id
int64 1
12.6k
| class_label
stringclasses 634
values | wiki_id
stringlengths 2
7
| wiki_url
stringlengths 32
160
| wiki_title
stringlengths 1
102
| wiki_full_text
stringlengths 62
295k
| context_paragraph
stringlengths 5
17.4k
⌀ | keyword_count
int64 0
21
| keywords_used
stringlengths 14
77
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
10,370 |
PaymentChargeSpecification
|
410
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Economische%20en%20Monetaire%20Unie
|
Economische en Monetaire Unie
|
De Europese Economische en Monetaire Unie (ook wel Economische en Monetaire Unie of Europese Monetaire Unie of in afgekorte vorm EMU genoemd) is het project dat is bedoeld om in de Europese Unie een monetaire unie met een geharmoniseerde economische politiek in te richten. Het project van de EMU werd in 1990 met een driefasenplan gelanceerd. De EMU kwam tot stand bij het Verdrag van Maastricht van 1992. In 1999 werd de EMU daadwerkelijk gerealiseerd. Anno 2023 nemen 20 van 27 EU-lidstaten aan de derde en laatste fase van de EMU deel. Zij gebruiken de euro als betaalmiddel en coördineren hun economische en financiële politiek in het raamwerk van de eurogroep. Deze groep van landen, waar de euro gebruikt wordt, staat ook bekend als de eurozone. De overige 7 EU-lidstaten zijn nog niet overgegaan tot de invoering van de euro. Toch nemen zij in zoverre aan de EMU deel, dat zij zich hebben verplicht om zich aan bepaalde fundamentele regels te houden, zoals de onafhankelijkheid van hun nationale centrale banken en de verplichting om op bepaalde terreinen hun economische en monetaire politiek met de leden van de eurogroep te coördineren.
De EU-lidstaten die deelnemen aan de derde fase van de EMU, hebben hun monetaire bevoegdheden overgedragen aan het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Hiervan maken de centrale banken van alle EU-lidstaten deel uit, maar bij cruciale vraagstukken hebben alleen de centrale banken van de lidstaten van de eurozone (dat ook als het eurosysteem bekendstaat) inspraakrecht. Aan de top van het ESCB staat de Europese Centrale Bank (ECB), die voor de lidstaten van de eurozone de verantwoordelijkheid voor een centraal gestuurde geldmarkt- en wisselkoerspolitiek op zich neemt.
Het hoofddoel van de Europese Economische en Monetaire Unie was de vervollediging van de Europese binnenmarkt door een gemeenschappelijke munt met hoge prijsstabiliteit. Het besluit om het driestappenplan in gang te zetten, werd reeds in december 1989, kort na die Wende door de Europese Raad genomen; de belangrijkste bepalingen werden in 1992 in het Verdrag van Maastricht vastgelegd. Het begrip Europese Economische en Monetaire Unie vindt zijn oorsprong in de politieke debatten uit deze tijd en is tot op heden in gebruik. In het Europese primaire recht zelf wordt deze term echter maar zelden gebruikt: in artikel 3, paragraaf 4 van het EU-verdrag wordt de oprichting van een "Economische en Monetaire Unie, waarvan de munt de euro is", als doelstelling van de EU genoemd. In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU-verdrag) spreekt men daarentegen meestal alleen van een "economisch en monetaire politiek" van de EU van het VwEU-verdrag). De EMU-lidstaten worden hier aangeduid als "lidstaten, die de euro als munt voeren" (artikel 136 van het VwEU-verdrag), de overige lidstaten als "lidstaten, waarvoor een uitzonderingssituatie van toepassing is" (artikel 139 van het VwEU-verdrag).
Lidstaten van de Europese Economische en Monetaire Unie
Formeel zijn alle 27 lidstaten van de EU ook lid van de Europese Economische en Monetaire Unie, hoewel het begrip zich in engere zin vaak beperkt tot de landen die aan de derde fase deelnemen, dat wil zeggen de landen die de euro als munt hebben ingevoerd. Hierbij gaat het om België, (Zuid-)Cyprus, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje en Kroatië. Op 1 januari 1999 is de EMU in werking getreden met de (formele) invoering van de euro in elf landen: België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Ierland en Finland. Op 1 januari 2001 is ook Griekenland tot de EMU toegetreden, zodat de invoering van euromunten en -biljetten op 1 januari 2002 voor twaalf landen gold. Op 1 januari 2007 is Slovenië toegetreden tot de EMU, op 1 januari 2008 hebben Cyprus en Malta het gebruik van de euro ingevoerd en op 1 januari 2009 volgde Slowakije. Op 1 januari 2011 heeft Estland de euro ingevoerd Per 1 januari 2014 heeft Letland de euro ingevoerd en op 1 januari 2015 volgde Litouwen. Op 1 januari 2023 trad ook Kroatië toe tot de Eurozone.
Acht andere EU-landen hebben de euro tot nu toe niet ingevoerd: Bulgarije, Denemarken, Polen, Roemenië, Tsjechië, Hongarije, het Verenigd Koninkrijk (EU-lid tot 2020) en Zweden. Voor deze landen gelden verschillende soorten van uitzonderingsregelingen: terwijl Denemarken en het Verenigd-Koninkrijk door een zogenaamde opt-out-clausule van meet af aan niet tot deelname aan de Europese Economische en Monetaire Unie verplicht zijn, moeten conform het EU-verdrag en het VwEU-verdrag alle andere landen, zodra zij aan de zogenaamde EU-convergentiecriteria voldoen (zie hieronder), de euro als munt invoeren. Een van deze criteria is het zogenaamde Wisselkoers-II-mechanisme (WKM-II), waarbij de munteenheid van het land gedurende twee jaar binnen een bepaalde bandbreedte aan de wisselkoers van de euro wordt gekoppeld. Sinds 1 januari 2023 nemen alleen Bulgarije en Denemarken aan het WKM-II deel.
De andere landen streven zo snel dat voor hen economisch mogelijk is de invoering van de euro na. De enige uitzondering is Zweden, dat eigenlijk voldoet aan de criteria voor invoering van de euro, maar dat zich doelbewust aan WKM-II onttrekt, dit omdat de bevolking van Zweden zich in een referendum tegen de invoering van de euro heeft uitgesproken. Deze praktijk is eigenlijk in tegenspraak met de geest van het verdrag. Dit gedrag van Zweden wordt door de Europese Commissie voorlopig getolereerd, aangezien Zweden op een moment tot de EU toetrad (1 januari 1995) toen de invoering van de EMU al wel was besloten, maar de derde fase echter nog niet was ingevoerd. Zweden heeft dus tot op zekere hoogte een "informele opt-out".
EU-convergentiecriteria
Om aan de EMU deel te mogen nemen, moeten de lidstaten aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden beogen een zekere uniformiteit en stabiliteit van de economische en fiscale situatie in de eurozone te bewerkstelligen. Deze zogenaamde EU-convergentiecriteria (die naar het Verdrag van Maastricht ook als criteria van Maastricht worden aangeduid) zijn te vinden in artikel 140 van het VwEU-verdrag.
Concreet gaat het daarbij om de onderstaande vier criteria:
Prijsstabiliteit: De inflatie mag niet meer dan 1,5 procentpunt hoger liggen dan dat van de drie best presterende lidstaten.
Stabiliteit van de openbare financiën: de staatsschuld mag niet meer dan 60%, het jaarlijkse begrotingstekort niet meer dan 3% van het bruto binnenlands product bedragen.
Wisselkoersstabiliteit: de staat moet ten minste twee jaar zonder devaluatie deelgenomen hebben aan het Wisselkoers-II-mechanisme (WKM-II). Daarbij mag de munteenheid van het land zich slechts binnen een bepaalde bandbreedte (meestal 15%) van de eurokoers hebben bewogen; bij grotere variaties moet de centrale bank van het land interveniëren.
Langetermijnrente: De rente op de langetermijnstaatsobligaties mag niet meer dan 2 procentpunt boven het gemiddelde van de drie best presterende lidstaten (landen met de laagste inflatie) liggen.
De Europese Commissie en de Europese Centrale Bank onderzoeken ten minste om de twee jaar of de lidstaten, die de euro nog niet hebben ingevoerd, voldoen aan de convergentiecriteria. Zodra een land aan alle criteria voldoet, kan dit land een aanvraag indienen om mee te doen aan de derde- en laatste fase van de EMU (lees om de euro in te voeren). Naar aanleiding van deze aanvraag doet de Europese Commissie vervolgens een aanbeveling, waarbij nog extra criteria, zoals marktintegratie, de lopende rekening en de arbeidskosten per eenheid product van het aanvragende land mee worden gewogen, hier zijn echter geen vaste kwantificeerbare grenzen van toepassing. Naar aanleiding van deze aanbeveling van de Europese Commissie komt er vervolgens een uitspraak van de Europese Raad en wordt er een hoorzitting in het Europees Parlement georganiseerd. Het besluit van de Raad Economische en Financiële Zaken is uiteindelijk beslissend. Zij neemt een besluit met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen, waarbij evenwel alleen die lidstaten stemrecht hebben, die de euro reeds hebben ingevoerd (artikel 140, paragraaf 2 van het VwEU-verdrag). Tot nu toe werd bij deze beslissingen altijd de aanbeveling van de Europese Commissie overgenomen.
Afbakening van de eurozone
De uitdrukking eurozone (ook euroruimte, euroland) wordt in engere zin meestal gebruikt als aanduiding voor de twintig landen, die de euro als munteenheid hebben ingevoerd. De uitdrukking is in deze betekenis synoniem met het begrip van de Europese Economische en Monetaire Unie in strikte zin.
Tot op heden wordt het begrip eurozone evenwel ook in bredere zin benut voor alle staten, die de euro gebruiken, zelfs als dit geen EU-leden zijn. Onder deze landen zijn Monaco, San Marino, Vaticaanstad en Andorra, landen die op grond van bilaterale verdragen met de EU het recht hebben de euro als enige munteenheid te gebruiken en in nauwkeurig begrensde omvang ook het recht hebben hun eigen euromunten te laten slaan. Daarnaast zijn er ook bijna twintig andere staten of delen van staten, die de euro eenzijdig als munt hebben ingevoerd of die de koers van hun munt aan de euro als reservemunt hebben gekoppeld.
Verdragsrechtelijke beginselen en doelstellingen
De beginselen van het economisch- en monetair beleid van de EU zijn vastgelegd in artikel 119 tot artikel 144 van het VwEU-verdrag, waarbij men onder economische beleid hier in essentie operationeel beleid verstaat. Daarnaast zijn er nog talrijke andere beleidsterreinen, waarop de Europese Unie zich beweegt, zoals het Europese werkgelegenheidsbeleid, het Europese sociale beleid of de Europese binnenmarkt, die alle drie economisch politiek eveneens sterke implicaties hebben. Deze begrippen vallen normaliter echter niet onder het economisch-beleidsbegrip van de EMU, dit aangezien hun verdragsrechtelijke grondslagen al ouder zijn. In tegenstelling tot de EMU heeft de EU wat betreft deze zaken niet alleen een coördinerende functie, maar kan zij zelfs wetstellend optreden. De invloed van de Europese Commissie en het Europees Parlement is daarom op deze gebieden groter dan in het raamwerk van de EMU.
Op economisch gebied is de open coördinatiemethode het dominante principe van de EMU: binnen het vooraf afgesproken raamwerk kunnen de nationale staten hun economische beleid grotendeels zelf bepalen, ze zijn evenwel gehouden hun economische politiek in de Raad van de Europese Unie met elkaar af te stemmen. De supranationale instituties, zoals de Europese Commissie en het Europees Parlement hebben hier slechts geringe bevoegdheden. De Europese Commissie is voornamelijk adviserend bezig en ondersteunt de coördinatie door het opstellen van rapporten, die de lidstaten als leidraad kunnen dienen bij het nemen van besluiten.
In de monetaire sfeer is de verdeling van bevoegdheden anders: hier hebben in het bijzonder de eurolanden talrijke soevereine rechten aan de Europese Centrale Bank overgedragen, die hier als autonoom en onafhankelijk lichaam beslissingen kan nemen. In de landen, die de euro niet ingevoerd hebben, ligt de bevoegdheid bij de nationale centrale banken, die bij het nemen van hun beslissingen onafhankelijk moeten zijn van alle andere overheidsinstellingen. Alle nationale centrale banken van de EU coördineren hun activiteiten in het Europese Stelsel van Centrale Banken.
Doelstellingen van het Europese economische en monetaire beleid van de EU zijn volgens artikel 3 van het EU-verdrag en artikel 119 van het VwEU-verdrag de nauwe coördinatie van het economisch beleid van haar lidstaten en de Europese binnenmarkt. Het economisch beleid is gebaseerd op het principe van een "open markteconomie met vrije mededinging" (hierin moet overigens geen tegenstelling worden gezien met een sociale markteconomie, die volgens artikel 3 van het EU-verdrag eveneens tot de doelstellingen van de EU telt). In het monetaire beleid van de EU is prijsstabiliteit de voornaamste doelstelling. In zoverre dat met inachtneming van de prijsstabiliteitsdoelstelling mogelijk is, moet het monetaire beleid binnen zijn mogelijkheden het algemene economische beleid ondersteunen (artikel 119 van het VwEU-verdrag).
Als "richtinggevende beginselen" worden "stabiele prijzen, gezonde overheidsfinanciën, monetaire randvoorwaarden alsook een duurzaam financierbare betalingsbalans" genoemd. Deze vier beginselen komen in essentie overeen met de EU-convergentiecriteria.
Economisch politieke regelingen
Multilateraal toezicht
De coördinatie van het economisch beleid gebeurt in wezen door het zogenaamde "multilateraal toezicht" (artikel 121 van het VwEU-verdrag). Daarbij werkt de Raad van de Europese Unie (ministerraad) op voorstel van de Europese Commissie en na consultatie met de Europese Raad aanbevelingen uit, waarin de Raad van de Europese Unie de hoofdlijnen van het economisch beleid van de EU in zijn geheel en de lidstaten afzonderlijk vastlegt. De raad van de Europese Unie baseert zich hierbij op lange termijn economische strategieën, tot voor kort was dat voor de periode 2000-2010, de Lissabon-strategie en nu is dat voor de periode 2010-2020 het EU 2020-strategieprogramma.
Stabiliteits- en groeipact
Een iets strengere procedure dan voor het algemene economische beleid geldt voor het toezicht van de nationale staatsschuld. Hier werd in het kader van het zogenaamde stabiliteits- en groeipact het convergentiecriterium, dat de staatsschuld niet meer dan 60% en het jaarlijkse begrotingstekort niet meer dan 3% van het bruto binnenlands product mag uitmaken, permanent vastgelegd (artikel 126 van het VwEU-verdrag). De Europese Commissie onderzoekt daarom jaarlijks alle EU-lidstaten, met inbegrip van degenen die de euro (nog) niet als munteenheid hebben ingevoerd. Wanneer een lidstaat zich niet aan de criteria heeft gehouden of wanneer de Europese Commissie van mening is, dat daar gevaar voor bestaat, dan stelt zij een rapport op.
Op basis van dit rapport besluit de Raad van de Europese Unie met een gekwalificeerde meerderheid, hoe verder moet worden opgetreden. Wanneer het om land gaat, dat de euro als munteenheid heeft ingevoerd, zijn alleen de lidstaten van de eurogroep stemgerechtigd, bij de andere landen is dit de gehele raad van de Europese Unie. De raad kan daarbij een reeks van maatregelen treffen, die escalerend kunnen reiken van economisch politieke aanbevelingen tot verschillende dwangmiddelen, in het bijzonder boetes. Volgens (artikel 139 van het VwEU-verdrag) kunnen deze dwangmiddelen echter alleen op lidstaten worden toegepast, die de euro als munteenheid hebben ingevoerd. De andere landen zijn weliswaar ook verplicht om het Stabiliteitspact na te leven, maar de Raad kan tegenover hen enkel en alleen aanbevelingen uitspreken.
Intergouvernementele solidariteit en de no-bailout-clausule
Wederzijdse economische hulp tussen de lidstaten onder elkaar of van de EU aan de lidstaten is in het kader van de EMU slechts binnen een strikt kader voorzien. (Andere gebieden, zoals de Regionale politiek, staan daarentegen financiële transfers tussen de verschillende delen van de EU uitdrukkelijk toe). Volgens artikel 122 van het VwEU-verdrag kan de Raad van Ministers echter in noodsituaties, in het bijzonder in geval van tekorten aan middelen, maatregelen nemen. Bij natuurrampen en andere "buitengewone gebeurtenissen, die zich aan de controle van een lidstaat onttrekken" kan een lidstaat na een besluit van de Raad van Ministers ook financiële bijstand uit de EU-begroting krijgen.
Verbod op kredieten door de centrale banken
Een essentiële voorwaarde voor de invoering van de EMU was de onafhankelijkheid van alle nationale centrale banken. Daarmee moest voorkomen worden dat de regeringen van de lidstaten haar economische beleid zouden financieren door het drukken van geld en daarmee een inflatoire spiraal in gang zouden zetten, zoals dat in verschillende Europese landen vóór de oprichting van de EMU niet ongebruikelijk was. Artikel 123 en artikel 124 van het VwEU-verdrag verbieden elke vorm van kredietfaciliteit door de Europese Centrale Bank of de nationale centrale banken aan de lidstaten. Ook elke bevoorrechte toegang van openbare-rechterlijke instellingen tot kredietfaciliteiten bij de banken en directe verwerving van staatsobligaties door de centrale banken zijn verboden.
Tijdens de Europese staatsschuldencrisis van 2010 begon de Europese Centrale Bank deze regeling echter zo uit te leggen, dat een indirecte verwerving van staatsleningen, dus de aankoop van staatsleningen van private tussenhandelaren, niet meer uitgesloten was. Critici keken hier van op en zagen een breuk met de geest van dit rechtsvoorschrift, aangezien de economische gevolgen van een directe of indirecte verwerving van staatsleningen door de centrale bank nauwelijks vallen te onderscheiden. De ECB benadrukte echter zelf, dat zij haar besluit zelfstandig had getroffen en dat zij dus ook niet in haar onafhankelijk bedreigd was. Dit werd echter niet onvoorwaardelijk geloofd.
Bijzondere instituties
Ter vergemakkelijking van de economisch- en financieel-politieke coördinatie tussen de EU-lidstaten in het algemeen en de eurolanden in het bijzonder, bestaan er enkele bijzondere instituties.
Economische en financiële commissie
De economische en financiële commissie is een raadgevend orgaan, dat bestaat uit steeds twee vertegenwoordigers van elke EU-lidstaat, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (artikel 134 van het VwEU-verdrag). De economische en financiële commissie houdt de economische en financiële toestand in de EU en haar lidstaten in de gaten en stelt daarover voor de Europese Commissie rapporten op. De economische en financiële commissie werkt ook samen met het Comité van Permanente Vertegenwoordigers, een organisatie die over bepaalde activiteiten van de Raad Economische en Financiële Zaken raadszittingen organiseert.
Eurogroep
Bij tal van besluiten van de Raad Economische en Financiële Zaken, die alleen betrekking hebben op de eurozone, zijn alleen die staten stemgerechtigd, die de euro hebben ingevoerd. Daarom treffen de ministers van Economische Zaken en Financiën zich steeds aan de vooravond van vergaderingen van de Raad voor informele bijeenkomsten. Deze zogenaamde eurogroep is in artikel 137 van het VwEU-verdrag alsook in protocol nr. 14, dat bij het VwEU-verdrag is gevoegd, geregeld. Ook de Europese commissaris voor Economische en Monetaire Zaken en een vertegenwoordiger van de Europese Centrale Bank nemen aan deze informele beraadslaging deel. Met haar informele karakter geldt de eurogroep als het belangrijkste coördinatieforum in de EMU.
De eurogroep benoemt steeds voor twee en een half jaar een voorzitter. Vanaf 2004 was dit de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker, die tot 2009 ook minister van Financiën van zijn land was. Hij werd begin 2010 voor het laatst in dit ambt herkozen. Sinds 21 januari 2013 is de Nederlander Jeroen Dijsselbloem voorzitter van de Eurogroep.
Naar aanleiding van de financiële crisis van 2007 werd op 12 oktober 2008 voor de eerste keer een topconferentie van de eurolanden op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders georganiseerd.
Geschiedenis
Voorlopers van de EMU
Monetaristen en economen
De eerste voorstellen voor een Europese Monetaire Unie vonden reeds zeer vroeg in de geschiedenis van Europese integratie plaats. Zo kwamen zowel de Belgische politicus Paul van Zeeland als de Franse minister van Buitenlandse Zaken Georges Bidault reeds in de jaren 1940 met initiatieven, die evenwel vooralsnog zonder effect bleven. De eerste concrete plannen ontstonden kort na de ondertekening van het Verdrag voor de Europese Economische Gemeenschap (EEG), waarmee in 1957 tot de stapsgewijze totstandkoming van een Europese gemeenschappelijke markt werd besloten.
In 1962 kwam de EEG Commissie van Walter Hallstein met de eerste voorstellen tot de oprichting van een monetaire unie. In 1964 werd het "Comité van Presidenten van Centrale Banken van de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap" (Gouverneurscomité) opgericht. In dat comité konden de geld- en monetaire politiek van de EEG-lidstaten op elkaar afgestemd worden. Er bestond op dit moment echter maar weinig politieke belangstelling voor een monetaire unie, ook al omdat in deze jaren nog het internationale Bretton Woods-systeem van kracht was. Het Bretton Woods-systeem schreef vaste wisselkoersen tussen alle belangrijke valuta voor. Ook waren de lidstaten niet bereid hun soevereiniteit op monetaire beleid op te geven. De plannen van de Commissie werden daarom niet verder opgevolgd.
Plan-Werner en de monetaire slang
Halverwege de jaren zestig raakte het systeem van Bretton Woods in toenemende mate onder druk. In februari 1969 stelde Raymond Barre, de Europese commissaris voor Economische en Financiële Zaken, daarom opnieuw de geleidelijke invoering van een monetaire unie voor. Op de Top van Den Haag in 1969 belastten de staatshoofden en regeringsleiders van de EEG-lidstaten uiteindelijk een commissie onder leiding van de premier van Luxemburg, Pierre Werner met de uitwerking van een plan voor economische en monetaire unie. Dit Plan-Werner probeerde door een drietrapsmodel in het bijzonder de contrasten tussen monetaristen en economen te overbruggen. In de laatste fase zou het monetair beleid door een gemeenschappelijk Centrale Bank bepaald worden. Het economisch beleid zou onder een gremium vallen dat onder het Europees Parlement ressorteerde. De exacte timing van de drie fasen werd echter niet vastgelegd.
Op 22 maart 1971, slechts enkele maanden voor de instorting van het systeem van Bretton Woods, nam de EEG-ministerraad het principebesluit om het plan-Werner tot 1980 ten uitvoer te brengen. Op 21 maart 1972 werd daartoe het Europese wisselkoersmechanisme opgericht. Hierin werden wisselkoersschommelingen tussen de EEG-valuta's binnen een bandbreedte van ten hoogste ±2,25% toegestaan. Tegenover andere valuta's, in het bijzonder de dollar, mochten de verbonden valuta's zich vrij bewegen, zij trokken elkaar daarbij wederzijds mee. Men sprak daarom van een monetaire slang.
Met de in te stellen economisch en monetaire unie wilde men de volgende economische doelstellingen verwezenlijken:
economische groei
volledige werkgelegenheid
economische stabiliteit
bevorderen van de internationale en monetaire samenwerking.
De algemene economische omstandigheden van de jaren zeventig bleken echter te moeilijk om het plan-Werner volledig uit te kunnen voeren. Reeds in april 1973 besloten de lidstaten niet met de voorbereidingen voor de eigenlijk geplande tweede fase van het plan-Werner te beginnen. Vanaf het einde van 1973 verslechterde de economische situatie door de eerste oliecrisis nog verder. Tot het einde van 1978 moesten meerdere landen het Europese wisselkoersmechanisme noodgedwongen verlaten, zodat dit mechanisme nog nauwelijks enig effect sorteerde.
Europees Monetair Stelsel
In de zomer van 1977 stelde de nieuw benoemde voorzitter van de Europese Commissie, Roy Jenkins, daarom een nieuwe start voor monetaire beleidscoördinatie voor. Zijn initiatief werd overgenomen door Helmut Schmidt en Valéry Giscard d'Estaing. Op hun aanbeveling besloot de Europese Raad in december 1978 tot de ontwikkeling van een nieuw Europees Monetair Stelsel (EMS). In het middelpunt van dit wisselkoersmechanisme (WKM) stond de nieuwe Europese kunstvaluta, de Europese rekeneenheid (ook ECU genoemd). Deze was samengesteld uit een "mandje", waarin de munteenheden van de deelnemende landen als een percentage van hun economische kracht vertegenwoordigd werden. De Nederlandse gulden maakte steeds zo rond de 10% van de waarde van de Europese rekeneenheid uit. Voor de individuele nationale valuta werden pariteitskoersen met de ECU bepaald, waaromheen zij nog slechts tot een maximum van ±2,25% mochten afwijken.
Het EMS moest volgens de toenmalige plannen in een onherroepelijk monetair systeem met de Europese rekeneenheid (ECU) als gemeenschappelijke munt overgaan. De in 1979 uitbrekende tweede oliecrisis en meningsverschillen over het loop van de laatste fase gooiden echter roet in het eten en verhinderden de invoering van een dergelijk systeem. Ook namen niet alle EG-landen aan de EMS deel: Met name het Verenigd Koninkrijk werd pas in 1989 lid en trad noodgedwongen in 1992 alweer uit. Ook Italië werd in 1992 tijdelijk gedwongen het EMS te verlaten. Het land trad echter in 1996 opnieuw toe. Ook Griekenland, Spanje, Portugal en Zweden, die respectievelijk in de jaren tachtig en in 1995 (Zweden) lid werden van de Europese Gemeenschap, deden om verschillende redenen niet mee aan het EMS.
Ondanks deze moeilijkheden droeg het EMS bij tot de bereidheid van de lidstaten om tot economische beleidscoördinatie en -convergentie te komen, zo werd vanaf het midden van de jaren tachtig, in bijna alle lidstaten, de inflatie door een op stabiliteit gerichte monetaire beleid teruggedrongen. De Europese Akte (EA) uit 1986 onderstreepte nog eens het belang van een versterkte economische en monetaire samenwerking voor de verwezenlijking van de Europese binnenmarkt.
Het Plan-Delors
De voortzetting van de monetaire integratie was aan het einde van de jaren tachtig omstreden. Terwijl de voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, het doel van een economische en monetaire unie nieuw leven in wilde blazen, waren de voorzitters van de nationale centrale banken, met name Karl Otto Pöhl, de voorzitter van de Deutsche Bundesbank, sceptisch. Zij vreesden niet alleen economische onzekerheden, maar ook het verlies aan speelruimte voor de centrale banken. In 1988 slaagde Delors er echter in om de Europese Raad over te halen een werkgroep in te stellen, waarin de presidenten van de nationale centrale banken, voorgezeten door Jacques Delors zelf, plannen voor een monetaire unie moesten uitwerken.
In deze werkgroep lukte het Delors de bedenkingen van de centrale bankpresidenten te overwinnen. In april 1989 werd het zogenaamde Plan-Delors gepubliceerd. Dit plan stelden een realisatie van een economische en monetaire unie in drie fasen voor. Het plan-Delors werd met name door Frankrijk gesteund. Frankrijk zag in het plan-Delors de mogelijkheid om haar verloren gegane economische invloed te herwinnen: In de voorgaande jaren hadden alle Europese staten zich wat betreft hun monetaire beleid moeten oriënteren op de stabiliteitspolitiek van de Deutsche Bundesbank, aangezien Duitsland de grootste en krachtigste economie binnen de Europese Gemeenschap vormde. Door de EMU zou deze afhankelijkheid van een enkele lidstaat moeten worden overgedragen naar een gemeenschappelijke institutie, wat als voordeel zou hebben dat alle landen in een soortgelijke politieke situatie zouden komen te verkeren.
Vooral de Bondsrepubliek was echter sceptisch. Men vreesde dat de invoering van een gemeenschappelijke munt tot een verlies aan prijsstabiliteit zou leiden Ook het Verenigd Koninkrijk was niet enthousiast. Dit land wees het verlies van monetaire soevereiniteit op principiële gronden af. Beide landen zagen een eigen munt ook als een belangrijk symbool van hun nationale identiteit
Met de eerste, zogenaamd nog weinig betekende fase van de EMU werd uiteindelijk op 1 juli 1990 begonnen. Voor de uitvoering van de verdere fasen, ontbrak het in eerste instantie aan een Europees-rechterlijk fundament. Een hervorming van de EG-verdragen was hiervoor noodzakelijk. De bereidheid voor deze verdragsherziening kwam echter met de Duitse hereniging van 1990. Aangezien in het kader van de Twee-Plus-Vier-verdragen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hun toestemming voor de hereniging moesten geven, zag de Franse president François Mitterrand een geschikte gelegenheid om de Duitse Bondsregering onder Helmut Kohl tot ondersteuning van de EMU over te halen (voor wat, hoort wat). Helmut Kohl ging hier op in, maar stelde echter verschillende voorwaarden aan de institutionele vormgeving van de EMU. De nieuwe Economische en Monetaire Unie moest op een soortgelijke wijze stabiliteitsgeoriënteerd zijn, zoals de Duitse Bundesbank dat ook was.
De verdragsrechtelijke basis voor de voltooiing van de EMU werd in februari 1992 met het Verdrag van Maastricht gelegd, dat reeds in 1993 van kracht werd. Het verdrag van Maastricht behelsde een verder tijdsplan alsook de benodigde wettelijke bepalingen voor de uitvoering van het rapport van Delors, bij benadering de EU-convergentiecriteria en de bepalingen met betrekking tot de oprichting van een Europese Centrale Bank. De overgang naar de tweede fase van de Economische en Monetaire Unie werd bepaald voor 1994, de overgang naar de derde fase voor een tijdstip tussen 1996 en ten laatste 1 januari 1999.
Concreet slaagde de Duitse leider van de onderhandelingsdelegatie, Theo Waigel, er in zijn sterk restrictieve stabiliteitseisen aan de toekomstige deelnemende staten door te zetten. De Britse regering van John Major slaagde er niet in om de monetaire unie te voorkomen. Zij slaagde er wel in voor het Verenigd Koninkrijk een opt-out-regel te bereiken. In oktober 1992 trad het Verenigd Koninkrijk naar aanleiding van de dramatische gebeurtenissen van de grote pondcrisis van half september 1992 uit het Europees Monetair Stelsel. Dit had als gevolg dat het wat betreft het monetaire beleid tot een tweedeling binnen de Europese Unie kwam.
Een speciaal geval was Denemarken. De Deense regering had in eerste instantie ingestemd met de bepalingen in het Verdrag van Maastricht. Nadat de ratificatie van het Verdrag van Maastricht echter in een referendum was afgestemd, niet in de laatste plaats vanwege de bedenkingen van de Deense bevolking tegenover de economische en monetaire unie, keurde de Europese Raad op de top van Edinburgh in december 1992 bepaalde uitzonderingsprotocollen goed, waardoor ook Denemarken de facto de mogelijkheid van een opt-out voor een monetaire unie verkreeg.
De eerste fase van de EMU
De eerste fase naar de verwezenlijking van de Europese Economische en Monetaire Unie werd op 1 juli 1990 in gang gezet door een besluit van de Europese Raad. Het belangrijkste doel van deze eerste fase was om het nationale economische en monetaire beleid van de lidstaten meer op het tegengaan van geldontwaarding en financiële discipline van de overheidssector te richten. Met het oog op een geleidelijke convergentie van het beleid werd het multilaterale toezicht als een nieuw coördinatie-instrument geïntroduceerd. Er werd afgesproken dat de Raad Economische en Financiële Zaken tweemaal per jaar de rapporten zou bespreken, die de Europese Commissie voor economische ontwikkeling en economisch beleid samen met de lidstaten opstelde. De individuele lidstaten bleven echter vrij in hun beslissingen; de eerste fase voorzag nog niet in verplichtingen en dwangmiddelen.
Een verder bestanddeel van de eerste fase was de reorganisatie van de monetair-politieke samenwerking. Hiervoor kreeg het gouverneurscomité, waarin de presidenten van de nationale centrale banken verzameld waren, nieuwe verantwoordelijkheden. Het comité kreeg het recht om openlijk stelling te nemen in zaken, die de monetair-politieke toestand in de gemeenschap betroffen. Ook werd begonnen met de voorbereiding voor de oprichting van een Europees Monetair Instituut.
De tweede fase van de EMU
De tweede fase van de Europese Economische en Monetaire Unie begon volgens het in het Verdrag van Maastricht afgesproken tijdsplan op 1 januari 1994. De belangrijkste vernieuwing was de oprichting van het Europees Monetair Instituut (EMI), dat de plaats innam van het gouverneurscomité van de centrale banken.
De belangrijkste taken van het EMI waren ten eerste een versterking van de samenwerking tussen de centrale banken alsook de coördinatie van het nationale geldpolitiek van deze centrale banken, ten tweede het creëren van de wettelijke, organisatorische en institutionele voorwaarden voor de overgang naar de derde fase. Hiervoor stelde het EMI in het bijzonder een rapport op over het toekomstige betrekkingen met betrekking tot geldpolitiek en wisselkoersen tussen het toekomstige eurogebied en de overige EU-landen. Op basis van dit rapport werd in juni 1997 het nieuwe Wisselkoers Mechanisme II (WKM II) voorgesteld, dat vanaf de start van de derde fase van de EMU het Europees Monetair Stelsel zou moeten vervangen.
Bovendien vertrouwde men het EMI het ontwerp voor de bankbiljetten van de nieuwe gemeenschappelijke munt toe. Dezen zouden conform een besluit van de Europese Raad van eind 1995, niet meer ECU, maar Euro moeten worden genoemd. Met name de Duitse bondsregering zag deze naam als 'vertrouwenwekkender'. De eerste ontwerpen werden in december 1996 voorgelegd aan de Commissie en later ook aan het publiek gepresenteerd.
De derde fase van de EMU
Met de invoering van de euro als gemeenschappelijke munt begon op 1 januari 1999 de derde en laatste fase van de EMU. De Europese Raad stelde op basis van een rapport van de Commissie vast, welke lidstaten aan de EU-convergentiecriteria voldeden en daarom de euro als hun munteenheid mochten invoeren. Het ging daarbij om alle lidstaten behalve het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Zweden, die alle drie om diverse redenen geen prijs op de invoering van de euro stelden, alsook om Griekenland, dat in 1999 nog niet aan de convergentiecriteria kon voldoen. De Europese Centrale Bank (ECB), die op 1 januari 1999 de plaats innam van het Europees Monetair Instituut, was reeds een half jaar eerder op 1 juni 1998 opgericht.
Met de start van de derde fase werden de wisselkoersen tussen de munteenheden van de door de Europese Raad uitgekozen elf lidstaten eens en voor altijd onherroepelijk vastgelegd. Voor de uitvoering van de monetaire politiek in deze landen was vanaf dat moment het Europees Stelsel van Centrale Banken en in het bijzonder de ECB verantwoordelijk. Tegelijkertijd trad ook het Wisselkoersmechanisme II in werking.
De uitgifte van euromunten en -biljetten volgde drie jaar na de start van de derde fase van de EMU in de loop van januari en februari van het jaar 2002.
Nederlandse kritiek
Op 13 februari 1997 waarschuwden 70 Nederlandse economen in de Volkskrant dat de invoering van de Economische en Monetaire Unie zonder een gemeenschappelijk economisch beleid zal leiden tot werkloosheid en sociale spanningen in Europese landen. Volgens onder meer Alfred Kleinknecht bewijzen de financiële problemen van Griekenland anno 2009 dat de euro zorgt voor structurele onevenwichtigheden in de handelsbalans tussen Noord- en Zuid-Europa. Ook de oud-directeur van De Nederlandsche Bank, André Szász, leverde indertijd kritiek.
Kritiek op en verdere ontwikkeling van de EMU
Ook na de oprichting van de monetaire unie zette het debat zich voort of de EMU meer voor- of nadelen met zich meebracht en in welke richting zij zich in voorkomende gevallen verder ontwikkelen zou. Gelet de positieve economische ontwikkeling en de stijgende koers ten opzichte van andere valuta overheerste daarbij aanvankelijk een optimistische inschatting. Ook nog tijdens de financiële crisis van 2007 werd het EMU nog meestal als een voordeel voor de deelnemende landen gezien; zo was zij in 2009 een belangrijke reden voor de IJslandse lidmaatschapaanvraag van de EU en ook in landen zoals Denemarken steeg de belangstelling voor het lidmaatschap van de EMU weer. Met de Griekse financiële crisis, die zich snel uitbreidde tot de Europese staatsschuldencrisis van 2010, verscherpte het debat over het functioneren van de EMU en haar algemene voor- en nadelen zich echter opnieuw.
De theorie van de optimale valutagebieden
Een fundamenteel argument in het debat over de EMU is de theorie van de optimale valutagebieden van Robert Mundell In deze theorie worden de voor- en nadelen van monetaire unies tegen elkaar afgewogen en een kosten-batenanalyse gemaakt. Hiermee kan bepaald worden of een monetaire unie is aan te bevelen.
Voordelen van monetaire integratie zijn de vermindering van de transactiekosten, beperking van de wisselkoersonzekerheid, vergroting van de markttransparantie en vermindering van informatiekosten voor economische agenten, die de prijzen binnen het muntuniegebied direct met elkaar kunnen vergelijken.
Het nadeel van een monetaire unie is het verlies van de flexibele wisselkoers als aanpassingsmechanisme. Wanneer de productiviteit in een regio sneller groeit dan in een andere regio, resulteert dit bij een regime van flexibele wisselkoersen tot een appreciatie van de munt in de productiefste regio. Hierdoor wordt het economisch evenwicht weer hersteld. In een monetaire unie kan een herschikking daarentegen alleen maar tot stand komen door bewegingen van de productiefactoren (flexibele arbeidsplaatsen en flexibele kapitaal). Een dergelijke aanpassing is vele malen pijnlijker dan een appreciatie of depreciatie van de munt.
Voor de Europese Monetaire Unie komen de meeste studies tot de conclusie dat er op dit moment geen sprake is van een optimaal valutagebied, vooral omdat de arbeidsmobiliteit te laag is. Sommige economen wijzen er echter op dat een monetaire unie ook zelf aan het creëren van een optimaal valutagebied bijdraagt, bijvoorbeeld als dankzij het invoeren van de gemeenschappelijke munt meer economische transacties tussen de lidstaten plaatsvinden. Daarnaast trokken een aantal studies voor de Verenigde Staten de conclusie, dat de Verenigde Staten lange tijd geen optimale valutagebied hebben gevormd of zelfs nog steeds niet vormen. Reden voor het creëren van een gemeenschappelijke munt waren ook in de Verenigde Staten eerder van politieke dan van economische aard.
Europese economische regering
Een ander thema in het debat over de EMU is de vraag naar een "Europese economische regering", die van oudsher vooral door de Franse regering werd verlangd, maar die door Duitsland werd afgewezen. Bij de term "Europese economische regering" gaat het echter om een leuze, dat afhankelijk van de context verschillende betekenissen kan hebben. In de discussie in 1992 over het Verdrag van Maastricht hield deze context meestal verband met de vraag naar de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank: terwijl de Bundesbank in Duitsland, zich ver van elke politieke beïnvloeding, alleen om de prijsstabiliteit diende te bekommeren, stonden in Frankrijk en andere Europese landen de centrale banken onder de controle van de regering en werd monetaire politiek ook ingezet om economisch-politieke doelstellingen te behalen. In de onderhandelingen over de EMU wist de stabiliteitgeoriënteerde Duitse aanpak zich door te zetten; de vraag naar een Europese economische regering bleef ook later echter bestaan.
Gemeenschappelijk conjunctuur- en industrieel beleid
Een context, waarin de vraag naar een Europese economische regering dikwijls als een thema wordt behandeld, is het ontbreken van een gemeenschappelijke fiscale- en conjunctuurpolitiek in de Europese Unie. De EU kan zelf geen belastingen heffen en de door de Europese Commissie beheerde eigen middelen van de Europese Unie zijn zo gering, dat zij nauwelijks of niet toereikend zijn voor het voeren van een conjunctuurpolitiek. Dit is dus een zaak van de afzonderlijke lidstaten, die hun fiscale- en conjunctuurpolitiek echter alleen op vrijwillige basis met elkaar coördineren. Iets soortgelijks geldt ook voor de loonpolitiek, aangezien CAO-loonafspraken meestal op nationaal niveau plaatsvinden. Frankrijk vroeg daarom steeds opnieuw om een sterkere clustering van zulke maatregelen. Nochtans werd het Franse standpunt meestal geassocieerd met de vraag naar een meer actieve EU-industriepolitiek, die in Duitsland echter steeds werd afgewezen als een stap naar een vanuit de economische orde gezien, ongewenst staatsinterventionisme.
Van belang werd dit conflict naar aanleiding van de in de zomer van 2007 begonnen financiële crisis, toen alle lidstaten op een bepaald moment nationale conjunctuurprogramma's opstelden, die door de Europese Commissie alleen gecoördineerd werden. Hoewel in het kader van de Europese binnenmarkt, directe discriminatie van ingezetenen van andere lidstaten niet is toegestaan, zouden deze verschillende aanzetten tot een conjunctuurpolitiek tot onevenwichtigheden tussen de verschillende EU-landen kunnen leiden. Zo zette in 2008 de door Ierland aangekondigde garantie voor haar nationale banken, de overige lidstaten bijvoorbeeld onder druk om met soortgelijke toezeggingen te komen.
Tijdens de Europese staatsschuldencrisis van 2010 namen de eisen voor een Europese economische regering toe in volume. Ook de voorzitter van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet voegde zich bij dit koor. Uiteindelijk ging ook de Duitse regering onder leiding van Angela Merkel akkoord met de oprichting van een Europese economische regering. Deze Europese economische regering zou echter bevoegdheid moeten hebben op het niveau van de totale EU, niet alleen voor de landen in de eurozone. Zij zou tevens door de Europese Raad en niet door de Europese Commissie of door een andere nog nieuw op te richten institutie geleid moeten worden. Voor economisch-politieke besluiten zou dan nog steeds een consensus van alle EU-lidstaten noodzakelijk zijn.
Handhaving van het stabiliteits- en groeipact
Een ander probleem van de EMU is de handhaving van het Stabiliteits- en groeipact, dat buitensporige overheidstekorten van de deelnemende landen moet verhinderen (zie hierboven). Het pact geldt als minder effectief omdat de in het stabiliteitspact voorgestelde sanctiemechanismen in de vorm van geldboetes de budgettaire situatie van de betreffende staten alleen maar verder zou verslechteren. Ook heeft de Raad Economische en Financiële Zaken in het verleden schendingen tegen het stabiliteitspact herhaaldelijk ongestraft gelaten.
Nadat in aanvulling hierop, als onderdeel van de crisis rond Griekse overheidsfinanciën in 2009/10 geconstateerd werd dat Griekenland een aantal jaren lang vervalste financiële gegevens aan de Europese Commissie heeft doorgegeven, nam de roep voor een betere handhaving en doeltreffende sancties in kracht toe. Zo stelde de Europese Commissie de invoering van een "Europees halfjaar" voor. Dit hield in dat de EU-lidstaten hun begrotingen een half jaar, voordat de nationale parlementen daarover stemmen, aan de Commissie en de andere lidstaten moeten overleggen. Daardoor zou de commissie in de gelegenheid worden gesteld, al van tevoren maatregelen te kunnen nemen tegen schendingen van het pact. Het voorstel stootte ten dele op harde kritiek, aangezien het de nationale budgettaire soevereiniteit beperkte, maar werd door de EU-regeringen echter in hoge mate ondersteund. Aangezien dit voorstel tot een fiscaal-politieke gelijkschakeling van de EU-lidstaten zou kunnen leiden, wordt ook deze pre-budgettoetsing vaak onder het begrip van de "Europese economische regering" gevat.
Daarnaast werd intensief gediscussieerd over een aangepast sanctieregime, waarbij de ingediende voorstellen uiteen liepen van intrekking van de stemrechten in de Raad van de Europese Unie tot royering uit de eurozone. Deze vergaande plannen, die vooral door Duitsland en deels ook door Frankrijk vertegenwoordigd werden, kregen echter maar weinig steun. Grotere acceptatie vond daarentegen het voorstel van de Commissie om landen met te grote overheidstekorten, in voorkomende gevallen op hun Landbouw- en Structuurfonds-uitkeringen te korten.
Deze korting zou in eerste instantie "automatisch", dat wil zeggen door de Europese Commissie zelf, worden opgelegd en zou door de Raad Economische en Financiële Zaken slechts bij meerderheid van stemmen teruggedraaid kunnen worden. Daardoor zou de positie van de Europese Commissie in vergelijking met de tot dan toe geldende procedures, waarbij de sancties pas na een besluit van de Europese Raad worden geëffectueerd, versterkt worden. Hiervoor zou echter een verandering in het VwEU-verdrag noodzakelijk zijn. Halverwege 2010 werd een commissie onder leiding van de Voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy benoemd, die in de loop van de Belgisch EU-voorzitterschap (tweede helft 2010) een gedetailleerd voorstel over het toekomstige sanctieregime moet doen.
Europees Monetair Fonds, Europese stabiliteitsmechanisme, transferunie en staatsbankroeten
Als gevolg van de crisis rond de Griekse overheidsfinanciën in 2009/10 werd een ander probleemgebied binnen de EMU duidelijk: haar stabiliteitsgeoriënteerd verdragskader was er uitsluitend op gericht om het overmatig aangaan van schulden te voorkomen, maar stelde geen duidelijke mechanisme door over wat te doen, als er toch sprake zou zijn van een schuldencrisis van een individuele lidstaat. Ook dit vraagstuk wordt met de problematiek van een Europese economische regering in verband gebracht, aangezien de directe aanleiding voor de Griekse schuldencrisis was een nationale financiering van conjunctureel-politieke maatregelen.
In het debat over een oplossing voor de Griekse crisis sloeg in het bijzonder de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble een "Europees Monetair Fonds" voor, dat naar het voorbeeld van het Internationale Monetair Fonds (IMF) onder een te grote schuldenlast gebukt gaande landen moest bijspringen en tegelijkertijd structurele hervormingen in gang moet zetten. Het idee werd verwelkomd door de Europese Commissie, maar stootte ook op verschillende vormen van kritiek: ten eerste is een dergelijk fonds in strijd met de zogenaamde no-bailout-clausule, dit omdat een EMF de schulden van de afzonderlijke landen op een "gemeenschappelijke hoop" gooit; ten tweede omdat de poging om structurele hervormingen af te dwingen door een internationaal fonds, ook bij het IMF al meer dan eens tot een mislukt beleid heeft geleid. Bovendien bleef onduidelijk, waarom er überhaupt een dubbelstructuur tussen IMF en het Europees Monetair Fonds noodzakelijk was.
Uiteindelijk werd op 25 maart 2010 besloten tot een noodplan voor Griekenland, dat gefinancierd zou worden uit de bilaterale kredietfaciliteiten van de andere eurolanden. Daarnaast werd op 10 mei 2010 - in eerste instantie beperkt tot een duur van drie jaar - besloten tot de oprichting van een zogenaamd Europees Stabiliteitsmechanisme. Dit omvat een totaal van 750 miljard euro en is gebaseerd op een combinatie van kredieten uit de EU-begroting, bilaterale wederzijdse garanties van de afzonderlijke lidstaten, alsmede een kredietlijn bij het IMF. Om niet tegen de no-bailout-clausule te zondigen, werd een "special purpose vehicle", de zogenaamde European Financial Stability Facility (EFSF) opgericht, die formeel gesproken niet gebonden was aan het EU-wettelijk kader. Niettemin werd onder andere door Peter Gauweiler en door een groep rondom Joachim Starbatty een aanklacht tegen het stabilisatiemechanisme ingediend bij het Duitse Bundesverfassungsgericht.
Een belangrijk trefwoord in het publieke debat was daarbij dat er een transformatie dreigde van een monetaire unie naar een "transferunie" naar het voorbeeld van de Duitse financiële vereffening tussen de deelstaten. Dit werd in Duitsland meest als een negatieve ontwikkeling gezien.
Van de kant van Duitse politici werd er evenwel op gewezen, dat het stabilisatiemechanisme alleen kredieten en dus niet in transfers (overdracht) voorzag. IMF-president Dominique Strauss-Kahn riep daarentegen op tot de invoering van fiscale transfers tussen de eurolanden.
Als een verdere mogelijkheid om met de overmatige schuldenlast van individuele lidstaten om te gaan, werd uiteindelijk de oprichting van een Europese- of internationale Staatbankroetverordening besproken. Zo'n verordening zou duidelijke regels moeten voorschrijven, volgens welke criteria een staat de terugbetaling van schulden kan opschorten.
Beslissing tot een hervorming van het Verdrag in 2010
Medio 2010 werd er een commissie geïnstalleerd onder leiding van de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy. Deze commissie kreeg de opdracht om in de loop van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in 2010 met een gedetailleerd voorstel te komen voor een toekomstig sanctieregime voor het stabiliteit-en groeipact.
Op 16 september 2010 presenteerde Van Rompuy aan de Europese Raad een tussentijds voortgangsverslag, dat op hoofdpunten met instemming werd ontvangen. Kort daarvoor hadden de Europese ministers van Financiën besloten om "Europese semesters" in te stellen om zo tot een betere wederzijdse budgetcontrole te komen.
Het eindrapport van Van Rompuy werd op de oktobertop 2010 aangenomen. Reeds kort voor deze top presenteerden de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Nicolas Sarkozy gezamenlijk voorstellen om tot dit doel te komen. Hierbij was met name het voorstel om lidstaten in voorkomend geval het stemrecht in de Raad van de Europese Unie te ontnemen controversieel. Uiteindelijk kreeg Van Rompuy op de top de opdracht om tot voorstellen voor een "beperkte verdragsherziening" van de Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te komen die in overeenstemming waren met artikel 48, paragraaf 6 van dit verdrag. en om een „permanent crisismechanisme" in te richten dat in 2013 (sinds de top van december 2012, in juli 2012) in plaats zal komen van het voorlopige stabiliteitsmechanisme.
Op de top van de Europese Raad presenteerde Van Rompuy op 16 december 2010 een concreet voorstel voor een verdragsherziening. In dat voorstel bleef de no-bailout-clausule in (artikel 125 van het AEU-verdrag) onaangetast; in plaats daarvan moet artikel 136 met een nieuwe paragraaf worden uitgebreid, die de oprichting van een permanent Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) door de landen van de eurozone mogelijk maakt. Deze paragraaf moet worden geactiveerd om "in een noodsituatie te zorgen voor de stabiliteit van de eurozone als geheel." Financiële ondersteuning in het kader van de permanente stabilisatiemechanisme moet "aan strikte voorwaarden" worden onderworpen.
Deze verdragswijziging moet nu door de lidstaten worden geratificeerd en moet op 1 januari 2013 in kracht treden. Dit is inmiddels vervroegd naar 1 juli 2012. Het permanente stabilisatiemechanisme kon in dat geval het op drie jaar begrensde stabilisatiemechanisme (ESFS) opvolgen, waartoe in de loop van de eurocrisis werd besloten. Volgens de voorstellen zoals deze in januari 2012 bekend zijn zullen ESFS en ESM ten minste een halfjaar naast elkaar bestaan, wat dus ook tijdelijk dubbele garantiestellingen van de landen betekent. Het exacte ontwerp werd eind maart 2011 door de ministers van Financiën van de eurogroep besloten en omvat onder andere een procedure, waarbij tijdens toekomstige schuldencrises van de EMU lidstaten particuliere crediteuren - in de eerste plaats dus ook banken - bij de redding worden betrokken, wat in feite in lijn is met het Duitse voorstel voor een staatsbankroet.
Daarnaast werd een herziening van het sanctiemechanisme binnen het stabiliteits-en groeipact besproken. In aanvulling op de voorgestelde opschorting van het stemrecht van de landen met te grote tekorten speelt daarbij vooral het voorstel van de commissie een rol om sanctiemechanismen in het geval van een overmatige schuldenlast van de lidstaten in de toekomst "automatisch", dus zonder een voorafgaande beslissing van de Raad, moeten ingaan. Dit voorstel, waardoor een verdragswijziging noodzakelijk zou zijn geworden, werd door de Commissie en het Parlement als noodzakelijk voor de hervormingen bestempeld, maar werd echter door Frankrijk en andere lidstaten afgewezen en dus niet overgenomen door de Europese Raad. Op 15 maart 2011 bereikte de eurogroep overeenstemming over een aanscherping van het Stabiliteitspact. Dit voorziet in hogere straffen en een motiveringsplicht voor de Raad, wanneer deze bij een overtreding toch geen sanctieprocedure initieert. Automatische sanctiemechanismen werden niet ingevoerd.
Duitsland en Frankrijk kondigden begin februari 2011 voorstellen aan voor een betere samenwerking tussen de lidstaten van de eurozone op fiscaal gebied. Dit hield onder andere een gelijkschakeling van de vennootschapsbelasting en het loonbeleid in alsook een gelijkschakeling van de pensioengerechtigde leeftijd. Andere lidstaten reageerden echter afwijzend op een aantal van deze suggesties.
Op basis van dit Frans-Duitse initiatief werkte Van Rompuy een "Pact voor de euro" uit. Hiertoe werd op 11 maart 2011 door een top van staatshoofden en regeringsleiders van de eurogroep op voorhand besloten. Dit pact bevat echter slechts intentieverklaringen, geen nieuwe wettelijke verplichtingen van de lidstaten. Aangezien ook een aantal niet-eurolanden zich bereid verklaarden tot uitvoering van de in het pact voorgestelde hervormingen, kreeg deze uiteindelijk de naam "Euro-plus pact".
Op 24-25 maart 2011 heeft de Europese Raad het totaalpakket van hervormingen van de EMU vastgesteld. Het omvat het Europese stabiliteitsmechanisme en de verscherping van het Stabiliteits- en Groeipact. en het Euro-plus pact.
Mogelijke hervorming van de EMU door een Europese Conventie
Volgens artikel 48 kan het Verdrag betreffende de Europese Unie en de Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in overeenstemming met een traditionele of een vereenvoudigde wijzigingsprocedure worden aangepast. De traditionele methode schrijft het bijeenroepen van een Europese Conventie door de Voorzitter van de Europese Raad voor.
Waarschijnlijk in het voorjaar van 2012 zal een Europese Conventie beginnen met een hervorming van de Economische en Monetaire Unie. Dit werd in de communicatie rondom een op 23 oktober 2011 gehouden vergadering rond de Europese Raad bekend gegeven. Het centrum van deze hervorming zou de belichaming van een begrotingsunie staan, die het mogelijk maakt om direct in te grijpen in de belasting- en begrotingspolitiek van de eurolanden als ze financiële steun van hun partners krijgen. Een dergelijke begrotingsunie maakt het mogelijk een reeks afzonderlijke maatregelen, zoals het Euro-plus pact, het Europees semester of de regels van de zogenaamde "Sixpack" (zie hierboven), te bundelen en institutioneel te verankeren.
Referenties
, Die Europäische Einigung von 1945 bis heute, Stuttgart 2002 / Bonn 2004
en anderen, Geschichte der europäischen Integration, Paderborn, 2008
, , Europäische Geldpolitik. Theorie, Empirie, Praxis, 4e druk, Lucius & Lucius, Stuttgart, 2004, (Lucius & Lucius) UTB, Bd. 8285,
Externe links
Europese Centrale Bank – Economische en Monetaire unie (EMU)
Duitse Bundesbank – begrippen: Europese monetaire unie (EMU) in een glossarium
De muntunie - een kans voor Europa: Handboek voor de Europese Muntunie van de website van de Friedrich-Ebert-Stiftung
Begriff: Wirtschafts- und Währungsunion, WWU – uit het Internet-lexikon EUABC.com
Voetnoten
Economie van de Europese Unie
Internationale economie
Euro
Muntunie
|
Voordelen van monetaire integratie zijn de vermindering van de transactiekosten, beperking van de wisselkoersonzekerheid, vergroting van de markttransparantie en vermindering van informatiekosten voor economische agenten, die de prijzen binnen het muntuniegebied direct met elkaar kunnen vergelijken.
| 1 |
betalingskosten, transactiekosten, betaalmethodekosten
|
5,822 |
UserCheckins
|
28268
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/OV-chipkaart
|
OV-chipkaart
|
De OV-chipkaart is een elektronische pas met NFC-tag voor het registreren of betalen van reizen in het openbaar vervoer in Nederland. Kinderen jonger dan vier jaar kunnen kosteloos meereizen en hebben hierdoor geen OV-chipkaart nodig.
Korte geschiedenis
Vanaf 1980 werden al diverse proeven gedaan met elektronische betaalsystemen in het Nederlandse openbaar vervoer. De meest in het oog springende proeven waren die met de magneetkaart van Siemens en de Tripperpas.
De ontwikkeling van het OV-chipkaartsysteem begon in oktober 2001 met de oprichting van Trans Link Systems. Om ervaring op te doen ging een afvaardiging van de Nederlandse Spoorwegen al in 1999 op werkbezoek in Hongkong, waar twee jaar eerder de Octopus card was ingevoerd. Hierop is het systeem dat in Nederland wordt gebruikt grotendeels gebaseerd. In 2002 werden voor het eerst poortjes getest bij de RET in Rotterdam met de tournicard en in 2003 deed de NS testen met poortjes op de Hoekse Lijn. In 2005 was het systeem dusdanig ontwikkeld dat reizigers in Rotterdam de OV-chipkaart konden uitproberen. Het duurde tot 2012 voordat het systeem landelijk was geïmplementeerd.
Reis
Bij gebruik van de chipkaart wordt vaak het woord reis gebruikt. Een reis begint op het moment van inchecken en eindigt 35 minuten na het uitchecken. Wordt binnen 35 minuten na het uitchecken op hetzelfde station weer ingecheckt, dan geldt dat als een overstap en het vervolg als deel van dezelfde reis. Dat is meestal goedkoper dan twee aparte reizen.
Er is een uitzondering op het bovenstaande: zes uur na het begin is overstappen niet meer mogelijk. Wie bijvoorbeeld om 9.23 uur heeft ingecheckt kan daarna tot 15.23 uur naar hartenlust overstappen (uit- en inchecken binnen 35 minuten), maar na nog eens uitchecken resulteert inchecken na 15.23 uur in een nieuwe reis.
Checkt men in bij een andere vervoerssoort (bijvoorbeeld van trein naar stads- en streekvervoer), dan is dat een nieuwe reis. Ook bij het overstappen van de ene treinvervoerder naar de andere ontstaat in sommige gevallen een nieuwe reis. Overstappen van bijvoorbeeld tram van GVB naar bus van Connexxion kan dus wel zonder opnieuw het basis-/opstaptarief te betalen.
Wordt ingecheckt op een moment waarop spitstarief of daltarief geldt, dan geldt bij NS dat tarief sinds 2016 voor de hele reis. Tussendoor de trein verlaten om uit en in te checken om verder te reizen met daltarief heeft dus geen zin - tenzij de onderbreking meer dan 35 minuten duurt (zie volgende alinea voor een uitzondering).
Dit kan heel ongunstig uitpakken: wie een abonnement heeft waarmee hij na 18.30 gratis reist en om 18.20 incheckt, moet voor de hele reis het spitstarief betalen.
Een check-in kan geannuleerd worden door binnen 35 minuten op hetzelfde station uit te checken. Men doet dat om iemand uit te zwaaien op een station waar poortjes zijn. Merkt men dat men tijdens de spits heeft ingecheckt (zodat de hele reis voor spitstarief is) dan kan men onmiddellijk uitchecken, wachten op het daluur en weer inchecken. Dit geldt dus niet als overstap.
Het is mogelijk twee reizen tegelijk te maken. Men kan bijvoorbeeld een treinreis onderbreken, een busreis maken en daarna de treinreis voortzetten. Heeft men daarbij bij het onderbreken en voortzetten van de treinreis niet uit- en ingecheckt bij het spoorbedrijf, dan geldt dat voor de OV-chipkaart als een ononderbroken treinreis. Het geldt als een ononderbroken treinreis als men wel uit en in heeft gecheckt (wat onvermijdelijk is als er poortjes zijn op het station en men zich daarbuiten wil begeven), maar dan alleen als dat binnen 35 minuten gebeurde.
Soms zet men vóór men op reis gaat een speciaal tarief op de OV-chipkaart, bijvoorbeeld eerste klas of samenreiskorting. Dit geldt dan voor de eerstvolgende reis. Het speciale tarief blijft dus op de kaart staan als men na het uitchecken binnen 35 minuten weer incheckt.
Een stempel op een strippenkaart had een beperkte geldigheidsduur, afhankelijk van het aantal gestempelde zones. Binnen die geldigheidsduur kon men het stempel als retour gebruiken - dit was uitdrukkelijk toegestaan. Met de OV-chipkaart geldt dat de terugrit als een vervolg van de reis geldt (dus voor lager tarief) als de onderbreking niet langer dan 35 minuten heeft geduurd.
Dit geldt ook met een treinreis als men op het bestemmingsstation binnen 35 minuten na het uitchecken weer incheckt.
Met de trein mocht men de reis op elk tussenstation onderbreken en later op de dag verder reizen, desnoods meer dan 35 minuten later. Met de OV-chipkaart is dat ook mogelijk, mits er geen poortjes zijn op het station waar men de reis onderbreekt. Het vervolg van de reis is dan voor hetzelfde tarief; als het daltarief intussen is ingegaan, kan het voordeliger zijn na de onderbreking een nieuwe reis te maken, dat wil zeggen uit te checken en na meer dan 35 minuten weer in te checken.
Afwijkende tarieven
Door de invoering van de OV-chipkaart zijn enkele afwijkingen in de tariefberekening ontstaan. Doordat de websites alleen de tarieven geven voor de eenvoudigste reizen, is het niet altijd eenvoudig om erachter te komen wat het tarief van een bepaalde reis is.
Vanouds gold dat de prijs van een retour lager was dan de prijs van twee enkele treinreizen. In de overgangsperiode werd de prijs van een enkele reis verlaagd en de prijs van een retour navenant verhoogd.
Sommige reizigers kochten, bijvoorbeeld, niet een retour van Utrecht CS naar Den Haag, maar een enkele reis van Utrecht CS naar Utrecht Lunetten via Den Haag, om door de langeafstandskorting (LAK) toch minder te betalen dan tweemaal een enkele reis. De kaartautomaten accepteerden dit, mits het begin- en eindstation niet hetzelfde waren.
Met de OV-chipkaart is een retourkorting nog steeds mogelijk, namelijk door binnen 35 minuten uit en in te checken - wat niet betekent dat men binnen 35 minuten terugreist. Heen- en terugreis gelden dan als een enkele reis met overstap. Door het degressief tarief bij NS is dit goedkoper. Met de LAK wordt het degressief tarief ook toegepast op niet NS-treinen. Er is een maximumtarief, als het maximumtarief is bereikt, zijn alle volgende ritten gratis, mits er steeds na uitchecken binnen 35 minuten weer wordt ingecheckt. De eerste incheck bepaalt of er voor de hele reis met dal- of spitstarief gereisd wordt.
Wie een abonnement heeft, reist soms met korting of zelfs gratis. Het tijdstip van inchecken geldt, en dat tijdstip geldt voor de hele reis. Met het abonnement Weekend Vrij reist men gratis vanaf vrijdag 18.30, maar als men iets eerder, bijvoorbeeld om 18.15, heeft ingecheckt, moet men voor de hele reis het volle tarief betalen.
Om voor het daltarief te reizen, moet men tijdens de daluren inchecken. Het kan ook vijf minuten eerder, dus wie na 8.55 incheckt, reist voor het daltarief. De bedoeling daarvan is dat de reiziger dan nog tijd heeft om een trein te halen die kort na 9.00 vertrekt. Wie per ongeluk iets eerder incheckt, bijvoorbeeld om 8.54, kan uitchecken en na 8.55 inchecken, want wie uitcheckt zonder gereisd te hebben annuleert zijn check-in. Bij opnieuw inchecken begint de reis dus pas. De keerzijde is dat als men vóór de spits incheckt, maar weer uitcheckt op hetzelfde station en dan in de spits weer incheckt, men tegen spitstarief gaat reizen.
Een fiets mag alleen tijdens de daluren meegenomen worden. Dat geldt (in tegenstelling tot het tarief dat de reiziger betaalt) ook als tussentijds de spits is begonnen. Wie tijdens de daluren vertrekt mag voor daltarief verder reizen als de spits is begonnen, maar de fiets mag dan niet meer mee. Dat is nog wel uit te leggen als de trein vertraagd is, maar het is lastiger als er na een vertraging wordt overgestapt. Vóór de invoering van de OV-chipkaart bestond dit probleem niet, omdat er toen alleen een ochtendspits en geen middagspits was.
Bij verstoringen mag men in principe zonder bijbetaling een andere reisweg volgen. In de praktijk kan dit anders uitpakken. Zet de vervoerder een bus in, dan kan voor het tarief van de vervoerder met die bus worden gereisd. Om dit mogelijk te maken worden bij de betrokken station OVC-poorten open gelaten, zodat overstappende bus/treinreizigers niet verplicht worden in en uit te checken. Vaak worden er dan bij het busstation verplaatsbare chippalen geplaatst. Maar als er een omweg moet worden gemaakt en er onderweg in- en uitgecheckt moet worden kan een langere reisroute in rekening worden gebracht.
Is er een verstoring tussen Utrecht en Amersfoort, dan kan men omreizen via Hilversum. Het kan dan nodig zijn dat men in Hilversum naar een ander perron moet gaan en via poortjes moet lopen. Er wordt dan een langere reisroute in rekening gebracht. Loopt men bij de overstap niet via poortjes, dan is er geen probleem (mits de conducteur van de verstoring op de hoogte is).
Is er een onverwachte verstoring tussen Arnhem en Deventer, dan kan men omreizen via Utrecht en Amersfoort. Deze grote omweg wordt door de NS Reisplanner geadviseerd en geeft geen probleem, want de hele reis is met NS. Men kan echter ook omreizen via Winterswijk en dan betaalt men voor de omweg met Arriva.
Voor gehandicapten zijn er weer andere problemen. Iemand die reist van Deventer naar Borne, kan ervoor kiezen niet in Almelo maar in Hengelo over te stappen van NS naar Keolis. In Hengelo is namelijk betere assistentie om de rolstoel uit de NS-trein te rijden. Er is geen assistentie nodig om verder te reizen met Keolis, want die trein heeft een gelijkvloerse instap. De reiziger moet dan echter in Hengelo uitchecken bij NS en inchecken bij Blauwnet en betaalt een hoger tarief.
Ook gelden er afwijkende tarieven in gebieden waar de OV-chipkaart (nog) niet is ingevoerd, zoals op de stadslijnen van Meppel en bij TwentsFlex in Twente. Ook kunnen de afwijkende tarieven alleen op bepaalde momenten gelden, zoals bij de stadsdienst van Woerden waar alleen 's avonds en op zondag een afwijkend tarief geldt. Ook op sommige buurtbussen kan het tarief afwijken.
In- en uitchecken
In- en uitchecken gebeurt door de OV-chipkaart bij een OV-chipkaartlezer van de vervoersmaatschappij te houden (kortweg ook wel tappen genoemd).
Aan het begin van de reis moet de OV-chipkaart tegen een OV-chipkaartlezer op een chippaal of bij een poortje van de vervoersmaatschappij worden gehouden, het “inchecken”. Aan het einde van de reis doet men weer hetzelfde, het “uitchecken”. Soms is bij een overstap “omchecken” nodig. Deze kaartlezers kunnen zich in de vervoermiddelen bevinden (bij de deuren) of erbuiten, op de stations of haltes. Ze zijn te herkennen aan het pictogram van een hand die een gestileerde roze ov-chipkaart vasthoudt; dit pictogram markeert de plaats waar men de kaart moet presenteren. Ook hebben ze veelal het logo van de betreffende vervoersmaatschappij, wat van belang is op stations die worden bediend door verschillende bedrijven. Iedere vervoerder heeft namelijk eigen kaartlezers (ook nog gesplitst per vervoerwijze, zoals stadstram en sneltram). Op stations en haltes waar verschillende in- en uitchecksystemen naast elkaar worden gebruikt moeten reizigers dus oppassen de benodigde handeling niet bij de verkeerde lezer te verrichten.
Plaatsing van de kaartlezers
Bij de spoorwegen staan de chippalen in de hal van het station of op het perron. Dezelfde palen worden gebruikt voor inchecken en uitchecken.
Grotere stations en sommige metrostations hebben de kaartlezers geïntegreerd in toegangspoortjes die pas opengaan als de reiziger een ov-chipkaart aanbiedt. In dat geval is elk poortje uitsluitend geschikt voor inchecken of uitsluitend voor uitchecken. De poortjes kunnen ook geopend worden met de 2D-streepjescode van een e-ticket.
Wordt een station door meerdere vervoerders bediend, dan heeft elke vervoerder zijn eigen chippalen of poortjes. Zijn er poortjes bij de ingang van het station, dan staan er toch nog palen op het perron, voor het overstappen. Die kan tot verwarring leiden: een reiziger stapt uit, checkt uit op het perron en ontdekt daarna tot zijn schrik dat hij door een poortje moet lopen om het station te verlaten. Het poortje gaat echter probleemloos en kosteloos open voor een reiziger die al uitgecheckt is.
De meeste busbedrijven hebben de kaartlezer in de voertuigen. Soms gaat het om een mobiele kaartlezer bij de chauffeur.
De meeste tram- en metrobedrijven hebben de kaartlezer in de voertuigen of op het perron.
Is de treindienst verstoord, dan worden er bussen ingezet. Bovendien zet men dan mobiele chippalen bij de bushalte.
Overstappen
Een reiziger die in een voertuig heeft ingecheckt, checkt bij het uitstappen in hetzelfde voertuig uit. Dat doet de reiziger ook als hij overstapt op een ander voertuig, zelfs als dat een voertuig van hetzelfde vervoerbedrijf is (“omchecken”).
Een reiziger die op het perron of bij een poortje heeft ingecheckt, kan meestal zonder formaliteiten overstappen op een voertuig van hetzelfde vervoerbedrijf. Op enkele stations moet hij, om over te stappen, via poortjes naar een ander perron lopen, en is “omchecken” onvermijdelijk. Bij Arriva wordt een ander soort systeem getest (zie Touch&Travel).
Een reiziger die overstapt naar een andere vervoerder, moet altijd omchecken. Er staan voor elke vervoerder chippalen op het perron, zelfs als het station toegangspoortjes heeft.
Reis je op saldo en stap je over van Blauwnet op een aansluitende bus van Arriva of Keolis dan betaal je in de bus niet opnieuw het opstaptarief. Dit geldt ook andersom.
De juiste kaartlezer
Wordt een station door meerdere vervoerders bediend, dan heeft elke vervoerder zijn eigen chippalen of toegangspoortjes. De reiziger moet erop letten dat hij bij de juiste vervoerder in- en uitcheckt. Soms rijden meerdere vervoerders op hetzelfde traject en de reiziger die het eerste het beste voertuig neemt, moet dan vooraf weten met welke vervoerder hij gaat reizen.
Bij RandstadRail rijden op hetzelfde traject voertuigen van HTM met kaartlezers en van RET zonder kaartlezers. In het laatste geval moet op het perron worden in- en uitgecheckt. Ook dan geldt dat de reiziger die het eerste het beste voertuig neemt, pas op het laatste moment weet hoe hij moet inchecken.
Gang van zaken
Als er voldoende saldo of een geldig reisproduct (bijvoorbeeld abonnement) op de kaart staat, gaat het poortje open of geeft de kaartlezer een toegangssignaal en brandt er een groen lampje. Aan het eind van de reis dient men de kaart wederom bij een kaartlezer te houden om uit te checken. Het systeem berekent dan wat de reis heeft gekost en welk saldo op de kaart overblijft en toont dit op het beeldscherm.
Door het overstappen op een andere vervoerder wordt de reis soms duurder dan wanneer men het hele traject bij dezelfde vervoerder aflegt en het kan voordeliger zijn een omweg te maken bij dezelfde vervoerder, bijvoorbeeld doordat de regel geldt dat het moment van inchecken het tarief bepaalt voor de hele reis.
Uitzonderingen
In de meeste provincies kan in de bus ook nog een kaartje worden gekocht bij de chauffeur met de pinpas. Dit is met name bedoeld voor incidentele reizigers. In sommige buurtbuslijnen kan niet op saldo worden gereisd.
Bij GVB Amsterdam en RET Rotterdam wordt bij de chauffeur een papieren OV-chipkaart verkocht. In de regiotaxi's die tot het openbaar vervoer worden gerekend, is de OV-chipkaart niet te gebruiken. In bepaalde nachtbussen is de OV-chipkaart geldig, maar geldt een hoger tarief.
Grensoverschrijdend reizen met de OV-chipkaart
De Duitse stations Weener, Leer aan de spoorlijn Groningen-Leer. Op deze stations staan kaartlezers en soms ook een kaartautomaat van Arriva. Zie ook: Arriva-vervoerbewijzen Groningen-Leer.
Op de spoorlijn Enschede - Gronau is de OV-chipkaart geldig. Sinds augustus 2021 is het mogelijk om naar station Gronau op het Nederlandse tarief te reizen door middel van in- en uitcheckpalen van Blauwnet. Wil men verder reizen richting Dortmund of Münster dan dient men gebruik te maken van Duitse vervoerbewijzen.
Op de spoorlijn Zevenaar - Emmerich is het sinds 23 juni 2022 mogelijk met de OV-chipkaart te reizen van en naar Elten, Emmerich en Praest, dit is onder meer gedaan omdat het handig kan zijn om vanuit 's-Heerenberg of Megchelen via een van deze stations naar Arnhem Centraal te reizen. Er staan incheckpalen van Arriva.
Op de spoorlijn Maastricht - Luik-Guillemins is de OV-chipkaart op het binnenlandse deel geldig, voor Maastricht Randwyck en Eijsden worden voor treinreizen met NMBS gezien als Nederlandse tariefpunten. Op deze stations staan kaartlezers en een kaartautomaat van NS.
Op de drielandentrein tussen Maastricht en Aken kan met OV-chipkaart worden gereisd. Er zijn ook chippalen in de Duitse stations Herzogenrath, Aachen West en Aachen Hauptbahnhof waar de trein stopt (check-in Arriva).
De OV-chipkaart is geldig op buslijnen die de Nederlandse grens passeren, mits deze worden gereden door Nederlandse exploitanten. Soms wordt voor het deel buiten Nederland een hoger tarief berekend.
In ASEAG-lijn 44 Heerlen-Kerkrade-Aken kan op vertoon van een OV-chipkaart een papieren kaartje worden gekocht tegen het OV-chipkaarttarief (eventueel met korting).
Op lijn 42 Brugge - Breskens kan tussen Sluis en Breskens ook met de OV-chipkaart worden gereisd in de bussen van De Lijn. Voor en achter in de bus zijn lezers geïnstalleerd. In- en uitchecken op het andere traject kan wel, maar er wordt geen bedrag berekend omdat daar het tariefsysteem van De Lijn van toepassing is.
Op lijn 58 Nijmegen - Emmerik kan op het volledige traject met ov-chipkaart gereisd worden in de bussen van het Duitse NIAG. Hoewel er niet altijd ov-chipkaartlezers aanwezig zijn, is het mogelijk te reizen met de ov-chipkaart. Dit is ook toegestaan voor grensoverschrijdende reizen of zelfs voor reizen die enkel op Duits grondgebied plaatsvinden.
Met andere buitenlandse openbaarvervoerbedrijven is geen regeling getroffen en daar is de OV-chipkaart niet geldig. Bij grensoverschrijdende reizen dient een internationaal vervoerbewijs voor de gehele reis te worden gekocht. Afhankelijk van het abonnement dat op de OV-chipkaart staat kan dit een kaartje met korting of vrij reizen voor het Nederlandse traject zijn. Op het gehele traject (inclusief aansluitende binnenlandse treinen) hoeft niet in- en uitgecheckt te worden. De conducteur kan het abonnement dat op de OV-chipkaart staat op geldigheid controleren.
Omchecken
Omchecken is uitchecken en direct daarna weer inchecken met dezelfde of een andere kaart; dit is soms nodig of voordeliger.
Het is bij NS niet mogelijk binnen 15 seconden twee keer met dezelfde chipkaart bij dezelfde paal te checken. De paal zal de foutmelding "U bent al uit/ingecheckt" geven.
Bezoek aan het station
Zijn er toegangspoortjes op het station, dan is een chipkaart ook nodig voor bezoekers die niet op reis gaan. Wordt er binnen 60 minuten in- en weer uitgecheckt, dan betaalt men niets.
Het is nodig dat er voldoende saldo op de kaart staat. Als men automatisch opwaarderen heeft ingesteld, dan bestaat de kans dat er op dit moment wordt opgewaardeerd.
Een incorrecte incheck in een bus niet gratis: wie in een bus incheckt, ontdekt dat hij in de verkeerde bus zit en weer uitcheckt, betaalt een minimumtarief, al heeft de bus geen meter gereden.
Men kan proberen het bedrag bij de busmaatschappij terug te vragen. Dit is niet nodig als men vervolgens alsnog in een andere bus stapt, omdat daar het basis- of opstaptarief dan niet meer van de kaart wordt afgeschreven.
OV-chipkaarttypes
Er zijn verschillende kaartsoorten. Anders dan elders in Europa (bijvoorbeeld Engeland en Zwitserland) of elders in de wereld (bijvoorbeeld Singapore en Japan) is de elektronische kaart meestal niet kosteloos verkrijgbaar en wordt het aankoopbedrag niet geretourneerd bij inlevering.
Wegwerpkaart
Een wegwerpkaart of eenmalige OV-chipkaart is een OV-chipkaart waarop een niet te veranderen reisrecht staat. Het elektronische hart bevindt zich tussen twee dunne kunststof folies. Hierop zijn aan voor- en achterzijde papieren vellen geplakt. De kaart heeft de prijs van het product dat erop gedrukt staat. Op de kaart kunnen allerlei reisgegevens gedrukt en/of ingevuld worden. Met de kaart kunnen ook de toegangspoortjes van een vervoerder geopend worden. Het reisrecht is alleen geldig wanneer er op de juiste manier in- en uitgecheckt wordt. Het uitchecken na de laatste rit heeft geen gevolgen voor de reiziger, behalve voor schadevergoedingen bij reisklachten.
Het papieren treinkaartje is sinds 9 juli 2014 ook van een chip voorzien (eenmalige chipkaart). Voor dit kaartje geldt 1 euro toeslag, omdat de productiekosten van een chipkaart hoger zouden zijn dan die van een papieren kaartje. Deze worden verkocht via de loketten en de automaten. Dit treinkaartje kan sinds april 2015 bij NS tot 8 dagen vooruit worden aangeschaft. Het is pas geldig als er is ingecheckt.
Voor een hond of fiets kan men ook een wegwerpkaartje kopen. Op deze kaartjes staat dat er in- en uitgecheckt moet worden, maar vaak werkt dat niet.
Verder verkopen de stadsvervoerbedrijven RET, GVB en de HTM wegwerpkaarten. Deze kaarten kunnen soms voor meerdere ritten worden gebruikt (het langste is 7 dagen, bij een GVB weekabonnement). Ook deze kaarten zijn vaak duurder ten opzichte van reizen op saldo.
Anonieme OV-chipkaart
Een anonieme OV-chipkaart staat niet op naam en kan door meerdere personen gebruikt worden, maar niet tegelijk. De kaart is geschikt voor reizen op saldo en een beperkt aantal reisproducten zonder persoonlijke korting.
Persoonlijke OV-chipkaart
De persoonlijke OV-chipkaart staat op naam en is voorzien van een pasfoto van de kaarthouder, die door de producent op de kaart worden afgedrukt. De kaart is behalve voor reizen op saldo ook geschikt voor alle andere reisproducten, zoals abonnementen en kortingsregelingen. In de eerste jaren konden alleen houders van een persoonlijke chipkaart op de OV-chipkaartenwebsite een overzicht van hun reisgegevens opvragen.
De geboortedatum van de kaarthouder staat tegenwoordig niet meer op de kaart, maar wel nog op de chip in de kaart.
Een persoonlijke Ov-chipkaart is te verkrijgen op de website van Ov-chipkaart.
Ondanks de persoonlijke gegevens en pasfoto op de persoonlijke OV-chipkaart, telt deze niet als identiteitsbewijs. Wie is vergeten in te checken zal aan de conducteur die een boete of uitstel van betaling uitschrijft, een apart identiteitsbewijs moeten laten zien, zoals een identiteitskaart. Daartegenover staat dat de persoonlijke OV-chipkaart niet hoeft te worden afgehaald en dat de pasfoto niet hoeft te voldoen aan de strenge eisen voor foto's op identiteitsbewijzen.
Het saldo op de kaart kan worden teruggestort. Daarvoor is het nodig dat automatisch opwaarderen uitgeschakeld is (de reiziger moet dat dus eerst uitzetten) en dat de kaart wordt opgestuurd (zodat er niet gereisd kan worden voordat de reiziger de kaart terug heeft ontvangen). Natuurlijk kan het restsaldo van een verlopen kaart (na vijf jaar) ook worden teruggevraagd; dit gebeurt niet automatisch.
Zakelijk
Hiervan zijn een aantal vormen:
Een werkgever kan aan zijn personeel, onder bepaalde voorwaarden, belastingvrij een persoonlijke OV-chipkaart verstrekken.
Een zakelijke OV-chipkaart, bijvoorbeeld de NS-Business Card en Mobility Card. Met deze kaarten reist men met de postpaid betaalmethode reizen op rekening. Hierbij worden de reiskosten en ketendiensten achteraf door de vervoerder berekend en periodiek in een nota naar het bedrijf gestuurd.
OVpay
Met OVpay is reizen tegen vol tarief (bij de trein alleen in de 2e klas) mogelijk met in- en uitchecken met een betaalpas, of een elektronisch equivalent op de telefoon. OVpay is dus niet bruikbaar voor reizen in de 1e klas en/of met korting, bijvoorbeeld via een reisproduct en/of leeftijdskorting (4 tot en met 11 jaar en 65 jaar of ouder). Degenen voor wie het bruikbaar is kunnen per reis kiezen tussen OVpay en de al langer bestaande mogelijkheden, waaronder de OV-chipkaart. Vanaf januari 2023 werden deze mogelijkheden geïntroduceerd.
Wie niet kan of wil reizen met OVpay moet er wel rekening mee houden dat per ongeluk een betaalpas in de buurt van een paaltje of de scanner van een poortje houden kosten met zich meebrengt (voorheen gaf het alleen een foutmelding). OVpay kan voor de betaalpas niet uitgezet worden, of alleen door contactloos betalen helemaal uit te zetten (voor zover mogelijk).
Reizen op saldo
Een OV-chipkaart kan worden voorzien van maximaal 150 euro saldo om te kunnen reizen.
Instaptarief (borg)
Het instaptarief (door sommige kaartlezers inifee genoemd, afkorting van initial fee; niet te verwarren met opstaptarief, een ander woord voor het verderop besproken basistarief) wordt bij het inchecken als borg van het saldo afgetrokken en afhankelijk van de daadwerkelijke ritprijs wordt het restant bij het uitchecken teruggeboekt of alsnog afgeschreven.
Dit instaptarief (borg) verschilt per vervoerder en loopt bij bus, tram en metro van € 4,–, € 8,- tot € 10,– en bij trein van € 10,– tot € 20,–. Dit is min of meer gebaseerd op de gemiddelde ritprijs. Het minimumbedrag om te kunnen inchecken is vier euro lager. Het instaptarief kan ook afhangen van de kaartsoort (anoniem of persoonlijk) of van de aanwezigheid van een abonnement; de keuze voor 1e of 2e klas in de trein maakt niet uit.
Basis- en kilometertarief
Bij reizen op saldo begint de reissom met een basistarief (ook wel opstaptarief, niet te verwarren met het hierboven besproken instaptarief, de borg).
Het basistarief door de jaren heen:
Bij een overstap binnen 35 minuten na uitchecken binnen het stads- en streekvervoer wordt het basistarief niet opnieuw berekend, mits op beide lijnen op vol tarief wordt gereisd of dezelfde kortingregeling geldt (bij een dalurenproduct: binnen dezelfde tijdcategorie, spits of daluur).
Boven op het basistarief komt een kilometertarief. Bij het uitchecken wordt berekend hoeveel kilometer is afgelegd en zo komt het totaalbedrag voor de reis tot stand. Het kilometertarief verschilt per regio of verbinding en ligt sinds 2006 in de meeste gevallen tussen de €0,15 en €0,25 per kilometer bij berekening in vol tarief. Hierop kunnen nog kortingen gelden, bijvoorbeeld via een reisproduct en/of leeftijdskorting (4 tot en met 11 jaar en 65 jaar of ouder). Op bepaalde verbindingen geldt een maximumtarief (aftoppen), waarbij het reisbedrag nooit hoger wordt dan het bepaalde bedrag. De prijs tussen de heenreis en terugreis over exact hetzelfde traject kan verschillen, omdat de routes apart zijn ingemeten. In bepaalde plaatsen geldt een vast tarief (basistarief plus kilometertarief).
Voor de trein geldt een ander tariefsysteem. Als na een trein-uitcheck binnen 35 minuten weer wordt ingecheckt bij de trein wordt dit beschouwd als een reisonderbreking en wordt de boodschap ‘overstap’ getoond.
Het maken van een omweg met de trein is niet zonder meer toegestaan. Bij controle moet de reiziger op een logische route reizen vanaf het incheckstation. De eindbestemming is voor de controleur immers onbekend. Bij een omweg, rondreis of terugreis moet men uit- en weer inchecken op het moment dat aan de logische route niet meer voldaan wordt. Geschiedt dat binnen 35 minuten, dan geldt dat als een vervolg van de reis.
Het is toegestaan de reis op een tussenstation te onderbreken en later verder te reizen. Dat is probleemloos als er geen poortjes zijn op het station waar men de reis onderbreekt. Zijn er wel poortjes en duurt de onderbreking langer dan 35 minuten, dan geldt het vervolg als een nieuwe reis.
Wordt de reiziger, wegens een verstoring of werkzaamheden, gedwongen een omweg te maken, dan moet hij onderweg niet uit- en inchecken. Soms moet hij op het overstappunt door poortjes lopen. De reis kost dan meer, want de reisroute is langer. Heeft hij een trajectabonnement, dan betaalt hij zelfs voor een reis die niets had mogen kosten. Het te veel betaalde kan bij het spoorbedrijf worden teruggevraagd.
De situatie kan anders zijn als de gedwongen omweg met twee vervoerders is. Bijvoorbeeld van Almelo via Zwolle (met Blauwnet) en verder naar Amersfoort (met NS), wegens een verstoring op het rechtstreekse traject. Volgens de NS-reisplanner betaalt de reiziger in dat geval meer.
Saldo opladen
Saldo opladen kan op de volgende manieren:
Online 10, 20, 30, 40 of 50 euro saldo bestellen en betalen via OV-chipkaart.nl en vervolgens opladen bij een OV-chipkaart-oplaadautomaat of NS-kaartjesautomaat.
Saldo direct betalen en opladen bij een OV-chipkaart-oplaadautomaat of NS-kaartjesautomaat, naar keuze met of tot een rond bedrag van 5 euro tot 50 euro. Betaling kan met een bankpas, muntgeld (alleen bij NS kaartverkoopautomaat) of creditcard (alleen bij NS kaartverkoopautomaat en met toeslag van € 0,50).
Via een automatische incasso kan het saldo met 10, 20 of 50 euro per keer worden opgewaardeerd. Dit gebeurt als bij het in- of uitchecken het saldo negatief dreigt te worden. Dit automatisch opladen dient apart te worden aangevraagd met een speciaal formulier dat verkrijgbaar is op stations of te downloaden is via internet en via een oplaadautomaat te worden geactiveerd
Met contant geld bij een NS-service- en verkooppunt (alleen op de grotere stations aanwezig).
Overzetten van saldo van geldige OV-chipkaart naar een andere geldige OV-chipkaart bij een NS-service- en verkooppunt (alleen op de grotere stations aanwezig).
Reizen op saldo bij de NS
Bij de Nederlandse Spoorwegen kan pas op saldo gereisd worden wanneer de OV-chipkaart ervoor 'geactiveerd' is. Dit is nodig om de klasse in te stellen (eerste of tweede klas). Dit activeren kan op drie manieren, zoals door minimaal één keer bij een NS-kaartautomaat het saldo op te laden. Het activeren van een NS-kortingproduct (zoals voordeelurenkorting) activeert ook automatisch het reizen op saldo. Bij nieuwe persoonlijke kaarten ter vervanging van een vervallen kaart met een dergelijk product is activeren helemaal niet nodig. In andere gevallen kan men via de optie “Laden overige producten” op de kaartjesautomaat de kaart ook geschikt maken voor “Reizen op saldo zonder NS-abonnement”.
Reizen zonder uit te checken
Reizen zonder uit te checken heeft, behalve bij vrij reizen met een abonnement, tot gevolg dat na het betalen van het instaptarief geen verrekening plaatsvindt van het te veel of te weinig betaalde.
Tussen januari en juni en tussen juli en december mag een kaarthouder voor maximaal drie ritten per vervoerder saldo terugvragen. Saldo terugvragen is niet mogelijk als de rit langer dan 180 dagen geleden is; bij Qbuzz niet langer dan 63 dagen geleden. In de meeste gevallen kan saldo na 14 dagen na de reis worden teruggevraagd. Voor NS gelden andere voorwaarden.
Als een reiziger ondanks waarschuwingen vaak niet uitcheckt treedt NS hiertegen op, omdat hij dan mogelijk steeds te weinig betaalt.
Reizen op rekening
Men kan op de kaart instellen dat er op rekening wordt gereisd. Er hoeft dan geen saldo op de kaart te staan. De reiziger ontvangt maandelijks een factuur. De factuur wordt door NS verstuurd en vermeldt ook de reizen die met andere vervoerders zijn gemaakt.
Een bezwaar van Reizen op rekening is dat de ritprijs niet op de chippalen wordt vermeld en evenmin op de website van de chipkaart. De reiziger ziet pas op de factuur wat de reis hem gekost heeft.
NS Flex
NS biedt NS Flex aan, met of zonder abonnement voor korting of vrij reizen. GVB biedt GVB Flex aan, alleen in combinatie met een abonnement (diverse varianten). De abonnementskosten en reiskosten worden maandelijks op een factuur in rekening gebracht en achteraf van de betaalrekening afgeschreven.
Vervoerbewijzen
Een OV-chipkaart kan naast saldo ook één of meerdere abonnementen, kortingsrechten, dagkaarten, toeslagbewijzen (zoals de Toeslag eerste klas of de toeslag voor Intercity Direct) en van tevoren bestelde vervoersbewijzen voor een enkele rit bevatten. Dit wordt door de vervoerders vaak een reisproduct genoemd. Ook de dagkaart voor fiets of hond is een reisproduct, evenals het bovengenoemde “Reizen op saldo zonder NS-abonnement” (dit in tegenstelling tot andere vervoerders, waar men zonder reisproduct zonder korting op saldo kan reizen).
Bij het inchecken gaat het OV-chipkaartsysteem na welke reisproducten op dat moment van toepassing zijn, zodat de juiste tarieven worden toegepast. Sommige abonnementen of reisproducten geven onderling conflicten, bijvoorbeeld dezelfde korting op hetzelfde moment; dan kunnen ze beter niet op één OV-chipkaart staan. Als op een bepaald tijdstip geen kortingsrecht van toepassing is, kan een reisproduct soms toch enig voordeel geven (bij een NS-abonnement is het instaptarief lager voor abonnementhouders, ook in de spits).
Er zijn meer dan 170 abonnementen om goedkoper mee te kunnen reizen.
Naast de abonnementen die recht geven op vrij reizen (100% korting, dergelijke abonnementen hebben vaak het woord 'Vrij' in de naam) wordt het woord ‘abonnement’ soms gebruikt voor reisproducten die recht geven op een korting van bijvoorbeeld 20, 40 of 50% (voorheen kortingskaarten).
Reisproducten zijn verkrijgbaar via de vervoermaatschappijen, via hun website, via een servicebalie of (ook) via een kaartautomaat van de vervoerder (onder meer NS, GVB, RET en HTM hebben eigen kaartautomaten). Wanneer reisproducten worden besteld via internet moeten deze nog op de kaart worden geladen bij een ophaal- of oplaadautomaat. Abonnementen kunnen alleen op een persoonlijke OV-chipkaart worden gezet.
Landelijk, voor al het openbaar vervoer
In februari 2017 lanceerde NS de OV-Dagkaart onder de naam: Holland Travel Ticket voor € 59,00 en de OV-Dagkaart Daluren onder de naam: Holland Travel Ticket Off Peak voor € 39,00. Deze dagkaart is uitsluitend bij een NS-automaat te verkrijgen.
Verder zijn er:
OV Vrij (niet geldig in Waterbus Rotterdam-Drechtsteden)
Studentenreisproduct
Landelijk – trein
Er is een aantal treinabonnementen die bij alle treinvervoerders in Nederland geldig zijn. Ze zijn verkrijgbaar bij de Nederlandse Spoorwegen. Deze treinabonnementen zijn meestal minimaal een jaar geldig. Na dit jaar kan het treinabonnementen elke maand worden opgezegd. Ze kunnen na bestelling op een persoonlijke OV-chipkaart worden gezet via een oplaadautomaat of men krijgt indien gewenst het abonnement op gekochte nieuwe persoonlijke OV-chipkaart thuisgestuurd.
Voordeelurenabonnement: 40% korting na 9.00 uur en in de spitsuren (middag/avond), reizen op saldo, samenreiskorting en dergelijke (sinds 1 augustus 2011 niet meer verkrijgbaar, slechts te verlengen per jaar).
Keuzedag: na 9.00 uur en sinds 1 januari 2021 niet meer geldig tussen 16.00 en 18.30 uur (middagspits).
Dal Voordeel: 40% korting in de daluren en dergelijke (sinds 1 januari 2021 niet meer verkrijgbaar, slechts te verlengen per jaar).
Keuzedag: vóór 6.30 uur de hele dag vrij reizen, na 9.00 uur de hele dag vrij reizen. Sinds 1 januari 2021 niet meer geldig tussen 16.00 en 18.30 uur (middagspits).
Altijd Voordeel: 20% korting in spitsuren; 40% korting in daluren.
Traject Vrij: Vrij reizen op een vast traject. 40% korting in de daluren buiten het traject.
Weekend Vrij: Vrij reizen van vrijdagavond 18.30 uur tot maandagochtend 4.00 uur en sinds 2016 alle algemeen erkende feestdagen. 40% korting in de overige daluren.
Dal Vrij: 40% korting vóór 6.30 uur, tussen 9.00 en 16.00 uur en na 18.30 uur.
Altijd Vrij: Vrij reizen in spits- en daluren.
Kinderen
Kinderen van 4 t/m 11 jaar kunnen voordelig met de trein reizen. Een Railrunner voor een alleenreizend kind is verkrijgbaar in de automaat als eenmalige chipkaart van € 2,50 of te laden op de OV-chipkaart van het kind. Nog voordeliger is het abonnement Kids Vrij, men betaalt alleen voor de OV-chipkaart (op naam van het kind) en er moet een volwassene meereizen.
Voor het stads- en streekvervoer was er voorheen een roze strippenkaart waarmee alle kinderen onder de twaalf met korting konden reizen. Kinderen moeten een persoonlijke OV-chipkaart hebben om korting te krijgen, op basis van de geboortedatum die in de kaart is vastgelegd krijgen ze 34% korting op alle reizen met andere vervoerders dan NS.
Landelijk – bus, tram en metro
Bij de landelijke abonnementen voor bus, tram en metro valt op dat een landelijk Dal Vrij-product ontbreekt. Voor vrij reizen is men aangewezen op het Netabonnement dat zelfs nog flink duurder is dan de eersteklasversie van Dal Vrij voor de trein.
Onderstaande abonnementen kunnen alleen op een persoonlijke OV-chipkaart worden geladen. Ze zijn te bestellen via een regionale vervoersmaatschappij.
Regionaal
Het aanbod verschilt per regio en/of vervoerder. In veel regio's zijn abonnementen verkrijgbaar op basis van zones als vervanger van het per 1 januari 2013 afgeschafte VBN-sterabonnement. Daarnaast worden er vaak abonnementen aangeboden die korting geven (bijvoorbeeld 20%, 50% of 100%) op het basis- en kilometertarief bij reizen op saldo met de OV-chipkaart in een bepaalde periode (bijvoorbeeld de daluren, de avond of in het weekend) in een bepaalde regio of op bepaalde lijnen. Sommige abonnementen zijn bedoeld voor een specifieke leeftijdscategorie, bijvoorbeeld scholieren van 12 t/m 18 jaar of senioren.
Er zijn enkele initiatieven waarbij senioren (met een laag inkomen) of iedereen met een laag inkomen in aanmerking komen voor een abonnement waarmee gratis met het openbaar vervoer in de regio mag worden gereisd.
Parkeren
Op het parkeerterrein P+R Euroborg/P3 in Groningen is op 22 april 2013 betaald parkeren ingevoerd. In de betaalautomaat kan de parkeerkaart met een gebruikte OV-chipkaart (minimaal 1 kilometer) gebruikt worden om gratis uit te rijden (bij meer dan 24 uur parkeren geldt het normale parkeertarief). Dit kan ook met het P+R buskaartje met barcode.
Op sommige parkeerterreinen krijgt men korting op parkeren als men de OV-chipkaart heeft gebruikt. Het betalen voor parkeren is (nog) niet mogelijk met de OV-chipkaart, maar dient apart afgerekend te worden met contant geld of een betaalkaart.
Fietsenstalling
In een deel van de bewaakte fietsenstallingen is de OV-chipkaart ingevoerd voor betaling en controle op de stallingsduur. Fietsers checken hun fiets in met de OV-chipkaart in bij het incheckpunt aan de ingang. Men checkt later uit bij de beheerder, die de stallingsduur controleert en het geld int. De gebruiker van een OV-chipkaart kan zich ook laten registreren op internet, kaartgegevens koppelen aan een bankrekening en achteraf betalen. Er zijn stallingen waar (op basis van afspraken met de gemeente) de eerste dag gratis is.
Wachttijd bij kaartlezers
De wachttijd van kaartlezers (ook wel anti-passback-tijd genoemd) bij bussen, trams en poortjes, paaltjes bij stations en perrons voorkomt dat een reiziger die heeft ingecheckt, onbedoeld direct weer uit kan checken als de kaart per ongeluk tweemaal achter elkaar voor de lezer wordt gehouden (of na uitchecken onbedoeld direct weer inchecken). Er zijn ook reizigers die twijfelen of ze wel juist zijn in- of uitgecheckt en het voor de zekerheid nog eens doen. De wachttijd van kaartlezers (paaltjes) verschilt per vervoerder en varieert van 100 seconden bij NS tot 3 minuten bij andere spoorvervoerders en bij bus-, tram- en metrovervoerders van 0 seconden tot 1 minuut. Bij toegangspoortjes is er alleen een wachttijd indien men na in- of uitchecken niet door het toegangspoortje gaat lopen en de wachttijd opnieuw gaat in- of uitchecken.
Heeft men per ongeluk ingecheckt, dan kan men niet direct bij dezelfde paal uitchecken. Bij NS kan men bij een andere paal direct uitchecken. Bij andere vervoerder lukt dit soms. Wat soms ook werkt: eerst een andere chipkaart tegen de paal houden, en dat hoeft geen OV-chipkaart te zijn.
Restitutie bij fouten
Doordat het OV-chipkaartsysteem complex is, neemt de kans op fouten toe. Sommige fouten zijn te wijten aan de reiziger, andere niet. Te veel afgeschreven reissaldo wordt gerestitueerd in de volgende situaties:
Vergeten uit te checken bij een kaartlezer. Dit kwam vooral in de begintijd van de OV-chipkaart veel voor doordat de reizigers niet gewend waren aan formaliteiten bij het einde van de reis. Soms "vergeten" sommige reizigers na een lange reis uit te checken, omdat dit voordeliger is. Het hogere bedrag wordt dan kwijtgescholden, maar als het vaker gebeurt kan de chipkaart ongeldig worden verklaard.
Een andere reisroute wegens een verstoring, waarbij onderweg door poortjes moet worden gelopen of met een andere vervoerder moet worden gereisd.
Meestal wordt het instaptarief minus de minimale ritprijs uitgekeerd. Er is geen restitutieregeling voor anonieme OV-chipkaarten. NS betaalt de volledige ritprijs terug als er een uur of meer vertraging is.
Per jaar verliezen reizigers in totaal miljoenen euro's door mislukte/foutieve transacties. Niet alle reizigers vragen hun geld terug. Op 19 april 2011 is een motie van de SP in de Tweede Kamer aangenomen, die stelt dat te veel betaald saldo door reizigers die zijn vergeten uit te checken, ten goede moet komen aan investeringen in beter openbaar vervoer. In september 2014 werd bekend dat de vervoerders nog 16 miljoen euro per jaar incasseren doordat reizigers vergeten uit te checken. Dit geld wordt vanaf 2015 gebruikt om kinderen tot 12 jaar gratis te laten meereizen in de trein (met de Railrunner of Kids Vrij abonnement).
Transactieoverzicht
Het transactieoverzicht van een OV-chipkaart bestaat uit een logboek van gemaakte reizen en de eventueel daaraan verbonden kosten. De laatste transacties zijn opgeslagen op de OV-chipkaart zelf en kunnen bij de meeste ophaalpunten worden uitgelezen en soms worden uitgeprint. Een uitgebreid transactieoverzicht is te bekijken via internet. In verband met de privacywetgeving moet expliciet op de website worden aangegeven dat de reiziger de transacties online wil kunnen inzien.
Bij controle van de OV-chipkaart door de vervoerder wordt een kenmerk op de ov-chipkaart achtergelaten. Bij de kaartautomaat kan de reiziger dit zien. Het kenmerk bestaat uit de datum en tijd en de gegevens van de controleur. Dit is vergelijkbaar met het stempel dat op een papieren vervoerbewijs wordt gezet.
Wettelijke bepalingen
De Wet personenvervoer 2000 regelt onder meer de regionale tariefvrijheid. Het op die wet gebaseerde Besluit personenvervoer 2000 spreekt van een elektronisch vervoerbewijs, in artikel 1 gedefinieerd als een vervoerbewijs waarmee de reiziger zich na elektronische registratie toegang kan verschaffen tot het openbaar vervoer. Artikel 47 lid 2b van diezelfde wet zegt dat een voorwaarde voor geldigheid is dat het vertrekpunt elektronisch is geregistreerd. Zelfs een houder van een vrij-reizenabonnement kan dus wettelijk gezien beboet worden als de kaart niet is ingecheckt.
Zie ook
OV-chipkaartsysteem
Vervoerbewijs op elektronische betaalkaarten
Externe links
Officiële website OV-chipkaart
|
Om voor het daltarief te reizen, moet men tijdens de daluren inchecken. Het kan ook vijf minuten eerder, dus wie na 8.55 incheckt, reist voor het daltarief. De bedoeling daarvan is dat de reiziger dan nog tijd heeft om een trein te halen die kort na 9.00 vertrekt. Wie per ongeluk iets eerder incheckt, bijvoorbeeld om 8.54, kan uitchecken en na 8.55 inchecken, want wie uitcheckt zonder gereisd te hebben annuleert zijn check-in. Bij opnieuw inchecken begint de reis dus pas. De keerzijde is dat als men vóór de spits incheckt, maar weer uitcheckt op hetzelfde station en dan in de spits weer incheckt, men tegen spitstarief gaat reizen.
| 3 |
gebruikersinteracties, inchecken, gebruikersactiviteit
|
4,707 |
DriveWheelConfigurationValue
|
812413
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Asindeling
|
Asindeling
|
Asindeling is de verdeling van aangedreven en niet-aangedreven assen van een railvoertuig zoals een locomotief of treinstel. Voor deze verdeling bestaan verschillende notaties.
UIC-notatie
De UIC-notatie geeft de verdeling van de aandrijving van een krachtvoertuig over de wielassen aan. Een combinatie van in een (draaistel)frame ondergebrachte aangedreven wielassen wordt aangegeven met een hoofdletter (A voor 1 aangedreven as, B voor 2 aangedreven assen etc.). Zijn deze assen afzonderlijk aangedreven, dan wordt de hoofdletter met een 'o' aangevuld. Niet-aangedreven wielassen (loopassen) worden aangegeven met een cijfer. Zijn de wielassen in een draaistel ondergebracht, dan wordt een apostrof toegevoegd. Met een + wordt aangeduid dat het krachtvoertuig uit meer dan 1 deel bestaat.
Voorbeelden
De stoomlocomotief van de serie NS 3700 had asindeling 2'C: twee loopassen in een draaistel en drie aangedreven assen.
De tenderlocomotief-serie NS 6300 had asindeling 2'D2': aan beide uiteinden twee loopassen in een draaistel en daartussenin vier aangedreven assen.
De gelede Garratt-stoomlocomotief 51 van de Limburgsche Tramweg-Maatschappij had asindeling C+C: twee onderling verbonden eenheden met elk drie aangedreven assen.
Een NS 1800 heeft asindeling B'B'. De loc heeft twee tweeassige draaistellen, elk met 1 tractiemotor die beide wielassen aandrijft.
Een NS 1000 had asindeling (1A)'Bo(A1)'. De loc had aan de koppen draaistellen met elk een loopas en een aangedreven as en twee in het locframe gelagerde aangedreven assen met onafhankelijke aandrijving.
Een NS Plan V heeft asindeling 2'Bo' + Bo'2'. Het treinstel heeft dus vier tweeassige draaistellen. De buitenste twee zijn loopdraaistellen (dat wil zeggen niet aangedreven), de binnenste twee motordraaistellen met afzonderlijk aangedreven assen.
Een NMBS klassiek motorstel heeft asindeling (A1)'(1A)' + (A1)'(1A)'. Het treinstel is samengesteld uit 2 rijtuigen, met elk 2 draaistellen. Elk draaistel is voorzien van een motor die telkens de buitenste as aandrijft.
De NMBS MS08 Desiro heeft een asindeling Bo'Bo' + 2'2' + Bo'Bo'. Het treinstel is samengesteld uit 3 rijtuigen, met elk 2 draaistellen met elk 2 assen. De rijtuigen waarin zich de stuurstand bevindt, zijn voorzien met twee motordraaistellen waar de motor beide assen aandrijft met onafhankelijke aandrijving. Het tussenrijtuig is voorzien van twee loopdraaistellen waar beide assen niet aangedreven zijn.
De NMBS HLD 52, HLD 53 en HLD 54 heeft een asindeling Co'Co'. Het krachtvoertuig heeft twee draaistellen met elk drie assen. Alle assen zijn aangedreven assen met onafhankelijke aandrijving.
Whyte-notatie
De Whyte-notatie voor stoomlocomotieven wordt voornamelijk in Angelsaksische landen gebruikt. Hierbij wordt in minimaal drie groepen het aantal aangedreven wielen en niet-aangedreven wielen vermeld, waarbij de middelste groep de aangedreven wielen bevat. Een NS 3700 (volgens UIC-notatie 2'C) wordt hierbij aangegeven als 4-6-0.
Zwitserse notatie
Bij de Zwitserse notatie wordt het aantal aangedreven assen en het totale aantal assen aangegeven. Zo is bijvoorbeeld de GTW 2/6 een treinstel met zes assen, waarvan er twee aangedreven worden; welke dat zijn kan uit de notatie niet afgeleid worden.
Treintechniek
|
Voorbeelden
De stoomlocomotief van de serie NS 3700 had asindeling 2'C: twee loopassen in een draaistel en drie aangedreven assen.
De tenderlocomotief-serie NS 6300 had asindeling 2'D2': aan beide uiteinden twee loopassen in een draaistel en daartussenin vier aangedreven assen.
De gelede Garratt-stoomlocomotief 51 van de Limburgsche Tramweg-Maatschappij had asindeling C+C: twee onderling verbonden eenheden met elk drie aangedreven assen.
Een NS 1800 heeft asindeling B'B'. De loc heeft twee tweeassige draaistellen, elk met 1 tractiemotor die beide wielassen aandrijft.
Een NS 1000 had asindeling (1A)'Bo(A1)'. De loc had aan de koppen draaistellen met elk een loopas en een aangedreven as en twee in het locframe gelagerde aangedreven assen met onafhankelijke aandrijving.
Een NS Plan V heeft asindeling 2'Bo' + Bo'2'. Het treinstel heeft dus vier tweeassige draaistellen. De buitenste twee zijn loopdraaistellen (dat wil zeggen niet aangedreven), de binnenste twee motordraaistellen met afzonderlijk aangedreven assen.
Een NMBS klassiek motorstel heeft asindeling (A1)'(1A)' + (A1)'(1A)'. Het treinstel is samengesteld uit 2 rijtuigen, met elk 2 draaistellen. Elk draaistel is voorzien van een motor die telkens de buitenste as aandrijft.
De NMBS MS08 Desiro heeft een asindeling Bo'Bo' + 2'2' + Bo'Bo'. Het treinstel is samengesteld uit 3 rijtuigen, met elk 2 draaistellen met elk 2 assen. De rijtuigen waarin zich de stuurstand bevindt, zijn voorzien met twee motordraaistellen waar de motor beide assen aandrijft met onafhankelijke aandrijving. Het tussenrijtuig is voorzien van twee loopdraaistellen waar beide assen niet aangedreven zijn.
De NMBS HLD 52, HLD 53 en HLD 54 heeft een asindeling Co'Co'. Het krachtvoertuig heeft twee draaistellen met elk drie assen. Alle assen zijn aangedreven assen met onafhankelijke aandrijving.
| 3 |
aandrijving, wielconfiguratie, koppelverdeling
|
2,058 |
MovieSeries
|
111736
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/The%20Pink%20Panther
|
The Pink Panther
|
The Pink Panther (De roze panter) is een filmserie van de Amerikaanse filmregisseur en scenarist Blake Edwards, waarin onder anderen Peter Sellers de rol van de Franse detective inspecteur Jacques Clouseau speelde. In totaal zijn er elf films gemaakt, met vier verschillende acteurs in de rol van Clouseau. De serie liep van 1963 tot en met 2009. Heel bekend is ook de soundtrack, gecomponeerd door Henry Mancini.
Ondanks het gebruik ervan in de titels van de meeste films, verwijst The Pink Panther niet naar het hoofdpersonage Clouseau, maar naar een grote waardevolle (fictieve) diamant, die in de eerste film wordt gestolen en daarna regelmatig als thema terugkeert. Wie deze diamant van dichtbij bekijkt, ziet iets dat lijkt op een springende roze panter. Dit wordt uitgelegd aan het begin van de eerste film.
Alle films hebben een geanimeerde openingsscène gemaakt door DePatie-Freleng op de muziek van Henry Mancini, waarin steeds een roze panter te zien is. Deze panter kreeg later zijn eigen serie animatiefilms en werd ook enigszins bekend als stripfiguur. De enige films waar het openingsfilmpje ontbreekt zijn A Shot in the Dark en Inspector Clouseau.
Films
De bekendste Pink Panther-films zijn die waarin Peter Sellers de rol van Jacques Clouseau op zich neemt, geregisseerd door Blake Edwards met het thema van Henry Mancini. In de geanimeerde openingsclipjes van deze films is naast de panter ook "the Phantom" te zien tijdens de diefstal waar de plot van de eerste film om draait.
De diamant komt slechts voor in zes van de elf films in de serie: The Pink Panther, The Return of the Pink Panther, Trail of the Pink Panther, Curse of the Pink Panther, The Pink Panther (2006) en The Pink Panther 2. Toch werd de titel in de (meeste) andere films ook gebruikt, dit omdat het begrip Pink Panther geheel versmolten was geraakt met het personage van Inspector Clouseau.
In de tweede film, A Shot in the Dark, zou Inspector Clouseau oorspronkelijk helemaal niet voorkomen. Het is ook de enige film in de serie waarin zowel de diamant als het geanimeerde clipje niet voorkomen. Toch noemen vele critici juist dit deel als het beste van de hele serie.
In de eerste Pink Panther-film lag het accent op de rol van David Niven, Sir Charles Lytton, de juwelendief "the Phantom" en zijn plan om de Pink Panther-diamant te stelen. Inspector Clouseau speelde slechts een bijrol als Lyttons incompetente tegenstander die alleen zorgde voor comic relief. Door de populariteit van Clouseau werd deze echter hoofdrolspeler in de volgende films, waarin de nadruk ook wat meer naar het komische gedeelte verschoof.
In 2009 zijn er elf Pink Pantherfilms gemaakt. Allemaal, op twee na, hebben ze "Pink Panther" in de titel:
Er waren plannen een televisieserie te maken over Inspector Clouseau, maar Blake Edwards overtuigde de productiemaatschappij eerst een film uit te brengen om te kijken of het wel succesvol zou zijn. Dat bleek het geval, The Return of the Pink Panther was de meest succesvolle van alle in 1975 uitgebrachte films.
Ook al is hij officieel, de film Inspector Clouseau wordt niet beschouwd als deel van de serie, vanwege het ontbreken van Sellers en Edwards.
Personages
Inspecteur Clouseau
Jacques Clouseau is een simpele politieagent die zichzelf ziet als een briljant detective, een genie. Hij spreekt Engels met een belachelijk Frans accent, een onderdeel van vele grappen. Er wordt gezegd dat het beeld van de incompetente Clouseau het algemene beeld is dat Engelsen van Fransen hebben.
Peter Sellers, de acteur die de rol van Clouseau speelde, dacht dat Clouseau diep van binnen wel wist wat voor clown hij was, maar dat hij gewoon een enorme overlevingsdrang had. Zijn domme geluk redde hem meestal uit lastige situaties. In The Pink Panther Strikes Again worden huurmoordenaars uit de hele wereld ingehuurd om Clouseau te vermoorden. Dat mislukt steeds doordat die bijvoorbeeld bukt om zijn schoenveters te strikken, precies op het goede moment zodat de moordenaars elkaar uitschakelen. In Trail of the Pink Panther zien we in een flashback dat Clouseau in het Franse verzet zat tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarmee maar weer duidelijk wordt dat Clouseau alles overleeft, ondanks zijn onhandigheid.
De rol was oorspronkelijk bedoeld voor Sellers, maar is ook gespeeld door Alan Arkin (Inspector Clouseau), Roger Moore (Curse of the Pink Panther) en Steve Martin (Pink Panther 2006). In Trail of the Pink Panther sprak Rich Little de stem in van Clouseau, als imitatie van Sellers.
Charles Dreyfus
Clouseau's chef, Charles Dreyfus werd geïntroduceerd in A Shot in the Dark, in de rang van commissaris. In de verdere films wordt hij steeds moorddadiger ten opzichte van Clouseau om diens domheid. In The Return of the Pink Panther is Dreyfus gepromoveerd naar Hoofdinspecteur (Chief Inspector), voordat hij gek wordt aan het eind van de film, die eindigt met Dreyfus in een dwangbuis die op de muur van zijn cel "Kill Clouseau" schrijft met zijn tenen. In The Pink Panther Strikes Again breekt Dreyfus weer uit het gekkenhuis, waarna hij een wetenschapper ontvoert, die hij dwingt een desintegrator te maken. Dit apparaat wordt gebruikt om de rest van de wereld te chanteren, die hun huurmoordenaars in moeten zetten om Clouseau te vermoorden. Aan het einde van die film lijkt Dreyfus opnieuw in te storten (en te verdwijnen door zijn eigen verdwijningswapen), maar in Revenge of the Pink Panther en Trail of the Pink Panther is hij, zonder reden, weer terug in zijn rang van Hoofdinspecteur.
In Curse of the Pink Panther probeert hij ondanks mislukking toch de opvolger van Clouseau, inspecteur Clifton Sleigh te vermoorden.
In Son of the Pink Panther heeft Dreyfus te maken met Clouseau's even domme zoon Jacques Gambrelli. Vergeleken met zijn behandeling van Clouseau, accepteert Dreyfus Gambrelli wat meer. Aan het eind van die film wordt hij zelfs ter huwelijk gevraagd door de moeder van Jacques.
In de herstart van de serie in 2006 gebruikt Dreyfus Clouseau als dekmantel, terwijl hij zelf probeert de misdaad op te lossen. Dreyfus ziet Clouseau als een grote idioot en probeert hem niet (zoals in het verleden) te vermoorden. Clouseau valt Dreyfus slechts een keer aan, als hij hem aanziet voor een inbreker. Aan het einde van de film wordt Dreyfus per ongeluk achter Clouseau's auto aangesleept, waardoor hij in het ziekenhuis belandt. In De The Pink Panther Deux eindigt het dat Clouseau gaat trouwen met Nicole. Maar de ceremonie eindigt in een complete chaos, wanneer de bewakingscamera wordt vernietigd door de fles champagne die Dreyfus opent en het Militaire Team binnenvalt.
Dreyfus werd in Blake Edwards' films gespeeld door Herbert Lom. In 2006 was het Kevin Kline die de rol speelde. In het vervolg hierop uit 2009 speelt John Cleese de rol van Hoofdinspecteur.
Cato Fong
Cato is Clouseaus butler, en een expert in oorlogstuigen. Het is onduidelijk of hij Clouseau beschouwt als een groots detective, of dat hij eigenlijk de draak met hem steekt. Het is een running gag dat hij door Clouseau is geïnstrueerd steeds onverwachts aan te vallen, om Clouseau scherp en alert te houden. Als ze tijdens zo'n aanval gestoord worden, bijvoorbeeld door de telefoon, stopt Cato met zijn rol als aanvaller, en valt hij weer terug in de rol van butler. In latere films helpt Cato Clouseau in sommige zaken, zoals in Hongkong. Om niet op te vallen draagt hij hier een bril. Hierdoor loopt hij echter vaak tegen dingen aan, vanwege zijn verminderd zicht.
Eerst lijkt Cato precies te passen in het Chinese stereotype, omdat hij spreekt in gebroken Engels. In Revenge of the Pink Panther blijkt hij echter ineens zeer goed Engels te spreken. Tussen hem en Clouseau bestaat een haat-liefdeverhouding, voor Cato wat meer neigend naar de haat-kant.
In Revenge, wanneer Cato gelooft dat zijn meester dood is, heeft hij een bordeel in Clouseaus appartement. Het wachtwoord om daar binnen te komen, is claimen Inspector Clouseau te zijn. Dit leidde tot een humoristische scène, waarin de echte Clouseau ineens aankomt. Cato opende een museum in Curse of the Pink Panther. Dit museum bevat alle vermommingen die de inspecteur al die jaren heeft gedragen. De keuze van een bordeel kan suggereren dat Cato niet helemaal eerlijk is, en uit is op geld. Toch is hij erg loyaal aan Clouseau.
Cato werd gespeeld door Burt Kwouk. Er werd ook aangenomen dat hij een rol zou spelen in 2006, maar hij werd gepasseerd, de rol werd aangeboden aan Jackie Chan. Uiteindelijk werd het personage helemaal geschrapt, omdat gevreesd werd dat het stereotype Cato als beledigend zou worden opgevat. Cato werd vervangen door gendarme Gilbert Ponton, aangenomen door Dreyfus om Clouseau in de gaten te houden. In dit geval valt Clouseau Ponton soms onverwacht aan, net als Cato en Clouseau eerder. In de nieuwe film wint Ponton echter altijd, terwijl in de gevechten met Cato deze vaak verloor. Ook waren de gevechten langer en werd er meer vernield.
Sergeant François Chevalier
François is de assistent van Dreyfus. Hij observeert zijn baas en diens gesprekken met Clouseau, maar lijkt zich niet te storen aan de emoties die daarbij los komen. André Maranne, een Franse acteur speelde François in zes Pantherfilms. Later wordt hij de assistent van Clouseau.
The Phantom
"The Phantom" (het spook) is een juwelendief en de tegenstander van Clouseau in verschillende films. In het gewone leven staat hij bekend als Sir Charles Lytton. In de eerste film werd hij gespeeld door David Niven. In The Return of the Pink Panther speelde Christopher Plummer de rol. In latere films had hij cameo's, opnieuw gespeeld door een, inmiddels verouderde, Niven. Zijn stem in die films is echter die van Rich Little.
Opbrengsten
Enkel de opbrengsten binnen de Verenigde Staten zijn meegerekend.
Tekenfilm
De openingsscène van de eerste film uit 1963 was zo'n succes bij United Artists, dat die besloten er een geheel aparte serie over te maken. De eerste korte animatiefilm uit 1964, Pink Phink won de Academy Award voor beste korte animatiefilm. Eind jaren 60 werden de cartoons uitgezonden op zaterdagmorgen. De nieuwe filmpjes werden gemaakt voor zowel televisie en bioscoop. De geanimeerde Pink Panther verschijnt ook in computerspellen en advertenties van verschillende bedrijven.
Externe links
De Pink Panther Pagina
Inspector Clouseau-site
Officiële site van Peter Sellers
The Pink Panther op IMDb
Pink Panther
Pink Panther
Pink Panther
Pink Panther
Pink Panther
|
The Pink Panther (De roze panter) is een filmserie van de Amerikaanse filmregisseur en scenarist Blake Edwards, waarin onder anderen Peter Sellers de rol van de Franse detective inspecteur Jacques Clouseau speelde. In totaal zijn er elf films gemaakt, met vier verschillende acteurs in de rol van Clouseau. De serie liep van 1963 tot en met 2009. Heel bekend is ook de soundtrack, gecomponeerd door Henry Mancini.
| 1 |
filmreeks, filmserie, bioscoopserie
|
10,577 |
WPFooter
|
817337
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Statusbalk
|
Statusbalk
|
De statusbalk is een onderdeel (een widget) van een grafische gebruikersomgeving waarin de status van het computerprogramma wordt weergegeven. De statusbalk bevindt zich doorgaans onderaan een venster. Een statusbalk is vaak onderverdeeld en elk deel bevat bepaalde informatie over het programma.
Naast het weergeven van de status wordt de statusbalk ook wel gebruikt om andere informatie weer te geven, zoals de beveiligingsstatus en eventuele geblokkeerde cookies in webbrowsers. In webbrowsers toont de statusbalk ook vaak de volledige URL wanneer de gebruiker de muis boven een bepaalde link houdt.
Een statusbalk kan ook alleen uit tekst bestaan; deze komen voornamelijk voor in niet-grafische applicaties. In zulke programma's is de statusbalk eigenlijk een regel tekst die informatie weergeeft over de status en bijvoorbeeld beschikbare toetscombinaties. Deze regel tekst is vaak de onderste regel - de overige regels worden gebruikt voor het tonen van de gegevens van het programma (bijvoorbeeld de tekst in een teksteditor, zoals Emacs).
Een applicatie kan ook tooltips gebruiken om extra informatie te tonen; dit zijn korte informatieve teksten die verschijnen wanneer de gebruiker de cursor stilhoudt boven een item van de grafische gebruikersomgeving.
Zie ook
Informatiebalk
Grafische gebruikersomgeving
|
Een statusbalk kan ook alleen uit tekst bestaan; deze komen voornamelijk voor in niet-grafische applicaties. In zulke programma's is de statusbalk eigenlijk een regel tekst die informatie weergeeft over de status en bijvoorbeeld beschikbare toetscombinaties. Deze regel tekst is vaak de onderste regel - de overige regels worden gebruikt voor het tonen van de gegevens van het programma (bijvoorbeeld de tekst in een teksteditor, zoals Emacs).
| 1 |
onderste regel, paginafooter, afsluitingssectie
|
3,298 |
ReturnAction
|
252217
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Plan-Frederiks
|
Plan-Frederiks
|
Plan-Frederiks was een plan uit de Tweede Wereldoorlog van leidinggevenden van het Nederlandse onder de Duitse bezetter werkende bestuur om een groep in Nederland verblijvende Joden met medewerking van de Duitse bezetter te beschermen in verband met de maatschappelijke betekenis die zij voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog voor Nederland of Duitsland hadden. Het plan was bedacht en opgesteld door de Nederlandse secretaris-generaal K.J. Frederiks van het ministerie van Binnenlandse zaken.
Frederiks en secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming Jan van Dam stelden een lijst op van Joden die beschermd dienden te worden tegen transport naar de concentratiekampen. Deze lijst werd in de volksmond bekend als de "Barneveldlijst" of "Barneveldgroep."
De mensen op de lijst werden geplaatst in een van de drie reserveringskampen Villa Bouchina, Huize De Biezen of Huize De Schaffelaar. Op deze manier zouden zij veilig zijn voor transport naar vernietigings- of werkkampen. Vanuit deze drie reserveringskampen werden ze via doorgangskamp Westerbork alsnog getransporteerd naar Theresienstadt. Niettemin hebben de meesten de oorlog overleefd.
Beschrijving
In de loop van 1941 werd duidelijk dat men alle Joden uit Nederland wilde deporteren naar concentratiekampen. In 1942 begonnen deze deportaties daadwerkelijk onder het mom van Arbeitseinsatz.
Secretaris-generaal van het departement van Binnenlandse Zaken Karel Johannes Frederiks protesteerde plichtmatig bij Generalkommissar für das Sicherheitswesen en Höherer SS-und Polizeiführer Hanns Albin Rauter tegen anti-joodse acties. Volgens Frederiks was Rauter dat uiteindelijk zo zat dat hij te kennen gaf voortaan niet meer met hem over dit onderwerp te willen communiceren. Frederiks verhaalt dat hij toch iets voor de Joden wilde doen. Vijf van zijn Joodse vrienden hadden hem gevraagd een oplossing voor ze te zoeken. De ambtenaar begon hierop een lijst aan te leggen met Joden die beschermd dienden te worden tegen transport naar de concentratiekampen wegens allerlei verdiensten.
Met deze lijst wendde Frederiks zich in de zomer van 1942 tot Generalkommissar zur besonderen Verwendung Fritz Schmidt, de rivaal van Rauter, die om politieke redenen met het plan instemde. Volgens Frederiks kon hij Schmidt, een man - in Frederiks' woorden - met een "helder verstand", die, geboren in Westfalen, de "psyche van het Nederlandsche volk beter verstond", vaak uitspelen tegen de Oostenrijker Rauter die volgens hem "ruw en onbekwaam" was. De historicus Jacques Presser uit in zijn werk De Ondergang twijfel hierover. Hij vraagt zich af hoe Frederiks zo'n goed beeld zou hebben kunnen krijgen van de verhouding tussen Rauter en Schmidt. Schmidt zou volgens Presser zeker al in eerste instantie toestemming hebben gevraagd aan Arthur Seyss-Inquart, de Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete, maar daarover kon Presser geen documenten vinden. Verder achtte Presser het ondenkbaar dat Rauter het zou hebben gewaagd Heinrich Himmler over deze zaak niet in te lichten. Presser oppert dat de Duitsers in feite samenspanden om Frederiks "verzet te kanaliseren" door het tijdelijk sparen van een aantal Joden teneinde zich van zijn blijvende medewerking te verzekeren.
Volgens historicus De Munnick zou Frederiks in de herfst van 1941 gedreigd hebben af te treden als de deportaties doorgingen. Hoewel hij dit dreigement al na enige maanden introk, zouden de Duitsers bang zijn geweest dat Frederiks alsnog zijn ambt zou neerleggen. Andere secretarissen-generaal zouden zijn voorbeeld kunnen volgen. Omdat de gemeentepolitie en de gemeentelijke vervoersbedrijven onder Binnenlandse Zaken vielen zou onrust in het Nederlandse bestuursapparaat het verloop van de deportaties kunnen schaden. Dit zou het motief geweest zijn om met het Plan-Frederiks in te stemmen. De Munnick bevestigt dat Rauter fel tegen enige coulance was terwijl de ambitieuze Schmidt, die hoopte Reichskommissar van het toen nog militair bestuurde België te worden, ter bevordering van zijn carrière op de een of andere manier bij de Jodenvervolgingen betrokken wilde raken, wat hem gevoelig maakte voor Frederiks argumenten.
Historicus Loe de Jong stelde dat de Duitsers hadden ingestemd met het plan van Frederiks omdat zij meenden hiermee te voorkomen dat duizenden Joden zouden onderduiken. Veel Joden die immers volgens eigen redenering kans zouden maken op een plek in een van de Nederlandse reserveringskampen, zouden hun plek daar opeisen en in hun eigen huis wachten op resultaat, in plaats van dat zij zich zouden verbergen.
Het was slechts een klein percentage van het aantal personen dat volgens het bestek van Frederiks kans zou maken in zijn lijst te worden opgenomen, dat ook daadwerkelijk in een reserveringskamp belandde. Onder anderen de familie van Anne Frank zou een plek hebben kunnen opeisen, omdat Otto Frank in de Eerste Wereldoorlog voor Duitsland had gevochten.
Lijst van Frederiks en Van Dam
De lijst van Frederiks bevatte op het moment dat hij toestemming vroeg vijf namen. Frederiks verzocht ook de secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming Jan van Dam om een lijst op te stellen. Van Dam, een bekend germanist, was Deutschfreundlich, en wilde de "joodse" invloed in het Nederlandse onderwijs, dat hem te intellectualistisch was, terugbrengen. Pas hierna verkregen Frederiks en Van Dam officieel toestemming van Seyss-Inquart.
De lijst van Van Dam werd steeds uitgebreider. De mensen die op de lijsten van Frederiks en Van Dam terechtkwamen, hadden hun plek op verschillende manieren verkregen. Aanvankelijk waren het voornamelijk de namen van Joodse vrienden van de secretarissen-generaal die de lijsten vulden. Frederiks stelt dat hem het verwijt gemaakt is dat hij geen selectie uitoefende en zo "onbelangrijke" mensen op de lijst zette. Hij geeft toe dat hij in het begin Joden die hij toevallig kende van zijn ministerie toevoegde. Al snel echter zou er toch een zekere selectie toegepast zijn doordat hooggeplaatste Nederlanders, "oud-Ministers, leden van de Staten-Generaal, oud-gouverneurs-generaal, oud-opperofficieren, professoren e.a.", Joden bij hem voorstelden. Hij zou ook de jeugd voorrang gegeven hebben boven bejaarden, vooral jonge meisjes gezien de "onzekerheid welk lot haar in Duitschland of Polen te wachten stond". Volgens De Munnick was het hoofdcriterium het zijn van "verdienstelijk Joods Nederlander". Onder de personen bevonden zich "juristen, musici (onder andere uit het Concertgebouworkest), hoogleraren, onderwijzers, doktoren en enkele hoge militairen". Dirigent Mengelberg had er voor gezorgd dat enkele musici van het concertgebouworkest op de lijst terechtkwamen. Maar er waren ook mensen bij zonder bijzondere verdienste, die door hun contacten of door toeval op de lijst kwamen. In het algemeen kon de groep getypeerd worden als upper middle class. Er was niemand onder hen van het joodse proletariaat. Er hoefde geen geld betaald te worden om geselecteerd te worden.
Onbedoeld werd er steeds meer ruchtbaarheid aan het Plan-Frederiks gegeven, met als gevolg dat Frederiks en Van Dam honderden smeekbeden van wanhopige Joden ontvingen. De Duitsers stelden limieten aan het aantal. In januari 1943 kreeg Frederiks van Schmidt toestemming de lijst tot driehonderd mensen uit te breiden. Later werd een limiet gesteld van vijfhonderd en uiteindelijk zevenhonderd. Tot dezen behoorden Ralph Prins, Abel Herzberg, Tinus Tels, Robbert van den Bergh, Jacob Heimans, Hans Franco Mendes, Eduard Meijers, Emanuel Moresco, Rosa Spier, Mathilde Cohen Tervaert-Israëls, Heleen Pimentel en Stella Simons. De selectie betekende ook dat mensen afgewezen werden, zoals Heintje Davids en haar familie.
De mensen die in 1942 op de lijst terecht kwamen, bleven eerst gewoon thuis wonen. De lijst fungeerde als een "vrijstelling tewerkstelling". Het bleek al snel dat de SS zich weinig aantrok van de lijst. Van Joodse zijde werd er bij Frederiks op aangedrongen de beschermde status door middel van een toonbaar document te bevestigen. De personen op de lijst kregen een getypte verklaring toegezonden met de tekst "Ik heb de eer U mede te deelen, dat de Commissaris-Generaal voor Bijzondere Aangelegenheden heeft beslist, dat U noch naar Amsterdam op transport gesteld zult worden, noch in een werkkamp of in het buitenland tewerkgesteld zult worden". De "Commissaris-Generaal voor Bijzondere Aangelegenheden" was Schmidt. De verklaring was ondertekend door Frederiks of Van Dam.
In de loop van 1942 begon deze praktijk steeds meer te wringen met het gegeven dat er in Nederland buiten Amsterdam of de kampen nauwelijks meer Joden te vinden waren. Eind 1942 werden enkele mensen op de lijst ondanks hun vrijstelling tijdens een razzia opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Het leek Frederiks het beste de mensen op de lijst op één locatie bijeen te brengen. Schmidt gaf daar nog in 1942 toestemming voor.
Gevangenen
Joodse tehuizen in Barneveld
Frederiks besloot dat een groep geselecteerde Joden in een tehuis in Gelderland geïnterneerd zouden kunnen worden voor bescherming. Hij stelde tegenover Schmidt als eis dat de burgemeester van de gekozen gemeente "van den ouden stempel" zou zijn, dat wil zeggen: geen NSB'er. Frederiks zocht de locatie Landgoed Schaffelaar in Barneveld zelf uit. Bekend is dat zich van de lijsten op 2 augustus 1943 640 personen in Barneveld bevonden.
Joods Tehuis De Schaffelaar
In december 1942 betrokken de leden Landgoed Schaffelaar. Joods Tehuis Barneveld stond onder leiding van een Nederlandse commandant, een oud-legerofficier die een zestal zogenaamde controleurs in dienst had die tegelijkertijd als bewakers fungeerden. Bij aankomst moesten de Joden al hun contant geld inleveren. Alle kosten, evenals het zakgeld voor de bewoners van vijf tot tien gulden per maand, werden hieruit betaald. Vanaf eind december 1942 tot begin mei 1943 werd 58.000 gulden ingeleverd. Toen dit in mei op was, werden de overige kosten geput uit het vermogen van de bank Lippmann-Rosenthal, dat uit door de Duitse bezettingsmacht ontvreemd geld van Amsterdamse Joden bestond. De Barneveldgroep bestond toen uit bijna 540 leden.
Joods Tehuis De Biezen
Later werd een grotere opnamecapaciteit nodig en werd een dependance nodig. Die vond men in het nabijgelegen Huize De Biezen dat echter net over de gemeentegrens in Ede lag. Omdat de burgemeester van Ede, de NSB'er Theodorus Christiaan van Dierendonck, zeer antisemitisch was, werd de grens tussen Barneveld en Ede door Frederiks, die daartoe als secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken de discretionaire bevoegdheid had op grond van Verordening 79/1940, zodanig verlegd dat ook Huize De Biezen in Barneveld kwam te liggen. De burgemeester van Barneveld was op dat moment de progressievere Joachim Westrik.
Door de groep van de Schaffelaar werd wat neergekeken op de Biezen. In een artikel in tijdschrift De Groene Amsterdammer van 13 mei 1998 beschreef een voormalig lid van de Barneveldgroep de verhoudingen tussen De Schaffelaar en De Biezen als volgt:
De elite in het kasteel keek vol afschuw naar De Biezen. Zij voelden zich de beste Barnevelders. Ik geloof dat men zich kleedde voor het diner en zich uitdoste voor de huisconcerten alsof men in Den Haag naar een concert ging. Je had mensen in De Schaffelaar die verdrietig waren vanwege hun centrale verwarming of hun privébadkamer en die zich tekort gedaan voelden. Er schijnen ook mensen naar Frederiks te hebben geschreven over de ontberingen die ze leden. Zevenhonderd mensen zijn zevenhonderd karakters. Er waren aardige mensen en vervelende mensen. De aardige waren ver in de meerderheid.
Dagelijks leven
De Barneveldgroep had het op zich bepaald niet slecht. Zo kwam het voor dat de Joodse leden van het Concertgebouworkest, die ook in Barneveld geïnterneerd waren, een huiskamerconcert gaven. Een enkele keer werd de chef-dirigent van het Concertgebouworkest, Willem Mengelberg, hier zelfs voor uitgenodigd. Ook op andere manieren werden producten van luxe in een van de Barneveldse panden geconsumeerd. In De Groene Amsterdammer vertelt een van de voormalige geïnterneerden echter:
Iedereen die zegt: "Ik was er zo gelukkig" is kortzichtig en dom. Je was door de moffen geïnterneerd en het was beangstigend en bedreigend. Een gevangenis met een roze randje is ook een gevangenis. Je leefde in doodsangst voor familieleden en vrienden en op termijn voor jezelf.
Het gebeurde dan ook een aantal maal dat een klein groepje geïnterneerden zich bedreigd voelde en uit Barneveld vluchtte.
In de herfst van 1943 (net na de dood van beschermheer Fritz Schmidt) werd besloten dat de Barnevelders naar Westerbork verplaatst zouden worden. Op 29 september werden ze naar Kamp Westerbork getransporteerd. 22 Joden wisten op dat moment te ontsnappen, waaronder de drie kinderen van schrijver Abel Herzberg.
Westerbork
De groep - op dat moment bestaande uit bijna 600 personen - werd ondergebracht in barak 85 op Kamp Westerbork. Ze waren daar vrijgesteld van transport naar een vernietigingskamp. Oud-gevangene en journalist Philip Mechanicus schreef over de aankomst van de Barnevelders in zijn dagboek:
De Barnevelders, de nobelen, die door hun aartsvijanden op een gouden schaaltje waren gezet en die zich in de zoete droom wiegden dat hun niet zo gauw iets gebeuren kon, waren met één slag tot dezelfde paupers verlaagd als het profanum vulgus, dat geen bijzondere verdiensten kon doen gelden en rechtstreeks uit zijn huizen was gesleurd en in de modder gestoten.
Van Westerbork werden zij als een van de laatste groep op 4 september 1944 per trein gedeporteerd naar Theresienstadt: een 'voorbeeldkamp' voor prominente Joden. Een ander deel van de groep kwam terecht in Bergen-Belsen, waar de meesten de oorlog overleefden.
Theresienstadt
In Theresiënstadt kwam de groep op 6 september 1944 aan. Ze kregen speciale eigen barakken. Toen vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog een transport naar Auschwitz werd aangekondigd, werden de bevoorrechte Joden ook daarvan vrijgesteld.
Villa Bouchina
In Villa Bouchina zaten tussen 27 februari en 21 april 1943 negen Joden van de lijst-Doetinchem. Villa Bouchina was een voormalige pastorie die werd ingericht voor Joden die voor 10 mei 1940 lid van de NSB zouden zijn geweest. Van de mensen op deze zogenoemde Doetinchem-lijst zouden uiteindelijk negen personen van de mogelijkheid gebruik maken.
Illustrator Jo Spier, persoonlijk bevriend met Anton Mussert, was met zijn gezin (vrouw en drie kinderen) in Bouchina vertegenwoordigd. Er zat een vrouw (Kaatje van Lunenburg-Groen) wier man aan het oostfront vocht. Drie personen zouden de Tweede Wereldoorlog niet overleven. Zij werden vermoord in Auschwitz en elders in Midden Europa.
Villa Bouchina werd niet bewaakt, maar Dirk Spanjaard sr. had als adjunct-directeur de taak er een oogje in het zeil te houden. Aanvankelijk was het de bewoners toegestaan om 's middags, tussen twee en vijf uur, het pand te verlaten. Na enige tijd werd die bewegingsvrijheid ingetrokken en mochten zij het pand niet meer verlaten.
Villa Bouchina werd onderhouden door een conciërge, er werd aanvankelijk gekookt door een kok. Al snel werd hij teruggehaald naar Barneveld en nam mevrouw Spier het koken voor haar rekening. De kinderen van Jo Spier kregen er onderwijs van twee vanwege hun Jood-zijn van het gemeentelijk lyceum ontslagen onderwijzers (Matja Groonheim-Stad en J. van Cauveren). Adjunct-directeur Spanjaard verklaarde in zijn aantekeningen over de toestand in Villa Bouchina:
"De omgang onder elkaar en met de leiding is goed. Het huis heeft echter meer van een onvriendelijke kazerne dan van een gezellig tehuis. Houten kribben op de slaapkamers, elk voor twee personen met een tusschenschot en dan twee van die monsters op elkaar. De benedenruimte, een suite met een zij- en een achterserre zijn bedoeld als recreatiegelegenheid, tevens eetkamer. Hier ontbreekt echter elk idee van gezelligheid, kleine langwerpige houten tafels, houten eenvoudige stoelen, geen enkel comfort, het is wat men noemt behelpen tot en met".
Theresienstadt
De Mussert-Joden uit Villa Bouchina waren ook in Theresienstadt afgezonderd van de Barneveld-Joden. Vooral de rol van Jo Spier viel op: terwijl anderen tekeningen maakten van magere, terneergeslagen gestalten, tekende Spier gezellige koffiehuisjes met lachende mensen. Volgens velen werd Spier gebruikt voor propagandadoeleinden. Hij werkte onder anderen als assistent director en acteur mee aan de film Theresienstadt: Ein Dokumentarfilm aus dem jüdischen Siedlungsgebiet. Bovendien, zo schreef George E. Berkley in het boek Hitler's Gift:
De nazi's gebruikten hem om later aangekomen Nederlanders te verwelkomen. Goed gekleed en gezond ogend, sprak hij de nieuwkomers monter toe, waarbij hij stembuigingen en uitdrukkingen gebruikte die maakten dat hij zelf bijna als een nazi klonk.
Spier zelf verklaarde later dat hij dat onder druk van de Duitsers deed. Spiers familie kreeg tot slot een eigen huisje, Werkstatte Q 209, met één woon-/slaapkamer, een halletje en een badkamer. Dit huisje had de familie Spier mogelijk te danken aan Jo's functie als Werkstattleiter van de Kunstgewerbe.
Na de oorlog
Het grootste deel van de Joden van de lijsten van Frederiks en Van Dam hebben de oorlog overleefd. Onder velen van hen overheerste een schuldgevoel vanwege hun bevoorrechte positie. Van Dam is na de oorlog veroordeeld wegens hulpverlening aan de vijand. Frederiks kreeg eervol ontslag.
Direct na de oorlog schreef Frederiks een boekje, Op de bres 1940 — 1944, waarmee hij zijn optreden tijdens de oorlog poogde te rechtvaardigen, als een van de hoogste leidinggevenden van het Nederlandse ambtelijke bestuur dat door de Duitse bezetter voor diens doeleinden gehandhaafd werd. Hij wilde zich vooral verdedigen tegen de aantijging van collaboratie. In aparte hoofdstukken werden de meest pregnante onderwerpen aan de orde gesteld. Het hoofdstuk "Het Joodsche Vraagstuk" ging grotendeels over het Plan-Frederiks.
De historicus Jacques Presser kon over deze zaak weinig Haagse bescheiden vinden en interviewde daarom begin jaren vijftig een aantal van de betrokken Joden persoonlijk wat resulteerde in een apart hoofdstukje in Deel I van zijn Ondergang. In 1988 en 1989 interviewde Boris de Munnick overlevenden voor zijn doctoraalscriptie, die in 1991 als boek werd uitgegeven in de Schaffelaarreeks en ook de basis vormde voor een geschiedkundig artikel in 1990.
|
De lijst van Frederiks bevatte op het moment dat hij toestemming vroeg vijf namen. Frederiks verzocht ook de secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming Jan van Dam om een lijst op te stellen. Van Dam, een bekend germanist, was Deutschfreundlich, en wilde de "joodse" invloed in het Nederlandse onderwijs, dat hem te intellectualistisch was, terugbrengen. Pas hierna verkregen Frederiks en Van Dam officieel toestemming van Seyss-Inquart.
| 1 |
terugbrengen, retourneren, herkomst
|
2,735 |
Resort
|
738225
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maldonado%20%28stad%29
|
Maldonado (stad)
|
Maldonado ligt in het oosten van Uruguay en is de hoofdstad van het gelijknamige departement Maldonado. De stad telt 54.603 inwoners, waardoor het tot de tien grootste steden van het land gerekend mag worden.
Toch moet Maldonado vaak onderdoen voor haar kleine zusje Punta del Este, hét vakantieoord van Uruguay, dat slechts op vier kilometer van Maldonado ligt. Maar net daardoor wist Maldonado te overleven. Veel toeristen die graag eens naar Punta del Este gaan, maar het zich niet kunnen veroorloven daar te verblijven, gaan graag vier kilometer verder logeren. Door die toeristen is ook het strand van Maldonado, Portezuelo genaamd, populair geworden.
Verder geniet de stad van veel doorstroom van personen, wat de economie vooral naar de opportunistische zijde heeft doen ontwikkelen.
Sinds 1966 is de stad de zetel van een rooms-katholiek bisdom.
Sport
Maldonado is de thuisbasis van voetbalclub Deportivo Maldonado (1928), dat sinds 2004 in de Secunda División speelt. De club speelt zijn thuiswedstrijden in het Estadio Domingo Burgueño, dat plaats biedt aan 22.000 toeschouwers en fungeerde als een van de speelstadions tijdens de strijd om de Copa América 1995.
Geboren
Martín Campaña (1989), voetballer (doelman)
Gonzalo Bueno (1993), voetballer
Stad in Uruguay
|
Toch moet Maldonado vaak onderdoen voor haar kleine zusje Punta del Este, hét vakantieoord van Uruguay, dat slechts op vier kilometer van Maldonado ligt. Maar net daardoor wist Maldonado te overleven. Veel toeristen die graag eens naar Punta del Este gaan, maar het zich niet kunnen veroorloven daar te verblijven, gaan graag vier kilometer verder logeren. Door die toeristen is ook het strand van Maldonado, Portezuelo genaamd, populair geworden.
| 1 |
resort, vakantieoord, recreatieplaats
|
9,851 |
SendAction
|
1506874
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/S/MIME
|
S/MIME
|
S/MIME (Secure/Multipurpose Internet Mail Extensions) is een standaard voor het beveiligd verzenden van e-mail die in een MIME-structuur is gevat. Tegenwoordig is bijna alle e-mail in MIME gecodeerd.
S/MIME gebruikt hybrid encryption scheme met een publieke sleutel om het bericht te versleutelen en digitaal te ondertekenen.
E-mail
|
S/MIME (Secure/Multipurpose Internet Mail Extensions) is een standaard voor het beveiligd verzenden van e-mail die in een MIME-structuur is gevat. Tegenwoordig is bijna alle e-mail in MIME gecodeerd.
| 1 |
verzenden, bezorgen, sturen
|
656 |
BroadcastEvent
|
1589485
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Muziekcaf%C3%A9
|
Muziekcafé
|
Muziekcafé is een Nederlands radioprogramma van de AVROTROS op de publieke radiozender NPO Radio 2.
Muziekcafé is een live radioprogramma dat sinds 21 mei 2011 vanuit podium De Vorstin te Hilversum wordt uitgezonden. Daarvoor werd het programma uitgezonden vanuit Studio Plantage in Amsterdam. De presentatie was tot en met 1 augustus 2020 in handen van Daniël Dekker. Vaste invallers waren Corné Klijn en Frank van 't Hof. Het programma is iedere zaterdagmiddag ( en vanaf 6 januari 2019 ook op de zondagmiddag) van 16:00 tot 18:00 uur te beluisteren. Live optredende, voornamelijk Nederlandse, artiesten staan centraal in dit programma. Iedere uitzending worden ook steeds vier artiesten geïnterviewd en vervolgens muziek live spelen. Op 25 december 2018 werd door NPO Radio 2 bekendgemaakt dat het programma vanaf 6 januari 2019 ook op de zondagmiddag tussen 16:00 en 18:00 uur wordt uitgezonden. Deze versie wordt gewoon vanuit de NPO Radio 2 studio's uitgezonden.
Op 11 september 2020 werd door NPO Radio 2 en AVROTROS bekendgemaakt dat Carolien Borgers vanaf 3 oktober 2020 de opvolgster wordt van Daniel Dekker. Ook zal het programma net als in het recente verleden uitsluitend op de zaterdagmiddag tussen 16:00 en 18:00 uur worden uitgezonden. De zondagmiddag uitzending komt met het invoeren van de nieuwe programmering per 3 oktober 2020 te vervallen.
Tussen 2002 en 2005 werd het programma gepresenteerd door Hadassah de Boer. Daniel Dekker verving eerst in 2005 Hadassah de Boer waarna hij tot oktober 2020 vaste presentator was.
Externe link
Website Muziekcafé, TROS, sterren.nl
Muziekprogramma op radio
Radioprogramma van Radio 2 (Nederland)
Radioprogramma van de TROS
Radio-interviewprogramma
|
Muziekcafé is een live radioprogramma dat sinds 21 mei 2011 vanuit podium De Vorstin te Hilversum wordt uitgezonden. Daarvoor werd het programma uitgezonden vanuit Studio Plantage in Amsterdam. De presentatie was tot en met 1 augustus 2020 in handen van Daniël Dekker. Vaste invallers waren Corné Klijn en Frank van 't Hof. Het programma is iedere zaterdagmiddag ( en vanaf 6 januari 2019 ook op de zondagmiddag) van 16:00 tot 18:00 uur te beluisteren. Live optredende, voornamelijk Nederlandse, artiesten staan centraal in dit programma. Iedere uitzending worden ook steeds vier artiesten geïnterviewd en vervolgens muziek live spelen. Op 25 december 2018 werd door NPO Radio 2 bekendgemaakt dat het programma vanaf 6 januari 2019 ook op de zondagmiddag tussen 16:00 en 18:00 uur wordt uitgezonden. Deze versie wordt gewoon vanuit de NPO Radio 2 studio's uitgezonden.
| 1 |
uitzending, live-evenement, broadcast
|
8,098 |
WebPage
|
1717452
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/WebGL
|
WebGL
|
WebGL is een open standaard voor het specificeren van 3D-computergraphics in webpagina's via OpenGL of OpenGL ES. Hiermee is het mogelijk computergraphics weer te geven zonder een speciale plug-in voor de webbrowser. Dit maakt hardware-acceleratie mogelijk indien de computer een grafische kaart bevat. WebGL wordt ontwikkeld door de Khronos Group.
WebGL is technisch gezien een binding voor JavaScript om OpenGL ES aan te roepen via een webbrowser.
WebGL wordt ondersteund in WebKit (Safari, Opera 15+ en Google Chrome) en in Firefox.
Externe links
Khronos Details WebGL Initiative to Bring Hardware-Accelerated 3D Graphics to the Internet
Application programming interface
Open standaard
|
WebGL is een open standaard voor het specificeren van 3D-computergraphics in webpagina's via OpenGL of OpenGL ES. Hiermee is het mogelijk computergraphics weer te geven zonder een speciale plug-in voor de webbrowser. Dit maakt hardware-acceleratie mogelijk indien de computer een grafische kaart bevat. WebGL wordt ontwikkeld door de Khronos Group.
| 1 |
webpagina, websitepagina, internetpagina
|
7,049 |
DryCleaningOrLaundry
|
5351060
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sprookjessprokkelaar%20%28musical%29
|
Sprookjessprokkelaar (musical)
|
Sprookjessprokkelaar is een musical gebaseerd op het gelijknamige boek van Paul van Loon en Prinses Laurentien, geïllustreerd door Efteling-ontwerper Alessio Castellani. Dit boek vormde eerder al de basis voor een sprookjesfiguur in de Efteling en een korte film. De musical ging op 30 september 2017 in première in het Efteling Theater en werd daar tot 2 april 2018 opgevoerd. Daarna ging Sprookjessprokkelaar op tournee langs ruim vijftig verschillende theaters in Nederland en België. Voor deze 15e productie door Efteling Theaterproducties werd een samenwerking aangegaan met Corpus Acrobatics, waardoor er acrobatiek in de voorstelling te zien was.
Verhaal
Het verhaal gaat over de twaalfjarige Sterre, die met haar opa aan de rand van het bos woont. Als haar enige boek letterlijk stuk is gelezen, wijst opa haar op de verborgen sprookjesbibliotheek in het verlaten kasteel van Graaf Stanislav dat beheerd wordt door de mysterieuze Sprookjessprokkelaar. Daar, achter de juiste deur, wachten eindeloos veel verhalen die gelezen en verteld moeten worden. In het kasteel komen schilderijen van Willem en Catharine ("Kaat") van der Decken, Joris en de Draak, en Oberon en Titania tot leven. Ook ontmoet Sterre er de Sprookjessprokkelaar die haar vraagt om eerst een verhaal te delen voordat ze andere verhalen uit de bibliotheek mag lezen. Wanneer ze dit doet, wordt Stijn, een jongen uit het dorp, jaloers op haar. De moeder van Stijn zet vervolgens haar duistere toverkrachten in om de sprookjesbibliotheek voor eeuwig te sluiten.
Rolverdeling
Gastrollen
Per speeldag speelden 10-20 grootouders en hun kleinkind eenmalig mee in de musical.
Soundtrack
Ouverture
Ik mis je zo
Vertel verhalen
Visite
De deur naar het verleden
De deur naar het heden
Als jij je hart volgt
De Sprookjessprokkelaar
Ga
De deur naar de toekomst
De vloek
De Sprookjesbibliotheek
Trivia
Davina Michelle nam samen met Lilo van den Bosch (in haar rol als Sterre) een versie van het nummer "Ga" op, die gepresenteerd werd als de officiële soundtrack van de voorstelling.
Op 4 april 2019 gingen enkele kostuums van de voorstelling verloren bij een brand in een stomerij in Raamsdonksveer.
Musical
Efteling
|
Trivia
Davina Michelle nam samen met Lilo van den Bosch (in haar rol als Sterre) een versie van het nummer "Ga" op, die gepresenteerd werd als de officiële soundtrack van de voorstelling.
Op 4 april 2019 gingen enkele kostuums van de voorstelling verloren bij een brand in een stomerij in Raamsdonksveer.
| 1 |
stomerij, wasserij, droogkuis
|
5,513 |
Recipe
|
125534
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tapenade
|
Tapenade
|
Tapenade is een dikke koude saus bereid uit olijven en kappertjes. Van oorsprong is het een Provençaals product. De naam is afkomstig van tapéno, Provençaals voor kappertje.
Volgens Van Dam dateert de vroegst bekende publicatie van het recept van rond 1895 (in Rebouls Cuisinière Provençale), waarbij als bedenker Meynier wordt genoemd, van La Maison Dorée in Marseille. In dat recept worden kappertjes, zwarte olijven, ansjovis, gemarineerde tonijn en mosterd fijngemalen en vermengd met olijfolie, cognac en Provençaalse kruiden. Inmiddels bestaan er vele varianten, die vaak weinig op het oorspronkelijke recept lijken.
Tapenade wordt ook vaak gebruikt in de keuken in andere Europese landen, onder andere als borrelhapje (op een toastje), broodbeleg, pastasaus en dressing.
Tapenade is een van de vele dikke koude sauzen die in de mediterrane keuken gebruikt worden. Veelal worden al deze sauzen (bijvoorbeeld tomatentapenade en pesto) verkocht onder de noemer tapenade. Merk op dat pesto een saus op basis van basilicum is.
Referenties
Saus
Keukenterminologie
|
Volgens Van Dam dateert de vroegst bekende publicatie van het recept van rond 1895 (in Rebouls Cuisinière Provençale), waarbij als bedenker Meynier wordt genoemd, van La Maison Dorée in Marseille. In dat recept worden kappertjes, zwarte olijven, ansjovis, gemarineerde tonijn en mosterd fijngemalen en vermengd met olijfolie, cognac en Provençaalse kruiden. Inmiddels bestaan er vele varianten, die vaak weinig op het oorspronkelijke recept lijken.
| 3 |
recept, ingrediënten, kookinstructies
|
2,819 |
TrainStation
|
4032652
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Nelaug
|
Station Nelaug
|
Station Nelaug is een spoorwegstation in het dorp Nelaug in de gemeente Åmli in het zuiden van Noorwegen. Het station ligt aan Sørlandsbanen waar de aftakking naar Arendal begint. Oorspronkelijk liep de lijn van Arendal door naar het noorden en stond bekend als Treungenbanen. Hiervan is alleen het eerste deel tot Simonstad nog aanwezig. Het huidige station werd geopend in 1935.
Externe link
Station op Jernbaneverket (Noors)
Nelaug
Åmli
|
Station Nelaug is een spoorwegstation in het dorp Nelaug in de gemeente Åmli in het zuiden van Noorwegen. Het station ligt aan Sørlandsbanen waar de aftakking naar Arendal begint. Oorspronkelijk liep de lijn van Arendal door naar het noorden en stond bekend als Treungenbanen. Hiervan is alleen het eerste deel tot Simonstad nog aanwezig. Het huidige station werd geopend in 1935.
| 5 |
treinstation, spoorwegstation, station
|
10,545 |
TrainTrip
|
275294
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Station%20Maastricht
|
Station Maastricht
|
Station Maastricht is het centrale spoorwegstation in de Nederlandse stad Maastricht, gelegen aan de oostkant van de Maas, in de centrumbuurt Wyck. De stad heeft twee andere spoorwegstations: station Maastricht Randwyck en station Maastricht Noord.
Geschiedenis stationsgebouwen
Aan het huidige Station Maastricht ging een viertal 'tijdelijke' stations vooraf, die alle een stuk noordelijker lagen dan het huidige station. Het eerste station van Wyck werd geopend op 23 oktober 1853, bij de ingebruikname van de spoorverbinding naar Aken, de eerste grensoverschrijdende lijn van Nederland (in 1992 gesloten). Het station van de Aken-Maastrichtsche Spoorweg-Maatschappij, dat ongeveer ter hoogte van de NS-onderhoudswerkplaatsen lag, moest drie jaar later alweer verplaatst worden voor de aanleg van de spoorlijn naar Hasselt (lijn 20, 1856). Hierna volgde een spoorverbinding met Luik (spoorlijn 40, 1861) en als laatste de staatslijn E naar Venlo en de rest van Nederland (1865). Dit resulteerde in twee extra stationsgebouwen op het emplacement in Wyck: dat van de Grand Central Belge en dat van het Staatsspoor.
De eerste stations lagen een eind buiten de stad, omdat Maastricht in 1853 nog een vestingstad was. De als tijdelijk bedoelde stationsgebouwen waren in chaletstijl gebouwd, opgetrokken uit hout, zodat deze bij een eventuele belegering snel konden worden afgebroken. De verbindingsweg naar de stad slingerde tussen de buitenwerken van Wyck door naar de Sint-Maartenspoort. Aangezien de gemeentegrens gelijk was aan de buitenste rand van de vestingwerken, lagen de eerste stationsgebouwen niet op Maastrichts grondgebied, maar in de gemeente Meerssen. Dit bleef ook na de opheffing van de vesting lang het geval, want pas in 1907 werden de gemeentegrenzen aangepast en kwam het stationsemplacement in de gemeente Maastricht te liggen. Het oude stationsgebouw van het Staatspoor lag aan de buitenstadszijde van het spoor.
Pas in 1913 werd het huidige station gebouwd naar een ontwerp van George van Heukelom, Een presentatiemodel van gips uit 1911 is nog steeds te zien in het spoorwegmuseum. Het in rationele stijl ontworpen stationsgebouw is sterk geïnspireerd door de architectuur van Berlage. Het stationsgebouw opgetrokken uit 2 miljoen bakstenen met fraaie detailleringen in graniet was tevens het eerste station in Nederland met perronoverkappingen in gewapend beton. Het station was een combinatie van een kopstation en een station voor doorgaande treinen. De ingebruikname van dit voor die tijd zeer moderne station vond plaats op 17 oktober 1915. Het gebruik van het station is in de loop van de tijd zeer veranderd, zo zijn alle douanefuncties verdwenen evenals de drie wachtkamers en de aparte wachtkamers voor arrestanten en zwakzinnigen.
Van 1915 tot 1964 bestond er een overdekte voetgangersbrug over het spoor. Deze was gelegen aan de zuidzijde van het station, iets ten noorden van de spoorwegovergang Scharnerweg. De loopbrug werd in Maastricht altijd met de Franse benaming passerelle aangeduid. De passerelle werd afgebroken na het gereedkomen van de Scharnertunnel, waar ook een voetgangerstunnel deel van uit maakte. In 1983 werd het tweede eilandperron aangelegd en werd een nieuwe passerelle gebouwd tussen het stationsgebouw en de Meerssenerweg, ongeveer ter hoogte van de Villa Wyckerveld, circa 150 m ten noorden van de oude locatie. Station Maastricht werd in oktober 1996 aangewezen als rijksmonument. Omstreeks 2010 kwam de huidige, groenglazen entree aan de Meerssenerweg tot stand.
Van 2018 tot 2021 werd het stationsgebouw voor 8 miljoen euro gerenoveerd. In de opgeknapte (voormalige) visitatiehal komt een grand-café en voor het zuidelijk deel van het stationscomplex wordt een hotelexploitant gezocht. In 2018 is tevens een grote fietsparkeerkelder onder het Stationsplein opgeleverd. Ook zijn er plannen voor de herinrichting van het stenige zuidelijk deel van het plein, dat een parkachtig karakter zal krijgen.
Na de oplevering van het gerestaureerde gebouw beleefde station Maastricht op woensdag 3 november 2021 zijn officiële opening, 106 jaar na de ingebruikname. Het station werd op 17 oktober 1915 opengesteld voor publiek, maar niet officieel geopend vanwege de Eerste Wereldoorlog.
Verbindingen
Nederland
Vanuit Maastricht is er een verbinding in noordelijke richting naar onder meer Roermond, Eindhoven, Utrecht, Amsterdam en Alkmaar. In zuidelijke richting is er een verbinding met Maastricht Randwyck. In oostelijke richting is er een verbinding naar Heerlen en Kerkrade. Deze laatste verbinding werd van 10 december 2006 tot 2015 geëxploiteerd door Veolia en vanaf 2016 worden deze treinen gereden door Arriva.
De intercityverbindingen worden door NS verzorgd, de regionale stoptreinen in Limburg worden gereden door Arriva. Met ingang van 16 december 2022 is er eenmaal per week (in de nacht van zaterdag op zondag) een rechtstreekse nachttreinverbinding met Schiphol, eveneens verzorgd door Arriva.
België
Maastricht is verbonden met Luik-Guillemins via een L-trein (stoptrein). In het verleden was er ook een verbinding naar Lanaken en Hasselt (Spoorlijn 20). Het tracé Maastricht-Lanaken was tussen 2011 en 2016 weer in gebruik voor het goederenvervoer, maar bleek geen succes. De plannen voor een sneltram Hasselt - Maastricht, die eveneens van deze spoorweg gebruik zou gaan maken, zijn na achttien jaar voorbereiding in 2022 definitief afgelast.
Tussen 2008 en 2011 was er een intercityverbinding tussen Maastricht en Brussel-Zuid via Luik. In verband hiermee werd aan station Maastricht, als enige in Nederland, ook de status van Belgisch station toegekend. Reizigers konden vanaf 2008 op station Maastricht kaartjes kopen naar alle Belgische bestemmingen, zonder toeslagen voor internationale treinen.
Eind 2014 werden zowel Maastricht Randwyck als Eijsden gepromoveerd tot "intercitystations". De stoptrein van en naar Luik-Guillemins werd vanaf dat moment een "intercity", die doordeweeks doorreed naar Hasselt via Diepenbeek. Hoewel de naam anders suggereert, stopt de trein op alle tussengelegen stations zoals voorheen. De treinreis Maastricht-Hasselt duurt ruim anderhalf uur, een half uur langer dan de busreis met De Lijn.
Het is de bedoeling dat de Drielandentrein van Arriva (in Duitsland: Regional-Express 18), die sinds begin 2019 tussen Aken en Maastricht rijdt, vanaf december 2023 door zal rijden naar Luik.
Treinverbindingen
De volgende treinseries halteren in de dienstregeling 2023 te Maastricht:
Na middernacht rijdt de laatste trein uit de serie RS12 (richting Roermond) niet verder dan Sittard. De laatste twee treinen uit de serie RS18 (richting Kerkrade Centrum) rijden tegelijkertijd niet verder dan Heerlen.
Voor- en natransport
Tram
Van 1896 tot 1914 had Maastricht een stadstram: de Maastrichtsche Tram. Deze legde een traject van circa 2 km af tussen het toenmalige Station Staatsspoor en de Boschstraat/Maagdendries. Het betrof aanvankelijk een gastram, vanaf 1903 een paardentram. Van 1929 tot 1938 was er vanaf het Stationsplein een tramverbinding met Gulpen en Vaals via de tramlijn Maastricht - Vaals. Opstappen op de stoomtram kon vanaf 1925 al vanaf de halte Heerderweg.
Bus
Aan de noordwestzijde van het station bevindt zich het busstation voor de stads- en streekbussen. Dit bestaat uit twee eilandperrons: een voor het stadsvervoer (zuidelijk deel) en een voor het streek- en internationale vervoer van Arriva, De Lijn en TEC (noordelijk deel). De perronoverkapping is ontworpen door Bert van Bunningen en kwam in 1985 tot stand. Na de aanleg van de fietsparkeergarage (zie hieronder) is de overkapping niet teruggeplaatst.
De bussen voor de lange afstand hebben een eigen station aan de noordoostzijde van het treinstation, aan de Meerssenerweg. Het busstation werd in 2019-2020 vernieuwd. Hiervandaan rijden FlixBussen naar twintig directe en tachtig indirecte bestemmingen in Europa.
Fiets
Onder het Stationsplein bevindt zich sinds 2018 een grote, bewaakte fietsparkeerkelder met fietsenverhuur. Daarnaast is er een onbewaakte fietsenstalling aan de 'achterzijde' van het station, aan de zijde van de Meerssenerweg. De voormalige fietsenstalling aan de zuidzijde van het stationsgebouw (naast de fietsenmaker en -verhuur) is in 2020 heringericht tot scooterstalling.
Parkeren
Er bevinden zich twee parkeerterreinen voor reizigers nabij het station. Aan de noordoostzijde (Meerssenerweg) bevindt zich een terrein bestemd voor abonnementhouders, en aan de noordwestzijde (Parallelweg) bevindt zich een terrein voor dagparkeerders.
Taxi
De taxistandplaats bevindt zich sinds de herinrichting van het voorplein van het station, aan de zuidzijde van het Stationsplein.
Maastricht
Verkeer en vervoer in Maastricht
Rijksmonument in Maastricht
Bouwwerk in Maastricht-Centrum
Wyck
|
Eind 2014 werden zowel Maastricht Randwyck als Eijsden gepromoveerd tot "intercitystations". De stoptrein van en naar Luik-Guillemins werd vanaf dat moment een "intercity", die doordeweeks doorreed naar Hasselt via Diepenbeek. Hoewel de naam anders suggereert, stopt de trein op alle tussengelegen stations zoals voorheen. De treinreis Maastricht-Hasselt duurt ruim anderhalf uur, een half uur langer dan de busreis met De Lijn.
| 1 |
treinreis, treinrit, treintraject
|
730 |
Date
|
4919131
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maria%20Moninckx
|
Maria Moninckx
|
Maria Moninckx (Den Haag, 22 april 1673 – Amsterdam, begraven 26 februari 1757) was een Nederlands bloemschilderes. 22 april 1673 wordt genoemd als haar doopdatum, maar in 1723 beweerde ze 47 jaar te zijn. Mogelijk is op voorgenoemde datum een vroeggestorven zusje gedoopt.
Maria Moninckx was de dochter van de kunstschilder Johannes Moninckx. Ze ging werken als bloemschilder, waarbij ze samenwerkte met . De precieze familieband tussen de twee is niet bekend. Het is aannemelijk dat hun samenwerking ervoor zorgde dat ze naar Amsterdam verhuisde. Daar maakte ze samen met Alida Withoos en Johanna Helena Graff tekeningen voor de Moninckx-atlas. Voor deze atlas werden van 1686 tot en met 1749 tekeningen gemaakt en hij omvat aquarellen van circa 420 planten uit de Hortus Medicus te Amsterdam. 101 tekeningen zijn van de hand van Maria Moninckx.
Tevens was Moninckx een van de kunstenaressen die voor Agneta Block, verzamelaar van kunst en naturalia, een deel van de collectie in de Vijverhof op schilderdoek vastlegde.
Referenties en noten
(2014). Moninckx, Maria, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland
Botanisch kunstenaar
|
Maria Moninckx (Den Haag, 22 april 1673 – Amsterdam, begraven 26 februari 1757) was een Nederlands bloemschilderes. 22 april 1673 wordt genoemd als haar doopdatum, maar in 1723 beweerde ze 47 jaar te zijn. Mogelijk is op voorgenoemde datum een vroeggestorven zusje gedoopt.
| 2 |
datum, ISO 8601
|
6,998 |
Corporation
|
5055379
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sirris
|
Sirris
|
Sirris, het collectief centrum van de technologische industrie is een Belgische non-profitorganisatie met als doel het ondersteunen van bedrijven bij het invoeren van technologische innovaties. Sirris werd in 1949 door het toenmalige Fabrimetal (nu Agoria) opgericht onder de naam WTCM-CRIF.
Geschiedenis
Sirris werd in 1949 opgericht onder de naam Wetenschappelijk en Technisch Centrum van de Metaalverwerkende Nijverheid (WTCM), in het Frans "Centre de recherche scientifique et technique de l’industrie des fabrications métalliques (CRIF)". De oprichting kaderde in de Wet De Groote van 30 januari 1947 (naar Paul De Groote). Deze besluitwet ("Besluitwet tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek") liet de verschillende industriële sectoren of beroepsfederaties toe om centra op te richten om technologische vooruitgang te onderzoeken en promoten, de zogenaamde collectieve centra. WTCM-CRIF was zo een collectief centrum.
In 2004 was het WTCM het eerste collectieve centrum dat geregionaliseerd werd.
Omdat het WTCM doorheen de jaren steeds meer kampte met een oubollig imago, werd een marketingbedrijf onder de arm genomen: Total Gramma. Dit resulteerde in 2007 in een naamswijziging. De naam werd "Sirris", maar omdat deze naam op zich onduidelijk was, werd de baseline "driving industry by technology" toegevoegd.
Activiteiten
Sirris heeft vestigingen op acht plaatsen in België: Antwerpen, Gent, Brussel, Charleroi, Leuven, Hasselt, Luik en Kortrijk. Het bedrijf telde in 2016 160 medewerkers, waarvan een 140 ingenieurs. In 2016 voerde Sirris 1860 projecten uit, waarvan 1734 interventies bij 1334 ondernemingen, vooral Kmo's. De bedrijfsomzet bedroeg 23 miljoen euro.
Samen met Agoria richtte Sirris in 2013 "Made Different" op, een actieplan om de Vlaamse maakindustrie te versterken. Sinds 2015 reiken beide initiatiefnemers via Made Different ook jaarlijks de Factory of the Future Awards uit aan Belgische maakbedrijven die beschouwd worden als toonaangevend en toekomstgericht.
Algemeen directeurs
Luc Van Den Noortgate
Jos Pinte: september 2001 - mei 2014
Herman Derache: juni 2014 - heden
Belgische organisatie
Non-profitorganisatie
|
Activiteiten
Sirris heeft vestigingen op acht plaatsen in België: Antwerpen, Gent, Brussel, Charleroi, Leuven, Hasselt, Luik en Kortrijk. Het bedrijf telde in 2016 160 medewerkers, waarvan een 140 ingenieurs. In 2016 voerde Sirris 1860 projecten uit, waarvan 1734 interventies bij 1334 ondernemingen, vooral Kmo's. De bedrijfsomzet bedroeg 23 miljoen euro.
| 3 |
bedrijf, onderneming, corporatie
|
2,448 |
DefinedRegion
|
17955
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Postcode
|
Postcode
|
Een postcode is een korte reeks tekens, vaak tussen de vier en negen cijfers (soms ook letters) lang, die in een postadres wordt opgenomen om het automatisch sorteren van de post (met optische tekenherkenning, OCR) gemakkelijker te maken. Elk land dat postcodes kent, hanteert een andere grammatica — een andere manier om de tekens te combineren.
Niet alle landen kennen postcodes. Zo zijn ze afwezig in verschillende Afrikaanse, Oceanische en Zuid-Amerikaanse landen.
Postnummers in België
In 1969 werden de postnummers in België ingevoerd. Belgische postcodes bestaan uitsluitend uit getallen van vier cijfers, van 1000 tot en met 9992. Hierdoor is de term postnummer gekend als synoniem voor de postcode. De nummerreeksen zijn regionaal geordend. Deze regio's benaderen grofweg de provincies.
De onderverdeling is als volgt:
Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 1000-1299
Provincie Waals-Brabant: 1300-1499
Provincie Vlaams-Brabant: 1500-1999, 3000-3499
Provincie Antwerpen: 2000-2999
Provincie Limburg: 3500-3999
Provincie Luik: 4000-4999
Provincie Namen: 5000-5999
Provincie Henegouwen: 6000-6599,7000-7999
Provincie Luxemburg: 6600-6999
Provincie West-Vlaanderen: 8000-8999
Provincie Oost-Vlaanderen: 9000-9999
Postcodes in België zijn samengesteld op basis van:
sorteersector (eerste twee cijfers)
postkantoren (derde cijfer)
uitgiftekantoren (vierde cijfer)
In een aantal gevallen zal een sorteersector samenvallen met een arrondissement, maar dat is zeker niet altijd zo. Deurne heeft bijvoorbeeld postcode 2100 maar is onderdeel van het arrondissement Antwerpen. En Herentals heeft 2200 als postcode, maar is onderdeel van het arrondissement Turnhout. Dat een aantal hoofdsteden van arrondissementen een postcode van de vorm xx00 hebben is dan ook toeval.
Grote steden hebben meerdere postnummers voor hun deelgemeenten; soms is zelfs een postnummer gereserveerd voor één bedrijf of organisatie die veel post ontvangt. Zie hieronder.
Postcodes in Nederland
In 1977 is de postcode in Nederland ingevoerd. Nederlandse postcodes zijn heel specifiek: terwijl in andere landen een heel dorp een enkele postcode kan hebben, beslaat een Nederlandse postcode een gering aantal adressen. Een Nederlandse code bestaat uit vier cijfers en twee letters. De eerste 2 cijfers geven de regio aan, de laatste 2 cijfers de wijk. De twee letters geven de buurt en straat aan. De lettercombinaties SA, SD en SS worden niet gebruikt. De letters F, I, O, Q, U en Y werden tot 2005 niet gebruikt. Met een wijziging in het beleid zijn deze letters wel toegestaan in nieuwe postcodes.
In de regel hebben maximaal circa 25 adressen dezelfde postcode. Veel straten hebben dan ook meer dan een postcode. Samen met het huisnummer vormt de Nederlandse postcode een unieke code voor elk adres; deze unieke code wordt ook voor andere doelen dan alleen de post gebruikt. Soms kan een enkele postcode meerdere straten beslaan, echter kunnen de bijbehorende huisnummers dan niet dubbel voorkomen.
In sommige steden wordt voor de bewegwijzering een wijknummering gebruikt die overeenkomt met de laatste een of twee cijfers van de postcode.
In Nederland zijn bestanden te verkrijgen waarbij de postcode wordt gekoppeld aan de coördinaten in het Rijksdriehoeksstelsel. Hiermee kunnen weer allerhande gegevens gekoppeld worden met behulp van geografische informatiesystemen, bijvoorbeeld het aantal bewoners per oppervlakte.
Het numerieke gedeelte van de Nederlandse postcode kan een getal van 1000 tot en met 9999 zijn. In 2010 was het aantal verschillende numerieke waarden 4900. Zie ook de min of meer volledige Nederlandse postcodelijst.
In 1978 werd een postcodeboek gratis onder alle Nederlandse adressen verspreid. In de jaren daarna verscheen nog geregeld een aanvulling op het postcodeboek voor nieuwe straten. Tegenwoordig kan men postcodes op het internet opzoeken.
Andere toepassingen
De postcode wordt niet alleen gebruikt om het sorteren van post te vergemakkelijken.
De eerste automaten voor treinkaartjes hadden een numeriek toetsenbord waarop het nummer van het bestemmingsstation moest worden ingevoerd. Dit nummer kwam ongeveer overeen met de postcode. Men hoopte dat het daardoor voor de reiziger gemakkelijk was het nummer te onthouden. Latere automaten hebben een aanraakscherm waarop de eerste letters van de naam van het station kunnen worden ingevoerd.
Moet men op een website of telefoondienst aangeven waar men ongeveer woont, dan wordt vaak de postcode gevraagd. Nadat de bezoeker de postcode (alleen cijfers of cijfers en letters) heeft opgegeven, krijgt hij informatie.
Voorbeelden van uit postcode herleide gegevens
dichtstbijzijnde filiaal
frequentie van een zender
Veel mensen markeren hun eigendommen met de postcode en het huisnummer, zodat ze bij verlies of diefstal terugbezorgd kunnen worden. Vooral bij fietsen is deze wijze van markeren populair - veel handelaren bieden bij aankoop aan de postcode in de zadelbuis te graveren.
Postcodes in Ierland
Bij de invoering van postcodes in Ierland in de jaren negentig was de OCR-techniek al zo vergevorderd, dat postcodes niet meer nodig waren. De software was inmiddels in staat om het volledige adres te lezen. Desondanks zijn in Ierland postcodes ingevoerd, omdat ze nuttig zijn voor andere organisaties dan de posterijen. Vanaf begin 2015 krijgen de 2,2 miljoen huishoudens in Ierland een uniek nummer van zeven karakters, de zogenoemde Eircode, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt door de Ierse Belastingdienst.
Bijzondere postcodes
België
De NAVO heeft nummer 1110, de VRT en de RTBF in Brussel hebben respectievelijk de postcode 1043 en 1044 voor zichzelf.
Brieven naar Sinterklaas mogen verstuurd worden met postcode 0612.
De Europese Commissie (1049), het Europees Parlement (1047) en de Europese Raad (1048) hebben elk een eigen postcode.
De NAVO-legerbasis SHAPE heeft de eigen postcode 7010.
Ook een aantal Belgische politieke instellingen hebben een eigen postcode; de Kamer van volksvertegenwoordigers (1008) de Senaat (1009), het Vlaams Parlement (1011), Parlement van de Franstalige Gemeenschap (1012).
Nederland
De postcode met het laagste nummer van Nederland is 1000 AA - de postcode van een blok postbussen in het hoofdpostkantoor van Amsterdam.
De eerste postcode die een straat aangeeft is 1011 AB. Dat is de De Ruijterkade nummers 105 tot en met 124 in Amsterdam, ten noorden van het Centraal Station.
De postcode met het hoogste nummer van Nederland is 9999 XL, van de Akkemaweg in Stitswerd. Daarna komen nog de postcodes 9999 XX, 9999 ZA en 9999 ZZ, van respectievelijk de Knolweg 1001, 1003 en 1002 in Stitswerd. Die huisnummers komen echter aan die weg niet voor.
Een postcode waarvan het laatste cijfer een 0 is, is bijna altijd van een postbus. Uitzonderingen hierop zijn 1060 voor Osdorp, 7610 in Almelo en 7910 in Nieuweroord. Het omgekeerde gaat niet op: De postcode van een postbus kan elk eindcijfer hebben.
Bibliografie
Antoon van der Pijll, 2016: Het wonderbaarlijke verhaal van de postcode / Hoe de postcode in Nederland 40 jaar werd
Zie ook
Postcodes in Nederland
Postnummers in België
Postcodereeksen
Externe links
PostNL Postcodezoeker
BPost Postcodezoeker
1
|
Postcodes in Ierland
Bij de invoering van postcodes in Ierland in de jaren negentig was de OCR-techniek al zo vergevorderd, dat postcodes niet meer nodig waren. De software was inmiddels in staat om het volledige adres te lezen. Desondanks zijn in Ierland postcodes ingevoerd, omdat ze nuttig zijn voor andere organisaties dan de posterijen. Vanaf begin 2015 krijgen de 2,2 miljoen huishoudens in Ierland een uniek nummer van zeven karakters, de zogenoemde Eircode, dat bijvoorbeeld wordt gebruikt door de Ierse Belastingdienst.
| 4 |
geografische regio, postcodes, adresgebied
|
1,729 |
WebSite
|
51786
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ministerie%20van%20Onderwijs%2C%20Cultuur%20en%20Wetenschap
|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
|
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is een Nederlands ministerie. Zoals de naam van het ministerie al aangeeft, heeft het drie grote beleidsterreinen: onderwijs, wetenschap (inclusief het hoger onderwijs) en cultuurbeleid (inclusief media). Daarnaast is het ministerie sinds 2012 verantwoordelijk voor het emancipatiebeleid.
Achtereenvolgende namen
1918-1965 Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OK&W)
1965-1994 Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (O&W)
1994-2003 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W)
2003-heden Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Doelstelling in eigen woorden
Volgens het ministerie wil OCW 'dat iedereen goed onderwijs volgt en zich voorbereidt op zelfstandigheid en verantwoordelijkheid'. Daarnaast moeten 'leraren hun werk kunnen doen'. Wat betreft cultuur wil het ministerie dat 'iedereen cultuur kan beleven' met als toevoeging dat ook 'kunstenaars hun werk kunnen doen'. Wat betreft wetenschap zegt het ministerie slechts te willen dat ook 'wetenschappers hun werk kunnen doen'. In de woorden van het ministerie is het samenvattend doel 'werken aan een slim, vaardig en creatief Nederland".
Cultuur
Cultuurbeleid
Tijdens het kabinet-Balkenende IV lag de nadruk op het stimuleren van 'excellentie'. In de kabinetsperiode 2003-2006 richtte Medy van der Laan zich op 'cultuur en economie', beleid dat zij samen met ambtsgenoot Laurens Jan Brinkhorst (D66) van Economische Zaken initieerde. In de kabinetsperiode 1998-2002 richtte Rick van der Ploeg (PvdA) zich op culturele diversiteit, in de kabinetsperiode 1994-1998 lag het accent onder Aad Nuis (D66) op 'cultuur en school', en in de periode 1989-1994 markeerde Hedy d'Ancona (PvdA) haar cultuurbeleid door het Deltaplan voor Cultuurbehoud.
Voor professionele ondersteuning in de culturele sector en als kennis- en informatiecentra waren er de sectorinstituten (voorheen genreinstituten), zoals het Theater Instituut Nederland en het Muziek Centrum Nederland, die beide eind 2012 zijn opgeheven.
Cultuurfondsen
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal fondsen opgericht die projectsubsidies uitkeren. Een fonds is een administratief orgaan; als bestuursorganen zijn fondsen instrumenten waarmee de overheid op afstand uitvoering geeft aan beleidsonderdelen. In Nederland zijn er zes cultuurfondsen (met bedragen voor rijkssubsidie anno 2010): Fonds Podiumkunsten (61 miljoen euro), Nederlands Filmfonds (35 miljoen), Mondriaan Fonds (27 miljoen), Fonds voor Cultuurparticipatie (18 miljoen), Nederlands Letterenfonds (10 miljoen), en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (2 miljoen).
Cultuurbudget
In 2010 besteedt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zo'n 900 miljoen euro aan cultuur, i.e. 0,8% van de rijksbegroting en 0,4% van de collectieve uitgaven. Circa 550 miljoen euro gaat ervan naar grote musea en orkesten, kunstinstellingen van structureel belang (basisinfrastructuur) en cultuurfondsen.
Onderwijs
Het ministerie is verantwoordelijk voor het gehele onderwijs: het primair, het voortgezet en het hoger onderwijs inclusief het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, en inclusief het agrarisch onderwijs of 'groen onderwijs', dat eerder viel onder het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de voorgangers daarvan. Ook studiefinanciering is beleidsterrein.
Wetenschap
Het ministerie is verantwoordelijk voor het Nederlandse onderzoek en het wetenschapsbeleid, exclusief het op innovatie gerichte onderzoek dat onder het ministerie van Economische Zaken valt.
Organisatie
Het ministerie heeft drie directoraten-generaal met onderliggende directies:
Hoger onderwijs, beroeps- en volwasseneneducatie, wetenschap en emancipatiebeleid (DGHBWE)
Hoger onderwijs
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Wetenschapsbeleid
Studiefinancieringsbeleid
Emancipatie
Primair en voortgezet onderwijs (DGPV)
Primair onderwijs
Voortgezet onderwijs
Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Voortijdig schoolverlaten
Cultuur en media (DGCM)
Media, letteren en bibliotheken
Cultureel erfgoed
Kunsten
Tevens is er een aantal uitvoerende diensten en raden, zoals:
Dienst Uitvoering Onderwijs
Inspectie van het Onderwijs (Nederland)
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed
Nationaal Archief
Onderwijsraad
Platform Bètatechniek
Raad voor Cultuur
College van Examens
Geschiedenis
De voorganger van dit ministerie, het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKW), is in 1918 ingesteld.
Tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog werd de naam van het departement door de bezetter gewijzigd in Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming (OWK), en was er vanaf november 1940 ook een Departement van Volksvoorlichting en Kunsten.
'Kunsten' ging in 1965 over naar CRM maar werd in 1994 weer als 'Cultuur' toegevoegd.
In 1984 verhuisde het ministerie naar een nieuw pand in Zoetermeer.
Sinds 1 oktober 2003 is de naam van het ministerie 'Onderwijs, Cultuur en Wetenschap' (dit was 'Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen''').
Het ministerie is sinds 2003 gevestigd in de Hoftoren in Den Haag. Uitvoeringsinstantie Centrale Financiën Instellingen (CFI) bleef in Zoetermeer gevestigd.
1 januari 2010 werden de Informatiseringsbank (IB-Groep) en Centrale Financiën Instellingen samengevoegd tot Dienst Uitvoering Onderwijs.
Sinds het aantreden van het kabinet-Rutte III per 26 oktober 2017 viel ook het agrarisch onderwijs onder het ministerie.
Zie ook
Lijst van Nederlandse ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Lijst van Nederlandse staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Externe links
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (eigen website van het ministerie)
Parlement.com over het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Parlementair Documentatie Centrum
Literatuur
Knippenberg, H. en W. van der Ham, Een bron van aanhoudende zorg. 75 jaar ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen 1918-1993 (Assen 1993).
Kuyvenhoven, Fransje, De Staat koopt kunst. De geschiedenis van de collectie 20ste-eeuwst kunst van het ministerie van OCW 1932-1992'', Amsterdam/Leiden 2007
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderwijs in Nederland
|
Zie ook
Lijst van Nederlandse ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Lijst van Nederlandse staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Externe links
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (eigen website van het ministerie)
Parlement.com over het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Parlementair Documentatie Centrum
| 1 |
website, webpaginas, webdomein
|
10,181 |
EventReservation
|
25063
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Thalys
|
Thalys
|
|}
Thalys was tot en met september 2023 de merknaam van een netwerk van treindiensten op het hogesnelheidsnetwerk tussen Frankrijk, België, Nederland en Duitsland, die na die datum verdergaan onder de merknaam Eurostar. Deze treindiensten werden uitgebaat door de zusterbedrijven Thalys International en THI Factory, die vanaf april 2022 deel uitmaakten van het fusiebedrijf Eurostar Group. Om onderscheid te maken met de originele Eurostar-diensten worden de ex-Thalys-diensten en treinen na de fusie Eurostar Red genoemd.
Geschiedenis
Sinds 1924 bestond er een internationale spoorverbinding Parijs – Brussel en Amsterdam, de Étoile du Nord.
In 1987 werd besloten een hogesnelheidslijn tussen Parijs, Brussel, Keulen en Amsterdam te bouwen. Op 28 januari 1993 tekenden de Franse spoorwegmaatschappij SNCF, de Belgische NMBS, de Nederlandse NS en de Duitse Deutsche Bundesbahn (die in 1994 op zou gaan in de DB) een overeenkomst om deze verbindingen gezamenlijk te exploiteren onder het merk Thalys. In mei 1995 werd Westrail International opgericht, als afdeling van de SNCF en NMBS. De exploitatie ging plaats vinden door deze twee bedrijven en de NS en DB.
Treindiensten vanaf 1996
De eerste Thalys-trein reed op 2 juni 1996 tussen Parijs Gare du Nord, Brussel – Amsterdam. Deze reed via de LGV Nord en het eerste deel van de HSL 1 (tot Antoing), de rest van de verbinding ging via klassieke spoorlijnen. Vanaf Parijs duurde de rit 1 h 58 tot Brussel en 4 h 47 tot Amsterdam.
Op 14 december 1997 werd de HSL 1 over de gehele route geopend, waarmee het de rijtijd tussen Parijs en Brussel tot 1 h 25 werd gereduceerd. Ook werd het netwerk van Thalys aanzienlijk uitgebreid. Zo werden er in België verbindingen gestart naar onder andere Brugge, Gent en Oostende, en Bergen, Charleroi, Namen en Luik. Bovendien werd er een nieuwe dienst geïntroduceerd naar Aken en Keulen.
Sinds juli 2008 rijdt er maandelijks een directe Thalys Brussel – Straatsburg, voor als het Europees Parlement zitting heeft in Straatsburg. Deze is gereserveerd voor Europarlementariers en niet toegankelijk voor andere reizigers.
Vanaf eind 2009
Door ingebruikname van nieuwe hsl-trajecten tussen Luik en Aken en tussen Antwerpen, Rotterdam en Schiphol werd de reistijd vanaf december 2009 sterk verkort. De verbinding met Station Den Haag HS kwam hiermee te vervallen. De reistijd van Brussel-Zuid naar Amsterdam Centraal is sindsdien iets minder dan 2 uur. Op 30 oktober 2011 startte een dagelijkse verbinding tussen Parijs, Brussel en Brussels Airport-Zaventem, in samenwerking met Brussels Airlines en Jet Airways. Door een te lage vraag is deze trein vanaf 2015 afgeschaft. Aan het einde van de zomer van 2014 was deze al tot een zomerse verbinding ingekort. Van 12 april 2014 tot maart 2019 zette Thalys dagelijkse rechtstreekse treinen in tussen Lille Europe en Amsterdam. Ook deze verbinding werd geschrapt wegens een te lage bezetting.
In juni 2012 werd de Spoorlijn 25N tussen Mechelen en Brussel geopend. De Thalys maakt hier ook gebruik van, hierdoor kon de reistijd tussen Antwerpen en Brussel nogmaals verkort worden.
In 2014 werd het aantal treinen op het traject tussen Amsterdam en Brussel verhoogd, na het stoppen van de Fyra. In april 2015 werden de twee weinig rendabele verbindingen tussen Parijs en Luik (via Bergen, Charleroi en Namen) enerzijds en Oostende (via Gent en Brugge) anderzijds opgeheven.
In april 2016 startte Thalys met een low-cost-dochteronderneming IZY, die dagelijks twee retourritten Brussel – Parijs reed, met treinstellen in een speciale kleurstelling. Tussen Parijs een Arras reden deze over de klassieke spoorlijn, om vervolgens ter hoogte van Lille over te gaan op de HSL 1 naar Brussel.
In 2019 startte Thalys met een rechtstreekse verbinding tussen Amsterdam en Aéroport de Paris-Charles de Gaulle en Marne la Vallée-Chessy (Disneyland Paris). Tevens werd het netwerk uitgebreid met een nieuwe zomerbestemming vanuit Brussel, namelijk Bordeaux. De verbinding met Bordeaux is in 2020 niet meer teruggekeerd vanwege de Coronapandemie. De verbinding naar Charles de Gaulle en Marne la Vallée werd nog wel aangeboden, maar deze reed niet meer na 29 augustus 2021
Als gevolg van de coronacrisis is in 2020 het aantal passagiers met 67 procent gedaald. In 2019 waren er nog 7,8 miljoen treinreizigers, in 2020 was dit gedaald tot 2,5 miljoen. In maart 2020 werd het aantal treinen met een kwart verminderd. Enkele weken later was er nog één retourrit per dag tussen Amsterdam en Parijs, de ritten naar Duitsland werden geheel geschrapt. Vanaf half december 2020 reed nog slechts 15 procent van de Thalys-treinen. De inkomsten zijn in 2020 met 70 procent gedaald t.o.v. 2019. In juni 2021 reden tussen Amsterdam en Parijs vier Thalys-treinen per dag. Sinds begin 2022 is de dienstregeling weer vrijwel volledig hersteld, alleen de ritten naar Charles de Gaulle en Marne la Vallée en Bordeaux worden nog niet aangeboden.
Fusie met Eurostar
In september 2019 hebben SNCF, NMBS en Patina Rail een mogelijke fusie aangekondigd tussen Thalys en Eurostar. Het fusieproject kreeg de naam "Green Speed". In oktober 2021 werd bekend dat Thalys medio 2024 Eurostar gaat heten, net als de trein naar Londen. De ondernemingen achter de treinen pakken hun eerdere fusieplannen namelijk weer op.
In februari 2022 werd Thalys International overgenomen door THI Factory en in april 2022 werd THI Factory, samen met Eurostar International Limited overgenomen door de nieuwe holding Eurostar Group.
Op 24 januari 2023 werd bekendgemaakt dat de naam Thalys nog dat jaar ging verdwijnen en dat alle treinen onder de naam Eurostar gingen rijden.
Op 29 september 2023 werden de eigen website en app van Thalys stopgezet, en vervangen door de nieuwe, gemeenschappelijke versies onder de naam Eurostar. Sinds 1 oktober rijden alle treinen onder de naam Eurostar. De diensten en voorwaarden bleven grotendeels dezelfde, en er bleef dus een onderscheid tussen de ex-Thalyslijnen en de lijnen van en naar Londen. Er is sindsdien wel een nieuw gemeenschappelijk loyalty-programma: Club Eurostar.
Juridische status
Juridisch bestond Thalys uit twee bedrijven:
Thalys International (juridisch Westrail International SRCL geheten), een joint venture van SNCF (70% eigendom) en NMBS (30% eigendom), met NS als 'strategische partner' zonder aandeel in het bedrijf. Voorheen had ook DB een aandeel binnen Thalys International, de verhoudingen waren als volgt: SNCF (62%), NMBS (28%) en DB (10%). Het bedrijf is een Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht.
THI Factory is het bedrijf dat het materieel beheert en de treindiensten zelf als vergunninghouder uitvoert in Frankrijk en België. Deze spoorwegonderneming is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, gevestigd in Brussel, voor 60% eigendom van SNCF en voor 40% van NMBS.
In Nederland worden de treindiensten uitgevoerd door NS International onder de Hoofdrailnet/HSL-concessie en in het kader van akkoorden met Thalys International als managementbedrijf. Daartoe heeft NS International op 7 mei 1993 het bedrijf zonder activiteit Autobusdienstonderneming Salland hernoemd tot in N.V. Hogesnelheidstrein Vervoers Exploitatie Maatschappij te Utrecht, en op 26 juli 1999 in Thalys Nederland N.V. In Duitsland worden de treindiensten gereden onder de vlag van Keolis Duitsland.
Lijnvoering
Thalys exploiteert diverse verbindingen in Frankrijk, België, Nederland en Duitsland. De volgende diensten rijden iedere dag:
Tussen Brussel en Parijs wordt over het algemeen een uurdienst geboden, en op sommige tijden een halfuurdienst. In de dienstregeling 2016 wordt tussen Amsterdam en Brussel over het algemeen ook een uurdienst geboden, op sommige momenten (met name in het weekend) zijn er echter intervallen van twee uur. Tussen Brussel en Keulen rijdt zowel een Thalys (soms richting Dortmund) als een Duitse ICE (richting Frankfurt am Main). De dienstregeling van beide treinen is op elkaar afgestemd waardoor ook hier over het algemeen een uurdienst aangeboden wordt.
Seizoenslijnen
Naast de reguliere diensten worden twee vakantiediensten geboden, de Zon-Thalys en de Ski-Thalys. Beide verbindingen rijden alleen op zaterdag, de Zon-Thalys in juli en augustus, de Ski-Thalys van de kerstvakantie t/m de voorjaarsvakantie.
Andere lijnen
Thalys verzorgt één keer per maand een speciale trein voor leden van het Europees Parlement, tussen Brussel en Straatsburg. Deze trein is niet toegankelijk voor andere reizigers. Op de LGV Est haalt deze trein een snelheid van 320 km/h, die op het reguliere Thalys-netwerk niet gehaald wordt.
Budget-Thalys: IZY
Tussen 3 april 2016 en juli 2022 had Thalys een goedkoper submerk: de IZY tussen Brussel en Parijs. Deze speciale Thalys gebruikte in Frankrijk grotendeels de klassieke spoorlijn, waardoor dure rijpaden vermeden werden. De reistijd was gemiddeld 2 uur 15 minuten. Deze trein was alleen online te boeken. Deze formule toonde veel gelijkenissen met de iDTGV-treinen in Frankrijk.
Op 10 juli 2022 stopte Thalys met de IZY-treindienst.
Materieel
Voor de Thalysritten wordt gebruikgemaakt van aparte treinstellen in bordeauxrode met zilvergrijze kleurstelling. De treinstellen zijn afgeleid van de Franse TGV-stellen.
Er zijn twee typen treinstellen:
De PBA-stellen (Parijs-Brussel-Amsterdam) zijn eigendom van de SNCF (genummerd 4532-4540), en zijn geschikt voor het Franse, Belgische, en Nederlandse spoornet.
De PBKA-stellen (Parijs-Brussel-Keulen-Amsterdam) zijn eigendom van NMBS (genummerd 4301-4307), DB (4321-4322), NS (4331-4332) en SNCF (4341-4346). De motorwagens hiervan zijn van een ander type en zijn in tegenstelling tot de PBA ook geschikt voor het rijden over het Duitse spoornet.
De Thalys haalt snelheden tot 300 km/h en legt het traject van Amsterdam naar Parijs af in 3 uur en 18 minuten.
Thalys was de eerste treindienst met een internetverbinding via wifi. De wifi was eerst gratis in de eerste klasse, later ook in de tweede klasse. Op het traject Parijs – Brussel is er volledige dekking, op de andere routes slechts gedeeltelijk. De transmissie buiten de trein verloopt via een satellietverbinding, die in tunnels en overdekte zones wordt overgenomen door lokale UMTS- en GPRS-netwerken. De radome met daaronder de gemotoriseerde satellietantenne is goed zichtbaar op de trein. De eerste tests met dit systeem vonden plaats in 2004 en sinds 2008 is het volledig operationeel.
Vernieuwd interieur en livrei
Het materieel is vanaf 2009 een eerste maal gerenoveerd. Uit onderzoek bleek dat de bordeauxrode kleur onlosmakelijk verbonden is met de Thalys, het interieur werd hieraan aangepast. Aan de buitenkant is een zilvergrijze band gekomen die doorloopt tot het logo op de neus. De techniek van de treinstellen is niet veranderd.
Ruby
Tussen 2021 en 2024 worden de PBKA-treinstellen vernieuwd (project Ruby). Er is daarna plaats voor meer bagage en voor twee fietsen.
Speciale uitvoeringen
Naast het reguliere rood-grijze uiterlijk kregen treinstellen ter gelegenheid van speciale gebeurtenissen een speciale bestickering.
In 2006 reed de Thalys Paris – Brussel – Amsterdam rond met een wit-rode sticker van de toenmalige Fortisbank. In datzelfde jaar kleurde een trein oranje en in de kleuren van de Nederlandse vlag. Dit treinstel werd speciaal aangepast voor het ophalen van de Nederlandse Olympische ploeg van de Winterspelen in het Italiaanse Turijn.
In 2007 kreeg het stel een sticker met de EU-vlag en de slogans "Together Since 1957" en "Ensemble Since 1957", verwijzend naar het vijftigjarig bestaan van de Europese Unie. Midden 2009 kreeg de Thalys een blauwe bestickering ter ere van het Musée Magritte Museum in Brussel. In augustus 2009 zette Thalys de verbinding van Parijs naar Keulen en Amsterdam in de schijnwerpers door aan zes graffiti-artiesten de kans te geven in 3 uur en 15 minuten een rijtuig te voorzien van hun kunsten.
In 2010 kleurde het eerste stel lichtblauw en het tweede helemaal geel in het teken van de Ronde van Frankrijk die in Rotterdam dat jaar vertrok. Op 22 september 2011 vertrok regisseur Steven Spielberg na de première van de Kuifjefilm The Adventures of Tintin: Secret of the Unicorn per Thalys richting Paris-Nord met de 'Tintin Thalys' om daar de film voor te stellen. Ook voor de huldiging van de Nederlandse winnaars van de Olympische Spelen in 2012 in Londen was er een Thalys in een ander jasje gestoken. Hierbij waren op één rijtuig van de Thalys stickers met medailles die de namen van de winnaars droegen aangebracht. Deze werden na afloop van de speciale rit naar 's-Hertogenbosch weer verwijderd. Begin 2013 werd treinstel 4322 uitgedost in "Jean-Paul Gaultier"-decoratie, naar aanleiding van een tentoonstelling van Jean-Paul Gaultier in de Kunsthal Rotterdam.
In 2019 heeft Disney een trein laten voorzien met Disneys sprookjesfiguren. Dit gebeurde ter gelegenheid van de nieuwe directe treinverbinding tussen station Amsterdam Centraal en station Marne-la-Vallée. De eerste feestelijke rit vond plaats op 31 maart 2019, waarbij de trein feestelijk werd onthaald door een fanfareband en Disneyhelden. Bertrand Gosselin, toenmalig CEO van Thalys, en Isabelle Willemsens, Country Director Benelux Walt Disney Parks & Resorts, vierden samen de eerste Thalys-rit.
Tariefstructuur
Thalys maakt gebruik van een eigen tariefstructuur en vooraf reserveren is verplicht. De Thalys kan in Duitsland en België worden gebruikt voor binnenlandse reizen. In België door een apart Thalysticket te kopen waarvan de prijs aanzienlijk hoger ligt dan de normale treintickets, in Duitsland op vertoon van een ICE-ticket (Aken – Keulen heen en terug, of verder) met zitplaatsreservering (de reservering voor een aansluitende ICE- of IC-trein is in dit geval niet gratis). Sinds de ingebruikname van de hogesnelheidslijn in Nederland kan de Thalys gebruikt worden voor een reis tussen Amsterdam en Rotterdam. Andere plaatsbewijzen zijn in het geheel niet geldig, zelfs niet met betaling van een toeslag. Hetzelfde geldt voor het Nederlandse traject van een internationale reis.
De tariefstructuur van Thalys lijkt op de structuur zoals die wordt gebruikt in de luchtvaart: hoe eerder wordt geboekt en hoe restrictiever het ticket is, des te lager is de prijs. Flexibele tickets (Flex) zijn het duurst. Er zijn semi-flexibele tickets (maximaal één keer in te wisselen voor een andere rit tot de dag voorafgaand aan het vertrek en te boeken tot uiterlijk twee weken voor vertrek), de zogenaamde Semi-Flex-tickets. Fixed-tickets (No Flex) zijn tot uiterlijk twee weken voor vertrek te boeken en kunnen niet ingewisseld of gerestitueerd worden, daarentegen zijn die tickets ook verkrijgbaar voor de 1e klas (Comfort 1). Voor senioren, jongeren tot en met 26 jaar, kinderen en ouders met kinderen bestaan reductiemogelijkheden die onbeperkt verkrijgbaar zijn. Vanaf 2011 kan er in comfort 1 de Salon afgehuurd worden; een "vergaderruimte" aan de voor- of achterzijde van de trein. De prijs hiervoor bedraagt ongeveer viermaal het Hi-Lifetarief, vermeerderd met een toeslag. De Salon kan door een gezelschap van 2 tot 4 reizigers gebruikt worden.
Reizigersontwikkelingen
Voor de ingebruikname van Thalys werden er jaarlijks 400.000 treinreizen gemaakt tussen Nederland en Parijs. Na een jaar Thalys was het aantal reizen gestegen tot 600.000, een stijging van 50%. De jaren erna is het aantal vervoerde reizigers vrijwel elk jaar gestegen. Deze ontwikkelingen hebben onder meer de volgende oorzaken:
Uitbreiding van het aantal ritten (in 1996 reden er vier Thalystreinen per dag van Amsterdam naar Parijs, in 2011 tien per dag en in 2015 waren dat er elf)
Uitbreiding van bestemmingen (Essen), Keulen, Aken, Luik, Oostende en de speciale Thalys naar de Franse zuidkust, Marseille en de sneeuw: Bourg-Saint-Maurice
Verlaging van de reistijd (Amsterdam – Parijs in 1996: 4.47 uur; in 2011: 3.18 uur)
In 2015 bedroeg de omzet 487,5 miljoen euro, waarvan meer dan de helft uit de verbinding Brussel – Parijs werd gehaald.
Alle cijfers in miljoenen. Omzet in euro.
Gebruik Thalys op trajectdeel ten noorden van Antwerpen
Er zijn ook openbare statistieken over het aantal reizigers die gebruikmaken van Thalys op het overwegend Nederlandse deel van het Thalysnetwerk, dus tussen Amsterdam en de Nederlands-Belgische grens.
Alle cijfers in duizendtallen.
Incidenten
Ongeval
Op 11 oktober 2008 botsten een omgeleide Thalys en een intercity bij het station Gouda tegen elkaar, de treinstellen raakten beschadigd, maar er vielen geen gewonden.
Mislukte aanslag
Op 21 augustus 2015 loste een man, de 26-jarige Ayoub El Khazzani, enkele schoten in de Thalys van Amsterdam naar Parijs ter hoogte van Oignies. Hij was gewapend met een kalasjnikov, een pistool en een mes. Vier passagiers, een Brit, twee Amerikaanse militairen en een Amerikaanse student, wisten hem te overmeesteren. President François Hollande verleende hen later de Légion d'Honneur. Een van de militairen raakte tijdens de overmeestering gewond door messteken, een vijfde passagier werd getroffen door een verdwaalde kogel. De Franse acteur Jean-Hugues Anglade verwondde zich licht bij het inslaan van een ruitje van een alarmknop. De trein werd omgeleid naar Arras, waar de schutter aan de politie werd overgedragen. De politie hield rekening met terroristische motieven.
Galerij
|
Tariefstructuur
Thalys maakt gebruik van een eigen tariefstructuur en vooraf reserveren is verplicht. De Thalys kan in Duitsland en België worden gebruikt voor binnenlandse reizen. In België door een apart Thalysticket te kopen waarvan de prijs aanzienlijk hoger ligt dan de normale treintickets, in Duitsland op vertoon van een ICE-ticket (Aken – Keulen heen en terug, of verder) met zitplaatsreservering (de reservering voor een aansluitende ICE- of IC-trein is in dit geval niet gratis). Sinds de ingebruikname van de hogesnelheidslijn in Nederland kan de Thalys gebruikt worden voor een reis tussen Amsterdam en Rotterdam. Andere plaatsbewijzen zijn in het geheel niet geldig, zelfs niet met betaling van een toeslag. Hetzelfde geldt voor het Nederlandse traject van een internationale reis.
| 1 |
evenementboeking, toegangsreservering, plaatsreservering
|
10,011 |
AuthorizeAction
|
4103141
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Venlo%20Eindhoven%20Zweefvliegclub
|
Venlo Eindhoven Zweefvliegclub
|
De Venlo Eindhoven Zweefvlieg Club (VEZC) is een zweefvliegclub in de Nederlandse plaats Venlo.
Geschiedenis
De club is opgericht op 6 juli 1932 als de Venlosche Aeroclub, nadat de Duitse constructeur en deskundige Alexander Lippisch in april van dat jaar voor de vereniging Techniek en Ambacht een lezing had gehouden over "zeilvliegen". Drie jaar later werd de naam veranderd in de "Venlose Zweefvliegclub". Er werd door leden zelf een zweefvliegtuig gebouwd met een spanwijdte van 6 meter, dat tegen het einde van 1933 klaar was. Dit model staat nu nog steeds bekend als de Erster Schul Gleiter. Drie jaar later keurde de Rijksluchtvaartdienst het toestel goed voor vluchten. In 1937 bouwde men de eerste trommellier, met gebruik van een tweedehands automotor.
De club wilde vliegen vanaf de Groote Heide, maar kreeg daarvoor aanvankelijk geen toestemming van het Ministerie van Oorlog. Uiteindelijk vond men, na eerst vanuit Swalmen te hebben gevlogen, een geschikt terrein bij de Wellsche Hut in de gemeente Bergen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de vereniging geen toestemming om te vliegen, maar in 1946 kreeg de VZC toestemming om een gedeelte van de voormalige Vliegbasis Venlo-Herongen, op de Groote Heide, te gebruiken. Een van de uit de oorlogstijd stammende hangars werd omgebouwd tot clubhangar. In 1967 werd het eerste clublokaal in gebruik genomen. In 1978 werd VZC-lid Baer Selen Jr. als eerste Nederlander ooit op 23-jarige leeftijd wereldkampioen zweefvliegen. In 1979 stortte de hangar na hevige sneeuwval in en werd een nieuwe hangar gebouwd. Tijdens het 50-jarige bestaan in 1982 werd een werkplaats en een nieuw clublokaal gerealiseerd.
In maart 2015 werd bekend dat de Eindhovense Aeroclub (EACzc) overwoog te gaan samenwerken of fuseren met de Venlose zweefvliegclub. Deze vereniging was gedwongen te verhuizen omdat Eindhoven Airport te druk was geworden met de burgerluchtvaart.
Materieel
De vloot van de VEZC bestaat heden uit twaalf toestellen:
Varia
Direct ten noorden van het terrein bevindt zich Modelvliegclub Jupiter.
Zie ook
Vliegbasis Venlo-Herongen
Groote Heide
Lijst van vliegvelden in Nederland
Eindhovense Aero Club/ KLU zc
Externe links
Website VEZC
Luchtvaartregister met omschrijving vloot VZC
Nederlandse zweefvliegclub
Sportvereniging in Venlo
|
De club wilde vliegen vanaf de Groote Heide, maar kreeg daarvoor aanvankelijk geen toestemming van het Ministerie van Oorlog. Uiteindelijk vond men, na eerst vanuit Swalmen te hebben gevlogen, een geschikt terrein bij de Wellsche Hut in de gemeente Bergen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de vereniging geen toestemming om te vliegen, maar in 1946 kreeg de VZC toestemming om een gedeelte van de voormalige Vliegbasis Venlo-Herongen, op de Groote Heide, te gebruiken. Een van de uit de oorlogstijd stammende hangars werd omgebouwd tot clubhangar. In 1967 werd het eerste clublokaal in gebruik genomen. In 1978 werd VZC-lid Baer Selen Jr. als eerste Nederlander ooit op 23-jarige leeftijd wereldkampioen zweefvliegen. In 1979 stortte de hangar na hevige sneeuwval in en werd een nieuwe hangar gebouwd. Tijdens het 50-jarige bestaan in 1982 werd een werkplaats en een nieuw clublokaal gerealiseerd.
| 3 |
machtiging, toestemming, autorisatie
|
2,465 |
Distillery
|
545576
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijke%20Nederlandsche%20Gist-%20en%20Spiritusfabriek
|
Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek
|
Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek was een Nederlands chemie- en farmaceutisch bedrijf, gevestigd in Delft, in de provincie Zuid-Holland.
Historie
De Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek is in 1869 in Delft opgericht als naamloze vennootschap. Grondlegger is de aan de Polytechnische School te Delft afgestudeerde technoloog Jacques van Marken samen met zijn vrouw Agneta Matthes. Het bedrijf vervaardigde, zoals de naam al aangeeft, gist (gebruikt in de broodbakkerijen) en brandspiritus.
Het productieproces was door Van Marken in 1875 als volgt omschreven. De benodigde grondstoffen zijn mais, rogge en gerst. Voordat de granen gemalen worden, wordt de gerst eerst nog gemout. Dat wil zeggen dat de gerst geweekt wordt en enkele dagen op een stenen vloer wordt gelegd zodat het kan ontkiemen. De gerst wordt na deze bewerking mout genoemd. Om verdere ontkieming te stoppen wordt het product gedroogd. Hierna worden de granen en het mout door de molenaar met de stoommolen gemalen. Het meel wordt vermengd met water en verwarmd tot een pap. De vloeistof gaat vervolgens in een gistingskuip. Door de enzymen in de mout wordt het zetmeel omgezet in suikers. Aan de suikerhoudende vloeistof wordt nu een kleine hoeveelheid gist toegevoegd. Dit is een schimmel dat in het suikerbad ontzettend snel groeit. De gist komt als een melkachtig wit schuim boven drijven en moet steeds door de werkman afgeschept worden met de schuimlepel. Door de groei van het gist wordt de suiker omgezet in alcohol, of spiritus en koolzuurgas. Het koolzuurgas stijgt naar de oppervlakte en vervliegt. Nadat het gistingsproces afgelopen is bevat de vloeistof een kleine hoeveelheid alcohol. Door de vloeistof tot de juiste temperatuur op te warmen, verdampt de alcohol en kan het met gekoelde buizen opgevangen worden. Na de destillatie blijft er een bruingele brijachtige massa over die verkocht wordt als veevoer.
In de begintijd was de belangrijkste klant de Haagsche Broodfabriek. Het bedrijf maakte een voorspoedige groei door en nam diverse verwante bedrijven over, terwijl Van Marken ook nieuwe ondernemingen startte. Zo werd in 1897 een filiaalbedrijf in Brugge opgericht. In 1904 werd het exportbedrijf van de Nederlandsche Stoombranderij en Distilleerderij v/h E. Kiderlen in Delfshaven gekocht. In Schiedam verwierf de onderneming Boll & Dunlop's Distilleerderij NV, die in 1924 werd samengevoegd met het bedrijf te Delfshaven en gezamenlijk te Schiedam werd voortgezet als Royal Netherlands Distilleries.
De onderneming verwierf een groot deel van de binnenlandse gist- en spiritusmarkt. Voor de spiritus werd een kartel gesloten met de Spiritusfabriek in Bergen op Zoom en werd een gezamenlijk verkoopkantoor in Delft opgericht.
Van Marken
De grondlegger Van Marken drukte een belangrijk stempel op het bedrijf en de interne organisatie. Als verlicht ondernemer streefde hij naar een sociaal ondernemerschap: "De fabriek voor allen, allen voor de fabriek!". Dat betekende onder meer concreet: een winstaandeel voor de arbeiders, een pensioenfonds en een medezeggenschapsorgaan met de naam 'De Kern', het eerste in zijn soort in Nederland (1878). Ook het personeelsorgaan onder de titel 'De Fabrieksbode' is het eerste bedrijfstijdschrift dat in Nederland werd uitgegeven. Daarnaast gingen de Van Markens via een aparte stichting over tot het bouwen van een aparte woonwijk voor henzelf en hun 'mede'arbeiders, het naar mevrouw Van Marken genoemde Agnetapark, gelegen op het fabrieksterrein.
In 1906 stierf Jacques van Marken, een jaar voordat een nieuw hoofdkantoor werd geopend, ontworpen in de Um 1800-stijl door Karel Muller en Bastiaan Schelling. In de periode 1920 tot 1930 werden 27 nieuwe fabrieken in Delft opgetrokken. In 1926 verwierf men vrijwel alle aandelen van de Rheinische Presshefe und Spiritwerke GmbH te Monheim en in 1930 kwam een derde buitenlandse productievestiging tot stand te Cruz Quebrada Portugal. In 1932 werd de basis van de onderneming verbreed door de productie van oplosmiddelen verkregen op basis van gistingstechnologie, die onder meer toepassing vonden in de lak- en verfindustrie. Al eerder, in de jaren twintig, werd uit gerectificeerde spiritus zwavelaether voor technische en farmaceutische doeleinden gemaakt, waaronder ook narcose-ether. Een belangrijk bij- of afvalproduct was de droge spoeling die als veevoer verkocht werd.
Na 1945
Het bedrijf ontwikkelde zich na de oorlog verder. Ter gelegenheid van het tachtigjarig bestaan, in 1950, verkreeg het bedrijf het predicaat Koninklijk. Begin jaren vijftig waren ook diverse andere distilleerderijen en slijterijen in eigendom bij de onderneming, zoals De Vlijt te Sappemeer, Rijnbende te Schiedam en Brussel, Roebroeck Dubois te Maastricht en de Moutwijnfabriek Hollandia te Schiedam, naast o.a. de NV Leidsche Apparatenfabriek. Het Delftse hoofdbedrijf - waar in 1954 1741 personen werkten - kreeg een nieuwe afdeling waar antibiotica (o.a. penicilline) en aanverwante producten werden vervaardigd, wat een commercieel succes bleek te zijn. In 1965 won het bedrijf de Henri Sijthoff-prijs.
In 1968 fuseerde de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek met Brocades tot de Koninklijke Gist-Brocades NV. In 1998 werd de Koninklijke Gist-Brocades NV overgenomen door de chemiemultinational DSM. Het predicaat 'Koninklijk' kwam hierdoor te vervallen.
Bron
, (1971) :Loon naar werken : enkele sociale aspecten van het werk van J.C. van Marken, Kluwer, Deventer
Externe link
www.dsm.com
Nederlands chemiebedrijf
Farmaceutisch bedrijf
Voormalig Nederlands bedrijf
DSM
Economie in Delft
Um 1800 bouwwerk
|
In de begintijd was de belangrijkste klant de Haagsche Broodfabriek. Het bedrijf maakte een voorspoedige groei door en nam diverse verwante bedrijven over, terwijl Van Marken ook nieuwe ondernemingen startte. Zo werd in 1897 een filiaalbedrijf in Brugge opgericht. In 1904 werd het exportbedrijf van de Nederlandsche Stoombranderij en Distilleerderij v/h E. Kiderlen in Delfshaven gekocht. In Schiedam verwierf de onderneming Boll & Dunlop's Distilleerderij NV, die in 1924 werd samengevoegd met het bedrijf te Delfshaven en gezamenlijk te Schiedam werd voortgezet als Royal Netherlands Distilleries.
| 2 |
distilleerderij, stokerij, alcoholproductie
|
8,005 |
SportsActivityLocation
|
5383346
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hellashal
|
Hellashal
|
De Hellashal of wel Sporthal Hellas is een sportaccommodatie in het Zuid-Hollandse Den Haag. De Hellashal is in 1983 gebouwd. De hal heeft een grote als een kleine sporthal te beschikking.
Gebruikers
De hal wordt gebruik door de plaatselijke handbalvereniging Hellas. HALO, de opleiding voor leraren lichamelijke opvoeding van de De Haagse Hogeschool, maakt ook gebruik van de Hellashal.
Tribune
En van de tribunes in de Hellashal is vernoemd naar clubicoon Jan Alma. Alma is van 1954 tot 1979 onafgebroken hoofdcoach geweest van zowel het eerst heren- als het eerste dames team geweest.
Externe link
denhaag.com, Sporthal Hellas
Sportaccommodatie in Den Haag
Bouwwerk in Den Haag
|
De Hellashal of wel Sporthal Hellas is een sportaccommodatie in het Zuid-Hollandse Den Haag. De Hellashal is in 1983 gebouwd. De hal heeft een grote als een kleine sporthal te beschikking.
| 1 |
sportlocatie, sportveld, sportaccommodatie
|
853 |
InvestmentOrDeposit
|
364251
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Achtergestelde%20lening
|
Achtergestelde lening
|
Een achtergestelde lening is een krediet waarbij de kredietverstrekker in het geval van faillissement van de lener wordt achtergesteld in zijn positie als schuldeiser: de achtergestelde schuldeiser komt in een faillissement in de volgorde van schuldeisers dus achter de concurrente ('gewone') schuldeisers zoals de werknemers en de banken.
Achtergestelde leningen hebben wel voorrang op de aandeelhouders, vennoten of inbrengers. Achterstelling kan men bereiken door dit contractueel met elkaar af te spreken.
Door deze voorwaarden loopt de schuldeiser een hoger risico dat hij een deel van zijn verstrekte krediet niet terugbetaald krijgt. Om dit te compenseren wordt meestal een hoger rentepercentage vergoed. Soms is de rente zelfs winstafhankelijk. In Nederland hoeft de verstrekker van de lening, indien hij een particulier persoon is, zoals bij elk tegoed, over de ontvangen rente geen belasting te betalen. Wel wordt de verstrekte lening tot het box 3 vermogen gerekend, en belast indien het totale vermogen de vrijstelling te boven gaat.
Gebruik
Achtergestelde leningen kunnen er vaak voor zorgen dat een onderneming extra aantrekkelijk wordt voor andere partijen om geld te investeren aan een bedrijf. Wanneer de onderneming failliet gaat, vangen de achtergestelde schuldeisers de eerste klap op. De achtergestelde lening werkt hierdoor als een soort kussen. Daarbij is het een middel om vertrouwen te wekken bij bepaalde investeringstransacties. Een bank, investeringsmaatschappij of investeringsmanager die de transactie heeft opgezet en er zelf via een achtergestelde lening instapt laat hiermee zien dat het hem ook "menens" is.
Bedrijfswereld
Achtergestelde leningen worden in de praktijk uitsluitend verstrekt door en aan ondernemingen. Door de aard van de lening kan deze soms bij het eigen vermogen gerekend worden. Verstrekkers van achtergestelde leningen zijn vaak het moederbedrijf van de onderneming of grote banken, die het risico beter kunnen inschatten. Ook overheden verstrekken vaak achtergestelde leningen als een vorm van subsidie. Banken trekken zelf ook achtergestelde leningen aan als financieringsvorm. De reden is dat een achtergestelde lening deels tot het garantievermogen wordt gerekend zodat banken daarmee kunnen voldoen aan de tier 1 en tier 2 normen van "Basel". Vaak gaat het dan om eeuwigdurende achtergestelde obligaties (Engels: perpetuals). Er is geen aflossingsverplichting maar de emittent behoudt zich doorgaans het recht voor om op een toekomstig moment toch tot aflossing over te gaan. Daarvan wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt bij een daling van de rentestand, om goedkoper te herfinancieren.
Securisatietransacties
In securitisatietransacties komt achterstelling zeer veel voor. Er worden dan door de uitgever verschillende aan elkaar achtergestelde obligaties uitgegeven. Deze obligaties zijn niet zozeer achtergesteld in geval van faillissement (securitisatievehikels zijn immers in de regel "bankruptcy remote" of "faillissementsproof"), maar de achterstelling geldt met name bij iedere rente- en aflossingsbetaling die wordt gedaan. Zo ontstaat een ranglijst, ook wel "waterfall" genoemd. Een voorbeeld van een "waterfall" zou kunnen zijn:
Betaling vindt eerst plaats aan alle dienstverleners (trustkantoren, accountants, advocatenhonoraria)
Daarna aan de transactiepartijen voor hun transactie-gerelateerde diensten
Daarna aan de A-obligatieshouders
Daarna aan de B-obligatiehouders
En alles wat overblijft, hoe veel of weinig dat ook is, aan de (meest achtergestelde) C-obligatiehouders.
Zie ook
Achtergesteld deposito
Garantievermogen
Financiering
Krediet
Faillissement
|
Gebruik
Achtergestelde leningen kunnen er vaak voor zorgen dat een onderneming extra aantrekkelijk wordt voor andere partijen om geld te investeren aan een bedrijf. Wanneer de onderneming failliet gaat, vangen de achtergestelde schuldeisers de eerste klap op. De achtergestelde lening werkt hierdoor als een soort kussen. Daarbij is het een middel om vertrouwen te wekken bij bepaalde investeringstransacties. Een bank, investeringsmaatschappij of investeringsmanager die de transactie heeft opgezet en er zelf via een achtergestelde lening instapt laat hiermee zien dat het hem ook "menens" is.
| 3 |
investering, deposito, financieel product
|
829 |
House
|
804910
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20Schotel
|
Jan Schotel
|
Jan Schotel (Dordrecht, 21 januari 1845 - Rotterdam, 20 oktober 1912) was een Nederlands architect. Hij ontwierp ten minste zestien watertorens en was zowel technicus als bouwkundige.
Schotel leerde op jonge leeftijd het metselaarsvak van zijn vader Cornelis Johannes Schotel, op zijn veertiende schreef hij zich in bij de tekenschool. In 1871 trouwde hij met Anna Cornelia Schijff. Aanvankelijk was hij werkzaam als opzichter bij de Staatsspoorwegen, later werd hij architect-ingenieur te Rotterdam. Zijn jongere broer Johannes Cornelis Schotel (1860-1922) ontwierp tal van gebouwen in Dordrecht, onder meer een ensemble van dertien woonhuizen in de Adriaan van Bleijenburgstraat in Dordrecht. Deze woningen in overgangsstijl met invloed van de art nouveau hebben de status van rijksmonument.
Werken
Schotel heeft de volgende watertorens ontworpen:
Zie ook
Hendrik Sangster - Watertoren-architect
Lijst van Nederlandse architecten
Nederlands architect
|
Schotel leerde op jonge leeftijd het metselaarsvak van zijn vader Cornelis Johannes Schotel, op zijn veertiende schreef hij zich in bij de tekenschool. In 1871 trouwde hij met Anna Cornelia Schijff. Aanvankelijk was hij werkzaam als opzichter bij de Staatsspoorwegen, later werd hij architect-ingenieur te Rotterdam. Zijn jongere broer Johannes Cornelis Schotel (1860-1922) ontwierp tal van gebouwen in Dordrecht, onder meer een ensemble van dertien woonhuizen in de Adriaan van Bleijenburgstraat in Dordrecht. Deze woningen in overgangsstijl met invloed van de art nouveau hebben de status van rijksmonument.
| 1 |
huis, woning, woonhuis
|
2,350 |
Bakery
|
2761239
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Alfons%20De%20Groeve
|
Alfons De Groeve
|
Alfons De Groeve (Brugge, 20 oktober 1885 - 5 augustus 1945) was een Belgisch volksvertegenwoordiger, advocaat en uitgever.
Levensloop
De Groeve volbracht zijn middelbare studies aan het Sint-Lodewijkscollege in Brugge, waar hij actief was in de geheime 'Gilde Noodvier', waarvan in zijn rethoricajaar de hoofdman was, en in de studentenbond 'Prosunt et delectant'. Ook was hij hoofdman van de Vlaamsgezinde studentenbond De Leeuwenkamer.
Hij begon in 1903 te studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven en het kostte hem zeven jaar om het diploma van doctor in de rechten te behalen, enerzijds omwille van gezondheidsproblemen, anderzijds omdat hij sterk opging in het organiseren binnen studentenverenigingen. Zijn mentor in die tijd was Cyriel Verschaeve. De Groeve was onder meer voorzitter van de West-Vlaamse studentenbond en redactiesecretaris van het studentenblad Ons Leven. Hij gaf ook 'Vlaamse' postkaarten uit, met tekeningen van de hand van zijn vriend Joe English. Hij werd lid van het Algemeen Katholieke Vlaams Studentenverbond en organiseerde mee de landdag van de studentenbonden in Brugge in 1904. Hij werkte vanaf 1906 ook mee aan De Vlaamsche Vlagge, het tijdschrift van de West-Vlaamse studentenbeweging.
In 1910 schreef hij zich als advocaat in bij de Brugse balie en liep stage bij de advocaat en katholiek volksvertegenwoordiger Eugène Standaert. Hij bleef advocaat tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Ondertussen werd hij ook sociaal en politiek actief. Hij behoorde tot de oprichters van de volksbakkerij Ons Brood en werkte mee aan de katholieke krant Het Brugsche Volk, waarin hij hard van leer trok tegen de christendemocraten van 'paster' Florimond Fonteyne. Hij was ook lesgever aan de vakschool die was opgericht door priester Achiel Lauwers (1864-1910) en was bestuurslid van de Brugse afdeling van het Davidsfonds.
Bij het uitbreken van de oorlog, vluchtte hij met zijn gezin naar Nederland en vestigde zich in Leiden, waar hij onder de naam De Vlaamsche Boekenhalle een boekhandel en uitgeverij begon.
In 1919 kwam hij naar België terug, eerst naar Brugge, waar hij een samenwerking aanging met de uitgeverij Sint-Michiel van de gebroeders Couvreur. In 1920 vestigde hij zich in Kessel-Lo bij Leuven, waar hij onder de naam Vlaamsche Boekenhalle, heel wat boeken uitgaf, met als uitgeversadres afwisselend Leuven-Leiden of ook soms Brugge-Gent-Leuven-Leiden. Hij gaf werk uit van Ernest Claes, Gerard Walschap en Jozef Simons. Hij gaf ook enkele flamingantische tijdschriften uit en richtte boekhandels op in Gent, Mechelen, Leiden en Veurne. Hij behoorde ook tot de initiatiefnemers van de eerste IJzerbedevaart, maar trok zich later uit het comité terug omdat het te nationalistisch werd naar zijn zin.
In 1926 zette hij een punt achter zijn verlieslatende uitgeversactiviteiten en verkocht zijn zaak aan de naamloze vennootschap De Standaard, wat de oorsprong werd van wat later de Standaard Uitgeverij is geworden. Hij werd toen juridisch adviseur bij de Belgische Boerenbond, wat hij bleef tot in 1932.
In 1931 werd hij door de proost van het ACW in Brugge, Achiel Logghe, naar deze stad teruggebracht. Het jaar daarop werd hij tot gemeenteraadslid verkozen op de lijst van de katholieke partij en werd hij ook schepen. Hij zorgde onder meer voor eentalig Nederlandse straatnaamborden. In 1939 werd hij voor het arrondissement Brugge tot lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers verkozen. Dit bracht mee dat hij in mei 1940 naar Frankrijk vluchtte en er deelnam aan de bijeenkomsten die de leden van het Belgisch parlement hielden in Limoges. Hij bleef ook na de oorlog lid van de Kamer, tot aan zijn dood, hoewel hij nog nauwelijks aan de vergaderingen deelnam.
Kerlinga
Terwijl hij nog stage liep aan de balie, richtte De Groeve een uitgeverij op die hij de naam Kunstkamer Kerlinga en vervolgens Uitgeverij Kerlinga gaf. Dit was gegroeid uit de informele groep Vlaamsgezinden die zich onder de naam De Leeuwenkamer verenigd had rond apotheker Zeger Chielens. Ook diens zus, weduwe Marie Denys-Chielens (Ardooie 1859 - Brugge 1944) was actief in deze groep. In 1911 trouwde De Groeve met haar dochter, Leontine Denys, met wie hij verschillende kinderen had.
Het werd een bescheiden uitgeverij, die tussen 1909 en 1914 dertien boeken uitgaf, meest alle gedrukt bij drukker A. Van Mullem. Vijf van die publicaties waren werken van Cyriel Verschaeve en vier van priester Delfien van Haute (1869-1944), hoofdzakelijk herdrukken van al vroeger gepubliceerd werk. Twee boeken stonden op naam van Jozef De Cock (1877-1944) en één op die van L. R. Van Gistel (een schuilnaam) en Emiel van der Straeten (1887-1918).
Publicatie
Achiel Lauwers. Een woord over zijn leven en werk, Brugge, 1911
Antialcoholisme en wetgeving, Gent, 1914.
Literatuur
Jozef GELDHOF, Streuvels over de uitgevers, 1913-1915, in: Biekorf, 1971.
G. PLOMTEUX, Kerlinga, in: Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, blz. 615
Jozef GELDHOF, Cyriel Verschaeve en zijn uitgever Alfons De Groeve, in: Vershcaeviana, Deel 1, , blz. 433-477
Paul VAN MOLLE, Het Belgisch parlement 1894-1972, Antwerpen, 1972
Louis en Lieve VOS-GEVERS, Dat volk moet herleven. Het studententijdschrift de Vlaamsche Vlagge, 1875-1933, Leuven, 1976.
Toon OSAER, De katholieke partij in een periode van standsvertegenwoordiging. Het arrondiussmenet Brugge 1918-1936, licentiaatsverhandeling (onuitgegeven), KU Leuven, 1979.
Louis VOS, Bloei en ondergang van het AKVS, Leuven, 1982
Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, Deel 3, Torhout, 1986
Ludo SIMONS, Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen, Tielt, 1987.
Sandra MAES, Alfons De Groeve, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, 1997, blz. 1359-60
Andries VAN DEN ABEELE, Kerlinga, Brugse uitgeverij, in: Biekorf, 2001, blz. 246-250
Koen ROTSAERT, Lexicon van de parlementariërs van het arrondissement Brugge, 1830-1995, Brugge, 2006.
Andries VAN DEN ABEELE, De Balie van Brugge, Brugge, 2009, blz. 134
Belgisch volksvertegenwoordiger
Belgisch uitgever
|
In 1910 schreef hij zich als advocaat in bij de Brugse balie en liep stage bij de advocaat en katholiek volksvertegenwoordiger Eugène Standaert. Hij bleef advocaat tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Ondertussen werd hij ook sociaal en politiek actief. Hij behoorde tot de oprichters van de volksbakkerij Ons Brood en werkte mee aan de katholieke krant Het Brugsche Volk, waarin hij hard van leer trok tegen de christendemocraten van 'paster' Florimond Fonteyne. Hij was ook lesgever aan de vakschool die was opgericht door priester Achiel Lauwers (1864-1910) en was bestuurslid van de Brugse afdeling van het Davidsfonds.
| 2 |
bakkerij, brood, gebak
|
9,632 |
InsertAction
|
85375
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Toeritdosering
|
Toeritdosering
|
Toeritdosering is in de verkeerskunde een term die gebruikt wordt voor het gereguleerd toelaten van verkeer op een toerit. Meestal is de toerit een invoeging naar de hoofdrijbaan van een autosnelweg.
Doel
Doel van toeritdosering is het beperken van het aantal invoegende voertuigen om zo de verkeersdoorstroming op de hoofdrijbaan niet te verstoren. De toeritdoseerinstallatie wordt in principe alleen ingeschakeld bij rijbaan-intensiteiten die in de buurt komen van de wegcapaciteit. Door het beperken van extra verkeer vanaf de toerit kan het ontstaan van congestie dan worden voorkomen of uitgesteld. Wanneer eenmaal congestie op de hoofdrijbaan is ontstaan, kan een doseerinstallatie nauwelijks meer bijdragen aan een betere doorstroming. Bij een hoog verkeersaanbod kan verder ook zonder dat er congestie op de hoofdrijbaan is, filevorming op de toerit of zelfs verder bovenstrooms (op het stedelijke netwerk) optreden.
Implementatie
De voor de weggebruiker zichtbare delen van een toeritdoseerinstallatie lijken op verkeerslichten die per groen licht één of twee voertuigen laten passeren (het juiste aantal wordt aangegeven met een onderbord: bij groen één auto). Op toeritten die bestaan uit twee samenvoegende rijstroken, krijgen de rijstroken vaak om de beurt groen licht.
Verkeersplanning
|
Doel
Doel van toeritdosering is het beperken van het aantal invoegende voertuigen om zo de verkeersdoorstroming op de hoofdrijbaan niet te verstoren. De toeritdoseerinstallatie wordt in principe alleen ingeschakeld bij rijbaan-intensiteiten die in de buurt komen van de wegcapaciteit. Door het beperken van extra verkeer vanaf de toerit kan het ontstaan van congestie dan worden voorkomen of uitgesteld. Wanneer eenmaal congestie op de hoofdrijbaan is ontstaan, kan een doseerinstallatie nauwelijks meer bijdragen aan een betere doorstroming. Bij een hoog verkeersaanbod kan verder ook zonder dat er congestie op de hoofdrijbaan is, filevorming op de toerit of zelfs verder bovenstrooms (op het stedelijke netwerk) optreden.
| 1 |
invoegen, toevoegen, ordening
|
2,045 |
MiddleSchool
|
5336911
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Martinuscollege
|
Martinuscollege
|
Het Martinuscollege is een middelbare school in Grootebroek in Noordwest-Nederland. Alle richtingen van het voortgezet onderwijs worden aangeboden, waaronder lwoo, vmbo, havo en vwo. Vwo wordt op het Martinus in beide vormen aangeboden: zowel atheneum als gymnasium. Het gebouw is drie verdiepingen hoog en verdeeld in vijf sectoren: A, B, C, D en T.
De school trekt veel leerlingen uit de regio, bijvoorbeeld uit de steden en dorpen: Andijk, Venhuizen, Wervershoof, Hoogkarspel, Bovenkarspel, Hem, Enkhuizen, Hoorn en Westwoud .
Geschiedenis
Het Martinuscollege is ontstaan uit een fusie van drie scholen: het Marcuscollege, de Hoeksteen en de Odulphus-mavo. De fusieschool heette de eerste twee jaar Hoeksteen-MarcusCollege, maar sinds 1992 draagt de school de naam Martinuscollege. Dit is een verwijzing naar de heilige Martinus van Tours. Zowel de Hoeksteen als het Marcuscollege waren al voor de feitelijke fusie in hetzelfde schoolgebouw gevestigd. Dit pand heeft gedurende het bestaan van de school meerdere verbouwingen en uitbreidingen ondergaan. Zo werd de vleugel van het vmbo vernieuwd en werd in 2006 ook een mavo-afdeling bijgebouwd.
Onderwijsfaciliteiten
Leerlingen en docenten maken gebruik van een mediatheek die te vinden is op de tweede verdieping. Iedere leerling heeft een schoolpas waarop de naam, het leerlingnummer en andere informatie staat. Ook bevat de pas een foto van de leerling en een barcode. Op het schoolterrein is ook sporthal De Balans te vinden, met daaronder een fietsenstalling voor de onderbouw. De school heeft een e-doe+lab, waar leerlingen gebruik kunnen maken van een VR-bril, greenscreen, opnamestudio en computers. Ook is er aan de zuidkant restaurant De Mantel waar leerlingen leren koken en serveren. Het Martinus heeft verder een grote techniekafdeling.
Bekijk ook
Lijst met scholen in Nederland
School in het voortgezet onderwijs in Nederland
Stede Broec
|
Het Martinuscollege is een middelbare school in Grootebroek in Noordwest-Nederland. Alle richtingen van het voortgezet onderwijs worden aangeboden, waaronder lwoo, vmbo, havo en vwo. Vwo wordt op het Martinus in beide vormen aangeboden: zowel atheneum als gymnasium. Het gebouw is drie verdiepingen hoog en verdeeld in vijf sectoren: A, B, C, D en T.
| 2 |
middelbare school, voortgezet onderwijs, adolescenten
|
7,670 |
DryCleaningOrLaundry
|
4077855
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gervaise
|
Gervaise
|
Gervaise is een Franse dramafilm uit 1956 onder regie van René Clément. Het scenario is gebaseerd op de roman L'Assommoir (1877) van de Franse auteur Émile Zola.
In de film toont regisseur Clement zijn pessimistische kijk op de individuele vrijheid, in een donkere, realistische film zonder medeleven voor de getoonde personages. De film werd geloofd voor de sterke vertolkingen.
Samenvatting
Parijs, ten tijde van het Tweede Franse Keizerrijk. De wasvrouw Gervaise staat er alleen voor sinds haar minnaar Lantier haar en hun twee kinderen in de steek heeft gelaten. Toch begint ze weer in de liefde te geloven wanneer ze de hardwerkende dakwerker Coupeau ontmoet. Gervaise en Coupeau trouwen en krijgen een dochter, Nana. Hun geluk is echter van korte duur want door een valpartij kan Coupeau niet meer werken. Als gevolg van zijn gedwongen inactiviteit begint hij te drinken. Gervaise laat de moed niet zakken en opent een wasserij. Ze kan echter de ontaarding van haar man niet tegenhouden. Tot overmaat van ramp doemt Lantier weer in haar leven op. Gek van woede vernielt de jaloerse en dronken Coupeau de wasserij.
Rolverdeling
|-
| Maria Schell || Gervaise Macquart || wasvrouw
|-
| François Périer || Coupeau ||
|-
| Suzy Delair || Virginie Poisson || rivale van Gervaise
|-
| Armand Mestral || Lantier || minnaar van Gervaise
|-
| Jany Holt || mevrouw Lorilleux ||
|-
| Mathilde Casadesus || mevrouw Boche || conciërge
|-
| Florelle || || moeder van Coupeau
|-
| Micheline Luccioni || Clémence ||
|-
| Lucien Hubert || meneer Poisson ||
|-
| Jacques Harden || Goujet ||
|-
| Jacques Hilling || meneer Boche || conciërge
|-
| Hélène Tossy || mevrouw Bijard ||
|-
| Amédée || Mes Bottes ||
|-
| Hubert de Lapparent || meneer Lorilleux ||
|-
| Rachel Devirys || mevrouw Fauconnier ||
|-
| Jacqueline Morane || mevrouw Gaudron ||
|-
| Yvonne Claudie || mevrouw Putois ||
|-
| Georges Paulais || pastoor Bru ||
|}
Externe link
Film uit 1956
Franse film
Dramafilm
Boekverfilming
Film van René Clément
Tweede Franse Keizerrijk
|
Parijs, ten tijde van het Tweede Franse Keizerrijk. De wasvrouw Gervaise staat er alleen voor sinds haar minnaar Lantier haar en hun twee kinderen in de steek heeft gelaten. Toch begint ze weer in de liefde te geloven wanneer ze de hardwerkende dakwerker Coupeau ontmoet. Gervaise en Coupeau trouwen en krijgen een dochter, Nana. Hun geluk is echter van korte duur want door een valpartij kan Coupeau niet meer werken. Als gevolg van zijn gedwongen inactiviteit begint hij te drinken. Gervaise laat de moed niet zakken en opent een wasserij. Ze kan echter de ontaarding van haar man niet tegenhouden. Tot overmaat van ramp doemt Lantier weer in haar leven op. Gek van woede vernielt de jaloerse en dronken Coupeau de wasserij.
| 2 |
stomerij, wasserij, droogkuis
|
12,584 |
BreadcrumbList
|
425304
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20homecomputers
|
Lijst van homecomputers
|
Dit is een overzichtslijst van home computers of thuiscomputers, alfabetisch gesorteerd op naam van de fabrikant chronologisch op computermodel.
Opmerking: In het geval dat een fabrikant zowel home- als personal computers produceert zijn enkel de machines die behoren tot de categorie homecomputer opgenomen.
A
Acorn Computers:
Acorn System 1
Acorn System 2
Acorn System 3
Acorn System 4
Acorn Atom
BBC Micro
Acorn Electron
BBC Master
Acorn Archimedes
Amstrad:
Amstrad CPC 464, 664, 6128 (incl. de Plu-modellen)
Amstrad PCW 8256, 8512, 9512 en opvolgers
Amstrad Notepad NC reeks
Amstrad PenPad 600
APF:
Imagination Machine
Apple Computer:
Apple I
Apple II-familie
Apple IIe
Apple IIc
Apple IIc Plus
Apple IIGS
Aster Computers:
Aster CT-80 (TRS-80 compatibel)
Atari:
Atari 400, 800, XL, and XE
Atari XL
Atari ST
B
BBC: zie Acorn
Bit Corporation:
Bit-60
Bit-90
C
Camputers:
Lynx
Canon:
MSX1- en MSX2-standaard computers
V-20
Casio:
MSX1-standaard computers
MX-10
Coleco:
Coleco Adam
Commodore:
Commodore PET
VIC-20
MAX Machine
Commodore 64
Commodore 16 and 116
Commodore Plus/4
Commodore 128
Amiga
Compukit:
UK101
Cromemco:
C3
C10
CS-1H
Maximizer
SCC
System Zero
System One
System Two
System Three
System Four
System Five
D
Daewoo:
CPC-300
Data Applications International:
DAI Personal Computer
Dick Smith
VZ200 (later omgedoopt tot VTech Laser 200)
VZ300 (omgedoopt tot VTech Laser 310)
Dragon Data:
Dragon 32
Dragon 64
Dragon MSX (MSX-prototype)
E
EACA:
Colour Genie
eMachines
Elektronika:
BK-0010
Enterprise 64:
Enterprise 64
Enterprise 128
Exidy:
Exidy Sorcerer
F
Franklin Computer Corporation:
Franklin ACE series (Apple II compatibel)
Fujitsu
FM-7
FM Towns
G
General:
MSX1-standaard computers
GoldStar:
MSX1-standaard computers
FC-200
Gradiente:
MSX1-standaard computers
Grundy Business Systems, Ltd:
Grundy NewBrain
Galaksija, een zelfbouw homecomputer
H
Hitachi:
MSX1-standaard computers
Hitachi MB-H1
Hitachi MB-H2
Hitachi MB-H3
I
IBM:
PCjr
PS/1
PS/2
PS/ValuePoint
PC Series
Aptiva
NetVista
ThinkCentre
Interton
Interton VC 4000
J
Jupiter Cantab:
Jupiter Ace
JVC:
MSX2-standaard computers
JVC HC-7GB
K
Kaypro
L
Luxor:
ABC80
Laser: See Laser
M
Mattel:
Aquarius
Matra:
Matra Alice
Music print Computer Product (MCP): see Aster Computers
Memotech:
Memotech MTX500
Memotech MTX512
Memotech RS128
Microbee Systems, Australia:
Micro Bee
Miles Gordon Technology:
SAM Coupé (opvolger van de ZX Spectrum)
Mitsubishi:
MSX1- en MSX2-standaard computers
N
Nascom:
Nascom 1
Nascom 2
National:
MSX1- en MSX2-standaard computers
Newbear:
Newbear 77/68
NEC
PC-8801
NorthStar Computers
Horizon
Advantage
Dimension
O
Olivetti
Oric Int'l/Tangerine:
Oric 1
Oric Atmos
Oric Telestrat
P
Packard Bell
Panasonic:
MSX1-, MSX2- en MSX2+-standaard computers
CF-2700
FS-A1
Philips:
P2000
MSX1- and MSX2-standaard computers
NMS-8250
NMS-8255
VG-8020
VG-8235
Pioneer Corporation:
MSX1-standaard computers
R
RadioShack:
TRS-80 Model I, II, III, ...
TRS-80 Color Computer (CoCo), Coco 2, Coco 3
TRS-80 MC-10
Tandy 1000
Research Machines:
380Z
Link 480Z
Nimbus PC-186
S
Salora
Fellow (later omgedoopt tot VTech Laser 200)
Sanyo:
MSX1-, MSX2- en MSX2+-standaard computers
PHC-28
Sega
SC-3000
Sharp:
MSX1-standaard computers
MZ-serie
Sharp MZ-40K
Sharp MZ-80K
Sharp MZ-80C
Sharp MZ-80B
Sharp MZ-80A
Sharp MZ-1200
Sharp MZ-2000
Sharp MZ-700
Sharp MZ-3500
Sharp MZ-2200
Sharp MZ-5500
Sharp MZ-800
Sharp MZ-1500
Sharp MZ-5600
Sharp MZ-6500
Sharp MZ-2500
Sharp MZ-8000
Sharp MZ-2800
X-serie
X1
X68000
Sinclair Research:
ZX80
ZX81
ZX Spectrum
Sinclair QL
Sony:
MSX1-, MSX2- en MSX2+-standaard computers
HB-75
HB-F9
HB-F900
Sony SMC-70
Sony SMC-70G
Sony SMC-777
Sord:
Sord IS-11
Sord M5
Sord M23
Sord M68
Spectravideo:
SV-318
SVI-318MKII
SV-328
SVI-328MKII
MSX1- en MSX2-standaard computers, waaronder:
SVI-728
SVI-738
SVI-838 (PC/MSX2-hybride)
T
Tatung:
Tatung Einstein
Texas Instruments:
TI-99/4
TI-99/4A
Texet:
Texet TX8000 (later omgedoopt tot VTech Laser 200)
Thomson:
TO7
TO7-70
MO5
TO9
TO8
MO6
TO9+
TO8D
Tiki Data:
Tiki 100
Toshiba:
MSX1-standaard computers
V
Video Technology (AKA VTech):
100
110
200
210
310
Y
Yamaha:
MSX1-standaard computers
CX5M
Yashica-Kyocera:
MSX1-standaard computers
Yeno:
MSX1-standaard computers
Z
Zenith Electronics
Externe links
Obsolete technology website — Informatie over vele oude computers.
old-computers.com — Website over oude computers.
Lijst van Homecomputers
Homecomputer
|
Dit is een overzichtslijst van home computers of thuiscomputers, alfabetisch gesorteerd op naam van de fabrikant chronologisch op computermodel.
| 1 |
padstructuur, klikroute, overzichtslijst
|
2,615 |
MovieClip
|
5632754
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het%20jaar%20van%20Fortuyn
|
Het jaar van Fortuyn
|
Het jaar van Fortuyn is een Nederlandse dramaserie, gemaakt door productiehuis Hollands Licht en uitgezonden door AVROTROS. De serie is een gedramatiseerde versie van de gebeurtenissen tussen het voorjaar van 2001 en 2002 en de verkiezingsstrijd tussen Pim Fortuyn en Ad Melkert, in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen 2002 en de moord op Pim Fortuyn. De serie werd in maart 2022 gepubliceerd op NPO Plus. De eerste aflevering werd op televisie uitgezonden op 25 maart 2022. De eerste aflevering op televisie trok 991 duizend kijkers en werd daarmee het op vijf na best bekeken programma van die avond. De serie werd in 2022 genomineerd voor de Zilveren Nipkowschijf.
Productie
Het plan voor het maken van de serie ontstond in 2018. Schrijvers Pieter Bart Korthuis en Nathan Vecht zagen in de Brexit en de verkiezing van Donald Trump tot Amerikaanse president politieke aardverschuivingen, en beschouwden de periode in Nederland kort na de aanslagen op 11 september 2001 als een "voorbode voor de rest van de wereld". De makers wilden een serie maken over de opkomst van het populisme. Ze lieten zich inspireren door de Amerikaanse regisseur Adam McKay, met name de manier waarop deze waargebeurde en complexe geschiedenissen in beeld bracht, zoals het leven van Amerikaanse politicus Dick Cheney in Vice en de financiële crisis in The Big Short.
Aanvankelijk ging het scenario alleen over het leven van Fortuyn. Regisseur Michiel van Jaarsveld, die mede aan de wieg van de serie stond, stelde voor om er een strijd tussen Fortuyn en Melkert van te maken.
De opnames gingen van start in april 2021 en werden onder andere gemaakt in Haarlem, Leiden, Rijswijk en Den Haag.
Inhoud
Aflevering 1: Geen wolkje aan de lucht
Het verhaal begint in het voorjaar van 2001. Nederland heeft met Kabinet-Kok II voor de tweede keer een paars kabinet. Als opvolger van minister-president Wim Kok is Ad Melkert naar voren geschoven. Melkert ziet sluimerende onvrede in de maatschappij, maar mag daar van Kok en Dick Benschop in de campagne te weinig op inzetten omdat het kritiek op gevoerd PvdA-beleid impliceert. Pim Fortuyn ageert ondertussen als spreker en columnist tegen de paarse politiek van het bewind. Kay van de Linde, campagneleider van Leefbaar Nederland, ziet in hem een aansprekende lijsttrekker voor de jonge partij, en nodigt hem uit voor een gesprek met Jan Nagel. Fortuyn ziet er echter aanvankelijk niets in om met de partij samen te werken. De aanslagen op 11 september 2001 zorgen voor een gespannen sfeer in Nederland, en er wordt op Fortuyn ingepraat om toch politiek actief te worden. Hij besluit zich alsnog bij Leefbaar Nederland aan te sluiten en wordt door de leden in het najaar van 2001 met een ruime meerderheid verkozen tot lijsttrekker.
Aflevering 2: Ik zeg wat ik denk
Uit onvrede over de aanpak van lokale problemen wordt in Rotterdam eind 2001 de partij Leefbaar Rotterdam opgericht. Geschiedenisleraar Ronald Sørensen is aanvankelijk lijsttrekker, maar weet Fortuyn aan de partij te binden wanneer hij zich realiseert dat deze een veel betere spreker is, en daarom de kiezer beter zal weten te bereiken.
Melkert kijkt op Fortuyn neer en schoffeert hem in het bijzijn van Jan Peter Balkenende, de nieuwe lijsttrekker van het CDA. Fortuyn en Balkenende blijken elkaar te kennen van de universiteit.
Een journalist van de Volkskrant interviewt Fortuyn. In het artikel dat de volgende dag in de krant verschijnt, zijn zijn uitspraken echter uit hun verband gerukt en wordt Fortuyn neergezet als racist. Leefbaar Nederland ontvangt hierop bedreigingen en opzeggingen. Het leidt tot de Nacht van Fortuyn, waarin deze geschorst wordt door het partijbestuur.
Aflevering 3: De gewone man
Na de breuk met Leefbaar Nederland richt Fortuyn een eigen landelijke partij op; de Lijst Pim Fortuyn. Terwijl hij tevens lijsttrekker is van Leefbaar Rotterdam, en in die hoedanigheid toeleeft naar de gemeenteraadsverkiezingen 2002, moet hij voor zijn nieuwe landelijke partij in zeer korte tijd op zoek naar kandidaten om de kieslijst mee op te vullen, een kantoor en geldschieters. Het lukt om 30 kandidaten te vinden, al lijkt niet iedere kandidaat even competent. Ondertussen moet Melkert de keus van het Kabinet-Kok II verdedigen omtrent de aanschaf van 85 JSF-straaljagers, maar besluit daar een dag voor de gemeenteraadsverkiezingen tegenin te gaan.
De gemeenteraadsverkiezingen, de opmaat naar de Tweede Kamerverkiezingen van twee maanden later, verloopt desastreus voor de Partij van de Arbeid. Fortuyn weet met Leefbaar Rotterdam in zijn eigen stad echter een derde van de stemmen binnen te halen. Op de avond waarop de uitslagen binnendruppelen, is er een lijsttrekkersdebat gepland met Balkenende (CDA), Rosenmöller (Groen Links), Dijkstal (VVD), Fortuyn (LPF), De Graaf (D66) en Melkert vanuit Amersfoort, onder leiding van Paul Witteman, dat live zal worden uitgezonden. Melkert, zichtbaar gepikeerd over de verkiezingsuitslag en het feit dat het debat al is begonnen wanneer hij eindelijk in Amersfoort arriveert, maakt een goede indruk op Wim Kok die het debat via de radio volgt, maar niet op iedereen die het debat op televisie ziet.
Aflevering 4: There is no business like showbusiness
Fortuyn weet een deel van de kiezers weer voor politiek te interesseren, dat lange tijd niet meer in politiek geïnteresseerd was. Hij presenteert het verkiezingsprogramma van de LPF in boekvorm, De puinhopen van acht jaar Paars. Bij de presentatie ervan krijgt hij taarten gevuld met viezigheid in zijn gezicht. In een debat dat volgt bij 2Vandaag wordt hij door zijn collega-politici verbaal aangevallen, en na afloop achtervolgd door journalist Wouke van Scherrenburg. Verder wordt hij in de internationale pers neergezet als extreemrechts, en de Nederlandse Haider of Le Pen. Na een mislukte poging om de internationale pers op andere gedachten te brengen, ontwikkelt zich bij Fortuyn het idee dat hij gedemoniseerd wordt; dat journalisten hem enkel onderuit willen halen, en dat zijn collega-politici hem niet serieus nemen. Hij zoekt naar een podium dat het publiek meer aanspreekt dan zes belegen mensen aan een tafel, en waar hij de kans krijgt zijn eigen ideeën uit te spreken. Hij laat zich inspireren door de flair waarmee Silvio Berlusconi zijn politieke ideeën op televisie omkleedt, en heeft interviews met Ivo Niehe bij de TROS en Robert Jensen op Yorin.
Ondertussen ziet men bij de PvdA dat de eigen partij zakt in de peilingen. Oud-campagneleider Jan van Ingen Schenau, destijds succesvol als campagneleider bij Wim Kok, wordt ingevlogen om Jaques Monasch te vervangen in de campagne. Hem wordt aanvankelijk gesuggereerd om ook de mens áchter de politicus te laten zien, en over zijn hobby's te praten bij een commerciële televisiezender, wil Melkert daar aanvankelijk niet aan meedoen. Hij besluit in plaats daarvan het boek van Fortuyn te lezen, om inhoudelijk met Fortuyn over programmapunten te kunnen debatteren. Dat debat verloopt soepel voor Melkert, maar beïnvloedt de peilingen niet. Wanneer Melkert tijdens een boottochtje in de paasvakantie door twee brutale types niet wordt herkend, besluit hij dat het meedoen aan het verkiezingsdebat bij de Soundmixshow toch een goed idee is.
Aflevering 5: Democratie
In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2002 wordt Pim Fortuyn doodgeschoten bij het verlaten van het Audiocentrum op het Media Park in Hilversum.
Kijkcijfers
Rolverdeling
Geïntroduceerd
Verschillende personages met hoofd- en bijrollen in de serie worden geïntroduceerd met hun naam en een korte omschrijving.
Overig
Verschillende andere personages met kleine bijrollen worden in de serie niet met naam en omschrijving geïntroduceerd.
Gebruikte filmfragmenten
Bij het schrijven van het script hebben de makers zich onder meer laten inspireren door bestaande filmfragmenten:
Aflevering 1: Speech Fortuyn, 25 november 2001 op partijbijeenkomst Leefbaar Nederland, nadat hij is gekozen als lijsttrekker
Aflevering 2: Speech Melkert, 9 februari 2002 op partijbijeenkomst PvdA; naar aanleiding van het Volkskrantinterview met Pim Fortuyn
Aflevering 2: Opnames Nacht van Fortuyn, 9 februari 2002 op crisisoverleg Leefbaar Nederland; naar aanleiding van het Volkskrantinterview
Aflevering 3: Nachtelijk lijsttrekkersdebat, 6 maart 2002 met Paul Witteman bij de NOS
Aflevering 4: Bekogeling met taart bij boekpresentatie, 14 maart 2002
Aflevering 4: Debat Erasmus Universiteit Rotterdam, 2Vandaag, 21 maart 2002, met aansluitend het citaat richting Van Scherrenburg, “Ga lekker naar huis, koken, veel beter”
Aflevering 4: Interview Fortuyn bij Jensen!, 22 maart 2002
Aflevering 4: Soundmixshow Lijsttrekkersdebat, 27 april 2002, geleid door Frits Wester
Aflevering 4: Interview TROS TV Show met Ivo Niehe, vanuit Provesano, uitgezonden op 3 mei 2002
Ontvangst
De eerste aflevering op televisie trok 991 duizend kijkers. Het werd daarmee het op vijf na best bekeken programma van die avond. Met 21% marktaandeel was het de meest bekeken tv-uitzending op dat tijdstip. Bij het uitgesteld kijken was de eerste aflevering het op één na best gestreamde programma op de Nederlandse televisie in week 12 van 2022 en moest het alleen Boer zoekt Vrouw voor zich dulden. Het NRC betitelde de serie als "[slechts] drama en vermaak" en bekritiseerde het feit dat verschillende details niet overeenkwamen met de werkelijkheid. Columnist Ephimenco bestempelde de serie in Trouw als politiek correcte geschiedvervalsing. Het Vlaamse tijdschrift HUMO was milder, maar vond wel dat de serie een vertekend beeld gaf van de politieke situatie toentertijd, omdat andere politieke stromingen dan die van Melkert en Fortuyn buiten beschouwing waren gelaten. De Volkskrant noemde de serie daarentegen "een van de beste Nederlandse series van de afgelopen jaren" en gaf de serie vijf sterren. Verder werd er in meerdere media aangegeven dat men bang was voor een Koefnoen-effect, verwijzend naar de makers van Koefnoen, Paul Groot en Owen Schumacher. Beide cabaretiers persifleerden in de periode 2001/2002 in het tv-programma Kopspijkers verschillende personen die ook in de serie Het jaar van Fortuyn voorkomen. Kopspijkers was in die periode mateloos populair, waardoor de persiflages van toen na 20 jaar bij veel kijkers nog vers in het geheugen lagen.
Volgens Harry Mens en het online tijdschrift EWMagazine leek de serie op basis van de eerste aflevering vooral een poging tot rehabilitatie van Ad Melkert. Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier Weekblad, zei bij WNL op Zondag dat Melkert beter gespeeld werd dan Fortuyn, "maar in werkelijkheid was het natuurlijk andersom".
Hans Smolders, de voormalig chauffeur van Fortuyn, hield vooraf zijn hart vast over hoe Fortuyn zou worden neergezet. Hij zag de serie echter met belangstelling tegemoet. Mat Herben, die vooraf tegen het Algemeen Dagblad te kennen had gegeven dat hij de serie niet zou gaan kijken omdat hij verwachtte dat de serie ver beneden de waarheid zou zijn, keek op advies van zijn omgeving toch en stelde zijn vooroordeel in positieve zin bij.
Nederlandse dramaserie
Programma van AVROTROS
Nederlandse politiek in 2002
Nederlandse politiek in 2001
Fortuynisme
|
Gebruikte filmfragmenten
Bij het schrijven van het script hebben de makers zich onder meer laten inspireren door bestaande filmfragmenten:
Aflevering 1: Speech Fortuyn, 25 november 2001 op partijbijeenkomst Leefbaar Nederland, nadat hij is gekozen als lijsttrekker
Aflevering 2: Speech Melkert, 9 februari 2002 op partijbijeenkomst PvdA; naar aanleiding van het Volkskrantinterview met Pim Fortuyn
Aflevering 2: Opnames Nacht van Fortuyn, 9 februari 2002 op crisisoverleg Leefbaar Nederland; naar aanleiding van het Volkskrantinterview
Aflevering 3: Nachtelijk lijsttrekkersdebat, 6 maart 2002 met Paul Witteman bij de NOS
Aflevering 4: Bekogeling met taart bij boekpresentatie, 14 maart 2002
Aflevering 4: Debat Erasmus Universiteit Rotterdam, 2Vandaag, 21 maart 2002, met aansluitend het citaat richting Van Scherrenburg, “Ga lekker naar huis, koken, veel beter”
Aflevering 4: Interview Fortuyn bij Jensen!, 22 maart 2002
Aflevering 4: Soundmixshow Lijsttrekkersdebat, 27 april 2002, geleid door Frits Wester
Aflevering 4: Interview TROS TV Show met Ivo Niehe, vanuit Provesano, uitgezonden op 3 mei 2002
| 2 |
filmfragment, filmclip, filmsegment
|
5,258 |
DigitalDocumentPermission
|
128612
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Authenticatie
|
Authenticatie
|
Authenticatie is het proces waarbij iemand nagaat of een gebruiker, een andere computer of applicatie daadwerkelijk is wie hij beweert te zijn. Bij de authenticatie wordt gecontroleerd of een opgegeven bewijs van identiteit overeenkomt met echtheidskenmerken, bijvoorbeeld een in het systeem geregistreerd bewijs. De authenticiteit van het object moet worden nagegaan. Een computer met daarvoor ontworpen applicaties kan hierbij helpen.
Authenticatie is de tweede stap in het toegangscontroleproces. De eerste stap in dit proces is identificatie, de derde en laatste stap is autorisatie.
Identiteitsbewijs
Het belangrijkste bewijsstuk van iemands identiteit is het identiteitsbewijs, meestal een paspoort. Dit wordt aan een individu afgegeven door een geautoriseerde ambtelijke instantie. Controlerende instanties (bijvoorbeeld de douane) controleren de echtheid van het bewijsstuk door te letten op echtheidskenmerken. Een paspoort is van grote waarde, vandaar dat op grote schaal wordt geprobeerd om paspoorten te stelen of te vervalsen.
Digitale wereld
M.b.v. Remote Document Authentication (RDA) kun je digitaal geïdentificeerd en geauthenticeerd worden. In de praktijk wordt dit nog weinig toegepast. Een papieren paspoort of ander identificatiebewijs wordt vaak gebruikt om een digitaal paspoort (een certificaat) te verkrijgen. Een veelgebruikte methode voor authenticatie op een digitaal netwerk is Kerberos.
Authenticatievormen
Er zijn verschillende vormen van authenticatie die eventueel gecombineerd kunnen worden om een hoger of lager niveau van beveiliging op te leveren. Daarbij zijn drie vormen van bewijs bruikbaar:
iets wat je weet (kennis)
iets wat je bezit
iets wat je bent (persoonlijke eigenschap)
Kennis
Iets wat je weet is bijvoorbeeld een wachtwoord, een pincode of een geheime zin. Het is de bedoeling dat dit bewijs geheim is, het mag niet uitlekken om diefstal van de identiteit tegen te gaan. Een beroemde geheime zin is "Sesam, open u".
Een hacker zal proberen de identiteit van iemand over te nemen door een wachtwoord te raden, te achterhalen met behulp van bijvoorbeeld een keylogger of te kraken. Om die reden wordt in professionele omgevingen dan ook het gebruik van complexe wachtwoorden afgedwongen, die periodiek gewijzigd moeten worden. Als het goed is, zal de kraaktijd van een wachtwoord langer moeten zijn dan de vervaltermijn.
Bezit
Dit betekent dat het bewijs van de identiteit wordt geleverd door het gebruikmaken van een fysiek herkenningsteken, dat door of namens het autoriserende systeem werd uitgereikt. Te denken valt aan een token als een chipkaart (de smartcard), een USB-sleutel, of een TAN-codelijst. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de vraag-antwoordfunctie: het autoriserende systeem stelt een vraag en degene die toegang vraagt, moet met behulp van het token een passend antwoord geven. Een voorbeeld is de TAN-code van de ING Bank: het systeem vraagt om een willekeurige code uit een lijst van honderd nummers op te geven.
Persoonlijke eigenschap
Een uniek identificerend kenmerk van een persoon wordt opgeslagen in een authenticatiedatabase. Voorbeelden hiervan zijn: vingerafdruk, stem, iris, retinale vasculatuur of gezichtsherkenning.
Geautomatiseerde authenticatie
Computers en systemen maken gebruik van andere vormen van authenticatie. Ook kan gebruik worden gemaakt van een vorm van een Public Key Infrastructure (PKI), waarbij certificaten worden gebruikt. Bekende implementaties zijn 802.1X en SAML.
Bedreigingen en oplossingen
Aanvalstechnieken: Aanvallers maken gebruik van verschillende technieken om de identiteit van een gebruiker te stelen.
Wachtwoorden raden: proberen of een standaard wachtwoord wordt gebruikt, bijvoorbeeld 'geheim', 'admin'.
Wachtwoorden kraken: het afluisteren van wachtwoorden die over het netwerk heen gaan en vervolgens met speciale programmatuur van alle mogelijke combinaties van tekens controleren of het versleutelingsalgoritme een goede uitkomst geeft.
Wachtwoorden vragen: door middel van social engineering iemand ertoe verleiden vertrouwelijke gegevens prijs te geven. De aanvaller doet bijvoorbeeld of hij een medewerker van een helpdesk is. Phishing is ook een vorm van social engineering.
Wachtwoorden afpersen: door middel van geweld of dreigementen iemand ertoe dwingen wachtwoorden prijs te geven. Dit wordt in het Engels wel aangeduid als rubber-hose cryptanalysis.
Tokens: kunnen worden gestolen. De aanvaller moet dan alleen de pincode nog weten. Die moet dan volgens de eerder genoemde technieken worden verkregen.
Biometrische kenmerken kunnen worden nagemaakt. Er zijn succesvolle aanvallen met nagemaakte vingerafdrukken nagebootst.
Wachtwoordbeveiliging
Het periodiek wijzigen van wachtwoorden kan worden afgedwongen;
Elk nieuw opgegeven wachtwoord wordt gecontroleerd op complexiteit voordat het wordt vastgelegd;
Wachtwoorden worden versleuteld opgeslagen en over het netwerk getransporteerd.
Multifactor-authenticatie
Om de betrouwbaarheid van de authenticatie te vergroten, wordt authenticatie afgedwongen door toepassing van multifactor-authenticatie. Daarbij worden minimaal twee van de bovenstaande authenticatievormen gelijktijdig toegepast. Te denken valt aan het gebruik van een token met een PINcode. Een aanvaller dient nu niet alleen het kenniskenmerk te kraken, maar ook het token te bezitten. Een eenmalig wachtwoord wordt veel gebruikt door internetdiensten als manier om naast een wachtwoord een tweede factor toe te voegen.
Autorisatie
Na de authenticatie vindt autorisatie plaats om na te gaan welke toegangsrechten de geauthenticeerde gebruiker, computer of applicatie heeft.
Zie ook
Authenticatie gebaseerd op een geheime gedeelde sleutel als authenticatieprotocol.
eID-stelsel
FIDO Alliantie
Kerberos als authenticatieprotocol.
Single Sign-on
Self-sovereign identity
Toegangscontrole
Informatiebeveiliging
Computerterminologie
Identity and access management
Identificatie
|
Autorisatie
Na de authenticatie vindt autorisatie plaats om na te gaan welke toegangsrechten de geauthenticeerde gebruiker, computer of applicatie heeft.
| 1 |
toegangsrechten, digitale toestemming, documentmachtiging
|
2,331 |
Aquarium
|
4896118
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Chessington%20World%20of%20Adventures
|
Chessington World of Adventures
|
Chessington World of Adventures is een attractiepark, dierentuin en een hotelcomplex dat ligt in Centraal-Londen, Engeland. Het park werd onder de naam Chessington Zoo geopend in 1931. Naast de dierentuin werd door The Tussauds Group een pretpark gebouwd. Het pretpark opende op 7 juli 1987 en was daarmee een van de eerste gethematiseerde pretparken in Engeland. Het park werd overgedragen aan Merlin Entertainments na de inkoop van The Tussauds Group in 2007. Onder het gezag van Merlin Entertainments, ontwikkelde Chessington zich steeds meer tot een toeristische bestemming.
Chessington Zoo heeft meer dan duizend dieren, waaronder gorilla's, zeeleeuwen en tijgers. De dierentuin is opgesplitst in verschillende delen: Trail of the Kings, Sealion Bay, Children's Zoo, Amazu, Penguin Bay, de Wanyama Village & Reserve en Sea Life Centre.
Chessington World of Adventures (pretpark) bestaat uit een paar gebieden gedecoreerd als verschillende wereldculturen. Het pretpark bestaat momenteel uit 10 gebieden waaronder: Adventure Point, Mystic East, Mexicana, Pirates' Cove, Wild Woods en Forbidden Kingdom. Land of the Dragons is in 2004 geopend voor kinderen, hoewel de intense spinning coaster Dragon's Fury er ook staat. In 2010 werd het gebied bekend als Beanoland vervangen door Wild Asia. Belangrijke attracties zijn onder andere: Dragon Falls, Vampire, The Gruffalo River Ride Adventure, Rameses Revenge, Dragon's Fury, KOBRA en Scorpion Express.
Geschiedenis
Het herenhuis in Chessington World of Adventures Resort, tegenwoordig bekend als the Burnt Stub, is oorspronkelijk gebouwd in 1348 in Chessington, Surrey. Na de Engelse Burgeroorlog werd The Burnt Stub werd herbouwd tot een herberg, in de 18e eeuw liet de familie Vere Barker het herbouwen in een neogotisch-victoriaanse stijl.
Oprichting van de dierentuin
Het resort vindt zijn oorsprong in Chessington Zoo, die geopend werd in 1931; De dierentuin is opgericht door Reginald Goddard, die het landgoed kocht om zijn privécollectie dieren te laten zien. In 1946 stierf Goddard, de Pearson Publishing Company nam de dierentuin over en beheerde hem tot 1978, toen The Tussauds Group de controle over het park overnam. (Tussauds was een dochteronderneming van de Pearson Group).
Oprichting van het pretpark
Vanwege de dalende bezoekersaantallen van de dierentuin in 1984 gaf Ray Barrat, directeur van development, John Wardley de opdracht om met plannen te komen om het park te verbeteren. John Wardley was een van de hoofddesigners bij Tussauds Group en hij heeft een grote invloed gehad bij attracties die werden gemaakt voor Chessington en haar dochterparken Thorpe Park en Alton Towers. Hij maakte de beslissing om een pretpark te openen ter aanvulling van de dierentuin, en zo was Chessington World of Adventures geboren. Op 7 juli 1987 werd Chessington World of Adventures geopend voor het publiek. Het park werd gebouwd met een redelijk smal budget van ongeveer £12 miljoen (ongeveer €13 miljoen), om de nog opkomende markt te testen.
In haar eerste jaar opende het park met achtbaan Runaway Mine Train, de boomstamattractie Dragon River, de monorail Safari Skyway, de darkride The 5th Dimension, en de Chessington Railroad als de belangrijkste attracties (allemaal geproduceerd door het Duitse bedrijf MACK Rides). Andere minder belangrijke attracties werden ook geopend. Het park opende met vijf gebieden: Calamity Canyon, Mystic East, Market Square, Toy Town en Circus World. De attracties waren allemaal heel erg goed gethematiseerd, met nadruk op de sfeer en effecten, dit maakte Chessington een van de eerste échte pretparken in Engeland.
In het seizoen van 1990 opende er twee van Chessington's populairdere attracties, Vampire en Professor Burp's Bubbleworks, met het bijbehorende themagebied Transylvania. Beide attracties hadden een aanzienlijk effect op het park en zijn tegenwoordig nog steeds buitengewoon populair. De opening van Transylvania kostte ongeveer £10 miljoen (ongeveer €11 miljoen). Later werden Smugglers' Galleon en the Smugglers' Cove geopend in 1988.
In het seizoen van 1995 opende de intense Rameses Revenge, de eerste attractie van het park die over de kop gaat. Rameses Revenge was nieuw in het Forbidden Kingdom gebied; een gebied dat een jaar eerder was geopend, in het gebied kwam de Terror Tomb darkride als vervanging voor the 5th Dimension. Ook nieuw waren SeaStorm, geopend in 1995 in Pirates' Cove, en het Carousel. In 1999 opende Chessington de hardcore thrillride Samurai in het gebied the Mystic East. In 1999 werd het gebied de Calamity Canyon hernoemd naar Mexicana, volgend op de opening van Rattlesnake het jaar daarvoor. In 2000 werd Beanoland geopend op de plek waar eerst Circus World was, het gebied bracht twee nieuwe attracties naar het park: Billy's Whizzer and Rodger the Dodger's Dodgems.
Uitbreiding naar resort
Op 22 mei 2007 werd The Tussauds Group overgenomen door Merlin Entertainments, die andere merken zoals Sea Life Centers bezit. Naast Chessington, kocht Merlin ook Alton Towers, Thorpe Park en Madame Tussauds, waardoor Merlin de op een na grootste entertainment-operator in de wereld werd, achter Disney. Omdat Chessington World of Adventures en Thorpe Park maar 32 kilometer van elkaar af lagen, had Merlin Entertainments baat bij twee parken voor twee verschillende leeftijdsgroepen: Thorpe Park is geschikt voor tieners, terwijl Chessington World of Adventures Resort voor families en mensen van alle leeftijden geschikt is.
In juni 2007 opende het park het Safari Hotel naast de Chessington Zoo, gedecoreerd als een safari-lodge. In 2008 opende het Chessington Sea Life Centre, op dat moment bestaande uit drie gebieden: Our Shoreline, The Reef en Ocean Tunnel. Het Amazonia-gebied werd toegevoegd in 2010.
In 2010 verving Wild Asia het Beanoland-gebied en in juni 2010 opende the Wanyama Reserve achter het Safari Hotel. In 2011 werden de Ocean Tunnel en de kamers daaromheen in de Sea Life Centre opnieuw gedecoreerd naar een Azteeks thema. In 2012 verving een nieuw gebied gedecoreerd als Afrika, ToyTown. In 2013 introduceerde Chessington, Zufari: Ride Into Africa. In hetzelfde jaar werd er aan het Halloween Hocus Pocus event een nieuwe attractie toegevoegd. De attractie is gebaseerd op de verkenningen van de mascotte van het park.
In 2014 kreeg het park een investering van meer dan £30 miljoen (ongeveer €34 miljoen) Later in het jaar opende het Azteca Hotel als het tweede hotel van het resort. Bij het Safari Hotel opende een tweede zwembad, genaamd de Savannah Splash. Market Square, Mexicana, Pirates' Cove and Transylvania werden allemaal gerenoveerd. Voor Halloween werd het Halloween Hocus Pocus event naar Howl'O'Ween hernoemd er werden twee nieuwe shows opgevoerd: The Pumpkin High School of Rock and The Hairy and Scary Show. In de decembermaanden lanceerde Chessington het nieuwe Winter's Tail event met een nieuwe show: A Christmas Gift. Ook werden er in het park kerstkraampjes geplaatst en een 18 meter hoge kerstboom. Door deze veranderingen steeg het bezoekersaantal in 2014 naar 2,05 miljoen.
2015 was het Year of the Penguins in Chessington, verschillende veranderingen en toevoegingen werden gedaan in het park en in de dierentuin. In dit jaar kwam er een nieuwe show: Penguins of Madagascar Live: Operation Cheezy Dibbles. De show bevatte Europa's eerste animatronics, geleverd door de The Jim Henson Company, tegen kosten van meer dan £300.000 per stuk. Een andere toevoeging was Penguin Bay, een nieuw verblijf voor de Humboldt penguins. Het nieuwe gebied bevat een een scheepswrak en een omheind walkthrough gedeelte. Ten slotte werden er Penguins of Madagascar suites geopend in het Safari Hotel. De historische Safari Skyway monorail sloot en werd later weggehaald, na negenentwintig jaar van dienst.
Er werd weinig gedaan in 2016, een nieuwe show genaamd Pandamonium werd geopend in Chessington Zoo en de Trail of the Kings kreeg wat nieuwe decoratie. Explorer Glamping werd ook geïntroduceerd. Grote delen van het park werden gerenoveerd. Tomb Blaster werd uitgebreid aangepast, maar de veranderingen werden echter met negatieve reacties ontvangen.
Evenementen
Vanaf 2015 houdt Chessington vier jaarlijks aanhoudende evenementen; African Adventures, Roar & Explore, Howl'o'ween en Winter's Tail. Voor African Adventures worden er in de dierentuin Afrikaanse workshops georganiseerd. Bepaalde attracties openen ook zoals: Scorpion Express en Bubbleworks meestal samen met kleinere attracties zoals Seastorm.
Winter's Tail is een kerstfeest tijdens de decembermaanden en de kerstvakantie. Tijdens het evenement opent Chessington Zoo met kerstversiering. Delen van het pretpark zijn open. Een feestelijke show genaamd A Christmas Gift wordt gedurende de dag meerdere malen uitgevoerd.
Howl'o'ween
Tijdens de laatste weken van het pretparkseizoen houdt Chessington zijn grootste evenement - Howl'o'ween, eerder bekend onder de naam Halloween Hocus Pocus. Tijdens het evenement is het park versierd voor Halloween met spinnen, grafstenen, voodoo poppen, skeletten en spinnenwebben. Ook lopen er acteurs in het pretpark en de dierentuin gekleed als heksen, vampieren en zombies. Tijdens het evenement openen (tijdelijke) Halloween-attracties, de normale attracties zijn ook open in het donker.
Eenmalige evenementen
Ice Age - In augustus 2009 heeft Chessington een evenement gehouden om de release van Ice Age: Dawn of the Dinosaurs te vieren. Het park opende een tijdelijk doolhof buiten Beanoland voor het evenement.
Vampire XXI - In april 2011 opende Chessington een tijdelijk doolhof in het gebied naast de Vampire achtbaan om de attractie zijn 21ste verjaardag te vieren. Het evenement was gratis en duurde twee weken.
Mystic East Carnival - Het Mystic East Carnival event was een tentoonstelling van kunstwerken uit het Oosten die op de Market Square en in Mystic East-gebied werden tentoongesteld. Het evenement werd in mei gehouden en duurde een aantal weken.
25th Birthday Celebration - In juli 2012 heeft het resort 25 dagen durend event om het 25-jarig bestaan van het pretpark te vieren.
Animal Adventures - Een evenement tijdens februari 2016 om de 85e verjaardag van de dierentuin in Chessington te vieren.
Attracties
Achtbanen
Flatrides
Water attracties / darkrides
Kinderattracties
Live Shows
Andere attracties
Weggehaalde of verplaatste attracties en gebieden
Veel van de attracties en gebieden in het park zijn al in de loop der jaren opnieuw gedecoreerd, terwijl anderen naar andere pretparken zijn verhuisd of vervangen.
De Fun City Show, circusshow, werd in 1999 gesloopt om plaats te maken voor Beanoland.
Beanoland was een themazone rond de strips uit het Britse stripblad The Beano. Het werd geopend in 2000 en gesloten in 2009, in het gebied stonden: Billy's Whizzer,Dennis' Madhouse, Roger the Dodger's Dodgems en Bash Street Bus.
Runaway Train was een mijntreinachtbaan in het Mexicana-gebied. Geopend in 1987, en eind 2012 afgesloten. Werd vervangen door de Scorpion Express.
Action Man Training HQ (ook bekend als Action Man Critical Mission) was een grote speeltuin-achtige attractie voor kinderen, die in 1997 geopend en in 2005 gesloten werd.
Magic Carpet werd in 1988 geopend en eind 1998 afgesloten. Samurai (zie hieronder) werd geïnstalleerd in zijn plaats.
Samurai was een Mondial Top Scan geïnstalleerd in 1999 en werd gesloten in 2003 in Mystic East, en daarna werd de attractie verhuisd naar zusterpark Thorpe Park.
Chessington Zoo Railway is in 1985 gesloten voordat het themapark werd opgericht.
Chessington Railroad werd eind 1996 weggehaald.
Rodeo (oorspronkelijk The Juggler en gevestigd in Circus World) was een Huss breakdance attractie die eind 2004 werd afgesloten. De attractie bleef staan, maar was niet operationeel tot 2007, toen de attractie werd weggehaald.
Toytown Roundabout werd ook eind 1999 verwijderd. De meer traditionele carrousel, die sinds 1996 dicht bij de noordelijke ingang van het park was stond, kwam in zijn plaats.
Clown Coaster, oorspronkelijk Toy Town Coaster , was een zeer kleine kinderbaan. Hij werd verwijderd om plaats te maken voor de nieuwe Berry Bouncers-attractie die in 2001 werd gebouwd.
Professor Burp's Bubbleworks was een beroemde waterdarkride in het gebied Transylvania, de attractie werd geopend in 1990 en gesloten in 2005.
The Fifth Dimension was een darkride die in 1987 werd geopend en werd afgesloten in 1993, de attractie was gebaseerd op het verhaal van een tv-reparatierobot genaamd Zappomatic en zijn doel om het computermonster de Gorg te verslaan. Werd vervangen door de Terror Tomb.
Terror Tomb (later genaamd de Forbidden Tomb) was een darkride geopend in 1994 en werd gesloten in 2001, vervangen door de Tomb Blaster. De attractie vertelde een verhaal over een grafrover genaamd Abdab en de verschillende gevaren die hij tegenkwam toen hij probeerde een kostbaar smaragd uit een graf te stelen.
Vampire: The Haunting in the Hallows was een walkthrough attractie die alleen open was tijdens Halloween.
The Mystery of Hocus Pocus Hall was een walkthrough attractie die alleen tijdens Halloween was geopend. De attractie volgde de verhaallijn van de parkmascotte, Sir Arthur Stubbs.
Safari Skyway was een historische monorail-attractie die de gasten een begeleide tour van de Chessington Zoo en het gebied rondom het Burnt Stub herenhuis gaf.
Bubbleworks was een water-darkride die in 2006 geopend werd. De attractie was oorspronkelijk Prof. Burp's BubbleWorks. Het voer door scènes van een zeepfabriek, met de meeste van zijn scènes sterk gewijzigd van de originele attractie. De attractie is gesloten op 6 september 2016 om plaats te maken voor The Gruffalo River Ride Adventure.
Het Carousel was een klassieke carrousel-attractie gelegen in de Market Square. De rit werd geopend in 1996 en gesloten in 2016. Een nieuwe carrousel werd gebouwd in 2017 om als opvolger van de oorspronkelijke carrousel te dienen. De nieuwe carrousel werd The Chessington Adventure Tree genoemd.
Pinguïns van Madagascar Live: Operation Cheezy Dibbles was een live show in het Afrika-gebied. Het werd geopend in 2015 als onderdeel van Chessington's Year of the Penguins en werd afgesloten aan het einde van het seizoen van 2016. Het werd in 2017 vervangen door de Gruffalo Arena.
Peeking was een reuzenrad oorspronkelijk gelegen in Thorpe Park. De attractie opende in Chessington in 2005 en sloot op 10 september 2017.
Pretpark
Chessington World of Adventures opende op 6 juli 1987. De belangrijkste attracties zijn: Vampire, Bubbleworks, Rameses Revenge, Dragon's Fury, KOBRA, Zufari: Ride into Africa and Scorpion Express. Er zijn verschillende shows waaronder Wild Factor en Pandamonium, die alleen in de zomer wordt weergegeven.
Het attractiepark in Chessington World of Adventures Resort is verdeeld in tien gebieden, elk met een andere thema en sfeer, elk gebied is ontworpen om te lijken op een plaats in de wereld. het centrale gedeelte van het park, Adventure Point, lijkt op een oud Engels stadje, terwijl het Mystic East-gebied meer op Azië lijkt. Het Mexicana-gebied is geïnspireerd op een klein stadje in Amerika in het Wilde Westen. Wild Woods is gebaseerd op Duitsland en het Transylvania-gebied is gebaseerd op Roemenië. The Forbidden Kingdom is gebaseerd op het Oude Egypte. Land of the Dragons is een fantasie en er staan vooral attracties voor jonge kinderen.
De nieuwere gebieden zijn: Wild Asia dat in 2010 geopend werd als vervanging voor Beanoland. en Africa geopend in 2012 en is gebaseerd op een Afrikaans dorp. In 2017 werd het bestaande Transylvania-gebied omgedoopt tot Wild Woods.
Het park heeft een maximumcapaciteit van 16.000 gasten per dag, in het jaar 2014 trok het park twee miljoen mensen, door de opening van de Scorpion Express achtbaan en het Azteca Hotel.
Tijdlijn van gebieden uit het park.
Galerij
Dierentuin
In 1931 opende Reginald Goddard Chessington Zoo. In 1946 werd het park door Pearson Publishing Company overgenomen toen Goddard overleed en zij manageden het park tot 1978, toen het door The Tussauds Group werd overgenomen. Tijdens de bouw van het attractiepark, werden een aantal dieren verhuis naar andere dierentuinen. In 1990 verlieten de ijsberen het park, gevolgd door de nijlpaarden en olifanten in 1993. In 1994 verhuisden de sneeuwluipaarden naar het gebied van de leeuwen en tijgers. Voor een tijd werd de attractie Animal Land genoemd, tot het weer hernoemd werd tot Chessington Zoo in 2007.
In 2015 had de dierentuin meer dan 1000 dieren, waarvan vele bedreigd zijn en sommige zelfs zijn uitgestorven in het wild. De dierentuin is opgedeeld in verschillende gebieden. Vlakbij de ingang zijn er verblijven voor kleinklauwotters en rendieren.
De nandoes, mara's, wallabies, stokstaartjes en agoeti's werden vroeger gehouden in het gebied Monkey Walk. Dit gebied werd vervangen door Creatures Features, dat op zijn plaats weer werd vervangen door Wanyama Village & Reserve in 2010. In dit gebied, naast het Safari Hotel, leven verschillende Afrikaanse diersoorten, zoals grévyzebra, sitatoenga, struisvogel, dorcasgazelle, nijlantilope, fennek, dwergmangoest, zuidelijke hoornraaf, Kirks dikdik, Alaotrabamboemaki, zwartwangagapornis, gewoon stekelvarken, stokstaartje, algazel, elandantilope en Watusirund. Het is onderdeel van het ZUFARI reservaat. Er is ook een kinderboerderij waar kinderen de boerderijdieren eten kunnen geven en kunnen aaien.
De Safari Skyway, een monorail vanuit het Market Square van het attractiepark vervoerde bezoekers langs verschillende verblijven, maar werd in 2015 gesloten vanwege te hoge kosten.
Het gebied Trails of the Kings is een gebied met verblijven voor westelijke laaglandgorilla's, Aziatische leeuwen, fossa's, Euraziatische lynxen en beermarters. Na een inspectie in 2007, waarin bleek dat het gorillaverblijf te klein was, werd het gebied gerenoveerd. Een groter verblijf werd geopend in 2010. Bij dit gebied is er ook een verblijf voor zeeleeuwen: Sea Lion Bay. Hier worden meerdere keren per dag presentaties gehouden met de zeeleeuwen.
AMUZU Treetop Adventure opende in april 2014. Naast een avonturenpad, zijn er verblijven voor slingerapen, saki's, roodhandtamarins, goudkopleeuwaapjes, Boliviaans doodshoofdaapjes, witgezichtoeistiti's, capibara's, soldatenara's, geelwangamazones, reuzenbosrallen, agoeti's en gordeldieren. In maart 2015 werd een nieuw gebied geopend ter ere van het Jaar van de Pinguïn: Penguin Bay. In dit gebied is een naar een strand gethematiseerd verblijf voor Humboldtpinguïns. Ook is er een tribune voor presentaties in de vorm van een scheepswrak. Verder zijn er in het park verblijven voor tijgers, schildpadden en neusberen.
Chessington Sea Life Centre
In 2008 werd Chessington Sea Life Centre geopend op de plek van de oude kinderboerderij om meer bezoekers te trekken. Het centrum, onderdeel van de bekende Sea Life franchise, heeft een aantal verblijven, waaronder een roggenpoel en een voelpoel. Het Sea Life Centre is verdeeld in vier delen: Our Shoreline, The Reef, Amazonia en Azteca (waar ook de onderwatertunnel zich bevindt).
Our Shoreline is het oudste gebied en het heeft zeedieren van de Britse kusten, waaronder roggen, zeepaardjes en zeesterren. Ook zijn er kleinere aquaria met anemoonvissen en krabben. De Touch Pool is hier ook te vinden, waar mensen de vissen kunnen aanraken. Het volgende gebied, The Reef, laat anemoonvissen, poetsgarnalen, doktersvissen en Cassiopea-kwallen.
Amazonia werd in 2009 geopend en is een kleiner versie van het soortgelijke gebied in andere Sea Life Centres. Er zijn onder andere aquaria voor roodbuikpiranha's, octopussen en tetra's. In 2011 werd het laatste gebied, Azteca, geopend. Het omvat de tienmeterlange onderwatertunnel in een aquarium met hamerhaaien, koraalduivels, kogelvissen, doktersvissen, vinarmigen, kathaaien en epaulethaaien. Hiernaast zijn er ook aquaria voor kwallen, zeepaardjes en noordelijke zeewolven.
Attractiepark in het Verenigd Koninkrijk
Dierentuin in het Verenigd Koninkrijk
Bouwwerk in Londen
Merlin Entertainments Group
|
Amazonia werd in 2009 geopend en is een kleiner versie van het soortgelijke gebied in andere Sea Life Centres. Er zijn onder andere aquaria voor roodbuikpiranha's, octopussen en tetra's. In 2011 werd het laatste gebied, Azteca, geopend. Het omvat de tienmeterlange onderwatertunnel in een aquarium met hamerhaaien, koraalduivels, kogelvissen, doktersvissen, vinarmigen, kathaaien en epaulethaaien. Hiernaast zijn er ook aquaria voor kwallen, zeepaardjes en noordelijke zeewolven.
| 1 |
aquarium, zeeleven, waterdieren
|
8,642 |
SubscribeAction
|
1872276
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nintendo%203DS
|
Nintendo 3DS
|
De Nintendo 3DS (N3DS of 3DS) is een handheld, geproduceerd door Nintendo en is de officiële opvolger van de Nintendo DS. Tijdens de E3 van 2010 in Los Angeles werd de Nintendo 3DS officieel voorgesteld aan het grote publiek. De 3DS volgt de Nintendo DS op, heeft achterwaartse compatibiliteit met DS en DSi spellen en concurreert met de Playstation Vita.
De Nintendo 3DS hanteert 3D-effecten zonder het gebruik van een speciale bril. Er kunnen bepaalde 3D-films op afgespeeld worden en er kan met de twee camera's aan de voorkant (drie camera's in totaal, ook één boven het bovenste scherm) 3D-foto's en 3D-video's worden gemaakt. Men kan er ook mee browsen op het internet. De slagzin van de Nintendo 3DS is: Take A Look Inside.
Er zijn verschillende nieuwe ontwerpen uitgebracht van de 3DS: de Nintendo 3DS XL, een groter model, voor het eerst uitgebracht in Japan en Europa in juli 2012, met een 90% groter scherm, een "entry-levelversie" van de console, de Nintendo 2DS, met een vaste slate-form factor en zonder 3D-functie, uitgebracht op de westerse markt in oktober 2013, en de New Nintendo 3DS (en XL), voorzien van een krachtigere processor, een tweede analoge stick genaamd de C-Stick, extra knoppen en andere veranderingen, voor het eerst uitgebracht in Japan in oktober 2014. Op 31 maart 2016 waren de verschillende 3DS-versies al 58,85 miljoen verkocht.
Geschiedenis
De 3DS werd in Japan uitgebracht op 26 februari 2011, in Europa op 25 maart 2011 en in Noord-Amerika op 27 maart 2011.
Op 12 augustus 2011 werd de Europese adviesprijs verlaagd. De exacte prijs wordt nog steeds door de verkopers bepaald. Nintendo hoopt met deze lagere prijs een groter publiek aan te spreken. Degenen die voor de prijsdaling de 3DS hebben gekocht, hebben 10 Nintendo Entertainment System- en 10 Game Boy Advance-spellen gekregen via het ambassadeursprogramma.
Specificaties
De Nintendo 3DS is gebaseerd op een zelfontworpen PICA200 grafische processor van een Japanse start-up Digital Media Professionals (DMP). Hij heeft twee schermen; het bovenste scherm is een 90 mm 5:3 3D-scherm met een resolutie van 800×240 pixels (400×240 pixels per oog, WQVGA) dat een autostereoscopisch driedimensionaal effect kan produceren (zonder een 3D-bril) met een parallax barrier scherm, het onderste scherm is een 77 mm 4:3 non-3D resistieve aanraakscherm met een resolutie van 320×240 pixels (QVGA). De 3DS weegt ongeveer 230 gram, en wanneer hij is dichtgeklapt, is hij 134 mm lang, 74 mm breed, en 21 mm dik.
Het systeem heeft een aantal verschillende toevoegingen aan het ontwerp ten opzichte van de originele DS, namelijk een schuifknop aan de zijkant van het apparaat dat de sterkte van het 3D-effect aanpast, een ronde analoge stick genaamd het "Circle Pad", een accelerometer, en een gyroscoop. De 3DS heeft twee camera's aan de achterkant van het apparaat, die de mogelijkheid hebben om 3D-foto's te nemen, en een camera net boven het bovenste scherm in het apparaat, richting het gezicht van de speler, die 2D-foto's en video's kan maken; alle camera's hebben een resolutie van 640×480 pixels (0.3 megapixels). Het systeem zal een 2.4 GHz 802.11 wifiverbinding met verbeterde beveiliging WPA2 ondersteunen. Bij het systeem wordt een houder geleverd, die gebruikt kan worden als een oplader, en kan zorgen voor snellere downloads en uploads via de infrarood-poort.
Het medium voor de spellen van de Nintendo 3DS, de Nintendo 3DS Game Cards, kunnen tot 4GB aan speldata vasthouden, ze lijken bijna precies hetzelfde als degene van de huidige DS. Er is echter een verschil, aan de zijkant van het opslagmedium is een klein uitsteekseltje, dat ervoor zorgt dat de 3DS Game Cards niet in een Nintendo DS gestoken kunnen worden.
Spelontwikkelaar THQ concludeert dat de Nintendo 3DS gekenmerkt wordt door een geavanceerde anti-piraterij technologie waarvan Nintendo van mening is om de video game-piraterij drastisch te verminderen, aangezien piraterij de handheld markt al had beschadigd door de verspreiding van goedkope flashgeheugen en de stijging van de bestandsdeling.
Mogelijkheden op de Nintendo 3DS
Dagboek
Het Dagboek houdt zowel gameplay bij, hij geeft aan welke spellen zijn gespeeld en voor hoelang, als lichamelijke activiteiten, hij telt hoeveel stappen er zijn gezet tijdens het dragen van een 3DS. Door veel te lopen met de 3DS op zak, kunnen er Speelmunten worden verdiend, die gebruikt kunnen worden met ondersteunde spellen en programma's om speciale content en een aantal andere voordelen te verdienen. Speelmunten kunnen niet worden gebruikt in de Nintendo eShop.
AR-Games: Aangevulde realiteit
Op het systeem zijn standaard al een aantal AR-games geïnstalleerd met 6 papieren kaarten die met de spellen op elkaar inwerken. Het definitieve ontwerp werd ook onthuld tijdens dit evenement.
YouTube
Sinds 2013 is het mogelijk om in de Nintendo Eshop een YouTube applicatie te downloaden. Het is niet mogelijk om video's in 3D te kijken, met de New 3DS is dat wel mogelijk via de Internetbrowser. Op de originele 3DS is de Youtube aplicatie stopgezet.
Ondersteuning voor oudere software
Naast zijn eigen software, ondersteunt de Nintendo 3DS ook Nintendo DS-software, inclusief DSi-software. Echter biedt de Nintendo 3DS, net zoals de Nintendo DSi, geen ondersteuning voor DS-software die gebruikmaken van de Game Boy Advance-poort. Nintendo DS en DSi-software kunnen niet worden afgespeeld met de 3D-functies op de 3DS. De originele DS-resoluties zijn geschaald en vergroot door het feit dat de resoluties van de 3DS-schermen groter zijn dan die van de DS. Er is echter ook een mogelijkheid om de spellen op een standaard resolutie te spelen, door START of SELECT in te drukken tijdens het opstarten van de DS-software.
3DS Berichtenservice
De Nintendo 3DS biedt ook ondersteuning voor een nieuw berichtensysteem. Door deze service kunnen gebruikers berichten ontvangen van Nintendo en/of ondersteunende software. De Nintendo 3DS-gebruiker wordt ervan op de hoogte gehouden als er een nieuw bericht verschijnt door een van de led-lampjes op het systeem.
Virtual Console-service
Tijdens een persconferentie op 29 september 2010 bij Nintendo of Japan werd aangekondigd dat de 3DS een Virtual Console-service zou krijgen met Game Boy-spellen, Game Boy Color-spellen, NES 8-bit-spellen en "klassieke" spellen in 3D. Tijdens de GDC van 2011 kondigde Nintendo aan dat er ook TurboGrafx 16, en Game Gear-spellen beschikbaar zouden worden gesteld voor Virtual Console. Aanschaffingen kunnen worden gemaakt door de Nintendo eShop, die gebruikmaakt van een op geld gebaseerd systeem in plaats van een op punten gebaseerd systeem dat gebruikt werd voor de Wii en DSi. De eShop werd toegevoegd door een systeemupdate op 7 juni 2011.
StreetPass en SpotPass-modus
Het systeem ondersteunt meerdere spelers via een lokale draadloze verbinding of via het internet. De Nintendo 3DS beschikt over een verbinding op de achtergrond die "altijd aanstaat", handelsmerken stelden voor om deze functie "CrossPass" te noemen, die automatisch draadloze netwerken kan detecteren en automatisch kan verbinden met verbindingspunten zoals een wifihotspot, waardoor er informatie kan worden verzonden en gedownload kunnen worden op de achtergrond, terwijl het systeem op de slaapstand staat of tijdens het spelen van een spel. In Nintendo's conferentie op 29 september werden de westerse namen van de CrossPass Tag Mode-service aangekondigd, namelijk StreetPass en SpotPass, waarbij SpotPass de mogelijkheid voor de 3DS is om wifisignalen te zoeken en automatisch inhoud te downloaden in de slaapstand en StreetPass de passieve verbindingsvorm is tussen 3DS-systemen van gebruikers, een voorbeeld hiervan is het delen van Mii-avatars.
Tijdens het Game Developers Conference van 2011, kondigde de voorzitter van Nintendo of America, Reggie Fils-Aime, aan dat Nintendo ging samenwerken met AT&T om gratis toegang tot AT&T-verbindingspunten via de Nintendo 3DS te bieden. Gebruikers kunnen met deze hotspots in eind mei verbinden.
Met de verbinding op de achtergrond kunnen gebruikers softwarebestanden uitwisselen, ongeacht welk besturingssysteem zich dan momenteel bevindt in het systeem. Gedeelde inhoud wordt opgeslagen in een "datasleuf" van het systeem. Met deze datasleuf, kunnen Nintendo 3DS-gebruikers als ze verbonden zijn gemakkelijk bestanden opslaan en delen voor meerdere spellen tegelijk, zelfs als ze een spel spelen dat niet verwant is. Met de verbinding van de 3DS op de achtergrond, kan een Nintendo 3DS in StreetPass-modus automatisch andere 3DS-eenheden ontdekken binnen een bepaalde afstand, een verbinding aanmaken, en inhoud uitwisselen voor wederzijds gespeelde spellen, alles zonder er iets van te merken en zonder dat de gebruiker er iets voor hoeft te doen, zelfs als de console op slaapstand staat. Bijvoorbeeld, een gebruiker heeft het spel Super Street Fighter IV: 3D Edition, zodra hij iemand passeert met dezelfde software, zal er een strijd plaatsvinden waarbij er trofeeën worden verzameld van de andere speler.
Deze functie kan worden aangepast aan de voorkeuren van de gebruiker, inclusief het geheel uitschakelen van de functie voor de geselecteerde software. Een programma dat "automatisch artikelen van tijdschriften en krantenartikelen kan verkrijgen" wordt overwogen, vergelijkbaar met netwerk e-book-reader toepassingen. De andere verbeteringen van de online-functies gaan over hoe Vriendcodes zijn toegepast, er is maar één code nodig voor iedere spelcomputer, want de DS en Wii beschikten over individuele Vriendcodes die nodig waren voor iedere software.
Video's
Met het systeem is het ook mogelijk om 3D-films en video's af te spelen. Nintendo heeft gehandeld met Warner Bros, Disney, en DreamWorks om 3D-films te leveren. Hoewel er nog geen titels bekend zijn gemaakt, werden er trailers van DreamWorks's Hoe tem je een draak, Warner Bros's Legend of the Guardians: The Owls of Ga'Hoole en "The green latern trailer", en Disneys film Tangled vertoond op de 3DS tijdens de E3 Expo. Op 29 september 2010 kondigde Nintendo of Japan aan dat ze gingen samenwerken met Fuji TV en andere Japanse zenders om gratis 3D-video's aan Japanse Nintendo 3DS-gebruikers te versturen. Op 19 januari 2011 kondigde Nintendo of Europe tijdens hun persconferentie aan dat ze zullen samenwerken met Eurosport en Sky 3D om digitale inhoud naar de Nintendo 3DS te brengen op een later tijdstip in 2011. Richard Goleszowski zal ook exclusieve 3D-afleveringen van Shaun het Schaap uitgeven op de Europese Nintendo 3DS-markt aan het eind van het jaar. Tijdens het 2011 Game Developers Conference, kondigde de voorzitter van Nintendo of America, Reggie Fils-Aime, aan dat de Nintendo 3DS live streaming zou ondersteunen van Netflix. Tijdens dezelfde conferentie, kondigde Nintendo een videodienst aan waarin korte filmjes te zien zullen zijn voor de Nintendo 3DS. Dit kanaal zal een breed scala aan video's bieden, van komedie tot muziek, die allemaal samengesteld zijn door Nintendo. De Nintendo 3DS-systemen in Noord-Amerika zullen, als deel van een systeemupdate, de 3D-versie van de muziekvideo voor "White Knuckles" van OK Go ontvangen.
Nintendo-brievenbus
Met deze applicatie kan de gebruiker van het Nintendo 3DS systeem zelfgeschreven berichtjes of tekeningen naar vrienden op de Nintendo 3DS verzenden.
De applicatie Nintendo Brievenbus is op vrijdag 1 november 2013 om 15:00 stopgezet omdat gebruikers privégegevens naar elkaar toe stuurden.
Internetbrowser
Nintendo heeft op 7 juni 2011 een update uitgevoerd voor de 3DS waarbij de internetbrowser en de Nintendo eShop beschikbaar werden gemaakt. De browser heeft toegang hebben tot WEP en WPA/WPA2 access points (toegangspunten).
De Nintendo 3DS-browser heeft de volgende functionaliteit:
Informatie en media bekijken op websites.
Sociale netwerken bezoeken.
Foto's die met een 3DS zijn gemaakt en op een webpagina zijn geplaatst in 3D weergeven.
Afbeeldingen op webpagina's opslaan in de 3DS Camera-software.
Foto's uploaden naar webpagina's die uploadfunctionaliteit bieden, zoals Facebook.
Opslaan van webadressen in de Favorieten.
Zoekopdrachten uitvoeren met Google of Yahoo.
Omdat de browser geen plug-ins (zoals Adobe Flash Player) ondersteunt is het niet mogelijk om bijvoorbeeld video's in de browser te bekijken. De New 3DS ondersteunt het afspelen van HTML5-video's in 2D en 3D.
Mii
Mii's zijn ook beschikbaar op het systeem. De 3DS beschikt over een Mii Maker die personages van vanuit de Wii kan importeren, omgekeerd is het niet mogelijk in verband met de extra personageonderdelen. Er kunnen ook Mii's gemaakt worden met behulp van de internetcamera's. Mii's kunnen ook worden herkend door speciale QR-codes vast te leggen met een van de camera's. Er is ook een StreetPass Mii-park om alle Mii's van spelers in op te slaan die verzameld zijn in de StreetPass-modus. Mii Maker verschijnt ook op de Wii U.
Vriendenlijst
De Nintendo 3DS heeft ook een Vriendenlijst. Bij de Nintendo DS moest men bij elk spel een andere vriendcode invoeren. Bij de Nintendo 3DS hoeft dat niet, daar is slechts één vriendcode nodig om verbinding te kunnen maken in andere spellen. Bij Geregistreerde vrienden wordt het Status bericht, Het Mii-Personage, De favoriete software verzonden. Als er een vriend online komt zal het berichtlampje 5 seconden lang oranje knipperen, als de speler naar het Home menu gaat zal er een melding verschijnen met de tekst: er is een vriend online gekomen, ook zal er in het scherm van de vriendenlijst het visitekaartje van de persoon op het touchscreen voor de offline vrienden staan, op het bovenste scherm staat als de vriend online is welke software hij/zij gebruikt. Als de speler Nintendo DS(i) Software gebruikt zal hij/zij niet online zijn in de vriendenlijst.
Games
Per Q1 2020 zijn er 1341 verschillende games beschikbaar.
De volgende games zijn exclusief beschikbaar voor de New 3DS:
Xenoblade Chronicles
Binding of Isaac: Rebirth
Fire Emblem Warriors
Wind-up Knight 2
Runbow Pocket
Futuridum EP Deluxe
BlockForm
Pixel Hunter
Lifespeed (eShop exclusief)
Pinball Hall of Fame
Dragon Fang (Japan exclusief)
forma.8
Minecraft: New Nintendo 3DS Edition
SNES Virtual Console Games.
Voor een totaaloverzicht van alle 3DS games zie: Lijst van Nintendo 3DS-spellen
Vergelijking van Nintendo 3DS systemen
Kleuren
De 3DS is verkrijgbaar in verschillende kleuren:
Aqua Blue (turquoise)
Cosmos Black (zwart)
Flame Red (felrood)
Pearl Pink (Coral Pink in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, Misty Pink in Japan) (koraalroze)
Ice White (wit)
Cobalt Blue (kobaltblauw)
Midnight Purple (paars)
Shimmer Pink (glinsterend roze)
Cerulean Blue (ceruleumblauw)
Daarnaast zijn er nog Limited Editions verkrijgbaar:
Zelda Limited Edition
Monster Hunter Tri (Lente 2013. Was beschikbaar met Monster Hunter 3G, een remake van Monster Hunter Tri.)
Peach, Mario en Toad (Januari 2013. Ze werden samen tegelijk uitgebracht en ze lijken op de Nintendo figuren waar ze naar vernoemd zijn. Deze waren niet verkrijgbaar in winkels, maar waren prijzen die deelnemers konden winnen als zij twee geselecteerde 3DS spellen hadden geregistreerd op een Club Nintendo account. Er zijn 3000 van gemaakt.)
Metal Gear Solid (Bij de release van Metal Gear Solid: The Snake Eater 3D werd deze uitgeloot in Japan, bij een Konami Store.)
Kingdom Hearts Dream Drop Distance (Deze waren alleen verkrijgbaar in Japan, bij de release van Kingdom Hearts: Dream Drop Distance.)
Fire Emblem Awakening
Dragon Quest: Monsters
Monster Hunter 4 (februari 2011, alleen in Japan.)
Andere modellen
Nintendo 3DS XL
In juni 2012 werd de Nintendo 3DS XL aangekondigd. Het scherm van de Nintendo 3DS XL is 90% groter dan het scherm van de Nintendo 3DS en werd op 28 juli 2012 gelanceerd. De batterij gaat nu maximaal 6 uur en 30 minuten mee, vergeleken met 5 uur op de originele 3DS-console. Deze Console is veel afgeronder dan de gewone Nintendo 3DS. De hoeken zijn ronden en de knoppen zijn beter geïntegreerd in de console. Deze ligt dan ook veel handiger in je hand.
De 3DS XL is verkrijgbaar in verschillende kleuren, het aanbod varieert wereldwijd:
Rood met zwart (bij lancering)
Blauw met zwart (bij lancering)
Zilver met zwart (bij lancering)
IJswit (bij lancering)
Zwart (11/2012)
Lichtroze met wit (09/2012)
Mintgroen met wit (04/2013)
Felroze (05/2013)
Oranje met zwart (11/2013)
Turquoise met zwart (11/2013)
Daarnaast is er ook nog een Pikachu Edition, Pokémon X & Y Editions, een Animal Crossing Edition en een Zelda Edition beschikbaar. De eerste is aan de buitenkant geel met een afbeelding van Pikachu, aan de binnenzijde is de handheld wit. De tweede editie bestaat uit een Xerneas Red (rood) en Yveltal Blue (blauw) versie. Op beide versies zijn Xerneas en Yveltal aan buitenkant onderop afgebeeld. De derde is volledig wit en heeft aan de buitenkant een motief met gele huisjes, groene blaadjes en rode appels. De laatste is zwart en goud aan de buitenkant met de bekende Triforce op de boven- en onderzijde. Bij de drie edities is een spel inbegrepen.
Meer gelimiteerde oplages:
Culdcept
Super Mario Bros. 2 Pack
Super Robot Taisen UX
Fire Emblem: Awakening
Tomodachi Collection
Shin Megami Tensei IV
The Year of Luigi
Disney Magic Castle: My Happy Life
Monster Hunter 4 Felyne White
Monster Hunter 4 Gore Magala Black
Monster Hunter 4 Rajang Gold
Charizard
Eevee
Pokémon X and Y-Premium Gold
One Piece: Unlimited World: Red-Chopper Pink
One Piece: Unlimited World: Red-Luffy Red
Dragon Quest Monsters 2: Iru and Luca’s Marvelous Mysterious Key
Mario & Luigi: Dream Team
New LovePlus+ Rinko Deluxe
New LovePlus+ Manaka Deluxe
New LovePlus+ Nene Deluxe
Theatrhythm Final Fantasy: Curtain Call
Yoshi
Persona Q: Shadow Of The Labyrinth
Pokémon Battle Trozei *wit*
Pokémon Battle Trozei *zwart*
Pokémon Cocoon of Destruction
Nintendo 2DS
Op 28 augustus 2013 kondigde Nintendo geheel onverwacht de Nintendo 2DS aan. De handheld heeft een veranderd design, kan niet meer dichtgeklapt worden en ondersteunt geen 3D-beelden. Alle Nintendo DS- en Nintendo 3DS-games zijn echter compatibel. De handheld heeft een lagere prijs dan de Nintendo 3DS, dit komt mede doordat de twee schermen uit één stuk zijn gemaakt en één groot scherm vormen. De draagbare spelcomputer kwam uit op 12 oktober 2013.
New Nintendo 3DS en 3DS XL
Eind augustus 2014 kondigde Nintendo twee nieuwe varianten aan: New 3DS en New 3DS XL (LL in Japan). Voornaamste kenmerken van deze handhelds zijn: een aanvullend pookje genaamd de C-stick, dat een grote gelijkenis met een trackpoint vertoont, bedoeld om de in-game-camera tijdens het gamen mee te bedienen; twee extra schouderknoppen en een scherm dat van meerdere richtingen 3D kan weergeven. De New 3DS kent ten opzichte van New 3DS XL een kleiner scherm en een kortere batterijduur. Het New 3DS XL-scherm is net zo groot als dat van de 3DS XL.
In Europa verscheen de New 3DS in februari 2015.
New Nintendo 2DS XL
Eind april 2017 werd de Nintendo 2DS XL aangekondigd door Nintendo.
De New Nintendo 2DS XL is gelijk aan de New Nintendo 3DS XL met uitzondering van het 3D-scherm.
In Europa verscheen de New Nintendo 2DS XL op 28 juli 2017.
Externe links
Officiële Nederlandse website Nintendo 3DS
Officiële Amerikaanse website Nintendo 3DS
Spelcomputer (achtste generatie)
Draagbare spelcomputer
Nintendo DS
|
Deze functie kan worden aangepast aan de voorkeuren van de gebruiker, inclusief het geheel uitschakelen van de functie voor de geselecteerde software. Een programma dat "automatisch artikelen van tijdschriften en krantenartikelen kan verkrijgen" wordt overwogen, vergelijkbaar met netwerk e-book-reader toepassingen. De andere verbeteringen van de online-functies gaan over hoe Vriendcodes zijn toegepast, er is maar één code nodig voor iedere spelcomputer, want de DS en Wii beschikten over individuele Vriendcodes die nodig waren voor iedere software.
| 1 |
bijwonen, verkrijgen, updates ontvangen
|
5,363 |
InviteAction
|
2165599
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem%20Arond%C3%A9uslezing
|
Willem Arondéuslezing
|
De Willem Arondéuslezing is een jaarlijkse lezing, die sinds 2005 in Haarlem wordt georganiseerd door Provinciale Staten van Noord-Holland ter ere van de openlijk homoseksuele beeldend kunstenaar, auteur en verzetsstrijder Willem Arondeus (1894-1943). Hij werd in de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerd.
Op 17 december 2004 besloten Provinciale Staten van Noord-Holland een jaarlijkse themalezing te organiseren met een aansluitend debat als blijvend eerbetoon en herinnering aan Arondeus. Het initiatief werd genomen door de Statenleden Meino Schraal (CDA) en Klaas Breunissen (GroenLinks). Door middel van de lezing en het debat wordt aan burgers en politici een podium geboden om vrij, desnoods controversieel, van gedachten te wisselen over actuele en voor de Provincie relevante maatschappelijke thema's.
De eerste lezing werd gegeven op 25 april 2005 door balletdanser en schrijver Rudi van Dantzig, Arondeus' biograaf, met als thema: Kun je zijn wie je bent of is die vrijheid lastig geworden?. In 2006 was bisschop Philippe Bär de spreker met als thema Het begrip "Vrijheid". In de jaren 2007-2010 werd de lezing verzorgd door achtereenvolgens de advocaat Gerard Spong, de schrijfster Désanne van Brederode, de filosoof Ad Verbrugge en de schrijfster en filosoof Marjolijn Drenth.
Controverse
In 2011 ontstond in de politiek in Noord-Holland onenigheid over de Willem Arondéuslezing. De uitnodiging aan de cultuurhistoricus Thomas von der Dunk om dat jaar de lezing te houden werd ingetrokken, omdat volgens twee (van de vijf) leden van de organiserende werkgroep de inhoud te kritisch zou zijn ten opzichte van de PVV en daardoor een te partijpolitiek karakter zou hebben. Von der Dunk wilde zijn verhaal niet aanpassen en werd daarom geweigerd. Uiteindelijk werd de lezing uit protest in de Haarlemmerhout tegenover het provinciehuis gehouden. Zo'n 1200 belangstellenden kwamen op 27 april 2011 luisteren, onder wie commissaris van de Koningin Johan Remkes en verschillende gedeputeerden. Zij waren het niet eens met het verbieden van de lezing en wilden op deze manier hun solidariteit tonen.
Ook in 2012 werd de Willem Arondéuslezing een politiek mijnenveld, toen de beoogde spreker, innovatie- en communicatie-expert René Boender, verkoos om geen speelbal te worden van de PVV-opvattingen in de klimaatdiscussie. Uiteindelijk heeft de journaliste Step Vaessen de lezing op 20 juni gehouden, met de titel De kudde kent geen helden.
Daarna kwam het jaarlijkse evenement weer in rustiger vaarwater. NIOD-directeur Marjan Schwegman was de spreker in 2013, ex-politicus Boris Dittrich in 2014, Europees commissaris Frans Timmermans in 2015, zanger-acteur Eric Corton in 2016, filosoof Bas Haring in 2017 en schrijfster-actrice Nazmiye Oral in 2018.
Lijst van sprekers
Externe link
Willem Arondéuslezing op de website van de Provincie Noord-Holland
Nederlandse lezing
Evenement in Noord-Holland
Cultuur in Haarlem
|
Controverse
In 2011 ontstond in de politiek in Noord-Holland onenigheid over de Willem Arondéuslezing. De uitnodiging aan de cultuurhistoricus Thomas von der Dunk om dat jaar de lezing te houden werd ingetrokken, omdat volgens twee (van de vijf) leden van de organiserende werkgroep de inhoud te kritisch zou zijn ten opzichte van de PVV en daardoor een te partijpolitiek karakter zou hebben. Von der Dunk wilde zijn verhaal niet aanpassen en werd daarom geweigerd. Uiteindelijk werd de lezing uit protest in de Haarlemmerhout tegenover het provinciehuis gehouden. Zo'n 1200 belangstellenden kwamen op 27 april 2011 luisteren, onder wie commissaris van de Koningin Johan Remkes en verschillende gedeputeerden. Zij waren het niet eens met het verbieden van de lezing en wilden op deze manier hun solidariteit tonen.
| 1 |
uitnodiging, evenement, uitnodigen
|
1,435 |
LakeBodyOfWater
|
7460
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geoorde%20fuut
|
Geoorde fuut
|
De geoorde fuut (Podiceps nigricollis) is een watervogel, het is een klein soort fuut (Podicipedidae).
Beschrijving
De geoorde fuut is een trekvogel en ongeveer even groot als de kuifduiker maar 's zomers heeft hij een zwarte hals. Ook zijn kop heeft een andere vorm. Bij de geoorde fuut is deze hoger en niet plat. Hij heeft een zwarte kop met een goudgele oorpluim. De ondersnavel van de geoorde fuut is naar boven gebogen en lijkt daardoor "opgewipt", de snavel van de kuifduiker is recht, dolkvormig.
In de winter is het onderscheid lastig. Ook dan is de kopvorm onderscheidend, maar dat is op grote afstand vaak lastig te zien. Het zwart boven op de kop loopt bij de geoorde fuut tot onder het oog terwijl dit bij de kuifduiker duidelijker afgegrensd is en onder het oog abrupt ophoudt. De lichaamslengte bedraagt 30 tot 35 cm en het gewicht 250 tot 600 gram.
Leefwijze
Het voedsel bestaat voornamelijk uit kleine vissen, schelpdieren en insecten, die in de vlucht worden gevangen.
Broedgedrag
Het legsel bestaat uit 4 geelachtig witte eieren, die in 3 weken worden uitgebroed in een drijvend nest tussen de vegetatie.
Verspreiding
Deze fuut komt voor in grote delen van Noord-Amerika, Eurazië en zuidelijke Afrika (zie kaartje). Ze broeden in zoute meren en moerassen in drijvende nesten.
De soort telt 3 ondersoorten:
P. n. nigricollis: Eurazië.
P. n. gurneyi: Afrika bezuiden de Sahara.
P. n. californicus: Noord-Amerika.
Status als broedvogel in Nederland en Vlaanderen
De geoorde fuut broedt op dezelfde wijze als de gewone fuut, maar vaker in losse kolonies van enkele broedparen bij elkaar in de buurt. Het is een (zeer) schaarse broedvogel in Nederland, voornamelijk op de hoge zandgronden in Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Limburg. In Vlaanderen is het een zeldzame broedvogel in de Kempen.
Buiten de broedtijd komt de geoorde fuut in klein aantal voor vaak in zoute wateren zoals het Grevelingenmeer en de westelijke Waddenzee.
Externe links
Dier uit het Afrotropisch gebied
Dier uit het Nearctisch gebied
Dier uit het Palearctisch gebied
Futen
IUCN-status niet bedreigd
|
Buiten de broedtijd komt de geoorde fuut in klein aantal voor vaak in zoute wateren zoals het Grevelingenmeer en de westelijke Waddenzee.
| 1 |
meer, zoetwaterlichaam, binnenwater
|
6,160 |
ItemAvailability
|
192312
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Application%20Services%20Library
|
Application Services Library
|
ASL (Application Services Library) is een procesraamwerk, ondersteund door Best Practices, dat de processen van het beheer, onderhoud en vernieuwing van informatiesystemen en applicaties beschrijft. Het biedt een handvat bij het verbeteren van organisaties, die applicatiebeheer uitvoeren.
Door gebruik van best practices en diagnose-instrumenten, zoals zelfevaluaties, kan men pragmatisch aan de slag met het verbeteren van het applicatiebeheer.
ASL beschrijft de processen op uitvoerend (operationeel), sturend (tactisch) en richtinggevend (strategisch) niveau. Het kent zes clusters, met daarin processen.
ITIL is als beheermethodiek sterk gericht op het beheren van IT-infrastructuren, ASL legt de nadruk op applicatiebeheer, op de processen rond het beheren en onderhouden van software en de gegevensbanken. De ITIL-processen zijn voor een groot deel binnen ASL terug te vinden, met name in de hoek van de beheer-processen en de tactische processen. Eigen voor ASL is de nadruk op de ontwikkelcyclus (onderhoud / vernieuwing).
ASL is een Nederlandse standaard in het publieke domein, beschikbaar voor iedere organisatie, en wordt beheerd door een stichting, die wordt ondersteund door een aantal grote ICT-bedrijven.
Positie van ASL
Men onderscheidt in de ICT drie vormen van beheer (beheerdomeinen):
Technisch Beheer (ITIL)
Richt zich op het beheer van de IT-infrastructuur en heeft ITIL als standaard. De IT-infrastructuur is een basis waarop applicaties kunnen draaien. Deze applicaties worden beheerd door Applicatiebeheer.
Applicatiebeheer (ASL)
Onder dit beheer wordt verstaan het aanpassen van de applicatie naar aanleiding van geconstateerde fouten in de applicatie of veranderende technische of functionele eisen. Het gaat nadrukkelijk om bestaande applicaties en niet om nieuwbouw van applicaties. ASL is hiervoor de standaard. ASL is nieuwer dan en deels geïnspireerd door ITIL.
Functioneel beheer (BiSL)
De applicaties worden gebruikt door de gebruikersorganisatie. Deze organisatie zal aan moeten geven aan welke eisen die applicatie moet voldoen en controleren of na een eventuele aanpassing deze applicatie inderdaad voldoet. Dit proces noemt men Functioneel Beheer en heeft als standaard BiSL.
ASL 2
In 2009 is ASL 2 geïntroduceerd, er is een aantal structurele veranderingen doorgevoerd ten opzichte van de voorgaande versie. Met name de sturende processen bevatten grote veranderingen. Zo is de continue dynamiek en het bijstellen van de besturingsstructuren onderdeel geworden van de processen. Daarbij zijn de onderwerpen, de stromen en de beschrijving van de processen bijna volledig veranderd. SLA beheer is contractbeheer geworden, het proces leveranciersmanagement is als nieuw proces erbij gekomen, kwaliteitsmanagement is verbreed en heeft functies van het beheersproces probleembeheer overgenomen. Kostenmanagement is financieel management geworden omdat er meer interactie is tussen de afnemers. De beheerprocessen zijn ook gewijzigd, met name de samenvoeging van beschikbaarheidsbeheer en capaciteitbeheer. Die zijn ondergebracht in het nieuwe proces operationeel beheer. Configuratiebeheer is algemener en eenduidiger geworden. Incidentbeheer is gebruiksondersteuning geworden aangezien er niet alleen na incidenten gereageerd wordt, maar ook proactief gecommuniceerd wordt. Het cluster onderhoud en vernieuwing heeft iets meer aandacht voor het werken in ketens. Organization cycle management bevat nu het proces Account & market definition, een samenvoeging vanuit de vorige versie van ASL. Supplier definition is een nieuw proces, en skills definition is capabilities definition geworden om het meer naar het organisatieniveau te brengen.
ASL-processen
ASL is een procesmodel. Dit houdt in dat de werkzaamheden in een bedrijf beschreven worden aan de hand van processen die niet noodzakelijkerwijs hoeven samen te vallen met afdelingen of personen met een bepaalde functie. Een proces omvat werkzaamheden die volgens het ASL-model bij elkaar horen. In de praktijk kan een afdeling meerdere processen uitvoeren en een proces kan door meerdere afdelingen uitgevoerd worden. ASL kent de volgende processen:
Beheerprocessen
Er zijn vijf beheerprocessen in ASL. Deze processen zijn belangrijk omdat ze het gebruik van de applicaties ondersteunen met zo weinig mogelijk middelen en zo weinig mogelijk applicatie-onderbrekingen. Al deze processen zijn ook gedefinieerd in ITIL maar omdat ze hier vanuit applicatiebeheer gedetailleerd zijn, kunnen de processen enigszins afwijken.
De volgende beheerprocessen zijn te onderscheiden:
incidentbeheer
configuratiebeheer
beschikbaarheidsbeheer
capaciteitsbeheer
continuïteitsbeheer
Onderhouds- en vernieuwingsprocessen
Men schat dat zo'n 80% van het werk binnen applicatiebeheer te maken heeft met onderhouds- en vernieuwingsprocessen. Omdat de bedrijfsprocessen die door applicaties ondersteund worden continu veranderen, moeten de applicaties meeveranderen. Voor elke verandering zullen de onderhouds- en vernieuwingsprocessen doorlopen moeten worden. In ITIL zijn deze processen niet terug te vinden.
Het gaat om de volgende processen:
Impactanalyse
ontwerp
realisatie
test
implementatie
Verbindende processen
De verbindende processen verbinden de hierboven genoemde beheersprocessen met de onderhouds- en vernieuwingsprocessen. Er zijn twee verbindende processen. Wijzigingsbeheer bepaalt de inhoud van releases en aan welke releases onderhouds- en vernieuwingsprocessen mogen werken. Programmabeheer en distributie controleert de status van applicatiecomponenten en bepaalt welke applicatiecomponenten door de beheersprocessen gebruikt mogen worden.
Het gaat om de volgende processen:
wijzigingsbeheer
programmabeheer en distributie
Sturende processen
Sturing is noodzakelijk om de hierboven genoemde processen optimaal te doen verlopen. Hierbij zijn vier aspecten van belang: oplevertijd, kosten, kwaliteit voor de medewerker en kwaliteit voor de klant. Dit leidt tot de volgende processen:
planning en control
kostenmanagement
kwaliteitsmanagement
service level management
Elk proces kent drie soorten activiteiten. Ten eerste moet er een plan opgesteld worden of afspraken gemaakt worden: een resource planning, budgettering, kwaliteitsplan of SLA. Vervolgens moet dit plan of deze afspraken bewaakt worden. Hierna zal er worden geëvalueerd en bijgeleerd.
ACM- en OCM-processen
De ACM-processen (Applications Cycle Management) zorgen voor een lange termijn strategie met betrekking tot de applicatie.
Hierbij zijn drie zaken van belang: de technologische ontwikkelingen, de ontwikkelingen bij de gebruikers- of klantorganisatie en ontwikkelingen in de omgeving van gebruikers- of klantorganisatie (bijvoorbeeld bij bedrijven waarmee de gebruikersorganisatie samenwerkt). Deze zaken leiden tot een strategie met betrekking tot de toekomst van de applicatie, de bijbehorende benodigde onderhoudsacties en een strategie met betrekking tot de applicatieportfolio.
De OCM-processen (Organization Cycle Management) zorgen voor een lange termijn strategie met betrekking tot de ICT-organisatie waarbinnen het applicatiebeheer plaatsvindt. Hierbij zijn de volgende zaken van belang: marktontwikkelingen, de gewenste benadering van de gebruikers- of klantorganisatie, de gewenste kennis en vaardigheden binnen de ICT-organisatie en de gewenste technologische middelen voor de ICT-organisatie. Deze zaken leiden tot een bepaling van de te leveren diensten op lange termijn.
De processen in detail
Beheerprocessen
Incidentbeheer
Tijdens gebruik van applicaties kunnen storingen, vragen of wensen ontstaan. Deze worden als incident gemeld bij een helpdesk of servicedesk die onderdeel is van het proces incidentbeheer. Dit proces streeft een handhaving van de dienstverlening na, opdat voldaan wordt aan de afgesproken service levels. Ingewikkelde incidenten of vaak optredende incidenten worden als probleem doorgezet naar Kwaliteitsmanagement. Naast het reageren op incidenten wordt er ook proactief gehandeld, bijvoorbeeld door het communiceren van ontwikkelingen rond een bepaalde applicatie.
Configuratiebeheer
De applicaties en onderdelen daarvan en de afgesproken diensten en service levels moeten geadministreerd worden. Dit is de taak van configuratiebeheer. Ook wanneer iets op dit vlak wijzigt, moet er geadministreerd worden. De administratie wordt de CMDB (Configuration management database) genoemd.
Beschikbaarheidsbeheer
Het is belangrijk dat een applicatie de afgesproken en gewenste functionaliteit kan bieden op de afgesproken tijden. Beschikbaarheidsbeheer zorgt hiervoor door het meten en rapporteren van beschikbaarheidsniveaus, het analyseren van eventuele tekortkomingen in de applicatie of het beheer, het initiëren van verbeteringen en het betrokken zijn bij nieuwe wijzigingen. Deze activiteiten en maatregelen worden in een beschikbaarheidsplan vastgelegd.
Capaciteitsbeheer
De middelen die een applicatie gebruikt zoals geheugenruimte, diskruimte en CPU-vermogen moeten optimaal worden ingezet. Het moment, de hoeveelheid en de kosten zijn hierbij belangrijke aspecten. Capaciteitsbeheer verricht metingen ten aanzien van de gevraagde en beschikbare capaciteit, analyseert de metingen, rapporteert hierover en neemt zo nodig maatregelen. Mogelijke maatregelen zijn het verschuiven of opdelen van verwerkingen, vergroten van de capaciteit en het optimaliseren van de prestaties. Deze activiteiten en maatregelen worden in een capaciteitsplan vastgelegd.
Continuïteitsbeheer
Alle maatregelen die moeten garanderen dat de applicaties en de dienstverlening ook op langere termijn kunnen blijven functioneren, vallen onder continuïteitsbeheer. Er dient tegen diverse bedreigingen beveiligd te worden. Het gaat om bedreigingen zoals: virussen, hackers, fraude, brand, overstroming. Ook dient men rekening te houden met het wegvallen van leveranciers van wie men afhankelijk is. Aangezien het om dure maatregelen gaat, zal men het risico tegen de kosten moeten afwegen. Deze activiteiten en maatregelen worden in een continuïteitsplan vastgelegd.
Onderhoud en Vernieuwing
Impactanalyse
Onderhoud van een applicatie begint altijd met het analyseren van de uitwerking van de gewenste wijzigingen. Het gaat daarbij om de inspanning die benodigd is om de wijziging te realiseren en de consequenties voor gebruikers(organisatie) en beheerders. Hiervoor is nodig dat duidelijk wordt welke onderdelen van de applicatie gewijzigd moeten worden en door wie de betrokken applicatie(vrijgaven) gebruikt worden. Op basis van deze informatie wordt ook bepaald wat de beste oplossingsrichting is voor de wijziging. Ook wordt nu al in kaart gebracht hoe er getest moet gaan worden. Tijdens deze fase is er veel overleg met Technisch en Functioneel beheer.
Ontwerp
Tijdens deze fase worden de gewenste wijzigingen in overleg met Functioneel Beheer uitgewerkt en eenduidig gespecificeerd. Onderdeel van deze specificatie is onder andere een functionele beschrijving van de te verwerken informatie, de gewenste bewerkingen en de gewenste output in de nieuwe situatie. Ook aan samenhang en volgorde dient aandacht besteed te worden. Voor het specificeren maakt men veelal gebruik van een functioneel ontwerp. Verder wordt er ook uitgewerkt hoe er na realisatie getest dient te worden.
Realisatie
Tijdens de realisatie wordt de functionele specificatie uit de vorige fase technisch uitgewerkt tot een technisch ontwerp. Vervolgens wordt er nader uitgewerkt en gebouwd. Het resultaat is een change package, de gewijzigde programmaonderdelen en databestanden. Ook ondergaan de gewijzigde delen een eerste test: de unit-test waarbij de delen afzonderlijk van elkaar getest worden. Een belangrijk aspect hierbij is het voorkomen van het opnieuw optreden van fouten die reeds bij eerdere releases eruit zijn gehaald.
Test
Om te voorkomen dat de wijzigingen tot fouten in de applicatie leiden en om te borgen dat de gewenste functionaliteit in de nieuwe release verwerkt is, moet er getest worden. Onderdeel van het proces testen zijn de volgende soort testen:
technische systeemtest (met betrekking tot opgestelde specificaties en onderhoudbaarheid van de software)
functionele systeemtest (met betrekking tot afgesproken functionaliteit en kwaliteit)
(ondersteuning van de) productietest door Technisch Beheer (met betrekking tot exploiteerbaarheid)
Zo mogelijk worden deze testen zo opgezet dat ze herbruikbaar zijn bij elke nieuwe release. Op die manier kan er efficiënt gewerkt worden. Om het testen nog meer gestructureerd aan te pakken zijn methoden ontwikkeld zoals TMAP en TestFrame. Deze methoden vallen niet onder ASL.
Implementatie
Anders dan het woord implementatie suggereert gaat het bij het proces implementatie niet om de daadwerkelijk implementatie van de nieuwe release in de productie omgeving. Deze actie wordt namelijk uitgevoerd door technisch beheer in samenwerking met functioneel beheer die de gebruikersondersteuning voor zijn rekening neemt. Wel ondersteunt dit proces Technisch beheer en Functioneel Beheer hierbij. Daarnaast sluit dit proces de release en de opdracht af na ontvangst van een verklaring van acceptatie opdrachtdecharge vanuit Functioneel beheer.
Verbindende processen
Wijzigingenbeheer
Diverse processen dienen wijzigingsverzoeken in bij wijzigingenbeheer. Deze wijzigingen worden vervolgens geregistreerd, geclusterd, geprioriteerd en ingepland in releases. Dit gebeurt in overleg met processen zoals service level management, functioneel beheer, planning en control en impactanalyse. Vervolgens bewaakt dit proces uitvoering van het maken van een nieuwe release in de onderhouds- en vernieuwingsprocessen.
Programmabeheer en distributie
Dit proces moet voorkomen dat er ongeautoriseerde wijzigingen plaatsvinden. Wanneer in het Onderhouds- en vernieuwingsproces bepaalde applicatie onderdelen gewijzigd dienen te worden dan zal dat onderdeel eerst door dit proces ter beschikking gesteld moeten worden. Wanneer de applicatie in productie genomen moet worden dan zal dit proces voor de distributie zorgen zodat de juiste applicatie onderdelen operationeel gemaakt worden. Daarbij let dit proces onder andere op interferenties en overlappingen tussen verschillende parallel lopende vrijgaven.
Literatuur
Remko van der Pols, ASL: een framework voor applicatiebeheer, 2001, ISBN 904400266X
Yvette Backer, Remko van der Pols, Application services library: a management guide, 2003, ISBN 90-77212-04-3
Peter Janssen, Applicatiebeheer volgens ASL, 2005, ISBN 90-430-0883-4
Remko van der Pols, ASL 2: een framework voor applicatiemanagement, 2009 ISBN 978-90-8753-312-0
Gerelateerde methodieken
ITIL - Information Technology Infrastructure Library, voor servicebeheer
BiSL - Business Information Services Library, voor functioneel beheer
Externe link
ASL BiSL Foundation
Standaard
Software engineering
|
Beschikbaarheidsbeheer
Het is belangrijk dat een applicatie de afgesproken en gewenste functionaliteit kan bieden op de afgesproken tijden. Beschikbaarheidsbeheer zorgt hiervoor door het meten en rapporteren van beschikbaarheidsniveaus, het analyseren van eventuele tekortkomingen in de applicatie of het beheer, het initiëren van verbeteringen en het betrokken zijn bij nieuwe wijzigingen. Deze activiteiten en maatregelen worden in een beschikbaarheidsplan vastgelegd.
| 1 |
beschikbaarheidsniveau, artikelstatus, voorraadklasse
|
11,481 |
HowToDirection
|
4595503
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan%20de%20Bisschop
|
Jan de Bisschop
|
Jan de Bisschop of Johannes Episcopius (Amsterdam, 1628 - Den Haag, 1671) was een advocaat en kunstenaar uit de Nederlandse Gouden Eeuw.
Biografie
De Bisschop werd geboren in Amsterdam en afkomstig van een welgestelde familie. Hij was oorspronkelijk een advocaat aan het hof van Holland. Op 12 maart 1648 werd hij in Leiden als jurist ingeschreven. In 1652 startte hij een praktijk in Den Haag. In 1653 trouwde hij met Anna van Baerle, een dochter van de Amsterdamse hoogleraar Caspar Barlaeus.
Kunst was voor De Bisschop voornamelijk ter vermaak en geen vorm van levensonderhoud. De tekenkunst leerde hij in Amsterdam van Bartholomeus Breenbergh in de periode 1644 tot 1648. Ondanks zijn amateurstatus had Jan de Bisschop een grote invloed op de schilderkunst. Zo was hij een van de oprichters van het kunstenaarsgenootschap Confrerie Pictura in Den Haag.
De Bisschop bevond zich in kringen met intellectuele vrienden, zoals Constantijn Huygens jr. Naar aanleiding van de dood van Jan de Bisschop op 6 november 1671 schreef Huygens het onderstaande grafschrift:
Werken
De Bisschop is waarschijnlijk nooit naar Italië geweest. Hij liet zich vooral inspireren door andere kunstenaars. De Bisschop imiteerde de italianiserende stijl van Breenbergh door gebruik te maken van een goud-bruine kleur inkt. De inktkleur bisschop is naar hem genoemd.
Hij schreef twee werken met instructies voor jonge kunstschilders, met kopieën van klassieke kunstenaars die hij zelf en Pieter Donker hadden gemaakt:
Signorum Veterum Icones (Afbeeldingen van antieke beelden), met 112 gravures gemaakt in de periode 1668 - 1669
Paradigmata Graphices variorum Artificum (Voor-beelden der Teken-Konst van verscheyde Meesters), gemaakt in 1671
Als kunstenaar heeft hij invloed gehad op Jacob van der Ulft.
Nederlands kunstschilder
Persoon in de Nederlanden in de 17e eeuw
|
Hij schreef twee werken met instructies voor jonge kunstschilders, met kopieën van klassieke kunstenaars die hij zelf en Pieter Donker hadden gemaakt:
Signorum Veterum Icones (Afbeeldingen van antieke beelden), met 112 gravures gemaakt in de periode 1668 - 1669
Paradigmata Graphices variorum Artificum (Voor-beelden der Teken-Konst van verscheyde Meesters), gemaakt in 1671
| 1 |
instructie, stap, handleiding
|
12,159 |
MobileApplication
|
2978372
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Flipboard
|
Flipboard
|
Flipboard is een mobiele applicatie die nieuwsartikelen en sociale media met elkaar integreert in een magazine-achtige omgeving. De nieuwslezer is vergelijkbaar met andere magazine-applicaties zoals Zite, Feedly en Google Currents en is beschikbaar op Apples iOS, Google's Android en op Microsofts Windows Phone en Windows.
Geschiedenis
De applicatie is ontwikkeld door Flipboard, Inc., een Amerikaans softwarebedrijf dat in 2010 door Mike McCue en Evan Doll werd opgericht. McCue en Doll kregen het idee voor de applicatie toen ze zich afvroegen hoe het internet eruit zou zien als het opnieuw ontworpen zou worden. Hieruit kregen ze een applicatie die sociale media met nieuwsartikelen in een tijdschrift-achtig formaat combineerde.
Reacties
Apple vond de nieuwsapplicatie zo goed, dat ze het in 2010 bekroonden met de titel Apple's iPad App of the Year. Anderen daarentegen, vooral websites waar Flipboard haar informatie vandaan haalt, waren minder enthousiast. De websites dreigden met het blokkeren van Flipboard, als ze geen royalty's kregen voor de informatie. Flipboard besloot om toch de vergoedingen te betalen. Ook de Chinese overheid was niet blij met de applicatie, mede vanwege de sociale integratie met Twitter en Facebook. Daarom hadden ze besloten de nieuwslezer in China te verbieden. Flipboard heeft echter een deal met China gesloten en een speciale "Chinese" versie van Flipboard gemaakt.
Externe link
Officiële website
Nieuwsmedia
Software voor Android
Online sociaal netwerk
|
Flipboard is een mobiele applicatie die nieuwsartikelen en sociale media met elkaar integreert in een magazine-achtige omgeving. De nieuwslezer is vergelijkbaar met andere magazine-applicaties zoals Zite, Feedly en Google Currents en is beschikbaar op Apples iOS, Google's Android en op Microsofts Windows Phone en Windows.
| 1 |
mobiele app, smartphone applicatie, mobiele software
|
7,087 |
Float
|
12475
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Decimale%20breuk
|
Decimale breuk
|
Een decimale breuk is een breuk met als noemer een macht van 10, dus 10, 100, 1000, etc. Decimale breuken worden doorgaans niet als breuk geschreven maar als een rij cijfers, waarbij de fractie gescheiden wordt van het gehele deel door een decimaalteken: meestal een komma (in de meeste landen) of een punt (in Angelsaksische landen). In programmeertalen is het steeds een punt. De cijfers achter de komma worden decimalen genoemd.
Grotere getallen worden vaak in groepjes van drie cijfers verdeeld, waarbij een punt als scheidingsteken wordt gebruikt als het decimaalteken een komma is, en een komma als het decimaalteken een punt is. Dat dit verwarring geeft, hoeft geen betoog. De moderne richtlijn is dat er een spatie als scheidingsteken wordt gebruikt.
Ieder reëel getal kan geschreven worden als een, mogelijk oneindige, decimale breuk. Met willekeurige nauwkeurigheid kan ieder reëel getal worden benaderd door een eindige decimale breuk (afronding).
Eindige decimale breuken zijn rationale getallen (breuken), maar niet alle breuken leveren eindige decimale breuken op. Zo is Een oneindige decimale breuk is een rationaal getal dan en slechts dan als deze repeterend is.
Achter het laatste cijfer van een eindige decimale breuk kan een willekeurig aantal nullen geplaatst worden zonder dat de waarde van de breuk verandert: hebben dezelfde waarde. Dat komt doordat gelijk is aan (0,5) maar ook aan (0,50) en aan (0,500). Toch is er verschil, en wel in de fout of onnauwkeurigheid. Zegt men dat een afstand 4,5 km is, dan is dat iets tussen 4,45 en 4,55 km, dus een mogelijk afwijking van 50 meter. Schrijft men 4,500 km, dan is dat op een meter nauwkeurig.
Staartdeling
Elk rationaal getal kan als decimale breuk, al dan niet repeterend, geschreven worden. Dit kan ingezien worden door de deling van teller en noemer uit te voeren als een staartdeling.
Elke breuk, als de uitkomst géén geheel getal of een decimale breuk met een eindig aantal decimalen is, is altijd een repeterende decimale breuk. Onderstaand voorbeeld maakt duidelijk waarom dat zo is. In het voorbeeld wordt 7 gedeeld door 13. Hieronder staat een deel van de staartdeling (Nederlandse notatie):
13 / 7,00000000 \ 0,538461...
6,5
50
39
110
104
60
52
80
78
20
13
7
Nu is er een rest 7, waardoor er een situatie ontstaat die al eerder is opgetreden. De geschiedenis herhaalt zich: er ontstaat een repeterend gedeelte.
Bij een deling door 13 kunnen hooguit 13 verschillende resten ontstaan (0 t/m 12). Bij rest 0 gaat de deling op, een andere rest is "nieuw" of "al eerder voorgekomen". In het laatste geval ontstaat een herhaling van zetten. Het is niet moeilijk in te zien dat bij een deler n na hoogstens n stappen de deling opgaat of herhaling optreedt.
Conclusie: iedere breuk van het type (waarbij m en n gehele getallen zijn) is
ofwel een geheel getal, bijvoorbeeld = 2;
ofwel een eindige decimale breuk (bijvoorbeeld: = 0,625);
ofwel een repeterende breuk waarin na ten hoogste n − 1 decimalen een herhaling optreedt.
Om aan te geven dat er sprake is van een repeterende breuk, wordt het repeterende deel tussen schuine strepen of (ronde of vierkante) haken gezet. In dit geval 0,/538461/ of 0,(538461). Ook wordt er wel een streep boven gezet: 0,. Dit is nodig omdat er anders geen verschil te zien is tussen 0,3 () en 0,/3/ (). Overigens is het niet zo dat de herhaling altijd direct na de komma begint: bij (0,91/6/) doen de eerste twee decimalen niet mee aan de herhaling. Daardoor is een notatie als 0,916... dubbelzinnig. Wordt toch gekozen voor een notatie met puntjes, dan kan het repeterende gedeelte het best twee maal opgeschreven worden ().
Eindige decimale breuken treden alleen op als bij factorisatie van de noemer alleen de cijfers 2 en 5 voorkomen (aangezien kan zo'n noemer namelijk omgezet worden naar een hele macht van 10: , , enzovoorts).
Historie
Voor 1600 werd voor het rekenen met niet-gehele getallen normaal gesproken gewerkt met algemene breuken, gebaseerd op handige noemers. Er waren wel gestandaardiseerde methoden die met 60-tallige breuken werkten, maar over het algemeen was het heel moeilijk om aan de breuk te zien in hoeverre die het gewenste niet-gehele getal werkelijk benaderde. Decimale breuken werden al wel gebruikt, maar alleen om te kunnen worteltrekken. In het dagelijks leven werkte men daar niet mee.
In 1586 schreef Simon Stevin zijn beroemde werk De Thiende, waarin hij het algemeen gebruik van breuken op basis van het tientallig stelsel beschreef. Hij gebruikte daarvoor nog niet de notatie met een decimale punt of decimale komma zoals wij dat nu doen, maar een notatie waar achter elk cijfer in een cirkel de (negatieve) macht van 10 kwam te staan die op dat cijfer van toepassing was. Wat men nu als 6,87 schrijft, schreef Simon Stevin als 6⓪8①7②. Dat is dus 6×100+8×10-1+7×10-2.
Pas toen Bartholomaeus Pitiscus in zijn trigonometrische tabellen in 1612 de decimale scheiding in de vorm van een punt gebruikte en dit gebruik in 1614 en 1619 door John Napier in zijn artikelen over logaritmen werd erkend, werd de huidige notatie van de decimale breuk in gebruik genomen.
Rekenen
|
Grotere getallen worden vaak in groepjes van drie cijfers verdeeld, waarbij een punt als scheidingsteken wordt gebruikt als het decimaalteken een komma is, en een komma als het decimaalteken een punt is. Dat dit verwarring geeft, hoeft geen betoog. De moderne richtlijn is dat er een spatie als scheidingsteken wordt gebruikt.
| 2 |
kommagetal, drijvend getal, decimaal
|
5,294 |
ExhibitionEvent
|
4496702
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/SteM%20Zwijgershoek
|
SteM Zwijgershoek
|
SteM Zwijgershoek, voluit geschreven Stedelijk Museum Zwijgershoek, is een museum in de Oost-Vlaamse stad Sint-Niklaas. Het is een van de drie musea die onder de noemer Stedelijke Musea vallen en dus beheerd worden door de stad zelf. De andere twee zijn het Mercatormuseum en de Salons voor Schone Kunsten.
Geschiedenis
In 1971 kocht het stadsbestuur van Sint-Niklaas de gebouwen van de voormalige weverij Peeters-Van Haute-Duyver. In 1975 vond het Internationaal Exlibriscentrum hier een onderkomen. Stelselmatig werd de collectie uitgebreid, met onder meer een kapperscollectie (1985), de Boudelocollectie (1991) en de breigoedcollectie (1991).
Vanaf 2005 werd de site gerenoveerd. De heropening gebeurde op 22 november 2008. Van 2012 tot 2015 werd de permanente tentoonstelling van het museum inhoudelijk vernieuwd.
Opzet
Er zijn drie thema's in het museum, te weten "Mens en Materie", "Mens en Machine" en "Mens en zijn Lichaam". Ook huisvest het museum het "open depot", een opslagplaats van de stedelijke musea, en een breiatelier, een herinnering naar het industriële verleden van Sint-Niklaas.
Het museum beheert ook de collectie van het Internationaal Exlibriscentrum.
Externe link
Website SteM Zwijgershoek
Museum in Oost-Vlaanderen
Museum in Sint-Niklaas
Bouwwerk in Sint-Niklaas
|
Vanaf 2005 werd de site gerenoveerd. De heropening gebeurde op 22 november 2008. Van 2012 tot 2015 werd de permanente tentoonstelling van het museum inhoudelijk vernieuwd.
| 1 |
tentoonstelling, expositie, evenement
|
8,273 |
Dentist
|
78976
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Associatie%20Nederlandse%20Tandartsen
|
Associatie Nederlandse Tandartsen
|
De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) was een beroepsorganisatie van tandartsen.
De ANT is opgericht in 1995 op initiatief van tandarts H. van Nouhuys, onder andere uit ontevredenheid door het veronderstelde gebrek aan inspraak bij de NMT. Eerder had Nouhuys al de Stichting Onafhankelijke Hulpverlening opgericht; de ANT was hiervan een voortzetting. Op 5 juli 2002 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de ANT aangewezen als "representatieve organisatie" voor tandartsen en tandarts-specialisten.
Per 1 januari 2021 is de ANT na fusie met de KNMT opgehouden te bestaan.
Tandheelkunde
Tandartsen
|
De ANT is opgericht in 1995 op initiatief van tandarts H. van Nouhuys, onder andere uit ontevredenheid door het veronderstelde gebrek aan inspraak bij de NMT. Eerder had Nouhuys al de Stichting Onafhankelijke Hulpverlening opgericht; de ANT was hiervan een voortzetting. Op 5 juli 2002 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de ANT aangewezen als "representatieve organisatie" voor tandartsen en tandarts-specialisten.
| 3 |
tandarts, tandheelkunde, mondzorg
|
7,007 |
CreditCard
|
242865
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Betaalwijze
|
Betaalwijze
|
Betalen kan een schuld vereffenen of verkleinen, ook kan bij een aankoop de betaling van de prijs gepaard gaan met overhandiging van de koopwaar, of het kan gaan om een betaling vooraf. Betalen kan met contant geld of door een opdracht te geven geld over te maken, met giraal geld. Handel kan ook worden bedreven door in natura te betalen, door het wederzijds verlenen van een dienst door het uitwisselen van goederen of door een combinatie van beiden, maar dit wordt niet als een betaalwijze gezien.
Er zijn twee vormen waarbij iemand geld ontvangt, zonder daarvoor een duidelijke prestatie te verrichten. Dat is het geval bij een schenking of wanneer iemand abusievelijk geld ontvangt, bij een onverschuldigde betaling.
Afrekenen betekent betalen. Afrekenen wordt vooral in cafés en restaurants, in de horeca, in plaats van betalen gezegd.
Overzicht
Contant geld
Contant geld, door het overhandigen van een universeel ruilmiddel met algemeen geaccepteerde waarde, in de vorm van munten en bankbiljetten.
Door contant geld bij een bank op de rekening van de begunstigde te storten. Hier zijn kosten aan verbonden.
Betaling onder rembours. Betaling van verstuurde producten vindt plaats bij aflevering, er wordt betaald aan de transporteur.
Door contant geld te storten bij een agentschap, waarna de begunstigde het geld afhaalt bij een ander agentschap. Dit is vrij kostbaar maar kan zijn nut hebben als de betaler of de begunstigde geen bankrekening heeft, of als een (internationale) overboeking ook duur is.
Giraal geld
overschrijvingsformulier
cheque - In Nederland worden cheques niet meer gebruikt.
acceptgiro
betaalkaart / pinnen / contactloos betalen
internetbankieren.
digitale nota, de elektronische versie van een acceptgiro.
bepaalde speciale systemen van cashless betalen
betaalverzoek, vergezeld van, of in de vorm van, een QR-code; de persoon of automaat waaraan betaald wordt genereert op het scherm van zijn apparaat zo'n QR-code, die door de betaler met zijn eigen apparaat wordt gescand, waarna deze op dit apparaat zijn bank selecteert en de betaling via zijn bank-app goedkeurt; als bijvoorbeeld bestelde goederen bij bezorging worden afgerekend is dit soms een mogelijkheid naast pinnen Het biedt flexibiliteit omdat soms de daglimiet van de bankpas anders is ingesteld dan voor de bank-app, en/of omdat de ene limiet al bijna bereikt is maar de andere nog niet
Een overschrijving kan ook met één opdracht periodiek worden uitgevoerd. Na eenmalige of doorlopende machtiging kan ook de begunstigde door automatische incasso bedragen van de bankrekening van de betaler halen. Behoudens uitzonderingen kan degene ten laste van wie de betaling is verricht deze binnen een bepaalde termijn terugdraaien.
Online betaalmethoden
Verder zijn er steeds meer betaalmethoden die via het internet of mobiele telefoon lopen. Hierbij staan het bedrag en de crediteur vaak vast en hoeft de debiteur alleen de betaling goed te keuren. Online betaalmethoden worden in de meeste gevallen door zogenaamde payment providers mogelijk gemaakt. Enkele voorbeelden van betaalmethoden zijn:
iDEAL
Creditcard
AfterPay
Klarna
MiniTix
PingPing
Bancontact/Mister Cash
PayPal
In opkomst is het betalen via een blockchain, hetzij in een cryptovaluta, hetzij in fiatgeld.
Voormalige methoden
betaalcheque of girobetaalkaart - Het verschil met een cheque was dat de bank de betaling garandeerde.
chipknip - In Nederland wordt de chipknip niet meer gebruikt.
Wallie-card - een prepaid betaalkaart
Belgische wetgeving
In België zijn in euro gedenomineerde bankbiljetten en muntstukken het wettig betaalmiddel. In aanvulling op contante betaling moeten ondernemingen, voor betalingen in euro van consumenten die gelijktijdig fysiek aanwezig zijn, een elektronisch betaalmiddel aanbieden (artikel VI.7.4 van het Wetboek van Economisch Recht).
Betalingsverkeer
Betalingssysteem
|
Voormalige methoden
betaalcheque of girobetaalkaart - Het verschil met een cheque was dat de bank de betaling garandeerde.
chipknip - In Nederland wordt de chipknip niet meer gebruikt.
Wallie-card - een prepaid betaalkaart
| 2 |
creditcard, betaalkaart, kredietkaart
|
11,675 |
ReceiveAction
|
15213
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Katharine%20Hepburn
|
Katharine Hepburn
|
Katharine Houghton Hepburn (Hartford, 12 mei 1907 – Fenwick, 29 juni 2003) was een Amerikaans actrice. Ze had de bijnaam First Lady of American Cinema vanwege haar opmerkelijke talent en haar recordaantal Oscars. In 1999 werd ze uitgeroepen tot de allergrootste vrouwelijke filmlegende.
Carrière
De jaren 30
Hepburn begon haar acteerloopbaan op het toneel. Ze speelde wat rollen op Broadway en viel daar al snel op. In 1932 kwam haar doorbraak op het toneel met een rol in het toneelstuk A Warrior's Husband. De studio RKO bood haar daarop een filmcontract aan en in 1932 speelde ze haar eerste rol op het witte doek met John Barrymore als tegenspeler. Met haar derde film - Morning Glory - won ze al een Oscar. Al snel begonnen er echter verhalen de ronde te doen over haar excentrieke gedrag. Zo weigerde ze bijvoorbeeld iets anders dan een broek te dragen - wat in die tijd erg ongewoon was voor vrouwen - en werkte ze niet mee met de pers. Het conservatieve filmpubliek moest niets van dit soort eigenzinnig, feministisch gedrag hebben en Hepburn keerde in 1934 weer terug naar Broadway. Ook daar speelde ze niet in kassuccessen en ze besloot het toch nog eens te proberen in Hollywood. De meeste films flopten echter, alleen Alice Adams (1935) en Stage Door waren redelijk succesvol. In 1938 werd ze samen met onder andere Marlene Dietrich, Mae West, Fred Astaire en Joan Crawford als box-office poison bestempeld. Omdat ze daardoor geen goede aanbiedingen meer kreeg, nam ze de hoofdrol in het toneelstuk The Philadelphia Story op zich. Het stuk werd een hit en haar rijke minnaar Howard Hughes kocht direct de filmrechten. In 1939 keerde ze terug naar Hollywood om auditie voor de rol van Scarlett O'Hara in Gone with the Wind te doen, maar producent David O. Selznick vond haar niet geschikt.
De jaren 40
In 1940 ging de filmversie van The Philadelphia Story in première. Het werd een kaskraker en Hepburn kreeg haar derde Oscar-nominatie. In 1942 speelde ze samen met Spencer Tracy in de film Woman of the Year en ze bleken een gouden koppel te zijn. Ze zouden samen nog acht films maken. In de jaren 40 speelde Hepburn nog in een aantal goede films, waaronder het succesvolle Adam's Rib in 1949, weer met Tracy als tegenspeler.
De jaren 50
Met haar rol in The African Queen maakte Hepburn in 1951 de overgang naar sterke, oudere vrouwen. Haar rol als de ijzeren maagd Rose Sayer naast een dronken Humphrey Bogart als Charlie Allnut leverde haar een vijfde Oscar-nominatie op. Met het nieuwe type vrouw dat ze ging spelen had Hepburn veel succes: in de jaren 50 kreeg ze nog drie Oscar-nominaties. Ook werd ze nu steeds meer als een symbool van vrouwenemancipatie gezien in plaats van als een arrogante, excentrieke meid.
De jaren 60
In de jaren zestig - met de vrouwenemancipatie op haar hoogtepunt - rees Hepburns ster hoger dan ze ooit had durven dromen. In 1967 won ze haar tweede Oscar voor de maatschappijkritische komedie Guess Who's Coming to Dinner, wat ook haar laatste film met Spencer Tracy was. In de film die over het vooroordeel tegen gemengde huwelijken gaat, speelt Hepburn een liberale moeder die haar man (Tracy) probeert over te halen in te stemmen met de keus van hun blanke dochter (Katharine Houghton) voor een zwarte man (Sidney Poitier). Een jaar later kon ze weer een Oscar in ontvangst nemen voor de film The Lion in Winter waarin ze Eleonora van Aquitanië neerzette.
De jaren 70
Nu de filmaanbiedingen voor Hepburn schaarser werden, richtte ze haar aandacht op de televisie. Zo speelde ze onder andere in 1973 in The Glass Menagerie, naar een toneelstuk van Tennessee Williams. Af en toe maakte ze nog weleens een film, zoals Rooster Cogburn met John Wayne in 1975.
De jaren 80
In 1981 ontving Hepburn op de indrukwekkende leeftijd van 74 haar vierde Oscar voor haar rol in On Golden Pond. Die film die over een hartverscheurend generatieconflict gaat, wordt beschouwd als een van Hepburns beste films. Het is ook zeker haar meest succesvolle uit de jaren 80; een periode waarin ze steeds minder ging werken en aan haar autobiografie begon.
De jaren 90
In 1994 speelde ze haar laatste filmrol in Love Affair. Vanwege haar hoge leeftijd en steeds zwakkere gezondheid trok ze zich meer en meer terug in haar huis in Connecticut. Met een acteercarrière van ruim 60 jaar en een recordaantal Oscars, was Hepburn ongetwijfeld een van de meest succesvolle actrices van de 20e eeuw. In 1999 werd ze zelfs door het American Film Institute uitgeroepen als de Grootste Vrouwelijke Film Legende.
Privéleven
Jeugd
Hepburn was de dochter van een liberale dokter en een suffragette. Ze kreeg een liberale opvoeding waarin haar geleerd werd altijd voor haar eigen mening uit te komen, zichzelf op alle terreinen volledig te ontwikkelen en door te zetten. In haar latere jaren prees ze altijd haar ouders en benadrukte dat ze alles aan hen te danken had. Een grote schok voor Hepburn kwam toen ze haar broer Tom ontdekte die zelfmoord pleegde door zich te verhangen. Ze gebruikte jarenlang zijn geboortedatum en was erg teruggetrokken op school. Pas toen ze op de planken stond, vond ze haar zelfvertrouwen en eigenwaarde terug.
Excentriciteit
Toen ze net in Hollywood aankwam, werd er geschokt gereageerd op haar eigenzinnige gedrag. Ze weigerde make-up te dragen, met de pers mee te werken of iets anders dan een broek te dragen. Omdat ze niet in het Hollywood-gareel liep, keerde ze al snel terug naar het meer liberale toneelmilieu. Haar excentrieke gedrag heeft ze nooit veranderd en ze stond erom bekend per dag acht ijskoude douches te nemen en even zo vaak haar tanden te poetsen.
Howard Hughes
In de jaren 30 was ze korte tijd minnares van de schatrijke Howard Hughes. Hij bewonderde haar liberale, eigenzinnige levensstijl en zij viel voor de aantrekkelijke multimiljardair. Hun relatie werd breed uitgemeten in de pers en er werd diverse malen gezinspeeld op een huwelijk. Dat kwam er echter niet. Nadat hun relatie over was, bleven ze goede vrienden.
Huwelijk
In 1928 trouwde Hepburn met Ludlow Ogden Smith, die ze tijdens haar schooltijd ontmoet had. Het huwelijk was vanaf het begin niet goed. Hepburn eiste bijvoorbeeld dat hij zijn naam in S. Ogden Ludlow zou veranderen, zodat haar naam niet Katharine Smith zou worden. Het paar scheidde in 1934 in Mexico.
Spencer Tracy
De liefde van haar leven ontmoette Hepburn in 1942 op de filmset van Woman of the Year in 1942. Toen ze Spencer Tracy voor het eerst zag, merkte ze op dat hij nogal klein was. Joseph L. Mankiewicz merkte geestig op dat ze zich geen zorgen hoefde te maken: Tracy zou haar wel een kopje kleiner maken. Na hun eerste ontmoeting sloeg de vlam al snel over en ze begonnen een relatie. Tracy was echter al getrouwd en als katholiek wilde hij niet scheiden. Hepburn accepteerde dat en de studio zorgde ervoor dat de pers geen weet kreeg van hun relatie. Ze zouden samen in totaal negen films maken, de laatste was Guess Who's Coming to Dinner in 1967. Een aantal dagen na de opnames daarvan overleed Tracy. Uit respect voor zijn weduwe woonde Hepburn de begrafenis niet bij. Ook praatte ze nooit over haar relatie met Tracy zolang zijn weduwe nog in leven was. De relatie van Hepburn en Tracy had blijkbaar ook zijn weerslag op het witte doek: ze zijn uitgeroepen tot het filmpaar met de meeste chemie.
Laatste jaren
De laatste jaren van haar leven wijdde Hepburn vooral aan haar hobby's zoals schilderen. Ook publiceerde ze een autobiografie (Me) en een boek over het maken van The African Queen (The Making of The African Queen or How I Went to Africa with Bogart, Bacall and Huston and Almost Lost My Mind). Beide waren bestellers. Katharine Hepburn overleed op 29 juni 2003. Er volgden meteen reacties van onder andere George W. Bush en Elizabeth Taylor.
Filmografie
Externe link
Amerikaans acteur
Amerikaans filmacteur
|
De jaren 60
In de jaren zestig - met de vrouwenemancipatie op haar hoogtepunt - rees Hepburns ster hoger dan ze ooit had durven dromen. In 1967 won ze haar tweede Oscar voor de maatschappijkritische komedie Guess Who's Coming to Dinner, wat ook haar laatste film met Spencer Tracy was. In de film die over het vooroordeel tegen gemengde huwelijken gaat, speelt Hepburn een liberale moeder die haar man (Tracy) probeert over te halen in te stemmen met de keus van hun blanke dochter (Katharine Houghton) voor een zwarte man (Sidney Poitier). Een jaar later kon ze weer een Oscar in ontvangst nemen voor de film The Lion in Winter waarin ze Eleonora van Aquitanië neerzette.
| 1 |
ontvangst, levering, bezorging
|
5,146 |
Barcode
|
925390
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Serial%20Shipping%20Container%20Code
|
Serial Shipping Container Code
|
Serial Shipping Container Code is een gestandaardiseerde internationale verzendcode (EAN-128), die toeleveranciers in de vorm van een barcode kunnen aanbrengen op hun logistieke eenheden. De code is van nut bij het tracking & tracing proces in de logistieke keten.
De SSCC is geschikt voor de gangbare ERP-pakketten en Warehouse Management System (WMS), zowel voor toeleveranciers als voor afnemers. Zulke pakketten bevatten dan bijvoorbeeld de mogelijkheid om een verzendbericht te ontvangen en op te slaan en dit te koppelen aan een SSCC-code. Bij ontvangst van een pallet kan een magazijnmedewerker deze scannen en dan ziet hij direct in het WMS welke artikelen deze pallet zou moeten bevatten.
Externe links
PostNL pagina over KIX code - met onder andere het KIX-font.
BarcodeRobot Serial SSCC pdf label generator
verkeer en vervoer
streepjescode
|
Serial Shipping Container Code is een gestandaardiseerde internationale verzendcode (EAN-128), die toeleveranciers in de vorm van een barcode kunnen aanbrengen op hun logistieke eenheden. De code is van nut bij het tracking & tracing proces in de logistieke keten.
| 1 |
barcode, QR-code, streepjescode
|
401 |
PostalAddress
|
2092340
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kebayoran%20Baru
|
Kebayoran Baru
|
Kebayoran Baru is een onderdistrict (kecamatan) van Zuid-Jakarta in het zuiden van Jakarta, Indonesië.
Verdere onderverdeling
Het onderdistrict Kebayoran Baru is verdeeld in 10 kelurahan:
Selong, postcode 12110
Gunung, postcode 12120
Kramat Pela, postcode 12130
Gandaria Utara, postcode 12140
Cipete Utara, postcode 12150
Pulo, postcode 12160
Melawai, postcode 12160
Petogogan, postcode 12170
Rawa Barat, postcode 12180
Senayan, postcode 12190
Onderdistrict van Jakarta
|
Verdere onderverdeling
Het onderdistrict Kebayoran Baru is verdeeld in 10 kelurahan:
Selong, postcode 12110
Gunung, postcode 12120
Kramat Pela, postcode 12130
Gandaria Utara, postcode 12140
Cipete Utara, postcode 12150
Pulo, postcode 12160
Melawai, postcode 12160
Petogogan, postcode 12170
Rawa Barat, postcode 12180
Senayan, postcode 12190
| 10 |
postadres, straatadres, postcode
|
9,611 |
HomeGoodsStore
|
99049
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Woonboulevard
|
Woonboulevard
|
Een woonboulevard of meubelboulevard is een soort winkelcentrum gericht op producten die met wonen te maken hebben. Een woonboulevard bestaat uit meerdere winkels op korte loopafstand van elkaar. De term wordt in het bijzonder gebruikt in het geval van een straat waaraan de winkels liggen. Een overdekt woonwinkelcentrum wordt woonmall genoemd.
Er zijn woonboulevards bij de meeste grotere steden, deze liggen doorgaans langs een snelweg aan de rand van de stad zodat ze makkelijk per auto bereikbaar zijn en over voldoende ruimte beschikken. Soms is er ook een tuincentrum op of nabij de woonboulevard.
Zie ook
Bouwmarkt
IKEA
Winkel
|
Een woonboulevard of meubelboulevard is een soort winkelcentrum gericht op producten die met wonen te maken hebben. Een woonboulevard bestaat uit meerdere winkels op korte loopafstand van elkaar. De term wordt in het bijzonder gebruikt in het geval van een straat waaraan de winkels liggen. Een overdekt woonwinkelcentrum wordt woonmall genoemd.
| 1 |
woonwinkel, interieurwinkel, huishoudwinkel
|
10,699 |
ChooseAction
|
5603809
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederland%20op%20het%20Eurovisiesongfestival%202022
|
Nederland op het Eurovisiesongfestival 2022
|
Nederland nam deel aan het Eurovisiesongfestival 2022 in Turijn, Italië. Het was de 62ste deelname van het land aan het Eurovisiesongfestival. AVROTROS was verantwoordelijk voor de Nederlandse inzending.
Selectieprocedure
Reeds op 24 mei 2021, kort na afloop van het Eurovisiesongfestival 2021, opende de AVROTROS de inschrijvingen voor deelname aan het Eurovisiesongfestival 2022. Nederland koos wederom voor een interne selectie. Geïnteresseerden konden zich tot en met 31 augustus 2021 aanmelden met maximaal drie nummers. Een selectiecomité onder leiding van delegatieleider Lars Lourenco selecteerde vervolgens de Nederlandse bijdrage voor Turijn. De keuze viel uiteindelijk op S10 (artiestennaam van Stien den Hollander). Haar deelname werd op 7 december 2021 aangekondigd. Het nummer “De diepte” waarmee ze zal aantreden werd op 3 maart 2022 aan het grote publiek gepresenteerd. Dit gebeurde vanuit het Koninklijk Theater Tuschinski in Amsterdam. Den Hollander maakte het nummer in samenwerking met producer, componist en muzikant Arno Krabman. De inzending van Nederland was voor het eerst in 11 jaar weer in het Nederlands. Volgens Den Hollander past dit in een trend, waarin meerdere deelnemers aan het evenement weer in hun landstaal zingen.
In Turijn
Nederland trad aan in de eerste halve finale, op dinsdag 10 mei 2022. S10 was als achtste van zeventien artiesten aan de beurt, net na Intelligent Music Project uit Bulgarije en gevolgd door Zdob și Zdub & Frații Advahov uit Moldavië.
In de finale, op zaterdag 14 mei 2022, trad Nederland als elfde van vijfentwintig landen aan, net na Chanel uit Spanje en gevolgd door Kalush uit Oekraïne. Nederland werd in de finale uiteindelijk elfde met 171 punten. Van de Italiaanse jury kreeg S10 de maximale 12 punten.
Voting
Land op het Eurovisiesongfestival 2022
2022
|
Selectieprocedure
Reeds op 24 mei 2021, kort na afloop van het Eurovisiesongfestival 2021, opende de AVROTROS de inschrijvingen voor deelname aan het Eurovisiesongfestival 2022. Nederland koos wederom voor een interne selectie. Geïnteresseerden konden zich tot en met 31 augustus 2021 aanmelden met maximaal drie nummers. Een selectiecomité onder leiding van delegatieleider Lars Lourenco selecteerde vervolgens de Nederlandse bijdrage voor Turijn. De keuze viel uiteindelijk op S10 (artiestennaam van Stien den Hollander). Haar deelname werd op 7 december 2021 aangekondigd. Het nummer “De diepte” waarmee ze zal aantreden werd op 3 maart 2022 aan het grote publiek gepresenteerd. Dit gebeurde vanuit het Koninklijk Theater Tuschinski in Amsterdam. Den Hollander maakte het nummer in samenwerking met producer, componist en muzikant Arno Krabman. De inzending van Nederland was voor het eerst in 11 jaar weer in het Nederlands. Volgens Den Hollander past dit in een trend, waarin meerdere deelnemers aan het evenement weer in hun landstaal zingen.
| 1 |
keuze, voorkeur, opties
|
8,615 |
ShippingDeliveryTime
|
177182
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lean%20manufacturing
|
Lean manufacturing
|
Lean manufacturing of lean production, beter bekend als lean, is een managementfilosofie in het vakgebied van operations management die erop gericht is om maximale waarde voor de klant te realiseren met zo min mogelijk verspilling. Door verspillingen te elimineren gaan de operationele kosten omlaag, wat in het algemeen leidt tot een verbetering van het bedrijfsresultaat.
De principes van lean manufacturing zijn afkomstig van de Japanse autofabrikant Toyota, waar men zich via Joseph Juran en William Edwards Deming ging richten op kwaliteitsplanning, -verbetering en -beheersing. Deze twee bouwden voort op de school van scientific management, begonnen door Frederick Winslow Taylor. Door de successen van Toyota kreeg deze filosofie meer bekendheid en navolgers. Vanaf de jaren negentig wordt lean in veel bedrijven toegepast.
Overzicht
De lean-principes kregen voor het eerst vorm in de Japanse industrie. De term lean is geïntroduceerd door John Krafcik in zijn in 1988 uitgekomen artikel getiteld Triumph of the Lean Production System, gebaseerd op bevindingen opgedaan gedurende onderzoek voor zijn masterscriptie op de MIT Sloan School of Management. Krafcik was een quality engineer in NUMMI, een joint venture van Toyota en GM in California, voordat hij naar MIT kwam voor zijn MBA-studie. Krafciks onderzoek is voortgezet door het International Motor Vehicle Program (IMVP) van MIT, dat ook de internationale bestseller van Jim Womack, Daniel Jones, and Daniel Roos, genaamd The Machine That Changed the World uitgaf. Een volledig historisch overzicht van IMVP en de ontstaansgeschiedenis van de term "lean" wordt gegeven door Holweg.
Velen zien lean manufacturing als een verzameling gereedschappen of technieken. Anderen zien het als een filosofie, waarin de weg naar het elimineren van verspillingen en het verkrijgen van flow, een soepele doorstroming in de productie, centraal staat. De belangrijkste hulpmiddelen zijn: Value stream mapping, Kanban, 5S, poka-yoke (voorkomen van fouten), SMED, Total Productive Maintenance, Just in time (logistiek), prioritering van taken, heijunka box, herinrichten en balanceren van de lijn (Line balancing), pullproductie, visueel management en continue verbetering in de vorm van Kaizens. Het Toyota Productie Systeem (TPS), waaruit lean is ontsproten, kan gezien worden als een los geheel van, mogelijk strijdige, principes, waarvan het doel is de kosten te verminderen door vermindering van verspilling. Het verschillende karakter van deze principes wordt veroorzaakt door het feit dat TPS pragmatisch gegroeid is sinds 1948, als reactie op problemen die men in de eigen productievestigingen tegenkwam. Daardoor is lean nu het resultaat van een noodgedwongen leerproces om zaken te verbeteren, voortbordurend op de eigen ervaring. De hulpmiddelen die behelst worden door lean waren bij Toyota oplossingen voor specifieke situaties en moeten niet als een panacee toegepast te worden.
Ziekenhuizen en medische centra hopen met lean manufacturing meer kosteneffectief te zijn. In Nederland is de 'lean-specialist' ontstaan, een BIG-geregistreerd medisch specialist die deze filosofie gecertificeerd beheerst. Certificering van 'lean-specialisten' wordt gecoördineerd door de 'A2-Loge', een groep Nederlandse anesthesiologen.
Drie Mu's
Volgens Toyota is hun productiesysteem gebaseerd op het elimineren van drie nadelige gevolgen die in een proces kunnen optreden, namelijk: muri ("overbelasting"), muda ("werk zonder toegevoegde waarde") en mura ("inconsistenties"), waardoor knelpunten en problemen in het proces duidelijk worden. Deze hulpmiddelen kunnen gebruikt worden om het verminderen ervan als doel na te streven.
Muri
Er is sprake van muri wanneer er boven de capaciteit van een persoon of machine geproduceerd moet worden, ofwel overbelasting. Een voorbeeld is een werknemer die te veel taken moet verrichten waardoor hij of zij harder moet werken dan gezond is, of een proces dat het normale werk niet aan kan, waardoor het proces vastloopt en dossiers 'verdwijnen'.
Muda
Met muda wordt elke activiteit bedoeld die beslag legt op resources, maar die geen waarde toevoegt voor de klant, ofwel een verspilling. Lean is erop gericht om zaken die geen toegevoegde waarde leveren te verminderen.
Hier worden drie groepen activiteiten onderscheiden:
waardetoevoegende activiteiten. Die moeten behouden worden.
niet-waardetoevoegende activiteiten, die echter wel nodig zijn om aan externe en interne eisen te voldoen. Denk hierbij aan wet- en regelgeving en intern beleid. Die moeten verminderd worden.
verspillingen. Die moeten geëlimineerd worden.
Omdat verspillingen en niet-waardetoevoegende, maar noodzakelijke activiteiten vaak meer dan 90% van het werk zijn, moeten verbeteringen daar het eerst op gericht worden.
Ook veroorzaken verspillende activiteiten verreweg de meeste andere verspillingen. Door bewegingen en overbewerking ontstaan fouten en daarmee correcties en die correcties houden de rest van de keten op.
Standaardvormen van verspilling zijn:
Overproductie: meer of sneller produceren dan de klant vraagt
Overbewerking: meer toevoegen aan het product of de dienst dan de klant nodig heeft
Transport: tussen-, eindproducten, medewerkers en soms zelfs klanten worden verplaatst
Beweging: de medewerker of de klant moet niet-waardetoevoegende handelingen uitvoeren om het product of de dienst te kunnen opleveren of gebruiken
Wachten: de medewerker of klant moet het product of de dienst stilleggen totdat een batchrun, collega of leverancier iets heeft gedaan
Correctie: aan een product of dienst moet voor de tweede keer gewerkt worden omdat er de eerste keer iets fout is gegaan
Voorraad: buffers van hulpmiddelen, materialen en capaciteit die op dit moment niet gebruikt worden
Talent: inzetten van mensen op werk dat ze niet leuk vinden, hen niet uitdaagt of waarvoor ze de kennis en vaardigheden missen
Managers zijn belangrijk in het coachen van medewerkers om tot goede oplossingen voor verspillingen te komen.
Mura
De aanwezigheid van ongelijkheden binnen een proces heet mura. Een voorbeeld is grote tempowisselingen. Mura is te vergelijken met de uitspraak "hollen of stilstaan". Mura kan voorkomen worden door in te springen op productietijden en daar de capaciteiten op af te stemmen.
Ontstaansgeschiedenis
Hoewel de term lean pas in 1988 voor het eerst betekenis kreeg, begon het gedachtegoed waarop lean manufacturing gebaseerd is rond de industriële revolutie.
Voor de twintigste eeuw
Veel van de belangrijkste principes van lean manufacturing zijn gebaseerd op gezond verstand. De Amerikaan en drukker Benjamin Franklin schrijft in zijn werk Poor Richard's Almanack over verspilde tijd: "Hij, die door niets te doen, tijd verspilt ter waarde van 5 cent, verliest 5 cent, en kan net zo goed 5 cent in het water gooien." Hij voegde daar nog aan toe dat het vermijden van onnodige kosten meer kan opleveren dan het verhogen van de omzet.
Franklin zegt in The Way to Wealth over het bezit van onnodige voorraden: "Je noemt ze goederen (goed), maar als je niet oplet komen ze je duur te staan. Je verwacht dat je ze goedkoop kan verkopen en misschien nog wel goedkoper kan kopen, maar als je geen toepassing voor hen hebt kosten ze je alleen maar geld. Bedenk wat Poor Richard zegt: "Koop wat je niet nodig hebt en het zal niet lang meer duren of je moet de nodige zaken verkopen." Op een andere plaats zegt hij, "Veel mensen zijn failliet gegaan door het opkopen van goedkope producten." Henry Ford noemde Franklin als een belangrijke inspiratie voor zijn eigen zaken, inclusief Just In Time-productie.
Soms zit de verspilling in een vastgeroeste manier van werken; mensen denken er niet meer over na en accepteren het gewoon. Organisatieadviseur Frank Gilbreth zag dat metselaars voorover bogen om stenen van de grond op te rapen. De metselaar moest daarvoor zijn gehele bovenlichaam naar beneden brengen en weer opheffen om een steen van 2.3 kg (5 lb.) op te tillen. Deze onhandige werkwijze gebruikte men al jaren. Hij veranderde het proces door een stellage te introduceren, waarmee de stenen op handhoogte werden aangeboden. Hierdoor werd voorkomen dat de metselaars moesten buigen en die aanpassing maakte het de metselaars mogelijk om drie maal zo snel te werken met minder inspanning.
Twintigste eeuw
Frederick Winslow Taylor, de vader van de scientific management school, introduceerde wat men nu noemt standaardisatie en de toepassing van best practices. In zijn Principles of Scientific Management (1911) adviseerde Taylor: "Zodra een medewerker komt met een verbeteringsvoorstel, zou het beleid van het management moeten zijn om de voorgestelde nieuwe werkwijze goed te bestuderen en indien noodzakelijk een aantal experimenten te doen om de voor- en nadelen ten opzichte van de huidige werkwijze boven tafel te krijgen. Als blijkt dat de nieuwe methode beter is dan de oude werkwijze, dan zou dit de nieuwe standaard moeten worden voor de gehele organisatie."
Taylor waarschuwde ook expliciet tegen het verlagen van stukloon, of het verlagen van lonen of het ontslaan van personeel, als door efficiencymaatregelen minder personeel nodig is: "…nadat het enkele malen is voorgekomen dat het stukloon van iemand is verlaagd als gevolg van het feit dat hij harder of slimmer is gaan werken en meer is gaan produceren. Nadat dit is gebeurd, valt te verwachten dat hij geen waardering meer kan opbrengen voor zijn werkgever en niet meer zal meedenken om het proces te verbeteren. Hij zal dan niet meer doen dan het hoogst noodzakelijke."
Shigeo Shingo, het bekendst van single minute exchange of die, en poka-yoke, zegt dat de Principles of Scientific Management zijn inspiratiebron zijn.
Amerikaanse industriëlen zagen omstreeks 1910 de bedreiging van goedkoop buitenlands personeel voor de Amerikaanse arbeidersklasse. Zij stelden dat het doel van wat nu lean manufacturing genoemd wordt is om te dienen als een tegenmaatregel. Henry Towne, een voormalige voorzitter van de American Society of Mechanical Engineers, schreef in het voorwoord van Shop Management (1911):
Wij zijn terecht trots op de hoge lonen die we hier hebben en elke bedreiging hiervan door producten gemaakt door goedkopere, buitenlandse arbeidskrachten wordt met argusogen bekeken. Om onze hoge lonen te handhaven en om onze controle van onze thuismarkt te behouden en vooral om de mogelijkheden in het buitenland te vergroten, waar we moeten concurreren met andere geïndustrialiseerde landen, moeten we alles omarmen en omhelzen wat de efficiency van onze productieprocessen verbetert.
Ford
Henry Ford probeerde ook verspilling te verminderen in zijn lopendebandproductiesysteem. Charles Buxton Going schreef hierover in 1915:
Het succes van Ford verbaasde iedereen, het land, bijna de gehele wereld, financieel, industrieel en mechanisch. Het overtrof alle verwachtingen en het toonde de effecten van een steeds stijgende efficiency zoals: continu stijgende kwaliteit, hogere lonen en een steeds goedkoper eindproduct. Het was een zichzelf versterkend effect, een ongelooflijke vergroting van de productie met een factor 1000 in minder dan 10 jaar, leidend tot geweldige winsten voor de producent.
Ford beschreef in My Life and Work (1922), in een enkele paragraaf wat voor hem verspilling was:
Volgens mij is de gemiddelde boer maar 5% van zijn tijd effectief bezig. Niet alleen doet hij alles met de hand, maar ook denkt hij niet na over een meer logische inrichting van het werk. Een boer kan rustig 20 keer een wankele ladder gebruiken, hij kan jarenlang water ergens heen dragen zonder te bedenken dat een waterleiding dat gemakkelijker maakt. Hij kan extra werk alleen maar doen door extra personeel in te huren. Hij ziet geld besteed aan verbeteringen alleen maar als kosten... het is een verspilling van beweging en tijd waardoor de landbouwprijzen hoog zijn en de winsten laag.
Ford gaf ook aan hoe eenvoudig het is om materiaalverspilling niet te zien. Een voormalige medewerker, Harry Bennett, schreef:
Op een goede dag was ik bij Mr. Ford toen hij roest zag in de berm van het spoor. Onze hoogovens hadden hier het afval gedumpt. "Weet je", zei hij tegen mij, "er zit ijzer in het afval en dat roest. Zorg dat de mensen in de hijskranen die het daar gestort hebben het weer ophalen, opnieuw sorteren en het ijzer er alsnog uithalen."
In andere woorden, Ford zag de roest en realiseerde zichzelf dat de staalfabriek niet al het ijzer uit het afval haalde.
Toyota
TPS werd grotendeels ontwikkeld door vier mensen, de oprichter van Toyota, Sakichi Toyoda, zijn zoon Kiichiro Toyoda, de neef van Kiichiro, Elji Toyoda en productiemanager Taiichi Ohno. Het werd verder uitgewerkt door Shigeo Shingo. Toyota slaagde erin door toepassing van TPS zijn kosten te reduceren en zo uit te groeien tot de top tien van grootste bedrijven in de wereld. TPS is een klassiek voorbeeld van de Kaizen-aanpak voor productieverbetering, die door andere productiebedrijven vaak overgenomen is.
In 1996 werd door Womack & Jones in de westerse wereld aandacht en naamsbekendheid gegeven aan het gedachtegoed door de publicatie van het boek "Lean Thinking: Banish Waste and Create Wealth in Your Corporation". Hierin worden vijf fasen beschreven om tot een lean-organisatie te komen: value, value stream, flow, pull, perfection. De waarde, value, is datgene waarvoor de klant bereid is te betalen. De value stream bestaat uit de acties die uitgevoerd worden om een product of een dienst aan de klant te kunnen leveren. Wanneer de waarde vanuit de klant is gedefinieerd en de value stream in kaart is gebracht dient er flow gecreëerd te worden in het proces. Een signaal vanuit de hoek van de klant, pull, is hierbij leidend. Daarna gaat het erom het proces te perfectioneren, perfection.
De toenemende belangstelling voor procesoptimalisatie heeft ervoor gezorgd dat lean inmiddels ook breed toegepast wordt in niet-industriële omgevingen. Zo wordt lean toegepast bij de overheid, gezondheidszorg, financiële dienstverlening en in de logistieke sector. Daarnaast lijkt er aan het begin van de eenentwintigste eeuw meer aandacht te ontstaan voor de organisatiekant van lean en het creëren van een verbetercultuur.
Voor- en nadelen
Voordelen
Het voordeel van lean manufacturing is dat een bedrijf zich richt op het optimaliseren van alle aspecten die als waardevol worden ervaren door de klant, bijvoorbeeld: prijs, kwaliteit, levertijd, onderhoudskosten. Ten tweede bestaat lean uit een breed scala aan best practices die hun nut al hebben bewezen, zoals bij Toyota. Het wiel hoeft dus niet opnieuw uitgevonden te worden.
Nadelen
Het grootste nadeel van lean manufacturing is dat de methode zelf geen focus biedt. Het zomaar toepassen van lean kan ook de energie van een bedrijf verspillen als de aandacht op de dingen wordt gelegd die niet passen in de strategie van de organisatie. Lean manufacturing bestaat immers uit een breed scala aan bewezen technieken, maar het is niet bewezen dat deze technieken in iedere organisatie eenzelfde resultaat opleveren. Het blindstaren op lean reduceert daarmee ook de eigen innovativiteit. Een aanpak die lean manufacturing in een rigide structuur brengt is Lean Six Sigma.
Lean house
Lean manufacturing wordt veelal door consultants gesymboliseerd als een huis, zie het model bovenaan. Dit model poogt een aantal lean-principes te verbinden.
Het huis staat op een fundament. Dit fundament representeert de robuustheid van het systeem (Robustness - 1:3 & 3:1); één werknemer beheerst de vaardigheden voor het uitvoeren van 3 taken en ten minste 3 werknemers beheersen de vaardigheid van één taak. Boven op dit fundament ligt de basis van het lean-productiesysteem met een gestandaardiseerde werkomgeving (5S) aan de ene kant en continue verbetering (Kaizen) aan de andere kant. Boven op deze basis staan twee pijlers. De eerste is de verbetering van het productieproces (Heijunka - production leveling, Takt Time Pull flow en JIT - Just in time). De andere pijler bestaat uit het reageren op afwijkingen van het systeem (Standard working, Man-Machine separation en Jidoka - Act on abnormality). Samen zal dit moeten resulteren in een kwalitatief hoogstaand productieproces met korte levertijden en lage productiekosten.
Lean opleidingen
Binnen Lean wordt slechts één opleiding als internationale standaard gehanteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie niveaus: allereerst het teamlid welke naast een reguliere baan ook optreedt binnen een verbeterteam dat zich bezighoudt met Lean. Deze teamleden worden vaak geselecteerd op basis van specifieke proceskennis van het te verbeteren organisatieproces. Op dit niveau worden medewerkers opgeleid tot Lean Yellow Belt. Het niveau daarboven, Lean Green Belt, is van het coördinerend teamlid of projectleider. Dit is vaak een functioneel leidinggevende, die de opdracht heeft gekregen om een bepaald proces beter te laten verlopen. Bovenaan een groep van Lean Green Belts vind je ook nog een Lean Black Belt. Dit is de allerhoogste opleiding welke binnen de Lean manufacturing methode kan worden genoten. Een zogenaamde Black Belt treedt op als inspirator en aanjager van het Lean gedachtegoed binnen een organisatie. Hij stimuleert het gebruik van de methode en is een verbindende schakel met de directie op het gebied van processen verbeteren.
Zie ook
Industrial engineering
Organisatiekunde
Six Sigma
Lean Six Sigma
Veranderingsmanagement
Bronvermelding
|
Voordelen
Het voordeel van lean manufacturing is dat een bedrijf zich richt op het optimaliseren van alle aspecten die als waardevol worden ervaren door de klant, bijvoorbeeld: prijs, kwaliteit, levertijd, onderhoudskosten. Ten tweede bestaat lean uit een breed scala aan best practices die hun nut al hebben bewezen, zoals bij Toyota. Het wiel hoeft dus niet opnieuw uitgevonden te worden.
| 1 |
verzendtijd, levertijd, bezorgtijd
|
10,700 |
Church
|
5180494
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Stefanuskerk%20%28Brussegem%29
|
Sint-Stefanuskerk (Brussegem)
|
De Sint-Stefanuskerk is de parochiekerk van de tot de Vlaams-Brabantse gemeente Merchtem behorende plaats Brussegem, gelegen aan het Brussegemplein.
Geschiedenis
Aanvankelijk was het dorp Ossel het kerkelijke centrum van een groter gebied, waartoe ook Brussegem behoorde. Waarschijnlijk was de eerste kerk in Brussegem een houten kerkje uit de 11e of 12e eeuw. In 1480 werd een toren gebouwd en in 1510 een stenen koor. Het houten kerkschip zou pas omstreeks 1524 vervangen worden door een stenen schip. In 1535 zou het Sint-Stefanuskoor zijn gebouwd en in 1556 het Onze-Lieve-Vrouwekoor. Omstreeks 1565-1566 was de bouw voltooid maar tijdens de godsdiensttwisten raakte de kerk in 1576-1580 zwaar beschadigd en werd hij aan verwaarlozing prijs gegeven. In de loop van de 17e eeuw volgde herstel.
In de 18e eeuw werd de kerk verfraaid met het hoofdaltaar en de noordelijke en zuidelijke zijaltaren. Ook werd een houten lambrisering geplaatst.
In 1905-1906 werd de kerk vergroot naar ontwerp van Georges Dhaeyer. Het 16e-eeuwse koor en transept bleven bewaard maar het schip werd verlengd en verbreed. De toren werd afgebroken en herbouwd in gewijzigde vorm.
Gebouw
De kerk heeft een koor en een transept in gotische stijl werd gebouwd in de 16e en 17e eeuw. Als materiaal werd wit zandsteen gebruikt, ook voor het neogotisch schip en toren.
Het is een georiënteerde driebeukige pseudobasiliek met een lager transept. De vierkante westtoren heeft een ingesnoerde naaldspits en wordt door steunberen gestut. Aan de noordzijde wordt de toren geflankeerd door een rond traptorentje. Het koor heeft een driezijdige sluiting. Enkele bijgebouwen zijn waarschijnlijk 19e-eeuws.
Interieur
De kerk bezit enkele kunstwerken, voornamelijk 18e-eeuws, zoals heiligenbeelden en schilderingen in het koor van Bijbelse taferelen. De kerkmeubelen zijn in barokstijl (17e eeuw) en in Lodewijk XV-stijl. Tegen de oostgevel bevindt zich een laatgotisch beeld van Christus aan het kruis, van omstreeks 1500.
Zie ook
Lijst van kerkgebouwen in België
Lijst van onroerend erfgoed in Merchtem
Onroerend erfgoed in Merchtem
Beschermd monument in Vlaanderen
Stefanus
Stefanus
Stefanus
|
Geschiedenis
Aanvankelijk was het dorp Ossel het kerkelijke centrum van een groter gebied, waartoe ook Brussegem behoorde. Waarschijnlijk was de eerste kerk in Brussegem een houten kerkje uit de 11e of 12e eeuw. In 1480 werd een toren gebouwd en in 1510 een stenen koor. Het houten kerkschip zou pas omstreeks 1524 vervangen worden door een stenen schip. In 1535 zou het Sint-Stefanuskoor zijn gebouwd en in 1556 het Onze-Lieve-Vrouwekoor. Omstreeks 1565-1566 was de bouw voltooid maar tijdens de godsdiensttwisten raakte de kerk in 1576-1580 zwaar beschadigd en werd hij aan verwaarlozing prijs gegeven. In de loop van de 17e eeuw volgde herstel.
| 5 |
kerk, gebedshuis, christelijk gebouw
|
363 |
Organization
|
5547967
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dott
|
Dott
|
Dott is een micromobiliteitsbedrijf gevestigd in Amsterdam, opgericht in januari 2019. Dott exploiteert ongeveer 30.000 gedeelde elektrische steps en elektrische fietsen in 17 steden in Europa.
Geschiedenis
Dott werd in september 2019 opgericht door Henri Moissinac en Maxim Romain. Het haalde €30 miljoen op in 2019 onder leiding van EQT Ventures en Naspers; dit werd gevolgd door $85 miljoen, geleid door Sofina.
Verspreiding
Verenigd Koninkrijk
Het bedrijf werd samen met de bedrijven TIER en Lime geselecteerd om deel te nemen aan een jaarlange proef van het gebruik van e-steps als vervoermiddel in Londen. Tijdens de proef zal het daar tot 6.600 steps inzetten die via een app kunnen worden gehuurd.
Frankrijk
Na een aanbesteding door de stad Parijs werd Dott een van de drie bedrijven die elektrische steps mogen beheren in de hoofdstad, naast Lime en Tier Mobility.
België
In België heeft Dott 2.000 elektrische steps, vergelijkbaar met de belangrijkste concurrent Lime. Na een aanbesteding in Gent is het sinds juni 2022 een van de drie aanbieders van elektrische fietsen (maximaal 750). Voor elektrische bakfietsen werkt het er samen met onderaannemer Baqme.
Externe link
Officiële website
Nederlands vervoerbedrijf
Deelmobiliteit
Publiek fietssysteem
|
Dott is een micromobiliteitsbedrijf gevestigd in Amsterdam, opgericht in januari 2019. Dott exploiteert ongeveer 30.000 gedeelde elektrische steps en elektrische fietsen in 17 steden in Europa.
| 1 |
organisatie, bedrijf, vereniging
|
7,847 |
MusicVenue
|
1276495
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dr.%20Anton%20Philipszaal
|
Dr. Anton Philipszaal
|
Dr. Anton Philipszaal was een concertzaal en theater aan het Spuiplein in Den Haag. Het werd in hetzelfde jaar (1987) geopend als het nabijgelegen Lucent Danstheater. Het gebouw was ontworpen door de architecten Dick van Mourik en Peter Vermeulen. De zaal telde 1800 zitplaatsen.
Ontstaan
Vaste bespeler en opdrachtgever voor de bouw van de concertzaal was het Residentie Orkest, dat al sinds het afbranden van het Gebouw voor K & W in 1964 verlegen zat om een akoestisch bevredigende eigen concertzaal. Het financierde de bouw voor een deel zelf door gerichte publieksacties met onder meer grammofoonplaten met onbekende Nederlandse muziek.
Ontwerp
Omdat het budget voor zowel de dr. Anton Philipszaal als het Danstheater erg laag was, hadden de architecten een uitdaging om representatieve gebouwen neer te zetten. Het ontwerp kenmerkte zich doordat de hoofdzaal aan de buitenzijde herkenbaar was als roze doos. Toen het stucwerk begon te bladeren is het opnieuw aangebracht, maar in een felrode kleur. De nevenfuncties bevonden zich in een schil om de doos, die ronde schil was uitgevoerd in donker glas.
Sloop
In oktober 2015 werd begonnen met de sloop van de Anton Philipszaal. Het Lucent Danstheater en de Anton Philipszaal werden gesloopt om plaats te maken voor Amare, een nieuw cultureel centrum, dat eind 2021 geopend werd. In de tussentijd werden de concerten van onder meer het Residentie Orkest in het Zuiderstrandtheater gegeven. De parkeergarage is grotendeels gehandhaafd, omdat die gebruikt wordt in het nieuwe ontwerp.
Zie ook
Amare (Dans en Muziekcentrum)
Spuikwartier
Wijnhavenkwartier
Externe link
Officiële website
Concertzaal in Nederland
Theaterzaal in Den Haag
Bouwwerk in Den Haag Centrum
|
Ontstaan
Vaste bespeler en opdrachtgever voor de bouw van de concertzaal was het Residentie Orkest, dat al sinds het afbranden van het Gebouw voor K & W in 1964 verlegen zat om een akoestisch bevredigende eigen concertzaal. Het financierde de bouw voor een deel zelf door gerichte publieksacties met onder meer grammofoonplaten met onbekende Nederlandse muziek.
| 2 |
muziekpodium, concertzaal, muziekcentrum
|
2,163 |
RealEstateAgent
|
806395
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/TV%20Makelaar%20%28Nederland%29
|
TV Makelaar (Nederland)
|
TV Makelaar was een televisieprogramma op RTL 4. In dit programma werd geprobeerd huizen voor particulieren te kopen en verkopen.
Achtergrond
Het programma begon in 2001 met Sylvana Simons als presentatrice. In de 30 minuten die het programma toen nog duurde stond de zoektocht naar een woning centraal. Vanaf 2004 ging TV-Makelaar zich ook richten op de verkoop van woningen. De programmaduur verdubbelde naar zestig minuten, Simons kreeg bij de presentatie gezelschap van Sybrand Niessen. In 2006 werd Simons opgevolgd door Marilou Le Grand. In het najaar van 2007 maakte Le Grand plaats voor Froukje de Both. In het najaar van 2008 stapte Niessen over naar Omroep MAX. Hij werd opgevolgd door Tim Immers. Immers maakte eind 2011 weer plaats voor Lieke van Lexmond.
In 2014 begon er een nieuwe variant, TV Makelaar: Mission Impossible. Hierin worden 'onverkoopbare' woningen aangepakt en opnieuw in de verkoop gezet. De presentatie is handen van Evelyn Struik en sinds 2015 Froukje de Both. In 2016 wordt Van Lexmond opnieuw toegevoegd aan het presentatieteam.
In 2019 werden de laatste afleveringen uitgezonden.
Spin-off
Sinds 2007 is er ook een Vlaamse versie van het programma.
Nederlands televisieprogramma
Programma van RTL 4
Woonprogramma
|
TV Makelaar was een televisieprogramma op RTL 4. In dit programma werd geprobeerd huizen voor particulieren te kopen en verkopen.
| 1 |
makelaar, vastgoedmakelaar, onroerendgoedmakelaar
|
10,730 |
Country
|
3955434
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dahae
|
Dahae
|
De Dahae (Grieks: Δάοι, Δάαι, Δᾶαι) waren een confederatie van drie Iraanse stammen – de Parni, Xanthii en Pissuri – die in de regio ten oosten van de Kaspische Zee woonden. Ze spraken een Oost-Iraanse taal. Hun land werd Dihistan genoemd, later Dahistan ten tijde van de Sassaniden.
Vermeldingen
De vroegst overgebleven vermelding over deze nomadische confederatie is in de inscriptie van Daeva een in steen gebeitelde lijst van volkeren en provincies van het Achaemenidische Rijk. Deze werd vervaardigd in opdracht van Xerxes, de koning van Perzië. Deze lijst geeft de Dahae weer met de naam Daha, onmiddellijk gevolgd door de Saka, een volk dat naast de Dahae zou wonen.
Strabo schrijft rond 100 v.Chr. in zijn Geographika over de Dahae, en noemt ze expliciet Scythische Dahae. Hij plaatst de Dahae in het hedendaagse Turkmenistan.
Van de Dahae en de Saken is bekend dat ze bij de Slag bij Gaugamela in de Achaemenidische legers vochten. Na de val van het Achaemenidische Rijk sloten ze zich aan bij Alexander de Grote in zijn campagne in India. Ten tijde van het Seleucidische Rijk behielden de twee stammen enige autonomie. Ook zijn enkele Saka-munten uit deze tijd bekend.
Rond de derde eeuw v.Chr. splitste de Parni zich af van de Dahae en vielen onder hun koning Arsaces Parthië binnen, dat zich kort daarvoor onafhankelijk had verklaard van het Seleucidische Rijk. Zo stichtten de Parni de Arsacidische dynastie, die uiteindelijk heel het Iraanse plateau zou overheersen. Later kwamen ze bekend te staan als Parthen, een geduchte tegenstander van bijvoorbeeld de Romeinen.
Hoewel de Dahae waarschijnlijk in Dahestan hebben gewoond is het moeilijk te zeggen waar hun culturele centrum was.
Zie ook
Romeins-Parthische oorlogen
Scythisch volk
Geschiedenis van Turkmenistan
Geschiedenis van Iran
|
Vermeldingen
De vroegst overgebleven vermelding over deze nomadische confederatie is in de inscriptie van Daeva een in steen gebeitelde lijst van volkeren en provincies van het Achaemenidische Rijk. Deze werd vervaardigd in opdracht van Xerxes, de koning van Perzië. Deze lijst geeft de Dahae weer met de naam Daha, onmiddellijk gevolgd door de Saka, een volk dat naast de Dahae zou wonen.
| 2 |
gebied, regio, volk
|
2,455 |
DepartAction
|
5465714
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ruys%20%28schip%2C%201938%29
|
Ruys (schip, 1938)
|
Het MS Ruys was een passagiers- en koopvaardijschip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). De Ruys en haar twee zusterschepen, de Bossevain en de Tegelberg, vormden de drie grootste schepen van de KPM. Zij werden vernoemd naar de drie oprichters van de KPM. Deze vlaggenschepen van de KPM stonden in Zuid-Afrika bekend als `The Great White Yachts'. Na een proefvaart in 1937 vertrekt op 7 april 1938 de Ruys vanuit Amsterdam voor zijn eerste reis naar Nederlands-Indië. Zij arriveert op 12 mei 1938 te Tandjong Priok, de haven van Batavia (Nederlands-Indië), die haar thuishaven zou worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet voor troepenvervoer, geschikt voor 2800 militairen. Na de oorlog ging de Ruys in 1949 varen voor de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen (RIL). Met het oog op de groei in de luchtvaart legt de RIL zich als een van de eerste rederijen toe op het stimuleren van vakanties aan boord van haar schepen. In 1967 besloot de directie de schepen te vervangen door snellere vrachtschepen. In 1968 werd de Ruys uit de vaart gehaald en gesloopt in Kaohsiung (Taiwan).
De Ruys is niet te verwarren met het latere motorschip Willem Ruys van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd.
Kenmerken
De Ruys bood plaats aan 654 passagiers: 82 1e klas, 72 2e klas en 500 3e klas, en een bemanning van 221 personen. Na modernisering in 1961 werd dit 131 1e klas passagiers, 84 2e klas en 179 3e klas. De Ruys is gebouwd door Koninklijke Maatschappij 'De Schelde', Scheepswerf en Machinefabriek te Vlissingen, werfnummer 204.
De Ruys en haar zusterschepen zetten nieuwe standaarden wat betreft luxe. Het waren ook de eerste motorschepen die met drie propellers werden uitgerust.
Vaarroutes
De scheepslijnen die de Ruys uitvoerde bevonden zich in Indonesië, Australië en Afrika. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voer de Ruys vooral in het Middellandse Zeegebied. Tijdens de politionele acties tussen Nederland en Nederlands-Indië. Daarna werd de lijn uitgebreid met de zeer lucratieve dienst Azië - Zuid-Afrika - Zuid-Amerika (ASAS).
Interieur en voorzieningen
De drie zusterschepen waren ingericht door beroemde Nederlandse artiesten met gebruik van ebbenhout, armaturen van antiek glas en Venetiaanse glasverlichtingsornamenten. Op deze luxueuze schepen had elke hut een privébadkamer. Maritiem historicus Reuben Goossens beschrijft op zijn website uitvoerig het interieur van de drie – vrijwel identieke – schepen Boissevain, Tegelberg en Ruys. "With all three ships now operating on the same service, they soon became very popular, due to their stunning interiors, the ultimate in service and the cuisine was rated as some of the best at sea!".
Troepenvervoer tijdens de Tweede Wereldoorlog en de politionele acties
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam de Ruys onder Britse vlag te varen. In 1942 werd de Ruys in Sydney verbouwd tot troepentransportschip. De Ruys kwam – grijsgeschilderd – vooral te varen op de Middellandse Zee. De Ruys en haar zusterschepen nemen deel aan landingen in Noord-Afrika en Italië. De Ruys vervoerde tijdens de Tweede Wereldoorlog 85.843 geallieerde troepen.
De Ruys speelde een belangrijke rol bij de redding van de opvarenden van het zusterschip Marnix van St. Aldegonde. Op 27 oktober 1943 voeren op de Middellandse Zee in konvooi de Ruys, de Tegelberg en de Sloterdijk (1940-1966) van de KPM. Tijdens een aanval door Duitse onderzeeërs bij Kaap Bougaroni werd de Marnix vol geraakt en zonk. Ook de Ruys zelf was doelwit van een torpedobommenwerper maar het schip verdedigde zich en het vliegtuig werd verdreven en waarschijnlijk neergeschoten. Ondanks dat de opdracht voor een konvooi was om door te varen, kwam de Ruys daarna de Marnix te hulp door alle sloepen te strijken en 1.076 man over te nemen, terwijl zij zelf al 2.800 man aan boord had. Gezagvoerder P.M. Verstelle van de Ruys, Lieutenant Morgan, bombardier Docksey en tweede officier Scheybeler werden hiervoor na de oorlog koninklijk onderscheiden. De overige opvarenden van de Marnix werden door een torpedojager en een Amerikaanse bergingsploeg aan boord genomen; alle opvarenden werden gered.
In '46/'47 vervoeren de drie zusterschepen het merendeel van de Nederlandse dienstplichtigen die in Indië worden ingezet bij de politionele acties. Ook verzorgen zij de terugreizen van Indische repatrianten naar Nederland.
Gezagvoerders
K. U. Noordenbos (1938-? en 1946-?)
Petrus Mattheus Verstelle (1941-1946)
J.M van Noorden (volgens artikel Provinciale Zeeuwse Courant 1947)
J.H. Verwijs (rond 1954 - volgens passagierslijst)
Prins (ten tijde van de brand in Buenos Aires, 1958)
Mei 1959 - mei 1961 C H Gosselink
Mei 1961 - ?? A J van Ankeren
?? - september 1963 H A Scheybeler
September 1963 - ?? P H Zweers
September 1964? - augustus 1965 E M Drukker
September 1965 - februari 1966 J H W Voigt
Maart 1966 - augustus 1968 J D Jelijs
Schip gebouwd in Nederland
Passagiersschip
Schip op naam
|
Het MS Ruys was een passagiers- en koopvaardijschip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). De Ruys en haar twee zusterschepen, de Bossevain en de Tegelberg, vormden de drie grootste schepen van de KPM. Zij werden vernoemd naar de drie oprichters van de KPM. Deze vlaggenschepen van de KPM stonden in Zuid-Afrika bekend als `The Great White Yachts'. Na een proefvaart in 1937 vertrekt op 7 april 1938 de Ruys vanuit Amsterdam voor zijn eerste reis naar Nederlands-Indië. Zij arriveert op 12 mei 1938 te Tandjong Priok, de haven van Batavia (Nederlands-Indië), die haar thuishaven zou worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet voor troepenvervoer, geschikt voor 2800 militairen. Na de oorlog ging de Ruys in 1949 varen voor de Koninklijke Java-China Paketvaart Lijnen (RIL). Met het oog op de groei in de luchtvaart legt de RIL zich als een van de eerste rederijen toe op het stimuleren van vakanties aan boord van haar schepen. In 1967 besloot de directie de schepen te vervangen door snellere vrachtschepen. In 1968 werd de Ruys uit de vaart gehaald en gesloopt in Kaohsiung (Taiwan).
| 1 |
vertrek, locatie, bestemming
|
1,042 |
SearchAction
|
1981827
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Georgische%20luchtmacht
|
Georgische luchtmacht
|
De Georgische luchtmacht (Georgisch: საქართველოს სამხედრო-საჰაერო ძალები, Sak'art'velos samxedro-sahaero dzalebi) is de luchtcomponent van de Georgische krijgsmacht. Het is de op een na kleinste afdeling binnen de krijgsmacht. De landmacht bestaat uit 2.971 actieve militairen en civiel personeel die onder bevel staan van kolonel Zurab Potsjchua. Het hoofdkwartier van het Georgische luchtmacht is in Alekseevka, Tbilisi.
Geschiedenis
De Georgische luchtmacht werd opgericht in 1991 in de nasleep van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In 1995 had de luchtmacht ongeveer 1.000 medewerkers en sindsdien heeft het maar een bescheiden groei gekend in tegenstelling tot de Georgische landmacht.
Missie en doelstellingen
De belangrijkste doelstellingen van de Georgische Luchtmacht zijn:
Bescherming van de soevereiniteit en controle van het Georgische luchtruim
Strijd tegen luchtterrorisme
Participatie in de strijd tegen het terrorisme op land en ter zee.
Luchtverdediging van de statelijke entiteiten en troepen.
Deelname aan collectieve en multinationale oefeningen.
Functies van de Georgische Luchtmacht:
Vervoer van troepen en militair vrachtvervoer
Het zoeken en redden van neergestorte vliegtuigbemanningen
Deelname aan reddingsoperaties
Vervoer van zieken en gewonden
Het uitvoeren van verkenningsvluchten
Luchtvloot
Vliegtuigen
Bewapening
Luchtmacht
|
Functies van de Georgische Luchtmacht:
Vervoer van troepen en militair vrachtvervoer
Het zoeken en redden van neergestorte vliegtuigbemanningen
Deelname aan reddingsoperaties
Vervoer van zieken en gewonden
Het uitvoeren van verkenningsvluchten
| 1 |
zoeken, zoekactie, zoekproces
|
1,947 |
FoodEvent
|
1252234
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bourgondisch%20%27s-Hertogenbosch
|
Bourgondisch 's-Hertogenbosch
|
Bourgondisch 's-Hertogenbosch is een jaarlijks terugkerend culinair evenement op de Parade in 's-Hertogenbosch. Op het plein presenteren verschillende Bossche restaurants zichzelf. In diverse paviljoens kan worden geproefd, geborreld en gegeten, dikwijls typisch Bourgondisch. Het evenement wordt altijd in september gehouden.
Geschiedenis
De eerste keer dat het evenement gehouden werd was in 1987, om meer aandacht op de stad en de horecafaciliteiten in de binnenstad en de regio te vestigen. Dit gebeurde in navolging van het Maastrichtse Preuvenemint, een soortgelijk evenement. Het evenement heette in de beginjaren nog Proeverij in de Meierij. Later werd dit omgedoopt tot Bourgondisch 's-Hertogenbosch. Naast paviljoens waarin Bossche restaurateurs zichzelf presenteren programmeert de organisatie ook muziek, een kinderprogramma en entertainment.
Trivia
Tijdens Bourgondisch ’s-Hertogenbosch kan niet met euro's worden betaald. In de plaats daarvan wordt betaald met een alternatief betaalmiddel; het zogenaamde Gerritje. Één Gerritje heeft een waarde van € 1,40. De Gerritjes moet men bij daarvoor bestemde kassa’s op de Parade kopen. De naam Gerritje is afgeleid van het Bossche figuur Zoete Lieve Gerritje.
Externe link
Officiële website
Evenement in 's-Hertogenbosch
Culinair evenement
|
Bourgondisch 's-Hertogenbosch is een jaarlijks terugkerend culinair evenement op de Parade in 's-Hertogenbosch. Op het plein presenteren verschillende Bossche restaurants zichzelf. In diverse paviljoens kan worden geproefd, geborreld en gegeten, dikwijls typisch Bourgondisch. Het evenement wordt altijd in september gehouden.
| 1 |
voedselevenement, culinair evenement, eetfestival
|
8,212 |
City
|
1367327
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Novi%20Marof
|
Novi Marof
|
Novi Marof (Kajkavisch: Nuovi Narof) is een stad en gemeente in de Kroatische provincie Varaždin.
Novi Marof telt 13.857 inwoners.
Stad in Kroatië
Varaždin (provincie)
|
Novi Marof (Kajkavisch: Nuovi Narof) is een stad en gemeente in de Kroatische provincie Varaždin.
Novi Marof telt 13.857 inwoners.
| 2 |
stad, gemeente, plaats
|
5,657 |
APIReference
|
5663222
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bink%20Video
|
Bink Video
|
Bink Video is een videobestandsindeling voor video van RAD Game Tools, die, net als zijn voorganger Smacker, voornamelijk wordt gebruikt voor computerspellen.
Het videoformaat is gebruikt in ruim 5800 spellen voor pc, Dreamcast, GameCube, PlayStation 2, Xbox, Nintendo DS, PlayStation 3, PlayStation Portable (PSP), Wii en Xbox 360. Het formaat heeft zijn eigen video- en audiocodecs en ondersteunt beeldresoluties van 320×240 pixels tot high-definition video (HD).
Bink Video heeft een eenvoudige gebruikers- en programmeerinterface en stelt, in vergelijking met andere videobestandsformaten, lage eisen aan het afspeelapparaat en heeft minder geheugen en rekenkracht nodig dan andere videocodecs, om bijna dezelfde kwaliteit te kunnen behalen.
Bink 2, een nieuwe en snellere versie van het videoformaat, verscheen in 2013. Het biedt ondersteuning voor smartphones en hogere beeldresoluties.
Computerspelbedrijf Epic Games kocht de technologie van RAD Game Tools op 7 januari 2021, waarna het werd hernoemd naar Epic Game Tools. Epic kondigde ook aan om de videotechnologie te gaan integreren in de Unreal Engine.
Lijst met spellen
Een selectie van enkele spellen met Bink Video:
Age of Mythology: The Titans
Anno 1404
Battlefield 1942
Bionic Commando
Call of Duty 4: Modern Warfare
Devil May Cry
Diablo II
Escape from Monkey Island
Guitar Hero III: Legends of Rock
Indiana Jones and the Staff of Kings
Mass Effect
Neverwinter Nights
Quantum of Solace
Rage
The Elder Scrolls III: Morrowind
The sims 2
Tomb Raider: Legend
Wolfenstein
Zoo Tycoon 2
Externe links
Website van Bink Video
Een lijst van spellen met Bink Video
Bestandsformaat
|
Bink Video heeft een eenvoudige gebruikers- en programmeerinterface en stelt, in vergelijking met andere videobestandsformaten, lage eisen aan het afspeelapparaat en heeft minder geheugen en rekenkracht nodig dan andere videocodecs, om bijna dezelfde kwaliteit te kunnen behalen.
| 1 |
API-documentatie, programmeerinterface, technische referentie
|
119 |
Continent
|
1104956
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Abya%20Yala
|
Abya Yala
|
Abya Yala is een alternatieve naam voor het continent wat in het Westen bekend staat als Latijns-Amerika. De naam werd in 1992 gekozen op een internationaal congres voor Inheemse volkeren uit het gebied.
De uitdrukking is afkomstig uit het Kuna, de taal die wordt gesproken door de Kuna bevolking uit Panama. De bevolking woont tot op de dag van vandaag op de plaats waar Noord- en Zuid-Amerika samenkomen. De term waarmee de Inheemse bewoners verwijzen naar hun continent betekent "volwassen land" of "land in volle bloei". Abya Yala wordt door veel Inheemse activisten gebruikt als alternatief voor de benamingen 'Amerika' of 'Nieuwe Wereld', die in hun ogen te eurocentrisch zijn. De Boliviaanse Aymaraleider Takir Mamani heeft voorgesteld over het hele continent het gebruik van Amerika in officiële documenten van Inheemse bestuurslichamen te vervangen door Abya Yala.
Zie ook
Anáhuac
Indigenisme
Amerika
Indianen
|
De uitdrukking is afkomstig uit het Kuna, de taal die wordt gesproken door de Kuna bevolking uit Panama. De bevolking woont tot op de dag van vandaag op de plaats waar Noord- en Zuid-Amerika samenkomen. De term waarmee de Inheemse bewoners verwijzen naar hun continent betekent "volwassen land" of "land in volle bloei". Abya Yala wordt door veel Inheemse activisten gebruikt als alternatief voor de benamingen 'Amerika' of 'Nieuwe Wereld', die in hun ogen te eurocentrisch zijn. De Boliviaanse Aymaraleider Takir Mamani heeft voorgesteld over het hele continent het gebruik van Amerika in officiële documenten van Inheemse bestuurslichamen te vervangen door Abya Yala.
| 2 |
continent, werelddeel, landvorm
|
4,660 |
Conversation
|
1760381
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Peter%20Schmidt
|
Peter Schmidt
|
Peter Schmidt (Gent, 18 december 1945) is een gerenommeerd Belgisch exegeet, klassiek-filoloog, titulair-kanunnik van het Sint-Baafskapittel te Gent. Hij doceerde decennialang bijbelexegese m.b.t. het Oude Testament en het Nieuwe Testament aan het Centrum voor Priester- en diakenopleiding. Als docent gaf hij ook: fundamentele en systematische Theologie, geschiedenis van Israël en Bijbelse talen. Schmidt specialiseerde zich ook in het historisch-wetenschappelijk onderzoek naar de Historische Jezus.
Biografie
Peter Schmidt werd priester gewijd op 3 juli 1971 in Gent door Mgr. Leonce-Albert Van Peteghem.
In 1970 behaalde hij het licentiaatsdiploma klassieke filologie aan de Katholieke Universiteit Leuven en dat van exegese en Bijbelse theologie aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana en het Pauselijk Bijbelinstituut te Rome in 1973.
In 1973 werd hij hoogleraar aan het Bisschoppelijk Seminarie Gent.
Hij doceerde er van 1973 tot 1980 fundamentele en systematische theologie, en vervolgens wetenschappelijke bijbelexegese van het Oude Testament en Nieuwe Testament, geschiedenis van Israël en Bijbelse talen.
In de periode 1979-1992 was hij er ook de geestelijk directeur en van 1992 tot 1996 president.
In 1974 werd hij aangesteld als bibliothecaris van de Bibliotheek van het Bisschoppelijk Seminarie Gent.
In 2000 promoveerde hij (met Prof. Dr. Marc Vervenne als promotor) tot doctor in de theologie aan de Katholieke Universiteit Leuven, met de tekst van In de handen van mensen. 2000 jaar Christus in kunst en cultuur.
Prof. Peter Schmidt specialiseerde zich ook in het historisch-wetenschappelijk onderzoek naar de Historische Jezus. Hij voerde daarover doorheen de jaren gespreksavonden met Etienne Vermeersch, die in zijn jeugdjaren 5 jaar Jezuïet geweest was, en aan de Universiteit Gent 40 jaar lang onder meer 'Geschiedenis van het christendom' doceerde.- 'Gesprek over geloof en ongeloof' tussen Vermeersch en Schmidt - 15 oktober 2002, KULeuven
Schmidt was deeltijds docent aan de faculteit Godgeleerdheid van de Katholieke Universiteit Leuven en gaf ook lessen exegese over het Oude Testament en het Nieuwe Testament aan het Centrum voor Priester- en diakenopleiding Bovendonk in Breda, het Internationaal Noviciaat van de Broeders van Liefde te Maria-Aalter en het Hoger Diocesaan Godsdienstinstituut te Gent.
Voornaamste lidmaatschappen
Europese Academie voor Wetenschappen en Kunsten (European Academy of Sciences and Arts) te Wenen
Europese Vereniging voor Katholieke Theologie EVKT (European Society for Catholic Theology ESCT) (Peter Schmidt was voorzitter van de Vlaamse sectie in de periode 1994-2000)
Voornaamste publicaties
Wetenschappelijke artikels
La pauvreté du monde (1976)
La fede: un sapere al di là della scelta? (1978)
La gnose, hier et aujourd'hui (1980)
The Interpretation of the Resurrection (1984)
Motieven tot atheïsme (1984)
De rollen van de Dode Zee: tussen sensatie en werkelijkheid (1993)
On the Problem of Metaphorical Language and the Communicability of Religious Truth (1995)
Religieuze kunst definiëren: mission impossible? (1997)
Religiositeit bij Leo Apostel (1998)
Geloof en kunst (2001)
Jezus van Nazaret: kunnen we er wel iets over weten? (2002)
Het evangelie volgens Matteüs (2003)
Het kan ook anders. Beschouwingen bij De Nieuwe Bijbelvertaling (2005)
Luthers geloof als achtergrond van Bachs houding tegenover de dood (2006)
Si vous comprenez ce que je veux dire. Paul entre rhétorique et dogmatique (2008)
Boeken
Auteur
Woord van God, boek van mensen. Inleiding tot de evangeliën en de Handelingen (1990)
In vrijheid, Trouw en hoop. Inleiding tot Paulus, de Katholieke Brieven en Apocalyps (1992)
How to Read the Gospels. Historicity and Truth in the Gospels and Acts (1993)
Het Lam Gods/ L'Agneau Mystique/ Der Genter Altar/ The Adoration of the Lamb (1995)
De Geest in de bijbel en in de wereld (1996)
In de handen van mensen. 2000 jaar Christus in kunst en cultuur (2000)
Het Lam Gods / The Adoration of the Lamb / El Cordero Místico/ Der Genter Altar/ L'Agneau Mystique/ Japans (2001)
Het Lam Gods (2005) / The Adoration of the Lamb (2006) / El Cordero Mistico (2006)
Ongehoord. Christen zijn volgens de Bergrede (2008)
Het Lam Gods Bezongen: de begeleidende kunstbrochure bij het gelijknamig concert (2010) (samen met de koorleider Marc Michael De Smet van het Kamerkoor Aquarius bedacht hij het concept en werkte het uit)
Uitgever
Eén auteur, twee boeken. Lucas en de Handelingen van de Apostelen (1992)
De innerlijke Kracht van de Kerk (met Johan Bonny en Ernest Henau, 1992)
Vrijuit. 6 gesprekken met de kardinaal (2000)
Franc parler. Six entretiens réunis par Peter Schmidt (2002)
Bijdragen
Nu hebben we de hoop. In: Jean-Pierre Goetghebuer, De zieke mens nabij, pp. 369-394 (1985)
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Apocalyps 21,1 tussen exegese en actualisering. In: Jo de Tavernier - Marc Vervenne (ed.), De mens, hoeder of verrader van de schepping?, pp. 121-140 (1991)
Chalcedon im Leben des Christen. In: J. Ratzinger - P. Henrici (ed.), Credo. Ein theologisches Lesebuch, pp. 83-90 (1992)
Verstaan we nog zelf wat we zeggen?. In: J. Claes - J. Kerkhofs (ed.), Geloof en Cultuur. Christen zijn in het Europa van Morgen, pp. 87-203 (1993)
Ambten in het Nieuwe Testament en de jonge Kerk. In: Jan Kerkhofs (ed.), Europa zonder Priesters?, pp. 55-116 (1995) (Du., Eng. en Fr. vertalingen)
Dood en een God van Liefde? In: A. Opdebeeck (ed.), De dood in de marge van het leven. Een drieluik omtrent wetenschap, religie, mensen en de dood, pp. 91-104 (1996)
De kerksituatie achter de Pastorale Brieven. In: J. Delobel - H.J. De Jonge (ed.) Vroegchristelijke gemeenten tussen werkelijkheid en ideaal, pp. 148-162 (2001)
Moderniteit zonder mode: Armand Demeulemeester tussen figuratie en abstractie (Bedenkingen bij het ethos van een schilder). In: "Patrick Lateur (red.), Armand Demeulemeester, een schildersleven", pp. 27-38 (2001)
Die Reformation und die Bibel. In: G. & D. Andresen - A. Friedländer (ed.), Die Bibel. Geschichte und Gegenwart, pp. 164-181 (2002. vert. Kroatisch en Sloveens)
De tekst onder de passie: een literair drama. In: H. Opdebeeck (ed.), De Matthäus. Kan passie troosten?, pp. 23-30 (2005)
De joods-christelijke apocriefe evangeliën. In: De apocriefe Jezus, pp. 13-31 (2006)
Wat heeft ID met theologie te maken? Een antwoord aan Gijsbert van den Brink. In: D. Pollefeyt - E. De Boeck (ed.), Niet los van God? Geloof en wetenschap pp. 261-266 (2007)
Belgisch theoloog
Belgisch kanunnik
|
Prof. Peter Schmidt specialiseerde zich ook in het historisch-wetenschappelijk onderzoek naar de Historische Jezus. Hij voerde daarover doorheen de jaren gespreksavonden met Etienne Vermeersch, die in zijn jeugdjaren 5 jaar Jezuïet geweest was, en aan de Universiteit Gent 40 jaar lang onder meer 'Geschiedenis van het christendom' doceerde.- 'Gesprek over geloof en ongeloof' tussen Vermeersch en Schmidt - 15 oktober 2002, KULeuven
| 2 |
gesprek, communicatie, berichten
|
9,947 |
VideoGameSeries
|
3847570
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Golden%20Axe%20%28computerspelserie%29
|
Golden Axe (computerspelserie)
|
Golden Axe is een Beat 'em up computerspelreeks ontwikkeld door de Japanse computerspelontwikkelaar Sega. Het eerste spel in de reeks werd als arcadespel uitgebracht in juni 1989, later werden meerdere vervolgdelen uitgebracht.
Plot
De spelserie speelt zich af in de fictieve middeleeuwse wereld Yuria waarin de kwaadaardige "Death Adder" de koning en zijn dochter heeft gekidnapt. Death Adder heeft ook de legendarische gouden bijl gestolen en dreigt hiermee het land te vernietigen.
Trivia
Golden Axe werd geïnspireerd door de film Conan the Barbarian en leent zelfs audiofragmenten uit deze en andere Hollywood-films.
Spellen in de reeks
Hoofdserie:
Golden Axe (1989)
Golden Axe II (1991)
Golden Axe: The Revenge of Death Adder (1992)
Golden Axe III (1993)
Golden Axe: Beast Rider (2008) – Ontwikkeld door Secret Level
Spin-offs:
Golden Axe Warrior (1991)
Ax Battler: A Legend of Golden Axe (1991) – Ontwikkeld door Aspect
Golden Axe: The Duel (1994)
Externe link
Golden Axe-serie op MobyGames
Computerspelserie
|
Plot
De spelserie speelt zich af in de fictieve middeleeuwse wereld Yuria waarin de kwaadaardige "Death Adder" de koning en zijn dochter heeft gekidnapt. Death Adder heeft ook de legendarische gouden bijl gestolen en dreigt hiermee het land te vernietigen.
| 1 |
videogameserie, gamereeks, spelserie
|
3,067 |
Florist
|
2105714
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoni%20Weisz
|
Zoni Weisz
|
Zoni Weisz (geboren als Johannes Weisz, roepnaam Johan) (Den Haag, 4 maart 1937) is een Nederlandse Sinto, overlevende van de Holocaust en bloemist.
Leven
Weisz is het oudste kind van Jacoba en Johannes Weisz. Johannes Weisz was een muzikant en instrumentmaker, die ook een muziekwinkel dreef in Zutphen. Hij had twee zusters en een broer.
Toen op 16 mei 1944 in Nederland razzia’s plaatsvonden die gericht waren tegen de Sinti en Roma werden Johannes Weisz en zijn gezin naar het doorgangskamp Westerbork gebracht.
Doordat Zoni Weisz was ondergedoken bij een tante in een dorp buiten de stad, kon hij aanvankelijk aan arrestatie ontkomen. Korte tijd later werd hij ontdekt en zou met de overige familie naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau worden gedeporteerd. Omdat op 19 april 1944 de met Zigeunertransport aangeduide deportatietrein met 245 Nederlandse Sinti en Roma al op weg was naar Auschwitz, werd besloten dat zij moesten worden overgebracht naar Assen om daar bij zijn familie in de deportatietrein te worden gevoegd.
Dankzij de hulp van een Nederlandse politieman die mogelijk deel uitmaakte van het verzet, lukte het Weisz met het gezin van zijn tante te ontsnappen in een andere trein, terwijl zijn familie werd gedeporteerd naar Auschwitz. Zijn vader werd vermoord in het concentratiekamp Mittelbau-Dora, zijn moeder, zusjes en broertje in Auschwitz-Birkenau. Weisz en zijn overgebleven familie verborgen zich in het bos en werden vervolgens bij boeren ondergebracht. Ten slotte bereikte Weisz zijn grootouders, waar hij bleef tot het einde van de oorlog.
Weisz ging na de oorlog weer naar school en voltooide zijn opleiding. Hij werkte vervolgens bij een bloemist en bezocht daarna de tuinbouwschool. Weisz kreeg een stageplaats op Paleis Het Loo. Na zijn opleiding ging hij voor twee jaar in militaire dienst in Suriname. Na zijn terugkeer werkte Weisz bij de bekende Nederlandse bloemenhandelaar Georg Kiersch in Amsterdam en studeerde hij tuin- en landschapsarchitectuur en kunstgeschiedenis.
In 1958 nam Weisz het bedrijf van Kiersch over. Met tentoonstellingen werd hij internationaal bekend, in Nederland werd hij een toonaangevend bloemist. Weisz kreeg een vermelding in het Guinness Book of Records voor het grootste bloemstuk ter wereld.
Weisz werkte voor de Nederlandse koninklijke familie en maakte onder andere de bloemversieringen bij de inauguratie van Koningin Beatrix en het huwelijk van Prins Willem-Alexander. Hij was actief als een vertegenwoordiger van de Nederlandse bloemenindustrie.
Op 18 april 2023 legde Weisz in Zutphen Stolpersteine ter nagedachtenis aan zijn vader, moeder, zusjes en broertjes.
Publicatie
In 2016 verscheen de autobiografie Zoni: De vergeten holocaust. Mijn leven als Sinto, ondernemer en overlevende. ISBN 9789021020259
Inzet voor de nagedachtenis van de slachtoffers van het nationaalsocialisme
Weisz is lid van het Nederlands Auschwitz Comité en van het Internationaal Auschwitz Comité en hij houdt met tal van activiteiten de herinnering aan de Holocaust levend. In januari 2007 was hij de belangrijkste spreker bij de opening van de tentoonstelling The Holocaust against the Roma and Sinti and present-day racism in Europe in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York.
Weisz is jurylid voor de toekenning van de Europese Burgerrechtenprijs van de Sinti en Roma.
Op 27 januari 2011 was Weisz de eerste vertegenwoordiger van de Sinti en Roma die de Duitse Bondsdag toesprak, in nagedachtenis aan de bevrijding van Auschwitz. In de toespraak beschreef Weisz zijn ervaringen.
In New York was Weisz op 27 januari 2016 aanwezig om de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toe te spreken in het kader van Holocaust Memorial Day. Hij vertelde zijn persoonlijke oorlogsverhaal en waarschuwde voor racisme en discriminatie in de wereld.
Onderscheiding
Koningin Beatrix benoemde Zoni Weisz tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij ontving de onderscheiding voor zijn inzet voor de Nederlandse bloemenindustrie en zijn inzet voor de Sinti en Roma.
Zie ook
Zigeunervervolging
Externe links
Zoni Weisz' levensverhaal is opgenomen in het USC Shoah Foundation Institute, opgericht in 1994 door Steven Spielberg. Dit verhaal is opgenomen in Tweeduizend getuigen vertellen van het Joods Historisch Museum.
Zoni Weisz spreekt Bondsdag toe (Reformatorisch dagblad)
Erinnern an den "vergessenen Holocaust" (sueddeutsche.de)
Nederlands Auschwitz Comité
Referenties
Kampgevangene in Westerbork
Porajmos
|
Zoni Weisz (geboren als Johannes Weisz, roepnaam Johan) (Den Haag, 4 maart 1937) is een Nederlandse Sinto, overlevende van de Holocaust en bloemist.
| 1 |
bloemist, bloemenwinkel, bloemenzaak
|
10,149 |
DislikeAction
|
5085922
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Haters%20Back%20Off
|
Haters Back Off
|
Haters Back Off was een originele, komische televisieserie van Netflix, gebaseerd op het YouTube-personage Miranda Sings, gecreëerd door Colleen Ballinger. De twee seizoenen waren respectievelijk uitgebracht in oktober 2016 en 2017. De "surreële en absurde" serie draait om het familieleven van Miranda Sings, een beschermde, egocentrische, overmoedige en ongetalenteerde jonge artiest die beroemdheid zoekt op YouTube.
De show was vernoemd naar Miranda's typische slagzin die ze gebruikt wanneer ze de negatieve reacties beantwoordt op haar YouTube-video's. Haters Back Off was een van de eerste series met een scenario gecreëerd door een YouTube-persoonlijkheid.
Het eerste seizoen was uitgebracht op 14 oktober 2016. Het volgt Miranda van het moment dat ze haar eerste video post tot wanneer een van video's 'viraal' gaat. Het tweede seizoen werd uitgebracht op 20 oktober 2017. Het betreft Miranda's plannen om geld te verdienen van fans, dat leidt naar haar familie die financieel geruïneerd is en haar '15 minutes of fame' op een podium in New York. Ballinger vertelde Entertainment Weekly dat de schrijvers van seizoen 2 voortgingen met het ontwerpen van scenario's "vanuit dingen die me echt me zijn overkomen in mijn carrière". Netflix schrapte de serie na twee seizoenen.
Achtergrond
Miranda Sings
Sinds 2008 post Colleen Ballinger video's als haar komisch talentloze, narcistische en eigenaardig personage, Miranda Sings, hoofdzakelijk op het YouTube-kanaal 'Miranda Sings'. Het personage is een bespotting van slechte, maar egoïstische, artiesten die zichzelf al zingend filmen, als een vorm van zelf-promotie. Miranda is afgeschilderd als een thuis geschoolde, jonge vrouw die excentrisch en kinderachtig is, en narcistisch gelooft dat ze beroemd geboren was. Miranda gebruikt spoonerismen en verhaspelingen, is prikkelbaar, belachelijk egocentrisch en zelfingenomen, sociaal penibel, en heeft een uitdagende, arrogante attitude. Ze beantwoordt de mensen die kritiek leveren met haar slagzin: "Haters back off!".
In maart 2009 uploadde Ballinger een video van Miranda genaamd "Free Voice Lesson" (= Gratis stemles), vol met slecht zangadvies, dat snel haar eerste virale sensatie werd. Dit leidde tot verzoeken voor Ballinger om live op te treden, en later begon ze met wereldwijde tournees. Het 'Miranda Sings' YouTube-kanaal heeft meer dan 1,7 miljard weergaven ontvangen en heeft meer dan 9 miljoen abonnees, terwijl Ballingers persoonlijk YouTube-kanaal meer dan 1,2 miljard weergaven heeft ontvangen en meer dan 6 miljoen abonnees heeft. Miranda is als personage verschenen in verschillende televisieseries en Ballinger bracht in 2015 een boek uit, Selp-Helf, geschreven zoals Miranda dat zou doen, dat het haalde op de No. 1 op de New York Times-bestsellerlijst voor 'Advies', 'How-To' & 'Overig'.
Ontwikkeling
Ballinger vertelde interviewers dat zij en haar broer Chris het idee voor de show begonnen te ontwikkelen zo een vijf of zes jaar alvorens het in première ging. Eerst overwogen ze een film maar later besloten ze er een televisieserie van te maken. Ballinger verkoos Netflix boven HBO om Haters Back Off te produceren omdat ze voelde dat Netflix begreep en enthousiast was over haar personage, de online oorsprong en de fans. De show was een van de eerste series met een scenario gecreëerd door een YouTube-persoonlijkheid.
Op YouTube had Miranda altijd een off-stage relatie met haar moeder en haar oom, en Ballinger had lang het idee voor Miranda's beste vriend, Patrick. Deze personages waren echter voor het eerst te zien in seizoen 1 van de show. Emily, Miranda’s zus, was ook geïntroduceerd als een nieuw personage in seizoen 1. Ballinger zei dat ze het langere format wilde gebruiken om Miranda's kwetsbaarheid bloot te stellen en om haar geloofwaardig te maken; om de bron van onzekerheden die Miranda zo grof en excentrisch maken uit te leggen. De serie breidde Miranda's wereld uit die al te zien was op YouTube. Miranda vertegenwoordigt een extreme versie van wat de gemiddelde, onhandige tienermeid zou kunnen voelen. Seizoen 2 introduceerde Miranda's vader, vertolkt door Matt Besser.
Rolverdeling
Hoofdrollen
Colleen Ballinger als Miranda Sings, een talentloze, egoïstische, eigenaardige, thuis geschoolde jonge vrouw die een ster wil worden.
Angela Kinsey als Bethany, Miranda's hypochondrische moeder.
Steve Little als Jim, Miranda's oom en manager.
Erik Stocklin als Patrick Mooney, Miranda's beste vriend en buur.
Francesca Reale als Emily, Miranda's geërgerde zus, die probeert de logica bij haar gekke familieleden aan te praten.
Matt Besser als Kelly, Miranda and Emily's vader en Jims broer (seizoen 2).
Terugkerende rollen
Chaz Lamar Shepherd als Keith, een plaatselijke predikant (seizoen 1).
Dylan Playfair als Owen Trent, de gitarist van het kerkkoor die dromerig maar ook narcistisch is (seizoen 1).
Harvey Guillen als Harvey, de manager en zoon van de eigenaar van de viswinkel (seizoen 1).
Lindsay Navarro als Kleigh, Emily's vriendin (seizoen 1).
Rachelle Gillis als April, Owens vriendin (seizoen 1).
Mel Tuck als Oude Man / Mel (seizoenen 1 en 2).
Simon Longmore als Dr. Schofele, Bethany's dokter (seizoenen 1 en 2).
Kara Hayward als Amanda (seizoen 2).
Gastrollen
Ben Stiller als zichzelf (seizoen 1).
John Early als Maureen, de 'Mattress Queen' oftewel 'Matrassenkoningin' (seizoen 1).
C. Ernst Harth als Taco Ta-Go Manager (seizoen 2).
Joey Graceffa als zichzelf (seizoen 2).
Michael Bean als museumeigenaar (seizoen 2).
Frankie Grande als zichzelf (seizoen 2).
Lochlyn Munro als Brian Maxwell, een talentenagent (seizoen 2).
Colleen Ballinger als haarzelf (seizoen 2).
Productie en promotie
Seizoen 1 van Haters Back Off begon met filmen in april 2016 in en rond Port Coquitlam, British Columbia, dicht bij Vancouver, wat de plaatsvervanger is, in de serie, voor Miranda's geboortedorp, Tacoma, Washington. Het filmen van seizoen 1 werd beëindigd op 3 juli 2016. Ballinger begon met het promoten van seizoen 1 in januari 2016 met een aankondiging in een komische YouTube-video en er werd een artikel over de show gepubliceerd in juni 2016. Ballinger promootte ook haar show op sociale media, inclusief met een nieuw liedje erover, gezongen door Miranda. Op 1 september 2016 publiceerde Netflix de eerste foto's van seizoen 1. Op 21 september werd de eerste teaser, van een hele reeks teasers, gedeeld. Ballinger verscheen ook op The Tonight Show, gepresenteerd door Jimmy Fallon, op 14 oktober 2016. Dit was tevens de verschijningsdatum van de show, dus om de serie te promoten.
Seizoen 2 werd weer in en rond Vancouver gefilmd, van april tot 5 juni, 2017. Ballinger begon het promoten van seizoen 2 in augustus 2017 met een verschijning op Live with Kelly and Ryan. Ballinger maakte de verschijningsdatum van seizoen 2 bekend als Miranda op het 'Miranda Sings' YouTube-kanaal, op 11 september 2017. Op dezelfde dag bracht ze een nieuw liedje uit op Miranda's YouTube-kanaal om het nieuwe seizoen te promoten. Op 10 oktober 2017 bracht Netflix de officiële trailer voor seizoen 2 uit. Op 16 oktober was Angela Kinsey te gast bij de Today-show om de serie te promoten. Drie dagen later verscheen ze ook in een video van People. De acht afleveringen van seizoen 2 waren uitgebracht door Netflix op 20 oktober 2017. Op 23 oktober 2017 keerde Ballinger terug naar Live with Kelly and Ryan voor een aflevering in het thema van Halloween, alsook verscheen ze weer op The Tonight Show om over Haters Back Off te praten. Twee dagen later publiceerde Variety een artikel over seizoen 2.
Op 1 december 2017 gelastte Netflix enige verdere productie af, na twee seizoenen.
Afleveringen
Seizoen 1 (2016)
Seizoen 2 (2017)
Externe links
Programma van Netflix
|
De show was vernoemd naar Miranda's typische slagzin die ze gebruikt wanneer ze de negatieve reacties beantwoordt op haar YouTube-video's. Haters Back Off was een van de eerste series met een scenario gecreëerd door een YouTube-persoonlijkheid.
| 1 |
afkeer, afwijzing, negatieve reactie
|
8,555 |
QuantitativeValueDistribution
|
5270725
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Economische%20ongelijkheid
|
Economische ongelijkheid
|
Economische ongelijkheid is het verschil in inkomen (de hoeveelheid loon die mensen verkrijgen) en rijkdom (de hoeveelheid particulier vermogen die mensen bezitten) tussen verschillende groepen mensen binnen éénzelfde land of tussen verschillende landen.
Methoden om economische ongelijkheid te meten richten zich op rijkdom, inkomen en consumptie. Een veelgebruikte indicator voor economische ongelijkheid binnen een bevolking is de Gini-coëfficiënt.
Een rapport van Oxfam uit 2017 concludeerde dat de top acht miljardairs evenveel rijkdom hebben als de onderste helft van de wereldbevolking, en dat toenemende ongelijkheid de lonen onderdrukt, omdat bedrijven gericht zijn op het behalen van hogere rendementen voor rijke eigenaren en ceo's. In 2018 berichtte het Oxfam-rapport dat de wereldwijde welvaartskloof in 2017 bleef groeien, waarbij 82% van de gegenereerde wereldwijde rijkdom naar de rijkste 1% ging.
Oorzaken en onderzoek
Een studie uit 2011 getiteld "Divided We Stand: Why Inequality Keeps Rising" van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vond volgende oorzaken voor de toenemende economische ongelijkheid binnen de OESO-landen:
Veranderingen in de structuur van huishoudens kunnen een belangrijke rol spelen. Eenkoppige huishoudens in OESO-landen zijn gestegen van gemiddeld 15% eind jaren tachtig tot 20% halverwege de jaren 2000, wat resulteerde in een grotere ongelijkheid.
Er is het fenomeen van mensen trouwen met mensen met een vergelijkbare achtergrond, bijvoorbeeld artsen die met artsen trouwen in plaats van verpleegkundigen. De OESO ontdekte dat 40% van de paren waar beide partners werken tot hetzelfde of aangrenzende inkomensdecielen behoorden, vergeleken met 33% zo'n 20 jaar eerder.
In de onderste percentielen is het aantal gewerkte uren afgenomen.
De belangrijkste reden voor het vergroten van ongelijkheid lijkt het verschil te zijn tussen de vraag naar en het aanbod van vaardigheden.
Terwijl globalisering de wereldwijde ongelijkheid (tussen landen) heeft verminderd, heeft het de ongelijkheid binnen landen vergroot.
Volgens Joseph Stiglitz is een verklaring voor de groeiende ongelijkheid, het gebruik van politieke macht die voortvloeit uit rijkdom om het overheidsbeleid te beïnvloeden in het voordeel van deze rijken (bijvoorbeeld via lobbyen). Dit proces, bij economen bekend als rent-seeking, zorgt ervoor dat inkomsten niet voortkomen uit het creëren van rijkdom, maar uit het "grijpen van een groter deel van de rijkdom die anders zonder hun inspanningen zou zijn geproduceerd".
Ook Oxfam publiceert regelmatig een overzichtsrapport, in de aanloop naar het World Economic Forum. Het rapport van 2022 concludeert dat na twee jaar coronapandemie het vermogen van de tien rijkste mannen ter wereld is verdubbeld, terwijl 160 miljoen mensen extra in armoede zijn terechtgekomen. Begin 2023 berekende Oxfam in het rapport Survival of the Richest dat de rijkste 1 procent bijna twee derde vergaarde van alle nieuwe rijkdom ter waarde van 42 biljoen dollar die sinds 2020 is gecreëerd, ongeveer twee keer zoveel geld als de onderste 99 procent van de wereldbevolking. In België heeft de rijkste 1% bijna een kwart van alle rijkdom in bezit, meer dan de onderste 70% van de bevolking samen.
De World Inequality Database is een van de meest uitgebreide publieke databases over de dynamiek van ongelijkheid in de wereld. Het onderzoek wordt geleid door een team met onder meer de Franse econoom Thomas Piketty, en gesteund door de Paris School of Economics.
Ook Credit Suisse, nu UBS, publiceert een vergelijkend rapport, met als 14e editie Global Wealth Report 2023.
Verzachtende factoren
Landen met een naar links neigende wetgevende macht hebben over het algemeen minder ongelijkheid. Veel factoren kunnen (de groei aan) economische ongelijkheid beperken. Typische overheidsinitiatieven om economische ongelijkheid te verminderen zijn onder meer:
Openbaar onderwijs: verhoging van het aanbod van geschoolde arbeidskrachten en vermindering van inkomensongelijkheid als gevolg van opleidingsverschillen.
Progressieve belastingheffing: de rijken worden verhoudingsgewijs zwaarder belast dan de armen, waardoor de inkomensongelijkheid in de samenleving wordt verminderd.
Vermogensbelasting
Grondwaardebelasting
Erfbelasting
Onderzoek toont aan dat sinds 1300 de Zwarte Dood en de twee wereldoorlogen de enige periodes waren met een aanzienlijke daling van de rijkdomongelijkheid in Europa. Historicus Walter Scheidel stelt dat sinds het stenen tijdperk alleen extreem geweld, catastrofes en onrust in de vorm van totale oorlog, communistische revoluties, de pest en de ineenstorting van de staat de ongelijkheid aanzienlijk/fundamenteel hebben verminderd.
Gevolgen
Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van economische ongelijkheid op verschillende aspecten in de maatschappij:
Gezondheid: Britse onderzoekers Richard G. Wilkinson en Kate Pickett hebben hogere percentages van gezondheidsproblemen en sociale problemen (obesitas, psychische aandoeningen, moorden, tienergeboorten, opsluiting, kinderconflict, drugsgebruik) gevonden in landen en regio's met een grotere ongelijkheid.
Sociale goederen: Britse onderzoekers Richard G. Wilkinson en Kate Pickett vonden lagere percentages sociale goederen (levensverwachting, onderwijsprestaties, vertrouwen onder vreemden, de status van vrouwen, sociale mobiliteit, zelfs het aantal uitgegeven patenten) in landen en regio's met een grotere ongelijkheid.
Sociale cohesie: onderzoek heeft een omgekeerd verband aangetoond tussen inkomensongelijkheid en sociale cohesie. In meer gelijke samenlevingen hebben mensen meer vertrouwen in elkaar en er is meer sociaal kapitaal aanwezig (meer wederzijdse sympathie en sociale verbondenheid tussen groepen die een sociale eenheid vormen).
Misdaad: in meer gelijkwaardige samenlevingen is het aantal moorden consistent lager. Uit een onderzoek uit 2016 blijkt dat interregionale ongelijkheid het terrorisme verhoogt.
Welzijn: studies hebben bewijs gevonden dat in samenlevingen waar de ongelijkheid lager is, welzijn en geluk op populatie-niveau groter is.
Economische groei: uit een meta-analyse van 2016 bleek dat "het effect van ongelijkheid op groei negatief en meer uitgesproken is in minder ontwikkelde landen dan in rijke landen". De studie wees ook uit dat rijkdomongelijkheid meer schadelijk is voor economische groei dan inkomensongelijkheid.
Burgerparticipatie: hogere inkomensongelijkheid leidde tot minder van alle vormen van sociale, culturele en burgerparticipatie onder de minder welgestelden.
Politieke instabiliteit: uit onderzoek blijkt dat inkomensongelijkheid de politieke instabiliteit verhoogt: "meer ongelijke samenlevingen zijn politiek instabieler".
Zie ook
De kleine man
Great Divergence
Kapitaal in de 21ste eeuw
Kunstmatige intelligentie
Paradise Papers
Sociale ongelijkheid
Externe link
World Inequality Database
Referenties
|
Veranderingen in de structuur van huishoudens kunnen een belangrijke rol spelen. Eenkoppige huishoudens in OESO-landen zijn gestegen van gemiddeld 15% eind jaren tachtig tot 20% halverwege de jaren 2000, wat resulteerde in een grotere ongelijkheid.
Er is het fenomeen van mensen trouwen met mensen met een vergelijkbare achtergrond, bijvoorbeeld artsen die met artsen trouwen in plaats van verpleegkundigen. De OESO ontdekte dat 40% van de paren waar beide partners werken tot hetzelfde of aangrenzende inkomensdecielen behoorden, vergeleken met 33% zo'n 20 jaar eerder.
In de onderste percentielen is het aantal gewerkte uren afgenomen.
De belangrijkste reden voor het vergroten van ongelijkheid lijkt het verschil te zijn tussen de vraag naar en het aanbod van vaardigheden.
| 1 |
statistische verdeling, kwantitatieve waarde, percentielen
|
11,296 |
BusStation
|
294257
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rodenrijs%20%28metrostation%29
|
Rodenrijs (metrostation)
|
Rodenrijs is een metrostation aan de metrolijn E van RandstadRail en de Rotterdamse metro. Daarnaast vertrekken hier de buslijnen 170 (ZoRo-bus) richting Zoetermeer, Centrum-West en 173 richting station Lansingerland-Zoetermeer over de ZoRo-busbaan. Het station ligt in Rodenrijs, aan de Stationsweg.
Geschiedenis
Station Rodenrijs werd op 1 oktober 1908 geopend als spoorwegstation aan de Hofpleinlijn. In 1965 werd de naam gewijzigd in Berkel en Rodenrijs, nadat het ongunstig ten opzichte van de bebouwing gelegen station Berkel was gesloten.
Op 3 juni 2006 stopte de NS met de exploitatie van de Hofpleinlijn, waarna station Berkel en Rodenrijs tijdelijk gesloten werd. Op 10 september 2006 werd een tijdelijk station heropend onder de oorspronkelijke naam Rodenrijs. Het tijdelijke station, dat grotendeels uit houten noodperrons bestond, werd op 26 april 2008 gesloten en is daarna afgebroken. Na buitendienststelling van de lijn voor werkzaamheden, werd op 15 mei 2008 het nieuwe station Rodenrijs geopend op de plaats waar het vroegere perron richting Rotterdam Hofplein lag.
Het oorspronkelijke stationsgebouw van Rodenrijs doet sinds de verbouwing van de lijn tot metro dienst als (eet)café/ restaurant.
Bij het station staat een dubbele dienstwoning van hetzelfde type als bij voormalig station Rotterdam Kleiweg.
Busstation
Halte Rodenrijs heeft ook een busstation. Op dit busstation stoppen de volgende buslijnen. Deze buslijnen worden gereden door RET.
Station van de Rotterdamse metro
Station van RandstadRail
RandstadRail, Rodenrijs
|
Busstation
Halte Rodenrijs heeft ook een busstation. Op dit busstation stoppen de volgende buslijnen. Deze buslijnen worden gereden door RET.
| 3 |
busstation, busstationgebouw, busstationscomplex
|
10,839 |
GiveAction
|
5613289
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Mozaiek-gemeenten
|
Mozaiek-gemeenten
|
Mozaiek-gemeenten zijn een groep van protestantse evangelische gemeenten in Nederland. De eerste gemeente ontstond op 15 januari 2012 in Veenendaal. Deze gemeente noemt zich Mozaiek0318, naar het netnummer in Veenendaal. De kerk werd opgestart onder leiding van voorganger en bandleider Kees Kraayenoord. De gemeente groeide van 40 leden in 2012 naar 4000 in 2019. In 2019 is er een tweede Mozaiek-gemeente gestart: Mozaiek033 in Nijkerk en inmiddels zijn er elf Mozaiek-gemeentes. De startende gemeenten worden begeleid vanuit Mozaiek0318.
Karakter
De Mozaiek-gemeenten zijn gemeenten van evangelische signatuur, en worden gekenmerkt door een ruime plaats voor aanbiddingsmuziek en het streven naar een eigentijdse uitstraling. In het Algemeen Dagblad zegt voorganger Kees Kraayenoord dat: "Je welkom voelen" in elk geval te maken heeft met het 'geheim' van zijn kerk. Deze kom-zoals-je-bent-cultuur is een van de belangrijkste pijlers van Mozaiek. ‘Ontmoeting komt voor standpunt’, ‘vraag komt voor conclusie’ en ‘begrijpen komt voor begrepen willen worden’ zijn andere belangrijke pijlers.
Deze cultuur uit zich ook in het denken over homoseksualiteit. Zo zei oprichter Kees Kraayenoord dat mensen met een homoseksuele relatie welkom zijn en mee mogen doen met alle activiteiten, ook in leidinggevende functies. Maar een zegen op hun huwelijk is vooralsnog een stap te ver.
Net als in andere evangelische gemeenten, maar in tegenstelling tot veel traditionele kerken, wordt binnen Mozaiek niet de kinderdoop maar de geloofsdoop gepraktiseerd.
Reacties
Er zijn kritische geluiden. Zo worden de Mozaiek-gemeenten wel 'stofzuigerkerken' genoemd, die weinig nieuwe gelovigen trekken, maar vooral gelovigen wegzuigen van andere kerken. Deze overloop wordt bevestigd door Miranda Klaver, universitair docent antropologie van religie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Mensen die naar onafhankelijke evangelische kerken (zoals Mozaiek) gaan, zijn volgens haar vaak voor tachtig tot negentig procent afkomstig van andere kerkelijke gemeenten.
Tegengeluid op deze kritiek is dat Mozaiek juist iets biedt wat andere gemeentes laten liggen en zo antwoorden geeft op de vraag hoe men in deze tijd kerk moet zijn. Oprichter Kees Kraayenoord stelt dat hij Mozaiek niet is begonnen voor teleurgestelde christenen; de belangstelling van die groep ziet hij als 'bijvangst'.
In diverse plaatsen in Nederland zijn domeinnamen met daarin de lokale naam van een op te richten Mozaiekgemeente geclaimd door gevestigde kerken.
Gemeenten
In de volgende plaatsen is een Mozaiek-gemeente te vinden:
Veenendaal (sinds 2012)
Nijkerk (sinds 2019)
Amsterdam (sinds 2021)
Rijssen (sinds 2021)
Apeldoorn (sinds 2022)
Rotterdam (sinds 2022)
Omgeving Leiden (sinds 2022)
Middelburg (sinds 2023)
Almere (sinds 2023)
Protestants kerkgenootschap in Nederland
|
Deze cultuur uit zich ook in het denken over homoseksualiteit. Zo zei oprichter Kees Kraayenoord dat mensen met een homoseksuele relatie welkom zijn en mee mogen doen met alle activiteiten, ook in leidinggevende functies. Maar een zegen op hun huwelijk is vooralsnog een stap te ver.
| 1 |
geven, schenken, doneren
|
7,522 |
Audience
|
3826087
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Waag%20%28stichting%29
|
Waag (stichting)
|
Waag, met ondertitel "Technology and society", is een instelling in Amsterdam die zich bezighoudt met raakvlakken van kunst, technologie en elektronische media. Directeur is Marleen Stikker.
De organisatie werd als "Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media" in 1994 opgericht door Stikker en Caroline Nevejan. In 1996 werd na verhuizing naar het Amsterdamse Waag-gebouw de naam veranderd in Waag Society. In 2018 werd dit verkort naar Waag.
De op een breder publiek gerichte activiteiten, zoals het Fablab Amsterdam, vinden nog steeds op de bovenverdiepingen van de Waag plaats. Het kantoor van de Waag is sinds 2014 gevestigd in het nabijgelegen Pintohuis, waar vroeger ook in het Pakhuis Amsterdam aan projecten, zoals Fairphone, werd gewerkt.
Externe link
Waag
Cultuur in Amsterdam
Nederlandse stichting
Culturele organisatie
|
De op een breder publiek gerichte activiteiten, zoals het Fablab Amsterdam, vinden nog steeds op de bovenverdiepingen van de Waag plaats. Het kantoor van de Waag is sinds 2014 gevestigd in het nabijgelegen Pintohuis, waar vroeger ook in het Pakhuis Amsterdam aan projecten, zoals Fairphone, werd gewerkt.
| 1 |
doelgroep, publiek, doelgroepomschrijving
|
1,814 |
BuyAction
|
62623
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20particuliere%20natuur-%20en%20milieuorganisaties%20in%20Nederland
|
Lijst van particuliere natuur- en milieuorganisaties in Nederland
|
Deze lijst geeft een overzicht van niet-gouvernementele organisaties (ngo's) in Nederland die zich bezighouden of -hielden met natuur en milieu.
A
A SEED - campagneorganisatie voor milieu en sociale rechtvaardigheid
Stichting ANEMOON - studie van flora en fauna in en aan zee
Ark - natuurontwikkeling
B
Bomenstichting
Both ENDS - ondersteuning milieuorganisaties
Brabants Landschap - beheer natuur en landgoederen Noord-Brabant
Bryologische en Lichenologische Werkgroep (BLWG) - studie van mossen en korstmossen
C
Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM)
D
Das & Boom - bescherming van marterachtigen en hun leefgebied, opgevolgd door Vereniging Nederlands Cultuurlandschap
De Kleine Aarde (DKA) - voormalig duurzaamheidscentrum in Boxtel
Het Drentse Landschap - beheer natuur en landgoederen Drenthe
E
EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden - studie van insecten en andere ongewervelde dieren
Ekologische Beweging - opgeheven
Extinction Rebellion_ protest , blokkades en artistieke acties om klimaatrechtvaardigheid te eisen.(wees eerlijk, doe wat nodig is, laat burgers meebeslissen)
F
De Faunabescherming - acties tegen misstanden bij de jacht
Fietsersbond
Het Flevolandschap - beheer natuur en landgoederen Flevoland
Floron - coördinatie van floristisch onderzoek
Friese Milieufederatie - federatieve natuur- en milieuorganisatie Friesland
It Fryske Gea - beheer natuur en landgoederen Friesland
G
Het Geldersch Landschap - beheer natuur en landgoederen Gelderland
Global Action Plan NL - netwerk dat zich richt op het bevorderen van duurzame gedragsverandering, onder meer in Ecoteams
Goede Waar & Co - voor mens-, dier- en milieuvriendelijk consumeren
Goois Natuurreservaat - beheer Goois natuurreservaat
Greenpeace - internationaal, bescherming van zeezoogdieren en acties tegen vervuiling
GroenFront! - radicale actiegroep; Nederlandse tak van Earth First!
Het Groninger Landschap - beheer natuur en landgoederen Groningen
H
Haagse Natuurbescherming - bescherming Haagse natuur
Hoekschewaards Landschap - behoud en verbetering van milieu, natuur en dorpsschoon
I
Stichting IJssellandschap - verpachter landbouwgrond en beheerder natuurgebied in een rond de gemeente Deventer
IJsselmeervereniging - vereniging tot behoud van het IJsselmeer
IVN - natuur- en milieueducatie
J
Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie - jeugdbond, studie en bescherming
Jonge Klimaatbeweging (JKB) - koepel van jongerenorganisaties die de stem van jongeren vertegenwoordigt in het klimaatdebat
Jongeren Milieu Actief (JMA)
K
Koninklijke Nederlandse Botanische vereniging (KNBV) - vereniging voor de studie van planten
Koninklijke Nederlandse Bosbouw Vereniging (KNBV) - vakvereniging van bosbeheerders en boseigenaren
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) - vereniging voor veldbiologie
Kritisch Bosbeheer - ecologisch en natuurlijk bosbeheer
Kustvereniging - IJvert voor milieuvriendelijk omgaan met kustgebieden in heel Europa.
L
Laka - documentatie- en onderzoekscentrum over kernenergie en verzet daartegen
Land van Ons - coöperatie gericht op aankoop en verduurzaming van landbouwgrond
Landelijk Hogeschool en Universitair Milieuplatform, thans Morgen geheten - duurzame ontwikkeling op scholen en universiteiten
De 12 Landschappen - koepelorganisatie van provinciale natuurterreinbeherende organisaties
Landschap Noord-Holland - beheer natuur, landschap en landgoederen Noord-Holland
Landschap Overijssel - beheer natuur, landschap en landgoederen Overijssel
LandschappenNL - koepel van de Provinciale Landschappen en de organisaties van Landschapsbeheer Nederland
Landschapsbeheer Friesland - landschapsbeheer in Friesland
Landschapsbeheer Nederland - coördinatie landschapsbeheer in Nederland
Het Limburgs Landschap - beheer natuur en landgoederen Nederlands Limburg
M
Milieu Centraal - bewustwording over energieverbruik en milieu
Milieudefensie - milieuorganisatie; Nederlandse tak van Friends of the Earth
Milieufederatie Limburg, thans Natuur- en Milieufederatie Limburg geheten - milieuorganisatie voor Limburg
Mobilisation for the Environment (MOB) - strijdt voor behoud van biodiversiteit en tegen opwarming van de aarde, mede middels rechtszaken
Morgen - duurzame ontwikkeling op scholen en universiteiten
N
Nationaal Park De Hoge Veluwe - particulier beheer natuur- en landschap
Natuur- en Milieufederatie Limburg - milieuorganisatie voor Limburg
Natuur & Milieu - onafhankelijke milieuorganisatie die zich inzet voor het klimaat en de biodiversiteit in Nederland
Natuur en Milieufederatie Drenthe - federatieve natuur- en milieuorganisatie Drenthe
Natuur en Milieufederatie Groningen - federatieve natuur- en milieuorganisatie Groningen
Natuur en Milieu Overijssel - federatieve natuur- en milieuorganisatie Overijssel
Natuurmonumenten - eigendom en beheer van natuurgebieden
Vereniging Nederlands Cultuurlandschap - bescherming Nederlands cultuurlandschap
Nederlandse Jeugdbond voor Natuur (NJN) - algemene jeugdbond, studie en bescherming
Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV) - studie van paddenstoelen en andere schimmels
Nivon - Natuurvrienden
Stichting De Noordzee - milieuorganisatie voor de Noordzee
R
Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland (RAVON)
S
Saba Conservation Foundation (SCF) - beheer nationale parken op Saba
Sea Shepherd Conservation Society - Beschermers en wakers van de maritieme natuur
SoortenNL - koepel van de Nederlandse soortenorganisaties (voorheen VOFF Vereniging VeldOnderzoek Flora en Fauna)
Sovon Vogelonderzoek Nederland - organisatie voor ornithologie in Nederland
St Eustatius National Parks Foundation (STENAPA) - beheer nationale parken op Sint Eustatius
Stichting Aarde - ontwikkeling duurzame regionale economie
Stichting Milieuwerkgroepen Ede - bescherming milieu bij Ede
Stichting Nationale Parken (STINAPA) Bonaire - beheer nationale parken op Bonaire
STRO, Social Trade Organisation - voor duurzame wereld, vroeger "Aktie Strohalm"
T
Stichting TINEA - studie van kleine vlindersoorten
Transition Towns - duurzaamheid en zelfvoorziening
de Twaalf Ambachten - ontwikkeling van duurzame technologie
U
Universitair Milieu Platform Nijmegen - duurzame ontwikkeling op Radboud Universiteit Nijmegen en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Het Utrechts Landschap - beheer natuur en landgoederen Utrecht
V
Vereniging Nederlands Cultuurlandschap - Vroeger Das en Boom. Wil bescherming van Nederlands cultuurlandschap en kleinschalige akkerbouw met als doel leefgebieden voor flora en fauna te behouden
Vereniging Tropische Bossen (VTB) - kennis van tropische bossen en bomen
Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) - eigenaren van bossen en natuurgebieden
De Vlinderstichting - onderzoek en bescherming vlinders
Vogelbescherming Nederland - vogelbescherming
W
Waddenvereniging - bescherming van het Waddengebied
Wereld Natuur Fonds - natuurbescherming wereldwijd
Werkgroep Behoud de Peel - natuurbescherming in de Peel
Werkgroep Wolf Nederland - Draagvlak voor de wolf in de natuur
World Information Service on Energy (WISE)
Z
Het Zeeuwse Landschap - beheer natuur en landgoederen Zeeland
Zeeuwse Milieufederatie - federatieve natuur- en milieuorganisatie Zeeland
Zoogdiervereniging VZZ - onderzoek en bescherming zoogdieren
Zuid-Hollands Landschap - beheer natuur en landgoederen Zuid-Holland
Zie ook
Milieubeweging
Natuurbescherming
Natuur en milieu van A tot Z
Natuur- en milieueducatie
Natuur- en milieuorganisaties in Nederland
Particuliere
|
L
Laka - documentatie- en onderzoekscentrum over kernenergie en verzet daartegen
Land van Ons - coöperatie gericht op aankoop en verduurzaming van landbouwgrond
Landelijk Hogeschool en Universitair Milieuplatform, thans Morgen geheten - duurzame ontwikkeling op scholen en universiteiten
De 12 Landschappen - koepelorganisatie van provinciale natuurterreinbeherende organisaties
Landschap Noord-Holland - beheer natuur, landschap en landgoederen Noord-Holland
Landschap Overijssel - beheer natuur, landschap en landgoederen Overijssel
LandschappenNL - koepel van de Provinciale Landschappen en de organisaties van Landschapsbeheer Nederland
Landschapsbeheer Friesland - landschapsbeheer in Friesland
Landschapsbeheer Nederland - coördinatie landschapsbeheer in Nederland
Het Limburgs Landschap - beheer natuur en landgoederen Nederlands Limburg
| 1 |
kopen, aankoop, handel
|
11,842 |
AdultEntertainment
|
1652940
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis%20van%20de%20prostitutie%20in%20Nederland
|
Geschiedenis van de prostitutie in Nederland
|
Dit artikel behandelt de geschiedenis van de prostitutie in Nederland.
Tot 1300
Zie voor dit tijdvak de hoofdartikelen: Geschiedenis van de prostitutie en Prostitutie in Duitsland
In het Frankische Rijk, waar Nederland tussen 481 en 734 toe ging behoren, bestond prostitutie volop, zowel in steden als in dorpen, op landgoederen en in vrouwenkloosters.
Vanaf de elfde eeuw werd in steden in het Heilige Roomse Rijk, opvolger van het Frankische Rijk, prostitutie soms gereguleerd, in de vorm van overheidsvergunning voor zogenaamde ‘vrouwenhuizen’ gekoppeld aan overheidstoezicht op de bedrijfsvoering.
Tegelijkertijd werd prostitutie door minstens een deel van de publieke opinie moreel veroordeeld.
Ca. 1300 – 1575 : concentreren en reguleren
Veertiende eeuw
De houding van de christelijke kerk, ook in Nederland, tegenover prostitutie was die van Augustinus (5e eeuw) en Thomas van Aquino (13e eeuw): prostitutie is wel verwerpelijk, maar toch ook noodzakelijk om eerbare vrouwen te vrijwaren van verkrachting en maagdenschennis.
Prostitutie werd dus in Nederland niet goedgekeurd, maar wel overal toegelaten, vaak met enige regulering. De middeleeuwse mens had veel begrip voor de menselijke zwakheden op het seksuele vlak/ Officieel stond op hoererij echter soms wel een zware straf. Een Dordtse keur uit vermoedelijk de 14e eeuw bedreigde zowel prostituee als prostitutieklant met de doodstraf.
Vijftiende eeuw
Rond 1400 kende Amsterdam zogenaamde “hoerhuizen”.
Daarnaast waren er badstoven, oftewel luxe badhuizen die meestal functioneerden als bordeel of rendez-voushuis.
Daarnaast gewone stoven, inrichtingen, soms gesticht uit liefdadigheid, waar werd gestookt en waar verkleumde lieden een behaaglijk onderkomen vonden. Ook hier vond hoererij plaats.
Stadsbesturen verboden dergelijke prostitutie, maar de straffen erop waren niet zwaar.
Liep het met de openlijke wellustigheid in de badstoven de spuigaten uit dan greep het stadsbestuur in.
Na 1450 kende Amsterdam ook zogenaamde ‘oneerlijke herbergen’, waar behalve eten en drinken ook seks te koop was.
Prostitutie werd vooral als probleem van openbare orde benaderd. Een Utrechtse keur uit 1403 en een Amsterdamse uit 1413 verboden prostitutie op kerkhoven.
De tendens in de 15e eeuw was om prostituees te verbannen naar ‘afterstraten’ (achterbuurten), zoals tegen de stadsmuren doodlopende straten. Amsterdam gaf in 1478 het alleenrecht om hoerhuizen te houden aan dienaren van de schout.
De straffen voor hoeren die gestelde regels overtraden waren: openlijke tekijkstelling, verbanning, of blijvende verminking, bij voorkeur in het gezicht.
1500 – 1575
In 1530 had keizer Karel V de exploitatie van bordelen verboden; of dit in de Nederlanden effecten had is niet bekend.
Steden bleven proberen om prostitutie op bepaalde plaatsen te concentreren en elders te verbieden.
Rond 1540 werd in Arnhem een hoerenwaardin ‘mit oire gesellijnen geschickt te wonen by Sunte Jans Poirt’; in Delft werden in 1542 de Varken-, Dronken- en Hopsteeg aangewezen als plaats voor bordelen; in Leiden in 1545 het Zand, achter- en bezijden de Doelen, Koddesteeg, Sint-Nikolaassteeg en Achtergrachten.
Amsterdam poogde de hoerhuizen te beperken tot de Pijl- en Halsteeg, desondanks concentreerde de hoererij zich in de Nes en Pieter Jacobsdwarsstraat.
In Den Haag lagen de bordelen, geëxploiteerd door baljuw Vincent van Lebenstein en de procureur-generaal van Holland, rond het Spui. Buurtbewoners klaagden over de overlast daarvan bij koningin Maria, die in 1539 bepaalde dat op het Spui geen bordelen meer gehouden mochten worden.
Middelburg bepaalde in 1566 in een verordening dat bordeelhouders geen vaantje (= bierkroes) mochten uithangen maar alleen “eene tinne pints kanneken met een pallemboemke”, dus een palmboompje als kenteken van een hoerhuis; zodoende was voor de klant duidelijk of hij voor een ‘eerlijcke’ kroeg of tapperij stond of voor een bordeel.
Soms bepaalde een stad dat ‘wiven van ligten levene’ (vrouwen van het lichte leven) zich ’s avonds niet buiten de voor hen aangewezen gebieden in de stad mochten vertonen; bij kerkelijke plechtigheden de hele dag niet.
Straffen voor hoeren die zich niet aan de regels hielden waren: verbanning, lijfstraf, of “het dragen van de stedesteen”, dat wil zeggen: twee stenen, met het stadswapen beschilderd, aan een ketting om de hals dragen.
1575 – 1809 : verbieden maar toch tolereren
Tussen 1570 en 1600 kwamen alle steden van
Friesland, Groningen, Overijssel, Gelre, Utrecht, Holland en Zeeland onder invloed van calvinisten die prostitutie strikt afwezen. In 1575 werd in Delft het houden van een “hoerhuis” verboden; Middelburg volgde in 1576. Amsterdam verbood tussen 1578 en 1580 aan de schoutsdienaren nog langer bordeel te houden, en stelde in 1580 bordeelhouders en koppelaars en hoeren strafbaar.
Andere steden volgden.
De openlijke bordelen verdwenen dus.
De denkbeelden en gebruiken onder het volk bleven echter nog de hele zeventiende eeuw gekenmerkt door de middeleeuwse seksuele tolerantie. Wel werd het in de zeventiende eeuw gebruikelijk om geslachtsziekten te beschouwen als straf van God wegens onkuis gedrag.
Zeventiende eeuw
De ontmoetingsplaatsen voor hoeren waren de kroegen en herbergen.
In voorname steden ontstonden in de zeventiende eeuw ook de zogenaamde “musico’s” of muziek- of speelhuizen, waar muzikanten speelden, en prostituees zich bij de bezoekers (reizigers, buitenlanders, zeelieden) aandienden.
Amsterdam werd overspoeld door kooplieden, varensgezellen en avonturiers, hetgeen een groot prostitutieaanbod uitlokte.
In de musico’s en kroegen was grote menging van rangen en standen, zodat hoeren uit lagere volksklassen er konden profiteren van de bestedingen van rijkere bezoekers.
Rond 1675 telde Amsterdam minstens 18 speelhuizen en 67 huizen van hoerenwaardinnen, in totaal telde de stad vermoedelijk zo’n 1000 hoeren, op 200.000 inwoners.
Voor de lagere volksklassen was er in Amsterdam de “oneerlijke herberg”, oftewel het “ravothuis”.
Vaak had de kroegbaas een afspraak met de hoerenwaardin dat zij met haar meisjes in de zaak bleef tot sluitingstijd, en de meisjes dan pas probeerden met een klant het gelegde contact ergens anders voort te zetten, bijvoorbeeld ten huize van de hoerenwaardin.
Verder waren er de kleinere danshuizen, “migchelkitten”; en bij het IJ de zogenaamde wijnhuizen, die bezocht werden door straatprostituees.
Kerkenraden drongen bij de stadsbesturen aan op strafbaarstelling van hoererij, en vervolging van hoeren en hun klanten. De stadsbestuurders waren echter veel minder fanatiek, en van werkelijke handhaving van de prostitutieverboden kwam weinig terecht.
Hoeren werden in Amsterdam slechts bij onregelmatige razzia’s vervolgd. Vrouwen die daarbij voor de tweede of derde keer werden aangehouden konden voor enkele maanden uit de stad verbannen worden, of in de vrouwengevangenis geplaatst.
Gehuwde hoerenlopers werden wel vervolgd, en bestraft met boete of eerloosverklaring of verbanning.
Achttiende eeuw
In de 18e eeuw nestelde zich in burgerkringen een kuisere, preutsere huwelijksmoraal, die prostitutie streng afwees.
Vanaf eind 17e eeuw ging de overheid in Amsterdam (van daarbuiten hebben we nog weinig informatie) strenger optreden tegen prostitutie.
Speelhuizen wilden, in de loop van deze eeuw, de armetierige hoeren van de hoerenwaardinnen niet meer binnen hebben, zorgden zelf voor vrouwen die ze in de kleren staken, en organiseerden zelf faciliteiten voor afzondering.
In Amsterdam ontstonden na ongeveer 1770 weer fraai verbouwde nieuwe speelhuizen en andere gelegenheden met wel 20 à 30 hoeren in huis; kennelijk werden die min of meer officieel geduld.
In Amsterdam hadden de bordelen ‘de Pijl’ in de Pijlsteeg en ‘de Fontijn’ op de Nieuwmarkt eind 18e eeuw tot dertig vrouwen in dienst. Sommige bordeelhouders verdienden goed.
Buiten de bordelen woonden er deze eeuw ook zelfstandig werkende prostituees in Amsterdam; pruikenmakers, kappers en mode- en galanteriekramers of -winkeliers fungeerden als koppelaars tussen prostituee en prostitutieklant.
Reglementering (1809-1888)
1811 – 1813: het Franse systeem
In het door Frankrijk bezette koninkrijk Holland – voorheen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden – werden in 1809 alle oude gemeentelijke verordeningen afgeschaft.
Naar Frans voorbeeld werden in 1811 politiemaatregelen ingevoerd die bordeelhouders en publieke vrouwen (prostituees) verplichtten zich bij de politie te laten registreren. De prostituee ontving dan een rode registratiekaart en was verplicht zich tweemaal per week medisch te laten onderzoeken door de politiechirurgijn op met name geslachtsziekten, en daarbij vijftien stuivers te betalen. Dit systeem zou hier en daar in Nederland tot ongeveer 1900 voortbestaan.
Het officiële doel ervan was bestrijding van geslachtsziektes.
Als een bordeelhouder zich niet hield aan de registratieregels werd zijn bedrijf gesloten.
Doorgaans hielden zowel bordeelhouders als prostituees zich aan deze verplichtingen, want ze wisten dat de politie hun het leven zuur kon maken. Ook zelfstandig werkende prostituees, soms door de gemeente op eigen gezag ingeschreven, verzetten zich doorgaans niet tegen de verplichte medische controles.
Tegelijkertijd echter werd in 1811 ook de Franse strafwet, code pénal, in Nederland van kracht, met daarin het artikel 334 tegen het bevorderen van prostitutie van jeugdigen onder de 21 jaar.
1813 – 1848: bordelen gereguleerd door stadhuis óf politie
Na het vertrek van de Fransen in 1813 wisten gemeenteambtenaren vaak niet, waaraan zij zich moesten houden.
Slechts enkele steden in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden hielden vast aan het reglement voor bordeelhouders en prostituees.
In Amsterdam was de politie na 1813 op eigen houtje, kennelijk zonder politieke legitimatie, doorgegaan met de registratieplicht voor bordeelhouders en prostituees, inclusief het verplichte medische onderzoek van de vrouwen.
Onder de betere burgerij in Nederland was de heersende mening dat prostituees totaal verdorven en ‘diep gevallene’ vrouwen waren.
De regering was in 1816 van mening, dat erg veel militairen besmet waren met ‘syfilis’ (destijds verzamelnaam voor alle geslachtsziekten), schreef dat toe aan gebrekkige sanitaire maatregelen van overheden, en verzocht de gemeenten om een rapport van hetgeen zij reeds deden om geslachtsziekten te bestrijden.
Medische autoriteiten verdedigden de reglementering van prostitutie als medische bescherming van vooral de betere klassen. Politieke instanties zagen er nog een tweede voordeel in: het kon een instrument zijn om de opdringerige en zedenkwetsende prostitutie te beteugelen en beheersen.
Amsterdam benadrukte in zijn antwoord aan de regering in 1816, dat er vooral géén reglementering zoals in de Franse tijd moest terugkomen, want die zou het kwaad van de prostitutie verder aanmoedigen.
Den Haag vaardigde in 1825 als eerste gemeente wel een nieuw ‘Reglement nopens de publieke vrouwen en de zoogenaamde huizen van ontucht’ uit.
De regering vroeg in 1828 de overige gemeenten, het Haagse voorbeeld te volgen.
Tot 1845 volgden Den Helder, Alkmaar, Delft, Harderwijk, Vlissingen, Arnhem, Middelburg, Haarlem en Den Bosch dat advies op.
Het Amsterdamse stadsbestuur huldigde intussen het standpunt dat prostitutie schandelijk is en daarom niet gereglementeerd mag worden.
De Rotterdamse hoofdcommissaris van politie voerde, vergelijkbaar met Amsterdam, in 1847 op eigen gezag een plicht in voor de bij hem ingeschreven prostituees tot periodiek medisch onderzoek, onder bedreiging met de politiecel. Prostituees en bordeelhouders werkten er gedwee aan mee.
1848 – 1879: middelgrote steden kiezen reglementering
Na 1848 bestookten medici de gemeenteraden – sinds de staatshervorming dat jaar aanzienlijk machtiger geworden – met verzoekschriften betreffende reglementering; de gemeenteraden bleken hiervoor ontvankelijker dan vóór 1848 de colleges van B en W.
De rijksoverheid nam in 1851 in de nieuwe Gemeentewet een artikel 188 op, dat, voor het eerst in landelijke wetgeving, verwees naar prostitutie: “De politie over de schouwburgen, herbergen, tapperijen en alle voor het publiek openstaande gebouwen en zamenkomsten, openbare vermakelijkheden en openlijke huizen van ontucht, behoort aan den Burgemeester”.
Daarop gingen nog eens 24 gemeenten over tot (nieuwe of gewijzigde) reglementering: (1853-1859) Leiden, Amersfoort, Assen, Bergen op Zoom, Breda, Culemborg, Gorinchem, Maastricht, Nijmegen, Woerden; (1860-’69) Brielle, Deventer, Goes, Groningen, Hellevoetsluis, Hoorn, Kampen, Venlo, Zwolle; (1870-’79) Dordrecht, Gouda, Harlingen, Leeuwarden en Zutphen.
De Utrechtse hoogleraar L.C. van Goudoever begon in 1858, met toestemming van de burgemeester, medische controle van door hem geselecteerde prostituees, om zo aan voldoende gewillige vrouwelijke patiëntes te komen voor de klinische demonstraties tijdens zijn onderwijs in de heel- en verloskunde aan de universiteit van Utrecht.
De Utrechtse gemeenteraad wees echter, ergens tussen 1858 en 1878, reglementering van prostitutie door de overheid van de hand.
Ook de Amsterdamse gemeenteraad verwierp op 30 januari 1862 een concept-verordening betreffende prostituees en bordelen.
Prostitutie buiten bordelen (19e eeuw)
Het aantal bij de politie bekende bordelen nam af in Amsterdam en Utrecht: Amsterdam had in 1852 nog 131 bordelen, in 1882 nog 68, in 1888 nog 43.
Utrecht had in 1842 veertien publieke huizen, in 1862 twaalf, in 1885 nog drie.
(Van overige steden ontbreken ons nog de getallen.)
Terwijl in Utrecht dus het aantal prostituees in bordelen sterk afnam, nam het aantal buitenlandse vrouwen onder hen (Duitse, Belgische, Luxemburgse, Franse) juist sterk toe, zelfs in absolute aantallen.
Naast bordeel- en straatprostitutie was er de hele eeuw ook prostitutie in nachthuizen, nachtkelders, kroegen en bierhuizen.
Nederlandse prostituees wilden zich aan het eind van deze eeuw niet meer onderwerpen aan de structuur van bordelen en het strenge politiebeleid, en wilden zelfstandiger werken, op straat, in cafés, of aan de deur van hun eigen woning.
Criminalisering (1889 - heden)
1878 – 1911: christenen eisen bordeelverboden
De ‘Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie’ stelde vanaf 1878/’79 dat de overheid de huizen van ontucht moest sluiten, vanaf 1884 deed ook de ‘Nederlandsche Vrouwenbond ter verhooging van het zedelijk bewustzijn’ dat. Beide verenigingen waren sterk orthodox-protestants.
Buitenechtelijke seks met mensen jonger dan 16 jaar werd in 1886 strafbaar gesteld.
De protestants-christelijke ‘Middernachtzendingsvereniging’ postte vanaf 1888 voor bordelen om mannen aan te spreken op hun immorele gedrag, en diende bij gemeenteraden petities in ter afschaffing van de reglementering.
In 1889 werd in Frascati een nationaal congres tegen prostitutie gehouden.
Deze pressie had effect: medio 1889 hadden vijf gemeenten hun reglementering van prostitutie afgeschaft.
Amsterdam stelde in 1889 een verbod op het lokken van klanten op de stoep voor, of op straat nabij, een bordeel.
In 1889 stelde Kampen als eerste weer een bordeelverbod in, Utrecht deed dat in 1890, daarna volgden Amersfoort, Den Helder, Alkmaar, Harderwijk en Venlo.
Amsterdam verbood in 1902 alle inrichtingen die gelegenheid boden tot “ontuchtige handelingen”, spijkerde het bekendste bordeel, Maison Weinthal, dicht, waarna de overige zeven nog bestaande bordelen zelf hun deuren sloten.
In Leiden sloot het stadsbestuur in 1904 de bordelen.
In 1911 werd in het Wetboek van Strafrecht, artikel 250bis (‘bordeelverbod’), het houden van bordelen tot misdrijf verklaard, omdat ze volgens de regering, leiden tot ondermijning van de goede zeden.
Bordelen verboden, maar getolereerd
Raamprostitutie bleef wel bestaan; hoewel die strikt genomen onder de bordeelverboden viel, werd ze door de politie op bepaalde plaatsen getolereerd.
Als nieuwe dekmantels voor prostitutie ontstonden, vooral in Amsterdam en Rotterdam, door vrouwen gedreven ‘sigarenwinkels’ en na 1918 ‘massage-inrichtingen’.
Amsterdam telde in 1920 zo’n 600 prostitutiehuizen met 1100 prostituees.
Rond 1900-1930 werd prostitutie gezien als Kwaad met hoofdletter, dat met alle mogelijke middelen bestreden diende te worden. Men was in die tijd echter snel geneigd, alle buitenechtelijke seks ‘prostitutie’ te noemen.
Tijdschriften zoals De Zwarte Kat en Pan, waarin prostituees hun diensten aanboden, o.a. in de ‘massagehuizen’, werden in 1930 verboden.
Omdat het ‘bordeelverbod’ in WvS art. 250bis lastig bruikbaar bleek, voerden gemeenten nog extra plaatselijke verordeningen in tegen raamprostitutie. Amsterdam en Utrecht deden dat in 1935, Groningen bijvoorbeeld pas in 1960.
Af en toe hield de politie een strenge actie tegen (raam-)prostitutie (zie bijvoorbeeld Geschiedenis van de prostitutie in Amsterdam) maar het leek nooit veel uit te halen.
Pleidooi voor legalisering (1959-1980)
In de jaren vijftig en zestig werd het grote publiek zich er bewust van dat WvS 250bis (‘bordeelverbod’) kennelijk een machteloos wetsartikel was.
Het Algemeen Handelsblad publiceerde op 21 november 1959 een pleidooi voor legalisering van prostitutie.
Gemeenten (bijvoorbeeld Utrecht in 1973, Groningen in 1981, Amsterdam 1983) kwamen openlijker uit voor hun feitelijke gedogen van prostitutie.
De seksindustrie presenteerde zich openlijker in het straatbeeld, en bordelen ontstonden ook in respectabele buurten en seksboerderijen.
Vanaf 1970 werd het prostitutiebedrijf in Nederland internationaler: eerst kwamen de Surinaamse vrouwen, daarna vrouwen uit andere Latijns-Amerikaanse landen, Thailand, en weer later uit Afrika.
De Mr de Graafstichting, ooit opgericht ter bestrijding van prostitutie, pleitte in 1976 voor decriminalisering en destigmatisering van prostitutie.
Intussen werd in Rotterdam in 1980 duidelijk dat bordeelverbod WvS art. 250bis niet alleen prostitutie niet remde, maar zelfs gemeentelijk prostitutiebeleid dwarsboomde (zie Prostitutie in Rotterdam).
Schrappen bordeelverbod (1982-2000)
Rond 1982 ontstonden meer initiatieven tot het afschaffen van het landelijke bordeelverbod.
Nadat in 1987 de Tweede Kamer akkoord was gegaan met die afschaffing, trad minister van Justitie Hirsch Ballin (CDA) aan, die tegen die afschaffing onoverkomelijke bezwaren had en het wetsvoorstel in 1993 alsnog introk.
Vanaf 1989 (de val van de Muur) kwamen ook vele Oost-Europeaanse vrouwen in Nederland in de prostitutie werken.
In 2000 werd WvS art. 250bis (bordeelverbod) wel afgeschaft. De toelichting bij de wet noemt diverse redenen: bescherming van de positie van prostitué(e)s; bestrijding van exploitatie van onvrijwillige prostitutie; beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie. Daarvan werd alleen de laatste reden hardgemaakt, en wel in het allereerste Kamerdebat dat gewijd was aan de opheffing van het bordeelverbod, op 10 mei 1984: het bordeelverbod maakte het gemeenten onmogelijk om, uit oogpunt van ruimtelijke ordening of openbare orde, een gericht verplaatsingsbeleid betreffende bordelen te voeren, waarbij het voorbeeld van
Rotterdam, 1980 werd aangehaald.
Op 1 oktober 2000 werd tevens seks met een prostituee jonger dan 18 jaar strafbaar gesteld.
Hercriminalisering door gemeenten (1981 - heden)
In Rotterdam liepen echter de spanningen in de wijk Katendrecht tussen bewoners en seksindustrie vanaf 1970 uit de hand, en het gemeentebestuur zag geen andere uitweg meer dan op Katendrecht rond 1981 alle zichtbare prostitutie te verbieden.
Groningen drong in 1981-’83 de raamprostitutie met 34% terug.
Amsterdam besloot in 1983 dat de bestaande prostitutiebedrijven zich niet mogen verplaatsen en het aantal van die bedrijven niet mag toenemen.
Den Haag sloot in 1999 de grootste van zijn drie raamprostitutiegebieden.
De steden gingen in 2000 over tot een vergunningenstelsel waarin ze op willekeurige gronden maxima stelden aan aantallen prostitutiebedrijven (zie prostitutie in Amsterdam, Groningen, Utrecht).
Er waren toen twaalf steden met raamprostitutie: Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Alkmaar, Arnhem, Deventer, Doetinchem, Eindhoven, Groningen, Haarlem, Leeuwarden en Nijmegen.
In 1999 werkten zo’n 5000 raamprostituees in Nederland, en in seksclubs of privéhuizen ruim 11.000 vrouwen.
Arnhem wist in januari 2006 alle raamprostitutie uit te bannen, na tientallen jaren van acties en gerechtelijke procedures.
In 2007-’09 besloot Amsterdam, bewerend dat prostitutie een “criminogene functie” is, het aantal legale prostitutieramen te verminderen van 482 tot 290.
Groningen besloot in 2009, zonder opgaaf van reden, het aantal legale ramen per 2016 terug te brengen van 146 tot 95.
Alkmaar heeft per 1 september 2011, via een Bibob-procedure, het aantal prostitutieramen verminderd van ongeveer 125 tot 67, en stelde snel daarna, zonder argumentatie, het maximale aantal ramen op 69.
Utrecht bepaalde 2010 dat een prostituee een prostitutiekamer voor vier volle weken moet huren, en als prostituee geregistreerd moet staan bij de gemeente.
Onderzoeksrapporten, 2006
In 2006 verschenen van de regering drie rapporten getiteld “Tweede Evaluatie van de opheffing van het bordeelverbod”. Ze betroffen geen evaluatie, want de regering had, bij de afschaffing van het bordeelverbod in 2000, geen concrete of meetbare doelstellingen geformuleerd, bovendien bestonden in 2000 geen betrouwbare gegevens over de toenmalige positie van prostituees. De rapporten betroffen dus kennelijk onderzoekingen.
Onderzoek 1, De sociale positie van prostituees 2006
Deze studie vat ‘sociale positie’ vooral op als: inhoud van het werk, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen, door sociologen aangeduid als ‘de kwaliteit van de arbeid’.
De conclusie van deze studie is, dat in de vergunde prostitutiesector “geen sprake is van een structureel slechte kwaliteit van de arbeid”.
Onderzoek 2, Niet-legale prostitutie
Conclusies:
In gesprekken met prostituees, exploitanten, prostituanten etc. werden in geringe mate “signalen” opgevangen van onder valse voorwendselen buitenlandse vrouwen (totaal onwetend) in de Nederlandse prostitutie brengen. Het rapport onderbouwt deze bewering niet.
In gesprekken met prostituees, exploitanten, prostituanten etc. kwam in geringe mate “naar voren” (in de regio Eindhoven) dat familie van prostituees zou zijn gechanteerd of bedreigd, ten behoeve van uitbuiting van de prostituee, en (in de regio Groningen) dat tegen prostituees geweld zou zijn gebruikt of gedreigd zou zijn met geweld, ten behoeve van uitbuiting van de prostituee. Het rapport onderbouwt deze beweringen niet.
Er zijn nauwelijks minderjarigen in de vergunde prostitutiebranche en ook geen signalen dat zij veel in niet-vergunde bedrijven aanwezig zijn.
In regio’s waar de politie regelmatig controleert op illegale vrouwen in de prostitutie blijken die aantallen sinds 2000 of sinds 2002 te dalen. In Amsterdam noemen de onderzoekers de situatie betreffende illegalen echter “moeilijk te beoordelen”.
Onderzoek 3, Gemeentelijk beleid
Conclusies:
De naleving van de regels door de seksbranche is goed tot redelijk.
Een derde van de gereguleerde seksbedrijven heeft de afgelopen vijf jaar een waarschuwing of sanctie van de gemeente gekregen. Redenen waren: aanwezigheid van prostituees zonder verblijfs- of werkvergunning; niet voldoen aan de gedragseisen of planologische regelingen; etc..
Prostituees noemen positieve gevolgen van de opheffing van het bordeelverbod voor hun positie: de hygiëne is verbeterd, de politie is hulpvaardiger, prostituees voelen zich onafhankelijker en zelfbewuster.
Het aantal seksbedrijven met vergunning nam tussen 2000 en 2006 af met 17% tot ongeveer 1270. Het rapport noemt als mogelijke oorzaken: slechtere economische situatie; invoering van de euro; groei van mobiele telefonie en internet; toename van escortservices en thuisprostitutie en 06-seksbedrijven.
Straat- en escortprostitutie (sinds 1900)
Escort-prostitutie werd na 1945, onder de naam call-girl, vanuit de Verenigde Staten in Europa geïntroduceerd. Rond 1999 werkten in Nederland ongeveer 4000 escort-prostituees. Na 2000 gingen gemeenten en geleidelijk toe over, escortprostitutie vergunningplichtig te maken, zie bijvoorbeeld vergunningstelsel Groningen, 2000, en vergunningenstelsel Amsterdam na 2000.
Straatprostitutie werd de hele twintigste eeuw verboden, opgejaagd, of oogluikend getolereerd (zie bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem, Groningen, Heerlen, Nijmegen of Eindhoven).
Halverwege de jaren zeventig nam straatprostitutie door aan heroïne verslaafde mensen toe.
Vanaf 1983 voerden diverse steden tippelzones in waar tippelen toegestaan was.
Nadat Amsterdam (1996 tot 2003), Rotterdam (1984 tot 2005) en Den Haag (1983 tot 2006) hun zones hadden gesloten kende Nederland zes tippelzones:
Utrecht sinds 1986, Arnhem sinds 1996, Groningen sinds 1998, Heerlen sinds 2000, Nijmegen ook sinds 2000, en Eindhoven sinds 2003. Sinds juli 2021 zijn er alleen nog tippelzones in Arnhem en Nijmegen.
Rond 1999 werkten in Nederland zo’n 1250 tippelprostituees.
Prostitutie in Nederland
|
De steden gingen in 2000 over tot een vergunningenstelsel waarin ze op willekeurige gronden maxima stelden aan aantallen prostitutiebedrijven (zie prostitutie in Amsterdam, Groningen, Utrecht).
Er waren toen twaalf steden met raamprostitutie: Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Alkmaar, Arnhem, Deventer, Doetinchem, Eindhoven, Groningen, Haarlem, Leeuwarden en Nijmegen.
In 1999 werkten zo’n 5000 raamprostituees in Nederland, en in seksclubs of privéhuizen ruim 11.000 vrouwen.
| 1 |
volwassenenentertainment, erotisch bedrijf, seksclub
|
7,889 |
PerformingArtsTheater
|
381477
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Utrecht%20van%20A%20tot%20Z
|
Utrecht van A tot Z
|
A
A2 -
A12 -
A27 -
A28 -
A-Eskwadraat -
Academiegebouw -
Academisch Ziekenhuis Utrecht -
Achter de Dom 7 -
Achterdijk -
Achthoven (Montfoort) -
Achthoven (Vijfheerenlanden) -
Alblasserwaards -
2e Algemene Begraafplaats Kovelswade -
Algemene Begraafplaats Leidsestraatweg -
Algemene Begraafplaats Maarssen -
Algemene Begraafplaats Montfoort -
Amadeus Lyceum -
Amaliastichting -
Ambachtsschool Schoolplein -
Ameide -
Amersfoort -
De Amersfoortse Berg -
't Amsterdammertje -
Artibus -
Atrium (school)
B
Baarn -
De Baarnse Suikerwerkenfabriek -
Bedelaarskerkhof Willeskop -
Begraafplaats Beeresteijn -
Begraafplaats Daelwijck -
Begraafplaats Hekendorp -
Begraafplaats Nieuwe Zandweg -
Begraafplaats Oud-Zuilen -
Begraafplaats Rijnhof -
Begraafplaats Rusthof -
Begraafplaats Sint Barbara -
Begraafplaats Soestbergen -
Begraafplaats Tolsteeg -
Beleg van Amersfoort (1427) -
Bestuur Regio -
Bibliotheek Eemland -
Bierboot -
Bijvoet Centrum voor Biomoleculair Onderzoek -
De Bilt -
Biltstraat -
B.I.T.O.N. -
BLIK (tijdschrift) -
Bolenstein -
Botanische Tuin Fort Hoofddijk -
Botanische Tuinen Universiteit Utrecht -
Breukelen -
Bunnik -
Bunschoten -
Burger Partij Amersfoort
C
Cabauw -
Casa Confetti -
Catharijnegasthuis -
Cavaleriemuseum -
Centraal Militair Hospitaal -
Centraalspoorweg -
Centrum voor Informatisering en Mediagebruik -
Christelijk Gymnasium Utrecht -
Constantinianum -
Corderius College -
Cronenburgherbrug -
CU2030
D
Daltonschool Rijnsweerd -
Demka-spoorbrug -
Den Dolder -
Depositum Custodi -
Diakonessenhuis -
Diergeneeskundige Studenten Kring -
Dom -
Driebergen-Rijsenburg
E
ECU '92 -
Eembrugge -
Eemlands -
Eemnes -
Eemnessersluis -
Eemnes-Binnen -
Eemvallei -
Het Element - Taalcentrum -
Eligenstraat -
Ellendigenkerkhof -
Evangelische Hogeschool -
Excelsior Deo Iuvante
F
Farel College -
F.C. Dondersstraat -
Federatie Utrechtse Gezelligheidsverenigingen -
De Flint -
Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing -
Frame (tijdschrift) -
Freudenthal Institute for Science and Mathematics Education -
Furkabaan
G
Gaardbrug -
Galecopperbrug -
Geertebrug -
Gieltjesdorp -
Goejanverwellesluis -
Goethebrug -
Grafisch Lyceum Utrecht -
Grebbeberg -
Grebbelinie -
Griftbrug -
Grote sluis Vianen -
GSG Guido de Brès
H
Haanwijkersluis -
Hagesteinsebrug -
Harmelen -
Heiligenbergerbeek -
Hekendorp -
Heksenprocessen te Amersfoort en Utrecht -
Heren van Amstel -
Hervormde begraafplaats Oudewater -
Het Nieuwe Eemland -
Huis te Linschoten -
Hogeschool De Horst -
Hogeschool Domstad -
Hogeschool Utrecht -
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht -
Hoog Catharijne -
't Hooghe Landt -
Hoornbeeck College -
Houten -
Hucbald (studievereniging) -
Humanistisch Historisch Centrum
I
IJsselstein -
Industriehavenbrug -
Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies
J
Jaap Bijzerwetering -
Jaarbeurs Utrecht -
Jaarbeursplein -
Jan Blankenbrug -
Janskerkhof -
Joodse begraafplaats (Maarssen) -
Joodse begraafplaats (Rhenen) -
Joodse begraafplaats -
Junior College Utrecht
K
Kamerikse Wetering -
Kamp Amersfoort -
De Kampanje -
Kanis -
Kantongerecht Amersfoort -
Kathedrale Koorschool Utrecht -
Katholieke Theologische Universiteit Utrecht -
Kedichem -
Kerklaan -
Keulse Vaart -
Knooppunt Eemnes -
Knooppunt Everdingen -
Knooppunt Hoevelaken -
Knooppunt Laagraven -
Knooppunt Lunetten -
Knooppunt Oudenrijn -
Knooppunt Rijnsweerd -
Kockengen -
Koekoeksvaart -
Koninginnensluis -
Koninklijke Utrechtsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapenhandel -
Kortrijk (Nederland) -
Kraaienestersluis -
Kromme Nieuwegracht -
Kromme Rijn -
Kruisvaart
L
Laagte van Pijnenburg -
Landschap -
Langs de Vecht -
Leerbroek -
Leerdam -
Leeuwenbergh Gasthuis -
Lek -
Lekbrug -
Leusden -
Leusden PON -
Leusderheide -
Lexmond -
Lijst van Amersfoorters -
Lijst van beelden in Amersfoort-zuid -
Lijst van beelden in Leusden -
Lijst van beelden in Utrecht (provincie) -
Lijst van bruggen over de Utrechtse Vecht -
Lijst van burgemeesters van Amersfoort -
Lijst van Joodse begraafplaatsen in Utrecht (provincie) -
Lijst van rectores magnifici van de Universiteit Utrecht -
Lijst van Utrechters -
Lijst van Veenendalers -
Lijst van Zeistenaren -
Van Lodenstein College -
Loenen aan de Vecht -
Loenen (Stichtse Vecht) -
Loenersloot -
Lopik (gemeente) -
Lunetten op de Houtense Vlakte
M
Maarssen -
Maarssenbroek -
Maarsseveen -
De Marge -
Marnix Academie -
Meije -
Mijnden (Stichtse Vecht) -
Militair ereveld Grebbeberg -
Minderbroederklooster -
Molenpolder -
Montfoort -
Monumenten Inventarisatie
N
Nationaal Glasmuseum -
De Nederlanden (restaurant) -
Nederlands Gereformeerd Seminarie -
Nederlands Hervormde Begraafplaats Hoge Vuurseweg -
Nederlandsche Buurtspoorweg-Maatschappij -
Nedersticht -
Netherlands Proteomics Centre -
Neude -
Nieuwe Algemene Begraafplaats De Stuivenberg -
Nieuwe Algemene Begraafplaats Meeuwenlaan -
Nieuwegein -
Nieuwerhoek (buurtschap) -
Nieuwersluis -
Nieuwer Ter Aa -
Nigtevecht -
Nijenrode -
Noordeinde (Stichtse Vecht) -
Nyenrode Business Universiteit
O
Odijk -
Onderwijs in Utrecht (stad) -
Ooglijdersgasthuis -
Oorsprong -
Oosterwijk -
Openbaar vervoer in Utrecht -
Oud-Aa -
Oud-Maarsseveen -
Oud-Zuilen -
Oude Algemene Begraafplaats Doorn -
Oude Algemene Begraafplaats Driebergen -
Oude Algemene Begraafplaats Hogewal -
Oude Algemene Begraafplaats Zeist -
Oude begraafplaats (Baarn) -
Oudegracht -
Oude Rijn (Harmelen-Noordzee) -
Oude Sluis -
Oudewater -
Oudkerkhof
P
Paleis Soestdijk -
Payenborg -
Pendeldienst Utrecht Centraal – Utrecht Maliebaan -
Pietersbrug -
Pieterskerkhof -
Plofsluis -
Politiek in Utrecht (provincie) -
Portengen -
Portengense Brug -
Prinses Beatrixsluizen -
Prinses Irenesluizen -
Provinciehuis
Q
R
Renswoude -
Restaurant Kasteel Heemstede -
Rhenen -
Rietendakschool -
Rijks Veeartsenijschool -
De Ronde Venen -
Rooms-katholieke begraafplaats Montfoort -
Rooms-katholieke begraafplaats Oudewater -
RTV Utrecht
S
Schonauwen -
School voor Journalistiek -
Schoonrewoerd -
Sint Antonius Ziekenhuis (voormalig ziekenhuis Utrecht) -
Sluis- en Stuwcomplex Amerongen -
Sluis- en stuwcomplex Hagestein -
Smeetoren -
Soest (Nederland) -
Sonnenborgh -
Sovjet Ereveld Leusden -
Spoorlijn De Bilt - Zeist -
Spoorlijn Den Dolder - Baarn -
Spoorlijn Elst - Dordrecht -
Spoorlijn Hilversum - Lunetten -
Spoorlijn Kesteren - Amersfoort -
Spoorlijn Utrecht - Boxtel -
Spoorlijn Utrecht - Breda -
Spoorlijn Utrecht - Kampen -
Spoorlijn Utrecht - Rotterdam -
Spoorlijn Woerden - Leiden -
Sportcentrum Olympos -
Stads- en Academisch Ziekenhuis Utrecht -
Stads- en streekvervoer in Utrecht -
St. Antonius Ziekenhuis -
Station Amersfoort Centraal -
Station Hoevelaken -
Station Amersfoort NCS -
Station Amersfoort Schothorst -
Station Amersfoort Staat -
Station Amersfoort Vathorst -
Station Utrecht Centraal -
Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt -
St. Joannes de Deo Ziekenhuis -
Sticht Utrecht -
Stichtse Rotonde -
Stichtse Vecht
T
Tabel van gemeenten in Utrecht -
Tante Koosje -
Theater Film Café De Lieve Vrouw -
Tienhoven (Everdingen) -
Tienhoven (Stichtse Vecht) -
Tienhoven aan de Lek -
Tramlijn Utrecht - Vreeswijk -
Tramlijn Utrecht - Zeist
U
De Uithof -
Unie van Utrecht -
Unitas Pharmaceuticorum -
Unitas Studiosorum Rheno-Traiectina -
Universitair Medisch Centrum Utrecht -
Universiteit Utrecht -
Universiteit voor Humanistiek -
Universiteitsbibliotheek Utrecht -
Universiteitsmuseum -
University College Utrecht -
Utrecht (stad) -
Utrecht (provincie) -
Utrecht (agglomeratie) -
Utrechtsch Museum van Kunstnijverheid -
Utrechtsch Studenten Corps -
Utrechts Conservatorium -
Utrechtse Biologen Vereniging -
Utrechtse Geologen Vereniging -
Utrechtse Heuvelrug (gemeente) -
Utrechtse Historische Studentenkring -
Utrechtse kathedraalschool -
Utrechtse sodomieprocessen -
Utrechts Studenten Koor en Orkest
V
Valleikanaal -
Veenendaal -
Veenendaallijn -
Vechtsluis (Maarssen) -
Vereniging Oud-Utrecht -
Vereniging van Gereformeerde Studenten te Utrecht -
Vereniging van Utrechtse Geografie Studenten -
C.S. Veritas -
Verkeerstuin -
Veterinair Studenten Corps Absyrtus -
Vianen -
VIDIUS studentenunie -
Vijfheerenlanden (gemeente) -
Vijfheerenlanden (streek) -
Vijfheerenlands -
Vijfschaft -
Vlag van Utrecht (provincie) -
De Vlasakkers -
Vliegbasis Soesterberg -
Voetius -
Vogelwacht Utrecht -
Vooys -
Vreeland
W
Wagenwerkplaats Amersfoort -
Wapen van Abcoude -
Wapen van Abcoude-Baambrugge -
Wapen van Abcoude-Proostdij -
Wapen van Amerongen -
Wapen van Hoogland -
Wapen van Mijdrecht -
Wapen van Odijk -
Watertoren (Amersfoort) -
Weerdsluis -
Weersluis -
WERV -
Wijk bij Duurstede -
Wilhelmina Kinderziekenhuis -
Winkel van Sinkel -
De Witte (restaurant) -
Woerden -
Woudenberg
X Y Z
Zeist -
Zuilen -
Slot Zuylen -
Zonnegloren -
Zorgcentrum Amersfoort -
Zuideinde (Stichtse Vecht) -
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Utrecht (provincie)
A-Z lijsten
|
T
Tabel van gemeenten in Utrecht -
Tante Koosje -
Theater Film Café De Lieve Vrouw -
Tienhoven (Everdingen) -
Tienhoven (Stichtse Vecht) -
Tienhoven aan de Lek -
Tramlijn Utrecht - Vreeswijk -
Tramlijn Utrecht - Zeist
| 1 |
theater, schouwburg, podiumkunstencentrum
|
950 |
ParkingFacility
|
2096082
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/De%20Kets
|
De Kets
|
De Kets of ook kortweg Kets is een buurtschap in de gemeente Waterland, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. Het is een van de buurtschappen die de leef- en- woongemeenschap van het voormalig eiland Marken vormen.
De Kets vormt samen met de Kerkbuurt en de Havenbuurt het centrum van Marken. De Kets is gelegen tussen Havenbuurt, Kerkbuurt en Wittewerf in. De Kets omvatte van oorsprong één terp, die een werf wordt genoemd. De benaming duidt meer dan waarschijnlijk op ene Ket of de familie Ket die er woonde. De Kets kende een rij vroegere uitbreiding buiten de oorspronkelijke terp. Aan de rand van De Kets ontstonden paalwoningen in de loop van de 17e eeuw, toen het inwoneraantal van het eiland piekte. Maar dit is ook niet verwonderlijk als men bedenkt dat De Kets samen met het huisterpje 't Fort (thans onderdeel van De Kets) tot de kleinste werven van eilanden behoort.
De Kets kent veel karakteristieke panden uit de 18e en 19e eeuw. Maar ook kent het bewoning uit de 20e en 21e eeuw. In De Kets zijn de verschillende bouwtypen van het voormalige eiland goed te zien. Tot in het begin van de 20e eeuw werden diverse tuinen van De Kets en 't Fort gebruikt als de belangrijkste bleekvelden. Aan de zuidkant van De Kets is de grote parkeerplaats van het voormalige eiland, voor de toeristen die het eiland per auto bezoeken. De Kets kent enige verkeersdrukte door het toeristisch verkeer voor de haven, de Kerkbuurt en de vuurtoren van Marken, het Paard van Marken.
Kets
Buurtschap in Noord-Holland
|
De Kets kent veel karakteristieke panden uit de 18e en 19e eeuw. Maar ook kent het bewoning uit de 20e en 21e eeuw. In De Kets zijn de verschillende bouwtypen van het voormalige eiland goed te zien. Tot in het begin van de 20e eeuw werden diverse tuinen van De Kets en 't Fort gebruikt als de belangrijkste bleekvelden. Aan de zuidkant van De Kets is de grote parkeerplaats van het voormalige eiland, voor de toeristen die het eiland per auto bezoeken. De Kets kent enige verkeersdrukte door het toeristisch verkeer voor de haven, de Kerkbuurt en de vuurtoren van Marken, het Paard van Marken.
| 1 |
parkeerplaats, parkeergarage, parkeerfaciliteit
|
934 |
OfferShippingDetails
|
4043967
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Conversie%20%28e-commerce%29
|
Conversie (e-commerce)
|
Conversie binnen de e-commerce is de omzetting van bezoek aan een website naar een bepaald conversiedoel, doorgaans uitgedrukt als een percentage van de sitebezoekers dat overgaat tot het conversiedoel. Het gaat meestal om een bestelling of betaling, maar kan ook een aanmelding voor een nieuwsbrief of registratie als gebruiker betreffen.
Optimalisatie van conversie wordt steeds belangrijker, nu er niet alleen meer concurrentie tussen de websites is, maar ook websites steeds meer betalen en ondernemen moeten (bijvoorbeeld SEO) om nog überhaupt in de zoekmachines naar boven te komen. Het aantal bezoekers dat uiteindelijk op de website terechtkomt, is niet alleen nog belangrijk, maar ook het totaal aantal bezoekers dat daadwerkelijk het conversiedoel bereikt. Kortom: conversieoptimalisatie is erop gericht een maximaal rendement te behalen uit bezoekers.
Er zijn verschillende strategieën om de conversie op de website zelf te controleren:
websitebezoekers zo snel mogelijk (ver)leiden en aansporen (tot) naar het doen van een aankoop / conversie
psychologische stappen in een website inbouwen (verkoopstrategieën)
aanpassen van de opmaak van een website
een duidelijke call-to-action plaatsen
aanpassen van het gebruiksgemak van een website
snelheid van de website verhogen
Behalve de website is ook de service van de organisatie bepalend voor de conversie:
de klantenservice
de logistiek (verzendsnelheid, verpakking, extra services)
de prijs-kwaliteitverhouding
de duidelijkheid van bijvoorbeeld de totaalprijs (verzendkosten op het laatst toevoegen of juist meteen?)
In de praktijk wordt met conversie vooral op de website zelf gedoeld. Aanpassingen vinden plaats als een continu proces, waarbij regelmatig wordt gecontroleerd of de website nog te verbeteren is. Dit wordt door nauwkeurige analyses en aan de hand van verschillende theorieën gedaan, of er wordt gebruikgemaakt van de 'best practise'-aanpak.
Een voorbeeld van 'best practice'-testen is A/B-testen. Hierbij krijgt de ene helft van de bezoekers de ene website te zien, en de andere helft de andere. Deze versies verschillen op een of meer punten van elkaar, waardoor de analist kan controleren of een bepaalde wijziging een positieve of negatieve invloed heeft op de conversie.
World wide web
Marketing en verkoop
|
Behalve de website is ook de service van de organisatie bepalend voor de conversie:
de klantenservice
de logistiek (verzendsnelheid, verpakking, extra services)
de prijs-kwaliteitverhouding
de duidelijkheid van bijvoorbeeld de totaalprijs (verzendkosten op het laatst toevoegen of juist meteen?)
| 1 |
verzendinformatie, verzendkosten, levertijd
|
8,160 |
BeautySalon
|
2874847
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nadine%20%281987%29
|
Nadine (1987)
|
Nadine is een Amerikaanse filmkomedie uit 1987 onder regie van Robert Benton.
Verhaal
Nadine Hightower werkt in een schoonheidssalon in Austin. Ze wil enkele pikante portretfoto's terug van een fotograaf. In plaats daarvan krijgt ze plannen voor de ontwikkeling van een snelweg in handen. Op die manier komt ze in aanvaring met een plaatselijke landeigenaar.
Rolverdeling
|-
|||Vernon Hightower
|-
|||Nadine Hightower
|-
|||Buford Pope
|-
|||Vera
|-
|||Renée Lomax
|-
|||Raymond Escobar
|-
|||Dwight Estes
|-
|||Boyd
|-
|||Cecil
|-
|||Floyd
|-
|||Mountain
|-
|||Sheriff Rusk
|-
|||Predikant
|-
|||Diaken
|-
|||Agent Lloyd
|}
Externe link
Film uit 1987
Amerikaanse film
Komische film
Film van Robert Benton
|
Nadine Hightower werkt in een schoonheidssalon in Austin. Ze wil enkele pikante portretfoto's terug van een fotograaf. In plaats daarvan krijgt ze plannen voor de ontwikkeling van een snelweg in handen. Op die manier komt ze in aanvaring met een plaatselijke landeigenaar.
| 1 |
schoonheidssalon, beautysalon, schoonheidsspecialist
|
7,642 |
DaySpa
|
5063009
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sandra%20Bekkari
|
Sandra Bekkari
|
Sandra Bekkari (Oostende, 18 juli 1973) is een Belgisch voedingsdeskundige. Ze is vooral bekend als auteur van de kookboekenreeks Nooit meer diëten en het VTM-programma Open Keuken.
Biografie
Sandra Bekkari had tien jaar lang een sport- en wellnesscentrum te Oostende. Ze volgde rond 2008 een aantal opleidingen aan de Open Universiteit in Nederland rond voeding en voedingsleer. Vervolgens schreef ze boeken over gezondheid en een aantal kookboeken. Daarnaast was ze ook tussen 2017 en 2019 elke weekdag te zien in Open Keuken op VTM. Om meer kijkers te trekken en de productiekosten te verlagen, werd het programma echter vervangen door Zot van koken met Loïc Van Impe.
Sinds 2018 komt Bekkari met eigen voedingsproducten op de markt waaronder speltbrood, granola en voedingsboxen. Begin 2021 kwam ze met een online coachingprogramma op de markt.
In 2021 was ze te zien voor één afleving in De Slimste Mens ter Wereld.
Publicaties
Slank en gezond (2010), gezondheidsboek
Topchefs koken gezond
Nooit meer dieten 1 (2015), gezondheidsboek
Nooit meer dieten 2 (2015)
Nooit meer dieten 3 (2016)
Nooit meer dieten 4 (2017)
Nooit meer dieten 5 (2018)
Fast Food (2019), kookboek
Fast Food 2 (2020), kookboek
Fast Food 3 (2021), kookboek
Fodmap - arm koken (2021), kookboek met Sofie De Laet
Framily Food (2022), Kookboek
Help, ik kan het niet laten ! (2022), gezondheidsboek met Trees Peersman
Privé
Bekkari is getrouwd en heeft een dochter uit een vorige relatie.
Externe link
Officiële website
Vlaams schrijver
Belgisch televisiepersoonlijkheid
|
Biografie
Sandra Bekkari had tien jaar lang een sport- en wellnesscentrum te Oostende. Ze volgde rond 2008 een aantal opleidingen aan de Open Universiteit in Nederland rond voeding en voedingsleer. Vervolgens schreef ze boeken over gezondheid en een aantal kookboeken. Daarnaast was ze ook tussen 2017 en 2019 elke weekdag te zien in Open Keuken op VTM. Om meer kijkers te trekken en de productiekosten te verlagen, werd het programma echter vervangen door Zot van koken met Loïc Van Impe.
| 1 |
dagspa, wellnesscentrum, schoonheidsinstituut
|
1,350 |
Enumeration
|
1860571
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst%20van%20rijksmonumenten%20in%20Beekbergen
|
Lijst van rijksmonumenten in Beekbergen
|
De plaats Beekbergen telt 9 inschrijvingen in het rijksmonumentenregister. Hieronder een overzicht.
|}
Zie ook
Lijst van rijksmonumenten in Apeldoorn (gemeente) voor andere plaatsen in de gemeente.
Lijst van gemeentelijke monumenten in Beekbergen
Beekbergen
|
Zie ook
Lijst van rijksmonumenten in Apeldoorn (gemeente) voor andere plaatsen in de gemeente.
Lijst van gemeentelijke monumenten in Beekbergen
| 2 |
enumeratie, lijst, classificatie
|
468 |
SeaBodyOfWater
|
592708
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Anabarbaai
|
Anabarbaai
|
De Anabarbaai (Russisch: Анабарский залив; Anabarski zaliv) is een baai in het zuidwesten van de Laptevzee en vormt de monding van de Anabarrivier, die hier als de Anabarboezem de baai instroomt. De baai ligt tussen het Nordvik-schiereiland met kaap Joerdjoek-Chaja in het westen en het vasteland met de heuvelrug Krjazjpronnisjtsjeva in het oosten. De baai heeft een lengte van 67 kilometer en aan de monding een breedte van 76 kilometer. De gemiddelde diepte is 3 tot 12 meter in het centrale deel. De baai is van oktober tot juli bevroren.
Ten noordwesten van de baai ligt het eiland Groot-Begitsjev.
Baai in Siberië
Laptevzee
Baai van de Noordelijke IJszee
Geografie van Jakoetië
|
Baai in Siberië
Laptevzee
Baai van de Noordelijke IJszee
Geografie van Jakoetië
| 2 |
zee, waterlichaam, zeewater
|
10,024 |
Beach
|
2251242
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lara%20%28Turkije%29
|
Lara (Turkije)
|
Lara is een district van de Turkse stad Antalya. De plaats wordt soms het Las Vegas van Turkije genoemd omdat er veel thematische hotels staan zoals dit ook in Las Vegas voorkomt. Zo staat er onder andere een replica van het Kremlin van Moskou. Het strand is een van de langste zandstranden van Turkije.
Antalya
District van Turkije
|
Lara is een district van de Turkse stad Antalya. De plaats wordt soms het Las Vegas van Turkije genoemd omdat er veel thematische hotels staan zoals dit ook in Las Vegas voorkomt. Zo staat er onder andere een replica van het Kremlin van Moskou. Het strand is een van de langste zandstranden van Turkije.
| 2 |
strand, kust, badplaats
|
5,198 |
CityHall
|
292786
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Oude%20stadhuis%20%28Maassluis%29
|
Oude stadhuis (Maassluis)
|
Het oude stadhuis van de Nederlandse stad Maassluis werd in 1676 in gebruik genomen. De ontwerper is niet bekend. Het gebouw heeft kenmerken van classicisme en is voorzien van een schilddak met gemetselde hoekschoorstenen en een houten dakruiter. Een haringbuis dient als windvaan. De dakkapellen zijn versierd met haringen, dit alles om te blijven herinneren dat de welvaart van de stad aan de visserij te danken is.
Van 1971-1973 werd het pand grondig gerestaureerd.
Op 1 Juni 1933 werd hier op zolder het gemeentelijk museum 'Maassluissche Oudheidkamer' gevestigd, tot aan de verhuizing op 7 April 1967 naar de huidige locatie op de Zuiddijk 16. (Zie ook Museum Maassluis).
Sinds 1979 is het Nationaal Sleepvaart Museum in het raadhuis gevestigd.
Afbeeldingen
Bouwwerk in Maassluis
Maassluis
Rijksmonument in Maassluis
|
Het oude stadhuis van de Nederlandse stad Maassluis werd in 1676 in gebruik genomen. De ontwerper is niet bekend. Het gebouw heeft kenmerken van classicisme en is voorzien van een schilddak met gemetselde hoekschoorstenen en een houten dakruiter. Een haringbuis dient als windvaan. De dakkapellen zijn versierd met haringen, dit alles om te blijven herinneren dat de welvaart van de stad aan de visserij te danken is.
| 1 |
stadhuis, gemeentehuis, bestuursgebouw
|
2,173 |
Researcher
|
3447950
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stefan%20K%C3%BChl
|
Stefan Kühl
|
Stefan Kühl (Hamburg, 1966) is onderzoeker en professor in de sociologie aan de Universiteit Bielefeld.
Levensloop
Van 1988 tot 1994 studeerde Stefan Kühl sociologie, geschiedenis en economie aan de Universiteit Bielefeld, de Johns Hopkins University in Baltimore, de Universiteit van Parijs en de Universiteit van Oxford.
Vervolgens, van 1995 tot 2004, was hij werkzaam als onderzoeksassistent aan de universiteit van Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek), Maagdenburg en München.
In 1996 behaalde hij zijn doctoraat in de sociologie aan de Universiteit Bielefeld. In 2003 behaalde hij zijn doctoraat in de economie aan de Technische Universiteit Chemnitz. Vervolgens werkte hij als gasthoogleraar aan de Universiteit van Venetië en de Universiteit van Hamburg. Van 2004 tot 2007 was hij professor in de sociologie aan de Universiteit van de federale strijdkrachten in Hamburg (Helmut Schmidt Universiteit). Sinds 2007 is hij hoogleraar sociologie aan de Universiteit Bielefeld.
Onderzoeksgebieden
Stefan Kühl zijn onderzoeksgebieden omvatten de Sociale theorie, sociologie van de organisaties, sociologie van interactie, industriële en arbeidssociologie, sociologie van de beroepen en de geschiedenis van de wetenschap.
Enkele Publicaties
Kühl, S. (2003) Exit. Wie Risikokapital die Regeln der Wirtschaft verändert. Frankfurt, New York: Campus.
Kühl, S. (2002) The Nazi Connection. Eugenics, American Racism and German National Socialism. Oxford University Press, 2e editie.
Kühl, S. (2000) Das Regenmacher-Phänomen. Widersprüche und Aberglauben im Konzept der lernenden Organisation. Frankfurt, New York: Campus.
Kühl, S. (1997) Die Internationale der Rassisten. Der Aufstieg und Niedergang der internationalen Bewegung für Eugenik und Rassenhygiene im zwanzigsten Jahrhundert. Frankfurt, New York: Campus.
Duits socioloog
|
Stefan Kühl (Hamburg, 1966) is onderzoeker en professor in de sociologie aan de Universiteit Bielefeld.
| 1 |
onderzoeker, wetenschapper, academisch publiek
|
11,366 |
Dataset
|
213850
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/NASA%20WorldWind
|
NASA WorldWind
|
NASA WorldWind is een virtuele aardbol van de NASA NARC die de mogelijkheid biedt om - door middel van een virtuele wereldbol - in te zoomen op luchtbeelden en satellietbeelden op de aarde. Voor een gedeelte van de aarde zijn deze gebieden tevens in 3D te bekijken. De gegevens zijn afkomstig van de NASA en de USGS. De software is door NASA vrijgegeven onder de "vrije open-sourcelicentie versie 1.3".
Versies
De software is te gebruiken op:
internet (webversie)
Windows, macOS en Linux (Java-versie)
Android
De oorspronkelijke versie is de Java-versie.
Beschikbare datasets
Standaard heeft de gebruiker op de computer de beschikking over de lage-resolutie-Blue marble-datasets. Zodra wordt ingezoomd, worden hogeresolutiebeelden gedownload van de servers van de NASA. De totale hoeveelheid beschikbare datasets bedraagt momenteel ongeveer 4,6 terabytes.
Beeld- en terreindatasets
Blue marble-set - mozaïek van lageresolutiesatellietbeelden van de hele aarde (gemaakt door de NASA in 2001 en 2002). De originele blue marble-foto is geen mozaïek maar een foto van de aarde genomen door Apollo 17 in 1972 op de heenweg naar de maan, op ongeveer 45.000 km afstand van de aarde.
Landsat 7 - satellietbeelden met een resolutie van 30 meter
USGS data
Orthofotos van de VS - resolutie van 1 meter (sommige steden zelfs 0,25 meter)
Topografische kaarten van de VS in verschillende onderscheidbare gedetailleerde lagen
SRTM - terreindata
Datasets voor de animatie van lagen
Animated Earth - SVS Image Server-data
MODIS - spectrum-radiatiedata van de Terra- en Aqua-satellieten (resolutie: 10 bij 10 km²)
GLOBE - data van wereldwijd schoolproject van de NASA (atmosfeer, hydrologie en bodem-/biologische data)
Verder bevat het programma een pakket waarmee kaarten en andersoortig beeldmateriaal op het internet kunnen worden doorzocht met behulp van de OpenGIS-Web Mapping Service-architectuur.
Mogelijkheden en gebruik
De applicatie kan animaties van verschillende geografische processen tonen op de wereldbol, zoals sneeuwbedekking gedurende een jaar of het verloop van bosbranden binnen Afrika.
Layers
De lagen (layers) die kunnen worden geprojecteerd binnen het programma omvatten onder andere landsgrenzen, provinciale/deelstaatgrenzen, plaats- en gemeentenamen, lengte- en breedtegraden
De vlaggen van alle landen kunnen ook worden geprojecteerd op de wereldbol, waarna de gebruiker, door op een vlag te klikken, wordt doorgeleid naar de CIA-pagina voor het betreffende land.
Wikipedia-layer
Er is tevens een Wikipedia-add-on (Wikipedia points of interest layer) die gele cirkels op de wereldbol toont van plaatsen die, door er op te klikken, de gebruiker doorleiden naar het artikel in een webbrowser. Deze add-on zorgt ervoor dat het programma wat meer geheugen vraagt van de computer.
Doordat de NASA het programma onder de PD-licentie heeft vrijgesteld, mogen ook alle screenshots uit het programma op Wikipedia worden gebruikt onder de PD-licentie. Bij Wikimedia Commons kan onder andere de PD-WorldWind-licentie hiervoor worden gebruikt.
Coördinaten
Het programma biedt de mogelijkheid om te zoeken op plaatsen of coördinaten. Deze coördinaten kunnen in het menu worden gekopieerd en bijvoorbeeld worden weergegeven op een internetpagina, waar een gebruiker, mits deze het programma op zijn pc heeft, de link in de adresbalk van zijn browser kan plaatsen en doorgeleid worden naar de betreffende weergave binnen WorldWind.
Een voorbeeld van een dergelijke link is: worldwind://goto/world=Earth&lat=52.70902&lon=5.75278&alt=39480, die gebruikers met het programma doorleidt naar een weergave binnen WorldWind die de Noordoostpolder van bovenaf laat zien.
Systeemeisen
Het programma draait alleen op Windows en maakt sterk gebruik van de grafische kaart, waarbij 3D-acceleratie en een behoorlijke processor wordt aanbevolen. Het programma vergt over het geheel genomen behoorlijk wat processorkracht. Ook wordt minimaal een breedbandverbinding aanbevolen om het downloaden van kaarten vlot te laten verlopen.
Zie ook
Bing Maps
Apple Maps
Géoportail
Google Earth
Google Maps
Externe links
Officiële webpagina
NASA WorldWind Java
World Wide Central Hotspot-lijst: Verschillende objecten op aarde met hun coördinaten en screenshots
Projectpagina met voorbeelden (gearchiveerd)
NASA WorldWind SDK Tutorial (uitleg)
Opensourcesoftware en vrije software
Software geschreven in C Sharp
Software geschreven in Java
Virtuele wereldbol
|
Beschikbare datasets
Standaard heeft de gebruiker op de computer de beschikking over de lage-resolutie-Blue marble-datasets. Zodra wordt ingezoomd, worden hogeresolutiebeelden gedownload van de servers van de NASA. De totale hoeveelheid beschikbare datasets bedraagt momenteel ongeveer 4,6 terabytes.
| 3 |
dataset, gegevensverzameling, dataverzameling
|
10,772 |
DislikeAction
|
2000976
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Rebecca%20Marino
|
Rebecca Marino
|
Rebecca Catherine Marino (Toronto, 16 december 1990) is een professioneel tennisspeelster uit Canada. Zij begon met tennis toen zij tien jaar oud was.
Loopbaan
In 2008 werd Marino professional, en in dat jaar won zij het ITF-toernooi van Trecastagni. In 2010 sneuvelde zij in de kwalificatieronden van de eerste drie grandslamtoernooien, maar voor het US Open 2010 wist zij een plek te bemachtigen – zij bereikte er de tweede ronde. In 2011 deed zij aan alle grandslamtoernooien mee, waarbij zij op Roland Garros haar beste grandslamresultaat behaalde: de derde ronde. In juli 2011 bereikte zij de 38e positie op de wereldranglijst in het enkelspel.
In 2012 kreeg zij problemen met de druk die een beroepsmatig tennisspeelster ondervindt en zij nam dat jaar een lange pauze. Op 21 februari 2013, op 22-jarige leeftijd, besliste zij om te stoppen met professioneel tennis. Zij worstelde reeds een zestal jaar met een depressie. Ook had zij genoeg van de negatieve reacties via de sociale media.
Zij ging Engelse literatuur studeren aan de Universiteit van Brits-Columbia. Eind januari 2018 pakte zij het beroepstennis weer op, en won meteen het eerste toernooi waaraan zij meedeed: het $15k ITF-toernooi van Antalya.
In 2021 won Marino haar eerste WTA-titel, op het dubbelspeltoernooi van Charleston, samen met de Taiwanese Liang En-shuo – in de finale versloegen zij Erin Routliffe en Aldila Sutjiadi.
In de periode 2011–2022 maakte Marino deel uit van het Canadese Fed Cup-team – zij behaalde daar een winst/verlies-balans van 7–8.
Posities op de WTA-ranglijst
Positie per einde seizoen:
Palmares
WTA-finaleplaatsen enkelspel
WTA-finaleplaatsen dubbelspel
Gewonnen ITF-toernooien enkelspel
Gewonnen ITF-toernooien dubbelspel
Resultaten grandslamtoernooien
Enkelspel
Vrouwendubbelspel
Gemengd dubbelspel
Externe links
Profiel van Rebecca Marino bij Tennis Canada
Profiel van Rebecca Marino bij Canadian Tennis
Profiel van Rebecca Marino bij Olympisch Team Canada
Canadees tennisser
|
In 2012 kreeg zij problemen met de druk die een beroepsmatig tennisspeelster ondervindt en zij nam dat jaar een lange pauze. Op 21 februari 2013, op 22-jarige leeftijd, besliste zij om te stoppen met professioneel tennis. Zij worstelde reeds een zestal jaar met een depressie. Ook had zij genoeg van de negatieve reacties via de sociale media.
| 1 |
afkeer, negatieve reactie, dislike
|
2,817 |
TradeAction
|
544251
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Over%20the%20Edge%20%28rollenspel%29
|
Over the Edge (rollenspel)
|
Over the Edge is een surrealistisch rollenspel dat gaat over geheimen en samenzweringen, en zich afspeelt op het mysterieuze eiland Al Amarja. Het is bedacht door Jonathan Tweet samen met Robin D. Laws, en uitgegeven door Atlas Games.
Over the Edge kan op meerdere manieren als baanbrekend worden beschouwd:
Het was het eerste spel dat personages geen vaste eigenschappen, vaardigheden, enz. gaf, maar de spelers helemaal vrij liet om deze zelf te kiezen.
Het is gebaseerd op een dice pool, waarbij het aantal dobbelstenen dat gegooid wordt, en niet hoe ze afgelezen worden, bepaald wordt uit de vaardigheden van de personages.
Zowel Over the Edge als Vampire: The Masquerade waren gebaseerd op een project van Jonathan Tweet en Mark Rein·Hagen dat volgde op Ars Magica, dat ze ontwikkeld hadden voor Lion Rampant. Beide spellen gebruiken het concept van een dice pool, wat waarschijnlijk uit dit originele ontwerp voortkomt. Dit spelmechaniek was al eerder gebruikt in Ghostbusters en The Star Wars Roleplaying Game, beide van West End Games, maar werd pas populair met Over the Edge en Vampire.
Hoewel Vampire veel populairder is geworden dan Over the Edge (grotendeels omdat de achtergrond van Vampire veel meer mensen aanspreekt), is Over the Edge een veelgeprezen spel, en z'n invloed op latere rollenspellen is groot geweest.
Systeem
In plaats van vaardigheden hebben personages zogenaamde traits, of eigenschappen — vrije beschrijvingen zoals "Brandweerman", "Snel", of "Monster uit een andere dimensie", die door de speler bedacht en gedefinieerd worden. Elk personage heeft één primaire eigenschap, twee secundaire eigenschappen, en een slechte eigenschap. Een van de drie positieve eigenschappen, naar keuze van de speler, is superieur (m.a.w. hier is het personage het beste in).
Wanneer een personage een actie probeert te ondernemen waarbij een van zijn of haar eigenschappen logischerwijs van toepassing zou zijn, gooit de speler drie, zeskantige dobbelstenen, of vier als de superieure eigenschap in het spel komt. Als geen enkele eigenschap van toepassing is, worden twee dobbelstenen gegooid.
Als het personage een behoorlijk voordeel heeft, mag er een bonus dobbelsteen gegooid worden: er wordt één extra dobbelsteen geworpen, en de laagste dobbelsteen wordt uit de worp verwijderd. Daarentegen, als er een groot nadeel is voor het personage (zoals wanneer de slechte eigenschap van toepassing is) wordt ook een extra dobbelsteen gegooid, maar wordt de hoogste worp weggehaald.
Setting
Het spel speelt zich af op het denkbeeldige eiland Al Amarja, een onafhankelijke eilandstaat in het zuiden van de Middellandse Zee. Aan de westkant van het eiland liggen drie in elkaar gegroeide steden: Skyla, The Edge en Traboc; het grootste deel van de bevolking woont hier. Freedom City is de hoofdstad, en ligt aan de oostkant van het eiland; hier staan vooral regeringsgebouwen en de huizen van regeringsfunctionarissen. De rest van het eiland is vooral onontgonnen bos, met in het midden de uitgedoofde vulkaan Mount Ralsius.
Geschiedenis
Al Amarja is gekoloniseerd en veroverd door, achtereenvolgens, de Grieken, Romeinen, Moren, Catalanen, Castilianen, verschillende Italiaanse staten, en uiteindelijk het verenigde Italië. In 1940 nam President-voor-het-Leven Monique D'Aubainne de macht over. De officiële lezing is dat ze de fascisten verdreef met behulp van haar lijfwacht; in werkelijkheid kocht ze gewoon het eiland van Benito Mussolini. Ze stichtte toen de nieuwe staat en nam wetgeving aan naar Amerikaans model.
Politiek
Al Amarja is een onafhankelijke staat. Het is geen lid van de Verenigde Naties of welke andere internationale organisatie dan ook. Het heeft geen ambassades waar ook ter wereld.
De officiële taal van Al Amarja is Amerikaans Engels, maar het Al Amarjaanse dialect gebruikt leenwoorden uit zo'n beetje elke taal ter wereld, waaronder verschillende woorden voor "ja".
Al Amarja's inkomsten komen uit verschillende bronnen: decadente toeristen, privédonaties en investeringen, legale en illegale handel, gesmokkeld ivoor en andere verboden dierlijke producten, diensten aan zeelui, buitenlandse bankrekeningen, en handel in gekopieerde producten. Het zakenleven kan zich goed vinden in het gebrek aan auteursrecht, merkenrecht en veiligheidswetgeving, en de makkelijk om te kopen politie.
Vuurwapens, explosieven en kogelvrije vesten zijn verboden. Alleen de Peace Force (Vredesmacht, zwaar bewapende wetshandhavers) mogen vuurwapens dragen, en zien streng toe op naleving van deze wet. Drugswetgeving is vergelijkbaar met die in Europa en de Verenigde Staten, maar wordt maar zelden ook echt toegepast. Voor de rest laten politie en regering iedereen doen wat hij wil zolang het de staat niet in gevaar brengt, of zolang ze er geen baat bij hebben om het te stoppen.
Al Amarja is ook het middelpunt van zo'n beetje elke wereldwijde samenzwering, die allemaal hun agenten op het eiland hebben.
Bevolking
De geschiedenis van het eiland zorgt ervoor dat de autochtone bewoners eruitzien als een mengsel van verschillende etnische achtergronden. De bevolking van Al Amarja is ook gegroeid door immigranten uit het Middellandse Zeegebied, Noord-Amerika, Azië en Afrika. Ook bevinden zich mutanten, maniaken, illegale telepaten, geheim agenten, gekke wetenschappers, gewetenloze zakenlieden, rijkelui, en nog veel meer onder de bevolking, die nooit nauwkeurig geteld is.
Al Amarjanen — ook "Martians" genoemd — zijn harde mensen. In plaats van stropdassen dragen de meesten een strop rond de nek. Messen en schoenen met stalen neuzen zijn bijna alomtegenwoordig, en straat- en cafégevechten zijn een volksvermaak. Vanwege de algemene vijandigheid en verdenkingen is het normaal om dranken te serveren in gesloten blikjes en flesjes.
Al Amarjanen volgen zo'n beetje elke godsdienst van Christendom tot mensenoffers, van satanisme tot Sommerisme (volgelingen van rockster Karla Sommers). Er is maar één officiële, maar multi-godsdienstige, tempel in Al Amarja.
Externe link
Officiële website, Atlas Games
Rollenspel (spel)
|
Al Amarja's inkomsten komen uit verschillende bronnen: decadente toeristen, privédonaties en investeringen, legale en illegale handel, gesmokkeld ivoor en andere verboden dierlijke producten, diensten aan zeelui, buitenlandse bankrekeningen, en handel in gekopieerde producten. Het zakenleven kan zich goed vinden in het gebrek aan auteursrecht, merkenrecht en veiligheidswetgeving, en de makkelijk om te kopen politie.
| 2 |
handel, ruil, uitwisseling
|
96 |
ChildrensEvent
|
3051778
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Roefeldag
|
Roefeldag
|
De Roefel of Roefeldag is een dag waarop kinderen van de basisschool bij bedrijven, verenigingen, instellingen of winkels een kijkje achter de schermen gaan nemen. Roefelen is een van oorsprong Vlaams woord dat 'snuffelen' of 'ontdekken' betekent.
Vaak mogen de kinderen tijdens de Roefeldag zelf mee helpen en spelen ze de rol van brandweerman, architect of verkoopster. Voor de bedrijven, verenigingen of instellingen is het een goede gelegenheid om aan kinderen te laten zien welke activiteiten men uitoefent.
De Roefel werd begin de jaren '90 in Vlaanderen opgestart door de Koning Boudewijnstichting en werd daarna ook in Nederland populair. Het wordt sinds 1992 in Nederland ononderbroken georganiseerd.
Externe links
roefelen.nl
Basisonderwijs in Nederland
Basisonderwijs in Vlaanderen
Kinderevenement
Onderwijsterminologie
|
Basisonderwijs in Nederland
Basisonderwijs in Vlaanderen
Kinderevenement
Onderwijsterminologie
| 1 |
kinderevenement, kinderactiviteit, jeugdevenement
|
1,215 |
BodyOfWater
|
183148
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kuopio
|
Kuopio
|
Kuopio is een gemeente en stad in het binnenland van Finland en de hoofdstad van het landschap Pohjois-Savo. Kuopio heeft inwoners (), waarmee het de achtste gemeente van Finland is.
De stad wordt omringd door het meer Kallavesi. Het centrum heeft zoals vrijwel alle Finse steden een rastervormig stratenpatroon; in Kuopio wordt dit patroon nog 'verdubbeld' doordat de blokken tussen twee straten doorsneden worden door smalle stegen. De belangrijkste bezienswaardigheid is de uitkijktoren op de Puijoheuvel.
Functies
Kuopio is de grootste stad van Pohjois-Savo. De stad telt diverse onderwijsinstellingen, waaronder een universiteit. Kuopio heeft daardoor een aanzienlijke studentenpopulatie. Het is een levendige stad met veel winkels en culturele voorzieningen. Kuopio is vandaag vooral bekend als een centrum van gezondheidszorg, de universiteit is speciaal gefocust op deze specialisaties.
De basis van de industriële bedrijvigheid wordt gevormd door houtverwerking en -transport, waarvoor ook de binnenhaven van belang is, alsmede metaal- en voedingsmiddelenindustrie.
Kuopio is zetel van de aartsbisschop van de Fins-orthodoxe Kerk. De stad staat in Finland bekend om de visspecialiteit "Kalakukko" en het speciale Savo-dialect van de inwoners.
Geschiedenis
Kuopio werd in 1653 gesticht door gouverneur Peter Brahe, maar de stadsrechten werden later weer ingetrokken. In 1775 werd Kuopio opnieuw tot stad verheven door de Zweedse koning Gustaaf III. Kuopio groeide uit tot handelscentrum van de regio en centrum voor houtverwerking. De stad kwam tot bloei na opening van het Saimaakanaal, waardoor hout per schip door het merengebied naar zee kon worden vervoerd.
In 1969 ging Kuopion maalaiskunta in Kuopio op, in 1973 Riistavesi, in 2005 Vehmersalmi, in 2013 Nilsiä en Karttula, in 2015 Maaninka en in 2017 Juankoski.
Verkeer en vervoer
Kuopio ligt zowel aan de snelweg als de spoorlijn van Helsinki naar het noorden. Met van oorsprong Italiaanse Pendolino-treinen wordt een hogesnelheidsverbinding met Helsinki onderhouden. Daarnaast rijden er ook gewone intercity en regionale treinen.
Kuopio heeft ook de beschikking over een vliegveld, waarvandaan naar Helsinki gevlogen kan worden. Het vliegveld ligt bij Toivala, 25 km buiten de stad en net buiten de gemeentegrenzen.
Sport
Internationaal heeft Kuopio naam gemaakt als wintersportoord vanwege de skispringschansen en in Nederland door de organisatie van de alternatieve elfstedentocht, ook wel bekend als de Finland Ice Marathon.
KuPS is de voetbalclub van Kuopio en is meervoudig landskampioen.
IJshockeyclub KalPa speelt haar wedstrijden in de Kuopion jäähalli.
Partnergemeenten
Kuopio onderhoudt jumelages met veertien steden: Shanghai Pudong (China), Jönköping (Zweden), Winnipeg (Canada), Minneapolis (VS), Besançon (Frankrijk), Castrop-Rauxel en Gera (beide Duitsland), Svendborg (Denemarken), Bodø (Noorwegen), Opole (Polen), Pitkjaranta en Pskov (beide Rusland), Győr (Hongarije) en Craiova (Roemenië). Ook is er een jumelage met de Estische provincie Lääne-Virumaa.
Geboren in Kuopio
Hannes Kolehmainen (1889-1966), langeafstandsloper
Juha Rissanen (1958), voetballer
Kari Ukkonen (1961), voetballer
Jukka Turunen (1964), voetballer
Juha Karvinen (1966), voetballer
Risto Laakkonen (1967), schansspringer
Paavo Lötjönen (1968), cellist
Jouni Räsänen (1970), voetballer
Harri Ylönen (1972), voetballer
Mika Laitinen (1973), schansspringer
Ilja Venäläinen (1980), voetballer
Kalle Parviainen (1982), voetballer
Jenni Vartiainen (1983), zangeres
Arttu Lappi (1984), schansspringer
Janne Happonen (1984), schansspringer
Externe link
Officiële site (meertalig)
|
De stad wordt omringd door het meer Kallavesi. Het centrum heeft zoals vrijwel alle Finse steden een rastervormig stratenpatroon; in Kuopio wordt dit patroon nog 'verdubbeld' doordat de blokken tussen twee straten doorsneden worden door smalle stegen. De belangrijkste bezienswaardigheid is de uitkijktoren op de Puijoheuvel.
| 1 |
zee, meer, oceaan
|
7,647 |
DeliveryChargeSpecification
|
4912093
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/AliExpress
|
AliExpress
|
AliExpress is een webwinkel voor Chinese particulieren of kleine bedrijven om hun producten te verkopen aan buitenlandse consumenten.
Jack Ma richtte op 4 april 1999 de Alibaba Group op, waaruit in 2010 AliExpress.com voortvloeide. In tegenstelling tot Alibaba is AliExpress meer gericht op de detailhandel. De koper koopt rechtstreeks dan wel met weinig tussenschakels van de fabrikant waardoor de hoogte van de verkoopprijs voor de consument beperkt kan blijven. AliExpress biedt zijn onlineplatform aan als marktplek en verkoopt zelf geen producten.
De Verordening digitale diensten beschouwt AliExpress als een zeer groot onlineplatform, en legt bijhorende verplichtingen op.
Geschiedenis
AliExpress is opgericht met als doel de Chinese producenten via internet een nieuwe markt aan te bieden in het buitenland. Oorspronkelijk was de website bedoeld voor wereldwijde verkoop van bulkgoed aan bedrijven die zo eenvoudig producten tegen gereduceerde prijs konden aankopen. De minimale afname van een product was meestal circa 20 tot 50 stuks, maar later gingen verkopers hun producten ook per stuk aanbieden waardoor de particuliere markt in beeld kwam.
Particuliere consumentenmarkt
AliExpress is een e-commerceplatform voor business-to-consumerverkoop (B2C). Zowel particulieren als bedrijven kunnen producten aanbieden op de site. Alibaba had eerder al uitgepakt met diverse e-commercebedrijven die inspelen op andere noden van de vrije markt.
Voorbeelden zijn:
Taobao: Een platform voor het vergemakkelijken van onderlinge verkoop tussen consumenten
Tmall: Een onlineplatform met retailaanbod
Alipay: De Chinese variant van PayPal
eTao: Een zoekmachine voor het zoeken van producten en vergelijken van prijzen
Wereldwijd bereik
Ondertussen is AliExpress de meestbezochte e-commercewebsite in Rusland. Verder staat hij in de top 10 populairste websites van Brazilië. De levertijd voor landen in Europa ligt tussen de 3 en 60 dagen. Wanneer men kiest voor transport via schepen hoeven er vaak geen verzendkosten betaald te worden en wordt de prijs fors gedrukt. Hierdoor is er in de afgelopen jaren een forse stijging van diverse Chinese e-platforms. De lagere prijs is vooral voor jongeren belangrijker dan een snellere levering, waardoor AliExpress kan concurreren met Belgische en Nederlandse webshops. Inmiddels is door een samenwerking tussen PostNL en AliExpress de levertijd verkort. Toch kan het gemiddeld nog steeds 3 weken duren voordat het bestelde product ook echt bij de consument arriveert.
Kwaliteit en betrouwbaarheid
Op AliExpress worden ook nagemaakte producten aangeboden, zoals telefoons en kleding. Hierdoor kunnen sommige leveringen worden tegengehouden. Ook wordt er normaliter geen btw geheven waardoor de douane bij het inklaren alsnog btw kan heffen. Dit dient dan bij aflevering alsnog te worden betaald via de bezorgdienst.
Voor meer betrouwbaarheid kunnen kopers malafide verkopers omzeilen door te kopen bij aanbieders die positieve reacties hebben van eerdere klanten. Met het gebruik van AliExpress zijn de ervaringen dan ook wisselend en consumenten wordt aangeraden zich eerst goed te verdiepen in de aanbieder, voordat een bestelling wordt geplaatst.
Alibaba Group
Internetdienst
|
Wereldwijd bereik
Ondertussen is AliExpress de meestbezochte e-commercewebsite in Rusland. Verder staat hij in de top 10 populairste websites van Brazilië. De levertijd voor landen in Europa ligt tussen de 3 en 60 dagen. Wanneer men kiest voor transport via schepen hoeven er vaak geen verzendkosten betaald te worden en wordt de prijs fors gedrukt. Hierdoor is er in de afgelopen jaren een forse stijging van diverse Chinese e-platforms. De lagere prijs is vooral voor jongeren belangrijker dan een snellere levering, waardoor AliExpress kan concurreren met Belgische en Nederlandse webshops. Inmiddels is door een samenwerking tussen PostNL en AliExpress de levertijd verkort. Toch kan het gemiddeld nog steeds 3 weken duren voordat het bestelde product ook echt bij de consument arriveert.
| 1 |
bezorgkosten, leveringskosten, verzendkosten
|
8,152 |
AutomatedTeller
|
2256
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/2019
|
2019
|
Het jaar 2019 was een gewoon jaar dat op een dinsdag begon. 2019 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationaal Jaar van het Periodiek Systeem der Chemische Elementen, aangezien het samenviel met de 150ste verjaardag van de ontdekking van het Periodiek Systeem door Dmitri Mendelejev in 1869.
Gebeurtenissen
Januari
1 - Tijdens oud en nieuw ontstaat in en rondom de Nederlandse plaats Scheveningen op veel plekken brand door een regenbui van vonken. Oorzaak is een combinatie van harde wind en een vreugdevuur dat, tegen de regels in, te hoog gebouwd blijkt te zijn.
1 - Oostenrijk legaliseert het homohuwelijk.
1 - Matera en Plovdiv zijn de Culturele hoofdstad van Europa 2019.
1 - De onbemande ruimtesonde New Horizons passeerde planetoïde Arrokoth; het verste middels een 'fly-by' onderzochte hemellichaam ooit.
4 - In een escaperoom in Koszalin, Polen komen vijf tienermeisjes om het leven wanneer er brand uitbreekt, hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door een lekkende gasfles. De slachtoffers waren allen 15 jaar.
14 - De burgemeester van de Poolse stad Gdansk wordt neergestoken door een politieke tegenstander en overlijdt later in een ziekenhuis.
16 - In de Keniaanse hoofdstad Nairobi wordt een aanslag gepleegd op een luxe hotel. Er vallen 21 doden en meer dan 30 gewonden. De Soomalische terreurgroep Al-Shabaab eist de aanslag op.
Februari
12 - Macedonië verandert zijn naam in Noord-Macedonië. Dat is het resultaat van een akkoord met Griekenland, dat ook een provincie Macedonië heeft.
13 - Ondanks fel verzet van Nederland besluit de Europese Unie de pulskorvisserij te verbieden.
19 - Venezuela sluit de zeegrens met Aruba, Bonaire en Curaçao. Ook de barkjes met groente en fruit kunnen niet naar de eilanden komen.
Maart
1 - In De Pijp in Amsterdam wordt vrouwencafé Bar Buka officieel geopend.
15 - Bij aanslagen uit extreemrechtse hoek met automatische wapens op twee moskeeën in de Nieuw-Zeelandse stad Christchurch vallen zeker vijftig doden en tientallen gewonden.
18 - Bij een aanslag in een tram op het 24 Oktoberplein in de Utrechtse wijk Kanaleneiland vallen vier doden en vijf gewonden.
20 - Provinciale Statenverkiezingen en Waterschapsverkiezingen in Nederland.
23 - Na een jarenlange strijd wordt het laatste bolwerk van de Islamitische Staat, Baghouz ingenomen. Of daarmee de terreurdreiging door IS is geweken, moet nog blijken. Mogelijk zouden IS-strijders zich kunnen schuilhouden in de bevrijde gebieden.
25 - De Amerikaanse president Donald Trump ondertekent een verklaring dat de Verenigde Staten de bezette Golanhoogten erkennen als deel van Israël. Hiermee breekt hij met het beleid van de VS van de afgelopen halve eeuw.
31 - Bij de lokale verkiezingen in Turkije verliest de regeringspartij AKP de burgemeestersposten in steden als Istanboel, Ankara, Antalya, Izmir, Adana en Mersin.
April
8 - Als eerste gemeente verbant Amsterdam de snorfiets van het fietspad naar de rijweg. Snorfietsers moeten voortaan een valhelm dragen.
15 - Bij een grote brand raakt de Notre-Dame van Parijs zwaar beschadigd. Er zijn geen doden gevallen, wel raakte een brandweerman gewond bij de bluswerkzaamheden. Bij de brand is de torenspits en het dak ingestort.
16 - Victor Campenaerts verbreekt het werelduurrecord wielrennen. Hij legt in één uur een afstand van 55,089 kilometer af.
17 - Bij zijn arrestatie wegens corruptie berooft de Peruviaanse oud-president Alan García zich van het leven.
21 - Pasen. Bij een reeks aanslagen op kerken in Sri Lanka komen 267 mensen om het leven en raken minstens 450 mensen gewond. De aanslagen, op katholieke kerken in Colombo en Negombo, een Evangelische kerk in het oosten en andere plaatsen, worden opgeëist door de lokale extremistische moslimorganisatie National Thowheeth Jama'ath.
27 - Koningsdag, de Nederlandse koninklijke familie brengt een bezoek aan Amersfoort.
28 - Parlementsverkiezingen in Spanje. De PSOE van premier Pedro Sánchez wordt de grootste partij.
30 - De Japanse keizer Akihito treedt af. Op 1 mei volgt zijn zoon Naruhito hem op.
Mei
2 - In Nieuw-Zeeland wordt rechter Joe Williams geïnstalleerd als eerste Maori in het Hooggerechtshof.
4 t/m 6 - Kroning van koning Rama X van Thailand.
14 t/m 18 - De 64e editie van het Eurovisiesongfestival vond plaats in Israël.
18 - Duncan Laurence wint voor Nederland de 64e editie van het Eurovisiesongfestival.
20 - Vier van de zeven basiseenheden van het SI-stelsel worden geherdefinieerd.
Verkiezingen voor het Europees Parlement op 23 mei (Nederland) en 26 mei (België).
24 - Taiwan stelt als eerste Aziatische land het huwelijk open voor mensen van hetzelfde geslacht. Op de eerste dag geven 360 paren elkaar het ja-woord.
26 - Regionale, federale en Europese verkiezingen in België.
27 - Start van de regeringsonderhandelingen in België.
27 - De leden van Provinciale Staten in Nederland kiezen de leden van de Eerste Kamer.
Juni
12 - De eerste geldmaat wordt in bedrijf gesteld. Het is een uniforme geldautomaat van ABN-AMRO, ING en Rabobank.
Juli
1 - Finland neemt het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie over.
24 - In Eindhoven wordt een temperatuur van 39,3°C gemeten, waarmee het Nederlands warmterecord uit 1944 na bijna 75 jaar werd verbroken.
25 - In Nederland en België stijgen de dagtemperaturen voor het eerst sinds het begin van de metingen boven de 40°C. Het nieuwe Nederlandse warmterecord van 40,7°C wordt gemeten in Gilze en Rijen, het nieuwe Belgische warmterecord is 41,8°C in Begijnendijk.
Augustus
3 - In El Paso schiet een 21-jarige man in een winkelcentrum 20 willekeurige personen dood. De nacht erop schiet een 24-jarige man in Dayton 9 mensen, waaronder zijn zus dood. De dader komt zelf ook om het leven tijdens zijn vlucht.
22 - Het belastingkantoor in Willemstad brandt af; de oorzaak is brandstichting.
24 - In Assen wordt een 32-jarige man dood aangetroffen na een melding van een zedendelict bij een speeltuin. Het slachtoffer zou een vierjarig meisje zijn. De verdachte zou na dit delict hebben geprobeerd te vluchten waarna hij door vijf mannen was staande gehouden en overleed voordat de politie arriveerde. Later blijkt dat de 32-jarige overleden man een dove hovenier was.
28 - De Britse premier Boris Johnson stuurt het parlement opnieuw met reces, nu tot 14 oktober. Dit is slechts tweeënhalve week voor de geplande brexitdatum.
31 - Op het circuit van Spa-Francorchamps komt in de Formule 2 de Franse coureur Anthoine Hubert om het leven.
September
18 - De advocaat Derk Wiersum (44) van kroongetuige Nabil B. wordt voor zijn huis in Amsterdam geliquideerd. Minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus verklaart daarna deze moord tot een aanslag op de rechtstaat en schakelt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in wat uniek is in Nederland tot dan toe bij moordzaken.
21 - Vliegtuigongeluk bij Pluvigner. In het Franse Pluvigner stort een Belgische F-16 neer. De twee piloten weten ongedeerd te ontkomen door gebruik te maken van hun schietstoel.
24 - De voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosi, kondigt een afzettingsprocedure aan tegen president Donald Trump. De president wordt er door de Democraten van beschuldigd dat hij de Oekraïense president Zelensky telefonisch onder druk heeft gezet om een corruptieonderzoek te beginnen tegen zijn politieke rivaal Joe Biden.
Oktober
1 - De Rijksrecherche doet huiszoeking in de kantoren van de Haagse wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui, in verband met een onderzoek naar mogelijke corruptie bij het verlenen van nachtvergunningen.
1 - Aan de boerenprotesten die plaatsvinden, nemen duizenden agrariërs uit het hele land deel die met hun tractoren onder andere naar Den Haag trekken. Op het Malieveld spreken parlementariërs de boeren toe.
2 - Nieuwe Vlaamse regering Jambon I wordt voorgesteld.
4 - In Suriname wordt de wet tot instelling van het Constitutioneel Hof (CHof) goedgekeurd.
9 - Turkije valt noordwest Syrië binnen om de Koerdische YPG te verdrijven uit een deel van het Rojava gebied nadat de Verenigde Staten zich uit het gebied terug trok. De YPG sluit daarop een overeenkomst met het Syrische leger van Bashar al-Assad voor bescherming van de grote plaatsen.
22 - Keizer Naruhito is ingehuldigd als de nieuwe keizer van Japan.
24 - De stoffelijke resten van de Spaanse dictator Franco worden door de socialistische regering verwijderd uit zijn tombe in de Valle de los Caídos en overgebracht naar de begraafplaats Mingorrubio in Madrid, waar ook zijn vrouw Carmen Polo ligt begraven.
27 - Sophie Wilmès wordt de eerste Belgische vrouwelijke eerste minister.
November
5 - Het kabinet-Trump zegt het Akkoord van Parijs op, waardoor het vanaf 4 november 2020 niet meer van kracht is in de Verenigde Staten.
10 - De Boliviaanse president Evo Morales treedt af en vlucht het land uit richting Mexico nadat er op 22 oktober protesten uitbraken na zijn herverkiezing. Eerder had de politie zich al aangesloten bij de protesten, riep het OAS op tot nieuwe verkiezingen en verzocht het leger hem om op te stappen.
11 - Er vindt een Mercuriusovergang plaats.
17 - Achteraf wordt bekend dat op deze datum het eerste geval van wat later Covid-19 is gaan heten wordt vastgesteld in het Chinese Wuhan.
23 tot 7 december - Op de Noordelijke Salomonseilanden wordt een referendum gehouden over onafhankelijkheid van Papoea-Nieuw-Guinea. De bevolking stemt met 98% voor onafhankelijkheid.
24 - Bij anti-regeringsdemonstraties in het zuiden van Irak vallen zeker 13 doden en 150 gewonden.
26 - Bij een aardbeving in Albanië met een kracht van 6,4 vallen tientallen doden.
29 - Bij een aanslag nabij London Bridge worden vijf mensen neergestoken, van wie er twee overlijden. De dader wordt door de politie doodgeschoten.
29 - Desi Bouterse, de president van Suriname, wordt door de krijgsraad tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege zijn aandeel in de Decembermoorden in 1982.
29 - Opening van het Forum Groningen, de nieuwe "huiskamer" van de stad op de Grote Markt.
December
8 - De Amerikaanse rapper Juice WRLD overlijdt op 21-jarige leeftijd na een overdosis.
12 - De Britse Lagerhuisverkiezingen leveren winst op voor de Conservatieven, die met 365 van de 650 zetels een ruime meerderheid veroveren. Ook de Scottish National Party behaalt winst; Labour verliest 60 zetels.
16 - De nummer 1 van de Nationale Opsporingslijst, de crimineel Ridouan Taghi, wordt in Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten opgepakt.
18 - Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden start met wat later de eerste afzettingsprocedure tegen Donald Trump zou gaan heten.
20 - Het Britse parlement stemt met een grote meerderheid van 358 tegen 234 stemmen voor de withdrawal agreement bill.
22 - De Nederlandse kickbokser Rico Verhoeven blijft wereldkampioen kickboksen in het zwaargewicht bij Glory nadat zijn tegenstander Badr Hari het gevecht moest opgeven wegens een blessure.
31 - Het 14e-eeuwse astronomisch uurwerk van de kathedraal van Lyon geeft voor het laatst de juiste datum aan.
In december 2019 werden de eerste besmettingsgevallen met COVID-19 geregistreerd in de Chinese stad Wuhan, wat in 2020 tot een pandemie zou leiden.
zonder datum
Er breken grote bosbranden uit in Australië
Er breekt in Congo een mazelenepidemie uit met minstens 6000 doden
Overige gebeurtenissen
2019 is het laatste jaar dat het Duitse solidariteitspakt van kracht is, waarbij het westelijke deel van Duitsland, sinds de Duitse hereniging extra belasting betaalt voor de opbouw van het oostelijk deel.
Muziek
Klassieke muziek
7 maart 2019 vond de wereldpremière plaats van het Pianoconcert van Thomas Adès
17 augustus 2019 vond de wereldpremière plaats van Symfonie nr. 5 van James MacMillan
2019 in fictie
De Amerikaanse sciencefictionfilms Blade Runner en The Island spelen zich in het Los Angeles van 2019 af. Ook de Japanse animefilm Akira speelt zich in dit jaar af.
Sport
Het wereldkampioenschap voetbal vrouwen 2019 werd in Frankrijk gespeeld van 7 juni t/m 7 juli. Nederland werd tweede.
Het Afrikaans kampioenschap voetbal 2019 vond plaats in Egypte van 21 juni t/m 19 juli.
De Pan-Amerikaanse Spelen werden in de Peruaanse hoofdstad Lima gespeeld van 26 juli t/m 11 augustus.
Het Europees kampioenschap hockey voor vrouwen en mannen vond plaats van 16 augustus t/m 25 augustus.
Het wereldkampioenschap rugby 2019 vond plaats in Japan van 20 september tot en met 2 november, waarbij enkele wedstrijden in Hongkong en Singapore werden gespeeld. Zuid-Afrika werd voor de derde keer kampioen.
Het Nederlands vrouwen handbalteam behaalde op 15 december in Japan het Wereldkampioenschap 2019.
Geboren
6 mei - Archie Mountbatten-Windsor, eerstgeboren zoon van de Engelse prins Harry, hertog van Sussex, en Meghan Markle, en 7e in de lijn van Britse troonopvolging
Overleden
Weerextremen
Nederland
16 februari: Hoogst gemeten temperatuur tot dan toe op deze dag: 13,3°C.
25 februari: Met 18,3°C was dit de warmste 25 februari ooit gemeten.
26 februari: Met 18,9°C was dit de warmste 26 februari ooit gemeten.
27 februari: Met 18,3°C was dit de warmste 27 februari ooit gemeten. In het Limburgse Arcen steeg het kwik zelfs tot 20,5°C en daarmee was dit de hoogste temperatuur ooit gemeten in de maand februari.
2 juni: Met 30,4°C was dit de warmste 2 juni ooit gemeten.
25 juni: Met 33,2°C was dit de warmste 25 juni ooit gemeten.
Juni: Met een gemiddelde temperatuur van 18,1°C was dit de warmste junimaand ooit.
23 juli: Met 31,9°C was dit de warmste 23 juli ooit gemeten.
24 juli: In Eindhoven wordt een temperatuur van 39,3°C gemeten, hiermee werd het oude Nederlandse temperatuurrecord van 38,6°C uit 1944 na bijna 75 jaar werd verbroken. In De Bilt werd het met 36,4°C de warmste dag ooit gemeten.
25 juli: In Nederland stijgen de dagtemperaturen in vijf provincies voor het eerst sinds het begin van de metingen boven de 40°C. Het nieuwe temperatuurrecord van 40,7°C wordt gemeten in Gilze en Rijen. In De Bilt werd het met 37,5°C wederom de warmste dag ooit gemeten.
26 juli: In De Bilt was het de nacht met de hoogste minimumtemperatuur sinds het begin van de metingen: 22,9°C. Het was tevens de tweede achtereenvolgende dag dat er in Nederland een temperatuur hoger dan 40°C werd gemeten: 40,1°C in Volkel.
6 oktober: De Bilt werd het de koudste 6 oktober ooit met een temperatuur van 9,6 graden.
31 december: Eerste keer een Weeralarm (code rood) uitgegeven voor mist.
België
25 juli: Ook in België wordt het voor het eerst warmer dan 40°C, met een recordwarmte van 41,8°C in Begijnendijk.
|
12 - De eerste geldmaat wordt in bedrijf gesteld. Het is een uniforme geldautomaat van ABN-AMRO, ING en Rabobank.
| 1 |
geldautomaat, pinautomaat, bankautomaat
|
1,248 |
CatholicChurch
|
69586
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaag%20%28Hoorn%29
|
Zwaag (Hoorn)
|
Zwaag is een dorp in de gemeente Hoorn, in de regio West-Friesland, in de Nederlandse provincie Noord-Holland. Het dorp werd gesticht rond de 13e eeuw na Christus. Tot 2 januari 1979 was Zwaag een zelfstandige gemeente en maakt sindsdien deel uit van de gemeente Hoorn.
Geschiedenis
De plaats Zwaag werd voor het eerst genoemd in een privilege van paus Innocentius IV. Hierin neemt hij de St. Nicolaasabdij in Hemelum met alle bezittingen van de abdij in bescherming. Een van de bezittingen was de Sint-Maartenskerk van Zwaag. Het dorp heeft zelfs enige tijd stadsrechten gehad. Maar door voortdurende onenigheid met Hoorn heeft Zwaag deze rechten moeten opgeven. Daarna is Zwaag altijd een dorp gebleven.
Wapen van Zwaag
Het wapen van Zwaag wordt in de blazoenering als volgt omschreven: "in lazuur een omgewende ooievaar, stappend door gras, alles van goud, houdend in de bek een slang of paling van sabel." Lazuur betekent in de heraldiek blauw en sabel betekent zwart.
Een oudere blazoenering, van 26 juni 1816, luidt als volgt: "Van lazuur beladen met een ooijevaar, staande op een terras, alles van goud en houdende in deszelfs bek een paling van sabel."
Mogelijk dat de ooievaar vroeger een reiger was, want die kwamen in de gemeente Zwaag veel voor. Nadat de gemeente Zwaag is opgegaan in de gemeente Hoorn wordt het wapen niet langer gevoerd of gebruikt.
Demografie
Zwaag telt ruim 3000 inwoners. Dit bewonersaantal is overigens zonder de wijken Bangert-Oosterpolder, Risdam-Noord en Risdam-Zuid die (gedeeltelijk) op oorspronkelijk Zwaags grondgebied gebouwd zijn.
Aanvankelijk waren er voornamelijk scheepvaarders en ambachtslieden woonachtig in Zwaag, maar in de 15e en 16e eeuw bestond de bevolking hoofdzakelijk uit bessentelers en boeren.
Gezien de grote invloed van de landbouwsector hadden vooral de boeren het meest te vertellen in Zwaag voor een lange tijd, maar rond 1900 begon dit te veranderen toen de glastuinbouw de overhand kreeg. Steeds meer kassen werden gebouwd.
Ook vond in het begin van de 20e eeuw veel landversnippering plaats en werd een lokale veiling geopend. In recente jaren is het kweken van bloemen erg in trek bij het Zwaagse bedrijfsleven.
Structuur
Van oorsprong was Zwaag een lintdorp met enkele zijpaden zoals de Balkweit, het Laantje (nu Krijterslaan) en het Unjerpad. Langzaamaan is het dorp op zo'n manier uitgebreid dat de oude structuur eigenlijk volledig verdwenen is, behalve dat deze op veel plaatsen nog aan oudere gebouwen is te herkennen; de Dorpsstraat toont hier en daar nog de karakteristieke lintbebouwing met bruggetjes over de sloot naar de boerderijen en woningen. Op nummer 5 staat een karakteristieke tuinderswoning dat tot monument is verklaard.
Kerken
Het dorp heeft een kerkje, waarvan de toren uit omstreeks 1500 dateert. Deze kerk maakt vanaf 29 december 2005 deel uit van de Protestantse Gemeente te Hoorn-Zwaag. Op deze dag zijn de vereniging van de Hervormde Gemeente te Zwaag-Risdam, de Hervormde Gemeente Hoorn en de Gereformeerde Kerk Hoorn samen verdergegaan. Het kerkje is tevens trouwlocatie van de gemeente Hoorn. Ook staat er de Lourdeskapel en heeft het dorp een rooms-katholieke kerk, Sint Martinus.
Bijzondere evenementen
Elk jaar wordt er in Zwaag carnaval gevierd. Tijdens het carnaval vindt er in Zwaag een optocht plaats waarbij de optochtdeelnemers in een lange stoet een vaste route door het dorp afleggen, met praalwagens die soms allerlei politieke betekenissen hebben. Dit evenement dat telkens meer dan 50.000 bezoekers trekt wordt door Carnavalsvereniging het Masker georganiseerd. In 2016 heeft de vereniging uit handen van de burgemeester van Hoorn, Yvonne van Mastrigt, een Koninklijke erepenning ontvangen. Het Masker heeft deze Koninklijke Erepenning ontvangen tijdens het 50-jarige bestaan van deze vereniging. OP 1-11-2022 is deze carnavalsoptocht toegevoegd aan de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.
Tevens vond er tweemaal in de vijf jaar een muzikaal evenement plaats: het Beiers Festival. Dit festival werd sinds 1971 georganiseerd door de Erika Kapel en stond geheel in het teken van de muziek uit de Alpenlanden. In 2011 is de laatste editie geweest van dit Beiers Festival.
Bekende inwoners van Zwaag
Bekende mensen, geboren of woonachtig in Zwaag zijn onder anderen:
Jacco Gardner - (9 april 1988) Nederlandse multi-instrumentalist
Richard Tol - (1969) hoogleraar klimaateconomie
Lobke Berkhout - (11 november 1980) vijfvoudig wereldkampioene zeilen
Hans van Goor - (1970) langeafstandzwemmer
Marco Bizot - (10 maart 1991) voetballer
Galerij
Zie ook
Lijst van burgemeesters van Zwaag
Lijst van rijksmonumenten in Zwaag
Lijst van gemeentelijke monumenten in Zwaag
Geografie van Hoorn
Plaats in Noord-Holland
Voormalige gemeente in Noord-Holland
|
Kerken
Het dorp heeft een kerkje, waarvan de toren uit omstreeks 1500 dateert. Deze kerk maakt vanaf 29 december 2005 deel uit van de Protestantse Gemeente te Hoorn-Zwaag. Op deze dag zijn de vereniging van de Hervormde Gemeente te Zwaag-Risdam, de Hervormde Gemeente Hoorn en de Gereformeerde Kerk Hoorn samen verdergegaan. Het kerkje is tevens trouwlocatie van de gemeente Hoorn. Ook staat er de Lourdeskapel en heeft het dorp een rooms-katholieke kerk, Sint Martinus.
| 2 |
katholieke kerk, rooms-katholieke kerk, katholiek christendom
|
4,842 |
Motel
|
5048558
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Moord%20op%20Martin%20Luther%20King%20Jr.
|
Moord op Martin Luther King Jr.
|
Martin Luther King, een Amerikaanse geestelijke en mensenrechtenactivist, werd op 4 april 1968 doodgeschoten bij het Lorraine Motel in Memphis, Tennessee. Hij werd met spoed naar het St. Joseph's Hospital gebracht waar hij om 19:05 uur (CST) dood werd verklaard. Hij was een prominente leider van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, bekend door zijn geweldloze aanpak en burgerlijke ongehoorzaamheid, en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede.
James Earl Ray, een ontsnapte gevangene uit de Missouri State Penitentiary, werd op 8 juni 1968 gearresteerd op London Heathrow Airport, uitgeleverd aan de Verenigde Staten en beschuldigd van het misdrijf. Op 10 maart 1969 pleitte hij schuldig en werd veroordeeld tot 99 jaar cel in de Brushy Mountain State Penitentiary. Hij heeft later veel pogingen gedaan om zijn schuldbekentenis in te trekken en voor een jury te komen maar dit is hem niet gelukt; hij stierf in gevangenschap op 23 april 1998 op 70-jarige leeftijd.
King
Aanslag in de Verenigde Staten
Misdrijf in 1968
|
Martin Luther King, een Amerikaanse geestelijke en mensenrechtenactivist, werd op 4 april 1968 doodgeschoten bij het Lorraine Motel in Memphis, Tennessee. Hij werd met spoed naar het St. Joseph's Hospital gebracht waar hij om 19:05 uur (CST) dood werd verklaard. Hij was een prominente leider van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, bekend door zijn geweldloze aanpak en burgerlijke ongehoorzaamheid, en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede.
| 1 |
motel, motorhotel, wegaccommodatie
|
2,797 |
Taxi
|
5444881
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Stationsplein%20%28Maastricht%29
|
Stationsplein (Maastricht)
|
Het Stationsplein (Maastrichts: Aon de Stasie) is een plein in het centrum van de Nederlandse stad Maastricht, gelegen aan de westzijde van Station Maastricht in het stadsdeel Wyck. Ruimtelijk en architectonisch gezien behoren ook delen van de Parallelweg en de Spoorweglaan tot het Stationsplein. Rondom het plein liggen vier rijksmonumenten en zeventien gemeentelijke monumenten.
Naamgeving en ligging
Het plein is genoemd naar het spoorwegstation, dat vanaf 1912 op de huidige locatie werd gebouwd. Andere straatnamen in de buurt (Stationsstraat, Parallelweg en Spoorweglaan) verwijzen eveneens naar het station of de spoorweg. De naam werd officieel toegekend in 1917, enkele jaren na het gereedkomen van het station.
Het Stationsplein ligt op de rechter Maasoever in Wyck aan de oostzijde van het Maastrichtse stadscentrum. Het plein heeft de vorm van een langgerekte rechthoek en strekt zich uit van noord tot zuid langs de Parallelweg en de Spoorweglaan, die over de gehele lengte de westelijke begrenzing vormen. Hier liggen tevens de drie zijstraten, van noord naar zuid: de Sint Maartenslaan, de Stationsstraat en de Bourgognestraat. Het spoorwegemplacement, het stationsgebouw en de laagbouw van kantorencomplex De Colonel vormen de oostelijke begrenzing. Aan de zuidzijde vormt de hoogbouw van De Colonel een duidelijke begrenzing. Aan de noordzijde is de begrenzing minder duidelijk. Meestal wordt de denkbeeldige verlenging van de Sint Maartenslaan als eindpunt gezien. Het busstation wordt dan wel, het P+R-parkeerterrein niet tot het Stationsplein gerekend.
Verkeer en inrichting
Het plein is voor een groot deel ingericht als voetgangersgebied, hoewel de Parallelweg en de Spoorweglaan, die officieel niet tot het plein behoren, wel in gebruik zijn door het wegverkeer. Aan de kant van de huizen in deze straten zijn parkeervakken. Het noordelijk deel van het plein is ingericht als busstation. De stads- en regiobussen rijden aan via de Sint Maartenslaan en af via de Stationsstraat. Tussen de twee busperrons bevindt een kleine, half-verdiept aangelegde fietsenstalling. Daarnaast is er in het middendeel een fietsparkeerkelder voor 2810 fietsen. In het zuidelijk deel is een taxistandplaats ingericht. Hier bevindt zich tevens een aansluiting voor fietsers op de Scharnertunnel.
Het Stationsplein is grotendeels bestraat met kinderkopjes. De rijweg van de Spoorweglaan en de Parallelweg is geplaveid met asfalt; de stoep met natuurstenen tegels. Het wegdek bij het busstation bestaat uit betonplaten; de perrons uit natuursteentegels. Tussen het busstation en het spoorwegemplacement is een rij leibomen aangeplant, die een dichte haag vormen. Het zuidelijk pleindeel bij De Colonel is symmetrisch ingericht met een ronde fontein omsloten door een tweetal verhoogde plantsoenen. Deze zijn in een strak geometrisch patroon beplant met onder andere buxushagen en sierheesters. Langs de Parallelweg en de Spoorweglaan staan sinds 2018 doodsbeenderenbomen; in het zuidelijk deel staan nog enkele oudere bomen.
Geschiedenis
Voorgeschiedenis
Het gebied waar het Stationsplein ligt, lag tot 1867 net buiten de vestingwerken van Maastricht. De gemeentegrens van Maastricht liep langs de onderrand van het glacis, dat de vestingwerken omsloot. Het gebied daarbuiten behoorde tot 1920 tot de gemeente Meerssen. In 1853 moest het eerste station van Maastricht, aan de spoorlijn Aken-Maastricht, dan ook gebouwd worden op grondgebied van de gemeente Meerssen. In de jaren daarna verrezen op het emplacement in Wyck twee additionele stationsgebouwen: dat van de Grand Central Belge en dat van het Staatsspoor. Een doorgaande route van deze stations naar de Maasbrug, destijds nog de enige brug, ontbrak. Zowel het stratenpatroon in Wyck als de vestingwerken vormden belemmeringen voor het verkeer. De meeste reizigers reisden dan ook per rijtuig om Wyck heen, om via de Rechtstraat of de Oeverwal de brug te bereiken. In 1866 verbeterde de situatie enigszins door de aanleg van de Stationspoort, die echter slechts twee jaar dienstdeed.
Planvorming
Na de opheffing van de vesting in 1867 en de daaropvolgende slechting van de vestingwerken, werden de eerste plannen gemaakt voor de uitleg van de stad aan de Wycker kant. Besloten werd dat hier een woonwijk voor de middenklasse moest komen, met brede straten en ruime herenhuizen. In de plannen van stadsarchitect W.J. Brender à Brandis uit de jaren 1880 is te zien dat de hoofdstructuur van de wijk bestond uit twee assen: de 'Stationsweg' (het oostelijk deel van de Wycker Brugstraat met in het verlengde daarvan de Stationsstraat) en de 'Singelweg' (de Wilhelminasingel). Dwars op de 'Stationsweg' waren verder nog gepland de 'Middenweg' (Alexander Battalaan) en de 'Parallelweg', die nog steeds zo heet. De benaming 'Percée' (Frans: doorbraak) voor de nieuwe avenue bleef tot ver in de twintigste eeuw herinneren aan de doorbraak in Wyck en de vestingwerken. Een optie voor een alternatieve route, diagonaal lopend vanaf de Wycker Brugstraat naar de drie spoorwegstations, werd jarenlang opengehouden, maar bleef onuitgevoerd. Hoewel de Stationswijk in 1879 nog niet bestond, begon aan de overzijde van het spoor, precies in de as van de Percée, de bouw van de imposante Villa Wyckerveld in opdracht van de ondernemer-politicus Eugène Regout. Door vertraging van de zijde van de Dienst Domeinen, die de vestinggronden in bezit had, werden de benodigde gronden pas in 1881 pas aan de gemeente overgedragen. De doortrekking van de Wycker Brugstraat en de aanleg van nieuwe straten in de Stationsbuurt vond plaats van 1882 tot 1892. De eerste herenhuizen werden al in 1885 opgeleverd.
Bouw station en aanleg plein
In 1898 kwam de spoorlijn naar Aken in handen van de Nederlandse Staatsspoorwegen. Daardoor tekende zich ook de behoefte sterker af om tot één station te komen voor Wyck-Maastricht, een wens die al sinds 1890 bestond. In 1907 vond een kleine grenscorrectie van 25 hectare tussen Meerssen en Maastricht plaats, waardoor het bestaande emplacement én het nog te bouwen station binnen de gemeente Maastricht kwamen te liggen. De gemeente Maastricht wilde het nieuwe station aanvankelijk ten oosten van de spoorweg situeren, in het winterbed van de Maas, omdat men koste wat kost de bestaande overweg in het verlengde van de Percée wilde behouden. Verder meende men dat het door het Rijk voorgestelde terrein te smal zou zijn. Uiteindelijk gaf minister Louis Regout in 1909 de doorslag: het werd het smalle terrein aan het einde van de Percée. Door het wegvallen van de overweg bij de Stationsstraat, verplaatste het verkeer zich naar de (al bestaande) overweg bij de Akerstraat en de Scharnerweg en, iets later, naar de nieuw aangelegde spoorwegovergang tussen de Duitsepoort en de Heerderweg.
Het ontwerp van het nieuwe station door ir. George Willem van Heukelom (1870-1953) kwam van 1906 tot 1912 geleidelijk tot stand. Het station kreeg zijn specifieke vorm door het gegeven dat het zowel kopstation als doorgaand station moest zijn, dat de rangeerterreinen een bepaalde breedte moesten behouden, dat het voorplein een acceptabele breedte moest krijgen en dat men het gewenst vond dat de hoofdingang tegenover de deftige Stationsstraat kwam te liggen. Dat alles lukte door het gebouw een zeer langgerekte vorm te geven met een wat breder volume aan de noordzijde. Deze vorm bepaalde automatisch de vorm die het Stationsplein kreeg. Het plein werd aanvankelijk ingericht als parkje. Aan weerszijden van de hoofdingang stonden twee hoge lichtmasten van beton in vroege art decovormen.
In 1916 werd de passerelle in gebruik genomen, een overdekte voetgangersbrug over het spoor, gelegen aan de zuidzijde van het station. De passerelle was deels van hout en had een fraai entreegebouwtje met een hardstenen rondboog aan het Stationsplein. De passerelle werd in 1964 afgebroken na het gereedkomen van de Scharnertunnel, waar ook een voetgangerstunnel deel van uit maakte. Het strak vormgegeven entreegebouw van de voetgangerstunnel in beton en glas, van binnen betegeld, was geen lang leven beschoren. Het werd gesloopt nadat in 1984 een nieuwe passerelle aan de achterkant van het station was gebouwd.
Openbaar vervoer
Van 1884 tot 1896 onderhield de particuliere Maastrichtsche Omnibus-Maatschappij met vier omnibussen een vaste dienstregeling tussen het Wycker stationsgebied en de Boschstraat, via Vrijthof en Markt. In 1894 besloot de Maastrichtse gemeenteraad een trambaan aan te leggen op dit traject en de exploitatie in eigen hand te nemen. Vanaf 1896 reden hier drie gastrams van de Maastrichtsche Tram, maar vanwege slechte prestaties werden deze in 1903 vervangen door paardentrams, die tot 1914 dienst bleven doen. De trams reden komend uit de Stationsstraat rechtdoor naar de spoorwegovergang en bogen dan scherp naar het noorden om te eindigen bij het Station Staatsspoorwegen. Vanaf 1918 namen autobussen het openbaar vervoer tussen het nieuwe station en de binnenstad over.
Tussen 1929 en 1938 reed tussen Maastricht en Vaals een stoomtram op de tramlijn Maastricht - Vaals. De trams van de Limburgsche Tramweg-Maatschappij (LTM) hadden een halte op het Stationsplein, waar in 1931 een functionalistisch wachthuisje van architect J.J. Turlings verrees. Op 5 april 1938 reed de laatste tram, waarna de LTM de lijn voortzette met autobussen. Het aantal stads- en streekbuslijnen dat het station aandeed was in 1929 al zodanig toegenomen dat een apart busstation nodig was. Daarvoor werd het parkje in het zuidelijke deel van het Stationsplein opgeofferd. De autobussen van Stadsbus Maastricht behielden hun halteplaatsen bij de hoofdingang van het station; de streekbussen van Meussen, LTM en andere ondernemingen kregen twaalf perrons tot hun beschikking in het zuidelijk deel.
Begin jaren 1960 schoven de streekbussen verder op naar het zuiden en verrees er op de oude plek een restauratie annex toiletgebouw. De stadsbussen schoven op naar het noorden. Daar stond ook een wachthuis annex schaftlokaal voor het buspersoneel. Daarboven verscheen in 1963 een glazen controlepost, die al snel de bijnaam 'aquarium' kreeg. In 1973 werd het gebouw gesloopt toen Stadsbus Maastricht de beschikking kreeg over een pand aan de Parallelweg, waar ook ruimte was voor de remise en kantoren. In 1985 werd een compleet nieuw busstation gebouwd aan de noordzijde van het Stationsplein, waarvan zowel de stadsbussen als de streekbussen gebruik gingen maken. Om meer ruimte te maken werd een vleugel van het stationsgebouw gesloopt en werden de niet langer gebruikte 'Belgische spoorlijnen' opgebroken. De moderne overkapping van het busstation in de vorm van twee kunststof tongewelven riep gemengde reacties op. Het vrijgekomen terrein van het streekbusstation werd deels ingericht als parkeerterrein, deels als openbare verblijfsruimte.
Eerste en Tweede Wereldoorlog
In de Eerste Wereldoorlog wist Nederland neutraal te blijven, maar toch ondervond met name Maastricht als grensstad de gevolgen ervan. Na de Duitse inval in België op 4 augustus 1914 kwam er een grote stroom Belgische vluchtelingen op gang, waarvan Maastricht er zo'n 14.000 opnam. De meesten kwam aan op het station, dat toen nog deels in aanbouw was.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde het station als verbindingsstation voor de Duitse Wehrmacht. Hitler zelf stapte er tweemaal over, de enige keren dat hij voet op Nederlandse bodem zette. Na de Bevrijding van Wyck op 13 september 1944 wapperde de Nederlandse vlag van de stationstoren en werd op het plein feestgevierd met de Amerikaanse bevrijders. De grote luchtalarmschuilkelder, die tijdens de oorlog op het Stationsplein was aangelegd, bleef nog tot 1960 bestaan. Tijdens de politionele acties in Indonesië (1947-1949) fungeerde de Maastrichtse Tapijnkazerne als opleidingscentrum. Honderden militairen ("Zwarte Panters") vertrokken vanaf Station Maastricht naar het oorlogsgebied.
Ontwikkelingen sinds 2003
Van 2003 tot 2005 ging het zuidelijk deel van het stationsplein op de schop voor de bouw van het kantorencomplex De Colonel met een ondergrondse parkeergarage. De kantoortoren vormt sindsdien een markante afsluiting van het plein. De openbare ruimte werd heringericht in bijpassende stijl met kasseibestrating, een fontein en bloemperken omrand met hardstenen zitbanken. Het ontwerp was van de Belgische tuin- en landschapsarchitecten Jacques Wirtz en zonen. In 2008 werden plannen gepresenteerd voor de sneltram Hasselt - Maastricht, waarbij het de bedoeling was dat het station de voorlopig eindhalte in Maastricht zou worden. Op termijn zou de lijn worden doorgetrokken naar Randwyck. Nadat een studie had uitgewezen dat de Wilhelminabrug onvoldoende draagkracht had voor de trams, werd de lijn ingekort, waardoor het station geen halte meer was. In mei 2022 werd het project door de Vlaamse regering stopgezet.
In 2017 kwam een nieuwe fietsparkeerkelder gereed, grotendeels onder het Stationsplein gelegen, hoewel de hoofdentree in de middenberm van de Stationsstraat ligt. Op het Stationsplein is een voetgangersingang. Aansluitend aan de bouw van de garage werd het stationsgebouw voor 8 miljoen euro gerenoveerd. In de opgeknapte stationshal komt een grand-café en voor het zuidelijk deel van het stationscomplex wordt een hotelexploitant gezocht. In dit deel is al vele jaren een fietsenmaker en -verhuurder gevestigd. De voormalige fietsenstalling wordt omgevormd tot scooterstalling. Het plein ervoor wordt parkachtig ingericht. In 2020 wordt ook het deel bij de hoofdentree van het station heringericht. Het is de bedoeling dat hier de verdwenen trappartij terugkomt. Ook worden de oorspronkelijke, 11 m hoge betonnen lichtmasten in een nieuwe vorm (van staal) herplaatst. De overkapping van het busstation, die voor de bouw van de fietsparkeergarage is gesloopt, komt in elk geval niet terug.
Bezienswaardigheden
Architectuur oostzijde
Het stationsgebouw in neorenaissancestijl werd in 1915 voltooid naar een ontwerp van G.W. van Heukelom. De gevel van het gebouw, met diverse trapgevels en een vierkante toren, die niet in de as van de Stationsstraat staat, strekt zich uit over een lengte van ruim 150 m langs de oostzijde van het plein. Het gebouw is opgetrokken in bruine baksteen op een plint van graniet, met granieten detailleringen en beeldhouwwerk. Het station is sinds 1997 een rijksmonument.
Ten zuiden van het station ligt het postmodernistische kantorencomplex De Colonel van de Duitse architect Hans Kollhoff. Het gebouw uit 2005 bestaat uit twee bouwdelen en bevat diverse neoclassicistische elementen. Het langgerekte lage deel sluit aan op het stationsgebouw en bezit een colonnade. De kantoortoren van vijftien verdiepingen (56 m) wordt bekroond door een dakopbouw, die – vanuit het westen of oosten gezien – de vorm heeft van een fronton. De gevels zijn bekleed met rode baksteen en grijze hardsteen; de daken met groen koper. De voornaamste huurder van de 18.000 m² kantooroppervlakte is parkeerbedrijf Q-Park, dat hier zijn internationale hoofdkantoor heeft.
Architectuur westzijde
Een deel van de historische bebouwing aan de Parallelweg is opgeofferd aan hoteluitbreidingen en de bouw van kantoren en appartementen. Zes aaneengesloten panden uit omstreeks 1900 vormen een tweetal gemeentelijke monumenten (nrs. 46 t/m 52). De gevels zijn neoclassicistisch van opbouw met pilasters en frontons. Het uit vier woningen bestaande blok op nrs. 49 t/m 52 lijkt symmetrisch, maar is dat niet. Het middendeel heeft een door gebeeldhouwde consoles gedragen balkon en eindigt in een Vlaamse gevel.
Het als zodanig gebouwde Grand Hotel de l'Empereur op de hoek van de Stationsstraat en de Parallelweg is een eclectisch gebouw uit 1902 met art nouveau-invloeden. Bijzonder is het gebruik van Limburgse mergel, hardsteen en groene geglazuurde bakstenen. Met zijn rijk gedecoreerde ronde erkertoren vormt het hotel voor de treinreiziger een markante entree van Wyck. Aan de kant van de Parallelweg kwamen in 1988 en 2004 uitbreidingen van het hotel tot stand door de architect Fred Humblé.
Oorspronkelijk lag tegenover Hotel de l'Empereur op de hoek van de Stationsstraat een even markant gebouw, waarvan de achtkantige hoektoren werd bekroond door een uivormige koepel. Deze villa in neorenaissancestijl, kort na 1900 gebouwd voor de rijke industrieel Frederik Regout, brandde omstreeks 1932 grotendeels af. In 1933 werd de villa in zakelijk-expressionistische stijl herbouwd als Hotel Rosier. Omstreeks 2010 is het pand door Hotel Kaboom opnieuw verbouwd. De liftschacht, die boven de gevel van gele baksteen uitsteekt, poogt het verdwenen torentje te memoreren. Van de oorspronkelijke villa bleef een geveldeel aan de kant van de Stationsstraat gespaard.
Verderop aan de Spoorweglaan liggen diverse villa's en herenhuizen, waarvan er twee rijksmonumenten zijn (nrs. 7 en 15) en de meeste andere gemeentelijke monumenten. De villa op de zuidoosthoek van de Bourgognestraat (Spoorweglaan 7) is in 1901 gebouwd naar een ontwerp van Willem Sprenger in een mengeling van jugendstil en chaletstijl. De rode en gele baksteen vormen decoratieve kleurverbanden. Opvallende elementen zijn de loggia en de geornamenteerde houten dakoverstek van het linkerbouwdeel en de brede erker van het rechter bouwdeel met afgeschuinde hoek en verdiept liggend portiek. De gehele erker is rijk versierd met bewerkte houten stijlen en balusters, en bovenlichten met glas in lood. De geornamenteerde vensterkappen zijn afkomstig van de voormalige Villa Aldegonda. De tussenwoning op nr. 12 dateert uit 1909 en heeft een brede, wit gesausde gevel in historiserende stijl die bekroond wordt door een gemetselde balustrade. De eind twintigste eeuw toegevoegde tweede verdieping is circa twee meter teruggelegd ten opzichte van de rest van de voorgevel.
Kunst en vormgeving openbare ruimte
Het stationsgebouw is voorzien van diverse beeldhouwwerken. Zo bevinden zich boven de hoofdentree twee granieten leeuwen met het stadswapen van Maastricht, ontworpen door W.C. Brouwer. Aan weerszijden van de trapgevel bevinden zich tegeltableaus met de provinciewapens. Bij de ingang naar de perrons is een tegeltableau met het wapen van Nederland aangebracht.
Het zuidelijk pleindeel is zorgvuldig vormgegeven in overeenstemming met de klassieke uitstraling van De Colonel. De ingelegde vloer van de colonnade toont een geometrisch motief. De hardstenen randen van de fontein en de bloemperken doen tevens dienst als zitbanken. Van dezelfde Belgische hardsteen zijn de balustrades rond de ingang van de fietstunnel.
Trivia
Grand Hotel de l'Empereur was genoemd naar de eigenaar, de Stoombierbrouwerij De Keyzer. De eerste huurder was ene F. Waelen, die er een hotel met casino in vestigde. Gokken was in Maastricht verboden, maar doordat de ingang van het hotel aan de Parallelweg tot de grenscorrectie van 1907 op grondgebied van Meerssen lag, wist de uitbater dit verbod te omzeilen.
Naast het betonnen gebouwtje van de voetgangerstunnel aan de zuidzijde van het plein stond in de jaren zestig en zeventig de ijskraam Venezia, een nevenvestiging van de bekende ijssalon van de familie Belfi in de Wycker Brugstraat.
In 1988 werd op het Stationsplein een zelfreinigend openbaar toilet geplaatst, nadat de oude urinoirs al enige jaren daarvoor verwijderd waren. Maastricht was daarmee, na Amsterdam, de tweede stad in Nederland die deze 'geautomatiseerde' openbare toiletten plaatste.
In april-mei 2019 stond het reizende kunstwerk Ode aan het Varken op het Stationsplein om aandacht te vragen voor de benarde leefsituatie van varkens.
Plein in Maastricht-Centrum
Wyck
|
Verkeer en inrichting
Het plein is voor een groot deel ingericht als voetgangersgebied, hoewel de Parallelweg en de Spoorweglaan, die officieel niet tot het plein behoren, wel in gebruik zijn door het wegverkeer. Aan de kant van de huizen in deze straten zijn parkeervakken. Het noordelijk deel van het plein is ingericht als busstation. De stads- en regiobussen rijden aan via de Sint Maartenslaan en af via de Stationsstraat. Tussen de twee busperrons bevindt een kleine, half-verdiept aangelegde fietsenstalling. Daarnaast is er in het middendeel een fietsparkeerkelder voor 2810 fietsen. In het zuidelijk deel is een taxistandplaats ingericht. Hier bevindt zich tevens een aansluiting voor fietsers op de Scharnertunnel.
| 1 |
taxi, taxidienst, personenvervoer
|
1,932 |
ExhibitionEvent
|
2189401
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bangkok%20International%20Trade%20and%20Exhibition%20Centre
|
Bangkok International Trade and Exhibition Centre
|
Het Bangkok International Trade and Exhibition Centre (vaak afgekort tot BITEC) is een expositiehal in het district Bang Na, Bangkok. Het werd in 1997 geopend en heeft een totale oppervlakte van 50.400 vierkante meter. In de expositiehal zijn regelmatig veel tentoonstellingen en shows te zien. Een bekend voorbeeld is de "Bangkok International Motor Show", een jaarlijkse motorfietstentoonstelling. Het werd gebouwd tussen 1995 en 1997. BITEC is gelegen op de Bang Na Trad, nabij het kruispunt bij de Sukhumvit Road.
Externe link
Officiële website
Bouwwerk in Bangkok
|
Het Bangkok International Trade and Exhibition Centre (vaak afgekort tot BITEC) is een expositiehal in het district Bang Na, Bangkok. Het werd in 1997 geopend en heeft een totale oppervlakte van 50.400 vierkante meter. In de expositiehal zijn regelmatig veel tentoonstellingen en shows te zien. Een bekend voorbeeld is de "Bangkok International Motor Show", een jaarlijkse motorfietstentoonstelling. Het werd gebouwd tussen 1995 en 1997. BITEC is gelegen op de Bang Na Trad, nabij het kruispunt bij de Sukhumvit Road.
| 4 |
tentoonstelling, expositie, evenement
|
12,525 |
ReservationPackage
|
4349287
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Historisch%20Centrum%20Limburg
|
Historisch Centrum Limburg
|
Het Historisch Centrum Limburg (HCL) verzamelt, beheert en presenteert archieven en collecties van (overheids)instellingen en particulieren in de Nederlandse provincie Limburg. Het is een van de Regionale Historische Centra in Nederland. Het HCL heeft locaties in Heerlen en Maastricht.
Het HCL is in Maastricht gehuisvest in het voormalige kloostercomplex van de Minderbroeders aan de Sint Pieterstraat in het Maastrichtse Jekerkwartier. Het complex omvat behalve het monumentale Oude Minderbroedersklooster enkele nieuwbouwvleugels. In Heerlen is het HCL sinds 2022 gehuisvest in de Christus Koningkerk in de wijk Vrieheide.
Geschiedenis
1881-2004: RAL
Het Rijksarchief in Limburg (RAL) nam al in 1881 zijn intrek in de Oude Minderbroederskerk. Toen waren de restauratie- en verbouwingswerkzaamheden van de kerk - die tot die tijd in gebruik was geweest als opslagplaats van het garnizoen - zover gevorderd dat een gedeelte ervan in gebruik kon worden genomen. In die tijd moest de kerk nog met kolenkachels verwarmd worden - in verband met de brandveiligheid in een depot vol papier een verre van ideale situatie, die tot in de dertiger jaren van de twintigste eeuw zou duren. In 1884 verhuisden ook het Stadsarchief- en -bibliotheek Maastricht van het Stadhuis naar de Sint Pieterstraat. De laatste vertrokken in 1915 naar het Generaalshuis op het Vrijthof. In 1919 kwam de nieuwe Tapijnkazerne in Maastricht gereed. Daarmee kwam de Sint Pieterskazerne - gehuisvest in de voormalige kloostergebouwen van de Minderbroeders, grenzend aan de Oude Minderbroederskerk - leeg te staan. Het zou (onder andere door bezuinigingen in de crisisjaren) tot 1939 duren voordat een verbouwing van het voormalige klooster kon beginnen. De werkzaamheden waren eind 1941 voltooid. Restauratie van de aan de oostzijde van de apsis gelegen Commandantswoning werd uitgesteld. In de periode 1987 tot 1996 volgde wederom een reeks ingrijpende verbouwingen. Op 8 november 1996 werd het geheel verbouwde Rijksarchief in Limburg geopend door Prins Willem-Alexander.
2004-2019: RHCL
Op 1 oktober 2004 fuseerden het Rijksarchief in Limburg (RAL) en het Gemeentearchief Maastricht (GAM) tot Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL). De twee archieven werden tezamen ondergebracht aan de Sint Pieterstraat. De wettelijke functies van gemeente- en rijksarchivaris bleven bestaan, maar een directeur neemt sindsdien de verantwoordelijkheid voor de gecombineerde diensten. Vanaf 1 januari 2005-2009 was dat Douwe de Graaf. Na diens afzwaaien was Jacques Giessen waarnemend directeur. Sinds 1 april 2010 is Lita Wiggers directeur.
Na 2019: HCL
In de afgelopen jaren leidde Lita Wiggers het RHCL onder meer naar een fusie met Rijckheyt, het streekarchief van Heerlen en omgeving. Met ingang van 31 december 2019 heeft dit geleid tot een nieuwe gemeenschappelijke regeling met als naam Historisch Centrum Limburg (HCL). Hierin vormen de gemeenten Heerlen en Maastricht samen met de Rijksoverheid de bestuurlijke partners. Het HCL is een openbaar lichaam op grond van deze gemeenschappelijke regeling en daarmee een publiekrechtelijke organisatie. Behalve de partners in de regeling beheert het HCL de archieven of levert het HCL diensten aan de volgende overheidsinstanties:
Rijks- en gemeentearchivarissen
Lijst van rijksarchivarissen in Limburg bij het RAL
1881-1893: Jos Habets
1893-1921: August Flament (vanaf 1919 met ziekteverlof)
1922-1928: Pierre Doppler
1929-1933: Willem Goossens
1933-1968: Gerard Panhuysen (tot 1939 plaatsvervangend rijksarchivaris)
1968-1981: Mart Smeets
1981-1991: Jos Wieland
1991-1997: Jo Jamar
1997-eind 1999: Jacques van Rensch, plaatsvervangend rijksarchivaris
eind 1999-1 september 2003: Flip Maarschalkerweerd; tevens gemeentearchivaris Maastricht
Lijst van rijksarchivarissen in Limburg bij het RHCL
1 september 2003-29 april 2005: Jacques van Rensch, waarnemend rijksarchivaris
29 april 2005-13 november 2019: Jacques van Rensch
Lijst van rijksarchivarissen in Limburg bij het HCL
2020-heden: Ingmar Koch
Lijst van gemeentearchivarissen van Maastricht bij het RHCL
2003-2017: Herman Ronner
2017-2019: Boy Gerrits
Lijst van gemeentearchivarissen bij het HCL
2020-heden: Ingmar Koch (tevens rijksarchivaris)
2020-heden: Geert Luykx
Collecties
Het HCL beheert zo'n 32 kilometer archief. Dat zijn allereerst de archieven van de rijksinstellingen in de provincie Limburg, de archieven van de provincie zelf, en die van de aangesloten overheidsinstanties. Bovendien beheert het Historisch Centrum Limburg een groot aantal particuliere archieven: van kerkgenootschappen, verenigingen, stichtingen, bedrijven en personen.
In Maastricht bevindt zich 24 kilometer archief, opgeslagen in ondergrondse archiefdepots die in 1994 zijn aangelegd. Direct naast de Oude Minderbroederskerk zijn tot een diepte van 10 meter drie lagen depot gebouwd. De onderste depots liggen daarmee op een dieper niveau dan de bedding van de Jeker, die er boven langs stroomt. De capaciteit van de depots is 28 km.
In Heerlen bevindt zich ongeveer 6,5 kilometer archief. Dit is opgeslagen in de depots die in de voormalige Christus Koningkerk zijn aangelegd. Het betreft hier twee depots met ieder twee verdiepingen (in principe vier lagen). De capaciteit van deze depots is 15 km.
Onder de bijzondere stukken bevinden zich:
het oudste archiefstuk van Nederland, een akte uit 950 van koning Otto I, afkomstig uit de abdij van Thorn;
een oorkonde uit 1139 van koning Koenraad III, waarin hij de Sint Servaasbrug schenkt aan het kapittel van Sint-Servaas;
het 9,9 m lange Kruisherenarchief (1436-1796), het meest complete kloosterarchief in Nederland, België en het Duitse Rijnland;
de oudste bouwtekeningen van Nederland: een serie uitgewerkte tekeningen uit ca. 1460 van de Koningskapel (begin 19e eeuw gesloopt) en de nog bestaande laatgotische kloostergang van de Sint-Servaaskerk in Maastricht;
een groot aantal 17e-, 18e- en 19e-eeuwse stads- en dorpsgezichten van Limburg van onder anderen Valentijn Klotz, Josua de Grave, Jan de Beijer en Philippe van Gulpen;
twaalf albums met een groot deel van de ontwerpen van de Maastrichtse architect en interieurontwerper Mathias Soiron (1748-1834);
de oudste foto van een gebouw in Limburg: een daguerreotypie uit 1844 van kasteel Neercanne bij Maastricht;
het fotoarchief Van Kleef, bestaande uit een kleine maar voor Nederland unieke collectie vroege medische röntgenfoto's en enkele honderden glasplaten en fotoafdrukken van de amateurfotograaf Lambert Th. van Kleef (1846-1928)
het archief van de Staatsmijnen in Limburg;
het persoonlijk archief van de dichter-schilder Pierre Kemp (1886-1967).
Partner: SHCL
In de voormalige commandantswoning van de Sint-Pieterskazerne, onderdeel van het Minderbroederscomplex in Maastricht, is sinds 2008 het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) gehuisvest. Het SHCL is een studie- en documentatiecentrum voor de geschiedenis van Nederlands Limburg. Het SHCL afficheert zichzelf als een kenniscentrum voor regionale geschiedbeoefening, waar wetenschappelijk onderzoek wordt verricht, een bibliotheek wordt beheerd, en archieven en documentatiemateriaal worden verzameld. Daarbij specialiseert het SHCL zich in de sociaal-economische en sociaal-culturele geschiedenis van Limburg in de 19e en 20e eeuw. Ondanks dat het SHCL in het complex van het HCL gehuisvest is, betreft het een onafhankelijke organisatie.
Externe links
Website van het Regionaal Historisch Centrum Limburg
Website van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg
Archief in Nederland
Geschiedenis van Limburg
Cultuur in Maastricht
Cultuur in Heerlen
|
2004-2019: RHCL
Op 1 oktober 2004 fuseerden het Rijksarchief in Limburg (RAL) en het Gemeentearchief Maastricht (GAM) tot Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL). De twee archieven werden tezamen ondergebracht aan de Sint Pieterstraat. De wettelijke functies van gemeente- en rijksarchivaris bleven bestaan, maar een directeur neemt sindsdien de verantwoordelijkheid voor de gecombineerde diensten. Vanaf 1 januari 2005-2009 was dat Douwe de Graaf. Na diens afzwaaien was Jacques Giessen waarnemend directeur. Sinds 1 april 2010 is Lita Wiggers directeur.
| 1 |
meerdaagse boeking, gekoppelde reservering, gecombineerde diensten
|
2,089 |
OrderAction
|
5458053
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Triumph%206T%20Thunderbird
|
Triumph 6T Thunderbird
|
De Triumph 6T Thunderbird was een 650cc-motorfiets die het Britse merk Triumph leverde van 1950 tot 1966.
Voorgeschiedenis
De eigenaar van het merk Ariel, Jack Sangster, had in 1936 de motorfietsproductie van Triumph overgenomen. Hij bracht twee topconstructeurs mee: Bert Hopwood en Edward Turner, die tevens directeur van het merk Triumph werd. Turner had al in 1937 de 500cc-Speed Twin 5T uitgebracht. Het was niet Triumph's eerste paralleltwin, dat was het 650cc-Triumph Model 6/1 dat nog door Val Page was ontworpen. De Speed Twin was echter veel beter ontworpen en afgewerkt en - hoewel het een toermotorfiets was - ook sneller dan de sportmotoren van de concurrentie. Het succes van de machine werd aanvankelijk in de kiem gesmoord door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar in 1947 werd de productie weer opgepakt, samen met de sportversie, de Triumph Tiger 100. Vooral op de Amerikaanse markt ontstond echter steeds meer vraag naar sterkere modellen, maar nu de Britse zijspantrekkers vrijwel uitgestorven waren vroegen ook de zijspanrijders om een krachtiger motor. Turner wilde echter niet verder gaan dan 650 cc. Hij was ervan overtuigd dat bij een zwaardere motor de trillingen niet binnen de perken te houden waren.
Triumph 6T Thunderbird
Afgezien van de grotere motor was de Triumph 6T Thunderbird vrijwel identiek aan de na-oorlogse Speed Twin 5T. Ze werd in september 1949 gepresenteerd en kwam in 1950 op de markt. Spectaculaire presentaties waren Triumph niet vreemd en dit keer reden drie Thunderbirds 500 mijl met een gemiddelde snelheid van meer dan 90 mijl per uur over het hogesnelheidscircuit van Montlhéry waarbij ze elk ook een ronde boven de 100 mijl per uur reden. Daarna reden ze ook nog terug naar de fabriek in Meriden.
Het was een 650cc-paralleltwin, bedoeld als toermotorfiets. Ze had een telescoopvoorvork en in 1949 introduceerde Turner ook de koplampnacelle, waardoor het instrumentenpaneel op de tank verviel. Chroom was nog schaars en zou dat door het uitbreken van de Koreaanse Oorlog ook nog jaren blijven. Voor de Britse thuismarkt en de export waren de motoren verschillend omdat de compressieverhouding in het Verenigd Koninkrijk lager was. Mogelijk was dat omdat de Britten aanvankelijk nog moesten werken met de "pool" (distributie)-benzine met een lage klopvastheid.
Motor
De motor was een dwarsgeplaatste, luchtgekoelde paralleltwin met een boring van 71 mm en een slag van 82 mm. De motor kreeg twee nokkenassen: voor de uitlaatkleppen aan de voorkant van het cilinderblok en voor de inlaatkleppen aan de achterkant. Aan de rechterkant zat het distributiecarter, dat strak was afgewerkt en waarin de tandwielaandrijving de 6 volt-60 watt-dynamo, de ontstekingsmagneet en de nokkenassen aandreef. De brandstoftoevoer werd verzorgd voor een enkele Amal Monobloc-carburateur. Het hele kleppenmechanisme was ingesloten en opgenomen in het dry-sump-smeersysteem. Het was een pre-unit-motor, met een losse versnellingsbak.
Transmissie
Links op de krukas zat een schroefveer-transmissiedemper met het voorste tandwiel van de primaire aandrijving. Via een ketting en een tweede tandwiel dreef die de meervoudige natte plaatkoppeling en vervolgens de voetgeschakelde vierversnellingsbak met kickstarter aan. Het achterwiel werd aangedreven door een ketting.
Rijwielgedeelte
De 6T Thunderbird kreeg een semi-dubbel wiegframe met een enkele voorbuis die vanaf het balhoofd naar de onderkant van het motorblok liep, waar ze in twee afzonderlijke buizen werd gesplitst. De voorvork was een telescoopvork met 152 mm veerweg. Voor en achter zaten trommelremmen. Als optie konden klanten ook achtervering bestellen. Turner koos hierbij echter niet voor plunjervering maar voor een geveerde naaf die George Dowty voor het landingsgestel van de Gloster Gladiator dubbeldekker had ontwikkeld. Dit werd de Triumph sprung hub, die slechts vijf centimeter veerweg gaf maar wel acht kilo toevoegde aan het onafgeveerd gewicht.
Uitrusting
De 6T Thunderbird had optioneel een klein bagagerekje op de tank. Het kastje voor het boordgereedschap zat rechts tussen de buizen van het achterframe. Er was standaard een vetspuitje en een bandenpomp aan boord. Een duozadel was er niet, als optie konden klanten kiezen voor een bagagerek of voor een tweede zweefzadel voor de passagier. De machine had een achterwielstandaard, maar ook al een jiffy als optie.
Ontwikkeling
In 1953 kwam de sportversie Tiger T110 met swingarm-achtervering uit en een jaar later werd dat systeem ook op de 6T Thunderbird toegepast. Daardoor kon ook een duopassagier comfortabel zitten. In 1959 kreeg de Thunderbird een Lucas-wisselstroomdynamo op het linker krukasuiteinde. Vanaf 1960 kreeg de machine de zgn. "bathtub"-stroomlijn rond het achterwiel. Het wordt beschouwd als een vergissing van Edward Turner, want juist zijn belangrijkste klanten in Amerika verafschuwden het plaatwerk. Dealers hadden stapels op hun terrein liggen omdat de machines alleen "naakt" te verkopen waren. Tot overmaat van ramp kreeg ook de T110 Tiger dit plaatwerk, maar de Triumph T120 Bonneville 650 bleef ervan gespaard. In 1963 werd deze "stroomlijn" iets kleiner, waardoor ze meer van het achterwiel vrij liet en de naam "Bikini" kreeg. In het laatste productiejaar, 1966 was ze helemaal verdwenen. In 1963 kregen alle 650cc-modellen ook de unit construction-versnellingsbak.
Afbeeldingen
Einde productie
Na 1966 werd de 6T Thunderbird niet meer geproduceerd. De Triumph TR6 Trophy-serie, aanvankelijk uitgebracht als woestijnracer voor de Amerikanen, bevatte nu ook een sportief toermodel, terwijl de echter sportieve rijders konden kiezen voor de T120 Bonneville met twee carburateurs.
Latere Thunderbirds
In 1981, toen Triumph al jaren eigendom was van de Triumph Meriden co-operative, bracht men een kleinere versie van de 750cc-Triumph T140 Bonneville 750 uit. Deze Triumph TR65 Thunderbird had een 650cc-blok en was het goedkoopste model van die tijd, met een trommelrem in plaats van een schijfrem in het voorwiel en contactpuntjes in plaats van elektronische ontsteking.
Triumph Motorcycles Ltd bracht in 1995 de Triumph Thunderbird 900 met een 900cc-driecilindermotor uit. In 2009 volgden de Triumph Thunderbird 1600 en de Triumph Thunderbird 1700.
Technische gegevens
6T Thunderbird
|
Rijwielgedeelte
De 6T Thunderbird kreeg een semi-dubbel wiegframe met een enkele voorbuis die vanaf het balhoofd naar de onderkant van het motorblok liep, waar ze in twee afzonderlijke buizen werd gesplitst. De voorvork was een telescoopvork met 152 mm veerweg. Voor en achter zaten trommelremmen. Als optie konden klanten ook achtervering bestellen. Turner koos hierbij echter niet voor plunjervering maar voor een geveerde naaf die George Dowty voor het landingsgestel van de Gloster Gladiator dubbeldekker had ontwikkeld. Dit werd de Triumph sprung hub, die slechts vijf centimeter veerweg gaf maar wel acht kilo toevoegde aan het onafgeveerd gewicht.
| 1 |
bestellen, orderen, leveringsmethode
|
8,638 |
StatusEnumeration
|
1492132
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ahaetulla
|
Ahaetulla
|
Ahaetulla is een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Ahaetuliinae.
Naam en indeling
De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1807 voorgesteld door Johann Heinrich Friedrich Link. Er zijn tien soorten, inclusief de pas in 2019 beschreven soort Ahaetulla laudankia.
Uiterlijke kenmerken
Soorten in dit geslacht worden soms twijgslangen of zweepslangen genoemd, naar hun zeer dunne lichaam en helder groene kleur. Twijgslangen leven meestal in bomen in bossen en hebben een voor de reptielen uniek kenmerk; ze hebben binoculair zicht doordat de ogen zich tegelijkertijd op hetzelfde punt kunnen richten. De pupil heeft een vorm die lijkt op een sleutelgat en hieraan zijn twijgslangen gemakkelijk te onderscheiden van alle andere slangen.
Verspreiding en habitat
Van dit geslacht komen vertegenwoordigers voor in grote delen van Azië, ze leven in de landen Bangladesh, Bhutan, Brunei, Cambodja, China, de Filipijnen, Indonesië, India, Laos, Maleisië, Myanmar, Nepal, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De soort met het grootste verspreidingsgebied is Ahaetulla prasina; die in vrijwel geheel Azië is te vinden.
De habitat bestaat uit vochtige en droge tropische en subtropische bossen, zowel in laaglanden als gebergten, tropische en subtropische graslanden en in landelijke tuinen.
Beschermingsstatus
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan zeven soorten een beschermingsstatus toegewezen. Vijf soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC), een soort als 'gevoelig' (Near Threatened of NT) en een soort als 'bedreigd' (Endangered of EN).
Soorten
Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Bronvermelding
Ahaetuliinae
|
Beschermingsstatus
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan zeven soorten een beschermingsstatus toegewezen. Vijf soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC), een soort als 'gevoelig' (Near Threatened of NT) en een soort als 'bedreigd' (Endangered of EN).
| 2 |
status, statustype, statuscategorie
|
7,594 |
ClaimReview
|
5577016
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Maarten%20Schenk
|
Maarten Schenk
|
Maarten Schenk van Nydeggen (1540-1589), Nederlands 16de-eeuws militair
Maarten Schenk (informaticus), Vlaams factchecker
|
Maarten Schenk van Nydeggen (1540-1589), Nederlands 16de-eeuws militair
Maarten Schenk (informaticus), Vlaams factchecker
| 1 |
factcheck, claimcontrole, waarheidscontrole
|
7,324 |
Recipe
|
1355719
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tomatensaus
|
Tomatensaus
|
Tomatensaus is een algemene term die kan verwijzen naar een grote verscheidenheid aan sauzen met tomaat als basis. Er bestaan recepten voor vlees, vis en groenten met tomatensaus, maar een bekende toepassing is die van pasta met tomatensaus.
Sauzen op basis van tomaten bestaan in vrijwel alle moderne keukens, variërend van eenvoudige Italiaanse pastasauzen die slechts bestaan uit tomaten (vers of tomatenpuree) en wat olijfolie tot meer gevulde sauzen als de bolognesesaus met naast tomaten ook rundvlees, spek en groenten. Daarnaast zijn er onder meer de pittige tomatensalsa uit de Mexicaanse keuken en de zoete tomatenketchup die in vele landen populair is.
Witte bonen in tomatensaus is een typisch gerecht uit het Engels ontbijt.
Zie ook
Tomatensoep
Ragù
|
Tomatensaus is een algemene term die kan verwijzen naar een grote verscheidenheid aan sauzen met tomaat als basis. Er bestaan recepten voor vlees, vis en groenten met tomatensaus, maar een bekende toepassing is die van pasta met tomatensaus.
| 1 |
recept, kookinstructies, ingrediënten
|
258 |
HowToSupply
|
731233
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/5000en
|
5000en
|
5000en is een dobbelspel met zes dobbelstenen.
Benodigdheden
Zes dobbelstenen
Schrijfgerei
Spelreglement
Elke speler start met 0 punten.
Tijdens de ronde waarin de eerste speler 5000 of meer punten haalt, wint die speler met de meeste punten.
Elke beurt begint met zes dobbelstenen die men gelijktijdig werpt.
Een worp kan 0, 50 of meer punten bevatten.
Nadat een speler geworpen heeft, moet hij minstens één dobbelsteen met punten apart leggen. De punten van die dobbelsteen of dobbelstenen worden genoteerd. Hij speelt verder met de overige dobbelstenen. Als het cumulatieve aantal punten van de verwijderde dobbelstenen 350 of meer punten is, mag de speler kiezen zijn beurt te beëindigen. Anders werpt de speler opnieuw met de niet verwijderde dobbelstenen.
Wanneer alle zes de dobbelstenen apart gelegd zijn, dan zijn er twee mogelijkheden:
de speler kiest ervoor zijn beurt te beëindigen;
de speler speelt verder, te beginnen met alle zes dobbelstenen. De reeds gemaakte punten blijven staan.
Gooit een speler in een worp helemaal geen punten, dan vervallen de punten van die beurt en is zijn beurt voorbij.
Kiest de speler ervoor zijn punten te behouden, dan moet de volgende speler meer punten gooien dan de vorige speler om de punten te kunnen schrijven.
Hoe punten te verkrijgen
Varianten
Vele internationale, soortgelijke spelvarianten gaan ook uit van 1000 of 10.000 punten, met een iets complexere puntentelling. Bij een gebruikelijk doel van minimaal 10.000 punten verdubbelt dan bijvoorbeeld elke gelijke dobbelsteen na de derde gelijke dobbelsteen de met 5000en behaalde punten. Zes enen leveren zo de hoogst mogelijke score per worp op van 8000 punten. Dezelfde worp is bij 5000en goed voor twee keer 1000 punten.
Dobbelspel
|
Benodigdheden
Zes dobbelstenen
Schrijfgerei
| 1 |
benodigdheden, verbruiksartikelen, instructiemateriaal
|
11,187 |
VideoGame
|
2247532
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Krazy%20Kreatures
|
Krazy Kreatures
|
Krazy Kreatures is een computerspel dat werd ontwikkeld en uitgegeven door American Video Entertainment. Het spel kwam in 1990 uit voor het platform Nintendo Entertainment System. Het spel is een actie strategiespel voor een of twee personen. De speler controleert een rechthoek waar de computer allemaal dieren op gooit. De speler kan dieren schuiven. Bij drie op een rij of meer van hetzelfde dier verdwijnen deze. De bedoeling is om het rechthoek binnen de tijd leeg te spelen.
Ontvangst
Computerspel uit 1990
Actiespel
Strategiespel
Nintendo Entertainment System-spel
|
Krazy Kreatures is een computerspel dat werd ontwikkeld en uitgegeven door American Video Entertainment. Het spel kwam in 1990 uit voor het platform Nintendo Entertainment System. Het spel is een actie strategiespel voor een of twee personen. De speler controleert een rechthoek waar de computer allemaal dieren op gooit. De speler kan dieren schuiven. Bij drie op een rij of meer van hetzelfde dier verdwijnen deze. De bedoeling is om het rechthoek binnen de tijd leeg te spelen.
| 1 |
videospel, computerspel, console-spel
|
1,495 |
MusicReleaseFormatType
|
1153450
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ruphus
|
Ruphus
|
Ruphus was een Noorse band uit de jaren zeventig die een mix van jazzrock en symfonische rock speelde.
In 1970 troffen Kjell Larson en Asle Nilsen elkaar in Oslo bij een openluchtfestival. Ze begonnen muziek te schrijven en twee jaar later was Ruphus een feit. In 1973 volgde hun eerste muziekalbum, New Born Day, dat in Noorwegen werd uitgebracht via Polydor/Polygram; in Duitsland via Brain Metronome. Duitsland was destijds in de ban van krautrock en daar sloot de muziek van Ruphus goed bij aan. Voor de rest van de wereld werd kennelijk geen contract afgesloten, want Nederland moest het doen met de Duitse versie. In 1974 toerde Ruphus door Noorwegen en werd een tv-special aan de groep gewijd. In hetzelfde jaar volgde een korte tournee door Duitsland en nam Ruphus in Noorwegen het tweede album op, Ranshart. Promotie van de albums bleef in de rest van de wereld echter uit.
Voor hun derde album, Let Your Light Shine, stuurde producer Terje Rypdal de groep meer de kant op van de jazzrock. Rypdal was toen al een zeer gewaardeerd jazzgitarist. Het Duitse platenlabel Brain, was gespecialiseerd in krautrock, organiseerde in 1977 een festival waar meer groepen als Ruphus optraden. In de Grugahallen in Essen speelde Ruphus voor zo’n 8.000 man publiek. Voor hun vierde album, Inner Voice, begonnen de eerste personeelswisselingen, maar de groep bleef in Noorwegen en Duitsland onverminderd populair; er werd zelfs een Best of uitgebracht, terwijl de groep uiteindelijk maar twee singles had uitgebracht. In 1980 viel het doek. In 1996 verscheen voor de Noorse markt nog een dubbelcompact disc met alternatieve en overgebleven opnamen en de geschiedenis van de band (in het Noors).
Doordat al hun albums moeilijk te verkrijgen zijn/waren, en Brain Metronome inmiddels failliet is, bereikt de groep een cultstatus. In de jaren negentig kwam dan de eerste cd-versie uit van New Born Day op een zeer klein Noors platenlabel Pan of Panorama. Later bleek dat dit label voor Noorwegen de rechten had, en in de loop der jaren verschijnen ook andere albums, waaronder in 2007 Inner Voice.
Discografie
Albums
1973 - New Born Day (lp: Polydor 2382 037) (cd: Panorama 012)
1974 - Ranshart (lp: Polydor 2382 046) (cd: Panorama 017)
1976 - Let Your Light Shine (lp: Polydor 2382 071) (cd: Panorama)
1977 - Inner Voice (lp: Polydor 2382 081) (cd: Panorama 029)
1978 - Flying Colours (lp: Polydor 2382 085)
1978 - Hot rhythm & high notes (lp: Electric TRIX 8)
1979 - Manmade (lp: Polydor 2382 092)
1996- Coloured Dreams and Hidden Schemes (cd: Polygram Oslo 529743)
Singles
1974 - Flying dutchman fantasy/Opening scene (Polydor 2052 087)
1977 - No deal/Left behind (Polydor)
Noorse band
Progressieve-rockband
|
Albums
1973 - New Born Day (lp: Polydor 2382 037) (cd: Panorama 012)
1974 - Ranshart (lp: Polydor 2382 046) (cd: Panorama 017)
1976 - Let Your Light Shine (lp: Polydor 2382 071) (cd: Panorama)
1977 - Inner Voice (lp: Polydor 2382 081) (cd: Panorama 029)
1978 - Flying Colours (lp: Polydor 2382 085)
1978 - Hot rhythm & high notes (lp: Electric TRIX 8)
1979 - Manmade (lp: Polydor 2382 092)
1996- Coloured Dreams and Hidden Schemes (cd: Polygram Oslo 529743)
| 7 |
compact disc, digitale media, lp
|
10,625 |
ArriveAction
|
610944
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vluchtnummer
|
Vluchtnummer
|
Een vluchtnummer is de IATA-code van de luchtvaartmaatschappij gevolgd door een nummer. Samen met de datum wordt hiermee een specifieke vlucht geïdentificeerd. Het vluchtnummer staat prominent op de instapkaart vermeld. Op de luchthaven verschijnt dit nummer ook samen met de bestemming op de monitoren/vertrekborden, zodat reizigers weten bij welke balie ze moeten inchecken en naar welke gate ze moeten gaan. Bij aankomst weten reizigers hierdoor bij welke band ze hun bagage moeten ophalen.
Een voorbeeld van een vluchtnummer is KL1774. De eerste 2 letters zijn de IATA-code van de maatschappij waarvoor het toestel vliegt, in dit geval KLM. Omdat een vluchtnummer voor een datum uniek is, kan men hiermee inchecken bij de gate en weet het luchthavenpersoneel in welk vliegtuig de bagage moet.
Conventies
Er bestaan diverse conventies voor het vaststellen van het numerieke deel van het vluchtnummer, en die kunnen per luchtvaartmaatschappij verschillen. Van oorsprong werden even nummers toegekend aan vluchten richting het noorden en oosten, en werden oneven nummers aan de zuid- en westwaartse vluchten toegewezen. Andere maatschappijen gebruiken oneven nummers voor uitgaande vluchten vanaf de thuisbasis, en even nummers voor de inkomende (of terugkerende) vluchten.
Door internationale regelgeving en technische systemen bestaat het numerieke deel van het vluchtnummer uit maximaal 4 cijfers. Kort-cijferige vluchtnummers (minder dan 3 cijfers) worden doorgaans gebruikt voor lange en/of internationale vluchten, terwijl 4-cijferige nummers (tot en met 4999) meestal aan regionale vluchten worden toegekend. Vluchtnummers boven de 5000 zijn gebruikelijk voor "code sharing".
Vluchtnummerwijzigingen
Door het samengaan van vele luchtvaartmaatschappijen, hebben sommige maatschappijen het noodzakelijk gezien om af te wijken van bestaande vluchtnummerconventies. Het groot aantal vluchten per dag dat één overblijvende of groeiende maatschappij diende te coderen kon de maximale beschikbare hoeveelheid nummers uitputten. Sommige maatschappijen zijn ertoe overgegaan om één en hetzelfde nummer toe te kennen aan een vertrekkende en de bijbehorende terugkerende vlucht.
Wanneer een vlucht crasht of verongelukt, wordt het bijbehorende vluchtnummer vaak buiten gebruik gesteld door de luchtvaartmaatschappij en niet meer in de dienstregeling opgenomen, omdat het vluchtnummer dan synoniem geworden is voor de rampvlucht. Zo is bijvoorbeeld de noodlottige Germanwings vlucht 9525 (Düsseldorf – Barcelona v.v) in 2015 omgenummerd naar vluchtnummers 9440/9441.
Zie ook
Lijst van IATA-codes voor luchtvaartmaatschappijen
Code sharing
Luchtvaart
|
Een vluchtnummer is de IATA-code van de luchtvaartmaatschappij gevolgd door een nummer. Samen met de datum wordt hiermee een specifieke vlucht geïdentificeerd. Het vluchtnummer staat prominent op de instapkaart vermeld. Op de luchthaven verschijnt dit nummer ook samen met de bestemming op de monitoren/vertrekborden, zodat reizigers weten bij welke balie ze moeten inchecken en naar welke gate ze moeten gaan. Bij aankomst weten reizigers hierdoor bij welke band ze hun bagage moeten ophalen.
| 2 |
aankomst, arriveren, bestemming
|
2,804 |
Text
|
1609890
|
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ren%C3%A9%20Defossez
|
René Defossez
|
René Defossez (Spa, 4 oktober 1905 - Etterbeek, 20 mei 1988) was een Belgisch componist, muziekpedagoog en dirigent. Hij heeft bepaalde werken onder zijn pseudoniem: Chamaré gecomponeerd.
Levensloop
Defossez kreeg zijn eerste piano- en vioollessen van zijn vader, Léon Defossez (1876-1951), componist, en violist in het orkest van het Casino van Spa; verder werd hij opgeleid aan de muziekschool van zijn geboortestad. Vanaf 1923 studeerde hij aan het Koninklijk Conservatorium Luik onder andere bij Carl Smulders (harmonieleer) en François Rasse (contrapunt en fuga). In 1935 nam hij met zijn cantate Le vieux soudard deel aan de Prix de Rome deel en won een eerste prijs.
Hij werkte vanaf 1936 als leraar muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium Luik, en in hetzelfde jaar werd hij violist in het Orchestre des Concerts Symphoniques de Spa. Maar al spoedig werd hij bij deze instelling dirigent. In 1937 werd hij dirigent van het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg, waar hij na het overlijden van Maurice Corneil de Thoran in 1953 muziekdirecteur werd.
In 1946 nam hij ontslag als professor aan het conservatorium van Luik en werd hij, als opvolger van Désiré Defauw, professor orkestdirectie aan het Brusselse conservatorium. Hij was ook meerdere jaren jurylid van de Koningin Elisabethwedstrijd.
In 1959 stopte hij als dirigent van het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg. Hij maakte vele concertreizen met verschillende orkesten door Europa (Marseille, Boekarest, Sofia, Athene, Ankara, enz.) en de Verenigde Staten. In 1963 was hij vertegenwoordiger van België bij het Wereldcongres van componisten te Moskou en in 1969 werd hij lid van de Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique.
Zijn hele carrière lang onderhield hij ook banden met de amateuristische blaasmuziekwereld, o.a. met La Royale Harmonie de Dison en vooral met La Royale Harmonie de Frameries, die hij dertig jaar leidde en waarmee hij in 1959 de eerste prijs behaalde op het Concours International van Vichy.
In 1972 was hij oprichter van de Kameropera van België en in 1974 ging hij voor twee jaar naar Mexico-Stad om aan het Conservatorio Nacional de Música de México orkestdirectie te doceren. Vervolgens was hij drie jaar in Cuba in dezelfde functie. Vanzelfsprekend gaf hij met de beste orkesten van de twee landen vele concerten.
In 1978 werd hem de Fugatrofee van de Unie van Belgische Componisten toegekend voor zijn inzet voor het muziekleven in België en voor zijn 20 jaar dirigentschap bij het orkest van de Koninklijke Muntschouwburg. Hij is Ridder in de Kroonorde en ereburger van Frameries en van zijn geboortestad Spa, waarvan de muziekacademie zijn naam draagt.
Defossez schreef diverse opera's, orkestwerken, een vioolconcert (1951), een concert voor twee piano's en orkest (1963), diverse koorwerken en kamermuziekwerken.
Composities
Werken voor orkest
Symfonieën
1935 Symphonie populaire wallone, voor klein orkest
1967 Mini-Symphonie, voor kamerorkest
1975 Sinfonietta de printemps
Concerten voor instrumenten en orkest
1934 Concert en La majeur, voor viool en orkest
1938 Variations sur deux thèmes d'Eugène Ysaÿe, voor piano en orkest
1942 Ballade, voor klarinet en orkest
1943 Recitativo e Allegro, voor trompet en orkest
1946 Mélopée et danse, voor klarinet en orkest
1951 Concert, voor viool en orkest
1956 Concert, voor piano en orkest
1956 Concert, voor 2 piano's en orkest
1965 Duo concertant, voor trompet, slagwerk en strijkorkest
Trois pièces breves, voor dwarsfluit en orkest
une larme
un sanglot
un sourir
Andere werken voor orkest
1927 Aquarium, drie impressies voor kamerorkest
1930 Images sous-marines, voor orkest
1935 Amaterasu, symfonische legende voor sopraan en orkest
1935 Poème romantique, voor strijkorkest
1936 Le culte sans parole, symfonisch gedicht voor orkest
1941 Adagio et scherzo, voor dwarsfluit en orkest
1942 Trois farces, voor kamerorkest
1946 Marche funèbre, voor orkest
1946 Marche solennelle, voor orkest
1947 Minutes heureuses, voor orkest
Marche
Pastorale
Farandole
1948 Matin cynégétique, voor kamerorkest
1952 Moto perpetuo, voor orkest
1955 Thème et choral des Variations sur un thème de Roland Lassus, voor groot orkest
1963 Suite "Minutes", voor kamerorkest
1966 Le chasseur d'images, voor spreker en orkest - tekst: Jules Renard
1968 Arioso e moto perpetuo
1970 Fantaisie choreographique, voor orkest
Fantaisie en forme de variations sur un theme suedois, voor orkest
Joies Claires, voor orkest
Le chevrier, symfonisch gedicht voor spreker en orkest
Les provinciales, voor orkest
Paraphrases pour 3 chants Wallons, voor orkest
Pièces breves, voor orkest
Radio pour tous, voor orkest
Scherzetto, voor orkest
Werken voor harmonie- en fanfareorkest
1948 Concert, voor trombone en harmonieorkest
1950 Triomfmars (Marche triomphale), voor harmonieorkest
1979 La Conquête de l'espace, voor harmonieorkest
L'homme devant l'infini
Les premiers essais
London '44
Le débarquement
Marche funèbre
La libération
La fusée sur la lune
Fanfare, voor fanfareorkest
Fanfare Allegro-moderato, voor fanfareorkest
Fanfare Wagnerienne, voor groot koperensemble
Marche de la Wallonie, voor harmonie- of fanfareorkest
Marche du Jumelage, voor harmonieorkest
Oratoria en cantates en gewijde muziek
1933 La conversion de St. Hubert, cantate voor solisten gemengd koor en orkest - tekst: Henri Liebrecht
1935 Le vieux soudard, cantate - tekst: Michel Ghelderode
1974 La Saint Jean, voor gemengd koor
1986 La tour de Babel - Psaume n°133, voor gemengd koor en blazerskwintet
In memoriam, cantate de circonstance voor mannenkoor
Muziektheater
Opera's
Operette
Balletten
Toneelmuziek
1947 Le Sens du divin, 3 aktes - tekst: Maurice Lambilliote
1961 Venise ou l'impromptu de Marco Polo - tekst: Lanoux en Bérimont
Werken voor koren
1930 Aux rives de l'étang, voor gemengd koor en piano - tekst: René Lyr
1932 La ronde, voor gemengd koor a capella - tekst: Paul Fort
1937 Lune, voor mannenkoor - tekst: Maurice Bouchoms
1938 Soleil, voor mannenkoor - tekst: Maurice Bouchoms
1947 Le triomphe d'Eros, voor vierstemmig mannenkoor a capella - tekst: Albert Giraud
1947 Ceux de la citadelle, voor gemengd koor, 2 recitanten en strijkorkest - tekst: Camille Fabry
1951 Nocturne, voor vierstemmig mannenkoor a capella - tekst: Paul Verlaine
1951 Pâques, voor vierstemmig mannenkoor a capella - tekst: Félix Bodson
1956 Chansons populaires françaises, voor sopraan, gemengd koor en orkest
1983 Eveil, voor driestemmig vrouwenkoor en gitaar ad libitum - tekst: Marcel Sébille
1985 Dis, Maman, voor gemengd koor - tekst: Maurice Carême
1985 Petite pluie d'été, voor gemengd koor a capella - tekst: Maurice Carême
1985 Grand mere, voor vierstemmig mannenkoor - tekst: Maurice Carême
1987 Confidence matinale, voor gemengd koor a capella - tekst: Marcel Sébille
1987 Reflets d'enfance, voor gemengd koor a capella - tekst: Marcel Sébille
1987 Une étoile qui sourit, voor gemengd koor a capella - tekst: Marcel Sébille
L'Etoile de l'amour, voor mannenkoor a capella - tekst: J. Bonhomme
Marchons Gaiment, voor kinderkoor
Noël des petits pauvres, voor kinderkoor
Vocale muziek
1927 Spleen, voor zangstem en piano
1928 Le petit chat, voor sopraan en piano - tekst: Georges Barzin
1929 Chante, voor hoge stem en orkest - tekst: Georges Rensonnet
1929 Il pleure dans mon cœur, voor sopraan (of tenor) en orkest - tekst: Paul Verlaine
1929 L'oiseau bleu, voor zangstem en orkest - tekst: Alphonse Daudet
1927 L'infidèle, voor lage stem en piano - tekst: Maurice Maeterlinck
1933 Regret, voor sopraan of tenor en orkest
1934 Mon amour est un soleil, voor sopraan en piano
1938 Le subterfuge improvisé, voor solisten en orkest
1939 Be Pretimps d'amour - Poème lyrique Wallon, voor sopraan, gemengd koor en orkest - tekst: Andrée Sougnez
1941 Barque d'or, voor sopraan of tenor en piano
1943 Funambulesque, voor bariton en orkest
1944 Ceux qui pieusement..., voor sopraan of tenor en piano
1945 Ta première larme, voor sopraan of tenor en orkest - tekst: Armand Sylvestre
1946 Ceux qui pieusement..., voor sopraan of tenor en piano - tekst: Victor Hugo
1950 Ma soeur la pluie, voor hoge stem en orkest - tekst: Charles Van Lerberghe
1956 Et voici que mes mains, voor zangstem en piano - tekst: Armand Bernier
1956 L'enfant et l'oiseau, voor sopraan of tenor en piano tekst: Armand Bernier
1965 La grasse matinée, voor mezzosopraan en piano
1973 Deux mélodies de Maurice Carême, voor middenstem en piano
1981 Quatre poèmes de Robert-Lucien Geeraert, voor middenstem en piano
1986 Trois chansons enfantines, voor sopraan, klarinet en piano
Chansons enfantines, voor sopraan, klarinet en piano
J'ai mon paradis, voor zangstem en piano - tekst: van de componist
Le ruisseau, voor sopraan en piano - tekst: Maurice Bouchoms
Mon petit prince, voor zangstem en piano
Nocturne, voor zangstem en piano - tekst: André Theuriet
Obsession, voor zangstem en piano - tekst: van de componist
Rendez-vous avec la mort'''', voor zangstem en piano - tekst: van de componist
Si l'on Gardait, voor zangstem en piano - tekst: Charles Vildrac
Soir, voor sopraan of tenor en piano - tekst: Albert Samain
Kamermuziek
1930 Le violoneux savant, voor viool en piano
1934 Quatuorà cordes n°1 en sol majeur (C groot), voor strijkkwartet
1935 Poème romantique, voor klarinet en piano
1940 Burlesque, voor dwarsfluit, hobo, klarinet, hoorn of trompet en fagot
1946 Mélopée et danse, voor altsaxofoon, hobo, dwarsfluit, klarinet en fagot
1946 Trio, voor hobo, klarinet en fagot
1950 Les caprices de ma poupée, voor dwarsfluit, hobo, klarinet en fagot
1950 Quatuorà cordes n°2, voor strijkkwartet
1956 Duo, voor klarinet en fagot
1956 Impromptu, voor viool en piano
1956 Kleine suite in oude stijl, voor klokkenspel met piano
1956 Quatre petites pièces, voor trompet en trombone
1957 Petite suite en forme de variations, voor houtblazers
1961 Sonatine, voor klarinet en piano
1967 Prélude et allegro, voor klarinet met pianobegeleiding
1972 Petit quatuor, voor viool, altsax, piano en slagwerk
1977 Impromptu, voor altviool en piano
1978 Cinq caractères, voor viool en altviool
1978 Improvisation et fugato, voor viool (of altviool, of cello, of contrabas) en piano
1987 Dialogue, voor saxofoons en geluidsband
Arpeges en Conge, voor dwarsfluit en piano
Bagatelles, voor dwarsfluit, hobo en klarinet
Blazerskwintet Gammes en vacances, voor trompet in C en piano
Les appels du Muezzin et Scherzo, voor altsaxofoon en orgel
Mouvement perpetuel, voor saxofoonkwartet
Pièce en forme de danses, voor klarinet en fagot
Werken voor piano
1934 Sonate 1941 Variations en si mineur (b klein) 1950 Les caprices de ma poupée (ook voor twee piano's)
1952 Berceuse 1958 Sonatine 1980 Toccata Intermezzo Sonatine facile Suite "Souvenir"
très lent
vif et joyeux
très modéré
berceuse
galop
Werken voor beiaard
1956 Petite suite dans le style ancien
Werken voor harp
1965 Petite suite, voor harpenkwartet
1971 Mini-Danse
1976 Sonatine-minute
Farandole
Rengaine
Werken voor gitaar
1972 Thème et trois variations
1974 Bord de mer
Filmmuziek
1945 Spa, ville d'eaux Belge, documentaire film van de gebroeders Paul en Jean Pichonnier
Bibliografie
Diana von Volborth-Danys: CeBeDeM et ses compositeurs affilies : biographies, catalogues, discographie, Bruxelles: Centre belge de documentation musicale, 1977. Vol. I : A-L : 1977 : 211 p.; Vol. II : M-Z : 1980 : 276 p.
Karel De Schrijver: Bibliografie der Belgische Toonkunstenaars sedert 1800, Leuven : Vlaamse Drukkerij, 1958, 152 p.
Thierry Levaux: Dictionnaire des compositeurs de Belgique du moyen âge à nos jours, Conseil de la Musique de la communaute français de Belgique, Ed. Art in Belgium, 2006. 736 p.,
David M. Cummings, Dennis K. McIntire: International who's who in music and musician's directory - (in the classical and light classical fields), Twelfth edition 1990/91, Cambridge, England: International Who's Who in Music, 1991. 1096 p.,
Alain Pâris: Dictionnaire des interprètes et de l'interprétation musicale au XXe siècle, Paris: Robert Laffont, 1989. 906 p.,
Externe links
Biografie en werklijst op de internetpagina van CeBeDeM
Defossez composities naar genre
Belgisch componist
Belgisch dirigent
Belgisch muziekpedagoog
Christelijke muziek
20e-eeuws componist
Muntschouwburg
|
Vocale muziek
1927 Spleen, voor zangstem en piano
1928 Le petit chat, voor sopraan en piano - tekst: Georges Barzin
1929 Chante, voor hoge stem en orkest - tekst: Georges Rensonnet
1929 Il pleure dans mon cœur, voor sopraan (of tenor) en orkest - tekst: Paul Verlaine
1929 L'oiseau bleu, voor zangstem en orkest - tekst: Alphonse Daudet
1927 L'infidèle, voor lage stem en piano - tekst: Maurice Maeterlinck
1933 Regret, voor sopraan of tenor en orkest
1934 Mon amour est un soleil, voor sopraan en piano
1938 Le subterfuge improvisé, voor solisten en orkest
1939 Be Pretimps d'amour - Poème lyrique Wallon, voor sopraan, gemengd koor en orkest - tekst: Andrée Sougnez
1941 Barque d'or, voor sopraan of tenor en piano
1943 Funambulesque, voor bariton en orkest
1944 Ceux qui pieusement..., voor sopraan of tenor en piano
1945 Ta première larme, voor sopraan of tenor en orkest - tekst: Armand Sylvestre
1946 Ceux qui pieusement..., voor sopraan of tenor en piano - tekst: Victor Hugo
1950 Ma soeur la pluie, voor hoge stem en orkest - tekst: Charles Van Lerberghe
1956 Et voici que mes mains, voor zangstem en piano - tekst: Armand Bernier
1956 L'enfant et l'oiseau, voor sopraan of tenor en piano tekst: Armand Bernier
1965 La grasse matinée, voor mezzosopraan en piano
1973 Deux mélodies de Maurice Carême, voor middenstem en piano
1981 Quatre poèmes de Robert-Lucien Geeraert, voor middenstem en piano
1986 Trois chansons enfantines, voor sopraan, klarinet en piano
Chansons enfantines, voor sopraan, klarinet en piano
J'ai mon paradis, voor zangstem en piano - tekst: van de componist
Le ruisseau, voor sopraan en piano - tekst: Maurice Bouchoms
Mon petit prince, voor zangstem en piano
Nocturne, voor zangstem en piano - tekst: André Theuriet
Obsession, voor zangstem en piano - tekst: van de componist
Rendez-vous avec la mort'''', voor zangstem en piano - tekst: van de componist
Si l'on Gardait, voor zangstem en piano - tekst: Charles Vildrac
Soir, voor sopraan of tenor en piano - tekst: Albert Samain
| 18 |
tekst, datatype
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.