en de Nederlandse Staat een akkoord over beëindiging van de IABF. Volgens deze overeenkomst wordt de IABF in zijn huidige vorm beëindigd, zal de betaling van reguliere vergoedingen worden afgewikkeld en vervallen de overige voorwaarden die onderdeel waren van de IABF-overeenkomst. De Nederlandse Staat heeft de intentie de Alt-A effecten in het komende jaar op de markt te verkopen. Tegen de huidige marktprijzen had de Alt-A portefeuille op 1 november 2013 een marktwaarde van circa € 6,4 miljard. Met de opbrengst van een verkoop tegen die prijs kan de resterende lening van ING van € 6,0 miljard worden afgelost, waarna een winst van circa € 0,4 miljard resteert voor de Staat. Op 17 december 2013 werd het akkoord definitief. Het recht van de overheid om twee leden van de raad van commissarissen van ING te benoemen vervalt en de huidige overheidscommissarissen hebben niet langer een groter stemrecht bij bepaalde beslissingen dan hun collega-toezichthouders. Op 4 februari 2014 werd het allerlaatste deel van de Alt-A portefeuille in handen van de Staat via een veiling verkocht aan Credit Suisse. Twee dagen later werd bekend dat deze reddingsactie de Staat een winst van € 1,4 miljard heeft opgeleverd, een miljard euro meer dan in november nog werd verwacht.
Herstructurering ING
Voor het uitbreken van de kredietcrisis leverde ING in 2008 bank- en verzekeringsdiensten en vermogensbeheer aan ruim 85 miljoen klanten in meer dan 40 landen. Met circa 125.000 medewerkers en een balanstotaal van € 1.332 miljard was het een van de grootste financiële instellingen ter wereld.
De staatssteun is gekomen met zeer zware voorwaarden. Na overleg met de Nederlandse overheid zal ING een ingrijpend herstructureringsplan uitvoeren waarmee de commerciële levensvatbaarheid op lange termijn wordt hersteld en voorkomen wordt dat de staatssteun de mededinging buitensporig verstoort. Volgens het plan zal ING haar organisatie sterk versimpelen waardoor de risico’s en complexiteit worden verminderd. Een belangrijke maatregel is de verkoop van alle verzekeringsactiviteiten voor jaareinde 2013. Daarnaast zal ING de Westland Utrecht Hypotheekbank (WUB) afstoten met het doel de concurrentie op de Nederlandse markt voor particuliere klanten van banken te versterken. Ten slotte heeft ING een tijdelijk verbod gekregen om andere ondernemingen over te nemen en prijsleiderschap na te streven.
Opsplitsing ING Groep
In 2009 werd het herstructureringsproces in gang gezet. Binnen de groep werden de twee belangrijkste onderdelen organisatorisch van elkaar losgemaakt. Sinds 1 januari 2011 werkt ING Bank als een zelfstandig bedrijf, los van ING Verzekeringen/Investment Management.
ING Bank kent twee onderdelen, namelijk: Retail Banking en Wholesale Banking. Onder Retail Banking vallen de retail- en directbankingdiensten voor particulieren en het midden- en kleinbedrijf in Europa, Azië en Canada. Wholesale Banking biedt in meer dan 40 landen bancaire diensten zoals kredietverlening, betalingsverkeer en cashmanagement aan ondernemingen, overheden en financiële instellingen.
De verzekerings-/vermogensbeheeractiviteiten van ING omvatten levensverzekeringen, schadeverzekeringen, pensioen- en beleggingsactiviteiten. De verzekeringsactiviteiten zijn verder opgesplitst in twee onderdelen, een voor de Amerikaanse en een voor de Europese activiteiten. Beide onderdelen zullen los van elkaar naar de beurs worden gebracht.
Op 2 mei 2013 kreeg de Amerikaanse verzekeringstak van ING een notering op de beurs in New York. ING verkocht in totaal zo’n 25% van de aandelen in ING US hetgeen zo’n € 1 miljard opleverde. De Amerikaanse activiteiten gaan verder onder de nieuwe naam Voya. Voya telt zo'n 13 miljoen klanten en maakte in 2012 een winst van $ 473 miljoen. Er werken ongeveer 7000 personen. ING moet de Amerikaanse investerings- en verzekeringsactiviteiten afstoten op last van de Europese Commissie vanwege de eerder ontvangen staatssteun. In 2014 werden in drie transacties aandelen Voya verkocht en per jaareinde 2014 had ING nog zo'n 19% in handen. In maart 2015 verkocht ING de laatste aandelen Voya voor € 1,8 miljard en dit leverde een winst op van € 285 miljoen.
In mei 2014 kondigde ING aan zijn verzekeringstak, NN Group, naar de beurs te brengen. NN Group, met als belangrijkste onderdeel Nationale Nederlanden is naast Nederland ook actief in onder meer Polen, Hongarije, Roemenië, Turkije en Japan. ING verkoopt in eerste instantie minder dan de helft van de aandelen en voor jaareinde 2016 wil ING alle aandelen verkocht hebben. In april 2014 tekenden investeringsmaatschappijen uit Hongkong en Singapore al in voor € 1,3 miljard. Dit is de laatste stap in de vijf jaar durende herstructurering van ING en na de beursgang van NN Group blijft ING als puur bankbedrijf over. In mei 2015 resteerde een minderheidsbelang in NN Group van 42,4% en hiermee vervielen de beperkingen van de Europese Commissie voor ING over onder meer het plegen van overnames en prijsleiderschap. In april 2016 verkocht ING het resterende aandelenbelang van 14% in NN Group voor ongeveer € 1,4 miljard.
Verkoop niet-kernactiviteiten
Onderdelen die niet passen binnen de nieuwe structuur zijn sinds 2009 in de verkoop gegaan. De verkoopopbrengsten zijn gebruikt om het kapitaal van ING te versterken en de staatssteun terug te betalen.
In 2010 werden de Private Banking activiteiten in Azië verkocht voor € 985 miljoen. Dit leverde een verkoopwinst op van € 332 miljoen. De verkoop werd afgerond van de Private Banking activiteiten in Zwitserland aan Julius Baer voor € 345 miljoen. In augustus volgde de aankondiging van de verkoop van een 50% belang in een portefeuille Canadees industrieel vastgoed. De verkoop is afgewikkeld in november 2010 tegen een transactiewaarde was € 1,4 miljard inclusief overgedragen schulden. Per eind 2010 telde het bedrijf nog 107.000 medewerkers, dat is ruim 18.000 minder dan per eind 2008.
In 2011 volgde de verkoop van ING Car Lease aan BMW. De transactie resulteerde in een verkoopopbrengst van € 696 miljoen waarvan ongeveer de helft winst was. In december van dat jaar werd een zeer grote verkoop afgerond van de levensverzekeringen en vermogensbeheer activiteiten in Latijns-Amerika aan Grupo de Inversiones Suramericana met een totale verkoopopbrengst van € 2,6 miljard. De winst voor ING op deze transactie was bijna € 1 miljard. Aan het einde van het jaar 2011 was het personeelsbestand van ING Groep met circa 10.000 medewerkers verder afgenomen tot ongeveer 97.000.
In februari 2012 werd de verkoop van ING Direct US aan het Amerikaanse Capital One Financial Corporation gefinaliseerd. Deze verkoop was al in 2011 aangekondigd. De verkoopsom was ongeveer € 7 miljard, waarvan een deel in aandelen Capital One werd voldaan. ING heeft nu een belang van 9,7% in Capital One. Deze transactie leidde tot een winst van € 0,5 miljard.
ING heeft medio december 2012 de verkoop van zijn verzekeringstak in Maleisië aan AIA Group afgerond. De verkoopopbrengst was € 1,3 miljard en resulteerde in een winst van circa € 750 miljoen. Deze verkoop maakte deel uit van de plannen om de Aziatische verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten af te stoten. In februari 2013 volgde de verkoop van zijn levensverzekeringsactiviteiten in Hongkong, Macau en Thailand. ING behaalt op de verkoop een netto boekwinst van ongeveer € 950 miljoen. De transactie met Pacific Century Group, dat in totaal € 1,64 miljard heeft betaald, werd in oktober 2012 al aangekondigd.
In augustus 2013 maakt ING de verkoop bekend van zijn levensverzekeringstak in Zuid-Korea aan investeringsmaatschappij MBK Partners. ING behoudt een indirect belang in ING Life Korea van circa 10% en ontvangt zo’n € 1,24 miljard. ING maakt op de verkoop een verlies van ongeveer € 950 miljoen. In december 2013 werd de transactie afgerond. Met de verkoop heeft ING alle Aziatische verzekeringsactiviteiten, een proces dat begin 2012 werd gestart, afgestoten.
Aanpassingen tijdschema
Door de moeilijke marktomstandigheden was het voor ING Groep zeer moeilijk de herstructuringsplannen binnen de gestelde termijnen af te ronden. Na overleg met de EC is in november 2012 overeenstemming bereikt waarbij zij meer tijd en flexibiliteit krijgt om de desinvesteringen af te ronden. ING had volgens de oorspronkelijke afspraken voor ultimo 2013 de verzekerings-/vermogensbeheeractiviteiten moeten verkopen. De termijn is verlengd naar eind 2016 en 2018 afhankelijk van de regio waarin de activiteiten plaatsvinden.
Onderhandelingen over de verkoop van de WUB heeft niet tot resultaten geleid. De commerciële activiteiten werden opgenomen in de retailbankingtak van Nationale-Nederlanden (NN) waarbij de hypotheekportefeuille grotendeels in handen blijft van ING Bank. Een deel van de medewerkers van de oude hypotheekbank is over gegaan naar Nationale-Nederlanden Bank, terwijl een ander deel bij het aparte WUB-onderdeel binnen ING Bank is gebleven.
Ten slotte heeft ING een schema ingediend voor de terugbetaling van de resterende staatssteun van € 3 miljard plus een premie van 50%, ofwel € 1,5 miljard, in vier gelijke delen in de komende drie jaar. De eerste betaling vindt plaats op 26 november 2012, de tweede in november 2013, de derde in maart 2014 en de laatste in mei 2015. ING wil eventueel de terugbetalingen versnellen, maar alleen als de economische omstandigheden dit toelaten. Op 7 november 2014 betaalde ING het laatste deel van de staatssteun terug. Met de laatste betaling van € 1,025 miljard heeft ING in totaal € 13,5 miljard terugbetaald aan de Nederlandse Staat, ofwel een gemiddeld rendement van 12,7% op jaarbasis voor de Staat.
Resultaten
In de onderstaande figuur staan de financiële resultaten van ING sinds 2006. De recordwinst in 2007 was mede het gevolg van € 2 miljard winst op de verkoop van de belangen in ABN AMRO en Numico. Op 31 december 2007 had ING een beurswaarde van 60 miljard euro. Volgens Forbes was ING in 2007 naar grootte het 9e bedrijf ter wereld. Het concern was na Mitsubishi Bank de grootste spaarbank ter wereld. Op 16 mei 2007 kondigde ING een aandelenterugkoopprogramma aan ter waarde van € 5 miljard. Met het programma werd in juni een aanvang gemaakt en alle aandelen waren medio 2008 gekocht en ingetrokken. De terugkoop was mogelijk door de introductie van het nieuw Basel II-toezichtsregime waardoor ING een kapitaaloverschot kreeg.
De forse daling van de resultaten vanaf 2008 is het gevolg van de kredietcrisis. Per jaarultimo 2008 was de beurswaarde gedaald naar € 15 miljard. Het aantal personeelsleden is tussen 2007 en 2012 met een derde of bijna 40.000 in totaal gedaald. Dit was een gevolg van de verkoop van activiteiten, maar ook door sanering binnen het bedrijf. In 2012 betaalde ING een boete van US$ 619 miljoen wegens haar verboden zakenpraktijken met Iran. In 2014 werd NN Group naar de beurs gebracht en het belang in Voya verlaagd tot zo'n 19%. De bankactiviteiten zijn als belangrijkste onderdeel overgebleven bij ING Groep. Na het volledig aflossen van de staatssteun in november 2014 mag ING Groep voor het eerst sinds de kredietcrisis weer dividend uitkeren.
In de onderstaande tabel zijn twee winstcijfers opgenomen, de nettowinst inclusief bijzondere baten en lasten en de onderliggende of geschoonde nettowinst waar deze bijzondere posten zijn uitgehaald. Deze laatste getallen geven een zuiverder beeld van de resultatenontwikkeling van ING.
Duurzaamheid
ING geeft aan niet te beleggen in omstreden wapens zoals antipersoonsmijnen en clusterbommen, de producerende bedrijven zijn daarbij zelf niet uitgesloten voor investeringen.
Volgens onderzoek van Netwerk Vlaanderen regelde ING samen met Bank of China in 2003 de aandelenuitgifte van Avichina, een Chinees bedrijf dat militaire vliegtuigen levert aan landen waartegen een EU-wapenembargo van kracht is. ING investeerde in 2005 samen met AXA, Fortis, Dexia en KBC meer dan € 6,6 miljard in bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. De bedrijven en projecten waarin de banken investeren zijn omstreden wegens steun aan dictatoriale regimes, gedwongen verhuizingen en dwangarbeid. De kritiek betreft onder meer investeringen in een gaspijplijn in Birma en de BTC pijplijn door Turkije, Azerbeidzjan en Georgië. ING investeerde meer dan 900 miljoen dollar bij 7 grote kernwapenproducenten.
In 2006 werd door ING bijna € 200 miljard duurzaam belegd. In datzelfde jaar behaalde de bank met een score van 73,5 (gemiddelde voor sector 47,4) een tweede plaats in duurzaamheid onder AEX bedrijven. volgens onderzoek van Dutch Sustainability Research. In 2007 verstrekte ING samen met 32 andere banken voor $ 10 miljard krediet aan Freeport McMoRan, het bedrijf is omstreden wegens ernstige schending van mensenrechten en het lozen van vervuild steengruis in rivieren in de Papoea provincie, in Indonesië.
ING is de grootste Nederlandse financier van 7 grote schaliegas- en plasticbedrijven met 4 miljard dollar.
ING financiert het palmoliebedrijf Socfin, dat betrokken is bij landroof, ontbossing en mensenrechtenschendingen. ING investeerde voor meer dan een miljard euro investeerde in bedrijven die zich schuldig maken aan ontbossing en mensenrechtenschendingen en die gelinkt worden aan de (bos)branden in en rond de Amazone.
Tussen 2011 en 2016 investeerde ING meer dan 5 miljard dollar in mijnbedrijven met een bedenkelijke reputatie op het vlak van mensenrechten en milieuschade.
Volgens een uitzending van het TV programma Pointer van 18 november 2022 is ING bank met een bedrag van zo’n 7 miljard dollar de twee na grootste financier van LNG-terminals in de VS. Het Amerikaanse LNG komt onder andere uit de Permian Basin in West-Texas. Bij de productie van olie en gas in dit gebied worden meer broeikasgassen uitgestoten dan waar ook ter wereld. Vanuit daar wordt het onder andere getransporteerd naar de door ING gefinancierde terminals in de Golf van Mexico, waar het gekoeld wordt tot 162 graden onder nul om in vloeibare vorm naar Europa en Azië te worden verscheept.
Corruptie en witwaspraktijken
Uit onderzoek van februari 2019 blijkt dat ING in totaal 3,5 miljard dollar aan de bedrijven Odebrecht, Gunvor, Shell en SBM Offshore verstrekte. Deze bedrijven zijn al jaren betrokken bij corruptieschandalen. In 2018 trof ING de grootste schikking ooit (775 miljoen euro) met het Nederlandse gerecht voor zware, structurele tekortkomingen in witwasbestrijding. Cliënten van ING konden jarenlang ongestoord hun rekeningen gebruiken voor criminele activiteiten.
In 2019 kwam aan het licht dat ING via zijn filiaal in Moskou jarenlang bleef werken voor een bedrijf waarvan de bank al in 2009 vermoedde dat het betrokken was bij witwaspraktijken.
Ondernemingen
De meeste activiteiten van ING Groep worden onder de eigen merknaam uitgevoerd. Wereldwijd is het onder andere actief met de spaarbank ING Direct. De Nederlandse merken Postbank en ING Bank werden in 2009 samengevoegd en gingen verder onder de naam ING. In Nederland biedt ING onder meer de volgende merken:
Bank Mendes Gans
Movir
Nationale Borg Maatschappij
Parcom Ventures
Record Bank
RVS, (RVS Verzekeringen), oorspronkelijk Rotterdamse Verzekerings Sociëteit
Victoria Loyalty
WestlandUtrecht Bank
Makelaarsland
Kunstcollectie
ING Groep bezit een grote kunstverzameling bestaande uit vijf deelcollecties met beeldende kunst. De kunstcollectie is een combinatie van collecties van de NMB Bank, de Postbank en die van Nationale-Nederlanden. In de jaren 1990 werd de collectie uitgebreid door de overname van Barings en een Poolse bank.
De collectie bevat Nederlandse hedendaagse figuratieve kunst met expressionistische, impressionistische, realistische en magische realistische werken. Voorbeelden van kunstenaars met werk in de collectie zijn Iris van Dongen, Bernardien Sternheim, Ans Markus, Henk Helmantel en Philip Akkerman. De collectie bevat ook fotografie van o.a. Erwin Olaf en abstract werk van kunstenaars zoals Peter Struycken en Joost Baljeu.
ING België heeft ook een kunstcollectie. Deze heeft diversiteit en bevat veel laat 20e-eeuwse kunststromingen vertegenwoordigen, zoals het neo-expressionisme, de arte povera, de New British Sculpture, de Neue Deutsche Objectivität. Deze collectie vindt zijn oorsprong in aankopen door Léon Lambert (Bank Lambert) en Louis Camus (Bank van Brussel).
In 2010 omvatte de collectie van ING 25.000 werken. Een deel van de collectie werd afgestoten, o.a. omdat de kantoren minder ruimte hadden voor werken. Een deel van de werken ging naar het Drents museum. 2500 werken werden geveild via eBay, waarbij de opbrengst werd geschonken aan Unicef. In 2015 had ING nog ca. 10.000 werken.
Voorbeelden van werk uit de kunstcollectie
Zie ook
ING Bank
Nationale-Nederlanden of NN Group
Lijst van grootste Belgische werkgevers
Externe link
Officiële website van ING Groep
Bedrijf genoteerd aan Euronext Amsterdam
Bedrijf genoteerd aan de New York Stock Exchange
|
Geschiedenis
De wortels van ING, liggen bij diverse verzekeringsmaatschappijen en de betaaldiensten die geboden werden door de Nederlandse overheid.
In 1845 werd de "Assurantie-Maatschappij tegen Brandschade, De Nederlanden van 1845", opgericht. Dit was een verzekeringsmaatschappij die snel groeide en als eerste Nederlandse bedrijf opereerde buiten de Nederlandse grenzen. In 1900 had deze maatschappij 139 agentschappen over de hele wereld. Dit is het fundament van de toekomstige ING.
In 1863 werd de "Nationale Levensverzekering Bank" in Rotterdam opgericht.
In 1963, 100 jaar na de oprichting van de "Nationale Levensverzekering Bank", fuseerde deze met "De Nederlanden van 1845". Zo ontstond de verzekeringsmaatschappij Nationale-Nederlanden (NN). In de jaren zeventig en tachtig breidde deze maatschappij haar activiteiten wereldwijd uit.
In 1881 richtte de overheid de Rijkspostspaarbank op. Dit had als doel arbeiders te enthousiasmeren om te gaan sparen. Veertig jaar later in 1918 werd er van start gegaan met girale betaaldiensten via de postkantoren (giroboekje). Deze diensten richtten zich voornamelijk op families en het midden- en kleinbedrijf (mkb), die hun inkomsten en uitgaven via de postkantoren wilden regelen.
In 1986 werd de "Rijkspostspaarbank" en de "Postcheque- en Girodienst" (PCGD) geprivatiseerd en zo ontstond de Postbank met meer dan 7,5 miljoen particuliere klanten.
In 1927 werd door de reorganisatie van diverse Nederlandse banken de "Nederlandsche Middenstands Bank" (NMB) opgericht. In de jaren zestig ging de NMB zich steeds meer richten op de particuliere markt en breidde haar werkzaamheden internationaal uit.
In 1989 fuseerde de Postbank met de NMB tot de NMB Postbank Groep, die een van de vijf grootste Nederlandse banken van zijn tijd werd.
In 1991 werd de ING-Groep opgericht door het samengaan van de NMB Postbank Groep en de Nationale-Nederlanden. De ING-Groep groeide snel. De eerste grote acquisitie vond plaats in 1995, toen ING de Britse Barings Bank overnam. Hierdoor kreeg ING van het ene op het andere moment wereldwijd naamsbekendheid. In 1997 werd de positie van ING in de Benelux verstevigd met de acquisitie van de Belgische bank Bank Brussel Lambert. In datzelfde jaar volgde de acquisitie van de Amerikaanse verzekeraar Equitable of Iowa en de Amerikaanse zakenbank Furman Selz. In 1999 nam ING BHF-Bank over, een Duitse handelsbank gevestigd te Frankfurt. Furman Selz en BHF zijn inmiddels overigens weer verkocht.
In 1997 besloot ING om haar kennis van Direct Banking te exporteren, in plaats van het bouwen of kopen van branchenetwerken. Op basis van de ervaring met de Postbank is een internetbank, ING Direct, opgezet die binnen korte tijd in meerdere landen gelanceerd is. Startend met alleen een spaarrekening met hoge rente worden later meerdere bank- en verzekeringsproducten geïntroduceerd. Het was een succesvol en snelgroeiend onderdeel. ING Direct is nu onder meer actief in Canada, Australië, Oostenrijk, Italië, de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Duitsland (ING-DiBa) en draagt nu al ruimschoots bij aan de winst van de groep.
In 2000 werd ING de grootste internationale verzekeraar van Latijns-Amerika en de op een na grootste internationale verzekeraar in de regio Azië/Stille Oceaan door de aankoop van ReliaStar en Aetna Financial Services. Door deze acquisities verdubbelden de activiteiten van ING in de Verenigde Staten. In 2001 verwierf ING een meerderheidsbelang in de Poolse Bank Śląski. Ook kocht ING in hetzelfde jaar het resterende belang in de Mexicaanse verzekeringsmaatschappij Seguros Comercial América.
Op 19 juni 2007 maakte ING bekend de Turkse Oyak-Bank over te nemen, om zo succesvol voet aan de grond te krijgen in de Oriënt, voor een bedrag van € 2 miljard. Oyak Bank, opgericht in 1984, behoort met een marktaandeel van circa 3% tot de tien grootste banken in Turkije. De bank heeft in totaal 360 filialen, met 1,2 miljoen actieve particuliere klanten en 10.000 mkb-klanten. De Turkse bank behaalde in 2006 een winst voor belastingen van 165 miljoen Turkse lira (YTL) (€ 94,6 miljoen). Het totale vermogen bedroeg YTL 11,8 miljard (€ 6,77 miljard) bij een boekwaarde van YTL 998 miljoen (€ 572 miljoen).
In 2008 daalde, als gevolg van de kredietcrisis op de financiële markten, de beurskoers sterk. Met name door rapporten over vermeende kapitaaltekorten daalde de koers van het aandeel op vrijdag 17 oktober 2008 meer dan 27%. In het daaropvolgende weekend kreeg ING van de Nederlandse overheid een kapitaalinjectie van € 10 miljard. De overheid ontvangt hiervoor een miljard kernkapitaaleffecten zonder stemrecht.
Door de kredietcrisis leed ING in het derde kwartaal van 2008 een verlies van € 478 miljoen, haar eerste kwartaalverlies ooit.
In 2009 zijn de Postbank en de ING Bank samengevoegd tot ING. In ditzelfde jaar wordt een nieuwe strategische richting gelanceerd, waarbij alle niet-kernactiviteiten worden verkocht of gedesinvesteerd. ING startte het proces om de bank- en verzekeringstakken te splitsen met als uiteindelijke doel een grote Europese particuliere bank te worden.
In april 2016 verkocht ING de laatste aandelen in NN Group en daarmee is het weer uitsluitend een bank.
Sinds de grootste schikking ooit in Nederland door Vimpelcom in 2016, ligt ook haar huisbankier ING onder vuur van het Openbaar Ministerie. Naar aanleiding van onder andere de Vimpelcom-zaak werd in 2018 bekend dat ING een schikking van 775 miljoen euro heeft getroffen met het Openbaar Ministerie. Volgens het OM is de bank nalatig geweest bij het voorkomen van witwaspraktijken. Tussen 2010 en 2016 hebben klanten hun rekening bij ING misbruikt voor het witwassen van honderden miljoenen euro's.
In februari 2018 kocht ING voor 350 miljoen het fintech bedrijf Payvision opgericht door Rudolf Booker.
| 1 |
bankrekening, spaarrekening, betaalrekening
|
7,577 |
Canal
|
513614
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Belt-Schutsloot
|
Belt-Schutsloot
|
Belt-Schutsloot is een dorp gelegen in het natuurgebied de Wieden in de gemeente Steenwijkerland in de Nederlandse provincie Overijssel. In telde het dorp inwoners.
Belt-Schutsloot ligt tussen de wateren Arembergergracht, Schutsloterwijde en de Kleine Belterwijde. Belt-Schutsloot is ontstaan uit twee dorpjes: Belt (Zandbelt) en de aan de Schutsloterwijde gelegen Schutsloot. In de loop van de jaren is het één dorp geworden dat ook enige tijd tot de toenmalige gemeente Zwartsluis behoorde. Dwars door het dorp loopt een kanaal, waar veel plezierjachten door varen. Toerisme - in het bijzonder watersport - is een belangrijke bron van inkomsten. Het dorp telt dan ook veel campings en jachthavens. De Wiedenroute loopt door het dorp. De jaarlijkse gondelvaart werd in 2018 voor de 80ste keer gehouden.
Geografie van Steenwijkerland
|
Belt-Schutsloot ligt tussen de wateren Arembergergracht, Schutsloterwijde en de Kleine Belterwijde. Belt-Schutsloot is ontstaan uit twee dorpjes: Belt (Zandbelt) en de aan de Schutsloterwijde gelegen Schutsloot. In de loop van de jaren is het één dorp geworden dat ook enige tijd tot de toenmalige gemeente Zwartsluis behoorde. Dwars door het dorp loopt een kanaal, waar veel plezierjachten door varen. Toerisme - in het bijzonder watersport - is een belangrijke bron van inkomsten. Het dorp telt dan ook veel campings en jachthavens. De Wiedenroute loopt door het dorp. De jaarlijkse gondelvaart werd in 2018 voor de 80ste keer gehouden.
| 1 |
kanaal, waterweg, scheepvaartkanaal
|
2,948 |
Car
|
341114
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Europese%20auto%20in%201953
|
Europese auto in 1953
|
Dit artikel geeft een overzicht van alle Europese personenwagens geproduceerd in 1953 door een significante autoconstructeur. De auto's staan alfabetisch gerangschikt per merk. Hier staan enkel Europese merken, ongeacht of ze eigendom zijn van een niet-Europees concern. Ook gaat het om constructeurs die algemeen bekend zijn met auto's die algemeen voor het publiek verkrijgbaar zijn.
Europese auto
1953
|
Dit artikel geeft een overzicht van alle Europese personenwagens geproduceerd in 1953 door een significante autoconstructeur. De auto's staan alfabetisch gerangschikt per merk. Hier staan enkel Europese merken, ongeacht of ze eigendom zijn van een niet-Europees concern. Ook gaat het om constructeurs die algemeen bekend zijn met auto's die algemeen voor het publiek verkrijgbaar zijn.
| 3 |
auto, personenauto, motorvoertuig
|
2,354 |
BedAndBreakfast
|
1492682
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Katarakt%20%28televisieserie%29
|
Katarakt (televisieserie)
|
Katarakt was een 13-delige Vlaamse televisieserie, die van 9 december 2007 tot 2 maart 2008 iedere zondag werd uitgezonden door de zender Eén. Het scenario is van Geert Vermeulen en Nathalie Haspeslagh. Het verhaal speelt zich af in de wereld van de fruitteelt in Haspengouw.
Met een totaal productiebudget van meer dan vijf miljoen euro is het een van de duurste Vlaamse series ooit. Per aflevering keken gemiddeld meer dan anderhalf miljoen Vlamingen naar de serie. Het programma kreeg in 2008 de Vlaamse Televisie Ster voor Beste Fictieprogramma van de Vlaamse Televisie Academie.
De reeks werd vanaf zondag 21 juni 2009 heruitgezonden op één.
Verhaal
De serie vertelt het verhaal van een personage, Elisabeth Donkers, die het doodbloedende bedrijf van haar schoonvader Roger Hendrickx nieuw leven probeert in te blazen. Door haar oogziekte (RP, géén cataract!) verloopt dit steeds moeilijker. In een periode van 4 seizoenen volgt de serie de families en de plukkers op het fruitteeltbedrijf.
Personages
Elisabeth Donkers (38)
Elisabeth is gehuwd met Frank Hendrickx. Ze zijn de ouders van een achttienjarige tweeling: Saartje en Pieter. Eerst werkt Elisabeth als afdelingshoofd in een hogeschool. Ze geeft deze baan op, om in het fruitteeltbedrijf van haar schoonvader te stappen, waar ook haar schoonzus en schoonbroer werken.
Frank Hendrickx (42)
Frank is gehuwd met Elisabeth Donkers. Frank is vroeger na aanslepende ruzies uit het familiebedrijf gestapt en werkt in een tuinbouwveiling. Elisabeth slaagt erin hem te overtuigen om samen met zijn broer en diens echtgenote het bedrijf van zijn vader over te nemen.
Paul Hendrickx (40)
Paul (40) is gehuwd met An Degreef en is de jongere broer van Frank. An en hij wonen op het bedrijf, waar hij ook al heel zijn leven meewerkt.
An Degreef (37)
An heeft een deel van de boerderij waar het fruitteeltbedrijf gevestigd is omgebouwd tot een 'Bed and Breakfast'. Naast het meehelpen in de fruitteelt, zorgt zij ook voor de opvang van de gasten.
Roger Hendrickx (65)
Roger is de vader van Frank en Paul. De familie is al geruime tijd actief in de fruitteelt. Maar Roger heeft moeite met moderne bedrijfsvoering en staat er financieel erg zwak voor.
Karel Donkers (64)
Karel Donkers is gehuwd met Gerda en de vader van Junior, Elisabeth en Herman Donkers. Hij is chirurg en hoofd van een ziekenhuis. De zorg voor zijn zoon Herman is zijn grootste aandachtspunt.
Gerda (63)
Gerda is gehuwd met Karel Donkers en moeder van Junior, Elisabeth en Herman.
Junior Donkers (40)
Junior Donkers is de oudste zoon van Karel en Gerda, en de oudere broer van Elisabeth. Hij werkt als anesthesist in het ziekenhuis waar zijn vader hoofd is.
Herman Donkers (35)
Herman (35) is de jongste zoon van Karel en Gerda. Hij is licht verstandelijk gehandicapt en verblijft meestal in het tehuis 'De Horizon', maar Roger Hendrickx laat hem soms meewerken op het fruitteeltbedrijf.
Saartje Hendrickx (18)
Saartje is de tweelingzus van Pieter en de dochter van Elisabeth en Frank. Ze moet nog kiezen waar ze naartoe wil met haar leven.
Pieter Hendrickx (18)
Pieter is de tweelingbroer van Saartje en de zoon van Elisabeth en Frank. Hij ziet studeren niet echt zitten en steekt graag de handen uit de mouwen.
Nathalie (34)
Nathalie is een collega van Frank op de tuinbouwveiling.
Ben Van Hemelrijck
Ben is de eigenaar van een internationaal transportbedrijf en actief bij de serviceclub waar Karel Donkers voorzitter van is.
Marijke
Marijke is een collega van Elisabeth op de hogeschool. Elisabeth en Marijke zijn al jaren vriendinnen.
Cast
Commercialisering
Na de uitzending op televisie werd de reeks als vierdelige DVD-box uitgebracht. Verder verschenen de soundtrack van de reeks met muziek van Steve Willaert en een boek van Betty Antierens. In Haspengouw en Limburg werd de reeks ook gebruikt als kapstok voor een hele reeks toeristische initiatieven van Toerisme Limburg, waaronder een Katarakt-route.
Vlaamse dramaserie
Programma van VRT 1
|
An Degreef (37)
An heeft een deel van de boerderij waar het fruitteeltbedrijf gevestigd is omgebouwd tot een 'Bed and Breakfast'. Naast het meehelpen in de fruitteelt, zorgt zij ook voor de opvang van de gasten.
| 1 |
bed and breakfast, accommodatie, logies
|
3,129 |
JewelryStore
|
708357
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke%20Van%20Kempen%20%26%20Begeer
|
Koninklijke Van Kempen & Begeer
|
De Koninklijke Van Kempen & Begeer is van oorsprong een fabriek van bestek en andere metaalwerken, vooral voor het huishouden - maar ook bijvoorbeeld penningen werden er ontworpen en vervaardigd. Het bedrijf was gevestigd in Voorschoten en een voortzetting van een oorspronkelijk in Utrecht door de zilversmid Johannes Mattheüs van Kempen (1764–1833) gestichte zilverfabriek en de Koninklijke Utrechtse Fabriek van Zilverwerken. In de volksmond heette het bedrijf De Zilverfabriek. Na een lange neergang, ingezet rond de Tweede Wereldoorlog, werd in 2018 wat restte van de fabriek, het merk Van Kempen & Begeer, overgenomen door 'The Cookware Company', een van oorsprong Belgische fabriek van keukenartikelen. De onder het merk verkochte producten worden in China vervaardigd.
Ontstaan van het bedrijf in Utrecht
De grondlegger van het bedrijf is de in 1764 te Utrecht geboren Johannes Mattheüs van Kempen. In 1789 werd hij als meester toegelaten tot het gilde van zilversmeden. Zijn zonen Pieter Johannes (1790-1831) en Johannes Mattheüs (1792-1831) traden in het voetspoor van hun vader als zilversmeden te Utrecht.
Verhuizing naar Voorschoten
Sinds 1841 mocht het bedrijf het Koninklijk Wapen voeren. Kleinzoon Johannes Mattheüs van Kempen (1814-1877) had inmiddels de leiding overgenomen. Hij was (met drie van zijn zonen) de oprichter en eerste directeur van de 'Koninklijke Nederlandse Fabriek van gouden en zilveren werken J.M. van Kempen & Zonen' te Voorschoten. Bij de opening van de nieuwe fabriek in 1858 te Voorschoten is het predicaat Koninklijk aan het bedrijf verleend.
Fusie in 1919 en het vertrek van Van Kempen in 1925
In 1919 ontstond door fusie met de bedrijven van C.J.A. Begeer en De Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen Jac. D. Vos (gevestigd te 's-Gravenhage, opgericht 1876) de combinatie Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven Van Kempen, Begeer en Vos (K.N.E.B.). Het bedrijf richtte zich vooral op de winkels - het productiebedrijf te Voorschoten kreeg de status van intern toeleveringsbedrijf. De verschillende onderdelen opereerden redelijk zelfstanding,. De holding had elf directeuren, met Carel J.A. Begeer als voorzitter. In 1924 werden de zaken opnieuw ingedeeld in vijf afzonderlijke vennootschappen, met onder meer aparte nv's voor de exploitatie van de juweliersmagazijnen. In 1925 verliet Antonius Everdinus van Kempen, kleinzoon van de oprichter, na een reorganisatie het bedrijf weer en werd hij directeur bij concurrent Gerritsen uit Zeist, sindsdien onder de naam Gerritsen en Van Kempen.
Ontwikkeling 1925-1960
Het bedrijf in Voorschoten werd voortgezet als NV Ateliers voor Edelsmeed en Penningkunst Van Kempen en Begeer, terwijl gelijktijdig de afdeling medailles van de NV Koninklijke Nederlandsche Edelmetaalbedrijven werd overgenomen. In 1927 volgde nog de oprichting van de Hollandsche Kettingfabriek, te Voorschoten. Het productiebedrijf te Voorschoten stond de eerste jaren onder leiding van dr. M. Brinkgreve en ir.jhr. Arnold Carl von Weiler; aan het hoofd van het moederbedrijf stond sinds 1925 Carel Joseph Anton Begeer als directeur-generaal, bijgestaan door Dirk Vos als directeur. Het optreden van Carel J.A. Begeer tijdens de bezetting is op zijn zachtst gezegd onhandig te noemen: het bedrijf kwam deze periode mede door door de vervaardiging van surrogaatproducten als huishoudelijke artikelen van verkoperd ijzer en verzilverd zink. Tijdens de wederopbouw vond een oriëntatie op het productiebedrijf plaats. Het bedrijfsonderdeel De Juweelenfabriek voorheen Jac. Vos en Co. te 's-Gravenhage werd per 1946 weer overgedragen aan Jac. Vos. Om een groter assortiment te kunnen bieden volgde in 1949 de oprichting van de NV Begeer, Van Kempen en Vos (BKV) Fabricage-, Import- en Groothandelsbedrijf, te 's-Gravenhage. In 1948 gaf Carel Begeer de dagelijkse leiding over aan zijn zoon Bas. Wel bleef hij tot aan zijn dood in 1956 betrokken als directeur-generaal.
Neergang
In 1960 fuseerden de beide concurrenten uit Voorschoten en Zeist weer tot de 'Koninklijke Van Kempen en Begeer'. Adjunct-directeur en artistiek leider van de gefuseerde onderneming werd de in Oostenrijk geboren ontwerper Gustav Beran. In december 1965 woedde er een forse brand, niet de enige tegenslag. De winkels werden in de jaren 70 overgenomen door Schaap & Citroen, het moederbedrijf bleef met verliesgevende dochtermaatschappijen zitten. In 1984 werd uitstel van betaling voor twee daarvan aangevraagd, de Zilfa (Zilverfabriek Begeer) en DCW, de Hollandse Kettingfabriek, samen goed voor ruim de helft van de werkgelegenheid, 130 van de 215 arbeidsplaatsen. De onvrede over de gang van zaken leidde tot een bedrijfsbezetting. In 1985 verliet de firma het monumentale gebouw te Voorschoten, dat tot 2008 in gebruik bleef bij Mexx. Van Kempen & Begeer verhuisde in afgeslankte vorm naar Zoetermeer. In 1986 werd de bestekfabriek van Gero uit Zeist overgenomen, die in 1912 door M. Gerritsen en J. ter Beek was gestart. In september 2008 nam Royal Delft de BV Koninklijke Van Kempen & Begeer over.
Overname in februari 2018 door The Cookware Company
In februari 2018 werd BV Koninklijke Van Kempen & Begeer overgenomen door The Cookware Company, een bedrijf met zijn hoofdkantoor in het Belgische Drongen en vestigingen in New York, Hong Kong, Londen en Delft. The Cookware Company legt zich toe op de verkoop van in China geproduceerde producten onder oude merknamen.
Ontwerpers
Ontwerpers voor 'Van Kempen en Begeer' zijn o.a. geweest
Gijs Bakker
Christa Ehrlich
Jan Eisenloeffel
Jac.J. van Goor
Marinus Kutterink
George Henri Lantman
Frans Brusche
Externe link
Officiële website
Nederlands bedrijf
Edelsmeedkunst
Geschiedenis van Voorschoten
|
Fusie in 1919 en het vertrek van Van Kempen in 1925
In 1919 ontstond door fusie met de bedrijven van C.J.A. Begeer en De Fabriek van Gouden en Zilveren Werken voorheen Jac. D. Vos (gevestigd te 's-Gravenhage, opgericht 1876) de combinatie Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven Van Kempen, Begeer en Vos (K.N.E.B.). Het bedrijf richtte zich vooral op de winkels - het productiebedrijf te Voorschoten kreeg de status van intern toeleveringsbedrijf. De verschillende onderdelen opereerden redelijk zelfstanding,. De holding had elf directeuren, met Carel J.A. Begeer als voorzitter. In 1924 werden de zaken opnieuw ingedeeld in vijf afzonderlijke vennootschappen, met onder meer aparte nv's voor de exploitatie van de juweliersmagazijnen. In 1925 verliet Antonius Everdinus van Kempen, kleinzoon van de oprichter, na een reorganisatie het bedrijf weer en werd hij directeur bij concurrent Gerritsen uit Zeist, sindsdien onder de naam Gerritsen en Van Kempen.
| 1 |
juwelier, sieradenwinkel, edelstenen
|
11,294 |
BuddhistTemple
|
386196
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Candi%20Mendut
|
Candi Mendut
|
Tjandi Mendoet of Candi Mendut (Javaans: Candhi Mendhut) is een boeddhistische tempel en ligt in de dorpsstreek Mendut, Mungkid, Magelang, Midden-Java, Indonesië, enkele kilometer bij de Borobudur vandaan.
Stichting
Tjandi Mendoet werd gebouwd door het Sjailendra dynastie. Dit gebouw heeft een Boeddhistische achtergrond. In een oorkonde uit 824 of de zogenaamde "Inscriptie van Karangtengah", wordt melding gemaakt dat koning Indra een heilig gebouw liet bouwen dat venuvana wordt genoemd. Dit betekent bamboebos. Door de beroemde Nederlandse archeoloog J.G. de Casparis, werd dit woord in verband gebracht met Tjandi Mendoet.
De architectuur van de tjandi
Het bouwmateriaal van deze candi is eigenlijk baksteen die bedekt wordt met natuursteen. Dit gebouw ligt op een hoger gelegen basement, waardoor het eleganter en sterker eruitziet.
De trappeningang ligt aan de noordwestelijke kant. Boven het basement is er een gangpad dat om het eigenlijke candi loopt.
Het dak bestaat uit drie verdiepingen en wordt versierd met kleine stoepa'''s. Er zijn op dit moment 48 stoepa's te vinden.
Dit gebouw is 26,4 meter hoog.
Versieringen op de Tjandi Mendoet
Deze tjandi wordt versierd met stenen snijwerk in de vorm van wisselende hemel bewoners zoals mannelijke en vrouwelijke apsara's en asura's, figuren die in de oudste boeddhistische tekstlagen voorkomen, een paar apen en een garoeda.
Op de twee kanten van de trap zijn reliëfs te vinden van de verhalen uit de Pañcatantra en jataka.
thumb|Boeddha in de dharmacakramudra positie
De wanden van de tjandi zijn versierd met de reliëfs van de Boddhisatva, onder andere de Avalokiteśvara, Maitreya, Vajrapāṇi en Manjuśri. Op de wand van de hoofdtjandi, is een reliëf van de levensboom (kalpataru), twee nymfen, Harītī (een soort reuzin die bekeerd was en Boeddha volgde) en Āţavaka te vinden.
In de hoofdtjandi zelf zijn drie grote beelden van Boeddha te vinden; Boeddha Śakyamuni in de dharmacakramudra houding. Voor dit beeld van Boeddha is een reliëf in de vorm van een wiel tussen een paar herten te zien. Dit is het zinnebeeld geworden van het "Hertenpark" te Sarnath, India, waar Boeddha zijn eerste Leerrede hield. Links daarvan is een beeld van Padmapāņi en rechts is een beeld van Vajrapāņi.
Tegenwoordig plaatst men wierookstokjes voor het beeld van de Boeddha en een collectemand. Wie een wierook wil aansteken en bidden, kan dat doen.
Chronologie van de ontdekking
1836 – Ontdekt en schoongemaakt
1897 – 1904 de fondatie en de hoofdtjandi werden schoongemaakt, het resultaat was echter onbevredigend.
1908 – gerenoveerd door Theodoor van Erp. De top kon hersteld worden.
1925 – enkele stoepa's zijn teruggezet.
1991 - onderdeel van de werelderfgoedinschrijving Tempelcomplex van Borobudur''
Boeddhistische tempel in Indonesië
Werelderfgoed in Indonesië
Bouwwerk in Midden-Java
|
Tjandi Mendoet of Candi Mendut (Javaans: Candhi Mendhut) is een boeddhistische tempel en ligt in de dorpsstreek Mendut, Mungkid, Magelang, Midden-Java, Indonesië, enkele kilometer bij de Borobudur vandaan.
| 1 |
boeddhistische tempel, boeddhistisch heiligdom, boeddhistische gebedsplaats
|
5,375 |
LendAction
|
1878482
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chris%20Deleu%20%28personage%29
|
Chris Deleu (personage)
|
Chris Deleu is een personage uit de Vlaamse soapserie Wittekerke dst werd gespeeld door Claude De Burie. Hij speelde deze rol in de eerste drie seizoenen, van 1993 tot 1995.
Personage
Chris is de zoon van Marcel Deleu. Zijn moeder Rosa is al een paar jaar overleden. Zijn vader is eigenaar van café 'De Schorre'. Chris is verliefd op Patsy De Cleyn. Ze worden een koppel en maken zelfs trouwplannen. Chris is vaak bij Patsy thuis, waar ook haar stiefvader Jos Verlackt woont. Hij heeft Patsy vroeger proberen aan te randen en geilt nog steeds op haar en bespioneert haar en Chris regelmatig als ze vrijen. Jos helpt Chris aan een camionette zodat hij een eigen zaak kan beginnen. Als Wielemans zijn rentree maakt in Wittekerke gaat de aandacht van Patsy al snel naar hem en door Jos aangemoedigd wordt Chris jaloers. Patsy verzekert hem echter dat er niets is en de twee geven hun verlovingsfeest in een dancing die Wielemans hen aangepraat heeft. Na het feest wordt Patsy verkracht door Jos, maar kan zich de dader niet herinneren. Ze zoekt haar toevlucht bij Wielemans en aanvankelijk weet niemand waar ze is. Ze wil Chris niet meer zien en hij verneemt pas later wat er gebeurd is. Jos wordt vermoord door Patsy’s moeder Annie. De gebeurtenissen zijn zwaar voor Patsy en ze wil voorlopig niet verder met Chris.
In het café leert Chris Astrid Méganck kennen, die probeerde zelfmoord te plegen. Hij en Katrien Coppens nemen haar onder hun hoede en vangen haar op. Astrid is zwanger en weet niet van wie, haar rijke ouders zullen er zeker op tegen zijn. Marcel neemt contact op met mevrouw Méganck die Astrid mee naar huis neemt. Chris zegt dat hij de vader is. De vader van Astrid biedt hem 250.000 BEF aan om uit haar leven te verdwijnen, maar dat wil hij niet. Als haar ouders haar adoptie of abortus willen aanpraten zegt Chris dat hij met haar wil trouwen. Ze trouwen en Patsy en Wielemans zijn zelfs aanwezig op het feest. Ze gaan in een huis van Astrids vader wonen en Chris gaat voor zijn immobiliënkantoor werken. Ze zijn erg gelukkig samen. Als Marcel liefdesverdriet heeft om Joke geven ze een feestje voor hem. Bij het opruimen heft Astrid een tafel en krijgt pijn in haar buik. Ze moet naar het ziekenhuis en verliest haar kindje. Omdat ze denkt dat Chris enkel met haar getrouwd is om de vader te zijn van haar kind gaat ze terug met haar ouders naar huis. Chris wil echter getrouwd blijven met Astrid en overhaalt haar om terug te keren.
Later wordt ze opnieuw zwanger, nu van Chris. Na de geboorte van hun dochtertje Maya, sterft Astrid en blijft Chris alleen achter met Maya.
Vertrek
Wanneer Stef Tavernier zich wil wreken op Bob Bauterse plaatst hij een bom onder de auto van Bob. Wanneer Chris en zijn stiefmoeder Naomi de auto even lenen gaat de bom af. Ze zijn allebei op slag dood.
Familie
Astrid Méganck (vrouw)
Maya Deleu (dochter)
Marcel Deleu (vader)
Naomi (stiefmoeder)
Rosa (moeder, nooit te zien geweest, was al overleden bij de start van de serie)
Wittekerke
|
Vertrek
Wanneer Stef Tavernier zich wil wreken op Bob Bauterse plaatst hij een bom onder de auto van Bob. Wanneer Chris en zijn stiefmoeder Naomi de auto even lenen gaat de bom af. Ze zijn allebei op slag dood.
| 1 |
lenen, uitlenen, teruggeven
|
5,328 |
HairSalon
|
3153336
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maartje%20Boudeling
|
Maartje Boudeling
|
Maartje Boudeling (Yerseke, 29 januari 1939) is een gepensioneerd chef-kok, bekend van haar koken in het met twee Michelinsterren beloonde Inter Scaldes in Kruiningen.
Biografie
Begin carrière
Boudeling volgde de mulo in Yerseke, waarna ze naar Rotterdam trok voor een opleiding tot kapster. Na afronding van deze opleiding keerde zij terug naar Yerseke en opende daar samen met haar zus de kapsalon Beauté. De kapsalon liep uitstekend, maar ze vertrok na haar huwelijk met Kees Boudeling in 1962.
Na haar huwelijk ging zij aan de slag in het familierestaurant van haar echtgenoot, gelegen aan de Rijksweg in Kruiningen. Voortbouwend op wat zij geleerd had van haar moeder, nam zij de keuken over. Het echtpaar realiseerde zich echter snel dat Maartje meer kookkennis moest hebben om hun droom van een specialiteitenrestaurant te kunnen realiseren. En dus begon zij Frans te leren alvorens naar Frankrijk te trekken. Aldaar liep zij stages in verschillende goed aangeschreven restaurants, van de Elzas tot Bretagne.
Eigen restaurant
Eenmaal weer thuis begon het echtpaar serieus zijn droom na te jagen. Door het succes van Boudelings kookkunst werd het toenmalige restaurant te klein. Bij toeval besloot de Koninklijke Marechaussee in dezelfde periode Kruiningen te verlaten en bood zij de villa die zij in gebruik had te koop aan. De Boudelings hapten toe en openden in 1968 Inter Scaldes in de villa.
Aangezien Maartje Boudeling geloofde in versheid, weigerde zij ingrediënten te importeren om exclusieve gerechten op de kaart te kunnen zetten. In plaats daarvan betrok zij al haar vis en schelpdieren en het merendeel van haar groente en fruit lokaal. Teneinde de versheid te garanderen werd er soms meerdere keren per dag besteld en geleverd.
Michelinster
In 1978 kreeg Boudeling voor het eerst een Michelinster voor haar koken, exact tien jaar naar de opening van Inter Scaldes. Zij behield de ster tot 1984, toen zij twee sterren kreeg toegekend. De twee sterren heeft zij vervolgens weten te behouden tot zij het restaurant verkocht in 2001. Kees en Maartje Boudeling verkochten het restaurant in 2001 aan Claudia en Jannis Brevet, tot dan toe eigenaars en uitbaters van Helianthushof in Uden.
Boudeling, als patroon-cuisinier, trad in 1992 toe tot Les Patrons Cuisiniers (LPC). Eerder al, in 1980, was het restaurant toegetreden tot de Alliance Gastronomique Néerlandaise. Na de interne scheuring waaruit de LPC ontstond, vertrokken zij bij de Alliance. Boudeling is de initiatiefnemer en naamgever van de culinaire competitie om de De Zilveren Oester/Maartje Boudeling Trofee, die sinds 2006 wordt georganiseerd.
In 2007 eindigde Boudeling als negende in de lijst "Meest insprirerende chef-koks van de afgelopen 30 jaar", samengesteld door het tijdschrift Lekker.
Onderscheidingen
1 Michelinster: 1978-1983
2 Michelinsterren: 1984-2001
Nederlandse Gastronomieprijs NCK Uncle Ben’s Ring: 1999
‘Ladychef of the year’: 2000
Lady Chef of the Century
Escoffier Prijs Alliance Gastronomique Néerlandaise: 2002
Bibliografie
1998: Koken tussen de Scheldes. Recepten Maartje Boudeling, tekst Fon Zwart. ISBN 90-6020-526-X
1998: Zilt en Zoet. Zeeuwse zaligheden uit de keuken van Inter Scaldes. Recepten Maartje Boudeling, tekst Jan Lagrouw, foto's Kees Hageman. ISBN 90-6255-847-X
Nederlandse kok met Michelinster
|
Begin carrière
Boudeling volgde de mulo in Yerseke, waarna ze naar Rotterdam trok voor een opleiding tot kapster. Na afronding van deze opleiding keerde zij terug naar Yerseke en opende daar samen met haar zus de kapsalon Beauté. De kapsalon liep uitstekend, maar ze vertrok na haar huwelijk met Kees Boudeling in 1962.
| 2 |
kapsalon, haarverzorging, haarsalon
|
1,856 |
Conversation
|
4318537
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kabinetsformatie%20Nederland%201977
|
Kabinetsformatie Nederland 1977
|
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 25 mei 1977 vond een kabinetsformatie plaats in Nederland. Op 19 december 1977 resulteerde dit in het kabinet-Van Agt I. De coalitie werd gevormd door het Christen-Democratisch Appèl (CDA) en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD).
De eerste vijf maanden werd er onder formateur Joop den Uyl onderhandeld over een kabinet van Partij van de Arbeid (PvdA), de grootste partij, CDA en Democraten 66 (D'66). Viermaal liep dit vast, en werden informateurs gevraagd om de partijen bij elkaar te brengen. Na de vierde keer bleek de breuk definitief. Binnen een maand wist vervolgens het CDA tot een akkoord te komen met de VVD. Zes leden van de CDA-fractie — de loyalisten — stemden tegen het akkoord, maar gedoogden het kabinet wel waardoor het kabinet een meerderheid behield.
De formatie duurde 208 dagen en was toen de langste Nederlandse kabinetsformatie. Door de lange duur en de onverwachte uitkomst staat het bekend als de "moeder van alle formaties".
Achtergrond
Kabinet-Den Uyl
Het kabinet-Den Uyl onder leiding van premier Joop den Uyl had als coalitie PvdA, D'66 en Politieke Partij Radikalen (PPR). Die partijen hadden als onderdeel van de progressieve samenwerking voor de Tweede Kamerverkiezingen 1972 een gezamenlijk regeerprogramma: Keerpunt 1972. Tijdens de kabinetsformatie van 1972-'73 was het hen gelukt om de confessionele partijen Christelijk-Historische Unie (CHU), Anti Revolutionaire Partij (ARP) en Katholieke Volkspartij (KVP) uit elkaar te spelen. Die laatste twee leverden ministers en gedoogden het extraparlementaire kabinet.
In deze periode waren KVP, ARP en CHU bezig met een fusie tot het het Christen-Democratisch Appèl (CDA). De daadwerkelijke fusie vond pas plaats in 1980, maar de partijen wilden wel al één kandidatenlijst. Beoogd lijsttrekker was vicepremier en minister van Justitie Dries van Agt, afkomstig uit de KVP. Hij werd gewaardeerd binnen de partijen om zijn principiële opstelling in het abortusdebat en de manier waarop hij regelmatig de PvdA in het harnas had gejaagd.
De verhoudingen binnen het kabinet-Den Uyl waren slecht en het vechtkabinet viel uiteindelijk vlak voor de verkiezingen. De slechte verhoudingen waren alleen maar toegenomen toen opiniepeilingen in oktober 1976 lieten zien dat de PvdA er slecht voor stond. Dieptepunt was de persoonlijke aanval van PvdA-Kamerlid Aad Kosto op Van Agt in het debat op 23 februari 1977 over de zaak-Menten. Kosto noemde Van Agt een incapabele minister die ongeschikt was als politiek leider. Een maand later viel het kabinet na de kabinetscrisis over de grondpolitiek, een van de vier grote maatschappijhervormingen die het kabinet op basis van Keerpunt '72 had aangekondigd.
Verkiezingen
Voor de verkiezingscampagne hadden de drie grootste partijen — PvdA, CDA en VVD — hun eigen speerpunten. Het CDA deed bij deze verkiezingen voor het eerst met een gezamenlijke kandidatenlijst mee. Belangrijkste punten voor Van Agt waren de werkloosheid, de inflatie, abortus en 'het ethisch en geestelijk reveil'. De samenwerking tussen PvdA, PPR en D'66 viel daarentegen uit elkaar, vanwege tegenvallende resultaten bij lokale verkiezingen en in de peilingen. De PvdA probeerde met de verkiezingsleus 'Kies de minister-president, Kies Den Uyl' vooral campagne te voeren met Den Uyl als staatsman. Hans Wiegel was bij de VVD voor de tweede keer lijsttrekker. Met het motto "puin ruimen" richtte Wiegel zich vooral op de PvdA. De VVD ontzag het CDA met het oog op mogelijke samenwerking.
Tijdens de verkiezingscampagne werden er al coalitievoorkeuren uitgesproken. PvdA hield vast aan een kabinet met een meerderheid van progressieve ministers. Het CDA verklaarde echter niet meer in een ongelijkwaardige positie met de PvdA te willen regeren, zoals tijdens het kabinet-Den Uyl. De PvdA eiste dat het CDA regeren met de VVD zou uitsluiten, wat Van Agt pareerde met de oneliner: "Wij maken geen buigingen naar links en geen buigingen naar rechts". D'66, wederom geleid door Jan Terlouw, presenteerde zich als "redelijk alternatief" tussen PvdA en VVD, maar sloot een coalitie van CDA, VVD en D'66 uit.
Zetelverdeling
De PvdA won tien zetels en kwam uit op 53 zetels, de hoogste score tot dan toe door een partij. Het CDA behaalde 49 zetels, één zetel meer dan diens voorlopers in 1972. De fractie bestond na de verkiezingen uit 26 KVP'ers, 12 ARP'ers en 11 CHU'ers. De VVD won zes zetels en kwam uit op 28 zetels. D'66 steeg van zes naar acht zetels. De resterende partijen zakten van 31 naar twaalf zetels in totaal, en speelden geen betekenisvolle rol in de formatie. Op basis van deze uitslag hadden PvdA en CDA al een meerderheid van 102 zetels. Aangevuld met D'66 zou dit zelfs 110 zetels zijn. Anderzijds had de combinatie van CDA en VVD een krappe meerderheid van 77 zetels.
Gijzelingen
De verkiezingscampagne en de formatie werden onderbroken door gijzelingen door Zuid-Molukse jongeren. Twee dagen voor de verkiezingen kaapten zij een trein bij De Punt en gijzelden een lagere school in Bovensmilde. Door deze acties kwam de campagne grotendeels stil te liggen. De gijzelingen zouden nog tot 11 juni 1977 — dus tijdens de formatie — duren. Het zorgde ervoor dat de PvdA haar verkiezingswinst niet kon vieren en dat de formatie pas later op gang kwam. Met name Van Agt als minister van Justitie was druk bezig met de gijzelingen en het Kamerdebat achteraf.
Formateur Den Uyl (1)
Na gesprekken met haar vaste adviseurs en de fractievoorzitters wees koningin Juliana Den Uyl aan als formateur. De PvdA-fractie had dit geadviseerd, hoewel sommige leden tot voorzichtigheid maanden. Van Agt had eveneens geadviseerd Den Uyl aan te wijzen als formateur, omdat een informatieronde eerder tot verstarring zou leiden bij de CDA-fractie. Wiegel sprak zijn twijfels uit over de stabiliteit van een kabinet van PvdA en CDA gezien de val van het vorige kabinet. Hij wees ook op het feit dat CDA en VVD samen een meerderheid hadden. Juliana gaf Den Uyl als uiteindelijke opdracht "een kabinet te vormen dat geacht mag worden het vertrouwen van het parlement te genieten". Den Uyl deelde mee dat hij streefde naar een meerderheidskabinet van PvdA, CDA en D'66, met een progressief karakter. Een groot deel van de CDA-fractie reageerde afwijzend op de interpretatie dat het een "progressief karakter" moest hebben.
Onderhandelingsstrategieën
Voor de PvdA was kabinetsdeelname niet het belangrijkste en mocht kabinetsdeelname alleen plaatsvinden als zij het overwicht hadden. Deze strategie was opgeschreven in de notitie 'Wat te doen met tien zetels winst?' door Ed van Thijn, die Den Uyl verving als PvdA-onderhandelaar. Hoofddoel was het voortzetten van het electorale succes bij de Provinciale Statenverkiezingen 1978. Een "zekere spanningsrelatie" met het CDA zou daar goed voor zijn, de zogenaamde "polarisatiestrategie" die de partij sinds 1966 hanteerde. Inhoudelijk moesten de hervormingsvoorstellen van het vorige kabinet bereikt worden, vastgehouden worden aan de norm van één procent groei per jaar van de collectieve sector en moest gegarandeerd worden dat een initiatiefontwerp over abortus bekrachtigd zou worden met een contraseign. Het partijbestuur en -congres hadden — tegen de zin van de fractie en Den Uyl — de meerderheidsstrategie opgelegd. Dit bepaalde dat PvdA evenveel ministers moest hebben als CDA en D'66 bij elkaar, om te voorkomen dat PvdA in de ministerraad weggestemd kon worden. PvdA moest ook Justitie claimen om Van Agt buiten het kabinet te houden en nog een post naast Financiën in de sociaaleconomische driehoek krijgen. Van Thijns notitie lekte uit en stond op 9 juni in de Volkskrant, wat het wantrouwen bij CDA voedde.
Voor het CDA lag de prioriteit eveneens niet bij het slagen van een kabinet, maar bij de vorming van eenheid binnen het CDA. Binnen de fractie was er verdeeldheid over het regeren met de PvdA. ARP'ers onder leiding van Wim Aantjes waren voorstander, terwijl KVP'ers zoals Frans Andriessen en met name CHU'ers de confrontatie wilden aangaan. Uitgangspunt voor deelname aan een kabinet met PvdA was in ieder geval gelijkwaardigheid. Zo wilde het CDA evenveel ministersposten als PvdA. D'66 hoefde van hen sowieso niet in de coalitie — de partij was immers niet nodig voor meerderheid — dus vonden ze dat PvdA zelf voor D'66 ministersposten moest opgeven. Nog een plek voor PvdA in sociaaleconomische driehoek was onbespreekbaar, omdat Den Uyl als minister-president zich daar al voortdurend mee bemoeide. Als Van Agt niet in de Kamer wilde blijven, moest hij terug kunnen keren op Justitie. Het CDA wilde het liefst eerst abortus bespreken, en de hervormingsvoorstellen bespreken in een breder sociaaleconomisch kader.
De verdeeldheid was niet alleen inhoudelijk, maar kwam ook voort uit persoonlijk ambities. Hoewel Van Agt bij de eerste fractievergadering gemakkelijk verkozen werd tot fractievoorzitter, legde het verkiezen van de vicefractievoorzitter de verdeeldheid bloot. Andriessen werd aanvankelijk verkozen boven Aantjes, die daarop woedend reageerde. De notulen van deze vergadering lekte vervolgens uit, waarna Van Agt Andriessen overhaalde om zich terug te trekken om de eenheid te bewaren. Ditmaal werd er geen verkiezing uitgeschreven, waarmee het vicevoorzitterschap toeviel aan de nummer twee op de lijst; Aantjes. CHU-voorman Roelof Kruisinga was verder vooral uit op een ministerspost, en nam daarover contact op met PvdA'ers. Ook Aantjes had veel contact met de PvdA. Andriessen had daarentegen van de drie het meeste contact met Van Agt. CDA-beleidsmedewerker Joop van Rijswijk noteerde over de interne samenwerking: "In feite kent onze fractie een vierhoofdig leiderschap. Maar dit leiderscollectief put [...] uit in het elkaar beloeren en wantrouwen en in het samen voor de voeten lopen van de fractievoorzitter".
Onderhandelingen
In de eerste twee weken wisten de partijen tot overeenstemming te komen op drie van de vier hervormingsvoorstellen. Vanwege de gijzelingen en de afwikkeling daarvan begonnen pas op 27 juni de inhoudelijke onderhandelingen. Over de volgorde van te bespreken onderwerpen was in de weken daarvoor al discussie. Men begon uiteindelijk met de grondpolitiek, omdat het vorige kabinet daarover gevallen was. Het lukte de onderhandelaars dit slepende onderwerp binnen één avond zo goed als te regelen, met de overeenstemming op belangrijkste punten geregeld op 5 juli. Die dag bereikten ze ook overeenstemming over de vermogenswinstbelasting en op 8 juli over de ondernemingsraden, twee van de andere hervormingsvoorstellen. Bij alle drie wist Van Agt belangrijke punten binnen te halen, tot onvrede van de linkerflank van PvdA.
Voor PvdA was de druk vervolgens groter om te scoren bij de laatste van de vier hervormingsvoorstellen; de vermogensaanwasdeling (VAD). Op verzoek van het CDA werd dit gecombineerd met de discussie over het door Den Uyl opgestelde 'Memorandum betreffende het te voeren financiële, sociale en economische beleid' (ook wel Memo II). Daarin werden vier miljard aan bezuinigingen en loonmatiging voorgesteld, maar ook aantrekkelijke maatregelen voor de vakbeweging. Het CDA vond de bezuinigingen te weinig en geloofde niet in de voorgespiegelde loonmatiging. Werkgevers en het rechterdeel van de CDA-fractie waren ook ontevreden over de automatische prijscompensatie. Op 12 juli spraken de onderhandelaars weer over de VAD, waarbij Den Uyl de druk op D'66 en CDA opvoerde om snel akkoord te gaan. Van Agt kwam met negen wijzigingsvoorstellen op de VAD. Den Uyl nam drie van deze suggesties over, maar Van Agt bleef weigeren.
Op 15 juli gaf Den Uyl vervolgens zijn opdracht terug. Den Uyl gaf aan "bitter teleurgesteld" te zijn, maar het beeld was dat hij te vroeg gestopt was. Van Agt verklaarde dat er een oplossing moest komen voor de VAD, omdat PvdA en CDA op elkaar aangewezen waren. Tegen zijn fractie gaf hij aan bereid te zijn een aantal eisen rond de VAD te laten vallen. De top van het CDA vermoedde druk vanuit vakbond FNV, alsook een politieke manoeuvre, waarbij PvdA hoopte een betere onderhandelingspositie te hebben als een formatiepoging tussen CDA en VVD was mislukt.
Informateur Albeda
Na de breuk werd Van Agt gevraagd als formateur, maar nam deze uiteindelijk niet aan. Zowel Vondeling, Van Thijn als Wiegel hadden Juliana geadviseerd Van Agt te benoemen tot formateur van een kabinet van VVD en CDA. Thurlings raadde dit juist af, omdat de mogelijkheden voor een kabinet van PvdA en CDA nog niet uitgeput waren. Ook Van Agt wilde eerst een lijmpoging door een informateur vanuit PvdA of CDA. Een ander kabinet onderzoeken was voor hem onwenselijk, omdat het grote kans van mislukken had en daarmee de onderhandelingspositie van CDA zou ondergraven. Desalniettemin nam Juliana het advies over van de meerderheid en gaf Van Agt op 18 juli de opdracht een kabinet te vormen. Dit tot ongenoegen van het CDA, die haar verdacht van onder een hoedje spelen met Den Uyl. Van Agt verzocht Juliana de opdracht niet te hoeven aannemen, waaraan Juliana gehoor gaf.
Na verdeelde adviezen wees Juliana ARP'er Wil Albeda aan als informateur. De eerste ronde van adviezen op 19 juli leverde dusdanig verdeelde adviezen op, dat de koningin Van Thijn, Van Agt en Terlouw uitnodigde voor een gezamenlijk gesprek een dag later. Tijdens een vooroverleg die ochtend concludeerden de drie dat er nodeloze misverstanden waren ontstaan. Later die dag werd Wil Albeda aangewezen als informateur om de 'tijdens de formatie-Den Uyl gerezen meningsverschillen uit de weg te ruimen, opdat deze formatie hervat kan worden'. Albeda was een linkse en progressieve CDA'er, afkomstig uit de ARP en was als informateur in 1973 betrokken geweest bij de totstandkoming van het kabinet-Den Uyl.
Albeda wist binnen een week te komen tot een compromis en daarmee zijn opdracht af te ronden. Albeda beperkte zich daarbij tot het VAD, en liet Memo II buiten beschouwing. In het compromis leverde CDA fors en het compromis ging zelfs verder dan het voorstel van Den Uyl. Van Agt wilde nog in de conceptconclusies opnemen dat de VAD afhing van de behandeling van Memo II, maar dit blokkeerde Van Thijn. Toen Aantjes vernam dat die poging van Van Agt ingegeven was door Andriessen, riep hij woedend voor de pers en camera's dat hij maar naar huis ging als Van Agt toch alleen maar zaken wenste te doen met Andriessen. Binnen de CDA-fractie hadden vijf leden, waaronder Andriessen, op 28 juli bezwaar tegen het resultaat. Albeda adviseerde in zijn verslag van 26 juli om Den Uyl wederom formateur te maken. Den Uyl deed nog het voorstel om Albeda tot speciaal adviseur te maken, maar dit werd afgewezen door het CDA.
Formateur Den Uyl (2)
Op 28 juli werd Den Uyl wederom formateur met dezelfde opdracht. De gesprekken over Memo II werden voortgezet. Voor het eerst bij een kabinetsformatie werden de onderhandelaars vergezeld door een fractiespecialist; Dick Dolman (PvdA), Peijnenburg (CDA) en Erwin Nypels (D'66). Binnen een week kwamen ze op dit onderwerp tot conclusies, met de mogelijkheid tot extra bezuinigingen als het onvoldoende bleek. De CDA-fractie ging daarmee akkoord, ondanks vijf dissidenten waaronder Andriessen die onder meer de bezuinigingen niet ver genoeg vonden gaan.
Bij de PvdA-fractie was ook veel kritiek, maar weigerde Van Thijn opnieuw te onderhandelen. Uiteindelijk stemden Duisenberg, Poppe en Spieker tegen. De eerste vond de bezuinigingen niet ver genoeg gaan, de laatste twee juist te ver. Ook buiten de fractie was er weerstand, waaronder kandidaat-bewindslieden die aangaven over dit memo later nog te willen heronderhandelen. Kritiek van de Volkskrant op het resultaat en Van Thijn leidde ertoe dat het partijbestuur zich meer met de formatie ging bemoeien.
Abortus
Onder druk van het CDA was abortus het volgende onderwerp in de formatie. In de Tweede Kamer was daar met PvdA, VVD en D'66 weliswaar een meerderheid voor, maar Van Agt had in de campagne zich geprofileerd met het verzet ertegen. Een meerderheid van de fractie besloot dat Van Agt als unaniem standpunt van de fractie mocht uitdragen dat het CDA geen compromis op dit onderwerp accepteerde. Deze tactiek werd ondermijnd toen de notulen lekten naar Den Uyl en later De Tijd, waaruit bleek dat een minderheid wel bereid was tot een compromis.
Omdat inhoudelijke overeenstemming onmogelijk leek, probeerden de partijen tot een procedureafspraak te komen. PvdA wilde de afspraak dat een aangenomen initiatief gewoon voorzien zou worden van het contraseign van de bevoegde minister. Van Agt stelde voor om een beraadsgroep op te starten die binnen twee jaar een uitweg zou moeten zoeken. Zo lang die groep nog bezig was en de regering niet zich daarover had uitgesproken, zouden regeringsfracties geen steun mogen geven aan initiatieven op dit onderwerp. Beide partijen konden niet met de voorstellen van de ander leven. Het CDA concludeerde vervolgens dat het "helaas onwaarschijnlijk" was dat er een kabinet van PvdA, CDA en D'66 zou komen. Op 25 augustus leverde Den Uyl daarom zijn formateursopdracht in.
Informateur Veringa
Juliana liet zich wederom door haar vaste adviseurs en de fractievoorzitters adviseren. Van Thijn adviseerde om Den Uyl weer als formateur aan te stellen met een bredere opdracht waaronder de mogelijkheid van een minderheidskabinet. Wiegel stelde voor om een 'nationaal kabinet' te vormen. Van Agt adviseerde een CDA-informateur aan te stellen met een brede opdracht, waaronder de mogelijkheid van een CDA-minderheidskabinet. Juliana nam het advies van Van Agt over, en benoemde op 26 augustus de door Van Agt genoemde Gerard Veringa, staatsraad en voormalig KVP-leider.
Ondanks een vertrouwelijke brief van Van Agt waarin hij aanstuurde op een CDA-minderheidskabinet, probeerde Veringa eerst of PvdA, CDA en D'66 niet toch konden komen tot een procedureafspraak rond abortus. Van Agt wilde gezichtsverlies voorkomen, en fluisterde een formule in bij Veringa waar de onderhandelaars zich in konden vinden. Het kabinet zou in die formule eerst zelf met een voorstel proberen te komen. Als dat niet voor 1 januari 1979 was gelukt, mocht het parlement een eigen initiatief aannemen. Het kabinet zou dan na het voorleggen aan de Raad van State besluiten over het contraseign. Het CDA ging akkoord met dit voorstel, hoewel zeven fractieleden waaronder Andriessen tegen waren.
Op 2 september bracht Veringa verslag uit bij Juliana. Er ontstond ophef toen Van Thijn in een interview aangaf dat elk initiatief ongeacht de inhoud een wet zou worden. Het CDA was echter akkoord gegaan in de veronderstelling dat rekening met hen gehouden zou worden. Een maand lang werd er overleg gevoerd over het akkoord. Toegevoegd werd in het eindverslag van 8 oktober dat alle partijen zich voldoende in het wetsontwerp moesten kunnen vinden, maar dat een toekomstig kabinetslid het contrasigneren niet zou kunnen blokkeren.
Informateurs Den Uyl en Veringa
Veringa gaf aan door te willen, maar tot onvrede van het CDA werd Den Uyl ook als informateur benoemd. Onder leiding van de informateurs sprak men verder over onderwerpen die gevoelig lagen, zoals de bouw van kerncentrales, begroting voor defensie en de positie van bijzonder onderwijs. De sfeer ging in die tijd achteruit tussen de onderhandelaars vanwege de lange duur. Van Agt relativeerde de lengte, waarop Den Uyl in de troonrede van 20 september Juliana liet uitspreken: "De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die toch door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid."
Op 21 september bereikten de onderhandelaars toch een akkoord. De fracties van PvdA en D'66 schaarden zich unaniem achter het akkoord. De partijraad van de PvdA stemde er ook mee in, zij het met moeite. Bij de CDA ging de fractie ook akkoord en stemden alleen drie CHU'ers tegen.
Verdeling ministersposten
Na het afronden van het akkoord keerde het onderwerp van de ministersposten weer terug. Van Thijn eiste 8-7-1 ministersposten voor respectievelijk PvdA, CDA en D'66, maar PvdA wilde vooral ook Van Agt buiten het kabinet houden. Van Agt claimde 7-7-1, verwijzend naar gelijkwaardigheid, en gaf binnen zijn partij aan te willen terugkeren op Justitie. Terlouw wilde 7-7-2. Om de impasse te doorbreken, gunde Van Agt een tweede post aan D'66 mits deze 'minuscuul' en 'ondankbaar' waren. Na een patstelling gaf PvdA aan dat 7-7-2 alleen aanvaardbaar was als bepaalde CDA'ers niet in het kabinet zaten. Zo kon PvdA niet akkoord gaan met zowel Kruisinga, Andriessen én Van Agt in kabinet. Dit leidde niet tot een doorbraak.
Op 3 oktober gaf Van Agt na een impasse aan niet beschikbaar te zijn voor kabinet en ook niet terug te keren als fractievoorzitter: "Ik ga het politieke bos in". Op deze manier wilde Van Agt Justitie behouden voor het CDA. Dit werd opgetogen ontvangen door Van Thijn. Toen Van Agt dit een dag later meldde aan zijn fractie, floten ze hem terug omdat dit vernederend en politiek onaanvaardbaar was. Na nog een poging tot onderhandelen waar men niet uit kwam, gaven de informateurs op 6 oktober hun opdracht terug.
Informateurs Verdam en Vrolijk
Op 11 oktober benoemde Juliana de commissarissen van de Koningin Koos Verdam (Utrecht, afkomstig uit de ARP) en Maarten Vrolijk (Zuid-Holland, afkomstig uit de PvdA) tot informateurs. Impliciet was hun opdracht om de onderhandelingen voort te zetten. Dit leidde tot zeldzame kritiek, omdat ze tegen gegeven adviezen in ging. Van Agt had bijvoorbeeld rechtsere informateurs voorgesteld. Binnen het CDA was de verdenking dat Aantjes via Ruppert had aangestuurd op de persoon en de opdracht.
Ondanks een valse start, wisten de informateurs tot een resultaat te komen. Van Thijn stond bij aanvang op het punt in te stemmen met 7-7-2, toen de informateurs met een beargumenteerd voorstel voor 8-7-1 kwamen. Van Agt wees dit direct af, maar daardoor kon Van Thijn de volgende dag niet akkoord gaan met het voorstel 7-7-2 van de informateurs, waarvoor zij als enige argument aandroegen dat 8-7-1 niet haalbaar was. De onderhandelingen raakten daardoor weer vast, waarop de onderhandelaars halverwege de tweede week hun opdracht wilden teruggeven. Hiervan zagen zij af omdat de onderhandelaars nog aangaven dat het tweede kabinet-Den Uyl de bedoeling was. Tijdens het 'eindgesprek' op 20 oktober met de informateurs stelde Van Agt voor Justitie aan D'66 af te staan, als enige post dan voor D'66, maar dat het CDA daar andere ministeries voor terugkreeg. Een pauze werd ingelast zodat Van Thijn Den Uyl kon consulteren. Na de pauze trok Van Agt echter zijn voorstel weer in, waardoor de onderhandelingen weer vast zaten. De informateurs besloten Van Thijn en Van Agt onder vier ogen verder te laten praten - een novum. Uiteindelijk kwamen zij op 24 oktober tot een akkoord waarbij CDA wel Justitie kreeg, maar Van Agt naar Binnenlandse Zaken ging en het 7-7-2 werd.
Het resultaat werd slecht ontvangen binnen de PvdA. Terwijl Van Agt het vierde als succes, presenteerde Van Thijn het als een halve nederlaag. Het ging namelijk tegen de meerderheidsstrategie in. Dit sentiment werd versterkt door kritiek in de Volkskrant. Met moeite wist Van Thijn het langs de partijraad en fractie (32 stemmen voor, 14 tegen) te krijgen, maar een motie van activist Piet Reckman waarin kabinetsdeelname onder deze voorwaarden werd afgewezen werd door de partijraad aangenomen. Gesteund door de fractie, waar inmiddels nog maar vijf leden tegen stemden, negeerden Den Uyl en Van Thijn de uitspraak van de partijraad. Het conflict met de partijraad zou beslecht moeten worden op het bijzondere partijcongres van 5 november.
Formateur Den Uyl (3)
Op aanraden van de informateurs benoemde Juliana Den Uyl op 26 oktober voor de derde keer als formateur. Van Agt droeg naast zichzelf onder meer Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman (Justitie), Kruisinga (Landbouw), Til Gardeniers (Volksgezondheid) en Andriessen (Economische Zaken) voor. Voor PvdA waren Kruisinga én Andriessen beide in kabinet niet acceptabel, vooral niet op Economische Zaken. Binnen het CDA speelde tegelijkertijd ook een conflict, waarbij Ruud Lubbers op Economische Zaken wilde. Den Uyl maakte daar handig gebruik van door Lubbers op Economische Zaken te plaatsen, waarna Gardeniers en Kruisinga aangaven geen minister te worden zonder Andriessen in kabinet. Onder druk van de KVP stuurde Lubbers een brief naar Den Uyl waarin hij aangaf daarvoor niet beschikbaar te zijn. Van Agt wilde dat Den Uyl ten minste één veto zou inslikken. Al zijn voorstellen bevatten daarom ofwel Andriessen op Economische Zaken, of zowel Kruisinga en Andriessen in kabinet of Van Agt toch op Justitie. Den Uyl wees al deze voorstellen af. Op 4 november zei de CDA-fractie definitief nee tegen het voorstel van de formateur en gaf Den Uyl zijn opdracht terug.
Informateur Van der Grinten
Informateur Wim van der Grinten verkende zonder succes nog de mogelijkheid om PvdA, CDA en D'66 bij elkaar te brengen. De voormalige KVP-staatssecretaris was op voordracht van Van Agt benoemd om 'de mogelijkheden te onderzoeken om op de kortste termijn te geraken tot de vorming van een kabinet dat mag vertrouwen in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te ondervinden'. Met diverse compromissen probeerde Van der Grinten een doorbraak te forceren, maar met de onderhandelaars concludeerde hij dat de 'invullingsproblematiek' onoplosbaar was. Van der Grinten onderzocht toen of PvdA met VVD wilde, maar Van Thijn wees dit af.
De gesprekken tussen CDA en VVD leidden vervolgens binnen een week tot een akkoord. Op 14 november startten de gesprekken tussen Van Agt en Wiegel. Op voordracht van Wiegel besloten ze te streven naar een kort en bondig akkoord. Ook Wiegels voorstel om de buitenwereld — inclusief hun fracties — er buiten te houden werd overgenomen. Zelfs raadsadviseur Herman Tjeenk Willink en directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst Gijs van der Wiel, die er tot dan toe altijd bij waren, werden weggestuurd. Al in het eerste gesprek lukte het ze om afspraken te maken over de WIR, de VAD, de ondernemingsraden en de verdeling van ministersposten. Delen van het akkoord met PvdA en D'66 werden overgenomen, zoals de abortusparagraaf. Wat daarbij hielp, was de goede sfeer tussen de partijleiders, in tegenstelling tot de gesprekken tussen Van Agt met Van Thijn en Den Uyl. Al op 22 november ging het conceptakkoord naar de fracties. VVD was snel akkoord, maar onder druk van ARP'ers zoals Aantjes en Jan Nico Scholten kwam het CDA met tientallen wijzigingsvoorstellen. Wiegel reageerde begripvol en men bereikte op 26 november een aangepast akkoord.
De VVD-fractie ging op 28 november unaniem akkoord met het resultaat. Bij het CDA vond een uitvoerig overleg plaats wat doorging tot de vroege ochtend. De meerderheid stemde voor, maar zes fractieleden — Aantjes, Hans de Boer, Bouke Beumer, Jan van Houwelingen, Scholten (allen afkomstig uit ARP) en Dijkman (KVP) — stemden tegen. Zij gaven aan het kabinet wel te gedogen en kwamen bekend te staan als de CDA-loyalisten. Tijdens een fractieoverleg op 5 december sloot ook ARP'er Willem de Kwaadsteniet zich aan bij deze groep. Vanwege deze gedoogsteun ontstond enige commotie, omdat Van der Grintens opdracht was om te komen tot een parlementair meerderheidskabinet. PvdA maakten hier bezwaar tegen, maar dit had geen effect.
Op 2 december bereikten de partijen een principeakkoord over de verdeling van de ministersposten. Van Agt was beoogd premier, nadat Jelle Zijlstra, Pierre Lardinois, Jan van den Brink en Roelof Nelissen daarvoor hadden bedankt. Wiegel was beoogd vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Op 6 december leverde Van der Grinten zijn eindverslag in.
Formateur Van Agt
Wiegel, Van Agt en de vaste adviseurs van Juliana adviseerden om Van Agt aan te stellen als formateur. Juliana vroeg Van Agt nog of hij niet toch bereid was opnieuw te onderhandelen met PvdA en D'66, omdat 110 een bredere basis was dan 77. Van Agt gaf aan dat de overgrote meerderheid van zijn fractie daartoe niet bereid was. Toen op 8 december Van Agt de formateursopdracht kreeg, was Juliana volgens hem "merkbaar ongelukkig", omdat ze vreesde dat zijn kabinet wankel en van korte duur zou zijn.
Vervolgens werden door de partijen de ministerposten gevuld. Bij het CDA wilde Lubbers nog steeds Economische Zaken of Financiën, maar die eerste ging naar VVD en de tweede naar Andriessen. Alle andere posten wees hij vervolgens af, waardoor hij buiten het kabinet bleef. ARP mocht drie ministers leveren, maar de eerste keuzes van partijvoorzitter De Boer — Boersma, Bob Goudzwaard en De Gaay Fortman — trokken zich terug, die laatste vanwege de samenwerking met de VVD. Nog eens vijf ARP'ers weigerden de portefeuille van Justitie, waarop de partijloze jurist Job de Ruiter gevraagd werd en met terugwerkende kracht lid werd van ARP. Bij de VVD ging het vinden van een minister van Buitenlandse Zaken moeizaam. Twee kandidaten, waaronder oud-fractievoorzitter Edzo Toxopeus weigerden, waarna Wiegel uitkwam bij Chris van der Klaauw. Op 17 december hielden de ministers het constituerend beraad en op 19 december werden zij beëdigd. Op 28 december volgde de beëdiging van de staatssecretarissen. Alleen staatssecretaris van Defensie Wim van Eekelen volgde later, omdat minister van Defensie Kruisinga Ad Ploeg op die post had afgewezen.
Nasleep
Na de formatie voegden zich nog een aantal (nieuwe) fractieleden zich bij de loyalisten, hoewel ze zelden als blok optraden. Anderzijds verliet ARP'er Hannie van Leeuwen de Kamer omdat ze vond dat de loyalisten niet loyaal waren aan Van Agt. Het kabinet moest voortdurend met de loyalisten en andere kritische fractieleden overleggen of er wel een meerderheid was voor een standpunt. Een enkele keer stemden ze mee met de oppositie, maar dit leidde niet daadwerkelijk tot een kabinetscrisis. Het kabinet wist de termijn af te maken tot de Tweede Kamerverkiezingen van 1981.
Bronnen
Referenties
Noten
1977
Nederlandse politiek in 1977
|
De gesprekken tussen CDA en VVD leidden vervolgens binnen een week tot een akkoord. Op 14 november startten de gesprekken tussen Van Agt en Wiegel. Op voordracht van Wiegel besloten ze te streven naar een kort en bondig akkoord. Ook Wiegels voorstel om de buitenwereld — inclusief hun fracties — er buiten te houden werd overgenomen. Zelfs raadsadviseur Herman Tjeenk Willink en directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst Gijs van der Wiel, die er tot dan toe altijd bij waren, werden weggestuurd. Al in het eerste gesprek lukte het ze om afspraken te maken over de WIR, de VAD, de ondernemingsraden en de verdeling van ministersposten. Delen van het akkoord met PvdA en D'66 werden overgenomen, zoals de abortusparagraaf. Wat daarbij hielp, was de goede sfeer tussen de partijleiders, in tegenstelling tot de gesprekken tussen Van Agt met Van Thijn en Den Uyl. Al op 22 november ging het conceptakkoord naar de fracties. VVD was snel akkoord, maar onder druk van ARP'ers zoals Aantjes en Jan Nico Scholten kwam het CDA met tientallen wijzigingsvoorstellen. Wiegel reageerde begripvol en men bereikte op 26 november een aangepast akkoord.
| 4 |
gesprek, communicatie, berichten
|
5,570 |
SportsTeam
|
5777475
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/RC%20Strasbourg%20in%20het%20seizoen%202023/24
|
RC Strasbourg in het seizoen 2023/24
|
In het seizoen 2023/2024 komt RC Strasbourg uit in de Franse Ligue 1. In dit seizoen zal RC Strasbourg ook weer uitkomen in de Coupe de France.
Selectie 2023/2024
Spelers
Laatst bijgewerkt op 21 oktober 2023
Transfers
Zomer
Aangetrokken 2023/24
Vertrokken 2023/24
Winter
Aangetrokken 2023/24
Vertrokken 2023/24
Wedstrijden
Oefenwedstrijden
Ligue 1
Coupe de France
Statistieken
Tussenstand in Franse Ligue 1
Punten, stand en doelpunten per speelronde
Topscorers
Gedurende het seizoen verkocht of verhuurd
Assists
Gedurende het seizoen verkocht of verhuurd.
RC Strasbourg
Franse voetbalclub 2023/24
|
Spelers
| 1 |
sportteam, sportorganisatie, speler
|
8,082 |
ViewAction
|
610132
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Anton%20Pieck%20Museum
|
Anton Pieck Museum
|
Het Anton Pieck Museum in het Gelderse Hanzestadje Hattem exposeert werk van de Nederlandse kunstschilder, (boek-) illustrator en graficus Anton Pieck. Het museum werd in 1984 geopend door de kunstenaar en prinses Margriet.
In het museum krijg je een brede en verdiepende kijk in het werk en leven van Anton Pieck. Het museum laat zien dat Anton Pieck naast productief illustrator een zeer begaafd grafisch kunstenaar en kunstschilder was. Hij was ook de eerste ontwerper van de Efteling. Het museum toont originele schilderijen, etsen, tekeningen, kalenderplaten, lithografieën, boekillustraties, zeefdrukken en ontwerptekeningen van een Efteling-sprookje.
Beschrijving
In het souterrain bevindt zich de werkplek van Anton Pieck: zijn stoel en de tekentafel waaraan hij jarenlang tekende, met alle originele attributen zoals de etspers die - na het overlijden van Pieck op 24 november 1987 - aan het museum zijn geschonken.
Pieck was ongekend productief. Niet al zijn werken kunnen fysiek tegelijk worden getoond. Er hangt veel in het museum. Daarnaast wordt vrijwel al zijn werk, in alle disciplines wel digitaal in een interactieve beeldbank getoond. De tentoongestelde werken worden jaarlijks gewisseld, maar wel zo, dat altijd voorbeelden van de verschillende technieken die de kunstenaar hanteerde te zien zijn. Eén zaal is volledig gewijd aan een expositie over één van zijn bijdragen aan het Sprookjesbos van de Efteling.
Een jaar voor zijn overlijden maakte Pieck voor het museum een schilderij van De Teut, een Amersfoortse volkswijk die anno 1916 werd afgebeeld. Pieck was als dienstplichtige tijdens de Eerste Wereldoorlog gelegerd in garnizoensstad Amersfoort.
Externe link
Website van het Anton Pieck Museum
Kunstmuseum in Nederland
Museum in Hattem
|
Pieck was ongekend productief. Niet al zijn werken kunnen fysiek tegelijk worden getoond. Er hangt veel in het museum. Daarnaast wordt vrijwel al zijn werk, in alle disciplines wel digitaal in een interactieve beeldbank getoond. De tentoongestelde werken worden jaarlijks gewisseld, maar wel zo, dat altijd voorbeelden van de verschillende technieken die de kunstenaar hanteerde te zien zijn. Eén zaal is volledig gewijd aan een expositie over één van zijn bijdragen aan het Sprookjesbos van de Efteling.
| 1 |
bekijken, visuele inhoud, actie
|
11,903 |
BroadcastEvent
|
1112975
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cyprus%20Broadcasting%20Corporation
|
Cyprus Broadcasting Corporation
|
Cyprus Broadcasting Corporation oftewel CYBC (Grieks: Ραδιοφωνικό Ίδρυμα Κύπρου (ΡΙΚ); Turks: Kıbrıs Yayın Kurumu, (KYK)) is de nationale publieke omroep van Cyprus, die bestaat uit vier radiozenders en twee televisiekanalen. Vanaf 1953 verzorgt de omroep radio-uitzendingen, sinds 1957 zijn daar ook televisie-uitzendingen bij gekomen.
De CYBC wordt betaald door het heffen van een extra belasting bij de elektriciteitsrekening. De organisatie is lid van de European Broadcasting Union (EBU), waarvoor onder andere het Eurovisiesongfestival wordt uitgezonden.
Externe link
Website van de Cyprus Broadcasting Corporation
Media in Cyprus
Omroep
|
Cyprus Broadcasting Corporation oftewel CYBC (Grieks: Ραδιοφωνικό Ίδρυμα Κύπρου (ΡΙΚ); Turks: Kıbrıs Yayın Kurumu, (KYK)) is de nationale publieke omroep van Cyprus, die bestaat uit vier radiozenders en twee televisiekanalen. Vanaf 1953 verzorgt de omroep radio-uitzendingen, sinds 1957 zijn daar ook televisie-uitzendingen bij gekomen.
| 3 |
uitzending, live-uitzending, broadcast
|
9,906 |
TheaterEvent
|
5099325
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Duet%20for%20One%20%28toneelstuk%29
|
Duet for One (toneelstuk)
|
Duet for One is een psychologisch toneelstuk van Tom Kempinski in twee bedrijven, voor het eerst opgevoerd in het Londense Bush Theatre in 1980. Het is een stuk voor twee acteurs (een ‘two-hander’) zonder decorwissels, dat zich compleet in de spreekkamer van een psychiater afspeelt. De scènes bestaan uit zes consultaties, drie in elk bedrijf. De beroemde en rijke violiste Stephanie Abrahams moet haar carrière wegens ziekte opgeven. Muziek betekende alles voor haar en ze weigert in te zien dat haar leven nu een andere invulling nodig heeft. Haar Duitse psychiater tracht voorzichtig haar mentale barrières te doorbreken om haar tot nieuwe inzichten te brengen. Thematisch is het stuk geïnspireerd door het leven van celliste Jacqueline du Pré.
Samenvatting
Het decor wordt gedetailleerd beschreven als een verzorgde kamer met duur meubilair. Doctor Feldmann heeft een schrijftafel met bureaulamp en kasten vol boeken en tijdschriften, plus een muziekinstallatie met elpees en muziekcassettes. Er staat een ligbank voor patiënten in de kamer, maar Stephanie Abrahams zit vrijwel doorlopend in haar rolstoel. Als toneelmuziek wordt een vioolsonate van Bach aanbevolen.
Eerste bedrijf
Stephanie Abrahams, een wereldwijd vermaarde violiste, komt in haar rolstoel op consultatie bij doctor Alfred Feldmann. Ze lijdt aan multiple sclerose en kan niet meer concerteren; haar man, de componist David Liebermann, heeft haar deze psychiater aangeraden omdat hij een groot liefhebber van klassieke muziek is. Juffrouw Abrahams (zoals ze erop staat dat hij haar noemt) doet haar uiterste best om positief en vooruitziend over te komen en vertelt Feldmann over haar plannen om vioollessen te geven en secretariaatswerk voor haar man te gaan doen. Feldmann, die te allen tijde volstrekt onverstoorbaar blijft, doorziet meteen dat dit een façade is en schrijft haar antidepressiva voor. Hij stelt haar indringende vragen over haar huwelijk en haar jeugd, waarop ze verontwaardigd reageert. Ofschoon Abrahams halsstarrig ontkent dat er een probleem is, komt ze twee weken later terug voor een nieuwe consultatie. Beetje bij beetje tracht Feldmann dieper te graven en haar te bewegen tot nadenken over wat ze echt voelt. Hij vraagt haar wat haar ouders van haar muzikale aspiraties vonden en ze vertelt dat haar artistieke moeder, die stierf toen haar dochter negen was, haar sterk aanmoedigde, terwijl haar vader, een chocolatier, een hekel aan vioolmuziek had en ‘muzikant’ niet als een ernstige beroepskeuze beschouwde. Stephanie stelt zich uiterst defensief op wanneer Feldmann beweert dat haar huwelijk misschien onder haar ziekte lijdt. Ze staat op uit haar rolstoel en wil de deur uit lopen, maar komt ten val. Doctor Feldmann wil haar recht helpen, maar ze schreeuwt hem toe hij haar niet mag aanraken. Tijdens de derde sessie, waarin Stephanie met haar rug naar de psychiater zit, vertelt ze over haar strijd tegen haar kleinburgerlijke vader, die haar sloeg en haar muzikale carrière op iedere denkbare wijze trachtte te dwarsbomen. Deze oorlog heeft ze echter gewonnen, en ze is trots dat ze haar vader, voor wie ze geen enkele sympathie meer voelde, uiteindelijk klein heeft gekregen. Het eerste bedrijf eindigt met Stephanie die extatisch over muziek praat. Wanneer ze zegt dat ze nooit meer viool zal kunnen spelen, barst ze in tranen uit.
Tweede bedrijf
In de vierde consultatie ziet juffrouw Abrahams er verwaarloosd uit. Ze beschimpt en beledigt doctor Feldmann en zegt nonchalant dat ze haar pillen nauwelijks nog neemt. Haar plannen zijn in het water gevallen: ze heeft twee studenten van haar vioolles eruit gegooid, die volgens haar volstrekt talentloos waren. Haar idee om haar man te helpen is eveneens mislukt; hij heeft immers een secretaresse die alle planning voor hem uitvoert en daar veel beter in is dan zij. Chagrijnig verklaart ze dat de moderne muziek van haar man haar nooit bevallen is: die ‘atonale twaalftoonsrotzooi’ werkt haar enorm op de zenuwen. Haar taalgebruik wordt geleidelijk grover. Ze maakt cynische opmerkingen over patiënten van Feldmann die dankzij zijn goede zorgen wellicht zelfmoord hebben gepleegd. Tijdens de vijfde consultatie maakt Stephanie voor het eerst een werkelijk depressieve indruk. Ze heeft haar viool weggegeven; ze is ervan overtuigd dat haar succes aan haar imago te danken was, niet aan haar daadwerkelijke vaardigheden. Feldmann houdt een lange monoloog over de zin van het leven en hoe de opvattingen daarover sedert de prehistorie veranderd zijn. Hij heeft, zo zegt hij, geen problemen met religieuze ideeën indien zijn patiënten daarmee gebaat zijn, maar het enige aantoonbare doel van het leven is het leven zelf: juffrouw Abrahams moet een ‘levensactiviteit’ vinden. Zij antwoordt laconiek dat ze een affaire heeft met een handelaar in schroot en oude metalen. Hij is volgens haar weliswaar een filistijn die zich nooit wast en alleen van commerciële popmuziek houdt, maar hij ‘neukt haar goed’, want hij kickt op het feit dat ze er door haar ziekte bij ligt als een aardappelzak. Daarenboven beweert ze blij te zijn dat ze zoveel over metalen heeft bijgeleerd. Nu lijkt Feldmann persoonlijk betrokken en voor het eerst schijnt hij kwaad te worden. Hij herkent dit destructieve gedrag maar al te goed en somt haar verschillende manieren op waarop patiënten van hem daadwerkelijk zelfmoord hebben gepleegd. Juffrouw Abrahams staat op de rand van de suïcide indien ze haar leven niet over een andere boeg gooit en deze sarcastische uitvluchten niet achterwege laat. Ze belooft hem, dit te proberen. In de laatste consultatie heeft Stephanie weer een verzorgd uiterlijk en schone kleren. Ze bedankt hem formeel voor zijn werk en vertrouwt hem toe dat haar wereld instortte toen haar moeder stierf en dat ze met muziek een alternatieve wereld voor haarzelf had geschapen. Ze gelooft echter niet dat Feldmann haar verder kan helpen en wil de therapie bij dezen beëindigen. Feldmann vraagt haar stoïcijns of ‘dezelfde tijd volgende week’ goed is.
Opvoeringen
De officiële première vond plaats op 23 september 1980 in het Duke of York's Theatre in Covent Garden in een regie van Roger Smith, met Frances de la Tour en David de Keyser als Abrahams en Feldmann. Duet for One werd geschreven in een periode waarin toneelstukken over beperkingen in de mode waren. Het stuk wordt sedertdien geregeld opgevoerd en in het algemeen positief onthaald voor zijn diepgravende en herkenbare psychologische realisme, zonder tranerig of sentimenteel te worden. In 1986 werd het stuk bewerkt tot een film met Julie Andrews en Max von Sydow in de hoofdrollen.
Brits toneelstuk
Engelse literatuur (Verenigd Koninkrijk)
20e-eeuwse literatuur
|
Duet for One is een psychologisch toneelstuk van Tom Kempinski in twee bedrijven, voor het eerst opgevoerd in het Londense Bush Theatre in 1980. Het is een stuk voor twee acteurs (een ‘two-hander’) zonder decorwissels, dat zich compleet in de spreekkamer van een psychiater afspeelt. De scènes bestaan uit zes consultaties, drie in elk bedrijf. De beroemde en rijke violiste Stephanie Abrahams moet haar carrière wegens ziekte opgeven. Muziek betekende alles voor haar en ze weigert in te zien dat haar leven nu een andere invulling nodig heeft. Haar Duitse psychiater tracht voorzichtig haar mentale barrières te doorbreken om haar tot nieuwe inzichten te brengen. Thematisch is het stuk geïnspireerd door het leven van celliste Jacqueline du Pré.
| 1 |
theatervoorstelling, toneelstuk, theateroptreden
|
1,961 |
GolfCourse
|
1865292
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Golfclub%20De%20Lage%20Mors
|
Golfclub De Lage Mors
|
Golfclub De Lage Mors is een Nederlandse golfclub in Delden.
Al sinds 1999 werd er golf gespeeld op de Lage Mors, maar in 2005 werd er pas een golfclub opgericht. Deze beschikt nu over een 9 holes baan, die in 2008 de B-status van de Nederlandse Golf Federatie heeft gekregen. De par is 70.
De baan werd door Frank Pont ontworpen. Het coulisselandschap is heuvelachtig, er zijn een aantal verhoogde greens en er zijn veel waterpartijen, die voor het waterschap van belang zijn voor waterberging na zware regenbuien.
De drivingrange van de club ligt naast het aangrenzende Aparthotel Delden.
De club doet mee aan de competitie van NoBraGolfNederland.
Trivia
De naam van de Lage Mors is afgeleid van Laaf Moeras.
Externe links
Plattegrond: veel water
Golfclub de Lage Mors
Golfbaan de Lage Mors
Aparthotel Delden
Lage Mors
Sport in Hof van Twente
Bouwwerk in Hof van Twente
Lage Mors
|
Golfclub De Lage Mors is een Nederlandse golfclub in Delden.
| 2 |
golfbaan, golfclub, sportlocatie
|
11,241 |
ApartmentComplex
|
4315834
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeudje
|
Jeudje
|
Het Jeudje is een straat aan de rand van de binnenstad van de Noord-Hollandse stad Hoorn. De straat ligt op een landtong dat in de Vollerswaal ligt.
Oude namen voor de straat zijn Jeudenstaet en Joodebuurt of Joodenstraat. De Jeudenstaet werd als zodanig door Blaeu op een kaart uit 1649 vermeld.
Ligging
Het Jeudje ligt op een landtong in de Vollerswaal, de eerste singel van Hoorn. Op deze landtong ligt ook de straat Buurtje. Samen met de Pakhuisstraat vormen deze drie straten een driehoek op de landtong. Ten noordoosten van het Jeudje ligt een stuk grond dat nu bij de straat hoort. Dit gebied heette vroeger de Modderbak en is tussen 1882 en 1988 gedempt. Ter hoogte van de huidige Gasfabriekstraat is de Vollerwaal ook gedeeltelijk gedempt. Hier was vroeger ruimte in de gracht voor schepen om te keren.
Geschiedenis
Het Jeudje ligt in de Vollerswaal, de eerste singel van Hoorn. Het ligt op een stuk waar de Vollerswaal in verbinding staat met de Turfhaven. Ook lag hier vroeger de eerste omwalling, deze werd tussen 1426 en 1508 opgebouwd en in 1567 al afgebroken. Na de afbraak van de muur ontstond er een woonwijk, waar zich later bedrijven gingen vestigen. Ondanks de sloop van de muur bleef de op de landtong gebouwde Bisschopstoren wel staan. De toren werd rond 1650 pas gesloopt.
In 1986 besloot de gemeente om een aantal leegstaande (bedrijfs)panden te slopen en op de vrijgekomen plekken tijdelijke parkeerplaatsen te realiseren. Nog dat jaar besloot een groep vrouwen de panden te kraken, om hun verzoek om een technische opleidingsinstituut voor vrouwen aan het Jeudje te kunnen starten. Uiteindelijk werd op 11 september 1986 met de sloop van de panden gestart. Uiteindelijk werd in 1996 besloten om een appartementencomplex en woonwijk met eengezinswoningen op de locatie van het Jeudje te bouwen. Onder de woningen is een parkeergarage gekomen. Deze was reeds vanaf het begin gepland. Bij het nieuwe ontwerp werd ook architect Teun Koolhaas betrokken. In november 1996 besloot de gemeente om met Koolhaas te breken en het ontwerp van de stedenbouwkundige plannen over te laten aan Peter van Woerkom. De plannen waren om op een enkele woning na alles op het Jeudje te slopen en voor nieuwbouw plaats te maken. Uiteindelijk zijn alleen de panden Jeudje 4, 6 en 8 blijven staan, dit zijn namelijk gemeentelijke monumenten. De bouw van de buurt werd in 2001 afgerond. Dat jaar werd er ook een brug tussen het Jeudje en de G.J. Henninkstraat geplaatst. Voor de brug staat een kunstwerk dat lijkt op het logo van Intermaris en dat een poort symboliseert.
Archeologisch onderzoek
In 1999 heeft de gemeentelijke archeologische dienst een onderzoek verricht op het Jeudje. Kort ervoor werd ook aan de overzijde van de Turfhaven een archeologisch onderzoek verricht waarbij een voormalige daklei gevonden werd met aan weerszijden een ingekrast spelbord. Het onderzoek werd daar stilgelegd omdat de grond door hoog grondwater snel instortte en het onderzoek aan het Jeudje belangrijker was. Bij de opgravingen werden inderdaad resten gevonden van een verdedigingstoren. Architect J. van Geluk heeft aangegeven dat hij in het ontwerp de omtrekken of funderingen van de St. Agnietentoren en Geertenstoren zichtbaar wilde maken. In 2000 werd begonnen met de bouw van het nieuwe Jeudje. Hiervoor werd ongeveer 35.000 kubieke meter vervuilde grond afgegraven om de parkeergarage aan te kunnen leggen.
Na de opgravingen werd met de bouw van het complex begonnen, deze werd in 2002 afgerond.
Straat in Hoorn
|
In 1986 besloot de gemeente om een aantal leegstaande (bedrijfs)panden te slopen en op de vrijgekomen plekken tijdelijke parkeerplaatsen te realiseren. Nog dat jaar besloot een groep vrouwen de panden te kraken, om hun verzoek om een technische opleidingsinstituut voor vrouwen aan het Jeudje te kunnen starten. Uiteindelijk werd op 11 september 1986 met de sloop van de panden gestart. Uiteindelijk werd in 1996 besloten om een appartementencomplex en woonwijk met eengezinswoningen op de locatie van het Jeudje te bouwen. Onder de woningen is een parkeergarage gekomen. Deze was reeds vanaf het begin gepland. Bij het nieuwe ontwerp werd ook architect Teun Koolhaas betrokken. In november 1996 besloot de gemeente om met Koolhaas te breken en het ontwerp van de stedenbouwkundige plannen over te laten aan Peter van Woerkom. De plannen waren om op een enkele woning na alles op het Jeudje te slopen en voor nieuwbouw plaats te maken. Uiteindelijk zijn alleen de panden Jeudje 4, 6 en 8 blijven staan, dit zijn namelijk gemeentelijke monumenten. De bouw van de buurt werd in 2001 afgerond. Dat jaar werd er ook een brug tussen het Jeudje en de G.J. Henninkstraat geplaatst. Voor de brug staat een kunstwerk dat lijkt op het logo van Intermaris en dat een poort symboliseert.
| 1 |
appartementencomplex, wooncomplex, flatgebouw
|
1,009 |
ReceiveAction
|
5492476
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/RhB%20ABe%204/16%20-%20Capricorn
|
RhB ABe 4/16 - Capricorn
|
De ABe 4/16 - Capricorn is een vierdelig EMU-treinstel als Regional-Triebzug (RTZ), waarvan de Rhätische Bahn (RhB) een totaal van 56 stuks bij Stadler Rail heeft besteld. Ze worden sinds 2020 volgens schema door de RhB ingevoerd in de dienst. De eerste levering vond plaats op 15 april 2019 in de fabriek in Stadler Altenrhein. Het eerste treinstel werd op 27 juni 2019 in Landquart geleverd en vervolgens onderworpen aan verschillende tests. Rhb noemt de treinstellen, naar het heraldische dier Steenbok, "Capricorn". Deze naam werd bepaald na een wedstrijd.
Geschiedenis
Op 4 april 2015 gaf de RhB de aanbesteding uit voor 27 Flügelzügen RTZ. Er stond reeds een optie van 19 extra treinstellen gepland, die eind 2016 werden besteld; slechts 6 maanden eerder, was voor de oorspronkelijke 27 treinstellen opdracht gegeven.<ref>Walter von Andrian: „Flügeltriebzüge für die RhB“, in: Schweizer Eisenbahn-Revue. Nr. 8-9, uitgeverij Minirex, 2016, ISSN 1022-7113, blzz. 400–402.</ref> Met de goedkeuring van de nieuwe 2030-strategie, heeft het kanton Graubünden aan de RhB het groene licht gegeven om nog 20 treinstellen van de Capricorn te bestellen, hetgeen het aantal op 56 treinstellen brengt. De aanschaf betreft de grootste uit de geschiedenis van de RhB en het ontwerp ervan is in april 2021 bekroond met de prijs Red Dot Award: Product Design 2021.
Flügelzug Betrieb
De treinstellen zijn bedoeld voor het zg. Flügelzug Betrieb. De naam Flügelzug (vleugeltrein) werd gekozen omdat de treinstellen naar Prättigau en Engadin moeten rijden en in Klosters worden geflügeld, d.w.z. zij worden gescheiden in twee sub-treinen of herenigd, volgens een reeds lang gebruikt principe bij de Nederlandse Spoorwegen, en dat wegens te grote storingsgevoeligheid grotendeels verlaten is.
Het Flügelzug-concept is een voor Zwitserland nieuw begrip, ook voor de passagiers onbekend, waardoor deze eraan zullen moeten wennen niet in het verkeerde treinstel te stappen. Vooral bij de vele toeristen zal dit een probleem kunnen vormen. Ook wordt met informatieborden op de stations op deze wijze van reizen gewezen, terwijl in de treinstellen ook informatieteksten klinken.
Naamgeving
De naam Capricorn (Steenbok) werd gekozen uit de inzendingen van een prijsvraag voor het bedenken van een naam. Zoals alle locomotieven en treinstellen van de RhB een serie-wapen dragen aan de voor- en achterkant, draagt deze serie nu dit Capricorn-wapen.
De treinstellen hebben afzonderlijke namen gekregen:
3111 - Piz Ela (kleur: rood)
3112 - Schesaplana (kleur: rood)
3113 - Calanda (kleur: rood)
3133 - Piz Palü (kleur: champagne)
Gebruik
De treinstellen waren voornamelijk ontworpen voor het hoofdnetwerk. De belangrijkste toepassingsgebieden zijn de lijnen Landquart-Davos(-Filisur), Landquart-Scuol, Landquart-St. Moritz, Pontresina-Scuol en Chur-Disentis. Een inzet op de Chur S-Bahn staat ook gepland. Verschillende testritten met de 3113 werden uitgevoerd op de lijn Chur-Arosa, maar de treinstellen zijn niet bedoeld om te rijden op deze lijn. Op 17 juni 2020 werd treinstel 3111 als eerste op tijd in gebruik genomen. Deze rijdt op de lijn Landquart-Davos-Filisur.
Op 9 oktober 2020 werd dit eerste treinstel in Filisur Piz Ela'' gedoopt.
Opbouw
Het vierdelige treinstel bestaat uit een motorwagen, twee tussen rijtuigen en een stuurstandrijtuig. Het treinstel heeft 35 zitplaatsen in de eerste klasse, 129 in de tweede klasse en twee rolstoelplaatsen. In totaal zijn er 164 zitplaatsen beschikbaar. Vergeleken met RhB ABe 4/16 - Allegra, bevat de motorwagen alleen tweede klasse zitplaatsen. De motorwagen is het enige voertuig dat niet als lagevloer-wagen is uitgevoerd.
De twee middelste wagons hebben ook alleen tweedeklas plaatsen. In beide bevindt zich er een multifunctioneel compartiment evenals een toilet voor gehandicapten en in de andere wagon een ander toilet, dat niet toegankelijk is voor gehandicapten.
De stuurstandwagen is alleen een eerste klasse wagen. Vanuit het compartiment achter de bestuurderscabine is net als bij de Allegra ook hier een ruit geplaatst, waardoor men door de bestuurderscabine kan meekijken. Ook in de motorwagen kunnen de passagiers door een ruit over de schouders van de bestuurder mee kijken. In de beide cabines van de bestuurder zijn camera's geïnstalleerd met uitzicht op de route, waarvan de beelden kunnen worden getoond in de passagiersruimte.
In bedrijf
De treinstellen hebben automatische Schwab-koppelingen aan de voor- en achterkant, waardoor een snelle koppeling en ontkoppeling van extra meerdere treinstellen mogelijk is. De ontkoppeling moet dan hoofdzakelijk in Prättigau worden gebruikt. In bedrijf kunnen maximaal vier treinstellen aan elkaar worden gekoppeld en bestuurd, wat resulteert in een 300 meter lange trein met een capaciteit van 688 zitplaatsen. Het is nog niet bekend wanneer het FBZ-concept in werking zal treden.
Literatuur
Walter Von Andrian, Walter: "Flugelzugen" voor de RhB. In: Swiss Railway Review. Nr.8-9 ; uitgeverij Minirex, 2016; ISSN 1022-7113, blz. 400-402 .
Treinstel van Stadler Rail
Zwitsers spoorwegmaterieel
|
De ABe 4/16 - Capricorn is een vierdelig EMU-treinstel als Regional-Triebzug (RTZ), waarvan de Rhätische Bahn (RhB) een totaal van 56 stuks bij Stadler Rail heeft besteld. Ze worden sinds 2020 volgens schema door de RhB ingevoerd in de dienst. De eerste levering vond plaats op 15 april 2019 in de fabriek in Stadler Altenrhein. Het eerste treinstel werd op 27 juni 2019 in Landquart geleverd en vervolgens onderworpen aan verschillende tests. Rhb noemt de treinstellen, naar het heraldische dier Steenbok, "Capricorn". Deze naam werd bepaald na een wedstrijd.
| 1 |
ontvangstactie, levering, bezorging
|
11,098 |
ShareAction
|
42322
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/World%20Economic%20Forum
|
World Economic Forum
|
Het World Economic Forum (WEF, in het Nederlands ook wel aangeduid met: Wereld Economisch Forum) is een jaarlijkse bijeenkomst van de CEO's van de grootste bedrijven ter wereld, internationale politici (presidenten, ministers-presidenten en anderen), intellectuelen en journalisten, in totaal zo'n 2500 personen. Het WEF organiseert jaarlijks in de winter een jaarvergadering in Davos en diverse regionale conferenties op alle continenten. Omdat in Davos de invloedrijkste personen, onder wie vele staatshoofden, samenkomen, is het een invloedrijk platform.
Het WEF werd in 1971 opgericht door Klaus M. Schwab, een Duitse hoogleraar en zakenman. Het hoofdkantoor bevindt zich in Genève, waar het geregistreerd staat als non-profitstichting. Hier werken rond de 400 mensen met ruim vijftig nationaliteiten (jaarverslag 2011-2012).
In de raad van toezicht hadden in 2020 onder anderen Al Gore, oud-vicepresident van de Verenigde Staten, Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, en Feike Sijbesma, bestuursvoorzitter van DSM en lid van de raad van commissarissen van De Nederlandsche Bank (DNB) zitting.
Partners waren in 2020 onder andere Shell, Schiphol, Rabobank, KPN, ING Groep, ABN AMRO, Heineken, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO), Europese Investeringsbank en Apple.
Activiteiten
Volgens de voorstanders is het WEF een goede gelegenheid voor dialogen en debatten over de grote sociale en economische problemen van de aarde, omdat zowel vertegenwoordigers van de belangrijkste economische organisaties als vertegenwoordigers van de belangrijkste politieke organisaties, maar ook intellectuelen, aanwezig zijn. Een voordeel is dat de gesprekken in een informele sfeer worden gehouden.
Om interactie te bevorderen heeft het WEF het "Open Forum" opgericht, om zodoende de input van belanghebbenden (stakeholders) te betrekken in de debatten die gevoerd worden. Iedereen die niet aanwezig kan zijn, kan via deze weg participeren. De weblog van het WEF biedt inmiddels de mogelijkheid om virtueel interactief aanwezig te zijn bij de sessies. De laatste jaren wordt steeds meer gebruikgemaakt van sociale media, zoals twitter, Facebook en YouTube.
In reactie op kritiek heeft het WEF gewerkt aan meer diversiteit in de deelnemers. In 2013 waren 1500 van de 2500 aanwezigen afkomstig uit het bedrijfsleven. De rest was afkomstig uit media, overheid, wetenschap, non-profit organisaties en overige sectoren. Omdat 50% van de wereldbevolking tegenwoordig onder de 27 jaar oud is, heeft het World Economic Forum een actie-gericht netwerk van zg. "positive disruptors" opgezet: de "Global Shapers Community". Vanuit deze gemeenschap zijn sinds 2012 minimaal 50 jonge mensen afgevaardigd.
Bij de diverse regionale fora zijn meestal tientallen landen vertegenwoordigd. In totaal waren in 2013 in Davos 100 landen vertegenwoordigd, waarvan 50 met een staatshoofd.
Om lid te mogen zijn van het WEF moet een bedrijf een jaarlijkse bijdrage van 42.500 Zwitserse franken (CHF) betalen; dit is ongeveer 35.000 euro. Voor diverse andere vormen van partnerships liggen de bedragen fors hoger. De aanwezige bedrijven dekken hiermee indirect ook de kosten voor deelnemers die zich niet kunnen permitteren om deze hoge deelname kosten te betalen, zoals vertegenwoordigers van overheden, non-profit organisaties, wetenschappers, de jongere generatie van "Global Shapers" (20-30 jaar oud) en de Young Global Leaders (30-40 jaar oud). In 2011-2012 had het WEF een totale inkomstenstroom van CHF 178 miljoen. Hiervan is afgerond CHF 38 miljoen afkomstig uit lidmaatschap, CHF 43 miljoen uit deelname aan conferenties en CHF 87 miljoen aan partnershipcontracten.
Op elke bijeenkomst van het WEF worden journalisten uitgenodigd. Journalisten zijn welkom op de officiële agendaonderdelen en participeren hier ook in. Bij de informatieactiviteiten, zoals informele workshops en privégesprekken, zijn geen journalisten welkom. Bij de jaarlijkse bijeenkomst van 2013 waren ongeveer een op de vijf aanwezigen afkomstig uit de mediasector. Het WEF nodigt ook vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties (NGO's) uit om deel te nemen aan de jaarlijkse bijeenkomsten. Vanuit maatschappelijke organisaties namen bij de bijeenkomst in Davos in 2013 o.a. Amnesty International, Oxfam, Human Rights Watch, Transparency International, het Wereld Natuur Fonds en Greenpeace deel.
In de afgelopen decennia heeft het WEF bijgedragen aan enkele mijlpalen en doorbraken. Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheidszorg, corruptie, klimaatverandering, maatschappelijk verantwoord ondernemen, hongerbestrijding, humanitaire hulpverlening, het samenbrengen van jonge en oudere generaties, vrijheid van meningsuiting, de Arabische Lente, onderwijs, de economische crisis en diverse andere thema's.
Behalve de jaarlijkse bijeenkomst in Davos, organiseert het WEF ook regionale fora, bijvoorbeeld in Rusland, Peru, Japan, Mongolië, Oekraïne, Zuid-Afrika, China, Dubai, Myanmar, Italië en tientallen andere landen.
Critici
Volgens critici is het WEF een zakenforum waar de rijkste bedrijven kunnen onderhandelen over deals met andere bedrijven of met politici. Het doel van het WEF voor veel van de deelnemers zou persoonlijk gewin zijn in plaats van het oplossen van maatschappelijke wereldproblemen. Bovendien vinden tegenstanders dat het WEF een niet-democratisch gekozen, maar veel te machtig forum is. Om deze redenen trekken de bijeenkomsten van het WEF regelmatig anti-globalisten. In verband met "beperkte ruimte" in de gebouwen in Davos en om redenen van veiligheid is de bijeenkomst niet vrij toegankelijk voor het publiek. Het WEF zegt een "dialoog" te willen aangaan met de tegenstanders. Zo is in 2004 een schaduwbijeenkomst met als titel Globalization or Deglobalization for the Benefit of the Poorest? georganiseerd waar 300 mensen gratis toegang kregen. Als tegenhanger van het WEF is het World Social Forum oftewel Wereld Sociaal Forum (WSF) ontstaan.
Complottheorieën
Het WEF en directeur Klaus Schwab zijn ook veelvuldig het mikpunt van complottheorieën. Hierbij worden soms uitspraken en programma's uit hun context gehaald. Zo werd in 2016 voorspeld door Deens politicus Ida Auken "by 2030 you’ll own nothing and be happy", maar dit maakt geen deel uit van de doelen van het WEF of van Auken zelf.
De coronapandemie vergrootte de complottheorie rond het WEF. Schwabs boek COVID-19: The Great Reset (2020), en diens uitspraken zoals 'The pandemic represents a rare but narrow window of opportunity to reflect, reimagine, and reset our world' waren hiertoe aanleiding. Voor het WEF en Schwab was de pandemie aanleiding om van die crisis te leren en te kijken wat beter kan na de crisis. Door complotdenkers werd "The Great Reset" echter geïnterpreteerd als een manier waarop het WEF de pandemie voor eigen gewin gebruikt en een grondige herziening van voorheen gangbare sociaal-economische verhoudingen voorstaat. In de ogen van de complotdenkers zou het WEF de verzamelplaats zijn van 'de wereldelite' met Klaus Schwab als kwade genius.
Jaarlijkse conferenties
Global Risks Report
Het Global Risks Report is sedert 2006 een jaarlijkse studie die het World Economic Forum publiceert in de aanloop naar de jaarlijkse bijeenkomst in Davos, Zwitserland. Het rapport beschrijft de belangrijkste risico's die de wereldorde bedreigen. Het meest opvallende onderdeel van het rapport is de opsomming van de grootste risico's, gegroepeerd in de categorieën economie, milieu, geopolitiek, sociaal en technologie.
Galerij
Zie ook
Wereld Sociaal Forum
Young Global Leaders
Externe links
Officiële website World Economic Forum
Mondialisering
Davos
Conferentie
Internationaal evenement
|
Op elke bijeenkomst van het WEF worden journalisten uitgenodigd. Journalisten zijn welkom op de officiële agendaonderdelen en participeren hier ook in. Bij de informatieactiviteiten, zoals informele workshops en privégesprekken, zijn geen journalisten welkom. Bij de jaarlijkse bijeenkomst van 2013 waren ongeveer een op de vijf aanwezigen afkomstig uit de mediasector. Het WEF nodigt ook vertegenwoordigers van niet-gouvernementele organisaties (NGO's) uit om deel te nemen aan de jaarlijkse bijeenkomsten. Vanuit maatschappelijke organisaties namen bij de bijeenkomst in Davos in 2013 o.a. Amnesty International, Oxfam, Human Rights Watch, Transparency International, het Wereld Natuur Fonds en Greenpeace deel.
| 1 |
delen, verspreiden, contentdistributie
|
9,444 |
Car
|
133092
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Innocenti
|
Innocenti
|
Innocenti was een Italiaans bedrijf dat onder meer koelkasten, auto's en bromfietsen bouwde. Het is opgericht door Ferdinando Innocenti.
Auto's
Innocenti begon in 1960 met het in licentie bouwen van de Britse Austin A40 Farina. De auto had een conventionele, maar betrouwbare techniek. Op basis van de A40 liet Innocenti een door Ghia ontworpen Spider ontwikkelen, waarvan er een kleine 7600 stuks verkocht zijn.
Het volgende in licentie gebouwde model was de Innocenti IM3, wederom een auto uit de BMC-stal die onder andere verkocht werd als Austin 1100. Ook ging Innocenti de Mini en de Austin Allegro in licentie bouwen, respectievelijk verkocht als Innocenti Mini en Innocenti Regent.
In 1966 overleed Ferdinando Innocenti en daarmee brak een moeilijke tijd aan voor het bedrijf. Het werd in 1972 onderdeel van British Leyland. In 1974 werd op de autotentoonstelling van Turijn een nieuwe kleine Innocenti voorgesteld: de op basis van de Mini gebouwde 90/120-serie met een vrij hoekige carrosserie, ook verkocht als Innocenti Mini.
In 1976 werd Innocenti van British Leyland overgenomen door de Italiaanse staatsholding GEPI en het bedrijf De Tomaso. Met de Italiaanse BL-vestiging werd een afnamecontract afgesloten, waardoor Innocenti zijn Mini's via het Italiaanse Leyland-net kon blijven verkopen. Ook met Leyland-vestigingen in vijf andere landen (waaronder West-Duitsland en Zwitserland) werden zulke overeenkomsten gesloten. In 1976 nog voegde De Tomaso zijn sportieve versie aan het Innocenti Mini-programma toe: de Innocenti Mini De Tomaso met spoilerbumpers en een luchthapper op de motorkap. Hoewel ook in Nederland steeds een bescheiden belangstelling bleef bestaan voor de Innocenti's, kwam het pas laat tot een leveringsovereenkomst tussen Innocenti en BL Nederland. Pas begin 1979 nam BL Nederland de import officieel in handen.
In 1982 eindigde de overeenkomst tussen De Tomaso en Leyland. Vanaf dat moment bouwde de Innocenti-fabriek Daihatsu-motoren in de auto's, zoals bijvoorbeeld in de vanaf dat moment Innocenti Mini 3 Turbo De Tomaso genaamde wagen een 993 cm³ grote driecilinder motor met bovenliggende nokkenas, die dankzij een turbolader 53 kW (72 pk) leverde. Innocenti's werden vanaf dat moment in sommige landen via het Daihatsu-dealernet verkocht. Deze versies werden vrij succesvol in Italië. Eind 1986 fuseerde Innocenti met Maserati en was het bedrijf verantwoordelijk voor de eindmontage van de Maserati Biturbo.
Vanaf eind jaren 80 verscheen de naam Innocenti op de Zastava Yugo's die in Italië werden verkocht als Innocenti Koral. Dit werd echter geen groot succes. Het uitbreken van de Balkanoorlog in 1991 veroorzaakte internationale boycotmaatregelen tegen Joegoslavië, zodat Zastava's export stilviel. Desondanks werden er in 1992 door Innocenti nog 500 Yugo cabrio's uit onderdelen geassembleerd en onder de naam Innocenti Koral Cabrio op de markt gebracht.
In 1990 werd het bedrijf opgenomen in de FIAT-groep en de productie van de 90/120-serie beëindigd. Na het einde van de Koral-verkoop werd van 1993 tot 1997 de merknaam Innocenti alleen nog gebruikt voor de verkoop van elders geproduceerde Fiat- en Piaggio-modellen. Zo werd de in Brazilië geproduceerde Fiat Duna in Italië als Innocenti Elba verkocht en werden de vier- en zespersoons versies van de Piaggio Porter in Italië aangeboden als Innocenti Porter. De merknaam Innocenti wordt sinds 1997 niet meer gebruikt.
Scooters
Zie: Lambretta
Italiaans automerk
British Leyland
Fiat
|
Auto's
Innocenti begon in 1960 met het in licentie bouwen van de Britse Austin A40 Farina. De auto had een conventionele, maar betrouwbare techniek. Op basis van de A40 liet Innocenti een door Ghia ontworpen Spider ontwikkelen, waarvan er een kleine 7600 stuks verkocht zijn.
| 2 |
auto, personenwagen, motorvoertuig
|
10,988 |
PawnShop
|
1174568
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Madame%20Saqui
|
Madame Saqui
|
Madame Saqui, geboren als Marguerite Lalanne (Agde, 26 februari 1786 – Neuilly-sur-Seine bij Parijs, 21 februari 1861) was een Franse koorddanseres, een van de eersten in Europa.
Jeugd en opleiding
Saqui werd geboren als dochter van een handelaar in planten en kruiden, Jean-Baptiste Lalanne. Als kind verhuisde ze met haar ouders naar Parijs waar dezen de markten en jaarmarkten afgingen met hun handelswaar. Als kind kreeg ze al samen met een ander meisje, dat ook later een bekende koorddanser zou worden, La Malaga, lessen in koorddansen van een andere in die tijd bekende koorddanser, Naverin le Fameux. Ze leerde de basistechnieken als het omkeren op het koord en kruiselings passen maken. Hij presenteerde haar en haar collega-leerling tijdens optredens als zijn eigen dochters. Ze sloot zich later bij gezelschappen koorddansers aan waar ze haar echtgenoot en collega Pierre Saqui leerde kennen met wie ze in 1805 in het huwelijk trad.
Reputatie en succes
Haar reputatie als artiest verspreidde zich snel in Parijs en ze trad op voor vele hoogwaardigheidsbekleders waaronder Napoleon. Tijdens diens bewind had ze ook een eigen tent en onderkomen tijdens de veldtochten waar ze de Keizerlijke Garde volgde. Ze kreeg lovende kritieken in de kranten waar onder meer de journalist Victor Fournel schreef dat ze op het koord veldslagen en gevechtshandelingen en veldtochten kon uitbeelden als de doortocht bij de berg Saint Bernard, de slag bij Wagram en de inname van Saragossa.
Tournees
Nadat Napoleon had moeten aftreden en naar Sint-Helena was verbannen ging Saqui optreden door geheel Frankrijk en België. In 1810 trad ze op in Rouen en daarna in Gent en
Brussel. In 1811 en in 1814 was ze in Luik tijdens de nieuwjaarsfeesten. In Luik werd ze aangekondigd op de affiches als De meest vooraanstaande koorddans artiest die opgetreden heeft voor het hof van Lodewijk de achttiende van Frankrijk en directeur van feesten van de Franse Regering. In 1816 trad ze op in de Vauxhall Pleasure Gardens in Londen waar ze een uitvoering gaf op een koord dat 20 meter hoog was gespannen, begeleid door siervuurwerk. Haar uitvoering was krachtig en sterk en ze werd begeleid in delen van haar optreden door haar man en dochtertje. Ze zou voor haar optreden daar honderd guineas per week krijgen.
Theater
In 1816 begon ze een theater in Parijs in een zaal aan de Boulevard du Temple waar ze succesvol zou optreden tot 1830. Hierna reisde ze naar andere continenten om op te treden. Haar naam is te vinden op posters van voorstellingen in de Indiase stad Chennai in 1850. Ze trad op tot hoge leeftijd en beëindigde haar carrière pas officieel in 1861 toen ze al negenenzestig jaar oud was.
Einde carrière en overlijden
Na haar pensionering ging het bergafwaarts met haar. Ze was door armoede gedwongen af en toe nog op te treden en leefde in een armoedige huurkamer in de Avenue de Neuilly in Parijs. Men kon haar daar als broodmagere vrouw gehuld in zwarte kledij zien lopen op straat. Na haar overlijden vond men in de la van haar keukentafel een grote hoeveelheid lommerdbriefjes. Ze was gedwongen geweest om alles wat ze nog van waarde had aan sieraden en andere kostbaarheden naar de bank van lening te brengen om in leven te kunnen blijven. Na haar overlijden werden door een Italiaanse bewonderaarster, die hierover later vertelde en die zelf honderd jaar werd, in de nabijgelegen kerk tot haar eigen dood missen voor haar zielenheil opgedragen. Saqui ligt begraven op de begraafplaats van Pere Lachaise.
Circusartiest
|
Einde carrière en overlijden
Na haar pensionering ging het bergafwaarts met haar. Ze was door armoede gedwongen af en toe nog op te treden en leefde in een armoedige huurkamer in de Avenue de Neuilly in Parijs. Men kon haar daar als broodmagere vrouw gehuld in zwarte kledij zien lopen op straat. Na haar overlijden vond men in de la van haar keukentafel een grote hoeveelheid lommerdbriefjes. Ze was gedwongen geweest om alles wat ze nog van waarde had aan sieraden en andere kostbaarheden naar de bank van lening te brengen om in leven te kunnen blijven. Na haar overlijden werden door een Italiaanse bewonderaarster, die hierover later vertelde en die zelf honderd jaar werd, in de nabijgelegen kerk tot haar eigen dood missen voor haar zielenheil opgedragen. Saqui ligt begraven op de begraafplaats van Pere Lachaise.
| 1 |
pandjeshuis, lommerd, belenen
|
2,426 |
CourseInstance
|
2318925
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chinese%20School%20Kai%20Wah
|
Chinese School Kai Wah
|
Kai Wah is een Chinese School in Amsterdam waar Mandarijn Chinees wordt gedoceerd. In 2013 gebruikt de school het Berlage Lyceum Amsterdam aan de Pieter Lodewijk Takstraat 33 als cursuslocatie.
Geschiedenis
Chinese School Kai Wah Amsterdam werd in 1981 opgericht door Mary van der Made. Haar was opgevallen dat in de Chinese gemeenschap van Amsterdam veel kinderen niet meer met hun ouders konden communiceren. Zij spraken als tweede generatie Nederlands, het Kantonees beheersten zij vaak matig.
Twee jaar ervoor, in 1979, was Van der Made daarom begonnen met privécursussen. Toen bleek dat de behoefte naar Chinees onderwijs erg groot was, richtte ze Chinese School Kai Wah op. Kai Wah is verbonden met Chinees Centrum Wah Lai, eveneens in Amsterdam.
Taalonderwijs
Op Kai Wah werd oorspronkelijk Kantonees (Standaardkantonees) onderwezen, de taal die door de meerderheid van de Chinese gemeenschap in Nederland werd gesproken. In de afgelopen jaren heeft de interesse in de Volksrepubliek China ervoor gezorgd dat Mandarijn veel populairder is geworden. Op Kai Wah worden vandaag de dag alleen nog lessen in Mandarijn aangeboden.
Particuliere onderwijsinstelling
School in Amsterdam
Chinese school
Chinese vereniging
|
Kai Wah is een Chinese School in Amsterdam waar Mandarijn Chinees wordt gedoceerd. In 2013 gebruikt de school het Berlage Lyceum Amsterdam aan de Pieter Lodewijk Takstraat 33 als cursuslocatie.
| 1 |
cursusaanbod, studiemethode, cursuslocatie
|
7,766 |
InsertAction
|
261682
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Active%20Directory
|
Active Directory
|
Active Directory (AD) is een eigen implementatie door Microsoft van de directoryservice LDAP in combinatie met DNS en Kerberos voor het gebruik in Windows-omgevingen vanaf Windows 2000.
Active Directory staat beheerders toe om het beleid (rechten en instellingen) in het netwerk van een organisatie te beheren. Ook het automatisch installeren van software en patches behoort tot de mogelijkheden. Active Directory slaat instellingen in relatie tot een object centraal op in een database. Een AD-netwerk kan variëren van een netwerk van een paar honderd tot miljoenen objecten.
Een Active Directory bestaat uit:
Forests
Domein(en)
Sites
Organizational Units (OU)
Active Directory werd geïntroduceerd met Windows 2000 Server. De komst van Windows 2003 Server markeerde een nieuwe versie van Active Directory.
Problemen in Windows NT 4.0
De komst van Active Directory loste een aantal belangrijke problemen uit de wereld van Windows NT 4.0 op. Zo was het aantal objecten per domein beperkt tot 64.000, maar in de praktijk was dit aantal bij lange na niet haalbaar. Het gebruikte loginprotocol NTLM voldeed niet meer aan de eisen van de tijd. Het beheren van meerdere domeinen en vooral de relaties ertussen (trust relations) was zeer complex. De domeindatabase van Windows NT 4.0 kon maar een paar soorten objecten bevatten (gebruikers, computers, lokale en globale groepen). Alle gebruikte protocollen om deze "directory" te benaderen waren niet-standaard. De replicatie binnen een domein over meerdere locaties kostte bovendien bijzonder veel bandbreedte in een tijd dat WAN-verbindingen nog buitengewoon duur waren.
Active Directory loste dit met een aantal maatregelen op. LDAP, DNS en Kerberos (reeds bestaande protocollen) werden geïntroduceerd als standaardprotocollen. Er werd overgestapt op een nieuw type database waarin meer objecten konden worden gehuisvest. Ook het schema werd uitbreidbaar, wat betekende dat er ook nieuwe attributen aan bestaande objecten en zelfs nieuwe soorten objecten toegevoegd konden worden. De inzet van een forest loste in één keer alle problemen met trust relations tussen domeinen op, terwijl het gebruik van sites de replicatie tussen verschillende locaties verbeterde.
Onderdelen
Domeinen
Aan de basis van Active Directory staan domeinen, zoals deze ook in Windows NT 4.0 al bestonden. Waarschijnlijk heeft Microsoft besloten dit concept door te zetten om achterwaartse compatibiliteit met eerdere Windows-versies niet in gevaar te brengen.
Net als in Windows NT zijn domeinen de replicatiegrenzen van (volledige) objecten. Er geldt ook dat de naam van een object (zoals een gebruikersnaam of een computernaam) uniek moet zijn in het hele domein, ongeacht de plek in de structuur van Organizational Units.
Er zijn echter belangrijke verbeteringen doorgevoerd in het domein. Het aantal mogelijke objecten binnen een domein werd vergroot van 64.000 tot vele miljoenen. Het aantal domeinen in een netwerk kan daarmee fors worden teruggebracht ten opzichte van een netwerk dat gebaseerd is op Windows NT.
Een domeindatabase is ook niet beperkt tot de soorten objecten die er standaard al in zitten. Het is mogelijk om er op een later tijdstip nieuwe soorten objecten aan toe te voegen of bestaande objecten (bv. gebruikers) uit te breiden met extra attributen. Microsoft Exchange 2000 en hoger maken grif gebruik van die mogelijkheid door bv. user-objecten uit te breiden met attributen die vertellen welke e-mailadressen ze hebben en waar hun mailbox te vinden is. (Overigens moet zo'n schema-uitbreiding gedaan worden voor alle domeinen in het forest.)
Objecten kunnen worden onderverdeeld in organizational units (OU's), waardoor zij overzichtelijker opgeslagen worden. Tevens biedt dat de mogelijkheid het beheer over die objecten geheel of gedeeltelijk te delegeren naar andere beheerders. Ten slotte bieden OU's de mogelijkheid Group Policy's flexibel in te zetten.
Een belangrijk verschil met Windows NT 4.0 is de multi-master-replicatie. Dit laatste vermindert het belang van de PDC omdat wijzigingen in objecten nu in iedere domeincontroller gedaan kunnen worden, waarna ze gerepliceerd kunnen worden naar de andere domeincontrollers.
Ieder domein heeft minimaal 1 domeincontroller, een domeincontroller kan maximaal één domeindatabase bevatten.
Wel bestaan er domeincontrollers die een deelverzameling van alle objecten uit alle andere domeinen bevatten. Zo'n domeincontroller heet een Global Catalog. De Global Catalog is noodzakelijk voor alle loginverkeer.
Domain Name System
Omdat Windows Internet Naming System (WINS) zijn beperkingen had, wordt in Active Directory het al bestaande protocol DNS gebruikt om computernamen in IP-adressen om te zetten. De keuze voor DNS betekende daarnaast een definitieve breuk met de netwerkprotocollen IPX/SPX en NetBEUI. TCP/IP, toch al de facto standaard in netwerkland, is noodzakelijk voor Active Directory.
De naamgeving voor domeinen in Active Directory werd daardoor domein.nl, maar ook namen als sub.domein.nl, sub2.domein.nl, domein.be of sub.sub.domein.nl zijn mogelijk.
Voor achterwaartse compatibiliteit wordt NetBIOS nog wel ondersteund.
Forests
Forests zijn het geheel van domeinen. Alle domeinen binnen een forest vertrouwen elkaar direct of indirect. Alle domeinen in een forest kunnen dezelfde soort objecten huisvesten (ze hebben hetzelfde schema).
De namen van domeinen worden allemaal bepaald volgens het domain name system.
Begonnen wordt met een root-domein. Dit kan iedere willekeurige naam hebben, maar gebruikelijk is iets als domain.local.
Schema
Het schema definieert welke soorten objecten er opgenomen kunnen worden in de domeindatabases en welke attributen er in ieder object zitten.
Waren er in NT4.0 maar vier soorten objecten mogelijk (gebruikers, lokale en globale groepen en computers), bij Active Directory werden dat er direct enkele tientallen. Voorbeelden van nieuwe objecten zijn Contacts, Group Policy Objects, Sites, Site Links, Printers en natuurlijk Organizational Units.
Bij de installatie van Exchange 2000 of 2003 of ISA Server Enterprise Edition wordt het schema verder uitgebreid. Zo worden er aan de User-objecten attributen toegevoegd die vastleggen op welke Exchange Server zich de mailbox bevindt en wat de e-mailaliassen zijn.
Sites
Om de hoeveelheid replicatie- en loginverkeer over het WAN te verminderen kunnen sites gedefinieerd worden. Eenvoudig gezegd is een site een LAN, maar het kunnen ook meerdere LAN's zijn die onderling met snelle verbindingen gekoppeld zijn. Tussen sites liggen altijd trage of dure lijnen. De site wordt gedefinieerd door een of meer IP-subnetten.
Een client die inlogt, zal altijd op zoek gaan naar een domeincontroller in de eigen site. Daardoor kan het loginverkeer (authenticatie, uitdelen van group policy's) binnen de eigen site blijven en blijven de WAN-verbindingen vrij.
Domeincontrollers binnen een site repliceren onderling. Voor het replicatieverkeer naar een andere site is steeds één domeincontroller verantwoordelijk, in tegenstelling tot de back-updomeincontrollers in Windows NT 4.0. Daardoor hoeft de informatie uit andere sites slechts eenmaal over de WAN-verbinding.
Ook DFS-clients maken gebruik van sites. Een DFS-client zal altijd op zoek gaan naar een replica in de eigen site of een naburige site.
Windows Server 2003
De komst van Windows Server 2003 bracht een aantal verbeteringen in Active Directory ten opzichte van Windows 2000.
Een belangrijke verbetering was het feit dat meerdere wijzigingen op verschillende domeincontrollers op een zogenaamde multivalue attribute nu correct gerepliceerd werden. Daardoor werd het mogelijk dat verschillende beheerders op verschillende domeincontrollers gelijktijdig de lidmaatschappen van een groep kon aanpassen (gebruikers toevoegen en verwijderen). In Windows 2000 werd het multivalue-attribute "Members" als één geheel gerepliceerd, waardoor de wijziging van een van beide beheerders weggerepliceerd werd. Met ingang van Windows Server 2003 werd het mogelijk om ook de losse onderdelen van een multivalue-attribute gerepliceerd konden worden, waardoor beide beheerders hun wijzigingen ook na replicatie konden terugzien.
Compatibiliteit met Unix en Linux
Aangezien Microsoft de technologie voor Active Directory heeft ontwikkeld, was er een tijdlang enkel software beschikbaar voor Windows. Samba is een reverse-engineered opensource-implementatie van Active Directory voor zowel Linux als Unix. Hierdoor kunnen ook Linux- en Unix-machines opgenomen worden in een Windows-netwerk met Active Directory. Bestanden uitwisselen tussen deze besturingssystemen behoort zo ook tot de mogelijkheden. Sinds Samba-versie 4 is het zelfs mogelijk om de Active Directory-functionaliteit grotendeels uit te laten voeren door een Linux-/Unix-server. Het Samba-team werkt actief samen met Microsoft en besteedt een groot deel van de tijd met het testen van hun implementatie tegen Microsofts testsuites. Zodoende wordt ook veilig gesteld dat de software slaagt voor Microsoft-tests voor protocollen zoals Netlogon, LSA en LDAP. Samba 4 heeft echter ook nog wel wat beperkingen. Zo werkt DFS-replicatie, dus Sysvol/Netlogon-replicatie, nog niet. (status medio 2013)
Microsoft Windows
Serversoftware
|
Een belangrijke verbetering was het feit dat meerdere wijzigingen op verschillende domeincontrollers op een zogenaamde multivalue attribute nu correct gerepliceerd werden. Daardoor werd het mogelijk dat verschillende beheerders op verschillende domeincontrollers gelijktijdig de lidmaatschappen van een groep kon aanpassen (gebruikers toevoegen en verwijderen). In Windows 2000 werd het multivalue-attribute "Members" als één geheel gerepliceerd, waardoor de wijziging van een van beide beheerders weggerepliceerd werd. Met ingang van Windows Server 2003 werd het mogelijk om ook de losse onderdelen van een multivalue-attribute gerepliceerd konden worden, waardoor beide beheerders hun wijzigingen ook na replicatie konden terugzien.
| 1 |
invoegen, toevoegen, ordening
|
862 |
Landform
|
1426762
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Glaciaal%20bekken
|
Glaciaal bekken
|
Een glaciaal bekken of tongbekken is in de geomorfologie een depressie in het landschap, die ontstaan is door het gewicht en de erosieve werking van een gletsjer. De gletsjer stuwt het materiaal onder zich vandaan en voor zich uit in zogenaamde stuwwallen, verhogingen in het landschap die langs de randen van glaciale bekkens voorkomen.
Glaciale bekkens komen voor in gebieden waar gletsjers over ongeconsolideerde gesteenten stromen. Voorbeelden zijn de tijdens glaciale perioden (ijstijden) door gletsjers bedekte delen van Nederland, Noord-Duitsland, Denemarken en Polen. Ook in het noordelijke voorland van de Alpen of in de vlaktes van Noord-Amerika of Siberië komen glaciale bekkens voor. In Nederland komen een aantal glaciale bekkens voor uit het Saalien-glaciaal (238.000 tot 128.000 jaar geleden): het IJsseldalbekken tussen de stuwwallen van de Sallandse Heuvelrug en de Veluwe, een tweede bekken onder de Gelderse Vallei tussen de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, een bekken onder Amsterdam en Haarlem en een bekken onder Flevoland.
Wanneer een glaciaal bekken gevormd wordt kan het honderden meters diep zijn. Aan het einde van een glaciaal, als het klimaat warmer werd, trekken de gletsjers zich terug en raken de bekkens opgevuld met smeltwatermeren. Door het ontdooien van de permafrost vinden aan de randen van de bekkens instortingen (door afglijdingsmassa's) plaats van de stuwwallen. Op deze manier raakt een glaciaal bekken meestal in relatief korte tijd na het terugtrekken van de gletsjers opgevuld met sediment en afbraakmateriaal van de stuwwallen.
Externe link
Nederlandse landvormen uit het Saalien - Atlas van Nederland
Glaciaal bekken - Geologie van Nederland
Landvorm
Glaciologie
|
Externe link
Nederlandse landvormen uit het Saalien - Atlas van Nederland
Glaciaal bekken - Geologie van Nederland
| 1 |
landvorm, aardkundig_fenomeen, fysiek_terrein
|
972 |
Playground
|
4000780
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Theo%20van%20Goghpark
|
Theo van Goghpark
|
Het Theo van Goghpark is een stadspark in de Amsterdamse wijk IJburg. Het park ligt op het Haveneiland-Oost, ten zuiden van de Pampuslaan, bij de standplaats van tramlijn 26 (IJtram).
Het park is gedeeltelijk verdiept aangelegd maar aan de kant van de Pampuslaan is het juist verhoogd aangelegd en met een brede trap naar boven toegankelijk. Het park bestaat voornamelijk uit grasvelden waarop zich onder meer een speeltuin en een voetbal en basketbalveld bevinden. De bomen in het park bestaan uit verschillende soorten met kleine bladeren zoals bijvoorbeeld de acacia en de valse christusdoorn. Dertien volwassen platanen die in het park zijn geplant, zijn afkomstig van het Europaplein bij de RAI, waar ze moesten wijken voor werkzaamheden voor de Noord-Zuidlijn. In het park staat het beeld Familie van Paul de Reus.
Het park is vernoemd naar de regisseur Theo van Gogh (1957-2004). De straten rondom het park zijn vernoemd naar personen uit de filmwereld. Zo ligt het park ingeklemd tussen straten vernoemd naar Emmy Andriesse, Eva Besnyö en Fritz Kahlenberg.
Het park is in 2007 en 2008 ingericht. Het heeft geen huisnummers (2020).
Park in Amsterdam
Amsterdam-Oost
Theo van Gogh
|
Het park is gedeeltelijk verdiept aangelegd maar aan de kant van de Pampuslaan is het juist verhoogd aangelegd en met een brede trap naar boven toegankelijk. Het park bestaat voornamelijk uit grasvelden waarop zich onder meer een speeltuin en een voetbal en basketbalveld bevinden. De bomen in het park bestaan uit verschillende soorten met kleine bladeren zoals bijvoorbeeld de acacia en de valse christusdoorn. Dertien volwassen platanen die in het park zijn geplant, zijn afkomstig van het Europaplein bij de RAI, waar ze moesten wijken voor werkzaamheden voor de Noord-Zuidlijn. In het park staat het beeld Familie van Paul de Reus.
| 1 |
speeltuin, kinderspeelplaats, recreatieplaats
|
989 |
PublicSwimmingPool
|
22250
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Veldhoven
|
Veldhoven
|
Veldhoven () is een stad en gemeente in de Kempen, in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en is gelegen tegen de zuidwestkant van Eindhoven, ten oosten van Eersel en ten noorden van Waalre. De gemeente telt inwoners en heeft een oppervlakte van 31,92 km², waarvan 0,20 km² water. De gemeente Veldhoven maakt deel uit van Metropoolregio Eindhoven, een regionaal overlegorgaan.
De gemeente Veldhoven is op 1 mei 1921 gevormd door het samenvoegen van de Kempense gemeenten Veldhoven en Meerveldhoven, Oerle en Zeelst. In 1996 is in het kader van 75 jaar gemeente Veldhoven een plaquette gelegd op het 'driegemeentenpunt': de geografische locatie waar de drie voormalige gemeenten aan elkaar grensden. Dit punt bevindt zich in de wijk 't Look, een wijk die in 1921 nog niet bestond.
In de tweede helft van de twintigste eeuw zijn door de aanleg van nieuwbouwwijken de vier oorspronkelijke dorpen Veldhoven Dorp, Meerveldhoven, Zeelst en Oerle aan elkaar vastgegroeid tot één grote bebouwde kom.
Het dorp Oerle heeft hierbij het duidelijkst zijn eigen karakter behouden. Het westen en zuiden van de gemeente hebben nog een agrarisch landschap, waarin zich de beekdalen van de Run, de Gender, de Poelenloop en de Bruggenrijt bevinden. Het buitengebied van Veldhoven is rijk aan oude gehuchten met monumentale langgevelboerderijen en bossen met prehistorische grafheuvels. Ook ligt hier een dierentuin: Zoo Veldhoven (het voormalige Papegaaienpark N.O.P.).
Etymologie
De plaatsnaam Veldhoven komt van hove, een vroegere vorm van het woord hoeve, waarbij eerst moet worden gedacht aan te exploiteren grond, en in tweede instantie aan een gebouw. Een groep hoven is een gehoofte; later wijzigde dit woord zich in gehucht. Hieruit ontstond de naam Veldhoven, aanvankelijk dus een benaming voor een onbeduidend gehucht.
Een oorkonde van 15 november 1295 laat voor het eerst de naam Veldhoven (Velthouen) zien.
Geschiedenis
Prehistorie
Dat het grondgebied van Veldhoven al in de prehistorie bewoond was, blijkt uit de aanwezigheid van grafheuvels. Grafheuvels ontstonden in het Neolithicum doordat mensen hun overledenen bedekten met een kleine, kunstmatig opgeworpen heuvel. Later, vanaf de Midden Bronstijd, werden de grafheuvels gebruikt om crematieresten in te begraven, veelal in urnen. Tussen de gehuchten Toterfout en Halfmijl werden in de periode 1948-1951 in totaal 34 grafheuvels archeologisch onderzocht onder leiding van Albert van Giffen. Tijdens dit onderzoek zijn zestien grafheuvels gerestaureerd: vijftien grafheuvels stammende uit de Midden Bronstijd (1600-1000 v.Chr.), en één grafheuvel uit het Neolithicum (1700 v.Chr.). In het bos nabij de doorgaande weg de Locht bevinden zich nog eens tien gerestaureerde grafheuvels, afkomstig uit de Midden Bronstijd en de IJzertijd (1500-50 v.Chr.).
In de Late Bronstijd en in de IJzertijd werd het gebruikelijk om de urnen niet meer in heuvels te plaatsen, maar gegroepeerd in een veld te begraven. Nabij Toterfout en de Locht zijn enkele van deze urnenvelden gevonden.
Oudheid
Rond het begin van de jaartelling behoorde Veldhoven tot het Romeinse civitas Tungrorum; het bestuurlijk gebied ofwel district rond Atuatuca Tungrorum (Tongeren). Nabij het gehucht Heers zijn veel overblijfselen uit de Romeinse tijd gevonden. In 1871 vond de onderwijzer en oudheidkundige Petrus Norbertus Panken hier enkele fragmenten van Romeinse terracotta beeldjes, waaronder een vrijwel ongeschonden exemplaar van een beeldje van Diana, de godin van de jacht. Het beeldje werd gedateerd op 175 n.Chr. In 1909 werden bij Heers sporen gevonden van een Romeinse wachttoren uit het jaar 100.
Middeleeuwen
Rond de zevende eeuw werden in het gebied enkele nederzettingen gesticht door Frankische kolonisten. Dit blijkt onder andere door de vondst van een grafveld uit de zevende en achtste eeuw bij het huidige Dr. Elsenpark in de wijk Cobbeek. Ook is er een grafveld uit diezelfde periode gevonden bij de Oeienbosdijk, nabij Heers. De Frankische kolonisten introduceerden ook het christendom in de regio. In een oorkonde uit 775 wordt een kerk van Meerveldhoven genoemd, die op dat moment eigendom was van een Frankische heer. Omstreeks het jaar 1000 liet de heer van Oerle een kerk bouwen, die in 1250 werd verkocht aan de abdij van Postel. Rond het begin van de veertiende eeuw trok de nederzetting Oerle meer macht naar zich toe, door de status van vrijheid te verkrijgen met alle bijbehorende privileges. Daarnaast werd er een schepenbank in Oerle gevestigd, die recht sprak over de omliggende dorpen Zonderwijk, Veldhoven, Meerveldhoven, Zeelst, Blaarthem, Vessem, Wintelre en Knegsel.
Vroegmoderne Tijd
In de periode 1559-1561 werden de dorpen Zeelst en Veldhoven door de leenheer Filips II tot leen verheven aan de leenman jonker François Schotelmans. De dorpen Oerle en Meerveldhoven werden verpand aan de leenman Willem de Borchgrave. Daardoor viel elk van de vier dorpen onder het bestuur van een heer en kreeg elk dorp ook de status van heerlijkheid.
Om de rechtspraak in de dorpen in lijn te houden met het nieuwe dagelijkse bestuur, werd in 1560 besloten de grote schepenbank van Oerle op te splitsen. Daardoor kwam er een zelfstandige schepenbank voor Veldhoven-Zeelst en kreeg de schepenbank van Oerle alleen nog maar Meerveldhoven onder haar hoede. In de zestiende eeuw leidde een lange reeks van oorlogen tot economische neergang. Ter voorkoming van plundering moesten vaak hoge afkoopsommen worden betaald aan voorbij trekkende troepen. In 1708 slaagde het dorp Veldhoven er niet in een dergelijke brandschatting te betalen. Hierop werden dertien huizen, waaronder twee pastorieën, door Franse troepen verbrand.
De periode van economische depressie duurde tot halverwege de negentiende eeuw. De dorpen waren slecht bereikbaar, de woningen in erbarmelijke staat en voor de veelal agrarisch georiënteerde bevolking was het moeilijk om enige opbrengst uit de droge zandgronden te halen.
Moderne Tijd
Op 1 januari 1811 werden op bevel van Napoleon de schepenbanken afgeschaft en werd heel Nederland naar Frans model ingedeeld in gemeenten. Hierbij ontstonden de gemeenten Veldhoven-Meerveldhoven, Zeelst en Oerle. Onder invloed van de industriële revolutie keerde uiteindelijk het economische tij. In 1855 werd de provinciale steenweg Eindhoven - Turnhout aangelegd, waardoor er tegen het einde van de negentiende eeuw weverijen en steenfabrieken werden gevestigd in Veldhoven. Daarnaast werd het water van het beekje de Gender gebruikt door wasserijen, blekerijen en leerlooierijen.
Rond 1900 kwam de sigarenindustrie op gang in Veldhoven. Het fabriceren van sigaren was voornamelijk handwerk, waardoor het relatief eenvoudig was om een sigarenfabriek te beginnen. De twee grootste Veldhovense sigarenfabrieken uit die tijd zijn St. Antonius en Duc George. De sigarenfabriek St. Antonius werd in België opgericht in 1896 en op 1 november 1907 overgebracht naar Meerveldhoven door Peter van Brero. Vanaf 1917 werd het bekende merk Velasquez in deze fabriek geproduceerd. In 1866 richtte Henricus Bazelmans in Zeelst de sigarenfabriek Duc George op. Op het hoogtepunt, rond 1932, had deze fabriek ruim 600 personeelsleden in dienst. Vanaf de jaren 50 van de twintigste eeuw nam onder invloed van mechanisatie en grootscheepse reorganisaties de werkgelegenheid in de Veldhovense sigarenindustrie gestaag af. Rond 1970 was de sigarenindustrie hier vrijwel verdwenen.
Op 1 mei 1921 werden de drie gemeenten samengevoegd tot de nieuwe gemeente Veldhoven. In 1930 telde de samengevoegde gemeente 6900 inwoners. Na de Tweede Wereldoorlog vond er veel huizenbouw plaats, waardoor de bevolking in snel tempo toenam. In 1952 werd midden tussen de vier oorspronkelijke dorpen een geheel nieuwe woonwijk gebouwd, die de naam d`Ekker kreeg. Door de bouw van de wijken Zonderwijk (1962), `t Look (1970) en Cobbeek (1973) ontstond een aangesloten bebouwde kom, waarbij alleen het dorp Oerle nog geïsoleerd lag. Vanaf 1977 werd er een nieuw centrum voor Veldhoven gerealiseerd, te midden van de oorspronkelijke dorpen en de nieuwbouwwijken. Dit centrum kreeg de naam City Centrum en bevat sinds 1988 ook het gemeentehuis en de openbare bibliotheek. Nadat het nieuwe centrum een feit was, breidde Veldhoven zich voornamelijk in noordelijke richting uit met de bouw van de wijken Heikant (1980), De Kelen (1990) en De Polders (1992).
In 1990 kwam de naburige gemeente Eindhoven met een nota, waarin gepleit werd voor een grootschalige gemeentelijke herindeling. In dit plan zou de gemeente Veldhoven worden opgeheven en zou het grondgebied worden herverdeeld over de naburige gemeenten, met als voornaamste doel de gemeente Eindhoven van meer bouwlocaties te voorzien. Dit herindelingsplan kwam door verzet van de betrokken gemeenten nooit van de grond. Om de gemeente Eindhoven toch tegemoet te komen volgde op 1 januari 1994 een grenswijziging, waarbij het gehele noorden van Veldhoven werd afgestaan aan Eindhoven. In dit gebied, waarin onder andere Eindhoven Airport ligt, werd het stadsdeel Meerhoven gerealiseerd. Door de ligging van dit stadsdeel (tegen Veldhoven-Noord aan en met Eindhoven achter de fysieke barrière van de snelweg A2) vormt het praktisch een deel van het woongebied van Veldhoven; inwoners zijn daar ook op gericht. Bij de grenswijziging werd een uitzondering gemaakt voor een gebied bij de Oirschotse Dijk, ook wel bekend als De Hut. Dit gebied bleef nog enkele jaren bestaan als een Veldhovense enclave, alvorens het per 1 januari 1997 werd toegevoegd aan de gemeente Eersel. Verdere samenwerking tussen Veldhoven en Eindhoven werd ondersteund door de invoering van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, een regionaal overlegorgaan.
Door woningbouw bij het gehucht Berkt in 2000 werd het dorp Oerle verbonden met de bebouwde kom van Veldhoven. In 1997 werd de wijk Pegbroeken gebouwd nabij Veldhoven Dorp. Gezien de toenemende vraag naar woningen in de regio, werden in 2006 de eerste plannen ontvouwd voor een grootschalige uitbreiding van Veldhoven in westelijke richting. Naast een nieuwe wijk bij Oerle (Oerle Zuid) wordt er gebouwd aan de (deel)wijken van de Zilverackers. Binnen Zilverackers worden circa 2700 woningen gerealiseerd.
Geografie
Topografie
Centraal in de gemeente Veldhoven ligt de grote bebouwde kom van de plaats Veldhoven: een samensmelting van de vier voormalige dorpen Veldhoven Dorp, Meerveldhoven, Oerle en Zeelst. Te midden van deze vier dorpskernen ligt het nieuwe centrum van Veldhoven: het City Centrum. Daarnaast zijn er de woonwijken d`Ekker, Zonderwijk, `t Look, Cobbeek, Heikant, De Kelen, De Polders en Pegbroeken. In het oosten grenst Veldhoven bijna aan de bebouwde kom van Eindhoven, gescheiden door de autosnelweg A2. In het noorden sluit de bebouwing van Veldhoven aan op Meerhoven en de Vliegbasis Eindhoven/Eindhoven Airport. Het zuiden van de gemeente Veldhoven is gescheiden van de rest van de gemeente door de A67. Hier ligt het buitengebied van de voormalige gemeente Veldhoven-Meerveldhoven, met onder andere congrescentrum Koningshof en het gehucht Heers. In het westen ligt het buitengebied van de voormalige gemeente Oerle, met de gehuchten Zandoerle, Berkt, Scherpenering, Hoogeind, Vliet, Toterfout, Halfmijl en Zittard.
Natuur en landschap
Het westen van de gemeente Veldhoven toont een voornamelijk agrarisch landschap met enkele gehuchten en bosgebieden, waartussen het beekje de Bruggenrijt stroomt.
Bij het gehucht Halfmijl ligt het bosgebied de Halve Mijl, dat bekend is om de daar aanwezige prehistorische grafheuvels. De Halve Mijl was in het begin van de twintigste eeuw aangelegd als productiebos.
De houtproductie speelt hier geen rol meer en het bos krijgt steeds meer een natuurlijk karakter.
De Molenvelden, gelegen tussen het gehucht Zandoerle en het dorp Knegsel, is een bosgebied met fraaie beukenlanen. De naam komt van de windmolen die hier van 1360 tot 1914 heeft gestaan.
Midden in het bos, op een plek die de Molenberg heet, zijn de funderingsrestanten van deze voormalige windmolen gemarkeerd.
Ten oosten van het gehucht Zandoerle liggen de Oerlese en Zandoerlese Bossen. Dit zijn oude bossen waarin veel houtwallen te vinden zijn. Deze houtwallen dienden in de late middeleeuwen als afscheiding tussen akkers en bieden nu een geschikt onderkomen voor vele vogels en insecten. Het boerenwormkruid en het Sint-Janskruid, kenmerkende planten voor de Kempische zandgronden, komen hier veelvuldig voor.
In het zuiden van de gemeente Veldhoven stromen de beken de Gender en de Run. Op de grens met de gemeente Waalre stroomt de rivier de Dommel. Langs de beemden van de Dommel heeft de Vereniging Natuurmonumenten enkele terreinen in beheer. In het uiterste zuiden van de gemeente Veldhoven, nabij de Volmolenweg, ligt het natuurgebied de Vlasroot. Hier liggen twee vennen, de Grote Vlasroot en de Kleine Vlasroot, en een visvijver. Door de bemesting van nabijgelegen akkers is de Kleine Vlasroot voedselrijker dan de Grote Vlasroot, waardoor hier veel waterlelies voorkomen.
Bezienswaardigheden
Museum 't Oude Slot
Museum 't Oude Slot, gevestigd aan de Hemelrijken. Geregeld worden in het museum exposities gehouden met gebruiksvoorwerpen, devotionalia en volksprenten uit de achttiende, negentiende en twintigste eeuw en (kunst-)exposities met onderwerpen van verschillende aard. Het museum bevindt zich in een tussen 1800 - 1820 gebouwde U-vormige herenboerderij. De naam 't Oude Slot verwijst naar het Adelijck Huys van Zeelst, dat oorspronkelijk op deze locatie stond. Dit huis, vermoedelijk gebouwd in de tweede helft van de zestiende eeuw, diende als onderkomen voor de heren van Zeelst. Tegen het einde van de achttiende eeuw raakte het huis in verval en werd het gesloopt. Op de fundamenten van het oude huis werd de huidige boerderij gebouwd. In 1964, nadat de boerderij door de gemeente was opgekocht, werd archeologisch onderzoek gedaan. Hierbij werden de contouren van een gracht aangetroffen. Op 21 november 1966 kreeg de boerderij de status van beschermd rijksmonument. In 1967 werd een nieuwe gracht gegraven en in 1973-1974 werden de gebouwen gerestaureerd. Het dak en de gracht werden in 2007 nogmaals grondig gerestaureerd.
Trapjeshuis
Het Trapjeshuis, gelegen aan de Kapelstraat-Noord 76 in Zeelst, is een monumentaal pand uit 1750.
Het huis bezit trapgevels met zeldzame, ovaalvormige trappen.
Zandoerle
Zandoerle is een eeuwenoud gehucht, dat door zijn grote cultuurhistorische waarde de status van beschermd dorpsgezicht heeft. In de Middeleeuwen had Zandoerle een belangrijke rol in de regio. Een schepenzegel uit 1355 vermeld dat Zandoerle een zogenaamde vrijheid was, wat wil zeggen dat de plaats op stadsrechten lijkende rechten had verkregen. Ook was hier de schepenbank gevestigd, die recht sprak over de omliggende dorpen. Tegen het einde van de Middeleeuwen verloor Zandoerle deze bestuurlijke macht. Rondom het rechthoekige, met lindebomen beplante plein van Zandoerle liggen zes monumentale langgevelboerderijen. Aan het plein bevindt zich ook de in 1807 gebouwde Mariakapel, gewijd aan Onze Lieve Vrouw van 't Zand. Midden op het plein staat een kanon uit de Tweede Wereldoorlog opgesteld. Dit Duitse antitankgeschut werd in september 1944 door de geallieerden buitgemaakt en tijdens de bevrijdingsfeesten op het plein neergezet.
Zoo Veldhoven (voormalig Papegaaienpark N.O.P.)
Zoo Veldhoven (voormalig Papegaaienpark N.O.P.) is een dierenpark dat zich voornamelijk richt op papegaaien en andere exotische vogels. Het park bevindt zich bij het gehucht Vliet, ten westen van Oerle. De oorsprong van het (papegaaien)park ligt bij de Stichting Nederlandse Opvang Papegaaien, opgericht op 16 februari 1987. Deze stichting stelt zich tot doel opvang te bieden voor exotische vogels en tevens meer bewustzijn te creëren voor de moeilijkheden die het houden van dergelijke dieren als huisdier met zich meebrengt. Om de vogels voldoende ruimte te bieden kocht de stichting in 1992 het terrein aan van de voormalige camping `t Vlutterke. Hier bevinden zich ruim 500 volières, die duizenden papegaaien huisvesten. Naast exotische vogels bevat het park ook andere dieren, zoals paarden, ringstaartmaki's en geiten. Op 22 mei 2004 werd het park uitgebreid met de TropiJoy, een tropische kas van 2000 m² waarin de sfeer van een tropisch regenwoud is gecreëerd.
Kerken
Van oorsprong bestaat Veldhoven uit vier kerkdorpen met in elk van de vier voormalige dorpen zijn eigen kerkgebouw. Zo staat in Oerle de Sint-Jan de Doperkerk, een neogotische kruiskerk. Deze kerk werd op 1 mei 1912 in gebruik genomen. In de bestrating voor de kerk zijn de fundamenten van de vorige kerk gemarkeerd, een koepelkerk die in 1911 gesloopt werd. Oerle heeft door de geschiedenis heen minimaal vier verschillende kerkgebouwen gekend, waarvan het eerste al beschreven werd in een oorkonde uit 1249. De Heilige Caeciliakerk is eveneens een neogotische kruiskerk. Deze kerk bevindt zich in Veldhoven Dorp en werd gebouwd in 1913-1914 onder architectuur van Wolter te Riele. In 1958 werd bij een verbouwing de kerk verder vergroot en in 2007-2008 volgde nog een grootschalige restauratie. De Christus Koningkerk (voorheen Heilige Lambertuskerk) in Meerveldhoven is een bedevaartkerk. In deze kerk bevindt zich de kapel van Onze-Lieve-Vrouwe ter Eik. Hierin staat een eik waarin volgens de overlevering in de dertiende eeuw Maria verscheen aan een boer. Al in 1296 werd er een kapel om de boom heen gebouwd. Het huidige kerkgebouw in Meerveldhoven dateert uit 1953. De Sint-Willibrorduskerk te Zeelst is gebouwd in 1873 onder architectuur van Carl Weber. In 1952 werd deze kerk verder uitgebouwd.
Naast deze vier in traditionele stijl gebouwde kerken zijn er ook twee kerken in Veldhoven met een moderner uiterlijk. De Heilige Jozefkerk in de wijk d'Ekker is een doosvormige kerk met losstaande, zuilvormige toren uit 1952. Het jongste kerkgebouw van Veldhoven is de Sint-Maartenkerk in de wijk Heikant. Deze tentvormige kerk werd gebouwd in 1990 naar een ontwerp van architect Jan Merks.
Molens
In de gemeente Veldhoven bevinden zich in totaal drie windmolens. De oudste molen is de Zilster molen. Deze beltmolen bevindt zich in de wijk Zeelst. De molen is gebouwd in 1858 en werd gebruikt als korenmolen. De Zilster molen heeft nog dienstgedaan als oliemolen. De molen is nog maalvaardig, maar niet meer in bedrijf. In de wijk Meerveldhoven bevindt zich een andere beltmolen: De Adriaan. Deze molen is in 1906 gebouwd en werd tot in de jaren 80 van de twintigste eeuw gebruikt als korenmolen. De molen is nog maalvaardig, maar niet meer als windmolen in gebruik. In het onderste gedeelte van de Adriaan is een café gevestigd. Ten slotte bevindt zich ten noordwesten van Oerle, bij het gehucht Hoogeind, de Sint Jan, een molen van het type stellingmolen. De Sint Jan is tussen 1985 en 1991 gebouwd met behulp van onderdelen van gesloopte molens en sindsdien in gebruik als korenmolen.
Politiek
College van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders voor de periode 2022-2026, wordt gevormd door een coalitie van Hart voor Veldhoven, PvdA/GroenLinks, D66 en CDA (16 van de 29 zetels).
De voorzitter van het college van B&W is burgemeester:
Marcel Delhez
De wethouders zijn:
Caroline van Brakel (CDA)
Thomas van Broekhoven (Hart voor Veldhoven)
Mariëlle Giesbertz (D66)
Jeroen Rooijakkers (PvdA)
Huub Stroeks (Hart voor Veldhoven)
Gemeenteraad
De huidige Veldhovense gemeenteraad werd verkozen bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022.
Voormalige zustergemeente Jarocin
Na de val van de Berlijnse Muur besloten zo'n 120 Nederlandse gemeenten een samenwerkingsverband aan te gaan met een stad in Polen, om zo dit land economisch en maatschappelijk te steunen. In 1995 kwam er officieel een samenwerkingsverband tussen Veldhoven en de Poolse stad Jarocin. Dit samenwerkingsverband heeft onder andere geleid tot uitwisselingen op het gebied van onderwijs, sport, cultuur en landbouw.
Economie
De nabijheid van Eindhoven, een stad met veel bedrijvigheid op technologisch vlak, betekent ook voor Veldhoven een grote economische stimulans. Binnen de gemeentegrenzen concentreert de bedrijvigheid zich op industrieterrein De Run. Hier bevindt zich onder andere het hoofdkantoor van het beursgenoteerde hightechbedrijf ASML. ASML levert lithografiesystemen voor de fabricage van halfgeleiders. Het bedrijf vestigde zich in 1985 met honderd werknemers in Veldhoven. In 2003 verhuisde ASML naar een nieuwbouwlocatie naast de rijksweg A67, waarbij het hoofdkantoor werd gevestigd in een 82 meter hoge kantoortoren, in de wandelgangen ook "de zerk" genoemd. Het voormalige hoofdkantoor werd betrokken door Assembléon. Later verhuisde Assembléon naar Eindhoven en werd ASML weer eigenaar van het gebouw. In 2019 besloot ASML tot sloop ervan om plaats te maken voor nieuwbouw. Het huidige ASML-complex in Veldhoven bevat naast het hoofdkantoor en assemblagefaciliteiten ook een onderzoeks- en ontwikkelafdeling.
Eveneens op industrieterrein De Run liggen de elektronicabedrijven Simac Electronics en Connect Group Nederland.
Sinds 2008 is het bedrijventerrein Habraken ten noorden van Veldhoven in ontwikkeling. In combinatie met het Eindhovense Park Forum en Flight Forum zal dit een bedrijvig gebied worden voor Eindhoven en Veldhoven.
Cultuur
Monumenten
In de gemeente zijn een aantal rijksmonumenten en oorlogsmonumenten, zie:
Lijst van rijksmonumenten in Veldhoven (gemeente)
Lijst van oorlogsmonumenten in Veldhoven
Theater en bioscoop
Naast het gemeentehuis ligt Theater De Schalm. Dit theater beschikt over een grote zaal met ruim vierhonderd zitplaatsen en een kleinere zaal die tevens dienstdoet als bioscoopzaal. Theater de Schalm is in 1961 opgericht. Sinds 1998 vindt er eens in de twee jaar het evenement de Veldhovense Revue plaats in Theater De Schalm. Door zo'n 100 vrijwilligers wordt dan onder professionele begeleiding gewerkt aan een avondvullende show die in de maand december zo'n vijftien keer ten uitvoer wordt gebracht.
Sinds eind 2016 heeft Veldhoven ook bioscoop Cinema Gold. Deze service-bioscoop heeft vier zalen.
Muziek
Elk van de vier voormalige dorpen in Veldhoven heeft ook zijn eigen muziekvereniging. De oudste muziekvereniging is de Harmonie L'Union Fraternelle, die op 7 november 1871 werd opgericht in Zeelst. Sinds 1956 speelt het harmonieorkest van deze vereniging in de vaandelafdeling van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO). De Harmonie St. Cecilia begon als fanfare in Oerle op 7 januari 1907. In 1976 schakelde deze fanfare om naar harmonie. Het harmonieorkest van St. Cecilia promoveerde in 1999 naar de vaandelafdeling van de KNFM. De Harmonie Sub Umbra werd op 7 maart 1934 opgericht in Meerveldhoven. Sub Umbra staat voor 'in de schaduw'. Hierbij wordt gerefereerd aan de boom in de St. Lambertuskerk van Meerveldhoven. Ook deze harmonie komt uit in de vaandelafdeling van de KNFM. Ten slotte kent Veldhoven Dorp het Veldhovens Muziekkorps, opgericht op 24 november 1894. Het A-orkest van deze vereniging komt uit in de Superieure afdeling van de Brabantse Bond van Muziekverenigingen.
Veldhoven kent verschillende koren, waaronder het Veldhovens Mannenkoor, opgericht in 1960, en het Veldhovens Kamerkoor, opgericht in 1988.
In de jaren negentig van de twintigste eeuw werd aan de Bossebaan een prachtige Muziekschool gebouwd, waar gedurende twee decennia vocaal en instrumentaal muziekonderwijs werd gegeven. Later veranderde de Veldhovense muziekschool haar naam in Art4u voor Kunsteducatie en breidde zij haar werkzaamheden regionaal uit door fusie met de muziekscholen van de gemeenten Bergeijk en Eersel. Echter in 2015 besloot de gemeente Veldhoven, uit bezuinigingsoverwegingen, tot spijt en onbegrip van velen, het gebouw aan de Bossebaan af te stoten en het muziekonderwijs onder te brengen in de bovenverdieping van de openbare bibliotheek aan het Meiveld. In 2017 besloot de gemeenteraad dat Art4u alsnog in het pand aan de Bossebaan mocht blijven.
In 1997 werd in Veldhoven voor het eerst het Cult&Tumult festival gehouden. Sinds 2018 heet dit festival CityFest. Dit festival vindt eens per jaar plaats, meestal in het laatste weekend van september. CityFest is een gratis festival met onder andere muziek (pop, klassiek, jazz, levenslied, etc.) beeldende kunst, literatuur, poëzie en (straat)theater.
Tevens vindt één keer per jaar in het eerste weekend van september Kioskpop plaats op festivalterrein 'De Plaatse'. Op dit tweedaagse gratis festival treden jaarlijks diverse bands op die op het punt van doorbreken staan. Acts als Racoon, Moke en Voicst stonden al op het Kioskpoppodium voordat zij landelijke bekendheid verwierven.
Media
In 1986 werd de Stichting Lokale Omroep Veldhoven (SLOV) opgericht. Aanvankelijk verzorgde deze stichting alleen de Kabelkrant Veldhoven, maar sinds 1988 heeft het ook een radiostation in beheer: Radio Veldhoven.
Carnaval
Tijdens carnaval wordt Veldhoven omgedoopt tot Rommelgat. Traditioneel vindt op carnavalszaterdag de sleuteloverdracht plaats en wordt op zondag de grote optocht gehouden. In even jaren start de optocht in Zeelst en eindigt men in Veldhoven Dorp, in oneven jaren wordt de route in tegenovergestelde richting afgelegd.
Zuiderspel
Zuiderspel is een tweedaagse spellenbeurs en de grootste van Zuid-Nederland die sinds 2009 wordt georganiseerd door bordspellenvereniging Roll The Dice uit Veldhoven. Jaarlijks komen enkele duizenden bezoekers naar de beurs om twee dagen lang spellen in alle vormen en varianten te spelen. Zuiderspel is toegankelijk en gezellig voor iedereen: van jong tot oud, van families tot de echte boardgamegeeks!
Het idee van Zuiderspel ontstond ooit nadat de bordspellenvereniging Roll The Dice 10 jaar bestond. Zuiderspel wordt georganiseerd in Hotel & Congrescentrum Koningshof te Veldhoven.
Verkeer
Snelwegen
Veldhoven is bereikbaar via de Randweg Eindhoven (A2/N2) door middel van afrit 30a (Meerhoven-Zuid voor het noorden van Veldhoven), afrit 31 (Veldhoven) en afrit 32 (Veldhoven-Zuid). Vanaf het zuidwesten is het Veldhovense buitengebied bereikbaar via de A67 (afrit 31, Veldhoven-West). Deze afrit is in 2021 geopend om het industriegebied De Run alsmede het westen van Veldhoven te ontsluiten en toegang te bieden op de verlegde N69 richting Hasselt.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer in Veldhoven wordt verzorgd door vervoerbedrijf Hermes, in opdracht van de provincie Noord-Brabant. Onderstaande tabel geeft de lijnen weer die Veldhoven aandoen. De plaats ligt niet aan het spoor en de dichtstbijzijnde stations bevinden zich in Eindhoven.
Gezondheidszorg
In 1990 verhuisde het Sint Joseph Ziekenhuis, dat tot dan toe in Eindhoven was gevestigd, naar een nieuwbouwlocatie op industrieterrein De Run in Veldhoven. Na een fusie in 2002 met het Eindhovense Diaconessenhuis ging het ziekenhuis verder onder de naam Máxima Medisch Centrum. Het gefuseerde ziekenhuis heeft de beschikking over 836 bedden en er werken circa 3400 mensen. De vestiging in Veldhoven huisvest een NICU, een afdeling waar pasgeborenen intensief verzorgd kunnen worden, en waarvan er maar tien in heel Nederland zijn. Tevens is er een Ronald McDonaldhuis gevestigd.
Onderwijs & Wetenschap
Al het reguliere middelbaar onderwijs in Veldhoven is geconcentreerd in één onderwijsinstelling: het Sondervick College. Het Sondervick College is in 1995 ontstaan uit een fusie van het Anton van Duinkerkencollege, scholengemeenschap Veldhof, Mavo Koningshof, Mavo Selsterhorst en VSO de Stolberg. Lange tijd werd het onderwijs gegeven op de afzonderlijke locaties van de voormalige scholen, totdat in 2007 het Sondervick College in zijn geheel verhuisde naar één nieuwbouwlocatie: de Kempen Campus. De Kempen Campus herbergt ook de afdeling VSO van de school voor speciaal onderwijs Prins Willem-Alexander.
Sport
Veldhoven kent vier amateurvoetbalverenigingen: VV UNA uit Zeelst, SV Rood-Wit uit Veldhoven-Dorp, RKVVO uit Oerle en SV Marvilde uit Meerveldhoven. In het seizoen 2007/08 bereikte het eerste elftal van UNA de derde ronde van het KNVB bekertoernooi.
In de gemeente zijn veel sportfaciliteiten te vinden, voornamelijk bij de Kempen Campus. Hier bevindt zich een sporthal, een turnhal, een atletiekbaan en een honkbalveld. Naast de leerlingen van het Sondervick College mogen ook Veldhovense sportverenigingen hier gebruik van maken. Wat betreft de zwemsport is men aangewezen op het bij het City Centrum gelegen Zwembad Den Ekkerman, waarin onder andere een 25-meter bad en een subtropisch recreatiebad is ondergebracht. In het buitengebied van Veldhoven, aan de Locht, is golfbaan Gendersteyn gelegen. Op een terrein van 60 hectare zijn hier 27 holes te vinden.
Verder is de Hockeyclub VMHC Basko in de wijk Pegbroeken gelokaliseerd. Deze hockeyclub vierde in 2019 haar 60-jarige bestaan.
De Europese Kampioenschappen darten (of WDF Europe Cup) is een dartstoernooi georganiseerd door de World Darts Federation. Het toernooi werd gehouden van 12 augustus 2000 tot en met 14 augustus 2000 in Veldhoven, Nederland.
Congrescentrum Koningshof was van 2002 t/m 2013 de vaste locatie van het jaarlijks terugkerende dartstoernooi Dutch Open Darts. In 2008 vond hier de 30e editie van dit toernooi plaats.
De Dutch Darts Masters 2014 was in 2014 het tweede toernooi van de European Tour van de Professional Darts Corporation (PDC). Het toernooi werd gehouden in het NH Hotel in Veldhoven. Michael van Gerwen won het toernooi door in de finale Mervyn King met 6-4 in sets te verslaan.
In 2011 was de Koningshof de locatie voor de wereldkampioenschappen bridge 2011. Het Open Team van Nederland behaalde daar de gouden medaille.
De Nederlandse kampioenschappen veldrijden 2015 werden verreden op zaterdag 10 en zondag 11 januari 2015 in Veldhoven nabij recreatieplas Het Witven. Het parcours loopt deels over het strand van de plas en door de aangrenzende bosschages.
Omloop der Kempen
De Omloop der Kempen is een eendaagse Nederlandse wielerwedstrijd in Noord-Brabant, gehouden over 200 km met start en finish in Veldhoven. De organisatie is in handen van de "Stichting Omloop der Kempen". De ronde werd in 2018 voor de 70e maal gehouden. De ronde was tot 1998 alleen toegankelijk voor amateurwielrenners. Sindsdien is het een open wedstrijd volgens UCI Europe Tour cat. 1.2. Koersdirecteur is John van den Akker, zelf winnaar in 1986. De wedstrijd werd voor het eerst gereden in 1948 en heeft vervolgens, met uitzondering van 1950, elk jaar plaatsgevonden. Sinds 2007 is er ook een wedstrijd voor vrouwen.
ELE Rally
De ELE Rally is een autorally die jaarlijks verreden wordt in Zuidoost-Brabant met Veldhoven als start- en finishplaats van de rally. Het parcours strekt zich uit van de omgeving ten zuidoosten van Helmond tot aan de landelijke omgeving ten noordwesten van Veldhoven richting Oirschot.
Geboren in Veldhoven
Frans de Wit (1901–1981), kunstschilder
Wim van Nuenen (1918–2000), politicus
Cornelis Johannes Henricus Sleegers (1919–1965), militair en lid van de Ordedienst tijdens de Tweede Wereldoorlog
Anton Geurts (1932–2017), kanovaarder en driemaal deelnemer aan de Olympische Spelen
Willem Adams (1937–2022), kunstschilder
Ben Schellekens (1937), politicus
Driek van de Vondervoort (1948), politicus
Jan Albers (1952), hockeyinternational (deelnemer Olympische Spelen 1976) en sportbestuurder
Tiny Kox (1953), politicus
Anita Groener (1958), beeldend kunstenares en kunstdocent
Sierd de Vos (1959), sportverslaggever
Gerard Welling (1959), schaker
Bas Heymans (1960), striptekenaar van met name Disneystrips
Mau Heymans (1961), striptekenaar van onder andere Donald Duck
John Jansen (1963), waterpolospeler van de Nederlandse waterpoloploeg (mannen) / deelnemer Olympische Zomerspelen 1992
Bert Kranenbarg (1965), radiopresentator (NCRV)
John van den Akker (1966), voormalig Nederlands profwielrenner
Gerard Egelmeers (1969), roeier (deelnemer Olympische Spelen 2000)
Rutger de Bekker (1972), acteur, componist en lid van cabaretgroep De Vliegende Panters
Raoul van Grinsven (1974), producer van hardstyle onder de artiestennaam DJ Zany
Tamara Bok (1974), nieuwslezeres, voice-over en multimedia-journaliste
Timo Kamst (1978), diskjockey
Jörg de Cock (1979), tafeltennisser
Mattanja Joy Bradley (1981), singer-songwriter
Kim Dillen (1983), atlete
Rens Wildschut (1985), voetballer
Sjors Paridaans (1986), voetballer
Teun Luijkx (1986), acteur
Rob van Boekel (1987), voetballer bij VV UNA
Erwin Isbouts (1988), voetballer bij SV Valkenswaard
DJ B-Front (1988), hardstyle-dj en producer
Paco van Moorsel (1989), voetballer bij FC Den Bosch
Eelco Horsten (1989), voetballer
Maran van Erp (1990), voetbalster bij PSV/FC Eindhoven en Nederlands vrouwenvoetbalelftal
Jette van Vlerken (1990), voetbalster bij PSV/FC Eindhoven
Johnny Hertogs (1990), schoonspringer
Brian Boogers (1991), voetballer bij VV UNA
Corné van Kessel (1991), veldrijder
Daan de Kort (1992), politicus
Maud Kaptheijns (1994), veldrijdster
Lisa Schut (1994), schaakster, Nederlands kampioen 2013
Clint Leemans (1995), voetballer bij PEC Zwolle
Branco van den Boomen (1995), voetballer bij AFC Ajax
Maureen Herremans (1996), atlete
Bob Groenendijk (1996), voetballer bij VV UNA
Maartje Verhoef (1997), model
Kayleigh van Dooren (1999), voetbalster bij FC Twente
Zie ook
Veldhoven Dorp - het oorspronkelijke dorp waarnaar de gemeente Veldhoven is vernoemd.
Veldhoven en Meerveldhoven - voormalige gemeente (1811-1921), waartoe het dorp Veldhoven behoorde.
Meerveldhoven - wijk in gemeente Veldhoven.
Heers (Nederland) - gehucht in gemeente Veldhoven.
Oerle (Nederland) - dorp in gemeente Veldhoven.
Zeelst - wijk in gemeente Veldhoven.
Externe links
Website van de gemeente Veldhoven
Website van Stichting Historisch Erfgoed Veldhoven
Geschiedenis Veldhoven
Plaats in Noord-Brabant
|
In de gemeente zijn veel sportfaciliteiten te vinden, voornamelijk bij de Kempen Campus. Hier bevindt zich een sporthal, een turnhal, een atletiekbaan en een honkbalveld. Naast de leerlingen van het Sondervick College mogen ook Veldhovense sportverenigingen hier gebruik van maken. Wat betreft de zwemsport is men aangewezen op het bij het City Centrum gelegen Zwembad Den Ekkerman, waarin onder andere een 25-meter bad en een subtropisch recreatiebad is ondergebracht. In het buitengebied van Veldhoven, aan de Locht, is golfbaan Gendersteyn gelegen. Op een terrein van 60 hectare zijn hier 27 holes te vinden.
| 1 |
zwembad, openbaar zwembad, sportlocatie
|
8,650 |
TVSeries
|
4056944
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20afleveringen%20van%20Flikken%20Maastricht
|
Lijst van afleveringen van Flikken Maastricht
|
Dit is een lijst met afleveringen van de Nederlandse televisieserie Flikken Maastricht.
Serieoverzicht
Afleveringen
Seizoen 1 (2007)
Seizoen 1 van Flikken Maastricht is zowel in Nederland als België uitgezonden op televisie. De eerste aflevering was in Nederland te zien op 3 september 2007.
Seizoen 2 (2008)
In mei 2010 werd bekendgemaakt dat na de herhalingen van de eerste reeks, de tweede reeks vanaf 5 september 2010 zou uitkomen in België, deze liepen op de Belgische zender één op zondagavond. Tussen 30 april en 10 december 2010 heeft de TROS seizoen 1 en 2 herhaald. Dit was om nieuwe kijkers de kans te geven om te zien hoe Wolfs en Van Dongen tot elkaar zijn gekomen en om het lange gat tussen seizoen 4 en 5 op te vullen. Gemiddeld keken er 1.049.000 kijkers per aflevering over beide seizoenen. In dit seizoen is Ellis Flamand vervangen door Eugène Hoeben.
Seizoen 3 (2009–2010)
In Nederland is de eerste aflevering van het derde seizoen uitgezonden op vrijdag 30 oktober 2009 om 20.30 uur op Nederland 1. Dit seizoen bestaat weer uit 10 afleveringen. In verband met de feestdagen (kerst en oud en nieuw) en de daarbij behorend aangepaste programmering van de TROS, was aflevering 8 pas vrijdag 8 januari 2010 op televisie te zien.
Seizoen 4 (2010)
In Nederland is de eerste aflevering van het 4e seizoen uitgezonden op vrijdag 29 januari 2010 om 20.30 uur op Nederland 1. In verband met de Olympische Winterspelen was aflevering 3 pas op vrijdag 5 maart te zien. Dit seizoen kwam in België vanaf 8 april 2012 op één. André Rieu (aflevering 4.01 "Optreden" als zichzelf), Piet Römer (aflevering 4.08 "Ome Will" als Ome Will), Yolanthe Cabau (aflevering 4.03 "Heksen" als Elke) en Lisa Smit (aflevering 4.09 "Alarm" en 4.10 "Hangen" als Loretta) vertolkten een gastrol in dit seizoen.
Seizoen 5 (2011)
In dit seizoen gaat het verhaal verder waar seizoen 4 gestopt is. De opnames werden gemaakt vanaf eind mei 2010 tot en met de zomer van dat jaar. Het seizoen werd in Nederland uitgezonden in het begin van 2011 en in Vlaanderen vanaf 24 maart 2013. Will van Kralingen, beter bekend als hoofdinspecteur Ellis Flamand, keert in dit seizoen weer terug in de serie. Zij moest eind 2007 tijdelijk stoppen met acteren wegens gezondheidsproblemen, maar heeft de taken van hoofdinspecteur Eugène Hoeben (Helmert Woudenberg) weer overgenomen.
De overloper (2012)
Voor het zesde seizoen werd de telefilm De overloper uitgezonden, deze film vormde een brug tussen seizoen 5 en 6.
Seizoen 6 (2012)
De opnames van dit seizoen, waarin onder anderen Frans Bauer, Isa Hoes, Rick Engelkes, Kimberley Klaver en Pepijn de Wit een gastrol spelen, zijn halverwege 2011 gemaakt. De eerste aflevering van seizoen 6 werd op 3 februari 2012 uitgezonden. Vanaf 23 maart 2014 werd dit seizoen op één uitgezonden. Bekende figuranten zijn Frits Sissing en Anniko van Santen in hun vertrouwde omgeving van Opsporing Verzocht. Frieda Mechels is de nieuwe hoofdinspecteur.
Seizoen 7 (2013)
De afleveringen voor seizoen 7 werden vanaf 5 juni 2012 opgenomen. Kijkers konden in de vorm van een prijsvraag meeschrijven aan de afleveringen van seizoen 7. Victor Reinier schreef en regisseerde zelf een aflevering. Thomas Acda is ook weer te zien in het 7e seizoen, net als Jamie Grant. Ook had Vivienne van den Assem een doorlopende rol. Viggo Waas, John Buijsman, Frederik Brom, Eva Duijvestein, Nils Verkooijen en Bernardus Manders vertolkten gastrollen. Vanaf 29 maart 2015 werd deze reeks op één uitgezonden.
Seizoen 8 (2014)
Seizoen 8 bestaat uit 10 afleveringen. Victor Reinier maakte tijdens de opnames van seizoen 8 bekend dat hij weer een aflevering zelf zou schrijven en regisseren. De grote gastrollen in dit seizoen waren voor Martijn Nieuwerf als Jens Bols (officier van justitie), Tibor Lukács als David Boesmeer (psychiater), Marjolein Beumer als Angelique Meertens (moeder van Fleur), Javier Guzman als Tony Verwoerd (vriendje van Esmee), Ali Çifteci als Coscun Hamza (drugsbaron) en Mark Kraan als Gabriël Dorkam (ex-commando). Kleinere gastrollen van bekende Nederlanders waren er voor Rik Hoogendoorn (privédetective in aflevering 8.06 "Privé") en voor Ellen ten Damme en Terence Schreurs (als Valerie en Lisette in aflevering 8.04 "Mineur"). Vanaf 3 april 2016 werd dit seizoen in Vlaanderen uitgezonden.
Seizoen 9 (2014)
Seizoen 9 werd opgenomen in het voorjaar van 2014 en werd uitgezonden vanaf 5 september 2014. In dit seizoen hadden onder anderen Jan Smit (als zichzelf in aflevering 9.04 Paardenkracht), Kim Feenstra (mevrouw Suikerbuik aflevering 9.06 Gevoel), Tom Jansen (Geert Cremers aflevering 9.07 Stockholm), Peter Beense (eigenaar schietvereniging aflevering 9.06 Gevoel) en Johnny Kraaijkamp jr. (aflevering 9.09 DNA) een gastrol. Ook waren er in dit seizoen verschillende bijrollen van onder andere Joël de Tombe (Joe Verwaayen) en Lien Van de Kelder (Sophia Arletti). Het seizoen bevatte in totaal 11 afleveringen, die op vrijdagavond op NPO 1 werden uitgezonden.
Seizoen 10 (2015)
Seizoen 10 werd opgenomen in het najaar van 2014 en uitgezonden vanaf 28 augustus 2015. In dit seizoen zijn er gastrollen van onder Lieke Antonisen als Gerda Blok (Lijkschouwer), Tim Haars als Adrie Langedam (10.01 Overvallen), Ferri Somogyi als Nico Langedam (10.01 Overvallen), Anne-Marie Jung als Yvonne Langedam (10.01 Overvallen), Micha Hulshof als Wijnand de Jonge (2 afleveringen), Merel Baldé als Julia Swaans, Peter Bolhuis als Taaf Swaans (2 afleveringen), Bert Kuizenga als Meneer Boerma (2 afleveringen), Bram Coopmans als Aad Bosman (10.03 Gekte), Michiel de Jong als Olivier van Hees (10.03 Gekte), Christine van Stralen als Petra van Lint (10.04 De Voortvluchtige), Cees Geel als Mart Vreeken (10.05 Stappen), Marjolein Keuning als Esther Vreeken (10.05 Stappen) en Gerson Oratmangoen als Anthony Perreira (10.05 Stappen).
Seizoen 11 (2016–2017)
Seizoen 11 werd opgenomen in het voor- en najaar van 2016. Het elfde seizoen ging van start op 16 december 2016.
In dit seizoen gaan de bedreigingen van Bols door. Eva wordt ontvoerd door Bols en Wolfs wordt gezocht voor medeplichtigheid aan de ontsnapping van Fleur. Wolfs slaat op de vlucht. Jens Bols valt door de mand omdat het korps erachter komt dat hij de aanslagen verzonnen heeft.
Dit seizoen keren enkele personages terug: Carly Wijs - Bea Middelkoop (seizoen 2, 2008) en Rik Hoogendoorn - privédetective (seizoen 8, 2014). Ook zijn er gastrollen van o.a. Caya de Groot - rijksrechercheur Brigit de Nooijer, Elise van 't Laar - Jesse Veldhuis en Joël de Tombe - voormalig agent, stagiair (seizoen 9). Verder is een grote gastrol weggelegd voor Harun Balci als Mustafa Aziz, een vluchteling uit Syrië.
Seizoen 12 (2018)
Seizoen 12 werd opgenomen in 2017. Het twaalfde seizoen ging van start op 2 maart 2018. De laatste 2 afleveringen van het seizoen werden achter elkaar uitgezonden op 27 april 2018. In seizoen 12 zijn er grote bijrollen voor Martijn Nieuwerf (Jens Bols), Martin Schwab (Rudy Leeman), Vincent Croiset (Peter Mooy) en Edwin Jonker (Sjon Dodeman).
Seizoen 13 (2018–2019)
Op 30 april 2018 werd bevestigd dat er een dertiende seizoen zou komen. De opnames werden gedraaid in het najaar van 2018. Het dertiende seizoen bestond uit 13 afleveringen en werd uitgezonden tussen 7 december 2018 en 1 maart 2019. De terugkerende rollen in dit seizoen zijn weggelegd voor Alejandra Theus (Juliette Bison), Tom Van Bauwel (Louis Daerden), Marieke Dilles (Lies Dewulf), Bart Oomen (Kees Van Dam), Harry van Rijthoven (Philippe Schalkwijk), Jop de Vries (Ron Groenen) en Han Kerckhoffs (Carlito Hinch).
Seizoen 14 (2020)
De opnames van het 14e seizoen werden gedraaid in het najaar van 2019. Er werden 13 afleveringen geproduceerd, die werden uitgezonden tussen 3 januari en 27 maart 2020. De terugkerende rollen in dit seizoen zijn weggelegd voor Tom Van Bauwel (Louis Daerden), Marieke Dilles (Lies Dewulf), Harry van Rijthoven (Philippe Schalkwijk) en Jop de Vries (Ron Groenen).
Seizoen 15 (2021)
Seizoen 16 (2022)
Seizoen 17 (2023)
Externe link
Lijst van afleveringen van Flikken Maastricht op de IMDb
Flikken
Flikken Maastricht
|
Dit is een lijst met afleveringen van de Nederlandse televisieserie Flikken Maastricht.
| 1 |
tv-serie, televisieserie, tv-programma
|
12,536 |
OrderStatus
|
3616999
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Continuous%20delivery
|
Continuous delivery
|
Continuous delivery (doorlopende levering) is een softwareontwikkelmethode die gericht is op ideeën zo snel en efficiënt mogelijk in productie te krijgen. Hierdoor kunnen businessaannames snel bij de klant worden gevalideerd om zo op een kortcyclische wijze een product vorm te geven. Functionaliteit en ideeën kunnen op deze manier de consument vele malen sneller bereiken dan gebruikelijk is bij de oude watervalmethode. Het continuousdeliveryproces richt zich op het sturen van een continue stroom van nieuwe functies naar productie, en stapt daarmee in feite af van de oude 'releasegedachte'.
Inleiding
Bij menig organisatie is het uitrollen van software een tijdrovende, stressvolle en bovenal kostbare klus. Wanneer software eenmaal in productie is, komen vaak nog fouten boven water die een nieuwe uitrol noodzakelijk maken. Een onrustige vicieuze cirkel onder druk. Een uitrol voelt voor veel organisaties aan als een onbetrouwbare en risicovolle handeling.
Principes
Om continuous delivery in te voeren dient er niet alleen op technisch vlak te worden geoptimaliseerd, maar ook op organisatorisch vlak. De organisatie moet de continue manier van werken namelijk wel kunnen bijhouden. Invoering van continuous delivery gaat dan vaak ook gepaard met invoering van agileteams en een DevOps-structuur die de kloof tussen ontwikkeling en uitwerking dient te dichten.
Om op een continue basis nieuwe software in productie te kunnen plaatsen dient het softwaredeliveryproces compleet herhaalbaar en betrouwbaar te zijn uitgevoerd. Alle betrokkenen bij het proces dienen namelijk het volledige vertrouwen te hebben dat de software, na toevoeging van een nieuwe feature, in productie foutloos zal blijven draaien.
Dit gebeurt onder ander door het hanteren van de volgende principes:
Automatiseer alles Om in een continue stroom features en/of veranderingen van hoge kwaliteit te kunnen leveren, dienen alle stappen in het opleverproces te worden geautomatiseerd. Er is geen tijd en ruimte voor handmatige stappen en fouten van handmatige aard mogen in het proces niet meer voorkomen. Handmatige aanpassingen zijn in een continuous delivery omgeving taboe.
Als het pijn doet, doe het vaker Lastige, tijdrovende of foutgevoelige taken in het deliveryproces dienen vaker te worden uitgevoerd. Door deze taken vaker uit te voeren krijgt men eerder feedback over de ware aard van het probleem en wordt het probleem ook daadwerkelijk aangepakt.
Done is live Een stukje code/feature op de machine van de ontwikkelaar, op de buildserver of in de testomgeving is totaal niet waardevol. De feature levert pas waarde op op het moment dat het daadwerkelijk in productie staat. Het team is dus pas klaar als alle code ook echt in productie staat. Tot die tijd wordt er geen nieuw werk opgepakt. Aanmaak van achterstallig onderhoud wordt hiermee vermeden.
Bouw kwaliteit in Wanneer nieuwe features op een continue basis productie kunnen bereiken, dienen alle betrokkenen het vertrouwen te hebben dat deze verbeteringen ook echt zullen werken. Dit betekent dat in het deliveryproces voldoende effectieve kwaliteitscontroles dienen te worden ingebouwd. Zo dienen geautomatiseerde testen vanaf het begin af aan te worden toegepast.
Voer continu verbeteringen door Een continue stroom van features en aanpassingen genereert een continue stroom van terugkoppeling. Deze terugkoppeling laat zien wat vaker moet gebeuren (omdat het het proces positief beïnvloedt) of wat vermeden zou moeten worden. Het team dient zich hiermee integraal te richten op verbetering van het geautomatiseerde proces en de software.
Het hele team draagt verantwoordelijkheid voor het product Iedereen in het team is volledig verantwoordelijk voor het product in productie. Dat zijn dus ontwikkelaars, operators, testers, managers, etc. Iedereen, dus ook de ontwikkelaar, is pas klaar als het product in productie draait. Dit dwingt het team zich te richten op het verbeteren van het totale leveringsproces en daarmee het eindproduct.
Automatisering
Een deel van de oplossing bestaat uit het automatiseren van het build-, test-, deployment- en provisioningproces, waardoor processen niet alleen sneller, maar ook betrouwbaarder kunnen worden uitgevoerd. Concreet betekent dit:
Versiebeheer: Alle code en configuraties komen onder versiebeheer.
Geautomatiseerde builds: Het compileren en samenvoegen van code gebeurt op een centrale plek en is volledig geautomatiseerd.
Geautomatiseerde tests: Testen worden in alle fases geautomatiseerd uitgevoerd en vormen een integraal onderdeel van het ontwikkelproces.
Deploymentautomatisatie: Applicaties worden volledig geautomatiseerd en end-to-end op een of meerdere omgevingen geplaatst.
Provisioning: Serveromgevingen kunnen met een druk op de knop worden opgebouwd en weer worden afgebroken.
Organisatie
Door op zoveel mogelijk niveaus op een behendige manier te werken kunnen teams zelf op een continue basis vernieuwing leveren. Dit geldt niet alleen voor het ontwikkelteam, ook de business en operations hebben baat bij een dergelijke organisatie van teams. Devops wordt verder vaak gebruikt om de ouderwetse ‘kloof’ tussen ontwikkeling en verrichtingen te overbruggen.
Educatie
Op internet zijn al veel publicaties over dit onderwerp verschenen. Een van de bekendere boeken betreffende dit onderwerp is geschreven door Jez Humble, genaamd: Continuous delivery: reliable software releases through build, test, and deployment automation, ISBN 978-0-321-60191-9
Software engineering
|
Automatiseer alles Om in een continue stroom features en/of veranderingen van hoge kwaliteit te kunnen leveren, dienen alle stappen in het opleverproces te worden geautomatiseerd. Er is geen tijd en ruimte voor handmatige stappen en fouten van handmatige aard mogen in het proces niet meer voorkomen. Handmatige aanpassingen zijn in een continuous delivery omgeving taboe.
Als het pijn doet, doe het vaker Lastige, tijdrovende of foutgevoelige taken in het deliveryproces dienen vaker te worden uitgevoerd. Door deze taken vaker uit te voeren krijgt men eerder feedback over de ware aard van het probleem en wordt het probleem ook daadwerkelijk aangepakt.
Done is live Een stukje code/feature op de machine van de ontwikkelaar, op de buildserver of in de testomgeving is totaal niet waardevol. De feature levert pas waarde op op het moment dat het daadwerkelijk in productie staat. Het team is dus pas klaar als alle code ook echt in productie staat. Tot die tijd wordt er geen nieuw werk opgepakt. Aanmaak van achterstallig onderhoud wordt hiermee vermeden.
Bouw kwaliteit in Wanneer nieuwe features op een continue basis productie kunnen bereiken, dienen alle betrokkenen het vertrouwen te hebben dat deze verbeteringen ook echt zullen werken. Dit betekent dat in het deliveryproces voldoende effectieve kwaliteitscontroles dienen te worden ingebouwd. Zo dienen geautomatiseerde testen vanaf het begin af aan te worden toegepast.
Voer continu verbeteringen door Een continue stroom van features en aanpassingen genereert een continue stroom van terugkoppeling. Deze terugkoppeling laat zien wat vaker moet gebeuren (omdat het het proces positief beïnvloedt) of wat vermeden zou moeten worden. Het team dient zich hiermee integraal te richten op verbetering van het geautomatiseerde proces en de software.
Het hele team draagt verantwoordelijkheid voor het product Iedereen in het team is volledig verantwoordelijk voor het product in productie. Dat zijn dus ontwikkelaars, operators, testers, managers, etc. Iedereen, dus ook de ontwikkelaar, is pas klaar als het product in productie draait. Dit dwingt het team zich te richten op het verbeteren van het totale leveringsproces en daarmee het eindproduct.
| 1 |
bestelvoortgang, koopstatus, leveringsproces
|
8,091 |
WantAction
|
4395767
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vorarefilie
|
Vorarefilie
|
Vorarefilie (afgekort vore) is een parafilie gekenmerkt door de erotische wens om opgeslokt te worden door een andere persoon of creatuur, of de omgekeerde erotische wens iemand in te slikken. Het woord vorarefilie is afgeleid van het Latijnse vorare ("inslikken, inzwelgen") en het Griekse φιλία (philía, "houden van").
In de fantasie wordt het slachtoffer meestal in zijn geheel ingeslikt, hoewel sommigen ook fantaseren dat er gekauwd wordt. Men kan hier het onderscheid maken tussen soft vore en hard vore. Bij soft vore komt er geen bloed aan te pas, het inslikken verloopt bijna geweldloos. Bij hard vore wordt een persoon eventueel verscheurd en wordt op hem gekauwd. Erotisch kannibalisme kan men zien als een type hard vore. Bij erotisch kannibalisme wenst een persoon dat hij gegeten wordt door een ander mens of wenst iemand een ander mens te eten.
Bij vorarefilie wordt in tegenstelling tot erotisch kannibalisme niet steeds gefantaseerd over een mens die een mens verorbert, maar zijn andere wezens betrokken, zoals slangen, planten, draken, dieren. Vorarefilisten beschrijven met plezier hoe na het inslikken de prooi in de buik te zien is van diegene die haar inslikte. Het is een subcultuur die enkel in de fantasie kan beleefd worden en hij wordt geuit in prenten, verhalen, films en videogames.
Vorarefilie kan ook gezien worden als een variant van macrofilie en/of microfilie. De fascinatie voor uitzonderlijk grote of uitzonderlijk kleine mensen en dingen past goed bij het verlangen om met die dingen één te worden. Een typische fantasie is die van de omgekeerde geboorte waarbij een persoon geheel verzwolgen wordt door een vagina en terugkeert in de baarmoeder.
Boeken
Hedo, Charlie (2015). Bereid Me, Smashwords Publishing. ISBN 9781311750808
Seksuele voorkeur
|
Vorarefilie (afgekort vore) is een parafilie gekenmerkt door de erotische wens om opgeslokt te worden door een andere persoon of creatuur, of de omgekeerde erotische wens iemand in te slikken. Het woord vorarefilie is afgeleid van het Latijnse vorare ("inslikken, inzwelgen") en het Griekse φιλία (philía, "houden van").
| 2 |
wens, verlangen, begeerte
|
2,402 |
ClaimReview
|
5244070
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Full%20Fact
|
Full Fact
|
Full Fact is een Britse stichting die zich met factchecking, het verifiëren van feiten in nieuwsberichten, bezig houdt. De organisatie is opgericht in 2009 en heeft 18 medewerkers. Ze maakt gebruik van een verificatieproces in 3 fasen en eventueel nog een extra controle door externe academici.
De organisatie heeft financiële steun van het Omidyar Network en de Open Society Foundations ontvangen om software te ontwikkelen die automatisch, met behulp van een database van feiten, beweringen snel controleert. De organisatie gaat ook verificatiediensten verlenen aan Facebook.
Externe link
website Full Fact
Journalistiek
|
Full Fact is een Britse stichting die zich met factchecking, het verifiëren van feiten in nieuwsberichten, bezig houdt. De organisatie is opgericht in 2009 en heeft 18 medewerkers. Ze maakt gebruik van een verificatieproces in 3 fasen en eventueel nog een extra controle door externe academici.
De organisatie heeft financiële steun van het Omidyar Network en de Open Society Foundations ontvangen om software te ontwikkelen die automatisch, met behulp van een database van feiten, beweringen snel controleert. De organisatie gaat ook verificatiediensten verlenen aan Facebook.
| 1 |
factcheck, claimbeoordeling, waarheidscontrole
|
8,377 |
HowToItem
|
206937
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mestvork
|
Mestvork
|
Een mestvork, ook wel riek, greep of griep genoemd, is een landbouwwerktuig en tuingereedschap waarmee mest en andere zaken op een eenvoudige wijze kunnen worden verplaatst. Het gereedschap heeft de vorm van een vork. Een mestvork heeft meer dan twee tanden en een stevige steel van ca. 1,5 m lang. Vaak is er een handvat aan het uiteinde gemonteerd zoals bij een schop.
Een vork die lijkt op een mestvork is de hooivork, maar deze heeft twee of drie tanden, nooit een handvat en een steel die erg lang kan zijn.
Pierenwippen
Een bijzonder gebruik van dit werktuig en ook de spitvork is het pierenwippen. Hiertoe wordt het smalle en kwetsbare metalen dwarsdeel vlak boven de tanden soms met een aangelaste metaalstrook verstevigd. Bij het pierenwippen worden de tanden van de vork in een grasland vlak onder de zode gestoken. Wanneer de steel snel heen en weer wordt bewogen (wippen) kruipen pieren (regenwormen) naar de oppervlakte waarna ze gemakkelijk kunnen worden opgeraapt.
Landbouwwerktuig
|
Een mestvork, ook wel riek, greep of griep genoemd, is een landbouwwerktuig en tuingereedschap waarmee mest en andere zaken op een eenvoudige wijze kunnen worden verplaatst. Het gereedschap heeft de vorm van een vork. Een mestvork heeft meer dan twee tanden en een stevige steel van ca. 1,5 m lang. Vaak is er een handvat aan het uiteinde gemonteerd zoals bij een schop.
| 2 |
gereedschap, benodigdheden, instructie-item
|
1,852 |
ContactPoint
|
33748
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Correspondent
|
Correspondent
|
Een correspondent of correspondente is in het algemeen iemand die contact onderhoudt met personen of instellingen. In het privéleven is het iemand met wie brieven of e-mails worden uitgewisseld.
Als beroep is een correspondent een medewerker in de media met een specifieke rapportagetaak. Zo is er bijvoorbeeld een buitenlandse correspondent die gebeurtenissen vanuit het buitenland rapporteert en een oorlogscorrespondent die over oorlogen rapporteert. Een financiële correspondent rapporteert vanuit binnen- en buitenland over gebeurtenissen in de financiële wereld.
In de bankwereld is een correspondent een andere, meestal buitenlandse, bankinstelling met wie klantenservice wordt uitgewisseld.
Trivia
Ella Wild (1881-1932) was de eerste Zwitserse vrouwelijke parlementaire correspondent.
Zie ook
Journalist
De Correspondent, Nederlands journalistiek platform
Journalistiek beroep
Beroep
|
In de bankwereld is een correspondent een andere, meestal buitenlandse, bankinstelling met wie klantenservice wordt uitgewisseld.
| 1 |
contactpunt, klantenservice, communicatiekanaal
|
7,100 |
GenderType
|
5178429
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Patricia%20kaersenhout
|
Patricia kaersenhout
|
Patricia kaersenhout (Den Helder, 1966) is een Nederlandse beeldend kunstenares, cultureel activist en feministe met een Surinaamse achtergrond. In haar werk onderzoekt ze de Afrikaanse diaspora, in relatie tot feminisme, gender, seksualiteit, racisme en de geschiedenis van de Nederlandse slavernij. Ze studeerde in Amsterdam aan de sociale academie Amstelhorn en aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze woont in Amsterdam.
In 2021 werd zij benoemd tot lid van de Akademie van Kunsten.
Ze schrijft haar naam met kleine letters, onder andere als eerbetoon aan bell hooks.
Exposities
Kaersenhout heeft wereldwijd geëxposeerd, onder meer in het Museum of Contemporary African Diaspora Art (MoCADA) in New York (VS), New Orleans (VS, 2017 en 2018), Tirana (Albanië, 2018), Holtegaard (Denemarken, 2017), de Volksbühne in Berlijn (Duitsland, 2016) en de Biennale van Dakar (Senegal, 2014). In 2018 nam ze deel aan de Manifesta in Palermo (Italië) met het werk Ziel van Zout; een metershoge berg zout in het Palazzo Forcella De Seta.
In Nederland exposeerde ze in het Tropenmuseum en Eye Filmmuseum (beide exposities in Amsterdam, 2013), CBK Zuidoost (Centrum Beeldende Kunst, Amsterdam, 2015 en 2022), Framer Framed (Amsterdam, 2015), Stedelijk Museum Amsterdam (2016), De Vleeshal (Middelburg, 2016), De Appel (Amsterdam, 2019).
Begin 2019 nam ze deel aan drie groepsexposities: 'MOED: Wat niet gezien wordt' in het Centraal Museum in Utrecht, 'Free Radicals' in het CBK Zuidoost in Amsterdam en 'Your Voice Matters' in de tijdelijke tentoonstellingsruimte De Kerk van Museum Arnhem. Eind 2019 toonde ze het werk Guess Who’s Coming To Dinner Too, dat volgens kaersenhout moet worden gezien als een aanvulling op het iconische feministische kunstwerk The Dinner Party.
Het werk van kaersenhout is vertegenwoordigd in verschillende publieke en bedrijfscollecties in Nederland, waaronder die van ABN AMRO, de PVDA-fractie in Den Haag, Belastingdienst Amsterdam-Zuidoost, C&H Arts & Design Amsterdam, CBK Zuidoost te Amsterdam, Museum Modere Kunst Arnhem en het Van Abbemuseum in Eindhoven. In het buitenland is haar werk gekocht door onder meer De Bruin Advocaten in Antwerpen (België) en Bank Street Arts in Londen (Engeland).
Monument van Vlucht en Verzet
De gemeente Utrecht onthulde op 30 juni 2023, tijdens de herdenking van Ketikoti, het Kaersenhouts Monument van Vlucht en Verzet. Het is een symbool van het Nederlandse slavernijverleden en een plek om in gesprek te gaan over en stil te staan bij dat verleden en de doorwerking daarvan.
Nederlands kunstenaar
Lid van Akademie van Kunsten
Nederlands beeldend kunstenaar
|
Patricia kaersenhout (Den Helder, 1966) is een Nederlandse beeldend kunstenares, cultureel activist en feministe met een Surinaamse achtergrond. In haar werk onderzoekt ze de Afrikaanse diaspora, in relatie tot feminisme, gender, seksualiteit, racisme en de geschiedenis van de Nederlandse slavernij. Ze studeerde in Amsterdam aan de sociale academie Amstelhorn en aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze woont in Amsterdam.
| 1 |
seksualiteit, identiteit, rolpatronen
|
11,356 |
CreativeWorkSeries
|
1268365
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20New%20Jedi%20Order
|
The New Jedi Order
|
The New Jedi Order (ook bekend als New Jedi Order of NJO) is een boekenreeks uit het Star Warsfranchise. De reeks bestaat uit 27 verhalen, gepubliceerd van 1999 tot 2003.
De serie draait om de Yuuzhan Vong invasie van het Star Warssterrenstelsel. De verhalen spelen zich ongeveer 21 tot 26 jaar na Return of the Jedi af.
Inhoud
21 jaar zijn verstreken sinds de val van het Galactische Keizerrijk. De Nieuwe Republiek is gevormd, maar staat nog in de kinderschoenen. Ondertussen is Luke Skywalker bezig met de Jedi Orde weer nieuw leven in te blazen.
Dan dient zich een nieuwe vijand aan: de Yuuzhan Vong. Dit ras, afkomstig uit een ander sterrenstelsel, verovert in korte tijd grote delen van De Nieuwe Republiek. De Nieuwe Republiek en De Nieuwe Jedi Orde slaan de handen ineen om deze nieuwe bedreiging het hoofd te bieden.
Verhaallijnen
Behalve de grote verhaallijn bevat NJO ook een paar kleinere verhaallijnen. Deze focussen zich op enkele nieuwe personages. Prominente personages met een eigen verhaallijn zijn:
Ganner Rhysode: een arrogante jonge Jedi. In de serie wordt hij opener voor anderen, zeker nadat hij getuige is hoe veel van zijn vrienden sneuvelen tijdens een missie naar Myrkr. Rhysode sterft uiteindelijk in gevecht met duizenden Yuuzhan Vong krijgers, maar slaagt er wel in Jacen en Vergere zo de kans te geven te ontsnappen.
Tahiri Veila: Anakin Solo's vriend uit de Junior Jedi Knights reeks. Tahiri werd gevangen door de Yuuzhan Vong toen Yavin 4 overnamen. Ze diende als proefkonijn om een Vong-mens hybride te maken. Anakin redde haar, maar de Yuuzhan Vong hadden hun persoonlijkheid al op haar overgebracht. De rest van de serie worstelde Tahiri met deze andere persoonlijkheid. Aan het eind van de serie besloot ze op de planeet Zonoma Sekot te blijven om meer over de Yuuzhan Vong te ontdekken.
Jacen Solo: Jacen begon de serie als iemand die grote vraagtekens zette bij het feit dat De Kracht als wapen werd gebruikt door de Jedi. Na te zijn gevangen door de Yuuzhan Vong onderging hij wekenlang martelingen. Dit maakte dat Jacen De Kracht ook ging zien als iets dat offensief gebruikt kon worden.
Dood van personages
Veel bekende personages uit de films sneuvelen in de serie, waaronder Chewbacca. Ook enkele belangrijke personages uit het Star Wars Expanded Universe lieten het leven, zoals Anakin Solo.
Media
In 1999 nam Mark Hamill nog eenmaal de rol van Luke Skywalker aan voor een gesproken versie van de boekenreeks.
Boeken
De serie werd gepubliceerd van 1999 tot 2003, en was een samenwerkingsproject tussen Aaron Allston, Elaine Cunningham, Troy Denning, Shane Dix, Greg Keyes, James Luceno, R. A. Salvatore, Michael A. Stackpole, Matthew Stover, Kathy Tyers, Sean Williams, en Walter Jon Williams.
Reacties
Hoewel de reeks financieel succesvol was, waren reacties van fans erg gemengd. Fans van de serie prezen het verhaal om de nieuwe duistere wending die het verhaal nam ten opzichte van eerdere Star Wars verhalen. Tegenstanders vonden echter dat de Yuuzhan Vong te sterk waren. De Yuuzhan Vong worden door critici ook wel de Borg van Star Wars genoemd. Tevens vonden critici dat de serie eindigde in een deus ex machina.
Een ander punt van kritiek was het feit dat veel populaire personages uit de film sneuvelden.
Externe links
The New Jedi Order books at Random House
New Jedi Order Encyclopedia
The Unofficial New Jedi Order Homepage
Link to view the Vector Prime commercial on the Official Star Wars site.
Star Warsboek
|
The New Jedi Order (ook bekend als New Jedi Order of NJO) is een boekenreeks uit het Star Warsfranchise. De reeks bestaat uit 27 verhalen, gepubliceerd van 1999 tot 2003.
| 1 |
boekenreeks, televisieserie, videospelserie
|
5,242 |
DateTime
|
5258999
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Savegame
|
Savegame
|
Een savegame is een opgeslagen voortgang van een computerspel door de speler of het programma.
Beschrijving
Een savegame-bestand wordt opgeslagen op een opslagmedium zoals een geheugenkaart of een harde schijf en kan worden ingeladen als bijvoorbeeld het spelfiguur sterft of een missie mislukt. In het bestand worden alle belangrijke spelparameters opgeslagen, zoals de positie van het personage, bezochte locaties, en de voorwerpen in een inventaris. Bij het inladen worden deze parameters weer toegepast in het spel zodat de speler het spel kan voortzetten vanaf het opgeslagen punt.
Savegames worden vrijwel uitsluitend toegepast bij singleplayer-spellen, omdat multiplayer-spellen meestal realtime plaatsvinden, maar er zijn uitzonderingen zoals bij strategiespellen.
Vaste en automatische opslagpunten
De methode van vaste opslagpunten in een computerspel wordt regelmatig bekritiseerd door spelers en journalisten omdat het de speeltijd kunstmatig zou oprekken, en het zou tot frustratie bij spelers leiden, vooral wanneer de savegame-punten ver uit elkaar liggen of ongunstig verdeeld zijn. De belangrijkste genres die een savegame bevatten zijn actie-avonturenspellen, schietspellen en racespellen.
Vaak krijgt een savegame-bestand een datum en tijdstempel mee of een miniatuurweergave van het speelveld.
Bij een zogenaamde autosave maakt het spel automatisch een opslagpunt aan, vaak voordat een gevecht met een eindbaas plaatsvindt of wanneer een level is voltooid. Een afgeleid principe zijn de savepoints of checkpoints. Hier wordt alleen in het geheugen een spelstand vastgelegd, die wordt hersteld na het sterven van het personage of mislukken van een missie. Als het spel echter eindigt, zal deze tussentijdse spelstand verloren gaan.
Manieren van opslaan
Bij vroege spelcomputers bestond aanvankelijk geen mogelijkheid om spelstanden op te slaan. De meeste spellen waren niet bedoeld voor een langere speeltijd, omdat het vaak porteringen van arcadespellen waren. Bij het uitschakelen van het apparaat ging de spelstand verloren.
Codereeks bij veel spellen kan een code of reeks letters of cijfers worden ingevoerd om weer te starten op een bepaald level. Dit is een methode om kosten te besparen op het gebruik van geheugenchips.
SRAM begin jaren 90 kregen sommige spelcartridges een SRAM-chip voor savegame-bestanden. Omdat SRAM vluchtig geheugen is, wordt deze gevoed door een knoopcel. Als de levensduur van de batterij is beëindigd zal de spelstand uit het geheugen verdwijnen.
EEPROM met de vooruitgang van de technologie kwamen eind jaren 90 EEPROM-apparaten tot stand voor het opslaan van de spelvoortgang. Hoewel ze dezelfde functie vervullen als SRAM-apparaten, zijn ze niet afhankelijk van een constante spanningstoevoer, waardoor de eerder vereiste knoopcel niet meer noodzakelijk is.
Harde schijf/flashgeheugen in spelcomputers vanaf 2001 worden spelstanden opgeslagen op intern flashgeheugen of een harde schijf die meestal gelijktijdig wordt gebruikt als opslagmedium van de console en het besturingssysteem.
Cloudopslag bij cloudopslag wordt de spelstand op een server in de cloud opgeslagen. Voorbeelden hiervan zijn PlayStation Network en Xbox Live.
Computerspelbegrip
|
Vaak krijgt een savegame-bestand een datum en tijdstempel mee of een miniatuurweergave van het speelveld.
| 1 |
datumtijd, ISO 8601, tijdstempel
|
9,705 |
MusicComposition
|
3796739
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sechs%20Ges%C3%A4nge%20f%C3%BCr%20M%C3%A4nnerstimmen
|
Sechs Gesänge für Männerstimmen
|
Sechs Gesänge für Männerstimmen is een compositie van Niels Gade. De liederenbundel stamt uit zijn Duitse tijd. Hij zette muziek onder een zestal gedichten van verschillende auteurs.
De zes liederen zijn:
Winterlied (O Winter, schlimmer Winter) van Ludwig Uhland
Waldlied (Wo Büsche stehn und Bäume) van Carl Christian Tenner
Abendständchen (Schlafe Liebchen, schlafe) van Joseph von Eichendorff.
Hoffnung (Und dräut der Winter noch so sehr) van Emanuel Geibel
Hör' ich ein Waldhorn klingen van August Schnezler
Trinklied am Rhein (Wie ist es hier so wunder schön) van Carl Christian Tenner.
Eduard Helsted is een collegacomponist.
Lied (klassieke muziek)
Compositie van Niels Gade
Compositie voltooid in 1847
|
Lied (klassieke muziek)
Compositie van Niels Gade
Compositie voltooid in 1847
| 2 |
muziekcompositie, muziekstuk, compositie
|
10,391 |
Playground
|
496388
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oud%20Valkeveen
|
Oud Valkeveen
|
Oud Valkeveen is een speelpark in Naarden in de Nederlandse gemeente Gooise Meren in de provincie Noord-Holland. Het park is gevestigd in de buurtschap Valkeveen, die op de uiterste noordpunt van de Utrechtse Heuvelrug is gelegen.
Geschiedenis
Het landgoed waarop Oud Valkeveen is gevestigd, stond vroeger bekend als 'Oud Naarden' en was eigendom van een rijke Amsterdammer die dit aankocht en er een boerderij liet bouwen die de naam Valkeveen kreeg. Na 1880 ontstond er een stoomtramverbinding tussen Amsterdam en het Gooi. Veel mensen maakten per tram een uitje naar het landgoed aangezien er een mooi strand aan de Zuiderzee aanwezig was. De eigenaren van de boerderij op het landgoed zijn toen om de bezoekers van een natje en een droogje te voorzien een pannenkoekenboerderij begonnen in de boerderij.
In 1930 werd naast het pannenkoekenhuis een speeltuin aangelegd. Ook werden er activiteiten georganiseerd en paardenraces gehouden. In 1980 vestigde de bekende circusdirecteur Toni Boltini zich in Naarden als eigenaar/exploitant van het park. Sinds 2002 is het speelpark eigendom van de Nedstede Group. De onderneming trekt jaarlijks zo'n 220.000 bezoekers.
Het park
Op het parkterrein zijn naast een speeltuin met grasveld en een strand aan het Gooimeer ook diverse mechanische attracties (onder andere botsauto's, een achtbaan en boemeltreintje). Ook zijn er zandbakken, ballenbaden, speeltoestellen en trampolines. In de loop der jaren is het uitgebreid met een indoorspeelhal, een restaurant, een nieuwe kabelbaan en een vuurtoren met glijbaan en uitzicht over het Gooimeer. Er kan gewaterfietst worden in de vijver. Het park is toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Honden worden niet toegelaten.
Attracties
Draaimolen
Reuze Zweefmolen "De Zwierezwaai"
Vliegende Valk
Schommelschip "De Flying Ace"
Bijenmolen
Vrije Val "De Ooigevaar"
Botsauto's
Waterfietsen
Doolhof
Drakenbaan
Boemeltrein
(W)onderwaterwereld
De Klimvulkaan
Goudmijn
Incatempel
Oldtimerbaan
Trampolines
Circustent
Piratika-eiland
Kabelbaan
Luchttrampoline (grote trampoline op het strand van Oud Valkeveen)
Luchtkussens (hindernisbaan, klimpiramide en springkasteel)
Filmtheater
Megaglijbaan
Dolle Dierenbaan (in jargon de Ponytrek)
Vallende Schuit
Speeltuin Waterplezier
Speeltuin naast snackbar
Speeltuin Rapunzel
Speelschip Santa Maria
Speeltuin Galaxy
Speelplek Okki
Oud Valkeveen strand (grenzend aan het Gooimeer)
Eagle Tower
Vuurtoren
Buitentheater (binnentheater hoort bij restaurant)
Miniland
Buikschuifbaan (in de zomer)
Shows en amusement
Oud Valkeveen biedt shows aan. Ze worden gegeven in het binnen- en het buitentheater. Bij de ingang worden bezoekers begroet met amusement. In de jaren 2020 en 2021 waren er geen shows vanwege de coronapandemie. De shows gaan over de avonturen van de twee mascottes van het park, Stronkeltje en Fonkeltje.
Op het YouTube-kanaal van Oud Valkeveen zijn avonturen te vinden van Stronkeltje en Fonkeltje. Hier speelt naast deze twee ook Robin een hoofdrol in kleine video's.
Eet- en drinkgelegenheden
Er zijn verschillende eet- en drinkgelegenheden in het park. Er is een snackbar en een restaurant. In de zomer is er ijs- en frisdrankverkoop op het park.
Het pannenkoekenhuis naast het park is in 2021 aangekocht door de eigenaar van Oud Valkeveen.
Externe link
Speelpark Oud Valkeveen
Attractiepark in Nederland
Recreatie in Noord-Holland
Geografie van Gooise Meren
|
Attracties
Draaimolen
Reuze Zweefmolen "De Zwierezwaai"
Vliegende Valk
Schommelschip "De Flying Ace"
Bijenmolen
Vrije Val "De Ooigevaar"
Botsauto's
Waterfietsen
Doolhof
Drakenbaan
Boemeltrein
(W)onderwaterwereld
De Klimvulkaan
Goudmijn
Incatempel
Oldtimerbaan
Trampolines
Circustent
Piratika-eiland
Kabelbaan
Luchttrampoline (grote trampoline op het strand van Oud Valkeveen)
Luchtkussens (hindernisbaan, klimpiramide en springkasteel)
Filmtheater
Megaglijbaan
Dolle Dierenbaan (in jargon de Ponytrek)
Vallende Schuit
Speeltuin Waterplezier
Speeltuin naast snackbar
Speeltuin Rapunzel
Speelschip Santa Maria
Speeltuin Galaxy
Speelplek Okki
Oud Valkeveen strand (grenzend aan het Gooimeer)
Eagle Tower
Vuurtoren
Buitentheater (binnentheater hoort bij restaurant)
Miniland
Buikschuifbaan (in de zomer)
| 4 |
speeltuin, kinderspeelplaats, recreatieplek
|
9,596 |
GovernmentBuilding
|
2139972
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bulevardi%20D%C3%ABshmor%C3%ABt%20e%20Kombit
|
Bulevardi Dëshmorët e Kombit
|
De Bulevardi Dëshmorët e Kombit (; 'boulevard der martelaren van de natie') is de belangrijkste boulevard in de Albanese hoofdstad Tirana. De laan verbindt het centrale Skanderbegplein in het noorden met het Sheshi Nënë Tereza ('Moeder Teresaplein') in het zuiden.
Langs de brede boulevard ligt een groot aantal regerings- en andere administratieve gebouwen, die veelal stammen uit de fascistische periode. Aan de kruising met de Rruga Ismail Qemali is het luxehotel Rogner Hotel Tirana gevestigd, een van de twee vijfsterrenhotels van de stad.
Aanpalende straten en voornaamste bouwwerken
Van noord naar zuid:
Skanderbegplein
Ministerie van Binnenlandse Zaken (Albanees: Ministria e Mbrendshme) (links), ministerie van Defensie (Ministria e Mbrojtjes) (rechts)
Rruga Murat Toptani (l.) en Rruga Myslym Shyri (r.)
Parku Rinia ('jeugdpark'; met het opvallende restaurantcomplex Tajvani) (r.)
Nationale Kunstgalerij (Galeria Kombëtare e Arteve) (l.)
Hotel Dajti (historisch hotel, tegenwoordig in verval) (l.)
Bulevardi Zhan D'Ark (l., r.)
Brug over de Lanë
Bulevardi Bajram Curri (l., r.)
Voormalig Mausoleum van Enver Hoxha (Piramida) (l.)
Regeringsgebouw (l.), administratief gebouw van de Volksvergadering van Albanië (r.)
Rruga Donika Kastrioti (r.)
Rruga Ismail Qemali (l., r.)
Rogner Hotel Tirana (l.)
Rruga Asim Zeneli (l.) en Rruga Abdyl Frashëri (r.)
Presidentieel paleis (l.), Congrespaleis (Pallati i Kongreseve) (r.)
Sheshi Nënë Tereza
Bulevardi Deshmoret e Kombit
|
Skanderbegplein
Ministerie van Binnenlandse Zaken (Albanees: Ministria e Mbrendshme) (links), ministerie van Defensie (Ministria e Mbrojtjes) (rechts)
Rruga Murat Toptani (l.) en Rruga Myslym Shyri (r.)
Parku Rinia ('jeugdpark'; met het opvallende restaurantcomplex Tajvani) (r.)
Nationale Kunstgalerij (Galeria Kombëtare e Arteve) (l.)
Hotel Dajti (historisch hotel, tegenwoordig in verval) (l.)
Bulevardi Zhan D'Ark (l., r.)
Brug over de Lanë
Bulevardi Bajram Curri (l., r.)
Voormalig Mausoleum van Enver Hoxha (Piramida) (l.)
Regeringsgebouw (l.), administratief gebouw van de Volksvergadering van Albanië (r.)
Rruga Donika Kastrioti (r.)
Rruga Ismail Qemali (l., r.)
Rogner Hotel Tirana (l.)
Rruga Asim Zeneli (l.) en Rruga Abdyl Frashëri (r.)
Presidentieel paleis (l.), Congrespaleis (Pallati i Kongreseve) (r.)
Sheshi Nënë Tereza
| 1 |
regeringsgebouw, overheidsgebouw, administratiekantoor
|
4,939 |
Quantity
|
267050
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Theobromine
|
Theobromine
|
Theobromine is een bittersmakend alkaloïde behorend tot de methylxanthinefamilie, waartoe ook theofylline en cafeïne behoren. De naam is afkomstig van Theobroma, het geslacht van de cacaoboom (wat zelf afkomstig is uit het Grieks: theos (God) en broma (spijs), oftewel godenspijs), en het achtervoegsel -ine dat typisch voor alkaloïden gebruikt wordt.
Theobromine werd in 1878 voor het eerst geïsoleerd uit de zaden van de cacaoboom. Kort daarna is het voor het eerst gesynthetiseerd door Hermann Emil Fischer.
Theobromine werkt op hoe iemand zich voelt. Als geneesmiddel wordt het gebruikt als diureticum, als vaatverwijder en als middel dat inwerkt op de hartspier.
Theobromine is een primair alkaloïde, dat voorkomt in cacao en chocolade. De hoeveelheid theobromine in chocolade is ook bij grote chocolaconsumptie veilig voor de mens, maar kan dodelijk zijn voor dieren zoals honden, katten, paarden en fretten, omdat ze theobromine langzamer afbreken. De hoeveelheid theobromine in een pure chocoladereep van 200 gram is voldoende om een labrador te doden. De enige oplossing voor een theobrominevergiftiging is het spoelen van de maag voordat een dodelijke dosis in het lichaam is opgenomen; er bestaat namelijk geen tegengif tegen deze stof die bij honden de hartspieren verlamt.
Wetenschappers hebben ontdekt dat theobromine een groter effect tegen hoest heeft dan codeïne door het onderdrukken van de activiteit van de nervus vagus.
De ATC-codes van theobromine zijn C03BD01 en R03DA07.
Alkaloïde
Vasodilatator
Diureticum
Purine
Alfa,bèta-onverzadigde carbonylverbinding
|
Theobromine is een primair alkaloïde, dat voorkomt in cacao en chocolade. De hoeveelheid theobromine in chocolade is ook bij grote chocolaconsumptie veilig voor de mens, maar kan dodelijk zijn voor dieren zoals honden, katten, paarden en fretten, omdat ze theobromine langzamer afbreken. De hoeveelheid theobromine in een pure chocoladereep van 200 gram is voldoende om een labrador te doden. De enige oplossing voor een theobrominevergiftiging is het spoelen van de maag voordat een dodelijke dosis in het lichaam is opgenomen; er bestaat namelijk geen tegengif tegen deze stof die bij honden de hartspieren verlamt.
| 2 |
hoeveelheid, massa, afstand
|
3,047 |
Energy
|
95002
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rendement%20%28energie%29
|
Rendement (energie)
|
Rendement bij energieomzettingen is de verhouding tussen de uitgaande nuttige energie en de energie die er in gaat.
De meeste soorten van energieomzetting zijn niet volmaakt, alleen bij omzettingen naar warmte wordt een rendement van 100% bereikt. Bij de andere omzettingen treden altijd verliezen op, die meestal extra warmte opleveren. In bijvoorbeeld een verbrandingsmotor wordt uiteindelijk (afhankelijk van het ontwerp van de motor) maar ongeveer 35% van de energie die in de brandstof aanwezig is in bewegingsenergie omgezet, de rest wordt via het koelsysteem als warmte afgevoerd. Zelfs theoretisch is het onmogelijk om dit vermijden wegens de tweede hoofdwet van de thermodynamica. In een auto gaat daarna overigens nog eens 5% verloren in de wrijving (die overigens ook als warmte afgevoerd wordt) van de transmissie, zodat uiteindelijk 30% overblijft voor de voortbeweging.
Het maximale theoretisch rendement voor de omzetting van chemische of thermische naar mechanische energie wordt behaald in een reversibel proces en is afhankelijk van de temperatuur van het reservoir buiten het systeem waar de warmte wordt afgevoerd. Daardoor loopt bijvoorbeeld het rendement van elektriciteitscentrales terug als het koelwater, dat van oppervlaktewater betrokken wordt, bij warm weer een hogere temperatuur heeft. De belangrijkste reden waarom de centrales bij lang aanhoudend warm weer soms minder elektriciteit kunnen produceren is echter de maximaal toegestane temperatuur van het rivierwater na lozing van het retourwater.
De 'afvalwarmte' van warmte-krachtcentrales die voor stadsverwarming gebruikt wordt, gaat ook ten koste van het rendement van de elektriciteitsopwekking. Dit hoeft op zich niet slecht te zijn, maar het is een misvatting dat dit 'gratis' energie is.
Vermogen in een elektrische stroomkring
Een gloeilamp is een goed voorbeeld van energie en vermogen in een elektrische stroomkring. Er gaat tot wel 95% verloren aan warmte-energie in plaats van aan lichtenergie, bij een fluorescentielamp is dat zo'n 65%, bij een moderne ledlamp zo'n 50%.
Definitie
Een rendement is de verhouding van de nuttige hoeveelheid en de hoeveelheid die onder ideale omstandigheden verkregen zou worden. In de thermodynamica werkt men met warmtehoeveelheden , zo wordt het rendement:
Dikwijls werkt men ook met vermogens:
waarin de warmtehoeveelheid is welke gedurende de tijd vervoerd werd. Vermogen is gedefinieerd als de hoeveelheid energie per tijdseenheid. Een vermogen kan uiteraard ook andere vormen van energie betreffen dan warmte, er is ook omzetting mogelijk tussen verschillende vormen van energie. Warmte-energie kan bijvoorbeeld omgezet worden naar kinetische energie (beweging) zoals dit in verbrandingsmotoren gebeurt. Men kan het rendement dus ook uitdrukken als:
In plaats van warmte kunnen natuurlijk ook andere energiematen gebruikt worden zoals arbeid:
(dat is nuttige arbeid /toegevoegde arbeid)
(dat is nuttige veldsterkte /toegevoegde veldsterkte over een tijdsverschil)
Vaak wordt "toegevoegd" ook als "totaal" genoteerd.
Zie ook
Rendement
Energie-efficiëntie
Carnotcyclus
Perpetuum mobile
Energie
|
waarin de warmtehoeveelheid is welke gedurende de tijd vervoerd werd. Vermogen is gedefinieerd als de hoeveelheid energie per tijdseenheid. Een vermogen kan uiteraard ook andere vormen van energie betreffen dan warmte, er is ook omzetting mogelijk tussen verschillende vormen van energie. Warmte-energie kan bijvoorbeeld omgezet worden naar kinetische energie (beweging) zoals dit in verbrandingsmotoren gebeurt. Men kan het rendement dus ook uitdrukken als:
| 5 |
energie, energiemaat, energiewaarde
|
10,844 |
GovernmentPermit
|
717083
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Milieubeleid
|
Milieubeleid
|
Milieubeleid is overheidsbeleid gericht op het tegengaan en voorkomen van aantasting van het leefmilieu. In de jaren 60 van de 20e eeuw nam de belangstelling voor milieuverontreiniging toe met een sterker milieubewustzijn bij burgers en overheden als gevolg. Omstreeks 1970 is in veel landen, onder andere Nederland, voor het eerst serieus milieubeleid geformuleerd.
Milieu, milieubeleid, doelen en uitvoering
Omdat de milieuproblematiek verschillende aspecten heeft omvat het milieubeleid verschillende beleidsterreinen en houft het zich bezig met verschillende van deze aspecten. Het milieubeleid richt zch in ieder geval op de klassieke hoofdpijlers van milieubescherming, luchtvervuiling, watervervuiling, bodemverontreiniging, beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals fossiele brandstoffen en bescherming van natuur, biodiversiteit en landschap en daarnaast op de meer recente kwesties, zoals de opwarming van de aarde, genetische manipulatie, geluidshinder, radioactieve straling en duurzaamheid. Zowel de milieuproblematiek als het milieubeleid zijn dynamisch. In de loop van de tijd zijn prioriteiten en probleemdefinities, doelen, strategieën en maatregelen meermaals veranderd.
Doelstellingen
De hoofddoelstellingen van milieubeleid zijn:
Het opruimen van vervuiling en het tegengaan van verdere vervuiling van water, lucht en bodem, binnen en buiten de woonomgeving, inclusief straling en geleid.
Het voorkomen van een overmatig gebruik van natuurlijke hulpbronnen, inclusief energie.
Het voorkomen van een sterke aantasting van natuur en landschap, inclusief biodiversiteit.
Het beperken van de verdere opwarming van de aarde door middel van klimaatbeleid.
Sinds het einde van de jaren 1980 is de tweede doelstelling veelal vertaald in het streven naar duurzame ontwikkeling, dat wil zeggen het streven om niet meer hulpbronnen te verbruiken dan er door natuurlijke aanwas bij komen. Hierdoor zijn ook latere generaties verzekerd van hulpbronnen. Het begrip duurzaamheid behoeft nadere concretisering in maximaal aanvaardbare maten van verontreiniging, aantasting en uitputting, en daarvandaan weer in concrete milieukwaliteitseisen, grenswaarden, streefwaarden, enzovoorts.
Hoewel het streven naar duurzaamheid vrij duidelijk bepaalt wat de doelen van milieubeleid zouden behoren te zijn, wordt er in de praktijk onderhandeld tussen partijen en landen over milieudoelen, omdat vele maatschappelijke partijen (actoren) het met elkaar eens moeten worden voordat het milieubeleid kan worden uitgevoerd.
Typen maatregelen
Aan het bereiken van deze doelen kan door technische maatregelen een bijdrage worden geleverd, maar dit is maar een deel van de oplossing. Daarnaast zijn ook verdergaande maatregelen nodig. Te nemen maatregelen kunnen als volgt worden ingedeeld:
Emissiegerichte maatregelen. Gericht op de beperking van de uitstoot van vervuilende stoffen.
Volumegerichte maatregelen. Waarbij de hoeveelheid producten of het gebruik ervan worden gereguleerd.
Structuurgerichte maatregelen. Waarbij de aard van productie- en consumptieprocessen wordt gewijzigd.
Alle belangrijke groepen actoren, zoals burgers, bedrijfsleven en overheid, hebben een belangrijke rol in de milieuproblematiek. Elk van deze groepen zal dan ook een bijdrage moeten leveren aan de oplossing. In de praktijk is het moeilijk om het handelen van de verschillende groepen op elkaar af te stemmen, omdat er botsende belangen in het spel zijn. Omdat de milieuproblematiek internationaal van aard is, zullen verschillende landen het met elkaar eens moeten worden. Ook dit is niet eenvoudig door uiteenlopende belangen.
Typen instrumenten
Binnen het milieubeleid worden de volgende instrumenten gehanteerd:
Directe regulering, gebaseerd op dwang.
Indirecte, marktconforme regulering, gebaseerd op het ruilprincipe.
Communicatieve instrumenten, gebaseerd op overreding.
In de loop der tijd zijn er verschuivingen opgetreden in het instrumentarium van het milieubeleid. Waar de nadruk oorspronkelijk lag op regulering door middel van wetten en milieuvergunningen, wordt er, onder meer in Nederland, momenteel meer gebruikgemaakt van marktconforme en communicatieve instrumenten. Marktconforme instrumenten zijn bijvoorbeeld milieuheffingen, subsidie en verhandelbare emissierechten (emissiehandel). Dit maakt het mogelijk om de vervuiler te laten betalen. In dit verband spreekt men ook wel van een 'vergroening van het belastingstelsel'.
Door het gebruik van communicatieve instrumenten hoopt de overheid het maatschappelijk draagvlak voor milieumaatregelen te vergroten, en te komen tot een verinnerlijking bij de burger van milieuvriendelijke waarden en normen.
Het milieubeleid maakt ook gebruik van planning. Ook provincies en gemeenten kunnen eigen milieubeleidsplannen maken.
Uitvoering en handhaving
Het milieubeleid is een schoolvoorbeeld van een beleidsterrein dat met uitvoeringsproblemen te kampen heeft. Beoogde doelstellingen worden veelal niet behaald. Enkele van de oorzaken hiervoor:
Weerstand bij degenen tot wie het beleid zich richt.
Gebrekkige handhavings- en sanctioneringmechanismen.
Nederland
Na diverse sectorale plannen uit de jaren 1970 vormde vanaf 1990 het Nationale Milieubeleidsplan (NMP) in Nederland lange tijd het integrerende en ambitieuze kader. Toch bleek het milieubeleid in Nederland de daaropvolgende decennia minder doeltreffend en doelmatig dan was gehoopt. De zichtbare milieuverontreiniging is in die tijd in Nederland wel verminderd, maar de druk op het milieu (milieudruk) is nog steeds veel te hoog. Er is slechts een eerste stap op weg naar duurzaamheid gezet.
In de 21e eeuw bleek het Nederlandse overheidsbeleid nog steeds te kort te schieten, wat meermaals werd bekrachtigd in rechtzaken.
Op basis van internationaal aanvaarde milieuprincipes formuleerde de rijksoverheid in 2020 vier bouwstenen voor verbetering van het beleid:
meer nadruk op het voorkomen van milieuproblemen, onder meer als gevolg van vervuiling en uitputting
het zo veel mogelijk beheersen van de problemen door afwenteling op toekomstige generaties of mensen buiten Nederland tegen te gaan
meer aandacht voor het verbeteren van milieukwaliteit
meer aandacht voor samenwerking tussen, het verbinden van, partijen zoals lagere overheden, bedrijven, kennisinstellingen, NGO's en burgers.
De overheid vatte dit alles samen als de ambitie om meer aandacht te schenken aan het voorkomen dan aan het genezen van milieuproblemen.
België
Het EU-milieurapport 2022 waardeerde het Brlgische afvalbeleid, maar vroeg meer aandacht voor de water- en de luchtkwaliteit, en zeker voor natuur en biodiversiteit, die een onvoldoende scoren.
Internationaal milieubeleid
Omdat milieuproblemen veelal internationaal van aard zijn, vereist de oplossing ook een internationale aanpak. Op het niveau van de Verenigde Naties zijn verschillende verdragen van kracht, zoals voor klimaat en biodiversiteit.
Ook de Europese Unie heeft een milieubeleid heeft ontwikkeld. De EU werkt hierbij met milieurichtlijnen en -verordeningen, zoals vormen van emissiehandel.
Met de Environmental Implementation Review (EIR) publiceerde de Europese Commissie voor elke lidstaat sedert 2017 een tweejaarlijks milieurappport, bedoeld om de uitvoering van de milieuwetgeving en het milieubeleid van de EU te beoordelen, en de nationale beleidsmakers te helpen bij het stellen van prioriteiten.
Zie ook
Milieuwetgeving in Nederland
Externe link
Compendium voor de Leefomgeving: beleidsrelevante feiten en cijfers over milieu en natuur
Milieu
Bestuurskunde
|
In de loop der tijd zijn er verschuivingen opgetreden in het instrumentarium van het milieubeleid. Waar de nadruk oorspronkelijk lag op regulering door middel van wetten en milieuvergunningen, wordt er, onder meer in Nederland, momenteel meer gebruikgemaakt van marktconforme en communicatieve instrumenten. Marktconforme instrumenten zijn bijvoorbeeld milieuheffingen, subsidie en verhandelbare emissierechten (emissiehandel). Dit maakt het mogelijk om de vervuiler te laten betalen. In dit verband spreekt men ook wel van een 'vergroening van het belastingstelsel'.
Door het gebruik van communicatieve instrumenten hoopt de overheid het maatschappelijk draagvlak voor milieumaatregelen te vergroten, en te komen tot een verinnerlijking bij de burger van milieuvriendelijke waarden en normen.
| 1 |
overheidsvergunning, vergunning, overheidstoestemming
|
1,271 |
ComputerLanguage
|
429278
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/DarkBASIC
|
DarkBASIC
|
DarkBASIC is een programmeertaal, afgeleid van talen zoals Visual Basic, maar met geïmplementeerde DirectX functies zoals het inladen van een 3D-Model of het creëren van simpele objecten zoals kubussen en bollen en deze scripts laten uitvoeren. Ook zijn er aparte functies voor het simuleren van een wereld met natuurkundige verschijnselen zoals zwaartekracht.
Als een programma wordt gecompileerd wordt het DarkBASIC-PRO formaat omgezet naar assembly.
DarkBASIC is speciaal geschreven voor het ontwikkelen van games.
Zie ook
Lijst van programmeertalen
Externe links
DarkBASIC Professional, de officiële website van DarkBASIC.
The DB Resourcelibrary, een website met bronnen voor DarkBASIC.
DBTOOLZ, een website met tools voor DarkBASIC.
BASIC-dialect
|
DarkBASIC is een programmeertaal, afgeleid van talen zoals Visual Basic, maar met geïmplementeerde DirectX functies zoals het inladen van een 3D-Model of het creëren van simpele objecten zoals kubussen en bollen en deze scripts laten uitvoeren. Ook zijn er aparte functies voor het simuleren van een wereld met natuurkundige verschijnselen zoals zwaartekracht.
| 1 |
programmeertaal, computertaal, codetaal
|
1,844 |
Comment
|
5087662
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Toon%20Huydecoper
|
Toon Huydecoper
|
Jhr. Jan Louis Reinier Anthony (Toon) Huydecoper (Utrecht, 20 mei 1945) is een Nederlands advocaat, jurist en oud-advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Biografie
Huydecoper is een telg uit het geslacht Huydecoper en een zoon van ambassadeur jhr. mr. Jan Louis Reinier Huydecoper, heer van Nigtevecht (1922-2005) en Constance Cornélie barones van Wassenaer (1921-2014), de laatste een telg uit het geslacht Van Wassenaer en zus van prof. mr. Arent Jacob Otto baron van Wassenaer van Catwijck, heer van de beide Katwijken en 't Zandt (1930-1996), hoogleraar privaatrecht. Uit een huwelijk, gesloten in 1968, heeft hij drie kinderen.
Huydecoper slaagde in 1969 cum laude aan de Rijksuniversiteit Utrecht in de rechten. Daarna werkte hij decennialang als advocaat en procureur. Hij werkte vanaf 1985 mee aan juridische handboeken, onder andere enkele malen met prof. mr. dr. Tobias Cohen Jehoram en publiceerde tientallen artikelen in juridische vakbladen. In de jaren 1990 publiceerde hij tientallen juridische columns in NRC Handelsblad. Hij schreef vooral over huurrecht en intellectuele eigendom. Van 1996 tot 1998 was hij deken van de landelijke orde van advocaten. In 2001 werd hij benoemd tot advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, een ambt dat hij tot 2012 zou bekleden en bij welk afscheid hem een afscheidsbundel werd aangeboden.
Jhr. mr. J.L.R.A. Huydecoper bekleedt verscheidene nevenfuncties.
Bibliografie
Eigen werken
[co-auteur] Counterfeiting. Piraterijbestrijding. Den Haag, [1985].
[co-auteur] Huurrecht. Den Haag, 1995.
[co-auteur] Het nieuwe huurrecht. Deventer, 2002.
[co-auteur] De prijs van het gelijk. Een (kritische) bespreking van het systeem van vergoeding van gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten. Den Haag, 2007.
Reële executie. Deventer, 2011².
Redactie/bewerking
[mederedacteur] De vrijheid Waard. Den haag, 1995.
[medebewerker] Industriële eigendom. Bescherming van technische innovatie. Deventer, 2002.
Rijksoctrooiwet 1995. Rijkswet van 15 december 1994, Stb. 1995, 51, houdende regels met betrekking tot octrooien. Deventer, 2003².
[mederedacteur] Huurrecht. De tekst Boek 7 titel 4 BW voorzien van commentaar. Deventer, 2003 en 2008³ [4e druk: 2010; 5e druk: 2012].
Civiele conclusies 2002. De kern van belangrijke niet gepubliceerde civiele conclusies van het Parket bij de Hoge Raad. Deventer, 2003.
Civiele conclusies 2003. De kern van belangrijke niet gepubliceerde civiele conclusies van het Parket bij de Hoge Raad. Deventer, 2005.
[medebewerker] Industriële eigendom. Merkenrecht. Deventer, 2008.
[medebewerker] Industriële eigendom. Vormen, namen en reclame. Deventer, 2012.
[medebewerker] Industriële eigendom. Bescherming van technische innovatie. Deventer, 2016².
Literatuur
Verplichtingen van de verhuurder. Bundel ter gelegenheid van het afscheid van Toon Huydecoper als Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad. Deventer, 2012.
Nederlands advocaat
Advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
|
Redactie/bewerking
[mederedacteur] De vrijheid Waard. Den haag, 1995.
[medebewerker] Industriële eigendom. Bescherming van technische innovatie. Deventer, 2002.
Rijksoctrooiwet 1995. Rijkswet van 15 december 1994, Stb. 1995, 51, houdende regels met betrekking tot octrooien. Deventer, 2003².
[mederedacteur] Huurrecht. De tekst Boek 7 titel 4 BW voorzien van commentaar. Deventer, 2003 en 2008³ [4e druk: 2010; 5e druk: 2012].
Civiele conclusies 2002. De kern van belangrijke niet gepubliceerde civiele conclusies van het Parket bij de Hoge Raad. Deventer, 2003.
Civiele conclusies 2003. De kern van belangrijke niet gepubliceerde civiele conclusies van het Parket bij de Hoge Raad. Deventer, 2005.
[medebewerker] Industriële eigendom. Merkenrecht. Deventer, 2008.
[medebewerker] Industriële eigendom. Vormen, namen en reclame. Deventer, 2012.
[medebewerker] Industriële eigendom. Bescherming van technische innovatie. Deventer, 2016².
| 1 |
reactie, opmerking, commentaar
|
4,883 |
OwnershipInfo
|
67836
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Klein%20Kasteel
|
Klein Kasteel
|
Het Klein Kasteel is een 14e-eeuws kasteel bij de plaats Deurne in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.
Landschappelijke situering
In het beekdal van de Vlier werd aan de oostzijde van het Haageind vóór 1383 een vierkante donjon gebouwd, die later de namen Oud Huis, Klein Kasteel en Oud Kasteel kreeg. In dezelfde periode verrees ook een watermolen op de Bakelse Aa ten noorden van het Klein Kasteel. Dit kasteel diende als residentie van de heer van Deurne, eigenaar van de heerlijkheid.
Ten oosten van het Klein Kasteel lagen hooilanden in het dal van de Bakelse Aa. Deze percelen droegen in 1454 onder meer de namen Sint-Kathelijnenbeemd en Vriezenbeemd. In de laatste decennia van de 20e eeuw werd hier een park met vijver aangelegd voor de wijk Heiakker, die oostelijk van het Klein Kasteel was verrezen.
Bouwhistorie
Het Klein Kasteel, dat in de Middeleeuwen nog Oud Huis werd genoemd, werd gebouwd als opvolger van een residentie op het goed Ter Vloet, stroomafwaarts gelegen langs de Vlier in de buurtschap Kerkeind. De verplaatsing stroomopwaarts naar het Haageind moet in de tweede helft van de 14e eeuw hebben plaatsgevonden. Het Klein Kasteel bestaat tegenwoordig uit de 14e-eeuwse donjon, een 17e of 18e-eeuwse lage boerderijaanbouw en een aangebouwd wit herenhuis uit 1857. Bij de verbouwing in 1857 werden de oude neerhof, een boerderij die haaks op het gebouw stond op de plek van het herenhuis, en een aanbouw van de middeleeuwse toren afgebroken. Op de plek van de oude neerhof verrees het herenhuis. De toegang tot het terrein, die voorheen via de Heerendijk liep (dat is nu de oprit van de watermolen), werd toen verlegd naar de Haageind-zijde. Een brand op 24 september 1944 richtte enige schade aan, maar kon door de toenmalige eigenaar Pieter Wiegersma tijdig worden geblust.
Bouwplannen voor een losstaand gastenverblijf achter het Klein Kasteel werden in 2008 door de Deurnese politiek op basis van archeologische en cultuurhistorische overwegingen unaniem verworpen, alhoewel het bestemmingsplan een aanbouw toestaat. In 2010 werd een nieuw plan voor een gastenverblijf bij het Klein Kasteel opgesteld. De Deurnese politiek heeft hierover nog geen besluit genomen.
Eigendomsgeschiedenis
Gevaert Willemszoon van Doerne is de oudst bekende heer van Deurne die er met zekerheid heeft gewoond, zo rond 1380-1390. Tot begin 16e eeuw was het Klein Kasteel de residentie van de heren van Deurne, achtereenvolgens de geslachten Van Doerne (tot 1456), De Mol en Taije. Begin 16e eeuw werden de heerlijkheid en het Klein Kasteel van de familie Taije gekocht door de eigenaar van het Groot Kasteel, Everard Hendrickszoon van Doerne, een verre neef van de vroegere Van Doerne's op het Klein Kasteel. Na zijn dood kreeg de oudste zoon het Groot Kasteel en de heerlijkheid, waardoor het Groot Kasteel voortaan de residentie van de heerlijkheid zou worden. Het Klein Kasteel kwam toe aan een jongere zoon. Later kwam het in handen van diverse particulieren en plaatselijke bestuurders terecht; vanaf het einde van de 18e eeuw tot 1948 was het wederom bezit van de heren van Deurne. Zij verhuurden het aan talloze particulieren, onder wie meerdere militairen met hun gezinnen in de Franse tijd. Bekendste huurder was ongetwijfeld Otto van Rees, die er tussen 1923 en 1927 woonde en Hendrik Wiegersma inspireerde om te gaan schilderen.
In 1948 werd het door Theodore baron de Smeth van Deurne verkocht aan Wiegersma, die het ter beschikking stelde aan zijn zoon Pieter Wiegersma, glazenier. Wiegersma jr. woonde er al vanaf 1942 en nam het eigendom later van zijn vader over. De noordelijke aanbouw werd in deze periode als atelier gebruikt. In 1999 werd het aangekocht door de gebroeders Nooijen. Het heeft tegenwoordig een representatieve functie en wordt niet bewoond. Het terrein is niet toegankelijk; het Klein Kasteel is evenwel vanaf de openbare weg goed zichtbaar.
Lijst van eigenaren
Hieronder volgt een lijst van de eigenaren van het Klein Kasteel, die dit leengoed in leen hielden van de heer van Cranendonck. Na 1795, toen het leenstelsel werd afgeschaft, gaat het uitsluitend nog om het feitelijke eigendom. Tot 1728 en tussen 1785 en 1948 komt de lijst vrijwel overeen met de lijst van heren en vrouwen van Deurne. Vanaf 1526 resideerden zij echter op het Groot Kasteel, hun meest prestigieuze bezit. Het Klein Kasteel werd tussen 1526 en 1728, en tussen 1785 en 1948 het merendeel van de tijd verhuurd.
De relatie met de heerlijkheid Cranendonck
Het Klein Kasteel was tot 1795 een leengoed van de heren van Cranendonck, evenals de naastgelegen Haageindse watermolen (oudste vermelding 1387). Ook de watermolen op het goed Ter Vloet was een Cranendoncks leengoed. De Deurnese leengoederen behoorden tot de meest perifeer gelegen leengoederen van Cranendonck; veel van de overige leengoederen lagen onder Cranendonck zelf of binnen de huidige gemeente Eindhoven.
Een negentiende-eeuwse mythe
In de 19e eeuw schreef de Brabantse geschiedschrijver Adriaan Brock, geheel in de lijn van de zogenaamde Romantiek, over een zogenaamd Slot van Peelland, hetgeen de oude benaming voor het Klein Kasteel zou zijn geweest. Deze lezing werd overgenomen door de invloedrijke aardrijkskundige A.J. van der Aa. Later ontwikkelde zich onder schrijvers verder het idee dat het Klein Kasteel het poortgebouw was geweest van een majestueus Slot van Peelland. Archeologisch, historisch en historisch-geografisch onderzoek weerspreekt het bestaan van het Slot van Peelland echter ten stelligste. Het Klein Kasteel heeft nooit zo geheten en is al zeker geen poortgebouw geweest van een groter slot. Ondanks de unanieme weerlegging van deze feiten verschijnt de term Slot van Peelland nog regelmatig in publicaties als een werkelijke vroegere benaming.
Externe link
Artikel over het Klein Kasteel op Brabantserfgoed.nl
Kasteel in Noord-Brabant
Rijksmonument in Deurne (Nederland)
|
Eigendomsgeschiedenis
Gevaert Willemszoon van Doerne is de oudst bekende heer van Deurne die er met zekerheid heeft gewoond, zo rond 1380-1390. Tot begin 16e eeuw was het Klein Kasteel de residentie van de heren van Deurne, achtereenvolgens de geslachten Van Doerne (tot 1456), De Mol en Taije. Begin 16e eeuw werden de heerlijkheid en het Klein Kasteel van de familie Taije gekocht door de eigenaar van het Groot Kasteel, Everard Hendrickszoon van Doerne, een verre neef van de vroegere Van Doerne's op het Klein Kasteel. Na zijn dood kreeg de oudste zoon het Groot Kasteel en de heerlijkheid, waardoor het Groot Kasteel voortaan de residentie van de heerlijkheid zou worden. Het Klein Kasteel kwam toe aan een jongere zoon. Later kwam het in handen van diverse particulieren en plaatselijke bestuurders terecht; vanaf het einde van de 18e eeuw tot 1948 was het wederom bezit van de heren van Deurne. Zij verhuurden het aan talloze particulieren, onder wie meerdere militairen met hun gezinnen in de Franse tijd. Bekendste huurder was ongetwijfeld Otto van Rees, die er tussen 1923 en 1927 woonde en Hendrik Wiegersma inspireerde om te gaan schilderen.
| 1 |
eigendomsinformatie, eigendomsgeschiedenis, producteigendom
|
673 |
CancelAction
|
994193
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sneltram%20Hasselt%20-%20Maastricht
|
Sneltram Hasselt - Maastricht
|
De Sneltram Hasselt – Maastricht was een door De Lijn voorgestelde sneltramverbinding van Hasselt naar Maastricht. Het project was een onderdeel van het zogenaamde Spartacusplan, met als doelstelling de OV-verbindingen in Belgisch-Limburg te verbeteren.
In mei 2022 werd door de Vlaamse regering bekendgemaakt dat het plan voor een tram definitief niet doorgaat. Een nieuw voorstel van Vlaamse kant behelst een elektrische (maar geen snelle) trambus (lange gelede bus) op een "maximaal vrije" bedding.
Tracé
Vanaf het station Hasselt ging het tracé via de Mouterijstraat en de Stokerijstraat naar de Kolenkaai. De tramlijn zou hier aansluiten op de Kleine Ring (Thonissenlaan, Martelarenlaan) tot aan het Kolonel Dusartplein. Vervolgens zou de Koning Boudewijnlaan N702 gevolgd worden naar een ondertussen aangelegde openbaarvervoertunnel, onder het kruispunt van de Universiteitslaan (N702) met de Grote Ring. Zowel de sneltram Hasselt – Maastricht als de lijn Hasselt – Genk – Maasmechelen (buslijn, later tramverbinding) zouden van deze tunnel gebruik maken, met een halte. In de bocht die de Universiteitslaan daarna maakt, buigt het tracé af om de Universiteit Hasselt te bedienen. Vanaf Godsheide tot Bilzen zou de sneltram pal naast spoorlijn 34 (Hasselt – Beverst – Luik) lopen. Daarvoor werden alle overwegen in Diepenbeek vervangen door een ondertunneling, bruggen en parallelwegen. Later zullen ook enkele overwegen in de gemeente Bilzen ongelijkvloers gemaakt worden, projecten gefinancierd wordt door zowel de Federale als de Vlaamse regering, wat zelden voorkomt.
Vanaf Bilzen zou de tram op de voormalige spoorlijn 20 (Beverst – Maastricht) rijden. Vanaf Lanaken zou de sneltramlijn een nieuw tracé krijgen ten noorden van de Europalaan, zodat de halte in Lanaken op de plaats van het Europamonument kon komen, dichter bij het dorpscentrum dan het vroegere station. Daarna zou de tram het Albertkanaal oversteken en zou hij als tramtrein het opgeknapte en sinds 2009 voor goederenverkeer gereactiveerde deel van spoorlijn 20 gebruiken vanaf Lanaken tot Maastricht.
Voor het traject in Maastricht bestonden aanvankelijk vijf mogelijkheden, waaronder aanvankelijk het tracé over de Markt verkozen werd. Op 13 mei 2011 werd besloten de Maasboulevard te volgen. De tram zou dan de Maas oversteken via de Wilhelminabrug, om via de Sint Maartenslaan het Station Maastricht te bereiken. Een toekomstige verlenging tot aan het Academisch Ziekenhuis Maastricht werd wenselijk geacht.
De totale lengte bedraagt ongeveer 35 km. Met lijnbussen bedroeg de reisduur tussen deze twee steden anno 2022 1 uur en 17 minuten. Met de sneltram zou de reistijd teruggebracht worden tot 37 minuten. De lijn zou oorspronkelijk dertien haltes tellen, waarvan drie in Hasselt en drie in Maastricht. Naast de tijdwinst hoopte men in Maastricht dat de tram het openbaar vervoer aantrekkelijker zou maken en op die manier een oplossing zou bieden voor de groeiende verkeersdrukte in het stadscentrum. Ook betekende de tram een betere ontsluiting van het toekomstige woon- en werkgebied Belvédère.
Spoorwijdte
De spoorwijdte zou 1435 mm (normaalspoor) worden zoals bij de spoorwegen en de Brusselse tram, en niet het meterspoor van de andere Vlaamse tramnetten.
Geschiedenis
Op 30 juni 2008 tekenden de Vlaamse en Nederlandse ministers van Verkeer een overeenkomst, hierin gevolgd door gedeputeerde Janssen en wethouder Nuss op 13 december 2011. Op 23 oktober 2009 werd het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de aanleg te Bilzen goedgekeurd door de Vlaamse regering. De werkzaamheden zouden starten in 2014, dit werd uitgesteld tot 2015. De openstelling was aanvankelijk gepland voor 2017. In 2016 werd dat bijgesteld naar 2021. Eind september 2011 raamde men de totale kostprijs op ongeveer 200 miljoen euro (infrastructuur, trams en bouw van stelplaats samen). Volgens ramingen zou de tramlijn jaarlijks 6,8 miljoen reizigers vervoeren.
Wilhelminabrug
Begin 2015 werd bekend dat de stad Maastricht de tramlijn "voorlopig" wilde inkorten tot aan de linker Maasoever en niet bij het Station Maastricht aan de overkant, zoals contractueel overeengekomen. Dit omdat de Wilhelminabrug niet sterk genoeg bleek om de tram te dragen. De aanleg van een nieuwe brug werd geraamd op 100 miljoen euro, waarvoor geen geld beschikbaar was. Deze beslissing zette voor de Vlaamse regering het hele project op de helling.
In oktober van dat jaar besloot de Maastrichtse gemeenteraad, na bestudering van diverse alternatieve routes, dat de tram definitief ingekort zou worden tot de Maasboulevard bij Mosae Forum. Ook een tracé via de bestaande spoorbrug bleek geen optie en zou bovendien de binnenstad links laten liggen. Men meende dat een eindhalte op de Maasboulevard nauwelijks invloed zou hebben op het aantal tramreizigers,vergeleken met het oorspronkelijke plan. Daarop liet de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois weten dat de lijn er niet zou komen als deze niet zou eindigen bij Station Maastricht, zoals contractueel voorzien.
Patstelling
In de loop van 2015 geraakte het tramdossier in een patstelling, waarbij Nederland dreigde met een rechtszaak wegens contractbreuk. Geert Bourgeois stelde voor om het geld voor de sneltram te investeren in twee andere Spartacus-lijnen (lijn 2 naar Maasmechelen en lijn 3 naar Neerpelt) en de Limburgse Noord-Zuidverbinding (A24). Anderen haalden oudere plannen terug om spoorlijn 20 te reactiveren voor treinverkeer. De gouverneur van Belgisch Limburg gaf aan niet meer te geloven in de realisatie van het project.
Omdat de studies voor het dossier gebaseerd waren op een tracé over de bestaande Wilhelminabrug tot aan het station en er bij de wijziging van het bestemmingsplan al voldoende waarschuwingen waren dat er grote risico’s waren verbonden aan het gekozen traject over de brug, werden de wijzigingen van de bestemmingsplannen begin 2016 vernietigd door de Nederlandse Raad van State.
In de loop van 2016 werd er gewerkt aan een oplossing voor het probleem van de eindhalte. Er werd een studie gemaakt die het budgettaire effect van de inkorting van de tramlijn voor De Lijn moest inschatten. In een van de scenario's zou de Nederlandse bijdrage aan het project verhoogd worden.
Op 15 december 2016 werd een nieuwe overeenkomst gesloten die de weg opnieuw vrijmaakte voor de tramverbinding tussen Hasselt en Maastricht. Er werd vooropgesteld dat de eerste tram vanaf 2021 zou kunnen gaan rijden.
Verdere tegenvallers
Eind mei 2017 werd de opleveringsdatum opnieuw met twee jaar opgeschoven naar 2023. In mei 2019 verklaarde de Nederlandse Raad van State bezwaren van omwonenden in Maastricht tegen het bestemmingsplan ongegrond, waardoor de aanbesteding van de werkzaamheden kon starten. Wel werd een maximum gesteld aan de geluidsbelasting voor de omgeving. Als er geen verdere vertragingen kwamen, kon de aanleg in 2022 beginnen en kon de tram vanaf 2024 rijden.
In 2021 was de realisatie van de tramlijn echter nog niet dichterbij. Al in 2019 hadden twee van de drie consortia zich teruggetrokken uit de aanbesteding. Van de overblijvers lagen de offertes ver boven de begroting van ruim 300 miljoen euro, zowel voor de infrastructuur als het materieel.
Bovendien besloot het gemeentebestuur van Hasselt het beginpunt van de tram op enige afstand van het station Hasselt te leggen. Omdat in 2015 de eindhalte bij station Maastricht was komen te vervallen en de Nederlandse overheden daarvoor een schadeloosstelling van 11 miljoen euro aan het Vlaams gewest hadden betaald, werd dit bedrag nu teruggeëist.
Annulering tramlijn en voorstel trambus
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters opperde in 2021 in plaats van een tramlijn een hoogwaardige buslijn (met 'trambussen') aan te leggen, net zoals bij de tweede voorgenomen tramlijn van het Spartacusplan, Hasselt - Genk - Maasmechelen.
In mei 2022 werd door de Vlaamse regering bekendgemaakt dat het plan voor een tram definitief niet doorging. Ze wilde daarvoor in de plaats een elektrische (maar geen snelle) trambus (lange gelede bus) laten rijden op een "maximaal vrije" bedding. Als doel op langere termijn noemde de minister een oplossing als Autonomous Rail Rapid Transit (ART), een lange, gelede bus die gebruik maakt van optische geleiding.
In mei 2023, een jaar na het afblazen van de plannen, dreigden de Gemeente Maastricht en de Nederlandse Provincie Limburg naar de rechter te stappen om de naar eigen zeggen 22,3 miljoen euro, die van Nederlandse zijde in het project geïnvesteerd zijn, terug te ontvangen van Vlaamse zijde. Dat bedrag is inclusief de 11 miljoen euro die in 2015 als schadeloosstelling werd betaald vanwege het aan Nederlandse zijde inkorten van het tracé. Volgens de Nederlandse overheden is er sprake van contractbreuk door de Vlaamse regering.
Voorbereidende werkzaamheden
Ten tijde van de annulering van het sneltram project in mei 2022 waren al enkele voorbereidende werkzaamheden verricht, die thans voor een deel tot de grote nutteloze werken kunnen worden gerekend.:
In Hasselt waren omstreeks 2010 ten westen van het station enkele honderden meters tramrails in een busbaan gelegd.
Eveneens in Hasselt is in 2021 ten zuiden van de Koning Boudewijnlaan/Universiteitslaan een busbaan geopend, met een nieuwe OV-tunnel onder de R71 Gouverneur Verwilghensingel, waar de mogelijkheid was voorzien om later de tramlijn door aan te leggen. Deze busbaan en tunnel worden echter gebruikt voor de buslijnen van Hasselt naar UHasselt / Genk, aan de halte Provinciehuis, en zijn dus niet nutteloos.
Niet direct voor de sneltram, maar wel deels samenvallend met het geplande tramtracé, is vanaf 2007 voor het goederenspoorverkeer vanaf de papierfabriek van Sappi in Lanaken de spoorlijn 20 tussen Maastricht en Lanaken opgeknapt, zowel aan Nederlandse als aan Belgische zijde. Er hebben slechts enkele goederentreinen over deze spoorlijn gereden, voor in 2016 de sluiting werd aangekondigd..
Controverse rond het plan
Pro
De sneltramlijn werd voor het eerst voorgesteld door Steve Stevaert in zijn verkiezingsprogramma van 2004, nadat Limburg jarenlang tevergeefs bij de NMBS een heropening van de spoorlijn 20 Hasselt – Maastricht had gevraagd. Na de verkiezingen werd het opgenomen in het regeerakkoord van de regering-Leterme. De Lijn zou uitvoeren wat de NMBS niet wilde.
Minister Hilde Crevits stelde dat er onderzoek verricht was naar het mogelijk aantal grensoverschrijdende verplaatsingen tijdens het zomerseizoen van 6,8 miljoen reizigers op jaarbasis. Daarbij verkoos men de duurdere minder milieubelastende elektrische sneltram in plaats van de dieselvariant. In de kostprijs waren naast de investeringen ook de nieuwe door Europa opgelegde spoorbeveiligingssystemen verrekend. Volgens het onderzoek bleken de geraamde inkomsten de exploitatiekosten te dekken. Men was op zoek naar een privé-partner die in zee wilde gaan in dit project.
Contra
Al in 2007 weerklonken de eerste kritieken. Het ACV vond het project te duur en ijverde voor de reactivering van lijn 20 als spoorlijn. De volgende jaren werd de kostprijs steeds hoger geraamd, namelijk van 50 miljoen euro (2009) tot 100 miljoen (2010) en 300 miljoen (2011). De Lijn mikte op een potentieel aantal reizigers van 6,8 miljoen per jaar, volgens tegenstanders een onrealistische raming. In augustus 2011 kreeg het Spartacusplan negatief advies van de Belgische Inspectie van Financiën. Het gebrek aan langetermijnvisie, mankracht en capaciteit bedreigden eveneens de concretisering van het project.
Eind december 2011 kwam een rapport van de Inspectie van Financiën naar boven dat de haalbaarheid van het plan in vraag stelde. Het rapport stelde: Het dossier is onvolledig, niet transparant, de kostprijs is meer dan verdubbeld en de inkomstencijfers zijn vaag. De inkomsten worden overschat en de uitgaven onderschat. Het geschatte aantal reizigers van 6.000 per dag berust op speculatieve gegevens. Het rapport ging uit van een bezettingspercentage van 20 %. De verdubbeling van de kostprijs (van 55 naar 128 miljoen euro), het exploitatieverlies van 17,5 miljoen euro per jaar, en de erg vage inkomstencijfers werden eveneens op de korrel genomen.
Verder zouden er vrij veel overwegen komen (voor lijn 34 lag deze beslissing tevens bij Infrabel). Velen opperden opnieuw dat men beter Spoorweg 20 tussen Hasselt en Maastricht als treinverbinding zou reactiveren, hetgeen slechts 20 miljoen euro zou kosten. "Trams zijn enkel geschikt als vervoermiddel binnen steden", vonden onder andere LDD en actiegroep 'Op het Goede Spoor'. Bovendien zou een reactivering van Spoorlijn 20 ook ten goede komen aan het goederenvervoer, dat nu via spoorlijn 24 richting Duitsland moet. In 2011 werd een deel van Spoorlijn 20 nog opnieuw in gebruik genomen tussen Lanaken en Maastricht.
Tramlijn in Vlaanderen
Hasselt – Maastricht
Tram in Limburg (Nederland)
Verkeer en vervoer in Hasselt
Verkeer en vervoer in Maastricht
Niet-gerealiseerd bouwproject in België
Railinfrastructuurproject in België
Niet-gerealiseerde railinfrastructuur in Nederland
Niet-gerealiseerde spoorinfrastructuur
|
Annulering tramlijn en voorstel trambus
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters opperde in 2021 in plaats van een tramlijn een hoogwaardige buslijn (met 'trambussen') aan te leggen, net zoals bij de tweede voorgenomen tramlijn van het Spartacusplan, Hasselt - Genk - Maasmechelen.
| 1 |
annulering, afzegging, actie beëindigen
|
85 |
Canal
|
513309
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kootstertille
|
Kootstertille
|
Kootstertille (Fries: Koatstertille, , ook De Tille ) is een dorp in de gemeente Achtkarspelen, in de Nederlandse provincie Friesland. Hoewel de Friese naam officieel Koatstertille is, wordt in de volksmond ook vaak de naam De Tille gebruikt.
Het dorp ligt in het oosten van Friesland, ongeveer 15 kilometer ten noorden van Drachten, tussen Twijzel en Drogeham. Kootstertille telde in inwoners. Onder het dorp vallen ook de buurtschappen De Kooten, Monniketille en Opperkooten.
Geschiedenis
Van oorsprong was Kootstertille een buurtschap van het dorp Kooten, dat sinds 1959 op zijn beurt een buurtschap is geworden van Kootstertille. De buurtschap was ontstaan als een satellietnederzetting van het dorp Kooten. Het latere Kolonelsdiep bestond al voor 1508 als Olde diep. Onder stadhouder Caspar de Robles werd in 1575-'76 gewerkt aan een vaarverbinding tussen Briltil en de Lauwers, maar pas in 1595 kwam die verbinding als Cornelsdiep echt tot stand.
Hieraan ontleende ook het kanaal tussen Stroobos en het Bergumermeer de naam Kolonelsdiep of Caspar de Roblesdiep. De verbeterde vaarverbinding tussen Stroobos en Lemmer kreeg in 1955 de naam Prinses Margrietkanaal, maar de oude stukken vaart hielden ook hun oude naam. Er kwamen zich meer mensen vestigen in de omgeving van de brug over dit kanaal. Deze nederzetting kreeg de naam Tille, in 1508 zo aangeduid als Wigher ter Tille. Tille is een Oudfriese benaming voor een vaste kleine brug.
In 1664 werd de plaats vermeld als Kootstertille en in 1786 als Kootster tille. Vooral rond de eeuwwisseling van de 19e en 20e eeuw verrezen hier o.a. enkele oliemolens, een jeneverstokerij en een scheepstimmerwerf; een pril begin van industrialisatie dus.
Eind jaren dertig van de 20e eeuw werd het kanaal om de buurtschap die al wat dorpse kenmerken had heengeleid, waardoor in de vorm van een doodlopende arm een haven ontstond waar diverse bedrijven gebruik van maakten. Dit had tot gevolg dat Kootstertille het dorp Kooten ging overvleugelen en daarom werd in 1959 Kootstertille aangewezen als de hoofdkern en verkreeg het de dorpsstatus, formeel een samenvoeging van de twee plaatsen maar in de praktijk bleven het twee eigen plaatsen.
Als gevolg van een wijziging van het industrialisatiebeleid van het Rijk werd Kootstertille ook aangewezen tot ontwikkelingskern. Het dorp groeide daardoor verder, het werd zo een komdorp.
De nieuwbouwwijk die na de jaren 80 van 20e eeuw werd aangelegd, werd aangesloten op de Oude Dijk, aan de kant van het oorspronkelijke dorp, en niet op De Koaten, omdat dit inmiddels een doorgaande hoofdweg was geworden. Hierdoor was er geen directe route tussen deze nieuwbouw en de oorspronkelijke kern van het dorp Kooten, op slechts een pad na, het Skoalpaed. Dit pad is vernoemd naar waar de school van Kooten stond aan De Koaten, in de oude dorpskern.
Kerk
Aan de noordelijke rand van de toenmalige buurtschap en net zuiden van de dorpskern van Kooten werd in 1882 de Benedictuskerk gebouwd. Het is een driezijdig gesloten zaalkerk met neoclassicistische details met een toren van vijf geledingen met achtkantige spits. In de toren hangt een klok uit 1759 van de klokkengieters Steen en Borchard.
De kerk was de opvolger van een ouder kerk, die dichter bij de brug stond maar wel de dorpskerk was van Kooten. In 1882 is de kerk eerst hier opgebouwd, maar nog in datzelfde jaar werd ze weer afgebroken om te worden herbouwd op de huidige plek. De kerk is een van de zes inschrijvingen in het rijksmonumentenregister.
Sport
Sinds augustus 1961 kent het dorp een eigen voetbalvereniging, SC Kootstertille genaamd. Het dorp is wijder bekend van de Stertil Survivalrun, een groot jaarlijks survivalevenement, met deelnemers uit heel Nederland en ook uit Europa. Het dorp heeft bovendien een eigen survivalvereniging.
Cultuur
Het dorp kent het uitgebreide dorpshuis, MFA Tillehûs geheten. Verder kent het de Malletband V.I.O.S. en de Majorette en Twirl Vereniging V.I.O.S. In mei of juni wordt er een avondvierdaagse georganiseerd.
Onderwijs
Het dorp kent een drietal basisscholen, de CBS De Merlettes, de OBS De Balkwar en GBS Oranje Nassau. En het kent verder een peuterspeelzaal.
Bevolkingsontwikkeling
Geboren in Kootstertille
Sybrand van Haersma (1766-1839), bestuurder
Louw de Graaf (1930-2020), politicus
Harry van der Molen (1980), politicus
Arno Bunnig (1985), basketballer
Geografie van Achtkarspelen
Plaats in Friesland
|
Hieraan ontleende ook het kanaal tussen Stroobos en het Bergumermeer de naam Kolonelsdiep of Caspar de Roblesdiep. De verbeterde vaarverbinding tussen Stroobos en Lemmer kreeg in 1955 de naam Prinses Margrietkanaal, maar de oude stukken vaart hielden ook hun oude naam. Er kwamen zich meer mensen vestigen in de omgeving van de brug over dit kanaal. Deze nederzetting kreeg de naam Tille, in 1508 zo aangeduid als Wigher ter Tille. Tille is een Oudfriese benaming voor een vaste kleine brug.
| 3 |
kanaal, waterweg, scheepvaartkanaal
|
4,855 |
MusicAlbumReleaseType
|
2753073
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Parkpop%20Oostkamp
|
Parkpop Oostkamp
|
ParkPop Oostkamp is een gratis muziekfestival dat jaarlijks wordt georganiseerd in het Beukenpark in Oostkamp. Het festival profileert zich als een familiefestival met muziek voor jong en oud.
ParkPop Oostkamp werd de eerste keer georganiseerd in 2002 door Dries Lescouhier. Het aantal bezoekers steeg jaarlijks van enkele honderden bezoekers het eerste jaar, tot een 10.000 bezoekers in 2011. In 2011 vierde ParkPop z'n 10-jarig jubileum. Naast de VIP-lounge, de ParkPop-kwis op vrijdag, was er voor de eerste keer ParkPop in Concert op vrijdag & haalde de topact van Natalia naar het Beukenpark. Door het toenemende succes werd er ook besloten om het festival voortaan in open lucht te laten doorgaan. 2013 werd besloten om een tweede dag op zaterdag toe te voegen aan het festival met vooral tributes van bekende rockbands. ParkPop zit in het Beukenpark intussen stilaan tegen de limiet aan, maar gezien het unieke karakter van het Beukenpark wordt er momenteel niet gezocht naar een grotere locatie. In 2016 werd de indeling van het terrein wel grondig herbekeken, werd er een tijdelijke brug gebouw voor een nieuwe ingang en kwam er achteraan een food-dorp. Op deze manier wordt de capaciteit van het Beukenpark nu maximaal benut. In 2018 werd live-captatie geïntroduceerd en sinds dat jaar is het festival op beeldschermen te volgen. ParkPop wordt vandaag georganiseerd door de VZW ParkPop, kan rekenen op meer dan 300 vrijwilligers en organiseert naast het festival nog heel wat andere activiteiten doorheen het jaar.
Geschiedenis
2002 Kon. Fanfare "De Eendracht", Colargo, Herder, Charlie Steps, Meadow, PP-band met Bart Herman
2003 Aperitiefconcert Kon. fanfare "De Eendracht", Gas, Sheila, Ambi Puur, Herder, PP-band met Spark
2004 2hot2handle & Morestien, Cajun Moon, Du Cuverups, Jazzylipsy, Plane Vanilla, Baudee & The Walkers
2005 Aperitiefconcert Kon. fanfare "De Eendracht", DeepFreeZer, Quintus Diablo, Jaman King Toast, D:Zine, Coco Jr. & The All Stars, Second Life
2006 Basics, Gene Thomas, Frontline, J Kingmaker T, The Magical Flying Thunderbirds
2007 Exit April, Wim Soutaer, Woest, Ace and the Jokers, Paul Michiels, Loco Loco Disco Show
2008 Ketnetband, Brahim, RoxStar, Green Onions, Raymond van het Groenewoud, Boogie WonderBand
2009 Studio 100 band, Born Crain, The Ditch, Hadise, Sergio, Les Truttes
2010 Crazy Disco Show, Belle Pérez, De Romeo's, Guy Swinnen, Frank Boeijen, Wipneus & Pim
2011 ParkPop in Concert : Dirty Laundry, Natalia, DJ Zaki
ParkPop Festival : Ketnetband, Tom Dice, Sweet Coffee, Flip Kowlier, Soulbrothers, Les Truttes
2012 DreamShow, Leki, Kato, Stash, Chef'Special, Meuris vs De Leeuw, Café flamand
2013 Zaterdag : The Cult by Pure Cult, Kiss by Kiss Lickss, Metallica by Magnetica, Guns 'n Roses by Gunz 'n Rozes
Zondag : Cara & de Caro'kes, Brahim, Cleymans & Van Geel, A Brand, De Corona's, De Romeo's Deluxe
2014 Zaterdag : Status Quo by Belgian Quo Band, Alice Cooper by Elected Babies, Iron Maiden by Up The Irons, Green Day by Green Date, AC/DC by IC/TC
Zondag : Boembox, Silke, Stan Van Samang, Gorki, U2 by L.A.vation en No DJ!
2015 Zaterdag : Ramones by Rawönes, Faith No More by Fake No More, Limp Bizkit by Stiff Bizkit, Aerosmith by Aeroforceone, Foo Fighters by Four Fighters
Zondag : Boembox, Level Six, De Mens, The Scabs, Bon Jovi by Bon Giovi, Les Truttes
2016 Zaterdag : Blink 182 by Flink 82, Red Hot Chili Peppers by Really Hot Chili Peppers, Muse by Musest, Janez Detd Punk Rock High School, Rage Against The Machine by Bulls on Parade
Zondag : Boembox, Laura Tesoro, Yevgueni, Coldplay by Coldplace (UK), DAAN, Laston & Geo
2017 Zaterdag : Therapy? by Screamager, Nirvana by Captain Albatross (NL), Editors by reEditors (NL), Green Day by Green Data (UK), Linkin Park by Living Theory (IT), Dog Eat Dog (USA)
Zondag : Crazy ParkPop Party, Bruno Mars Tribute (UK), Pigbag Army, Michael Jackson UK, The Magical Flying Thunderbirds, Dirk Stoops
2018 Zaterdag : Pearl Jam by Once (NL), Led Zeppelin by Hats off to Led Zeppelin (UK), The Kids, Fleddy Melculy, System of a Down by Back to the system (IT), Bizkit Park
Zondag : Boembox, Lady Gaga by The Fame Monster (IT), Gers Pardoel, Radio Guga, Les Truttes, Discobar Galaxie
2019 Zaterdag : ZZ Top by Fuzz Top (FR), Kings of Leon by Kins of Leon (UK), Red Zebra, Belgian Asociality, Channel Zero, Tragedy (USA)
Zondag : The Crazy Disco Show, Tinne & the Oltmans, Bent Van Looy, U2 by L.A.Vation (USA), The Dirty Daddies (NL), DJ's Kobe Ilsen & Viktor Verhulst
2020 geannuleerd omwille van COVID-19
2021
geannuleerd omwille van COVID-19
2022
Zaterdag : Depeche Mode by Depeche More, Funeral Dress, Black Leather Jacket, Sons, Zornik, DJ Turbeau (Franky DSVD)
Zondag : Boembox, Gio Kemper, School is Cool, Coolio (USA), Cookies and Cream, DJ Sven Ornelis
Externe links
officiële website
Muziekfestival in België
Evenement in Vlaanderen
Cultuur in West-Vlaanderen
Oostkamp
|
Geschiedenis
2002 Kon. Fanfare "De Eendracht", Colargo, Herder, Charlie Steps, Meadow, PP-band met Bart Herman
2003 Aperitiefconcert Kon. fanfare "De Eendracht", Gas, Sheila, Ambi Puur, Herder, PP-band met Spark
2004 2hot2handle & Morestien, Cajun Moon, Du Cuverups, Jazzylipsy, Plane Vanilla, Baudee & The Walkers
2005 Aperitiefconcert Kon. fanfare "De Eendracht", DeepFreeZer, Quintus Diablo, Jaman King Toast, D:Zine, Coco Jr. & The All Stars, Second Life
2006 Basics, Gene Thomas, Frontline, J Kingmaker T, The Magical Flying Thunderbirds
2007 Exit April, Wim Soutaer, Woest, Ace and the Jokers, Paul Michiels, Loco Loco Disco Show
2008 Ketnetband, Brahim, RoxStar, Green Onions, Raymond van het Groenewoud, Boogie WonderBand
2009 Studio 100 band, Born Crain, The Ditch, Hadise, Sergio, Les Truttes
2010 Crazy Disco Show, Belle Pérez, De Romeo's, Guy Swinnen, Frank Boeijen, Wipneus & Pim
2011 ParkPop in Concert : Dirty Laundry, Natalia, DJ Zaki
ParkPop Festival : Ketnetband, Tom Dice, Sweet Coffee, Flip Kowlier, Soulbrothers, Les Truttes
2012 DreamShow, Leki, Kato, Stash, Chef'Special, Meuris vs De Leeuw, Café flamand
2013 Zaterdag : The Cult by Pure Cult, Kiss by Kiss Lickss, Metallica by Magnetica, Guns 'n Roses by Gunz 'n Rozes
Zondag : Cara & de Caro'kes, Brahim, Cleymans & Van Geel, A Brand, De Corona's, De Romeo's Deluxe
2014 Zaterdag : Status Quo by Belgian Quo Band, Alice Cooper by Elected Babies, Iron Maiden by Up The Irons, Green Day by Green Date, AC/DC by IC/TC
Zondag : Boembox, Silke, Stan Van Samang, Gorki, U2 by L.A.vation en No DJ!
2015 Zaterdag : Ramones by Rawönes, Faith No More by Fake No More, Limp Bizkit by Stiff Bizkit, Aerosmith by Aeroforceone, Foo Fighters by Four Fighters
Zondag : Boembox, Level Six, De Mens, The Scabs, Bon Jovi by Bon Giovi, Les Truttes
2016 Zaterdag : Blink 182 by Flink 82, Red Hot Chili Peppers by Really Hot Chili Peppers, Muse by Musest, Janez Detd Punk Rock High School, Rage Against The Machine by Bulls on Parade
Zondag : Boembox, Laura Tesoro, Yevgueni, Coldplay by Coldplace (UK), DAAN, Laston & Geo
2017 Zaterdag : Therapy? by Screamager, Nirvana by Captain Albatross (NL), Editors by reEditors (NL), Green Day by Green Data (UK), Linkin Park by Living Theory (IT), Dog Eat Dog (USA)
Zondag : Crazy ParkPop Party, Bruno Mars Tribute (UK), Pigbag Army, Michael Jackson UK, The Magical Flying Thunderbirds, Dirk Stoops
2018 Zaterdag : Pearl Jam by Once (NL), Led Zeppelin by Hats off to Led Zeppelin (UK), The Kids, Fleddy Melculy, System of a Down by Back to the system (IT), Bizkit Park
Zondag : Boembox, Lady Gaga by The Fame Monster (IT), Gers Pardoel, Radio Guga, Les Truttes, Discobar Galaxie
2019 Zaterdag : ZZ Top by Fuzz Top (FR), Kings of Leon by Kins of Leon (UK), Red Zebra, Belgian Asociality, Channel Zero, Tragedy (USA)
Zondag : The Crazy Disco Show, Tinne & the Oltmans, Bent Van Looy, U2 by L.A.Vation (USA), The Dirty Daddies (NL), DJ's Kobe Ilsen & Viktor Verhulst
2020 geannuleerd omwille van COVID-19
2021
geannuleerd omwille van COVID-19
2022
Zaterdag : Depeche Mode by Depeche More, Funeral Dress, Black Leather Jacket, Sons, Zornik, DJ Turbeau (Franky DSVD)
Zondag : Boembox, Gio Kemper, School is Cool, Coolio (USA), Cookies and Cream, DJ Sven Ornelis
| 8 |
single, ep, album
|
140 |
DataDownload
|
1944087
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/UAR%20%28architectuur%29
|
UAR (architectuur)
|
UAR is een initiatief van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) te Rotterdam en is een afkorting voor urban augmented reality. Het is een gratis 3D-architectuurapplicatie die gebruikmaakt van augmented reality. Dit betekent dat er een informatielaag aan de realiteit is toegevoegd. Deze laag bestaat uit 3D-modellen van gebouwde en niet-gebouwde ontwerpen met als doel het verrijken van de werkelijkheid met voorstellingen van wat niet met het blote oog zichtbaar is. Het motto: zien wat er niet is.
Inhoud van de applicatie
UAR bevat 3D-modellen in de volgende drie categorieën: verleden, toekomst en alternatief. Dit zijn uitgevoerde ontwerpen die gesloopt of verwoest zijn (verleden), nieuwbouwprojecten die wachten op realisatie (toekomst) en ontwerpen die nooit gerealiseerd zullen worden (alternatief). Om deze ontwerpen te reconstrueren heeft het NAi geput uit haar collectie met tekeningen en maquettes, de grootste architectuurcollectie ter wereld, zie ook de NAi-blog. Hiernaast een voorbeeld van een tekening uit de NAi-collectie die is gebruikt om een 3D-model van te maken. Het is een tekening van roeivereniging 'de Hoop' in Amsterdam, door architect Michel de Klerk.
Behalve 3D-modellen bevat UAR informatie over gebouwen in de stad. Vanuit de augmented reality view, of de ingebouwde architectuur gids zijn 'points of interest' te vinden die op de juiste coördinaten op de kaart zijn geplaatst. Informatie over het gebouw en de architect verschijnt, aangevuld met foto's, afbeeldingen van het gebouw en soms schetsen en ontwerptekeningen.
Downloadmogelijkheden
De gratis applicatie is te downloaden van de App store en Google Play. UAR wordt aangeboden als losse applicatie, maar kan ook vanuit de Layar-omgeving worden benaderd. UAR is een van de eerste Layar-applicaties die gebruikmaakt van 3D-modellen. Meer informatie over de applicatie is te vinden op de website van het NAi.
Type telefoon
UAR kan slechts op telefoons worden gebruikt die de benodigde combinatie van functies aan boord hebben. Dit zijn de volgende: internettoegang, een camera en een GPS-ontvanger met een kompas. De Apple iPhone is geschikt vanaf type 3GS, de (eerdere) iPhone 3G heeft geen kompas en is daarom niet voldoende om UAR volledig te laten functioneren. Op diverse toestellen met het besturingssysteem Google Android is UAR te gebruiken, zoals de HTC Desire of de Motorola Milestone.
Lancering Rotterdam: juni 2010
Het NAi introduceerde UAR op 30 juni 2010, met een ruime dekking van gebouwen in Rotterdam. Er waren ten tijde van de lancering 350 objecten in UAR te bekijken, waarvan enkele tientallen objecten in driedimensionale weergave. In een artikel op LAblog wordt de betekenis van de applicatie aan de hand van een alternatief ontwerp voor de Euromast uitgelegd.
Lancering Amsterdam: november 2010
Op 11 november werd UAR in het architectuurcentrum ARCAM gelanceerd in Amsterdam. De samenwerking tussen het landelijke instituut en het lokale Amsterdamse centrum was van belang om genoeg inhoud te vergaren. Er zijn nu ruim 450 objecten in Amsterdam op te zoeken, enkele tientallen als 3D-model. Zo is bijvoorbeeld het gesloopte stadion 'de Meer' van voetbalclub Ajax in 3D op locatie te bekijken zijn. Het is zelfs mogelijk op de middenstip van het gesloopte stadion te staan. De applicatie kwam op de avond van de lancering aan bod in het televisieprogramma De Wereld Draait Door.
Toekomst van UAR
Inmiddels is UAR uitgegroeid tot een uitgebreid mobiel platform waarin talloze steden in Nederland zijn vertegenwoordigd. Diverse partners als architectuurcentra, musea, gemeentearchieven en marktpartijen hebben hiertoe bijgedragen.
Zo zijn bijvoorbeeld de 60.000 Nederlandse Rijksmonumenten in tekst en beeld in UAR zichtbaar en is de culturele uitagenda van het landelijk Uitburo gekoppeld aan gebouwen die in de app zijn opgenomen.
Het NAi ambieert heel Nederland met behulp van augmented reality van een bijzondere architectuur gerelateerde laag te voorzien. Sinds begin 2011 kan iedereen aan deze ambitie bijdragen door de toevoeging van User Generated Content. Hierdoor kan iedere gebruiker zelf content toevoegen aan UAR.
Ook in de toekomst zal het NAi blijven innoveren om met behulp van de nieuwste technologische ontwikkelingen de beleving van architectuur in de samenleving te versterken.
Externe links
UAR op de website van het NAi
recensie op de website van Bright
recensie door dagblad Trouw: 12-11-2010
recensie RTV Noord-Holland: 10-11-2010 (gearchiveerd)
Software
|
Downloadmogelijkheden
De gratis applicatie is te downloaden van de App store en Google Play. UAR wordt aangeboden als losse applicatie, maar kan ook vanuit de Layar-omgeving worden benaderd. UAR is een van de eerste Layar-applicaties die gebruikmaakt van 3D-modellen. Meer informatie over de applicatie is te vinden op de website van het NAi.
| 2 |
dataset, download, mediabestand
|
1,254 |
ChildCare
|
1138242
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Impuls%20%28organisatie%29
|
Impuls (organisatie)
|
Impuls is een kinderopvangorganisatie met locaties in Amsterdam West, Nieuw-West, Zuid en Noord. Het Hoofdkantoor van Impuls is gevestigd in Amsterdam Geuzenveld, Sam van Houtenstraat 74, 1067 JP Amsterdam.
Bestuur
De Raad van Bestuur heeft de leiding over Impuls. Daarnaast is er nog een Raad van Toezicht, die zich bezighoudt met de ontwikkeling van Impuls op langere termijn.
Geschiedenis
Hélène Mercier, die zich inzette voor gelijke kansen voor vrouwen, opende in 1892 haar eerste buurthuis. Ze noemde haar organisatie 'Ons Huis'. Mercier kwam uit een redelijk welvarende familie en kwam in aanraking met mensen als Aletta Jacobs en Arnold Kerdijk.
Ons Huis was gevestigd in de Amsterdamse Jordaan, in de Rozenstraat. Het was het eerste buurthuis in Europa. Mercier wilde dat arbeiders hier hun maatschappelijke kansen konden vergroten.
Vanaf de jaren zestig waren er plannen om de verschillende buurtorganisaties allemaal een eigen werkgebied te geven. Halverwege de jaren tachtig, een tijd van bezuinigingen en hervormingen, werden deze ingevoerd. Ons Huis, dat voortaan door het leven ging als 'Stichting Welzijn Westelijke Tuinsteden', ging zich bezighouden met Nieuw-West. Andere producten, zoals maatschappelijk werk en kinderopvang, werden bij de nieuwe stichting ondergebracht.
In de jaren zeventig, tachtig en negentig werd het werk professioneler en er werd fiks bezuinigd. Subsidiegevers wilden resultaten zien, die werden gemeten met prestatieafspraken. Tevens veranderde de bevolking van Nieuw-West aanzienlijk. Daarnaast ontstonden stadsdelen en Nieuw-West werd uiteindelijk verdeeld in vier deelgemeenten.
Rond de eeuwwisseling raakte Impuls in zwaar weer en verdwenen er vijfhonderd banen. Stadsdelen investeerden steeds minder in het traditionele welzijns- en buurtwerk. Dat dwong Impuls nieuwe markten aan te boren. Bovendien moest de kinderopvang vanaf 2005 commercieel worden geëxploiteerd.
Externe link
Officiële website
Welzijnszorg
Nederlandse organisatie
|
Impuls is een kinderopvangorganisatie met locaties in Amsterdam West, Nieuw-West, Zuid en Noord. Het Hoofdkantoor van Impuls is gevestigd in Amsterdam Geuzenveld, Sam van Houtenstraat 74, 1067 JP Amsterdam.
| 1 |
kinderopvang, dagopvang, crèche
|
10,308 |
MonetaryAmount
|
673395
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rob%20Hollink
|
Rob Hollink
|
Rob Hollink (Enschede, 27 maart 1962) is een Nederlandse pokerspeler. Hij won in 2005 het finaletoernooi van de European Poker Tour in Monte Carlo (goed voor €635.000,-) en werd tijdens de World Series of Poker 2008 de eerste Nederlander ooit die een WSOP-toernooi won. In augustus 2003 won hij al als eerste Nederlander ooit een toernooi van het World Championship of Online Poker (het $109 No Limit Texas Hold'em Heads Up-evenement, goed voor een hoofdprijs van $12.800,-), onder zijn gebruikelijke pseudoniem batoelrob.
Tot aan mei 2020 won Hollink meer dan $3.700.000 in live-toernooien.
In 2016 werd Hollink opgenomen in de Nederlandse Poker Hall of Fame, samen met Lex Veldhuis en Peter Voolstra.
Wapenfeiten
Hollink boekte verscheidene aansprekende resultaten op de World Series of Poker (WSOP). In juni 2008 won Hollink daarbij de (officieuze) wereldtitel in event #30 ($10.000,- Limit Hold'em) tijdens de WSOP in Las Vegas. De prijs bestond uit een gouden armband (de bracelet, een traditionele WSOP-trofee) en een geldbedrag van $496.931. Dit was de eerste keer ooit dat een Nederlander een bracelet won (op de WSOP 2009 werd hij opgevolgd door Marc Naalden). Hollinks totale prijzengeld op de WSOP kwam daarmee op $684.685,-. Dat hij als eerste Nederlander ooit een WSOP-toernooi zou winnen, werd eerder voorspeld door een andere vooraanstaande Nederlandse pokerspeler, Marcel Lüske.
Hollink is tevens auteur van diepgravende pokeranalyses, doorgaans met een wiskundige insteek. Deze verschenen onder meer in CardPlayer en Poker Magazine.
World Series of Poker bracelets
Titels
Tot de toernooien die Hollink won die niet behoren tot de WSOP of EPT, vallen onder meer:
het FF10.000 European Pot Limit Omaha Championship van de Euro Finals of Poker 2001 in Parijs
het HFl 400 Pot Limit Omaha-toernooi van de Master Classics of Poker 2001
het 500 Pot Limit Omaha-toernooi van de Austrian Masters 2002 in Wenen
het €3.000 Pot Limit Omaha-toernooi van de Euro Finals of Poker 2003 in Parijs
het €200 Pot Limit Omaha-toernooi van het Vienna Spring Festival 2003
het €250 Pot Limit Omaha-toernooi van het de World Heads Up Poker Championships 2004 in Barcelona
de €500 No Limit Hold'em Freezeout van de World Heads Up Poker Championships 2005 in Barcelona
het €1.000 Main Event - No Limit Hold'em-toernooi van de Austrian Classics 2005 in Wenen
het € 320 Limit Hold'em-toernooi van de Master Classics of Poker 2005
het $2.000 No Limit Hold'em-toernooi van de Fourth Annual Five-Star World Poker Classic 2006 in Las Vegas
het €6.000 No Limit Hold'em-toernooi van de WPT Amsterdam 2017 in Amsterdam
Externe link
Hendon mob profiel
Nederlands pokerspeler
Winnaar van World Series of Poker-armband
|
Wapenfeiten
Hollink boekte verscheidene aansprekende resultaten op de World Series of Poker (WSOP). In juni 2008 won Hollink daarbij de (officieuze) wereldtitel in event #30 ($10.000,- Limit Hold'em) tijdens de WSOP in Las Vegas. De prijs bestond uit een gouden armband (de bracelet, een traditionele WSOP-trofee) en een geldbedrag van $496.931. Dit was de eerste keer ooit dat een Nederlander een bracelet won (op de WSOP 2009 werd hij opgevolgd door Marc Naalden). Hollinks totale prijzengeld op de WSOP kwam daarmee op $684.685,-. Dat hij als eerste Nederlander ooit een WSOP-toernooi zou winnen, werd eerder voorspeld door een andere vooraanstaande Nederlandse pokerspeler, Marcel Lüske.
| 1 |
geldbedrag, valuta, salaris
|
10,452 |
ResumeAction
|
1579197
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kwantitatieve%20versoepeling
|
Kwantitatieve versoepeling
|
Kwantitatieve versoepeling of vrijer vertaald kwantitatieve geldverruiming (Engels: quantitative easing, QE) is een vorm van directe geldschepping door een centrale bank waarbij de bank effecten (zoals staatsobligaties) aankoopt met geld dat daartoe gecreëerd wordt. Kwantitatieve versoepeling wordt beschouwd als een noodmaatregel om prijsstabiliteit te bewerkstelligen. In de nasleep van de kredietcrisis en de eurocrisis is ze door diverse centrale banken toegepast, alsmede in het kader van de Coronacrisis.
Definitie
Bij een (dreigende) recessie probeert de centrale bank de economie te stimuleren door renteverlaging. Leningen worden hierdoor goedkoper waardoor burgers en bedrijven meestal meer besteden. In geval van sterk oplopende werkloosheid en dalende prijzen werkt dat echter aanmerkelijk minder goed. Dat is ook het geval naarmate de officiële rentetarieven lager worden, tot nul dalen of zelfs op negatief gezet worden. Ongeacht de rentestand zullen dan geen (grote) leningen worden afgesloten en zullen dure aankopen worden uitgesteld. Verdere renteverlagingen of zelfs een rentestand van nul leiden dan niet tot toename van economische activiteiten en een afnemende vraag leidt tot verdere prijsdalingen (deflatie). De meeste burgers gaan juist meer sparen om hun pensioendoelstelling te halen die in gevaar komt met de kleinere vermogensrendementen en om een buffer te hebben in onzekere tijden.
De centrale bank kan in dat geval besluiten om op een andere manier de geldhoeveelheid te vergroten. Een grotere geldhoeveelheid leidt immers tot prijsverhogingen en doorbreking van de deflatoire spiraal. Vroeger zou hiertoe de geldpers worden aangezet maar nu koopt de centrale bank staatsobligaties, hypotheekobligaties of andere obligaties en financiert die transacties door de eigen balans te verhogen. Er worden dus geen fysieke bankbriefjes bijgedrukt. Het mechanisme werkt aldus dat centrale banken in de markt, of rechtstreeks van banken, obligaties kopen, hetgeen via banken wordt afgewikkeld. Banken worden voor het aankoopbedrag gecrediteerd in de rekeningen die zij bij de centrale bank aanhouden. Zo verkrijgen banken liquiditeiten. Tegenover die liquiditeiten kunnen banken dan nieuwe leningen verstrekken.
Kwantitatieve versoepeling kan leiden tot inflatie die uiteindelijk zal moeten worden beteugeld door bijvoorbeeld de rente te verhogen. Een andere mogelijke maatregel is dat de gekochte leningen te zijner tijd weer worden verkocht.
Opmerking verdient dat kwantitatieve versoepeling slechts effect heeft voor zover de aan het bankwezen (via de omweg van het opkopen van staatsleningen) ter beschikking gestelde middelen ook daadwerkelijk door het bankwezen worden uitgeleend aan bedrijven en/of particulieren. Als het bankwezen geen andere bestemming voor zijn middelen heeft, dan kan men die bij de centrale bank stallen; zie hieronder.
In theorie dient sprake te zijn van een gelijke mate van liquiditeit en risico: de door de centrale bank gekochte obligaties zouden even liquide en risicovol moeten zijn als kasgeld. Dat is (meestal) slechts het geval bij staatsobligaties; alleen dergelijke beleggingen kunnen steeds, op korte termijn en zonder prijsconcessies, verkocht worden. In de praktijk zal een dergelijke "onderlinge uitwisselbaarheid" niet altijd aanwezig zijn. Dit klemt temeer naarmate centrale banken ook andere typen obligaties zoals hypothecaire obligaties kopen: hiermede loopt de centrale bank een (in gradaties toenemend) liquiditeits- en kredietrisico. In dat verband heeft de Britse econoom Willem Buiter, met een zekere mate van ironie, voorgesteld om, naast de term "quantitative easing", de term "qualitative easing" te hanteren voor die situaties waarbij centrale banken, uiteindelijk voor risico van de samenleving als geheel, een toenemend liquiditeits- en kredietrisico accepteren.
Kwantitatieve versoepeling in de VS
Deel 1 (QE 1)
In het kader van de kredietcrisis begon de Federal Reserve januari 2009 met een aankoopprogramma van leningen ten laste van de (de facto door de Amerikaanse overheid overgenomen) hypotheekbanken Freddie Mac, Fannie Mae en Ginnie Mae, tot een bedrag van $500 miljard. De Bank of England kondigde in maart 2009 aan, voornemens te zijn voor £75 miljard aan Britse staatsobligaties te zullen kopen; in mei 2009 werd dat uitgebreid tot £125 miljard. Ook de Bank of Japan ging in maart 2009 over tot de aankoop van staatsleningen. De Amerikaanse Federal Reserve kondigde op 18 maart 2009 aan $300 miljard aan staatsleningen te zullen kopen, en reeds bestaande aankoopprogramma's van andere typen vorderingen met $850 miljard uit te breiden tot $1250 miljard. Reeds de daarop volgende week werd een begin gemaakt met het kopen van staatsleningen. In augustus 2009 besloot de Bank of England tot verhoging van het programma tot £125 miljard. Op 5 november 2009 verhoogde de Bank of England het programma tot £200 miljard.
Deel 1.5 (QE 1.5, ook aangeduid als QE Lite)
Nadat het hierboven genoemde aankoopprogramma van $1250 miljard was voltooid, liet de Federal Reserve weten dat vrijkomende aflossingen zouden worden besteed aan het kopen van staatsleningen: het totaal van de stimuleringsmaatregelen (uit dezen hoofde) bleef daarmee gelijk. Vanaf oktober/november 2010 werd dat op de balans van de Federal Reserve zichtbaar; zie nevenstaande grafiek.
Deel 2 (QE 2)
In de herfst van 2010 werden steeds meer signalen opgevangen dat de Federal Reserve vanaf november 2010 een nieuwe ronde van kwantitatieve versoepeling zou starten. Tevens wenste men de verwachtingen omtrent de toekomstige inflatie te laten stijgen: hierdoor zouden consumenten worden aangezet tot extra consumptie.
Bij deze stap, die in de daaraan voorafgaande weken voorwerp was van soms verhitte discussies in de financiële wereld, werd niet uitsluitend het verschaffen van extra liquiditeiten aan het bankwezen als redengevend genoemd, maar ook (en met name) het creëren van extra inflatie.
De voor deze stap aangevoerde redenen waren de volgende:
Door de aankoop van staatsleningen zou, indien die van Amerikaanse banken gekocht werden, die banken over liquiditeiten gaan beschikken, die gebruikt konden worden voor het verstrekken van leningen.
Door de aankoop van staatsleningen zou de kapitaalmarktrente dalen, hetgeen zou doorwerken in de tarieven van leningen aan ondernemingen en particulieren.
Door de aankoop van staatsleningen door de Fed zou de geldhoeveelheid toenemen ("monetizing the public debt") hetgeen op termijn zou leiden tot een toenemende inflatie; het vooruitzicht daarvan zou Amerikaanse particulieren moeten bewegen tot het aanspreken van hun spaargeld voor consumptieve doeleinden, hetgeen de conjunctuur zou stimuleren.
Door datzelfde vooruitzicht van toenemende inflatie zou de koers van de Amerikaanse dollar dalen, hetgeen tot een versterking van de exportpositie van het Amerikaanse bedrijfsleven zou leiden.
Enkele dagen later noemde Fed-president Bernanke in een artikel in de Washington Post een vijfde reden:
Deze kwantitatieve versoepeling zou leiden tot hogere aandelenkoersen, welke toegenomen welstand consumptief zou worden aangewend, die uitgaven zouden leiden tot hogere inkomens en hogere winsten.
Met name het argument dat de inflatie (op dat moment) te laag was, hetgeen leidde tot een terughoudende opstelling van consumenten, werd door diverse bestuursleden van de Federal Reserve benadrukt, onder meer in een speech van Bernanke van 15 oktober 2010:
Die mening werd niet door alle Fed-functionarissen gedeeld. Thomas M. Hoenig, president van de Federal Reserve Bank van Kansas City, liet zich in de volgende bewoordingen uit:
en:
Reeds voor de feitelijke aankondiging van het programma van kwantitatieve versoepeling (voorzien op 3 november 2010) bleek dat een aantal marktpartijen vermoedden dat een dergelijk beleid zou gaan leiden tot een toekomstige inflatiestijging: de Amerikaans overheid plaatste op 25 oktober 2010 $10 miljard aan vijfjaars Treasury Inflation Protected Securities tegen een rendement van -0,55%. Bij dat type leningen worden de hoofdsom vermenigvuldigd met de inflatie over de looptijd van de lening.
Op 3 november 2010 maakte de Federal Reserve bekend tot juni 2011 voor $600 miljard aan staatsleningen (met looptijden van vijf tot zes jaar) te gaan kopen, in maandelijkse bedragen van circa $75 miljard.
Opmerkelijk was dat de reacties op deze stap van de Federal Reserve overwegend negatief waren, waarbij de motiveringen overigens zeer verschillend waren, variërend van "overbodig" en "schadelijk" tot "ontoereikend". Uit een enkele dagen na de aankondiging door Bloomberg gehouden enquête onder 1030 beleggers, analisten en handelaren bleek dat 75% daarvan niet verwachtte dat door QE 2 de groei in de VS bevorderd zou worden. Op 15 november 2010 schreven 22 economen, fund managers en anderen in een open brief in de WSJ dat van QE 2 moest worden afgezien:
Opmerkelijk was dat Bernanke reeds begin december 2010 in een gesprek met CBS zei dat de aankoop van meer staatsleningen dan de geplande $600 miljard "zeker mogelijk" was; voorts zei hij dat hij "100% zeker" was dat de Federal Reserve een eventuele inflatie (boven 2%) in toom zou kunnen houden.
In juni 2011 kondigde de Federal Reserve echter aan, het bestaande programma (QE 2) zoals gepland per eind juni te beëindigen; het herinvesteren van de opbrengst van afgeloste MBS'en in staatsleningen (QE 1.5) zou worden voortgezet.
Sterke toename deposito's van banken bij de Federal Reserve
Zoals hierboven opgemerkt sorteert kwantitatieve versoepeling geen effect indien de ermee aan het bankwezen verstrekte liquiditeiten weer bij de centrale bank worden gestald. In de VS was het effect zeer sterk waarneembaar. Reeds vanaf eind oktober 2008 nam de post "Other deposits held by depositary institutions" op de balans van de Federal Reserve sterk toe, tot circa $1000 miljard. Het verloop ervan is weergegeven in nevenstaande grafiek. Opgemerkt wordt dat de Federal Reserve over dergelijke (dagelijks opvraagbare) tegoeden een rente van 0,25% per jaar vergoedde, hetgeen meer was dan op dat moment met kortlopend Amerikaans schatkistpapier te behalen was. Bij de ECB was dat in veel mindere mate het geval: de post "current accounts" (item 2.1 in de weekly financial statements van de ECB) bewoog zich sinds de escalatie van de crisis in de herfst van 2008 tussen € 150 miljard en € 250 miljard.
"Operation Twist" VS
In september 2011 kondigde de Federal Reserve een programma aan waarbij voor $ 400 miljard aan kortlopende Amerikaanse staatsleningen (tot 3 jaar) zou worden verkocht en voor een gelijk bedrag aan langlopende staatsleningen (van 6 tot 30 jaar) zou worden teruggekocht. Een dergelijk programma was in 1961 ook uitgevoerd, destijds onder de naam "Operation Twist"; de financiële markten namen deze naam over. De Federal beoogde hiermee de lange rente (verder) te verlagen. Voorts besloot de Federal Reserve dat coupons en aflossingen van MBS'en, opgekocht in het kader van de crisis voortaan weer in dergelijke leningen zouden worden herbelegd in plaats van, zoals tot dan toe, in staatsleningen. De directe reactie van de financiële markten was terughoudend. Op 20 juni 2012 besliste de Federal Reserve om Operation Twist te verlengen voor een bedrag van $ 267 miljard.
Deel 3 (QE 3)
Op 13 september 2012 kondigde de Federal Reserve aan voor $ 40 miljard per maand door hypotheken gedekte obligaties te gaan kopen, indien de vooruitzichten voor de arbeidsmarkt niet substantieel zouden verbeteren. Ook ditmaal was er geruime tijd gespeculeerd over een dergelijke stap, doch dat de Federal Reserve geen staatsleningen ging kopen doch mortgage-backed securities was niet verwacht. De Federal Reserve noemde geen einddatum of maximumbedrag.
Uitbreiding deel 3 (QE3)
Op 12 december 2012 kondigde de Federal Reserve aan om na afloop van "Operation Twist" voor $ 45 miljard per maand staatsleningen te zullen kopen. Wederom werd geen einddatum genoemd; men gaf wel aan de op dat moment geldende Federal funds rate op het bestaande niveau (tussen 0% en 0,25%) te zullen houden tot de werkloosheid gedaald zou zijn tot "ten minste" 6,5% en de inflatie niet meer dan 2,5% zou zijn. Het opkopen van mortgage backed securities zou voortgezet worden.
Juni 2013: aankondiging geleidelijke afbouw QE3
Bij de persconferentie na de vergadering van het Federal Open Market Committee van 19 juni 2013 liet Fed-voorzitter Bernanke doorschemeren dat, gegeven de wijze waarop met name inflatie en werkloosheid zich ontwikkelden, een geleidelijke vermindering van de omvang van de maandelijkse aankopen ("taper") vanaf "later in 2013" denkbaar was, en de aankopen ongeveer medio 2014 geheel zouden worden stopgezet. De markten hadden gerekend op een vooruitzicht van een langer voortduren van die aankopen, en reageerden negatief. De aankondiging leidde tot een duidelijke stijging van het rendement op langer lopende Amerikaanse staatsleningen. In zijn vergadering van 17 en 18 september besloot de Fed, hoewel de markten waren uitgegaan van een bescheiden afbouw, door te gaan met aankopen tot dezelfde bedragen, $ 45 en $ 40 miljard per maand. Men wenste eerst meer aanwijzingen te zien van een blijvende verbetering van de economie. In zijn vergadering van 29 en 20 oktober 2013 handhaafde de Fed dit standpunt.
Medio december 2013 doorbrak het balanstotaal van de Federal Reserve de grens van $ 4000 miljard.
December 2013: aankondiging begin afbouw
Op 18 december 2013 besloot de Federal Reserve het bedrag van $ 85 miljard per maand te reduceren tot $ 75 miljard per maand ($ 40 miljard staatsleningen en $ 35 miljard hypotheekleningen); verdere stappen werden in het vooruitzicht gesteld indien de verwachtingen omtrent een voortgaande verbetering van de arbeidsmarkt zouden uitkomen. Op 29 januari werd het bedrag verlaagd tot $ 65 miljard per maand, op 19 maart 2014 tot $ 55 miljard per maand en op 30 april tot $ 45 miljard per maand. In de maanden daarna werd dit patroon voortgezet: bij iedere vergadering van het FOMC (om de zes weken) werd het bedrag met $ 10 miljard verlaagd. Op 29 oktober 2014 werd besloten het opkoopprogramma geheel te beëindigen; de opbrengst van aflopende beleggingen zou, zoals reeds geruime tijd eerder aangegeven, worden herbelegd, zodat het balanstotaal (ongeveer) gelijk zou blijven.
Verkorten balans
Als de opkoopprogramma's worden stopgezet, zal door de afloop van de gekochte staatsobligaties en de betaling van de rentes, geld worden onttrokken aan de economie en zal het staatsbank balans verminderen. Dat heeft hetzelfde effect als een verhoging van de rente of andere verkrapping van de geldmarkt maatregelen. Het stoppen van de opkoopprogramma's is dus niet neutraal. De obligaties weer terug aan de financiële markt verkopen versterkt dat effect. De weg terug naar een normale bankbalans en financiële obligatie markt zal lang duren.
In juni 2017 heeft de Federal Reserve de plannen bekend gemaakt om de balans te verkorten. Vanwege diverse opkoopprogramma’s heeft de Federal Reserve voor $ 4500 miljard aan beleggingen op de balans staan. Tot nu toe werd het geld ontvangen op afgeloste obligaties herbelegd waardoor het saldo gelijk bleef. De Federal Reserve heeft besloten voor $ 10 miljard per maand aflopende obligaties niet te vervangen door andere obligaties. Dat bedrag wordt elk kwartaal met $ 10 miljard verhoogd tot de gewenste afbouw van $ 50 miljard per maand. In het persbericht na afloop van de vergadering van 26 juli 2017 stelde de Federal Reserve te verwachten dat "relatively soon" begonnen zou kunnen worden met het geleidelijk afbouwen van de aangekochte leningen.
Maart 2020: hervatten QE in verband met COVID-19 virus
Op 15 maart kondigde de Federal Reserve aan ter bestrijding van de economische gevolgen van het COVID-19 virus de federal funds rate te verlagen tot 0%-0.25%, en het aankoopprogramma te hervatten. Maandelijkse bedragen werden niet genoemd, maar het totaal zou ten minste 500 miljard dollar aan staatsleningen zijn en ten minste 200 miljard aan "agency mortgage-backed securities". Het balanstotaal van de Federal Reserve steeg sterk en bedroeg op 8 april 2020 ruim 6000 miljard dollar.
November 2021: aanvang afbouw opkoopprogramma
Op 3 november 2021 kondigde de Federal Reserve aan het opkoopprogramma gefaseerd te gaan afbouwen. Iedere maand zou het bedrag aan aangekochte staatsleningen met 10 miljard dollar worden verminderd, en het bedrag aan aangekochte hypothecaire leningen met 5 miljard dollar; op deze wijze zou het programma medio 2022 zijn beëindigd. De beleidsrentes werden niet gewijzigd: de recente stijging van de inflatie werd gezien als van voorbijgaande aard ("Inflation is elevated, largely reflecting factors that are expected to be transitory.").
Januari 2022: stijging beleidsrentes verwacht
Na de vergadering van 26 januari 2022 maakte de Federal Reserve bekend dat de gestegen inflatie en de sterke arbeidsmarkt de Federal Reserve deed verwachten dat op afzienbare termijn begonnen zou gaan worden met het verhogen van de beleidsrentes:
April 2013: Kwantitatieve versoepeling in Japan
In april 2013 kondigde de Japanse centrale bank aan de geldhoeveelheid in twee jaar tijd te zullen verdubbelen, teneinde een einde te maken aan de al jaren durende deflatie. Er zou jaarlijks voor circa 70.000 miljard yen aan staatsleningen en andere leningen worden gekocht.
Men stelde zich tot doel een inflatie van 2% per jaar te bereiken.
Eind oktober 2014 kondigde de Bank of Japan een uitbreiding van het aankoopprogramma aan: men wilde voortaan 80 biljoen yen (80.000 miljard yen) per jaar opkopen, in plaats van 60 tot 70 biljoen yen.
Kwantitatieve versoepeling door de ECB
Kwantitatieve versoepeling wordt, zoals hierboven reeds gesteld, algemeen beschouwd als een "ultimum remedium": iets dat slechts ingezet wordt nadat gebleken is dat andere maatregelen (met name renteverlagingen) niet voldoende effect hebben gehad.
Voor de ECB gold (en geldt) dit met nadruk. Het verstrekken van leningen door centrale banken aan overheden is in artikel 123 van het Verdrag van Lissabon in beginsel verboden:
De achtergrond van die bepaling was (is) gelegen in de vrees dat centrale banken door hun nationale overheden gedwongen zouden kunnen worden, hun tekorten te financieren door het eenvoudigweg "drukken van geld", hier niet in de vorm van bankbiljetten maar in de vorm van giraal geld. Dat zou kunnen leiden tot hyperinflatie.
De passage "the purchase directly from them" placht te worden uitgelegd als inhoudende een verbod op het kopen van (staats-)leningen uit emissie; aankoop op de secundaire markt zou niet verboden, en daarmee toegestaan zijn. Bij het SMP-programma waren staats- en andere leningen opgekocht, doch niet direct uit emissie. De "geest" van de bepaling werd overigens niet bestreden.
Doelstelling ECB
De doelstelling van de ECB (eigenlijk: de ECB en de nationale centrale banken van de eurozone) is vastgelegd in artikel 127 lid 1 van het Verdrag van Lissabon:
De ECB legde (en legt) de doelstelling van prijsstabiliteit uit dat een inflatie van "close to, but below, 2%" wordt nagestreefd. Over een langere periode gezien blijkt zoiets gemiddeld betrekkelijk goed te lukken; over kortere perioden beschouwd zijn er regelmatig duidelijke afwijkingen. Tevens was er sprake van duidelijke verschillen tussen eurozone-lidstaten: zo was in april 2014 in de Noordelijke landen sprake van een inflatie van ruim 1% op jaarbasis, terwijl in de perifere landen de inflatie vrijwel nul was, en in Griekenland duidelijk negatief. Naarmate de recessie die samenhing met de Europese staatsschuldencrisis hardnekkiger was, en andere beleidsinstrumenten uitgeput raakten, werd de als te laag ervaren inflatie door de financiële markten steeds meer gezien als een reden voor het voortduren van die recessie. Consumenten zouden, in het vooruitzicht van dalende prijzen, bestedingen uitstellen; ondernemingen zouden, in het vooruitzicht van terugvallende afzetmogelijkheden, investeringen en uitbreidingen uitstellen, met negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid; door de daaruit voortvloeiende lagere groei (of krimp) van het GDP zou de schuldquote van overheden toenemen, met daaruit voortvloeiende stijgende (relatieve) financieringslasten en mogelijk ratingverlagingen. Tevens werd (in het voorjaar van 2014) de te hoge koers van de euro als een probleem gezien: de exportmogelijkheden naar buiten de eurozone namen daardoor af.
In het algemeen kan gezegd worden dat de ECB "strenger in de leer" is (was) ten aanzien van de onwenselijkheid van (te hoge) inflatie dan de andere grote centrale banken. Ten dele had (en heeft) dat een historische achtergrond: de herinnering aan de Duitse hyperinflatie van 1923 komt hierin terug. Een ander punt was (is) dat de ECB niet te maken heeft met één "partner" in de vorm van de eigen nationale overheid, maar met een veelheid aan nationale overheden, die soms diametraal verschillende opvattingen hebben over het te voeren monetaire beleid.
De ECB zou, bij het toepassen van kwantitatieve versoepeling, ook stuiten op diverse vragen die niet eenduidig te beantwoorden zouden zijn. Waar een andere centrale bank de "eigen" staatsleningen zou kunnen kopen, zou de ECB de staatsleningen van alle eurozone-lidstaten moeten kopen (volgens enige verdeelsleutel), of het risico lopen ervan beschuldigd te worden een bepaald land een voorkeursbehandeling te geven. Voorts reeds de vraag of de verlaging van het rendement op staatsleningen wel zou worden "doorgegeven" in de vorm van lagere tarieven voor kredietverlening aan het bedrijfsleven.
De vanaf het voorjaar van 2013 duidelijk dalende inflatie werd door de ECB aanvankelijk niet als een probleem geduid: men achtte het van voorbijgaande aard, en wees erop dat de markten verwachtten dat de inflatie weer zou stijgen tot rond die 2%. In maart 2014 nog publiceerde de ECB ramingen die voorzagen in een inflatie van 1,8% in 2016.
ECB-president Draghi zette in een speech van 24 april 2014 uiteen in welke omstandigheden en op welke wijze de ECB tot kwantitatieve versoepeling zou kunnen overgaan: slechts indien de op de middellange termijn verwachte inflatie zou dalen, zou ruimte zijn voor een omvangrijker aankoopprogramma. Dat zou, blijkens uitspraken van diverse ECB-bestuurders, eerder betrekking hebben op gesecuritiseerde bedrijfsleningen dan op staatsleningen: men verwachtte hier meer heil van, terwijl de hierboven genoemde verdragsrechtelijke bezwaren hier niet speelden. Een bezwaar was echter dat de markt voor dergelijke leningen beperkt in omvang was.
Voorshands leek de ECB zich op het standpunt te stellen dat de "bottleneck" werd gevormd door de problemen in het bankwezen: zodra men de bankbalansen voldoende gesaneerd had zou kredietverstrekking aan het bedrijfsleven en particulieren weer op gang kunnen komen; "It’s the bank lending channel that we have to concentrate on."
In april 2014 wees Draghi op de verschillen tussen de kapitaalmarkten in de VS en de eurozone: bij de laatste speelden banken een veel grotere rol in de kapitaalverschaffing aan het bedrijfsleven, zodat het opkopen van leningen veel minder een rentedrukkend effect zou hebben; "In the United States, the effect of a kind of QE is immediate on all asset prices, and the effect on the term premium is also quite direct, because it is an economy based on capital markets. In our case, the economy is based on the bank lending channel and therefore the programme has to be carefully designed in order to take this element into account."
In de maanden daarna werd dat standpunt bijgesteld: QE was zonder meer toegestaan, en zou gebruikt worden "indien noodzakelijk". Het werd echter nog steeds als "laatste wapen" gezien; de effecten van de in juni 2014 aangekondigde programma's zouden eerst afgewacht moeten worden. In augustus 2014:
"Moreover, the Governing Council is unanimous in its commitment to also using unconventional instruments within its mandate, should it become necessary to further address risks of too prolonged a period of low inflation."
Een aankoopprogramma zou, zo werd door de financiële markten gesteld, tot diverse uitvoeringsproblemen leiden. Moesten alleen staatsleningen gekocht worden of ook andere leningen? Moesten alleen staatsleningen gekocht worden van perifere landen, of van alle eurozone-lidstaten? In het laatste geval: volgens welke verdeelsleutel? De ECB bleek in augustus 2014 niet geneigd hierover helderheid te verschaffen: gevraagd of het aangekondigde opkopen van asset-backed securities (ABS) als een vorm van QE gezien kon worden antwoordde Draghi:
4 september 2014: begin kwantitatieve versoepeling door de ECB
Op 4 september 2014 kondigde de ECB een aantal maatregelen aan die geduid werden als kwantitatieve versoepeling, hoewel het daarbij niet over het opkopen van staatsleningen ging. De ECB zou asset-backed securities en covered bonds opkopen, te beginnen in oktober 2014. Een concrete omvang van het programma werd niet genoemd, doch Draghi stelde dat gestreefd zou worden naar een balanstotaal gelijk aan dat in begin 2012 (circa € 2700 miljard; in september 2014 was dat circa € 2000 miljard). Dat impliceerde niet noodzakelijkerwijs dat met zo'n programma een bedrag van € 700 miljard gemoeid zou zijn: er was in juni 2014 een programma voor het verstrekken van leningen aan banken aangekondigd (onder de naam targeted long-term refinancing operations, kortweg TLTROs) dat ook tot een stijging van het balanstotaal zou kunnen leiden.
Hoewel (zie hierboven) kwantitatieve versoepeling normaliter plaatsvindt met staatsleningen (of ten minste met in overwegende mate staatsleningen) beschouwde de ECB het als kwantitatieve versoepeling. Draghi tijdens de persconferentie:
Opmerkelijk was dat het bestuur van de ECB niet unaniem was in die beslissingen. Voorts viel op dat dit programma werd aangekondigd terwijl de technische uitwerking nog niet compleet was; hiervoor had de ECB eerst kort tevoren een adviseur in de arm genomen. Voorts was kennelijk nog overleg gaande over de "regulatory treatment" van die leningen. Ten slotte viel op dat de ECB bij dit programma ook (gesecuritiseerde) hypotheekleningen zou kopen, terwijl hypotheken bij die TLTROs uitdrukkelijk buiten beschouwing werden gelaten.
De ECB stelde dat men, nu dergelijke leningen al sinds de oprichting van de ECB als onderpand werden geaccepteerd, men voldoende inzicht had in de modaliteiten van de onderliggende leningen. Op 7 augustus 2014 had Draghi zich nog kritisch uitgelaten over (sommige van) dergelijke leningen, die hij "a sausage full of derivatives" noemde.
Tegelijk met dit programma besloot de ECB tot een (laatste) verlaging van de beleidsrentes: de refi rate werd verlaagd van 0,15% tot 0,05% en de deposit facility (het tarief waartegen banken overtollige liquiditeiten bij de ECB konden stallen) van -0,10% tot -0,20%.
De obligatiemarkten reageerden zeer positief op die stappen. (Overigens hadden de obligatiemarkten in 2014 al zeer sterke koersstijgingen laten zien, met als gevolg sterke rendementsdalingen: leningen van de "core" eurozone-landen met looptijden tot 2 jaar hadden begin september negatieve rendementen; daags na de aankondiging van de ECB gold dat ook voor Ierland.)
Bij de persconferentie van 6 november 2014 zei Draghi te verwachten ("expect") dat door middel van de diverse programma's (TLTRO's en aankoopprogramma's) een stijging van het balanstotaal bereikt zou worden tot het niveau van direct na de tweede TLTRO in maart 2012, zijnde € 3000 miljard.; op dat moment was het balanstotaal € 2052 miljard. Omtrent kort daarvoor in de financiële pers verschenen berichten als zou binnen het bestuur van de ECB onvrede bestaan over de leiderschapsstijl van Draghi werden door hem ontkend.
In de persconferentie van 4 december 2014 werd de omschrijving "expect" aangescherpt tot "beogen" ("intended"). Die formulering bleek niet de instemming van alle leden van de Governing Council te hebben.
In december nam de druk op de ECB gestaag toe, als gevolg van een toch enigszins tegenvallende belangstelling voor de tweede TLTRO (€ 129,8 miljard, op 17 december) en bescheiden resultaten van het aankoopprogramma (per 19 december € 24,8 miljard aan covered bonds en slechts € 788 miljoen aan asset-backed securities). Tevens werd verwacht dat de in die tijd sterk gedaalde olieprijs zou zorgen voor een verdere daling van de inflatie, die eind november 2014 in de eurozone als geheel 0,3% op jaarbasis bleek te zijn. De meningen over de merites van het opkopen van staatsleningen bleken nog steeds zeer verdeeld: de "noordelijke" leden van de Governing Council bleven tegenstander. Draghi wees er op dat er geen unanimiteit nodig was voor een dergelijke beslissing, en dat, gegeven de mate waarin de inflatie zich al enige tijd beneden de doelstelling van de ECB bevond, het "illegal" zou zijn om die doelstelling niet na te streven. Na 6 december ging het debat voort. De Duitse politiek was verdeeld.
22 januari 2015: ECB kondigt opkopen van staatsleningen aan
Voorafgaande aan de ECB-vergadering van 22 januari werd door de markten in toenemende mate verwacht dat de ECB zou overgaan tot het opkopen van staatsleningen. De directe aanleidingen om die stap te zetten waren de tegenvallende inflatie in de eurozone die over december bleek te zijn uitgekomen op -0,2% op jaarbasis, de gestaag lagere groeiramingen voor de eurozone, de tegenvallende omvang van de op dat moment bestaande aankoopprogramma's en de tegenvallende inflatieverwachtingen, tot uiting komend in termijncontracten op inflatie voor diverse looptijden. De "haviken" binnen de ECB bleven tot het laatst tegenstander (bijvoorbeeld ECB-bestuurder Lautenschläger in een interview met Der Spiegel op 10 januari 2015). Der Spiegel berichtte op 17 januari dat Draghi aan de Duitse Bondskanselier Merkel en minister van Financiën Schäuble zou hebben voorgesteld om aankopen (deels) voor rekening van de nationale centrale banken te laten plaatsvinden in plaats van voor rekening van de ECB. De algemene verwachting in de financiële markten was dat de ECB een programma van circa € 550 miljard zou aankondigen, waarbij rekening werd gehouden met een groot aantal mogelijke varianten en opties. Op 21 januari deed het gerucht de ronde dat de ECB voornemens zou zijn om vanaf maart 2015 voor € 50 miljard per maand aan leningen op te kopen, gedurende één jaar dan wel tot eind 2016.
Opgemerkt wordt nog dat de Advocaat-Generaal bij het Hof van Justitie van de EU op 14 januari 2015 zijn conclusie had genomen in de prejudiciële procedure omtrent de toelaatbaarheid van het OMT-programma: daaruit waren, naar algemeen werd geconcludeerd, geen principiële beletselen voor een QE-programma naar voren gekomen.
Op 22 januari 2015 kondigde de ECB inderdaad een omvangrijke uitbreiding van de bestaande aankoopprogramma's aan:
De totale omvang van de aankopen zouden vanaf maart 2015 € 60 miljard per maand bedragen, tot ten minste eind september 2016 doch in elk geval totdat een bestendige stijging van de inflatie bereikt was.
Men ging ook staatsleningen en leningen ten laste van supra-nationale instellingen kopen, de laatste voor 12% van het totaal. Inflation-linked obligaties zouden onderdeel van het programma zijn.
Leningen zouden gekocht worden conform de verdeling van het aandelenkapitaal van de ECB over de nationale centrale banken "("capital key").
Het kredietrisico zou voor 20% bij de ECB komen te liggen (de supra-nationale instellingen, plus 8% staatsleningen); het overige kredietrisico bij de nationale centrale banken.
Er zouden investment-grade staatsleningen gekocht worden; andere staatsleningen indien het betreffende land een "adjustment programme" met de EU/het IMF had afgesproken.
Aankopen zouden betrekking hebben op leningen met looptijden van 2 tot 30 jaar.
Er zou tot 25% van een individuele obligatie gekocht worden en tot 33% van het in totaal uitstaande bedrag aan leningen van één debiteur.
De rente van de nog komende tranches van het TLTRO-programma werd verlaagd tot de refi-rate (op dat moment 0,05% per jaar).
Het totaal van het programma werd door de financiële markten als groter dan verwacht gezien; obligatiemarkten reageerden met aanmerkelijke koersstijgingen.
Op 5 maart kondigde de ECB aan dat het aankoopprogramma op 9 maart zou beginnen. Leningen zouden gekocht worden tot een negatief rendement van de "deposit rate", op dat moment -0,20%. De ECB verwachtte dat hiermee de inflatie over 2017 zou uitkomen op 1,8%. Tevens werd een lijst gepubliceerd van de aan overheden gelieerde debiteuren wier leningen gekocht zouden worden ("Public sector purchase programme"); de lijst werd nadien nog uitgebreid. Griekse staatsleningen zouden vooralsnog, om diverse redenen, niet gekocht kunnen worden; Cypriotische staatsleningen eerst nadat de lopende beoordeling van het hervormingsprogramma ("review") succesvol afgesloten zou zijn.
Per eind april 2015 had de ECB onder dit programma voor € 95 miljard aan leningen opgekocht. De reactie op de financiële markten was gemengd: na grote koersstijgingen - en dus navenante dalingen van de rendementen, waarbij 10-jaars Duitse staatsleningen een rendement van slechts 0,07% bereikten - traden begin mei 2015 forse koersdalingen op. Die werden deels toegeschreven aan teruglopende liquiditeit, en deels aan het succes van het aankoopprogramma. Draghi stelde op 14 mei dat het programma volledig zou worden uitgevoerd:
Op 18 mei 2015 zei ECB-bestuurder Benoît Cœuré dat de ECB het tempo van aankopen in mei en juni 2015 wat zou verhogen, en in juli en augustus zou verlagen, vanwege de lagere verwachte liquiditeit in de zomermaanden.
Na de zeswekelijkse vergadering van 3 juni 2015 bevestigde de ECB dat het aankoopprogramma vooralsnog als beoogd zou worden voortgezet; de conjuncturele ontwikkeling werd iets minder positief geduid dan zes weken ervoor ("we expect the economic recovery to broaden" in plaats van "to broaden and strengthen"). Ten aanzien van de in de weken ervoor plaatsgevonden hebbende sterke koersdalingen en daarmee gepaard gaande zeer grote volatiliteit van obligatiekoersen zei Draghi dat de financiële markten hieraan maar moesten wennen en dat dat geen factor van overweging was voor de ECB:
Op 2 juli 2015 kondigde de ECB een verruiming aan van de lijst met debiteuren wier leningen gekocht konden worden. Tot de nieuw toegelaten debiteuren hoorden onder andere de infrastructuurbeheerders van de Oostenrijkse, Franse, Portugese en Spaanse spoorwegen.
Op 3 september 2015 kondigde de ECB aan dat limiet van het gedeelte dat men per lening zou kopen verhoogd werd van 25% tot 33%; benadrukt werd dat men de omvang en looptijd van het aankoopprogramma kon vergroten, indien nodig.
3 december 2015: verdere uitbreiding kwantitatieve versoepeling door de ECB
Op 3 december 2015 kondigde de ECB een verdere uitbreiding van het aankoopprogramma aan:
Het programma van € 60 miljard per maand werd met zes maanden verlengd tot (ten minste) maart 2017, of, indien nodig, langer, in ieder geval totdat het beoogde doel van een zodanig pad van de inflatie dat over de middellange termijn een inflatie van dicht bij, doch beneden, 2% bereikt zou zijn.
De afgeloste hoofdsommen van geëxpireerde obligaties werden herbelegd.
Ook obligaties van regionale en lokale overheden in de eurozone kwamen in aanmerking.
Tevens werd de deposit rate verlaagd van -0,20% tot -0,30%.
Draghi lichtte de genomen maatregelen (onder meer) als volgt toe:
Op 21 januari 2016 onthield de ECB zich van verdere stappen, doch kondigde mogelijke stappen in maart aan:
Zowel de actuele inflatie als de inflatieverwachtingen (uitgedrukt in de niveaus van inflation forwards) werden als "zorgwekkend" omschreven:
10 maart 2016: wederom uitbreiding kwantitatieve versoepeling door de ECB
Op 10 maart 2016 besloot de ECB tot een verdere uitbreiding van het aankoopprogramma: het maandelijkse bedrag werd verhoogd van € 60 miljard tot € 80 miljard, en ook obligaties van niet-financiële ondernemingen (mits investment grade) zouden gekocht worden. Verder werd de rente van de deposit facility verlaagd van -0,30% tot -0,40%, en werden 4 nieuwe TLTRO's aangekondigd, met een rente van "can be as low as" de rente van de deposit facility.
Op 21 april 2016 onthield de ECB zich van verdere maatregelen. Draghi wees er in de persconferentie op dat kritiek op het beleid van de ECB er toe zou kunnen leiden dat twijfel zou ontstaan aan de effectiviteit van dat beleid, hetgeen tot vertraging in de werking van dat beleid zou kunnen leiden, hetgeen tot nieuwe maatregelen zou kunnen noodzaken:
2 juni 2016: aankopen bedrijfsobligaties
Op 2 juni 2016 kondigde de ECB aan, vanaf 8 juni bedrijfsobligaties (dus van niet-financiële instellingen) te zullen gaan opkopen, onder de naam corporate sector purchase programme (CSPP).
Toename gebruik deposit facility ondanks negatieve rente
De deposit facility van de ECB stelt banken in staat om overtollige liquiditeiten op een veilige wijze tijdelijk te stallen. In normale omstandigheden wordt die faciliteit weinig gebruikt. De rente erop is gerelateerd aan de andere beleidsrentes van de ECB. Vanaf juni 2014 werd de rente hierop negatief: banken moesten betalen voor het stallen van hun overtollige geld. Opmerkelijk is dat ondanks diverse verdere verlagingen (juni 2014 -0,1%, september 2014 -0,2%, december 2015 -0,3%, maart 2016 -0,4%) het gebruik van die faciliteit aanmerkelijk toenam. Eerst na de verlaging tot -0,5% in september 2019 was sprake van een afname.
Oktober 2016: kritiek van De Nederlandsche Bank op beleid ECB
In het (halfjaarlijkse) Overzicht Financiële Stabiliteit van het najaar van 2016, gepubliceerd op 4 oktober 2016, uitte DNB kritiek op het beleid van de ECB:
Het was in de financiële wereld al reeds lang bekend dat DNB (en diens vertegenwoordiger in de board van de ECB) zich niet kon vinden in het beleid van de ECB. Echter, Nederland had hierin, met een klein aantal andere Eurozone-lidstaten, een minderheid.
20 oktober 2016: geen wijzigingen in het QE-programma
Op 20 oktober 2016 onthield de ECB zich van wijzigingen in het programma. De inflatie-ontwikkeling in de Eurozone werd, ondanks een lichte stijging in september 2016, onbevredigend geacht:
Een abrupt stoppen van het aankoopprogramma,in tegenstelling tot gefaseerd afbouwen ("tapering" in het jargon) werd onwaarschijnlijk geacht:
Gevraagd naar zijn commentaar op de reactie van de financiële markten op geruchten van die strekking:
Op de stelling dat het aankoopprogramma van bedrijfsleningen grote (beursgenoteerde) ondernemingen bevoordeelde boven kleinere ondernemingen, antwoordde Draghi ontkennend:
De vraag waarom de ECB ook obligaties van ondernemingen buiten de Eurozone kocht (waaronder die van Nestlé, Glencore, Novartis en Roche) werd niet bantwoord.
8 december 2016: verlenging QE-programma, maar verlaging van € 80 miljard tot € 60 miljard
Op 8 december kondigde de ECB aan dat het aankoopprogramma zou worden voortgezet tot eind december 2017 of, indien dat nodig zou worden geoordeeld, langer. Het maandelijkse bedrag werd tot eind maart 2017 gehandhaafd op € 80 miljard, en daarna verlaagd tot € 60 miljard. Indien de verwachtingen omtrent groei, dan wel de ontwikkeling van de inflatie daartoe aanleiding zouden geven, zou de ECB zowel de omvang als de duur van het programma kunnen uitbreiden. De minimale looptijd van de te kopen obligaties werd verlaagd van twee jaar tot één jaar; een rendement (YTM) van minder dan de rente op de deposit facility van de ECB (op dat moment -0,4%) werd toegestaan in de mate waarin dat noodzakelijk was ("will be permitted to the extent necessary"). De kans op deflatie was, aldus Draghi, vrijwel verdwenen ("has largely disappeared").
9 maart 2017: voortzetting beleid, ondanks toenemende inflatie
In de vergadering van 9 maart 2017 hield de ECB het beleid ongewijzigd, hoewel de inflatie in de Eurozone in de voorafgaande maanden een stijgende lijn had vertoond, en over februari 2017 een niveau van 2,0% had bereikt. Men wees er op dat de recente stijging van
de inflatie voornamelijk het gevolg was van stijgende energie- en voedselprijzen. Het aankoopprogramma werd succesvol geacht, doch het was prematuur om tot afbouw te besluiten. Draghi wees er op dat een tot dan toe gebruikelijke passage uit het Introductory statement was geschrapt:
26 oktober 2017: halvering maandelijkse aankopen vanaf januari 2018
Op 26 oktober 2017 kondigde de ECB aan dat de aankopen op grond van het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP) tot eind december 2017 zouden doorlopen voor hetzelfde maandelijkse bedrag van €60 miljard. Vanaf januari 2018 is het de bedoeling dat de netto activa-aankopen doorlopen voor een maandelijks bedrag van €30 miljard.
Ontvangen aflossingen zouden worden herbelegd. Draghi hield de mogelijkheid open dat de omvang van de aankopen zelfs weer verhoogd zou kunnen worden:
14 juni 2018: aankondiging halvering aankopen en eind programma in december 2018
Op 14 juni 2018 kondigde de ECB aan dat het aankoopprogramma in september 2018 zou worden gehalveerd tot € 15 miljard per maand, en per eind december 2018 gestopt zou worden. Ontvangen aflossingen zouden herbelegd worden gedurende "an extended period of time after the end of our net asset purchases", en in elk geval zo lang als nodig zou worden geacht. De officiële rentes bleven ongewijzigd, en de verwachting werd uitgesproken dat dat zo zou blijven tot de zomer van 2019.
7 maart 2019: aankondiging volgend programma TLTRO's
Op 7 maart 2019 kondigde de ECB een volgend programma van TLTRO's (targeted longer-term refinancing operations) aan: banken konden wederom tegen voordelige condities tweejaars-leningen kunnen aantrekken, mits deze zouden worden besteed aan financieringen die de groei van de economie in de Eurozone zouden bevorderen. Het programma zou lopen van september 2019 tot maart 2021.
Tijdens de persconferentie liet ECB-president Draghi zich niet uit over de details:
Ten tijde van de aankondiging van dit programma was onder de lopende
TLTRO-programma's circa € 740 miljard aan leningen verstrekt. De details van het programma zouden in de maanden na de aankondiging worden uitgewerkt, naar analisten aannamen om de ECB in de gelegenheid te stellen de macro-economische ontwikkelingen tussen maart en september 2019 af te wachten.
18 juni 2019: aankondiging mogelijke verdere renteverlagingen
Bij het (jaarlijkse) symposium van de ECB in Sintra, Portugal, waarschuwde ECB-president Draghi dat, gegeven de afkoelende economie in een aantal landen van de Eurozone, het (zeer) accommoderende beleid mogelijk uitgebreid zou moeten worden:
Zowel verdere renteverlagingen als een hervatting van het aankooprogramma (Asset Purchade Program, alias APP) werden als mogelijkheid genoemd:
Dragi verwees naar de taak die de ECB in het EU-verdrag was toebedeeld:
Hij gaf aan dat een periode van inflatie beneden de doelstelling van de ECB ("close to, but below, 2,0%) gecompenseerd zou dienen te worden door een periode van navenant hogere inflatie:
12 september 2019: verdere verlaging deposit rate en hervatting QE
Op 12 september 2019 kondigde de ECB een verlaging van de deposit rate van -0,40% tot -0,50% aan. Voorts werd een hervatting van het aankoopprogramma aangekondigd ten bedrage van € 20 miljard per maand, vanaf 1 november 2019. Tevens werden enige wijzigigen in het TLTRO-programma aangekondigd.
De ECB noemde als redenen de ontwikkeling van de inflatie, die achter bleef bij de doelstelling van de ECB, en de afnemende economische groei:
EU-lidstaten die daartoe de mogelijkheden hadden werden opgeroepen om meer uit te geven; andere lidstaten werden opgeroepen om hun begroting beter op orde te krijgen:
Draghi benadrukte dat de besluiten unaniem waren. Hij stelde dat de banengroei van 11 miljoen in de Eurozone grotendeels was toe te schrijven aan de maatregelen van de ECB:
In reactie op een suggestie van de Amerikaanse vermogensbeheerder BlackRock om rechtstreeks geld aan consumenten te geven ("[to put] money, central bank money, directly in the hands of citizens") zei Draghi dat dat geen taak van een centrale bank was:
Kritische reactie DNB
DNB-president Knot reageerde in een persbericht d.d. 13 september 2019 in (voor centrale bankiers) opmerkelijk kritische bewoordingen:
18 maart 2020: maatregelen ECB in verband met de coronacrisis
Op 18 maart 2020 kondigde de ECB in verband met de coronacrisis een nieuw aankoopprogramma (Pandemic Emergency Purchase Programme, afgekort PEPP) aan, waarbij tot ten minste eind 2020 voor een bedrag van € 750 miljard leningen op grond van de diverse bestaande programma's zouden worden opgekocht. Voor Griekse staatsleningen werden de criteria versoepeld; voor commercial paper kwam ook commercial paper van niet-financiële ondernemingen in aanmerking. De onderpandseisen werden versoepeld. Voor zover restricties die de ECB zichzelf had gesteld ("self-imposed limits") een belemmering zouden vormen, zouden die restricties herzien worden.
In de weken daarna nam het balanstotaal van de ECB sterk toe, vooral door leningen met enerzijds looptijden van circa 3 maanden en anderzijds leningen met een looptijd van 3 jaar, tot ruim boven € 5.000 miljard. Ook Griekse staatsobligaties werden aangekocht.
Op 4 juni 2020 voegde de ECB nog eens 600 miljard toe aan het eerdere PEPP-programma. Het programma werd hierdoor uitgebreid tot € 1350 miljard, en zou tot ten minste eind juni 2021 worden voortgezet. Herbelegging van aflossingen zou plaatsvinden tot ten minste eind 2022. Het Asset Purchase Program werd voortgezet tot ten minste eind 2020. Ook hier zouden aflossingen herbelegd worden. De bestaande rentetarieven bleven ongewijzigd. ECB-president Christine Lagarde wees er op dat de Eurozone zeer hard was geraakt door de coronacrisis:
en:
5 mei 2020: uitspraak Bundesverfassungsgericht over PSPP
Op 5 mei 2020 deed het Bundesverfassungsgericht een uitspraak in drie geschillen over de vraag of de ECB met het Public Sector Asset Purchase Programme (PSPP) buiten de grenzen van haar mandaat was getreden.
De klagers in die zaken (in de gepubliceerde uitspraak als gebruikelijk geanonimiseerd, hoewel de eerste zaak bekend kwam te staan als de zaak-Weiss) stelden dat de ECB met dit opkoopprogramma het onderscheid tussen monetair beleid (behorend tot de taak van de ECB) en economisch beleid (voorbehouden aan de lidstaten van de Eurozone) uit het oog verloren had, en daarmee buiten de grenzen van haar mandaat, zoals vastgelegd in artikel 123 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, was getreden.
Het Bundesverfassungsgericht had over de uitleg van het op deze materie betrekking hebbende Europese recht prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het Hof had ) geoordeeld dat het Europese recht zo te verstaan was dat de ECB (en de nationale centrale banken, uitvoerders van de aankoopprogramma’s) zich hier niet buiten de grenzen van hun bevoegdheden hadden begeven. Het Hof volgde daarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal bij het Hof.
In zijn uitspraak hanteerde het Hof onder meer een proportionaliteitstoets (te omschrijven als: is deze maatregel geschikt om het nagestreefde doel te bereiken, en gaat deze maatregel niet verder dan voor het bereiken van dit doel nodig is?); het Hof concludeerde dat hieraan voldaan was.
Het Bundesverfassungsgericht kwam in zijn uitspraak van 5 mei 2020 echter tot het oordeel dat het besluit van de ECB tot het PSPP-programma niet voldeed aan de eis van proportionaliteit (“Verhältnismäßigkeit”), waarmee de ECB de grenzen van haar mandaat had overtreden (“ultra vires” had gehandeld). Uit het persbericht dat het Bundesverfassungsgericht na de uitspraak had uitgegeven:
en:
Het Bundesverfassungsgericht beoordeelde vooral de vermenging van monetair en economisch beleid als problematisch. Uit de overlegde stukken bleek, aldus het Bundesverfassungsgericht, niet dat een afweging had plaatsgevonden tussen de monetaire doeleinden en de economische effecten van het aankoopprogramma. De ECB, zo oordeelde het Bundesverfassungsgericht, zich beperkt tot de vaststelling dat het nagestreefde inflatiedoel niet bereikt was en minder zware beleidsinstrumenten niet beschikbaar waren. Uit het persbericht:
Het Bundesverfassungsgericht wees op diverse (mogelijke) negatieve gevolgen voor o.a. spaarders en pensioenfondsen, en uitte de vrees dat deze aankoopprogramma’s, naarmate de tijd verstreek en de omvang ervan toenam, steeds moeilijker te beëindigen en af te wikkelen zouden zijn:
Het Bundesverfassungsgericht droeg de Duitse regering op er bij de ECB op aan te dringen nadere uitleg te geven omtrent de proportionaliteit. (Mocht het uitblijven, dan zou de Bundesbank na verloop van tijd niet meer mogen deelnemen aan het uitvoeren van het PSPP-programma.) De ECB gaf een dergelijke uitleg, waarna de Duitse regering en de Bundestag op 2 juli besloten dat hiermee aan de uitspraak van het Bundesverfassungsgericht voldaan was.
Het Hof van Justitie reageerde enkele dagen later met een perscommuniqué:
Mogelijke verdere implicaties van deze uitspraak
Het Bundesverfassungsgericht stelde hier een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, doch volgde de uitspraak van het Hof vervolgens niet. Dat is ten minste als zeer uitzonderlijk te beschouwen, zo niet als vrijwel uniek. (Opmerkelijk zijn ook de stellige bewoordingen waarin het Bundesverfassungsgericht de uitspraak van het Hof van Justitie kwalificeert.)
Of dat een precedentwerking zal hebben voor geschillen op andere terreinen dan het onderhavige (zoals vrij verkeer van personen, goederen en diensten maar ook grondrechten) zal moeten worden afgewacht. Op de uitspraak van het Bundesverfassungsgericht is zowel instemmend als afkeurend gereageerd.
December 2020: verdere uitbreiding QE-programma en andere maatregelen
Op 10 december 2020 kondigde de ECB een uitbreiding aan van het pakket steunmaatregelen. Het aankoopprogramma van staatsleningen, samenhangend met de COVID 19-pandemie (pandemic emergency purchase programme, alias PEPP) werd met € 500 miljard uitgebreid tot € 1.850 miljard, en de looptijd met 9 maanden verlengd tot ten minste eind maart 2023. Het herbeleggen van de hoofdsom van vervallende leningen, aangekocht onder het PEPP-programma werd verlengd tot ten minste eind 2023. De looptijd van het TLTRO-programma werd verlengd tot juni 2022, en de condities ervan werden verder versoepeld. Voorts werd een nieuw leningprogramma aangekondigd (pandemic emergency long-term refinancing operations", alias PELTRO). Her herbeleggen van de hoofdsom van vervallende leningen, aangekondigd onder het eerdere asset pirchase program (APP) werd voortgezet gedurende een periode omschreven als "an extended period of time".
Tijdens de persconferentie zei ECB-president Lagarde, gevraagd naar de motivering van de looptijdverlenging, dat dat samenhing met het door de ECB verwachte tijdstip waarop kudde-immuniteit bereikt zou zijn:
In antwoord op een latere vraag benadrukte mevrouw Lagarde dat, mocht de crisis dan nog niet ten einde zijn, de ECB dat tijdschema zou herzien:
Juni 2021: continuering maatregelen
Bij de persconferentie van 10 juni 2021 deelde ECB-president Lagarde mee dat alle bestaande programma's verlengd werden:
21 juli 2021: wijziging inflatiedoelstelling
Op de persconferentie van 21 juli 2021 noemde ECB-president Lagarde een gewijzigde inflatiedoelstelling: in plaats van "below, but close to, 2%" werd dat "symmetric 2%". Een tijdelijke periode van hogere infatie werd acceptabel geacht:
Een periode van hogere inflatie dan 2% werd aanvaardbaar geacht:
Alle bestaande programma's voor het aankopen van obligaties en het verschaffen van leningen werden gecontinueerd.
In een interview met de FAZ uitte Bundesbank-president Weidmann kritiek op de handelwijze van de ECB:
en
9 september 2021: vermindering maandelijks bedrag aankopen onder PEPP
In de vergadering van 9 september 2021 besloot het bestuur van de ECB dat de aankopen onder het noodsteunprogramma (Pandemic emergency purchase programme, afgekort PEPP) zouden worden voortgezet tot het beoogde totaalbedrag van € 1850 miljard tot ten minste eind maart 2022, doch in een (enigszins) verminderd tempo:
ECB-president Lagarde ontkende dat deze beslissing gezien kon worden als een aankondiging van een voornemen om tot afbouw van de aankoopprogramma's ("taper'") te komen:
16 december 2021: aankondiging verdere afbouw (met voorbehoud ten aanzien van mogelijke hervatting)
Op 16 december kondigde de ECB een verdere afbouw van het aankoopprogramma aan. Aankopen onder het Pandemic emergency purchase programme zouden eind maart 2022 gestaakt worden; herbelegging van ontvangen aflossingen zouden echter onverminderd plaatsvinden. Aankopen onder het Asset purchase programme zouden vanaf het tweede kwartaal van 2022 worden teruggebracht tot € 40 miljard per maand, vanaf het derde kwartaal tot € 30 miljard per maand, en vanaf het vierde kwartaal van 2022 tot € 20 miljard per maand. De ECB wees er op dat marktomstandigheden zouden kunnen nopen tot een afwijken van dit tijdspad, waarbij de markt voor Griekse staatsleningen genoemd werd:
Ten aanzien van de duur van de Corona-crisis en de impact van de Omikron-variant onthield ECB-President Lagarde zich van stellige uitspraken:
3 februari 2022: geen wijzigingen in beleid
In zijn vergadering van 3 februari 2022 bracht de ECB geen wijzigingen aan in zijn beleid. De gestegen inflatie (zie nevenstaande grafiek) werd gezien als van tijdelijke aard:
10 maart 2022: beperkte wijziging aankoopprogramma
Op 10 maart 2022 besloot de board van de ECB tot een beperkte wijziging van het aankoopprogramma: de aankopen in april 2022 werden teruggebracht tot € 40 miljard, in mei 2022 tot € 30 miljard, en in juni 2022 tot € 20 miljard. Omtrent latere maanden werden geen uitspraken gedaan. De groeiverwachtingen werden neerwaarts bijgesteld; de inflatieverwachtingen "significantly" opwaarts. Ook over eventuele verhogingen van de beleidsrentes werden geen uitspraken gedaan:
en
14 april 2022: herhaling uitspraak omtrent einde aankoopprogramma, geen uitspraak omtrent renteverhogingen
In de persconferentie na de vergadering van de board van de ECB onthield president Lagarde zich van uitspraken omtrent renteverhogingen. Het tijdstip voor het beëindigen van het aankoopprogramma bleef aangeduid als "in the third quarter", met een (eerste) renteverhoging "some time after".
9 juni 2022: aankondiging einde aankoopprogramma en eerste renteverhoging (per de volgende vergadering)
Op 9 juni 2022 kondigde de board van de ECN aan het aankoopprogramma (onder het APP-programma) per 1 juli 2022 te staken Voorts werd een verhoging van de beleidsrentes met 0,25% per de datum van de juli-vergadering (op 22 juli 2022) aangekondigd. Een verdere renteverhoging in september 2022 werd in het vooruitzicht gesteld ("expected") doch de omvang ervan werd afhankelijk gesteld van de alsdan bestaande inflatieverwachtingen: indien de in juni bestaande inflatieverwachtingen nog ongewijzigd zouden zijn of zouden verslechteren, zou een grotere renteverhoging passend ("appropriate") zijn. Ontvangen coupons en aflossingen zouden herbelegd worden.
21 juli 2022: verhoging beleidsrentes met 0,50% en aankondiging Transmission Protection Instrument
Op 21 juli 2022 verhoogde de ECB de beleidsrentes met 0,50% met ingang van 27 juli 2022, ter beteugeling van de in de voorgaande maanden sterk gestegen inflatie. De inflatie bleek duidelijk hoger dan ten tijde van de vorige persconferentie verwacht:
Tevens werd een nieuw instrument aangekondigd: het Transmission Protection Instrument, wat beoogd was om ingezet te worden in geval van (naar het oordeel van de ECB) onterechte en wanordelijke marktomstandigheden ("unwarranted, disorderly market dynamics") die de effectiviteit van het ECB-beleid ernstig zouden kunnen belemmeren. Dit instrument behelsde de mogelijkheid van aankoop van staatsleningen en andere leningen ten laste van overheden (inclusief lagere overheden en de EU zelf). Bij de presentatie van dit instrument werden een aantal voorwaarden genoemd waaraan de lidstaten voldaan dienden te hebben (in grote lijnen behelzend dat men (alsdan) zich op monetair en fiscaal gebied had gedragen volgens de geldende normen). Gesteld werd echter dat deze criteria zouden dienen als input voor de besluitvorming door de ECB en dat ze desnodig zouden kunnen worden bijgesteld ("These criteria will be an input into the Governing Council’s decision-making and will be dynamically adjusted to the unfolding risks and conditions to be addressed."). De omvang van de mogelijke aankopen werd opengelaten ("The scale of TPI purchases would depend on the severity of the risks facing monetary policy transmission. Purchases are not restricted ex ante."); ook werd niet uitgesloten dat leningen van private sectoren zouden wouden gekocht ("Purchases of private sector securities could be considered, if appropriate.").
8 september 2022: geen wijziging beleid m.b.t. aankooprogramma's; verhoging beleidsrentes met 0,75%
Op 8 september 2022 bracht de ECB geen wijziging aan in het beleid m.b.t. de aankoopprogramma's. Wel werden, naar aanleiding van de scherp gestegen inflatie in de Eurozone, de beleidsrentes met 0,75%-punt verhoogd.nieuwe rentepercentages. Gearchiveerd op 6 september 2023. Deze stap zou er toe moeten leiden dat de inflatie zou terugkeren tot het nagestreefde niveau van 2%:
Verdere renteverhogingen werden in het vooruitzicht gesteld:
Ontvangen aflossingen van aangekochte leningen zouden herbelegd blijven worden:
27 oktober 2022: verdere renteverhoging; geen beslissing omtrent afbouw of uitbreiding leningenportefeuilles
Op 27 oktober 2022 verhoogde de ECB de beleidsrentes wederom met 0,75%-punt. De rente op leningen op grond van het TLTRO-pakket werd verhoogd; banken werd toegestaan deze leningen (met looptijden van oorspronkelijk circa 3 jaar) versneld af te lossen. Beslissingen omtrent een eventuele afbouw van het aankoopprogramma van staatsleningen (APP) zouden in december 2022 genomen worden; een eventuele beslissing omtrent het gebruik van het TPI-programma werden eveneens uitgesteld tot december 2022.
15 december 2022: verdere verhoging beleidsrentes en aankondiging afbouw herbelegging
Op 15 december 2022 kondigde de ECB een verhoging van de beleidsrentes met 0,5%-punt aan, en een (geleidelijke) afbouw van de portefeuilles aangekochte leningen, met € 15 miljard per maand, te beginnen in maart 2023, voorshands tot medio 2023.
De (actuele en verwachte) inflatie werd veel te hoog geacht:
De kans op een recessie werd aanvaardbaar geacht:
Tijdens de Q&A werden meerdere renteverhogingen van telkens 0,5% in het vooruitzicht gesteld:
2 februari 2023: wederom verhoging beleidsrentes; nadere details omtrent herbelegging
Op de persconferentie van 2 februari 2023 werd een verhoging van de beleidsrentes met wederom 0,5% aangekondigd, benevens een verhoging met 0,5% in maart:
De in december 2023 aangekondigde afbouw van de portefeuille aangekochte leningen bleef gehandhaafd. Ten aanzien van bedrijfsobligaties zou meer aandacht worden besteed aan klimaat-aspecten:
16 maart 2023: wederom verhoging beleidsrentes
Op de persconferentie van 16 maart 2023 werd wederom een verhoging van de beleidsrentes met 0,5% aangekondigd, zoals reeds in het vooruitzicht gesteld.
Overheden werden opgeroepen om ingrijpen op de energiemarkten tijdig af te bouwen, aangezien een uitblijven daarvan tot een opwaartse druk op de inflatie zou leiden:
Recente problemen in de bancaire sector (o.a. het omvallen van Silicon Valley Bank werden niet als zorgwekkend beschouwd:
Er werden geen wijzigigen aangebracht in het tempo van afbouw van de aankoopprogramma's.
4 mei 2023: verhoging beleidsrentes, voortzetting tempo afbouw aankoopprogramma
Op 4 mei 2023 verhoogde de ECB wederom de beleidsrentes (met 0,25%). De inflatie, vooral van voedselprijzen, werd als nog steeds te hoog gezien:
en
en
De afbouw van het aankoopprogramma (door het niet herbeleggen van vervallen leningen) werd voortgezet:
15 juni 2023: wederom renteverhogingen; bevestiging einde herbelegging afgeloste leningen onder Asset Purchase Program
Op 15 juni kondigde de ECB wederom een verhoging van de beleidsrentes aan, van 0,25%. Tevens werd het aangekondigde einde van het herbeleggen van de afgeloste leningen, aangekocht onder het Asset Purchase Program, bevestigd.
De ECB constateerde dat de inflatie nog steeds te hoog was:
Geconstateerd werd dat de stijgende rente tot problemen zou kunnen leiden in het bankwezen en de onroerend goed-sector:
Een verdere renteverhoging werd waarschijnlijk geacht:
27 juli 2023: nogmaals renteverhogingen; bevestiging beleid (niet-)herbelegging afgeloste leningen
Op 27 juli 2023 kondigde de ECB wederom renteverhogingen van 0,25% aan gezien de nog steeds te hoge inflatie. Het beleid ontvangen aflossingen van aangekochte leningen niet opnieuw te beleggen werd bevestigd; eerdere verkoop werd niet aan de orde geacht:
ECB-president Lagarde deed geen uitspraak over een volgende renteverhoging in september 2023:
14 september 2023: wederom renteverhoging
In de bestuursvergadering van 14 september 2023 werd wederom besloten tot een renteverhoging met 0,25%.Het besluit werd genomen met "a solid majority". De verwachting werd uitgesproken dat deze renteniveaus, gedurende voldoende tijd gehandhaafd, zouden zorgdragen voor een terugkeer van de inflatie tot het gewenste niveau:
Het beleid ten aanzien van de aangekochte leningen was geen onderwerp van discussie:
26 oktober 2023: geen renteverhoging
In de vergadering van 26 oktober 2023 werden de beleidsrentes ongewijzigd gelaten. Een verlaging van de beleidsrentes binnen afzienbare tijd werd niet waarschijnlijk geacht:
Verkoop van beleggingen, aangekocht in het kader van de Corona-crisis, was niet ter sprake gebracht:
Op de vraag naar de gevolgen van de rentestijging voor de financiële positie van de ECB en de deelnemende centrale banken werd geantwoord dat het niet hun taak was om winst te maken of om geleden verliezen op te vangen:
Kwantitatieve versoepeling door de Zweedse centrale bank
Op 12 februari 2015 kondigde de Zweedse centrale bank Riksbank aan voor 10 miljard Zweedse kronen (circa 1 miljard euro) Zweedse staatsleningen met looptijden van 1 tot 5 jaar te zullen opkopen. Op 18 maart werd aangekondigd dat het programma met 30 miljard kronen zou worden uitgebreid. Op 2 juli 2015 kondigde de Zweedse centrale bank een verdere vergroting van het QE-programma aan, met een additionele SEK 45 miljard (circa € 4,8 miljard). Tevens werd de deposit rate'' verlaagd tot -0,35%. Op 28 oktober 2015 kondigde men nogmaals een vergroting van het QE-programma aan, met SEK 65 miljard.
Centrale bank
Macro-economie
Monetair beleid
|
Maart 2020: hervatten QE in verband met COVID-19 virus
| 1 |
hervatten, voortzetten, herstarten
|
770 |
EndorseAction
|
54361
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Handvest%20van%20de%20PLO
|
Handvest van de PLO
|
Hieronder staat het Palestijns Nationaal Convenant, het officiële handvest van de Palestijnse Bevrijdings Organisatie (PLO). De Nederlandse tekst is een officieuze vertaling van een van de Engelse versies van het document.
Status van het document
Het Handvest stamt oorspronkelijk uit 1964, maar werd in 1968, na de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en de Golanhoogten, in radicale zin aangepast. Onderstaande vertaling betreft de laatste versie.
De tekst van het Handvest van de PLO (van de versie sinds 1968) bevat veel clausules die oproepen tot de afbraak van de staat Israël.
In een briefwisseling tussen Arafat en Rabin in het kader van de Oslo-akkoorden van 1993 ging Arafat ermee akkoord dat deze clausules zouden worden verwijderd.
Op 26 april 1996 (3 jaar later) stemde de Palestijnse Nationale Raad voor een voorstel om al deze clausules uit het Handvest te verwijderen (Art. 6-10, 19-23, 23-30) of aan te passen (Art. 1-5, 11-14, 16-18, 25-27, 29), en riep op tot het opstellen van een nieuwe tekst.
Een brief van Arafat aan de toenmalige president van de VS, Bill Clinton, bevatte een opsomming van de betreffende clausules, en in een vergadering van het Palestijnse Centrale Comité (PCC) werd deze lijst goedgekeurd.
In een openbare vergadering van leden van de PLO, de PNC (Palestijnse Nationale Raad) en de PCC werd de brief in het bijzijn van Clinton nog eens bevestigd.
Ondanks dit alles werd een nieuwe tekst van het Handvest nooit gepubliceerd, wat heeft geleid tot een slepend twistpunt. Critici van de Palestijnse organisaties beweren dat het niet-verschijnen van een nieuwe tekst bewijst dat men niet echt van plan was die clausules uit het Handvest te verwijderen. In een van de Palestijnse reacties daarop wordt gesteld dat het vervangen van het Handvest zou moeten bestaan in de publicatie van een grondwet voor de toekomstige Palestijnse staat. De gepubliceerde voorlopige grondwet zegt over het grondgebied van Palestina: "... is een ondeelbare eenheid gebaseerd op de grenzen van 4 juli 1967". Men maakt dus aanspraak op het gehele grondgebied van de huidige staat Israël plus de Palestijnse Gebieden plus de Sinaï.
Uitspraken over het document en de politieke doelen
Hier volgen enkele fragmenten van toespraken van verschillende voormannen van de PLO/PA. De uitspraken zijn uiteraard niet representatief voor alle Palestijnse stromingen.
Over de erkenning van Israël
"Derhalve zal de PLO de nodige aanpassingen met betrekking tot het Palestijnse handvest ter goedkeuring voorleggen aan de Palestijnse Nationale Raad." --Yasser Arafat, Voorzitter van de PLO (in een briefwisseling met Israël, 9 september 1993)
"Israël moet niet van de PLO verlangen zijn handvest aan te passen; de PLO eist toch ook niet dat de joodse natie de Bijbel schrapt?" --Ziad Abu Ziad, hoge functionaris van de PLO (in een toespraak voor de Amerikaanse Joodse Federatie, 23 oktober 1993)
"Palestijnen schuwen het compromis niet. In de Oslo-akkoorden van 1993 werden we het erover eens Israëlische soevereiniteit te erkennen over 78 procent van historisch Palestina en een Palestijnse staat te stichten op slechts 22 procent." --Saeb Erekat, hoofdonderhandelaar namens de Palestijnen, 5 augustus 2000
In een interview met de Jordaanse krant Al-Arab, 22 april 2004, zei de PLO-minister Farouk Kaddoumi, die toen nog in Tunesië verbleef, dat het Handvest van de PLO nooit op zodanige wijze zou worden aangepast dat het het bestaansrecht van Israël zou erkennen. "Het Palestijnse nationale handvest is tot op heden niet aangepast. Er is gezegd dat sommige artikelen niet langer van kracht zijn, maar ze zijn niet gewijzigd. Ik ben een van de tegenstanders van welke wijziging dan ook." Hij zei ook: "...de nationale strijd moet doorgaan. Ik bedoel de gewapende strijd... Fatah werd opgericht op basis van de gewapende strijd, aangezien dat de enige weg was die zou leiden tot politieke onderhandelingen die de vijand zou dwingen onze nationale aspiraties te accepteren. Er is derhalve geen andere strijd dan de gewapende militaire strijd... Als Israël de Gaza-strook wil ontruimen, dan moeten ze dat maar doen. Dat betekent dat het Palestijnse verzet hen daartoe gedwongen heeft. Maar het verzet gaat door. Laat de Gaza-strook Zuid-Vietnam zijn. Wij zullen alle middelen aangrijpen om Noord-Vietnam te bevrijden."
Over de doelen van het vredesproces
Als wij aan alle Palestijnse strijdkrachten en facties vragen de Oslo-overeenkomst te zien als "tijdelijke" procedures, of gefaseerde doelen, dan betekent dat dat we de Israëli in een hinderlaag lokken en hen bedriegen. Echter, in feite doen we precies wat zij ook doen. Het bewijs daarvoor is dat zij zich ervan bewust zijn, zonder een poging te doen dat te verbergen, dat niets hen hier meer verenigt rond het gebied dat zich uitstrekt van de Nijl tot de Eufraat dan hun eigen slogan, die uit de Thora komt, en luidt: 'Dit zijn de grenzen van het grotere land van Israël.'...
"Wij doen precies hetzelfde [als Israël]. In 1947, in overeenstemming met het Verdelingsplan [van de VN], besloten ze 55% van het land van Palestina aan een staat toe te wijzen, wat ze later uitbreidden naar 78% tijdens de Oorlog van 1948, en opnieuw [uitbreidden] naar 100% tijdens de Oorlog van 1967. Desondanks maakten ze nooit een geheim van hun doel op lange termijn, te weten "Groot-Israël" van de Nijl tot de Eufraat. Evenzo, als wij akkoord gaan met een staat op slechts 22% van Palestina, te weten de Westelijke Jordaanoever en Gaza, dan [blijft] ons uiteindelijke doel toch de bevrijding van heel historisch Palestina van de rivier [de Jordaan] tot aan de [Middellandse] zee, zelfs als dat betekent dat het conflict nog duizend jaar en vele generaties voortduurt...
"Als je mij de vraag stelt, als een man die het islamitisch geloof toebehoort, dan is mijn antwoord eveneens "Van de rivier tot de zee": het gehele land is een Islamitische Waqf die niet gekocht of verkocht kan worden, en het is onmogelijk er het zwijgen toe te doen terwijl iemand het aan het stelen is ...." – Faisal Husseini (1940-2001), Fatah-leider and PA-Minister voor Jeruzalem, 'Al-Arabi' (Egypte), 23 juni 2001. Gelijksoortige uitspraken zijn gedaan in de krant 'As-Safir' (3 maart 2001, pg. 23 van het rapport).
Samenvatting en vertalingsverschillen
Het Palestijnse volk bestaat uit de mensen die in Palestina woonden vóór de 'zionistische invasie', inclusief joden. De Palestijnen maken deel uit van het grotere geheel van de Arabische natie. De staat Israël is illegaal; al het land moet, in samenwerking met de Arabische staten, onder soeverein bestuur van het Palestijnse volk komen. Gewapende strijd is daartoe het juiste middel.
De tekst is onderwerp van verschillende semantische disputen over de juiste vertaling en bedoelingen. Sommigen stellen dat de vertaling van de PLO soms afwijkt van de originele
Arabische versie. Een dispuut gaat over Artikel 15. Eén versie is uit het Arabisch vertaald als 'de eliminatie van zionisme', terwijl een andere vertaling luidt: 'de liquidatie van de zionistische aanwezigheid'. 'De zionistische aanwezigheid' is een veelgebruikt Arabisch eufemisme voor de Staat Israël; Volgens sommigen roept dit artikel in de Arabische versie dus op tot de vernietiging van Israël, niet alleen tot het beëindigen van het zionisme. Overigens erkent het handvest wél dat joden, die voor 'het begin van de Zionistische invasie' (1947 of 1917, daarover is onduidelijkheid) in het gebied woonden, daar mogen blijven wonen en zelfs deel uitmaken van het Palestijnse volk.
Het Palestijnse nationale handvest
(Waar voetnoten in het originele Arabisch van belang zijn, is het Arabische woord ingevoegd tussen ronde haken.)
Resoluties van de Palestijnse Nationale Raad, 1-17 juli 1968
Tekst van het Handvest:
Artikel 1: Palestina is het geboorteland van het Arabische Palestijnse volk; het is een
onafscheidelijk onderdeel van het Arabische geboorteland, en het Palestijnse volk is een
integraal deel van de Arabische natie.
Artikel 2: Palestina, met de grenzen die het had tijdens het Britse Mandaat, is een ondeelbare territoriale eenheid.
Artikel 3: Het Palestijnse Arabische volk bezit het wettelijke recht op het geboorteland
en heeft het recht het eigen lot te bepalen na het bereiken van de bevrijding van
zijn land, in overeenstemming met zijn wens, en geheel volgens zijn eigen overeenstemming
en wilsbesluit.
Artikel 4: De Palestijnse entiteit is een onvervalst, wezenlijk en erfelijk
kenmerk; het wordt overgedragen van ouders op kinderen. De zionistische bezetting, en de verspreiding van het Palestijnse Arabische volk door de rampen die hem trof, leiden niet tot het verlies van de Palestijnse identiteit
en het lidmaatschap van de Palestijnse gemeenschap, noch heffen die deze op.
Artikel 5: De Palestijnen zijn leden van de Arabische natie die voor 1947
inwoners waren van Palestina, willekeurig of zij ervan verdreven werden of er
zijn gebleven. Iedereen die na die datum van een Palestijnse vader geboren is,
binnen of buiten Palestina, is ook een Palestijn.
Artikel 6: De joden die inwoners waren van Palestina tot aan het begin van
de zionistische invasie worden beschouwd als Palestijnen.
Artikel 7: Dat er een Palestijnse gemeenschap bestaat [PA: 'Er bestaat een Palestijnse gemeenschap'] en dat die een stoffelijke,
geestelijke en historische band heeft met Palestina zijn onbetwistbare feiten. Het
is een nationale plicht om individuele Palestijnen op te voeden op een Arabisch revolutionaire wijze. Alle methoden van informatie en onderwijs moeten worden aangewend teneinde de Palestijn zo grondig mogelijk op de hoogte te brengen van zijn land, zowel
geestelijk als stoffelijk. Hij moet worden voorbereid op de gewapende
strijd en bereid gemaakt worden zijn welvaart en zijn leven te offeren om zijn
geboorteland te herwinnen en zijn bevrijding tot stand te brengen.
Artikel 8: De fase in hun geschiedenis, die het Palestijnse volk nu doormaakt,
is er een van een nationale (wehtehni) strijd voor de bevrijding van
Palestina. Derhalve zijn de conflicten tussen de Palestijnse nationale strijdkrachten
tweederangs, en moeten worden beëindigd ten behoeve van het fundamentele conflict dat bestaat tussen de krachten van het zionisme en het imperialisme aan de ene kant, en het
Palestijnse Arabische volk aan de andere kant. Op basis hiervan vormen de Palestijnse massa's, willekeurig of zij verblijven in het nationale geboorteland of in de diaspora
(mehhehjir), zowel hun organisaties als hun individuen, één
nationaal front dat werkt voor het herstel van Palestina en de bevrijding door
gewapende strijd.
Artikel 9: Gewapende strijd is de enige manier om Palestina te bevrijden. Daarom is het
de algemene strategie, niet slechts een tactische fase. Het Palestijnse Arabische volk
bevestigt zijn absolute vastberadenheid en onwankelbare beslissing de gewapende strijd
voort te zetten en te ijveren voor een gewapende volksrevolutie om zijn land te bevrijden
en ernaar terug te keren. Het bevestigt ook zijn recht op een normaal leven in
Palestina en er het recht op zelfbeschikking en soevereiniteit over het land uit te oefenen.
Artikel 10: Commando-acties vormen de kern van de bevrijdingsoorlog van het
Palestijnse volk. Dit vereist het geleidelijk opvoeren, de uitbreiding en de
mobilisatie van alle Palestijnse inspanningen, zowel thuis als in het onderwijs,
tot organisatie en betrokkenheid bij de gewapende Palestijnse revolutie. Het vereist
ook dat er eenheid wordt bereikt, ten behoeve van de nationale (wehtehni) strijd, tussen de verschillende groepen Palestijnen, en tussen de Palestijnen enerzijds
en de Arabische massa's anderzijds, met als doel de voortzetting van de revolutie,
het opvoeren ervan en de overwinning.
Artikel 11: De Palestijnen zullen drie motto's hebben: nationale (wehtehni'jeh)
eenheid, nationale (kewmi'jeh) mobilisatie, en bevrijding.
Artikel 12: Het Palestijnse volk gelooft in Arabische eenheid. Om een bijdrage te leveren
aan het bereiken van dat doel moet het echter in de
huidige fase van de strijd de eigen Palestijnse identiteit veilig stellen en
bewustwording van die identiteit ontwikkelen, zich verzettend tegen elk plan dat
ertoe zou kunnen leiden dat deze (identiteit) verdwijnt of verzwakt.
Artikel 13: Arabische eenheid en de bevrijding van Palestina zijn twee complementaire
doelen: het bereiken van elk van deze vergemakkelijkt het bereiken van het
andere. Arabische eenheid leidt dus tot de bevrijding van Palestina, de bevrijding van
Palestina leidt tot Arabische eenheid; het werken aan de realisatie van het ene doel
gaat hand in hand met het werken aan de realisatie van het andere.
Artikel 14: De lot van de Arabische natie, en in wezen van het Arabische bestaan zelf,
hangt af van het lot van de Palestijnse zaak. Deze afhankelijkheid is de
bron van het najagen en streven van de Arabische natie naar de bevrijding van
Palestina. Het volk van Palestina speelt de rol van voorhoede in de
realisatie van dit heilige (kewmi) doel.
Artikel 15: De bevrijding van Palestina, gezien vanuit Arabisch perspectief, is een nationale (kewmi) plicht en is gericht op het verdrijven van de zionistische en imperialistische agressie tegen het Arabische geboorteland, en heeft tot doel het zionisme in Palestina te elimineren.
De absolute verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Arabische natie (volken en
regeringen) met het Arabische volk van Palestina in de voorhoede. In overeenstemming hiermee
moet de Arabische natie overgaan tot het mobiliseren van alle militaire, personele, morele en geestelijke middelen om actief mee te doen met het Palestijnse volk bij de
bevrijding van Palestina. Deze moet, in het bijzonder tijdens de fase van de gewapende
Palestijnse revolutie, het Palestijnse volk op eigen initiatief voorzien
van alle mogelijke hulp, materiaal en mankracht, hen daarbij de beschikking gevend
over de middelen en mogelijkheden die hen in staat stellen hun leidende rol in
de gewapende revolutie te blijven spelen, totdat zij hun geboorteland hebben bevrijd.
Artikel 16: De bevrijding van Palestina, gezien vanuit een geestelijk standpunt, zal
het Heilige Land voorzien van een sfeer van veiligheid en rust, wat op zijn
beurt een garantie zal vormen voor de religieuze heiligdommen in het land
en voor de vrijheid van godsdienst, geldend voor iedereen, zonder onderscheid naar ras, kleur, taal of godsdienst. Daarmee in overeenstemming richt het volk van Palestina de blik op alle geestelijke krachten in de wereld voor hun steun.
Artikel 17: De bevrijding van Palestina, vanuit een menselijk standpunt, zal
het Palestijnse individu zijn waardigheid, trots en vrijheid teruggeven.
Daarmee in overeenstemming ziet het Palestijnse Arabische volk uit naar de steun van allen
die geloven in de waardigheid van de mens en zijn vrijheid in de wereld.
Artikel 18: De bevrijding van Palestina, vanuit een internationaal standpunt, is
een defensieve actie, noodzakelijk gemaakt door de eisen van zelfverdediging. Daarmee in overeenstemming richt het Palestijnse volk, omdat zij de vriendschap met alle mensen wensen, de blik op vrijheidminnende en vredeminnende staten, voor steun ter herstel van hun
wettige rechten op Palestina, ter herstel van vrede en veiligheid in het
land, en zijn volk in staat te stellen nationale soevereiniteit en vrijheid uit te oefenen.
Artikel 19: De verdeling van Palestina in 1947 en de stichting van de
staat Israël zijn geheel en al illegaal, los van de sindsdien verstreken tijd, omdat
deze ingingen tegen de wil van het Palestijnse volk en hun natuurlijke
recht op hun geboorteland, en niet pasten bij de principes zoals belichaamd in het
Handvest van de Verenigde Naties, in het bijzonder het recht op zelfbeschikking.
Artikel 20: De Balfour-verklaring, het Mandaat voor Palestina, en alles
dat daarop gebaseerd is, worden van nul en generlei waarde geacht. Claims als zouden er historische of religieuze banden zijn tussen de joden en Palestina kloppen niet met de historische feiten of met het juiste begrip van wat een staat vormt. Judaïsme, dat immers een religie is, is geen onafhankelijke nationaliteit. De joden vormen evenmin een enkele natie met een eigen identiteit; zij zijn burgers van de staten waar ze bij horen.
Artikel 21: Het Arabische Palestijnse volk, dat zichzelf uitspreekt met de gewapende
Palestijnse revolutie, verwerpt alle 'oplossingen' die een vervanging zijn voor de volledige
bevrijding van Palestina, en verwerpt alle voorstellen die erop gericht zijn het Palestijnse probleem [PA: 'zaak'], of de internationalisatie ervan, te vereffenen.
Artikel 22: Zionisme is een politieke beweging en als werktuig geassocieerd met
internationaal imperialisme, een tegenwerking van alle actie voor bevrijding en
progressieve bewegingen in de wereld. Het is racistisch en fanatiek van nature,
agressief, expansionistisch en koloniaal in zijn doelen, en fascistisch in zijn methoden.
Israël is het instrument van de zionistische beweging, en de geografische basis voor
wereldimperialisme, strategisch geplaatst te midden van het Arabische geboorteland,
ter bestrijding van de hoop van de Arabische natie op bevrijding, eenheid, en vooruitgang. Israël is een voortdurende bron van bedreiging voor de vrede in het Midden-Oosten en de hele wereld. Aangezien de bevrijding van Palestina de zionistische en imperialistische aanwezigheid zal vernietigen en daarbij zal bijdragen aan de stichting van vrede in het
Midden-Oosten, ziet het Palestijnse volk uit naar de steun van alle progressieve
en vreedzame krachten en doet een dringend beroep op hen allen, los van hun verbanden en
geloofsovertuigingen, aan het Palestijnse volk alle hoop en steun te bieden in hun rechtvaardige strijd voor de bevrijding van hun geboorteland.
Artikel 23: De vereiste veiligheid en vrede, evengoed als het vereiste recht en de
gerechtigheid, maakt het noodzakelijk dat alle staten zionisme als een niet-legitieme beweging beschouwen,
het bestaan ervan te verbieden, en hun acties uit te bannen, zodat vriendschappelijke
relaties tussen volkeren behouden blijven, en de trouw van burgers aan hun
eigen geboortelanden gegarandeerd blijven.
Artikel 24: Het Palestijnse volk gelooft in de principes van gerechtigheid,
vrijheid, soevereiniteit, zelfbeschikking, menselijke waardigheid, en het recht van alle
volkeren om die uit te oefenen.
Artikel 25: Voor de verwezenlijking van de doelen van dit Handvest en zijn principes
zal de Palestijnse Bevrijdings Organisatie zijn rol spelen in de bevrijding van
Palestina, in overeenstemming met de Constitutie van deze Organisatie.
Artikel 26: De Palestijnse Bevrijdings Organisatie, vertegenwoordiger van de
Palestijnse revolutionaire strijdkrachten, is verantwoordelijk voor de Palestijnse Arabische
volksbeweging in haar strijd haar geboorteland te herwinnen, bevrijden,
ernaar terug te keren en het recht op zelfbeschikking erin uit te oefenen - in alle
militaire, politieke en financiële gebieden en bovendien voor wat betreft alles wat nodig kan zijn voor de Palestijnse zaak op inter-Arabisch en internationaal niveau.
Artikel 27: De Palestijnse Bevrijdings Organisatie zal samenwerken met alle Arabische
staten, elk in overeenstemming met zijn mogelijkheden; men zal een neutrale politiek voeren
met betrekking tot deze staten in het licht van wat de oorlog en bevrijding vereist; op
basis hiervan zal men zich niet bemoeien met de binnenlandse zaken van enige Arabische staat.
Artikel 28: Het Palestijnse Arabische volk bevestigt de echtheid en onafhankelijkheid
van hun nationale (wehtehni'jeh) revolutie en verwerpt alle vormen van interventie,
voogdij en onderwerping.
Artikel 29: Het Palestijnse volk bezit het fundamentele en onvervalste wettelijke
recht zijn geboorteland te bevrijden en weer in bezit te nemen. De Palestijnen bepalen
hun houding ten opzichte van alle staten en strijdkrachten op basis van de standpunten die zij
zullen innemen met betrekking tot de Palestijnse revolutie om de doelen van het
Palestijnse volk te bereiken.
Artikel 30: Strijders en wapendragers in de bevrijdingsoorlog vormen het
hart van het volksleger, dat de beschermende kracht zal zijn voor de uitbreidingen van
het Palestijnse Arabische volk.
Artikel 31: De Organisatie zal een vlag voeren, een eed van trouw kennen, en een
volkslied. Hierover zullen besluiten worden genomen in overeenstemming met een bijzondere maatregel.
Artikel 32: Reglementen, die de Constitutie van de
Palestijnse Bevrijdings Organisatie zullen vormen, zullen aan dit Handvest worden toegevoegd.
Hierin zal staan op welke wijze de Organisatie, met haar organen en instellingen,
zal worden vormgegeven; de bevoegdheden van elk van deze; en de vereisten van
de verplichtingen aan het Handvest.
Artikel 33: Dit Handvest kan alleen geamendeerd worden door [stemming van] een
tweederdemeerderheid van alle leden van het Nationaal Congres van de Palestijnse
Bevrijdings Organisatie [gehouden] op een speciaal voor dat doel gehouden bijeenkomst.
Externe links
Het PLO-handvest (1968, Engels)
The Palestine National Charter (1968, Engels, een andere versie dan bovenstaande)
Palestinian National Charter (1968, Engels, versie van de PA)
Politiek in Palestina
|
"Derhalve zal de PLO de nodige aanpassingen met betrekking tot het Palestijnse handvest ter goedkeuring voorleggen aan de Palestijnse Nationale Raad." --Yasser Arafat, Voorzitter van de PLO (in een briefwisseling met Israël, 9 september 1993)
| 1 |
goedkeuring, certificering, ondersteuning
|
12,389 |
ToyStore
|
5118029
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Den%20Grooten%20Helm
|
Den Grooten Helm
|
Den Grooten Helm is een uit 1583 daterend handelshuis, gelegen aan de Oudegracht in Utrecht.
Geschiedenis
Het handelshuis wordt voor het eerst vermeld in 1583. In het begin was het huis 5 meter breed en 6 meter diep en lag het naast een steegje dat toegang gaf tot een ander, achter het huis gelegen, huisje.
Een klein huisje, dat aan de linkerkant van het handelshuis stond, werd in 1715 afgebroken.
In de 18de eeuw werd er een wagenschuur, met mansardedak, aan de rechterzijde bijgebouwd.
In 1865 werden de wagenschuur en de schuur aan de achterkant als extra woongedeeltes aan het huis toegevoegd. Het aan het achtererf gelegen huisje werd hierbij afgebroken.
Bewoners
In de negentiende tot aan begin twintigste eeuw bevond zich een speelgoedwinkel in het pand. Het huis bood ook onderdak aan de huis- en kunstschilder J.P.C. Grolman en zijn broer.
Vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw tot aan het jaar 1978 was er een makelaarskantoor, de firma Waltman, in het handelshuis te vinden.
Nadat de firma Waltman het pand verlaten had nam het advocatenkantoor Simon en Doedens het gebouw in gebruik, en bleven daar tot in het jaar 2012. Vanaf 2014 biedt het pand weer onderdak aan een handelshuis en woningen. Vanaf 2015 is er op de begane grond een espressobar gevestigd.
Trivia
De voorgevel is een van de twee laatste gevels die nog met tegels van de Westravenfabriek in Utrecht zijn betegeld.
Rijksmonument in Utrecht (stad)
Oudegracht (Utrecht)
|
Bewoners
In de negentiende tot aan begin twintigste eeuw bevond zich een speelgoedwinkel in het pand. Het huis bood ook onderdak aan de huis- en kunstschilder J.P.C. Grolman en zijn broer.
| 1 |
speelgoedwinkel, speelgoedzaak, speelgoedhandel
|
1,105 |
Time
|
4069706
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Google%20Keep
|
Google Keep
|
Google Keep is een app ontwikkeld door Google Inc. waarmee notities gemaakt en bijgehouden kunnen worden. Het werd aangekondigd op 20 maart 2013 en is beschikbaar voor Android, iOS en als webapplicatie.
Google Keep is de opvolger en vervanger van Google Notebook. Notities kunnen ook worden gemaakt via een Android Wear-smartwatch.
Functionaliteiten
Er zijn in Google Keep 5 verschillende soorten notities:
Tekstnotities, dit zijn de standaardnotities en bestaan alleen uit tekst.
Lijsten, dit is een lijst met tekst en selectievakje om regels aan te vinken.
Audio-opnames, hiermee kan een stuk tekst ingesproken om getranscribeerd worden voor later. Deze functionaliteit werkt alleen onder de mobiele versies van Keep (die onder Android en IOS draaien).
Fotonotities, hiermee kan een foto worden gemaakt om later terug te kijken.
Tekennotities, om notities te tekenen.
Aan alle notities kan ook een herinnering toegevoegd worden. Er zijn twee verschillende soorten herinneringen: op tijdstip en op locatie. Daarnaast kan aan elke notitie ook nog een kleur gegeven worden. Naast het geven van kleuren aan notities als ordeningsmethode, kunnen er ook labels aan notities toegekend worden. Vervolgens kan binnen een verzameling notities in Keep zowel fulltext, op kleur als op label worden teruggezocht.
Androidversie
Google Keep kan worden geïnstalleerd op elk apparaat met Android versie 4.0 of hoger.
Varia
Het tijdschrift Time zette Google Keep in de lijst van 50 beste Androidapplicaties voor 2013.
Zie ook
Google Notebook
Externe links
Officiële website
Google Keep op Google Play
Google Keep op de Chrome Web Store
Freeware
Software voor Android
Software voor iOS
Notitiesoftware
|
Aan alle notities kan ook een herinnering toegevoegd worden. Er zijn twee verschillende soorten herinneringen: op tijdstip en op locatie. Daarnaast kan aan elke notitie ook nog een kleur gegeven worden. Naast het geven van kleuren aan notities als ordeningsmethode, kunnen er ook labels aan notities toegekend worden. Vervolgens kan binnen een verzameling notities in Keep zowel fulltext, op kleur als op label worden teruggezocht.
| 2 |
tijd, tijdstip, tijdnotatie
|
10,742 |
DanceGroup
|
1686891
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Merce%20Cunningham
|
Merce Cunningham
|
Merce Cunningham (Centralia, 16 april 1919 – New York, 26 juli 2009) was een Amerikaanse choreograaf die van grote invloed was op de moderne dans van de 20e eeuw.
Biografie
Cunningham werd geboren als zoon van een advocaat. Hij had twee broers, die zijn vader opvolgde in het rechten leven. Als 11-jarige leerde hij tapdansen. Van 1937 tot 1939 studeerde hij dans en theater aan de Cornish School in Seattle. Vanaf 1939 tot 1945 danste hij solo in het dansgezelschap van Martha Graham. Hij ontwierp zijn eerste choreografie in 1944 in New York met John Cage als pianist. In 1959 zag zijn Merce Cunningham Dance Company het levenslicht. Tot op heden voerde het gezelschap een 200-tal choreografieën op.
Door zijn werk als choreograaf en danser stond Cunningham meer dan 50 jaar op het voorplan in deze discipline. Hij had een sterke invloed op andere kunstuitingen en kunstenaars zoals de musici John Cage en David Tudor, de beeldende kunstenaars Robert Rauschenberg en Bruce Nauman, designer Romeo Gigli en architect Benedetta Tagliabue.
Als docent en hoofd van de Merce Cunningham Dance Company vernieuwde hij in de jaren vijftig alle gangbare codes van het toenmalige beschrijvende ballet. Als choreograaf verliet hij de verhaallijn en de logische opbouw. Hij liet zijn dansers geen verhaal vertellen op muziek met een aangepast decor, maar liet de choreografie het verhaal vertellen. Daarbij introduceerde hij het toeval in de dans met aleatorische muziek van Cage. Terwijl hij aan het Black Mountain College was verbonden ontstond in 1952 de ondertussen legendarische happening met Cage en Rauschenberg. Ook Jasper Johns, Charles Atlas en William Anastani leverden hun creatieve bijdrage.
Langzamerhand kregen Cunninghams opvattingen meer invloed in de danswereld. Elke beweging kon gaandeweg als dans aanzien worden in de postmoderne optiek. Kenmerkend voor Cunninghams choreografie was een bewegingsstijl vol plotse wendingen, minieme sprongetjes, rompdraaiingen en langzame evenwichtsverplaatsingen gevat in verrassende ruimtelijke patronen. Daarbij liet de choreograaf zich inspireren door het gewriemel van mensen in de New Yorkse straten. Ook de observatie van de natuur en de beweging van vogels bracht inspiratie zoals bij creaties als Winterbranch (1964), Beach Birds (1991) en Ocean (1994).
In de jaren negentig van de twintigste eeuw betrok Cunningham de pc als compositorisch hulpmiddel bij zijn creaties als Biped. In 2006 gaf hij met de creatie van EyeSpace de toeschouwers de kans zelf muziek te kiezen via de iPod. In april 2009 vierde de choreograaf zijn negentigste verjaardag met de première van een nieuw werk: Nearly Ninety aan de Brooklyn Academy of Music in New York in samenwerking met de musici John Paul Jones (ex-bassist van Led Zeppelin), Sonic Youth en Takehisa Kosugi.
De choreograaf ontving vele hoge onderscheidingen zoals de National Medal of Arts en de MacArthur Fellowship. Hij werd ook gehuldigd met de Japanse Praemium Imperiale, de Britse Laurence Olivier Award en was Officier in het Franse Legioen van Eer.
Cunninghams kunstzinnige visie op dans en beweging was het onderwerp van vele publicaties, films en tentoonstellingen. Zijn choreografieën werden uitgevoerd door belangrijke balletgroepen zoals het Ballet van de Parijse Opera, het New York City Ballet, het American Ballet Theatre, het White Oak Dance Project en de Londense Rambert Dance Company.
De Merce Cunningham Trust en de Cunningham Dance Foundation
De choreograaf riep de The Merce Cunningham Trust in het leven om zijn totale oeuvre te bewaren na zijn dood. Daarbij stelde hij dat zijn dansgezelschap nog twee jaar zou optreden en vervolgens zichzelf zou ontbinden. Daarna zouden de dansers een financiële vergoeding krijgen van deze trust. In 2009 kondigde Cunningham de Cunningham Dance Foundation aan met een voorstel tot voortzetting van het werk van Cunningham teneinde zijn artistieke erfenis veilig te stellen. Deze stichting beheert ook de rechten op de producties. Zij zal ook de creaties in detail laten vastleggen zodat deze nadien precies door anderen kunnen uitgevoerd worden. De stichting zal ook Cunninghams kunstverzameling bestaande uit decors van Jasper Johns en Robert Rauschenberg beheren.
Invloed van Cunningham
Vele dansers die dansten in zijn gezelschap vormden later hun eigen dansgroepen zoals Paul Taylor, Trisha Brown, Lucinda Childs, Karole Armitage, Foofwa d’Immobilité en Jonah Bokaer. Ook Anne Teresa De Keersmaeker maakte tijdens haar dansopleiding te New York kennis met Cunninghams vernieuwende danstaal die zij als een verrijking ervoer. Desgevraagd zei ze in dit verband: "Doorheen een dansopleiding word je geconfronteerd met de traditie en van daar uit moet je je eigen taal ontwikkelen. Het is moeilijk om aan te geven op welke manier Cunningham me in mijn werk heeft beïnvloed. Het staat wel vast dat zijn radicale statement tegen het narratieve in de dans een grote indruk op me heeft nagelaten".
Choreografieën
2009 : Nearly Ninety
2006 : EyeSpace
2005 : Views on Stage
2003 : Split Sides
2000 : Interscape met decors en kostumering door Robert Rauschenberg
1999 : Biped
1998 : Hand Drawn Spaces
1998 : Pond Way
1997 : Scenario met kostumering door Rei Kawakubo
1993 : CRWDSPCR
1991 : Beach Birds
1988 : Changing Steps en Five Stone Wind
1983 : Roaratorio op muziek van John Cage
1973 : Un jour ou deux
1970 : Objects
1968 : Walkaround Time
1960 : Crises
1956 : Changelings
1951 : 16 Danses pour soliste et compagnie de trois
1948 : Untitled Solo
Externe links
Merce Cunningham in NRC
Merce Cunningham Dance Company
Amerikaans choreograaf
|
Biografie
Cunningham werd geboren als zoon van een advocaat. Hij had twee broers, die zijn vader opvolgde in het rechten leven. Als 11-jarige leerde hij tapdansen. Van 1937 tot 1939 studeerde hij dans en theater aan de Cornish School in Seattle. Vanaf 1939 tot 1945 danste hij solo in het dansgezelschap van Martha Graham. Hij ontwierp zijn eerste choreografie in 1944 in New York met John Cage als pianist. In 1959 zag zijn Merce Cunningham Dance Company het levenslicht. Tot op heden voerde het gezelschap een 200-tal choreografieën op.
| 1 |
dansgroep, dansgezelschap, dansensemble
|
6,976 |
Code
|
4749923
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Accelerated%20Mobile%20Pages
|
Accelerated Mobile Pages
|
Accelerated Mobile Pages (AMP) zijn webpagina's met statische content, geoptimaliseerd voor browsen op mobiele apparaten. AMP documenten zijn ontwikkeld in "AMP HTML", een open source framework speciaal ontworpen met bestaande webtechnologie voor het ontwikkelen van kleine en snelle webpagina's. AMP wordt geleid door Google.
AMP krijgt kritiek omdat het Google nog meer controle geeft over (de inhoud) van het internet. Bezoekers worden namelijk niet naar de website doorgeleid, maar blijven hangen op een "cache"-server onder controle van Google.
Uitleg
AMP HTML is een combinatie van aangepaste HTML met AMP-componenten, een JavaScript-framework en een content delivery network. In AMP zijn de meeste HTML-elementen beschikbaar, maar er bestaan uitzonderingen.
AMP HTML zorgt voor goede prestaties en aanvullingen voor het bouwen van uitgebreide inhoud dan standaard HTML.
AMP JS zorgt voor een snelle rendering van de AMP HTML-pagina's
Google AMP Cache kan worden gebruikt voor een snellere aanlevering van de pagina's. De AMP Cache is een proxy-gebaseerd content delivery network.
Werking
Door de volgende technieken kunnen AMP HTML-pagina's snel worden geladen:
sta uitsluitend asynchrone scripts toe
pas de grootte van alle bronnen statisch aan
laat geen extensies de rendering van een pagina blokkeren
alle JavaScripting van een derde-partij wordt vermeden
alle CSS-code moet inline en aan grootte zijn gebonden
efficiënte afhandeling van lettertypes
herberekeningen van een stijl minimaliseren
sta alleen animaties via een grafische processor toe
bronnen worden met hoge prioriteit geladen
HTTP-verzoeken worden zo snel mogelijk gedaan
Externe link
Ampproject op GitHub
HTML
|
sta uitsluitend asynchrone scripts toe
pas de grootte van alle bronnen statisch aan
laat geen extensies de rendering van een pagina blokkeren
alle JavaScripting van een derde-partij wordt vermeden
alle CSS-code moet inline en aan grootte zijn gebonden
efficiënte afhandeling van lettertypes
herberekeningen van een stijl minimaliseren
sta alleen animaties via een grafische processor toe
bronnen worden met hoge prioriteit geladen
HTTP-verzoeken worden zo snel mogelijk gedaan
| 2 |
broncode, script, programmeercode
|
2,296 |
Waterfall
|
2551219
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Laxfoss%20%28Gr%C3%ADms%C3%A1%29
|
Laxfoss (Grímsá)
|
De Laxfoss is een waterval in het zuidwesten van IJsland. De waterval ligt in de Grímsá, een rivier die uit de Reyðarvatn ontspringt, en via de Lundarreykjadalur uiteindelijk in de Borgarfjörður uitmondt. In deze rivier liggen meerdere stroomversnellingen en watervallen, waarvan de Laxfoss een van de grootste is. In de rivier kan goed op zalm gevist worden, en Laxfoss betekent dan ook Zalmwaterval. Op IJsland zijn er overigens meer watervallen die Laxfoss heten, zoals in de Norðurá.
Een paar kilometer stroomopwaarts liggen de Tröllafossar watervallen.
Waterval in IJsland
|
De Laxfoss is een waterval in het zuidwesten van IJsland. De waterval ligt in de Grímsá, een rivier die uit de Reyðarvatn ontspringt, en via de Lundarreykjadalur uiteindelijk in de Borgarfjörður uitmondt. In deze rivier liggen meerdere stroomversnellingen en watervallen, waarvan de Laxfoss een van de grootste is. In de rivier kan goed op zalm gevist worden, en Laxfoss betekent dan ook Zalmwaterval. Op IJsland zijn er overigens meer watervallen die Laxfoss heten, zoals in de Norðurá.
Een paar kilometer stroomopwaarts liggen de Tröllafossar watervallen.
| 7 |
waterval, stroomversnelling, Niagara
|
9,951 |
VisualArtwork
|
1517464
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kunsthalle%20Weishaupt
|
Kunsthalle Weishaupt
|
De Kunsthalle Weishaupt is een kunsthalle voor moderne en hedendaagse kunst in de Baden-Württembergische stad Ulm.
Gebouw
De kunsthal werd gebouwd en gefinancierd door de ondernemer en mecenas Siegfried Weishaupt en voor het publiek geopend op 24 november 2007. Het complex maakt deel uit van het nieuwe stadscentrum Neue Mitte Ulm aan het Hans-und-Sophie-Scholl-plein, dat werd beloond met de Deutsche Städtebaupreis 2006. Het ontwerp is van het Münchener Architectenbureau Wolfram Wöhr, een leerling van Richard Meier. De kunsthal is door een, omstreden, glazen corridor verbonden met het Ulmer Museum.
Collectie
Het echtpaar Weishaupt verzamelt sinds 1967 moderne kunst. Aanvankelijk werden slechts weinige werken in het openbaar tentoongesteld, vanaf 1999 een groter deel in het Zentrum für Kunst und Medientechnologie (ZKM) in Karlsruhe. De collectie, die thans in wisseltentoonstellingen wordt gepresenteerd in de nieuw kunsthal, omvat meer dan 400 schilderijen en beeldhouwwerken, waartoe werken behoren uit de vijftiger en zestiger jaren van kunstenaars als:
Roy Lichtenstein
Andy Warhol
Willem de Kooning
Keith Haring
Karl Gerstner.
Voorts werken van kunstenaars die gerekend kunnen worden tot de internationale stroming van de Colourfield Painting, zoals:
Mark Rothko
Ad Reinhardt
Frank Stella
Agnes Martin
Morris Louis
Kenneth Noland.
Dan nog werken van de Düsseldorfer kunstenaarsgroep ZERO:
Heinz Mack
Otto Piene
Günther Uecker
Pol Bury
Ten slotte werk van de invloedrijke kunstenaars:
Lucio Fontana, Piero Manzoni, Enrico Castellani, Josef Albers, Imi Knoebel, Günther Förg, Markus Oehlen, Robert Longo, Yves Klein, Barry Flanagan, John Armleder, Nam June Paik, Jean Tinguely, John Chamberlain, François Morellet, Maurizio Nannucci, Keith Sonnier, Hans Arp en Erich Hauser.
Externe links
Kunsthalle Weishaupt
ZKM | Museum für Neue Kunst, Sammlung Siegfried Weishaupt
Kunsthal in Duitsland
Museum in Baden-Württemberg
Ulm
|
Collectie
Het echtpaar Weishaupt verzamelt sinds 1967 moderne kunst. Aanvankelijk werden slechts weinige werken in het openbaar tentoongesteld, vanaf 1999 een groter deel in het Zentrum für Kunst und Medientechnologie (ZKM) in Karlsruhe. De collectie, die thans in wisseltentoonstellingen wordt gepresenteerd in de nieuw kunsthal, omvat meer dan 400 schilderijen en beeldhouwwerken, waartoe werken behoren uit de vijftiger en zestiger jaren van kunstenaars als:
Roy Lichtenstein
Andy Warhol
Willem de Kooning
Keith Haring
Karl Gerstner.
Voorts werken van kunstenaars die gerekend kunnen worden tot de internationale stroming van de Colourfield Painting, zoals:
Mark Rothko
Ad Reinhardt
Frank Stella
Agnes Martin
Morris Louis
Kenneth Noland.
Dan nog werken van de Düsseldorfer kunstenaarsgroep ZERO:
Heinz Mack
Otto Piene
Günther Uecker
Pol Bury
Ten slotte werk van de invloedrijke kunstenaars:
Lucio Fontana, Piero Manzoni, Enrico Castellani, Josef Albers, Imi Knoebel, Günther Förg, Markus Oehlen, Robert Longo, Yves Klein, Barry Flanagan, John Armleder, Nam June Paik, Jean Tinguely, John Chamberlain, François Morellet, Maurizio Nannucci, Keith Sonnier, Hans Arp en Erich Hauser.
| 2 |
schilderij, beeldhouwwerk, kunstwerk
|
10,018 |
AutomotiveBusiness
|
2787543
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Robin%20Frijns
|
Robin Frijns
|
Robin Frijns (Maastricht, 7 augustus 1991) is een Nederlands autocoureur. Hij werd opeenvolgend kampioen in de Formule BMW, Eurocup Formule Renault 2.0 en de Formule Renault 3.5 Series. Sinds 2018 is Frijns fabrieksrijder voor Audi. In deze hoedanigheid komt Frijns uit in de DTM. Hiernaast komt hij uit in de Formule E voor het ABT Cupra Formula E-team.
Carrière
Karting
Frijns had vanaf 1999 een actieve carrière in het karting in België en Frankrijk. In 2008 eindigde hij als derde in het Europese KF2-kampioenschap en was hij tweede in het Franse KF2-kampioenschap.
Formule BMW
Frijns begon zijn carrière in het formuleracing in de Formule BMW in 2009 voor het team Josef Kaufmann Racing. Hij eindigde als derde in het kampioenschap met een overwinning op Silverstone en zes podiumplaatsen. Hij was ook de beste rookie.
In 2010 bleef Frijns bij Josef Kaufmann Racing voor zijn tweede seizoen in de Formule BMW Europa. Nadat hij het grootste deel van het seizoen tweede stond achter Jack Harvey, nam hij in het laatste raceweekend de leiding over en won het kampioenschap met zes overwinningen en zeven andere podiumplaatsen. Omdat dit kampioenschap na het seizoen 2010 ophield te bestaan, was hij de laatste kampioen van de Formule BMW Europa.
Formule Renault
In 2010 nam Frijns deel aan drie races van het Formule Renault 2.0 NEC voor Josef Kaufmann Racing. Hij behaalde hier achtereenvolgens een tweede, een vijfde en een eerste plaats en werd veertiende in het kampioenschap.
In 2011 reed Frijns in de Eurocup Formule Renault 2.0 voor Josef Kaufmann Racing. Met vijf overwinningen en vier andere podiumplaatsen won hij het kampioenschap. Daarnaast reed hij voor Josef Kaufmann Racing vijf raceweekenden in de Formule Renault 2.0 NEC, waarin hij één overwinning en acht andere podiumplaatsen behaalde op weg naar de vierde plaats in het kampioenschap.
In 2012 reed Frijns in de Formule Renault 3.5 Series voor het team Fortec Motorsport. Hij behaalde op 21 oktober 2012 de titel in deze klasse op het Spaanse circuit Catalunya, met een totaal van 195 punten. Tweede in het eindklassement wordt de Fransman Jules Bianchi met 185 punten en derde de Brit Sam Bird met 177 punten.
GP2 Series
Na zijn aanstelling als derde rijder bij het Formule 1-team van Sauber heeft Frijns geprobeerd een positie als racecoureur in de GP2 Series te krijgen. Hij testte in de wintermaanden voor Trident en Russian Time. Ondanks redelijke resultaten is hij er echter niet in geslaagd een vaste aanstelling voor het seizoen 2013 te bemachtigen, dit omdat zijn management er niet in slaagt om sponsors te vinden. In aanloop naar het tweede raceweekend van het seizoen lukte het Frijns echter toch om een zitje in de GP2 te krijgen, hij vervangt de Amerikaan Conor Daly bij het team van Hilmer Motorsport.
Overzicht GP2 resultaten
Formule 1
Op 6 november 2012 mocht Frijns in actie komen voor het Formule 1-team Sauber, tijdens de rookietest op het Yas Marina Circuit. De tweede test, op hetzelfde circuit, kwam hij in actie voor Red Bull Racing. Deze laatste test was een beloning voor het behalen van de titel in het Formule Renault 3.5 kampioenschap.
Op 23 november 2012 werd bekendgemaakt dat Frijns in 2013 testrijder zou worden voor het team van Sauber. Nadat hij enkel de Young Driver's Test op 17 juli op het circuit van Silverstone kilometers had gemaakt voor dit team, werd op 4 september 2013 bekend dat Sauber afscheid zou nemen van Frijns ten faveure van Sergej Sirotkin.
Op 21 januari 2014 maakte het team van Caterham bekend dat Frijns in 2014 test- en reservecoureur zou worden van het team, samen met Alexander Rossi en achter de racecoureurs Kamui Kobayashi en Marcus Ericsson. In de Grand Prix van Bahrein maakte hij zijn debuut in een Formule 1-raceweekend tijdens de eerste vrije training op vrijdag. Na nog een vrije training in Groot-Brittannië kwam hij niet meer in actie en verliet het team, dat aan het eind van het seizoen werd opgeheven.
Formule 1-resultaten
Sports cars
In 2015 maakte Frijns de overstap naar de sports cars, waarin hij naast Laurens Vanthoor en Jean Karl Vernay debuteerde in de Blancpain GT Series voor het Belgium Belgian Audi Club Team WRT. In 2017 werd hij kampioen in de Blancpain GT Series Sprint Cup.
DTM
Vanaf 2018 is Frijns actief in de DTM. Hij komt hierin uit voor het Audi Team Abt Sportline.
Formule E
In het seizoen 2015-2016 maakt Frijns zijn terugkeer naar het formuleracing met zijn deelname aan het tweede Formule E-seizoen voor het team Andretti Autosport naast Simona De Silvestro. Dit seizoen behaalt Frijns 1 podium, 45 punten en eindigt op de 12e plaats in het kampioenschap.Tijdens het seizoen 2016-2017 komt Frijns opnieuw uit voor het Andretti team. Ditmaal behaalt hij 24 punten, en eindigt op de 13e plaats in het kampioenschap.
Na een seizoen afwezigheid keert Frijns in het seizoen 2018-2019 terug in het kampioenschap. Ditmaal rijdt hij voor het Envision Virgin Racing team, dat gebruik maakt van Audi aandrijving. Tijdens de achtste ronde van het seizoen behaalt Frijns zijn eerste overwinning in de klasse, hij wint de verregende ePrix van Parijs. In de laatste race tijdens de seizoensfinale van de ePrix van New York wordt Frijns weer eerste. Hij eindigt daarmee op de 4e plaats in het kampioenschap met 106 punten.
Formule E resultaten
† Race niet gefinisht, maar wel geklasseerd aangezien 90% van de race werd voltooid.
Privé
Frijns woont anno 2022 met zijn vriendin Maike Frik in de Maastrichtse wijk Heugem. Frik heeft tevens de dagelijkse leiding over Frijns Unlimited, het autobedrijf van Frijns, dat gespecialiseerd is in het opknappen van dure auto's.
Externe link
Officiële website
Nederlands autocoureur
Formule E-coureur
|
Privé
Frijns woont anno 2022 met zijn vriendin Maike Frik in de Maastrichtse wijk Heugem. Frik heeft tevens de dagelijkse leiding over Frijns Unlimited, het autobedrijf van Frijns, dat gespecialiseerd is in het opknappen van dure auto's.
| 1 |
autobedrijf, autoverkoop, autoreparatie
|
9,689 |
Mosque
|
5770338
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Al%20Houda-moskee
|
Al Houda-moskee
|
De Al Houda-moskee is een moskee in de wijk Hagerhof-Oost in de Nederlandse plaats Venlo. De moskee ligt aan de oostzijde van de Tegelseweg. Al Houda betekent letterlijk: "gids" of "sturing".
Oprichting
De moskeestichting werd in 1980 opgericht, toen bleek dat de Marokkaanse gemeenschap niet langer tijdelijk in Venlo zou verblijven maar permanent. In 1981 werd aanvankelijk een pand aan de Tegelseweg 55 betrokken, maar dit pand bleek al snel te klein door een sterk toenemend ledenaantal. In 1988 verhuisde men naar de huidige locatie aan dezelfde straat op nummer 65, een voormalige basisschool.
Activiteiten
Behalve gebedsruimten biedt de moskee tevens koranlessen, islamitisch opvoedingsonderwijs (in het Nederlands) en Arabische communicatietaal aan. De imam heet Hicham Lamtouni.
De moskee in het nieuws
In september 2015 ging de imam samen met een groep Venlose pelgrims op bedevaart naar Mekka, maar eenmaal aangekomen in Jeddah werd hij aangehouden wegens vermeende sympathie met de Moslimbroederschap en kritische uitlatingen over Saoedi-Arabië. Burgemeester Antoin Scholten kon de verhalen over persoonsverwisseling niet ontkrachten, aangezien er geen contact was met de imam. Op 6 april 2016 was hij terug bij zijn ouders in Marokko.
In 2018 benadrukte de secretaris van de moskee, Mimoun Boulbaroud, dat de moskee niet alleen een gebedshuis is maar een gemeenschapshuis waar iedereen welkom is - moslims en niet-moslims. In een interview met De Limburger vertelde hij over het vele vrijwilligerswerk dat veel leden doen in de Venlose gemeenschap.
Externe links
Officiële website van de moskee
Vereniging Marokkaanse moslims moskee Al Houda Venlo/Tegelen
Moskee in Venlo
|
De Al Houda-moskee is een moskee in de wijk Hagerhof-Oost in de Nederlandse plaats Venlo. De moskee ligt aan de oostzijde van de Tegelseweg. Al Houda betekent letterlijk: "gids" of "sturing".
| 3 |
moskee, islamitisch gebedshuis, gebedslocatie
|
6,910 |
AutoWash
|
231725
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Barry%20Hughes
|
Barry Hughes
|
Barrie Hugh (Barry) Hughes (Caernarfon, 31 december 1937 – Heemstede, 2 juni 2019) was een Welsh voetballer, voetbaltrainer en zanger.
Voetballoopbaan
Hughes groeide op in Wrexham in Noord-Wales en speelde vanaf zijn zestiende jaar in de jeugd van West Bromwich Albion. In 1955 maakte hij indruk toen hij met West Bromwich Albion op een internationaal juniorentoernooi van Blauw Wit in Amsterdam speelde. De stopperspil Hughes werd gekozen tot beste verdediger. Mede door een beenbreuk kwam het in de jaren daarna echter niet tot een debuut in het eerste elftal van de club. In 1960 werd hij op de transferlijst gezet en opgepikt door Blauw Wit, waar ze hem herinnerden van het toernooi in 1955.
In 1963 verruilde Hughes Blauw Wit voor Alkmaar '54. In 1964 werd hij met deze club kampioen in de Tweede divisie. Vanaf zijn tijd bij Blauw Wit volgde Hughes de Engelse trainerscursus. Bij Alkmaar '54 was hij vanaf 1963 tevens actief als jeugdtrainer. In 1965 slaagde hij voor het coaching-diploma in Engeland, waarna Alkmaar hem als hoofdtrainer aanstelde en hij zijn actieve voetballoopbaan beëindigde. De KNVB ging echter niet akkoord met de aanstelling, mede omdat het coaching-diploma niet het uitgebreidere trainersdiploma van de Engelse bond was en daardoor in geen verhouding stond tot het Nederlandse A-diploma. Een rechtbank stelde in september 1965 de voetbalbond in het gelijk met als argumentatie dat Hughes geen Nederlands trainersdiploma had, weinig ervaring bezat en tijdens zijn voetballoopbaan enkele keren geschorst was wegens zware overtredingen. Alkmaar stelde hierop Gerrit van Wijhe als hoofdtrainer aan. In de praktijk was 'hulptrainer' Hughes de eindverantwoordelijke.
In juli 1966 zakte Hughes voor het examen Oefenmeester A. Hij had echter inmiddels een licentie gekregen om Alkmaar te mogen trainen. Uiteindelijk behaalde Hughes in 1968 het trainersdiploma. Hij was in april 1967 opgestapt bij Alkmaar '54, omdat hij vond dat de club niet de financiële middelen had om een topclub te worden. Van augustus tot oktober 1967 trainde hij het eerste elftal van amateurvereniging VV Harlingen. In oktober 1967 werd hij aangesteld als trainer van eerstedivisionist HFC Haarlem, als opvolger van de ontslagen Piet Peeman. Dankzij een tweede plaats promoveerde hij in 1969 met deze club naar de Eredivisie. Hughes werkte vervolgens van 1970 tot 1973 bij Go Ahead (dat op zijn voorspraak werd omgedoopt in Go Ahead Eagles), opnieuw Haarlem, Sparta, FC Utrecht, MVV, FC Volendam voor hij in 1986 voor de tweede maal bij Sparta ging trainen. Hij eindigde zijn trainersloopbaan in 1989 bij de Belgische club Beerschot.
In december 1978 baarde Hughes opzien door, toen hij trainer van HFC Haarlem was, de coach van de bezoekende topclub AZ '67, Georg Keßler, belachelijk te maken door herhaaldelijk met een rolfluit in diens richting te toeteren. Hughes verklaarde later dat negatieve ervaringen met Keßler bij de trainerscursus daarbij een rol hadden gespeeld. Haarlem won de wedstrijd met 3-2. In 1979 haalde hij Ruud Gullit, afkomstig van DWS, naar Haarlem. Door een persoonlijk contact met de vader van Gullit wist hij Ajax en Feyenoord de loef af te steken. Onder Hughes debuteerde Gullit in augustus 1979 als zestienjarige in de Eredivisie.
Carrièrestatistieken
Erelijst
Blauw Wit
Alkmaar '54
Zie ook
Lijst van spelers van Blauw-Wit
Lijst van spelers van Alkmaar '54
Entertainment
In Nederland werd Hughes naast voetbaltrainer in de jaren tachtig ook bekend als zanger van carnavalskrakers. Ook presenteerde hij op televisie de Barry Hughes-quiz en speelde hij gastrollen bij De Mounties.
Privéleven
Hughes ontmoette presentatrice Elles Berger toen Hughes bij Blauw Wit speelde. Chris Berger, de vader van Elles Berger, was de beheerder van het Olympisch Stadion, de thuisbasis van Blauw Wit. Hughes en Berger trouwden in 1965. Het echtpaar woonde destijds in Alkmaar en bezat daar een autowasserij en benzinestation. Ze kregen drie dochters. Later verhuisden ze naar Heemstede, waar ze tot de dood van Hughes woonden.
Barrie Hugh Hughes overleed in 2019 op 81-jarige leeftijd na een kort ziekbed.
Publicaties
In 1987 schreef Johan Derksen een biografie over Hughes getiteld De Entertrainer.
Discografie
Albums
|- align=center
|align=left|Sing along with Barry||||16-7-1988||31||9||
|- align=center
|align=left|Barry Goes Back To The Forties||juli 1989||||||||
|}
Singles
|- align=center
|align=left|Ik wil op m'n kop een kamerbreed tapijt||||24-1-1981||7||8||met de Kwaffeurs
|- align=center
|align=left|'t Is om te brullen||||23-1-1982||tip4||||
|- align=center
|align=left|Ik breng geen bloemen voor je mee||||17-1-1987||tip3||||met Vader Abraham
|- align=center
|align=left|Happy with Barry / Dat had je nou niet moeten doen||||6-2-1988||37||3||
|}
Welsh voetbalcoach
Welsh voetballer
Welsh zanger
|
Privéleven
Hughes ontmoette presentatrice Elles Berger toen Hughes bij Blauw Wit speelde. Chris Berger, de vader van Elles Berger, was de beheerder van het Olympisch Stadion, de thuisbasis van Blauw Wit. Hughes en Berger trouwden in 1965. Het echtpaar woonde destijds in Alkmaar en bezat daar een autowasserij en benzinestation. Ze kregen drie dochters. Later verhuisden ze naar Heemstede, waar ze tot de dood van Hughes woonden.
| 1 |
autowas, carwash, autowasbedrijf
|
1,756 |
Answer
|
1580719
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Resolutie%20701%20Veiligheidsraad%20Verenigde%20Naties
|
Resolutie 701 Veiligheidsraad Verenigde Naties
|
Resolutie 701 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 31 juli 1991 en verlengde de UNIFIL-vredesmacht in het zuiden van Libanon met een half jaar.
Achtergrond
Na de Israëlische inval in Zuidelijk Libanon eind jaren 1970, stationeerden de Verenigde Naties de tijdelijke VN-macht UNIFIL in de streek. Die moest er de vrede handhaven totdat de Libanese overheid haar gezag opnieuw kon doen gelden. In 1982 viel Israël Libanon opnieuw binnen voor een oorlog met de Palestijnse PLO. Midden 1985 begon Israël met terugtrekkingen uit het land, maar geregeld vonden nieuwe aanvallen en invasies plaats.
Inhoud
De Veiligheidsraad:
Herinnert aan de resoluties 425, 426, 501, 508, 509 en 520.
Heeft het rapport van secretaris-generaal Javier Pérez de Cuéllar over UNIFIL bestudeerd, en neemt nota van diens waarnemingen.
Herinnert aan het rapport van het secretariaatteam behoudens de standpunten van de lidstaten.
Neemt nota van de brief van Libanon.
Beantwoordt het verzoek van de Libanese overheid.
Beslist het mandaat van UNIFIL met een verdere tijdelijke periode van zes maanden te verlengen, tot 31 januari 1992.
Herhaalt zijn steun aan de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Libanon.
Benadrukt de voorwaarden van de macht en roept alle betrokken partijen op samen te werken met de macht zodat deze haar mandaat kan uitvoeren.
Herhaalt dat de macht haar mandaat volledig moet uitvoeren.
Vraagt de secretaris-generaal de consultaties met de Libanese overheid en andere partijen over de uitvoering van deze resolutie voort te zetten en hierover te rapporteren.
Verwante resoluties
Resolutie 694 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 695 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 722 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 726 Veiligheidsraad Verenigde Naties (1992)
0701
VR0701
|
Inhoud
De Veiligheidsraad:
Herinnert aan de resoluties 425, 426, 501, 508, 509 en 520.
Heeft het rapport van secretaris-generaal Javier Pérez de Cuéllar over UNIFIL bestudeerd, en neemt nota van diens waarnemingen.
Herinnert aan het rapport van het secretariaatteam behoudens de standpunten van de lidstaten.
Neemt nota van de brief van Libanon.
Beantwoordt het verzoek van de Libanese overheid.
Beslist het mandaat van UNIFIL met een verdere tijdelijke periode van zes maanden te verlengen, tot 31 januari 1992.
Herhaalt zijn steun aan de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Libanon.
Benadrukt de voorwaarden van de macht en roept alle betrokken partijen op samen te werken met de macht zodat deze haar mandaat kan uitvoeren.
Herhaalt dat de macht haar mandaat volledig moet uitvoeren.
Vraagt de secretaris-generaal de consultaties met de Libanese overheid en andere partijen over de uitvoering van deze resolutie voort te zetten en hierover te rapporteren.
| 1 |
antwoord, vraag-en-antwoord, reactie
|
5,206 |
ComedyClub
|
1199541
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Comedy%20Store
|
The Comedy Store
|
The Comedy Store is een comedyclub in het Londense Soho die in 1979 werd geopend door Don Ward en Peter Rosengard. De eerste die na de opening het podium betrad, was Clive Anderson.
De club werd vernoemd naar The Comedy Store in de Verenigde Staten, waar Rosengard een jaar eerder was geweest. De Londense Comedy Store bevond zich ten tijde van de opening boven een striptent, maar verhuisde in 1982 naar Leicester Square, een locatie die pas in 1985 officieel werd overgenomen.
De club was het centrum van "alternatieve comedy" in de vroege jaren 80, en heeft de carrière van vele comedians vooruitgeholpen, zoals Alexei Sayle, Rik Mayall, Adrian Edmondson en Ben Elton.
In oktober 1985 werd de improvisatietheatergroep The Comedy Store Players opgericht, bestaande uit Mike Myers, Neil Mullarkey, Kit Hollerbach, Dave Cohen en Paul Merton. De huidige bezetting bestaat uit Neil Mullarkey, Paul Merton, Josie Lawrence, Richard Vranch, Jim Sweeney, Lee Simpson en Andy Smart, maar er zijn vaak ook andere acteurs te gast. Veel van de Comedy Store Players hebben meegedaan in de vroege jaren van Whose Line Is It Anyway? op BBC Radio 4 en Channel 4.
The Comedy Store heeft ook "zusterclubs" in Manchester (geopend in 2000), Leeds en Bournemouth (2006). Een andere club in Leeds opende in november 2003, maar deze moest na acht maanden sluiten, omdat er in die buurt te weinig (potentiële) bezoekers kwamen.
The Comedy Store is in Londen een van de bekendste comedyclubs in zijn soort geworden.
Externe links
The Comedy Store
Comedy
Kleinkunst
Theaterzaal in Londen
City of Westminster
|
The Comedy Store is een comedyclub in het Londense Soho die in 1979 werd geopend door Don Ward en Peter Rosengard. De eerste die na de opening het podium betrad, was Clive Anderson.
| 1 |
comedyclub, cabaretclub, stand-upcomedy
|
12,017 |
EducationalAudience
|
5279555
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Canvas%20%28leerplatform%29
|
Canvas (leerplatform)
|
Canvas is een open source en cloud based elektronische leeromgeving voor scholen en universiteiten. Het werd in 2011 gelanceerd door Instructure, een Amerikaans bedrijf dat in 2008 werd opgericht. Canvas wint sindsdien in hoog tempo marktaandeel en dit grotendeels ten koste van Blackboard. Canvas wordt gebruikt door verschillende duizenden universiteiten, waaronder alle Ivy League-universiteiten, de Universiteit van Oxford, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Brussel. Sinds juli 2018 is Canvas het meest gebruikte Learning Management System (LMS) in de VS.
Externe link
Website Canvas
ELO-software
|
Canvas is een open source en cloud based elektronische leeromgeving voor scholen en universiteiten. Het werd in 2011 gelanceerd door Instructure, een Amerikaans bedrijf dat in 2008 werd opgericht. Canvas wint sindsdien in hoog tempo marktaandeel en dit grotendeels ten koste van Blackboard. Canvas wordt gebruikt door verschillende duizenden universiteiten, waaronder alle Ivy League-universiteiten, de Universiteit van Oxford, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Brussel. Sinds juli 2018 is Canvas het meest gebruikte Learning Management System (LMS) in de VS.
| 1 |
studiegroep, opleidingspubliek, leeromgeving
|
9,945 |
VideoGame
|
3986859
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Adventure%20Time%3A%20Explore%20the%20Dungeon%20Because%20I%20Don%27t%20Know%21
|
Adventure Time: Explore the Dungeon Because I Don't Know!
|
Adventure Time: Explore the Dungeon Because I Don't Know! is een computerspel ontwikkeld door WayForward Technologies en uitgegeven in Europa door Namco Bandai Games voor op Microsoft Windows, PlayStation 3, Xbox 360, Wii U en de Nintendo 3DS. Het is een vervolg op het spel Adventure Time: Hey Ice King! Why'd You Steal Our Garbage?!. Het spel heeft een co-op-modus voor vier spelers. Het spel is gebaseerd op de animatieserie Adventure Time.
Verhaal
Het spel begint met Prinses Bubblegum die de speler vraagt om de Royal Dungeon onder het land Ooo te onderzoeken. Een aantal gevangenen zijn ontsnapt uit de gevangenis, terwijl dat niet mogelijk zou moeten zijn. Dus vraagt de prinses de speler om te ontdekken hoe deze gevangenen zijn ontsnapt, omdat "I don't know". Het spel leidt tot een punt waar de speler in een gevecht raakt met een grote roze blob, wat de ouders van prinses Bubblegum blijken te zijn.
Ongeveer duizend jaar geleden werd de prinses gemaakt in de blob, waarna ze werd afgestoten. Daardoor groeide ze onafhankelijk van haar ouders op, waarna ze een prinses werd. Ze hield haar ouders in de kerker, maar door de jaren heen zijn zij in omvang toegenomen en zijn ze begonnen met gevangenen bevrijden. Hierop vraagt de Ice King hoe oud de prinses eigenlijk is, waarop ze antwoordt dat ze 827 jaar oud is. Het verhaal eindigt met de blob die zich opsplitst in kleinere delen, waarvan eentje de prinses op haar wang kust.
Action-adventurespel
Windows-spel
PlayStation 3-spel
Xbox 360-spel
Nintendo 3DS-spel
Wii U-spel
Computerspel uit 2009
Computerspel gebaseerd op televisieserie
|
Action-adventurespel
Windows-spel
PlayStation 3-spel
Xbox 360-spel
Nintendo 3DS-spel
Wii U-spel
Computerspel uit 2009
Computerspel gebaseerd op televisieserie
| 2 |
videospel, computerspel, videogame
|
12,275 |
RadioChannel
|
1589485
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Muziekcaf%C3%A9
|
Muziekcafé
|
Muziekcafé is een Nederlands radioprogramma van de AVROTROS op de publieke radiozender NPO Radio 2.
Muziekcafé is een live radioprogramma dat sinds 21 mei 2011 vanuit podium De Vorstin te Hilversum wordt uitgezonden. Daarvoor werd het programma uitgezonden vanuit Studio Plantage in Amsterdam. De presentatie was tot en met 1 augustus 2020 in handen van Daniël Dekker. Vaste invallers waren Corné Klijn en Frank van 't Hof. Het programma is iedere zaterdagmiddag ( en vanaf 6 januari 2019 ook op de zondagmiddag) van 16:00 tot 18:00 uur te beluisteren. Live optredende, voornamelijk Nederlandse, artiesten staan centraal in dit programma. Iedere uitzending worden ook steeds vier artiesten geïnterviewd en vervolgens muziek live spelen. Op 25 december 2018 werd door NPO Radio 2 bekendgemaakt dat het programma vanaf 6 januari 2019 ook op de zondagmiddag tussen 16:00 en 18:00 uur wordt uitgezonden. Deze versie wordt gewoon vanuit de NPO Radio 2 studio's uitgezonden.
Op 11 september 2020 werd door NPO Radio 2 en AVROTROS bekendgemaakt dat Carolien Borgers vanaf 3 oktober 2020 de opvolgster wordt van Daniel Dekker. Ook zal het programma net als in het recente verleden uitsluitend op de zaterdagmiddag tussen 16:00 en 18:00 uur worden uitgezonden. De zondagmiddag uitzending komt met het invoeren van de nieuwe programmering per 3 oktober 2020 te vervallen.
Tussen 2002 en 2005 werd het programma gepresenteerd door Hadassah de Boer. Daniel Dekker verving eerst in 2005 Hadassah de Boer waarna hij tot oktober 2020 vaste presentator was.
Externe link
Website Muziekcafé, TROS, sterren.nl
Muziekprogramma op radio
Radioprogramma van Radio 2 (Nederland)
Radioprogramma van de TROS
Radio-interviewprogramma
|
Muziekcafé is een Nederlands radioprogramma van de AVROTROS op de publieke radiozender NPO Radio 2.
| 1 |
radiozender, radiokanaal, FM-station
|
12,094 |
HowTo
|
2733301
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Soroban
|
Soroban
|
De is een abacus ontwikkeld in Japan. Hij is afgeleid van de Chinese suanpan, die rond 1600 geïmporteerd werd in Japan. Net zoals de suanpan wordt de soroban tegenwoordig nog steeds gebruikt, ondanks de toename van praktische en betaalbare rekenmachines.
Constructie
De soroban bestaat uit een langwerpig raamwerk met een oneven aantal kolommen of staven erin, die verschuifbare kralen bevatten. De soroban wordt in horizontale oriëntatie gehanteerd; dat wil zeggen, met de kolommen verticaal naast elkaar (zie afbeelding). Elk van de kolommen kan een cijfer van 0 t/m 9 vertegenwoordigen. De kolommen zijn verdeeld in een bovenste rij, die één kraal bevat, en een onderste rij, die vier of vijf kralen bevat (afhankelijk van het model soroban: zie onder). De bovenste kraal (ook wel een hemelkraal genoemd) heeft een waarde van 5 en de onderste kralen (ook wel aardekralen genoemd) hebben elk een waarde van 1. De twee soorten kralen worden gescheiden door een horizontale balk (ook wel de afrekenbalk genoemd). Aangezien zowel de hoeveelheid kralen per kolom als de afmetingen ervan kleiner zijn dan bij de suanpan, is een soroban van standaard grootte met dertien staven een stuk minder groot dan een suanpan van standaardomvang met dezelfde uitdrukkingskracht.
Het aantal staven in een soroban is altijd oneven en nooit minder dan negen. De basismodellen hebben meestal dertien staven, maar praktische of standaardmodellen hebben vaak 21, 23, 27 of 31 staven, waardoor ze veel grotere machten of meerdere getallen tegelijk aankunnen. Tot aan de jaren '30 van de twintigste eeuw bevatte de onderste rij van de soroban vijf aardekralen. Aangezien de vijfde kraal echter redundant is (vijf aardekralen staan immers gelijk aan één hemelkraal) werd dit aantal in nieuwere modellen gereduceerd tot vier. Met deze vier aardekralen in combinatie met de enkele hemelkraal kan elk cijfer van 0 t/m 9 worden uitgedrukt.
De kralen en staven worden gemaakt van verschillende soorten materialen. De meeste soroban die in Japan worden vervaardigd zijn van hout en hebben houten, metalen, rotan of bamboe staven. In tegenstelling tot de rond afgewerkte kralen van de suanpan zijn de kralen van een soroban meestal dubbelkegelvormig: dit geeft een betere grip voor de vingers en vergemakkelijkt zo het verschuiven van de kralen bij snelle berekeningen. De kralen worden meestal van hout gemaakt, hoewel ze bij sommige soroban, vooral degene die buiten Japan worden geproduceerd, van marmer, steen of zelfs plastic zijn. De prijs van een soroban kan oplopen afhankelijk van het materiaal.
Een eigenschap van de soroban die hem onderscheidt van zijn Chinese tegenpool is een stip op elke derde staaf. Deze worden meestal eenheidsstaven genoemd en elk daarvan kan gebruikt worden om het laatste cijfer van een geheel getal in een rekenantwoord weer te geven. Het nummer dat rechts van deze staaf staat is dan het decimale gedeelte van het rekenantwoord, tenzij het nummer deel uitmaakt van een deling of vermenigvuldiging. De punten helpen ook doordat een staaf die direct links van een eenheidsstaaf staat altijd een grote macht aangeeft zoals de duizendtallen, de miljoentallen, etc. (zie Japanse Cijfers). Suanpan beschikken meestal niet over deze functie.
Gebruik
Elk van de kolommen op de soroban kan voor een cijfer staan. Door kralen in de richting van de scheidingsbalk te schuiven worden die kralen "aan" gezet; dat wil zeggen, ze krijgen waarde. Om de hemelkraal (waarde 5) waarde te geven wordt hij dus naar beneden geschoven; de aardekralen (ieder waarde 1) gaan juist omhoog. Op deze manier kunnen alle cijfers van 0 t/m 9 worden gevormd; hieronder staat weergegeven welke kralenconfiguratie voor elk cijfer nodig is.
Met deze cijfers kunnen vervolgens getallen van meerdere cijfers worden gevormd. Dit gaat op dezelfde manier als bij Westerse getalnotatie: het meest rechtse cijfer staat voor de eenheden; het cijfer links daarvan voor de tientallen, etc. Hieronder staat bijvoorbeeld 8036:
De gebruiker van de soroban mag zelf kiezen welke staaf hij voor de eenheden neemt; doorgaans wordt hiervoor een van de staven gebruikt die met een stip zijn gemarkeerd: zie de 6 in het voorbeeld.
Eventuele cijfers rechts van de eenheden staan dan voor cijfers na de komma: tienden; honderdsten; duizendsten, etc. Om in plaats van 8036 het getal 80,36 weer te geven, plaatst de gebruiker de cijfers dus zo dat de 0 op een staaf met stip valt:
Externe links
Abacus: Mystery of the Bead: een uitgebreide handleiding in het gebruik van de soroban.
Referenties
Rekenhulpmiddel
Cultuur in Japan
|
Abacus: Mystery of the Bead: een uitgebreide handleiding in het gebruik van de soroban.
| 1 |
handleiding, instructies, stappenplan
|
11,041 |
QuoteAction
|
1744139
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dolibarr
|
Dolibarr
|
Dolibarr is een open source ERP- en CRM-systeem voor het midden- en kleinbedrijf, stichtingen, verenigingen of zelfstandigen. Het bevat verschillende mogelijkheden voor Enterprise Resource Planning (ERP) en Customer Relationship Management (CRM / klantenrelatiebeheer) maar bevat ook andere eigenschappen voor verschillende toepassingen en activiteiten.
Kenmerken
Er zijn een aantal modules die naar wens in- of uitgeschakeld kunnen worden. De software is vrije software beschikbaar onder de GNU General Public License 2.0 Licentie en omdat het een web-applicatie is, kan deze gebruikt worden vanaf elke plek met een internetaansluiting.
Dolibarr tracht een ERP / CRM te zijn die de S3S-regels volgt:
De Software moet Simple te ontwikkelen zijn
De Software moet Simple te installeren zijn
De Software moet Simple te gebruiken zijn
Dolibarr bevat de belangrijkste kenmerken/features van een ERP/CRM, met uitzondering van de boekhouding. Het is zeer modulair en wordt gekenmerkt door het gemak van installatie en gebruik, ondanks het grote aantal functies die apart geactiveerd kunnen worden door middel van de modules.
Hoofdmodules
Producten en diensten catalogus
Voorraadbeheer
Bankrekeningen beheren
Klanten, leveranciers of Prospects directory
Contacten
Commerciële acties beheren
Orderbeheer
Offertes met PDF-export
Contracten beheren
Facturen beheren met PDF-export
Betalingen beheren
Doorlopende opdrachten beheren
Verzend Management
Ondersteuning NPR BTW (voor de Franse DOM-TOM)
Stichtingen Donateur beheren
Bookmarks beheren
E-mailen
Kan Dolibarr gebeurtenissen binnen webcalendar beheren
Rapportage
Data export tools
LDAP-connectiviteit
Giften beheren
Diverse
Multi-user, met verschillende machtigingen niveaus voor elke functie en/of rol.
Verschillende menu managers (kan gebruikt worden door interne gebruikers, als back-office, met een bijzonder menu, of door externe gebruikers, als een front-office, met een ander menu en machtigingen).
Zeer gebruiksvriendelijk en makkelijk te gebruiken.
Diverse skins / opmaakprofielen.
Code is in hoge mate aanpasbaar (veel gebruik van modules).
Werkt met Mysql 3.1 of hoger, experimentele ondersteuning voor PostgreSQL.
Werkt met PHP 5.4 of hoger.
Ontbrekende functies
Deze functies zijn niet beschikbaar, zelfs niet in de laatste versie van Dolibarr.
Geen boekhouding (enkel bank management).
Dolibarr bevat slecht een (1) munt soort (mono-valuta).
Dolibarr werkt voor een enkel bedrijf / stichting (mono-company)
Er is geen ondersteuning voor dubbele BTW (federaal / provinciaal) zoals in Canada.
Dolibarr bevat geen HRM / personeelsrelatiebeheer.
Dolibarr bevat geen project management modules.
Dolibarr bevat standaard geen webmail. Er is wel een betaalde plug-in.
Architectuur
Dolibarr is geschreven in PHP. Het maakt gebruik van MySQL databases.
Het werkt met een ruime keuze van hosting diensten of servers. Dolibarr werkt met alle PHP-configuraties (zoals hierboven beschreven) en vereist geen extra PHP-module.
Merk op dat Dolibarr ook beschikbaar is met een auto-installer voor Windows-gebruikers zonder technische kennis om Dolibarr installeren en al haar benodigdheden (Apache, MySQL, PHP) met slechts een auto-exe bestand. Deze versie heet 'DoliWamp'.
Geschiedenis
Dolibarr is gestart door Rodolphe Quiedeville, vanuit het niets, en opgeslagen onder CVS, gehost door Savannah, in april 2002.
Jean-Louis Bergamo, een ander lid vanaf april, startte de stichting beheer module.
Versie 1.0 werd uitgebracht in september 2003.
In juli 2008, Rodolphe laat de grootste bijdrager Laurent Destailleur (ook auteur van de andere populaire OpenSource project AWStats) het project leiden.
Vertalingen
ca_ES /
da_DA /
de_DE /
nl_NL /
en_US /
es_ES /
fi_FI /
fr_BE /
fr_FR /
it_IT /
nl_BE /
nl_NL /
no_NO /
pl_PL /
pt_PT /
ro_RO /
ru_RU /
Prijzen
2003
1ste in de categorie "Management Company" in de wedstrijd Les Trophees du Libre.
Zie ook
Andere ERP/CRM software: OpenERP, Compiere
Externe link
Projectpagina
ERP-software
CRM-software
Software geschreven in PHP
Opensourcesoftware en vrije software
|
Hoofdmodules
Producten en diensten catalogus
Voorraadbeheer
Bankrekeningen beheren
Klanten, leveranciers of Prospects directory
Contacten
Commerciële acties beheren
Orderbeheer
Offertes met PDF-export
Contracten beheren
Facturen beheren met PDF-export
Betalingen beheren
Doorlopende opdrachten beheren
Verzend Management
Ondersteuning NPR BTW (voor de Franse DOM-TOM)
Stichtingen Donateur beheren
Bookmarks beheren
E-mailen
Kan Dolibarr gebeurtenissen binnen webcalendar beheren
Rapportage
Data export tools
LDAP-connectiviteit
Giften beheren
| 1 |
offerte, prijsopgave, taxatie
|
10,487 |
SocialEvent
|
5213446
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rodekasteel
|
Rodekasteel
|
Het Rodekasteel (ook: Abtskasteel, of Kasteel Lantonnois van Rode) is een kasteel in de tot de West-Vlaamse gemeente Ichtegem behorende plaats Eernegem, gelegen aan de Zedelgemsesteenweg 164-166. Sinds 2022 werd het kasteel omgevormd tot een eventlocatie en kreeg de naam Kasteel van Eernegem.
Geschiedenis
Een goed dat toebehoorde aan de Sint-Pietersabdij van Oudenburg werd door het Franse bewind verbeurd verklaard en omstreeks 1790 aangekocht door ene Jean-Baptiste Serruys. Hij liet hier een speelhuis bouwen, dat in 1835 werd aangeduid als: Château de mr. Serruys. De familie bleef eigenaar tot 1879. Het U-vormige gebouw met bijgebouwen was omgeven door tuinen. In 1879 werd het kasteel verkocht aan Augustus Carbon-David. Uitbreidingen en verbouwingen vonden plaats, waaronder die van 1930, waarbij op het domein ook een diamantslijperij werd gebouwd. In 2022 werd het kasteel verkocht aan de familie Haerens - Depoorter uit Nieuwpoort/Oostende. Het kasteel werd broodnodig gerenoveerd en voorzien van de laatste technieken en staat vanaf 2023 ter beschikking als evenlocatie/feestzaal met doelgroep huwelijksfeesten.
Complex
Het huidige kasteel heeft vijf traveeën en twee bouwlagen, en is streng symmetrisch van opzet, ondanks de gefaseerde totstandkoming. De diamantslijperij is nog aanwezig maar vervallen. Verder is er een wagenhuis met schuur en stalling. In de 2e helft van de 19e eeuw werd een park in landschapsstijl aangelegd. Voorts is er een conciërgewoning, een koetshuis en een hovenierswoning, een duiventoren van 1951 of ouder, een koetsierswoning, een boswachterswoning en een kapel van 1926, gewijd aan het Heilig Hart.
Kasteel in West-Vlaanderen
Onroerend erfgoed in Ichtegem
|
Geschiedenis
Een goed dat toebehoorde aan de Sint-Pietersabdij van Oudenburg werd door het Franse bewind verbeurd verklaard en omstreeks 1790 aangekocht door ene Jean-Baptiste Serruys. Hij liet hier een speelhuis bouwen, dat in 1835 werd aangeduid als: Château de mr. Serruys. De familie bleef eigenaar tot 1879. Het U-vormige gebouw met bijgebouwen was omgeven door tuinen. In 1879 werd het kasteel verkocht aan Augustus Carbon-David. Uitbreidingen en verbouwingen vonden plaats, waaronder die van 1930, waarbij op het domein ook een diamantslijperij werd gebouwd. In 2022 werd het kasteel verkocht aan de familie Haerens - Depoorter uit Nieuwpoort/Oostende. Het kasteel werd broodnodig gerenoveerd en voorzien van de laatste technieken en staat vanaf 2023 ter beschikking als evenlocatie/feestzaal met doelgroep huwelijksfeesten.
| 2 |
sociaal evenement, bijeenkomst, feest
|
11,497 |
Intangible
|
11149
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Donkere%20materie
|
Donkere materie
|
Donkere materie is een hypothetische soort materie in het heelal die niet zichtbaar is met optische middelen, en dus niet te detecteren is via de elektromagnetische straling die de aarde bereikt. Daarom wordt ze donkere materie genoemd, om haar te onderscheiden van de zichtbare materie. Op grond van waarnemingen door de Planck Observatory wordt gedacht dat de totale hoeveelheid massa/energie van het heelal bestaat uit:
68% donkere energie
27% donkere materie
5% normale materie (baryonen).
Het bestaan van donkere materie wordt verondersteld om de waargenomen bewegingen van sterren en andere objecten in het Melkwegstelsel en de bewegingen van sterrenstelsels in clusters te verklaren op een wijze die zowel consistent is met de zwaartekrachttheorie als met de relativiteitstheorie. De zichtbare materie en de geschatte onzichtbare baryonische massa in deze sterrenstelsels is niet genoeg om de bewegingssnelheid van de sterrenstelsels in hun baan om het gemeenschappelijk zwaartepunt te kunnen verklaren. De onzichtbare baryonische massa bestaat uit o.a. uitgedoofde sterren en planeten. Deze baryonische massa kan geschat worden op basis van de huidige natuurkundige theorieën en de ouderdom van de betrokken sterrenstelsels.
Donkere materie en afgeplatte spiraalstelsels
Jan Hendrik Oort heeft als eerste het bestaan van donkere materie beschreven in 1932. Oort was bezig met het bestuderen van de Melkweg en bedacht als eerste dat de massa van het stelsel groter moest zijn dan louter de zichtbare massa. De berekeningen van Oort bleken foutief te zijn, maar Fritz Zwicky bewees het idee van Oort in 1933.
Zwicky concludeerde met behulp van het viriaaltheorema dat er zoiets moest bestaan als donkere materie. Zijn observaties van acht sterrenstelsels in de Comacluster toonden aan dat de spreiding van de radiële snelheden vele malen groter was dan verwacht. De spreiding die Zwicky mat, bedroeg meer dan 1000 km/s, wat zou impliceren dat de massa zo'n 400 maal zo groot zou moeten zijn als te verwachten was op grond van de waarnemingen (deze waarde was overschat wegens de aangenomen constante van Hubble). Zwicky nam aan dat dunkele Materie, donkere materie dus, verantwoordelijk was voor deze grote spreiding.
Rond 1978 deden de Amerikaanse sterrenkundigen Vera Rubin en Kent Ford snelheidsmetingen op afgeplatte spiraalvormige sterrenstelsels, zoals het Melkwegstelsel. De snelheidsmetingen werden uitgevoerd aan wolken waterstofgas die zichtbaar zijn in de verste buitengebieden van het spiraalstelsel, waar vrijwel geen sterrenlicht geproduceerd wordt. Bij elliptische stelsels kon deze meetmethode niet worden toegepast, doordat daarin vrijwel geen gas voorkomt. Met de bekende gravitatiewetten werd uit de gemeten rotatiesnelheid van de afgeplatte stelsels de benodigde massa berekend. Deze massa was veel groter dan de massa van de zichtbare sterren en gaswolken. Anders gezegd: de buitengebieden van de spiraalstelsels draaien sneller rond dan verwacht werd op grond van de bekende massa. Dit heet het melkwegstelseldraaiingsprobleem. Er moet dus een sterker zwaartekrachtveld zijn. Hiervoor werd aangenomen dat er onzichtbare massa van donkere, onzichtbare materie aanwezig is in de sterrenstelsels.
Gegevens van de rotatiecurves van sterrenstelsels geven aan dat ongeveer 90 procent van de massa van een sterrenstelsel onzichtbaar is en alleen door het effect dat het op de zwaartekracht heeft, ontdekt kan worden.
Het mogelijk ontbreken van zwarte massa in elliptische sterrenstelsels (zie verderop in dit artikel) enerzijds en een mogelijke alternatieve verklaring van de afwijkende gravitatiewet door een aanpassing van die wet voor verre afstanden anderzijds, geeft aan dat de theorie van de donkere materie niet de enige mogelijke verklaring is voor de afwijkende rotatiesnelheid van verre afgeplatte sterrenstelsels.
Eigenschappen
Om een verklaring te zijn voor de snelheid van sommige sterrenstelsels moet donkere materie aan de volgende eigenschappen voldoen:
zij heeft massa;
zij bevindt zich in grote hoeveelheden in alle sterrenstelsels in het heelal;
zij is niet zichtbaar, of anderszins te detecteren via de elektromagnetische straling die ons op aarde bereikt.
zij is diffuus en gaat niet op de schaal van planetenstelsels klonteren (er zijn geen hemellichamen die bestaan uit donkere materie, omdat die lokale zwaartekrachteffecten zouden hebben). Elementaire deeltjes die bestaan uit donkere materie, reageren niet met elkaar.
Oerknal
Donkere materie is ook een mogelijke oplossing voor bepaalde inconsistenties in de theorie van de oerknal. Metingen met de WMAP brachten aan het licht dat 23% van de massa van het heelal donkere materie is, wat veel meer is dan de 4% 'gewone' zichtbare materie. Niemand weet echter wat donkere materie is. Het verklaren van de aard van donkere materie is een van de grote problemen van de kosmologie. In filosofische terminologie gaat het om de gepostuleerde zogenaamde oerstof. Een mogelijke hypothese is het bestaan van deeltjes die slechts een zwakke interactie met hun omgeving hebben, de WIMP-deeltjes.
Volgens Tommi Tenkanen en zijn team natuurkundigen, zouden zwarte-materiedeeltjes aangemaakt zijn tijdens de zeer korte inflatieperiode (10-32 seconden na t=0) toen veel scalaire deeltjes werden aangemaakt. Het enige bekende scalaire deeltje (boson met spin nul) is het Higgsboson. Deze donkere materie zou de verdeling van de latere sterrenstelsels beïnvloeden.
Zwarte gaten
Alle materie, licht en dus ook donkere materie, kan eenmaal gevallen in een zwart gat niet meer ontsnappen. In tegenstelling tot normale materie komt geen energie vrij bij de val naar het zwarte gat (omzetting van kinetische energie in warmte en straling). De opname van donkere materie in zwarte gaten heeft een belangrijke rol in de theorieën over het ontstaan en ontwikkeling van zwarte gaten. De straling uitgegeven door de verhitte materie rondom een zwart gat veroorzaakt een tegendruk (Eddingtonlichtkracht) die de groei van zwarte gaten afremt. Deze beperking heeft donkere materie niet waardoor zwarte gaten sterker kunnen groeien. In sommige sterrenstelsels met veel donkere materie kan een onbegrensde groei ontstaan. Hoe zwaarder het zwarte gat wordt, hoe meer materie wordt aangetrokken (runaway accretion).
De opname van donkere materie door zwarte gaten (meestal in het centrum van een sterrenstelsel) impliceert ook dat er donkere materie verdwijnt uit de rest van het sterrenstelsel. Dit legt beperkingen op in de theorieën over de snelheid en richting van de donkere-materiedeeltjes.
Primordiale zwarte gaten
Na de oerknal van het heelal kunnen er geen stellaire zwarte gaten ontstaan kleiner dan vijf zonnemassa's. Bij kleinere supernova's ontstaan er neutronensteren. Er is onvoldoende druk om de krachten om de tegendruk van de neutronen in de neutronenster te overwinnen. In de eerste fasen van de oerknal, voor het ontstaan van atomen, kunnen er theoretisch wel kleinere zwarte gaten ontstaan. Dit type zwart gat is volgens Stephen Hawking niet ontstaan door zijn eigen zwaartekracht, maar door druk van buitenaf en zou tijdens of kort na de oerknal kunnen hebben bestaan. De kleinste exemplaren, als deze echt (hebben) bestaan, zouden door de hawkingstraling in een fractie van een seconde verdampen. Grotere zwarte gaten kunnen echter massa accumuleren uit de sterrenstelsel omgeving.
Volgens de theorie zouden er nog steeds veel primordiale zwarte gaten in sterrenstelsels zijn en bestaan uit donkere materie. Tevens zouden deze een grote rol hebben in de ontwikkeling van sterrenstelsels. Zo zouden de primordiale zwarte gaten de snelle ontwikkeling van de sterrenstelsels met grote zwarte gaten in het midden veroorzaken. De creatie van zwarte gaten door supernova's heeft veel tijd nodig.
Donkere materie en elliptische sterrenstelsels
In april 2003 presenteerde een Europees team van astronomen verrassend nieuws op de Brits-Ierse National Astronomy Meeting in Dublin: sommige elliptische sterrenstelsels lijken geen donkere materie te bevatten. Deze ontdekking was mogelijk door een nieuwe meettechniek, de Planetaire Nevel Spectrograaf waarbij gebruik werd gemaakt van planetaire nevels in plaats van waterstofgas. Andere metingen suggereren echter dat in (delen van) elliptische sterrenstelsels wel donkere materie aanwezig kan zijn.
Een verklaring voor deze waarneming is er nog niet. Mogelijk hebben elliptische sterrenstelsels een andere ontstaansgeschiedenis dan spiraalstelsels. Of misschien is de donkere materie verdwenen door de wisselwerking met andere stelsels.
Er is dus nog een dubbel mysterie:
Wat is de aard van donkere materie in spiraalstelsels?
Waardoor is er geen donkere materie in elliptische stelsels?
Men veronderstelt dat de meeste massa van het universum bestaat uit donkere massa. Er zou zeven maal zo veel donkere materie zijn als zichtbare materie. Dit is slechts een vierde van wat nodig is om de expansie van het universum tot stilstand te brengen. Het bepalen van de aard van de donkere massa is bekend als het donkerematerieprobleem of het probleem van de ontbrekende massa. Het is een van de belangrijkste problemen van de moderne kosmologie.
Het meest algemene standpunt is dat donkere materie bestaat uit elementaire deeltjes, niet de gangbare elektronen, protonen en neutronen, maar neutrino's, axionen en hypothetische deeltjes die bekend zijn als zwak wisselwerkende massieve deeltjes (WIMPs), zoals de neutralino's (dit deeltje wordt voorspeld in supersymmetrische theorieën als een lineaire combinatie van de superpartners van het foton, het Z-boson en het neutrale higgsboson) of misschien is het een nog meer exotische vorm van materie.
Alternatieve zwaartekracht in sterrenstelsels
Bij een sterrenstelsel zijn de zwaartekrachtberekeningen complex door de gespreide massaverdeling. De massa kan afgeleid worden aan de hand van de orbitale bewegingen (rotatiecurves) van de sterren. Aan de randen en buiten het sterrenstelsel zou volgens de huidige zwaartekrachttheorieën de derde wet van Kepler toepasbaar zijn: de orbitale snelheid is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand tot het middelpunt van het sterrenstelsel. Binnen het sterrenstelsel zelf is de zwaartekrachtgradiënt meer vergelijkbaar met een hemellichaam, waar de bolschilstelling (massieve bollen) met hoge densiteit in het midden, van toepassing is. De waargenomen afvlakking van de rotatiecurves, ook buiten het zichtbare gedeelte (sterren) van het sterrenstelsel, kan alleen verklaard worden als er ook veel massa zich buiten het zichtbare sterrenstelsel bevindt waardoor de 'buitengrens', vanwaar Keplers wet volledig van toepassing is, veel verder van het middelpunt ligt. (Bolschilstelling 1: Een bolsymmetrisch lichaam oefent zwaartekracht op de buitenwereld uit alsof al zijn massa geconcentreerd is in een puntmassa in het middelpunt van het lichaam.)
Deze verklaring voor de afvlakking van de rotatiecurves is afhankelijk van een bepaalde distributie van de donkere materie (DM) in het sterrenstelsel. DM-theorieën dienen uit te leggen door welke processen of mechanismes die DM-distributie is ontstaan. Lastig omdat DM geen of nauwelijks interactie heeft met gewone materie en DM-deeltjes ook onderling niet met elkaar reageren (geen tegendruk). Een andere manier om het probleem te benaderen is om de zwaartekrachttheorieën aan te passen voor zeer grote afstanden en zeer kleine versnellingen. Er zijn ongeveer tien verschillende 'aangepaste zwaartekrachttheorieën' die vertrekken vanuit de bestaande algemene relativiteitstheorie.
?In hoeverre stroken de donkere-materietheorieën en de aangepaste zwaartekrachttheorieën met de waarnemingen?
De donkere-materieheorieën zijn flexibel doordat er altijd donkere materie toegevoegd kan worden om de waarnemingen te laten kloppen. De sterrenstelsels zijn echter niet standaard. Ze hebben verschillende ontstaansgeschiedenissen, ze botsen met elkaar of ze fuseren en hebben veel verschillende vormen. Daarbij is het zeer aannemelijk dat de hoeveelheid donkere materie per sterrenstelsel zeer verschillend zou zijn, te meer daar donkere materie niet of nauwelijks met gewone materie interageert, behalve met de zwaartekracht. In 2016 heeft McGaugh een studie gedaan van meer dan 150 sterrenstelsels waarbij de zwaartekracht werd berekend van de zichtbare massa en de veronderstelde donkere materie. De hoeveelheid berekende donkere materie bleek in een zeer sterke correlatie te staan met de zichtbare materie. Bij de aangepaste zwaartekrachttheorie is de correlatie inherent aan de theorie.
Een bijzonder soort sterrenstelsel is het 'weinig licht'-sterrenstelsel. Daarin zijn de sterren meer gespreid en geven ze in totaal minder licht af. Men ging ervan uit dat er zowel minder zichtbare massa als donkere materie aanwezig is. De orbitale snelheid is echter dezelfde als bij normale sterrenstelsels, wat een veel grotere hoeveelheid van donkere materie impliceert. Bij de donkere-materietheorieën wordt ervan uitgegaan dat bij het ontstaan van sterrenstelsels de verhouding van donkere materie en zichtbare materie gelijk is. Er worden dan hypothesen bedacht om de overtollige zichtbare materie (gaswolken) 'weg te blazen' met straling uit grote sterren en supernova's. Dit is een onwaarschijnlijk en inefficiënt proces waarbij bijna alle energie van supernova's wordt gebruikt om gas weg te blazen uit het sterrenstelsel. Aangepaste zwaartekrachttheorieën hebben geen moeite om deze sterrenstelsels te verklaren. De effecten van de aangepaste zwaartekrachttheorieën treden immers eerder op bij zeer zwakke zwaartekrachtversnellingen. De aangepaste zwaartekrachttheorieën verklaren goed bewegingen van de dwergsterrenstelsels rondom het grote Andromeda-sterrenstelsel. De zwaartekracht vanuit het Andromeda-sterrenstelsel is groter dan de interne zwaartekracht van de dwergsterrenstelsels. De donkere-materietheorieën kunnen dit alleen verklaren door de toevoeging van extra veronderstellingen aan de computersimulaties.
Waarin de zwaartekrachttheorieën minder goed zijn, is het verklaren van de beweging van sterrenstelselclusters. Voor de benadering van het heelal als geheel hebben de meeste aangepaste zwaartekrachttheorieën geen antwoord. De Emergent Gravity-theorie van Erik Verlinde beweert een oplossing te hebben. Als DM niet bestaat en de kosmos hierdoor minder massa bevat dan verondersteld, is ook de hoeveelheid donkere energie nodig voor versnellende expansie van de kosmos te verklaren kleiner.
Een alternatieve mogelijkheid om de gravitatiekrachten in sterrenstelsels te verklaren is te veronderstellen dat de gravitatiekrachten in sterrenstelsels groter zijn dan de Newtoniaanse bij grote afstanden. Dit kan men doen door te veronderstellen dat de kosmologische constante negatief is. (Deze waarde wordt verondersteld positief te zijn op basis van recente observaties.)
Een andere mogelijkheid is een veranderende Newtoniaanse dynamica te veronderstellen. Een benadering, voorgesteld door Finzi (1963) en opnieuw door Sanders (1984), is de gravitatiepotentiaal te vervangen door de veralgemeende uitdrukking
waarin de massa voorstelt, de afstand, de constante van Cavendish en en aanpasbare parameters zijn. Binnen de mechanica van Newton geldt en/of .
Al deze benaderingen leiden echter tot moeilijke verklaringen van de verschillende gedragingen van de verschillende sterrenstelsels en clusters, terwijl deze makkelijk te beschrijven zijn door verschillende hoeveelheden donkere materie te veronderstellen.
Een andere theorie voor de zwaartekracht moet ook het volgende kunnen verklaren:
de details van de vele zwaartekrachtslenzen,
verdeling van de achtergrondstraling,
de groteschaalstructuren en
de precisiemetingen in het zonnestelsel.
Een nieuwe zwaartekrachttheorie geeft nu ook een verklaringen voor de ontwikkeling van het heelal en de verdeling van de achtergrondstraling, een moeilijkheid voor de aangepaste zwaartekrachttheorieën.
Volgens de donkere-materietheorie en de algemene relativiteitstheorie zouden de sterrenstelsels in hun lokale zwaartekracht en sterrenbewegingen niet beïnvloed mogen zijn door de externe zwaartekracht van de nabij gelegen sterrenstelsels, behalve voor getijdeneffecten. Volgens MOND-zwaartekrachttheorieën zou er een 'external field effect' (EFE) bij sterrenstelsels zijn die onder invloed zijn van externe zwaartekrachtvelden. Met een statische studie van de 'Spitzer Photometry and Accurate Rotation Curves (SPARC)' in sterrenstelsels in combinatie met de schatting van de grootschalige zwaartekrachtvelden in het heelal, is een EFE-effect gemeten. Volgens de auteurs van de studie kan dit niet verklaard worden door donkere-materietheorieën.
Soorten
Men veronderstelt dat er verschillende soorten donkere materie kunnen zijn:
Baryonische donkere materie (baryonic dark matter). Dit zijn dezelfde soort deeltjes als ook elders voorkomen (in het bijzonder protonen en neutronen, die beide baryonen zijn, vandaar de naam), maar op plaatsen die ervoor zorgen dat ze niet, zoals de gewone sterren en gaswolken, zichtbaar zijn. Te denken valt aan planeten, bruine dwergen en zwarte gaten.
Koude donkere materie (cold dark matter), ook wel WIMPs genoemd (voor Weakly Interacting Massive Particles). Dit bestaat uit nog onbekende deeltjes die massa hebben, maar geen lading, en ook niet onderhevig zijn aan de sterke kernkracht. Ze interageren dus alleen via de zwaartekracht en eventueel de zwakke kernkracht of nog onbekende krachten die gewone materie niet voelt. In de loop der jaren zijn heel wat kandidaten voorgesteld; momenteel gelden de deeltjes die door de theorie van de supersymmetrie worden voorspeld (of althans de lichtste en daardoor stabielste daarvan, vermoedelijk het neutralino), als de meest vooraanstaande kandidaten.
Hete donkere materie (hot dark matter) verschilt daarin van koude donkere materie, dat de afzonderlijke deeltjes zeer licht zijn. Ze bewegen zich daardoor met een snelheid die dicht tegen de lichtsnelheid aanligt. Een voor de hand liggende kandidaat is hier het neutrino, dat, als het massa zou hebben (wat nog niet definitief is aangetoond, maar wel zeer waarschijnlijk lijkt), precies aan de voorwaarden voor hete donkere materie zou voldoen. Er worden echter ook wel andere kandidaten genoemd, zoals het axion.
Berekeningen geven aan dat er vermoedelijk te weinig baryonische materie is om alle donkere materie te verklaren. Dit ligt aan de nucleosynthese in het jonge heelal. De aangetroffen abundanties (relatieve hoeveelheid voorkomen) van de diverse elementen en isotopen leveren daardoor behoorlijk strenge limieten voor de dichtheid van de baryonische materie in het jonge heelal.
Ook een model met alleen hete donkere materie voldoet niet. Hete donkere materie heeft veel minder de neiging om samen te klonteren (dichtheidsvariaties te vormen) dan baryonische en koude materie. Als alle niet-baryonische materie heet zou zijn, zou er daarom onvoldoende samenklontering zijn om het ontstaan van sterrenstelsels te verklaren. Hete donkere materie wordt daarom steeds besproken als een deel van een gemengde theorie voor donkere materie.
Waarnemingen
Er zijn in 2009 zo'n 20 experimentele projecten om WIMPs te detecteren (Caldwell en Kamionkowski). Het gaat erom de 10 tot 100 keV waar te nemen die een WIMP uit de halo van de Melkweg achterlaat bij botsing met een atoomkern in een detector. Het probleem is dit verschijnsel te scheiden van de enorme ruis.
Het DAMA-experiment in het Gran Sasso-laboratorium onder de Apennijnen gaf aanwijzingen voor een stroom van donkere materie die spoort met de aardbaan door de halo van donkere materie rond de Melkweg. Maar dit resultaat is (nog) niet bevestigd door andere experimenten. De massa van de eenvoudigste supersymmetrische WIMP die werd voorgesteld ter verklaring van de DAMA-bevindingen, werd uitgesloten door andere experimenten.
Een andere mogelijkheid is de waarneming van de annihilatie van WIMPs, waarbij hoog-energetische fotonen en kosmische stralen in de vorm van positronen, antiprotonen en neutrino's vrijkomen met mono-energetische gammastraling. De dichtstbijzijnde bronnen zijn het centrum van de Melkweg, waar de dichtheid van donkere materie hoog is en de kernen van dwergstelsels rond de Melkweg.
In 2008 nam PAMELA - een detector voor kosmische straling op een satelliet - een onverwachte overvloed van positronen waar, net als de ballonproef ATIC die met een calorimeter werkte. Deze positronen zouden afkomstig kunnen zijn van de annihilatie van WIMP's.
Zie ook
Donkere energie
Snaartheorie
Astronomie
Kosmologie
Onopgelost probleem in de natuurkunde
|
zij heeft massa;
zij bevindt zich in grote hoeveelheden in alle sterrenstelsels in het heelal;
zij is niet zichtbaar, of anderszins te detecteren via de elektromagnetische straling die ons op aarde bereikt.
zij is diffuus en gaat niet op de schaal van planetenstelsels klonteren (er zijn geen hemellichamen die bestaan uit donkere materie, omdat die lokale zwaartekrachteffecten zouden hebben). Elementaire deeltjes die bestaan uit donkere materie, reageren niet met elkaar.
| 1 |
hoeveelheden, gestructureerde waarden, abstracte concepten
|
8,010 |
SpreadsheetDigitalDocument
|
78991
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Platte%20tekst
|
Platte tekst
|
In de informatica wordt met platte tekst bedoeld tekst die uitsluitend bestaat uit letters, spaties, cijfers en leestekens. Tekst die is voorzien van opmaak (vet, cursief, onderstreept, sub- en superscript alsook tabellen en afbeeldingen) is geen platte tekst. Een aantal opmaaktekens zoals regelovergang (carriage return/line feed) en tabstop komen in platte tekst wel voor.
Bestanden van bijvoorbeeld tekstverwerkers bevatten daarentegen ook codes die de opmaak van de tekst beschrijven, zoals cursief of een bepaald lettertype. Dergelijke codes hebben in principe een extra "vertaalslag" door een computerprogramma nodig.
Het begrip platte tekst wordt in verschillende contexten, en door verschillende computerspecialisten, op verschillende manieren opgevat. Hier volgt een poging om elk van die deelbetekenissen te omschrijven.
Opmaakloze tekst
Een tekstverwerker stelt de gebruiker in staat om teksten van afbeeldingen te voorzien, en van allerlei opmaak, bijvoorbeeld:
tekst kan vetgedrukt of cursief worden weergegeven
lettergrootte en lettertype kunnen worden gevarieerd
letters en achtergronden kunnen worden gekleurd
scheidingsbalken kunnen worden toegepast
De term platte tekst wordt wel gebruikt om tekstdocumenten zonder afbeeldingen aan te duiden waarin dergelijke opmaak ontbreekt. Ze kunnen worden gemaakt en bewerkt met een teksteditor. In Microsoft Windows en DOS dragen deze bestanden gewoonlijk de extensie ".txt".
Een kommagescheiden bestand is een platte tekst die gebruikt wordt als tussentijdse codering van een tabel, om die naar een spreadsheetprogramma over te brengen. Vervolgens kan de tabel dan in het reguliere spreadsheetformat van het spreadsheetprogramma worden opgeslagen.
Tekstverwerkingsapplicaties kunnen documenten omzetten naar platte tekst. Ook webbrowsers kunnen webpagina's als omzetten naar platte tekst. In die gevallen gaat de opmaakinformatie verloren.
Lineaire tekst
Lineaire tekst is tekst die bestaat uit een rij tekens. Net als in platte tekst komen er geen superscripts, subscripts en afbeeldingen in voor die niet in de tekenset voorkomen. Er kan eventueel wel bijvoorbeeld cursieve tekst of tekst in een afwijkend font in voorkomen. Of tekst met superscripts en/of subscripts die in de tekenset voorkomen tot lineaire tekst wordt gerekend hangt af van het gezichtspunt: visueel is die niet lineair, maar in computertechnische zin wel.
Onversleutelde tekst
Gevoelige informatie, zoals wachtwoorden, wordt ter beveiliging meestal versleuteld opgeslagen en verstuurd. De onversleutelde vorm van deze informatie wordt soms platte tekst genoemd.
UTF
Bij grotere tekensets, zoals UTF-8, kunnen ook bijvoorbeeld sommige superscripts en diverse kleine afbeeldingen (icoontjes, smileys, emoji, enz.) beschikbaar zijn. Voor het gemakkelijk intoetsen kan ook een tekenset gebruikt worden met alleen de tekens die doorgaans op het toetsenbord staan. In programmeertalen is voor wiskundige expressies zo'n tekenset doorgaans voldoende. Ook voor blinden kan zo'n tekenset handig zijn.
Opmaaktaal
Typografie
Cryptografie
|
Een kommagescheiden bestand is een platte tekst die gebruikt wordt als tussentijdse codering van een tabel, om die naar een spreadsheetprogramma over te brengen. Vervolgens kan de tabel dan in het reguliere spreadsheetformat van het spreadsheetprogramma worden opgeslagen.
| 3 |
spreadsheet, werkblad, Excel-bestand
|
2,305 |
WorkersUnion
|
1104419
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilson%20Pinheiro
|
Wilson Pinheiro
|
Wilson de Souza Pinheiro (Careiro, 1933 - Brasiléia. 1980) was de president van de Vakbond van Plattelandswerknemers in de staat Acre in Brazilië. Hij hielp in de strijd tegen de veeboeren die het Amazoneregenwoud vernielden. Hij was een collega van Chico Mendes, de president van de Xapuri (Plattelands Werknemers Vakbond van Xapuri) die net als Wilson Pinheiro vermoord werd in de strijd voor het behoud van het Amazoneregenwoud.
Zie ook
Vicente Cañas
Braziliaans milieuactivist
Vermoord persoon
|
Wilson de Souza Pinheiro (Careiro, 1933 - Brasiléia. 1980) was de president van de Vakbond van Plattelandswerknemers in de staat Acre in Brazilië. Hij hielp in de strijd tegen de veeboeren die het Amazoneregenwoud vernielden. Hij was een collega van Chico Mendes, de president van de Xapuri (Plattelands Werknemers Vakbond van Xapuri) die net als Wilson Pinheiro vermoord werd in de strijd voor het behoud van het Amazoneregenwoud.
| 2 |
vakbond, werknemersorganisatie, arbeidsunie
|
1,056 |
SingleFamilyResidence
|
4259593
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beilerstraat%206%20%28Assen%29
|
Beilerstraat 6 (Assen)
|
Het woonhuis aan de Beilerstraat 6 in de Nederlandse stad Assen is een monument.
Beschrijving
Het huis werd omstreeks 1890 gebouwd aan de Beilerstraat en is verwant aan het Asser type, een benaming die in de stad wordt gegeven aan verdiepingsloze woonhuizen met een verhoogde middenpartij.
Het huis vertoont sterke gelijkenis met het naastgelegen pand op nummer 4. Beide wijken af van het gebruikelijke Asser type door de vier traveeën brede voorgevel met de entreepartij in de derde travee. De verhoogde middenpartij is twee traveeën breed en wordt bekroond door een fronton. Boven de vensters is een segmentboog geplaatst, met aanzetstenen en een sluitsteen.
Waardering
Het pand is een gemeentelijk monument.
Zie ook
Lijst van gemeentelijke monumenten in Assen
Gemeentelijk monument in Assen
|
Het woonhuis aan de Beilerstraat 6 in de Nederlandse stad Assen is een monument.
| 1 |
eengezinswoning, vrijstaand huis, woonhuis
|
8,414 |
LendAction
|
4792149
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vereniging%20Zusterhulp
|
Vereniging Zusterhulp
|
De Vereniging 'Zusterhulp' was een Nederlandse vereniging uit 1902 die was bedoeld om stoffelijke en geestelijke hulp te verlenen aan alleenstaande vrouwen en meisjes ongeacht stand of geloof.
De vereniging werd opgericht door Johanna Riemsdijk-van der Leeuw en Henriëtte Spiering. Om hulp te bieden aan vrouwen werden door de stichting enkele centra ingericht. Zo was er vanaf 1906 het rusthuis 'Moria' bij Nunspeet, waar vrouwen konden aansterken, vanaf 1914 het woonhuis 'Eigen Haard' aan de Prinsengracht in Amsterdam voor jonge ongehuwde vrouwen met een baan in Amsterdam. In 1924 volgde sanatorium Erica en in 1933 sanatorium De Kraaienhorst, naast elkaar in Nunspeet gelegen. Ook had de vereniging in Den Haag een kantoor voor werkverschaffing in de vorm van naaiwerk dat thuis gedaan kon worden.
In 1979 veranderde de naam in de Johanna van Riemsdijk Stichting. Het archief van de vereniging is te vinden bij Atria.
Referenties
Informatie Zusterhulp bij Atria
Johanna Riemsdijk-van der Leeuw in het Vrouwenlexicon
Henriëtte Spiering in het Vrouwenlexicon
Nederlandse vrouwenorganisatie
Vrouwengeschiedenis
Hulpverlening
|
De Vereniging 'Zusterhulp' was een Nederlandse vereniging uit 1902 die was bedoeld om stoffelijke en geestelijke hulp te verlenen aan alleenstaande vrouwen en meisjes ongeacht stand of geloof.
De vereniging werd opgericht door Johanna Riemsdijk-van der Leeuw en Henriëtte Spiering. Om hulp te bieden aan vrouwen werden door de stichting enkele centra ingericht. Zo was er vanaf 1906 het rusthuis 'Moria' bij Nunspeet, waar vrouwen konden aansterken, vanaf 1914 het woonhuis 'Eigen Haard' aan de Prinsengracht in Amsterdam voor jonge ongehuwde vrouwen met een baan in Amsterdam. In 1924 volgde sanatorium Erica en in 1933 sanatorium De Kraaienhorst, naast elkaar in Nunspeet gelegen. Ook had de vereniging in Den Haag een kantoor voor werkverschaffing in de vorm van naaiwerk dat thuis gedaan kon worden.
In 1979 veranderde de naam in de Johanna van Riemsdijk Stichting. Het archief van de vereniging is te vinden bij Atria.
| 1 |
lenen, uitlenen, uitleenactie
|
5,804 |
ProgramMembership
|
44341
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Radio-frequency%20identification
|
Radio-frequency identification
|
Radio-frequency identification (identificatie met radiogolven, RFID) is een technologie om van een afstand informatie op te slaan in en af te lezen van zogenaamde RFID-tags die op of in objecten of levende wezens zitten, bijvoorbeeld in chipkaarten die gebruikmaken van near-field communication (NFC).
De mogelijkheid tot het uitlezen van RFID-tags heeft al tot serieuze problemen met privacy geleid. Deze zorgen resulteerden in het opstellen van standaard specificaties die tegemoetkomen aan privacy- en veiligheidskwesties.
Geschiedenis
Het principe van identificatie door middel van radiosignalen gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog. Toen werden vliegtuigen voor het eerst voorzien van radiobakens, zodat vliegtuigen als vriend of vijand konden worden geïdentificeerd. RFID, zoals het in zijn huidige vorm wordt toegepast, stamt uit de jaren zestig. Twee medewerkers van Philips ontdekten toen hoe chips op afstand konden worden uitgelezen. Het bedrijf ID Engineering ontwikkelde daaruit toepassingen op het gebied van diefstalpreventie. C&A was het eerste bedrijf in Europa dat detectiepoortjes inzette en aan de winkelwaren een RF-etiket bevestigde. De toevoeging van een unieke Electronic Product Code (EPC) en een beheerssysteem leidde tot de structuur die nu RFID heet. Hierna volgden legio toepassingen zoals diefstalpreventie, voorraadbeheer en toegangsdetectie.
NFC
Near-field communication (NFC) is een vorm van RFID. Waar het bij RFID primair om opslag en verzenden van informatie in één richting gaat, communiceert NFC in twee richtingen en kan het ontvangen signalen ook zelf verwerken. Philips ontwikkelde de NFC-techniek samen met Sony. NFC wordt onder andere toegepast in mobiele telefoons als betaalmiddel en in ticketsystemen. De samenwerking met Nokia was van belang voor de uiteindelijke toepassingsmogelijkheden in telefoons. Betalingsmaatschappij VISA onderzocht het betalingsverkeer.
Soorten
Er bestaan RFID-tags in de uiteenlopende vormen en afmetingen. Ze kunnen alleen-lezen of lezen/schrijven zijn.
Ze kunnen actief, semi-actief/semi-passief of passief zijn. Actieve RFID-tags hebben een batterij en kunnen worden gelezen en geschreven met een "remote transceiver" ook wel "reader" of lezer genoemd die met een antenne radiogolven zendt en ontvangt. Ze kunnen een signaal over een grotere afstand (van zo'n 100 meter tot een paar kilometer) uitzenden; ze zenden meestal met een interval hun ID uit. Semi-actieve tags hebben ook een batterij maar zenden alleen als antwoord op een ontvangen signaal.
Passieve tags hebben geen eigen energiebron: ze benutten het elektromagnetische veld van een lezer om een stroom te induceren in een spoel, waarmee de chip wordt gevoed. Hierdoor gaat het antwoordsignaal niet over een grote afstand (van enkele centimeters tot ongeveer vijf meter). Tevens zijn er de zogenaamde 'chiploze tags' (zie foto), die gebruikt worden voor eenvoudige identificatie zoals diefstalpreventie. Dit zijn strikt genomen geen RFID-tags omdat ze geen uniek identificatienummer (ID) bevatten. Ze bestaan namelijk uit een afgestemde resonantiekring die op een specifieke frequentie energie absorbeert.
Ook de hoeveelheid data kan verschillen van enkele bits tot meer dan 1 megabit. Deze mogelijkheden vertalen zich ook in de prijs: een eenvoudige passieve tag kost niet meer dan dertig eurocent. Gecompliceerde RFID-tags, die bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan sensoren die ook nog de temperatuur of vochtigheid meten, zijn aanzienlijk duurder (soms wel 100 euro per stuk).
De laatste trend binnen de RFID-branche is UHF EPC Class 1 Gen 2 tag afgekort Gen 2, waarin gen staat voor Generation. Deze tags leveren betere prestaties dan de voorgaande UHF-standaarden. Hierdoor wordt er steeds meer mogelijk met RFID. RFID-tags zullen nooit de streepjescode geheel gaan vervangen aangezien de kostprijs altijd hoger zal zijn dan het printen van een streepjescode. Kostprijzen voor gen 2 tags liggen tussen de 5 en 20 cent (afhankelijk van het aantal).
Een nieuwe ontwikkeling is de printbare RFID-tag. Deze wordt gemaakt met een vrij nieuwe techniek die het mogelijk maakt om metaal te printen. Hiervoor kan een normale inkjetprinter aangepast worden om metaalzoutoplossingen, van koper of zilver, te kunnen printen. De geprinte tags moeten daarna alleen onder een warme pers gedroogd worden. Met deze ontwikkeling wordt het gebruik van RFID nog goedkoper.
RFID-tags onderscheiden zich ook door de gebruikte frequentie. In het algemeen geldt; hoe lager de frequentie, des te verder het leesbereik, maar hoe groter de antenne moet zijn. Hogere frequenties hebben echter meer moeite met metaal en vocht. Veel gebruikte frequenties en hun gebruikte namen zijn:
125 kHz (Low Frequency, LF),
13,56 MHz (High Frequency, HF),
860 tot 950 MHz (Ultra High Frequency, UHF),
2,45 GHz (Microwave, MW).
De tags gelden als Short Range Devices, waarvoor CEPT bepaalde frequenties heeft toegewezen.
Meestal zijn tags voorzien van een vaak onuitwisbaar ID. Binnen een enkel RFID-systeem zijn dit bijna altijd unieke (volg)nummers. Deze nummers kunnen bij ingebruikname van de tags worden bepaald door het nummer naar de tag te schrijven met een reader of printer. Het is ook mogelijk dit aan de producent van de tags over te laten.
Voor- en nadelen
Voordelen van het toepassen van RFID zijn onder meer:
Er is geen fysiek contact nodig;
Er is geen zichtlijn nodig (zoals bij de streepjescode);
Vele (honderden) codes kunnen in een of enkele seconden worden gelezen;
Veel grotere afstanden zijn mogelijk dan bij de streepjescode (hoewel de techniek ook hier grote vooruitgang boekt);
Vervalsen van RFID-tags is veel complexer dan de streepjescode;
Door de unieke codering wordt productvervalsing bemoeilijkt en/of snel opgespoord;
Door weersinvloeden, vuil, enzovoorts kunnen streepjescodes (in tegenstelling tot RFID-tags) onleesbaar worden.
Nadelen van RFID zijn onder meer:
De privacy kan in het geding komen;
Als het unieke identificatienummer van een RFID-tag wordt gekopieerd, kan men duplicaat RFID-tags maken waardoor identificatie valselijk kan zijn;
Als identificatiedocumenten zoals een paspoort een RFID-tag hebben, kunnen regeringen en inlichtingendiensten hier misbruik van maken en mensen volgen;
Als het identificatienummer van een RFID-tag verbonden kan worden met een individu, kan dit individu gevolgd worden (door marketeers, overheidsfunctionarissen, stalkers, dieven of andere criminelen);
Lees/schrijfmogelijkheden van de RFID-tag kunnen het mogelijk maken dat er ongemerkt fraude wordt gepleegd;
Een ander probleem is tag-collision: als RFID-chips tegelijk worden geactiveerd door een zender en ze tegelijk hun code versturen, kan de ontvanger de verschillende codes niet onderscheiden. Dit wordt voorkomen door middel van selectieve activatie met behulp van binary tree search-methode totdat slechts één tag reageert.
Omdat een RFID-reader veel informatie genereert is inzet van een speciaal soort software (middleware/edgeware) noodzakelijk, hoewel er steeds meer readers op de markt verschijnen die dit zelf kunnen;
Door het weggooien van verpakkingsmateriaal, tickets enzovoorts met een RFID-chip komt het afval zo vol metalen, dat het alleen nog maar als chemisch afval kan worden opgehaald. Het is in ieder geval niet te hergebruiken.
RFID kan medische apparatuur op afstand verstoren.
RFID-tags kunnen (geringe) elektromagnetische straling veroorzaken.
Toepassingen
Lijst van toepassingen
Vendor Managed Inventory (VMI). Leveranciers kunnen via RFID voorraden van retailers beheersen.
Diefstalpreventie. voorbeeld: Star City Casino in Sydney gebruikt RFID-tags in uniformen om diefstal van deze uniformen te voorkomen. Kartonnen dozen met whisky bevatten RFID-tags waardoor deze beveiligd zijn tegen diefstal. Een ander voorbeeld betreft het ERS systeem waarmee door middel van RFID ieder kledingstuk van fabrikant tot kassa wordt getraceerd.
Personen- en dierenidentificatie. Het is mogelijk om een tag in een mens (of dier) te plaatsen. De tag bevat informatie over identiteit, rijbewijs, hij kan dienen als e-wallet en als sleutel. Plaatsing in het lichaam van mensen stuit op grote ethische problemen.
Patiëntidentificatie en medisch dossier.
RFID-implantaat voor patiëntenidentificatie: VeriChip
huisdieren kunnen door een dierenarts worden voorzien van een identificatiechip, 'gechipt'.
In Rotterdam, bij de Baja Beach Club, is het mogelijk iets dergelijks in de arm te plaatsen. Klanten kunnen hier geld op opladen. Tijdens het bestellen van drinken wordt de arm gescand en wordt het geld vandaaruit geïnd.
Personenpositionering (gps). In Mexico is het toegepast op rechters die gevaar lopen gekidnapt te worden.
Steeds meer zwembaden gebruiken siliconen polsbandjes met een chip erin (waterdicht) voor onder andere toegang en kluisje.
Resorts hebben (waterdichte) polsbandjes voor gasten welke onder meer gekoppeld kunnen worden aan appartement/hotelkamer, restaurant en bar (arrangement-identificatie).
Productie- en assemblageprocessen. Informatie over goederen die bepaalde processen passeren verzamelen en daarmee processen beter monitoren.
Voorradencontrole en supply chaincontrole. Wal-Mart gebruikt RFID om voorraden efficiënter te controleren en gegevens sneller verkrijgbaar te stellen tussen verschillende afdelingen en bedrijven.
Medicijnen, tegen vervalsing. Medicijnen worden van RFID-chip voorzien om vervalsing te voorkomen.
Bankbiljetten, tegen vervalsing.
Merkproducten, tegen vervalsing. Bijvoorbeeld designerkleren.
Paspoort en andere ID-bewijzen: studentenkaart/collegekaart.
E-cash, elektronische betalingsmiddelen, mobile payment.
Boarding pass, toegangsbewijs, vervoerbewijs. Sony’s Felica RFID is een voorbeeld.
Bankpas: (FELICA) / creditcard.
Bonuskaart/ledenkaart van winkelketens.
Logistieke systemen: registratie van goederen die binnenkomen en uitgaan: Europe Container Terminals in de haven van Rotterdam kan containers identificeren en afhandelen onder andere met RFID-tags in de wegverharding.
Posterijtracking en productentracking. Kraft Foods gebruikt RFID technologie om klanten die gebruikte dozen van Kraft Foods recyclen te traceren en te belonen.
Productenidentificatie.
Bibliotheekboeken en bibliotheekpasjes.
Sleutels. Bijvoorbeeld in autosleutels als startonderbreker of in gevangenissen - en andere beveiligde instellingen - voor het in- en uitloggen van personeel, wat er in combinatie met een tag aan de professionele sleutelbos voor zorgt dat werknemers zich pas uit kunnen loggen als hun werksleutels met beveiligde sleutelring op de juiste plaats hangen.
Producten/halffabricaten kunnen gedurende het hele productieproces getraceerd worden. Dit heeft als voordeel dat men gemakkelijk een productiefout/probleem kan opsporen. Dit was niet mogelijk voor 25% van de gevallen met barcoding.
Naast diefstalpreventie is het ook mogelijk om foutieve afleveringen te voorkomen. Wanneer goederen een verkeerde route volgen kan het meteen gezien en gecorrigeerd worden, zodat ze naar de juiste eindbestemming gestuurd kunnen worden.
De RFID-tags kunnen de temperatuur van de producten en de omgeving meten. Wanneer de temperaturen niet overeenkomen met de optimale temperatuur (bijvoorbeeld het behouden van vis of koude wijn) kan de temperatuur aangepast worden naar het optimale niveau.
In de toekomst zullen auto’s met behulp van biotags identificeren wie er achter het stuur zit en vastleggen waar de auto is geparkeerd en deze gegevens vervolgens aan de eigenaar rapporteren.
Tracking en tracing van bloemenkarren op diverse bloemenveilingen in Nederland. Inzichtelijk maken van goederenstroom alsmede het verkorten van de tijd dat de bloemen onderweg zijn. Tevens kunnen "verdwenen" bloemenkarren eerder teruggevonden worden.
Minicontainers bevatten een RFID-chip voor vuilnis en voor groente-, fruit- en tuinafval die bij het legen van de container wordt uitgelezen. Diftar alleen voor het betalen per kilo.
Ondergrondse bunker voor vuilnis die bij het afleveren van vuilnis wordt uitgelezen.
Tijdwaarneming bij sportwedstrijden.
Aanschaf van vervoerbewijzen voor de veerboten naar Vlieland en Terschelling te Harlingen Haven bij Rederij Doeksen. Deze vervoerbewijzen zijn voor het bedienen van de poortjes voorzien van een streepjescode.
Nederland
In juni 2004 werd de Stichting RFID opgericht die de toepassingsmogelijkheden in Nederland onderzoekt. De RFID-labels moeten de streepjescode op termijn geheel of gedeeltelijk gaan vervangen.
Hoewel er al verschillende bedrijven zijn die RFID succesvol toepassen (in Nederland onder andere supermarktketen Schuitema, bagageafhandeling op Schiphol en voorraadregistratie van Boekhandels Groep Nederland) zullen grootschalige toepassingen waarin de tag gekoppeld wordt aan persoonsgegevens waarschijnlijk pas mogelijk zijn als die in overeenstemming met de privacy-wetgeving kunnen worden gebracht.
Bij huisdieren worden injecteerbare RFID-tags wel al op tamelijk grote schaal toegepast. Honden, katten en fretten mogen binnen de EU internationaal reizen als ze voldoen aan drie eisen:
elektronische identificatie (de chip),
vaccinatie tegen rabiës,
het officiële Europese Dierenpaspoort.
Alle rashonden in Nederland worden door het stamboek voorzien van een chip en bijna alle asielen chippen alle te plaatsen honden en katten. Veel particuliere eigenaren laten hun hond of kat chippen. Ook dierentuinen chippen zo veel mogelijk al hun dieren. Sinds 1 januari 2004 moeten alle paarden voorzien zijn van een chip voordat ze vervoerd mogen worden.
In de Openbare Bibliotheken in Nederland worden RFID-tags al op grote schaal toegepast. Alle nieuwe boeken die door bibliotheken worden aangeschaft via de NBD bevatten al een tag. De tags worden gebruikt voor zelfbedieningsbalies, logistieke processen en diefstalbeveiliging. Voor cd's, dvd's en cd-roms zijn ook tags beschikbaar, echter hiervoor is nog geen bevredigende oplossing in combinatie met diefstalbeveiliging. De branchevereniging VOB heeft een generiek programma van eisen opgesteld voor toepassing binnen deze branche, om standaardisatie van de gegevensuitwisseling te realiseren.
In de stad Groningen werd tussen 2001 en 2002 geëxperimenteerd met de Tripperpas, een voorloper van de OV-chipkaart.
Sinds 2005 is de invoering van de OV-chipkaart met RFID-chip, daarna (2008) NFC, aan de gang.
Er zijn ook heel andere toepassingen denkbaar met RFID-tags. Een voorbeeld daarvan is een RFID-tag geïntegreerd in de toegangspas van een evenement. Hiermee wordt niet alleen mogelijk om het evenement binnen te komen, maar ook om drankjes te betalen, of een auto te parkeren.
Europa
In 2001 zei de Europese Bank met partners in gesprek te zijn geweest over de toepassing van RFID-tags in bankbiljetten. De planning was destijds het gebruik van RFID-tags in bankbiljetten in 2005. Zover bekend zijn deze plannen nooit ingevoerd, ook niet met de nieuwe eurobiljetten vanaf 2013.
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten heeft Prada in een winkel in Manhattan al de streepjescode vervangen door RFID-tags. Dit heeft het voordeel dat winkelpersoneel met een handheldcomputer kan kijken of een bepaalde kleur of maat nog in voorraad is. De klant kan ook een promotieboodschap krijgen als hij een bepaald product aanraakt. Daarnaast kunnen klanten in het pashokje, waar een computer met aanraakscherm staat, meer informatie vinden over onder andere de gebruikte materialen maar ook over bijpassende kledingstukken en dat terwijl ze het product passen. En in combinatie met een klantenkaart zijn de aankopen van de klant bij te houden, zodat de beste klanten en hun voorkeuren herkend kunnen worden zodat zowel marketing als winkelaanbod daar op afgestemd kunnen worden.
Groot-Brittannië
In Groot-Brittannië wordt binnenkort begonnen met het testen van kentekenplaten die voorzien zijn van RFID-chips. De mogelijkheden laten zich raden: toegangscontrole, elektronisch betalen op tolwegen en in parkeergarages, lik-op-stukbeleid bij overschrijdingen van de maximumsnelheid, wegenbelasting en verzekering. Ook diefstalpreventie zou tot de mogelijkheden kunnen behoren.
WK Voetbal 2006
Tijdens het Wereldkampioenschap voetbal 2006 heeft Philips in de toegangskaarten RFID-chips verwerkt. Een vervalser moest, behalve het papieren kaartje, ook telkens een exacte kopie maken van de chip. Wie een kaartje kocht kreeg een eigen bestelnummer op de chip ingevoerd.
Duitsland
Per november zijn alle nieuwe paspoorten voorzien van een digitale vingerafdruk in een ingebouwde chip, die sinds 2005 ook een digitale foto bevat. De digitale vingerafdruk wordt alleen opgeslagen in de chip van het paspoort. De foto's daarentegen worden wel opgeslagen in een database van lokale autoriteiten.
In 2008 wil Duitsland nieuwe identiteitskaarten voor al zijn inwoners met dezelfde biometrische functionaliteiten, zo stelt een woordvoerster van de overheid. "Er zijn drie redenen om dat te doen. Op die manier kunnen we valse identiteitskaarten vermijden, het identificatieproces versterken en de mogelijkheid bieden om een autorisatiesysteem in te voeren voor bijvoorbeeld onlinediensten", aldus de woordvoerster.
Problemen
Privacybezwaren
RFID kan aangewend worden voor doeleinden die voorheen slechts fantasie leken, waaronder het volgen van personen met RFID-tags in hun kleren of het traceren van de inhoud van huizen door naar aanwezige RFID-tags te kijken.
De drie belangrijkste zorgen om de privacy-schendingen betreffende RFID zijn:
De koper van een product zal zich niet per se bewust zijn van de aanwezigheid van de tag of in staat zijn de tag te verwijderen.
De tag kan van een afstand worden gelezen zonder dat de persoon dit weet. De afstand is echter beperkt door fysische grootheden als frequentie en antennegrootte van de tag.
Als een getagd product wordt betaald met een creditcard of pinpas is het in principe mogelijk om het unieke ID te koppelen aan de identiteit van de aankoper.
Om deze bezwaren tegen te gaan, zijn er diverse soorten hoesjes in de handel verkrijgbaar of worden deze gratis verstrekt bij onder andere banken. Het doel van deze hoesjes is detectie en uitlezing op afstand te blokkeren.
Klonen van RFID-tags
Met de juiste apparatuur is het relatief eenvoudig om van een niet-beveiligde chip het ID uit te lezen en dit vervolgens naar een duplicaat-tag te schrijven. De Radboud Universiteit Nijmegen toonde in 2008 al aan dat de OV-chipkaart zeer gemakkelijk gekloond kan worden met behulp van relatief goedkope apparatuur. Deze contactloze chipkaart is gebaseerd op de onveilige MIFARE Classic chip. De voor het klonen gebruikte apparatuur en aansturing is Open Source ontwikkeld. Het gaat hier om de proxmark en zeer goedkope NFC apparatuur die aangestuurd wordt door libnfc.
Er zijn echter diverse manieren waarop geprobeerd wordt dit tegen te gaan. Voorbeelden hiervan zijn encryptie en het principe van Physically Unclonable Functions (PUF’s). Bij het laatste wordt uitgegaan van het gegeven dat elke chip heel kleine fysieke verschillen bevat die voortkomen uit de onoverkomelijke imperfectie van het productieproces.
Referenties
Bronnen
De niet te klonen RFID-chip, is het mogelijk?
RFID: Tracking everything, everywhere
RFID: Geld & Privacy - Toepassingen van RFID-tags
RFID: Geld & Privacy - Wat is RFID
Zandkorrelzenders in de tandpasta! begin januari 2003 in Netkwesties.nl
Technisch Weekblad: Streepjescode en Miniradio. 18-6-2004
Externe link
(tijdelijk onbereikbaar sinds 25-8-2016) Het onafhankelijke kenniscentrum voor RFID in Nederland
|
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten heeft Prada in een winkel in Manhattan al de streepjescode vervangen door RFID-tags. Dit heeft het voordeel dat winkelpersoneel met een handheldcomputer kan kijken of een bepaalde kleur of maat nog in voorraad is. De klant kan ook een promotieboodschap krijgen als hij een bepaald product aanraakt. Daarnaast kunnen klanten in het pashokje, waar een computer met aanraakscherm staat, meer informatie vinden over onder andere de gebruikte materialen maar ook over bijpassende kledingstukken en dat terwijl ze het product passen. En in combinatie met een klantenkaart zijn de aankopen van de klant bij te houden, zodat de beste klanten en hun voorkeuren herkend kunnen worden zodat zowel marketing als winkelaanbod daar op afgestemd kunnen worden.
| 1 |
loyaliteitsprogramma, lidmaatschap, klantenkaart
|
8,187 |
BusStop
|
304291
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Busstation
|
Busstation
|
Een busstation is een plaats waar verschillende buslijnen samenkomen en waar meerdere bushaltes aanwezig zijn, met het doel dat passagiers er kunnen in-, uit- of overstappen. Soms wordt een dergelijk station ook wel gecombineerd met een tramhalte, zoals het OV-knooppunt Leyenburg in Den Haag, de Franklin Rooseveltplaats in Antwerpen en vanaf 2024 het Busstation Uithoorn. Ook bij grotere spoorwegstations is meestal een busstation.
Grote en drukke busstations in Nederland zijn onder meer Busstation Groningen, Utrecht Centraal en Rotterdam Zuidplein.
Er zijn ook steden met meerdere busstations, zo zijn er in Amsterdam 13 en in Rotterdam 9.
Een busstation kan 'statische' of 'dynamische' halteplaatsen hebben:
Een statisch busstation heeft vaste haltes voor de verschillende buslijnen die het station aandoen.
Een dynamisch busstation kan een variabele halte toewijzen aan binnenkomende bussen. Voordeel van de dynamische haltetoewijzing is ruimtebesparing en overzichtelijkheid. Wel zijn informatiepanelen nodig om de actuele haltetoewijzingen aan de reizigers te tonen. In Nederland bevinden zich busstations met dynamische haltetoewijzing in Almere, Amstelveen, Bergen op Zoom, Delft, Eindhoven, Leiden, Nijmegen en Purmerend; in België te Kortrijk en Oostende.
Een busstation kan voorzien zijn van oplaadstations voor het tussentijds opladen van elektrische bussen; dit wordt aangeduid als opportunity charging.
|
Een busstation is een plaats waar verschillende buslijnen samenkomen en waar meerdere bushaltes aanwezig zijn, met het doel dat passagiers er kunnen in-, uit- of overstappen. Soms wordt een dergelijk station ook wel gecombineerd met een tramhalte, zoals het OV-knooppunt Leyenburg in Den Haag, de Franklin Rooseveltplaats in Antwerpen en vanaf 2024 het Busstation Uithoorn. Ook bij grotere spoorwegstations is meestal een busstation.
| 4 |
bushalte, busstation, busstopplaats
|
1,420 |
InsertAction
|
5404804
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Panzerregiment%2024
|
Panzerregiment 24
|
Het Panzerregiment 24 was een Duits tankregiment van de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Krijgsgeschiedenis
Panzerregiment 24 werd opgericht op 3 december 1941 op Oefenterrein Stablack in Wehrkreis I. De staf ontstond uit de staf van Reiterregiment 2, de I. Abteilung uit I./Reiter-Rgt. 2, de II. Abteilung uit II./Reiter-Rgt. 2, de III. Abteilung uit Reiter-Rgt. 21. Verder werden 1. en 2./Pz.Abt. 101 ingevoegd.
Het regiment maakte bij oprichting deel uit van de 24e Pantserdivisie en bleef dat gedurende zijn hele bestaan.
Het regiment capituleerde (met de rest van de divisie) bij Stalingrad op 2 februari 1943.
Op 17 februari 1943 werd het regiment opnieuw opgericht bij Cormeillesin Frankrijk en viel opnieuw onder de (nieuwe) 24e Pantserdivisie. De regimentsstaf werd opgericht en verder een II. Abteilung uit resten van de oude 3 Abteilungen (4 compagnieën). Op 22 mei 1943 volgde dan nog een III. Abteilung door invoegen van de Pz.Abt. 127 (ex 27e Pantserdivisie) (4 compagnieën).
Het regiment capituleerde (met de rest van de divisie) in Sleeswijk-Holstein aan geallieerde troepen op 8 mei 1945.
Samenstelling bij (eerste) oprichting
I. Abteilung met 3 compagnieën (1, 2, 4)
II. Abteilung met 3 compagnieën (5, 6, 8)
III. Abteilung met 3 compagnieën (9, 10, 12)
plus 15e compagnie Feldersatz
Wijzigingen in samenstelling
De II. Abteilung werd op 12 juli 1943 omgevormd tot een Panther-Abteilung en vervolgens op 25 juli 1943 in I. Abteilung omgedoopt.
Eind juli 1943 ging het regiment met zijn divisie mee naar Noord-Italië en later naar het Oostfront. De I. Abteilung bleef achter in Frankrijk. Aangezien het Panzerregiment 16 van de 116e Pantserdivisie zijn Panther-Abteilung miste, nam deze de I./Pz.Reg.24 mee naar het front in Normandië. Deze I. Abteilung werd op 28 december 1944 in Bergen/Fallingbostel opgefrist en vervolgens naar de 1e Pantserdivisie in Hongarije gestuurd en kwam daarmee niet meer terug bij het regiment.
Opmerkingen over schrijfwijze
Abteilung is in dit geval in het Nederlands een tankbataljon.
II./Pz.Rgt. 24 = het 2e Tankbataljon van Panzerregiment 24
Commandanten
Oberst Gustav-Adolf Riebel sneuvelde op 23 augustus 1942 bij Morozov, en werd postuum nog bevorderd tot Generalmajor.
Duitse militaire eenheid in de Tweede Wereldoorlog
|
Op 17 februari 1943 werd het regiment opnieuw opgericht bij Cormeillesin Frankrijk en viel opnieuw onder de (nieuwe) 24e Pantserdivisie. De regimentsstaf werd opgericht en verder een II. Abteilung uit resten van de oude 3 Abteilungen (4 compagnieën). Op 22 mei 1943 volgde dan nog een III. Abteilung door invoegen van de Pz.Abt. 127 (ex 27e Pantserdivisie) (4 compagnieën).
| 1 |
invoegen, ordening, collectie
|
10,229 |
HinduTemple
|
4878689
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chandrodaya%20Mandir
|
Chandrodaya Mandir
|
De Chandrodaya Mandir is een Hindoetempel in aanbouw.
Het bouwwerk is gelegen in Vrindavan, Mathura (Uttar Pradesh), India.
De tempel zal 213 meter hoog zijn en daarmee het hoogste religieuze gebouw ter wereld. De kostprijs wordt geschat op 47 miljoen US Dollar. Deze tempel gewijd aan Krishna is geïnspireerd op de ideeën van A.C. Bhaktivedanta Swami Praphupada (1896-1977) en wordt opgericht onder initiatief van ISKCON.
De eerste steen werd gelegd op 16 november 2014. De oplevering is voorzien voor 2024.
Hindoeïstische tempel in India
Bouwwerk in Uttar Pradesh
|
De Chandrodaya Mandir is een Hindoetempel in aanbouw.
| 1 |
hindoeïstische tempel, hindoe tempel, mandir
|
3,042 |
EmergencyService
|
147744
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoedeisende%20geneeskunde
|
Spoedeisende geneeskunde
|
Spoedeisende geneeskunde (Nederland) of urgentiegeneeskunde (Vlaanderen) is een tak van de geneeskunde die zich in engere zin bezighoudt met de acute hulp aan vitaal bedreigde patiënten en in bredere zin met ook alle minder urgente eerste hulp.
De plaats waar de zorg wordt geleverd is doorgaans de afdeling spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis, maar soms ook op andere plaatsen waar snelle medische behandeling van een trauma of ziekte wordt vereist, zoals bv. in een eerstehulppost op evenementen of op de locatie van een trauma waar de zorgverleners per ambulance of Mobiel Medisch Team (traumahelikopter) heen zijn gebracht.
In België wordt de arts gespecialiseerd in de urgentiegeneeskunde "urgentie-arts” of "spoedarts" genoemd. In Nederland heet de arts werkzaam in de spoedeisende geneeskunde "spoedeisendehulparts KNMG" of "SEH-arts KNMG".
Vitaal bedreigde patiënten
Bij een vitaal bedreigde patiënt is er sprake van een bedreiging van de ademhaling, circulatie, bewustzijn, temperatuursregulatie en/of is er ernstige pijn. Deze vitale bedreiging kan veroorzaakt zijn door inwerking van "buiten", zoals een ongeval of trauma (bijvoorbeeld verbranding of verdrinking) of van "binnen" uit, een ziekte (variërend van bloedvergiftiging, longontsteking, hersenbloeding, vergiftiging tot fluxus post partum) dat direct of indirect kan leiden tot ernstige gevolgen of zelfs overlijden van de patiënt.
Hoe eerder de adequate, specialistische behandeling van de vitaal bedreigde patiënt aanvangt, des te beperkter de gevolgen vaak zullen zijn. De complexiteit en diversiteit van de aangeboden pathologie, in combinatie met de tijdsdruk om de gevolgen te beperken vereist een uitgebreide specialistische medische kennis en kunde op het gebied van de vitaal bedreigde patiënt. Artsen gespecialiseerd in spoedeisende geneeskunde dienen de eerste opvang van vitaal bedreigde patiënten te doen. Een veel gebruikte methode hierbij is de zogenaamde ABCDE-methodiek.
Indien na de eerste opvang de patiënt nog steeds ondersteuning nodig heeft bij zijn vitale functies, dient de zorg op de afdeling intensive care te worden voortgezet. De intensive-caregeneeskunde en de anesthesiologie hebben binnen de medische specialismen de meeste ervaring met het waarborgen van de vitale functies. De intensivist (die vaak ook tot anesthesioloog is opgeleid) heeft dagelijks de verantwoordelijkheid over de controle, bewaking, ondersteuning en zo nodig overname van vitale functies. Het veiligstellen van de luchtweg en ademhaling, het monitoren en sturen van de circulatie, het bewaken van de lichaamstemperatuur en het geven van adequate pijnstilling behoren tot de meest belangrijke taken van een intensivist.
Overige spoedeisende hulp
Op de afdeling spoedeisende hulp worden alle patiënten gezien die zich met of zonder verwijzing van de huisarts presenteren met een klacht. Vaak worden patiënten die door de huisarts zijn gestuurd meteen door de betreffende medisch specialist gezien. De artsen gespecialiseerd in spoedeisende geneeskunde richten zich voornamelijk op de patiënten die zonder verwijzing komen (zogenaamde "zelfverwijzers"). In evident minder dringende gevallen wordt een patiënt vaak alsnog verwezen naar de huisarts of huisartsenpost (in de avond, nacht of weekenden). In de andere gevallen zal de arts spoedeisende geneeskunde proberen tot een diagnose en behandeling te komen, waarbij zo nodig de hulp van andere medisch specialisten kan worden ingeroepen. De spoedeisende hulpgeneeskunde biedt geen zorg of controle op lange termijn. Indien nodig worden patiënten daarvoor verwezen naar de eigen huisarts, of zo nodig naar de polikliniek van een van de medisch specialismen van het ziekenhuis.
SEH-arts KNMG
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft de opleiding spoedeisende geneeskunde erkend. Deze opleiding duurt 3 jaar, met plannen tot verlenging in de toekomst tot 5 jaar. Deze opleiding vindt voornamelijk plaats op een afdeling spoedeisende hulp met opleidingsbevoegdheid, met stages in intensive care, anesthesiologie, cardiologie, kindergeneeskunde en de ambulancevoorziening. Na het voltooien van de opleiding krijgt de arts de titel "spoedeisendehulparts KNMG". De SEH-arts KNMG is dus geen Medisch Specialist, zoals een chirurg of internist omdat dit vak niet is geregistreerd bij de Specialisten Registratie Commissie, maar een zogenaamde profielarts.
Geneeskundig specialisme
Eerste hulp
|
Overige spoedeisende hulp
Op de afdeling spoedeisende hulp worden alle patiënten gezien die zich met of zonder verwijzing van de huisarts presenteren met een klacht. Vaak worden patiënten die door de huisarts zijn gestuurd meteen door de betreffende medisch specialist gezien. De artsen gespecialiseerd in spoedeisende geneeskunde richten zich voornamelijk op de patiënten die zonder verwijzing komen (zogenaamde "zelfverwijzers"). In evident minder dringende gevallen wordt een patiënt vaak alsnog verwezen naar de huisarts of huisartsenpost (in de avond, nacht of weekenden). In de andere gevallen zal de arts spoedeisende geneeskunde proberen tot een diagnose en behandeling te komen, waarbij zo nodig de hulp van andere medisch specialisten kan worden ingeroepen. De spoedeisende hulpgeneeskunde biedt geen zorg of controle op lange termijn. Indien nodig worden patiënten daarvoor verwezen naar de eigen huisarts, of zo nodig naar de polikliniek van een van de medisch specialismen van het ziekenhuis.
| 3 |
brandweer, spoedeisende hulp, noodhulp
|
1,655 |
Store
|
5761443
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Laurentiusplein%20%28Blerick%29
|
Laurentiusplein (Blerick)
|
Het Laurentiusplein is een plein in het centrum van het stadsdeel Blerick in de plaats Venlo in de Nederlandse provincie Limburg.
Tot 1994 van de vorige eeuw lag op het plein onder meer het prominente pand Tivoli, een "volkshuis" dat aanvankelijk de naam Sint-Lambertus had gekregen en in 1910 is gebouwd. Van 1994 tot 2008 bleef het pand braak liggen, maar werd uiteindelijk gesloopt. Daarna werd er een parkeerplaats aangelegd op de vrijgekomen plek, die de naam Laurentiusplein kreeg. Het torentje met klok is in de nok van het Raadhuis van Blerick geplaatst.
Aan het plein ligt een winkel in warenhuis-stijl, met op de begane grond een supermarkt. Aan de noordzijde van het plein ligt de Carleypassage, die toegang biedt tot Blericks belangrijkste winkelstraat.
In 2021 werd er tevergeefs een kort geding aangespannen tegen de nieuwbouwplannen die in april 2023 gereed zijn gekomen.
Plein in Venlo
|
Aan het plein ligt een winkel in warenhuis-stijl, met op de begane grond een supermarkt. Aan de noordzijde van het plein ligt de Carleypassage, die toegang biedt tot Blericks belangrijkste winkelstraat.
| 2 |
winkel, detailhandel, verkooppunt
|
7,946 |
Recipe
|
5562921
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Spaghetti%20aglio%20e%20olio
|
Spaghetti aglio e olio
|
Spaghetti aglio e olio (Italiaans voor ""spaghetti [met] knoflook en olie"") is een traditioneel Italiaans pastagerecht uit Napels. Het is een typisch gerecht van de Napolitaanse keuken en is internationaal bekend. De populariteit ligt erin dat het eenvoudig te bereiden is en dat het gebruik maakt van goedkope (dit is een voorbeeld van de cucina povera), gemakkelijk verkrijgbare ingrediënten die lang houdbaar zijn.
Recept
Het gerecht wordt bereid door eerst in olijfolie dungesneden knoflook licht aan te bakken, soms met toevoeging van rode pepervlokken (in dat geval heet het spaghetti aglio, olio e peperoncino). De olie en de knoflook worden vervolgens gemengd met spaghetti die in gezouten water is gekookt. Als garnering wordt vaak fijngehakte Italiaanse peterselie toegevoegd. Geraspte parmezaanse kaas of pecorino kan worden toegevoegd, hoewel kaas in de meeste traditionele recepten niet wordt gebruikt. In sommige recepten wordt aanbevolen wat van het pastawater aan de olijfolie toe te voegen om een saus te maken, maar in andere recepten wordt aanbevolen de olie gewoon over de uitgelekte pasta te gieten, waardoor geen saus ontstaat.
Napolitaanse keuken
Gerecht met pasta
Cucina povera
|
Het gerecht wordt bereid door eerst in olijfolie dungesneden knoflook licht aan te bakken, soms met toevoeging van rode pepervlokken (in dat geval heet het spaghetti aglio, olio e peperoncino). De olie en de knoflook worden vervolgens gemengd met spaghetti die in gezouten water is gekookt. Als garnering wordt vaak fijngehakte Italiaanse peterselie toegevoegd. Geraspte parmezaanse kaas of pecorino kan worden toegevoegd, hoewel kaas in de meeste traditionele recepten niet wordt gebruikt. In sommige recepten wordt aanbevolen wat van het pastawater aan de olijfolie toe te voegen om een saus te maken, maar in andere recepten wordt aanbevolen de olie gewoon over de uitgelekte pasta te gieten, waardoor geen saus ontstaat.
| 3 |
recept, kookinstructie, ingrediënten
|
3,494 |
BusReservation
|
331117
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Computerreserveringssysteem
|
Computerreserveringssysteem
|
Een computerreserveringssysteem, ofwel CRS, is een computersysteem dat gebruikt wordt voor het registreren van reserveringen, zoals in de reisindustrie. De eerste geautomatiseerd reserveringssystemen werden opgezet door luchtvaartmaatschappijen ter vervanging van het kaartensysteem, gevolgd door hotelbedrijven en autoverhuurbedrijven. Reserveringssystemen worden inmiddels in vele andere sectoren toegepast.
De grotere CRS-systemen die reserveringen kunnen maken en tickets kunnen verkopen voor tientallen luchtvaartmaatschappijen staan bekend onder de term Globaal Distributie Systeem (GDS).
Iedere luchtvaartmaatschappij die lijndiensten uitvoert heeft een reserveringssysteem nodig voor het beheren van de "voorraad" die bestaat uit stoelen op aangeboden vluchten, en de bijbehorende passagiersinformatie. Deze systemen zijn verantwoordelijk om de GDS-en en reserveringssystemen van andere luchtvaartmaatschappijen te informeren over vluchten die nog open zijn voor boeking en ticketverkoop. Veel maatschappijen besteden deze functies uit aan de grote GDS-en.
Luchtvaartmaatschappijen gebruiken speciale software op hun eigen reserveringssystemen voor onder andere Revenue Management ofwel Yield Management (CYMS), dit wil zeggen het toewijzen van het juiste aantal stoelen naar het juiste aantal passagiers, aan de juiste prijs. Deze software gebruikt historische en actuele reserveringsgegevens en doet een voorspelling over toekomstige reserveringen om een zo groot mogelijke financiële opbrengst uit de verkoop van de beschikbare stoelen te verkrijgen.
Consumenten kunnen zelf direct reserveringen maken voor vluchten, hotels, autoverhuur etc. door middel van internet-portalen. In de Verenigde Staten werden in 2005 bijna 50% van de vliegtickets over het internet verkocht.
Geschiedenis
Oorspronkelijk werden deze systemen opgezet door individuele luchtvaartmaatschappijen voor het eigen personeel dat betrokken was bij verkoop van vluchten. In een later stadium werden ook reisbureaus directe toegang tot deze systemen verleend om vluchten van de maatschappij te verkopen. Ook werd het mogelijk gemaakt om via deze systemen reserveringen te maken voor andere luchtvaartmaatschappijen, autoverhuurbedrijven en hotels.
Al gauw gebruikten de meeste reisbureaus het reserveringssysteem waarop ze waren aangesloten voor alle reisreserveringen van hun klanten. Omdat aanvankelijk het reserveringssysteem het eigendom was van één enkele luchtvaartmaatschappij, zorgde deze maatschappij er meestal voor dat zijn eigen vluchten prominent werden aangeboden, en vluchten van concurrerende maatschappijen pas vele pagina's later getoond werden. Om een neutraal beeld te krijgen van de beschikbare vluchten waren grote reisbureaus soms aangesloten op de reserveringssystemen van verscheidene maatschappijen, maar kleine reisbureaus konden zich dat niet veroorloven.
Het eerste reserveringssysteem dat het gedeelde eigendom was van een groep luchtvaartmaatschappijen was Amadeus in Europa. Bij het verwerken van reserveringen behartigde Amadeus ook in de eerste plaats de belangen van zijn eigenaren ten koste van andere maatschappijen.
De bekende mondiale GDS-systemen zijn Worldspan, Sabre, Galileo en Amadeus. In Nederland maakte KLM gebruik van haar eigen CRS Corda (reserveringssysteem), maar schakelde in maart 2007 over naar een reserveringssysteem van Amadeus, dat ook gebruikt wordt door KLM-partner Air France.
Regulering
Luchtvaartmaatschappijen hebben op aanwijzing van de DOT (Department of Transportation, VS) en de Europese Unie hun CRS-holdings afgestoten naar gespecialiseerde GDS bedrijven.
Om een concurrerendere markt te krijgen is voor CRS-en aparte regulering gemaakt, zoals de CRS Code of Conduct (1989) van de Europese Commissie voor vervoer , de Canadese regulering en de Amerikaanse DOT (Department of Transportation) reguleringen van 1984 en 1992. De DOT regulering werd weer opgeheven in 2003.
Om deze concurrentievervalsing tegen de gaan grepen de regerende instanties in de Verenigde Staten en Europa in. Het Amerikaanse DOT (Department of Transportation) kwam met een CRS regulering in 1984, gevolgd door de Europese Commissie voor vervoer met zijn "CRS Code of Conduct" in 1989.
Samenwerkingsverband
In 1999 hebben in de VS drie van de vier partijen (leverancier,- (CRS), - reisagent/internetportaal) besloten tot het samenwerkingsverband Open Travel Alliance.
Voor koppeling van de CRS-computers met de computers van de luchtvaartmaatschappijen wordt vaak gebruikgemaakt van het communicatienetwerk van SITA.
Externe links
Artikel in Air travel Weekly over de geschiedenis van computer reserveringsystemen
VS: DOT CRS regulations 1984)
VS: DOT CRS Webpagina
VS: DOT CRS Final Rule 2003
Europese Unie: Code of Conduct 1989
Europese Unie: Code of Conduct update 1993
Europese Unie: Code of Conduct update 1999
Canada CRS regulering .
Bedrijfssoftware
|
Al gauw gebruikten de meeste reisbureaus het reserveringssysteem waarop ze waren aangesloten voor alle reisreserveringen van hun klanten. Omdat aanvankelijk het reserveringssysteem het eigendom was van één enkele luchtvaartmaatschappij, zorgde deze maatschappij er meestal voor dat zijn eigen vluchten prominent werden aangeboden, en vluchten van concurrerende maatschappijen pas vele pagina's later getoond werden. Om een neutraal beeld te krijgen van de beschikbare vluchten waren grote reisbureaus soms aangesloten op de reserveringssystemen van verscheidene maatschappijen, maar kleine reisbureaus konden zich dat niet veroorloven.
| 1 |
busreservering, busticket, reisreservering
|
7,762 |
ImageGallery
|
1368503
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Metro%20van%20Neurenberg
|
Metro van Neurenberg
|
De metro van Neurenberg, in het Duits U-Bahn genoemd, is een middel van openbaar vervoer in de Duitse stad Neurenberg. De metro wordt geëxploiteerd door de Verkehrsaktiengesellschaft Nürnberg (VAG). Het metronetwerk telt vijf lijnen, waarvan twee voor ondersteuning tijdens drukte. Dagelijks maken er ongeveer 316.000 mensen gebruik van.
Geschiedenis
De eerste metrolijn in Neurenberg (U1) werd op 1 maart 1972 geopend, dit omvatte het traject tussen de metrostations Langwasser Süd en Bauernfeindstraße, het is daarmee de jongste metro van Duitsland.
Op 28 januari 1984 opende de tweede metrolijn (U2). Deze werd zodanig uitgebreid dat de metrolijn uiteindelijk de luchthaven Flughafen Nürnberg bereikte. Deze twee lijnen hebben elk een lijn voor ondersteuning, de lijnen (U11) en (U21).
In 2008 zorgde de VAG ervoor dat de nieuw geopende lijn (U3) de modernste metro ter wereld werd door te kiezen voor een volautomatische metrosysteem (type DT3).
Metrolijnen
Het routenetwerk omvat ongeveer 36 kilometer, 5 lijnen en 46 stations die allemaal bereikbaar zijn met een lift. Dat maakt het systeem zo speciaal in Duitsland. Ook wordt er gebruikgemaakt van een zogenaamde vaste baan (dat wil zeggen met rails bevestigd aan een solide ballastbed, in plaats van dwarsliggers op ballast) in bijna alle tunnels, hoewel niet op Langwasser Mitte (U1) en de aangrenzende tunnel omhoog tot station Gemeinschaftshaus.
U1
Traject:Fürth Hardhöhe ↔ Langwasser Süd.
Binnen Fürth zijn er zeven nieuwe U-Bahn-stations: Stadtgrenze, Jakobinenstraße, Fürth Hauptbahnhof, Rathaus, Stadthalle, Klinikum en Hardhöhe. De geplande uitbreiding naar Kieselbühl is achter op schema.
U2
Traject:Luchthaven van Neurenberg ↔ Röthenbach.
Door deze metrolijn is Neurenberg het enige metrosysteem in Duitsland waar de metro op het terrein van een luchthaven een station bedient.
In september 2009 reed de eerste onbemande metrotrein op het traject.
U3
Traject:Großreuth bei Schweinau ↔ Nordwestring.
Dit is de jongste U-Bahnlijn van Neurenberg, geopend in 2008. Deze lijn wordt volledig automatisch bediend, zonder bestuurder.
U11
Traject:Eberhardshof ↔ Messe.
De U11 rijdt op de lijn U1 op het traject tussen Eberhardshof en Messe het grootste deel van de dag. De drukste stations op de lijn zijn: het centraal station van Neurenberg, het autovrije winkelgebied en de Plärrer.
U21
Traject:Röthenbach → Ziegelstein.
Deze metrolijn heeft één richting omdat de lijn op het traject Ziegelstein → Röthenbach toch hetzelfde eindpunt heeft dan lijn U2, dus is het zinloos dat de reizigers weten van welk station hij komt. Deze metrolijn heeft een frequentie van 400 seconden.
Netwerk
Loop van U1
De route begint bij het station Langwasser Süd. Aan de zuidkant van dit station is er plaats om de metro's op te stellen. Deze lijn loopt ondergronds tot aan het station Langwasser Mitte waarna de lijn een bovengronds traject heeft tot station Messe. Zo loopt de metrolijn naar het centraal station van Neurenberg. Hier is een overstap mogelijk op alle metrolijnen in Neurenberg. De lijn vervolgt zijn route tot de buiten de stadsgrenzen gelegen gemeente Fürth waar zich het eindpunt en de keerlus bevindt.
De U11 volgt dit traject van station Eberhardshof tot het station Messe.
Loop van U2
De route begint in het zuidwesten van Neurenberg op station Rötchenbach. Wat verder kruist de lijn ondergronds het Main-Donau-Kanaal. Vervolgens volgt de route ondergronds de hoofdweg om aan de Plärrer een bocht te maken naar het station Plärrer en door te gaan naar het centraal station van Neurenberg waar er een overstap bestaat op alle Neurenbergse metrolijnen. Zo gaat de metrolijn verder tot het station Lufthafen dat het eindstation is. De U21 volgt deze metrolijn van het station Rötchenbach tot het station Ziegelstein.
Loop van U3
De route begint bij het station Großreuth bei Schweinau. De lijn gaat door tot de splitsing waar de U2 in dezelfde tunnel rijdt en passeert het centraal station.Aan station Rathenauplatz splitst de tunnel terug in twee delen. De metrolijn gaat verder tot het opmerkelijke station Maxfeld om verder te gaan tot het eindpunt :station Nordwestring.
Uitbreidingen
Voertuigen
Het wagenpark van de VAG bestaat uit totaal 108 metrotreinen van de series DT1, DT2 en DT3. In de daluren worden er twee metrostellen aaneengekoppeld, in de spits zijn dat er 3. Langere treinen kunnen niet gemaakt worden vanwege de beperkte lengte van de perrons van de stations (90 m).
Type DT1
Deze voertuigen zijn in zes series aangeschaft. De eerste 32 voertuigen waren uitgerust met DC-technologie. De overige 32 rijtuigen waren uitgerust met de AC-Technologie. Er zijn zichtbare verschillen tussen de twee series, dat komt door de verschillende opstellingen van de steunstangen bij de deuren. De aanvankelijk geplaatste armleuningen zijn weggehaald als gevolg van vandalisme en vervangen door de huidige.
Type DT2
Met de opening van de U2 tot station Schoppershof in 1993 waren er niet genoeg metrotreinen voor de nieuwe lijn, dus bestelde men een nieuw soort metrotrein: type DT2. De eerste reeks bestond uit 12 voertuigen. Tegenover de DT1-reeks waren er een paar verschillen: het interieur, kuipstoelen en nieuwe plaatsen voor rolstoelgebruikers.
Type DT3
Door de bouw van de U3 en de beslissing dat deze lijn volautomatisch zou bereden worden, werd het nodig om nieuwe voertuigen aan te schaffen. Deze DT3 treinstellen hebben camerabewaking in het interieur en klapstoelen. Maar het opvallendste nieuwe aspect was dat er geen bestuurderscabine in de trein aanwezig is. Dit komt doordat de treinen volautomatisch rijden, en dus geen bestuurderscabines nodig zijn.
Externe link
Officiële website VAG
Fotogalerijen van de Neurenbergse metro
|
Officiële website VAG
Fotogalerijen van de Neurenbergse metro
| 1 |
fotogalerij, afbeeldingsgalerij, beeldengalerij
|
12,519 |
FoodEstablishmentReservation
|
600957
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pirates%20of%20the%20Caribbean%20%28attractie%29
|
Pirates of the Caribbean (attractie)
|
Pirates of the Caribbean is een dark water ride in de attractieparken Disneyland Park (Anaheim), Disneyland Park (Parijs) , Magic Kingdom, Tokyo Disneyland en Shanghai Disneyland.
Geschiedenis
Pirates of the Caribbean werd geopend op 18 maart 1967 in het Disneyland Park in Anaheim, drie maanden na de dood van Walt Disney. Oorspronkelijk zou de attractie een wassenbeeldenmuseum worden en Blue Bayou Lagoon heten. Het idee van het wassenbeeldenmuseum werd tijdens de wereldtentoonstelling in New York in 1964 / 1965 gewijzigd. Er stonden toen vier attracties van Walt Disney, waaronder It's a Small World. Deze attractie was populair en kon snel veel bezoekers wegwerken met het systeem van rondvaartboten. Hierop veranderde Walt Disney het concept van Blue Bayou Lagoon in een rondvaart langs verschillende scènes. Op het succes van de audio-animatronic van Abraham Lincoln, wilde Walt ook audio-animatronics gaan gebruiken voor zijn nieuwe attractie. Om de ontwerpers te helpen huurde Walt Disney 120 acteurs in voor de bewegingen die de animatronics moesten maken. Later werd de naam van de nieuwe attractie gewijzigd in de huidige naam om meer te verwijzen naar het thema van de attractie. De naam van het restaurant in de attractie is wel hetzelfde gebleven en heet Blue Bayou Restaurant. De oorspronkelijke naam was bedacht naar de Louisiana-bayou die te vinden is rond New Orleans. Het oorspronkelijke thema was piraten in een bayou rondom de stad New Orleans en dit is het nog steeds. De attractie ligt daarom in het themagebied New Orleans Square. Dit thema werd ook gekozen omdat tijdens de oorlog van 1812 een piraat genaamd Jean Lafitte voor de Amerikaanse leger vocht rond de stad New Orleans. Walt Disney wou ook een eerbetoon geven aan deze piraat, maar breidde het concept later uit tot een attractie vol met piraten rond de stad New Orleans.
Locaties
De opzet van alle attracties in de Disney-parken is hetzelfde. De attractie wordt afgelegd in boten die door een kanaal varen. Hierbij varen de boten door grottenstelsels en een piratenvestiging waar diverse (bewegende) objecten en animatronics te vinden zijn. Op diverse punten in de attractie is het nummer Yoho (A Pirate's Life for Me), van X Atencio en George Bruns te horen.
Disneyland Park (Anaheim)
De attractie in het Disneyland Park te Anaheim is de eerste Pirates of the Caribbean attractie in alle Disney-resorts. De dark water ride werd gebouwd door Arrow Development. Het opende 18 maart 1967 in het themagebied New Orleans Square. De entree van de attractie is gedecoreerd in typische architectuur van de 19e eeuw in New Orleans. De rit duurt 15:30 minuten.
Oorspronkelijk zou op de eerste verdieping van de attractie een privé appartement komen voor de Disney familie, genaamd Royal Suite. Dit werd echter na de dood van Walt Disney stilgelegd en later gewijzigd in een kunst-gerelateerde museum genaamd de Disney Gallery. Dit museum bleef bestaan tot 2007, toen het werd omgebouwd tot de Disneyland Dream Suite.
Magic Kingdom
De attractie in het Magic Kingdom opende 15 september 1973 in het themagebied Adventureland. Aanvankelijk was het de bedoeling dat er een darkride gebouwd zou worden met als thema het Wilde Westen. De entree van de attractie is qua architectuur gebaseerd op Kasteel San Felipe del Morro. De rit duurt 8:30 minuten en is deels identiek aan de versie in Anaheim. De darkride kent een aparte wachtrij voor bezitters van een FastPass.
Tokyo Disneyland
De attractie in Tokyo Disneyland opende 15 april 1983 en duurt 9:30 minuten. Pirates of the Caribbean ligt in het themagebied Adventureland en de entree is ook gedecoreerd in de architectuurstijl van de 19e eeuw in de stad New Orleans.
Disneyland Park (Parijs)
De darkride opende op 12 april 1992 tezamen met de rest van het attractiepark. De 10:30 minuten durende rit bevindt zich in Adventureland. De attractie bevindt zich in een naar een vesting gedecoreerd gebouw. De rit begint in een baai waar zich een restaurant bevindt. Restaurantbezoekers hebben dus zicht op de voorbij varende boten. Hierna volgt een optakeling naar de tweede verdieping van de attractie. Bovenin varen de boten door een vesting, waarbij de kerkers gepasseerd worden. In de kerkers zitten een aantal piraten gevangen. Zij proberen met een bot een hond te lokken. De hond heeft immers de sleutels van de gevangenisdeur in zijn bek. Hierna volgt de eerste afdaling die uitkomt in een piratenvesting. Voor de vesting ligt een schip met daarop diverse piraten die kanonnen afschieten als de bezoekers passeren. In de vestingsstad zelf bevinden zich tientallen animatronics van piraten, waaronder Jack Sparrow die zich in een ton bevindt. Vanuit de vesting maakt de boot een tweede afdeling, waarna het in een grottenstelsel terechtkomt. Hier bevinden zich animatronics van Hector Barbossa die na een bliksemschicht van gedaante veranderd. Hierna begint hij hardop te lachen probeert de bezoekers met zijn zwaard te slaan. Verderop zit een animatronic van Jack Sparrow. Hij zit in een stoel bovenop een berg met goud en diamanten, terwijl hij het lied Yo Ho A Pirate's life for me zingt. Vanuit het grottenstelsel bereiken de boten het station. Vlak voor het station hangt een schedel dat aangeeft dat je pas uit mag stappen als de boot tot stilstand is gekomen.
Oorspronkelijk bevonden in de attractie zich geen animatronics van de personages uit de Pirate of the Caribbean films. Deze zijn toegevoegd in 2017 tijdens een grote renovatie.
In de attractie zijn op diverse punten Hidden Mickey's te vinden zo vaart de boot onder een hijsmast door, waaraan drie vaten rum bevestigd zijn. Deze drie vaten vormen het hoofd van Mickey. Ook zijn tegen het einde van de attractie diverse schatten en gouden munten te zien. Een aantal munten zijn zo bevestigd dat het hoofd van Mickey erin te zien is.
Shanghai Disneyland
In tegenstelling tot andere versies van de attractie, gebruikt Pirates of the Caribbean: Battle for the Sunken Treasure een verhaallijn gebaseerd op de gelijknamige filmreeks. Het combineert digitale projectietechnologie met traditionele decorstukken en animatronics. Walt Disney Imagineering ontwierp de attractie en Industrial Light & Magic creëerde de computer-gegenereerde visuele effecten.
Terugkoppeling op de films
Inmiddels zijn er vijf films op deze attractie gebaseerd en is er een hele merchandising rond het evenement opgezet. Als gevolg van het succes van de films met Johnny Depp in de hoofdrol als kapitein Jack Sparrow, zijn er kleine aanpassingen aan de versies in de twee Amerikaanse, het Japanse en het Franse Disney-resort gedaan, waardoor er nu animatronics van Johnny Depp's Jack Sparrow en Geoffrey Rush's kapitein Hector Barbossa te zien zijn tijdens de boottocht. Ook zijn er projecties te zien van Bill Nighy als Davy Jones, en Ian McShane als Blackbeard op een waterval waar de boten met bezoekers onderdoor varen. Deze scène speelt zich af in de Dodenmansgrotten waarbij de 2 piraten antwoord geven op 'Dead men tell no tales'.
De Shanghaise versie van de attractie daarentegen, Pirates of the Caribbean: Battle for the Sunken Treasure, is in zijn geheel gebaseerd op de filmserie. Aan de hand van figuren uit de films is een nieuwe storyline ontwikkeld, waarbij gasten Jack Sparrow helpen om een verzonken schat te claimen. In de attractie komen animatronics voor van Jack Sparrow, Maccus en Davy Jones, naast een aantal filmprojecties waarin enkele acteurs uit de filmserie een rol hebben.
Inspiratie
De attractie heeft ontwerpers van andere attractiepark wereldwijd geïnspireerd. Hier zijn diverse attracties uit voortgekomen zoals: Piraten in Batavia in het Duitse Europa-Park en Fata Morgana in de Nederlandse Efteling.
Externe links
Officiële website van de versie in het Disneyland Park in Anaheim
Officiële website van de versie in het Magic Kingdom
Officiële website van de versie in het Disneyland Park in Parijs
Officiële website van de versie in Tokyo Disneyland
Officiële website van de versie in Shanghai Disneyland
Pirates of the Caribbean
Darkride in de Verenigde Staten
Attractie in Disneyland Park (Paris)
Disney-attractie
Darkride in Japan
Darkride in Frankrijk
Attractie in Magic Kingdom
Attractie in Disneyland Park (Anaheim)
Attractie in Tokyo Disneyland
Dark water ride
Attractie van Arrow Dynamics
|
Disneyland Park (Parijs)
De darkride opende op 12 april 1992 tezamen met de rest van het attractiepark. De 10:30 minuten durende rit bevindt zich in Adventureland. De attractie bevindt zich in een naar een vesting gedecoreerd gebouw. De rit begint in een baai waar zich een restaurant bevindt. Restaurantbezoekers hebben dus zicht op de voorbij varende boten. Hierna volgt een optakeling naar de tweede verdieping van de attractie. Bovenin varen de boten door een vesting, waarbij de kerkers gepasseerd worden. In de kerkers zitten een aantal piraten gevangen. Zij proberen met een bot een hond te lokken. De hond heeft immers de sleutels van de gevangenisdeur in zijn bek. Hierna volgt de eerste afdaling die uitkomt in een piratenvesting. Voor de vesting ligt een schip met daarop diverse piraten die kanonnen afschieten als de bezoekers passeren. In de vestingsstad zelf bevinden zich tientallen animatronics van piraten, waaronder Jack Sparrow die zich in een ton bevindt. Vanuit de vesting maakt de boot een tweede afdeling, waarna het in een grottenstelsel terechtkomt. Hier bevinden zich animatronics van Hector Barbossa die na een bliksemschicht van gedaante veranderd. Hierna begint hij hardop te lachen probeert de bezoekers met zijn zwaard te slaan. Verderop zit een animatronic van Jack Sparrow. Hij zit in een stoel bovenop een berg met goud en diamanten, terwijl hij het lied Yo Ho A Pirate's life for me zingt. Vanuit het grottenstelsel bereiken de boten het station. Vlak voor het station hangt een schedel dat aangeeft dat je pas uit mag stappen als de boot tot stilstand is gekomen.
| 1 |
eetafspraak, dineerboeking, restaurantbezoek
|
5,174 |
BusinessAudience
|
2794579
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tessenderlo%20Chemie
|
Tessenderlo Chemie
|
Tessenderlo Chemie is een Belgisch bedrijf uit de chemische sector. Het bedrijf ontstond in Tessenderlo en vormt nu officieel de Tessenderlo Group. De groep is een internationaal chemieconcern en is actief op het gebied van voeding, landbouw, waterbeheer en efficiënt gebruik en hergebruik van natuurlijke grondstoffen. Tessenderlo Group wordt verhandeld op de Euronext Brussel en maakt deel uit van de BelMid-aandelenindex.
Activiteiten
Tessenderlo Group is internationaal actief en biedt oplossingen op het gebied van voeding, landbouw, waterbeheer en efficiënt gebruik en hergebruik van natuurlijke grondstoffen. De Groep telt ongeveer 5.000 werknemers die werken in meer dan honderd vestigingen.
De activiteiten zijn onderverdeeld in drie bedrijfssegmenten.
Agro: dit segment is actief in de productie en verkoop van gewasvoedingsstoffen, zoals vloeibare meststoffen en kaliumsulfaat, en gewasbeschermingsproducten.
Bio-valorization: hier worden dierlijke bijproducten verwerkt. Akiolis haalt dierlijke bijproducten op en zet deze om in eiwitten en vetten. Gelatine is actief met de productie en verkoop van hoogstaande collageeneiwitten.
Industrial Solutions: fabriceert en verkoopt kunststof leidingsystemen, chemicaliën voor waterbehandeling en overige industriële activiteiten. Onder deze laatste activiteit vallen de productie en verkoop van chemicaliën voor de mijnbouw en industriële toepassingen, en het recupereren van industriële procesvloeistoffen.
In 2014 werd iets meer dan de helft van de omzet behaald in Europa en nog eens 30% werd gerealiseerd in Noord-Amerika. Het Agrosegment leverde in dat jaar zo’n driekwart van de bedrijfswinst. Ongeveer de helft van het personeel is actief in het segment Bio-valorization.
Geschiedenis
Ontstaan
In 1892 richtten de broers François en Émile Raynaud op vraag van priester Eugène Keesen langs de spoorlijn Mol-Tienen in Tessenderlo de Société Chimique Exploitation des Procédés Raynaud op.
In oktober 1919 werden de installaties aangekocht door L'Union Française des Produits Chimiques & Matières Colorantes. De naam Produits Chimiques de Tessenderloo, afgekort PCT, werd aangenomen. Men produceerde kaliumsulfaat (potas voor meststoffen) en zoutzuur. De eerste directeur van PCT was Nestor Sevrin, zoon van volksvertegenwoordiger Emile Sevrin.
In 1923 sloot men een commerciële overeenkomst met het Franse Kalimijnen in de Elzas (Frans: Mines domeniales de potasse d'Alsace, afgekort MDPA), een van de leveranciers. In 1929 richtten Produits Chimiques de Tessenderloo (PCT) en Franse Kalimijnen in de Elzas (MDPA) samen de onderneming Produits Chimiques du Limbourg, afgekort PCL, op. MDPA was hierin vertegenwoordigd door hun verkoopsmaatschappij Société Commerciale des Potasses d’Alsace. Er werd een nieuwe fabriek gebouwd langs het Albertkanaal in Kwaadmechelen (momenteel deelgemeente van Ham). Men legde er zich toe op de productie en export van kaliumsulfaat en dicalciumfosfaat. In mei 1925 trok het bedrijf naar de beurs van Brussel. Tegen 1930 telde PCT al zo'n 1.000 werknemers. Ruim 80% van de productie was bestemd voor wereldwijde export.
Door de wereldwijde crisis na de beurskrach van 1929 kwam PCT in moeilijkheden en moest ze een aantal maatregelen nemen waaronder de verkoop van zijn aandelen in Produits Chimiques du Limbourg (PCL) aan Mines domeniales de potasse d'Alsace (MDPA) in 1936. Het zette zijn eigen productieprocessen op.
Ramp van Tessenderlo
Op woensdag 29 april 1942 vond een zware ontploffing plaats in het bedrijf waardoor de hele fabriek en de ruime omgeving verwoest werden. Doordat het bedrijf vlak bij het centrum lag, was de impact enorm: naast grote materiële schade vielen er 189 doden en meer dan 900 gewonden te betreuren. Na een controversiële enquête bij de buurtbewoners, van wie de meesten werknemers waren bij PCT, of middenstanders die van de klandizie van de werknemers leefden, werd de nieuwe fabriek - tegen de wil van de meerderheid van de bewoners en het gemeentebestuur, maar onder druk van de Bestendige Deputatie van de Provincie Limburg - op dezelfde plaats herbouwd, in plaats van op de nieuwe industriezone aan het Albertkanaal, ver van de bewoonde zone.
Ontwikkeling en diversificatie
In 1954 koopt de Kalium Groep een belangrijke participatie in de PCT. De Kalium Groep is een onderdeel van de Elzasser Kalimijnen; de fabriek PCL in Kwaadmechelen hoort er ook toe. Beide fabrieken (PCT en PCL) komen onder dezelfde leiding.
In 1964 werd het bedrijf Duché (voorheen Pont Brûlé) uit Vilvoorde overgenomen, waarmee ook gelatineproductie in de groep werd geïntroduceerd.
In 1966 wordt moedermaatschappij Kalium Groep onderdeel van de nieuwe onderneming Entreprise Minière & Chimique, afgekort EMC, een Frans staatsbedrijf.
De volgende jaren werden nog verschillende dochterbedrijven opgericht en gebeurden verschillende overnames. In 1969 richtte men de Limburgse Vinyl Maatschappij (LVM) op in samenwerking met DSM, waarmee men in 1972 in Tessenderlo startte met de productie van vinylchloride, de basisbouwsteen van polyvinylchloride (pvc). Bij een herstructurering in 1972 wordt de dochter PB Gelatins opgericht en wordt de naam Produits Chimiques de Tessenderloo omgedoopt in Tessenderlo Chemie. PB Gelatins nam in 1973 Colles et Gelatines de Zaventem uit Zaventem over. In 1975 volgden verdere overnames van Nienburger Gelatine in het Duitse Nienburg/Weser en van Limburgse Rubber Producten (LRP).
In 1976 begon men in Tessenderlo met de productie van benzylchloride en verwierf men het Franse Société Artésienne de Vinyle (SAV) uit Mazingarbe. In 1980 verkreeg men een aandeel van 100% in Benzyl Chemie.
In 2006 wordt er een eenheid voor de productie van ethyleendichloride (EDC) in gebruik genomen en wordt een installatie gebouwd voor de productie van natronloog (NaOH).
Vervuiling van beken
De beken Grote Laak en Winterbeek werden gedurende decennia zwaar vervuild door lozingen van Tessenderlo Chemie; in zulke mate dat de beek vandaag bekend staat als een van de meest vervuilde van Vlaanderen. De Laak is vooral vervuild met zware metalen als arseen en cadmium en chloriden Al minstens sinds de jaren zeventig was geweten dat Tessenderlo Chemie afvalwater loosde in de Grote Laak en de Winterbeek. Om het afvalwater met hoog zoutgehalte van Tessenderlo Chemie af te voeren naar een waterzuiveringsstation in Antwerpen werd in de jaren 70 de Smeerpijp Limburg-Antwerpen gebouwd. Door de lozing in de Laak en de Winterbeek waren die beken in brakwaterriviertjes veranderd. De Smeerpijp werd echter nooit voor afvalwater in gebruik genomen en de lozingen gingen nog heel lang door.
In de jaren 90 werden inspanningen gedaan om de lozingen te beperken zodat deze onder de normen vielen. Een 'optimale' zuivering van het lozingswater zou echter niet economisch rendabel zijn. Aangezien Tessenderlo Chemie nog bleef lozen, was het niet zinvol om met een bodemsanering te starten. Sinds 2014 werkt Tessenderlo Chemie met OVAM aan de sanering van een andere vervuilde beek, de Winterbeek.
2011-2013
In 2011 wordt de site in Tessenderlo verkocht aan INEOS waardoor de link met de plaats Tessenderlo in de naam verdwijnt.. De site in Tessenderlo komt in 2015 in handen van International Chemical Investors Group (ICIG) en Vynova wordt opgericht. Vynova wordt de nieuwe naam van de activiteiten in Tessenderlo.
De dichtstbijzijnde vestiging in Ham bleef Tessenderlo Chemie. De onderzoeksafdeling van Tessenderlo Chemie, het Tessenderlo Innovation Center, blijft op de Vynova site in Tesserderlo.
In 2013 verkocht de groep zijn profielenactiviteiten in continentaal Europa aan de investeringsmaatschappij OpenGate Capital, zijn compoundsactiviteiten aan het Japanse Mitsubishi Chemical, de afdeling pvc-pijpleidingen en de Italiaanse dochterbedrijven.
Eind juni raakte bekend dat een derde van de banen in de vestiging te Ham zou verdwijnen. Dit leidde tot sociale onrust en onder andere twee stakingen.
In juli 2013 nam weefgetouwenbouwer Picanol Group een participatie in Tessenderlo Chemie NV over van de Franse overheid en komt het bedrijf weer in Belgische handen. SNPE SA verkocht het 27,6% aandelenbelang in Tessenderlo Chemie voor een prijs van 22 euro per aandeel .
Fusie met Picanol
In december 2015 werd een fusie aangekondigd tussen Tessenderlo Group en de industrietak van Picanol. De combinatie ging verdergaan als Picanol Tessenderlo Group NV en zou dan vier bedrijfsactiviteiten gehad hebben: Agro, Bio-valorization, Industrial Solutions en Machines en Technologies. De fusie moest met gesloten beurzen gebeuren, waarbij Tessenderlo nieuwe aandelen zou uitgeven die de Picanol-aandeelhouders een meerderheidsbelang in de nieuwe groep gegeven zou hebben. Begin maart 2016 bliezen de partijen de fusie echter af. Er was onvoldoende draagvlak voor de fusievoorwaarden bij de andere aandeelhouders van Tessenderlo Chemie. Op 8 juli 2022 kondigden Picanol en Tessenderlo de intentie aan te fuseren. Aandeelhouders van Picanol zouden 2,43 aandelen van Tessenderlo Group krijgen voor ieder aandeel van Picanol dat ze bezitten. Enkel Tessenderlo Group zou dan nog op de beurs noteren. Het is de bedoeling om de transactie af te ronden tegen het einde van 2022.
Tessenderlo Group
In 2017 werd de naam Tessenderlo Chemie officieel veranderd in Tessenderlo Group.
Mobiliteit
De fabriek heeft een aansluiting op spoorlijn 17 die in Diest aansluiting geeft in op spoorlijn 35 naar Hasselt en Leuven. Tessenderlo Chemie was in 2023 een van de enige bedrijven met aansluiting op deze goederenlijn.
Externe links
tessenderlo.com Officiële website
100 jaar Tessenderlo Chemie
Naslagwerken
, ''Oxidatie van a,b-onverzadigde aldehyden, eindwerk Katholieke Hogeschool Limburg, 2007
Alles over Tessenderlo Chemie, Het Laatste Nieuws, 06/11/2013
Belgisch chemiebedrijf
Bedrijf met zetel in Brussel
Bedrijf met zetel in Vlaanderen
Economie in Limburg (België)
Tessenderlo
|
De activiteiten zijn onderverdeeld in drie bedrijfssegmenten.
Agro: dit segment is actief in de productie en verkoop van gewasvoedingsstoffen, zoals vloeibare meststoffen en kaliumsulfaat, en gewasbeschermingsproducten.
Bio-valorization: hier worden dierlijke bijproducten verwerkt. Akiolis haalt dierlijke bijproducten op en zet deze om in eiwitten en vetten. Gelatine is actief met de productie en verkoop van hoogstaande collageeneiwitten.
Industrial Solutions: fabriceert en verkoopt kunststof leidingsystemen, chemicaliën voor waterbehandeling en overige industriële activiteiten. Onder deze laatste activiteit vallen de productie en verkoop van chemicaliën voor de mijnbouw en industriële toepassingen, en het recupereren van industriële procesvloeistoffen.
| 1 |
zakelijke doelgroep, bedrijfskenmerken, bedrijfssegmenten
|
7,994 |
SingleFamilyResidence
|
258310
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Middelwatering
|
Middelwatering
|
Middelwatering is een woonwijk in de Capelle aan den IJssel, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland. De wijk heeft 16.185 inwoners (2017) en vormt het centrum van Capelle. In Middelwatering vindt men onder andere Winkelcentrum De Koperwiek en het gemeentehuis.
Middelwatering-West
Middelwatering-West heeft ongeveer 3600 inwoners, en is opgedeeld in vijf buurten;
De Plaatsenbuurt met gestapelde huur- en koopwoningen.
De Dichtersbuurt bestaat uit eengezinswoningen (huur en koop).
De Rozenburcht bestaat uit een verzorgingshuis en seniorenwoningen.
De Rondelenbuurt die uit gestapelde huur- en koopwoningen bestaat.
De Ketensedijk en IJsselzoom met enkele vrijstaande woningen en koopappartementen.
De wijk ligt tussen de Hollandsche IJssel, de Abram van Rijkevorselweg, de Algeraweg en de Slotlaan. Bij de Slotlaan bevindt zich een metrostation. De stedenbouwkundige structuur van Middelwatering-West stamt uit de jaren 60 en 70, en kent een rechthoekige structuur.
Aan de P.C Boutensingel ligt golfslagbad De Blinkert, met een fitnesscentrum. Ook is er een vestiging van het Comenius College. Aan het Valeriusrondeel vindt men de Westerkerk, jaarlijks het startpunt van de stille tocht voor de Nationale Dodenherdenking op 4 mei.
Middelwatering-Oost
Deze wijk beslaat het gebied tussen de Couwenhoekseweg en de Slotlaan.
Dit gedeelte van Middelwatering omvat het centrum van Capelle aan den IJssel. In deze wijk ligt winkelcentrum "De Koperwiek", het grootste winkelcentrum van Capelle aan den IJssel. Alhier is ook het gemeentehuis gevestigd. Bij dit winkelcentrum ligt ook een metrostation: Capelle Centrum.
Bij de Slotlaan ligt een kleiner winkelcentrum: winkelcentrum Slotplein. Dit is eigenlijk een winkelcentrum voor de bewoners van Middelwatering-West, dat zelf geen winkelcentrum heeft.
Wijkoverlegplatform Middelwatering
Het doel van het overlegplatform is het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Er zijn regelmatig bijeenkomsten van belanghebbenden met de gemeentelijke overheid waar afspraken worden gemaakt.
Wijk in Capelle aan den IJssel
|
Middelwatering-West
Middelwatering-West heeft ongeveer 3600 inwoners, en is opgedeeld in vijf buurten;
De Plaatsenbuurt met gestapelde huur- en koopwoningen.
De Dichtersbuurt bestaat uit eengezinswoningen (huur en koop).
De Rozenburcht bestaat uit een verzorgingshuis en seniorenwoningen.
De Rondelenbuurt die uit gestapelde huur- en koopwoningen bestaat.
De Ketensedijk en IJsselzoom met enkele vrijstaande woningen en koopappartementen.
De wijk ligt tussen de Hollandsche IJssel, de Abram van Rijkevorselweg, de Algeraweg en de Slotlaan. Bij de Slotlaan bevindt zich een metrostation. De stedenbouwkundige structuur van Middelwatering-West stamt uit de jaren 60 en 70, en kent een rechthoekige structuur.
| 2 |
eengezinswoning, vrijstaand huis, gezinswoning
|
8,019 |
Suite
|
576502
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandsche%20Dok%20en%20Scheepsbouw%20Maatschappij
|
Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij
|
De Nederlandsche Dok en Scheepsbouw Maatschappij (NDSM), eerder Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij, was een scheepswerf voor scheepsnieuwbouw, scheepsreparatie en machinebouw in Amsterdam die heeft bestaan tussen 1894 en 1979.
NSM
De Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij werd op 25 augustus 1894 opgericht door het vermogende Kamerlid Jacob Theodoor Cremer, oud-directeur van de Deli Maatschappij. Hij was het jaar ervoor benaderd door de werklieden op het Amsterdamse eiland Oostenburg, die na het teloorgaan van de scheepswerf van Paul van Vlissingen in 1891 werkloos waren. Hij nam die werf aan de Conradstraat over zonder de fabriek van stoommachines, die eigendom werd van Werkspoor.
Cremer haalde de eigenaar van de werf Het Kromhout over om de NSM te gaan leiden. Deze Daniël Goedkoop had al een ruime ervaring in de scheepsbouw en zou de werf 25 jaar besturen.
De werkplaats van Het Kromhout brandde af en op die plaats werd een moderne machinefabriek gebouwd. De Vulcanus werd in 1910 de eerste tanker ter wereld die werd aangedreven door dieselmotoren, gebouwd op de NSM werf op Oostenburg. Naarmate de schepen groter werden, ontstonden er ruimteproblemen in het Amsterdamse Oosterdok. Bij het gereedkomen van de Rembrandt moest het waterpeil zo worden verhoogd dat de kelders op het Rokin onder water stonden. De situatie was onhoudbaar en in 1919 werd besloten tot de bouw van een nieuwe werf aan de overkant van het IJ.
Aan de Cornelis Douwesweg in Amsterdam-Noord groeide de NSM uit tot de grootste scheepswerf van Europa in 1937. Bekende schepen uit die tijd waren de Jagersfontein en de Tricolor, die voor de Holland-Australië Lijn voer en in 1933 de 'woolrace' Australië – Duinkerken won. Paradepaardjes waren de luxe passagiersschepen Oranje, Johan van Oldenbarnevelt en Marnix van St. Aldegonde. De Oranje werd op 8 september 1938 gedoopt door Koningin Wilhelmina. Het schip maakte proeftochten in juni 1939 waarbij het een topsnelheid van 26 knopen (48 km/h) haalde. Hiermee was het het snelste passagiersschip van haar tijd. Van 1941 tot 1945 deed het dienst als Australisch hospitaalschip.
In 1944 werd door het personeel van de toenmalige Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij een gedenkzuil aangeboden met een afbeelding van de eerste directeur, Daniël Goedkoop, gemaakt door Carel Kneulman ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan. Na de sluiting van de NDSM in 1984 is de zuil verplaatst naar Tuindorp Oostzaan maar op verzoek van een oud werknemer is hij op 9 september 2011 weer teruggezet op het terrein van de vroegere NDSM. In 2017 is de zuil opnieuw verhuisd, nu vlak bij de voormalige Centrale Werkplaats (de laagbouw met de puntdaken).
NDM
Het initiatief tot de oprichting van de Nederlandsche Dok Maatschappij ging uit van J. Wilmink, directeur van de NV Koninklijke Hollandsche Lloyd, te Amsterdam en dateert van 1918. Wilmink, een man met aparte ideeën maar ook met een toekomstvisie, wilde de vestiging van een nieuwbouw én reparatiewerf in de nieuwe Noorder IJ-polder.
De NV Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij had reeds op 24 december 1915 een erfpacht overeenkomst met de gemeente Amsterdam gesloten. De bedoeling was dat de nieuwe werf van Wilmink, een bedrijfsnaam was er nog niet, ten westen van de NSM zou komen.
Naast de NV Koninklijke Hollandsche Lloyd, waren ook de NV Hollandsche Stoomboot Maatschappij, NV Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, NV Stoomvaart Maatschappij 'Nederland', NV Amsterdamsche Bank, NV Nederlandsche Handel Maatschappij, NV Twentsche Bank en NV Nederlandsch-Indische Handelsbank betrokken bij de totstandkoming.
Aanvankelijk zou de werf beschikken over twee gegraven bouwdokken en twee gegraven reparatiedokken maar uiteindelijk is gekozen voor drie gegraven reparatiedokken en drie bouwhellingen. De bij de voorbereidingen en de feitelijke aanleg betrokken scheepsbouwkundig ingenieur J.H.C. Salberg (afkomstig van de NSM) werd in 1920 de eerste directeur van de Nederlandsche Dok Maatschappij en bleef dat tot zijn overlijden in 1942.
De werven van de NSM en NDM waren gescheiden door een lap grond dat als akkerland in gebruik was bij een boer uit Tuindorp Oostzaan. Dit zou later het zogenoemde middenterrein van de NDSM worden.
Dat deel waar nu de Kraanbaan te vinden is.
NDSM
Op 27 februari 1946 bekrachtigden de aandeelhouders van de 'NV Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij' (NSM) en de 'Nederlandsche Dok Maatschappij NV' (NDM) de al per 1 juni 1945 geefectueerde samenwerking onder de NDSM-vlag, als VOF met gelijke deelname. Er bestaat een hardnekkig misverstand dat uit een fusie van de beide werven de NDSM is ontstaan. Beide bedrijven behielden hun eigen directies, commissarissen, jaarverslagen en eigen financiële handel en wandel. De NDSM was belast met het verwerven van orders, opleidingen, veiligheid, huisvesting, maatschappelijk werk, personeelsaangelegenheden, personeelsblad, lonen en alle verdere gemeenschappelijke aangelegenheden. De gelijke deelname in het gemeenschappelijke kapitaal werd in de eerste jaren na oprichting snel uitgebreid: van f 4,25 mljn bij de oprichting tot 5,75 in 1948, 6,65 1950, 7,175 1951 en 7,265 miljoen gulden in 1954. Daarbij waren ook deelnames in andere bedrijven onder de NDSM-paraplu inbegrepen. Zo verwierf de NDSM in 1950 een belang in de Machinefabriek IJmuiden en later Stertil te Kloostertille (1961 oprichting als dochterbedrijf, 1962 in bedrijf), Bancor, de Nedo radiatorenfabriek en de Curaçaose Dok Maatschappij. Ook belangen in rederijen als Thalatta te Amsterdam en het Overslagbedrijf Amsterdam en andere ondernemingen vielen eronder.
De personeelsbezetting varieerde nogal, mede onder invloed van de wisselende orderportefeuille. Ultimo 1953 6040 werknemers, 1954: 5880.
Terrein
Het bedrijf nam bijna twee kilometer oever aan de noordzijde van het IJ in beslag op uiteindelijk circa negentig hectare grond in Amsterdam-Noord. Ondanks de fusie bleven de afdelingen scheepsnieuwbouw (terrein 'Oost', voorheen NSM) en scheepsreparatie (terrein 'West', voorheen NDM) volledig zelfstandige bedrijfsonderdelen. Midden jaren vijftig telde het ca. 45 hectaren grote terrein 54 opstallen waaronder drie droogdokken en acht hellingen. In 1955 werd de reparatiesector uitgebreid met een droogdok op het terrein 'West' en in 1961 met een insteekhaven.
Werk
In de nieuwbouw legde de NDSM zich vooral toe op vrachtschepen en tankers. Een van de grootste opdrachtgevers was Shell Tankers, waarvoor in 1958 de 'Vasum' (20.685 brt) als grootste in Nederland gebouwde tanker werd opgeleverd, wat in 1967 werd herhaald met de 'Neverita' (57.906 brt). Maar ook de Koninklijke Marine was een belangrijke klant voor de NDSM. In de reparatiesector werd de NDSM bekend door complexe aanpassingen, zoals in 1960 met de ombouw en verlenging van twee tankers tot bulkcarriers. De afdeling machinebouw leverde complete machinekamers af en had licenties voor de bouw van motoren van diverse bedrijven, waaronder Stork. Daarnaast werden onderdelen voor sluizen en raffinaderijen gemaakt en in de jaren zestig leverde men zelfs autowasstraten en radiatoren.
Fusie
In september 1968 was de NDSM gedwongen te fuseren met Verolme Verenigde Scheepswerven NV (VVSW) te Rotterdam. Het bedrijf in Amsterdam werd voortaan bestuurd vanuit Rotterdam. De VVSW (met daarin de NDSM) fuseerde op 1 januari 1971 met Rijn-Schelde Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSMS) (kortweg Rijn-Schelde Combinatie) in Rotterdam tot Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven NV (RSV). In de periode 1968-1978 bouwde men in Amsterdam zestien mammoettankers in twee delen, zij werden aan de wallekant bij de werf aan elkaar gelast. In de periode Rijn-Schelde-Verolme zijn er twee voorschepen in Amsterdam gebouwd, over zee naar Rotterdam gevaren, waar ze gekoppeld werden aan het achterschip dat in Rotterdam was gebouwd. Dat werden de Nedlloyd Houtman en de Nedlloyd Hoorn.
Einde
In 1978 verstrekte de overheid RSV alleen nog extra krediet als de verliesgevende onderdelen van NDSM - scheepsnieuwbouw, apparatenbouw en gieterij - gesloten zouden worden. Aldus geschiedde en op 27 september 1978 werd de scheepsnieuwbouw van de NDSM beëindigd.
In oktober 1979 werd onder de naam 'Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij BV' (NSM) een nieuwe werf voor scheepsnieuwbouw opgericht, waar 400 ex-NDSM-ers bleven werken. De reparatiewerkzaamheden werden ondergebracht in de Amsterdamse Droogdok Maatschappij BV. Ondanks enkele winstgevende jaren bleek ook dit niet levensvatbaar. In mei 1984 werden deze tweede NSM en ADM failliet verklaard.
Nog vijf jaar lang onderhielden oud-werknemers de installaties op het terrein, om een herstart mogelijk te maken. Het bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord beijverde zich daarvoor, en in 1989 diende zich een kandidaat aan. Scheepswerf Vervako kon een order krijgen voor drie vrachtschepen. Het eigen terrein in Heusden was daarvoor te klein. Terwijl de werf weer bedrijfsklaar werd gemaakt, woedde echter op 25 januari 1990 een zware storm over Amsterdam, waarbij de portaalkraan onherstelbaar werd beschadigd. Daardoor moest het plan worden afgeblazen.
Hergebruik
De vier gegraven dokken op het noordwestelijke deel van de NDSM werden in 1987 in gebruik genomen door scheepsreparatiebedrijf Shipdock Amsterdam BV (vanaf 2003 Amsterdam Ship Repair, vanaf 2005 Shipdock BV, en sinds januari 2015 Damen Shiprepair Amsterdam na de overname door Damen Shipyards Group in 2013).
De leegstaande gebouwen op het zuidoostelijke deel van het NDSM-terrein werden na verloop van tijd gekraakt. Hieruit ontwikkelde zich een van de Amsterdamse 'broedplaatsen', betaalbare woon- en werkruimten voor kunstenaars, ambachtslieden en ondersteunende bedrijfjes. Zij verenigden zich in de Stichting Kinetisch Noord, die vanaf 2001 met subsidie van diverse instanties de nieuwe gebruiksmogelijkheden mocht proberen. In juli 2006 werden de grote scheepsloods, het buitenterrein en de hellingbanen aan de stichting overgedragen.
Een ander deel van het enorme terrein is in gebruik bij het Maritiem Kwartier Amsterdam-Noord, dat zich richt op het beheren en onderhouden van een collectie historische zeeschepen en deze voor allerlei doeleinden te exploiteren. In een monumentale timmerwinkel werd het hoofdkantoor van MTV Networks ondergebracht, na restauratie door de architect Max van Aerschot.
Jaarlijks wordt hier ook het Over het IJ Festival georganiseerd, een groot locatietheaterfestival.
Sinds 2002 staat een aantal afgedankte trams op het terrein, die in gebruik zijn genomen door kunstenaars. Het betreft de GVB-drieassers 896 en 965 en de RET-gelede wagen 319 (ex-269).
In 2012 zijn er voorzieningen voor een jachthaven aangelegd. Er is daarvoor een zeshonderd meter lange golfbreker in het IJ gemaakt. In september 2012 werd hier voor het eerst de HISWA gehouden.
De grote kraan, Hensen Kraan 13, op het NDSM-terrein werd in juli 2013 gedemonteerd en op 26 juli 2013 naar een werf in Franeker overgebracht om te worden opgeknapt en verbouwd tot luxe-hotelkamers. Op 22 oktober 2013 keerde de kraan terug naar het NDSM-terrein als het Crane Hotel Faralda, bestaande uit drie hotelsuites en een televisiestudio.
Fotogalerij rijksmonumenten
Zie ook
Mediawharf
Over het IJ Festival
Externe links
Film over de NDSM-werf Amsterdam-Noord: de geschiedenis, met Oostenburg, Amsterdamse haven
NSDM-werfmuseum
Rijksmonumentenregister
Voormalige Nederlandse scheepswerf
Amsterdam-Noord
Rijksmonument in Amsterdam
Economie in Amsterdam
|
De grote kraan, Hensen Kraan 13, op het NDSM-terrein werd in juli 2013 gedemonteerd en op 26 juli 2013 naar een werf in Franeker overgebracht om te worden opgeknapt en verbouwd tot luxe-hotelkamers. Op 22 oktober 2013 keerde de kraan terug naar het NDSM-terrein als het Crane Hotel Faralda, bestaande uit drie hotelsuites en een televisiestudio.
| 1 |
hotelsuite, luxesuite, kamersuite
|
12,346 |
SportsClub
|
3111421
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/SVA%20Assendelft
|
SVA Assendelft
|
SVA is een Nederlandse amateurvoetbalclub uit Assendelft, opgericht in 1932. Het eerste elftal komt uit in de Derde klasse zondag (seizoen 2020/21).
De club speelt op het eigen sportpark, net ten noordoosten van Assendelft.
Competitieresultaten 1954–2018
|
|
|
|}
Bekende (oud-)spelers
Tim van Assema
Externe link
Website
Assendelft
Sportvereniging in Zaanstad
Assendelft
|
Assendelft
Sportvereniging in Zaanstad
Assendelft
| 1 |
sportclub, sportvereniging, sportorganisatie
|
9,639 |
InternetCafe
|
1530006
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Arvajheer
|
Arvajheer
|
Arvajheer is een stad in Mongolië en is de hoofdstad van de provincie Övörhangaj.
De stad is centrum van traditionele kunst, veeteelt en paardensport. Jaarlijks wordt er een regionaal paardenfeest gehouden; de plaats is genoemd naar een beroemd renpaard uit de 18e eeuw.
Ligging
De stad ligt vrijwel in het midden van Mongolië, in de steppe op een hoogte van 1800 meter; en 430 km van de hoofdstad Ulaanbaatar verwijderd. Ten zuiden van de stad gaat de steppevegetatie langzaam over in de Gobiwoestijn.
Het aantal inwoners bedroeg in het jaar 2000 19.058 personen, in 2006 was het aantal toegenomen tot 24.200 en in 2017 tot 29.420 inwoners. Daarmee is Arwajheer met afstand de grootste plaats van de provincie.
Klimaat
Arwajheer heeft een droog steppeklimaat, code BSk volgens de klimaatclassificatie van Köppen. Door de hoge ligging is het er in de zomer niet heel warm. De gemiddelde maximumtemperatuur overdag bedraagt in juli 21,5°C en in januari -8,5°C; het nachtelijk minimum in januari bedraagt -20,0°C. De gemiddelde neerslaghoeveelheid bedraagt 210 mm per jaar; juli is de natste maand met 60 mm, in januari valt slechts 1 mm.
Verkeer
Ongeveer 1 km ten zuiden van de stad ligt het vliegveld, met een onverharde baan van 1,5 km lengte. Er is een vliegverbinding met de hoofdstad Ulanbaatar. Ook is de hoofdstad per auto en lijnbus bereikbaar over een geasfalteerde weg. Onverharde wegen leiden naar het noorden en zuiden van de provincie.
Bezienswaardigheden
Arvajheer was tot 1990 legerplaats van een eenheid van het Sovjet-leger; dit heeft veel invloed gehad op de stad. In de 21e eeuw zijn veel openbare gebouwen gerenoveerd of geheel vernieuwd, zoals bijvoorbeeld het sportpaleis in het oosten van de stad. Daartegenover werd een nieuw groot park aangelegd, niet ver daarvandaan kwam een vermaakpark voor kinderen. Aan de westkant van de binnenstad werd nog een park aangelegd, wat bij het heersende droge klimaat met de nodige moeite gepaard ging. In tegenstelling tot de meeste andere steden in Mongolië leven de meeste inwoners in houten of stenen huizen, niet in joerten.
Aan het vierkante plein in het centrum liggen de gerenoveerde gebouwen van het stadsbestuur, ertegenover het eveneens gerenoveerde theater. Langs de zuidkant van het plein verloopt de brede, met bomen beplante hoofdstraat, waaraan nog twee monumenten uit de tijd voor 1990 te zien zijn. Verder herinnert in Arvajheer slechts weinig aan de tijd van de Volksrepubliek Mongolië.
Het vrij grote klooster Gandan Muntsaglan Khiid ligt ongeveer 1 km van het central plein verwijderd. In 1937 werd het tijdens anti-boeddhistische onlusten onder de toenmalige staats- en partijchef Chorloogijn Tsjoibalsan vernield maar in 1991 weer geopend. Er leven ongeveer 60 monniken.
In het provinciemuseum zijn onder andere fossielen en andere vondsten uit Karakorum tentoongesteld. Een ander museum is gewijd aan een van de bekendste kunstenaars van Mongolië, de boeddhistische monnik Zanabazar.
Als hoofdstad van de Aimag is Arwajheer zetel van verschillende bestuursorganen. De stad beschikt ook over een ziekenhuis, kleuterscholen en diverse andere scholen en beroepsopleidingen. In het stadscentrum staan drie hotels, een internetcafé, eet- en drinkgelegenheden en een aantal winkels, zodat de mogelijkheid tot inkopen doen voor Mongoolse begrippen goed is.
Stad in Mongolië
|
Als hoofdstad van de Aimag is Arwajheer zetel van verschillende bestuursorganen. De stad beschikt ook over een ziekenhuis, kleuterscholen en diverse andere scholen en beroepsopleidingen. In het stadscentrum staan drie hotels, een internetcafé, eet- en drinkgelegenheden en een aantal winkels, zodat de mogelijkheid tot inkopen doen voor Mongoolse begrippen goed is.
| 1 |
internetcafé, cybercafé, pc-café
|
1,759 |
AppendAction
|
104906
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Winkelwagen
|
Winkelwagen
|
Een winkelwagen of winkelkarretje is een wagen die kan worden voortgeduwd door een persoon tijdens een bezoek aan een supermarkt, tuincentrum of bouwmarkt. De producten uit de winkelschappen worden in de winkelwagen verzameld, aan de kassa afgerekend en uiteindelijk van de winkelwagen overgeladen naar het eigen vervoermiddel, bijvoorbeeld een auto of fiets.
Een winkelwagen is verplaatsbaar door middel van vier zwenkwielen, en bestaat uit een trapeziumvormig frame dat meestal geconstrueerd is uit metaaldraad. Er bestaan echter ook kunststof winkelwagens, of een mengeling van metaal (onderstel) en kunststof (bak). Sommige wagen zijn uitgevoerd met kinderzitjes en/of een houder voor tassen.
Een winkelwagen wordt meestal gebruikt wanneer iemand veel boodschappen doet. Bovendien komt de klant door het wagentje in de verleiding meer te kopen dan hij kan dragen. Voor minder (of het minderen van) boodschappen is een winkelmand praktischer. Het gebruik van een wagen of mand is meestal verplicht in supermarkten, ook als de klant maar een kleinigheid wil kopen - men hoopt dat 'vergissingen' daarmee vermeden worden. In de praktijk wordt er echter aan die verplichting zelden de hand gehouden.
Geschiedenis
De eerste winkelwagens werden geïntroduceerd op 4 juni 1937 en waren een uitvinding van Sylvan Goldman, de eigenaar van de Humpty Dumpty supermarktketen in Oklahoma City. Hij had gezien dat klanten moeite hadden met te volle winkelmanden en besefte dat ze daardoor minder kochten. Hij kreeg een ingeving toen hij op een avond in 1936 laat op kantoor aan het werk was en een vouwstoel zag staan. Samen met onderhoudsman Fred Young bouwde hij een eerste prototype – twee winkelmanden boven elkaar in een metalen frame op wielen. In 1940 verkreeg hij octrooi op zijn Folding Basket Carriers for Self-Service Stores terwijl Artur Kosted een lopende bandproces ontwikkelde voor massaproductie van zijn winkelwagen.
De winkelwagen sloeg niet meteen aan. Mannen vonden ze te vrouwelijk en vrouwen vonden ze te veel lijken op kinderwagens. Om het gebruiksgemak van de winkelwagen te demonstreren huurde Goldman mannelijke en vrouwelijke modellen in. De winkelwagen werd een succes en maakte van Goldman een multimiljonair.
In 1946 vroeg de uit Kansas City afkomstige Orla Watson octrooi aan op een ontwerp van een winkelwagen met een grote vast mand die telescopisch in elkaar te schuiven zijn. Goldman protesteerde en vroeg een soortgelijk octrooi aan, maar stond in 1949 zijn rechten af aan Watson in ruil voor een lucratief licentieovereenkomst. Het ontwerp van Goldman en Watson wordt nu, nagenoeg onveranderd, overal ter wereld door winkelende klanten gebruikt.
Onderpand
Tot omstreeks 1985 konden klanten zonder formaliteiten een wagentje gebruiken. Het gebeurde toen vaak dat klanten een wagentje mee naar huis namen en "vergaten" het terug te brengen. Andere wagentjes werden tot ver in de omgeving van de winkel op straat achtergelaten en belandden dan in de sloot. Dat alles was een kostenpost voor winkeliers, want een winkelwagen kostte toen ruim 300 gulden. Een ander probleem was dat vertrekkende klanten zich soms een weg moesten banen door een woud van slordig achtergelaten wagentjes.
Omwille van de hoge kosten (afhankelijk van het model vanaf 100 euro tot enkele honderden euro's per winkelwagen) is voor het gebruik ervan meestal een onderpand nodig. Op de handgreep zit een mechanisme met een slot waarmee hij gekoppeld is aan een rij van die wagentjes. De wagen komt los van de rij door een munt in het slot te schuiven. Nadat het karretje weer aan de rij is vastgekoppeld komt de munt weer terug en staat de wagen weer op slot.
Het mechanisme is niet zo kritisch als het mechanisme in een verkoopautomaat, het werkt al als de munt de juiste dikte en grootte heeft. De te gebruiken munt was vroeger in Nederland een gulden, tegenwoordig meestal 50 cent, soms een euro. Veel winkelbedrijven verstrekken een penning die kan worden gebruikt. Ook worden valse munten (een schijfje metaal of plastic) gebruikt, en daar is niet zo veel bezwaar tegen omdat de klant na afloop dezelfde munt terugkrijgt. Ook wordt wel het lipje van een blikje frisdrank gebruikt. Dat is minder gewenst, omdat daardoor beschadigingen aan het mechanisme kunnen ontstaan.
Wielslot
Ondanks het onderpand worden er soms winkelwagens meegenomen naar de geparkeerde auto of naar huis. Om dit te voorkomen is het mogelijk om winkelwagens te voorzien van een elektronisch wielslot dat in werking treedt als de wagen een rondom de parkeerplaats van de winkel of rond gewone parkeerplaatsen in de directe nabijheid van de winkel ingegraven kabel passeert. De plek waar deze kabel ligt, wordt aangegeven met een rode lijn die aan de rand van de parkeerplaats van de winkel of rond de parkeerplaatsen in de directe nabijheid van de winkel op het wegdek is aangebracht. Op die manier is de wagen buiten de directe omgeving van de winkel onbruikbaar. De wagentjes zijn dan vaak voorzien van een bordje met de waarschuwing dat de blokkeren als ze deze lijn passeren, zodat klanten hierop geattendeerd worden. Goedlopende experimenten met een dergelijk systeem bij een winkel van Hoogvliet in Zoetermeer leidden tot toepassing in het hele land.
Gemeentelijke verordening
In sommige plaatsen is het krachtens een gemeentelijke verordening verboden zich met een winkelwagentje op meer dan een bepaalde afstand bevinden van het ter beschikking stellende bedrijf. Politie en boa kunnen dan politiestrafbeschikking F 136 uitvaardigen, met een boete van € 90. Uit de omschrijving blijkt dat ook iemand die zo welwillend is een door een ander achtergelaten winkelwagentje naar de winkel terug te brengen het risico loopt beboet te worden.
Webwinkel
De winkelwagen of het winkelmandje worden ook als metafoor gebruikt in webwinkels. Het is dan een link naar een overzicht van alle artikelen die de bezoeker op dat moment heeft gekozen om te kopen.
Andere betekenissen
Een rijdende winkel wordt ook een winkelwagen genoemd.
Winkel
|
Een winkelwagen of winkelkarretje is een wagen die kan worden voortgeduwd door een persoon tijdens een bezoek aan een supermarkt, tuincentrum of bouwmarkt. De producten uit de winkelschappen worden in de winkelwagen verzameld, aan de kassa afgerekend en uiteindelijk van de winkelwagen overgeladen naar het eigen vervoermiddel, bijvoorbeeld een auto of fiets.
| 1 |
toevoegen, collectie, einde
|
11,869 |
AutoDealer
|
737600
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pothoofd
|
Pothoofd
|
Het Pothoofd is een kade en een buurt in Deventer, gelegen aan de IJssel, direct ten zuiden van het centrum. Het gebied ligt ingeklemd tussen het stadscentrum, de Raambuurt en Knutteldorp. Het Pothoofd bestaat tegenwoordig uit twee delen. Het zuidelijke gedeelte is na 2005 geheel opnieuw ingericht als woongebied. De weg Pothoofd heeft er een geheel nieuwe ligging gekregen. De overslagkade aan het noordelijke gedeelte werd in 2011 gerenoveerd en geschikt gemaakt voor het aanmeren van passagiersschepen. Er kwam een opvallend kunstwerk: de Visman.
Inleiding
Het Pothoofd was vroeger een bedrijvige overslagkade, nu staan er zeven appartementenflats van de Belgische architect Jo Crepain en is er een aanlegplaats voor riviercruiseschepen. Het stratenpatroon is flink veranderd. Grote kranen en silo's hebben hier ooit gestaan en er was een bunkerplaats voor vrachtschepen en een spoorwegemplacement. Stoomtrams vertrokken er vanaf een eigen station naar Zutphen, Borculo en Emmerik.
Het stationsgebouw, nu het wijkgebouw van Speeltuinvereniging 'Wijk16', is een van de weinige plekken die nog herinneren aan de bedrijvigheid van toen. Op dit terrein is in de 18e eeuw - door de scheepvaart op Amerika en de overslag van graan op de kade van het Pothoofd - als adventiefplant de kleine teunisbloem terechtgekomen. Sindsdien kent de floristische literatuur het begrip pothoofdplant als synoniem voor adventiefplant.
De naam Pothoofd is afgeleid van de zogenaamde potters, kleine platbodemscheepjes, die hier destijds aanlegden. In de Middeleeuwen stond de plek bekend als Hoofd op de Teuge en in 1490 wordt 'Hoeft bij des potters huys' genoemd. In 1546 wordt Pothoofd als eerste gesignaleerd. Een bijnaam voor het gebied uit de tijd dat het nog geen overslagplaats was is 'Jodenworp'. Het was een alternatief wandelgebied voor vrome joden die zich op sabbat niet over stromend water of buiten de stadsgrenzen mochten begeven. De Worp, een geliefd wandelgebied, was voor hen op zaterdag dus onbereikbaar. Anno 2011 krijgt de rivieroever weer een rol als wandelpromenade.
Nu lijkt het Pothoofd slechts een smalle strook, een slingerende weg met appartementengebouwen aan weerszijden en een strook gras langs de rivieroever. Het was veel meer, en aan een aantal markante details is dat nog te zien.
Geschiedenis: de opkomst en ondergang van de overslag
Tot de 18e eeuw was het gebied weiland. Het maakte deel uit van de zogenaamde 'Bergweide', tegenwoordig de eigennaam voor een deel van het industrieterrein. Omdat de haven van Deventer gemakkelijk verzandde en capaciteit van de IJsselkade langs de Welle ontoereikend werd was in de 19e eeuw uitbreiding nodig. Er werd daarom een nieuwe kade aangelegd aan het Pothoofd.
Groei
Een echte overslagfunctie, met de bijbehorende gebouwen, werd pas mogelijk in 1874. De Vestingwet had er tot 1874 voor gezorgd dat er géén gebouwen mochten staan in het schootsveld ten zuiden van de verdedigingswerken. In 1887 werd het Prinsen Bolwerk, ook wel het Bastion Pothoofd genoemd, gesloopt. Er kwam zo ruimte voor gebouwen langs de kade. De Deventer Stoomboot maatschappij en de Stoombootdienst Salland hadden hier hun thuishaven, er waren diensten op onder andere Amsterdam en Keulen. Vanaf 1887 werd het dankzij de GOSM (Geldersch-Overijsselsche Stoomtram Maatschappij) mogelijk om naar Borculo te reizen. Vanaf 1926 kon men vanaf het Pothoofd via Epse en Gorssel naar Zutphen en Emmerik reizen; de tramlijn Zutphen - Emmerik werd verlengd tot het Pothoofd. Beide reizen waren mogelijk zonder op het centrale Staatsspoorwegen Station van Deventer te komen.
In 1887 werd een groot pakhuis gebouwd voor Noury & (A.L.) Van der Lande, door de architect G. te Riele. Noury & Van der Lande zou later over gaan in het huidige AkzoNobel. In 1973, toen inmiddels eigendom van de firma G. Kappelle, is dit monumentale pand, met namen van verre steden op de gevels geschilderd, gesloopt.
Maximale uitbreiding
Tussen 1925 en 1929 werd onder andere door de gemeente Deventer flink geïnvesteerd in de railinfrastructuur van het Pothoofd. De N.V. Deventer Overslagbedrijf werd gesticht in 1929 en zette er twee grote opslaghallen neer, direct aan de kade. Om te rangeren en voor de overslag van met name massagoederen werd een heus emplacement gebouwd met sporen direct aan de IJsselkade. Naar het keerpunt van dit emplacement is nu nog een oud woonhuis genoemd: 'Het keerpunt' (zie hieronder). In 1933 werd het verboden (stuk)goederen over te slaan op de Wellekade. Het Pothoofd werd daardoor steeds belangrijker. Drie grote kranen werden gebouwd voor de overslag, twee daarvan (zie kaartje oude situatie) waren van het Deventer Overslagbedrijf. Direct aan de kade, werd in 1939 een nieuwe 50 meter hoge silo gebouwd voor Noury & Van der Lande, tegenover het oude pakhuis uit 1887. Pijpen van de silo naar het pakhuis staken de weg Pothoofd over. Via een spoor over de Mr. H.F. de Boerlaan werd het emplacement met het staatsspoor verbonden.
Spoorwijdtes
Op het Pothoofd werden toen drie spoorwijdtes gebruikt. De G.O.S.M. richting Borculo gebruikte een spoorbreedte van 1067 mm, wat in 1934 werd versmald tot het op de lijn naar Zutphen-Emmerik en op de overige tramwegen in de Achterhoek gangbare 750 mm. Het Pothoofd, en de lijnen tot en met Epse, werden toen dus met dubbele spoorwijdtes uitgevoerd. De breedste spoorwijdte op het Pothoofd, 1435 mm, was er voor de (goederen)verbindingen over de Mr. H.F. de Boerlaan en de aansluitende sporen direct langs de IJsselkade. Eén spoor direct aan de IJssel diende voor de twee verrijdbare kranen van het Deventer Overslagbedrijf. De spoorwijdte hiervan is onbekend. In de literatuur ('Hoe Deventer vroeger spoorde') is nog sprake van een 4e, andere en nog kleinere spoorwijdte, namelijk die van de steenfabriek 'De Petra' die destijds op de Bergweide stond. Gangbaar voor steenfabrieken is een spoorwijdte van 700 mm. Het is echter onduidelijk of die lijn ook op het Pothoofd kwam. Wel is dit volgens dezelfde bron het enige lijntje in Nederland dat drie verschillende spoorwijdtes kruist; die van 1435, 1067 en 750 mm.
Neergang
In 2003 heeft over de stamlijn Deventer op de Mr. H.F. de Boerlaan een laatste symbolische (stoom)treinrit plaatsgevonden; daarna is het traject opgebroken. Het emplacement op het Pothoofd zelf was al veel eerder gesloopt. In november 1944 reden de laatste trams naar Borculo. In 1945 raakte het spoor Pothoofd-Borculo te zwaar beschadigd. In 1948 is het opgebroken. Door de concurrentie van de autobussen moesten de lokale spoorverbindingen op Zutphen, Borculo en Emmerik allen worden opgeheven.
Sinds 1969 is er geen overslagactiviteit meer op het Pothoofd. De nieuwe Buitenhaven en de binnenhavens van Deventer hadden meer capaciteit dan wat het Pothoofd kon bieden. De silo's van met name veevoer, granen en kunstmest staan nu allen in de binnenhavens van Deventer. Tot 2000 was er nog wel veel bedrijvigheid en stonden er allerlei kleinere bedrijven op het Pothoofd. Alle bedrijven zijn inmiddels verdwenen. De gebouwen zijn gesloopt. Als laatste vertrok autobedrijf Pouw.
Woongebied
In 2005 kon de al langer geplande bouw starten van 173 luxe appartementen. Deze bouw maakt deel uit van een groter project van de gemeente om het zuiden van het centrum flink te verbeteren. Hieronder vallen ook de Raambuurt, de hele Grachtengordel, het Hoornwerk en het gebied rondom de Boreelkazerne.
Wat nu nog te zien is uit de geschiedenis
Het Pothoofd was in de middeleeuwen een weide waar vee werd gehoed. Vanaf de 18e eeuw was het overslagterrein, maar grote loodsen kwamen er pas na 1874. Toen werd er een emplacement met tramstation aangelegd. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog kende de overslagfunctie zijn hoogtepunt. In 1969 werd het overslagterrein gesloten, de kranen verdwenen in 1970. Een groot en monumentaal pakhuis is gesloopt in 1973, een hoge betonnen silo, eerst van Noury & Van der Lande, later van G. Kapelle, is datzelfde jaar opgeblazen. Alle sporen zijn opgebroken.
Op het Pothoofd zijn nog diverse zaken terug te vinden uit de tijd van overslag en industrie. Hieronder wordt een opsomming gegeven van de belangrijkste 'relicten'. De nummers verwijzen naar de locatie op het kaartje en foto's van Het Pothoofd anno 2007.
Spoorbocht (1)
De treinen die vanuit het emplacement op het Pothoofd naar het staatsspoor (en huidige station) moesten, dienden een bocht te maken alvorens zij op de Mr. H.F. de Boerlaan konden komen. Dat is zichtbaar aan het zuidelijkste punt van Knutteldorp: er is ruimte op de hoek waar het Pothoofd en de Mr. H.F. de Boerlaan samenkomen (zie (1) op de kaart). Tot in het begin van de 21e eeuw stond daar een benzinestation.
Stationsgebouw (2)
Naast een remise was er een heus (tram)station, nu is het het wijkgebouw voor speeltuinvereniging Wijk16, zie verder hierboven. Dit betreft het tramstation van ná 1926, aan de Zutphenselaan. Vóór die tijd was er een andere remise en een ander tramstation aan de weg Pothoofd, dus meer richting de IJssel. In 1982 stond het laatstgenoemde tramstation er nog. Wanneer het gesloopt is, is onbekend.
Woningen van de vijf Havenmeesters (3)
Deze woningen zijn volgens een koopakte ongeveer van het bouwjaar 1920. Dit zijn de oudste huizen op het Pothoofd waarvan ook zeker is dat ze zullen blijven bestaan; ze maken immers geen deel uit van het Sluiskwartier, dat onder het eerder genoemde Project Grachtengordel valt. De gevel is geheel gerenoveerd in 2000. Er wonen nog steeds vijf families. De oorspronkelijke bewoners, de Havenmeesters, woonden wel op het Pothoofd, echter, hun functie had betrekking op de nu zogeheten Buitengracht. Schepen konden destijds vanaf de IJssel via de oude Haven, de Pothoofdsluizen en onder de Raambrug (zie punt 8) in deze gracht komen. Dat is de reden dat er destijds veel industrie aanwezig was in de Raambuurt, zoals de ijzergieterij (inclusief hoogovens) van Nering Bögel. Een aantal oude pakhuizen zijn behouden vanwege hun monumentale waarde. De laatste industriële activiteit in het gebied was Senzora, een afkorting voor 'Schoenmakers en Zonen Raambuurt'. In deze fabriek, die in 2018 sloot, werd onder andere wasmiddel en snoepgoed geproduceerd.
Een adventiefplant: de pothoofdplant (4)
Op het Pothoofd kan de kleine teunisbloem aangetroffen worden, dit is een relict uit de tijd dat Amerikaans graan aan deze kade gelost werd. Het is een zogeheten adventiefplant, die ook wel pothoofdplanten genoemd worden. De dichter Jac. van Hattum gaf in 1936 zijn eerste bundel de titel 'De pothoofdplant'.
Het bolwerk (5)
Een lunet of bolwerk is een onderdeel van een verdedigingslinie, vaak in de 19e eeuw voor het laatst verstevigd. Deventer als oude vestingstad telde er zeven, waarvan de meest zuidelijke in de vorm van een redan een aantal meters uitstak in de IJssel. De tweede foto in dit artikel toont dit overblijfsel van het Prinsenbolwerk, ook wel Bastion Pothoofd genoemd. Na afschaffing van de Vestingwet in 1873, kon in 1876 dit bolwerk gesloopt worden. Wat er van over is, is het in de IJssel uitstekende deel (zie foto). Het is bij de vernieuwing van de kademuur in 2011 behouden gebleven en geconserveerd.
Resten van de overslagactiviteiten (6)
Behalve een mooie, ronde verlaagde kade, handig voor de overslag bij laag water, rest er niet veel van de overslagactiviteiten die stopten in 1969. De hoge silo direct aan het water is opgeblazen. Alleen één deel van een hoge, betonnen kademuur rest nog (zie foto). Een bunkerschip van Shell, voor het tanken van binnenvaartschepen, heeft hier nog gelegen tot het eind van de jaren tachtig. Het is daarna naar Zutphen vertrokken, alwaar het schip in maart 2006 vervangen is door een moderner bunkerschip. Op Het Utrechts Archief is een foto te zien van het losspoor langs deze kade, begin jaren vijftig. In 2011 werd hier een nieuwe kademuur gebouwd ten behoeve van aanlegplaatsen voor riviercruise schepen.
Het Keerpunt (7)
Ooit legde hier aan de IJsselkade de stoomboot naar Amsterdam aan. Om reizigers van het Pothoofd naar het hoofdstation van Deventer via de Brink te vervoeren, werd lange tijd een paardentram ingezet. Dit omdat de stoomtrein niet gedragen kon worden door de brug over de haven. In 1900 werd de stoomtramlijn vanaf het station aan het Pothoofd nog wel met enkele honderden meters in noordwestelijke richting verlengd. Daar was een keerpunt voor de treinen. Volgens oud-bewoners moet hier een draaischijf voor locomotieven geweest zijn. Maar ook vrachtwagens konden op dit havenhoofd keren nadat ze hier hun goederen hadden opgehaald. Het meest noordelijk gelegen, nog bestaande historische huis van het Pothoofd is genoemd naar dit punt Het Keerpunt. Er stonden aan deze kant van de weg nog drie herenwoningen en het Weerdsgesticht noordelijker, maar die zijn in de jaren vijftig gesloopt om plaats te maken voor de zogenoemde 'Panoramaflat' (1970). De schippers en hun weduwen die voorheen in het 'De Weerdse Gesticht' (gebouwd 1883) woonden, wonen nu nog steeds in de onderste twee verdiepingen van de Panoramaflat. Naar de maatstaf van 2007 zou zo'n flat hier nooit gebouwd worden, omdat deze te dicht bij de historische binnenstad staat. De gemeente denkt na over het herstructureren van dit deel van Deventer, waarbij een van de opties is de romantiek van de oude haven in een of andere vorm terug te brengen.
Het meest noordelijke punt: de Haven (8)
De lange oprit (vanaf Deventer) naar de Wilhelminabrug over de IJssel, ligt op de plek waar de oude haven van Deventer lag. De Wilhelminabrug kwam gereed in 1940 en opnieuw in 1946, nadat in de oorlog de brug zwaar beschadigd was. Het laatste deel van de haven werd in 1954 gedempt. De Pothoofdbrug, die het Pothoofd, over de haven heen, met de Welle en de Zandpoort verbond, kon toen gesloopt worden. Dat betekende het einde van wat eens een duidelijke, noordelijke grens was van het Pothoofd. Er stonden voorheen een vismarkt en een directeurswoning op dit noordelijke punt. Nu is dit punt nog te herkennen. Vanaf de verlaagde Wellekade is het zuidelijk havenhoofd nog nét te zien in de kademuur als uitstekend punt. Ook een oude peilschaal van de haven is nog te zien.
Voor het dempen van de oude haven kon men van het Pothoofd naar de stad en vice versa door middel van een draaibrug, de Pothoofdbrug' uit 1855. Verder lag er honderd meter naar het westen een ophaalbrug over de haven met de bijnaam de Olifantsbrug. Deze naam kreeg ze nadat een circusolifant er door zakte en in de haven terechtkwam. Onterecht wordt deze bijnaam nu ook nog weleens gebruikt voor de nog bestaande Raambrug, een kleine ophaalbrug uit 1886 waarvan het origineel in 1945 werd verwoest. In 2008 is ze aan de hand van de originele tekeningen herbouwd als fietsverbinding tussen het Pothoofd en de Raambuurt.
Zie ook
Industriële activiteiten in de Raambuurt: zie ijzeroer over de ijzergieterij van Nering Bögel.
Nog bestaande silo's bij de sluis, aangrenzend aan het Pothoofd: zie betonnen silo's.
Externe links
Jaren vijftig: gezicht op de Wilhelminabrug over de IJssel te Deventer, met op de voorgrond het losspoor langs de IJsselkade (www.hetutrechtsarchief.nl)
Sied.nl, Plannen voor het Pothoofd in 2008 en 2015
Wijk in Deventer
|
Sinds 1969 is er geen overslagactiviteit meer op het Pothoofd. De nieuwe Buitenhaven en de binnenhavens van Deventer hadden meer capaciteit dan wat het Pothoofd kon bieden. De silo's van met name veevoer, granen en kunstmest staan nu allen in de binnenhavens van Deventer. Tot 2000 was er nog wel veel bedrijvigheid en stonden er allerlei kleinere bedrijven op het Pothoofd. Alle bedrijven zijn inmiddels verdwenen. De gebouwen zijn gesloopt. Als laatste vertrok autobedrijf Pouw.
| 1 |
autodealer, autobedrijf, autohandelaar
|
12,327 |
Service
|
18251
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Internetprovider
|
Internetprovider
|
Een internetprovider of internetaanbieder (Engels: internet service provider of ISP) is een organisatie of persoon die diensten levert op of via het internet. Dit kan zowel de verbinding van een gebruiker aan het internet zijn, alsook diensten die de gebruiker via het internet kan gebruiken. De verschillende diensten die een internetprovider aanbiedt zijn hieronder uitgewerkt.
Aanbod
Internet access provider
Een (Internet) Access Provider of IAP is een organisatie of persoon die aan particulieren en/of bedrijven faciliteiten biedt om een vaste computer of een mobiel apparaat verbinding te laten maken met het Internet. Dit kan op verschillende manieren: bijvoorbeeld via inbellen of ADSL (beide via het telefonienetwerk), kabelinternet (via het kabeltelevisienetwerk) of via mobiel internet of wifi.
Internet service provider
Een Internet Service Provider of ISP is een bedrijf dat internetdiensten aan klanten aanbiedt. De meeste ISP's bieden internettelevisie en internettelefonie aan en ze leveren netwerkapparatuur voor huisnetwerken. Traditioneel bieden ISP's eigen e-mailadressen aan, de mogelijkheid een eigen site op het world wide web te maken en vaak bieden ze de mogelijkheid om gegevens via FTP toegankelijk te maken. Vaak biedt een ISP ook een nieuwsserver voor Usenet.
In de volksmond wordt vaak ISP gezegd als de access provider wordt bedoeld. Meestal bieden access providers ook allerlei diensten aan die hen tot ISP maken. Steeds vaker worden de genoemde diensten op het internet door grote bedrijven als Microsoft, Google en Yahoo! gratis aangeboden.
Internet hosting provider
Een internethostingprovider of een IHP is een ISP die diensten levert voor het toegankelijk maken van een internet domeinnaam en webhosting (het maken van een eigen website).
Nederland
Ontwikkeling
Met de formele oprichting van Stichting NLnet door NLUUG in 1989, was de eerste internet service provider in Nederland een feit. Volgens het financieel verslag van de stichting over het jaar 1989, begon zij echter pas in mei 1990 met de feitelijke exploitatie van het Nederlandse deel van het internationale UNIX-netwerk. Stichting NLnet was een stichting zonder winstoogmerk en kreeg vooral in de beginperiode donaties in de vorm van computers, servers, modems en systeemsoftware.
In 1991 waren de eerste particulieren met een aansluiting op internet de leden van een groepje binnen de HCC in het kader van het EUnet-project Hobbynet. In de jaren 1993 en 1994 behoorden XS4ALL, EuroNet, NLnet BV (een dochterbedrijf van Stichting NLnet) en Knoware tot de eerste commerciële providers. Deze providers kregen al snel meer klanten. Aanvankelijk konden klanten verbinding maken met internet door met een modem via de telefoonlijn te bellen naar een inbelnummer van de internetprovider; eerst meestal via een interlokaal telefoonnummer, maar omdat de tarieven voor interlokale netnummers hoger waren dan tarieven voor lokale netnummers gingen de providers hun inbelpunten uitbreiden tot landelijke dekking. Voor verbinding met internet moest immers per minuut (de kosten van het telefoongesprek) betaald worden.
Vanaf 1995 maakten kabelmodems het mogelijk om het kabeltelevisienetwerk niet alleen voor radio- en televisiesignalen te gebruiken, maar ook voor internetverkeer. Daardoor konden ook de kabelmaatschappijen zich als internetproviders gaan opstellen. Daarmee was voor het eerst een internetverbinding mogelijk die niet per minuut, maar per maand betaald werd en bovendien was voor het eerst breedbandinternet mogelijk: internet via het kabeltelevisienetwerk was veel sneller dan via een inbelmodem. Twee jaar later kreeg het kabeltelevisienetwerk een concurrent: ADSL via de telefoonkabel. Door de goede kwaliteit van ADSL stapten veel ontevreden klanten van het kabeltelevisienetwerk over naar de providers die ADSL-abonnementen aanboden. De grote investeringen die nodig waren voor een breedbandnetwerk met landelijke dekking konden niet door alle providers worden opgebracht, waardoor het aantal providers door overnames en faillissementen flink afnam.
In Nederland heeft KPN het complete telefoonnet naar alle huizen in beheer. Om te zorgen dat er toch een concurrerende markt mogelijk is moet KPN van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ook aan andere internetproviders de mogelijkheid aanbieden van deze kabels gebruik te maken om internet over de telefoonlijn aan te bieden. De providers mogen daarvoor in de centrales van KPN apparatuur neerzetten voor het maken van internetverbindingen over de telefoonlijnen die van daaruit naar de huizen gaan. Daarnaast biedt KPN ook zelf internettoegang aan via dochterbedrijven (met de merken XS4ALL, KPNInternet en Telfort). Omgekeerd bieden nu kabelproviders ook telefonie aan. Tiscali Wholesale (voorheen BaByXL), BBned (InterNLnet, BIT internetprovider, Alice, Pilmo en Bbeyond), Unet, Versatel, EasyNet (voorheen NovaXess) en T-Mobile Online zijn een uitzondering omdat zij een eigen infrastructuur hebben om ADSL aan te bieden, en hierbij als enige ADSL-providers dus niet afhankelijk zijn van het ADSL-product van KPN.
Op de markt voor de kabeltelevisie zijn meerdere bedrijven actief, die allemaal ook actief zijn als internetprovider. Hoewel het hier om meer spelers gaat, kan dit nog steeds als een monopolie worden gezien: elk huis heeft immers slechts een verbinding met een enkele coaxkabel, en heeft daarin geen keuze. Het internet via het kabeltelevisienetwerk is niet zo gereguleerd als ADSL.
De Nationale Beheersorganisatie Internet Providers (NBIP) is een Nederlandse non-profitorganisatie die internetproviders helpt en zorgt voor afdoende afdekking van veiligheidsrisico's door een gezamenlijke aanpak tegen bv. DdoS-aanvallen.
Provideraansprakelijkheid
Omdat internetproviders vaak servers beheren waarop niet zijzelf, maar hun klanten informatie kunnen plaatsen, was in het verleden onduidelijk wie nu verantwoordelijk was voor onrechtmatige informatie op een bepaalde website: de beheerder van de webserver of degene die de informatie op de website beheert. Dit is kort uitgelegd het vraagstuk van de provideraansprakelijkheid.
Artikel 54a van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht luidt:
Een tussenpersoon die een telecommunicatiedienst verleent bestaande in de doorgifte of opslag van gegevens die van een ander afkomstig zijn, wordt als zodanig niet vervolgd indien hij voldoet aan een bevel van de officier van justitie, na schriftelijke machtiging op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris, om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om de gegevens ontoegankelijk te maken.
Dit betekent dat een internetprovider in beginsel niet verantwoordelijk is voor de informatie die haar klanten online plaatsen, mits de provider informatie ontoegankelijk maakt wanneer de officier van justitie of de rechter-commissaris dit bevelen.
Dat klinkt redelijk, maar is in de praktijk niet zo eenvoudig: Wanneer het informatie betreft op een webserver van een provider, dan kan die provider de informatie simpelweg verwijderen. Maar wanneer het informatie betreft op een server die eigendom is van de klant, en waar de internetprovider dus alleen zorg draagt voor de internetverbinding, dan ligt dat minder eenvoudig. In zo'n geval kan de provider de informatie niet van de server verwijderen: de enige maatregel die de provider zou kunnen nemen, is de internetverbinding verbreken. Maar daarmee zou ook alle andere informatie op de betreffende server, ontoegankelijk worden.
In de Europese richtlijn inzake elektronische handel wordt daarom onderscheid gemaakt tussen het opslaan van informatie (caching en hosting) en het doorgeven van informatie, dat mere conduit genoemd wordt. Wanneer er sprake is van onrechtmatige informatie die verwijderd moet worden van een server van een hostingprovider, dan zal die provider aan een verzoek van de officier of rechter-commissaris gehoor moeten geven. Wanneer de informatie zich echter op een andere server bevindt, en er dus sprake is van mere conduit, dan zal de provider die informatie niet ontoegankelijk maken. In dat laatste geval kunnen bij de internetprovider wel de NAW-gegevens van de betreffende klant opgevraagd worden, zodat de eisende partij zich rechtstreeks tot de klant kan richten.
Om die procedure eenvoudiger en duidelijker te maken, heeft internetprovider XS4ALL als eerste in februari 2007 een procedure voor klachten over uitingen op internet gepubliceerd. In navolging daarvan heeft een groot aantal Nederlandse providers, samenwerkend in het programma Samen tegen Cybercrime, op 2 oktober 2008 een Gedragscode Notice-and-Take-Down gepubliceerd, waarin beschreven staat hoe geklaagd kan worden over uitingen op internet en hoe met klachten wordt omgegaan.
België
In Vlaanderen zijn er twee dominante providers: Proximus en Telenet. Proximus is voor 53,5% in handen van de Belgische staat en heeft de volledige rechten op de telefoonkabel in België. Telenet is van oorsprong Vlaams, maar intussen Amerikaans bedrijf en heeft de rechten op de televisiekabel in Vlaanderen.
In Wallonië bezit VOO voor het overgrote deel de televisiekabelrechten, terwijl ook daar Proximus de volledige rechten heeft op de telefoonkabel.
In het Brussels Gewest bezit Numericable de televisiekabelrechten. Ook Proximus heeft daar de volledige rechten op de telefoonkabel.
Zowel via de telefoonkabel als de televisiekabel is het mogelijk om internet bij de klant in huis te brengen. Andere internetproviders (virtuele internetproviders) huren dan het netwerk van Proximus of Telenet om internet bij de klant te brengen, aangezien zij niet beschikken over een eigen netwerkinfrastructuur. Daarnaast biedt de derde fysieke internetprovider Orange internet aan dat werkt via hun mobiel netwerk (3G of 4G), bedoeld voor thuisgebruik.
Mobiele internetproviders bieden internet aan via het mobiele netwerk, bedoeld voor (hoofdzakelijk) mobiele apparaten zoals smartphones. Virtuele mobiele internetproviders die niet over een eigen mobiel netwerk beschikken, betalen aan fysieke mobiele internetproviders om via het mobiel netwerk internet te kunnen aanbieden aan hun klanten. Een voorbeeld hiervan is Mobile Vikings.
Externe links
Vereniging ISPConnect Nederland, Nederlandse branche- en belangenvereniging voor ISP's
Internet Service Providers Association, Belgische belangenorganisatie
Info over internet providers in België
|
Een internetprovider of internetaanbieder (Engels: internet service provider of ISP) is een organisatie of persoon die diensten levert op of via het internet. Dit kan zowel de verbinding van een gebruiker aan het internet zijn, alsook diensten die de gebruiker via het internet kan gebruiken. De verschillende diensten die een internetprovider aanbiedt zijn hieronder uitgewerkt.
| 4 |
dienst, service, dienstverlening
|
10,705 |
Clip
|
3851213
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20Jaaroverzicht%20Live
|
Het Jaaroverzicht Live
|
Het Jaaroverzicht Live is een laatavondprogramma op Vier waarin Gilles De Coster samen met een panel van 4 bekende mensen een jaaroverzicht van 2013 samenstellen. Door het bekijken van videofragmenten die een belangrijke rol gespeeld hebben in 2013 stemmen de panelleden of het onderwerp al dan niet in het jaaroverzicht komt. Het panel varieer per aflevering. Indien er evenveel stemmen voor als tegen zijn, beslist Gilles De Coster of het in het jaaroverzicht komt.
Overzicht van afleveringen
Programma van Play4
Actualiteitenrubriek op televisie
|
Het Jaaroverzicht Live is een laatavondprogramma op Vier waarin Gilles De Coster samen met een panel van 4 bekende mensen een jaaroverzicht van 2013 samenstellen. Door het bekijken van videofragmenten die een belangrijke rol gespeeld hebben in 2013 stemmen de panelleden of het onderwerp al dan niet in het jaaroverzicht komt. Het panel varieer per aflevering. Indien er evenveel stemmen voor als tegen zijn, beslist Gilles De Coster of het in het jaaroverzicht komt.
| 1 |
videofragment, audioclip, mediamoment
|
1,614 |
RsvpAction
|
1308905
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Efteling
|
Efteling
|
De Efteling is een attractiepark en recreatiecomplex in Kaatsheuvel, een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Naast het attractiepark omvat de hele Wereld van de Efteling een theater (Efteling Theater), twee hotels (Efteling Hotel en Efteling Loonsche Land Hotel) en twee vakantieparken (Efteling Bosrijk en Efteling Loonsche Land).
De Efteling is qua bezoekersaantallen en oppervlakte het grootste attractiepark van de Benelux. Het behoort tot de meest bezochte themaparken van Europa en was in 2020, na enkele jaren achter het Franse Disneyland Paris en het Duitse Europa-Park geëindigd te zijn, zelfs het allermeest bezochte attractiepark van Europa.
De Efteling is onderscheiden met diverse prijzen, waaronder de Pomme d'Or voor het "beste recreatiepark van Europa" (1972) en de IAAPA Applause Award voor het "beste pretpark ter wereld" (1992). Sinds 1 april 2010 is het park het hele jaar door geopend.
Hoewel het park aanvankelijk was ingericht voor ouders met kinderen tot circa twaalf jaar, heeft de Efteling zich ontwikkeld tot een themapark voor alle leeftijden. Het is gegroeid van een natuurpark met een sprookjesbos, een speeltuin, roeivijvers en een theehuis tot een attractiepark met diverse achtbanen en darkrides van multinationals als Vekoma, Intamin AG, Bolliger & Mabillard, MACK Rides, ETF Ride Systems en Great Coasters International.
Het park is een van de oudste nog geopende themaparken ter wereld: natuurpark de Efteling opende op 11 mei 1951. Op 31 mei 1952 opende ook het Sprookjesbos.
Geschiedenis
De wortels van het huidige park liggen in 1935, toen het R.K. Sport- en Wandelpark op 19 mei geopend werd. De plannen om een sportterrein aan te leggen ontstonden in 1933 en werden geïnitieerd door pastoor De Klijn en kapelaan Rietra. Dit plan is later uitgebreid met een speeltuin en theehuis.
De tentoonstelling De Schoen '49 in 1949 was de aanzet tot uitbreiding van het park en er werden daartoe grote stukken grond aangekocht. De toegangspoort voor de tentoonstelling zou nog lang in gebruik blijven als entree van eerst het sportpark, en later de Efteling zelf.
In 1950 werd de Stichting Natuurpark de Efteling opgericht door de toenmalige burgemeester van Loon op Zand, Reinier van der Heijden, samen met de cineast Peter Reijnders en Anton Pieck. Reden voor de oprichting was dat de plaatselijke economie te veel afhankelijk was van de schoen- en leerindustrie. Het doel van de stichting was: "de lichamelijke ontwikkeling en ontspanning van de inwoners der gemeente Loon op Zand en de bevordering van het toerisme naar en binnen de gemeente, een en ander in katholieke geest". Reijnders was benaderd voor de technisch creatieve invulling. Hij wist Anton Pieck te strikken voor het ontwerpen van het Sprookjesbos. Oorspronkelijk kwam Betty van der Heijden - Perquin, de echtgenote van oprichter Reinier van der Heijden, met het idee van een sprookjestuin, zoals de tijdelijke Sprookjestuin in Eindhoven, die was aangelegd door Philips.
Binnen een tijdsbestek van twee jaar werden tien sprookjes in het Sprookjesbos gerealiseerd: het Kasteel van Doornroosje, het Kabouterdorp, De Bosbewaker (heden het sprookje van De Zes Dienaren geheten), de sprekende papegaai, de Chinese Nachtegaal (in 1979 vervangen door Draak Lichtgeraakt maar in 1999 in een uitgebreidere versie teruggekeerd), de Put van Vrouw Holle, Kabouterservice (heden Kleine Boodschap geheten), de grot van Sneeuwwitje en op het Herautenplein de kikkerkoning en de Magische Klok. Later zouden nog meer uitbreidingen volgen, met onder andere de sprookjes Roodkapje (1960), de kleine zeemeermin (1970), het meisje met de zwavelstokjes (2004), de nieuwe kleren van de keizer (2012), Pinokkio (2016) en de zes zwanen (2019).
Gestaag was het park ook al in de jaren vijftig begonnen met het openen van andere attracties. Op 11 mei 1956 opende de Efteling de Stoomcarrousel, de eerste grote attractie buiten het Sprookjesbos. Een andere nieuwigheid was in 1959 de bekende Hollebolle Gijs: een prullenbak in de vorm van een sprookjesfiguur, die telkens "Papier hier! Papier hier!" zegt en na het deponeren van rommel "Dankuwel!". In het gehele park zijn zo'n twaalf Holle Bolle Gijzen te vinden. Ter ere van de vijftiende verjaardag van de Efteling werd in het Sprookjesbos het sprookje de Indische Waterlelies gerealiseerd, dat Koningin Fabiola van België in 1955 had geschreven als een van de twaalf sprookjes in de bundel Los doce Cuentos maravillosos.
Een van de belangrijkste personen in de Efteling-geschiedenis was ontwerper Anton Pieck, die vanaf de opening tot midden jaren zeventig voor het park werkte. Het sprookje van de wolf en de zeven geitjes was het laatste ontwerp van zijn hand. Hij werd als hoofdontwerper opgevolgd door Ton van de Ven. Van de Ven werkte sinds 1965 bij de Efteling en zijn werk behaagde Pieck. Zijn aanstelling in 1974 als creatief directeur zou het begin van een omslag in het park inluiden: voortbordurend op de formule van Pieck, maar steeds meer uitgroeiend tot een volwaardig attractiepark.
Van Sprookjesbos naar attractiepark
Kort voor en tijdens de jaren tachtig was sprake van een omslagpunt in het beleid van de Efteling. In de jaren zeventig had het park te maken met teruglopende bezoekersaantallen en een grotere concurrentie, en om dit op te vangen werd onder meer besloten de doelgroep uit te breiden. In 1978 werd het Spookslot geopend, de eerste attractie die volledig van de hand van Ton van de Ven was. In 1981 volgde de opening van de stalen achtbaan, genaamd de Python. Met zijn 750 meter was het indertijd de grootste stalen achtbaan op het Europese vasteland. Snelheden tot 85 km/h konden worden bereikt, het hoogste punt is 29 meter. De Python heeft vier inversies: twee loopings en twee kurkentrekkers.
In de jaren daarna volgden uitbreidingen met attracties die naast een fraaie aankleding aangevuld waren met spannende elementen. In 1982 werd de op dat moment grootste schipschommel ter wereld, de Halve Maen, geopend. Daarna volgden de wildwaterbaan Piraña en de bobsleebaan Bob. De 'spectaculaire attracties' werden gecompenseerd door andere attracties zoals de darkride Carnaval Festival en Monsieur Cannibale - beide gelegen in het latere Reizenrijk. Vooral die eerste attractie - bedacht door Joop Geesink en gebaseerd op de Disney-attractie It's a Small World - stond in contrast met de andere attracties door de felle kleuren en het uiterst vrolijke thema. De attractie genoot grote populariteit en het personage Jokie de Pretneus was geruime tijd de mascotte van de gehele Efteling.
De in 1969 geopende Efteling Stoomtrein vormt sinds 1984 een ringlijn van drie kilometer, waarmee deze een extra attractie ging vormen, doordat nu ook een rondrit (van ruim een kwartier) kon worden aangeboden.
Na een periode vol investerings- en vernieuwingsdrang keerde de Efteling rond 1985 terug naar het sprookjesthema. De grote attractie van 1986 was de darkride Fata Morgana, een aaneenschakeling van scènes in oosterse, Arabische stijl. Een jaar later verscheen een andere attractie met een oosters thema: de Pagode, een uitzichttoren met een hoogte van 45 meter. Ook in het Sprookjesbos werd geïnvesteerd: daar verscheen in 1988 de Trollenkoning. In 1989 introduceerde ontwerper Henny Knoet de nieuwe mascotte van het park, de tovernar Pardoes. In 1990 kreeg een ander Eftelingsprookje zelfs een eigen gebied: sindsdien woont het Volk van Laaf, een idee van Ton van de Ven, in het Lavenlaar.
In 1991 werd de houten achtbaan Pegasus geopend en ontving de Efteling haar 50 miljoenste bezoeker sinds 1952. Een jaar later bestond het park veertig jaar en had de darkride Droomvlucht moeten worden geopend. Die datum werd niet gehaald, uiteindelijk kon de attractie pas een jaar later openen. In 1996 werd het madhouse Villa Volta geopend, waarvoor de Efteling een publieksprijs ontving. In 1998 volgde de overdekte achtbaan Vogel Rok. Tussen 1996 en 2000 was de Efteling zijdelings betrokken bij plannen om een darkride in de binnenstad van Den Haag te bouwen. Het project, Dutch History, ging om diverse redenen niet door.
Uitbreidingen in de 21e eeuw
In 2002 vierde de Efteling haar vijftigjarig jubileum met de opening van een theater en de 3D-bioscoop PandaDroom. PandaDroom werd gerealiseerd in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds en toonde op een scherm van 9 bij 20 meter een driedimensionale animatiefilm die met een speciaal brilletje "uit het scherm" lijkt te komen. In 2019 is de film in de 3D-bioscoop veranderd naar de film Fabula.
In 2003 werd het Anton Pieckplein vernieuwd, een project van de ontwerper Michel den Dulk. Op 15 december 2004 opende het 25e sprookje in het Sprookjesbos: het meisje met de zwavelstokjes, ter gelegenheid van het tweehonderdste geboortejaar van de schrijver Hans Christian Andersen in 2005.
Nadat Ton van de Ven in 2003 afscheid van het park had genomen, kwam er een ontwerpafdeling met de naam Design & Development. Een van de leidende ontwerpers in dit team is Karel Willemen. Hij heeft onder andere de Vliegende Hollander, Joris en de Draak (houten race-achtbaan), Assepoester, de nieuwe trein voor de Python en de nieuwe gondels van de Bob ontworpen. Ook het nieuwe vakantiepark Bosrijk is voor een deel door Willemen ontworpen.
In 2007 opende de Efteling de attractie De Vliegende Hollander in het Ruigrijk, een waterachtbaan. Na een gethematiseerde wachtrij en een darkridegedeelte met verschillende scènes (waaronder "varen op open zee") worden de cabines de takelhelling opgetrokken om vervolgens na een achtbaangedeelte de voormalige kanovijver in te duiken. De kosten van deze attractie bedroegen 21 miljoen euro, waarmee hij destijds niet alleen de grootste, maar ook de duurste attractie was in de geschiedenis van het park.
In 2007 werd aan het Dwarrelplein tijdelijk de waterattractie Sprookjes Waterpret toegevoegd. In 2008 werden twee nieuwe presentaties voor het Sprookjesbos aangekondigd: Assepoester, en de Sprookjesboom, bekend van het gelijknamige programma door Efteling Media. De uitbeelding van Assepoester werd ontworpen door Karel Willemen. Het landhuis is gelegen achter de Kleyne Klaroen, een horecapunt aan het Herautenplein. De Sprookjesboom opende op 1 april 2010.
Op 1 juli 2010 opende de houten race-achtbaan Joris en de Draak, een dubbele achtbaan met een topsnelheid van 75 kilometer per uur. Joris en de Draak staat op de plek van de voormalige houten achtbaan Pegasus. Midden in de achtbaan verrijst een ruim tien meter hoge draak, die een van de publiekstrekkers van de achtbaan vormt. In 2011 opende Raveleijn aan het Ton van de Ven-plein, ontworpen door Sander de Bruijn. Het omvat een groot openluchttheater, een horecavoorziening en kantoren.
In 2012 vierde de Efteling het zestigjarig jubileum. Hierbij zou de attractie Hartenhof openen, een darkride in de stijl van Droomvlucht en Fata Morgana. De attractie zou centraal in het park gebouwd worden, zodat hij een nieuw Efteling-icoon kon worden. De openingsdatum werd om technische redenen uitgesteld. Het pannenkoekenrestaurant, Polles Keuken, werd wel geopend. Ook keerde Jokie terug als vervangende gastheer van Loeki in het Carnaval Festival. Vanwege het jubileum werd bovendien Aquanura gebouwd, een fonteinenshow in de voormalige Roeivijver. Eind 2012 deed bij tien attracties in het park de baby switch zijn intrede. Ook opende een nieuw sprookje: De nieuwe kleren van de keizer.
In 2013 werd de parkshow Raveleijn vernieuwd, in samenwerking met het park Puy du Fou. Het sprookje Langnek werd opgeknapt. Ook kregen Droomvlucht en Fata Morgana een onride-foto. Droomvlucht werd in een nieuw jasje gestoken met vernieuwde wachtrij, baandelen en nieuwe trollen en elfjes. In 2014 werden restaurant het Witte Paard en de Piraña gerenoveerd en teruggebracht naar hun oude staat. Ook werden twee nieuwe shows van Aquanura geïntroduceerd: een standaardshow en een show voor speciale evenementen, die werd ontwikkeld in samenwerking met DJ Tiësto.
In 2015 besteedde de Efteling 36 miljoen euro aan de duikachtbaan Baron 1898 en een uitbreiding van Efteling Bosrijk met vierhonderd bedden. Daarnaast werd ook de Game Gallery vernieuwd. In 2016 opende het park het 29e sprookje in het Sprookjesbos: Pinokkio.
Op 31 mei 2017 opende de Efteling een tweede vakantiepark. In het Loonsche Land, een aan de Efteling grenzend natuurgebied van ruim 8 hectare, is ongeveer 30 miljoen besteed aan accommodaties in een appartementencomplex van vijf verdiepingen en negentig losse huisjes, met in totaal duizend bedden. De Hartenhof, die 42,5 miljoen euro zou gaan kosten en gepland stond voor 2012, opende haar deuren op 1 juli 2017 onder de naam Symbolica: Paleis der Fantasie. Begin 2018 heropende de Python na een grondige renovatie. In 2019 sloot de bobbaan om plaats te maken voor Max & Moritz. Ook werd het Carnaval Festival in 2019 vernieuwd. De verlichting werd aangepast en poppen die als racistisch werden ervaren, werden vervangen. Ook werd er een nieuw effect toegevoegd dat geactiveerd wordt als de karretjes stilstaan om gehandicapten te laten instappen. Er wordt dan andere muziek gespeeld en de figuren geven een eigen voorstelling, waarbij de lampen van kleur veranderen. Verder werd Pandadroom aangepast naar Fabula, omdat de samenwerking met het Wereld Natuur Fonds werd stopgezet. Het gebouw is blijven bestaan, maar er wordt sinds 2019 een andere film vertoond. Ook de film van de voorshow en het restaurant zijn aangepast.
Op 20 juni 2020 werd de familie-achtbaan Max & Moritz geopend voor het publiek.
Op 5 september 2021 waren Monsieur Cannibale en het naastgelegen Avonturen Doolhof voor het laatst geopend. Monsieur Cannibale zou een ingrijpende renovatie ondergaan en op 1 januari 2022 heropenen als Sirocco. Het Avonturen Doolhof verdween en werd vervangen door waterspeelattractie Archipel, die evenals gepland stond te openen op 1 januari 2022. Beide attracties werden onderdeel van een nieuw themagebied genaamd Wereld van Sindbad.
Op 4 december 2021 werd het themagebied rondom Max & Moritz compleet met de opening van een nieuwe horecalocatie: Bäckerei Krümel.
Coronamaatregelen
Op 14 maart 2020 sloot het attractiepark de deuren voor bezoekers vanwege de coronacrisis in Nederland. De sluiting was de eerste keer sinds 31 maart 2010 dat het park minstens een dag gesloten was. Ondanks dat het park gesloten was, werden diverse werkzaamheden gecontinueerd, zoals bouw en onderhoud.
Het park kon op 20 mei 2020 weer open. Wel waren er in het park hygiënemaatregelen getroffen. Ook werden wijzigingen doorgevoerd om overal te zorgen voor anderhalve meter afstand tussen bezoekers, wat gedurende de coronacrisis verplicht was. Zo werden achtbaantreintjes maar deels gevuld, kregen de meeste wachtrijen spatschermen en werden smalle paden eenrichtingsverkeer. Restaurants en winkels hadden een (verlaagd) maximum aantal gasten.
Eind 2020 volgende opnieuw twee sluitingen: een korte van 5 tot en met 18 november en een lange van 15 december tot en met 18 mei 2021.
De meeste van de coronamaatregelen in het park golden tot het afschaffen van de anderhalvemeterregel op 25 september 2021. Deze regel werd op 14 november 2021 opnieuw ingevoerd, zij het uitsluitend op locaties die niet werkten met een coronatoegangsbewijs. Om die reden werd het tonen van een coronatoegangsbewijs bij de ingang van de Efteling vanaf 14 november verplicht. Twee weken later verplichtte de rijksoverheid ook op locaties met een coronatoegangsbewijs de anderhalve meter afstand regel, waardoor de meeste coronamaatregelen terugkeerden in het park (zoals de spatschermen). Op 19 december 2021 werd het pretpark weer gedwongen te sluiten.
Sfeer
Toen de Efteling in de jaren 50 haar deuren opende, hanteerde het park een duidelijk herkenbare stijl. Verwijzend naar de tekeningen van Anton Pieck waren de gebouwtjes en taferelen gebouwd in een sprookjesachtige en typische stijl. In de typografie werd veel gebruikgemaakt van het speciale lettertype dat Anton Pieck had ontworpen. Als kleuren werden vooral "Piecks rood", "Piecks groen" en "Piecks oker" gebruikt: kleuren waarvan het leek of ze in loop der tijd vervaagd waren.
Door de jaren heen heeft de Efteling andere stijlen in huis gehaald. De Python is hier een goed voorbeeld van, maar exotische invloeden (zoals de 'Thaise' Pagode en Piraña uit de tijd van de Azteken) vonden hun weg naar het park. Toch probeerde het park de Pieckstijl aan te houden.
Het uiterlijk van de Efteling werd bepaald door de sfeer van de ontwerpen en de architectuur van de attracties in de bosrijke omgeving. Een van de voorwaarden die Anton Pieck stelde, was het gebruik van authentieke materialen, zodat de gebouwtjes zouden worden opgetrokken in steen en hout in plaats van decors van bordkarton. De romantische stijl van Anton Pieck, met een hang naar het verleden, vormde de basis waarop bijna alle bestaande attracties gebaseerd werden. Vooral het sprookje Het meisje met de zwavelstokjes is door Michel den Dulk in een typische Pieck-sfeer vormgegeven. In het park zijn ook andere stijlen zichtbaar (met name in het parkdeel Ruigrijk), waaronder die van ontwerper Karel Willemen. Fantasierijk, het themagebied rond de hoofdentree en het centrum van de Efteling, is gebaseerd op het werk van Henny Knoet. Raveleijn is weer geïnspireerd op de oorspronkelijke stijl van Anton Pieck.
In 1999 werden in het hele park muziekluidsprekers geplaatst voor meer sfeer in het park. In 2005 heeft Maarten Hartveldt voor het gehele park muziek gecomponeerd die gebaseerd is op een centraal thema. Zijn symfonische composities zijn te horen in Het Huis van de Vijf Zintuigen, het Marerijk, Ruigrijk, Reizenrijk, Anderrijk, op de parkeerplaats, het Carrouselplein en het Dwarrelplein. In 2012 werd op Promenade en Brink het oude muziekthema van René Merkelbach teruggeplaatst. Voor het 65-jarige jubileum in 2017 verdween de parkmuziek van Hartveldt, om plaats te maken voor nieuwe muziek, gecomponeerd door Merkelbach. Veel attracties en sprookjes in de Efteling bevatten stemmen van bekende Nederlanders, zoals Jules Croiset en Hein Boele (Villa Volta), Paul van Gorcum (Baron 1898), Wieteke van Dort (de stem van diverse sprookjes in het Sprookjesbos), Joey van der Velden (Symbolica), Carol van Herwijnen (Sneeuwwitje), Hero Muller (Sprookjesboom), Brigitte Kaandorp (Max & Moritz), Tom van Beek (Spookslot) en Guus Dam (Joris en de Draak).
De Wereld van de Efteling
De Efteling bestaat uit meer dan het attractiepark, dat op zijn beurt ook weer is ingedeeld in verschillende delen. Het gehele complex omvat een theater (Efteling Theater), twee hotels (Efteling Hotel en Efteling Loonsche Land), twee vakantieparken (Efteling Bosrijk en Efteling Loonsche Land), een vakantieverblijf voor zieke kinderen (Villa Pardoes) en een natuurgebied (het Loonsche Land).
Efteling Park
Het park heeft een oppervlakte van 72 ha en bestaat uit vijf themagebieden ("Rijken"): Marerijk, Anderrijk, Reizenrijk, Ruigrijk en Fantasierijk.
Fantasierijk
Fantasierijk ligt rond de hoofdentree van het park en ligt centraal in de Efteling. Het Huis van de Vijf Zintuigen is sinds het najaar van 1995 in gebruik als toegangsgebouw van het attractiepark. Achter het gebouw liggen het Efteling Theater, waar buiten de parkopenstelling grote musicalvoorstellingen worden gegeven, en de vijver waar de watershow Aquanura zich bevindt. Na de entree volgt het zogeheten Dwarrelplein dat overgaat in de Pardoes Promenade, een 21 meter brede laan van 270 meter lang die rechtstreeks naar het centrum van het park leidt. Dit gebied is gethematiseerd naar de wereld van Pardoes de Tovernar, met de darkride Symbolica en het pannenkoekenrestaurant "Polles Keuken".
Attracties
Aquanura (water- en lichtshow)
Symbolica (spoorloze darkride)
Marerijk
Marerijk ligt in het westen van het park en grenst in het oosten aan het Reizenrijk en in het zuiden aan de Pardoes Promenade.
Het begrip 'mare' is een synoniem uit het Oud-Nederlands voor vertelling, wat ernaar verwijst dat dit parkdeel gericht is op sprookjes en mythologie.
De ontstaansgeschiedenis van de Efteling ligt in Marerijk, waar in 1952 het Sprookjesbos werd geopend waarin anno 2020 dertig sprookjes worden uitgebeeld. Ook veel van de overige attracties in Marerijk grijpen terug op de vroege jaren van het park, zoals het Efteling Museum op het nostalgische Anton Pieckplein en het rondom de 19de-eeuwse Stoomcarrousel gebouwde Carrouselpaleis. Een ander themagebied in het Marerijk is het Lavenlaar, waar het Volk van Laaf gevestigd is. Een aantal recentere attracties zijn te vinden rondom de zogeheten Sint-Nicolaasplaets, die uitloopt in het naar ex-ontwerper Ton van de Ven vernoemde Ton van de Venplein. Hier bevinden zich de darkride Droomvlucht, de openluchtarena Raveleijn, het madhouse Villa Volta en een station van de Stoomtrein.
Attracties
Sprookjesbos (wandeling langs uitbeeldingen van verschillende sprookjesverhalen)
Stoomtrein met Station Marerijk (stoomtreinrit door de Efteling)
Droomvlucht (hangende darkride)
Raveleijn (theater)
Villa Volta (madhouse)
Kindervreugd (speeltuin)
Volk van Laaf (wandeling door het sprookje 'Het Volk van Laaf' tevens met de Monorail, een speelvijvertje en speeltoestellen)
Anton Pieckplein (op het plein bevinden zich zes draai- en zweefmolens, acht sprookjes en diverse eetgelegenheden en terrasjes) (authentieke carrousels)
Efteling Museum (museum)
Stoomcarrousel (draaimolen)
Diorama (miniatuurwereld)
Anderrijk
Anderrijk ligt in het zuiden van het park en grenst in het oosten aan Ruigrijk en in het noorden aan de Pardoes Promenade. Het gebied telt enkele losstaande attracties met elk een eigen thema: het in 1978 geopende Spookslot, de naar Precolumbiaanse Latijns-Amerikaanse culturen gethematiseerde wildwaterbaan Piraña, de op de sprookjes van Duizend-en-een-nacht gebaseerde darkride Fata Morgana, de dubbele familie-achtbaan Max & Moritz en de 4D-cinema Fabula. Op 4 september 2022 werd Spookslot definitief gesloten om plaats te maken voor Danse Macabre.
Attracties
Fata Morgana (dark water ride)
Max & Moritz (dubbele gemotoriseerde achtbaan)
Fabula (4D-film)
Piraña (rapid river)
Reizenrijk
Reizenrijk ligt in het noorden van het park en grenst in het westen aan Marerijk en in het zuiden aan Ruigrijk. Het rijk wordt voor het grootste deel ingenomen door de zogeheten Siervijver, waarover bezoekers een rondvaart kunnen maken in de Gondoletta. Rondom de vijver liggen onder andere de zwevende tempel Pagode en het restaurantcomplex "Panorama". Aan het plein achter dit gebouw liggen de grotere attracties van het rijk: de darkride Carnaval Festival, de schuitjesmolen Sirocco en de donkere achtbaan Vogel Rok.
Attracties
Gondoletta (tow boat ride)
Pagode (uitkijktoren)
Archipel (Avontureneiland)
Sirocco (theekopjesattractie)
Carnaval Festival (darkride)
Vogel Rok (overdekte achtbaan)
Kleuterhof (speeltuin)
IJspaleis (schaatsbaan) Geopend tijdens Winter Efteling
Ruigrijk
Ruigrijk ligt in het oosten van het park en grenst in het noorden aan Reizenrijk en in het westen aan Anderrijk. Het rijk dankt zijn naam aan het feit dat zich hier de spectaculairste attracties van de Efteling bevinden. De aanzet hiertoe werd gegeven toen hier in 1981 de Python opende, een stalen achtbaan met vier inversies. Latere attracties die hiertoe bijdragen zijn het schommelschip De Halve Maen, de waterachtbaan De Vliegende Hollander, de dubbele houten achtbaan Joris en de Draak en de duikachtbaan Baron 1898. Verder bevinden zich in het rijk een aantal kleinere attracties die op kinderen gericht zijn en een opstapstation voor de Stoomtrein met de naam Station de Oost, dat is vormgegeven in de stijl van de Nederlandse koloniën en tevens diverse eetgelegenheden bevat. Op 31 mei 2021 is speelbos Nest! geopend. Dit is een speelbos voor kinderen met én zonder beperking.
Attracties
Python (stalen achtbaan)
Joris en de Draak (houten racer achtbaan)
De Vliegende Hollander (waterachtbaan)
Baron 1898 (duikachtbaan)
Game Gallery (spellengalerij)
Kinderspoor (traptreintjes)
't Hijgend Hert (langlaufbaan) Geopend tijdens Winter Efteling
De Halve Maen (schommelschip)
De Oude Tufferbaan (oldtimerbaan)
Stoomtrein met Station de Oost (stoomtreinrit door de Efteling)
Nest! (speelbos)
Horeca en winkels
In het park zijn ongeveer 25 horecagelegenheden. Het aanbod loopt uiteen van grote en kleine snacks tot snacks en gerechten uit de Mexicaanse (Casa Caracol), Oosterse (Oase), Aziatische (Toko Pagode) en oud-Nederlandse keuken ('t Gebraad). De meeste restaurants sluiten wat betreft aankleding en assortiment aan op het themagebied of de attractie(s) waar ze in of bij liggen. Zo wordt in het Ruigrijk, waar enkele maritiem gethematiseerde attracties staan, vis verkocht bij De Meermin. Aan en in de omgeving van het Anton Pieckplein worden veel traditionele producten verkocht, variërend van poffertjes en wafels tot suikerspinnen en zuur- en kaneelstokken.
De horeca in het Reizenrijk is voornamelijk geconcentreerd in het complex Panorama, dat zowel een bedienings- als een zelfbedieningsrestaurant bevat. Verder zijn er 't Poffertje, Het Wapen van Raveleijn (Marerijk) en Polles Keuken (Fantasierijk) als bedieningsrestaurants, en zijn er Het Witte Paard, De Gulden Gaarde (beide Marerijk) en het Fabula Restaurant (Anderrijk) voor zelfbediening. In de winter van 2021 opende er met Bäckerei Krümel een nieuwe bakkerij in het Anderrijk. Bäckerei Krümel vertelt het verhaal van de zesde streek van Max & Moritz en was een investering van 3 miljoen euro. Het Efteling Theater heeft een eigen eetgelegenheid: Theaterrestaurant Applaus.
De horeca in de Efteling was in 2016 goed voor een omzet van 66,5 miljoen euro. De omzet van de horeca is in 2018 met 9,1% gestegen tot 81,7 miljoen euro ten opzichte van 2017. In 2018 stond de Efteling op de 39e plaats van de grootste Nederlandse horecabedrijven. De 81,7 miljoen euro omzet in 2018 kon onderverdeeld worden in 57,73 miljoen euro uit eten en drinken en 23,87 miljoen euro uit logies.
Naast horecagelegenheden heeft het park meerdere souvenirwinkels. Bij het entreegebouw bevindt zich sinds 1995 de grootste souvenirshop van het park, Efteldingen. Het merendeel van de souvenirwinkels bevindt zich in het Marerijk, dat in totaal drie van zulke verkooppunten herbergt. Bepaalde grotere attracties zoals Symbolica, Carnaval Festival huisvesten een klein winkeltje bij de uitgang van de attractie. Verspreid door het park staan ook souvenirkarren opgesteld. Het park biedt de mogelijkheid om souvenirs na aankoop naar de uitgang van het park, Efteling Bosrijk, het Efteling Hotel of Efteling Loonsche Land te laten brengen.
Efteling Hotel
Het Efteling Hotel is een vier-sterrenhotel. Het is in 1992 geopend en telt 122 kamers en 22 themasuites zoals de Doornroosje- en de Vliegende Hollandersuite. Het hotel bevindt zich in Kaatsheuvel op de splitsing van de Europalaan en de Midden-Brabantweg (N261).
Efteling Bosrijk
Efteling Bosrijk is een vakantiepark van 17 hectare groot en bestaat uit 203 Dorpshuysen, Boshuysen en appartementen in het Landhuys of Poorthuys, geschikt voor vier, zes, acht, twaalf of 24 personen. Enkele huisjes en appartementen hebben speciale voorzieningen voor gehandicapten. Ook zijn in het park een grand café en een waterspeelplaats voor kinderen. In totaal zijn er ongeveer 1550 bedden en de thematisering en entertainment staan in het teken van Klaas Vaak. Het park is op 12 december 2009 geopend.
Efteling Loonsche Land Hotel
In Efteling Loonsche Land, gelegen aan de rand van een natuurgebied, bevindt zich een hotel met plaats voor 400 gasten in vier-, vijf- en zespersoonskamers. Heide-, duin- en boshutten voor vier, zes of twaalf personen bieden samen plaats aan nog zeshonderd gasten. Met deze uitbreiding komt het aantal bedden binnen de Wereld van de Efteling op drieduizend. Loonsche Land is zo'n 8 hectare groot, ligt op twintig minuten lopen van het park en opende 31 mei 2017 de deuren. De bouw van het vakantiepark kostte 30 miljoen euro.
Efteling Golfpark
Het Efteling Golfpark was een 18-holes golfcomplex in het beheer van de Efteling. Vanaf 2021 wordt het beheer uitbesteed aan een externe partij en heet het Golfpark De Loonsche Duynen. De Efteling blijft wel eigenaar van de grond en gebouwen van het golfpark.
Villa Pardoes
Villa Pardoes is een vakantieverblijf in Kaatsheuvel voor ernstig, mogelijk levensbedreigend zieke kinderen. Samen met hun ouders, broertjes en zusjes beleven zij hier een week lang gratis een vakantie. Villa Pardoes richt zich op zieke kinderen uit Nederland en Vlaanderen in de leeftijdscategorie van vier tot twaalf jaar oud.
Toekomst
Het park kondigde in 2015 aan de ambitie te hebben om in 2030 7 miljoen gasten te kunnen ontvangen, hiervoor hebben ze het Bestemmingsplan Wereld van de Efteling 2030 opgesteld in de periode van 2015 tot 2018. Binnen het bestemmingsplan gaat het park zich in eerste instantie uitbreiden naar de oostkant tot aan De Horst en de N261. Na de oostelijke uitbreiding zal het park zich in westelijke richting uitbreiden op de plek waar in 2018 nog parkeerplaatsen gevestigd zijn. In 2018 is het bestemmingsplan unaniem vastgesteld binnen de gemeente Loon op Zand, in het vervolg van de procedure kwamen er drie beroepschriften binnen bij de Raad van State. Twee beroepschriften werden door de raad in behandeling genomen en in de tussentijd besloot de raad dat De Efteling niet mocht beginnen met de uitvoering van het plan. Met een aanpassing van een aantal punten door het college van burgemeester en wethouders zijn de gebreken in het bestemmingsplan hersteld in juni 2021.
Door het uitbreken van de COVID-19 pandemie en de meerdere sluitingen van het park die dat tot gevolg had, moest het park de investeringen herzien. Er werd besloten om de uitbreiding richting de oostkant een aantal jaar uit te stellen en te focussen op uitbreidingen binnen de bestaande parkgrenzen. Het bedrijf kondigde op 24 januari 2022 aan € 75 miljoen te gaan investeren in de komst van een nieuw hotel binnen de parkgrenzen op het Dwarrelplein en in een attractie die het Spookslot zal vervangen. In april van dat jaar maakte de Efteling meer details bekend over het nieuwe hotel, dat Efteling Grand Hotel zou gaan heten. Het hotel zal zeven verdiepingen gaan tellen waarin 143 kamers met in totaal 700 bedden, een spa, een zwembad, twee publiek toegankelijke restaurants en souvenirwinkels gefaciliteerd worden.
Evenementen
De Efteling heeft een aantal jaarlijks terugkerende evenementen op de kalender staan:
Winter EftelingVan medio november tot eind januari is de Efteling geopend onder de naam Winter Efteling. Er zijn dan verschillende specifieke winteractiviteiten, zoals een langlaufbaan op het tracé van de traptreintjes. Tijdens de Winter Efteling zijn vrijwel alle attracties open. De Vliegende Hollander en de Piraña zijn vanaf het einde van de kerstvakantie gesloten en Joris en de Draak, de Python, Halve Maen en D'Oude Tuffer zijn alleen geopend wanneer de weersomstandigheden het toelaten. Wel is er extra entertainment. Het evenement moest in 2020 en 2021 voortijdig worden afgebroken omdat het pretpark moest sluiten vanwege de aangescherpte coronamaatregelen.
Efteling Oud & Nieuw Op 31 december is het park tot middernacht geopend tijdens het Efteling Oud & Nieuw evenement. Op deze oudejaarsavond is er extra entertainment in het park, met ter afsluiting om 00.00 uur een vuurwerkshow. Voor dit evenement dient een apart kaartje te worden gekocht. De edities van 2020 en 2021 werden afgelast vanwege de coronacrisis.
Ligging
Oppervlakte
In oppervlakte is de Efteling een van de grootste themaparken van de Benelux. Exclusief de parkeerruimte, maar met inbegrip van het dienstencentrum en andere voor het publiek niet-toegankelijke delen van het park, is het 72 hectare groot. Ter vergelijking: het voor publiek toegankelijke gedeelte van Disneyland Park beslaat iets meer dan 56 hectare.
Het voor het publiek toegankelijke deel van het park is 65 hectare. Het grootste gedeelte van het park wordt ingenomen door beplanting (zo'n 30 hectare), gazons (5 hectare) en waterpartijen, zoals de Gondoletta en de Vonderplas (7 hectare). Verharde wegen en pleinen zijn samen goed voor 12 hectare. Er is 11 hectare aan parkeerruimte. De gehele Wereld van De Efteling, waaronder alle verschillende onderdelen vallen die aan het park verbonden zijn, beslaat 276,1 hectare. Alle onderdelen in Disneyland Parijs beslaan samen 2230 hectare.
Infrastructuur
De Efteling is gelegen aan de Europalaan in Kaatsheuvel, te bereiken via een eigen aansluiting vanaf de N261. Het park is te bereiken per auto, per fiets en per bus. Er rijden lijnbussen vanaf de stations van Tilburg en 's-Hertogenbosch.
Economie en bestuur
Beheer
De Efteling is een besloten vennootschap (B.V.) met de Stichting Natuurpark De Efteling als enige grootaandeelhouder. Deze stichting is in 1950 opgericht door R.J.Th. van der Heijden, Peter Reijnders en Anton Pieck. Het bedrijf wordt geleid door twee directeuren, die worden bijgestaan door een raad van commissarissen. De directeuren hebben de leiding over het attractiepark, de hotels, de bungalowparken en het theater.
Directievoorzitter Bart de Boer gaf tussen 1 juni 2008 en 1 september 2013 leiding aan het bedrijf tijdens een periode van groei. Sinds 17 april 2014 is Fons Jurgens voorzitter van de raad van bestuur.
Personeel
In 2000 had de Efteling 1670 werknemers, van wie vierhonderd in vaste dienst waren (circa 24%), 450 seizoensmedewerkers (circa 27%) en 820 vakantiekrachten (circa 49%). In 2014 waren er 2381 medewerkers in dienst.
De Efteling speelt een belangrijke rol in de lokale en regionale werkgelegenheid. Het aandeel van het toerisme in de werkgelegenheid is in de gemeente Loon op Zand, waar de Efteling ligt, het grootste van alle Noord-Brabantse gemeentes. In Loon op Zand maakt de toeristische sector 27 procent uit van de totale werkgelegenheid, terwijl dat aandeel in de gehele provincie Noord-Brabant 5,6 procent bedraagt (2001). Van de vakantiewerkers in de Efteling is 85% afkomstig uit de nabije omgeving.
Bezoekersaantallen
In 1951 werden er 50.000 bezoekers ontvangen. In het jaar 1952, het jaar waarin het Sprookjesbos werd geopend en dat door Efteling vaak wordt gecommuniceerd als het openingsjaar, ontving het park 222.941 bezoekers. In 1978 werd de 25 miljoenste bezoeker ontvangen, in 1991 de 50 miljoenste (sinds 1952), in 2009 passeerde de honderd miljoenste bezoeker de toegangspoorten.
Op 19 juni 2015 zette de Efteling haar 123.456.789e bezoeker in de bloemetjes. Met circa 4,7 miljoen bezoekers in 2015 was de Efteling het best bezochte attractiepark van Nederland. De grootste concurrenten in de Nederlandse markt waren dat jaar Duinrell met 1,4 miljoen bezoekers, Attractiepark Slagharen met 997 duizend bezoekers en Walibi Holland met 860 duizend bezoekers. Op de Europese ranglijst van 2018 nam de Efteling de derde plaats in, na respectievelijk het Disneyland Park bij Parijs met 9,843 miljoen bezoekers en het Zuid-Duitse Europa-Park met 5,72 miljoen bezoekers. Wereldwijd stond de Efteling op de 22e plaats.
In 2017 trok het park voor het eerst meer dan 5 miljoen bezoekers (5,18), in 2022
mocht het een recordaantal van 5,43 miljoen bezoekers verwelkomen, waarmee het al jaren de best bezochte dagattractie van Nederland is. In 2021 was het zelfs, weliswaar dankzij de coronacrisis, het best bezochte attractiepark van Europa.
In 2019 kwam 80% van de bezoekers uit Nederland. 1 op de 5, oftewel ruim een miljoen bezoekers kwamen toen dus uit het buitenland, terwijl dit in 2006 nog op 16% lag. In 2005 had 94 procent van alle Nederlanders minimaal een keer een bezoek gebracht aan de Efteling. Van de gasten van het Efteling Hotel was in 2008 ruim 85 procent afkomstig uit Nederland. Verder overnachtten hier toen onder andere Belgen, Duitsers en Israëliërs.
Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkeling van de bezoekersaantallen van de Efteling in de periode 1952-2020.
Entreeprijsontwikkeling
Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkeling van de entreeprijs aan de kassa in euro's van de Efteling in de periode 1952-2016. Online bestelde tickets waren 2 euro goedkoper. Eind 2022 werden de kassa's weggehaald, waardoor er alleen nog maar online tickets te verkrijgen zijn. In de maanden juli en augustus zijn tickets 3 euro duurder, aangezien het park dan tot 22 uur geopend is.
Voor de periode 1952 tot 2002 is de entreeprijs van guldens naar euro's omgerekend.
In 1952 was de entreeprijs 0,80 gulden (0,36 euro). De prijs was 1 gulden van 1956 tot 1965.
De prijs steeg tot 42 gulden in 2001 en werd 21 euro in 2002, na de overgang van gulden naar euro.
Resultaten
* omzet en winst in miljoenen euro's
In 2019 viel de omzet van 227,7 miljoen euro te verdelen in 182,4 miljoen euro (+0,94%) omzet Efteling Park, 17,2 miljoen (+3,6%) Efteling Bosrijk, 10,7 miljoen (-1,8%) Efteling Hotel, 8,7 miljoen Efteling Loonsche Land (+7,4%), 0,7 miljoen (0,0%) Efteling Extern en 1,5 miljoen (-6,3%) Efteling Golfpark. Verder kwam 6,5 miljoen euro (+16,1%) uit overige opbrengsten als licenties en sponsoropbrengsten.
Het merk 'Efteling'
De Efteling breidt de activiteiten buiten het park steeds verder uit. De merknaam Efteling is verbonden aan verschillende producten. Zo is in samenwerking met Friesche Vlag "Eftelingvla" ontwikkeld en kwam in maart 2008 Efteling Tycoon op de markt, een computerspel van Atari waarbij de speler zelf zijn eigen virtuele attractiepark ontwikkelt en beheert. Bekende Eftelingfiguren en -personages zijn Pardoes en Pardijn, O.J. Punctuel, de Sprookjesboom, de Sprookjesbosbewoners, het volk van Laaf, Jokie en Jet, Klaas Vaak en de Sprookjessprokkelaar.
Efteling Media
Efteling Media is de televisie/film-productiemaatschappij, het radiostation (Efteling Kids Radio), boekenuitgever en de muziekproducent van de Efteling. Ze produceert in de meeste gevallen samen met een andere maatschappij. Efteling Media is onder andere de producent van het programma Sprookjes, dat sinds 2004 op Ketnet wordt uitgezonden. De 3D-animatiereeks Sprookjesboom, die in 2006 voor het eerst werd uitgezonden via de TROS en Ketnet, is geproduceerd door Efteling Media. In de serie vervullen de bekendste Sprookjesbosbewoners de hoofdrol. In 2009 volgde een ander programma: Sprookjes van Klaas Vaak, waarin Klaas Vaak sprookjes in het zand tekent. Het zandkasteel uit dit programma is te zien in Efteling Bosrijk. De directie van het park heeft ideeën voor een complete televisiezender van de Efteling.
Op 21 juli 2008, tijdens de Zevenmijlszomer, ging om 10.43 uur Efteling Radio van start. Aanvankelijk mocht de naam Radio Efteling van het Commissariaat voor de Media niet worden gebruikt en koos de Efteling voor de naam Radio 777, maar later kreeg het attractiepark alsnog toestemming om de naam 'Radio Efteling' te gebruiken. Later werd de naam gewijzigd naar Efteling Radio. De zender werd geleid door Arnoud Schellenberg, die eerder werkte bij 100%NL. De radiostudio is gevestigd in het Huis van de Vijf Zintuigen. Het station zond eerst uit in een straal van 20 kilometer rondom het park en richtte zich vooral op de bezoekers van het attractiepark, met onder andere verkeers- en parkeerinformatie, gesprekken met bezoekers en live-straatmuziek. In juli 2010 werd de etherfrequentie uitgeschakeld, waarna het radiostation doorging als landelijk kabelstation gericht op kinderen. Naast de kabel is de zender ook landelijk te beluisteren via DAB+ VHF-kanaal 11C (220,352 MHz) en via de livestream op internet. Sinds 2015 heet hij Efteling Kids Radio. Op 1 april 2021 werden alle gepresenteerde programma's op de zender stopgezet; vanaf die datum werd Efteling Kids Radio een station met non-stopmuziek.
Inspiratie
De Efteling heeft zich tijdens het ontwerpproces geregeld laten inspireren door andere attractieparken en bezienswaardigheden. Andersom hebben andere parken zich door de Efteling laten inspireren. Voorbeelden hiervan zijn:
Carnaval Festival is geïnspireerd op de Disney-attractie It's a small world.
Het gebouw en de geluidseffecten van de achtbaan Baron 1898 zijn gebaseerd op de Oranje-Nassau mijn in Heerlen. Het ontwerpteam van het park heeft hiervoor ook het Nederlands Mijnmuseum bezocht.
De attractie Villa Volta was de eerste madhouse van de wereld. In de jaren die daarop volgden, realiseerden meerdere attractieparken soortgelijke attracties zoals Walibi Belgium en Phantasialand.
De darkride Symbolica is gebaseerd op de Disney-darkride Mystic Manor.
Het themagebied Magische Vallei in Attractiepark Toverland toont overeenkomsten met het Volk van Laaf. Dit komt doordat Ton van de Ven geholpen heeft tijdens het ontwerpproces.
De attractie Het Paleis van Ali Baba in Walibi Belgium was op een aantal punten vrijwel identiek aan de Eftelingattractie Fata Morgana. Volgens de Efteling zouden ze slachtoffer zijn geweest van bedrijfsspionage. Dertig jaar later gaf Walibi aan dat er geen sprake is geweest van bedrijfsspionage.
Pirates of the Caribbean is een inspiratiebron geweest voor Fata Morgana.
Onderscheidingen
1972 - Pomme d'Or - de hoogste toeristische onderscheiding in Europa.
1992 - Applause Award van IAAPA voor het beste park ter wereld.
1997 - TEA Award For Outstanding Achievement voor Villa Volta.
1999 - Big E-Award van de IAAPA1voor beste parkshow ter wereld (Efteling Sprookjesshow).
2001 - Big E-Award van de IAAPA1 voor beste parkshow ter wereld (Efteling on Ice).
2002 - Nationale Innovatieprijs voor de attractie Pandadroom.
2002 - Golden Ticket Awards in de categorieën Beste landschapsarchitectuur en Beste thema- of achtergrondmuziek
2003 - Big E-Award van de IAAPA1 voor beste parkshow ter wereld (Wonderlijke Efteling Show).
2005 - THEA Classic Award omdat de Efteling ruim 50 jaar succesvol is met uniek ontworpen attracties.
2008 - VVV Rob de Bes Award voor vrijetijdssector op het gebied van innovatie, gastheerschap, effectiviteit en reputatie.
2008 - Zoover Award voor 'Meest kindvriendelijke hotel van Nederland'.
2009 - Klantvriendelijkste bedrijf van Nederland - categorie toerisme en recreatie.
2009 - Souvenir Award van de IAAPA in de categorie Best Toy (Sprookjesboom).
2010 - Vierde op de lijst van 'Sterkste merk van Nederland'.
2010 - Brass Ring Award van de IAAPA1 voor best Human Resources Campagne – Betovering.
2011 - ANWB: Leukste uitje van Nederland.
2011 - Cinekid Kinderkast Award: categorie fictie (Raveleijn).
2011 - Misset Horeca Innovatie Award voor het meest innovatieve horecabedrijf van Nederland.
2011 - TEA2: '2009 Theme Index' - met ruim 4 miljoen bezoekers, het derde park van Europa.
2012 - Beste attractiepark van Nederland en België.
2012 - Beste website van attractieparken in Nederland en België.
2012 - Beste personeel van attractieparken in Nederland en België.
2012 - 2e plaats Star Award Europa's beste attractiepark.
2012 - THEA Award for outstanding achievement voor de watershow Aquanura.
2012 - IAAPA1 Brass Ring Award in de categorie Food & Beverage (pannenkoekenrestaurant Polles Keuken).
2012 - Zoover Award voor best gewaardeerde attractiepark van Nederland.
2012 - 'Pluim van de Senaat' van de Kinderjury 2012 (Raveleijn).
2012 - Derde park ter wereld op het gebied van 'Best Landscaping' - door het internationale vakblad Amusement Today.
2012 - 100e Gouden Film voor Sprookjesboom de Film (voor 100.000 bezoekers).
2013 - Zoover Award voor best gewaardeerde attractiepark van Nederland.
2013 - Zesde op de ranglijst 'Sterkste Merk van Nederland.
2013 - Leukste Zakelijke Dagattractie van Nederland.
2013 - Bungalowspecials: Vakantiepark Efteling Bosrijk beste bungalowpark van Nederland.
2014 - ANWB: Leukste uitje van Nederland.
2014 - Diamond Themepark Awards: Beste Pretpark, Meest kindvriendelijke Park, Park met Beste Evenementen, Beste Waterattractie (De Vliegende Hollander), Beste Concept-Attractie (Droomvlucht), Mooiste park, e-Award, Beste Fansite, tweede plaats "Beste Pretpark van Europa".
2014 - Bungalowspecials: Vakantiepark Efteling Bosrijk beste bungalowpark van Nederland.
2015 - ANWB: Leukste uitje van Nederland.
2015 - Diamond Themepark Awards: Beste Pretpark, Meest kindvriendelijke Park, Park met Beste Evenementen, Meest spectaculaire park van Nederland, Beste Attractie (Joris en de Draak), Beste dienstverlening, e-Award en Mooiste Park.
2016 - Diamond Themepark Awards: Beste Pretpark, Beste Achtbaan (Baron 1898), Beste Attractie (Droomvlucht), Meest kindvriendelijke park van Nederland, Mooiste Park van Nederland, E-Award, Beste show van Nederland (Aquanura), Beste Food and Beverage en Beste nieuwe Attractie (Baron 1898).
2016 - Sitecore Experience Awards 2016: Beste Contentstrategie van Benelux en Frankrijk.
2017 - ANWB Leukste dagje uit van Nederland.
2017 - De Persgroep: Beste Uitje van Nederland 2017.
2017 - Themeparkinsider.com: Beste themapark ter wereld.
2017 - TEA Award For Outstanding Achievement voor Symbolica.
2017 - TripAdvisor: Efteling verkozen tot 2017 Travellers’ Choice Park.
2018 - Diamond Themepark Awards: Beste pretpark van Nederland en België, Beste attractie van Nederland en België (Symbolica), Beste nieuwe attractie van Europa (Symbolica), Beste parkshow van Nederland en België (Raveleijn), Meest kindvriendelijke park van Nederland en België, Beste themamuziek van Nederland en België (Villa Volta), Beste personeel van Nederland en België, E-award voor beste website, social media en app van Nederland en België, Mooiste park van Nederland, Leukste actie op social media van Nederland en Beste nieuwigheid van Europa.
2019 - Beste personeel van alle parken en dierentuinen in Nederland en België.
2019 - ANWB: Leukste uitje van Nederland 2019
2021 - ANWB: Leukste uitje van Nederland 2021
Externe links
Officiële website
|
Evenementen
De Efteling heeft een aantal jaarlijks terugkerende evenementen op de kalender staan:
| 2 |
RSVP, aanmelding, evenement
|
272 |
InteractAction
|
5703608
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oud%20Geleerd%20Jong%20Gedaan
|
Oud Geleerd Jong Gedaan
|
Oud Geleerd Jong Gedaan (OGJG) is een Nederlandse stichting die senioren door middel van lezingen kennis wil laten maken met de ontwikkelingen in de wetenschap. Het gezegde 'jong geleerd, oud gedaan' werd door de stichting omgedraaid om te tonen dat ouderen veel van de jongere generatie kunnen leren.
Ontstaan
Enny van Arkel en Ilse Nieuwland signaleerden bij hun werk in de ouderenzorg dat cliënten een grote behoefte hadden aan cognitieve uitdagingen. Ook zochten Van Arkel en Nieuwland naar een meer structurele verbinding tussen generaties. In 2014 richtten zij daarom de stichting op.
In 2018 kreeg OGJG de publieksprijs van de AUV-alumnusprijs. In 2018 werd de eerste Nederlandse Loterij in Beweging prijs toegekend.
Werkwijze
De interactieve colleges worden gegeven door studenten van hogescholen en universiteiten die hun kennis delen. De cursussen worden vaak gegeven in de vorm van (online) seniorencolleges.
De colleges worden gehouden in verpleeghuizen, buurtcentra en bibliotheken. Omdat de stichting uitgaat van nieuwsgierigheid en zich richt op persoonlijke ontwikkeling worden geen eisen gesteld aan de vooropleiding van de deelnemers. Een collegereeks bestaat uit vier bijeenkomsten. Omdat de organisatie vooral gericht is op ouderen worden de colleges overdag georganiseerd.
Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan wordt financieel gesteund door een aantal fondsen en particuliere donateurs. De organisatie is gevestigd aan de Haarlemmerstraat in Amsterdam.
Volwassenenonderwijs
Persoonlijke ontwikkeling
|
Werkwijze
De interactieve colleges worden gegeven door studenten van hogescholen en universiteiten die hun kennis delen. De cursussen worden vaak gegeven in de vorm van (online) seniorencolleges.
| 1 |
interactie, interactieactie, communicatie
|
7,073 |
ExerciseAction
|
5760931
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanker-gerelateerde%20vermoeidheid
|
Kanker-gerelateerde vermoeidheid
|
Kankergerelateerde vermoeidheid of 'Cancer-related fatigue (CRF) is een lichamelijke, emotionele en cognitieve vermoeidheid die gelinkt wordt met kanker en vermoeidheid die plaats vindt tijdens en na de behandeling (zoals chemotherapie en radiotherapie).
Vermoeidheid is een vaak voorkomend symptoom bij kanker met een prevalentie tot 90% van alle kankerpatiënten. Toch is het vaak een onder gediagnostiseerd symptoom van kanker.
Men kan kankergerelateerde vermoeidheid scoren via verschillende schalen. Een voorbeeld van een schaal die men kan gebruiken is de EORTC fatigue subscale of de kanker gerelateerde vermoeidheid schaal (CFS). Deze schaal kan gebruikt worden om de vermoeidheid te scoren op 15 items en 3 subcategorieën (fysiek, emotioneel en cognitieve vermoeidheid). Hoe hoger de score, hoe hoger de vermoeidheidsklachten zijn.
Onderzoek/ interventies
Lichaamsbeweging (Aerobe oefeningen)
Uit onderzoek is gebleken met een matige zekerheid dat fysieke oefeningen met een lage intensiteit en een lange duur (bv.wandelen, fietsen of zwemmen), vermoeidheid in lichte mate kan verminderen. Bij onderzoek bij vrouwen met borstkanker is het effect van lichaamsbeweging op vermoeidheid duidelijker aangetoond. Deze oefeningen kunnen ervoor zorgen dat het brein en het lichaam relaxeert. Ook kan dit slapenloosheid verlagen.
Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie is een combinatie van cognitieve therapie en gedragstherapie. Uit een onderzoek dat men heeft gedaan (met 10 individuele sessies) bleek, dat deze therapie de vermoeidheid kan doen verminderen en de kwaliteit van leven kan verbeteren.
Corticosteroïden
In een recent onderzoek werd het gebruik van corticosteroïden getest om het gevoel van de kankergerelateerde vermoeidheid te doen dalen. In dit onderzoek sprak men van een goed effect op de vermoeidheid. Toch is er, volgens een groter artikel dat meerdere studies vergelijkt, nog niet voldoende bewijs dat het gebruik van deze geneesmiddelen echt de kanker gerelateerde vermoeidheid doet dalen.
Kanker
|
Lichaamsbeweging (Aerobe oefeningen)
Uit onderzoek is gebleken met een matige zekerheid dat fysieke oefeningen met een lage intensiteit en een lange duur (bv.wandelen, fietsen of zwemmen), vermoeidheid in lichte mate kan verminderen. Bij onderzoek bij vrouwen met borstkanker is het effect van lichaamsbeweging op vermoeidheid duidelijker aangetoond. Deze oefeningen kunnen ervoor zorgen dat het brein en het lichaam relaxeert. Ook kan dit slapenloosheid verlagen.
| 2 |
sporten, fitness, lichaamsbeweging
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.